C009 v1.20
C. 9, pp. 2-4.¶
Woensdag {16740502} 2 Maay 1674.1
Door den Gouverneur Isbrand Goske en2 d’E. Hr. Extraordinary Raet van India Sijbrand Abbema vertoont en in Raade gere[su]meert zijnde de materie vervat by den brief van de Caap [met] het bootje d’ Posthoorn in dato 17e. September ao. passo. aen d’E. Heeren Majores na ‘t Patria geschreven rakende het demanteleren van d’oude fortificatie met de redenen en omstandigheden daertoe dienende, mitsgaders daerop nader ingesien hoe ‘tsedert dien tijt de nieuwe fortresse in zoodanigen postuir is geb[racht] dat met het t’ samen getrocken guarnisoen niet alleen veel be[ter] als ‘t oude en nieuwe fort t’ samen te defenderen wesen sal, m[aer] daer neven een groote verligtinge toebrengen aen’t guarnisoensvolcq, die dagelijcx swaren arbeyt doende, echter des nagts [haer] wagten moeten waarnemen, mitsgrs. soo lang het oude fort stae[nde] gehouden wert ooc beset dient en oversulcx door de gescheijden magt bij aancomste van eenigen vijand te ligter vallen soud[e], ten opsigte d’ incusticance van’t oude fortje, de nieuwe fortres[se] mede te vermeesteren, Soo is alles ingesien en overwogen zijnde voor een gansch dienstige en hoognodige sake aengesien to[t] prevenieringe van voorgeroerde periculen en d’oncosten die daeraen dienden te werden gedaan om hetselve staande te houden het gem. oude fort hoe eer soo beter in ‘t geheel te demolieeren en van zijne wallen t’ontmantelen behoudens nogtans dat de woonplaatsen en verdere commoditeijten, buijten de[geene] welcke reets door bouvalligheijt dreijgen te storten, onderwijl sullen gehouden werden in’t geheel, soo lange in’t nieuwe for[t] andere gebout zijn.
Wijders in serieuse aenmerckinge genomen en geresumeert zijn[de] de ordres bij d’ Hren. Bewinthebberen gevolgmatighde tot de secrete saken, vervat bij Haar E. missive van 15en. October ao. passo. geschreven uijt ‘s Gravenhage ten principale tot reglement van de retourvloot, luijdende onder anderen in desen voegen dat ‘t sy d’selve soo geconbineert3 off gesepareert alhier souden mogen aencomen, met te verversen en waterhalen soo kort sullen hebben te maken en daermede soodanig te spoedigen als eenigsints mogelijck wesen sal, alsoo men niet can weten wat desseijnen onse vijanden daer op souden mogen comen te maken of op d’selve aen d’Caap attenteren, bijsonderlijck dewyl haer desseijn aen St. Helena soowel4 is gesuccedeert, ende d’schepen daer in geen securijteijt zijn leggende, sulcx sullen sij na genoten vervarsingh als vooren daer van daen voorts hebben t’ seijl te gaen, ‘t sij geconbineert in een vloot of anders die schepen die daer vooraff of gesepareert souden mogen aengecomen sijn en dat d’andere mede soo haest mogelijck ‘t sy geconbineert ‘t sy separ[aet] hadden te volgen na gelegentheyt van saken &a. is daerop [in] deliberatie geleijt, off, terwijl het fluijtschip d’ Beemster ontrent d’ lengte van Mauritius van d’ vloot geraackt en den 25 des affgeweken maents April alhier aengecomen en binnen weijnige dagen weder sullende connen seijlvaerdig wesen naer den letter van Haer Edle. voorgen. ordre hier boven g’insereert, alleen door zee sal laten affgaen, dan of wel op te houden na de sche[pen] die heden onder de wal gesien en apparent ‘t meerderdeel van de resterende vloot sullen wesen, waer op dan ingesien de weerlo[os]heijt van gem. fluijtschip d’ Be[e]mster en geconsidereert het gevaer dat deselve alleen vertreckende soude onderworpen wesen, Soo is, ten meesten dienst van d’E. Comp. met eenparige voisen geresolveert gem. fluijt d’ Beemster na de schepen alhier onder ‘t lant sijnde op te houden en tot meerder securiteijt gesamentl. in comp. te laten vertrekken ‘t sij dan dat d’ resteerende tussen wijle haer op doen of niet.
Gelijc dan ooc mede op de beveijling en securiteijt van voortz. retourschepen te deser rhede nader geleth en reflectie genomen zijnde dat door de versterckinge van de twee aenwesende capitale schepen Tidoor en Zirickzee deselve tegen eenigen onverwagten overval van vijant sullen sekerder konnen blijven bewaert, Soo is onaengesien Tidoor met d’E. Hr. Extraordinary Raet Sijbrand Abbema all eenige dagen in gereetheijt gelegen en alleen door contrarie wint in de voortganc van de reijs gestuijt is, geresolveert deselve beijde bodems soo lange alhier aen te houden totdat d’ voors. retourvloot5 off immers ‘t meerder deel van d’selve, ‘t sij geconbineert off separaat van hier sal comen te vertrecken.
Aldus g’arresteert en geresolveert ten dage en jare als booven.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] SIBRT ABBEMA.
[Signed:] ALBERT VAN BREUGEL.
[Signed:] LIEVEN KAKELAER.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] H. CRUDOP.
C. 9, pp. 7-8.¶
Vrijdagh {16740518} 18 Maaij 1674.
Alsoo Haer Edle. onse Heeren Majores bij derselver generale missive dato 15 October7 ao. passo. gelieven t’ordonneren de retourvloot desen jaare na ‘t Patria vertreckende weder ‘t een of ander cleijn scheepje off hoecker hier bij de werken zijnde mede te geven omme haer daer van in zee gecomen, te dienen ende sulcx d’hoecker d’ Swemmer nu jongst van Ceijlon verscheenen en mede expres na ‘t vaderlant gedestineert, was aengesien daer toe genoeg te wesen, doch naderhant gerapporteert werdende als slegt beseylt zijnde, de gemelte vloot maer ondienst daer aff soude hebben te verwagten maer ter contrarie ‘t aanwesende hoekertje d’ Baars met provisie van Batavia hier aengelant voor een vaerdig scheepje bekent staat, Soo is met advis van d E. Hr. Raad Extraordinaris Sijbrant Abbema en den E. Commandeur Nicolaes d’Roij ten meesten dienste van d’E. Compe. verstaan de geseijde hoeker d’ Baars boven d’ voors. de Swemmer de vloot sal werden bygevoegt en desselfs cargasoen inhouden om de spillagie en andere inconvenienten te mijden, te meer den tijt en den toestant van dien d’overschepinge niet toelaten can, met dien verstande nogtans dat in zee gecomen sijnde en ervarende van den hoecker de Swemmer den vereijsten dienst kan getrocken werden, in dat geval de Baars weder herwaarts te dimitteren, maer des neen, denselven aan te houden en voorts mede nemen.
Gelijc ooc op t rapport van voorgemelte E. .Commandeur de Rooij en andere overgecomen vrunden van Batavia dat het geschut door ‘t aantimmeren van veel cleyne scheepjes soo wel ter selver plaats als elders in India seer dienstig en van noden zij, ja bijna daer om verlegen vallen, goetgevonden en geresolveert is dat goet gedeelte van t canon, ‘t welck mits de demoliatie van t oude fort niet langer te pas comen sal, in plaats van ‘t vaderlant met d’eerste occasie naer India te laten overgaen.
Aldus gedaen en geresolveert ten dage en jaare voors.
[Signed:] ISBRAND Goske.
[Signed:] SIBRT. ABBEMA.
[Signed:] NICOLAES DE ROIJ.
[Signed:] ALBERT VAN BREUGEL.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] H. CRUDOP, Secrets.
C. 9, pp. 7-8.¶
[ {16741123} 23 November 1674]
‘Extract uijt dekerckenhandelinghaan Cabo deBoa Esperance.9 ‘
‘Bij gelegentheijt dat aan het territoir aan Cabo de Boa Esperance haar hebben ter neer geslagen eenige pausgesinde huijsgesinnen waer van de ouders haare kinders somtijts ten doop presenteren onder het getuijgenis van andere die mede pausgesint sijn, is op de voorstellingh off men kinders van Paapsche ouders met Paapsche getuijge verschijnende, sal doopen, bij de Kerckenraadt van de Gereformeerde Christelijcke Godtsdienst geresolveert dat men de ouders van al sulcke huijsgesinnen in dien gevalle sal voorhouden dat se haer best sullen doen om getuijgen die de Gereformeerde Godtsdienst sijn toegedaan, op te soecken, ende in gevalle dat deselve ouders al sulcke getuijgen niet en souden konnen uijtvinden, is eerder bij den opgemelten Kerkenraadt goet gevonden dat men de kinders ten doop sal toelaten en dat men de ouders ofte de vader sal informeeren van het formulier des Heijligen doops datter sulcke en sulcke belofften moeten gedaan werden, opdat men haar alsoo op die beloften aandringende, metter tijt soude soecken in de kerck te krijgen ende ijet op haar te winnen. Onderstont: Aldus gedaen ende geresolveert (onder correctie nochtans van beeter gevoelen) in onse kerckelycke vergaderingh aan Cabo de Boa Esperance den 23 November 1674, bij ons ondergeschrevenen; en was geteekent, R. v. Meerlandt, Dircq Jansz Smiendt, Harmen Gresnich, G. van der Bijl en H. Crudop.’
‘Collata concordant.’
‘R. v. MEERLANDT. Eccles.’
‘10 ‘
C. 9, pp. 9-12.¶
Donderdach {16741213} 13 Decembris 1674.11
Onsen Commissaris overgelevert hebbende extract uijt d’ kerckelijcke verhandeling op eergisteren voorgevallen aangaande de nominatie van een dubbel getall soo ouderlingen als diaconen, namentlijc Sr. Albert van Breugel en Adriaen van Braekel tot ouderlingen, item Joan Valckenrijc en Joannes Pretorius tot diaconen, met versoeck uijt d’selve d’electie te willen doen, Is nae deliberatie goedtgevonden d’ Eerwaerde Kerckenraadt bekent te maeken dat wij voor sooveel haer personen belangt, geen d’minste reeden weeten die d’electie soude connen wederhouden, ende dienvolgende ooc in’t verkiesen van een diacon met den eersten vermeenen voort te gaan, maer beseffende d’ouderlingen in consideratie comende hoe sr. Albert van Breugel, Politijquen Commissaris zijnde, niet te gelijc ouderling can wesen als strijdich met d’ ordre van India; desgelijx seeker en mogelijc noch binnen weijnigen tijdt naa Batavia staat te vertrecken. Ende dat mede Adriaen van Braekel op desselffs instantelijc versoec al voor lang toesegging is gedaan van sijn vrijdom te sullen vergunnen soo haast maer imant op doet, die de plaats van hem can occuperen, en bij dat voorval te gelijc twe vrijeluijden ouderlingen wesende, buijten d’ gewoone ordre gaat, Soo is verstaan d’eerwaerde broederen te versoeken en voor te stellen, d’ouderlingen aangaande, in nader deliberatie te neemen, tot voorcominge van subite veranderinge die andersints om reeden vooren verhaalt zeekerlijc sall moeten volgen off niet dienstiger en heijlsamer soude wesen een twede nominatie te doen van alsulcke personen daar vaster staat op kan gemaect werden, ende dierwegen Haer E.E. advis afwachten.
Gelijc mede gelesen sijnde ‘t extract van d’kerckelijcke resolutie, mede op eergisteren genomen op d’voorstellinge off men kinders van Rooms Catholijque ouders met getuijgen of compaters en commaters van d’selve religie ter kerc gepresenteert werdende soude dopen, mitsgaders ‘t besluijt van ja, onder conditie van alvoren d’ouders van alsulcke huijsgesinnen in dien gevalle voor te houden, haer best te sullen doen dat se getuijgen die d’ware Gereformeerde Godstdienst sijn toegedaen zullen hebben op te soeken, en niet te crijgen wetende, echter tot den H. doop toelaten sall, en d’ouders wijders informeren van het formulier des H. doops, mitsgaders datter de bekende belofte moet gedaan werden, op dat men daarop aandringende en metter tijdt in d’kerck verschijnende, iets te goede mochte winnen, is naer aandachtige meditatie en serieuse deliberatie over dit heijlich en nodich werck verstaan d’eerwaerde Kerckenraadt voor haer goeden ijver tot voortplantinge van de gemelte ware religie te doen bedancken met versoeck nae d’mate van haar plicht van tijdt tot tijdt daerbij gelieven te continueren.
Maar dewijl raekende den doop en wie tot d’selve sall mogen werden g’admitteert in den jare 1666 op ‘t voorschrijven en versochte advis van den Commandeur en Raadt deser plaats ampel bericht van Batavia is overgecomen met positijve ordre van in dese kercke nae d’wijse van India in allen deele t’observeren, Soo is verstaan dat de Kerckenraad van Cabo de Boa Esperance haar daar aan in’t geheel sullen gelieven te dragen en ten dien eijnde van d’selve ordre extract te verleenen om t’ haarder naerichting in’t kercke resolutieboec geregistreet te werden en dat men Haer E. daar besijden sall injungeren omtrent het nomineren van ouderlingen, sonder voorgaande licentie en toelating van d’regering alhier, den geen die de plaats van Politijcque Commissaris occupeert, voortaan niet meer ter nominatie gelieven te brengen.
Soo is ooc op’t subject van de jaarlijxse verandering omtrent de Borgerraden in plaats van d’afgaande g’arresteert dat d’presente Borgerraden respect. metten eersten sullen gelieven te treeden tot het nomineren van een dubbel getal personen, om daaruijt d’electie bij den Raadt gedaan te werden; zijnde mede g’arresteert dat het versetten van de borgerlijke regering voortaan op Nieuwjaersdach zal geschieden en d’affgaande Borgerraadt gedefereert de plaats van luijtenant over d’ borgerij.
Insgelijx ooc dat het collegie van weesmeesteren in den jongst gepasseerden jare bij provisie ingevoert nae d’costuijme van India noch sall werden versterckt met een persoon uijt ‘s Comp. dienaren beneven een uijt d’borgerij tot Secretaris. Zulcx ‘t selve sall bestaan uijt 5 leden namentlijck twee Comps. dienaren en drij borgeren d’welcke met het begin van ‘t aanstaande nieuwe jaer mede gesamentlijc g’introduceert en onder den eedt daartoe staande in haer bediening geconfirmeert, soo ooc van een behoorlijke instructie t’ haarder naerichting versien sullen werden, mitsgaders in plaats van den onlangs vertrocken fiscael Pieter Denijn in dese bediening als President g’occupeert hebbende, gestelt den Secrts. Hendric Crudop en daerbeneven g’assumeert den vendrich Jeronimus Cruse, mitsgaders als Secretaris den persoon van Joannes Pretorius.
Aldus geresolveert in ‘t Fort d’Goede Hoop ten dage en jare voors.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] ALBERT VAN BREUGEL.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] H. CRUDOP, sects.
C. 9, p. 15¶
Maandagh {16750121} 21 Januarij 1675.12
Door d’opperhoofden van ‘t aenwesende Deense schip Oldenburg , zedert haer comste van ‘t Mauritius eijlant de desolate constitutie van hun schip den Heere Gouverneur bij verscheijde conferentien voorgedragen en daerbeneven instantelijck versoght sijnde dat wij haar met eenige mat[e]rialen provisien &a. tot restauratie van hun voors. schip tegen danckbare betalinge in ‘t vaderlant of tot Batavia wilden accommoderen; dat eghter door opgemelte Sijn E. van tijt tot tijt gedeclineert en op eijgen benodightheijt g’excuseert wesende, alsnu op ‘t laest vertoont hebbende d’onmogelijckheijt haarder vertreck van hier, bijsonderlijck ingevalle niet met een quantiteijt van ses lasten rijst tot montcost conden werden gerieft, en sonder welcke adsistentie geen cans sagen de reijs te connen aenvaerden, maer genootsaeckt souden wesen tot d’overkomste van een haarder schepen uijt Denemarken alhier te moeten overblijven, tot geen geringe schade en nadeel van Sijn Majesteijt, Soo is eijndelijck om dese vreemde gasten van den hals quijt te raeken, goetgevonden ende verstaen de voorseijde opperhoofden in plaats van de versoghte ses lasten rijst, met drie te accommoderen, mits deselve betalende ten prijse alhier bij d’Compe. wert verkoght en dat voor ‘t bedragen van dien, als oock van nog drie lasten door den E. Commandeur Hugo haar aen Mauritius verstreckt, sullen hebben te passeren twee of meer verbandtbrieven om den inhout van dien, ‘t sij tot Batavia of wel in ‘t vaderlant tot haren laste aen d’E. Compe. weder te vergoeden.
Aldus g’arresteert in t Fort de Goede Hoop datum als boven.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
C. 9, pp. 16-17.¶
Dingsdagh {16750122} 22 Januarij 1675.
Gemerckt nu eenigen tijt herwaerts, tot ons bijsonder misnoegen hebben moeten ervaren, dat de contractanten ofte huurders van ‘s Comps. tuijn Rustenburg en den aencleve van dien, d’culture desselfs niet sodanigh ter harten nemen als de beginselen daer toe wel schenen te leggen, ten principale ook veroorsaeckt werdende door dien den eenen huurder, voor ruijm anderhalf jaren van d’Gonnomase Hottentoos te landewaart gemassacreert zijnde, en de twede sigh daer besijden met het brouwen van bieren bemoeiende, niet sodanig toesight daer op comt te nemen als dit werck na den eijsch wel is requirerende, waar door dan te dughten staat de voors. tuijn soo langs soo meer veraghteren en eijndelijck geheel tot ruine soude kunnen geraken, indien niet tijdigh daerin wierde versien; ende alsoo zedert weder luijden haer hebben vertoont inclinatie daer toe hebbende en vrij wat laboreuser van natuur, mitsgaders suffisant genoegh sijnde om de paghtpenningen op te brengen, Soo is tot preventie van meerder verval, nae voorgaende deliberatie goetgevonden d’vorige huurders daervan te ontslaan en denselven aen den borger Cornelis Stevensz over te doen en dat voor den tijt van twee jaren, innegaende pmo. Maij aenstaende, en zulx in plaats van vier duijsent, tegens een jaarlijxe paght van drie duijsent guld. Caaps gelt, mits daer bij genietende alsulcke privilegien van tapneringh als d’ voorgaende contractanten hebben gegaudeert.
Gelijck dan ook considererende d’watercoornmolen voor alsnog tot laste van d’E. Compe. aengehouden, niet dan tot beslommeringe gedient en geensints sooveel hebbende connen opbrengen als wel reparatien en onkosten van jaar tot jaar daeraen gedaan, sijn belopende; goetgevonden is op d’presentatie van den molenaar Jan Dircksz deselve aen hem te verpaghten en dat voor eerst voor den tijt van twee jaren tot drie hondert gls. jaarlijx, mits dat hij daer tegens sal hebben te gauderen sodanige emolumenten van een gereght seste part voor ‘t gemaal, als d’E. Compe. voor desen daer van genoten heeft, of sulx in gelt begeert werdende te voldoen, sodanige prijsen als bij ordonnantie daer op sullen werden beraemt, en dat d’ reparatie boven d’ twaelf guld. bedragende voor rekening van d’Compe., en daer beneden tot laste van den huurder jaarlijx sal werden gedaan, mits na expiratie van de voors. twee jaren, d’molen niet hare gereetschappen except de stenen, in sodanigen staad weder overleverende als hem ‘t selve is getransporteert, en hij sig selven in middens buijten gagie of andere tractementen te genieten sal moeten erneren.
Aldus geresolveert en g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
C. 9, pp. 13-14.¶
Dingsdagh14 {16750131} 31 Jannuarij 1675.
Den gouverneur en Raad deser residentie versterckt met den E. Jacob Lobs gedesigneert Commandeur van Ceylon en d’ E. Cornelis Valconier Commandeur der aanwesende retourschepen in Rade g’examineert hebbende seeker extract uijt de missive door Haar EdIe. de Heeren gecommitteerde Bewinthebberen ter vergaderingh van de Seventhienen in dato 8 Martij passado aan de Hooge Regeringh tot Batavia geschreven ende per ‘t schip Couwerve copijelijc mede herwaarts15 gesonden, onder anderen dicterende, dat haar welgemelte Edle. aangaande de retourschepen die in October, November en December voor den jaare 1675 van Batavia staan te vertrecken tegens haer comste aan de Caap aldaer ordre sullen geven waarna hun vorders sullen hebben te reguleeren, mitsgaders geresumeert d’instructie by Haar Edle. op Batavia voor opgemelten E. Commandeur Valkonier en den Breden Raadt der aanwesende retour schepen geconcipieert, onder anderen inhoudende dat Sijn E. met lieff alhier g’arriveert sijnde, wijders sal hebben te volgen d’ordre die concernerende de retourschepen uijt ‘t vaderlandt in loco soude mogen aang’comen wesen, doch geen vernemende, naar genooten vervarsching haar reijs voorts op ‘t spoedigste naar ‘t lieve vaderlandt te vervorderen, met aanwijsing van soodanige coersstellingh als daar bij breder staat genoteert; ende gemerckt ons tot dato d’vooraangetoogd beloofde ordre niet en is toegecomen, mitsgaders op der selver verscheyning geen vaste staat can werden gemaect behalven dat ooc de tijden door ‘t maken van vrede met de croon Engelandt althans16 soo merckelijc sijn verandert, soo is ‘t een en ander omtrent dit gewichtigh poinct in consideratie comende, wel rijpelijck overwogen sijnde, met gemeen advis geresolveert en vastgestelt de voorgereciteerde ordre van Haar E. E. tot Batavia punctuelijck t’ achtervolgen en dat consequentelijc d’aanwesende retourschepen benevens het schip Middelburg ‘t sij het noch achter sijnde retourschip d’ Vrije See middelerwijle ten voorschyn mochte comen off niet, in d’aanstaande weeck soo spoedigh als ‘t eenigsints bij te brengen is, sal werden gedepecheert om haar reijs in Godes naeme voorts na ‘t Patria te vervorderen.
Gelijc ooc g’arresteert is ten aansien d’ Heeren Majoores twee jaren achter den anderen hebben gelieven t’ordonneren de retourvloot, van hier vertreckende, een hoeker off ander deen vaartuijgh bij te voegen om haar, des vereijschende, op reijs van te connen dienen, dat ‘t hoekerscheepje de Croonvogel hier toe sal werden g’approprieert en d’voors. vloot bijgevoegt om deselve tot voorseijlder te dienen.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] JACOB LOBS.
[Signed:] CORNELIS VALCKENIER.
[Signed:] ALBERT VAN BREUGEL.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
C. 9, p. 18.¶
Vrijdagh {16750222} 22 Februarij ao. 1675.19
Den out Borgerraad en tegenwoordige luijtenant van d’borgerij Elbert Dircksz Diemer, eertijts ende noch in den jare 1670 door d’ Hr. Commissaris van den Brouck bij renovatie gepriviligeert wesende tot het verkopen van specq en vleesch, olij, asijn &a. aen d’vrijluijden, en d’gaen en comende man, In Rade te kennen gegeven hebbende, hoe sijn voors. previlegie zedert eenige jaren aghter waarts, vermits eijgen behoefte en schaarsheijt van voors. provisien bij d’E. Compe., wederom was ingetrocken, ende dierhalven als nu andermaal om renovatie van dien versoekende, Soo is in Rade, gelet sijnde op sijn voors. versoek, en dat althans d’magasijnen van diergelijcke provisien redelijck wel sijnde gestoffeert, behalven dagelijx nogh meerder quantiteijt uijt ‘t Papria (sic.) te verwaghten staet, goetgevonden sijn versoeck in te willigen, mitsgaders aen hem te verlenen seeckere taxatie van prijsen, waar na sig in ‘t verkopen van opgemelte, en andre vivres, tot ontsegginge sal hebben te reguleren.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop, dag en jare ut supra.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
C. 9, pp. 18-19.¶
Dingsdag den {16750226} 26en February 1675.20
Alsoo ons met de paresse van ‘t fluijtje ‘t Huys te Bergen , soo aanstonts uyt het vaderlandt hier ter rhede, door desselfs opperhoofden onder anderen is ter kennis gecomen, dat syluijden noch op gisteren ongevaar het Dasseneylant hadden versproocken, ‘t schip America (daaromtrent en Saldanhiabaaij in zee swervende en op een goede wint hoopende) mitsgadersdat het21 op ‘t voors. schip seer slecht gestelt, en boven d’hondert veertig persoonen, staande de reijs door sterfte verlooren, noch met in de 80 siecken beswaart was, behalven dat sich ooc daarop hadde ontdekt, seeckere conspiratie van ‘t schip af te loopen, van22 welcke 8 a 10 complicen tot bekentenisse gecomen sijnde, in d’ ijsers waren geslooten, ende oversulcx niet te dubiteren is, off ‘t gemelte schip, sal beseijden dese becommerlijcke constitutie, mede soo om drinckwater als andere verversing, tot verquicking van de krancken en om adsistentie van volk grotelijcx23 benodigt wesen, soo is om geseijde schip op te soeken, en voorts herwaarts te brengen, naar voorgaande deliberatie ten meesten dienste van de E. Compa. geresolveer[t] en vastgestelt ‘t aanwesende fluytje de Vliegende Swaan met water en alderhande verversing ryckelijek versien, naar de Saldanhiabaay op ‘t alderspoedigsten af te steken, ende, alsoohet24 op ‘t meergenoemde schip in dese miserab[le] gestalte aan goede ordre en beleijt omtrent dese en geene voorvallende swarigheden al vrij schijn[t] te mancqueren, tot preventie van meerder onheijlen en om dien costelijcken bodem niet langer te periculifeeren, een persoon van aansien derwaa[rts] aff te laten gaan, mitsgaders daar toe te committer[en] d’E. Commandeur Jacob Lobs, om soo haast Godes weer en wint sulcx toelaat per ‘t voorseijde scheepje te vertrecken, en dat wijders sijn E. gedefereert sal werden omtrent de conspirateurs en haaren aanhang, sulcx te doen en te verrichten als d’selve ten dienste van de E. Compe. en securiteijt van ‘t schip raatsaamst en goet oordeelen sal.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] JACOB LOBS.
[Signed:] ALBERT VAN BREUGEL.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] H. CRUDOP.
C. 9, pp. 21-24.¶
Woensdag {16750326} 26 Marty 1675.
Geconsidereert d’ Heeren Majores bij hunne generale missive in dato 4 November des afgeweken25 jaars uijt de vergadering van de Seventienen geschreven haar geensints vernoegt houden over d’ irregulaire criminele proceduiren op Mauritius geduirende ‘t oppergesag van den E. Commandeur Hugo aldaar g’exerceert, en besonderlijck in ‘t gunt tegen seeker sergiant, geweest sijnde secunde van sijn voormelte E. Pieter Philip Coll, met de rigoreuste lijfstraffen is gedecideert en ter executie geleijt, ende oversulcx ons hebben gelieven te gelasten de saken van voors. Col in onsen Rade nader t’ examineren en bij bevindinge dat deselve soude mogen verongelijckt wesen, in vrijheijt te herstellen mitsgaders sijn geleeden ongelijck in de beste form als doenlyck, te doen repareren, Soo is na voorgaande overweeging van saaken en besonderlijck dewijle ons tegenwoordig stoff en gelegentheijt ontbreekt om haar Edles. vooraangetoogen ordre directelijck van hier uijt te connen voeren, geresolveert en vastgestelt hier van den E. d’ Hr. Commandeur Jan Bax all gedesigneert Gouverneur van de Caap omstandig te bedeelen en met een te versoeken, indien de gelegentheijt het soude willen toelaten, dat sijn E. in sijn herwaarts comste en passant ‘t voorseyden eijlant geliefde aan te doen en naar voorgaande examinatie en resumptie van voors. proces, daarin soodanig te handelen als sijn E. te rade werden sal en d’ ordre van de E. Compe. is meedebrengende, Ende alsoo ons soo uijt de voors. als andere proceduiren van tijt tot tijt aldaar gehouden, genoegsaam is gebleken hoe op ‘t gemelte eijlant omtrent ‘t hanthaven van de Justutie vrij groote mesusen en onwettelijckhede[n] sijn gepleegt en dat bij langer vervolg te duchten staat hierdoor wel andere meer mochten werden geledeert en in haare goede faam gekrenckt, soo is mede g’arresteert tot preventie van alsulcke ongeregeltheden den E. Commandeur Hugo bij de eerste occasie van hier derwaarts gaande, het exerceren van criminelen vonnissen sal werden g’inhibeert, uijtgesondert notoire conspiratien en halssaken, die geen surcheantie connen lijden, en sulcx alles tot nader ordre van de Heeren onse Principalen in ‘t Patria, off wel de Hooge Regering tot Batavia, ende alsoo enigermaten gedifficulteert wert, dat den E. Hugo volgens sijn imaginatie van onder geen andere Judicature als haar Edle. in ‘t vaderlant te resorteren, uijt dien hoofde wel mochte bestaan dese onse ordre uijt het bevel van haar welgemelte Edle te rejecteeren, dat voorn. heer Commandeur Bacx uijt den naam van de vergadering van de Heeren 17en sal werden g’authoriseert op sijn E. herwaarts comste het geseijde eijlant aangierende, sich omtrent alle mesusen ‘t execeren van justitie rakende, aldaar gecommitteert, sal hebben t’ informeren, mitsgaders daar tegens soodanig te versien als ten meesten dienste van de E. Compe. sal oordeelen te behooren, en dat mede tot nader approbatie van onse Heeren Majores in ‘t vaderlant off wel haar Edle. tot Batavia.
Door de diaconien te deser vergaderinge bij forme van request mede te kennen gegeven, dat tot noch toe alhier niet gepractiseert, off misschien versuijmt was het lichten van de almissen uijt de bussen van de aancomende schepen tot subsidie der behoeftigen daar nochtans sulcx door geheel India in observantie wiert gehouden, en dierhalven versocht daartoe voortaan gequalifiseert te moogen werden, mitsgaders ook tot het heffen van alsulcke legaten off andere makingen als bij dese en geene op de schepen comende t’ overlijden ten behouve der armen somwijlen werden besproocken soo is meede goetgevonden het versoek van ‘t lichten der bussen, als met d’ usantie van India accorderende, t’ advoijeren, doch de legaten aangaande sulcx te declineren, ten ware dese armen speciaal daarin genommineert26 waren.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jare voors.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] JACOB LOBS.
[Signed:] ALBERT VAN BREUGEL.
[Signed:] DIRCQ JANSZ. SMIENDT.
[Signed:] H. CRUDOP.
C. 9, pp. 25-32.¶
Vrijdag {16750426} 26 April 1675.
D’ E. Hr. Gouverneur en Raad Extraordinaris Isbrand Goske in Rade, (versterckt met de E. Luder Brummer, Commandeur der aanwesende retourschepen, en den ondercoopman Mattheus Sonnemans) onder anderen demonstrerende hoe sijn E. al van den beginne aff sijner aancomste te deser plaatse ‘s Comps. saken door quade comportementen en directie van dese en geene suppoosten tot soo grooten verval geraakt vindende, niet alleen voors. quaatwillige di[e]naers tot haer plicht aangehouden en geredresseert, ne[e] maar ook den coopman Albert van Breugel, secunde persoon en administrateur alhier van tijt tot tijdt soo met gemoede minnelijcke aanmaninge als ernstige dreijgementen van dechergie had g’adhorteert sijn dienst mede naar behooren t’ observeren, mitsgaders soo gerust en sorgeloos niet, gelijk voorheen alles op de mindere suppoosten te laten aancomen, maar selfs d’ oogen daarover te laten gaan, als ten principalen sijn bewint en verantwoordinge rakende, mitsgaders te besorgen dat de aangevaarde negotieboeken op ‘t arrive van sijn E. soo merckelijk verachtert leggende, en niet sonder d’ grootste fastidien door sijn E. vereffent en herformt wesende, na d’ aangewesen methode in debita forma wierden vervolgt en effen gehouden, doch dat sijn opgemelte E. geruijmen tijt met beloften sonder effect gepaaijt en gaande gehouden, bemerckende hoe gemelte Breugel inderdaat niet min als sulcx ter herten nam noch daar na poogde, alle iterative waarschouwingen en vermaningen van hem sonder operatie vruchteloos wederkerende, te duchten stont ‘s Comps. saken onder sijn directie sorterende wederom tot de voorige verwerringe en verval te sullen geraken, en sulcx uijt dien hoofde sijn E. dan genootsaakt was geweest d’ handelboeken van den jaare 73 op ultimo October noch niet eens geformeert zijnde, maar eenelijk een vitieus ontwerp bij forma van Journaal sonder uijtrekening van somma geheel confuselijk ingestelt voor den dag comende, onder sich te trecken en ongeacht desselfs eijgentlijcke moeyelijcke bedi[e]ning bij nacht en ontijden selff hant aan ‘t werk te slaan om deselve in behoorlijck form te redresseren, mitsgaders sijn E. ook niet alleen geseijde boeken van voors. jaare maar van de volgende tot heden heeft moeten aan de handt houden sondert dat bij gedachten Breugel tsedert eenige repititie daar aff gedaan ofte in ‘t minste daarna getaalt sij om deselve gelijck sijn functie medebracht weder aan te vaarden, desgelijcx vooraangetoogen Breugel hierdoor van die occupatien merckelijk ontlast, overvloedig tijt en gelegentheijt heeft becoomen, ingevolge van bijna ontallijcke sollicitatien en dreijgementen soo in ‘t bijsonder als openbaar en in Rade gedaan, sijn plicht ten reguarde van de administratie meerder te behertigen, met veelvoudige notoire demonstratien dat het omtrent sijn gewesen bottelier (d’welcke d’ vivres magasijnen langen tijt heeft onder sig gehadt) niet recht ging, maar elders anders most vandaan coomen dan van desselffs simpele gagie daar men soo magnefic van conde leven en festoyeren als somwijlen geschieden, en sulcx echter niet geholpen hebbende, maar daar uijt dan eijndelijk ontstaande het schadelijcke interesse dat d’ E. Compe. bij geseijden bottelier over ‘t te cort coomen van verscheijde provisien &a. door hem fraudeleuselijk t’ souk gebracht noch onlangs gestraft is, daar en boven gedachte Breugel dikmaals tegemoet gevoert voor alles responsabel was, sonder echter met alle practicabele middelen sooveel omtrent den persoon van meergeseijden Breugel te comen bewerken dat hem doch sulcx tot waarschouwinge mochte laten dienen en op sijn toevertroude packhuijsen en desselfs suppoosten daarover toegang hebbende beter als voorheen reguard nemen, maar datin alles veel tevergeefs was g’arbeijt,27 niet alleen bleeff continueren voor als na, bij sijn oude gewoonte van sorgeloosheijt en lassiviteijt, maar in plaats van de magasijnen te gaan besichtigen en daar op de noodige ordre te stellen, alderhande verkeerde recreatien en onnutte tijtcortinge prefererende, ja selfs de goede bevelen van sijn E. nergens anders toe als tot guarande van de E. Compe. en gemelte Breugels eijgen interesse gedirigeert, voordachtelijk contrarierende, onder anderen in dier voegen dat wanneer voor weijnig tijt na ‘t slot van de verleden jaarse negotieboeken, ondeckte een bijna ongelooffelijcke quantiteijt rijst te deficieeren, en zulcx de voorsiening wierde gedaan dat bij ‘t ontlossen van de fluijt Delfshaven , de partij daarmede aangebracht in een packhuijs van de resterende oude rijst speciaal affgesondert opgeleijt, om alsoo eijgentlijck te connen uijtvinden hoedanig het da[a]romtrent geschapen stont, hij directelijk daar tegen g’ordonneert heeft van die reijs per voors. Delfshaven becoomen, onder de oude te storten, waardoor het houte schot tusschen beyde gestelt, gebrooken zijnde, dese opgemelte granen t’ eenemaal sijn gemesleert en zulcx niet sonder nameten sal connen uijtgevonden werden hoeveel daar sal coomen te gebreeken, behalven veel en verscheijde andere diergelijcke ongeregeltheden en disordres, niet sonder bedenkinge bij den selven voor en naar meer gecommitteert en al te prolicx in desen van stuk tot stuk te verhalen; uijt alle ‘t welke dan sijn wandebvoiren, sorgloosheijt en traagheijt den waren dienst van de E. Compe. en ‘t behertigen van soo een estimabel bewint en qualiteijt soo lange soo meer is gebleken, sonder apparentie dat ooyt beter vruchten van hem te verwachten sullen wesen, mitsgaders ter vergadering in ‘t bijwesen van dikgemelten Sr. Breugel ‘t bovengemelte verhaal gedaan en deselve door sijn E. openlijck afgevraagt sijnde off sulcx alles niet d’ oprechte waarheijt was en off ook iets tot sijn verschooning daar tegen wist eenig belet off andere extraordinary occupatien aan te wijsen, waardoor geduurende sijn aanwesen eeniger maten van sijn dienst naar eijsch waar te nemen, mochte wesen gediverteert, doch bij hem niet ‘t minste te berde gebracht werdende, maar ter contrarie alle poincten van beschuldigingen hem soo in geenerale termen als besonderlijk van sijn E. voorgehouden, bewaarheedt en geaffirmeert hebbende, heeft sijn E. de twee ordinaire leden als ‘t gepasseerden tusschen de Hr. Gouverneur en veel gerepiteerden Breugel omtrent dit subject dicmalen soo in vergaderinge als particulierlijck bij gewoont hebbende, mede gelast haar verclaring dien aangaande cinceerlijk t’ uijten, bij de welke dan sulcx mede eenparig geconfirmeert sijnde, is door den Gouverneur aan de geassumeerde leden van den Raadt wijders versocht soo wel de eijgen confessie van voors. Breugel als d’ getuijgenis van d’ andere Raatspersoonen haar memorie t’ inbueren, mitsgaders gedachten Breugel aangesecht den Raad buijten sijn persoon alleen te laten, als wanneer dan dese sake bij den Raat aandachtelijck overwoogen en geconsidereert sijnde, geensints ten dienste van d’ E. Compa. heijlsaam, veel min verantwoordelijck soude wesen en meeraangetoogen Breugel op sijn gewoone voet te laten continueren en tot ogenschijnelijcke nadeel onser Heeren en Principalen, ja ruine van sijn eijgen persoon en familie daar in langer te conniveren, doch insiende dat echter present alhier van geen bequame stoffe versien waren om dit bewint absolutelyk te defereren, ende weijnige aanwesende ministers ieder in sijn vocatie vrij sooveel te doen hadden als uijtvoeren conden, Soo is dan eijndelijck ten meesten dienste van d’ E. Compa. goetgevonden en verstaan, de vivres packhuijsen, waaromtrent het wel meest sal haperen vooreerst door gecommitteerdens pertinent te laten opneemen, ende hem ‘t injungeeren, dat sig voortaan sal moeten onthouden sonder gedeputeerde in de magasijnen meer te gaan, maar ten overstaan van deselve iets daarin hebbende te verrichten off daar uijt te verstrecken, sijn affaires sal moeten doen28 , ter tijt dat de gelegentheijt toelaten sal hem in ‘t geheel van de administratie t’ ontlasten, Item dat in een bijsonder packhuijs daartoe g’approprieert, partij van alderhande provisien bij overslag gecalculeert voor sekeren tijt genoeg te wesen, bijeen gelecht, en daarvan uijtgereijct sal werden ‘t geen nodig is te verstrecken, de sleutels van alle de magasijnen naar gedaan werk onder de bewaring van den Gouverneur te laten, ende om voor te coomen het onnuttig tijt verquisten van geseijden Breugel met dese en geene divertissementen uijtwaarts te soeken, maar in plaats van dien de boeken en reecq. van sijn gewesen bottelier mochte revideren &a., dat hem sal werden aangesecht sich binnen sijn huijs t’ onthouden, sonder uijt te gaan als in de magasijnen tot tijt en wijle gelegentheijt sal aan de hant gecoomen wesen om nader en finalyck desen aangaande te connen resolveren.
Aldus geresolveert in ‘t Fort d’ Goede Hoop ten dage en jare voors.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] LUDER BRUMMER.
[Signed:] DIRCQ JANSZ. SMIENDT.
[Signed:] MATTHEUS SONMANS.
[Signed:] H.CRUDOP. In R. en Scrts.
C. 9, pp. 33-35.¶
Maandagh {16750902} 2 September ao. 1675.31
Alhoewel den coopman Albert van Breugel uijt crachte en ingevolge van ‘t besluijt de dato 26 April jongstleden bij den Hr. Gouverneur en Raadt in sijn reguart genoomen doenmaals was g’injungeert dat sich voortaen niet en soude hebben te vervorderen buijten sijn woonhuijs en resort van dien, elders te gaan dan in de magasijnen omme desselffs affaires daarin te verrichten, en sulcx niet dan ten over staan van Gecommitteerdens, ten eijnde hij op die wijse van de gelegentheijt om onnuttelijck tijt te verquisten, versteken sijnde, des te meer occasie mochte hebben de boecken en papieren van sijn gewesen bottelier te revideren, en sulcx uijt te vinden off oock eenige notoire abuijsen, soo tot guarande van sijn eijgen persoon als d’ E. Compa. daarin souden mogen schuijlen, ende ons tot bijsonder ongenoegen dagelijcx meer en meer ervaert, hoe gemelte coopman Breugel in plaats van voors. resolutie naar te comen en te gehoorsamen, in tegendeel noch al niet na en laat sijn oude manier van leven te volgen, sigh bij alle gelegentheijt die maar can capteren, ja selffs bij voorval van in de Kerck te gaan, alle bedenckelijcke vermaeclijcheden soekende, mitsgaders verre boven den dienst van de E. Compa. prefererende, en sulcx ons opgemelte besluijt genoegsaem illusoir maekende, Soo is naar voorgaande deliberatie met gemeen advis geresolveert, aangesien meergeseijde Breugel na allen blijck met goede woorden in der minne tot sijn debvoir niet gebracht can werden, hem authoritative bij wegen van dwangh daartoe te constringeeren, en dat gevolglijc in dese ontboden vergaderingh en aangesegt sal werden sigh in ‘t toekomende t’ onthouden, buijten in de packhuijsen, ergens meer te gaen, op peene van g’incarcereert te werden; waar op gedachte coopman Breugel in Rade verscheenen en door den heer Gouverneur afgevraagt sijnde, off hem den inhout van de voorgeciteerde resolutie niet bekent was, heeft daarop g’antwoort van ja, Item waarom hij deselve niet gevolgt, maar ter contrarie soo meenighmael ondernoomen hadt uijt te gaan, waar op bij hem gerepliceert was, daarin misdaen hadde, onder belofte in ‘t toecomende het selve naarlaten soude, met versoeck dat sulcx g’excuseert mochte werden, waarna hem dan ‘t voors. raatsbesluijt door den heer Gouverneur is aangesegt.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] DIRCQ JANSZ. SMIENDT.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
C. 9, pp. 36-39.¶
Woensdagh {16750911} 11 September 1675.
Door d’ E. heer Gouverneur deser residentie ter vergaderingh voorgedragen sijndeen oock effectif bevonden sijnde,32 hoe sijn E. was bekent geworden, dat den coopman Albert van Breugel heijmelijck sijn beste goet packte om te versenden, en sulcx de E. Compa. voor bedachtelijck te frusteren van het guarandt dat op desselffs middelen over ‘t te cort comende geduerende sijn administratie soude connen neemen, en dese saake vol van suspecte handelingh, bij den Raadt geconsidereert sijnde, van bijsondere quade sequele te wesen, Soo is nae rijpen berade ten meesten dienste van de E. Compa. goet gevonden en verstaen, dat men hoe eer hoe liever van sijn middelen sal verseekeren, ende hij tot dien eijnde persoonlijck in Rade ontboden, ende aldaar aangewesen ‘t gunt op sijn administratie comt te deficieeren, voorts sal werden aff gevraagt, off hij oordeelt vermoogens te wesen all ‘t selve te betaelen, daar voor genoegsame cautie te stellen, off wel op d’ een of ander wijse ijets aan te wijsen daar uijt de Compa. haar guarand soude moogen trecken, waar op voors. coopman Breugel in Rade gecompareert, ende hem door Sijn E. voorenstaende geproponeert wesende, heeft daar op tot antwoort gedient dat geen middelen hadde om sulck een important bedragen te voldoen, noch oock eenigh guarandt voor de E. Compa. wist aan te wijsen, veel min daarvoor borge te stellen, welcken volgende bij den heer Gouverneur in minnelijcke termen te gemoet gevoert en gevraagt sijnde, of hij ingevolge van de resolutie de dato 26 April jongstleden, (hem punctuelijck genotificeert) sigh wel oijt hadde verledigt tot het naarsien van sijn gewesen botteliers reecq. en vordere papieren, en ijets tot sijn voordeel uijtgevonden, Item off hem na dato door den Secretaris niet en sijn ter handen gestelt desselffs reecq. en notoire pretensien die voorgeseijde bottelier op verscheijde luijden alhier maackten aanwijst, omme in afcortingh van sijn te cort comende daarop verhael te doen, mitsgaders deselve vervolgens daarover aangesprooken, of bij aldien hierin eenige adsistentie off illucidatie van nooden was, ijmandt van den Raad t’ eeniger tijt, daarom versocht heeft? Ende daar op bij meer gedachte Breugel sommierlijck gerepliceert sijnde, dat hij d’ papieren van de voors. bottelier, desselffs gevoerde dispens beseffende, wel heeft gerevideert maar noch hooft noch staert daar uijt connen vinden, van gelijcken oock de andere reecq. tusschen hem particulier en dese en geene uijtstaande, mitsgaders wel getracht deselve daarover aan te spreken, maar dat den eenen in ‘t bosch, den tweeden vertrocken, ende den derden niet te huijs wesende, daarin noch niets was gevordert, mits welcken hem door den heer Gouverneur is genotificeert, nademaal hij Breugel geen middelen wist aan te wijsen of voor te slaan, op wat wijse de E. Compa. soo over ‘t te cort comende bij hem selff als sijn bottelier, soude moogen werden geguarandeert, veel min poogde daar toe uijt te vinden, maar sijn wandevoiren in tegendeel met vooren g’allegeerde en diergelijcke uijtvluchten noch al socht te verschoonen, dat den Raad in voldoeningh van haar plicht was genecessisteert geworden te comen tot soodanige resolutie, die haar in sijn reguard seer obsteerde en wel anders hadden moogen wenschen, namentlijck omme sich te verseekeren van sijn middelen, en dat hij dienvolgende, sulcx gedaan sijnde, uijt sijn wooningh in een ander apartement soude hebben te vertrecken, en des nachts t’ onthouden tot nader ordre en soo lange dat hij van sijn administratie en te cort comen behoorlijcke rekeningh en aenwijsinghe soude hebben gedaan, mitsgaders ooc op te stellen ‘t geen hij van een of ander tot rafactie te pretenderen hadden, ten selven eijnde mede verstaan sijnde hem toe te voegen alle hulpmiddelen, die daar toe dienen, en hij versoecken mocht.
Aldus g’arresteert en geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voornt.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] DIRCQ JANSZ. SMIENDT.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
C. 9, pp. 40-41.¶
Saturdagh {16750914} 14 September 1675.33
In deliberatie geleijt sijnde, ‘t verval en slechte comportement van den coopman van Breugel, en dat hem uijt dien hooffde op soodanigen voet als ‘t tot noch toe is gaande gehouden, de administratie van de packhuijsen niet langer sal nogh magh blijven gedefereert, maar op de een off ander wijse nootsaekelijck werden geremedieert mitsgaders ons altans van genoegsaeme suppoosten omme tot ontlastingh van de aanwesende weijnige dienaars, ‘t een of ander bewint op te dragen, destituijt vindende, ende oversulcx gelet wesende op de goede conduite van den persoon Anthoni de Vogel,34 met ‘t schip Schielant uijt het vaderlandt alhier g’arriveert, Is goet gevonden en g’arresteert den selven tot adsistentie aan landt te lichten, en dat alhier sal werden g’[i]mploijeert in de bedieningh van cassier, tot ontlastingh van den ondercoopman Hendrick Crudop, de welcke in plaats van dien d’ administratie der packhuijsen sal hebben waar te neemen, soo haast hem daar van opdracht gedaan sijn, met die toesegginge in dien genegentheijt mochte hebben daarbij te continueeren, op sijn advancement favorabel soude werden gedisponeert.
Aldus gearresteert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
C. 9, pp. 42-43.¶
Vrijdagh {16750920} 20 September 1675.
Alsoo35 den coopman Breugel in Rade ontboden en afgevraagt sijnde, wat voor papieren hij bestaan hadde in ‘t heijmelijck te verbranden, en waar deselve vandaan becomen, daarop volmondigh bekent heeft dat het waren geweest verscheijde oude almanacken waarin sijn dagelijcxe voorvallen en bijsonderlijck tusschen hem en sijn vrouw stonden genoteert, en die hij geduerende het inventariseren van sijn effecten door de gecommitteerdens, uijt sijn comptoir hadde ontfutselt, mitsgaders dese sake bij den Raad geconsidereert sijnde, van seer suspecte handelingh en een genoegsaem inditie van quade trouw te wesen, desgelijcx dat onder d’ naem en schijn van vooos. almanacken ongetwijfelt mede in de asche geleijt sal hebben, alle soodanige papieren als hij niet gewilt heeft dat aan ‘t licht souden comen, omme sulcx sijn gedoente te beter te connen verduijsteren, Soo is ten meesten dienste van de E. Compa., onser gerustheijt, mitsgaders om hem te benemen alle gelegentheden van diergelijcx meer te plegen, g’arresteert hem voorts uijt sijn voors. wooningh, daar sedert onse laaste resolutie van 11 courant, overdagh noch huijsvestingh en toeganck heeft gehadt, te doen vertrecken, naar ‘t nieuwe fort in een ander bequaem logijs, omme aldaar sigh voortaan t’ onthouden, sonder hem ooc buijtenwaarts te moogen vervoegen, dan met ordre.
Aldus g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
C. 9, pp. 44-47¶
Dingsdagh {16751230} 30 December anno 1675.36
Is ter vergaderinge door den Hr. Gouvernr. gedemonstreert, hoe Sijn E. niet sonder groot onbenoegen38 geruijmen tijt herwaarts was te vooren gekomen, dat haar een parthije schraapachtige ende eijgen baatsuchtige borgers ende coloniers niet ontsagen directelijck tegens d’ Ordonnantien ende prijsen op meest alle eetwaaren ende thuijnevruchten, soo mede granen beraemt, deselve naar eijgen welgevallen uijt te schacheren, streckende sulcx niet alleen tot illusie ende destructie van voorn. ordres, nemaer oock tot uijt suijpingh van den gemeenen man, ende gevolglijck tot ondienst van d’ E. Compag. ende ‘t gemeen best, waarop dan bij den Raat serieuselijck gelet sijnde, is goet gevonden ende g’arresteert, d’ prijsen wel eer bij d’ overheijt, op al sulcke eetwaaren g’statueert, te renoveeren ende daar en boven bij placcaate t’ interdiceeren, deselve niet hooger te verkoopen als ten prijse daartoe gestelt, ende noch te statueeren, op al sulcke peene als daartoe sal werden beraamt.39
Ende aangesien ‘t selve almede werdt gepleegt omtrent het verkoopen, soo van versche als ingesoute visch, dewelcke tot noch toe genougsaam bij ider een naer eijgen phantasie is uijtgevent, Soo is mede geresolveert sulcx voortaan generaelijck t’ inhibeern ende verbieden, en eenlijck daartoe t’ admitteeren twee persoonen, namentlijck d’ vrije visser Theunis Dircksen, ende d’ weduwe van Thielman Hendricksen, waarvan d’ eerst gen. gehouden sal wesen, ‘t sij versche off soute visch dagelijcks aan ‘t fort te leveren, en tot gerieff van ider een ten prijse daar toe te beraemen, te verkoopen, soo ende als voor heen mede gebruijcklijck geweest.
Gelijck oock vorders gearresteert ende ter neder gestelt is, dat het brouwen ende verkoopen van alderhande suijckerbieren, voor als noch bij een ider deser ingesetenen gepractiseert, mede sal werden verboden, ende eenlijck daartoe g’admitteert soodanigen getal van persoonen, als men sal oordeelen genough te wesen, d’ gaan ende komende man te konnen gerieven, ende dewelcke oock sullen gehouden zijn, alle suijkeren die van tijt tot tijt komen te consumeeren, van d’ E.Compe. te koopen, sijnde consequentelijck, staande deese vergaderingh, tot het verkoopen van voors. suijkerbier voor aff geprivilegeert d’ borgers Joannes Pretorius ende Adriaan van Brackel, hier aan ‘t fort, ende ten platten lande Evert Cornelissen, ende dat voor eerst den tijt van een jaar.
Wijders geconsidereert, dat d’ koele wijn tappers verscheijde maalen zijn komen doleeren, ter saacke deselve sustineerden omtrent den jaarlijckse impost in comparatie van de vertier der wijnen meer beswaert te wesen, als d’ stercke dranckverkoopers, behalven dat oock haar huijshoudingen geheel anders daarna moetende schicken, gevolglijck meerder lasten onderhevigh waaren, mitsgrs. uijt dien hooffde om eenigen verlichtingh versoeckende, Soo is daarop geresolveert, d’ voors. coel wijn tap, ter somme van ƒ200 t’ ontheffen, ende daar tegens d’ brandewijntappers pro rato daarmede te beswaaren.
Soo is mede verstaan den borger Willem van Dieden op sijn versoeck in d’ pacht van d’ tapneeringe, voor een jaar wederom te continueeren, ende in plaatz van desselffs gewesen compagnon Steven Jansen daarmede van gelijcken te beneficieeren een borger Jacob Rosendal, op al sulcke conditien ende voorwaerden als voor dato met d’ E. Compag. hebben aangegaan.
Ende alsoo deselve mede haar genegentheijt hebben getoont tot het vertieren van Caapse wijn bij d’ kleijne maat, soo is haer sulcx op henl. versoeck mede gedefereert, mits gehouden blijvende, alle d’ wijnen die bij d’ E. Compag. werden geoegst, aan te nemen, ten prijse van Rxr. …40 sullende voors. Rosendael oock werden ontslaegen van d’ Caapse biertap ende anderen daarmeede begiftigt.
Sijnde wijders geresolveert den Borgerraat Wouter Mostaert, op desselffs versoeck te continueeren in de privilegie van ‘t steenbacken, behoudens dat deselve sal backen van soodanigen qualiteijt ende mate als voor desen is gebruijckelijck ende wat hem daarvoor sal werden betaalt, seven gulden het duijsent, mitsgrs. vloersteenen die voortaan gebacken sijnde, 8 duijm sullen inhouden tot ƒ30 ‘t duijsent sal vermogen te verkoopen.
Van gelijcken is verstaen, tot vervangh van d’ onkosten soo in ‘t repareeren van bruggen, als d’ premie op ‘t schieten der leeuwen &a. jaarlijcks voorvallende op alle borgers seecker taxt, off hooftgeldt, sal werden gestelt ende beraemt, omme daaruijt d’ voors. onkosten te konnen vinden.
Noch is gearresteert metten eersten te concipieeren seecker[e] placcaaten, waarbij een ider deser ingesetenen, niemant uijtgesondert, op hooge peene selff van bannissement, sonder forma van proces, sal werden g’inhibeert ende verboden het opkoopen ende aan lant brengen van verscheijde goederen mette de scheepen, soo uijt ‘t vaderlant als India overgebracht werdende, dogh bijsonderlijck den tabacq, item equipagie ende ammonitie goederen, alsoo ondervonden werdt d’ E. Compe. alhier daarbij merckelijck werdt benadeelt, ende occagie tot alle slinckste gangen gesuppediteert, welcke penaliteijten oock sullen plaatz grijpen, omtrent de schippers van d’ respective scheepen, die soodanige goederen aan lant brengen off verkoopen.41
Eijndelijck is staande desen vergaderingh naar voorgaande nominatie van dobbel getal persoonen tot een Borgerraat in plaatz van d’ affgaande, met eenparige voijsen g’eligeert Elbert Dircksn Diemer althans bekleedende d’ chergie van luijtenant over d’ borgerlijcke militie, ende wijders verstaan dat den afgaande Borgerraat in voorvallende raatsplegingen mede als lidt van den Raat voort aan sal werden g’assumeert, ende sessie nemen naast d’ Raden in bedieningh sijnde, omme alsoo bij absentie van d’ een off ander niet verlegen te vallen.
Aldus gedaan ende g’resolveert in ‘t Fort de Goede Hoop, ten dage ende jaare voors.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
C. 9, pp. 48-49.¶
Woensdagh {16751231} UH. December anno 1675.
In conformite van ‘t besluijt op gisteren genomen, den borger Jacob Rosen daer ontslagen sijnde van d’ Caapse bier-tap, Soo is van dagh in Raade verstaan, daartoe sullen werden geprivelegeert, d’ weduwe Jannetje Ferdinandus ende Barent Brinkman ende dat voor den tijt van een jaare, mits betaalende den impost daarop voor dato gestelt, namentlijck Rxr. 100 ider.
Ende alsoo den borger ende brouwer van ‘t Caapse bier Hendrick Evertsen Smith, mede vertoont ende aangeweesen heeft, dat mits ‘t schraal gewas op verre nae sooveel graanen dit aanstaande jaar niet en sagh te bekomen, als wel machtigh soude wesen te verbrouwen behalven dat ons bij gemaackte overslagh van ‘t geen in den gepasseerden jaare door hem is gebrouwt en uijt gesleten, gebleecken zij, dat boven sijn uijtgeleijde gelt, ende d’ noch te betaelen impost, voor sijn moeijten, qualijck iets komt over te schieten. Soo is op desselffs versoeck goet gevonden hem daarin te gemoet te komen, ende geresolveert, dat in plaatz van den jaarlijcksen impost van ƒ600 nu voortaan niet meer als d’ helfte namentlijck een hondert Rxr. aan d’ E. Compage. sal hebben op te brengen.
Te deser vergaderingh mede binnen gestaan zijnde, Wouter Mostaart seer instantelijck versoeckende, dat op desselffs pretentie nopende d’ extructie van d’ steene watergoot gelet mochte werden, Soo is naer voorgaande resumptie van d’ ordre van d’ Heeren Majores vervath bij derselver aanschrijvens van den 4en Maij 1674, ende des Reqts. gerecouvreede documenten, mitsgrs. de voors. goot, soo door den Gouverneur in persoon, als bij gecommitteerdens, tot distincte maalen opgenomen ende gevisiteert sijnde, eijndelijck goet gevonden, ende verstaan, hem tot voldoeninge van sijn pretentie toe te leggen d’ somma van een duijsent gl. Caapse valuatie, die hem nae desen uijt ‘s Compags. cassa sal valideeren.
Wijders is op ‘t versoeck van eenen Salemon d’ Leeuw van Amsterdam, uijtgekomen in qualite van soldaet a ƒ10 ter maant, ende geruijmen tijt alhier ter Secretarije ende op ‘t negotiecomptoir aan d’ pen gebruijckt, daarbij genougsaame preuven van capaciteijt is komen te geven, gedefereert d’ qualiteijt van adsistent met een belooningh van ƒ18 ter maant, mits gehouden blijvende daarvoor sijn tijt uijt te dienen.
Aldus geresolveert in ‘t Fort d’ Goede Hoop, ten dage en jaare voorschreven.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
C. 9, pp. 50-52.¶
Vrijdagh {16760103} 3en Januarij ao. 1676.
Den ondercoopman Hendrick Crudop in conformite van de resolutie de dato 14 September jongstleden, provisioneelijck opgedragen sijnde, d’ administratie van ‘s Comps. packhuijsen, met die toeseggingh, dat wanneer hij mogt comen t’ inclineeren dat bewindt absolutelijc aan te vaarden, op des selffs avancement favorabel soude werden gedisponeert, als nu te kennen gegeven hebbende sijn genegentheijt om die bedieningh voortaan waar te nemen, ingevalle hem daaruijt eenigh avancement in qualite en gagie te vermachten stondt, mitsgaders bij den Raad ingesien en geconsidereert sijnde de nootsaekelijckheijt van te stellen een bequaem en vigelandt persoon t[ot] d’ functie van administrateur om alsoo ‘s Comps. goederen met het vereijste gesagh naar behooren waar te nemen en behoorlijck rekeningh af te doen, en dat gedachte Crudop sedert dien tijt tot dato, omtrent dese bedieningh volcomen contentement ende preuven van sijn ijver en goede conduite heeft getoont,42 Soo is nae voorgaande rijpen berade ten meesten dienste van de E. Compa. goetgevonden en g’arresteert, meergedagte Crudop in sijn opgedragen ampt niet alleen absolutelijck te confirmeeren, nemaar ooc (om hem in desen dienst meer en meer t’ animeeren) op des selffs versoeck te defereren de qualiteijt van coopman, met den maendelijcxe besoldingh van ƒ…43 en vordere appendente tractement, mits daartegens van nu af gehouden blijvende noch vijff jaren d’ E. Compa. te dienen.
Ende alsoo den Raadt, soo wel in politie als justitie door gebreck van bequaeme stof geruijmen tijt vrij swackgeweest heeft44 en maar in weijnige leden bestaet, Soo is tot versterkingh van voors. respective Collegien, mede goet gevonden daarin te assumeeren, den ondercoopman en tegenwoordigen cassier, Anthoni de Vogel, omme voortaan over alle voorvallende saeken te helpen besoigneeren.
Wijders geconsidereert en overwoogen sijnde de nootsakelijckheijt dat over de militie van dese residentie werde gestelt een voornaam hooft tot capteijn, om alsoo deselve met het vereijste gesagh in behoorlijcke decipline te houden en alle afgelegene buijtenposten waarnemen, mitsgaders gelet wesende op de goede en lange jaaren getrouwe diensten als de bekende manhaftheijt van den luitenandt Dirck Jansen Smient, niet alleen in verscheijde quartieren van India betoont, maar oock daar en boven hier ter plaatse boven desselffs ordinarij functie, onvermoeijelijck ‘t gesagh over den swaren arbeijt aan ‘t extrueeren van dese nieuwe fortresse continueel g’occupeert en sulcx de plaats van den capteijn Bredenbach45 g’occupeert heeft; van gelijcken oock sijn tijt g’expireert is, Soo is op d’ nader approbatie van d’ E. Heeren Majoores, verstaan om hem meer en meer in sijn goeden ijver t’ animeeren, den selven te defereren de absolute qualiteijt van capteijn en toegevoegt een tractement van vijff en seventigh gulde ter maant, mits daar voor gehouden blijvende de. Compa. nogh vijff achter een volgende jaren te dienen, ‘t verbandt en gagie ingaand wanneer den voorigen tijt is g’expireert geweest.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voornt.
[Signed:] ISBRAND GOSKE.
[Signed:] BAX. g. v. HERENTALS.
[Signed:] J. CRUSE.
C. 9, pp. 53-54¶
Woensdagh den {16760205} 5 Feb. 1676.
[Kopie]47
Raedt Vergaderinge van ‘t Fort de Goede Hope, t’ samen geroepen ter ordre van d’ heer Admiraal Nicolaes Verburch,48 versterckt den Schout bij Naght Joost Clant,49 en d’ coopluijden Joan Putmans,50 ende Bartholt Sonhuis.51
In desen Raat door den heer Admiraal voornt. bekent gemaekt zijnde, ende doen
voorlesen hebbende de Commissie die tot de visitie van het Caepse Gouvernement op Sijn Ed. door de Ho. Regeringe van India zij verleent, is deselve met eerbiedigheijt aengenomen, ende verstaen dat Sijn Edle. op morgen, wesende den 6en Februarij, met de behoorlijcke solemniteijten g’authoriseert, ende den volcke sal werden voorgestelt, waermede d’ Hr. Gouverneur Isbrand Goske nevens d’ andere Raatspersonen sigh t’ eenemael is conformerende, onaengesien Sijn E. op desselfs aenneminge in ‘t vaderlant expres bedongen heeft, ten tijde sijnes Gouvernements alhier, geen Commissaris subject te sullen wesen.
Voorts is goet gevonden de schepen ‘t Huijs te Spijck , en Prins Willem , eenige tijt alhier ter rhede zijlvaerdigh gelegen hebbende ende duslange tot securiteijt deser plaetse opgehouden zijnde, hare depeches binnen 4 a 5 dagen nae Batavia te geven, mitsgaders de fluijt Aardenburgh naer Ceijlon te senden, soo haest vairdigh wesen zal.
Ende vermits den fiscaal der retourvlote Mr. Pieter de Neijn (wie bij resolutie des Breden Raats van 5 December verleden52 om sijn gedebaucheert leven, bij provisie buijten Raede en het bedienen van die functie gehouden is) alsnogh onbequaam geoordeelt wort ‘t selve ampt met fatsoen te becleeden, Is verstaan in desselfs plaatse te surrogeren den coopman en gewesen fiscaal van de Cust Bartholt Sonhius.
Aldus gedaen ende geresolveert in ‘t Fort de Goede Hope ten dage en jaare als boven; was getekent N. VERBURCH, ISBRAND GOSKE, BAX g. v. HERENTALS, JOOST CLANT, JOAN PUTMANS, J. B. SONHIUS, H. CRUDOP ende LAMB. de GROOT. Sects.
C. 9, pp. 55-58.¶
Woensdagh den {16760212} 12 Feb. 1676.
[Kopie]
Ordinaris Vergaderingh om te hooren alle de persoonen die iets hadde te versoeken. Presentibus omnibus.
In desen Raat verschenen sijnde Lourens Visser van Wanvrede53 in Hessenlant provisioneel sergiant, jongman, met Agneta van der Graaf van Gorcum, jonge dochter op ‘t fluijtschip Aerdenburgh alhier ter rhede leggende bescheijden, ende daermede uijt ‘t vaderlant gekomen, te kennen gevende hoe dat sij uijt vrijen en onbedwongen wille, op de approbatie van den Ed. Hr. Admiraal Commissaris, en Raat, over een gekomen waren met den anderen in den huwelijcken staat te treden, en ingevolge van dien, met alle eerbiedigheijt daer toe licentie versouckende, en alsoo geen redenen gevonden werden waerom men ‘t selve soude weijgeren, is haer ‘t selve g’accordeert.
En vermits diverse vrije burgers sigh in desen Raat hebben gepresenteert en te kennen gegeven, hoe dat eenige tijt verleden haer bij placcaet was verboden suijckerbier te setten ende verkopen, en dat daer toe maer alleen twee voorname burgers gepreviligeert waren, verclarende geen avantagieuse middelen wisten bij der hant te nemen om langer aen de kost te komen, baden derhalven seer ootmoedigh dat haer het setten en verkopen van suijkerbier wederom moght gelicentieert en toegestaen werden, waer op gedelibereert zijnde, is verstaen en goet gevonden het selve te consenteren geduijrende den tijt dat de retourvlote alhier sal verblijven, mits dat se gehouden sullen wesen de swarte suijker, ten gewoonelijcken prijse, voor contant van d’ E. Compe. te coopen, en hun wel te waghten eenige andere stercken dranck te tappen, op peene bij placcaat daer toe gestatueert.
Wijders door den Ed. Hr. Admiraal en Commissaris overgeleght, vertoont en gelesen sijnde, seecker request, dat Sijn Ed. eenige dagens bevoorens van wegen den coopman, en gewesen tweede persoon alhier, Albert Breugel was ter hant gestelt, luijdende van woort tot woort als volght:
Aen den Edlen. Heer Nicolaes Verburch out Directeur generaal, ende eerste Raadt van India, Admiraal en Commissaris neven Sijn Edts. Achtb. Hren. Raden.
‘Geeft met behoorlijcke eerbiedigheijt te kennen Albert van Breugel coopman, en seconde aen Cabo de boa Esperance, hoedat hij suppt. eenigen tijt in sijn kamer ende daerna in ‘t nieuwe fort gedetineert is geweest, en vermits in ‘t selve nogh continueert, keert hij suppt. sigh reverentelijck tot U Edle. Aghtb., ootmoedelijck versoekende van sijne detentie ontslagen (onder belofte t’ aller tijden ter gemelte plaetsen te compareren) ende sijne beschuldinge hem suppt. vertoont magh werden, omme daerop sijne verantwoordinge nae vermogen te doen, Insgelijx dat den vrije schoenmaker, Jacques Jacoline, die present op sijn vertreck nae Batavia staat, gerevoceert magh werden, ende hier verblijven om te dienen in ‘t geene, wes sijn suppts. verantwoordinge vereijscht, ‘t welck doende &a.’
Is daer op nae goet overlegh geresolveert, en verstaan, sijn versouck van onder hant tasting ontslagen te werden, Sijn E. voor als nogh te ontseggen, en te committeren den coopman Joan Putmans, ende luijtenant Dirck Jansz Smient, om Sijn E. uijt den naem van den Hr. Admiraal en de Raadt af te vragen om wat redenen hij in sijn bovenstaende request versoght heeft, dat den vrij schoenmaker Jacques Jacoline niet zoude vermogen naar Batavia vertrecken, maer alhier gehouden werden.
En is voorts verstaan den fiscaal deser plaetse Hendrick Crudop te gelasten, gemelten Breugel over het te kort komende op sijn administratie in reghten te betrecken, ende ten spoedighsten actie tegens deselve te institueren, op dat sijn saecke die tot nogh toe impertinentelijck trijnerende gehouden heeft, eenmaal moge ten eijnde gebraght en afgedaen werden, wesende hem de mate van uijtstel in alles soo vol gemeten, datter gantsch geen reden zijn, om denselven meerder respijt van tijt te geven, als bij diverse resolutien, bij d’ Hr. Gouverneur Goske en den Raadt daer over genomen, is blijkende.
Tot voldoeninge van de boven gegeven Commissie, soo hebben de opgemelte Gecommitteerdens sigh nogh dien selven avont ten huijse van meergenoemde Breugel begeven, en daer van in geschrift gerelateert, als volght:
‘Des avonts, naer ‘t scheijden van de vergaderinge, soo hebben wij onderschreven, ingevolge van d’ ordre, ons door den Edle. Hr. Admiraal en Commissaris Nicolaes Verburg en den Raat gegeven, getransporteert ter camer van den coopman Albert van Breugel gewese tweede persoon alhier, en Sijn E. afgevraaght om wat redenen en motiven Sijn E. in sijn request, dat eenige dagen geleden overgelevert hadt, en op heden in Rade vertoont, en gelesen was, versoght dat den vrij schoenmaker Jacques Jacoline (die reets op een schip g’ordonneert was, om naer Batavia te vertrecken)54 niet gelicentieert, maer alhier nogh eenigen tijt zoude mogen aengehouden werden, waer op Sijn E. ons diende:’
‘Dat het was om getuijgenis der waarheijt te geven, wegens sijn grof spelen en dobbelen, dat hij een geruijmen tijt geleden, met den gewesen bottelier Cornelis P[iete]rsz Limes55 tot verscheijde malen had gepleeght en voeghde daer nogh bij, dattet eghter soo heel nootsakelijck niet en was, vermits alhier nogh diverse personen waren, die ‘t selve veelmaels hadden gesien, en connen getuijgen. Onder stont: aldus gedaen, en was getekent, Joan Putmans, Dirck Jansz Smient, en Lambreght de Groot, Secrts.’
Waer op dan wijders verstaan is den gemelten Jaques Jacoline sijn reijs na Batavia te laten voortsetten.
Aldus gedaen ende geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoope ten dage en jare als boven. Was getekent N. VERBURCH, ISBRAND GOSKE, J. BAX g. v. HERENTALS, JOOST CLANT, JOAN PUTMAN, J. B. SONNIUS, H. CRUDOP ende LAMBT. DE GROOT, Secerts.
C. 9, p. 59¶
Woensdagh den {16760219} 19en Feb. 1676.
[Kopie]
Ordinaris vergaderingh om te hooren die persoonen die iets hadden te versoeken. Presentibus omnibus, excepto den luijtenant Dirck Jansz Smient.
In desen Raat verschenen zijnde d’ huijsvrouw van den vrij kleermaker Jeronimus de Vos van Gent , met alle eerbiedigheijt licentie versoekende, alsoo op dat ambaght alhier aen de kost niet konde geraken, om per eerste en naeste gelegentheijt met haren man naer Batavia te mogen vertrecken, is haer ‘t selve geaccordeert, behoudens dat hij Jeronimus de Vos de somme van ƒ53:6 (die hij aen d’ E. Compe. nogh ten aghteren is staende) aen deselve voor sijn vertreck sal hebben te voldoen.
Aldus gedaen ende geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare als boven. Was getekent N. VERBURCH, ISBRANDT GOSKE, J. BAX g. v. HERENTALS, JOOST CLANT, JOAN PUTMANS, J. B. SONNIUS, DIRCQ JANSZ. SMIENDT, H. CRUDOP, ende LAMB. de GROOT. Secrts.
C. 9, pp. 60-62.¶
Maandagh den {16760302} 2en Maart [1676]
[Kopie]
Presentibus omnibus excepto den coopman en fiscaal Bart. Sonhius.
In desen Raadt geresumeert zijnde de resolutie door den Ed. Heer Gouverneur Isbrandt Goske, ende d’ Hr. Joan Bax van Herentals, nevens den vaandrigh Jeronimus Cruse in dato 3 Januarij verleden genomen, tenderende ten principalen om den onderkoopman, en provisionelen administrateur deses Gouvernements Hendrick Crudop (voor sijne goede en getrouwe diensten, alhier al eenige jaren in diverse swaarwightige functien gepresteert) in het voors. amp absolutelijck te confirmeren, en daernevens de qualiteijt van coopman met een condigne gagie toe te voeghen, Mitsgaders aen den luijtenant Dircq Jansz Smient ten opsighte van sijn lang jarige onberispelijcke goede diensten, en boven desselfs ordinarij functie, onvermoejelijcken arbeijt, omtrent het extrueren van dese nieuwe fortresse aengewent, te defereren de absolute qualiteijt van capiteijn, beneffens een maendelijxe gagie van 75 gld., hetwelcke bij henlieden beijde als doen gedifficulteert is aen te nemen, met verclaringe liever te willen afwaghten de personele verschijninge en tegenwoordigheijt van den Hr. Admiraal en Commissaris Nicolaes Verburgh, welcke saecke dan andermaal in Rade overwogen, ende geconsidereert wesende dat niet alleen haer opgemelte Es. verdiensten ende bequaemheijt, maer ook de continuatie van sodanige vigelante personen alhier ter plaatse nootsaekelijck vereijst, soo is daerop goetgevonden ende verstaan onder approbatie van de Ed. Hren. Majores, om haer meer en meer in den goeden iver ten dienste van d’ E. Compe. te animeren, voor eerst aen den onderkoopman Hendrick Crudop te defereren de qualiteijt van coopman met een maendelijcxe besoldingh van ƒ80, mitsgaders Sijn E. daer en boven te versien met de secunde persoons, en administrateurs plaetse des Gouvernements. Ende den opgemelten luijtenant Dirck Jansz Smient toe te voegen de chergie van capiteijn absoluijt en een tractement van ƒ80 per maant, mits daer voor beijde gehouden blijvende van dato 3 Januarij jonghstleden d’ E. Compe. nogh vijf aghter een volgende jaren alhier te dienen.
Vorders is verstaan dat den Ordinaris Raadt deser plaetse, naer het vertreck van de retour-vlote zal bestaan uijt volgende personen, die in de onderstaande ordre zal werden gerangeert:
Insgelijx dat het Jaghje Voorhout alhier ter rhede leggende, naer het vertrec van de retourvlote, om (volgens d’ ontfangene ordre van d’ Hren. Mrs.) slaven van Madagaskar te halen zal werden56 gebruijckt.
Wijders is goet gevonden de fluijt Cronenburgh uijt het vaderlant gekomen, en alhier ‘t sedert 19 Feb. verleden ter rhede gelegen hebbende binnen 4 a 5 dagen sijn depesche naer Ceijlon (waer naer toe gedestineert is) te geven. Mitsgaders is vastgestelt, dat de retourvlote onder de vlagge van den Hr. Admirael Nicolaes Verburgh op den 12en van dees lopende maant Maart, de reijse van hier naer ‘t Patria zal ondernemen.
Ende aengesien d’ E. Comps. klene winckel alhier, nu eenigen tijt (bij manquement van een bequaam dienaar) in forme als voorhenen niet en zij gebruijckt, soo is geresolveert deselve wederom op te reghten, en daer in te stellen als winckelier den adsistent Martinus van Banchem, en met eenen het Secrets. ampt aen hem te defereren.
En is ten laasten den soon van den Burgerraedt deser plaetse Elbert Di[e]mer, genaemt Dirck Di[e]mer, op sijn ende sijns vaders ernstigh versoek en ootmoedige supplicatie in den dienst van d’ E. Compe aengenomen voor jongh adsistent met een maendelijxe gagie a ƒ12 per mt. en een vijfjarigh verbant.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop, ten dage en jaare voornt. Was getekent N. VERBURCH, ISBRAND GOSKE, J. BAX g. v. HERENTALS, JOOST CLANT, JOAN PUTMANS, H. CRUDOP, DIRCK JANSZ SMIENT, ende LAMB. de GROOT, Secrts.
C. 9, pp. 63-67.¶
Woensdagh den {16760304} 4en Maart 1676.
[Kopie]
Presentibus omnibus.
In Rade verschenen zijnde een wed. Janneken Ferdinandus genoemt ende huijsvrouwe van den vrijborger Barent Brinckman, met behoorlijcke eerbiedigheijt vertoonende, hoe sij in dato pmo. Januarij verleden t’ samen aengevaert hebben de paght van de bieren, die van desen jare 1676 alhier ter plaetse stonden gebrouwen te worden ter somma van driehondert carol. gls.57 voor ‘t jaar, mits conditie sij deselve alleen zoude mogen tappen, en publijckelijck venten, en den brouwer der selve bieren Hendrick Evertsz gehouden soude sijn, opgemelte pachterssen van deselve behoorlijck voorsien.
Dolerende ten eersten, dat door de ongemene drooghte en schrale, scherpe winden, het korengewas alhier seer sober geslaaght en de bieren uijt dien hoofde seer sleght gevallen zijn.
Ten anderen dat in dato 12en Feb. verleden toegestaen was aen diverse vrije burgeren deser residentie suijkerbieren te setten ende verkopen, waerdoor den aftreck in de Caapse dos. merckelijck zij verhindert.
Ende ten laesten, vermits de brouwerije (door dien deselve wierde gerepareert) ten aenwesen van de retourvlote onbruijckbaer zij geweest, sij paghstersen in haren voornaemsten ooghst ten merendele van biere distituijt zijn gebleven, vresende door manquement van kooren ‘t selve meermalen zal komen te gebeuren58 , Ende derhalven versoghten seer ootmoedighlijck van boven gemelte paght ontslagen te mogen werden.
‘t Welck alles in Raede rijpelijck overwogen wesende, is goetgevonden ende verstaen, tot soulagement van van de pachterssen, hondert gld. afslagh op de voorn. paght aen haer te vergunnen, ‘t welck mede om boven gemelte pregnante redenen in den paght van opgemelte brouwer Hendrick Evertsz (die gelijcke 300 gld. voor ‘t jaer gehouden is aen d’ E. Compe. op te brengen en te betalen) plaetse grijpen sal.
Wijders is door de drie Burgerraden deser plaetse, voor en uijt den naem van hare mede burgeren gepresenteert seecker reqt. luijdende van woort tot woort als volght:
Aen den Edle. Heer Nicolaas Verburch, Ordinaris Raat en out Directeur generaal van India, Admirael van de althans hier ter rhede leggende retourvloot, Commissaris van Cabo de boa Esperance, mitsgrs. den E. Achtb. Raedt aldaer.
‘Geven onder reverentie en schuldige eerbiedigheijt te kennen de Burgerraden alhier, voor en uijt den name van hare mede burgeren, hoe dat in de jare 1673 ende 1674 door de Gonnamase Hottentots verscheijde burgeren en inwoonderen alhier, buijten in ‘t lant zijnde, omme hare affairen aldaar te verrighten, soo nu en dan wierde gemasacreert, omme ‘t welcke naar vermogen te beletten, is door den Edle. Hr. Gouverneur en Raet geresolveert, ende goet gevonden, lanttoghten te ondernemen, omme de voors. Gonnemase Hottentots als publique vijanden op te soeken, ende in weerwraek deselve te masacreren ende hun vee, soo veel conden veroveren, mede te nemen; op welcke uijttoghten hun de suppten. mede vrijwilligh presenteerden, ende oock daer in aengenomen zijn, onder belofte van seeckere beloninge en aendeel in deselve te veroveren buijt, naer dat deselve wel ofte qualijck geslaaght soude mogen wesen; Soo zijn in deselve twee gedane lanttoghten, t’ elckens een groote quantiteijt beesten en schapen mede gebraght, die bij d’ E. Compe. aengetrocken zijnde, eenige beesten hun suppten. in leeningh omme deselve tot vermaninge weder te restitueren hebben vergunt, ende alsoo ‘t sedert deselve tijt eenige daer van sijn gestorven, ende de sterfte nogh meer en meer onderhevigh zijn; Soo versoeken zij suppten. U Edle. Achtb. gelieven hen d’ volkomen eijgendom van deselve beesten te vergunnen, omme die te mogen verkopen, ende veraliëneren zulx als met hunne al[l]odiale goederen zouden vermogen te doen.’
‘Ende alsoo sij suppten. van hare wijngaerden eenige Caepse wijnen zijn aen de hant hebbende, die de verderflijckheijt door lang leggen onderwaardigh sijn, versoeken derhalven U Edle. Aghtb. gelieven hen suppten. te consenteren deselve soo bij de grote als clene maet, mitsgrs. de granen en vrughten van hun landerijen naer waerde te mogen verkopen, mits daer voor betalende sodanige impositie en lasten als U Edle. Aghtb. zullen verstaen te behoren.’
‘Vorder versoeken sij suppten. hen te mogen werden toegestaen tot hun onderhout en sustentatie sigh te mogen erneren met sodanige eerlijcke coopmanschappen, neringe ende hanteringe als haer aen de hant, ende ider in ‘t sijne gelegen zoude mogen komen, soo als sulx op Batavia ende andere plaetsen in India de vrijburgers genieten, ende gebruijckelijck is.’
‘Ende alsoo eenige borgeren alhier, geen landerijen nogh eenigh omslagh hebbende, ende sigh niet wel alhier cunnende erneren, derhalven hen wel genegen souden toonen omme in Hottentots Hollandt hen ter neder te slaen, in gevalle haer door U Edle. Aghtb. Comps. wegen werden vergunt eenige beesten ter leen, ofte in cas d’ E. Compe. geene in voorraet moghten hebben, sodanige coopmanschappen, als tot ruijlingh van hare toegevoeghde beesten van noden hadde, en de landerijen in eijgendom daer toe van noden zijnde, omme daer door te zien haer t’ erneren, ende bij prosperiteijt gelegentheijt bekomen, omme ‘t selve aen d’ E. Compe. weder te restitueren, onderwerpende hier in U Edle. Aghtbs. wijse oordeel, sodanig als U Edle. Aghtb. ten dienste van d’ E. Compe. ende ten voordele van deselve sullen verstaen te behooren.’
‘Ende vermits verscheijde deser ingesetenen tot vrij groot verval ende armoede gekomen zijn, Jae soo verre dat naaulijx aen de kost connen komen, soo versoeken de suppten. tot soulagement van de selve, ende omme die in haere armoede wat te gemoet te komen, door U Edle. Aghtb. den prijs op de rijst gestelt, een weijnigh vermindert moghte werden.’
‘’t Welck doende &a.’
Het welcke gelesen en exactelijck geresumeert zijnde, is naer overdenckinge van ‘t een en ‘t ander voor best geoordeelt ‘t voors. reqt. aen d’ Hrn. Meesters in ‘t Patria te renvoijeren, vermits de principale poincten in ‘t selve vervath door den Hr. Gouverneur Isbrand Goske ende den Raadt al voor henen nae het vaderlant is geschreven, ende deselve van al te groten swier zijn om in een korten tijt met het vereijschte fondament en overlegh daerover alhier te connen delibereren; hebbende den Hr. Commissaris Nicolaes Verburgh aengenomen het voors. reqt. ter vergaderinge van de Edle. Heeren Seventiene over te leveren, ende voor de gemelte burgeren (soo alvoren door haer Ed. Aghtb. op gemelte poincten niet moght zijn gedisponeert) favorabelijck te intercederen.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jare voornt. Was getekent
[Signed:] N. VERBURG
[Signed:] ISBRAND GOSKE
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS
[Signed:] JOOST CLANT
[Signed:] JOAN PUTMANS
[Signed:] H. CRUDOP
[Signed:] DIRCQ JANSZ. SMIENT
[Signed:] ende LAMB. DE GROOT, Secrts.
C. 9, p. 68.¶
Woensdagh den {16760311} 11en Maert 1676.59
[Kopie]
Presentibus omnibus.
In desen Raadt is verstaan, met toestemminge van den E. Hr. Gouverneur Isbrand Goske, dat Vrijdagh aanstaande, wesende den 13en Maert, den Hr. Johan Bax van Herentals met de behoorlijcke solemniteijten als Gouverneur alhier zal werden voorgestelt, ende geintroduceert.
Ende naedemael bij resolutie van den 2en Maert zij vast gestelt het Jaghtjen Voorhoudt tot incoop van slaven van hier naer Madagaskar te senden, ende tot dien eijnde de noodige Spaanse realen alhier in cassa niet werden bevonden, Soo is geresolveert uijt het alhier ter rhede leggende schip Silversteijn 2000 dos. te lighten, wel verstaande dat alhier uijt de cassa een equivalent paijement aan ‘t selve schip zal werden gerestitueert.
Wijders is geresolveert, en op de voorstellinge van d’ Hr. Gouverneur Goske vast gestelt, ‘t schip Sparendam dat hier van Seijlon met rijs verwaght werdt, alhier aangekomen, en van sijn ladinge ontlast zijnde, naer Mauritius te senden, om van daar een goede quantiteijt calck, tot den opbouw van de nieuwe fortresse ten hooghsten noodigh, te gaen halen, gemerckt niet wel mogelijck zij, door manquement van brandthout en schulpen alhier soo veel calck te konnen branden, dat het werck van de fortificatie daer mede langer can gaande gehouden werden.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare als boven, ende was geteeckent N. VERBURCH &a.
C. 9, pp. 69-70.¶
Donderdagh {16760319} 19en Maert 1676.60
Nae aenroepinge van Godes Naem
Bij vergaderingh door d’ Edlen. Heer Gouverneur Joan Bax voorgehouden sijnde off het niet best soude wesen ‘t schip Silversteijn den 24en Februarij uijt ‘t Patria alhier aengekomen, sijne reijse per eerste wijders na Batavia te laten onderneemen; Zoo is eenparigh goet gevonden en geresolveert gemelte schip nae genoten verversinge, en vermits doch sien met sijn langer verblijff alhier d’ E. Compe. geen off weijnigh dienst can geschieden binnen twee dagen, de wint sulx toelatende, sijne despeche te geven, scheepende in dien bodem wederom soo veel paijement, als de gelichte Spaense realen bedragen.
Vorders is mede verstaan volgens de naergelaten instructie van d’ Edlen. Hr. Commissaris Nicolaes Verburgh,61 door dien d’ impotente van ‘t jegenwoordige vervallene bij nae reddeloose hospitael geen gemax genogh konnen hebben, het oude rijspackhuijs daer toe t’ emploijeeren.
En den E. coopman gewesen administrateur Albert van Breugel te licentieeren, vrij en vranck te mogen uijt en in dese fortresse gaen, in dier maniere nochtans dat sigh altijt ter bequamer tijt weder in geseijde Fort (sonder desen off geenen in haere eere &a. te ledeeren) sal hebben te vervoegen.
Mitsgaders de weduwe van den overleden predickheer Andries de Vooght te vergoeden al ‘t geen haer E. gerechtelijck van d’ E. Compe. bij haer mans afflijvicheijt toegeleght, en non62 genot noch competerende is.
Voor ‘t laest den hoeker de Baers eerstdaeghs naer de Houtbhaij om hout te senden, door dien het hier soo tot ‘t stoocken der calckovens als anders &a. wel benoodight is, en waer van w’ hier dighte bij niet wel tot ons genoegen door de schaersheijt cunnen gedient sijn.
Aldus gedaen en geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaere als boven.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] A. d’ VOGEL.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Secrets.
C. 9, pp. 71-72.¶
Donderdagh den {16760326} 26en Martij 1676.63
Na aanroepinge van Godes H. Naam
In vergaderinge door d’ E. Heer Gouverneur deser residentie geresumeert sijnde, hoe dat wij op den 22en deser uijt Hottentots Holland bericht gekregen hebben, datter wederom door een Coraal van Sonquas, werdende op het Hottentots Obiquas genaemt, doch dependenten van den Goenema en voor bosloopers gehouwden, aan de Breede revier sijn om hals gebracht drije vrijheden, gelijck enigen tijt te vooren mede 8 a 10 vrije ingesetenen bij d’ E. Hr. out Gouverneur Isbrand Goskes tijde, door de natie Goenema gen. soo onverwacht sijn overvallen en miserabel gemassacreert geworden, oocq doenmaels al bij Sij[n] E. voormelt, en Raat in consideratie geweest omme eerstdaags onse seer schadelijcke erfvijanden, sijnde soowel d’ E. Compe. als d’ hier remoreerende vrijheden tot een kancker en pest, met alle debvoir op te soecken in hare legers te bespringe[n] en soo als best kunnen (tot een algemene rust) ruineeren, hebbende dienvolgens dan voor best geoordeelt, en eenparich geresolveert hoe eer hoe liever (ten aansien de hardt nakende quade mousson ons wel souwde kunnen hindere[n]) den luijtentant Kruse met ongevaar 50 militair[e] en bijna even gelijck getal vrijlieden,64 nevens een lengte tot de E. Compe. genegene Hottentots, morgen avont sijnde Vrijdach den 27en deser daar aan lantwaart in te dimitteeren, en voor 3 weecken rijckelijck soo van vivres, ammonitie van oorlogh, als ‘t geen tot de voijagie vereijscht, te provideeren, mitsgads. op haar retourment den buijt dies dan door Godes zeegen souwden mogen becomen, door den Gouverneur en Raat na rato te parteeren.
Voor ‘t laatst wert Tomas van Macassar, lijffeijgen van den vrijborger Jan Pietersz Broertje, om sijn schelmachtigh weghloopen voor heen gecondemneert sijnde geweest om gegeesselt, gebrantmerckt, en ad vitam met een kettingh aan ‘t been aan d’ E. Compagnies gemeene wercken te arbeijden, ‘t geene nu al ongevaar twee en een halff jaar gedaan heeft, met het goetvinden van d’ Edle. Hr. out Directeur Nicolaas Verburgh ende d’ E. Hr out Gouverneur Isbrand Goske gelargeert van gemelten arbeijt, en sijnen mr boven gent. t65 ten opsichte da[a]rom66 seer gesmeeckt heeft en oocq vrij arm is, wederom geintrageert om hem op sijn lant tot voortsettingh der lantbouwerij met meerder toesight te doen arbeijden.
Aldus gepasseert, en geresolveert ten dage en Jaare voors.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] A. DE VOGEL.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM. (Rt. en Secrts.)
C. 9, pp. 73-74.¶
Woensdach den {16760505} 5en Maij ao. 1676.67
Na ‘t ordinarij gebet is door d’ E. Hr. Gouverneur voorgehouden, en geresumeert in Rade of men ‘t jacht het Voorhoudt (sijnde bij resolutie van de Edle. Hr. Commissaris Nicolaes Verburgh geprojecteert tot den slavenhandel na Madagascar ) niet behoorde met den eersten te laten die reijse onderneemen, soo hebben (gemerct de ordinarie tijt en rechte mousson nu gekomen was) ‘t selve niet langer willen doen vertragen als tegens den 15 deser om opgemelte jacht tot dien eijnde voort te laten reijs vorderen, mits d’ opperhooffden mede te geven soodanige contanten, kleden &a. tot dien handel en memorie tot naerichtinge als bevinden ten meesten dienste der E. Compa. te behooren.68
Wijders is verstaan de fluijt Sparrendam , sijnde in dato 11 maart bij resolutie van den heer Commissaris voornt., aangeleijt om kalcq tot den opbouw van de nieuwe fortificatie van Mauritius te haelen, door de onbequaemheijt, die de visitateurs daaraan bevonden hebben, van ‘t selve te excuseeren, en de hoecker de Bode die stercker, en hechter oock ruijm genoech geoordeelt wert om die quantiteijt kalcq, die daar in voorraet mochte wesen, in te neemen, in desselffs plaatse te laten gaan, en Sparrendam per eersten (om sijne behoorlijcke reparatie te erlangen) na Batavia voort te senden.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM. Rt. Secrets.
C. 9, pp. 75-76.¶
Vrijdagh {16760510} 10en deser Ao. 1676.69
Na ‘t ordinaris gebedt is door d’ E. Hr. Gouverneur deser residentie in vergaderinge voorgeslagen off het niet best souwde sijn dat men het thans hier ter rheede leggende schip Oosterblocker sijnde den 28en passadocosti70 aangekomen en 10 maanden, en gelijcke dagen onder weegh t’ soeck geweest, metten eersten af depescheerden, Soo is eenparich goetgevonden gemelden bodem, na behoorlijcke genotene vivres (wes geen merckelijcke necessiteijten ons tot desselfs langer verblijff persuadeeren) sijne gedestineerde reijse wijders na Batavia binnen 2 a 3 dagen te laten ondernemen, mitsgaders uijt deselve te lichten tot ons, en onse tappers gerieff een legger Spaance wijn, nevens 6 vaten ingebrouwen Hoorns bier, als sijnde door de behoefte der respective vertrockene retourvloot van drancken veel ontbloot geworden.
Ten laatsten de hoecker de Bode hier soo langh op te houwen tot dat Sparendam (dagelijcx besich sijnde met rijs lossen) van dien corl hem sal ontlast hebben, en om opgem. bodemptie costi evenwel niet vruchteloos te laten leggen, onderwijlen na de Saldaniabhaij te senden om voor ‘t hier sijnde guarnisoen, en ‘s Comps. lijfeijgenen een goede quantiteijt visch &a. te halen, mits te geven aan d’ overheden desselfs daartoe sodanige nootwendigheden, en memorie tot een naerichtingh als bevonden sal werden te gehooren.
Aldus gedaan, en geresolveert in ‘t Fort d’ Goede Hoop dage, en jare ut antea.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] A. DE VOGEL.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Secrts.
C. 9, pp. 77-78.¶
Woensdagh {16760513} 13 Maij 167671
In Rade geresumeert sijnde de brieven in dato …72 per de respective Patriase bodems ons vervolgens den anderen successive toegebracht, hoe veel d’ Edle. Heeren Bewinthebberen onse betaelsheenen haar laten gelegen leggen aan de nodige ververssinge der schepen, en derselver spoedige vervaardinge soo hebben goetgevonden en verstaan de schepen den Briel , Maccasser , Sticht van Utrecht , Muijderbergh , ende Stadt Graaff met de retourschepen Ceijlon , Alexander , ende Voorsigtigheijt na genooten vivres en genoegsaeme verversinge tegens Maandagh aanstaande te gelijck wederom af te depescheeren, ende eerst genoemde bodems de retourschepen een dagh 2 a 3 te laten convoijeeren, gemerckt gedivulgeert wert van d’ opperhooffden uijt seecker Engels scheepje ‘t geene de onse onder ‘t landt op de suijderbreete van 34 graden en 14 minuten, en middellengte van 31 graden verpreijt hadden, dat van den Gouverneur of capitain op St. Jago sijn ervaren geworden hoe voor eenige dagen daar 4 Fransche oorloghschepen gepasseert waren ider met 50 stucken en 500 mannen gemonteert met intentie om hier op de hoogte van de Caap de Boa Esperance te willen kruijssen, op hope van eenige Nederlantse schepen te attrapeeren; ‘t welck mede van die van ‘t Sticht van Utrecht op St. Jago gehoort was, soo hebben de opgemelte bodems evenwel gelast (schoon wij vertrouwen dese praatjes maar frivool en ijdel sijn) voor eerst den anderen bij te blijven, en des niets vernemende, ijder sijne reijse op ‘t spoedigste te voltreckenuijtgesondert Sparrendam die73 voor eerst hebben goet gedacht te sullen verblijven; voorts dat de voorige bodems sullen wachten naa ‘t rapport ‘t geen de hoecker de Swaartvis (die 4 a 5 dagen te vooren op ‘t kruijsen der geruchte Fransche schepen uijt gesonden is) staat te brengen, om in alles seecker te gaan.
In ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare als vooren.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Rt. Secrets.
C. 9, pp. 79-81.¶
Vrijdagh {16760529} 29 Maij 1676.
Na ‘t ordinanis gebedt is bij den E. Hr. Gouverneur in Rade voorgehouden, off het nu niet raatsaamst soude wesen dat men het nogh hier verbleven schip Sparrendam mede de reijse na Batavia liet74 ondernemen; ‘t geen dan goet gedacht hebben per eersten (ten aansien opgemelde bodem klaar is, en geen reden sijn om den selven75 langer op te houden) te laten geschieden.
Wyders is ons van den oppercoopman en gewesen secunde persoon Monsr. Albert van Breugel gepresenteert seeker request luijdende van woorde te woorde als volgt:
Aan de Edle. Hr. Joan Bax Gouverneur aan Cabo de boa Esperance, mitsgaders Sijn E. agtbare Raden.
‘Geeft met behoorlijcke eerbied te kennen Albertus van Breugel oppercoopman hoe dat hij suppt. geruijmen tijt verleden van sijn bedieninge is ontbloot, en vergeefs gewacht hebbende na de komste van den Edle. Hr. Directeur generael Nicolaes Verburgh, wanneer sijn suppts. vervallene saken (tot leetwesen) niet en is geredresseert, ende gemerct hij supplt. om U Edle. achtbare van verdere moeijte te ontlasten, verhoopt het U Edle. achtbare niet onaangenaam sal wesen, dat sijn suppts. ongedecideerde saak na Batavia gerenvoijeert werde, soo keert hij suppt. sich in allen submissie tot U Edle. achtbare, ootmoedelijck versoekende, dat hij supplt. met het fluijtschip Sparrendam in sijn qualiteijt onder U Edle. achtbare gunst na Bataviate76 vertrecken mach gelecentieert werden, om sich aldaar nader te verantwoorden.’
‘t Welcke gelesen, en exactelijck geresumeert sijnde, is na rijpe deliberatie van ‘t een en ‘t ander, voor best geoordeelt voors. suppt. (gemerkt w’ hier swack van Raatspersoonen sijn en den suppt. van alle derselver getuijgenis der waarheijt tegens d’ Hr. Goske is begerende) met het toegesegelt proces en overgebleven goet, ‘t geen na waardij niet wel hier cost omgeset worden, na Batavia met opgem. bodem te renvoijeeren om aldaar sijn saaken (soo als den suppt. meent) te beter te verantwoorden, doch buijten commando, behoudens nochtans dat den schipper meergem. suppt. geensints sal hebben te beledigen maar geinjungeert sal werden77 sijn persoon na waarde te estimeeren ende in d’ cajuit te tracteeren.78
Gedaan en geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jare voors.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Rt. Secrets.
C. 9, pp. 82-85.¶
Vrijdagh desen {16760605} 5ea Junij 1676.79
Na ‘t ordinaris gebet door d’ E Hr. Gouverneur bekent gemaeckt sijnde in Rade, hoe dat wel eenigen tijt bevorens al van intentie was geweest omme enige emportante noch hangende criminele saken te willen examineeren en in state van wijse doen brengen, en wijders absolveeren, soo hebben egter niet voor dato, (ten aansien de swackheijt des presenten Raats en oocq dat met seer nodige besoignes onder ‘t afdepescheeren van de gaande en komende schepen nu en dan geoccupeert sijn geweest) ‘t selve80 wel na onse goede meninge kunnen effectueeren; Soo is dierhalven met dese nu ruijmer gelegentheijt nodigh en raatsaam geoordeelt voors. noch ongedecideerde saken sonder meerder uijtstel voortaan op te vatten, en ons almede daar van ten meesten dienste der E. Compe., d’ justitie en gerustheijt der geinteresseerdens te ontlasten, ende om dat alles met te beter overlegh, fundament en ordre souwde toegaan, soo hebben voor al nodigh geoordeelt den presenten swacken Raat (als sijnde niet bestendigh genoegh om sodanige saken naer behoren met fatsoen uijt te voeren) met noch enige bequame persoonen te verstercken, en den ondercoopman en Secrets. Ms. van Banchem (als wel de naeste tot dien trap sijnde in de plaats van den ondercoopman Adrijaan de Vogel, die met becomene licentie van de Hooge Regeringh van India op sijn versoecq na Batavia vertrocken is) eerstelijck in de Politijcque en vervolgens in de Justitieelen Raat te doen surrogeeren, en de persoonen van Johannes Ravensbergh medecine doctor en jegenwoordigh cassier nevens den vendrigh Jacob Croon beijde van goeden handel en wandel, in de Rt. van Justi[ti]e m[ed]e81 te doen cessie nemen, mitsgaders den guarnisoen boeckhouder Theodoor Welker (gemerckt den coopman en secunde persoon Sr. Hendrick Crudop door gebrecq van een fiscaal voor als noch dat nobele officium is administrerende) tot een volkomen supplement, als een geassumeert lit te gebruijcken, en hare sitplaatsen nemen als in de onderstaende ordre werden gerangeert:
D’ E. Heer Gouverneur Joan Bax van Herentals als preses.
Den coopman Hendk. Crudop Secunde.
D’ E.82 capitain Dirck Jansz Smient.
Den leut. Jeronimus Cruse.
Den winckelier, en Secrets. Ms. van Banchem. Den cassier Johannes Ravenb[ergh].
Den vendrigh Jacob Croon.
Den guarnisoen boeckhouder Th. Welker.
Insgelijcx is geresolveert en goet gevonden op behoorlijcke plaatsen te laten door de bode biljetten affigeeren, omme een partije verlege Souratse taruw, noch bij de packhuijsen sijnde en vrij schraal door ‘t in eeten van ‘t ongedierte geworden, aan de behoeftige en meestbiedende burgers (om ‘t verder verderff door dat middel te prevenieeren) ten meesten proffijte van d’ E. Compe. om te setten.
Aldus gedaan, en geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jare voors.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Rt. Sects. 1676.
C. 9, pp. 86-88.¶
Vrijdagh {16760619} 19 Junij 1676.
Den Raat door d’ E. Hr. Gouverneur geconvoceert zijnde, wert door Sijn E. opgemelt, aan deselve voorgehouden hoe dat dagelijckx, hoe langs hoe meer quam te ervaren, datter veele baatsuchtige Compags. dienaren haar komen ongeoorlooft te erneeren met ‘t setten en brouwen van suijckerbieren, en andere schacherijen, daer verscheijde van deese vrije ingesetenen zijn, die d’ sobere winstjes, die op ‘t voors. bier zijn vallende, ten aansien haare benoodigheijt wel requireert, ende om deselve luijden tot sustentatie haarder familie eenige middelen aan d’ hant te geven, Soo hebben ten meesten dienste van ‘t gemeene best goet gevonden, bij een g’emaneert placcaat wel strictelijck te verbieden, dat geene Compags. dienaeren, wie ‘t oock soude mogen wesen, sullen mogen eenige bieren te setten, brouwen ende uijtslijten, gelijckerwijs oock mede is verstaan, van geenige derselver, ‘t sij oock mindere off meerdere, die eenige kledingh op haare soldije reecq. verstreckt werden, deselve te mogen aan eenige, ‘t zij vrije ingesetenen als ‘s Compags. dienaars veralieneeren off verkoopen, op wat wijse, off onder hoedanigen pretext ‘t oock soude mogen wesen, endedat83 op soodanigen peene bij d’ contraventeurs te verbeuren, als bij ‘t voorn. placcaat sal worden beraemt, ende voor den volcke in ‘t openbaar affgekundigt.84
Wijders wert mede g’considereert ende verstaan, den coopman ende secunde persoon Hendrick Crudop, een ruijmen tijt boven sijn eijgen wichtige administratie met andere functien, door gebreck van gedienstige stoffe vrij belemmert geweest zijnde, en oock ‘t officium van fiscaal tot dato deser waargenomen hebbende, daarvan te releveeren, ende voor sijne getoonde vigilantie ende trouwen dienste te bedancken ende den persoon van Gerbrant Mulder, tot nader gelegentheijt als provisioneel eijsscher, in die bedieninge tot opgem. Sijn Es. ontlastinge te statueeren.
Voor ‘t laatst door d’ bode alomme biljetten te doen affigeeren omme eenige verlegen grove grainen, Guinees lijwaat ende moeris85 &a. aan d’ meest biedendedes te civiel gaande op d’ reecq. der ‘s Comps. dienaren,86 ten meesten profijte van d’ E. Compage. bij openbaare venditie om te setten.
Aldus gedaan ende gepasseert in ‘t Fort d’ Goede Hoop ten dage ende jaare voors.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Rt. Sets.
C. 9, pp. 89-94¶
Vrijdagh {16760710} 10 Julij ao. 1676.
Is ter vergaderinge door d’ E. Hr. Gouverneur gedemonsteert, hoe Sijn E. geruijmen tijt herwaartz niet sonder groot ongenoegen was te vooren gekomen, dat veele deser vrije ingesetenen oock eenige van ‘s Compags. dienaren hun niet en ontsien tot haar bijsonder gerieff en profijt achter deese fortresse, aan ‘t hangen van den Taffelbergh , alderleij dienstigh houwt, soo om te branden als tot paggeren van thuijnen ende andersints, te kappen en t’ haerder wooningh te vervoeren, daarenboven noch de aangetoogen houwtwercken van de slaven d’ E. Compag. selffs toebehoorende, als Hottentots ende andere komen op te koopen, ongeacht ‘t selve in den Jaare 1671 bij placcaat, en den Commandeur en Raat alhier wel strict gecontramandeert, ende tot merckelijcke prejuditie van d’ E. Compag. is duijdende, welcke haar eijgen benoodigt brant en ander houwt uijt soo verre afgelegen plaatzen, met excessive kosten herwaartz is haalende, op dat het houwt hier na bij groeijende, noch onbruijckbaer en vrij teder sijnde, middelerwijl wat aanwas moght verleent worden, en namals bij verlegentheijt en overval van vijanden tot een waarburgh, ende dagelijckx gebruijck dienen, Soo is eenpaerlijck geresolveert, omme diergelijcke bosschenderijen die men nu langen tijt herwaartz heeft sien plegen, te prevenieren, voors. placcaat wederom te renoveeren, ende de contraventeurs soodanigen poene te laten wedervaren als bij ‘t selve sal worden beraemt.88
Den burger Wouter Mostaart mede instantelijck versocht hebbende, dat op sijne ouwde pretensien wegens d’ exstructie van d’ steene watergoot mochte gelet worden, Soo hebben eghter niet kunnen ondienstigh oordeelen: gemerckt onse Heeren Principaalen bij Haar Edle. missive in dato 4 Maij 1674 gelieven te beveelen, dat na rijpe examinatie van saaken daarmede souden doen als in redelijckheijt bestaan konde,89 en ‘t selve te meer alsoo bij resolutie in dato ulto. December 1675, door d’ E. Hr. ouwt Gouverneur Isbrand Goske en de Raat mede al is g’arresteert te voldoen, meergem. vrijborger Mostaart, bedragende de somma 1000 gl. Caapse valuatie uijt ‘s Compags. cassa tot sijne satisfactie te laten valideeren.90
En vermits d’ Burgemeesters oock diversche andere ingesetenen deser residentie (die haare wooningen en landerijen wijt ende zijdt van deese stercktens gelegen zijn) gedienstigh versochten off in deese nu jegenwoordige drucke bouwtijt wel mochten bij nacht deese forten sonder belet passeeren ende repasseeren, alsoo voorgaven met ‘et tardeeren ende ophouden van haare wagens &a. al te veel tijt quamen te spillen, ende oock na desier haar voorhebben niet kunnen behertigen, Soo hebben derselver versoeck in cas van dien goeden drift, en ten opsichte nu oock wel het druckste van ‘t jaar is, om op alles gade te slaan, niet wel kunnen tegengaan, Maar ‘t selve geconsenteert, behoudens evenwel sijl. haar op d’ aankomste aan ‘t hoornwerck aangeven, en van de schiltwachten (daartoe gestatueert) gevisiteert werden om alle vuijle sluijckerijen (die onder dat pretext tot merckelijcke prejuditie van d’ E. Compage. somwijl niet meer, als te veel in swangh gaan) te prevenieren.
En alsoo niet meer, als al te gevoeligh (tot ons groot herten leet) bevinden d’ St. Lourens ons met veelderhande behoefte komt te ontstaan, ende oock de kalck daaruijt (tot de noodige noch onderhanden sijnde wercken gedestineert) tot ons groot ongerieff moeten derven, Soo is insgelijckx goet gevonden, eenige vrije ingesetenen, soo veel kalck op bequaame daartoe uijtgelesen plaatsen te doen branden als doenlijck sij, mits dat d’ E. Compage. aan opgem. vrijeluijden voor ider ton van die vastmaackende spetie, (als vooren) sal betaalen 3 Caapse guldens,
Ende aangesien d’ Edle. Hren. Majores uijt Patria in Haar Edle. missive van 15 Maij 1671 al hebben gelieven serieus aan te beveelen, van 4 maal ‘s jaarlijckx een parade door d’ burgers aan ‘t fort te laten doen, om deselve daar door, en oock door d’ goede instructien van haare gebiedende hooffden bij quaade rescontre van vijandt in d’ handelingh van ‘t geweer, metter tijt meer ende meer bequaam te maacken, Soo hebben niet ondienstigh geacht deese haar opgem. H. Edles. wel gegeven ordres91 (te meer alsoo se eenigen tijt herwaartz na vereijsch niet nagekomen sijn) voortaan precijs te effectueeren, ende per eersten, (als sijnde het kooren al meest in d’ gront en present d’ ordinaire rechte tijt) een generaale wapenschouwinge te laten doen, mits aan de opgem. burgers voor tijtversuijm ende teergelt te geven eenigen dranck, nevens na rato een goede quantiteijt speck, vleijs ende broot &a.
Wijders den adsistent Jacob Hinloopen alvooren door d’ Edle. Hr. Commissaris Nicolaus Verburgh geprojecteert tot d’ vacante dispensiersplaatz, ende in deselve doenmaals bij Sijn Edle. aanwesen door den becrompen tijt ende tusschenkomen van veele noodige besoignes noch niet gesurrogeert sijnde, wert door d’ E. Hr. Gouverneur in Raade, als nu de novo voorgedragen, en oock opgem. Raat affgevraeght, offer ietwes op sijn persoons leven (tot wederhoudinge) te seggen viel, Soo is eghter (vermits sijne dagelijckse comportementen niets als alles goets getuijgen en d’ E. Hr. Gouverneur, voor alle ontrouwe (die buijten vermoeden) mochte aan den dagh komen) gelieft te willen caveeren)92 opgem. persoon in deese functie absoluijt g’installeert, met recommandatie van Sijn E. opgemelt, aan den Administrateur (als ‘t hooger bewint hebbende over dien ommeslagh) dat niet nalatigh soude wesen, op sijn persoon als dat behoort goet reguard te slaan.
Voor ‘t laatst is mede goet gevonden den dispensier tot sijne adsistentie toe te voegen een goet en trouw bottelier, omme sooveel doenlijck de ontrouwe van cuijpers &a. die min off meer suspect mochten wesen, te voorsien.
Aldus gedaan ende geresolveert in ‘t Fort d’ Goede Hoop ten dage ende jaare voors.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ. SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Rt. en Sects.
C. 9, pp. 95-97.¶
Donderdagh {16760725} 25 Julij 1676.93
Gemerckt de opperhooffden van ‘t presente Engelse schip, d’ Phoenix , sedert hun vertreck van Engelant , omtrent ruijm 300 mijl beoosten d’ Caap door een aangetroffen storm off werrelwint masteloos zijn geworden, en d’ desolaaten constitutie van dien den Heere Gouverneur hebben voorgedragen, mitsgaders van deselve diversche reijsen in beleefde termen versoght, dat men haar met eenige masten, houwtwercken ende provisien tot restauratie van voors. schip tegens danckbaare betaalinge wilden accomodeeren, dat op eijgen benoodigheijt door Sijn E. geexcuseert wesende, met notificatie aan die vrunden dat een onser voornaemste scheepen d’ St. Lourens met alderhande materiaalen soo van masten, kalck, steen voor dit Gouvernement g’equipeert tot ons groot ongerieff door misverstant der zeevarende op Ilha d’ Maij verzeijlt ende gebleven was, en dat dienvolgens selffs daarvan gefrustreert bleven, Soo hebben eghter voors. opperhoofden wegens haar voor aangetoogen versoeck instantigh aangehouden, ende ten laatsten vertoont d’ onmogelijckheijt haerder vertreck van hier, besonderlijck ingevalle niet met een masthouwt a twee, off ten minsten bequaame stucken tot wangen, omme soo veel doenlijck haar te redden, versien wierden, Soo is eijndelijck om deese vreemde gasten in der ijl van den hals quijt te worden, ende om alle naspraack ende misduijdingh te schuwen, In Raade (na rijpe deliberatie) goet gevonden voors. Natie evenwel in d’ bosschen hier om heen door d’ onse aanwijsinge te laten doen, om off met d’ assistentie van d’ onse soodanige masten off stucken houwt konden uijtvinden ende kappen, als tot reparatie en noothulp van haar gedevaliseerde schip mochte vereijsschen, met dien verstande nochtans, dat de verstreckingh, ende accomodatie haarl. bewesen, door den Hr. Gouverneur en de Raat nae gedaane calculatie gewaerdeert sal worden, ende voor ‘t selve wegens eenige behoeften, die ons door ‘t verlies van d’ seer na verlangde St. Lourens zijn ontstaan, soecken te accordeeren.
Nopende d’ ververschingh als schapen, groente &a. haarl. een brieffje volgens voorigh gebruijck te verleenen, omme bij d’ vrije ingesetenen alhier haarl, voor haare contanten na discretie te laten gerieven, behoudens dat d’ gem. vrijborgeren ter secretarije dagelijckx. komen haare leverantie op te geven.
Aldus gedaan ende gepasseert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage ende jaare voors.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ.
[Signed:] SMIENDT.J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, R. en Sects.
C. 9, pp. 98-104.¶
Dinghsdagh {16760818} 18 Augusto 1676.94
Na aanroepingh van Godts alderhejligste Naam, draagt den Gouverneur den Raadt voor hoe de pachters van ‘t Caapse gebrouwen bier, off den brouwen, nevens Jannetje Ferdinandus en Barbertje Geens, hebben gedemonstreert, hoe sij voor jegenwoordigh als noch onvermoogens sijn, door ‘t defect van hop en genoegsaeme andere granen, ‘t brouwen en uijtslijten van voors. bieren voor95 te setten, maar daar door voor jegenwoordigh t’ eenemael is in verval geraeckt, oock gevolglijck onvermoogens de veraccordeerde pachtpenningen aan d’ E. Compe. op te brengen ende te betalen, ong’acht haarlieden soo van d’ E. Hr. oudt Gouverneur Isbrandt Goske, als mede van de Edle. Hr. Commissaris N. Verburgh op haare iterative klachten een merckelijcke affslagh is vergundt, Soo hebben nae rijpe deliberatie goet gevonden, de gemelte pachters daarin te gemoet te comen (om de E. Compa. niet totaliter van die penningen te frustreeren) en ‘t suijkerbiertappen in ‘t generael aan alle stricktelijck te interdiceeren, en deselve niet alleen aan opgemelte pachter en pachteressen, tot soulaes en opbrengingh van gemelte haar pachtpenningen te vergunnen, maar oock aan soodanige armee (sic) en vervallene luijtjes, wed. en weesen, als meenen ten dienste der E. Compa. en volgens Christschuldige plicht is behoorende, gelijck wij dan gevolglijck tot ‘t verkoopen van voors. suijkerbieren mede hebben genomineert, de wed. van den borger Thielman Hendricx als een armee en behoeftige wed. vrouw96 sijnde, mitsgaders oock de 3 onmondige moeder en vaderloose kinderen van Geertruijt Mentings, jongst huijsvrou van den vrijborger Joannes Pretorius, om deselve in ‘t tappen van voors. bieren te laten continueenen tot het uijt eijnde deses loopende jaars.
Den vrijman Willem Willemsz van Deventer in den jaare 1672, alhier een man uijt der bij gelegen Hottentoots coraelen hebbende ter neder geschooten, heeft sich als doen om de straffe t’ ontgaan, per ‘t Deense retourschip Magolos in dato 4 Maij na ‘t vaderlandt g’eschappeert en naderhandt in den jaare 1673 per ‘t schip Europa onder meerder getal vrijluijden, hier verschijnende en doenmaels vertoonende seeker request raakende ‘t feijt door hem hier geperpetreert, en (volgens sijn seggen) door hem selffs gepresenteert aan Sijn Hoogheijt den Heere Prince van Orangie in ‘t leger tot Swammerdam in dato 22 October Ao. 1672 luijdende het apostil in substantie, dat Sijn Hoogheijt goet vondt den Commandant in loco sich soude informeeren op ‘t feijt en overschrijven desselffs berichtinge, consideratien en advis, wijders den supplt. inmiddels verleenende landwinninge en seurete de corps,97 als wanneer door den Edle. Heer Gouverneur en Raadt alhier om verscheijde wittige98 consideratien, doenmaels goet gevonden is, hem bij provisie op ‘t Robbenejlandt te plaatsen, en wegens voors. saeck na ‘t vaderlandt aan de vergaderinge van de Heeren Seventhienen advis te geven, hoe danigh sich vorders daarin souden hebben te gedragen, gelijck oock is geschiet, en tot reschriptie daar op ontfangen, van hoogh gemelte vergaderingh, volgens de missive in dato 12 Maij 1674, belangende de voors. Willem Willemsz dat wij hem met sijn vrouw en kinderen na Mauritius souden senden, om hem daar als vrijman te laten erneeren, doch ‘t selve tot dato opgeschort sijnde om dat de huijsvrou van voors. Willem Willemsz, desselfs vaste goederen niet van de handt coste quijt raeken, mitsgaders naderhandt bij haar Edle. Hooge Achtbare missive in dato 28 September 167599 ons daarin gelieven te gelasten, met den voors. Willem Willemsz sullen hebben te handelen soo wij souden oordeelen hem en d’ E. Compa. best te weesen, en denselven gedurende tot noch onlangs op ‘t Robbeneijlandt heeft geseten, dat van daar heeft moeten werden opgestuirt, om alhier van sijne siecte aan ‘t water te werden gecureert en desselfs huijsvrou niet en heeft ontsien staande sijn affwesen haar seer lichtvaardigh in hoerereij te verloopen en met seeker vrijborger genaamt Ocker Cornelisz in onecht te prokereren100 twee kinderen, en voor als jegenwoordigh geensints kan verstaen met haar voors. man in vrede te leven (ongeacht sij voormaels aan ons instantelijck hadde versocht dat sy en haar voors. man bij malcanderen weder vreetsamelijck mochte vereenige) maar voor jegenwoordigh versocht om liever in ‘t spinhuijs te moogen werden geset, als sulcx na te comen, soo is dese saeke in consideratie en opmerkinge genoomen, ten aansien van de man om alle vordere verwijderinge omtrent de Hottentoots voor te comen, goet gevonden, voors. Willem Willemsz en desselffs huijsvrou doch ijder apart naar Batavia te largenen en sij aldaar volgens haar versoeck in ‘t spinhujs te werden geplaa[t]st, oock midderlerwijle haar verblijff alhier, den voors. pol Ocker Cornelisz tot ter tijt sij beijde sijn vertrocken op ‘t Robbeneijlandt te plaatsen, en wanneer comt te retourneeren, gehouden sijn sal de voors. twee kinderen die hij bij voors. Willem Willemsz huijsvrou in onecht heeft gewonnen, behoorlijck te onderhouden en dat middelerwijle tot de tijt van haar vertreck, de kinderen in echt tusschen haar en haar voors. man geprocereert, sullen werden gealimenteert van den borger Jan Coenraed Visser, als daar van de grootvader en dienvolgende wel de naaste daartoe wesende.
Wijders mede in consideratie genoomen dat d’ E. Compa. voor present sich vrij destituijt van beestiael is bevindende, soo om de passeerende schepen uijt het vaderlandt als die uijt India na vereijsch daarmede te connen accommodeeren, wel ten principaelen ontstaende, door ‘t afsterven, verongelucken en ombrengen van de leeuwen en ander wilt gedierte, aangesien den aanteelt van ‘t vee alhier, geensints kan komen op te haelen de groote consumptie die daar doorgaans geschiet, wesende d’ E. Compa. hier mede bijsonderlijck noch wel benoodigt tot voortsettinge van de nieuwe fortificatie, goede nombre treckossen, mitsgaders wij niet connen voorsien, door andere middelen als met landttogten te laten doen, sullen te bemagtigen wesen, Soo is na voorgaende deliberatie en op de uijtnodingh die den overste van de Hosiquas, door seecker capteijn van de Essequas genaamt Claas, aan ons heeft laten doen, en d’ hoop die ons den laa[t]sten (van een considerable reuijlinge t’ obtineenen) heeft gegeven, en dat de gemelte natie tot dien eijnde reets tot ongevaar …101 dagen reijsens van Hottentoots Hollandt waren comen afsacken, goet gevonden en verstaen een besendinghe derwaarts te doen (te meer alsoo die natie van ‘t benodigde vee seer ruijm versien en tot ruijlen haar seer genegen toonen) met alsulcke coopmanschappen als daar toe vereijschen en best begeert sijn, mitsgaders tot ‘et verhandelen van dien sal werden gestelt den opsiender in Hottentoots Hollandt , Laurens Visser, met bijvoegingh van noch 24 ervaren landtgangens t’ sijnder assistentie.102
Bij weesmeesteren deser residentie in Rade overgelevent en vertoont sijnde seeker repartitie op onse ordre in haar collegie gemaeckt van de vaste goederen en gehypothequeerde schulden die den boedel van Thielman Hendricxsz saligen, in sijn leven borger te deser plaatse, voor als noch onverdeelt was possideerende en toecomende volgens taxatie begroot op een somma van ƒ2550:-:- te weeten aan vaste goederen, ƒ1150:-:- en ƒ1400:-:- aan besegelde custinghbrieven, ten laste van den borger Jan Mostaert spreekende, en overcoop van ‘t landtgoet den Uijtwijck genaamt, noch op ‘t selve gehijpothequeert sijnde, van welcke ƒ2550:-:- de gerechte helfte d’ erfgenaamen van voors. Thielman Hendricxsz saliger en de wederhelft d’ E. Compa. gemengt met des fiscaals portie, over confiscatie waarin de weduwe van meergemelte Thielman achtervolgens sententie bij den Raadt van Justitie in dato 8 December ao. 1673 alhier gecondemneert,103 is competerende, en duslangh ongescheijden gebleven, met versoeck daar uijt ‘t een of andere deel te willen kiesen, Soo is na voorgaande conferentie van voors. twee equivalenten, in faveur van de erfgenamen g’arresteert de voors. schult van ƒ1400 voor d’ E. Compa. en des fiscus aanpart aan te neemen, ende d’ vaste goederen de voors. erven (als daarmede om den landtbouw voort te setten best gedient sijnde) voor haar portie te laten behouden.
Aldus geresolveert en g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Rt en Sects.
C. 9, pp. 105-106.¶
Donderdag {16760903} 3 September 1676.104
Na ‘t ordinarij gebedt de Hr. Gouverneur onder andren vertoonende seecker request dat sijn E. was ter handen gestelt van de huysvrou van den vrijman Willem Willemsz van Deventer, waar in deselve serieus quam te kennen geven, hoe dat sy supplte. met onse aprobatie met haer voors. man (vermits sy als nu weder met hem was versoent en malcanderen onder handtasting hadden beloften gedaen van voortaan vreedsamelijc met den anderen te sullen leven) gaarne weder met hem soude vereenigen, ongeagt sy jongst in presentie van den Raet hadde verclaert liever in ‘t spinhuijs wilde geplaatst wesen als sulcx te doen, gelijc ‘t selve ampel bij onse jongste getrocken resolutie in dato 18 Augustij jongstleden staat aangehaelt, Soo is ‘t selve bij ons in consideratie genomen, en op haer versoek geleth sijnde, goetgevonden de voors. Willem Willemsz huijsvrou haar versoek mits desen t’ advojeren en haar met voorn. haer man (die bij resolutie meergemelt is best g’agt na Batavia te langeren) daar mede als nu met het ter rheede leggende schip de Vrije Zee met den anderen te laten vertrecken.
Wijders mede in bedencking genomen, aangesien de erffgenamen van den boedel van de borger Thielman Hendricksz saliger nog ongescheyden hebben seeker huijs, stallinge en erff, staande en gelegen onder de nieuwe fortresse, en gemerckt die huijsinge en die geen die daar ontnent nog meerder sijn gelegen om redenen sullen moeten werden afgebroken, Soo is verstaan om de voorn. erfgenamen aan ‘t geen haar nog comt te resteren in ‘t gemoet te comen, weesmeesteren t’ authoriseren om ‘t selve aan de meest biedende te vercoopen, en tot dien eijnde aanstaande Maandag 7 deser loopende maent biljetten dienaangaande te laten affigeren, om ‘t afbreuck van steen, hout en ijserwerck en ‘t geen vorders daar aan dependeert tegens 15 October ao. stanti te vercoopen, sullende de betalinge van dien moeten geschieden op de komste van de aanstaande retourvloot.
Is mede verstaan, dewijl ‘t schip de Vrije Zee sijn ordinarij legdagen alhier sijn g’expireert, en den selven weder van vers water genoegsaem versien, mitsgaders oock ‘t volcq daer op varende gerefrecheert is, den selven Bataviawaarts te laten vertrecken.
Ten laatsten in Rade gehoort sijnde ‘t mondeling berigt van den sergt. Lourens Visser tot dien eynde herwaerts ontboden wegens de te doene lanttoght na de Hosiquas natie en d’ goede apparentie die daer was om een105 goede ruijling te doen, en wijders alles rypelijck overwogen sijnde, blijven wij mede bij onse jongste resolutie, in dato 18 Augustus dienaengaende genomen ,106 persisteren.107
Aldus geresolveert ten dage en jaare voors.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
C. 9, pp. 107-108.¶
Woensdag {16760909} 9 September 1676.
d’ Hr. Gouverneur in Rade geraporteert hebbende hoe sijn E. van den vrijborger Willem van Dieden (die met sijn compagnon Willem Cornelisz octrooij hebben om de Saldanhiabaaij en daar ontrent gelegen eijlanden om de traanbranderije en andere trafijcque in de gem. baaij en eylanden vallende, te bevaren) serieuselijc was versogt om met ‘s Comps. vaartuijg genaamt den Haagman een keer na de voorn. baaij en eijlanden te doen om te ondervinden of ‘t voormelte vaartuijgh haer in ‘t bevaren van dien soude dienstig wesen, waer mede sij als nu van daar waren geretourneert, Soo is voorn. Willem van Dieder in Rade verscheenen en ons demonstrerende hoe de vaartuijgen bij haarlieden present gebruijckt werdende, ‘t eene t’ enemael was108 afgevaren en tot geen de minste dienst langer conde werden gebruijckt, en ‘t ander door lanckheijt van tijt mede door ouderdom, daer van den vereysten dienst niet conde werden getrocken, en uijt dien hoofde bij tijt en wijle in de bevordering van de gemelte traanbranderij van de voorn. vaartuijgen niet behoorlijc, gelijc wel vereijste, gedient connen wesen, Soo versogt denselven seer ernstelijc dat ‘t vorengem. vaartuijg den Haagman aan hem en sijn compagnon mogte werden overgelaten tot soodanigen prijs als hij met de E. Comp. soude konnen tracteren, waer op desselfs versoek in deliberatie geleijt, soo ten insigte van de versamelinge van den traan die geen de minste veragtering dient te lijden, gemerckt wij jaerlijcx goede quantiteijt voor ons eygen gebruijc nodig hebben en om India na vermogen daer mede van te versorgen, daer deselve insgelijcks niet t’ onstade comt, haarlieden tot de bevordering van dien wel dient de hant geboden,109 Ooc vorders aangemerckt ‘t meergemelte vaartuijg mistimmert en sonder ondienst van d’ E. Comp. mede wel kan worden gemist, soo is met eenparigheijt van stemmen goetgevonden en verstaan (na dat alvoren ‘t selve door den equipagiemeester en baas timmerman hadden laten besigtigen en na wardije110 taxeeren) ‘t meergemelte vaartuijg den Haagman aan de voorn. Willem van Dieden en syn compagnon over te laten ter somme van ƒ2300. Sullende de betalinge van dien moeten geschieden een maant na de aanstaande traantijt, ‘t sij in contant gelt, of voor ‘t bedragen van dien, traan aen d’ E. Comp. te leveren.
Aldus geresolveert ten dage en jare voors.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANS. SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
## Footnotes
-
Die Kaapse weergawe van dié resolusie is baie beskadig, maar is met behulp van die H.K. aangevul. Ongetwyfeld het daar tussen 31 Augustus 1673 en 2 Mei 1674 resolusies verlore gegaan, wat nóg in die Kaap nóg in Den Haag te vinde is. Die handskrif is verskillend. ↩
-
In die K.R. is “en” deurgehaal. Dit is egter vir die betekenis van die sin onmisbaar. ↩
-
In die H.K. staan “gecombineert”. ↩
-
Aanmekaar geskryf. In die H.K. staan “soo wel” as twee woorde. ↩
-
Eers het hier “retourfluijt” gestaan. Dit is verander in “retourvloot”. ↩
-
Net soos Isbrand Goske het Sijbrand Abbema die Ooste reeds geken. Hy was die seun van ‘n Predikant en het in 1665 koopman geword. Hy het sekunde van Banda geword en in 1669 na Batavia teruggekeer. Na ‘n besoek aan sy vaderland is hy nou weer op pad na die Ooste, waar hy na sy aankoms in Julie 1674 vir die eerste maal sitting in die Raad geneem het. Sy suster Elizabeth Abbema was met die Goewerneur-Generaal Joan Maetsuicker getroud. Die derde persoon wat nie ‘n gereelde lid van die Politieke Raad aan die Kaap was nie, was die skipper Lieven Kakelaer. ↩
-
Die datum 30 November is met ink van ‘n donkerder kleur verander na 15 October. ↩
-
Kommandeur van die retoervloot wat op 4 Februarie 1674 uit Batavia vertrek het, waar Jan van Riebeeck as Sekretaris van die Raad van Indië een van die amptenare was wat hom aan boord vaarwel kom sê het. Nicolaes de Roy het die Kompanjie tot 1673 as opperhoof van Siam gedien. Hy is daarna bevorder tot opperkoopman en het volgens dieDagh-Register gehouden int Casteel Batavia, 24 Augustus 1673, p. 237, na Holland teruggekeer “om syn oude vader en vrunden te sien.” ↩
-
Hier word ‘n ander handskrif aangetref as in die voorgaande resolusies. By nadere ondersoek (sien inleiding) het dit geblyk dat dit die handskrif van Andries de Man van Amsterdam was. Uit dieCriminele en Civiele Regtsrollevan 1674-1688, C. J.2, pp. 41rectoenversoblyk dit verder dat Andries de Man die werk van Eerste Klerk op die Sekretarie oorgeneem het en op Donderdag, 16 April 1676, as sulks aangestel is en die ampseed aflê. ↩
-
Ds. Rudolphus van Meerlandt het die Kaap in 1674 as opvolger van ds. A. de Vooght, wat in Februarie van daardie jaar na Batavia vertrek het, bereik. In 1676 het hy na Cochin gegaan en van 1692 tot 1699 was hy Predikant te Colombo . ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusie. ↩
-
Hierdie resolusie en die volgende een is in ‘n ander, baie netjiese handskrif geskryf. ↩
-
Die resolusies van 21 en 22 Januarie is verkeerd ingebind en volg op dié van 31 Januarie. Hulle word hier in die juiste volgorde geplaas. ↩
-
Die 31ste Januarie 1675 het op ‘n Donderdag geval. Die resolusie is deur Andries de Man geskryf. ↩
-
Vgl. C. 412, deel I:Ink. Stukken, 1674-1676, pp. 163-164. ↩
-
Die gekursiveerde woord is in ‘n ander handskrif tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Jacob Lobs was as Kommandeur met ‘t Huijs te Bergen op pad na Ceylon , wat hy na ‘n lang oponthoud in die ryk van Pegu , langs die Golf van Bengale , ten weste van Siam , teen die einde van die jaar bereik het. Van 1677 tot 1679 was hy Kommandeur van die Kus van Malabar , daarna het hy Padbrugge gehelp om ‘n opstand op Ternate te onderdruk en van 1682 tot 1686 was hy Goewerneur van die Molukke op Ternate . ↩
-
Cornelis Valckenier, die gewese opperhoof van Ternate , het as Kommandeur van die retoervloot na sy vaderland teruggekeer. ↩
-
Geskryf in dieselfde skrif as die resolusie van 22 Januarie 1675. ↩
-
Geskryf in ‘n handskrif wat nog nie eerder in die resolusies voorgekom het nie. ↩
-
Tussen die reëls in ‘n ander handskrif as die van die resolusie bygeskryf. ↩
-
Eers het hier “vande” gestaat. Die “de” is egter deurgehaal. ↩
-
“Om” is onduidelik geskryf; “van” tussen die reëls bygeskryf en “grotelijcx” in die plek van “seer” geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is in ‘n ander handskrif tussen die reëls geskryf. ↩
-
Die brief van 4 November kon nie gevind word nie. Waarskynlik word hier egter verwys na ‘n brief van 3 November 1674, waarin Here Meesters opdrag gee “remedie te stellen” teen “de mesusen die in ‘t exerceren van criminele Justitie door den E. Hubert Hugo volgens het schrijven van U.E. soude schijnen gepleecht te sijn.” Sien C. 412 deel 2:Ink. Stukken, 1674-1676, pp. 403-406. ↩
-
Hierdie resolusie is in ‘n moeilik leesbare handskrif geskryf. Dit lyk off hier staan “genomniineert”. Uit die verband blyk dit egter duidelik dat die skrywer “genomineert” van “nominare”, te noem, bedoel het. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in dieselfde handskrif as die res van die resolusie tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die woorde “Item dat in een bijsonder” is hier deurgehaal. ↩
-
Ludder Brummer, soos sy naam in die Dagregister van Batavia gespel word, was ‘n gesiene inwoner van Batavia, waar hy die ampte van wykmeester en weesmeester beklee het. Hy het die rang van opperkoopman gehad en die retoervloot is onder sy gesag gestel. ↩
-
Mattheus Sonmans was ‘n onderkoopman wat op die Zirkzee ingeskeep was. ↩
-
Hierdie resolusie is geskryf in die handskrif van Andries de Man. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in die linker kantruimte geskryf. Die teken waar hulle inpas het die skribent tussen “hoe” en “sijn” aangebring. Ons het dit voor “hoe” geplaas, aangesien die betekenis van die woorde elders verlore gaan. ↩
-
Die resolusies van 14 September 1675 tot en met 3 Januarie 1676 is deur Andries de Man geskryf. ↩
-
Anthony de Vogel het nie lank aan die Kaap gebly nie, aangesien sy suster en vriende in Batavia die Goewerneur-generaal versoek het om hom na Batavia te ontbied. In sy brief van 7 Februarie 1676 wat in April 1676 aangekom het, skryf hy soos volg: “soo believen U E. hem hij eerste bequame occasie na Batavia te largeren, cunnende U E. sich doch altijt wel van een ander uijt d’aencomende schepen dienen.” Sien C. 412, deel IV:Ink. Stukken, 1674-1676,p. 1088. Die eed wat hy voor die Raad van Justisie moes aflê, staan opgeteken in C. J.2:Criminele en Civiele Regtsrolle, 1674-1688, Vrijdagh 25 October 1675, p. 36. ↩
-
Na “alsoo” is die woord “wel” deurgehaal. ↩
-
Weer in ‘n ander handskrif geskryf. ↩
-
Die resolusies van 30 en 31 Desember is verkeerd ingebind en volg op die resolusie van 3 Januarie. Dit word hier in die juiste volgorde geplaas. ↩
-
Waarskynlik word hier “ongenoegen” bedoel. ↩
-
‘n Plakkaat waarin die pryse van lewensmiddele vasgestel word kon nie weergevind word nie. Slegs die prys van die maal van graan is op 1 Januarie 1675 vasgestel. (Sien C. 680:Origineel Placcaat Boek, 1652-1685, p. 341, asook dieKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, pp. 125-126.) ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Vgl. C. 680:Origineel Placcaat Boek, 1652-1686, pp. 347-351, asookKaapse Plakaatboek, 1652-1707, pp. 127-129. ↩
-
Die woorde “gepromoveert te werden” is hier deurgehaal. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
In die Dagregister van Dinsdag, 25 September 1674, word vermeld: “Item per de Veluwe den seer fatalen Coenraedt van Bredenbagh voor ‘t tweedemael met ‘t Wapen van Rotterdam in qualite van capiteyn te lande door d’ Angelse ongeluckelijk genomen, en alsnu ter sake van eenig wandevoiren by de Heeren Majores van syn bediening ontlast, buyten employ uytgesonden omme sich ‘t sy op Batavia, Ceylon off de Caap in vrydom ‘t erneren.” (V.C. 7:Dagregister, 1674 en 1676, p. 221.) ↩
-
Johan Bax, genaamt van Herenthals het sy spore in die Kompanjie se diens verdien as kaptein op Malabar en Ceylon . In 1672 het hy goewerneur van Gale geword. Hy het Gale die 29ste Augustus 1675 verlaat om Goske as Goewerneur op te volg. ↩
-
Die resolusies wat geneem is tussen 5 Februarie en 11 Maart van hierdie jaar is nie onderteken nie en is in ‘n ander handskrif geskryf as die voorgaande en die daaropvolgende resolusies. Dit is dieselfde skrif as dié van die resolusie van 22 Februarie 1675. ↩
-
Nicolaes Verburgh, soos sy van gewoonlik gespel word, het in 1624 as onderkoopman in diens van die Kompanjie getree. Nadat hy baie gereis en verskeie poste beklee het, het hy in 1654 Raad extraordinaris geword en drie jaar later gewone lid van die Raad van Indië. Van 1667 tot 1675 was hy Direkteur-generaal en het hy dus op een na die hoogste pos in die Ooste beklee. ↩
-
Opperkoopman op die retoerskip Mauritius Eijlandt. ↩
-
Koopman en gewese skepen van die stad Batavia. ↩
-
Koopman en gewese fiskaal van die kus van Koromandel . ↩
-
Hierdie resolusie kan nêrens gevind word nie. ↩
-
Volgens dr. J. Hoge inPersonalia of the Germans at the Capehet Lorenz Fischer uit Wanfried gekom. Hy het die Kaap in 1666 as adelborst bereik en is in 1673 in beheer van Hottentots Holland geplaas. ↩
-
Die afsluitingshakie is vergeet, maar moes klaarblyklik hier ingevul gewees het. ↩
-
Bedoel word Cornelis Pietersz Linnes. ↩
-
Voor “werden” is die woord “wijders” deurgehaal. ↩
-
Tydens die Middeleeue was ‘n Carolusgulden ‘n goue of silwer muntstuk, waarop die beeld van Karel die Stoute voorgekom het. Hier word waarskynlik die rekenmunt bedoel, ter waarde van 20 stuiwers. ↩
-
“Gebruijcken” is verander in “gebeuren” wat bo-oor geskryf is. ↩
-
Hierdie resolusie is in ‘n ander handskrif as die vorige resolusies geskryf. ↩
-
Id. ↩
-
Dié instruksie kan gelees word in C. 700:Memoriën en Instructiën, 1657-1685, pp. 291-313. Nicolaes Verburgh en Isbrand Goske het die vorige dag na Patria vertrek. ↩
-
In die H.K. staan “in nou”. Die betekenis van beide lesings is duister. ↩
-
In ‘n ander handskrif as die vorige resolusie geskryf. ↩
-
Die vryburgers was onder die gesag van die burger luitenant Wouter Mostaert. Vgl. die memorie wat opgestel was om Cruse en Mostaert “in dese toght te dienen tot narightinge” in C. 701:Mem. en Instr., 1673-1685, pp. 77-80. Die memorie is 27 Maart 1676 onderteken. ↩
-
Hierdie “t” is waarskynlik ‘n skryffout. In die H.K. het die skribent dit weggelaat. ↩
-
In die H.K. staan: “en sijnen meester boven gemt. ten opsigte der om”. ↩
-
Hierdie resolusie is geskryf in die handskrif van Andries de Man. Volgens die Dagregister het die 5de Mei op ‘n Dinsdag geval. ↩
-
‘n Afskrif van die “memonie tot naerichtinge” en die “zeijlaas ordre” vir skipper Arije van Asperen van die Voorhout kan gevind word in C. 701:Mem. en Instr. 1673-1685, pp. 18-88. Dit is ongedateerd en kan moontlik tot ‘n vorige reis behoort. ↩
-
D.w.s. Mei. Die 10de Mei het egter op ‘n Sondag geval. Die handskrif van dié resolusie verskil van die voorgaande handskrifte. ↩
-
Die woorde “deser costj” is deur A. de Man verander in “passado costi.” ↩
-
Die resolusies van 13 en 29 Mei 1676 is deur Andries de Man geskryf. ↩
-
Blanko gelaat. Waarskynlik word hier die briewe van 30 September en 26 Oktober 1675 bedoel. (Vgl. C. 412, deel III:Ink. Stukken, 1674-1676, pp. 903-905, 927-930.) ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in dieselfde handskrif tussen die reëls geskryf. ↩
-
Die woorde “te laten” is verander in “liet”. ↩
-
Die woorde “dien bodem” is verander in “den selven”. ↩
-
Die woord “te” is later ingevul. ↩
-
Die woorde “den voors. suppliandt in de cajuijt na behooren tracteeren” wat na “geinjungeert sal werden” gevolg het, is deurgehaal. ↩
-
Van Breugel het 4 Junie met die Sparendam vertrek en het Batavia op 21 Augustus na ‘n stormagtige reis bereik. ↩
-
Die resolusie is in dieselfde handskrif geskryf as dié van 10 Mei 1676. ↩
-
Die woord “niet” is na “selve” deurgehaal. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf; die beskadigde gedeeltes is met behulp van die H.K. aangevul. ↩
-
Die gekursiveerde letter is deurgehaal. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Vgl. Plakkaat van 19/25 Junie 1676 in C. 680:Origineel Placcaat Boek, 1652-1686, pp. 352-353. Ook dieKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, pp. 129-130. ↩
-
Volgens Van Dam was moeris (ook mouris en moreas) ‘n stof van katoen, waarvan doeke of klede gemaak was. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die resolusies van 10 en 25 Julie is in ‘n ander handskrif geskryf. Die resolusies van 25 Julie is vóór die van 10 Julie ingebind. Ons plaas hulle hier in die juiste volgorde. ↩
-
Hier word verwys na die plakkaat van 4 Julie 1671. Vgl. C. 680:Origineel Placcaat Boek, 1652-1686, pp. 295-296; gepubliseer inKaapse Plakkaatboek, deel I, pp. 117-118. ↩
-
Hier word verwys na ‘n brief van 12 Mei en nie van 4 Mei 1674 nie. Vgl. C. 412:Inkomende Stukken, 1674-1676, deel I, p. 201. ↩
-
Sien bl. 132 van hierdie publikasie. ↩
-
Hierdie instruksies wat die fondament van die militêre ontwikkeling in die dae van die Kompanjie gelê het, vind ons in ‘n brief van Here XVII, geskryf 15 Mei 1671 in C. 411:Inkomende Stukken(1668-1673), deel I, pp. 399-400. ↩
-
Die hakies is weergegee soos dit in die K.R. en in die H.K. voorkom. ↩
-
Die 25ste Julie het op ‘n Saterdag geval. ↩
-
Hierdie resolusie is deur Andries de Man geskryf ↩
-
In die H.K. staan “voort”. ↩
-
In die H.K. staan “weduwvrou”. ↩
-
Landtwinninge enseureté de corpsbeteken albei vrygeleide wat die reg ingesluit het om ongedeerd weer na die land terug te keer waar die moord gepleeg was en om alle gekonfiskeerde onroerende goedere terug te ontvang. ↩
-
In die H.K. staan “wigtige”. ↩
-
Vgl. C. 412, deel 3:Ink. Stukken, 1674-1676, p. 883. ↩
-
In die H.K. staan “procreëren”. ↩
-
Eers het hier 3 a 4 gestaan. Dit is deurgehaal en geen ander syfers is ingevul nie. ↩
-
Sien briewe van 10 en 24 Augustus 1676 aan Lourens Visser insake hierdie tog in C. 498, deel I:Uitg. Stukken, 1676-1678, pp. 301 en 307-308. ‘n Kopie van die joernaal van hierdie reis wat van 16 September tot 16 Oktober geduur het, kan gevind word op pp. 335-340. ↩
-
Vgl. vonnis in C. J.780:Sententies, 1652-1697, pp. 525-527 waar Maijke van den Berg en haar kneg weens skaapdiefstal veroordeel word. ↩
-
Hierdie stuk is in ‘n ander handskrif geskryf as die vorige resolusie. ↩
-
Tussen “om” en “een” is ‘ndgeskryf, wat deurgehaal is. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Lourens Visser het die landtog na die ooste op 16 September begin. (Sien V.C. 7:Dagregister1674-1676,Woensdag, 16 September 1676, pp. 309-310.) ↩
-
“Waeren” is verander in “was”. ↩
-
Hier is die sinsnede “insgelijcx niet te onstade comt” deurgehaal. ↩
-
In die H.K. staan “waardije”. ↩