Skip to content

C032 v1.20

C. 32, pp. 2-3.

Dingsdagh den {17140508} 8en Maij 1714. Voormiddaghs.

Present de Edele Heer Gouverneur en verdere leeden van den E.Achtbaren Raad. Voorgedragen zijnde, dat men bij nae destitut van smeekolen en maar seer weijnigh restant was, waar door de vrijsmits tot groot nadeel der landbouwers niet konde gerieft, en ‘t benoodigde aan ‘s Comps. smitswinkel verstrekt werden: zo is om ‘t selve te praevenieeren, goedgevonden, uit de aankomende scheepen zô veel van die brandstoffe te ligten, als men buijten hinder der andere laadingh sal konnen magtigh werden.1

Aldus geresolveert en g’earresteert2 in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] WB. HELOT.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] O. BERGH.

[Signed:] D. M. PASQUES DE CHAVONNES.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] J. CRUSE.

[Signed:] JNS. SWELLENGREBEL.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] PR. DE MEIJER, Rt. en Secrets.

C. 32, pp. 4-6.

Dingsdagh den {17140522} 22en Maij 1714. Voormiddaghs.

Present de Edele Heer Gouverneur en verdere leeden van den E.Achtbaren Raad. Den Edelen Heer Gouverneur te kennen gevende, dat’er volgens gedaan rapport van den capitain lieutenant Slotsboo, als tot den opneem der kruijtkelders en wapencamers gecommitteert maar agt duijsend ponden goed en bequaam buskruijt bij ‘t gouvernement restant was, en vervolgens de nootsaakelijkheit om een goede quantiteit bussekruijt in voorraad te hebben, door sijn Edele voorgedragen zijnde, ten eijnde om bij attacque van vijand in behoorlijke staat van defencie te zijn: zo is geresolveert om uijt de present ter rheede leggende scheepen een getal van twaalv duisend ponden te ligten, boven ‘t welke g’oordeeld werd, dat die bodems nogh genoegh tot hunne reize in voorraad behouden.

Door den Heer hooftadministrateur Willem Helot per verklaringh van gecommitteerdens gedemonstreert zijnde, dat’er in ‘s Comps. kelder aan ‘t zuuren geraakt en in die qualiteit aldaat restant waren 1 1/2 vat swaantjes, 14 1/2 vat Delfs en 6 3/4 vat Luijx bier, zo is, om d’ E.Compe. zo veel doenlijk voor schade te hoeden, best g’oordeeld deselve bieren, benevens eenige resteerende vaten mom, waar van geen de minste aftrek is, op den 25en deser maand bij vendutie te laten verkoopen.

Aldus geresolveert en beslooten in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] WM. HELOT.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] O. BERGH.

[Signed:] D. M. PASQUES DE CHAVONNES.

[Signed:] J. CRUSE.

[Signed:] JNS. SWELLENGREBEL.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] PR. DE MEIJER, Rt. en Secrets.

C. 32, pp. 7-12.

Dingsdagh den {17140529} 29en Maij 1714. Voormiddaghs.

Presentibus omnibus, dempto d’ Heer hooftadministrateur Willem Helot, door indispositie.

Ter vergaderingh van den 22en deser maand door den Edele Heer Gouverneur te kennen gegeven zijnde, dat onderrigt was, dat’er eenige roode ebbenhoute affeuijtplankken, die op de punt van dit Casteel Buuren genaamt, onder ‘t geschut gelegen hebben, en bevoorens tot dekkingh der kruijtkelders gebruijkt, van daar gehaald en vervoert zijn geworden; en vervolgens de raadsleeden gevraagt hebbende, of daar van niets wisten, zo wierd door den Heer hooftadministrateur Willem Helot, na een weijnigh zwijgens, betuijgt dat sijn E. deselve hadde en dat bij de negotieboekken als van weijnigh nut zijnde, waaren afgeschreeven. Waarop te gemoet gevoerd wierd, nog goed en bequaam tot affeuijtplankken geweest waren, mitsgaders dat voorne. Heer Helot, terwijl ‘t gezagh gevoert heeft daar cabinetten en tafels van had laten maken; zo wierd ‘t den fiscaal overgegeven sig daar op te informeeren, vermits deselve onder ‘t geschut nootsaakelijk gerequireert werden.

Ingevolge van ‘t welke den fiscael voorts enqueste gedaan, en diverse b’eedigde attestatien ingewonnen hebbende, en deselve aan den Edelen Heer Gouverneur overgelevert, en door sijn Edele heden geproduceert en opgelesen zijnde, benevens nog eenige gerecolleerde en b’eedigde verklaringen van diverse persoonen,3 en seeker raport door den fiscaalsadjunct en twee getuijgen ter requisitie van den Heer fiscaal verleend; bij alle dewelke klaar en evident komt te consteeren, dat de genoemde roode ebbenhoute affeuijtplankken, ter ordre van gem. heer hooftadministrateur van de punt Buren onder ‘t geschut van daan gehaalt van daar vervoert, voorts tot plankken en moten gezaagt zijnde, daar van cabinetten, ledikant enz. voor sijn eijgen particulier gebruijk heeft laten maken; mitsgaders dat door desselfs ordre, en t’ sijner behoef, eenige ‘s Comps. beesten op de post Vissershok gehoorende, zijn vermerkt, en benevens 16 mudde daar ‘s Comps. wegen g’ougste garst enz. van daan heeft doen wegbrengen, terwijle den Edelen Heer Gouverneur hier bereets aangeland was, na de plaats van den landbouwer Matthijs van den Bergh, alwaar ook ‘t grootste gedeelte van ‘t gemerkt beestiael gevonden is.

Ten reguarde van welke plankken den fiscaal betuijgde, dat nog meerder verklaringen, zo van de draaier die een gedeelte derselve verwerkt heeft,4 als andere stont te krijgen5 en dat van meeningh was alle de stukken en documenten daartoe gehoorende, agtervolgens desselfs instructie, met sijne consideratien gesterkt, per het ter rheede leggende retourschip Voorburgh aan de illustre vergaderingh der Heeren Zeventhienen over te maken,6 ten eijnde daar omtrent hier van geen verdere movementen te veroorsaaken; maar dat ingevolge sijn ampt genodrukt was geworden ‘t een en ander aan den Edelen Heer Gouverneur en den Raad te demonstreeren, omme daar inne zodanig te voorsien, als ten meesten dienste der E.Compe. zoude vinden te behooren.

Waarop den fiscaal buijten gestaan, en den Gouverneur en Raadsleeden (vermits d’ Heer Helot door indispositie, zo voorgaf, niet present was) in serieuse bedenkkingh gevende, terwijle bij geciteerde stukken klaar blijkt, dat meergen. Heer Helot sig niet ontsien heeft, d’ E.Compe. in diervoegen te fraudeeren, wat daaromtrent te doen stont, en of men deselve met gerustheit in sijne bedieningen soude konnen laten continueeren: en na gehoudene raadspleginge voor af goedgevonden zijnde, de Heer Helot door twee gecommitteerdens, met namen den capitain de Chavonnes en den ondercoopman Swellengrebel, leeden deser Raad met den eerstgezwoore clercq g’assisteert, de gemelte attestatien en papieren toe te zenden, en te laten leesen en daarop cathagoris te antwoorden; ‘t gunt door deselve verrigt en geraporteert zijnde, dat genoemde Heer Helot, de stukken voor gelesen wesende, had g’antwoord: ik hoor en zie, versoekkende copia van stukken, om sig daar van te bedienen, daar en zodanigh te raden werden zal.

Zô is dieswegen gedelibereert en in consideratie genomen wesende de zwarigheit, omme de Heer Helot, als sig aan ‘s Comps. effecten, ingevolge van de verklaringen zô grof vergrepen hebbende, in sijn bedieningh en bewind te laten: en dat het compatibel is, zodanigen persoon in een vergaderingh cessie te laten behouden, met eenparigheit van stemmen ten meesten dienste der E.Compagnie geresolveert en besloten, om genoemde Heer Helot, politijcquerwijse bij provisie van desselfs bedieningen met stilstant van gagie en emolumenten te suspendeeren en de versogte copiën t’ zijner behoorl. verantwoordingh te doen behandigen, tot tijd en wijle sig zal hebben gepurgeert, ofte dat de Edele Hoogh achtb. Heeren Majores anders zullen komen te disponeeren.7

Vervolgens op ‘t geproponeerde van de Edele Heer Gouverneur, ten aansien die bedieningen niet beedig konnen staan, getreden zijnde om weder een ander tot provisioneele waarnemingh dier functie aan te stellen, zô is daartoe met concludeerende stemmen verkoren den ondercoopman en guarnisoenboekhouder Jacobus Cruse; mitsgaders tot voorsittend lit in den Raad van Justitie, president van weesmeester en Commissaris Politijcq, den captain Dominicus Mauriu[s] Pasques de Chavonnes.

Zijnde wijders in steede van voorne.Heer Helot, benevens den capitain Olof Bergh tot commissaris van ‘t hospitaal aangesteld, den gemelten ondercoopman Cruse, mitsgaders als gecommitteerdens tot ‘t overgeven der groote geldcassa, benevens de boekken en papieren van ‘t negotiecomptoir genomineert den gedagten capitain De Chavonnes en ondercoopman Johannes Swellengrebel, op welke laastgenoemde benevens den capitain lieutenant Slotsboo de commissie gedecerneert is, om het suspens aan de Heer Helot te communiceeren.

Aldus geresolveert en gearresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] O. BERGH.

[Signed:] D. M. PASQUES DE CHAVONNES.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] J. CRUSE.

[Signed:] JNS. SWELLENGREBEL.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] PR. DE MEIJER, Rt. en Secrets.

C. 32, pp. 13-22.

Donderdagh den {17140531} 31en Maij 1714. Voormiddags ten zeven uren.

Presentibus omnibus dempto den independent fiscaal, de Heer Cornelis van Beaumont.

Door den Edele Heer Gouverneur geproduceert zijnde seekere beslotene missive aan sijn Edele en den Raad gerigt, en door den geregtsboode Simon Witmont gister namiddagh in ‘t bijwesen van den capitain de Chavonnes en de ondercoopluijden Swellengrebel en de Meijer, sijn Edele omtrent de clokke vier uren uijt name van de Heer Helot ter hand gesteld, en waarvan de superscriptie was:

Den wel Edl. gestr. Heer Maurits Pasques de Chavonnes, Raad Extraordinaris van Indien en Gouverneur aan Cabo de Goede Hoop, benevens den E.Achtb. Politijcquen Raad:

Werden eerbiedig versogt door den oppercoopman en secunde deses Gouvernements, Willem Helot, dese sonder uitstel te willen openen en leesen, mitsgaders hem van den inhout deser ingeslotene ten spoedigsten copia authentijcq toe te zenden; mitsgaders hun besluit desen aangaande genomen.

Dewelke geöpent en na genome lecture van den volgenden inhoud bevonden zijnde:

Aan den Wel Edele gestr.Heer Maurits Pasques de Chavonnes, Raad Extraordinaris van Indiën en Gouverneur aan Cabo de Goede Hoop, benevens den E.Achtbre. Politijcquen Raad.

8

‘Het is den onderges. oppercoopman en secunde deses gouvernements Willem Helot, welke door de gunst en goetheit sijner Hoog Edele Heeren Meesteren ter vergaderingh van Zeventhiene in den jare 1709 tot die aansienlijke qualiteiten is verheeven, en zedert na de dood van den Edele Heer Gouverneur Van Assenburgh zaliger ofte den tijd van twee jaren en drie maanden alhier ‘s Comps. wegen het gezagh heeft gevoert, met de uijtterste smerte en zielroerende beweginge te vooren gekomen de deputatie door uwel Edele gestr. en E.achtb. op gisteren den 29en Maij deses jaars 1714 uit hunne vergadering aan hem ten zijnen huijse (door quade lichaamsgesteltenisse die vergaderingh niet hebbende konnen bijwoonen, gelijk deselve ten dien reguarde ook aan den Edle.Heer Gouverneur heeft excus late versoekken) gedaan, bestaande in de E.Es. Dominicus de Chavonnes, capitain militair en Johannes Swellengrebel, ondercoopman en dispenscier: hebbende tot haar adjunct den eerste clercq ter Politijcque Secretarije Hugo van der Meer Pieterzoon.’

‘Dat vervolgens de voors. Heeren gecommitteerdens en Eerste Clercq op de slaapkamer van den onderges. t’ zijnen versoekke gekomen zijnde, hem door den E. Capitain de Chavonnes is aangezegd, dat zijluijden door Uwel Edele gestr. en E. achtbare afgesonden waren, om mij eenige verklaringen, welke den eerste clercq bij zig hadde, te voore te leesen; en dat ik daarop cathagorits zoude hebben te antwoorden. Na lecture van welke verklaringen, uit acht stux bestaande, behalve nog een berigt of raport van den adjunct van den E. fiscaal Cornelis van Beaumont, nevens twee soldaten deses Casteels, die deselve in seekere commissie als getuijgen hadde gediend, den onderges. op afvraage ten antwoord heeft gegeven: ik hoor en zie en versoek copie om mij daarvan te bedienen, daar en zoo te rade sal werden des te behooren. Waarmede de voors. Heeren gecommitteerdens en eerste clercq zijn weg gegaan. Dog een korte tijd daar na wierd den onderges. met geen minder knellende zielroeringe aangedaan, wanneer hem door twee afgesondene uijt den Raad, zijnde de eene den E.capitain luijtenant Kaje Jesse Slotsboo, en d’ andere de voorne. Johannes Swellengrebel, uit name van Uwel Edele gestr. en E. achtbare mondelingh gezegd wierd, dat men mij copie van stukken had toegestaan en daarnevens ook goedgevonden om mij te suspendeeren: met verdere aankundigingh, dat den E. fiscaal voornt. te raade was geworden, mij hier over de zaaken niet in regten te betrekken, maar die Politijcquerwijse te behandelen; en dat voornemens was de stukken t’ mijnen laste nu met dit ter rheede leggende naschip Voorburgh aan de Heeren en Meesteren in ‘t vaderland over te zenden: waar op den onderges. haar Es. versogt zij geliefden d’ Heer fiscaal voor te houden om de stukken na ‘t vaderland te willen senden, tegelijk met mijne verantwoordingh daarnevens; welke ik niet voorsagh om in die korte tusschentijd van twee a drie dagen, dat voors. naschip hier nog ter rheede zoude leggen, in gereetheit te konnen hebbe: ten einde ik op die stukken in ‘t vaderland sonder mijne verantwoordingh daarbij over te leggen, misschien niet onverhoord mogte veroordeeld werden; dog waarop geen antwoord gevolgt is, als dat den Edle. Heer Gouverneur en den Raad, bij hun genomen besluit bleven persisteeren en sonder verder eenige redenen van ‘t voors. suspens of op hoedanigen wijse sulx wierd verstaan, te geven, des den onderges. uijt haar Es. gedoente en seggen op desselfs afvrage niet anders bevroede, of het was maar eenlijk om mij uit de vergaderingh te onthouden: maar na de middagh van ter zijde berigt krijgende, dat den E. Jacobus Cruse bij Uwel.Edle. gestr. en E.achtb. bij provisie in plaatse van den onderges. tot secunde persoon was aangesteld, en tegen den avont hem ook door den Secretaris de Meijer t’ huijs gesonden zijnde seeker extract uit de genomen resolutie van dien eigen morgen; ‘t geen den onderges. aan de gemelte twee laaste Heeren gecommitteerdens versogt heeft, dat hem mogt werden ter hand gesteld: waaruit dan quam te blijken (hoewel het heele extract maar negen regelen schrift en geheel geen andere interieur quam te behelsen) dat bij eenparigheit van stemmen ten meesten dienste der E.Compe., was geresolveert en besloten, den onderges. van sijne bedieningen politijcquerwijse bij provisie te suspendeeren met stilstant van gagie en emolumenten, tot tijd en wijle sig soude hebben gepurgeert, ofte dat de Edele Hoog achtb.Heeren Majores anders zullen komen te disponeeren; zoo heeft den onderges. daardoor eerst elucidatie van de zaak gekregen.’

‘En dewijl den onderges. als gesegd door de Hoog Edele Heeren Meesteren in ‘t vaderland in sijne voors. bedieningen en gagie is aangesteld, en dat hij de manieren van procedeeren, welke den E. fiscaal tegen hem heeft gehouden op soo een clandestine en bedekte wijse, dat hij nog van ‘t een of ‘t ander eenige de minste kennisse heeft gekregen als dat nu uit de toegesondene verklaringen gesien heeft, dat die alle door den voors. eersten clercq sijn gemaakt en gepasseert, ja selfs in diens presentje en onder sijn handteekeningh, ten overstaan van den E. fiscaal en gecommitteerdens uit den achtb. Raad van Justitie, vervolgens den Secretaris van dat collegie voorbij gaande gerecoleert en b’eedigt, geheellijk voor informeel en onwettigh moet aansien; te meer wijl het alzints na stijle van regten gebruijkelijk is, dat wanneer ijmant eenige depositie zullende recoleeren en vervolgens b’eedigen, den g’accuseerde persoon, of tegen wien de verklaringh is verleend, versogt oftewel g’ordineert werd, daarbij en present te komen, of ook ietwes tegen de verklaringh ofte de persoon, die deselve heeft gegeven, en bereid staat om die te b’edigen, mogt in te brengen hebben enz., ‘t geen nu niet geschied is, en den onderges. vervolgens van sijn goed regt daaromtrent is versteeken geworden.’

‘Dat ook den onderges. vermeend, behoudens uwel.Edele gestr. en E. achtb. gezagh en respect, dat het niet met de billikheit overeenkomende is, dat men ijmant sonder eens gehoord of verhoord te worden, gelijk in cas subject veroordeeld en hem van sijne bedieningen, gagie en emolumenten, die hij sustineert onder correctie van beter gevoelen, dat hem niemant buijten sijne Heeren en Meesteren, welke hem deselve toegelegd hebben, op dusdanigen fondament konnen afnemen, suspendeert en ontset, ja een ander persoon in sijne bedieningen aansteld, zo heeft den onderges. het van sijn nootsakelijke pligt g’acht tot conservatie van sijn waarde, character, eer en fatzoen, hem meer dan ‘t leven waardigh, hoewel met droefheit des gemoets en gantsch ongaarne onderdanig te protesteeren, gelijk doet mits desen tegen uwel.Edele gestr. en E. achtb. nopende de behandelingh der voors. saaken met den aankleeve van dien en die geen of geenen die daar aan de hand geleend hebben, van alle zodanige hoon, smaad en affronten, die hem uit hoofde van dien reets sijn aangedaan, of in toekomende deswegen nog mogte aangedaan worden, mitsgaders van alle kosten, schaden en interesse, die hij daardoor reets heeft geleden en in ‘t aanstaande nog mogte komen te lijden. (Onderstont): aldus gedaan en geprotesteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, den 30en Maij 1714. (Was geteekent):’

‘Wm. Helot.’

En dieswegen gebesoigneert en in agtig.9 genomen wesende, dat den Heer fiscaal niet gehouden is te supercedeeren met het overmaken sijner stukken tot tijd en wijle de Heer Helot de sijne in gereetheit heeft, mitsgaders terwijl als boven blijkt het suspens door twee gecommitteerde leeden uit dese vergaderingh sijn E. gecommuniceert te zijn, en uit dien hoofde geen ignorantie kan pretendeeren, dat met ‘t selve suspens sig niet alleen van de vergaderinghen, maar ook van desselfs administratie en bedieningen gepriveert is; nog dat niet geweten soude hebben, dat den fiscaal sig omtrent de rode ebbenhoute affuijtplankken soude informeeren, door dien ‘t selve den 22en Maij in Raade aan denselve overgegeven is,10 en voorne. Heer Helot ook betuijgde dat deselve had; veel minder, dat den fiscaal verpligt zoude sijn, omme den Secretaris van Justitie Daniel Thibault tot ‘t beleggen en b’ eedigen der verklaringen te moeten emploijeeren, vermits een zwager van voorne. Heer Helot is; en dat ook qualijk voorgeeft ongehoort veroordeeld te zijn, daar bij ‘t bovenstaande protest selve betuijgt, dat gecommitteerdens de stukken t’ sijnen laste geproduceert, na deselve gelesen te hebben, zegt ten antwoord gegeven te hebben: ik hoor en zie, en versoek copie om mij daar van te bedienen, daar en zo te Raade werden sal des te behooren; sonder gecommitteerdens aan te seggen hem van het te last gelegde te zullen of willen purgeeren enz.

Zô is unanime verstaan en goedgevonden, om ‘t volgende op de versogte copie van ‘t selve protest te appostilleeren: namentlijk dese gelesen en geresumeert zijnde; zo is ten aansien de missive aan de Edele Heeren Majores gerigt (en waarbij dierwegen ‘t nodige aangehaald wesende) bereets op gisteren geteekent en in gereetheit gebragt is, om de schipper van ‘t schip Voorburgh te behandigen, goed gevonden hierop voor appostil te geven, dat den protestant vermagh te doen ‘t gunt oirbaar agten zal.

Aldus geresolveert en gearresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] ...........................

11

[Signed:] O. BERGH.

[Signed:] D. M. PASQUES DE CHAVONNES.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] J. CRUSE.

[Signed:] INS. SWELLENGREBEL.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] PR. DE MEIJER, Rt.en Secrets.

C. 32, pp. 23-27.

Vrijdagh den {17140601} eersten Junij 1714. Voormiddags.

Present den Edelen Heer Gouverneur en alle de leeden, dempto den independent fiscaal, d’ Heer Cornelis van Beaumont.

Den Raad vergadert zijnde, zô heeft den Edele Heer Gouverneur deselve voorgedragen, dat ingevolge het geresolveerde van den 29en der12 jongst gepasseerde maand Maij, des daags daar aan, of den 30en der maand behoorlijke schriftelijke commissie gegeven hadde aan den Heer capitain Dominicus Pasques de Chavonnes en den ondercoopman, den E. Johannes Swellengrebel, omme als gecommitteerdens te zien doen behoorlijk transport van ‘s Comps. groote geldcassa en de boekken en verdere papieren van ‘t negotiecomptoir deses Casteels, door den oppercoopman den E. Willem Helot aan den ondercoopman Sr. Jacobus Cruse, om voortaan tot sijn verantwoordingh waargenomen te werden; en dat gedagte gecommitteerdens, vogens gedaan raport, deselve commissie dien eijgen dagh, ten eijnde voors. aan de Heer Helot ook hadden verthoond en overgegeven; dog dat toen versogt des anderen daags namiddags ‘t selve te willen verrigten; ‘t gunt g’accordeert wierd. Op welke geprefigeerde tijd gem. gecommitteerdens hun aan ‘t huijs van de Heer Helot vervoegt hebbende, de novo versogt zijn, vermits met schrijven na ‘t Patria bezigh was, het tot heeden wilde uijtstellen; ‘t welke geschiet, en vervolgens tot verrigtingh van zaaken dese morgen ten huijse meergenoemt gekomen zijnde, zo wierd in steede van ‘t selve te agtervolgen en ‘t geresolveerde van den Raad stant te doen grijpen, door de Heer Helot aan gecommitteerdens overgegeven het onderstaande geschrift:

‘Op de schriftelijke commissie bij den wel Edelen Heer Gouverneur gedecerneert op d’ E.Es. Dominicus Marius Pasques de Chavonnes en Johannes Swellengrebel als leeden uit den E.achtb. Politijcquen Raad, omme door den onderges. transport te zien doen, ofte bij te woonen van ‘s Comps groote13 cassa, als de boekken en verdere papieren van ‘t negotie comptoir deses Casteels aan den ondercoopman Sr. Jacobus Cruse enz. Segd den onderges. dat het UEEs. kennelijk is, dat hij tegen de gehoudene proceduren omtrent sijn persoon en character billiklijk heeft geprotesteert, en daar op niet dan een nietigh en hem geensints voldoend antwoord, onder gemelte sijn protest g’voegt, is toegesonden; dierhalven niet gerustelijk van sijn dierbare character, hem door sijne Heeren en Meesteren in ‘t vaderland opgeöfferd en toevertrouwt, kan aftreden, nog sijn administratie derft afstaan en overgeven: ten ware hem schriftelijk quam te blijken, dat welopgem. Edle.Heer Gouverneur door hoogst gedte. sijne Heeren en Meesteren tot de behandelingh der zaaken in voege die nu omtrent den ondergeschreeven is geschiet, behoorlijk was gequalificeert. (onderstont): Aldus gedaan en overgegeven in ‘t Casteel de Goede Hoop, primo Junie 1714. (Was get.):’

‘Willem Helot.’

‘t Welke gelesen, geresumeert en door den Edele Heer Gouverneur in deliberatie gegeven zijnde, of sijn Edele, benevens den Raad, als de overigheit te deser plaatse representeerende, niet gevoegt waren om gelijk geschiet is, op de geproduceerde stukken van den fiscaal beleid, tegens den Heer Helot te procedeeren; en dieswegen van ja g’oordeeld, en voorts nodig gevonden zijnde, omme de meergen. Heer Helot door de ondercoopluijden en leeden deser Raad, Jan de la Fontaine en Pieter de Meijer, te doen afvraagen, of de ordres van den Gouverneur en Raad gelieft te obedieeren ofte niet? ‘t Welke door hen verrigt en geraporteert zijnde, dat de Heer Helot versogt deselve afvrage schriftelijk te mogen hebbe, en een uur â twee uijtstel om alsdan, vermits g’altereert zijnde, ‘t gunt present niet doen kon, te antwoorden: zô is denselve sijn gedaan versoek g’accordeerd, en immediaat door den bode Witmont ‘t versogte toegesonden: waarop ‘t volgende geschrift in antwoord heeft doen overgeven:

‘Op de gedane schriftelijke afvrage van uwel Edele gestr. en E. achtb. zo even ontfangen, of den onderges. de ordres van den Gouverneur en Raad gelieft te obedieren of niet: Zo segd deselve, dat niet weet derselver ordres oijt of oijt te hebben wederstaan, als alleenlijk, dat sijn schriftelijk sentiment op huijden heeft gegeven en ingebragt op de verleende commissie van den Edelen Heer Gouverneur op de Es. Dominicus Pasques de Chavonnes en Johannes Swellengrebel, omme ‘s Comps. groote cassa, mitsgaders negotieboekken en verdere papieren daar toe behoorende onder desselfs verantwoordingh en administratie staande, te transporteeren aan den ondercoopman Sr. Jacobus Cruse. En bij zo verre Uwel Edl. gestr. en E. achtb. bij de voors. ordres als nog mogten blijven persisteeren, waarvan den onderges. in dien gevalle een nader declaratie in geschrifte versoekt, zal hij deselve opvolgen: nogtans onder protestatie, gelijk doed bij desen, van kragt en geweld, mitsgaders hoon en smaat, als hem wegens dese zaak met den aankleeve van dien in sijn persoon en character is aangedaan. (Onderstont): Aldus gedaan en overgegeven in ‘t Casteel de Goede Hoop, primo Junij 1714. (Was getekent): Wm. Helot.’

Zô is, na gedane resumptie van ‘t selve, besloten omme den voorne. Heer Helot nogmaals per schriftelijke commissie door den Edelen Heer Gouverneur, mitsgaders den Secrets. deses collegie in margine ‘s Comps. groot cachet te laten drukken, en ter ordonnantie van welgem. sijn Edele en den Raad geteekent, te ordonneeren om in voege voors. transport van de groote geldcassa, beneve[ns] de boekken en papieren van ‘t negotiecomptoir aan den ondercoopman Jacobus Cruse te doen.

Aldus geresolveert en gearresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] O. BERGH.

[Signed:] D. M. PASQUES DE CHAVONNES.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] J. CRUSE.

[Signed:] JNS. SWELLENGREBEL.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] PR. DE MEIJER, Rt. en Secrets.

C. 32, pp. 28-29.

Dinghsdag den {17140605} 5en Junij 1714. Voormiddaghs

Present den Edelen Heer Gouverneur en alle de leeden.

In opmerkkingh genomen zijnde dat volgens ‘t placcaat14 bij de regeeringh van den oud Gouverneur Simon van der Stel zaliger, onder dato 30en Julij 1698, ten reguarde van de jagt gedaan,15 emaneeren den vijfthiende van de aanstaande maand Augustus de jagt of ‘t schieten van wild, zo rheen, steenbokken, hasen, patrijsen, faijsanten, gansen, eenden enz. voor den tijd van vier maanden komt te cesseeren, ten eijnde ‘t genoemde en ander wild tijd tot broeden gegeven werd; zo is ten aansien door dese en geene, niettegenstaande deselve geen licentie tot het jagen of schieten hebben, hier omstreeks en elders, weggeschoten en gevangen werd, alle wat hen voorkomt, goedgevonden ‘t gedte. placcaat te doen renoveeren en daarinne te insereeren, dat op boete bij ‘t selve placcaat vermeld, sig niemant verstouten sal na eenig wild te schieten of jagen, omtrent de zeekoevalleij bij de bhaij Fals gelegen.

Insgelijx is geresolveert omme volgens gewoonte door gecommitteerdens ten overstaan van den independent fiscaal deses gouvernements te doen ijkken alderleij maten en gewigt, mitsgaders dat door den fiscaal en gecommitteerdens sal werden geschouwt de wegen, straaten, bruggen, burgwallen en wes meer van huijsen en gebouwen in dese tafelvalleij gelegen is, ten eijnde alles in goede ordre met behoorlijke maat en gewigt werd gekogt en verkogt en de straaten, wegen enz. ingevolge de placcaaten van tijd tot tijd op ‘t selve beraamt zuijver en net werden onderhouden; zullende ten fine voors. alomme biljetten g’affigeert werden, opdat een ijgelijk van ‘t selve verwittigt, sig voor schade kan wagten.16

Aldus geresolveert en gearresteert in ‘t casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] O. BERGH.

[Signed:] D. M. PASQUES DE CHAVONNES.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] J. CRUSE.

[Signed:] JNS. SWELLENGREBEL.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] PR. DE MEIJER, Rt. en Secrets.

C. 32, pp. 30-46.

Dingsdagh den {17140619} 19en Junij 1714. Voormiddags.

Present den Edelen Heer Gouverneur en alle de leeden.

Door welgemelte Edele Heer Gouverneur geproduceert zijnde de onderstaande resolutie:

Resolutie genomen bij landdrost en heemraden in vergaderingh aan Stellenbosch , dato 13 November ao.1713.

‘Presentibus den E. landdrost N. van den Heuvel en alle de heemraden Pieter Rosseau, Jan Oberholster, Arnoldus Cruijsman, Matthijs Creugel.17

‘Also van tijd tot tijd aan ons collegie voorgekomen is verscheijde18 klagten door eenige landbouwers alhier ten platten lande,19 dat veeltijts een parthij, ja somtijts door geheele troepen paarden merklijke groote schade geschiet aan haar coorn, als andere te veld staande gewassen; zo is bij ons in opmerkking genomen, dat sedert eenige jaren den aanteel der paarden in sulken merklijk gethal is aangegroeijt, waarom verscheijdene landbouwers met slegte, onbruijkbare, geen dienst konnende doende paarden verlegen zijn, sulx zij van deselve wel wilde ontlast wesen, om dat niet alleen de voorzeide gewassen ruineeren, maar ook ‘t gras en weijde haar rundervee en schapen uijt de mont wegh eten, hebben wij geresolveert, dat den landdrost sulx de overigheit aan Cabo soude te kennen geven, met supplicatie aan haar E. achtb. of den landdrost mogte werden toegestaan, die geene dewelke versogten van hare onbequame en gemelde onnutte paarden ontslagen te zijn, daarvan een ordonnantie te verleenen, om door een kogel of andersints deselve te dooden; of zodanigh als haar E.achtb. zullen goed vinden te behooren: op dat de groote schade voorgekomen en also bequame, goede en gebruijkbare paarden aangeteeld en gehouden werden. (Onderstont): concordat; (en was geteekent): Jan Mahieu, Secretaris.’

Zo is op het daar bij gedaan versoek van landdrost en heemraden gelet en wegens de meenigvuldige aanteel van paarden, van welke bij na ‘t grootste gedeelte van geen nut of gebruijk is, gedelibereert zijnde; goed gevonden en verstaan, dat de landbouwers, die hun van die onbequame beesten willen ontslaan met deselve aan voorne. landdrost en heemraden zullen hebben te addresseeren, wanneer dat collegie zit, om door haar na gedane besigtigingh, als dan na bevindingh en sulx nodig oordeelende aan sodanige versoekkers consent tot het dood schieten te geven ofte niet; zullende den landdrost de ingesetenen moeten aanmoedigen tot ‘t houden van goede hengsten om daardoor beter paarden magtig te konnen werden.

Opgemelte Edele Heer Gouverneur te kennen gevende, dat ontwaard hadde in dit Gouvernement als nog in onbruijk gebleeven en niet werkstelligh gemaakt was, ‘t registreeren der custingbrieven, scheepenen of weesmeesterskennisse en andere verbandschriften, zo voor gecommitteerdens uijt de Raad van Justitie en weesmeesteren alhier gepasseert, waarbij van tijd tot tijd dese en geene landerijen, huijsen, erven en andere goederen zo speciael als generael verbonden zijn; waar door niet alleen veel moeijelijke processen veroorsaakt werden, maar ook dat deese en geene goede ingesetenen en ‘s Comps. dienaren genegen zijnde, omme hunne gelden tegens een behoorlijke interest tot voortsettinge deser colonien uit te zetten, wederhouden werden, vermits niet kan gesien werden, wat een ijgelijk op zijn vaste goederen schuldig is; ‘t welk alzo tot groot nadeel deser ingezetenen komt te strekken: en dierhalven door sijn Edele voorgedragen zijnde, of ‘t niet dienstigh en voor dese gemeente hoognodig zoude wesen, dat men volgens gebruijk van ons vaderland ‘t registreeren van voorne. verbandschriften invoerde en in gebruijk braght, om daar door veele moeijelijke en schadelijke processen voor te komen enz. Zo is derwegens20 geraadpleegt, en dies nootsaakelijkheit in agtingh genomen zijnde, geresolveert en besloten, omme bij publicquatie en affixie van placcaten alle ende een ijgelijk, zoo Comps. dienaaren als ingesetenen, onder dit gouvernement gehoorende, te gelasten, dat alle degeene, die eenige custinghbrieven, scheepens of weesmeesterskennissen en andere voor gecommitteerdens alhier verleende verbandschriften hebben, waarbij eenige vaste goederen verbonden of verhipothequeert zijn omme deselve binnen den tijd van vier maanden of voor den 19en van de naastkomende maand October ter deser Secretarije te verthoonen, en den Secretaris opgeven de somme of inhoud van hunne verbandschriften, onder haar ten laste van dese en geene berustende. En ‘t gunt in vervolgh van tijd bij verkrijginge van diergelijke verbandschriften mede telkens zal moeten geschieden; ten eijnde dat van ‘t selve een behoorlijk register kan geformeert en gehouden en altijt mag gezien werden, waar voor dese en geene vaste goederen verbonden zijn: op paene, dat de geene die van ‘t selve te doen nalatigh blijft, versteeken zal zijn van de praeferentie, die hem uijt dien hoofde andersints voor andere crediteuren soude mogen competeeren. Zullende en Secretaris alle de voorne. verbandschriften die bereets verleend zijn en hem binnen gedagte geprefigeerde tijd gebragt werden, voor niet moeten registreeren; en vervolgens van ijder verbandschrift, dat nog staat verleend en geregistreert te werden, voor salaris trekken ses stuijvers; gelijk ook zal mogen vorderen voor ijder reis, dat ‘t selve op het register komt te roijeeren, of wanneer een extract uijt selve ten versoekke van den een of ander komt af te geven.

Bij weesmeesteren door derselver Secretaris te kennen gegeven zijnde, dat sommige menschen hen niet schroomden om de kinders door haar elders besteed, buijten de minste voorkennisse van weesmeesteren van daar te haalen en aan te houden, gelijk present omtrent Elizabet Pretorius21 door de huijsvrouw van den burger Cornelis Victor22 is geschiet, en dierhalve versoekkende dat na behoore mogten gemainctineert en daar omtrent zodanige ordre gesteld werden, als bevonden zouw werden te behooren.

Zo is, dieswegen geraadpleegt zijnde, goed gevonden om bij placcaat23 daarinne te voorsien, en alle ende een ijgelijk van wat conditie ook zoude mogen zijn te interdiceeren en te verbieden, dat sigh niemant zal hebben te ondernemen eenig weeskind, ofte kinderen onder de weeskamer staande, uijt de huijsen alwaar bestelt zijn, te haalen of aan te houden, op paene dat de geene of geenen die bevonden zullen werden, contrarie te hebben gedaan, daar over door den Raad van Justitie na bevinding en exigentie van zaaken arbitralijk zullen werden gestraft; en dat voornoemde vrouw van Cornelis Victor door de boode zal werden aangezegt, dat gemelde Elizabet Pretorius op stonts wederom zal hebbe te brengen van waar deselve gehaald heeft.

Voornoemde weesmeesteren bij request verthoond ende te kennen gegeven hebbende, dat haar supplianten tot nog toe geen positiv regulament of ordre was ter hand gesteld, hoe hen te gedragen in de successie ab intestato der weesen goederen, en wel speciael in cas vader of moeder overleden zijnde, met naar laatinge van kinderen, zô van heele als halven bedde, eene der voorschreeve nagelatene kinderen ab intestato komt te overlijden, of in sulk geval de langstleevende vader ofte moeder alleen en universeel, ofte wel gezamentlijk met de verdere susters en broeders, zô heele als halve in de nalatenschap komen te succedeeren; en naar dien door de voorschreeve onzeekerheit zij supplianten in tijd en wijlen soude konnen werden ingewikkeld in lastige en difficile disputen en processen; en dierhalve versoekkende, dat haar mogt g’ordonneert werden naar welke wetten ofte costumen hen in zodanigen geval zoude hebben te reguleeren.

Sô is, na rijp overlegh van zaaken en dieswegen gedelibreert zijnde, geresolveert en besloten, om de voornoemde weesmeesteren te gelasten hen omtrent de erffenisse ab intestato in vervolgh van tijd te gedraagen ende te reguleeren na het negenthiende, twintigste, eenëntwintigste, tweeentwintigste drie entwintigste, vierëntwintigste, vijfëntwintigste, sesëntwintigste, zeeven entwintigste, agtëntwintigste en negen entwintigste articul uijt de politijcque ordonnantie van dato eersten April 158024 en desselfs nader verklaringh door haar Hoog Mogende, de Heeren Staten generaal, onder dato 13en Maij 1594 daeromtrent gedaan, voor zo veel die bij het octroij van gen. staat aan de E.Compe. tot een allegemeene wet en rigtsnoer op het stuk van successie ab intestato over alle landen, steden en luijden in Oostindien is g’introduceert, en voorsoveel ‘t selve aangaande, hier vervolgens geinsereert is, namentlijk:

Extract uijt de Ordonnantie van de Policien binnen Holland, in dato den eersten April 1580.

25

‘19.’

‘Aangaende de erffenissen en de besterffenissen hebben de Staten gederogueert ende te niette gedaen, derogueeren ende doen te niet bij desen, alle beschreven regten, costuijmen ende usantien in de voors. landen ende graafschappen van Holland ende Vriesland 26 tot desen dage toe gebruijkt, nopende de besterffenissen ab intestato ende sonder dispositie van testamente ofte verklaringe van eenige uijtterste wille, ijmand opkomende in de alodiale roerende ende onroerende goederen. Ordonneerende ende statuerende, dat van nu voortaen, alomme ende tot allen plaetsen, zoo wel binnen de besloten steeden als in den dorpen en ten platten lande, in den voors. landen en graefschappen van Holland ende Vriesland 27 in den voors. besterffenissen voor een gemeene regt gebruijkt ende onderhouden zal worden ‘t geene hier naer volgt.’

‘20.’

‘In den eersten, dat in alle besterffenisse de kinderen en de andere descendenten ofte in de regte linie nedergaende, in infinitum haren ouderen zullen succedeeren in stirpes ende bij representatie.’

‘21.’

‘Dat den selven descendenten ontbreekende, vader en moeder beijde nogh in leven zijnde, haren kinderen universaliter ende gehelijken zullen seccedeeren.’

‘22.’

‘Maer den selven alle beijden ofte een van beijden ontbrekende, zullen des overledens broeders ende susters, ende derselven kinderen ende kindskinderen bij representatie in alle goederen succedeeren.’

‘23.’

‘Welverstaande dat halve broeders en susters ende haare kinderen ende kindskinderen, als ook alle andere collaterale vrinden, maer van eene zijde den overleden bestaande, niet vorder en zullen succedeeren als elks met een halve hand ende oversulx naer advenant, dat zij den overleden van bloeden zijn bestaende.’

‘24.’

‘Alle descendenten, vader ende moeder, broeders ende susters, mitsgaders haere kinderen, kindskinderen ende andere decendenten ontbrekende, dat als dan oomen ende moeijen van den overleden ende haere kinderen, bij representatie ofte in stirpes, zullen zuccedeeren.’

‘25.’

‘Ten waere grootvader ende grootmoeder van d’ eene sijde beijde tesamen nogh in ‘t leven waren, in welken gevallen zij den oomen ende moeijen van de selve zijde, mitsgaders haer luijder kinderen, wesende der selver grootvader ende grootmoeders kinderen ofte kindskinderen, ende nogtans geene broeders ofte susters van den overleden in de successie van de selve zijde komende, geprefereert zullen sijn.’

‘26.’

‘Item, egeene ouders ofte ascendenten als het bedde gescheurt ende een van hen beijden conthoralen overleden, en d’ andere alleen in ‘t leven is, en zullen haren kinderen ofte andere descendenten succedeeren.’

‘27.’

‘Item de goederen van den overleden zullen altijts gaen ende erven aan den vrinden van ‘s vaders ende ‘s moeders zijde van den overleden; delende ende klovende d’selve halv sonder aanschou te nemen, dat de overleden meerder van ‘s vaders dan van ‘s moeders, ofte ter contrarie van ‘s moeders dan van ‘s vaders zijde agter gelaten hebben.’

‘28.’

‘Item, en sal representatie onder den collateralen ende den vrienden ofte bloedverwanten van de sijden, niet vorder plaetse hebben, dan tot broeders ende susters kindskinderen, ende oomen ende moeijen kinderen inclusive, ende alle vordere collatenale vrienden den overleden naest in grade ende maegschappe bestaende ende even nae zijnde, zullen bij gelijke gedeelte hooft voor hoofd erven, uijtsluijtende alle vordere van grade ofte maagschappe.’

‘29.’

‘Item,28 soo wanneer eenige kinderen van hen ouders ten boedel ofte in houweluxe meede gaven, ofte anders tot vorderinge van de selve kinderen in haere neringe ende koopmanschappe ofte diergelijke eenige goederen ofte penningen genoten zullen hebben, ende d’selve namaels met heure meede erfgenamen in de goederen van heure overleden ouders zullen willen succedeeren, zullen eerst ende alvooren, ‘t geene zij zulks ontfangen ende genoten hebben, in den gemeenen boedel brengen ofte de geregte waerde van dien, zulks die was ten tijde van de gifte, ingevalle de goederen niet geëstimeert zijnde, gegeven zullen sijn: maer ingevalle van estimatie, zullen mogen volstaen, mits consoreerende29 d’selve estimatie, ende ‘t selve alsoo gedaen zijnde, sal alsdan den geheelen boedel tusschen den langstlevende vader ofte moeder ter eenre, ende des overleedens erfgenamen ter andere zijde, halv ende halv bij gelijke portien gedeelt werden: ‘t welk ook plaetse hebben zal in d’ eerste, tweede, derde, ende navolgende houwelijken, ende sal ‘t geene nopende de successie ende collatien voors. is, plaetse hebben, zoo wanneer bij testamenten, houwelijkse voorwaerden, bewijsen ten weescamer gedaan, oft bij andere dispositien ofte contracten niet en is anders voorsien.’

Extract uijt de verklaringe van de Heeren Staten van Holland ende Westvriesland op de ordonnantie van successien, den 13n Maij 1594.

30

‘Dat de meeninge en intentie in ‘t maecken van de ordre van successien geweest is: dat halve broeders ende susters, ende den selver kinderen ende kindskinderen, bij representatien met een halve hand zullen succedeeren, zoo wanneer den overleden van vader ende moeder bestorven is, sulks dat alsdan de volle broeders ofte heure kinderen ofte kindskinderen bij representatie den overleden van ‘s vaders ende ‘s moeders zijde bestaande, d’ eene helft van de goederen zullen hebben, ende dat de ander helft onder den selven met de halve broeders ofte susters, ofte der selver kinderen ofte kindskinderen bij representatie alleenlijk van een zijde bestaende, zullen worden gedeijlt, ende dat d’selve halve broeders en susters, ende der selver kinderen ende kindskinderen met een volle hand bij representatie zullen succedeeren, als den overleden alleenlijk van die zijde bestorven is, waer van de halve broeders en susters hem zijn bestaende, en anders nogte vorder niet. Ende dat gelijke distinctie in alle vordere collateralen, maer van een zijde komende, elks op hare respective graden sal worden onderhouden.’

‘Dat de descendenten van broeders en susters kindskinderen die den overleden in de vijfde ende vordere graden bestaan, in de successien geprefereert zullen sijn den grootvader ende grootmoeder, en de vordere ascendenten, mitsgaders oomen ende moeijen, haere kinderen ende kindskinderen ende vordere descendenten der selver idque in capita et non in stirpes, dat niet alleen de ascendenten, het bedde gescheurt sijnde, van des overledens successie sijn gesecludeert, maer ook alle de geene die den overleden alleenlijk deur den selven sijn bestaande, ende dat oversulx de erffenissen niet anders in twee deelen sal worden gedeelt, omme aen ‘s vaders ende ‘s moeders zijde respectivelijk te ga en, dan zoo wanneer d’ overleden van vader ende moeder beijde bestorven is, ende dat bij gebreken van dien d’selve in ‘t geheel sal gaen aen de zijde, waer van den overleden is bestorven; ende dat onder den selven gelijke ordre in ‘t reguard van de voors. respective helften ende vordere gesubdivigeerde31 gedeelten sal worden geobserveert.’

Octrooij bij haer Ho.Mo. verleend aan de Oostindische Compe. deser landen op ‘t regt van successien ab intestato in Oostindien ende op de reijse gints ende herwaarts, in dato den 10en Januanij 1661.

32

‘De Staten Generael der Vereenigde Nederlanden, allen den geenen die deesen zullen zien ofte hooren leesen, Saluijt doen te weeten, dat wij naer ingenomen rapport van de Heeren Huijgens en anderen onse gedeputeerden, gevisiteert ende g’examineert hebbende de memorie bij ofte van wegen de Bewinthebberen van de Oostindische Compe. den voors. vereenigde Nederlanden, aan ons gepresenteert, tendeerende ten eijnde dat een vast regt op ‘t stuk van de successien ab intestato van die geene, die in Oostindien ende op de reijse gints ofte herwaerts komen te overlijden, bij ons zoude mogen werden g’introduceert ende in agtinge genomen zijnde, dat wij voor desen in den jaere 1629 ende 1636 hebben toegestaen ende geordonneert, dat de Politicque Ordonnantie van wegen de Heeren Staten van Holland ende Westvriesland over der selver provincie in den jaere 1580 gedaen emaneeren, in de plaetse bij die van de Westindische Compe. in Westindien ende Brasil geconquesteert, zoude werden gevolgt, ende aldaer als een gemeen regt aengenomen, ende rijpe deliberatie daer op gevolgt, goed gevonden hebben, die van de gemelte Oostindische Compe. te consenteeren, octrooijeeren ende toe te staen, gelijk wij hun consenteeren, octroijeeren ende toe staen mits desen, dat in materie van successie ab intestato ende wat daer van dependeert, over alle landen, steden en luijden in Indiën voors. onder de gehoorsaamheijt van den staet der Vereenigde Nederlanden, ende het beleijt van de meergemelte Compagnie staende, mitsgaders ook ten aansien van de selve op de gints ende herwaerts reijse, de meer geroerde politicque Ordonnantie gevolgt ende naergecomen sal moeten werden, sulks ende in dier voegen, als d’selve bij nader verklaringe van de welgemelte Heeren Staten van Holland, in dato den 13en Maij des jaers 1594 is geëlucideert; ende met dien verstande, dat het bedde tusschen ouderen van den overleden gescheurt, ende een van d’selve, ‘t zij vader ofte moeder maer in leven zijnde, d’selve langstlevende met de broeders en de susters van den overleden, ‘t sij heele ofte halve ende derselver kinderen ende kindskinderen bij representatie te samen sullen komen tot des overledens geheele erffenisse, te weten de langstlevende vader ofte moeder in de eene helfte, ende de susters en de broeders haere kinderen ende kindskinderen in de andere helft; wel verstaande, dat in sulcken gevalle de halve broeders en susters, mitsgaders der selver kinderen ende kindskinderen, den overleden zullen moeten bestaen, van de sijde daer inne hij besturven is, ende ingevalle den overleden egeene susters en broeders quamen naer te laten, maer wel susters ofte broeders kinderen ofte kindskinderen, dat in zodanigen cas de geseijde kinderen ende kindskinderen van des overledens broeder ende suster, bij representatie insgelijks, met ende nevens de langstlevende vader ofte moeder, zullen succedeeren in de eene helfte van de naergelaten goederen. Ende alsër geene broeders ofte susters nogte ook kinderen ofte kindskinderen van den selven in leven sijn, dat alsdan de langstlevende vader ofte moeder, in alle de goederen bij den overleden ontruijmt, universaliter sal succedeeren, ende voor alle collaterale vrunden geprefereert sijn, alles in dien verstande dat, bij soo verre onder de erffenissen van zodanige overledene, ook bevonden mogten werden landen, huijsen, ofte andere vaste ende inmeuble goederen,33 in reguarde van de selve gevolgt sal werden het regt ende de costuijme van de provincien, quartieren ofte plaetsen, waer onder d’selve vaste ende inmeuble goederen zijn gelegen; versoekende ende begeerende, ook ontbiedende, lastende ende beveelende respectivelijk allen ende ijgelijken, zoo wel hier te lande, als in Indien ende ook onderwegen, dien het eenigsints aangaen magh, de meergenoemde Oostindische Compe. ende die alsvooren onder haere directie ende beleijt staan, ende allen anderen die ‘t behoort, nu ende ten eeuwigen dage het volkomen effect van deesen onsen consente ende octroije rustelijk ende vredelijk te laten genieten ende gebruijken, sonder oppositie ter contrarie op poene van ‘t incurreren onse hoogste indignatie, want wij sulx bevonden hebben alsoo te behooren. Gegeven onder onsen grooten zegel, paraphure ende de signature van onsen Griffier in den Hage, op 10en Januarij 1661.’

Aldus geresolveert en g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] O. BERGH.

[Signed:] D. M. PASQUES DE CHAVONNES.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] J. CRUSE.

[Signed:] JNS. SWELLENGREBEL.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] In kennisse van mij Pr. DE MEIJER, Rt. en Secrets.

C. 32, pp. 47-84.

Dingsdagh den {17140626} 26en Junij 1714, voormiddaghs

Present den Edele Heer Gouverneur en alle de leeden.

Door welgemelte Edele Heer te kennen gegeven zijnde, dat den capitain d’ Heer Dominicus Marius de Chavonnes, als voorsittend lid van den Raad van Justitie deses Gouvernements, uijt name van dat collegie voorgedragen had de nootsakelijkheit omtrent het verkiesen van een mede lid in die vergaderingh, vermits het provisioneel suspens van de Heer Helot, en dat den capitain Olof Bergh34 sig wegens sijne hooge jaren daar van heeft g’excuseert, waar door voor tegenwoordig dat collegie ‘s Comps. wegen vrij verswakt is: en dierhalven door sijn Edele geproponeert en daar toe voorgedragen wesende, den boekhouder en secrets. der weeskamer Adriaan van Kervel,35 Zo is denselve, als een bequaam en habil man zijnde, met concluderende stemmen daar toe verkoren en aangesteld; en heeft vervolgens den daartoestaanden eed in Raade aan handen van wel gemelte Edele Heer Gouverneur afgelegd.

Voorts door welgemelte Edele Heer Gouverneur den Raad voorgedragen zijnde, hoe d’ Edele Heeren Majores, ofte wel de illustere vergaderingh der Heeren Zeventhiene, de generale Compe. representeerende, bij derselver g’eerd schrijvens van dato 12en Augustus 1713 uijtdrukkelijk gelasten, dat men de gedagten zal laten gaan om convenabele middelen uijt te drukken en in ‘t werk te stellen,36 omtrent het invoeren van pagten, chijnsen en impositien; en wijders voordragende, of men in dit Gouvernement niet in train en gebruijk soude konnen brengen ‘t regt of middel van ‘t kleijn zegel; gelijk ‘t selve in Europa , op Batavia, Ceilon en elders in India practijkabel is, om daardoor d’ E.Compe. omtrent derselver lasten in dit Gouvernement eenigsints te gemoet te komen; Zô is, dieswegen gedelibereert zijnde, met eenparigheit van stemmen geresolveert en besloten, omme ten meesten dienste der E.Compe., in volgende maniere ‘t kleijn zegel in te voeren en ten dien eijnde bij publicatie en affixie van ‘t volgende placcaat tot een vast regulament een ijder voor te schrijven:

Maurits Pasques de Chavonnes, Raad Extraordinair van India en Gouverneur wegens de vereenigde Nederlanden geoctroiieerde Oostindische Compe. aan Cabo de Goede Hoop en derselver resorte, benevens den Raad doen te weten:

37

‘Also de E.Compe. tot voortsettinge deser Colonien van tijd tot tijd groote en seer excessive costen heeft moeten doen, zo door stigten van fortificatien, bezettingh en guarnisoenen, als andere verzeekeringen deser plaats, tot securiteit der ingezetenen, en de welke eerlangh door verdere nootsaakelijke uijtbreijdinge van Forten enz., nog merklijk staan vergroot te werden, sonder dat deselve daartegens eenige merklijke revenuen ofte inkomsten, immers die zodanige zware lasten opwegen konnen, heeft gegaudeert: en ‘t welke de illustre vergaderingh der Heeren Zeventhienen, de voorne. Compe. representeerende, regtvaardigh bewoogen hebbende, ons wel ernstigh te gelasten alzulke convenabele middelen en impositien uijt te denkken en in te voeren, als bevonden zoude werden te behooren, agtervolgens dese g’eerde ordre onmiddelijk de gedagten hebbende moeten laten gaan op ‘t vinden van nieuwe fonssen, egter de zulke daar uijt met de minste schade van de gemeente penningen zoude konnen werden gefourneert, en wel voornamentlijk op die, welke dan nog de goede ingezetenen niet alleen verdraagelijkst, maar ook nogh eenige vrugt zoude konnen bijbrengen. Ingevolge van ‘t welke dan gelet hebbende op de onseekerheit die uit veele geschriften, zo secretariale als andere dagelijx komen te proflueeren, waar door gemelte ingezetenen ook in veele, en dikwijls in seer quellige processen vervallen, omme welke te ontgaan, alomme in Europa als ‘t meerendeele van India van overlange al ingevoert wesende een ordre, dat geene acte notariaal of judicieel en zoude sijn van waarde, of dat daar op regt zoude mogen gedaan werden, ten zij denselven met een klein zegel ware bevestigt, gelijk dat waireltkundigh is.’

‘En welke voetstappen volgende, wij mede geresolveert en gearresteert hebben, alhier in train te brengen het selve middel van ‘t zegel op seekere ordonnantie bij ons daar op gemaakt: Zo is ‘t dat wij gelasten en ordonneeren bij desen, dat geene der secretarissen van dit gouvernement of eenige andere publijcque of particuliere persoonen, die eenige publijcque wettelijkke,38 secretariale actens of instrumenten depescheren ofte requesten instellen, naar den 20en Julij toekomende, zullen hebben uijt te geven, eenige van de hier ondergenoemde actens of instrumenten, ten zij derselver minuten ges. zijn op zegels daar bij gespecificeert, en de grossen of authentijcque afschriften van dien, op zegels de helfte minder als die der minute, op peene van drie rijxdds. te verbeuren op ijder acte ofte instrument, dat ongezegeld gevonden zal werden, en dat daar en boven op deselve geen regt zal werden gedaan; met interdictie aan alle regteren en justicieren op deselve geen regt te mogen doen, ofte gedoogen dat in regten geproduceert ofte overgeleid werden, op een boete tot lasten van de geenen die sulke documenten voortaan zal overleggen, sonder opgedrukt te hebben het behoorlijk zegel van twee rijxdds. op elk document, te decreteeren in de vonnissen of sententien, daar deselve anders overgeleid zullen werden; boven dat daarop geen reguard en zal mogen werden genomen, ter tijd toe het zegel daarop zal zijn gesteld. Op gelijke poene en boete, sal niemant mogen overleggen en presenteeren eenige acte of instrument voor desen gepasseert, ten zij deselve met een behoorlijk zegel is omslagen: en zullen de respective boetens hierinne begrepen zijn, tot profijte van de justitieele raadkamer, en zal den aanbrenger genieten een derde part; des zullen alle actens op zodanige zegels moeten ges. werden als hier na volght:’


Alle transporten van huijsen of landerijen, die verkogt of in deeling gebragt zijn voor ƒ8000 en daar boven moeten ges. werden op een zegel van Rxs. 3
Item van ƒ4000 en daarboven op een zegel van Rxs. 2
Zo mede van ƒ1000 en daarboven op een van Rxs. 1
en onder de ƒ1000 op een zegel van stuijvers 24
Alle sententien, decreten ende vonnissen, zo van den Raad van Justitie als van alle andere collegien en subalterne regters, daar onder begrepen d'interpositien van decreten, mitsgaders de vonnissen of afspraaken in cas van preferentie zullen moeten werden ges. op de onder te noemene zegels: namentlijk sententien diffinitiv in zaaken daar, zô in conventie als reconventie g'eijscht is, te samen ƒ6000 op zegel van Rxs. 2
Sententien in zaaken als boven daar g'eijscht is ƒ4000 op een zegel van Rxs. 1
Ditos in zaaken daar g'eijscht is ƒ1000 en daarboven op een van 24 stuijvers
Ditos in zaaken daar g'eijscht is onder de ƒ1000 op een zegel van 12 stuijvers
Alle andere sententien, vonnissen en decreten en in specie mede de sententien, vonnissen en decreten, daar bij ijmant gecondemneert werd, getuijgenis der waarheit te geven op een zegel van 6 stuijvers

Alle transporten van huijsen of landerijen, die verkogt of in deeling gebragt zijn voor ƒ8000 en daar boven moeten ges. werden op een zegel van Rxs. 3
Item van ƒ4000 en daarboven op een zegel van Rxs. 2
Zo mede van ƒ1000 en daarboven op een van Rxs. 1
en onder de ƒ1000 op een zegel van stuijvers 24
Alle sententien, decreten ende vonnissen, zo van den Raad van Justitie als van alle andere collegien en subalterne regters, daar onder begrepen d'interpositien van decreten, mitsgaders de vonnissen of afspraaken in cas van preferentie zullen moeten werden ges. op de onder te noemene zegels: namentlijk sententien diffinitiv in zaaken daar, zô in conventie als reconventie g'eijscht is, te samen ƒ6000 op zegel van Rxs. 2
Sententien in zaaken als boven daar g'eijscht is ƒ4000 op een zegel van Rxs. 1
Ditos in zaaken daar g'eijscht is ƒ1000 en daarboven op een van 24 stuijvers
Ditos in zaaken daar g'eijscht is onder de ƒ1000 op een zegel van 12 stuijvers
Alle andere sententien, vonnissen en decreten en in specie mede de sententien, vonnissen en decreten, daar bij ijmant gecondemneert werd, getuijgenis der waarheit te geven op een zegel van 6 stuijvers

‘Edog in reguarde van alle interlocutoire of provisionele sententien, vonnissen of decreten, daarbij ijmant bij provisie eenige somma van penningen of de versogte prestatie van eenig feijt of eenige andere zaaken, hoedanig deselve ook zoude mogen wesen, zal werden g’adjudiceert of ontseid, zullen daar van de sententien, vonnissen ende decreten ges. moeten werden op een zegel van halv zô veel geld als hier vooren van de diffi[ni]tive sententien, vonnissen en decreten is gestatueert.’

‘Alle regters zullen gehouden wesen de succumberende parthijen althoos te condemneeren in de kosten van de zegels, schoon deselve regters soude mogen goedvinden, om redenen haar daar toe moverende, de costen van den processe te compenseeren.’

‘Vervolgens zullen de na te noemene actens en instrumenten moeten ges. werden op zodanige zegels als bij ijder van dien aangehaald staat, te weten:’


Testamenten hoe genaamt zijn } op een zegel van 48 stuijvers.
Codicillen
donatien
huwelijkse voorwaardens
ervbrieven
vrij brieven van 's Comps. dienaars
attestatien volgens welke ijmant versoekt uit de eene in de
andere colonie te gaan woonen
Licentiebrieven tot broodbakken
dos. tot brouwen van suijkerbier
- tot 't formen van steen op 's Comps. grond
- tot 't branden van een kalkoven
- om stelroers te setten
Coopconditien } op een zegel van 24 stuijvers.
custingbrieven
scheepen en weesmeesterskennissen
bewijsen en uijtkoop ter weeskamer
trouwbrieven
compromissen
requesten waarbij relief versogt werd
licentiebrievjes waarbij ymant een plaats in leening of 't weijden van vee vergund werd.
dos. om riet te kappen
- om timmerhout te kappen
- om zeekoeiien te schieten
Borgtogten } op een zegel van 12 stuijvers.
obligatien
huurcedullen
attestatien alderleij soort, uitgenomen die bij 't zegel van 48 stuijvers genoemt zijn
procuratien alderleij soort revocatien en procuratien transporten van slaaven
vrijbrieven van slaaven
contracten alderleij soort
vendurollen
inventarissen
Eijsch, antwoord, replijk, duplijk,[^39] debat contradebat, solutien, supersolutien, salvatien, reprochen, declaratien, demonstrantien, interrogatorien, contra interrogatorien, deductien, contradeductien, advertissementen, memorien en voorts alle andere schrifturen, in regten werdende overgelegd
Extracten en copijen uijt vendurollen, registers en boekken, excepto die van d' E.Compe. } op een zegel van ses stuijvers.
citatien ijder apart.
insinuatien
protesten
contrap{r}otesten
requesten alderleij soort, uijtgenomen die waarbij relief werd versogt als boven gesegd
sommatien
renovatien
arresten
actens van gijselingh
licentiebrievjes om knegts in leeningh te hebben
om branthout te kappen

Testamenten hoe genaamt zijn } op een zegel van 48 stuijvers.
Codicillen
donatien
huwelijkse voorwaardens
ervbrieven
vrij brieven van 's Comps. dienaars
attestatien volgens welke ijmant versoekt uit de eene in de
andere colonie te gaan woonen
Licentiebrieven tot broodbakken
dos. tot brouwen van suijkerbier
- tot 't formen van steen op 's Comps. grond
- tot 't branden van een kalkoven
- om stelroers te setten
Coopconditien } op een zegel van 24 stuijvers.
custingbrieven
scheepen en weesmeesterskennissen
bewijsen en uijtkoop ter weeskamer
trouwbrieven
compromissen
requesten waarbij relief versogt werd
licentiebrievjes waarbij ymant een plaats in leening of 't weijden van vee vergund werd.
dos. om riet te kappen
- om timmerhout te kappen
- om zeekoeiien te schieten
Borgtogten } op een zegel van 12 stuijvers.
obligatien
huurcedullen
attestatien alderleij soort, uitgenomen die bij 't zegel van 48 stuijvers genoemt zijn
procuratien alderleij soort revocatien en procuratien transporten van slaaven
vrijbrieven van slaaven
contracten alderleij soort
vendurollen
inventarissen
Eijsch, antwoord, replijk, duplijk,[^40] debat contradebat, solutien, supersolutien, salvatien, reprochen, declaratien, demonstrantien, interrogatorien, contra interrogatorien, deductien, contradeductien, advertissementen, memorien en voorts alle andere schrifturen, in regten werdende overgelegd
Extracten en copijen uijt vendurollen, registers en boekken, excepto die van d' E.Compe. } op een zegel van ses stuijvers.
citatien ijder apart.
insinuatien
protesten
contrap{r}otesten
requesten alderleij soort, uijtgenomen die waarbij relief werd versogt als boven gesegd
sommatien
renovatien
arresten
actens van gijselingh
licentiebrievjes om knegts in leeningh te hebben
om branthout te kappen

‘Biljetten van verkopingen als andere op een zegel van drie stuijvers.’

‘Alle copijen authenticq van documenten in regten mede op een zegel van drie stuijvers. Reekeningen die in Raade werden overgelegd op een zeegel van ses stuijvers.’

‘En op dat dit middel met den meesten dienst van de E.Compe. en sonder fraude gepractiseert, mitsgaders alle moeijelijkheit en onseekerheit in het collecteeren van dit regt weggenomen mag werden, zo zullen de Secretariss[en] en andere persoonen ten allen tijde de genoemde zegels bij den cassier van ‘s Comps. kleene cassa, tegenwoordigh Jacob Voet, als commi[e]s van ‘t selve konnen bekomen; en welke zegels van jaar tot jaar bij een der leeden van den politijcquen Raad zullen werden geteekent, en sal den geene die om dit zegel te ontgaan tot het kappen van riet, timmerhout en alsulke licentien als hier boven gespecificeert zijn, geen behoorlijke licentiebrievjes versoekt, en buijten dien ‘t een of ander komt te doen boven de onkosten van ‘t zegel, vervallen zijn in een dubbelde boete, als bij de respective placcaten gestatueert is. Den geenen, die eenig request sal laten maken en selve niet schrijven konnende, zullen die bij sodanige Secretarissen moeten laten maken, in welke vergaderingh het sal gepresenteert werden.’

‘Niemant, wie hij soude mogen wesen, sal vermogen sig te bedienen van een zegel, dat afgescheurt, doorgesneden of andersints gevitieert bevonden werd, om ‘t selve op ander ges. of ongeschreeven papier te plakken, gebruijken of andersints appliceeren, op peene van tweehondert guldens op ijder zodanig zegel, en bovendien als falsaris arbitralijk, ja selfs naar gelegentheit van zaaken aan den lijve gecorrigeert ende gestraft werden.41

‘Dat boven de officieren van dit Gouvernement, die de calange42 ordinaris competeert, de voors. calange tegens de fraudateurs of contraventeurs van dese onse ordonnantie specialijk mede sal mogen werden gedaan bij de commis van het klein zegel, alsmede bij alle en een ijgelijk, die sodanige fraude of contraventie soude mogen ondekken of agterhalen, bij preventie, waar voor den selve de halve boeten sal genieten.’

‘Alle Secretarissen, alvoorens de minuten van de actens en andere instrumenten hier vooren verhaald te perfecteeren en te voltrekken, zullen gehouden zijn op den eed ten aanvangh van hun ampt gedaan, het regt van ‘t voors. zegel te ontfangen, sonder dat zij ‘t selve zegel aan de persoonen voor haar compareerende, zullen vermogen te crediteeren onder wat pretext het ook soude mogen wesen, op een poene van vijftigh guldens op ijder acte of instrument daar van zij ‘t voors. zegel zoude mogen hebben gecrediteert. Ingevalle eenige arme of miserable personen, het zij als eijssrs., het zij als verweerders, dingpligtigh zullen komen te werden, en zij van de overigheit een wettelijke permissie zullen hebben becomen om gratis te mogen werden gediend, of van ‘t zegel bevrijt zijn, zo sal in haar reguard op alle actens en judicieele geschriften in Loco Sigilli gesteld werden gratis.’

‘En op dat hier van niemant eenige ignorantie en pretendeere, zo begeeren wij dat dese alomme gepubliceert ende g’affigeert sal worden, daar het behoort, alzo wij ten dienste van de E.Compe. en dit Gouvernement sulx bevonden hebbe te behooren, aan ons niettemin reserverende de nadere interpretatie ende ampliatie van dese onse ordonnantie. (Onderstond): aldus gedaan en g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, den 26en Junij 1714 (en was geparapheert): M. P. de Chavonnes. (in margine stont): ‘s Comps. groot zegel gedrukt in rooden lakke (en daar onder): Ter ordonnantie van welgem. Edele Heer Gouverneur en den Raad (en getekent): Pr. de Meijer, Raad en Secretaris.’

Wijders is goetgevonden, dat alle de gedte. zegels door expres daar toe te nomineere gecommitteerdens zullen geslagen, en de stempels bij den Edelen Heer Gouverneur bewaart werden; welke zegels vervolgens door gede. gecommitteerdens onder een behoorlijke recepisse aan den cassier t’ zijner verantwoordingh overgegeven, en bij hem bij de cassareekeningh binnens linie even als de agterstallige knegtsleeningen ingenomen, en alle maanden voor zô veel komt af of uijt te geven, behoorlijk verantwoord werden; zullende de voorne. cassier voor dies moeijte drie per cento van de te verstrekkene zegels genieten. En alle welke zegels van jaar tot jaar bij toere door een der leede deser Raad, en aanvankkelijk door den independente fiscaal d’ Heer Cornelis van Beaumont, zullen geteekent werden; zullende de Secretarissen deses Gouvernements bij den cassier onder behoorlijke recepissen, zô veel en zodanige zegels mogen haalen als vermeijnen in een maand van noden te hebben, omme deselve te betalen, als weder andere komen haalen.

In opmerkking genomen zijnde de ongemakkelijkheit omtrent de verstrekkingh bij ordonnantie voor contant voor dese ingezetenen; mitsgaders dat deselve afsien om ‘s Comps. goederen zodanig uijt de dispens en negotiepakhuijsen te haalen, wegens de tijd die tot verrigtingh van ‘t selve vereijscht werd, ‘t gunt niet alleen tot groot ongerief der buijtenluijden, maar ook principaal tot merklijk nadeel van de E.Compe. komt te strekken: zô is, tot gerief der ingezetenen, en om meerder aftrek van ‘s Comps. goederen en coopmanschappen te maken, besloten, om de dispens en pakhuijsgoederen, voor zô veel die konnen gemist werden, door derselver bediendens voortaan sonder ordonnantien voor contant te laten verkopen, en ‘t provenu van dien om de maand of twee, nadat veel of weijnig zullen verkogt hebben, per ordonnantie van de Edele Heer Gouverneur in ‘s Comps. cassa te laten voldoen; zullende de verstrekkingh uit de winkel mede naar gewoonte geschieden.

Weesmeesteren deser steede,43 by request den 19en deser maand gepresenteert, en dies dispositie tot naaste gelegentheit uijtgestelt gelaten, te kennen gevende, dat ondervonden hadde, dat’er tot nog toe van wegen de overigheit aan haar niet was ter hand gesteld een behoorlijk regulament of ordonnantie, naar ‘t welke weesmeesteren, betreffende haar dienst, hun te gedragen hadden en daar door sig continueelijk ingewikkeld vonden in onseekerheden, wat hen te doen of te laten was, waar door gevolglijk meer en meer abuijsen zoude konnen werden veroorsaakt; tot voorkominge van ‘t welke en een rigtsnoer van ‘t doen44 der supplianten in het toekomende versogten, dat mogt g’ordonneert werden, dat in ‘t poinct van haar bedieningh zullen opvolgen de Statuten van India, ten reguarde van weesmeesteren g’emaneert, of wel sodanige andere wetten en ordonnantien als ten meesten nutte deser ingezeetenen soude bevonden werden te behooren.

Zô is na gehoudene raadpleegingh unanime geresolveert en besloten, omme het onderstaande aan haar supplianten tot een vaste ordonnantie of regulament45 te laten toekomen; met dien verstande nogtans, voor zo verre bij eenig testament ofte andere acte door den overledene niet contrarie is gedisponeert, als mede om hun te rigten omtrent de salarissen hun camer betreffende, als hier vervolgens aangewesen werd, namentlijk:

Soo wanneer ijemant aflijvigh wort,46 het sij man ofte vrouwe, kint ofte kinderen agterlatende, ofte geene magen ofte gerechtige erfgenamen alhier hebbende, sal den dootgraver, die het graft voor den aflijvigen maakt, gehouden wesen, al eer den selven begraven wort, sulx weesmeesteren ofte den Secretaris van de weeskamer aan te brenge[n] op verbeurte van zijn dienst, ende sullen de namen en de woonsteden van den overleden bij den voors. Secretaris in een register, ‘t welk hij daar af houden sal, aangetekent worden, mits soo den voors. dootgraver als den Secretaris daar voor genieten elck ses stuijvers.

Waar naar de bode van de weeskamer, als hem des bij weesmeesteren belast sal worden, den overgebleven man ofte vrouwe sal dagvaarden ter weeskamer te comen op sulcken dagh als den weesmeesteren gelieven sal, daar voor genietende 6 stuijvers, alle te verschieten47 op de weeskamer ende wederom te verhalen aan de goederen van de weeskinderen die ter camer geweesen worden.

Vader en moeder langstlevende, sullen gehouden wesen ter weeskamer te komen, omme te vertigten ende der weesen goed te bewijsen, ende te weesboek te brengen, in presentie, ende daar over geroepen de naaste vrinden48 van den aflijvigen, soo eenige sijn, ende dat binnen ses weeken nae de begravinge des overledens, op peene van 12 reaelen van achten te verbeuren; ende des niet te min gehouden blijven bewijs te doen, ten ware den langstlevende, bij advijs van weesmeesteren ende de naaste vrinden, om reden toegelaten wierden langer tijt te genieten om bewijs te doen, ofte sonder bewijs te doen, in den boedel ongedeelt te blijven sitten. Ende en sal niemant van sijne kinderen scheijden, ofte hij sal aanbrengen bij inventaris ende in geschriften overleveren alle de goederen, meublen ofte inmeublen, huijsen, erven, pachten, renten, scheepen ofte parten scheeps,49 gelt, actien, schulden, onschulden, hoe die genaemt mogen wesen.

Mitsgaders gout, silver, clijnodien,50 clederen ende allerhande huijsraad, de welk den overleden ten tijde van desselfs doot gehad ende beseten heeft, ende dat gesterkt met eede die hem bij weesmeesteren, welcke daar toe geauthoriseert sijn, afgenomen sal worden, ten ware dat bij voors. weesmeesteren ende naaste vrinden en voogden van de wesen anders geraden, geacht ende veraccordeert wiert.

Soo bevonden wort, dat eenige goederen versweegen ende niet in geseijde inventaris gestelt sijn, sullen deselve sonder eenige contradictie comen en blijven ten voordelen ende proffijt van de kinderen van den aflijvigen, ten ware den regter bij eede wilde verklaren, deselve niet willens en wetens versweegen te hebben, ende soo verre ijemant wilde seggen, geen goederen agter gelaten te hebben, ende den boedel meer ten agteren als te vooren te weesen,51 sal daar mede niet mogen volstaan, ende van bewijsinge vrij sijn, voor en alleer hij inventaris in forma gelijk voors. met schulden en onschulden overgelevert sal hebben, waar bij het selfde blijcken mag, al mede binnen voors. tijt, ten ware bij weesmeesteren toegestaan wiert, datter geen inventaris gelevert soude worden. Vader ende moeder beijde stervende, sonder hare kinderen bewijs gedaan te hebben, sullen d’ouste ende naaste magen ten weder sijde gehouden wesen bewijs te doen van de goederen bij den overledenen agtergelaten gelijk voors.52

Indien vader ofte moeder, ofte andere boelhouders bereijt waaren binnen voors. tijt bewijs te doen van goederen, ende de vrinden van den aflijvigen versogt sijnde voor weesmeesteren te compareren, daar toe niet verstaan wilden, soo sal men sodanigen onwilligen tot drie verscheijde reijsen telkens op eenen sekeren presisen dagh bij de bode van de kamer doen roepen omme te horen ‘t geen dien aangaande gedaan sal worden ende ten derde male niet comparerende, sullen de weesmeesteren sodanigen bewijs ontfangen ende de bewijsen daar mede mogen volstaan.

De kinderen van d’ eene sijde bewesen zijnde, soo sullen naar ‘t overleijden van de langstlevende, de outste en de naaste magen van desselfs sijde den kinderen bewijs doen, mede al binnen voors. tijd, op verbeurte van ses realen van 8ten., ende egter gehouden blijven bewijs te doen.

‘t Voors. bewijs sodanig gedaan sijnde, sullen alle de brieven, schultkennisse ende alle andre goederen, die bewesen zijn, terstont op de weeskamer gebragt werden, alwaart ook dat andere daar part en deel in hadden.

Indien eenig weeskint tot sijn jaren niet gekomen sijnde, staande in ‘t weesboek ofte niet, bij institutie van ijemant erfgenaam gemaakt ware, soo sal den boekhouder, ofte die hem met den boedel bemoeijt, gehouden wesen binnen 6 weken nae des testateurs overleijden over te leveren in handen van de weesmeesteren, in presentie van de naaste vrinden, behoorlijken inventaris van alle goederen bij den testateur agter gelaten, omme dien volgende erffenisse vermogens den testamente te schiften, scheijden ende deijlen, ende voort53 al sulcken part ofte deel als de kinderen toevallen sal, al waart ook met andere gemeen, terstont op de weeskamer te brengen als voren, op pene van 12 reaelen van achten.

Insgelijks sullen alle legaten, donatien, giften ofte andersints, hoe het selve genaemt soude sijn, de weeskinderen bij ijemant besproken ofte gelegateert, bij den erfgenamen ofte testateurs indien daar eenige zijn, binnen voors. tijd ter weeskamer gebragt worden, mede op peene voors.

Ende sullen alle meublen, goederen als huijsraad, clederen, juweelen en soo voorts, de kinderen aanbesturven ofte bij vertigtinge toegevallen, in ‘t openbaar opgeveijlt ende aan de meestbiedende vercogt werden, ende dat in presentje van de naaste magen, soo der eenige zijn, ten ware de weeskamer met de voors. naaste magen om redenen daarin anders te doen gerade dochten.

Maar en sullen de magen ofte ook weesmeesteren niet vermogen eenige vaste goederen, renten ofte pachten, den weeskinderen toekomende, te verkopen, belasten ofte te vervreemden, als met voorgaande consent van den gerechte, ende sullen die van den gerechte ook sulx niet consenteeren, als om grote redenen, ende in allen gevallen54 en sal de verkopinge van sodanige goederen niet geschieden, als opentlijk aan de meestbiedende.

Vader ofte moeder, hunne kinderen sekere somma van penningen bewijsende, sullen gehouden wesen deselve terstont op de weeskamer te brengen, omme tot proffijt van deselve kinderen beleijt te worden, ofte indien de ouders de penningen onder haar begeerden te houden, sullen daar voor stellen vaste hijpotheecq binnen deser stede, of vrijheijd van dien, ofte ten minsten 2 suffisante borgen tot discretie van den weeskamer en de naaste magen.

Ende soo ijemant hem onwillig maakte, ende in gebreke bleef van ‘t geene hier voren van de vertigtinge ofte aanbrenge der goederen erffenissen, ofte legaten der kinderen gemaakt, verklaart staat, sal daar over in gijselinge geleijt ende gehouden worden tot der tijt toe, dat bewijs ofte vertigtinge, gelijk behoort, sal hebben gedaan.

Ende sullen des niet te min weesmeesteren terstont, naar d’ expiratie van voors. 6 weken, mogen gaan ter woonsteede van den ongehoorsamen, ende doen aldaar bij haren clercq ter presentje van de magen van den overleden soo eenige zijn, ofte van de naaste gebuuren, alle de goederen in de huijsen wesende inventariseren, ende den selven onwilligen voorts bij eede doen verklaren, of daar eenige andere goederen sijn, ofte ten tijde van de aflijvigheijt van den overleden geweest sijn, boven ‘t geene al soo binnen den huijse gevonden sal worden, alle aanwas ofte proffijten, ‘t zij bij fortuijne van coopmanschappen ofte besterffenisse, ende anders, hoe ‘t selve genaamt magh wesen, ‘t welk vader ofte moeder aancomen sal, mogen nae de voors. geprefigeerde tijt van bewijs te doen, sal55 soo wel wesen ende comen ten proffijte van de kinderen, als van de vader ofte moeder, sonder dat de kinderen eenige schade, die den boedel mogte overcomen, hebben ofte lijden sullen, maar sal deselve schade alleen dragen ende geleden worden bij vader ofte moeder, die hun onwillig gemaakt sal hebben.

Des sal ook de belastinge van renten ofte andersints, die bij vader ofte moeder voor dato van bewijs in eenigerhande manieren gedaen sal worden, alleen comen tot lasten van der selver goederen, ende sal der kinderen goet altijt suijver ende onbeswaart blijven, sonder dat vader ofte moeder der kinderen conditie eenigsints beswaren, verkorten ofte verergeren sal konnen.

Overmits ook veele inconvenientien, questien, en verschillen dagelijks rijsen, door ‘t weder huwelijcken sonder voorgaande bewijs den kinderen gedaan te hebben, so is geordonneert, dat niemant ‘t zij man of wijf, wesen ofte onmondige kinderen hebbende, hem sal vervorderen, weder te houwelijcken voor ende alleer den overgebleven wesen, in maniere voors. regtelijcken bewesen, ofte met de weeskamer en de naaste magen over een gekomen zijnde, de goederen der kinderen bij sulcken accorden toegevonden ten weesboeke gebragt sal hebben, op peene indien yemant doot blijckelijke versuijmenisse contrarie dede, te verbeuren het 8e part van sijne ofte hare goederen, tot behoef van de voors. kinderen.

Alle kinderen die vader ofte moederloos sijn, worden alhier geheten wesen, onmondigh ende niet bequaam om haar eijgen voogt te wesen, voor dat sij 25 jaren out sijn, ende sullen tot dien tijt toe blijven onder vooghdije ende opsigt van weesmeesteren ende hare vooghden, ten ware sij ten houwelijcken staat gekomen, ofte bij goetvinden van weesmeesteren ende de naaste magen, bij d’ hoge overheijt geemancipeert ende selfs voogt gemaakt wierden, ende die sodanig geemancipeert ofte selfs voogt gemaakt is, en sal evenwel niet vermogen eenige onroerende goederen te vervreemden, anders als met kennisse ende toestant van den gerechte, gelijk voors.; het ware sulks om grote redenen bij den Gouverneur en E.Achtb. Politicquen Raad, ende niet bij mindere magt, ook uijtdruckelijk ware vergunt.

Indien nogtans de weesmeesteren met de gemeene vrinden ende magen, om deugdelijcke redenen niet geraden dogten alsulcke persoonen tot geseijde jaren gecomen, ofte ook gehouwelijkt sijnde, uijt der voogdije te stellen, soo sal men deselve onder voogdije laten, ende uijt den weesboecken niet doen, ook hoe out van jaren die mogten sijn.

Soo lange de wesen, ofte andere, onder voogdije staande, met hare goederen in ‘t weesboek staan, en sullen sij deselve niet mogen verkopen, versetten, beswaren, nog vervreemden in eeniger manieren, ten ware de weesmeesteren met de naaste magen ende voogden sulx geraden dagten, ende expresselijcken daar inne consenteerden,56 ende soo wie met de voors. wesen ofte andere onder voogdije ende in ‘t weesboek staande, contracteerde, cochte ende vercochte, speelde ofte hun luijden leende ofte borgde, buijten consent als voren, hoger als een reaal van achten, ‘t selve sal van geender waarde wesen, ende daar en sal geen regt op gedaan worden, ook hoe out van jaren sij mogten sijn, ende sal daar en boven de geene, die al sulcke personen gelt leende, borgde, ofte met spelen afwinnen, arbitralijk gecorrigeert worden.

De weeskinderen schulden, die te boek verleden sijn, mitsgaders alle ‘t geene voor erffenisse bij vader ofte moeder, ofte bij andere bewesen, ofte ten voordelen van de kinderen overgebragt sal wesen, sal men mogen innen met sommeren, renoveren ende executeeren tegens den geenen, ende die de schult bekent, ofte ‘t voors. bewijs gedaan heeft, in allen schijne of voor scheepenen gepasseert ende verleden ware, insgelijks sullen alle overcomsten, beloften, borgtogten, mitsgaders alle andere actien die in eenige saken der weeskinderen ofte andere welcker goederen op de weeskamer berustende sijn, voor weesmeesteren gepasseert sullen worden, van gelijcke cracht sijn als vooren.

Alle brieven, weeskinderen toebehorende, ende in de weesboecken staande die cragtig sijn, als deselve daar aan comen, die sullen in geender wijse verkeeren, verouderen ofte vergaan, ook hoe out van jaren die ook mochte wesen.

Voorts nopende het onderhout der kinderen, sullen vader ofte moeder in leven blijvende, schuldig wesen hare kinderen te onderhouden in cost ende clederen, met behouden goet voor de vrugten van ‘t bewijs tot hare jaren toe, te weten, de sonen tot 18 en de dochteren tot 15 jaren, hoe sober ende cleijn deselve vrugten ook mogten wesen, sonder te genieten eenige incompsten ofte proffijt van de kinderen bij eenige dispositie testamentair, gifte, donatie, ofte in eenige andere manieren aangecomen, ofte nog aan te komen van de vaders ofte moeders sijde, ofte van ijemant anders, ten ware de makinge ofte gifte den kinderen alsoo gemaakt expres sulx verclaarde ofte bij weesmeesteren om redenen anders verstaan mogte werden, daar inne als dan tot discretie van de weesmeesteren, ende bij advijs van de naeste vrinden ende voogden gedaan, ofte met de ouders veraccordeert sal worden, na behoren.

Voors. tijt van onderhout geexpireert sijnde, sal nogtans vader ofte moeder, die bewesen sullen hebben daar van niet vrij ofte ontlast sijn, voor ende alleer sij bij weesmeesteren comende, verclaren ter presentie van de vrunden, soo eenige sijn, dat sij begeren van den onderhout ontslagen te wesen, daar inne als dan bij weesmeesteren gedaan sal worden, soo nae reden bevonden sal worden te behoren.

Indien bevonden wort de weeskinderen niet onderhouden en worden, sulx als geconditioneert is, ofte dat hem niet oirbarelijk ware langer te blijven, daar sij besteet ofte woonachtigh sijn, ‘t sij bij d’ ouders, naaste vrunden ofte andere persoonen, soo sal men ten allen tijde bij advijse van weesmeesteren deselve van door mogen nemen, nae beloop des tijts te betalen, ende elders oirbarelijk besteden, ende indien deselve persoonen eenige goederen onder hun hadden, den weeskinderen toekomende, sullen sij gehouden wesen deselve binnen een maant daar naar op te brengen, op peene van 6 reaelen te verbeuren bij den geene, die daar af in gebreke bevonden sal worden, ende evenwel gehouden wesen deselve over te leveren.

Ende soo verre de vrugten van ‘t bewijs bevonden worden merckelijcken meer te bedragen, dan de penningen daar de kinderen bequamelijk mede connen onderhouden worden, soo sullen in dien gevallen de vrunden en de voogden, met advijs van weesmeesteren, den onderhout aangaande met vader ofte moeder accorderen, so na reden behoren sal.

Aangaande de voogdije, daar in dese notulen op te letten staan, indien bij testamenten van den overledenen geen voogden sijn gestelt, want die anders voor al vooghden sullen wesen, soo sal de vader van de nagelaten kinderen, een man van eere, nut ende bequaam sijnde, voor al voogt wesen van sijne kinderen, goede toesigt op deselve nemen, ende hunne goederen administreeren.

Ten ware bij volgende voorgaande maackinge ofte andere voorwaarden in de goederen van sijne kinderen niet succederen en mochte, in welcke gevallen d’administratie sal toekomen ende bevolen worden ‘t naeste bloet van de voors. kinderen erfgenamen, man persoon, poorter ofte inwoonder deser stede, soo verre hij niet en sij te out van jaren, ofte onmagtigh van lijve, ofte om andere redenen bij weesmeesteren onbequaam daar toe gekent, dewelcke gehouden sal wesen deselve voogdije te aanvaarden, op cautie juratoir, op pene van 25 Rds. van achten.

Geene vrouwe,57 alwaart ook moeder ofte grootmoeder, en sullen haar vervorderen eenige voogdije aan te nemen, die selver58 onder een anders voogdije staan, en sullen mede geen voogden mogen wesen, nogte ook crijchsluijden, maar sullen moeder ende grootmoeder daar toe bequaam ende gequalificeert sijnde, wel mogen hebben d’ administratie, indien ‘t haer gelieft, van de goederen hare kinderen ofte kintskinderen toecomende; ende dat bij advijs van weesmeesteren onder der kinderen voogden te weten, soo sij erfgenamen daer af sijn, ofte eenige successie verwagten, in manieren als voren van vader geseijt is, ende ook met satisdatie ofte cautie ende onder renunchiatie van ‘t benefitie Senatus Consulti vellianij ende alle andere benefitien van rechten den vrouwen competerende.59

Welcke voors. administratie van vader, moeder, ofte grootmoeder geduren sal tot wederhouwelijcken toe, ende niet langer, ende ingevalle yemant van hen wederom quame te houwelijcken sonder reekeninge, bewijs ende reliqua gedaan te hebben, soo sullen als dan de goederen van den geenen, die alsulcken persoon getrout sal hebben, mede verbonden en gehijpotequeert wesen voor de voors. administratie.

Soo wanneer d’ ouders om voors. redenen geen voogden ofte administrateurs van hunne kinderen ende derselver middelen wesen connen, sullen deselve des niet tegenstaande behouden de opsigten, die hun naturens wegen60 over deselve toekomt, en sullen daaromme de voogden ende weesmeesteren aangaande der kinderen opvoedinge, houwelijcken, als andere gewigtige saken, gehouden wesen, hen naar derselver goetduncken te reguleren. Ende of ‘t gebeurde datter niemant van de maaghschap en ware om de voogdije van de kinderen en d’ administratie van de goederen te aanvaarden, soo sal bij weesmeesteren met advijs van scheepenen, een ander goet man gestelt ende geordonneert worden, die ‘t selve ook gehouden sal wesen te accepteren, op pene als voren, ten ware hij hadde wettige oorsaken daar mede hij hem soude weten te excuseeren.

De voogden ende administrateurs van weeskinderen ende hare goederen sullen gehouden wesen t’ allen tijde ten versoeke van de magen ende weesmeesteren van haren ontvang61 ende bewint, in presentie van de magen, soo eenige sijn, reeckeninge te doen, op pene van 12 reaelen ‘telcken rijse bij den onwilligen te verbeuren, ende sullen de weesmeesteren nog de voogden ofte administrateurs van de weeskinderen goederen, derselver gelt niet op renten uijtgeven, dan mits daar voor ontfangende besegelde brieven met twee suffisante borgen, die t’ samen ende elx een voor al beloven, ende vaststaan sullen voor betalinge van dien.

Of ‘t geviel dat eenige weeskinderen (vader nogh moeder hebbende) soo veel jaarlijks niet en hadden (incomende) daar mede sij in cost, clederen en souden mogen onderhouden werden, soo sullen de weesmeesteren met advijs van de naaste magen, soo eenige sijn, alle derselver goederen, soo roerende als onroerende, verkopen ende te gelde maken, ende voorts daar inne doen, soo best ende oirbaerlijkst ten proffijte der kinderen sullen bevinden te behooren.

De goederen, weeskinderen toebehorende, sullen gemeen blijven ter tijt toe dat ijemant van hen mondig sal wesen, ten ware dat anders bij d’ ouders gedisponeert ware, ofte weesmeesteren met de vrienden ende vooghden om sonderlinge redenen anders geraden dochte, ofte dat ijemant van de kinderen eenige merckelijcke schult buijten andere maakte, quaat regement62 hielden, ofte ter scholen gehouden wierde, ofte anders merckelijk meer verteerde ende behoefde, ‘t welck sij gehouden sullen weesen, selver, ende alleen tot haaren laste te dragen.

Soo wanneer eenig weeskint den tyt van 16 jaren continuelijk anden anderen63 absent geweest sal sijn, sonder te weten, of sodanigen kint nog in leven is of niet, soo sullen de naaste vrunden, die hun vermeten erfgenaam te weesen, bij advijs van weesmeesteren doen vereijschen ter plaatse daar den persoon laast woonachtig is geweest, ende indien men bevint den selven overleden te wesen, ofte dat men niet en kan geweten waar hij bevaren is, soo sal men de voors. vrunden ende erfgenamen, mits dat bij attestatie ofte getuijgen docerende64 consenteeren desselfs goederen te mogen deelen, mits eerst stellende suffisante borgen elcx voor soo veel dat behoort, omme te restitueeren ‘t geene sij op beuren65 ende ontfangen sullen, indien den uijtlandigen weer te voorscheijn mochte comen.

Men sal geen queste van weeskinderen voor regt betrekken, dan met voorgaande advijs ende consent van weesmeesteren, op peene van 6 realen van agten, ende selver de costen te moeten betalen.

Die eenige wesen te boecke staande, wil beclagen van costgelt ofte anders, sal gehouden wesen ‘t selve eerst te doen voor weesmeesteren.

Ende sullen de geschillen tusschen partijen voor weesmeesteren vallende, getermineert worden, sommarie, ende sonder geschrifte alleer partijen die betrecken sullen mogen voor scheepenen, ende soo deselve voor scheepenen betogen ‘t appoinctement van de weeskamer bij scheepenen geapprobeert wert, sal den betrecker verbeuren drie realen van achten.

Ende soo wie hem bij eenigh appoinctement van weesmeesteren bevonde beswaart, sal de saeke binnen veertien dagen daar aan volgende, dat men regt hout, mogen betrecken voor scheepenen ende niet daar nae, maar de veertien dagen voors. overstreecken sijnde, sal ‘t selve appoinctement stede houden ende voortgangh nemen, in allen schijne, of het met vonnisse van scheepenen geweesen ware.66

Soo wanneer ijemant komt aflijvig te worden, die alhier sijn gerechtige erfgenamen niet en heeft, sullen weesmeesteren terstont desselfs boedel onder hen nemen, ende de goederen door den Secretaris in presentie ende ten overstaan van 2 weesmeesteren doen inventariseeren, ende voorts ‘t zij de selve tot gelde te maken, ofte anders daar mede handelen sodanig ten voordele van de eijgenaars ooirbaarlijcst sal geacht worden.

Maar en sullen sodanige eijgenaars soo lange sij absent blijven, ende geen gemagtighde sende,67 om de voors. goederen van weesmeesteren te vorderen van de selve, ‘t sij die tot gelt gemaakt sijn ofte niet, geen vrugten ofte renten mogen eijsschen, maar sal hen het blote capitaal bij weesmeesteren bewaart ende gerestitueert worden.

Ende soo middelertijd eenige vrugten ofte renten van deselve gemaakt sijn, sullen comen ende g’emploieert worden tot vervangh van de jaarlijckse lasten van de weeskamer.

Weesmeesteren sullen ‘t register van de weeskamer secreet houden, sonder ‘t selve aan ijemant te verthoonen, als bij gemeen consent, ofte ter ordonnantie van scheepenen.

Die om eenige saeken van weesmeesteren ontboden wort, om bij hun luijden op de weeskamer te comen, sal gehouden wesen te compareeren, ten dage hem bij bode geprefigeert, op verbeurte van d’ eerste rijse van een quart, de tweede een halve reael ende voor de derde reijse ‘t reael van achten, waar van de executie bij den bode van de weeskamer, die daar toe bij desen geauthoriseert wort, gedaan sal worden, ende sal sodanigen ongehoorsamen naar de derde reijse bij den gerechte gecorrigeert worden, nae gelegentheijd van saken.

Ende sullen die van den gerechte, soo wanneer sij bij de weesmeesteren des versogt worden, deselve voorstaan ende helpen raden, ende soo wie weesmeesteren misdeden met woorden ofte wercken, sal gestraft worden in allen schijne, of het die van den gerechte gedaan ware; de voors. boeten sullen geappliceert worden tot behoef van de weeskamer; den Secretaris van de weeskamer sal gehouden wesen op d’ aenmaninge cautie te stellen ter somma van duijsent realen van achten: en sal tot salaris hebben ses Rdrs. smaants, en dat uijt ‘t capitaal der onbekende wesen, of wel uijt de intrest daar van.

Voor ‘t inventariseeren der boedels van 2 tot 6 Rdrs., na dat deselve, en bij gevolgh de inventarissen, groot zijn.

Voor een uijtkoopbrief 2 Rdrs. Voor ‘t redderen van een boedel en ‘t vercopen der goederen 3 1/2 per Cto.

Voor ‘t in en afschrijven der capitalen 1/4 per cto. van ‘t geheel: namentlijk een achtste voor ‘t innemen en 1/8 voor ‘t afschrijven.

DE GECOMMITTEERDENS

zullen genieten voor ijeder dagh, dat sij vaceeren, ‘t zij tot inventariseren, verkopen of verdeelen der goederen elck 2 Rdrs.

Item voor ‘t resumeren der papieren en andere diergelijcke saken 2 Rdrs. daags. Voor ‘t passeeren van obligatien, bewijsen, acte van borgtogt ende andere instrumenten, opsigt tot de weeskamer hebbende, 4 schellingen ijeder.68

EEDT VOOR DE WEESMEESTEREN69

Ik belove ende sweere, dat ik den staat der vrije Vereende Nederlanden, mitsgaders den Edle. Hr.Gouverneur en sijnen Raad an Cabo de Bonne Esperance gehou ende getrouw sal wesen, der weduwen ende wesen regt getrouwelijk voor te staan, en hare welvaart na uijterste vermogen te sullen helpen bevorderen, de secreten van dese camer an niemant te sullen openbaren, als an den genen die ik rekenschap mijner administratie schuldig ben; de ordonnantie op ‘t stuk der weesmeesteren70 punktelijk en naar mijn uijterste vermogen t’ onderhouden, mitsgrs. voorts mij in dese administratie te sullen dragen, als een goed, opregt ende getrouw opsiender van wesen ende weduwen toestaat.

Dit en sal ik niet nalaten om eenige haat ofte gunst, schade of proffijt, ofte eenig ding ter werelt.: Soo waarlijk help mij God Almachtigh.

Aldus geresolveert en gearresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] O. BERGH.

[Signed:] D. M. PASQUES DE CHAVONNES.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] J. CRUSE.

[Signed:] JNS. SWELLENGREBEL.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] In kennisse van mij PR. DE MEIJER. Rt. en Secrets.

C. 32, pp. 85-86.

Saturdagh den {17140630} 30en Junij 1714. Voormiddaghs

Presentibus omnibus.

Door den Secrets. deser vergaderingh voorgedragen zijnde, hoe tot nog toe alhier in train en gebruijk is geweest, dat de placcaten van tijd tot tijd door dese regeeringh gedaan emaneeren, alle bij de successive Edele Heeren Gouverneurs sijn geparapheert met ‘s Comps. groot cachet bezegeld, en door de Secretarissen, ter ordonnantie van de Gouverneurs en Raad getekent, zodanig alomme g’affigeert zijn, sonder dat een van die placcaaten, bij de Gouverneurs in voegen voors. geteekent, bij de Secretarije te vinden is, dan eenlijk derselver afschriften, en dat het grootste gedeelte nog ongeauthentiseert; met betuijginge ‘t selve volgens sijn pligt te moeten voordragen, om de disputen die daaruijt soude konnen ontstaan te prevenieren. Waarop d’ Edele Heer Gouverneur te kennen gaf, ‘t selve tegens ‘t gebruijk in Europa strijdig, en een groote onagtsaamheit te wesen; en dierhalven in consideratie gevende of daar omtrent geen behoorlijk redres behoorde gemaakt te werden.

Zo is dieswegen gebesoigneert zijnde, goedgevonden ende besloten, dat voortaan ‘t origineel placcaat bij den Edelen Heer Gouverneur geparapheert, en door den Secretaris ter ordonnantie van sijn Edele en den Raad geteekent, en met ‘s Comps. groot cachet bezegeld zijnde,71 ter Secretarije zal werden ingebonden en bewaard, en vervolgens derselver afschriften doo[r] den Secretaris alleen geteekent, alomme zullen werden aangeslagen.

Aldus geresolveert en gearresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] O. BERGH.

[Signed:] D. M. PASQUES DE CHAVONNES.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] J. CRUSE.

[Signed:] JNS. SWELLENGREBEL.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] In kennisse van mij PR. DE MEIJER, Rt. en Secrets.

C. 32, pp. 87-91.

Dingsdagh den {17140703} 3en Julij 1714. Voormiddaghs.

Presentibus omnibus.

Den Edele Heer Gouverneur den Raad voordragende, dat ondervonden hadde, diverse landbouwers gepermitteert te sijn, om hier en daar landwaard in voor den tijd van ses en twaalv maanden met hun vee te weijden, sonder dat d’ E.Compe. daarbij ijets gaudeert, ‘t gunt sijn Edele betuijgde, door dien de ingesetenen door ‘t selve grootelijx werden gerieft en bevoordeeld, geensints compatibel te zijn, maar van sentiment was, d’ E.Compe. daar voor ijets diende te genieten, weshalven in omvrage gebragt hebbende, wat men tot ‘s Comps. voordeel daarop zoude konnen stellen: zo is verstaan ende besloten, dat alle degeene die permissie sullen komen te versoekken om eenigh land tot weijdingh van vee in leeningh te hebben, in cassa tot een recognitie aan de E.Compe. zullen moeten betalen voor een halv jaar ses, en een heel jaar twaalv rijxdds.; en dat voor en al ‘eer zodanigen licentiebrievje ter secretarije sal mogen werden geboekt of geregistreert, mitsgrs. dat daar boven, wanneer ijmant op zodanigen stuk land komt te zaaiien, ingevolge de resolutie van den 17en April deses jaars, subject blijven om de thiende van de te ougsten graanen ten desen Casteele aan den Heer ofte d’ E.Compe. te moeten opbrengen en voldoen.

Door den Raad van Justitie deses Casteels bij geschrifte te kennen gegeven zijnde, dat nog nooit een vaste taxt is geweest op de salarissen en vacatiegelden, die zô bij gecommitteerdens uijt gedte. Raad als derselver Secretaris en boode in hunne ampten werden genoten en dat sulx enkkelijk en alleen na ouder usantie geschieden, mitsgaders dat’er ook nog geen placcaten, statuten ofte articulbrieven waren, om sig daar na bij gelegentheit te kunnen rigten; en dierhalve versoekende dat’er een vaste salarislijste mogt werden gemaakt, mitsgaders afgegeven werden. Copijen van zodanige placcaten, ordonnantien en articulbrieven als tot haar collegie zijn specteerende; zo is dieswegen geraadpleegt zijnde, goed gevonden ende besloten, omme den Secretaris deser vergaderingh de copia van ‘t generaal en andere placcaten bereets g’emaneert, en die nog staan gepubliceert te werden, mitsgrs. den articulbrief af te laten geven, en de gecommitteerdens, Secretaris en boode, sodanige salarissen toe te leggen, als hier onder gespecificeert zijn; welke salarissen uit de raadcamers cassa, wanneer in voorraad is, zullen betaalt werden en sulx eerstelijk

Voor de Gecommitteerdens
  Rds. stuijvers
Wanneer deselve op vendutien gaan voor ijder dag en persoon 2 -
Wanneer vaceeren bij een verklaringh, of beeedigingh van dien, particuliere verklaringh of zaak 1 -
Maar meer verklaringen in een proces beleid werdende, op eene voor of namiddagh, ijder niet meer voor eene verklaringh als - 24
Op een inventarisatie, 't zij hier aan de Caab of ten platten lande, ijder daags 2 -
En wat verder hier aan dependeert van visite als anders, te handelen na de tijd en plaats, en de penningen die in bonis zijn.
Voor de Gecommitteerdens
  Rds. stuijvers
Wanneer deselve op vendutien gaan voor ijder dag en persoon 2 -
Wanneer vaceeren bij een verklaringh, of beeedigingh van dien, particuliere verklaringh of zaak 1 -
Maar meer verklaringen in een proces beleid werdende, op eene voor of namiddagh, ijder niet meer voor eene verklaringh als - 24
Op een inventarisatie, 't zij hier aan de Caab of ten platten lande, ijder daags 2 -
En wat verder hier aan dependeert van visite als anders, te handelen na de tijd en plaats, en de penningen die in bonis zijn.
Den Secretaris
  Rds. stuijvers
Sal mogen genieten, zo in crimineele als civile zaaken voor een presentatie ter rolle, 't houden der notulen en de extentie derselve: - 30
Voor een afschrift van 't vonnis 1 -
- een dito in copia - 24
Voor copia instrumenten, niet grooter dan een vel schrifts - 24
Voor deselve wat grooter, na rato als het bovenstaande
Voor concipieeren en copieeren van een sententie 2 -
- eenselve die van meer delincquanten is een of twee rds. meer.
- een interrogatoria met aanteekeningh der responsive 1 -
- een recollement 1 -
- de vacatie op 't geregt van een delincquant 1 -
- daggelt wanneer inventariseert 2 -
- den inventaris 2 -
- het verkopen van goederen, zô hier als buijten ijder dagh (uijt en thuijs komen inclusive): 2 -
- een appostil en 't aanteekenen ter rolle - 24
- alle publicatien 1 -
- salaris zô van tilbare als vaste goederen, vier per cento.
Den Secretaris
  Rds. stuijvers
Sal mogen genieten, zo in crimineele als civile zaaken voor een presentatie ter rolle, 't houden der notulen en de extentie derselve: - 30
Voor een afschrift van 't vonnis 1 -
- een dito in copia - 24
Voor copia instrumenten, niet grooter dan een vel schrifts - 24
Voor deselve wat grooter, na rato als het bovenstaande
Voor concipieeren en copieeren van een sententie 2 -
- eenselve die van meer delincquanten is een of twee rds. meer.
- een interrogatoria met aanteekeningh der responsive 1 -
- een recollement 1 -
- de vacatie op 't geregt van een delincquant 1 -
- daggelt wanneer inventariseert 2 -
- den inventaris 2 -
- het verkopen van goederen, zô hier als buijten ijder dagh (uijt en thuijs komen inclusive): 2 -
- een appostil en 't aanteekenen ter rolle - 24
- alle publicatien 1 -
- salaris zô van tilbare als vaste goederen, vier per cento.
voor den boode
  Rds. stuijvers
Voor ijder citatie - 12
- 't oppassen der raadkamer voor ijder parthij - 12
- sommatie en renovatie van ijder parthij - 24
- te paart na buijten rijdende, voor hem daags 1 -
- het paart 1 -
- het inventarisseeren, zo hier als buijten ijderdagh 1 -
- een insinuatie, protest, arrest of andersints - 24
- 't aanplakken van ijder billjet - 6
- 't klinkken van 't bekkingh[^72] daags 1 -
Den boode sal ook mogen genieten voor salaris van alle vaste en losse goederen een van 't hondert.
voor den boode
  Rds. stuijvers
Voor ijder citatie - 12
- 't oppassen der raadkamer voor ijder parthij - 12
- sommatie en renovatie van ijder parthij - 24
- te paart na buijten rijdende, voor hem daags 1 -
- het paart 1 -
- het inventarisseeren, zo hier als buijten ijderdagh 1 -
- een insinuatie, protest, arrest of andersints - 24
- 't aanplakken van ijder billjet - 6
- 't klinkken van 't bekkingh[^73] daags 1 -
Den boode sal ook mogen genieten voor salaris van alle vaste en losse goederen een van 't hondert.

Aldus geresolveert en gearresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] O. BERGH.

[Signed:] D. M. PASQUES DE CHAVONNES.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] J. CRUSE.

[Signed:] JNS. SWELLENGREBEL.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] In kennisse van mij PR. DE MEIJER Rt. en Secrets.

C. 32, pp. 92-93.

Dingsdagh den {17140710} 10en Julij 1714. Voormiddags.

Present d’ Edele Gouverneur en alle de leeden.

Geconsidereert zijnde, dat de huijserven die van tijd tot tijd in dit Caabse district aan dese en geene uijtgegeven zijn, met verwagtinge deselve door de eijgenaars, tot vergrootingh en ciraat deser plaats, op ‘t spoedigste soude betimmert zijn geworden, ‘t gunt voor een goed gedeelte contrarie bevonden werd, en evident komt te blijken, dat eenige dier uijtgegeven erven door de geene, aan wien vergunt, onbetimmert ten haren voordeele verkogt zijn; gelijk nog diverse andere hunne gegeven erven sonder te bebouwen soekken te verkopen, direkt strijdigh tegens het oogwit ten welken eijnde deselve verleend en uijtgegeven zijn: Zo is op de gedane propositie van den Edele Heer Gouverneur, ten fine, om dat quaat misbruijk in tijds tegen te gaan, met eenparigheit van stemmen vast gesteld ende besloten, omme bij publicatie en affixie van placcaaten,74 alle ende een ijgelijk die eenig erv of erven in dese Tafelvalleij gelegen hebben, en nog niet betimmert zijn, te ordonneeren ende te gelasten, dat zij hun erv of erven binnen een jaar na de publicatie van gedagt placcaat, zullen hebben te betimmeren ofte te bebouwen, en met behoorlijke muur omtrekken; op peene, dat bij nalatigheit van dien, na expiratie van genoemde tijd, de nog ledigh bevonden werdende, weder aan den Heer ofte d’ E.Compe. zullen vervallen zijn, en aan andere gegeven werden; met verdere interdictie aan een ijgelijk dat geen leedige huijserven van nu af aan meer zullen mogen verkopen ofte veralieneeren.

Aldus geresolveert en gearresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] O. BERGH.

[Signed:] D. M. PASQUES DE CHAVONNES.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] J. CRUSE.

[Signed:] JNS. SWELLENGREBEL

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] In kennisse van mij PR. DE MEIJER, Rt. en Secrets.

C. 32, pp. 94-96.

Dingsdagh den {17140731} 31en Julij 1714. Voormiddags.

Present d’ Edele Heer Gouverneur en alle de leeden, dempto d’ Heer capitain de Chavonnes door indispositie.

Den president en leeden van ‘t collegie van civile en huwelijk zaaken, bij request verthoond hebbende hoe hunne vergaderingh uit ses persoonen is bestaande van welke verscheijde, nog andere bedieningen moetende waarnemen, behalven dat ‘s Comps. dienaren aan hare ordinare functien daar en boven nog moetende voldoen, waar door, alsmede bij indispositie, dikwijls komt te gebeuren bij zittingh van gem. collegie deselve zo swak van stemmen sijn, dat tot hun leetwesen de uijtspraaken wel werden uijtgesteld en gesurcheert, tot merklijke prejuditie van de goede ingezeetenen, die bij wijlen heel van Stellenbosch , Drakenstein , ja van verder te vergeefs herwaarts komen, en dierhalve versoekende, dat gem. collegie met twee persoonen mogte werden gecorroboreert en versterkt, en ten dien eijnde een dubbeld gethal genomineert hebbende: zo is na gehoudene raadpleegingh en dies nootsaakelijkheit in opmerkkingh genomen zijnde, goedgevonden ‘s Comps. wegen Pieter Rocques de Chavonnes75 en uijt de burgers Izaacq Scheepers76 tot commissarissen aan te stellen.

Door den Edelen Heer Gouverneur voorgedragen zijnde, dat dagelijx lastig gevallen wierd van diverse ingezetenen, om hunne landerijen, eenigen tijd herwaarts door haar in leeningh bezeten, in eijgendom te mogen hebben, waar onder eenige in ‘t Land van Waveren en elders gelegen zijn; weshalve sijn Edele den Raad in bedenkkingh gaf of zodanige menschen. wanneer hun ‘t selve land in eijgendom wierd gegeven, niet des te meer tot culture van dien zoude werden aangeset, en also d’ E.Compe. omtrent de thiendens merkelijk bevoordeelt werden, door dien de landbouwers de gen. landerijen andersints leedigh laten leggen en tot weijdingh van hun vee gebruijken, behalven dat op deselve geen kosten tot timmeringh van huijsjes, hokken enz. tot den landbouw benodigt derven doen, waar door veroorsaakt werd, dat bij verkoop der opstallen d’ E.Compe. niets voor ‘s Heren regt bevoordeeld werd: zo is, dieswegen geraadpleegt zijnde, goed gevonden en besloten, omme die geene die de landerijen eenigen tijd ter leen beseten hebben, en den eijgendom aan den Edelen Heer Gouverneur versoekken, daarvan erfbrieven te verleenen.

Bij attestatie van expresse gecommitteerdens aangethoond zijnde, dat eene der opstrant leggende landsboots niet meer in staat was, om de rheede mede te bevaren, door dien geheel verrot en vergaan is; zo is almede goedgevonden om deselve bij de boekken te laten afschrijven, en gesloopt zijnde, tot kalk of steenovenhout te gebruijken.

Aldus geresolveert en gearresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] O. BERGH.

[Signed:] ..............................

77

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] J. CRUSE.

[Signed:] JNS. SWELLENGREBEL.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] In kennisse van mij PR. DE MEIJER, Rt. en Secrets.

C. 32, pp. 97-107.

Dingsdagh den {17140807} 7en Augustus 1714. Voormiddaghs.

Present den Edele Heer Gouverneur en alle de leeden, dempto den captain de Chavonnes, door indispositie.

Door welgemelte Edele Heer Gouverneur voorgedragen zijnde de noodsaeckelijkheijt dat de onderhoud-vesters,78 tot conservatie van ‘s Comps. timmer en brandhoutbosschen, mitsgaders de jagt, met een behoorlijke instructie voorsien wierden, om hun in ‘t exerceeren van haer ampt daer na stiptelijk te gedragen en ten dien eijnde een instructie hebbende doen opstellen van de volgende inhoud:

Instructie waer na de onderhoutvesters sigh stiptelijk zullen hebben te reguleeren.

79

‘Ten eersten.’

‘moeten zij sigh naauwkeurigh onderregten hoe verre de limiten van des E.Comps. brand en timmerhoutbosschen strekken, op dat de dienaren van de E.Compe. den inwoonder in ‘t kappen van hout niet te na en komen.’

‘2.’

‘Gelijk zij ook wel zullen ondersoeken, of de gelandens omtrent ‘s Comps. bosschen en houtkapperijen gelegen, haere scheijtspalen wel over eijnde houden, op dat hare bepalinge gekend, en d’ E.Comps. op haare houtgewassen onbenadeelt blijft. Zô zij bevinden, dat daer in ijmand nalatigh mogte zijn, zullen zij d’ sulke in den name van de E.Compe. in al sodanige boetens bekeuren, als bij placcaaten op ‘t stellen van scheijdspalen is gesteld: van welke boetens zij luijden de helft zullen genieten.’

‘3.’

‘Haere zorg en opsigt sal met alle vlijt moeten gaen om voor te komen, dat’er omtrent ‘s Comps. bosschen of plaetsen geen velden of weijden in brand werden gestooken, ijmand vindende zulx doende (wie het mogte zijn), sonder eenige oogluijkingh met geweld gevangen te nemen, en den selven in handen van de Justitie te stellen, daer voor zullen zij meede treden voor de helft in alsulke premiën, als daer op gesteld zijn bij placcaten.’

‘4.’

‘Wie het mogte zijn in ‘s Comps. brand of timmerhoutbosschen vindende, hout te kappen, schillen, ofte wel met een bijl ofte zaage, zullen zij hebben uijt naem van de E.Compe. te bekeuren in alsulke boetens, als op ‘t kappen van ‘s Comps. hout is g’emaneerd, wel verstaende dat wanneer een slaev gevonden hebben, zij de meester van de slaav zullen moeten bekeuren, dewelke ook voor zijn lijfeijgen sal moeten betalen.’

‘5.’

‘Alle die eenig jong hout in ‘s Comps. bosschen of brandhout kapperijen bederven, zullen zij sonder aansien gevangen brengen aan de Justitie; voor ijder zullen zij genieten 25 guldens.’

‘6.’

‘’s Comps. dienaren in ‘s Comps. houtkapperijen voor andere als haere Heeren en Meesters weetende te kappen, zullen zij gehouden zijn opstonts daer van kennisse te geven aan den captn. op poene van haer ampt en straffe na gelegentheijt van zaken.’

‘7.’

‘Op dat het hout tijd tot aangroeiien mogte hebben, zullen zij niet toelaten, dat in de bosschen (nu aan te wijsen) door wien het mogte zijn, eenig groen hout word gekapt of geschud, als met een expres bevel van den Edelen Heer Gouverneur, ijmand daer in vindende zulx te doen, zullen d’ selve sonder eenige oogluijkingh gevangen opgebragt moeten werden, voor ijder genietende 30 gulden.’

‘8.’

‘Wat wagens het mogen weesen die geladen zijnde met brand of timmerhout hun ontmoeten, sal het hun vrijstaen en van hun pligt zijn, hun te informeeren waer d’ selve van daen komen en waer na toe gaen; is het uijt ‘s Comps. bosschen, moet den borger zijn verlofbrief thoonen; bij foute van ‘t welke zij alsulke wagens aan den geregte zullen aanbrengen, waer voor haer na bevindingh van zaaken hun aandeel zoo van boetens als aanhalingh zal toegeweesen werden.’

‘9.’

‘Wie het weesen magh sonder verlof van den Edelen Heer Gouverneur op eenigh wilt jagende, schietende, stricken of vallen zettende, vindende, zullen zij d’selve bekeuren in de boetens op het jagen gesteld: van welke boetens zij zullen genieten de helfte, wordende hun in ‘t particulier de opsigt en conservatie van de jagt wel expresselijk meede aanbetrouwt.’

‘10.’

‘Van al hun wedervaren en exploicten zullen zij opstonts rapport hebben te geven aan den Ede. Heer Gouverneur, den E. independent fiscael en captn., wel verhalende de naem en plaets en omstandigheeden van zaken op den eet in het aanvangen hunner ampt gedaen; zoo zullen zij in dien gevalle ijder in het bijsonder voor volkomen preuve aangenomen, gelooft en op hunne getuijgenisse sonder verder bewijs in cas van boeten gevonnist werden.’

‘11.’

‘Alle boetens, confiscatien en premiën ten hunnen voordeelen inkomende, zullen zij in drie gelijke deelen onder hun te verdeelen, en sal den geenen die het exploict gedaen heeft, daer van niet meer als d’ andere genieten.’

‘12.’

‘Hun verblijv sal des nagts zijn in het bos het Paradijs genaemt, alwaer sij in een van de bequaemste wooningen zig zullen logeeren, versien zijnde ijder met een snaphaen, een degen, een paer pistoolen en paert met volle monture.’

‘13.’

‘Waer van daen dagelijks en ijder op zijn beurte de volgende route om te visiteeren sal werden gehouden, namentlijk: Een onderhoutvester zal van het Paradijs de bosschen tot aan de Caeb, so wel van timmer als brandhout alle morgen vroeg visiteeren, en in het Casteel aan den captn. van ‘t voorgevallene desselven daegs raport komen doen, den eijgenste dag weder na zijn post keerende.’

‘Een onderhoutvester sal passeeren de bosschen van het Paradijs tot aen de Houtbhaij , en van daer weder keeren, onder langs de hel , voorts opgaende langs de Wittebomen en door de bosschen agter Constantie 80 en zoo voorts, weder keerende door ‘s Comps. kreupelbosschen langs de Wijnbergen na sijn post.’

‘Een onderhoutvester zal passeeren de bosschen agter Constantia , langs de Buffelsvalleij , konnende hij daer zijn paert laten, en klimmen de steenbergen agter bij Oortsmans81 op, van waer hij de bosschen agter d’selve bergen seer gemackelijk visiteeren kan, en keeren dien eijgen dagh weder na zijn quartier.’

‘14.’

‘Ten laesten werd hun wel ernstelijk bevoolen deese instructie stiptelijk te agtervolgen, niets te verswijgen, versuijmen of agter te houden, maer alles het geene hun ampt aangaende, als trouwe dienaren zullen weeten of te weeten komen, na waerheijt aan te geven op poene van als mijnëedige, ontrouwe en onwaerdige na ondervindingh van zaken gestraft te werden.’

‘EEDT VOOR DE ONDERHOUTVESTERS.82

‘Ik beloove en sweere de Hoogh Mogende Heeren Staten Generael der Vrije Vereenigde Nederlanden, mijne Souvraine Heeren, de Heeren Bewindhebberen der g’octrooijeerde Oostindische Compe., mitsgaders den Edelen Heer Gouverneur en Raden hier aan Cabo de Goede Hoop gehouw en getrouw te zullen weesen, en mijne bedieningh van onderhoutvester opregtelijk te bedienen, alle de geenen dewelke ik bevinden zal eenige sluijkerijen of morshandeling te begaan, of ietwes tegens de placcaaten, ordonnantien ofte ook mijne schriftelijke instructie te doen, d’selve sonder oogluijkingh of insigte te bekeuren en aan mijne gebiedende Heeren kennisse te zullen geven, sonder met de delincquanten in eenige maniere te composeeren; en alles sonder haet of gunst te administreeren, als een vroom en opregt onderhoutvester toestaet en betaemt. (Onderstond): In ‘t Casteel de Goede Hoop, den 7en Augustus 1714. (was getekent): M. P. de Chavonnes.83

Zô is d’selve gelesen en geresumeert, mitsgaders dieswegen geraedpleegd zijnde, goedgevonden en besloten, omme ‘t afschrift van dien de voorn. onderhoutvesters tot een reglement en rigsnoer toe te laten comen; zullende de boetens daerinne begrepen, wanneer ijmand agterhaalen, hun toegelegt en bij ijder de geregte derdepart van dien genoten werden.

Aldus g’arresteert en besloten in ‘t Casteel de Goede Hoop, op dage en jare voors.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] O. BERGH.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] J. CRUSE.

[Signed:] JNS. SWELLENGREBEL.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] In kennisse van mij PR. DE MEIJER, Rt. en Secrets.

C. 32, pp. 108-112.

Dingsdagh den {17140814} 14en Augustus 1714. Voormiddags.

Presentibus omnibus.

Den Edele Heer Gouverneur te kennen gevende, dat den captain de Heer Dominikus Marius Pasques de Chavonnes, de bosschen in de Houtbhaij , Steenbergen als elders hier omstreeks gelegen, ingevolge de mondelinge ordre der Edele Heeren Majores exact hadden gevisiteert en besigtigt; in de selve en wel principael in die van de Steenbergen (waer van noijt eenigh gewagh gemaekt is, door dien den oud Gouverneur, d’ Heer Simon van der Stel zaliger, d’selve waer annex 10 voorname timmer en wagenmakershoutbosschen gelegen zijn, als vier groote, agter de Steenbergen ses uuren van ‘t Casteel, twee kleijne, aan dito bergen agter de plaets van den oud burgerraed Niclaes Oortmans en 4 agter Constantia , of de plaets van voorn. Heer oud Gouverneur zaliger, voor desselfs leven beseten heeft) zoo groote quantiteijt timmer en wagenmakershout gevonden, als d’ E.Compe. en de ingesetenen voor ettelijke jaaren benodigt konnen hebben; wanneer ‘er een goede ordre in ‘t kappen g’observeert werd: gevende zijn Edele wijders te kennen, ondervonden te hebben, de ingesetenen door de successive Heeren Gouverneurs en gesaghebbers van tijd tot tijd bij schriftelijke ordonnanties vergunt is gewerden, in deese en geene bosschen buijten genoemde Steenbergen gelegen, ten haren behoev hout te kappen, ‘t gunt telkens door ‘s Comps. loontreckende dienaers, in de bosschen en daer om heen bescheijden, is verrigt, welk gekapt hout door de ingesetenen aan gemelte kappers ten duursten betaelt is gewerden, waer van de E.Compe. niets profiteerde, waer uijt noodsaeckelijk most proflueeren, dat ‘s Comps. dienst ten voordeele hunner dienaeren niet na behooren wierd waergenomen, mitsgaders dat de E.Compe. iets benodigt sijnde, om eijgen gewins halven weijnigh ofte niet konde krijgen, alsoo ‘t boschvolk ‘t hout voor particulieren sogten te cappen en, als gesegd, genoegsaam verkopen, en uijt dien hoofde voorgaven datter in de bosschen niets was; met welke behandelingen zijn Edele betuijgde d’ E.Compe. grootelijks benadeeld te werden; weshalven om ‘t selve te prevenieeren, in consideratie gav of ten meesten dienste der E.Compe. en tot gerief van een ijgelijk niet noodsaecke[lijck] soude zijn, dat men ‘t hout ‘s Comps. wegen liet kappen, en ‘t gunt d’ E.Comp. selve niet benodigt is, tot een redelijke prijs voor contant aan de ingesetenen liet verstrekken, en telkens weer jong hout aanplanten door dien ‘t selve wanneer daer goede acht op geslagen werd, ‘s jaerlijks eenige duijsend guldens voor de E.Compe. zoude opbrengen.84

Zô is dieswegen gedelibereert en in opmerckingh genomen zijnde, wanneer de ingesetenen zodaniger wijse van timmerhout voorsien werden, ten voordeele der E.Compe. tot cieraed en vergrootingh deser plaets des te meer zullen g’animeert werden tot den opbouw van bequame woningen, ja selfs tot ‘t maken van hocken en schuuren om hun vee enz. voor regen en koude, waer door jaerlijks veel sneuvelt, te konnen bergen, geresolveert en besloten niemand voortaen te permitteeren om in gedagte bosschen eenigh timmer of wagenmakershout te kappen, of ‘t selve te laten doen, maer ‘t selve ‘s Comps. wegen te laten geschieden, door de manschap reets in de bosschen bescheijden geweest, en ‘t selve alsdan aan den geenen die ‘t benodigt hebben, tegens de volgende prijse voor contant te laten verstrekken, namentlijk:

Balken van 12 en 12 dm. dik, en 24 voet langh 't ps. tot Rdrs. 8
do. van 10 en 12 dm. dik, en 20 â 24 vt. langh. do. do. do. 7
do. van 8 en 10 dm. dik, en 20 â 24 vt. langh. do. do. do. 6
do. van 6 en 8 dm. dik, en 20 â 24 vt. langh. do. do. do. 4
do. van 5 en 7 dm. dik, en 20 â 24 vt. langh. do. do. do. 3
do. van 4 en 6 dm. dik, en 20 â 24 vt. langh. do. do. do. 2 1/2
Ribben van 4 en 5 dm. dik, lang idem do. do. do. 2
do. van 4 en 4 dm. dik do. do. do. 1 1/2
do. van 3 en 3 dm. dik do. do. do. 1
Schaer stijlen van 20 en 24 voet langh do. do. do. 1
dos. stijlen van 18 en 20 voet langh do. do. do. 7/8
dos. stijlen van 16 en 18 voet langh do. do. do. 3/4
dos. stijlen van 14 en 16 voet langh do. do. do. 5/8
Hanebalken 14 en 16 voet langh do. do. do. 1 1/8
Hanebalken 12 en 14 voet langh do. do. do. 1
Hanebalken 10 en 12 voet langh do. do. do. 3/4
Balken van 12 en 12 dm. dik, en 24 voet langh 't ps. tot Rdrs. 8
do. van 10 en 12 dm. dik, en 20 â 24 vt. langh. do. do. do. 7
do. van 8 en 10 dm. dik, en 20 â 24 vt. langh. do. do. do. 6
do. van 6 en 8 dm. dik, en 20 â 24 vt. langh. do. do. do. 4
do. van 5 en 7 dm. dik, en 20 â 24 vt. langh. do. do. do. 3
do. van 4 en 6 dm. dik, en 20 â 24 vt. langh. do. do. do. 2 1/2
Ribben van 4 en 5 dm. dik, lang idem do. do. do. 2
do. van 4 en 4 dm. dik do. do. do. 1 1/2
do. van 3 en 3 dm. dik do. do. do. 1
Schaer stijlen van 20 en 24 voet langh do. do. do. 1
dos. stijlen van 18 en 20 voet langh do. do. do. 7/8
dos. stijlen van 16 en 18 voet langh do. do. do. 3/4
dos. stijlen van 14 en 16 voet langh do. do. do. 5/8
Hanebalken 14 en 16 voet langh do. do. do. 1 1/8
Hanebalken 12 en 14 voet langh do. do. do. 1
Hanebalken 10 en 12 voet langh do. do. do. 3/4
Platen ijder voet voor drie sware stuijvers
gordings ijder voet voor drie swaere stuijvers
't Hondert sparren 10
't hondert latten 3/4
't hondert sweepstokken 1
plancken van 2 dm. dik en 18 vt. lang, 1 schelling de voet 2 1/4
plancken van 14 dm. dik en 18 vt. lang, 5 stuijvers de voet 1 7/8
dos. van 1 dm dik en 18 do. lang, 4 stuijvers de voet 1 1/2
Lattij houten de voet een schellingh.
Hoek en kielkepers, 't stuk 1
Platen ijder voet voor drie sware stuijvers
gordings ijder voet voor drie swaere stuijvers
't Hondert sparren 10
't hondert latten 3/4
't hondert sweepstokken 1
plancken van 2 dm. dik en 18 vt. lang, 1 schelling de voet 2 1/4
plancken van 14 dm. dik en 18 vt. lang, 5 stuijvers de voet 1 7/8
dos. van 1 dm dik en 18 do. lang, 4 stuijvers de voet 1 1/2
Lattij houten de voet een schellingh.
Hoek en kielkepers, 't stuk 1

Zullende ‘t wagemakershout verstrekt werden tot d’ selve prijse als voor heen ‘t vaderlands gedaen is.

Aldus geresolveert en g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaere voors.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] O. BERGH.

[Signed:] D. M. PASQUES DE CHAVONNES.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] J. CRUSE.

[Signed:] JNS. SWELLENGREBEL.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] In kennisse van mij PR. DE MEIJER, Tr. en Secrets.

C. 32, pp. 113-121.

Dingsdagh den {17140821} 21en Augustus 1714. Voormiddags.

Present den Edele Heer Gouverneur en alle de leeden.

Den Edele Heer Gouverneur te kennen gevende, dat ingevolge ‘t besluit den 31en der jongst gepasseerde maand Julij, nopende ‘t houden van ‘t school genomen, ‘t huijs waarinne ‘t selve sal gehouden werden, tegen het uijteijnde van dese lopende maand daar toe in ‘t geheel g’approprieert sal zijn, en dat dierhalven van hooge nootsaakelijkheit g’aght hadde, vermits met leetwesen ondervond, dat nog op dat werk in dit gouvernement geen bequame ordre of regulament gesteld is geworden, een ordonnantie, waarna den rector en schoolmeesters hen zullen hebben te gedragen, op te doen stellen, luijdende als volgt:

Ordonnantie van de schoolordening die den Extraordinaris Raad van Nederlands India en Gouverneur, d’ Edele heer Maurits Pasques de Chavonnes en den Raad van Cabo de Goede Hoop beraamt hebben, waarna den rector en schoolmeesters in dit Gouvernement hun voortaan sullen hebben te reguleeren.

85

‘Also tot opbouw van de goede colonie en de welstant van een land niet weijnigh gelegen is, dat de jongheit van kintsbeen af wel werde opgevoet, ende in de vreese en de regte kennisse Gods en alle goede konsten en zeeden van der jeugt aan onderwesen; daartoe voor al nodigh is, dat deselve wel voorsien werden van bequame en godvreesende leermeesters ende geweert werden de geene die anders willen leeren, dan in de Gereformeerde kerke gepredikt werd: Zoo werd mits desen geordonneert, dat van nu af aan in ‘t houden van schoolen de navolgende poincten exact zullen agtervolgt en g’observeert werden.’

‘Eerst dat niemant voortaan in dit Gouvernement tot den schooldienst aangenomen of getolereert sal werden, dan die bij den Edele Heer Gouverneur en den Raad alvoren in leere en leeve g’examineert zijnde, daar toe g’oordeelt sal werden nut en bequaam te zijn, en die sigh ook dese navolgende poincten en articulen sal willen onderwerpen ende belooven wel en getrouwelijk te onderhouden.’

‘De voorzeide schoolmeesters zullen gehouden zijn de kinders van de jonge jeugt aan, een ijder derselver na sijne capaciteit ende jaren met ten eersten te leren ‘t vader ons, de thien geboden, de articulen des Christelijken geloofs, het avont ende morgen-gebed, de gebeden voor en na den eten, mitsgaders de ordinaris gebeden, om bequaamheit in ‘t leeren van Gode te verkrijgen; ende die hierinne zullen zijn g’oeffent ende geleert, die zullen zij voorts gehouden zijn de vragen ende antwoorden uijt het Cathechismus van elken Sondagh te leeren, ende in de kerken te doen opseggen, ofte ten minsten zo veele als van den predicant verklaart zal worden. Exerceerende deselve voorts op seekere uren des daags ofte in de weeken, in ‘t singen der psalmen, ten einde zij die bequamelijk in de gemeijnte mogen helpen singen, ende ter ure vande t’samenkomst der schoole, ende voor ‘t scheijden uit deselve, ofte t’ huijs gaan, zullen zij de geheele jeugt of de kinderen de voors. gebeeden overluijd en onderscheijdelijk naar gelegentheit bij beurte laten opseggen.’

‘Op de predikdagen, ende insonderheit des Sondags, zullen zij gehouden zijn alle hare kinderen, of zo veel van hen als gevoeglijk sal konnen wesen in tijds voor het aanvangen der predicatien in de kerk te brengen, en deselve aldaar in stilheit houden op haar daar toe aan te wijsene plaatsen, tot den einde toe, ende wederom in de schoole gekomen zijnde, zullen de oudste en verstandigste ondervragen, wat daar gepredikt is, ende daaruijt oorsaake nemen, om deselve en alle kinderen te vermanen ende onderwijsen van hare schuldige pligt, die sij Gode, hare ouderen, overheden, schoolmeesters ende voorts eenen ijgelijken schuldigh zijn; ende eijndelijk verwekken tot alle goede werken, deugden en vroomigheden ende van alle boosdaaden ende ongeregeltheden afraden, ende waarschouwen; ten eijnde zij also van jongheit aan met aandagt ende nuttelijk haar gewennen om Godes woord te hooren ende te smaken en in te drinkken ‘t geene haar tot mannen geworden zijnde, magh vordelijk zijn ende also Godes kerkke ende haren vaderlande goede en getrouwe diensten mogen doen.’

‘Dat voorts de jongetjes en meijsjes niet alleenlijk op bankken in de kerk, maar ook in de schoolen en daarbuijten zô veel mogelijk is, van malkanderen gescheijden werden, dat ook de schoolkinderen, zô wel jongetjes als meijsjes niet vermengeld, maar onderscheijdentlijk gezet worden, elk in sijn ordre, nadat zij geprofiteert of niet geprofiteert zullen hebben.’

‘De voorzeide rector en schoolmeesters en zullen anders geen boekken mogen leeren, dan die in ‘t vaderland de jeugt nut en bequaam zijn geoordeeld en die zô in de kleine kinderschoolen als in de Latijnse schoolen voor de geene die voorder geprofiteert hebben, gebruijkt werden, ende zullen ook gehouden wesen, alle de kinderen haar lessen selver te hooren, af te nemen ende te corrigeeren, ende niet het eene kind het ander; zullende de kinders hunne lessen bij den rector opgezegd hebbende, om deselve beter te konnen, bij den ondermeester of andere kinderen resumeeren, om te beter te onthouden.’

‘Ter gesetter ure van de t’ samenkomste der kinderen zal de schoolmeester zijn register oversien, of zij alle bij een zijn en de geene, die te laat komen behoorlijk straffen, en na de andere die in ‘t school niet bevonden en werden strax bij de ouders of daar zij woonen, doen vernemen na de oorsaak harer absentie.’

‘De voors. rector of den schoolmeester zal in de schoole ene ordonnantie uijthangen duijdelijk geschreeven, zo op de diligentie ende correctie van de kinderen, als van de repartitien van de lessen enz., en van de tijden die zij daar toe nodigh zullen agten van elke classis van de kinderen na hun begrip en capaciteit, en deselve wel onderhouden en doen onderhouden.’

‘Besorgende voorts, dat de kinderen in ‘t uitgaan van de school stigtelijk mogen na huijs gaan, ende dat bij eenige van de scholieren aght g’nomen worde, of zij over straten de eerwaardige persoonen ende hare ouderen behoorlijke eere bewijsen, om, wie zij vernemen zullen contrarie gedaan te hebben, gestraft te werden na behooren.’

‘Ende zullen voorts deselve kinderen maar twee ordinare halve speeldagen in de weeke mogen laten houden, ende gehouden zijn op deselve goede aght te geeven, dat die anders niet dan in eerlijke speelen g’oeffent ende g’exerceert werden.’

‘Voorts sal den rector of schoolmeester vermogen de kinderen omtrent de feestdagen zô lange veniam te geven, als in Holland in gebruijk is: en zal voor ‘t leeren der kinderen maandelijkx mogen vorderen, ‘t gunt voorheenen dieswegen betaalt is, of andersints oorbaar sal g’aght werden; van welke schoolgelden den rector twee, en den schoolmeester, onder denselve staande, een geregt derdepart sal genieten.’

‘Ende op dat alle in maniere voors. agtervolgt en nagekomen mag werden, zô sal de secunde persoon, predicant en capitain als scholarchen onder ‘t oppergezagh van den Edelen Heer Gouverneur en den Raad op ‘t selve school, en wat daar aan gehoord, althoos goede agt geven, en van haar Es. besorgingh sijn alle de voorme. poincten te doen nakomen, en in welke qualiteit den rector en schoolmeester haar E.Es. althoos met schuldige eerbied sullen hebben te erkennen, op peene van contrarie doende, na behooren gecorrigeert te werden.’

‘Laastelijk sal den rector en schoolmeester dit onderstaande formulier moeten onderteekenen: Wij onderges. rector en schoolmeester verklaren geregtelijk in goede conscientie voor den Heere, met dese onse onderteekeningh, dat wij van herten gevoelen ende gelooven, dat alle articulen en stukken der leere in de belijdenis en Cathechismus der Gereformeerde Nederlandsche Kerkken begreepen, mitsgaders de verklaringh over eenige articulen der voorzeide leere in de Nationale Sijnodus tot Dordrecht ao. 1619 gedaan, in alles met Gods Woord overeenkomen, belooven derhalven, dat wij de voorzeide leere getrouwelijk sullen voorstaan, en de jeugt na eijsch van ons beroep en haar begrijp naarstelijk inscherpen; op peene dat wij hier tegendoende van onsen schooldienst zullen afgezet werden. (Onderstont): aldus gegeven in ‘t Casteel de Goede Hoop, den 21en Augustus ao. 1714. Was geparapheert M. P. de Chavonnes. (In zijde nogh): ter ordonnantie van welgeme. Heer Gouverneur en den Raad.): en geteekent P. de Meijer, Raad en Secrets.’

Welke ordonnantie gelesen en geresolveert, mitsgrs. dies wegen gedelibereert zijnde, vastgesteld en besloten is, om deselve in de schoolen deses Gouvernements promt te doen agtervolgen, en niemant tot het houden van school te admitteeren als dengeene, die deselve ordonnantie belooven in allen deelen te observeeren en na te komen, en dat sijluijden deselve tot bevestigingh van dien eijgenhandigh onderteekenen.

Aldus geresolveert ende gearresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jare voors.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] O. BERGH.

[Signed:] D. M. PASQUES DE CHAVONNES.

[Signed:] ..........................

86

[Signed:] J. CRUSE.

[Signed:] JNS. SWELLENGREBEL.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] In kennisse van mij PR. DE MEIJER, Rt. en Secrets.


## Footnotes


  1. Sien attestasie, waaruit blyk dat drie hoed smeekole uit die skip De Oude Zijp geneem is. C.336:Attestatiën, 1712-1716, 8 Mei 1714, p. 205. 

  2. Per abuis is hier ‘n weglatingsteken, sowel as ‘negeplaas. 

  3. Sien verklaringe van Willem Krijnen van Houten van 23 Mei, Matthijs van den Bergh van Keulen van 24 Mei, Christoffel Tuch of Tijch van 26 Mei asook van Jurriaan Adelaar en Joan Stoffels Streum van dieselfde datum en van Willem Borreman en Hermanus Visser van 27 Mei 1714 in C.J.2968:Attestatiën rakende Particuliere Zaken, 1712-1727, pp. 84-101. 

  4. Die draaier was Hendrik Pool. Sy verklaring het bewaar gebly in C.J.2968:Attestatiën, rakende Particuliere Zaken, 1712-1727, pp. 102-103. Dit is van 30 Mei 1714. 

  5. Ander verklaringe is verkry van Anthonij van Rooijen van Kuilenburgh, gewese baas timmerman, van Willem Krijnen van Houten op 19 Junie 1714 en van Isaak Schrijver op 22 Junie 1714. Sien C.J.2968:Attestatie rakende Particuliere Zaken, 1712-1727, pp. 105-108. 

  6. Die brief waarvan hier sprake is, is op 30 Mei 1714 onderteken. Daarin word die saak teen Helot opgesom. Sien C.511, deel I:Uitg. Br., 1714-1717, pp. 187-190. 

  7. Die Edele Hoog Agbare Here hét anders besluit en die gedrag van De Chavonnes afgekeur. Sien brief van 9 Julie 1715 inKol. Arch.463, Brieven van Zeventienen, 1709-1717, ongenommerd. 

  8. Die oorspronklike stuk kon ek nie terugvind nie, maar wel is daar onder die versameling stukke wat oor hierdie saak in die Haagse Argief bewaar gebly het, ‘n brief wat Helot op 1 Junie 1714 aan Here XVII geskryf het. SienKol. Arch.4049,Tweede deel der Brieven en Papieren van Cabo de Bonne Esperance overgecomen, 1714 p. 947 (verso)-p. 948. 

  9. Bo hierdie woord staan ‘n afkortingsstreep. In die H.K. is dit aangevul tot “agtingh”. 

  10. In die notule van 22 Mei word hiervan geen melding gemaak nie. 

  11. Stippels en ruimte is oopgelaat vir die handtekening van C. v. Beaumont, independent fiskaal. 

  12. Eers het hier “deser” gestaan. Dit is deur die skrywer verander in “der”. 

  13. Tussen “groote” en “cassa” is “geld” deurgehaal. 

  14. Sien C.681:Origineel Placcaatboek, 1686-1709, pp. 293-296. Ook C.682:Origineel Placcaatboek, 1714-1734, pp. 1-4. 

  15. In die K.R. staan ‘n komma na “emaneeren” en nie na “gedaan” nie. Die H.K. het die komma weggelaat. 

  16. Die oorspronklike plakkaat het verlore gegaan. Die Kaapse Plakkaatboek het dit uit resolusies oorgeneem. SienKaapse Plakkaatboek, deel II, p. 25. 

  17. Sien Stellenbosch 1/4: Notule, Landdros en Heemrade, 1711-1715, pp. 87-88. 

  18. In die oorspronklike notule staan “verscheijdene”. 

  19. In die oorspronklike notule staan “ten platten landen”. 

  20. In die H.K. staan “dieswegen”. 

  21. Johannes Pretorius is in 1677 met Johanna Victor in die huwelik bevestig. Sy was sy tweede vrou. Hul dogter Elizabeth is in 1690 gedoop. Haar vader is in 1694 oorlede. 

  22. Cornelis Victor was een van die twee seuns van Gerrit Victor. Sy vrou was Cornelia Junius. Sien hul testament in C.J.2649:Testamentboek, 1686-1708, p. 360. 

  23. Die oorspronklike stuk het verlore gegaan. In dieKaapse Plakboek, 1707-1753, deel II is hierdie plakkaat oorgeneem uit die resolusies. Sien pp. 26-27. 

  24. ‘n Gedrukte weergawe van hierdie wette kan gevind word inInstructien van den Hove van Hollandt, Zeelandt en Vrieslandtgedruk deur P. en J. Scheltus in ‘s Gravenhage , geen datum. 

  25. Hierdie stuk is in 1658 gedruk “by de erfgenaamen van wylen Hillebrandt Jacobsz van Wouw, ordinaris drukkers van de Edele Groot Mog. Heeren Staaten van Hollandt en Westvrieslandt “. Dit kan gevind word in bogenoemde publikasie (voetnoot 117) No. 28, pp. 12-14. 

  26. In die gedrukte stuk staan ” Westvrieslandt “. 

  27. In die gedrukte stuk staan ” Westvrieslandt “. 

  28. Artikel 29 word in die kantruimte van die gedrukte stuk soos volg opgesom: “Roerende het inbrengen van de goederen ten huwelik genooten”. 

  29. In die gedrukte stuk en ook in die H.K. staan “consereerende”. 

  30. Sien publikasie in voetnoot 117 genoem, waarin hierdie verklaring as No. 35 opgeneem is, gedruk in ’s Gravenhage “by de wed. en erfgenamen van wylen Hillebrandt Jacobsz van Wouw, ordinaris druckers van de Edele Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en Westvriesland , anno 1658”. Die aanhef van die stuk in gedrukte vorm lui soos volg: “Verklaringe van de Heeren Staten van Hollandt en Westvrieslandt van de duysterheeden dagelijcks voorvallende in de Ordonnantien van Successien”. 

  31. In die gedrukte stuk van 1658 staan “gesubdivideerde”. 

  32. Opgeneem inGroot Placaet-Boeck, van Mr. Cornelis Cau, deel II, p. 2634-2636. 

  33. In die gedrukte stuk staan “immeuble”, dit is roerende en onroerende goedere. 

  34. In sy brief aan Here XVII beskryf Helot hom as “oud en caducq”. Oor die ander lede sê hy: “De Gouverneur is oom paternel van de capt. de Chavonnes; deselve zijn onderling weder bevrind met den Ed. fiskaal de Beaumont, welke verswagerd is met sr. Cruse, die wederom met sr. Swellengrebel en den secret. De Meijer, een man so schadelijk voor dit land, dat men hem de principale autheur acht van alle de moeijlijkheden en onrusten welke zedert enige jaeren alhier zijn ontstaen. . .” Die sin bly onvoltooi, maar meld verder dat Slotsboo en De la Fontaine baie bevriend met sekretaris De Meyer is en dat Slotsboo en Swellengrebel sy bitterste vyande is. 

  35. Sien voetnoot 144 van 1710 in hierdie publikasie. 

  36. C.434, deel I:Ink. St.1714, pp. 183-185. 

  37. Die oorspronklike stuk het bewaar gebly in C.682:Origineel Placcaatboek, 1714-1734, deel III, pp. 5-15. 

  38. In die oorspronklike stuk is met ink van ‘n ander kleur ‘n komma ingevoeg tussen “wettelijke” en “secretariale”. 

  39. In die oorspronklike staan “replicq, duplicq”. 

  40. In die oorspronklike staan “replicq, duplicq”. 

  41. In die oorspronklike stuk staan “te werden”. 

  42. In die oorspronklike stuk staan “calangie”. 

  43. ‘n Mooi afskrif van hierdie resolusie het bewaar gebly in M.O.O.C. 3/1:Ontvange Instruksies1714-1831, ongenommerd. Dit is afsonderlik in ‘n perkament band ingebind, waarop staan:“Instructie der Wees-Kaamer van Cabo di Goede Hoop”. 

  44. In die afskrif van die weeskamer staan “een rigtsnoer van doen”. 

  45. In die kopie van die weeskamer staan “regulement”. 

  46. Vanaf hierdie paragraaf tot aan die einde van die resolusie is in ‘n ander handskrif as die vorige en die daaropvolgende resolusies geskryf. 

  47. In die kopie van die weeskamer staan “verschietten”. 

  48. In die kopie van die weeskamer staan “daar over geroepene naaste vrinden”. 

  49. Moontlik word hier “scheepenkennis” of hipoteek bedoel. 

  50. In die afskrif van die weeskamer staan “cleijnodien”. 

  51. Die woord “staan” is deur sekretaris Pieter de Meyer in “weesen” verander. 

  52. In die kopie van die weeskamer aangevul tot “voorschreeven”. 

  53. In die afskrif van die weeskamer staan “voorts”. 

  54. In die afskrif van die weeskamer staan “in allen gevalle”. 

  55. In die afskrif van die weeskamer is die komma na “doen” uitgevee en ‘n komma geplaas na “sal”. 

  56. In die afskrif van die weeskamer staan “consenterende”. 

  57. In die afskrif van die weeskamer staan “vrouwen”. 

  58. In die afskrif van die weeskamer staan “selve”. 

  59. In die H.K. staan “de benefitien”. Volgens prof. dr. D. Pont is die betekenis van hierdie paragraaf: … en ook met genoegdoening of sekerheidstelling en met afstanddoening van die voorreg van die Senatusconsultum Velleianum en alle ander voorregte wat regtens aan vroue toekom”. Die Senatusconsultum Velleianum is ‘n Romeinsregtelike wet, letterlik ‘n Senaatsbesluit, uit die tyd toe die Senaat in Rome wetgewer was. 

  60. In die kopie van die weeskamer staan “natuurs weegen”. 

  61. In die kopie van die weeskamer staan “ontfangst”. 

  62. Die woord “regelement” is verander in “regement”. 

  63. In die H.K. staan “aanden anderen”. In die kopie van die weeskamer staan “aan den andere”. 

  64. In die kopie van die weeskamer staan “decedeerende”. In die H.K. docerende”. In die K.R. is decederende” verander in “docerende”. 

  65. In die H.K. asook in die kopie van die weeskamer is “opbeuren” aanmekaargeskryf. 

  66. Hierdie punt word in die linker kantruimte van die afskrif van die weeskamer met meer helderheid opgesom: “Die sig bij appoinctement van weesmeesteren beswaard vind, sal de saak binnen 14 dagen daar aan volgende dat men regt houd voor scheepenen moogen betrecken, en niet daarna. De veerthien dagen verstreecken sijnde, sal ‘t appoinctement stede houden en voortgang neemen, in alle schijn of het een vonnisse van scheepenen was.” 

  67. In die afskrif van die weeskamer staan “senden”. 

  68. In die afskrif van die weeskamer is hierdie stuk in 54 artikels verdeel. Dit word daarna eweneens gevolg deur die eed vir die weesmeesters, asook deur ander stukke wat met betrekking tot die weeskamer in die resolusieboek voorgekom het. Ten slotte is daar nog ‘n verslag oor die verskille tussen die Suid- en Noord-Hollandse reg. Sien M.O.O.C. 3/1:Ontvange Instruksies, 1714-1831. 

  69. Vgl. C.678:Eedboek, 1692-1747, No. 5. 

  70. In die eedboek staan in ‘n ander handskrif die woord “g’emaneert” tussen “weesmeesteren” en “punktuelijken”. 

  71. Dat dit in die vervolg gedoen is, blyk uit C.682:Origineel Plakkaatboek, deel III, 1714-1 734, passim. 

  72. Hier gebruik in die betekenis van bekken of deksel, waarop die bode geslaan het om die begin van die sitting aan te kondig. 

  73. Hier gebruik in die betekenis van bekken of deksel, waarop die bode geslaan het om die begin van die sitting aan te kondig. 

    1. Sien C.682:Origineel Placcaatboek, deel III, 1714-1734, pp. 21-23. Ook dieKaapse Plakkaatboek, Deel II, 1707-1753, p. 32.

  74. Is as vaandrig aangestel en is bevorder tot koopman. In 1723 is hy in die Kasteel Batavia aangestel as vaandrig oor die penniste en in 1725 het hy opperkoopman geword. Vier jaar later was hy eerste opperkoopman van die Kasteel Batavia en in 1729 het hy Ontvanger Generaal van die Kompanjie in die Ooste geword. Volgens die opgaafrol was hy afkomstig van Bergen op Zoom

  75. Sien handtekening Ik. Schepers onder volmag verleen aan sy skoonvader Jacobus van der Heijden in 1716 in C.J.2756:Procuratiën, 1716-1717, No. 73, pp. 205-207. Hy het in 1715 300 Rds. gestuur aan “Juffw. de Bie tot Rotterdam”. Sien C.511:Uitg. Br., 1714-1715 p. 423. begin van die sitting aan te kondig. 

  76. Ruimte en stippels is oopgelaat vir die handtekening van D. M. Pasques de Chavonnes. 

  77. In die H.K. staan “onder houtvesters”. 

  78. Die oorspronklike stuk het bewaar gebly in C.702:Instructiën, 1686-1722, No. 593. 

  79. In die oorspronklike stuk staan ” Constantia “. 

  80. Dit was Nicolaas Oortmans wat reeds in 1699 van Willem Adriaan van der Stel toestemming gekry het “omme ten verdoen van zijne huijshoudinge te moogen laaten schieten omtrent den Steenberg een vragt harte beesten, elands of renostorvleesch”(sic). Sien R.L.R. 1:Oude Wildschutboeken, 1687-1712, 22 November 1699, No. 116. 

  81. Sien C.678:Eedboek, 1692-1747, No. 23, p. 177. 

  82. Hierdie eed is net soos die eed wat die veldwagters moes aflê, wel in die eedboek opgeneem, maar deur niemand onderteken nie. 

  83. Die erfgename van Simon van der Stel het protes aangeteken teen die verlies van sekere regte en beswaar gemaak “dat gem. Gouverneur of desselfs erfgenamen sedert den tijd van 30 jaren de vredige possessie van dat bosch hebben gehadt. . .”Kol. Arch.463:Brieven van de Zeventienen, 1709-1717, 24 Junie 1716, ongenommerd. Die saak het op 24 Januarie 1715 voor die Politieke Raad gekom. As gevolmagtigdes vir Simon van der Stel se boedel het opgetree Hendrik Donker, Hendrik Mulder en Gillis Soullier. Sien C.J.6:Crim. en Civ. Regtsrolle, 1715-1717, p. 1. 

  84. Die oorspronklike stuk is verkeerd ingebind en kan gevind word in C.682:Origineel Placcaatboek, 1714-1734, pp. 109-115. Sien ookKaapse Plakkaatboek. deel II, 1707-1753, pp. 35-39 

  85. Ruimte is oopgelaat vir die handtekening van K. J. Slotsboo.