C013 v1.20
C. 13, pp. 2-8.¶
Maandagh {16780418} 18 April 1678.1
Presentibus omnibus assumto Mr. Tobias Vlasvath, Jan Wittebol, schipper op Rommerswaele ; Cornelis Cornelisz, do. op de Quartel ; Emanuel van Ceulen, do. op de Vlieger ; Johannes Ravensbergh, Jacob Croon.
Niet jegenstaande bij resolutie van 14 deser maandt was verstaan dat het aanhouden van den Deenschen capitain Antoni van Doorne wel en te regten sij gedaan, Soo is ‘t nogtans dat den Gouverneur en Raadt deser residentie, versterckt met eenige g’assumeerde leden en de respective schippers van de hier ter rhede leggende schepen, met aandacht hebben gelesen en exactelijck nochmael geresumeert de scherpe placcaten van haar Ho.Mo. de Heeren Staten Generaal der vrije vereenigde Nederlanden, Soo mede de stricte ordres van onse Heeren Majoores in ‘t Patria invoegen noch nader daar consteert bij haar Hoogh Edle. jongste Generale missive sub dato 18 October 1677 aan den Gouverneur en Raadt in loco geschreven waar bij deselve onder andere materie wel duijdelijck komen uijt te drucken dese volgende woorden: “selffs verstaan wij dat U.E. alle Nederlanders met vreemde schepen daar aancomende, ‘t sij met off tegens haar wil, volgens Hoogh Mog. placcaten sullen hebben aan te houden;”2 oock daar nevens geconsidereert dat wij ons in geenen deelen gequalificeert off bevoegt vinden van soodanige stricte beveelen onser Heeren Majores te dispenseeren, maar ter contrarie deselve na den inhoudt sonder daar van af te wijken te gehoorsamen, oock geresumeert een diergelijck subject in de jaare 1672 alhier voorgevallen met het aanhouden en weder largeeren van een Deenschen schipper Carsten de Regter, met de omstandigheden daar bij wijtloopigh gededuceert, mitsgaders ‘t antwoort daar over van de EdIe.Heeren Majoores uijt ‘t vaderlandt bekomen; oock reflexie genoomen sijnde op de insolentien door die van het Deensche schip de Hoop in den jaare 1675 in de Saldaniabaeij gepleegt en aan de andere sijde in deliberatie genoomen de naeuwe aliantie tusschen sijn Coninglijcke Majesteijt van Deenmarken en onsen staet en oock insiende brieven na Cormandel van onse Heeren Majoores met dien bodem sijn overgekomen aan welckers spoedige bestellingh veel schijnt gelegen te sijn; mitsgaders wat oorlogstijden wij als noch beleven, en oock geconsidereert dat den gemelten Deenschen capteijn heden in Rade heeft laten overleveren seeker versoeckschrift waarbij den selven over het aanhouden van sijn persoon als sijn Majesteijts capteijn seer komt te doleren en protesteeren daar bij wel uijtdruckelijck te kennen gevende dat sijn Majesteijts schip niet sonder hem capteijn van hier sal konnen vertrecken, als het schip en de inladingh t’ eenemael t’ sijnder verantwoordinge staande, en gevolglijck genootsaeckt soude wesen tot merckelijcke schade en intrest van sijn Coninglijcke Majesteijt met ‘t schip alhier te verblijven tot dat antwoort uijt Europa bequamen; sijnde oock vorders gelesen twee distincte versoeckschriften bij den scheepsraadt van ‘t gemelte Deensche schip opgestelt en ons overgelevert, mede ten principale vervattende ingevalle wij haaren capteijn niet en komen te largeeren, sij genootsaeckt soude wesen tot groote schade van sijn Coninglijcke Majesteijt alhier te verblijven, als haar niet gequalificeert vindende buijten haar gemelten capteijn van hier in zee te gaan, seggende mondelingh beducht te sijn daar uijt eenige onheijlen tot pericul van schip en goet te sullen resulteeren, alsoo op haren bodem seer dangereus en rebelligh volcq is bescheijden, en selff hier ter rhede leggende al gevreest wierd dien bodem gevaar van overmant te werden liep; zulcx dat in Rade dese gewichtige saacke met rijpe deliberatie overwoogen en verscheijde debatten dese saeck makende bijgebragt, en alles met aandacht overwoogen sijnde,3 Soo is eijndelijck naar veele argumenten met eenparigheijt van stemmen geresolveert ten respecte van sijn Coninglijcke Majesteijt van Deenmarken , dewijle bekent staet de gemelte Majesteijt hem sijn Coninglijck capteijn noemt, en ‘t schip nevens de inladinge t’ eenemael t’ sijner verantwoordinge is aanbevoolen, dat de meergemelte capteijn Antoni van Doorne sal werden gelargeert en op vrijje4 voeten gestelt, met dien verstande nogtans dat hij een acte in forma passeert dat hij tot allen tijden op ordre off ontbiedingh van de Edle. Heeren Majores in ‘t Patria off welcke Hooge Regeringh in India sijn persoon sal leveren ter stede off plaatse die hem sal werden g’ordonneert, en tot naarcominge van dien sijn lijff, leven en goederen waar die souwde moogen wesen verbindende, mits alvoorens in onse handen overleverende alle soodanige Nederlanders op de Phenix bescheijden die d’ E. Compa. voor desen in India hebben gedient, ‘t sij met off tegens haar will, en eijndelijck is mede vastgestelt, ingevalle gemelte capteijn uijt die oorsaeck aan ons mocht komen te versoecken om een stierman in leeningh te genieten, om dien bodem te helpen door zee brengen, dat sulcx hem op sijn ernstigh versoeck sal werden geconsenteert, mits dat sij denselven tot haaren koste gehouden sullen wesen te gagieeren; eijndelijck ons ontlast houwdende van alle schade en onheijlen die ter oorsaeke deses moghten komen t’ ontstaan, contraprotesteerende met desen tegen den voors. Deensche capteijn Antoni van Doorne en d’ verdere Overigheijt op ‘t Deensche schip de Phenix bescheijden, seggende dat sij en niet wij oorsaeck sijn van het voorn. Coninglijcke schip de Phenix en goederen, gelijck sij ‘t noemen, qualijck varen, in dien niet nakomen off doen nakomen, ‘t geene tot relaxatie van hem Antoni Van Doorne is g’arresteert, tot besluijt is goet gevonden hem dit voor te lesen en copie, soo veel dit onderstaande belangt, hem ter handt te stellen.
Aldus geresolveert ende g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] ...........................
[Signed:] TOBIAS VLASVATH.
[Signed:] JAN WITTEBOL.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] CORNELIS CORNELISZ.
[Signed:] EMANUEL VAN CEULEN.
[Signed:] J. RAVENSBERGH
[Signed:] J.KROON.
[Signed:] Mij present hiertoe geadmitteert A. DE MAN, Clerq.
C. 13, pp. 9-11.¶
Maandagh {16780418} 18 April 1678, ‘s namiddags ten 3 uren.5
Extract uit de resolutie van den E. Hr. Gouverneur en Raadt genoomen op
Onder stont: Aldus geresolveert ende g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop datum ut supra.
En was onderteijckent Johan Bax, genaemt van Herentals, Hendrick Crudop, Dircq Jansz Smient, Thobias Vlasvath, Jan Wittebol, Jeronimus Cruse, Martinus van Banchem, Cornelis Cornelissen, Emanuel van Ceulen, Joannes Ravensbergh, Jacob Kroon.
Door ons ondergeschreven is dese voorenstaande extract resolutie en contra protestatie aan den Deenschen capteijn Antoni van Doorne overgelevert en ter handt gestelt, nadat hem alvooren den inhoudt van dien was voorgelesen, sijnde den stierman van het Deensche schip de Phenix daar present die de contra protestatie tegens de overheden van [ge]melten bodem mede [w]iert voorgelesen en [h]em ter handen ge[s]telt met aansegging [d]at hij hetselve de [o]verheden van het [g]emelte schip mede soude [c]ommuniceeren [e]n laten lesen. [‘t] Welck hij aan nam en beloofde te doen.6
In ‘t Fort de Goede Hoop, adij 20 April 1678.
Als gecommitteerde:
[Signed:] TOBIAS VLASVATH.
[Signed:] JAN WITTEBOL.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
C. 13, pp. 12-13.¶
[ {16780421} 21 April 1678]
‘Ick ondergeschreve Cnoet Wederman, luijtenandt of stierman in dienst van sijn Coninglijcke Majesteijt van Deenmarken , op het Deense schip de Phenix bescheijden, bekenne mits desen van den E.Heer Johan Bax genaamt van Herentals ontfangen te hebben een pacquet met brieven volgens de superschriptie gedirigeert aan den E. Heer Gouverneur en Raadt over ‘t gebiet en den handel van de Nederlandsche g’octroijeerde Oost Indische Compa. op de cust Cormandel tot Paleacatte 7 om overgegeven te worden aan ‘t eerste off naast gelegenste comptoir van de Nederlandtsche Oostindische Compa. op de Cust van Chormandel , welck pacquet met brieven ick mits desen belove bij behouden varen, volgens de superschriptie wel te bestellen; verclare oock bij desen van den opgemelten E.Heer Gouverneur alle adsistentie en behulp en civil tractement te hebben genooten als sijnde mij oock van sijn E. alle assistentie ten dienste van sijn Coninglijcke Majesteijt van Deenemarken aan gepresenteert.’
‘In ‘t Fort de Goede Hoop 21 April 1678.’
‘KNUD WEDERMANNE.’
‘Ons present als gecommitteerdens:’
‘CRUDOP.’
‘J. CRUSE.’
‘J. RAVENSBERGH.’
‘In kennisse van mij’
‘A. DE MAN, E.Clerq.’
‘Den opperstierman Antonij van Doorn wert bij desen vergunt ende toegestaan om in die qualiteijt mettet Deense schip Oldenburgh van hier na ‘t Patria te moogen vertrecken.’
‘Batavia in ‘t Casteel 27 Januarij 1674.’
‘Onder stondt mits dat voortaen geen gagie bij de Comp. sal winnen en was ondertekend Joan Maatsuijcker.’
C. 13, pp. 14-16.¶
Donderdagh {16780421} 21 April ao. 1678.
Presentibus omnibus g’assumeert Mr. Tobias Vlasvath, Jan Wittebol, schipper op Rommerswael 8 en Cornelis Corneliszoon, do. op de hoecker de Quartel ; Emanuel van Ceulen, do. op de Vlieger ; Johannes Ravensbergh, Jacob Croon.
Door den E.E.Hr.Gouverneur Johan Bax genaamt van Herentals in Rade voorgedragen sijnde hoe dat sijn E.E. was ter kennisse gekomen dat van het Deensche Coninglijcke schip de Phenix aan landt waren eenige Nederlanders, der halven sijn E.E. den Raadt in serieuse bedenckingh geeft off men niet behoorde alle soodanige die aan landt sijn, achtervolgens het placcaet van Haer Ho.Mo. de Staten Generael en de stricte ordres van onse Heeren Majores in ‘t Patria, ‘t sij met off tegens haar wil, alhier aan te houden insonderheijt die reets aan lant en daar toe genegen sijn en versocht hebben om te blijven, Mitsgaders alles overwoogen en met aandacht in deliberatie genoomen, Soo is met eenparighe advisen verstaan van ja, Soo mede ingevalle sij uijt die oorsaeck aan ons mochten comen te versoecken om eenigh volcq in leeningh van de E.Compa. te genieten als door het aanhouden van alle soodanige Nederlanders, merckelijck van volcq verswackt en consequentelijck onvermoogens om dien bodem door zee te brengen dat haar als dan sulcx op die vrunden haer ernstigh versoeck sal werden geconsenteert en toegestaen ten respecte van sijn Coninglijcken Majesteijt van Deenemarcken en de goede alliantie tusschen die croon en onses staet,eerder als dat sij soude komen voor te geven daarom genootsaeckt te wesen alhier een jaar over te blijven.9 Eijndelijck is mede goet gevonden het pacquet met brieven van onse Heeren Majoores op dien bodem berustende geweest en voor eerst alhier aangehouwden en namaels g’opent om onse mesures daar na te connen neemen gedirigeert aan den E.E. Hr. Gouverneur en Raadt over ‘t gebiet en den handel van de Oostindische Compa. op de cust Chormandel tot Paleacatta aan welckers spoedige bestellinge veel schijnt gelegen te sijn, die Deensche vrunden op haer gedaan versoeck toe te betrouwen mits alvoorens een acte te passeeren dat sij de gemelte missive volgens de superschriptie bij behouden varen ten eersten adres te sullen verleenen; voort laest is geresolveert bij ons voorgaande besluijt is blijven persisteeren en den Deenschen stuirman na ‘t eijndigen van de vergaderingh staande met een glas wijn te tracteeren en de voorenstaende acte voor de goede bestellingh van de brieven te laten teijckenen gelijck is geschiet, sijnde de voornoemde stierman alle hulp en bijstandt aan gepresenteert, die verclaarde genoegsaem suffisant te sijn om dien bodem door zee te brengen. Sijnde vorders in alles gecontenteert en vergenoegt.
Aldus geresolveert ende gearresteert in ‘t Fort de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] ...........................
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
[Signed:] JAN WITTEBOL.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] CORNELIS CORNELISZ.
[Signed:] EMANUEL VAN CEULEN.
[Signed:] JOHANNES RAVENSBERGH.
C. 13, pp. 17-23.¶
Saturdagh adij {16780423} 23 April 1678.
Presentibus omnibus.
Aangesien het schip Rommerswael bij resolutie van den 12 April genomen is vastgestelt soo ras vaerdigh ware geweest om te laten vertrecken, soo is efter gemelten bodem door het inconvenient van het Deensche scheepje de Vogel Phoenix , hier op den 9en deser gearriveert, eenige dagen opgehouden en heden andermael geresolveert vermits zeijlvaardigh leijt en vooraangetoogen Deenschen bodem uijt de bhaij reets vertrocken is, bij onse resolutie voors. te blijven persisteeren, weer en wint dienende, op morgen na Batavia voort te laten rijs vorderen om haar Edle. van onse advijsen hoe eer hoe liever te dienen.
En is mede in vergaderingh aan den Gouverneur en Raat overgetransporteert wegens den gewesen Deenschen capitain Antonio van Dooren seecker request, vervolgende van woorde tot woorde aldus:
Aan de EdIe.Heer Johan Bax genaemt van Herentals, Gouverneur aan Cabo de Boa Esperance mitsgaders den E. agtbaren Raadt.
‘Geeft met alle onderdanigheijt te kennen Antoni van Doorne, gewesen capteijn op ‘t Conincklijcken schip van Deenemarcken de Phoenix , dewijle het gemelte Deensche schip reets van dese rheede is vertrocken, dat UEdle. agtbare de goetheijt gelieven te hebben om hem suppliant uijt sijn detensie off arrest in de fortificatie waar als noch is geplaatst te ontslaan om vrij op en neer te mogen gaan, aangesien de oncosten tot sijn levensonderhout dagelijcx merckelijck worden verswaart en door het derven van sijne meeste en principaelste goederen die op het gemelte schip de Phenix door de opperhoofden seer impertinent sijn aangehouden en niet hebben willen laten volgen, hem supplt. niet mogelijck is soodanige oncosten langer te dragen als sullende hem supplt. seer beswaarlijck vallen te voldoen de oncosten die daar reets op sijn geloopen ten welcken opsichte hij supplt. hem wijders tot Uedle. agtbare keert met versoeck dat hij met de eerste gelegentheijt na ‘t vaderlandt magh werden versonden gemerckt hij supplt. naeckt en bloot is, en dewijle hij supplt. in de noortzee en daar omtrent langh heeft gevaeren, Soo vermeent hij supplt. de thuijsgaande schepen in ‘t aandoen van de havenen van het vaderlandt goede diensten te sullen connen toebrengen ‘t Welck doende; onderstont: en was geteijckent Antoni van Dooren.’
‘t Welcke in Rade naergesien en exactelijck geresumeert sijnde, is gemelde capitain Antoni van Doorn van wegens uijt sijn detensie te moogen werden ontslagen, En vrij en liber op en neer te moogen gaan (om sijne redenen hier boven geallegeert) sulcx veraccordeert met dien verstande nochtans dat het Deensche schip eerst behoorlijck buijten ‘t sicht van de rheede moet wesen, en nopende denselven op sijn versoecq na ‘t vaderlant te demitteeren, daar toe niet te sijn gequalificeert ten opsichte de ordres van onse Edle. Heeren Majores uijt vaderlant waren meldende, soodanige persoonen na Batavia te senden, en ‘t welcke voorseijde capitain (achtervolgens vooraangeroerde ordres is toegestaen) en aangeseght sich te willen vervardigen om met Rommerswael (thans zeijlvaerdigh leggende) te sullen vertrecken.
Gelijck mede heden in vergaderingh sijn verscheenen vier stx. persoonen namentlijck: Jan Arentse van Utrecht, Jacob Sijbrants van Amsterdam, Roelof Jansz van do., Jacob Pieterse van do. Alle matroosen van het Deensche scheepje de Vogel Phoenix , alhier aan lantverbleven,10 te kennen gevende dat expres door ‘t quade tractement van die Natie hadden de walgh gecregen en dat sijl. alle geboren Nederlanders waren en seer geinclineert om in den dienst der E. Comp. te gaan voor ƒ10 per maent, gelijck alsse bevoorens bij de Deensche Natie oocq hadden gewonnen, Soo is mede goetgevonden deselve ijder wederom 10 gl. per maandt in den dienst der E. Comp. te latengenieten11 ende drie van de selve na Batavia per Rommerswael te laten vertrecken behalven Jacob Pietersz die een kuijper is en hier is benodight en op sijn versoecqbij gebrecq van een cuijper12 sal op de hoecker de Quartel overgaan mits dat alvoorens (tot alle gerustheijt) comen een verclaringe te passeeren dat vrijwilligh in voors. dienst op haer instantigh versoecq sijn aangenomen en oocq alle vier gebooren Nederlanders sijn.13
Ende gemerct diverse vrijluijden van wijt en zijdt in vergaderingh hebben comen aandienen de geweldenarij en diefachtigheijt der Hottentots soodanigh te sijn ingebroocken dat ijder van sijn vee een merckelijcke quantiteijt niet alleen met openbaer gewelt werden afhandigh gemaeckt van de cuddens schapen die de schaepwagters voor haare Meesters sijn weijdende, maar werden daarentegen in haa[r]l. gesicht gedoot en verconsumeert in soodaniger maniere dat sijl. seer grotelijcx gedreijgt werdende van deselve den hals te willen breecken, daarenboven voor haar lijff niet seker en gaan, en verscheijde andere hostiliteijten en insolentien meer dienaangaende ons abundant ter ooren comende als dat mede die ongebonde Natie haer niet hebben geschroomt bij claer lichten dagh geweldiger handt speck en vleesch uijt de vrijeluijden haare huijsen wegh te nemen en daarenboven deselve, sulcx trachtende te beletten, te slaen en soodanigh te opposeeren dat onvermogens sijn sulcx te kunnen tegengaen; causeerende het selve stelen van die Natie wel ten principaelen door de menagie die op de rijs altans gestelt is, en sulcx de rijsroll van de vrijluijden vercleijnt sijnde, de meeste part door ‘t derven van die voetsame cort14 hebben moeten haare Hottentots casseeren; ende ditselve door den Gouverneur en Raat sijnde ingesien, als mede dat door den grooten hongeronder die Africanen15 soodanige hostiliteijten daer op sijn gevolght, streckende tot ruine van den armen borger, ende daer in tijts niet in voorsien werdende, meerder toe als af te nemen stondt, Soo is bij den Gouverneur en Raat daerover met groote opmerckingh gedelibereert en goetgevonden eenige Hottentots die bevoorens de vrijluijden gedient hebben (om die diefstallen en gewelden voor te komen) in de plaats van rijst hart broot (waar van noch wel versien sijn) voor haaren arbeijt te laten geven en voor eerst de Hottentots capitainen (in onse handen becomende) in goede verseeckeringh te houwden tot dat soodanige schelmen in onse macht comen over te leveren om deselve na exigentie van saken haare welverdiende straffe daarover te doen gevoelen, ende op dat een ijder een sich wel sal hebben te wachten en op hoede wesen dat soodanige gewelt van die schelmen, als seer hongerigh sijnde, altans in swangh gaet dat de onwetende mede niet en werde achterhaelt noch bedroogen, Soo is mede gearresteert den lt. Jeronimus Cruse op morgen een ronde en visite alomme ten platten landen te laten doen en alle de vrijel. aan te seggen dat wie soodanige schelmen weet in onse handen over te leveren, sal werden voor sijne moeijte gegeven 260 lb. rijs en vermits geseijde Hottentots seer geswint sijn, dat niet wel ‘t sij te paert off te voet kunnen werden achterhaelt, vermits het stijle clipachtigh gebergte tot haar voordeel cunnen nemen),16 Soo is efter mede noch beslooten de patrolie ‘s nachts vigilant te laten oppassen en allerwegen te laten uijtsien en eenige ruiterij, soo bij dagh als bij nacht, gunts en herwaarts te doen rijden omme te sien off daarmede eenige moeijlijckheden dien aangaende sullen kunnen prevenieeren.
In ‘t Fort de Hoop geresolveert en gearresteert ten dage en jare voors.
[Signed:] J. BAX g. v. HERENTALS.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Secrts.
C. 13, pp. 24-27.¶
Dingsdagh adij {16780426} 26 April 1678.17
Presentibus omnibus.
Aengesien door den luijtenant J. Cruse in conformitte van ons jongste besluijt in dato 23en deser om de Hottentots na te speuren en op te vanghen uijtgeweest sijnde, ons door opgemelte luijtent. sijn opgebraght ses stx. Hottentots, Soncquas genaamt, soo men seght handadigh aen die vee dieverijen18 en verdre inpertinente hostilitijten meer aan deese inwoonderen alhier gepleeght, ende vermits mede nogh eenighe van de principale adhaerenten sigh door haare geswinthijt op ‘t stijll klipaghtigh geberghte hebben begeven ende aldaar in ontoeganckelicke paden en voorname schuijlhoecken haar weeten op te houden alwaar voor onse natie onmogelijck sijn te aghterhaalen, onaengesien stercke debvoiren daartoe dagelix werden aengewent, om de sodanige in onse handen te becoomen, en dewijle sulcx soecken voor ons maar vrughteloos sij en andre middelen op de saghste mannier daar toe in ‘t werck te stellen gants dienstigh sijn, Soo is door de E.E.Heer Gouverneur den Raat bij een geconvoceert sijnde, sulcx mede in bedenckinge gegeven, ende daar over weder sijts gedelibeereert en goetgevonden die Hottentots cappitainen Kuijper, Schagger en Thomas in vergaderingh te ontbiden en de selve ernstigh aen te seggen dat ons selfs sullen moeten hebben over te geven sodanighe quaatdoenders off voor deselve op te vanghen de ordre te moeten stellen alsoo sijl. selfs soo langh in arrest moeten blijven en eer niet konnen werden ontslaaghen voor dat den Trompetter en Hertebeest, sijnde van de slimste rovers, in onse handen waaren gelevert, en daar na haar beste wel hadden te doen in gevalle begeerden d’ E.Compa. niet meer op den hals krijgen; ‘t welcke deselve in vergaderinghe voorgehouden sijnde, hebben tot ‘et opvanghen van bovengemelte twee Hottentots ordre gegeven en sijn goetwilligh tot borghtoght (nadat ijder met een romer aracq a twee beschoncken was) in arrest getreden ende om die natie op de sagste en minnelickste wijse tot ‘et overgeven van die veedieven en struijckrovers te lighter te annimeren, en ‘t steelen van die natie soo veel doenlijck te beletten, soo is mede nogh ten meesten dienste der E.Compa. ende tot een algemene rust van de bouwman en vrijborger g’arresteert ten opsigte voors. capitainen klaghen die Hottentots als nu niet welin desen tijt19 kunnen aen de kost komen en seer hongerigh sijn, de sodanighe aen ‘t uijtdelven van ‘t ‘s Comps. fortificatie graft te werck te stellen en deselve daar voor eenighe rijst off hart broot te doen geniten, en voorts om te tonen dat het onse ernst oocq is tegens de autheurs en voornaamste conspirateeurs van sodanighe schelmaghtighe onderneminghen te procederen en na bevindinghe van saacken te straffen en desselfs mede complicen tot afschrick van andre meerdre suspecte schelmen onder een goede opsight te bannen op het Robbeneijlant om aldaar tot eenighen offresserende arbijt ten dienst der E. Compa. voor een tijt te werden gebruijckt.
Aldus geresolveert en gearresteert in ‘t Fort de Hoop, datum ut supra.
[Signed:] J. BAX.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] ...........................
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
C. 13, pp. 28-34.¶
Resolutie genoomen op Dingsdagh adij {16780503/16780507} 3en Maij 1678 mediteerende tot den 7en do. daaraan.
Presentibus omnibus exempt den E. capiteijn Dircq Jansz Smient door schielijcke toeval van sieckte absent gebleven.
Den Raat door den Heere Gouverneur deser residentie bij een geroepen sijnde, ten principalen omme af te wachten (na dat alvoorens door de boode meest ijder een van onse raadspleginge verstendigt is geweest) off oocq eenige persoonen vermits de tegenwoordigheijt van de laaste retourschepen alhier iets hadden te versoecken, des sijn in Raade verscheenen een goeden nomber persoonen dewelcke seer instantelijck versochten, vermits volcome tijtsexpiratie, om te moogen met voors. retourbodems repatrieeren als mede wederom eenige om de novo met meriterende opslach van gagie te werden in den dienst der E.Compe. aangenoomen, Soo sijn door den Gouverneur en Raat de sodanige op welckers reecq. te goet en hare tijt volcomen g’expireert bevonden is, op haare iterativen solicitatien daartoe gelicentieert ende wederom andere bequame dienaeren op haar versoeck met de daartoe staande belooningh onder ‘t ordinaire verbandt begunstight, ende gemerct in Rade haar mede hebben verthoont eenige impotente uijt het hospitael, blijvende van de passeerende en repasseerende bodems alhier overleggen tot groote laste en intreste van onse Heere Meesters, wel voornamentlijck van de soodanige die door luijigheijt door ‘t goet genoth van de ververssinge aldaer, haar maar soecken op te houwden waaronder oocq eenige die merckelijcke gebreecken in den dienst der E. Compe. en oock daar buijten hebben gecregen en waar door gansch door ‘t ontbeeren haerer vereijssende leden en gesontheijt onbequaem geworden sijn, En vervolgens instantigh versocht om te moogen in ‘t Patria gaan sien off tot haar voorige gesontheijt cunnen geraecken, Soo is bij den Gouverneur en Raadt sulcx ingesien ende geconsidereert de soodanige impotenten, in India doorgaens tot soulaes van ‘s Comps. sware oncosten haare maendelijcksen gagie daermede in schieten en op reeck. werden gedebiteert, gelijck alhier mede in dier voegen niet onredelijck dan werden geoordeelt, daarvoor ten minsten eenige recognitie wierde betoont, altijt om den luijen aart onder sommige schuijlende, soo veel mogelijck te verminderen, Soo is na goede overlegh een parigh daarop geresolveert, en goet gevonden de gebreckelige hier tot laste en onbequaem tot eenigen dienst, ongeacht derselver tijt niet is geexpireert, op haar versoecq na ‘t vaderlant te licentieeren buijten eenige belastinge, namentlijck soo haare ongesontheijt en gebreecklijckheijt in den dienst der E. Compe. hier ter plaatse hebben gecregen, maar de soodanige die jaer en dach in voorseijde hospitael van de passerende en repasserende bodems20 blijven tot groote intereste der E.Compe. overleggen, na ‘t montant van haare winnende gagie maendelijcx voor de helfte op haare reecq., alsoo de meesters van ‘t hospitael somwijl vernemen het met eenige niet al te rechten ernst is, en oversulcx wel eenige belastinge meriteeren.
Saturdagh den 7en do. daaraanvolgende.
Den Raat wederom vergadert en bij een gecomen sijnde omme te resumeeren de vaderlantse papieren en missiven ten antwoorde van haer Edle. d.Heeren Bewinthebberen Hoogh geeert schrijven gedirigeert om off al het geene in deselve wel circumstantelijck mocht wesen genoteert en vervath dat aan haer Edle. voornt. nootsaeckelijck diende geadviseert. Des sijn deselve in Rade met aandacht gelesen en na gedane lecture is door den Gouverneur ront gevraegt off ijmandt oordeelde ten dienste van onse Heeren Maijores daar noch diende bij off aff gedaan te moeten werden, Soo is (na dat ijder ‘t sijne hadt bekendt gemaeckt geandtwoort van neen, en g’arresteert bij voors. materie te sullen blijven.
sNmiddens21 sijn mede in vergaderingh verscheenen alle de schippers van de hier ter rheede leggende tweede retourschepen overgevende nevens onsen equipagiemeester (en baes timmerman na dat door den gouverneur hun daartoe alvoorens aangesocht was) seecker verclaringen wegens hunne visitatien door opgemelte sijn E.E.ordre aan ‘t jacht Pouleron gedaan, ende gemerckt den schipper van ‘t jacht Poeleron insisteert, vermits een weijnigh overladen is, en uijt vrese van eenige leckagie op de verdere reijse, dat mocht van sijn overladen cargasoen alhier werden een weijnigh ontlast, onaangesien dat bij de verclaringen van de andere schippers in compe. varende, consteert dat gedurende de reijse van Batavia tot herwaerts toe efter wel en bequaem zeijl heeft cunnen voeren en oocq gevoert en denselven bij occasie wel sien hebben pompen, maer van geseijde schipper op 7en Maart (na gedaene prijinge) te hebben verstaan dat het noch heel wel conde gaande houden, gelijck bij de verclaringen door den equipagiemeester en baes timmerman voornoemt daarvan gepasseert, mede blijckt dat op de naeuwkeurige visitatie daer aen gedaen, geene de minste leckagie hebben cunnen ontwaren, maer wel dat ijets boven haar behoorlijcke ladingh was inhebbende. Ende invoegen bij ons sulcx sijnde grotelijcx overwoogen en in consideratie genomen en dit bovenstaende relaes van ijder sijn gevoelen blijckende breeder bij de meergem. getuijghschriften daervan overgeleghtVgl. die attestasie van die skeepsoffisiere van dieals nu genoegsaem gehoort dat weijnigh of geen pericul daaraan vast is, als sijnde nu oock de periculeuste zee en ‘t holle water gepasseert, Soo is ‘t dat den Gouverneur en Raat mede om de groote volumineusheijt daeraan vast sijnde, met goet overlegh hebben gearresteert ‘t cargasoen dat doch sober genoech is en wenschelijck ware grooter was, geheel in gemelden bodem soo als ‘t selve van Batavia daarin is gescheept te laten verblijven, vermits de nootsackelijckheijt daertoe noch soo hardt niet is dringende, ende geconsidereert de particuliere goederen a daarbij noot werdende uijtgesmeten, dien bodem niets te veel overladen te sullen sijn. Soo is wijders noch goet gevonden (na dat alvoorens eenige goederen sijn wegh gestuwt en soodanigh opgeruijmt dat bij hooghdringende noodt te gelijck kunnen balijen en pompen) de opperhoofden van dien bodem serieuslijck te gelasten omme bij storm of onweder, eenigh gevaer onderworpen raekende, alle particuliere goederen, kisten a overboordt te smijten en deselve tot seguriteijt van ‘t cargasoen onser Heeren Maijoores aan Neptunus op te offeren en ‘t geene meer tot voorstandt van welgem. onse Heeren Meesters nootsakelijck sal dienen gedaan als verhoopende dan deselve, door Godes alwijse en machtigh bestier, wel te sullen de havenen van onse lieve vaderlant sonder rampen bestevenen.
Aldus geresolveert en gearresteert in ‘t Fordt de Goede Hoop ten dage en jare voors.
[Signed:] J. BAX g.v. HERENTAL[S]
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM, Secrets.
C. 13, pp. 35-36.¶
[ {16780500} Maij 1678]
Eed voor den Secretaris.
Ick belove en swere de doorluchtige Ho.Mo. Heeren Staten Generaal der vereenigde Nederlanden mijne souverainen, Sijne Hoogheijt Willem Hendrick Prince van Orangien als Gouverneur, capiteijn en Admirael generaal, de Heeren Bewinthebberen van de Vereenigde Oostindische Compa. mitsgaders den Edle.Heer Gouverneur generael over derselver staat in India en den Heer Gouverneur deser residentie gehouw en getrouw te wesen in dit ampt van Secretaris mij oprechtelijck te quijten, de secreten des Camers aan niemandt te openbaren, den rechteren en parthijen vromelijck te dienen, geen attestatien, obligatien, brieven van verbande ofte eenige andere acten ofte minuten te sullen authentiseeren veel min uijtgeven, ten sij de luijden die deselve gepasseert en verleden hebben in persoone voor mij en de getuijgen in deselve genoemt, gecompareert sijn, ende den inhoude derselve genoempt, duijdelijck verclaart hebben mitsgaders de minuten ofte protocollen daarvan bij de comparanten en de getuijgen mitsgaders mij als secretaris gesubschribeert ende onderteijckent sijn, ende voorts de ordonnantien op dit ampt geraampt poinctuelijck t’ onderhouden, dit sal ick niet nalaten om eenige gunst, haet, profijt off schade.
Soo waarlijck moet mij Godt Almachtigh helpen.
Op den …22 Maij 1678 heeft den clerq Andries de Man in volle vergaderinghe den voorstaanden eet als Secretaris van den Politiquen Raadt afgeleijt.
C. 13, pp. 37-39.¶
Dingsdagh {16780607} 7en Junij ao. 1678.
Aangesien de noch hier ter rheede leggende schepen Prins Willem Hendrick de derde en Tidoor t’ eenemael in gereetheijt sijn gebragt, mitsgaders haare aangebrachte impotenten in ‘t hospitael gereconvaliseert, Soo is ten meesten dienst der E.Compa. verstaan die bodem per eersten haar depesche te geven, werdende gerucht dat in ‘t schip Prins Willem noch een quantiteijt particuliere goederen (buijten de geene die reets door den fiscael deser residentie daar sijn uijtgehaelt) soude sijn verbleven en dewijle de hooge Indische regeringh daar vooraf met schip23 Den Briel is kennisse gedaan, Soo vermeenen om ‘s Comps. costelijcken bodem niet langer op te houden, daar omtrent den dienst van de E.Compa. te sijn betragt.
Den hoecker de Bode geprojecteert naer ‘t eijlandt Mauritius om ons van daar toe te brengen een ladingh calcq en timmerhout, en gemerct ‘t saijsoen om die vojagie t’ onderneemen dagelijcx seer begint te naderen, Soo is eenparigh verstaan gemelte bodemtje tegens medio deser maandt sijn depesche te geven insgelijcx geconsidereert dewijle door ‘t presente opperhooft aldaar Sr.Isaac Joannes Lamotius is versuijmt met de hoecker de Bode een petitie van ‘t geen aldaar benodigt was na Batavia te senden, en waardoor sij gevolglijck aldaar van vivres en andere nootsakelijckheden sullen wesen ontbloot, Soo is g’arresteert om haar aldaar uijt verlegentheijt te houden, met den gemelten hoecker derwaerts af te senden 2 lasten rijs en 1 last broot, en noch eenige andere goederen die wij oordeelen aldaar te vereijssen, met ernstige recommandat[ie] aan ‘t gemelte opperhooft dat dit de laaste mael sal wesen dat sij met eenige granen off broot van hier sullen werden geprovideert, maar dat sij in tegendeel met alle naarstigheijt sullen moeten tragten haar met het voortplanten van granen, patattes, boontjes &a haar eijgen brootcooren te connen winnen, waer toe op dat gerenomeerde vruchtbare eijlant geen middelen komen te gebreecken, alsoo de intentie van onse Heeren Majoores geensints is om noch langer soodanige onkosten te suporteeren.
Zeecker sargeant alhier in guarnisoen bescheijden, genaamt Eldrich Laurens, den welcken d[e] opsicht over ‘t volcq die van de vaderlantse scheepen alhier aan landt in ‘t bos hebben moeten arbeijden was aanbevoolen, hem niet ontsiende ‘t volcq onder dese en geene dreijgementen ‘t haare af te neemen, en aan leelijcke vuijle morsserijen schuldigh te maecken, sijnde bij den Gouverneur en Raadt goet gevonden dese saak politijcq af te handelen, en denselven voor den tijt van 6/m van sijn ampt, qualiteijt en gagie te suspendeeren.
Vorders is noch verstaan ter eeren van den nieuw gekooren Edle. Heer Gouverneur generael eenige banditen op ‘t Robbeneijlant geplaatst van den vorderen tijt, haarder bannissement te largeeren.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] J. BAX g.v. HERENTALS.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 13, pp. 40-43.¶
Dinsdagh {16780614} 14 Junij 1678.24
Presentibus omnibus.
Zeecker Hottentot onlangs onder meerder getal in d’ kercker geset over ‘t heelen, nevens andere schaapen dieven25 aen verscheijde ingesetenen alhier ten plattenlandegepleegt, d’ welcke uijt d’ gevangenis gebrocken en alleen desen, sijnde een oout26 man die self geen quaat gedaen heeft, agtergelaten, die eenelijck van ‘t gestoolen vleys mede heeft gegeten, sonder daer verder aen schuldigh te sijn; is verstaan te largeeren, te meer dewijl denselven maer tot laste van d’ Compe. moet gespijsigt werden.
Den slavin van den baes timmerman Adriaen van Brackel, in hegtenis sittende over gepleegde dieverijen en gesustendeerde huijs-braack ten huijse van den borger Louwijs van Bengale,Sien konfessie van 30 April 1678 van genoemde slavin in C. J.2954: Confess. & Interrog ., 1677-1685, p. 90.is goet gevonden gem. slavinne den eijgenaer weder te laten toekomen, mits dat hij alvoor[e]ns gehouden sal sijn met gemelte Louwijs van Bengaale over de gestoolen goederen te accordeeren en deselve te contenteeren.
Sittende insgelijcx noch in hegtenis twee matroosen alhier in guarnisoen bescheijden gent. Bartel Koop en Bastiaen Hendricx de welcqe van de bovengemelte slavin worden beschuldigt dat sij eenige gestoolen contanten van haer souden hebben genooten, ‘t welcq nochtans bij haer wort ontkent, Soo is mede goet gevonden de gemelte 2 persoonen voor eenigen tijt op ‘t Robbeneijlandt aen d’ gemeene wercken te laten arbeijden, mits behoudenis van gagie.
Twee soldaten alhier in guarnisoen bescheijden, gent. Jan Linnerman en Hendrick Niederstat d’ welcqe na men segt eenige goederen uijt d’ kisten van d’ wiltschutten soude hebben gestoolen sonder dat sulcx echter door haer ontkennen seekerlijck konnen weeten, is insgelijcx verstaan deselve voor eenigen tijt na ‘t Robbeneilandt te senden, mits haere gagie voortloopende.
Zeecker beestewachter Hendrick Bolt gent. d’ welcqe hem niet heeft ontsien voor eenigen tijt geleden op prive authoriteijt,sonder consent off kennisse van sijn overigheijt27 met d’ wiltschutten 3 weecken in ‘t landt te gaan en gedurende dien tijt van sijn bescheijden post te absenteeren, Soo is mede goet gevonden denselven sijn gagie af te schrijven van die drie weecken die hij van sijn bescheijden post is afgeweest en daerenboven noch drie maanden op ‘t Robbeneijlandt aen d’ gemeene werckenmet sijn gagie28 te arbeijden.
Cornelis Jansz van Dijck gewesen botteliersmaat op ‘t schip Tidoor de welcqe hem niet heeft ontsien ten tijde wanneer den fiscael deeser risidentie29 aen dien bodem was tot een30 aenhaelen van een groote quantiteijt particuliere goederen, ‘t volcq haer rantsoen te onthouden, sijnde een saack van seer quade gevolge, waerom is goet gevonden denselven voor eenigen tijt op ‘t Robbeneijlandt te setten, om aldaer met gagie te arbeijden.
Insgelijcx in consideratie genomen dat seeker matroos van ‘t sdhip Tidoor genaamt Meuwes Bastiaensz doenmaels wanneer den fiscaeldeser residentie aan dien bodem was31 tot ‘t aenhaelen van een groote parthij particuliere goederenVgl. die attestasie van 9 Junie 1678 in C. 329: Attestatiën, 1675-1678, pp. 101-102.hem niet heeft ontsien en32 ander matroos op dien bodem bescheijden te beschuldigen dat hij den aenbrenger was en daerover met vuijsten nevens andere dicht33 af te slaan, ‘t welcq een saack is van seer quade gevolge, sijnde derhalven in Rade verstaan denselven voor den tijt van 6 maandensonder gagie34 op ‘t Robbeneijlandt aen d’ gemeene wercken te condemneeren, als sijnde den geledeerde onschuldigh wegens ‘t aenbrengen en des ten hoogsten hier door geledeert.
Op ‘t versoeck van seecker quartiermeester gent. Willem Pieter Fransz om als vrijman na ‘t eijlandt Mauritius te gaen om hem aldaer nevens andere ingesetenen te mogen erneeren, Soo hebben wij sijn versoeck geaccordeert. Insgelijcx aen den quartiermeester Lambert Lamb.35 op sijn versoeck toegestaan in dienst van d’ E. Comp. na Mauritius te vertrecken en indien hij bij sijn aenwesen aldaer mochte genegen zijn in vrijdom aldaer te blijven, sal sulcx hem werden toegestaan.
Eijndelijck noch goet gevonden zijnde den hoecker d’ Bode sijn depesche na Mauritius te geven, soo is hiermede d’ vergaderinge gescheijden.
Aldus geresolveert in ‘t Fort d’ Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] ...........................
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 13, pp. 48-51.¶
Woensdagh {16780629} 29 Junij ao. 1678, in de avondt vergaderingh.37
Dewijl ‘t Godt almachtigh gelieft heeft na sijn alwijse oordeel onsen Edle. Heer Gouverneur Joan Bax genaemt van Herentals loffelijcker memorie t’ onser bijsondere groote droefheijt heden voor de middagh tusschen 10 en 11 uren uijt dit bedroeffde tijdelijcke leven te ontbinden en tot de hemelsche gelucksaligheijt over te brenge[n] na dat sijn voorn. Edle. eenige dagen aan een benaeuwde borstsieckte ‘t bedt heeft moeten houden, So is ‘t dat door d.E.Hendrick Crudop, secunde deses Gouvernements, de vordere leeden van den Raadt bij een geconvoceert zijnde om over dit onverwacht geval en andere saken te delibereeren ende sulcx dan gevolglijck verstaan het doode lichaem van sijn voornoemde Edle. nae sijn Edle. eminente qualiteijt ten respecte van de E.Compa. met de behoorlijcke lijckstatie en het geen daartoe sal komen te vereijsschen op ‘t alderfatsoenlijckste, soo veel immers doenlijck sij, in d’ nieuwe kerck ter aarde te brengen en rustplaats te verschaffen.
Ende gemerct al bij leefftijde van de Edle. Heer Gouverneur saliger, sijn welgemelte Edle. voornemens geweest en ooc al resolutoir verstaen is, aangesien noch een groote parthij swart greijn bij ‘s Comps. magasijnen berusten de welcke niet alleen veel jaren herwaarts vrugteloos hebben gelegen, sonder dat deselve hebben connen gedebiteert, maar selffs door t’ langh leggen seer van de mot sijn gesteeken, gemelte grijn tot roumantels te approprieeren omme in tijdt en wijle aan d’ geen die des sullen begeren, nae d’ manier van ‘t vaderlant, tegens een seecker taxt verhuirt te werden waardoor dan ‘t verder verderff dat andersints dagelijcx meer en meer stondt toe te neemen beleth en door langh gebruijck d’ E. Compa. ruijm dubbelt aan het costende soude connen geraecken, Soo is nae voorgaande overleg bij dese occasie gemeen advis verstaan ‘t gemelte concept van d’ E.Hr.Gouverneur saliger in te volgen en dat uijt het meerder gedeelte van het meergemelte bedorven greijn sullen werden gemaeckt ses of meer lange rouwmantels en d’ rest g’emploijeert soo tot overtreckkingh van ‘t gestoelte en daer ‘t voorts mochte comen te vereijsschen, als tot mantels en kussens voor de Raden van Justitie, mits sulcx betalende uijt ‘t geen geseijde Camer bij de boecken in avance sij.
Van gelijcken is verstaan een nieuw doodtkleet te laten maecken dewijle ‘t presente van ‘t swart laecken expres daartoe uijt het Patria g’eijchte cleet niet alleen gants kleijn en niet wel bruijckbaer maar selffs ooc seer veroudert en beschadigt is, sullende d’ E.Compa. ‘t bedragen van dien met het selve te verhuijren genoechsaem weder inhalen.
Aangesien mede ‘t fluijtschip d’ Geele Beer , in compa. van Hellevoetslujjs gedepescheert, door de contrarie windt hier ter rheede werdt wederhouden, So is goet gevonden met dien bodem per een apart brieffjen d’ Hooge Indische Regeering tot Batavia d’ afflijvigheijt van onsen Edl.Gouverneur saliger t’ adviseeren en tot dien eijnde tot morgen het schip alhier te doen tardeeren.
Gelijck dan ooc noch met eenparige stem38 ter neder gestelt is tot provisioneel hooft en oppergesaghebber deser plaatse volge[ns] ordre en begeerte van meer gerepeteerde Heer Gouverneur saliger, onlangs en ooc cort voo[r] sijn eijnde, in presentie van den geheelen Raad voorgedragen, aan te stellen den E. Hendric[k] Crudop secunde deses Gouvernement, en dat denselven als tweede sal volgen d’E. capitain Dir[cq] Jansz Smient welcke beijde ooc alleen sulle[n] moeten en mogen verhandelen alle saacken en voorvallen, secretesse vereijschende.
Aldus g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] Mij present A. DE MAN.
C. 13, pp. 52-59.¶
Woensdagh {16780706} 6 Julij ao. 1678.
In deliberatie geleijt sijnde dat bij leefftijde van den Edle.Heer Gouverneur saliger sijn welgemelte Edle. den presenten Raadt al hadde in bedencken gegeven off men niet den hoecker de Quartel tot vervolgh van den slavenhandel op ‘t eijlandt Madagascar in de baaij St. Augustijn weeder behoorde aan te leggen en gevolghlijck medio deser maant derwaarts te senden, op welck subject den Raadt dnu39 nader gereflecteert en geconsidereert sijnde dat wij bij sodanige besendingh t’ eene mael van cleen vaartuijgh in loco soude wesen ontbloot, daar nogtans d’ Edle. Heeren Majores in ‘t Patria bij dese constitutie van oorloghtijden seer gaarne saege en ooc begeren altoos ‘t een of ander scheepje aan de handt te houden, om tot overportingh van importante advisen na India in tijt en wijle te connen dienen, behalven dat bij de repartitie van d’ equipagie die de Edle. Heeren Majores voorneemen sijn desen jaare na India te doen, geen soodanigen deen vaertuijgh staat genoteert, om alhier tot remplacement te connen dienen, Soo is met eenparigheijt van stemmen ten meesten dienst van de E. Compa. goet gevonden de besendingh om slaven na derwaerts voor ditmael te staken en tot nader opportuniteijt uijt te stellen, te meer dewijl mede gegist wert, dat ‘t jongst alhier aangewesen Engels scheepje na derwaarts vertrocken, ons aldaer te voor gecomen en met de best en meeste buijt doorgegaen sal wesen.
Gelijck dan oock geconsidereert sijnde, dewiji de Edle.Heeren Majoores haar in dese tijden bijsonderlijck aan de Caap laten gelegen sijn, off ‘et niet nodigh en raetsaem soude wesen haar hoogh EdIe. van den toestandt alhier en de afflijvigheijt van den Edle. Heer Gouverneur saliger per een expres bodemtje van hier adroitture na ‘t vaderlandt advis te geven, doch daertegen aangemerct wij daartoe geen vaartuijgh althans aan de handt hebben, goet gevonden is, hiervan te supersedeeren en nader gelegentheijt af te wagten.
Dewijle d’ ordinarij tijt om verstreckingh op reecq. van soldij te doen reets ten vollen is verscheenen en ‘t guarnisoen om haar lichamen voor de koude te preserveeren sulcx hoognodigh vereijst, invoegen de Edle. Heer Gouverneur saliger in sijn leven tot het effect van dien al hadde ordre gegeven, So is verstaan de gemelte verstreckingh aanstaande Maandagh voortganck te laten neemen met die omsichtigheijt nochtans dat aan d’ geene die bij d’ E.Compe. ten achteren staan soo spaersaem als eenigsints doenlijck sij, sal werden verstreckt om de E.Comps. buijten schade te houden, excuserende voorts alle sijne goederen aan d’ gemeene maats te geven als eenlijck aen d’ officieren en dat noch niet ten sij op haer respective reeck. in voordeel staan.
Den schipper van den hoecker de Quartel en met een40 equipagiemeester alhier aan landt, ons te kennen gegeven hebbende hoe dat door sijn afwesen en absentie van den gemelte hoecker onder de officieren somwijlen al eenige twist en moeijelijckheijt was ontstaan, waardoor alles niet na behoren was toegaande, Soo is verstaan om alle onheijlen en wanordre op den gemelte hoecker voor te komen en waaruijt bij tijt en wijle grooter onheijl soude connen resulteren, hen41 schipper van sijn bewindt alhier aan landt t’ ontslaan en dat alvoorens behoorlijck transport aan sijn geprojecteerde vervanger gedaen hebbende, op den hoecker sal gaen sijn plaets becleden, konnende des echter altoos, den dienst van de E.Comp. sulcx vereijschende, aan landt bij voorval wel werden gebruijckt.
Omme over alle voorvallen en saacken van Politie met de meerder omsichtigheij[t] en overlegh ten dienst van de E.Compe. te connen delibereeren, is met gemeen advis van stemmen verstaen den Raadt tot het complete getal van vijff persoonen te brengen en een lidt uijt den Raadt van Justitie die g’oordeelt wert daartoe wel de meeste capaciteijt te hebben te assumeeren, sijnde gevolglijck daartoe g’eligeert den cassier Sr.Joannes Ravensbergh om nevens de verdere presente leden voortaan in Rade in sessie te nemen naast denondercoopman Martinus van Banchem42
Vervolgens in opmerckinge genomen wat tijde van oorlogh wij althans noch beleven en dat gevolglijck ons oock niet connen geruststellen van geen Europiaansche vijanden d’ een of ander tijt besocht te werden, te meer dewijl de geruchten al eenigen tijt sijn geweest, volgens ‘t aanschrijven van de Edle.Heeren Majores in ‘t Patria dat bij den coningh van Vranckrijck om dese plaats te attacqueren al toelegh soude sijn gemaeckt, ons derhalven serieuselijck recommandeerende in alle mogelijcke postuir van deffentie te wesen om niet onverwacht overvallen te werden, Soo is bij den Raadt met eenparigheijt van stemmen hooghnodigh geoordeelt en ter neder gestelt, het werck van de nieuwe fortificatie met het geen daaraan dependeert ten principale daarheen te dirigeeren om alles wat eenigsints tot deffentie kan dienen met de middelen en de macht die aan de handt hebben naarstelijck bij der handt te neemen, verstaande daarmede het afsluijten van d’ bolwercken, ophogen der walgangen, diepen van d’ gracht en approprieeren van beddingen onder ‘t canon en soo voorts buijten ‘t welcke ‘t fort niet can gesegt werden in rechten staat van tegenweer te wesen, latende inmiddels alle geprojecteerde woonhuijsen in haar geheel tot nader opportuniteijt (except die geen die reets begonnen en nodigh om te voltrecken sijn) off wel tot d’ comste van een absoluijt hooft uijtgestelt.
De fluijt Strijen sijn behoorlijck43 leghdagen ten eijnde geloopen en ‘t volcq behoorlijck ververscht sijnde, mitsgaders de impotenten in ‘t hospitael meest alle gereconvaliseert, behalven noch eenige weijnige die alhier sullen moeten overblijven, Soo is verstaan dien bodem op morgen sijn depesche te geven.
Staande dese vergaderinge noch binnen getrede[n] sijnde den gepriviligeerden herbergier Tobias Marquart, te kennen gevende, en met goede redenen demonstrerende, hoe moeijelijck en nadeelich hem viel ‘t aanhouden van sijn ten platten lande gelegen bouwereij, genaamt d’ Brandenburger , mitsdien met sijn neeringe hier aan ‘t fort so veel te doen hadde als afsien conde, behalven dat ooc daarvan geen groote kennis hebbende, ‘t werck ten principalen op slaven most laten aancomen, die bij sijn absentie daermede nae eijgen believen omsprongen, Mitswelcken versoeckend[e] hem mocht werden vergunt deselve aan goede luijden, rechte lantbouwers sijnde, te vercoopen; welck versoeck dan aengemerct en daerbesijden geleth sijnde dat d’ coopens sijn d’ geen die de particuliere goederen van ‘t schip Tijdoor hebben aangebracht, d’ welcke nae d’ ordre van d’ E.Comp. overal d’ handt moet werden geboden, behalven haer ooc voor rechte coloniers uijtgevende, daermede meenen genoechsaem aen d’ cost te sullen connen geraecken, Soo is des versoeckers instantie toegestaen, mits daerbij niet en sal vermogen erflijc te transporteeren sodanige beesten waerop d’ Compe. de gewone servituijt heeft, maer wel op sulke conditie als hun die sijn vergunt.
Aldus g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 13, p. 60¶
Woensdagh [ {16780714} 14 Julij 1678]44
Ik beloove ende swere d’ doorluchtige hoogmogende Heeren Staten Generael der Vereenigde Nederlanden, mijne souvereijnen, sijne Hoogheijt den Heere Prince van Orangie als derselver Capitain Admirael en Generael, de Heeren Bewindhebberen van de Generaele Nederlantse g’octroijeerde Oostindische Compa., den Edle.Heer Gouverneur generael en Raden van India mitsgaders het opperhooft en den Raat deser plaatse45 gehouwen getrouw te wesen, dit ampt van Politicque Raadt oprechtelijck te bedienen, ‘s Comps. mitsgaders deser plaats recht en welvaren na behoore[n] getrouwelijck voor te staen, de secreten deses Raadt en wat daarin verhandelt sal worden aan niemandt t’ openbaeren, en mij voorts te gedragen soodanigh als een opregt Raatspersoon toe staen ende betaemt, Dit en sal ick niet naarlaten, noch om haet ofte gunst van d’ een of d’ ander.
Soo waarlijck moet mij Godt Almachtigh helpen.
Op Woensdagh 14 Julij 1678 heeft Monsr. Joannes Ravensbergh in vergaderingh den voorenstaande eet gedaan als Politicquen Raadtspersoon.46
C. 13, pp. 61-66.¶
Woensdagh {16780714} 14 Julij ao. 1678.
Den fiscael deser residentie Mr. Tobias Vlasvath, hebbende ter vergaderingh te kennen gegeven dat ten aansien d’ quantiteijt particuliere drancken door hem jongst uijt d’ schepen Tijdoor en Prins Willem aangehaelt en geconfisq. verclaert, als nu behoorlijck opgevult en in Comps. magasijnen waren overgenomen, sijn E. niet ongenegen was sijn portie daervan op d’ vorige wijse en prijs aan d’ Compa. over te doen, versoeckende mitsdien daerop des Raadts finael besluijt waerover dan gedelibereert en aangemerct sijnde dat d’ vorige prijsen aen hem en den aenbrenger voor gelijcke soort drancken betaelt, vrij wat excessijff waren, invoegen d’ E.Hr. saliger in sijn leven mede geensints van meeninge had geweest deselve wederom in te volgen te meer g’considereert dat sodanigen quantiteijt drinckwaren, in loco van langer handt moetende werden vertiert, des te groter laxatie en verderff onderhevigh sijnde, voor d’ Comp. immers weijnich off geen winsten daerop soude comen over te schieten, en echter al vast d’ contante penningen vooraf moeten desbourseren &a. Soo is met eenparicheijt van stemmen verstaen en g’arresteert gemelte fiscael dese drie ondervolgende poincten t’ sijner optie voor te stellen, Eerstelijck dat men om voorverhaalde redenen niet connende resolveren geseijde drancken tot d’ oude taxt aan te nemen, evenwel voornemens was d’ selve van sijn E. te contracteeren tot d’ volgende prijsen: Namentlijck ‘t aam Rinse wijn tot 38 Rxrs., ‘t aam secq tot 36 Rxrs., ‘t aam Franse wijn tot 24 Rxrs., ‘t vat mom tot 28 Rxrs., mitsgaders de kelder witte brandewijn tot 20 Rxrs., doch daertoe niet willende verstaen dat hem dan een reeck. in d’ negotieboecken soude werden verleent en sonder uijttreckingh van somme voor sijn aanpart gecrediteert omme ter overcomste van een Commissaris daarover met denselven in nader concert te treden ende des neen, dat hem soude werden vergunt sijn 1/3 deel naer India aen d’ E.Compa. te mogen versenden om aldaar t’ sijner voordeel vercogt te werden, met inhibitie nochtans hier ter plaatse geen daervan te vercopen. Waerop sijn E. sich beraden hebbende, verclaerde ‘t eerste voorstel alleenigh maer te connen accepteren en dat noch niet absolutelijck, maer onder reserve van bij een Commissaris verhogingh van prijs nader te mogen versoecken; ‘t welcq dan bij den Raadt wijders overwogen sijnde, is verstaen bij d’ vooren gemelde drie conditien te persisteren. Waervan sijn E. kennis gedaen sijnde, heeft daerop extract van ‘t gebesoigneerde versogt omme sich ter naester vergaderingh dienaengaende finalijc te connen verclaren, dat hem toegestaen is.
Te deser vergaderingh mede binnen gestaen sijnde twee gecondemneerde, Hans Jurgen Schraam en Lourens Heijnts, voor eenigen tijt ter saake van eenige trouwloosheden nevens noch een derde voor eenige tijt aan de gemeene wercken gecondemneert, versoeckende seer instantelijck van de vorderen tijt haarder bannissement te moogen werden ontslagen, en gemerct den derden wel den principalen autheur van ‘t feijt bij haar begaan, is bekent, en al voor eenigen tijt is gelargeert, soo sijn deselve onder belofte van haar voortaen voor soodanige slinckse gangen te sullen wagten van haar vorders bannissement ontslagen, ingaande van dato dat haare mede macker is gepardonneert.
Van gelijcken mede in vergaderingh verscheenen een der vrije wiltschutten, te kenne gevend[e] dat door de leeuw een van haar treckbeeste[n] die sij ter leen van d’ E.Compa. hebben genooten in ‘t velt was omgebragt, derhalven versocht tegen soodanigen prijs ‘t selve d’ E.Compa. soude voldoen, Soo is verstaa[n] haar daar voor te doen betalen ƒ12, sijnde soo veel als alle d’ geene die beesten van de Compa. ter leen genieten, bij affsterven off verongelucken daar voor aan de Compa. gehouden blijven te betalen, sullende haer oock weder een ander beest in plaats werden gegeven.
Den vrijje swart, Louwis van Bengale, te kennen gevende dat den baes timmerman Adriaen van Brakel, in conformite van het besluijt van den Gouverneur en Raadt de dato wegens ‘t geene desselffs slavin hem hadde ontvreemt, niets wilde toevoegen en gevolghlijck geen accordt met hem conde aangaen, Soo is daarop geresolveert, soo hij kan doen blijcken sijn pretentie rechtmatigh te wesen, dat de gemelte slavin ten behoeve van de g’interesseerde sal werden verkogt, mits dat den eijgenaer daertoe consent draagt off andersints hem te vrede stelt.
De sargeants alhier in guarisoen bescheijden versocht hebbende, aangesien ‘t guarnisoensvolcq die dagelijcx aan de nieuwe fortificatie arbeijden, daarvoor daags een dubbelde stuijver genieten en waarover sij dagelijcx continueel den oppas sijn houdende, haer gevolglijck oock voor hunne moeijelijcke diensten, gelijck als voor heen gebruijckelijck, ijets tot soulaes mocht werden toegevoegt, dat nogtans in den tijt van anderhalf jaar niet gedaan, Soo is mede gearresteert haar voor hunne oppas tot een extraordinaire beloningh te vereeren met een kelder brandewijn ijder, te meer haer sulcx al bij leefftijde van d.E.Hr.Gouverneur saliger is belooft.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] J. RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 13, pp. 67-71.¶
Donderdagh {16780728} 28 Julij 1678.47
Den fiscaal deser residentie, Mr. Tobias Vlasvath, andermael in vergaderingh verscheenen en g’uijt hebbende dat hij des Raats besluijt jongst in ‘t requart van de aangehaelde en geconfisqueerde goederen genoomen, hadde geresumeert, edoch daarin geen soodanigen voorwaarden en conditien vervat gevonden als sijn E. souden connen amplecteeren, als oordeelende hem deselve merkelijck prejudikabel te wesen; derhalven nochmaels voorstellende off den Raadt niet tot eenige verhoogingh van prijs soude konnen treden, off des neen, dat sijn E. dan mocht werden toegestaan, sijn aanpart te moogen na hem neemen, en in sijn bewaringh te houden tot de komst van een Commissaris om dan daar over nader te werden gedisponeert; waar op dan gedelibereert sijnde, Soo is met eenparigheijt van stemmen verstaan in ‘t reguart van de prijs tot geene verhoogingh te connen verstaan en des bij onse voorgaande resolutie te persisteeren: maar aangaande sijn E. versoeck om sijn portie tot sijn eijgen risico te moogen na hem neemen, dat hem sulcx in ‘t geheel sal werden geaccordeert, met inhibitie nogtans hier ter plaatse directelijck off indirectelijck geen daar van tot prejuditie van de E.Compa. te verkoopen, noch sonder consent na India te versenden, maar wel daar van soo veel tot sijn provisie vermoogen te consumeeren als nodigh heeft en welcke conditien sijn E. oock aangenoomen heeft, doch concernerende der aanbrengers portie, is gearresteert deselve ten prijse in onse voorige resolutie vermelt voor de Compa. te behouden en de overige weijnige gedisteleerde wateren, booter, muscate wijn en suijre mom, bij venditie te doen vercoopen om daar uijt te vinden de oncosten van ‘t proces en anders &a.
Ende aangesien den voorleden jaare aan eenige onvermogene vrijje landtbouwers, ten principaele tot voortsettinge van den nootsakelijcken landtbouw eenige Tutucorijnse lijffeijgenen tot een cent winst van de E.Compa. sijn geaccordeert om deselve na expiratie van een jaar in ‘s Comps. Cassa te voldoen, welcke gestipuleerde tijt reets ruijm verscheenen sijnde, soo is met geen een advis verstaan, gemelte landtbouwers tot de betalingh aan te maenen en die penningen te laten invorderen, immers soo veel in redelijckheijt can geschieden, sonder egter daar omtrent eenige extorsie voor eerst te gebruijcken.
Wijders geconsidereert dat de leeningh van de knegts die de vrije ingesetenen van de E.Compa. op haar versoeck ter leen genieten, volgens usantie de heele of halve gagie, alle halff jaare in ‘s Comps. cassa moeten betalen, invoegen tot dien eijnde door de gerechtsbode tot twee maelen een ijder is gesommeert om die penningen aan den cassier te voldoen, doch sulcx bij geene off immers weijnige geachtervolgt en nagekoomen sijnde, Soo is mede verstaan alle de vrijluijden nochmaels door de gerechtsbode te laten insinueeren dat sij binnen den tijt van 24 uren sullen hebben te betalen, op peene van parate executie invoegen voor desen meermaelen gepracticeert sij, en veele op sodanige wijse moeten aangetast werden.
Sijnde noch vorders g’arresteert den hoeker de Quartel na de baaij Fals te depescheeren om aldaar voor ‘s Comps. lijffeijgenen partij vis te vangen en ingesouten in vaetwerk op te leggen, alsoo daarom doorgaans benodigt sijn, en gemelte bodemtje met ledigh leggen aan d’ Caap toch geen dienst connende doen, altijt bij voorval en wanneer sulcx vereijst, over den landtwegh seer spoedigh herwaarts ontbooden off wel directelijck van daar elders nae toe gesonden kan werden.
Soo is oock op het versoeck van de wed. van den Borgerraet Wouter Mostaert haar geaccordeert en in vrijen eijgendom vergunt, seecker stuckje gecultiveert thuijnlandt gelegen in dese Tafelvalleij groot …48 roeden, strekende49 aan het thujnlandt, ‘t welcq haar man saliger voorlangh heeft gecultiveert en in eijgendom beseten, te meer ‘t selve d’ E.Compa. niet en prejudiceert en met d’ intentie van de Heer Gouverneur saliger was quadrerende.
Eijndelijck noch geconsidereert en d’ gedachten daar heen hebbende gewent, off ‘t niet dienstigh en niet min nodigh soude wesen, dat tot bevrijdingh van de poort van dit casteel aan de zeestrandt tusschen beijde de zeepuncten een aarde werckje met pallisaden omheijnt in maniere van een ravelijntje diende te werden g’extrueert, ‘t welcq met weijnige onkosten soude konnen geschieden, en waar mede niet alleen soude wesen voor te komen de gevaarlijckheijt die de voornoemde poort bij een schielijcke assaulte van vijandt onderworpen is, als konnende door de hoogte van de punten en corte der gardijnen door ‘t canon niet ter deegh werden bevrijt, maar soude door ‘t selve insgelijcx de zeestrandt aanwersijde t’ eenemaal konnen schoon gehouden en oock de rhede door ‘t canon waterpas beschooten, en gevolglijck den vijandt daar mede groote afbreuck gedaan werden, maar aangesien altans noch met soo veel noodiger onderhanden hebbende wercken overcropt sijn, die wel voor anderen dienen geprefereert, Soo wert bij den Raadt die saeck voor eerst in advis gehouden en echter van soodanigen belangh gekeurt dat het soude meriteeren, de handen wat ruijmer siende, daar op ijets positijfs nader te beramen.
In ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ. SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHANNES RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 13, pp. 72-76.¶
Donderdagh {16780811} 11 Augusti 1678.
Aengesien den Caapsen wijnpagter Tobias Marcquart in Rade heeft vertoont dat hij ingevolge van het contract met d’ E. Compa. desen jaare, nopende de pacht van Caapse wijnen aangegaen, onder anderen gaudeeren soude van alle de wijnen die alhier omtrent de fortresse ofte landewaart worden geteelt, van ijder half aam schoone wijn een Rxr. ‘t sij dat deselve verblijft ter plaatse daar g’ougst is, off dat alhier aan ‘t fort wort gebragt, sonder onderscheijt, ten principalen om daar mede eeniger maeten te soulageeren de sware pachtpenningen die hij gehouden is aan de E.Compa. op te brengen, en dat uijt cragte van geseijde contract de gerechtsbode om die penningen in te vorderen door hem omgesonden, doch de betalingh bij een ijder der Caapse wijnteelders gerefuseert was, versoekende derhalven in sijn gerechtigheijt gemaintineert en de behulpsaeme handt daar toe geboden mocht werden, invougen hem door d’ E.Heer Gouverneur saliger en Raadt was belooft, en buijten het welcke verklaarde niet alleen onvermoogens te wesen om de beloofde pachtpenningen op te brengen, nemaar ooc ‘t contract invalide en bij gevolge daar niet aan gehouden te sijn, waarop dan gedelibereert en geresumeert sijnde, ‘t conditioneel accordt ter ordre van de E.Heer Gouverneur saliger door den Secretaris gedaan op stellen, doch niet gesolemniseert als ‘t wel behoort en geconfereert met het voors. versoeck, mitsgaders daar op gehoort het advis van eenige leden van den Raadt de welcke affirmeerden genoegsaeme kennis en geheugenis van meer geciteerde overeenkomst tusschen den pagter en d’ E. Compa. te hebben, Soo is met gemeene voisen verstaan eensdeels om d’ E.Compa. in de pachtpenningen niet te verkorten en geen nieuwigheden in te voeren, maar ons woort te presteeren, doch oock aan d’ ander kant om den armen borger soo veel doenlijck buijten lasten te houden, den meergemelten pagter Tobias Marcquart in sijn pretensie te mainteneren en dat consequentelijck alle de wijngaerdeniers van de wijnen die omtrent de fortresse off te landewaart hebben g’ougst van ijder halff aam schoone do. een Rijcxdaelder aan gelt off ‘t bedragen van dien in wijn aan hem sullen gehouden wesen te voldoen, waar mede sullen connen volstaan, ‘t halff aam tegens 15 Rxrs. gerekent en dat d’ onwillige met middelen van regten daar toe sullen werden geconstringeert.
Insgelijcx is op het versoeck van den borger Willem van Dieden hem toegestaan tot onderhoudt van sijn volcq op ‘t Dasseneijiandt in den tijt van de traanbranderij aldaar voor af te moogen plaatsen 15 stx. hamels om tusschenwijle vet te weijden doch na ‘t expireeren van de traantijt ‘t eijlandt daar van weder t’ ontlasten en in geen consequentie te trecken.
Wijders geproponeert sijnde of niet nodigh soude wesen van ‘t arrivement in loco van ‘t jaghtje de Elisabeth en desselffs bevindinge van ‘t eijlandt Fernando de Noronha 50 na Batavia door ‘t een off ander middel de Hooge Indische regeringh advis te geven, alsoo haar Edle. tot noch toe geen rechte kennis van desselfs geschapenheijt hebben gehadt, en voor het vertreck der desen jaarse eerste retourvloot daar van noch souden konnen werden gedient om bij voorval haare mesures daar na te konnen neemen, als mede daar door kuntschap te krijgen de retourschepen van Batavia die plaats niet sijn aangeweest, doch daar op in bedenckingh genoomen dat d’ Edle. Heeren Bewinthebberen ter Vergaderingh van Seventhienen, bij haar hoogh g’achte missive in dato 30 November 1677 met gemelte bodemtje ontfangen, ons hebben gelieven aan te schrijven ‘t voors. fregat tot nader ordre alhier aan te houden,51 mogelijck dat ‘t soude cunnen te passe comen tot den slavenhandel op Madagascar &a. en dat dienaangaande nader ordre van de vergaderinge van de Seventhienen souden hebben te verwachten, sonder echter tot dato op dat subject eenige nader beveelen te hebben ontvangen, mitsgaders oock dat van geen meerder bodems als den hoecker d’ Quartel , altans versien sijnde, die tot transport van gewichtiger advijsen moet werden aangehouden: Soo is eenparigh verstaan ons besluijt hier over in suspens te houden en ingevalle binne den tijt van veertien dagen geen schip off schepen uijt ‘t vaderlandt te voorschijn komen, als dan daar over nader te delibereeren en yets positiefs ter neder te stellen.
Soo is mede goetgevonden en verstaan ten aansien reets ses volle weecken zedert de doodt van d’ E. Heer Gouverneur saliger sijn verstreeken de lijffwacht van sijn Edle., bestaande uijt 12 Nederlanders met een sargeandt, tot noch toe omtrent desselffs residentie gecontinueert, in te trecken, latende eenelijck daar tot dienst van d’ weduwe en tot haar vertreck 4 oppassers met een corporaal, waar mede men oordeelt de gedachte vrouwe weduwe geen cleenachtingh te sullen werden aangedaan.
Aldus g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ. SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHANNES RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 13, pp. 77-79.¶
Woensdagh {16780824} 24 Augustus 1678.
Aangesien bij resolutie in dato 11 deser loopende maandt ons finael besluijt van haar Hoogh Edle. tot Batavia noopende de bevindingh van ‘t eijlandt Fernando de Noronha 52 door ‘t een of ander middel advis te geven, om redenen en motiven daarin wijtloopigh gededuceert, doenmaels in suspens gehouden en tot na ‘t verloop van den tijt van 14 dagen gesurcheert was, welcke gestipuleerde tijt dan nu reets volcomen verscheenen sijnde, sonder dat echter eenigh schip off schepen uijt ‘t patria sijn komen op te dagen, Soo is naar veele voorgaande consideratien en allegatien ter materie dienende ten dienst van de E.Compa nodigh g’acht en gevolglijck g’arresteert de Hooge Indische regeringh wegens den toestandt en geschapentheijt van gedachte eijlandt met den aancleve van dien op ‘t alderspoedigste per een expres bodemtje van hier kennis te geven, ten eijnde haar hoogh Edle. noch voor het afgaan van de eerste vloot desen jaare daarvan kuntschap moogen hebben, om haar Edle. mesures daar na te connen neemen en dat gevolglijck tot overvoer deser advijsen sal werden aengelegt den hoecker de Quartel altans in de baaij Fals met vissen in occupatie sijnde, mitsgaders om ‘t minste versuijm dat in ‘t herwaarts comen over zee door contrarie windt, tusschen gemelte Caap Fals en hier soude connen subject wesen, van daar directelijck de reijs na Batavia sal onderneemen.
Gemerct ons dagelijcx noch al verscheijde clachten over de roof en strooperijen der voor eenige maanden uijt de kercker gebrooken afvallige Hottentoots en haare complicen die deselve buijten ten platten lande aan den borger komen te plegen, terhooren komen,53 sonder dat men echter buijten swarigheijt tot noch toe dit heijloos quaat door ‘t een of ander expedient heeft connen stremmen en ten welcken eijnde de naast bij gelegen Hottentoose capiteijnen iteratijff maaien sijn herwaarts ontboden om met deselve een middel te beraamen om die roovers op de gevoegelijckste manier machtigh te werden, alsoo sulcx buijten derselver hulp voor ons niet wel doenlijck is, doch t’elckens bij deselve haare herwaartskomste onder ‘t voorgeven van dese of geen specieus pretext, maar wel meest uijt vreese van niet weder als laastmaal in gijselinge gehouden te werden, traineerende gehouden werdende, Soo is geresolveert alvooren tot feitelijcke verwijderinge uijt te barsten, dese brutale Affricanen op ‘t minnelijckste nochmaels herwaarts te nodigen, en om sulcx met te meerder luijster te doen effect neemen, daar toe te deputeeren twee leden uijt den Raadt, namentlijck den luijtenandt Jeronimus Cruse en ondercoopman Martinus van Banchem dewelcke in cas van refuijs om op te komen, mede gequalificeert werden, haar onse intentie bekent te maeken en met deselve t’ overwegen op wat wijse dese vooraangetoogen stroopers best en sekerst in handen te crijgen sullen wesen.
Op het versoeck van den borger Cornelis Stevensz is hem toegestaan om sijn trop schapen achter de Steenbergh bij off omtrent seekere plaats de wijnkelder genaamt te mogen weijden, te meer alsoo sulcx voor als noch geensints tot prejuditie van de E.Compa. is streckende, met de conditie nochtans ingevalle d’ Compa. namaels die weijde voor haar beestiael nodigh achte, dat hij dan daar van sal moeten cedeeren en elders anders plaats soeken.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop datum als vooren.
[Signed:] H.CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHANNES RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 13, pp. 80-81.¶
Donderdagh {16780825} 25 Augusto 1678.
Gisteren avondt gants buijten verwachtinge door de naast bij gelegen Hottentoose capiteijnen Cuijper en Tomas binnen dese fortresse in onse handen overgelevert sijnde 5 van de bewuste afvallige stropende Hottentoots54 bij haar te landewaarts studieuselijc opgevangen en excepto een der aldersnoodtste fielen gemassacreert, dus opgebragt met aandieninghe dat wij die nu wat meerder geliefden te versekeren, en hunne verdiende straf te doen gevoelen, of maar aan haar te geven om op hun landtswijse ter doodt gebracht te werden, Ende aangesien dese trouwe daadt den voors. Hottentoots capitainen niet sonder erkentenisse en remuneratie dient te werden overgestapt, maar sijluijden te meer opgeweckt om de noch resterende 5 landtloopers desgelijcx t’ overweldigen en sulcx dese contrijen van dat schuijm van schadelijcke menschen te suijveren, Soo is op de voorstellinge waar mede en hoedanigh dese gretige natie wel best soude connen gecontenteert en beloont werden, goet gevonden en verstaan de gemelte Hottentootse capiteijnen ter saake voors. toe te voegen een schenkagie van ongevaar de somma van ƒ60, en dat in coopmanschappen, oock deselve wijders tot opvanginge der overige vagebonden te annimeeren, ‘t sij levendigh off doodt cunnen in handen crijgen, in welck laaste geval vergenoegt sullen wesen met een teeken van haar te sien, doch d’ overleveringh der presente gevangens om door haar handen omgebracht te werden, op ‘t voorwenden dat deselve tegens de E.Compa. gedelinqueert hebbende, ooc van daar haar straffe moeten verwachten, t’ excuseren ende gemerckt alle de outrages, gewelden en roverijen bij de meer geseijde gevangen Hottentoots en haren aenhanck geruijmen tijt herwaarts, ja al bij leeftijde van de Heer Gouverneur bedreven, als een pest in den boesem van een Colonie en tot ruine van landen streckende, meriteert exemplairlijck gestraft en uijtgeroeijt te werden, Soo is mede g’arresteert deselve in handen van de fiscaal over te leveren om naar stijl van rechten tegens deselve te werden geprocedeert.55
Aldus g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] H.CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ. SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHANNES RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 13, pp. 82-85.¶
Donderdagh {16780915} 15 September ao. 1678.56
Bij resolutie van 28 Julij passado onder anderen geproponeert en in consideratie genoomen sijnde off niet dienstigh soude wesendatter57 tot bevrijdingh van de poort van dit casteel en andersints aan de zeestrandt tusschen beijde de zeepunten een aerde werckje met pallisaden omheijnt in maniere van een ravelijntje58 wierde g’extrueert en dat om redenen en motiven bij de gemelte resolutie largo g’extendeert, doch in tegendeel aangemerct dat doenmaels met soo veel noodiger onderhanden sijnde wercken overcropt sittende, dit voorstel voor eerst gesurcheert, maar echter tot nader opportuniteijt in beraadt gehouden wesende, om naderhandt daarop ijets seekers te beraamen. Endealsnu59 de fortificatiewercken aan d’ wallen rondt om ‘t casteel soo verre geadvanceert en in soodanigen postuir sijn gebracht dat rondtom toegancklijck en tot defensie bequaam geoordeelt sijn, Mitsgaders geen hooghnodige wercken buijten ‘t vervolgen60 van de gracht aan de handt hebben, als soodanige die binnewaerts ‘t casteel van lancksaemer handt sullen connen en moeten voortganck neemen, derhalven onse gedachten daarop weder hebbende gericht off ‘t opwerpen van een soodanigh werckje niet en soude komen te vereijschen, Soo ten opsichte van de nuttigheijt die deselve in ‘t bevrijden van de poort voor een schielijck assaulte als de stranden ter wedersijden van ‘t fort en ‘t incommoderen van de vijant met canon uijt geseijde ravelijn waterpas over de rhee61 can geven en ooc bijsonderlijc omme daarmede te passe te brengen die groote hoopen aarde ten tijde van d’ Hr. Gouverneur saliger tot dese en diergelijcke insichten uijt d’ grachten onder de beijde zeepunten gevoert, en dewelcke buijten dien niet sonder groote moeijten weder van daar in zee off elders verder soude moeten gebracht werden, soo se niet tot verswackinge van geseijde bolwercken en genoegsaem tot een blinde den vijandt soude strecken,62 behalven dat ooc ‘t selve werck met geen kosten en eenlijc den arbeijt daaraen te besteden in seer corten tijt can werden g’absolveert, Soo is goet gevonden en ten meesten dienste der E. Compe. verstaan een soodanigh aarde werckje in maniere van een ravelijntje op te werpen en met pallisaden t’ omheijnen en dat volgens gehouden communicatie en ‘t advijs van den ingenieur off lantmeeter op soodanigen distantie van ‘t fort als d’ uijterste baekens bij provisie gestelt sijn en soo wel uijt de facen als schouders van de zeepuncten best gedefendeert can werden, latende ‘t selve voorts ter lenghte van 6 roeden zeewaerts uijt strecken om soo veel te meer ruijmte tot gebruijck van ‘t canon binnewaerts te hebben en om tegens de stortingen der zee, die bij hoogh water somtijdts omtrent de buijtenste scherpe hoecken all enigsints hardt soude comen aanrollen, te bestendiger en geen scheuringh onderworpen te wesen; dat de fondamenten der strijcken ter weeder sijden ongevaar 2 a 3 roeden lenckte van sware clippen wel vast op d’en anderen gestapelt (die hier en daar omtrent ‘t fort en strandt reets in voorraet leggen, en doch maer dagelijcx meer en meer in ‘t sandt wellen) sullen werden geleijt en best doenlijc sodanigh versorgt dat d’ spattingh van de brandingh der zee aan het taijpwerck geen off weijnigh nadeel can aanbrengen, gebruijckende hiertoe ten principalen een gedeelte onser metselaers en opperluijden dewelcke bij ‘t presente gebreck van calck niet wel gesamentlijck aen andere wercken connen werden g’emploijeert.
Aldus g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop datum als vooren.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHANNES RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 13, pp. 86-89.¶
Woensdagh {16780928} 28 September ao. 1678.
Geresumeert seecker request desen Raade overgegeven bij ofte van wegen de weesmeesteren deser plaatse, luijdende van woorde tot woord als volght:
Aan den E.Hendrick Crudop jegenwoordigh opperhooft en den E.Poltijcken Raad aan Cabo de Boa Esperance.
‘Geven met behoorlijcke eerbiedigheijt te kennen U.E.E. dienaeren de weesmeesteren deser steede hoe sij supplianten achtervolgens haare schuldige plicht raatsaam en nodigh geacht hebben, de weduwe van den overleden Edle. Heer Gouverneur Joan Bax saliger in beleefde termen af te vorderen eenige openingh wegens haar Es. staat en speciael off oock door gemelde Edle. Heer Gouverneur aan haar E. wel een testament mocht nagelaten zijn, ten welcken eijnde sij supplte. de verrichtingh van dien aan den President nevens een lidt van haar collegie hebben opgedragen, dewelcke dan haar E. diesaangaande met beleeftheijt hebben aangesproocken, en de saack volgens haar plicht voorgestelt, waarop voor gemelde weduwe hen lieden tot antwoort heeft toegevoeght dat oordeelde niet gehouden te wesen aan weesmeesteren deser plaats openingh wegens haar staat en vertooningh van haar testament te doen, en hoewel voors. afgesondere versekerde dat niet soo eijgentlijck haar E. afvorderde[n] een juijste openingh van haaren geheelen boedel als sulcx, vermits haar E. stont na Batavia te vertrecken, aan d’ E. Hrn. weesmeesteren aldaar gedefereert latende, maar evenwel om dat weesmeesteren alhier van onachtsaamheijt in haar ampt niet souden beticht werden, derhalven wel bijsonderlijck haar testament maar begeerde te sien en dan ‘t exempel van ‘d E.weesmeesteren op Batavia met ‘et vertreck van de weduwe wijle den Predicant Adrianus de Vooght gegeven, daarin t’ achtervolgen, doch haar E. echter ongenegen blijvende, voegde noch bij haar voorige reden dat gemelde weesmeesteren van de Caap niet bequaem achte om haar testament na behooren te ventileren, waarover sij supplianten sich niet alleen volgens haar recht onvoldaan, maar oock in haar ampt g’injurieert en vercort achten te wesen, derhalven sij suppltn. de saack overwogen, en gesien hebbende dat uijt crachte harer instructie bij forme van proces haar E. sulcx wel souden cunnen afvorderen, echter oock in consideratie genomen ‘t respect haar E. meriterende wegens den character en ‘t hoogh aansien waarmede d’ Edle. Heer Gouverneur haar E. man saliger alhier is bekleedt geweest, en oversulcx haar E. niet gaarn in maniere van rechtsvorderingh souden molesteren, Soo keeren sijn suppltn. sich tot U.E.E. versoeckende reverentelijck U.E.E. agtbare advijs diesaangaande, ‘t zij dan met ontlastingh van dien boedel off soodanigh U.E.E. achtbaarheden na haar wijs oordeel ten respecte van ‘t ampt der weesmeesteren sullen bevinden te behooren. ‘t Welck doende &a.’
Waarop dan gedelibereert sijnde is verstaan dat alvooren ons hierop nader te verclaaren aan de gedachte vrouw wed. van de Heer Gouverneur Bax. saliger copia deses sal werden ter handt gestelt en daarnevens deselve versocht ter naaster vergaderingh den Raadt van schriftelijck tegenbericht te willen dienen.
Staande dese vergaderingh binnen getreden den borger Henningh Huijsen, versoekende dat hem en sijn compagon mochte werden toegestaen alhier omtrent de fortresse alleen schapenvleijs bij ‘t lb. ten gestelden prijse van 3 stuijvers aan ‘t guarnisoen en wie sulcx meer mochte benodicht wesen, alle weeken ten gestelden dage te verkoopen en aangemerct sulcx tot groote accommodatie van ‘t gemeen is dienende en ‘t oude gebruijck hierin al lange in afgangh geraackt, Soo is verstaan hem daermede tot wederseggens toe te priviligeeren, mits sich onderwerpende soodanige keur en Ordinantie als daarop is gestelt en noch mochte werden beraamt, sullende hem daartoe bij provisie werden vergunt d’ voorkant van ‘t oude ‘s.Comps. hospitaal, thans t’ eenemael buijten gebuijck staande.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 13, pp. 90-96.¶
Woensdagh {16781026} 26 October 1678.63
Aangesien d’ Edle. Heeren Bewinthebberen ter Camer Amsterdam bij haar missive van dato 7 April deses jaars64 nopende ‘t emploij van ‘t jachtje d’ Elisabeth (dat volgens ordre van de vergaderingh der Heeren Seventhienen bij haar missive van dato 30 November 167765 met ‘t selve ontfangen tot duslangh alhier hebben aangehouden) ons hebben gelieven aan te schrijven en te gelasten ‘t gemelte scheepje van hier te senden na ‘t eijlandt Madagascar tot den incoop van slaven om deselve directelijck van daar na de Westcust van Sumatra over te voeren, sonder dat bij haar Edle. schijnt reguart genoomen te sijn dat de besendingh van hier na derwaarts niet wel dan in seekere tijden des jaars kan ondernoomen werden, te weten in de maant van Maij off uijtterlijck Junij, welcke ordinari tijt nu reets soo lange verscheenen sijnde, mitsgaders geen grondige kennis hebbende off om dees tijt des jaars de reijs na derwaarts wel soude wesen te gewinnen, alsoo vermits het kenteren van ‘t mousson ‘t gemelte eijlandt b’westen soude moeten omloopen en dan weder van boven komen afsacken, gevolglijck een lange reijs maeken, behalven dat ons onbekent is, off in dees tijt aldaar voor een schip goet en seker leggen soude wesen, aangesien in de journaelen op die vojagie successive gehouden wel te blijcken komt, dat van de maant Junij tot in October (geduirende welcken tijt de onse aldaar om slaven te negotieeren hebben geweest) wel goet leggen is, sonder verder verclaringh nochtans off na ‘t verloop van die tijt aldaar ‘t quade mousson sijn aanvanck neemt off door storm, onweder en eenigh ander obstacul niet te leggen, off oock wel slaven te bekomen sijn, eenelijck in ‘t journael door d’ opperhoofden van ‘t jacht Voorhout op haare gedaene voijagie na derwaarts om slaven in den jaare 1676 onder anderen aangeteekent vindende dat sij in de baaij van Magelage hadde versprooken seeker Engels schip welckers capiteijn hun verhaelde66 dat hij den 20 Augusti des voorigen jaars ten voors. plaatse aangekomen sijnde (en vermits d’ Arabiers die aldaar jaarlijcx aankomen, doen ter tijt de meeste partij slaven al hadden wegh gevoert) op den 4 Februarij vandaar na Mosambicque weder was overgesteken en doen de quade mousson g’eijndigt was, van Mosambicque den 2 Mali op Madagascar te rugh gekomen, hebbende geduijrende sijn aanwesen aldaar, sijnde zedert 20 Augusti tot 4 Februarij voors. weijnigh min dan 6 maenden, 170 slaven genegotieert, waar uijt komt te blijken dat t’ zedert 4 Februarij tot 2 Maij aldaar ‘t quade mousson en niet wel om over te leggen off misschien geen handel te doen schijnt te wesen, sonder dat wij daar echter volkomen sekerheijt van hebben; oock geconsidereert off men haar Edle. ordre hierin na den letter behoorde te achtervolgen, vermits haar Edle. in ‘t Patria voor het geven van dese ordre na herwaarts geen kennis off kundtschap hebbende gehadt dat de besendingh om slaven na derwaarts, soo wel van Batavia als van hier kan geschieden, in voegen een exempel hebben dat in den voorleden jaare de cloecke fluijt den Hasenbergh door de Hooge Indische regeringh is afgesonden en met een goet getal op Batavia geretourneert en mitsdien die tocht directelijck van daar (des dienstigh oordeelende)souden67 connen hervatten; oock daar benevens gehoort en bijsonderlijck aangemerckt ‘t advis van den schipper van ‘t gemelte jachtje de Elisabeth geconfirmeert met ‘t schriftelijc gevoelen der schippers van de respective scheepen Gecroonde Vrede en Burg van Leijden dat de reijs na derwaarts om dees tijt ‘sjaars (onder Godes hulp) met geen pericul off swarigheijt vermengt is, doch gelijck als vooren gesegt ‘t eijlandt bewesten souden moeten omloopen en gevolglijck de reijsvrij68 wat verlangen, oock dat aan ‘t gemelte eijlandt vermits de vaste O. en Z.O. passaetwinden in dees tijt langs de vaste cust van Affrica en daar omtrent vaste doorcoelende, om aldaar te leggen gants geen pericul soude wesen, alsoo de windt uijt de wal schiet,daarbesijden69 wel bijsonderlijck aangemerct dat ‘t gemelte bodemtje wanneer aldaar goede partij slaven soude hebben genegotieert van daar directelijck na de westcust van Sumatra komende over te steeken een veel voorspoediger reijs, vermits de passaetwinden die als dan daar tot in April doorwaeijen, soude erlangen, dan wanneer in de maant van Meij off daar omtrent van hier vertrock, dat in ‘t reguart van de slaven om deselve soo spoedigh over te brengen als doenlijck is, om voor de groote siecte en sterfte die bij lange reijse onderwaardigh sijn, bevrijt te blijven bij sonderlijck sijn consideratie en opmerkinghmoetmeriteeren70 en waar aan den dienst van d’ E.Compa. ten hoogsten gelegen leijt; welcke redenen en motiven bij den Raadt rijpelijck overwoogen en pro et contra geventileert sijnde, Soo is naar veele voorgaande debatten ten meesten dienst van de E.Compa. geresolveert en beslooten ‘t gemelte jaghtje de Elisabeth (in Godes naam) metten eersten derwaarts te laten afgaan om aldaar goede partij slaven genegotieert hebbende, daar mede directelijck na de Westcust van Sumatra over te steeken, sullende d’ opperhoofden van dien werden mede gegeven soodanige Spaanse realen als ons per ‘t Wapen van Alcmaer door de Heeren Majores toegesonden en voor dien handel sijn geprojecteert en daar nevens van hier noch bijgevoegt soodanigen cargasoen van coopmanschappen als daar meest te debiteeren en wij machtigh sijn om te connen afsteken.
Van gelijcken in consideratie genoomen dat d’ E. Compa. altans van vee om te slagten seer sober is versien, soo om de passeerende schepen uijt ‘t vaderlandt na behooren daar van te connen versien, als mede om de impotenten die van tijt tot tijt in ons hospitael geplaast sijn te spijsigen71 doch wel principael om een goede quantiteijt soo beesten als schapen tegens d’ aankomst van de verwacht werdende retourvloot uijt India in voorraet te hebben om ons moer en jongh vee van ‘t slagten t’ excuseren, dat anders genootsaeckt souden wesen aan te tasten, ‘t welck de Compa. te merckelijcke72 nadeeligh soude vallen, als connende den aanteelt van ‘t vee in verre na niet ophaelen de groote consumptie die daar doorgaans geschiet; sijnde oock deese naast bij gelegen Hottentoots altans soodanigh van beestiaelen verarmt, dat schoon daar al een tocht na toe wiert gedaan, niet dan een cleijn tropje schapen, mitsgaders weijnige oude en magere beesten te bemachtigen souden wesen, Soo is na voorgaande deliberatie goet gevonden een landttocht na de Hessequas en Soeswaes natien wel de veerijckste en tegenwoordigh met haar negerijen naast herwaarts aangelegen sijnde, te doen met al sulcke coopmanschappen als daar toe vereijschen en vermogens sijn mede te geven, mitsgaders dat tot hooft en het verhandelen van dien sal werden gestelt den sargeandt Lourens Visser, met bijvoegingh van een corporaal en 18 ervaren landtgangers t’ sijnder adsistentie alle voor den tijt van 6 weeken van provisien en andersints versien.
Desgelijcx in opmerkinge genoomen dat dese Caapse gemeente nu geruijmen tijt herwaarts door ‘t afsterven van den Eerw. do. Petrus Hulsenaar van een leeraer en en predicant is ontbloot geweest en als nu per ‘t Wapen van Alcmaar uijt ‘t vaderlandt hier aangekomen is den Eerw. do. Johannes Overnij73 bedienaar des Goddelijcken Woorts sonder apparentie datter in ‘t corte een ander predicandt te verwachten staat, Soo hebben geresolveert tot voortsettingh van den waren Godtsdienst aan desen hoeck sijn Eerwaarde alhier voor eerst aan te houden op hoope dat de Kerck van India daar bij geen ondienst sal geschieden.
Aldus geresolveert en g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHANNES RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE Man, Secrts.
C. 13, pp. 97-98.¶
Woensdagh {16781109} 9en November 1678.74
In Rade geresumeert en gelesen sijnde de memorie off instructie,75 geconcipieert en opgestelt om te dienen tot naerichting van d’ opperhoofden van ‘t jachtje d’ Elisabeth , gaande achtervolgens d’ ordre der Edle. Heeren Majores van hier naar ‘t eijlandt Madagascar om aldaar partij slaven te negotieeren en van daar directelijck nae de Westcust van Sumatra over te voeren; Soo is bevonden de vereijste ordre en requisitien daar in gestelt te wesen, mitsgaders met d’ intentie van d’ E.Compe. wel over een te comen, over sulcx deselve in allen deelen voor g’arresteert g’houden omme d’ opperhoofden voors. soodanigh mede gegeven te werden.
Den borger Hans Adam Coekenberg ter vergaderinge te kennen gegeven en gedemonstreert hebbende sijn onmacht om sijn geplanten wijngaert verder nae behooren te connen regeeren en gadeslaan, mitsgaders door gebreck van middelen niet machtigh te sijn, om jemandt tot sijn adsistentie te connen huuren en dat hem daar besijden oock tot d’ culture ‘t geen daar toe wel nodigh comt te requireeren, gebreeckt; weshalven nu weder van d’ E.Compa. eenige hulp was versoeckende, te weten dat met 2 slaven in leening en 20 vrachten mis, mits betaling t’ sijner tijdt, moghte werden geaccommodeert; en hoewel desen man nu reets al eengoedesomma van d’ E. Compa op credit is verstreckt, sonder dat echter van sijn gedaenen aerbeijt voor als nogh eenige vruchten comt te goudeeren en gevolghlijck onvermogens om ‘t geen aan d’ E.Compa. debet staat op afslagh te connen voldoen, en oversulcx hoe langer hoe meer ten achteren raeckt, dogh daer en tegen aangemerckt dat d’ E. Compe. de handt van hem aftreckende, noijt off immers beswaerlijck aan haar verschot sal connen comen en dies genootsaeckt sijn hem all eenighsints vorders behulpsam te wesen, omme niet alles tegelijck te verliesen; ‘t welck dan geconsidereert zijnde, ons weder heeft doen resolveerenhem76 met een slaaf ter leen voor eerst te gerieven, en daar nevens toegestaan 20 vrachten mis van d’ E.Compa. te mogen genieten en van de corenschuur off elders daer ‘t d’ E.Compa buijten best gelegen comt, te halen, mits voor ‘t een en ‘t ander naer behooren belast werdende.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ. SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHANNES RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 13, pp. 99-101.¶
Woensdagh {16781116} 16 November 1678.
In Rade gelesen en geresumeert sijnde seker request door den gepreviligeerden Caapse wijntappers Tobias Marcquart te desen vergadering gepresenteert, luijdende van woort tot woort als volgt:
‘Aan ‘t E. opperhooft Hendricq Crudop mitsgaders den E. Politiquen Raad aan Cabo de Boa Esperanca.’
‘Geeft met alle eerbiedige onderdanicheijt te kennen den geprevilegeerden Caapse wijntapper Tobias Marcquart hoe dat den borger Cornelis Stevensz, gepreviligeert dranckvercooper en pachter van ‘s Comps. wijngaart aan rustenburg alias rondebosje , buijten ten platten lande in d’ huijsing van den borger Theunis Dircx ijmant van sijnen’t wegen heeft gestelt om ter voors. plaatse sijn eijge particuliere gougste77 wijnen bij de cleijne maat te slijten en uijt te venten en dat tot verminderinge van prijs te weten de mengel tot 3/8 Rxrs. daar den selven nochtans voor heen d’ mengel tot 1/2 Rxr., gelijck als van d’ overicheijt alhier daar toe is gestelt, heeft vercocht, invoegen deselve door hem suppliant alhier aan ‘t fort altoos tot soodanige prijs is uijtgesleten, waarmede den gedagte Cornelis Theunis sijn suppts. neering genoegsam is ondercruijpende en daar door al den toelo[o]p comt nae hem te trecken, ongeacht dat hij suppt. gelijck U.EE. achtb. is bekent, in faveur van denselven gehouden is alle de wijnen door hem aan rustenburg geougst, tot 20 Rx. ‘t half aam en dat tot somma van 3000 gls. (sijnde ‘t bedragen van de pacht van gemelte thuijn rustenburg ) aan te nemen, blijvende nogh daar en boven verbonden wee leggers tot 16 Rxrs. d’ half aam van den meergemelte Cornelis Stevens in ‘t aar over te nemen, dien volgende die calculatie genoegsaam can werden gemaackt dat hem suppt. de gemelte wijn eenelijck gereeckent de ordinaire taxatie selfs tot soodanigen prijs van 1/2 Rxr. de m.78 komt te staan, behalven dat dien dranck, invoegen een ijder genoegsam kennelijck, ‘t suur worden seer licht onderwaardight blijft, consequentelijck hem suppt. niet alleen onmogelijck is te connen bestaan ende sware pachtpenningen aan d’ E. Comp. op te brengen, maar selfs daar uijt sijn totale ruijne te volgen staat, aangesien door ‘t presente slechte jaar en dat geen retour-vloot alhier is aangeweest, en als wanneer ten principale de wijnen moeten werden gesleten, dewijle nogh met soo een merckelijck groote quantiteijt Caapse wijnen overcropt sit en onmogelijck sal connen beneficeeren en uijtslijten, ingevalle door U.E.achtbare goede voorsorge daar in niet tijdigh wert voorsien, connende den gemelte Cornelis Stevensz onder pretext van sijn eijgen particuliere wijn te slijten oock mede van andere wijngaardeniers de wijn tot sijn suppts. prejuditie opcoopen en uijtventen, weshalven den suppt. genootdruckt is, hem tot UE. achtb. te keeren, seer eerbiedigh en reverentelijck versoeckende dat de gemelte Cornelis Stevensz door UE. achtbare ordre magh werden geinjungeert hem te onthouden voortaen de Caapse wijnen tot soodanigen vermindering van prijs uijt te slijten maar wel tot 1/2 Rxr. d’ mengel, gelijck als voorheen gebruijckelijck, niet willende twijffelen off UE. achtbaren sullen gelieve te considereeren dat hij suppt. den tax van gemelte wijn desen jare weder heeft geaccepteert, op belofte van in alles dat hem suppt. soude cunnen prejudiceeren de behulpsame handt geboden tewerden,79 invoegen hem door d’ Hr.Gouverneur zaliger toesegging is gedaan. ‘t Welcq doende &a.’
Waar op den gemelten tapper Cornelis Stevensz naer genomen visie van de requeste, in Rade heeft te kennen gegeven dat hij achtervolgens de schriftelijcke conditien met d’ E.Compa. aangegaan, geauthoriseert was d’ Caapse wijn wel minder, maar niet hooger als een halve Rxr. d’ mengel te mogen uijtslijten, gelijck dan deselve voor jegenwoordig ten prijse van 3/8 Rxr. vercoopende was, met bij voeging dat door de gedachte Marcquart al voor lang mede eerst was gepractiseert en in gebruijck gebracht de brandewijn minder te vercoopen als bij de overicheijt daar op was gestelt, waar nae hij en andere sich mede hadde moeten schicken, invoegen een vreemde saack scheen te wesen van hem te willen constringeeren om ‘t sijne ten gevalle van een ander, op gelijcke hooge prijs te moeten houden, daar hem ter contrarij vrij staet ‘t selve in ‘t geheel oft ten deele wegh te schencken, versoeckende mitsdien bij sijn contract gemainteneert te werden, alsoo tot geen verhoging van prijs buijten sijn eijgen nadeel, soude connen resolveeren. Welcke redenen bij ons in consideratie genomen en overwoogen sijnde, soo is goet gevonden den gedagte Marcquart voor apostille op sijn overgelevert request toe te voegen dat ons niet bevoegt vonden den voorn. Cornelis Stevensz tot het gedaan versoeck van den suppt. te constringeeren, maar dat gaarne sagen sij selven onder malcanderen een middel beraamde dat haar bijde het minste naedeligh moghte wesen, met aanbieding van onse mediatie daar ontrent.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ. SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHANNES RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 13, pp. 102-104.¶
Woensdagh {16781130} Ulto. November 1678.80
Aangesien den hoecker de Bode onlangs van ‘t eijlandt Mauritius geretourneert en van sijn retour t’ eenemael gedisbarqueert sijnde,81 binnen weijnige dagen weder in staat soude connen werden gebragt andermael de reijs na derwaarts t’ onderneemen, ten principale om vandaar weder een calckladingh &a. over te haelen; doch daar besijden aangemerct dat desen aanstaande jaare in de maant Februarij op off omtrent ‘t gemelte eijlandt nae menschelijcke gissinge onfeijlbaar de orcaanwinden werden verwacht en omtrent welcke tijt desen hoecker soo binnen 8 a 10 dagen daar omtrent van hier quam te vertrecken, gemelte quade stormwinden soude op steven loopen en gevolglijck de gevaarlijckheijt van dien onderhevigh wesen, Soo is op de gedaane voorstellingh goet gevonden en verstaan ‘t afsenden van den gemelten hoecker na derwaarts t’ surcheeren tot medio Januarij des aanstaande jaars, als wanneer wert g’oordeelt tegens sijn aankomst aldaar de gevreesde orcaan sal wesen verstreecken en gecesseert, te meer om dat wij ons voor present om ‘t verwachte geringe secours van calck soo seer niet verlegen vinden en op een maant tijts min off meer niet sal aancomen mitsgaders ooc ‘t derwaarts bestellen der van hier gepetitioneerde behoeften van soo grooten pressance niet en wert g’oordeelt, daar besijden dewijle altans van soodanigh cleen vaartuijgh ‘t eenemael sijn ontbloot, om off ons middelerwijle eenige importante advisen uijt ‘t vaderlandt mochte werden toegebracht aan welckers spoedige overportingh den dienst van de E. Compa. soude moogen wesen gelegen,82 bij soodanigen voorval dit bodemtje daar toe te connen gebruijcken.
Wijders geconsidereert hoe geruijmen tijt agter waarts door partij lichtvaardige Comps. dienaren en eenige van desselffs officieren alhier in guarnisoen en elders buijten bescheijden niet ontsien nogh geschroomtis83 ‘s Comps. en particuliere slavinnen, niet alleen tot hunne bijsitten often concubinen te houden en te gebruijcken, maar selffs op gemeene wegen en andere publicque plaatsen als schaamtelose menschen alle vuijle conversatie daarmede te plegen, even of ‘t een gepermitteerde saack en niet culpabel noch quaat was, welcke goddeloose en niet min snode, verfoeijelijcke vuijle actien gepleegt werdende door Christenen met soodanige heijdense menschen, niet langer moogende noch connende werden gedoogt, indien met niet Godes rechtvaardige gramschap en straf daar over soude willen hebben te verwagten, en aan de verdere onheijlen die soodanige Goddeloose bedrijven mede sijn na haar slepende, deelachtigh werden; behalven dat ‘t selve tot merckelijcke prejuditie van de E. Compa. is strekende, als gehouden sijnde de mixtice kinderen die daar door werden aangeteelt na ‘t verloop van seekere jaren van haar dienstbaarheijt te ontslaan, daar in tegendeel d’ geene die bij haar eijgen natie voortbrengen eeuwigh dienstbaar blijven, Soo hebben met gemeen advis goet gevonden en verstaan ‘t houden van bijsitten off concubinen voorts alle fornicatie en ongeoorlofde conversatie en debauches met heijdense vrouwen aan alle ‘s Comps. dienaren en vrij inwoonderen, niemandt uijtgesondert, bij openbare interdictie scherpelijck te interdiceren op peene dat de geene die daar aan sullen werden schuldigh bevonden sonder eenige conniventie achtervolgens de statuten van India off wel arbitralijck na exigentie van saaken swaarder en criminelijc sullen werden gestraft en dat hier op een placcaet geconcipieert en metten eersten gepubliceert, mitsgaders alomme aangeplact sal werden tot ijders naerichtingh.84
Aldus geresolveert en g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHANNES RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 13, pp. 105-107.¶
Woensdagh {16781207} 7 December [1678]voor d’ middagh.85
Ter deser vergaderinge door den E. Praeses voorgedraegen sijnde off men naar jaarlijcxe gewoonte wederom soude connen treeden tot het verpachten der geprivilegier[de] tapneeringen van coele en brandewijnen mitsgaders stercke uijtheemse en ingebrouwen bieren &a. voor ‘t aanstaande jaar 1679 en waartoe haar de presente herbergiers reets aan dese regeringe hadden g’addresseer[t] en continuatie van haar respective neeringen versocht, mitsgaders daar besijden in opmerckinge gegeven dat eenige andere vrije ingesetenen deser plaatse voor d’ vergunninge van de brandewijn en arracxtap, soo bij monde als geschrifte een somma van ƒ525 meer hebben geboden als dit jaar daar voor werdt betaalt, ooc daar beneven reflexie genomen op d’ recommandatie van d’ Edle. Heer Commissaris Nicolaes Verburg, vervat bij sijn Eds.nagelate memorie86 wijle d’ Heer Gouverneur Bax saliger alleen toegeijgen[t] dicterende onder anderen dat aan opgemelte voordeelen ‘t gemeen behoorde te participeren en niet de vermogenste alleen daarmede gebeneficeert te werden,87 gelijck dies onaangesien tot nogh toe is gepractiseert; oversulcx alsn[u] geen cleene en niet t’ enemael ongerijmde doleantien onde[r] de gemene borgerij heeft voortgebracht, van dat sij leede[n] van een lichaam sijnde, ende te gelijck moetende draegen desselfs lasten en beswaringen, des echter wierden g’excludeert van alle sulcke favorabele beneficien en voordeelen aan hoedanige uijt dien hoofde sustineerden mede te herideren en deel te hebben, om nevens haere medeborgeren door die smaekelijcke proffijtten een maal tot verhaal te comen en te connen revivisceren: ende off derhalven niet wel soo raatsaam soude wesen d’ verpachting tot d’ aanstaande retourvloot op d’ een off ander wijse te prolongeren, omme alsdan door den Heer Commissaris off ander gedesigneert opperhooft alhier, soodanig daar in gehandelt te88 werden als deselve souden oordeelen te behooren; onvermindert nochtans ‘s Comps. belangens van de tusschen wijle te gaudeeren imposten naar advenant den tijdt dat d’ pacht soude mogen werden verlangt, welcke en andere redenen meer dan rijpelijck overwoogen sijnde, is eijndelijck met gemeen advis geresolveert en verstaan om wedersijts aan de pretendenten geen oorsaack van misnoegen te geven, mitsgaders ons te libereren van alle naespraackvan sijdicheijt89 en passie &a. met d’ verpachtinge van alle tapneeringen sonder onderscheijt tot d’ overcomste van d’ aanstaande retourvloot en een Commissaris off wel ander absoluut gedesigneert Hooft deser plaatse te supersederen, mitsgaders de presente herbergiers pro interim te continueeren, mits den impost naar rato van den tijdt betalende, te weeten d’ coele wijntappers haar oude jaarlijcxe pacht van ƒ600 ijder; doch de brandewijn en arrackvercoopers ten opsicht voor die privilegie meerder is geboden, soo veel ‘t selve d’ voorige pachtpenningen comt te surmonteren, sijnde ƒ525 meer als dit jaar heeft gerendeert, ende dat dienvolgens voors. tappers dese naermiddagh in vergaderinge ontboden en haar dese conditien sullen werden voorgestelt.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHANNES RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 13, pp. 108-109.¶
Woensdagh {16781207} 7en December 1678, naar de middagh.
Sijnde in conformite van ons besluijt heden morgen genomen in desen Rade verscheenen de gepriviligieerde coele wijntappers Joan Valckenrijck en Gerrit Victor, mitsgaders d’ respective huijsvrouwen van de stercke dranckvercoopers Willem van Dieden en Thobias Marcquart, welcke bijde laaste (vermits de absentie van haar voornoemde mannen) verclaerende van de selve g’authoriseert en volmachtight te wesen omme met d’ E.Compa. wegens de tapneeringe voor ‘t aanstaande jaar 1679 te contracteeren (gelijck ons oock bewust is dat haar daarmede wel meest bemoeijen) soo is aan voors. twee partijen onse resolutie bekent gemaackt en ijder in ‘t bijsonder afgevraagt off sijl. haar respective privilegien op d’ conditien in voormelte resolutie nader g’expresseert en henluijden duijdelijck voorgehouden, begeerden te continueeren, waarop de comparanten gesamentlijck, dogh ijder in ‘t bijsonder deselvevoorwaerden90 naar weijnig debats g’accepteer[t] en op die voet tot toecomende retourvloot continuatie versocht en oock van ons g’obtineert hebben, sullende bij te rugh comste van voorgesijde van Dieden en Marcquart hier op haarl. approbatie nader werden geprocureert.
Aldus geresolveert in ‘t Fort de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHANNES RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
De bovengemelte van Dieden en Marcquart door mij ter ordre van den Raadt afgevraagt sijnde off haar met de bovenstaande resolutie in ‘t reguart van den starcken drancktap genoomen en de conditien die door hunne vrouwen respective waren g’accepteert, haar daar aan mede conden gedragen, de welcke ijder in ‘t bijsonder hebben verklaart haar daar mede in ‘t geheel te confirmeeren.91
‘t Welck ick getuijge A. DE MAN, Secrts.
C. 13, pp. 110-112.¶
Woensdagh {16781215} 15 December 1678.92
Naar jaarlijcxe gewoonte getreeden sijnde tot het versetten van de respective collegien en eerstelijck van de kerckelijcke bedieningen waar van de nominatie van dubbel getal persoonen soo tot ouderlingen als diaconen in de kerckelijcke vergaderinge op gestelt en door onsen Commissaris Politijc overgelevert namentlijck tot ouderlingen Harmen Gresnicht en Elbert Diemer, item Johannes Ravensbergh en Jan Wittebol tot diaconen, met versoeck uijt deselve d’electie te willen doen, Soo is na deliberatie goetgevonden uijt ‘t gemelte dubbel getal diaconen voor eerst te eligeeren Jan Wittebol uijt Comps. dienaars ende eerwaarde Kerckenraadt door onse politicque Commissaris bekent te maeken dat sij ten eersten andermaal gelieven nominatie te doen van dubbel getal diaconen uijt de borgerij; en dat ten opsichte den noch presenten diacon Joannes Pretorius d’ ordinarij tijt van sijn bedieningh mede g’expireert sijnde, na alle apparentie wel gaaren van dat ampt soude willen werden ontslagen, en oversulcx geen schick wesen, te meer altans aan geen bequaeme stof tot het becleden van sulcken bedieningh onder d’ borgers quam te ontbreken, denselven extraord. daarin te continueeren. En aangaande het genomineert getal ouderlin[gen] is verstaan dat de Eerwaarde Kerkenraadt volgens usantie met d’ electie daar uijt te doen sullen moogen voortgaan als ons d’ opgestelde persoonen latende gevalligh sijn.
Gelijck mede in plaats van de twee afgaande leeden van het collegie van weesmeesteren op het overgelevert dubbel genomineert getal persoonen bij den Raadt in desselffs plaats sijn g’eligeert den vendrigh Jacob Croon en borger Willem van Dieden.
Insgelijcx oock tot commissarisen van de huwelijcxse saken in plaats van de twee afgaande soo Comps. dienaars als borgers g’eligeert den ondercoopman Martinus van Banchem en Johannes Valkenrijck, out Borgerraet in welck collegie den eersten sal presideeren.
Soo mede tot Borgerraden in plaats van den afgaande op d’ overgeleverde nominatie verkoren Harmen Ernst Gresnicht; wijders oock gelet op het gedaan versoeck van den Borgerraet Gerrit van der Bijl die het aanstaande jaar als outste Borgerraet sal moeten presideeren aan desen Rade te kennen gegeven hebbende dat ten opsichte de moeijelijckheden die soodanigen bedieningh was mede brengende en waar door veel tijts doch niet sonder prejuditie van sijn eijgen werck moet vaceeren, ‘t welck hij verclaarde als een man sijnde die sijn kost met sijn handen most winnen gants niet gelegen te comen, derhalven versocht om daar van te moogen werden ontslagen en hoe wel dit versoeck op goede redenen gefondeert schijnt te wesen, doch daar en tegen geconsidereert dat andere persoonen van soodanigen off diergelijcke ambacht haar mede met sulcke ampten niet voorsien vindende, daar van altoos souden connen excuseeren, en egter ‘t waarneemen van dien tot voorstandt van ‘t gemeen nootsakelijck dient en moet werden bekleet, Soo is verstaan daarin voor het aanstaande jaar geen veranderinge te doen, en hem sijn versoeck in remonstrative termen t’ ontseggen.
Aldus geresolveert en g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOH. RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 13, p. 113.¶
Woensdagh {16781221} 21 December 1678.93
Te deser vergaderingh verscheenen sijnde vrije wiltschutten Hans Melchior Hoffman en Diederick Potter, dewelcke hebbende te kennen gegeven en gedemonstreert dat, vermits de groote scharheijt en vermindering van ‘t wilt en ‘t landt hier ontrent, haar niet langer mogelijck was om aan d’ E. Comp. 2500 lb. wiltvlees maandelijcx te leveren, invoegen volgens accordatie met d’ E. Comp. voorlede jaar aangegaan, gehouden waren, en dat ten prijse van 1/2 sware stuijver ‘t pondt waar mede, vermits de groote moeijten en oncosten die daarom quamen te doen, geensints conden bestaan, en aangesien de tijdt van ‘t contract met d’ E. Compa. alsnu was comen t’ expireren, soo versochten daarvan te mogen werden ontslagen en de wagen met beesten die haar tot dien eijnde van d’ E.Compa. in leening was vergunt weder te restitueeren,94 ten ware wij tot verhoging van prijs souden comen resolveeren, Soo hebben met gemeen goet vinden verstaan met d’ selve de novo een ander contract voor ‘t aanstaande jaar 1679 aan te gaan, namentlijck dat sij aan d’ E.Compa. maandelijcx sullen gehouden wesen te leveren 1500 lb. wilt vlees en daar voor comen te gaudeeren derthien lichte penningen voor ijder lb. mits de wagen met ossen (die tot nogh toe in leeningen hebben gehadt) restitueerende, oock bij aldien sij meerder als de gemelte 1500 lb. conde becomen, gehouden sullen blijven, voor soodanig prijs als vooren, ‘t selve aan d’ E.Compa. te leveren.
Aldus geresolveert en g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ. SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHS. RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Scrts.
## Footnotes
-
Hierdie resolusie is weer deur Andries de Man geskryf. ↩
-
Oorgeneem uit genoemde brief van Here XVII in C. 412, deel 2:Ink. Stukken, 1677-1678, p. 359. ↩
-
Na “Soo is eijndelijck” tot die einde van hierdie resolusie word in die volgende “extract” in ‘n ander handskrif herhaal. ↩
-
In die “extract” staan die meer gebruiklike vorm “vrije”. ↩
-
Geskryf in die skrif van die resolusie van die môrevergadering van 18 April 1678. Die laaste deel van die vorige resolusie word herhaal. (Sien voetnoot 3 van bl. 244.) Aangesien die herhaling byna identies is, word dit hier nie afgedruk nie. Na “onder stont” volg ‘n beskrywing van die handtekeninge wat onder aan die oorspronklike resolusie verskyn het. Ons het in hierdie “extract” dus te doen met ‘n kopie van die oorspronklike resolusie. ↩
-
Hierdie laaste paragraaf asook die volgende verklarings is deur Andries de Man geskryf. ↩
-
In Goos se Atlas Palicatte genoem. Dit was ‘n stad ten noorde van Madras , wat vanaf 1609 tot 1795 aan Nederland behoort het. ↩
-
Wittebol het slegs een reis met die Rommerswael gedoen. Op 20 Oktober word in die Daghregister van die kasteel Batavia gemeld: “De heer fiscael van India mr. Gualter Zeman op heden staende d’ordinary vergaderinge by geschrifte in Raade verthoont hebbende, dat zyn E. eenige geruchten tevoorengekomen zyn hoe sigh den schipper Jan Wittebol bescheyden op het schip Roemerswael , hem omtrent Comps. provisien etc. in zyn jonghste uytreyse anno 1678 vergrepen en niet met de vereyschte trouwe gedragen soude hebben, soo is daerop goetgevonden voornoemde schipper Wittebol van gemelte bodem te lighten en op een der hier ter rheede blyvende schepen te laten overgaen, om dusdoende d’heer fiscael middel te geven sooveel bewysen wegens zyn gesuspecteerde fraude in te winnen als mogelyck sal zyn.” SienDagh-Register gehouden int Casteel Batavia, anno 1679, p. 470. Blykbaar het Wittebol hom met welslae teen die aanklag verdedig, want in Mei 1680 vind ons dat “ondercoopman en lantmeeter Wittebol” na Stellenbosch gestuur word om ‘n kaart van hierdie landstreek te maak. Die kaart het nie in die Kaapse Argief bewaar gebly nie. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is deur die sekretaris van die Politieke Raad in die linker kantruimte geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die woord “winnen” is deurgehaal en verander in “genieten”. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
In ‘n brief uit Batavia van 21 Desember 1678 vind ons die besluit van die Raad van Batavia met betrekking tot die Deense skip: “Op het versoecq van de Heer Joan Joachum Pauli agent wegens d’ Deense Comp. tot Bantam hebben wij hem toegestaan den persoon van Anthonij van Doorn hier vooren gent. om in sijn voorige qualiteijt te werden g’emploijeert en als capn. met het scheepje de Phenicx weder na Denemarcken te keeren, zijnde den selven tot dien eijnde al na Bantam vertrocken.” (C. 414, deel I:Ink. Stukken, 1679-1681, p. 42.) ↩
-
In die H.K. staan “corl”. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf in dieselfde handskrif waarin die ander veranderinge in hierdie resolusie aangebring is. ↩
-
Die aanvangshakie ontbreek. ↩
-
Hierdie resolusie is in ‘n ander handskrif geskryf as die vorige en die hiernavolgende resolusies. ↩
-
Vgl. “confessiën” van 26 tot 29 April 1678 insake veediefstalle in C. 2954:Confessiën en Interrog., 1677-1685, pp. 76-88. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is met ink van ‘n donkerder kleur en in ‘n ander handskrif tussen die reëls geskryf. ↩
-
Tussen “bodems” en “blijven” is die woord “alhier” deurgehaal. ↩
-
Ook in die H.K. kom hierdie sametrekking van “des namiddags” voor. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
In die H.K. staan “‘t schip”. ↩
-
Hierdie resolusie is geskryf in ‘n handskrif wat nog nie voorheen in die resolusieboek voorgekom het nie. Dit is gevolg (pp. 475-477) deur die kladnotule van die vergadering in die handskrif van Andries de Man. ↩
-
In die kladnotule het eers gestaan “over schapendieverije en openbaar gewelt”. Dit is deur die sekretaris self soos bo verander. “Schapendieverijen” sou egter beter weergee wat bedoel word. ↩
-
In die H.K. staan “out”. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in die linker kantruimte geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is deur Andries de Man in die linker kantruimte geskryf. ↩
-
In die kladnotule word die woord reg gespel. ↩
-
In die kladnotule staan “het”. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is deur Andries de Man in die linker kantruimte bygeskryf. ↩
-
In die kladnotule staan “een”. ↩
-
In die kladnotule is hierdie woord onduidelik geskryf. ‘n Ander lesing wat beter in die verband van die sin inpas, is “driest”; “driest af te slaan” staan in die plek van “bastonneren” wat in die kladnotule deurgehaal is. Dit beteken om met stokke te slaan. ↩
-
Tussen die reëls staan “sonder gag.” geskryf. In die kladnotule staan onafgekort “sonder gagie”. ↩
-
In die kladnotule word die naam voluit as Lambert Lamberts gegee. ↩
-
Die handtekening van die Goewerneur ontbreek. In die Dagregister van 13 Junie staan: “d’ E. Heer Gouverneur Johan Bax genaamt van Herentals is vandaegh gants onpasselijck geweest en van een benaeuwde borst waermede Sijn Edle nu wel ongevaar een jaar herwaarts mede is gequelt geweest vrij hart aangetast geworden.” (C. 588:Origineel Dagregister1677-1678, Maandag, 13 Junie 1678, p. 579.) ↩
-
Geskryf in die skrif van 7 Junie 1678. ↩
-
In die H.K. staan “stemmen”. ↩
-
Moontlik staan diedvir ‘n afkorting van “dan”. In die H.K. staan “nu”. ↩
-
“den” is verander in “een”. ↩
-
In die H.K. staan “hun”. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in die handskrif van die Sekretaris, Andries de Man, ingevul. ↩
-
In die H.K. staan “behoorlijcke”. ↩
-
Hierdie stuk was verkeerd ingebind en word nou deur ons in die juiste chronologiese orde weergegee. ↩
-
Tussen die reëls bygeskryf deur Andries de Man. ↩
-
‘n Byvoeging in die handskrif van Andries de Man, Sekretaris van die Politieke Raad. ↩
-
Die volgende drie resolusies is in die handskrif van Andries de Man. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
In die H.K. staan “streckende”. ↩
-
Dit was die eiland Fernando di Noronha , geleë op3 gr. 55 min. S.Br. en 32 gr. 35 min. W.L., dus naby die kus van Brasilië . ↩
-
Sien C. 413, deel II:Ink. Stukken, 1677-1678, p. 433. ↩
-
In die H.K. staan “t’ erhooren komen”. ↩
-
In die H.K. staan “t’ erhooren komen”. ↩
-
Vir die verhoor van die Hottentotte sien C. J.2954:Confessiën en Interrog., 1677-1685, pp. 95-110, waarin die name van die Hottentotte soos volg aangedui word: Quisa, alias Dickop; Gamako, alias Bontebaart; Dorea, alias Willem Schalck; Comko, alias Willem Schalck se broer en Ore, alias Cleene Man. Vgl. ook CJ.2:Criminele en Civiele Regtsrolle, 1674-1688, p. 81,rectoenverso. ↩
-
Nadat die verhoor van 5 tot 10 September in beslag geneem het, is die vonnis op 14 September uitgespreek. Al vyf is veroordeel om aan die galg te sterf: sien C. J. 780:Sententies, 1652-1698, pp. 644-648. ↩
-
Hierdie resolusie is in ‘n ander handskrif as die vorige resolusie geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is in dieselfde handskrif as die res van die resolusie tussen die reëls geskryf. ↩
-
Na “revelijntje” is die woorde “diende te” deurgehaal. ↩
-
Die woord “aangesien” is deurgebaal en “alsnu” wat eers na “casteel” geskryf was en daar deurgehaal is, in sy plek geskryf. ↩
-
Die woorde “vervolgh en” is verander in “vervolgen”. ↩
-
In die H.K. staan “rheede”. ↩
-
Die woorde “en oock bijsonderlijck geleth” is hier deurgehaal. ↩
-
Hierdie resolusie is deur Andries de Man geskryf. ↩
-
C. 413, deel II,Ink. Stukken, 1677-1678, pp. 657-658. ↩
-
Ibid., p. 433. ↩
-
Die woorde “hadde verhaeld” is verander in “verhaelde”. ↩
-
Die twee gekursiveerde woorde “soude” en “en” is deur die skribent met ink van ‘n ligter kleur tussen die reëls geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur die skribent in die plek van “oock” geskryf. ↩
-
Eers het hier gestaan “meriteert”. Dit is deur die skribent in “moet meriteeren” verander. ↩
-
Voor “spijsigen” is “connen” deurgehaal. ↩
-
Dieeaan die einde van hierdie woord is ‘n toevoeging wat met ink van ‘n ligter kleur geskryf is. In die H.K. staan “merckelijck”. ↩
-
Johannes Overney was uit Friesland afkomstig en het in Franeker in die teologie gestudeer. Hy het hom met sy vrou, Barbara Simondogter, aan die Kaap gevestig en is in Mei 1687 oorlede. (Vgl.Die Kaapse Predikante van die sewentiende en agtiende Eeudeur prof. dr. S. P. Engelbrecht, pp. 24-25). ↩
-
Hierdie resolusie is in ‘n ander handskrif geskryf as die vorige resolusie. ↩
-
Hierdie instruksie is op 14 November 1678 onderteken. ‘n Afskrif daarvan is te vinde in C. 701:Mem. en Instr., 1673-1685, pp. 169-191. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die mees waarskynlike lesing is hier “g’ougste” wat “geoeste” beteken. ↩
-
In die H.K. is hierdie afkorting aangevul tot “mengel”. ↩
-
“Hebben” is verander in “werden” wat bo-oor die vorige woord geskryf is. ↩
-
Hierdie resolusie is deur Andries de Man geskryf. ↩
-
Na “sijnde” het die woord “mitsgaders” gevolg, wat egter deurgehaal is. ↩
-
Na “gelegen” is die woord “om” deurgehaal. ↩
-
Die gekursiveerde woord is in plaas van “wert” geskryf wat deurgehaal is. ↩
-
Vgl. die plakkaat inOrigineel Placcaat Boek, 1652-1686: C. 680, pp. 405-406 wat oorgeneem is in dieKaapse Plakkaatboek, pp. 151-152. ↩
-
Hierdie resolusie is in ‘n ander handskrif as die vorige een geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Vgl. die instructie van Commissaris Nicolaes Verburgh in C. 700:Mem. en lnstr., 1657-1685, pp. 296-297. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur die Sekretaris, Andries de Man, tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in dieselfde handskrif tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
“Voors.” is deurgehaal en vervang deur “voor” wat aan “waerden” verbind is. ↩
-
Hierdie laaste paragraaf is deur Andries de Man self geskryf en onderteken. Dit stel ons goed in staat om sy handskrif ook elders in die resolusieboek te herken. Ook die volgende resolusie is deur hom geskryf. ↩
-
Die 15de Desember het op ‘n Donderdag geval. ↩
-
Hierdie resolusie is in dieselfde handskrif geskryf as die resolusie van 16 November 1678. ↩
-
Na “restitueeren” is die woorde “Soo hebben met gemeen goet vinden verstaan” deurgehaal. ↩