C020 v1.20
C. 20, pp. 2-4.¶
Woensdag {16880519} 19 Maij 1688.
In iegenwoordigheid van alle de leden, behalven srs. Ludoviq van der Stel en Johs. Blum.
D’ Ed. Heer Commandeur hebbende ter vergadering verslag gedaan hoe desen namiddag de Heer L’Estrilles, capitain van ‘t hier ter rhede leggende Franse oorlogschip L’ Auriflame ,1 vergeselschapt van thien of twaalf sijner officieren en edellingen hem in ‘t bijweesen van den E.administrateur, Andries de Man, en den fiscal mr. Dirk van Cuijk,2 dienende de Secretaris J. G. de Grevenbroek als tolk, uijt naam en wegens den Koning van Vrankrijk sijn Heer en Meester hadde bedankt wegens de diensten en vrundschap te meermaalen an sijn ondersaten hun hier ter rhede ververschende beweesen, sulx ‘t sijn Maijt. in erkentenis van dien gelievd hadde hem met sijn beeldnis, staande op een gouden penning, dewelke met een blauw lint an een goude keeten gehegt was, te vereeren; So dat hij Commandeur geen reden hebbende om sonder anstoot en argernis van sijn Hoogst gedagte Maijt. het geschenk te weigeren, hij ‘t selve ten respecte van dien uijt handen des voors. capitains angenômen hadde, met antuijging daar van an haar Edle. Hoog Achtb. sijn Heeren en Meesters ter eerster gelegenheid kennis te sullen geven om met derselver goedvinden het voorn. geschenk te mogen besitten; waar op de meergemde. Heer L’Estrilles antwoordende seide sijn meening wel verstaan te hebben.
Waarop rijpelijk gedelibereerd zijnde, So is eenstemmig verstaan dat d’ Ed. Heer Commandeur seer wel en wijselijk heeft gedaan het opgemelde geschenk met syn gewoonlijke beleevdheid t’ anvairden en an te neemen, mits dat men daar van met de retourschepen der laatste besending bij den generalen briev an de Heeren en Meesters behoorlijke kennis geve en haar beveelen daar omtrent afwagte, sullende middelerwijl het meergemelde geschenk niet overgesonden, maar ter bewaaring van den Ed. Hr. Commandeur gelaaten worden.
Aldus geärresteerd en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dâge en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] DOMINIQUE DE CHAVONNES.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] CORNELIS PTZ LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 5-7.¶
Donderdag den {16880902} 2 September 1688.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven ssrs. Mr. Dirk van Cuijk, Jacob Rodesteen en L. van der Stel.
Johannes Blum, deses guarnisoens boekhouder, hebbende ter vergadering bij monde versoek gedaan om by openbaare veilinge an den meest biedende nomine officij als procurator ad lites te mogen verkoopen twintig hier an land gebragte flesch-kelders met brandewijn, toebehoorende mr. Cornelis Moerkerke, gedesigneerde fiscal ten dienste der E.Comp. na Malacca , bescheiden geweest op ‘t hier geankerde jagt Suijd Beveland en den 20 Augusti lestleden hier in de bhaij verdronken;3 of dat andersins haar Ed. Achtb. goede gelievde mogte weesen, de voors. twintig fleschkelders voor rekening van de E.Comp. ten sulken prijse an te slaan, als met desselvs en des verdronkene ervgenaamen belangen geöordeeld soude worden best over een te komen: Waarop rijpelijk raadgepleegd zijnde, is eenpaarig verstaan in geenen deele in ‘t voors. versoek te konnen treden, gemerkt ‘t nadeel en schaade dewelke niet alleen de pagters, neen maar ook de Heeren Meesters souden komen te lijden bij ‘t verkoopen van sulk een ansienlijke partije brandewijn, die bijkans overtreft ‘t gunt d’ E.Comp. jaarlijx van alsulken drank an de pagters leverd, En om d’ E. Comp buijten alle op en anspraak en des overledene ervgenaamen so veel immers mogelijk schaadeloos te houden, So is verstaan dat de voorn. 20 flesch-kelders met ‘t opgemelde schip Suijdbeveland 4 na Batavia sullen versonden en aldaar ten meesten voordeel van des overleden mr. Cornelis Moerkerke ervgenaamen door den schipper Willem Burggraav en desselvs opperstuurman verkogt worden, mits dat sij alvôrens behoorlijke recipisse an den meergemelden Johannes Blum t’ sijner ontlasting sullen verleend hebben, die deselve nevens de rekening der goederen, bij hem nomine officij voor den overleden verkogt, an desselvs ervgenaamen ter eerster gelegenheid sal oversenden, op dat sij t’ sijner tijd met den opgemelden schipper Willem Burggraav, en sijn opperstuurman over ‘t provenu der voors. twintig fleschkelders met brandewijn mogen verrekenen.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] DOMINIQUE DE CHAVONNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 8-14.¶
Maandag den {16880927} 27 September 1688.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven ssrs. L. van der Stel en Cornelis Linnes.
D’ Edle. Heer Commandeur ter vergadering hebbende voorgedraagen de noodsaaklijkheid om d’ ingesetenen deser Colonie door ‘t verkoopen harer vrugten en gewassen in onderlinge voorspoed meer en meer te doen beklijven, en door ‘t verhandelen harer koopmanschappen deselve so veel immers mogelijk is, uijt hun benodigheden te redden; So is na rijp overleg van saaken eenstemmig verstaan an d’ ingesetenen van ‘t Caabse territoir een vrijen jaar-merkt te vergunnen, dewelke om ‘t minste verlet van tijd, op den eersten November jaarlijx sal ingeluijd en den 15 anvolgende uijtgeluijd werden; sullende geduurende den tijd der voors. 15 dagen an ieder deser ingesetenen, des begeerig, vrij staan en geöorlovd wesen suijkerbier te brouwen, te tappen, en te verkoopen, en middelerwijl tenten en kraamen na goeddunken op te slaan, en alle gepermitteerde waaren opentlijk te venten en te verkoopen, dog in geval enige onder ‘t district van het Caabse territoir niet gehoorende, egter van sins souden weesen hier hun goederen te veilen, en met soetelen, marquetenten of andersins hun profijt te soeken, sal het selve haar vergund werden, mits dat bevorens an de Burger-raaden hier ter plaatse vijfentwintig guldens sullen betaald hebben, en dat gehouden zijn vier dagen voor d’ andere met hun tenten op te breeken, sullende de voors. penningen tot de gemeene lasten van de borgerij geëmploijeerd werden.
Daarenboven om d’ ingesetenen in ‘t handelen der wapenen so te voet als te paard meer en meer t’ oeffenen en an te moedigen, en om haar bij voorvallende gelegentheden ten dienste van d’ E.Comp. en deser landen vaardig en bekwaam te hebben, is goed-gevonden en besloten de ruijterie en infanterie onder dese navolgende articulen te doen exerceren en na de schiev te laaten schieten.
-
Sal ieder ruijter in volle montering d’ een na den ander in vollen galop met ‘t pistôl na een schiev schieten.
-
De schiev sal staan thien treden ter sijde van de renbaan.
-
Die in de buijtenste circul van de schiev schiet, sal een schell. tot praemie trekken, die in de twede en anvolgende circul schiet, sal twe schell. en die in d’ eerste en binnenste circul schiet, sal drie schell. tot praemie genieten.
-
De ruijter, sijn pistôl gelost hebbende, sal swenken en in vollen galop op ‘t punt van den degen tragten ‘t hoofd van Medusa van een paal te ligten.
-
Die ‘t hoofd voors. in manieren als gesegt wegligt, sal tot praemie genieten vier schellingen.
-
Die sig eerst op de rolle der ruijterie laat inschrijven, sal ook eerst schieten, en so vervolgens na dat opgeteikend staat.
-
Die onder ‘t Caabse district gehoord, sal voor ‘t inschrijven twe schellingen, en die van buijten komt een Rixd. an de ruijterie betaalen.
-
Onder boete van een Rixd. sal in ‘t schieten behoorlijk interval en tijd gegeeven worden, om ieders schoot t’ onderscheiden.
-
Het weigeren van ‘t geweer sal voor een schoot gerekend worden.
-
Die in ‘t wit schiet en te gelijk ‘t hoofd van Medusa met ‘t punt van den degen weghaald, sal van ‘s Comps. wegen vijfthien Rixd. mitsgs. d’ inlegs-gelderen en andere voordeelen tot praemie genieten en met de geheele ruijterie t’ huijs gebragt worden.
-
D’ infanterie sal na een houte schiev schieten.
-
De schutters sullen ordentlijk d’ eene na den anderen op egale distantie van treden na de schiev schieten.
-
Het schieten sal uijt vrijer hand geschieden.
-
Niemand sal vermogen met getrokke loop of draadkogel te schieten.
-
Een ieder sal op sijn beurte schieten, die daar tegens doet sal een Rixd. verbeuren.
-
Die sig eerst op de rolle der schutters laat inschrijven sal ook eerst schieten, en so vervolgens nadat opgeteikend staat.
-
Die onder ‘t Caabse district gehoord, sal voor ‘t inschrijven twe schell., en die van buijten komt een Rixd. an de schutterie betaalen.
-
Die geschoten heeft, sal sijn geweer volgens militaire exercitien en derselver handgreepen wederom laden, ten welken einde een drilmeester den schutters sal gegeeven werden, die tot salaris een vijfde deel van ‘t praemie dat voor ‘t afschieten van de vogel in die schiev gesteld is, sal genieten.
-
Onder boete van een Rixd. sal in ‘t schieten behoorlijk interval en tyd gegeven werden om ieders schoot t’ onderscheiden.
-
‘t Weigeren van ‘t geweer sal voor een schoot gerekend worden.
-
Die ‘t hoofd van de vogel staande in ‘t middelpunt van een schiev, gehegt an een ijsere draij-bouwt of spil, komt af te schieten, sal een Rixd. tot praemie genieten.
-
Die de regter vleugel afschiet, sal een halve Rixd. trekken.
-
Die de linker vleugel afschiet, sal drie schell. trekken.
-
Die de staart afschiet, sal twe schell. trekken.
-
Die een splinter afschiet, sal een schell. trekken.
-
Die in de buijtenste circul van de schiev schiet, sal een halve schell. trekken.
-
Die in de vierde circul schiet, sal een schell. trekken.
-
Die in de derde schiet, sal anderhalven schell. trekken.
-
Die in de twede schiet, sal twe schell. trekken.
-
Die de romp, of ‘t laatste stuk van de vogel afschiet, sal tot praemie wegens d’ E. Comp. vijfthien Rixd., mitsgs. d’ inlegs gelderen en andere emolumenten genieten, en met de geheele schutterie t’ sijnen huijse begeleid werden.
-
De questien of verschillen die omtrent ‘t rennen, schieten of andersins mogten ontstaan, sullen respectivelijk bij wagtmeester of sergeants, op approbatie van ritmeester of capitain en verdere officieren, waaronder partijen controvers gehooren, vereffend en de boete op staande voet betaald werden.
-
Dese bovenstaande exercitien so van cavallerie als infanterie sullen jaarlijx met den eersten Novembris beginnen en den vijfthiende anvolgende eindigen.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop den 27 September 1688.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] DOMINIQUE DE CHAVONNES.
[Signed:] DIRCK VAN CUIJCK.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 15-16.¶
Dingsdag den {16881012} 12 October 1688.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven den E.capitain De Chavonnes en ssrs. van der Stel en Linnes.
Bij resumptie is in Raade gedelibereerd en besloten het galjot de Noord na Rio de Ja Goa alleen te depecheren,5 angesien ‘t jagtje Centaurus te lek en tot de reis onbekwaam bevonden word, sullende ‘t voors. galjot voor den tijd van vier maanden geproviandeerd en met sijn gewoonlijk scheeps-volk boven seven soldaten en den sergeant Louijs Beraut6 bemand worden, die rang na den schipper in scheeps-raade hebben sal. Ook sal ‘t galjot voors. gelast werden op sijn wederom komst de wal van Africa en voornamelijk die van Terra de Natal langs te loopen en bekwaame plaatzen an te doen, en ‘t resterende volk van ‘t schip Stavenesse 7 tragten te bergen.
Aldus geärresteerd en beslôten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] DIRCK VAN CUIJCK.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 17-26.¶
Maandag {16881108} 8 November 1688.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven den E.capitain Dominique de Chavonnes en sr. Ludoviq van der Stel.8
Omme den Eerwaarden D.Petrus Simond bedienaar des Goddelijken woords in de Franse taal sijn ampt gevoeglijxt en op ‘t spoedigste des doenlijk waar te doen neemen, So is eenpaariger stemme verstaan, hem seker stuq lands, tusschen Drakenstein en Stellenbosch gelêgen, en voor so veel hij sal konnen beheeren, in eijgendom te vergunnen,9 en gemerkt d’ E. Comp. de handen thans vol eigen werkx heeft, en dat ‘t haar ongelegen komt op haar kosten an Drakenstein of Stellenbosch t’ sijnen verdoen een bekwaame woning op te regten, en dat hij in onvermogen is om sig selvs van huijsvesting te konnen versien, en egter het hoognodig is, hij so haast ‘t immers mogelijk zij, onder ‘t dak geholpen werde; oversulx sal hem de behulpsâme hand ‘s Comps. wegen geboden en ter leen gegeeven werden een wagen met ses trekossen en sijn toebehooren, mitsgs. een rij-paard, nevens twe timmerluijden om in de naastgelegene bosschen ‘t verijschte timmerhout te kappen en uijt ‘t selve een propre woning op te regten, waartoe hem de weininge nodige materialen, mitsgs. enige verdere klenigheden uijt ‘s Comps. pakhuijs, sullen gegeeven werden.
En angesien de Franse10 so wel an Stellenbosch als Drakenstein geseten zijn, en om alle misnoegen te beneemen, ‘t welk uijt ‘t gemak11 om ter preke te gaan mogte rijsen; so sal sijn opgemelde Eerwaarde wisselinx d’ eene Sondag an Stellenbosch en d’ andere an Drakenstein praediken: guns in de Kerk, hier in ‘t best gelege en bekwaamste vrijmanshuijs: ten tijde toe dat God middelen en gelegentheid tot ‘t bouwen van Sijn huijs sal verleenen.
En gehoord hebbende de goede getuijgenissen, ook genômen proeven der bekwaamheid van den vrijman, Paul Roux, word deselve in ‘s Comps. dienst als voorleeser en schoolmeester in de Franse taal12 tot ƒ15 per maand en drie realen kostgeld angenomen.
Verders is verstaan dat de meergemelde Eerwaarde D.Petrus Simond sessie in kerkenraade an Stellenbosch sal hebben, gelijk mede hier in ‘t consistorie an de Caab ten tijde als sig hier ter plaatse bevinden sal.
D’ Eerwaarde D.Johs. van Andel ten vierendeel jaars een keer an Stellenbosch doende, ten einde om aldaar13 den Godsdienst en de Heilige Sacramenten t’ administreren, sal ten huijse van den land-drost in een kamer gelogeerd worden, en sal deselve kamer ook ten allen tijde ten dienste van sijn amptgenot, den Eerw. D. Simond wesen, die gehouden sal zijn, hier ter plaatse den Gods-dienst waar te neemen, terwijl dat d’ eerw. D. Johs. van Andel dien an Stellenbosch betragt, sullende hem t’ elkens geduurende sijn verblijv an de Caab ten huijse van den Praedicant een kamer en keuke ingeruijmd werden.
Nog is goed gevonden dat ‘t register van de collecte ten profijte der armen14 onlangs gedaan, den Eerwaarde D.Simond, voorn.15 en diakonen sal ter hand gesteld worden om d’ almôsen van diegene die geteikend hebben in te samelen, en daar van ter behoorlijke plaatse rekenschap te geven, sullende hem en de diakonie an Stellenbosch d’ opsigt over ‘t vee, uijt de voors. collecte procederende, anvertrouwt worden om uijt desselvs anteel de jegenwoordige en nog verwagte armen, die des benodigd en begeerig mogten zijn, t’ adsisteren.
En eindelijk is ten meesten dienste van d’ E.Comp. en tot ‘s gemeene bestens nut verstaan om d’ E.Comp. van ‘t overtollig getal der paarden in Hottentots Holland t’ ontlasten en dese ingesetenen in den zaal te helpen, en den anteel van paarden bij den gemeenen man dapper voor te setten, de voors. paarden opentlijk an de meest-biedende ten profijte van d’ E.Comp. te laaten verkoopen, en enelijk voor deselve en tot verderen anteel in Hottentots Holland in de stoeterij 30 a 40 so merrien als hengsten an [te] houden.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] DIRCK VAN CUIJCK.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] CORNELIS PTZ LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 27-29.¶
Dingsdag den {16881123} 23 November 1688.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven sr. L. van der Stel.
Het versoek-schrivt des vrijburgers mr. Jacob van Heurn in Raade geleesen zijnde, inhoudende om het advocat en notarisschap voor alle rechteren onder dese jurisdictie resorterende te mogen exercêren: So is verstaan dat hij so hier an de Caab als Stellenbosch vermogen sal t’ advocêren en partijen in saaken van rechten voor alle Collegien te bedienen sonder meer.
De briev der Heeren Meesteren den 16 November 1687 tot Amsterdam geschreven en an dit Commandement gerigt16 ter vergadering geleesen, en na resumptie daar by gesien zijnde hoe dat mr. Dirk van Cuijk tot fiscal van dit Commandement word angesteld en gemerkt hij voor als nog onvoorsien is van behoorlijke instructie: So is eenparig verstaan t’ sijner narigt bij manier van voorraad hem te laaten volgen ‘t afschrivt van d’ instructie door de Heeren Meesteren an d’ onlangs by haar angestelde fiscals naar India mede gegeeven om deselve in allen deelen tot nader ordre en voor so veel met ‘s Comps. belangen best over een komt op te volgen.
En om alle onordentelijkheid voor te komen omtrent de goederen die met d’ anwesende schepen in of uijtgaan: So is verstaan dat se op ordre van den voors. fiscal mr. Dirk van Cuijk, ‘t hoofd deser rhede sullen mogen passeren en an land of na boord gebragt werden, mits dat de schildwagt behoorlijke notitie en anteikening daarvan houde en dat d’ officier van de wagt ‘s avonds den Ed. Hr. Commandeur daarvan rapport doe. En ingeval iemand omtrent ‘t passêren der voors. goederen sig den fiscal wilde te weder stellen, sal d’ officier van de wagt hem de kragtige hand bieden en sal ‘t hem, fiscal, bij manier van voorraad, gelijk gesegt, vrijstaan de goederen an ‘t hoofd deser rhede gebragt, op syn ordre te laaten passeren, ten tijde en wijle toe dat dies angaande na ‘t vaderland sal geschreven en dat bij onse Heeren Meesters daar omtrent sal gedisponeerd zijn.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] DOMINIQUE DE CHAVONNES.
[Signed:] DIRCK VAN CUIJCK.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] CORNELIS PTZ LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 30-33.¶
Maandag {16881220} 20 December 1688.
In iegenwoordigheid van alle de leden, behalven sr. Johs. Blum.
De vrijburger, Henning Huijsing, ter vergadering hebbende bekend gemaakt, hoe de tyd van ‘t schaapenvleesch alleen hier in ‘t Caabse district te mogen slagten hem bij den Hoog Edele Hr. Commissaris Hendrik Adrian van Reede voor den tijd van drie agter een volgende jaaren vergund en toegestaan, geëxpireerd en ten einde geloopen was; met versoek sijn voors. privilegie nog voor enige jaaren hem mogte verlengt worden: So is eenparig verstaan, angesien sig niemand anders tot ‘t slagten van ‘t voors. vleesch erbied of anmeld, en dat beswaarlijk ‘t regt van slagten verpagt soude konnen werden, dewijl ‘t niet iedermans doen nog gelegenheid is, ‘t slagthuijs op sijn behoorlijke tijd te versien, den voors. Henning Huijsen sijn gemeld privilegie nog op drie naastvolgende jaaren te prolongeren, met beding dat ‘t pond schaapenvleesch niet meer als twe swaare stuijvers sal gelden, en dat hij gehouden sal zijn, behalven ‘t schaapenvleesch, nog alle weeken eenmaal varkenvleesch te slagten; dog ‘t ossen, koeije, kalfs en lams vleesch na tijds gelegenheid. Het osse en koeije vleesch tegens twe swaare stuijvers ‘t pond. Kalfsvleesch vier gelijke stuijvers ‘t pond. Lamsvleesch drie gelijke stuijvers ‘t pond. Varkensvleesch vier gelijke stuijvers ‘t pond. En opdat d’ anteel van grov-vee, mitsgs. de landbouw, bij ‘t slagten van ossen, koeijen, runder en kalver niet vernadeeld werde, sal hij geen der voors. beesten als die oud, verminkt of beschadigd zijn, en dan nog met kennis van den Ed.Hr.Commandeur mogen slagten.
In beraad geleid zijnde hoe men gevoeglijxt de pagt der Caabse wijnen soude konnen beneficieren, gemerkt deselve dit jegenwoordige jaar niet meerder dan ƒ2400 heeft mogen gelden, daar benevens geconsidereerd dat enelijk seven leggers bij den pagter uijt ‘s Comps. magazijn dit jaar vertierd zijn, en dat ‘t verschil al te groot is ‘t welke bevonden word tusschen dit jegenwoordige en drie a vier der jongst afgetrede jaaren, so wel omtrent de pagt penningen als ‘t vertier der Caabse wijnen, blijkende bij ‘s Comps.negotieboeken dat de voors. Caabse wijnpagt in den jaare 1684 heeft mogen haalen ƒ4400, zijnde doenmaals mede vertierd 44 leggers en de volgende jaaren na advenant. Daar en boven bij den Ed.Hr. Commandeur in bedenking gegeeven zijnde of ‘t niet doenelijk was de pagt der Caabse wijnen an verscheide personen open te stellen, daar benevens of ‘t ook niet raadsamer soude zijn den tap der Caabse wijnen an seker bepaald getal van luijden toe te staan, mits dat ieder van haar sig voor een gewisse quantiteit van wijn uijt ‘s Comps. pakhuijs ten gestelden prijse te nemen, verbonde; maar bevonden zijnde dat de veelvoudige gelegenheden tot lorshandel en sluijkerie niet ten vollen souden konnen benomen werden, angesien dese plaats open leid en datse te land van alle kanten kan angedaan werden, en ‘t onmogelijk is alle passen te sluijten; daar benevens in consideratie genomen zijnde de slegte ougst dien de wijngaardeniers dit jaar wegens misgewas en andere toevallen staan te doen, en dat oversulx d’ E.Comp. niet ligtelijk met wijnen overkropt sal blijven: So is na rijpe deliberatie verstaan en ten dienste van d’ E.Comp. goedgevonden het met de pagt der Caabse wynen en verdere ‘s lands middelen voor ‘t anstaande jaar 1689 nog op den ouden voet voor te laaten gaan,17 op hoop dat de pagter meerder quantiteit van wijnen an particuliere sal slijten en dat de waaksamheid en goede sorge van de fiscâl alle sluijkerij en lorshandel sal weeren.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] DOMINIQUE DE CHAVONNES.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNELIS PTZ LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 34-37.¶
Vrijdag {16881224} 24 December 1688.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven mr. Dirk van Cuijk en sr. Johs. Blum.
D’ Ed. Hr. Commandeur hebbende ter vergadering verslag gedaan, hoe hij zedert ruijm drie jaaren herward sig hadde laaten angelegen zijn, om met d’ Inquahase Hottentots, omtrent een maand reisens hier van daan gelegen, in kennis en onderhandeling te treden, en dat hij eindelijk na veel angewende vlijt en gedaane geschenken, gisteren wegens ‘t opperhoofd der voors. Inquahase Hottentots een sijner ondersaten als afgesant hier hadde ontfangen, zijnde twe sijner medegesellen op weg en bij de naast-gelegene Caabse Hottentots wegens siekte agter gebleven, versoekende uijt naam en wegens sijn voors. opperhoofd met d’ E. Comp. in goede vrundschap en vertrouwelijkheid te mogen leven, en tot ‘t verhandelen van beidersijds koopman-schappen te mogen treden, voorgevende hun land seer volk en vee-rijk en bijna overkropt van ossen, koeijen en schaapen, en noijt Europeanse of blanke natien daar geweest te zijn: So is eenpaariger stemme na rijpe raadspleging verstaan en ten dienste der E.Comp. gants dienstig geöordeeld, om op ‘t spoedigste onder ‘t geleide der voors. lnquahase en enige Caabse Hottentots een besending derwards an te doen, om te sien of men van haar enige ossen, koeijen, schaapen en ander vee en wes meer haar land van gewassen, koopmanschappen en minerâl mogte uijtleveren, tegens tabak, arak, corallen, assagaijen en andere snuzerij bij haar verhandelen kan, opdat men door sulk middel d’ anwesende en nog verwagte vrijluijden van behoorlijk vee mag voorsien; verders om t’ ondersoeken en na te vorschen of ‘t niet doenelijk soude zijn in ‘t toekomende langs dien weg sig een baan t’ openen na Terra de Natal en kundschap van ‘t nog agtergebleve volk van de gestrande fluijt Stavenisse t’ erlangen, en gevolglijk dat gantse gewest tot an Rio de la Goa wijd en sijd t’ ontdekken, en alle voordeelen die hun waarschijnlijk staan op te doen d’ E.Comp. en dese Colonie toe te voegen, sullende tot hoofd der iegenwoordige besending op sijn schrivtelijk versoek, dog buijten gagie gaan de vaandrig, Isaq Schrijver, als hebbende sijn gagie voor etlijke maanden bij d’ E.Comp. laaten afschrijven, en zijnde een person in verscheide landtogten met goed succes gebruijkt; daar benevens sal hem toegevoegd werden een sergt. met 18 a 19 soldaten uijt dese besetting, alle wel gewapend, mitsgs. twe wagens met hun behoorlijke trekossen en van vivres, amunitie en koopmanschappen wel versien, en sullen sij sorge draagen dat op alle mineralen, kruijden, planten en gewassen goede agt genomen, en dat deselve mitsgs. alle voorvallen van enig belangen bij geschrivte gesteld werden, om daar van op haar wederkomst behoorlijk verslag te doen.18
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] DOMINIQUE DE CHAVONNES.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNELIS PTZ LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
V.C. 12, p. 8.¶
Dingsdagh den {16890118} 18n Januarij 1689.
In jegenwoordigheid van alle de leeden.19
De pagters van ‘s lands middelen is t’ haren versoeke vergundt ‘t geene haar aan hard geld wegens d’ uytgeloovde pagtpenningen des lestieden jaars ontbreekt, aangesien de onmogelijkheid om sooveel hard geld als de helvte harer voors. pagtpenningen beloopt, te berde te konnen brengen, om deselve in payement of kleine specien te moogen betaalen, mits dat sij tot ieder rijcxdaalder een dubbelde stuijver opgeld sullen geven.
V.C. 12, pp. 9-10.¶
Donderdag den {16890120} 20n Januarij 1689.
In teegenwoordigheid van alle leeden, behalven mr. Dirk van Cuijk en sr. Johannes Hendk. Blum.
Het request van den gedetineerden lieutenant Oeloff Berg,20 in Rade gelesen sijnde, inhoudende versoek dat hem sijn goederen in ‘t huijs, weleer hier ten Casteele bij hem bewoond, gearresteerd tot noodig gebruijk en onderhoud voor vrouw en kinderen mogten geworden, soo is verstaan deselve goederen, bestaande in verscheide kleederen, sijde, linnen en wolle stoffe, en wes meer, door mrrs. de Chavonnes, Linnes, Blum en Van Reede21 als gecommitteerdens ten overstaan van een Sekretaris te doen inventarisseeren en taxeeren, en alsdan deselve aan den gedetineerden te laaten volgen, mits dat sijn huijsvrouw haar voor de waardije van dien bij geschrivte verbinde om ten allen tijde te voldoen aan ‘t geene de Heeren Meesters in de saak van den meergemelden gedetineerden sullen komen te wijsen.
C. 20, pp. 38-39.¶
Vrijdag {16890128} 28 Januarij 1689.
In iegenwoordigheid van alle de leden, assumpto d’ E.Pieter van Elsdingen, fiscal.
D’ Ed. Hr. Commandeur hebbende ter vergadering verslag gedaan van d’ onlusten en ‘t misnoegen gereesen tusschen den Eerwaarde Ds. Johannes van Andel,22 Bedienaar des Goddelijken woords hier ter stede, so ter ener als ter andere sijde; om welkers verdere verwijdering die daar uijt soude konnen komen te ontstaan voor te komen en de vrede te conserveren; So is na rijpe raadspleging verstaan den voors. Eerwaarde D.Johannes van Andel met ‘t anwesende schip Alkmaar in sijn bediening als Praedicant na Batavia te laten vertrekken, en in desselvs plaats van den voorn. bodem te ligten den Eerw. Ds. Leonardus Ter Wold23 om alhier als Bedienaar des Goddelijken woords sijn dienst waar te nemen.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
Op de bovenstaande propositie is mijn advijs geweest, den Praedikant eerst gehoort moste worden. DOMINIQUE DE CHAVONNES. Op dese propositie is door mijn geen advijs. L. V. STEL.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] CORNELIS PTZ LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 42-45.¶
Dingsdag {16890215} 15 Februarij 1689.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven mr. Dirk van Cuijk en den lieutt. Jacob Rootsteen.
De stukken en documenten24 ten lasten van schipper Carel Goske,25 in dienst der E.Comp. op ‘t hier ter rhede geankerde schip ‘t Wapen van Alkmâr bescheiden, door den E.Pieter van Helsdingen26 gedesigneerde fiscal ten dienste van d’ E.Comp. na Suratta , mede op ‘t voors. schip bescheiden, mitsgs. des gemde. schippers schrivtelijke deductie den Ed.Hr. Commandeur en Raaden over-reikt, en bij haar Ed.Achtb. naar gesien zijnde, en gemerkt de tijd ontschieten soude tot het verhandelen en finalijk afdoen van een saak van sulk een belangen, daarenboven geconsidereerd dat so een kostelijken bodem als Alkmâr voorn. ten fine voors. niet sonder groote schaade van d’ E.Comp. soude langer opgehouden konnen werden, zynde ten minsten tot ‘t verhandelen van d’ opgemelde saak een geruijmen tijd van nooden, daar en boven in bedenking genômen dat de fiscal deses Commandements, mr. Dirk van Cuijk, bedlegerig krank, en dat hij gevolglijk niet in staat is om bekwamelijk nomine officij in dese saak te ageren, en eindelijk bevonden zijnde dat ‘t scheeps-volk van ‘t schip Alkmâr ten naadsten bij in sijn vorige gesondheid hersteld is, en dat weer en wind nu eenmaal tot het depécheren van dat schip begind te dienen, hebbende zedert het anweesen van het selve nauwelijx hier ter rhede vier dagen goed, en d’ overige dagen so ongemeen guur, hard, stormagtig en kwaad weder geweest, dat schuijt of boot gants niet of beswaarlijk hebben konnen vaaren: ‘t welk veroorsaakt heeft dat die bodem tot heden ten dage, nog versch water, nog brandhout an boord heeft konnen krijgen; oversulx is eenstemmig ten meesten dienste van d’ E.Comp. verstaan parthijen na Batavia te renvoijeren en haar papieren en documenten onder ‘s Comps. cachet an de Hooge Regering van India mede te senden, en de perquisitie van saaken an haar Ed. Grt.Achtb. gedefereerd laaten.
Verders is verstaan ‘t galjot, de Noord , wederom op ‘t spoedigste van alles te versien en klaar te maaken om so haast mogelijk in zee te steeken, en de Mosselbhaij en die van de La Goa te gaan ontdekken27 en den Ed.Hr.Commandeur van behoorlijk berigt van derselver gelegenheid en toestant te dienen, zijnde het voors. galjot op sijn jongste togt wegens hard weder tot het ondersoeken van dien belet geworden.28
Het request van den gedetineerden Oelof Berg in Raade geleesen zijnde, inhoudende versoek dat hem sijn twe gesequestreerde halve leggers met wijn t’ sijnen verdoen mogten geworden: So is eenparig verstaan de versogte twe halve leggers hem te laaten volgen, mits dat sijn huijsvrouw haar bij geschrivte verbinde om an d’ E.Comp. ten allen tijde derselver waardie29 te betaalen.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] DOMINIQUE DE CHAVONNES.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNELIS PTZ LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENEROEK, Secrts.
C. 20, pp. 46-47.¶
Woensdag {16890216} 16 Februarij 1689.
In iegenwoordigheid van alle de leden, behalven mr. Dirk van Cuijk.
Het versoek-schrivt van den E.Pieter van Helsdingen, gedesigneerde fiscâl ten dienste van d’ E.Comp. na Suratta , thans op ‘t hier ter rhede geankerde schip ‘t Wapen van Alkmâr bescheiden, in Raade geleesen zijnde, inhoudende versoek om uijt ‘s Comps. slavenhuijs een slavinne genaamt Claasje tot vroetvrouw ten dienste van sijn swangere hujsvrouw na Batavia mede te mogen neemen. So is eenpaarig verstaan den suppt. syn versoek toe te staan en hem de voors. slavinne ten fine voorn. te laaten volgen, mits dat hij ter taxatie van de Hooge regering van India kost en vragt geld voor heen en weer reis in ‘s Comps. cassa op Batavia betaale, en de E.Comp. voor de schaade goedspreeke die deselve soude komen te lijden, indien de meergenoemde slavinne Claasje voor haar wederkomst kwame te sterven, of weg te loopen.30
In ‘t Casteel de Goede Hoop aldus geärresteerd en beslooten ten dage en jaare als voren.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] DOMINIQUE DE CHAVONNES.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNELIS PTZ LINNES
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 40-41.¶
Donderdag {16890217} 17 Februarij 1689.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
Bij resumptie in Raade gedelibereerd zijnde op de saak hangende tusschen den E.Pieter van Helsdingen, gedesigneerde fiscâl in dienst der E.Comp. na Suratta ter eener, en den schipper Carel Goske ter andere sijde, beide op ‘t hier ter rhede leggende schip Alkmar bescheiden; en gemerkt dat die kostelijke bodem sonder onser Heeren en Meesteren merkelijke schade langer en tot finale vereffening van ‘t voors. geschil niet kan opgehouden worden, So is na rijpe raadspleging, eenpariger stemme verstaan, tot meerder versekering van den opgemelde bodem en tot rust en eendragt van ‘t volk daar op bescheiden, en verhoeding van verdere verwijdering, den opgemde. schipper Goske met ‘t schip Alkmar na Batavia te laaten reis vervorderen in sijn volle respect van rang, qualiteit en gagie, dog dat hij sig van alle commando en ‘s scheepsbewind geduurende de reis na Batavia onthoude, egter met dien verstande dat hij sal mogen visie van de bestekken en courssen der stuurluijden hebben, sullende de papieren en stukken van parthijen controvers an de Hooge regering van India per den meergemden. bodem ter perquisitie van haar Ed. Grt. Achtb. overgesonden worden.31
Aldus geärresteerd en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] DOMINIQUE DE CHAVONNES.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNELIS PTZ LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
V.C. 12, pp. 129-134.¶
Woensdag den {16890223} 23n Februarij 1689.
In tegenwoordigheid van alle de leden.
Voormiddags.32
Is verstaan sooveel militairen uyt ‘t schip Alkmaar te ligten met hun montering als dien bodem eenigsins missen kan, en is ‘t mogelyk tot 50 koppen toe, om daar mede dese besetting te versterken.
Verders is verstaan de helvte van ‘t buskruijt den voornoemden bodem te ligten. Tot ‘t slegten van de aarde in deses Casteels gragten, sal ieder vrijburger aan ‘t Caabse district een slaav leenen.
Aan ‘t galjoot sal ordre in geschrifte gegeven worden op ter rhede van ‘t Robbeneyland op brandwagt te gaan leggen en soo haast onraad in zee verneemt, nadat ‘t volk van ‘t Robbeneijland ingenoomen sal hebben, sijn anker te ligten en twee a drie canonschooten zeilende te schieten en herwaard te komen.
Sullende ten einde voornoemd den gesaghebber van ‘t Robbeneijland aangeschreven worden sig vaardig te houden om op een sprong sig met sijn onderhebbende manschap in vollen geweer in ‘t galjoot de Noord te konnen embarqueeren.
Den gesaghebber in de Saldaignabaay sal in gelyke aangeschreven werden het vaartuijg, de Jupiter , op ‘t spoedigste herwaard op te senden.
Dat hij selvs in persoon met sijn onderhoorige manschap in vollen geweer met ‘s Comps. vee over land sal herwaard hebben te koomen, latende eenelijk twee man tot besetting van ‘t jagtje, de Dolphijn , om ‘t selve voor 6 maanden geproviandeerd met ordre om ‘t jagtje voornoemd, bij aankomst van vyand, op ‘t land te setten en tegen strand te loopen en vervolgens hun beide met haar geweer hier ten Casteele te begeven.
Pikkransen en landtarens sullen vervairdigd worden.
Een a twee honderd vragten brandhout sullen hier ten Casteele uijt de Tafelvalleij gevoerd worden.
Alle ossenhuyden, die men kan bemagtigen, sullen hier ten Casteele gebragt werden. De Raadspersoonen sullen haar voor een tijd lang moeten gelijen met haar eijgen brandhout te laten halen.
Een halve maan sal voor de poort van ‘t Casteel gelegt worden.
De schotpoort moet klaar gehouden en een schildwagt daarbij gesteld worden, alles ten dien eynde in ‘t logement van den dispencier op te ruijmen.
De ingesetenen thuijnen, huijsen, heijningen en boomen onder ‘t Fort staande, binnen den tijd van drie dagen uyt den weg te ruijmen.
Soo de pijpen van de handgranaten nog goed sijn om te konnen dienen, sullen deselve gebruijkt, soo niet, sullen nieuwe gedraaijt worden.
Alle eenloopende vlugtelingen sullen op ‘t spoedigste herwaard ontboden en in de wapenen gebragt en op kosten van de E.Comp. worden.
De gearresteerde lieutenant Oelof Berg sal snagts binnen ‘t fort en in de wooning van den vaandrig Isacq Schrijver hier koomen slapen en ‘s daags sijn vrijen uytgang hebben onder de opsigt van 2 musquettiers.
Vyvtig van ‘s Comps. slaven en slavinnen sullen hier ten Casteele konnen vernagten.
De timmerluyden sullen van ‘t Robbeneijland op ontboden worden.
De wagters op den Leeuwenkop gelast worden, soo haast sy schepen in zee vernemen, dat se met hun geweer na ‘t Casteel sullen hebben te coomen.
Den vrijburgers sal aangesegt en bevoolen worden, hun geweer klaar, en de paarden bij de hand te houden, hun van kruijd en lood te versien en niet buijten kennisse van den Ed.Heer Commandeur een uur verre hun van ‘t Fort te begeven.
Een parthije morgenstarren sullen vervaardigd werden.
De capitain deser besetting sal sorge dragen dat de punten van ‘t Casteel bij ieder canon 30 coegels van behoorlijke calibre, 5 á 6 sakjes met schroot, 35 á 36 proppen en kruijdkisten, na gelangen alles wel versien worden.
Voorraad van traan sal opgedaan worden.
De landdrost met sijn oppassers sal hier ten Casteele blijven.
In consideratie gegeven wat tot beveiling van des kruijdkelders deur diend gedaan.
En eindelijk is verstaan bij toelating van weder en wind ‘t schip Alkmaar tegens morgen met onser Heeren en Meesteren brieven na Batavia laaten vertrekken en de verdere brieven binnen 2 a 3 dagen na Ceijlon af te vairdigen met ‘t freguatie de Tuymelaar , alsoo sulx met ‘s Comps. meeningh en belangen best overeenkomt.
V.C. 12, pp. 134-135.¶
Woensdagh {16890223} 23 Februarij [1689], ‘s namiddags.
In tegenwoordigheid van alle de leden.
Alle pikken, spaaijen, houweelen en schoppen van ‘s Comps. slaven sullen binnen ‘t Casteel vernagten.
Een billetje sal aan de wagters van Leeuwenkop t’ haren narigt gesonden werden. Alle ‘s Comps. dienaars en slaven sullen van de Steenberg herwaards op ontboden werden.
Bij de schaapwagters aan de Tygerberg en aan de Kuylen sal een gesadeld paard vaardig gehouden werden, om des noods zijnde, overal flux advijs te konnen geven.
Den heemraden aan Stellenbosch sal geschreven werden33 d’ ingesetenen aldaar en aan Drakenstein te waarschuwen hun van geweer, kruijd en lood te versien, haar niet van huijs te begeven, om hun dies te vaardiger bij ‘t luyden van de klok en op ‘t slaan der trommen ieder op sijn hoefslag en bij sijn vaandel te vervoegen, en op sijn lijv en levens herwaard te komen, en behalven dat d’ een nabuur den anderen sal hebben te waarschuwen in tijd van wapenkreet, soo sullen ook de heemraden voornt. de voorsienigheid gebruyken om by renbode hun manschap van den aanstaanden optogt kennisse te geven, opdat alles met de meeste spoed, ordre en na krygsmansgebruijk mag geschieden.
V.C. 12, pp. 219-220.¶
Maandag {16890411} 11 April 1689.
Presentibus omnibus demptis de E. de Man en Blum.
Is eenpariger stemme verstaan ten anstendigen versoeke van eenige ‘s Comps. dienaren op d’ aanwesende retoervloot34 bescheiden, ten behoeve en dienste haarer vrouwen en suigende kinderen een slavinne na ‘t vaderland te mogen nemen, mits in ‘s Comps. cassa ‘t kost en vragtgeld daarvoor betaald hebbende en dat ‘t getal der voors. slavinnen niet hooger zij dan 5 á 6.
Verders is verstaan te vergunnen aan den boekhouder Jan Gaspar Lagenbergh, bescheiden op ‘t schip Oosthuijsen , ‘s Comps. slavinne Calamatacke, ten dienste van sijn suijgend en moederloos kindje, mits dat hy wederom een slaav in ‘s Comps. logie in desselvs plaats levere, en dat hij bevoorens voor de geseide slavinne dewelke hem toegestaan word na ‘t vaderland mede te nemen, kost en vragtgeld in ‘s Comps. cassa betale.
V.C. 12, pp. 222-223.¶
Maandag {16890418} 18 April 1689.
Presentibus omnibus demptis d’ E. de Man, Chavonnes en Roodestein.
Is eenstemmig verstaan het geld ter somme van 100?voor Ceijlon in ‘t schip Nederland afgescheept hier te ligten, en dien bodem, sonder den Handboogh langer af te wagten, na Batavia op ‘t spoedigste af te vairdigen, te meer dewijl ‘t schip Zalland in korten hier verwagt, en dat de Handboog gevreest wordt verongelukt te zijn.
D’ Ed.Heer Commandeur doleerd in Rade over wanpligt des cassiers L. van der Stel omtrent het opbrengen der maandelijke rekeningen, hem seer ernstelijk waarschouwende voor ‘t laastemaal sijn dienst ter saake voors. in ‘t toekomende beeter te willen betragten, en sig niet meer te willen verstouten, buijten schrivtelijke ordonnantie van hem, Commandeur, eenig geld in ‘s Comps. cassa t’ ontfangen, gelijk hij cassier onlangs gedaan heeft met ‘t ontfangen van kost en vragtgeld uyt handen vies Admiraal, Wouter Zeeman,35 over desselvs slaav en slavinne hem vergund na ‘t vaderland mede te nemen.
Verder heeft sijn E. in Rade bekend gemaakt hoe hij ten aansien der gewenste en volslage ruijlinge, jongst by d’ Inquahase Hottentots gedaan,36 te rade was geworden uyt geruylde vee, ‘s Comps. wegen, aan ieder der Raadspersoonen te deser plaatse een schaap te vereeren, en te schenken aan de borsten by de penne bescheiden, twee schapen. Ook heeft sijn Ed. voornoemt ter vergadering bekend gemaakt hoe ‘t den koning der Inquahase Hottentots gelievd hadde hem tot geschenk tien koebeesten te senden.
C. 20, pp. 48-50.¶
Dingsdag {16890426} 26 April 1689, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven den E. Ands. de Man en den lieutt. Jacob Roodsteen.
D’ Ed. Hr. Commandeur, hebbende ter vergadering bekend gemaakt d’ ankomst van ‘t Ceijlonse retourschip Saamslag , op acht graden suijder breedte van sijn makkers Nierop en Spierdijk op hun herward reis afgeraakt, en gevende t’ overwegen hoe men best in conformité onser Heeren Meesteren ordres, en ten meesten dienste van d’ E.Comp. de verdere verwagte so Bataviase als Ceijlonse retour-schepen der laatste besending hun reis na ‘t vaderland soude doen vervorderen: So is eenparig verstaan met ingenomen advijs van den E. administrateur, Andries de Man, deselve in een vloot gecombineerd, en niet a la file, maar te gelijk te laaten vertrekken, om bij vijandlijke attaque in beter staat van weerbieding te konnen zijn: rigtende ons in gevolge van dien na d’ ordres in haar Ed.Ho.Achtb. briev van den 6 October 1688 vervat,37 en des te meer dewijl ons onbewust is ‘t gunt door een beslôte briev an den Commandeur der retourvloot bij haar welgemde. Edle. Hoog Achtb. belast is.
Verders heeft d’ Ed. Hr. Commandeur ter vergadering verslag gedaan, hoe de Namaquase en Grigriquase Hottentots wel in de vijftig cralen stark tot an d’ Elephantsrivier genaderd waren, in voornemen en onder bedreiging de Caabse Hottentots, omtrent de Saldaignebhaij gelegen, te willen beöorlogen, oversulx is eenstemmig verstaan den sergt. Hans Jurgen Kling, nevens sijn vorige manschap, en nog drie a vier koppen starker, na sijn oude post af te vairdigen,38 met ordre een wakend oog op de voors. Namaquas en haar bondgenoten te houden en haar te doen anseggen dat se, de Hottentots, onder de bescherming van d’ E.Comp. staande, sullen hebben ongemoeijd en in vrede te laten sitten: opdat men andersins haar gewapenderhand gehouden sal zijn an te tasten, en geweld met geweld te verdrijven.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] DOMINIQUE DE CHAVONNES.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNELIS PTZ LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
C. 20, pp. 51-53.¶
Dingsdag {16890426} 26 April 1689, ‘s namiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden, behalven den E.administrateur, Ands. de Man.
D’ Ed. Heer Commandeur hebbende d’ anwesende leden bekend gemaakt, hoe een schip met Franse vlag en vleugels dese bhaij kwam inseilen, en oversulx haar rijpelijk t’ overwegen gegeven, hoe men best en met de minste bloedstorting het voors. schip soude konnen bemagtigen. So is met eenparig goedvinden verstaan en beslooten, in conformité van d’ ordres vervat in haar Ed. Ho. Achtb. circulaire briev van den 12 November 1688, dit schip vijandelijk an te tasten,39 gevende ten dien einde d’ Ed. Hr. Commandeur an de schippers van d’ anwesende schepen, Saamslag en Nederland , dese volgende ordres:
-
Dat elk an boord van ‘t schip, daar hij bescheiden was, sig soude hebben te vervoegen.
-
Dat-se sorge souden dragen dat ‘t vrouwvolk, op Nederland bescheiden, an land gebragt wierde.
-
Dat-se anstonds hun klaar en ter slag vaardig souden maken.
-
Dat so haast de Fransman ten anker soude gekomen zijn, een van beide hem van agteren, en d’ andere op sijde soude korten, en dat so na bij als immers mogelijk soude zijn.
-
Dat d’ onder en opperstuurman van de Saamslag d’ eerste met de boot, d’ andere met de schuijt, wel met volk, mousquets, pistolen, houwers, enterbijlen en granaden versien, alsdan van hun boord na dat van den Fransman souden steken.
-
Dat d’ opper en onderstuurman van ‘t schip Nederland gemand en gewapend als voorn., van hun boord na dat van den Fransman souden vaaren, so haast sij sien souden dat die van Saamslag den Fransman op sijde waren.
-
Dat d’ opperstuurman van Saamslag , in den Fransman overstappende, den capn. en sijn schip soude opeijschen, en hem tragten met gemoede en sonder bloedstorting tot overgaave te bewegen.
-
Dat ingeval de Fransman daar na niet wilde luijsteren, hij hem geweldiger hand daar toe soude hebben te brengen, en sig voor alle plundering te hoeden.
-
Dat bij aldien ons geënterde volk mogte te kortschieten en dat ‘t te ruggeslagen wierde, dat alsdan op staande voet de voors. schepen den Fransman met hun kanon souden te keer gaan.40
Aldus geârresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] DOMINIQUE DE CHAVONNES.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNELIS PTZ LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
C. 20, pp. 54-57.¶
Woensdag {16890427} 27 April 1689.
In iegenwoordigheid van alle de leden, behalven den E. administrateur Andries de Man en Cornelis Linnes en Johannes Blum. Assumptis Govert Roos41 en Marselis Kok,42 schippers, mitsgs. Hendrik Raab43 en Carel Frederik Groen,44 onderkoopluijden.
D’ Ed.Hr.Commandeur heeft ter vergadering bekend gemaakt hoe ‘t God Almagtig gelievd hadde in ‘s Comps. handen sonder merkelijke bloedstorting gisteren namiddag te doen vallen ‘s Konings van Vrankrijk fluijtschip La Normande , voor twe jaaren onder de vlag van den Hr. de Vaudricourt hier angeweest en jongst van Pondcherij gekomen, en beladen met een cargasoen van ruijm 150 ? Rupien, oversulx is eenpariger stemme verstaan en goedgevonden, ten dienste van d’ E.Comp. en in betragting onser pligt, pertinente anteikening en rekening van ‘t veroverde te houden, om t’ allen tijde ‘t selve te kunnen verantwoorden, daar en so dat behoord en ten dien einde te committeren Johs. Blum, deses guarnisoensboekhouder, en Melchior Kemels, Secretaris van Raaden van Justitie, mitsgs. Carel Ferdinand Groen, onderkoopman in dienst der E.Comp., op ‘t hier geänkerde retourschip Saamslag bescheiden, mitsgs. Hendrik Raab, mede onderkoopman op ‘t schip Nederland bescheiden, om ten overstaan van den fiscal Cornelis Linnes, de goederen en koopmanschappen uijt de Normande te lossen en deselve behoorlijk t’ inventariseren.45
Verders is verstaan de voors. goederen over de retourschepen der laatste besending te verdeelen, en deselve naar ‘t vaderland te senden, werwards ook en onder de vlag van den Commandeur der laatste so Bataviase als Ceijlonse retourschepen de veroverde Normande gaan sal: en is verstaan op deselve bij manier van voor-raad tot schipper an te stellen Jacob Landsheer, thans opperstuurman op de Saamslag .
En om niet lang hier met de gevange Franse46 beladen te zijn, dewelke bij vijandelijke attaque ons niet als seer hinderlijk souden konnen zijn, en die andersins hier weinig goeds konnen stigten, en te meer dewijl wij t’ harer bewaring geen bekwame gevangenhuijsen hebben: So is mede verstaan, deselve op de voors. retourvloot, en voornamelijk d’ officieren, te verdeelen en na ‘t vaderland, en ‘t overschot met d’ uijtkomende schepen na India te versenden.
En nademaal ‘t Franse Comps. schip, Le Coche , mede alle uuren hier te gemoed gesien word, en dat ‘t selve op 60 mijlen na tot an dese Caab, in geselschap van La Normande geseild heeft, met ordre en intentie om dese rhede an te doen: So is verstaan met eenparigheid van stemmen dat so haast ‘t voors. Franse schip Le Coche van dese rhede gesien sal worden, de schepen Saamslag en Nederland hun ankers sullen ligten, en onder seil hebben te gaan, en ‘t Franse schip, indien de wind en ‘t weder daartoe wil dienen, voorbij te seilen, onder schijn als of-se vertrekken wilden, en niet te wenden, voor en aleer ‘t selve hier ter rhede ten anker soude gekomen zijn, en alsdan hem an beide sijden an boord te leggen, en hem te vermeesteren, onder scharp en streng verbod van niet te plunderen.47
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] DOMINIQUE DE CHAVONNES.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
Voor soo veel belanght de resolutie gegeven den 27 April. alleenlijck over ‘t neemen van Lacohje , den 17 Junij 168948 .
[Signed:] G. T. ROOS.
[Signed:] C. F. H. GROEN.
V.C. 12, p. 245.¶
Vrijdag den {16890506} 6n Maij 1689.
In jegenwoordigheid van alle de leden, behalven Srs. Linnes en Blum.49
Is eenpariger stemme verstaan ‘s Comps. wegen tegens Govert Roos, Marcelis Kok, Constantinus van der Mart,50 Theunis Jansz de Hoop51 en Lammert Clein, alle schippers in dienst der E.Compagnie op de hier ter rhede leggende schepen Saamslag , Nederland , Spierdijk , Nierop en de Handboogh bescheiden in solemni forma te protesteeren weegens alle schaade en nadeel, die d’ E. Compagnie by haar wandevoir en pligtversuijm in ‘t plunderen der Franse scheepen La Normande en Le Coche geleden heeft, of nog soude komen te lijden, om deselve op haar en de haare, voor sooveel zij aan ‘t voors. pligtversuijm sullen schuldig bevonden werden, ten allen tijde en plaatse te verhaalen, soo en als ‘t de E.Comp. best sal te rade worden.52
V.C. 12, pp. 246-247.¶
Maandag den {16890509} 9n Mei 1689.
Bij alle de leeden genomen raadslot. Absentibus ssrs. Lunes53 en Blum.
D’ Ed.Heer Commandeur de presente leden in persoon en d’ absente door den Secretaris bekend makende hoe men 2 á 3 scheeps-kisten, toebehoord hebbende d’ officieren van ‘t veroverde Fransche schip, Le Coche , in bewaringh hadden en haar Ed. Agtb. gevoelen diesaangaande afvragende, om te weten wat men met de voors. kisten bekwamelijkst doen soude, soo is eenpariger stemme verstaan deselve an den schipper en verdere officieren van ‘t schip Nederland als haar wel verdiende buijt te laaten volgen.54
V.C. 12, pp. 254-255.¶
Saturdagh {16890514} 14 Maij 1689.
In jegenwoordigheid van alle de leden.
Bij resumtie in Raade overwogen zijnde onser Heeren en Meesteren ordres, vervat in haar Ed.Agtb. missive van den 6n October lestleden,55 waarbij zij bevelen, dat haar retourscheepen dit jaar niet separaat of á la file, maar gecombineerd en in een vloot sullen hebben te komen, soo is eenpariger stemme na rijpe raadsplegingh verstaan de Bataviasche en Ceijlonsche retourschepen der tweede besendingh te gelyk hier van daan na ‘t vaderland te laten vertrekken, en nevens deselve tot meerder versterking deser vloot op te senden de veroverde twee Fransche schepen, La Normande en le Coche , ‘t eerste de Goede Hoop en ‘t andere Africa 56 thans genaamd, sullende ‘t eerste voor de presidiale Camer Seeland en ‘t andere voor die van Amsterdam gaan en de repartitie en de egalisatie bij de Heeren Meesters geschieden.
Bij maniere van voorraad sal op ieder der opgemelde scheepen een schipper, opper en onderstuurman aangesteld worden, en sal ‘t eerste met 45 coppen en ‘t ander met 60 bemand worden.
C. 20, pp. 58-61.¶
Dingsdag {16890607} 7 Junij 1689.
In iegenwoordigheid van alle de leden, assumptis de Heeren Johs. de Hartog,57 Admiral der anwesende retourvloot, en den koopman Abraham Bouden58 mitsgs. de schippers Willem Borg-graav, Abraham Witboom, Theunis de Hoop, Jan Constantijn van der Markt, Govert Roos, Jacob Landsheer en Jan Coenraads.59
D’ Edle.Hr.Commandeur hebbende ter vergadering voorgedragen en bekend gemaakt, hoe ‘t de Hooge Regering van India in haar jongste Missive60 van den 27 Februarij 1689 hadde gelievd hem en den Achtb. Raad hier ter plaatse te laaten weten dat de schepen Ooster-Souburg en Suijdbeverland in korten stonden gevolgd te worden door de fluijt Emmenes en oversulx syn Ed. d’ anwesende leden t’ overwegen gegeven hebbende, hoe men best en ten meesten dienste van d’ Ed.Comp. de hier ter rhede leggende so Bataviase als Ceijlonse retourschepen der laatste besending, mitsgs. de twe Franse prijsen gesamentlijk na ‘t vaderland soude laten vertrekken, So is na rijpe raadspleging en genomen resumptie van d’ ordres vervat in Onser Heeren Meesteren briev gedateerd Middelburg , 6 October 1688,61 eenpariger stemme verstaan en besloten, so ten ansien der voors. ordres, waar bij uijtdrukkelijk gelast en bevolen word dat de retourschepen dewelke dit jaar verwagt worden niet separât, of á la file, maar voor ditmaal gecombineerd en in een vloot sullen hebben te komen, als wel in ‘t reguard der gevâren die de fluijt Emmenes voorn. in dese hachelijke tijden, so van vijanden als andersins, indien alleen na ‘t vaderland moste overgaan, soude hebben te loopen: dat men dierhalven onangesien het winter getij voor de t’ huijsvarende schepen op handen is, het meergemelde fluijtschip Emmenes , in hoope door desselvs ankomst d’ anwesende retourvloot dies te weerbaarder te maken, tot den 20 deser maand in te wagten, en bij aldien ‘t immiddels niet op en daagd, alsdan sonder een ogenblik langer uijtstel, bij toelating van Gods weder en wind, de meergemde. vloot te doen vertrekken, en angesien deselve thans uijt seven kloeke schepen bestaat, en dat ‘t de dienst van d’ E. Comp. vereijscht dat deselve in dese bekommerijke tyden van verdere trouwe en bekwame hoofd officieren versien worde, om bij voorvallende gelegentheden de nodige ordres te konnen geven, zijnde het opper commando van dien bereids bij den Hooge Regering van India den Heer Johs. de Hartog opgedragen. So is eenpariger stemme verstaan dese volgende personen ten fine voors. an te stellen, namentijk:
d’ E.Abraham Bouden, koopman in dienst der E.Comp. tot vice Admiral, de schipheer op ‘t retourjagt Suijdbeveland , Willem Borg-graav, tot schout bij nagt, d’ onderkoopman, Hieronijmus Scholten, tot fiscal, de boekhouder, Adrian Dankers, tot Secretaris.
Aldus gearresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.62
C. 20, pp. 62-64.¶
Maandag {16890718} 18 Julij 1689.
In ‘t bijweesen van alle de leden.
D’ Ed.Hr. Commandeur ter vergadering bekend gemaakt hebbende hoe hij in ondervinding gekomen was dat dese ingesetenen en voornamelijk diegene dewelke hun bij den landbouw tot merkelijk nadeel des gemeene bestens dus lang in gebreke bleven en nalatig waren in ‘t saijen, planten en ankweeken van alsulke saaden, boomen en gewassen, dewelke dienstig en bekwaam souden mogen weesen om dese Colonie en haar selvs uijt ‘t gebrek van oleij, brandligt en verdere benodigheden te redden, en angesien de voors. vrije ingesetenen den anteel der opgemelde gewassen kwamen te verwaarloosen door ‘t geriev dat hun de traan gav, dien-se tot een matige prijs bij d’ E.Comp. kogten, en door dat gemak hun verluijerden en haar niet lieten angelegen zijn hun van de welgelegendheid en vrugtbaarheid deser landen te dienen tot ‘t ankweken van oleiagtige saden, planten en gewassen, daar en boven overwogen zijnde, dat ‘t d’ E.Comp. ongelegen vald de traanbranderij t’ harer kosten in de Saldaignebhaij en elders an te houden, So is eenpariger stemme goedgevonden en besloten ten meesten dienste Onser Heeren en Meesteren en deser ingesetenen in ‘t toekomende het mengelen traan tegens een gulden ligt geld te verkoopen an diegene die des benodigd mogten zijn, sullende hier van d’ inwooners bijtijds t’ harer narigt bij aflees en anslag van placcate verwittigd en een begin met ‘t verkoopen van den traan ten prijse voorn. met den anvang van ‘t anstaande jaar 1690 genomen worden.
Verders gelet zynde op d’ andringende schaarzheid van timmer en brandhout, en om sig tegens desselvs verlegendheid in tijds te versetten, So is eenstemmig verstaan en besloten an alle dese inwoonders ten platten lande geseten te gelasten en te bevelen haar landerijen die sij zedert vier jaaren herward beseten hebben, jaarlijx met een getal van honderd jonge eijkeboomen t’ omringen, en haar ten dien einde deselve nevens enige akers om selvs stammen an te kweeken ‘s Comps. wegen te doen verstrekken, mits dat sij gehouden sullen zijn voor ‘t planten en den anwas der voors. boomen de vereijschte sorge te dragen, onder boete van Rixd. 25 te verbeuren an diegene die de calange staat te doen.63
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] AND. DE MAN.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] CORNELIS PTZ LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 65-66.¶
Donderdag {16890804} 4 Augusti 1689.
In ‘t byweesen van alle de leden, behalven sr.Ludoviq van der Stel.
D’ Ed.Heer Commandeur heeft in Raade bekend gemaakt, hoe seker kas met lakenen gemerkt G.G. in ‘t schip de Helder bij ons Heeren en Meesteren jongst ten verdoen van dit Commandement afgescheept, bij ‘t anweesen van dien bodem hier niet hadde konnen gevonden worden; en dat de voors. kas bij ‘t lossen van de Helder tot Colombo ten voorschijn gekomen, en gevolglijk door den Heer Gouverneur en Raad van Ceijlon met ‘t retourschip, Waterland , onlanx herward gesonden was, dewelke bij gecommitteerdens hier geöpend en gevisiteerd zijnde, hadde men de vier pakken lakenen, die daar in waren ten deele verrot en bijna geheel beschadigd bevonden, sulx dat niet dan enige lappen van dien souden konnen verorberd worden. So is na genomen deliberatie goedgevonden en eenstemmig verstaan de voors. vier pakken beschadigde lakenen ten meesten dienste en profijt van d’ E.Comp. bij stukken en brokken d’ elle tegens drie ligte guldens hier in ‘s Comps. winkel te verkoopen, om so doende d’ E.Comp. schadeloos te houden, en ten minsten haar te doen hebben ‘t gunt de voors. lakenen inkoops komen te kosten.64
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] AND. DE MAN.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] CORNELIS PTZ LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 67-71.¶
Saturdag den {16891022} 22 Octobris 1689.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven sr. Ludoviq van der Stel.
D’ Ed.Heer Commandeur hebbende ter vergadering bekend gemaakt hoe ‘t galjot de Noord in den beginne deses jaars seil rede lag om nog een keer na d’ Oostelijke wal van Africa te doen, ten einde om ‘t overschot des volx van de gestrande fluijt Stavenisse te bergen en de bhaij de la Goa t’ ontdekken, dog dat dese onderneming door den oorlog dien de Koning van Vrankrijk haar Ho.Mo. is komen an te doen verijdeld en ongeraden zijnde in alsulke hachelijke tyden het voors. galjot te versenden, en thans sig bekwâmer gelegenheid erbiedende om ‘t duslang gestaakte voorneemen te hervatten; So is na rijpe raadspleging ten meesten dienste van d’ E.Comp. eenstemmig goedgevonden en beslôten het galjot de Noord meergemeld niet langer hier an de wal te houden, maar ‘t selve op ‘t spoedigste na dat ‘t van behoorlijke manschap en allerhande voorraad en verdere benodigheden sal voorsien zijn, zee te doen kiesen en eerstelijk in de Bhaij Falso ter gewoonlijke plaatse het te laaten kielhaalen en schoon te maaken, om daar van daan sonder tyd versuijm syn reis na de bhaij Natal te vervorderen, ten einde om gelijk gesegt is ‘t overschot van ‘t gestrande volk van Stavenisse te bergen en te tragten van ‘t opperhoofd dier landen de voors. bhaij en enig omleggend land tegens koopmanschappen als corallen, koper en ijserwerk en wes meer van hun gading is, plegtelijk bij geschrivte en onder behoorlijke acte voor d’ E.Comp. te koopen.65
En of ‘t geviel dat bij d’ ankomst van ‘t voorn. galjot in de bhaij Natal het volk van Stavenisse niet ten voorschyn kwam, en dat d’ inwooners dier landen geen taal of teken meer van haar verblijv wusten te geven, so sal egter het galjot somwijlen en ter gelegener tyd een Canon-schoot doen, om daar door ‘t volk van Stavenisse te waarschuwen, ingeval ‘t sig daar omtrent mogte onthouden, en dat de Africanen met voordagt en opset d’ ankomst van ‘t galjot an ‘t volk van Stavenisse verhoolen hielden, dog dat men verdagt sal moeten zijn door alsulk schieten d’ inwooners geen schrik an te jagen, en haar door ‘t selve afkerig van ons te maken, konnende ligtelijk wegens het schieten dese of gene reden voorgewend worden om daar door alle agterdogt en kwaad vermoeden te beneemen.
Verders is verstaan dat ‘t galjot meergemeld in de bhaij Natal en naadstgelegene landen alle voordeelen van koopmanschappen en gewassen en ‘t gunt enigsins soude konnen dienen en d’ E.Comp. te stade komen angemerkt, en alles gelijk geseid is, verrigt hebbende, sal ‘t selve de wal herward an langs loopen en met alle bedenkelijke vlijt de bhaij de la Goa tragten t’ ontdekken en desselvs gronden te peilen, en te sien of-se niet voor ‘s Comps. retourschepen bekwaam soude zijn, en te letten of voor desselvs mond een ronde sandplaat legt, dewelke in der Portugiesen caart bekend staat, en vervolgens an land bij ‘t opperhoofd of inwooners van dien, deselve voorsienigheid omtrent ‘t bergen van ‘t volk van Stavenisse te gebruijken, en deselve sorge te dragen nopende ‘t koopen van die bhaij met den ankleven van dien, so en als ‘t haar gelast is te doen omtrent de bhaij Natal .
En eijndelijk is verstaan en goedgevonden, om in tyds voor te komen de grove uijtsporigheden en overdaad dewelke bij ‘s Comps. dienaren en dese vrije ingesetenen in weerwil der placcaten66 gepleegd worden in ‘s Comps bosch omtrent ‘t kappen van allerhande timmer en brandhout, onangesien dat hun ten dien einde an den Steenberg een bekwame plaats angeweesen is, den baas houtkapper Jan Voslo, onverminderd ‘t regt van fiscal en landdrost te stellen als opsiender over ‘t voors. Comps. bosch, en hem te gemagtigen om te bekeuren en in boete te slaan alle diegenen, dewelke hij sonder uijtdrukkelijk en schrivtelijk verlov in ‘t meergemelde bosch sal betrappen enig hout, hoe gering het ook zij, te kappen of te vervoeren, sullende t’ sijnen profijte de gestelde geldboete tegens diergelijke overtreders, na gedaane calange, geappliceerd en ten dien einde hem ook alle houtbrievjes in ‘t toekomende ter hand gesteld worden.67
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 72-75.¶
Maandag {16891128} 28 November 1689.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven sr.Cornelis Linnes, assumptis Scipio, Schagger, Cuijper, Couchouma, Hannibal, Begou & alle Hottentots capitainen.69
Ghabokakama, Hottentots capitain, zijnde ter vergadering klagtig gevallen, hoe seker Hottentottin Keas gent., en geboortig uijt ‘t coral van Kouchason, na ‘t overlijden van haar eerste man, resorterende onder den capn. Khomaské, haar onder sijn gehoorsamheid begeeven, en met een sijner onderdaanen getrouwd was, en dat-se na ‘t overlijden van desen haar tweden man, sij haar bij de Sounquase Hottentots en in ‘t coral van capn. Kees begeeven hadde, en daar van daan voor omtrent een maand tyds gelêden wederom tot hem Ghabokakama gekeerd, en dat sij door den voors. capitain Kees en enige sijner manschap vervolgd was, ten einde om haar te rugge te doen keeren, en sij des niet gesind zijnde, en IJnque, soon van hem Ghabokakama, haar willende verdedigen en haar tegens overlast beschermen, was deselve door een van des voors. capn. Kees volk met een pijl doorschôten, sulx dat hij anstonds an sijn wond was komen t’ overlijden.
Waar op de meergemde. capn. Kees gehoord zijnde, en ‘t gunt voors. staat bekend en vrijwillig beleeden hebbende: So is na rijpe raadspleging en overslag van saake eenpariger stemme verstaan en goedgevonden om alle verwijdering en bloedstorting in tijds voor te komen en te verhoeden, so uijt haar onderling misverstand en swevende geschillen soude konnen ontstaan, partijen in der minne te vereenigen, en alle misnoegen door slissing van belg en wraaksugt weg te neemen en bij te leggen en haar te doen vergelijken en verdragen, mits dat capn.Kees opgemeld, nevens sijn onderhorige Hottentots an Ghabokakama voorn. tot soen en afkoop van ‘t vergote bloed sijns soons, thien runder beesten en honderd schâpen, so haast sij t’ haren huijse of coral sullen gekeerd zijn, sullen hebben te geeven en daarbij bijdersijds hun volkomen genoegen te nemen.
En ingeval ‘t gebeurde dat hij capn.Kees bij ‘t gunt voors. staat niet kwam te verblijven, en dat hij sig verstoutte sijn ouden gang te gaan en wederom tot sijn vorige uijtsporigheden te vervallen; So is verstaan en besloten dat de Hottentots capitainen Scipio, Schagger, Cuijper, Couchouma, Hannibal, Begou &, geädsisteerd van d’ E.Comp. gesamenderhand hem sullen op ‘t lijv vallen om hem rigoureuselijk en anderen ten spigel te straffen.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
Dit is 't merk van den capn. Scipio. | S. V. STEL. | |
ANDS. DE MAN. | ||
dit is de handtekening van den capn. Massinissa. | W. PADT. | |
JACOB ROOTSTEEN. | ||
dit is 't merk van den capn. Cuijper. | L. V. STEL. | |
J. H. BLUM. | ||
de handtekening van Couchason capn. | Me praesente J. DE GREVENBROEK, Secrts. | |
dit is 't merk van den capn.Hannibal. | ||
dit is de handtekening van den capn.Begou. |
Dit is 't merk van den capn. Scipio. | S. V. STEL. | |
ANDS. DE MAN. | ||
dit is de handtekening van den capn. Massinissa. | W. PADT. | |
JACOB ROOTSTEEN. | ||
dit is 't merk van den capn. Cuijper. | L. V. STEL. | |
J. H. BLUM. | ||
de handtekening van Couchason capn. | Me praesente J. DE GREVENBROEK, Secrts. | |
dit is 't merk van den capn.Hannibal. | ||
dit is de handtekening van den capn.Begou. |
C. 20, pp. 76-79.¶
Maandag {16891128} 28 November 1689, ten selvigen tijde als de nevenstaande Resolutie
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven sr.Corns. Linnes.
D’ Edle. Heer Commandeur heeft ter vergadering bekend gemaakt het bekommerlijk nadenken en de veelvoudige moeijelijkheden hem door enige Franse gewaande vlugtelingen hier gegeeven, dewelke onder schijn van den geloovs-dwang hares Konings t’ ontgaan, haar na dat ‘t sig liet ansien, uijt Vrankrijk elders heen en voornamelijk na Holland hadden begeeven, ten einde om onder den denkmantel [sic] als ijveraars, ledemaaten en voorstanders van ‘t Protestantsche geloov een leuij en vaddig leven te leiden; en d’ E.Comp., Onse Heeren en Meesters, an enige van dien passagie met haar schepen herward vergund hebbende om deselve hier bij den landbouw en ‘t gunt verders van hun industrie soude mogen weesen te laaten erneeren, maar dat sij weinig of geen wijs daar op stelden, en dat sij, den goeden niet te na gesproken, an de verwagting, die d’ E. Comp. van haar hadde, niet voldêden: Dat sij nauwelijx thien a twaalf hier stark en wel onthaald en nevens ja beter dan onse eige natie gehandeld en van alle behoevtigheden om-se ter seet te helpen rijkelijk versorgd zijnde, sij haar hier en daar en selvs by hem Commandeur hadden laaten verluijden, dat-se bij d’ ankomst van haar verwagte Praedicant en meerder getal harer landsluijden wel gesind souden zijn hun eigen Magistrât, Opperhoofd en Prince van den lande te kiesen en hun also de gehoorsamheid die-se an d’ E.Comp. schuldig waren t’ onttrekken. Dat sij ten dien einde schenen van hem Commandeur versogt te hebben om bij malkanderen en niet an Stellenbosch nog Drakenstein en vermengd met Duijtsche natien te mogen woonen. Dat se eindelijk omtrent 150 koppen, so mannen als vrouwen, jong en oud stark geworden zijnde, onderstonden selvs tegens ‘t gevoelen van haar Praedicant den Eerw. D. Simond een bijsonderen Kerkenraad voor haar te versoeken, hun niet vergenoegende met dien, dewelke voor langs an Stellenbosch opgeregt, hebbende sij ten dien einde uijt ‘t midden van haar en onder ‘t geleide van den voors. Eerw. D. Simond herward, en an hem Commandeur en den Achtb. Raad gedeputeerd vier personen te weeten Jacob de Savoije,70 Daniel de Ruelle,71 Abraham de Villiers72 en Louijs Courtier73 met versoek om een aparten Kerkenraad voor haar te mogen hebben. Waarop na rijpe raadspleging eenpariger stemme is verstaan en ten meesten dienste van d’ E. Comp. besloten om der Françoisen impertinentien in te teugelen, en alle comploterie in tijds voor te komen, haar door een welgeraisonneerde bestraffing hun sijdgangen ter vergadering voor oogen te houden, en haar seer ernstelijk te vermaanen hun pligt na te komen; waar op sij binnen staande en d’ Eerw. D. Simond uijt haar naam en t’ haren versoeke syn propositie ten fine voors. om een aparte en bijsondere Kerkeraad uijt ‘t midden van de haare te mogen stellen gedaan, en ‘t gedrukte formulier van den eed bij alle Caabse vrijluijden gepraesteerd bij syn Eerw. opgemeld geleesen zijnde, zijn se gedimitteerd onder gants serieuse waarschouwing hun stiptelijk na ‘t formulier voors. te dragen, en hun te wagten in ‘t toekomende den Commandeur en Raad met diergelijke impertinente versoeken meer lastig te vallen en haar met den Kerkenraad an Stellenbosch geëtablisseerd, te vergenoegen.74
Aldus gearresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
V.C. 12, p. 328.¶
Woensdagh {16891221} 21 December 1689. Voornoens.
Presentibus omnibus dempt. Roodsteen.
Op de nominatie van den Eerw. Kerkenraad te deser plaatse, noopende de diakonen die dit jaar voor ‘t aanstaande zijn opgesteld, soo is in Raade na gewoone raadspleginge goedgevonden en beslooten ‘s Comps. wegen tot diakonen in plaatse van de afgaande t’ eligeren den vaandrig Adriân van Rhede en den sergeant Louis Beraut75 uyt de vrijlujden Albert Barentsz,76 latende de Ed.Heer Commandeur en Raad haar wel gevallen d’ electie van L. van der Stel tot ouderling en authoriseren te gelijk den Eerw. Kerkenraad om met de bevestiging der voors. kerkelijke bedienende ter gewoonlijke tijd en plaats te mogen voortvaaren.
V.C. 12, pp. 331-332.¶
Donderdagh {16891229} 29 Decembris 1689.
Presentibus omnibus, demptis E.E.Pad en Roodsteen.
Op de nominatie van den Eerw. Kerkenraad aan Stellenbosch , nopende de diakonen dewelke dit jaar voor ‘t aanstaande bij Haar Eerw. zijn opgesteld, soo is na rijpe raadspleging verstaan en beslooten uijt ‘t dubbeld getal tot diakonen te verkiesen den vrijman, Lammert Hof,77 sullende Jan Mostart78 in sijn bediening als diaken nog voor ‘t aanstaande jaar continueeren; daarenboven sal de Eerw.Kerkenraad voornt. g’adverteert worden om verdagt te zijn op de nominatie der diakonen op ‘t einde van ‘t aanstaande jaar te stellen 4 persoonen om uijt de nominatie van dien het competent en convenabel getal te konnen formeeren. Verders authoriseerd d’ Ed.Heer Commandeur en Raad den Eerw. Kerkenraadt voornoemt om met de bevestingen van den geeligeerden persoon ter behoorlijke tijd en plaatse voort te varen.
Op de nominatie bij den landdrost en heemraden aan Stellenbosch gedaan, noopende de verkiesing der nieuwe heemraden, soo is eenpariger stemme beslooten in de plaats van Gerhard van der Bijl en Henning Huijsing als afgaande heemraden te verkiesen Hans Jurgen Grimp en Matthijs Greev,79 dewelke na gedane eed ter behoorlijke tijd en plaatse, te weten den ln Januarij aanstaande, aan handen van den Ed. Heer Commandeur en Raad in hun respective collegie sullen sessie nemen.
V.C. 12, pp. 383-384.¶
Donderdag {16900223} 23 Febr. 1690, voormiddags.
Praesentibus omnibus, dempto do. de Man.
Hendrik Wilkens, adsistent op ‘t hier ter rhede seilree leggende schip Crab bescheiden,80 ter vergadering bij request versogt hebbende om met juffr. Margarita Overnej81 te mogen trouwen, so is na ingenomen advis van den E. administrateur Ands. de Man en den adsistent Melchior Kemels, eenpariger stemme verstaan en goedgevonden de gepraetendeerde ondertrouwde hun request te laten ondertekenen met hun gewoonlijke handtekening, en haar gevolglijk na Batavia per ‘t schip de Crab te laten vertrekken82 om ter gelegener tijd en plaatse, so en als sij ‘t best te rade werden sullen, hun in facie ecclesiae te laten trouwen.
V.C. 12, pp. 403-408.¶
Vrijdag den {16900331} 31en Marty 1690.
Presentibus omnibus.
D’ Ed. Heer Commandeur heeft ter vergadering bekend gemaakt het verseilen en blijven van ‘t galjôt, de Noord , en hoe desselvs schipper, Pieter Jansz Timmerman, met vyv van syn onderhorige manschap, nadat hij ‘t galjôt verlaten hadde en over land meende herwârd te komen, en omtrent ses dagen reisens van de plaats daar ‘t voors. galjôt gebleven was, van de Houteniquase Hottentots vyandelyk angetast, seer mishandeld, verradelyk overvallen, van alle ‘t syne beroovd en naakt met de syne uytgeschut was; hebbende hy eerst twe schapen van haar geruijld, en terwyl hy doende was om een derselver te koken en te braden, en ‘t selve met syn volk gevolglyk te nuttigen, hem de voors. Houteniquas sonder woord of weerwoord, en als hy ‘t minste daar op verdagt was, terwyl sy niet by hun geweer waren, onverhoeds overrompelden, hebbende de stuurman Cornelis Heermans, met nog negen man weinig dagen te voren, eer den schipper dit ongeluk overkwam, een anderen weg ingeslagen, sonder tot nog toe te konnen weten of vernemen hoe ‘t met den een en den ander vergaan zij, zynde eenelyk Theunis Gerbrantsz van der Schelling, mede stuurman op ‘t voors. galjôt, neven nog drie man hier ten voorschijn gekomen, sulx dat van 18 koppen die sy in alles stark waren, nog 14 vermist worden;83 oversulx is na rype raadspleging ten meesten dienste van d’ E.Compie. eenpariger stemme besloten om dit agtergebleven volk op te soeken, en tot gerustheid deser ingesetenen en der ruylingen, die voor d’ E.Compie. geschieden, om geen overlast van de Hottentots te lyden, na derwârds op ‘t spoedigste af te vairdigen de vaandrig Isaak Schrijver84 met twintig wel gewapende soldaten, mitsgaders tien â twaalv vryburgers met 3 â 4 harer wagens, tot ‘t opsoeken van ‘t agter gebleven volk van ‘t voornoemde galjôt met ordre dat in geval sy bevinden, dat de Attaquase , Houtiniquase of andere Hottentots ‘t selve vyandelyk of door enige van de hare mishandeld en angerand hebben, daar over regtvairdige wraak te nemen, en de schuldige ten spiegel en schrik van andere te straffen.
De vryborger en gewesen pagter der brandewynen, Frederik Russouw de Wit,85 by requeste versogt hebbende avslag van syn uytgeloovde pagtpenningen, over en ter sake dat de E.Compie. hem geen Fransche of Rynsche brandewyn heeft konnen leveren, so is na genome deliberatie met eenparige stemmen verstaan hen [sic] syn versoek van twaalv maanden uytstel te vergunnen, en ingeval midlerwyl de Ho.Ed. Heer Commissaris van Reede86 hier komt t’ arriveren, dat hy alsdan syn praetentie by syn Ho.Ed. opgemeld sal vermogen te vervorderen, anders dat hy na verloop van voors. 12 maanden sal gehouden zyn an d’ E. Compie. syn uytgeloovde pagtpenningen ten vollen te betalen.
V.C. 12, pp. 410-412.¶
Maandag den {16900410} 10 April 1690
Praesentibus omnibus, assumptis d.d. Jan Parvé,87 Admiraal; Abraham Post,88 vice Admiraal en de capitainen der anwesende retourvloot Hendrik Plegtman,89 Doe van der Gaag,90 Frans Villerius,91 Jacob Kool92 en Pieter Jansz van den Casteele, captn. lieutt.
Ter vergadering voorgedragen zijnde hoe ‘t anwesende retourschip, ‘t Land Schouwen , seer lek, sijn lugtgaten verstopt, en dat van ses pompen niet meer als vier konde gebruijken, over sulx rijpelijk overwogen zijnde ‘t gevaar waarin dien bodem sonder behoorlijke voorsorge soude konnen vervallen, so is ten meesten dienste van d’ E.Compie. eenparig verstaan het opgemelte schip van sijn peperlading te lossen, om so doende ‘t lek bequamelijk te stoppen, en gerepareerd zijnde, an ‘t selve sijn lading wederom te geven.
Werdende ten dien einde de schippers Plegtman, Van der Gaag, Kool en Villerius gecommitteerd om naukeurige toesigt op alles te nemen, op dat niet vervrêmd werde en alles wel toegae en d’ Ed. Heer Commandeur van behoorlijk rapport gediend werde.
En eijndelijk d’ E.Heer administrateur hebbende bekend gemaakt hoe ‘t schip Nederland mede in sijn boeg lek bevonden wierd, sulx dat in een wagt ruijm 900 steken gepompt wierden, so is mede als boven eenpariger stemme verstaan uijt ‘t selve de peperlading, die in de hel legt, daar van daan ter bekwamer plaatse na agteren te brengen, en ten overstaan der voors. gecommitteerdens en der scheepstimmerluijden na ‘t lek te soeken en so veel doenlijk is ‘t selve te stoppen.
V.C. 12, pp. 418-419.¶
Vrijdag {16900505} 5 Maij 1690.
Praesentibus omnibus, assumptis d.d. Jan Parvé Admi., vice-adml., schout bij nagt en alle de capitainen der anwesende retourvloot.
D’ Ed. Heer Commandeur heeft ter vergadering bekend gemaakt hoe dat de Heer Admiraal der anwesende retourvloot, Jan Parvé, bewogen door geen particuliere belangens of insigten, maar alleen tot welstand der E.Compie. een vergadering versogt, en van sijn pligt geagt te hebben an deselve in beraad en overleg te geven of ‘t niet ten dienste onser Heeren en Meesteren raadsaamst was een peremptoiren dag tot ‘t vertrek der anwesende retourvloot vast te stellen.
Waarop onser Heeren en Meesteren briev van 12 September 1689 uijt Amsterdam gelesen zijnde, is besloten ten uijt einde deser maand en tot den 25 van dien de deliberatie over ‘t vertrek der retourvloot uijt te stellen en sig stiptelijk an d’ ordres in den voors. briev vervat, te gedragen.93
V.C. 12, pp. 424-425.¶
Sondag {16900514} 14 Maij 1690, voormiddag.
Presentibus omnibus.
Is eenhellig verstaan dat de vrij-burgers, des vermogens zijnde, d’ E.Compie. en ‘t gemene besten tot rijden van brandhout en klipstenen so lange men des sal nodig agten, met hun wagens sullen ten dienste staan.
Is verstaan een klein ijser canon an de Tijgerberg , een an ‘s Comps. schuur, een ander op de kloov na Stellenbosch en ‘t laatste an Drakenstein te planten, om op ‘t zeijn van sekere schoten bij ankomst van vijanden tot wapenkreet d’ ingesetenen en ijder t’ sijner bescheide plaats te roepen.
Dese besetting sal uijt d’ anwesende schepen tot 600 koppen versterkt worden.
Drie capitale schepen sullen in conformite van onser Heren en Meesteren ordres, vervat in derselver brieven van den 20 en 23 Decembris. ao 1689, hier t’ onser bescherming angehouden worden,94 de contanten en fijnste voor de hand en in de cajuijt leggende coopmanschappen sullen daar uijt geligt en hier ten Castele geborgen en ter eerster gelegentheid versonden worden.
Een paard in volle montering sal an ‘s Comps. post de Kuijlen , paraat gehouden werden ten dienste van den renbode, dewelke afgevairdigt staat te worden met tijding van onraad.
Een kruytkist op ieder punt deses Casteels te besorgen.
C. 20, pp. 80-81.¶
Maandag {16900515} 15 Maij 1690.
In iegenwoordigheid van alle de leden, assumptis d’ E.Hr. Jan Parve, Admiral der anwesende retourvloot en den manhaften Abraham Post vice Admirl. der voors. vloot.95
D’ Edle Heer Commandeur ter vergadering bekend gemaakt hebbende, hoe de schippers en andere bevelhebbers der anweesende retourschepen hem te kennen gegeeven hadden het gebrek dat hun respective schepen an teer, pik, trossen, seil-doek, touwen, gaarn en wes meer leeden, met versoek daarmede op ‘t spoedigste versien en geholpen te worden, daar en boven hebbende sijn Ed. mede verslag gedaan van den hoogdringende nood waar in sig ‘s Comps. schip de Berg China om gelijke behoevtigheden in de westerhaven van ‘t eijland Mauritius thans ten anker leggende bevond: So is na rijpe raadspleging ten meesten dienste van d’ E.Comp. verstaan en goedgevonden de geëijschte goederen an d’ opgemelde schepen uijt onse pakhuijsen voor so veel deselve strekken konnen te laaten volgen, en ‘t gunt te kort komt ten fine voors. uijt d’ anwesende vaderlandse schepen en ‘s lands cargasoen te ligten.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] JAN PARVÉ.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] A. POST.
[Signed:] A. DE VOGEL.
[Signed:] H. PLEGHMAN.
[Signed:] DOE VAN DER GAAG.
[Signed:] J. P. KOOL.
[Signed:] OTTO VAN THIEL.
Eadem die sub vesperam.
Presentibus omnibus.
Is eenparig verstaan met ‘t eerste bekwaam schip, hier van daan na Batavia gaande de geeijschte provisiën en benodigheden voor ‘t schip de Berg China af te schepen, en ‘t selve ten dien einde ‘t eiland Mauritius te laten angieren.
C. 20, pp. 82-83.¶
Saturdag {16900520} 20 Maij 1690.
In iegenwoordigheid van alle de leden, assumptis d’ E.E.Heeren Jan Parve, Admirl.; Abraham Post, vice Admirl.; Anthoni de Vogel,96 schout bij nagt en de schippers der anwesende schepen.
D’ Edle.Heer Commandeur ter vergadering d’ ankomst der Ceijlonse naschepen Pampus en Handboog bekend gemaakt en vervolgens t’ overwegen gegeeven hebbende hoe best met deselve te vervaaren; So is eenpariger stemme ten meesten dienste van d’ E.Comp. goedgevonden en beslôten, gemerkt de vloot der eerste besending nu ten naadsten bij klaar legt, en dat de voors. twe schepen mede in weinig dagen tot ‘t vervorderen harer reise na ‘t vaderland konnen seilvairdig gemaakt worden, deselve onder de vlag van den E. Heer Jan Parve en verdere gesaghebbers hun reis na ‘t vaderland te laaten vervorderen, sonder deselve hier ter rhede agter te laaten, ten einde om de verwagte Bataviase retourschepen op een ongewisse voet en ten koste van d’ E.Comp. hier in te wagten, en in geselschap van deselve hun begonne reis na ‘t vaderland voor te setten.97
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] JAN PARVÉ.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] A. POST.
[Signed:] A. DE VOGEL.
[Signed:] H. PLEGHMAN.
[Signed:] DOE VAN D’ GAAGH.
[Signed:] Ps. VILLERIUS, 1690.
[Signed:] J. P. KOOL.
[Signed:] OTTO VAN THIEL.
[Signed:] JACOB SWAAF.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNELIS PTZ LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] P. STIPPERT.
[Signed:] JAN EERLOFFS.
[Signed:] A. FOCKESZ.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 84-86.¶
Woensdag {16900531} 31 Maij 1690, ‘s nanoens.
In iegenwoordigheid van alle de leden, assumptis d’ EE. Heeren Jan Parve, Adml.; Abraham Post, vice Adml.; Anth. de Vogel,98 opperkoopman en schout bij nagt; mitsgs. de verdere schippers der anwesende vloot.
De Bataviase retourschepen der laatste besending, Princeland , Borssenburg , Hoogergeest en Nieuwland , ‘s nagts tusschen den 30 en 31 deser maand hier angeland zijnde, So is bij den Ed. Heer Commandeur in loco, ter vergadering in overleg en beraad gegeeven, wat in desen toestant van saaken ten meesten dienste van d’ E.Comp. behoord gedaan of gelaaten te werden, gemerkt de vloot der eerste besending onder de vlag van den E. Heer Jan Parve, Admiral en verdere gesaghebbers, een geruijmen tijd hier gelegen en na een aflandigen wind gewagt heeft, daar en boven in bedenking genomen hoe verre ‘t jaargetij verstreken is, en de gevaaren die sulk een kostelijke vloot so laat in ‘t jaar bij den ordinarie en gewoonlijken weg om de Noord van Schotland en voornamelijk in dese hachelijke tijden van oorlog te loopen heeft en dat de jongst hier angekomene Bataviase retourschepen voorn. op een sprong niet klaar te maaken zijn, nog dat-se van alle behoevtigheden so spoedig konnen versien worden, dat door ‘t wagten na dien d’ E.Comp. niet merkelijk soude vernadeeld worden. En gemerkt de schippers der voors. Bataviase naschepen ten minsten elf of twaalf dagen tijds eijsschen om haar schepen bekwaam te maaken om wederom zee te konnen kiesen, daar en boven onseker zynde of kort na verloop der geseide elf of twaalf dagen een aflandige wind om uijt te loopen staat te waijen, en weinig apparentie daar toe zijnde wegens ‘t springtij dat alsdan voorhanden is, Soo is eenpariger stemme ten meesten dienste van d’ E.Comp. verstaan en besloten, dat de meergem. vloot onder de vlag van den E.Hr. Jan Parve en verdere gesaghebbers, thans seilrhee leggende, ter eerster gelegentheid van een bekwaame wind, sonder enigen den minsten uytstel sal onder seil gaan, en de meergemelde vier naschepen niet inwagten, sullende an den vlagvoerder van dien, schipper Paulus Hontum, by den E.Hr. Admirl. Jan Parve voorn. een schrivtelijke versegelde seilas ordre ter hand gesteld worden om deselve, in zee gekomen zijnde, in breeden Raade t’ openen en sig vervolgens daar na te rigten.99
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] JAN PARVÉ.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] A. POST.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] H. PLEGHMAN.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] DOE VAN D.’ GAAGH.
[Signed:] FS. VILLERIUS, 1690.
[Signed:] J. P. KOOL.
[Signed:] OTTO VAN THIEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] JACOB SWAAF.
[Signed:] JAN EERLOFFS.
[Signed:] D’RECK SLOB.
[Signed:] CORNELIS HECH.
[Signed:] P. STIPPERT.
[Signed:] A. FOCKESZ.
[Signed:] HANS BEUVENTZ.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] GT. COLAERT.
[Signed:] CORN. PTZ LINNES.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
V.C. 12, pp. 439-440.¶
Maandag {16900605} 5 Junij 1690.
Praesentibus omnibus.
De brieven en berigten van d’ opperhoovden100 des retours schip de Berg China in Rade gelesen zijnde, is daarop na behoorlijke raadspleging, eenpariger stemme verstaan den hoeker ‘t Haantje na Mauritius ten fine voors. met alsulke behoevtigheden als hier in voorraad zijn op ‘t spoedigste te laten vertrekken en om bequamelijk de geëijschte behoevtigheden voor den geseide retourbodem China te konnen bergen, sal men uyt den voorn. hoeker des noods zijnde tot plaats making andere goederen en coopmanschappen ligten en deselve na Batavia per de anwesende fluijt Hobre mitsgaders honderd en vijvtig duysend guldens an contanten afschepen.
V.C. 12, pp. 440-443¶
Dingsdag, den {16900606} 6en Junij 1690.
Presentibus omnibus.
An Augustus Tellinkhuijs per’t schip Alkmaar ao. 1689 hier angeland, t’ sijnen versoeke toegestaan per ‘t schip Nieuwland te mogen repatriëren, sullende ter discretie van de Heeren Majores gelaten worden of kost en vragtgeld sal betalen of niet.
Hermanus van Mierop, op ‘t goed getuijgenis sijns oppermeesters van ƒ9 tot ƒ15 per maand als ondermeester verbeterd onder sijn lopend verband met 4 reâlen kostgeld.
Francois van der Werf van ƒ11 tot ƒ13 verbeterd onder een nieuw driejarig verband.
Frans Schroder, matroos, van ƒ10 tot ƒ12 onder een nieuw driejarig verband verbeterd.
Robbert Jansz van Hoorn, soldt., van ƒ10 tot ƒ12 onder een nieuw driejarig verband verbeterd.
Matthys van Mijlen, soldaat, van ƒ11 tot ƒ13 verbeterd onder een nieuw driejarig verband.
Jan Jansz van der Wilde, matroos, verlost na Batavia.
Samuel Davids, matroos, verlost na Batavia.
Arie Pietersz van Spijk, constapelsmaat, verlost na Batavia.
Theunis Gerbrantsz van der Schelling, gewesen stuurman op ‘t galjôt de Noord , verlost na ‘t vaderland gaande, na derwârd in sijn qualiteit met ‘t galjôt Scholtenburg , sullende sijn reekening bij d’ E.Compie. op heden gesloten worden.
Jan Paulsz van Amsterdam, jonge, na Batavia verlost.
Alexander Allardsz, matroos, na Batavia verlost.
Jacob van Heurn, vrijman, t’ sijnen anstendigen versoeke met sijn vrouw en kinderen geëlargeerd na Batavia, mits dat suffiçante borge sal stellen tot betaling sijner agterstallige schulden bij d’ E.Compie., waarvoor gevolglijk de vrijborger Gerrit Victor plegtelijk gecaveerd heeft en verders sal ter bescheidenheid van de hoge regering van India gelaten worden ‘t gunt an d’ E.Compie. voor kost en vragtgeld sal betalen.
Aan de weduwee Aagje Keysers101 word vergund een school tot onderwysing van kleine kinders, beneden de seven jaren oud zynde, te mogen opregten.
Jan Pietersz van Coppenhagen, soldaat, als wagenrijder sal genieten 14 reâl vrij kostgeld.
V.C. 12, pp. 453-460.¶
Dingsdag den {16900711} 11en Julij 1690.
Praesentibus omnibus dempto sr.Johs. Blum.
Ten ansien den hachelijke tijden van oorlog die wij thans beleven en des ernstelijken anschrijvens onser Heeren en Meesteren102 om op onse hoede te wesen, en niet buijten staat van goede weerbieding door vijanden angetast te werden, so is eenpariger stemmen verstaan al ‘t gunt enigsints t’ onser bescherming dienen kan, met alle vlijt bij te brengen en eerstelijk door een placcaat ter behoorlijke plaatse gepromulgeerd en geaffigeerd wel scherpelijk te gebieden dat geen soldaat, te deser besetting bescheiden, sig sal verstouten, sonder schrivtelijk verlof des E.Heer Commandeurs, buijten ‘t bereik van een canonschoot of ter distantie van een quartier uurs van dit fort te begeven, op verbeurte van ‘t eerste maal van drie maanden gagie, drie dagen met de piek geplant en dapper gelaarst te worden; voor ‘t twede maal, boven de verbeurte der drie maanden gagie, sal hij gewipt worden, en arbitralijk voor ‘t derde maal an den lijve, de boete voor den fiscaal.
De soldaten sullen haar op ‘t slaan der tromme bij de parade laten vinden, op verbeurte van een maand gagie, en poene van gelaarst te sullen worden voor ‘t eerste maal, en voor ‘t twede maal arbitralijk gestraft te werden.
De vrijborgers onder de Caab an Stellenbosch of Drakenstein geseten, sullen haar niet vermogen sonder schrivtelijk verlov van den E.Heer Commandeur hun van huijs of van ‘t Fort verder begeven dan ter distantie van drie uuren gaans, op poene van Rijxd. 25 voor ‘t eerste maal, rijxd. 50 voor ‘t twede maal en ten derde maal arbitralijk an den lijve gestravt te werden, de boete t’ appliceren an den fiscâl.
‘t Volk op d’ anwesende schepen bescheijden so officiers, matrosen als soldaten, sullen mede haar niet mogen verder van ‘t hoovd deser rhede als een uur gaans begeven, ‘t en zij sij bij schrivtelijke permissie van den Ed. Heer Commandeur verkregen hadden, hun verder te mogen eloigneren, onder verbeurte van drie maanden gagie, t’ elkens als sy bevonden sullen werden desen t’ overtreden, en arbitrale correctie na exigentie van saken.
Ook sullen sij, niemand uijtgesonderd, gehouden zijn onder gelijke boete en straffe, hun ‘s avonds an hunne respective schepen daarse bescheiden zijn, voor negen uuren laten vinden, ten ware sij door wettige reden en weder of wind belet wierden.
Der vrijluijden schuijten, so onder de Caab als aan de Zouterivier leggende, sullen bij ssrs. Rootsteen en Blum als gecommitteerdens gevisiteerd en derselver getal opgenomen werden en den Ed. Heer Commandeur van verslag dienen.
De voors. schuijten sullen alle avonden voor besette wagt hun an ‘t hoovd deser rhede laten vinden, onder verbeurte van 25 Rijxdrs. voor die gene wiens schuijt ten voors. plaatse niet sal gevonden werden.
Drie dagen na de publicatie deses sal ieder man gehouden zijn desen t’ observeren om geen ignorantie te praetenderen.103
‘t Request des vrijburgers en pagter Joris van Stralen, tegens den luijt. Jacob Rootsteen, in Rade gelesen zijnde, is verstaan ten uijteinde deses jaars die saak uijt te stellen.
Jacob Joppe voor derde waak met ƒ20 ter maand per ‘t galjot de Snoeper in desen jare hier angeland tot onderstuurman met ƒ32 ter maand en als equipagiemeester angesteld onder een nieuw driejarig verband.
Herman Gerritsz Munk, soldaat, als metselaar sal genieten voor sijn extraordinaris diensten maandelijx twe gulden opgeld.
Pieter Jacobs van Amsterdam, soldaat, als metselaar ad idem.
Jan Wijbrantsz van Jever, soldaat, als wagenmaker, sal genieten maandelijx anderhalve reaal vrij kostgeld.
V.C. 12, pp. 469-470.¶
Saturdag {16900729} 29en Julij 1690.
Praesentibus omnibus.
Is eenparig verstaan an heemraden te schrijven dat se met hun manschap op de behoorlijke zeinschoten gewaarschuwd en t’ samen gecomen, sullen sonder enigen tijdversuijm, in vollen geweer so te voet als te paard, herwârd hebben te komen, selvs die gene de welke geen geweer hebben, om hier ten Castele in wapenen gebragt te worden.
De Dolphijn sal op brandwagt an ‘t Robbeneiland geposteerd en de gesaghebber aldaar gewaarschuwd werden, dat hij, so haast hij 5 a 6 schepen in zee verneemd, daar van daan dat anstonds per den Dolphijn met allen manschap en proviand sig sal hebben te begeven en herwârd te komen.
Tien rijxds. sal die gene verbeuren an de Kamer van Rade van Justitie, dewelke versuijmt binnen 24 uuren an d’ overheid bekend te maken, an den Ed. Heer Commandeur hier an de Caab, en an Stellenbosch an landdrost off heemraden, het weglopen sijns slaavs, sullende tot teiken van een weggelopen slaav een blauwe vlag op den weg van de Kuijlen na Stellenbosch en een ten selvigen einde hier van ‘t Casteel wâijen, opdat jeder man mag gewaarschuwd zijn.
Laurensz Ockersz van Haarlem, matroos, als metselaar sal genieten maandelijx twe guldens opgeld voor sijn extraordinaire diensten.
Hans Balster, soldaat, als wagenrijder sal genieten anderhalve real vrij kostgeld.
V.C. 12, p. 515.¶
Vrijdag {16900908} 8en September 1690.
Praesentibus omnibus.
’s Comps. brieven per den Eenhoorn ontfangen in Rade gelesen en daarop besloten op ‘t aller spoedigste na Ceijlon met behoorlijke advijsen en berigten ‘t jagt Mijdregt te depecheren.104
C. 20, pp. 87-88.¶
Woensdag {16900927} 27 September 1690.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
Oelof Berg, op ordre der Heeren Meesteren vervat in derselver schrijvens de dato 21 April 1690,105 in sijn vorigen dienst als lieutt. hersteld zijnde, om in die qualiteit t’ sijner keure na Batavia of Ceijlon te vertrekken, of wel buijten die qualiteit als vrijman hier an de Caab te verblijven; en hij gevolglijk in Raade bij requeste versogt hebbende om den tijd van 7 a 8 maanden, of tot ‘t arrivement der naadst-komende en verwagte Ceijlonse schepen hier te mogen verblijven om middelerwijl sig tot ‘t vertrek met sijn vrouw en kinderen en verdere familie na Ceijlon klaar te maken, zijnde hem niet wel mogelijk om thans met ‘t anwesende en seil-rhe leggende schip, Goudestein , na derward te vertrekken, gemerkt de suppliant hier gehuijsvest, hov en land besittende is, daarenboven veele saaken met dese en gene hier te vereffenen heeft, en oversulx sig op een sprong niet kan klaar maken, So is hem na rijpe raadspleging, eenpariger stemme sijn versoek toegestaan, mits dat tot sijn vertrek toe sijn gagie bij d’ E.Comp. sal afgeschreven worden.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] CORNELIS PTZ LINNES.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
V.C. 12, pp. 534-535.¶
Maandag den {16901016} 16 October [1690].
’s avonds na gedaan gebed.
Presentibus omnibus demptis d.d.Pad, Roodsteen en L. van der Stel.
Is verstaan nomine contradicente den fiscal independent, mr. Cornelis Jan Simons,106 als lid van Politiqen Rade ter vergadering sessie te laten nemen, waarop de provisioneel fiscâl, Cornelis Pietersz Linnes, cessie an sijn vervanger voornoemt heeft gedaan, wendende deselve voor sijn diensten en angewende devoiren ‘s Comps. wegen door den Ed. Heer Commandeur bedankt.
Eindelijk heeft de fiscâl, mr. Simons, an handen van den praesident ter vergadering den gewoonlijken eed als lid van Rade van Politie afgelegt.107
C. 20, pp. 89-91.¶
Saturdag {16901111} 11 November 1690.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven sr. Corns. Linnes en den lieutt. Rodestein.
D’ Ed. Heer Commandeur ter vergadering bekend gemaakt hebbende de schaarzheid van groot en klein vee, waar in d’ E. Comp. door swaare stervte en meer dan gewoonlijke verstrekking geraakt is: en om de verwagte uijt en t’ huijskomende schepen in geen verlegendheid van behoorlijke verversching te brengen, ook om andere ongemakken dewelke dese Colonie ontwijfelbaar en onvermijdelijk bij gebrek van ‘t selve vee souden overkomen bijtijds weg te neemen; So is na rijp overleg van saaken eenhellig verstaan en ten meesten dienste van d’ E.Comp. beslôten op ‘t spoedigste dertig welgewapende soldâten deser besetting, onder ‘t gesag van den vaandrig Isaq Schrijver, na de Hessequase en Sousequase Hottentots af te vairdigen,108 ten einde om bij deselve het hoognodige vee na gewoonte voor tabaq, araq, corallen en andere snuijzerij te ruijlen, met bevel an den geseijden vaandrig, om bij aldien hij door de Ubiquase of Sounquase Hottentots in dit sijn voorneemen enig beletsel mogte ontfangen, of dat-se bij sijn anweesen den capitain der Sousequase en Hessequase Hottentots Dorah (bij ons Claas genaamd) an wiens person en behoudenis sijner ondersâten, wegens hun trouw en ‘t ruijlen van vee, d’ E.Comp. seer veel gelegen legt, enigen overlast wouden andoen, alsdan hun geweld met geweld te wederstaan, en des nood zijnde, haar vijandlijk an te tasten, als zijnde niet anders dan een t’ samen gerot gespuijs, dat sig enelijk met rooven en moorden geneerd, d’ E.Comp. in geenen deele toegedaan en dat noijt tot enige redelijkheid te brengen is geweest, maar dat met den grond-slag deser Colonie, niet alleen enige onser ingesetenen, so Hollanders als andere Natien, maar ook de welgeneigde Hottentots te meer maalen van goed en bloed beroovd heeft.
En eindelijk is mede goedgevonden en besloten, ten dienste van d’ E.Comp. en om d’ anwesende schepen tot een spoedig vertrek klaar te maken, uijt ‘s lands cargasoen dat in deselve geladen is, te ligten de hoognodige behouvtigheden voor de reddeloose schepen, ‘s Landswelvaren , Courtgene en Honsholredijk .
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] N. D. JONGE VAN OOSTERLANDT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
V.C. 12, pp. 559-560.¶
Maandag, den {16901127} 27 Novembris 1690, voormiddag.
In jegenwoordigheid van alle de leden.
Den luijtenants, Nicolaas de Jonge van Oosterland en Jacob Roodsteen, op ordre van den Ed.Heer Commandeur buijten staande, en in overleg en beraad gebragt zijnde om alle verwijderingen en onlusten de welke tusschen de voors. officieren wegens den rang mogten ontstaan in tijds weg te nemen, so is eenpariger stemme verstaan dat gemerkt Nicolaas de Jonge bij haar Ed.Ho. Agtbare in ‘t vaderland tot luijtenant om alhier guarnisoen tot nader ordre te houden, en dat Jacob Roodsteen alhier bij Commandeur en Raden op goedkeuring onder Heren en Meesteren tot luijtenant angesteld is, en dewijl de verwagte approbatie tot nog toe niet gekomen is, dat oversulx de luijtenant Nicolaas de Jonge van Oosterland de rang boven de luijtenant Jacob Roodsteen sal hebben.110
De fiscâl werd gelast Gerrit Jacobsz, matroos per ‘t schip d’ Eenhoorn , hier als impotent en voorgevende swaarlijk gebroken te zijn, an land gebleven, door ‘s Comps. opperchirurgijn te laten visiteren, en sulx waar bevonden zijnde, an denselven te vergunnen als vrijman bij sijn snijdershandwerk sig hier te mogen generen.
V.C. 12, pp. 562-564.¶
Maandag den {16901204} 4n December [1690].
… Zijnde heden ter vergadering van Politie nog eenige officieren op d’ anwesende schepen Courtgene en Honsholredijk angesteld en aldaar besloten de volgende personen tot ‘t opnemen van ‘s Comps. en vrijluijden effecten te committeeren, namentlijk:
D’ Corn.Jan Simons, fiscâl, mitsgaders W.Padt, capitain, tottet opnemen van ‘t negotiepakhuijs en de grote cassa.
D’ luijtenant Jacob Roodsteen en Cornelis Linnes tot ‘t opnemen van de kleine cassa ende winkel.
D’luijtenant Nicolaas de Jonge van Oosterland ende boukhouder Roelof Diodati,111 tot ‘t opnemen van ‘s Comps. buijtenposten en d’ ommeslag der vrijluijden.
Lodoviq van der Stel, cassier, en den dispencier, Christian Freser, tot ‘t opnemen van ‘t equipagiepakhuys, de wapenkamer, paardestal en ammunitiehuijs.
Jan Blum guarnisoensboukhouder en Adriaan van Reede, vaandrig, tot ‘t opnemen van dispens.
E’ E.E. administrateur Andries de Man en C. J. Simons fiscâl, W. Padt capitain en M. Kemels Sekretaris van Justitie, tot ‘t opnemen van ‘s Comps. slaven.
Ook is verstaan tegen den 3 Januarij anstaande opentlijk en an den meestbiedende hier in de Tafelvallei te verkopen een partije van ‘s Comps. jonge paarden en is ten dien einde dit volgende billet ter behoorlijke plaatse overal angeslagen:
Werd mits desen bekend gemaakt hoe d’ E. Compie. van sins is op den derden Januarij anstaande ‘s morgens ten agt uuren hier in de Tafelvallei an ‘s Comps. hok bij de Leeuwenbil , opentlijk en an den meestbiedende te verkopen een partije harer jonge paarden, iemand daartoe gading hebbende vervouge sig ten tijde en ter plaatse voornoemt en doe sijn proffijt.
C. 20, pp. 92-93.¶
Donderdag {16901214} 14 December 1690.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
D’ Eerwaarde Kerkenraad, so hier an de Caab als an Stellenbosch een dubbeld getal tot hun respective ouderlingen opgesteld, en bij geschrivte ter vergadering overreikt hebbende: So is eenstemmig verstaan na ouder gewoonte het regt van verkiesing eens ouderlings an den Eerwaarden Kerkenraad gedefereerd te laaten, mits dat d’ approbatie van den verkôsen ouderling bij den Commandeur en Raad so als voorheen verblijve.
Verders ter vergadering gelet zijnde op het dubbeld getal der diakonen mede bij den Eerw. Kerkenraad voorn. opgesteld, So zijn daaruijt verkôsen Johan Guilielm. de Grevenbroek en Joan Blesius,112 beide ‘s Comps. wegen en uijt de vrijluijden Joris van Stralen. Werdende tot diakonen in de gemeente an Stellenbosch verkosen Guiliaum du Toict113 en Claude Marré.114
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.115
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] A. DE JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 94-95.¶
Woensdag {16901227} 27 December 1690.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven den lieutt. Nicolas de Jonge van Oosterland.
D’ Ed. Hr. Commandeur ter vergadering voorgedragen hebbende, hoe de tijd om ‘s Comps. of deser landen inkomen, na jaarlijx gebruijk, opentlijk an den meest biedende te verpagten voor handen was, en of niet enig middel uijt te vinden soude zijn om de pagten voorn. en voornamelijk die van den sleet der Caabse wijnen te doen rijsen, gemerkt deselve voor ‘t jegenwoordige en loopende jaar niet meer dan ƒ2900 heeft mogen gelden; So is eenpariger stemme verstaan omtrent de voors. pagt conditien en voorwaarden niets te vernieuwen en deselve voor ‘t anstaande jaar op den ouden voet wederom voor te laaten gaan, sonder enige verandering daar in te brengen, te meer dewijl deselve pagt bespeurd word van jaar tot jaar nog niet te minderen.116
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] N. DE JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 96-99.¶
Donderdag {16901229} 29 December 1690.
In iegenwoordigheid van alle de leden, behalven Nicolas de Jonge van Oosterland.
De Borgerraaden hebbende ter vergadering over-reikt een drievoudige nominatie om daar uijt gekosen te worden een person tot supplement van ‘t afgaande lid uijt ‘t voors. collegie, So is na rijpe deliberatie eenpariger stemme verstaan, angesien de goede en trouwe diensten bij Henning Huijsing an dese vrije ingesetenen en Colonie bewesen, hem in plaats van den afgaande Borger-raad Jan Dirkz de Beer, tot desselvs vervanger als Borgerraad te verkiesen.
Verders is verstaan dat in ‘t toekomende d’ afgaande Borger-raad telkens ter vergadering van Commissarissen van kleine saaken sal sessie nemen.
En angemerkt de land-drost en Heemraaden naarlatig bevonden worden, na ouder gewoonte de schrivtelijke nominatie der nieuwe heemraden tydelijk ter vergadering over te leveren: So is eenhellig verstaan en besloten tot d’ electie van voors. heemraaden te treden, sonder de nominatie af te wagten en in plaats der afgaande Jan Mostart, Dirk Couché en Jacobus de Savoije te verkiesen tot heemraaden Gerrit van der Bijl,117 Hendrik Elbertsz mitsgs. Jacob de Wilde.118
Ook is verstaan tot lieutt. der infanterie an Stellenbosch in plaats van den Borgerraad Henning Huijsing te verkiesen den voorn. Jacob de Wilde.
De weesmeesteren mitsgs. Commissarissen van huwelijkse en kleine saaken te deser plaatse, hebbende agtervolgens jaarlijx gebruijk ter vergadering over-reikt de nominatie van een dubbeld getal personen om daaruijt te suppleren het getal der afgaande leden uijt de voors. collegien. So is verstaan in plaats van den afgaande praesident van wees-meesteren Andries de Man, te verkiesen den capn. Willem Padt, en in plaats van den afgaande Cornelis Linnes te verkiesen Ludoviq van der Stel, en in plaats der afgaande vrijluijden Jan Dirksz de Beer en Jan Vlok te verkiesen tot weesmeesteren Gerrit Victor en Adrian van Brakel.
Tot Commissarissen van huwelijkse saaken in plaats van d’ afgaande Jan Hendriq Blum en Adrian van Brakel te verkiesen Christian Freser en Guiliaum Heems.
Tot Commissarissen van kleine saaken in plaats van d’ afgaande praesident Andries de Man, is verstaan tot desselvs vervanger te verkiesen den persôn van Ludoviq van der Stel en in plaats van Adrian van Reede, den winkelier Johs. Blesius.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als voorn.119
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] N. DE JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 100-101.¶
Maandag {16910101} 1 Januarij 1691.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven den lieutt. Nicolas de Jonge van Oosterland.
D’ Ed. Hr. Commandeur ter vergadering bekend makende hoe der Sousequase Hottentots capn. Dorhá, by ons Claas genaamd, hem door sijn swager Leendert hadde doen berigten, dat enige des voors. Claas onderhorige corallen en capitainen sig tegen hem hadden opgeworpen, en dat-se gewapender hand waren opgestaan, en dat hij oversulx genoodsaakt was d’ E.Comp. om raad en daad te vragen, en ordre te versoeken om deselve in desen geval op te volgen, en niets buijten der E.Comps. kennisse tegen sijn wederspannige t’ ondernemen: So is na rijpe raadspleging verstaan en besloten, gemerkt hoe veel d’ E.Comp. an den persôn van Claas voorn. ten ansien der vee-ruijling en andere trouwe diensten gelegen legt, acht welgewapende soldaten onder ‘t beleid van een sergeant deser besetting, van alles wel versien, heden en op ‘t spoedigste afte vairdigen, met last om d’ oproerige capitains met gemoede hier ten Castele te doen komen ten einde haar onderling te bevredigen en alle verdere verwijdering en onheilen bij tijds voor te komen, en ingeval sij daar toe niet te brengen waren, alsdan haar door capn. Claas geadsisteerd van onse voors. manschap vijandlijk te laaten antasten.120
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als voorn.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] N. DE JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 102-105.¶
Vrijdag {16910119} 19 Januarij 1691, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden, behalven Corns. Linnes.
Geleesen zijnde ter vergadering de briev geschreven bij landdrost en heemraaden, de dato 15 Januarij lestleden, en gerigt an den Ed. Hr. Commandeur, houdende advertentie van seker feit begaan bij Anthoni, de kleine slaav van den vrijborger en heemraad Jacob de Wilde, mitsgs. sijn makker mede slaav, dog onbekend en sonder dat men weet wien hij toekomt, dewelke ten dage voors., en juijst als sijn meester in vergadering van heemraaden an Stellenbosch was besoignerende, in desselvs huijs zijn gevallen, daar uijt wegnemende twe snaphanen, kruijd, lood, tabaq, kleding en wes meer, na dat-se bevorens de dienstmaagd van de Wilde voors., wiens schapen sij op ‘t gebergte was weidende, met ‘t mes in de hand angegrepen, en haar onder bedreiging daar mede, ingeval sij onwillig was, de keel te willen afsnijden, van sleutels en ‘t gunt sij verders bij haar had, beroovd en an handen en voeten gebonden dus jammerlijk op ‘t gebergte laten leggen hadden, begevende hun met ‘t geroovde goed landewards in. So is na rijpe raadspleging ten meesten dienste van d’ E. Comp. en deser goeder ingesetenen eenhellig verstaan en beslooten de geseide slaven vogelvrij te verklaren, met ordre dat ieder een, waar het ook zij, en so hij best kan, deselve op ‘t lijv valle, onder een belooning van vijfthien Rixd. voor den geene dewelke een van haar levend in handen van den regter leverd, en acht Rixd. dewelke een van deselve dood schiet of andersins van kant helpt.121
Theunis Dirks van Schalkwijk, nevens Joris van Stralen, beide pagters van ‘s lands middelen in den lestleden jaare,122 versoekende ter vergadering te mogen volstaan met ‘t supplement van een dubbele stuijver per Rixd. in paijement, gemerkt hun niet mogelijk is, de helvte harer uijtgeloovde pagtpenningen conform de conditien, waarop sij de voors. pagt hebben angevaard, in hard geld in ‘s Comps. cassa te betaalen: So is na genomene deliberatie bij pluraliteit van stemmen besloten, gemerkt de schaarzheid van de voors. harde specien, en hoe beswaarlijk deselve souden te bekomen zijn, an de pagters haar versoek toe te staan, betaalende in ‘s Comps. cassa een dubbelde stuijver opgeld per Rixd. van de helvte harer uijtgeloovde pagtpenningen.
De sergeant Laurens Hengst,123 onlangs met acht soldaten deser besetting ter hulpe van de Sousequase Hottentots capitain Claas gesonden, hebbende den Ed.Hr. Commandeur verslag bij geschrivte gedaan, hoe hij volgens last wel getragt hadde de swervende geschillen tusschen de capitainen Claas en Koopman in der minne bij te leggen, en eer-se tot feitelijkheid mogten uijtbarsten haar onderling te vergelijken, waar toe sig capn. Claas voorn. gants rekkelijk en vaardig erboden, maar Koopman naar geen reden willende luijsteren,124 hadde alles in de wind geslagen, en drijvende gelijksam met d’ E.Comp. den spot, hadde met pijl en assagaijen op haar dienaars opgemeld beginnen te schieten, en gevolglijk d’ eerste feitelijkheid begaan, en de vrede dewelke dus langen tyd ongekreukt onderhouden was, dus schendig gebroken; oversulx is eenhellig verstaan en ten dienste des gemeene bestens besloten op ‘t spoedigste den voors. sergt. Laurens Hengst te doen anseggen, dat hij nog den tijd van 14 dagen ter plaatse daar hij hem thans bevind met sijn onderhebbende manschap tot nadre ordre sal hebben te verblijven, tragtende sig immiddens met den vaandrig Isaq Schrijver te conjungeren en Koopman voornoemd alle mogelijke afbreuk te doen.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] N. DE JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 106-109.¶
Maandag {16910122} 22 Januarij 1691, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven sr. Corns. Linnes.
Meester Corns. Jans. Simons, fiscâl independent deses Commandements, hebbende onlangs op ‘t angeven van den soldt. Christopher Bernd, doenmaals op ‘t schip ‘s Landswelvaren en thans in dienst der E.Comp. hier ten Castele bescheiden, een partije contrabande goederen en koopmanschappen hier ter rhede uijt den voorn. bodem angehaald en an land gebragt en daar onder een partije flesch-kelders met brandewijn, dewelke bij Raade van Justitie in conformiteit van onser Heeren en Meesteren statuten en ordonnantien op ‘t stuq van verbode goederen voor geconfisqueerd en verbeurd verklaard zijnde, en de voors. anbrenger ongenegen wesende om sijn competente portie uyt de geseide flesch-kelders an de hand te houden, en veel eerder gesind deselve an d’ E. Comp. tot een redelijken prijs over te laaten. So is na rijpe overweging van saake eenpariger stemme verstaan de meergemelde fleschkelders met brandewijn, hem anbrenger ten getalle van thien ten deele gevallen, op sijn versoek ten behoeve van d’ E.Comp. an te slaan en hem voor ieder der geseide flesch-kelders uijt ‘s Comps. cassa te doen betalen twintig Rixd. en sulx in conformiteit der resolutie den 14 Junij 1678 hier ten Castele in Raade genomen.125
Dirk Mol,126 sergt. in dienst der E.Comp. hier ten Castele bescheiden, ter vergadering versogt hebbende om te mogen erlangen een grondbriev van ‘t erv an den vrijborger Hendrik de Lange, syner huijs-vrouwe eerste man, bij den Ed. Hr. Joan Bax, Gouverneur alhier, volgens syn voorgeven en van die tijd af tot heden ten dage en ten minsten zedert twaalf jaaren bij sijn opgemelde voorsaat en hem requirant betimmerd en bewoond, en gemerkt dat veele erv-brieven door onagtsamheid der eigenaren verwaarloosd en t’ soek geraakt, of kwaad-aardiglijk vervreemd, of ook wel dat-se door haastig afsterven, of onverwagt vertrek der opperhoofden deser plaatse niet uijtgegeven zijn, en dat door sulke en diergelijke misbruijken en slordigheden veele swarigheden, misverstanden, krakeelen en processen konnen rijsen dewelke door een opperhoofd in der tijd na verloop so veeler jaaren beswaarlijk konnen geslist en gerigt worden, en om eenmaal ‘t opperhoofd buijten dese moeijelijkheid en dese ingesetenen in gerustheid te stellen, So is na voorgaande raadspleging eenhellig ten meesten dienste deser Colonie verstaan en besloten, dat in ‘t toekomende alle diegene dewelke enige erven den tyd van dertig jaaren gerustelijk en buijten iemands anspraak beseten hebben, deselve als wettige eigenaars buijten iemands bekroon sullen blijven besitten, en dat hier mede alle regt, actien, evictie ofte afwinninge en praetentien, dewelke iemand uijt kragte van een erv-briev na verloop der voors. 30 jaaren op en jegens geseide erven soude willen instellen, als verjaard sullen cesseren, wel verstaande dat de tyd der praescriptie sal anvang nemen van den beginne af dat de besitter d’ erven ter goeder trouwe sal hebben begost te besitten, te bebouwen en te betimmeren, en is verstaan dat an ieder deser ingesetenen des begerig zijnde voor gecommitteerdens uijt den Achtb.Raad een acte ter Secretarie in plaats van ervbriev t’ sijner gerustheid sal verleend worden.
En eindelijk is mede goedgevonden en besloten, gemerkt d’ anwesende schepen de Berg China en de Swarte Leeuw hier een geruijmen tijd hebben gelegen, en dat-se na alle schijn in korten nog niet staan te vertrekken, daar en boven dat ‘t scheeps-volk van alles ontbloot en de hervst op handen is, an ‘t selve, gelijk mede an ‘t volk hier uijt de gepasseerde schepen, in ‘s Comps. siekenhuijs als krank verbleven, een verstrekking van twe maanden gagie op rekening harer te goed hebbende maandgelden te laten volgen.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als voorn.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] N. DE JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] JACOB ROOTSTEEN.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 20, pp. 110-113.¶
Maandag {16910212} 12 Februarij 1691, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
D’ ordres van den Ho.Ed. gebooren Heer Hendrik Adrian van Reede, vervat in desselvs naargelatene instructie,128 ter vergadring geleesen en rijpelijk overwogen zijnde, omtrent het stellen van gecommitteerdens bij ‘t perschen der vrijluijden druijven en ‘t maken van haar wijnen, ten einde om door goede toesigt voor te komen en te beletten alle morserie en sluijkhandel, dewelke men by ‘t perschen en vaten der wijnen soude konnen plegen, en nademaal na gedaane calculatie an de kant van vijf en twintig wijngaardeniers hier onder ‘t Caabse district resorterende bevonden worden, en dat alle gequalificeerde Comps. dienaren, adsistenten en sergeanten daarbij gerekend, pas de helvte uijtmaken van ‘t getal der personen dewelke als gecommitteerdens ten fine voors. vereijscht worden, daar en boven geconsidereerd, dat de geseide wijngârdeniers wijd en sijd verspreid leggen, en dat veel tijds tot ‘t perschen der wijnen vereijscht word, en eindelijk in bedenking genomen zijnde dat ten tyde van de wijnlees alle comptoiren met ‘t sluijten der boeken en daaglijkse besigheden drok werk hebben, en dat ‘t gevolglijk onmogelijk is de geseide personen elders t’ emploijeren, So is na rijpe raadspleging ten meesten dienste van d’ E.Comp. en om d’ ordre van sijn wel-gemelde Ho. Edd. so veel immers doenelijk is op te volgen, eenpariger stemme verstaan en besloten an de voorn. wijngaardeniers toe te staan hun druijven te perschen, sullende de fiscal toesigt en sorge dragen na gedaane persching ten overstaan van twe gecommitteerdens de quantiteit van ieders wijnen bij tijds op te nemen om so doende alle lorshandeling voor te komen en te verhoeden. En is mede verstaan dat ten tijde als de geseide wijngaardeniers hun wijnen hier ten Castele in ‘s Comps. pakhuijs sullen leveren, dat alsdan de fiscal nevens twe gecommitteerdens de geleverde wijnen telkens sal proeven om van derselver deugdsamheid versekerd te zijn.
En gemerkt de vrijluijden en andere ingesetenen door ‘t veelvoudig kappen van timmerhout ons in desselvs schaarzheid brengen, en de bosschen in korten soude uijtroeijen, So is eenpariger stemme verstaan en besloten tot conservatie der bosschen bij placcate te gebieden dat niemand in ‘t toekomende sal vermogen in ‘t optimmeren van huijs, schuur of coral, of op eniger wijse wandpalen te gebruijken op poene van vijfentwintig Rixd. telkens an den fiscal of dengenen die de calange sal doen te verbeuren, als hij bevonden sal worden dese ordonnantie t’ overtreden; sullende ieder gehouden zijn sijn muuren uijt klei of steen op te haalen, sonder daar toe de minste wandpaalen te verbruijken.129
Aldus gearresteerd en beslôten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] N. JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
## Footnotes
-
Hierdie Franse oorlogskip was met 54 kanonne bewapen en het ‘n bemanning van ruim 400 soldate en matrose gehad. Sien verder: C.502:Uitg. Br., 1688-1690, p. 164. Here Meesters was nie ingenome met die vriendelike ontvangs van die Franse skip nie en het in hul brief van 6 Oktober 1688 geskryf: “Wij vinden ons geen sints gestight over de civile bejegeninge en onthael dat U Ed. de fransen op haer aenwezen aldaer hebben aengedaen en de gerieffelijckheden die UE. haer hebben doen erlangen. (Sien verder C.417, deel I:Ink. Stukken, 1688-1689, p. 734. ↩
-
Is deur Here Meesters uitgestuur om Johannes van Ceulen as fiskaal aan die Kaap op te volg. Het die assistent Roeloff Backer en die sieketrooster Albert Coopman aangestel as eksekuteurs van sy boedel. Hy was ongetroud en afkomstig uit Amsterdam . (SienKol. Arch.460:Brieven van de Seventienen naar Indiën, 1686-1692, p. 475 asook C.J.2649:Testamenten, 1686-1708, pp. 201-203.) ↩
-
Hierdie ongeluk word uitvoerig beskryf in ‘n brief aan Here XVII van 11 Oktober 1688. Sien C.502:Uitg. Brieven, 1688-1690, pp. 236-238. ↩
-
Met die Suijdbeveland het ook die Franse predikant “simond met sijne familie” aan die Kaap gekom. (C.417:Ink. Stukken, 1688-1689, p. 124.) ↩
-
Sien “Instructie waar na sigh Pieter Jansz Timmerman en verdere officieren, bescheiden op ‘s Comps. galjoot de Noord , gaande van hier om de Oostcust van Africa na Rio de la Goa tot naader ontdekkingh van dien hun sullen hebben te schikken” in C.702:Instructiën, 1686-1722, pp. 50-62. Die instruksie is gedagteken 15 Oktober 1688. ↩
-
In die instruksie word hy Louijs de Beraut genoem. ↩
-
In die instruksie word na die Stavenisse verwys. ↩
-
De Grevenbroek het hierdie resolusie tweemaal geskryf. Die tweede lesing is deur die amptenare onderteken en word derhalwe hier weergegee. ↩
-
Sien grondbrief inTitle Deeds Stellenbosch and Drakenstein , 10/11/1689-17/11/1722, pp. 421-422 in Akteskantoor, Kaapstad. Pierre Simond was afkomstig van Dauphine . In 1699 het hy ‘n salaris van 100 Rds. van die Kompanjie ontvang, terwyl die salaris van sy ampgenoot Petrus Calde 90 Rds. was. Toe hy in 1702 die ouderdom van 50 jaar bereik het, het hy versoek om na Europa terug te keer. In Mei 1702 het hy met sy vrou Anna de Berault en vyf kinders op die Abbekerk vertrek. (SienKol. Arch.4018 en 4025,Tweede deel van de brieven en papieren overgekomen van de Cabo de Bonne Esperance, 1699 en 1702, pp. 697-698 en 521, 728.) ↩
-
In die eerste lesing word ” Franse ” gevolg deur die woord “gemeente”. ↩
-
In die eerste lesing word “gemak” gevolg deur “of ongemak”. ↩
-
In die eerste kopie het “gemeente” gestaan. Dit is hier vervang deur “taal”. Paul Roux was getroud met Claudine Seugnet van Saintonge. ↩
-
In die eerste weergawe het “in de Duijtsche gemeente” na “aldaer” gevolg. Dit is hier weggelaat. ↩
-
Die woord “gerefugeerden” wat voor “armen” gestaan het, is hier weggelaat. ↩
-
Die woorde ” Franse praedicant” van die eerste lesing is vervang deur “voorn.” ↩
-
C.416, deel IV:Ink. Stukken, 1686-1687, p. 94. ↩
-
Vgl. Resolusie van 19 Desember 1685 asook die kennisgewing in verband met die verpagting in C.681:Kaapse Plakkaatboek, 1686-1709, pp. 59-60. ↩
-
Ook hierdie landtog het hy met welslae deurgevoer. Hy het op 4 Januarie 1689 vertrek en na meer as drie maande op 6 April met 1,000 beeste by die kasteel teruggekeer. Sien V.C.12:Dagregister, p. 18 en p. 154. ↩
-
Baie van die oorspronklike resolusies het verlore gegaan. Die aantekeninge in die dagregister gee egter ‘n aanduiding van wat in die vergaderinge van die Politieke Raad bespreek is. Hierdie afskrifte is oorgeneem uit die Verbatim Kopieë aan die Kaap. ↩
-
Die stukke oor saak teen Oloff Bergh kan gevind word in C.J.2:Civ. en Crim. Regtsrolle, 1674-1688, pp. 3 12-316, asook inKol. Arch.4000 en 4001:Brieven en Papieren overgecomen in den jare1687, pp. 135-152 en 797-801, 802-826 onderskeidelik. Hy was getroud met Anna de Koning. ↩
-
Adriaan van Reede wat op 18 Januarie 1688 met sy gesin uit Colombo vertrek het en op 10 April 1688 as vaandrig sy loopbaan aan die Kaap begin het. Sien C.502:Uitg. Brieven, 1688-1690, p. 20 en C.417, deel I:Ink. Stukken, 1688-1689, p. 119. Hy was afkomstig van “‘t stigt Utrecht ” en getroud met Christina Does, weduwee van Albert Diemer (6 April 1689). Na haar dood is hy hertroud met Maria Liefrink (22 Augustus 1708). Hy het ‘n huis en tuin in Tafelvallei besit en saam met Joan Blesius wat met sy eerste vrou se dogter getroud was, ‘n plaas in Drakenstein . In 1703 het hy ook ‘n plaas in Wagenmakersvallei “over de Bergrivier ” gekry. M.O.O.C.8/l:Inventarissen, 1692-1705, no. 74; C.J.2597:Testamentenboek, 1691-1700, p. 214; C.J. 2649:Testamentenboek, 1687-1708, p. 144 en C.J.2650:Testamentenboek, 1709-1715, no. 1. ↩
-
Watter moeilikhede daar tussen ds. Johannes van Andel en die Kommandeur plaasgevind het, kan gelees word in C.332:Attestatiën, 1686-1698, nos. 207-215 pp. 273-282; no. 217, p. 287, nos. 219-223, pp. 297-301, 309-313. ↩
-
SienDie Kaapse Predikante van die sewentiende en agtiende eeudeur prof. dr. S. P. Engelbrecht, p. 30. ↩
-
Sien C.J.291:Crim. Processtukken, 1689, pp. 1-3. ↩
-
Die saak teen Carel Goske, skipper van die Alkmaar is na die Raad van Justisie te Batavia verwys. (C.502:Uitg. Br., 1688-1690, p. 301.) ↩
-
Pieter van Helsdingen was voorheen gewone fiskaal van Malakka . Hy het in Januarie 1686 na Patria teruggekeer en is nou aangestel as fiskaal independent van Soerat . In 1696 is hy “over zijn irreverente en onbetamelijk schrijven” uit sy amp onthef en beveel om oor Ceylon na die buiteland te vertrek. ↩
-
Sien instruksie van 24 Jan. 1689 aan skipper Pieter Jansz Timmerman van die Noord in C.702:Instructiën, 1686-1722, pp. 62-68. ↩
-
Vgl. kopie van hierdie resolusie in V.C.12:Dagregister, 1689-1692, pp. 121-123. Die laaste paragraaf van die resolusie is nie in die dagregister opgeneem nie. In plaas daarvan word vermeld: “Geduurende de voors. vergaderinge en omtrent ten 11 uuren word d’ Ed.Heer Commandeur door de geregtsbode gewaarschuwd dat den fiscaal Mr.Dirk op ‘t sterven leijd.” (V.C.12, pp. 123-124.) Die volgende dag, op 16 Februarie 1689 word vermeld: “Des avonds ten 10 uuren is den fiscaal Mr. Dirk van Cuijk deser wereld overleeden.” (V.C.12, pp. 125.) ↩
-
Sic. ↩
-
Vgl. V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 124-125. Hierdie Claasje van Angola het volgens ‘n resolusie van die Kasteel Batavia op 27 Mei 1689 versoek om met die eerste retoerskepe weer na die Kaap te mag terugkeer. Haar versoek om in vryheid gestel te mag word, omdat Van Helsdingen dit aan haar belowe het, is na die Kommandeur en Raad van die Kaap verwys. (SienKol. Arch.604:Resolutiën van den Generaal en Raden, 1689, pp. 275-276. ↩
-
Vgl. afskrif van hierdie resolusie in V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 125-127. Die bewoording van die slot verskil, aangesien in die dagregister staan “sullende de papieren en stukken der parthijen controvers aan de Hooge Regeeringh van India per den meergemelden bodem overgesonden, ten eijnde om bij Haar E.E. daarin gedecideerd te werden.” ↩
-
Berigte uit Patria dat ‘n Franse oorlogskip Nederlandse skepe in die Kanaal aangeval het, was aanleiding tot hierdie resolusie. ↩
-
Sien Brief van 24 Februarie 1689 in C.502:Uitg. Br., 1688-1690, pp. 267-268. ↩
-
Hierdie retoervloot was onder die gesag van die Raad Extraordinaris Robertus Padbrugge. Die volgende persone is toegelaat om slawe saam te neem: (1) Robertus Padbrugge, sy slavin Grietje van Tominij. (2) Mr. Gualter Zeeman, vise-admiraal van die vloot, sy slaaf Baron van Bengale, asook ‘n slavin Rosette van Sambauwa. (3) Die opperkoopman en skout-by-nag Johs. Leeuwenson sy slaaf Michel Cochin. (4) Die kaptein-luitenant Pieter Mollier, sy slavin Matij van Punto de Gale. (5) Die boekhouer Johannes van Juchen sy slavin Martha van Makassar en (6) die boekhouer Gaspar Langeberg ‘n slavin uit die Kompanjie se slawehuis. (Sien C.502:Uitg. Br., 1688-1690, brief van 15 April 1689, pp. 337-338.) Die kos- en vraggeld het 68 Rdrs. vir elke slaaf of slavin bedra. ↩
-
Waarskynlik word hier die gewese advokaat-generaal van Indië, meester Gualter Zeeman bedoel. Sien vorige voetnoot. ↩
-
Op 10 April het Isaacq Schrijver, wat 4 Januarie 1689 na die Inquase Hottentotte vertrek het, van sy landtog teruggekeer. Sy dagregister of joernaal kan gevind word inKol. Arch.4003:Ingekomen Brieven en Papieren, 1689, pp. 1311-1338. ↩
-
Sien C.417, deel II:Ink. Stukken, 1688-1689, pp. 375-376. ↩
-
Sy ou pos was die Saldanhabaai , waarvandaan hy op 6 Maart gekom het met “alle sijne onderhebbende manschap in vollen geweer” om die Kaap teen ‘n moontlike Franse aanval te help verdedig. (Sien V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, p. 140.) ↩
-
Sien C.417, deel II:Ink. Stukken, 1688-1689, pp. 403-406, waarin vermeld word “dat men hier te lande niet anders als een oorlogh met Vranckrijck te verwaghten hadde” en verder beveel word dat aangesien Frankryk ook reeds begin het om Nederlandse skepe vyandig aan te val die amptenare aan die Kaap opdrag kry om die skepe “van de Fransche natie mede alomme vijantelijck sullen hebben aan te tasten. en voorts haer alle mogelijcke schade en afbreuck aen te doen”. ↩
-
Die laaste sin van hierdie resolusie wat ook in die dagregister oorgeneem is, eindig soos volg: “dat alsdan op staande voet de voors. schepen den Fransman met hun canon sullen hebben te bestrijden”. V.C.12:Dagregister, 1688-1690, 1692, pp. 234-236. ↩
-
Skipper van Saamslag . ↩
-
Skipper van Nederland . ↩
-
Hendrik Raab het opperhoof van Daatcheron geword. Hy het in September 1697 versoek om te repatrieer en is in 1698 tot koopman bevorder. ↩
-
In die dagregister kom sy naam voor as C. Ferd. Groen, terwyl in die Criminele Prosesstukke na hom verwys word as Carel Ferdinant Hannibal Groen. Hierdie naam stem ooreen met sy handtekening aan die einde van hierdie resolusie. (Sien C.J.291:Crim. Processtukken, 1689, p. 117. OokKol. Arch.4003:Ingecomen Br. en Papieren, 1689, pp. 1038-1065. ↩
-
Vergelyk inventarisse in C.J.291:Crim. Processtukken, 1689, pp. 59-62, 67-70. ↩
-
Volgens die dagregister was La Normande met 130 koppe beman. Sien V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, p. 236. Die name van party van die gevangenes word vermeld in ‘n brief van 13 Mei 1689 aan Batavia. Daar was omtrent 140 gevangenes. (C.502:Uitg. Br., 1688-1690, pp. 377-378.) ↩
-
Kom ook voor in V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 237-240. ↩
-
Geskryf en onderteken deur Govert Roos. ↩
-
Die kladnotule van hierdie resolusie kan gevind word in C.J.291, p. 51. Dit is deur De Grevenbroek geskryf. Die name van die skepe Nederland en De Handboog en hul respektiewe skippers Marcelis Kok en Lambert Clein is egter in die stuk deurgehaal en die notule is nie in die oorspronklike notuleboek oorgeskryf nie. ↩
-
Skryffout vir Constantinus van der Markt, ook van der Marckt genoem, was skipper van Spierdijck . ↩
-
Skipper van die Nierop . ↩
-
Die getuienis wat Simon van der Stel en sy Raad teen genoemde skippers ingewen het, het bewaar gebly in C.J.291:Crim. Processtukken, 1689, pp. 73-172. ↩
-
Skryffout vir Linnes. ↩
-
Vgl. V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 246-247. Op 13 Mei word in die dagregister melding gemaak van ‘n dergelike raadslot en word besluit om drie pakke linne aan die here Linnes, Blum, Kemels, Schrijver en Groen te gee “tot d’ opneming van de lading van ‘t voors. schip in erkentenis van haar extraordinaris diensten”. (Sien V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, p. 352.) ↩
-
Sien C.417, deel II:Ink. Stukken, 1688-1689, pp. 375-376. ↩
-
Sien lys van goedere wat met Afrika weggestuur is in C.J.29l:Crim. Processtukken, 1689, pp. 175-181. ↩
-
Johannes de Hartog het saam met sy familie gerepatrieer. Hy was opperkoopman en gewese opperhoof van Japara . ↩
-
Abraham Bouden het in 1685 sekunde op Padang geword. Hy het later na die Ooste teruggekeer en het toe diens gedoen as Kommandeur van die Weskus. Hy is egter ontslaan omdat hy hom aan privaathandel skuldig gemaak het en het met die retoervloot van 1698 na Patna teruggekeer. ↩
-
Aangestel as skipper op le Coche , wat nou Afrika genoem is. ↩
-
Sien C.417, deel III:Ink. Br., 1688-1689, pp. 665-671. ↩
-
Sien C.417, deel I:Ink. Stukken, 1688-1689, pp. 237-239 en deel afskrifte van die brief in deel II, pp. 371-373 en 375-376. ↩
-
Hierdie resolusie is nie onderteken nie. Vgl. afskrif van resolusie in V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 261-264. ↩
-
Sien plakkaat in C.68l:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 65-67. Ook opgeneem inKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, deel I, p. 254. Vgl. verder afskrif van hierdie resolusie in V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 273-276. ↩
-
Vgl. V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 286-287. ↩
-
Sien instruksie aan Pieter Jansz Timmerman en ander offisiere in C.702:Instructiën, 1686-1722, pp. 63-68. ↩
-
Die jongste plakkaat was van 25 Desember 1687, waarin die vryburgers verbied is om geel- en elsehout “tot sparren, latten of waar toe het ook soude wesen te kappen ‘t en zij met special en schriftelijck verlof van den Ede.Hr.Commendeur op paene van 50 Rixdals; een derde part voor den officier, een ander voor den anbrenger, en ‘t restant voor de Raad Camer van politie …” C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 48-49. ↩
-
Vgl. V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 301-305. Asook C.593:Orig. Dagregister, 1689, pp. 280-285. ↩
-
Op Maandag, 12 September 1689, het Willem Pad, “kaptein deser besetting” die eed van getrouheid as lid van die Politieke en Justisiële Raad afgelê. Hy het met sy vrou en twee kinders op Schouwen gereis en was Dominique de Chavonnes se opvolger. (C.417, deel III:Ink. Stukken, 1688-1689, p. 706.) ↩
-
Sien De Grevenbroek se eie beskrywing van die gebeurtenisse wat in hierdie resolusie opgeteken staan in deel 14 van die publikasies van die Van Riebeeck-vereniging, pp.190-193. Dit blyk uit die dagregister dat, wat die datum betref, sy geheue hom in die steek gelaat het. ↩
-
Jacques de Savoije (1636-1717) was afkomstig van Aeth in Henegouwen en het die Kaap op 26 April 1688 met die Oosterland bereik. Hy was getroud met Maria Magdalene le Clercq van Tournay. Verder het sy skoonmoeder en sy drie kinders hom vergesel asook die gesin Nortje wat beskryf word as “domestique van Jac. de Savoije”. Hy het grond gekry in Wagenmakersvallei , maar het in 1712 na sy geboorteland teruggekeer. (SienInk. Stukken, 1685-1688, p. 1019;Grondbriewe, Stellenbosch en Drakenstein , 1689-1722, pp. 449-450.) ↩
-
Daniel de Ruelle het met 2 dogters na die Kaap gekom. Hy is later getroud met Catharina Taboureux, weduwee van Charles Marais. Hy het ƒ420 uit die fonds gekry wat uit Batavia gestuur is om die Franse vlugtelinge op die been te help bring. (SienKol. Arch.4004:Papieren van het jaar1690, p. 85.) ↩
-
Abraham de Villiers van La Rochelle het die Kaap op 6 Mei 1689 met die Sion bereik. Hy is op 5 Oktober 1689 met Suzanne Gardiol van La Costé in die huwelik bevestig en is op 31 Maart 1720 oorlede. Saam met sy broers en sy vrou het hy ƒ570 uit bostaande fonds gekry. (Ibid) ↩
-
Louijs Courtier (Cortje, Cordier, Cordieu) was getroud met Françoise Martinet. Hulle het vier kinders gehad en het ƒ475 uit die Bataafse fonds ontvang. Hy is in 1702 oorlede. ↩
-
Vgl. C.593:Orig. Dagregister, 1689, pp. 301-305 asook V.C.12:Dagregister, 1689-1690, pp. 320-323. ↩
-
Swaer van ds. Pierre Simond. Sy naam kom ook voor as Louis de Berault en De Berau. Hy het in 1688 na die Kaap gekom as sersant van die Kompanjie, maar het later vryburger geword. ↩
-
Albert Barentsz Gildenhuijse was getroud met Margaretha Hoefnagels. Grond is in 1701 aan hom toegeken. SienKaapse Grondbriewe, deel I, p. 392 asook C.J.2597, p.70 en C.J.2650, no. 91 en verderBydraes tot die genealogie van ou Afrikaanse familiesdeur dr. J. Hoge, p. 49. ↩
-
Bedoel word Lambert van Hof of volgens handtekening Lambert van Hoff. Sien C.J.2873:Contractenboek, 1698-1703, p. 26. ↩
-
Bedoel word Johannes Mostert van Utrecht, in 1687 getroud met sy tweede vrou, Elizabeth Nieumeyer van Deventer. ↩
-
Matthijs Greeff, van Maagdenburg afkomstig, was getroud met Susanna Claasen. ↩
-
Die Crab het op 9 Januarie in Saldanhabaai voor anker gekom en Tafelbaai eers op 8 Februarie bereik. ↩
-
Margarita Overney was die dogter van wyle Johannes Overney en sy vrou Barbera Simons Rottinga. ↩
-
Die skip het op 28 Februarie vertrek. ↩
-
Vgl. uitvoerige relaas in die brief aan Here Meesters van 24 Mei 1690 in C.502:Uitg. Br., 1688-1690, pp. 603-606. ↩
-
Isaak Schrijver het verskeie geslaagde togte na die binneland onderneem. Van die tog wat hy die vorige jaar onderneem het, het die dagregister in dieKol. Arch.in Den Haag bewaar gebly. Hy was getroud met Anna Hoeck en het in 1692 ‘n plasie gekry wat hy ” Schoongezicht ” genoem het. (SienKol. Arch.4003:Ingecomen Brieven en Papieren, 1689, pp. 1311-1388. C.J.2649:Testamenten, 1686-1708, p. 13 enGrondbrieven, Stellenbosch en Drakenstein , 1689-1722, 28 Februarie 1692.) ↩
-
Sien Resolusie van 16 Desember 1687. ↩
-
Hendrik Adriaan van Rede tot Drakenstein het nie na sy vaderland teruggekeer nie. Hy is op 15 Desember 1691 op die skip Dregterland tussen Cochin en Soerat oorlede. Sien verder voetnoot 34 van 1685. ↩
-
Jan Parvé het as onderkoopman en klein kassier in diens van die Kompanjie getree. In 1678 is hy bevorder tot koopman en faktuurhouer en reeds in 1681 was hy eerste opperkoopman van die Kasteel Batavia. In 1682 is hy bevorder tot ontvanger-generaal. Nou het hy saam met sy familie op Nederland gerepatrieer. ↩
-
Skipper op ‘t Land van Schouwen en vise-kommandeur van die vloot. ↩
-
Skipper op Nederland . Die eerste keer kom die van Plegthout voor, daarna Pleghman; volgens sy handtekening was dit Pleghman. ↩
-
Skipper op Capelle . ↩
-
Skipper op Pijlswaert . Sy gesin het saam met hom gereis. ↩
-
Skipper op Schieland . ↩
-
Die instruksies waarna hier verwys word, was soos volg: “Bij aldien eenigh schip off schepen, ‘t sij van Cormandel off elders aan de Caep souden mogen arriveren, ‘t sij in de maend van December aanstaande off later om met retouren herwaerts aan te komen, en vervolgens seer vroegh in de voorsomer door Godes geleijde in dese landen te kunnen wesen, sullen UEd. deselve hebben op te houden tot dat de vergaderingh van de Seventiene UE. sal ordonneren hoedanigh UE. haer daer omtrent sullen hebben te gouverneeren en wat cours deselve in ‘t herwaerts komen, sullen hebben te houden”. C.417, deel III:Ink. Stukken, 1688-1689. p. 784. ↩
-
Sien briewe in C.417, deel III:Ink. Stukken, 1688-1689, pp. 891-893, 899-902, 903-904, wat op 13 Mei aan die Kaap ontvang is met die skip De Goede Hoop . ↩
-
In die dagregister staan: “Presentibus omnibus. Assumptis d.d. Johs. Parvé admiraal en Abraham Post, vice-admiraal. Daarna begin die resolusie met: “De hoge en lage S) segge d’ Edle. heer Commandeur V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, p. 425. Die laaste paragraaf van hierdie resolusie kom slegs in die dagregister voor. ↩
-
Anthoni de Vogel was opperkoopman en het die Kompanjie as sekunde van Soerat gedien. ↩
-
Vgl. V.C.12:Dagregister, 1689-1690, pp. 429-431. ↩
-
Die naam van Anthonij de Vogel is onderstreep en in die kantruimte is “absens” geskryf. Hy het die resolusie ook nie onderteken nie. ↩
-
Vgl. V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 434-438. ↩
-
Die eerste en tweede skippers van die Berg China was onderskeidelik Hubert Hoffen en Barend Andries. ↩
-
In die monsterrol van 1678 van getroude dienare kom Aagje Keyser voor as vroedvrou en het sy een dogter. In die briefboek van 1701 word vermeld dat Aagje Claasz Keysers getroud met Rutgert Troost die enigste erfgenaam is van haar seun Rutgert van Breda. (SienKol. Arch.3991:Brieven en papieren van de Cabo de bona Esperance overgecomen in den jare1679, pp. 567-570. Ook C.507:Uitg. Brieven, 1701-1703, brief van 26 Maart 1701, pp. 164-165. ↩
-
Sien brief wat aanleiding gegee het tot hierdie maatreëls geskryf deur Here Meesters in ‘s Gravenhage , die 4de en 7de Januarie 1690 en 8 Julie aan die Kaap ontvang. (C.418, deel I:Ink. Stukken, 1690-1691, pp. 1-9.) ↩
-
Verskeie van hierdie besluite is opgeneem in die plakkaat van 11 Julie 1690. Vgl. C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 69-72 enKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, pp. 255-256. ↩
-
Sien briewe van 8 en 18 Maart 1690 wat op 3 September 1690 deur die Eenhoorn aan die Kaap gebring is. C.418, deel I:Ink. Stukken, 1690-1691, pp. 229-246. ↩
-
Sien C.418, deel I:Ink. Stukken, 1690-1691, pp. 368-371. Here Meesters het gereken dat Oloff Bergh reeds genoeg gestraf was, aangesien hy “voor den ontfangh deses over de vier d’halffjaer in detentie sal hebben geseten, sonder dat hij immiddels eenige gagie heeft gewonnen” en het besluit om hom “weder in dienst en in sijn voorige qualiteijt te herstellen, en dat om daer mede te vertrecken ‘t sij na Batavia off na Ceijlon tot sijne keure en optie, off wel bij aldien hij liever aen de Caap buijten qualiteijt als vrijman soude willen verblijven, sullen U E. haer consent daer toe mede mogen dragen … ↩
-
Sien berig van sy aanstelling in C.417, deel III:Ink. Stukken, 1688-1689, p. 915. Hy het 3 Okt. 1690 met die skip De Maas aan die Kaap gekom. (C.503:Uitg. Br., 1691-1692, pp. 115-116.) ↩
-
Die resolusies wat oorgeneem is uit die dagregister, verskyn hier sonder dat vermeld word deur wie hulle onderteken is. Af en toe is die mededeling oor ‘n vergadering van die Politieke Raad nog beknopter soos in die aantekening onder Saterdag 21 Oktober, waar ons die volgende mededeling kan lees: “Ook sijn dese voormiddag in rade van politie enige ampten op d’ anwesende schepen, bij manier van voorraad en op goedkeuring van haar Ed. Groot Agtbare [Raad] tot Batavia vergeven, sijnde het ongeraden de voors. schepen van hun gesaghebbers ontbloot te laten”. V.C.12:Dagregister, 1689-1692, pp. 537-538. ↩
-
Vgl. V.C.12:Dagregister, 1689-1692, pp. 545-548. ↩
-
Is deur Here Meesters aangestel met ‘n salaris van ƒ60 per maand. Sien brief van 13 Desember 1689 in C.417, deel III:Ink. Stukken, 1688-1689, p. 915. ↩
-
Hoe hierdie saak opgelos is, blyk uit ‘n brief van Simon van der Stel aan Here Meesters van 29 Junie 1691, waarin meegedeel word: “Kort daaran is mede verschenen Nicolas de Jonge van Oosterland (later Sirjansland ), dewelke zedert sijn anwesen hier ten Castele sijn dienst als lieutt. heeft waargenomen, staande deselve reisvairdig om in korten op UEde.Ho.Agtb.ordres, vervat in haer missive van den 27 Decembris 1690 als capt. met ƒ80 ter maand na Batavia over te gaan; houdende hij sig an U Ede.Ho.Agtb. seer verpligt over d’ eer dewelke ‘t haar gelievd heeft hem met dese verhooging an te doen. Jacob Rootsteen lieutt. deser besetting zijnde in April lestleden overleden [dit is April 1691], hebben wij in desselvs plaats den vaandrig Adrian van Reede met ƒ50 maandelijx gagie op UEd. Hoog Agtb. goedkeuring laten optreden. (C.503:Uitg. Brieven, 1691-1692, p. 116.) ↩
-
Kom in die monsterrol van 1692 voor as Roelof Deodati van Dorth, wat as boekhouer ƒ30 per maand verdien het. Hy het die Kaap egter op 24 Augustus 1692 met die fluitskip ‘t Duijfje verlaat met opdrag om Isaak Johannes Lamotius, oppergesaghebber van Mauritius , gevange te neem en hom op te volg. Hy was tot 1703 opperhoof van genoemde eiland en het later koopman en boekhouer van die ambagskwartier in Batavia en daarna opperhoof van die Kompanjie se handelspos in Japan geword. Volgens sy handtekening is bostaande spelling, naamlik Roelof Diodati, die juiste spelling. ↩
-
Sien voetnoot 50 van 1682. ↩
-
Was getroud met Sara Cochet van Oost.Souburg op die eiland Walcheren . Eienaar van plaas ” Aan ‘t Padt ” en het later nog ‘n plaas van 60 morg gekry. SienGrondbriewe, Stellenbosch en Drakenstein , 1689-1722, no. 23 en pp. 507-508. ↩
-
Claude Marais, gebore te ” Plessis Marly omtrent Parys ” en getroud met Marie Avies of Avice van Orleans. ↩
-
Vgl. V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692 pp. 567-569. ↩
-
Vgl. V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 584-585. ↩
-
Waarskynlik uit Rotterdam afkomstig, van waar hy sy seun Gerrit en vrou Sophia van den Tempel in 1668 laat kom het. Sien verder deel II van dieResolusies van die Politieke Raad, passim. ↩
-
Sien notule virLanddros en Heemrade in Stellenbosch 1/1: pp. 1-11 asook Stellenbosch 18/1:Testamenten1687-1699, no. 17 van 2 Augustus 1695. In no. 11 van dieselfde testamenteboek word Geertruijd Lubberinck van Amsterdam, weduwee van Cornelis Linnes sy ondertroude vrou genoem. In M.O.O.C. 8/1 no. 47 onderteken sy die inventaris van sy boedel. Sien ook grondbrief inGrondbriewe van Stellenbsoch en Drakenstein , 1, no. 53 van 15 Oktober 1692. ↩
-
V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 586-589. ↩
-
Geen dagregister of afskrif van die dagregister van 1691 word in die Kaapse Argief gevind nie. ↩
-
Vgl. kennisgewing in die plakkaatboek, waarin die resolusies van 1 en 19 Januarie saamgevat word: C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 83-85. Ook opgeneem inKaapse Plakkaatboek, deel I, 1652-1707, pp. 259-260. ↩
-
Sien V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 590-591 en C.503:Uitg. Brieven, 1691-1692, pp. 126-127. ↩
-
Was een van die opvarendes wat in 1687 met die Centaurus na Natal gevaar het.Kol. Arch.4002, fol. 49-88. ↩
-
Blykbaar het Koopman spoedig na rede geluister, want op 12 Februarie word aangekondig “nademaal der Sousequase Hottentots captn. Koopman met desselvs anhang na reden heeft willen luijsteren en dat hij door d’ E.Compa. wederom tot sijn pligt gebragt is, so word een ieder deser ingesetenen mits desen gewaarschuwd den voorn. captn. Koopman nog iemand van de sijne geen den minsten overlast nogh enigen schade te doen, maar hem en de sijne heusch ende vrundelijk soo als voor geresene onlusten plagt te geschieden wederom te bejegenen.” (C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, p. 86. Onderteken in die Kasteel Die Goeie Hoop, 12 Februarie 1691.) ↩
-
Vgl. resolusie van 14 Junie 1678 op p. 254 in dieResolusies van die Politieke Raad, deel II. ↩
-
Vir verdere besonderhede in verband met Dirck Jacobsz Mol se rekening en grondbesit sien C.503:Uitg. Brieven, 1691-1692, pp. 165-166 en“Title Deeds Cape,”22 Junie 1685-15 Mei 1703, no. 177. In 1706 word hy heemraad van Stellenbosch . In 1720 was hy getroud met Daantje Rijken, van Amsterdam. Sy was die weduwee van Jan Hendrik de Lange en haar testament maak melding van haar “kindskinderen” Dirk Cornelis, Elizabeth en Maria Uijs, kinders van haar seun Cornelis Jansz Uijs. (M.O.O.C. 7/3:Testamenten, 1721-1725, no. 104; C.J.2651:Testamenten, 1716-1721, no. 114.) ↩
-
Laaste handtekening van kaptein Rootsteen, wat in April van hierdie jaar oorlede is. Sy vrou, Agneta van der Gragt, het hom oorleef. (Sien C.503:Uitg. Brieven, 1691-1692, p. 161.) ↩
-
Sien C.700:Memoriën en Instructiën, 1657-1685, pp. 437-515. ↩
-
C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 87-89. Ook opgeneem inKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, pp. 260-261. ↩