C014 v1.20
C. 14, p. 2.¶
Sondagh {16790101} 1 Januarij 1679.1
Na dat de bevestiginge van d’ persoonen tot het becleeden der respect. Politijcque collegien in plaatse van de afgaande g’eligeert in Rade was gedaan, is door den E.preses voorgedragen, dewijle d’ borgerije des[e] naer middagh in de wapen stont te comen en den nieuwen luijtenant van de selve voorgestelt te werden, off en wat men gemelte borgerij naar gewoonte tot een regael soude connen toevoegen en Comps. weegen schencken; ende daar op goet gevonden ende verstaan hier in d’ oude usance te volgen; en vermits d’ E. Compa. nogh een goede quantiteijt mom aan d’ handt heeft, waar onder eenige vaten al vrij beginnen aan ‘t suur werden te comen, aan haar twee diergelijcke pijpen tot een vroolicken dagh te vereeren, beneven wat speck en hart broot, mitsgaders een mutsje brandewijn, hooft voor hooft hier in ‘t fort te schencken, wanneer de voorstellinge sal gedaan wesen.2
Ende alsoo ons guarnisoen mede in armis staat te comen en gemonstert te werden, dat een ijder persoon mede een mutsje van dien dranck tot aanmoediginge sal werden uijtgereijckt.
Aldus geresolveert en g’arresteert in ‘t Fort de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] DIRCQ JANSZ. SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOH. RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, secrts.
C. 14, pp. 3-5.¶
Woensdagh {16790104} 4 Januarij 1679.3
Aangesien volgens genomen resolutie in dato 22 December 1677 eenige jonge Madagascarse slaven en slavinnen doenmaals van ‘t eijlandt Madagascar per ‘t Voorhout alhier aangebracht aan verscheijde deser ingesetenen ijder nae sijn begeeren tot 2 a 3 stucx soo jongens als mesjes4 sijn verstreckt, met die conditioneele voorwaarde dat sij d’ gemelte lijf-eijgenen den tijt van een jaar onder haar opsicht souden behouden5 en t’ haeren laste alimentenen mits diegeene die haar binnen ‘t gemelte jaar quamen aff te sterven d’ E.Compa. tot 12 1/2 Rxrs. ‘t stuck vergoedend[e] en die nae expiratie van ‘t jaar noch in ‘t leven wierden bevonden, daar over om d’ keur met d’ E.Compa. alsdan te looten, en d’ geen die haar gevolgelijck quamen te beurt te vallen, ‘t stuck tot 25 Rxrs. aan d’ E. Compa. te voldoen, mitsgaders d’ rest wel gecleedt aan d’ E. Compa. te restitueren, welcke gestipuleerde tijdt alsnu volcomen g’expireert sijnde, Soo is goet gevonden en verstaan alle d’ vrije ingesetenen die soodanige lijfeijgenen van d’ Ed. Compa. hebben genooten, met d’ slaven die daarvan noch in ‘t leven hebben behouden, tot ons t’ ontbieden, om met d’ E. Compa. des daartoe genegen sijnde om de kiesing te looten, en die haar te beurt vallen, ‘t stuck tot 25 Rxrs. te doen betaelen, off anders deselve voor d’ E.Compa. in’t geheel in te trecken, doch in ‘t reguard van d’ soodanige, bestaande uijt …6 stucx, die andere borgers ten oorsaack van derselver miserabile gestalte op hun aancomste genoegsaam sijn opgedrongen om voor d’ E.Compa. op te queecken, mits daar voor maandelijcx 40 lb. rijst van d’ E.Compa. genietende en exempt blijvende van d’ vergoeding voors., indien mochten comen t’ overlijden, is verstaan ingevalle deselve haar genegen thoonen om die noch in ‘t leven sijn van d’ E. Compa. tot 25 Rxrs. ‘t stuck aan te nemen, haar d’ selve als dan te laten behouden, te meer alsoo deselve (als gesegt) uijttermaten miserabel gestelt en sieckelijck wesende, van niemandt begeert wierden en des een onbillijcke saack soude wesen dat men haar deselve alsnu tot een recompens van haare gedane moeijten daar d’ selve genoegsaam als voedtserkinderen7 hebben moeten opqueecken, quam te ontrecken, en niet mede laten deel hebben in de voordeelen d’ andere borgers toegeleijt; en nopende d’ weijnige8 die eenige ‘s Comps. ministers mede in maniere als vooren sijn overgegeven, is verstaan ten opsichte verscheijde derselven noch gants onnosel en sulcx daarvan geen off immers weijnigh dienst can getrocken werden, het intrecken van deselve noch wat te surcheeren, ter tijdt en wijle bequamer tot den arbeijt sullen geworden sijn, latende tusschenwijle aan een ijders willekeur gedefereent de sijne aan d’ E.Compa. voor aff wederom9 te mogen transporteren.
Aldus geresolveert in ‘t Fort d’ Goede Hoop, datum ut supna.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOH. RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 6-8.¶
Woensdagh {16790125} 25 Januarij 1679.10
Is door den E. preses ter vergaderingh voor gedragen en gedemonstreert, hoe dat ‘s Comps. magasijnen van rijst vermits d’ groote consumtie hoe langer hoe soberder begonnen voorsien te werden, en volgens gemaecte calculatie op ultmo. deser maar circum circa 35 lasten meer in voorraet te wesen, en ingevalle op den ouden voet met de maandelijcxe verstre[c]kingh van rijst, soo aan ‘s Comps. dienaren als vrijborgeren, wierde gecontinueert, ten uijttersten maar drij maanden daar mede soude connen toe rijken, en sulcx ons eerlangh van die granen destituijt bevindende, gevolglijck in dese becommerlijcke tijde van oorlogh bij overkomst en attacque van vijandt in de grootste extremiteijt sien vervallen, behalven dat wij ons geensints konnen versekeren in ‘s corte uijt India met dien correl te sullen werden geassisteert, onaangesien aan de hooge Indische regeringh serieuselijck daarom is versocht, dat haar Edle. even wel door een quaat jaar met misgewas off andere onbekende incidenten soude connen comen te ontschieten, gelijck bij derselver laaste missive herwaarts geschreven, die swarigheden in soodanige termen al hebben gelieven te moveeren en ons voor te stellen. En ingevalle op ‘t beste genoomen uijt India al een schip met rijst mochte herwaarts sijn gesonden, wij noch geensints van desselffs behouden arrivement tot hier toe versekert conde wesen, invoegen aan de fluijt Soetendaal in den jaare 1673 van Batavia met soodanigen ladingh naar d’ Caap geschickt en alhier omtrent het landt verongelu[c]kt een blijckelijck exempel hebben beleeft, derhalven ten hoogsten tot het gemeene welvaren requireerde, wij onse gedachten tot de menagie van die granen quamen t’ appliceeren, ten eijnde om soo veel immers doenlijc buijten verlegentheijt te blijven, welck voorstel bij den Raadt in serieuse bedenckingh genoomen en met aandacht overwogen sijnde; Soo is daarop voor eerst eenhelligh11 geresolveert en verstaan ‘t gemelte brootcoorn soo veel te menagieeren als eenigsints geschieden can en dat gevolglijck aan ‘s Comps. dienaaren, te weten soldaten, matroosen, ambachts en andere lieden voortaan in plaats van 40 lb. rijst, maandelijcx te laten genieten halff rijst en halff hart broot, te weten 20 lb. rijst en 10 lb. hart broot ijder tot rantsoen sal werden uijtgereijct, werdende deselve een lb. hart broot weeklijcx meer toegevoegt ten opsichte van den swaren arbeijt die aan de nieuwe fortificatie en anders moeten doen, en dat het bisquict bij haar soo niet can strecken als den rijst. Mitsgaders dat ooc aan de vrijluijden in ‘t generaal, niemandt uijtgesondert, voortaan en tot nader vermoogen, geen rijst voor contant uijt ‘s Comps. magasijn sal werden verkocht, alsoo ‘t meeste part haar met de g’ougste granen immers noch voor eerst wel sullen connen sustenteeren, en die geen landtbouwers sijn, bij andere om gelt te marckt gaan, sullende bij de gemelte besnoeijingh van rijst blijven gecontinueert, tot der tijt en wijle uijt India nader ontset hebben becomen en alsdan dien aangaande nader geresolveert; welck besluijt de Borgerraden te deser vergaderingh ontboden en verscheenen, gecommuniceert en bekent gemaackt is, om haar en d’ vordere borgers tot naerichtingh te dienen.
Aldus g’arresteert ende gerolveert datum ut supra.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHS. RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, p. 9.¶
Woensdagh {16790201} primo Februarij 1679.12
Aangesien bij ‘s Comps. negotiepackhuijsen en de winckel sich bevinden eenige weijnige goederen dewelcke door haar ongewiltheijt langen tijdt vruchteloos overgehouden, vrij van d’ mot beschadigt en andersints g’infecteert en sulcx genoegsaam daar door invendibel geworden sijn, Soo is naar genomen deliberatie goet gevonden, vermits bij langer leggen niet te beter, maar meer en meer te verslimmeren staan, d’ packhuijsen gelijck ooc de winckel daar af bij openbare venditie aan d’ meest biedende te suijveren, ten eijnde het voorseijde overlegen goetje van de handt geraacke en d’ E.Compa. daarbij geen meerder schade mach comen te lijden; in allen gevalle voor haar proffitabelder sijnde noch ijets als niets daar voor te gauderen.
Aldus geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHS. RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 10-12.¶
Maandagh {16790206} 6 Februarij 1679.13
Door vier Hottentoots van den overste Gonnema afgesonden en van de morgen alhier aangekomen seekere tijdinge ingekomen sijnde dat de drij bewuste vrijluijden Jan Jansz van Woerden, Cornelis en Jacobus van Nispen14 voor veertien dagen haar van hier g’absenteert hebbende met de 6 vermiste paarden te weten 4 van de E.Compa. en 2 van particuliere, bij die van haare coralen op ons begeeren sijn verspiet en ontdeckt omtrent de Oliphantsrevier , ongevaar15 4 dagen reijsens landewaarts in gelegen, alwaar sij haar voor eenige dagen en noch op het herwaarts komen van de voornoemde Hottentoots onthielden, bij haar hebbende een slaaff, en van schietgeweer versien sijnde, met verder aandieninge dat sij reets haar hadden versocht bij nacht als anders te belagen en in handen te krijgen, doch dat van deselve door schietgeweer en met op d’ haare los te branden feijtelijck waren geresisteert en afgewesen, niet willende gedoogen dat eenige van haar natie omtrent henl. genaackt en dat sij wel hadden connen bespeuren het haar aan onderhout al seer quam te mancqueeren, alsoo niet verder dan op een cleene distanctie voort marcheerden en dat om ons daar van notificatie te doen, door haaren oversten expres waren herwaarts gesonden om eenige Nederlanders t’ haarder adsistentie te versoecken, middelerwijle ons versekerende dat op deselve door hen lantslieden een waekent oogh wierde gehouden, ten eijnde haar niet souden connen comen te ontduijsteren,16 Soo geeft den E. preses den Raadt, versterckt met die uijt de borgerij, in bedenckingh off men niet behoorden, tot voorstandt van ‘t gemeene best, voldoeningh van de Justitie en wel bijsonderlijck tot voorcominge van veel en verscheijde onheijlen en bedenckelijckheden die ons bij dese off geene incidenten door dese vagabonden soude cunnen werden toegebracht en niet dan tot groote ondienst van de E.Compa. en de goede ingesetenen deser plaatse streckende sijn, een middel te beramen om haar weder in handen te krijgen, te meer also haar noch soo na bij sijn onthoudende, waarop dan naar deliberatie goet gevonden en verstaan is, op deselve ten spoedigsten af te senden 12 gewapende mannen te paert te weten 6 Comps. dienaren en gelijck getal uijt de borgerij, alle voor den tijt van 14 dagen geprovideert en dat onder den sargeant Oloff Bergh, mitsgaders den borger luijtenandt Jan Valkenrijck als hoofden over dese expeditie, met expresse last om de voorn. fugitive, is ‘t doenlijck, ten uijtterste te vervolgen en bij ontmoetinge alvoorens in der minne sien te bewegen om met haar weder te rugh te keeren; doch in cas van weijgeringh en feijtelijcke oppositie haar met force ‘t sij levendigh off doodt tragten meester te werden en van haar te versekeren mitsgaders ons toe te brengen, doch dat niet langer met het achtervolgen van deselve sal moogen werden toegebragt dan dat staat maeken binnen den tijt van 14 dagen, 1 a 2 dagen onbegrepen, weder sullen connen te rugh wesen; sullende de gemelte 14 coppen door d’ E.Compa. van provisie te weten 1 lb. broot en 1/2 lb speck ijder daags en voorts cruijt en loot naar behooren werden versorgt.17
Aldus g’arresteert, datum als vooren.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHS. RAVENSBERGH.
[Signed:] J. VALCKENRIJCK.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, p. 13.¶
Woensdagh {16790215} 15 Februarij 1679.18
Den borger Willem van Dieden ter vergaderingh verscheenen en versocht hebbende dat hem nu weder als in voorige vreede tijden (hoedanigh als nu, Godt danckt, wederom hebben beleeft) mochte werden toegestaan op ‘t Dasseneijlandt een trop schaapente19 houden, invoegen hem ooc voor een jaar, wanneer sijn schapen tot merckelijcke schade van daar heeft moeten neemen, was belooft, met bij gevoegt versoeck dat voor ‘t eerste jaar van ‘t servituijt om aan d’ E. Compa. voor die vergunning een seecker aantal schapen op te brengen gelijck bevorens verplicht is geweest, mochte werden g’excuseert onder presentatie d’20 voordere jaren aan d’ E.Compa. gaarne ‘t oude getal te willen opbrengen; waar op dan gedelibereert sijnde, is verstaan hem sijn gedaan versoeck van weder schaapen op ‘t gemelte eijlandt te mogen plaatsen, t’ accorderen en om d’ groote schade die met ‘t affneemen van sodanige voormaals heeft geleeden, hem dien aangaande eniger maten in ‘t gemoet te comen, namentlijck dat sal connen volstaan met voor ‘t eerste jaar voor die vergunning op te brengen 20 stucx, mitsgaders de volgende jaeren, gelijck voor desen men d’ E.Compa g’accordeert is 40 stucx goede en wel gevoede schaapen, met vordere aansegginge dat het beslaan en besetten van gemelde eijlandt met vee alt[oo]s sal blijven t’ sijner risico en laste mitsgaders buijten prejuditie van d’ E. Compa.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHS. RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 14-16.¶
Woensdagh {16790222} 22e. Februarij 1679.
In consideratien genomen hebbende off het niet dienstich en nodich soude wesen dat volgens het al over21 lang genomen concept niet alleen van d’ E.Heer Gouverneur Bax saliger, maar oock selfs van den Edle. Heer Raadt extraordinaris en out Gouverneur Isbrant Goske d’ geprojecteerde wooning voor ‘s Compa. dienstbare op d’ nieuwe afsnijdinge van der selver thuijn als nu eens wierde vervolgt en g’extrueert, ‘t welck tot dato door nodigen onderhande sijnde wercken aan d’ fortificatien is gesurcheert, doch echter door ordre van de Heer saliger al in d’ voorleeden jare ‘t fondament daar toe van clipsteen reets gelegt en daar van een model ontworpen om het daarnae te laten voortgaan: te meer alsoo ‘t oude logis, daar hun ‘s Comps. lijffeijgenen, buijten ‘t casteel in d’ thuijn, steenbackerij en elders dagelijcx aarbeijdende,22 dus lange hebben onthouden, eerlange dreijgt in te storten en niet waardich is omme gerepareert te werden: behalven dat ooc d’ wooninge voor den baas hovenier en Duijtsche knechts, beneven ‘t groentenhuijs, daar d’ ververschinge t’elckens in bewaart werdt, met d’ annexe saadsolders noch beneden aan ‘s Comps. tuijn op d’ afgesneden plaatsen tot erve voor d’ borgerij staande, mede t’ enemaal gedevaliseert en bouwvallich is geworden en nootsaackelijckdaar van23 sal moeten werden getransporteert eer ‘t oude project can voortganck neemen; en ‘t welc dus lange niet buijten ongerustheijt van d’ opsicht over d’ slaven heeft moeten gesepareert blijven; Soo is bij gemeen advijs ‘t opmetselen van gemelte slaven en andere woonhuijsen niet alleen noodich g’oordeelt, maar oock verstaan, vermits ons althans met noodigen metselwerck niet vinden beladen, daar mede ten eersten een begin te maacken, doch niet nae ‘t oude project door d’ E. Heer Gouverneur saliger daarvan doen opstellen, maar nae ‘t voorbeelt als nu daarvan gedaan, maacken; alsoo ‘t eerste van all te grooten ombragie soude wesen en des d’ E. Compa. al vrij costelijck vallen: daar en tegen ‘t laaste niet alleen een derde kleender en gevolgelijck oncostelijcker, maar immers soo accommodabel sijn; en dat vermits ‘t maecken van een voet wijder en ter wedersijde een bedding te leggen; daar na ‘t voorgaande project maar aan d’ eene kant een bedding soude sijn geweest, waarmede dan sal wesen uijt gewonnen een groote quantitejt matreaelen24 en des echter ruijm genoegh sijn, omme alsoo veel slaven als in ‘t voorige te connen plaatsen: sullende ‘t selve na ‘t eerste project niet25 een afdack werden gemaeckt en met pannen gedeckt om te minder pericul van brant onderworpen te wesen.
Ten vergaderingh door den E. praeses voorgedragen sijnde hoe dat een van de drij fugitive aanbrengers, Jan Jansz genaamt,26 eergisteren nacht, buijten ten platten lande van seecker colonier in sijn wijngaant g’attrappeert en gevancklijck aan ‘t fort gebracht, mitsgaders als nu in hechtenis geslooten was: en of ‘t dienvolgens niet en vereijste soo ter saecke van sijn fugie als gesuspecteerde paerdedieverij, en ‘t vervoeren van slaven &a. tegens hem g’informeert en in handen van den fiscaal overgelevert omme naar rechten in die saacke geprocedeert te werden, dan off d’ goede diensten die hij en sijn noch vluchtige twee mackers met het aanbrengen van particuliere goederen uijt ‘t schip Tijdoor ‘t verleeden jaar aangehaalt, aan d’ E.Compa. heeft gedaan, wel van die consideratie soude connen wesen om in dese saack wat oogluijckinge te gebruijcken; principalijck om ons daar door te libereren van alle eensijdige naespraack dat men (nae strenheijt27 van rechten hier in procederende) tegens d’ voors. persoonen meer geformaliseert en met passie ingenomen was, als wel ten faveur van d’ Justitie juijst genecessiteert hadden geweest te doen en andere falsche blame meer: en waar door men ons mede wel soude connen verdacht en schuldich maecken van oorsaack te wesen datt ‘er in ‘t toecomende geen soodanige aanbrengers haar lichtelijck meer mochten comen te vertoonen, en dat te meer uijt een verkeerde impressie van d’ gemeene maats, ooc wel uijt bedrijginge van de scheepsoverheden dat soodanige luijden hier altijdt op die wijs in recompens van haar aanbrengen getracteert wierden, ten eijnde om haar van hun goet voorneemen te doen absterrenen &a. Waarop dan gedelibereert sijnde, soo is verstaan met d’ rechtsvorderinge van die saacke ten principalen tot d’ comste van den heer Commissaris van Batavia te supercederen; doch ons inmiddels soo veel doenlijck op ‘tgesuspecteerde28 feijt t’ informeren en den gedetineerde door den fiscaal mede te doen hooren en examineren, mitsgaders soo lange gedetineert te houden; misschien dat tusschenwijle de twee andere schultplichtige mede noch ontdeckt mochten werden.
Aldus gedaan en geresolveert in ‘t Fort d’ Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHS. RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 17-18.¶
Maandagh {16790227} 27e. Februarij 1679.29
Aangesien door eenige afgesanten van de Hessequaesnatie den 6 deser maant tot ons affgecomen, sijn bericht dat sij door haar overstens expres waren herwaarts gesonden om ons tot den veehandel uijt te noodigen met verseeckeringh dat tot dien eijnde alle hare coraalen en negereijen aan seeker oort, bij haar d’ Backeleijplaats genaamt, soude vergaderen, en reets enige daarvan na derwaarts al op wegh waren (doch dese uijtnoodinge uijt consideratie dat doenmaals eenigh volck van ons guarnisoen landtwaarts in gesonden waren tot opsoeckinge van drij fugitive Nederlanders, niet wel raadsaam scheen om dese en geene redenen noch meerder quantiteijt volck van d’ handt te senden) tot nae d’ expiratie van 14 dagen uijtgestelt, en ons inmiddels de heuglijcke tijdinge van vreede uijt ‘t vaderlandt onlancx toegecomen, mitsgaders daar besijden aangemerct sijnde dat ‘t regensaijsoen seer begin[t] ge naacken, ‘t welck ons bij langer uijtstel in die tocht merckelijck soude obsteren: Soo is niet alleen verstaan bij ons besluijt van een ruijling derwaarts t’ onderneemen te persisteren, maar oock goetgevonden deselve binnen 1 a 2 dagen te laten voortganck neemen en daar toe te gebruijcken den sergeant Lourens Visser met 18 ervaren landtgangers t’ sijnen adsistentie, versien met soodanige coopmanschappen als men weet bij de gemelte natie meest getrocken sijn.
Aldus g’arresteert in ‘t Fort d’ Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHS. RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 19-20.¶
Woensdagh {16790301} Po. Martij 1679.30
Geconsidereert dat het werck der fortificatie van buijten altans ten principaele bestaat in de continuatie en voortganck van de geprojecteerde graft rontsom het casteel, sijnde een werck dat niet binnen corten tijt maar van langsamer handt sal moeten en connen ten eijnde gebragt werden, alsoo de dagelijcxe ervaringh genoegsaam betoont, onaangesien den bloedigen en swaren arbeijt die daar aan soo door ons guarnisoen als Comps. lijffeijgenen t’ sedert eenigen tijt herwaarts is gedaan, nae d’ groote en swaerte van dat werckechter noch31 niet heel veel comt te beschieten, alhoewel in tegenstellinge van de voorige gestalte en aansien inderdaat vrij veel daar aan is g’avanceert, voor welcken arbeijt alle Nederlanders tot dato een dubbele stuijver en een mutsje arracq ‘s daags hebben genooten, ‘t geen al veel en ‘t laast gepasseerde jaar ruijm ƒ …32 comt te beloopen, daar en tegen dat wij als nu door Godes genade eens wederom vredige tijden beleven en dies het vervolg van de gracht soo pressant niet en wert gehouden, off ‘t selve sal door ‘s Comps. lijff eijgenen mettertijt en vrij oncostelijcker als met Nederlanders connen gevordert en de hoog nootsakelijcke mesnagie die ons van de EdIe. Heeren Majores in ‘t Patria soo ernstigh bij haar successive brieven wert gerecommandeert, behertigt werden, behalven dat ‘t volcq door ‘t continueel arbeijden en langh aanhouden dese plaats seer tegen en wars wert gemaackt dat haar Edle. bij seekere haare missive mede sijn recommandeerende soo veel als doenlijck voor te komen. Welcke saak dan met rijpe deliberatie overwoogen sijnde, Soo is met eenparige voisen verstaan dat voor eerst alle Duijtse of Europeers van den arbeijt aan de gracht en soo veel doenlijc van alle fortificatiewerken sullen werden g’excuseert en gevolglijck d’ E.Compa. van die sware oncosten ontlast, wel verstaande buijten d’ ambachtsluijden en eenige weijnige andere die noch voor eenigen tijt onvermijdelijck sullen moeten werden aangehouden en daar tegen de slaven van de Compa. tot dien arbeijt te gebruijcken en voorts tot alle andere voorvallende wercken soo veel mogelijck te bequamen.
De sargeanten deses guarnisoens versocht hebbende dat haar mede gelijck als van outs gebruijckelijck voor haar dagelijcxen oppas en dienst over d’ fortificatiewerken ijets tot soulaas mochte werden toegevoegt, Soo is mede g’ arresteert haar daar voor toe te voegen een kelder mom ijder en wat provisie tot een vrolijcken dagh.
Aldus geresolveert en g’arresteert, datum als vooren.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] JOHS. RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 21-22.¶
Donderdagh {16790413} 13en April 1679.33
Alhoewel d’ Hooge Indische Regeeringe bij haar missive sub dato 21e.December ao. passo.34 per ‘t galjoot d’ Snobber alhier aangebracht, ons hebben gelieven t’ ordonneren dat wij d’ twee Ceijlonse retourscheepen op haar vroeger verschijninge alhier tot d’ comst van d’ Bataviase retourvloot souden hebben aan te houden om in Compa. van d’ selve te repatrieren en bij ontmoetinge van vijandt des te formidabelder te wesen ingevolge van welcke haar hoog Edle. ordre d’ gemelte Ceijlonse bodems tot dato hier ter rheede na de gemelte Bataviase retourvloot, vrugteloos gewacht en tusschenwijle mede te gemoet gesien hebbende d’ een oft ander ordre uijt ‘t vaderlandt, nopende ‘t depescheren van deselve vloot, off wel sekere tijdinge van d’ ratificatie der vreede met d’ croon Vranckrijck en onsen staet; mitsgaders ons op gisteren per ‘t schip N.Middelburg uijt ‘t vaderlant toegebracht sijnde seecker missive van d’ Heeren gecommitteerde Bewindhebberen en gevolmachtichde van de vergaderinge van d’ Heeren Seventienen tot d’ secrete saacken sub. dato 3 November 167835 dicterende dat ingevalle d’ retourvloot of gecombineert off omtrent een en d’ selve tijdt aan d’ Caap soude mogen comen aan te landen, dat d’ selve haar insgelijcx weder gecombineert op reijse na ‘t Patria sal hebben te begeven, mits niet langer als d’ ordinarij tijdt van drij weecken en totdat ten minsten twee a drij scheepen sterck sullen sijn, nae malcanderen sullen mogen wachten, en geconsidereert dat de twee Ceijlonse retourbodems Ceijlon en Den Briel nu al ruijm den tijdt van vijf weecken na ‘t gros van d’ Bataviase vloot off voors. ordre en nader tijdinge als verhaelt hebben vertoeft, mitsgaders haare aangebrachte impotenten na behooren gereconvaliseert, ‘t volc genoechsaam ververscht en d’ scheepen in staat sijn om d’ reijse te onderneemen, Soo is met eenparicheijt van stemmen in Rade g’assisteert met den Commandeur van gemelde scheepen d’ E.Capitain Gerrit van der Donck,36 ingevolge van opgemelte haar Edle. ordre verstaan, d’ gemelte twee Ceijlonse retourbodems sonder na de Bataviase langer te wachten hoe eer hoe liever na ‘t Patria te depescheren, namentlijck aanstaande Dingsdagh, sijnde den 17e deser, doch een dagh vroeger off laater onbegreepen.37
Aldus g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] G. VAN DER DONCK.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] RAVENSBERGH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 23-56.¶
Vrijdagh {16790421} 21 April 1679.
d’ Edle. Heer Ordinaris Raadt van India Dircq Blom,38 door het opperhooft d’ E.Hendrick Crudop gecommuniceert en aangedien[t] sijnde hoe dat verscheijde saecken door de Regeeringe alhier waren gesurgeert tot d’ comst van een Heer Commissaris uijt India off wel een ander eminent minister: Weshalven sijn opgemelte Edle. vermits des selffs paresse alhier, door den Raadt in loco serieuselijck en met alle eerbiet om over die saacke te delibereren en Sijn Edle. hoogwijse advisen daar op aff te wachten, versocht sijnde, welcken volgende sijn Edle. hier verleedicht heeft, om ‘s Comps. waere belangen te behertigen invoegen dan alvoorens in conferentie getreeden sijnde hoe dat d’ regeering alhier bij resolutie sub dato 7en December ao. passo. d’ verpachtinge van coele wijnen en uijtheemse bieren, Caapse wijn, brandewijn, arrack &a. doenmaels in maniere als vooren verhaalt, in suspens hadde gehouden, die nochtans, volgens d’ usantie alhier, hadden behooren de novo verpacht te werden; maar ten opsichte dat enigen tijdt daar te vooren door enige vrijborgers alhier, soo bij request als monde was gedemonstre[ert] en te kennen gegeven dat sij aan die voordeelen mede bij beurten behoorden te participeren als leeden van een lichaam sijnde, die te gelijck desselffs lasten en beswaerenisse mosten dragen, daar van sij echter tot dato waren gesecludeert, onaangesien de gemelte tappers van de winsten soo rijck en weeldrich quamen jouisseren ten eijnde om nevens haar mede borgers desgelijcx enichsints tot verhael te comen, met versoeck dat dese privilegien bij openbare opveijlinge aan d’ meest biedende verpacht mochte werden, biedende daar voor meerder somma als andere daarvoor hebben gebooden, welck versoeck bij sijn Edle. en den Raadt is geconsidereert als op d’ billicheijt gefundeert te weesen, doch daar tegen weder aangemerckt sijnde dat d’ geene die tot noch toe met meer geseijde tapneeringe sijn gebeneficeert, hare huijsen tot gerief van den gaan[de] en comende man te bequaemen daar en boven luijden van meerder vermogen sijnde om d’ pachtpenningen op te brengen als d’ voors. sollicitanten en daar beneven presentatie doende van soo veel daar voor te betaelen, als geene hadden gebooden; welcke saack bij sijn Edle. en den Raadt pro et contra geventileert en overwoogen sijnde, Soo is met gemeen advis verstaan, gemelte tapneeringen in ‘t openbaar aan d’ meest biedende voor ‘t loopende jaar op te veijlen, mitsgaders daar toe t’ admitteren 6 a 8 personen dewelcke voor en all’eer daar toe sullen mogen werden aangenomen, gehouden sullen wesen aanwijsinge te doen van goederen die voor d’ uijtgeloofde pachtpenningen respondabel sijn; sullende alvorens tot dien eijnde werden geconcipieert seeckere conditien waar op sij d’ pacht sullen hebben aan te neemen en d’ gemelde g’admitteerde persoonen werden voorgeleesen om haar na den inhoude van dien te connen reguleren.
Aangesien al in den voorleeden jare bij leef-tijde van d’ E.Heer Gouverneur Bax saliger in ‘t verstrecken van rijst uijt ‘s Comps. magasijn aan dese coloniers merckelijck besnoeijing is geschiet, mitsgaders bij placcaet afgecundigt dat een ijder vrijel. mocht staat maecken na expiratie van dat jaar geen rijst meer van d’ E.Compa. te sullen genieten, waar op een ijder met goeden ernst en ijver den ackerbouw heeft aangegreepen en soo veel landts besaaijt als bij een goeden ougst tot sustentatie haerder familie bij nae gis ten noodich en tot saatcoorn voor ‘t volgende jaar van doen te hebben; was ‘t niet in ‘t geheel ten minsten voor een groot deel d’ E.Compa. van haar onderstant t’ excuseren, doch heeft het Godt Almachtich niet belieft haren arbeijt na wensch te seegen, ten principalen ontstane door ‘t ongestadige Caapse climaat, en insonderheijt de vehemente Z.Ote. winden, voornamentlijck omtrent den ougsttijdt der graenen, onophoudelijck doorblaesende, waar door dit saisoen het gesaaij, hoe schoon sich ooc in den beginne op d’ velden vertoonde, soodanich is benadeelt en uijtgeslagen dat een groot deel deser borgers qualijck haar saatcoorn daar affweder39 hebben connen gauderen, invoegen onse handt noch niet t’ enemael van haar sullen connen afftrecken, en gemerckt bij resolutie in dato 25 Januarij ao. stanti genomen, ‘t verstrecken van rijst uijt Comps. magasijn aan dese borgers uijt eijgen hoogen nootsaeckelijckheijt en soberen voorraat in ‘t geheel en tot nader goetvinden is affgeschaft, Soo sijn ‘tsedert all weder verscheijde coloniers comen doleren en clachtich vallen voor haar niet mogelijc te wesen om haar familien van brootcoorn te subsisteren, waar op dan gedelibereert sijnde, is verstaan het verstrecken van rijst in ‘t generael aan een ijder deser borgers te weijgeren, ten waere dat men voorsach het haar aan brootcoorn comt te mancqueren en niet machtich sijn om harer familien te connen subsisteren en dat daar door in hongersnoot souden vervallen, in welcken gevalle de soodanige met een matelijcke handt van d’ E. Compa. met rijst sullen werden ondersteunt en dat tegens 60 Rxrs ‘t last, sonder dat sulcx echter sal consequentie neemen en reguard sal wesen40 genomen dat daar geen luijje leedichgangers onder loopen.
Insgelijcx in consideratie genomen sijnde dat bij ‘t vertreck van den geweesen cassier Joannes Ravensberg een plaats in den Politicquen Raadt is comen vacant te vallen, Soo is om deselve weder te suppleeren en den Raadt tot compleete getal van vijff persoonen te brengen, daar toe g’eligeert den guarnisoen boechouder Philip Theodoor Welcker.
Saturdag 22e. April 1679.
Naar dat in Rade volgens resolutie van gisteren den nieuw g’eligeerde Politicquen Raadtspersoon Philip Theodoor Welcker den eedt hadde afgeleijt en vervolgens g’introduceert, soo is men vorders getreeden tot het beraemen van seeckere conditien waarop d’ verpachtingen staan te geschieden en dat in maniere als volgt:
‘Conditien en voorwaerden waar op wegens d’ generale Nederlantsche g’octroijeerde Oost Indische Compa. d’ Edle. Heer Ordinaris Raadt van India Dircq Blom en den Raadt in loco van meeninge sijn te verpachten den tap van d’ coele wijnen, uijtheemse bieren in de limite van de Taaffelvalleij , streckende tot aan d’ huijsinge van Jan Coenraadt Visser en Jan Stevensz, blijvende g’excludeert de bepalinge van den huirder van ‘s Comps. thuijn rustenburg Cornelis Stevensz.’
‘Eerstelijck wert geconsenteert aan d’ geprevilegeerde herbergiers die dese pachten sullen aanneemen, om binnen de limiten van dese Taefelvalleij te mogen tappen en uijtventen alderhande vaderlantse coele wijnen, bij d’ cleene maat geconsumeert werdende binnen voors. district.’
‘En sal den aanneemer tot beneficie van voors. tapneering vermogens wesen noch een persoon nevens hem te qualificeren die de voors. tapneeringe sal mogen doen, sonder meer directelijck off indirectelijck, op poene die bevonden wert dese ordre te hebben gecontravenieert, voor d’ eerste maal te verbeuren de somma van ƒ1000, voor de tweede maal ƒ1500 en arbitrale correctie, mitsgaders de derde mael criminelijck daar over gestraft te werden.’
‘Desgelijcx sal den aanneemer van voors. coele wijnen en uijtheemse bieren niet vermogen te vercoopen off slijten Caapse wijnen, brandewijn, arrack off gedistilleerde wateren op poene als vooren.’
‘D’ voors. previlegie van tapneering sal ingaan den 25e. April deses jaars 1679 en expireren ulto. December daar aan volgende.’
‘D’ meergenoemde herbergier off herbergiers en sullen niet vermogen van enige particuliere enige drancken op te coopen, maar sullen gehouden wesen alle de drancken die sij comen uijt te slijten van d’ E.Compa. te haelen ten waere door d’ overicheijt alhier daar toe expres consent hadden g’obtineert, mede op poene als boven.’
‘D’ betalinge sal moeten geschieden met guldens van 20 stuijvers ijder, off drij alsulcke guldens een reijcxdaelder Caapse valuatie.’
‘En sal den aanneemer of aanneemers hebben te stellen twee suffisante borgen voor de beloofde pachtpenningen ten genoegen van d’ E.Compa. die ijder bijsonder beneven den aanneemer off aanneemers in solidum voor de betaling sullen verbonden wesen onder renuntiatien van d’ beneficien ordinis divisionis et excussionis van welckers cracht en verstandt duijdelijck onderrecht sijn.’
‘Den aanneemer of aanneemers blijven gehouden d’ beloofde pachtpenningen te betaelen in twee termijnen, waar van den eerste begroot op de gerechte helfte omgecomen off verscheenen sal wesen primo September en de gerechte weder helfte ulto. December deses jaars 1679, precies sonder enich uijtstel, doch ingevalle daar van in gebreecke bleef, sal d’ E. Compa. vermogens wesen desselffs goederen, niets excempt, paratelijck en sonder enich uijtstel off dissimulatie t’ executeren.’
‘Is verder geresolveert dat geene borgers d’ pacht sullen mogen aanneemen als d’ soodanige die daar toe suffisant werden g’ oordeelt en sijn dienvolgende daar toe g’admitteert d’ onderstaande personen buijten d’ welcke niemant na d’ pacht sal mogen staan namentlijck: d’ wede. Valckenrijck,41 Elbert Diemer,42 Gerrit Victor, Harmen Gresnicht, Willem van Dieden,43 Jan Dircxz,44 Tobias Marcquart,45 Guiliam Eems,46 Theunis Dircxz,47 Hans Jurgen Grimp.’
‘Is mede verstaan dat den tapper van de Caapse wijnen Tobias Marcquart die privilegien in dier voegen als deselve tot dato heeft gehadt, sal blijven behouden tot ulto. December deses jaars 1679, wanneer deselve sal cesseren en ophouden: mits gehouden wesende daar voor d’ ordinarij pachtpenningen aan d’ E. Compa. te voldoen; sullende de verpachtingen van voorn. Caapse wijnen de novo werden opgeveijlt op primo Januarij van ‘t aanstaande jaar 1680 als mede d’ coele wijnen, uijtheemse bieren, brandewijn, arrack en gedistilleerde wateren, eetwaeren en andersints en daarbij van jaar tot jaar werden gecontinueert, mits dat d’ aanneemers gehouden sullen wesen alle vier maanden precies de beloofde pachtpenningen op te brengen, ten waere d’ Edle. Heeren Majores in ‘t Patria off wel d’ Hooge Regeeringe van India in der tijdt anders quamen t’ ordonneren.’
‘Soo is insgelijcx g’arresteert dat ‘t vercoopen van vaderlant[s] speck en vleesch, olijvenolij, booter, asijn en Spaense wijn bij d’ fles soo aan ‘t guarnisoen als de vrij ingesetenen waar mede tot dato seecker borger alleen is gebeneficeert, sonder daar voor ijets aan d’ E.Compa. te betalen, voortaan mede aan de meest biedende sal werden verpacht, om d’ E.Compa. daarmede een propre winstje van te goen gauderen:’
‘sullende soo wel over ‘t een als ‘t ander tot dien eijnde mede biljetten werden g’affigeer[t].’
In Rade geleesen en geresumeert sijnde seecker extract missive48 door d’ vergaderinge der Heeren Seventhienen aan de Edle. Heer Gouverneur generael en E.E.Heeren Raden van India geschreven in dato primo November ao. passo. tracterende in reguarde van d’ rantsoenen, en wel voornamentlijck in ‘t geen op reeck. van oncosten werdt gebracht en d’ groote excessen die daar in werden gecommitteert: doch gemerckt d’ Edle. Heeren Majores haar dien aangaande sijn refererende aan seecker resolutie bij de Hooge Indise regeeringe onder dato 22 October 1622 genomen49 en van welcke resolutie wij ons niet vinden versien en derhalven onvermogens om volgens d’ ordre van d’ E.Compa. daarin een gereguleerde voet tot betrachting van d’ hooge nootsaeckelijcke mesnagie te volgen; weshalven genootsaeckt sijn daarmede te supercederen tott’er tijdt en wijle ons uijt ‘t Patria off India die ordre sal wesen toegesonden.
Sondag 23en April 1679
’s middags te 11 uiren.
Naar gedane resumptie van d’ op gisteren bovenstaande genomen resolutie: Soo is in Rade mede in consideratie genomen dat d’ Edle. Heeren Bewindhebberen ter vergaderinge van de Seventiene onder dato pmo. November 1678 ons hebben gelieven aan te schrijven,50 vermits nu als vooren door Godes genade een vreedige tijdt beleven, het noodich sal wesen dat ‘t guarnisoen aan de Caap soodanich werde gereduceert en besnoeijt als enichsints mogelijck off practicabel wesen sal; en daar nevens ooc in deliberatie geleijt sijnde dat vermits de apparente rupture met d’ Coninck van Bantam ‘t volck in India ten hoogsten noodich sal requireren: weshalven om d’ vooren g’allegeerde redenen, en in voldoening van haar Edle. ordre ten dienst van d’ E.Compa., met gemeen advis is noodich g’oordeelt ‘t Caapse guarnisoen voor eerst ten getalle van 60 militaire coppen te verminderen en d’ selve met d’ eerste gelegentheijt na Batavia te versenden.
Dingsdag 25 April 1679.
In Rade aangemerckt sijnde hoe dat het een derde part van de aangehaelde en geconfisqueerde drancken uijt d’ scheepen Tijdoor en Prins Willem den fiscaal in loco toegewesen, sijn E. tot dato onder sijn bewaring hadde gehouden, ten opsichte sijn E. doenmaels met den Raadt alhier omme d’ selve aan d’ E.Compa. ten seeckeren gestelde prijse over te laten, niet hadde connen accorderen, onaangesien hem dienaangaande verscheijde goede conditien in sijn optie waren gestelt, die nochtans niet hadde willen accepteren; weshalven hadde versocht om sijn derde part te mogen na hem neemen tot d’ comst van een Heer Commissaris off ander eminent minister, om dan dien aangaande in nader concert te treeden: dat hem is g’accordeert; Soo heeft d’ Edle. Heer Ordinaris Raadt Dirck Blom dien aangaande sijn gedachten besich gehouden om die saack in de billijckheijt aff te handelen; waar op den voorn. fiscaal in Rade gehoort, mitsgaders sijn gevoelen dien aangaende heeft g’uijt en dese saack aff te handelen aan sijn Edle. gedefereert gelaten; waar op dan dien aangaende in nader deliberatie sijn getreden en om d’ gemelte fiscaal soo veel als doenlijc is, in sijn ampt te maintineeren, soo is goet gevonden en verstaan het gemelte een derde van d’ fiscaal voor d’ E.Compa. van hem over te neemen, als namentlijck ‘t aam Rijnse wijn tegens 40 Rxrs., ‘t aam Franse wijn 26 Rxrs, d’ mom 30 Rxrs. ‘t vat, d’ kelder brandewijn 21 Rxrs. en ‘t aam seck 38 Rxrs., werdende den gemelte fiscaal bij desen gepermitteert alle d’ wijnen en drancken die suir of op andere maniere niet leverbaer sijn en d’ E. Compa niet sal willen aanneemen aan de gepreviligeerde herbergiers alhier te mogen vercoopen; blijvende den gemelte fiscaal gehouden van ‘t provenue van gemelte drancken onder d’ E.Compa. bij provisie genamptiseert te laaten de somma van ƒ2120,51 die hy achtervolgens het aanschrijven van d’ Hooge Indische regeering in ‘t aanhaelen van d’ particuliere goederen uijt d’ scheepen ‘t Landt van Schouwen en Tidoor , volgens voorgeven van d’ opperhoofden dier bodems aan ‘t gemeene volck soude hebben gespendeert tott’er tijdt en wijle op dat subject bij haar Edle. op Batavia nader sal wesen gedisponeert; Soo is insgelijcx g’arresteert tot voorcominge van meerder discrepantien dat den gemelten fiscaal in aanstaande bij aanhalinge en confiscatie van soodanige goederen, daar voor van d’ E.Compa. sal gauderen d’ prijs hier boven daar op gestelt.
D’ wagenrijders aan ‘s Comps. coornschuir en die alhier aan ‘t fort bij request aan sijn Edle. en desen Rade g’addresseert, versocht hebbende, dat voor haar extraordinarij dienst enige meerder belooning als nu daar voor genooten, mochten genieten, en invoegen als in voorige tijden alhier was gepractiseert, te meer om dat daar door hare clederen veel quamen te verslijten en gevolglijck wel wat meerder benoodigt waren als andere: dat dan in consideratie is genomen; Soo is bij den Raadt om goede redenen niet connen werden goet gevonden haar daar voor enige extraordinare belooning toe te voegen, als met den dienst van d’ E.Compa. niet over een comende, maar wel dat daar voor voortaan sullen genieten een mutsje arrack daags.
Woensdag 26en April 1679.
In Rade aangemerckt sijnde dat ingevalle52 de beddingen onder ‘t canon op d’ respective bolwercken van ‘t nieuwe casteel soude werden affgebroocken, niet alleen d’ materiaelen van spijckers soude verloren wesen, maar oock selffs daar door veel plancken onbruijcbaar gemaeckt: weshalven ‘t selve met den dienst van d’ E.Compa. niet en is overeencomende, sijnde ten dien opsichte verstaan d’ gemelte beddingen te laeten blijven, gelijck als althans sijn opgemaect en metteen successivelijck t’ onderhoud[en] om voor ‘t vergaan te preserveren: soo mede ‘t canon op den wallen in d’ affuijten te laeten staan, soo als ‘t geschut althans op d’ wallen geplaatst staat: mitsgaders het navelijntje53 aan d’ zeekant tusschen de twee zeebolwercken tot bevrijding van d’ poort opgemaect, met een bedding onder ‘t canon te versien mitsgaders ‘t geschut daar op te planten; en wijders geconsidereert sijnde dat van affuijten niet wel sijn versien, Soo is goet gevonden tot het maecken van 50 a 60 van verscheijde calibre ordre te stellen om successivelijck op te maecken om ons daar van in tijdt van noot te connen bedienen en ons selven uijt verlegentheijt te houden en onder een dack voor ‘t vergaan te preserveren.
Dewijle d’ smidts, wagenmaeckers en cuijperswinckels altans binnen ‘t nieuwe casteel in d’ oude kerck sijn geplaast, welcke kerck door sijn bouwvallich en wanschickelijcheijt in ‘t casteel nootsaeckelijck sal moeten werden affgebroocken, gelijck bij desen wert g’arresteert: welcke ambachtswinckels weder sullen werden geplaast in de helft van d’ zeecortijn, waarin althans partij lijffeijgenen sijn geplaast die van daar buijten ‘t casteel aan ‘s Comps. thuijn een wooning werdt g’extrueert om daar in over te gaan, sullende de solder van gemelte packhuijs tot slaap-plaatsen voor de gemelte ambachtsluijden connen werden gebruijckt.
Insgelijcx is g’arresteert ‘t oude cassierswoonhuijsje binnen ‘t casteel mede maar wanschickelijck in ‘t fort staande en veel reparatie onderworpen sijnde, staande dit regensaisoen aff te breecken, mitsgaders de deuchtsaeme materialen van dien en die van de kerck te gebruijcken tot de wercken die noch onvolmaect sijn.
Aangesien d’ wapencamer in ‘t nieuwe casteel is begreepen ter plaatse all waar door de felle continuele Z.Ote. valwinden die in ‘t drooge saisoen alhier ongemeen fel doorwaeijen, ‘t geweer vol stoff en andere vuijlicheden niet soodanich can werden gepreserveert als wij wel ga[a]rne sagen, waar door ‘t geweer veel bederf is onderworpen: behalven dat daar aan bijna gedurich een a twee persoonen moeten werden gehouden om ‘t selve schoon te maecken en gevolglijck veel comt te costen; Soo is met gemeen goetvinden verstaan de wapencamer op een andere bequaeme plaats te begrijpen, namentlijck in d’ cortijn tusschen het Z.Ote. en Ooster bolwerck en boven de timmermanswinckel, alwaar een bequaeme wapencamer sal werden affgeschooten, breedt 18 voeten en lang 30 voeten; en om ‘t geweer des te beeter voor verroesting als andersints te preserveren, daar toe te maecken vier kassen, d’ onderste verdiepinge van 6 voeten en d’ bovenste van 4 voeten hoog, met deuren aan wedersijde opslaande en in d’ onderste verdieping ‘t schietgeweer, alvooren schoon gemaeckt sijnde, over ent te setten mitsgaders in d’ bovenste verdieping op te hangen bandeliers, draagbanden, patroontassen &a. als mede den rapiers en houwers daarin over ent te setten: als wanneer ‘t voorn. geweer niet meer als eens off uijtterlijck twee maal ‘s jaars sal behoeven schoon gemaect te werden en waarmede veel moeijten en costen met continueel daar aan d’ handt te moeten houden, sal wesen gespaart en d’ E. Compa. van de lasten bevrijdt blijven; sullende tot het maecken van gemelte cassen werden gebruijckt het houtwerck van het geraamte daar het geweer noch jegenwoordich op de wapencamer leijt, immers voor soo veel ‘t selve daar aan sal connen werden gebruijckt.
Ooc aangemerckt sijnde dat de deuren en vensters van de woon en packhuijsen in ‘t casteel tot noch toe niet en sijn geschildert, waar uijt dan is resulteren dat het houtwerck binnen corte jaren comt te vergaan en voornamentlijck in dit climaet door d’ starcke cracht van d’ son, mitsgaders daarvan ‘t rechte gebruijck niet en werdt getrocken en veel reparatie onderhevig sijn: soo is verstaan d’ meergemelte deuren en vensters met verwen voor ‘t vervallen sullen werden gepreserveert, met dien verstande dat daarbij successivelijck sal moeten werden gecontinueert en d’ handt aan gehouden.
Aangesien dat ‘t oude Heer gouverneurshuijs buijten het casteel staande door den gewesen Heer Gouverneur Bax saliger tot sijn E. overlijden bij hem is bewoont, daar nochtans ‘t gemelte woonhuijs om verscheijde hoogdringende redenen en sijn nabij gelegentheijt onder ‘t nieuwe casteel en swaere muiren bij overcomst van vijandt seer nadeelich soude wesen, en ‘t casteel daar door merckelijck werden g’incommodeert en ons daar door groot nadeel werden toegebracht; om welcke redenen voor twee jaeren reets is gepractiseert dat verscheijde borgers haar huijsen om haar nabij gelegentheijt onder ‘t casteel ten ordre van d’ regering alhier tot haarluijden merckelijcke schade hebben moeten affgebroocken werden; welcke borgers bij aldien ‘t gemelte oude Heer gouverneurshuijs niet wierdt affgebroocken, daar in met een quaat exempel soude werden voorgegaan en reden soude werden gegeven om haar misnoegen en doleantien dienaangaande uijt te storten, gelijck reedts all is geschiet, behalven dat oock geensints practicabel en gansch disordentelijck is dat die geene die ‘t commando is gedefereert, sijn residentie en verblijfplaats buijten ‘t casteel houdt; mitsgaders daarbesijden mede geconsidere[ert] dat aan d’ gemelte wooning om sijn bouwvallicheijt groote reparatie dient te werden gedaan, soo men na vereijsch ‘t selve will onderhouden; om alle welcke vooren g’allegeerde redenen ten dienst van d’ E.Compa. is goet gevonden d’ gemelte wooning t’ enemael aff te breecken mitsgaders de noch goede en deuchtsaeme materialen van houtwercken, pannen en steen, welcke laaste met cleij sijn opgemetselt, en gevolglijck noch van goede deuchsaamheijt, te gebruijcken tot noch verscheijde onvoltrocken gebouwen in ‘t nieuwe casteel waar toe veele van dien bijsonder wel te passe sullen comen.
Invoegen dan oock geconsidereert sijnde dat in ‘t nieuwe casteel voor een verwacht werdende Heer Commandeur noch geen wooning is g’extrueert, dewelcke nochtans nootsaeckelijck daar vereijscht, soo hebben om alle nieuwe timmeragien soo veel als enichsints practicabel is, t’ excuseren, goet gevonden tot een wooning voor den Heer Commandeur aan te wijsen de eene sijde van ‘t woonhuijs in ‘t nieuwe casteel, altans bewoont werdende door den capitain en winckelier, dewelcke wederom een bequaeme wooning sal werden aff geschooten ter plaatse alwaar althans de timmerluijden logeeren, sullende tot de binnenmuiren en solders werden gebruijckt de deuchtsaeme materialen van ‘t oude Heer gouverneurshuijs.
Doch aangesien ‘t oude Heer gouverneurshuijs tot dato heeft gedient tot logement van een Heer Commissaris off ander eminent minister die alhier sijn comen te passeren, en door gebreck van genoechsame wooningen in ‘t nieuwe casteel daar toe geen bequaeme gelegentheijt is, soo is goet gevonden daar toe te gebruijcken ‘t speelhuijsje in ‘s Comps thuijn aan de wech uijtcomende ‘t welc bij voorval daartoe sal connen werden gebruijckt, mits dat d’ geen die ‘t oppercommando alhier sal wesen gedefereert, gequalificeert sal wesen om in den thuijn wacht te stellen, dat door de domesticque van soodanich eminent minister, off ander gequalificeert persoon, die aldaar sal comen te logieren, geen schaade aan d’ vruchten en comen te geschieden, en in cas twee, off meer gequalificeerde in eenen tijdt alhier aan quamen, sal d’ mindere gequalificeerde t’ sijnen eijgen costen, geduirende sijn verblijf alhier, bij een borger connen ingaan.
Gemerckt dat d’ wooning van den fiscaal, staande boven den poort van ‘t oude gedemolieert hornwerck, ‘t welck ons all mede bij ontmoetinge van vijandt ter oorsaack van sijn sware muiren niet als tot groot nadeel dienen54 en genouchsaem tot voordeel van den vijandt soude strecken en ons daarmede connen benadelen: behalven dat ‘t selve almede gansch bouwvalligh en niet reparerenswaardich is, en veel oncosten daar aan te vergeefs soude werden gespilt;55 soo is verstaan d’ gemelte wooning van den fiscaal aff te breecken, mitsgaders hem in ‘t casteel d’ wooning van de vendrigh en Secretaris, ter syde d’ poort van ‘t casteel staande, ingeruijmt te werden en tot vergrooting van die wooning boven de poort noch een viercante camer daarbij aan te timmeren, mitsgaders daarboven op te maecken een wel geproportioneerde koepel off toorntje om daar in d’ cloek van ‘t casteel te hangen.
Aengesien alhier in ‘t casteel noch comt te deficieren een bequaeme gelegentheijt om te dienen tot berginge van materialen, affuijten, houtwercken, als andersints om de selve uijt reegen en windt voor verderf te preserveren, soo is goet gevonden in d’ cortijn aan d’ Z.Ote sijde van ‘t casteel geprojecteert tot een wooning voor d’ Heer Gouverneur off Commandeur waar van ‘t fondament reedts is geleijt, een timmering op te slaan ter lanckte van 96 voeten ter wedersijde van het verwulff van de cortijn en breete van 14 voeten en ‘t selve op te haelen tot soodanigen hoogte als d’ vordere woon en packhuijsen in ‘t casteel sijn op getimmert, waartoe mede sullen werden gebruijckt d’ materiaelen van ‘t oude Heer gouverneurshuijs en de oude kerck: sullende opgemelte timmeragie in tijde van beleegering mede connen dienen en bijsonderlijck wel te passe comen tot bracken voor de borgers en ‘s Comps. lijffeijgenen.
Soo is insgelijcx g’arresteert dat ter sijde de corps de guarde van d’ noorder zeepunt in d’ cortijn mede een wooning tot de vordere sluijting van de binnenwal, als noch defect sijnde, voor den Secretaris sal werden opgemaeckt van de materialen hier vooren veel maelen genoemt.
Geconsidereert sijnde dat alhier geen mortier bij d’ magasijnen is berustende om bij aancomst van vijandt tot defensie te connen dienen, die nochtans wel hoog nootsaeckelijck in een casteel comen te requireren en dat alhier een persoon in guarnisoen is bescheijden die om soodanigen canon te gieten goede capaciteijt schijnt te hebben; mitsgaders dat bij de magasijnen noch een partij cooper en metaelspijs in voorraat is, om daar toe te connen gebruijcken, soo is mede verstaan van die spetie mortiers te laten gieten van soodanigen calibre dat ijder 25 lb. ijsers sullen connen werpen, en daar van soo veel vervolgens te laten maecken als de spetie daar toe in voorraat sal connen toe rijcken: waar van bij tijde van attacque veel nuts en voordeel can werden getrocken.
Dewijle achtervolgens d’ jongste ordre van d’ Edle. Heeren Majores in ‘t Patria56 ‘t Caapse guarnisoen reets ten getalle van 60 militaire coppen hebben gereduceert om d’selve nae India te senden en dienvolgende soo veel hooge gegageerde militaire officieren als present alhier sijn guarnisoen houdende niet noodich requireren, en maar tot laste van d’ E. Compa. sonder nut van te trecken soude aan d’ handt houden, soo is ten meesten dienste van d’ E. Compa. goet gevonden den vendrich deses guarnisoens Jacob Croon, vermits expiratie van sijn verbonden tijdt met d’ verwacht werdende retourvloot te laten repatrieren off wel naar Batavia te senden, soo danich als hij selffs sal comen te verkiesen.
Noch wijders aangemerckt sijnde dat d’ vijff punten off bolwerck[en] van ‘t nieuwe casteel tot noch toe onbenaamt sijn gebleven, Soo is om verscheijde consideratien, dierweegen genomen, met gemeene toestemming goet gevonden d’ gemelte bolwercken ten respecte van sijn hoogheijt den Heere Prince van Orange te benamen als volgt:
d’ zuijder punt Orange , d’ zuijd-oost do. Nassouw , d’ ooster do. Catsenellebogen , d’ noorder do. Buiren , d’ wester do. Leerdam .
Eenen Jan Jansz van Woerden, een van d’ aanbrengers van de aangehaalde goederen uijt ‘t schip Tidoor , nevens sijn twee andere mackers, in d’ maant Januarij deses jaars, haar van hier g’absenteert hebbende, ter welcken tijdt alhier 6 paerden wierden vermist, sonder dat een van haar in den tijdt van een maant te voorschijn quam, onaangesien daartoe all verscheijde middelen waren aangewent, doch t’elckens vruchteloos uijt gevallen, tot dat eijndelijck d’ gemelte Jan Jansz buijten ten platten lande door een onser borgers in sijn wijngaart is g’attrappeert en gevanckelijck ons overgelevert; ter welcker tijdt, ter saecke van d’ fugie als gesuspecteerde paerdedieverije en ‘t vervoeren van slaven, den fiscaal is g’ordonneert hem soveel doenlijck op ‘t gesuspecteerde feijt t’ informeren, doch aangesien doenmaals uijt verscheijde consideratien bij onse resolutie van dato 22e. Februarij deses jaars in ‘t breede gededuceert, is verstaan met de rechtsvorderinge van die saeck ten principaelen tot d’ comst van den Heer Commissaris te supercederen en immiddels den fiscaal sich op ‘t teijt g’informeert en verdere stucken t’ sijner laste gerecouvreert hebbende, dewelcke als nu in Rade geleesen en geresumeert sijnde, soo is met gemeen advis in Rade verstaan tot handthavening van d’ Justitie den gedetineerde Jan Jansz voornoemt, op het gesuspecteerde feijt te hooren en examineeren en vorders na strengheijt van rechten hier in tegens hem te procedeeren, soodanich als men bevinden sal na stijl van rechten te behooren.57
Is mede g’arresteert dat volgens ‘t project binnen ‘t nieuwe casteel lancx d’ woon en packhuijsen sal werden gemaeckt een steene straat ter breete van twee roeden van keij steenen van d’ bergen te haelen, gelijck reedts lancx twee cortijnen is geschiet om te strecken tot vordere gereguleerde perfectie van ‘t casteel.
Vrijdagh 27en April 1679.58
In deliberatie geleijt sijnde dat d’ masten en stengen ons successive uijt ‘t Patria toegesonden om te dienen voor d’ scheepen die uijt het vaderlandt als uijt India alhier aancomen en daarom benoodigt sijn, dewelcke tot noch toe bij gebreck van bequaeme gelegentheijt sijn geplaast geweest tegens d’ zee cortijn van ‘t casteel onder een bequaam afdack met pannen gedeckt, alwaar deselve geensints voor verderf sijn gepreserveert, maar in tegendeel bij lang leggen veel verderf onderworpen en d’ vereijste deuchsaamheijt daar van niet te verwachten staande, onaangesien deselve tot soo merckelijcke oncosten van d’ E.Compa. herwaarts aan moeten gebracht werden; weshalven den Edle.Heer Ordinarij Raadt Dirck Blom en den Raadt in loco hunne gedachten daar heen hebben gedirigeert tot uijtvindinge van een bequaeme gelegentheijt alwaar d’ voornoemde costelijcke rondthouten soude connen werden geborgen en gevolglijck daar toe uijt gevonden sijnde een inhammitje in d’ Souterevier dat daar toe seer bequaam is en werwaarts ‘t gemelte ronthout met seer weijnich moeijten sal connen werden gebracht, mitsgaders aldaer bijsonderlijck wel sullen connen gepreserveert werden: Soo is niet alleen verstaan d’ masten en stengen present alhier aan d’ handt hebbende, derwaarts te brengen, maar oock selffs alle die geene die ons successivelijck uijt het vaderlandt werden toegebracht, mitsgaders deselve tot soodanigen getal als d’ constitutie van d’ gemelte revier sal toelaeten, met een ijsere ketting aan malcander te voegen, en voor en achter met een ancker voor ‘t weghdrijven behoorlijck te versorgen; mitsgaders die ordre te stellen dat door den equippagiemeester alhier alle weecken, te weeten op Saturdagh, d’ gemelte ronthouten werden gekentert, om door de daar op starck schijnende son niet gescheurt te werden; op poenaliteijt soo bevonden werden hier in naelaetich te sijn geweest, te sullen werden gedeporteert, te meer alsoo den waeren dienst van d’ E.Compa. sulcx is vereijschende.
Bij ondervindinge bevonden sijnde dat in ‘t reegensaisoen bij swaeren reegen door d’ persinge van d’ snelle afloopende revieren van ‘t hoogte gebergte in dese valleij in de geprojecteerde grachten van ‘t casteel veel water en vuijlicheden comt te vergaderen, en d’ grachten seer comt te vervuijlen waar uijt dan is ontstaande dat het vordere uijtgraven en delven van d’ gracht genouchsaan t’ eenemael moet stilstaan en daarmede werden gesupercedeert tot dat ‘t water in d’ grondt is getrocken en waar door dan in een goede wijle tijdts daar aan niet can werden g’arbeijt: soo is met gemeen goetvinden verstaan tot voorcominge van dien rontsom ‘t casteel twee roeden van de gracht een greppel te graven ter diepte van twee voeten, mitsgaders om voor het incalven bestendigh te wesen ter wedersijde met sooden op te haelen, om daar door ‘t water dat van ‘t gebergte comt afloopen ter wedersijde van ‘t casteel in zee te leijden, waar door het uijtdelven van d’ gracht in ‘t reegenmousson merckelijck sal werden gefaciliteert.
Insgelijcx is g’arresteert dat wanneer d’ presente paerdenstal van d’ E.Compa. die al vrij bouwvalligh begint te werden, niet langer daar toe sal connen werden gebruijckt als dan daar toe t’ approprieren d’ wooning van den landtmeeter Jan Wittebol bij d’ voorn. stall staande, voor desen tot een brouwerije geprojecteert die met weijnich of geen oncosten daar aan te doen, daar toe sal connen bequaam gemaeckt werden en in dien gevalle den voorn. landtmeeter binnen ‘t casteel een wooning sal werden ingeruijmt.
Om te vermeijden d’ oncosten die jaerlijcx onvermeijdelijck tot onderhoudinge van d’ drooge heijningen om ‘s Comps. thuijn alhier in de Tafelvaleij moeten werden gedaan ten welcken opsichte om d’ E.Compa. van die lasten t’ ontheffen reedts is gepracktiseert en een begin gemaeckt om d’ gemelte thuijn een muir van gebacken steen op te haelen ter lanckte van 52 1/2 roede, ‘t welck tot noch toe door noodiger onderhanden sijnde wercken heeft moeten verschoven blijven, dienende tot beveijlinge voor dieven; weshalven ten dienste van d’ E.Compa. is goet gevonden dat d’ opbouwinge van gemelte muur bij bequaeme gelegentheijt in maniere alreedts is begonnen, sal werden voltrocken, namentlijck aan dees sijdena59 d’ Taefelvaleij tot aan ‘t slavenhuijs, mitsgaders aan d’ andere sijde nae d’ Leeuwenbergh ten lanckte van 36 roeden en dat op te maecken binnen twee jaer, ijder jaer d’ helft, mitsgaders om ‘t selve t’ oncostelijcker te maecken d’ steen daarto[e] te gebruijcken van ‘t gebergte te haelen; soo is mede g’arresteert ‘t vorder gedeelte van d’ thuijn t’ omheijnen met plantagie van boomen en dichte doornen heggen.
Wijders is mede g’arresteert dat tot d’ vordere opbouwinge van het presente nodige onderhanden sijnde ‘s Comps. slavenhuijs sullen werden gebruijct de deugtsame steen die bij ‘t afbreecken van ‘t oude Gouverneurshuijs daar toe sullen connen werden g’emploijeert, waar door dat werck all mede vrij oncostelijck sal werden gemaeckt.
Ingesien sijnde dat bij d’ jongste openbare verpachtingen den tap van d’ coele wijnen, uijtheemse bieren, brandewijn, arrack &a. merckelijck meerder in prijs sijn comen te steijgeren als in vorige tijdt noch oijt hebben gedaan en gevolglijck de domaines van dese plaats daar door merckelijck sijn g’augmenteert: Soo is ten dienst van d’E.Compa. goet gevonden dat in aanstaande niet alleen d’ gemelte tapneeringe, maar oock alle andere als namentlijck ‘t Caapse bierbrouwen, d’ bouwerij van Hottentoots Hollandt en coornschuir, d’ coornmolen, brootbacken &a niet meer onder d’ handt, gelijck tot noch toe alhier is gepractiseert, maar bij openbare opveijlinge aan d’ meest biedende sullen werden verpacht, waar mede men oordeelt d’ E.Compa. meest te sullen wesen gedient.
Aangesien aan d’ westelijcke landtpunt van ‘t casteel all voor ruijm twee jaeren verscheijde scheuren buijtenwaerts sich hebben vertoont dewelcke sich voor enige maanden voorleeden vrij wijder hebben g’opent, doch echter ‘tsedert 3 a 4 maanden herwaarts niet hebbende connen bemercken dat sich noch verder hebben verwijt, en om d’ waere geschapenheijt van d’ gemelte punt naeuwkeurigh t’ ondersoecken, door d’ Edle. Heer Ordinaris Raadt Dirck Blom daar van selffs oculaire inspectie genomen sijnde, en daar omtrent alles seer naeuw ondersocht hebbende, hoe verre d’ gemelte scheuren aan wedersijde van d’ punt haar verspreijden en hoe verre d’ punt comt uijt te wijcken, mitsgaders oock bevonden sijnde dat van d’ waterlijst tot aan ‘t fondament doorgaans geen scheuringen oft uijtwijckinge comen te verthoonen, gevolglijck volgens ‘t advis van den landtmeeter en andere het metselwerck sich alsnu heeft geset en vordere scheuringen off instortingen (na men oordeelt) gelijck tot noch toe is gevreest subject te wesen, maar met ‘t leggen en ondersteunen van een berm genoegsaam sal te remedieren wesen, sijnde dierhalven met gemeen advis verstaan bij aldien d’ scheuren van gemelte punt niet wijder comen te openen en in den presente hoedanicheijt blijven als dan tegen gemelte punt een berm van aarde te laaten leggen, ter breete van een roe; doch ingevalle echter buijten vermoeden d’ scheuren noch all wijder quamen t’ openen en ‘t werck buijtenwaarts uijt te setten, in welcken geval is g’arresteert d’ gemelte punt, soo verre als d’ scheuren haar verthoonen, aff te breecken om te prevenieren dat gemelte punt niet verder sal behoeven werden affgebroocken, als d’ scheuren althans buijtenwaarts ontdecken en in dier voegen van nieuws weder op te metselen, tot voorcominge dat daar aan geen onnodige costen en moeijten werden gesplit.
Saturdagh 30en April 1679.60
Het hoeckersche[e]pje d’ Quartel in compa. van de desen jaarse retourvloot in dato 15e Februarij jongstleeden van Bataviase rheede na herwaarts vertrocken, ten principalen om d’ gemelte vloot tot een voorseijlder te dienen, mitsgaders haar daar van in ‘t aandoen en inloopen van dese baaij tot ontdecking, off om hier alles in goede welstandt is en de beraamde seijnen werden gedaan, te bedienen: doch ‘t gemelte bodemtje op gisteren voor af dese rheede bereijckt hebbende, mitsgaders van ‘t gros van d’ vloot omtrent d’ Cocuseijlanden bij hard weder afgedwae[lt] sijnde, ‘t welc aan d’ gemelte vloot in ‘t aandoen, off ontdecken van d’ Caap wel enige becommeringe soude connen veroorsaecken en gevolglijck swaericheijt werden gemaeckt om dese Tafelbaaij in te loopen te meer om dat die vrunden van de heijlsame vreede noch gansch ignorant sijn; ten welcken opsichte, tot voorcominge van dien, is goet gevonden en verstaan ‘t gemelte hoeckerscheepje aanstondts weder te demitteren en op d’ gemelte retourvloot bij Caap Aguilles en daar omtrent te laten cruijsen en bij ontmoetinge haar van den continuerende welstandt alhier in ‘t breede advertentie te geven en d’ aangename tijdinge van vreede mede te deelen: om met te meerder gerustheijt na herwaarts te comen afsacken, met ordre aan d’ opperhoofden van gemelte bodemtje met daar op te cruijsen niet langer als acht dagen ‘t soeck te brengen en dan te retourneren en van haar bevindinge rapport te doen; Soo is insgelijcx in consideratie genomen dat d’ redenen en motiven waarom ‘t gemelte hoeckertje ter ordre van d’ Hooge Indise regering d’ vloot is bijgevoegt, om tot een voorseijlder tot in ‘t vaderlant te dienen, ten principalen heeft gesien op de continuerende oorlogstijden en niet verder: daar wij althans door Godes genade nu wederom vreedige tijden beleeven, mitsgaders oock verder aangemerckt dat soodanigen bodemtje in loco nootsaeckelijck comt te requireren als van soodanigen vaartuijg gantsch onvoorsien sijnde, soo is ten meesten voordeele van d’ E. Compa. goet gevonden ‘t gemelte bodemtje in loco aan te houden en sijn inhebbende lading, bestaande in 60,000 lb.61 spiauters in een schip dat voor d’ Camer Amsterdam repatrieert, en plaats heeft, over te scheepen: mitsgaders ‘t gemelte bodemtje tegens d’ aanstaande maant Junij te senden na Madagascar om aldaar in d’ baaij St. Augustijn slaven te trocqueren.
Maandach62 1en Maij 1679.
Bij examinatie van den gedetineerde Jan Jansz van Woerden gebleecken sijnde, hoe dat hij met sijn twee complicen Cornelis en Jacobus van Nispen voor present noch landtvluchtich63 heeft voorgenomen van hier bij de Portugeesen over te loopen, invoegen om dit haar voorneemen des te facielder uijt te voeren van geweer, cruijt en loot, proviant en andere nootsaeckelijckheijden, haar versorgt en 4 paerden van d’ E.Compa., en twee van particuliere gestoolen, mitsgaders een slaef, seecker borger alhier toehoorende, daartoe aangesocht en vervoert hebben, in compa. van d’ welcke haar op den 21en Januarij deses jaers landewaerts in hebben begeven en tot drij a vier dagen reijsens over d’ Eliphantsrevier sijn gereijst, aan welcke revier twee van haar bijhebbende paerden sijn comen te sterven; wanneer d’ gemelte gedetineerde in d’ nacht sonder voorweeten van sijn voors. complicen die te slaepen lagen met een paart te ruch na d’ Caap is gekeert en aan de Stinckrevier sijn bij hebbende paerdt dat aldaar sneuvelden achterlatende, en hem voorts in d’ nacht na herwaerts begevende, mitsgaders buijten ten platten lande noch al enige dagen sijn selven ophoudende en middelerwijlen met ‘t steelen van druijven uijt d’ wijngaarts behelpende, tot dat eindelijck op den 21 Februarij ao. stanti in d’ wijngaart van seecker borger, alwaar ten eijnde als vooren was heen gegaen, wiert g’attrappeert en gevancklijck in handen van d’ Justitie overgelevert en gevolglijck sijn begaene misdaden bij confessie in ‘t breede beleeden: Soo is verstaen ‘t proces dat den fiscaal dierweegen tegens hem heeft gemoveert ten eersten af te handelen, in diervoegen als men na eijsch van saacken volgens de beschreven rechten sal bevinden met de rechtmaticheijt van d’ saeck over een te comen.64
Tot ontdeckinge om off ‘t fondament van ‘t gescheurde en gebarste wester bouwvallige bollwerck onder d’ waterlijst perpendiculair opgemetselt behoorlijck in ‘t loot stonden: soo is goet gevonden ter wedersijden van die punt daar sich d’ scheuren meest verthoonen ‘t fondament bij d’ facen ter diepte van 3 1/2 voet en breete van 4 voeten uijt te graven; wanneer is bevonden dan gemelte fondament mede gescheurt en uijtgeweecken was, doch echter niet soodanich, off voors. bollwerck souw voor eerst voor instorting genoechsaam bevrijdt wesen.
Staande het aanweesen van den Edle. Heer Ordinaris Raadt Diederick Blom in vergadering verscheenen sijnde verscheijde matroosen alhier in guarnisoen bescheijden, te kennen gevende dat voor ‘t aanneemen van haaren dienst in ‘t Patria noijt meer bij der zee hadden gevaren, en gevolglijck haar selven daar toe onbequaem achte; weshalven versochten bij verminderinge van gagie en onder een nieuw vijffjaerigh verbant (dat haar is g’accordeert) voor soldaat mochten werden aangenomen,mitsgaders ooc enige persoonen alhier in vrijdom haar ernerende insgelijcx versocht hebbende om voor soldaat in dienst van d’ E.Compa. te mogen werden aangenomen,65 sijnde haar sulcx insgelijcx toegestaan, te meer van deselve geen d’ minste bevordering tot den landtbouw alhier staat te hoopen, en d’ E.Compa. maar tot een last sijn streckende.
Sondagh 7en Maij 1679.
In rijpe deliberatie genoomen dat het met den wijnteelt alhier ter plaatse ongemeen wel voort will en noch all jaerlijcx staat te vermeenichvuldigen, alsoo verscheijde wijngaerden voor 3 a 4 jaeren geplant, nu eerst recht sullen beginnen vruchten te geven, sonder dat echter tot noch toe tot soulaas van den armen borger die dat werck met alle neersticheijt hebben b’ ijvert een expedient is uijt te vinden geweest om die wijnen met het versenden na India te connen debiteren: ooc bij d’ tegenwoordige opulentie niet wel cans gesien werdt om alhier te vertieren, Soo is d’ voortplanting van den wijngaart vrij wat gestaackt, sullende ooc bij verloop van tijdt noch all meer daar in werden verflaeuwt, ten principalen ontstaande als wanneer het Godt Almachtich all gelieft heeft den ougst der wijnen te seegenen, geen uijt weegh met d’ wijn weeten: waardoor haar d’ moet comt t’ ontsacken en de moeijten daar aan gewent versmelten en onmachtich werden ijets bij der handt te neemen, daar in tegendeel, wanneer die wijnen wisten te debiteren en om te setten, haar merckelijck onderstandt aan den ackerbouw bieden en meer en meer aanmoedigen soude; ten eijnde van wedercanten d’ vruchten te gauderen, omme ‘t eene qualijck slagende, evenwel aan d’ andere sijde seeckere vruchten te genieten, alsoo niet veel g’experimenteert is, dat het met het coorn en wijngewas te gelijck op een jaar quaelijck uijt valt, sijnde door particuliere ondervonden dat dese wijn genoech uijtgewerckt en behoorlijck gepreserveert wesende, het vervoeren wel can veelen en immer soo smaeckelijck valt; invoegen met ‘t versenden na Ceijlon en deselve aldaar ten redelijcken prijse te debiteren, is gebleecken. Ten welcken opsichte den Edle. Heer Ordinaris Raadt Diederick Blom en den Raadt hunne speculatie daar over hebben laten gaan, om den armen landtman daar in alle hulp en assistentie toe te brengen, weshalven met gemeen advis is verstaan om recht t’ ervaeren van wat deuchtsamheijt deselve bij ‘t overvoeren sal werden bevonden, van d’ borgers vier leggers ten prijse van 80 Rxrs. ijder, in te coopen, mitsgaders deselve met d’ eerste gelegentheij[t] nae Ceijlon te senden om aldaar omgeseth mitsgaders ondersocht te werden van wat deucht en smaeck deselve sullen bevinden; ‘t geen na wensch uijtvallende, voor d’ E.Compa. en dese arme coloniers een onverwenschelijcke saeck soude weesen en daarin goede voordeelen resideren.
Bij ervarentheijt bevonden sijnde dat d’ scheepen bij ontlossinge van haar inhebbende lading, alhier haar ballast van steen selffs moeten breecken en verre van landt haelen, en gevolglijck langen tijdt heen loop[t] eer haar competentie van dien connen becomen en gevolglijck veel tijdt daarmede werdt ‘t soeck gebracht, soo is g’arresteert b’ oosten ‘t hooft op strandt successivelijck een goede partij steen bij malcanderen te laten versamelen om dat werck bij voorval te faciliteren.
Insgelijcx g’experimenteert sijnde dat in ‘t quaade saisoen door d’ swaeren reegen d’ muir voor een gedeelte om ‘s Comps thuijn van gebacken steen opgehaelt, gansch comt uijt te kalven: welcke muir bij verloop van tijdt bij nae t’ enemael daardoor soude comen te vervallen: Soo is g’arresteert om deselve daar voor te preserveren bij d’ eerste bequaeme gelegentheijt buijten en binnen waerts te laten rapen, mitsgaders bij vervolging en verdere opmetseling van die muir sulcx daar omtrent verder in gebruijck te brengenmet half calck en half cleij dat men alhier bij experientie bevindt seer durabel te sijn en regen en windt can verduren;66 uijt welcke consideratie en andere motiven wijders is vast gestelt d’ binnenmuiren in ‘t nieuwe casteel van d’ woon en packhuijsen tegens ‘t aanstaande drooge saisoen van buijten met calck te pleijsteren om te prevenieren dat aan dat costelijcke werk geen infractie comt te geschieden.
Aengesien de traanback tot noch toe gantsch ongeleegen buijten ‘t casteel heeft moeten gebruijckt werden en van de vereijste deuchtsamheijt en groote niet en is als wel requireerde, soo is verstaan binnen ‘t casteel op een bequaeme plaats daar toe uijt te sien een nieuwe deuchtsaeme traanback van vaderlantse clinckert t’ extrueren van soodanige hoedanicheijt dat daar in 200 halffaemen van dat vet bequamelijck sullen connen werden geborgen.
Geconsidereert sijnde dat d’ steene waterleijdinge off goot ter ordre van den Edle Haar Mattheus van den Broeck in den jare 1670 doenmaels Commissaris deser residentie doen opmaecken ter lenckte van 32 1/2 roeden t’ zeewaerts is streckende wel een goet en prijswaerdich stuck wercx isen omtrentƒ12,000gekost heeft67 sonder dat echter tot dato daar van ‘t rechte gebruijck is getrocken, en eijgentlijcke oogmerck om daar door d’ fustagien te preserveren, mitsgaders d’ passerende scheepen haar drinckwater des te spoediger te doen hebben, waar mede anders met ‘t selve uijt de watertang te haelen veel tijdt wierdt t’ soeck gebracht en verspilt en bij aancomst van de jaerlijcxe retourvloot en passerende vaderlantse scheepen een ijder tot genoegen niet te gelijck conde werden gedient, invoegen ‘t oogmerck daer toe wel ten principaelen streckte en waar aan den dienst van d’ E.Compa. veel geleegen leijt, sijnde wel om d’ gemelte watergoot niet t’ enemael buijten gebruijck te houden ter lenckte van 21 roeden en 3 voeten een houte back gemaeckt, alwaer niet boven 3 a 4 vaten te gelijck connen vol loopen en gevolglijck bij ‘t aanweesen van meerder als een a twee scheepen een ijder niet te gelijck can werden gedient, om daar door haar vertreck te verhaesten; behalven dat ‘t vaatwerck lancx de strandt en ‘t hooft noch een goet stucx weegs moet werden gerolt, eer in d’ boots can gebracht werden, dat d’ ervarentheijt comt te leeren de fustagie niet weijnich te krencken, weshalven den Edle. Heer Ordinaris Raadt Diderick Blom en den Raadt dien aangaande haar medidatie hebben genomen op wat manier daar van den besten dienst soude connen werden getrocken, en sulcx oncostelijck soude connen geschieden, en van de constitutie van gemelte goot, mitsgaders van d’ hoedanicheijt der grondt die t’ zeewaerts streckt, oculaire inspectie genomen sijnde, soo is met gemeen advis tot betrachting van ‘s Comps. waeren interest goet gevonden en g’arresteert, d’ gemelte steene waterleijdinge met een houte goot langh 16 roeden verder t’ zeewaerts uijtstreckende, te verlangen, en de goot van onderen met binten van swaere paelenvan hart Caaps hout68 in de grondt (die daar toe seer bequaem is bevonden) te heijen,en te69 onderstutten ijder ter lenckte van twee roeden van malcanderen en om door ‘t aanrijden van de boots daar aan geen schade te lijden ter wedersijde van gemelte binten noch een swaere pad in d’ grondt te setten, en tusschen de gemelte binten lancx heen om des te durabelder te wesen en ‘t aanstormen van de zee te connen wederstaan, mede binten te maecken, mitsgaders d’ gemelte goot wat schuijns t’ zeewaerts te lijden, dat tusschen deselve en ‘t hooft 3 roeden spatie overich blijft om dat d’ boots malcanderen des te beeter sullen connen vermijden en tusschen de ducdalven en ‘t hooft bequaemelijck passeeren; invoegen alles seer naeckt bij het daar van gemaeckte project comt te blijcken; door welck middel de boots en dat tot 3 a 4 en meer in getal aan d’ goot sonder dat het vaatwerck behoeven aan landt te brengen, binnen corten tijdt soude connen werden gevult, excuserende alsoo niet alleen ‘t volck (door de reijse vrij gefatigeert en afgemat) merckelijck in den arbeijt, maar bovendien d’ aancomende scheepen des te spoediger van hier hunne depesches connen erlangen: aan welckers spoedige depeche d’ E.Compa. alhier merckelijck geleegen leijt en ‘t welck met weijnige oncosten daar aan te doen tot perfectie sal connen werden gebracht.
Aldus geresolveert en g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare als voors.
[Signed:] DIRCK BLOM.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] SMIENT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 57-59.¶
Donderdagh {16790511} 11en Maij 1679.
Op ‘t geproponeerde ter vergaderinge door d’ EdIe. Heer Raad Ordinaris Dirck Blom aangaande d’ weder opbouwinge van een gedeelte van ‘t bolwerck Leerdam onlancx ingestort, is nae voorgaande deliberatie goet gevonden en verstaen, overmits ons is gebleecken dat het fondament perpendiculair opgemetselt sijnde, door d’ swaerte van d’ muragie boven d’ waterlijst docerende, opgaande, mitsgaders den aanleg omtrent in ‘t midden van d’ punt in plaats van te verminderen of in te trecken vervolgens tot in d’ cruijn is verswaert en verbreedt, waardoor ‘t fondament beneeden d’ waterlijst soodanich is geperst dat nootsaeckelijck heeft moeten uijtschuijven en consequentelijck dese scheuringe70 en instortinge veroorsaecken dat oock daer en boven de fondamenten op geen recht vaste en goede grondt sijn gebouwt en daarbesijden d’ muragie van ‘t fondament ten principalen gemaect van ronde en andere71 ongelijcke clipsteenen, geen verbant gevende en dies sodanigen swaeren persinge geensints connende tegenhouden: Soo is als gesegt voor best aangesien en g’arresteert dat men voor eerst het ingestorte van d’ voet des bolwercx g’amoveert hebbende ter wedersijde van beijde facen d’ muiren noch soo verre sal afbreecken als noch gescheurt en uijtgeset sijn, en dan vervolgens trachten d’ fondamenten dieper en op d’ rechte vaste grondt te leggen, mitsgaders niet perpendiculair, maar tot aan d’ waterlijst en vervolgens docerende op te metselen en voorts in dat werck alle ronde clippen t’ excuseren om d’ fondamenten des te beeter te doen verbinden. Ende om voor te comen alle incalvingenen72 uijtspoelinge die door ‘t water in de gracht aan de fondamenten metter tijdt soude connen werden gecauseert, soo is mede geresolveert dat men voor d’selve rondtom het casteel een berm van aerde, een roede breedt, sal laeten leggen en aan d’ buijtencant met goede soden voor ‘t affcalven omvangen; mitsgaders enelijc in ‘t midden van d’ gracht een grachtje van 60 voeten breedt en naar advenant diep graven en onder water setten en ‘t resterende van d’ gracht tot op d’ breete van 150 voeten droog laaten blijven en soo diep uijt te delven als d’ berm is leggende.
Sijnde wijders naar voorgaande deliberatie ter neder gestelt, ingevalle de retourvloot voor ‘t expireren van den 25e. of uijtterlijc den laasten deser loopende maant niet en soude mogen te voorschijn comen ende den hoecker d’ Quartel immiddels weder herwaerts keeren, dat deselve alsdan ten eersten naar ‘t vaderlant sal werden gesonden met bericht dat geseijde scheepen hier niet en sijn g’arriveert, met dien verstande nochtans dat alvooren St. Helena sal hebben aan te loopen om te verneemen of gemelte scheepen daar niet en sijn, of aangeweest hebbenen als dan te volgen de ordre die hem van den Commandeur en d’ Opperhoofden van gemelte vloot vorders sal werden gegeven.73
Aldus geresolveert en g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] DIRCK BLOM.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
C. 14, pp. 60-61.¶
Maandagh {16790515} 15 Maij 1679.
Alhoewel bij resolutie onder dato 27e April was g’arresteert ‘t hoeckerscheepje d’ Quartel d’ retourvloot van Batavia tot een voorseijlder tot in ‘t Patria bijgevoegt om d’ redenen daarbij wijdtloopich gededuceert alhier aan te houden en gebruijct te werden tot den slavenhandel op Madagascar in d’ baaij St. Augustijn en immiddels van afgesonden om op d’ gemelte vloot omtrent Caap Aquilles te cruijtsen, sonder dat voor als noch is te voorschijn gecomen: Soo is als nu op het geproponeerd ter vergaderinge van d’ Heer Jacobus van der Waeijen,74 Commandeur der retourvloot en Commissaris deser residentie, dat de retourvloot van ‘t gemelte hoeckerscheepje, vermits d’ ordinarij tijdt seer verloopen en laat in ‘t jaar is, in ‘t passeren achter Hitlandt en om d’ noord, mitsgaders in ‘t aandoen van d’ havenen onses vaderlants grooten dienst can trecken, in ‘t ontdecken van dese en geene custen en andere nootsaeckelijckheden tot meerder securiteijt en verseeckeringe van d’ vloot, en gevolglijck ten hoogsten vereijst dat in compa. van d’ gemelte vloot repatrieert, is (nae voorgaande deliberatie) goet gevonden en verstaan ‘t gemelte hoeckerscheepje soo immiddels te voorschijn comt, in compa. van d’ retourvloot te laeten repatrieren om haar ten fine als voren in der tijdt van te connen dienen: invoegen ‘t gemelte dodemtje door d’ Hooge Indische regeeringe d’ vloot voor een voorlooper is toegevoegt.
In Rade geleesen en geresumeert sijnde d’ schriftelijcke commissie van d’ Heer Jacobus van der Waeijen door d’ Hooge Indise regeeringe op sijn E. gedecerneert om dese residentie als Commissaris te visiteren: welcken volgende het opperhooft d’ E. Hendric Crudop en verdere leeden van den Raadt sijn E. opgemelt ingevolge van ‘t mandaet van haar Edle. d’ Hooge Indise regeeringe met alle schuldige gehoorsaamheijt hebben aangenomen sijn E. daar voor t’ erkennen, respecteeren en gehoorsaemen, mitsgaders daarin alle hulp en atsistentie toe te brengen.
Aldus geresolveert en g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare voors.
[Signed:] DIRCK BLOM.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J.V. WAEIJEN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 62-67.¶
Woensdagh {16790517} 17 Maij 1679.
Presentibus d’ Edle. Heer Dircq Blom, d’ Heer Jacobus van der Waeijen, d’ E. Hendricq Crudop, Bartholomaeus Nouters, Joan Braeckel, Dircq Jansen Smient, Matthijs Vonck, Reijnier de Groot, Carsten de Gilden, Jan Hen, Jan Verschuir, Siewert Roos, Cornelis de Witt, Adriaan van de Vijver, Jan Jansen La Mant, Jeronimus Cruse, Martinus van Banchem, Philip Theodoor Welcker.
Vergaderingh gehouden op d’ clachten van Cornelis d’ Witt, schipper op het retourschip Maccassar , nopende den vrij soberen standt van dien bodem, soo aan sijn rondthouten als aan ‘t geheele schip merckelijck benadeelt en soodanich gedevaliseert was dat daar aan groote deffecten quamen te ontdecken ingevolgen van dien op gisteren en heden morgen door een ijder van desen Rade exacte en oculaire75 nauwkeurige besichtinge daar van hebben genomen, mitsgaders in een seer slechten toestandt bevonden: ten principalen bestaande dat achter aan d’ spiegel ‘t rantsoen hout aan stuerboort t’ enemael vergaen en verrott is, en aan backboort d’ vaste buijtenhuijdt van gemelte spiegel, bestaande in d’ achterhuijt van dien buijtenwaarts uijtgeweecken en dwars afgerott en d’ balck in d’ spiegel waar aan hetselve76 moet werden vast gemaeckt, mede gansch verrot en vergaan; het deck van de koebrugh drij duijm door gesackt en langer geworden; mitsgaders buijtenwaerts van vooren tot achteren de naede t’ enemael ontset, soo wel aan stuir als backboort, en d’ ijsere bouts uijtgeweecken en verroest: ‘t welck groote leccagie occasioneert en waar door d’ ingeladen goederen op d’ reijs tusschen Batavia en dese Caap merckelijck sijn benadeelt en bedorven, en bij continuatie noch meerder staan g’infecteert te worden, resulterende uijt d’ slechte voorsieninge op Batavia aan het voors. schip gedaan, daar toe niet geladen sijnde op die ordre als men behoort een schip op soo swaeren reijs te beladen, naar advenant als een bodem om zee te connen bouwen, versorgt diende; wijders in d’ breegangen d’ bouts en spijckers insgelijcx t’ enemael verroest en vergaan: soo dat men de bouts en ‘t ijserwerck, het schip op d’ rheede leggende, met een lichte hammer conde door jaegen; en eijndelijck d’ fockemast en bougspriet bevonden met seer quade gale, vorders d’ blinde voormarseijl, begeijne en cruijszeijl nae geheel door gebroocken em genoegsaem t’ enemael uijtgevaeren, invoegen gemelte bodem in d’ bovenstaande gedevaliseerde constitutie, volgens ‘t advis van d’ g’experimenteerste timmerluijden van de respectieven vlooten genouchsaam innavigabel werdt g’oordeelt om in die gestalte met d’ vloot te connen repatrieren, voor en al eer van enige swaarte van sijn ladinge sal wesen g’amoveert en verlicht; mitsgaders na d’ constitutie soo veel als doenlijck gerepareert, in diervoegen als na de hoedanicheijt van de nootsaeckelijck en inexcusabelheijt sal connen en moeten werden gepractiseert en in ‘t werck gestelt: welcke hoogwichtige en niet min77 nootsaeckelijcke saack tot conservatie van dien bodem en Comps. rijck daar in geladen retouren,78 en waar aan den waeren dienst van d’ E. Compa. soo merckelijck gelegen leijt, bij sijn Edle. en den Raadt in serieuse en rijpe deliberatie genomen op wat manier tot ‘s.Comps. meeste voordeel daarin soude werden gehandelt, Soo is eijndelijck naar veele voorgaande overweeginge dier weegen gehouden en alles pro et contra geventileert hebbende, met eenparicheijt van stemmen tot betrachting van ‘s Comps waeren interest g’arresteert en goet gevonden ‘t gemelte retourschip Maccasser naar gelegentheijt van saecken boven water te lichten en tot dien eijnde uijt den gemelten bodem aan de retourscheepen Hendrick Mourits , Silversteijn en America (die nae alvooren gemaeckte calculatie) ruijmte over hebben tot berginge van ongevaar 76 lasten sware en geen volumineuse goederen)79 over te geven omtrent 60,000 lb. tin, 60,000 lb. Japans cooper en 1,100 cogels en soo veel meerder goederen als bequaemelijck sullen connen bergen; mitsgaders daar en boven noch aan ijder retourschip 2 a 300 sacken peeper na advenant van d’ lading om op d’ ondersten overloop te plaatsen en ‘t welck sonder merckelijcke belemmering sal connen geschieden. Oock wijders uijt den hoecker d’ Quartel , in compa. van d’ gemelte vloot te repatrieren staande, van sijn inhebbende lading bestaande in 60,000 lb. spiauter soo veel te lichten en alhier aan landt te neemenof in een van de retourschepen aen de E.Camer van Amsterdam geconsigneert te laden80 dat daarin niet meer overigh blijft als tot een genieringe off onderlading noodigh is, en daar in uijt gemelte retourschip over te scheepen soveel goederen en coopmanschappen van peeper en andersints, ‘t geen men bij ontlossinge sal bevinden dien bodem hinderlijck te wesen, staat maeckende dat ‘t geen in gemelte hoecker sal connen werden overgescheept in ongevaar 30 lasten sal bestaan, ‘t welck met d’ bovenstaande 76 lasten t’saemen 106 lasten comt te bedraegen; oock wijders op ‘t advis van den baas timmerman van dien bodem, op wat wijse d’ voorverhaelde defecten en devalisatien op ‘t oncostelijcksten souden wesen t’ remedieren en ‘t gemelte retourschip bequaam connen gemaect werden om met d’ vloot gecombineert naar ‘t patria te connen navigeeren: Soo is insgelijcx g’arresteert ‘t defect achter aan de spiegel van d’ rantsoenhouten aan stuerboort, en d’ vaste buijtenhuijt aan backboort; vorders d’ balck, waar aan als vooren gesegt moet werden verbonden, mitsgaders het deck van d’ koebrugh te remedieren met 6 ijsere crombanden achter aan d’ spiegel en twee do. banden op sijde van d’ windtveeringh met ijsere bouten en spijckers te sluijten, en vorders met drij knien waar van twee winckelknien buijtenwaerts te versorgen en met vierduijmse eijckeplancken achter te verdubbelen, mitsgaders d’ buijtenwaertse ontsette naede soo aan stuir als backboort behoorlijck te braeuwen, ende in plaats van d’ uijtgeweecken en verroeste bouts weder andere nieuwe bouts en spijckers daarin te slaan; vorders de bree gangen ter wedersijde van gemelten bodem met greene deelen van een en een quart en 1 1/2 duijm doorgaans te verdubbelen en wijders d’ fockemast en bougspriet ijder met een goede wangh te versien, sullende mede van vordere gebroocken ronthout van raes voor soo veel als alhier in voorraat, off van d’ aanwesende scheepen te becomen sijn, worden voorsien; ‘t meergemelte retourschip in dier voegen versien en gerepareert sijnde, als dan in compa. van d’ retourvloot in Godes name d’reijse naar ‘t Patria te laten onderneemen, en om den voortgang van dien soo veel als doenlijck is te verhaesten, en d’ vloot daernae niet te doen wachten, alle middelen die enichsints practicabel en bij te brengen sullen wesen daar toe te contribueren en bij den handt te neemen als oordeelende den waeren dienst van d’ E.Compa. daar aan ten hoogsten te sijn gelegen.
Aldus g’arresteert en geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare als voors.
[Signed:] DIRCK BLOM.
[Signed:] J. v. WAEIJEN.
[Signed:] BARTHOLOMEUS NOUTERS.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] JOAN BRAKEL, 1679.
[Signed:] MATTHIS VONCK.
[Signed:] REIJNIER DE GROOT.
[Signed:] CARSTEN DE GILDEN.
[Signed:] CORNELIS DE WITT.
[Signed:] JAN VERSCHUIER.
[Signed:] ADRIJAEN VAN DE VIJVER.
[Signed:] JAN JANSE LAMANT.
[Signed:] JAN CORNELISZ HENZ.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 68-69.¶
Vrijdagh {16790519} 19 Maij 1679.82
Praesentibus d’ Heer Dirck Blom, Raad ordinaris van India, d’ Heer Jacobus van der Waeijen, Commandeur der vloot, d’ E.Hendrick Crudop, Opperhooft deser plaats, Bartholomeus Nouters, Vice Commandeur der retourvloot …83 Brakel, coopman en schout bij nagt, Dircq Jansz Smient, capitain alhier, Matthijs Vonck, schipper van Africa , Jeronimus Cruse en M. van Banchem, politijque raatspersonen.
In vergaderingh gelesen en geresumeert sijnde seekere missive van de Heeren gecommitteerde Bewinthebberen en gevolmachtigde van de Vergaderingh van de Heeren Seventhienen tot de secrete saken sub dato 3 November 1678,84 dicterende dat in gevalle de retourvloot of gecombineert of omtrent een en deselve tijt aan de Caap soude moogen comen aan te landen dat deselve haar insgelijcx weder gecombineert op reijse na ‘t Patria sal hebben te begeven mits niet langer als d’ ordinaris tijt van drij weeken en tot dat ten minsten twee a drij schepen sterck sullen sijn, nae malcanderen sullen moogen wagten. Uijt welcke materie genoegsaem is te beseffen dat haar Edle. intentie ten principalen daar heen sterck[t] om deretourvloot85 soo haast als eenigsints doenlijck is van hier na ‘t vaderlandt aff te vaardigen en haar vertreck niet traineerende te houden; daar beneven geconsidereert dat de ordinari tijt mitsgaders ‘t saisoen al vrij is verloopen en gevolglijck de vloot laat in ‘t jaar ‘t vaderlandt staet te bereijcken, dat onse Heeren Majores niet sonder redenen groote becommeringh sal aanbrengen en na der selver komst seer sal doen verlangen, die na alle apparentie geensints deselve soo laat sullen sijn verwachtende en wijders aangemerct dat ‘t meeste gedeelte van de vloot binnen weijnigh dagen in staat sal connen werden gebracht om de reijs te connen onderneemen, Soo is naar alvooren genoomen deliberatieingevolge van opgemelte haar Edle. ordre86 goet gevonden en verstaan ‘t werck daar heen te dirigeeren en alle kracht aan te spannen om de vloot binnen 4 a 5 dagen in gereetheijt te brengen en de schepen die als dan tot87 4 a 5 off meer in getal seijlvaardigh sullen sijn, weer en windt toe latende, gecombineert te laten vertrecken sonder na de andere op te houden, doch ingevalle echter na expiratie van de voors. gestipuleerde tijt, 1 a 2 dagen onbegrepen, de vloot in ‘t generaal in die staat conde werden gebragt om gesamentlijck ‘t zee te kiesen en ‘t schip Maccasser , altans besich met repareren, en d’ windt noch contrarie was, in welcken geval alle middelen en devoiren sullen werden aangewent om‘t selve mede88 in gereetheijt te brengen en is ‘t doenlijck met de vloot gecombineert te laten vertrecken.
Aldus g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] DIRCK BLOM.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] BARTHOLOMEUS NOUTERS.
[Signed:] J.v. WAEIJEN.
[Signed:] JOAN BRAKEL.
[Signed:] MATTHIJS VONCK.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
C. 14, pp. 70-71.¶
Woensdag {16790607} 7e. Junij ao. 1679, in de avondt vergadering.89
De vrijborger Jacob Arentsz Brouwer90 bij ‘t aanwesen van den Edle.Hr. Ordinaris Raad Dirck Blom, in vergadering binnen gestaan en versocht hebbende dat hem mochte werden gerestitueert zoodanige drie stux trekbeesten als zijn vrouws eerste man zaliger, genaamt Claas Jacobsz van Meldorp,91 in ‘t jaer 1673 door de Gonnemase Hottentoots in ‘t lant gemassacreert wesende, doenmaels tegelijck waren ontrooft, welcke beesten de E.Comp. volgens zijn voorgeven ‘t selve jaer in de expeditie na de voorn. vijantlycke Hottentoots gedaan, onder meerder getal beestiael weder ter buijt hadde bekoomen, zonder dezelve aan sijn vrouw off namaels aan hem weder waren te rug gelevert, maer wel doentertijt van de regeeringe geaccordeert en belooft in gevalle bij verklaring konde doceeren de gemelte beesten onder de voors. beuijt schuijlden, dat dienaangaande nader gunstelyk zoude werden gedisponeert, waerop dan onlangs resolutoir verstaan zijnde dat den versoecker in cas van bewijs de pretense beesten zoude werden gerestitueert, ende dienvolgende heeden zijn versoek nogmaels gerenoveert, mitsgaders tot verificatie van dien in Rade overgelevert hebbende seecker attestatie van twee consonante getuijgen waerbij ‘t voorenstaande geallegeerde en dat gemelte beesten naderhant bij de E.Comp. als eijgen zijn gebruijckt en aangehouden, genoegsaam contreert ook daer besyden niet en blijckt van de restitutie off vergoedinge ooijt geschiet, Zoo is verstaan dat aan denzelven weder drij stux diergelijke beesten van de E. Comp. in voldoeninge van dien zullen werden gerestitueert, te meer het behoeftige luyden en haer wel van nooden zijn.
Aldus geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
C. 14, pp. 72-74.¶
Maandagh {16790626} 26 Junij 1679.92
Het Franse schip Le Soliel d’ Orient van de morgen uijt dese baaij t’ zeewaarts geraackt en op de namiddagh gants buijten eenige verwachtinge te deser rhede te rugh gekomen sijnde, mitsgaders desselfs captain Monsr. Husson aan landt verscheenen en sich aan ‘t opperhooft g’addresseert hebbende met bekentmaekinge hoe sij met haar schip reets buijten de wal en wel 5 a 6 mijlen t’ zeewaarts waren g’avanceert als wanneer sich buijten d’ gewone leccasie voor in de boegh van het schip noch openbaarde een seer groot en gevaarlijck leck, ‘t welck na haar toescheen onder aen de kiel was en waardoor het water met soodanigen quantiteijt quam instorten dat haar niet anders toescheen dan het schip tesullen93 verliesen off ten minsten ‘t grootste pericul te loopen, welcken volgende tot behoudenis van de daarop vaerende zielen, schip en goet, genootsaackt waren geweest op te duwen en weder herwaarts te komen, op hoop en vertrouwen van haar alhier beter en sekerder te sullen connen restaureren en daar toe van dese regeringe gelijc voor heen admissie vercrijgen, met instantelijck versoeck dat haar gevolglijc in dese extremiteijt sulcx mogte werden geaccordeert, mitsgaders om daar toe te geraeken, gepermitteert een gedeelte van de ladinge te disbarqueeren en aan landt te brengen op een plaats daar wij ‘t selffs souden geraden vinden en henlieden beliefden te vergunnen omme immiddels versekert geborgen te werden, mitsgaders dat tot dien eijnde met onse zeijlchaloupen tegens dankbaare betalinge tot spoediger voortganck van dien, mogte werden g’assisteert; ooc wijders met eenige andere cleijne benodigtheden die haar in ‘t restabileeren soude moogen comen te requireeren geholpen, welck versoeck door het opperhooft in Rade tot dien eijnde expres geconvoceert, gerapporteert sijnde, is daar op gedelibereert, en overwoogen wesende dat men in dese verlegentheijt niet wel soude connen afwesen haar versoeck in te willegen en eenigsints behulpsaam te wesen94 om deselve eens van onsen hals quijt te raeken, geresolveert en verstaan haar te permitteeren de herstellinge van hun schip en om de ladingh alhier aan landt te moogen brengen, doch tot weghneemingh van alle suspicie van sluijck en andere morsserijen die eenigsints tot prejuditie van de E.Compa. soude connen strecken en daar op des te beter te connen letten, haar ‘s Comps. wegen een ledigh huijs naast ‘t hospitaal staande tot berginge van d’ voors. goederen sal werden aangewesen en ingeruijmt, ooc daar beneven wedersijts gecommitteerdens gestelt om op het lossen en weder affschepen te passen en d’ sleutels van ‘t huijs onder haare bewaringe te houden, sonder buijten d’ een en ander daarin te connen comen ende voorts dies aangaande soodanige naeuwe toesicht en ordre te stellen dat alle argwaan en verdacht van quade handelinge tot nadeel van d’ E. Compa. sullen connen werden weghgenoomen en geweert; dogh nopende haar versoeck van onse zeijlchaloupen sulcx op eijgen behoefte te excuseeren, maar om haar egter eeniger maten uijt verlegentheijt te helpen, d’ lantsboot in leeninge te geven, verstaande wanneer gemist can werden, met die voorwaarde, ingevalle deselve comen te verwaarloosen off op andere maniere onbruijckbaar te maeken, gehouden sullen sijn deselve naar taxatie te vergoeden, mitsgaders dat men haar ooc met andere cleijnigheden van weijnigh belangh, mits genoegsaame betalinge sal accommodeeren, doch alles soo veel doenlijck op eijgen benoodigtheijt declineren, maar ingevalle die vrunden namaals mede om assistentie van volcq ons mogte comen lastigh te vallen, sulcx aan haar onder voorgeven dat onse onderhanden sijnde wercken daar door soude werden verachtert, te weijgeren, te meer alsoo rijckelijck van volcq sijn versien en dies op haar eijgen vinnen sullen moeten leeren drijven.
Aldus geresolveert en g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 75-77.¶
Woensdagh {16790726} 26en Julij 1679.
Aangesien bij ‘s Comps magasijn werden bevonden enige vaten mom, waar van sommige vrij beginnen aan te comen en andere al suijr sijn geworden, gevolglijck bij d’ geprivilegeerde tappers a prijs courant niet begeert, en sulcx d’ E.Compa. maar tot schade en nadeel aan de handt soude blijven, ingevalle daar mede geen andere uijtweeg wierde gesocht, Soo is naer genomen deliberatie goet gevonden, vermits bij langer leggen niet beter, maar meer en meer te verslimmeren staan, alle sodanige mom die g’oordeelt sal werden suijr te wesen en ‘t langer leggen niet te connen veelen, bij openbare vendutie aan d’ meestbiedende te vercoopen; sijnde insgelijcx verstaen dat uijt voors. insichten mede sodanich gehandelt sal werden met enige weijnige aangecomen en g’infecteerde stoffen en cramerijen, bij ‘s Comps. packhuijs en d’ winckel berustende; invoegen all bij resolutie onder dato pmo. Februarij deses jaars reedts is g’arresteert en vermits haer daer toe naer voorgaande affictie van biljetten geen coopers op deden tot noch toe niet connen g’executeert werden, als noch beter sijnde dat d’ E.Compa. ijets daarvoor gaudeert dan dat ‘t selve door langer leggen niets waerdigs comt te worden.
Geconsidereert sijnde dat aan enige deser borgers in d’ maant December des jaars 1677 enige jonge Madagascarse slaven en slavinnen sijn gegeven om d’ selve op te voeden, mits na expiratie van een jaer met d’ E. Compa. om d’ geen die als dan in ‘t leven soude wesen, te boten ende soodanige die haer alsdan te beurt souden vallen aan d’ E. Compa. ‘t stuck voor stuck tot 25 Rxrs te betaelen, en d’ geen die haer middelerwijle mochte wesen afgestorven mede tot 12 1/2 Rxrs. aen d’ E.Compa. te voldoen; invoegen ooc daar op in d’ maant Januarij deses jaars de lootinge tusschen haer en d’ E.Compa. is geschiet95 en d’ gemelte borgers een getal van …96 stucks te beurt gevallen met die conditie om deselve aan d’ E.Compa. ten eersten te betaelen, sonder dat echter tot dato ‘t meeste gedeelte derselver ijets daervan hebben betaelt, onaengesien d’ gemelte penningen diverse maelen door d’ gerechtsbode sijn opg’eijscht, sonder apparentie dat in geruijmen tijdt off wel oijt d’ E.Compa. d’ vergoedinge sal becomen, Soo is naer genomen deliberatie goet gevonden97 d’ gemelte lijffeijgene[n] sonder langer dilaij van alle sodanige die men voorsiet niet machtich te wesen om d’ selve in ‘t corte te connen voldoen, d’aanstaande maant op t’ eijschen om aan d’ E.Compa weder gerestitueert te werden, en haer daer heen te houden dat d’ geen die haer sijn afgestorven soo haast als mogelijck mede comen betaelen, te meer d’ meeste van dit volckje daer toe wel gelegentheijt hebbende gehadt, d’ voldoeninge voorbedachtelijck vergeeten en alles op den ouden kerf-stock maer trachten te laeten heen loopen, sonder dese favorabile verstreckinge t’ erkennen off haer om de betalinge veel te bemoeijen.
Insgelijcx mede geconsidereert sijnde dat enige sloffe en quistige landtbouwers in gebreecke blijven d’ heele off halve gagie van d’ knegts die haer van d’ E.Compa. in leening sijn vergunt voor ‘t gepasseerde halve jaer in ‘s Comps. cassa in ‘t faveur van d’ knechts te voldoen, onder het impertinente voorgeven van onvermogens te wesen om ‘t selve voor98 present te connen opbrengen, daer nochtans d’ geseijde knechts off in haeren dienst dit jaer hebben gehadt off noch continueren, waerdoor d’ E.Compa. (die genouchsaem als borge voor de betalinge van dien staet) gants buijten alle reeden soude te cort geschieden, Soo is verstaan van alle sodanige doorbrengende borgers en die geene die niet machtich sijn om te connen betaelen, d’ geleende knechts weder in te trecken, mitsgaders d’ betaelingh van ‘t geen bij haer verdient hebben, te doen consequeren, ‘t sij bij weegen van executie off op wat manier ‘t selve ooc soude mogen wesen, omme d’ E.Compa. buijten sulcke absurde schade te houden en derselver dienaers aen ‘t haere te helpen.
In ‘t Casteel de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 78-79.¶
Saturdagh {16790805} 5en Augusti 1679,99 in d’ avondt vergaderingh.
Den borger en vrijslagter Hemming Huijsen100 ter vergaderingh binnen gestaen en aengewesen hebbende dat den trop schapen die hij met sijn compagnon gemeen was besittende, althans sodanig was toegenomen en vermeerdert dat achter d’ Steenberg alwaer d’ selve ter weijde gingen geen genoechsaem onderhout en weijde conde becomen, mits welcken uijt sijn en sijn compagnon naem versocht dat hun mocht geconsenteert en toegestaen werden haer vee voor seeckeren tijdt van jaren te plaatsen en laeten verweijden over d’ eerste revier , tusschen hier en Hottentoots Hollandt elders aen ‘t gebergte, onder aenbiedinge van aennemelijcke conditien en recognitien tot voordeel van d’ E.Compa. en dat daer nevens ter voors. plaatse een bequaem stuck landts mochte genieten om den landtbouw mede bij der handt te vatten; waer op dan gedelibereert en geconsidereert sijnde dat d’ E.Compa. bij dese vergunninge die haer in ‘t minste niet prejudiciabel is, noch al een proper revenue jaerlijcks soude connen gauderen, Soo is verstaen dat denselven sijn voors. versoeck in ‘t geheel sal werden g’accordeert en dat voor een tijdt van drie achter een volgende jaren, mits sij requiranten sullen gehouden wesen d’ Hottentoots die gemeenlijck daer met haer101 vee comen en vermogen te weijden t’elckens te contenteren, tot wegneming van misnoegen tusschen die natie en ons en dat daer en boven aen d’ E. Compa. voor die vergunninge en te gelijck voor d’ privilegie van slachten volgens accordatie jaerlijcks sullen opbrengen 80 stucx goede slagbare hamels in twee verscheijde termijnen ter begeerte van dese regeringe, mitsgaders dat hier van102 sal werden gemaeckt en bij d’ versoeckers onderteeckent een acte off contract in forma, ‘t een en ander breeder continerende.
Gelijc ooc aen d’ borgers Pieter Visagie en Jan Mostaert in compa. op haer versoeck in leening vergunt en toegestaen is een stuck bouwlandt geleegen aen d’ ooste sijde van d’ Tijgerberg en bij seeker plaets genaemt d’ Buffelscop om ‘t selve te mogen bebouwen en cultiveren onder conditie, vermits voor d’ E.Compa. aldaer op eenige plaetsen jaerlijcks hooij gemaeijt werdt dat d’ gemelte borgers gehouden sullen blijven van dat hooijlandt, ‘t welc sij sullen beslaen jaerlijcx soo veel vrachten stroo ten behoeve van d’ E.Compa. te leveren als desen jare aldaer vrachten hooij sal werden versamelt, mitsgaders dat ooc bij dese veranderinge van plaats haer bouwerijen omtrent dese Tafelvalleij daerom geensints sullen vermogen achter laten off negligeren, maar evenwel moeten aenhouden en voortsetten.
Aldus geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare voors.
[Signed:] H.CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 80-84.¶
Woensdach {16790830} 30e. Augustij ao. 1679.104
Bij ‘t aanwesen van den Edle. Hr. Ordinarij Raat Dirck Blom en resolutie onder dato 21 April deses jaers bij zijn Edle. en de regeering in loco genoomen om rederen bij gemelte besluijt wijtloopig geexpresseert, verstaan zijnde dat de verstrecking van rijst aan deze borgerij voortaan zoude cesseeren en ophouden, om een ijder daer door des te meer tot de ploeg en den ackerbouw aan te moedigen, met dien verstande nochtans,105 in gevalle eenige derselver niet machtig waren tot den aanstaanden ougst haer en haere familien van brootkoorn te subsisteeren en geschapen stont in extremiteyt van hongersnoot te zullen vervallen, als dan het weder verstrecken van rijst aan dezelve in consideratie te nemen, mitsgaders als nu op onse ordre door de Borgerraaden in Rade overgelevert zijnde een memoritje van verscheyde coloniers die zij verklaerden na conscientie de behoeftigste zijn, en dewelke door gebrek van brootkoorn en verarmden staet niet machtig waren om haer en haere familien veel langer te konnen subsisteeren, weshalven dezelve in ‘t genot dienden te werden geprefereer[t] omme niet in extremiteyt te laten vervallen, waer op dan in Rade gedelibereert zynde, is om redenen voors. verstaan aan de volgende maandelyx te laten genieten, namentlyk:
Jan Cornelisz | lb.100 rijst |
Trijn Rasch | lb.120 rijst |
Evert Cornelisz | lb.120 rijst |
Harman de Smit | lb.140 rijst |
Francoys Vijon | lb.100 rijst |
Mattys de Sweet | lb.140 rijst |
Joannes Praetorius | lb.160 rijst |
Cornelis Adriaansz | lb.100 rijst |
Evert van Guinea | lb.120 rijst |
Jan Vlak | lb.60 rijst |
Hans Helmes | lb.100 rijst |
Jan Mostaert | lb.120 rijst |
Jan Coenraad Visser met zijn geheele beslach | lb.180 rijst |
Cornelis Claasz | lb.100 rijst |
Hendrick Lange | lb.100 rijst |
Jacob Aertsz Brouwer | lb.100 rijst |
Jan Cornelisz | lb.100 rijst |
Trijn Rasch | lb.120 rijst |
Evert Cornelisz | lb.120 rijst |
Harman de Smit | lb.140 rijst |
Francoys Vijon | lb.100 rijst |
Mattys de Sweet | lb.140 rijst |
Joannes Praetorius | lb.160 rijst |
Cornelis Adriaansz | lb.100 rijst |
Evert van Guinea | lb.120 rijst |
Jan Vlak | lb.60 rijst |
Hans Helmes | lb.100 rijst |
Jan Mostaert | lb.120 rijst |
Jan Coenraad Visser met zijn geheele beslach | lb.180 rijst |
Cornelis Claasz | lb.100 rijst |
Hendrick Lange | lb.100 rijst |
Jacob Aertsz Brouwer | lb.100 rijst |
Mitsgaders dat booven ‘t gemelte getal aan noch eenige andere arme coloniers die bevonden zullen werden zulx mede ten hoogsten van nooden te hebben op haer versoek mede na discretie een matelyke verstreckingh sal geschieden, doch alles tegens 60 rxrs. ‘t last, zonder dat ‘t selve echter omtrent andere vermoogende in eeniger maniere zal consequentie nemen, op dat een partij lediggangers daer op niet en zouden moogen koomen den luijaert te speelen, gelijk voor dezen is geschiet, zullende ‘t selve ook niet langer duiren als tot den aanstaanden ougsttijt.
De opgemelte Borgerenraden te deser vergaderingh mede aangewesen hebbende dat de vrije wagenmakers alhier de oude gestelde prijs op het maken van wagens met de ap en dependentiën van dien, zoodanig koomen te exalteeren en verhoogen dat ‘t selve de redelykheyt verre was te booven gaande, invoegen dat haer van de gemeene borgerye daerover verscheyde klachten waren te vooren gekoomen, weshalven versochten tot wegneming van alle exactiën door deze regering een nader prijs daer op mochte werden beraamt, waer op de gemelte wagemakers mede gehoort zijnde, daer tegen hebben ingebracht dat voor haer onmoogelyk was de oude taxatie te volgen, vermits altans ‘t houtwerck daertoe noodigh met een ongelooffelyke arbeyt booven uyt de bosschen op een verre distantie moste werden affgehaelt en per asse herwaerts gebracht, daar ‘t selve in voortijden met de helft minder moeijten en kosten konde bekoomen, behalven dat present de levensmiddelen die van de lantbouwers genootsaakt waren tot haer sustentatie in te koopen mede veel duirder als te vooren waren &a. Waer op dan in Rade met die uijt de borgerye g’assisteert gelet zijnde, is naer voorgaande deliberatie goetgevonden en verstaan tot voorkoominge van meerder doleantiën daer op te beramen de volgende prys waer voor gemelte wagemakers gehouden zullen wesen een ijder na zijn begeeren te gerieven en welke taxt de gemelte wagemakers voorgehouden zynde, hebben dezelve na genoomen overslach en beraet daer in gecondescendeert en belooft daer bij te verblyven namentlyk:
Een wagen uyt de gront nieuw op gemaakt met buyck, leeren jocken en al vorder toebehooren | ƒ56:- |
Een wagen zonder buyk, leer en jocken | ƒ40:- |
Een ploeg in 't geheel | ƒ18:- |
Een eg | ƒ5:- |
een achter ploeg | ƒ9:- |
een jok met vier scheyen | ƒ1:10 |
een graaffsteel | ƒ-:10 |
een zware kruywagen met zijn wiel | ƒ6:10 |
een as tot een wagen | ƒ4:- |
een voorschamel | ƒ1:10 |
een achter schamel met de nagels | ƒ2:10 |
een voortang aan een wagen | ƒ3:- |
een achter tang | ƒ3:- |
een ploegbalck | ƒ3:- |
een ploeghooft | ƒ3:- |
een ritserbort | ƒ1:10 |
een radt tot een ploeg | ƒ2:10 |
een ploeg sonder raden met disselboom en zijntangh | ƒ4:- |
een disselboom in een wagen | ƒ1:10 |
een tong in een ploeg | ƒ1:- |
een ploegstaert | ƒ2:- |
een jok schee | ƒ- :02 |
4 raden van een wagen | ƒ28:- |
een swaer radt van een kruywagen | ƒ2:- |
Een wagen uyt de gront nieuw op gemaakt met buyck, leeren jocken en al vorder toebehooren | ƒ56:- |
Een wagen zonder buyk, leer en jocken | ƒ40:- |
Een ploeg in 't geheel | ƒ18:- |
Een eg | ƒ5:- |
een achter ploeg | ƒ9:- |
een jok met vier scheyen | ƒ1:10 |
een graaffsteel | ƒ-:10 |
een zware kruywagen met zijn wiel | ƒ6:10 |
een as tot een wagen | ƒ4:- |
een voorschamel | ƒ1:10 |
een achter schamel met de nagels | ƒ2:10 |
een voortang aan een wagen | ƒ3:- |
een achter tang | ƒ3:- |
een ploegbalck | ƒ3:- |
een ploeghooft | ƒ3:- |
een ritserbort | ƒ1:10 |
een radt tot een ploeg | ƒ2:10 |
een ploeg sonder raden met disselboom en zijntangh | ƒ4:- |
een disselboom in een wagen | ƒ1:10 |
een tong in een ploeg | ƒ1:- |
een ploegstaert | ƒ2:- |
een jok schee | ƒ- :02 |
4 raden van een wagen | ƒ28:- |
een swaer radt van een kruywagen | ƒ2:- |
Mits dat de gemelte wagemakers gehouden blijven te maken goet, deugtsaam en durabel werck ter keure van eenige luijden naer vereysch en in tyde en wijle daer toe te deputeeren.
Aldus geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoope ten dage en jaere ut ante.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
[Signed:] HERMEN GRESSENICH.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 85-86.¶
Dinghsdagh {16791031} ultimo October 1679.106
Gemerckt den hoecker de Bode onlanghs van Mauritius eijlandt geretourneert en van zijn kalckladingh t’ eenemaal ontlast zijnde, mitsgaders binnen weijnige dagen weder in staat souden connen werden gebracht om naa derwarts weder affgeveerdight te werden om de novo een kalckladingh &a. van daar over te haalen, dogh aengemerckt dat dit loopende jaar de orcaanwinden die men aldaar hadde verwaght, niet hebben gewaajt, naa alle menschelijcke gissingh in de aenstaende maendt Februarij off daar omtrent ontijtbaar hebben te verwaghten en volgens ‘t advis van g’experimenteerde zeeluijden op dat vaarwaater bedreeven wel kans schijnt te weesen om voor de gevreesde orcaan Mauritius eijlandt te bestevenen, maar dat men eghter om dees tijt van ‘t jaar nae derwarts een lange reijs onderhevigh is, behalven dat de gemelte hoecker eensdeels genootsaackt soude wesen aldaar gemelte quade stormwinden die gemeenlijck in de maant Februarij off daar omtrent doorwaajen aff te waghten en bij dat geval groot gevaar (om aldaar tegens strandt te raacken) soude loopen, daar besijden naa alle apparentie door den desolaten en beklagelijcken toestant dier plaatse door den brandt veroorsaeckt geen kalckladingh, wanneer den hoecker omtrent dese tijt naa derwarts vertrock, in gereetheijt souw vinden en gevolghlijck daar naa soude moeten werden opgehouden en dien volgende ons ooghmerck om den gemelten hoecker voor de komst van de verwaght werdende eerste besending uijtIndia107 te rugh te hebben (om de Heeren Majores van den toestandt dier plaatse omstandiger te konnen beright geven) niet sullen konnen berijcken.
Zoo is goedt gevonden en gearresteert ‘t afsenden van voorn. hoecker naa derwarts tot medio off in ‘t laast van Januarij des aenstaende jaars te surcheeren als wanneer tegens sijn aankomst aldaar de gevreesde orcaan sal weesen verstreeken en gecesseert, te meer ‘t opperhooft Isaacq Joannes Lamotius volgens zijn aanschrijven van zijn profitabele inventie van ebbenplaaten te zaagen, de Heeren Majores in ‘t vaderlandt voor zijn vertreck volkoomen preuven heeft gegeven, mitgaders oock ‘t derwarts bestellen van de hier gepetitioneerde behoeften tot de zaagmoolen en andersints van soo grooten haast niet werdt geoordeelt, sullende ons middelerwijle van den hoecker alhier konnen bedienen.
Zoo is insgelijx gearresteert en ter neder gestelt het een derde part van de aengehaalde en geconfisqueerde drancken uijt108 schip de Vrije Zee den fiscaal toegeweesen voor d’ E.Comp. van den zelven aen te neemen ten prijse als door d’ Edl. Hr. Ordinaris Raadt Dirck Blom en dese regeringh bij resolutie onder dato …109 April deses jaars daar op is gestelt.110
Aldus geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 87-88.¶
Maendach {16791127} 27en November 1679.111
Door den E.Hr.Commandeur ter vergaderingh gedemonstreert en voor gedragen sijnde dat sijn E. ‘t sedert sijn aenwesen alhier van veell en verscheijde vrij ingesetenen was en noch dagelijckx wiert moeijelijck gevallen om aen haer met beesten tot voortsettinge van den lantbouw te adsisteren en dat om op de oude voet voor ijder beest tot 12 gls. ‘t stuck in de vrijboecken te mogen werden belast, onder die servituijt wanneer de Compa. namaals om beestiaell mochte benodicht wesen, sij alsdan gehouden soude wesen de verstreckte beesten stuck voor stuck aen de Compa. te restitueren, off soo deselve immiddels quamen te sneuvelen off van ‘t wilt gediert omgebracht te werden, deselve tegens twaelff gls. aen de E.Compa. te voldoen; maer gemerckt niet wel apparent is dat de Compa. oijt off oijt soodanich van beestiaell sall distituijt en verlegen raacken dat genootsaeckt soude wesen de soodanige verstreckte beesten van de vrijluijden in te vorderen, oock albereets menichte beesten op diergelijcke wijse onder dese coloniers sijn vertreckt en dat men daerenboven heeft ondervonden daar verscheijde vrij ingesetenen daer ontrent veell quade gangen sijn gepleecht, en onder voorgeven van onvermogentheijt d’ Compa. noijt veell voldoeningh van de beesten die men in manieren als verhaelt aen haer heeft gecontribueert, schijnt te sullen konnen becomen, maer in tegendeell van tijt tot tijt op de oude kerfstock het noch all soecken te laten heenloopen en dagelijckx practiseren deese hare schult op die wijse meer en meer te vergrooten sonder eens haer om de voldoeningh off vergoedingh veell te becommeren, doch aan de andere sijde weder geconsidereert de onvermogentheijt van veell vrij ingesetenen om den nootsaeckelijcken lantbouw voort te setten, soo van de Compa. niet met beestiaell werden ondersteunt, weshalven in Rade op een expedient gedacht sijnde om de voorgaende feijlen soo veell doenlijck voor te komen, en oock de E.Compa. mede buijten schade te houden; Soo is met gemeen advijs geresolveert en vastgestelt aen eenige behoefftige borgers tot voortsettinge van den voors. lantbouw noch all eenige treckbeesten te verstrecken, doch niet op credit off ander servituijt van restitutie maer in vollen eijgendom, mits voor den ontfangh gehouden sullen wesen ijder stuck tegens 24 guldens aen de Compa. contant te betalen en dat daer besijden bij openbaere interdictie scherpelijck sall werden g’interdiceert, soo men namaels bevint dat sij die beesten komen te verkoopen, vermangelen, slachten off andersints te veralieneren onder hoedanige schijn off pretecxt ‘t selve oock soude moogen weesen, dan met expres consent en toestaen van de overigheijt alhier den cooper112 sonder eenige conniventie sall vervallen in een pecuniele amende van 100 Rdrs. mitsgaders den vercooper aen ‘t leven gestraft werden ende, om ‘t vervremden van zoodanige beesten noch meerder voor te komen, is wijders g’arresteert dat men deselve achter op de bill met ‘s Comps. merck sall teijckenen om des te beter daar op te konnen letten, sullende oock de geen die van nu aff aen soodanige beesten van de E.Compe. komen te erlangen, niet vermogens wesen d’ selve tot eenigh ander werck als den lantbouw te gebruijcken, op arbitrale correctie indien men ondervont d’ selve met houtrijden off andere sware wercken, buijten een yders eijgen nootdruft, affgemat en affgedreven werden.
Aldus g’arresteert
In ‘t Casteell de Goede Hoop ten dage ende ijare voorzs. [sic]
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 90-91.¶
Maendach {16791204} 4en December 1679.
In aenmerckinch genomen en door d’ Heer Commandeur ter vergaderingh voorgedragen sijnde dat tot noch toe en voor lange jaeren herwaerts [a]an een yder, niemant113 uijtgesondert, soo well ‘s Comps. dienaren als vrijluijden was vergunt geweest, soo veel branthout uijt de bosschen als elders te mogen haelen als een ijder selffs oordeelde tot haer huijshoudinge te requireren en benodicht te hebben, sonder daerin in eeniger maniere bepaelt te wesen, waerin bij de meeste parthij gantsch onordentlijck wert te werck gegaen en jaerlijckx ruijm de helft meerder consumeren als anders volgens een gereguleerde huijshoudinch well soude benodicht en van doen hebben, waerin dan vervolgens soo excessief en ongereguleert van tijt tot tijt is gecontinueert dat men t’ sedert eenige ijaren herwaerts all heeft bevonden dat het branthout merckelijck is vermindert en all beswaerlijck de passerende schepen na haer benodichtheijt daermede heeft konnen accomoderen en van tijt tot tijt op verder distantie niet sonder grootte moeijelijckheijt per asse moet werden herwaerts gebracht, sonder dat het jonge hout eens tijt is gegeven om weder aen te wassen, en geschapen staat ingevalle op dien voet voortaen wert gecontinueert eer lange jaren in de hier ontrent gelegen bossen geen off immers weijnich meer branthout beswaerlijck sall te becomen wesen en gevolghlijck op noch all verder afgelegen plaatsen sall moeten werden affgehaelt. ‘t Welck114 dan bij ons in rijpe deliberatie genomen sijnde, is goet gevonden en g’arresteert tot voortcominch van dien van nu voortaen ijder huijshoudingh deser vrijborgers pro rato na dat een ijder sall benodicht wesen op een gereguleerde voet te brengen, hoe veell vrachten branthout maendelijckx sullen konnen verbruijcken en dat men oordeelt dat sij daermede rijckelijck sullen konnen bestaen, sonder dat ijmantvan115 haer vermogens sall wesen buijten dien gestelden tax te gaen; en om ‘t selve soo veell als doenlijck voor te comen, sullen sij gehouden wesen, t’ elckens wanneer om branthout verlegen sijn, daer van een licentiebrieffie te haelen om te konnen doen blijcken dat sij daer ontrent geen fraude gebruijcken, vaststellende daermed[e] jaerlijckx een grootte quantiteijt branthout sall werden uijtgewonnen en gespaert.
Aldus g’arresteert in ‘t Casteell de Goede Hoop, adij 4en December 1679.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 92-93.¶
Saturdach {16791223} 23en December 1679.
’s Avonts ten 8 ueren.
Door den E.Hr.Commandeur deser residentie den Raadt geconvoceert ende daerin door sijn E. voorgedragen en geproponeert sijnde, hoe sijn E. van tersijden was ter kennisse gecomen het quade comportement van den winckelier Martinus van Banchem, dewelcke volgens de aenklachten en de informatien door den fiscaell reets in die saeck becomen hem niet ontsien noch geschroomt hadt in verstreckingh op reeckeninge van soldij aen de gemeene soldaten en matroosen verscheijde fraudeleuse actien en schelmstucken te gebruijcken met de luijden meerder op reecke. te belasten als effectivelijck hadden genooten, invoegen reets verscheijde persoonen alhier in guarnisoen bescheijden en hem voor ‘t geen daer haer te veell voor belast aengesproocken, en oock voldoeningh van dien becomen, waer uijt consteert dat sich genoeghsaem aen dese delicten schuldich kent, weshalven sy E.116 voornt. voorgesteltheeft117 off men niet behoorde hoe eer hoe liever daer in te versien op de beste en gevoeglijckste middelen; waer op dan eenparich is geresolveert verseeckeringh van desselffs persoon te nemen en sijn woningh van binnen en buijten met schiltwachten te verseeckeren, mitsgaders noch desen avont door gecommitteerdens en den Secretaris ten overstaen van den fiscaell ‘s Comps. cassa en winckell onder sijn directie staende met alle boecken en papieren daer aen dependerende en wijders sijn particuliere kisten en cassen met ‘s Comps. signet te versegelen, omme hem alle vordere quade handelinge die daer ontrent soude konnen in ‘t werck stellen, te beneemen en de Compa. van schade te bevrijden, om naderhant opgenomen en g’inventariseert te werden en hem wijders te injungeren niet sonder speciale last van de Overigheijt uijt sijn wooningh te gaen en hem vorders alle particuliere aenspraeck van dese en gene te benemen118 en daer ontrent soodanig[e] sorgh te dragen als men ten dienst van de Compa. en voldoeningh van de justitie sall bevinden nodigh te wesen.119
Aldus beraemt in ‘t Casteell de Goede Hoope, datum ut supra.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 94-95.¶
Woensdach {16791227} 27en December 1679.
Volgens jaerlijckse gewoonte getreden sijnde tot het versetten van de respe. collegie120 en eerstelijck tot weesmeesteren op het overgelevert dubbelt genomineert getall persoonen in plaets van de affgaande, Soo sijn by den Raadt in desselfs plaats g’eligeert Adriaen van Brakel en Harmen Gresnicht. Wijders oock gelet op het versoeck van luijtenent Jeronimus Cruse in ‘t gemelte collegie presiderende en mede versocht hebbende om van die bedieningh te mogen werden ontslagen, is verstaan hem sulckx te ontseggen, alsoo gantsch geen schick soude wesen dat soo veell leden van een collegie te gelijck afgingen.
Gelijck mede in plaats van twee afgaende leden van ‘t collegie van Commissarissen en om de plaats van den overleden Borgerraat Johannis Valckenrijck te suppleren, soo Compagnies dienaers als borgers sijn g’eligeert den boeckhouder Philip Theodoor Welcker, Gerrit van der Bijll121 en Joannes Pretorius in welck collegie den eersten sall presideren.
Soo mede tot Borgerraadt in plaats van de affgaende op de overgeleverde nominatie verkooren Joannes Pretorius, sijnde oock wijders verstaen dat volgens jaerlijckx gebruijck den affgaende Borgerraadt Gerrit van der Bijll de plaats van luijtenant van de Borgerije sall bekleden.
Aldus g’arresteert jn ‘t Casteell de Goede Hoope, datum ut supra.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] TOBIAS VLASVATH.
[Signed:] H. CRUSE.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
C. 14, pp. 96-98.¶
Maandagh {16800108} 8 Januarij 1680.122
Den pachter van de broot en koeckbackerij Gerrit Victor bij requeste aen dese vergaderingh gedemonstreert hebbende hoe dat hij volgens conditie en voorwaerde op ‘t aengaen van gemelte pacht gehouden was alle den tarwen die de vorige backers van de Compa. tegens 12 gulden de mudde hadde genoten van deselve tegens de eijgen prijs weder over te nemen en vermits bij inspectie tot grote onsteltenis hadde bevonden dat ‘t gemelte graan doorgaans door de calander geinfecteert en verteert, ingevolge om verbacken en van menschen gegeten te worden onbequaam te wesen, uijt welcken hooffde volgens eijgene verclaringe van de vorige backers hetselve bij hun niet heeft kunnen veroirbert worden en dien volgende, soo ‘t selve sodanigh most overnemen hem merckelijck soude prejudiceren, leverende tot verificatie van dien in Rade over twee brootjes, ‘t eene van goet, en ‘t ander van de gemelte bedorven taruw gebacken, waer bij ‘t voorenstaande geallegeerde baarblijckelijck consteerde, mitsgaders daer nevens te kennen gevende dat oock daer besijden geconsidereert behoorde te werden ‘t selve althans geen benefitie meer is, maar in tegendeel gehoude jaarlijx een sware pagt daer van op te brengen met versoeck door dese vergaderingh daerin eenige moderatie mogtegeschieden.123 Waer op dan gedelibereert en dit regt magtigh en billick versoeck in agt genomen sijnde, soo is geresolveert en verstaan om d’ E.Comp. egter mede soo veel doenlijck buijten schaden te houden dat hij ‘t gemelte coorn tegens 8 gl. ‘t mudde sal aennemen, waer mede de Comp. mede wel can bestaan en van schade bevrijt blijft.
Door de Hr.Commandeur ter vergadering voorgestelt sijnde de bequame en accomodabele gelegentheijt van seecker oort de Cuijlen genaamt, leggende ongevaar half wegen Hottentots Hollant om aldaar een beknopte wooningh te extrueeren om te dienen tot een verblijff en rustplaas voor ‘s Comps. vee dat uijt Hottentots Hollant herwaerts en van hier weder derwaerts wert gedreven, alsoo ‘t selve beswaarlijck in een dag kon overgedreven werden, behalven dat ‘t selve mede kan dienen tot accomoditeijt van daer voor bij passerende personen, te meer alsoo al eenige vrijluijden hebben begonnen den coornbouw nogh verder lantwaerts in bij der hant te neemen en na alle apparentie door noch meer andere staat te geschieden, soo is goet gevonden en verstaen ter voors. plaatse een bequame en beknopte wooningh te laten maeken, sullende de matrialen daer toe vereijsschende bequamelijck met de wagens die dogh ledigh over dien wegh na Hottentots Hollant moeten passeren derwaerts connen werden gebragt, sullende ‘t selve uijt dien hoofde de Comp. niets naamwaerdigh comen te staan.
Aldus gedaen en geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
C. 14, pp. 99-103.¶
Maendagh {16800122} 22en Januarij ao. 1680.124
Door den E.Gommandeur ter vergaderinge geproponeert sijnde, vermits ‘t opsamelen van sout nu alle dagen begint op handen te comen, en d’ Edle.Heeren125 in ‘t Patria bij haer jongste generale missive sub dato 21e. Maij 1679126 op d’ voorstelling van hier gedaen, comen te ordonneren dat souden trachten een goede quantiteijt daer van bij een te versamelen en in voorraet op te leggen, om daermede gehandelt te werden als haer opgemelte Edle. in der tijdt sullen comen t’ ordonneren en om daer toe te geraecken, soo comt nootsaeckelijck te requireren en dat een ijder in sijn consumptie moeten werden besnoeijt, en die ordre gestelt dat daermede soo ruijg niet meer omgesprongen off onnuttelijc versonden wert als voor desen geschiet, Soo is geresolveert en verstaen dat ‘t sout aen d’ soutpannen door ‘s Comps. lijffeijgenen sal werden opgescheept en versamelt mitsgaders ijmant van d’ borgers om sout benoodigt sal gehouden wesen, als voor heen, een licentiebriefje te versoecken, mits soo een vracht voor hem selffs comt t’ haelen, blijft hij gehouden met sijn eijgen wagen en beesten twee sodanige vrachten voor d’ Compa. van d’ soutpannen herwaerts t’ haelen en dat soo vervolgens na d’ quantiteijt die een ijder sal werden toegestaen te mogen haelen.
Insgelijcx door d’ E.Heer Commandeur voorgedragen dat gemerckt ‘t fugeren te landewaert van de lijffeijgen127 van tijdt tot tijdt en nogh dagelijcx blijft continueren, onaengesien alle pracitcabele middelen daer tegen aengewent en door sware criminele lijffstraffe van dit verkeert voorneemens sijn getracht aff te leijden, comen t’ ervaren, echter tot ons leetwesen dat noch dagelijcx enige haer landewaerts in begeven en haer hier en daer in schuijlhoecken verborgen houden, tot dat eijndelijck van dorst en hongersnoot door ‘t wilt gediert off wel de brutale Hottentoots om ‘t leven raecken, waerdoor d’ E.Compa. veel schade comt te lijden, Soo is eenparigh geresolveert om die fugitive, is ‘t doenlijc, weder in handen te crijgen, d’ hier omtrenten verre afgelegen128 Hottentoots tot opsoeckinge van d’ selve te disponeren en om haer daertoe t’ animeren voor ijder sodanige slaef die in handen van Justitie comen over te leveren, te sullen laeten genieten soo veel quantiteijt van tabacq, coraelen &a. als d’ E.Compa. gewoon is voor een runderbeest te geven, sijnde ooc wijders verstaen dat d’ Nederlanders die sodanige fugitive slaven d’ E.Compa. toehorende comt op te brengen, voortaen daer voor sal genieten 3 reijcxdaelders.
Aengesien den hoecker d’ Bode althans in volcomen gereetheijt is geraeckt om sijn reijs na ‘t eijlant Mauritius t’ onderneemen, soo hebben reflexie genomen hoe dat ‘t gemelte bodemtje ‘t voorleeden jaer omtrent d’ een en d’ selfde tijdt van hier na derwaerts is gestevent en aldaer op den …129 aengecomen, mitsgaders aldaer tot den 16e April daer aen volgende vertoeft130 ende doen weder van daer vertrocken en herwaerts gestevent sijnde en haer reijs vervordert tot ‘t landt Natael, alwaer in d’ maent Maij, vermits ‘t kenteren van ‘t saisoen en dat het Z.Ooster mousson was verloopen door een storm uit den Z.W. en W.Z.W. sodanig sijn bestoock131 dat genootsaeckt sijn geweest op te duwen en d’ steven weder terugh na Mauritius te132 wenden, en aldaer ‘t quade mousson over te leggen; en gemerckt na alle apparentie dese reijs, soo van daer directelijc herwaerts comt, mede niet anders hebben te verwagten, en welcq vrugteloos heen en weder swerven en ‘t gevaer van dreijgende zeenooden en periculen geensints ten dienst van d’ E.Compa. sijn streckende, behalven dat desen hoecker bijna t’enemael is uijtgevaren en nootsaeckelijc op Batavia sal dienen vertimmert te werden, Soo d’ E.Compa. daervan nogh enigen dienst sal trecken, alsoo niet bequaem wert g’oordeelt om langer op dat crappe vaer-water tusschen d’ Caep en Mauritius gebruijct te connen werden, weshalven met gemeen advis is goet gevonden en verstaen ‘t opperhooft en den Raadt op ‘t eijlandt Mauritius t’ ordonneren gemelte bodemtje, na dat van d’ goederen ten behoeve van ‘t gemelte eijlandt sal wesen gedisbarqueert, op ‘t spoedigsten directelijc vandaer na Batavia te laten voortgaen.133
Insgelijcx is g’arresteert en verstaen om alle gesuspecteerde fraude en quade handelingen van den baes slager die tegelijc d’ opsigt van s’ Comps. vee is aenbevolen geweest, wegh te neemen, om ons gerust te connen stellen daerin niet trouwlooselijc wiert gehandelt, een bequaem persoon te stellen die genougsame kennis en ervarentheijt heeft van de constitutie en deugtsamheijt van d’ weijde, mitsgaders nogh een tweede die alleen ‘t slachten in d’ crael sal werden toevertrouwt, sonder dat echter den eersten enig bestiael om te slagten sal vermogen aen d’ slager te laeten toecomen, als volgens schriftelijcke ordonnantie van d’ Heer Commandeur, welcke twee persoonen op lijffstrafe niet vermogen sullen enige eijgen particuliere schapen t’ houden.
Den constapel deses casteels bij request aen dese vergaderinge gedemonstreert hebbende, hoe dat door d’ respective geweesen Gouverneurs deser residentie d’ E.Heeren Isbrant Goske en Joan Bax van Herentals was gebruijckt tot het maecken van straten lancx d’ cortijnen binnen ‘t casteel, onder die beloften van ijder van haer Edles. in ‘t bijsonder van naderhandt daer voor geregaleert te sullen werden, sonder dat hij echter tot dato iets ‘t minste daer voor hadde genooten, met versoeck aen dese vergadering dat ingevolge van die gedane beloften, enige erkentenis daer voor mocht werden toegevoegt, waer op dan gedelibereert sijnde, is verstaen hem voor dese sijn extraordinarij arbeijt toe te voegen sestien cannen Spaense wijn.
Den vrijborger Barent Backer staende dese vergaderinge binnen gestaen en versogt hebbende dat van sijn contract, dat met kennis van d’ overicheijt alhier met seecker persoon op ‘t eijlant Mauritius genaemt Jan Iser in den jaere 1677 hadde opgerecht, nopende de leerbereijderije om hem jaerlijcx van daer quantiteijt bereijde vellen en gemaecte schoenen over te senden, mochte werden ontslagen en sijn knegts, die daer in leening van d’ E.Compa. heeft, mochte werden ingetrocken, te meer alsoo d’ gemelte Jan Iser mede hadde versogt van ‘t gemelte contract ontslagen te werden, Soo is verstaen hem sijn versoeck t’ accorderen, te meer alsoo ons bedunckens geensints ten dienst van d’ E.Compa. is streckende dat men d’ beesten aldaer om d’ vellen comt te slagten en daer door ‘t vee te verminderen, en d’ E.Compa. niet ‘t minste daerbij comt te gauderen.
Wijders geconsidereert dat volgens resolutie in dato 30 Augusto des verleden jaers aen enige behoefte134 borgers dat geen lantbouwers sijn, is g’accordeer[t] om maendelijcx tot haer nodig onderhout enige rijst uijt ‘s Compa. magasijn, mits betaling, te laeten genieten, met die expressie dat ‘t selve niet langer soude continueren als tot den aenstaende ougst, dewelcke alsnu gecesseert en ‘t coorn reedts bij een ijder ingesamelt is, soo is verstaen dat ‘t verstrecken van rijst aen d’ selve van nu aff aen, sal cesseren en ophouden connende d’ sodanige benodigde als nu voor haer geldt bij andere lantbouwers te marckt gaen.
Aldus geresolveert end’ g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare voors.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 104-114.¶
Resolutie beginnende Maendach {16791023/16800128} 23en October 1679 en voortloopende tot Maandach 28en Januarij 1680.135
Ter vergaderingh binnen getreden sijnde verscheijde persoonen alhier in guarnisoen en op de aenwesende schepen bescheijden om in qualiteijt en gagie te moogen werden verbetert, soo is in Rade geresolveert op haer versoeck hun toe te voegen soodanige qualiteijte en gagie als breeder bij de onder gespecificeerde actens comt te blijcken.
Jan Pietersz van Oudewater voor constapelsmaat a ƒ14 per maant met het schip de Vrije Zee alhier aengecomen, wert ten opsichte de vacante plaats van bottelier op gemeelte bodem136 op sijn ernstich versoeck bij desen begunsticht met de absoluijte qualiteijt van bottelier en bij halveringh van gagie toegevoeght een maandelijck137 besoldingh van ƒ17; gagie ingaande van dato deeses.138
Cornelis Matthijz Noorma van Schiedam met ‘t yacht Poeleron ao. stantij voor constapelsmaat met ƒ14 ter maant hier aangecomen en vermits de vacante plaets van derdewaack op ‘t aanwesende schip de Vrije Zee en dat den selven de navigatie verstaat, mitsgaders daerop door de aenwesende schippers g’examineert en bequaem g’oordeelt, soo wert denselven bij desen begunstight met de qualiteijt van derdewaeck sonder verhoogingh van gagie.
Jan Claasz Zeepaart van Amsterdam voor onderstuerman a ƒ32 per maant per ‘t schip de Vrije Zee hier aangecomen, wert vermits de vacante opperstuermansplaatse op die bodem ten opsichte van sijn goede capaciteijt in ‘t stuck van zeemanschap, waer van goede preuven heeft gegeven, bij desen begiftight met de absoluijte qualiteijt van opperstuerman, sonder verhooginge van gagie.
Frans Hopman van Paterborn voor matroos a ƒ10 ter maant ao. 1674 per den hoecker de Croonvogell in India gekomen, wert vermits sijn goede bequaemheijt en de vacante plaats van constapelsmaat op ‘t schip de Vrije Zee , vermits exspiratie van tijt bij desen toegevoecht de absoluijte qualiteijt van constapelsmaat met een besoldingh van ƒ14 ter maant,139 mits dat daar voor gehouden blijff[t] de E. Compa. noch drie achtereenvolgende ijaaren te dienen, gagie en verband ingaande dato deses.
Claas Berghout van Woesdorp, ao. stantij voor bosschieter a ƒ12 ter maant per de Vrije Zee hier aangecomen, wert vermits de vacante plaats van bootsmansmaet op voors. bodem om sijn goede bequaemheijt bij desen begifticht met de absoluijtte qualiteijt van bootsmansmaat, met een besoldingh van ƒ14 ter maant om daar voor sijn tijt uijt te dienen, gagie ingaande dato deses.
Lubbert Fransz van Amsterdam ao. stantij voor derdewaeck a ƒ26 per maant, per ‘t schip de Vrije Zee alhier aangecomen, wert ten opsichte van sijn goede capaciteijt en bequaamheijt, mitsgaders dat op den hoecker de Bode de plaats van onderstuerman vacant is, bij desen begifticht met de absoluijte qualiteijt van onderstuerman en een maandelijckse besoldinge van ƒ32 per maant om daer voor sijn verbonden tijt uijt te dienen, gagie ingaande van dato deses.
Barent Jeuriaensz van Amsterdam voor bootsgesell a 8 gl.per maant140 ao. 1675 per den Hollantsen Thuijn in India gekomen, denwelcken geruijmen tijt herwaarts op den hoecker de Boode heeft bekleet en waergenomen de plaats van quartiermeester waerin aan sijn overheden bijsonder goet contentement heeft koomen te geven, zoo wert denselven op sijn versoeck toegevoecht de qualiteijt van matroos a ƒ10 per maant om daer voor sijn vorder verbant te dienen, gagie ingaande dato deses.
Christoffel Bruijn van Dantsich voor hooghbootsmansmaat a ƒ14 per maant per ‘t schip Ternaten ao. 1677 in India gecomen, denwelcken geruijmen tijt achterwaats141 op den hoecker de Boode heeft bekleet en waergenomen de plaats van hooghbootsman, waerin aen sijn overheden bijsonder goet contentement heeft komen te geven en getoont een goet seeman te sijn, soo wert denselven op sijn ernstich versoeck toegevoecht de absoluijte qualiteijt van hoo[g]hbootsman met een besoldingh van ƒ18 ter maent om daer voor sijn tijt uijt te dienen, gagie ingaande dato deses.
Reijnier Cornelisz van Sevenhuijse voor bosschieter a ƒ12 ter maant ao. 1678 per ‘t schip China alhier aangelant, de welcken geruijmen tijt herwaerts als scheepstimmerman sijn dienst op den aanwesenden hoecker heeft bekleet en daer in getoont van goede bequaemheijt en capaciteijt te wesen, soo wert denselven op sijn versoeck toegevoecht de qualiteijt van scheepstimmerman met een maandelijckse besoldingh van ƒ18 per maant om daer voor sijn verbonden tijt uijt te dienen, gagie ingaende van dato deses.
Johan Hampe uijt den Haagh voor adelborst a ƒ10 per maant per ‘t schip Alckmaer ao. 1678 alhier heeft bekleet en tot goet contentement waargenoomen de plaets van corporaell en daerin preuve van sijn goet comportement gegeven, soo wert denselven ten dien insichte op sijn ernstich versoeck toegevoecht de absoluijte qualiteijt van corporaell en een besoldingh van ƒ14 ter maant om daer voor sijn tijt uijt te dienen, gagie ingaende dato deses.
Otto Croes voor adelborst a ƒ10 per maant met het schip de Crijghsman in den yaare 1677 alhier aengelant en seedert eenighen tijt de plaets van corporaell waargenomen en daerin tot genoegen van sijn gebieders contentement gegeven hebbende, wert mits desen in deselve qualiteijt geconfirmeert en met een maendelijcke besoldingh van ƒ14 begifticht, mits gehouden blijvende sijn verbonden tijt bij d’ E. Compa. daer vooren uijt te dienen gagie heden ingaande.
Jacob Herekenraadt142 voor adelborst a ƒ10 per maant met het schip den Alexander ao. 1677 aangelant en t’ sedert eenigen tijt alhier de plaats en functie van corporaell waergenomen en daer in tot genoegen van sijn gebieders contentement gegeven hebbende, wert mits desen in deselve qualiteijt geconfirmeert en met een maandelijckse besoldingh van ƒ14 gebeneficeert, mits gehouden blijvende sijn verbonden tijt d’ E.Compa. daer vooren uijt te dienen, gagie heden ingaande.
Barent Hendricksz van Munster voor adelborst a ƒ10 per maant met het schip Africa in den ijare 1677 alhier aangelant en seedert eenigen tijt de plaats en functie van corporaell waergenomen en daerin tot genoegen van sijn gebieders contentement gegeven hebbende, wert mits desen in deselve qualiteijt geconfirmeert en met een maandelijckse besoldingh van ƒ14 begifticht, gagie heden ingaande.
Jurgen Bergh van Hoesem voor derdewaeck a ƒ26 per maant per de fluijt Westervelt in den ijare 1676 in India gecomen, mitsgaders den 15en Maij des ijaers 1678 door den E.Heer out Gouverneur Johan Bax van Herentals gevordert tot eerste stuerman af ƒ40 per maant met die vordere belofte wanneer op een groot schip quam over te gaen, als dan de plaets van opperstuerman te sullen becleeden en dewijle denselve als nu door ons is gestelt tot schipper op de hoecker de Bode , soo hebben wij denselven op sijn versoeck toegevoecht de qualiteijt van opperstuerman sonder verhoogingh van tractament om daer voor sijn tijt uijt te dienen.
Reijnier Drijver van Cleeff voor corporaell a ƒ14 ter maant per ‘t schip de Vrije Zee ao. 1679 hier aengelandt, dewelcke alsnu op sijn versoeck met den hoecker de Boode na ‘t eijlant Mauritius vertreckt om aldaer de plaats van tweede persoon te bekleeden, soo wert hem ten dien opsichte om des te meerder luijster en gesach te hebben bij desen toegevoecht de absoluijte qualiteijt van adsistent sonder verhoogingh van gagie.
Claas Pietersz van Baersloet voor adelborst af ƒ10 per maant in den ijare 1674 per Couwerve alhier aangelandt, wert ten opsichte sijn continueele goede en getrouwe diensten en dat aen sijn gebiedende opperhooffden althoos volkomen genoegen heeft gegeven, op sijn versoeck en vermits tijtsexpiratie toegevoecht de absoluijte qualiteijt van corporaell met een maendelijckse besoldingh van ƒ14, waer voor gehouden blijft d’ E.Compa. noch drie achter een volgende ijaren te dienen, gagie en verbant ingaande dato deses. Onderstont in ‘t Casteell de Goede Hoop adij 22en Januarij 1680 -.
Thomas Pietersz van Cortrijck voor bosschieter a ƒ12 per maant in den ijare 1677 per ‘t schip Sumatra hier aengecomen, dewelcken geruijmen tijt achterwaerts op den hoecker de Bode is gebruijckt als cock, waerin aen sijn gebiedende overheeden goet contentement is komen te geven, soo wert denselven op sijn versoeck en vermits tijt expiratie bij desen toegevoecht de absoluijte qualiteijt van cock met een beloningh van ƒ16 per maant, mits gehouden blijvende d’ E.Compa. drie achtereenvolgende ijaren daer voor te dienen, gagie ingaende dato deses en verbant na volkomen tijtsexpiratie.
Lucas Fredericksz van Caspel voor adelborst a ƒ10 per maant in de ijare 1672 in India gecomen en naderhant in den voorleden ijaer per ‘t retourschip Ceijlon alhier aengelandt, dewelcke t’ sedert die tijt alhier in ‘s Comps. hospitaell heeft bekleet ende waergenomen de plaets van cock voor ‘t volck alhier uijt ‘t guarnisoen als van de passeerende scheepen, in welcken moeijelijcken dienst goet contentement heeft coomen te geven, ten welcken opsichte op sijn versoeck en vermits sijn verbonden tijt lange is g’expireert, bij desen wert begifticht met de absoluijte qualiteijt van cock en een belooningh van 18143 ter maent, mits dat daer vooren gehouden blijft d’ E. Compa. noch drie achtereenvolgende ijaaren te dienen, gagie en verbant ingaende dato deses.
Harmen Harmensz van Amsterdam voor ijongen a ƒ5 ter maent ao. 1674 per de fluijt Spaarendam in India gecomen, wert vermits expiratie van sijn eerste verbant op sijn versoeck toegevoecht de qualiteijt van matroos met een belooningh van ƒ10 ter maent, mits gehouden blijvende sijn vorder verbant daer voor uijt te dienen, gagie heden ingaende. Onder stont in ‘t Casteell de Goede Hoope adij 25en. Januarij 1680.
Jacob Baldini van Padua voor matroos a ƒ10 ter maant per de Betuwe in den yare 1675 in India gecomen, dewelcke op Mauritius eenige tijt herwaerts in militaire functien is gebruijck, wert op sijn versoeck en vermits expiratie van tijt toegevoecht de absoluijte qualiteijt van lanspassaet met een belooningh van ƒ12 ter maent, mits gehouden sijnde d’ E.Compa. daer vooren drie yaren te dienen, gagie en verbant dato ingaande.
Cornelis Pietersz van de Lageswaluwe voor matroos met Africa a ƒ10 per maent in den ijare 1675 in India gecomen, denwelcken sijn verbonden tijt heeft uijtgedient tot goet contentement van sijn gebieders, soo wert denselven op sijn versoeck toegevoecht in sijn oude qualiteijt een maandelijckse belooningh van ƒ12, mits gehouden blijvende d’ E.Compa. daer voor noch drie ijaaren te dienen, gagie en verbant ingaende na volkomen tijtsexpiratie.
Claes Jansz van Wieringen voor matroos a ƒ9 per maant met het schip Ternaten in den yare 1673 in India gecomen, mitsgaders in den volgende ijare 1674 door den Edl. Heer Gouverneur generael gevordert tot eggewercker met ƒ18 ter maent om daer voor sijn tijt uijt te dienen, dewelcke t’ sedert die tijt op ‘t eijlandt Mauritius in de opgemelte qualiteijt de onderhanden sijnde zaagmoolen heeft opgerecht en daerin getoont van een bijsondere capaciteijt te wesen, invoegen dat de gemelte moolen sonder sijn toedoen niet soude konnen werden volmaeckt, soo wert hem ten dien insichte en om hem meer te animeren op sij [n] versoeck en vermits tijtsexpiratie bij desen toegevoecht in sijn oude qualiteijt een belooningh van ƒ22 ter maant mits gehouden blijvende d’ E. Compa. drie achtereenvolgende ijaeren te dienen, gagie en verbant innegaende dato deeses.
Cornelis Jacobsz van der Veer voor matroos a ƒ12 ter maant per ‘t schip Africa ao. 1675 in India gecomen, dewelcke geruijmen tijt achterwaerts op’t eijlant Mauritius heeft bekleet en waergenomen de plaets van quartiermeester, waerin goet contentement is comen te geven, soo wert denselven op sijn versoeck vermits tijtsexpiratie bij desen toegevoeght de absoluijte qualiteijt van quartiermeester met een belooningh van ƒ14 ter maant, mits gehouden blijvende d’ E.Compa. noch drie achter een volgende ijaaren daar voor te dienen, gagie en verbant ingaande daato deses.
Harmen Pasquaij van Sutphen voor ijongh chirurgijn ao. 1674 met de Blaauwen Hulck af ƒ10 per maant in India gecomen, dewelcke geruijmen tijt achterwaarts op ‘t eijlant heeft bekleet en waergenomen de plaats van chirurgijn waerin bijsonder genoegen en preuven van sijn bequaemheijt heeft gegeven, soo wert ten dien opsichte en om hem meer en meer te animeren op sijn versoeck en vermits sijn verbonden tijt ruijm twee ijaaren is g’expireert, by dese toegevoecht de absoluijte qualiteijt van ondermeester met een belooningh van ƒ18 ‘s maants, mits gehouden blijvende d’ E.Compa. noch drie ijaaren daer voor te dienen, gagie en verbant ingaende dato deses.
Huijbert Jonghmaijer van Amsterdam voor soldaat a ƒ9 per maant per ‘t schip de Jonge Prins in den ijare 1672 in India gecomen den welcken t’sedert op ‘t eijlandt Mauritius althoos is gebruijckt aan de pen als adsistant, waerin aan sijn gebiedende opperhooffden volgens getuijgenisse goet contentement is comen te geven en getoont van goede capaciteijt te sijn, soo wort den selven ten dien opsichte op sijn versoeck, en vermits sijn verbonden tijt reets drie ijaaren is geexpireert, bij desen toegevoecht de absoluijte qualiteijt van jongh adsistent met een belooningh van ƒ16 per maant, mits gehouden blijvende d’ E.Compa. daer voor noch drie achtereenvolgende ijaaren te dienen, gagie en verbant heden ingaande.
Jan Reijnart van Rintelen voor adelborst met ƒ10 per maant in den yare XVI E. drie en ‘t seventigh144 per de Gecroonde Vrede hier aengelandt, dewelcke geruijmen tijt achterwaarts heeft bekleet en waergenomen de plaats van guarnisoenschrijver en daer nevens gebruijckt tot opsiender van ‘s Comps. houtwercken en materiaelen, waerin denselven hem seer ijverich en vigilant mitsgaders daer toe van goede bequaemheijt heeft getoont, soo wert den selven ten dien eijnde op sijn versoeck en vermits expiratie van tijt toegevoecht de qualiteijt van corporaall der adelborsten met een maendelijckse belooningh van ƒ18, mits gehouden blijvende d’ E.Compa. daer voor nogh drie achtereenvolgende ijaaren te dienen, gagie en verbant ingaende 28 Januarij 1680.
Aldus g’arresteert en geresolveert in ‘t Casteell de Goede Hoope datum ut supra.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, p. 115.¶
Saturdag {16800210} 10e. February 1680, in de avond vergaderingh.145
Op de propositie van de E.Hr.Commandeur in Rade aangemerckt zijnde dat de E.Compa. altans niet ruijm van slachtschapen is versien en tegens de dagelijx verwacht werdende retourvloot en vaderlantsche scheepen wel een goet aantal zal nodig wesen om deselve na behooren te vervarschen, gevolglijck genootsaackt wesen ons moedervee aan te spreecken off wel eenige van de vrijluijden in te koopen, ‘t welck geensints raatsaam en d’ E.Comp. maer schadelijk valt, weshalven weder onse gedachten hebben laten gaan om een lanttocht te ondernemen, waer op is geresolveert en verstaan een lanttocht na de Hessequase natie t’ ondernemen, te meer alsoo staat maken een goeden handel aldaer te zullen aantreffen en daer toe te gebruijcken een adsistent, sargeant en 16 man, staat makende dat uijtterlijk binnen drij weecken zullen terug konnen wesen, wanneer de selve na alle apparentie zeer nodig zullen vereysschen.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 116-118.¶
Maendag {16800212} 12e. Februarij 1680.
d’ E.Hr.Commandeur ter vergadering voorgedragen hebbende hoedat tot noch toe ‘t vrijslachten van vee voor ‘t guarnisoen en dese ingesetenen aan den borger Hemming Huysen en zijn compagnon alleen was vergunt, den welken altans door groote sterfte onder hun vee onvermoogens zijn om een ijder daer van ten genoegen te gerieven, derhalven denselven hem niet ongenegen hadde getoont dat noch een tweede nevens hem daertoe mocht werden gequalificeert waer toe sich dan hadde aangepresenteert en daerom versocht den borger Willem van Dieden om ‘t selve met malkanderen te beheeren, om een yder na zijn begeeren des te beeter te konnen gerieven, Zoo is verstaan de privilegie van vry slachten aan de voorn. borgers Willem van Dieden en Hemming Huysen alleen toe te staan, om ‘t selve aan een yder te moogen verkoopen, zullende dezelve ook gehouden wesen alle weecke tweemael, off ten alderminsten eens, van goet deugtsaam vleys versien te wesen, omdat een ijder zal konnen gerieft werden en omdat ‘t selve tot meerder accommoditeyt mach strecken, is aan haer vergunt een stuckje erffs omtrent het zeehooft gelegen om aldaer een beknopte huysingh, tot het slachten en ‘t vercoopen van ‘t vleys noodig, op haer eygen costen te timmeren; en op dat men mach verseekert zijn dat alle quade practiquen moogen geweert blyven, zullen gemelte twee persoonen onder eede moeten belooven geen schapen van eenige ‘s Comps. dienaren te koopen ofslachten146 als met expres consent en toestaan van de E.Hr.Commandeur, Zijnde ook wijders verstaan dat ten coste van de Comp. aan ‘t gemelte huysje een affdack zal werden gemaakt om voor eerst te dienen tot een marct, op dat een ijder zijn groente aldaer zal te coop brengen om naderhant bij bequame gelegentheyt een generale ordre daer op gestelt te worden.
Insgelyx door zijn E. opgemelt voorgedragen zijnde hoe dat zeecker slaaff van den borger Johannes Pretorius in comp. van 3 Nederlanders in de maant Januarij ao. passado landewaert in was gevlucht, welcke slaaff hem tseedert die tijt by den Girigcquase natie147 hadde onthouden, waer van dan onlangs kennis bekoomen hebbende, wanneer zijn E. alle moeyten hadde aangewent om de gemelte slaaff weder in handen te krijgen, waer toe de voorn. Hottentoos hebben bewilligt, met dat beding nochtans, dat hem in ‘t minste door ons geen leet zoude werden aangedaen, off dat anders hem in onse handen niet wilde overleveren, weshalven Zijn E. genootsaackt is geweest zulcx aan haer te belooven; daer besyden geconsidereert dat de meergemelte slaaff door zijn dagelyxse ommegangh en lang verblijff bij de gemelte natie redelijk taelkundig is geworden, mitsgaders volgens zijn seggen in de lantstreek daer de gemelte Hottentots haer onthouden wel ervaren; weshalven d’ E.Comp. indertyt, wanneer verstaan mocht worden een nader proeff te nemen om met de Namacquase Hottentoots (die haer mede daer omtrent en niet veel verder landewaerts in zijn onthoudende) te handelen, goede dienst van hem zoude konnen trecken, Zoo is naar genoomen deliberatie goetgevonden en verstaan de gemelte slaaff voor de E.Comp. te behouden, mitsgaders den eygenaer daer voor een andere slaaf van de Comp. in eygendom te vergunnen, alsoo wy zulx om de voorenstaande en andere wichtige consideratien voor de Comp. dienstig oordeelen.
Aldus geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoope, datum ut supra.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 119-120.¶
Saturdagh {16800302} 2 Martij 1680.148
D’ Edle. Heer Sijbrant Abbama,149 Raadt Extraordinaris van India, Admiraal der presente retourvloot en Commissaris deser residentie, ter vergaderingh geproponeert en voorgedragen hebbende, hoe dat den E.Heer Simon van der Stel, Commandeur deser residentie sijn E. hadde versoght, alvorens cessie in desen Rade te nemen, mogte werden overwogen off sijn E. off wel d’ E.Heer Andries Bogaart, vice Admirael der presente retourvloot en out gouverneur in Banda , de voorsittinge in Rade soude competeren, weshalven sijn Edle. alsoo met den gemelte E.Hr.Boogaert vermaegschap[t] is, ‘t selve heeft150 g’defereert aan het goetvinden en oordeel van de vordere leden van den Raadt en daar op uijt d’ vergaderingh getreden sijnde, is bij de vordere leden in consideratie en aanmerckinge genoomen, hoe dat in den Jare 1670 bij ‘t aanwesen van den Edle.Hr.Mattheus van den Broeck, out Ordinaris Raad van India doenmaels mede Commissaris deses Commandements, sijn vice Admiraal d’ Heer. . . . Sloot,151 gewesene majoor op Batavia, de voorsittinge boven den doenmaligen Hr.Commandeur Borghorst is gedefereert geweest, daar benevens aengemerct dat den gemelten Hr. Bogaart in India de Compa. als Gouverneur en Directeur al voor veel jaren heeft gedient en in sijn aanwesen op Batavia altoos in rangh de jongste Raad extraordinaris is gevolgt, soo is bij overstemmingh verstaan de voorvoorsittingh en rangh aan den E. Hr.Boogaert te differeeren, onvermindert noghtans het respect van den E.Hr. Commandeur, sonder dat dit exempel bij vervolgh van tijt door andere in enige consequentie sal mogen werden getrocken.
Aldus g’arresteer in ‘t Casteel de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] DK. DE JONGE.
[Signed:] SMIENT.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] A. JONGELING.
[Signed:] JOHANNES BACHERUS.
C. 14, pp. 121-154¶
Saturdagh {16800302} 2en Maartij 1680.
Een borger ende vrijsmith Joost Janse ter vergaderingh binnen gestaen en versocht hebbende dat hem mochte werden toegestaen met ‘d presente retourvloot naa ‘t Patria te moogen vertrecken daer benevens te kenne gevende, mits sijn soobere staat niet machtigh te sijn om sijn kost en transport gelt aen de E.Compe. te betaalen en oversulcx boven dien toegestaan werden omme de cost met arbeijt op ‘t schip te verdienen, ende daar voor sonder eenige vordere pretentie vrijlijck overvaren en aengesien deselve ongevaar 18 jaaren ten deser plaatse als op ‘t eijlant Mauritius soo in dienst van de Comp. als in vrijdom heeft gecontunueert154 en alhier mede seer wel can gemist worden, te meer reets alhier een ander smith in sijn plaats is gestelt, soo is hem sijn versoeckt155 g’accordeert.
Staende de vergaderingh door den borger Jochem Ringel te kennen gegeven sijnde hoe dat alhier met sijn ambacht van slootemaacker geensints aen de cost konde geraacken ende hoe langer hoe meer in de grootste armoede stont te vervallen, dierhalve instantigh versocht dat met sijn familie na Batavia mochte vertreckenom156 aldaar met gepermitteerde middelen sijn kost te innen, waar op dan geleth en daar nevens geconsidereert dat hem in ‘t Patria in sijn optie is gestelt om alhier te verblijven ofte wel na Batavia voort te gaan, maar op sijn aencomst alhier aengehouden om dat het schip waarmede hij overquam tot het exploict na ‘t eijlant St. Helena wiert gebruijckt, behalven dat den selve d’ E.Compe. maar tot een last is, ende het gemeen gantsch geen nutigheijt157 daer van treckt, soo is verstaan hemsijn158 bovenstaende versoeck toe te staan, mits dat voor sijn vertreck van hiersijn schult159 aen d’ E.Compe. sal moeten affleggen.
Ingelijckx is op het versoeck van seeckere vrijman, genaamt Frans Jurge Dresser met d’ retourvloot van Batavia gekoomen om alhier op sijn eijgenen costen tot de komste van de tweede besendingh van Batavia waar mede sijn vrouw verwacht, te moogen vertoeven, om als dan met haar te gelijck te repatrieren, hem sulckx geconsenteert, alsoo sulckx d’ E. Compe. indifferent is.
Donderdagh 7 Maart 1680.
Den borger Willem van Dieden ter vergaderingh gedemonst[r]eert160 hebbende, dat ten tyde van de Ede.Hr. Gouverneur Johan Bacx saliger, seeckere lijffeijgenen hem toebehoorende, aen sijn E.hadde aengeclaacht van eenige fraudeleuse sluijckerijen te hebben gepleecht, waar op doenmaals sijn huijs door den fiscaal en gecommitteerdens was gevisiteert doch daar niet in bevonden en dat hem dies niet jegenstaende sijn voorn. slaaf doenmaals was ontrocken, en bij d’ Compe. aengehouden, onaengesien iterative van den161 Edle.Hr.Bacx saliger om restitutie van den selve hadde versocht, die hem toesegginge hadde gedaan, in plaats van gemelte sijn slaaf een Comps. lijffeijgenen in plaats te sullen geven, in voege bij seeckere attestatie (door hem in Raade vertoont) komt te consteren, oock door een lit uijt dese vergaderingh is gesterkt als daar van mede kennis hebbende: tot dat naderhant deselve in ‘t Comps. hospitaal is coomen te overlijden sonder dat hij tot dato echter eenige d’ minste restitutie ofte vergoedingh daar voor hadde genooten, dierhalve nu versocht dat alsnu op sijn rechtmatige en gefondeerde pretentie finalyck mocht werden gedisponeert. Waar op dan geleth en de billickheijt van sijn versoeck in acht genoomen, soo is goet gevonden ende verstaan den selve in plaats van gemelte slaaf een andre van Comps. wegen in vollen eijgendom te laaten toecoomen.
Vrijdagh 8 Martij 1680.
Door den Edle.Hr. Sijbrant Abbema, Raat Extraordinaris van India, Out Directeur in Suratte , Admiraal der presente retourvlooth. en de Commissaris deser residentie in Rade voorgedragen sijnde hoe dat sijn Ede. door de hooge Indi[s]che regeringe was gerecommandeert en oock door d’ EdIe. Hr. Ordinaris Raat Dirck Blom in ‘t particulier versocht om alle d’ Resoluitie(sic)in ‘t aen wesen alhier van gemelte Edle.Hr. Blom op dese en geene saacke alhier genoomen nader te resumeeren en revideren162 om d’ Edle.Hr. Majores in ‘t Patria als haar hoogh Edle. op Batavia van onse consideratie en deliberatie dien aengaende nader te connen dienen en met de presente aen wesende aensienlijcke en eminente ministers van de retourvlooth, mitsgaders den E.Hr.Commandeur als van de doenmaalige speculatie geen kennisse hebbende)163 en Raat te overwegen wat ten dienste van de Compa. daar in best sal dienen gedaan ofte nagelaten te werden en off daar in ijets mocht sijn begrepen dat met ons gevoelen mocht strijdigh sijn om met onse consideratie te becrachtige, weshalve dan vooreerst sijn getreden tot resumptie van ‘t gearresteerde in ‘t reguart van de jaarlijckse verpachtingh waar in vervath en genommineert staan thien persoonen die alhier gequalifiseert sijn om na de tapneringe bij openbare opvijlinge te moogen bieden, waar op dan gedelibereert sijnde, soo is verstaan tot wegneminge van alle doliantie dat een eijder dese164 vrijborgers, sonderonderscheijt165 van persoon, sal vrijstaan bij openbaare opveijlinge na alle tapneeringe te moogen bieden, gelijck dese jaare reets is gepractiseert omme d’ gemeene man mede aen de voordeelen te laaten participeren, te meer onder een soodanigh cleen getal lichtelijck een comploterij kan aengerecht en de Compe. daar bij merckelijck benadeelt werden, mits dat de aennemer sal gehouden sijn twee sufficante borgen voor de beloofde pachtpenningen te stellen, die ijder in solidum daar voor sullen moeten responderen en instaen.
Saturdagh 9 Martij 1680.
In deliberatie geleijt dat bij op gemelte resoluitie mede is gearresteert dat tot berginge van materialen, houtwercken, affuijten en diergelijcke voluminieuse goederen, om deselve voor verderf te preserveren, in de Z.Ote cortijn van ‘t Castee[l] een expresse timmeratije166 soudewerden167 opgeslagen, doch gemerckt reets in ‘t casteel geen andre bequaame gelegentheijt daar toe gebreeckt, en een bequaame plaats daar toe can werden uijtgesien, soo is verstaan een expresse timmerasie daar toe aen te timmeren, niet nodigh sal wesen, en dat sulcx wel sal connen blijven g’excuseert.
Aengesien bij d’ voornoemde resolutie doenmaals mede is vast gestelt om ‘s Comps. groote tuijn in dese taffelvalleij gelegen aen dese sijde ter lanckte van 52 1/2 roeden reets om gemetselt mitsgaders aen geene sijde na de Leeuwenbergh ter lanckte van 36 roeden van Caapse gebacken steen168 op te haalen ten principaale om de gemelte thuijn daar door te beveijligenvoor dieven en tot vermijdinge169 van de oncosten die jaarlijckx moeten werden gedaan aen de drooge heijninge, dogh g’considereert de groote quantiteijt gebacken steen die daar toe soude requireren ende die de Compe. niet als bij een langen tijt soudeconnen170 van tijt tot tijt laten backen, en daar nevens al een excessive somma comen te bedragen, behalven datals171 dan nogh ‘t grootste gedeelte van de gemelte tuijn met een heijningh souw moeten bewaart blijven, gevolghlijck d’ oncosten aen den heijningh voor ‘t resterende ende den inval voor dieven daar mede niet connen voorcomen werden, en sulcx maer een gebroocken wercq soude sijn, ten ware de gansche thuijn daar mede wierden omtrocken dat ten opsichte van de coste die ‘t gemelde wercq soude na hem slepen, d’ E.Compe. gansch niet soude gelijcken, behalven dat ‘t selve van sulcke nootsaackelijckheijt niet kan werden aengesien, weshalven in Raade is geresolveert en verstaen rontsom d’ gemelde thuijn in plaats van drooghe heijningh, groene doorne heggen te planten, waer mede niet alleen sal wesen voorgecoomen d’ jaarlijckse reparatie, maar oock selfs alle invasie van dieven.
Insgelijckx doemaels vast gestelt sijnde om binnen ‘t casteel een traanback te maken tot berginge van 200 halfaamen traan, dogh in deliberatie genoomen dat sulcx niet alleen te groote stanck en vuijligheijt in ‘t casteel soude causeeren, maar oock selfs bij brant (dat Godt verhoede)172 groote verlegentheijt ende pericul geven, behalven dat ‘t present packhuijs waar in de traan wert geborgen, aen strant is gelegen en veel accomodabelder om de traan daar in te slaan, ende weder af te scheepen d’ fustagie daar door t’ beter kan werden gepreserveert, die anders een verder en moeijlijcker distantie souden moeten gebracht werden, om welcke redenen is verstaan nogh een traanback op te maaken daar d’ presente reets is, van vaderlantsche clinckert in cement geleijt, tot bergingh van 150 ofte wel meer halfaamen na d’ gelegentheijt van de plaats sal toelaaten, te meer om wanneer een van de selve leck ofte andersints onbruijckbaar mocht werden middelerwijle d’ andre te konnen gebruijcken om niet verlegen te sijn.
Wijders is naar voorgaende deliberatie goet gevonden en verstaan overmits bij ervarentheijt door d’ E.Hr. Commandeur is bevonden dat rontsom ‘t casteel d’ gracht bij verdere uijtgravinge en verdiepingh seer wel sandigh is en waar door de swaare muragie, wanneer op de vereijste diepte wiert gebracht, groot pericul en gevaar soude loopen om daar door in ‘t geheel ofte ten minste voor een gedeelte in te storten, alsoo men heeft ondervonden dat bij soodanige gelegentheijt geen muragie, veel minder een sodanigh swaar werck kan staende blijven, en om mede voor te coomen alle incalvinge en uitspoelinge die door ‘t water in de graft aen de fondamenten metter tijt soude connen werden gecauseert, om welcke reden bij ‘t aenwesen van opgemelte Edle.Hr.Blom bij resolutie onder dato 11 Maij ao. passado is gearresteert een berm van aerde rontsom ‘t casteel te laaten leggen ter breete van 1 roede, sonder dat doenmaals op ‘t welsant scheijnt gereflecteert te sijn, soo is voort best aengesien en gearresteert de berm om casteel173 in plaats van een,twee174 roede breet te laaten leggen, sonder in ‘t gearresteerde van opgemelte Hr.Blom dese aengaende meerder alteratie te doen, laatende d’ selve vorders in sijn geheel.
Maendagh 11 Martij 1680.
Den Edle.Hr. Commissaris Sijbrant Abbama denRaat175 wederom hebbende doen convoceren om over eenige poincten ofte aenmerckinge d’ Caap concernerende en door d’ Hooge Indische regeringh opgestelt om, soo bevonden wert ‘t selve met den dienste van de Compe. over een te coomen, alhier in treijn gebracht en gepractiseert te werden, te delibereren, en dan voor eerst in aenmerckingh genoomen dat haar op geeme.176 Edle. daar bij comen te ordineeren goede toesicht te houden op de consumptie der passerende scheepen en dat de reeckeninge die daar van gehouden moet werden in goede ordre gestelt en oock altijt effen sijn, sonder het daar op te laten aencoomen dat se op Batavia kan werden opgemaackt &a. ‘t Welcke sijn adspect schijnt te hebben op de reeckeninge van oncosten der passerende scheepen, d’ welcke door sijn E. voormt. na de cortheijt des tijts te loops geresumeert177 ende nagesien sijnde, niet bevonden de maat van redelickheijt eenighsints te excederen, maar hebben echter bevonden den tijt van haar leghdaagen alhier ter rhede daar in niet te sijn gespecificeert, oock d’ verstreckte schaapen en runderenbeesten in een massa uijtgetrocken, sonder d’ daagen wanneer d’ selve sijn genooten daer in te specificeeren, ‘t welcke dan voor een Hr. Commissaris bij resumptie van de boecken niet alleen seer178 moejelijck valt, maar oock in ‘t breede daar van monderlingh door andre dient geinformeert dat veel navragen en moeijten causeert, weshalven verstaen ende goet gevonden is179 van nu voortaan in alle scheeps oncostreeckeninge te specificeeren den tijt van haar aencomst en vertrek alhier, met hoeveel coppen dat sijn bemant, mitsgaders pertinent ijder dagh wanneer eenigh vee tot verversinge ofte voor de reijs coomen te genieten, waar mede dan alle na bedencken van fraude sal wesen voorgecoomen en haar hoogh Edle. op Batavia mede sullen wesen gedient om pertinent te konnen nasien of daar in eenighsints buijten de maat van redelijckheijt wert gehandelt.
Insgelijckx bij opgemelte aenmerckinge aengehaelt staende dat den fiscaal alhier na d’ ordre en intentie van onse Heeren Principaale behoorlijck in sijn ampt gemaintineert enooc180 gerespecteert wert, sonder hem eenige verhinderingh te laaten aendoen ofte te onthouden d’ middelen die hij daar toe van noode heeft, waar op den fiscaal afgevraaght is off oock eenige reden had dat daar in volgensden181 gemelte teneur niet wiert gemaintineert en in alles d’ behulpsame hant gebooden tot weringe canalle182 particuliere handel en haveningh der Justitie; die daar op verclaerde voor jegenwoordigh in ‘t minste geen reden te hebben om daer over clachtigh te vallen dat niet na de ordre van de Compe. in sijn ampt wiert gemaintineert en in alles de behulpsame handt geboden in voegen d’ E.Hr. Commandeur in Raade op de recommandatie183 van den Edle. Hr. Commissaris heeft aengenoomen, volgens d’intentie184 en de ordre van de Compe., sonder om eenige particuliere consideratie in ‘t minste daer van afwijcken, ende ten dienste van de Compe. steets daar bij te sullen blijven continueeren, gelijck sijn E.intentie altoos daarheen185 heeft gestreckt; vorders in consideratie genoomen dat ‘s Comps. materialen niet onnuttelijck werden geconsumeert maar wel bewaart, specialijck datter latten tussen d’ balckdeelen die andersints komen te versticken, werden gelecht om deselv’ daar door luchtigh te houden en voor een spoedig verderf te preserveren, Soo is goet gevonden om de Compe. buijten alle schaade te houden, die ordrete186 stellen dat daar op behoorlijck acht sal werden genoomen, gelijck reets voor desen al in gebruijck is geweest.
Wijders in deliberatie genomen d’ ordre dat alle Comps. dienaaren sal werden verbooden het houden van winckelneeringh soo van vaderlantsche, Indische als andre waaren ende dat sulckx aen borgers off coloniers sal werden toegestaan, alleen met soodanige waren en coopmanschappen daar d’ Compe. geen nadeel bij t’ verwachten heeft, weshalve na voorgaande overwegingh dat d’ Compe. door soodanige particuliere winckelneringh niet als groote nadeel wert toegebracht ende gefrustereert van de winste die de Compe. nabilckheijt187 selfs behoorde te gauderen ende geen andre particuliere daer mede gebenificeert werden, gelijck tot nogh toe was geschiet, is gearresteert dat het houden van alle particuliere winckelneeringh aen Comps. dienaaren bij placcaat sal werden geinterdiceert, oock aen alle vrije coloniers de laaste van soo danige warenen188 coopmanschappen daer door d’ E.Compe.geen189 nadeel soude konnen werden toegebracht, op pene dat de contraventeurs van dese onse ordre boven de verbeurte van soodanige waren ofte coopmanschappen sullen vervallen in een pecun[i]eele amende van 25 rijsdaalders, pro fisco sonder daar in eenige conniventie te gebruijcken.190
Naar welcke g’arresteerde door den luijtenant Jeronimus Cruse ter vergaderingh is gedemonst[r]eert hoe voor ses a seven jaaren herwaarts van de Compe. hadde overgenoomen een goed gedeelte vaderlantsche coopmanschappen waar van wel ‘t meerendeel hadde vercocht, maer echter nogh een goede parthij daar van aen de hant hadt sonder apparentie dat deselve door haar ongewillightheijt nogh in lange soude konnen debitteeren en dat door het nemen van de voorenstaende resolutie als nu versteecken was om deselve te konnen quijtraaken, weshalven versocht dat d’ Compe. de goederen die daar nogh van in voorraat hadt, mochte te rugh nemen tegen soodanige prijse als d’ selve van de Compe. hadde aengenoomen waar tegens geconsidereert dat die goederen d’ Compe. maar tot schaade en nadeel soude aen dehant191 blijven en vruchteloos in de magasijnen blijven leggen, sonder apparentie van oijt ofte ten minste in een langen tijt daarvan ontslagen te raacken, Soo is goet gevonden en verstaen gemelte Cruse toe te staan die goederen en anders geen, binnen de tijt van een jaar van dato deses af te moogen vercoopen, mits dat in geschrifte sal moeten op geven in hoedanige quantiteijt die goederen bestaan om te beter te konnen letten dat onder dat pretext geen meer andre goederen komt op te coopen en weder uijt te venten.
Tot voorcominge dat alle den traan door d’ vrije Saldaniehavaarders elders gebrant en die sij volgens contract aen d’ E.Compe. alleen gehouden sijnte leveren,192 sonder de borgers en ingesetenen daar mede na genoegen te gerieven alleen in Comps. handen magh vervallen, soo is goet gevonden en verstaen de leveranciers van de selve te ordonneeren alle den traan die door haar gebrant wert tegen de gewoone prijs aen de E.Compe te leveren, gelijck sij reets selfs hebben gepresenteert, als wanneer d’ borgers en ingesetenen hun gerief van de Compe. tot soodanige prijs als van outs gebruijckelijck sullen connen becomen.
Nogh wijder daar bij opgestelt sijnde dat het brande van de calck door d’ E.Compe. ofte haare dienaaren voortaen nagelaten endeborgers sal aenbesteet193 worden, sonder daar toe meer materialen uijt het vaderlant te vereijsen en Comps. scheepen mede tebelemmeren,194 welcke point in deliberatie genoomen en door den E. Hr. Commandeur in Raade voorgedraagen sijnde dat dese vrij ingesetenen niet alleen gansch ongelegen, maar oock selfs niet wel moogelijck souw wesen om d’ E.Compe. van tijt tot tijt soo veel calck te branden als wel tot de wercken aan de fortificatie soude requireren, behalven dat in voortyden, wanneer al speculatie sijn geweest om sulckx aen de vrijluijden over te laaten, is ondervonden dat d’ geene die haar daar mede coomen te bemoeijen d’ ackkerbouw geheel laaten vaaren en van de hant wijsen sonder haar in ‘t minste daer mede te becommeren, behalven dat alsdan op verrena195 soo veel calcq niet konnen branden en aen de Compe. leveren als wel vereijst, waar door men dan genootsaackt is d’ onderhande sijnde wercken te laaten steecken, daar en boven is men gewoon aen de borgers voor yder ton van soodanige gebrande kalck ƒ3 te betaalen, dat in ‘t jaar al een essexcesive196 somma soude komen te monteren ende de Caapse lasten merckelijck te beswaren en gevoeghlijck d’ Ede.Hrn.Majores in ‘t Patria niet aengenaem sijn, te meer alsoo d’ E. Compa, alhier twee groote seijlschaloup[en] aen de hant heeft, die togh soude moeten werden aengehouden en gebruijckt om ‘t Robbeneijlant te bevaaren en immers bij die gelegentheijt seer bequaamlijck een last schulpen (die daer door de gecondemneerdens buijten eenige de minste lasten van de Compe. werden bij een gesamelt) konnen herwaarts voeren, waar toe dan niet anders requireert als hout, ‘t welcke door ‘s Comps. wagens gereden en daar toe bij de wercken wert gebracht, en eenige weijnige van de matrosen om de ovens te vervaerdigen die echter niet souden konnen werden gemist om tot dagelijckse voorvallen te werden gebruijckt, sonder dat daer toe yets de minste van materiaalen uijt het vaderlant wert geeijst, waermede de scheepen soude moogen belemmert werden, ‘t welcke al vooren wijle tijt197 van hier is geexcuseert, alsoo d’ materiaalen daar toe nodigh selfs alhier connen laaten maaken, gevoeghlijck en indisputabele saack dat de Compe. groot nadeel souw wesen omsulcx198 aen de vrijluijde over te doen om welcke redenen is goet gevonden en verstaen ‘t branden van calck door d’ Compe. sal blijven continueeren, alsoo daar in meeste voordeel schijnt te resideren.
Eijndelijck het Dasseneijlant ‘t welcke tot nogh toebij199 een borger gelijck als in eygendom beseten, wert verpacht ofte tot een weijdeplaats van ‘s Comps. vee gebruijckt soude konnen werden, ende met bij voeginge dat ‘t selve met lustige en gras dicke vlacktens is versien, waar in haar Edle. gansch tegens d’ waarheijtschijnen200 g’informeert, onaengesien ‘t selve schoone schaapen uijt levert en door d’ Hr.Commandeur in Raade gedemonstreert dat voor d’201 vergunninghe den borger aen wien ‘t selve tot wederseggen is toegestaan ‘s jaarsaen de Compa.202 gehouden is te leveren 40 stx. hamelen die om haar deuchtsaamheijt de Compe.wel203 ƒ500 waerdigh sijn, daar in tegendeel, wanneer d’ Compe. aldaar schaapen quam te houden die ter uijterste in 4 a 500 stx. maar soude connen bestaan om van wijde aldaar gevoet te konnen werden, wil men d’ vereijste deuctsaamheijt204 daar van trecken dat immers voor de Compe. qualijck d’ pijne waart souw wesen, waar toe dan nogh soude vereijschen 2 a 3 Nederlanders om ‘t gemelde vee na behooren gade te slaan, welcker maendelijckse gasie en rantsoen gecalculeert, soo kan daar immers niet bij bereeckent werden dat daar eenige voordeelen voor d’ E.Compe. in soude resideren, maar wel een schaade die d’ Compe. daar van soude staen te verwachten en dat dan nogh door de geene aldaar in besettinge soude leggen door ‘t schieten als andersints d’ robbe soude werden verjaaght en gevolghlijck d’ traenbranders groote schaade ende de Compe. groot ongerieff daar door aen gedaen werden, behalven dat men weijnigh off geen staat kan maaken om de schaapen van daar af te haalen alsoo door d’ wisselvalligheijt van de wint somtijts 3 a 4 en meer weecken wert soeck gebracht eer men van daar weder kan te rugh comen, en waar door veeltijts al een groot getal van de schaapen coomen te sneuvelen, mitsgaders om ‘t selve t’ verpachten, vermits niemant als dese eenige van dese ingesetenen van vaartuijgen om dat eijlant te bevaren is versien en dat haar door d’ Compe. als selfs daar van onversien sijnde, geen soude konnen werden verschaft ten waare deselve expres daar toe uijt het vaderlant wierden geeijst, om welcke vooren205 geallegeerde redenen, is gearresteert ‘t gemelde eijlant niet voor de Compe. aen te houden, maar, als vooren, den borger Willem van Dieden in possessie van ‘t selveop de vorige conditie206 te laten off ten ware de Edle.Hrn. Majores sulcx speciaelder quaamen te orduneeren.207
Dingsdach 12 Martij 1680.
Ter vergaderingh door den luijtenant Jan Baptist met ‘t retourschip Sumatra van Ceijlon hier aengecoomen, gedemonstreert sijnde hoe dat sijn principaale bagasie en goederen op ‘t daagelyckx verwacht werdende schip d’ Blaauwen Hulcq dat in compe. van haer herwaarts souw vertrocken hebben, doch door leccagie genootsaackt geweest over te blijven, waaren berustende, en soo als nu met d’ presente vloot quaem te repatrieren,208 versteecken soude sijn van die209 goederen, weshalven instantigh versocht dat hier tot de na scheepen van Batavia mocht overblijven, welck versoeck hem door den Raat is geaccordeert, verstaende soo gemelte bodem nogh te voorschijn quam voor ‘t vertrecken van de presente retourschepen in sulcken geval gehouden te sijn, sijn reijs na ‘t Patria met dese scheepen nogh te vervolgen.
Zeekere Fransman, van ‘t jongst hier aengewesen Franse scheepje, genaamt Hendrick Gassan210 hier aen lant soo211 voor geeft onnosel staen gebleven, bij request aen dese vergaderingh versocht hebbende om met een van de retourscheepen te moogen overvaaren, Soo is goet gevonden hem sijn versoeck toe te staan, mits dat de cost aen boort met wercken sal moeten verdienen.
Woensdagh 13 Martij 1680.
Eenen Hans Rutgert Troost, geassisteert met eenen Hans Adam Koekenbergh, bijde vrijborgers, alhier in vergaderingh verscheenen en te kennen gegeven hebbende, hoe met malkanderen in maatschap met kennis van de overigheijt alhier waren getreden, ten principaalen om seecker stuck wijngaartlant met malkanderen te beheeren, mits dat de voorn. Hans Rutgert Troost in solidum respondabel is voor d’ schulden door sijn comp. daer op gemaackt, die door inpotentheyt langer geen werck kan doen, met versoeckt ‘t gemelte wijngaartlant te moogen na hem nemen en besitten, mits dat t’ sijnen laste soude neemen soodanige schulden als door sijn compagnon Koeckenbergh bij d’ Compe. waaren gemaackt, waar op aen naam alle jaar 40 ps. schapen, tot dat die schult aen de E.Compe. in ‘t geheel was betaelt, te leveren, mits dat de gemelte Coeckenbergh op sijn versoeck mochte toegestaen werden met de presente retourvlooth te repatrieeren, Soo is verstaan deselve haar versoeck in ‘t geheel toe te staen, te meer dick gemelte Coeckenbergh sieckelijck en bij d’ Compa. moet onderhouden werden, waerdoor sijn schult nogh daagelijcx staat te vergrooten, sonder apparentie dat d’ Compa op andre manieren aen haar garant sal connen komen.
Zeeckere mestisse off halffslagh meijt genaemt Catrina, dogh een Comps. slavin bij een Europiaen alhier geprocureert, mi[t]sgaders door het hoogwerdig[e] sacrament van den H. doop d’ gemeente Christi in geleijft, mi[t]sgaders in de Christelijcke religie onderwesen en nu een competente ouderdom bereijckt hebbende en tot nogh toe als een dienstbare bij d’ Compe. gebruijckt, bij requeste aen dese vergaderingh versocht hebbende dat sij om de vooren geallegeerde reden, mitsgaders uijt crachte van haer vrijdom die haar van haar vaderskant wettelijck toequam, in vrydom mocht werden gestelt, en van haar dienstbaarheijt ontslagen, soo is goet gevonden haar in vrijdom te stellen om haar als een vrij vrouw te moogen erneeren.
Donderdagh 14 Martij.
Eenen Gerret Victor, vrijborger alhier, te kennen gegeven hebbende dat desen jaare de pacht van brootbacken tot een excessive somma hadde gemeijnt, en veel oncosten gedaan om sijn gelegentheijt daer na te stellen, Soo is hem op sijn versoeck toegestaen in de gemelte pacht drij achter een volgende jaaren te laaten continueeren voor d’ somma van ƒ850, sijnde so veel als hij desen jaare bij openbaare opveijlinge daar voor gehouden is aen d’ Compe. op te brengen, te meer niet wel apparent is dat deselve in toecomendemeer212 sal renderen.
Den predicant Alexander Carpius213 vertoont hebbende dat door impotentheijt uijt de Oosterse provintien na Batavia was opgecoomen, en vermits sijn vorige gesontheijt niet hadde connen bereijcken, door d’ hooge regeringh van India op sijn versoeck toegestaen te moogen repatrieren, mitsgaders dat als nu onder Godes zegen weder t’ eenemaal was gereconvaliseert, weshalven versocht om weder na Batavia te moogen vertrecken, dat sijn eerwaerde is toegestaan om de kercke van India in de Maleijtse taale nogh meerder dienst tot voortsettinge der Christelijcke religie te connen doen.
Op het versoeck gedaen voor seecke214 ‘s Comps. slavin genaamt Maria van Bengale om voor seeckere somma van penni[n]gen d’ Compe. van haer recht en eijgendom op haar persoon te doen afstaen ende in vrijdom te stellen, soo is goet gevonden haer in vrijdom te largeren, mits all voorens in ‘s Comps. cassa betaalende d’ somma van 40 reijsdaelders, te meer om dat d’ Compe. geen off immers weijnigh dienst van haer treckt.
Zeeckere soldaat, genaamt Hendrick Willemsz van Hamburgh, beestewachter van de Compe., te kennen gevende dat voor ongevaar 3 jaaren van de troep runderbeesten van de Compe., alwaer hij doenmaels als beestewachter bij bescheijden was, een beest was soeck geraackt waar voor doenmaels op sijn soldijreeckeningh ter somma van ƒ50 was belast, welck beest door d’ Hottentots was gestoolen en als nu weder bij de Compe. te rugh gebracht, met versoeck dat hem de gemelte ƒ50 weder mochte goet gedaen werden, soo is verstaen hem sulckx te consenteeren.
Vrijdagh 15 Martij 1680.
In deliberatie genoomen dat onder de walgangh tussen de twee bolwercken Nassau en Leerdam in de aldaer gemaeckt[e] huijsingh een trap staat om na de respective comptoire en de wapencamer te gaan, welcke verwulptsel215 niet alleen uijtwijckt maar oock selfs t’elckens dreijght in te storten, om welcke redenen ‘t selve al voor een lange tijt met swaare stutten heeft moeten werden onderschraaght, waer door de gemelte trap al eenige tijt buijten gebruijck heeft gestaen om geen ongeluck daar door te hebben, soo is verstaen d’ voornoemde216 trap met aerde te dempen, alsoo niet anders daer van staat te verwachten als dat deselve d’ eene ofte andre tijt t’ eenemaal sal coomen in te storten en een ongeluck daar van wert te gemoet gesien.
Door d’ E.Hr.Sybrant Abbama, Commissaris deser residentie, in Raade geproponeert sijnde dat door sijn E. van Batavia was mede gebracht endealdaer217 door den Edle.Hr. Ordinaris Raat Dircq Blom opgestelt, seecker ontwerpwaar na218 de Caapse saacken in ‘t reguart van de hooge en mindere officieren in toecomende soude dienen en moet werden gericht, waar bij onder andre maar een ondercoopman tot seconde alhier staat genomineert, weshalven den coopman en de tegenwoordige tweede Hendrick Crudop daar op in Raade te kennen gevende dat t’ altijt genegen was van sijn bewint alhier op te staen en elders in India een ander emploij met sijn groote gagie meerconvenierende219 en waerdigh sijnde aff te wachten, met versoeck dat daer op in sijn ruguart220 om na Batavia te vertrecken favorabel mochte werden gedisponeert, is goet gevonden ende verstaen dat den opgemelte Crudop met d’ eerste bequame gelegentheijt na Batavia sal werden g’largeert, mits dat als voorens gehouden sal sijn aen de E.Hr. Commandeur van Comps. effecte behoorlijcke transport en opdracht en verantwoordinge te doen, als wanneer d’ Hr. Commandeur een bequaam persoon sal moogen stellen, die d’ negotieboecken onder sijn E. opsicht en verantwoordinge sal moeten waernemen ende te gelijck d’ administratie van de negotiepackhuijsen totdat221 door d’ Hr.Majores op de vacante seconde persoons plaats nader sal wesen gedisponeert.
Gemerckt d’ schaapen die altans aen de retourscheepen werden verstreckt, gans mager sijn en ‘t vereijste gewicht niet connen ophaalen, waer door onder ‘t gemeen groote clachten ontstaan, om welcke redenen is goet gevonden en verstaan aen d’ retourscheepen voortaan driemaal ‘s weecx verstreckinge van schaapen te doen, te weten voor yder man een 1b. daaghs.
In consideratie genoomen dat men alhier in gewoonte ishebbende222 om maer eens ‘s jaers aen Comps. lijffeijgen een pack klederen te geven daar in tegendeel in veel warmer climaat als op Batavia en andere plaetse van India gebruijckelijck is ‘s Comps. lyffeygenen tweemael ‘s jaers daar van uijt reijckinge te doen, mitsgaders daer besyden aengemerckt dat in dit ongestadige Caapse climaat ten minste tweemael ‘s jaers van klederenbehoorde223 te werden versien, alsoo dickmaels nat geworden sijnde, genootsaackt sijnde haer kleederen aen ‘t lijff te laaten droogen, waer door dan veeltijts in groote sieckte comen te vervallen en veel coomen te sneuvelen en waar bij d’ Compe. dan merckelijcke schaade comt te lyden en groote ondienst geschiet; ten welcke opsichte is goet gevonden en verstaen ‘s Comps. slaven voortaen tweemaal ‘s jaars kleederen te geven en hooft voor hooft yder 1/4 lb. peper ‘s maants, dat tot onderhout van haar lichaam mede nootsackelijck224 nodigh hebben, invoegen sulcx ooc door gansch India genieten, waermede geoordeelt dat wel van ‘t leven en lichaamelijcke dispositie sullen werden conserveert.225
Anthonij van Bangale226 vrij ingeseten alhier in de vergaderingh versocht hebbende om met sijn familie naer Batavia te trecken, dat hem (ten opsichte d’ E.Compe. maar tot laste streckt en voor d’ gemeene borgerij gans onnut en oock om verscheyde wichtige redenen alhier geentsints noodigh) is geconsenteert, alsoo hier seer wel can werden gemist.
Saturdagh 23 Martj 1680.227
In aenmerckinge en deliberatie genoomen dat voor desen aen eenige deser vrij coloniers eenige landerijen landewaarts in geleegen, voor seeckere tijt van jaaren in leeninghe sijn vergunt, waer door die luijden dan de lust wert benoomen om die landen na behooren te cultiveeren en gade te slaan, te meer alsoo deselve met ‘t servituijt van jaerlijckx daer van aen de Compe. den tiende te moeten opbrengen sijn bewaart, waar door dan veele tegens het uijteijnde van den gestelden tijt ‘t lant onbebout laaten leggen en de bouwerij t’ eenemaal comen te staacken, uijt vrees dat d’ Compe. het sal comen aen te vaerden en sij gevolgelijck gefrustreert blijven van de voordeelen die sij na billicheijt selfs daer af behoorde te gaudeeren, dat noghtans tegen de intentie van de Compe. is strijdende, behalven dat d’ Compe. om sulcke landerijen aen te vaerden en te beheeren maer schadelijck is, in voegen de veelvoudige exempelen claerlijck aenwijsen; weshalven is goet gevonden alle bouwlanden die voor desen op soo danige conditien aen dese borgers sijn gegeven, haer in volle eijgendom sullen werden vergunt, en oock aen alle d’ geene die daerom voortaen sullen coomen te versoecken, excepto de landerijen in de Taffelvalij gelegen, met die restrictie nochtans, wanneer ‘t selve onbebout laten leggen en niet na behoren comen te cultiveeren en van dese onse meeninge behoorlijck gewaarschout sijnde, dat haer alsdan ‘t selvelant weder228 sal werden afgenomen en aen ijmant anders gegeven die den ackerbouw meerder comt te beeijveren, sonder dat den eerste eygenaar eenige ‘t minste recht daar op sal moogen reserveeren ofte iets te pretenderen hebben.
In Raade vertoont sijnde seecker project van een wooningh aen seecker oort de Cuijle genaemt, half wegen Hottentots Hollant aen d’ Caep gelegen, volgens resolustie onder dato 8 Januarij deses jaers door den Ede. Hr. Commandeur en Raat genoomen229 aldaar te maaken vast gestelt, waer mede haer de vorderen leden van dese presente Raat in ‘t geheel sijn confirmeerende.
Ingelyckx is naar genoomen deliberatie vast gestelt dat alle d’ vacante bedieninge die door d’ cortheijt des tijts bij ‘t aenwesen van de E. Hr. Commissaris niet hebben connen vergeven worden, na ‘t vertreck van sijn E. door den E.Hr.Commandeur sullen werden gegeven aen sodanige persoonen die sijn E. daar toe bequaam en noodigh acht, mitsgaders die sulcx gerustelijck sal moogen werden toevertrout.
Aengesien d’ retourvlooth altans t’ eenemaal is ververst en in staat gebracht om de reijs na ‘t lieve vaderlant te ondernemen, mitsgaders den E.Hr.Commissaris alle saacken sijn commissie toucheerende nu ten eijnde heeft gebracht, soo veel als eenighsints moogelijck is geweest, Soo is met eenpaarigheijt g’arresteert d’ gesamentlijcke retourscheepen aenstaende Donderdagh, wesende den 28 deser loopende maant, weer en wint des toelaatende in Goodes name de reijs na ‘t Patria te laten ondernemen.
In consideratie genoomen dat bij ‘t aen wesen van den E.Hr.Ordinaris Raat Dircq Blom bij resolutie onder dato …230 is vast gestelt de nogh onbeboude cortijn een afdack tot berginge van de artellerij te betimmeren, dogh daar tegens aengemerckt d’ soberheijt der wooninghe in ‘t casteel voor de officianten en dat reets een andre bequaame gelegentheijt daar toeis231 uijt gesien, Soo is goet gevonden ter voors. plaatse een bequaam woonhuijs te timmeren om als geseght te dienen tot woonhuijsen van de gequalificeerts[t]e ministers als mede voor d’ respective comptoire en wapencamer, dogh vermits die plaats aan ‘t eene 18 en ‘t andre ent maar 15 voeten breeten begrijpt, is raatsaamste geoordeelt om de irregulariteijt voor te coomen, als mede dat geen bequame wooninge in de breete soude cunnen gebout werden, behalven dat ‘t verschil der oncosten eenelijck in de eijndelmuren232 en plancken soude bestaan dat ‘t werck in ‘t ruguart van de oncosten niets naemwaardighs soude verswaaren, overmits d’ balcken van genoegsaame lengthe te bekoomen sijnde, d’ timmeragie van voor gemelte wooninge op d’ breete van 24 voeten buijtenswerck te begrijpen ‘t welck dan in dier voegen sal accordeeren met d’ buijtenste breete van des Heere Commandeurswooningh.
Eenen Jacob van Leeuwen, gewesene adsistent in dienste van der E.Compe., bij sententie van de achtb. Raat van Justisie deses casteels in dato …233 Junie 1676 over ‘t quetsen van seecker persoon die naderhant volgens ‘t oordeel van de churugijns234 van de wonden soude wesen overleden, gecondemneert boven de cogel over ‘t hooft geschooten ad vitam op Robbeneijlant , dogh na ‘t sigh laat aensien d’ bewijsredenen al eenighsints tot sijn faveurscheijne235 te strecken, soo hebben op d’ instantie van sijnent wegen en door hem selfs gedaan, mitsgaders d’ goede getuijgenis die van sijn persoon wert gegeven en om sijn hooge ouderdom hem van de vordere tijt synes banessement236 ontslagen en op vrije voeten gestelt om te moogen repatrieeren.
De wijle door den Gouverneur Bax saliger is doen maaken al het hout en ijserwerck tot een nieuwe caros die tot nogh toe onopgemaackt is gebleven en sulcx maar vruchteloos blijft leggen, sonder dat daer toe eenige meerder oncosten als wat trijp om deselve te becleeden dat togh medein de237 packhuijsen aen de hant blijften niet238 omgeset kan werden, vereijst, mitsgaders dat d’ tegenwoordige caros door ouderdom soodanigh is vervallen dat qualijck langer kan werden gebruijckt, soo is verstaan de gemelte caros op te maacken, t’ meer gelijck als geseght geen naemwaerdige kosten daar aen behoeven te werden gespilt.
Aldus gearresteert en geresolveert in ‘t Casteel d’ Goede Hoop ten daaghen en jaar voors.
[Signed:] SIBRAND ABBEMA.
[Signed:] ANDRIES BOGAERT.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] DK. D’ JONGE.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] A. JONGELING.
[Signed:] JOHANNES BACHERUS.
[Signed:] SMIENDT.
[Signed:] TOBIAS VLASVATH.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] Mij present A. DE MAN, Secrts.
C. 14, pp. 155-160.¶
Maandag {16800408} 8 April 1680.
Door den E.Hr.Commandeur in Raade geproponeert sijnde de swackheijt van den presenten Raadt en dat gevolglijc wel vereijschten yemant nog daer bij wierde gevoegt om op alle voorvallende saacken met te meerder omsigtigheijt te kunnen handelen, sijnde gevolglijc daer toe g’eligeert den ondercoopman Jan Witteboll239 om nevens de present leeden voortaan in Rade sessie te nemen.
D’ Hr. Commandeur ter vergadering gedemonstreert hebbende dat in ‘t visiteren van de buytenposten nu jongst gedaan,240 hadde ondervonden dat verscheyde oude g’emaneerde placcaten en welgestelde ordres soo wel door eenige dienaren van d’ E.Comp. als wel principalijc vrij ingesetenen wierden overtreeden en gansch niet nagekoomen, weshalven wel ten hoogsten requireerden dat deselve wierden gerenoveert en eerstelijck het aanplanten van taback dat al weder gansch in gewoonte is gebragt en niet ontsien wert bij groote parthijen aan te planten, waer van de Hottentots onder den duijm haar gerieven mede weten te becoomen, niet sonder ‘t grootste vermoeden dat door de borgers daar in ter quader trouwe wert gehandelt, maer onder pretext van dese off geene frivoole excusen dese natie daer van weten te voorsien, Soo is goetgevonden ‘t selve niet alleen de novo te verbieden, maar daar bij te statueeren dat soo bevonden wert ‘t selve bij ymant aangeplant wert voor de eerste mael de tabac sal werden uijtgeroeyt, voor de tweede mael vervallen in een geltboete van 25 Rxrs. en voor de derde mael publicq gegeeselt te werden.241
Insgelijcx door den E.Hr.Commandeur voorgestelt zijnde hoe dat sijn E. in ervaring was gecoomen dat verscheyde deser ingesetenen hun niet en schroomden en principalijck die ten platten lande gehuysvest sijn, bij nagt en ontijden de buytenposten ter sluijck te passeeren (niet tegenstaande bij diverse g’emaneerde placcaten sulcx wel scherpelijck wert verbooden)242 en in ‘t lant zeekoeyen en ander groff wilt te gaan schieten door welc continueel uijt schieten gaan, dat groff vee soodanig is coomen te verminderen dat geschapen staat, ingevalle daar in niet tijdig wert voorsien, eerlang ‘t gemelte bestiaal t’ eenemael sal wesen weggeschoten, streckende tot ruijne van dese plaats, behalven dat veele deser ingesetenen daar van haar daglijcx werc komen te maken, en daar op den luyaart te spelen en den ackerbouw t’ eenemael laten vaaren. Invoegen ooc veele Comps. dienaren op de respective buytenposten als hier aan ‘t fort bescheyden mitsgrs. schaapwagters en andre hun niet ontsien dagelijcx in dese Tafelvaleij als elders buijten ten platten lande sonder consent steen, rheebocken, hasen, patrijsen, visanten, gansen, eenden en ander gevogelte te schieten, vangen off verjaagen, waar door dat wilt en gevogelte mede gansch comen weg te schieten en te verjaagen, om welcke reedenen is goetgevonden en verstaan dat niemant deser vrij ingesetenen voortaan sal werden geconsenteert in ‘t lant eenig groff off ander wilt te gaan schieten als eens in ‘t jaar te weten van primo Maart tot ulto. April als wanneer dese vrijborgers tot sustentatie haarder familien op haer versoek een licentiebriefje van d’ Hr. Commandeur sal werden vergunt om binnen dien tijt en niet langer in ‘t landt te moogen gaan en een zeekoeij en hartebeest off rhijnoster en elandt te moogen gaan schieten, sonder meer, mits dat sij sullen gehouden wesen ‘t vlees van de zeekoeijen mede aan ‘t speck te laaten, sonder ‘t selve gelijc voor desen is geschiet, ten prooij van ‘t wilt gedierte in ‘t lant te laaten leggen, gelyc mede aan een ijgelijck sonder onderscheijt wel strictelijck sal werden verbooden ‘t schieten van alle gevogelte en ander wilt, soo in dese Tafelvaleij als elders buyten die geene die daar toe expres sijn gestelt off van den E.Hr. Commandeur sijn gelicentieert, op peene die bevonden wert dese ordre te hebben gecontravenieert off overtreden voor d’ eerste mael sal vervallen in een boete van 25 Rxrs. voor de tweede mael 50 Rxrs. en voor de derdemael aen ‘t lijf daer over gestraft te werden.243
Wijders door d’ Hr.Commandeur mede bevonden sijnde dat de vrijhoutsagers hun niet ontsien directelijck tegens de voorgaande ordre in de bossen geel hout niet alleen tot plancken, maer selfs tot cosijnen sparren latten &a te cappen en aan de vrijborgers te vercoopen, waar door de bosschen t’ eenemael van dat noodige hout comen te ontblooten, onaangesien d’ E.Comp. selfs veel tijt daar om verleegen valt, Soo is goetgevonden en verstaen de gem. vrijhoutsagers te interdiceeren voortaan geen het minste geel hout in de bosschen te cappen, sonder expres consent van d’ Hr. Commandeur op peene soo daar op bevonden werden voor de eerstemael te verbeuren de somma van 50 guldens, voor de tweedemael op verbeurte van haar privilegie. Ende gemerckt ‘t bos daar haar deselve althans onthouden in de Houtbaaij gelegen noch van genoegsaam geel hout is voorsien, en aldaer een bequaeme gelegentheijt vertoont om een saagmoolen op te regten en ‘t houtwerck over zee met geringe coste en moeyte herwaarts soude konnen werden gebragt, soo is mede verstaan de gem. vrijhoutsagers van daer te doen delogeeren en ‘t selve voor d’ E.Comp. aan te houden, mitsgaders haar weder een ander bosch aan de Steenberg gelegen in desselfs plaats te vergunnen.244
Eijndelijc door sijn E. opgemelt mede in consideratie gegeven dat tegens de oude voorgaande placcaten245 door dese en geene en wel principalijck door de veehoeders niet alleen in de vlacktens en valeijen, maer selfs aan ‘t gebergte ontrent de bosschen ‘t drooge gras coomen in brandt te steken, ‘t welck dan veeltijts door d’ wint soodanig wert aangeblasen en ontsteken dat de daar naastaangelegen bossen veeltijts groot perijkel loopen van daar door aangestooken en ‘t eenemael geruijneert te werden, gelijc selfs al eenige malen is geschiet, Soo is daar op g’arresteert indien ijemant bevonden wert sonder expres consent van d’ E.Hr. Commandeur eenig gras off ruijgte in de brant gestoocken te hebben, ‘t sij in dese Tafelvaleij , buyten ten platten lande, als elders, sal vervallen in een amende van 25 guldens soo meenigmael daer over bekeurt sal werden.246
Ende op dat men niet alleen op ‘t voorgaande g’arresteerde maer ooc selfs op alle andere diergelijcke verbooden saacken te beter sal konnen letten en agter de waarheijt geraken, mitsgaders de overtreeders van dien na merite daer over sal konnen corrigeeren, is mede verstaan ijemant te qualificeren onder de benaming van veldtwagter die continueel soo buijten ten platten lande als elders sal aff en aangaan en op alles behoorlijck acht nemen en bij bevinding van quade pracktijcken off verbooden middelen den fiscaal daar van ter eerster instantie kennis geeven om hem daer op behoorlijck te kunnen informeren, mits daer voor genietende de helft van de boete die daar op is gestelt.
Soo is mede g’arresteert dat den ondercoopman Andries de Man nevens sijn Secretarije sal moeten waarnemen ‘s Compagnies Cassa en den adsistent Lodewijck Francoijs Bureau de plaats van dispençier, ‘t welck althans door den eerste bekleet wert.
Aldus geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] H.CRUDOP.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
C. 14, pp. 161-166.¶
Vrijdagh {16800503} 3en Maij 1680.247
Aangesien de huurtijt van ‘s Comps. wijngaart aen rustenburgh alias ronde bosje op eergisteren is comen te expireeren en derhalven ten meesten voordeelen van de Comp. vereijst dat ‘t selve weder de novo wert verpacht, maer geconsidereert dat het d’ E.Comp. schadelijck soude wesen het selve in ‘t openbaer aan een ijder op te veijlen, behalven dat geenen off immers weijnigh haer gelegentheijt en vermoogen daer toe streckt om die pacht aen te neemen en suffisante borgen te stellen, sulcx de Comp. namaals maer schade daer van soude hebben te verwaghten, weshalven is goet gevonden en verstaen ‘t selve op de beste conditien die men ten voordeelen van de Comp. sal connen bedingen aen d’ voorgaenden huurder Cornelis Stevensz weder te laaten, die daer op in Rade is verscheenen, waer mede dan eijndelijck is gecontracteert dat hij de pacht van de gemelte wijngaert weder voor den tijt van drij jaren sal aanneemen, en dat voor ƒ3000 ‘s jaars, met soo danige voorwaerde en conditien als bij de huurcedulle tusschen d’ E.Comp. ende voorn. Cornelis Stevensz in dato …248 Maij 1677 voor gecommitteerdens verleden nader staat g’expresseert, die gants sonder eenige veranderingh in zijn geheel blijft, mits dat d’ Com[p] aan den huurder gehouden blijft jaerlijcx te geven 2 lasten rijst, waer tegens hij weder gehouden blijft aen d’ E.Comp. te geven 2 leggers deugtsame Caapse wijn; sijnde gevolglijck mede g’arresteert, de wijle de pacht van de Caapse wijn in het district van dese Tafelvaleij mede is g’expireert, ‘t selve aen de meestbiedende op te veijlen, op soodanigen conditien als hier onder staen g’insereert, met dien verstaende nochtans, ingevalle niemandt249 geneegen is op die conditien de paght aen te neemen tot soodanigh prijs als het voorleden en andere jaeren heeft gerendeert dat men in dien gevallen de pacht voor de E.Comp. salwerden250 aengehouden en ‘s Comp. wegen 3 a 4 persoonen qualificeeren die deselve sullen uijtventen, waarmede men oordeelt dat d’ Comp. rijckelijck sal connen bestaen.
Conditien en voorwaerden waer op wegens d’ generaale Nederlantsche g’octroyeerde Oostindische Comp., d’ E.Hr.Simon van der Stel, Commandeur van Cabo de Boa Esperance, mitsgaders den Raat van meninge is te verpachten den tap van de Caapse wijnen, voor de tijt van een jaer, ingaande ulto. Aprill 1680 en uijtgaande April ao. 1681.
Eerstelijck sal den paghter gehouden wesen aen te nemen jaerlijcx alle de wijn die bij den huerder van ‘s Comp. tuijn rustenburgh werden g’ougst tot 20 Rxrs. de half aam en dat tot een somma van 3000 guldens indische faluatie,251 sijnde soo veel als de huur van gemelte tuijn komt te rendeeren, mits daer en boven nogh gehouden zijnde 2 leggers van den gemelten huurder aen te nemen ten prijse van 16 Rxrs. de half aem.
Daer en tegen sal den paghter wederom gaudeeren van alle de wynen die alhier ontrent de fortresse off te landewaart worden geteelt van yder halff aam schoone wijn 13 Rxrs.252 ‘t sij dat deselve verblijft ter plaatse daer g’ougst is, off dat alhier aen ‘t fort wert gebraght sonder onderscheijt, uijtgeseijt dat hij echter op de wijn aen rustenburgh door den huurder geteelt iets sal te pretenderen hebben ten waare deselve naa ‘t fort door hem wierde gebraght, als wanneer soo wel als ymant anders den impost sal gehouden sijn te voldoen.
Niemandt, ‘t sij wie het oock soude mogen wesen, en sal vermogen eenige Caapse wijnen, ‘t zij in groote off cleyne quantiteijt, na Batavia off elders te versenden, alschoon de impost aan der253 paghter hebben voldaen, sonder alvooren254 van Caapse wijnpaghter een licentiebrieffie te hebben erlanght, waer mede als dan gehouden sijn bij de overigheijt alhier de vordere approbatie te versoecken.
Een paghter sal t’ synder keure binnen sijn gestelde limiten vermogen toe te laten drij persoonen om de gemelte tapneeringh nevens hem te doen, ‘t sij bij de groote off cleijne maat, aan die ‘t hem gelieven sal en sulcx tot de ordinaire prijs van 30 stuijvers de mengelen, Caapse valuatie, wel min maer niet meer, op de boete van 25 Rxrs.
Ende sal den huurder gehouden wesen sijn beloofde paghtpenningen ‘s jaers in vier termijnen precies op te brengen, namentlijck alle drie maenden een gerechte vierde part van het loopende jaer, sonder de een termijn in d’ ander te mogen laaten vervallen.
Beloovende de Comp. te sullen sorgh dragen dat den paghter in de geregtigheijt van zijn impost van niemandt wert gefraudeert, maer daer in d’ behulpsaeme handt gebooden.
Een paghter sal vermoogen nevens de gene bij hem daer toe te stellen, sijn tapneringe te doen in dese Taffelvaleij oost en zuijdwaerts tot aen de huijsinge van Jan Coenraadt Visscher alias Jan Groff en Jan Stevens maer noord en westwaarts van de Taefellvalleij , soo verre het hem sal gelegen comen, sonder dat hem ymant daerin eenige verhinderingh sall vermoogen toe te brengen.
Door den Hr. Commandeur in consideratie genoomen dat veele deser ingesetenen, vermits den wijngaert alhier seer wel voort wil, principalijck haar werck daer af comen te maaken om deselve in groote quantiteijt aen te planten in dier voegen dat den ackerbouw daer door t’ eenemael laten vaaren en van de handt wijsen, soo is goet gevonden die ordre te stellen dat een ijgelyck deser ingesetenen voortaen sullen gehouden wesen, wanneer een morgen wijngaert planten, daer nevens 6 morgen lant te bebouwen en soo vervolgens pro rato om daer door, is te255 doenlijck, eenemael tot het regte oogwit van de Comp. te geraaken.
Aldus g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop adij datum als boven.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
C. 14, pp. 167-168.¶
Woensdagh {16800508} 8 Maij 1680.256
Door den E. Hr. Commandeur in Raade voorgedragen sijnde, hoe dat eenige deser ingesettenen(sic)aen de welcke op haar versoeck een parceel bouwlandt, aen seecker lantstreeck Stel en bos genaemt, was vergunt, haer reets derwaarts hadden getransporteert om ‘t selve onder de ploegh te brengen, dogh dat eenige daer van, nopende het aenneemen en beslaen van het lant, niet conden accordeeren, en oock veel meer haer quamen toe te eijgenen als conde beheeren, waer over al verscheijde klachten waren geweest, soo is op de propositie van sijn E. tot voorcominge van alle doleantien goet gevonden met de eerste bequaame gelegentheijt den ondercoopman en lantmeeter Wittebol derwaerts te senden om van die lantstreeck een kaartje te maaken; wanneer men alhier bequamelijck een ijder sijn bouwlant sal connen aenwijsen, en alle twist en oneenigheijt geweert blyven.
Geconsidereert dat alhier bij de magasijnen nogh effectief in wesen sijn een goede quantiteijt vaderlants speck en vlees dat vermidts ‘t cleene guarnisoen en sooberen vertier d’ E. Compa. maer aen de handt blijft en geensints nogh in langen tijt connen omgeset werden, Soo is verstaan daervan 15 vaten vlees en 30 speck na Batavia met den Blaauwen Hulcq aff te steecken, niet willende twijfelen off sullen aldaer voor den groote ommeslagh van India niet te onstade comen.257
Sijnde mede naar voorgaende deliberatie ten meesten profijte van de E.Compa. verstaen de volgende drancken en suijckeren per ‘t schip den Blaauwen Hulcq van Ceijlon alhier aengebragt te prijseren tot sodanige prijs als deselve voortaen uijt ‘s Comps. magasijnen sullen werden vercogt als:
d' legger arack tot | ƒ800 | |
d' leggen apij | ƒ500 | |
d' Carripatnampse stock suijcker tot | 6 sware stuijvers 't lb. | |
d' Jager suijcker tot | 4 sware stuijvers 't lb. | |
d' Jager bollen | 3 sware stuijvers 't lb. | |
d' Witte Bengaelse poejersuijcker tot | 9 sware stuijvers 't lb. |
d' legger arack tot | ƒ800 | |
d' leggen apij | ƒ500 | |
d' Carripatnampse stock suijcker tot | 6 sware stuijvers 't lb. | |
d' Jager suijcker tot | 4 sware stuijvers 't lb. | |
d' Jager bollen | 3 sware stuijvers 't lb. | |
d' Witte Bengaelse poejersuijcker tot | 9 sware stuijvers 't lb. |
Aldus g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop datum als boven.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
C. 14, p. 169.¶
Woensdagh {16800620} 20 Junij 1680.258
Bij ‘t opneemen van ‘s Comps packhuijsen bevonden sijnde dat veel en diverse goederen door ongewichtheijt bij d’ packhuijsen voor de gedeelte sijn verdorven, door d’ mot g’infecteert, sonder dat apparent schijnt dat d’selve oijt off oijt van de handt sullen connen quijt raacken, Soo is verstaen om d’ Compa. van meerder schade te bevrijden dat d’ selven bij d’ eerste bequaame gelegentheijt in ‘t openbaar aen de meest biedende sullen werden vercocht.
Aldus g’resolveert in ‘t Casteel d’ Goede Hoop ten daagen en jaare voors.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
C. 14, pp. 170-171.¶
Vrijdagh {16800628} 28 Junij 1680.
Gemerckt men geruijmen tijt achterwaarts heeft ondervonden dat alhier ter plaatse jaarlijcx een merckelijcke quantiteijt taback, soo onder dese ingesetenen als ‘s Comps. dienaaren wert gesleeten en geconsumeert, en sulcx ten principalen door desen en geene particuliere persoonen die deselve directelijck tegens ‘s Comps. ordre ter sluijck van de passeerende scheepen weten aen lant te krygen en bij cleene partijjes aan ‘t gemeen comen uijt te venten, ongeacht de strickte ordres daar tegens beraamt en d’ naauwe toesicht die daar over wert gehouden, en oversulcx ‘s Compa. incomsten comen te ondercruijpen, waar door dan ontstaat dat ‘s Comps. taback in de magasijnen vruchteloos en tot merckelycke schade aen de handt blijft, Soo is op d’ E.Hr.Commandeurs voorstellingh goet gevonden en verstaen om ‘s Comps. voordeel daarin te betrachten, dat een ijgelijck sonder onderschyt van persoonen sal werden verboden ‘t vercoopen van taback, soo wel bij groote als cleene quantiteijt en hoe geringh ‘t oock soude mogen wesen, op peene van 100 Rxrs. en dat men tot dien eijnde op ‘t aen landt brengen van taback van de scheepen, voortaan een naauwer ruguart sal nemen,259 mitsgaders datter ymant ‘s Comps. wegen sal werden gestelt om ‘s Comps. taback voor den winckelier tot sijn verantwoordingh bij cleene quantiteijt, te weten bij dubbeltjes en stuijvers, uijt te vercoopen, alsoo op die maniere d’ meeste quantiteijt wert gesleten en den winckelier sijn vacatie niet toe en laat om sulcx selfs te connen waerneemen.
De luijtenant deses guarnisoens, Jeronimus Cruse, in Rade voorgestelt hebbende dat hem present nogh bevont met ongevaar 1000 lb. Brasilische taback die hij voor eenige jaaren onder grooter quantiteijt van d’ E.Compa. alhier uijt de magasijnen hadde overgenomen en dat als nu wel genegen was om hem van die beslommeringh te ontlasten ende selve aen d’ E.Compa. tegens een schadelijcken prijs over te doen, waar op gedelibereert sijnde, soo is goet gevonden en verstaen d’ gemelte taback van hem voor de E.Compa. aen te nemen ten prijse van 30 stuijvers ‘t lb., sijnde soo veel als denselven daar voor aen de E.Compa. heeft betaalt, waer in voor d’ E.Compa. nogh al een tamelycke winst sal connen overschieten.
Den luijtenant Jan Baptista met d’ retourscheepen van Ceijlon hier aengecomen en door den E. Hr. Extra ordinaris Raat en Commissaris Sijbrant Abbema en Raat geconsenteert tot d’ comst van de nascheepen hier te mogen verblijven om daar mede nae ‘t vaderlant te vertrecken, dogh gemerct de ordinarij tijt van der selver aencomst alhier reets ruijm is verstreecken, mitsgaders ‘t mousson om hier aen te comen mede genoeghsaam verloopen, gevolgelijck buijten eenige twijfel dat wij deselve dit jaar nogh soude sijn verwachtende, waar door d’ gemelte Baptist een gants jaar tot laste van d’ E.Compa. soude overblijven, Soo is verstaen hem te doen aenseggen dat hem alhier geen gagie sal werden afgeschreven en dat de voldoeninge van dien aen de Edle. Heeren Bewinthebberen sal werden gerenvoijeert, waar van haar Edles. met d’ retourvloot sal werden kennis gegeven.
Aldus geresolveert in ‘t Casteel de Goehoop dato ut antra.260
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] H. CRUDOP.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
C. 14, pp. 172-179.¶
Maandagh {16800701} primo Julij 1680.
Op dat voortaen een ijder sall bekent wesen hoedanigh de provisien, coopmanschappen, materialen en wat des meer soude mogen wesen uijt ‘s Comps. packhuijsen sullen werden verkocht, soo is met gemeen advijs goet gevonden en verstaen dat van alle effecten die voor contant werden verkoght, een prijs courant sall werden geformeert, waer van de penningen bij den cassier en winckelier respe. moeten werden ontfangen, dat dan oock met een sall konnen dienen om den cassier off winckelier van calangie en blame te bevrijden, namentlijck:
Prijs courant van de ondergenoemde coopmanschappen &a. soodanig als deselve uijt ‘s Comps. magasijnen en winckel contant sullen vercoght werden.
Laecken als | swart en gecouleurt | d' @ | ƒ9.-.- |
gesprenckelt | d' @ | ƒ8.10.- | |
luerbaaij | d' @ | ƒ1.15.- | |
droguetten | d' @ | ƒ3.04.- | |
greijnen | d' @ | ƒ4.08.- | |
trijp | d' @ | ƒ5.-.- | |
Knoopen als | paauwe roox[^261] | 't gros | a. ƒ6.-.- |
haire dos. | 't do. | a. ƒ4.-.- | |
do. do. | 't do. | a. ƒ3.-.- | |
coopere vergulde | 't do | a. ƒ5.-.- | |
tinne versilverde | 't do | a. ƒ2.10.- | |
coopere slechte | 't do. | a. ƒ2.-.- | |
Zijde linten als | |||
1 stx. | No. 1 | ƒ17.-.- | |
1 do. | No. 2 | ƒ10.10.- | |
1 do. | No. 3 | ƒ8.05.- | |
1 do. | No. 4 | ƒ3.-.- | |
1 do. | No. 5 | ƒ2.-.- | |
gecouleurt do. | ƒ12.-.- | ||
Kousen als | d' groffste saijette | 't pr. | |
d' tweede soort | 't do. | ||
d' derde soort | 't do. | ||
vrouwe dos. | d' slechtste | 't do. | ƒ3.10.- |
d' tweede soort | 't do. | ƒ4.05.- | |
d' derde do. | 't do. | ƒ5.08.- | |
jongens kousen | 't do. | ƒ2.10.- | |
kindere 't do. | 't do. | ƒ1.15.- | |
Cattoene do. als | d' groffste | 't do. | ƒ3.-.- |
d' gemeene | 't pr. | ƒ4.-.- | |
d' fijnste | 't pr. | ƒ6.-.- | |
Hoeden als fijne vigoni do. | 't ps. | ƒ12.-.- | |
Kindere | 't do. | ƒ7.-.- | |
Bredaese vilte | 't do. | ƒ5.-.- | |
Sargien als sargie d' nimes | d' @ | ƒ3.15.- | |
Engelse sargie | d' @ | ƒ3.-.- | |
Bombasijnen | d' @ | ƒ1.04.- | |
Rasch d' Cipres | d' @ | ƒ6.10.- | |
Borat | d' @ | ƒ4.10.- | |
Pourdesooij | d' @ | ƒ7.10.- | |
Heeresaaij | d' @ | ƒ3.15.- | |
Floers | d' @ | ƒ1.-.- | |
Armosijnen als | 1 ps. dubb. do. | 't ps. | ƒ16.-.- |
1 ps. enckelt | 't do. | ƒ9.-.- | |
vaderlants | 't @ | ƒ6.05.- | |
fotas | 't ps. | ƒ1.10.- | |
taffachelas | 't ps. | ƒ4.-.- | |
chelas | 't do. | ƒ6.-.- | |
niquamas | 't do. | ƒ4.-.- | |
longis | 't do. | ƒ5.05.- | |
Klos en treckoort als | klos | d' @ | ƒ-.04.- |
treck | d'@ | ƒ-.02.- | |
feroos kousen | 't pr. | ƒ1- 4 | |
Sijde, soo vaderlantse als Indische | 't lb. | ƒ20.-.- | |
Gingams als | |||
charmondelse taffach. ging.[^262] | 't ps. | ƒ8.10.- | |
penasse | 't do. | ƒ7.12.- | |
drougam[^263] | 't do. | ƒ6.05.- | |
Souratse deeckens | 't ps. | ƒ8.-.- | |
Chitsen als d' eerste soort als groffste | 't ps. | ƒ8.10.- | |
d' tweede soort gemeene | 't ps. | ƒ10.10.- | |
d' derde do. fijner | 't ps. | ƒ12.08.- | |
d' vierde soort | 't ps. | ƒ15.-.- | |
Chironse dos | 't ps. | ƒ12.-.- | |
Coutenijs | 't ps. | ƒ24.-.- | |
Zeijlcleden als dubb | 't ps. | ƒ6.-.- | |
enckelde | 't do. | ƒ3.-.- | |
Gaaren als fijn wit gaaren | 't lb. | ƒ5.-.- | |
groff do. | 't lb. | ƒ3.04.- | |
catoen do. | 't lb. | ƒ1.-.- | |
Fijne moeris | 't ps. | ƒ15.-.- | |
grove do. | 't ps. | ƒ5.-.- | |
Salempoerissen als | fijne | 't ps. | ƒ16 en ƒ17.05 |
grove | 't do. | ƒ6 en ƒ5 en ƒ5.15 | |
blaauwe do. | 't ps. | ƒ9.-.- | |
Guinees lijwaat | 't ps. | ƒ13.10.- | |
caatjes als d' | fijnste | 't ps. | ƒ16.12.- |
wat groover | 't do. | ƒ13.-.- | |
Percallen als | fijne off gemeene | 't ps. | ƒ5.04.- |
grove | 't do. | ƒ4.-.- | |
Camericx doeck | d' @ | ƒ5.-.- | |
Osnabrugger linnen | d' @ | ƒ-.16.- | |
Vlaems linne | d' @ | ƒ-.10.- | |
Caepse schoenen | 't pr. | ƒ3.04.- | |
Selegate caatjes | 't ps. | ƒ4.10.- | |
Allegias als | Bengaalse tesserse allegs. | 't ps. | ƒ7.15.- |
fijne sijde do. | 't do. | ƒ15.-.- | |
segoepachela | 't do. | ƒ1.16.- | |
Cangan moeri | 't ps. | ƒ1.15.- | |
Vlaggendoeck als | wit en blaauw | 't ps. | ƒ4.10.- |
root | 't ps. | ƒ7.10.- | |
blaauwe geruijte negros kleeden | ƒ1.-.- | ||
Spaans leer | 't lb. | ƒ3.-.- | |
specerij | 't lb. | ƒ4.10.- | |
tabacx pijpen uijt d' winkel | 't gros | ƒ4.10.- | |
huijs en blaes | 't lb. | ƒ3.-.- | |
cooper | 't lb. | ƒ1.10.- | |
ijser | 't do. | ƒ-.04.- | |
staell | 't do. | ƒ-.06.04 | |
looth als | schuijt do. | 't lb. | ƒ-.07.08 |
plat do. | 't lb. | ƒ-.04.- | |
gesorteerde spijckers | 't lb. | ƒ-.07.08 | |
ijsere slootplaaten | 't ps. | ƒ3.-. - | |
Spaanse wijn | d' kan | ƒ1.16.- | |
Rijnse wijn | d' do. | ƒ2.02.- | |
France wijn | d' do. | ƒ1.12.- | |
brandewijn | d' do. | ƒ2.-.- | |
witte do. bij kelders | d' kelder | ƒ90.-.- | |
arack als | annys do. | d' mengel | ƒ1.-.- |
apij do. | 't do. | ƒ-.15.- | |
Jopenbier | d' kan | ƒ1.10.- | |
wijntint | 't do. | ƒ3.-.- | |
Haantjes bier | 't vath | ƒ120.-.- | |
booter | 't lb. | ƒ-.12.- | |
tarw | d' mud | ƒ14.-.- | |
wasch | 't lb. | ƒ1.10 | |
traen | 't mengel | 7, 8 pen.en 6.- | |
Olij als | olij van olijven | d' mengel | ƒ1.05.- |
lijnolie | 't do. | ƒ1.05.- | |
asijn | 't do. | ƒ-.10.- | |
clappus olij | 't do. | ƒ-.12.- | |
bisquit off hartbroot | 't lb. | ƒ-.02.08 | |
rijsch | 't Cto. | ƒ5 en ƒ6 | |
speck en vlees | 't lb. | ƒ-.07.08 | |
Suijckeren als | Candij | 't lb. | ƒ-.12.- |
witte poeijer do. | 't do. | ƒ-.11.04 | |
Carapatnamse st. suijk. | 't do. | ƒ-.07.08 | |
jager suijcker 't do. | 't do. | ƒ5.-.- | |
jager bollen | ƒ3.12.- | ||
pruijmen 't lb. | 't lb. | ƒ2.08.- | |
Souratse seep | d' kist | a ƒ30.-.- | |
hop | 't lb. | ƒ1.-.- | |
peper | 't lb. | ƒ-.07.08 | |
ijsere potten | 't ps. | ƒ3.-.- | |
Tinnewerck als | water potten | 't ps. | ƒ6.-.- |
mostaert do. | 't do. | ƒ3.-.- | |
soutvaaten | 't do. | ƒ3.-.- | |
commetjes | 't do. | ƒ1.10.- | |
pints kannen | 't do. | ƒ2.10.- | |
halve pints | do. | ƒ1.16.- | |
mutsies | do. | ƒ1.10.- | |
halffjes | do. | ƒ-.16.- | |
schotels en tafelborden na 't gewigh a | 't lb. | ƒ1.10.- | |
staaff tin | 't lb. | ƒ1.-.- | |
Blick als blaaden | dubb.[^264] | 't st. | ƒ-.15.- |
d' Enckelde | 't do. | ƒ-.10.- | |
Glaasruijten als | groove | 't ps. | ƒ-.04.- |
fijne dos. | 't ps. | ƒ-.10.- | |
Slootwerck als | casslooten | 't ps | ƒ3.-.- |
deur dos. | 't do. | ƒ12.-.- | |
camer dos. | 't do. | ƒ8.-.- | |
Lootwith | 't lb. | ƒ-.10.- | |
lijm | 't do. | ƒ-.07.08 | |
swartsell | 't tonnettie | ƒ1.-.- | |
swavell | 't lb. | ƒ-.03.- | |
Taback als | Virginise | 't lb. | ƒ2.-.- |
Brasilische | 't lb. | ƒ2.-.- | |
geparste | 't lb. | ƒ1.05.- | |
harpuijs | 't do | ƒ-.03.- | |
Javaanse rottangh | 't bosch | ƒ-.12.08 | |
Schoppen en spaden als | spaden | 't ps | ƒ2.10.- |
graven | 't do. | ƒ3.-.- | |
spitscoppen | 't do. | ƒ2.10.- | |
ploegschaaren | 't do. | ƒ12.-.- | |
couters | 't do | ƒ4.-.- | |
gras seijsens | 't do. | ƒ5.-.- | |
beslagen schoppen | 't do | ƒ3.-.- | |
drinckglasen als | fluijten | 't stuck | ƒ-.12.08 |
roemer en bierglasen | 't do. | ƒ-.07.08 | |
pick | 't lb. | ƒ-.03.- | |
theer | 't mengel | ƒ6.-.- | |
seijlgaaren | 't lb | ƒ1.-.- | |
alluijn | 't lb. | ƒ-.05.- | |
mosch | 't bosch | ƒ-.05.- | |
smits coolen | d' hoet | ƒ30.-.- | |
cabeltouw | d' vadem | ƒ15.-.- | |
bootsriemen | 't ps. | ƒ3.-.- | |
werck d' cluijff | ƒ-.14.- | ||
Trossen van 4 gaaren | ƒ20.-.- | ||
buscruijt | 't lb. | ƒ-.15.- | |
marlingh | 't bosje | ƒ-.05.- | |
huijsingh | 't do. | ƒ-.05.- | |
lont | 't bosch | ƒ1.-.- | |
Boecken en schrijfftuijg als | |||
pampier | 't boeck | ƒ-.15.- | |
schachten | 't bos | ƒ-.12.08 | |
pennemessen | 't ps. | ƒ-.15.- | |
Evangeliums | ƒ-.04.- | ||
A.B.C. Boeckjes | ƒ-.01.- | ||
letterconsten | ƒ-.02.- | ||
Historien Davidts | ƒ-.04.- | ||
Coor harpen[^265] | ƒ24.-.- | ||
Psalmboeckjes | ƒ-.16.- | ||
Thuijnharcken | ƒ3.-.- | ||
coornwannen | ƒ5.-.- | ||
meellseven | ƒ1.-.- | ||
vloeren tot ploeghschaaren | ƒ4.-.- | ||
hoeden tot dos. | ƒ4.-.- | ||
sichten | ƒ3.-.- | ||
sickels | ƒ1.-.- |
Laecken als | swart en gecouleurt | d' @ | ƒ9.-.- |
gesprenckelt | d' @ | ƒ8.10.- | |
luerbaaij | d' @ | ƒ1.15.- | |
droguetten | d' @ | ƒ3.04.- | |
greijnen | d' @ | ƒ4.08.- | |
trijp | d' @ | ƒ5.-.- | |
Knoopen als | paauwe roox[^266] | 't gros | a. ƒ6.-.- |
haire dos. | 't do. | a. ƒ4.-.- | |
do. do. | 't do. | a. ƒ3.-.- | |
coopere vergulde | 't do | a. ƒ5.-.- | |
tinne versilverde | 't do | a. ƒ2.10.- | |
coopere slechte | 't do. | a. ƒ2.-.- | |
Zijde linten als | |||
1 stx. | No. 1 | ƒ17.-.- | |
1 do. | No. 2 | ƒ10.10.- | |
1 do. | No. 3 | ƒ8.05.- | |
1 do. | No. 4 | ƒ3.-.- | |
1 do. | No. 5 | ƒ2.-.- | |
gecouleurt do. | ƒ12.-.- | ||
Kousen als | d' groffste saijette | 't pr. | |
d' tweede soort | 't do. | ||
d' derde soort | 't do. | ||
vrouwe dos. | d' slechtste | 't do. | ƒ3.10.- |
d' tweede soort | 't do. | ƒ4.05.- | |
d' derde do. | 't do. | ƒ5.08.- | |
jongens kousen | 't do. | ƒ2.10.- | |
kindere 't do. | 't do. | ƒ1.15.- | |
Cattoene do. als | d' groffste | 't do. | ƒ3.-.- |
d' gemeene | 't pr. | ƒ4.-.- | |
d' fijnste | 't pr. | ƒ6.-.- | |
Hoeden als fijne vigoni do. | 't ps. | ƒ12.-.- | |
Kindere | 't do. | ƒ7.-.- | |
Bredaese vilte | 't do. | ƒ5.-.- | |
Sargien als sargie d' nimes | d' @ | ƒ3.15.- | |
Engelse sargie | d' @ | ƒ3.-.- | |
Bombasijnen | d' @ | ƒ1.04.- | |
Rasch d' Cipres | d' @ | ƒ6.10.- | |
Borat | d' @ | ƒ4.10.- | |
Pourdesooij | d' @ | ƒ7.10.- | |
Heeresaaij | d' @ | ƒ3.15.- | |
Floers | d' @ | ƒ1.-.- | |
Armosijnen als | 1 ps. dubb. do. | 't ps. | ƒ16.-.- |
1 ps. enckelt | 't do. | ƒ9.-.- | |
vaderlants | 't @ | ƒ6.05.- | |
fotas | 't ps. | ƒ1.10.- | |
taffachelas | 't ps. | ƒ4.-.- | |
chelas | 't do. | ƒ6.-.- | |
niquamas | 't do. | ƒ4.-.- | |
longis | 't do. | ƒ5.05.- | |
Klos en treckoort als | klos | d' @ | ƒ-.04.- |
treck | d'@ | ƒ-.02.- | |
feroos kousen | 't pr. | ƒ1- 4 | |
Sijde, soo vaderlantse als Indische | 't lb. | ƒ20.-.- | |
Gingams als | |||
charmondelse taffach. ging.[^267] | 't ps. | ƒ8.10.- | |
penasse | 't do. | ƒ7.12.- | |
drougam[^268] | 't do. | ƒ6.05.- | |
Souratse deeckens | 't ps. | ƒ8.-.- | |
Chitsen als d' eerste soort als groffste | 't ps. | ƒ8.10.- | |
d' tweede soort gemeene | 't ps. | ƒ10.10.- | |
d' derde do. fijner | 't ps. | ƒ12.08.- | |
d' vierde soort | 't ps. | ƒ15.-.- | |
Chironse dos | 't ps. | ƒ12.-.- | |
Coutenijs | 't ps. | ƒ24.-.- | |
Zeijlcleden als dubb | 't ps. | ƒ6.-.- | |
enckelde | 't do. | ƒ3.-.- | |
Gaaren als fijn wit gaaren | 't lb. | ƒ5.-.- | |
groff do. | 't lb. | ƒ3.04.- | |
catoen do. | 't lb. | ƒ1.-.- | |
Fijne moeris | 't ps. | ƒ15.-.- | |
grove do. | 't ps. | ƒ5.-.- | |
Salempoerissen als | fijne | 't ps. | ƒ16 en ƒ17.05 |
grove | 't do. | ƒ6 en ƒ5 en ƒ5.15 | |
blaauwe do. | 't ps. | ƒ9.-.- | |
Guinees lijwaat | 't ps. | ƒ13.10.- | |
caatjes als d' | fijnste | 't ps. | ƒ16.12.- |
wat groover | 't do. | ƒ13.-.- | |
Percallen als | fijne off gemeene | 't ps. | ƒ5.04.- |
grove | 't do. | ƒ4.-.- | |
Camericx doeck | d' @ | ƒ5.-.- | |
Osnabrugger linnen | d' @ | ƒ-.16.- | |
Vlaems linne | d' @ | ƒ-.10.- | |
Caepse schoenen | 't pr. | ƒ3.04.- | |
Selegate caatjes | 't ps. | ƒ4.10.- | |
Allegias als | Bengaalse tesserse allegs. | 't ps. | ƒ7.15.- |
fijne sijde do. | 't do. | ƒ15.-.- | |
segoepachela | 't do. | ƒ1.16.- | |
Cangan moeri | 't ps. | ƒ1.15.- | |
Vlaggendoeck als | wit en blaauw | 't ps. | ƒ4.10.- |
root | 't ps. | ƒ7.10.- | |
blaauwe geruijte negros kleeden | ƒ1.-.- | ||
Spaans leer | 't lb. | ƒ3.-.- | |
specerij | 't lb. | ƒ4.10.- | |
tabacx pijpen uijt d' winkel | 't gros | ƒ4.10.- | |
huijs en blaes | 't lb. | ƒ3.-.- | |
cooper | 't lb. | ƒ1.10.- | |
ijser | 't do. | ƒ-.04.- | |
staell | 't do. | ƒ-.06.04 | |
looth als | schuijt do. | 't lb. | ƒ-.07.08 |
plat do. | 't lb. | ƒ-.04.- | |
gesorteerde spijckers | 't lb. | ƒ-.07.08 | |
ijsere slootplaaten | 't ps. | ƒ3.-. - | |
Spaanse wijn | d' kan | ƒ1.16.- | |
Rijnse wijn | d' do. | ƒ2.02.- | |
France wijn | d' do. | ƒ1.12.- | |
brandewijn | d' do. | ƒ2.-.- | |
witte do. bij kelders | d' kelder | ƒ90.-.- | |
arack als | annys do. | d' mengel | ƒ1.-.- |
apij do. | 't do. | ƒ-.15.- | |
Jopenbier | d' kan | ƒ1.10.- | |
wijntint | 't do. | ƒ3.-.- | |
Haantjes bier | 't vath | ƒ120.-.- | |
booter | 't lb. | ƒ-.12.- | |
tarw | d' mud | ƒ14.-.- | |
wasch | 't lb. | ƒ1.10 | |
traen | 't mengel | 7, 8 pen.en 6.- | |
Olij als | olij van olijven | d' mengel | ƒ1.05.- |
lijnolie | 't do. | ƒ1.05.- | |
asijn | 't do. | ƒ-.10.- | |
clappus olij | 't do. | ƒ-.12.- | |
bisquit off hartbroot | 't lb. | ƒ-.02.08 | |
rijsch | 't Cto. | ƒ5 en ƒ6 | |
speck en vlees | 't lb. | ƒ-.07.08 | |
Suijckeren als | Candij | 't lb. | ƒ-.12.- |
witte poeijer do. | 't do. | ƒ-.11.04 | |
Carapatnamse st. suijk. | 't do. | ƒ-.07.08 | |
jager suijcker 't do. | 't do. | ƒ5.-.- | |
jager bollen | ƒ3.12.- | ||
pruijmen 't lb. | 't lb. | ƒ2.08.- | |
Souratse seep | d' kist | a ƒ30.-.- | |
hop | 't lb. | ƒ1.-.- | |
peper | 't lb. | ƒ-.07.08 | |
ijsere potten | 't ps. | ƒ3.-.- | |
Tinnewerck als | water potten | 't ps. | ƒ6.-.- |
mostaert do. | 't do. | ƒ3.-.- | |
soutvaaten | 't do. | ƒ3.-.- | |
commetjes | 't do. | ƒ1.10.- | |
pints kannen | 't do. | ƒ2.10.- | |
halve pints | do. | ƒ1.16.- | |
mutsies | do. | ƒ1.10.- | |
halffjes | do. | ƒ-.16.- | |
schotels en tafelborden na 't gewigh a | 't lb. | ƒ1.10.- | |
staaff tin | 't lb. | ƒ1.-.- | |
Blick als blaaden | dubb.[^269] | 't st. | ƒ-.15.- |
d' Enckelde | 't do. | ƒ-.10.- | |
Glaasruijten als | groove | 't ps. | ƒ-.04.- |
fijne dos. | 't ps. | ƒ-.10.- | |
Slootwerck als | casslooten | 't ps | ƒ3.-.- |
deur dos. | 't do. | ƒ12.-.- | |
camer dos. | 't do. | ƒ8.-.- | |
Lootwith | 't lb. | ƒ-.10.- | |
lijm | 't do. | ƒ-.07.08 | |
swartsell | 't tonnettie | ƒ1.-.- | |
swavell | 't lb. | ƒ-.03.- | |
Taback als | Virginise | 't lb. | ƒ2.-.- |
Brasilische | 't lb. | ƒ2.-.- | |
geparste | 't lb. | ƒ1.05.- | |
harpuijs | 't do | ƒ-.03.- | |
Javaanse rottangh | 't bosch | ƒ-.12.08 | |
Schoppen en spaden als | spaden | 't ps | ƒ2.10.- |
graven | 't do. | ƒ3.-.- | |
spitscoppen | 't do. | ƒ2.10.- | |
ploegschaaren | 't do. | ƒ12.-.- | |
couters | 't do | ƒ4.-.- | |
gras seijsens | 't do. | ƒ5.-.- | |
beslagen schoppen | 't do | ƒ3.-.- | |
drinckglasen als | fluijten | 't stuck | ƒ-.12.08 |
roemer en bierglasen | 't do. | ƒ-.07.08 | |
pick | 't lb. | ƒ-.03.- | |
theer | 't mengel | ƒ6.-.- | |
seijlgaaren | 't lb | ƒ1.-.- | |
alluijn | 't lb. | ƒ-.05.- | |
mosch | 't bosch | ƒ-.05.- | |
smits coolen | d' hoet | ƒ30.-.- | |
cabeltouw | d' vadem | ƒ15.-.- | |
bootsriemen | 't ps. | ƒ3.-.- | |
werck d' cluijff | ƒ-.14.- | ||
Trossen van 4 gaaren | ƒ20.-.- | ||
buscruijt | 't lb. | ƒ-.15.- | |
marlingh | 't bosje | ƒ-.05.- | |
huijsingh | 't do. | ƒ-.05.- | |
lont | 't bosch | ƒ1.-.- | |
Boecken en schrijfftuijg als | |||
pampier | 't boeck | ƒ-.15.- | |
schachten | 't bos | ƒ-.12.08 | |
pennemessen | 't ps. | ƒ-.15.- | |
Evangeliums | ƒ-.04.- | ||
A.B.C. Boeckjes | ƒ-.01.- | ||
letterconsten | ƒ-.02.- | ||
Historien Davidts | ƒ-.04.- | ||
Coor harpen[^270] | ƒ24.-.- | ||
Psalmboeckjes | ƒ-.16.- | ||
Thuijnharcken | ƒ3.-.- | ||
coornwannen | ƒ5.-.- | ||
meellseven | ƒ1.-.- | ||
vloeren tot ploeghschaaren | ƒ4.-.- | ||
hoeden tot dos. | ƒ4.-.- | ||
sichten | ƒ3.-.- | ||
sickels | ƒ1.-.- |
Welcke prijscourant op eenige publicke plaetsen sullen werden g’affigeert om sulckx aen een ijder kenbaar te maacken.
Aldus geresolveert in ‘t Casteel d’ Goede Hoop datum ut antea.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] TOBIAS VLASVATH.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] J. WITTEBOL.
[Signed:] A. DE MAN, Rt. en S.
[Signed:] MS. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
C. 14, pp. 180-181.¶
Maandagh {16800812} 12en Augustus 1680.
Dewijle d’ordinarij tijt om weder de reijs naar Mauritius te hervatten nu dagelijckx begint te naacken en tot dien eijnde den hoecker de Quartell bij ons alhier is aangecomen, Soo is verstaan ‘t gemelte bodemptie tegens den 20en deser maandt van hier te depecheren.
Aangesien men geruijmen tijts achterwaerts genootsaackt is geweest de kelder witte brandew[ijn] aan de gepreviligeerde herbergiers over te doen tegens 25 Rijcxdaalders gelijck bij ‘t aanwesen van den Edle. Hr. Raadt Extraordinaris en Commissaris Sibrand Abbema resolutoir is verstaan en dat op de grootte klachte van de herbergiers dat voor haar schadelijck was, om die tegens soodanigen prijs van d’ Ed. Compa. en weder bij de cleene maat uijt te slijten, dogh dat gedwongen waren om d’selve aan te nemen, alsoo d’ Compa. van rosse brandewijn onvoorsien was, en gemerckt dat wij uijt ‘t vaderlant daarmede sijn gesecondeert, oversulckx wij alsnu geen reden connen vinden, waarom de brandewijn niet op sijn voorige prijs soude werden herstelt om d’ Compa. die winsten weder te doen genieten, Soo is verstaan dat ijder kelder witte brandewijn voortaen tot 30 Rijcxdaelders uijt ‘s Comps. magasijn sall werden verkoght.
Aldus g’arresteert en geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop datum als vooren.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] J. WITTEBOL.
[Signed:] A. DE MAN, Rt. en S.
[Signed:] MS. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
C. 14, pp. 182-183.¶
Saturdagh {16800927} 27en September 1680,271 in de avont vergaderinge.
Op de gedaane aanklagte van den schipper en ondercoopluijden van ‘t schip Africa over ‘t quaat comportement van den opperchirurgijn van gemelte bodem, genaamt Arent Dubbelaar, die door daagelijckse debauche hem soo verre soude vergrijpen dat de impotenten binnen ‘t scheepsboort verscheijde maalen medicamenten heeft doen innemen die haer sieckte contrarieert, waaruijt niet anders als affschuweIijcke ongevallen en een veell swaarder quaat kon ontstaan, sulckx ten hoogsten nodigh dat daarin wert voorsien, Soo is goetgevonden den gemelten opperchirurgijn alhier aan landt te nemen tot de komst van de daagelijckx verwaght werdende vaderlantse scheepen, waermede wijders na Batavia sall werden voortgesonden, de presente aenwesende scheepsvrunden desselfs comportement soodanigh bekent sijnde dat alle eenparigh hebben versoght om den selven over te voeren te mogen werden g’excuseert.
Aldus geresolveert in ‘t Casteel d’ Goede Hoop, datum ut antea.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] J. WITTEBOL.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
C. 14, pp. 184-186.¶
Donderdagh {16801031} 31 October 1680’s avondts ten 8 ueren.
Door den E.Hr. Commandeur ter vergaderingh mondelingh gedemonstreert sijnde hoe dat sijn E. was ter kennisse gecomen dat den dispencier, Lodewijck Francois Bureau,272 op sijn prive aucthoriteijt voorleden Vrijdach ‘s middags, 5 halff aamen brandewijn uijt ‘s Comps. wijn magasijn heeft laaten transporteren in ‘t rijst magasijn alhier binnen ‘t casteell, waar toe hadde gebruijkt eenige Hottentots en dat op een seer bedeckte en sluijcxwijse manier, waerom sijn E. niet sonder groote redenen quade suspitie crijgende van dat daer ontrent eenigh bedrogh off quade handelingh schuijlde, den luijtenandt deses guarnisoens heeft gelast aan de sargeants off de officiers in de poort secreetelijck te gelasten op den gemelten dispencier sijn gedoente in de magasijnen en wat daer moght komen uijtgedragen te werden, een waeckent oogh te houden en daer van kennis en rapport te doen, Soo is sijn E. opgemelt heden berichtingh gedaen dat den gemelten dispencier niet alleen van daagh d’ bewuste halffaamen brandewijn, na dat aan de Hr. Commandeur van de morgen onder een frivooll voorgeven sulckx hadde kenbaer gemaackt, weder van daer en op sijn voorige plaats (waar van daan gecomen waeren) heeft laaten transporteren, maer oock selffs van den avondt door sijn slaeff en Hottentots noch drie sacken met rijst uijt ‘s Comps. magasijn na sijn wooningh heeft laaten brengen, roepende den officier van de wacht daar bij present dat daer van soude kennis dragen en oock rapport doen, sulckx daer uijt genoeghsaem consteert dat de gemelte Bureau van de voorgaande secreeten last, die aan niemandt anders als aen drie sargeanten deses casteels is gegeven, ten vollen is g’informeert en echter des niet jegenstaande sigh noch heeft derven onderwinden de gemelte ordre te overtreden en tot cleenachtingh van sijn overheijt bespottelijck te maecken en sigh uijt een groote vermetelheijt daer tegens directelijck aan te kanten, dat nochtans in gereguleerde poletijcque regeringh geensints magh off kan gedooght werden, behalven dat den gemelte Bureau all eenigen tijt herwaerts suspect is geweest dat ontrent d’ administratie van ‘s Comps. goederen niet ter goeder trouwe komt te handelen, gelijck in ‘t boven verhaalde genoeghsaem is aff te meeten; ‘t welcke in Rade exactelijck geconsidereert sijnde, soo is goetgevonden en verstaen dat den gemelte Bureau noch desen avondt door twee leden deses Raadts sall werden aangeseght dat hem voorts nevens de gemelte gecommitteerdens binnen ‘t casteell sall hebben te vervoegen en aldaer gedetineert blijven voorts dat de gemelte gecommitteerdens haer sullen hebben ter verseeckeren van alle sijne papieren, en die met ‘s Comps. sighnet versegelen, sullende met den eersten om te weten hoedanigh denselven met ‘s Comps. goederen heeft gehandelt de vivres magasijnen, onder sijn E. bewint staende, door gecommitteerdens werden opgenomen, en hij ondertusschen niet vermogens wesen als ten overstaen van de gecommitteerdens de sleutels van de magasijnen ten huijse van de Hr. Commandeur te haalen, de verstreckingh in haer presentie te doen, en na verrichtingh van dien, de sleutels weder ten huijse van de Hr.Commandeur te brengen, alwaer sij als vooren gebruijckelijck ‘s naghts sullen blijven berusten.273
Aldus geresolveert in ‘t casteel de Goede Hoop, datum ut antea.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] J. WITTEBOSL.
[Signed:] A. DE MAN, Rt. en Srs.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
C. 14, pp. 187-188.¶
Maandagh {16801104} 4 November 1680.274
In rijpelijcken deliberatie genoomen sijnde, hoedat d’ E.Compa. althans wel redelijk van vee is versien, maar egter niet van soodaniegen(sic)quantiteit om de verwagt werdende retourvlooth uit India daar van na behooren te voorsien, dat gevolglijck met landttochten te doen sal dienen te werden gesupleert, tot welken eijnde en om ons daar toe uijt te nodigen, de Hessequase natie eenige gesanten hebben herrewaarts gesonden met belofte en toesegginge van seer genegen te wesen om met ons een goede ruijlinge aan te gaan, en dat alle haare cooralen ten dien opsigte herwaarts stonden aff te sacken, weshalven met gemeen advijs is goedt gevonden en verstaan een landttocht nae de gemelte Hessequase natie te ondernemen, te meer alsoo onfeilbaare hoop hebben aldaar een goede handel te sullen aan treffen, sullen daertoe werden gebruik[t] een sargeant en 18 man die met de gewoone coopmanschappen, daartoe noodigh, sullen werden voorsien en nog dese weeck derwaarts af gesonden.
Overmits de saacken van de gesaijseerden dispensier, Lodewijk Francois Bureau, niet ijlens sullen connen werden aff gehandelt en getermineert, en uijt dien hoofde gantsch geen schick wesen dat de gecom[m]itteerdens continueel nevens den gemelten dispensier in de packhuijsen souden gaan, vermits die saak reets den fiscaal in handen gegeven en tegens hem na regten te procederen gelast is, behalven dat over desselfs saak niet finalijck sal connen werden gedisponneert, sonder dat alvoorens de vivresmagasijnen sullen wesen opgenoomen, om te ervaren wat den selven op sijn gevoerde administratie sal te cort comen, Soo is met gemeen advijs verstaan desselfs packhuijsen met den eersten door gecommitteerdens pertinent te laeten opnemen en dat den selvente gelijck275 aen den adsistent Albert van Breugel provisioneel sullen werden overgetransporteert en tot sijn verantwoordige blijven, inmiddels tot de saecken van den gemelten Bureaut’ eenemael276 sullen wesen affgehandelt, wanneer over de absolute dispensiersbedieninge in ‘t reguart van den gemelten Breugel naeder sal werden gedisponneert.
Insgelijx is mede g’arressteert den fiscaalsportie nopende den geconfisqueerde schaapen van den gewes[en] baas slagter Fredrik Puggelman en desselfs knegt Jan van Beveren op sijn versoeck voor d’ E.Compa. aan te nemen en dat tegens 4 gulden[s] yder stuck, groot en cleen door malcanderen gerekent.
Aldus geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop datum ut antea.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] J. WITTEBOL.
[Signed:] A. DE MAN, Rt. en S.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
C. 14, pp. 189-190.¶
Maandagh {16801117} 17 November 1680.277
Door den E.Hr. Commandeur ter vergaderingh voor gedraagen sijnde hoe dat men geruijmen tijt herwaarts in ervaringh was gecomen dat de hier om her gelegen Hottentoots, die daegelijx binnen ‘t casteel en voornamentlijck de borgers en vrij ingesetene haar huijsen frequenteeren door een quaat in gecroopen misbruijk, door een ijgelijck soo wel Comps. dienaeren als vrij ingesetenen van tijt tot tijt voor de minste dienst off wel andere geringe cleinigheden, die sij soo nu en dan uijt ‘t landt herwaarts brengen en alhier te coop veilen, in plaats van een weinig rijst, taback, off ijets anders, gelijck als van ons gebruijcklijck is, gelt connen278 te geven, waar door dese brutale natie soo assurant en vermeten comen te werden dat althans niet anders als met gelt sijn te vrede te stellen, ja soo verre dat sij voor alles wat men van haer begeert, buijten de billigheit en de waarde met gelt willen gecontenteert ende voldaan wesen, dat haar ook soo danigh tot grooten ondienst van ‘t gemeen wert ingewilligt, door welk middel dese natie onder scheijn van eijgen noodtdruft een goede partij taback weten op te copen en daar mede landtwaart in te trecken en daar voor met andre natie (daar d’ E.Compa. gewoon is jaarlijx den veehandel te drijven) beesten en schaapen te ruijlen, gelijck nog onlangs sijn ter kennisse gecomen dat eenige van de naast bij gelegen Hottentoots ten voors. eijnde eenige dagen voor dat onse lantgangers om vee te ruijlen sijn aff gesonden voor aff derwaarts sijn getrocken waar door sij den handel van d’ E.Compa. t’ eenemaal comen te verderven en ook oirsaak sijn dat men die natie omtrent den handel vrij wat meerder moet inwilligen als men wel voor heen gewoon is geweest. Soo is naar genomen deliberatie met gemeen advijs verstaan en geresolveert om dit schaedelijck ingecroopen misbruijk t’ eenemaal uijt te roeijen bij placcaataen279 een yder die alhier onder ‘s Comps. gehoorsaemheit is sorteerende, wel strictelijk te interdiceeren voortaan geen gelt aan dese inlantsche natie te geven off van deselve te ontfangen, onder wat scheijn sulx ook soude wesen, op paene die daar op voor de eerste maal g’attrapeert wert te verbeuren 50 Rda. en voor de tweede maal 100 Rda. mitsgaders de derde maal aan den lijve daarover gestraft te werden.
Aldus geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop. Datum ut antea.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] J. WITTEBOL.
[Signed:] A. DE MAN, Rt. en S.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
C. 14, pp. 191-192.¶
Maandagh {16801209} 9 December 1680.
Den Oudt Borgerraadt Elbert Diemer, pachter van speck, vleesch, booter, olij &a., ter vergaderingh binnen gestaen en te kennen gevende hoe dat hij staande dit jaer in de principale en voornaamste tijden niet alleen in hetaenwesen280 van de retourvlooth uijt India, maar selfs geruijmen tijt daar voor en na, door gebreck dat de Compa. van olij, booter &a. niet was voorsien, sijn neeringe genoegsaam t’ eenemaal voor die tijt hadde still gestaan, uijt welcken hoofden hij verclaarde ‘t gantsch gepasseerde jaar qualijck soo veel te hebben gesleeten dat uijt de revenuen van dien beswaarlijck de helft van sijn pachtinge conde voldoen, weshalven hij genootsaeckt was hem aan dese vergaderingh t’ addresseeren, met versoeck dat hij voorn. ‘t aanstaande jaar 1681 in die paght mogt blijven continueeren en dat voor de oude pachtpenningen van ‘t staande jaar, sijnde de somma van ƒ …,281 om daer door weder tot verhaal sijn geledene schaaden te boven connen t’ geraaken. Soo is in Rhaade goet gevonden en verstaan ten opsichte van desselfs rechtvaardige doleantien en gefondeert versoek hem voor ‘t aanstaande jaar 1681 daar in te laaten continueeren, voor d’ oude pachtpenningen, sonder dat sulx egter in toecomende bij hem oft eenige andere in consequentie sal mogen werden getrocken.
Den luijtenandt Jeronimus Cruse in Rhade mede versogt hebbende dat d’ E.Compa sijn schaapenbestaende282 in ongevaar 600 stx. tegens een reedelijcke prijs van hem geliefden aan te neemen, en gemerckt het houde van vee voor ‘s Comps. dienaeren al eenigsints suspect schijnt, Soo is hem sulx in ‘t geheel geaccordeert en dat men hem voor yder schaap sall geven vier guldens, dat een gantsch civile prijs is.
Aldus geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop. Datum ut antea.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] J. WITTEBOL.
[Signed:] A. DE MAN, Rt. en S.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
C. 14, pp. 193-195.¶
Maandagh {16801216} 16en December 1680.283
Naar yaarlyckse gewoonte getreden sijnde tot het versetten van de respe. collegien en eerstelijck van de kerckelijcke bedieningen, waer van de nominatie van dubbelt getal persoonen als diaconien in de kerckelijcke vergaderingh opgestelt en door onsen poletijcquen Commissaris overgelevert, namentlijck Jan Hampe en Harmen Hackert, met versoeck uijt deselve de electie te willen doen; soo is naer genomen deliberatie goetgevonden uijt ‘t gemelte dubbell getall diaconen te eligeren Jan Hampe.
Gelijck mede in plaets van de twee afgaende leden van ‘t collegie van weesmeesteren op ‘t overgelevert dubbelt genomineert getall sijn g’eligeert Jan Witteboll en Elbert Diemer in welck collegie den eersten sall presideeren; en overmits de plaets van Secretaris van ‘t selve collegie althans mede vacant is komen te vallen, soo is mede goetgevonden daer toe te stellen den adsistent Willem Adrianus van der Stell.
Soo is oock op ‘t overgelevert dubbell getall genomineerde persoonen in plaets van de afgaende Commissarissen van de huijwelijckxe saecken g’eligeert den luijtenant Jeronimus Cruse, preses, Marthinus van Banchem en Gerrit Victor en tot Secretaris Willem Adrianus van der Stell.
Sijnde mede g’arresteert op het versetten van de borgerlijcke regeringe op de nominatie dienaengaende overgelevert daer toe te eligeren Elbert Diemer, en geconsidereert dat bij ongeluck van brant well een bequaen persoon vereyscht om bij sulcken gevall, dat Godt nochtans genadelijck gelieve te verhoeden, op alles een goede ordre te stellen, alsoo bij soodanigen voorvall genoeghsaem kennelijck is dat onder ‘t gemeene volck ordinarij een grootte confusie en verbaestheijt is, waer door dan veelmaelen de brandt verder voortganck neemt en de ruine van een gantsche plaets wert veroorsaeckt, Soo is goetgevonden daer toe te stellen den present affgaenden borgerraedt Harmen Gresnicht, sullende den afgaenden Borgerraet voortaen de plaets van brantmeester werden gedefereert.
Eijndelijck nogh wijders in aenmerckinge genomen dat mits het stellen van den affgaenden Borgerraet Gresnicht tot brantmeester de plaats van luijtenant en hooft over de borgerlijcke militie, dat tot noch toe aen den affgaenden Borgerraet is gedefereert geweest, weder een bequaem persoon daer toe vereijscht, soo is daer toe verkooren Willem van Dieden, althans vendrigh van de borgerije, en weder in desselffs plaets als vendrigh den sargeant Tobias Marquart en tot plaetsvullingh van den laesten als sargeant Jan Dircksz d’ Beer.
Aldus geresolveert in ‘t Casteel d’ Goede Hoop, datum ut antea.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] J. WITTEBOL.
[Signed:] A. DE MAN, Rt. en S.
[Signed:] MS. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
C. 14, pp. 196-204.¶
Maendagh {16801230} 30 December 1680.284
De Heer Commandeur ter vergaderinck vertoont en geresumeert hebbende de materie vervat bij de brieff door de Ed. Heeren Majores onder dato 21 November 1679285 na de Caap geschreven, hoedanigh ons omtrent alle Europiaense Natie bij aenkomst alhier soude hebben te dragen, bij welcke missive wel uijtdruckelijck sijn beveelend’ dat haer alle familiariteijt en ommeganck van sodanige aenkomende vrinde met dese en gene van de ingesetene alhier in geenderhande manier behagelijckx is, die ook den dienst van de E.Comp. niet kan leijden. Ook dat men verdacht sal wesen dat alle het geene aen haer wert verstreckt niet en sal mogen geschiden als in de uijterste noot en met de spaersaemste handt, also al het geene dat alhier is, met seer grote koste moet herwaerts werden gebracht en voor ons eijgen gerieft286 gehouden, sonder dat andere natie daer van sullen participeeren, dicteerende weijders dat men haer mede sal moeten houden uijt of buijten het casteel, also haer intentie doorgaens daar heen tendeert om alles te spioneeren en af te sien, met verdere bijvoeginck dat haer Edln. verstaen dat hier in haer goede meeninck sal moete werden volbracht, en gemerckt dese morgen in een seer miserabile standt alhier ter rede is verscheenen seeker Engels scheepje, comende uijt Mocha , na alle aparentie hier aengekomen sijnde om alhier te mogen verversen en water haelen, soo is in voldoeninck van haer Hoog Ede. in ‘t Patria haer beveelen in alle deelen na te comen, goet gevonden ende verstaen den gem. Engelse capiteijn bij aen land verscheijninck, door ijmand van de leden uijt de Raat beleefdelijck te laten ontfangen, misgaders hem, wanneer daer om komt te versoeken, te accordeeren bij de borgers eenige verversinck te copen en vrijelijck water halen, mits dat hem daer nevens sal werden aengeseght dat hij voor sijn persoon in ‘t particulier of ijmandt van sijn minder onderhebbende officieren of gemeene volck hun sullen hebben te onthouden niet alleen buijten het casteel te blijven, maer ook selfs ‘t casteel van buijten niet te genaken of voor bij te passeeren, ook daer nevens sorgh te dragen dat niemandt van de sijne ‘s avondts of ‘s nachts aen landt werdt bevonden, maer die ordre te stellen dat voor sonnenonderganck hun na boort transporteeren of dat wij andersints bij contrarie vindinck genootsaeckt soude wesen ons daer over gevoeligh te toonen, en om dese gansch onaengename gasten hun aenkomst alhier des te onsmakelijker te maeken, so is mede g’ arresteert door de gerechtsbode dese ingeseteenen(sic)te doen insinueeren dat niemandt aen dese Engels man287 sijn schapen minder sal mogen verkopen als tegen ƒ18 stuck, taxeerende de groente en moeskruijden na advenandt tot een excessieve preijs op poene van 25 Rx., die bevonden werden contrarie gedaen te hebben.
De huurtijt van de landerijen in Hottentoots Hollandt met het eijndige van de maendt Januarij aenstaende g’expireert sijnde, en om ‘t selve weder de nove te verpachten alomme biljetten aengeslagen sijnde, maer geconsidereert dat het contrackt met de nogh presente huerder aengegaen verscheijde conditie vervat die in ‘t reguart van de E.Comp. geensints so voordeeligh sijn alsdie288 wel hadde behooren gestelt te werden om de E.Comp. daer door vrij wat meerder profijt te doen hebben, derhalven ‘t gem. contrackt in Rade nader geresumeert en oversien sijnde, is na genome deliberatie goet gevonden ende verstaen dat die geen die ‘t selve weder in huur of pacht sal comen aen te neemen, gehoude sal wesen in plaets van veertigh stux slachtbare schapen289 van de ijder hondert moerschapen die sij in leeninck van de E.Comp. genieten, jaerlijckx te geven 60 stuckx twejarige hamels, de beesten die haer in leeninck werden vergunt bij verongelucken of sterven aen de E. Comp. te vergoede in plaets van ƒ12 tot ƒ24, de jonckste granen die sij aen de E.Comp. sullen komen te leveren mede op een civile prijs gestelt, als namentlijck ‘t mudde taruw voor desen tot ƒ12 nu niet hoger als ƒ9, ‘t mudde garst voorheen tot ƒ…290 en nu niet meerder als tot ƒ4 1/2 en ‘t mudde haver tot ƒ3, blijvende echter gehouden gelijck als voor heen daer en boven voor de vergunninck van die landerijen aen de E. Comp. jaerlijckx op te brengen 60 mudde taruw, 20 do. rogge en 20 do. garst, gelijck als breder blijckt hier onder g’insereerde voorwaerde:
Conditien en voorwaerde waerop wegens de generale Nederlantse Oostindise Comp. d’ Heer Simon van der Stel, Commandeur aen Cabo de Boa Esperance, misgaders den Raat van meeninge sijn te verhuren en in leeninck over te laten voor den tijt van 3 achter een volgende jaren ‘s Comp. landerijen en vordere ommeslagh daer aen dependeerende in Hottentoots Hollandt , ingaende ultimo Januarij 1681 en eijndigende primo Februarij 1684.
Eerstelijck de huerders tot bestier van lantbouw en hare verdere ommeslagh van de E.Comp. in leeningk te geven 40 ps. werckbeesten, mits dat voor ‘t verlies of afsterven der selver stuck voor tegens ƒ24 gehoude sijn te verhoeden.
Insgelijckx werdt haerluijden tot montkost &. toegestaen 10 ps. koijen welcke gehoude blijven bij verongelucken als anders te restitueeren tegens de somme voors.
Sullende de selve mede tot haerder adsistentie genieten soo veel Duijtsen jaerlijckx in leeninck als van node hebben mits de ordinarij betalinck aen de E.Comp. daer voor wert gedaen namentijck als gebruijkelijck alle het bouwgereetschap dat onbequaem is alvorens gerepareert sijnde, sullende aldaer tot haer gebruijck houden, mits dat het selve bij expiratie van huur wederom in gelijke valeur moet werden gerestitueert.
Een niewe ploegschaer in voorraet om haer lieden uijt verlegentheijt te houden, is mede, mits betalinck, haerluyden g’accordeert.
Met 4 @ 6 bequame roers tot harer defensie en ‘t afweeren van ‘t ongediert, vijanden &., en sullen werden onderstut ter leen met soveel saetkoorn als nodigh hebben voor dit jaer.
So ook mede ijder Duijtse knecht ‘s maendts met 50 lb. rijst mits betalinck.
Haerluijden sal mede in den oughsttijt een Duijtsen om ‘t graen in der ijl onder de voet te krijgen, niet geweijgert werden, so de selve van de E.Comp. alsdan maer kunnen werden gemist, mits betalinck.
Een schuijtje werdt haer luijden toegestaen te laten maeken, waer toe haer planken sullen werde[n] gegeven t’ haren kosten, neffens een segen om te vissen, so veel die de E.Comp. komt te kosten, en dat ten opsichten van ‘s Comp. slaven, sullende de E. Comp. de vis die overigh hebben, aennemen ten prijse daer toe staende.
Maer wat over de Berghrevier te gaen belanckt, wegens ‘t grof wilt schiten, veel min eenige ruijlinck met de Hottentoos, daerom magh niet gedach[t] werden op poene daer op beraemt of nogh te beramen.
Twe vrachten sout, so het insouten van boven gem. vis en haer luijder montkost werd haer toegestaen, als andere vrijluijde, van de soutpannen te halen.
Werdende hun mede gepermitteert so veel landt te291 breken als immers kunnen beheersen.
Werdt niet als Comp. schapen gedooght alhier te mogen aenhouden en sullen van de 100 ooijen 60 twejarige hamels voor ‘t genot van de aenteel ‘s jaers hebben te leveren en den geheele nomber te292 restitueeren, mits ook ‘t geene van beestiael & nu en dan van daer tot ons gebruijck geeijst wert, te laten volgen.
Eijndelijck sullen jaerlijck voor ‘t genot van ‘t landt, beesten, gereetschapen & aen de E.Comp. betalen aen granen 60 mudde taruw, 20 do. garst, 20 do. rogge, sijnde 100 mudde, en dat goede en deughtsame granen, of ‘t bij leverantie gevonde293 werdende dat de voorn. granen niet leverbaer sijn, sullen de selve ten koste van de huerder schoon gemaeckt werden, ook sullen sij sorgh moeten dragen dat ‘s Comp. vee in haer bewarinck onder dack behoorlijck gepreserveert werden.
Ingevallen de huerders om mist benodight sijn om ‘t landt na behooren daer mede te voorsien, sullen sij gehoude sijn de mist uijt de hoecken en beestecoralen met haer eijgen volck te halen, sonder dat de E.Comp. haer in ‘t minste daer in sal behoeven te adsisteeren.
Staende de huerder vrij haer g ‘oughste granen, wanneer de E.Comp. haer impost hebben voldaen, te verkopen aen die geene die ‘t haer gelieft, dogh de gem. huerders genegen sijnde haer g oughste granen aen de E.Comp. over te laten, sal de E.Comp. gehoude sijn de selve aen te neemen ten prijse als volght, te weten: ‘t mudde taruw ƒ9, ‘t do. garst ƒ4 1/2, ‘t do. haver ƒ3.
Sullende aen de huurders ter leen gedurende de huurtijt werden verleent 4 stuckx slaven als namentlijck …294
En blijven voors. contracten van alles ‘t welck ontfangen hebben, gehoude bewijsreeke. en reliqua te doen, wederom bij expiratie van huurtijt ‘t ontvangene te restitueere in forma probante.
Omme welke landerijen weder in huur aen te nemen in Rade is verscheene den borger Tobias Marquart die de voorgaende conditien sijn voor gelesen en naer voorgaende debatten de gem. landerijen in Hottentoots Hollandt voor de tijt van 3 achter een volgende jaren in huur heeft aengenomen, sijnde sulckx vrij wat profitabelder voor de E.Comp. als tot de culture van dien 18 @ 20 Europianen en daer en boven nogh een partij slaven te houden, gelijck voorheen is geschiet.
Den vrij molenaer en pachter van ‘s Comp. water coornmolen, Jan Dirckse de Beer,295 ter vergaderinck binne gestaen en versoght hebbende dat hij voor ‘t aenstaende jaer in die pacht van de gem. coor[n]molen mocht blijve[n] continueeren en gemerckt niemandt deser ingeseetene sigh op dat ambacht is verstaende, en dat bij publike verpachtingh van dien, den presente molenaer de E.Comp. daer in soude konne wette stellen om de selve als dan niet hoger aen te nemen als selfs begeerde, als was ‘t selfs de helft minder, so is goet gevonden hem voor ‘t aenstaende jaer 1681 in de pacht te laten continueeren, mits dat in plaets van ƒ300, nu gehouden sal wesen daer voor in ‘t jaer aen d’ E. Comp. te betalen ƒ330, dat ook heeft aengenomen.
Aldus gedaan en geresolveert in ‘t Casteel d’ Goede Hoope, datum ut antea.296
C. 14, pp. 205-206.¶
Maandagh {16801230} 30en December 1680297 , ‘savonts ten 8 uren.
D’Hr.Commandeur den Raade hebbende doen convoceeren en daerin voorgedragen hebbende hoe dat sijn E. van den avondt was gerapporteert door de uijtkijckers van den Leeuwencop dat ‘t fluijtscheepije dat althans voor de wall wert b’ooght en ongevaer 2 a 3 mijlen noch van deese Baaij t’ seewaerts wertgesien298 voor ontrent een quartier uers twee canonschooten hadde gedaen, mitsgaders nogh een wijle tijts daerna noch twee canonschooten, waeruijt genoeghsaem schijnt te blijcken dat het gem. bodemptie door verlies van sijn volck off grootte sieckte onder deselve off well ander onbekendt toevall, soodanigh in onmacht is vervallen dat gantsch en buijten hoop is sonder adsistentie deese Tafelbaaij te konnen bestevenen, en uijt dien hooffde ons door soodanigh seijnen daer van tracht kennis te geven, en geconsidereert dat seer apparent is dat voorne. bodemptie sall wesen ‘t scheepije(sic)de Meerll dat door desselffs ongemeene lange tardance well in een grootte ongelegentheijt soude konnen wesen vervallen, te meer volgens ‘t rapport van die van Naeltwijck , wanneer laest bij haer ontrent Caep de Loop versproocken waaren, geen sints in die stant gelijck als wij well gaeren hadden gewenscht, oversulcx is na rijpe deliberatie ten dienst van de Compa. noodigh g’oordeelt soo aenstonts en sonder ‘t minste tijtversuijmt(sic)den hoecker de Quartel daer op aff te senden, mitsgaders den schipper van ‘t selve te ordonneeren alle debvoir en diligentie aen te wenden om noch dese nacht ‘t gemelte gesiene bodemptie te beseijlen en bij ontmoetingh aen ‘t selve alle hulp en adsistentie toe te brengen en daer mede op ‘t spoedighsten herwaerts aen te stevenen sonder daer ontrent eenigh versuijm te committeren op poene van hooge verantwoordige.299
Aldus geresolveert in ‘t Casteel d’ Goede Hoop, datum ut antea.
[Signed:] S. VAN DER STEL.
[Signed:] TOBIAS VLASVAT
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] J. WITTEBOL.
[Signed:] Ms. VAN BANCHEM.
[Signed:] PHILIP THEODOOR WELCKER.
## Footnotes
-
Die handskrif waarmee die resolusieboek van 1679 begin, is besonder netjies en kom dikwels in die loop van die jaar voor. ↩
-
In die Dagregister word meegedeel dat “d’ voornaemste borger officieren, nevens d’ gequalificeerste ministers van d’ E.Compagni en hare vrouwen staende voets met een mondt vol eeten en een glas wyn geregaleert” is. (V.C. 8:Dagregister, 1677-1679, pp. 772-773.) ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die voorgaande Resolusie. ↩
-
Ook in die H.K. staan “mesjes”. Dit is waarskynlik ‘n skryffout vir “meisjes”. ↩
-
Die woord “gebouden” is deur die Sekretaris van die Raad verander in “behouden”. ↩
-
Blanko gelaat ↩
-
Waarskynlik ‘n skryffout vir “voedsterkinderen”. ↩
-
Eers het hier “weginge” gestaan. Dit is deur die Sekretaris in “weijnige” verander. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur die Sekretaris tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Hierdie resolusie is in die handskrif van die Sekretaris, Andries de Man. ↩
-
Die germanisme wat gebruik is in plaas van “eenparig” dui daarop dat die sekunde, wat van Bremen afkomstig was, die resolusie opgestel het. ↩
-
Geskryf in dieselfde handskrif as die resolusie van 4 Januarie. ↩
-
Hierdie resolusie is deur Andries de Man geskryf. ↩
-
In die H.K. staan “mispen”. In C. J.2:Criminele en Civiele Regtsrolle, 1674-1688, p. 85 (verso) word op 11 Januarie 1679 melding gemaak van ‘n eis wat Cornelis van Nispen teen Hendricq Jacobsz van Westkerck oor die betaling van agterstallige skuld. ↩
-
In die H.K. staan “d’ Eliphantsrevier ongevare”. ↩
-
In die H.K. staan “ontduijcken”. ↩
-
‘n Afskrif van die memorie van 6 Februarie 1679, wat aan Oloff Bergh en Jan Valckenrijck voor hulle vertrek oorhandig is, kan gevind word in C. 70l:Mem. en Instr., pp. 201-205. Jan Valckenrijck het die volgende dag deur ‘n val van sy perd om die lewe gekom. Sien C. 589:Dagregister, 7 Februarie 1679, pp. 26-27. ↩
-
Geskryf deur dieselfde persoon wat die resolusie van 1 Januarie 1679 geskryf het. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur die Sekretaris tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die lidwoordd’ is deur die skrywer van die resolusie tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die woord “over” is bo oor ‘n ander woord geskryf wat nie meer leesbaar is nie. ↩
-
In die H.K. staan “arbeijdende”. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is deur die Sekretaris tussen die reëls geskryf. ↩
-
Ook in die H.K. staan “matreaelen”. ↩
-
In die H.K. staan ook “niet”. Volgens die sinsverband blyk egter dat “met” bedoel word. ↩
-
Die verhoor het eers op 1 Mei 1679 plaasgevind. Sien C. J.2954:Conf. en Interrog., 1677-1685, pp. 132-134. Vgl. verder die aanklag en vonnis teen Jan Jansen van Woerden in C. J.2:Criminele en Civiele Regtsrolle, 1674-1688, van 27 April en 3 Mei 1679, pp. 91,versoen 92,recto. ↩
-
Ook in die H.K. staan “strenheijt”. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur die skrywer van die resolusie tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Hierdie resolusie is in dieselfde handskrif geskryf as die resolusie van 1 Februarie 1679. ↩
-
Hierdie resolusie is deur die Sekretaris, Andries de Man, geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in dieselfde handskrif as die res van die resolusie tussen die reëls geskryf. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Hierdie resolusie is in dieselfde handskrif as die resolusie van 22 Februarie 1679 geskryf. ↩
-
Die briewe waarna hier verwys word, kan respektiewelik gevind word in C. 413, deel III:Ink. Stukken, 1677-1678, pp. 949-969 en 903-904. ↩
-
Die briewe waarna hier verwys word, kan respektiewelik gevind word in C. 413, deel III:Ink. Stukken, 1677-1678, pp. 949-969 en 903-904. ↩
-
Eers het hier gestaan Gerrit van Donck. Dit is verander in Gerrit van der Donck. ↩
-
‘n Afskrif van die memorie aan die “E.captain Gerrit van der Donck” wat op 19 April 1679 onderteken is, kan gevind word in C. 701:Mem. en Instr., 1673-1685, pp. 206-207. ↩
-
As gesagvoerder op die skip Asia was Dircq Blom op pad na Batavia. Hy is op 25 Julie luisterryk in Batavia ontvang, “verwellekomt zynde door de Heeren Raaden van India Willem van Outhoorn en Joannes Camphuys mitsgaders desselffs twee doghters door de messieurs Willem ten Rhyne, Joatines Cops en Goverdus van Hoorn en de juffers Catharina van Hoorn, Maria van der Keer, Alida de Bitter etc. “Dagh-Register gehouden int Casteel Batavia, 1679, p. 338. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in die handskrif van Andries de Man tussen die reëls bygevoeg. ↩
-
Eers het hier “hebben” gestaan. Dit is verander in “wesen”. ↩
-
Vgl. C. J.2:Criminele en Civiele Regtsrolle, 1674-1688, 10 Mei 1679, p. 93 waar Hilletje Redox, wed. van Joannes Valckenrijck tot ‘n boete van ƒ500 veroordeel word weens die verbreking van ‘n troubelofte aan die sersant van die skip Asia . ↩
-
Ook bekend as Elbert Dircksz, afkomstig uit Emmeric h en getroud met Christina van der Does. ↩
-
Willem van Dieden wat in 1672 deur Kommissaris Arnout van Overbeek tot onderkoopman bevorder is, is die volgende jaar as soldyboekhouer ontslaan en het vryburger geword. (Sien C. 496, deel II:Uitg. Br., 1672-1673, 10 Mei 1673, pp. 542, 621-622.) ↩
-
Jan Dircx. de Beer van Wageningen. (Vgl. C. 330:Attestatiën, 1679-1682, nr. 422, p. 589, nr. 327, p.385.) ↩
-
Tobias Marcquart was getroud met Catharina van den Berg. Ibid., nr. 426, p. 595. ↩
-
Teken sy van gewoonlik as Guilliam Heems en het uit Brugge in Vlaandere gekom. (Sien C. J.2597:Testamenten, p. 272. Ook C. 330:Attestatiën, 1679-1682, pp. 611-612.) ↩
-
Theunis Dircxsz van Schalkwijck. (Vgl. C. 330:Attestatiën, 1679-1682, nr. 320, p. 377. Genoemde pagters het algar welvarend geword. ↩
-
Hierdie”extract missive” kan gevind word in C. 413, deel III:Ink. Stukken, 1677-1678, pp. 907-910. ↩
-
In die “extract missive” word vermeld dat die resolusie geneem is op 24 Oktober 1622. Vgl. C. 413, deel III:Ink. Stukken, 1677-1678, p. 907. ↩
-
Sien C. 413, deel 3:Ink. Stukken, 1677-1678, pp. 895-898. ↩
-
Die bedrag was eers nie ingevul nie, maar is later in die handskrif van die Sekretaris in die oopgelate spasie geskryf. ↩
-
Eers het hier “ingevallen” gestaan. Dienis egter deurgehaal. ↩
-
Die H.K. vir hierdie datum ontbreek, maar waarskynlik word hier “ravelijntje” bedoel, wat ‘n halwemaanvormige of hoekige bolwerk beteken, wat gebou is tot dekking van ‘n poort. Dit kan ook ‘n stuk wal tussen twee bastions beteken. ↩
-
Voor “dienen” is die woord “soude” deurgehaal. ↩
-
Die skrywer van die resolusie het die woord “verspilt” verander in “gespilt”. ↩
-
Hier word verwys na die brief van 1Nov. 1678 in C. 413, deel III:Ink. Stukken, 1677-1678, pp. 895-898. ↩
-
Vgl. p. 278 vir gevangeneming en verhoor en p. 291 van hierdie publikasie vir die vonnis van Jan Jansz van Woerden. ↩
-
Die 21ste April het op ‘n Donderdag geval. ↩
-
Eers het hier “van d’” gestaan. Die “van” is verander in “na”. ↩
-
Volgens die Dagregister het hierdie vergadering op Saterdag die 29ste April plaasgevind. (Vgl. C. 589:Origineel Dagregister, 1679, pp. 79-80.) ↩
-
Tussen die reëls geskryf in die plek van “een weijnich salpeeter” wat deurgehaal is. ↩
-
“Vrijdach” is verander in “Maandach”. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in dieselfde handskrif as die res van die resolusie tussen die reëls geskryf. ↩
-
Die doodvonnis is op 3 Mei 1679 oor Jan Jansz van Woerden uitgespreek. Vgl. C. J.780:Sententies1652-1697, pp. 661-668 ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in dieselfde handskrif as die res van die resolusie in die linker kantruimte geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is deur die Sekretaris, Andries de Man, in die linker kantruimte geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is deur Andries de Man in die linker kantruimte geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is deur Andries de Man geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is deur Andries de Man geskryf. ↩
-
Die woordjie “of” is na “Scheuringe” deurgehaal en “en” in die plek daarvan geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur Andries de Man tussen die reëls geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is in die plek van “of” geskryf wat deurgehaal is. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is deur Andries de Man geskryf, hoewel hy hierdie resolusie nie as Sekretaris onderteken het nie. Die toevoeging tot die resolusie is gedeeltelik tussen die reëls en gedeeltelik in die linker kantruimte geskryf. “Alsdan” is deur die skrywer verander in “vorders”. ↩
-
Voordat hy aangestel is as Kommissaris het hy in Batavia sedert Augustus 1677 sitting gehad op die Raad van Justisie. Hy was opperkoopman en het die Kompanjie ook in Bengale gedien. Op 4 Februarie 1679 het hy Batavia as Admiraal van die retoervloot verlaat. ↩
-
Na “oculaire” is “inspectie” deurgehaal. ↩
-
“Ditselve” is verander in “hetselve”. ↩
-
“Minder” is verander in “min”. ↩
-
Die lading van die skip Macassar word in dieDagh-Register gehouden int CasteelBatavia, ao. 1679, 4 Februarie 1679, pp. 49-50 aangegee. Die goedere waaronder speserye, tin, koper, suiker, toe en sy, het ‘n totaalwaarde van ƒ422,228:1:14 gehad. ↩
-
Die aanvangshakie ontbreek. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is met ink van ‘n donkerder kleur in die linker kantruimte geskryf. ↩
-
In die volgende resolusie word in die handskrif van Andries de Man besonderhede omtrent party lede van hierdie Breë Raad verstrek. Joannes Brakel was skout-by-nag op die skip Silversteijn , Bartholomeus Nouters, Vise-Kommandeur op die Hendrik Mauritz . Die ander lede van die Raad, oor wie Andries de Man geen nadere toeligting gee nie, was waarskynlik skippers van die skepe van hierdie groot retoervloot. ↩
-
Hierdie resolusie is weer geskryf deur die Sekretaris van die Raad, Andries de Man. ↩
-
Blanko gelaat. Elders word Brakel Joan, of Joannes genoem. ↩
-
Vgl. C. 413, deel III:Ink. Stukken, 1677-1678, pp. 903-904. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur die skrywer tussen die reëls bygevoeg. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is deur die skrywer van die resolusie in die linker kantruimte geskryf. ↩
-
Na “tot” is “een getal van” deurgehaal. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is deur Andries de Man tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die handskrif van hierdie resolusie verskil van voorgaande handskrifte. ↩
-
In C. J.2:Criminele en Civiele Regtsrolle, 1674-1688, 7 Junie, 12 Julie en 19 Julie 1679 kom ‘n saak voor teen Jacob Aertsz Brouwer, vry timmerman, omdat hy die woonhuis van Tobias Marcquart sleg gebou het. ↩
-
Volgens dr. J. Hoge was Claus Jacobs van Meldorf in Junie 1670 met Aagje Rix of ter Voer getroud. (Personalia of the Germans at the Cape, 1652-1806 in die Argief-jaarboek van 1946, p.180.) ↩
-
Dit is die laaste resolusie wat persoonlik deur Andries de Man geskryf is. Die handskrifte van die resolusies wat nou volg, is baie afwisselend en kan nie geïdentifiseer word nie. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls ingeskryf. ↩
-
“De behulpsaame handt te bieden” is deur die skrywer verander in “behulpsaam te wesen”. ↩
-
Vgl. resolusie van 4 Januarie 1679. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Na “gevonden” is “dat” deurgehaal. ↩
-
Na “voor” is “eerst” deurgehaal. ↩
-
Die handskrif van hierdie resolusie is die bekende handskrif van 1 Januarie 1679, wat na alle waarskynhikheid dié van die eerste klerk, L. F. Bureau, was. ↩
-
Ook in die H.K. staan Hemming Huijsen. Volgens sy eie handtekening Henning Hüsing. Kom in die dokumente ook voor as Henning Huising. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur Andries de Man in die linker kantruimte bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is in die plek van “bij” geskryf wat deurgehaal is. ↩
-
Plekke is oopgelaat vir die handtekeninge van J. Cruse en Ms. van Banchem wat ontbreek. ↩
-
Hierdie resolusie is geskryf in dieselfde handskrif as die resolusie van 7 Junie 1679. ↩
-
Na “nochtans” is “dat” deurgehaal. ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusie. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
In die H.K. staan “‘t schip”. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Bedoel word die resolusie van 25 April 1679 (pp. 284-285 van hierdie publikasie.) Vgl. ook C. 589:Origineel Dagregister, 1679, 16 October 1679, pp. 171-172 en C. J.2:Criminele en Civiele Regtsrolle, 1674-1688, pp. 102rectoenverso. Die konfiskasie van die goedere het gelei tot verdere stryd tussen Simon van der Stel en die skipper van die Vrije Zee . Lede van die Raad van Batavia het geëis dat ‘n konsumpsierekening van die reis aan hulle voorgelê word. Hierdie rekening kan gevind word in C. 414, deel 3:Ink. St., 1679-1681, pp. 881-888. Daaruit blyk dat Simon van der Stel op sy reis vergesel was van sy vier seuns en tweejarige dogtertjie, asook van sy suster Cornelia, benewens ‘n neef en ‘n niggie. ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusie. ↩
-
Eers het hier gestaan “vercooper”. Die “ver” is deurgehaal. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in die linker kantruimte geskryf. ↩
-
Na “welck” is “wij” deurgehaal. ↩
-
Na “welck” is “wij” deurgehaal. ↩
-
In die H.K. staan “zijn E.” ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Eers het hier gestaan “ontnemen”. Dit is verander in “benemen”. ↩
-
Vgl. Martinus van Banchem se konfessie in C. J.2954:Conf. en Interrog., 1677-1685, pp. 186-187, asook die aanklagte teen hom in C. 330:Attestatiën, 1679-1682, 11 Januarie 1680, pp. 163-184. ↩
-
In die H.K. staan “collegien”. ↩
-
Gerrit van der Bijl het in 1668 ‘n versoek aan Here XVII gerig om sy vrou, Fijtien Jansz van der Tempel en sy seun Pieter, wat in Rotterdam gewoon het, na die Kaap te laat uitkom. (Sien C. 495, deel I:Uitg. Stukken, 1668-1671, brief van 23 Maart 1668.) ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusie. ↩
-
Die woord “gescheijeden” is deurgehaal en deur Andries de Man verander in “geschieden”. ↩
-
Die handskrif van hierdie resolusie is dieselfde as die handskrif waarin die resolusie van 1 Januarie 1679 geskryf is. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur die skrywer van die resolusie tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Tussen die Inkomende stukke is daar geen brief van 21 Mei 1679 nie, maar in die brief van 19 Mei 1679 skryf Here Meesters soos volg: “Op het geene UE. in haere voors. missive van ‘t sout aen de Caep vallende gedencken, oock daer van bij Barent Fockes iets tot een monster is overgebracht, hebben wij gemeent dat het niet ondienstigh sal wesen, dat UE. bij bequaeme gelegentheijt en sonder in den dienst van de Comp. daer mede te versuijmen, een parthije daer van bij een versamelen, en dat tot een off twee scheepsladingen toe, sullende daer nae ordre geven hoedanigh UE. daer mede sullen hebben te handelen”. (C. 414, deel I:Ink. Stukken, 1679-1681, p. 289.) ↩
-
In die H.K. staan “lijffeygenen”. ↩
-
Die gekursiveerde gedeelte is in die linker kantruimte geskryf. Die handskrif is nie dieselfde nie. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Vgl. C. 589:Dagregister, 1679, p. 161, waar op 4 Oktober 1679 melding gemaak word dat die Bode “nadat den 15en April daer te vooren ten selven eynde van daer t’ seyl gegaan was …” op 16 Augustus vir die tweede maal vertrek het. ↩
-
In die H.K. staan “bestookt”. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur die skrywer van die resolusie tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Vgl. ‘n afskrif van die instruksie van 30 Januarie 1680 in C. 701:Memoriën en Instructiën, 1673- 1685, pp. 196-198. ↩
-
In die H.K. staan “behoeftige”. ↩
-
Hierdie resolusie is geskryf in dieselfde handskrif as die resolusie van Maandag, 27 November 1679. ↩
-
In die H.K. staan “gemelte boodem”. ↩
-
In die H.K. staan “maandelyxse”. ↩
-
Die vorige bottelier, Pieter Volckerz, van wie hier melding gemaak word, het hom gedurende die reis aan oneerlike gedrag skuldig gemaak. Vgl. C. J.2954:Confessiën en Interrog., 1677-1685, pp. 162-182. ↩
-
Na “maant” is “blijft” deurgehaal. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in dieselfde handskrif as die res van die resolusie tussen die reëls geskryf. ↩
-
In die H.K. staan “achterwaerts”. ↩
-
In die H.K. staan “Herckenraadt”. ↩
-
Dit moet guldens wees. Die gulde-teken is egter nie ingevul nie. ↩
-
In die H.K. staan 1673. Die hoofletter E is hier waarskynlik ‘n afkorting vir “en”. ↩
-
In ‘n ander handskrif geskryf as die voorgaande resolusie. Dit stem ooreen met die handskrif van 30 Augustus 1679. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls ingeskryf. ↩
-
Bedoel word die ” Grigricquase natie”. ↩
-
Geskryf in dieselfde handskrif as die resolusie van 6 Januarie 1680. ↩
-
Sybrant Abbema het reeds by sy aankoms in Batavia in 1674 as Raad-Extraordinaris sitting in die Raad van Batavia geneem. Sy suster wat met Goewerneur-Generaal Joan Maetsuycker getroud was, is in November 1674 oorlede. Andries Bogaert wat ‘n swaer van hom was, het met dieselfde retoervloot na Patria teruggekeer. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls ingeskryf. ↩
-
Blanko gelaat. Dit was Thimon Sloot. ↩
-
Dirck Thymonse de Jonge, die gewese opperhoof van Siam , was skout-by-nag, dus derde in rang op die retoervloot. Die ander twee besoekende lede was waarskynlik skippers. ↩
-
Die resolusies van Saterdag 2 tot Vrydag 15 Maart is saamgevat en word nie afsonderlik onderteken nie. ↩
-
In die H.K. staan “gecontinueert”. ↩
-
In die H.K. staan “versoeck”. ↩
-
Eers het hier “op” gestaan. Dit is deurgehaal en verander in “om”. ↩
-
In die H.K. staan “nuttigheijt”. ↩
-
Die woord “bij” is deurgehaal en “sijn” in die plek daarvan geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die lettergreep “de” is later tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
“Den selven” is verander in “den EdIe. Hr.” Al die veranderinge in hierdie resolusies is deur Andries de Man aangebring. ↩
-
Die resolusies waarna hier verwys word en wat in hersiening geneem is, kan gevind word in die resolusies van 26, 27 April en 7 Mei 1679. ↩
-
Die aanvangshakie ontbreek. ↩
-
In die H.K. staan “deser”. ↩
-
Die gekursiveerde deel van die woord is tussen die reëls geskryf. ↩
-
In die H.K. staan “timmeragie”. ↩
-
Die gekursiveerde woord is in die handskrif van Andries de Man tussen die reëls geskryf. ↩
-
Ongeveer ‘n kwart van ‘n reël is hier oopgelaat, maar deur die weglatingspunte is ‘n streep getrek om aan te toon dat daar niks weggelaat is nie. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Na “verhoede” is die woord “ende” deurgehaal. ↩
-
In die H.K. staan “om ‘t casteel”. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur Andries de Man tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls geskryf. ↩
-
In die H.K. staan “opgem.” ↩
-
‘n Woord wat nie meer gelees kan word nie is deurgehaal en daarna is die gekursiveerde woord in Andries de Man se handskrif in die plek daarvan geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur Andries de Man tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die toevoeging is deur Andries de Man geskryf. ↩
-
Id. ↩
-
Die gekursiveerde woord is voor “weringe” deurgehaal en hier deur Andries de Man ingevoeg. ↩
-
Die woord “condemnatie” is deurgehaal en deur Andries de Man verander in “recommandatie”. ↩
-
Die woord “justitie” is deurgehaal en die gekursiveerde woord deur Andries de Man in die plek daarvan geskryf. ↩
-
Die woord “van” is deurgehaal en “heen” deur A. de Man in die plek daarvan geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur Andries de Man tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
In die H.K. staan “billickheijt”. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur Andries de Man tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Eers het hier “enigh” gestaan. Dit is deurgehaal en Andries de Man het “geen” in die plek daarvan geskryf. ↩
-
Vgl. dieKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, deel I, pp. 160-161, waar hierdie resolusie opgeneem is. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die woorde “te leveren sijn” is deurgehaal en “te leveren” in die skrif van Andries de Man in die plek daarvan geskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is ‘n toevoeging van Andries de Man en die woord “aengestelt” is verander in “aenbesteet” deur wysiging van twee letters. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur Andries de Man tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
In die H.K. staan “excessive”. ↩
-
In die H.K. staan “al voor een weijle tijt”. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur Andries de Man tussen die reëls bygeskryf ↩
-
Id. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is deur Andries de Man tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur Andries de Man tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
In die H.K. staan “deughsaemheijt”. ↩
-
Eers het hier gestaan “welcke als voornen”. Dit is soos bo verander. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
In die H.K. staan “ordonneeren”. ↩
-
Eers het hier gestaan “repaeren”. Die gekursiveerde letters is ‘n latere byvoeging. ↩
-
Deur latere byvoeging van die i, is “de” verander in “die”. ↩
-
Volgens dieDagregistervan 20 Februarie 1680 (vgl. V.C. 9: Dagregister, 1680-1683, p. 34) was dit die Franse fregat President wat van Soerat gekom het en op pad was na Frankryk . Die skip het op 20 Februarie vertrek. Die retoervloot het eers op 29 Maart die reis hervat. ↩
-
Na “soo” is “als” deurgehaal en na “onnosel” is die woorde “aen lant” herhaal en daarna deurgehaal. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur Andries de Man in die linker kantruimte bygeskryf. ↩
-
Ds. Johannes Carpius het Batavia in Mei 1673 as sieketrooster bereik. Twee jaar later het hy predikant geword. Hy is in 1688 op Timor oorlede. ↩
-
In die H.K. staan “seeker”. ↩
-
In die H.K. staan “verwulfsel”. ↩
-
Eers het hier “venoemde” gestaan. Die afkortingsteken & is deurgehaal en “voor” in die plek daarvan geskryf. ↩
-
“Al” is in die handskrif van Andries de Man tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
“Vande” is deurgehaal en “waar na” in die plek van “van” geskryf. ↩
-
‘n Woord is deurgehaal wat nou nie meer gelees kan word nie. Die gekursiveerde woord is deur Andries de Man in die plek daarvan geskryf. ↩
-
In die H.K. staan “reguard”. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur Andries de Man tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Id. ↩
-
Id. ↩
-
In die H.K. staan “nootsaekelijck”. ↩
-
Eers het hier gestaan “gesonserveert”. Daarna is “ges” deurgehaal en “con” in die plek daarvan geskryf. Eintlik staan daar dus nou “cononserveert”. ↩
-
In die H.K. staan ” Bengale “. ↩
-
Later tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is deur Andries de Man geskryf in die plek van ‘n woord wat nou nie meer gelees kan word nie. ↩
-
Vgl. p. 308 van hierdie publikasie. Die Kommandeur het op 23 April self na De Cuijlen gegaan om die plek aan te wys waar die huis gebou moes word. ↩
-
Blanko gelaat. Dit was die resolusie van 26 April 1679. ↩
-
Die gekursiveerde woord is later tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
In die H.K. staan “eijnde muren”. ↩
-
Blanko gelaat. Die vonnis is uitgevaardig op 17 Junie 1676 en kan gevind word in C. J. 780:Sententiën, 1652-1697, pp. 595-599. Vgl. verder vir hierdie saak C. J.2953:Conf. en Interrog., 1675-1676, p. 111 en C. J.2:Criminele en Civiele Regtsrolle, 1674-1688, p. 49recto, 12 Junie 1676. ↩
-
In die H.K. staan “chirurgijns”. Vgl. Verklaringe van chirurgijns in C. 329:Attestatiën, 1675- 1678, 27 Feb. 1676 en 26 Maart 1676, pp. 415-416 en 423-424. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
In die H.K. staan “bannissements”. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Nieteenstaande Joan Wittebol se misstap in 1674, word twee jaar later in ‘n brief van Goewerneur Bax melding gemaak dat aangesien Wittebol goeie kaarte van kuste en landstreke kan maak en ‘n uiters bekwame skrywer en landmeter is, hy deur Kommissaris Nicolaes Verburgh teen ƒ20 per maand in diens geneem is, asook omdat hy “zedert sijnen laasten val hem seer wel gecomporteert heeft”. (C. 498, deel I:Uitg. Stukken, 1676-1677, 16 Mei 1676, p. 170.) ↩
-
Simon van der Stel se jongste besoek aan die buiteposte het tussen 3 en 6 April plaasgevind toe hy met ‘n paar lede van die Politieke Raad te perd na Houtbaai gery het. (Vgl. V.C. 9:Dagregister, 1680-1683, pp. 52-55.) ↩
-
Vgl. pakklaat wat 8 April 1680 opgestel en 11 Junie daar aan volgende bekend gemaak is in C. 680:Origineel Placcaat Boek, 1652-1686, pp. 415-416 en wat oorgedruk is in dieKaapse Plakkaatboek1652-1707, deel I, p. 164. ↩
-
Vgl. bv. die plakkaat van 3-6 Desember 1670 in C. 680:Origineel Placcaat Boek, 1652-1686, pp. 278-279, wat oorgedruk is in dieKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, pp. 115-116. ↩
-
Vgl. plakkaat van 8 April 1680 in C. 680:Origineel Placcaat Boek, 1652-1686, pp. 409-411 wat oorgedruk is in dieKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, pp. 161-162. ↩
-
Hierdie verbod was alleen vir die vry houtsaers bedoel en is dus nie as ‘n algemene plakkaat uitgevaardig nie. ↩
-
Plakkate teen die willekeurige afbrand van gras is reeds deur Van Riebeeck uitgevaardig. Vgl. bv. die plakkate van 19 November 1658 en van 16 Desember 1661 in C. 680:Origineel Placcaat Boek, 1652-1686, pp. 115 en 175 asook die afskrifte in dieKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, pp. 46 en 70-71. ↩
-
Vgl. die plakkaat wat 8 April 1680 en 11 Junie 1680 bekend gemaak is in C. 680:Origineel Placcaat Boek, 1652-1686, pp. 415-416 en die afskrif in dieKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, pp. 163-164. ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusie. ↩
-
Blanko gelaat. Vgl. resolusie van 26 Maart-1 April 1677 waar die kontrak in extenso weergegee word. Die datum van ondertekening word nie vermeld nie. ↩
-
In die H.K. staan “ijmandt”. ↩
-
Die gekursiveerde woord is deur Andries de Man tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
In die H.K. staan “Indise valuatie”. ↩
-
Die 3 is onduidelik geskryf en gedeeltelik met die R verbind. In die H.K. staan 1 Rxrs. ↩
-
In die H.K. staan “de”. ↩
-
In die H.K. staan “alvorens”. ↩
-
Waarskynlik ‘n skryffout vir “is ‘t doenlijck”. In die H.K. staan “is doenlijck eenmael”. ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusie. ↩
-
Wat met hierdie vate gebeur het, kan verder nagegaan word in C. J. 2954:Confessien en Interrog., 1677-1685, pp. 303-307. ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusie. Die 20ste Junie het op ‘n Donderdag geval. ↩
-
Daar bestaan geen afsonderlike plakkaat waarin hierdie verbod bekend gemaak is nie. ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die res van die resolusie; “de Goehoop” sonder afkortingsteken. ↩
-
In die H.K. staan “pauwe rockx”. ↩
-
In die H.K. staan ” Charmandels tafadelas gingam”. ↩
-
In die H.K. staan “drongams”, wat volgens Van Dam doeke was van tweekleurige katoen, ook “dronggangs” genoem. ↩
-
In die H.K. is hierdie afkorting aangevul tot “dubbelt”. ↩
-
Eers het hier “coornharpen” gestaan. Die “n” is baie duideliker geskryf as die ander letters, maar dit kom voor asof dit daarna deurgehaal is, sodat daar “coorharpen” staan. In die H.K. staan ook “coorharpen” en later “coorwannen”, wat beslis foutief is. ↩
-
In die H.K. staan “pauwe rockx”. ↩
-
In die H.K. staan ” Charmandels tafadelas gingam”. ↩
-
In die H.K. staan “drongams”, wat volgens Van Dam doeke was van tweekleurige katoen, ook “dronggangs” genoem. ↩
-
In die H.K. is hierdie afkorting aangevul tot “dubbelt”. ↩
-
Eers het hier “coornharpen” gestaan. Die “n” is baie duideliker geskryf as die ander letters, maar dit kom voor asof dit daarna deurgehaal is, sodat daar “coorharpen” staan. In die H.K. staan ook “coorharpen” en later “coorwannen”, wat beslis foutief is. ↩
-
Die 21ste September het op ‘n Vrydag geval. ↩
-
Hierdie amptenaar was die seun van advokaat Carel Bureau van Brussel . Volgens sy eie verklaring was hy 31 jaar oud en het hy voor sy koms na die Kaap opgetree as “commis van de posten op Parijs “. Daarna was hy “vrijruijter” onder die “duc d’ Lorraijne” in Duitsland . In 1679 het hy, nog steeds volgens eie verklaring, deelgeneem in ‘n geveg teen Turenne . Aangesien hy ‘n “standaert” verower het, was hy volgens sy eie mening geregtig op bevordering tot cornet. Toe sy versoek geweier is, het hy oor Amsterdam Kaap toe gekom. In 1680 kom sy handtekening as eerste klerk onder dieAttestasiesvoor. (Sien C. 330: Attestatiën, 1679-1682, p. 176 asook CJ.2954:Conf. en Interrog., 1677-1685, pp. 295-296.) ↩
-
Die verhoor het eers op 11 Januarie 1681 begin en tot 27 Februarie 1681 aangehou. Vgl. CJ.2954:Conf. en Interrog., 1677-1685, pp. 295-336. ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusie. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Id. ↩
-
Die 17de November het op ‘n Sondag geval. Hierdie vergadering het waarskynlik op Maandag, 18 November plaasgevind. ↩
-
In die H.K. staan “gelt komen te geven”. ↩
-
“Bij” is verander in “aen” wat tussen die reëls geskryf is. ↩
-
“Affwesen” is deurgehaal en “aen” in die plek van “aff” tussen die reëls geskryf. ↩
-
Die bedrag is nie ingevul nie. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Geskryf in dieselfde skrif as die resolusie van 31 October 1680. ↩
-
Geskryf in ‘n handskrif wat nog nie vantevore in die resolusieboek voorgekom het nie. ↩
-
Sien C. 414, deel I,Ink. Stukken, 1679-1681, pp. 479-480. ↩
-
In die H.K. staan “gerief”. ↩
-
Eers het hier gestaan ” Engelse man”. Dieeis deurgehaal. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Na “schapen” is die woorde “die sij van de E. Comp. in leeninck genieten” deurgehaal. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. In die H.K. staan “mogen”. ↩
-
Na “te” is “hebben” deurgehaal. ↩
-
In die H.K. staan “bevonde”. ↩
-
Twee reëls is oopgelaat vir die name wat nie ingevul is nie. ↩
-
Jan Dirxe de Beer was afkomstig uit Wageningen en getroud met Anna van Veldhuysen. ↩
-
Die handtekeninge onder aan hierdie resolusie ontbreek, waarskynlik omdat die vergadering in die aand van dieselfde dag hervat is. ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusies. ↩
-
Die woord “b’ooght” is in ‘n ander handskrif as die res van die resolusie verander in “gesien”. Die skip het die hawe die volgende dag bereik. ↩
-
Dit was die Meerll , wat Texel saam met die America , die Naeltwijck en die Craanvogel verlaat het. Met uitsondering van drie of vier gesonde matrose was die hele bemanning siek. Nadat hulle in die hospitaal herstel het, was die skip op 11 Februarie 168l gereed om sy reis na Batavia voort te sit. (Sien V.C. 9:Dagregister, 1680-1683, pp. 193-194, 213 en 225.) ↩