C017 v1.20
C. 17, pp. 2-6.¶
Dinghsdagh {16840418} 18 April 1684, namiddag.
Den Commandeur Jan Hendrick Thim nevens alle de commanderende schippers der presente ter rheede leggende soo Indiaese als vaderlantse boodems op gisteren by den jegenwoordigen Raadt expres gecommitteert sijnde tot de visitatie van ‘t retourschip Europa ,1 daar aan alhier soo veel vertimmert en reparaetie sij geschiet als doenlijck is geweest, of ‘t zelve bequaam soude geoordeelt werden om de reijs gecombineert met de retourvlooth naar patria voort te zetten, of wel anders in ‘t geheel daer toe onbequaam mocht bevonden werden, soo heeft sijn E. heeden daar van in Raade overgelevert ‘t naa volgende getuijghschrift, luijdende als volcht:2
‘Op Maandagh den 17 April 1684 den Breeden Raat aan Cabo d’ Boa Esperance beroepen zijnde, bestaande uijt drie Commandeurs, de Raadtspersoonen van ‘t Fort de Goede Hoop en alle de twaelff commanderende schippers van de hier leggende scheepen, Is goetgevonden en verstaan dat den E. Commandeur Joan Hendrick Thim met de bovengenoemde schippers mitsgrs. alle de oppertimmerluijd[en] van de gedachte twaelf scheepen haar soude vervoegen aan het schip Europa , het selve te visiteeren ende besien soo veel als doenlijck was, Mitsgrs. de officieren en ‘t gemeene volcq van ‘t selve schip hooren ende spreeken om van desselfs bequaem of onbequamheijt wegens de aanstaande vaderlantse reijs te doen soodaenighen rapport als sijluijden volgens consientie3 ende schuldigen plicht ten dienst van de E.Compa. behooren te doen, en is sulcx als volcht: naadat alle de schippers en alle de oppertimmerluijden gesamentlijck ende elck in ‘t bijsonder het voors. schip besien, soo veel als doenlijck was, oocq alle de officieren van ‘t gedachte schip die oocq uijt den naam van ‘t gemeene scheepsvolcq gehoort ende gesproocken hebbende, sijn alle de boven geseijde schippers, officieren, timmerluijden ende scheepsvolcq alle een parigh over een gekomen, dat het boven genoemde schip Europa wel slecht bevonden wert, principaelijck voor in de boegh, doch niet teenemael onbequaam, off oordeelen dat het selve de reijs naa ‘t vaderlandt wel sal connen doen, ten waere datter ijts verborgen was, dat wij met onse oogen niet hebben connen sien ofte bereijcken. Onder stont:’
‘Aldus gedaan ende gevisiteert in ‘t selve schip Europa , den 17 April 1684.’
‘Was geteekent Jan Hendrick Tim, Marinus Stoop, Jan van Dorre, Jan Geleijn, Reijnier Schoute, Mourits Jacobsz, Jan van Velsen, Pieter Goetlandt, Andries Vertoolen, Jan Gerrits, Kornelis Keeleman, Jan Molenaar.’
Sulcx dien boodem door de gesamentlijcke zeevaerende g’assisteert door alle de timmerluijden van elcq schip naeuwkeurigh gevisiteert, mitsgrs. oock daar nevens gehoort ‘t advijs van de stierluijden, verdere officieren en gemeene mattroosen op voorn. Europa bescheijden, die ijder in ‘t bijsonder en oock gesamentlijcke verclaaren dien boodem bequaam is om in Compa. van de vlooth te repatrieeren, mits dat geen goederen of coopmanschappen die hier aan landt daaruijt gelicht sijn, weeder daarin sullen werden affgelaaden om dien boodem daar door niet te beswaaren, waarmede haar alle de gecommitteerde schippers voor soo verre confirmeeren, dat voor soo veel haar de constitutie van ‘t schip is aangewesen en gebleeken, sober hebben geconstitueert bevonden, doch niet teenemael onbequaam om de reijs van hier naar ‘t vaderlant te onderneemen, in voegen bij haar overgelevert rapport hier vooren breeder staat g’expresseert, weshalven naa voorgaande deliberaatie ten meesten dienst van de generaele Compa. metmeerderheijt4 van stemmen is goet gevonden en verstaan ‘t voorn. retourschip Europa in compangnie van de retourvlooth de reijs naa ‘t Patria te laaten onderneemen, mits dat tot het overbrengen van het principaelste retour bestaande in ongevaar 100 0005 lb. gesorteerde specerijen, 100 baalen Perciaamse zeijde, &a. en andere importable goederen reets daar uijt gelicht en alhier in de packhuijsen op gelecht, die men op ‘t selve niet en behoorde te risiceeren maar ander expedient uijt te vinden om de costelijcke waaren naa ‘t vaderlant te transporteeren en dien boodem voorts soo danigh voor de reijs te proviandeeren van het geene verders komt te benoodigen als de nootsaecklyckheijt is vereijsende.
Wijders in conformite van ‘t voorgie g’arresteerde in deliberaatie genomen sijnde op wat wijse de goederen en coopmanschappen uijt voorn. Europa alhier aan landt gelicht en die alhier tot merckelijcke schaaden van de Compa. niet behooren noch cunnen werden aangehouden, op ‘t gevoeghlyckst maenier6 en met de minste laste van de Comp. naa ‘t vaderlant sullen konnen werden overgebracht, Soo hebben voor eerst door vier gecommitteerde leede uijt dese vergaederingh, namentlijck den Heer Commandeur Jan Hendrick Thim, den capt. Jeronimus Cruse, de schippers Michiel van der Buijs en Mourits Jacobsz, de aanwesende retourscheepen laaten visiteeren om off aldaar eenige plaats tot berginge der voornoemde goederen hadden connen uijt gevonden werden, sijnde bevonden in alle de scheepen ‘t Huijs t’ Spijck , Stavenesse , ‘t Lant van Schouwen , Prins Wm. Hendrick de Derde , Adrichem en Westbroeck quaelijck ruijmte tot berginge van 7, 8 lasten goederen, dat dan noch niet soude cunnen geschieden als met groote belemmeringh van de overloopen van de scheepen, dat in desen dubieuse toestandt van zaaken in Europa voor al behoorde te werden vermeijt, om die costelijcke boodems daar door in geen ongelegentheijt te brengen, behalve het selve oock is strijdende tegens de expresse ordre onser Heeren Principaalen, sijnde oock gants niet apparent dat in de noch verwacht werdende retourscheepen uijt India eenige meerdere ruijmte als in dese scheepen sal werden gevonden, off overigh wesen, Soo is eijndelijck, naar veele voorgaande deliberaatie dierweegen gehouden, met eenparigheijt van stemmen tot betrachtingh van ‘s Comps. waaren intrest7 gearresteert en goet gevonden, tot overvoeringh van de importabelste goederen van specerijen, sijde, fijne leijwaaten &a., naa ‘t vaderlandt aan te leggen ‘t fluijtie Emmenes , welckers inlaadingh ten principaalen is bestaande in weijnigh volemnieuse goederen van touwerck, teer, pick en plancken &a. dat bequaemelijck in de presente aanweesende scheepen, die naa Battavia staan te vertrecken, sal konnen werden overgescheept, excepto ‘t ijser dat tot ballast daar in sal verblijven; en vermits de caneel uijt Europa door gecommitteerdens is bevonden vrij slecht en van weijnigh deucht, soo is meede g’arresteert deselve in Europa weeder aff te scheepen, en in plaats van dien aan Emmenes over te geven van de costelijckste packen tot desselffs volle en bequaeme ladingh toe, en ‘t voornoemde boodemtie, om geen veranderingh in de ladingh te brengen, te consigneeren aan de presidiaele Camer Amsterdam, sijnde tot het ontlossen en weder overscheepen der goederen, wedersijts gecommitteerdens gestelt.
Aldus geresolveert en g’arresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum antea.
[Signed:] S. v. STEL.
Den Commandeur J. H. Thim en heeft niet gestemt tot het anleggen van ‘t fluijtschip Immenes maer dat de goederen in de 6 andere retourschepen konden verdeelt werden.
[Signed:] JOAN HENRIC THIM.
[Signed:] S. SCHORER.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] JAN VAN DORRE
[Signed:] JAN GELEIJN.
[Signed:] MICHIEL VAN DER BUIJS.
[Signed:] ANDRIES VERTOLEN.
[Signed:] CORNELIS KEELEMAN.
[Signed:] RR. M. SCHOUTEN.
[Signed:] MOURIS JACOBSZ
[Signed:] PIETER GOEDLANDT.
[Signed:] JAN GERRITSZ
[Signed:] JAN MOLENAER.
[Signed:] JAN VAN VELSEN.
[Signed:] A. DE MAN, Rt. en Sects.
[Signed:] MARINUS STOOP.
C. 17, pp. 7-8.¶
Maandagh {16840530} 30 Maij 1684.
Aangesien den schipper van ‘t retourschip Oostenburgh , genaemt Jan Speelman, in ‘t harde weder op de Zuijder breete van 34 graden 55 m., alwaar ‘t schip Affrica is gebleven, met sijn chaloup is vermist, en naar alle apparentie verongeluckt en doenmaals desselfs plaats is gesupeleert met den tweede schipper van Alcmaar , genaamt Jan Salomonsz, die weijnigh daagen naa sijn arrivement alhier is overleeden, waar door dien boodem andermaal van een bequaam hooft is ontbloot geraackt, Soo is goet gevonden die vacante plaats weder met een wacker zeeman te zupeleeren, sijnde daar toe voorgedraagen en op de goede getuijgenis aangestelt den schipper van ‘t gemelte geblevene Affrica , genaamt Christoffel de Vosch.
De gewesene huijsvrouw van d’ Heer en Mr. Daniel Heijns,9 gewesene lidt in den achtb. Raadt van Justitie des Casteels Battavia en altans s.b.nacht der presente retourvloot, genaamt Isabella Maria van Veen, haar bij request aan dese vergaderingh hebbende g’adresseert, vervattende dat haar geduirende de reijs van Battavia tot herwaarts op ‘t retourschip Oostenburgh , alwaar jegenwoordigh op bescheijden en door de hooge regeringh tot Batavia op g’ordonneert was, waaren aangedaan veele cleijnigheeden en impertinente bejegeninge, die naar alle aparentie, wanneer van hier waaren gescheijden noch meer en meer stonden toe te neemen, zulcx wij haar versoeck op ‘t retourschip ‘t Wapen van Alcmar te mogen overgaan, hebben g’accordeert.
In consideraatie genoomen sijnde dat aen de meeste retourscheepen, in sonderheijt Oostenburgh , noch al vrij wat te timmeren en repareeren sal vallen eer die bodems in volcomen gereetheijt sullen connen werden gebracht, sullende ‘t maeken van de bouts en ander ijserwerck de meeste tijt naa sigh sleepen, zulcx naar alle apparenti[e] op sijn spoedighste noch 14 dagen zullen noodigh wesen alvooren de scheepen in volcomen gereetheijt sullen connen werden gebracht, en d’ wijle d’ ordinarij tijt reets soo verre is verloopen, Soo is g’arresteert de voorn. retourscheepen niet langer als tot den 15 der aanstaand[e] maant aan tehouden, In hoope dat de vice Commandeur Cansius10 met d’ Burgh van Leijde[n] inmiddels zal te voorscheijn comen, om met de vlooth gecombineert van hier te vertrecken, waa[r] aan bij d’ jegenwoordige constitutie van tijden voor den dienst van de generaale Compa. veel geleegen leijt.
Den schipper van ‘t admiraals schip d’ Ridderschap van Hollandt , genaamt Jacob Cool, tot te meerder defentie van sijn schip, in Raade versocht hebbende om vier ijsere stucken canon, schietende ijder 8 lb. bals, Soo is hem toegestaan deselve van ‘t aanwesende fluijtschip d’ Cryghsman , naa Battavia gedestineert, over te neemen.
Aldus g’ressolveert in ‘t Casteel d’ Goede Hoop, datum ut antea.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] DANIEL HEINS.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] J. COOL
[Signed:] S. V. D. BERGH.
[Signed:] CORNELIS LOEFHOUWER.
[Signed:] CORNELIS SMAN.
[Signed:] AND. DE MAN, Rt. en Sects.
C. 17, p. 9.¶
Dinghsdagh {16840620} 20 Junij 1684.
Door de Heer Commandeur in Raade voorgedraage zijnde hoe dat om reedenen bij onse resolutie van de 19 Januarij deses jaars in ‘t breede g’expliceert doenmaals was goet gevonden om bij placcaat op hooge penaliteijt te interdiceeren en verbieden dat geene wijngaardeniers eenige de minste wijnen sonder expres schriftelijck consent van de overigheijt aan de pachters of eenige andere mochte vercoopen, maar aangesien ‘t seedert dien tijt door de pachters van de Caapse wijnen soodaenigen sleet en vertier in dat wel gewilde nadt hebben gehadt, dat de Compa. voor present niet langer machtigh is haar daar meede te connen gerieven en dat uijt dien hooffde de pachters naederhandt soude connen doleeren en klachtigh vallen dat haar niet was gepermitteert geweest om haar gerieff bij de particuliere wijngaardeniers te soecken, weshalve naar voorgaande overweegingh is goet gevonden, de meer gecitteerde Caapse wijnpachters van nu af aan weder toe te staan om Caapse wijnen te mogen tot haar gerieff op coopen. En op dat deselve hier vangeenignorantie soude connen pretendeeren, zullen alomme desen aangaande biljetten werden g’affigeert.12
Aldus geresolveert en g’arresteert in ‘t Casteel d’ Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] JAN BABTIST.
[Signed:] AND. DE MAN, Rt. en Sects.
C. 17, p. 10.¶
Maandagh {16840701} 1 Julij 1684.
Den luijtenant, Jan Babtist Dubertijn, aan d’ Heer Commandeur sigh g’addresseert hebbende en genegen getoont om seecker ‘s Comps. woonhuijs, altans bij hem bewoont werdende, staande en gelegen in dese Tafelvaleij omtrent ‘s Comps. paardestal, wel eer door den E. Heer Out Gouverneur Isbrant Goske van dese en geene oude matrialen opgemaeckt en tot een brouwerij geprojecteert, en naderhant tot een woonhuijs g’approprieert, tot een redelijcken prijs te coopen en de wijle aan ‘t gemelte woonhuijs jaarlijcx al eenige oncosten dienen besteet, sonder dat de Comp. daar eenige voordeelen van gaudeert, en oversulcx niet anders als tot laste van d’ Comp. is streckende, Soo is na genoomen deliberatie goet gevonden ‘t voorn. woonhuijs den voorn. luijtenant Babtist over te laten voor de somma van ƒ900 contant in ‘s Comp. cassa te voldoen.14
Aldus gedaan en geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] AND. DE MAN, Rt. en Sects.
C. 17, pp. 11-13.¶
Maandagh {16841002} 2 October 1684.
Met ‘s Comps.15 vaartuijgh jongst van ‘t Robbeneijland geretourneert ons tijdingh toegecoomen zijnde hoedat alle ‘s Comps. besettelingen, soowel gecommandeerde als gecondemneerde seer swaar met de berberij of lammigheijt waaren besogt, in dier voegen dat het grootste gedeelte van dien het t’ bedde moeten houden, dat niet alleen plaats heeft in de menschen, maar na men ons van daar adviseert, zoo waaren aldaar met de voorne. quaal oock geplaagt all de schaapen, hoenderen, duijven en in ‘t generaal, sonder onderscheijt, alle ‘t vee dat aldaar is. Soo is goet gevonden en verstaan de gecommandeerde en gecondemneerde die aan de voorne. quaal zijn, met het eerst van daar retourneerende vaartuijgh herwaarts te laaten op coomen, om alhier gecureert en tot haar voorige gesontheijt gebraght te werden, mitsgrs. om inmiddels ‘t gesagh aldaar te voeren, in plaats van den impotenten sergeant die aldaar als hooft resideert, een bequaam corporaal derwaarts te senden om aldaar tot nader gelegentheijt ‘t gesag te voeren.
Door den baas timmerman van de Comp., Adriaan van Braakel,16 in Raade gedemonstreert zijnde hoe dat hij door wijlen den Gouverneur Bax, saliger, in den jaare 1677 over en ter saacke van ‘t maacken van een houte tafeltie door den doenmaligen fiscaal deeser residentie, Mr. Tobias Vlasvath, en dat buijten tijts sonder prejuditie van de Comp. op sijn soldij reecq. was belast voor 3 maanden gagie, sonder forma van proces en eenelijck door een simpele ordonnantie bij den voorne. Gouverneur saliger op de winckelier gepasseert, en dewijle hem was te vooren gecoomen dat de voorne. Vlasvath de 100 Rdr. waar voor hij bij de Heer Bax saliger te dier oorsaacke meede op reecq. was belast, op sijn voorgaende klagten door de Heeren onse Principalen in ‘t Patria weder sijn gerestitueert, soo versogt hij meede dat hem de voorne. drij maanden gagie weeder mogte werden goetgedaan, waarop dan gelet en vervolgens in consideratie genoomen zijnde, hoe haar hoog Ede. in ‘t Patria bij haare generale missive van …17 niet alleen hebben toegestaan om aan de voorne. Vlasvath de bewuste 100 Rdr. naeder uijt te keeren, maar daar en booven in de maxime daar omtrent gehouden, geensints het beste genoegen coomen te neemen, en dewijl de saak en belastinge van de voorne. baas timmerman met dat van den meergemelte fiscaal van een endeselve natuir zijn, soo is goet gevonden dat hem de voorne. drij maanden gagie door de Compa. weeder sullen werden gerestitueert.
Aldus gedaan en geresolveert in ‘t Casteel d’ Goede Hoop ten dage, maand en jaare voors.18
En was geteeckent Simon van der Stel, Jeronimus Cruse, Jan Babtist Dubertijn en Andries de Man, Raet en Secretaris.
C. 17, pp. 14-18.¶
Woensdagh {16841108} 8 November 1684.
Presentibus d’ Hr. Commandeur Simon van der Stel, Arnout Muijckens, oppercoopman,19 Jeronimus Cruse captain, Meijndert Pruijs, schipper op Waterlant , Andries de Man fiscael, Theunis de Hoop schipper van Baaren , Jan Babtist Dubertijn luijtenant.
Door den E.Hr. Commandeur in loco ter vergaderingh voorgedraagen sijnde hoe dat de Ede. Heeren Bewinthebberen ter vergaderinge van de 17n bij der selver generade missive sub dato 29 November 1683 op onse gedaane voorstellinge van hier hebben gelieven consent te draagen dat men bij paresse van den althans hier aanweesende Raadt Ordinair en Commissaris deeser residentie, de Edle. Hr. Rijckloff van Goens,20 met sijn Ede. soude delibeereren [sic] om een besendingh van hier nae ‘t eijlant Madagascar te doen, ter plaatse in onse generaele missive van den 18 April oa. passado aangeweesen, leggende op de Z.b. van 20 gr. en gegiste lencte van 62 gr. 37 m. daar geseght wert opulentie van slaven en rijs voor een civile en geringe prijs soude te becomen zijn, doch aangesien deordinarijtijt binnen deese vaste kust door reght toe naer de voors. plaatse lange verloopen is, en dat de toght als nue soodanigh niet soude kunnen ten effecte gebraght werden en eghter evenwel nootsaackelijck slaaven tot bevordeningh van den hoogh nodigen lantbouw en andere wercken vereijschen, Soo is door sijn E. den Commandeur voorne. (op de authorisatie van Hoogh E.Hr. Commissaris Rijckloff van Goens21 , vermits desselffs continueele indispositie) in Rade geproponeert, dewijle ‘t fluijtie Bhaaren nue hier ‘t seedert eenigen tijt vrughteloos ter rheede geleegen heeft, of het selven niet soude cunnen op gelijcke wijsen als in den jaaren 1678 ‘t jaghie d’ Elisabeth gedaan heeft, van hier nae Magelagie meede geleegen aan gemelte eijlant Madagascar op de Z.Bte. van 15 graden 30 mt. en gegisten lenckte van 71 gr. 40 mt. despescheeren22 omme aldaar ten minsten soo veel leijffeijgenen te negotieeren als de schaarsheijt van tijt en gelt sall willen toelaaten, gemerckt opgemelte Magelage voor Mexicaanse Spaanse realen ‘t geheele jaar door, hoewel d’ eene tijt beeter als d’ ander, slaven te becoomen sijn, waar op voor eerst gehoort sijnde ‘t advis van de respe. schippers, ten deesen fine de vergaderinghe g’assumeert, behelsende dat men in deese tijt van ‘t jaar meergemelte Magelage sonder swaarigheijt beseijlen kan, mits de cours soodanigh aanstellende als de zeijlaas ordere voor die van ‘t jaght Elisabeth geconcipieert door desselffs opperhoofden aghtervolght en met gewenst succes volbraght largo dicteert. Soo is daar op wijders met eenparige stemmen goet gevonden en geresolveert dat het gemelte fluijtie Bhaaren , hoe eer hoe liever, derwaarts gedepescheert sall werden, sullende de opperhoofden van dien d’ cours, ingevolge den instructie en zeijlaas ordere van de Elisabeth voornt., over ‘t eijlant Mouritius stellen, soo wel om verseeckert in hun gissen te sijn, als om daar eenige benoodightheeden te brengen en weederom soo veel plancken in te neemen als tot beddinghs voor de slaaven, op Madagascar te negotieeren, van nooden sullen sijn, steeckende van voorne. Mouritius dan wijders om de N.O.hoeck van meergeme. Madagascar nae Magelage voors. omme aldaar soo veele slaaven in te handelen als eenighsints doenlijck sall zijn, mits dat die voorsightigheijt gebruijckt wert in ‘t vertrecken vandaar dat genoeghsaam staat maacken cunnen omme voor ‘t verloop van ‘t Z.O. mouson en ten langsten in de maant Maij des aanstaanden jaars 1685, wederom alhier te weesen. Sullende wijders tot de toght soodanigen cargasoen vervaardight werden als daar toe van nooden en hier in voorraat is, principael bestaande in 2000 stux Mexicaanse stucken van aghten, wijl Compagnies cassa tot ons leetweesen van geen meerder getall dier stoffe geprovideert is. Voor de rest parthij negroscleeden, fotas, snaphaanen, buscruijt &a. om te sien off men23 het laastgenoemde oock jets te marchandeeren vallen can, schoon de ervarentheijt genoeghsaam geleert heeft dat op dick gemelte Magelage niet als contanten getrocken werden.
Aldus geresolveert in ‘t Casteel d’ Goede Hoope, datum ut supra.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ARNOLDO MUIJKENS.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] MEIJNDERT PRUIJS.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] THEUNIS DE Hoop.
[Signed:] A. V. BREUGEL JR., Secrts.
C. 17, pp. 19-39.¶
Dingsdach {16841128} 28en November anno 1684.
Den25 Edle. Heer Rijckloff van Goens, Ordinaris Raet van Nederlants India, den Raet geconvoceert en door zijn Edle. daer in voorgedragen zijnde hoe haer Ho. Edle. de Heeren gecommitteerde Bewinthebberen ter vergaderinge van de 17ne zijn Edle. bij opene Commissie hadden gelieven te qualificeeren om deese residentie als Commissaris te visiteeren, doch dat zijn Edt. tot noch toe, vermits desselfs continueele dangereuse indispositie, niet in staat is geweest om hem met de zaecken van d’ Comp. alhier te connen bemoeijen, maer present onder Godes genadigen zeegen soo veel kragten gekreegen om over de nootsaeckelijckste requisitien ten meesten dienst van d E.Comp. te connen delibereeren, oversulx op zijn Edts. ordre door den Commandeur van der Stel aen zijn Edle. was overgeleevert een memorie in sich vervattende verscheijde poincten, en eerstelijck hoe tot noch toe gants oneijgentlijck en tegens de maxime van de E.Comp. door den Commandeur voornt. de administratie der pachuijsen onder zijn Es. opsigt en verantwoordingh zijn waergenoomen, daer zijn E. nochtans met zijn eijgentlijcke bedieningh daeglijx genoegsaem is geoccupeert om den dienst van d’ E.Comp. alhier na behooren te benaerstigen, en insonderheijt den hoogh nootsaeckelijcken lantbouw en ‘t geen verders tot het welweesen en voortplantingh van deese Colonie is requireerende, en overzulx gants nodich dat zijn E. daer van wiert ontlast en een bequaem man als tweede persoon toegevoegt om zijn E. in alle voor-vallende gelegentheeden te cunnen adsisteeren en die men daer nevens de administratie van ‘s Comps. pachuijsen gerustelijck derffde aenvertrouwen, waer toe sich heeft aengepresenteert en daerom versogt den ondercoopman Andries de Man, althans pl. fiscael en Secretaris, die lange jaren hier geresideert en nu deese laeste en voorige bedieningen bij hem bekleet, volcomen contentement ende preuven van zijnen ijver en goede conduijte heeft getoont, Soo is na voorgaende rijpe berade ten meesten dienste van d’ E. Comp. goetgevonden ende g’arresteert meergem. de Man als tweede persoon deeses Commandements aen te stellen en om hem nu deesen dienst te animeeren op desselfs versoeck te defereeren de qualiteijt van coopman met een maendelijxe besoldinge van ƒ80 en vordere appendente tractement als zijn predecesseur heeft genooten, mits gehouden blijvende, vermits expiratie van zijn verbonden tijt, om van nu aff aen de E.Comp. noch drie jaren te dienen.
Door ‘t optreeden van den opgem. de Man als secunde persoon, meede open en vacant zijnde komen te vallen de plaets van fiscael in loco, welcke gedieningh met een bequaem persoon weder dient te werden gesuppleert, tot hanthavingh der Justitie en weeringe van alle particuliere handelingen, zijnde gevolglijck daer toe gepromoveert den ondercoopman Albert van Breugel, althans g’eligeert Secretaris, zijnde ‘t secretarisschap weeder gedeefereert aen den adsistent Johannes Guiljelmus d’ Greevenbroeck,26 welcke beijde persoonen tot het waerneemen van haere respective bedieninge van goede capaciteijt zijn.
Geconsidereert den presenten winckelier Joannes Mulder,27 een soldaet zijnde, gants oneijgentlijck tot die bedieningh is gevordert en ‘t beste genoegen ontrent ‘t waerneemen van die functie niet en comt te geeven, Soo is verstaen hem daer van te dechargeeren en in zijn plaets te stellen den geweesene negotie boechouderen packhuijsmeester28 Cornelis Linnes, mitsgaders tot guarnisoen boechouder Jan Hendrick Blum29 als die bediening nu al eenigen tijt meede tot volcomen genoegen bekleete-waergenomen hebbende.
In aenmerckinge genoomen en d’ Edle. Hr. Commissaris voornt. voorgestelt zijdnu de bouwvalligheijt van de presente water coornmoolen,30 waer door en wel ten prine cipale dat deselve geensints op een bequame plaets door ‘t continueel gebreck van water om te malen in ‘t Z.Ooster of drooge zaijsoen is g’extrueert, de presente molenaer qualijck maghtigh is om soo veel coorn te malen als de Comp. maendelijx tot spijsinge van ‘t guarnisoensvolcq nodich heeft, en dienvolgende niet vermoogens om de particuliere huijshoudings en de borgers in ‘t generael te connen gerieven, waer over dagelijx groote klagten en doleantien ontstaen, weshalven met gemeen advijs is verstaen dat men bij de eerste gelegentheijt, wanneer de materialen en ‘t houtwerck daer toe noodich in voorraet is versamelt, een nieuwe water coornmoolen sal opregten, ‘t zij in de Tafelvaleij aen of ontrent ‘t gebergte of elders, daer men sal oordeelen ‘t gantsche jaer genoegsaem water te weesen om continueel te connen malen, dat de Comp. en de perticuliere tot genoegen g’accordeert zullen connen werden, waer meede oock sal weesen voorgekomen ‘t ongerieff dat de passeerende scheepen in ‘t waterhalen door de moolen veeltijts insonderheijt in ‘t drooge zaijsoen comen te lijden.
Insgelijx door den Commandeur van der Stel aen zijn Edle. voorgestelt sijnde hoe dat de schapen van de Comp. door aenteelt jegenwoordich tot een groot getal waren g’augmenteert en geen hocken genoech in weesen zijn om deselve en insonderheijt de jonge lammeren in ‘t reegenzaijsoen voor sterfte te conserveeren, en dienvolgende van nootsaeckelijckheijt dat op eenige plaetsen, alwaer goede en bequame wijde is, eenige hocken tot berginge voor de schapen werden opgeregt, Soo is goetgevonden ende verstaen dat almeede met de eerste gelegentheijt, dewijle de Comp. geen sonderlinge onkosten daerom sal behoeven te dragen, vier stux zodanige schapenhocken te laten extrueeren, namentlijck een aen de Clapmuts tot berginge van 2000 schapen, een in Hottentots Holland van gelijcke groote, een aen de Rietvaleij om duijsent bocken te connen plaetsen, mitsgaders een aen seecker oort, de Cuijlen gent., insgelijcx om 1000 moerschapen onder ‘t dack te connen bergen, waermeede in ‘t reguart van de sterfte onder ‘t gemelte vee veel sal uijtgewonnen werden.
Dewijle d’ Edle. Heeren Majores in ‘t Patria ons bij haer Ho. Edle. successive brieven hebben gelieven aen te schrijven van daer voortaen met geene houtwercken en insonderheijt plancken zullen connen werden versien, alsoo de scheepsruijmen daer toe te costelijck vallen, dewijle het haer Ho. Edle. doorgaens aen plaets in de scheepen comt te mancqueeren, daer wij nochtans alhier tot de nodige reparatie en andere voorvallen ons doorgaens om plancken verleegen vinden, daer wij ons gerieff uijt de bosschen noch tamelijck van soude connen magtigh werden, bij aldien een bequaem saagmoolentje daer toe aen de hant hadde, ‘t welck almeede voor nodich wert aengesien, maer dewijl men alhier vooreerst met ‘t maacken van ‘t geen reets g’arresteert is, genoech te doen sal hebben, sonder om andere wercken, soo langh deselve niet t’ eenemael g’absolveert zijn, de gedagten te mogen laten gaen om niet alles te gelijck overhoop te halen, goet gevonden dat men de gedagten daer van soo lange sal moeten afwenden en daermeede, tot na den gelegentheijt wanneer men de handen ruijmer heeft, supercedeeren.
Aengesien van groote nodigheijt wert geconsidereert dat een handich, en wel beseijlt vaertuijch continueel alhier aen de hant is, om bij voorval van scheepen die alhier aencomen, en somwijlen door haer meenigvuldige dooden en impotenten niet magtich zijn om haer selven te connen redden, of dese bhaij te beseijlen, gelijck Godt betert verscheijde exempelen daer van zijn dat Comps. scheepen door zodanige toevallen in de uijtterste extremiteijt en gevaer zijn geweest, sonder dat men alhier een wel beseijlt vaertuijgh aen de hant heeft, om bij zodanigen occurentie tot adsistentie met volck en verversingh daer op uijt te senden, waer toe de twee aenweesende groote chialoupen door haer slegte en gants sobere zeijlagie t’ eenemael onbequaem en niet bruijckbaer zijn, Zijnde overzulx goetgevonden en verstaen dat men met de eerste gelegentheijt van hier na ‘t vaderlant de Heeren onse principalen deese zaeck sal voordragen, met versoeck dat haer Ho.Edle. geliefte magh weesen om ons met een handigh en wel beseijlt galjoot, groot 30 a 40 lasten, te versien om ten fine voors. en daer het wijders ten dienste van d’ E.Comp. toe nodich sal werden geoordeelt, gebruickt te werden.
Zijnde wijders in aenmerckinge genoomen hoe dat men door de successive gedane landtochten noortwaert van de Caap ‘t zeedert twee jaren herwaerts, op de aenwijsingh van seecker capn. der Namacquaese natie, is aengeweesen een Cooperbergh , geleegen op de zuijder breete van … gr … min31 . De erts door de onse die derwaerts zijn geweest van daer gebragt en door den Commandr. van der Stel gesmolten zijnde, verclaert zijn E. deselve seer rijck van cooper te hebben bevonden, en dienvolgende van merite dat de Comp. dat werck bij derhant nam, alsoo daerin goede voordeelen schijnen te resideeren doch daer teegen weder geconsidereert dat de erts off het minerael om de verre gelegentheijt der plaets en moeijelijckheijt der weegen genoegsaem onmogelijck in qt.32 vandaer over den lantwegh sal connen werden herwaerts gebragt, maer ondersogt sal dienen te werden off men te water de erts van daer wel soude connen afhalen en herwaerts brengen, dat volgens ‘t voorgeeven der meergem. natie bequamelijck soude connen geschieden, dewijl de bewuste Cooperbergh niet boven 7 a 8 mijlen van de zeestrant soude weesen geleegen en boven dien een bequaem baaijtje off inham tot berginge van kleen vaertuijgh soude leggen, Soo is goetgevonden om de waerheijt van ‘t een en ander te ontdecken, met de eerste gelegentheijt een hoecker off ander vaertuijch, dat daer toe aen de hant sal weesen, in ‘t kenteren van ‘t mousson, te weeten in de maent April, derwaerts aff te senden, om langs de wal met de als dan noch waijende oostelijcke winden tot de voors. plaets aff te sacken, en na gedaen ondersoeck wegens de constitutie, cituatie der plaets, en hoe verre de voorn. Cooperbergh te landewaert is geleegen en met wat faciliteijt de erts aldaer aen strant soude connen werden gebragt of wel in ‘t geheel zulx niet doenelijck oordeelende met de noorde winden herwaerts te koomen. Welcke voijagie bequamelijck in 3 a 4 weecken sal connen werden afgeleijt, na welck gedaen ondersoeck men eerst bequaem sal weesen om hier ontrent finalijck te resolveeren en waer op alvoorens na gegeeven advijs van de ware geschapentheijt dier zaecke aen de Heeren onse Principalen in ‘t vaderlant haer Ho. Edle. advijs sal moeten werden afgewagt, om dat werck met kragt bij der hant te neemen, of in ‘t geheel te declineeren.
Den luijt. Jan Babtist Dubertijn, in de maent Julij deeses jaers van de Comp. gekogt hebbende seecker woonhuijs, staende ende geleegen in deese Tafelvaleij bij ‘s Comps. paerdestal, sonder dat tot dato daer van een erfbrieff aen hem is verleent, waerom als nu is versoeckende, zijnde hem gevolglijck g’accordeert dat daer vansal werden33 t’ zijner behoeve verleent een grontbrieff in forma, inhoudende de groote van 616 roeden en 8 voeten.
Woensdagh 13en December anno 1684.
Het retourschip de Burgh van Leijden in comp. van d’ deesen jaerse retourvloot van Batavia vertrocken, en in het harde weeder dat dien bodem nevens ‘t vordere gros van de vloot op de zuijder breete van 34 gr. en min. 46 heeft beloopen door de swacheijt over ‘t geheele corpus van ‘t schip het niet langer hebbende connen gaende houden, en gevolglijck genootsaeckt geweest op te duwen en de steeven na ‘t eijlant Ansuarij te wende, alwaer tot het kenteren van ‘t mousson winterlaegh heeft geleegen en met het doorwaijen van de oostelijcke winden van daer na herwaerts vertrocken, den 14en der gepasseerde maent November, gode zij danck, behouden alhier g’arriveert, althans in die staet is dat de reparatie en vertimmeringh die daer aen voor het aenneemen van sijn vaderlantse voijagie nodich sal dienen gedaen te werden, binnen weijnige dagen t’ eenemael sal connen weesen g’absolveert en overzulx volcomen in staet om met den eersten zijne verdere reijse van hier na ‘t Patria te connen vervolgen; en aengesien tot merckelijcke prejuditie van de Comp. is streckende, dat dien costelijcken bodem met soo een importabel capl. alhier lange soude werden opgehouden, en de gelegentheijt van dien bodem geensints is geconstitueert om laet en tegen ‘t winterzaijsoen op de custen van ons vaderlant (om ‘t quade weeder dat men aldaer in die tijden can beloopen) te komen, en onsen staet althans onder godes genadigen zeegen met alle Europiaensche coningen en vorsten in vreede blijft continueeren, volgens de jongste advijsen ons daervan uijt ‘t vaderlant toegekomen, en dienvolgens niet nootsakelijck dat desselfs vertreck tot de comste van de retourvloot wert gedeclineert, alsoo ten voors. opsichte geen swarigheijt behoeft te werden gemaeckt om dien bodem alleen na ‘t vaderlant voor af te laten vertrecken, Soo is naer voorgaende rijpen berade goet gevonden en g’arresteert het voors. retourschip, de Burgh van Leijden , niet langer als tot ulto. Januarij des aenstaende jaers alhier aen te houden en als dan, in Godes name, zijne reijse na ‘t vaderlant te laten vervolgen, wanneer gedurende de reijse ‘t bequaemste weeder heeft te verwagten en vroegh in de somer in ‘t vaderlant sal connen weesen; ‘t welck wij oordeelen met den meesten dienst van d’ E.Comp. te quadreeren.
Aengesien de questien en verschillen mitsgaders jalousie die der in de laeste jaren sijn ontstaen met de Caepse wijn aen twee bijsondere persoonen den een in ‘t district van de Tafelvaleij en den anderen buijten ten platten lande te verpagten,34 om ‘t welcke voortaen te prevenueeren d’ Edle. Hr. Commissaris na voorgaende ingenomen advijs, vermits de ordinarij tijt van verpagtinge soo na op handen was, bij zijn Edle aenweesen een preuf genomen met de voorn. Caepse wijn aen een persoon alleen te verpagten om de voorgaende doleantien en klagten voor te comen en te gelijck meteen alle d’ andere verpagtinge bij die gelegentheijt voor ‘t aenstaende jaer meede te doen voortganck neemen, sonder egter voor de ordinarij tijt van pmo. Januarij aenvanck te neemen, waer door nu is ondervonden dat de voorn. Caapse wijnpagt, met aen een persoon alleen te verpagten, merckelijck meerder als de voorige jaren heeft gerendeert, en gesteijgen is tot een somma van ƒ9900,35 overzulx meerder als ‘t laeste jaer of oijt voorheen een somma van ƒ3600, dat een groot verschil is en waer door alle de voorgaende dispuijten en questien zijn voorgekomen, weshalven met gemeen advijs is g’arresteert dat de voorn. Caepse wijnpagt voortaen alle jaren aen een alleen en geen twee bijsondere persoonen in ‘t openbaer aen de meest biedende sal werden verpagt, sonder dat d’ E.Comp. haer in ‘t toecomende sal hebben te bemoeijen of in te laten met de wijn van de particuliere wijngardeniers op te koopen, maer dat de pagter vrij sal staen zijn gerief bij de particuliere te soecken tot zodanigen prijs als sij met malcanderen zullen connen accordeeren, waermeede alle de voorgaende discrepantien zullen blijven geweert en d’ E.Comp. onderwijle meerder voordeelen daer bij gaudeeren.
De Heemraden aen Stellenbosch haer bij request aen d’ Edle. Heer Commissaris hebbende geaddresseert van inhoude dat de Coloniers ter voors. plaetse nu twee jaren herwaerts een soberen oegst aldaer hebben gehadt en ‘t gezaeij deesen jare weder seer slegt was geslaegt, en door een zoort van luijsen bij na t’ eenemael vernielt, indiervoegen dat de meeste lantbouwers qualijck haer zaetcoorn, en andere niet het minste van haer gezaeij zullen cunnen inoegsten, waer door de Coloniers aldaer, en insonderheijt veele onvermogene onder deselve, soo grooten schade hebben geleeden als zij in twee jaren bij een goet gewasch sullen connen te boven komen, met versoeck aen d’ Edle. Heer Commissaris dat zij ten dien opsichte van den thiende aen de Comp. op te brengen voor een jaer langer als haer zulx bij ‘t aenweesen van zijn Edt. den Heere Gouverneur Genl. van Goens zaliger in den jaere 1682 was toegestaen, mogte werden g’excuseert, vermits zulx deesen jare quam te expireeren; welck gantsch billijck en gefondeert versoeck bij den Edle. Heer Commissaris in consideratie genomen zijnde, hebben wij haer sulx niet connen weijgeren, en overzulx goetgevonden alle de lantbouwers aen voors. oort Stellenbosch genaemt, noch voor een jaer langer als haer zulx is toegestaen van den thiende van haer gewasch aen d’ E.Comp. op te brengen, t’ excuseeren en de voorige gestelde tijt een jaer langer te prolongeeren, om de luijden in haer geleedene schade eenigermaten in ‘t gemoet te komen, dat ‘t werck van den ackerbouw noch al meerder sal recommandeeren.
Den adsistent Adriaen van der Stel,36 de plaets van dispencier althans becleedende, zijnde de soon van den presenten Heer Commandeur Van der Stel, bij request aen meergedagte Edle. Heer Commissaris verthoont hebbende zijne genegentheijt om uijt den dienst van de Comp. ontslagen en in vrijdom gestelt te mogen werden, om hem met de culture alhier te mogen erneeren, Soo is goet gevonden hem bij deesen zijn versoeck te accordeeren met vergunning van soo veel bequaem lant in eijgendom als hij sal connen beheeren, zijnde oock wijders geleth op de gedane intercessie van verscheijde ‘s Comps. dienaren dat haer meede mogte werden vergunt lant in eijgendom, waertoe deese en geene beweeghredenen werden geallegeert, namentlijck dat bij het toestaen van landerijen aen ‘s Comps. dienaren die doorgaens meerder als veele deeser arme borgers van vermoogen zijn, de voortplantingh merckelijck soude accresseeren, en haer soo verre daer aen verobligeeren dat zij niet als tot haer merckelijcke schade van hier soude connen vertrecken, en overzulx tot de verdere culture haer buijten den dienst van de Comp. begeeven, sonder dat de Comp. van haer eenige de minste laste soude behoeven te dragen, maer in tegendeel indertijt daer bij proffiteeren en oock meede andere onvermoogene borgers de hant connen bieden; dat jegenwoordich de Comp. genootsaeckt is te doen. Waer uijt soude volgen dat de Colonie merckelijck soude werden verbeetert en aenwassen, waer op het nootsaeckelijck, soo de Comp. haer gewenst oogmerck sal bereijcken, en te gelijck om de Coloniers buijten laste van de Comp. te connen doen bestaen, moet werden aengeleijt; zijnde ten opsichte van de voorgaende g’allegeerde goede consideratien de hier ontrent gedane instantie voor soo geheel niet ongerijmt aengesien, maer dewijl den Heer Commandeur en Raet in loco bij haere jongste generale missive in dato 30en April deeses jaers aen d’ Edle. Heeren Maijores37 reets ontrent deese zake haer hoog Edle. approbatie hebben versogt, soo wert in middels door d’ Edle. Heer Commissaris aen de dienaren van de Comp. toegestaen een stuck lant voor de geene die zulx begeeren, provisioneel uijt te kiesen om bij haer zodanich besaeijt en beplant te werden, als een ijder sal te rade werden, wanneer de Heeren Maijores in ‘t Patria dit met haer approbatie zullen comen te verstercken.
Insgelijcks door den Eerw. Joannes Overnij,38 bedienaer des Goddelijcken Woorts te deeser plaetse, bij request aen d’ Edle. Heer Commissaris verthoont zijnde, hoe nu ruijm een jaer zijn eerste vijffjarich verbant was komen te expireeren en dat tot onderhoudingh van den godtsdienst aen Stellenbosch 9 a 10 uren van ‘t Casteel in ‘t land een kerckje aengetimmert, werwaerts sijn Eerw. verscheijde maalen in ‘t jaer genootsaeckt is de visite te gaen doen, en oock bij vervolgh van tijt ‘t hoogwaerdich sacrament des avontmaels moeten uijtdeelen, met versoeck dat zijn Eerw. ten dien opsichte eenige augmentatie van gagie mogte werden toegevoegt, Soo is sijn Eerw. toeseggingh gedaen dat met de eerste gelegentheijt sijn versoeck ontrent de Heeren Principalen sal werden voorgedragen, gelijck als bij desen geschiet om daer over bij haer Ho. Edle. in ‘t Patriagunstelijckgedisponeert te werden.
Den Edle. Heer Commissaris meede te vooren gekomen zijnde, hoe dat door de pagters, tappers en andere baetsoeckende menschen te deser plaetse de vaderlantse als Indische ganckbare spetien van gemunt gelt, soo in gout als silver, verre beneeden de waerde taxeeren en niet hooger van de passeerende scheepsvrunden willen aenneemen, als tot zodanige lage prijsen als zij met de selve weeder aen andere te ver-verwisselen goede advancen sien te behalen, gelijck de zodanige 18, 19, a 20 pr. cto. doorgaens daer bij komen te proffiteeren, tot merckelijcke schade en nadeel van de geene die daer bij geintresseert zijn, directelijck strijdende tegens de goede maxime van de republijcq onser lande, en dienvolgende zodanige ongehoorde practijcquen niet langer behooren noch connen getollereert werden, maer aengesien men alhier geen kennisse heeft tot wat prijs volgens de Indische valuatie alle gangbare spetien door de Hooge regeeringh van India sijn gestelt, en bij d’ Comp. werden aengenornen, Soo is goetgevonden met d’ eerst van hier te vertrecken staende scheepen na Batavia, haer Ho. Edle. om het jongst daer ontrent beraemde reglement te versoecken, om bij bekomen van dien, alhier tot narigtinge te dienen en in practijcq gebragt te werden, mitsgaders ‘t voorgaende ingekroopen misbruijck bij placcaet scherpelijck te interdiceeren.39
Bij resumptie van de jongste generale missive van de vergaderinge van de Heeren 17ne aen den Commandeur en Raet in loco in dato 24en Junij deeses jaers40 onder andere bij d’ Edle. Heer Commissaris aengemerckt zijnde ‘t ongenoegen dat haer Ho. Ed. toonen te hebben ontrent ‘t geene den Commandeur maendelijx tot zijn perticuliere mesnagie uijt het magazijn of pachuijs geniet, soo aen provisien, drinckwaren &a., met bijgevoegde expressien dat ‘t selve alle maet en reegel te buijten gaet, als geconfereert hebbende met ‘t geene voorgaende Commandeurs, selfs Gouverneurs, hebben gehadt of genooten tot onderhoudinge van haer tafel, verswaert mette officieren van de gaen en komende scheepen, sonder dat het daermeede eenige comparatie soude hebben, om ‘t welcke na te sien en met de negotieboecken te confronteeren den Edle. Heer Commissaris gecommitteerdens heeft gestelt, die bij geschrifte hebben overgeleevert haare bevindinge, waer bij comt te blijcken dat haer Ho. Edle. in ‘t Patria ontrent dit poinct zijn g’abuseert, alsoo geen excessen volgens ‘t geene bij de negotieboecken daer van is aengeteeckent hebben connen uijtgevonden werden, zijnde selfs bevonden minder te bedragen als ‘t geconsumeerd[e] van de vorige Commandeurs.41
Oock wijders door d’ Edle. Heer Commissaris nagesien en geresumeert zijnde de boeckjes soo van de weescamer als d’ diaconij, dewelcke zijn Edle. in goede ordre heeft bevonden, en in sonderheijt uijt de laeste, aengemerckt den presenten staet van de Caapse armen, die bij zijn Edle. aenweesen in den jare 1681 in deselve qt. als Commissaris in soo groote vervallen veragteringh waren gebragt, dat doenmaels van ‘t geheele capl. geen duijsent gl. effectieff in weesen wiert bevonden, en ten dien opsichte door zijn Edle. wel en te regt g’ordonneert dat men sich voortaen soude hebben te wagten om van ‘t armegelt tegens alle regt en reeden soo liberael te desponneeren, gelijck voorheen was geschie[t]42 ‘t Zedert welcke tijt door de goede voorzorge van de Heer Commandeur beneffens de besorgers der armen ‘t uijtgesette capl. meest aen de onvermogenste deeser borgers a deposito verleent, soo verre is ingevordert dat jegenwoordich bij de cassa van de armen effectieff aen contanten gelde in weesen wert bevonden de somma van ƒ10000 dat een merckelijck verschil is en nu weijnigh quade debiteurs komen te mancqueeren, zijnde door den Heer Commissaris voornt. de diaconen gerecommandeert in haer daer ontrent getoonden iver en vigilantie te continueeren op dat het armegelt niet onbehoorlijck werde geadministreert en uijtgereijckt als aen zodanige arme ledematen deeser gemeente als men na conscientie sal nodich oordeelen dat d’ diaconen tot haer verantwoordingh blijft aenbevoolen.
Den vrijburger Willem van Dieden, nevens desselfs comp., bij request hebbende tragten te beweeren haer gepretendeert octroij van alleen te zijn geprevilegieert om op ‘t Dassen , en d’ daer ontrent geleegen eijlanden in de Saldanhia bhaij , robben om traen van te branden te mogen schieten, nevens de vrije visserij aldaer, waer van de leverantie aen de Comp. heeft moeten geschieden, gaudeerende voor ijder halffaem traen ƒ10 en voor ijder hondert pont ingesoute visch ƒ3:12: maer dewijl haer vaertuijgh waermeede de gem. eijlanden hadden bevaren deesen jare was komen te verongelucken, en dienvolgende onmagtich om haer traenbranderij en visserij op de voorn. eijlanden te connen vervolgen, mitsgaders dat de regeeringh in loco voor reeck. van de Compe. dat gedoente deesen jare aen haer selfs hadden genomen tot haer suppte. groot nadeel, versoeckende derhalven dat haer weder als voorheen agtervolgens haer gepretendeert octroij mogten werden vergunt haer traenbranderij en Visserij op de voorn. eijlanden alleen vrijel. te mogen vervolgen, sonder dat de Comp. haer daermeede soude hebben te bemoeijen, maer aen haer t’ eenemael overlaten, daer teegen aengemerckt dat dit voorgegeeven en gepretendeert octroij door de suppten. niet en can werder verthoont off onder de papieren van de Comp. alhier ter Secretarij berustende, te vinden is, en dienvolgende niet apparent dat aen haere predecesseurs, die de voorn. traenbranderij en visserij is vergunt, een zodanich octroij sal weesen verleent, maer eenelijck door de overigheijt alhier tot weederseggens en soo lange de Comp. g’oordeelt heeft daer bij geen prejuditie te lijden daer in consent gedragen, gelijck de Comp. al bij het geeven van een zodanich octroij niet verder daerin soude gehouden weesen, en overzulx maer een toelatingh en gunst, dat men haer tot noch toe onverhindert daerin heeft laten continueeren, gelijck de voorn. van Dieden oock selfs bekent, en dat de Comp. de voordeelen, die de meergem. traenbranderij en visscherij affwerpt, selfs kan proffiteeren, in plaets van jaerlijx omtrent ƒ4000 tot betalinge van de geleeverde traen en visch uijt haer cas te missen, als geen of weijnich onkosten daer om behoeven te draagen, hebbende de Comp. twee groote zeijlchialoupen aendehant, die buijten haer ordinarij emploij daertoe connen gebruijckt werden, den sergt.43 nevens 4 matroosen ten voors. opsichte en tot het continueel vangen van visch tot spijsinge voor ‘s Comps. lijfeijgenen in de Saldanhiabhaij geplaest, vereijsschen aldaer meede tot bewijs van ‘s Comps. wettige possessie bij aencomst van eenige vreemde Europiaense natien, en tot commoditeijt van ‘s Comps. eijgen scheepen die aldaer komen te vervallen, weshalven de voorn. van Dieden en zijn Compagnons pretensie ongefondeert, en volgens de redenen hier vooren daer van gegeeven schadelijck voor de Compe. is aengesien, en dierhalven goetgevonden en verstaen hem sijn gedaen versoeck te ontseggen, gelijck bij deesen geschiet, met dien verstande nochtans dat ‘t huijs bij hem op ‘t Dasseneijlant aengetimmert, en althans bij d’ Comp. aldaer in gebruijck, bij onpartijdige luijden sal getaxeert en volgens de waerde door de Comp. aen hem werden goetgedaen.
Zijnde door den Edle. Heer Commissaris aen den Commandeur en den Raet in loco gelast en g’ordonneert om in geschrifte aen zijn Edle. over te leeveren een pertinent verhael hoedanich het sigh heeft toegedragen ontrent het gepasseerde van ‘t Engelse schip de Joanna , in den jare 1682 b’oosten de Caep verongeluckt, sonder dien aengaende ijets te verswijgen, waer op zijn E. en den Raet van antwoort bij een deductie t’ haerder dechergie hebben gedient, indiervoegen gelijck als de selve in ‘t breede is inhoudende en daer bij kan nagesien werden.
Wijders meede gelet zijnde op ‘t gedane versoeck van den soon van de Heer Commandeur van der Stel in vrijdom gelargeert, om op zijn vergunt lant in eijgendom een vogelcooij te mogen maken om aldaer alderhande wilt gevoogelte te vangen, sonder dat ijemand anders in vijff uiren distanctie daer ontrent in ‘t ronde in toecomende soude werden toegelaten meede een zodanige voogelcooij te moogen maecken, oock niemant gepermitteert werden om op 500 roeden in ‘t ronde daer ontrent te schieten, soo en indiervoegen gelijck als in ons vaderlant in gebruijck is; en dat hem daer nevens noch mogte werden vergunt de vrije visserij in de Bhaij Fals en oock permissie om alderhande gevogelte en wilt te mogen schieten, sonder dat het selve verder als alleen in zijn persoon en sijn wettige descendenten sal plaets grijpen, sonder dat ‘t gemelde lant aen andere met deese prevelegievan ‘t schieten alleen44 sal mogen werden verkogt, Soo is zijn versoeck hem g’accordeert, dewijle d’ Comp. noch eenige particuliere daer bij geen prejuditie comen te lijden.
Omme te komen tot besparinge van den rijst, waer van bij ‘t opneemen van de pachuijsen in deese maent niet meer als 20 lasten in voorraet zijn bevonden, waermeede tot rantsoen van ‘s Comps. slaven uijtterlijck niet langer als voor 5 maenden connen toereijcken en ‘t secoers van rijst uijt India door het een of ander onbekent obstacul soude connen comen te ontstaen, en oversulx daer op geen vasten staet is te maken, behalven dat het meede daer op sal moeten werden aengeleijt om den rijst uijt Indien in toecomende te connen excuseeren, en de Comp. te ontlasten van de sware equipagie die met ‘t senden van een expressen bodem uijt India jaerlijx moet werden gedragen, dewijl na gemaecte calculatie door de Comp. deesen oegsttijt niet veel minder graanen staen te werden jng’oegst als men tot spijsinge van ‘t guarnisoen en ‘s Comps. slaven in ‘t jaer sal nodich hebben, behalven dat bij de magazijnen jegenwoordich noch 400 mudde van dat graen in voorraet is, en het vervolgens van jaer tot jaer daer op sal moeten werden aengeleijt om soo veel graanen door de Comp. te werden gesaeijt dat men daer uijt d’ordinarij maendelijxe rantsoenen sal connen vinden, waer toe de apparentien leggen selfs om noch grooter quantiteijt jaerlijx te connen ougsten, maer aengemerckt dat de slaven, aen den rijst gewoon zijnde, niet ten eersten haer tot het broot zullen connen gewennen, dat met langhsaemheijt moet werden ingevoert, en in die gewoonte zijnde gebragt, meerder voetsel van ‘t broot als den rijst zullen trecken, soo is g’arresteert dat van pmo. Januarij aenstaende voor rantsoen aen de slaven sal werden uijtgedeelt de helft broot en d’ andere helft rijst.
Het hoeckertje de Wagthont bij de Edle. Heeren Maijores in ‘t Patria volgens aenschrijven van der selver missive in dato 29en November geprojecteert45 om bij aen comst alhier, wanneer de goederen daer in voor de Caep afgeladen, daeruijt gelost soude weesen, met de eerste gelegentheijt van hier direcktelijck na de westcust van Sumatra af gesonden te werden, ten fine om de aldaer in gereetheijt zijnde erts in zodanigen quantiteijt aff te halen als haer Ho. Edle. derwaerts hebben g’ordonneert en daer meede met d’ eerste geleegentheijt weeder direcktelijck teruch na ‘t vaderlant te werden gesonden, om noch deesen jare te connen repatrieeren, dogh door desselfs ongemeene lange reijs van 8 maenden suckelens, bevoorens dat alhier is aengekomen, de ordinarij tijt verstreecken en ‘t oogmerck dat haer Ho. Edle. daermeede hebben voorgehadt voor soo verre verijdelt zijnde, dewijl ‘t selve nu na de westcust afgesonden werdende, doch niet eerder als teegens ‘t aenstaende jaer vandaer teruch soude connen keeren, soo is voor den meesten dienst van de Comp. aengesien ‘t gemelte bodempje met de eerste geleegentheijt van hier direcktelijck na Batavia aff te senden, om bij verscheijningh aldaer door de hooge regeeringh van India weegens desselfs emplooij zodanich gedisponneert te werden, als haer Edle. zullen gelieven goet te vinden.
D’ equipagiepachuijsen, en ‘t geen daer aen dependeert, nu al ruijm twee jaren door den luijtt. Jan Babtist buijten zijn militaire dienst tot goet genoegen provl. waergenoomen zijnde, soo wert den selven bij deesen in die bedieningh geconfirmeert.
Aldus gedaen, g’arresteert ende geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoope, ten dage, maent en jare voors.
Ter ordonnantie van d’ Edele Heer Ordinaris Raet en Commissaris deeser residentie Rijckloff van Goens.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] ARNOLDO MUIJKENS.
[Signed:] JAN BABTIST.
C. 17, pp. 40-42.¶
Maendach den {16850205} 5en Februarij anno 1685.
Dewijle46 de g’arresteerde tijdt, wanneer wij geresolveert hebben om ‘t retourschip, de Burgh van Lijden , van hier naa de havenen van ons vaderlant te laten affgaan als nu is coomen te verschijnen, en naderhant van d’ cust Chormandel in retour voor ‘t vaderlant nogh alhier is coomen arriveeren ‘t gehuurde jaght d’ Juffr. Anna , mitsgaders de brieven en papieren aan de Heeren onse Principaele in gereetheijt zijn, soo geeft den Edle. Heer Commissaris van Goens den Raadt, g’assisteert met de schippers van de voorn. bijde retourbodems noghmaals in delibiratie [sic] offer eenige reedenen sijn, die ons van onse voorgaande resolutie, deesen aangaande genoomen, soude connen doen altereeren, om de voorn. bodems naa de principaele retourvlooth uijt India langer te houden, om met deselve gecombineert van hier t[e] connen vertrecken, gelijck haar Edle. de Hooge regeringh van India bij haare missive van dien 16 Augustus des vergangen jaars aan den Edle. Heer Gouverneur en den Raadt tot Chormandel in ‘t reguart van de Juffrouw Anna hebben gelieven te ordoneeren. Waar van aan den Commandeur en den Raadt in loco mede is advertentie gegeven, doch aangemerckt ‘t selve t’ eenemaal reflexie heeft op de becommerlijcke gedaghten die haar hoogh Edle. hebben gehadt noopende de onvredige tijden van onsen staat in Europa , die nu met de seeckere tijdingh van den treves47 zijn coomen te cesseeren, en geen vasten staat op de retourvlooth uijt Indien is te maacken, welckers comst nogh een geheele maant of langer soude connen aanloopen waar bij dan nogh gereeckent de ordinarij leghdaagen van deselve hier ter rheede, waar door de voornoemde bodems nogh een geruijmen lijdt soude moeten werden opgehouden tot merckelijcke lasten van de Comp. sonder dat selve, om d’ voorn. g’allegeerde redeenen48 van eenige nootsaacklijchijt can werden aangesien, te meer ‘t retourschip, de Burgh van Leijden , volgens d’ verclaaringh der schippers Nouters en Speelman altants49 soo verre is gerepareert en vertimmert dat sonder de minste becommeringh de voijagie naa ‘t vaderlant sal connen afleggen, en alsoo bequaam door haar daar toe wert g’oordeelt als de Juffr. d’ Anna off eenige andere bodem soude connen weesen, weshalven naa noghmaale genoomen rijpe delibiratie, voor den meesten dienst van de Compe. met eenparige advisen is geresolveert en goetgevonden bij onse voorgaande resolutie in ‘t geheel te blijven persisteeren, en de voornoemde bijde50 retourbodems sonder verder tijdtsversuijm op morgen (in Godes Naam) haar rijse naa ‘t vaderlant te laaten vervolgen.
Aldus gearresteert en geresolveert aen Cabo de Boa Esperance aen ‘t huijs Rustenburgh , dato uts.
Ter ordonnantie van de Edle. Heer Commissaris Van Goens, ANDS. DE MAN.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] BARTHOTONIS NOUTERS.
[Signed:] JAN BABTIST.
[Signed:] JAN GERRITSZ.
[Signed:] JAN SPEELMAN.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROECK, Secret.
Koloniaal Archief No. 3998, p. 1136.¶
Saturdagh den {16850324} 24en Maart anno 1685.
Bij resolutie van den10en deeser maent zijnde g’arresteert de Batavische retourscheepen na die van Ceijlon en d’ Romeijn uijt Bengale niet langer als tot den 20en deeser lopende maent alhier op te houden, soo zijn inmiddels de Ceijlonse retourscheepen Silversteijn en Coeverden en Langewijck den 11 en en 13en courant alhier behouden comen in te vallen, en nevens de verdere retourscheepen in staet gebragt om op den nader geprefigeerden tijt van den 24en courant de vaderlantse voijagie te onderneemen, Waer op ‘t gehuerde schip de Romeijn uijt Bengale deesen morgen voordagh, soo als wij de retourscheepen meenden haer depeschie te geeven, meede alhier comende te arriveeren, Soo is door den Edle. Heer Ordinaris Raet en Commissaris Van Goens voorgestelt off men niet om verscheijde consideratien tot te meerder securiteijt van ‘s Comps. rijck daer in geladen retouren ter somma van ƒ420616:6 onse voorgaende resolutie soo verre behoorden te altereeren en ‘t vertreck van de vloot soo lange te traineeren, dat dien bodem in desselfs comp. van hier kan vertrecken, te meer den schipper staet maeckt binne 4, off uijterlijck 5 dagen in gereetheijt te zullen connen weesen; waer op met aendagt gedelibereert zijnde, soo hebben haer alle de leeden deeser vergaderingh met zijn Edle. voorstel eenparigh geconfirmeert; zullende inmiddels alle bedenckelijcke debvoiren werden aengewent om dien bodem soo tijdich vaerdich te krijgen, dat de vloot bij bequaem weeder en wint noch voor het uijteijnde van deese maent sal connen onder zeijl gaen, wanneer d’ ordre van d’ hooge regeeringh van India in ‘t reguart van de vloot in zijn geheel sal voldaen weesen.
Aldus gedaen, g’arresteert en geresolveert in ‘s Comps. thuijn Rustenburgh aen Cabo de Boa Esperance, ten dage, maent en jare als vooren. Was geteeckent ter ordonnantie van d’ Edle. Heer Commissaris van Goens Gillis Borremans,52 Ete. Clercq, Simon van der Stel, M. van Luchtenburgh,53 I. van Schinne,54 I. Munnick,55 Carel de Manveljo, Barent Visser, Adriaen Muts, Pr.Rande, Gerrit Krieck, Carsten de Gilde, Adn.Ammans, Andries de Man, J. Cruse, Jan Babtist en Gillis Borremans, Ete. Clercq. Accordeert Caep de Goede Hoope, den 29 Maert 1685, Gillis Borremans, E. Clercq.
C. 17, pp. 43-58.¶
Donderdagh {16850405} 5en April anno 1685.
Door56 d’ Edle. Heer Commissaris van Goens ter vergaderinge voorgestelt zijnde de swacheijt van den jegenwoordigen Politijcken Raet deeser residentie en dat deselve met een a twee bequame persoonen, soo men die daer toe conde uijtvinden, nootsaeckelijck diende te werden versterckt om in alle occagien met te meerder omsichticheijt en overlegh de belangens van de Comp. te connen helpen dirigeeren, hebbende daertoe niemandt anders connen uijtgevonden werden van de daer toe vereijste bequaemheijt als den fiscael Albert van Breugel, die dan tot een meede lit deeser vergaederingh is aengestelt, om vortaen naest den luijt. Jan Babtist in Rade cessie te neemen.
Insgelijx in consideratie genomen zijnde de swacheijt van den Justitieelen Raet deeses Casteels, en dat ‘t gem. collegie van een bequaem persoon Secs. meede onvo[o]rsien is, waer toe tot een meede lit is voorgedragen en aengestelt den dispencier, Joan Blesius, die meede tot nader occagie is gedefereert ‘t ampt van Secretaris van opgem. collegie.
Aengesien alhier tot noch toe niet is gevolgt off in practijcq gebragt een regte methode omtrent ‘t openen en nasien der medicamenten, die uijt ‘t vaderland voor deese residentie werden gesonden, Soo meede in ‘t reguard van de verstreckingh aen de medicinale winckel, om welck ingecroopen misbruijck te redresseeren, is goet gevonden en verstaen, dat vo[o]rtaen op den ontfangh van de medicamentkisten deselve ten overstaen van gecommitteerdens zullen werden geopent, naergesien en met de catalogus daer nevens overgesonden, geconfronteert in presentie en bijweesen van den administrateur, wanneer daer van aen de medicinale winckel geen verstreckingh sal werden gedaen als op schriftelijcke ordonnantie de qt. en qualiteijt van ijder inhoudende om ‘t ware costende van dien bij de negotieboecken jaerlijx te connen afschrijven.
In aenmerckinge genoomen dat ‘s Comps. hospitael alhier vrij cleen en tot het vereijste accommodemt. van de impotenten van de passeerende scheepen in verre na niet groot genoegh noch bequaem is, waer door dan dickmalen is comen te gebeuren bij aencomst van veel scheepen, die met groot getal impotenten zijn beladen, dat men genootsaeckt is geweest de siecken hier en daer op afgeleegen en daertoe onbequaeme plaetsen te logieren, sonder dat die miserabile menschen ‘t vereijste gemack heefft connen aengedaen werden, zijnde nochtans een van de essentieelste belangens van d’ Ed. Comp. te deesen plaetse, dat ‘t volck van de passeerende scheepen spoedich gereconvalisceert en bij haer gesontheijt soo veel als doenelijck geconserveert werden, om de scheepen in hare verdere reijse na Indien en ‘t Patria daer na tot excessive lasten van d’ Comp. niet op te houden, daer dan hoog nodich in diende te werden versien, te meer zulx voor ‘t meerder gedeelte met ‘t besolderen van ‘t voorn. hospitael en eenige weijnige veranderinge met geringe costen voor d’ Comp. soude connen werden geremedieert en bequaem gemaekt tot berginge van 200 menschen, en oversulx de helft meerder als jegenwoordich daer in te connen werden gelogieert, na ‘t project daer van opgemackt en heeden in Rade verthoont en nagesien, Weshalven met eenparige advijsen is g’arresteert ‘t hospitael na ‘t opgemelte project te veranderen, mitsgaders doorgaens te besolderen met de in voorra[e]t zijnde plancken van 1 1/2 duijm; soo meede onder off beneeden de vloer tot aen de beddingen te beleggen met de hier meede in v[o]orraet zijnde cust vloersteenen; de plaets, nu tot berginge van eenige equipagie goederen dienende, meede aen ‘t hospitael zullende werden getrocken, om dat de plaets der impotenten tot te meerder gemack aen malcanderen sal weesen, zullende de equipagiemeester werden aen de westzijde van ‘t gem. hospitael een andere plaets nevens het daerbij staende afdack werden ingeruijmt, zijnde wijders nevens de presenten regenten den capn. Jeronimus Cruse, den fiscael Albert van Breugel, tot meede regent aengestelt om benevens den opperchirurgijn te helpen besorgen dat de impotenten wel getracteert en d’ ordres aldaer in goede observatie werden gehouden.
Dewijle ons door de vrijluijden, die nu en dan met communicatie en consent van den Heer Commandeur gelicentieert werden tot sustentatie harer familien in ‘t land zeekoeijen en ander wilt te gaen schieten, verscheide clagten te vooren komen over de onveijligheijt der wegen en passagien in ‘t land der Soeswase natie off Hottentots met ons Neederlanders feijtelijck aen te tasten, mitsgaeders van beesten, wagens, ja selfs van ‘t leeven te berooven, onder voorwendingh dat ‘t selve door een natie, Obiquas gent., wert gepleegt, daer nochtans niet sonder reedenen de voornt. Soeswase natie ‘s Comps. g’allieerden werden gesuspecteert haer daer onder te vermengen, en zodanige roverijen en geweltpleegingen uijtvoeren, off ten minsten de voornoemde Obiquas daer in komen te assisteeren, gelijck noch jongst door eenige onser vrijluijden is ervaren, daer nochtans in voorige tijden ‘t gemelde Soeswase lant gantsch veijligh en sonder de minste schroom is te passeeren geweest, Soo is tot weeringe van alle vordere onheijlen en geweltpleegingen met gemeen advijs goetgevonden en g’arresteert den capn. off hooft der voorn. Soeswase natie, die sigh present alhier noch aen ‘t Casteel bevint, te doen injungeeren en aenseggen dat vo[o]rtaen die ordre in het district van zijn land sal moeten stellen, dat niemand van onse Europianen vo[o]rtaen zodanigh aldaer werden gejegnet off in eeniger maniere qualijck gehandelt, off dat bij contrarie bevindinge hij capn. gehouden sal weesen ons dien aengaende satisfactie en voldoeninge te geeven.
Veerder57 door d’ Edle. Heer Commissaris gelet zijnde dat de vrije ingeseetenen alhier, en in sonderheijt de onvermogenste die de Comp. met beestiael assisteert om den lantbouw met te meerder vigeur te connen voortsetten, sonder haer om de voldoeningh van dien noch voor eerst lastigh te vallen, haer niet ontsien het beestiael dat haer door de Comp. in maniere voors. wert verstreckt, sonder consent en op prive authoriteijt aen anderen verre beneden de waerde weeder vercoopen, tot prejuditie en nadeel van de Comp. om aen haer guarant te comen, wanneer zodanige vrijluijden maer naer occagie wagten om met de retourscheepen van hier naer ‘t vaderland te geraken, gelijck noch jongst met de vloot eenige zodanige haer fugatieff hebben begeeven, soo is goet gevonden bij placcaet58 strictelijck te interdiceeren en verbieden dat vo[o]rtaen niemand deeser vrij ingeseetenen sal vermoogen eenigh groff beestiael off schapen aen malcanderen te vercoopen als met voorgaende communicatie en gedragen consent van de ovrigheijt alhier, op verbeurte van ‘t verkogte beestiael voor den vercooper, ten proffijte van d’ Comp. en confiscatie van de coop penningen, die daer voor zullen weesen g’accordeert voor den cooper te appliceeren a uso, gelijck ‘t placcaet ten dien eijnde te concipieeren breeder sal tracteeren en inhouden.
Met aendagt gereeflecteert59 zijnde hoe gantsch oneijgentlijck en tot prejuditie van ‘t ampt van den fiscael voor eenige jaren is ingevoert een vreemde maxime van ‘t stellen van een schiltwagt op ‘t hooft off d’ ordinarij aencomstpla[e]ts van de chialoupen en boots van de ter rheede leggende scheepen tot de visite en aenhoudingh van alle goederen, niets exempt, datter aen lant wert gebragt ‘t zij dat de Comp. off ijemant anders daer bij prejuditie leijt off niet, en aengesien ‘t selve gants niet is convenieerende met ‘t respect en d’ authoriteijt van den fiscael daer door zijn vereijste gesach benomen wert, en ‘t stellen van zodanigen schiltwagt vreemde gedachten soude connen geeven, soo is verstaen den voornoemden schiltwagt van daer in te trecken, blijvende van ‘t officie van den fiscael op den aen en inbrengh van alle particuliere goederen, tot prejuditie van d’ Comp. scherpelijck te letten, en doen letten, mitsgaders tegens contraventeurs na de ordre van ‘s Comps. welgestelde mandaten te procedeeren, zullende ‘t doen van de patrolje door een corporael met 6 soldaten bij nagt de zeestranden bij ‘t aenweesen van scheepen hier ter rheede werden gecontinueert, oock selfs wanneer geen scheepen hier soude mogen weesen om den fiscael bij nagt in voorvallende occagie in zijn ampt te adsisteeren, waer den selven zulx soude mogen noodigh oordeelen.
Maendagh 9en April anno 1685.
Aengesien den veltwagter de toesigt over ‘t gedoente der vrijluijden die haer buijten ten platten lande onthouden, is aenbevoolen, maer nadien deselve soo verre van den anderen verspreijt leggen, voor hem niet mogelijck is op alle deselve d’ vereijste pertinente toesigt te connen houden, waer door de gestelte ordres dickmalen werden overtreden en gevioleert, weshalven goet gevonden en verstaen is, hem noch 2 soldaten t’ zijner adsistentie bij te voegen, en deselve met eenen te qualificeeren om nauwe toesigt te houden over ‘s Comps. buijtenposten, daer ‘t vee is geplaest, en om den gemelte veltwagter, genaemt Claes Pietersz, daer toe te meerder luijster en aensien te geeven en in zijn trouw te animeeren, is hem gedefereert de qte. van sergiant met ƒ24 per maent onder een drij jarich verbant, zijnde wijders meede verstaen dat de respective hoofft officieren van de militie, namentlijck den capt., luijtenant en vendrich, om de veertien dagen bij beurten de posten daer ‘s Comps. beestiael geplaest is, zullen visiteeren, om door dat middel de schaep en beeste wagters alle quade handelingen te beletten.
De pagtpenningen van de Caepse wijn van den gepasseerden jare 1684 van de respective wijnga[e]rdeniers voor reecq. van den pachter Gerriet Victor60 door de Comp. bij mannier van executie ingevordert ter somma van ƒ…61 en tot noch toe pl. in ‘s Comps. cassa gesequestreert gehouden; Soo is goet gevonden en verstaen den voorn. Gerriet Victor62 de voornoemde regtmatige gepretendeerden pagtpenningen zullen werden uijtgekeert, te weeten voor ijder halffaem schonen wijn ‘t voorgaende jare g’oust63 ƒ3 invoegen hem volgens ‘t aengegaen contract met de Comp. wettelijck is competeerende, onvermindert nochtans ‘t regt en de pretentie, die de g’interesserte64 nopende de voornoemde pagtpenningen tegens den voorn. Victoor, off ijemand anders soude vermijnen te hebben, zullende de overige ingevorderde penningen dienen tot voldoeningh van de gevallen oncosten na welcke opgemackte declaratie ‘t verdere overschot aen de g’jntresseerde ijder na rato weeder sal werden uijtgekeert.
Wijders meede geconsidereert zijnde hoe dat bij ‘s Comps. cleedenpachuijs en in de winckel zijn berustende een parthij goederen bestaende in lijwaten, laken, chergiestoffen, hoeden, kousen, schoenen &a. mitsgaders brandewijn en arracq, die door haer langh leggen bij de pachuijsen verstickt, vergaen en van de mot sijn beschadigt, andere door de hoogh daer op gestelte advancen noijt vercogt hebbende connen werden, welcke goederen door haer langer leggen in de packhuijsen noch al verder g’infecteert en op ‘t laest niets waerdigh zullen comen te werden, om welcke reedenen is verstaen de pachuijsen van alle de voornoemde goederen te suijveren en deselve bij openbare venditie aen de meestbiedende te vercoopen, volgens de memorie door den administrateur daer van opgemaeckt en hier ingelast:
‘Memorie van d’ onderstaende goederen die bij de packhuijsen en winckel sijn berustende en die nootsaeckelijck sullen dienen vercogt te werden, namentlijck:’
‘
Uijt de negotie packhuijsen: | |||
30 | ps. fijne zalempouris costende incoops ƒ8:05:- ijder | ƒ247:10:- | |
7 | Guinees lijwaet a ƒ7 ijder | ƒ49:-:- | |
80 | stx. mouris als | ||
20 | stx. fijne a ƒ4:15:- | ƒ95:-:- | |
60 | stx gemeene a ƒ5 | ƒ300:-:- | ƒ395:-:- |
17 | groove parcallen a ƒ2 | ƒ34:-:- | |
1 | pr. zijde cousen | ƒ13:-:- | |
3 | gestreepte gingams a ƒ4:18:14 | ƒ14:16:10 | |
1 | goude alegia | ƒ53:18:- | |
16 | stx. vlaggedoeck a ƒ2:17 | ƒ45:12:- | |
19 | ps. Bredaese vilten a ƒ2 | ƒ38:-:- | |
15 17/64 | lb. Indische zijde a ƒ11 | ƒ167:18:07 | |
Uijt de vivres magasijnen | |||
42 1/16 | kelder witte brandwijn | ƒ1157:- :- | |
1 | leg[g]er brandewijn | ƒ630:-:- | |
1 | do. annijs arracq | ƒ390:-:- | |
Uijt de winckel | |||
7 1/2 | @ lacken a ƒ7:10:- | ƒ56:05:- | |
7 1/2 | @ lacken a ƒ7 | ƒ52:10:- | |
6 5/8 | @ do a ƒ9 d' ei | ƒ59:12:08 | |
1/2 | @ do tot ... | ƒ4:05:- | ƒ172:12:08 |
3 3/4 | @ chergie Engelsz a ƒ3 d' @ | ...... | |
1 1/2 | do modese af 2 d' el | ƒ3:-:- | ƒ14:05:- |
50 1/4 | Haerlemmer droget a ƒ3: 4 d' @ | ƒ160:16:- | |
52 | stx. gingams als | ||
25 stx. gestreepte gingams a ƒ14 't ps. comt | ƒ350:- :- | ||
27 fijne dromgams a ƒ18 comt | ƒ486:-:- | ƒ836:- :- | |
13/24 | gros fijne rocx | } knoopen | ƒ9:05:- |
17/24 | do wambuijs | ƒ9:18:06 | |
2 3/4 | do haire rocx | ƒ12:07:08 | ƒ31:10:14 |
1 | pr. catoune[^65] kousen | ƒ6:10:- | |
1 | pr. zayette dos. | ƒ6:-:- | |
1 | pr. vrouwe dos. | ƒ3:10:- | |
3 | pr. Islantse a ƒ1 't pr. | ƒ3:-:- | |
transportere | ƒ4469:19:07 | ||
18 | ps. hoeden als | ||
16 ps. do. a ƒ4:10 | ƒ72:-:- | ||
1 ps.do. | ƒ5:-:- | ||
1 ps. kinder do. | ƒ7:-:- | ƒ84:-:- | |
2 | ps. roaense mutsen | ƒ2:-:- | |
6 1/2 | lb. Indische zijde a ƒ20 't lb. | ƒ130:-:- | |
7 | ps. negros kleedtjes a ƒ1:05:- | ƒ08:15:- | |
4 | ps. coutenijs a ƒ24 | ƒ96:-:- | |
Somma | ƒ4790:14:07 |
Uijt de negotie packhuijsen: | |||
30 | ps. fijne zalempouris costende incoops ƒ8:05:- ijder | ƒ247:10:- | |
7 | Guinees lijwaet a ƒ7 ijder | ƒ49:-:- | |
80 | stx. mouris als | ||
20 | stx. fijne a ƒ4:15:- | ƒ95:-:- | |
60 | stx gemeene a ƒ5 | ƒ300:-:- | ƒ395:-:- |
17 | groove parcallen a ƒ2 | ƒ34:-:- | |
1 | pr. zijde cousen | ƒ13:-:- | |
3 | gestreepte gingams a ƒ4:18:14 | ƒ14:16:10 | |
1 | goude alegia | ƒ53:18:- | |
16 | stx. vlaggedoeck a ƒ2:17 | ƒ45:12:- | |
19 | ps. Bredaese vilten a ƒ2 | ƒ38:-:- | |
15 17/64 | lb. Indische zijde a ƒ11 | ƒ167:18:07 | |
Uijt de vivres magasijnen | |||
42 1/16 | kelder witte brandwijn | ƒ1157:- :- | |
1 | leg[g]er brandewijn | ƒ630:-:- | |
1 | do. annijs arracq | ƒ390:-:- | |
Uijt de winckel | |||
7 1/2 | @ lacken a ƒ7:10:- | ƒ56:05:- | |
7 1/2 | @ lacken a ƒ7 | ƒ52:10:- | |
6 5/8 | @ do a ƒ9 d' ei | ƒ59:12:08 | |
1/2 | @ do tot ... | ƒ4:05:- | ƒ172:12:08 |
3 3/4 | @ chergie Engelsz a ƒ3 d' @ | ...... | |
1 1/2 | do modese af 2 d' el | ƒ3:-:- | ƒ14:05:- |
50 1/4 | Haerlemmer droget a ƒ3: 4 d' @ | ƒ160:16:- | |
52 | stx. gingams als | ||
25 stx. gestreepte gingams a ƒ14 't ps. comt | ƒ350:- :- | ||
27 fijne dromgams a ƒ18 comt | ƒ486:-:- | ƒ836:- :- | |
13/24 | gros fijne rocx | } knoopen | ƒ9:05:- |
17/24 | do wambuijs | ƒ9:18:06 | |
2 3/4 | do haire rocx | ƒ12:07:08 | ƒ31:10:14 |
1 | pr. catoune[^66] kousen | ƒ6:10:- | |
1 | pr. zayette dos. | ƒ6:-:- | |
1 | pr. vrouwe dos. | ƒ3:10:- | |
3 | pr. Islantse a ƒ1 't pr. | ƒ3:-:- | |
transportere | ƒ4469:19:07 | ||
18 | ps. hoeden als | ||
16 ps. do. a ƒ4:10 | ƒ72:-:- | ||
1 ps.do. | ƒ5:-:- | ||
1 ps. kinder do. | ƒ7:-:- | ƒ84:-:- | |
2 | ps. roaense mutsen | ƒ2:-:- | |
6 1/2 | lb. Indische zijde a ƒ20 't lb. | ƒ130:-:- | |
7 | ps. negros kleedtjes a ƒ1:05:- | ƒ08:15:- | |
4 | ps. coutenijs a ƒ24 | ƒ96:-:- | |
Somma | ƒ4790:14:07 |
‘Onder stond in ‘t Casteel d’ Goede Hoope 10 April 1685. Was geteecknet And. d’ Man.’
Door het optreeden van den gewesen fiscael de Man tot secunde deeses Commandements bij onse genomene resolutie van den 18en Novembris ao. passato tot het becleeden van ‘t gem. fiscaelsampt met eenparige stemmen aengestelt zijnde den ondercoopman Albert van Breugel, doenmaels in actuee[le] bedieninge zijnde van Secs. van de Polijticken Rt. die sigh in dat officie allenthalven seer trouw en naerstich gedragen en volcomen contentement gegeven heefft, dogh gemerckt met het schip de Ridderschap van Hollant ons in ‘t seecker berigt wert dat bij d’ Edle. Heeren gecommitteerde Bewintheberen67 ter vergaderinge van de 17ne eenen M. Joannes van Ceulen68 voor fiscael deeser residentie aengenomen is, en met ‘t schip Prins Willem Hendrick na herwaerts te comen staet, waer door den gem. Breugel desselfs ampt sal moeten resigneeren en afstaen, zijnde alsoo gefrustreert niet alleen van de hoope van verder advancement, maer oock van zijne actueele bedieninge, om de welcke hij ‘t officium van Secas. van Politie afgestaen heeft, soo hebben wij in consideratie neemend[e] dat den selven meede een lidt van den Politijcken Raet is, die sich de saken van deese plaets grondigh verstaet en om de swackheijt van leeden in denselven Rade g’oordeelt, ten besten dienste van d’ E.Comp. hoog nodich te weesen dat den meergem. Breugel als Ete. ondercoopman hier sal blijvencontinueeren in deselve rangh als hem jegenwoordich69 (buijten ‘t fiscaelschap) competeert en omme den selven oock van actueele bedieninge te vo[o]rsien, is eenstemmigh goetgevonden dat soo haest desselfs vervanger hier aen lant zij, onder den tweede persoon, den E. Andries de Man als packhuijsmeester, de negotiepackhuijsen in behoorlijcke ordre waerneemen sal, tot soo lange datter weederom eenigh ampt convenibel met zijn qt. te vaceeren comt, waer in hij altijt de preferentie voor een ander hebben sal, zullende oock wijders in zijn faveur na ‘t vaderland aen d’ Edle. Heeren Maijores van desselfs goede conduijte en comportement ges. werden.
Bij den borger Henningh Huijsen eerst aen den fiscael en naderhant te deeser vergaderingh innegebragt zijnde clagten en doleantien over de geweltpleegingen van de Hottentots aen zijnt domisticquen70 buijten ten platten lande, mitsgaders dat voor eenige dagen een zijner knegts, met schapen in ‘t velt zijnde gegaen, is vermist en naderhant doot gevonden en begraven, niet sonder groote suspitie off deese masacre is door eenige Hottentots geschiet, zijnde dierhalven goetgevonden alle de capiteijnen off hoofden der coraalen ten eersten herwaerts te ontbieten,71 onder een ander waerschijnelijck pretext, om haer alle argwaen te benemen, mitsgaders haer voor te houden dat zij de hantdadigers van dit feijt hebben te leeveren in handen van de Justitie, en middelerwijle binnen ‘t Casteel zullen houden gedetineert.
Woensdagh 11n April ao. 1685.
Buijten de goederen en coopmanschappen die wij geresolveert hebben aen de meestbiedende in ‘t openbaer te vercoopen, bij de vivres magasijnen noch bevonden werdende een qt. van omtrent de 200 mudde granen soo taruwe als rogge, die door de calander t’ eenemael is uijtgegeten, en in diervoegen bedorven, dat daer van geen broot voor ‘t guarnisoen meer can gebacken werden, sonder groote vrees off ‘t selve soude onder ‘t volck siecte causeeren. Zijnde dierhalven meede goet gevonden deselve granen almeede nevens d’andere goederen ten selven dage aen de mee[s]t biedende op te veijlen om de packhuijsen daer van te zuijveren.
Na gedaene opneemingh van Comps. effecten te deeser plaetse door expresse daer toe a[e]ngestelde gecommitteerdens en gedaen transport van de Heer Commandeur aen de secunde De Man, mitsgaeders confrontatie der opneemingen met de restanten der negotieboecken van ao. passo. door de gecommitteerdens, den ondercoopman Albert van Breugel en den guarnisoenboeckhouder Jan Hendrick Blum, dewelcke hare bevindinge in geschrifte te deeser vergaderinge hebbende overgeleevert, comt te blijcken het te cort comende van eenige goederen, bestaende in coopmanschappen, materialien, vivres &a., waeronder eenige goederen die al veel jaren bij de packhuijsen zijn vermist, en andere door continueel gebruijck afgesleeten, sonder dat deselve ter behoorlijcker tijt bij de boecken jaerlijx zijn afges. Waar op met aendagt gedelibereert zijnde, is goet gevonden en verstaen alle de voornoemde te cort comende goederen om de redenen die daer van werden gegeeven ons gebleecken en omstandigh in de onderstaende memorie uijtgedruck[t] zijn, bij de negotieboecken van deesen jare te sullen afges. mitsgaders ‘t geene den geweesene packhuijsmeester, Cornelis Linnes, genooten en niet genoegsaem verantwoort heeft, aen d’ E.Comp. vergoet te werden, omme hiermeede alles te vereffenen, namentlijck:
‘Specificatie van ‘t geene bij de negotieboecken van deesen jare sal dienen te werden affges. te weeten:’
‘
4 | dubbelde | } bladen blick | } Soo nu en dan ten dienste van d' E.Comp. sonder schriftelijcke, en maer op mondelinge ordre verstreckt |
20 | enckelde | ||
7 7/8 | lb. gomme | ||
1 1/4 | lb. zeegelgaaren | ||
1/2 | lb. lack | ||
13 1/2 | lb. thin | ||
30 | ps. roemers en bierglaesen | } de stucken hier van zijn rijckelijck in 't packhuijs. | |
2474 | diverse ruijten | ||
6 1/2 | lb. lijm | } ingedroogt op groote | |
57 3/4 | lb.tabacq Brasilse |
4 | dubbelde | } bladen blick | } Soo nu en dan ten dienste van d' E.Comp. sonder schriftelijcke, en maer op mondelinge ordre verstreckt |
20 | enckelde | ||
7 7/8 | lb. gomme | ||
1 1/4 | lb. zeegelgaaren | ||
1/2 | lb. lack | ||
13 1/2 | lb. thin | ||
30 | ps. roemers en bierglaesen | } de stucken hier van zijn rijckelijck in 't packhuijs. | |
2474 | diverse ruijten | ||
6 1/2 | lb. lijm | } ingedroogt op groote | |
57 3/4 | lb.tabacq Brasilse |
‘
8 | domme kragten hier en daer in de bosschen 't zedert lange jaren afgesleeten. | ||
1800 | lb. diverse spijckers als: | ||
360 | lb. over tarra van 6 vaten a 60 lb. ijder die den geweesene packhuijsmeester minder bruto overleevert. | ||
1440 | lb. voor onderwigt op 24,000 lb. verstreckte spijckers is 6 pr. cento in den tijt van 3 1/2 jaren uijtgegeeven. | ||
5 | gesorteerde vijlen. | ||
2 | leere balgen in 't dispens verbruijckt. | ||
1 | astrolabium ten tijde van sr. Crudop door de geelgieter versmolten. | ||
4 | heele scheepels in den tijt van 5 a 6 jaren afgesleeten. | ||
1 | coornwan ad idem | ||
2 | hairspitten | } do | |
1 | sickel | ||
15 | steenhouwers bijtels uts. | ||
10 | paren pistoolen op verscheijde lant togten gesprongen. | ||
42 | ps. houwerriemen | } zijn al voor eenige jaren vermist dien volgende voor lange jaren afgesleeten. | |
17 | affuijten | ||
10 | stortcarren | ||
24 | houte koockers | ||
51 | blicke cardoesen | ||
1172 | ps. snaphaensteenen, nu en dan sonder schriftlijcke ordre verstreckt. | ||
10 | trommellijnen verrot en bedurven als bij d' opneeminge blijckt. | ||
10 | lb. dun iserdra[e]t, meede nu en dan sonder ordonnantie verstreckt. | ||
5 | vellen vetler[^72] tot beursvatjes &a. verbruijckt. | ||
29 | gordings tot zadels. | ||
10 | lb. zalammoniacq tot hagelgieten &a. verbeesigt. | ||
117 1/2 | lb. zalpeter gelaxeert op een parthij van ... lb. | ||
17 | anckerstocken effective in weesen, maer gants verrot en onbequaem door lanckheijt van tijt. | ||
16 | brantemmers uts. | ||
1 | out ontramponeert positijff al lange voor 't aen comen van d' E.Hr.Commandeur t' onbruijck geweest en afgesleeten. | ||
1 | silvere leepel in den jare 1682 vermist. | ||
4 | tinne | } schootels | } 't zeedert verloop van 4 jaren afgesleeten, vermist en gebroocken. |
42 | porcelijne | ||
43 | tinne | } tafelborden | |
35 | aerde | ||
63 | stx. Delfs aerdewerck | ||
1 | eijerpan | } verbrant en afgesleeten. | |
1 | coopere bedpan | ||
2 | ps. la[n]taerns[^73] | ||
1 | stoofpan met zijn decksel | ||
1 | oude smoorpan | ||
19 | stx. swarte ebbenhoute moten buijten alle twijffel ten dienst van d' E.Comp. sonder ordonn. verarbeijt. | ||
3 | zadels met phelpe zeetels | } al bij en voor d' E. Hr. Gouverneur Goskes tijden gema[e]ckt en afgesleeten. | |
20 | packzadels | ||
1 | holster | ||
129 | springhteugels | ||
94 | noortse deelen in de jaren 1682, 83 en 84 in dienst der E.Comp. verbruijckt tot schotten in de rijstpackhuijsen. |
8 | domme kragten hier en daer in de bosschen 't zedert lange jaren afgesleeten. | ||
1800 | lb. diverse spijckers als: | ||
360 | lb. over tarra van 6 vaten a 60 lb. ijder die den geweesene packhuijsmeester minder bruto overleevert. | ||
1440 | lb. voor onderwigt op 24,000 lb. verstreckte spijckers is 6 pr. cento in den tijt van 3 1/2 jaren uijtgegeeven. | ||
5 | gesorteerde vijlen. | ||
2 | leere balgen in 't dispens verbruijckt. | ||
1 | astrolabium ten tijde van sr. Crudop door de geelgieter versmolten. | ||
4 | heele scheepels in den tijt van 5 a 6 jaren afgesleeten. | ||
1 | coornwan ad idem | ||
2 | hairspitten | } do | |
1 | sickel | ||
15 | steenhouwers bijtels uts. | ||
10 | paren pistoolen op verscheijde lant togten gesprongen. | ||
42 | ps. houwerriemen | } zijn al voor eenige jaren vermist dien volgende voor lange jaren afgesleeten. | |
17 | affuijten | ||
10 | stortcarren | ||
24 | houte koockers | ||
51 | blicke cardoesen | ||
1172 | ps. snaphaensteenen, nu en dan sonder schriftlijcke ordre verstreckt. | ||
10 | trommellijnen verrot en bedurven als bij d' opneeminge blijckt. | ||
10 | lb. dun iserdra[e]t, meede nu en dan sonder ordonnantie verstreckt. | ||
5 | vellen vetler[^74] tot beursvatjes &a. verbruijckt. | ||
29 | gordings tot zadels. | ||
10 | lb. zalammoniacq tot hagelgieten &a. verbeesigt. | ||
117 1/2 | lb. zalpeter gelaxeert op een parthij van ... lb. | ||
17 | anckerstocken effective in weesen, maer gants verrot en onbequaem door lanckheijt van tijt. | ||
16 | brantemmers uts. | ||
1 | out ontramponeert positijff al lange voor 't aen comen van d' E.Hr.Commandeur t' onbruijck geweest en afgesleeten. | ||
1 | silvere leepel in den jare 1682 vermist. | ||
4 | tinne | } schootels | } 't zeedert verloop van 4 jaren afgesleeten, vermist en gebroocken. |
42 | porcelijne | ||
43 | tinne | } tafelborden | |
35 | aerde | ||
63 | stx. Delfs aerdewerck | ||
1 | eijerpan | } verbrant en afgesleeten. | |
1 | coopere bedpan | ||
2 | ps. la[n]taerns[^75] | ||
1 | stoofpan met zijn decksel | ||
1 | oude smoorpan | ||
19 | stx. swarte ebbenhoute moten buijten alle twijffel ten dienst van d' E.Comp. sonder ordonn. verarbeijt. | ||
3 | zadels met phelpe zeetels | } al bij en voor d' E. Hr. Gouverneur Goskes tijden gema[e]ckt en afgesleeten. | |
20 | packzadels | ||
1 | holster | ||
129 | springhteugels | ||
94 | noortse deelen in de jaren 1682, 83 en 84 in dienst der E.Comp. verbruijckt tot schotten in de rijstpackhuijsen. |
‘Onder stont: in ‘t Casteel d’ Goede Hoope 11en April 1685. Was get. A. van Breugel en J. H. Blum.’
‘
Soo sal oock in maniere als vooren moeten afges. werden: | |
33 5/8 | m. olij van olijven gelaxeert op een qt. van 1495 1/2 m. |
88 | koeckjes zeep door de rotten vernielt |
133 | lb. wax onder een qt. van 816 lb. tot kaersen gemaect vuijl bevonden. |
4 1/2 | mudde rogge in 't verschieten, verstooven op een qt. van 95 mudde. |
51 | lb. candij zuijcker gelaxeert op een parthij van ... lb. |
4 1/2 | mudde boontjes na 't sluijten der oncostreecq. aen deese en geene verstreckt. |
20 | m. wijntint op sich selven verteert en ingedroogt. |
Datum uts. en was get. als vooren. |
Soo sal oock in maniere als vooren moeten afges. werden: | |
33 5/8 | m. olij van olijven gelaxeert op een qt. van 1495 1/2 m. |
88 | koeckjes zeep door de rotten vernielt |
133 | lb. wax onder een qt. van 816 lb. tot kaersen gemaect vuijl bevonden. |
4 1/2 | mudde rogge in 't verschieten, verstooven op een qt. van 95 mudde. |
51 | lb. candij zuijcker gelaxeert op een parthij van ... lb. |
4 1/2 | mudde boontjes na 't sluijten der oncostreecq. aen deese en geene verstreckt. |
20 | m. wijntint op sich selven verteert en ingedroogt. |
Datum uts. en was get. als vooren. |
‘Op de negotiepackhuijsen door den ple. geweesene packhuijsmeester Cornelis Pietersz Linnes waergenomen, comt het navolgende onder dato ulto. December te cort, dat door hem genooten voor een gedeelte, de rest geen reeden waer ‘t gebleeven is, is gegeeven des d’ E. Comp. sal moeten goet gedaen werden.’
‘
1 1/3 | gros rox | } knoopen | } door hem genooten. |
1 1/2 | cooper vergulde | ||
1 | pr. groove catoene kousen | ||
4 | @ gecouleert laken | ||
2 | ps. bockevellen | ||
1 | ps. smal huijvel[l]int | ||
4 | ps. Guinees lijwaet | ||
1 | dubbelt | } armozijn | |
1/2 | enckelt | ||
13/64 | lb. vaderlantse zijde | ||
2816 | lb. diverse spijckers | } hier van werden geen redenen gegeeven als dat op de spijckers meer als 6 pr. cto. onderwigt gepretendeert wert. | |
12 | lb. vaderlants zeijlgaern |
1 1/3 | gros rox | } knoopen | } door hem genooten. |
1 1/2 | cooper vergulde | ||
1 | pr. groove catoene kousen | ||
4 | @ gecouleert laken | ||
2 | ps. bockevellen | ||
1 | ps. smal huijvel[l]int | ||
4 | ps. Guinees lijwaet | ||
1 | dubbelt | } armozijn | |
1/2 | enckelt | ||
13/64 | lb. vaderlantse zijde | ||
2816 | lb. diverse spijckers | } hier van werden geen redenen gegeeven als dat op de spijckers meer als 6 pr. cto. onderwigt gepretendeert wert. | |
12 | lb. vaderlants zeijlgaern |
‘Onderstont in ‘t Casteel de Goede Hoope den 11 April 1685. Was get. A. van Breugel en J. H. Blum.’
Door de mesusen in ‘t exerceeren van Crimineele Justitie voormaels door den Commandeur Hubert Hugo76 op ‘t eijland Mauritius begaen, door d’ Edle Heeren Maijores in ‘t vaderland die van Mauritius de handen geslooten zijnde om Crimineele Justitie off Crimineele straffen te mogen exerceeren, maer gehouden zijnde de delinquanten met de documenten t’ haaren laste herwa[e]rts te senden om alhier te regt gestelt te werden, maer aengesien door de successive advijsen van ‘t opperhooft en den Raet aldaer doorgaens clagten en doleantien zijn voortgebragt dat ‘s Comps. dienaren doch speecialijck77 de vrije ingeseetenen aldaer van deese ordre bewust, haer niet ontsien om te practijseeren en in ‘t werck te stellen alle quade practijcken directelijck tegens de goede maxime van Politie en Justitie aenloopende, de gestelte ordres van de regeeringh aldaer verwerpen en de spot meede drijvende onder verwijtingh van ‘t opperhooft en den Raet haer daerover niet te mog[en] noch connen straffen, waer door alle goede gestelte ordres als met de voet werden getreeden en een ijder na zijn eijgen believen daer is huijshoudende, sonder dat ‘t opperhooft en den Raet om de hier vooren g’allegeerde reedenen daer omtrent eenigh redres connen versorgen, Soo is met eenparige advijsen verstaen aen d’ Edle. Heere Maijores in ‘t vaderland, off wel de hooge regeeringh van India, voorstel te doen, dat die van Mauritius mogten werden g’authoriseert en gequalificeert om in toecomende soo aen de vrijluijden als Comps. dienaren te mogen exerceeren corporeele straffen, en zodanige verdere authoriteijt omtrent de Justitie als haer Edle. soude mogen noodich oordeelen.
Geconsidereert dat die van Mauritius meede seer dagen over gebreck van lijffeijgenen tot voortsettinge van de culture en de nodige wercken, hoedanighe dienstbare menschen nootsakelijck aldaer requireeren om dat eijland voor d’ Comp. tot voordeel te brengen, Soo is verstaen dat met de eerste gelegentheijt, wanneer men hier van Madagascar met slaven versien wert, daer van derwaerts soo veel af te senden als bequamelijck alhier connen gemist werden.
Aldus gedaen, g’arresteert en geresolveert in ‘s Comps. thuijn Rustenburgh aen Cabo de Boa Esperance, ten dage, maent en Jare voors.
[Signed:] R. v. GOENS.
C. 17, pp. 59-60.¶
Donderdagh den {16850726} 26 Julij ao. 1685.
Door78 den capitein deeses guarnisoens aan den E.Heer Commandeur zijnde gerapporteert, ende bij wel gemelte Heer Commandeur ter vergaderinge den agtb. Raade voorgehouden, hoe den corporaal Jan Tielmans sigh niet ontsien heeft op den 25 deeser savonts naar besette waght, hem door exces van stercken dranck soo verre te vergrijpen ende sijn plight te vergeeten dat door den officier de ronde doende, niet alleene op sijn kooije slapende bevonden is, maar dat bovendien wacker gemaackt ende opgeweckt zijnde, aan den voorne. officier een verkeerde, en sulx een valsche parole gegeven heeft, ‘t welck zijnde saacken van dangereusen gevolge, direct strijdende tegens de militaire discipline, ende sulx ten hooghsten straffbaar, waar over gedelibereert zijnde, is verstaan de voorn. geperpetreerde misdaat politicquelijck aff te handelen en dienvolgende goet gevonden voorne. Jan Tielmans drie dagen naar den anderen sal werden geset op ‘t houte paardt met 12 pond gewight aan de beenen, hem wijders deporteerende van ampt, qualiteijt en gagie tot soldaat a ƒ9 per maand aanstellende als onwaardigh g’oordeelt de voorne. qualiteijt van corporaal meerder te becleeden.79
Aldus g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] AND. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] OELOFF BERGH.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORLS. LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me presente M. KEMELS, Secrets. 1685.
C. 17, p. 61.¶
Dingsdagh {16850807} 7 Augusti 1685.
Guillaume Heems, pagter van de coele en brandewijnen alhier, ter vergaderingh verscheenen, te kennen gevende dat alsoo volgens contract door d’ E.Comp. niet en koste werden versien van behoorlijcke quantiteijtwitte80 brandewijn, versoght aan hem, pagter, ter redelijcken prijse mogte werden overgelaten soodanige brandewijnen als onlanghs door den fiscaal in loco uijt het fluijtschip Stavenesse aangehaalt ende door den agtb. Raad van Justitie op den 2 Julij laastleeden voor d’ E.Comp. verbeurt ende geconfisqueert verklaart zijn, waarop gedelibereert, is goet gevonden en verstaan de voors. brandewijnen, bestaande in kelders, aan de voorne. pagter tot voorcominge van doleantie te laten volgen a 27 Rdrs. de kelder, als meede het contingent en de aanpart van den fiscaal en de aanbrenger over te neemen ende aan haar te voldoen tegens 224 Rdr. ‘t stuck.81
Aldus g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] OELOFF BERGH.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me presente M. KEMELS, Secrets. 1685.
C. 17, p. 62.¶
Donderdagh {16850809} 9 Augusti 1685.
Door den administrateur en gecommitteerdens ter vergaderinge zijnde gerapporteert dat op heeden t’ haaren overstaan publicquelijck aan de meest biedende opgeveijlt ende verkoght is, seecker quantiteijt Rince en France wijnen, onlangs door den fiscaal in loco uijt ‘t fluijtschip Stavenesse aangehaalt ende door den agtb. Raad van Justitie op den 2 Julij laastleeden voor d’ E.Comp. verbeurt ende geconfisqueert verklaart,82 ende dat vermits hare quade constitutie door den anderen niet meer hadden moogen halen als namentlijck de Franse wijnen ter somma van 20 Rdr. de halffaam, ende de Rince wijnen niet meerder als 15 1/2, waarop gedelibereert, is goedgevonden om reeden voors. de voorne. verkogte wijnen aan de copers te laten volgen.
Aldus geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum uts.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] OELOFF BERGH.
[Signed:] A. V. BREUGEL.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORN. LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me presente M. KEMELS, Secrets.
C. 17, pp. 63-64.¶
Woonsdagh {16850829} 29 n. Augusto 1685.
Aangesien83 ‘t oude Heer Commandeurs woonhuijs, gestaan hebbende binnen ‘t weleer gedemoljeerde Fort, volgens de expresse gegeven ordre van den Hoogh Edle. Heer Hendrick Adriaan van Reede, Heere van Mijdrecht &a,84 representeerende de vergaderinghe van de 17e als Commissaris, nu reets soo verre is afgebroocken, datter maar eenelijck komt te resteeren de plaats voorheen provisioneel g’ approprieert tot een backerij voor ‘t generaale guarnisoen, en dat hoogh gemelt sijn Ede. expresselijck heeft gelieven te ordonneren met d’ eerste occasie op een bequaame plaats de voorn. backerij binnen ‘t Casteel te begrijpen, gelijck sulcx oock is geweest d’ nader recommandatie van d’ E. Heer Commandeur voor sijn vertreck te landewaart, sulcx de leden van desen Raat gesamentlijck haar gedachten hebben laten gaan tot uijtvinding van een sodanigen bequamen plaats; totdien eijnde rontsom in ‘t Casteel daar naomgesien85 sijnde, heeft men geen accommodabelder gelegentheijt daar toe connen uijt vinden als in de cortijn tusschen de bolwercken Orangie en Nassou, welcken volgend[e] ooc met gemeen advis is g’arresteert in ‘t midden van de voorn. cortijn te approprieeren een bequame en handige brootbackerij voor ‘t generale guarnisoen ten lengte van 29 en breete van veertien voeten,86 waar toe sullen werden gebruijckt van d’ oude en noch deugtsame materiaelen van ‘t affgebrookene Heer Commandeurs woonhuijs voornoemt, mitsgaders tot voortcominge van brant en andere ongelucken ‘t affdack te beleggen met pannen dat veel gerustheijt sal geven.
Aldus gedaan en g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] A. V. BREUGEL.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORN. P. LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
C. 17, pp. 65-66.¶
Woensdagh {16850905} 5 September 1685.
Op namiddaghs te 4 uren87
Van de namiddagh alhier comende te arriveren ‘t Fransche schip La Roijale den 21e April uijt Port Louijs vertrocken, van intentie zijnde van hier directelijck na Suratte te stevenen, van welcken bodem alhier aan land is comen te verschijnen den luijtenant van ‘t schip La Roijale , versoeckende uijt de naam van de Heer Pillaudine,88 daar mede overvarende als gedesigneert directeur wegens haar Oost Indische Comp. in Souratte , dat haar gelijck als bij alle natien ongeweijgert mochte werden toegelaten en permissie vergunt om alhier versch water te mogen halen, en oock met eene eenige verversingh bij de borgers te mogen copen, en hare impotenten aan landt te laten comen om te refrischeren, mitsgaders insgelijcx aan den Heer Directeur die mede swack en impotent is, met sijn familie bij een der borgers te refrischeeren, waar over dan met aandaght gedelibereert zijnde, en insonderheijt gelet op de jongste becomen ordre van haar Hoogh Ed. in ‘t Patria, vervattende dat men alle vreemde Europiaansche natien met onsen staat in allientie zijnde, ‘t water halen mitsgaders eenige refrischementen bij de borgers te mogen copen, geensints sal weijgeren, maar onder beleefde termen accorderen en haar verders alle uijtterlijke beleeftheden aandoen om haar buijten claghten te houden,89 sulcx goetgevonden en verstaan is de voorn. Franse vrinden ‘t effect van haar gedaan versoeck in ‘t geheel te laten genieten, als geensints tot praejudicie of nadeel van d’ E.Comp. comende te strecken.
Aldus gedaan en geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] A. v. BREUGEL.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
C. 17, pp. 67-70.¶
Maandagh {16850910} 10en September 1685.
Door den president deses vergaderingh den Raat expres zijnde geconvoceert, en daar in d’ verdere leden van dien sijnde communicatie gedaan, hoe dat sijn E. van de morgen door den luijtenant deses guarnisoens was aangedient, hoe dat 9 stx., soo ‘s Comps. slaven als Indiaansche gecondemneerdens van haare respective bescheijde posten wierden vermist, sonder dat men seecker weet of de selve haar te lande fugatieff hebben begeven, of wel dat met de meeste suspitie wert vermoet, dat sij haar sullen hebben getransporteert aan het ter rheede leggende Fransche schip, La Royale ,90 werdende aan dit laatste te meerder geloof gedefereert, dewijl den captn. en hooft van de militie deses guarnisoens, den E. Jeronimus Cruse, den Raad mede kennisse geeft dat hij op gisteren door een Comps. slaaf was aangesproocken om gelicentieert te mogen werden van aan boort van ‘t gemelte Fransche schip te mogen varen om bij de geestelijcke aldaar oeffeninge van de Roomsche Godsdienst te doen, ‘t welck bij den captn. voornt. gerefuseert is, ‘t welck den Raad dan te meerder reden geeft om te vermoeden dat de voorn. vermiste slaven aan boort van ‘t voorn. Fransche schip sullen wesen; waar over met aandaght gedelibereert zijnde, is voor eerst goetgevonden en verstaan den gedesigneerden directeur van Suratte , monsr. Pillavoine, om sijn indispositie gelicentieert hem alhier aan landt te mogen refrischeren, als ‘t hoogste gesagh op dien bodem voerende, door drij gecommitteerde leden uijt dese vergaderingh, nevens den Secretaris van dit Collegie in beleefde dogh ernstige termen aan de voorn. monsr. de Pillavoine te versoecken dat hij die ordre binnen sijn scheepsboort geliefde te stellen, dat ons alle de slaven van d’ Comp., die haar derwaarts moghten hebben getransporteert en haar aldaer verborgen hielden, weder moghten werden overgelevert, gelijck als bij ons aan alle vreemde Europiaansche natie met onsen staat in goede alliantie zijnde, wiert gepractiseert, mitsgaders tot verificatie van dien te allegeren ‘t nogh jongst voorgevallen exempel bij aanwesen van den Extraordinaris ambassadeur van sijn Conincklijcke Majesteijt van Vranckrijck den Grave van Chamont91 aan den Coninck van Siam van … stx.92 haarder matroosen, die haar alhier fugatief hadden gestelt, om de welcke weder in handen te krijgen en aan haar over te leveren alle bedenckelijcke diligentie waren aangewent, die op ‘t vertreck van de voorn. Fransche schepen eerst in onse handen waren vervallen en ter ordre van de Hoog Ede. Heer Hendk. Adria[e]n van Reede, Heere van Mijdreght &a., representerende d’ Nederlantsche g’octrojeerde Oost Indische Comp., met een expres vaartuijgh, wanneer reets buijten de Baaij en al in zee waren, sijn nagesonden en aan haar overgelevert, en dat wij niet en conden twijffelen of sij souden ‘t selve in het reguart van onse slaven mede comen te doen, met ordre aan de gecommitteerde leden van haar commissie en becomen antwoort, bij geschrifte, aan dese vergaderingh rapport te doen om daar omtrent verders in ‘t werck te stellen ‘t geen men na bevindingh van saken sal meenen te behooren.
Aldus gedaan en geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] A. v. BREUGEL.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
C. 17, p. 71.¶
Woensdagh den {16850912} 12en September 1685.
Dewijle93 wij altans vrij sober van slachtvee voor de schepen van ‘t voorjaar, die wij nu alle dagen uijt vaderlant te gemoet sien, sijn geproviandeert, en van alle te grooten schade voor de Comp. soude wesen haar jongh en moervee aan te spreeken, behalven dat ‘t selve van de vereijste bequaamheijt niet en is, soo is voor den dienst van de Compe. gants nodigh g’oordeelt ten eersten een landttocht na de Soeswaase natie t’ onderneemen, in hoope dat wij aldaar een reedelijck aantal schapen sullen machtigh werden, te meer desselfs capteijn op sijn jongst aanwesen alhier ons tot den veehandel heeft uijtgenoodigt, sullende daar toe werden gebruijckt een corporael94 met 9 soldaten, versien met de vereijste coopmanschappen daar toe nodigh.
Aldus gedaan en g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] A. v. BREUGEL.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
C. 17, pp. 72-74.¶
Woensdagh {16850912} 12en September 1685.
Den gedesigneerde en nu reets aangestelde fiscaal dezes Commandements Mr. Joannes van Ceulen95 na ‘t ordinarij avontgebet in Rade comende voorstel te doen, hoe hij in gemelte qualiteijt bij de Ed. Heeren Majores ter vergaderingh van de 17e was aangenomen en gevolghlijck hier te lande gekomen en reets aanvanck van sijn bedieningh hadde beginnen te maken, met versoeck dat sijn E. een bequaam woonhuijs voor hem en sijn familie, gelijck als sijn praedecesseurs van de Comp. hadden genooten, moghte werden aangewesen; waar op hem voor eerst wiert gerepliceert, soo binnen als buijten ‘t Casteel van de Comp. geen woonhuijs open te staan, waar op hij verders bij sijn voorigh versoeck voegde dat hij was g’informeert den kranckbesoecker en schoolmeester deser plaatse binne weijnige dagen met sijn familie van hier na Batavia stont te vertrecken, en dat hem die wooningh, was ‘t niet absoluijt, provisioneel moght werden ingeruijmt tot d’ komste van d’ Hr. Commandeur, tot datter nader occasie moghte aan de handt komen om hem een bequamer plaats aan te wijsen; maar geconsidereert ‘t voorn. woonhuijs door den Hoog Ed. Heer Hendrick Adriaen van Reede, Heer van Mijdrecht &a., representeerende de vergaderinge van de 17 als Commissaris, is aangestelt tot een woonhuijs voor den schoolmeester om daar de school te houden, en wij ons niet kennen gequalificeert om van sijn Hoog Ede. ordres te dispenseeren, maar in tegendeel verobligeert sijn die in ‘t geheel na vermogen na te komen, Soo is eghter op sijn E. groote instantie en dat bij particuliere mede geen wooningh can obtineren en egter onder dack dient te wesen, om hem soo veel te accommoderen als doenlijck is, en aan de andere kant mede buijten reproche te blijven, goetgevonden sijn E. de helft van ‘t woonhuijs voornt. in te ruijmen, onvermindert noghtans dat den schoolmeester, die in plaats van den te vertrecken staande, daar in sal werden geplaast, d’ wederhelft voor hem en tot het houden der school sal genieten en dat alles tot nader approbatie van den Heer Commandeur wanneer sijn E. weder sal te rugh gecomen wesen.
Aldus gedaan en geresolveert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] A. V. BREUGEL.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
C. 17, pp. 75-78.¶
Vrijdagh {16851005} 5 October 1685.
Aangesien96 d’ Edle. Heeren gecommitteerde Bewinthebberen ter vergaderinge van Seventhienen bij hare missive, van dato 6 April deeses jaars, nopende ‘t emploij van ‘t jagt Westerwijck ,97 na dat de goederen, coopmanschappen en provisien voor dit commandement in ‘t vaderland daar in afgeladen, daar uijt soude wesen ontlost, ons hebben gelieven aan te schrijven en te gelasten ‘t gemelte bodemptje van hier te senden naar ‘t eijland Madagascar tot den incoop van slaven om deselve vandaar directelijck na de westcust van Sumatra over te voeren, sonder dat bij haar Ede. Hoogh Agtb. schijnt reguard genomen te zijn dat de besendinge van hier na derwaarts best ondernomen dient, te weten in de maand van Maij off uijtterlijck Junij, welcke ordinarij tijd nu reets soo lange verscheenen zijnde, en gevolghlijck die voijagie in dit jegenwoordige saijsoen des jaars niet dan van buijten off bewesten ‘t eijland Madagascar om te doen wesende, na ‘t exempel van die van ‘t jagt d’ Elisabeth 98 in den jare 1678 en met ‘t fluijtie Bharen in ‘t voorgaande jaar gepractiseert,99 en na de ervarentheijt die wij van d’ eerste voijagie hebben, redelijck wel is gesuccedeert, hoewel in ‘t reguart van den handel vrij wat meerder tijd werd vereijst als anders, maar egter geen swarigheijt gelijck men voor deesen is bedugt geweest om aldaar in dit jegenwoordige saijsoen over te leggen dogh geconsidereert die van ‘t eijland Mauritius in den tijd van …100 maanden van hier niet zijn geprovideert, en oversulx op dat eijland van verscheijde nodige materialen en provisien verlegentheijt sal weesen, en ‘t fluijtie Bhaaren ‘t voorgaande jaar tot den slavenhandel ten behoeve van dit commandement afgevaardigt, wel eijgentlijck is geprojecteert om jaarlijx de behoefte voor dat comptoir derwaarts te brengen, en in retour weder van daar de in voorraad gesaagde ebbenplaten, noch niet is te voorschijn gecomen, en door ‘t een off ‘t ander onvoorsienelijck obstakul nogh langer, en ‘t geen wij niet willen hoopen, in ‘t geheel soude connen comen te tardeeren, waar door wij als geen ander vaartuijgh alhier aandehand zijnde, nogh oock in ‘t eerst te verwagten staande om een besendingh derwaarts te doen, soude connen versteecken raaken en ‘t voorn. jagt Westerwijck sonder verlet in sijne voijagie na Madagascar om op sijn bevonden breete en gegiste lenckte seeckerder staat te connen maaken, Mauritius dient in ‘t gesigt te loopen, soo is in deliberatie genomen off men sigh om de vooren g’allegeerde reedenen van de presente occasie, als met den meesten dienst van de generale Comp. overeen comende, niet behoorde te bedienen om die van Mauritius uijt verlegentheijt te houden, waar over is ingenomen ‘t schriftelijck advis van d’ aanweesende schippers welcke reedenen en motiven bij den Raad, versterct met ‘t advis van den Edle. Heer Raad Extraordinaris, Slicher, overwogen en pro et contra geventileert zijnde, soo is naar genomen rijpe deliberatie ten meesten dienste van de E.Comp. beslooten ‘t gemelte jaghtie Westerwijck met den eersten na Madagascar af te vaardigen om aldaar, goede parthij slaven genegotieert hebbende, daar meede directelijck na de westcust van Sumatra over te steecken, sullende d’ opperhoofden van dien werden meede gegeven sodanige Spaanse realen als met ‘t gemelte bodemptje door de Heeren Majores sijn herwaarts gesonden en voor dien handel geprojecteert en daar nevens van hier nogh bij te voegen sodanige cargasoen van coopmanschappen als daar meest te debiteeren, en wij magtigh zijn om te connen afsteecken, zijnde oock wijders g’arresteert ‘t gemelte bodemptie in passant ‘t eijland Mauritius te laten aangieren en op ‘t spoedigste de goederen en coopmanschappen voor dat eijland gedisbarqueert hebbende, sijnde verdere reijse na Madagascar te vervolgen, gelijck ‘t opperhooft en den Raad aldaar sal werden aanges.; sullende bij deese occasie den gewesen luijtenant Jan Batist, door den E. Agtb. Raad van Justitie voor den tijd van 25 jaren op Mauritius gebannen,101 daar meede na derwaarts werden versonden.102
Aldus g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] THO. SLICHER.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] OELOFF BERGEL.
[Signed:] A. V. BREUGEL.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
C. 17, pp. 79-80.¶
Dingsdag den {16851030} 30e. October 1685.
Hendrick Mulder,105 pachter van ‘s Comp. coornmoolen alhier, ter vergadering verscheijnende ende den Raed geremonstreert hebbende hoe door den laatsten ongemeen stercken Z. Oosten wint de houtgoot het water in de molen leijdende, t’ enemael is ontramponeert ende voor een groot deel verbroken geworden, ende vervolgens de molen tot ‘t malen van granen door gebreck van water onbequaem gemaeckt sijnde, versochte reparatie van de voors. watergoot, off wel dat aen hem mogte werden geaccordeert rabat off affslag van sijne pachtpenningen voor de maenden November en December, welcken tijd hij de verz. molen van d’ E.Comp. nog in pacht was hebbende; waer op gedelibereert ende in serieuse consideratie genomen sijnde de excessive oncosten tot de voors. reparatie nodig, ende wel specialijck de bouwvalligheijt van de molen selfs, ende dat boven dien de nieuwe molen achter ‘s Comp. thuijn tot gerieff van hare dienaren en de vrijborgers opgereght, albereijts in gereetheijt ende aen de gang gebracht was, is verstaan ende geresolveert de overtollige oncosten tot de voors. reparatie gerequireert (die naer allen scheijn ver over de ƒ100 souden comen te monteren) te menageren, ende aen den pachter sijn versoeck van afslag in sijne pachtpenningen voor de maenden November en December tot sijne ontlasting te accorderen, sullende voortaen alle granen tot een jeders gerieff gemalen ende gebroken werden op gemelte nieuwe molen, ten welcken eijnde den bode gehouden sal sijn sig naer ouder gewoonte ‘s namiddags ten een uren praecis in gemelte molen te laten vinden door den molenaer het te malen graen der vrijburgers te doen wegen, en ‘s Comps. gerechtigheijt daar van te ontfangen, omme daar van te doen getrouwe reeckeningh om met ‘t expireeren van ijder maant met schriftelijcke ordonnantie aan den cassier in ‘s Comps. cassa gestelt te werden.
Aldus gedaan en g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] A. V. BREUGEL.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
C. 17, pp. 81-82.¶
Woonsdagh {16851031} 31 October 1685.
Den administrateur en secunde deses commandements ter vergaderingh hebbende gedemonstreert den gants soberen voorraat van rijst in ‘s Comps. magasijnen, en dat op dato met meer als ruijm 30 lasten van dat nodige graan in voorraat is, waar van de Compa. maandelijcx tot spijsing van haar dienstbare nodigh heeft omtrent de 4 lasten na welcke ruijge calculatie de Comp. alleen voor haar slaven, sonder ‘t guarnisoen daar onder te reekenen, niet langer als voor 7 maanden kan toereijcken en gevolglijck niet langer als tot ultimo Maij des aanstaande jaars 1686, sonder daar noch eens onder te reekenen d’ ordinarij spillatie en ‘t bederf dat die graanen is onderworpen, behalven dat van hier geen petitie voor ‘t aanstaande106 uijt India van dat graan is gedaan en gevolglijck van daar niets sullen te verwagten hebben, waar door men alhier in vrij groote verlegentheijt soude connen comen te geraken, in sonderheijt in t’ reguart van de slaven die, buijten dat met andere graanen haar in ‘t geheel niet wel connen behelpen, in voegen ons de ervarentheijt genoegsaam leert en dienvolgende hoogh nodigh vereijst dat een expidient wert uijtgevonden waar door de voorn. granen voor soo veel als eenigsints practikabel is, werden gemenasgeert,107 om soo veel te langer daar mede te connen toe reijcken, welcken volgende door sijn E. de verdere leden van den Raadt is voorgestelt off men om de redenen desen aangaande, hier vooren g’expresseert niet behoorde te treden tot de mesnagie van de granen voormelt, op welcken saack met aandacht gedelibereert sijnde, is met eenparighe advisen verstaan de mesnagie omtrent de voorn. graanen ten uijttersten te betragten; en tot een expedient uijtgevonden, dat de slaven in ‘t generaal van d’ Comp. voortaen maandelijcx tot haar ordinarij maandelijcx rantsoen uijt de magasijnen sullen genieten de helft van haar rantsoen in rijst, en d’ wederhelft in 10 lb. hart broot, van welcke laaste onse magasijnen nog tamelijck sijn geproviandeert, sullende ‘t selve haar in den beginnen wel wat swaar vallen, maar mogen wij hoopen dat sij ‘t broot eeten in ‘t geheel daar door sullen leeren gewennen, op dat bij goet succes van ‘t gewasch alhier d’ E. Comp. haar oogmerck come te bereijcken.
Aldus gedaan en g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] A. V. BREUGEL.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
C. 17, pp. 83-84.¶
Dingsdagh {16851106} 6e November 1685.
Met de jongst gedaane landttocht in de maant September laastleden na de Soeswase natie wel een goede nomber deugtsaeme schapen108 sijnde machtigh geworden, sonder de welcke wij ons doenmaals door de veelheijt der scheepen in verlegentheijt souden hebben gevonden, sijnde deselve niet alleen maar noch vrij meerder getal daar en boven soo voor de siecken van de schepen in ‘t hospitael als aan de schepen selfs geconsumeert, sonder dat wij altans weder eenige de minste in voorraet hebben, daar nochtans wel bij sonder dient gelet en sorge gedragen dat tegens de komst van de aanstaande retourvloot uijt Indien een goede quantiteijt bequaame slachtschapen in voorraet sijn, die d’ Comp. van haar selfs present niet machtigh is, noch sonder ruijlingen tegens dien tijt niet machtigh staat te werden, weshalven geen ander expedient is uijt te vinden, als om weder een ruijling te doen, gelijck dienvolgende is goet gevonden en g’arresteert, te weten na de Hessequase natie om de oost van Affrica haar onthoudende en wel de veerijckste sijnde, sullende tot dese tocht werden gebruijckt, bij gebreck van bequaemer stoff, als hooft een corporael bij gevoegt 15 soldaten t’ sijnder assistentie, soo om de verre affgelegentheijt als dat men niet kan weeten wat swarigheijt sigh in ‘t reguart van d’ Hottentoots soude connen openbaaren. Van taback en verdere coopmanschappen tot den veehandel nodig, daar van sal men haar rijckelijck proviandeeren, op dat daar om niet comen verlegen te vallen.
Aldus gedaan en g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop datum ut supra.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] A. V. BREUGEL.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
C. 17, pp. 85-90.¶
Woensdagh den {16851219} 19 December 1685.
praesentibus alle de raden.
Aangesien109 d’ ordinarij tijt om de jaarlijcxe verpaghtingen met ‘t expireren van dit lopende voor ‘t aanstaande jaar 1686 binnen weijnige dagen sal komen te verschijnen, en bij de nagelatene instructie110 van den Hoog EdIe. Heer Hendk. Ari[e]n van Rhede, Heere van Mijdrecht &a., Commissaris representerende de vergaderingh van de Heeren Seventhienen, onder anderen over de tapneeringh der Caapse wijnen in ‘t particulier soodanige ordres sijn gestelt, als sijn Hoog Edle. ten meesten voordele van de generale Comp. heeft nodigh g’oordeelt, ten welcken opsigte over dat subject de voorn. instructie van sijn Hoog. Ede. bij ons nagesien en d’ ordres daar inne vervath, geresumeert zijnde omme de selve na de intentie van sijn Hoog Ede. opgemelt voor ‘t aanstaande jaar voortganck te laten nemen, welcken volgende na voorgaande rijpe deliberatie met eenparigheijt van stemmen is goetgevonden de conditien van de voorn. tapneeringh, in maniere als de selve hier onder van woort tot woort g’insereert staan, te veranderen dat de selve met dick gemelte instructie van sijn Hoog Edle. in ‘t geheel over een comen en accorderen, sonder daar van in eeniger maniere te dispenseeren en de selve voor ‘t aanstaande jaar soodanig voortganck te laten nemen, luijdende de conditien van de selve als volgt:111
Conditien en voorwaard[en] waar op bij absentie van de E.Hr. Commandeur wegens de generale Nederlandsche g’octrojeerde Oost Indische Comp. den E. administrateur en secunde persoon deeses Commandements, mitsgaders den Raadt in loco van meninge sijn te verpaghten den tap en sleet der Caapse wijnen voor de tijd van een jaar, ingaande pmo. Januarij 1686 en uijtgaande ultm. December des selvigen jaars.
Eerstelijck blijft den aannemer gehouden twee suffiçante borgen te stellen voor de beloofde paghtpenningen ten genoegen van d’ E.Comp. die ijder bijsonder, beneffens den aannemer in solidum voor de betalinge sullen verbonden wesen onder renunciatie van de beneficie ordinis divisionis et excussionis, van welckers kraght ende verstandt duijdelijck onderregt sijn.
Den aannemer van dese paght sal gehouden wesen, sonder eenige de minste exceptie alle de wijnen die hij komt uijt te slijten of te vertieren van de E.Comp. te halen en aan te nemen jegens ƒ550 Caapse valuatie de legger, sonder de selve onder de handt van eenige particuliere wijngaardeniers of andere te mogen copen of inslaan, directelijck of indirectelijck, onder wat pretext ‘t selve oock soude mogen wesen,al waar het oock wijnen gewassen op de landerijen van den pachter selfs, de welcke hij soo wel als andere wijnga[a]rdeniers aan d’ E.Comp. gehouden sal sijn te leveren ende van de selve weder te ontfangen112 op paene soo bevonden wert contrarie dezes te doen of gedaan te hebben, aanstonts sal versteecken sijn van de voorn. tapneeringh voor ‘t gehele lopende jaar, blijvende evenwel gehouden de paghtpenningen voor ‘t lopende jaar in sijn geheel aan de E.Comp. te betalen, wanneer d’ voorn. paght weder de novo sal opgeveijlt ofte soodanig anders daar mede gehandelt werden als d’ E. Comp. sal te rade werden.
Op d’ impositie van 8 Rdrs. per legger voor de wijga[a]rdeniers, daar op sal den paghter niets te pretenderen hebben, maar als een wettigh prerogatief voor den Heer van den lande bij d’ E.Comp. werden ingevordert en ontfangen, ende sal den aannemer van dese paght gehouden wesen sijn beloofde pagtpenningen op te brengen in 2 termijnen, ijder paije de helft in harde spetie en d’ andere helft in minder geld precies, sonder d’ eene termijn in d’ ander, op paene van parate executie, te mogen laten vervallen.
Den paghter sal t’ sijner keure vermogen toe te laten twee persoonen om de gemelte tapneeringe nevens hem te doen, ‘t sij bij de kleijne of groote maat aan die ‘t hem gelieven sal, en sulcx tot d’ ordinarij prijs van 30 stuijvers. de mengelen, Caapse valuatie, wel min maar niet meer op paene van 25 Rdrs.
Den paghter sal vermogen nevens de geene bij hem daar toe te stellen, alleen en met uijtsluijtinge van alle andere, niemand uijtgesondert, sijn tapneeringe generalijck sonder uijtsluijtingh van plaats alomme te doen, soo verre het hem sal gelegen komen, sonder dat hem ijemand daar in eenige verhinderinge sal vermogen toe te brengen.
Zijnde wijders oock verstaan de generale verpaghtingen niet gelijck als voor heen gebruijckelijck op den laasten dagh van dit jaar, maar op den 28 dezes publijck te verpaghten113 om of omtrent de verpagting der Caapse wijnen sigh eenige obstaculen quamen op te doen en in sulcken geval daar omtrent soodanige veranderingh te beramen als de instructie van meergemelte sijn Hoog Ede. in soodanigen cas expresselijck is dicterende.114
Aldus geresolveert en gearresteert in ‘t Fort de Goede Hoop, ten dage en jare voors.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
C. 17, pp. 91-92.¶
Donderdag den {16860103} 3e Januarij 1686.
Aangesien115 wij met de laast gedaane landtocht na de Hessequaese natie ons oogmerck om een goet aantal schapen machtigh te werden om te dienen voor de aanstaande retourvloot uijt Indien wel eeniger maaten hebben bereijckt met het in ruijlen van … ps.116 schapen, maar egter geen genoegsame quantiteijt om een considerable retourvloot van 13 a 14 schepen, gelijck wij desen jaare soo van Batavia, Ceijlon als Bengaale hebben te verwagten, ten genoegen te ververschen sonder daar noch eens onder te reekenen de vaderlandtse schepen die omtrent deselve tijt mede staan te voorschijn te comen en na alle apparentie al in 6 a 7 stx. off wel meer sullen bestaan, waar door wij dan onvermijdelijck, vermits de laast geruijlde schapen door de swaar marsch en verre distantie uij[t] ‘t landt herwaarts gebragt, afgedreven en vrij sober in ‘t vlees en reets al een gedeelte daar van sijn gesneuvelt en noch al eenige na alle apparentie te volgen staan, sonder dat wij ons van ‘t overige getal, gelijck als gesegt vrij slegt sijnde, mede veel goets derven verseekeren, ‘s Comp. jonghe en noch niet slaghbaare schapen genootsaackt soude wesen aan te spreeken, tot merckelijck schade en verachtering van den aenteelt, Soo hebben wij goet gevonden en verstaan noch een ruijling te laten doen bij de Soeswaase natie die na de jongste tijdingh die wij daar van hebben met alle haare coraalen bij den anderen sijn, in hoope dat wij bij deselve noch een tamelijcke quantiteijt sullen machtigh werden, en vermits wij altans buijten d’ hooft officieren van de militie niemandt aan de handt hebben, die daar toe van de vereijste bequaamheijt is, soo sal als hooft derwaarts gaan den luijtenant deses guarnisoens Oloff Bergh nevens 8 man, met soodanigen quantiteijt taback en verdere coopmanschappen als men oordeelt daar toe te vereijsschen.
Aldus gedaan en geresolveert in ‘t Casteel d’ Goede Hoop, ten dage en jaare voors.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] A. v. BREUGEL.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
C. 17, pp. 93-94.¶
Vrijdagh {16860111} 11 Januarij 1686.
Den equipagiemeester117 deses commandements nu al diverse malen te kennen gegeven hebbende de bijsondere quade en sobere constitutie van ‘s Comps. 2 groote zeijlchaloupen, de Jupiter en Mercurius genaamt, vermits in eenige jaaren herwaarts daar aan geen reparatie is geschiet, en door het tusschen coomen van nodiger wercken en nootwendigh gebruijck van de selve aan de hier omtrent gelegen eijlanden telckens en tot dus lange gesurcheert, sonder dat d’ selve langer met gerustheijt connen werden gebruijckt, insonderheijt ‘t eerst genoemde, de Jupiter genaamt, dat bij de laaste springhtijt tot de nodige visitatie tegens de wal en op strandt is gehaalt en gevolghlijck, door expresse daartoe aangestelde gecommitteerdens, namentlijck den schipper van ‘t fluijtje Bharen , den baas timmerman en den equipagiemeester exact ende naeuwkeurigh zijnde besightigt, die van haar bevindingh bij de annexe verclaringh van rapport hebben gedient, en hier ter vergaderingh g’exhibeert de gants soobere gestalte van opgemelte bodemtie, ten principalen bestaande dat de verdubbelingh van opgemelte vaartuijgh t’ eenemaal sijn vergaan en van de worm opgegeten, ‘t roer mede soodanigh geconstitueert en langer onbruijckbaar, en voorts bij haar innavigabel g’oordeelt om langer gebruijckt te connen werden, waar op gedelibereert zijnde, soo is goetgevonden en verstaan om de redenen hier voren g’allegeert ‘t gemelte vaartuijgh ten eersten om te vertimmeren onder handen te nemen en te verdubbelen met Caapse plancken, om de welcke te sagen ten eersten ordre sal werden gestelt en daar aan verdere soodanige reparatie te laten geschieden als men in ‘t vertimmeren sal nodigh oordelen, waar op ‘t voorn. vaartuijgh verders nogh eenigen tijt sonder becommeringh sal connen dienst doen.
Aldus geresolveert en gearresteert in ‘t Casteel de Goede Hoope, datum ut supra.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] A. v. BREUGEL.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
C. 17, p. 95.¶
[ {16860111} 11e Januarij 1686]
Wij118 ondergesz. Teunis de Hoop, schipper op ‘t hier ter rede leggende fluijtschip Baren , Arij van Brakel, meestertimmerman, en Jan Pasnenier,119 onderstierman en de equipagiemeester ten dienste van d’ E.Comp. alhier bescheijden, verclaren als door ordre van den E. administrateur en seconde persoon deeses commandements expres gecommitteert tot het besigtigen van ‘s Comp. vaertuijgh, genaemt de Jupiter , tegenwoordig tot vertimmeren op strant staende, ‘t welck wij naer behoorlijcke en nauceurige inspectie bevonden hebben te sijn geconstitueert als volgt, namentlijck:
Dat de verdubbeling van gemelte vaertuijgh t’ eenemael sijnde vergaen en van de worm opgegeten, deselve afgesloopt ende nootsaeckkelijck met een nieuwe huijt sal moeten werden versien.
Dat mede het roer en de swaerden in soo slechten stant bevonden hebben, dat nootwendig de novo van nieuwe do. sal dienen versogt te sijn.
Sonder welcke nootsakelijck verdubbeling mitsg. vernieuwing van roer en swaerden het buijten alle apperentie ende onmogelijck is dat d’ E.Compe. van gemelte vaertuijg voortaen eenige de minste dienst sal connen trecken.
Aldus gedaen in ‘t Casteel de Goede Hoop adij 11e Januarij 1686.
[Signed:] THEUNIS D. Hoop.
[Signed:] ADRIAEN VAN BRAKEL, 1686.
[Signed:] J. PASSENIER.
C. 17, pp. 96-100.¶
Woensdag {16860116} 16 Januarij 1686.
Door120 den Secretaris deser vergaderingh in den voorgaande jaare 1685 (bij occasie dat eenige vrijborgers volgens ordinarij gebruijck haar aan den Raad addresseerden om consent te obtineren tot den vercoop van haare huijsinge en andere vaste goederen doenmaals al speculatie zijnde gevallen om de coopers of vercoopers van dien sulcx niet te consenteren als naar voorgaande voldoening van den 20 en 40e penning door den Hoog EdIe. Heer Hendk. Adrian van Rhede tot Drakensteijn , Heere van Mijdregt &a., representerende de vergadering van de 17e als Commissaris, breder bij sijn Hoog Ed. nagelaten instructie g’extendeert)121 den Raat zijnde bekent gemaackt dat den E. Heer Commandeur, bevooren sijn vertreck te landewaart, hem Secretaris hadde gelast dat de voorn. 20 en 40e penning respective niet eerder soude werden ingevoert als na expiratie van ‘t verloopen jaar 1685, die als nu is komen te verschijnen, Soo is op dat subject nagesien d’ instructie van opgemelte sijn Hoog Ed. wel uijtdruckelijck in substantie vervattende dat dewijle ondervonden is, dat vele deeser inwoonders haare landerijen die haar door d’ Comp. voor niet in eijgendom sijn vergunt, in corte wederom aan andere overdoen en vercoopen, dat daar tegen soude werden ingevoert het reght van den twintigsten penning voor de geene die haare landen binnen den tijt van 10 jaaren nae de gifte, en den thienden penning die nae drij jaaren of eerder de selve komen te verkopen, van welcken verkoop geen transport sal valideren, nogh den kooper eijgendom hebben, voor dat die van den gereghten bij quitantie gebleeken is, gemelte regt van de cooppenningen in ‘s Comps. cassa aan den cassier sullen wesen betaalt ende voldaan, oock dat den 40e penning sal plaats hebben sonder onderscheijt van plaats of persoonen op alle vaste goederen van huijsen en landen, soo veelmaal die van den een tot den anderen bij verkoop sullen werden getransporteert, weshalven na genomen deliberatie is verstaan, in conformite van opgemelte sijn Hoogh Edle. ordre, bij biljetten al omme t’ affigeeren een ijeder deesen aangaande notificatie te geven, invoegen sijn Hoog Edle. instructie expresselijck is dicterende, op dat niemant ignorantie daar van kome te pretenderen en ‘t selve van nu af aan sal werden ingevoert en gepractiseert.
Den administrateur ter vergaderinge te kennen gevende, hoe dat hij den cassier Lodewijck van der Stel122 nu al diverse malen hadde aangemaant tot ‘t opmaken van sijn maandelijcxe reeckeningh van de maant December ano. passado, dogh dat die sigh t’ elckens hadde g’excuseert dat de leeningh van de knegts, bij de respective borgers in dienst zijnde, en op ultmo. December jongstleden verscheenen, nogh niet alleen niets of weijnig daar op was betaalt, maar dat selfs van jaaren te vooren nogh ruijm …123 ten aghteren stond, die bij hem en sijn praedecesseurs waren inges. en d’ Compe. gevalideert, sonder dat de selve waren betaalt en dat hij als nogh geen of weijnigh apparentie sagh om de selve te connen maghtig werden, met versoeck dat hem bij de regeeringh daar toe de behulpsame handt mogte werden geboden en hij cassier inmiddels voor die penningen niet aansprekelijck wesen, soo lange deselve bij hem niet sijn ontfangen, gelijck de instructie van de Hoog Ed. Hr. van Reede mede daar van gewach maackt, in welcken geval den cassier voormelt geen swarigheijt maackt om de geheele leeningh in te schrijven, voegende den administrateur daar nogh bij na de voorn. cassiers reekening, om met sijn negotieboecken voort te varen niet langer te connen supercedeeren, weshalven is goetgevonden den cassier ‘t ordonneeren d’ voorn. leeningh in te schrijven en hem van de verantwoordingh voor die penningen te ontlasten, mits dat alle bedenckelijcke debvoiren sullen werden aangewent om de penningen machtig te werden, sullende tot dien eijnde den lantdrost werden inhandigt een rol van alle de geene die knegtsloonen ten aghteren staan, om te besorgen dat eerst en voor al van de ingesamelde graanen die aghterstallige schulden werden voldaan, alsoo anders geen apparentie is om de Comp. aan haar guarand te helpen, dewijl al verscheijde borgers onder de hand en ter sluijck haare graanen aan particuliere verkoopen en dienvolgende niet traghten d’ Comp. te voldoen, maar ‘t selve op den ouden kerfstock te laten voortlopen.
Aldus gedaan en geresolveert in ‘t Casteel d’ Goede Hoop, ten dage en jaare voors.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] A. V. BREUGEL.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
C. 17, pp. 101-105.¶
Maandagh {16860121} 21e Januarij 1686.
Dewijle onder anderen bij de nagelaten instructie van den Hoog Edle. Heer Hendrick Adria[e]n van Reede tot Draakensteijn, Heere van Mijdrecht &a., representeerende de vergaderingh van de Seventhienen als Commissaris, voor den E.Heer Commandeur en Raadt in loco wert gesproocken nopende de inlandse geteelde wijnen124 en wat voet voor ‘t toecomende d’ E. Compa. daar omtrent sal hebben te houden om waar over125 te delibereren en vervolgens aan de wijngaardeniers daar van notificatie te geven voor eenigen tijt bij ons daar mede is gesupercedeert en provisionelijck tot den 20e deeser maant trainerende gehouden, in hoope dat d’ E.Heer Commandeur, die wij van sijn landtreijse om de Noord126 al eenigen tijt met verlangen hebben te gemoet gesien, inmiddels behouden soude sijn te rugge gekomen, dat ons met het tardeeren van den E.Heer Commandeur voornt. is comen te ontschieten, sonder dat wij als nogh eenige tijdingh van sijn E. hebben, veel minder eenigen staat connen maeken wanneer sij te voorschijn sullen komen, en tusschen wijle de druijven rijp werdende, gevolglijck de persttijt [sic] kort op handen is, en van nootsaakelijckheijt dat de wijngaardeniers voor af kennis hebben om haar na de intentie van sijn Hoog Edle. te konnen rigten, dewijl g’oordeelt wert dat daar mede niet langer magh, nogh behoorde te werden gesupercedeert, zijnde dan gevolglijck getreden tot de resumptie van opgemelte Sijn Hoog Edle. instructie, voor soo veel is concernerende ‘t verbodt van verhandelinge aan particuliere buijten d’ E.Comp., mitsgaders incoop en leverantie, luijdende meergemelte instructie van sijn Hoog Edle. opgemelt over die materie in dese woorden:127
‘Oversulcx sal d’ E.Comp. in den aanstaande jaaren 1686 en 1687 den wijn van de wijnga[e]rdeniers aannemen en betalen, te weten twee soorten, gelijck hier boven omtrent die van d’ E.Comp. is gesegt, d’ eerste soorte voor Rdrs. 20 klaare wijn d’ legger, ofte 15 Rdrs. druijvesap te weten die geene die maar enckelijck getreden is, ende de tweede of geparste klaare wijn voor 15 Rdrs. ofte in druijvesap voor Rdrs. 10, alles buijten ‘t vaatwerck vrij van de gereghtigheijt van 8 Rdrs. per legger, onder bedingh d’ wijn door gecommitteerdens daar toe invoegen voormelt te doen vaten, om in soorten niet bedrogen te werden;’
In nacominge van welcke ordre naar voorgaande rijpe deliberatie met gemeen advijs is goetgevonden en verstaan met den eersten bij placcaat alle wijngaardeniers, geen exempt, te interdiceeren en verbieden geene wijnen hier te lande geteelt, ‘t sij van voorgaande of deesen jaare, sonder onderscheijd, aan den paghter der Caapse wijnen of andere particuliere, ‘t sij ‘s Comps. dienaren of vrij ingesetenen, of wel aan imand van de passeerende schepen, te mogen vercoopen, vermangelen of andersints te veralieneren, onder hoedanig schijn of pretext ‘t selve oock soude mogen wesen, maar blijven in tegendeel alle d’ wijngaardeniers gehouden alle hare g’ougste wijnen soo van deesen als voorgaanden jaaren aan d’ E.Comp. te leveren, ten prijse als hier vooren is uijtgedruckt en door sijn Hoog Ede. daar op beraamt, op pene die bevonden wert contrarie dezes te doen of gedaan te hebben, arbitralijck daar over gecorrigeert te werden, zijnde oock wijders gearresteert dat niemand van de wijngaardeniers, dewijle de wijnen voortaan in twee soorten sullen moeten bestaan, te weten getreeden en geperste wijnen, waar na de selve in prijs sijn gereguleert, desen aanstaanden ougst of perstijt den druijf sullen mogen treeden off perssen, sonder alvooren daar van kennis en communicatie aan de overigheijt alhier te hebben gedaan, blijvende ‘t verdere, ‘t geene g’oordeelt soude mogen werden omtrent ‘t vaten der wijnen te vereijsschen, als nogh van geen pressantie, zijnde tot de behouden te rugh komst van d’ E.Heer Commandeur. die inmiddels onfeijlbaar te gemoet sien, uijtgestelt.
Den pachter van de Caapse brandewijn en gedisteleerde wateren, Jan Dircxsz d’ Beer, ter vergadering verscheenen en te kennen gevende, hoe dat sijn huijsinge hier in de Tafelvaleij staande, tot de voorn. tapneeringe te cleen en van geen adcommodatie is, en dat geen andere huijsinge in huur daar toe konde crijgen, om welcke redenen hij versoght, dat hem moghte werden toegestaan aan sijn voors. eijgen huijsinge ter zijden op sijn erff een camer te mogen aantimmeren, waar van de muur tot bevrijdingh van sijn erf al voor lange ter hoogte van 6 voeten was opgehaalt. ‘t Welck hem is g’accordeert, met die restrictie noghtans, dat hij gehouden sal wesen ‘t selve weder af te breken, als hem sulcx door de overigheijt sal worden geordonneert, en over sulcx niet langer sal moogen staan als tot wederseggens.
Aldus gedaan en geresolveert in ‘t Casteel d’ Goede Hoop, ten dage en jare voors.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] A. V. BREUGEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
C. 17, pp. 106-108¶
Maandagh {16860304} 4e Maart 1686.
Den capitain der Chenouquase Hottentoots, genaamt Claas, ter vergaderinge comparerend, rapporteerde dat hij verstaan hebbende enige der Obiquase natie in den voorleden jaare eenige Nederlanders, in ‘t land uijt schieten gegaan zijnde, hadde vermoort, waar op hij capitaijn uijt eijge motive ende genegentheijt die hij tot d’ E.Comp. hadde, met sijn volck opgebroocken was, om gemelte Obiquas t’ atacqueren ende over d’ voors. moort revengie te nemen, dat hij gecomen zijnde omtrent de cralen van meergemelte Obicquas, door haar tot hem gesonden wierden 3 vrouwen, met versoeck omme d’ oude vrindschap tusschen haar beijde te verniuwen en te bevestigen, dewelcke hij met 3 van sijne Hottentoots ende een vereeringh van toback te rugh sendende, versogt heeft dat den capitain der voors. Obiquas hem in sijn koraal wilde komen besoecken, gelijck oock door den meergemelte capitain met 10 van de sijne des anderen daags is geschiet, werdende van hem capitain Claas met ‘t slaghten van een hamel seer vriendelijck onthaalt ende getracteert, dat hij Claas den volgenden dagh de voorn. Obiquaas weder in alle scheijn van vrintschap wel onthalende, ende hun met dansen ende op de trom slaan op haar manier doende vrolijck wesen, ende sulcx sijn kans schoon siende, aan eenige van de sijne bevolen heeft, in de Nederduijtsche tale, gemelte capitain der Obiquas, benevens de sijne te vatten, ‘t welck gedaan zijnde, hij captn. Claas haar afgevraagt heeft of wel genegen waren weder eenige Nederlanders te vermoorden, waar op hem g’antwoord zijnde van ja, aanstonts order gaf de selve Obiquas om hals te brengen, gelijck oock gevolglijck sonder uijtstel wierde g’executeert, salverende sigh eghter 3 van hun met de vlught, waar op gedelibereert, is verstaan en geresolveert den gemten. captn. Claes tot een belooning van sijnen trouwen dienst te vereeren met 2 bossen kopre kralen, een rol Virgines taback van 20 lb., een ancker anijs arack, 150 lb. rijs en een paar grove koussen.
Aldus geresolveert ende gearresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum uts.129
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] J. VAN KEULEN.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
C. 17, p. 109.¶
Saturdagh {16860316} 16 Martij 1686
Door130 den E.Hr.Commandeur ter vergaderinge zijnde bekend gemaackt dat op gisteren den Grave van Chaumont, geweesen ambassadeur weegens den Koningh van Vranckrijck a[e]n den Koningh van Siam , jegenwoordigh met de scheepen Loiseau en La Maligne alhier ter rheede leggende,131 aan sijn E. hadde doen versoecken haar van versch water te mogen versien ende haare behoeftigheeden bij de vrijborgers te coopen, mitsgrs. dat hen voor goede betalinge mogten werden toegevoeght eenige kleenigheeden bij henlieden benodigt, Waarop gedelibereert, is goed gevonden haar aansoeck t’ accordeeren en verdere benodigtheeden te laten volgen.
Aldus g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, datum ut supra.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] J. CRUSE.
[Signed:] J. VAN KEULEN.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNLS. LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
## Footnotes
-
Hier word verwys na ‘n besluit van die Breë Raad, wat op Maandag 17 April vergader het. ‘n Afskrif van die besluite van hierdie vergadering kan gevind word inKol. Arch.7566,Kamer Zeeland3173:Brieven en Papieren van de Caap van den jare1684. Dit is ‘n afskrif, wat deur Joan Blesius as eerste klerk gewaarmerk is. ↩
-
Die oorspronklike stuk het bewaar gebly in C.331:Attestatiën, 1683-1686, pp. 563-564. ↩
-
In die oorspronklike stuk staan “conscientie”. ↩
-
Die woord “eenparigheijt” is deurgehaal en “meerderheijt” in die plek daarvan geskryf. Die stuk waarna hier verwys word, is te vinde in C.331:Attestatiën, 1683-1686, pp. 565-567. ↩
-
Hierdie teken word gebruik om die getal 1000 weer te gee. Daar was dus 100,000 lb. gesorteerde speserye. ↩
-
In die H.K. staan “op gevoeghlijck(en) maenier”. ↩
-
Eers het hier “dienst” gestaan. Dit is deur die skribent in “intrest” verander. ↩
-
Die Politieke Raad het op Maandag 29 April vergader. Die 30ste het op ‘n Dinsdag geval. (Sien C.590:Orig. Dagregister, 1684, p. 289.) Die resolusie is in dieselfde handskrif geskryf as die resolusie van 12 Februarie 1684. ↩
-
Meester Daniël Heijns of Heynsius het in 1682 lid van die Raad van Justisie te Batavia geword en het nou as skout by nag met die retoervloot na sy vaderland teruggekeer. Volgens die dagregister het sy vrou owerspel gepleeg en is sy tot 50 jaar vroue “tugthuijs” gevonnis. In sy brief aan die Kommandeur en die Politieke Raad het die Goewemeur-Generaal opdrag gegee dat sy “om redenen bij ons gepardonneert” is en toegelaat was om te repatrieer, maar dat hulle die Raad aanraai om “haar alle occagien te benemen, dat se geduirende haar verblijf aan de Caap haaren gewesen man aldaar aan land niet come te ontmoeten”. Sien C.415, deel III:Ink. Stukken, 1682-1 684, pp. 974-975, brief van 18 Februarie 1684. ↩
-
Hendrick Cansius het nie opgedaag nie, maar het met die Burght van Leijden op die Majotte-eilande oorwinter. (SienKol. Arch.598:Res. des Casteels Batavia, 1683, p. 602.) Hy was voorheen eerste winkelier van die Kasteel Batavia en het in 1681 opperhoof van die Kompanjie se kantoor in Japan geword. Hy het as opperkoopman gerepatrieer. ↩
-
Hierdie resolusie word, behalwe deur die Skout-by-nag, die Kommandeur, die kaptein en die Sekretaris van die Politieke Raad, net deur die skippers van die retoervloot onderteken. ↩
-
Vgl. C.680:Origineel Placcaatboek, 1652-1686, p. 453, waar die biljet weergegee word wat op 21 Junie deur die bode aangeplak is. Ook saam met hierdie resolusie opgeneem in dieKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, deel I, p. 196. ↩
-
Die eerste Julie het op ‘n Saterdag geval. Hierdie resolusie is in ‘n ander handskrif as die vorige resolusies geskryf en is waarskynlik die handskrif van J. Cruse. (Vgl. sy handskrif in C.330:Attestatiën, 1670-1682, p. 25.) ↩
-
In verband met hierdie eiendom het later moeilikhede ontstaan. Sien p. 116 van hierdie publikasie. ↩
-
Hierdie resolusie is geskryf in dieselfde handskrif as die resolusie van 12 Februarie 1684. ↩
-
Sedert 1666 as baas timmerman in diens van die Kompanjie. Hy was afkomstig van ‘s Hertogenbosch en getroud met Sara van Rosendaal van Amsterdam. Hulle het twee seuns en drie dogters gehad. ↩
-
Waarskynlik ‘n verwysing na die brief van 29 November 1683, waarin melding gemaak word dat 720 7/8 Rds. in specie aan Tobias Vlasvath terugbetaal is. (SienKol. Arch.459:Brieven van de Seventienen, 1682-1683, p. 148) Vlasvath was tot 1689 lid van die Raad van Justisie in Batavia. ↩
-
In die Kaapse Resolusieboek is hierdie resolusie nie onderteken nie. Die laaste twee reëls is oorgeneem uit die Haagse Kopie. ↩
-
Arnoldus Muykens het opgeklim tot direkteur van die handel in Bengale en het in 1696 toe hy aangestel is as Goewerneur van Ceylon versoek om na Patria verlos te word. SienKol. Arch.611:Resolutiën van de Gen. en Raden, 1696, p. 611. In 1697 word na hom verwys as die gewese direkteur van Bengale . ↩
-
Rijckloff van Goens jr. het Texel die 6de Mei verlaat en Saldanhabaai op 8 Oktober bereik. Gedurende die seereis het hy vier maande lank “meer de bittere doot als de minste schijn van gesontheijt te wagten gehad …” Simon van der Stel het oor die landweg “caros, cales, wagens en paarden” gestuur om Van Goens en sy gesin te laat haal en het hom in eie persoon tegemoet gegaan. Van Goens het die Kaap egter die 10de Mei per seilskip bereik. Hy is na die Kompanjie se huis te Rustenburg gebring om te herstel. ↩
-
Rijckloff van Goens jr. het Texel die 6de Mei verlaat en Saldanhabaai op 8 Oktober bereik. Gedurende die seereis het hy vier maande lank “meer de bittere doot als de minste schijn van gesontheijt te wagten gehad …” Simon van der Stel het oor die landweg “caros, cales, wagens en paarden” gestuur om Van Goens en sy gesin te laat haal en het hom in eie persoon tegemoet gegaan. Van Goens het die Kaap egter die 10de Mei per seilskip bereik. Hy is na die Kompanjie se huis te Rustenburg gebring om te herstel. ↩
-
Ook in die H.K. staan “despescheeren”. ↩
-
Ook in die H.K. staan “men”. Duidelikheidshalwe sou ‘n mens hier “met” verwag, of sou die sin moet lees: “of men met het laastgenoemde oock iets marchandeeren can”. ↩
-
Sien voetnoot 37 van die jaar 1681 van hierdie publikasie. ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusie. Toon ooreenstemming met die handskrif van Albert van Breugel jr. Sien C.330:Attestatiën, 1679-1682, p. 353. ↩
-
Volgens die skipper van die Maas het Kommandeur S. v. d. Stel “assistent Grevenbroeck” aan die Kaap in diens geneem en is deur die skeepsraad van 6 November 1684 die bottelier Jan Swinner in sy plek gestel. Dit stem ooreen met De Grevenbroeck se testament waarin hy meedeel dat hy op 21 Junie 1684 van Goeree met die Maas vertrek het. Verdere besonderhede van sy herkoms kan nie gevind word nie. Hy begin sy werksaamheid as Sekretaris van die Politike Raad in 1685. ↩
-
Johannes Mulder (ook Muller) van Rotterdam, het in 1682 met die Geele Beer as soldaat na die Kaap gekom. Hy het later landdros van Stellenbosch geword en was getroud met Jacoba Kicheler van Den Haag. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is ‘n latere byvoeging. ↩
-
Kom in dr. Hoge se lys voor as Johann Heinrich Blom, en het in 1685 met Margaretha Hendrina van Otteren van Maastricht in die huwelik getree. ↩
-
Die meulenaar, Hendrick Mulder, het die reg om meulenaar te word teen ƒ110 gepag. Sien C.590:Orig. Dagregister, 1684, 11 Des. 1684, p. 488. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Dieselfde afkorting word ook in die H.K. gevind en kan waarskynlik gelees word as “quantiteijt”. ↩
-
In dieselfde handskrif as die res van die resolusie tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Vgl. C.331:Attestatiën, 1683-1686, 13 Desember 1684, pp. 1-3. ↩
-
Die pagter was Guilliam Heems, wat ook die brandewynpag teen ƒ7400 verkry het. Sien C.590:Orig. Dagregister, 1684, Maandag 11 Desember, p. 488. ↩
-
In hulle brief van 24 Junie 1684 het Here XVII aan Simon van der Stel geskryf dat die feit dat hy sy seun as dispensier gebruik, deur hulle aangesien word “voor een disordentelijckheijt en incompatibiliteijt”. Vandaar hierdie versoek. (Sien C.415, deel III:Ink. St., 1682-1684, pp. 948-949.) Sien C.500, deel II:Uitg. Br., 1682-1684, pp. 808-810. ↩
-
Sien C.500:Uitg. Br., 1682-1684, pp. 808-810. ↩
-
Johannes Overney het die Kaap op 17 Oktober 1678 met die skip Wapen van Alkmaar bereik. Sien skets inDie Kaapse Predikante van die Sewentiende en Agtiende eeudeur prof. dr. S. P. Engelbrecht. ↩
-
Sien plakkaat inOrig. Placcaatboek, 1652-1686, van 10 Maart 1685, wat hier reeds in die vooruitsig gestel word. (C.680, pp. 460-463.) ↩
-
Sien C.415, deel III:Ink. Stukken, 1682-1684, pp. 948-949. ↩
-
Rijckloff van Goens jr. het Van der Stel afdoende verdedig teen die aanklagte wat Here XVII teen hom ingebring het in ‘n brief van 14 Mei 1685. (SienKol. Arch.3998:Brieven en Papieren van de Cabo de Bonne Esperance overgecomen in1685, pp. 1066-1067.) ↩
-
Sien verder oor die versorging van die armes die sesde deel van die Argief-jaarboek:Armesorg aan die Kaap onder die Kompanjiedeur Maria M. Marais,Argiefjaarboek vir Suid-Afrikaanse Geskiedenis, 1943. ↩
-
Die sersant was Hans Jurgen Clingh. (Sien C.500, deel II:Uitg. Br., 1682-1684, p. 1050. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Sien C. 415, deel II:Ink. Stukken, 1682-1684. 29 November 1683. p. 665. ↩
-
Hierdie resolusie is geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusie. ↩
-
Sien C.416, deel I:Ink. Stukken, 1685-1687, pp. 95-106, waarin dieTractaet van Conventie over den Treves, tussen Frankryk en die State-Generaal van 29 Junie 1684 opgeneem is. ↩
-
Sic ↩
-
Sic ↩
-
Sic ↩
-
Skipper op die Burgh van Leijden . ↩
-
Het as verstekeling op die Ridderschap na die Kaap gekom en is deur Rijckloff van Goens jr. aangestel as eerste klerk. (Kol. Arch.3998, tweede deel,Ingecomen Stukken,1685, p. 1136.) ↩
-
Matthias van Lughtenburgh het diens gedoen op die soldykantoor en as kaptein in die Kasteel Batavia. Hy het van onderkoopman in 1675 opgeklim tot eerste opperkoopman in 1682 en is in 1684 as admiraal op die Princes Maria toegelaat om te repatrieer. ↩
-
I. van Schinne die voormalige opperhoof van die Kompanjie se kantoor in Japan is tot vise-Admiraal van die vloot aangestel en het op die Vrijheift gevaar. ↩
-
Jeuriaen Munnik was die gewese opperhoof van die Kompanjie se handel met China en het as skout by nag op Princelandt gerepatrieer. ↩
-
Hierdie resolusie is geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusies. ↩
-
In die H.K. staan “verder”. ↩
-
Hierdie plakkaat kom nie voor in die oorspronklike plakkaatboek nie, maar is oorgeneem in dieKaapse Plakkaatboek.1652-1707, deel I, p. 200. ↩
-
In die H.K. staan “gereflecteert”. ↩
-
Sien voetnoot 45 van 1681. In daardie jaar het Gerrit Victor met ‘t Land Schouwen na Batavia gegaan, maar op 15 April 1682 het hy na die Kaap teruggekeer en het die gewese Goewerneur-generaal Rijckloff van Goens hom toestemming gegee om weer vryburger te word, met die belofte dat die Kompanjie hom weer teen ƒ30 per maand in diens sou neem, indien hy nie meer vryburger wou wees nie. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Hierdie resolusie is slordig geskryf. Hier is Gerrit verkeerd gespel en ‘n paar reëls verder word Victoor in plaas van Victor geskryf. ↩
-
In die H.K. staan “g’oegst”. ↩
-
Skryffout vir “g’intresseerde”. ↩
-
In die H.K. staan “catoene kousen.” ↩
-
In die H.K. staan “catoene kousen.” ↩
-
Sic. ↩
-
In hulle brief van 8 Oktober 1685 skryf Here XVII: “De persoon van Mr. Johannes van Ceulen, een rechtsgeleerde van veele verwachtinge, die wij tot fiscael aen de Caap hebben aengsetelt, sullen UE. mede in den Raat hebben te assumeren, soo en gelijck dat van den gewesen fiscael Vlasvath op onse ordre voor desen mede is geschieth.”(C.416, deel I:Ink. Stukken, 1685-1687 p. 245.) ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in die linker kantruimte geskryf in ‘n ander handskrif as die res van die resolusie. ↩
-
in die H.K. staan “domesticquen”. ↩
-
In die H.K. staan “ontbieden”. ↩
-
In die H.K. staan “vetleer” wat moontlik “vet leer” kan wees. ↩
-
In die H.K. staan “lantaerns”. ↩
-
In die H.K. staan “vetleer” wat moontlik “vet leer” kan wees. ↩
-
In die H.K. staan “lantaerns”. ↩
-
SienResolusies van die Politieke Raad, deel II, passim en verder die artikel oor hom inBydragen tot Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned. Indië, 1930, bl. 615. ↩
-
In die H.K. staan “specialijck”. ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusies. ↩
-
Vgl. C.591:Orig. Dagregister, 1685-1686, pp. 136-137. ↩
-
Tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Hierdie resolusie staan ook opgeteken in die dagregister. Sien C.59l:Orig. Dagregister, 1685-1686, pp. 140-141. ↩
-
Sien C.J.2:Crim. en Civiele Regtsrolle, 1674-1688, p. 281. ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusie. ↩
-
Die heer Hendrik Adriaan Baron van Reede tot Drakensteyn, Heer van Meydregt (1637-1691) het van 19 April tot 16 Julie 1685 as Kommissaris-Generaal aan die Kaap vertoef. In die resolusies kom sy naam selde voor, aangesien hy die vergaderinge van die Raad nie bygewoon het en daar trouens ook geen resolusies gedurende die tydperk waarin hy aan die Kaap vertoef het, oorgebly het nie. ↩
-
‘n Deel van hierdie woord is deurgehaal enomin die plek van die deurgehaalde woord geskryf. ↩
-
Na “29” is die woord “voet” deurgehaal. ↩
-
Geskryf in die handskrif van J. G. de Grevenbroek, wat wel op 17 Julie 1685 met Hendrik Adriaan van Reede op die Purmer na die Ooste vertrek het en eers op 23 April 1686 met die Eenhoorn aan die Kaap teruggekeer het, maar wat as Sekretaris van die Politieke Raad die resolusies van die kladnotule in die resolusieboek geskryf het. (Vg1. C.416, deel I:Ink. Stukken, 1685-1687, pp. 267-268.) Sien verder die inleiding. ↩
-
Word ook Pillavoine genoem. Hy was direkteur van Soerat en het op 21 April met die La Royale uit Port Louis vertrek. ↩
-
Sien brief van Here XVII in C.415, deel II:Ink. Stukken, 1682-1684, brief van Bewindhebbers 10 Maart 1683, pp. 519-521 ook van 22 Junie 1683, ibid., pp. 585-587. ↩
-
Die woorde “de Coninginne” is deurgehaal en La Royale in die plek daarvan geskryf. ↩
-
Voor “Grave van Chamont” wat in ‘n ander handskrif en met ink van ‘n donkerder kleur geskryf is, is die woord “ridder” deurgehaal. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Geskryf in dieselfde handskrif as die resolusie van 29 Augustus 1685. ↩
-
Volgens die dagregister van 28 September 1685 was die korporaal Jurien Obenhous. Sien C.591:Origineel Dagregister,1685-1686, p. 173. ↩
-
Meester Johannes van Ceulen het op 11 September 1685 die eed van trou as fiskaal aan die Kaap afgelê. C.591:Orig. Dagregister, 1685-1686, p. 158. ↩
-
Geskryf in dieselfde handskrif as die resolusie van 9 Augustus 1685. ↩
-
Sien C.416, deel I:Ink. Stukken, 1685-1687, brief van 6 April 1685, pp. 145-147. Ook die instruksie vir die opperhoofde van die jag Westerwijck van 3 November 1685, C.701:Memorien en Instructiën, 1673-1685, pp. 359-380. ↩
-
Sien Instruksie vir die opperhoofde van die jag Elizabeth in C.701:Memorien en Instructiën, 1673-1685, pp. 169-191. ↩
-
Sien Instruksie vir die opperhoofde van die fluit Bharen in C.701:Memorien en Instructiën, 1673-1685, pp. 317-353. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Vgl. C.J.2:Crim. en Civiele Regtsrolle, 23 Junie 1685, pp. 276-278. Hierdie vonnis is 23 Junie 1685 uitgespreek. Sy “huijsmeubilen bestaande in huijsraad, linnen, wolle & eenige slaven” het hy op Maandag 10 September 1685 verkoop. Sien C.680:Origineel Placcaatboek, 1652-1686, p. 465. Volgens ‘n resolusie van die Goewerneur-generaal en Raad van Batavia blyk dat Jan Baptist erg deur die opperhoof van Mauritius , Isaak Johannes Lamotius, mishandel is. Sy vrou, Aletta Uijttenbogaert, het oor Batavia en die Kaap na Patria teruggekeer en in die Haagse Besoignes van 21 Julie 1689 word beraadslaag oor die saak van die “herwaerts geëschappeerde Jean Babtista du Bertyn en desselfs huysvrouw Aletta Uijttenbogaert”. SienKol. Arch.603:Res. van den Gen. en Raden, 22 Oct. 1688, p. 534 enKol. Arch.304:Verbalen gehouden van de Besoignes in Den Haagh, 21 Julie 1689 en 26 Junie 1682. ↩
-
Hierdie besluite staan ook opgeteken in C.591:Orig. Dagregister, 1685-1686, pp. 177-181. ↩
-
Thomas Slicher het as Raad Extraordinaris uit Nederland na die Ooste gegaan en in 1685 lid van die Raad van Justisie geword. In 1686 is hy aangestel as Goewerneur van Malakka . ↩
-
Hierdie resolusie is geskryf in dieselfde handskrif as die resolusie van 12 September 1685. ↩
-
Volgens dr. J. Hoge het ons hier te doen met Heinrich Müller van Dorsten, wat in 1677 as soldaat aan die Kaap gekom het en in 1691 vryburger geword het. ↩
-
Na “aanstaande” is wel ‘n weglatingshakie geplaas, maar vergeet om die woord “jaar” in te vul. ↩
-
Waarskynlik word “gemenageert” bedoel en word hier besluit om die grane so min as moontlik te gebruik. ↩
-
In die Dagregister van 28 September 1685 staan opgeteken dat korporaal Jurrien Obenhous met 217 skape en 42 “hoornbeesten” van die Soeswase Hottentots “over den bergh” teruggekeer het. Sien C.59l:Orig. Dagregister, 1685-1686. p. 173. ↩
-
Hierdie resolusie en die ander van die jaar 1685 is deur J. G. de Grevenbroek geskryf. ↩
-
Sien C.700:Memorien en Instructiën, 1657-1685, pp. 437-515, waarin die oorspronklike instruksie van Hendrik Adriaan van Reede aan Simon van der Stel voorkom. ‘n Afskrif van hierdie stuk is deur Theal gedruk inBel. Hist. Documenten, deel I. ↩
-
Vgl. ook C.591:Orig. Dagregister, 1685-1686, 19 Desember 1685, pp. 224-229. ↩
-
Die gekursiveerde gedeelte is in die linker kantruimte geskryf. ↩
-
Tot hier is die resolusie oorgeneem in dieKaapse Plakkaatboek, deel I, 1652-1707, pp. 206-208. ↩
-
In die dagregister van 19 Desember 1685 word meegedeel dat Jan Dircxe de Beer “aannemer van deese paght gebleeven” is “voor de somma van ƒ1500 Caapse valuatie”. C.591:Orig. Dagregister, 1685-1687, pp. 228-229. ↩
-
Geskryf in dieselfde handskrif as die resolusie van 6 November 1685. ↩
-
Blanko gelaat. Die getal wat hier ingevul moes geword het, was 486 skape. Die toggangers wat 12 November 1685 vertrek het, was 23 Desember terug met 261 stuks grof vee en 486 skape. Sien C.591:Orig. Dagregister, 1685-1686, p. 201 en p. 230. ↩
-
Hierdie resolusie is deur J. G. de Grevenbroek geskryf. Sien voetnoot 37 van die jaar 1685. ↩
-
Geskryf in dieselfde handskrif as die resolusie van 3 Januarie 1686. ↩
-
Skryffout. Volgens sy handtekening was hy J. Passenier. ↩
-
Hierdie resolusie is deur De Grevenbroek geskryf. ↩
-
Sien C.700:Memoriën en Instructiën, 1657-1685, pp. 492-493. ↩
-
Lodewyk van der Stel was getroud met Johanna van Rijt. Sy het met die skip De Beurs uit Nederland gekom. Sien C.416, deel II:Ink. Stukken, 1685-1687, pp. 324-325 asookKol. Arch.3991:Brieven en Papieren van de Cabo de Bone Esperance,pp. 567-570. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Sien C.700:Mem. en Instr., 1657-1685, pp. 481-488. ↩
-
Waarskynlik word “daar over” bedoel. ↩
-
Simon van der Stel was nog in Namakwaland en het eers 26 Januarie 1686 teruggekeer. ↩
-
Vgl.Kaapse Plakkaatboek, 1652-1707, deel I, pp. 209-210. ↩
-
Hierdie resolusie was verkeerd ingebind en word nou in die juiste chronologiese volgorde geplaas. ↩
-
Volgens die dagregister van 4 Maart 1686 is tydens hierdie vergadering ook die diakens, die Kommissarisse van huwelikssake en die Kommissarisse van kleine sake “op d’ overgeleverde nominatie vercoren.” Sien C.591:Orig. Dagregister, 1685-1686, pp. 246-248. ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusie. ↩
-
Die skepe L’ oijseau en La Maligne , wat saam met die ambassadeur Cheaumont in Junie 1685 aan die Kaap was, het reeds op 13 Maart by Robbeneiland voor anker gekom. Sien C.591:Orig. Dagregister, 1685-1686, p. 256. ↩