C026 v1.20
C. 26, pp. 2-7.¶
Maandag den {17070829} 29n Augustij 1707, des naarmiddags, Extraordinarij vergadering.
Presentibus omnibus, dempto den Ee. fiscaal Joan Blesius, dog dewelke zig ‘s anderendaags verklaart heeft met deze Resolutie te confirmeeren; assumptis de schippers van de ter rheede leggende scheepen Duivenvoorde en Donkervliet , mitsgaders den ondercoopman van laastgenoemde bodem, Jacobus van den Anker, Hendrik Stok-mans en Mr. Dirk van Cloon.
Den Gezaghebber en President, de Heer Joan Corns. d’Ableing, ter vergadering geexhibeert en opgeleezen hebbende seeker schriftuur,bij dezen geannexeerd,2 behelsende de redenen die zijn E. gemoveert en ook genootsaakt hebben den Raad te doen convoceeren, en wel specialijk, om dat den Eerwe. do. Engelbertus Franciscus Le Boucq, predicant voor de gemeinte tot Draakenstein , en alhier de kerke, benevens den Eerwe. do. Hendricus Bek, predican[t] bij de gemeinte aan Stellenbos , pro interim, bij beurten waarneemende, op heden ter vergadering ontboden zijnde, om gehoord te werden op de klagten soo even bevooren aan den Raad gedaan, door den Secretaris der Justitie en eerste geswooren clercq ter secretarie, Abraham Poulle, en den burger Jan Overholster, de eerste ouderling en d’andere diacon der kerke alhier, ter sake dat zij daags bevoorens na de voormiddags predicatie door geme. do. Le Boucq publicq van de stoel waaren geexcommuniceert, ende de gemeinte vermaand haar na deezen voor geene leden van de kerke te erkennen, en sulx buiten forme van kerkelijke regtspleeginge, alleen op sijn eigen authoriteit, dog aleer verscheenen was, aan het Opperhoofd en Raad heeft doen overgeven seker schriftuur, luidende van woorde tot woorde als volgd:
Aan den E.Agtb. Heer Joan Cornelis d’Ableing, opperkoopman en secunde, thans het gesag voerende aan de Caab de Goede Hoop, beneffens den E.Agtb. Raad aldaar.
‘Dewijl op Zondag agtermiddag, zijnde den 28n Augustij 1707, den predicant Le Boucq door Sr. Helot, lid en Secretaris van den E.Agtb. Raad, zijnde geaccompagneert met den geregtsbode, den predikdienst, uit ordre van den E.Agtb. Heer Joan Cornelis d’Ableing, beneffens den Agtb. Raad, ontzeit is, en dat op seer leugenagtige aanbrenginge, self van partijders, tegen alle forme van regten en proceduuren, sonder gehoord te zijn, waar door groote ontsteltenisse onder de gemeinte veroorsaakt, den armen merkelijk benadeelt, ende de kinderen ongedoopt naar huis sijn gesonden; alle welke dingen zijnde, die tot schendinge van den godsdienst, en tot krenkinge van des voorgenoemde predicants eer verstrekken, vind zig den predicant genootdrukt hier over met reden gevoelig te toonen, dewijl self geen souveraine regeeringe, ja de souverainen van den lande, indiervoegen niet souden handelen omtrent een predicant, tegen wiens gedrag of leere in ‘t minste niet sakelijx ingebragt kan worden.’
‘Den predicant verswijgende de regten der kerkelijke regeeringen, soo van haar Ho.Mo. de Staaten Generaal, als die der Heeren Majores, beneffens de Oostindische kerkenordres, alle van haar Hoog Mog. geapprobeert, die bij een nader gelegentheit sullen voortgebragt worden, voor zijnen competenten regter, die hij hier omtrent dese zaak aan de Caab niet en erkend; behoudens egter het gezag der overigheit omtrent andere saaken, die niet t’ eenemaal kerkelijk sijn; sal alleen uit veele hedendaagse in agtinge zijnde regtsgeleerden weinige aanhalen, waar uit de ongerijmtheit van deese behandelinge blijken sal:’
‘Extract uit de hedendaagse regtsgeleertheit door Ulrik Hubeer,3 tweede deel, eerste boek, capl. 10, artl. 27, daar haald hij aan en teld onder de punten, die t’ eenemaal en suiver kerkelijk zijn, de censuure, soo genoemd, en de excommunicatie in sijn regte zin genomen. En articul 28 segt hij, het is seker dat de kerke dese dingen mag gebruiken gelijk gesegt is, ook in weerwille der overheden. En artl. 50 segt voorne. gerenomeert autheur: de kerkelijke cenzuure, waar van meermalen is gesprooken als zuiver kerkelijk sijnde, word ook allenthalven in Vriesland aan de kerken vrijgelaten, en de reeden laat niet toe dat deselve door civiele proceduren soude worden belet, dewijl het saaken zijn van gantsch verscheidene natuure: sulx ijmand, kerkelijk wesende, gecensureert of onder cenzure staande, deselve niet kan ontkomen of uitstellen met de saaken te brengen voor een politicque vierschaar, ende schijne geen reden te zijn, dat de cenzure door Politicque beveelen soude werden opgeschort, immers die niet, die in bijsondere kerken word geoeffend, want met die van classen en sijnoden soud het een ander aansien konnen hebben, om dat deselve niet konnen vergaderen sonder dependentie van de Politicque magt, waar onder de cenzuure van ijder kerke, gelijk meermalen gesegd is, niet en staat.’
‘Simon van Leeuwen4 bevestigd dit nadrukkelijk, le. boek, XI deel, artl. 5: En hebben de kerkendienaars bij ons geen bijsonder voorregt als alleen in saken de kerkelijke tugt betreffende onder haare ledematen, ‘t welk zijomopentlijk kwaad en ergerlijk leven de kerkelijke tugt doen onderwerpen, ingevolge het 34e. en de volgende articulen van de kerkelijke ordeninge, haar bij de Heeren Staaten van Holland in Maij 1591 voorges.5 ‘
‘Dese zaken soo zijnde, vind zig den predicant tot maintenu van den veragten godsdienst, en tot hersteltenis van sijn daar door geschonden eere, genootsaakt te protesteeren, gelijk hij doet mits dezen, tegen die gene die dese disorder veroorsaakt hebben. (was getekend) E. F. Le Boucq V.D.M. (in margine stond) Cabo de Goede Hoop, den 29n Augustus 1707.’
Verhalende opgemelde predicant Le Boucq, binnen getreden zijnde, nogmaal bij monde en ook sijn beklag doende, dat hij gisteren op een onregtveerdige wijse en onverhoord de predikstoel, uit name van de Heer d’Ableing en den Raad, is ontzeid, zonder daar bij te voegen dat hem sulx om redenen, bij het geresolveerde van gisteren ter nedergesteld, eenelijk voor dien agtermiddag was versogt, maar in tegendeel seggende dat hij daar mede in ‘t geheel van sijn predicampt gesuspendeert soude zijn, en dat den Secretaris hem sulx in diervoegen soude hebben aangesegt. Tot bevestiging van dien, seggende een getuige te kunnen brengen, die Zijn Eerwe. in desselfs huis op een heimelijke plaats had versteeken, om de woorden van den Secretaris aan te hooren, sonder egter die gepretendeerde getuige te noemen, of te voorschijn te brengen.
Overleverende verder een onderhandse verklaring, met desselfs eigen hand ges., en door eenige persoonen onderteekend, waarmede hij predicant Le Boucq vermeende aan te toonen dat zijn Eerwe. opgemelte ouderling en diacon, Poulle en Overholster, niet had geëxcommuniceert, maar deselve eenlijk van haar bedieningen afgezet en de gemeinte vermaand haar voortaan voor geen leden der kerkenraad meer te erkennen.
Eindelijk tot sijn voors. woorden nog voegende, dat hij geene der leden van den Raad in staat agte om de saak van voorne. Poulle en Overholster te decideren, die gezeten hadden om deselve tot die bedieninge te verkiesen en aan te stellen: seggende tot voorbeeld dat geen perzoon een huis sal stigten of bouwen, en dat selfs weder onder de voet werpen.
En dewijl het waaragtig is, dat voors. afsetting is geschiet op desselfs eigen authoriteit, buiten kennisse van zijn collega Bek, veel min met die van de overigheid, door wie deselve zijn geapprobeert en aangesteld, ook niet met kennisse of bewilliging van den kerkenraad, gevolglijk informeel, en zijn gemelte schriftuur van protest opgevult met extravagante expressien, Soo is dierhalven, na rijpe gehoudene raadpleging en overweging van saken, eenparig goedgevonden, nodig geagt ende geresolveert, omme, tot mainctenu van ‘t gesag, het Opperhoofd nevens den Raad alhier ‘s Comps. wegen aanvertrouwt, ende tot stuiting en weering van alle infractie tegen opgemelde predicant Le Boucq, desselfs schriftuur voornoemd, gehouden gedrag, en mondelinge uitting, weder te protesteeren, als mede tegen alle verdere beweging en onheilen, die daar uit souden spruiten, en verder daar ontrent te handelen naar tijd ende gelegentheit van de saak.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] JBS. V. D. ANKER.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] HK. STOKMANS.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] DK. VAN CLOON.
[Signed:] Mij present WM. HELOT, Secrts.
C. 26, pp. 8-9.¶
Dingsdag den {17070906} 6e September 1707, des voornoens.
Presentibus omnibus, dempto den luijtenant Adriaan van Reede.
Burgerraaden deser stede, request gepresenteerd hebbende, waar bij onder anderen van wegen de vrij metselaars alhier, versoek doen dat ‘s Comps. dienaaren voortaan geen nieuwe metzelwerken van de vrijluiden, welke sij buijten ‘s Comps. werktijd waarneemen, meer souden mogen aanneemen, of bij der hand vatten, als zijnde in prejuditie van gemelte vrij metselaars, dog dat zijluijden wel eenige carwijties of reparatien vermogten aan te neemen en die voorts afmaken. ‘t Welk geresumeert, en daar over geraadpleegt zijnde, is eenpaarig goetgevonden ende verstaan gem. versoek te accordeeren, mits dat voors. vrije metselaars haar ieder in ‘t bijsonder bij handteekening sullen verbinden voor de boete van 10 Rijxds. voor den armen in gez. request vermeld en aangeboden, in soo verre zijluijden ofte iemand van hen, haar aangenomen werk niet naar billikheid komen uijt te voeren, ofte de ingezeetenen daar mede in verleegenheid laaten, waar over zeer geklaagd werd.
Hebbende bij gemeld request verder te kennen gegeven, dat zedert eenige jaaren herwaarts uijt de burger cas van dit Caabs district excessive somma’s waaren uijtgegeven voor ‘t dooden van wild en verscheurend gedierte, en sulx meestendeel aan persoonen die wijnig of niets tot dit district contribueeren, maar verre landwaard in woonen, of met hun vee leggen, versoekende dierhalven dat ‘er een regte bepaling ofte limietscheiding mogte werden gemaakt, om daar door aan te toonen tot hoe verre zij na deesen gehouden sullen zijn de premien voor ‘t dooden van wild gedierte aan de ingezeetenen of door wiens toedoen het selve is omgebragt, te moeten betalen. En verder dat ‘er bij placcaat geordonneerd mogt werden, dat wie in ‘t toekomende binnen dit district eenig wild gedierte gedood, en daar voor premie begeerd, gehouden zal zijn ‘t geheele beest, in plaatse van ‘t vel, op te brengen, op peene van verstek van haare pretentie. Waar op aandagtig gelet en gedelibereert zijnde, is eenpaarigerstemme verstaan, de dispositie omtrent het poinct van limietscheijding, als zijnde een zaake welke zoo schielijk niet kan geschieden, tot nader geleegentheid te reserveeren en uijt te stel[len]. En ten opsigte van het laaste verzogte, dat men bij biljet de ingezeeten[en] deeses Gouvernements alomme bekent sal maken, dat soo wie na deesen eenig wild of verscheurend gedierte van leeuwen, tijgers of wol[ven] geschooten ofte op eenige andere wijse om ‘t leven gebragt heeft, en de [ge]telde premie daar voor begeerd te genieten, sodanigen persoon gehoude[n] sal weesen, in plaats van ‘t vel, het geheele beest na deesen Casteele ofte aan Stellenbosch bij den landdrost op te brengen en te vertoonen, in welken gevalle de behoorlijke premie aan deselve promptelijk sal werden voldaan en anders niet.6 En sulx tot preventie van on regtmatighed[en], die onder schijn van het gedierte selfs geschooten te hebben, daar onder souden konnen sluijpen, met sodanig wild ofte de vellen van dien, van de Hottentots te coopen of vermangelen, of sulx wel op een andere wijse te bemagtigen.
Den crankbesoeker Jan Ruger, alhier beschijden en zijn dienst in ‘t hospitaal waarneemende, de welke op den 30e. Augustus lestleeden verstaan is met een der presente scheepen na Batavia te zenden, terwijl hij hier wel gemist conde werden, zijn beklag gedaan hebbende, dat zedert eenigen tijd herwaarts merklijk aan zijn gezigt verlooren heeft, invoegen dat hij daar door bijna buijten staat is gebragt om zijn dienst langer behoorlijk te konnen waarneemen, versoekende dierhalven dat met de aanstaande retourvloot uijt Indiën mogte repatrieeren. Waar op geleth, en in aanmerking genomen zijnde, dat desselfs verbonden tijd nog in lange niet staat t’ expireeren. Soo is verstaan hem toekomende jaar als onbequaam naar ‘t vaderland te senden, en dat hij sijn gagie sal blijven behouden, om daar van midlerwijl te connen subsisteeren, sonder meer.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.7
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 10-11.¶
Woensdag den {17070907} 7 September 1707, des voornoens. Extraordinarij vergadering.
Presentibus omnibus dempto den luijtenant Adriaan van Reede.
Den pl. Gezaghebber de Heer Joan Cornelis D’Ableing, de vergadering gecommuniceert en voorgeleesen hebbende een brief van den Predt. Engelbertus Franciscus le Boucq, zijn E. gisteren avond ter hand gesteld, luijdende van woorde tot woorde aldus:
Aan den E.Agtb. Heer Jan Cornelis D’Ablijn, oppercoopman, bij provisie het gezag voerende aan de Caab.
‘Agtb. Heer.’
‘Dewijl mij den dienst op een onregtmatige wijse ontzeid is, sal UE.Agtb. gelieven de goetheid te hebben vandaar in te voorsien, en sorge te dragen det den dienst waargenomen werd, wijl niet geneegen ben den dienst waar te neemen, voor en al eer mij volkomen satisfactie gegeven, en ik in mijn geschonden eere hersteld werde, ‘t welk, wanneer geschied sal sijn, ben bereid den dienst niet als een huurling, maar als een eerlijk man waar te neemen. Wat het geschrift mijn op UE.Agtb. ordre overhandrijkt, aanbelangd, dat sal voor de Ede. Heer van Assenberg beantwoorden,8 als ook in Indiën, om redenen. En blijve na een vriendelijke en eerbiedige avondgroetinge. (onderstond) Agtb.Heer, (lager) UE.Agtb. dienstwilligen (was getekent) E. ff. le Boucq, (in margine) Cabo de Goede Hoop, den 6 September 1707.’
Waar op aandagtig gelet en in aanmerking genomen zijnde, dat geme. predikant Le Boucq daar in niet vermelt waar ter plaatse, hoedanig ende wanneer hij herstelling van sijn pretense geschonden eere sal tragten te soeken en satisfactie te krijgen: Ende dat hem ook soo ter vergadering van den 29n Augustus lestleeden expres daar over gehouden, als daar na schriftelijk het tegendeel van sijn gesustineerde, nopende het ontseggen van den dienst, is te kennen gegeven: Soo is eenpaarig goetgevonden ende verstaan, den predt. do. Henricus Bek te doen ontbieden en zijn eerw. aan te zeggen, dat den predikdienst hier aan de Caab alleen sal dienen waar te neemen, tot de komst van de verwagt werdende predicant uijt het vaderland, ofte tot tijd en wijle dat gem. predt. Le Boucq zig in den godsdienst met goedvinden van den Raad weder behoorlijk ko[mt] te kwijten, en deselve waar te neemen. Ende dat voorts den dienst aan Stellenbosch soo lange door den crankbesoeker aldaar, met voorleesen sal werden gedaan.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare voors.9
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 12-13.¶
Dingsdag den {17070920} 20e September 1707, des voornoens.
Presentibus omnibus, dempto den luijtenant Adriaan van Reede.
Door den pl. land-drost Samuel Martini de Meurs, te kennen gegeven zijnde, dat het Raadhuijs aan Stellenbosch niet alleen door ouderdom en ‘t deurwateren op verschijde plaatzen seer slegt gesteld en bouwvallig, maar ook reets een gedeelte daar van ter neder gestort was, versoekende dat daar inspectie van gedaan, en vervolgens ordre tot de behoorlijke reparatie mogte gesteld werden; waar op gelet en wijders gedelibereert zijnde, is eenparig goed gevonden ende verstaan het voors. huijs bij provisie van boven tot de tweede verdieping te doen afbreeken, om daar door het geheel invallen zien voor te komen en het houtwerk, ‘t geen daar aan nog meest alles goed is, te preserveeren en voorts behoorlijke inspectie en ondersoek te laaten doen, of het verdere of onderste gedeelte van dien sal konnen blijven staan en vervolgens indiervoegen weder opgetimmerd werden dan of hetselve geheelijk diend afgebrooken en gesloopt te werden; in welken gevalle men daar mede ten eersten sal voortvaaren, en ‘t selve vervolgens wederom opbouwen, met een verdiepinge minder, waar toe gebruijkt sullen werden al de houtwerken en verdere materialen die van het oude gekomen en ten meerendeele sullen sufficieeren.10
Claas Stolt, van Femeren,11 matroos in dienst der E.Compe., en verleeden jaar met het schip, den Berg , uijt het Patria alhier aangeland, ter vergadering overgeleverd hebbende seekere verclaring, de dato 6 Augustus 1706, door de opperhoofden der gem. bodem t’ zijner requisitie gegeven, behelsende dat deselve Claas Stolt den 13e April te vooren, in ‘t gevegt dat zijluijden met de France gehad hebben, door een splinter zijn ‘s linker oog verlooren heeft, mitsgrs. een swaar accident aan desselfs ‘s linker been gekreegen, en dat deselve sig vigilant gedragen heeft, als een getrouw dienaar van d’ E.Comp. betaamd. Welke verclaring geresumeert en daar over geraadpleegt zijnde, is verstaan deselve hier ter Secretarije in te nemen, en hem Claas Stolt een authenticque copia daar af te geeven, om zig daar van in ‘t vaderland te konnen bedienen, ten einde hij de behoorlijke en daar toe staande premie van de Ede. Heeren Majores mogte erlangen, Sullende desweegen aan wel opgem. haar Ede. Hoog Agtb. de verijschte kennisse van hier, bij missive gegeven werden.
Ouderlingen en diaconen van de kerke tot Drakenstijn seker request in de Franse taale gepresenteerd hebbende, Soo is gemeener stemme verstaan het selve eerst te doen translateeren in ‘t Nederduijts, en als dan op het versoek daar bij gedaan, ten spoedigsten te delibereeren.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.12
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt en Secrets.
C. 26, p. 14.¶
Donderdag den {17070922} 22n September 1707, des voornoens. Extraordinarij vergadering.
In jegenwoordigheid van alle de leeden.
Op het request door ouderlingen en diaconen van Drakenstijn den 20e deser gepresenteerd, en uijt het Frans in de Nederduijtse taale overgebragt, inhoudende versoek om aldaar eens een predt. te mogen hebben om verschijde jonge kinderen te doopen, ondertrouwde persoonen in den huwelijken staat te bevestigen, en verder het Hg. avondmaal des Heeren onder de communicanten te celebreeren, is, na rijpe gehoudene raadpleeging, unanimiter goedgevonden ende reresolveert, den predt. Henricus Bek toekomende week naar buijten te laaten vertrekken, ten einde om op de volgende Sondag aan Drakenstijn te prediken, ende daar zijnde, kinderen die het Hg. sacrament nog niet hebben ontfangen, te doopen, d’ondertrouwde persoonen te bevestigen, en Zondags daar aan het Hg. avondmaal uijt te deelen, ‘t welk op Zondag 25n deser door den crankbesoeker of voorleeser te dier plaatse opentlijk in de Kerk, tot waarschouwing van een ieder, sal afgekundigt werden. En is wijders verstaanom,des doenlijk, te versorgen, dat de kerk hier aan de Caab in die tijd niet ledig, en van een predt. ontbloot sal blijven, terwijl den predt. Engelbertus Franciscus Le Boucq, volgens zijn afgezonden brief aan het pl. opperhoofd, van dato den 6e September jongstleeden, niet geneegen is den predikdienst waar te neemen, en deselve zedert ook niet heeft waargenomen, den opontbode predt. Petrus Calden te doen versoeken ofgenegen is omgedurende den tijd dat gem. predt. Bek na buijten is, ingevalle de verwagte predikantuit het vaderlandmidlerwijl niet mogt komen aan te landen al schoon sijn gagie afgeschreeven is, egter den godsdienst hier in de kerk, ter liefde van ‘t gemeen, waar te neemen.13
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, p. 15.¶
Dingsdag den {17070927} 27n September 1707, des voornoens.
Presentibus omnibus.
Johannes Phijffer, vrijburger en gepermitteerde om met desselfs vaartuig op de Saldanhabaij te mogen vissen, te kennen gegeven hebbende dat hij in gem. baij een parthij gesoute vis in voorraad hadde, met presentatie deselve aan de E.Compe. te willen leeveren tegen ƒ5:-:- ligt geld het half aam, en sulx tot afkorting van gem. zijn vaartuijg van de E.Compe. voor eenigen tijd gekogt: Waar op gelet en in consideratie genomen zijnde de groote benodigtheid van vis voor ‘s Comps. slaven, tot hun gewoonlijk onderhoud en ook de civiele prijs van ƒ5:-:- het half aam, zijnde ƒ2:10:- minder als deselve hier waardig is, Soo is dierhalven eenparig goed gevonden ende verstaan de voors. in voorraad zijnde vis met een van ‘s Comps. galjoots althans in gem. baij zijnde om te vissen, met eenen na herwaarts te laaten overvoeren, en deselve invoegen voors. van hem Phijffer aan te neemen, te meer dewijl de tijd der traanbranderij aanstaande is, wanneer de galjoots tot de visserij niet verledigen zullen konnen.14
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare voors.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 16-18.¶
Donderdag den {17070929} 29n September 1707, des voornoens. Extraordinarij vergaderinge.
In tegenwoordigheid van alle de leden,
Den provl. Gesaghebber de Heer Joan Cornelis d’Ableing, de vergaderinge hebbende doen beroepen, heeft Zijne propositie schriftelijk gedaan en de leeden duidelijk voorgelezen, luidende van woorde tot woorde aldus:
‘Propositie van den oppercoopman Joan Cornelis d’Ableing, provisioneel gesaghebber, aan de verdere leden deses Gouvernements:’
‘’tis U.EE. alle bekend hoe den predicant, do. Engelbertus Franciscus Le Boucq, door een brief van den 6n deser maand, aan den gesaghebber heeft gerecommandeerd daar in te versien en sorge te dragen dat den dienst waargenomen werd, wijl hij niet genegen was die waar te neemen voor en al eer hem volkomen satisfactie gegeven, en hij in sijn pretenze geschonden eere hersteld werd, over dat hem op een onregtmatige wijse den dienst soude ontzeid zijn; niettegenstaande hem soo wel in onse vergadering, expres daar over gehouden, en daar op schriftelijk het tegendeel is te kennen gegeven, en dat in een tijd dat ‘er drie kerken sijn waar te nemen, en daar toe buiten sijn Eerwe., niemand als do. Bek (zijnde de gagie van do.Kalden al voor eenige maanden afges.)’
‘En dewijl ons onbewust blijft waar ter plaatze en wanneer do.Le Boucq herstellinge van sijne pretenze geschonden eere sal tragten te soeken ende verkregen hebben; soo vind den provl. gesaghebber voornt., uit kragte van het ampt hem pro interim gedefereert (vermits de maande September morgen verloopen ende de uitdeelinge der emolumenten op handen is) Zig verschuldigd UEE. in bedenkinge te geven of men aan do.Le Boucq, sijnde een dienaar van de E.Compe., hier ter plaatse bescheiden, die sijne dienst schriftelijk heeft geweigerd langer waar te nemen, onder voorwending van geschonden eere, egter sal laten profiteeren soo considerable bezoldinge en tractement, als die zijn van den voors. predicant, welke onder dat pretext mogelijk wel wat soude laten heensleuren, als gemakkelijker sijnde, dan sijne twee weekelijxe predicatien op ‘t papier te stellen, en van de predikstoel aan de gemeinte voor te lezen: dan of men desselfs gagie behoorde te laten cesseeren van dien tijd af aan dat voors. brief heeft afgevaardigt en ook geen dienst gedaan, tot tijd en wijle dat sijn eerwaarde den dienst met goetvinden van den Raad, of hooger ordre, sal komen waar te nemen. Waar op den voorn. Gesaghebber UEE. advijs en goedvinden hier onder schriftelijk versoekt, tot zijne dechergie. (onderstond) In ‘t Casteel de Goede Hoop den 29n September 1707.’
Waar op geleth en de saak overwogen zijnde, Soo hebben een ijder der respe. leden van den Raad onder gemelde propositie door den Secretaris doen aanteekenen hun advijs en goetdunken, en ‘t selve eigenhandig onderteekend, luidende als volgt:
Den E. fiscaal independent Joan Blesius is van advijs, dat de gagie, costgeld, en verdere emolumenten sullen continueeren tot ulto.October aanstaande en langer niet.
Den E. capn. Olof Berg is van advijs dat de gagie en emolumenten van den predicant Le Boucq sullen cesseeren van den tijd af aan dat hij de brief heeft afgevaardigt.
Den luitenant Adriaan van Rheede is van advijs als den E.fiscaal.
Den winkelier Willem Corssenaar confirmeert sig met het selve advijs te meer wijl d’ E.Compe. in staat is, om, wanneer het te veel betaald is, hem predicant Le Boucq wederom af te eisschen.
Den guarnisoen boekhouder Jacob Cruse is van ‘t selve advijs als sr. Corssenaar. Den pakhuismeester Willem van Putten is van ‘t selve advis als den E.capn. Berg, om redenen dat blijkt bij den brief van den predicant Le Boucq, van dato 6 September, dat sijn dienst op een ongeregtig voorgeven komt te weigeren.
Den Secretaris Willem Helot is van ‘t selve advijs als sr. van Putten.
Den provl. Gezaghebber laast adviseerende, is van besluit dat sijne gagie behoorde te cesseeren van dien tijd, dat de brief afgevaardigt heeft, ten aansien dat hem bekend is hoedanig de hooge regeering in Indiën hebben gehandeld omtrent diversse persoonen, en specialijk de Heeren Arnoldus Muikens16 en Balthasar Sweerts,17 die ongenegen waren, de eerste het gouvernement van Ceilon , en den anderen het oppercoopmanschap van ‘t Casteel tot Batavia, waar toe aangesteld waren, waar te nemen. En nu nog jongst bij dese vergadering, in ‘t reguarde van den predict. Calden, die om de cortheit des tijds, soo voorgaf, niet konnende vertrecken naar ‘t vaderland, zijn gagie en emolumenten sijn afgechreven.
Invoegen dat aldus de stemmen, vier tegen vier, sijn gestaakt gebleven.
Aldus gedaan en geadviseert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 19-20.¶
Dingsdag den {17071025} 25n October 1707, des voornoens.
Presentibus omnibus, dempto den guarnisoen boekhouder sr. Jacob Cruse, door indispositie.
Dewijl men hier althans ‘s Comps. weegen, soo door versterf als ouderdom en onbequaamheit, seer schaars van goede trek en werkbeesten is versien, sulx daar door de dagelijxe nodige rijwerken meer en meer staan te vertragen en ten agteren te gaan; Soo is op de propositie van den provl. Gesaghebber de Heer Joan Cornelis d’Ableing, eenparig goetgevonden ende geresolveert, om ‘s Comps gemeene werken in geen verval te brengen, maar soo veel doenlijk haar behoorlijke voortgang te doen houden, in ‘t korte een afsendinge van eenige Comps. dienaren te doen naar de omleggende Hottentotse natien om bij deselve een goede parthij jonge runderbeesten, ossen en bullen voor de gewoonlijke goederen en materialen, zien te handelen en in te ruilen, immers soo veel als sijluiden op de zagste en minnelijkste wijse bequamelijk sullen konnen bemagtigen; desgelijx ook eenige Hottentots schaapen voor ‘s Comps slaven alhier, om die nu en dan daar van te spijsigen, als werdende eenparig geoordeeld dat sulx veel tot haar gesontheit en welstand sal contribueeren en het voor d’ E.Compe. ook immers soo voordeelig is, als gestadig vis daar aan uit te reiken. Tot welke expeditie als hoofd is benoemd en aangesteld den baas thuinier Jan Hartog,19 als verscheiden reisen op diergelijke togten voor d’ E.Comp. uitgeweest zijnde, en die met de Hottentotze natie wel weet om te gaan.
Den Eerwe. predicant Henricus Bek, althans hier aan ‘t Casteel den dienst alleen waarneemende, bij request versogt hebbende om de kerkeboeken van de Caab onder do. Engelbertus Franciscus Le Boucq als nog berustende, te mogen hebben, om redenen dat op aanstaande Sondag het H.Avondmaal des Heeren staat gecelebreert te werden, en sijn Eerwe. vervolgens de ledematen deser gemeinte daar toe most gaan besoeken en nodigen, en sulx de naamrolle der communicanten, die deselve, nogte den ouderling, alle niet te regt en wist nog kende, nootwendig diende naar te sien; als ook om zig in andere kerkendiensten daar van te konnen bedienen: waar op, na resumtie en gehoudene deliberatie, bij overdragt van stemmen, is goetgevonden ende verstaan dat deselve kerkenboeken van opgemelde predt. Le Boucq, vermits geen dienst meer doet, bij den kerkenraad sullen mogen afgevorderd en aan voorn. predicant Bek overgegeven werden.
Aldus gearresteert en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jare voors.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 21-26.¶
Dingsdag den {17071101} eersten November 1707, des voornoens.
Presentibus omnibus dempto den E. fiscaal Joan Blesius, door indispositie.
Eenige der ouderlingen en diaconen van Stellenbosch , soo oude als aanwesende, hebben ter vergadering gepresenteerd dit volgende request:
Aan den E. Heer Joan d’Ableing, opperkoopman in dienst der E.Oostindische Maatschappije, administrateur en provl. opperhooft aan de Cabo de Goede Hoop, mitsgaders den Agtb. Raad enz.
‘Geven eerbiedigst te kennen d’ ondergeschreve ouderlingen, diaconen en ledematen der Christelijke gemeente aan Stellenbos , hoe zij supplten. met hartenwee en droefheid een tijd herwaarts gesien hebben, dat haar kerk van predicant en leeraar ontbloot, en de H.Sacramenten niet op sijn tijd en na behooren bediend wierden; dierhalven wenden zij hun tot UEde. Agtb. met ootmoedig versoek haar goede geliefte zij daar in te willen voorsien en aan dese, mitsgaders de Drakensteinse Christelijke gemeente, te laten geworden den Eerwe. godsalige en Hoog geleerde Heer Engelbertus Franciscus Le Boucq, bedienaar des goddelijken woords, thans buiten dienst zig aan de Caab onthoudende, om dese gemeentens na behooren te leeraren, te troosten, en daar ‘t nodig is te straffen. (onderstond) Twelk doende &a. (was getekend) J. G. de Grevenbroek21 ex senior, ouderlijn, Jacob van der Heiden,22 Wessel Pretorius,23 ouderlin, P. van der Bijl,24 Arend Gildenhuis,25 Pierre Rochefort,26 diearcre Mille Nel,27 A. Tas, diacon.28 ‘
‘t Welk geresumeert, en daar op met aandagt gelet zijnde, Soo is eenparig goetgevonden ende verstaan, dat, ingevalle de gemeente aldaar genegen mogte zijn te communiceeren, daar toe van onse Heeren Meesters is aangesteld do. Henricus Bek, die men haar voor die tijd sal toesenden, en geensints do. Le Boucq, wiens gagie en emolumenten sijn afges., om dat niet genegen is geweest de predikstoel langer te beklimmen, en andere redenen meer.
Desgelijx hebben sommige ouderlingen en diaconen van Drakenstein een request in de Franse taal doen overleveren, ‘t welk is verstaan eerst in ‘t Nederduits te laten translateeren, en als dan daar op bij gelegentheit te disponeeren.
Voorts heeft den provl. Gezaghebber, de Heer Joan Cornelis d’Ableing, den Raad nader voorgesteld en in bedenken gegeven hoedanig men omtrent het afschrijven der gagie van opgemelde predicant Le Boucq soude handelen, wijl de stemmen na inneeming der advijsen, ter vergadering van 29 September jongstleden, sijn gestaakt gebleven, als sijnde vier stemmen, waar onder den Heer President, tot gemelte afschrijvinge van ofte zedert den 6n der voors. maand September, en vier om sulx van ulto. October daar aan te laten geschieden. En vermits den laasten October nu verstreken is, en dat ‘er nootsakelijk aan d’ een of d’ andere kant een vast besluit diende genomen te werden, soo heeft d’ Hr. d’Ableing opgemeld, een ieder van de leden afgevraagd of deselve bij hun voorig advijs bleven persisteeren, dan of iemand van haar konde besluiten, daar van af, en aan de andere zijde over te gaan; allegeerende verder tot versterking van desselfs advijs en gesustineerde, sekere periode, uit een originele missive door Haar Ede. Hoog Agtb. de Heeren Bewinthebberen ter vergadering van 17e, in dato 26 November 1696,29 aan den Hr. Gouverneur Generaal en Raden van India ges., nopende dat welgem. Haar Ede. Hoog Agtb. hadden gelieven te approbeeren de gedane suspensie, mitsgaders afschrijving van gagie en emolumenten van de predicanten Wilhelmus Wijngaarden30 en Andreas Lambertus Loderus,31 de eerste omdat geweigert hadde na Amboina te gaan, waar heen van Batavia geordonneerd was te vertrecken, om aldaar de kerken in die qualiteit te bedienen, ende d’ andere van Banda opgesonden, om dat weigerig was geweest de visite te doen in de Z. Oter. eilanden , niettegenstaande door de Kerkenraad daar toe was genomineerd; en verder gedeclineert het versoek van de gedeputeerdens van het Eerwe. Classis van Walcheren , soo ten reguarde van de herstellinge der voors. twee predicanten gedaan als om aan den gewesen predicant Gordon uit commiseratie en Christelijke barmhartigheit, sijn tractement te willen laten volgen en genieten &a. Welke materie door den Secrets. duidelijk van woorde tot woorde ter vergadering is opgelezen. Dog egter, na inneeming der stemmen, een iegelijk bij sijn geadviseerde van 29 September vermeld gebleven sijnde, soo heeft meergemelte Heer d’Ableing zig, als President bediend van desselfs competeerende dubbelde stem, en aldus de contra stemmen daar mede overgehaald.
Gerrit Jansz van Aart,32 gewesen matroos in dienst der E.Compe., nu voor eenigen tijd in vrijdom gelargeert, ter ordre van den Raad binnen gestaan sijnde omme te accordeeren over de betaling van ‘t cost en transport geld voor zijn huisvrouw en twee kinderen, oud 9 en 7 jaaren,33 jongst in de maand Augustus met het schip, Duivenvoorde , van de Camer Rotterdam hier aangekomen, van dewelke haar Ede. Groot Agtb. ter camer vermeld, bij hunne seer geagte missive van den 11n. December 1706, komen te schrijven dat men hier het transport en costgeld soude afvorderen, wijl gemelte vrouw in geen staat was het selve in ‘t vaderland te konnen voldoen;34 dog aan ons gedefereert latende omme het bedragen van dien daar na te schikken, soo als men bij ondervinding soude oordeelen te behooren, en bij genoemde haar man betaald konnen werden. Soo is, na gedane ondersoek en gehoudene deliberatie, eenparig goetgevonden en beslooten de voors. Gerrit van Aart voor opgemelde transport en costgeld in ‘s Comps cassa te doen betalen een somme van vijftig Rxs., ter consideratie het sobere en slegt gestelde luiden zijn, en buiten staat om meer te konnen opbrengen.
Den provl. Gesaghebber, de Heer Joan Cornelis d’Ableing, wijders ter vergadering exhibeerende eenige memorien sijner suppoosten, waar bij een ijgelijk van haar aan den E.Agtb. Raad versoek doen dat hun, na jaarlijx gebruik, bij het sluiten der negotieboeken, de ordinarie afschrijvinge mogte werden geaccordeert, op sodanige goederen en coopmanschappen als onder ijders verantwoording waren staande. Waar over gedelibereert, en d’ respe. memorien g’examineert zijnde, is eenparig goetgevonden ende verstaan, haarluiden de volgende afschrijvinge na billijkheid te vergunnen, als:
*Den Pakhuismeester* | |
Op | specerijen 20 1/2 lb., zijnde 5 pco. van 408 1/4 lb., voor 't uitwegen alleen bij klijn gewigt, in 12 maanden. |
Op | tabak 253 lb. Virginise als boven 5 pco. op 5066 lb. in voors. tijd. |
Op | stijfzel 52 lb. te weten 4 lb. voor 't verstuiven en uitwegen a 5 pco op 74 lb.48 lb. in twee vaatjes[^35] minder als de factuur inhoud, bevonden. |
Op | verwen 39 lb. grove utsa. a 5 pco. op de uitwigt van 774 lb. |
Op | spijkers 985 lb. gesort. voor roest en uitwegen op een quantiteit van 32829 lb., a 3 pco. |
Op | Ijser 5350 lb. gesort. te weeten |
op 98948 lb.t welk op ulto. Augs. ao. passo is restant geweest. | |
op 79335 lb. dat voor omtrent een jaar met Oestgeest uit 't Patria is aangebragt en ontvangen. | |
178283 lb. |
*Den Pakhuismeester* | |
Op | specerijen 20 1/2 lb., zijnde 5 pco. van 408 1/4 lb., voor 't uitwegen alleen bij klijn gewigt, in 12 maanden. |
Op | tabak 253 lb. Virginise als boven 5 pco. op 5066 lb. in voors. tijd. |
Op | stijfzel 52 lb. te weten 4 lb. voor 't verstuiven en uitwegen a 5 pco op 74 lb.48 lb. in twee vaatjes[^36] minder als de factuur inhoud, bevonden. |
Op | verwen 39 lb. grove utsa. a 5 pco. op de uitwigt van 774 lb. |
Op | spijkers 985 lb. gesort. voor roest en uitwegen op een quantiteit van 32829 lb., a 3 pco. |
Op | Ijser 5350 lb. gesort. te weeten |
op 98948 lb.t welk op ulto. Augs. ao. passo is restant geweest. | |
op 79335 lb. dat voor omtrent een jaar met Oestgeest uit 't Patria is aangebragt en ontvangen. | |
178283 lb. |
Zijnde aldus hier op mede geaccordeerd 3 pco., om redenen dat het selve voor ‘t meeste gedeelte in regen en wind heeft moeten staan, en dit jaar tweemaal is gewogen en verarbeid geworden.
*Den Dispensier* | |||
4 | lb. | catoen a 1 pco. voor 't uitwegen bij kleine quantiteiten. | |
20 | lb. | peper utsa. van 2158 lb. voor spillagie en uitwegen bij kleine quantiteiten. | |
116 | lb. | wax a 5 pco. van 2329 lb. door 't vermijteren verspillen en uitweegen verminderd. | |
170 | lb. | Spaanse zeep a 5 pco. van 3430 lb. voor indroogen en uitweegen. | |
59 | lb. | Hop a 1 pco. van 5920 lb. voor 't uitwegen, uitdroogen en 't verslepen van de ratten. | |
99 | mudden | tarw a 14 pco. van 6617 m. voor spillagie, 't consumeeren van de calanders en de ratten, mitsgaders 't harpen en rijden na en van de moolen. | |
55 | lb. | rogge a 14 pco. van 3690 mudden, voor als boven. | |
10 3/8 | lb. | garst, zijnde ruim 2 pco. van 463 mudden ad idem. | |
220 | lb. | witte zuiker a 2 pco. van 11499 lb. voor lekkagie spillagie en uitweegen. | |
10 | lb. | candij do. a 14 pco. schaars van 741 lb. als boven. | |
Op rijst als | |||
293302 | lb. | oude a 3 pco. | } voor 't uiteeten van de calanders, verslepen van de ratten en uitwegen bij menigvuldige quantiteiten. |
340986 | lb. | nieuwe a 1 1/2 do | |
700 | lb. | hard brood a 3 pco. schaars van 24461 lb. voor 't verspillen, versleepen van de ratten en uitwegen. | |
15 | mudden | boonen a 24 pco. van 600 mudden voor 't uitdroogen, uitmeten en versleepen van de ratten. | |
2 | mudden | erweten van 80 mudden, als boven. |
*Den Dispensier* | |||
4 | lb. | catoen a 1 pco. voor 't uitwegen bij kleine quantiteiten. | |
20 | lb. | peper utsa. van 2158 lb. voor spillagie en uitwegen bij kleine quantiteiten. | |
116 | lb. | wax a 5 pco. van 2329 lb. door 't vermijteren verspillen en uitweegen verminderd. | |
170 | lb. | Spaanse zeep a 5 pco. van 3430 lb. voor indroogen en uitweegen. | |
59 | lb. | Hop a 1 pco. van 5920 lb. voor 't uitwegen, uitdroogen en 't verslepen van de ratten. | |
99 | mudden | tarw a 14 pco. van 6617 m. voor spillagie, 't consumeeren van de calanders en de ratten, mitsgaders 't harpen en rijden na en van de moolen. | |
55 | lb. | rogge a 14 pco. van 3690 mudden, voor als boven. | |
10 3/8 | lb. | garst, zijnde ruim 2 pco. van 463 mudden ad idem. | |
220 | lb. | witte zuiker a 2 pco. van 11499 lb. voor lekkagie spillagie en uitweegen. | |
10 | lb. | candij do. a 14 pco. schaars van 741 lb. als boven. | |
Op rijst als | |||
293302 | lb. | oude a 3 pco. | } voor 't uiteeten van de calanders, verslepen van de ratten en uitwegen bij menigvuldige quantiteiten. |
340986 | lb. | nieuwe a 1 1/2 do | |
700 | lb. | hard brood a 3 pco. schaars van 24461 lb. voor 't verspillen, versleepen van de ratten en uitwegen. | |
15 | mudden | boonen a 24 pco. van 600 mudden voor 't uitdroogen, uitmeten en versleepen van de ratten. | |
2 | mudden | erweten van 80 mudden, als boven. |
*Den Equipagiemeester* | |
Op roet | } 5 pco. van 't verstrekte in 12 maanden. |
Op teer | |
Op swavel |
*Den Equipagiemeester* | |
Op roet | } 5 pco. van 't verstrekte in 12 maanden. |
Op teer | |
Op swavel |
Mitsgaders 5 pco. op de swavel in ‘t voorgaande jaar verstrekt, als sijnde deselve abusive daar op geen afschrijving gedaan.
De Keldermeester
Een legger wijn op de 32 voor ‘t opvullen, oversteken en bereiden derselve.
Zijnde verder op de propositie van welgem. Heer d’Ableing goetgevonden ende geresolveert, de volgende huismeubelen bij de negotieboeken af te schrijven als:
8 | ijsere potten, 4 groote en 4 kleine, onder ulto. Maij lestleden te kort bevonden. |
1 | broederpan do. |
4 | kopere snuiters do. |
11 | porceleine schotels, in 't gansche jaar gebroken. |
40 | do. borden, utsa. |
85 | messen, zedert eenige jaren verbruikt en afgesleeten, onder ulto. Maij als boven bevonden |
8 | ijsere potten, 4 groote en 4 kleine, onder ulto. Maij lestleden te kort bevonden. |
1 | broederpan do. |
4 | kopere snuiters do. |
11 | porceleine schotels, in 't gansche jaar gebroken. |
40 | do. borden, utsa. |
85 | messen, zedert eenige jaren verbruikt en afgesleeten, onder ulto. Maij als boven bevonden |
Item nog 64 3/4 lb. kopergewigt, zedert eenige jaaren uit de pakhuisen soek geraakt. Eindelijk geresumeert en nagesien sijnde de administratie van de timmerhoutwaaren, is bevonden, volgens verklaring van gecommitteerdens, die tot het nasien van de selve gesteld zijn, mitsgaders na gedane confrontatie der restanten met de negotieboeken, dat den vaandrig, Slotsboo,37 de verstrekkingen zedert twee jaaren, dat gemelde houtwerken t’ zijner verantwoording geweest zijn, wel en na behooren heeft gedaan, en dat alle abuisen van overige en te kort komende latten, planken, balken enz. door den gewezene landdrost Johannes Starrenburg,38 die opsiender en overgever van voorn. houtwaren geweest is, zijn gecommitteerd; dierhalven is, na gehoudene raadpleging, eenstemmig goetgevonden ende verstaan, dat sodanige latten, planken enz. die overig bevonden zijn, aan diergelijke zoort sullen overgeschreven werden, en wat er daarenboven te kort soude mogen komen, door geme. Starrenburg te doen betalen, in diervoegen als hier onder specifice gedemonstreet werd. Namentlijk:
17 3/4 | eike planken over, daar tegen te kort 194 ps. Hamburger , dierhalven te voldoen 1 3/4 van de laaste zoort. | |
10 | ps. latten van 18 ell. over, tegen 1 spar van 22 voet en 9 maat balken die te weinig zijn. | |
1 | rib van 3 en 3 duim | } tegens 2 ribben van 5 en 7 duim. |
1 | balk van 28 voet | |
2 | greene deelen over, en 3 muscovise te kort, de 2 tegen den anderen over te schrijven, en een te betalen. |
17 3/4 | eike planken over, daar tegen te kort 194 ps. Hamburger , dierhalven te voldoen 1 3/4 van de laaste zoort. | |
10 | ps. latten van 18 ell. over, tegen 1 spar van 22 voet en 9 maat balken die te weinig zijn. | |
1 | rib van 3 en 3 duim | } tegens 2 ribben van 5 en 7 duim. |
1 | balk van 28 voet | |
2 | greene deelen over, en 3 muscovise te kort, de 2 tegen den anderen over te schrijven, en een te betalen. |
Dit volgende te kort komende te voldoen als
18 | ps. maatbalken. |
40 | ps. Coperwijkse gezaagde deelen. |
1 | ps. rib van 5 en 7 duim |
4 | ps. greene deelen van 14 dm. |
44 | vuure balkdeelen. |
18 | ps. maatbalken. |
40 | ps. Coperwijkse gezaagde deelen. |
1 | ps. rib van 5 en 7 duim |
4 | ps. greene deelen van 14 dm. |
44 | vuure balkdeelen. |
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten daage en jaare voors.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 27-28.¶
Dingsdag den {17071115} 15n November 1707, des morgens.
Voor de volle vergadering.40
Dewijl men hier, door ‘t lang agterblijven van onzen eisch uit ‘t Patria, van den verleeden jaare, t’ eenemaal destituit is van smeekoolen, waar door de smitswinkel al eenigen tijd stil en geslooten heeft gestaan, tot veragtering in ‘s Comps. gemeene werken, en ook groot ongerief der vrijsmits en andere ingezeetenen: Zoo is, op de propozitie van de Heer Joan Cornelis d’Ableing, provizioneel Gezaghebber deezes Gouvernements, conzonantelijk goedgevonden ende beslooten uit het prezent ter rheede leggende schip Zuiddorp van ‘s lands cargazoen te ligten eenige smeekoolen, voor zoo veel als men bequaamelijk zal konnen bijkomen, buiten hinder en afbreuk der ladinge; immers tot 5 a 6 hoed: En dat ‘er weder gelijke quantiteit smeekoolen uit die geene die men hier met een der verwagt werdende scheepen op onze voors. eisch uit ‘t vaderland te gemoed ziet, in den zelven bodem gelaaten, en naar Batavia voortgezonden zullen werden.
Door den captn. Jan Cameel,41 op ‘t hier ter rheede leggende Engelze Comps. retourschip Panther bescheiden, een versoekschrift geprezenteerd zijnde, behelzende dat hem mogt werden toegestaan om met voorne. zijn schip, ‘t welk zedert een beloope storm aan dees’ zijde van ‘t eiland Mauritius zeer lek bevonden, en eergisteren nagt in gevaar was van zinken, van hier naar de Saldanhabhaij te vertrekken om aldaar te kielhaalen en ‘t schip behoorlijk te repareeren en herstellen; verzoekende ten dien einde verder assistentie van jeinbloks en looper, mitsgaders vaartuigen om de goederen en carga daar mede over te doen in twee a drie scheepen, welke van hunne prezente vloot mede na voors. bhaij tot zijner hulpe zouden stevenen. Waar op gelet, en bijzonderlijk in aanmerking genoomen zijnde de slegte en schadelijke consequentien voor d’ E. Compe. ingevalle dien bodem hier ter rheede eens mogt komen te zinken; zoo is eenparig goedgevonden ende gerezolveerd, voorne. captn. te accordeeren met desselfs bescheiden bodem en zoo veel andere scheepen van hun vloot als noodig geoordeeld zal werden van hier naar de Saldanhabhaij te stevenen, en dat men hem om het schip te kielhaalen, ‘s Comps. wegen een looper en jeinblokken zal bijzetten, mits het zelve weder behoorlijk verantwoordende. Maar het versoek om Comps. vaartuigen t’eenemaal af te slaan, alzoo dezelve vermits de traanbranderij op twee plaatzen, en de visserij voor ‘s Comps. slaaven, onmogelijk konnen gemist werden. Dog dat hem captn. voornd. gepermitteerd zal blijven om ten fine verhaald, het vaartuig van den burger Johannes Phijffer te mogen huuren, indien hij daar toe genegen mogte zijn.
Aldus gearresteerd en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 29-30.¶
Woensdag den {17071130} 30e. November 1707, des voornoens. Extraordinarij vergadering
Presentibus omnibus.43
Door den Gezaghebber, de Heer Joan Cornelis d’Ableing, aan de vergadering vertoond en voorgeleezen zijnde sekere brief zijn E. gisteren avond ter hand gesteld, geschreven door een perzoon van ‘t hier ter rheede leggende Engels retourschip, Phenix 44 genaamd, volgens handteekening Jan Lading van Amsterdam, zig uijtgeevende voor een timmerman te zijn in dienst der E. Nederlandse Oost Indische Compe., bij sommige daar voor hier ook bekend, en communiceerende dat hij ter rhede van Batavia aan boord van opgem. schip gekomen, om met zijn neef die aldaar beschijden was, te spreeken, door de Engelse, soo als hij weer dagt na land te vaaren, was vast gehouden, in de boeijen geslooten, en tegen zijn dank mede na herwaarts gevoerd. Versoekende dat hij van ‘t selve schip door ons mogte werden gelost, en vervolgens geordonneerd hier aan land in ‘s Comps. dienst te mogen komen &a. Waarop aandagtig geleth, en de saak in deliberatie geleid zijnde, soo is goed gevonden ende verstaan den Secrets. Willem Helot, neevens den geregtsboode, ten eersten aan den Engelsen captn. John Caswell45 af te senden om de selve behoorlijk en in der minne af te vragen, of hij gedagte persoon weder liber en vrij belieft te ontslaan en aan d’ E.Compe. te restitueeren met bijvoeging van de reedenen die den E.Agtb. Raad daar toe moveeren.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.46
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 31-32.¶
Donderdag {17071201} pmo. December 1707, des voornoens. Extraorde. vergadering.
In tegenwoordigheid van alle de leeden.
Ingevolge het geresolveerde van gisteren, ende de deputatie daarbij gedaan, heeft zig den Secrets. deser vergadering voor de middag in ‘t bijweezen van den geregtsboode, vervoegd aan ‘t logement en bij den Engelse capn., John Caswell, en deselve volgens gedaan rapport in der minne afgevraagd om restitutie van ‘s Comps. timmerman, met bijgevoegde behoorlijke reedenen te dien propooste specteerende; daar zijn E. op heeft geantwoord die perzoon niet aan boord te hebben, nog ook geen andere luijden dan die hij met regt mede mogt voeren. Waarop gem. Secrets. en bode van deselve zijn gescheiden, om daar af te doen behoorlijk relaas en rapport, ‘t welk gedaan hebbende, soo heeft den E. fiscaal independent, Joan Blesius, meergend. Engelse captn. ‘s namiddags bij zig ontboden, op wiens geregtelijke afvraging deselve doenmaals ook heeft bekend en gezegd, dat gedagte timmerman aan zijn boord was, maar dat zig op Batavia vrijwillig aan hem verhuurd, en in zijn dienst had begeeven voor vier pond sterlings ter maand, onder conditie van hem, in Engeland gekomen zijnde, te largeeren en na Holland voort te senden, dog niet tegenstaande dese belijd[e]nis en de mondelinge protestatien van gen. E. fiscaal omtrent dit gedrag, hij, captn. Caswell, egter hardnekking gebleeven zijnde om meergende. timmerman aan d’ E.Compe over te geven, seggende deselve seer benodigd te zijn, alsoo geen andere timmerman aan boord had, en dat hij het afstaan van dezelve voor zijn Hrn en Mrs. niet soude konnen verantwoorden. Soo is opgeme. Secrets. tegens den avond nogmaalsten overvloede, nevens den geregtsbode, aan gezeide captn. afgezonden47 om hem af te vragen of hij voorne. timmerman beliefde te largeeren, en hier na land te senden of bij refuis en onwilligheid van dien, dat zijn E. alsdan konde afwagten het geene bij den Gezaghebber en Raad in die saak verder stond ondernomen en gedaan te werden. Dog verre van daar op te reflecteeren, is hij, cap., bij zijn voorig antwoord niet allen blijven persisteeren, maar daar nog bij voegende, dat men daar omtrent doen konde wat men wilde, en om redenen voors. den timmerman aan d’E.Compe. niet wilde laaten volgen: maar soo men hem wilde van boord haalen dat sulx gedaan konde werden.
Mits alle ‘t welke, soo is, na rijpe gehoudene raadpleeging en overweeging van saken, eenparig goed gevonden ende geresolveert tot maintenu van ‘s Comps competeerend regt en gezag, ‘t welk door meergezeijde capn. Caswell, in ‘t vervoeren van dikgeme. timmerman, en verdere gehoudene conduites veel is gekrenkt en te kort gedaan, deselve capn. in presentje en ten overstaan van den captn. deeser bezetting, den E. Olof Bergh, mitsgrs. de ondercoopluijden Willem Corssenaar, Jacob Cruse en Willem van Putten, nevens den Secrets. opgemt., voor ‘t laast in der minne te doen afvragen, of hij deselve timmerman vrij en vrank hier aan de wal belieft te leeveren, sodanig en indiervoegen als hij die van Bataviaas rheede heeft mede genomen, en er hier mede in de baij verscheenen is; ofte andersints bij refuis en onwilligheid van dien, voor en in name van onse Heeren Principaalen, tegen deselve Caswell schriftelijk te protesteeren, van sodanige onbetamelijken handel als zijn E. ter zaake vermelt omtrent d’E.Compe. gepleegt heeft, mitsgrs. van het quaad, geweld, ofte overlast dat gedagte timmerman op de verdere reijse, door hem capn. ofte desselfs ordre en toedoen op eenigerleij wijse soude mogen aangedaan werden. En dat men eindelijk ook over dit bedrijf, ter gelegener tijd, aan hoogst geme. onse Heeren Principaalen soude schrijven.48
Aldus gearresteert en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 33-34.¶
Dingsdag den {17071213} 13 December 1707, des voornoens.
Pt. het E. opperhoofd en alle de verdere leeden.
Dewijl bij onse resolutie van den 21e. Junij ao. stantij is goed gevonden ende beslooten, aan den jongst afgetreeden Heer Gouverneur Wilhem Adriaan van der Stel niet toe te staan om alles uitgesteld te laaten tot de rescriptie van d’ Ede. Heeren Majores ter vergaderinge van 17n, ‘t geen zijn Ede., nopende het land in Hottentots Holland , gent. verr’geleegen , aan deesen Raad had verzogt, maar wel dat den afbreuk van ‘t groote woonhuijs, en verkopinge van ‘t voors. land zoude gereserveert blijven tot de komst van de nieuw geëligeerde Gouverneur, den Ede. Heer Louis van Assenburg enz. En midlerwijl opgem. Heer oud Gouverneur door gecommitts.49 aan te laaten zeggen, gelijk gedaan is, dat verdagt beliefde te weezen, de ordres van welgeme. onse Heeren Majores op te volgen, die de donatie van ‘t gezeijde land hebben gedisapprobeert, en begeert dat het selve aan d’ E.Compe. sal gerestitueert werden, met al het plantsoen daar op staande, gevolglijk dat gene. zijn Ede. soude believen sorge te laaten draagen dat van het plantsoen niets wierd vermindert, maar alles gelaaten in dien staat waar in doenmaals gevonden wierd, ende sulx voor soo lange zijn Eds. knegten en slaven aldaar soude blijven continueeren, of dat het contrarij van dien soude zijn, en blijven tot lasten en verantwoordinge van zijn Ede. opgemt.
En nademaal wij geinformeert zijn dat welgem. zijn Ede. het voors. land, nadat hem al bewust is geweest de dispositie van hoog gemt. vergadering, egter heeft laaten scheuren en bezaijen met een grooten quantiteit graan, waar van den oegst althans op handen is, soo is, na rijp overleg, om niet te misdoen aan de voors. ordres, unanimiter goedgevonden en nodig geoordeelt, twee leeden uijt deesen Raad, namentlijk den guarnisoenboekhouder Jacob Crusen, en Secrets. Willem Helot, te committeeren om voorn. zijn Ede. die nu present buijten is, aldaar te gaan in ordentelijke termen aankundigen, dat bewusten oegst niet sal dienen te werden geschuurt voor en al eer deselve in quantiteit en qualiteit bij expresse daar toe gecommitteerde opgenomen, en ons daarvan behoorlijk rapport gedaan sal zijn.
Sullende zijn Ede. vermt. van dit ons geresolveerde ook een authentique copia ter hand werden gesteld.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 35-36.¶
Dingsdag den {17071220} 20n December 1707, des voornoens.
Presentibus omnibus.
Door gecommitteerdens den 13e. deeser benoemd en aangesteld, heden verslag en schriftelijk rapport51 hunner volvoerde commissie, bij den jongst afgegaane Gouverneur, de Heer Willem Adriaan van der Stel, gedaan, en ‘t selve ter vergaderinge opgeleezen ende geresumeert zijnde, Soo is verstaan de dispositie daar omtrent ten naasten uijt te stellen, opdat de leeden van den Raad midlerwijl hun gedagten daarop ernstig konde laaten gaan, en alsoo in staat zijn haar advijs en gevoelen met beter fondament te konnen uijtten.
En dewijl de hoog Ede. Heeren Majores volgens aanschrijvens52 het slagten en de leverantie van vleesch voor ‘s Comps passeerende scheepen hebben gelieven aan te besteeden, aan den oudburgerraad Henning Huzing, en sulx voor de helft tegen dartien53 swaare duijten het pond, voor den tijd van drie jaaren, ingaande met pmo. Januarij aanstaande; dewelke hier nog niet is verscheenen, nog ook het verdrag, ‘s Comps. weegen met hem in ‘t vaderland aangegaan, ons toegekomen, En dat het contract, ‘t welk wij nopende het slagten met den oud burgerraad Claas Hendrix Diepenauw,54 den 10n Maij deeses jaars hebben geslooten, met het uijt einde van deese maand staat om te komen. Mits welk agterblijven van geme. verdrag ende onbewustheid der conditien’55 en articulen daar in vermeld, wij ook tot nog buijten staat zijn de intentie en ‘t goetvinden van hoogst gedagte onse Heeren Gebiederen te konnen effectueeren, namentlijk om de wederhelft van gem. slagtneering en leverantie aan een, twee of meer vrijburgers voor de voors. tijd finalijk aan te besteeden en over te laaten, ‘t geen oversulx niet zal konnen geschieden, voor en aleer men hier ‘t gezeijde verdrag sal hebben bekomen, en ‘t welk dagelijx met de lang verwagte scheepen te gemoed werd gezien. Dierhalven soo is, met eenpaarigheid van stemmen goed gevonden ende beslooten, om d’E.Compe. hier omtrent in geen verleegenheid te brengen opgeme. Diepenauw te doen ontbieden, en deselve af te vragen of geneegen is met zijn slagterij bij provisie nog voor de toekomende maand Januarij te continueeren, en ‘t vleesch aan d’ E. Compe. te leveren tegen 1 5/8 stuijver, of dartien swaare duijten het pond. En in cas van refuis of ongenegenheid, dat men als dan bij biljet de ingeseetenen deeses Gouvernements kennisse soude geeven, dat soo een of twee persoonen daar toe geinclineert mogte weezen, deselve haar bij den Raad soude komen aangeeven, om desweegen een behoorlijk accoord te sluijten. Ingevolge van dien voorne. Diepenauw, ten Casteele ontboden, en hem de gezeijde conditien te verstaan gegeven en voorgehouden zijnde, soo heeft deselve daar in bewilligt en de slagterij en leverantie op verhaalde wijse en beraamde tijd aangenomen.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, jaar en dag als boven.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 37-40.¶
Saturdag den {17071224} 24 December 1707, des voornoens. Extraord. vergadering. In tegenwoordigheid van alle de leeden.
‘t Collegie van kerkenraade hier aan de Caab, vermits het aanstaande Nieuwe Jaar ingeleeverd hebbende haare electie van een ouderling uijt de vrijburgers, namentlijk Michiel Leij,57 en sulx voor en in plaatse van den afgaande Cornelis Botma,58 met versoek van onse approbatie; Soo is, na examinatie en gehouden overleg, de goedkenning van dien ook eenpaarig gevolgd. Blijvende de diaconen voor ‘t aanstaande jaar alle nog continueeren.
Verder getreeden tot exacte resumptie van het schriftelijk rapport den 20 deser door gecommitteerdens ter vergadering overgegeven, waar van de dispositie doenmaals ten naasten is uijtgestelt geworden, nopende hunne verrichting bij den jongst afgegaane Heer Gouverneur Wilhem Adriaan van der Stel, in ‘t bekomen antwoord van deselve op ons geresolveerde van 13e te vooren. Behelsende in substantie, eerstelijk:
‘De klagte over de harde proceduuren, welke zijn Ede. voorgaf dat tegen hem wierden gehouden, ten anderen, dat zijn Ede. protesteerde tegen de sin in gende. resolutie, en volgende termen vervath:’
‘En nademaal wij geinformeert zijn dat welgeme. zijn Ede. het voors. land na dat hem al bewust is geweest de dispositie van hoog gende. vergadering, echter heeft laaten scheuren en bezaijen met een groote quantiteit graan, enz.’
‘Dewijl volgens zijn Eds. seggens het land waar in gezaijd is al voor den ontfang van de ordres der Ede. Heeren Majores gescheurd, en het meeste zaad of graan daar ook al in gesmeeten was. En verder dat zijn Ede. in die troubel hier aan de Caab zijnde gebleeven, sonder op de noodsaakelijkheeden van desselfs land te denken, volk en knegten midlerwijl met zaijen zijn voortgevaaren invoegen als zijluijden te vooren gewoon waaren te doen; en dat daar te dier tijd niets van gesproken nog hem sulx ook te laaten doen verbooden was; dat ‘er in de brief van welgeme. onse Heeren Principaalen geen juijste tijd was bepaald of g’expresseert, wanneer de ordres nopende het land &a. soude ter executie moeten werden gestelt, en dat daar omtrent met goetvinden en bewilligingh van den gantschen Raad, mitigatie was verzogt. Dat ‘er in deselve brief ook geen ‘t minste gewag van coorn wierd gemaakt, behalven dat het selve ook niet als plantsoen konde werden aangesien. Dierhalven zijn Ede. instantelijk was versoekende dat het geresolveerde van den 13n voornd. weder mogte werden vernietigt en ingetrokken. Zeggende wijders dat hij geen costgeld, randsoen nog eenige huijshuur van d’ E.Compe. was trekkende en echter een groot getal van slaven en verdere bediendens moest onderhouden en spijsigen, waartoe zijn Ede. billik oordeelde eenig coorn tot hun levensvoedsel te hebben moeten zaijen, En indien den Raad hem het geene voors. niet beliefde in te willigen, dat hem dan immers ‘t land voor dien tijd in huur mogte werden overgelaten voor een reedelijke prijs, om aldus vrijelijk het gezaij te mogen laaten inougsten, dewijl men hem andersints het brood als uijt de mond soude neemen. En eindelijk, indien den Raad daar omtrent mede geen consideratie beliefde te gebruijken, maar met alles ten scherpste voortging dat zijn Ede. dan niet anders konde antwoorden als ik hoor, en zie; en dat verder alles daar omtrent met geduld soude afwagten.”’
Welk antwoord en geallegeerde van poinct tot poinct in overleg gebragt en daar op ernstig gereflecteert zijnde, Soo is, na rijpe overweginge, unanimiter et nomine contradicente, goed gevonden ende beslooten bij het voors. geresolveerde van den 13en deeser te blijven persisteeren en ‘t selve voor gearresteert te houden, dewijl ons in geme. antwoord en verdere allegatien en versoeken, geen consideratien van dat belang ofte swaarwigtigheid zijn voorgekomen, die ons konnen permoveeren om eenige stremming in voorne. resolutie te maken of om in eeniger maniere af te wijken van de positive ordres van hoogstgedagte onse Heeren gebiederen aan welke de volle magt is ende blijft om daar over, na derselver behagen en goedheid, ten faveure van zijn Ede. te disponeeren; ten waare meergende. zijn Ede. konde bewijsen dat het land, waarin dit jaar gezaijd is, al voor den ontfang van de voorzeide ordres der Ede. Heeren Majores gescheurd, en hoeveel zaad of graan daar ook reets ingesmeeten is geweest; In welken gevalle daar op devereischte59 reflexie genoomen, en die zaak nader in overweeging sal gebragt worden.
En dewijl bij onse resolutie van den 21e. Junie deses jaars is beslooten aan opgeme. Heer van der Stel, ingevolge desselfs doenmaals gedaan versoek en geproponeerde, niet toe te staan om alles uitgesteld te laten tot de rescriptie van hoogstgedagte Ede. Heeren Majores, nopende zijn Eds. gedaane sollicitatie van mitigatie in de eerste afgegaane generaale brief; maar wel eenelijk dat den afbreuk en verkopinge na luijd de voors. ordres soude blijven gereserveert tot de komst van den nieuw geëligeerde Gouverneur den Heer Louis van Assenburg, vermits het te dier tijd in ‘t begin des kwade moussons, en dierhalven niet wel doenlijk was om sulx te konnen effectueeren, en teegens dien tijd het zaijsoen daar toe eerst bequaam stond te worden. Dog dewijl wel opgeme. Heer Gouverneur van Assenburg t’ onser groote bekommering, en niet minder leetweesen, tot heeden hier nog niet is te voorschijn gekomen, nog eenige tijdinge van deselve gekreegen, den tijd inmiddels dat men op zijn Eds. komste met groot verlangen heeft gewagt, reets seer diep ingeschooten, en de retourvloot binnen een paar maanden op handen is, met dewelke wij immediatelijk van ons gedoente en verrichtinge, nopende dit poinct en aankleeven van dien, aan hoogst gedagte onse Heeren Principaalen bij ons generaal schrijvens sullen moeten reekenschap geeven. Dierhalven soo is eenpariger stemme als vooren, om aan de ordres en verwagting van deselve onse Heeren en Meesteren schuldpligtelijk te voldoen, nodig gevonden, mitsgrs. geresolveert ende beslooten, twee gecommitteerdens uijt het midden van den Raad, namentlijk de ondercoopluijden, Willem Corssenaar en Willem van Putten, aan meergend. Heer van der Stel, althans nog buijten zijnde, af te zenden, omme zijn Ede, in behoorlijke en civiele termen kennisse te geven van dit geresolveerde, en wijders copia van dien, ingevalle zijn Ede. sulx quame te begeeren; ook verder aan te kundigen dat sig belieft te prepareeren om voor het uijteinde van de aanstaande maand Januarij de bewuste hofsteede en landerijen aan de E.Compe in te ruijmen, en, vervolgens het welbehagen van meergende. haar Ede. hoog agtb. sijn Ede. verder bewust, op te volgen, dewijl ons pouvoir niet toelaat den tijd langer uijt te stellen.
En bij soo verre zijn Ede. daar iets teegen, ofte eenige speculatien contrarij mogt hebben, dat het selve als dan in geschrifte beliefd ter neder te stellen, en geteekend over te geeven.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de goede Hoop, jaar en dag als boven.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 41-44.¶
Saturdag {17071231} Ulto. December 1707, des voornoens. Extraords. vergadering.
Pt. het opperhoofd en alle de verdere leeden.
Door de gecommitteerdens den 24n deser aangesteld, omme sig naar de plaats vergeleegen te transporteeren en den Ede. Heer Raad Extraordinaris, Wilhem Adriaan van der Stel, kundschap te geven, en te gelijk ook copia van het doenmaals geresolveerde bij deese vergadering, ingevalle zijn Ede. sulx quame te begeeren op heeden schriftelijk rapport hunner commissie gedaan zijnde, luijdende in verbis:
Aan den E.Heer Joan Cornelis d’Ableing, oppercoopman en hoofd administrateur, althans het gezag voerende, benevens den E.Agtb. Politicquen Raad.
‘U.E.Es. hebbende ons gelieven te committeeren uijt het lighaam van desen E.Agtb. Raad tot het overbrengen van het schriftelijke antwoord door d’ Ede. Heer Extraordinaris Raad van India, Wilhem Adriaan van der Stel, op het geproponneerde van de messrs.61 Cruse en Helot aan zijn Ede. op de hofsteede vergeleegen , in dato 20e December gedaan, om zijn Ede. af te vragen of den inhoud van dat geme.62 antwoord alsoo voor ‘t zijne was aanneemende, heeft daar op geantwoord van Ja, dat daar bij volkomen persisteerde, waarop we vervolgens ‘t gun[t] ons in mandatis was mede gegeven, hebben overgeleeverd; heeft zijn Ede. in voldoeninge van ‘t voorgestelde door deesen E.Agtb. Raad, en tot verificatie en bekragtiging van den eijgendom des gezaijs, ‘t welk op zijne gewesene hofsteede thans is snijdende, ons dese nevensleggende verclaaring ter hand gestelt, om deselve aan UEE. agtbaarheedens over te leeveren, versoekende dat daarop gratieuselijk geliefde te reflecteeren.’
‘En wat belangt het deca[m]peeren, verhuijsen en ontledigen van genoemde hofsteede teegen den laasten van Januarij aanstaande, verzogt zijn Ede. dat die tijd tot den laasten Februarij geprolongeert en alsoo in plaats van een, twee maanden tijd mogt vergun[d] werden; gemerkt sig dan in genoegsaame staat soude bevinden om d[e] beveelen van UEEs. werkstellig te maken; waar op zijn Ede. een gunstig en meegaande antwoord wil afwagten. Waar mede deese onse deputa[tie] geëindigt zijnde, sal deese in alle onderdanigheid dienen voor schriftelijk rapport, terwijl wij zijn (ondertond) UEE. gehoorsaamste dienaaren. (was geteekend) Wm. Corssenaar, Willem van Putten, (in margine) Overgeleeverd in Raade van Politie den 3m December 1707.63 ‘
Welk raport opgelesen en geresumeert zijnde, soo is eerst het versogte uijtstel van opgeme. Heer van der Stel, namentlijk omme tot Ulto. Februarij aanstaande in plaatse van den laasten Januarij te mogen wagten om de voorn. hofsteede Vergeleegen en landerijen &a. aan d’ E.Compe. in te ruijmen, door den Heer gezaghebber in deliberatie geleid; en waar omtrent den E. fiscaal Joan Blesius eerst zijn advijs en gevoelen uijttende, zeide daar in geen swaarigheid te maken om ‘t uijtstel tot ulto. Februarij te prolongeeren, dewijl de Heer van der Stel ‘t selve soo instantelijk kwam te versoeken; waarop gemelte gezaghebber antwoorde: mijn Heer, dan ben ik niet in staat om al die dingen uijt te voeren, vermits als dan de handen vol werk sal hebben, apparent met de vaderlandse en retourscheepen te gelijk over de hand; dog ik weet niet wat mijn Heer te doen heeft. Vervolgende verder: ik vind uw nu heel anders als baast, wanneer je selfs de propositie hebt gedaan dat de Heer van der Stel met het uijteinde van de maand Januarij van vergeleegen soude moeten delogeeren ofte vertrekken, of is ‘t ook dat het versoek van dien Heer door Monsr. Cruse aan u gedaan, uw sodanigh heeft doen veranderen en ‘t hert vermurwen, sonder datter eenige verdere reedenen zijn gevallen. Waar op den E. fiscaal in colaire van desselfs stoel is opgestaan en na gezegd te hebben, ik wil sodanige reproches niet langer hooren, en je kunt ‘er over na ‘t vaderland schrijven, de vergaderzaal en deur is uijtgegaan, sonder weer te komen. Gevende de Gezaghebber voornd. de verdere leeden van den Raad daar op ieder in ‘t particulier in bedenken of zijn Ed. gemelte fiscal hier mede sodanige redenen mogt hebben gegeven, die hem tot dat besluijt en uijtvoering konden doen treeden; dewelke na gedaane omvraging, eenstemmig hebben geoordeeld en geantwoord van neen. Wiensvolgende het opperhoofd verder zeijde te protesteeren tegen ‘t gedrag van den fiscaal, en de moeijelijkheeden die daar in ‘t toekomende uijt soude konnen volgen.
Verder getreeden tot resumptie der verclaaring in ‘t rapport van voors. gecommitteerdens vermeld, beleid ende gegeven door twee persoonen in dato 27e deeser, zijnde de eene bouwknegt en de andere wagenrijder van welgeme. Heer van der Stel, en bij deselve van d’ E.Compe. in leening, behelsende in sunstantie: “dat het land, waar in dit jaar op Vergeleegen voornd. gezaijd, al in de maand van April lestleeden geploegd, en het meeste zaad daar ook al ingesmeeten is, en vervolgens alles geploegd en gezaijt is geweest, voor dat zijluijden geweeten hebben de ordres van de Ede. Heeren Majores, den 16e derselve maand hier ontfangen, die het voors. land enz. weder na zig hebben believen te neemen. Behalven datter eenlijk na de bewustheid der gezeijde ordres nog negen mudden tot zaijen geprojecteert waaren, ongezaijdwaren blijven64 leggen.”
Waar op, na gehoudene deliberatie, eenpaarig is goedgevonden opgeme. twee perzoonen ten eersten van buijten na deesen Casteele te doen opkomen, omme des mogelijk, deselve hunne verleende verclaaring aanstaande Donderdag voor den E. Agtb. Raad van Justitie te doen recolleeren, en na nauwe examinatie te beëdigen.
Voorts nader gedelibereert zijnde over het voors. versoek door opgeme. Heer Van der Stel gedaan, omme tot ulto. Februarij buijten op vergeleegen te mogen continueeren; is unanimiter goedgevonden ende beslooten bij het voors. geresolveerde van den 24 deser, ten dien belange spreekende, te blijven persisteeren, als hebbende insonderheid medezijn reflexie op onse genomen resolutie van den 21n Junij deses jaars.
Eindelijk nog gebesoigneert zijnde over de verkiesing van eenige andere leeden in de respe. collegien deses gouvernements, in plaats van de afgaande, op de overgebragte nominatien derselve: Soo is eerstelijk voor den overleeden burgerraad Guilliam Heems en den afgaande Hendrik Donker65 weder als burgerraaden verkooren Claas Hendrix Diepenauw en Hendrik Bouman.66
In ‘t collegie van weesmeesteren zijn geëligeert, namentlijk uijt ‘s Comps. dienaaren Jan Brommert67 en Kaje Jesse Slotsboo in plaatse van Willem van Putten en Pieter de Meijer,68 mitsgrs. uijt de vrijburgers in plaatse van de voors. Guilliam Heems en Hendrik Bouman, Hendrik Donker en Michiel Leij.
In ‘t collegie van Commissarissen van klijne zaaken is eerstelijk voor den afgaan[de] president Willem Corssenaar, gekooren Willem van Putten, en zijn wijders tot Commissarissen aangesteld Caje Jesse Slotsboo en Pieter de Meijer in plaatse van Jan Brommert en Jacobus de Weth.69
Laastelijk is tot president in ‘t collegie van huwelijkse zaaken gekooren Jacob Cruse en zulx voor den afgaande voorzitter Adriaan van Reede. Zijnde voorts tot Commissarissen aangestelt Jan Brommert en Nicolaas Oortmans,70 de laaste uijt de vrijburgers voor en in plaatse van Caje Jesse Slotsboo en Hendrik Donker opgemt.
Aldus gearresteert en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaars voors.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAAN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 45-48.¶
Dingsdag den {17080103} 3e Januarij 1708, des voornoens.
Presentibus omnibus, dempto den E. fiscaal Joan Blesius.
Door de huijsvrouwen van de burgers Claas Hendrix Diepenauw, Jacob van der Heiden en Jacob de Savoije, genaamt Sara Tas, Abigel Vroom en Maria Magdalena le Clercq, ter vergadering ingeleeverd zijnde seeker schriftuur,72 onder de naam van request, door seven en twintig vrijluijden, soo mannen als vrouwen onderteekend, liujdende van woorde tot woorde als volgt:
Aan de E.Heer Joan Cornelis d’ Ableing, oppercoopman in dienst der E.Oost Indische Maatschappie, administrateur en provl. opperhoofd aan Cabo de Goede Hoop, en desselfs Agtb. Raad, enz.
‘Geven in schuldige eerbied en needrige ootmoed te kennen d’ onderschreeven vrije Caabze ingezeetenen, hoe zij t’ haren uijttersten leetweesen verstaan hebben, dat Dingsdag den 27n deser maand December, ten deezen Casteele in civil arrest op uwer Ede. Agtb. bevel, aangehouden is Juffw. Maria Lindenhovius, huijsvrouw van sr. Henning Huzing, borger en heemraad aan Cabo de Goede Hoop, mitsgrs. hopman eener bende vrije voetknegten, ook weesmeester &a. voor meer dan een en twintig maanden, op een ongehoorde, zeer geweldadig[e] en meer dan Dionise Tirannie, ter ordre der Caabse dwingelanden, van haar zeijde uijt zijn huijs en welvaaren gerukt, en met ‘s Comps. schip Gansenhoev na ‘t vaderland opgezonden en aldaar aanstonds door d’ Ed. Groot Agtb. H.H.Bewindhebberen der Vereenigde Nederlanden geoctroije[er]de Oost Indische Maatschappie, onse wettige Heeren, voedster heeren haarer onderzaaten, neffens alle zijn eerlijke en de Ede. Compe. mitsgrs. deesen Gemeen[en] Beste getrouwe mede burgers, voor alle op, na, en aanspraak vrijgespr[o]ken is, en dat de huijsvrouw van onzen eerlijken, vromen, en trouwen med[e] burger, dogter van den Eerwaarden, Godsalige en seer geleerde Hr. Adam Lindenhovius, bedienaar des He. Evangeli te Over-reest 73 in Overijsse[l] , gevolglijk onderzate van haar Ho.Mo., welkers ouders en vrinden, goed en bloed ten beste van de vaderlandse vrijheid, ten spijt der gewe[l]denaars op gezet hebben, thans 55 jaren oud, op welkers handel en wandel niet te zeggen valt, een voorbeeld van deugd en vroomheid aan alle Caabse vrouwen, lidmaat deser hervormde Christelijke gemeente, dewelke nooijt voor regter gedagvaard is, Oversulx valt ‘t ons naarbenoemde overhard zulke matrone onder een vuijl, stinkend en opgeraapt voorwendsel voor UEde. Agtb. regtsbank, welkers leden ten meerendeele haaren man zoo onregtmatig verzonden hebben, te zien gedagvaard, daar vandaan t’ haren huijze voor agt dagen gearresteerd, en eindelijk ten dezen Casteele in verzeekering gehouden: eenlijk om haar onder gestaavden eede te doen verclaaren ‘t geen sij niet weet, en ‘t welke de eerw. Hr. Le Boucq, trouw bedienaar des goddelijken woords, t’ haaren huijse voor meer dan een maand tijds, op voorgeeven van juffw. Maria Engebregt, huijsvrouw van wijlen Hr. Hercules van Loon, predikant aan Stellenbos , onder de roos en tusschen af en aangaan van de gearresteerde, soude gesprooken hebben, en dewelke haar geheugnis, als enkele segswoorden, meerendeels ontvloogen zijn. Oversulx bewogen door Christelijk medelijden, wenden de supplten. haar tot U Ede. Agtb., dezelve demoedigst bij desen smekende, sij gelieven de gearresteerde onder behoorlijke borgtogt van haar persoon en goederen, om ten allen tijde, des verzogt zijnde, in regten te verschijnen, te slaken, waar voor de supplten. haar ten overvloed in solidum bij deesen verbinden, in vertrouwen dat daardoor de gearresteerde, eene der best geseetene vrijluijden aan de Caab, voor verdere schade en haar onvermijdelijke ondergang mag bevrijd worden. (onderstond) ‘t Welk doende &a. (Was geteekend)’
‘Am. Tas,74 J.G.de Greevenbroek, Causarius Miles,75 Jacob van der Heide,76 Daniel Sevenhove,77 P. van der Bijl,78 Wessel Pretorius,79 Ferdinandus Appel,80 Jacobus Louw,81 Gs. Soullier,82 Joan Rotterdam,83 Valentijn Clijnveld,84 Steven Vermeij,85 Wm. Menssink, Jacobus de Savoije,86 Pr. Meijer,87 Elisabeth van Brakel, Hester Winkel, Alletta ter Möllen,88 Geertruij Elbertsz, Een merk X van Levina Cloet, Abigel Vroom, Maria van Brakel, Judith Kling, Aletta van Es, M.M.le Clercq, femme de Jaque de Savoije, Alletta de Savoij, Sara Tas. (in margine) Aan Cabo de Goede Hoop, den 31 December 1707.’
En geconzidereert dat het zelve is opgevuld met zeer scherpe, lasterlijke en hatelijke expressien tegen deese regeering, daar en boven doorkneed met vilaine logentaal, en wel specialijk in ‘t uijtdrukken van deese woorden: “dat Dingsdag, den 27n deser maand December, ten deesen Casteele in civiel arrest op uwer Ede. Agtb. bevel, aangehouden is Juffrw. Maria Lindenhovius,” dewijl deselve Maria Lindenhovius hardnekkiglijk geweigerd hebbende te recolleeren haare verleende depositie, ter requisitie van den Gezaghebber, de Heer Joan Cornelis d’ Ableing, over seekere lasterlijke injurien door den predicant Engelbertus Franciscus le Boucq t’ haren huijse en presentie tegen d’ Ede. Groot Agtb. Heeren Bewindhebberen en Zijn E. geuijt, bij decreet van den E.Agtb. Raad van Justitie was gevonnist, om na 8 dagen in haar huijs, bij continuatie van halstarrigheid, ten deesen Casteele in civiele gijseling gezeth te werden, ter tijd toe dat zij haare beantwoorde vraagpoincten zoude hebben gerecolleert en, des noods zijnde, be-eedigt; waar over den E.independent fiscaal ter vergadering had gepresideert ende uijtvoerig daar af door zijn E. ook was geschied: dierhalven geensints op ons bevel nog ordre aangehouden, veel min in arrest gezet. En verder daar zij zeggen: “Oversulx valt ‘t ons naarbenoemde overhard sulke matroone onder een vuijl, stinkend en opgeraapt voorwendsel voor UEde. Agtb. regtsbank, welkers leeden ten meerendele haare man soo onregtmatig verzonden hebben, te zien gedagvaard.”
Niet minder is dan een vuijl, stinkend en opgeraapt voorwendsel, want de Eerbaare Juffw. Maria Engebregt, wede. van wijlen den eerw. predt. Hercules van Loon, wiens deugd en vroomheid irreprochabel is, geen verclaaring onder eede gegeven heeft, dan die op regte en suijvere gronden der waarheid is steunende geweest, als daarbij voor reedenen van weetenscbap geevende bij ‘t uijtten van voors. laster en injurien van geme. predicant Le Boucq present te zijn geweest, nevens Juffw. Husing voornd., ‘t geen zij zelve ook niet teegen spreekt, maar dat haar de zaaken zijn ontgaan &a.
Mits welke, soo is na rijp overleg eenpaarig goedgevonden ende verstaan, daarop aan gem. vrouwluijden niet anders te antwoorden, als dat ‘er Justitie op gedaan sal werden.89 En verder dat men den E. fiscaal als officier, vermits sig uijt de vergadering heeft gehouden, een authentique copia van dien ter hand sal stellen, en dan vervolgens met desselfs adsistentie over dit werk ten principaale besoigneeren.
Eindelijk is nog geresolveert den predicant Engelbertus Franciscus Le Boucq, wiens gagie al voor eenigen tijd bij de soldijboeken is afges., en tot nog toe bewoond het predicantshuijs van d’ E.Compe., van deese week sal dienen een begin te maken om het zelve te ontruijmen, ten einde dat tegens de komst van de verwagte predikant voor deese plaats, behoorlijk te konnen laaten repareeren en schoon maken.
Aldus gedaan, gearresteert en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTFEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 49-52.¶
Dingsdag den {17080110} 10n Januarij 1708, des voornoens.
In tegenwoordigheid van alle de leden, behalven den E.fiscaal.
Den Ede. Hr. Raad Extraordinaris en oud Gouverneur, Willem Adriaan van der Stel, op ‘t aanschrijvens van de Hoog Ede. Heeren Majores van den 30n October 1706, dat zijn Ede. van zommige ingezeetenen deezes lands eenige schaapen zoude hebben genoomen op pretext van wollig vee, en om de wol daarvan voor d’ E.Compe te scheeren, en voorts ordre dat dezelve schaapen aan de eigenaars zoude hebben te vergoeden, tegen vier guldens het stuk: Gelijk zijn Ede. door ons op den 16n Junij ao. passo. nader is aangezegd,92 request geprezenteerd, en daar bij te kennen gegevenhebbende,93 dat dewijl zig tot heeden nog niemand van dien had geopenbaard, en zijn Ede. nu al ruim zeeven maanden van het gezag en commando gepriveerd zijnde, haast ten einde bot van tijd was gekomen. Dierhalve verzogt dat ‘er alomme in ‘t gouvernement biljetten mogten werden geaffigeerd,94 en daar bij alle ende een iegelijk die ‘t aangaan mag, gewaarschouwd dat de pretendenten ter zaake voors. haar binnen ses weeken na dato zouden hebben te addresseeren bij welgemelte zijn Ede. om voldoeninge van haar pretentie te erlangen; mits behoorlijke blijk van hun geallegeerde bijbrengende en vertoonende; op peene van niet ontfankelijk; en dat de geene die zig na dato daar omtrent mogten komen te openbaaren van haare pretentien zullen vervallen. Welk verzoek, als billik geoordeeld zijnde, ook eenpaarig is toegestaan.
Zoo is mede aan den colonier, sr. Frans van der Stel, t’ zijnen verzoek bij request gedaan, gepermitteerd om biljetten te mogen laaten aanslaan en daar bij alle ende een iegelijk der inwoonderen deezes Gouvernements aan te kundigen, dat nademaal zijn vertrek naar ‘t vaderland haast op handen is, de geene die door hem mogten verkort of benadeeld zijn, mit[s]gaders iets op zijn perzoon te pretendeeren heeft, zig bij tijds zouden hebb[en] te addresseeren aan de overigheid of regter deezer plaatze, om bij dezelv[e] haare klagten en allegatien te doen, en voort te brengen.95
Verder gerezumeerd zijnde de verklaaring door twee domesticquen of knegts van gemelte Ede. Hr. van der Stel verleend, en den 5n deezer voor de volle Raad van Justitie, met assumptie van drie regeerende burgerraaden gerecoleerd en be-eedigd;96 noopende het gezaijde koorn op ‘t land vergelegen , dat al het zelve, een mudde uitgezonderd, al in de maan[d] van April des verleden jaars in de grond zoude zijn gebragt; en sul[x] voor dat zijluiden geweeten hadden de ordres en dispozitie van welopge.97 Heeren Bewindhebberen omtrent het gezeide land: Zoo is na rijp overleg, om voors. redenen ende nauwkeurige en scherpe examinatie door den heer gezaghebber in gezeide Raad van Justitie gedaan, goedgevonden en geresolveerd opgemelte zijn Ede. te vergunnen al het gezaide koorn te mogen laaten inougsten en beneficeeren; mits dat daar van aan d’ E. Compe. betaale de tiende, en ingevalle van disapprobatie van hoogst gedagte Ede. Heeren Majores, zijn Ede. gehouden zal blijven ‘t montant van dien wederom te moeten uitkeeren.
Nog is geleezen en naargezien zeeker schriftelijk rapport door den Secretaris deezer vergadering overgeleverd, behelzende zijne deputatie wegens deezen Raad aan den E. fiscaal independent, op den 3n deezer, noopende het authenticque copia request, of lasterschrift, door drie vrouwsperzoonen dien zelven morgen ter vergadering geprezenteerd, om dat aan zijn E. als officier ter hand te stellen, en desselfs schriftelijk antwoord en conzideratien daar op te vorderen; desgelijks om gemelte fiscaal af te vraagen of niet eenige actie hadde tegen den boekhouder, Pieter de Meijer, die, als Comps. dienaar zijnde, tegen de ordre van welgemelte onze Heeren Gebiederen bij openbaare vendutie had gekogt het land met verscheide groot en klein vee &a. van wijlen den burger Jacobus van Brakel, en nu om zijn vrijdom was solliciteerende.
Na visie en lecture van ‘t welke ook is geleezen en geëxamineerd het schriftelijk antwoord van meergemelte fiscaal aan den Secrets. toegezonden, en door dezelve mede ter vergadering geëxhibeerd, luidende van woorde tot woorde aldus:
‘Monsr. Helot,98 ‘
‘Op het copia request door u EE. aan mij g’intregeerd en bij mij gerezumeerd zijnde, moet ik betuigen zeer scherpjes te zijn, dog egter niet zoo godloos of lasterlijk, als het wel ligt werd aangezien, want het is wereltkundig dat Henning Huzing, neevens meer andere burgers, geweldadig genoeg, uit haare goederen, mitsgaders van haare vrouwen en kinderen zijn afgezet, en naar ‘t vaderland verzonden; waar in den onderges. doenmaals mede tot zijn leedweezen heeft gecondescendeerd; met die gedagten egter dat het daar bij zoude gebleeven zijn, en dewijl die proceduuren zoo bennen gehouden, zoo behoord dat request voor zoo godloos, nog lasterlijk in dien reguarde, niet aangemerkt te werden.’
‘En dewijl den Politicquen Raad, wegens de verzending, en die van de Justitie, wegens haare proceduuren, uitgezonderd den EE. Hr. d’Ableing, die nog aan ‘t een of ‘t ander deel heeft, voor partijdig werden aangezien, en uit dien hoofden geenzints als regters te gelijk kunnen nog mogen geconzidereerd werden, zoo is den onderges. van gevoelen, dat men alvoorens verder te procedeeren, de decisie hier van zal laaten uitgesteld, tot de komst van een Hr. Gouverneur, of een ander eminent minister uit India, mitsgaders dat men voor af en bij provizie, die drie wijven, dewelke het voorne. request hebben g’exhibeerd, zal doen aankundigen, haar in toekomende te onthouden van zoodaanige requesten meer in den Raad te brengen, of dat men genoodzaakt zijn zal, niet alleen haar, maar andere meer, die haar zulks mogte onderwinden te doen, of zoodaanige requesten in te stellen, arbitralijk te corrigeeren, zoo en indiervoegen als men tot maintjain van deezen Raade zal bevinden te behooren.’
‘Wat aangaat de ontslaging van Juffw. Huzing, is den onderges. mede van gevoelen, dat voorne. Juffw. geenzints onder borgtogt uit haare civiele gijzeling kan nog mag ontslagen werden, vermits zij gehouden is, van de waarheid getuigenis te geeven, immers zoo verre haar bekend en die zaak bewust is.’
‘Op het verzoek van den boekhouder, sr. Pieter de Meijer, bij request aan de vergadering gedaan, noopende desselfs vrijdom zoo geeft den onderges. voor advis als dat men d’ E. weesmeesteren,[ha]dde behooren [g’]injungeert te [he]bben99 haare Commissarissen te gelasten, geen verkooping van die natuur aan ‘s Comps. dienaaren te doen.’
‘’t Is zeeker dat den zupplt. het land heeft gekogt met die verwagting van zijn vrijdom te erlangen, te meer om dat hij veeltijds met bloedstorting is gequelt, daar het schrijven en veel bukken merkelijk veel tot vermeerdering van zijn quaal contribueerd, daarenboven is zijn laaste verband g’expireerd, zulks zijn verzoek reedelijk is, weshalve den zelve zijn vrijdom behoorde vergund te werden, als niet kunnende zien datter eenige redenen zijn, waarom zulks zoude geweigerd werden, te meer omdat zulks wel aan Mr. Willem Jan Broer100 de boode en aan meer andere toegestaan is, en wat mij aangaat, ik kan niet zien tegens den voorn. zupplt. eenige pretentien te kunnen formeeren, alzoo hij het voors. land gekogt heeft, niet met die intentie om met zelve in ‘s Comps. dienst te blijven bezitten. (onderstond) Cabo de Boa Esperance den 4n Januarij 1708. (was geteekend) Joan Blesius.’
Weshalven zoo is, na rijpe overweging, en de zaak in omvraage gebragt te zijn, unanimiter et nemine contradicente, geoordeeld dat gemelte Hr. fiscaal bij voors. geschrift en antwoord de magt van hem zelve, mitsgaders die van den gantschen Raad van Politie en Justitie, gevolglijk ook die van den Hr. Gezaghebber, over alle de perzoonen tegens welke in de voorige regeering, zoo politicq als Justitieel is gehandeld, als mede der zelver familien en die daar toe betrekkelijk zijn, t’ eenemaal komt te ontzenuwen, en wij dierhalven tot ons leedweezen en decherge van ons zelven, genoodzaakt zijn daar tegen bij deezen te protesteeren, mitsgaders tegen alle ongevallen en swaarigheden die uit zijn Eds. gedrag, en ‘t niet exerceeren van zijn ampt en officie, reets gesprooten zijn en in der tijd nog mogten rezulteeren.
Eindelijk heeft den predicant Engelbertus Franciscus le Boucq, voor eenige dagen weder een scherp en verwijtend schriftuur tegen deezen Raad op de naam van request aan den Hr. gezaghebber ter hand doen stellen; ‘t welk zijn E. ter vergadering heeft geëxhibeert; en geëxamineert zijnde, zoo is goedgevonden ende verstaan bij ons gerezolveerde van den 3n deezer vermeld, noopende het ontruimen van ‘s Comps. huis door gedagte le Boucq, te blijven perzisteeren; niet tegenstaande dezelve in ‘t einde van gemelte schriftuur zegd te protesteeren over alle schaade, ongemakken en affronten, die hem daar uit konnen ontstaan; om die voor deezen E. Agtb. Raads, als ook zijne competenten regter te verhaalen op al die geene die aan deeze dingen hand-dadig zijn.
Aldus gearresteerd ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 53-54.¶
Dingsdag den {17080117} 17n Januarij 1708, des voornoens.
Presentibus omnibus dempto den E. fiscaal.102
Eenige gelicentieerde vrijbakkers, request gepresenteerd en daar bij versogt hebbende, dat de vrijluijden die niet schriftelijk gepermitteerd zijn om brood te bakken en verkoopen, het selve mogt verboden werden; desgelijx dat ‘s Comps. dienaaren daar toe voortaan niet mogten werden geadmitteerd; dat ook zij supplten. in ‘t generaal verboden mogt werden geene jongens of slaven, met brood om te verkoopen, langs de huijzen te laaten gaan. Dat de eene bakker ‘t brood, beschuijt en meel niet minder soude mogen verkoopen als den andere en eindelijk dat ‘er een vast getal bakkers hier aan de Caab mogt gesteld werden. ‘t Welk in aanmerking genomen, en daar over geraadpleegd zijnde, is goed gevonden ende verstaan hunluijden te accordeeren dat ‘er niemand der vrije ingezeetenen brood zal mogen bakken en verkoopen, als de geene die reets daar toe schriftelijk zijn, en in ‘t toekomende zullen werden gelicentieert, en dat met uijtsluijting van alle Comps. dienaaren, dewelke voortaan geen brood meer sullen mogen bakken, om ‘t selve te verkoopen: alles op pene als bij placcaat. En dat zij supplten. voorts bij soo verre iemand contrarij desen komt te doen, hun selven konden vervoegen bij den fiscaal of officier deser plaatze, en daar op regt vorderen. Zijnde op ‘t verdere verzogte in hun request geen dispositie gevallen, om reedenen.
Dewijl den predt. Engelbertus Franciscus Le Boucq, wiens gagie en emolumenten zedert eenigen tijd, na ‘t weigeren van den predikdienst langer waar te neemen, als verschijde andere vremde conduites, een Christelijk leeraar gants niet voegende,103 zijn afges., tegens onse verwagtinge in diergelijke maniere van doen blijft volharden, tot verhindering van de hoog nodige rust in de kerke en buijten de selve, en bijsonderlijk ook tot klijnagtinge van de regeeringe deser Colonie. Om welk inkankerend kwaad intijds104 voor te komen, ende verdere zijdgangen van hem Le Boucq te dempen, die den E.Agtb. Raad al weederom met een vuijl papiertie of geschrift aan den geregtsboode overhandigd, seer scherp heeft geheekeld en getaxeerd, Soo is op de propositie van den Heer gezaghebber, unanimiter et nemine contradicente, goed gevonden, en ten hoogsten noodig geoordeeld, bij geleegentheid dat de fluijt Jerusalem hier nu van Batavia aan de hand gekomen is, dewelke in ‘t korte weder te rug staat te keeren, opgemelte gesuspendeerde predt. Le Boucq, nevens zijn vrouw en verdere huijshouding, met dien bodem of een ander tusschen komend schip, dat eerst gedepecheert mogt werden, naar Batavia vermelt op te senden, met alle de stukken en documenten t’ zijnen laste gerecouvreert en ingewonnen, mitsgrs. de geene die daar toe relatief zijn.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.
[Signed:] JOAN CORNELIS D’ABLEING.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 55-56.¶
Donderdag den {17080126} 26n Januarij 1708, des avonds.
Present den Edele Heer Gouverneur Louis van Assenburg,107 den Hr. Gezaghebber en alle de verdere leeden.
Den Ede. Heer Louis van Assenburg, bij haar Ede. Hoog Agtb. de Heeren onse Majores geëligeerde en aangestelde Gouverneur over dese plaatse, des eilands Mauritius en resorte van dien, op gisteren den 25n in goede gesontheijd (God lof) met het schip, De Generaale Vreede , en verdere onder zijn Eds. vlag gesorteert hebbende scheepen, hier aangeland zijnde; Soo is, na gehoudende deliberatie, met eenparigheijt van stemmen goed gevonden en beslooten dat wel opgemelte Zijn Ede. aanstaande Woensdag, den in Februarij, door den Heer Joan Cornelis d’Ableing, oppercoopman, secunde en hoofdadministrateur, als afgaande gezaghebber deses Gouvernements, alle den volke, soo Comps. dienaaren als vrijluijden, in voorn. hoedanigheijd solemneelijk sal werden voorgesteld: En sulks in ‘t bijwesen van de gantsche burgerije hier van de Caab als Stellenbosch en Drakenstein , onder hunne respe. officieren te voet en te paard: ten welken einde aan den land-drost, mitsgrs. de krijgsofficieren van de laatst genoemde colonien, ten eersten een missive sal werden afgevaardigd.
Voorts hebben de schippers van de presente scheepen, de Generaale Vreede , Unie , Beverwijk , Ganzenhoef , Diemen en Haak bij request versogt om voor het volk op voorn. bodems bescheiden, driemaal ter week, in plaatse van de twee ordinaire reisen, rantsoen van vers vleesch en groente geduurende hun aanwesen te mogen genieten; en sulks om de lange reijse van over de agt maanden die zij uijt het vaderland tot hier gehad hebben, waardoor hunne scheepsprovisien voor ‘t grootste gedeelte zijn geconsumeert, en ‘t overschot van dien des te langer te konnen rekken: ook om des te eerder in staat te geraken tot hun vertrek naar Batavia. Alle ‘t welke in serieuse opmerking genomen zijnde, en geconsidereert de sware gevallene consumptie op voors. lange reijse,108 waardoor het volk seer is gefatigeert en afgemat, dat ook ontwijffelijk eerder en beter door de versse kost als ‘t sout vleesch en spek, ‘t welk d’ E. Compe. ongelijk hooger in prijs komt te staan als hier ‘t vers vleesch, in behoorlijke staat van gesondheijd sal gebragt werden: Soo is consonantelijk geresolveert hun luijden het gedaan versoek, om redenen en invoegen voors., te accordeeren; dog sonder de saakvoor toekomendein consequentie te trekken.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.
[Signed:] L. v ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, p. 57.¶
Saturdag den {17080128} 28e. Januarij 1708, des voornoens.
Present den Ede. Heer Gouverneur den Heer gezaghebber et omnibus.
Dewijl dese maand Januarij haast ten einde is geloopen, en desen E. Agtb. Raad ingevolge derselver resolutie van ulto. December lestleeden was blijven persisteeren bij hun genomen besluijt ter vergadering van 24er, behelsende aankundiging door twee gecommitteerde leeden uijt dese vergadering aan den Ede. Heer Raad Extraordinaris en jongst afgetreeden Gouverneur, Wilhem Adriaan van der Stel, dat zig zoude believen te prepareeren om voor het uijteinde van deese maand de Hofsteede genaamt vergeleegen en toebehoorende landerijen aan de Compe. in te ruijmen en verder het welbehaagen van d’ Ede. Heeren Majores, zijn Ede. bewust, op te volgen: Soo is, na gehouden overleg, eenpaarig goedgevonden ende beslooten omme uijt het lighaam van desen E.Agtb. Raad te committeeren de ondercoopluijden srs. Willem Corssenaar en Willem van Putten, en deselve aan wel opgem. Heer van der Stel af te senden, ten einde om sijn Ede. op de civielste wijse het voors. laaste besluijt nogmaal te herinneren, en desselfs antwoord en beschijd daar op te hooren,111 mitsgrs. daar af en van hunne verrichtinge op aanstaande Maandag aan dese vergadering te doen behoorlijk rapport.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PurrEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 58-59.¶
Maandag den {17080130} 30e Januarij 1708, des voornoens.
Pt. den Ede. Heer Gouverneur, den Heer gezaghebber et omnibus.
Gehoord ende geresumeert hebbende het schriftelijk raport van gecommitteerdens, lestleeden Saturdag ter vergadering aangesteld, nopende hunne verrigting bij en ‘t bekomen antwoord van den Ede. Heer Raad Extraordinaris en geweesen Gouverneur, Wilhem Adriaan van der Stel, behelsende in substantie: “dat zij gecommitteerdens zijn Ede. opgemeld hadden weesen herinneren, dat, mits het ten einde loopen dezer maand Januarij, de hofsteede genaamd vergeleegen geliefde te doen evacueeren, op dat d’ E.Compe. daar van de behoorlijke possessie soude konnen neemen, waar door dan ook de ordres onser Heeren en Meesteren voldaan, en ‘t geresolveerde van deesen E. Agtb. Raad soude mogen stand grijpen:113 dat geme. zijn Ede. daar op met een diep respect had verzogt dat wij de goetheid wilden hebben van hem nog twee a drie weeken te vergunnen tot verblijv van sijn volk en goed aldaar, in hoope dat in die tussen tijd wel tijding uijt ‘t Patria en antwoord op Zijne verzogte mitigatie zoude komen, ‘t zij met de kermis scheepen, ofte wel een bodempje tot overbrengen der ordres voor de retourvloot. En eindelijk dat zijn Ede. daar op een gunstig antwoord hoopte te gemoed te sien.”
Soo is, na gehoudene raadpleeging, consonantelijk goed gevonden ende verstaan van het voors. geresolveerde, nopende die saak, in geenerlije wijse af te treeden, maar zig daar aan volkomen te blijven houden.
En dewijl met de behoude overkomst alhier van den Ede. Heer Gouverneur, Louis van Assenburg, ons tegelijk ook geworden is het contract door de Ede. Heeren Majores met den oud burgerraad Henning Huzing aangegaan, nopende het slagten en de leverantie van vleesch voor ‘s Comps. heen en weer passeerende scheepen, hospitaal, enz., voor de helft; ende dat men dienvolgens daar door in staat gebragt is, om, in conformite van dien, over het aanbesteeden van de wederhelft der gezeijde slagtneering en leverantie, ‘s Comps. wegen, met een, twee, of meer vrijburgers na behooren te konnen contracteeren: Soo is, na rijp overleg van saaken, ten meesten dienst der E.Compe. eenpaarig goed gevonden en beslooten opgeme. leverantie van vleesch te vergunnen en aan te besteeden aan twee persoonen, namentlijk den burger-raad Claas Hendriksz Diepenauw en den burger weesmeester, Michiel Leij, als die geene zijnde die haar op het geaffigeerde biljet van desen E.Agtb. Raad eenlijk hebben komen aangeeven, en daarom versogt; ende zulx te zamen voor de geregte wederhelfte, ofte ieden een vierde part van‘et geheel,114 voor den tijd van drie jaaren, deese loopende maand uijtgesonderd ofte afgetrokken, dewijl opgeme. Diepenauw de leverantie als vooren, bij mangel van ‘t gem. contract, geduurende deselve, is aanbesteed.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 60-61.¶
Zaturdag den {17080204} 4n Februarij 1708, des voornoens. Extraordinarij vergadering.
Present den Ede. Heer Gouverneur et omnibus.
Door de vier geprivilegeerde pagters van de Caabze coele wijnen request geprezenteerd zijnde, inhoudende klagten over de veelvuldige smokkelerijen, die ‘er onder deeze en geene ingezetenen met voors. wijne[n] gepleegd werden, en specialijk, na hun voorgeeven, onder diegeene die gastneering of volk om te logeeren houden, dewelke bij die occasie een goede vertier en conzumptie in de mijnen maaken; dezelve onder de hand van zommige wijngaardeniers opkoopen tot een civiele prijse, en die vervolgens sluikswijse weeten in hunne huizen te krijgen; alwaar se dan wederom onder ‘t thuis leggende volk en andere uitgesleeten werd, voor minder geld als bij de pagters te bekomen is: Strekkende aldus tot merkelijke schaade en nadeel van opgemelte geprivilegeerde pagters, die verder behoorlijke maintenu omtrent dit haar wettigh prerogatief komen te verzoeken: betuigende anderzints onmogelijk in staat te zijn hunne uitgeloofde pagtpenningen aan d’ E. Compe. te konnen opbrengen en betaalen. Waar op aandagtig gelet, en in aanmerking genoomen zijnde de billikheid dat men die menschen in haar voorregt kragtdaadig adzisteerd, op dat dezelve pagten niet t’ eeniger tijd in verval of afslag mogen komen te geraaken, tot groote prejuditie van d’ E. Compe., die het hier haar voornaamste inkomen en voordeel is; dierhalven zoo is met eenpaarigheid van stemmen goedgevonden ende beslooten op voors. request te appostilleeren dat de suspecte smokkelaars of sluikers door de pagters vermeld, zullen mogen aangeweezen werden aan den E.fiscaal independent, die mits deezen geauthorizeerd is, en ook paraat zal zijn ten allen tijde bij zoodaanige luijden in te treeden, of de geweldiger en caffers daar toe te gebruiken, om te zien en verneemen of ‘er ook eenige smokkelerijen met wijnen gepleegd werden. Des dat de pagters voornd. ook verschuldigd blijven daar op mede nauwkeurig agt te neemen, en de schuldige, of die daar op bevonden werden, aan den officier aan te geeven, om na behooren en in comformité van de placcaaten daar toe leggende, gemulcteerd te werden.117
Verder is door den Ede. Hr. Gouverneur in deliberatie geleid of men de fluit Jerusalem , hier gekomen met goederen en provisien van Batavia, over ‘t eiland Mauritius weder over ‘t zelve eiland te rug behoorde te zenden, omme in passant de vrijluiden die geneegen mogten zijn, en haar verklaard hebben naar Batavia te vertrekken, mede te neemen, en naar gemelte hoofdplaats, neevens hunne goederen, over te voeren; of wel dat daar toe een van de andere prezente scheepen of fluiten diende geëmploijeerd te werden. ‘t Welk in behoorlijke omvraage gebragt en geconzidereerd zijnde, dat alle de aanweezende vaderlandze scheepen, zoo ook Jeruzalem , op Batavia thans ten hoogste benoodigd zullen weezen, om na deeze en geene Indische gewesten verzonden te werden, en dat in dit Zd.Ooster mousson een schip naar Mauritius geprojecteerd en afgevaardigd werdende, ongetwijfeld een lange reize zoude maaken, tot merkelijke prejuditie van d’ E.Compe. en dat Jerusalem , ‘t welk hier een goede quantiteit tarw voor Batavia zal inneemen, bij zoo, verre daar toe aangeleid wierd, apparent veel van die zijne lading door storm als andere ongemakken zoude komen te bederven. Weshalven is consonantelijk ten meesten dienst en nutte van d’ E.Compe. goedgevonden ende geresolveerd, alle de gemelte scheepen, gelijk mede Jerusalem , van hier a droiture naar Batavia te laaten voortgaan, en met het afzenden van een schip naar Mauritius te supercedeeren tot de komst van de verwagt werdende kermisscheepen; in vertrouwen dat inmiddels het jagt Ter Aa van Batavia, ofte eenige nader ordre van de hooge Indische regeeringe daar omtrent zal overkomen, om in dien gevalle onze mesures daar na des te beter te konnen neemen.
Aldus gearresteerd ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Secrets.
C. 26, pp. 62-63.¶
Dingsdag den {17080207} 7n Februarij 1708, des voornoens.
Present den Ede. Heer Gouverneur en alle de leden.
Dewijl men hier ‘t verleeden jaar, op onze gedaane eisch te vooren, nog ook met deeze ses prezente scheepen, geen swaare ankertouwen uit het vaderland heeft gekreegen, en dierhalven daar van geheel destituit is; immers zoo verre dat men buiten staat zoude weezen een van d[e] dagelijks voor handen zijnde retourscheepen, die daarom benodigd mogte zijn, te konnen assisteeren: weshalven is, op propozitie van den Ede. Hr. Gouverneur eenpaarig goedgevonden ende beslooten, omme gemelt[e] retouschip of scheepen aan geen merkelijk gevaar te exponeeren, uit ieder der aanweezende scheepen, de Generaale Vreede en Diemen van ‘s lands cargazoen te doen ligten en hier aan land brengen twee alzulke touwen.
Verder in deliberatie gebragt zijnde dat de Hooge Indische regeeringe ons bij haare missive van den 9n November ao. passo.119 komen aan te schrijven en te beveelen, dewijl de vijf scheepen die dit jaar in retour van Ceilon hier stonden te verscheinen, op Batavia niet genoegzaam van spek voor de reize hebben konnen verzien werden, dat wij dezelve hier het deficieerende van dien, ter quantiteit van 34 vaten zouden zuppleeren, ‘t zij uit deeze magazijnen, of wel uit de lading eeniger scheepen, welke alsdan hier ter rheede mogten verscheenen, en daar mede beladen zijn.
Dat ook de voors. ses aanweezende vaderlandze scheepen, mits hun lange gehad hebbende reize van over de agt maanden, voor ‘t meeste gedeelte t’ einde van haare provizien gekomen waaren, die noodzaakelijk daar af voor hun vertrek weder verzien mosten werden, en men aan deeze plaats zeer schaars van spek voorzien was. Dierhalven is, na rijpe gehoudene raadpleging, en de zaak in omvrage gebragt te zijn, consonantelijk goedgevonden ende verstaan uit ‘s lands cargazoen van eenige der opgemelte ses scheepen te doen ligten 72 vaten spek, omme daar van 34 te verdeelen over de voors. Ceilonze retourscheepen, wanneer die hier aangekomen zullen zijn, mitsgaders de resteerende 38 over de meergezeide ses vaderlandze scheepen tot recruteering, en na rato van een ieders benoodigtheid.
Aldus gearresteerd ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERON.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 64-65.¶
Dingsdag den {17080214} 14n Februarij 1708, des voornoens.
Presentibus omnibus.
Door den prezident en commissarissen van ‘t collegie van kleine zaaken geëxhibeerd zijnde een nominatie van twee perzoonen, met verzoek omme daar uit, in plaatze van den buiten dienst en vrij geworden commissaris Pieter de Meijer, bij den Ede. Hr. Gouverneur en E. Agtb. Raad een ander gekooren te werden, zoo is daar toe met eenpaarigheid van stemmen ge-eligeerd den Secrets. van den Raad van Justitie, Abraham Poulle.
Verder geleezen en gerezumeerd zijnde zeeker request door den eerwe. predicant Petrus Kalden aan deeze vergadering geprezenteerd, inhoudende klagten over ‘t afschrijven zijner gagie op den 23n April des verleeden jaars, op ‘t voorstel en door toedoen van den E. fiscaal independent, Joan Blesius; niet tegenstaande op den 20n dito te vooren ‘t verzoek van hem zupplt. bij request ter vergadering gedaan, noopende om hier nog een jaar te mogen overblijven, mits de kortheid des tijds, in welke hij tot zijn vertrek onmogelijk konde klaar raaken, was toegestaan ende geaccordeerd; dog op desselfs eige verantwoording, gelijk aangenoomen heeft. En oordeelende hij, predicant Kalden, dat zulks niet met de billikheid overeenkomende is geweest, om redenen voors.: zoo verzogt zijn eerwe. in ‘t einde van dien dat den Ede. Heer Gouverneur en E.Agtb. Raad die zaak in bedenken en overweging geliefde te neemen, en daar inne een gunstig redres te maaken. Waar op met aandagt gelet en de zaak rijpelijk overwogen zijnde, zoo is consonantelijk goed gevonden ende verstaan in de resolutie van 23n April vermeld, ten voors. belange bij overdragt van stemmen genoomen, geen stremming te maaken, maar dezelve in zijn geheel te laaten: en verder dat men in de eerste nu af te gaane generaale missive aan de hoog Ede. Heeren Majores in faveur van opgemelte predicant Kalden zal schrijven, en haar Ede. Hoog Agtb. op ‘t needrigst in consideratie geeven of ‘t haar goede geliefte mogte zijn hem predicant Kalden zijne gagie van voors. tusschen tijd toe te voegen, en te laaten genieten; en zulks zonderling ter conzideratie dat zijn dienst, na dat den predicant Engelbertus Franciscus le Boucq dezelve geweigerd had langer waar te neemen, tot verscheidene reizen, ter liefde van ‘t gemeen, met veel genoegen in deeze kerk heeft gedaan en waargenoomen, terwijl den eerwe. predicant Henricus Bek na Stellenbos of Draakenstein was om daar te preediken en ‘t avondmaal des Heeren onder de communicanten uit te deelen.
Aldus gearresteerd ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 66-67.¶
Vrijdag den {17080217} 17n Februarij 1708, des voornoens. Extraordinarij vergadering.
Presentibus omnibus.
Den Ede. Hr. Gouverneur de vergaderinge voorstellende dat niet alleen de maand van Januarij reets, maar ook deeze maand haast ten einde was geloopen, immers de verzogte tijd van uitstel door den Ede. Hr. Raad Extraordinaris en oud Gouverneur Wilhem Adriaan van der Stel aan de gecommitteerdens, srs. Willem Corssenaar en Willem van Putten, op den 28n der voors. maand Januarij gedaan, omme nog twee a drie weeken de plaats vergelegen in possessie te mogen houden, tot verblijf van desselfs volk en goed aldaar: En dat niet tegenstaande, op het ingekomen schriftelijk rapport van opgemelte gecommitteerdens, wij ter vergadering van den 30n der laastgenoemde maand, bij onze voorige rezolutie van ultimo December ao. passo waaren blijven persisteeren, namentlijk om aan zijn Ede. vermeld niet toe te staan tot ultimo deezer op vergelegen voornd. met zijn volk en goed &a. te mogen blijven, zijn Ede. egter nog geen preparatie maakte om van daar te delogeeren, en die plaats aan d’ E.Compe. in te ruimen. Dierhalven zoo is na gehoudene raadpleging, en de zaak in omvraage gebragt te zijn, eenstemmig goedgevonden ende beslooten twee leden uit deeze vergadering als gecommitteerdens aan welgemelte Hr. van der Stel af te zenden,122 omme zijn Ede. in civiele termen het geene voors. te indagtigen, en dat zig dienvolgens beliefde te prepareeren om meergemelte plaats vergelegen &a. aan d’ E.Compe. in te ruimen.
Verder is door den Ede. Hr. Gouverneur nog geproponeerd, eerstelijk omme aan gedagte Hr. van der Stel door gecommitteerdens te doen voorstellen, wijl de wijnougst of parstijd dagelijks op handen is, of genegen mogte zijn alle de druif op gemelte plaats te doen parssen door zijn volk of domesticquen, en in zijn eigen vaatwerk, ter prezentie van twee gecommitteerdens bij deeze vergadering daar toe aan te stellen. Op conditie dat, indien ‘er voor zijn Eds. vertrek, van hier met deeze prezente retour-vloot andere ordre uit het vaderland, of mitigatie op desselfs gedaan verzoek mogte komen, dat de wijnen dan voor zig zal blijven behouden, gerezerveerd het dictamen der gezeide ordres of mitigatie; en in cas van neen, die aan d’ E.Compe. als haar eigen druivezap te moeten overgeeven; mits aan zijn Ede. de daar op gevallene kosten en gepleegde moeite, als anderzints, na billikheid vergoedende en betaalende: ook verder met meergemelte zijn Ede., des begeerende, te contracteeren en accordeeren omme het vaatwerk, daar de wijnen naar ‘t perssen in zullen weezen, voor d’ E.Compe. op taxatie van wederzijdze goede mannen, over te neemen.
Ofte ook wel ten anderen zijn Ede. voor te stellen omme de wijnen voor zig zelfs te laaten perssen, ten overstaan en in ‘t bijweezen van gecommitteerdens als voors. en d’ E.Compe. daar van uitkoop te doen, na proportie dat de quantiteit van dien bevonden zal werden: Omme in dien gevalle daar omtrent dan onderling schriftelijk te contracteeren.
Welke twee propozitien in deliberatie geleid, en geconzidereerd zijnde eerstelijk de verre afgelegenheid van voorne. plaats; het volk en slaaven dat men geduurende voors. parstijd uit den dienst van d’ E.Compe zoude moeten missen, hier althans ten hoogsten benoodigd, en vervolgens de moeite en ongemakken die het zoude nasleepen om de geperste wijnen van daar met ‘s Comps. wagens af te haalen; ende ten anderen dat men hier van geen genoegzaame fustagie of vaatwerk is verzien om die wijnen in te konnen bergen. Weshalven zoo zijn de opgemelte twee propozitien bij den E.Agtb. Raad ook eenpaariger stemme goed gevonden ende geapprobeerd; ende als gecommitteerdens tot de aankundiging en te doene propozitien van ‘t gunt voors., benoemd en aangesteld d’ Es. Willem Corssenaar en Willem van Putten opgemeld.
Aldus gearresteerd ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN. VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTFEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 68-70.¶
Dingsdag den {17080221} 21n Februarij 1708, des voornoens.
Presentibus omnibus.
Door de gecommitteerdens op den 17n deezer gedeputeerd aan den Ede. Hr. Raad Extraordinaris Wilhem Adriaan van der Stel, heeden schriftelijk rapport hunner uitgevoerde commissie gedaan en ‘t zelve opgeleezen zijnde, is bevonden te behelzen in zubstanti[e:] dat na gedaane aankundiging en propozitie van ‘t geene onze genoomen rezolutie van den 17n vermeld komt te dicteeren, wel opgemelte Hr. van der Stel had geantwoord, dat van stonden aan bereid was om de plaats vergelegen aan d’ E. Compe. in te ruimen, en zijn volk van daar te doen vertrekken: Dog zoo den Ede.Hr.Gouverneur en E.Agtb. Raad in den naame van d’ E. Compe. met hem over het perssen der druiven en maaken der wijnen geliefden te tracteeren, toonde zijn Ede. zig geneegen om de laatste gedaane propozitie, van de wijn voor zig zelven te perssen, te amplecteeren, mits aan d’ E.Compe. zoodaanigen tantum van wijn geevende, als d’ Ede. Hr. Gouverneur en Raad billik zouden oordeelen, en dat dan ook zijn volk, tot behulp van dien grooten wijnougst, en geduurende de perstijd, op gemelte plaats vergelegen zouden mogen continueeren. Dat zijn Ede. daar op bij eerste gelegenheid, wijl de perstijd sterk naderde, tot volbrenging van dit gepozeerde, gecommitteerdens zoude te gemoed zien, om finalijk te contracteeren. Dog alles behoudens zijn Eds. regt, ‘t gunt op land en wijn vermeend te hebben.124
Na rezumptie van ‘t welke de zaak in deliberatie gebragt zijnde, hoedanig die best en ten meesten nutte en voordeel van d’ E.Compe. diende behandeld te werden, En geconzidereerd dat gedagte Hr. van der Stel genegen was om d’ E. Compe. uit te koopen, en met wijnen te voldoen; en dat die wijnen, als van bijzondere goeden aard en smaak, hier voor d’ E.Compe. ni[et] t’ onpasse zullen komen, en ook naar Batavia en Ceilon konnen verzonden werden, daar ze buiten twijfel haar debit wel zullen vinden: zoo is dierhalven met eenpaarigheid van stemmen goedgevonden ende beslooten omme dezelve gecommitteerdens tot de laatste deputatie benoemd en aangesteld, neevens den Secrets. deezer vergadering andermaal aan den opgemelte Hr. van der Stel af te zenden, om aan zijn Ede. ‘s Comps. wegen de volgende propozitien te doen; en eerstelijk
Of dezelve genegen mogte zijn omme de druif, die thans op voorne. plaats ofte hofstede vergelegen aan de stok is hangende, of die daar aan bevonden zal werden, door zijn eigen volk of domesticquen te doen perssen, ten overstaan en in ‘t bijweezen van twee gecommitteerdens, ‘s Comps. wegen daar toe aan te stellen, en zulks voor een derde part, mits d’ E.Compe. als haar eige druivenzap de twee andere derde parten, ieder in zijn zoort, en na rato, trekkende en genietende.
Dog dat niet willende lukken, alsdan zijn Ede. voor te stellen omme drie vijfde daar van in maniere voors. aan d’ E.Compe. te laaten volgen, en de twee andere vijfdeparten voor zig te behouden, mits de wijnen van d’ E.Compe., in dien gevalle, in ‘t vaatwerk van de Hr. van der Stel na deezen Casteele zullen moeten overgebragt werden.
Ende dat ook niet eens konnende werden, alsdan ten laatsten voor te slaan omme bij ieder de geregte helfte daar van te trekken; mits de wijnen voor d’ E.Compe. overgebragt werdende door het voer, en in het vaatwerk van meergemelte Hr. van der Stel, wanneer d’ E.Compe. dat zal komen goed te vinden, en het bequaame tijd zal zijn. Welke wijnen hier ten Casteele opgebragt zijnde, dat men alsdan verder bij aldien d’ E.Compe. het vaatwerk, waar in dezelve opgevoerd zijn, benoodigd is, daar over onderling zoude contracteeren om ‘t zelve voor d’ E. Compe. op taxatie van wederzijdze goede mannen, over te neemen, indien men malkanderen daar over zal konnen verstaan.
Met verdere last en authoriteit aan voorzeide gecommitteerdens omme bij het treffen van een accoord op eene van de voorgestelde wijzen en articulen aanstonds door gemelte Secretaris een behoorlijk contract te doen formeeren en opstellen, en ‘t zelve wederzijds te teekenen, ten aanzien te tijd kort, en de druif om te perssen, als vooren gezegd, alomme meest rijp is.
Aldus gearresteerd ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 71-72.¶
[ {17080221} 21n Februarij 1708]
Ingevolge126 de commissie den 21n Februarij 1708 op de ondercoopluijden en leeden der Politicque Vergaaderinge, d’ Es. Willem Corssenaar en Willem van Putten bij den Ede. Heer Gouverneur en E.Agtb. Raad gedecerneert, hebben deselve ‘s Comps. weegen, met den Ede. Hr. Raad Extraordinaris Wilhem Adriaan van der Stel, aangegaan een solemneel contract, luidende van woorde tot woorde aldus:127
‘Contract en Accôrd bij ons onderges. gecommitteerde leeden uijt den E.Agtb. Politiquen Raad deeses Gouvernements, voor ende van weegen de E.Generaale Nederlandsche geoctroijeerde Oost Indische Compe. gemaakt en aangegaan, met den Ede.Hr. Wilhem Adriaan van der Stel, Raad Extraordinaris van India en oud Gouverneur in loco over ‘t perssen en leeveren der wijnen, die deese teegenwoordigen ougst of perstijd op de plaats Vergeleegen sullen vallen en geperst worden.’
‘Eerstelijk is gecontracteerd dat opgemte Hr. van der Stel alle de druijf die thans op voorne. plaats ofte hofsteede Vergeleegen aan de stok is hangende, of die daar aan bevonden zal werden, door sijn eigen volk of domesticquen, teegenwoordig nog buijten ter plaatse vermeld zijnde, sal doen perssen daar toe gebruijkende sijn eigen gereetschap, materialen en vaatwerk; en sulx ten overstaan en in ‘t bijweesen van twee gecommitteerdens, ‘s Comps. weegen daar toe aan te stellen; die van de quantiteit en benaaminge of soorten der gepersste wijnen een nette aanteekening zullen houden.’
‘Welke voors. wijnen geperst zijnde, sullen deselve geregtelijk gedeelt worden, als de helft voor d’ E. Compe., als het land weeder geijgend hebbende, en de weederhelfd voor gemte. Hr. van der Stel: Ende dat ider in sijn soort of benaaminge, als witte muscadel, roode do., steen en groendruijf of welke sorteeringe daar anders mogte vallen, ider eeven veel.’
‘’s Comps. wijnen sullen door het eigen voer en in het vaatwerk van hem, Heer van der Stel, van buijten na deesen Casteele moeten opgebragt werden, wanneer d’ E.Compe. dat sal koomen goed te vinden en het bequaame tijd zal zijn.’
‘En in gevalle het mogte gebeuren datter in ‘t vervoeren der wijnen van d’ E.Compe., door ‘t een of ‘t ander onbedenkelijk toeval, eenig ongemak aan ‘t vaatwerk door breeken als andersints, mogte koomen; invoegen de wijn uijt soodaanig vat of vaaten quam weg te raaken, of loopen, soo zal de schaade van dien alleen bij d’ E.Compe. gedraagen moeten werden.’
‘De wijnen van d’ E.Compe. in derselver kelder ten deesen Casteele ingeslagen zijnde, soo zal men bij so verre d’ E.Compe. het vaatwerk, waar in deselve opgebragt zijn, benoodigt is, daar over onderling contracteeren, en ‘t selve voor d’ E.Compe. op taxatie van weederzijdse goede mannen overneemen, indien men malkanderen daar over sal konnen verstaan en anders niet.’
‘En dit alles onverhindert en onvermindert soodaanig regt als welopgemte. Heer van der Stel op ‘t een en ‘t ander voornoemd in eeniger maniere sustineert en onderstelt te hebben, ofte voor ‘t vertrek van deese presente retourvloot, uijt het vaderland, ofte wel naaderhand mogte koomen te krijgen.’
‘Waar op geaccordeert zijnde, onder verband als na regten, is deesen ten oirconde bij ons geteekent. (onderstond) Aan Cabo de Goede Hoop den 22 Februarij 1708. (was geteekent) Wm. Corssenaar, Willem van Putten, W. A. van der Stel.’
‘Accordeert met zijn principaal W. HELOT, Secrets. Collatur.128 ‘
C. 26, pp. 73-77.¶
Woensdag den {17080307} 7 Maart 1708, des avonds.
Present den Ede. Heer Raad Extraordinaris en Commissaris, mr. Cornelis Joan Simons,129 den Ede. Heer Gouverneur Louis van Assenburgh en alle de verdere leeden.
Bevonden zijnde datter twee pakken met kaatjes, als een fijne en een gemeene gebleekte, met het retourschip ‘t Huijs ter Boede , van Ceilon voor dit Gouvernement aangebragt, door ‘t waater aangestooken en geinfecteert waaren geworden: en dat ‘er, naar gedaane opening derselve, door gecommitteerdens in die twee pakken, waar in ieder 100 stux, te saamen 177, invoegen voors. waaren aangestooken en gevlekt, als in ‘t eene 88 en ‘t andere 89 ps; om welke oorsaak uijt te vinden door den Ede. Heer Commissaris opgemelt, gecommitteert zijn de schippers van de retourscheepen Oosterstein en Donkervliet , Jan de Wersijn en Willem Langerwee, dewelke bij hunne schriftelijke verklaaring van dato deeses, betuigt hebben dat, naar gedaane visitatie in ‘t ruijm van geseiden boodem ‘t Huijs ter Boede , zij niet hebben konnen bemerken waar eenige leccagie van daan gekoomen soude weesen, vermits het dek van onderen droog en wel, als meede de peeper, die booven en onder de pakken is geweest, na behooren hadden bevonden. Des die inwaatering en infectie gevolglijk door de reegen, die bij ‘t aflaaden van gemelte pakken gevallen is, moet zijn gecauseert. En dewijl van de voors. gevlekte en aangestookene stukken, indien men deselve in de pakhuijsen quam op te leggen, in vervolg van tijd geen het minste nut voor E.Compe. stond te koomen; soo is dierhalven met eenpaarigheid van stemmen goedgevonden ende bestaan, meergemte. geinfecteerde stukken ter eerster geleegentheid, bij openbaare vendutie, aan de meestbiedende te doen verkoopen; en ‘t minder bedraagende als deselve ons bij factuur werden te laste gebragt, bij deese negotieboeken op winst en verlies af te schrijven.
Op de gedaane aanklagte van den schipper van ‘t Ceilonse en admiraalsretourschip ‘t Huijs te Loo , Claas Maas, weegens leccagie en onderstalligheid, die sig aan dien boodem had opgedaan; en ‘t geen bijsonderlijk was ontwaart, wanneer met een frisse coelte over bakboortszijde hadden geseilt: in diervoegen datt’er al eenige ballast-mandjes met peeper waaren opgepompt, dog de waare oorspronk van geseide leccagie en onderstalligheid niet hebbende konnen uijtgevonden worden, niet teegenstaande de daar toe aangewende vlijt; en gemelte schipper neevens sijne verdere onderofficieren daar omtrent swaarigheid maakende, soo zijn middelerwijl door Wel opgemte. Ede. Heer Commissaris gecommitteert alle de schippers van de presente Batavise en Ceilonse retourscheepen; ten einde omme aan dien boodem de vereijschte naauwkeurige visitatie en inspectie te doen, of de leccagie en onderstalligheid zig elders mogte openbaaren en wijders van haar bevinding en oordeel te verleenen en geeven een schriftelijke verklaaring. ‘t Geen bij haar luijden dan dusdaanig opgevolgt en naargekoomen zijnde, hebben zij eenpaarig geoordeelt en verklaart, geen swaarigheid te maaken om gemelte boodem in dien staat, waar in bevonden is, van hier naar ‘t vaderlant te laaten voortgaan, gelijk de onderstaande verklaaring, desweegen gegeeven, breeder komt aan te toonen:
‘Verklaaringe van de respective schippers der hier ter rheede leggende retourvloot, hier onder gemt., weegens ‘t schip ‘t Huijs te Loo :’
‘Den Commissaris en Raad Extraordinaris van Neederlants India, gevraagt hebbende aan d’ respective schippers wat dat dienstig soude geoordeelt werden weegens ‘t peeper pompen, en d’ leccagie van ‘t schip ‘t Huijs te Loo , vervat bij de verklaaring van schipper Claas Maas en de verdere scheepsofficieren.’
‘En wel ten principale off uijt voors. peeper pompen ook eenige gevaarlijke toevallen te verwagten zijn, ten anderen off tot securiteit van dien, of eenige opontlossinge, zoude konnen ter hand genoomen werden, en hoe verre men daar meede zoude voortgaan, vasgesteld zijnde dat de retourvloot, buijten eenig merkelijk toeval, den laasten deeser zal moeten in zee steeken.’
‘Den schipper Willem van Texel,130 oordeelt naar de cortheid des tijds geen de minste swaarigheid te maaken om met dien boodem, soodaanig als heeden gestelt is, d’ rijse t’ onderneemen.’
‘D’ schippers Melchior de Vos,131 Adolph Hage,132 Jan Jongereus,133 Dirk Crijne,134 Jan Eekhout, Hendrik Zom,135 Paulus Visscher,136 Gerrit Coops,137 Jan de Wersijn, Jacob Croes138 en Willem Langerwee, oordeelen meede met voorn. boodem in zee te konnen gaan, alsoo men niet en weet, waaromtrent de leccagie is schuijlende, sonder meerder toevallen, dat God verhoede. (onderstond) Cabo de Bon Esperansz, den 7n Maart 1708. (was geteekent) Wm. Texel, Dirk Crijne, Mr. de Vos, Wm. Langerwee, Jan Jongereus, Gerrit Coops, Hk. Zom, Jan d’ Wersijn, Jb. Croes, Al. Haagen, Jan Eekhout, Paulus Visscher, Harmen de Marre. (in margine) Met deese boovenstaande verklaaring confirmeeren wij ons (was geteekent) Simon Langendam,139 Claas Maas.’
Verder geleesen en geresumeert zijnde seeker request door den Ede. Heer Raad Extraordinaris en geweesen Gouverneur Wilhem Adriaan van der Stel ter vergaadering doen inleeveren, waar bij voor af te kennen geeft, op hoedaanige odieuse wijse sijn Ede. van sommige vrijluijden deeses lands in hunne geschriften, aan d’ Ede. Heeren Majores afgesonden, is gehandelt en ten toon gestelt: verder zijn opontbiedinge daar door na ‘t vaaderlant, en het weeder eigenen van desselvs plaats gent. Vergeleegen door wel opgemte. onse Heeren Principaalen enz. En eindelijk dat den oud burgerraad, Henning Husing,140 hem nu voor maar 13 daagen verleeden voor den E. Agtb. Raad van Justitie had geciteert over een pretentie van ƒ44004:12:8, booven en behalven een parthij van 9000 schaapen; dog sonder in desselfs overgeleide exorbitante reekg. aanwijsing te doen, waar uijt de diversse posten haar oorspronk souden hebben: ende dat tot debath van zulken considerabelen capitaal en verdere termijnen al vrij wat meerder tijd soude vereisschen, als de retourvloot, waar meede zijn Ede. naar ‘t vaaderland stond te vertrekken, na alle apparentie soude blijven leggen; versoekende dierhalven, en om dat de posten bij voors. reekg. vervat ook van soodaanigen natuur waaren geen volmagt daar over met eenige gerustheid konde werden gestelt ofte geinstrueert, dat hem mogt werden gepermitteert, om nog een jaar alhier te moogen overblijven. Zijnde, alvoorens daar op te disponeeren, gemelte Henning Husing ter vergaadering ontbooden, die aldaar verscheenen, door wel opgemelte Ede. Heer Commissaris zijne pretense reekg. en vervolgens ‘t versoek van gedagte Hr. van der Stel is voorgehouden, en desselfs reedenen en consideratien daar op gevraagt: dewelke met al vrij wat driften, heeft geantwoort, dat hij liever sijne voors. pretentie hier wilde laaten vaaren, en de zaak in ‘t vaderland doen pousseeren, dan dat laastgemte. Heer hier daarom zoude overblijven; die hij opentlijk zeide dat niet alleen voortmost, maar de gantsche naam van Van der Stel, als bij een ieder eeven haatelijk, uijt dit land diende versonden te werden; datse bedervers van dien en onderdrukkers van alle de ingeseetenen waaren; voegende daar nog bij, dat deselve Heer van der Stel sijne dwingelandij betoont had met de menschen verklaaringen af te perssen, en die te doen beëdigen en meer andere diergelijke reedenen, in deesen verbij gegaan werdende.
Het voors. versoek dan, na dat geseide Henning Husing weeder buijten gestaan was, in deliberatie gebragt zijnde: Soo is, bij meerderheid van stemmen goed gevonden en beslooten, het selve te declineeren ende t’ ontseggen maar dat men met het executeeren der ordres van hoogst gedagte Ede. Heeren Majores, nopende het land Vergeleegen , en de verdeeling en verkoop van ‘t selve, enz., soude supercedeeren tot den ontfangst van d’ eerst verwagt werdende missive van de vergaadering der Heeren Seeventhienen, in antwoort op d’ eerste generaale brief van hier ‘t verleeden jaar met de retourvloot afgegaan: omdat meergemelte Heer van der Stel, bij het P.Sum. agter deselve gevoegd, op ‘t eerbiedigst eenige mitigatie heeft versogt, omtrent geseide ordres ende het voors. land.
Zijnde verder tot aankundiging van dit genoomen besluijt, en dat de Heer Wilhem Adriaan van der Stel zig uijt dien hoofde tot vertrek met de presente retourvloot soude gelieven te prepareeren, uijt het midden van den Raad gecommitteert de ondercoopluijden Willem Corssenaar en Willem van Putten, omme van hun verrigtinge en bekoomen antwoord ten naaste vergaadering te doen behoorelijk rapport in geschrifte.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en jaare voors.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, p. 78.¶
Woensdag den {17080314} 14n Maart 1708, des smorgens.
Present den Ede. Heer Gouverneur & omnibus, dempto den Ede. Heer Raad Extraordinaris en Commissaris, Mr. Cornelis Joan Simons.
Soo hebben de gecommitteerdens, op lestleeden Woensdag den 7n deeser aangesteld omme den Ede. Heer Raad Extraordinaris, Wilhem Adriaan van der Stel, het besluijt dien dag bij deese vergaadering genoomen, noopende desselvs vertrek met deese presente retourvloot naar ‘t vaderlant aan te kondigen enz., aan den Ede. Heer Gouverneur overgeleevert hun schriftelijk rapport: ‘t welk opgeleesen zijnde, bevonden is te behelsen in substantie, dat, na gedaane aansegging van ‘t geene voors. wel opgemte. zijn Ede. hadde geantwoort, dat sig daar na behoorelijk zoude schikken, en hem tot vertrekken prepareeren.
Den burger Barent Broers, wiens gagie voor eenige tijd bij deese soldijboeken is afges., bij request versogt hebbende om met een der presente retourscheepen te moogen repatrieeren onder betaaling van ‘t behoorlijk cost en transport gelt daar toe staande, is sulx eenpaarig geaccordeert.
Een pak van 100 ps. fijne Tutucorijnse caatjes met het schip Kieffhoek van Ceilon voor dit Gouvernement aangebragt, door gecommitts geopend en bevonden door ‘t waater aangestooken, en 63 stukken daar aff besmet te zijn: Soo is goedgevonden deselve geinfecteerde stukken, neevens de gevlekte off aangestookene 177 ps. met het Huijs ter Boede aangebragt, gelijk bij onse resolutie van den 7n deeser staat vermt., op aanstaande Maandag bij publicquen vendutie te verkoopen: En insgelijx het minder rendement als deselve ons bij factuur zijn aangeschreeven, op winst en verlies bij de negotieboeken af te schrijven.
Aldus gearresteert en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en jaare voors.
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORN. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 79-80.¶
Maandag den {17080319} 19n Maart 1708, des voormiddags.
Present den Ede. Heer Raad Extraordinaris en Commissaris, Mr. Cornelis Joan Simons, den Ede. Heer Gouverneur, Louis van Assenburg, en alle de verdere leeden.
Dewijl op onse jongste gedanen eisch van Ceilon nu met de presente retourscheepen uijt dat Gouvernement naar ‘t vaderland gedepescheert, geen caneel voor deese plaats is overgekomen en men hier daar af seer schaarse voorraad heeft, soo is eenparig goed gevonden ten behoeve van dit Gouvernement uijt de lading van het Ceilonse retour-schip ‘t Huis ter Boede , ten overstaan van twee gecommitteerde schippers, te doen ligten twee baalen van die specerijen, ten aansien dat ‘er in ‘t ruim van dien bodem, op een gemakkelijke wijse, sonder veel moeite bij te komen is.
Vermits de meenigvuldigheid van rogge, waer mede de E.Compe. hier althans is bezet, soo door de swaare leverantien, die ‘er door de ingeseetenen en zedert de jongsten ougst zijn gedaan, als ‘t geene daar van verleeden jaar nog overig en aan de hand is gebleeven, invoegen men niet alleen nauwelijks plaats tot berging van dien en verdere granen weet uit te vinden, maar ook geen occasie voor handen siet, om de rogge te consumeeren en verder naar behooren quijt te worden; dierhalven is goed gevonden ende verstaan, dit jaar geen rogge van de ingeseetenen voor d’ E.Compe. meer aan te neemen, behalven van de geene die reets een getekende ordonnantie van den Ede. Heer Gouverneur of den geweesen Heer gezaghebber daar van hebben. Ten welken einde verstaan is, opgemelte ingeseetenen en landbouwers bij biljet te waarschouwen dit jaar geen rogge meer aan d’ E.Compe. op te brengen,144 nog te presenteeren, behalven de geene voors., met verdere aankundiging dat hunne overige rogge sullen dienen op te leggen, of aan haar gezin en slaven tot voedsel uijt te rijken; ofte die wel andersints beneficeeren soo als best te raade sullen werden. Dog sal de leverantie van tarw nog als vooren blijven continueeren.
Zijnde nog verder geresolveert, dewijl d’ E.Compe. hier door de groote leverantie van landbouwers reets van meer turkse boonen is versien als voor eerst benodigd zijn, geen boonen meer van de ingeseetenen aan te neemen tot nader ordre en gelegenheid.
Eindelijk nog ter vergaderingh ontboden en binnen gestaan zijnde den oud burger raad Henning Huijsing, dewelke door den Ede. Heer Com[m]issaris is afgevraagd, of nog bleeff persisteeren bij het willen doen van arrest op de goederen die hier van den Ede. Heer Raad Extraordinaris Wilhem Adriaen van der Stel, sullen verblijven, gelijk daar op zijne pretentie had geformeert, dan of daar van begeerde te desisteeren: heeft geantwoordt dat wel geneegen was een behoorlijk accoord desweegen aan te gaen, dog ‘t selve tusschen beide niet getroffen konnende werden, hij alsdan de saak hier soude laaten passeeren, en deselve in ‘t vaderland doen vervolgen; wijl zeide geen oorsaak te willen zijn, dat gedagte Heer van der Stel hier nog een jaar soude overblijven.145
Aldus gearresteert en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] L. V. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 81-83.¶
Woensdag den {17080328} 28e Maart 1708.
Present den Ede. Heer Gouverneur et omnibus.147
Den Ede. Heer Gouverneur ter vergaderinge voordragende en te kennen gevende,148 dat zijn Ede. met de uijtterste bevremding uijt sekere copia resolutie, hem van weegen den Ede. Heer Raad Extraordinaris en Commissaris deses Gouvernements Mr. Cornelis Joan Simons, ter hand gesteld, was te vooren gekomen dat dezelve zijn Ede. op eergisteren, den 26e deeser den breeden scheepsraad tegen den volgenden dag, t’ zijner logemente had doen beroepen, en dat, in conformité van dien, den selven Raad ten geprefigeerden dage en plaatse voornd., zitdag genomen hebbende, aldaar bij Wel opgem. zijn Ede. en de verdere persoonen dien Raad uijtgemaakt hebbende, niet alleen was gebesoigneert, nopende het depescheeren der gezeide retourvloot, maar ook ‘t zij bij eenparigheid of overdragt van stemmen, een vaste resolutie en besluijt genomen wegens den dag van ‘t vertrek derselve vloot naar ‘t lieve vaderland, gesteld op den 4n van den aanstaande maand April, en sonder dat geme. Heer Gouverneur met zijnen Raad daar in zijn geadmitteert, maar wel den Heer Gouverneur quasi modo particulier versogt: ook sonder eens te weeten of deselve eenige secreete ordres van de Ede. Heeren Majores was hebbende, om zig in ‘t afvaardigen der retourvloot, bij ontstentenisse van de ordinarij secreete zeinen, daar van te bedienen of niet.
Verder nog geconsidereert dat ook evident komt te blijken, dat bij ‘t aanweesen alhier van de respe. Ede. Heeren Commissarissen Mr. Wouter Valkenier en Daniel Heins, in den jaare 1699 en 1700, den eerst genoemde Ordinaris, en den andere Extraordinaris Raad van India zijnde, den Ede. Heer Gouverneur en Raad deezer plaatze mede sessie gehad hebben in de respe. vergaderingen, nopende het depescheeren der retourvlooten in die tijd gehouden. Ende ook uijt de instructie door haar Ed. Groot Agtb. de Hooge Regeering tot Batavia, welopgeme. Heer Commissaris ende de verdere opperhoofden deeser vloot tot gouverno mede gegeven, mitsgr. uijt het altijd voor deesen gepractizeerde: als mede uijt de instructie van de Ede. Heeren Majores in ‘t vaderland, klaarlijk consteert dat het depescheeren der retourvlooten, gelijk ook het reguleeren der tijd van hun vertrek, alleen den Heer Gouverneur deezer plaats in zijn perzoon particulier is aanvertrouwd, om het selve ter behoorlijker tijd eeniglijk te communiceeren aan den Admiraal of oppergezaghebber derselve vlooten. Voorts ook dat sulken manier van doen tegen alle goed gebruijk en maximes strijdende is, ja te geloven sonder exempel.
Mits welke den Ede. Heer Gouverneur opgemt. den Raad in serieuse opmerking en bedenken heeft gegeven, wat hier omtrent best en noodig diend gedaan te werden. Waarop dan gelet en de zaak rijpelijk overwogen zijnde, Soo is met eenparigheid van stemmen goed gevonden ende geresolveert, dat welopgeme. Heer Gouverneur tot maintien van desselfs gezag en respect mitsgrs. deschargie van alle ongemak en moeijelijkheeden, die uijt voors. gehoudene conduites mogte komen te spruijten, in alle eerbied tegen meergezeide Ede. Heer Raad Extraordinaris en Commissaris, Mr. Cornelis Joan Simons soude protesteeren, desgelijks ook tegen de verdere opperhoofden van voors. retourvloot; van sodanige beleediging en gekreukte magt en respect als zijn Ede. ter zaake vermeld is aangedaan.
En verder nog voor ende in naame van d’ Ede. Hoog Agtb. Heeren Majores, bij soo verre den Ede. Heer Commissaris voornd. neevens de verdere scheeps opperhoofden, ten bij haar geprefigeerde dage voormeld, met de vloot van hier komt te vertrekken, sonder nadere ordre van onse Heeren Principaalen af te wagten, van alle costen, schade en interessen die hoogst gedagte Ede. Heeren Majores bij deese rijk geladene en kostelijke vloot van vijftien Batavise en Ceilonse scheepen, en de menschen daar op bescheiden, waar aan den staat van d’ E.Compe. en ons geheele land soo merkelijk geleegen leid, ja een onverwinnelijke schade aanhangt, soude konnen komen te leiden, in cas van rescontre met den vijand ofte eenige andere ongevallen ter cause voorn. te veroorsaaken.149
In welker voegen het protest dan opgesteld en ‘t zelve door den Politicque Secrets. ten overstaan en in ‘t bijweesen van twee gecommitteerde leeden uijt den Raad aan wel opgeme. Ede. Heer Commissaris behoorlijk gedaan en voorgeleezen zijnde, heeft zijn Ede. daar van gevorderd copia, die hem ter hand is gesteld.
Nog is geleesen en geresumeert sekere brief, bij forme van request van wegen den Eerwe. predt. Henricus Bek, en ‘t verdere collegie van kerkenraade aan Stellenbosch ter vergadering overgeleid, waarbij versoek doen dat de diaconen Pierre Rochefort en Jacobus de Lange150 met het begin van ‘t verleeden jaar tot die bediening aangesteld, daarin nog voor dit jaar mogten gecontinueert; en hun gedane electie van ouderling op den persoon van Johannes Mulder151 in plaatse van den afgaande Jacobus van der Heiden, geapprobeert werden. ‘t Welk goed gevonden is, na ingenomen advijs van meergem. Ede. Heer Commissaris, hun luijden te accordeeren. En is wijders verstaan op ‘t verdere daar bij gedaan versoek omme ten eersten naar ‘t vertrek van de prezente retourvloot een Commissaris Politicq van hier na Stellenbosch voornd. af te zenden, om het opneemen en nazien van de reekg. der armgelden aldaar bij te woonen, dat nu zeedert twee jaaren herwaarts niet gedaan is.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] L. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 84.¶
Dingsdag den {17080403} 3n April 1708, des voornoens.
Pt. den Ede.Heer Raad Extraordinaris en Commissaris mr. Cornelis Joan Simons, den Ede. Heer Gouverneur en alle de verdere leeden.
Dewijl door ‘t nog agterblijven van de vaderlandse scheepen met de secreete zeinen en ordres voor de opperhoofden der presente retourvloot, deselve vloot tot den 20n deeser hier sal moeten opgehouden werden, volgens missive en ordre van Haar Ede. Groot Agtb. de Heeren Bewindhebberen van de secreete commissie ter deser Secretarije leggende;153 ten zij inmiddens de voors. vaderlandse schip of scheepen met geme. zeinen en ordres hier nog mogten komen op te dagen. En dat eenige der retourbodems reets omtrent de vijf maanden van Batavia geweest zijnde, nog eenig brandhout hoognodig van doen hebben, ‘t geen nu door de benodigtheid van ‘s Comps. wagens en beesten tot andere pressante werken, en ook dat het selve met veel moeijte en ongemak moet gekapt en gehaald werden, althans niet ten genoegen kan bekomen. Soo is op de propositie van welopgem. Ede. Heer Commissaris eenparig goed gevonden ende verstaan, het benodigde brandhout voor eenige der gezeide scheepen bij de vrije ingezeetenen te laaten koopen en aanrijden, voor soo veel de extraordinarij legdagen van ulto. Maart tot den 20n deeser voorn. komen te verijsschen.
Zijnde om reedenen als vooren ook verstaan het volk op de retourscheepen bescheiden dri[e] verversdagen ter week, geduurende den tijd dat hier nog ter rheede sullen leggen te laaten uijtrijken om het spek en vleesch te spaaren en des te langer te doen rekken.
Verder is nog goedgevonden aan eenige retourbodems die, als vooren gesegt, reets soolange van Batavia vertrokken zijn geweest tot een supplement te doen verstrekken soo veele zij aan een vijf maandige provisie komen te mancqueeren, agtervolgens ‘t geene bij den vice Commandeur de Hr. Louis Gerlag154 daar van staat opgegeven te werden.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare voors.
[Signed:] C. J. SIMONS.
[Signed:] L. V. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] ADRIAEN VAN REEDE.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTFEN.
[Signed:] WM. HELOT, Rt. en Secrets.
C. 26, pp. 85-92.¶
‘COPIA.157 Cabo de Bon Esperanse den 2n April, naar de middag. Present den Edelen Heer Mr. Cornelis Joan Simons, Admirl., den Edelen Hr. Gouverneur Louis van Assenburg, d’ E. Heer Louis Gerlag, vice Admirael en d’ Hr. Simon Langendam, schout bij naght, mitsgrs. d’ Hr. Jan Cornelis d’Abbling [sic], secunde persoon deses Gouvernements, d’ E. Maxmiliaan de Rave fiscael der retourvloot, de fiscaal Joan Blesius, den capit. Oloff Bergh, de schippers Claas Maes, Dirk Crijne, Willem Langerwee, Jan Jongereus, Gerrit Coops, Hendrik Zom, Willem v. Texel, Jan de Wersijn, Melgior d’ Vos, Poulus Visscher, Adolph Haage, Jacob Croese, Harme d’ Marre, en Jan Eekhout. Gecombineert met Adriaen van Rheede, Willem Corsenaer, Jacob Cruse, en Willem van Putten. Dempto den Secrets. Willem Helot en, mits indispositie, den coopm. Dirk de Clerc en schipper Maarte Engelsz.’
Ingevolge van het gebesoinjeerde van deezen ogtent heeft den Raad Extraordinaris Commissaris deezes Gouvernements en Commandeur der retourvloot, Mr. Cornelis Joan Simonsz, aen de leeden in het hoofd dezes gent. zeker extract uijt den brieff van den Heere Bewindhebbere tot de Secreete Commissie van den 15en Zeptember 1704 gecommuniceert, luijdende als ‘t volgd:158
‘Rakende het vertrek van de retourvlood, t’elkens van de Caeb, hebben wij voor genoomen dezelve ordre jaarlijx zoo vroeg van hier te laaten afgaen, gelijk als teegenwoordigh meede geschied, dat d’ zelve daer lang te vooren en sulx tydigh genoeg daer sullen conne weezen. Evenwel of sulx bij deezen of geene quade toeval anders hoewel buijten alle verwagte kwamen uijt te vallen, sullen UE. d’ voors. vloot hebben op te houden tot 20en April om de voors. ordres dan nog niet verneemenden d’ zelve te laeten t’ zeil gaan.’
‘Waer bij nog op gelese sijnde soodanigen159 passagies of ordres uijt d’ instructie door den Heeren van de hooge regeeringe,160 in dato den 9en November 1707 voor den breeden Scheepsraat der retourvloot beraemt161 wel speciael op d’ depesche en het vertrek derselve staende, soo zijn voors. ordres met veel ernst en andagt geresumeert en overwoogen, werdende daer op door voors. Commissaris & Commandeur aen de verdere leeden wel specialijk in bedenken gegeven en haer advijs versogt, off vooren geciteerde ordres van welgemelte Heeren Bewinthebberen tot de Secrete Zaaken in deeze conjuncture van tijd, bij ontstentenis van nadere secreete ordres niet behoorden voor obligatoor aengesien en gevolgt te werden, als schijnende niet voor een jaer alleen, maer voor sodanige volgende beraamt, in d’ welken het geval van het ontstaen der nader verwagte ordres mogte komen te exteren; dan wel dat meer gedagte ordres, als bereets drie jaaren geleden hier ontfange aen den inhoud van meergedagte instructie geposponeert zoude moete werden, ende gemte. retourvloot in conformite van onse vorige resolutie, gedateert den 26en Maart, den 4en deezer het anker ligte en t’ sijl gaen.’
‘Waer over dan in ‘t breede gediscoureert, zoo zijn de vota ten principaelen en voor het grootste gedeelte wel daer heenen geloopen en is dien volgens conclusie genomen om ingevolge van dik gedagte ordre tot den 20en deezer alhier ter rheede te blijven162 leggen, maer hebben de respective vlaggeluijden verscheijde schrupulis en swarigheeden gemoveert, die doenmaels zoo distinctelijk niet aengeteekend hebbende conne werden; zoo heeft den meergedagten Commissaris en Commandeur, om een ider sijn sentement in soo gewigtigen zaak als deeze geheel vrij en onbedwongen te laaten, deselve door den Secrets. van de retourvloot doen versoeken haer advijs zoodanig die gevalle waare te willen op geeven, en welke ten dien subjecten dan hebben overgegeven een schiftuur gedateert den 5en deser, van inhoud als volgt:’
‘FIAT INSERTIE.’
‘Nota dit geschrift gaat afsonderlijk over.163 ‘
‘In aendaghtige overweginge genomen zijnde, bij ons onderges. het extract uijt d’ missive van de Eden. Groot Agtb. Heeren de gecommitteerde Bewinthebbere[n] over de Secreete Saken d’ E.Compe. ges. den 15en September ao. 1704 aen den H. Gouverneur van Cabo d’ Goede Hoop, en ontfangen den 9en Maart 1705164 spreekende weegens het vertrek der retourvloot uijt India, mitsgaders de verdere gevolgde vraage in den gecombineerden Raad door den Ede. Hr. Commissaris en Admirael van de presente retourvloot, Mr. Cornelis Joan Simonsz, gedaen off zij (namentlijk den Raad) gemelte geschrift of extract ‘t geene zijn Ede. van advijs was te moeten werden opgevolgd, van dat belangh bij andere mede zoo niet en wierd geoordeelt, zoo diende daer op voor advijs dat men in allen deele moet en ook zal gehoorsamen de veel g’eerde ordres van haer Edens. groot Agtbrhs. vermelt, verwondert zijnde, dat men ons ende d’ verdere leeden van den Raad der retourvlood geen eerder nog tijdiger kennisse heeft gelieven te geven ende voorts kennelijk zijnde, dat alle oude door jong’re ordres en bevelen werden gehouden te weezen gerenoveert, gealtereert off wel gederogeert, zoo geeven wij dan voorts in consideratie off men dan ook niet behoorde te volgen d’ instructie van haer hoogh Edelhedens d’ Hooge regeringe van India aen deze retourvloot meede gegeven, ende waer in desselfs vertrek uijterlijk tot ulto. Maart deezes jaars bepaalt staat, daer ter contrarie voors. extract van zoo veel later tijd en van September ao. 1704 is meldende. Dog ingevalle den Hr. Gouverneur van Assenburgh moghte gelieven te oordeelen dat de eerste ordres in voors. extract moeten stand grijpen, als ‘er geen nieuwe waeren aengecoomen, gelijk nogtans ter contrarie bij meergemelte instructie voor de retourvloot is blijkende, zoo verklaeren wij onderges. in zoo een geval zijn Edens. ordres in het anker lighte van deze rheede stiptelijk te zullen nacomen, eenelijk maer verzoekende te mogen weezen en blijven geprecaveert voor de verantwoordinge van alle schaden en ongemak die gemelte retourvloot (dat God verhoede wil) door langer tardances alhier mogt overkomen.’
‘Aldus g’adviseert ende overgegeven in gecombineerden Rade aan de Caab d’ Goede Hoop, den 5 April 1708. Was geteekend Louis Gerrelag, Simon Langendam en Maximiliaen d’ Rave. Gecollationeert, accordeert met sijn principael Cabo d’ Goede Hoop, den 17n April 1707. A. v. dn. Boogaerde, Secrets.’
‘Waer op meergemte. Commissaris en Commandeur verscheiden remarques soude kunne maaken, indien hij niet oirdeeldn165 het dienstigste te weesen, zig met voors. respective vlaggeluijden in geen verder dispute off hacquetten in te laaten, in vertrouwen, bij aldien onse Heeren Principaalen hem weegens Zijne gehoude conduites eenige verantwoording gelieven te vergen op het bovenstaende subject, hij genoegsaam in staat zal weezen om haer Ede. Hoo. Agtbre. daer ontrent met schuldig respect genoegen toe te brengen.’
‘Aldus gedaen & gepasseert in ‘t Casteel d’ Goede Hoop, dato voors. Was getekt. C. J. Simons, Ls. v. Assenb., L. S. Gerrelag, J. C. d’Abl[e]ing, Sr. Langendam, Mn. d’ Rave ende verd’re leeden van den breeden scheeps en politiquen Raat.’
‘Gecollationeert, accordeert met sijn prinsipael, Cabo de Goede Hoop den 17n April 1708.’
‘A. V. D. BOOGAARDT, Secrets.’
‘Voor den Edelen Hr. Louis van Assenburg, 1708.166 ‘
C. 26, pp. 93-94.¶
Vrijdag den {17080504} 4n Maij 1708, des morgens.
Presentibus omnibus, dempto den guarnisoen boekhouder Jacob Cruse, door indispositie.
Dewijl bij onse genoomen resolutie van den 28n Maart deeses jaars is beslooten om naar ‘t vertrek van de doenmaals ter rheede leggende retourvloot, ten versoeke van den Eerwe. predt. Henricus Bek en de verdere leeden des kerkenraads van Stellenbosch , een Commissaris Politicq van hier na die colonie af te zenden tot het opneemen der reekn. van de armgelden aldaar, ‘t welk in eenige jaaren niet gedaan was: Soo is, na gehouden overleg eenpaarig goedgevonden ende geresolveert, vermits de voors. retourvloot vertrokken, en men de handen nu wat ruim gekreegen heeft, ten einde voors. na Stellenbosch te deputeeren, den ondercoopman en winkelier Willem Corssenaar, omme op aanstaande Maandag, met een behoorlijke opene Commissie versien, na derwaarts te vertrekken. Sullende vervolgens een briefje van hier werden afgevaardigt aan opgeme. predict. Bek, ende de verdere kerkeleeden aldaar, met aankundiging omme te maaken op volgende Dingsdag bij den anderen compleet te weesen, ende hun zaaken naar behooren af te doen.
Eenige kerkeleeden van de gemeinte tot Drakenstein interative rijsen versogt hebbende om een predict.168 aldaar te moogen hebben, zoo om het Hg. Avondmaal te celebreeren als eenige jonge kinderen te doopen: Zoo is eenstemmig goedgevonden, ten eersten een brief na de kerkenraad af te zenden, met bekendmaaking dat men haar den Eerwe. predict. Bek voornt.,169 ten einde voors. zal laaten toekoomen. Dan vermits men eenige passieusheid teegen deselve predicant vernoomen heeft, is verder verstaan hunluijden bij geze. missive te injungeeren, dat sij haar de facto in antwoord zouden hebben te declareeren of sijn Eerwe. daar toe begeerden te accepteeren of niet: op dat nog deese regeering, nog de persoon van den predicant voornt. door enige ontijdige difficulteiten mogten geprostitueert werden.
Het galjoot de Zuijdpool , hier nu al eenige jaaren geëmplojeert zonder ooid na behooren te hebben konnen werden aangetast, en ‘t geen dienvolgende, door ouderdom en verscheide bekoomene defecten, nu noodwendige reparatié en vertimmering vereijscht, ‘t geen hier zoo door gebrek van hout en van een bequaame plaats of werf, als andere verhinderingen niet kan geschieden: soo is, op de propositie van den Ede. Heer Gouverneur eenpaarig goedgevonden ende beslooten, dat bodempje na de komst van de eerste verwagt werdende schip of scheepen uijt het vaderland (bevoorens hier zoo veel doenlijk wat gecalefaat te zijn) adroiture naar Batavia af te zenden: omme haar Eds. de Hooge Indische regeeringe in tijds van ‘t arrivement derselver schip of scheepen en verdere noodige zaaken, de vereischte kennisse te geeven: en wijders te versoeken om gemte. galjoot na gedaane reparatie en vertimmeringe weeder na herwaarts te rug te stuuren.
Aldus gearresteerd ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten daage en jaare voors.
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] WILLEM VAN PUTFEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, p. 95.¶
Dingsdag den {17080522} 22n Mai 1708, des voornoens.
Presentibus omnibus, dempto den luijtenant Adriaan van Reede door indispositie.
‘t Galjoot de Nagel , door haar Ede. Groot Agtb. de Heeren Gecommitteerde Bewinthebberen en gevolmagtigdens tot Secreete Zaaken, na herwaarts gedepescheert met de ordres en zeinen voor de jongst van hier vertrokken retourvloot, den 10n deeser hier ter rheede verscheenen met authorisatie door welopgeme. haar Ede. groot Agtb., bij missive van den 20 December171 1707, om ‘t zelve vaartuig, bij benoodigtheid, ten dienst van dit Gouvernement te moogen aanhouden. En dewijl bij ons geresolveerde van den 4n deeser is gearresteert om het hier aanweesende en lang gebruijkte galjoot de Zuijdpool naar Batavia te zenden, om gerepareert en vertimmert te werden, ‘t welk ten dien einde ook dagelijx werd vervaardigt; en dat men dienvolgens het eerstgene. galjoot wel benoodigt zal weesen: Soo is eenparig goedgevonden ende verstaan geme. boodempje de Nagel , hier ten dienst aan te houden; en wijders haar Ede. Groot Agtb., de Hooge Regeering tot Batavia, daar van de behoorlijke advertentie te geeven; met aanschrijvens, dat de Zuijdpool vennt., na gedaane vertimmering, t’ hunner goedvinden in Indien souden gelieven te emploijeeren, sonder ons ‘t selve weeder te rug te senden, gelijk wij eerst bij gedagte resolutie van den 4n deeser beslooten hadden te versoeken.
Zijnde nog verder verstaan de 50 ps. groot en 13 rollen platloot, die geze. galjoot de Nagel voor Batavia inheeft, daar uijt te ligten en met een van de aanstaande verwagte scheepen na die hoofdplaats voort te senden, om datter in de present aanweesende boodems, Coning Carel de Derde , Ouwerkerk en Schellenbergh , geen genoegsaame ruijmte tot berging van dien overig is.
Aldus gearresteerd ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, jaar en dag voors.
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, pp. 96-97.¶
Dingsdag den {17080626} 26n Junij 1708, des voornoens.
Presentibus omnibus, dempto den Luijtenant Adriaan van Reede, door indispositie.
Hendrik Lusman van Amsterdam, voor schieman met het althans hier ter rheede leggende schip Ham uijtgekoomen, en op den 7n Maij jongstleeden, bij den scheepsraad van dien boodem, over het wegsteelen van een kelder brandewijn uijt ‘t ruijm, toebehoord hebbende aan den overleeden oppermeester van ‘t selve schip, gesuspendeert;173 zijnde in desselvs plaats weeder als schieman aangesteld den bootsmansmaat, genaamt Jacob van der Kaag van Rotterdam, en weederom in diens steede den quartiermeester Hendrik Cornelisz van Beverwijk: ende dat alles op onse approbatie. Soo is, na gehoudene deliberatie, eenpaarig goedgevonden ende verstaan gemelte Hendrik Lusman, om voors. dieverij, te deporteeren van qualiteit en gagie, en hem als matroos op ƒ9 ter maand te stellen; mitsgrs. de bevordering van de voornoemde nieuw aangestelde schieman en bootsmansmaat, op de goede getuigenissen van hun gedrag en bequaamheid, te approbeeren: zijnde de eerste, bij halveering van gagie,174 toegevoegd een maandelijkse besolding van ƒ17, ingaande van den 7n Maij voors., dat hij dien dienst heeft waargenoomen, blijvende de andere op zijn oude gagie van ƒ14 ter maand.
Den gesaghebber van de hier ter rheede leggende hoeker Schagerlaan , aan den Ede. Heer Gouverneur te kennen hebbende gegeeven dat het selve boodempje, niet teegenstaande te Scharbourg in Schotland een parthij goederen en waaren daar uijtgeligt,175 en aan de wal waaren gebragt, even wel nog te zwaar gelaaden was, invoegen gemelte gesaghebber zwaarigheid maakte om dusdaanig van hier naar Ceilon te vertrekken: versoekende dierhalven, dat ‘er een parthij smeekoolen tot ontlasting van dat vaartuig hier aan land mogten werden geligt. En geconsidereert, dat men booven dien hier thans ook ten eenemaal van die brandstoffe destituit is, zoodaanig dat de smitswinkel daar door al eenigen tijd heeft stil en geslooten moeten staan: Zoo is eenpaarig goedgevonden ende beslooten uijt voorn. hoeker Schagerlaan soo veel smeekoolen aan land te ligten als men bequaamelijk zal konnen bijkoomen, en buijten hinder van de laading magtig worden, om aan de eene kant dat vaartuig te redden en ten anderen ‘s Comps werken weeder behoorlijk aan de gang te helpen; en ook de vrijsmits daar eenigsints uijt te gerieven en aan den arbeid te brengen.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten daage en jaare voors.
[Signed:] L. V. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, pp. 98-99.¶
Dingsdag den {17080731} laasten Julij 1708, des voormiddags.
In tegenwoordigheid van alle de leeden, behalven den luitenant Adriaan van Reede, door indispositie.
Den Secrets. van den E.Agtb. Raad van Justitie deses Gouvernements Abraham Poulle, nevens den geregtsboode Marinus Keestok,178 ieder in ‘t bijsonder request gepresenteerd en daarbij te kennen gegeven hebbende, dat zijluiden geduurende den tijd, dat zij die respe. bedieningen hebben waargenomen nog noijt eenige salarissen hebben getrokken van slaven die over delicten zijn ter dood verwesen en geëxecuteert, niet tegenstaande alle zoodanige vonnisse[n] indertijd zijn gewesen en uijtgesproken met de kosten en mise van Justitie. En geconsidereert dat het voors. versoek billik, en bevonden is de raadcamer deses Gouvernemts. dit jaar al redelijk te vooren te staan, zoo is eenpaarig goed gevonden ende beslooten voors. Secrets. van Justitie en geregtsboode hun versoek in volgende maniere te accordeeren, omme het selve nadesen altijd in observatie te houden, namentlijk, dat zijluijden voortaan uit de Raadcamer betaald zullen worden de bij haar verdiende costen van ter dood gevonnisde en gebragte slaven van dese ingezetenen (die het een harde zaak zoude wesen, boven het verlies van hun lijfeigenen, de costen nog te moeten betaalen) dog geene van d’ E.Compe. ende sulks niet anders als wanneer bevonden zal werden dat ‘er zoo veel bij gemelte camer te goed is: zullende zijluijden ook geen voorjaarige reekn. in een ander jaar mogen inbrengen, dewijl de reek. van de Raadcamer alle jaaren precijs moet opgemaakt en afgeslooten werden, mits welke voors. betaling zijn ingang zal neemen met de maand September des jaars 1707 en zoo vervolgens voortloopen.
Verder is mede goed gevonden ende geresolveert, ten aansien de schaarsheid van smeekoolen alhier, omme uit het ter rheede leggende vaderlands schip Carthago , van ‘s lands cargasoen te doen ligten zoodanige quantiteit van die brandstoffe als men gevoegelijk buiten hinder van de lading zal konnen bijkomen en bemagtigen; boven en behalven de 10 hoed, die ‘er in dien bodem voor dit Gouvernement zijn afgeladen: om dus eenigen tijd daarvan voorsien, en buiten verlegenheid te blijven; dewijl men onseker is wanneer ons weer andere uit het vaderland staan toe te komen.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.
[Signed:] L. V. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, pp. 100-101.¶
Vrijdag den {17080803} 3n Augustij 1708, des naarmiddags; Extraordinarij vergadering.
Presentibus omnibus, dempto den luitenant Adriaan van Reede, door indispositie.
Dewijl ‘er tusschen den schipper en opperstuurman van ‘t hier ter rheede leggende na retourschip Duivenvoorde , Jacobus van den Anker180 en David Brouwer, eenige onlusten zijn geresen, die men niet ten genoegen weeder heeft konnen assopieeren, niet tegenstaande alle aangewende pogingen (de wederzijdse verbittering zeer groot zijnde) zoo is, ten meesten dienst der E.Compe., en tot meerder securiteit van dien bodem, als mede op het versoek van gemelte opperstuurman Brouwer, eenpaarig goedgevonden ende verstaan deselve stuurman daarvan te ligten ende als gezaghebber te plaatsen op het hier aanwesende galjoot de Nagel , tot de komst van de eerste verwagte retourscheepen, om daar mede te repatrieeren. Bijsonderlijk mede ter consideratie, omdat voors. bodem maar een singulier naschip is, ende waarop bij verdere twist, die ‘er op de vaderlandse reise soude hebben konnen ontstaan, geen verandering of verschanssing konde gemaakt werden, en men dien bodem andersints ligtelijk aan eenig gevaar soude exponeeren. Zijnde op ‘t gemelte schip weder als opperstuurman aangesteld den gezaghebber van ‘t voors. galjoot de Nagel , Pieter Berkman, den voorne. schipper van den Anker, hem stuurman Brouwer wegens de lading van ‘t schip en verdere aanspraak van dien gedechargeert hebbende.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, pp. 102-103.¶
Dingsdag den {17080807} 7n Augustij 1708, des smorgens.
Presentibus omnibus dempto den luitenant Adriaan van Reede, door indispositie.
Dewijl haar Ede. Groot Agtb. de Hooge Regeeringe tot Batavia ons alhier, bij hunne missive van den 23n September 1707 hebben aanges.182 en geauthoriseert omme van de uitkomende een of twee scheepen naar ‘t eiland Mauritius aan te leggen, en vandaar in passant mede te neemen en naar Batavia over te voeren de resteerende vrijluiden, die haar daar nog mogten bevinden, nevens hunne waardste goederen, mitsgrs. Comps. dienaaren en effecten, ende dat men daartoe nog geene van die laast hier aangeweest zijnde vaderlandse scheepen heeft konnen emplojeeren, dewijl al deselve te swaar geladen zijn geweest, en het dienvolgens daarmede al te bekrompen zoude hebben omgecomen, om met een van die bodems eenige menschen, nevens hunne bijhebbende goederen, als mede die van d’ E.Compe., gevoegelijk te konnen over transporteeren; de tijd ondertusschen verloopende en diep inschietende: Zoo is, op die propositie van den Ede. Heer Gouverneur eenstemmig goedgevonden ende geresolveert, het present aanwesende vaderlands schip Carthago daar toe te emploijeeren, bevoorens wij ons van desselfs inhebbende lading voor Batavia exact hebben geinformeert, en dat ook bevonden is, na nauwkeurige visitatie door gecommitteerdens”183 dat ‘er in dien bodem veel meer ledige plaats en ruimte overig was dan in het mede ter rhede leggende uitgekomene schip Vrijburg , en dienvolgens veel bekwamer om ten fine voors. geprojecteert te konnen werden. Zijnde verder ook beslooten omme uit Carthago vermeld, negen van de thien inhebbende geldkisten te ligten, en in Vrijburg als buiten dien maar 10 geldkisten inhebbende, over te doen tot meerder securiteit, en ook om zig op Batavia daarvan des te eerder te konnen bedienen, mitsgrs. nog eenige cassen met goederen en waaren, zoo veel als dat schip bekwamelijk soude konnen inneemen en bergen, om te meerder ruimte in Carthago te maken.
En is eindelijk mede goed gevonden ende gearresteert, omme het hier aanwesende galjoot de Mercurius , als zijnde ‘t grootste van de aan de hand hebbende vaartuijgen, de voors. togt na Mauritius mede te laaten doen, tot assistentie van Carthago in ‘t aan boord voeren der goederen van d’ E.Compe. ende der vrijluiden, op dat het selve schip des te spoediger van daar na Batavia sal konnen geëxpedieert werden, ‘t welk om zijn swaarte en tot voorkoming van ongemakken, niet in de Z.Oter haven voor de logie, maar de N.Wter haven zal moeten binnen loopen, en ‘t voors. galjoot de Z.Or. haven, om de goederen aldaar in te neemen en na Carthago af te voeren. Behalven dat ‘er ook nog al eenige van de resteerende negen familiën, die zig nog op Mauritius bevinden, en de Caab vercooren hebben,”184 met dat galjoot overgebragt zullen connen worden; en men bij weder te rug komst van ‘t selve kieltje des te eerder en beter kennisse sal krijgen, hoe het op ‘t voors. eiland gelegen mag zijn, en of in ‘t toekomende nodig zal wesen dat ‘er nog een ander schip na toe gesonden werde, of niet.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare als voors.
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 601, pp. 212-213.¶
Dingsdag den {17080814} 14n Augustij 1708, des voornoens.
Presentibus omnibus, dempto den luijtenant Adriaan van Reede, door indispositie.
Soo is den Eerwe. predt. van Stellenbosch , Henricus Bek, t’ zijnen versoek bij request gedaan, gevordert van ƒ90 tot ƒ100 ter maand, ter consideratie hij sijn dienst nu al over de ses jaaren in dit gouvernement getrouwelijk en met alle vlijt en ijver heeft waargenoomen en zulx zijn eerste vijfjaarig verband lange is geëxpireert. Dog ten belange van desselvs tweede versoek, naamentlijk omme ‘s maandelijx toegevoegd te werden zoodanige randsoenen en emolumenten als de vaste predicanten hier aan ‘t Casteel in der tijd genooten hebben, is hem eenlijk toegestaan die emolumenten te genieten zeedert dien tijd dat hij de kerkendienst hier aan de Caab alleen waargenoomen, en na dat den predt. Le Boucq deselve schriftelijk geweigert heeft, te weeten van de maand September ao. passo. tot ulto. Januarij deeses jaars, en anders nog verder niet. Zullende zoolange den dienst buijten waarneemt, zoodaanige en geen andern emolumenten trekken als zijn predecesseur, den Eerwe. predt. Hercules van Loon zaliger, genooten heeft.186
C. 26, pp. 104-105.¶
Donderdag den {17080830} 30n Augustij 1708, des naarmiddags. Extraordinaris vergadering.
Present den Ede. Heer Gouverneur en alle de verdere leden, den luitenant Adriaan van Reede, geweest een mede lid deser vergadering, den 24n deser overleden zijnde.
Gesien en geresumeert zijnde de respe. pacht conditien van ‘s lands inkomsten deses Gouvernements, dewelke op morgen naar gewoonte, als de ordinaire tijd staan verpacht te werden: Zoo is eenpaarig goedgevonden ende beslooten alle deselve, namentlijk van de Caabse koele wijnen, brandewijn en verdere gedisteleerde187 wateren, mitsgrs. vaderlandse en uitheemse bieren, secq en Spaanse wijnen &a in zijn geheel te laaten, en op dien selven voet als verleden jaar gedaan is, te doen verpachten, zonder daar in eenige verandering te maken: dog dat men aan de vier onderlinge pachters van de Caabse wijnen zal permitteeren om benevens haar eigen huis nog een bijhuis tot den tap en sleet van dien te mogen gebruijken, ‘t geen hun apart mondeling zal voorgehouden werden, dewijl daaraf in deselve conditien door den Ede. Heer Commissaris Daniel Heins opgesteld en geformeert, niet werd gesprooken, en verder, ingevalle zij pachters voorn. het gemeener hand mogten komen te versoeken haarluiden ieder twee bytappers toe te staan, sonder meer.
Zijnde verder mede goed gevonden den tap en sleet van de Caabse moutbieren weder voor den tijd van een jaar bij accoord over te laaten aan de Wede. van den brouwer Rutgert Mensink, ende dat voor gelijke somma van ƒ2750:-:- als zij de laaste reis daar voor betaald ende ‘t selve privilegie van d’ E.Compe. aangestaan heeft: En sulks bijsonderlijk ter consideratie van de moeite en onlusten die men daar mede apparentelijk zoude hebben in zoo verre men deselve tap en sleet weder in ‘t openbaar aan de meestbiedende kwam te verpachten; te meer, wijl men over dat subject, ofte de moeijelijkheden tusschen de voors. wed. Mensink ende den pachter Jan Meindertsz Kruiwagen in den jaare 1706, wegens de leverantie van goede bieren ontstaan, tot nog geen dispositie van d’ Ede. Heeren onse Majores ontfangen heeft.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, pp. 106.¶
Dingsdag den {17080904} 4n September 1708, des voornoens.
Presentibus omnibus.
Den burger en vrijbakker, Claas Maijboom,189 versogt hebbende omme hier in de Tafelvalleij , ten gemeenen gerieve, een grutmoolen te mogen opregten, ende dat hem tot gebruik van dien, en om de gemaale gort aan een iegelijk te vercoopen en leveren, octroij mogte werden verleend voor den tyd van thien agtereenvolgende jaaren; en geconsidereert de nuttigheid en dienst, die er in dat werk gelegen leid, zoo by geval voor d’ E. Compe. ende derselver scheepen, als specialijk voor de ingezetenen deses Gouvernements; dog aan de andere zijde aangemerkt zijnde, dat ons vermoogen hier niet toelaat iemand eenig octroij te verleenen, ‘t zij in wat sake het zoude mogen wesen: zoo is na gehoudene deliberatie eenpaarig goedgevonden ende beslooten omme dit goede werk evenwel aan de gang te helpen, voors. Claas Maijboom tot het opregten van gedagte grutmoolen consent te verleenen, met verdere permissie omme deselve alleenelijk voor den tijd van drie agtereenvolgende jaaren te mogen gebruiken, en langer niet, tot nader ordre van d’ Ede. Heeren Majores, ofte dat weder opnieuw permissie sal versogt ende geobtineert hebben.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten daage en jaare voors.
[Signed:] L. V. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 601, pp. 244-245.¶
Dingsdag den {17080925} 25n September 1708, des voornoens.
Presentibus omnibus dempto sr.Cruse, in commissie zijnde.
Vermits de opperhoofden192 van de scheepen de Kievit en Standvastigheid geproduceert hebben een ordre van d’ Ede. Heeren Bewinthebberen ter Caamer Amsterdam, haarluijden in Schotland op ‘t Lieth van Edenburgh toegesonden, waar bij deselve geauthoriseert worden eenig manschap aan te neemen in plaats van de verstorvene en gedeserteerde aldaar, ende dat zij aan deselve aangenoomen persoonen zouden moogen verstrekken tot drie à vier maanden op de hand, soo is eenpaarig goedgevonden, ten versoeke van gemte. opperhoofden, uijt naam van ‘t voors. aangenoomene volk, dewijl die op de Kievit nog geen verstrekking en die van de Standvastigheid maar een maand geld genooten hebben, aan die bijde scheepen zoodaanigen verstrekking uijt ‘s Comps. cassa alhier in zwaar geld te doen als zijluijden tot uijtreikingh van de beloovde maandgelden op de hand in zwaar geld benoodigt zullen zijn, ieder persoon tot voldoening van twee maanden, omme die penningen aan ‘t volk selvs te verstrekken en haar daar voor behoorlijk op hun loopende reekg. te belasten. Bedraagende voor de Kivit 74 1/8 en de Standvastigheid 70 Rdrs. en aldus te zaamen 144 1/8 Rdrs., zullende die scheepen daar voor op haar onkostreekg. in ligt geld uijtgereekent, belast werden.
Paulus Deonijs,193 onder baas tuijnier, werd vermits ruijm tijdsexpiratie en dat hij zijn dienst getrouw en behoorlijk waarneemt, t’ zijnen versoeke van ƒ16 tot ƒ20 ter maand in sijn voors. qualiteit gevordert, onder een nieuw driejaarig verband.
C. 26, pp. 107-109.¶
Donderdag den {17081018} 18n October 1708, ‘s naarmiddags. Extraordinarij vergaderingh.
In tegenwoordigheid van alle de leeden.
Den Ede. Heer Gouverneur ter vergadering overleggende sekere memorie, door ende van wegen de burgerraaden deser plaatse zijn Ede. ter hand gesteld, waar bij deselve eerstelijk vertoonen dat ‘er eenige vrije ingezeetenen onder Stellenbos en Drakenstein woonagtig, hier in ‘t Caabse district huijsen zijn hebbende en bezittende, waar in zij gemeene neering doen, ofte wel door andere van de haare laaten doen, sonder dat sodanige luijden nogtans hier eenige burgerdienst of wagt waarneemen. Versoekende dierhalven dat alsulke persoonen mede onder deze burgerije mogten ingeteekend werden, omme aldus haar behoorlijke wagttijd neevens andere waar te neemen, ofte een ander perzoon daar toe in haar plaats te stellen; ende dat zijluijden haar ten dien einde binnen sekere gestipuleerden tijd den burgerraaden souden hebben aan te geeven, om inges. te werden, op eenig[e] boete daar tegen te statueeren. Welke demonstratie en versoek in overleg gebragt zijnde, Soo is eenparig goed gevonden ende beslooten ‘t selve alsoo te accordeeren; zijnde tot de voors. inschrijving onder dese Caabse burgerije beraamd den tijd van ses weeken. Op peene van 10 Rxs., die hier omtrent bevonden zal werden nalatig te weezen.
Ten anderen is mede, ten versoeke vermeld, bij voors. memorie gedaan, goed gevonden ende gearresteert dat alle persoonen reets uijt ‘s Comps dienst in vrijdom gelargeert, ende de geene die na desen mogten komen vrij, of haar gagie afges. te worden: Item een iegelijk die als vrijman uijt het vaderland, Indiën, of elders, hier komt aan te landen, om zig in deze colonie neder te setten, binnen de ses weeken na haar vrij worden of arrivement, zig selven onder de burgerije, soo hier aan de Caab als Stellenbos en Drakenstein , ofte waar ter plaatse zijluijden haar willen metter woon begeeven, sullen moeten laaten inschrijven en aan de burgerraaden, of den land-drost en heemraaden bekend maken, op gelijke peene van 10 Rxs. Sullende in dezelve boete mede vervallen wesen de vrije jongelingen ofte perzoonen boven de 16 jaaren oud, in soo verre zij haar ses weeken na dien tijd of ouderdom niet komen aan te geeven, ‘t zij aan burgerraaden ofte den landdrost en heemraaden vermeld, om mede onder de burgerije inges. te werden.
Eindelijk ende ten derden is ten voors. mede goed gevonden ende verstaan, dat alle vrije luijden die zig uijt dit Caabse district laaten afschrijven onder dat van Stellenbos of Drakenstein , als mede de sodanige dewelke uijt die colonien na herwaarts komen, insgelijks gehouden sullen weesen om zig binnen den tijd van drie weeken over en weer te komen aangeeven bij de burgerraaden ofte den land-drost en heemraaden, onder welkers district zijluijden begeeren te woonen, omme aldaar in de burgerboeken behoorlijk inges. te werden, al mede op peene van 10 Rds.voor die geene die hier omtrent in gebreeke sal blijven, verstaande dat van ieder 10 Rijxdaalders195 boete die ter zake voors. verbeurd werd, twee Rd. voor den armen en het overige voor de burgercassa sal verdeeld werden.196 Sullende hier van ten eersten een publicatie ofte waarschouwinge opgesteld, ende alomme in dit Gouvernement geaffigeert werden, op dat niemand desweegen eenige ignorantie soude mogen voorwenden.
Verder heeft den Heer hoofdadministrateur Joan Corns. d’Ableing, den Ede.Heer Gouverneur en Raad te kennen gegeven, hoe hij geduurig van deese en geene werd aangesprooken om voor contant, na de bevoorens daar op gestelde prijse, eenige houtwaaren van d’ E.Compe. te mogen hebben; en dewijl hij bevonden heeft dat daar door de beste tellekens weg gehaald werden, en die geene welke door de tijd wat aangestooken ofte beschadigd zijn voor reekg. van d’E.Compe. blijven leggen, gelijk ‘er reets verleeden jaar een reedelijke quantiteit van diergelijke soort in ‘t openbaar verkogt, en nu al wederom een partij bevonden is tot merkelijke schade van d’ E.Compe., soo heeft zijn E. welgemelte zijn Ede. en den Raad in conzideratie gegeven, of het niet best soude zijn, ter occasie dat ‘er onder de ingezeetenen gebrek van timmerhout is, het selve uijt den anderen te separeeren, ‘t beste ten dienste van d’E.Compe. te bewaaren, en ‘t overige bij openbare vendutie te verkoopen: als van gevoelen zijnde dat het selve op dien voet nog wel soo veel, en mogelijk meer sal gelden als het gave, andersints op geteekende ordonnantie gedaan heeft; bij welke vendutie ook soude konnen verkogt werden eenig onbequaam wagenhout, ‘t welk voor ‘s Comps. werk van geen gebruijk zijnde, andersints dog door de tijd langs hoe meer soude bederven, en alsdan geen geld waardig zijn. ‘t Welk in deliberatie genomen zijnde, is sulxs eenpaarig goed gevonden ende geapprobeert; sullende met die verkoping ten eersten werden voortgevaren, na alvorens de ingezeetenen daar van bij biljet te hebben gewaarschouwd.197
Nog heeft gem. hoofdadminstrateur mede in bedenking gegeven, de ongemeene slegten aftrek van tabak, van welk kruijd d’ E.Compe. circum circa nog in de pakhuijsen heeft een quantitijt van 37800 lb., veroorsaakt door de menigvuldige toevoer bij particuliere, of het dierhalven niet soude konnen goed gevonden werden, eensdeels om eenig debit daar op te vinden en ten anderen om de particuliere tabakshandelaars daar door soo veel mogelijk te traverseeren, aan alle de vrije landbouwers welke gewoon sijn haare graanen aan d’ E.Compe. te leveren, ingevalle daar toe geneegen mogten zijn, eenige tabak op voor uijt verstrekkinge te geven, alsoo de grootste consumptie daar van althans op handen is, vermits den aanstaanden ougst; onder conditie dat de betalinge sal mogen geschieden na ‘t insamelen der graanen met nieuwe tarw, ofte wel in contant tegens de gewoonlijke prijs van 3/8 Rxr. ‘t lb. ‘t Geen ten dien insigte mede eenparig geresolveert is en goed gevonden den provl. landdrost aan te schrijven om gemelte landbouwers daar van alomme kennisse te laaten geeven: Dog dat niemand minder als 50 lb. teffens sal mogen neemen.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.198
[Signed:] L. VAN ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, pp. 110-111.¶
Dingsdag den {17081030} 30n October 1708des voornoens.
Presentibus omnibus, demptis srs. Willem Corssenaar en Jacob Cruse, door indispositie.
De Heer hoofdadministrateur Joan Cornelis d’Ableing, ter vergadering voordragende dat ‘er drie cassen met Amsterdamse tabak van Cramer, voor twee jaaren met de fluijt Oestgeest hier aangebragt, ten overstaan van twee gecommitteerdens in ‘t pakhuijs geopend zijn geworden, en bevonden volgens verklaring van geme. gecommitteerdens dat meest alle rollen, bijsonderlijk daar het loot geraakt hadden, waaren aangestooken en geinfecteert; ja voor een groot gedeelte geheel verrot en bedorven: immediatelijk veroorsaakt doordien deselve tabak al te sterk gezaust is geweest, dewijl de cassen van buijten seer wel geconditioneert zijn bevonden: van gedagten zijnde dat dierhalven de resteerende nog ongeopende cassen met tabak van deselve soort, tot vijf in getal, mede soodanig sullen geconstitueert zijn. Weshalven zijn E. den Ede. Heer Gouverneur en Raad in bedenken gaf of het niet goed en raadsaam soude weesen dat men de voors. drie cassen met tabak, als mede de vijf andere, bij aldien deselve, na gedaane opening, mede soo slegt bevonden wierde, bij eerste geleegentheid publicq aan de meestbiedende, bij partijties liet verkoopen, om d’ E.Compe. daar nog iets af te doen genieten, wijl het andersints geschaapen stond, dat de geheele partij metter tijd soude verrotten en bederven, wanneer men er gants geen debit op soude konnen vinden. ‘t Welk in deliberatie gebragt zijnde, soo is consonantelijk goed gevonden ende beslooten met de verkoping invoegen voors. voort te vaaren, immers soo veel men van dat kruijd tot een reedelijke prijse sal konnen kwijt worden; zijnde den verkoopdag beraamd op den 10n van aanstaande maand November.
Soo is mede op de propositie van geme. hoofdadministrateur geresolveert omme ten dage voors. insgelijks bij partijties op te vijlen, ofte wel bij verkoop een proef te neemen met een quantitijt tabak, dit jaar met het schip Carthago van de Camer Zeeland hier aangebragt, bestaande in 5 cassen, die wel en in loot besorgd, dog niet van de verijschte deugd, maar van een muffe smaak is bevonden; weshalven onmogelijk om tegen de ordinaire prijs van 3/8 Rxs. ‘t lb. te konnen slijten, te meer, vermits deses lands ingezeetenen en bijsonderlijk de Hottentots seer vies op de tabak zijn: sullende deese laaste weder ingehouden werd[en], bij soo verre d’ E.Compe. daar niet een reedelijke avance bij verkoop op komt te genieten.199
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.200
[Signed:] L. V. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, pp. 112-115.¶
Donderdag den {17081108} 8 November 1708, des voornoens. Extraordinarij vergadering.
Voor de volle vergadering.
Den Ede. Heer Gouverneur voordragende dat den opperchirurgijn deses Gouvernements Justus Jening Benraath201 aan zijn Ede. beklag hadde gedaan dat hij nog van geene Comps. dienaaren die hij in ‘t hospitaal van ‘t morbum Gallicum, ofte onreine siekte, had gecureert en geneesen, eenig loon had getrokken, behalven alleen van die geene, die op haar loopende soldij reekg. te goed hadden, van dewelke hem voor ieder persoon volgens gewoonte 10 Rijxds was goed gedaan, en sustineerende dat daar geen onderscheid in behoorde te werden gemaakt, maar dat hem na de wijse in Indiën gebruijkelijk, van een iegelijk die hij van voors. siekte mogte komen te cureeren, schoon se te kwaad stonden, het gewoonlijk salaris behoorde uijtgerijkt te worden. ‘t Geen door welgem. zijn Ede. aan den Raad in conzideratie gegeven en daar over gedelibereert zijnde; Soo is eenstemmig goedgevonden ende beslooten gemelte opperchirurgijn te accordeeren ende voortaan toe te leggen een somma van 8 Rijxds. voor sodanigen Comps. dienaar, hier van de scheepen aanlandende, ofte in ‘t guarnisoen bescheiden, die hij van voors. onreine siekte sal komen te geneesen, behoudens dat alsulken persoon, op zijn loopende reekg. niets aan d’ E.Compe. te quaad sal zijn, anders niet; de gemaakte schulden in ‘t vaderland uijtgeslooten, sullende die luijden daar en boven nog voor 2 Rijxds. aan d’ E.Compe. gedebiteert werden voor de medicijnen, daar toe geappliceert ende verbruijkt. Wel verstaande dat die menschen, alvoorens onder de cuur genomen te worden, eerst behoorlijk door een of meer andere chirurgijns sullen moeten werden gevisiteert, of zij wel met sodanige siekte besmet zijn, opdat daar in geene onordentelijkheeden komen te sluijpen; en sal gemelte opperchirurgijn vervolgens van mindere venussiektens betaald werden, na rato dat de oppermeesters in Indiën daar voor genieten, mits dat die luijden mede niet aan d’ E.Compe. ten agteren sullen staan.
Verder heeft den secunde persoon en hoofdadministrateur de Heer Joan Cornelis d’Ableing, ter vergadering overgeleid eenige memorien zijner suppoosten, waar bij zijluijden aan den Ede. Heer Gouverneur en Raad komen te versoeken dat hun, na jaarlijks gebruijk, bij het sluijten der negotieboeken, de ordinaire afschrijvinge mogte werden gepermitteerd op sodanige goederen en coopmanschappen als onder ijders verantwoording waaren staande; welke memorien gesien en geresumeert zijnde, is eenpaarig goed gevonden ende geresolveert, haarluijden daar op de volgende afschrijvinge te accordeeren, als:
Den Pakhuijsmeester | ||
Op | tabak 195 3/4 lb. Virginise van Pama t' Amsterdam , zijnde 5 pr. co. van 3911 lb., voor 't uijtweegen in twaalf maanden. | |
Op | specerijen 20 1/4 lb. gesorteerde, als boven 5 pr. co. op 412 3/4 lb. voor 't uijtweegen bij heele en halve ponden in voors. tijd. | |
Op | grove verwen 204 lb. utsa. a 5 pr. co. van 4094 lb. | |
Op | coper 40 lb. gesorteerd voor 't uijtweegen bij klijne parthijen als boven, op 7984. lb. a 5 pr. co. | |
Op | copere vulleketels 8 lb. a 5 pr. co. van 170 lb. voor uijtwegen in voors. tijd. | |
Op | ijser 4770 lb. te weeten | |
op | 146916 lb. op ulto. Augustus ao. passo. per restant. | |
12115 lb. ao. passo per Zuijddorp ontfangen | ||
159031 lb. a 3 pr. co. a uso. | ||
Op | spijkers 1085 lb. namentlijk | |
Op | 26417 lb. restant van ulto. Augustus ao. passo. | |
9780 lb. als boven per Zuijddorp ontfangen. | ||
36197 lb. a 3 pr. co. utsa. |
Den Pakhuijsmeester | ||
Op | tabak 195 3/4 lb. Virginise van Pama t' Amsterdam , zijnde 5 pr. co. van 3911 lb., voor 't uijtweegen in twaalf maanden. | |
Op | specerijen 20 1/4 lb. gesorteerde, als boven 5 pr. co. op 412 3/4 lb. voor 't uijtweegen bij heele en halve ponden in voors. tijd. | |
Op | grove verwen 204 lb. utsa. a 5 pr. co. van 4094 lb. | |
Op | coper 40 lb. gesorteerd voor 't uijtweegen bij klijne parthijen als boven, op 7984. lb. a 5 pr. co. | |
Op | copere vulleketels 8 lb. a 5 pr. co. van 170 lb. voor uijtwegen in voors. tijd. | |
Op | ijser 4770 lb. te weeten | |
op | 146916 lb. op ulto. Augustus ao. passo. per restant. | |
12115 lb. ao. passo per Zuijddorp ontfangen | ||
159031 lb. a 3 pr. co. a uso. | ||
Op | spijkers 1085 lb. namentlijk | |
Op | 26417 lb. restant van ulto. Augustus ao. passo. | |
9780 lb. als boven per Zuijddorp ontfangen. | ||
36197 lb. a 3 pr. co. utsa. |
Den Dispensier | |||
2 | lb. | cattoen voor 't uijtweegen bij de klijne quantitijten in 12 maanden verstrekt. | |
32 | lb. | peper a 1 pr. co. van 3248 lb. voor spillagie en uijtweegen bij veele klijne quantitijten. | |
65 | lb. | wax a 5 pr. co. van 1310 lb. voor spillagie en uijtwegen in voors. tijd. | |
43 | lb. | Spaanse zeep a 5 p.co. van 2864 lb. voor indrogen en uijtweegen. | |
52 | lb. | hop a 1 p.co. van 5293 lb. voor 't uijtweegen en versleepen van de ratten. | |
71 | mudden | tarw van 4782 1/2 mudd'n | { a 14 pr.co van de versondene quantitijt in12 maanden |
2 | do. | rogge van 150 do. | |
2 | do. | garst van 124 1/2 do. voor spillagie, 't consumeeren van de calanders en ratten. | |
214 | lb. | poeijersuijker a 2 p.co. van 10714 1/2 lb. voor leccagie, spillagie en uijtweegen. | |
10 | lb. | candij do. a 14 pr.co. van 671 lb. als boven. | |
Op rijst als: | |||
13933 | lb. | oude a 3 pr.co. van 464453 1/2 lb. | { voor 't uijteeten van de calanders, versleepen van de ratten en uijtweegen bij menigvuldige quantijten. |
4363 | lb. | meuwe a 1 1/2. do. van 290896 lb. | |
316 | lb. | Caabs hard brood a 1 pr.co. van 31642 lb., voor 't verspillen en versleepen van de ratten, en uijtweegen. | |
11 | mudden | boonen a 2 pr.co. van 587 mudd' voor 't uijtdrogen, uijtmeeten en versleepen van de ratten. | |
2 1/2 | mudden | erweten utsa. van 131 mudd. voor als boven. |
Den Dispensier | |||
2 | lb. | cattoen voor 't uijtweegen bij de klijne quantitijten in 12 maanden verstrekt. | |
32 | lb. | peper a 1 pr. co. van 3248 lb. voor spillagie en uijtweegen bij veele klijne quantitijten. | |
65 | lb. | wax a 5 pr. co. van 1310 lb. voor spillagie en uijtwegen in voors. tijd. | |
43 | lb. | Spaanse zeep a 5 p.co. van 2864 lb. voor indrogen en uijtweegen. | |
52 | lb. | hop a 1 p.co. van 5293 lb. voor 't uijtweegen en versleepen van de ratten. | |
71 | mudden | tarw van 4782 1/2 mudd'n | { a 14 pr.co van de versondene quantitijt in12 maanden |
2 | do. | rogge van 150 do. | |
2 | do. | garst van 124 1/2 do. voor spillagie, 't consumeeren van de calanders en ratten. | |
214 | lb. | poeijersuijker a 2 p.co. van 10714 1/2 lb. voor leccagie, spillagie en uijtweegen. | |
10 | lb. | candij do. a 14 pr.co. van 671 lb. als boven. | |
Op rijst als: | |||
13933 | lb. | oude a 3 pr.co. van 464453 1/2 lb. | { voor 't uijteeten van de calanders, versleepen van de ratten en uijtweegen bij menigvuldige quantijten. |
4363 | lb. | meuwe a 1 1/2. do. van 290896 lb. | |
316 | lb. | Caabs hard brood a 1 pr.co. van 31642 lb., voor 't verspillen en versleepen van de ratten, en uijtweegen. | |
11 | mudden | boonen a 2 pr.co. van 587 mudd' voor 't uijtdrogen, uijtmeeten en versleepen van de ratten. | |
2 1/2 | mudden | erweten utsa. van 131 mudd. voor als boven. |
Den Equipagiemeester. | ||
Op | 2720 1/2 lb. roet | } 5 pr.co. zijnde van 't geene in 12 maanden verstrekt is. |
Op | 490 lb. swavel | |
Op | 3195 1/2 cannen | |
en 14 vaten teer. | ||
Op | 703 lb. salpeter zijnde 154 pr. co. van 4555 lb., die al 16 jaaren in 't pakhuijs heeft geleegen, en waar op noijt eenige afschrijving heeft genooten. |
Den Equipagiemeester. | ||
Op | 2720 1/2 lb. roet | } 5 pr.co. zijnde van 't geene in 12 maanden verstrekt is. |
Op | 490 lb. swavel | |
Op | 3195 1/2 cannen | |
en 14 vaten teer. | ||
Op | 703 lb. salpeter zijnde 154 pr. co. van 4555 lb., die al 16 jaaren in 't pakhuijs heeft geleegen, en waar op noijt eenige afschrijving heeft genooten. |
Zijnde verder op de propositie van den hoofdadministrateur opgemelt, goed gevonden ende beslooten omme eenige goederen, die door lang gebruijk en ouderdom in ‘s Comps. stal zijn bedurven, versleeten, en weggeraakt, bij de negotieboeken af te schrijven, als zijnde in den tijd van 8 jaaren daar geen afschrijvinge op gedaan; bestaande in de volgende als: 6 zadels, 10 hoofdstukken, 7 zadelgordings, 2 holsters, 4 staartriemen, 3 stiegriemen, 1 borststuk.
Als mede de volgende huijsmeubelen, namentlijk:
2 tinne schotels, 70 porcelijne dos., 76 porcelijne pierings, 5 tinne tafelborden, 73 tinne leepels, 1 copere candelaar, 3 copere snuijters, 1 ijsere pot, 3 klijne alcatijven.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.202
[Signed:] L. V. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, pp. 116-117.¶
Dingsdag den {17081127} 27n November 1708, des voornoens.
Presentibus omnibus.
Den Ede. Heer Gouverneur de vergadering voordragende, dat ervaren had, dat ‘er tot heeden nog geen vaste ordre of reglement was gesteld en beraamd op het trekken en genieten van salaris voor den vendumeester en geregtsboode deses gouvernements, wegens ‘t opveijlen bij openbaare vendutie van vaste goederen, soo huijsen als landerijen, dewelke bij de respe. vrijwillige verkoopers selfs opgehouden, en bij gevolg niet verkogt werden. Ende dat ‘er ondertusschen nu en dan al eenigh geschil en twist was gereesen tusschen den vendumeester en de luijden die invoegen voors. hunne opgeveilde perceelen selfs ingemeind of opgehouden hebben, nopende het accordeeren omtrent ‘t te trekkene salaris in sulken gevalle. Weshalven zijn Ede. opgemeld den Raad in bedenken heeft gegeven, of het niet goed en billik soude zijn, dat ‘er ten dien opsigte een vaste ordre wierde beraamd, waar na den vendumeester indertijd en ook de ingezetenen haar voortaan precieselijk souden hebben te reguleeren, tot vermijding van alle discordantie, die ter dier oorsaake andersints weder soude konnen ontstaan. Waar over gedelibereert, en de saak in omvraag gebragt zijnde, is eenparig203 goedgevonden ende verstaan, dat den vendumeester voortaan van alle vaste goederen dewelke als gesegd opentlijk opgeveild en bij de respe. verkopers weder ingemeind of opgehouden en gevolglijk niet verkogt werden, van de selve verkopers voor salaris sal trekken en genieten een en een halv pr.co. ende den geregtsboode een halv pr.co., soo wel hier aan ‘t Casteel ofte de Caab, als alomme buijten ten platten lande, ende sulks van de geheele som, waar voor sodanig perceel sal ingehouden werden. Op dat de luijden onder pretext, dat voorneemens zijn haar vaste goederen te laaten verkoopen, en, schoon daar van biljetten hebben doen affigeeren, echter daartoe niet gesint zijn, ten waare zij daar zoo veel bij vendutie voor mogten krijgen als haar begeeren was, of anders ‘t opgeveilde perceel wederom inhouden, den vendumeester en boode geen vergeefse moeite of togt landwaard in sullen laaten doen. Blijvende ondertusschen het salaris voor de vaste goederen, die bij vendutie verkogt werden, als van ouds op 5 pr.co. voor de vendumeester, en geregtsboode.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.204
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, p. 118.¶
Dingsdag den {17081204} 4n December 1708, des voornoens.
Presentibus omnibus, dempto den E. fiscaal Joan Blesius en winkelier Sr. Willem Corssenaar, door indispositie.
Op ‘t voordraagen van den Ede. Heer Gouverneur en daar op ook van de Heer hoofdadministrateur Joan Cornelis d’Ableing, dat ‘er eenige coopmanschappen van d’ E.Compe. voor een seer geringe avance uijt het pakhuijs aan d’ ingezeetenen wierden verstrekt, en specialijk de smeekoolen en ‘t ijser, op welke eerste stoffe niet meer dan ƒ3:15:- per hoed en d’ andere maar ƒ1:14:- op ‘t 100 lb. geavanceert was, soo is eenparig goed gevonden ende geresolveert die twee speciën te verhoogen en te stellen op de volgende prijsen, als: de smeekoolen van 10 3/4 Rds. op 14 Rijxds. ‘t hoed, ‘t 100 lb. ijser van 4 op 5 Rds., ende dat ter tijd toe dat deselve ons hier uijt het vaderland wat minder in reekg. sullen werden gebragt, wanneer men daarop weder een billikke reductie sal maken.
Door ‘t overlijden van den luijtent. Adriaan van Reede, geweest een medelid deeser vergadering, een stoel vacant geworden zijnde, zoo is in desselfs plaatse weder als politieq raadspersoon verkooren en aangesteld den luijtent. Caje Jesse Slotsboo,205 dewelke binnen ontboden zijnde, daar op de gewoonlijken eed aan handen van den Ede. Heer Gouvernr. heeft afgeleid, en voorts ter vergadering sessie genomen.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.206
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] Js. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, pp. 119-123.¶
Woensdag den {17081219} 19n December 1708, des voornoens. Extraordinarij vergadering.
Present den Ede. Heer Gouverneur en alle de verdere leden.
‘t Collegie van kerkenraade hier aan de Caab, vermits ‘t aanstaande Nieuwe jaar, overgebragt hebbende hunne electie van een ouderling, mitsgrs. nominatie van een dubbeld getal diaconen: zoo is, na resumptie van dien, eenpaarig goedgevonden de voors. electie van ouderling op den E. Willem Corssenaar uit ‘s Comps dienaaren, in plaatse van den afgaande Sr. Abraham Poulle gedaan, te approbeeren.
En zijn wijders uit gemelte nominatie tot diaconen verkooren als Jan d’Ailly208 uit ‘s Comps. dienaaren, voor den afgaande Jan van Hoorn. En uit de burgers in plaatse van Jan Overholscher en Jan Louwrensz van Bremen, Willem Basson209 en Gerrit Remkes.210 Blijvende den diacon Francois Guto211 wiens tijd van bediening mede omgekomen was, om redenen voor ‘t aanstaande jaar nog continueeren.
Dewijl de coornougst haast op handen is, ende de gecommitteerdens tot de opneeming der burgers effecten en gedoente in ‘t kort landwaard in staan te trekken, en men ondertusschen van tijd tot tijd ervaaren heeft, dat ‘er bij de meeste burger ingezetenen ofte landbouwers deses gouvernements groote misuses212 zijn gepleegd geworden in ‘t schatten en opgeven hunner jaarlijkse te veld staande, leggende, en ook ingezamelde rijpe graanen aan de gecommitteerdens, dewelke tot de voors. opneeming jaarliks Comps. weegen zijn uitgesonden; deselve maar na hun eigen zinnelijkheid en goeddunken opgevende, een groot gedeelte verswijgende en agterhoudende: en alsoo d’ E.Compe. in hun wettig regt van thiende grootelijks hebben gefraudeert en benadeeld: niet tegenstaande alle hunne landerijen tot nog toe voor niet zijn uitgegeven; dog ten principaale onder dat servituit, volgens het dictamen aller erfgrondbrieven omme jaarlijks aan den Heer of d’ E. Compe. op te brengen de thiende hunner ingezamelde graanen. Weshalven is, op de propositie van den Ede. Heer Gouverneur consonantelijk goedgevonden ende verstaan, op dat dier-gelijke misbruiken in ‘t toekomende geweert mogen werden, omme bij placcaat213 alle ende een iegelijk der burger ingezetenen ofte landbouwers deses Gouvernements wel expresselijk te waarschouwen dat zijluijden haar voortaan in ‘t schatten en opgeven hunner graanen aan de afgesondene gecommitteerdens behoorlijk, immers zoo nadoenelijk en sonder iets agter te houden of te verswijgen, zullen hebben te kwijten en agtervolgens dien aan d’ E.Compe. de thiende betaalen op poene van confiscatie van al het graan, ‘t zij tarw, rogge of garst, ‘t welk in dien gevalle bevonden zal werden verswegen en niet opgegeven te zijn, en verder als landdieven gestraft te werden: behoudens een ieders nodig brood en zaad coorn. Ten ware dat iemand zig in ‘t opgeven misgist hebbende, de thiende van de meerdere quantiteit nog bij tijds aan d’ E.Compe. kwam op te brengen: sullende andersints tegen de fraudateurs daar omtrent sonder eenige simulatie ofte oogluijkinge geprocedeert werden. De boetens te verdeelen 1/3 voor d’ E.Compe., 1/3 voor den officier en 1/3 voor den aanbrenger, wiens naam daar en boven gesecreteert zal worden: dog den officier selfs de calange en aanbrengingh doende, sal deselve de helft en d’ E.Compe. de wederhelfte genieten. En omme hiertegens nog beter voorsieninge te doen, zoo is mede beslooten bij voors. placcaat alle de gelicentieerde broodbakkers wel scherpelijk te interdiceeren en verbieden omme van niemand der landbouwers of anderen eenig coorn te koopen ofte in schuld, ruiling of mangeling aan te neemen, dan met speciaal consent ofte een ordonnantie van den Ede. Heer Gouverneur; sullende ook door niemand eenig graan aan de scheepen mogen verkogt of geleverd werden, sonder hetselve alvoorens aan den officier van de buitenwagt deses Casteels pertinent aangegeven te hebben. Op poene dat den contraventeur voor de eerstemaal sal vervallen wesen in een boete van vijftig rijxds., voor de tweede reise in honderd ende ten derden maale daarop agterhaald zijnde boven arbitrale correctie in honderd en vijftig rijxds., de boetens te appliceeren als vooren.
Het land genaamd Vergelegen , bevoorens bij den Ede. Heer Wilhem Adriaan van der Stel, gewesen Gouverneur deser plaatse, bezeten en bij de E. Compe. weder aangeslagen, door belet van veele andere nodige saken, tot nog toe onverkogt gebleven zijnde, en waar op thans een groote quantiteit druif aan de stok is hangende, zijnde door ‘s Comps. volk gesneden; zoo heeft men voor af onderstaan, wijl de wijnougst of parstijd haast op handen is, ende deselve parsserij geen werk is d’ E. Compe. gelijkende, nog met derselver gelegenheid althans over een komende, om met dese of geene burgers deswegen een behoorlijk accoord aan te gaan: waar toe zig dan aangeboden hebben de burgerraden Hendrik Donker, Hendrik Bouman, nevens de burgers Willem ten Damme en Michiel Leij, omme dat werk voor de helft van de wijn aan te neemen en uit te voeren, ingevolge sekere memorie ofte opstel bij haarluiden overgeleverd; welke geleesen en geresumeert zijnde, is eenpaarig goed gevonden ende beslooten, na inhoude van dien, met deselve ‘s Comps. wegen aan te gaan een contract ofte accoord, in maniere hier na volgende, te weeten:214
Dat zij aanneemers of contractanten alle de druif die thans op voorne. plaats ofte hofstede Vergelegen aan de stok is hangende, of die daar aan bevonden zal werden, door haar eigen volk of slaven sullen doen parssen; waar toe d’ E.Compe. van haar kant zal leenen thien bekwame slaven, dewelke teegen medioJanuarij aanstaande215 na buiten zullen werden geschrikt om aldaar, bij provisie, nevens hun volk op de wijngaard te passen.
Dat deselve parsserij sal geschieden ten overstaan ende in ‘t bijwesen van twee gecommitteerdens, ‘s Comps. wegen daar toe aan te stellen; omme ook van de quantiteit en benaminge, of soorten der geparste wijnen, een nette aantekening te houden. Zullende zij contractanten tot dat werk moeten gebruiken hun eigen gereetschap, materialen en vaatwerk, behoudens dat d’ E.Compe. daar toe zal leveren zoo veel vaatwerk als ‘er boven hun eigen soude mogen te kort komen, ofte benodigd zijn.
Waar en boven d’ E.Compe. ook aan haarluiden, voor hun geld, zal verstrekken zoo veel hout en ijsere hoepels als tot ‘t maken van thien leggers balijs, mitsgrs. twee bekwaame trap, en twee ontfangbalijs, benodigd zal zijn, de welke ‘s Comps wegen sullen opgemaakt werden, en na gedaan parssen aan haar contractanten verblijven. Gelijk ‘er meede aan haarluiden in maniere als boven sal verstrekt worden de Javaanse rottang, tot het maken van sestig ballast mandjes benodigd, dewelke insgelijks door ‘s Comps. volk sullen werden gemaakt, enaan216 de contractanten verblijven.
Dat na gedaan werk de geparste wijnen geregtelijk sullen geparteert en gedeeld worden, als de helft voor d’ E.Compe. ende de wederhelft voor haar gezamentlijke contractanten; ende dat ieder in zijn zoort ofte benaminge, als witte muscadel, roode do., steen en groen druif of welke zorteeringe daar anders mogte vallen, ieder even veel.
Zullende zij contractanten al ‘t Comps. vaatwerk, de balijs &ca. met hun eigen wagens na buiten moeten laaten voeren, en na gedaane parssing en parteering de wijnen van d’ E.Compe, zoo in derselver voors. na buiten gevoerde vaatwerk, als in dat van de contractanten met hun eigen voer binnen desen Casteele brengen, in zoo korten tijd als zijluiden bekwamelijk zullen konnen doen.
Zijnde verder verstaan dat hier van sullen werden geformeert en opgesteld twee eensluidende contracten, dewelke wederzijds, ‘s Comps. weegen, bij twee gecommitteerdens uijt desen E.Agtb. Raad ende de gezamentlijke contractanten sullen werden ondertekend, en waar af ieder een zal blijven behouden.
Aldus gearresteert en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten daage en jaare voors217
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] WM. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, pp. 124-132.¶
Maandag den {17081231} 31n December 1708, des naarnoens. Extraordinaris vergadering.
Presentibus omnibus dempto den winkelier sr. Willem Corssenaar, door belet.
Gedelibereert zijnde over de verkiesing van eenige andere leden in de respe. collegien deses Gouvernements, in plaatse van de afgaande, op de overgebragte nominatien derselve van een dubbeld getal perzoonen, zoo is eerstelijk, in plaatse van den president van de weeskamer Sr. Willem Corssenaar, dewelke dat ampt nu twee jaaren bekleed heeft, met eenparigheid van stemmen ende eigen bewilliging, weder tot voorsitter vercooren den secunde perzoon en hoofdadministrateur, de Heer Joan Cornelis d’Ableing.
En is wijders voor den afgaande weesmeester Cornelis Botma, uit de burgers gecooren Abraham Diemer.
In ‘t collegie van huwelijkse saken zijn uit de burgers tot Commissarissen geëligeert Hendrik Bouman en Abraham Diemer, vermeld, in plaatse van Cornelis Botma en Nicolaas Oortmans.218 Tot heemraden aan Stellenbosch zijn gecooren, in plaatse van de afgaande, Anthonij van der Lith219 en Dirk Mol,220 Dirk Coetzé221 en Pieter van der Bijl.
Gecooren heemraaden tot Drakenstein , namentlijk Francois du Toijt222 en Arnout Kruisman223 voor en in plaatse van Pierre Rousseau224 en Jacobus van As.225
Verder is de electie door de kerkenraad van Drakenstein op den perzoon van Glaude Marais,226 als ouderling voor den afgaande Pierre Villiers227 gedaan, mede geapprobeert. En zijn voor deselve kerk tot diaconen vercooren Daniel Hugot228 en Harmanus Bosman229 in plaatse van de afgaande Charles Marais en Abraham Vivié.230
Eindelijk gesprooken zijnde over de electie van nieuwe burgerraden, ende dat den Ede. Heer Gouverneur voor af zijn stem had gegeven tot de verkiesing van den oud burgerraad Henning Husing, eene der meede genomineerde uit het dubbeld getal, en vervolgens de zaak in omvrage brengende, heeft de hoofdadministrateur voorn. betuigd zig met die verkiesing niet te konnen confirmeeren, om reedenen als bij ‘t onderstaande vertoog en versoek van gemelte zijn E. aan d’ Ede. Heeren Commissaris, Mr. Cornelis Joan Simons en Gouverneur Louis van Assenburgh, gepresenteerd met het daar op in margine aangeteekende van welopgemelte Ede. Heeren, en nu ter vergadering geëxhibeert en opgeleesen, largo staat uitgedrukt, luidende als volgt:
Remonstratie en versoek van Joan Cornelis d’Ableing, oppercoopman en secunde persoon, aan d’ Ede. Gestr.Heeren Mr. Cornelis Joan Simons, Raad Extraordinaris, mistgaders Louis van Assenburgh, Gouverneur over dese Colonie en resorte van dien:
‘Edele Gestrenge Heeren,’
‘’t Is uw Ede. Gestre. bekend hoe den burger Sr. Henning Husing op den 7n deser ontboden zijnde in vergaderinge van Politie over en ter sake van seeker request van de E.Heer Wilhelm Adriaan van der Stel, om nog een jaar alhier te mogen overblijven tot het voltrecken van seeker proces, met welk hij door gemelde Huzing alhier voor weinig dagen was bankvast gemaakt, onder andere passieuze expressien tegen de gemelde Heer van der Stel ook zeijde, dat het hier noijt wel zoude gaan zoo lange zijn Ede. hier was, alsoo de inquizitie raad nog geduurt heeft nadat hij al uit de regeering is geweest, en die gaat nog al zijn gang; waar op den onderges. het woord vattende, aan uw Ede. Gestr. te kennen gaf, dat hij eer en pligtshalven niet konde ongevoelig weesen van die laaste woorden, namentlijk dat den Raad van inquisitie nog geduurt hadde, na dat voorn. Heer van der Stel al van de regeering af was geweest, vermits hij onderges. sedert dien tijd het gezag alhier hadde gevoerd, en uit hoofde van dien in Rade gepresideert, dierhalven niet konde dulden, dat zijne regeering, die hij niet beter wist of was na mate van zijn gering talent met order en bescheidentheit gevoert, door Zijne stoute tong, na het dictamen van Zijn gepassioneert humeur, in tegenwoordigheijt van uw Ede. gestr. aldus wierd gelasterd, waar op hij merkende dat uw Ede. gestr. diergelijke taal qualijk nam, den zin daar van verdraijde, voorgevende dat zijn seggen niet specteerde op den Raad van Politie, maar die van de Justitie: dog nademaal de Justitie van immers zoo veel tederheit is, zoo vind den ondergs., gelijk doenmaals in Raade ook betuigt heeft, tot mainctenu van zijn Eer, en die van Zijne eerlijke medeleeden, zig genoodsaakt per desen te wenden tot uw Ede. Gestr., eerbiediglijk en op het serieuste versoekende dat gemelde Henning Husing mag geordonneert werden voor ‘t uiteijnde van dese week schriftelijk aan te toonen en op te geven uit wat hoofde hij den Raad van Justitie heeft gebrandmerkt met den lasternaam van inquisitieraad, speciaal op het poinct dat deselve nog geduurt heeft, na dat de Heer van der Stel de regeering had overgegeven, op dat diergelijke laster, of door gerugt of door quaadaardige pennen, die althans aan deezen uithoek meer als al te veel besig zijn, ter ooren gekomen zijnde van onse Heeren Meesters en andere aansienelijke persoonen, in haar Ede. Groot Agtb. geen verkeerden indruk mogten veroorsaaken van den onderges., die in zijn conscientie gerust zijnde, hem t’ eenemaal onderwerpt het ondersoek van uw Ede. gestr. over zijn handel en bedrijf geduurende den tijd sijns gezags aan deese plaatse; en in cas gemelde Husing daar omtrent geen volkomen satisfactie quam te geeven, zoodanige reparatie en correctie op te leggen als na derselver wijs oordeel zullen agten te behooren, en dat deze benevens het geene daar op door uw. Ede. gestr. sal goetgevonden werden, mag ingelast werden in ‘t resolutieboek, vermits het voorval in pleno senatu is gepasseert, inmiddels blijve met diep en schuldig respect. (onderstond) Edele Gestrenge Heeren (lager) Uw Edns. seer ootmoedige dienaar (was geteekent) Joan Cornelis d’ Ableing, (in margine) Cabo de Goede Hoop den 18n Maart 1708. (In margine van ‘t hoofd stond geappostileert).’
‘Het versoek in dese gedaan zoude den onderschrijver, den E.Joan Cornelis d’Ableing, oppercoopman en administrateur alhier, konnen werden geaccordeert als geheel niet ongefundeert dog geconsidereert den beklaagde sr. Henning Husing, oud burgerraad, zijn woorden vrij verder als zijne intentie, na veel schijn, geloopen hebben, zoo zal den bovengenoemde versoeker daarom, en om de presente constitutie der tijden, zig dienen te vergenoegen met het laatste lid van zijn versoek: te weeten, om dese Zijne ingeleverde schrifture in het resolutieboek geinsereert te hebben, het geene mits deesen bij ons werd geaccordeert. (onderstond) In ‘t Casteel de Goede Hoop, den 11 April 1708 (was geteekent) Cornelis Joan Simons en Louis van Assenburgh.231 ‘
Uit hoofde van dien proponeerde zijn E. verder met gemelte Henning Husing niet te konnen zitten in eenig collegie ten zij hij van ‘t voorne. seggen alvoorens gerecanteert en daar omtrent behoorlijke reparatie gedaan had. Waar op is goedgevonden hem Husing ter vergadering te ontbieden, alwaar verscheenen zijnde, heeft den Ede. Heer Gouverneur hem ‘t geene voors. voorgehouden, en afgevraagd of hij bij zijn gemelte seggen bleef persisteeren, dan of hij de leden van den Raad voor eerlijke luiden, op wien hij niet te seggen wist, erkende: waar op deselve heeft geantwoord dat hij voors. expressien ofte woorden in haastigheid had gesegt en niets op den Raad te seggen hadde: en vervolgens dat hij ‘t voor een eer soude agten met deselve in eenige vergadering te sitten: weshalven dan eenpaarig is goedgevonden ende geresolveert deselve Henning Husing als burgerraad te eligeeren, met ende benevens Hendrik Donker, in plaatse van de afgaande burgerraden Cornelis Botma en Hendrik Bouman.
Wijders is bij gemelte Heer hoofdadministrateur geproduceert seker schriftuur, ofte memorie, waar bij te kennen geeft dat doorloopen hebbende de boeken en andere papieren ter zijnen comptoire berustende, en wel speciaal de soodanige welke de inkomsten deser colonie betreffen, bevonden had, dat bij de rollen der jaarlijkse opgegeven graanen daar bij geannexeert, hoe zober en nadeelig deselve voor d’ E. Comp. is geschied, echter zedert den jaare 1702 tot dato deses verscheide perzoonen met den anderen nog aan de thiende ten achteren stonden de volgende graanen te weeten:
857 | mudden tarw, die bij d' E.Compe. werd aangenomen tegens ƒ8:10 de mudd', beloopt aldus | ƒ7284:10:- |
498 1/2 | mudden rogge teegens ƒ7 't mudde | ƒ3489:10:- |
153 | mudden garst teegens ƒ4 't mudde | ƒ612:-:- |
1508 1/2 | mudden graan, ter somma van | ƒ11386:-:- |
857 | mudden tarw, die bij d' E.Compe. werd aangenomen tegens ƒ8:10 de mudd', beloopt aldus | ƒ7284:10:- |
498 1/2 | mudden rogge teegens ƒ7 't mudde | ƒ3489:10:- |
153 | mudden garst teegens ƒ4 't mudde | ƒ612:-:- |
1508 1/2 | mudden graan, ter somma van | ƒ11386:-:- |
Proponeerende daarbij verder, dat, nademaal dit agterstal geensints door verval of onvermogen der debiteuren voort komt en ‘t langer uitstellen schadelijk voor E.Compe. en moeijelijk voor zijn E. soude vallen, deselve het van sijn plicht hadde geagt de vergadering daar van opening en verslag te doen, en vermits den ougst present is, aan derselver consideratie te geven op wat wijse d’ invordering deser agterstallige thienden, welke nog al een groote bres in de jaarlijkse lasten deser colonie sullen stoppen, behoorde te geschieden. Dat verder bij die occasie ook niet konde passeeren ter loops eens aan te roeren, wegens de schuld van diverse perzoonen deser ingezetenen, bij ‘t vrijboek loopende, ter zomma van ƒ47646:3:- van welke eenige door de tijd in staat zijn geraakt, en capabel om haare agterstallen te konnen voldoen; andere daar en teegen, door versterf of onordentelijke huishouding, sodanig vervallen, dat ‘er geen of immers weinig apparentie van vergoedinge te wagten is: dierhalven al mede in bedenking gevende of het niet best en profijtelijkst voor d’ E.Compe. zoude zijn een nauwkeurig ondersoek te laaten doen na den staat der debiteuren of derselver erfgenaamen, en de vermogende te doen betaalen, de min vermogende nog wat tijd te verleenen, en de desperate als doode posten slegs binnenslijns te laaten voortloopen, om of ‘er in der tijd nog ietwes van te bemagtigen mogte zijn. En eindelijk dat ‘er mede mogte werden bedagt en beraadslaagt op de invordering van de nog agterstallige knegtsloonen, bij dese en geene burgers en ingesetenen in ‘t geheel ten bedrage van ƒ3175:10:- Waar op gedelibereert zijnde, is met eenpaarigheid van stemmen goed gevonden ende geresolveert, ten opsigte van de invordering der thiendens, alle de te kwaad zijnde perzoonen door een sommatie of citatiebriefje van den geregtsbode te laaten waarschouwen, om hun agterstal met deese coornougst aan d’ E.Compe. te komen voldoen, ende dat de geene die daar iets tegen in te brengen mogten hebben voor dese vergadering sullen moeten verschijnen, om aldaar wegens hun debat en gesustineerde, gehoord, en verder na bevinding van zaaken regt gedaan te werden. Ende omtrent de voors. schuld bij het vrijboek en nopende de agterstallige knegtsloonen, dat men invoegen van ‘t voorige geproponeerde een naauwkeurig ondersoek zal laaten doen na den staat der debiteuren of derselver erfgenamen; de vermogende na gelegenheid des tijds te doen betaalen, de min vermogende nog wat tijd te verleenen, en de desperate slegts binnenslijns te laaten voortloopen.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.232
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, p. 133.¶
Donderdag den {17090110} 10n Januarij 1709, naar de middag. Extraordinarij vergaderingh.
Coram pleno Collegio.
Vermits het gebrek dat men hier thans aan smeekoolen heeft, veroorsaakt door de geringe toevoer ‘t voorleeden jaar uit het vaderland; zoo is op de propositie van den Ede. Heer Gouverneur eenpaarig goedgevonden ende beslooten, op dat ‘s Comps. werken in geen verval geraken, maar haar behoorlijke voortgang mogen hebben, als mede de burgersmits en landbouwers die daar zeer om verleegen zijn, uijt de uijterste noot te helpen uit het present hier aanwesende schip Waarde ,233 van ‘s lands cargasoen te doen ligten, en hier aan de wal brengen zoodanige quantiteit van die brandstoffe als men bekwamelijk, buiten hinder en afbreuk der lading, zal konnen bijkomen en bemagtigen. Desgelijks uit gemelte bodem, door hooge noodsakelijkheid, twee vaten met boter, waar van men hier, principalijk door de swaare verstrekking aan de laast vertrokkene retourvloot, en eenige andere uitgekomene scheepen, t’ eenemaal is destituit geworden.
Aldus gearresteert en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.234
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, p. 134.¶
Dingsdag den {17090129} 29n Januarij 1709, voor de middag.
In teegenwoordigheid van alle de leeden, behalven den E. captn. Olof Bergh.
Dewijl aan onse gedaanen eisch van smeekoolen voor den gepasseerden jaare nog veel komt te gebreeken door het lang agterblijven van eenige vaderlandsche scheepen en men hier oversulx daar van t’ eenemaal destituit is geraakt; Zoo is, op de propositie van d’ Ede. Heer Gouverneur, eenpaarig goedgevonden ende geresolveert, om de smitswinkel alhier aan de gang te houden, en ‘s Comps werken in geen veragtering te brengen; als meede om de vrijsmits en landbouwers in geen verleegentheid te laaten; uijt het aanweesende schip Zandhorst zoo veel van die brandstoffe van ‘t Indisch carguasoen te doen ligten en hier aan land brengen, als men bequaamelijk buijten krenking en hinder van de laading zal konnen bijkoomen en bemagtigen.
Aldus gearresteerd en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten daage en jaare voors.236
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESLUS.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] WM. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, p. 425.¶
Dingsdag den {17090226} 26n Februarij 1709, voor de middag.
Presentibus omnibus, dempto den winkelier sr. Willem Corssenaar, door belet.
Aangesien de presente Batavise retourvloot, in seeven scheepen bestaande, zeer zober van vleesch en spek is voorsien, als zijnde daarvan tot Batavia door gebrek niet langer dan tot dese plaats geprovideert, en van welk voedsel het benodigde voor de reise naar ‘t vaderland eerst uit de op weg zijnde uijtkomende scheepen, of wel andersints uit het verwagt werdende provisieschip Overrijp van Batavia, staat geligt te werden; Zoo is op de propositie van d’ Ede. Heer Gouverneur, en ‘t gedaan versoek van den Commandeur derselve vloot, de Heer Mr. Rijklof Michaël van Goens,238 om ‘t overige spek en vleesch des te langer te doen strekken, eenparig goedgevonden ende geresolveert, om aan ‘t volk op voorne. scheepen bescheiden, geduurende hun legtijd alhier, een dag extraordinair, en aldus drie rantsoen of verversdagen ter week, te doen verstrekken en uitreiken.
Aldus gearresteert en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.239
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, pp. 136-137.¶
Dingsdag den {17090305} 5n Maart 1709, voor de middags.
Present den Ede.Heer Gouverneur en alle de leeden, behalven den E. fiscaal mdependent, Joan Blesius.
Den burger Herbert Jansz241 van Schoonhoven, jongst met het galjoot de Mercurius van ‘t eiland Mauritius hier aangekomen, zijnde meede een der vinders van ‘t stuk amber de grijs van 37 lb., ‘t geen in den jaare 1699 van ‘t geme. eiland is aangebragt en van hier na ‘t vaderland voortgesonden, versogt hebbende dat hem hier voor zijn aandeel of vijfde part, betalinge mogte werden gedaan tegen de premie van 5 Rijxds. d’ once, bij het geweesen opperhoofd Lamotius242 daar op gesteld: En dewijl haar Ede. Hoog Agtb. de Heeren Majores in ‘t vaderland, die prijs bij hunne missive van 23 Junij 1700 hebben gelieven af te schrijven en deselve tot nader ordre beraamd en gesteld op een Rda. d’ once, nevens een fles arak voor de vinders van dien, gelijk te vooren in gebruijk is geweest, Soo is eenparig goed gevonden ende geresolveert, hem Herbert Jansz, bij provisie hier te betalen het bedragen van den arak, en dat in geld tegen vier schellingen ieder fles gereekend, wijl het een arm en behoeftig man zijnde, van geme. eiland uijt zijn welvaaren met vrouw en kind heeft moeten opstaan, en hem den arak, wanneer hij deselve op dat eiland genooten had, veel meer waardig soude zijn geweest, behalven dat ‘s Comps. kelder hier thans van die drank ook seer sober versien is. Zijnde hem Herbert Jansz, ‘t geld voor zijn aandeel teegen een Rdr. d’ once, reets op Mauritius , volgens seekere vertoonde en overgeleide reekg., door het tegenwoordig opperhoofd Momber243 onderteekend, circum circa voldaan, en sal men desweegen in de eerste van hier af te gaane generaale missive aan welopgeme. Heeren Majores244 schrijven om derselver dispositie daarop af te wagten.
Voorts is op sekere overgelijde verklaring door den Heer hoofdadministrateur Joan Cornelis d’Ableing, bij twee expresse gecommitteerdens, in dato den 4n Januarij deses jaars verleend, goed gevonden om eenig tarw, rogge en rijst door de vogtigheid en ‘t aanslaan der muuren van de pakhuijsen t’ eenemaal bedorven, en dienvolgens weggeworpen geworden, bij de negotieboeken deses comptoirs te doen afschrijven, bestaande in de volgende quantitijt, namentlijk:
15 1/4 mudden tarw, 6 1/4 mudden rogge en 1525 lb. rijst.
Aldus gearresteert en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.245
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WILLEM VAN PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, p. 138.¶
Dingsdag den {17090312} 12n Maart 1709, voor de middag.
In tegenwoordigheijt van alle de leeden.
Gemerkt ‘er vier van de vijf present ter rheede leggende Ceilonse retourscheepen hier veel laater dan de seven eerst gearriveerde Batavise ter rheede zijn verscheenen, en ook door swaar weer op de reise veel geleeden hebben, specialijk Slooten , ‘t geen zijn groote fokkemast heeft verlooren, waardoor ‘t volk seer gefatigeert en afgemat is geworden: Zoo is, op de propositie van de Ede. Heer Gouverneur, ten versoeke der schippers van gemelte Ceilonse retourbodems aan zijn Ede. gedaan, eenpaarig goed gevonden ende geresolveert om aan ‘t volk op deselve bescheiden, geduurende hun legtijd alhier, drie verversdagen ter week, invoegen als die van de voors. Batavise retourscheepen genieten, te doen uitrijken; bijsonderlijk mede om de scheepen des te spoediger te konnen depescheeren, en ‘t spek en vleesch aan boord te langer te spaaren: behalven dat het ook voor d’ E.Compe. onkostelijker komt te vallen.
Aldus gearresteert en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten daage en jaare voors.247
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] WM. v. PUTTEN.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, pp. 139-140.¶
Saturdag den {17090318} 16n Maart 1709, voor de middag.
Present den Ede. Heer Gouverneur Louis van Assenburg, de Heeren mr. Rijklof Michaël van Goens, Commandeur der presente retourvloot; Abraham Quevellerius,249 vice Commandeur; Joan Cornelis d’Ableing, secunde en hoofdadministrateur deser plaatse; Joan Blesius, fiscaal independent; Willem van der Lelij,250 coopman en schout bij nagt; mr. Gerrit Huichelbosch,251 oppercoopman; nevens den Raat en Secretaris Willem Helot.
Den Ede. Heer Gouverneur, de vergadering voordragende de slegte gesteltenis van ‘t hier ter rheede geankerde Ceilonse retourschip Slooten , ‘t welk op de rijse tusschen dat Gouvernement en desen uijthoek, door swaare storm zijn groote en fokkemast verlooren, en ook veel waters had ingekreegen, en specialijk mede verslag doende wegens een partij nat geworden en aangestoken goederen in ‘t ruijm, ‘t welk deser dage, ten overstaan van expresse gecommitteerdens geopend zijnde, een ongemeene hette,252 damp en rook uijtwasemde; invoegen men grotelijks voor brand of eenig ander ongemak bekommerd was. Om ‘t welke te prevenieeren van stonden aan al het buskruijd daar uijt is geligt, en hier aan land gebragt, en voorts andere gecommitteerdens aangesteld omme de pakken en stukgoederen, die door ‘t ingedrongen zeewaater aangestoken en besmet waaren, aan land te ontfangen en binnen ‘t Casteel te bergen. Welke eerste gecommitteerdens aan boord, zijnde de schippers Pieter Oostendorp253 en Jacob van Belle,254 nevens den boekhouder Jan Willem Bunger,255 na een partij stukgoederen ontbost waren, de verdere geschapentheid van ‘t ruijm ende der nat geworden en geinfecteerde pakken en andere waaren, onderstaan hebbende, heden ter vergadering ontboden en derselver raport gehoord zijnde, hebben ingebragt dat nog met geen seekerheid van de lading van gem. bodem ende derselver constitutie konden oordeelen: weshalven ten meesten dienst der E.Compe. eenparig is goed gevonden ende geresolveert omme met het opbreeken der lading en ‘t ruijm van dat schip te doen voortvaaren, soo lange dat ‘er geen besmette of aangestokene goederen meer voor de hand komen of gevonden sullen worden; als mede om de verdere ontloste goederen, en die nog staan ontscheept te worden, tot meerder securitijt, insgelijks hier ten Casteele te bergen. En dat men wijders op ‘t nader in te brengen rapport van voorne. gecommitteerdens, nopende dit werk, op aanstaande Maandag in de gecombineerden Raad, soo van de verdere hoofden deser retourvloot als politicq. leden deses Gouvernements, sal delibereeren om een eind van de saak te krijgen.
En om verder met het werk alle verijschte spoed te maken, en soo veel mogelijk voor te komen, dat het ene pak het andere, nog ook de daar in zijnde besmette goederen, de nog onbesmetteniet256 komen aan te steeken, soo is mede goed gevonden ende verstaan te committeeren den ondercoopman van ‘t retourschip ‘t Huijs te Hemert , Carel Lavia,257 nevens den boekhouder Ottho van Pollinkhoven,258 hier ten Casteele beschijden, ten einde omme de geinfecteerde stukgoederen uijt gemelte bodem van de gecommitteerdens, tot den ontfang van dien hier aan land aangesteld, weder te ontfangen, de pakken te openen en het goede uijt het quade te sorteeren, mitsgrs. ‘t besmette of nat gewordene ten spoedigste behoorlijk te doen uijtspoelen, droogen, ende nodig en geraden gevonden werdende, weder in te pakken, omme aldus, des doenlijk, te bevlijtigen dat gedagte schip Slooten , nog in compe. van dese, of andersints met de laaste retourscheepen deses jaars (desselfs constitutie sulks toelaatende) na ‘t lieve vaderland kan stevenen.
Aldus gearresteert ende beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.259
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] R. M. V. GOENS.
[Signed:] A. QUEVELLERIUS.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] WM. VAN D. LELIJ.
[Signed:] GERRIT HUIGELBOSCH.
[Signed:] WM. HELOT.
C. 26, pp. 141-144.¶
Maandag den {17090318} 18n Maart 1709, voor de middag.
Present den Ede.Gouverneur Louis van Assenburg en alle de leden van de Politicquen Raad, assumptis de Heeren mr. Rijklof Michaël van Goens, Commandeur;Abraham Quevellerius, vice Commandeur260 en Willem van der Lelij, schout bij nagt der presente retourvloot, mitsgrs. de Heer Mr. Gerrit Huichelbos,oppercoopman,261 nevens den coopman en provl. fiscaal der vloot den E.Adriaan van Houten,262 alle de schippers der Batavise en Ceijlonse retourscheepen, demptis die van Bredenhof en d’ Unie , Jacob Huijbertsz Caan en Hedding van Nou.
Den Ede. Heer Gouverneur, agtervolgens ‘t geresolveerde van eergisteren, den gecombineerden Raad hebbende doen convoceeren om verschijde wigtige reedenen, de retourvloot en derselver depesche van hier betreffende, heeft eerstelijk in deliberatie gebragt of men oordeelde dat het kwalijk gestelde Ceilonse retourschip Slooten instaat soude konnen werden gebragt om tegelijk met het gros der retourvloot van hier na ‘t vaderland te vertrekken, waar op gehoord zijnde het nader raport van de schippers Pieter Oostendorp en Jacob van Belle, nevens den boekhouder Jan Willem Bunger, dewelke, na gedane visitatie en inspectie, oordeelen dat het voors. schip verder nog voor ‘t meeste gedeelte soude moeten ontladen worden, eer men van desselfs geschapentheid met fundament soude konnen spreeken, of een vast besluijt dienaangaande neemen; zijnde reets omtrent twee derde parten der goederen daar uijt gelost. Soo is dierhalven met eenparigheid van stemmen goed gevonden ende geresolveert omme te committeeren ses der oudste schippers van de vloot, namentlijk Claas Decker,263 Cornelisz Jillisz,264 Cornelis van Overraat,265 Gerrit Gerritsz Boom,266 Jacob Regenboog,267 en Cornelis Cool,268 verzeld van den schipper en equipagiemeester Jan Brommert, nevens de drie opperscheepstimmerluijden van de vlaggeluijden, ten einde om op heeden te viziteeren en inspectie te neemen van ‘t geene haar door de voorne. andere gecommitteerdens in en aan dien bodem sal werden getoond en aangeweesen en ‘t geene zijluijden verder nodig sullen oordeelen: omme van haar bevinding en wedervaaren behoorlijk rapport te doen in geschrifte,269 en daar op vervolgens op overmorgen in dese gecombineerde Raad nader te delibereeren en een vast besluijt te neemen.
Verder in overleg gebragt zijnde, dewijl het schip Beverwijk mede tot de eerste besending behoorende, van Batavia nog quam te mancqueeren, of men ‘t selve hier soude blijven in wagten, of dat men andersints de vloot, wanneer in staat van rijsvordering sal zijn gebragt, volgens de gestipuleerden tijd in de ontfangen ordres der Heeren Bewindhebberen van de Secreete Commissie vervat,270 soude laaten vertrekken:
Soo is mede goedgevonden dat wanneer Beverwijk binnen de voors. beraamden tijd niet komt op te daagen, of inmiddels verscheenen zijnde, niet in staat geoordeeld wierd om tijds genoeg klaar gemaakt en in gereetheid gebragt te konnen worden, de vloot alsdan, sonder langer na dien bodem te wagten, op de uijtterste gestipuleerden tijd onder Gods zeegen van hier naar ‘t vaderland te laaten voortgaan.
Wijders heeft geme. zijn Ede. voorgedragen het groot gebrek dat de meeste der Batavise scheepen aan spek en vlees hadden, en vervolgens den Raad in overleg en bedenking gegeven, dat, bij aldien binnen de voors. gestipuleerden tijd van ‘t vertrek der vloot hier geen scheepen uijt ‘t vaderland, nog ook het schip Overrijp van Batavia, met het benodigde spek en vleesch voor gem. bodems versien mogten komen op te dagen, of men de vloot daar na langer als de voors. gestipuleerde tijd soude dienen op te houden, of dat men andersints eenig ander middel soude konnen uijtvinden om deselve gebrek lijdende scheepen behoorlijk te versorgen, en deselve aldus mede ten spoedigste voort te helpen: waar op, na rijpe deliberatie, consonantelijk is goed gevonden, wijl de vloot op de komst van de voors. scheepen niet sal konnen wagten, en het egter van hoog noodsaakelijkheid is dat de gebrek hebbende scheepen hier van spek of vlees worden geprovideert, om de drie geprivilegeerde slagters dese naar-middag te doen ontbieden, en deselve af te vragen of zij haar met den anderen in staat bevinden om het benodigde runt en schapen vleesch, na de quantitijt die haar sal opgegeven worden, binnen agt dagen voor ‘t vertrek der retourscheepen (gesteld dat de voors. vaderlandse bodems en Overrijp soolangmogten komen agter te blijven) te konnen slagten, insouten en behoorlijk besorgen, en dat men op derselver te geven antwoord ter naaste vergadering met den anderen nader sal delibereeren.
En omme nog beter voorsorge voor de vloot te maken, Soo is mede goedgevonden den burger en gelicentieerde grutter, Claas Maiboom, ter vergadering t’ ontbieden, dewelke verscheenen en afgevraagd zijnde, hoe veel gort hij in de tijd van veerthien dagen wel soude konnen maalen en aan de retourscheepen leeveren, als mede tegen welke prijs, heeft geantwoord omtrent 4000 lb., en dat hij het mudde ten naasten soude konnen leeveren tegen drie Rijxdrs. waar op verder beslooten is in de naaste bijeenkomst mede te besoigneeren en een nader besluijt te neemen.
Eindelijk nog gesien en geresumeert zijnde sekere demonstratie of klagtschrift van der schipper van ‘t retourschip ‘t Huijs te Hemert , Jan Portier, waar in te kennen geeft dat desselfs opper en onderstuurman, gent. Pieter Daaler en Doede Willemsz de Reus, zig omtrent hem in verschijde gevallen gants qualijk hebben gedragen en ‘t behoorlijk ontzag, respect en commando onttrokken; versoekende dierhalven dat daar in de nodige reparatie en redres mogte gemaakt worden: waar op die bijde stuurluijden, in vergadering geroepen en binnen gestaan zijnde, neevens twee getuijgen tegen deselve; en parthijen wederzijds gehoord en de saak in effecte van een quade natuur bevonden hebbende, Soo is verstaan den coopman en provl. fiscaal der retourvloot, den E.Adriaan van Houten, t’ injungeeren271 zig daar in als gevoegde te stellen, en dat de voors. twee getuijgen, zijnde den capn. der artillerije, den E.Cornelis de Visser van Wieringen, en den vaandrig Hendrik van Mander, mede op ‘t selve schip beschijden, van ‘t geene haar van dat werk bewust was en zij ooggetuijgen van zijn geweest, op heeden een verklaring souden hebben te passeeren en geeven, omme deselve op overmorgen in vollen Raade te doen recoleeren en beëdigen en wijders de saak te termineeren en af te doen.
Aldus gearresteert en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voors.272
[Signed:] L. v. ASSENBURGH.
[Signed:] R. M. v. GOENS.
[Signed:] A. QUEVELLERIUS.
[Signed:] JOAN CORNS. D’ABLEING.
[Signed:] JOAN BLESIUS.
[Signed:] WM. VAN D. LELIJ.
[Signed:] GERRIT HUIGELBOSCH.
[Signed:] O. BERGH.
[Signed:] CLAAS DECKER.
[Signed:] A. v. HOUTEN.
[Signed:] CORNELIS GILLISSEN.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] C. S. VN. OVERRAAT.
[Signed:] W. CORSSENAAR.
[Signed:] CORNS. KOOL.
[Signed:] JB. CRUSE.
[Signed:] W. v. PUTTEN.
[Signed:] J. PORTIER.
[Signed:] JACOBUS DE BIE, ISAACSOON.
[Signed:] GS. GER. BOOM.
[Signed:] CRIJN ANDRIESZEN.
[Signed:] H. REEGENBOOG.
[Signed:] HEDDING VAN NOOIJ.
[Signed:] PR. OOSTENDORP.
[Signed:] COERD GERRITZ.
[Signed:] MN. VAN TOGHT.
[Signed:] WM. HELOT.
## Footnotes
-
Hiermee begin die tweede deel van C.7. Dit is die handskrif van die assistent Jan Snip. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Ulricus Huber (13 Maart 1636-8 November 1694), ‘n bekende Nederlandse regsgeleerde, is te Dokkum gebore en in 1657 aangestel as hoogleraar in geskiedenis te Franeker . In 1665 is hy aan dieselfde universiteit as hoogleraar in die Regte benoem. Onder die talryke geskrifte wat hy geskryf het, is die volgende standaardwerke:Hedendaegse rechtsgeleerthelft, soo elders als in Frieslandt gebruikelijk, waarvan die eerste uitgawe in 1686, die vyfde in 1768 verskyn het.Praelectionis juris romani et hodierni, wat in 1689 verskyn het enDe Jure Civitatis libri tres, ‘n standaardwerk oor staatsleer, wat in 1672 verskyn het en hom internasionaal bekend gemaak het. ↩
-
Simon van Leeuwen (1627-13 Jan. 1682) is in Leiden gebore waar hy belangrike betrekkinge beklee het soos dié van advokaat en lid van die Raad van XIV. Later was hy ook griffier van die “Hoogen Raad van Holland , Zeeland en West-Friesland “. Onder sy geskrifte is die belangriksteHet Roomsch-Hollandsch Regt, wat vandag nog onder ons regsgeleerdes bekend is enCensura forensis theoretica et practica. ↩
-
Prof. dr. T. N. Hanekom, aan wie ek ook die gegewens oor die lewe en werke van bogenoemde regsgeleerdes te danke het, deel my mee dat daar twee kerkregtelike dokumente is, wat albei in 1591 ontstaan het: (i) dié van Middelburg onder datum 17 Mei 1591 aan die Hof van Zeeland voorgelê en (ii) dié van ’s Gravenhage op 8 Maart 1591 as konsep onder-teken deur die ” Ghecommiteerden van Staten”. Hierdie laasgenoemde staan bekend as “Kerckenordeninghe” van 1591 en behandel in art. 34 evv. die kerklike tug onder die opskrif: “Van de Kerkelijke Censure.” Waarskynlik is hierdie K.O. eers in Mei 1591 aan die State van Holland vir goedkeuring voorgelê. Dit is afgedruk by C. Hooijer:Oude Kerkordeningen der Nederlandsche Herv. Gemeenten(1563-1638), pp. 338-350 (Job. Noman en Zoon 1865). ↩
-
Vgl. C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, .pp. 486-488, wat afgedruk is in dieKaapse Plakkaatboek, deel II, 1707-1753, p.l. ↩
-
Vgl.Orig. Dagregister, 1707, pp. 345-352 vir die resolusie van 29 Augustus en pp. 358-361 vir hierdie resolusie wat deur Daniël Thibault geskryf is. ↩
-
Eers het hier “verantwoorden” gestaan. Dit is verander in “beantwoorden”. ↩
-
Vgl. C.600:Orig. Dagregister, 1707, pp. 361-363. ↩
-
Vgl. die resolusie wat deur landdros en heemraden op Maandag, 3 Oktober 1707 in verband hiermee geneem is in Stellenbosch 1/2:Notulen van Landdrost en Heemraden, 1702-1709, pp. 71-72. ↩
-
Femern of Femarn , eiland in die Oossee , wat tot die hertogdom Sleeswyk behoort het. ↩
-
Vgl. C.600:Orig. Dagregister, 1707, pp. 369-371. ↩
-
Die gekursiveerde woorde in hierdie resolusie is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Vgl. C.600:Orig. Dagregister, 1707, pp. 374-375. ↩
-
Hierdie resolusie is geskryf in dieselfde skrif as die resolusie van 29 Augustus 1707 en is dus deur die assistent Jan Snip geskryf. ↩
-
Arnoldus Muijkens was van 1687 tot 1695 direkteur van Bengale . Toe hy bevorder is tot Goewerneur van Ceylon het hy gevra om “van het Ceylonsche Gouvernement verschoond te mogen blijven”. Goewerneur-generaal en Rade van Batavia het dit beskou as ‘n “refus van ‘s Compagnies dienst” en gevolglik is hy “buyten qualiteit en gagie” na Patria gestuur. ↩
-
Tot 1685 was Balthasar Sweers, soos sy naam gewoonlik voorkom, sekunde van die Kompanjie se pos in Japan . In 1691 het hy sitting in die Raad van Justisie van Batavia gekry en spoedig daarna is hy benoem tot eerste opperkoopman van die Kasteel Batavia. Waarom hy ontslaan is, word nie duidelik in die amptelike stukke vermeld nie, maar in 1692 het hy verlof gekry om te repatrieer “dog buyten qualiteyt en gagie”. ↩
-
C.600Orig. Dagregister, 1707, pp. 376-379. ↩
-
Jan Hartog van Aken het in 1691 met die Pampus as adelborst na die Kaap gekom. Hy het Oldenland in 1689 as baastuinier opgevolg. Hy het W. A. van der Stel as kneg op ” Vergelegen ” gedien en die grond wat hy daar van hom gekry het, wat hy ” Onverwagt ” genoem het, weer aan die Goewerneur verkoop. In 1699 het hy Oloff Berg op ‘n landtog vergesel en in 1705 was hy saam met Starrenburg in die binneland. Van hierdie landtog in November 1707 het hy teruggekeer met 220 beeste en 242 skape. SienKol. Arch.4037:Tweede boek van overgecomen papieren, 1708, pp. 904-909 vir dagregister van hierdie landtog. OokKaapse Grondbriewe, deel I, p. 474 en deel II, p. 23. Die dagregister van hierdie reis, wat van 1 tot 24 November geduur het, het bewaar gebly in C.661:Scheeps- en andere Journalen, 1707-1753, pp. 1-17. ↩
-
Vgl. C.600:Orig. Dagregister, 1707, pp. 391-393. ↩
-
Sien die inleiding tot die derde deel van dieResolusies van die Politieke Raad, deel II. ↩
-
Jacobus van der Heiden van Haarlem skaar hom hier net soos in die verlede teen die amptenare. Sien voetnoot 31 van 1695 in deel III van dieResolusies van die Politieke Raad. ↩
-
Wessel Pretorius is aan die Kaap gebore en het eweneens ‘n aktiewe aandeel geneem in die stryd teen die amptenare. Sien voetnoot 51 van 1698 in deel III van dieResolusies van die Politieke Raad. ↩
-
Pieter van der Bijl was ‘n seun van Gerrit van der Bijl en getroud met Hester te Winkel. Hy was eienaar van die plaas ” Vijf Fonteinen ” en ” Babilonse Toren “. Sien Stellenbosch 18/2, no. 27; M.O.O.C. 8/1: no. 67;Grondbriewe, Stellenbosch en Drakenstein , 1689-1722, pp. 492-493, 219-220, 431-432.) ↩
-
Arend Gildenhuijs was die oudste seun van Albert Barentsz Gildenhuijs; was in Leiden gebore en is in 1698 met Judith Smith getroud. Hy het sy plaas van 31 morg in 1704 gekry. SienGrondbriewe, Stellenbosch en Drakenstein , deel I, no. 84. ↩
-
Pierre Rochefort was van Grenoble afkomstig. Hy het sy plaas, Vlottenburgh , in 1707 gekry. SienGrondbriewe, Stellenbosch en Drakenstein , 1689-1722, No. 89. ↩
-
Waarskynlik word Guillaume Nel hier bedoel. Hy was van Rouen afkomstig en sy vrou, Jeanne la Batté, van Saumur . Hulle het in 1706 elf kinders gehad. ↩
-
Adam Tas het met sy vrou en drie kinders op die plaas gewoon wat hy ” Libertas ” genoem het. Sien verder voetnoot 72 van 1699 in dieResolusies van die Politieke Raad, deel III. ↩
-
Sien C.422, deel IV:Ink. Stukken, 1695-1697, pp. 1359-1381. ↩
-
Ds. W. Wijngaarden is “gesuspendeert met afschrijvinge van sijn gagie”. Ibid. p. 1376. ↩
-
Die predikant Loderus van Banda is ontslaan omdat hy geweier het om na die ” ZuijdOoster Eijlanden ” te gaan. Ibid. ↩
-
Was van Delft afkomstig en getroud met Levina Theunis, afkomstig van Rotterdam . Sien C.429, deel II:Ink. St., 1707-1708, p. 586 en M.O.O.C. 7/4:Testamenten, 1723-1735, No. 88. ↩
-
Volgens die brief van die Bewindhebbers van die Kamer van Rotterdam was die name van die kinders Baartje Gerrits en Teunis Gerrits. (C.429, p. 586). ↩
-
Sien C.429, deel II:Ink. Stukken, 1707-1708, brief van Kamer Rotterdam van 11 Desember 1706 is per abuis in hierdie band opgeneem, pp. 383-387. ↩
-
Dit was ook stysel. Die woorde “90 lb. in een pak t’ eenemael bedorven” is tussen “4 lb. voor ‘t verstuiven” en “48 lb. in twee vaatjes” deurgehaal. ↩
-
Dit was ook stysel. Die woorde “90 lb. in een pak t’ eenemael bedorven” is tussen “4 lb. voor ‘t verstuiven” en “48 lb. in twee vaatjes” deurgehaal. ↩
-
Caje Jesse Slotsboo van Hadersleben het in 1699 met die Keulen uitgekom en as sersant in diens getree. Hy is in 1703 deur Willem Adriaan van der Stel bevorder met ƒ40 per maand. In 1708 het hy luitenant met ƒ50 per maand geword en in 1710 het Joan van Hoorn sy salaris tot ƒ60 per maand vermeerder. Hy was getroud met Anna Regina Harts. In 1706 het hy ‘n grondbrief vir tuinland by die Kompanjie se steenbakkerye gekry. Sien C.J. 2650:Testamenten, 1709-1715, pp. 175-178;Kol.Arch.7588,Kamer Zeeland3193:Brieven en Papieren van de Caab, 1713, no. 8;Resolusies van die Politieke Raad, 28 Februarie 1710 in C.7, deel II:Res.1700-1710, pp. 536-537;Kaapse Grondbriewe, 1703- 1746, grondbrief van 20 Feb. 1706, pp. 54-55. ↩
-
Starrenburg was een van die eerste amptenare wat na Nederland vertrek het. Hy het sy vrou en vyf kinders aan die Kaap agtergelaat. Na sy vrou se dood was daar moeilikheid in verband met die verdeling van sy vrou se boedel tussen hom en sy stiefkinders. Sien C.J.1023:Civ. Proc. St., 1708-1711, pp. 442-453. ↩
-
Vgl. C.600:Orig. Dagregister, pp. 346-405. ↩
-
Dieselfde skrif as die resolusies van 7 en 8 Februarie 1707, wat geïdentifiseer kon word as die handskrif van die assistent Nicolaas van Leeuwen. ↩
-
In ‘n brief van 6 Desember 1707 word hy John Camell genoem en word die Panther beskryf as ‘n skip met 30 kanonne en ‘n bemanning van 80. Die skip het van Borneo oor Batavia na die Kaap gekom. Sien C.509 A:Uitg.Brieven, 1707-1708, p. 378. ↩
-
Vgl. C.600:Orig. Dagregister, 1707, pp. 418-420. ↩
-
Geskryf deur die assistent Daniël Thibault. ↩
-
Die Phoenix was ‘n skip met 30 kanonne en ‘n bemanning van 70. ↩
-
Sien handtekening van John Casswell onder ‘n brief van 22 November 1707, waarin beweer word dat die timmerman hom vrywillig ingeskeep het en dus nie toegelaat kan word om nou die diens te verlaat nie. (C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 221-222.) ↩
-
Onder Dinsdag 29 November word in die dagregister vermeld: “Ter Politicque vergadering die van de morgen cessie had, is niet notabels voorgevallen.” Onder 30 November word geen melding van ‘n vergadering van die Politieke Raad gemaak nie. Sien C.600:Orig. Dagregister, 1707, pp. 424-425. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Berig is nog dieselfde dag in ‘n P.Sm. by die brief van 1 Desember 1707 aan Here Meesters gestuur. Verder is die saak aangeroer in die uitvoerige skrywe van 18 April 1708. Sien C. 509:Uitgaande Brieven, 1707-1708, pp. 370-371 en pp. 372-373. ↩
-
Die gecommitteerdens was Jacob Cruse en Willem Helot. Sien hulle verslag van 20 Desember 1707 in C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 225-227. ↩
-
Vgl. C.600:Orig. Dagregister, 1707, pp. 429-431. ↩
-
Sien C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 225-227. ↩
-
Sien brief van 30 Oktober 1706 in C.429, deel I:Ink. St., 1707-1708, pp. 294-295. ↩
-
Ook in die H.K. staan “dartien”. ↩
-
Sien voetnoot 42 van 1693 in die derde deel van dieResolusies van die Politieke Raad. ↩
-
Die woord “consideratien” is verander in “conditien”. ↩
-
Vgl. C.600:Orig. Dagregister, 1707, pp. 441-442. ↩
-
Sien voetnoot 53 van 1705 in dieResolusies van die Politieke Raad, deel III. Die burgers het hom die Switserse Beenhakker genoem omdat hy vryslagter was en uit Switserland afkomstig. (SienKol. Arch.4032:Derde deel der Brieven en Papieren van de Caap de Bonne Esperance overgekomen, 1706, p. 1194.) ↩
-
Cornelis Botma was die seun van Steven Botma en gebore te Wageninge . In 1707 kry hy land gen. ” Schoonvelt ” by land wat reeds besit het (Kaapse Grondbriewe, 1703-1746, pp. 110-111.) ↩
-
Die gekursiveerde woord is later tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Vgl. C.600:Orig. Dagregister, 1707, pp. 444-447. ↩
-
In die oorspronklike stuk staan “Messieurs”. ↩
-
In die oorspronklike stuk staan “gemelde”. ↩
-
Vir oorspronklike stuk sien C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 229-230. Dit is waarskynlik die handskrif van Willem van Putten. Die woorde “Overgeleverd in Rade van Politie den 31 December 1707” is deur Joan Blesius geskryf. Vgl. sy skrif in C.334, pp. 237-239. ↩
-
In ‘n ander handskrif as die res van die resolusie tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Hendrik Donker van Amsterdam was getroud met Margaretha Hendrina van Otteren van Maastricht. Saam met Hendrik Bouman en Guilliam Heems was hy onder die eerstes wat die stuk ten gunste van Willem Adriaan van der Stel onderteken het. Sien handtekeninge onder stuk van 18 Februarie 1706 in C.334:Attestatiën, 1706-1710, no. 1. Sien verder voetnoot 43 van 1704 in dieResolusies van die Politieke Raad, deel III. ↩
-
Hendrick Bouman, volgens sy handtekening, het grond besit in die distrik van Stellenbosch sowel as tuinland in die Kaapse distrik. Hy was getroud met Geertruijda de Wit. Sien verder voetnoot 31 van 1702 in dieResolusies van die Politieke Raad, deel III. ↩
-
Jan Brommert van Amsterdam het in 1692 met ‘t Hoen na die Kaap gekom. Hy was onderstuurman en is deur Simon van der Stel tot opperstuurman en deur Wouter Valckenier tot skipper bevorder. In 1704 het Willem Adriaan van der Stel hom aangestel as skipper en ekwipagiemeester met ‘n maandelikse inkome van ƒ80. Hy was getroud met Anna van Schalkwyk. (C.J.2650:Testamenten, 1709-1715, No. 51.) ↩
-
Pieter de Meyer van Amsterdam het in 1698 as adelborst na Indië gegaan. In 1705 is hy aangestel as boekhouer aan die Kaap en in 1706 is hy getroud met Geertruijd Sneewint. Hulle kinders Pieter, Hendrik en Catharina Christina is onderskeidelik in 1707, 1708 en 1711 gebore. Na die dood van sy eerste vrou het hy in die huwelik getree met Deliana Blesius, dogter van die fiskaal independent en na haar dood met Helena Verhuijck, weduwee van die oorlede onderkoopman en landdros Dominicus Blesius. Aangesien amptenare geen grond mog besit nie, het hy in 1708 aansoek gedoen om vryburger te word, maar in 1710 het hy weer in diens getree as boekhouer met ƒ30 per maand en in 1711 het Kommissaris de Vos hom onderkoopman met ƒ40 per maand gemaak. Daarna het hy sekretaris van die Politieke Raad geword. (Sien C.J.2649):Testamenten, 1686- 1708 pp. 559-563; C.J.2650:Testamenten, 1709-1715, No. 73, p. 334 en Nos. 81 en 110; C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 237-239.) ↩
-
Jacobus de Wet van Amsterdam het met die Nigtevegt in 1693 na die Kaap gekom. Hy was in 1707 boekhouer en keldermeester van die Kompanjie en vader van Jacobus Wilhelmus de Wet seun van Josina Pretorius. Later getroud met Christina Berg, dogter van Oloff Berg. Het in 1704 ‘n plaas van 60 morg in die Tijgervallei gekry. SienKaapse Grondbriewe, 1703-1746, pp. 699-711 asook C.J.2650:Testamenten, 1709-1715, No. 27. ↩
-
Nicolaas Oortmans van Amsterdam was Meester in die Regte en Advokaat. Hy was getroud met Johanna Rosendaal en het in 1704 twee plase gekry, naamlik ” Ongegunt ” in Tijgerbergen en ” Oortmanspost ” aan die Mosselbankrivier . (SienKaapse Grondbriewe, 1703-1746, p. 28 en p. 30; C.J.2650:Testamenten, 1709-1715, No. 71.) ↩
-
Vgl. C.600:Orig. Dagregister, 1707, pp. 449-453. ↩
-
Willem Helot het ‘n afskrif van die rekwes aan die independent fiskaal Blesius oorhandig wat geskryf het: wat die inhoud van die rekwes betref “moet ik bethuijgen seer scherpjes te zijn, dog egter niet soo godloos nog lasterlijk als wel ligt wert aengesien.” Sien C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 237-239. Vir saak teen Maria Lindenhovius sien C.J.4:Civiele Regtsrolle, 1701-1708, pp. 121-125, 150 recto & verso. ↩
-
Die dorp Avereest in Overysel . ↩
-
Broer van Sara Tas en getroud met Elisabeth van Brakel. Maria Lindenhovius was ‘n suster van sy moeder. Sien verder voetnoot 72 van 1699 inResolusies van die Politieke Raad, deel III. ↩
-
Sien inleiding van deel III van dieResolusies van die Politieke Raad. ↩
-
Jacob van der Heiden van Haarlem was heemraad, ouderling en burgerluitenant van Stellenbosch . Sien verder voetnoot 31 van 1695 in dieResolusies van die Politieke Raad, deel III. ↩
-
Daniël Sevenhooven was in Soestdyk gebore, maar het lank in Amsterdam gewoon, terwyl in sy testament staan dat hy in Amersfoort gebore is. Was getroud met Mensje Pieters van Den Haag geboortig van Woerden . Sien C.J.310:Crim. Processtukken, 1706, pp. 105- 111; C.J.2650:Testamenten, 1709-1715, No. 78. ↩
-
Pieter van der Bijl was getroud met Hester ter Winkel. Sien verder voetnoot 61 van 1695 in dieResolusies van die PolitiekeRaad. deel III. ↩
-
Wessel Pretorius, gebore aan die Kaap, het die gemeenskap gedien as heemraad, vaandrig van die burgery en diaken van Stellenbosch . Hy was getroud met Geertruij Elberts. Sien verder voetnoot 51 van 1698 in dieResolusies van die Politieke Raad, deel III. ↩
-
Ferdinandus Appel (1665-1717) is aan die Kaap gebore en getroud met Levina Cloete, dogter van Jacob Cloete. Op 3 September 1708 het hy toestemming gekry om sy vee te wei “over de berg in Hottentots Holland booven aan de Botrivier “. ↩
-
Jacobus Louw is aan die Kaap gebore. Hy en sy vrou, Maria van Brakel, het “in ‘t ronde bosje ” gewoon. Hy is in 1713 oorlede. (C.J.310:Crim. Processtukken, 1706, pp. 226-238.) ↩
-
Sien voetnoot 23 van 1702 in dieResolusies van die Politieke Raad, deel III. Hy was sedert 1697 vryburger aan die Kaap en het in 1718 versoek om met vrou en seun na Patria terug te gaan. SienC.225: Requesten en Nominatien, 1718, p. 33. ↩
-
Sien voetnoot 59 van 1700 in dieResolusies van die Politieke Raad, deel III. ↩
-
Valentijn Clijnveld van Koningsbergen in Oos-Pruise was getroud met Judith Christina Kling van Kolmar in Sweden . Hy het as burgerraad en korporaal van die burgery diens gedoen. (Sien C.J.2649:Testamenten, 1686-1708, p. 660.) ↩
-
Steven Vermey van Rotterdam was met Aletta van Es getroud. SienGrondbriewe, Stellenbosch en Drakenstein , 1689-1722, pp. 339-340; C.J.2649:Testamenten, 1686-1708, p. 662. ↩
-
Jacobus de Savoye. Sien voetnoot 52 van 1689 in dieResolusies van die Politieke Raad, deel III. ↩
-
Pierre Meyer het sy geboorteplek aangegee as Dauphine . Hy was getroud met Aletta de Savoye, dogter van Jacques de Savoye, wat op 17 Julie 1689 aan die Kaap gedoop is. Sien C.J.310:Crim.Processtukken, 1706, pp. 216-223 (verso.) ↩
-
Aletta ter Möllen was die vrou van Hendrik Elbertsz van Hanover. ↩
-
Die saak het 5 Januarie 1708 voorgekom. Sien vrae en antwoorde van Maria Lindenhovius in C.J.2963:Minuut, Justitieele Attestatie en Acteboek, 1708, pp. 10-13. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 2-3. ↩
-
Handskrif van Nicolaas van Leeuwen. ↩
-
Sien C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 172-173. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Sien “advertissement” van 10 Januarie 1708 in C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 496-498, wat gedruk is in dieKaapse Plakkaatboek, deel II, pp. 2-3. ↩
-
Sien C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 498-499. Ook gedruk inKaapse Plakkaatboek, deel II, p. 3. ↩
-
Die twee “domesticquen” was Jan Human en Barent Cornelis. Die oorspronklike stuk kan gevind word in C.J.2963:Minuut, Justitieele Attestatie en Acteboek, 1708, pp. 8-9. ↩
-
In die H.K. staan “welopgemelte”. ↩
-
Sien die oorspronklike stuk in die handskrif van Joan Blesius in C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 237-239. ↩
-
Later bygevoeg in die linker kantruimte, en hier aangevul met behulp van die oorspronklike stuk. ↩
-
In die oorspronklike stuk staan “Mr. Willem, Janbroer, de boode”. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 10-17. ↩
-
Die handskrif van Daniël Thibault. Dieselfde skrif as die resolusie van 31 Desember 1707. ↩
-
Sien verklaringe oor ds. Le Boucq se gedrag in C.J.2963:Minuut, Justitieele Attestatie en Acteboek, 1708, pp. 25-32, 35-36, 41-51; C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 247-250. ↩
-
In die H.K. staan “in tijds”. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 21-24. ↩
-
Geskryf deur Jacob Jacobsz Vliet. Vgl. sy handskrif in C.J.1023:Civ.Processtukken, 1708-1711, pp. 325-335. ↩
-
Louis van Assenburgh (1660-1711) het reeds op 19 Mei 1707 uit Patria vertrek. Volgens ‘n mededeling in die Biografiese Woordenboek was hy voorheen in diens van die Keiser van die Donou . In sy testament het hy die testament wat hy in 1694 in Enkhuisen gemaak het, bekragtig, maar aan luitenant Pieter Kieksé vir sy getroue en “lange jaaren beweesene diensten” duisend gulde bemaak. Ander erfgename was sy vader Pieter van Assenburgh en sy broers Pieter en Adriaan van Assenburgh. SienC.J.2650: Testamenten, 1708-1715, No. 56, pp. 235-240. ↩
-
Die reis word beskryf in die dagregister. Aangesien meer as 200 van die skeepsvolk siek geword het, het die vloot Brasilië aangedoen. Vandaar het hulle eers op 23 November 1707 daarin geslaag om met ‘n gunstige wind en stroom “van de wal te geraaken”. Sien C.601:Orig. Dagregister, 1708, p. 29. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 31-33. ↩
-
Die skrif is dieselfde as die skrif van 3 Januarie 1708, naamlik die handskrif van Daniël Thibault. ↩
-
Sien Willem Corssenaar en Willem van Putten se verslag van 30 Januarie 1708 in C.334:Attestatiën, 1706-1710, p. 341. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 34-35. ↩
-
In die oorspronklike stuk het eers gestaan “stand grijpen”. Die ink van dienhet egter gevloei, sodat dit lyk of dit deurgehaal is. Sien C.334:Attestatiën, 1706-1710, p. 241. ↩
-
Eers het hier “van dien” gestaan. Dit is vervang deur “van ‘et geheel”. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 36-39. ↩
-
Die handskrif van Nicolaas van Leeuwen wat ook voorkom in die resolusie van 10 Januarie 1708. ↩
-
Sien Plakkate van 25 Augustus 1699, 22 Maart 1701 en 28 Augustus 1705 in C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 316-319, 331-336 en 426-427 wat gedruk is in dieKaapse Plakkaatboek, 1652-1707, pp. 313-314, 323-324 en 345-346. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 43-47. ↩
-
Sien C.429, deel III:Ink. Stukken, 1707-1708, pp. 813-815. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 49-51. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 57-60. ↩
-
Die twee lede was weer Willem Corssenaar en Willem van Putten. Sien hulle verslag en Willem Adriaan van der Stel se antwoord van 21 en 22 Februarie 1708 in C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 251-257. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 62-66. ↩
-
Vgl. laaste paragraaf in verslag van Willem Corssenaar en Willem van Putten van 21 Februarie 1708 in C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 251-252. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 67-71. ↩
-
Geskryf in dieselfde handskrif waarin die dagregister van 1708 geskryf is. ↩
-
Die oorspronklike stuk is opgeneem in C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 255-257. ↩
-
Hierdie stuk is nie in die dagregister opgeneem nie. Daar is wel ‘n resolusie wat nie deur die lede van die Raad onderteken is nie. Dit is ‘n resolusie van 28 Februarij 1708, des voor-middags. Daarin het “den Ede.Hr.Raad Extraordinaris mr.Cornelis Joan Simons” die opdrag getoon wat hy op 8 November 1707 van die Indiese regering in Batavia ontvang het “om als Commissaris de visite van ‘s Comps. omslag enz alhier aan Cabo de Goede Hoop te doen en haar Ede. Hoog Agtb. de Heeren Majores in ‘t vaderland vervolgens daar van ook pertinent te konnen berigten”. Ondanks allerhande bedenkinge het hy besluit om sy kommissie uit te voer. Sien C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 80-82. ↩
-
Mr. Cornelis Joan Simons het op 3 Oktober 1690 met die Maas aan die Kaap gekom en vier jaar as onafhanklike fiskaal gebly. In 1695 het hy onafhanklike fiskaal van die kus van Koromandel geword en in 1701 was hy vise President van die Raad van Justisie (in Batavia). Daarna het hy Gerrit de Heere se opvolger as Goewerneur van Ceylon geword en nou het hy as Raad Extraordinaris gerepatrieer. Die rapport wat hy oor die Kaap geskryf het, kan gevind word in die publikasies van die Van Riebeeck-vereniging, deel V. ↩
-
Skipper van Theeboom . ↩
-
Skipper van Neptunis . ↩
-
Skipper van Barnevelt . ↩
-
Skipper van IJsselmonde . ↩
-
Tweede skipper van IJsselmonde . ↩
-
Skipper van Lokhorst . Kom ook voor as Hendrik Som. ↩
-
Ook bekend as Paulus de Visscher. Skipper van Hoedeckenskerk . ↩
-
Skipper van Abbekerk . ↩
-
Skipper van ‘t Gheyn . ↩
-
Skout-by-nag op die Beijeren . Hy was afkomstig van Leyden en het in 1705 bevel gevoer oor die Bengaalse oorlogskepe. ↩
-
Vir Henning Hüsing se saak teen Willem Adriaan van der Stel sien C.J.4:Civ. Regtsrolle, 1701-1708, No. 8, p. 156. Ander sake kom voor op pp. 139-142, 158 en 160 (verso). Die saak is dieselfde dag bygelê toe W. A. v. d. Stel en Henning Hüsing in teenwoordigheid van Elsevier en ds. Kalden “een glas wijn van vriendschap” met mekaar gedrink het en “dus bevredigt, vergenoegt en aan beijde zijde voldaan” van mekaar afskeid geneem het. Sien C.J.2963:Minuut Justitieele Attestatie en Acteboek, 1708, pp. 124-125. Dat dit ‘n skynvrede was, blyk uit pp. 140-146. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 139-142. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 105-107. ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusies. ↩
-
Vgl. die “advertissement” in C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 513-514, oorgeneem in dieKaapse Plakkaatboek, 1707-1753, p. 4. ↩
-
Sien saak van 23 Februarie 1708 in C.J.4:Civ. Regtsrolle.1701-1706, No. 8, p. 156. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 109-112. ↩
-
Dieselfde skrif as die resolusie van 30 Januarie 1708, wat deur Daniël Thibault geskryf is. ↩
-
Hierdie resolusie kom ook in gewysigde vorm voor in C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 279-282, waar dit deur die volgende aanhef voorafgegaan word: “Protest gedaan bij ofte van wegen Louis van Assenhurg, Gouverneur wegens de generaale Nederlandse geoctroijeerde Oostindische Comp. alhier aan Cabo de Goede Hoop &a. &a., naar ingenomen advijs van zijnen Raade, op ende tegens den wel Edele gestr. Heer, mr. Cornelis Joan Simons, Raad Extraordinaris van India, Commissaris deses gouvernements en Admiraal der present ter rhede leggende retourvloot, mitsgrs. de Heeren vice Admiraal en schout bij nagt Louis Gerlag en Simon Langendam, nevens de verdere gecombineerde Breeden Scheepsraad derselve vloote. Ter sake ende in maniere hier na volgende.” ↩
-
Hier eindig die protes wat deur Louis van Assenburgh onderteken en in die attestasieboek opgeneem is. Dié protes het ‘n “contra protest” uitgelok. Sien C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 288-291. Here XVII het kommentaar gelewer oor hierdie rusie in hul brief van 29 September 1708 wat bewaar gebly het in C.482:Secrete Brieven, 1699-1730, pp. 243-249. ↩
-
Sien voetnoot 62 van 1706 inResolusies van die Politieke Raad, deel III. ↩
-
Waarskynlik was dit Johannes Mulder van Rotterdam, die landdros wat met Maria Johanna Kicheler getroud was. Nadat hy afgetree het as landdros het die egpaar op die hofstede ” Sorgvliet ” gewoon. Sien testament in M.O.O.C. 7/4:Testamenten, 1726-1735, No. 117. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 115-121. ↩
-
Baie van hierdie sekrete briewe het bewaar gebly in C.482:Inkomende Stukken, 1699-1730, passim. ↩
-
Louis Gerrelach het in 1701 koopman geword en in 1703 opperkoopman. Drie jaar later is hy bevorder tot eerste opperkoopman van die kasteel Batavia. Hy het na Nederland teruggekeer as vise Kommandeur van die retoervloot. Hy het op Oostersteijn gevaar. ↩
-
Laaste handtekening van Adriaan van Reede. Hy is na in langdurige siekte op 24 Augustus 1708 oorlede en is die 27ste in die kerk begrawe. Sien C.601:Orig. Dagregister, p. 220 en p. 221. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, pp. 124-126. ↩
-
Geskryf deur A. v. d. Boogaardt. ↩
-
Sien C.482:Ink. St., 1699-1730, p. 154. ↩
-
Onduidelik geskryf. Dit wil voorkom of “sodanigh” verander is in “sodanigen”. ↩
-
Dit is die Rade van Indië. ↩
-
Sien brief van 9 November 1707 van Batavia in C.429, deel III:Ink. Stukken, 1707-1708, pp. 801-819. ↩
-
Dienis skynbaar uitgevee, maar het tog nog sigbaar gebly. ↩
-
Hierdie nota is in die linker kantruimte geskryf. ↩
-
Sien C.482:Ink. Stukken, 1699-1730, pp. 150-154. ↩
-
Skryffout vir “oirdeelde”. ↩
-
Hierdie woorde is aan die agterkant van die papier geskryf. Daar is geen notule van die vergaderinge van die Politieke Raad wat tussen 3 April en 4 Mei gesit het nie. In die dagregister word op Donderdag, 19 April, vermeld: “Na deese verrigting nam den E.Agtb. Politicquen Raad sessie, die tot in de middernagt met leesen en nasien der vaderlandse brieven aan d’ Ede. Heeren Majores af te gaan doorbragten.” Oor in vergadering wat op Dinsdag, 1 Mei, plaasgevind het, staan aangeteken: “Den E.Agtb. Politicquen Raad was van de morgen vergaadert en sijn bij de selve eenlijk verschijde persoonen, die haar verbonden tijd g’expireert is, onder een nieuw verband in gagies verbeetert.” Sien C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 134-135 en pp. 140-141. ↩
-
Geskryf in dieselfde handskrif as die resolusie van 14 Maart 1708. ↩
-
Ongebruiklike afkorting vir “predicant”. ↩
-
Nadat ds. Joh. Godefricus D’Allij op 5 Februarie 1708 sy intreepreek in die Kaap gehou het, is ds. H. Beck weer na Stellenbosch terug. Aangesien hy met ‘n dogter van Samuel Elsevier getroud was, het baie van die burgers hom ook met agterdog bejeën. ↩
-
Vgl.C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 143-145. ↩
-
Later ingevul met ink van ‘n ligter kleur. Hierdie brief van 20 Desember 1709 het bewaar gebly tussen die sekrete briewe in C.482:Ink. St., 1699-1730, pp. 227-229. ↩
-
Vgl.C.60l:Orig. Dagregister, 1708, pp. 156-158. ↩
-
Sien verklaring van 7 Mei, onderteken deur skipper Fr. van Nas, opperstuurman Pieter Jansz Prop, onderstuurman Pieter Hagen en ander in C. 334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 313-315. ↩
-
Volgens artikel 46 van die “Articul-Brief” het die persoon wat voor sy verbonde tyd van die een amp na die ander amp bevorder is, die helfte van sy eie gasie plus die helfte van die gasie, wat aan sy nuwe betrekking verbonde was, geniet. Op soldate was dit nie van toepassing nie. Hulle het dadelik die volle gasie van die nuwe werkkring of rang ontvang. Koopliede en onderkoopliede wat bevorder is voor hulle verbonde tyd om was, het geen geldelike voordele ontvang, totdat hulle ou dienstermyn verstreke was nie. (Sien Mr. Cornelis Cau seGroot Placaet-Boeck, deel 2, p. 1290.) ↩
-
Die Schagerlaen het 14 November 1707 uit Texel vertrek met die sekrete ordres vir die retoervloot van 1708, wat 23 April 1708 na Patria vertrek het. Die hoeker was vertraag omdat dit na ‘n storm die hawe van Scharbourg binnegeloop het. Sien C.482;Ink. Stukken, 1699-1730, p. 227 asook C.334:Attestatiën, 1708, pp. 299-300, 303-321. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 179-181. ↩
-
Geskryf in dieselfde handskrif as die resolusie van 26 Januarie 1708 deur Jacob Jacob Vliet. ↩
-
Ook “stadsbode” genoem. Sien eed wat Marinus Kastok, soos hy in die eedboek genoem word op 7 September 1707 “aan handen van de Heer Joan Cornelis d’Ableing ten overstaan van de Politicquen Raad” afgelê het. (C.678:Eedboek, 1692-1747, p.149.) ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 201-203. ↩
-
Sien handtekening onder verklaring van 4 Augustus 1708 in C.334:Attestatiën, 1706-1710, p. 325. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 204-205. ↩
-
Sien C.429, deel III:Ink. St., 1707-1708, pp. 677-694. ↩
-
Die gecommitteerdens was Jan Brommert, skipper en ekwipasiemeester, in diens van die Kompanjie aan die Kaap, en Jacobus van den Anker, skipper van die Duijvenvoorde . Sien C.334:Attestatiën, 1706-1710, p. 325. ↩
-
Volledige besonderhede van hierdie gesinne word verstrek in ‘n brief van Abraham Momber van 20 November 1708 aan Batavia in C.430, deel I:Ink. Stukken, 1709, pp. 50-51. ↩
-
Vgl. C.601:Orig. Dagregister, 1708, pp. 206-209. ↩
-
Hierdie resolusie is nie onderteken nie en staan ook nie in die resolusieboek opgeteken nie. Dit word egter ingelei deur die volgende paragraaf in die dagregister: “Bij den E.Agtb. Politicqn. Raad, die van de morgen vergaadert was, is verhandelt en beslooten als de volgende notul komt aan te toonen.” ↩
-
In die H.K. staan “gedistileerde” wateren. ↩
-
Vgl. C.60l:Orig. Dagregister, 1708, pp. 221-223. ↩
-
Claas Meijboom was van Meppel afkomstig, maar het lank in Amsterdam gewoon. Sy vrou, Geertruyd Specking, en kinders het in 1702 na die Kaap gekom. Hy was een van die burgers wat die klagskrif teen Willem Adriaan van der Stel onderteken het. Sien C.J.310:Criminele Processtukken, deel II van 1706. ↩
-
Vgl. C.60l:Orig. Dagregister, 1708, pp. 224-225. ↩
-
Hierdie resolusie is nie onderteken en ook nie in die resolusieboek te vinde nie. Dit word deur die volgende woorde ingelui: “Bij den E.Agtb. Politicquen Raad, die van de morgen tot over de middag vergaadert was, is zoodaanig besluijt genoomen als bij de notulen aldaar gehouden en hier ingelijft, staat aangetoogen.” ↩
-
Jacob Salm was skipper op De Kivit . Sien C.334:Attestatiën, 1706-1710, p. 333. Jan Willemse van Campen was “loodsman” op die Standvastigheid . Sien C.429, deel IV:Ink. St., 1707-1708, pp. 1223-1224. ↩
-
Staan in monsterrol van 1705 as Poulus de Onijs van Gent bekend. Hy het met die Waddingsveen in 1696 as soldaat na die Kaap gekom. SienKol. Arch.4031:Papieren1706, tweede deel, p. 854 (verso.) ↩
-
Dieselfde handskrif as die resolusie van 28 Maart 1708, naamlik van Daniël Thibault. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Tot hiertoe oorgeneem in dieKaapse Plakkaatboek, deel II uit C.68l:Origineel Plakkaatboek, 1686-1709, pp. 531-533. ↩
-
Sien “notificatie” in C.68l:Origineel Placcaatboek, 1686-1709, p. 528. ↩
-
Vgl. C.601:Origineel Dagregister, 1708, pp. 253-256. ↩
-
Sien “notificatie” in C.68l:Origineel Placcaatboek, 1686-1709, p. 531. Die “vendutie” sou plaasvind “des morgens de klokke agt uuren ten deezen Casteele”. ↩
-
Vgl. C.601:Origineel Dagregister, 1708, pp. 261-262. ↩
-
Ook bekend as Justus Jenning Benraath (Benrath). Hy het saam met Goewerneur Van Assenburgh na die Kaap gekom en tot 1712 oppermeester van die hospitaal gebly. Hy was getroud met Hendrina Harmensz van Wesel. ↩
-
Vgl. C.601:Origineel Dagregister, 1708, pp. 266-269. ↩
-
Na “eenparig” is die agtervoegsel “heid” deurgehaal. ↩
-
Vgl. C.601:Origineel Dagregister, 1708, pp. 275-276. ↩
-
Sien voetnoot 107 van 1707 in hierdie publikasie. ↩
-
Vgl. C.60l:Origineel Dagregister, 1708, pp. 278-279. ↩
-
Geskryf in dieselfde handskrif as die resolusie van 30 Augustus 1708. Dit is die skrif van Jacob Jacobsz Vliet. ↩
-
Johan d’Ally van Amsterdam was getroud met Johanna de Potter. (InUitg.Br.staan Susanna de Potter, C.510, deel III, p. 1118.) ↩
-
Willem Basson (1670-1713) was die seun van Arnoldus Willemsz Basson van Wesel. Hy was getroud met Helena Clementsz. ↩
-
Volgens dr. Hoge afkomstig van Rheinberg . Hy was die seun van Jan Remkes en Aaltje Goosens en het diens gedoen as een van Henning Hüsing se veewagters. In 1706 is hy deur Willem Adriaan van der Stel na Robbeneiland gestuur. ↩
-
Francois Guto (Guiteau) het van Amsterdam as ondermeester na die Kaap gekom. Hy is bevorder tot chirurgyn en was getroud met Alida de Lange. (Sien verderKaapse Grondbriewe, deel I, 10 Maart 1703, p. 470. C.J.2650:Testamentenboek, 1716-1721, No. 29 enBydraes tot die genealogie van ou Afrikaanse Familiesdeur dr. J. Hoge, pp. 171-172.) ↩
-
In die H.K. staan “mesuses”. ↩
-
Sien plakkaat van 19 Desember 1708 in C.681:Orig. Placcaatboek, 1686-1709, pp. 538-541 wat afgedruk is in dieKaapse Plakkaatboek, 1707-1753, pp. 9-10. ↩
-
Sien oorspronklike kontrak van 4 Januarie 1709 deur bogenoemde burgers onderteken” in C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 349-351. ↩
-
Die woordjie “deser” is deurgehaal en “Januarij aanstaande” in die plek daarvan tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Na “en” is die woordjie “is” deurgehaal en “aan” in die plek daarvan geskryf. ↩
-
Vgl. C.60l:Origineel Dagregister, 1708, pp. 283-288. ↩
-
Na “Oortmans” het eers ‘n punt gestaan. Dit is verander in ‘n komma. In die H.K. staan geen leesteken nie, maar is “tot” met ‘n hoofletter geskryf. Uit die verband en ander stukke in die argief blyk dat daar ‘n punt na “Oortmans” moet wees. ↩
-
Afkomstig van Wijk bij Duurstede en getroud met Antonetta Theodora Schragen. ↩
-
Sien voetnoot 7 van 1691 in dieResolusies van die Politieke Raad, deel III. ↩
-
Dirk Coutzé (1655-1729) het in 1679 na die Kaap gekom. Hy het sy plaas Coetsenburg genoem en was getroud met Sara van der Schulp. ↩
-
Afkomstig van Ryssel of Lille . Hy het in 1686 met die Vrijheid aan die Kaap gekom en is in 1690 met Susanna Seugnet getroud. In 1695 het hulle die plaas De Kleijne Bos in eiendom gekry. (SienGrondbriewe van Stellenbosch , 1689-1722, pp. 411-412.) ↩
-
Ook bekend as Arnoldus Kruysman. Hy was afkomstig van Mörs en getroud met Maria Vosloo. ↩
-
Afkomstig van Mer le Blois en het sy plaas L’Arc d’ Orleans genoem. Hy was getroud met Anna Retief en het na haar dood in die huwelik getree met Geertruij du Toit. (SienGrondbriewe Stellenbosch en Drakenstein , 1689-1722, pp. 423-424 en 511-512; C.J.2650:Testamenten, 1709-1715, No. 50.) ↩
-
Jacobus van As was van Harlingen afkomstig en getroud met Johanna van den Bosch. Sien ookGrondbriewe, Stellenbosch en Drakenstein , 1689-1722, pp. 264-265. Hy is in 1713 oorlede. ↩
-
Claude Marais was afkomstig van Plessis Marle in die buurt van Parys. Hy was getroud met Marie Avies (Avice) van Orleans. Sy plaas in Wagenmakersvallei het hy ” Wel van Pas ” genoem. ↩
-
Pierre de Villiers (1657-1722) was een van die drie broers De Villiers wat in 1689 met die Sion na die Kaap gekom het. Hy was getroud met Elizabeth Taillefer en het drie seuns en vier dogters gehad. ↩
-
SienKaapse Argiefstukke, Kaap No. III, p. 394. Eienaar van die plaas ” Sion ” aan die Bergrivier . In 1720 het hy ‘n grondbrief gekry vir ‘n plaas wat hy ” De Leeuw Kuyl ” genoem het. Hy was getroud met Anna, dogter van Pierre Rousseau. (SienGrondbriewe, Stellenbosch en Drakenstein , 1689-1722, pp. 284-285.) ↩
-
Sien voetnoot 2 van 1707 van hierdie publikasie. ↩
-
Abraham Vivier het ‘n plaas besit aan die Compagniesrivier , ‘n sytak van die Bergrivier . Hy was getroud met Jacquemina du Pré. ↩
-
Verdere besonderhede oor hierdie saak kan gevind word in die stukke van die Raad van Justisie, wat bewaar gebly het in C.J.4:Civ. Regtsrolle, 1707-1708, pp. 139-142, 158 (verso), 160 (verso) asook in C.J.2963:Minuut Justitieele Attestatie en Acteboek, 1708, pp. 124-125 en 140-146. ↩
-
Vgl. C.601:Origineel Dagregister, 1708, pp. 295-299. ↩
-
Die Waarde was op pad na Batavia. ↩
-
Vgl. V.C.19:Dagregister, 1709-1710, pp. 5-6. ↩
-
Geskryf in ‘n ander handskrif as die vorige resolusie. Waarskynlik die handskrif van Jan Snip. Vgl. skrif met die van 2 Augustus 1707. ↩
-
Vgl. V.C.19:Dagregister, 1709-1710, pp. 16-18. ↩
-
Dieselfde handskrif as die van 10 Januarie 1708. Dit is die skrif van Nicolaas van Leeuwen. ↩
-
Rijkloff Michaël van Goens het as Admiraal van die retoervloot met sy vrou op die Limburg gerepatrieer. Hy het in 1706 vise-president van die Raad van Justisie van Batavia geword. Sy versoek om na Nederland te mag terugkeer is in dieselfde jaar ingedien en goedgekeur. (Sien C.428, deel I:Ink. Br., 1707, p. 287 en C.422, deel IV:Ink. Br., 1695-1697, p. 1379.) ↩
-
Vgl. V.C.19:Dagregister, 1709-1710, pp. 34-36. ↩
-
Geskryf in dieselfde skrif as die resolusie van 4 Desember 1708. Dit is die handskrif van Daniël Thibault. ↩
-
Het met vrou en kind uit Mauritius na die Kaap gekom. Sien C.430 deel I:Ink. Stukken, 1709, p. 36. ↩
-
Isaacq Joannes Lamotius was opperhoof van die eiland Mauritius van 1677 tot 1692. ↩
-
Abraham Momber was opperhoof van die eiland Mauritius van 1703 tot 1710. Sien verder voetnoot 20 van 1707 in hierdie publikasie. ↩
-
Dit is gedoen in die brief van 15 April 1709 in C.509 B:Uitg. Br., 1707-1709, pp. 993-995. ↩
-
Vgl. V.C.19:Dagregister, 1709-1710, pp. 43-46. ↩
-
Hierdie resolusie is deur Nicolaas van Leeuwen neergeskryf. ↩
-
Vgl. V.C.19:Dagregister, 1709-1710, pp. 53-54. ↩
-
Geskryf in dieselfde handskrif as die resolusie van 5 Maart 1709. Dit is die skrif van Daniël Thibault. ↩
-
Was eers waterfiskaal en het opgeklim tot advokaat fiskaal van Indië. Hy het nou met sy vrou, seun en dogter op De Herstelde Leeuw gerepatrieer. ↩
-
Willem van der Lely het sy loopbaan in die Ooste begin as sabandaar of hawemeester van Malakka . Hy het opgeklim tot “schepen” van Batavia en het nou met sy vrou op die Wassenaar na sy vaderland teruggekeer. ↩
-
Gerrit Huijchelbosch was sekunde van Malakka en hoofadministrateur van Colombo . Hy was ingeskeep op die Schellenberg . ↩
-
Ook in die H.K. staan “hette”. ↩
-
Die skipper van De Prins Eugenius . ↩
-
Tweede skipper van die Schellenberg . ↩
-
Jan Willem Bunger was boekhouer op die fluit Nieuwburg . ↩
-
Die gekursiveerde woord is in ‘n ander handskrif as die res van die resolusie in die linker kantruimte bygeskryf. ↩
-
Carel Lavia staan in die skeepslys ingeskryf as boekhouer van ‘t Huijs te Hemert . Sien C.430, deel I:Ink. St., 1709, p. 170. ↩
-
Ottho van Pollinkhoven was van Delft afkomstig en het in 1693 met die Mijdrecht as soldaat na die Kaap gekom. Hy is in 1699 deur Daniël Heins tot assistent met ƒ20 per maand bevorder en het in 1712 verlof gekry om na Batavia te gaan. Sien resolusie van 9 Februarie 1712. ↩
-
Vgl. V.C.19:Dagregister, 1709-1710, pp. 56-60. ↩
-
Die gekursiveerde woorde is in die linker kantruimte bygeskryf. ↩
-
Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. ↩
-
Adriaan van Houten het in 1702 eerste kassier van die Kompanjie in Batavia geword. Hy het met sy vrou en sy skoonmoeder, Isabelle Pieraard op die Wassenaar na sy vaderland teruggekeer. ↩
-
Claas Decker was skipper op die vlagskip Limburg . ↩
-
Cornelisz Jillisz (ook Gillissen) was skipper op De Herstelde Leeuw . ↩
-
Cornelis Overraat was skipper op die Wassenaar . ↩
-
Gerrit Gerritsz Boom was skipper op De Generale Vrede . ↩
-
Jacob Regenboog was skipper van die Nieuwburg . ↩
-
Cornelis Cool was skipper van die Schellenberg . ↩
-
Sien rapport van 18 Maart 1709 in C.334:Attestatiën, 1707-1710, p. 369. ↩
-
Hier word verwys na opdragte in die geheime briewe wat bewaar gebly het in C.482:Ink. Stukken, 1699-1730, passim. ↩
-
Ten gevolge van hierdie opdrag het ‘n rapport tot stand gekom wat bewaar gebly het in C.334:Attestatiën, 1706-1710, pp. 365-367. ↩
-
Vgl. V.C.19:Dagregister, 1709-1710, pp. 61-69. ↩
-
Skipper van Schoonewal . ↩
-
Skipper van Westhoven . ↩
-
Skipper van die Unie . ↩
-
Skipper van die Slooten . ↩
-
Maarten v. d. Toght was skipper van die Gamron . ↩