C011 v1.20
C. 11, pp. 2-4.¶
Maandagh {16770503} 3 Meij 1677.
Door de Edle.Hr. Gouverneur geresumeert sijnde de materie vervath bij het secreet schrijven van onse Heeren Majoores, de dato 4 September 1676 en den Raadt soo veel ‘t vertreck der Bataviasche als Ceijlonse retourschepen belangt voorgelesen sijnde, ende daartegens alles hebbende overwoogen en ingesien de Ceijlonse schepen op den 27 Maart passado costi successive wel gearriveert en reets wel en genoegsaem gerefrischeert sijn, en al over den ordinarij tijt na de verlangende Bataviasche schepen vruchteloos getoeft hebben, sonder tot dato deselve comen op te dagen, noch eenigh ‘t minste bericht daar van te erlangen, Soo is egter goet gevonden ende verstaan in voldoeninge van opgemelte haar Edle. Hoogh geachte ordre voors. twee bodems tot den 15 of 16 deser costi evenwel noch aan te houden omme deselve (de Indische retourbodems tusschenwijle verschijnende) gecombineert tot meerder sekerheijt te laten gaan, ofte bij non verschijninge der selver in boven geraamde tijt dan daar over een nader finael besluijt te neemen.
Wijders ‘t jaghtje Voorhoudt en ‘t hoekerbodemtje de Quartel in de jongste resolutie van den 12 April geprojecteert tot de aanstaande vojagie na de Augustijnsbaay &a tans in occupatie sijnde om hare provisien en coompmanschappen binnen te krijgen, werden mede goetgevonden costi tot den 15 deser te laten verblijven omme in die tijt met gedult mede af te sien off de verwacht werdende vaderlandtse schepen mogelijck ons met eenige Spaanse munt (waar van seer sober versien sijn en tot opgemelte voijagie seer dienstigh) onderwijlen quamen t’ onderschragen, off wel van eenige nootsaekelijcke ordres tot onse naerichtinge verder te dienen, de memorien en verdere papieren voor de overheden van de vooraangetoogen voijagie door de Edle.Hr.Gouverneur den Raadt voor gelesen sijnde, en in deselve bevonden alles daar toe dienstigh vervat te wesen, werden mede geapprobeert en geene veranderinge daar verder in begeert.1
Ten laasten dewijl van onse Heeren Majoores bij haar Edle. schrijven in dato 28 September ao. 1675 gemachtigt sijn op de instantie van den Edle.Hr. Oudt Gouverneur Isbrandt Goske bij missive gedaan omme de beesten bij de Gonnemaese onse vijanden in den jaare 1673 en 1674 tot buijt bekomen, en sommige der vrije ingesetenen &a, uijt gebreck van soodanigh beestiael, tot ondersteuninge tegens 12 gl. ‘t stuck in leeningh gegeven, Soo is daar op eenparigh goetgevonden (achtervolgens haar Edle. welgegeven ordre) alle die beesten genooten hebben, hunlieden in vrijen eijgendom te schencken en uijt de name der Edle. Heeren Majoores haar deselve te laten behouden, en van vordere namaninge te bevrijen, mitsgaders den E. administrateur Sr. Hendrick Crudop te gelasten gedachte beesten (heden bij de boecken noch cours genoomen) voort maar af te schrijven.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] J. BAX g.v. HERENTALS.
[Signed:] H.CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] M.VAN BANCHEM, Secrets.
C. 11, pp. 5-9.¶
Maandagh {16770515} 15en MaIj anno 1677.2
Presentibus omnibus gesterckt met den E.Willem Hagedoorn Commandeur over de present ter rhede leggende laeste retourschepen.3
Na ‘t ordinaris gebedt tot God door de Eden. Hr.Gouverneur den Raat voorgehouden sijnde hoe sijn Eden. soo volgens bericht als eijgen bevindinge in ervaringe tot leetwesen gekomen was de buytensporige ongeregeltheden op ‘t Wapen van der Goes in swangh gegaen door de goethertigheijt en slappe commando die den daer op bescheijden schipper over sijne onderhorige meerdere en mindere was gebruijckende, en dat door dese nalatigheijt sijn eijgen respect vernietigende en sijn persoon ten hoogsten declinerende was, tot soo verre dat sommige haer onderwonden buijten desselfs consent van boort te stappen, en na eijgen fantasije enige dagen aan lant haer te gaen vermaken sonder dat hij schipper trachten haarl. de vereijschte straffe daarover te doen gevoelen ende om4 tot geen meer verval te geraeken en om alle wanordre voor te komen op dit defencijff ship ‘t welcq andere des noot tot een beschermingh sal moeten dienen, Soo is ‘t selve wel overleijt, en geresumeert sijnde, ten meesten dienste der E.Compag. verstaan en geresolveert, ten opsichte ‘t Wapen van der Goes van wat te groten slommer voor die E. man is, en om andere pregnante redenen meer den selven Jan van Leeuwen op de5 Joffrouw Marija van wat kleijnder ommetrecq en vredelievender volcq sijnde, over te laten gaan, ende in desselfs plaets (om de meeste sekerheijt en om beter ordre te houwden te doen surrogeeren den schipper van de geseijde Marija , Marten Binckerhoeck, die oocq een Zeelander van geboorte is, en voor die Camer thuijs gehorende, behalven dat denselven bequamer is om een cloecken bodem te bestieren.6
Gelijck mede is ingesien op Rommerswael te veel officieren bescheijden sijn, dewelcke met hare familien door de weijnige accommodatie die daar is, niet kunnen aldaar na de sier en soo als ‘t behoort)7 geplaatst worden als oocq om dat hier door bij attacque van vijant te veel belemmert souwden sijn, Soo is goet gevonden den vendrigh Jan Thomasse met sijn familie (om wat ruijmte te maken) op ‘t Wapen van ter Goes (sic) over te laten gaan, als sullende aldaer beter geaccomandeert, en minder des noot in de weegh sijn.
Wijders door den Commandeur Willem Hagedoorn gedemonstreert sijnde in Rade seecker memorie nopende verscheijde behoeften die de respective schippers voor hare onderhebbende schepen comen te petitioneeren uyt vrese deselve met hare provisien van Bataviaen Ceijlon 8 genoten tot Hollant toe het niet wel souden cunnen uijthouden, Soo is ‘t selve mede ingesien, en na gedane calculatie goetgevonden gemelde bodems al ten eersten haer voornaemste gebrecq (om deselve in der ijl vertrecqvaardig te krijgen) te gemoet te komen, en soo veel doenlijck te adsisteeren om voors. bodems alle de reijse na ‘t Patria soo vroegh doenlijck te laten ondernemen.
Soo is mede in Rade gearresteert en ten meesten dienst van de E.Compag. voor goet gekeurt ‘t jacht Voorhout met den hoeckerbodem de Quartel (sijnde bij resolutie van de 12en April geprojecteert om de reijse na Augustijnsbhaij &a te ondernemen) in compag. van de retourschepen van dese rhede te gelijck te laten vertrecken, om in alles seecker te gaan.
Verdersdoor9 den vrijborger en coelewijntapper Jan Valckenrijck in Rade verthoont en overgelevert hebbende sekere schultreecq. van Mons. W. J. Boereel saliger, deser werelt den 11en deser t’ sijnen huijse overleden, waerbij10 seer instantelijck versocht de betalinge op de gevoeghlijckste maniere daar op mochte volgen, Soo sijn met den anderen daar over mede te rade geworden en hebben eenparigh goetgevonden overmorge[n] vooreerst sijn Es. weijnige nagelatene goederen aan de meestbiedende ten overstaen van twee gecommitteerdens door den curator ad lites te laten verkopen, omme te sien hoe veel deselve in afcortinge van des overledens schult comen te rendeeren, en als dan op de beste wijse de geintresseerdens voldoeninge te geven.
Ten laesten comen mede noch diverse personen in vergaderinge te verschijnen en seer instantelijck versoecken off mochten verlost worden nae ‘t vaderlant, Soo hebben desselfs versoecq mede niet wel kunnen tegengaen, maer goetgevonden die gene die haar tijt g’expireert en op haar soldij reecq. niet te quaat sijn, sulcx te accordeeren, en wederom andere de E.Compag. noch genegen sijnde te dienen onder de ordinaire beloninge en verband aan te nemen.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jare voorm.
[Signed:] J. BAX g.v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] WILLEM HAGEDOORN.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSÉ.
[Signed:] M. VAN BANCHEM, Sects.
C. 11, pp. 10-16.¶
Vrijdagh den {16770521} 21en Maij 1677.
Presentibus omnibus gesterckt met Willem Hagedoorn, Commandeur der presente laeste retourschepen.
Na ‘t ordinaris gebedt door den Commandeur Willem Hagedoorn aan d’ Edln. Hr.Gouverneur en Raat verstendight sijnde hoe sijn E. op sijne visitatie en afvraginge had bevonden de schepen meest alle in posteur van te kunnen vertrecken waren geraeckt, de siecken door de dagelijcxse genoteneververssinge11 gereconvaliseert geworden, alsmede dat geene behoeften meer quamen te requireren als noch een weijnigh brandthout, ende seshondert lb. bospoeijer voor ‘t Wapen van ter Goes , vermits daar van sober versien en des noot door sijne kloeckte en bequaemheijt een ander sullende dienen te protegeren, Soo is daarop goetgevonden endevoor12 den waren dienst van de E. Compe best geacht (om geseijde schepen gansch geen verhinderingh in haer vertrecq bij te brengen, alsmede in zee sijnde in noot om geen bospoeijer verlegen te sijn,13 deselve aanstonts soo van meerder brandhout als ses hondert lb. van geseijde stoffe te laten voorsien. Alsmede (gemerckt met dit genot (volgens eijgen advijs van den Commandeur den Raat in persoon bijwonende)14 van alles genoegsaem besorgt sullen sijn, een maandagh aanstaende de reijse na ‘t Patria vast te stellen, om deselve heel vroegh, weer en wint sulcx toelatende, in Godes name te laten ondernemen, Soo mede ‘t jacht Voorhouwt en de hoecker de Quartel (als bevorens sij beraemt) in comp. derselver van dese rhede te laten vertrecken.
Wijders wert door den Commandeur in Rade voorgedragen hoe dat Cornelis Loefhouwen, schipper op de Gecroonde Eendraght , sijn E. diverse malen clachtigh gevallen was over den wrevelmoedigen aart van sijnen opperstierman …15 en ‘t weijnigh ontsach dat hem was toedragende, waerdoor niet anders als merckelijcke onlusten te gemoet schenen, en dat sijn E. gedachte stierman al bij hem hadde ontboden omme sijn onbehoorlijck doen te willen corrigeeren, ende tot meerder geregeltheijt sien te brengen, ‘t geene effter te vergeefs is geweest, maer heeft in plaets van hem te comen verantwoorden aan boort gebleven, en in antwoorde laten weten dat sieck was, en dierhalven niet konde komen, daar in tegen deel sich evenwel continueel met wandelen over en weer ‘t schip sich heeft gaan vermaken. Soo is ‘t (dat op het aanhouden van de clachten van desselfs schipper en de quade rapporten die ons van een andere kant mede te voren komen) goetgevonden hebben den selven als tweede opperstierman op Rommerswael over te laten gaan, en een ander in sijn plaets te doen treden16 om alle onlusten van sodanige ongemackelijcke menschen, die der bij wijlen uijt komen te ontstaan) tegen te gaen.
Gelijck door sijn E. opgemelt in Rade mede verthoont sij de instructie tot sijne naerichtinge voor de reijse na ‘t Patria tot Batavia hem ter handen gestelt, alsmede in deselve aangewesen hoedanigh aldaar vervolgens gerangeert staan en alsoo sijn E.docht dat daar wel enige veranderinge in mochte vallen (ten opsichte met 2 Ceijlonsche retourschepen nu versterckt sijn geworden,17 Soo is ‘t alderdienstigst geoordeelt deselve op de onderstaande ordre te laten in Godes name reijs vorderen, namentlijck: Willem Hagedoorn, Commandeur als preses op Alckmar , Marten Binckerthoeck als vice presis op Ter Goes voor Amsterdam, Jan van Leeuwaerden op de Juffrouw Marija voor Hoorn, Cornelis Loeffhouwer op de Gecroonde Eendraght voor Enckhuijsen, Reijnier Claessen. …18 op de Geele Beer voor Amsterdam, Lourens Jansen Roeloff op Rommerswael voor do.
De schippers van de heren rheders.
Jacob Pieterse Holsteijn opperstierman op de Juffrouw Marija en schipper van de Heeren Reders Tijs Jansen van Enckhuijsen, timmerman op de Gecroonde Vrede , en do.; Adrijaan van de Vijver, opperstierman van de Geele Beer en do.; Annicksen Jansen opperstierman van den Commandeur op Alckmaer .
Ten laesten door d’ Eden. Hr. Gouverneur overgeleg[t], verthoont en gelesen sijnde seker request van den Borgerraet Johannes Valckenrijck, Sijn Eden. bevorens ter handen gestelt, luijdende van woort tot woordt als volght:
Aan den Eden. Hr. Joan Bacx genaamt van Herentals, Gouverneur wegens de directie van de Oostindische Compag. aan Cabo de Boa Esperance, mitsgaders den E. Achtbaren Raad.
‘Geeft met alle eerbiedige onderdanigheijt te kennen Jan Valckenrijck, Borgerraed deser plaetse, hoe dat Sr. Jan Boereel19 per ‘t retourschip ‘t Wapen van der Goes van Ceijlon hier aangekomen, dewelcke t’sedert sijn aenwesen ten huijse van hem suppt. is gelogeert geweest, en van nodigh onderhout gesustenteert, doch den selven middelerwijl impotent werdende, soo hebbe, dewijle hij onvermogens was, mij suppt. ‘t verteerde te voldoen, egter ten respecte van sijn honorable afkomst en familie niet naergelaten, alles wat tot reconvalisatie en sijn lust streckten te contribueeren, en is eijndelijck den 11en deser lopende maand Mayus comen te overlijden, hebbende hij suppt. hem mede om de voorverhaelde redenen t’ sijner costen eerlijck laten begraven, en dewijl hij suppt. niet kan voorsien hoedanigh hij best aan sijn guarand sal raken, als hebbende desselfs naergelatene goederen bij openbare venditie niet meer als ƒ67:14 gerendeert, daar nochtans de verteerde kosten en ‘t geen hij suppt. heeft verschoten, komt te monteren een somma van ƒ388:10, soo dat noch compt te resteren de somma van ƒ320:-:- Oversulcx keert hij supplt. hem tot Ueden. achtbaerheden met ootmoedigh versoeck, aangesien na het overlijden van gemelte Boreel onder hem is berustende gevonden een acte, waerbij den selve door den Eden.Hr.Gouverneur Generael met ƒ40 per maant was gevordert, dat hem suppt. van meergemelde Sr. Boreel sijn verdiende, en te goet hebbende gagie alhier mach werden voldaan, en hij daar voo[r] op soldij gedebiteert, off sulcx ontstaende dat UEden. achtbare de goetheijt gelieve te hebben om dierwegen favorabel aan d’ Eden.Hren Majores ter Camer Middelburgh in sijn supplts. faveur te schrijven, om de voornoemde somma in ‘t Patria aan sijn supplts. gemachtigde van haar Eden. voornoemt, off gemelte monsr. Boreel sijn vrinden, off namaagschap voldaen mochte werden. ‘t Welcq doende &a.’
Alle ‘t welcke gelesen en exactelijck geresumeert sijnde, is daar op na goet overlegh geresolveert en verstaan den suppt. (‘t geene van des overledens nagelatene goederen bij venditie sij gemaeckt) in afkortinge van den dootschult te laten gewerden, en sijn versoucq van wegen het te kort komende alhier ten laste van des overledens Soldijreecq. te mogen ontfangen) t’ enemael (als lopende op schultreecq. te ontseggen) en aangenomen daar over op ‘t favorabelste aan de Eden. Hren. Bewindhebberen ter Camer Zeelant te schrijven.
Aldus gedaan en geresolveert in ‘t Fort de Hoop ten dage en jare voors.
[Signed:] J. BAX g.v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] WILLEM HAGEDOORN.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] M. VAN BANCHEM, Secrts.
C. 11, pp. 17-27.¶
Resolutie mediterende van {16770531/16770608} den laesten Maij tot den 8en Junij 1677.20
Presentibus omnibus.
Na ‘t ordinaris gebedt tot Godt door de E.Hr. Gouverneur den Raat bij een geroepen en vo[o]rgehouden sijnde de sobere behoeften soo van provisie als andere equipagiegoederen daar ‘s Comps. magasijnen als nu bij versien waren en dat deselve daar de dagelijcxe nootsackelijcke verstreckinghe aan de Indische gebreckelijcke kostlijcke retourbodems als andere behoeftige schepen gedaan, bij na gansch ledigh wierden dat naeuwlijcx bestendigh sijn door ‘t langh achterblijven van tegemoet verwachtend ontset der Patriase schepen (die ijder moment met de hulpe van Godt tegenwoordigh staan op te dagen) om eenigh vaartuijgh off bodem van al te grooten ommeslagh en gebrecq alhier langer aan te houden, dewijle voor ons onseker sij, wanneer eenig schip off scheepen tot onse eijgen adsistentie staen te gewerden, ende invoegen ‘t schip Croonenburgh in compag. van de 2 Ceijlonsche retourschepen ‘t Wapen van ter Goes en Rommerswael costi successive met rijs voor dit gouvermt. op den 28 Maij gearriveert, van sijnen corl21 en ladinge behoorlijck ontlast sij, en door de wederomkomste van de hoecker de Boode bequaem genoegh sijnde om de Comp. hier om heen te kunnen dienen, gedachten bodem d’ E. Compag. alhier maer eenelijck tot een last is streckende en22 deselve noch intijts van hier versonden werdende, in India beter ten dienste van onse Hren. Maijores sal te stade komen, niet alleen om de behouden paresse en ‘t vertrecq van de Bataviasche als Ceijlonse retourschepen tot haer Edls. narichtinge aldaer tijdelijck te cunnen adviseeren, maer oocq dien lastdragende bodem, sijnde noch van goede bequaemheijt, in ‘t landt off elders te versenden, Soo is ten meesten dienste der E. Compag. goet gevonden en ‘t alderdienstigst geoordeelt die behoeftigen bodem (boven dat noch voor 2 maanden rus ruijm versien is en een ruijme maant van andere montkost) uijt onse eijgen nootdruft noch voor 2 maenden sien te victualieeren en van ‘t nootsakelijckste (is ‘t doenlijck te laten voorsien) om deselve van de handt quijt te worden en per eersten naer Batavia te depescheren.
Wijders den schipper Jan Adriessen van geseijde schip Croonenburgh in Raade afgevraegt sijnde wat voor provisien en equipagiegoederen voor sijn onderhebbende schip (om de reijse naer Batavia te krijgen) ‘t nootsaeckelijckste requireerde en door den E. administrateur een overslagh gemaeckt sijnde off23 sijne gedaane petitie uijt onsen soberen voorraet noch conde voldaen werden, soo is bij nareecq. en bevinding van ja, goetgevonden gemelden bodem met dese onderstaande provisien &a noch te provideeren namentlijck :24
Ende gemerckt geseijde schipper op onse afvraginge volmondigh bekent met de bovenstaende uijtrustinge te vreden te sijn en daermede wel can bestaan als mede wel raat te weten van eenige gecondemneerde persoonen op desselfs schip verordineert in goede ordre over te voeren sonder mutiratie vreesen off daarvoor te duchten was, Soo is mede goet gevonden bij ons vorigh besluijt (wegens dien bodems vertreck) te blijven persisteren en soo ras van ‘t vereijschte versien sal wesen en de wint goet sal waeijen maar te laten rijs vervorderen.
Verders alsoo Maijke van den Bergh, de wed. van. …25 Tielemans saliger, door den E.achtbr. Raat van Justitie over heelerij van rijs en padij &a bij definitive sententie is gecondemneert (boven haare verdere wel verdiende en genotene straffe) om elders gebannen te werden, en vermits noch niet wel sijn te rade geworden waer heen men dit diefachtige wijff, ijder tot een cancker en pest sijnde)26 ‘t bequaemst soude plaetzen, Soo is mede in Raade gearresteert gedachte wed. voor eerst op ‘t Robbeneijlant te laten setten en bij offresserende gelegentheijt daer over nader te resolveeren.27
Sijnde mede in Raade verschenen den vrijborgen Willem van Dieden en door den selven overgelevert sekere recipisse van wegens eenige schapen die aan de Bataviasche als vaderlantse schepen, ‘t Dasseneijlandt aancomende, tot gerieff en nootsakelijcke verversinge nu en dan op onse ordrevan daer28 heeft verstreckt, waar over seer eerbiedigh was versoeckende hem de vereisjste betalinge mochte toekomen, Soo sijn mede daarover eens geworden en met den supplt. tegens ƒ6 ijder geaccordeert ende alsoo geseijde vrijborger bij seker contract....29 jaerlijcx van den aanteelt sijner schaepen op ‘t Dasseneijlant over de vergunningh van de weijde aan d’ Compa. gehouden sij. …30 te leveren en den aanteelt veeltijt soberder als inder daet sij, can opgegeven werden, vermits door ‘t ver van de handt leggen van geseijd[e] eijlandt en ‘s Comps. vaertuijgen daerop niet sijn varende, daar heen continueel de visitatie niet wel can gedaan worden, Soo is goet gevonden denselven jaerlijcx een seekere tanto te doen op brengen en de privilegie van de weijde aldaar soodanigh te vergunnen dat gehouden blijfft jaerlijcx 40 ps. slachtbare schapen aan d’ Ed. Compa. te leveren, ingaande de tijt van ‘t vertrecq der eerste Indische retourschepen en geschiedende de prompte betalinge wederom met de comste der selver, alles als vorens gesproken tot wederroepens t[oe].31
Door den Gouverneur in Raade vertoont en voorgelesen sijnde sekere missive in dato ult. Maij uijt Hottentoots Hollandt van den sergt. Lourens Visser geschreven,32 dicterende hoe onse geallieerde33 Hottentoots bij de Hessiquas ende andere natien34 dagelijcx soo wenigh35 niet besich sijn om van deselve in abundantie vee te ruijlen, en haare coralen alsoo te ver[s]tercken en meer andere machenatien tot prejuditie der E.Compag. onder den duijm met ruijlen te plegen, ende aangesien dit selvige een sake sij van seer schadelijcken gevolge, en grootelijcx sijne opmerckinge begeert, dewijle die schraapachtige natie dit36 niet alleen ondernemen buijten ons voorweten off consent, maar oocq daarbij continueerende van sulcke ijdele inbeeldinge souwden werden dat d’ E. Compa. vee benodighende haerl. ‘t selve vrij duerder souwde moeten of dienen af te handelen, daer d’ Compa. bevoorens in compag. van haerl. naer wensch selfs met die off diergelijcke natie haare ruijling heeft gedaan)37 ende om die buijten weten begonnen38 verruijlinge &a. en meer andere slincxe trecken op de beste en civielste wijse te beletten, soo hebben ‘t alderdienstigh voor d’ E. Compag. geacht en goetgevonden geseijde Hottentoots capiteijnen aan die morsserije annex sijnde, voor ons te ontbieden en onse rechtmatige misnoeginge daerover te toonen mitsgaders deselve voor te houden (dit bedrijff buijten ons consent geschiet)39 sijnde te smaken na een geveijnsde vrunthoudingh met d’ E.Compag., en sijl. haer grotelijcx suspect hadden gemaeckt, vermits40 in onse afwesigheijt, en dat buijten de ordinaire gewoonte met andere buijtenlanders vee ruijlendewaren41 en daer uijt wel te presumeeren stont met deselve te willen een Ligue trecken om d’ E. Compag. tegen te gaan; en wanneer sulcx niet na en lieten d’ E. Compa. genootsaeckt souwde wesen op haerl. te vigileren, en bijwijlen haar resentiment daer over t’ toonen of ten minste oock souwde trachten (buijten haar.) vrunden te maacken.
In somma is verder goetgevonden haerl. door tractementen en kleijne geschenken soo verre soecken te verplichten dat geen vee vo[o]rtaen meer van andere Hottentoots comen te ruijlen dan met ons voorweten en toestemmingh en wanneer ijts ingeruijlt hebben, dat gehouden sullen blijven d’ Ed. Comp. na rato een gedeelte van ‘t selve over te doen, eijndelijck noch deselve mede soecken te disponeren om jaerlijcx ijts in forma van hommage op te doen brengen al souwde de vereeringe42 vooreerst dubbelt moeten wesen &a. sijnde mede door den luijtenant J. Cruse an d’ Hr. Gouverneur bekent gemaackt dat de Hottentots capitaijnen Cuijper en Tomas aan voors. morsserij schuldigh sijnde, op onse citatie hier sijn verscheenen vergeselschapt met eenige afgesandten van ‘s Comps. schadelijcke vijant Goennema, die uijt de naem van haeren oversten volgens haer voorgeven expres waren gecommitteert omme te gaen sien en vernemen offer occasie souwde sijn om met d’ E. Compa. t’ kunnen eenswerden en tot vreede geraecken. Soo is door d’ E.Hr. Gouverneur opgemelt aanstonts den Raat doen vergaderen en die bovengemt. gesanten binne doen komen, dewelcke op afvraginghe als boven bleven persisteeren en seijden tot geen anderen eijnde gecomen te sijn43 en nu maer voor aff(vermits geen geschenck off eenigh offeringh tot een vreedeteken mede brachten) en dit gesantschap maer door geringe personen bedient wiert)44 quamen vernemen wat apparentien daer toe schenen, en dat Goennema selfs (na een versekerde en vaste getroffe unie) van intentie was aff te willen komen om45 hier in persoon te verschijnen, om met d’ E. Compag. in der minne voortaen te handelen, Ende aangesien dit een saake souwde sijn voor d’ E. Compn. en dese vrije ingesetenen seer dienstigh, waer na al ruijmen tijt gewenscht is, als ‘t maar tot reputatie voor d’ E. Compag.conde46 geschiede, Soo hebben na goet overlegh eenparich geresolveert haar aan te laten dienen ons sulcx aangenaam te sijn en de E.Compe. als dan mede wel (wanneer wat nader quamen en haar als billick voor d’ E.Compag. vernederden en met kennelijcker tekens tot de vreede onder een aansienlijcker gesantschap hier verschenen) souden genegen sijn een vaste vrede aan te gaenmitsdatde47 capitaijnen Cuijper en Schacher alsdan daarmede in mosten begrepen wesen en andere reden48 meer tot soodanigen eijnde dienende, sijnde verders mede goetgevonden deselve (alsoo op morgen meenen te retourneeren49 een vrijgeleijde off paspoort voor de tijt van 3 maenden te vergunnen en geseijde gesanten tot den luijtenant Cruse te wijsen met recommandatie dat deselve (onder belofte van restitutie) wel sal hebben te tracteeren op die maniere als off het tractement van sijn eijgen persoon en niet van ‘s Comps. wegen voor quam en aan Goenema evenwel mede uijt sijn E. naem een goet stuck toback te vereeren of te senden met ‘et aanseggen dat onse groote capitain (vermits sijl. van Goennema geen geschenck en hadden gebracht) nu mede niets en wilde senden.
Ten laesen50 dewijl den schipper Jan Andriessen althans volgens eijgen advijs met sijn schip in gereetheijt legt om te kunnen vertrecken en denselven niemendal meer tot de reijse comt te obsteeren als mede geen vijantlijcke schepen met ons voorweten veelhier omheen51 te verwachten hebben,52 soo wert goet gevonden denselven ‘s Comps brieven (in Rade geresumeert sijnde) aanstonts over te geven en, heden de wint redelijck goet waijende, af te depescheren.
Aldus gedaan en geresolveert in ‘t Fort d’ Goede Hoop ten dage en jaar voors.
[Signed:] J. BAX g.v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] M. VAN BANCHEM, Secrets.
C. 11, pp. 28-32.¶
Resolutie mediterende van {16770624/16770625} den 24en tot den 25en Junie 1677.
Presentibus omnibus.
Aangesien de voorige Hottentoots gesanten ofte gevolmachtigden waar van in onse jongsten de dato 8en deser gewaage wordt gemaeckt op den 9en do. daaraen onder een vrije geleijde om haare affaires te verrichten en van haer wedervaren haeren oversten rapport te doen, vertrocken sijn en nu wederom na ‘t verloop van 14 a 15 dagen constj verscheenen en geretourneert met een vereeringh van negen soo kleijn als groote runderbeesten, geaccompagneert met drie aansienlijcken gesanten genaamt Nengue, Harru en Nuquma uijt de naem van haere oversten Goennema en Oedassoa expres gequalificeert om een bondige en vaste vrede aan d’ E. Compa te versoecken, Soo heeft de E.Hr.Gouverneur bij ervaringe van sulcx den Raat bij den anderen doen vergaderen en na voorgaande rijpe deliberatie geseijde gesanten met haer gesleep en aanhang binnen doen komen en deselve diverse conditien ten meesten voordele voor d’ E.Compa. voorgehouden (doch vermits met die domme en brutale Africanen maer te vergeefs sij, veel omstandigheden te gebruijcken en op onse wijse gansch niet kunnen formelijck courteeren (ten opsichte haerl. door de kortheijt van memorie en belemmeringh van spraeck veele conditien maar verlegen maackt en in der ijl comen te ontschieten en als dan van ‘t eerste soo veel als ‘t laatste weten te onthouden, Soo is ten meesten dienste der E.Compa. ‘t aldernootsackelijckst geoordeelt dese onderstaande weijnige, en wel de voornaemste conditien met die Africanen te bedingen, dewelcke deselve (na53 dat verscheijde malen vertolckt en voorgehouden sijn in volle vergaderingh in ‘t bijwesen van de Bungerraden Elbert Diemer en Jan Valckenrijck mitsgaders den vendrig der burgers en gepriviligeerden Saldanhiabaijvaerder, Willem van Dieden, onder een generaelen luijtkeels roepenvan54 SAM SAM soodanigh hebben geaccepteert en geteeckent als:
‘Eerstelijck versoecken opgemelde volmachtighden van Goennema en Oedassoa d’ E.Compa. om vergiffenisse van ‘t geen staande desen oorlogh tot prejuditie derselver sij geoccasioneert en dat voortaen een vrundelijcke conversa[tie] moogen hebben als vooren.’
‘Presenteren ende belooven jaarlijcx tot tribuijt en erkentenis van dese vreede tegens de paresse der eerste retourvloot op te sullen brengen dertigh runderbeesten &a.’
‘Belooven de haare soodanigh te sullen straffen als wij de onse.’
‘Insgelijcx geen oorlogh met eenige onser bontgenooten te sullen (buijten onse kennisse) aanvangen.’
‘Als mede dat onder dese vrede sijn beslooten en begrepen de capitaijnen Cuijper, Schacher, voorts Cees, cleijne capiteijn en alle die onder Goennema, Schacher en Cuijper sorteeren.’
‘Aldus gepasseert en gecontracteert en wedersijts getekent in volle vergaderingh in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.’
‘Onderstondt en was geteijkent de drij gesanten Nengne, Harru, Nuquma. In margine Johan Bax gent. van Herentals, Hendrick Crudop, Dircq Jansz Smient, Martinus van Banchem, Rt en Sts. Lager stondt: Wij ondergeschreven Burgerraden Elbert Diemer en Johannes Valckenrijck, mitsgaders den vendrig der burgers en gepriviligeerde Saldaniabhaaijvaarder Willem van Dieden, verclaren en55 vergaderingh present geweest te sijn, en mede gehoort en gesien te hebben, opgemelte Hottentoots gesanten de bovenstaende articulen van stucx tot stucx sijn voorgehouden en door haar getekent; oocq dat alvoorens verclaert hebben (volgens de vertolkingh van Kemmij) dat om dese vrede te sluijten van Goennema en Oedossoa gevolmachtigt waren. In ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors. Onderstont en was geteijckent Elbert Diemer, Joannes Valckenrijck, Willem van Dieden. Laager stont t’oirkonde en was geteijckent Martinus van Banchem, Rt. en Secrets.’
Ende mede geconsidereert sijnde die tobacksiecke en noijt versadighde Natie voor haar present, bestaande in 9 soo kleijne als groote runderbeesten aan d’ E.Comp. tot een erkentenis van dese vrede geschoncken wel ietwes geerne tot een recompens begeerden, Soo is mede goetgevonden aan Goennema (van wien dese schenkagie voortkomt) tot een gelijcke recongnitie van vrede van onse kant te beschencken met eenigh tobacq, pijpen, coralen &a. insgelijcx oocq aan sijne gesanten en na advenant mede aan den gemeenen aanhangh.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jare voors.
[Signed:] J. BAX g.v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] DIRCQ JANSZ. SMIENDT.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Rt. en Sects.
C. 11, pp. 33-37.¶
Vrijdagh den {16770702} 2 Julij 1677.56 57
Presentibus omnibus.
Na ‘t ordinarij gebedt tot Godt door d’ Ed Hr. Gouverneur Johan Bax in Rade vertoont en geresumeert sijnde Haar Edle. Hoogh geachte schrijven uijt vaderlandt van den 15en December 1676, ons per de schepen de Beemster , Sparrenwoude en Ceijlon vervolgens den anderen successive toegebracht en uijt ‘t selve wel en omstandigh begrepen hebbende de nootsaekelijcke ordres en beveelen soo tot weeringhe van alle schadelijcke slincxe gangen tegens den particulieren handel als andere nodeloose gastos &a. daarinne vervath, Soo is daarop (als een seer dienstige en ten hoogsten nodige saeck sijnde) eenparigh geresolveert ‘t selve achtervolgens haar Edle. wel gegeven ordre (soo veel doenlijck te effectueren en na exigentie van saken daarinne te procedeeren),58 sijnde tot sulcken eijnde den noch agerenden plen. fiscaal Gerbrandt Mulder en vervolgens den nieuwen bij haar Edles. verkooren en kosti verscheenen officier Mr. Tobias Vlasvath, reets de papieren den particulieren handel concerneerende tot hare narichtinge overgelevert, om sich van alles in tijts te informeeren, en is goet gevonden laast genoemde sijn E. na ‘t vertreck der schepen in sijn bedieningh te installeeren en wijders de naeuwe toesicht over alles conform haar Edles. goede intentie op ‘t serieuste aan te recommandeeren
Sijnde mede in vergaderingh gearresteert ‘t nieuw bij u. Edle. H. Agtbare g’eligeerde opperhooft van Mauritius , Isaac Joannes Lamotius, gedurende sijn aanwesen alhier de politicque affaires te laten bijwoonen en sijn E. boven den ondercoopmen M. van Banchem en luijtenant Jeronimus Cruse in vergaderingh te doen cessie neemen, om alles ten meesten dienste der E.Comp. te effectueeren en sijn E. van de passeerende besoignes te bequamer informatie te doen hebben.
Ende alsoo mede geconsidereert sij den oorlogh tusschen den Croon van Frankrijck en onsen Staat (noch tot ons bijsonder leetwesen en merkelijcke prejuditie van ijder een) blijft continueeren en haar Edle. in ‘t vaderlandt door d’ valsche en frivoole geruchten van dese off geene uijtgestroijt soo verre waren gediverteert en bedugt dat 13 schepen van oorlogh na de Caap souden sijn gestevent om deselve te vermeesteren, en haar Edles. het oock daar voor hielden dese residentie al over te sijn, tot welcken eijnde bij haar Edle. reets geordonneert sij de drij schepen van Zeelandt desen Africaansen hoeck om in geen verwijderingh te komen, voorbij te loopen, Soo is egter ten meesten dienst der E.Compa. goet gevonden, alhoewel Gode sij danck hier voor als noch van geen swarigheijt weten, ‘t selve ons tot goede naerichtingh te laten dienen en niet min als vooren continueel in postuur van defensie te blijven; ende gemerckt door haar Edles. voorige gegevene ordres om de minste gastos veel volcq is versonden en daardoor ‘t guarnisoen al te swack is geworden, mitsgaders alsoo ons mede gansch ontbloot vinden van provisien &a en niet eer als over 2 a 3 maanden volgens haar Edle. aanschrijven souwde geadsisteert werden, en dat noch onwis sijnde, bij nader quade geruchten, Soo is mede uijt dien hoofde na goet overlegh, den waren dienst van de E.Compa. geacht en om seker te gaan, goet gevonden, dese residentie voor eerst met noch eenigh volcq en ses maanden victualie &a uijt dese hier ter rhede leggende schepen te versien om bij een subijte quade bejegeningh buijten verlegentheijt te kunnen blijven.
Ende vermits mede tot groot misnoegen in ervaringe gekomen sijn uijt een briefje gedateert op ultimo Junij en door den gesaghebber Lourens Visser uijt Hottentoots Hollandt geschreven dat capteijn Coopman en d’andere cleijne capitainen met capteijn Claas en Sousoa over noch oude uijtstaande questien in groote tweespalt waren geraeckt en bij die occasie van den anderen al eenigh vee hadden genoomen, en vrij hardt geschermutseert en noch d’ een na d’ anders neerlaegh en ruine bleef trachten, soo is mede seer nootsaekelijck g’acht ten opsichte van ‘t quaat gevolgh en uijt vreese dat gedachte capteijn Claas d’ E.Compa wel ‘t getrouwste en ‘t meeste genegen, mocht comen in ‘t onderspit te raeken, den luijtenant Jeronimus Cruse naar Hottentoots Hollandt te demitteeren met soodanige speciale ordre dat sijn E. op de verschijninge aldaar den gesaghvoerenden sargeant van onse meeninge sal hebben te informeeren en den selven met 12 soldaten daar heen te laten trecken om die brutale natie in der minne sulcx te verbieden en ter neder te setten, mitsgaders uijt de naam van de E.Hr. Gouverneur deselve na de Caap soecken te bewegen om haar ongelijck wedersijts te kennen te geven, om als dan soo veel doenlijck daarin te arbitreren.59
Ten laasten is mede seer nodigh geacht te resolveeren ten meesten dienste der E.Compagnie, vermits het al vrij laet in de tijt begint te worden en met ons voorweten geen vijandt hier om heen cruijsende sij, dese hier ter rhede leggende schepen in der ijl tot ‘et vertreck te vervaardigen, ende eerste die van alle nootsaeckelijcke ververssinge sal versien en volcomen claar wesen haar verdere opgeleijde reijse na Batavia en Ceijlon in Godes naam te laten voltrecken op hope deselve mede aldaar tijdigh sonder rampen in de handt mochte komen.
Gelijck mede tot besluijt staande dese vergaderingh goet gevonden ‘t schip America hier voor de wal swervende en door contrarie windt niet kunnende op komen tot refrischement, eenige ververssinge toe te laten komen.
Aldus gedaan en geresolveert in ‘t Fort d’ Goede Hoop, ten dage en jare voors.
[Signed:] J. BAX g.v. HERENTALS.
[Signed:] H.CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Secrets.
C. 11, pp. 38-44.¶
Woensdagh den {16770714} 14en Julij 1677.60
Presentibus omnibus gesterckt met ‘t nieuw g’eligeerde opperhooft van Mauritius Sr. Isaacq Joannes Lamotius.
Na d’ordinarije supplicatie tot God door d’ Ed. Hr. Gouverneur den Raat bij een geconvoceert en afgevraagt sijnde offer oocq eenige redenen mochten sijn om de schepen den Alexander en de Lantman , thans door de dagelijcxe genotene ververssinge en verdere adsistentie in posture van vertrecken geraeckt en ‘t nodige voor dese residentie daer uijt gelicht hebbende, costj. noch langer aan te houden, Soo is (na gedane resumtie daar op ten meesten dienste van onse Heeren Principaelen geresolveert (vermits van geen vijantlijcke quade bejegeningen voor als noch en weten) gedachte twee costelijcke bodems mede niet geerne (sonder merckelijcke redenen) in haer reijse te verkorten, maer deselve (wint en weder sulcx toelatende) soo ras doenelijck aff te depescheenen, op dat op Batavia (door Godes heijlsame bestieringe) tijdigh en behouden moogen paresseeren om tot dese of geene besendinge in ‘t lant &a. verders te kunnen werden geimploijeert.
Gelijck mede in Raade is gearresteert de hoecker de Boode nu jongst van sijne gedane voijagie om de oost getourneert sijnde, en costj voor jegenwoordigh geen merckelijcken dienst doende) met het nieuw opperhooft van Mauritius Sr. Isaac Johannes Lamotius na verrichtinge van saken na sijn E. toegevoegde residentie per eersten te laten vertrecken om den gesachvoerenden E.Commandeur Hugo aldaer (volgens de ordre van onse Hren.Meesters) in tijts te doen vervangen, en soo wanneerper ‘t scheepje61 de Cabeljouw bevorens om calcq daer heen gedimitteert voor de comste van de meer gemelde hoecker de Boode met sijne ladinge van daer herwaerts aan mocht sijn afgesteken)dat als dan62 dien hoecker daertoe seer bequaem sijnde tot overvoer na Batavia van gedachten E. Commandeur Hugosal moeten63 dienen,en64 bij aentreffinge van den Cabbeljouw 65 als dan den Cabbeljouw 66 tot sijn Es.dat is d’ Hr.Hugos67 gebruyck entransport68 te laten, mits dat den hoecker de Boode als dan met een ladinge van die vast makende spetie versien sal werden, en daermede in retour herwaerts komen; ende gemerckt na ‘t vertreck van de hoecker de Boode gansch ontbloot souwden sijn van soodanigh hantsaam vaertuijgh alhier in dit vaerwater om (ware het noot) tot een spoedige advertentie off in andere nootsaeckelijcke diensten te kunnen gebruijcken en dogh het ooghwit en ‘t begeeren van onse Hren. Majores mede is continueel tot sulcken eijnde eene of meer soodanige dienstbare kieltjes costi aan te houden, te meer vermits reets gedivulgeert wert den vijant ijets quaats op desen Africaensen hoeck voor te hebben, soo is (na voorgaende rijpe deliberatie) ten meesten dienste der E.Compe. goetgevonden ‘t hier ter rheede leggende bodemtje de Posthoorn seer wel bezeijlt sijnde, en sijn inhebbende ladinge bestaende maer in 14900 vriesche mopsteenen op Batavia soo hoog nodigh niet is vereijsschenden en ‘t selve costj mede sijn benodigende, alhier te imploijeeren tot er tijt na gelegentheijt van ‘s Comps. sakenen69 tot ‘et gemeene best derselver anders te rade werden stillen.
Verders door meer gemelde N.opperhooft van Mauritiuseijlant in vergadering aan de Ed.Hr. Gouverneur getransporteert sijnde seeker memorie70 behelsende eenige nootwendigheden die sijn E. tot gebruijck van ‘s Comps. dienst en sijne nieuwe inventie71 aldaar nootsakelijck was requirerende ende geconsidereert sijnde sijn E. op sijne verschijninge aldaer weijnich mocht comen te vinden om sijn aangenomen kunst ten eersten te kunnen institueeren, Soo is mede goetgevonden sijn E. tot een aanvanck soo ‘t een en ‘t ander mede te geven, als mede voor eerst ses stucx arbeijtsamen slaven en van sijn E. aldaer verschijnendealsdan72 af te wachten in antwoort per eersten goede occasie wat voor materialen aldaer noch in voorraet mochten sijn, om (des meerder benodigende) van desen ooirt (is ‘t doenlijck) te werden onderschraegt.
Wijders comen mede alhier in vergaderinge te verschijnen de vrijl. Focke Janzen, Daniel Zaijman73 en Bartholomeus Borms, welcke twee eerste nu jongst van Mauritius en de laeste van Bataviasijn74 hier gekomen, te kennen gevende hoe sijl. bevoorens haer op Mauritius al hebben neergeslagen en aldaar door de sobere privilegien die haer vergunt wierden, seer armelijck hadden moeten erneren, soo dat naeuwlijkcs aan de kost kunden komen, en uijt die insichten ‘t merendeel van daer waren verhuijst, doch vermits ‘t alhier mede niet wel konnen stellen en verstaen hadden, gedachte eijlant met een nieuw opperhooft soude versien worden, soo versochten seer instantelijck met denselven wederom derwaerts te moogen vertrecken en de privilegien wat ruijmer te moogen hebben, gelijck haerl. dan (buijten de tapneringe ‘t welck haer meeste drift doch ‘t schadelijckste voor de Compag. was, belooft is alle mogentlijcke adsistentie bij goet comportement en wanneer selfs alle debvoir quaamen te adhibeeren om haar broot te willen winnen) te sullen bewijsen, behoudens en met die speciale conditie dat hebben moeten belooven na ‘t verloop van een jaer de E.Comp. om geen reijs meer te sullen hebben lastighte75 vallen, alsoo ijder alvoorens wel ernstigh sij gerecommandeert selfs de handen aan de ploegh temoeten76 slaen en haer eijgen broot soecken te winnen, tot welcker gebruick sijl. van de Comp. van saijgrain en bouwgereetschap voor de ordinaire tax stillen werden versien; Ende aangesien den vrijman Bartholomeus Borms noch nader versoeckt de 2 onmondige ouderlose kinderen van saliger Pieter Meerhoff (bij sijn vrouw een Hottentottinne Eva geprocreert) na geseijde eijlant mede te moogen nemen, Soo wert hem sulcx (als sijnde een goede ontlastinge alhier voor de diaconij en die weeskinderen haerl. sober capitaaltje geen besnoeijinge onderworpen) veraccordeert, invoegen dat gehouden blijffven77 deselve in alle Christelijcke deugden en Godsalige oeffeningen tot haer competente mondige jaren toe te sullen moeten optrecken.
Werdende mede bij dese occasie goet gevonden de wed. Tielemans Maijke van den Bergh over haren dieffen heelachtigen78 aert en door de quaade inductie en verlijdingen tot dievereij aan veel eerlijcke luijden gedaen, bevoorens door den achtbaren Raat van Justitie provisioneel op ‘t Robbeneijlant geset, daervan af te nemen en deselve op meer gemelde eijlant Mauritius voor haer leven te bannen.
Ende aangesien ons diverse malen tot groote disreputatie en vilependie van ‘s Comps florerende goede Justitie van dese Hottentosche heijdense Natieschimpelijck79 is verweten (wanneer haerl. wilden over haere fouten corrigeeren en haere misdaen straffen) dat wij selfs daerin nalatigh waren en geen goede Justitie administreeren over de onse, nomineerende daermede den persoon van Willem Willemse nu jongst van Batavia hier weder geretourneert dat den selven over ruijmen tijt een van hun volcq hadde ter neder gemaeckt en daer over niet en was na merite gestraft geworden en dien persoon present noch mochten gedoogen, Soo is dit selve in goede opmerckinge genomen en ten dienst der E.Comp. goetgevonden meer gem. Willem Willemse (om uijt het oogh der schimpige Hottentots te sijn, als om verdere onlusten te vermijden) mede na geseijde eijlant te versenden om sich nevens anderen aldaer te erneren.
Ten laesten alsoo volgens onsen jongsten genome resolutie een sergeant met 12 man naer de onder den anderen strijdende Hottentots Sousoa, Coopman en Claes hadden afgesonden om die vijantschap tot nadeelvan de Compe., op de80 beste wijse te dempen en haerl. nae ‘t Fort te bewegen om haerl. opgeresene differenten te bemiddelen. Soo sijn ingevolge van onse ordre geseijde capitaijnen alhier verschenen en ‘t soo verre door den Ed. Gouverneur gebracht dat dien oorlogh op onse ernstige recommandatie sullen laten steken en den anderen voortaen in der minne bejegenen, mits dat het veroverde vee van den anderen ijder ‘t sijne wederom sal moeten gegeven worden, en waer toe reets is goetgevonden derwaerts te commanderen den sergeant genaemt Lourens Visser met 12 soldaten om ‘t selve vee de eijgenaers wedersijts weder te geven, blijvende geseijde capitaijnen alhier soo langh opgehouden om bij retour van gem. sergeant na gelegentheijt van saekendeselve81 vaster in goede onderhandelingh en vrunthoudingh aan den anderen te verbinden.
Aldus gedaan en geresolveert in ‘t Fort de Goede Hope ten dage en jare voors.
[Signed:] J. BAX g.v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] ISAACQUES JOHANNES LAMOTIUS.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Secrts.
C. 11, pp. 45-50.¶
Vrijdagh desen {16770723} 23en Julij 1677.
Presentibus omnibus gestenckt met het nieuw geeligeert opperhooft van Mauritius Sr. Isaacqus Johs. Lamotius.
Gemerckt de hoecker de Boode al ruijmen tijt zeijlvaardigh gelegen, tot dato door de contrarie wint niet heeft kunnen na desier dese rhede verlaten en sijne gedestineerde reijse vervorderen, soo blijven evenwel andermael (invoegen ‘t opperhooft van Mauritius Sr. Isaacq Lamotius verclaert van ‘t nodige versien te wesen) wegens dien hoeckers vertrecq conform onse jongste resolutie persisteren onder hoope met de eerste bequame wint in Godes name mach onder zeijl geraken en de reijse spoedigh en behouden voltrecken, sijnde reets de papieren aan sijn E. en den Hr.Commandeur Hugo gehorende als de memorije van voors. Lamotius in volle vergaderingh gelesen en geresumeert (en wes alle noodige poincten ten meesten dienste van onse Hrn.Maijores en ingevolge van haer Edl. respective ordres daer in vervath stonden)82 aan gedachte opperhooft overgetransporteert om bij verschijninge aldaer haer Eds wedersijts sich daarvan te kunnen dienen,werdende83 mede verstaan meergem. n.opperhooft in zee comende op haer onderhebbende bodemtje den rangh boven den schipper Cornelis Wobma te sullen hebben.84 Verders door de diaconijen besorgers der arme85 deser residentie in Rade overgetransporteert sijnde seeker request van den vrijman Bartolomeus Borms en sijn vrouw, aan haer E. vertoont, luijdende aldus van woorde tot woord:
‘Verthonen mits desen aen diakonen en besorgers der armen aen de Caep d’ Goede Hoope Bartholomeus Borms nevens sijne huijsvrouw Theuntje …86 ingesetenen alhier te kennen gevende hoe dat aen hun beijde bij hooger macht passagie verleent zijnde om eerstes daegs met God de voorste per de hoecker de Boode naer Mauritius eijlandt te mogen vervaeren, wel genegen zouden wesen den armen te releveren en t’ ontlasten van twee onmondige kinderen van wijlen Sr. Pieter Meerhoff zaligen, naemens Pieternella en Salamon ende deselve in haer geselschap en voorsorge naer ‘t gemelde eijlant mede te nemen, beloovende mits desen deselve en vooreerst Pieternella Meerhoff in alle goede manieren, eene ende tucht te educeeren, met cledinge, redinge, levensmiddelen en wes meer tot een geciviliseerde opvoedinge mochte vereijschen te versorgen, en sulcx totter tijt en wijle dat wel communicatie van ‘t opperhooft des gemelden eijlants tot houwelijcxen off anderen g’approbeerde state mochte geraeken. Gelijck oock ‘t selve promitteeren te sullen doen met Salamon Meerhoff denselven benevens de behoorlijcke sustentatie ende versorginge van lichaemelijcke behoefte t’ onderwijsen off laten onderwijsen en in ‘t een off ‘t ander ambacht off gedoente besig te houden, waerbij in tijt ende wijle zoude connen bestaen en zulcx tot dat de twintig jaeren sal bereijckt hebben, zonder dat van beijde de geseijde kinderen off derselver opzienderen eenige de minste recognitie off wedervergeldinge oijt off oijt zijn begerende, Verclaerende dit haer versoeck eenelijck gefundeert te sijn op een Christelijcke sucht87 en affectie tussen der kinderen vaeder zaliger en hun supplianten onderhouden, eenelijck ter discretie stellende dat naer expiratie van boven gestipuleerde tijden, deselve alsdann bij veranderinge van staat off woonplaets met zoodanigen dote off uijtrustinge sonder last en beswaernisse van de supplianten mochten besorgt werden als haer E.sullen oirdeelen te behooren.’
‘t Welck gelesen en exactelijck geresumeert sijnde, wert haer versoeck (conform onse jongste resolutie daarvan genomen) op de instantie van de diaconij deser plaats nochmael gesterckt en in ‘t geheel toegestaen, behouwdens dat de bovenstaende geexpresseerde conditien tot ‘et gemeene best van meergemelde weeskinderen punctuelijck sullen hebben te achtervolgen en wijder d’ E.Lamotius gerecommandeert op d’ educatie der kinderen goede acht te slaan.88
Wijders alsoo Jacob Cornelissen van Colombo eenige jaeren als lijifeijgen gedient heeft Thieleman Hendrickse in sijn leven vrijborger alhier en denselvenvan sijn meester89 in sijn laeste sieckte (vermits sijn goede dienste) ten overstaen van getuijgen na sijn overlijde[n] belooft is vrij te sullen sijn, ‘t geen hem bij mancquement van genoegsaem bewijs tot dato is geobsteert, doch vermi[ts] door den Gouverneur en Raat denselven mede is gepromitteert vrij te sullen sijn wanneer aan de Justitie alhier enige[n] dienst conde doen met ‘et aan den dac[h] brengen van gestoole en opgekochte goederen en denselven sich daarin we[l] heeft gequeten, des versoeckt seer instantelijck onse beloften gelieven naer te willen comen en denselven op vrije voeten te stellen om sich hier of elders waar best kan soecken te er[n]eren, Soo is dit selve mede in opmerckinge genomen en geresolveert (aengesie[n] nu den boedel van voornoemde Thieleman Hendricx wed. over90 haeren begaene fouten van gestoole rijst en goederen te hebben opgekoft)91 aan de Justitie is comen te vervallen, gemelden Jacob Cornelissen in ‘t geheel in vrijdom te stell[en] (als sulcx hebbende aangegeven) en te licentieeren elders heen te moogen trecken, werwaerts best te raade werden sal.
Ten laesten comt mede in Rhade te verschijnen den vrijborger Willem Willemse van Deventer voordragende (vermits sijn vertreck na Mauritius eijlant aanstaande is) dat noch sekere schult heeft voortlopen in de vrijboecken bij d’ E.Comp. die allangh bevoorens met ‘et vercoopen en leveren van alle de granen aan d’ E.Compa. die op desselfs bouwlandt doenmaels in volkomen wasdom stonden, soude egualeert en vereffent sijn, gelijck denselven bij overgeleijde attestatien verder comt te vertoonen en bewaerheden en daer over nochmael (ongeacht eens betaelt sijnde) aangesproocken word en sijn vrouw over enigen tijt de novo daarop een sekere tanto penningen heeft moeten uijtschieten, des versoeckt denselven seer instantelijck voor sijn vertrecq na Mauritius die foute, mogelijck door achtloosheijt van de doenmaels hier gewesen boeckhouder gecommitteert, mach werden geremedieert en van verdere namaninge bevrijdt en de penningen door sijn vrouwin92 sijn absentie en detentie weder uijtgekeert, gerestitueert. Soo is dit des supplts. ongelijck geconsidereert en in goede opmerckinge genomen en vervolgens daar op goet gevonden den administrateur Sr. Hendricx Crudop aan te bevelen na de saeck een weijnigh nader (vermits enige luijden alhier ‘t selve mede niet onbekent sijn) te inquireren en alsdan den requirant na exigentie van saken voldoeninge te geven.
Aldus gedaan en gepasseert in ‘t Fort d’ Goede Hoop, ten dage en jare voo[rs.]
[Signed:] J. BAX g.v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIEN[DT]
[Signed:] ISAACQUS JOHANNES LAMOTIUSZ.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Rt. en Secrts.
C. 11, pp, 51-56.¶
Vrijdagh adij {16770729} 29 Julij 1677.93
Presentibus omnibus.
Aangesien costi weder eenige Hottentoots uijt de naam en van wegen hare overste Gonnema en Odossoa bij d’ E.Hr.Gouverneur deser residentie sijn gesonden, te kennen gevende Gonnema met sijne coraelen omtrent 1/4 uijr aan gunts sijde de Berghrevier te sijn genadert, en sich aldaar (vermits door ‘t abundante water van geseijde revier daar niet wel door kunnen) onderwijl met sijne ommeslagh heeft neergeslagen, en dat denselven sich seer was verwonderende (volgens het advis van sijne afgesanten) dat wij hem niet te gemoet quamen trecken met eenige coopmanschappen en om te ruijlen, invoegen sij van hare kandt verscheijde afgesanten niet hadden geschroomt herwaarts te stieren om alles tot Sam Sam, dat is de vrede, te contribueeren en soo nogh niet van de onse sich quamen bij hem op te dagen niet wel soude genegen sijn uijt vrese van wantrouw nader te komen, dies versochten nu mede (de wijle sij luijden reets soo na bij sijnde) dat eenige van de onse aldaar souden komen, te weten maar eenlijck aan dees sijde der Berghrevier en wanneer sulcx quamen te vernemen, sij alsdan alle debvoiren soude contribueeren om over bij ons te komen en met den anderen in der minne te handelen en als dan selfs in persoon met ons in compa. soude optrecken na de Caap om de groote captain te congratuleeren. Ende ingesien die natie selfs gansch wantrouwigh en van een valschen inborst sijnde, voor vast houden een ander noch ongestadigen en veel slimmer te sijn, als mede nu al vrij beducht (wanneer wij niet te voorschijn quamen) dat iets quaets mochten voorhebben, gelijck Godt betert, wel meer gebleken is, en door die ijdele imaginatien lichtelijck mochten afwijcken en wederom verder landtwaert in trecken, tot mercklijcke prejuditie van de E.Compa. en geen cleijne moeijte van deselve wederom herwaarts te animeeren, Soo is dese saeck bij den Gouverneur en Raadt in serieuse opmerckinge genoomen en den luijtenant Jeronimus Cruse, een out landtganger sijnde, en den aert dier twijffelmoedige natie niet onbewust, afgevraagt off oock swarigheijt soude maeken om eenigh volcq daarheen te senden en onsen ernst te betoonen, des repliceerde sijn E. ‘t selve met de Gonnema nu wel ernst te sullen sijn, en daar voor niet veel voor te duchten was, en dierhalven op hare nodiginge wel nootsaeckelijck daar een keer na toe gedaan diende, presenterende sijn E. sijn affexie en dienst voor d’ E.Compe. om selfs in persoon daar heen te willen gaan met vermoeden van vooreerst niet alleen een tamelijcke ruijlinge met die natie voor d’ E.Compa. te sullen doen, maar oock deselve oven de groote revier nader aen ‘t fort met haar coraelen tot een accomodabelder en onkostelijcker ruijlinge voor d’ E.Compa te bewegen en Gonnema selfs in persoon aan ‘t fort te doen komen. Soo is (na goet overlegh en verscheijde debatten van ‘t een en ‘t ander den waren dienst van d’ E.Compa. geacht voors. luijtenandt volgens sijn E. versoeck van soodanige behoeften daar toe benodigende ten vollen te laten versorgen, en des versorgt sijnde en bequaam weder met den sargeandt Oeloff, 2 corporaels en 18 soldaten morgen avondt94 uijt dese fortresse te laten trecken om aan de ronduijt de Keer de Koe ‘t volcq bij een te vergaderen en te vernachten en voort op komen van den dagh wijder daar na toe in goede ordre rijs te vorderen, wel verstaande dat geseijde luijtenandt, aldaar verschijnende, aan dese kandt de Berghrevier (is ‘t doenlijck) haarluijden sal afwachten en niet lichtelijck tragten over te gaan om in alles seker te gaan en die natie daar niet aan te gewennen, als sijnde d’ E.Compa. vrij gereder dicht aan ‘t fort als wijt in ‘t landt met grooter consumtie te ruijlen.
Voorts vermits veele deser vrije ingesetenen (die haar met ‘et schieten van zeekoeijen en ander groff wilt alhier erneenen) eenigen tijt herwaarts door de vuijle moorderijen der verradelijcken Hottentoots hebben geschroomt om diep in ‘t landt op die wijse haar cost, dat is met zeeko[e]ijen en ander wilt te schieten, te gaan soecken, en altans met die Gonnemase natie (soo als niet beter weten) een goede vrede nu jongst hebben aangegaen; Soo wert bij de occasie mede verstaan alsulcke vrijluijden, gelijck verscheijde alreets versocht hebben, door de bode te laten aandienen dat in Compa. van den luijtenandt Cruse opgemelt, soo om den troep te verstercken als anders, werden gelicentieert mede te mogen gaan; om bij off omtrent de Berghrevier (waar sulck groff wilt sigh is onthoudende) te moogen gaan schieten alsoo het selve hier mede tot voetsel van ‘s Comps. dienaren en lijffeijgenen seer nodigh is.
Wijders is mede in Rade g’arresteert op morgen na ‘t eijndigen van d’ executie bij een te convoceeren den Raadt van Justitie, gesterckt met de Borgerraden en den ouden provisioneelen fiscaal Gerbrandt Mulder voor sijne gedaene dienst aan de Justitie te bedancken ende daar van te ontslaen ende den nieuwen officier Mr. Tobias Vlasvath in die functie (alvoorens den eedt daartoe staande, gedaan hebbende) te introduceeren mitsgaders soo de Raden van Justitie te weten Comps. dienaars als de borgerraden serieuselijck te recommandeeren als mede de andere dienaars der Justitie, sijn E. in sijne nieuwe functie in alle voorvallen de behulpsame handt te bieden, sijnde sijn E. voor tractement reets toegevoegt maendelijcx acht lichte realen, ses kannen wijn en daar benevens soo veel branthoudt en traan tot licht als van d’ E.Compa. bevoorens sij genooten.
Vermits nu tsedert eenigen tijt herwaarts bij diverse aanclachten van de vrije ingesetenen deser residentie t’ onser kennisse gekomen is, hoe dat de schapendieverije een geruijmen tijt herwaarts alhier, hoe wel bedectelijck dapper in swangh gegaan heeft, ende na alle apparentie niet anders te presumeeren staet als dat sulcx ten principaele onder de schaapwagters selffs is schuijlende, gelijck nu jongst noch tot ons groot misnoegen is komen te blijcken, bij den vrijborgen Mattijs Lammertsz, ‘s Comps. gedetineerde, de welcke niet alleen met sijne kennisse eens anders schapen heeft onder sijne troup genoomen en gedoogt daar bij te weijden, sonder deselve te hebben aangegeven, maar oock onderstaan deselve te lubben en vermercken, onder frivool pretext van sulcx abusivelijck en in der duijster te sijn geschiet, ongeacht in den jaare 1670 bij den E. oudt Commandeur Pieter Hackius, saliger, en Raadt om soodanige dieverijen en ontvreemdinge van d’ een d’ anders vee diverse placcaten sijn g’emandeert95 en den selven van dat verbodt niet ignorant is geweest, Soo is bij den Gouverneur en Raadt hoogh nodigh g’acht (soo veel doenlijck) daarin tijdigh te versien, en voors. placcaet wederom te doen renoveeren en soodanigh te amplieeren met alsulcke peene voor de contraventeurs daarin vervath als het selve sal comen te dicteeren, specialijck altijt in ‘t selve te laten influeeren dat alle ende een ijder sal gehouden wesen aanstondts sonder uijtstel soo wanneer gewaer werdt een vreemt schaap onder sijn troep te sijn, deselve aan Comps.coorenschuir ofte alhier in de coraal te brengen, ofte bij noot en gebrecq van tijt de hoeder alleen in ‘t velt sijnde en sijn eijgen of sijn meesters vee soo langh niet durvende alleen laten weijden, alsdan t’ avonts thuijs komende, deselve naeuwkeurigh na te tellen en bij bevindinghe van vreemde schapen onder de hare, deselve als boven, dieeijgen96 nacht aan te geven en in voors. stallinge te bergen, ten eijnde den rechten eijgenaer ‘t sijne aldaar wederom sal mogen erlangen.
Aldus geresolveert en g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] J. BAX g.v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Secrts.
C. 11, pp. 57-63.¶
Vrijdags adij {16770924} 24 September ao. 1677.97
Presentibus omnibus.
Naa ‘t ordinanis gebedt tot God, den Raat van d’ Edle. Hr. Gouverneur deser residentie bij een geroepen sijnde, en wijders deselve doen voorlesen, hebbende tot haere narichtinge alle de papieren ons van onse Heeren Maijores uijt ‘t Patria per de schepen Ternaten , Oostenburgh , d’ Crijgsman , Voorsichtigheijt , Berckme[e]r en Bloemendael soo van de Vergaderingh van 17 als van de Camer Amsterdam toegesonden van dato 12 April, 3 en 11 Maij ao. stanti.98 Soo is daerop ten meesten dienste der E. Compa. goetgevonden (na dat haer Edl. ordre en bevelen uijt deselve omstandigh hadden gecomprehendeert) deselve, soo veel immers doenlijck te achtervolgen; sijnde d’ Edle. Hr. Gouverneur, de secunde persoon en capitain gisteren over ‘t besoigneeren van eenige importante affaires belangende het verstercken deser fortresse tegens eenige onverwacht attentaat, langh bij den anderen geweest en haer EE. sich meest den ganschen dagh daermede opgehouden, oock ten principaele mede om op het spoedigste ‘s Comps. onderhande sijnde wercken te voltoijen enons99 van alle viveres ammunitie te provideeren.
Ende aangesien onse Heeren Maijores mede niet geerne sien dat hare hier verschijnende bodems ververssinge na den eijsch genooten hebbende, ende weder in postuir van vertrecken geraeckt sijnde, hier vruchteloos blijven vertoeven ofte overleggen, te meer alsoo haer Edl. van Batavia niet alleen dan te langer versteken souden blijven van ‘s Comps. emportante advijsen, maar oocq van gem. costelijcke bodems in tijts in ‘t landt elders te versenden, Soo is ten dien opsichte en meer andere pregnante redenen mede gearresteert en in Raade vast gestelt deselve off welcke eerst vervaerdight sullen wesen in goede ordre, weer en windt sulcx toelatende, per eersten aff te depescheeren, ende voor al mede in opmerckinge genomen, ende geconsidereert sijnde d’ St. Andries door haar Ede. voor de Caep ten deele geequipeert masteloos door ‘t hart aantastinge van een travaet volgens bericht van de scheepsvrunden Bergen en Noorwegen souwde sijn ingeloopen, en voor present noch niet is opgedaegt en buijten onse hoope) mogelijck mocht eenige onheijlen dat Godt genadelijck verhoede)100 sijn bejegent, gelijck d’ ongeluckige fluijt St. Lourens mede door haer Edl. voor onse residentie uijtgerust, met vernieuwinge van ons leetwesen, is comen te blijven, ‘t geene de Caap tot groot ongerieff in dese constitutie van tijden stelde, Soo heeft dit ons mede te meer omsichtiger doen gaan en seer nootsakelijck doen aftreden (vermits niet versekert sijn van den behouwden overcomst van onse toegeleijde St. Andries ) om alvoorens voor ‘t vertrecq van de voorgem. scheepen soodanige provisien en behoeften te lichten als op ‘t naeuwkeurigste en menagieuste in dese dubieuse tijden tot sustentatie van dese residentie geoordeelt wert te moeten in voorraet wesen, insgelijcx oocq 6000 lb. bospoeder na advenant uijt de schepen:
Ternate | 5600 lb. | inhebbende | lb. | 2400 Item. |
d' Voorsightigheijt | 3100 lb. | do. | lb. | 1200 item. |
de Berghmeer | 2100 lb. | do. | lb. | 800 item. |
Oostenburgh . | ... Blanko gelaat. lb. | do. | lb. | 1600 item. |
Ternate | 5600 lb. | inhebbende | lb. | 2400 Item. |
d' Voorsightigheijt | 3100 lb. | do. | lb. | 1200 item. |
de Berghmeer | 2100 lb. | do. | lb. | 800 item. |
Oostenburgh . | ... Blanko gelaat. lb. | do. | lb. | 1600 item. |
Ende verders mede na gedane visitatien ontwaer geworden sijnde tot ons leetwesen hoe weijnigh of geen naemwaerdige medicamenten in de medicamentkist voor dese residentie bevonden sij, Ja, bestaende desselffs kist inhebbende ‘t merendeel in wat drooge cruijden en eenige pannetjes smeltkroesjes en meer ander soodanigh tuijgh, waarmede ons de (medicamenten na den eijsch daer niet bij sijnde) niet wel bij subijten overval van vijandt, dat Godt verhoede, souden weten te redden, Soo hebben gansch niet cunnen voorbijgaen ons tamelijck daervan te provideeren en almede uijt dese schepen van die sorteringe, is ‘t doenlijck wat te lichten, als menen dat na gissinge in noot het souden cunnen stellen.
Sijnde mede volgens de ordre van onse Heeren Maijores uijt vaderlant g’ordonneert de 5 kisten gelt uijt Oostenburgh alhier voor Batavia gelicht ende om deselve op de Batavische schepen te verdeelen, Soo is goet gevonden 3 kisten met Ternaten ende 2 dos. met de Voorsichtigheijt te versenden, sijnde voors. bodems wel de defencijfste en derselver overheeden nuchtere persoonen aan welcke de toesight op ‘t alderhoogste blijft gerecommandeert.
Ende gemerckt Meester Tobijas Vlasvath, fiscael in loco, aan de Eden.Hr.Gouvenneur is klachtigh gevallen oven de gerechtsboode …101 dat soo verre buijten eedt en plicht is geweken dat eenige luijden ten faveure van de Justitie door den fiscael voormelt geciteert sijnde om de naeckte waerheijt uijt deselve te krijgen selfs souwde hebben geinformeert en trouwloselijck geinduceert den fiscael de waerheijt te moeten onthouden en soodanigh meer als de geciteerdens haer dan op de examinatie van gecommitteerdens ofte tegens den fiscael souden hebben te voegen, om de Justitie alsoo in haer goede intentie te verbeijsteren, Soo is dese ongerijmde saeke bij den Gouverneur en Raat seer qualijck opgenoomen en voor dese reijse goet gevonden (vermits noijt van diergelijcke criminee aangeklaagt is) de sake in Polijtijquen Raade af te doen en denselven met ‘et ontnemen van sijn ampt en degradeeren tot ƒ9 per maent van hier na Indien met een van de schepen te versenden mitsgaders in desselffs plaats te doen surrogeeren den persoon Harmen Hacker, sijnde nuchteren en van goeden inborst, oocq bequaem genoegh om die bedieninge met meerder contentement en trouwe te sullen waernemen.
Ende alsoo ons mede diverse aanklachten sijn te voren gekomen van den presenten geweldiger, Jan van den Bergh, hoedanigh denselven onder (‘t celebreeren van Godes H. Woordt) hem niet en ontsien heeft, in plaatse van andere volgens plicht met een goet exempel voor te gaen, in de croegen te gaen sitten toppen en spelen en onfatsoenelijck droncken te drincken, en dan vol en sat sijnde, eerlijcken luijden sonder fundament inpertinentelijck onverwacht met sijn geweldigers rottingh te bastineeren &a. gelijck bij eenige verclaringe hier ter Secretarije berustende, en bij consonante getuijgen gedeposeert largo comt te consteeren, behalven noch veele andere vuijle cnevelarije die denselven omtrent nieuwelingen dagelijcx is plegende, Soo hebben mede dese enormiteijten van den voors. geweldiger niet kunnen ongestraft laten, maer denselven goetgevonden van sijn bedieninge te dechargeeren en wijders van hier met de schepen wegh te senden mitsgaders interim te recommanderen aan den fiscael present dat onder ‘t guarnisoen of op de schepen bij geval een bequaemer persoon tracht uijt te vinden.
Ten laesten alsoo de Ede.Hr. Gouverneur mede noch tot groot misnoegen door ‘s Comps. wiltschuts is onderricht dat een Hottentoth met schietgeweer in ‘t lant sich is onthoudende en met et schieten van groff wilt tot groote prejuditie van geseijde wiltschuts en besonderlijck van d’ Comp. aldaar is generende, sonder dat men seker noch kan weten van wien aangetogen geweer soude hebben becomen, en noch dagelijcx met kruijt en loot (om sijn ongepermitteerde actien te bedrijven) souwde werden gesteijft, Ende om sulcke hoogsverboden insolentien op ‘t naeuwkeurigste na te vorssen, als de overtreders van dien in onse handen te krijgen om tegens deselve na exigentie van saken te procederen, als sijnde een saeck waar door d’ E. Compe. en verdere ingesetenen namaels in groote ongelegentheijt souwden konnen komen, Soo is voor eerst goet gevonden ende gansch nodigh g’acht daer op een premie te stellen en de wiltschutten voormelt absoluut te authoriseeren om na alle vermoogen te trachten geseijde Hottentoth op te vangen en ons over te leveren; en ingevalle binnen ‘t verloop van eenige dagen den meer gemelten Africaen niet kunnen krijgen, daer van alsdan een placcaet te publiceeren, en den volcke in ‘t generael en niemandt uijtgesondert van onse meeninge alsdan soodanige kennisse te doen hebben, als geseijde placcaet in der tijt sal comen te doceeren.102
Aldus gedaen ende g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Secrts.
C. 11, pp. 64-73.¶
Resolutie mediterende van den {16771002/16771004} 2en October 1677 tot den 4en toe.103
Presentibus omnibus.
Na ‘t ordinaris gebedt tot God almachtigh, in Raden verschenen sijnde den opsiender uijt Hottentots Hollandt , den sergeand Lourens Visser, berichtende aan de Edlen Hr. Gouverneur hoe dat in ervaringh gecomen is door den inquisitie die den selven lantwaart in door enige Hottentots heeft later doen dat die Hottentots Natie Hosiquas genaamt (waarmede de E.Compag. voorleden jaar een tamelijcke goede ruijlinge heeft gedaan) wederom ongevaer 50 mijlen van hier op de ouwde plaats volgens haar belofte sijn verschenen met die intentie (soo ‘t schijnt) met de Compag. een ruijlinge aan te willen gaen, Ende aangesien de E.Comp. vrij destituijt voor present van vee om te slachten is dat ingevalle sich met sodanige en diergelijcke voorcomende gelegentheden niet en quame te dienen, andersints (die voorsorge verwaarlosende) op ‘t laest genootsaeckt souwden wesen tot groote schade ‘t moer en jongh vee aan te tasten, als mede onbestendigh comen te blijven om de gaande en comende Comps. menigte costelijcke schepen na den eijsch hare nootsakelijcke vervarssinghe toe te brengen, behalven dat dese natie seer selden soo nabij is comende, soo is dese goede occasie en de schaarsheijt van ‘s Comps. presente vee, item de behoeftigheijt ende ‘t groot gebrecq van dese arme ingesetenen ten hoogsten in achtinge genomen ende (achtervolgens haar Eden. wel. gegeven ordre) eenparich goetgevonden geseijde lanttocht soo tot gerieff van de E.Compe. als de armste ingesetenen die tot de ploegh geneg[en] sijn, per eersten te laten ondernemen met een getal van 10 ‘s Comps. dienaers en 10 gelijcke vrijheden die haar eijgen kost moeten besorgen, waar onder wegens d’E.Comp. als hooft den meergemelden sergeant uijt Hottentots Hollant Lourens Visser (hem de vereijschte coopmanschappen mede gegeven sijnde) ‘t gesach sal voeren, sonder dat enige der medegaande vrijl. haerluijden tegens denselven sullen hebben te opposeeren, ofte in cas van enigen opleggende dienst ongehoorsamen, op sodanige poene als na wichtigheijt van saken naderhandt sullen bevinden te behoren, sullende geseijde vrijl. van de armste en behoeftigste tot een nomber van 20 personen van de Burgerraden opgegeven sijnde tot meerder voortgangh van de ploegh en om de selve op de been te brengen)104 gemeten een derde van al ‘t groff vee, ‘t geen d’ E. Compagnie (bij goet succes) comt te ruijlen, tegens sodanigen tanto als geseijde vee de E.Compe., de oncosten daar onder gerekent sijnde, sal comen te staan.
Ende vermits in die passasie105 veel groff wilt sich is onthoudende, en de E.Compe. en de vrijluijden da[a]rom seer benodight sijn, soo voor hare slaven als anders (ten opsichte altans seer weijnigh visch gevangen wordt) Soo is ‘t op de voorstellingh en ‘t versoecq van de Burgerraden mede noch goet gevonden 10 a 12 vrijluijden met eenen uijt zeekoijeschieten te laten gaan, en de Burgerraden Joannes Valckenrijck en Harmen Gresnight haar wel genegen tonende om mede een vracht van dat animaal te halen, daar bij te voegen als om te beter toesicht op de vrijluijden te hebben en wanneer oocq meenen alles wel omsichtiger in sijn werck sal gaan.
Sijnde mede in Rade noch gearresteert om de groote behoeften van vee (als voren wert aangeroert) en ter sake van de dicht bij gelegentheijt van de oversten der Hottentots Goennema) den leuijt. Jeronimus Cruse met tien man ende vereijschte coopmanschappen per eersten daer heen te laten trecken om van den selven (tot versterckinge van ‘s Comps. presente vee en vervarssinge van de verwacht werdende sware retourvloot) soo van slachtbare runderbeesten als schapen een goede quantiteijt sien in te ruijlen om altijt te maken in dier vougen in noot uijt verlegentheijt en in goeden voorraat te sijn.
Ende mede ingesien sijnde ‘s Comps. slaven sieck in ‘t hospitaal leggende, nevens onse Hollanders (sonder onderscheijd) een lb. vleijsch beneffens de groente ‘s daags hebben genoten ende op die overvloedige besorginge (die tot refrischement van haarl. wordt gedaen) maar comen te sondigen, en daarop leveren (vermits wel vermercken het vrij beter met leeghgaan in ‘t hospitaal te hebben, als buijten in ‘t doen harer dienst), Soo is mede (nadat ons van ‘t advijs van den doctor en meester van ‘t hospitaal gedient hadden) goetgevonden, te meer alsoo oocq niet als te wel versien sijn van bequaem vee om te slachten, deselve voortaan in de plaatse van een lb. vleesch een halff do. toe te leggen, waermede geoordeelt wert (de ordinaire groente daar noch bij genietende) deselve genoegsaem te cunnen bestaan; werdende daerbenevens gelast aan den doctor en meester voormelt wel naeuwkeurigh te moeten letten op alsulcke die met geveijnsde sieckte swanger gaan en maar eenelijck door luijcheijt uyt vrese van haren dienst te sullen moeten doen) daar in trachten tot een last der E.Compe.106 te continueeren.
Ende aangesien wij lesen uijt den brieff van den 11en Maij ao. stantij van de gen. N.Geoctroijeerde OO. Compag.107 dat de desseijnen der Fransen (die voorgegeven wierden op de Caap te leggen108 onse Hren.Majores selfs al in enige becommeringe hadden gebracht, niet dat haar Eden. beducht waren dat wij haar de vereijschte wederstandt niet souwde hebben geboden, maar dat se ons soo onverwacht op ‘t lijff comende, in enige ongereetheijd souwde hebben gevonden, en soo doende mogelijck in grote verlegentheijd comen te brengen; en vermits haar Edlen. niet wel vermoeden dat dien Coninck sodanigen vloot voor de tweede mael sal comen uijt te rusten, veel min om die na de Caap of de Oostindien te senden, en nochtans schrijven het dingen te sijn die gebeuren connen, Soo recommandeeren Haar Edlen. effter dat niet mancqueren souden bij schielijcken overval op onse hoede te sijn, ‘t guarnisoen (soo oordeelen noch niet bestendigh genoegh te sijn) een weijnigh meer te verstercken, als mede ons in ‘t geheel daar na aan te stellen als off souwden overvallen werden.109 Soo is door den Heere Gouverneur daar van al langh een begin gemaeckt en nevens sijnen Raat na rijpe deliberatie vast gestelt en besloten ‘t nootsakelijckste aldereerst aan te vangen, en de noch mancquerende guardijnen met haar walgangh in behoorlijck postuijr van defensie te brengen om een bequame doorgangh te hebben, mitsgaders soo veel bequame ribben tot de beddingh te laten kappen en plancken daer toe aan te besteden, als comen te benodigen. Insgelijcx oocq ‘t nieuwe onderhande sijnde packhuijs in der ijl te vervaerdigen, Sijnde wijders oocq al ordre gegeven om beij de smits ijsers tot vuerbaken te maken, Caapsche huijden (om in de schietmantjes te vullen) te bewaren &a. in ‘t generael voort alles te besorgen wat tot defensie van ‘t fort benodight is.
Gelijck dan mede ten dien eijnde noch goetgevonden en in Rade gearresteert is de ordinaire doorganckelijcke poort (soo ras doenlijck) toe te metselen ende de nieuwe onderhanden sijnde aan de zeekant op te maken, alsmede de smits, timmerluijden (om bij de wercken te sijn) binnen dese fortresse met haren ommeslach te doen trecken, mitsgaders oocq na den 15en deser (als ‘t ransoen sal uijtgegeven sijn) soo veel rijs als doenlijck hier binnen te laten brengen en alles hier binnen te hebben en niet ten proijebuijten110 tot stijvinge van een overvallende vijand (dat Godt verhoede) te laten, sullende voor al mede oocq niet minder gedacht worden bij de eerste opportuniteijt om alle de equipagiegoederen binnen te krijgen, tot welckers berginge dagelijcx mede alle debvoiren werden aangewendt.
Verders is mede voor seer nootsakelijck aangesien te blijven persisteren bij ons voorgaande besluijt van den …111 en de vrijl. Cornelis Adrijaensen, Lourens Cornelissen, Gerrit Janssen alias de boer en de wed van den borger Gerrit Dircxse Verweij de novo absoluijt te belasten dat hare huijsen hier onder de fortresse gelegen van dese maandt ‘t alderlangste moeten afbreken, sijnde die arme luijden expres de maat van uijtstel soo langh toegemeten, om dat tussen wijl tot haar verhael conden komen om van daer met bequaemheijt te kunnen verschanssen en elders ter neer te setten, gelijck al van enige in voorraetis112 geschiet, werdende mede de diaconij expres gerecommandeert haar verschot (soo veel lijden can) in te manen, om dese schade lijdende en gebreckige luijden over ‘t derven harer afgebroke huijsinge (sulcx vereijsschende) enige behulpsaemheijt ter leen toe te brengen.
Eijndelijck is mede noch gearresteert ‘s Comps. op ‘t Robbeneijlandt weijdende vee al voort met eenen (vermits de bequame wint daar toe in dit mousson op ‘t laetst mocht comen te ontschieten, en in onse goede intentie niet mochten comen bedrogen te raken) daar van aff herwaarts te laten halen, mitsgaders oocq ‘t vee van ‘t Dasseneijlandt van den gepriviligeerden traanbrander en vrijborger Willem van Dieden, ende om desselfs schade (die daermede sal comen te lijden) een weijnigh te soulagieeren, soo is daar op goetgevonden (vermits de retourvloot mede op handen en tot refrischementvan dienveelveegenodight is113 deselve alle (uijtgesondert enige voor den eijgenaer na sijn eijgen sin) voor d’ E. Compe. te nemen tegens sodanigen prijs als volgens taxatie van twee persoonen uijt den Politijcquen Raat en twee Burgerraden sullen bevinden waardigh te sijn, mits dat den E. Compe. mede den last (soder enige onder weegh quamen te sterven) sal dragen.
Ende in cas enigh vijand alhier op dese fortresse enige attacque scheen te willen doen, en wel van meninge te sijn te willen landen, soo is mede eenparigh geresolveert den baes of wel een ander met enige der trouwste knechts (alvorens lantwaart in over ‘t gebergte bij capitain Claes ordonneeren te gaen114 soo met ‘s Comps. vee en paerden als der vrijluijden vee te samen, omme den vijand vooral van ons eijgen nodruft niet te spijsigen noch te stijven.
Gelijck mede ten alderlaeste noch is gearresteert en vastgestelt alle de vrijluijden hare huijsen soo oocq van de E.Compe. (‘t geene geoordeelt wert in de weegh te staan en den vijand tot versterckingh te kunnen dienen) in dien ‘t en op aan comt, in den brandt te steken, off doen springen, sullende (op dat alles ordentelijck en niet te vroegh noch te laat geschiede) ‘t selve noch nader overleijdt en beraamt worden om alles in der ijl vaardigh te hebben, eer den vijand te na compt.
Aldus gearresteert en geresolveert in ‘t fort d’ Goede Hoop ten dage en jare voors.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Rt. Sects.
C. 11, pp. 74-85.¶
Saturdag adij {16771016/16771020} 16en October 1677 mediteerende tot den 20en do. daaraan.
Presentibus omnibus.
Invoegen bij onse jonste resolutie in dato 2 October tot den 4en do. incluijs, door ons ten meesten dienste der E. Compag. is vastgestelt met de redenen daerbenevens geexpresseert om ‘t defect deser fortresse in der ijl op te maken, en alles sodanigh te verstercken en in postuire van defensie te brengen soo ras doenlyck is, gelijck oocq bij desselfs resolutie voormelt al bequame ordre sij gegeven, en ‘t aldereerste en nodigste geacht ‘t merendeel van onse wagens te gebruijcken om zoden tot de borstweringh aan te rijden, alsmede om de rijs uijt ‘et ouwde fort hier binnen ‘t nieuwe aan te voeren, ende vermits geseijde wagens daarmede sodanigh geoccupeert sijn, datter weijnich of geen van dat nodige werck cunnen afbreken om steen off calckovenhoudt in voorraat te rijden (wa[a]rom bij dese tijden mede voor al dient gedacht te werden), Soo is seer nootsakelijck ende gansch dienstigh geacht tot ‘et aanbrengen van geseijde hout (om ons calckbranden en metselwercq niet te doen vertragen)als om de graft deser fortresse te verbreeden en verdiepen115 enige vrijluijden met hare wagens daar toe te gebruijcken, betalende aan deselve sodanigen tanto voor ijder vracht als bevorens en altijt is in gebruijck geweest, mitsgaders om ‘t werck alhier noch te spoediger doen voortgaen uijt Hottentots Hollant mede noch twee wagens ijder met acht treckbeesten en 3 van de cloeckste slaven en een Nederlander versien) te ontbieden, om welckers spoedige overkomste al ordre sij geschickt.
Gelijck mede bij ons vastgestelt ende gearresteert is, toekomende weeck met ‘et aanvoeren van zoden (als sijnde wel ‘t nootsakelijcxste) ons noch besig te houden, ende de weeck daar aan volgende (wanneer meenen met de zoden voor eerst ver genoegh gecomen te sijn) selfs als goede voorgangers aan de graff te gaan, sullende tot voortgangh derselver mede gansch geen tijt noch ijver werden verwaarloost, noch gespaart.
Ende ten opsichte bij onse resolutie mede is geresolveert om de dangereusheijt der plaats ‘t Robbeneijlandt (waar ‘s Comps. vee is weijdende, ‘t selve daarvan af te halen, Soo is bij nader resumtie noch goetgevonden met ‘et afhalen van geseijde vee (om de pregnante redenen die daar toe sijn) te blijven continueeren, mits dat het kleijn vee de schapen en bocken eerst werden afgebracht, en de treckbeesten ‘t alderlaast, als cunnende onderwijl met ‘et schulpen bijeen rijden)116 tot de calckovens noch besig sijn, en of ‘t geviel dat onder ‘t afbrengen van geseijde vee schenen overvallen te sullen werden, ‘t selve ten eersten op ‘t afsienlijcxste te ruijneeren en onbruijckbaar te maken, gelijck mede wijden is overleijdt en goet gekeurt de besettelingen aldaar een bequame chialoup van hier te bestellen om bij noot, off enigh vyand in ‘t sicht crijgende, op ‘t ceijn dat aan haerl. sal geopenbaert werden (is ‘t doenlijck) herwaerts aan te komen en sich alsoo sien te redden, en bij mancquement van goede wint dat haar onmogelyck bevinden met geseijde chialoup het recht herwaarts aan te ontvlieden, ‘t eerste lant ‘t beste te kiesen, en alsdan de chialoup en al ‘t geen tot stijvinge van den vijand dienen mocht, in den brant te steken, en ‘t vee levendigh off doodt herwaarts te brengen, Ende vermits buijten alle apparentie wel te duchten is dat daar wel enige trouwlose sijn, die over sware delicten voor al haar leven of langen tijt op dat eijlant gebannen sijn en ten dien eijnde geen werck souwden maken om hare occasie waar te nemen en de E.Compe. alle afbreuck te doen, als schadelijcke vertichtinge aan den vijand te geven, soo is mede goetgevonden ende seer nootsakelijck geacht, de sodanige, ende die maar enigsints van enige wantrouw suspect mochten wesen, daar van af te nemen ende (is ‘t nodigh) andere in desselffs plaats te statueeren.
Ende aangesien de constitutie van dese wanckelbare tijden niet wel toe te laten dat de vrijluijden (haar met schieten generende) sich van huijs al te diep in ‘t lant begeven dat w’ deselve in noot beswaarlijck soo ras bij den anderen souwden kunnen krijgen, off117 neffens de andere de vereijschte resistentie te bewijsen, Soo is mede goetgevonden om deselve bij een te houwden, en om op het gehoor van haar toegevoegde ceijn in goede ordre te kunnen sijn, het schieten van geseijde wilt aan alle vrijluijden voortaan te ontseggen en verbieden, uijtgesondert den vrijborger en gepriviligeerde traanbrander Willem van Dieden, die sulcx alleen om de redenen van ‘t traanbranden geadmitteert werd, mits dat den selven na de eijlanden gaande, als dan sal werden bijgevoeght ijmant van ‘s Comps. wegen die het vaertuijgh (‘t welck mocht comen mede te nemen) neffens geseijde van Dieden bij overval helpt in den brandt steken, ‘t welcq denselven in volle vergaderingh wel ersntigh sij gerecommandeert, oocq dat alles in die gelegentheijt souwde trachten te vernielen wat immers conde, onder die reserve dat de E.Compe. soo voor de schade van ‘t vaertuijgh als anders die daar voor mocht comen te lijden, volkomentlijck sal instaan.
Ende ingevalle dat den vijand van meninge was (‘t geene God verhoede) om ons te komen te besoecken, soo is mede goetgevonden de Hottentots alle te preadverteeren dat haar als dan aanstonts lantwaart mosten begeven en met haar vee in ‘t geberghte onthouden, alsmede geenige van haarl. onse vijanden met enigh vee (‘t sij op wat voor maniere het oocq sij) quamen te adsisteeren, als wanneer d’ E.Compe. naderhandt haar daar over seer gevoeligh souwde komen te toonen, en ‘t selve hun geensints wel laten becomen.
Ende ingevolge van onse vorige resolutie meergemelt, soo blijven andermael bij ons genomen besluijt (wegens ‘t in den brant steken van alle de vrijluijden hare huijsen soo oocq van de Compe.) vastelijck persisteren, enelijck is (bij nader overlegh)daerbij noch118 goetgevonden ‘t selve door ‘s Comps. dienaers te laten geschieden omme van derselver verrichten versekert te sijn.
Wijders is mede met den Burgerraat Elbert Diemer in volle vergaderingh overleijdt en gesproken wie dat van de burgers de trouwste en kundigste wesen souwde om het vee in tijde van noot over ‘t gebergte wech uijt de klaeuwen van den vijand te drijven en ‘t selve in goede bewaringe te houden, Soo hebben daer toe dier tijt niet finalijck cunnen besluijten, maar gerecommandeert en belast aan voorseijde Burgerraet Diemer om een rolle van de voornaemste en bequaemste patkundigers te laten formeeren en deselve toekomende weeck per de eerste vergaderingh binnen te leveren, omme daaruijt door ons en met ‘et overlegh van meergemelde Borgerraet de elexie te werden gedaan.
Den Gouverneur en Raad wederom den 18en October daar aan vergadert sijnde om enige nootsakelijcke affaires ten dienst der E.Compe. te effectueeren, en alles maken (soo ras doenlijck) in gereetheijt te hebben, wat tot resistentie van een onverwacht overvallend vijand souwde dienen, Soo verschijnt inmiddels mede in Rade den Burgerraad Elbert Diemer volgens voorgaende ordre een rolle gestelt en overgelevert hebbende aan d’ Eden. Hr.Gouverneur wegens enige bequame vertrouwde personen die de vrijl. haar vee, in tijde van noot, gecombineert met ‘s Comps. vee uijt d’ handen van den vijand heel lantwaart in, in ‘t gebergte souwde weten te bewaren, Soo is na genomen resumptie van geseijde vrijl. goetgevonden (om ons in tijts te kunnen gereddet sien) de volgende ses stucx (sijnde wel de getrouwste en lantkundigste daertoe uijt te nemen, namentlijck:
Hendrick Jacobse Schaicq, Willem Teerlingh, Francis Bastiaen, Jacob d’ Eijerboer, Hans Rutgers Troost, Thomas Mulder.
Ende tot de oppas en bewaringe van ‘s Comps. vee den baas slachten self of sijn knecht met noch vijf andere ervarene ‘s Comps. loontreckers nevens den sergt. Lourens Visser uijt Hottentots Hollant , die als hooft over den ganschen ommeslach soo wel van der vrijl. gedoente als ‘s Comps. souwde wesen, en mede cunnen gebruijckt werden om ons in nootsakelijcke voorvallen van de hoedanigheijt van ‘s Comps. en der vrijl. vee als anders secretelijck te cunnen advijseeren, ‘t welcq geoordeelt werdt hoe seer door den vijand beset waren bij nacht door Hottentots, off andere die de wegen bekent sijn, wel te connen geschieden.
Insgelijcx is mede seer hooghnodigh geacht en in vergaderinge vastgestelt (wanneer enige burgers met twee Burgerraden om groff wilt te schieten met consent van d’ Eden. Hr.Gouverneur in ‘t lant sijnde) comen te retourneren, een generale monsteringh ofte wapenschouwinge te laten doen, omme deselve doorgaens courant op het ceijn (‘t geen haerluijden sal worden geopenbaert) te kunnen bij een en in de wapenen krijgen, mitsgaders haerl. mede met eenen voor te houden hoedanigh hun bij overval119 van vijand (‘t geene God verhoede) als eerlijcke mannen ten dienste van ‘t gemeene best sullen gehouwden sijn te dragen.
Verders den 19en October de cappitn. Cuijper, Schacher, Thomas en Houttebeen in Rade verschenen sijnde en den 20en daar aan volgende den overste der Hottentots Goennema ende cappiten Udasso en …120 hebben deselve mede stucxwijs kennisse gegeven, off bij geval hier enigh vijand mochte comen, hoedanigh haar hadden aan te stellen, welcke waerschouwinge die natie gansch aangenaem van ons schenen op te nemen, en beloofden bij overval van enigh vijand, in ‘t geberghte met haar vee ver wegh te sullen trecken en geene de minste ruijlinge met deselve aan te gaan, veel min den vijand met ietwes tot afbreuck van de E.Compe. te stijven, maar in tegendeel, hare cans siende, deselve veeleer trachten om te brengen en doodt te slaan, belovende geseijde Africanen op ons voorhouden noch wijders enige van haerl. in ‘t fort bij ons te willen laten, om deselve bij nacht en ontij over ‘t gebergte en onbekende wegen gints of herwaarts met enigh advijs te kunnen wegh senden en waar van d’ E. Compe. somwijl in sulcker voegen merckelijcken dienst souwde kunnen trecken.
Ende is mede noch gearresteert ‘s Comps. grote brouwketel (die ongevaer…121 nat houwdt) mede hier binnen ‘t fort elders te plaatsen, dewelcke om sijne grote berginge mede niet qualijck hier binnen sal te passe comen, gelijck oocq alle debvoir wert aangewendt om voorts alle ‘s Comps. effecten dagelijcx binnen te brengen die noch buijten mochten sijn.
Ten laesten gemerckt de Edlen.Hr.Gouverneur, deser plaats door seker bericht in ervaringh gecomen is, dat den constapel Jacob Jansen van Biervliedt sich niet en schroomt noch ontsiet de hoedanigheijt van dit fort onder ‘t gemeen op ‘t afsienlijcxste en swackste af te malen, ende de fauten (so der enige mochten wesen) ijder een met sijn losse en onbedachte praat aan te wijsen, en die sodanigh (volgens sijn gewoonen leugen en snapachtigen aart) te vergrooten en uijt te bereijden, dat de gemeene man (veele niet beter wetende) daar door niet anders als gediscouragieert en in vreemde beduchtinge gebracht souwde kunnen werden; mitsgaders oocq door sodanige hinderlijcke en ten hoogsten strafbare leugens misleijd dat deselve wel lichtelijck in de grootste noot door diergelijcke valsche en frivole onderrichtingh tot enigh verkeert bestaan souwden trachten aff te treden, behalven dat den selven sich omtrent twee personen uijt den Raadt mede met leugens comt te besoetelen, en in haar eere seer inpertinentlijck te quetsen, als off des Gouverneurs ordre tegen gingen, Soo is dese saacke bij d’ Eden. Hr. Gouverneur, in grote opmerckinge genomen als sijnde in dese jegenwoordige becommerlijcke tijden van een seer quaat en schadelijck gevolgh, en wijders den selven over sijn schandelijck liegen hevigh gereprementeert en bij provisie op een punt in arrest laten setten om bij nader opportuniteijt over den selven te disponeeren als de saack meriteert. Werdende de straffe om redenen door den Gouverneur en Raat noch in State gehouwden; en om voors. constapel in sijn leugens t’ overtuijgen, soo is den leutenant Cruse in Rade gelast om meergemelde constapel na sodanigen plaatse off hooghte toe te gaen als den selven geseght heeft dat bequaem was om ‘t fort te dwingen, waerop den geseijden leutenant geretourneert is en gerapporteert heeft voors. plaats, (hem door den snappigen constapel Jacob Jansen van Biervlied aangewesen) ten minsten in rechte linie van de kant van de graff gelegen was …122 passen, ‘t welcq na ‘t gevoelen van alle krijgs en schietkundigers ‘t doel off kracht van ‘t geschut verre execedeert, behalven dat men van de aangewesene plaats niet anders sien conde dan een kleijn gedeelte van off op de noordelijcke zee off strantpunt; en om in alles te geruster te sijn, heeft den Gouverneur in persoon selfs diendagh123 het noch wesen besichtigen, die ‘t selve even als den luijtenant gerapporteert hadde, heeft bevonden, en evensodanigh mede door den ingeneur Joannes Wittebol die ‘t selve door ordre van den Gouverneur mede besichtigt en afgemeten heeft, en bevonden een distantie te wesen van …124 roeden, behalven dat wanneer de borstweringh sijn volcomen hoogste125 sal hebben, alsdan onmogelijck ijts van de gront van ‘t bovenverhaalde noordelijcke bolwercq sal te sien wesen, en alschoon voors. snap en leugenachtigen constapel sich nu tracht te ontschuldigen met ‘et seggen dat zedert de wallen merckelijck verhoogt waren, en noch meer stonden verhoogt te werden, Soo is effter goetgevonden den selven in arrest te houwden.
Aldus geresolveert en gearresteert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jare voors.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Secrts.
C. 11, pp. 86-96.¶
Dingsdagh den {16771109} 9 November 1677.126
Presentibus omnibus.
Aangesien de vrijluijden den veehandel en ‘t ruijlen van renostershoorens, eliphantstanden als struijsveeren en alderhande slagh van vellen met dese landts inwoonders door ordre van de Edle. Heeren Meesters uijt ‘t vaderlandt bij diverse placcaten wel strict verboden sij,127 en wij in de jongste ruijlingh met Hosiquaas en Sousoas ervaren hebben tot ons bijsonder ongenoegen, en tot groote vilipendie van voor aangetoogen ordres en placcaten dat des niet jegenstaande sommige onder den duijm noch al soecken niet alleen dien hoogh verboden veehandel te drijven, maar selffs in ‘t openbaer (wanneer d’ E.Compa. in ‘t landt besich is om met die natie voor128 hare coopmanschappen voornamentlijck voor tabacq eenigh vee te ruijlen) haar gansch niet en schroomen noch ontsien onder ‘t ruijlen van de E. Compa. aan de een en andere kandt van de tent te gelijck de Hottentoots taback voor vellen en andere saacken te presenteeren, en dat voor acht off tien mael soo veel tabacq als de coopmanschappen van de Hottentosen waardigh sijn, tot groote schade en hinder van ‘s Comps. handel voors.; diverterende alsoo dese inlanders door haer superabondant tabacq geven tegens de meenighvuldige goede beraemde ordres van onse Heeren principalen gansch van ons af en inpertinentelijck haar Edles. beveelen mortificeerende en vernietigende, en de markt van de E.Compa soodanigh verdurende dat, deselve altijt gewoon sijnde hare ouwde sleur te houden, voor present als vooren op ver nae soo goede koop niet door het tussen komen van soodanige overtreders konnen het vee ruijlen, Soo is ‘t dat wij tot voorcominge van sulcx de vrijluijden bij desen alomme de ruijlinge voors. wel expresselijck interdiceren ende op ‘t alderhoogste verbieden dat geenige derselver met eenige coopmanschappen, voornamentlijck met tabacq, wel verstaande runderbeesten en schapen op de peene van ‘t leven; voorts renostershoorns, eliphantstanden, struijsveeren, tijger, boskat offte eenige andere vellen en wes meer de E. Compa. dienstigh off niet sijnde, directelijck ofte indirectelijck comen te ruijlen ende onder wat pretext het oock soude moogen wesen, maar ijts van dien t’ haren huijse door de Hottentoots gebracht werdende, sullen gehouden wesen na ‘t fort ‘t selve te stuijren om aldaar voor d’ E.Compa. door den coopman off dispensier bemachtigt off ingeruijlt te werden, mits dat men haar ‘t selve sonder winst wederom sal overlaten als geschiedende, maar op dat de marct niet verduren sal op peene van 20 R129 . van achten behalven de arbitrale straffe na exigentie van saaken, soo dickmael hier ijmandt hier tegen sal hebben gepexeert, werdende oock de bereijders van vellen wel expresselijck belast geen vellen sonder expres consent te bereijden, alles op de peene hier boven gestelt, gelijck oock alle die van ‘s Comps. buijtenposten met dit placcaet gelast werden hun hier na prompt te reguleeren, om van schade en straffe bevrijt te blijven.
Ende vermits er mede noch al veele gesuspecteert werden dat haar oocq niet en schroomen, tegens alle voor dato gedane vermaningen en verboden, de schapen van de hier om heen gelegen coraelen der Hottentoots als anders gansch leelijck tersluijck voor een weijnigh tabacq tot groot nadeel van de E.Compa. voors. af te ruijlen en, deselve dan naar haar welgevalle geruijlt hebbende, en niet wetende bedectelijck genoech binnen ‘t fort ofte haare wooninge te krijgen, te dien plaatse waar deselve sijn door soodanige fraude machtigh geworden te slachten, ‘t ingewant te begraven, en ‘t schoon in sacken sinisterlijck (als off eenige andere gepermitteerde goederen droegen) t’ haren gedistineerde plaatse te vervoeren; ende om dit schadelijck bedrijff dier overtreders voor d’ E.Compa. al soo langh in swangh gegaan sijnde, mede soecken te prevenieeren, Soo is bij ons na genoomen resumtie, ten alderhoogsten dienstigh geacht ons groot leetwesen en gevoelen daar over soo veel doenlijck te betoonen, en bij openbaer placcaet ‘t selve wel strictelijck te verbieden,130 mitsgaders tot meerder versekeringh het volcq, ‘t sij wagens met eenigh goet van buijten na ‘t fort gaande of rijdende, aldaar die van de ruijterstal van ouwts daar toe gestelt, haar te laten visiteeren vooral eer moogen passeeren, off repasseeren op soodanigen peene tegens de contraventeurs als na exigentie van saken naderhandt sal bevonden werden te behooren.
Ende is mede met capteijn Claas een der trouwste en voornaemste der Hottentoots omtrent de Compa. nader overleijdt om die natie onsen ernst en goede meeninge te beter te doen gevoelen, hoedanigh het met ‘s Comps. vee bij aankomst van vijandt om dat het selve mede vooral uijt de weegh en oocq voor d’ E.Compa. wel bewaert mocht sijn, souwden stellen, soo is goet gevonden volgens ons voorigh besluijt het selve alle dien Africaen op te dragen bij gevoegt met 10 Nederlanders, de welke aanneemt ‘t selve bij sulcken vereijssende occasie wel gade te sullen slaan en waar aan w’ (volgens de goede preuve (die hij omtrent d’ E. Compa. altijt getoont heeft) oocq niet en twijffelen; ‘t welck d’ Edle. Heer Gouverneur om den selven in dese tijde onverbrekelijck trachten te binden aan de Compa., bewoogen heeft noch eenige geringiheden131 soo wat coraelen, tabacq nevens een hasegaeij tot schenchagie bij te setten, om sich van sijne gewoone affexie omtrent d’ E.Compa. niet af te scheuren, maar meerder te doen aangroijen.
Gelijck mede alhier en wijders in vergaderingh verschenen sijn voor de eerste maal de Hottentoose natie Hessiquas gent. namentlijck de capiteijnen …132 met welcke natie d’ E.Compa. veer133 in ‘t landt tot contentement al diverse maelen in ruijlingh is geweest en eijndelijck door minsame en sachtmoedige bejegeningen tot alhier sijn afgelockt om deselve nevens de andere aan ‘t fort met den handel te gewennen en de E.Compa. van die groote gastos en moeijte die in ‘t landt gedaan wert tot voors. handel middeler wijl soecken te ontlasten, Soo is ten alderhoogsten nootsakelijck geoordeelt die natie vrij vee rijcker sijne als wel de andere ten gevalle van de E.Compa. wat te carresseeren, en tot d’ E. Compa. met een schenckagie off geringe gifte gansch genegen te maeken en tot een walgh van eenigh ander Europiaens natie die ons als vijanden in dit territoir mochten komen te belagen, sijnde uijt die redenen maar wel voor namentlijck om de nootsaekelijcken en behoeftigen veehandel voor d’ E.Compa. goet gevonden haarl. met diergelijcke presenten als bovengemelt te beschencken.
Heden komt mede in vergaderingh te verschijnen de constapelsvrouw Jelletje Hartmans uijt den naem en voor haar man Jacob Jansen over eenige dagen over sijn leugenachtigh liegen en lasteren in apparentie geraackt sijnde, een request te presenteeren welcker inhout ‘t meerendeel was vervattende dat hij die woorden consterende bij onse resolutie op …134 genoomen, maar railjerende en niet met quade meeningh geseijt hadt, versoekende dierhalven op ‘t aldergedienstigst soo sijn seggen tot ‘s Comps. off eens anders nadeel mocht sijn geduijt geweest ‘t selve door d’ Edle. Heer Gouverneur voor dese mael mocht werden uijtgewist, vergeten en vergeven, met beloffte van hem voortaan voor ‘t spreken van diergelijcke woorden te sullen wachten en sijn dienst als een trouw constapel behoort, te sullen presteeren &a.
Op welcke dese instanctie van den constapel door ‘t tussen hoopen van veele nodigen besoignes is dier tijt niet gevallen, maar goet gevonden (als sulcx mede sijn overlegh meriteerende) tot morgen noch te verlengen, om als dan daar over (de tijt sulcx toelatende) finalijck te disponeeren.
Den 10 deser ‘s morgens daaraan door d’ Edle. Hr. Gouverneur wederom den Raadt geconvoceert sijnde om over eenige noch ongedaene saken te135 vereijste sorge te dragen, soo verschijnt wederom voorseijde contapelsvrouw in onse vergaderingh, persisterende wederom bij haar en haar vooraangetogen mans versoeck, met die bijvoeginghe soo haar man sich mocht in ‘t spreken te veer begeven hebben; dat op ‘t rigoreuste daar over door d’ E.Hr. Gouverneur en Raadt niet mocht werden bejegent en wes meer, ende voor eerst ingesien sijnde door d’ Ed. Hr. Gouverneur dese saeke wel te sijn van een seer schadelijcke consequentie en dierhalven ten hoogsten diende gestraft tot een exempel van andere, Soo is egter om dat men van denselven niet anders als alles goets gehoort heeft, en oock bekent staet voor een goet en gansch nuchter dienaar, als mede van een ander goet constapel voor present onvoorsien sijn, goet gevonden den selven van sijne gijselinge voor dese reijs te ontslaan te meer alsoo desselffs vrou mede alhier in dit district als vroemoer ageerd en goeden dienst doet, maar op soodanigen conditie evenwel dat twee stx. canon van de beste sal moeten uijtsoeken en met die selve van die plaats daar gesegt heeft ‘t fort te kunnen dwingen, afschieten om ‘t abuijs en misverstandt van dien snappert voor ijder te doen sien, en den selven in sijn leugens te overtuijgen, als besonderlijck om de licht gelovige mede contentement te geven, en dien vreesachtigen aart wegh te neemen, mits dat geseijde constapel ‘t costende van ijder schoot als de andere gastos op sijn reecq. sal gestelt worden &a.
Ende ten opsichte ons niet onbekent sij de goede recommandatie die haar Edle. uijt ‘t vaderlandt ons hebben toegeschickt, vervat sijnde in haar Edle. missive de dato 15 Maij ao. 1671, wegens 4 mael’s jaers een wapenschouwinge en parade aan ‘t fort door de burgers te laten doen136 om tegens een subiten overval van vijandt deselve handtsaem en bequaam bij haar geweer te moogen sien en d’ E. Compa. alsdan in die noot te kunnen na behooren adsisteeren, gelijck ons bij jonger brieven van haar hoogh Edle. mede wel serieus voorgehouden gerecommandeert wert, voor al te maeken in dese dubieuse tijden in postuir van defensie te sijn op dat niet onvoorsiens overvallen mochten werden, en waar toe achtervolgens haar Edle. wel gegeven ordre met Godt alsoo ver gekomen sijn dat ten quaasten genoomen bij overval goede wederstandt souwden konnen bewijsen en ons noch dagelijcx (soo veel doenlijck) van alle oorlogsbehoefte meer en meer versien en niet nalaten te verstercken, Soo is dan mede seer nodigh geacht om ‘t volcq prompt met ‘et geweer te leeren omgaan, en de onervarene na behooren te laten instrueren, soo ‘s Comps. dienaren als vrijluijden een generaele wapenschouwinge te laten doen, en deselve bij een vergadert sijnde, als dan per placcaet tot hare narichtinge voor te houden waar na haar, bij comste van vijandt als anders, sullen hebben te reguleeren, mitsgaders deselve te beloven dat men hare schade (die mochten door verval van oorlogh comen te lijden) mettertijt sal trachten te vergoeden en weder de behulpsame handt te bieden.
Gelijck mede ten laasten noch nader is gereflecteert op de aanporringhe van ‘t voltoijen deser fortresse die haar meer gemelte Edle. in dese tijden doen, uijt vrees van te moogen bij overval in ongereetheijt bevonden werden, als niet wetende wat voor desseijnen den vijandt mochte voorhebben, gelijck haar Edle. nu onlangs al waren gediverteert en niet anders meenden of den vijandt hadde sijne mesures op de Caap genoomen, ‘t geene egter tot onsen beste door Godes voorsorge anders is uijtgevallen, en wederom in roock verdweenen, doch souwden evenwel bij aankomste derselver hem hebben konnen ontfangen, ende aangesien w’ (om de spoedigheijt van ‘t werck halven ende uijt oorsaeck onse wagens noch met hoij, sooden en plancken aan te rijden geoccupeert sijnde) de vrijluijden wagens die aan ‘t verdiepen der graft besigh sijn, voor al noch niet kunnen missen, Soo is goet gevonden de vrijluijden haar wagens voor dese heele maandt (al schoon het de E.Compa. wat kostelijck moet vallen) noch aan te houden en deselve in dese nootsakelijcken dienst te gebruijcken, wandt kunnende geseijde wagens van de vrijluijden voor present bequamer gemist werden als over een maandt á twee, wanneer ‘t coren, gerst &a. moet van ‘t velt werden ingeougst tegens welcke tijt de Compa. haar genoegen hebbende, deselve haarluijden weder in de handt staan te komen.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ. SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Secrets.
C. 11, pp. 97-104.¶
Dingsdagh {16771123} 23 November 1677
Presentibus omnibus excepto den capteijn Dircq Jansz Smient en den coopman M. van Banchem, eenige tijt onpasselijck geweest en noch sijnde.
In conformite van onse jongste genoomen resolutie, soo hebben wij met advis van de Borgerraden goet gevonden de borgerije aan staande Vrijdagh een generaele parade te laten doen, en ‘t geweer ‘t geen wij bij haar defect bevinden te suppleeren, om bij schielijcken overval van vijandt daarom niet verlegen te sijn, om welcke redenen, en waarin hun bij soodanigen gelegentheijt na te reguleeren sullen hebben, geconcipieert sal werden een generael reglement invoegen hier na volgt ‘t welck haar niet alleen sal werden voorgelesen maar alomme geaffigeert, sullende de Borgerraden en voornaemste ministers van de Compa. met hunne vrouwen ten huijse van de E.Heer Gouverneur ‘s namiddaghs op een col[l]ation worden getracteert, mitsgaders de borgerije in ‘t generael beschonken met een soopje en vereert voor het versuijm van hun dienst met 2 vaten mom, een halff vat speck en twee lb. broot ijder, sijnde om merkelijcke consideratien een generale parade van ‘s Comps. dienaren tot nader opportuniteijt uijtgestelt.137
Ordre en reglement door den E. Heer Gouverneur en Raadt aan Cabo de Boa Esperance beraemt, waar na de inwoonders deser residentie, besonderlijck de vrijluijden, hun bij aankomst van eenigen vijandt sullen hebben te reguleeren:
Eerstelijck sal niemandt, ‘t sij wie het oock soude moogen wesen, sonder consent buijten sijn wooningh off bescheijden post hebben te vernachten, om te beter onse ordre en beveelen te connen nakomen.
Voorts wert alle en een ijgelijck gelast haar geweer schoon en bequaem te houden, om in tijt van noot te konnen gebruijcken.
Niemandt van dese vrije ingesetenen en sal vermoogen sonder speciael consent van de Overigheijt alhier hun beestiael wijt van de handt te laten weijden, uijtgenoomen diegeene die daartoe licentie hebben erlangt.
Wanneer der 12 canonschooten van ‘t casteel, ‘t sij bij daegh off bij nacht, dicht achter den anderen geschieden, en de vlagh aan de ruijterstal waeijt, sullen alle vrije ingesetenen en Comps. dienaaren onder onse gehoorsaemheijt remorerende, niemandt uijtgesondert van degeene die beestiael hebben, aan stonts sonder daarin in ‘t minste te versuijmen, al hun vee als runderen, schapen, paarden &a na de gemelte Ruijterstal hebben te drijven en overheveren aan de borgers, namentlijck: Hendrick Jacobsz Schaicq, Willem Teerlingh, Francois Bastiaen, Jacob de Eijerboer, Hans Rutgert Troost, Tomas Mulder. Welcke borgers bij soodanigen voorval aan de gemelte ruijterstal met hun geweer soo tijdigh sullen maeken te sijn als eenigsints doenlijck is om ‘t gemelte vee nevens dat van de Compa. met de veehoeders die haar van de Compa. sullen werden bijgevoegt, te drijven ten plaatse daar ‘t haar sal geordonneert werden.
En sullen alle borgeren en vrije ingesetenen met vrouw en kinderen, wanneer hun vee aan de ruijterstal overgelevert hebben, verlatende huijs en hoff met hun geweer en gereetste goederen als gelt, cleijnodien en andere cleenigheden, mitsgaders alderhande levensmiddelen ten eersten maeken in ‘t casteel te sijn om hun aldaar als voorstanders van ‘t vaderhandt te laten gebruijcken ter plaatse waar van nooden sullen wesen, sullende van de Compa. van kost en andere levensmiddelen werden versien, sonder nochtans haare wooninge off ‘t gewas op ‘t velt in brandt te steeken off te raseeren, ‘t welck door ordre van de overigheijt als sulcx nodigh wert geoordeelt, tijdigh genoech sal werden ondernoomen, op peene die bevonden wert dese onse beveelen tot welstandt van ‘t gemeene best te hebben over treden als verraders te sullen werden gestraft.
Ijmandt den een of den anderen verneemende die sigh in soodanigen voorval om na ‘t fort te gaan ongenegen soude toonen of sigh tragten te verbergen, off eenige woorden die na verraderij sijn smaekende quam uijt te stroijen off voor te wenden, sal gehouden wesen ‘t selve ter plaatse daar ‘t behoort aan te geven, op peene van selffs, als daaraan schuldigh, aangesproocken te werden.
Soo mede insgelijcx ijmandt elders te lande eenigh schip off schepen verneemende, sal daar van ten eersten ter plaatse daar ‘t behoort advertentie geven, verlatende sijn werck dat mocht onderhanden hebben, sullende ‘t versuijm off de schade die daardoor komt te lijden bij d’ E.Compa. werden vergoet en voldaen.
Belovende d’ E.Compa. de gesamentlijcke borgers alle de schade die deselve door den vijandt worden aangedaen, te sullen helpen soo veel als mogelijck vergoeden en in ‘t gemoet te komen.
Wijders geconsidereert sijnde den constapel Jacob Jansen, heden wederom bij ons in vergaderingh is verscheenen en seer demoedigh heeft versocht dat hij gratieuselijck mochte werden gepardonneert van de quade uijtstroijselen en sijn onbedacht seggen wegens de fortresse alhier, in vilipendie en cleijnachtingh van deselve, belovende hem voortaen daar van te sullen wagten en sijn dienst als een dienaar van soodanigen bedieningh betaemt, getrouwelijck waar te neemen, sonder daarin eenigsints te versuijmen, ende aangemerckt sijnde, ‘t selve uijt geen maligniteijt off boosaardigheijt is voortgekomen, maar sulcx eenelijck sijn onnosele snapigheijt kan werden g’imputeert en toegeschreven,behalve dat altoos getoont heeft een vigelandt, sorgdragent en nuchter persoon te wesen,138 soo hebben egter niet connen goetvinden den selven van straff t’ eenemael te releveren, maar van den selven geconfisqueert 3 maanden gagie t’ appliceeren de eene helft voor de Compa. tot betalingh van ‘t vervoeren van ‘t canon om hem leugenachtigh te maeken, en de wederhelft voor de Camer van Justitie.
Vermits de dubieuse oorlogstijden altans niet toelaten om de tapneringhe in ‘t openbaer aan de meest biedende op te veijlen, oock de Compa. niet evenveel139 sijnde wie deselve komt te pachten om aan haar bij een quaat jaar off andersints egter hun guarandt te konnen bekomen, Soo hebben wij goet gevonden alle de tappers soo van coele wijnen, starck dranck, Caapse wijn tot suijkerbier in cluijs, op de oude voet daarin te laten continueenen, mits dat in plaats van de wed. Thielmans die met ‘t suijkerbier is begiftigt geweest (nevens de ouderloose kinderen van Geertruijt Mentings, laast huijsvrou van den borger Joannes Pretorius, en Cornelis Adriaensz, vrijkuijper, de wed. vrou van Lourens Cornelisz, Gerrit Jansz en d’ wed, van den borger Gijsbert Dircxsz Verweij, welcke vier laaste persoonen sulcx noch blijft toegevoegt om haar schade die deselve hebben geleden met het afbreken van haare huijsinge dicht onder ‘t casteel gelegen, ‘t welck om nootsakelijcke insigte ten dienst der E. Compa heeft moeten geschieden, eeniger maeten te soulageeren) sal begunstigt werden, den baas timmerman Adriaen van Brakel en daar bij toegevoegt nevens Barbara Geens, het broot backen tot gerief van ons guarnisoen en ‘t volcq van de gaande en komende schepen, als een man sijnde die sulcx tot voorstandt van sijn familie behoeftigt is.
Mede gelet sijnde op het ernstigh versoeck van den crankbesoeker Gerrit Victor om sich in vrijdom te moogen erneeren en toegestaan werden het tappen van coele wijnen als staande desselffs huijs (sijnde dat van den overleden Borgerraet Wouter Mostaert) daar toe seer wel ter neringh in de vacante tappersplaats, Soo is hem sijn voors. versoeck geaccordeert, doch alles niet langer als ‘t aanstaande jaar.
Soo is mede geresolveert den Borgerraet Joannes Valckenrijck op desselffs versoeck te continueeren in de coele wijntap, mitsgaders daar nevens te voegen den meergemelte Victor, en dat ijder voor ƒ600 ‘s jaers, sijnde de pachters van de brandewijn gebleven de borgers Willem van Dieden en Tobias Marcquart, ijder ten somma van ƒ1500 ‘s jaers. En geseijde Marcquart als voorleden jaar de Caapse wijn alleen ter somme en op die eijgen voorwaarde (als ao. passado.)140
Gemerct de wagens van dese vrije ingesetenen voor als noch sijn aangehouden tot het rijden van de aarde uijt de graften rontsom het casteel, ‘t welck d’ E. Compa. vrij costelijck valt, en dewijle wij altans soo verre daarin sijn geadvanceert dat ons al tamelijck in postuir van defensie bevinden en voor een aanloop bevrijt sijn, en ‘t geen noch aan ‘t diepen van de graft komt te mancqueeren met ‘s Comps. wagens sal dienen en mettertijt konnen volbragt werden, Soo is nochmaels verstaen ‘t rijden van de vrijluijden wagens niet langer als dese loopende maandt te laten continueeren en alsdan op te seggen.
En dewijle ‘t hoekertje de Posthoorn uijt de Saldaniabaeij weder is komen te retourneren, Soo is bij ons in consideratie genoomen hoe dat ons ‘t gemelte bodemtje bij aankomst van eenige vijandtsschepen alhier in de baaij maar tot een last soude dienen, als bij soodanigen voorval niet soude connen uijt de baaij geraeken en wellicht beset werden, dat geen advis souwde konnen geven, Soo hebben wij ten dienst van de E.Compa. best g’oordeelt ‘t gemelte bodemtje na de Vissersbaaij in de Caap Fals 141 af te senden, van waar werwaerts men wil kan versonden werden, alvoorens voor 6 maanden te provideeren (sullendealdaarinterim142 met vissen in occupatiewerdengehouden143 en deselve in souten,144 waartoe hem genoechsaem vaetwerck en een goede, stercke segen sal werden mede gegeven, mitsgaders oock principael om off ons middelerwijle eenige vijandt mochte bij comen, om door dat middel bequamelijck daar van na India off na ‘t Patria te connen preadvertentie geven.
Aldus gearresteert datum ut supra.
[In die kantruimte, naas die handtekeninge staan]: Wij sijn ons met de voorenstaande resolutie in ‘t geheel confirmeerende, datum als vooren.
[Signed:] J. BAX g.v. HERENTALS.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Secrets.
[Signed:] Mij present als daar toe geadmitteert A. DE MAN, CLERQ.
## Footnotes
-
‘n Afskrif van hierdie “memorie en verdere papieren”, nl. ‘n “memorie bij forme van instructie” vir die opperhoofde van die Voorhout het bewaar gebly in C. 701:Mem. en Instr., 1673-1685, pp. 139-157. ↩
-
Dieselfde handskrif as die van 8 Maart 1677. Die 15de Mei het op ‘n Saterdag geval. In die H.K. is dit ook verander na Maandag, 17 Mei. ↩
-
Willem Hagedoorn was skipper op die Wapen van Alckmaer en gesagvoerder oor ‘n vloot van vier skepe wat die Ooste in Februarie 1677 verlaat het. ↩
-
Na “om” is die woorde “dit voor te komen. … en” deurgehaal en die gekursiveerde woord “meer” tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die woorde “op de” is bo oor die woord “schip” geskryf terwyl die van “Leeuw” verander is na “Leeuwen”. In die H.K. staan “Jan van Leeuwaerden.” ↩
-
Die toevoeging: “als sijnde al lange jaren schipper ende van betere ach … als den anderen”, is deurgehaal. ↩
-
Op p. 221 staan “behoort”, terwyl die woord op p. 222 as “hoort” herhaal is. In die H.K. staan “behoort”. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is in die K.R. deurgehaal, maar in die H.K. behou. ↩
-
“Dewelcke” is verander in “waerbij”. ↩
-
Die gekursiveerde woord is in die linker kantruimte ingevul. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Hier ontbreek die afsluitingshakie. ↩
-
Ook in die H.K. kom hierdie slordige gebruik van die hakies voor. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Eers het hier gestaan “te doen surrogeren”. Dit is verander in “te doen treden”. ↩
-
Ook in die H.K. ontbreek die afsluitingshakie. ↩
-
Blanko gelaat. Volgens die Dagregister van die Kasteel Batavia was die naam van hierdie skipper Reynier Claesen de Groot. (Vgl.Dagh-Register gehouden int Casteel Batavia, anno 1677, p. 24.) ↩
-
Dit was Jan Boreel wat op 15 September 1676 deur die Raad van Indië aangewys is om na Colombo te gaan om aldaar as Raad van Justisie op te tree. (Vgl.Dagh-Register gehouden int Casteel Batavia, 1676, p. 221.) ↩
-
Geskryf in dieselfde handskrif as die resolusie van 23 Maart 1677. ↩
-
Die laaste twee letters van die woord “corlen” is deurgehaal. In die W.N.T. word vermeld dat in die taalgebruik van die O.I. Kompanjie “korrel” of “corl” die betekenis van “peper” gehad het. ↩
-
Eers het “in India” voor “deselve” gestaan. Dit is egter deurgehaal en na “versonden werdende” geskryf. ↩
-
Die woordjie “op” is verander in “off”. ↩
-
Ongeveer nege reëls is blanko gelaat, waarskynlik sodat die lys van “provisien” later ingevul kon word. ↩
-
Blanko gelaat. Maijken van den Bergh was volgens G. G. Kloeke driemaal getroud. Haar eerste man was Jacob Theunisse, haar tweede Tielman Hendricx en haar derde Pieter van Westhuijsen. Vgl. voetnoot 3 op bl. 82 en sienHerkomst en groei van het Afrikaansdeur G. G. Kloeke, p. 253. ↩
-
Die beginhakie wat waarskynlik voor “ijder” moes gestaan het, is weggelaat. ↩
-
Haar vonnis om gegesel, met ‘n galg op die rug gebrandmerk en verban te word, staan opgeteken in die dagregister van 1 Junie 1677. Vgl. V.C. 8:Dagregister, 1677-1679, p. 180. Vgl. verder p. 194 van hierdie publikasie en C. J.2954:Conf. en Inter., 1677-1682, pp. 39-42 met handtekening Maria van den Bergh. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls ingeskryf. ↩
-
Een of twee reëls is hier oorgeslaan en blanko gelaat. ↩
-
Een reël is hier blanko gelaat. ↩
-
Met behulp van die H.K. aangevul. ↩
-
Die brief van sersant Lourens Visser kan nie onder dieInkomende Stukketeruggevind word nie. Vir antwoord op sy brief sien C. 498, deel I:Uitg. Br., 1676-1678, pp. 699-700. ↩
-
Eers het hier “gealligeerde” gestaan. Diegis egter deurgehaal. ↩
-
“ ‘s Comps. vijanden” is deurgehaal en vervang deur “natien”. ↩
-
In die H.K. staan “weijnich”. ↩
-
Die woordjie “die” is verander in “dit”. ↩
-
Die beginhakie ontbreek in albei handskrifte. ↩
-
Eers het hier gestaan “begonnende”. Die “de” is egter deurgehaal. ↩
-
In albei handskrifte staan die hakie na “geschiet”. Dit pas beter in na “sijnde”. ↩
-
Na “vermits” is “sijl” deurgehaal. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die woord “betalinge” is verander in “vereeringe”. ↩
-
Na “sijn” is die woord “erlangen” deurgehaal. ↩
-
In die H.K. kom “wiert” nie voor nie. Die hakie, wat in albei handskrifte voorkom, kon beter deur ‘n komma vervang gewees het. ↩
-
Die woordjie “en” is verander in “om”. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf, terwyl “de” verander is na “dat”. ↩
-
Na “reden” is die woord “dringen” deurgehaal. ↩
-
In albei handskrifte ontbreek die afsluitingshakie. ↩
-
In die H.K. staan “laesten”. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die woord “heeft” is deurgehaal en “hebben” in die plek daarvan geskryf. ↩
-
Drie maal het die skribent in hierdie paragraaf vergeet om die afsluitingshakies in te vul. ↩
-
Die gekursiveerde woord is hier tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Ook in die H.K. staan “en”. Waarskynlik ‘n skryffout vir “in”. ↩
-
“April” is verander in “Julie”. ↩
-
Die resolusie is geskryf in die handskrif van Andries de Man. ↩
-
Die afsluitingshakies van albei parentetiese sinne ontbreek in hierdie paragraaf. ↩
-
Vgl. C. 498, deel I:Uitg. Briewe, 1676-1678, p. 700. ↩
-
Geskryf in dieselfde handskrif as die resolusies van 24 en 25 Junie 1677. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in plaas van die woorde “den hoecker” geskryf wat deurgehaal is. ↩
-
Na “hoecker” is “als dan” deurgehaal en die gekursiveerde woorde is in die linker kantruimte geskryf en deurgehaal. ↩
-
Die woorde “te laeten” is deurgehaal en die gekursiveerde woorde in plaas daarvan geskryf. ↩
-
Die woorde “off wel” is deurgehaal en vervang deur “en”. ↩
-
Na “&Cabbeljouw” is die woorde “aldaer denselven” deurgehaal. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Id. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in die linker kantruimte geskryf. ↩
-
Die woordjie “die” is verander in “en”. ↩
-
‘n Afskrif van die “Provinsioneele Memorie en ordre” vir die “E. Isaec Joannes Le Motius” van 28 Julie 1677 is te vinde in C. 701:Mem. en Instr., 1673-1785, pp. 159-167. ↩
-
Hierdie “inventie” was die voorstel om saagmeulens op te rig vir die saag van ebbehoutplanke. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls ingeskryf. ↩
-
Kom voor as Daniel Zaaijman in die lys wat Lamotius aangeheg het aan sy skrywe na Batavia in C. 413:Ink. Br. (1677-1678), 6 September 1678, deel III, p. 869. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls ingeskryf. ↩
-
Id. ↩
-
Id. ↩
-
Die lesing is onseker. In die H.K. staan “blijfft en”. ↩
-
“Dieffachtige” is verander in “dieff en heelachtigen”. ↩
-
Die sinsnede “schandelijck is in de neck gewreven en” is verander in “schimptelijck is verweten”. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is in die linker kantruimte bygeskryf. ↩
-
In albei handskrifte kom slegs die afsluitingshakie voor. Die beginhakie is dus deur ons self na gissing ingevul. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Op “hebben” het eens “en besorgers der arme” gevolg. Dit is egter deurgehaal en later in die volgende paragraaf ingevoeg. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Blanko gelaat. Volgens G. G. Kloeke was Bartholomeus Borns (die van word met ‘nngespel) getroud met Theuntje Bartholomeuz Elders; in 1663, word sy Theunken Bartholomeus van der Linden genoem. ↩
-
In albei die H.K. en die K.R. staan “sucht”. ↩
-
In die lys van vryburgers met hul vrouens en kinders wat Lamotius op 6 September 1678 aan Batavia gestuur het, kom die name van 16 vryburgers, 9 vrouens en 18 kinders voor. Onder hulle word ook Bartholomeus Borms en sy vrou genoem, maar word slegs melding van 1 kind gemaak. (Vgl. C. 413:Ink. Br. 1677-1678, deel III, p. 869.) ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
In albei handskrifte staan ‘n hakie voor “over” wat skynbaar oorbodig is. ↩
-
‘n Byvorm van “opgekocht”, d.i. “opgekoop”. ↩
-
Die gekursiveerde woord is hier tussen die reëls ingevul, nadat dit na “sijn” deurgehaal is. ↩
-
Die handskrif is dié van Andries de Man. Die 29ste Julie het op ‘n Donderdag geval. ↩
-
Vgl. C. 588:Orig. Dagregister, 1677-1678, Vrydag, 30 September 1677, pp. 223-224. ↩
-
Vgl. C. 680:Origineel Placcaat Boek(1652-1686), pp. 261-263 enKaapse Plakkaatboek(1652-1707), pp. 110-111. ↩
-
Die gekursiveerde woord is in ‘n ander handskrif as die res van die resolusie tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Hierdie resolusie is geskryf in dieselfde handskrif as dié van 23 Julie 1677. ↩
-
Die briewe van 12 April en 11 Mei kan gevind word in C. 413, deel I :Ink. Stukken, 1677-1678, pp. 235-251. Die brief van 3 Mei is in dieselfde band gebind, maar nie in chronologiese volgorde nie, vgl. pp. 265-266. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls ingeskryf. ↩
-
In albei handskrifte word slegs die afsluitingshakies weergegee. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Hierdie plakkaat is op 24 September 1677 opgestel en op 15 Oktober 1677 bekend gemaak. Vgl. C. 680:Origineel Placcaat Boek, 1652-1686, pp. 390-391. Ook dieKaapse Plakkaatboek, pp. 142-143. ↩
-
Hierdie resolusie is geskryf in dieselfde skrif as die resolusie van 21 Mei 1677. ↩
-
Die aanvangshakie word nie aangegee nie. ↩
-
In die H.K. staan, “passagie”. ↩
-
Die woord “trachten” is hier herhaal en deurgehaal. ↩
-
Onveranderd weergegee. In die H.K. staan “Generaele Nederlantse geoctroijeerde Oostindische Compag.” ↩
-
Waarskynlik is die afsluitingshakie hier vergeet. ↩
-
Die opdragte van Here Meesters, waarna hier verwys word, kan gelees word in hulle brief van 11 Mei 1677 in C. 413, deel I: Ink. Br., 1677-1678, pp. 247-248. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
“Sijn” is verander in “is”. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is gedeeltelik tussen die reëls, gedeeltelik in die linker kantruimte bygeskryf ↩
-
Waarskynlik is die afsluitingshakie hier vergeet. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in ‘n ander handskrif as die res van die resolusie tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
In albei handskrifte word ‘n afsluitingshakie aangegee. Die aanvangshakie ontbreek egter en is hier tentatief ingevul. Vir die opdrag aan Albert Bernewits vgl. C. 498, deel II,Uitg. Briewe, 1676-1678, die brief aan Robbeneiland van 19 Oktober 1677, pp. 781-783. ↩
-
Lesing onduidelik. In die H.K. staan “off”. In die K.R. kan dit ook, “om” wees. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde deel van die woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Blanko gelaat, In albei handskrifte staan “nat”. Dit lê egter voor die hand dat “vat” bedoel word. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
In die H.K. staan “hoogte”. ↩
-
Geskryf in die handskrif van Andries de Man. ↩
-
Sien 6.680:Origineel Placcaat Boek(1652-1686), 22 Aug. 1654, 12 Oktober 1654 en 4 September 1658, 48, pp. 51-52, pp. 93-94. Hierdie plakkate is ook gepubliseer inKaapse Plakkaatboek, p.15, p. 17 en p. 38-39. ↩
-
Na “voor” het eers “tabacq” gestaan. Dit is deurgehaal. ↩
-
Vgl. C. 680:Origineel Placcaat Boek, 1652-1686, 9 November 1677, pp. 392-393 enKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, pp. 143-144. ↩
-
Vgl. C. 680:Origineel Placcaat Boek, 1652-1686, 9 November 1677, pp. 392-393 enKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, pp. 143-144. ↩
-
Waarskynlik ‘n skryffout vir “geringheden”. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Ook in die H.K. staan “veer”. ↩
-
Blanko gelaat. Dit was die resolusie van 16 Oktober 1677. ↩
-
In die H.K. staan “de”. ↩
-
C. 411, deel I:Ink. Stukken, 1668-1673, brief van 15 Mei 1671, 399-400. ↩
-
Die eerste deel van hierdie resolusie tot by “en in ‘t gemoet te komen” op p. 211, is opgeneem in deel I van dieKaapse Plakaatboek, pp. 145-147. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in die linker kantruimte ingeskryf. ↩
-
In die H.K. staan “evenwel”. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in dieselfde handskrif as die res van die resolusie tussen twee paragrawe ingeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls ingeskryf. ↩
-
“Sullende” is in plaas van “om” geskryf en “interim” is ‘n byvoeging wat tussen die reëls geskryf is. ↩
-
Die gekursiveerde woord en voorvoegsel is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Tussen “in” en “souten” is die woord “te” deurgehaal. ↩