C021 v1.20
C. 21, pp. 2-4.¶
Woensdag {16910221} 21 Februarij ao. 1691, voormiddag.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven ssrs. Ludoviq van der Stel en J. H. Blum.
D’ Ed.Hr.Commandeur ter vergadering bekend gemaakt hebbende, hoe hem gebleken was dat de vrijluijden hier in de Tafelvallei geseten, t’ haren huijse so onder hun dak als daar buijten grooten voor-raad van brandhout opdeden en dat bij brand en vuurs nood ‘t selve swaare ongemakken soude konnen veroorsaaken, door dien het vuur niet alleen door so veel voetzel beswaarlijker gelescht maar ook sneller sig soude verspreiden, sulx (dat God verhoede) d’ omleggende huijsen stonden in asch en koolen bij diergelijke ongeluk gelegt te werden: dierhalven om dese onheilen voor te komen, So is eenhellig verstaan bij placcate te verbieden, op poene van 25 Rixd., dat niemand hier in de Tafelvallei geseten, t’ synen huijse meer voor-raad van brand-hout sal vermogen op te doen, dan hem bij d’ Ed.Hr. Commandeur en Raad maandelijx is toegestaan. En ingeval iemand mogte genegen zijn meer voorraad van brand-hout te vergaderen en op te leggen dan hem maandelijx is toegestaan, so sal deselve gehouden zijn ten minsten vyftig roeden van syn of andere luijden huijsen, op gelijke boete, ‘t geseide brandhout te bergen, om so doende alle onheilen van brand voor te komen en te weeren.1
En gemerkt d’ ongeregeldheden dewelke op ‘s Comps. vaartuijgen so omtrent de traanbranderie en visch-vangst als andersins gepleegd worden, bij gebrek van een bekwaam persôn om ‘t volk op voors. vaartuijgen bescheiden wel te gebieden en in tugt en ontsag te houden; So is mede eenpariger stemme verstaan, ten meesten dienste van d’ E.Comp., gemerkt de bekwaamheden van Isaq Foreest van Delf, thans bootsmansmaat op ‘t hier ter rhede geankerde schip de Swarte Leeuw bescheiden, tot derdewaak met een maandelijke besolding van ƒ24 ter maand te vorderen, om over alle ‘s Comps. vaartuijgen te commanderen, mits dat hij gehouden sal zijn ten allen tyde, des gelast zijnde, na de Saldaignebaij , baij Falso , Houtbaij en verders waar ‘t ‘s Comps. dienst vereijscht, te vaaren.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] N. DE JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 5-7.¶
Donderdag {16910301} 1 Martij 1691.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven srs.Ludoviq van der Stel en J. H. Blum.
Ter vergadering overwogen zijnde ‘t gunt de Hooge Regering van India bij naschrivt in haar Ed. Grt.Achtb. missive van den 10 December lestleden2 gelievd heeft te bevelen, om ‘t hier ter rhede geankerde inlands jagtje de Schaapharder , voorgisteren van Batavia met de geseide missive hier angeland, door gecommitteerde scheepsverstandige exactelijk te doen visiteren en te vernemen hoe ‘t sig geduurende de reise gehouden heeft; So is eenpariger stemme verstaan in gevolge der voors. ordres so haast weder en wind sulx sullen toelaaten, hat [sic] jagtje de Schaap harder opgemeld, door bekwame luijden ten fine voors. gecommitteerd, naukeurig van boven tot beneden, van binnen en buijten en an alle kanten te doen besigtigen, en de daar op varende so officieren als matrosen af te doen vragen hoedanig het gemde. bodemtje sig geduurende de reijse heeft gehouden, en of-se an ‘t selve enige mistimmering of ander gebrek bevonden hebben: ten einde om haar Ed. Groot Achtb. ter eerster gelegendheid van behoorlijk verslag te dienen.3
Verders is eenstemmig verstaan het voorn. jagtje op ‘t spoedigste te provianderen en van sijn behoevtigheden te versien, en met ‘t selve een advijs brievje an ons Heeren Meesters houdende advertentie van den toestand deses commandements sonder meer papieren of berigten te wagen, anstonds af te vairdigen.
Ook is ten dienste van d’ E.Comp. goedgevonden en besloten, het versoek van Gerrit Lolling, schipper op ‘t geseide jagtje, te bewilligen, en hem nog drie deser matrosen om op sijn anvertrouwde jagtje op de reis naar ‘t vaderland dienst te doen, te vergunnen.
En eindelijk is mede verstaan ‘t hier ter rhede geankerde retourschip, de Berg China , tot d’ ankomst van meerder retour of t’ huijs-varende schepen of tot nader ordre ‘t zij uijt ‘t vaderland of uijt India hier an te houden en dien bodem niet ligtvaardiglijk te wagen.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] N. DE JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 8-13.¶
Sondag {16910311} 11 Martij 1691, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
D’ Ed. Heer Commandeur ter vergadering verslag doende van ‘t gunt in dese lestlede nagt omtrent ten elf uuren tusschen Gerrit Lolling de jonge, schipper op ‘t hier ter rhede geankerde inlands jagtje de Schaapharder ter êner, en Simon Langedan van Hazersouw sijn stuurman ter andere sijde,4 mitsgs. enige hunner matrôsen op ‘t hoofd deser rhede is voorgevallen; So heeft de voorn. schipper ter vergadering binnen staande sijn beklag gedaan: Hoe hij gisteren na gehouden middagmaal sig met ‘s Comps. brieven na boord van den Schaapharder voorn. hadde begeven, in voornemen, so haast weder en wind souden dienen, onder seil te gaan en na ‘t vaderland te vertrekken. An boord gekomen zijnde, hadde hij daar den stuurman, Simon Langedan, en enige sijner matrôsen niet gevonden, dies hij genoodsaakt was t’ harer narigt eerst een schouw te laaten waijen, en daarop een canonschoot te doen, en sijn opgemelde volk des ongeagt an land blijvende, kwam hij mede tegens den avond an land, ten einde om haar op te soeken en an boord te doen gaan: en gevolglijk sijn geseiden stuurman bij ‘t huijs van mr. C. J. Simons, fiscal deses Commandements, ontmoet hebbende, vroeg hij denselven of hij nog iets hier an land te verrigten hadde, dewelke ten antwoorde gav: niets anders als dat hij nog geirne sijn afscheid van den Secretaris Melchior Kemels begeerde te nemen: waar op hij schipper hem seide, dat hij sulx konde doen, en sig alsdan na boord begêven en een anker te ligten en sig seil-ree te houden.
Dat hij schipper ‘s nagts omtrent ten elf uuren, meenende met ‘s lands-schuijt na boord te vaaren om ‘t seil te gaan, buijten verwagting op ‘t hoofd deser rhede sijn meergemelde stuurman ontmoet, en hem gevraagd hadde of ‘t hem gelievde in de schuijt te stappen, dewelke hem daarop toe duwde: tegens wien donder seg je dat? en hij schipper hem antwoordende seide tegens u. Hier op slaakte de stuurman wederom dese woorden; gij donder beest dat sal ik doen als ‘t mij gelievd. De schipper door dese ongemanierde taal en andere scheldwoorden getergd, sloeg hem met de hand an ‘t hoofd, dewelke daar op hem schipper bij ‘t lijv vattede, sulx dat sij hand gemeen wierden en t’samen worzelden, tot dat haar de schildwagt van’t hoofd scheide, waarna de stuurman den schipper om van ‘t hoofd te komen uijtdaagde en sij met hun beide daar gekomen zijnde, trok de stuurman tegens hem schipper sijn mes, dewelke rottang, degen nog mes hadde, en sneed hem van boven de regter schouder tot an de knie door de klederen, hem op twe plaatsen in de borst bloedritzende.
De stuurman ter vergadering binnen staande en ondervraagd zijnde, segt niet geweeten te hebben ten welken einde de schipper geschouwd heeft, bekend wel hem bij ‘t huijs van den fiscâl ontmoet te hebben, en de woorden dewelke daar en op ‘t hoofd tusschen den schipper en hem voorgevallen zijn, maar lochend denselven oneerbiedig of onfatzoenlijk of met scheldwoorden bejegend, veel weiniger tegen denselven sijn mes getrokken te hebben.
Jacob Joppe, equipagiemeester, verklaard ter vergadering gesien te hebben dat de meergemelde stuurman Simon Langedan tegens sijn schipper ‘t mes trok, verklarende hij verders, dat terwijl schipper en stuurman in maniere voors. handgemeen waren, hun matrosen geroepen hadden, dat sij ‘t met stuurman Simon hielden en dat onder anderen Gerrit Jansz van Amsterdam, matroos, tegens hem, equipagiemeester, gesegt hadde So gij den schipper helpt, so sal ik u van ‘t hoofd in ‘t water bruijen. De geseide matroos, nevens Jan Claasz van Ha[e]rlem, mitsgs. Pieter Swanenborg van Delf, sijn makkers te samen als matroosen op de Schaapharder bescheiden, in Raade ondervraagd zijnde, negeren alles en seggen nergens van te wêten.
En nademaal dit saaken van swaaren gevolge zijn, daar en boven gemerkt hoeveel d’ E.Comp. an ‘t spoedig vertrek van ‘t geseide jagtje gelegen legt, en dat ‘t niet geraaden is, ‘t selve met dit ongebonden, ruwe en ongehoorsam volk, ‘t welk den schipper geduurende de reis tusschen Batavia en de Caab, volgens sijn voorgeven met dese en gene harde woorden en van nadruk soude gedreigd hebben, de reise naar ‘t vaderland te laaten vervorderen, So is na rijpe overweging van saaken, ten meesten dienste van d’ E.Comp. goedgevonden en eenstemmig besloten, den voors. stuurman Simon Langedan tot nader beraad hier an te houden en in desselvs plaats van ‘t retourschip de Berg China te laaten overgaan den onderstuurman Anthoni Balf, en in plaats der voors. drie matrôsen te laaten overgaan drie andere matrôsen van ‘t retourschip voorn. en de delinquenten tot nader examen in arrest te houden.5
Aldus geärresteerd en beslôten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] N. DE JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 14-16.¶
Woensdag {16910328} 28 Martij 1691, voormiddag.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
D’ Ed. Hr. Commandeur ter vergadering verslag doende hoe enige ‘s Comps. dienaren, so matrôsen als soldâten, wel ten getal van twintig, hun so nu en dan d’ een voor en d’ ander naar uijt den dienst buijten iemands kennisse landeward in, en an ‘t vagabunderen begêven, en eindelijk hun t’ samen vervoegd en in de wildernissen op ‘t gebergte van Drakenstein hun verblijv genomen hadden: en gemerkt hoe beswaarlijk sij t’ agterhaalen zijn, en dat ‘t in dese oorlogstijden niet geraaden is, haar tot d’ uijterste wanhoop te brengen, So is na rijpe raadspleging eenpariger-stemme ten meesten dienste van d’ E. Comp. en deser Colonie verstaan en besloten, de geseide t’ samen gerotte vagabunderende ‘s Comps. dienaren wegens hun begaane faute te pardonneren, te meer dewijl-se tot inkeer hares bedrijvs schijnen gekomen te zijn, en dat-se daar over berouw en leedweesen betuijgen, en ten dien einde de geseide amnistie bij geschrivte vervat, en door den Ed. Heer Commandeur onderteikend, door den veldwagter in ‘t gebergte op 4 a 5 verscheide plaatsen te laaten anslaan, op dat alle diegene dewelke in gevolge van dien hun vrijwillig wederom binnen den tijd van drie weken na dato deses hier ten Castele komen in te stellen, en verders in alle gehoorsamheid te dragen, van den effecte van dien sullen gauderen met dien verstande dat diegene, dewelke agterhaald en in handen van Justitie geleverd mogten werden, sonder dat-se hun van de geseide amnistie hadden willen bedienen, daar van versteken sullen zijn en blijven, zijnde daar en boven verstaan dat een ieder dewelke een der geseide fugitiven in hegtenis leverd, tot praemie sal genieten so veel als de geAttrappeerde in een maand bij d’ E.Comp. sal bevonden worden verdiend te hebben.6
Aldus geärresteerd en beslôten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] N. DE JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 17-23.¶
Dingsdag {16910403} 3 April 1691, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
Also bevonden word dat veele deser ingesetenen door slordig en onordentlijk kappen van timmerhout ‘t selve tot groot nadeel des gemeene bestens voor de voet weg voeren, en dat daar door wel ligt gebrek an planken en ‘t gunt meer tot den opbouw van huijsen, schuuren, stallen en wes meer van nooden is, soude konnen geleden worden, en dat sig zedert een geruijmen tijd niemand anbied om ‘t geseide timmerhout ten sekeren prijse uijt ‘s Comps. bosch te leveren; en gemerkt Joost Pietersz en Borchard Pietersz van Isenberg, beide broeders en vrijluijden in ‘t Caabse district geseten, hun ter vergadering praesenteren om geAuctoriseerd te mogen worden onder sekere voorwaarden in ‘s Comps. bosch in de Houtbhaij gelegen voor den tijd van vijf naadst volgende jaaren t’ haren kosten allerhande timmerhout te mogen kappen en ‘t selve an d’ ingesetenen alhier te mogen verkoopen:
So is na rijpe raadspleging eenstemmig verstaan en besloten an Joost en Borchard Pieterz voorn. hun versoek onder volgende conditien en voorwaarden toe te staan. Namentlijk dat hun voor den tijd van vijf naadstvolgende jaaren, heden anvang nemende, sal geöorlovd zijn in ‘s Comps. bosch in de Houtbhaij gelegen allerhande timmerhout te kappen, te sagen en te beärbeiden, so sij des best te raade sullen werden, mits dat sij voor ‘t genot van dit privilegie of voor-regt gehouden sullen zijn jaarlijx an d’ E. Comp. voor niet te leveren honderd stuqs planken van tien voeten ieder lang en ten minsten een voet breed, en dat-se op verbeurte van ‘t geseide privilegie en arbitrale correctie sullen gehouden zijn jaarlijx t’ haren kosten in ‘s Comps. bosch te planten drieduijsend stuqs jonge eijke boomen, dewelke uijt ‘s Comps. planterie hun sullen geworden.
En eindelijk sullen sij niet vermogen in ‘t verkôpen van ‘t geseide timmerhout den gesetten prijs en dese volgende tax te buijten te gaan:
1 Balk lang 22 voeten en thien a acht duijmen dik | ƒ12:-:- |
1 Bolle casijn hoog 4 1/2 voet en 3 1/2 voet wijd | ƒ4:-:- |
100 voeten plaaten | ƒ12:08:- |
100 voeten gording | ƒ6:-:- |
100 sparren | ƒ18:12:- |
100 latten | ƒ2:-:- |
1 Hoek-keeper 20 voeten lang | ƒ3:-:- |
1 voet planks in 't vierkant | ƒ3:- :- |
1 voet planks minder als een voet in 't vierkant | ƒ2:08:- |
1 spanrigel 17 voeten lang | ƒ4:10:- |
1 haane-balk van 9 voeten | ƒ1:04:- |
1 carbeel 5 1/2 voeten lang | ƒ1:-:- |
1 strijkbalk lang 20 voeten | ƒ6:08:- |
1 kromstijl lang 9 voeten | ƒ3:-:- |
1 scheerstijl 14 voeten lang | ƒ1:08:- |
1 Balk lang 22 voeten en thien a acht duijmen dik | ƒ12:-:- |
1 Bolle casijn hoog 4 1/2 voet en 3 1/2 voet wijd | ƒ4:-:- |
100 voeten plaaten | ƒ12:08:- |
100 voeten gording | ƒ6:-:- |
100 sparren | ƒ18:12:- |
100 latten | ƒ2:-:- |
1 Hoek-keeper 20 voeten lang | ƒ3:-:- |
1 voet planks in 't vierkant | ƒ3:- :- |
1 voet planks minder als een voet in 't vierkant | ƒ2:08:- |
1 spanrigel 17 voeten lang | ƒ4:10:- |
1 haane-balk van 9 voeten | ƒ1:04:- |
1 carbeel 5 1/2 voeten lang | ƒ1:-:- |
1 strijkbalk lang 20 voeten | ƒ6:08:- |
1 kromstijl lang 9 voeten | ƒ3:-:- |
1 scheerstijl 14 voeten lang | ƒ1:08:- |
Verders in overleg gebragt zijnde ‘t gunt best en ten meesten dienste van d’ E.Comp. met ‘t depecheren van ‘t anwesende retourschip de Berg China diende gedaan of gelaaten, gemerkt ‘t selve in de noordwester haven des Eijlands Mauritius winterlaag gehouden en hier bereids zedert den 9 Decembris lestleden tot groote kosten van d’ E.Comp. ter rhede en in de Tafelbhaij gelegen heeft: en gemerkt dies angaande geen de minste ordres nog uijt ‘t vaderland van de Heeren Meesters also weinig als van de Hooge Regering van Batavia of die van Ceijlon hier angebragt zijn, So is na rijpe raadspleging eenhellig verstaan het meergemde. retourschip, de Berg China , sonder enigen den minsten uijtstel van alle behoevtigheden te versien, en ‘t selve tot sijn vertrek na ‘t vaderland seil vairdig te houden, sullende ten dien einde d’ opperhoofden van gemelden bodem bij geschrivte den Ed. Heer Commandeur bekend maken ‘t gene sij tot een spoedig vertrek benodigd zijn: immiddens sal geseiden Berg China om hem niet ligtvairdig in dese hachelijke oorlogstijden an gevaaren van zee en vijanden alleen bloot te stellen, ten uijteinde deser lôpende maand toe, hier ter rhede blijven leggen om te sien of onder en tusschen enige retourschepen of ordres nopende geseiden bodem mogten ankomen: indien niet, So is eindelijk eenparig verstaan met den begin van Maij anstaande wederom te vergaderen, en als dan finalijk over ‘t vertrek van dien te delibereren.
De capn. deser besetting Willem Padt, als praesident van weesmeesteren ter vergadering overgeleverd hebbende het testament of uijterste wille van wijlen Catharina Hoffers,7 huijsvrouw van Christian Mentzing vrijborger te deser plaatse, gepasseerd voor Melchior Kemels, Secretaris van Raaden van Justitie alhier, en getuijgen: So is ‘t selve na genomene lecture en rijpe raadspleging eenpariger stemme invalide, nul en van geener waarde verklaard, als gepasseerd zijnde voor een persôn tot ‘t maken van testamenten niet gequalificeerd.
En eindelijk is eenpariger stemme verstaan en beslôten ten dienste des gemeene bestens ses brandmeesters uijt ‘t midden der vrijluijden te verkiesen en antestellen en an ieder derselver na gedaanen eed van getrouwigheid een brandstok met ‘s Comps. wapen geteikend ter hand te stellen tot blijk van haar commando in tijd van brand te gebruijken.
Verders is verstaan op ‘t spoedigste tot wering van vuurs nood dit volgende brand-gereedschap op ‘t spoedigste te doen vervairdigen, namentlijk:
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] N. DE JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 24-27.¶
Woensdag {16910411} 11 April 1691, voormiddag.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven mr. C. J. Simons.
De sergeant deser besetting Dirk van Koningshoven ter vergadering versogt hebbende dat hem maandelijx sijn gagie in gereden gelde bij d’ E.Comp. mogte betaald werden, als zijnde met vrouw en kinderen en een swaare huijshouding belâden, en sijner gagie seer benodigd: So is na rijpe raadspleging verstaan en besloten, ten ansien van des versoekers onvermogen, hem maandelijx sijn verdiende en lopende gagie bij den winkelier een derde part in goederen, de rest in çontanten gelde te doen betaalen en sulx tot nader ordre, gemerkt de Heeren Meesters in haar schrijvens van den 21 October 1676 ons wel gemagtigen an haar getroude dienaren hun gagie alle maanden te mogen afbetaalen,8 maar dat men daar omtrent sal hebben het gebruijk van India te volgen, dierhalven is verstaan, also wij geen kennisse van ‘t geseide gebruijk hebben, dies angaande met ‘t schip Spierdijk an de Hooge Regering van India te schrijven en haar Ed.Groot Achtb. antwoord en berigt t’ onser narigt af te wagten.
Christian Mentzing,9 vrij silversmid hier ter plaatse, hebbende ter vergadering versogt quijtslag van honderd Rixd., dewelke wijlen Christina Hoffers, sijn huijsvrouw, an d’ E.Comp. volgens ‘t schrijvens van den Heer Commandeur en Raaden tot Galen de dato 22 Januarij 1689 om hier in haar cassa te betâlen verschuld is,10 wegens kost en vragtgeld voor haar en haar kinderen en drie slaven van Ceijlon met een der retourschepen herward overgevoerd; So is eenpariger stemme verstaan dat hij Christian Mentzing de geseide honderd Rixd. bij provisie in ‘s Comps. cassa sal hebben te betaalen en dat ‘t hem vrij sal staan, bij requeste an Gouverneur en Raaden van Ceijlon de geseide quijtslag der honderd Rixd. te versoeken.
De vrijswart Anthoni van Angola, an Stellenbosch geseten, hebbende ter vergadering vertoog gedaan, hoe sijn lijv-eijgen, Sijmen Ham van Madagascar, in den lestleden jaare onder ‘t vervolgen en verstoijen der t’ samen gerotte slaven bij ongeluk in dienst des gemeene bestens doorschoten was, en nademaal komt te blijken dat geseide slaav door ‘t dragen van een snaphaan syn eigen dood veroorsaakt heeft, dewijl ‘t hem niet geöorlovd was dien t’ eniger tijd te dragen, veel weiniger in sulk een geval daar men gewapende slaven andoet en vervolgd, daarenboven gemerkt, dat de geseide Anthoni van Angola een inwoonder van Stellenbosch en gevolglijk gehouden is alle ‘t sijne ten dienste des gemeene bestens op te setten, voornamentlijk in een voorval bij welkers goeden uijtslag hij nevens andere sijn andeel hadde te verwagten: So is eenparigerstemme verstaan hem van de ses honderd gulds. dewelke hij tot vergoeding sijner geledene schade bij den dood sijns voorn. lijv-eigens versoekt, enelijk de helvte, te weeten honderd Rixd. toe te leggen, dewelke hem bij quotisatie uijt d’ ingesetenen an Stellenbosch en Drakenstein geseten, te ligten, sullen geworden.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] by my naegesien en geapprobeert C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] N. DE JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 39-41.¶
Donderdag {16910510} 10 Maij 1691, voormiddag.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
Het request van den geweesen pakhuijs-meester Johs. van Engelen, en verdere bijlagen ter vergadering gelesen zijnde, inhoudende versoek dat hem in ‘t afschrijven van sekere quantiteit Zeeuwse tabaq, dewelke ten overstaan van mr. Dirk van Cuijk, wijlen fiscâl independent alhier, mitsgs. Christian Freser, dispensier ten desen comptoire, beide als gecommitteerdens ten meesten deele vogtig en seer nat bevonden was; en gemerkt hij suppt. na uijtwijs der negotie-boeken lb. 2804 3/4, so Virginische als Brasijlsche tabaq te kort komt: So is eenpariger stemme verstaan en besloten den resterenden tabaq in ‘t bijwesen van den geseiden suppt. door den lieutt. Nicolas de Jonge van Oosterland en Johan Blum, guarnisoens boekhouder, beide leden deser vergadering, als specialijk daar toe gecommitteerd te doen opnemen, omme den Ed.Heer Commandeur en Raad van desselvs quantiteit en qualiteit berigt te doen.
Mr. C. J. Simons, deses Commandements fiscal independent, ter vergadering verslag doende hoe hem gisteren Willem Heath,12 capn. van ‘t hier ter rhede leggende Engelse retour-schip, de Defensie , versogt hadde om verlov ten einde hij t’ sijnen ver-doen en nodigen geriev hier mogte voor geld en ten besten prijse des doenelijk inkopen en an boord voeren een legger Caabse wijn, mitsgs. een last so gemale als ongemaale tarruw, en gemerkt hij fiscâl het voorn. versoek van gewigt en rijp overleg bevond, so hadde hij raadsamst geöordeeld, om an ‘t belangen so van de Heeren Meesters als an sijn pligt niet te vernadeelen, nog an d’ Engelse vrunden en nauw-verknogte bondgenoten enige reden van misnoegen te geven, het selve ter vergadering voor te dragen om te beramen ‘t gunt met den dienst, ansien en gerustheid van d’ E.Comp. meest over een komt: So is na rijp overleg van saken goedgevonden en eenhellig besloten, also d’ Engelse natie met d’ E. Comp. in goeden verstande en vertrouwlijkheid leevd, en dat-se hun wapenen in ‘t bestrijden van haar gemeenen vijand t’ samen gevoegd hebben: an den voorn. capn. sijn versoek toe te staan en hem een legger Caabse wijn uijt ‘s Comps. pakhuijs ten fine voors. te laten volgen, en ten sulken prijse als ‘s Comps. dienaars hem hier betalen, en verders hem met spaarsame hand voor geld, en na vermogen, des doenlijk zijnde, met enig pik, teer en touwerk te versien, en an hem en sijn verwagte makkers ten getalle van ses, dewelke hier ter rhede hun verscheiplaats hebben, om gesamentlijk met ‘s Comps. retourvloot van desen jaar t’ huijsward te keeren, hun benodigde koorn, meel en verdere verversching te laten kopen daar en so sij des best te rade sullen worden.
En eindelijk gedelibereerd zijnde op ‘t anstendig versoek eniger gecondemneerdens over en ter saake van ‘t misdrijv bij hun omtrent ‘t spolieren van ‘t gestrande Portugiese schip Nra Senora de Los Milagros begaan; So is bij meerderheid van stemmen verstaan, angesien het de Heeren Meesteren believd heeft den lieutt. Oelof Berg bij haar missive van den 21 April 1690 in sijn vorigen dienst te herstellen,13 de resterende mede pligtige ook in haar vorigen dienst, gagie en qualiteit te herstellen.
Aldus gearresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 28-29.¶
Woensdag {16910606} 6 Junij 1691, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden, daarbij geroepen d’ EE. Jan Bernh. de Rhue,14 Gerrit Klink en Jan Six, opperkoopluijden.
Bij den Ed. Heer Gouverneur15 ter vergadering voor gedragen zijnde, of ‘t niet geraden was den gesloten briev van haar Ed.Ho.Achtb. gecommitteerde en gevolmagtigde tot de Secrete sâken, gerigt an den Commandeur van de verwagte retourvloot uijt India in desen lopenden jaare, over te geven in handen van den E.J.B.de Rhue, vlag-voerder der drie anwesende Ceijlonse retour-schepen, gemerkt het langwijlig vertoeven der Bataviase schepen, ‘t verlôpen van ‘t jaargetij, en dat de winter voorhanden is; So is na rijpe raadspleging eenpariger stemme ten meesten dienste van d’ E.Comp. besloten en goedgevonden dese deliberatie tot den 15 deser maand uijt te stellen, om deselve alsdan sonder tijdverlies op nieuws te hervatten.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als voorn.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] D. RUHE.
[Signed:] JAN SIX.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] N. DE JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 45-46¶
Maandag {16910611} 11 Junij 1691, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
Het request van den adsistent Melchior Kemels ter vergadering gelesen zijnde, inhoudende versoek om als Secretaris van Raaden van Justitie ten desen Gouvernemente te mogen passeren alle acten Judiciel, en die Judiciel souden konnen geöordeeld worden, als testamenten, vrijwillige overkomsten en wes meer, en te mogen passeren contracten, obligatien en transporten van roerende en onroerende goederen, en gemerkt de boekhouder J. G. de Grevenbroek met sijn eigentlijke bediening als Secretaris van Politie genoeg te doen heeft, en dat hij ten dienste van particuliere, ‘t zij vrijluijden of Comps. dienaren so stiptelijk niet staan en kan, sonder an den dienst van d’ E.Comp. te vernadelen,16 dewelke hem verpligt hier ten Castele sijn verblijv te nemen, en dat hem dierhalven niet wel mogelijk is bij nagt en ontijden bij dese en gene te vaceren, So is na rijpe raadspleging eenpariger stemme verstaan en besloten, ten dienste des gemeene bestens en selvs ten versoeke van Jan Guilielm de Greverbroek voorn., dog onverminderd sijn regt als Secretaris van Politie, an Melchior Kemels te vergunnen en toe te staan, te mogen passeren alle testamentaire dispositien, vrijwillige overkomsten, verklaringen en transporten, dog geen van onroerende goederen, waar onder slaven begrepen, nog enige acten voor gecommitteerdens in plaats van schepenen kennisse, gelijk mede geen kust of schuld-brieven, waar bij vaste goederen verbonden worden, nog enige vrijwillige verkoping van roerende of onroerende goederen, Sullende hij gehouden zijn alle maanden praecijs sonder enigen verderen uijtstel hier ten Castele en ter Secretarie te leveren alle judiciele en extrajudiciele actens voor hem gepasseerd.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GR.EVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 42-44.¶
Dingsdag {16910612} 12 Junij 1691.
’s namiddags.17
In iegenwoordigheid van alle de leden.
D’ Ed. Heer Gouverneur ter vergadering voorgedragen en bekend gemaakt hebbende, hoe ‘t volk in dienst der E.Comp. op ‘t hier ter rhede geankerde retourschip de Berg China bescheiden, seer instantelijk en in behoorlijke eerbiedenis versogt hadde om op rekening harer te goed hebbende maandgelden, met enige verstrekking geholpen te mogen worden, dewijl het in langen tijd en meer dan over ‘t jaar niet op rekening genoten heeft, en dat ‘t van alles ontbloot is om bekwamelijk sig tegens weder en wind te wapenen, en de reis na ‘t vaderland in dit laate saison na behooren voor te setten. So is, na gehoudene raadspleging, eenstemmig verstaan en ten dienste van d’ E.Comp. besloten, dewijl thans bij ‘s Comps. pakhuijsen geen alsulke goederen in voorraad zijn, dewelke men an ‘t geseide volk, sonder dit guarnisoen en ‘s Comps. slaven gebrek te doen lijden, soude konnen verstrekken, an ‘t selve op rekening harer te goed hebbende maandgelden te doen tellen in contanten gelde an ieder een maand gagie, om hun daar mede te redden, so en als sij des best te rade sullen worden.
Johannes Mulder18 adsistent en land-drost in dienst der E.Comp. hier bescheiden, hebbende ter vergadering bij requeste versogt om van sijn dienst ontslagen te werden, en als vrijman sig hier te mogen generen: So is eenhellig verstaan hem sijn versoek toe te staan, en in desselvs plaats tot land-drost an te stellen den person van Cornelis Pietersz. Linnes, om conform d’ instructie van sijn Ho.Edd. den Heer Commissaris Generâl Hendriq Adrian van Reede, dat ampt waar te nemen onder sijn lopende besolding van dertig gulds. ter maand.19
En eindelijk ten versoeke van mr. C. J. Simons, fiscâl deses Gouvernements, gedelibereerd zijnde, hoe men bekwamelijkst alle lorshandeling, schelmstukken en delicten soude konnen verhoeden, en de delinquanten ten platten lande agterhalen, dewelke d’ E. Comp. in haar interessen enigsins benadeelen: So is ten meesten dienste des gemeene bestens eenpariger stemme verstaan en besloten, dat mr. C. J. Simons, fiscâl voorn., op alle delicten, misdrijven en gepleegde disordres specialijk hier in de Tafelvallei sal invigileren, sullende desselvs limiten zijn van de Kijk-uijt af tot an de Keerde-koe , en daarvan daan tot an de Windberg toe; sullende de plaatsen daar buijten gelegen ter vigilantie van den Land-drost staan, met dien verstande, dat de fiscal sijn regt van praeventie ongekreukt sal blijven en dat de Land-drost niet sal vermogen iemand binnen geseide palen te calangeren of t’ apprehenderen, t’ en zij in swaarwigtige saken en dewelke geen uijtstel en lijden, dog dat hij sijn regt an den fiscal sal hebben te cederen en alles te verrigten in conformiteit der Statuten van India en der wetten, instructien en ordonnantien hier van tijd tot tijd geëmaneerd en naar-gelaten.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 30-32.¶
Saturdag {16910616} 16 Junij 1691, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden, daar bij geroepen d’ E.E.Jan Bernhard de Ruhe, Jan Six en Gerhard Klink, opperkoopluijden.
Bij resumptie gedelibereerd zijnde wat best gedaan of gelaten diende omtrent ‘t anhouden of afvairdigen der anwesende retour-schepen en gelet hoe verre bereids ‘t saison verstreken en dat de winter op handen is, en wat groot gevâren en ongemakken ‘s Comps. schepen so laat in ‘t jaar en om de Noord en elders te lopen hebben, en tot hoe sware kosten van ons Heeren Meesteren deselve hier leggen: daar en boven overwogen zijnde het lang agterblijven der Bataviase retour-schepen, en dat haar Ed. Groot Achtb. in haar jongste schrijvens van den 10 Decembris lestleden20 an ons gerigt en met ‘t inlands jagte, de Schaapharder , angebragt, niet anders melden als dat sy voor als nog niet konnen seggen wanneer sij haar principale besending na ‘t vaderland sullen konnen doen, en met hoeveel schepen. En genomen dat-er al enige schepen van Batavia in retour over de Caab na ‘t vaderland angelegt waren, dat ‘t egter wel soude konnen gebeuren dat deselve de Caab niet souden hebben konnen te boven komen, en dat door onweer of andere rampen genood-drukt souden zyn geworden in de Majottes of elders winterlaag te houden, of ook wel dat-se (‘t gunt God verhoede) in vijandlijke handen mogten vervallen zijn, sulx dat ‘t wagten na deselve seer onseker en een al te hachelijken saak soude zijn. So is na rijpe raadspleging en overleg van saaken eenpariger stemme besloten, en ten meesten dienste van d’ E.Comp. verstaan, dat men den gesloten briev van haar Edle. Ho. Achtb. gevolmagtigde tot de geheime saaken ons successivelijk met haar uijtkomende schepen toegebragt, met ordre om denselven an den Commandeur van haar retour-vloot so gesloten als die is, te over-reiken, en de schepen die so van Batavia als van Ceijlon en die gewesten an de Caab staan t’ arriveren op te houden en hier te doen verblijven solang als ‘t de Commandeur over de voors. retourvloot sulx sal komen t’ ordonneren, an den E. Jan Bernhard de Ruhe, vlag-voerder der drie anwesende Ceijlonse retour-schepen, ter hand te stellen, gelijk deselve sijn E. mits desen ter hand gesteld word, met auctorisatie om den geseiden briev t’ openen, te lesen en in gevolge der ordres daar in vervat, sig daar na te schikken en alles te secreteren.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als voorn.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] D. RUHE.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] JAN SIX.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] G. CLINCK.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] N. DE JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 33-36.¶
Maandag {16910625} 25 Junij 1691, voormiddag.
In iegenwoordigheid van alle de leden, assumptis d’ E. Joan Bernhard de Ruhe, Commandeur der anwesende retourvloot, mitsgs. Bruijn Jansz,21 Cornelis Sman,22 Gillis Brouwer,23 Pieter Goedland,24 Gerrit Kriek, Huijbert Hoffen,25 Balthes Doen, Jan Michielsz en Jan Nobel, alle schippers in dienst der E.Comp. op derselver hier ter rhede geankerde retourvloot bescheiden.
D’ Edle. Heer Gouverneur ter vergadering voorgedragen en bekend gemaakt hebbende, hoe onder hem nog berustende en in bewaring waren drie onderscheide en successivelijk met ‘s Comps. uijtkomende schepen hier angebragte beslote brieven, geschreven bij de Heeren gevolmagtigde Bewindhebberen tot de Secrete saaken, en gerigt an den Commandeur van onser Heeren Meesteren retourvloot in desen jaare hier verwagt, en gemerkt deselve wel iets mogten behelsen ‘t welke niet vervat stond in den briev op den 16 deser maand den E.Joan Bernhard de Ruhe, Commandeur der anwesende retourvloot, in vergadering ter hand gesteld: So is ten meesten dienste van d’ E. Comp. en tot meerder gerustheid en versekering van ieders pligt, tot ‘t betragten van onser Heeren Meesteren welvaart, eenpariger stemme verstaan en besloten de geseide drie versegelde brieven den E. de Ruhe ter hand te stellen en hem t’ auctoriseren die t’ openen en te leesen, om sig na den inhoude van dien ten dienste der retourvloot en des gemeene bestens te schikken, en na genomene lecture de meer-gemelde brieven met syn E. cachet te sluijten, en so geslote den Ed. Hr. Gouverneur wederom ter hand te stellen, om deselve an de Bataviase retourschepen t’ overreiken.
Verders is ten dienste van d’ E.Comp. mede eenpariger stemme verstaan en besloten ‘t jagt d’ Engel Michael nevens ‘t galjot d’ Alida met de retourvloot ten dienste van deselve naar ‘t vaderland te laten vertrekken, en op geseide vloot te verdeelen twe lootsluijden door onse Heeren Meesteren ten dien einde herward gesonden, sullende de derde hier verblijven om op de verwagte Bataviase retourschepen gebruijkt te worden.
En om gemelde vloot niet ontbloot van bekwame gesaghebbers te laaten, So is eenhellig verstaan en besloten tot vice-commandeur op deselve an te stellen den schipper, Gillis Brouwer, met ordre dat hij geduurende de reis de vlagge van de voor-steng26 op ‘t schip Goudestein sal hebben te laaten waijen.
En eindelijk is mede verstaan tot schout bij nagt der meergemelde vloot te maken den schipper Cornelis Sman met de last om in zee zijnde de vlag van de kruijssteng te laten waijen, en verders hun beide te dragen als trouwe, vroome en eerlievende Comps. dienaren betaamd en hun Commandeur voorn. te respecteren en te gehoorsamen en Syn E. in alles met raad en daad bij te staan.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] CORNELIS SMAN.
[Signed:] D. RUHE.
[Signed:] PIETER GOEDLANDT.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] G. KRIECK.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] HUBERT HOFFEN.
[Signed:] N. DE JONGE VAN SIRJANSLANDT.
[Signed:] B. DOEN.
[Signed:] BRUIJN JANSZ.
[Signed:] JAN MICHIELSZ.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] JAN NOBEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] GILLIS BROUWER.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 37-38.¶
Saturdag {16910721} 21 Julij 1691.
na gedaan avondgebed.
In iegenwoordigheid van alle de leden, behalven den capn. Nicolas de Jonge van Oosterland, den cassier Ludoviq van der Stel, en Jan Hendrik Blum, guarnisoens boekhouder.
Alexander Simonsz, schipper, en verdere gesaghebbers in dienst der E.Comp. op ‘t hier ter rhede geankerde retourschip Nierop bescheiden, bij requeste ter vergadering versogt hebbende, dat d’ opperstuurman Theunis Cornelisz Baanman, mede op voors. bodem bescheiden, wegens gepleegde ongehoorsamheid en desselvs twistgierigen en wrevelmoedigen aard, op ‘t retourschip Langewijk mogte verschantz worden: So is na rijpe raadspleging ten meesten dienste van d’ E.Comp. en om alle onheilen dewelke uijt diergelijke verwijdering en misverstand souden konnen ontstaan, bij tijds voor te komen, eenpariger stemme verstaan en besloten in hun versoek te treden en den geseiden opperstuurman, Theunis Cornelisz Baanman, op ‘t gemelde schip Langewijk te doen overgaan, om aldaar in sijn qualiteit, geduurende de reis na ‘t vaderland sijn dienst te praesteren, te meer dewijl ‘t geseide schip Nierop van een bekwaam opperstuurman en verdere zee officieren genoegsam versien is: sullende in tegendeel van Langewijk op Nierop voorn. overgaan de sergt. Pieter Huijbregts ten einde om aldaar ‘t gesag over de landmilitie te voeren, gemerkt ‘t selve schip van een bekwaam person sig desverstaande ontbloot, en dat op ‘t schip Langewijk de vaandrig Ram bescheiden is.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDs. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] J. H. BLUM.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 47-54.¶
Vrijdag {16911019} 19 Octobris 1691, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
D’ opperhoofden, ten dienste van d’ E.Comp. op ‘t hier ter rhede geankerde schip Silverstein bescheiden, bij den Ed. Heer Gouverneur in loco klagtig gevallen zijnde over en ter saake van ongehoorsamheid en wrevelmoed bij Pieter Libbeque, opperstuurman op geseide bodem bescheiden, gepleegd, en verscheide kleinagtigheden dewelke hij sig niet ontsien heeft sijn gesaghebberen so geduurende de reis als hier ter rhede an te doen; So is na rijpe raadspleging, ten meesten dienste van d’ E.Comp. en tot verhoeding van meerder verwijdering en om alle onheilen dewelke uijt diergelijke sijdgangen souden konnen ontstaan, voor te komen: eenpariger stemme goedgevonden en besloten den fiscal mr. C. J. Simons te gelasten, om ten overstaan van twe gecommitteerdens uijt den Achtb. Raad deses gouvernements, den voorn. opperstuurman in serieuse termen over sijn begane faute te bestraffen, met ernstige anrading dat hij sig in ‘t toekomende van diergelijke uijtsporigheden sal hebben te wagten, sijn pligt wel waar te nemen en sijn opperhoofden in schuldige eerbiedenis te bejegenen, an dewelke t’ harer narigt extract deser resolutie sal ter hand gesteld worden, met auctorisatie om ingeval hij wederom tot sijn vorige uijtsporigheden mogt komen te vervallen, hem met kennisse van breeden scheeps-raade van sijn bediening te suspenderen ofwel na eijsch van sâken en na sij best te raade sullen worden te deporteren, en van hun wedervaren tot Batavia an haar Ed. Grt.Achtbare behoorlijk verslag te doen.
Ter vergadering gelesen zijnde het raadslot bij heemrâden an Stellenbosch op den 16 Martij ao. 1688 genomen28 waar bij ‘t haar gelievd heeft an den geweesen landdrost Johannes Mulder ad dies vitae op te dragen het vrijgemaal: waar op geraadpleegd zijnde, is verstaan, gemerkt sij dit over haar genomen hebben, sonder voorgaande bewilliging van den Ed.Hr. Gouverneur en sijnen Raade, of de minste kennisse an haar Ed. Achtb. dies angaande te geven, hun raadslot te vernietigen, en ‘t selve voor niet gedaan en van geener waarde te houden, als zijnde een saak van kwâden en gevaarlijken gevolge, strijdende met ‘t belangen des gemeene bestens en strekkende tot kleinagting deser regering, en haarluijden na een scharpe reprimende op de hoogste indignatie t’ injungeren dat-se hun voortân van diergelijke uijtsporigheden sullen hebben te wagten, als tot ‘t nemen van alsulke resolutien onbevoegd.
Verders bij den Ed. Hr. Gouverneur ter vergadering voorgedragen en bekend gemaakt zijnde, hoe dat bij verscheide vrije ingesetenen tegens de voorgaande placcaten directelijk an, schapen sonder ooren gevonden wierden, en dat door alsulke lorshandeling d’ E.Comp. en andere goede ingesetenen door baatsugtige en dievagtige menschen merkelijk an hun vee souden konnen benadeeld worden, angesien door ‘t weg-snijden der ooren de kentekenen en verdere merken benomen worden, So is verstaan om alle diergelijke morserijen en vuijligheden voor te komen en uijt te roeijen den land-drost te gelasten om alle diegene dewelke bij bevinden sal schapen sonder ooren te besitten, op ‘t spoedigste voor Raaden van Justitie te dagvaarden, om aldaar an te hooren den eijsch dien hij tegens haar sal inbrengen.
Verders om te beletten dat niemand deser Vrije ingesetenen met bloot vee te weiden en ‘t selve van de Hottentots mitsgs. melk en andere goederen van haar in te ruijlen sig kome te generen, en sig verre landeward-in begeve tot merkelijk nadeel van ‘t gemeene beste, en sonder enig nut en voordeel an t’ selve toe te brengen, een luij en vaddig leven leijde, So is verstaan tot gerustheid en versekering deser Colonie en ten meesten nut en voordeel van dien dat voortân niemand deser ingesetenen sal vermogen vee te houden, dewelke niet onder ‘t Caabse district of dat van Stellenbosch of Drakenstein gehuijs-vesten29 geërvd zij, op verbeurte van ‘t vee t’ welk bij hem bevonden sal worden, sullende hem daarenboven geen de minste verstrekking van groot of klein vee ‘s Comps wegen gedaan worden: ten dien einde is mede verstaan, dat alle diegene dewelke enig erv in eigendom besitten, binnen den tijd van acht maanden, na dat dese resolutie bij placcate afgekondigd en ter gewoonlijke plaatse angeplakt sal wesen, gehouden sullen zijn, hun behoorlijken grond of erv-briev t’ erlangen en op te wijsen, ‘t en ware sij bij geschrivte den Ed.Hr.Gouverneur kosten doen blijken dat-se tot ‘t meten harer landen behoorlijke devoiren angewend, en dat-se den landmeter dies angaande gesproken en angesogt hadden, en dat deselve wegens verhindering en wettig belet, geseijde landerijen en erven niet konde meten en in een caart brengen: alles op verbeurte der geseide landen, huijs, hok en verdere opstal, mitsgs. ener boete van vijftig Rixd. waarvan d’ ene helvte ten profite deser Raadcamer en d’ andere helvte voor den fiscâl of dengenen sal wesen, dewelke de calange doet, sullende d’ overheid alhier vermogens zijn om geseide erven en ‘t gunt daar verders op, an, aard en nagelvast is, an iemand anders na goed-dunken te geven.
En om te beletten dat niemand der vrijluijden an Stellenbosch of Drakenstein geseten, sig buijten de gestelde respective limiten en landscheidinge ter nedersla, of ‘t minste vee daar buijten kome te weiden, So is verstaan en goedgevonden bij placcate, so haast immers mogelijk sal zijn,30 te gebieden en wel strengelijk te bevelen dat ieder met sijn vee, na dat ‘t overdag te velde sal zijn geweest en geweijd sal hebben, alle avonden t’ sijnen huijse sal keeren, op verbeurte van geseide vee, ingeval iemand bevonden word acht etmâlen na malkanderen met ‘t selve van huijs gebleven te zijn, sullende een derde part van meergemelde vee voor d’ E.Comp., een derde part voor fiscâl of land-drost, en ‘t overige derde part voor en ten behoeven van den anbrenger geconfisqueerd worden.
Ook is verstaan dat an de vrijluijden hier onder ‘t Caabse district gehorende, sal vrijstaan en geöorlovd zijn hun vee buijten de jurisdictie en palen van Stellenbosch en Drakenstein te weiden, te weten van de Perl af, in een schuijnze regte linie na de Caap der Goeder Hoope en wederom van d’ oude doordrivt van Stellenbosch mede in een schuijnze regte linie na de Tafelberg .
En op dat alle middelen tot lorshandeling an dese ingesetenen en an de Hottentots gelegendheid mag benomen worden om t’ enigen tijd de wijd en sijd verspreide en verre van malkanderen afgesonderde vrijluijden plotselijk, d’ eene voor en d’ andere naar, t’ overvallen en haar van goed en bloed te berôven, sonder dat sij malkanderen souden konnen te hulpe komen, en eer men hier de minste kundschap van hun gevaar, ongemak en ondergang krege, So is mede verstaan en ten meesten dienste deser Colonie goedgevonden te gebieden en te bevelen dat alle vrijluijden buijten de landpalen of grenzen van ‘t Caabse territoir en dat van Stellenbosch of Drakenstein geseten, of daar om heen met hun vee leggende, op ‘t spoedigste sullen hebben op te breken, en binnen den tijd van ses naadstvolgende maanden naar de publicatie deses hun binnen de geseide limiten met haav en goed te begeven, op poene van als weg en landlopers an den lijve gestraft en hun huijsen, hokken en coralen t’ haren koste onder den voet geworpen te worden.
En op dat d’ anteel van schapen hoe langs hoe meer mag voortgeset worden, So is mede goedgevonden onder arbitrale straffe het slagten van lammeren te verbieden in de maand van Maij, Junij en tot den 15 Julij toe, geduurende welken tijd an niemand sal geöorlovd zijn enige de minste lammeren te slagten, daarenboven sal niemand sig verstouten op poene als vooren enigen ram of rammen bij sijn oijen te gedogen van ultimo Junij af tot ultimo Novembris toe.
En eindelijk is verstaan wegens anwas der ingesetenen an Drakenstein desselvs paalen t’ harer meerder geriev en tot gemak dergener dewelke van sins mogten zijn haar aldaar ter neder te slaan, verder uijt te leggen en uijt te breiden, sulx dat ‘t uijterste einde van de Perl-berg en den Babelonische tooren 31 daar in begrepen sullen zijn, so en als de land-drost ‘t selve den ingesetenen staat an te wijsen.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] RO. DIODATI.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 55-61.¶
Sondag {16911230} 30 Decembris 1691, ‘s nanoens.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
D’ Eerw. Petrus Simond, Bedienaar des Goddelijken woords in de gemeente an Stellenbosch en Drakenstein , hebbende ter vergadering ingeleverd seker getal van persônen bij hem in geschrivte vervat om uijt deselve geëligeerd te worden een competent getal van ouderlingen en diakonen: So is na rijpe raadspleging verstaan en besloten voor af den diakon Claude Marré tot ouderling an te stellen en neffens hem tot ouderlingen Louijs de Beraut en Louijs Cordier. En tot diakonen dese volgende personen Abraham de Viellers, Pierre Meijer,32 Pierre Benezet33 en Pierre Roussou.34 En sal sijn Eerw. voorn. geäuctoriseerd zijn opgemelde kerkedienaars ter gewoonlijke tyd en plaatse te bevestigen.
De Burgerrâden een twe dubbeld getal van personen bij geschrivte genomineerd hebbende om daar uijt te suppleren de vacerende plaats van den afgaande Borgerraad Theunis Dirksz van Schalkwijk: So is goedgevonden, en ten meesten dienste des gemeene bestens besloten, uijt de voors. genomineerde persônen tot burgerrâden te verkiesen Guiliaum Heems en Johannes Praetorius.35
Land-drost en heemrâden an Stellenbosch hebbende mede ter vergadering overhandigd de nominatie van een dubbeld getal tot supplement der afgaande heemrâden: So zijn na overweging van saken tot Heemraden verkosen Lambert Hof36 en Jacobus de Savoijen.
Praesident en Commissarissen van kleine civile saken, mede hun nominatie ter vergadering ingeleverd hebbende, So is in plaats van den afgaande lieutt. Adriân van Reede tot Commissaris en lid van geseide collegie verkosen sr. Roelof Diodati.
Verders in overleg gebragt zijnde hoe men best en ten meesten dienste van d’ E.Comp. met d’ anstaande verpagting van ‘s Heeren regt en ‘s lands middelen vervaren soude, en of-er geen kans soude zijn om geseide pagt en bijsonderlijk die van de Caabse wijnen ten hoogeren prijse te doen stijgeren: dog gemerkt het een saak van groten gevolge en swaare verantwoording soude zijn, enige verandering of nieuwigheid daar omtrent in te voeren, So is eenparig verstaan en goedgevonden de gewoonlijke verpagting van ‘s Heeren regt op den 31 of laatste dag deser lopende maand op den ouden voet te laten voortgaan en d’ ordres van den Ho.Ed.Heer Hend. Adriân van Reede vervat in desselvs instructie gehoorsamst op te volgen, te meer dewijl sijn meergem. Ho.Ed. hier in korten te gemoed gesien word, om an desselvs wijs oordeel over te laten of met denselven t’ overwegen wat in desen best gedaan of gelaten diend.
Verders bevonden zijnde dat bij de negotie pakhuijsen, de winkel en dispens hier ten Comptoire, soo door ‘t langduurig leggen als motten en andere toevallen enige goederen bedurven en invendibel geworden zijn, So is verstaan en goedgevonden, om d’ E.Comp. voor verdere schade te verhoeden, de geseide goederen hoe eerder hoe liever, opentlijk en an de meestbiedende te verkopen, namentlijk:
Uijt de Negotie Pakhuijsen | |
56 | ps. gesorteerde hoeden. |
21 | ps. spiegelglasen. |
783 | pen. gesorteerde koussen. |
421 | @ diverse sargien. |
2 | ps. bouratten. |
85 | gingam als |
47 | ps. fijne drongam. |
38 1/2 | dto. penasse. |
In de Winkel | |
7 1/4 | @ laken bestaande in lappen. |
8 1/2 | @ grein. |
1/4 | @ trijp. |
78 1/2 | @ so modese als loup sargie. |
5 7/8 | @ bourat. |
1 1/4 | @ luijerbaij. |
16 | @ vaderlands linnen. |
39 | @ barkaan. |
25 | @ pijelaken. |
3 1/2 | ps. baftas als 1/2 ps. brede, 3 Portugese , 1/2 ps. guinees lijwaat. |
17 | ps. negros kleden. |
13 | ps. diverse hoeden. |
175 | ps. pren. dto. koussen. |
In de Dispens | |
69 | kisten Souratse seep. |
Uijt de Negotie Pakhuijsen | |
56 | ps. gesorteerde hoeden. |
21 | ps. spiegelglasen. |
783 | pen. gesorteerde koussen. |
421 | @ diverse sargien. |
2 | ps. bouratten. |
85 | gingam als |
47 | ps. fijne drongam. |
38 1/2 | dto. penasse. |
In de Winkel | |
7 1/4 | @ laken bestaande in lappen. |
8 1/2 | @ grein. |
1/4 | @ trijp. |
78 1/2 | @ so modese als loup sargie. |
5 7/8 | @ bourat. |
1 1/4 | @ luijerbaij. |
16 | @ vaderlands linnen. |
39 | @ barkaan. |
25 | @ pijelaken. |
3 1/2 | ps. baftas als 1/2 ps. brede, 3 Portugese , 1/2 ps. guinees lijwaat. |
17 | ps. negros kleden. |
13 | ps. diverse hoeden. |
175 | ps. pren. dto. koussen. |
In de Dispens | |
69 | kisten Souratse seep. |
En eindelijk is eenpariger stemme besloten dat een partije van lb. 2677 tabaq, dewelke in ‘s Comps. pakhuijs zedert enigen tijd herwards gelegen heeft, en bij gecommitteerdens bedurven bevonden is, sulx dat hem niemand selvs de Hottentots niet en begeeren, an ‘s Comps. slaven sal geschonken worden.
Maandag 31 Decembris 1691, ‘s morgens.
Praesentibus omnibus.
Godfrid Meijhuijsen,37 vrijburger hier in de Tafelvallei geseten en pagter van den sleet der brandwijnen, araq en gedistilleerde wateren voor den tijd van desen lopende jaare en sulx ter somme van derthien duijsend en vijfhonderd gulds. an pagtpenn. bij hem uijtgeloovd, hebbende bij requeste in schuldige eerbiedigheid versogt dat hem mogte vergund en toegestaan worden op alsulke conditien en voorwaarden de sleet der geseide brandewijnen geduurende den tijd van ‘t anstaande jaar 1692, als deselve hem toegestaan is in dit jegenwoordige jaar 1691 te mogen hebben, om door sulk middel tot verhaal van de schade te mogen geraken, dewelke hij buijten sijn toedoen seer ongelukkig bij sijn iegenwoordige pagt geleden heeft, hebbende de retourvloot van Batavia uijt twe schepen enelijk bestaan, zijnde daar en boven d’ uijtkomende schepen met sware siekte en ongemeene stervte besogt geweest, waardoor hy suppliant weinig van sijn gepagten drank heeft konnen slijten en gevolglijk merkelijke schade en nadeel geleden; waarbij komt dat geduurende dit jaar en kort op malkanderen, twemaal in sijn naadste buuren huijsingen brand ontstaan is, om welken te lesschen hij suppliant iedermaal toespringende, heeft hij telkens sijn goedje an ‘t ongeval en de begeerlijkheid van trouwloose luijden moeten bloot stellen, so dat hij door ‘t eene en ‘t andere niet weinig benadeeld is geworden. So is na rijpe overweging van saken, gemerkt hij wegens sijn voorn. ongemakken, dewelke hem so deerlijk getroffen hebben, der Christelijke mewaardigheid niet onwaardig is, en dat hij niet onbevoegd soude zijn, uijt dien hoofde enigen afslag in mindering sijner uijtgeloovde pagtpenn. te versoeken, goedgevonden en besloten, om niet alle verpagtingen voor ‘t toekomende installig, en alle de vrijluijden tot ‘t pagten schuw en afkerig te maken, in ‘t versoek van den suppliant te treden, dog met dien verstande dat alle diegene dewelke van sins souden mogen zijn na de voors. pagt van brandewijnen, arak en andere gedistilleerde wateren te bieden, hun hoogste bod bij geschrivte sullen hebben te stellen, en ‘t selve met hun naam onderteikend, besloten ter vergadering in te leveren, sullende de hoogste van haar in bod, het strijkgeld trekken, en ingeval niemand boven de ƒ13500 kwame te bieden, So werd verstaan dat de suppt. sal pagter zijn en voor ‘t anstaande jaar blijven, dog soo ‘t gebeure dat iemand van haar meerder dan ƒ13500 voor geseide brandewijs [sic] pagt praesenteerde, so sal ‘t den meergem. suppt. vrijstaan door hoger bod de geseide pagt an sig te houden.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] R. DIODATI.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
V.C. 12, p. 599.¶
Vrijdag {16920104} 4 Januarij 1692, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
Is verstaan dat d’ ingesetenen an Stellenbosch en Drakenstein met kennisse van den landdrost hun druijven sullen perschen, en nadat se die geperscht sullen hebben, sal den landdrost, geadsisteerd van heemraden, der selver quantiteit overal opnemen, sullende an ieder vrijborger t’ sijnen verdoen een legger wijn in sijn huijshouding toegestaan worden en de rest hares wijngewas tot d’ overkomst van sijn Hoog Ed. of den Heer Generâl van India blijven leggen.38
C. 21, pp. 62-63.¶
Maandag {16920218} 18 Februarij 1692, voormiddag.
in iegenwoordigheid van alle de leden behalven den lieutt. Adriân van Reede en den cassier Ludoviq van der Stel.
De capitain deser besetting, Willem Padt, mitsgs. Roelof Diodati, guarnisoensboekhouder, en de winkelier, Jan Blesius, bij den Ed. Heer Gouverneur tot ‘t opnemen en nauwkeurig nasien van bedurve en beschadigde goederen en koopmanschappen bij der E.Comps. pakhuijs en winkel hier berustende gecommiteerd, en in gevolge van dien ter vergadering bij geschrivte over-reikt hebbende twe distincte lijsten en specificatien der bedurve, verlegene en beschadigde goederen en koopmanschappen bij haar so in ‘s Comps. pakhuijs als winkel bevonden: So is na rijpe raadspleging eenpariger stemme besloten en goedgevonden om d’ E.Comp. voor verdere schade te bevrijden en eer geseide goederen door langer leggen invendibel mogten worden, deselve op ‘t spoedigste en op den laatsten dag deser maand hier ten Castele an den meestbiedende opentlijk en in gereden gelde te verkôpen, namentlijk:
60 | kisten Suratse seep. | |
1/2 | ps. Camerijkx doek, verlegen. | |
5 | silvere alegias, gantsch verlegen. | |
56 | gesorteerde hoeden door de mot bedurven. | |
21 | spiegelglasen daar de foelie van geschonden is. | |
783 | paar gesorteerde koussen door de mot bedurven. | |
421 | paar diverse chairgies door de mot bedurven. | |
2 | ps. Bouratte door de mot bedurven. | |
47 | ps.fijne drongams | } door lankheid des tyds gantsch verlegen[^39] bevonden. |
38 1/2 | ps. pennassen |
60 | kisten Suratse seep. | |
1/2 | ps. Camerijkx doek, verlegen. | |
5 | silvere alegias, gantsch verlegen. | |
56 | gesorteerde hoeden door de mot bedurven. | |
21 | spiegelglasen daar de foelie van geschonden is. | |
783 | paar gesorteerde koussen door de mot bedurven. | |
421 | paar diverse chairgies door de mot bedurven. | |
2 | ps. Bouratte door de mot bedurven. | |
47 | ps.fijne drongams | } door lankheid des tyds gantsch verlegen[^40] bevonden. |
38 1/2 | ps. pennassen |
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaere als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] R. DIODATI.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 64-65.¶
Maandag {16920303} 3 Martij 1692, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven sr. Ludoviq van der Stel.
Bij Roelof Diodati, deses guarnisoens boekhouder, en Christian Freser, dispensier, als specialijk gecommitteerd tot het visiteren en nasien enige door de mot beschadigde, verlegene en bedurvene goederen en koopmanschappen bij ‘s Comps. winkel thans berustende, ter vergadering bij geschrivte over-reikt zijnde een lijste der voors. beschadigde en verlegene goederen in maniere als volgd.
Namentlijk:
5 5/8 | ellen laken a ƒ8 in lappen. | |
1 5/8 | @ do. a ƒ7 do. | |
8 1/2 | @ grain. | |
1/4 | @ trijp. | |
78 1/2 | @ sergie in verscheide lappen. | |
5 7/8 | @ bourat. | |
1 1/4 | @ baij. | |
16 | @ vaderlands linnen. | |
3/4 | @ barakan. | |
263 | @ pije laken. | |
1/2 | ps. breede bafta a | ƒ8:-:- |
3 | ps. Portugese bafta a | ƒ2:10:- |
1/2 | ps. Guinees linnen a | ƒ15:-:- |
17 | ps.negros kleden. | |
1 | Vigonie hoed. | |
12 | Bredase vilten. | |
174 | ps.gesorteerde koussen so voor mannen, vrouwen als kinderen. | |
12 1/2 | ps. Bourat en boord lint. | ƒ4:10:- |
4 | ps. Bourat en boord lint. | ƒ3:-:- |
7 | ps. sijde linten a | ƒ1:05:- |
14 | ps. do. a | ƒ1:-:- |
5 5/8 | ellen laken a ƒ8 in lappen. | |
1 5/8 | @ do. a ƒ7 do. | |
8 1/2 | @ grain. | |
1/4 | @ trijp. | |
78 1/2 | @ sergie in verscheide lappen. | |
5 7/8 | @ bourat. | |
1 1/4 | @ baij. | |
16 | @ vaderlands linnen. | |
3/4 | @ barakan. | |
263 | @ pije laken. | |
1/2 | ps. breede bafta a | ƒ8:-:- |
3 | ps. Portugese bafta a | ƒ2:10:- |
1/2 | ps. Guinees linnen a | ƒ15:-:- |
17 | ps.negros kleden. | |
1 | Vigonie hoed. | |
12 | Bredase vilten. | |
174 | ps.gesorteerde koussen so voor mannen, vrouwen als kinderen. | |
12 1/2 | ps. Bourat en boord lint. | ƒ4:10:- |
4 | ps. Bourat en boord lint. | ƒ3:-:- |
7 | ps. sijde linten a | ƒ1:05:- |
14 | ps. do. a | ƒ1:-:- |
So is na rijpe deliberatie ten meesten dienste van d’ E.Comp. en om deselve voor verdere schade te bevrijden, eenparig besloten en goedgevonden opgemelde goederen hoe eerder hoe liever an de meestbiedende ten overstaan van Politiquen Raaden opentlijk in gereden gelde te verkôpen.41
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] R. DIODATI.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 74-79.¶
Maandag {16920519} 19 Maij ao. 1692, voormiddag.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
Het request des vrijborgers Abraham Villiers in Rade gelesen zijnde, inhoudende versoek om ‘t vee van den overleden Jan Menard42 sijn schoonvader ten sulken prijse te mogen anvairden als ‘t selve bij personen daar toe bevoegd en gecommitteerd sal worden gewaardeerd, onder versekering den prijs daar van in ‘s Comps. cassa te sullen betalen en daar en boven dat hij suppliant de naargelatene weduwe van den overleden mitsgs. desselvs kinderen t’ sijnen huijse en kosten sal onderhouden: So is eenpariger stemme verstaan en goedgevonden sijn versoek tot nader beraad uijt te stellen en middelerwijl na te laten sien ‘t gunt d’ overledene neffens den requestrant an d’ E.Comp. schuldig is.
Ter vergadering nagesien en gelesen zijnde de taxatie bij Borger-raden opgesteld, nopende de prijs van allerhande bouw en timmergereedschap hier an Cabo de Goede Hoop te maken, en ten meesten gerieve deser goede ingesetenen te verkopen, So is verstaan geseide taxatie t’ approberen en voor goed te keuren en t’ ordonneren dat smeden, wagemakers en andere handwerkxluijden haar daar naar sullen hebben te reguleren sonder dat-se voor hun arbeid en materialen meer sullen vermogen t’ eijsschen, als in geseide taxatie uijtgedrukt en angeweesen staat, op poene dat als iemand bevolen word den gestelden prijs t’ excederen en meer voor iets t’ eijsschen als daar toe staat en in de volgende lijste uijtgedrukt is, dat hem geen kôlen, ijser en andere behoevtigheden wegens de Comp. sullen verstrekt werden.
Voor de Smids als:
Voor 't beslaan van een wagen met grote koppen | ƒ55:-:- |
Voor een wagen met kleine spijkers | ƒ50:-:- |
Voor een scheen | ƒ3:-:- |
Voor een schemel bout | ƒ2:-:- |
Voor een schemel band | ƒ-:04:- |
Voor een band over een scheen | ƒ-:06:- |
Voor een beugel voor in de disselboom met een bout | ƒ2:-:- |
Voor een kram en een stoot-scheen | ƒ-:04:- |
Voor een bus in een wiel | ƒ-:12:- |
Voor een band om de naeuw | ƒ6:-:- |
Voor een luns | ƒ5:-:- |
Voor een spijker met grote koppen | ƒ1:-:- |
Voor een korte wiel roije | ƒ1:-:- |
Voor een kramp in een juk met een haak | ƒ-:12:- |
voor een stelkramp | ƒ8:-:- |
voor een bout in een wagenbuijk | ƒ6:-:- |
voor een spij en een ring | ƒ2:-:- |
voor een band om het rij-bord | ƒ8:-:- |
voor een nieuwe ploeg met 1 kouter en schaar | ƒ25:-:- |
voor een nieuwe enkeldeschaar | ƒ6:-:- |
voor een kouter | ƒ4:-:- |
voor een spil in de ploeg | ƒ3:08:- |
voor een ketting en beugel an een ploeg | ƒ3:08:- |
voor een hoofdplaat | ƒ2:08:- |
voor een hielplaat | ƒ1:-:- |
voor een band op de ploegwiel | ƒ-:04:- |
voor een rijsterplaat | ƒ1:12:- |
voor een haak an de ploeg | ƒ1:-:- |
voor een schevelstok met ketting en kram | ƒ-:08:- |
voor een bout in de tong | ƒ-:04:- |
voor een duimstok | ƒ-:08:- |
voor een ijser in de ploegstaart | ƒ-:08:- |
voor een band in de ploeg-balk an 't kouter | ƒ-:12:- |
voor een stoker | ƒ-:12:- |
voor een band om de schemel | ƒ4:-:- |
voor een kram in de schaar | ƒ6:-:- |
voor een spij in de kram | ƒ-:10:- |
voor een enkelde schaar an te leggen | ƒ2:04:- |
voor een dto. oort op te leggen | ƒ1:02:- |
voor een kouter an te leggen | ƒ1:02:- |
voor een kouter te scherpen | ƒ-:06:- |
voor een dubbelde schaar an te leggen | ƒ2:10:- |
voor een nieuwe bijl | ƒ2:04:- |
voor een bijl an te leggen | ƒ1:-:- |
voor een nieuwe graav | ƒ2:04:- |
voor een brede pik van seven duijm | ƒ2:04:- |
voor een smalle pik | ƒ1:10:- |
voor een mestvork met drie tanden | ƒ2:-:- |
voor een mesthaak | ƒ1:08:- |
voor een koornvork | ƒ1:-:- |
voor een ruijgtevork | ƒ1:08:- |
voor een klauw met tien tanden | ƒ3:-:- |
voor een snoeijmes om heining te scheren | ƒ3:04:- |
voor een wijngardmes | ƒ-:10:- |
voor een snoeij-beitel met twee ringen | ƒ1:-:- |
voor hengzels, duijmen, grendels, tanden in een Egr. ieder pond | ƒ-:06:- |
voor slegte ankers an een huijs, ieder pond | ƒ-:05:- |
voor een spil met een spij in een kruijwagen | ƒ-:12:- |
Zijnde alle sware stuijvs. |
Voor 't beslaan van een wagen met grote koppen | ƒ55:-:- |
Voor een wagen met kleine spijkers | ƒ50:-:- |
Voor een scheen | ƒ3:-:- |
Voor een schemel bout | ƒ2:-:- |
Voor een schemel band | ƒ-:04:- |
Voor een band over een scheen | ƒ-:06:- |
Voor een beugel voor in de disselboom met een bout | ƒ2:-:- |
Voor een kram en een stoot-scheen | ƒ-:04:- |
Voor een bus in een wiel | ƒ-:12:- |
Voor een band om de naeuw | ƒ6:-:- |
Voor een luns | ƒ5:-:- |
Voor een spijker met grote koppen | ƒ1:-:- |
Voor een korte wiel roije | ƒ1:-:- |
Voor een kramp in een juk met een haak | ƒ-:12:- |
voor een stelkramp | ƒ8:-:- |
voor een bout in een wagenbuijk | ƒ6:-:- |
voor een spij en een ring | ƒ2:-:- |
voor een band om het rij-bord | ƒ8:-:- |
voor een nieuwe ploeg met 1 kouter en schaar | ƒ25:-:- |
voor een nieuwe enkeldeschaar | ƒ6:-:- |
voor een kouter | ƒ4:-:- |
voor een spil in de ploeg | ƒ3:08:- |
voor een ketting en beugel an een ploeg | ƒ3:08:- |
voor een hoofdplaat | ƒ2:08:- |
voor een hielplaat | ƒ1:-:- |
voor een band op de ploegwiel | ƒ-:04:- |
voor een rijsterplaat | ƒ1:12:- |
voor een haak an de ploeg | ƒ1:-:- |
voor een schevelstok met ketting en kram | ƒ-:08:- |
voor een bout in de tong | ƒ-:04:- |
voor een duimstok | ƒ-:08:- |
voor een ijser in de ploegstaart | ƒ-:08:- |
voor een band in de ploeg-balk an 't kouter | ƒ-:12:- |
voor een stoker | ƒ-:12:- |
voor een band om de schemel | ƒ4:-:- |
voor een kram in de schaar | ƒ6:-:- |
voor een spij in de kram | ƒ-:10:- |
voor een enkelde schaar an te leggen | ƒ2:04:- |
voor een dto. oort op te leggen | ƒ1:02:- |
voor een kouter an te leggen | ƒ1:02:- |
voor een kouter te scherpen | ƒ-:06:- |
voor een dubbelde schaar an te leggen | ƒ2:10:- |
voor een nieuwe bijl | ƒ2:04:- |
voor een bijl an te leggen | ƒ1:-:- |
voor een nieuwe graav | ƒ2:04:- |
voor een brede pik van seven duijm | ƒ2:04:- |
voor een smalle pik | ƒ1:10:- |
voor een mestvork met drie tanden | ƒ2:-:- |
voor een mesthaak | ƒ1:08:- |
voor een koornvork | ƒ1:-:- |
voor een ruijgtevork | ƒ1:08:- |
voor een klauw met tien tanden | ƒ3:-:- |
voor een snoeijmes om heining te scheren | ƒ3:04:- |
voor een wijngardmes | ƒ-:10:- |
voor een snoeij-beitel met twee ringen | ƒ1:-:- |
voor hengzels, duijmen, grendels, tanden in een Egr. ieder pond | ƒ-:06:- |
voor slegte ankers an een huijs, ieder pond | ƒ-:05:- |
voor een spil met een spij in een kruijwagen | ƒ-:12:- |
Zijnde alle sware stuijvs. |
Voor de Wagenmakers:
voor een nieuwe wagen van goed en droog hout wel gemaakt | ƒ60:-:- |
voor een as | ƒ4:-:- |
voor een voortang | ƒ4:-:- |
voor een langwagen | ƒ1:-:- |
voor een agtertang | ƒ2:-:- |
voor een agterschemel | ƒ2:-:- |
voor een voor schemel | ƒ1:08:- |
voor een rij-bord | ƒ-:12:- |
voor een arm | ƒ-:04:- |
voor een disselboom | ƒ1:08:- |
voor een juk met sijn scheden | ƒ1:04:- |
voor een velling | ƒ-:12:- |
voor een spijk in een wiel | ƒ6:- :- |
voor een rong | ƒ6:- :- |
voor een buijk op een wagen | ƒ6:-:- |
voor een leer op een wagen | ƒ3:08:- |
voor een nieuw wiel an een wagen | ƒ8:-:- |
voor een nieuwe agterploeg | ƒ10:-:- |
voor een nieuwe voorploeg | ƒ10:-:- |
voor een balk an de ploeg | ƒ4:-:- |
voor een hoofd an de ploeg | ƒ3:-:- |
voor een ploegstaart | ƒ2:-:- |
voor een reister an de ploeg | ƒ1:08:- |
voor een schede an de ploeg | ƒ1:- :- |
voor een wiel an de ploeg | ƒ3:-:- |
voor een stelling van een ploeg | ƒ2:-:- |
voor een tong an de ploeg | ƒ-:12:- |
voor een disselboom an de ploeg | ƒ1:- :- |
voor een ploegpeulie | ƒ-:12:- |
voor een eg met houte tanden | ƒ9:-:- |
voor een eg daar ijsere tanden inkomen | ƒ8:-:- |
voor een kruiwagen | ƒ7:-:- |
Zijnde alle sware stuijvers. |
voor een nieuwe wagen van goed en droog hout wel gemaakt | ƒ60:-:- |
voor een as | ƒ4:-:- |
voor een voortang | ƒ4:-:- |
voor een langwagen | ƒ1:-:- |
voor een agtertang | ƒ2:-:- |
voor een agterschemel | ƒ2:-:- |
voor een voor schemel | ƒ1:08:- |
voor een rij-bord | ƒ-:12:- |
voor een arm | ƒ-:04:- |
voor een disselboom | ƒ1:08:- |
voor een juk met sijn scheden | ƒ1:04:- |
voor een velling | ƒ-:12:- |
voor een spijk in een wiel | ƒ6:- :- |
voor een rong | ƒ6:- :- |
voor een buijk op een wagen | ƒ6:-:- |
voor een leer op een wagen | ƒ3:08:- |
voor een nieuw wiel an een wagen | ƒ8:-:- |
voor een nieuwe agterploeg | ƒ10:-:- |
voor een nieuwe voorploeg | ƒ10:-:- |
voor een balk an de ploeg | ƒ4:-:- |
voor een hoofd an de ploeg | ƒ3:-:- |
voor een ploegstaart | ƒ2:-:- |
voor een reister an de ploeg | ƒ1:08:- |
voor een schede an de ploeg | ƒ1:- :- |
voor een wiel an de ploeg | ƒ3:-:- |
voor een stelling van een ploeg | ƒ2:-:- |
voor een tong an de ploeg | ƒ-:12:- |
voor een disselboom an de ploeg | ƒ1:- :- |
voor een ploegpeulie | ƒ-:12:- |
voor een eg met houte tanden | ƒ9:-:- |
voor een eg daar ijsere tanden inkomen | ƒ8:-:- |
voor een kruiwagen | ƒ7:-:- |
Zijnde alle sware stuijvers. |
Godfrid Meijhuijsen, pagter van den sleet van brandewijn, araq en anderen heten drank, ter vergadering versogt hebbende t’ sijnen gerieve en verdoen bij d’ anwesende retourschepen anderhalven legger anijsaraq, mitsgs. sesfleskelders van t’ selve nat in conformiteit der pagtconditien te mogen kopen, gemerkt bij ‘s Comps. pakhuijsen weinig of geen brandewijn in voor-raad gevonden word en dat d’ araq toebehorende d’ E.Comp. seer slegt is: So is na rijp overleg van saken eenparig goedgevonden in ‘t versoek van geseiden pagter te treden en hem toe te staan van den onderkoopman Abraham Bosch op ‘t hier ter rhede leggende retourschip ‘s Landswelvaren bescheiden, een halve legger araq te mogen kopen en den legger mitsgs. geseide ses fleschkelders mede van anijsaraq ter sulker plaatse als hij des best te rade werden sal, dog met dien verstande dat in ‘s Comps. pakhuijs geen voor-raad van brandewijn of anderen heeten drank meer overig zij, en dat bij gecommitteerdens de jongst ontvangene arak so slegt als voorgegeven is, bevonden worde.43
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 66-73.¶
Maandag {16920616} 16 Junij 1692, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden, behalven sr. Lodowijk van der Stel, assumptis d’ E.E.Willem Kemp,44 Commandeur; Pieter van den Eede,45 vice Commandeur; en Gerhard Drijver,46 schout bij nagt der retourvloot en coopman in dienst der E. Comp. op ‘t hier ter rhede leggende retourschip Schoondijke bescheiden.
Door den Ed. Hr. Gouverneur ter vergadering verslag van ‘t stranden der schepen de Goede Hoop en Hoogergeest gedaan,47 en daar op gedelibereerd zijnde hoe best en ten meesten voordeel van d’ E.Comp. met de geborgene en gestrande goederen te vervaren: So is na rijpe raadspleging eenpariger stemme verstaan dat vijftig canassers met the, uijt de Goede Hoop gelost, over de retourvloot verdeeld en daar mede na ‘t vaderland neffens twe pakken, ‘t eene met pelang het andere met gilang, overgevoerd sullen worden als zijnde uijt Hogergeest geborgen.
D’ E. Pieter van Eeden, schipper in dienst der E. Comp., en als vice Commandeur op ‘t hier ter rhede leggende retourschip d’ Eenhoorn bescheiden, mitsgs. d’ E. Gerhard Drijver Blijenburg, coopman in dienst der E.Comp. en schout bij nagt der retourvloot, beide als gecommitteerdens tot ‘t besigtigen van ‘s Comps. the uijt ‘t gestrande schip Hogergeest geborgen, hebbende ter vergadering rapport gedaan, hoe sij geseiden the ten overstaan van den fiscâl, mr. C. J. Simons, naukeurig besigtigd en dien onnut, van geender waarde en door ‘t zeewater, sand en andere vuijligheden gantschelijk bedurven en des overvoerens niet waardig te zijn, bevonden hadden; dierhalven is sonder iemands tegen-spreken verstaan, geseiden the hier voor ‘t gene dathij48 is te laten leggen.
Ook is goedgevonden met d’ anwesende schepen na ‘t vaderland verder passagie te vergunnen an d’ officieren van ‘t opgemelde schip Hogergeest en an desselvs soldaten en matrosen mede passagie, ‘t zij na India of ‘t vaderland, t’ harer keure te geven, welverstaande so de fiscâl t’ haren laste niet sal weten in te brengen, sullende hem ten dien einde expresse gecommitteerdens haar de zeemanschap verstaande, toegevoegd worden om naukeurig t’ ondersoeken of bij enige derselver de minste wanpligt omtrent ‘t stranden der schepen mogte begaan zijn.
En dewijl men tot nog toe niet kan vernemen of ‘t schip De Goede Hoop nog gants dan of ‘t geborsten zij, So is ten meesten dienste van d’ E. Comp. verstaan en eenparig besloten d’ officieren, matrosen en soldaten op dien bodem bescheiden, voor dit maal niet te laten vertrekken, maar deselve ten dienste van dien bodem hier an te houden, ten tijde toe dat men sien sal wat kans tot ‘t redden van dien sig opdoet; dog om sig hier met geen onnutte monden te belasten, So is raadsamst geöordeeld de passagiers neffens de verminkte en impotenten met de Goede Hoop hier angeland na ‘t vaderland met d’ anwesende schepen te laten vertrekken.
Frederik Mathias van Werlinkhof,49 capn. en berg-hopman in dienst der E.Comp. op ‘t hier gestrande retourschip Hogergeest bescheiden geweest, bij requeste vertoog ter vergadering gedaan hebbende van ‘t ongeluk hem overkomen bij de schipbreuk van voornoemde bodem, waar door hij alle sijne papieren, brieven en berigten en wes meer soude verloren hebben, met ootmoedig versoek hem wegens dit ongelukkig verlies een verklaring in forma onder ‘s Comps. segel mogte verleend worden; So is verstaan in sijn versoek te treden en hem de versogte verklaring in maniere voors. te laten geworden.
Jacob Kloek, boekhouder in dienst der E.Comp. op ‘t voors. schip Hogergeest bescheiden geweest, in Rade versogt hebbende omme vijftig Rixd. op rekening sijner te goed hebbende gagies te mogen genieten, als hebbende sijne goederen bij ‘t stranden van Hogergeest deerlijk verloren: So is verstaan hem geseide vijftig Rixd. in maniere voors. te laten tellen, mits dat hij behoorlijk per schuldrekening daar voor sal belast worden.50
Ten dage voors., ‘s namiddags.
In iegenwoordigheid van deselve leden.
Bij resumptie gedelibereerd zijnde over en ter sake van ‘t strandregt en bergloon d’ E.Comp. competerende, wegens de gestrande goederen van ‘t Engelse schip Orange ,51 So is na rijpe raadspleging eenparig verstaan an voorn. Engelse te laten het besit harer goederen bij haar gevischt en geborgen, gemerkt deselve van klein belank zijn, sonder daar voor enig regt of geregtigheid te praetenderen, te meer dewijl geen positive ordres Onser Heeren en Meesteren nopende ‘t strandregt hier ter Secretatie gevonden worden.
Geseide Engelse versogt hebbende in Rade om met ‘s Comps. anwesende retourschepen te mogen t’ huijsward keeren, So is verstaan an ‘t volk van ‘t gestrande opgemelde Engelse schip Orange met d’ anwesende retourvloot na ‘t vaderland passagie te vergunnen voor so verre plaats op de geseide vloot sal bevonden worden voor haar over te schieten, sullende eerst en vooral Comps. dienaren daar op geplaatst worden en vervolgens na gemaakten overslag de meergem. Engelse in de ledige plaatsen over de retourvloot verdeeld worden, mits gehouden zijnde de matroosen en soldaten ieder in sijn qualiteit voor de kost behoorlijken dienst te doen.
En om op ‘t spoedigste en sekerste de ware beschapenheid van ‘t schip de Goede Hoop te weten, en daar van an Ons Heeren en Meesteren behoorlijk verslag thans te konnen doen: So is mede verstaan en goedgevonden dat de vice Commandeur, d’ E. Pieter van den Eede, verseld van alle de schippers der hier ter rhede leggende Comps. schepen, neffens den Secretaris van Raden van Justitie, Melchior Kemels, sig op morgen sal hebben te vervoegen an boord van geseide schip de Goede Hoop ten einde om van desselvs gestalte een naukeurige inspectieten overstaan van mr. C. J Simons fiscâl52 te nemen, en den Ed. Hr. Gouverneur en sijnen Rade van rapport te dienen om in gevolge van dien te konnen overleggen wat men angaande voors. schip verders te doen of te laten heeft.
An Jan Schaal en desselvs huijsvrouw, beide oude en sieke luijden van Batavia met de retourvloot hier angeland, om daar mede na ‘t vaderland over te gaan, is t’ haren versoeke toegestaan, wegens onpasselijkheid en swakheid harer kragten, hun lijv-eigen t’ haren dienste na ‘t vaderland te mogen mede nemen.
An Joan Steen, onderkoopman in dienst der E.Comp. op ‘t retourschip de Ridderschap en als fiscâl der retour-vloot bescheiden, is vergund een slavinne als minnemoer voor sijn suijgend kind na ‘t vaderland te mogen mede nemen, mits dat voor opgemelde slaav en slavinne in Comps. casse hier bevorens betaald zij kost en vragtgeld daar toe staande.53
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] WILLEM KEMP.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] PR. VAN EEDE.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] GERARD DRYVER, BLIJENBURGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] R. DIODATI.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 80-84.¶
Maandag {16920707} 7 Julij 1692, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
Theunis Dirksz van Schalkwijk, Frederik Russouw en Godfrid Meijhuijsen, alle drie vrijluijden hier in de Tafelvallei geseten, hebbende ter vergadering vertoog gedaan hoe ‘t haar onmogelijk was in voldoeninge der voorwaarden bij haar als pagters op den 31 Decembris lestleden met d’ E.Comp. angegaan om d’ eene helvte harer uijtgeloovde pagtpenn. in harde, d’ andere helvte in mindere spetien in Comps. cassa te betalen, gemerkt sij geen harde spetien te sien bekomen, ook niet weten hoe en waar deselve te krijgen souden zijn; versoekende sij oversulx met een dubbelde stuijver opgeld per ieder Rixd. voor so veel sij an hard geld mogten te kort komen, te mogen bestaan en voldoen: So is na rijpe deliberatie goedgevonden en ten meesten dienste van d’ E.Comp. verstaan, om d’ ordres van den Ho.Ed. Heer Hendk. Adriân van Reede L.M.54 gehoorsamst op te volgen, dat geseide pagters de verschene eerste paije harer pagtpenn. in Comps. cassa in paijemt. sullen hebben te tellen en middelerwijl sorge dragen om an de pagtconditien te voldoen, en ten uijteinde van dit lopende jaar d’ eene helvte harer uijtgeloovde pagtpenn. in harde spetien te betalen of ingeval sij so veel hardgeld niet souden konnen bemagtigen, alsdan haar versoek ter vergadering te vernieuwen.
Hendrik Jansz van Bergen op Zoom, matroos, over misdaad bij hem begaan, na ‘t Robbeneijland an de gemeene werken voor den tijd van … jaren55 bij den Achtb. Raad van Justitie deses Gouvernements gebannen, en in ‘t lestlede jaar van voors. eijland en met de retourfluijt Nierop na ‘t vaderland gevlugt en thans met ‘t schip ‘t Hof van Jlpendam wederom als matroos hier angeland en bij den fiscâl geäpprehendeerd zijnde, So is eenpariger stemme verstaan dat hij over en ter sake sijner vlugt wel dapper gelaarsd en wederom op ‘t Robbeneijland sal gebragt worden, om aldaar niet alleen den vollen tijd sijns bannissements, maar nog een jaar daar en boven an de gemeene werken sonder gagie te dienen.
De Borgerraad Henning Huijsing ter vergadering binnenstaande, heeft bekend gemaakt, hoe den tijd hem vergund om sonder enigen impost te betalen, ten dienste van ‘s Comps. dienaren en deser vrije ingesetenen, schapen en runderbeesten te mogen slagten, en de geslagte beesten hier in de Tafelvallei tot geriev van ieder man te verkopen op den 9 deser maand en over twe dagen verstreken en omgekomen was, met anbod dat hij nog ten dienste van ‘t gemeenebeste wel geneigd soude zijn om den tijd der drie naadstvolgende jaren, geseide schapen en runderbeesten, so als voorheen, dog tegens twe sware stuijvers ‘t pond, te slagten en te verkopen: So is na rijp overleg van saken, eenhellig verstaan en besloten, gemerkt niemand deser ingesetenen sig anbied om meergemelde vee te slagten, en dat bij faute van slagter dese inwoonders geen gebrek van vleesch dienen te lijden, in ‘t versoek van geseide Henning Huijsing te treden, en hem te vergunnen dat hij buijten enigen impost daar voor te betalen sal vermogen den tijd van drie naadstvolgende jaren schapen en runderen te slagten, en ieder pond vleesch tegens twe sware stuijvers te verkopen, welverstaande dat hij t’ elkens tot ‘t slagten van runderen, bevorens van den Gouverneur verlov sal verkregen hebben, om te verhoeden dat door dier beesten destructie de hoognodige landbouw niet veragterd werde, met uijtdrukkelijken last, dat alle diegene dewelke bevonden sullen worden enig geslagt vleesch buijten de hal te verkopen of te kopen, ieder maal in de boete van 25 Rixd. an den fiscâl sullen vervallen, sullende d’ opgemelde Henning Huijsing gelijke amende an denselven fiscâl betalen, so hij niet alle dagen of ten minsten ‘s weekx eenmaal versch vleesch in de hal te koop leverd, sullende hij verders gelijke boete van 25 Rixd. t’ elkens an den fiscâl verbeuren, als hij bevonden sal worden meer als den gesetten prijs van twe sware stuijvers voor ieder pond vleesch genomen te hebben.
Meester C. J. Simons, fiscâl deses Gouvernements, hebbende ter vergadering versogt om t’ sijnen dienste bij de pen te mogen gebruijken den boekhouder Simon Valkhoven, in dienst der E.Comp. op ‘t hier ter rhede leggende schip de Swarte Leeuw bescheiden, So is hem sijn versoek eenpariger stemme toegestaan, mits dat geseide Valkhoven de boeken van opgemelde schip so als voorheen sal houden.
En nademaal bevonden is dat de goederen en koopmanschappen, ten verdoen van dit Gouvernement met de jongste retourvloot uijt India gesonden, merklijk in prijs boven de voorgaande gesteigerd zijn, en dat dierhalven geseide goederen, indien men deselve met de gewoonlijke avance soude willen verkôpen, gantsch niet gewild en d’ E.Comp. tot merklijk nadeel met deselve soude blijven sitten, So is na rijp beraad ten meesten dienste van d’ E.Comp. eenpariger stemme verstaan en goed-gevonden, om op de beste wijs geseide koopmanschappen an den man te brengen, deselve te laten verkopen ten prijse als volgd:
Baftas brede | ƒ9:-:- |
Niquanias | ƒ4:-:- |
Souratse brede chitzen | ƒ5:-:- |
Toutocorijnse chitzen | ƒ10:-:- |
Caatjes | ƒ10:-:- |
Guinees lijnwaat | ƒ17:-:- |
Salampouris grov. | ......... |
gingam | ƒ7:-:- |
armosijnen dubbelde | ƒ18:-:- |
dekens | ƒ10:-:- |
Baftas brede | ƒ9:-:- |
Niquanias | ƒ4:-:- |
Souratse brede chitzen | ƒ5:-:- |
Toutocorijnse chitzen | ƒ10:-:- |
Caatjes | ƒ10:-:- |
Guinees lijnwaat | ƒ17:-:- |
Salampouris grov. | ......... |
gingam | ƒ7:-:- |
armosijnen dubbelde | ƒ18:-:- |
dekens | ƒ10:-:- |
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.56
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 85-89.¶
Maandag {16920811} 11 Augusti 1692, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven sr. Ludoviq van der Stel.
Bij den Ed. Heer Gouverneur ter vergadering verslag gedaan zijnde wegens de slegte toestand en gestalte van ‘t gestrande schip, de Goede Hoop , en de weinige kans dewelke sig opdoet om meerder goederen daar uijt te bergen als tot nog toe geborgen zijn, ook dat ‘t geseide schip selvs niet kan gered nog te regte gebragt worden, also ‘t selve na alle waarschijnlijkheid van onderen moest geborsten en an stukken zijn, dewijl ‘t door pompen, balien, stoppen van gaten en naden, en alle angewende bedenkelijke vlijt en naarstigheid, van ‘t inkomende water niet kan ontledigd en wederom digt gemaakt werden, dierhalven is eenpariger stemme na rijpe raadspleging ten meesten dienste van d’ E.Comp. goedgevonden en besloten tot ‘t besigtigen van geseide bodem te committeren den E.administrateur, Andries de Man, neffens de schippers, opperstuurluijden en timmerluijden, so op d’ anwesende schepen als hier an land bescheiden, om ten overstaan van mr. C. J. Simons, fiscâl, op ‘t spoedigste en so haast weer en wind sulx toelaten sal, haar an boord van opgemelde gestrande schip te begeven en de ware beschapenheid van ‘t selve nauwkeurigst t’ ondersoeken en van haar bevinding rapport te doen, en in gevolge van haar advijs nader t’ overleggen ‘t gunt omtrent geseiden bodem diend gedaan of gelaten te werden.57
Donderdag 4 Septembris ao. 1692.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
De schrivtelijke rapporten en advijsen der voors. gecommitteerdens van den 12 en 27 Augusti lestleden ter vergadering gelesen58 en daarbij gebleken zijnde hoe deselve in voldoeninge van den last, haar op 11 Augusti voors. gegeven, het gestrande schip, de Goede Hoop , so van binnen als van buijten, ieder van hun in ‘t bijsonder en alle te gelijk gevisiteerd, en de gestalte van dien nauwkeurig hebben nagesien en waargenomen, dat an stuurboord de lose huijd ten eenemaal ontset en de gehele sijde langs geborsten was.
Dat de breuk van binnen kwam, en dat om die rede de vaste huijd van binnen mede gebroken was, zijnde tot beter en sekerder kennisse van dien enige planken van de verdubbeling door de timmerluijden afgekaavd en niet anders bespeurd als dat d ontsetting door de force van ‘t stoten van onderen opkwam.
Dat bij ‘t laagste water de koebrug omtrent 2 1/2 voeten an de loev-sij droog lag, dat daar op een goede partije knies an stukken, de lyvhouten af, en de spijkers daar uijt geweken waren.
Dat mede de kelen van de haken, de bregang, de lassen en poorten geheel open waren geslagen.
Dat de naad of vulling even boven de verdubbeling komende, doorgaans gansch open was.
Dat an bakboord een poort ten eenenmaal ontset en een ander ingeslagen was, leggende deselve bij laag water meest onder.
Dat ‘t schip doorgaans en wel meest in ‘t midde gansch open was, zijnde de bouten van de lijv-houten wel 1 1/2 duijm uijtgeschoten, dog d’ eene meer als d’ andere, wesende twe bossen geheel gebroken en d’ andere ten enemaal open, en op ‘t poinct van mede te breken.
Dat ook de grote en fokke-rusten al mede gebroken en van ‘t schip afgeslagen waren. Dat binnensboord an stuurboord het omlaag ten merendeel ontset was, en dat twe planken naadst de lijv-houten ter plaatse daar ‘t water-gat geweest was, ten eenemal opengeslagen, de naden langsheen open, de spijkers daar uijt geweken en de knies en voornamelijk de steunders mede voor en agter de mast ten eenemaal afgeweken waren.
Dat even agter de grote mast een balk en een ander in de constapels-kamer gebroken was, en dat ‘t ruijm en koebrug meest vol sand, en dat de goederen meest daaronder in ‘t ruijm met sand bedekt saten.
En nademaal bij voors. gecommitteerdens gevonden is, ‘t gestrande schip de Goede Hoop , opgemeld, seer geledebraakt, de steunders (dewelke de kragt an een schip geven) neffens de knies en lijv-houten ten eenemaal afgeweken, en dierhalven gants onbekwaam te zijn, daarenboven overwogen en angemerkt zijnde, dat meergemelde schip niet van ‘t strand te brengen is, als sittende op ‘t droogste bij laag water tien a elv voeten in ‘t sand, So is na rijp overleg van saken eenpariger stemme goedgevonden en besloten ten meesten dienste van d’ E.Comp. en om de verdere ingeladene goederen en koopmanschappen so veel mogelijk sal zijn te bergen en te regte te brengen alle rondhout, seil en treil, en ‘t gunt meer enigsins te bemagtigen sal zijn, voor eerst van boord te nemen, en dan door ‘t weg-breken der planken te tragten an de lading op de koebrug en ‘t ruijm te geraken, en door alle bedenkelijke middelen d’ E.Comp. voor verdere schade te verhoeden, en alles na uijterste vermogen te rade te houden.59
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 90-94.¶
Maandag {16920923} 29 Septembris ao. 1692.
In iegenwoordigheid van alle leden.
Ter kennisse van den Edle.Heer Gouverneur verscheide klagten gekomen, en deselve bij syn Ed. ter vergadering voorgedragen zijnde, wegens d’ ongeregeldheid, moedwil en baldadigheid der knegten, dewelke dese ingesetenen in huur of van d’ E.Comp. in leninge hebben, zijnde deselve so verre gestegen dat-se haar niet ontsagen, so haast ‘t haar maar luste en in den kop schoot, in ‘t drokste van ‘t werk en wel meest als de ougst-tijd op handen was, hun meesters te leur te stellen en haar den dienst op te seggen: So is na rijpe raadspleging en overleg van saken, ten meesten dienste van d’ E.Comp. en deser Colonie, eenpariger stemme besloten en goedgevonden om alle gedreigde onheilen, dewelke uijt dese en diergelijke sydgangen souden konnen ontstaan, voor te komen en uijt te roeijen, bij placcate ter gewoonlijke plaatse afgekondigd en angeslagen, te gebieden en te bevelen dat alle ingesetenen, dewelke van sins zijn een vrijman t’ haren dienste te huuren, of een Comps. dienaar in leninge an te nemen, gehouden sullen zijn het zelve den Ed.Hr.Gouverneur bekend te maken en met desselvs bewilliging hier ter Secretarie het verdrag of contract, tusschen huurder en verhuurder angegaan, plegtelijk te laten beschrijven, opdat de wettigheid van dien altoos blijke, en dat daar van behoorlijk boek en anteikening ter geseider Secretarie gehouden werde, sullende de huurder t’ elkens ten uijteinde van den bedongen en verbonden tijd gehouden zijn den knegt, dien hij van d’ E. Comp. in leninge heeft, wederom an d’ E.Comp. over te leveren en daar van ter Secretarie anteikening te doen houden: en ingeval sijn gewêsen knegt een vrijman mogte zijn, sal hij ‘t contract ‘t welk hij met denselven angegaan heeft na exspiratie van den bedongen tijd, behoorlijk laten roeijeren, alles op boete van twintig Rixd., sullende de Secretaris voor salaris van ‘t passeren van geseide contract niet meer dan een halve Rixd. mogen trekken.
Verders is verstaan dat geen knegt wie hij ook mag wesen, vrijman of Comps. dienaar in leninge gegeven, dewelke sig bij iemand in dienst verbonden heeft, of hier namaals sig voor sekeren tijd verbinden sal, den dienst voor en aleer sijn verbonden tijd uijt is, sal mogen verlaten, en bij aldien hij wrevelmoedig en sonder wettige reden daar toe te hebben, den dienst an sijn meester opseid, sal hij sijn geheel bedongen loon of huur verliesen.
Nog is verstaan dat niemant, wes stands hij ook zij, een andermans knegt sal mogen onderhuuren of oprokken, mede op boete van 20 Rixd., sonder dat hij egter den dienst van geseide knegt sal mogen genieten, sullende opgemelde boetens bekeerd worden, d’ eene helvte ten profijte van den officier en d’ andere voor de Raadkamer.
Ingeval een meester sijn knegt met woorden of werken of andersins kwame te mishandelen, sal alsulke knegt ter behoorlijke plaatse hier an de Caab bij den Ed. Heer Gouverneur of fiscâl of an Stellenbosch bij landdrost en heemraden sijn beklag konnen doen, om na eijsch van saken en na wetten daar in te versien.60
Verders door den Ed. Hr. Gouverneur ter vergadering bekend gemaakt zijnde, hoe de bandijten en gecondemneerdens na ‘t Robbeneiland en an de gemeene werken verwesen, daar van daan merendeels met ‘s Comps. of vreemde so uijt als t’ huijsvarende schepen, of wel na de vaste wal door dese en gene middelen kwamen t’ ontsnappen en weg te vlugten, en dierhalven in overleg gebragt zijnde of ‘t niet raadsamer soude wesen drie of vier Comps. dienaren op geseide eijland ten dienste van onser Heeren en Meesteren schepen en andersins geposteerd te laten, en geseide bandijten (also door daaglijxe ondervinding bespeurd is dat deselve hier an land minder als van geseide eijland vlugten) herwards te brengen, en deselve op verscheide posten verdeeld, onder goede opsigt, en in de ketting geklonken haar bannissement t’ zij met schulpen hier an de vaste wal te rapen, vee te hoeden, of bij den akkerbouw en andersins te laten uijtdienen; en geconsidereerd dat dese ingesetenen ten gerieve van haar huijshouding en tot onderhoud harer dienstboden en slaven beswaarlijk an visch konnen geraken, en dat deselve niet altoos hier in de Tafelbhaij nog in de omliggende bhaijen te bekomen is, en dat geseide visch sig veeltijds in zee en onder de wal onthoud, So is verstaan dat dese ingesetenen dewelke van sins souden zijn in zee en omtrent ‘t Robbeneijland te visschen haar hij storm en onweer op geseide eijland sullen mogen bergen en aldaar ten anker komen.
En eindelijk bij den Ed.Heer Gouverneur in overleg gebragt zijnde of ‘t niet raadsam soude zijn, gemerkt d’ E.Comps. thans haar van meerder vaartuijgen hier voorsien vind, als deselve benodigd is; So is sonder iemands tegenspreken ten meesten dienste van d’ E.Comp. verstaan en besloten uijt geseide vaartuijgen den Vliegenden Visch en Dolphijn an den geweesen equipagiemeester Jacob Joppe te verkopen, namentlijk den Vliegenden Visch tot sulken prijse als deselve d’ E.Comp. in ‘t vaderland komt te kosten, sullende desselvs seil en treil mitsgs. dat van den Dolphijn en sijn romp als zijnde hier voor twaalf jaren getimmerd en thans versleten, door gecommiteerdens haar des verstaande gewaardeerd worden.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 95-97.¶
Saturdag {16921018} 18 October 1692, ‘s nanoens.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
Door den Edle.Heer Gouverneur ter vergadering bekend gemaakt zijnde hoe door den anwas deser ingesetenen en derselver kappen van brandhout ter gewoonlijke plaatse haar omtrent de Steenbergen angewesen, so ten gerieve van haar huijshouding als ten dienste van kalk en steenovens en tot ander gebruijk meer, te dugten stond, ‘t en ware men ‘t selve tijdig verhoede en voorkwam, dese Colonie en voornamelijk Comps. uijt en t’ huijsvarende schepen eerlang in schaarzheid en gebrek van ‘t nodige brandhout door ‘t gestadig en veelvoudig kappen van dien onvermijdelijk soude geraken. So is na rijpe raadspleging ten meesten dienste van d’ E.Comp. en des gemeene bestens, sonder iemands tegenspreken eenpariger stemme goedgevonden en besloten, sonder enigen uijtstel en so spoedig als ‘t immers mogelijk is, bij placcate te gebieden en te bevelen dat niemand deser ingesetenen voortaan sig sal verstouten elders brandhout dan in de Houtbhaij over de lange hoogte te kappen, sullende iederman t’ elkens als hij een vragt daar van daan wil halen, gehouden zijn ter Secretarie een lootje met ‘s Comps. wapen geteikend te halen, en een dubbelde stuijver daar voor te betalen, en geseide lootje uijt ‘t bosch met sijn vragt komende an den opsiender van dien ter hand te stellen, en sal geseide opsiender alle maanden praesijs voorn. lootjes wederom ter Secretarie leveren, met een lijste van pertinente anteikening der personen van dewelke hij die bekomen heeft, om deselve met de rolle dewelke ter Secretarij gehouden word te confronteren. Sullende verders iederman dewelke in de Houtbhaij ter plaatse voors. komt hout te halen of te kappen, gehouden zijn bij ieder vragt houts uijt ‘t bosch met sig te voeren vier stompen of stammen der kreupelbomen daar ‘t brandhout van gekapt is, om door ‘t uijtroeijen derselver gelegendheid te geven tot den anwas van nieuwe bomen, en so doende niet in gebrek van brand en timmerhout te vervallen, sullende bij den hout-vester, veldwagter en andere opsienders goede sorge gedragen worden dat men ‘s Comps. bosschen en voornamelijk t’ timmerhout te rade houde, en dat niet als kreupelbômen tot brandhout gekapt worden op boete van vijfentwintig Rixd. te verbeuren bij diegene dewelke bevonden sullen worden dese ordre in enigen dêle te hebben overtreden, waar van 10 Rixd. ten voordeel van dese Raadkamer en d’ overige 15 Rixd. ten profijte van den officier dewelke de calange doet, sullen bekeerd worden.61
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
V.C. 12, pp. 1059-1065.¶
Donderdag, [ {16921127} 27 November 1692].
Dese voormiddag is d’ Ed. Heer Gouverneur ter vergadering van Raden van Politie besig geweest met verscheide geschriften bij den fiscâl, mr. C. J. Simons noe.62 officij overgeleverd ten laste van Pieter Claasz Snel, schipper in dienst der E.Compe. op ‘t hier ter rhede leggende schip IJtershem na te sien, over en ter sake van verscheide wan devoiren en sydgangen by hem geduurende de reis begaan.
Ook is in voors. vergadering verschenen Catharina Bakkers, huijsvrouw van den vrij steenbakker, Laurens Retersz van Colding, werdende door den fiscâl voorn. over malitieuse desertie angesproken.63
Vrijdag den 28 dito.
en is de schipper, Pieter Claasz Snel ter vergaderinge van Politie verschenen en also hij weinig of niet t’ sijner verschoning tegens de verclaringen t’ sijnen laste leggende, hadde in te brengen, so is verstaan dat hij op ‘t schip Waddingsveen soude overgaan om daar mede na Batavia buijten bediening en gagie te varen om aldaar sijn saak voor de hoge regering of Raden van Justitie te verantwoorden, zijnde in sijn plaats op ‘t schip IJtershem opgetreden Sybert Car[s]tensz van Amsterdam, schipper op ‘t anwesende jagt de Tamboer .
Maandag den 1 December 1692.
nadat d’ Ed. Heer ter vergadering van Politie gebesoigneerd hadde …
C. 21, pp. 113-114.¶
Donderdag {16921127} 27 Novembris 1692, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
Verscheide verklaringen en interrogatorien ten laste van Pieter Claasz Snel, schipper in dienst der E.Comp., op ‘t hier ter rhede geankerde schip IJtersheim bescheiden, door mr. C. J. Simons, fiscâl nomine officij, ter vergadering overlegt en gelesen zijnde, So is na rijpe deliberatie verstaan en eenpariger stemme goedgevonden, gemerkt opgemelte schip seil-ree legt, en dat ‘t selve sonder nadeel van d’ E.Comp. niet kan opgehouden, nog geseide saak op een sprong en ter loop afgedaan werden, in des gedaagdens versoek van copie der geseide stukken t’ synen laste leggende, te mogen ligten, niet te treden en hem enelijk te vergunnen van geseide stukken ten huijse van Melchior Kemels, Secretaris van Raden van Justitie, visie te nemen en op morgen daar tegens hier ter vergadering debat te doen.
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 115-116¶
Vrijdag {16921128} 28 Novembris 1692, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
Mr. C. J. Simons fiscâl, deses Gouvernements nomine officij, ter vergadering geexhibeerd hebbende sekere documenten leggende ten laste van Pieter Claasz Snel, schipper op ‘t hier ter rhede geankerde schip IJtersheim , in dienst der E.Comp. bescheiden, over en ter sake van wanpligt en verscheide sijdgangen bij hem binnen geseide boord geduurende desselvs reis tusschen ‘t vaderland en desen uijthoek gepleegd: So is eenpariger stemme verstaan, dewijl de tijd te kort is om geseide saak na behooren af te doen, en dat ‘s Comps. schepen sonder an derselver belank te vernadelen niet konnen opgehouden worden en ten meesten dienste van d’ E.Comp. besloten, opgemelden schipper, Pieter Claasz Snel, buijten bediening en gagie met ‘t schip Waddingsveen na Batavia neffens de stukken t’ sijnen laste leggende te laten gaan, om sig aldaar ter plaatse daar ‘t behoord te verantwoorden: sullende hij de kosten t’ sijner sake gevallen, ter taxatie van den Ed. Hr. Gouverneur en Rade alhier betalen.
En eindelijk is verstaan dat Sijbert Carstensz, schipper in dienst der E.Comp., op ‘t anwesende jagt Tambour bescheiden, in de vacerende plaats van Pieter Claasz Snel voors. sal overgaan op ‘t schip IJtersheim om daar mede als schipper na Batavia voor te varen.65
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
V.C. 12, pp. 1083-1085.¶
Donderdag den [ {16921218} 18 December 1692].
… hebbende heden d’ Ed. Heer Gouverneur ter vergadering van Raden van Politie en Justitie gebesoigneerd en aldaer dit volgende raatsslot genomen over en ter sake van de nominatie bij den Eerw. Kerkenraad so hier ter stede als an Stellenbosch van een dubbeld getal der diakonen gedaan om uijt deselve te kiesen ‘t behoorlijk getal der diakonen tot plaatsvulling der afgaande, zijnde ten dien einde uijt ‘s Comps. dienaren voor de twe naadstvolgende jaren tot diakonen der Caabse gemeente verkosen Willem Corssenaar,66 des guarnisoensboekhouder, Albert Coopman,67 krankbesoeker, en uijt de vrijluijden Hendrik Snewind.
En voor de gemênte an Stellenbosch is tot diakon verkosen de vrijborger Lambert Hof.
Latende sig d’ Ed.Heer Gouverneur en sijn Agtb. Raad welgevallen de verkiesing op Johannes Praetorius, borgerraad alhier tot ouderling te deser gemeente gevallen, gelijk mede de verkiesing gedaan van de persoon van Gerrit van der Bijl, heemraad, om te wesen ouderling an Stellenbosch , sullende de Eerw. kerkenraad geauctoriseerd blijven om na ouder gebruijk met de bevestiging der nieuw verkosene voor te varen.68
C. 21, pp. 117-120¶
Woensdag den {16921231} 31 Decembris 1692, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
D’ oude pagtconditien en voorwaarden in vergadering gelesen en rijpelijk geraadpleegd zijnde of niet iets daar bij of afgedaan diende: So is eenpariger stemme verstaan deselve tot nader ordre uijt ‘t vaderland op den ouden voet te laten voortgaan, en ‘s lands-middelen heden op deselve conditien als in den laatst-leden jâre te verpagten, en enelijk ten anstendigen versoeke van Theunis Dirksz van Schalkwijk hem te vergunnen de pagt van ‘t Caabse moutbier ten selvigen prijse als hij deselve in den jâre 1691 angeslagen heeft te mogen behouden, te weten tegens twe duijsend guldens, en sulx ten tijde toe dat ons Heeren en Meesters ons haar bevelen, nopende ‘t brouwen en tappen van ‘t Caabse moutbier, sullen hebben laten geworden en ten ansien der veelvoudige onkosten, dewelke bij geseiden pagter in ‘t brouwen van bier met ‘t verschaffen van allerhande gereedschap en ‘t gunt daar meer toe vereijscht word, moeten gedaan worden.
Dese volgende specificatie der goederen, dewelke dese ingesetenen so tot den land als huijs-bouw benodigd zijn, in vergadering gelesen zijnde, So is na rijpe deliberatie verstaan geseide goederen in conformité der ordres, vervat in haar Ed.Ho.Achtb. Missive de dato 27 Junij 1691,70 ten sulken prijse an dese ingesetenen te verkopen, als geseide goederen d’ E.Comp. in ‘t vaderland kosten; en is mede verstaan dat een vaam oud cabeltouw voortaan niet hoger dan voor vijf guldens ligt geld sal verkogt worden en d’ andere goederen en koopmanschappen na advenant, te weten: Staal, ijser, spijkers, graven, beslagen schoppen, koorn-schoppen.
Allerhande arbeidsgereedschappen als timmermansgoed, kuijpers gereedschap, smits gereedschap, tuijn en bouw tuijg.
Equipagie goederen. | |
Een opgeslage lijn | ƒ1:10:- |
Een opgeslage tros | ƒ2:-:- |
teer | ............ |
Equipagie goederen. | |
Een opgeslage lijn | ƒ1:10:- |
Een opgeslage tros | ƒ2:-:- |
teer | ............ |
slootplaten, smekôlen en andere gereedschappen.
Frederik Russouw de Wit op den 31 Decembris 1688 pagter gebleven zijnde van den tap van brandewijn, araq en andere gedistilleerde wateren voor den jare 1689 en sulx ter somme van veertien duijsend en een honderd guldens, en gemerkt hij geduurende den geheelen tijd sijner gepreviligeerde tapneringe van de minste brandewijn of anderen Europeanse heten drank heeft konnen gerievd worden, tot sijn merkelijk nadeel, en tegens de voorwaarden dewelke hij met d’ E.Comp. hadde angegaan, en dat hij oversulx afslag in sijn geseide pagtpenningen versogt, en gelet zijnde op de billijkheid sijns versoeks, so wierd hem doenmaals uijtstel tot ‘t opbrengen sijner uijtgeloovde pagtpenn. vergund, ten tijde en wijle toe dat de Ho. Ed. Hr. Hendrik Adriân van Reede, onser Heeren en Meesteren Commissaris, dies ângaande bij sijn verwagte wederkomst soude gedisponeerd hebben: en nademaal sijn Ho. Ed. voorn. onlangs deser wereld is komen t’ overlijden en gevolglijk bij resumptie en ten versoeke van opgemelden pagter Frederik Russouw de Wit over geseide saak gedelibereerd zijnde, So is eenpariger stemme verstaan om hem voor sijn ondergang en totale ruine te bevrijden, hem afslag van duijsend en twe honderd guldens te vergunnen, en toe te staan ‘t gunt hij nog wegens uijtgeloovde pagtpenningen an d’ E. Comp. verschuld is, in mindere specien sonder opgeld in Comps. cassa te mogen betalen.71
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 121-122¶
Donderdag den {16930108} 8 Januarij 1693, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
De gecommitteerdens tot ‘t opnemen van der vrijluijden effecten en derselver gedoente verslag gedaan hebbende hoe enige deser vrije ingesetenen gedreven door vuijle baat-sugt en om d’ E.Comp. van haar wettig inkomen van de tiende hunner ingesamelde granen te versteken, het meeste gedeelte van hun koornougst verswegen, en op verre na niet opgaven de granen dewelke sij ten velde, of in mijten staande, of bereids gedorscht hadden.
So is goedgevonden en besloten om d’ E. Comp. an ‘t hare te helpen en diergelijke fraudes in ‘t toekomende te verhoeden, op ‘t spoedigste bij placcate te gebieden,73 dat niemand deser ingesetenen voortaan en tot nader ordre syn koorn sal vermogen elders dan hier an d’ E.Comp. te verkopen, ook dat niemand in ‘t toekomende sal vermogen voor andere luijden brood of soete koek te bakken of dien te verkopen, ‘t en ware hij daar toe schrivtelijk verlov van den Ed. Heer Gouverneur verkregen hadde, op poene van honderd Rijxd. te verbeuren bij diegene dewelke bevonden sal worden dese ordres te hebben overtreden en daar en boven een halv-jaar an de gemeene werken sonder loon t’ arbeiden.74
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 123-125.¶
Dingsdag {16930113} 13 Januarij 1693, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
D’ Edle. Heer Gouverneur ter vergadering bekend gemaakt hebbende de veelvoudige sluijkerien en lorshandeling bij dese ingesetenen so hier an de Caab, als ten platten lande an Stellenbosch en Drakestein en elders in swank gaande, met ‘t vervoeren en verdonkeren van hun koorn en wijn gewas, gelijk mede met ‘t kappen van allerhande brand en timmerhout en na gelieven op allerhande grov en klein wild ter jagt te gaan.
So is na rijpe raadspleging goed gevonden om alle onheilen dewelke Wit diergelijke sijdgangen en morsserijen souden konnen ontstaan bijtijds voor te komen, ten meesten dienste van d’ E. Comp. en des gemeene bestens an te stellen twe personen van beproevde trouw en bekwaamheid om na gedanen eed daar toe staande als veldwagters in corporâls qualiteit met sestien guldens maandelijxe besolding overal toesigt te nemen en d’ overtreders der placcaten en ordonnantien sonder oogluijking of ansien van persônen te bekeuren en haar delicten anstonds den officier bekend te maken, sullende diegene dewelke iemand betrapt, de helvte van de boete genieten.
Verders overwogen zijnde hoe enige deser ingesetenen in weerwil der placcaten te meermalen geëmaneerd en gerenoveerd en der jaarlijxe schouwdagen tot maintenu van straten, sloten, bruggen en wegen gehouden, hun niet ontsien, d’ eene des anderen landpalen te verleggen, de straten met vuijlnis-hôpen te belemmeren, en andere ongeregeldheden te plegen; So is mede tot nut des gemeene bestens goedgevonden en besloten tot opsiender van alle wegen, straten, bruggen en gebouwen an te stellen den persôn van Hendrik Bernd. Oldenland75 met een besolding van honderd guldens ‘s jaars, waarvan d’ E. Comp. vier en dertig gulds. en de resterende ses en sestig guldens de Caabse borgerie an hem sal betalen.76
Aldus gedaan en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDS.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 98-100.¶
Maandag {16930323} 23 Martij 1693, ‘s nanoens.
In iegenwoordigheid van alle leden, praesentibus Nobmis. Ampmisq. viris77 D. D. Wilhelmo á Wijngaerden [van] Werkendam78 et Daniele Heinsio,79 N. F. assumptis navium Praefectis Abraham Zeeman,80 Servaes Adriansz.,81 Jacob Swaav,82 Adrian Palestein,83 Gillis van Markel,84 Cornelis Keleman,85 Marcelis Kok86 .
D’ Ed.Heer Gouverneur ter vergadering verslag gedaan hebbende hoe d’ E.Jan van den Berg, koopman,87 en bij de Hooge Regering van India angestelde Commandeur der anwesende Retourvloot, deser wereld an boord van ‘t schip Nederland op den 5 Februarij lestleden ter sonnen hoogte van 28 1/2 gr. Suijderbreedte en op de gegiste langte van ‘t eijland Mauritius was komen t’ overlijden, en dat bij gevolge in des afgestorven plaats op goedkenning van sijn Ed. voorn. en desselvs Raden, bij breden Scheeps-rade was gekosen en opgetreden de Manhafte Abraham Zeeman, schipper in dienste der E.Comp. op voorn. schip Nederland bescheiden: So is na rijpe raadspleging bij meerderheid van stemmen goed gevonden en besloten de verkiesing bij breden scheeps-rade van den E.Abraham Zeeman tot Commandeur der hier ter rhede leggende retourvloot gedaan, als zijnde de oudste der anwesende schippers in bediening van beproefde bekwaamheid en onbesproke trouw, te lauderen, approberen en te confirmeren en hem in dese sijne bediening te laten continueren, niet tegenstaande dat met de verwagt werdende Ceijlonse schepen een koopman als derselver vlagvoerder hier mogte anlanden, also verstaan word in dese hachelijke oorlogs-tijden88 sulx met den dienst van d’ E.Comp. meest en best overeen te komen, dog ingeval ‘t mogte gebeuren dat met geseide Ceijlonse schepen een opperkoopman of iemand van hoger bediening hier ankwam, So is goedgevonden dat alsdan an dien ‘t hoogste gesag in commando over de retourvloot sal opgedragen en overgelaten, en dat hij of bij ontstentenis van dien, d’ E. Abraham Zeeman meergem. als Commandeur den scheeps-volke plegtelijk onder behoorlijke Acte sijner Commissie sal voorgesteld werden.89
Aldus geresolveerd en geärresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] W. v. WIJNGAERDEN.
[Signed:] DAENIEL HEINS.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] SERVAAS ADRIAANSZ.
[Signed:] JACOB SWAAFZ, 1693.
[Signed:] A. PALENSTIJN.
[Signed:] CORNS. KEELEMAN.
[Signed:] GILLIS VAN MARKEL.
[Signed:] MARCELLUS COCQ.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 101-103.¶
Sondag {16930503} 3 Maij ao. 1693, ‘s nanoens.
In iegenwoordigheid van alle de leden.
D’ Ed. Heer Gouverneur ter vergadering voorgedragen hebbende, hoe hem langs den landweg uijt de Saldaignebhaij door een der E.Comp. dienaren daar posthoudende gisteren avond verslag gedaan is, als dat daar ter rhede onlangs ten anker gekomen was een vaartuijg met twe masten, hebbende den grootsten van dien verloren, met 20 a 22 koppen en na ‘t leek met 16 canon gemonteerd, voorgevende uijt de Barmudes jongst vertrokken te zijn, en gemerkt voors. vaartuijg niet alleen den Ed.Heer Gouverneur en sijnen Rade, maar ook d’ Engelse officieren van ‘t hier ter rhede leggende retourschip Succes 90 heel verdagt en niet anders na alle waarschijnlijke suspicie voorkomt, als dat ‘t wel een zee-rover mogte zijn;91 So is na rijpe raadspleging ten meesten dienste van d’ E.Comp. en gerustheid van derselver schepen en havens goed-gevonden en eenpariger stemme besloten op ‘t spoedigste na derwards en na de Saldaignebhaij af te vairdigen ‘s Comps. hier ter rhede leggende jagt de Tamboer ;92 met ordre om geseide vaartuijg sijn pas of zee-briev af te vorderen, en dien bekomen hebbende, hem herwards door een of twe Comps. dienaren sonder uijtstel op ‘t spoedigste te senden, om van desselvs validiteit bij den Ed. Hr. Gouverneur en sijnen Raad geöordeeld te worden, en hem immiddels in goede versekering en bewaring te nemen, en toe te sien dat hij niet kome t’ ontsnappen; En bij aldien buijten verwagting ‘t volk of gesaghebbers van opgem. vaartuijg mogten weigerig zijn om den geëijschten pas of zee-briev over te geven, of dat sij met gemoede daartoe niet te brengen waren, om met hun vaartuijg onder ‘t geleide van den Tamboer voorn. herward ter Tafelbhaij te komen: So is mede verstaan sonder iemands tegenspreken den schipper van ‘t jagt de Swarte Leeuw , Cornelis Dekker, also IJsbrand Heemskerk, schipper op meergem. jagt Tamboer bescheiden, niet bij de hand is, te gelasten om alle vereijschte zee en krijgsmanschap te gebruijken om opgem. vreemd vaartuijg thans in de Saldaignebhaij ten anker leggende, gewapenderhand en door geweld herwards op te brengen.93
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrt.
C. 21, pp. 104-105.¶
Saturdag den {16930530} 30 Maij ao. 1693.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven ssrs. Adriân van Reede, lieutt., en Ludoviq van der Stel, cassier, assumptis d’ EE. Herman Voet,94 Commandeur der anwesende retourvloot, mitsgs. Michiel de Vries, Jan Gerritsz95 en Jan de With,96 schippers in dienst der E.Comp. op hun respective hier ter rhede geänkerde retour-schepen bescheiden.
Bij den Edle Heer Gouverneur ter vergadering voorgedragen zijnde de noodsaaklijkheid om ‘s Comps. hier ter rhede en ten meesten deele seil-rhe leggende retourvloot niet te laten vertrekken, sonder deselve van een bekwaam persôn te versien, om in qualiteit als fiscâl op ‘s Comps. belangen en onderhouding van onser Heeren Meesteren ordres te letten; So is eenpariger stemme verstaan en ten meesten dienste van d’ E.Comp. besloten ten fine voors. tot fiscâl over geseide retourvloot an te stellen den persôn van Johs. Stomphius, boekhouder op ‘t hier ter rhede leggende retourschip de Purmer , in dienst der E.Comp. bescheiden, als hebbende sijner trouw en bekwaamheid genoegsame proeven gegeven.97
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jâre voorn.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] HARMEN VOET.
[Signed:] MICHIEL D’ VRIES.
[Signed:] JAN DE WITH.
[Signed:] JAN GERRITSZ
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
C. 21, pp. 106-112.¶
Woensdag den {16930603} 3 Junij 1693, voormiddags.
In iegenwoordigheid van alle de leden behalven den Ed. Hr. Gouverneur. Assumptis d’ EE. Herman Voet, Commandeur der anwesende retourvloot, mitsgs. Michiel de Vries, Jan Gerritsz en Jan de With, schippers.
D’ Ed. Andries de Man deses Gouvernements administrateur, bij indispositie van den Ed.Hr. Gouverneur Simon van der Stel, ter vergadering voorgedragen hebbende hoe ‘t jagt Tamboer , ingevolge des raadslots op den 3 Maij lestleden hier ter vergadering genomen, ‘s daags daar an t’ zee gestoken was, met ordre om in de Saldaignebhaij seker Engels vaartuijg, voorgevende in de Barmudes t’ huijs te horen en daar onlangs ten anker gekomen (gemerkt ‘t selve den Ed.Hr. Gouverneur mitsgs. sijnen Rade, gelijk mede den Engelse officieren van ‘t doenmaals hier in de Tafelbhaij leggende retourschip, Succes , niet anders toescheen als dat ‘t op den roov was uijtgerust) op te soeken, an te doen en hem sijn pas, commissie, of zee-briev tot beveiliging van ‘s Comps. schepen, rheen en havens, en t’ onser gerustheid af te vorderen, om van desselvs deeglijkheid te mogen oordeelen, en so met gemoede daar toe niet mogt te brengen zijn, hem alsdan in conformiteit van onser Heeren Meesteren ordres, vervat in derselver schrijvens an de Hoge regering van India, gedagteikend den 5 April 1692,98 met geweld en door wapenen daar toe te dwingen: En hebbende God Almagtig gewild dat ‘s Comps. jagt, Tamboer voorn., geseide vaartuijg op den 5 Maij in volle zee en buijten de Saldaigne-bhaij ontmoette, en ‘t selve tot strijken, sijn schuijt uijt te setten, en den capn. George Dew an boord te komen, en in den Tamboer met enige syner manschap over te stappen dwong, werdende door hem George Dew an den schipper van ‘t jagt voorn. twe verschillende passen, commissien of zee-brieven ter hand gesteld, d’ eene den 18 Junij 1691, d’ andere den 29 Decembris 1692, beide in de Barmudes na ‘t lijkt gedagteikend, zijnde de derde commissie of zee-briev gisteren op den 2. deser maand binnen boords van geseide vaartuijg door den opperstuurman, Jacob Joppe de jonge, op den Tamboer in dienst der E.Comp. bescheiden, in een verholen hoek, neffens enige andere papieren gevonden, sulx uijt de verscheide commissien bij haar bevonden klaarlijk blijkt dat-se niet veel goeds in den sin moeten gehad hebben, waarbij komt dat-se voorgeven hun grote mast 3 a 4 graden benoorden de linie door onweer verloren te hebben, en dat-se om hun geledene schade te boeten herwards an gekomen waren, in voornemen om d’ oostlijke wal van Africa en Terra de Natal an te doen en daar van daan na Madagascar over te steken om aldaar slaven te handelen, onangesien dat-se op een Frans fortje of comptoir in Guinee om ‘t selve door een harer makkers geholpen t’ over-rompelen gemunt gehad hadden, gevende daar en boven geen klein nadenken dat se ter eerster instantie gevraagd zijnde hoe stark sij waren, tot antwoord gaven niet meer dan 22 a 23 koppen uijt te maken, en dat ons volk een poos daarna, en nadat bij ons geseide vaartuijg bereids al meer dan 24 uuren lang in besit genomen was, in ‘t selve nog 12 rappe en fluxe gasten, boven ‘t getal bij haar opgegeven tusschen de vaten en onder seilen en matjes verborgen, dog geen de minste contante penningen nog koopmanschappen, maar wel 33 lange snaphanen, 20 pistolen en 23 houwers, handgranaden en kruijd na advenant vond, bestaande hun voorraad van levensmiddelen in 30 vaten met meel, ses vaten met gesoute spek en 40 watervaten, voor de rest alles armelijk en seer slegt uijtgerust en toegetakeld, sonder dat men de minste boeken, bestek of anteikening na zeemanschap bij haar gevonden heeft, daarbeneffens gelet zijnde op haar verschillende en strijdende depositien plegtelijk voor gecommitteerdens uijt desen Raad gedaan, voorgevende d’ eene hier, d’ andere daar na toe angelegt te zijn, en andere ijdele en belachelijke voorwendsels meer; op alle welke omstandigheden circumspectelijk gelet, mitsgs. de constitutie en hoedanigheid van ‘t gemelde vaartuijg na behoren geconsidereerd zijnde, So hebben wij, na rijp overleg en ingenomen advijs van de Commandeur en enige der ervarenste schippers der althans hier ter rhede leggende retourschepen, ‘t gemelde vaartuijg niet anders konnen considereren of ansien als een pijrate, waar benevens bij ons nog exactelijk is geëxamineerd d’ ordre van d’ Ed. Heeren Majores, vervat in derselver Generale Missive an de Hoge Regering van India in dato 5 April 1692 luijdende aldus:
Die van d’ Engelse Oostindische Comp. hebben ons geschreven een briev gedateerd den 29 Februarij99 en daar neffens toegesonden enige exemplaren van de so bij haar genaamde certificatien die sij hare schepen in Indien, en specialijk op Mocha en China varende, sullen mede geven, en waarbij, so haar Ed. schrijven, ons volk daar te lande sullen konnen onderscheiden of ‘t schepen zijn van de gem. Comp. of wel private of entrelopers, met versoek dat wij die ordre souden willen geven dat onse bediende aldaar de hare souden mogen bijspringen om de voors. pijraten en entrelopers in haren handel en desseinen so veel doenlijk te traverseren en tegen te gaan, ‘t welke al so mede is van ons interesse, hebben wij niet konnen nalaten dat in te willigen en dien volgende UE. an te schrijven dat UE. en die onder UE. gebied daar te lande zijn gesteld, an de voors. entrelopers gene de minste beleevdheid sullen hebben te bewijsen of adsistentie toe te brengen, ter contrarie dat men haren handel en verdere voornemens so veel in ons is sal moeten tragten door mercantile middelen infructueus te maken, en wat belangt de piraten sullen deselve als pijraten moeten gehandeld worden.
Waarop dan verder gedelibereerd zijnde, so is na rijp overleg van saken eenpariger stemme verstaan en ten meesten dienste van d’ E.Comp. en in opvolginge der gemelde ordre onser Heeren Majores goedgevonden en besloten gemelde vaartuijg of chaloup, Amij genaamd, hier an te houden en de manschap daar mede overgekomen, bestaande in 35 koppen, over de retourvloot verdeeld, met de documenten en schrivten t’ haren laste alhier voor gecommitteerdens belegt na ‘t vaderland op te senden.100
Aldus geärresteerd en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare als boven.
[Signed:] S. v. STEL.
[Signed:] ANDS. DE MAN.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] W. PADT.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] L. v. STEL.
[Signed:] HARMEN VOET.
[Signed:] MICHIEL DE VRIES.
[Signed:] JAN GERRITSEN.
[Signed:] JAN DE WITH.
[Signed:] Me praesente J. G. DE GREVENBROEK, Secrts.
## Footnotes
-
Vgl. C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 87-89. Ook opgeneem inKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, pp. 260-261. ↩
-
C.418, deel II:Ink. Stukken, 1690-1691, pp. 833-836. ↩
-
Sien rapport van 6 Maart 1691 in C.332:Attestatiën, 1686-1698, pp. 339-341. ↩
-
Sien vonnis toen hom in C.J.3:Crim. en Civ. Regtsrolle, 1689-1700, p. 41 (verso). ↩
-
Vgl. verslag van hierdie saak aan die Goewerneur-generaal en Raad van Batavia in C.503:Uitg. Brieven, 1691-1692, brief van 14 April 1691, pp. 21-23. ↩
-
Vgl. C.681:Orig. Dagregister, 1686-1709, pp. 92-93, asookKaapse Plakkaatboek, deel I, 1652-1707, p. 261. ↩
-
Catharina Hoffers het Batavia in 1679 met een dogter verlaat as weduwee van Nicolaes Reijnierse. (Kol. Arch.594:Generaele Resolutiën des Casteels Batavia van den jare1679, p. 377. Sy het Ceylon in 1689 “met haere kinderen” en drie slawe verlaat. (C.417, deel II:Ink. Brieven, 1688-1689, p. 608.) Vir verdere besonderhede sienArgief-jaarboek vir Suid-Afrikaanse Geskiedenis, negende jaargang, pp. 267-268. ↩
-
Sien C.412, deel IV:Ink. Stukken, 1674-1676, pp. 1259-1268 en vgl. die antwoord op hierdie brief in C.498, deel I:Uitg. Br., 1676-1678, pp. 518 en 519, waar staan: “De getrouwde (amptenare) volgens de methode van India sien wij UEdele Hooge Agtbare hebben toegestaan maandelijcx af te betalen, dat voorwaar voor luijtjes van cleijne gagie (vermits ‘t graan dat is coorn en rijst hier duer is) seer wel komt …” Bax, 14 Maart 1677. ↩
-
Volgens dr. Hoge is Christian Mentzing en Bernhardus Mensing een en dieselfde persoon. Hy was getroud met Catharina Hoffers, nie Christina Hoffers, soos hier per abuis beweer word nie. Sien die negende jaargang vanArgief-jaarboek vir Suid-Afrikaanse Geskiedenis, p. 267. ↩
-
Sien C.417, deel II:Ink. Stukken, 1688-1689, pp. 607-608. ↩
-
Verskeie van hierdie resolusies was verkeerd ingebind en is nou in die juiste chronologiese volgorde geplaas. ↩
-
Het 1 Junie vertrek in geselskap van nog twee ander Engelse skepe wat in die uitgaande briewe die Roijale Jacob en Marij en die Josias genoem word. C.503:Uitgaande Brieven, 1691-1692, p. 192. ↩
-
Vgl. C.418, deel I:Ink. Stukken, 1690-1691, pp. 368-371. ↩
-
In die brief aan Batavia van 1 Julie 1691 word hy Joan Bernhard de Ruhe genoem. Sien C.503:Uitg. Brieven, 1691-1692, p. 194. ↩
-
Simon van der Stel se rang was nou van Kommandeur tot Goewerneur met ‘n salaris van ƒ200 per maand verhoog. Sien C.503:Uitg. Brieven, 1691-1692, p. 127. ↩
-
Waarskynlik spruit hierdie wysiging voort uit die eis wat Oloff Bergh teen Johannes Guilhelmus de Grevenbroeck ingestel het in verband met sy grondbriewe. Die Raad van Justisie het besluit om die erfbriefboeke te laat nasien deur die sekunde en die fiskaal. (C.J.3:Crim. en Civ. Regtsrolle, 1689-1700, p. 41.) ↩
-
Eers het hier “voormiddags” gestaan. Dit is verander in “‘s namiddags”. ↩
-
Johannes Mulder van Rotterdam was getroud met Jacoba Kicheler van Den Haag. ↩
-
Die instruksie van Hendrik Adriaan van Reede is op 16 Julie 1685 deur hom onderteken en kan gevind word in C.700:Instructiën en Memoriën, 1657-1685, pp. 541-550. ↩
-
Sien C.418, deel II:Ink. Stukken, 1690-1691, pp. 833-836. ↩
-
Skipper van die Bantam . ↩
-
Skout by nag en skipper van die Faam . ↩
-
Vise-Kommandeur en skipper van Goudestein . ↩
-
Skipper van De Swarte Leeuw . ↩
-
Eerste skipper van die Berg China . ↩
-
Die woord“fokke”is deurgehaal en verander in “voor”. ↩
-
Laaste handtekening van Johan Hendrik Blum, wat sedert 1685 garnisoensboekhouer aan die Kaap was. Was getroud met Margaretha Hendrina van Otteren van Maastricht en het twee seuns gehad. Hy het op 28 Augustus 1691 verdrink. SienKol. Arch.3991:Brieven en Papieren van de Cabo …overgecomen in den jare1679, asook dr. J. Hoge se gegewens in die negende jaargang van dieArgief-jaarboek vir Suid-Afrikaanse Geskiedenis, p. 35. ↩
-
Die Stellenbosch -argief begin eers in 1691 en hierdie eerste resolusies het dus nie bewaar gebly nie. ↩
-
Eers het hier “of” gestaan. Dit is verander in “en”. ↩
-
Sien plakkaat van 19 Oktober 1691, wat 22 Januarie 1692 uitgevaardig is. C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 98-101. Opgeneem inKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, pp. 262-264. ↩
-
Die tweede “i” is verander in ‘n “e”. ↩
-
Was afkomstig van Dauphine en getroud met Aletta de Savoye, ‘n dogter van Jacques de Savoye. Het ondersteuning van ƒ130 uit die Bataafse fonds gekry. ↩
-
Ongetroud. Was reeds op die plaas Languedoc gevestig, maar het in 1700 na sy geboorteland teruggekeer. ↩
-
Kom ook in die boeke voor as Pierre Rousseau, Rossouw en Roussouw. Was afkomstig van Mer by Blois en getroud met Anne Retief. Hulle het een kind gehad en ƒ400 bystand uit die Bataafse fonds gekry. Later gevestig op die plaas L’Arc d’Orleans . Sy tweede vrou was Geertruij du Toit. (SienGrondbriewe, Stellenbosch en Drakenstein , 1689-1722, pp. 423-424 en 511-512; C.J.2650:Testamenten, 1709-1715, no. 50.) ↩
-
Afkomstig van Goeree . Sy eerste vrou was Geertruijda Meyntings wat in 1676 oorlede is. Sy tweede vrou Johanna Starrenbung van Amsterdam, terwyl sy derde vrou Johanna Victor hom oorleef het. Hy is 30 April 1694 oorlede. ↩
-
in dieNotule van Landdrost en Heemraden, 1691-1701, Stellenbosch -argief 1/1, p. 11, kom sy handtekening voor as Lambert van Hoff. ↩
-
Vir lewensloop van Gottfried Meyhuysen sien negende jaargang van die Argief-jaarboek:Personalia of the Germans at the Cape, 1652-1806 deur dr. J. Hoge, p. 273. ↩
-
Vgl. regulasies vir wynboere wat 2 Januarie opgestel en 22 Januarie gepubliseer is in C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 103-104. Ook gepubliseer inKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, deel I, p. 264. ↩
-
Vgl. V.C.12:Dagregister, 1689, 1690, 1692, pp. 670-673. ↩
-
Vgl. V.C.12:Dagregister, 1689, 1690, 1692, pp. 670-673. ↩
-
Vgl. V.C. 12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 697-699. ↩
-
Jean Mesnard was agt-en-twintig jaar oud toe hy in 1687 op die skip China met sy vrou Louise Corbonne en ses kinders geland het. Hulle was uit Provence afkomstig. Die rekwes kan nie meer gevind word nie. ↩
-
Vgl. V.C. 12:Dagregister, 1689-1690, 1691, pp. 772-785. ↩
-
Willem Kemp het as skipper van die Waterland die hoogste gesag op die retoervloot beklee. Die opperkoopman, Balthasar Sweers, wat gevra het om as opperbevelhebber te mag repatrieer, is aangesê dat hy wel in rang bo die skipper was, maar geen posisie van gesag beklee het nie, aangesien hy “tegens de goede raad en met geen genoegen van de regering uit sijn dienst” getree het. ↩
-
Pieter van Eeden was skipper en het as vise-Kommandeur op die Eenhoorn gevaar. ↩
-
Gerard Drijver Bleijdenburg is in 1691 van onderkoopman en logieboekhouer bevorder tot koopman en boekhouer van die Kasteel. Hy het as skout by nag op die Schoondijke gevaar. ↩
-
Hierdie storm het in die nag van 4 op 5 Junie plaasgevind. Deur die moedige optrede van Jochem Willems van Amsterdam is baie mense gered. Sien beskrywing in V.C. 12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 811-814 en C.503:Uitg. Brieven, 1691-1692, pp. 318-321, 356-363. Vgl. verder verslae in C.332:Attestatiën, 1686-1698, pp. 359-414. ↩
-
Die woorde “‘t gene die” is verander in “‘t gene dat” met “hij” tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Sien voetnoot 50 van 1686. ↩
-
Vgl. brief oor hierdie saak in C.420, deel I:Ink. Stukken, 1692, pp. 199-200. ↩
-
Vgl. C.503:Uitg. Brieven, 1691-1692, pp. 357, 365-366. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in die linker kantruimte bygeskryf. ↩
-
Hierdie “kost- en vragtgeld” het ƒ408 bedra. Vgl. V.C.12:Dagregister, 1689-1690, 1691, pp. 843-851. ↩
-
“Lofflijcke Memorie”, omdat dit nou aan die Kaap bekend was dat hy op 15 Desember 1691 oorlede is. ↩
-
Blanko gelaat. ↩
-
Vgl. ook V.C. 12:Dagregister, 1689-1690, 1691, pp. 873-879. ↩
-
Vgl. V.C. 12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 939-941. ↩
-
Die vergadering van 27 Augustus het aan boord van die Goede Hoop plaasgevind en is dus nie in die resolusieboek opgeneem nie. Dit staan egter wel in die dagregister opgeteken. Sien V.C. 12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 971-972. ↩
-
Vgl. V.C. 12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 976-980. ↩
-
Vgl. C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 154-156. Ook opgeneem inKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, p. 276. ↩
-
C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 158-160. Ook oorgeneem inKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, deel I, pp. 277-278. ↩
-
Afkorting virnomine. ↩
-
Sien saak teen haar in C.J.3, waar sy op 18 Desember 1692 gevonnis word om “drie achter een volgende sondagen na de praedicatie andre ten exempel in den draeijstoel pub. ten toon gesteldt te werden … C.J.3:Crim. en Civ. Regtsrolle, 1689-1701, p. 15 van 1692. ↩
-
Hierdie resolusie is op die agterkant van die resolusies van 1693 geskryf. Sekretaris De Grevenbroek het egter die 3 in ‘n 2 verander. Volgens die inhoud van die dagregister wat hiervoor ingevoeg is, het ons hier met ‘n resolusie van die jaar 1692 te doen. ↩
-
Vgl. V.C. 12:Dagregister, 1689-1690, 1692, pp. 1060-1061. Die saak teen Pieter Claesz Snel is deur die Raad van Justisie in Batavia afgehandel. Dat hy weer in diens geneem is, blyk uit die resolusie van 18 Januarie 1695, waarin vermeld word dat hy met twee skepe na Patria vertrek. (SienKol. Arch.608:Generale Resolutiën des Casteels Batavia van den jare1693, res. van 6 Maart 1693, p. 191 en inKol. Arch.610, die resolusie van 18 Januarie 1695, p. 94.) ↩
-
Willem Corssenaar was van Amsterdam afkomstig en het in 1689 met die Bantham as adelbors na die Kaap gekom. As garnisoensboekhouer het hy in 1694 lid van die Politieke Raad geword. Hy is deur Daniel Heins in 1700 tot onderkoopman met ‘n salaris van ƒ40 per maand bevorder. Hy was nog onderkoopman en het diens gedoen as winkelier toe hy oorlede is. Sy vrou, Catharina Cruse, het hom oorleef. Hulle het 5 kinders gehad. Sien C.J.2649:Testamentenboek, 1686-1708, p. 493 asookKol. Arch. 7585, Brieven en Papieren van de Kaap in dato30 Maart 1710, Kamer Zeeland 3190, ongeorden. ↩
-
Sien Albert Koopman, voetnoot 90 van 1687. ↩
-
Hierdie resolusie is nie onderteken nie. ↩
-
Hierdie resolusie is verkeerd ingebind. ↩
-
Sien brief van 27 Junie 1691 in C.419, deel II:Ink. Stukken, 1691-1692, pp. 295-302. ↩
-
Sien verdere gegewens oor verpagting van goedere in V.C. 12:Dagregister, 1689-1690, 1691, pp. 1095-1096. ↩
-
Hierdie resolusie is verkeerd ingebind en word nou in sy juiste chronologiese volgorde geplaas. ↩
-
Sien C.68l:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 171-172 oorgeneem inKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, p. 278. ↩
-
Vgl. V.C.13:Dagregister, 1693-1695, pp. 5-6. ↩
-
In sy testament wat 27 Desember van hierdie jaar opgestel is, word hy “der medicinen doctor en ‘s Comps. landmeter en baastuijnier” genoem. Hy was getroud met Margarita Hendrina van Otteren, weduwee van Jan Hendrik Blum, wat in 1691 verdrink het. Die twee seuns uit hierdie huwelik, Jan en Andries Blum, was nou vier en ses jaar oud. In ‘n brief van Here XVII aan Batavia word hy beskryf as “Hendrick Bernhard Oldenlandt van Lübeck een seer goet botanicus of kruijdenkenner, drie jaeren op de Academie van Leijden in de medicijnen met veel vrught gestudeert hebbende.” (SienKol. Arch.460:Brieven van de Seventienen na Indien, 1686-1692, p. 622 (verso). ↩
-
Vgl. V.C.13:Dagregister, 1693-1695, pp. 9-10. ↩
-
Nobilissimus amplissimisque viris. ↩
-
Wilhelmus van Wijngaerden van Werkendam het as Extraordinaris Raad na die Ooste gegaan waar hy op 14 November 1701 oorlede is. ↩
-
Daniel Heins het op 13 Augustus 1692 vir die tweede keer na die Ooste vertrek. Sy skip die Vosmaer het op 23 Januarie 1693 in Saldanhabaai aangekom. Sien sy eiehandig geskrewe briewe in C.421, deel I:Ink. Stukken, 1694 (sic) -1695, pp. 1-8. ↩
-
Skipper van Nederland . ↩
-
Skipper van Reijgersdael . ↩
-
Skipper van Zion . ↩
-
Skipper van Princeland . ↩
-
Skipper van Dregterland , ↩
-
Skipper van Handboogh . ↩
-
Die naam van sy skip word nêrens genoem nie. Sien beskrywing van hierdie reis in C.504:Uitg. Br., 1693-1695, pp. 87-94. Die vloot het 17 April 1693 na Patria vertrek. ↩
-
Het die Kompanjie in “verscheijdene functiën” gedien en het “laestelijck die van seconde in de Souratse directie bekleet”. SienKol. Arch.607:Resolutiën van den Generael en Raeden in den jare1692, p. 962. ↩
-
Hier word verwys na die sogenaamde negejarige oorlog teen Frankryk , wat in 1688 begin het, toe Jacobus II van Engeland gevlug het vir sy skoonseun Willem III van die Verenigde Republiek. ↩
-
Abraham Zeeman het in ongenade geraak omdat hy die instruksies in verband met hierdie reis nie opgevolg het nie. Sien C.421, deel II:Ink. Stukken, 1694-1695, pp. 431-432. Hierdie resolusie kan ook gevind word in V.C.13:Dagregister, 1693-1695, pp. 90-93. ↩
-
Volgens die dagregister het die Succes op 30 April aan die rede verskyn en volgens die uitgaande briewe het die skip op 5 Mei na Londen vertrek. Sy kaptein was “Eduard Clive” met ‘n bemanning van 70 en 30 kanonne. (Sien V.C.13:Dagregister, 1693-1695, p. 111 en C.504:Uitg. Br., 1693-1695, p. 205. Ook C.421:Ink. Stukken, 1694-1695, p. 120. ↩
-
Om te voorkom dat skepe onder ‘n Engelse vlag sou vaar, indien hulle dit nie was nie, het die Engelse Oos-Indiese Kompanjie ‘n spesiale sertifikaat laat druk, wat deur alle Engelse skepe vertoon moes word. (Sien C.421, deel II:Ink. Stukken, 1694-1695, p. 561.) ↩
-
Die Tamboer het 20 Oktober 1692 uit Nederland gekom en reeds baie goeie dienste verleen. met hulp aan die rampspoedige vloot van Werkendam en Heins. Sien C.504:Uitg. Br., 1693-1695, pp. 93-94. ↩
-
Vgl. V.C.13:Dagregister, 1693-1695, pp. 116-119. ↩
-
Was opperbevelhebber van die skepe van die tweede besending en het op die Berkel gevaar. ↩
-
Skipper van die Sir Jansland . Word ook Jan Gerritson genoem. ↩
-
Skipper van die Pampus . ↩
-
V.C.13:Dagregister, 1693-1695, pp. 157-159. ↩
-
SienKol. Arch. 460:Brieven van de Seventienen naar Indiën beginnende 4en Maart 1686 en eyndigende den 5en April 1692, p. 677 (verso). ↩
-
Sien vertaling van hierdie brief in V.C.13:Dagregister, 1693-1695, pp. 153-158. ↩
-
Ook opgeneem in V.C.13:Dagregister, 1693-1695, pp. 168-174. ↩