Skip to content

C049 v1.20

C. 49, pp. 21-27.

Dingsdagh den {17190321} 21e Maart 1719, voormiddags.

1

Alle present, uijtgesondert den Hr. independent fiscaal, Cornelis van Beaumont.

In consideratie gekomen zijnde dat dit Gouvernement jeegenwoordigh seer slegt voorsien is van huijs en scheepstimmerlieden mitsgrs. kuijpers, en dat bij experientie ondervonden is dat die geene die van de passeerende scheepen alhier, ‘t zij uijt de mattrosen of zoldaten, ten dien eijnde worden geligt, doorgaans menschen zijn haar ambagt niet wel verstaande, waar door men dikwils bij aanwesen van retour of andere scheepen en selfs in den dienst alhier in merkelijk ongerief en versuijm geraakt; Soo is, diesaangaande geraadpleegt zijnde, goedgevonden en geresolveerd dat bij ons eerbiedigh generaal schrijvens, met de aanwesende retourvlood staande af te gaan, aan Haar Wel Edele Hoogh Achtbe. de Heeren 17en onderdaniglijk sal worden versogt de goedheijd te willen hebben dit Gouvernement toe te laten komen vier scheeps, ses huijstimmerlieden en twee cuijpers, haar ambagt wel verstaande en met haar gereetschap voorsien.

Naar lecture van seeker request door Lambertus Slicher aan desen Raad in de onderstaande bewoordinge gepresenteert:2

Aan - - - Maurits Pasques de Chavonnes - - - mitsgrs. den E.E. Agtbe. Raad van Politie.

‘Geeft met behoorlijke eerbied te kennen Lambertus Slicher van Middelburgh, hoe hij in ‘t jaar 1714 met ‘t schip ‘t Vaderland Getrouw in de qualiteijd van adelborst hier zijnde aangekomen, door Uwel Edle. en Agtbare is aangesteld tot rector van de schole, dogh dewijl hij in ‘t vaderland ruijm ses jaaren te Lillo het predijkampt heeft bedient en op zijn versoek van voorne. gemeente is ontslagen, en dien aangaande zijne attestatien heeft in behoorlijke forma, welke hij benevens een request onder de papieren van d’ E. Compe. aan d’ illustre Vergaderinge van Zeeventhienen met deese retourvloot seer gaarne zoude oversenden, met ootmoedigh versoek dat Hun Wel Ede. Hoogh Agtbare hem tot prijdikant hier of elders in Indiën geliefden aan te stellen; Zoo is ‘t dat hij supplt. de vrijheijd neemt om Uw Wel Ede en Agtbe. nedrigh te versoeken dat zij dogh de goedheijd gelieven te hebben om in hunnen brief aan voornoemde illustre Vergaderinge van hem met een lettertje te gewagen en met hunne voorschrijvinge te verwaardigen.’

‘(Onderstond) ‘t Welk doende &a.’

Is verstaan ‘t gedane versoek t’ accordeeren, sullende dierhalven sijn requeste met de bijlage onder de papieren der E. Compe. overgesonden worden.

Waar na geleesen wesende ‘t onderstaande requeste van den gewesene notaris tot Batavia, Johan Seullijn:3

Aan - - - Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den E. Achtbe. Politicquen Raad.

‘Wel Edele Gestr. Heer en E. Agtbare Heeren,’

‘Geeft met alle eerbiedigheijd te kennen Uwel Edle. Gestr. en E. Agtbe. onderdanige dienaar, Johan Seullijn, gewesene notaris en burger ritmeester op Batavia, thans met deese ter rheede leggende retourvloot repatrieerende, hoe deselve tot hier toe zijne slavinne, gent. Susanna van Timor, overgebragt en ‘t daar toe staande cost en transport geld ter zumme van Rds. 290 voor de heen en wederom reijse na ‘t vaderland betaald heeft, dogh nu wel zoude genegen zijn die onder de domesticquen van den Heer Directeur Nootd [sic] met het presente rijsschip Wendela nae Batavia te remitteeren, soo keert den supplt. hem met schuldige reverentie tot Uwel Edele Gestr. en E. Agtbe., seer ernstigh versoekende dat hem gunstelijk magh worden geconsenteert voorne. slavinne met bovengem. boodem wederom te laten vertrekken.’

‘(Onderstond) ‘t Welk doende &. &a.’

Is insgelijx goedgevonden ‘t gedane versoek toe te staan.

Eijndelijk verthoonde den Heer hooftadministrateur, Abraham Cranendonk, hoe dat Zijn E. uijt de verklaringe van gecommitteerdens4 tot den ontfangh der slaven van C[e]ijlon , desen jare herwaarts aangekomen,hadde vernomen5 dat geduurende de reijse 20 stux van deselve waren komen t’ overlijden, sonder dat sulx egter door verklaringe van de scheeps overheeden, die deselve hadden overgevoert, wierde gesterkt; daernevens in consideratie gevende of sulx als nogh niet behoorden verrigt te worden, en als dan bij de negotie boeken op winst en verlies afgeschreeven. Waar over gedelibereert zijnde, is geresolveert de voorsz scheeps overheeden te gelasten de gerequireerde verklaringen van ‘t overlijden dier slaven, opgemaakt zijnde, aenstonts over te geven en dat deselve als dan bij de negotie boeken op winst en verlies afgeschreeven sullen worden.

Aldus geresolveerd ende g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.6

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] J. B. CRUSE.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] In kennisse van mij, A. v. KERVEL. Secrets.

C. 49, pp. 28-30.

Sondagh den {17190402} 2e April 1719, voormiddags. Extrs. vergaderingh.

Alle tegenwoordigh.

Den Edelen Heer Gouverneur den Raad hebbende doen convoceeren, heeft aan de leeden van dien voorgedragen hoe dat op gisteren de retourvloot met een favorabel Z.O. wintje van hier in zee gelopen zijnde, Sijn Edele door den schipper van het Rotterdams retourschip Oudenaarden , Geerlof Bontekoe, des agtermiddags omtrent vier uuren tot zijn merkelijk leetwesen en niet minder verwonderinge was ter kennisse gebragt hoe dat met het limiere van den dagh desselfs groote rhaa door ‘t breeken van ‘t groot cardeel van booven neer gevallen, en daar door zoo seer gescheurd was dat wel twee derde van ‘t houd af en dierhalven onbequaam door wangen hersteld of gerepareert te konnen worden, volgens verklaringe door de schippers David en Jacob Brouwer, mitsgrs. andere scheepstimmerlieden onderteeckent,7 weshalvem buijten staad was in diervoegen de rijse te ondernemen, daar bij voegende dat den Hr. Commandeur Van der Zijde, van ‘t selve occulaire inspectie genomen hebbende, hadde verklaard naar hem niet te konnen wagten, hem eeniglijk ordonneerende van ‘t voorsz aan Zijn Ede. kennisse te geeven.

Weshalven Zijn Ede. niet hebbende konnen begrijpen waarom den gem. Hr. Commandeur niet hadde konnen goedvinden hem ilico van dat fatael geval, ‘t zij bij monde of geschrifte, selfs t’ adverteeren omme, waere het doenlijk, ten spoedigste daar inne te voorsien en voor te komen dat soo kostelijke boodem niet van de vloote gesepareert en dus aan diverse fataliteijten van vijanden of zeerovers onderworpen wierd, ‘t welk door versuijm van bijna een ganschen dagh jeegenwoordigh bijkans onvermijdelijk scheen, dierhalven niet had willen afsijn aan desen Raad van ‘t voorne. kennisse te geven, soo als aanstonds op gisteren gedaan hadde aan den secunde deses Gouvernements, de Hr. Abraham Cranendonk, en daar neevens prompte ordres gesteld dat aanstonds een nieuwe groote rhaar voor die kiel in gereetheijd wierd gebragt, dewelke volgens getuijgenisse van den baas der scheepstimmerlieden op morgen apparentelijk in gereetheijd sullende zijn, als dan nader over die sake sal konnen worden gedelib[er]eert. Over ‘t welke gebeso[i]gneerd zijnde, is goedgevonden ‘t selve te houden voor gecommuniceerd en op nader reces te schijden.

Aldus geresolveerd ende g’arresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.8

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] J. B. CRUSE.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] In kennisse van mij, A. v. KERVEL. Secrets.

C. 49, pp. 31-33.

Maandagh den {17190403} 3e April 1719, naarmiddags. Extrs. vergaderingh.

Alle teegenwoordigh.

Den Edele Hr. Gouverneur ter vergaderingh hebbende voorgedragen dat de groote rhaa voor ‘t retourschip Oudenaarden op heeden in gereetheijd zoude sijn, en daar nevens den schipper van die kiel, Geerlof Bontekoe, ter vergaderingh binnen gestaan zijnde, verklaart heeft als dan in staat te weesen op morgen de reijse naar ‘t vaderland te ondernemen, weer en wind daar toe dienende, en sulx met goede hoope van de vloot als nogh te agterhalen, dierhalven in serieuse consideratie gaf of het niet ten meesten dienste der E. Compe. soude wesen gem. boodem ten spoedigsten van hier naar ‘t vaderland te depescheeren. Waar omtrent met aandagt gedelibereert en in consideratie genomen zijnde dat ‘t zeedert het vertrek der retourvloot de wind uijt den westen, en dus contrarie geweest zijnde, het zeer te presumeeren is dat deselve, als nogh wijnigh spoed gemaakt, zigh onder de wal onthoudende zal zijn, en daaromme seer apparent van deselve te konnen oplopen, temeer dewijl volgens berigten op gisteren nogh eenige scheepen van dien zijn gesien geworden, en den voorne. schipper wel g’informeert is wat cours deselve stond te houden, boven en behalven dat die kiel (van een reedelijke defensie zijnde) bij langer vertoef alhier geen ander secours van ‘s Comps. scheepen te verwagten heeft als het theeschip Weijnendaal , welkers aankomst nogh onteijdigh en onseeker zijnde, egter in die tusschentijd geexponeert soude moeten blijven aan de N.W. winden die hier bij kenteringh der mousson bij wijlen vinnigh konnen doorwaijen, dierhalven met eenparige stemmen goedgevonden en geresolveerd is voornoemde bodem om voorsz reedenen ten spoedigste van hier te depescheeren.

Aldus geresolveerd ende g’arresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.9

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] J. B. CRUSE.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] In kennisse van mij, A. v. KERVEL. Secrets.

C. 49, pp. 34-40.

Dingsdagh {17190404} 4e April 1719.

Alle praesent.10


Vervolgens een memorie, ons sub dato 31e October 1718 van Batavia herwaarts gesonden, nopens eenige saken het soldij comptoir betreffende en door dies boekhouder, den coopman d’ E. Jacobus Cruse, ter zijden beantwoord,11 gelesen zijnde, Soo heeft men geen swaarigheijd gemaakt omme sigh daar mede te conformeeren, ten eijnde met de eerste gelegentheijd getekent nae Batavia can werden geremitteert.

Wijders is geordonneerd in de billetten sullende dienen tot praeadvertentie van de jaarlijxen opneem, volgens gewoonte onder ulto. deses staande te beginnen, dogh vermits die dagh juijst op Sondagh valt tot pro. Maij verschoven, te laten waarschouwen dat de coloniers verpligt sullen zijn omme voor het expireeren der aanstaande maand Julij hare vatgelden te betalen op paene van parate executie; ten welken subjecte ook wierd beslooten den boode van land-drost en heemraden te qualificeeren om sodanige exploicten, wanneer de tax van Rds. 50 niet surmonteerden, wegens de invorderingh van die schulden mede te mogen doen.

Eijndelijk approbeerde men de provisioneele dispositie van den burger crijgsraad alhier,de dato heri, waar bij in plaatse van den afgeganen wagtmeester, Dirk Fion, wederom waren aangesteld tot wagtmeester den quartiermeester, Arent Vlok, tot quartiermeester den sergeant, Jan Fredrik de Lits, tot sergeant den corporaal, Samuel Walters, en tot corporaal den burger Jan de Wit.

Aldus geresolveerd ende g’arresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.12

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] J. B. CRUSE.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] Mij present, W. v. TAACK. E.g. clercq.

C. 49, pp. 41-47.

Dingsdagh den {17190411} 11e April 1719, voormiddags.

Complete vergaderingh.

Ter vergaderingh gelesen zijnde sekere resolutie gearresteert in scheepsvergaderinge van de fluijt Wendela op den 8e November 1718, waar bij onder anderen ter oorsake van versterf worden aangesteld tot schieman van die bodem den bootsmansmaat, Gerrit Samuelsz. van Amsterdam, en tot boodsmansmaat den mattroos Cornelis Andriesz. van Coppenhage; Soo is, diesaangaande gebesoigneerd zijnde, goedgevonden de voorsz aanstellinge t’ approbeeren, mits egter gehouden blijvende de absolute qualiteijd en gagie te versoeken bij Hun Hoogh Edelens tot Batavia.13


Laastelijk geresumeerd zijnde de onderstaande memorie van sodanige goederen als ten behoeve van den directeur der fortificatien, Pieter Gijsbert Noodt, verstrekt en ten laste van Zijne reeke. waren gebragt, en welke als nu versogt dat daar van weeder ontheft en ten laste der E. Compe. mogten worden gebragt, aangesien d’selve niet ten zijnen, maar ten dienste der E. Compe. waren verbruijkt geworden, luijdende aldus:14

‘Memorie van eenige goederen in dienste van d’ Ede. Compe. gebruijkt.’


Dit tot Compe. meubelen. { 1/2 lb. wit garen.
2 gem. geb. guinees .
1 st. breede hele bafta.
4 bladen wageschot.
2 greene balken â 4 en 5 dm.
2 greene ribben van 2 en 3 dm.
3 gesaagde deelen.
8 jassemse balekties.[^15]
10 jatij planken.
Hier mede Comps. meubelen gerepareert. { 6 bossen rottingh.
15 half aams banden.
Ontrent de helft aan Comps. huijs gebruijkt en het andere aan de meubels. { 190 lb. ijser.
Dit tot coper combuijs goed. { 2 lb. plat loot.
5 lb. fijn thin.
86 lb. gesorte. coper
12 lb. gesorte. eijserdraad.
14 lb. vulle keulse ketels.
Aan Comps. huijs verbruijkt. { 9 greene deelen a 1 1/2 dm.
2 greene deelen a 1 dm.
Tot maken van een instrument voor de Compe. { 1 blad wageschot van 1 1/4 dm.
Dit tot dienste van de E. Compe. { 34 boeken gesorte. papier.
7 bossen schaften.
1 vel perquement.
2 bladen bord papier.
2 lb. inct stof.
2 pennemessen.
6 snaphaan steenen.
1 lb. grof buskruijt.

Dit tot Compe. meubelen. { 1/2 lb. wit garen.
2 gem. geb. guinees .
1 st. breede hele bafta.
4 bladen wageschot.
2 greene balken â 4 en 5 dm.
2 greene ribben van 2 en 3 dm.
3 gesaagde deelen.
8 jassemse balekties.[^16]
10 jatij planken.
Hier mede Comps. meubelen gerepareert. { 6 bossen rottingh.
15 half aams banden.
Ontrent de helft aan Comps. huijs gebruijkt en het andere aan de meubels. { 190 lb. ijser.
Dit tot coper combuijs goed. { 2 lb. plat loot.
5 lb. fijn thin.
86 lb. gesorte. coper
12 lb. gesorte. eijserdraad.
14 lb. vulle keulse ketels.
Aan Comps. huijs verbruijkt. { 9 greene deelen a 1 1/2 dm.
2 greene deelen a 1 dm.
Tot maken van een instrument voor de Compe. { 1 blad wageschot van 1 1/4 dm.
Dit tot dienste van de E. Compe. { 34 boeken gesorte. papier.
7 bossen schaften.
1 vel perquement.
2 bladen bord papier.
2 lb. inct stof.
2 pennemessen.
6 snaphaan steenen.
1 lb. grof buskruijt.

De thinne schotels, tafel borden en het verder thinne goed, als mede de porcelijne schotels, borden, glasen &a. sal met de verdere meubelen aan de gecommitteerdens overleveren.

Is dierhalven verstaan dat zijne reeke. voor ‘t bedragen van die goederen sal worden ontheft en d’ E. Compe. ten lasten gebragt.

Aldus geresolveerd ende g’arresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.17

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] J. B. CRUSE.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] In kennisse van mij, A. v. KERVEL. Secrets.

C. 49, pp. 48-54.

Dingsdagh den {17190425} 25e April 1719, voormiddags.

Alle present.

Den Edele Heer Gouverneur ter vergaderinge geexhibeert hebbende seekere missive van den gebanne Radja Tambora, die genegen hadde geweest met den vertrocke directeur der fortificatien, Pieter Gijsbert Noodt, naar Batavia te laten afgaan, dogh door den voorne. Noodt daar omtrent gedifficulteert en dus Zijn Edele ter hand gesteld zijnde, gaf dierhalven als nu deesen Raad in consideratie of deselve soude behooren afgesonden of wel alhier te rugge gehouden te worden. Waar over gebesoigneerd weesende, verstaan is dat deselve met de eerste scheepsgelegentheijd aan Sijn Hoogh Edelheijd den Heere Gouverneur Generaal Zwaardecroon sijn addres sal erlangen.

Zijnde wijders verstaan dat ten aansien d’ E. Compe. ten hoogsten benodigt is eenige garst tot onderhoud van hare paarden ter stalle staande, daar omme bij affixie van billietten eenen iegelijk deser ingeseetenen sal worden bekent gemaakt dat wie als nogh eenigh van dat graan onder sigh hebbende konde missen, ‘t selve als nu aan d’ E. Compe. kan leeveren.18

Soo als weijders tot voorkominge van de groote quantiteijd der verklaringen der overleedene ‘s Comps. lijfeijgenen is verstaan dat voorthaen alle drie maanden eeniglijk een generale verklaringh van dien door gecommitts. sal worden verleend, en bij overlijden van ijder aan gecommitts. verthoond om daar van kennisse te geven ter Polliticque Secretarije, ten eijnde ‘t selve in ‘t dagregister aangeteijkend te worden.

Bij deese occasie door hooggem. Heer Cranendonk kennisse gegeven zijnde dat bij den geweese boode der weescamer, Dirk de Waard, op vendutie van ‘s Comps. goederen was besteed een sommetje van Rds. 5, ‘t welk tot nogh toe niet heeft konnen worden geint ter oorsake denselve van hier is geaufugeerd, is goedgevonden dat desselfs zoldij reeke. voor ‘t bedragen van dien sal worden belast.

Aldus geresolveerd ende g’arresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.19

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] J. B. CRUSE.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] In kennisse van mij, A. v. KERVEL. Secrets.

C. 49, pp. 55-59.

Dingsdagh den {17190509} 9e Maij 1719, voormiddags.

20

Compleete vergaderingh.

Haar Wel Edele Hoogh Agtbe. de Heeren Seeventienen hebbende gelieven goed te vinden ons bij derselver missive van den 4 October 171821 aen te schrijven hoe sij aen de moolen maekers, Arij Boukenkamp en Gerrit van Oort, die de cooren windmoolen ter dienste der Caabse burgers hebben afgetimmert, voor gagie op haere thuijs reijse hadden betaelt, aen den eerstgenoemden ƒ280:5:- en aen den laatsten ƒ280:4:- Hollands, daerneevens ordonneerende sorge te dragen dat voorne. penningen alhier door burgerraaden in ‘s Comps. cassa weeder worden gerembourseert. Is, diesaengaende geraadpleegt sijnde, geresolveert dat ten eijnde voorsz aan praesente burgerraaden van ‘t bovengemelde kennisse sal worden gegeeven.

Door den E. Heer Gouverneur geexhibeert sijnde seeker extract notul van den 1e April deeses in burger crijgs-raad alhier genomen, bij dewelke op approbatie van deese Vergaderingh om reedenen bij voorsz resolutie geallegueert, den burger sergeant Samuel Walters van sijn dienst word ontslaegen, mits voortaen als gemeen burger dienst doende, en weeder tot sergeant aangestelt word den corporael, Christiaen Maasdorp, en tot corporael Christiaen Rasp;22 Soo is naer examinatie van dien goetgevonden ‘t voorsz gedaene voor goed te keuren.

Bij de resolutie van de scheeps overheeden van ‘t schip Gansenhoeff van den 26 April 1719, in plaetse van den overleedene ondermeester dier bodem, Dirk de Moor, weeder daartoe aengestelt sijnde den derde meester, Jan Verbrugge, met ƒ20 en tot derde meester Petrus van Juchem met ƒ12, op approbatie deeser Vergaderingh; Soo is ten haeren versoeke verstaen de voorsz aenstellinge bij provisie t’ approbeeren, mits gehouden blijvende d’ absolute qualiteijt en gagie te versoeken bij de Hooge Indische Regeeringe tot Batavia.

Den Heer hooftadministrateur Abraham Cranendonk, ter vergaderingh geexhibeert hebbende factura van soodaenige goederen als nu per Amstelveen en Risdam eerst ontfangen ende in ‘t jagtje d’ Uno voor dit Gouvernement afgelaeden geweest sijnde, egter met ‘t selve voor ‘t grootste gedeelte naar Batavia waeren voort geseijlt, versogt resolutie hoedanigh omtrent de voorsz goederen soude behooren gehandelt te worden. Waar over geraadpleegt sijnde, is goedgevonden en geresolveert Haar Hoogh Edelens tot Batavia te versoeken van die goetheijt te willen sijn van die laedinge tot Batavia te willen houden de 5000 grauwe moppen, 30000 klinkers en 9 hoet smeekoolen, alsoo dit Gouvernement ‘t selve als nu eenigsins konde missen; dogh alle de andere goederen bij bequaeme gelegentheijt herw[a]arts aen te senden als voorens daar van afgetrocken sijnde d’ 48 rollen Hollands en 12 do. carldoek voor dees uijt Boekenroode bij hooge noodsaeklijkheijt geligt, alsoo men hier om die goederen seer benoodigt is; dog ten aensien men bij voorsz factura bevonden heeft dat de 22 vaeten spek, gemkt. F, uijt voorsz jagtje geligt, niet ten behoeve van deese plaets waeren afgescheept, dat daeromme aen d’ Indische Regeeringe ordres sal worden versogt of deselve van hier uijt onse provisie sullen moeten worden gesuppleert of niet.

Vervolgens is op de remonstrantie van den Edelen Heer Gouverneur goetgevonden en verstaen dat de bomben in Amstelveen voor deese plaetse ingeladen, met die bodem naar Batavia sullen voortgesonden worden, aengesien men alhier geen mortieren van die calibre aen de hand heeft, mitsgaders 3 hoeden smeekoolen, open tussen de voorsz bomben berustende, sullende bij bequaeme gelegentheijt weeder 12 hoeden van die stof uijt een ander schip van ‘s lands cargasoen geligt worden.

Laestelijk door den Edelen Hr. Gouverneur geexhibeert sijnde een lijste der menschen tot nogh toe aen ‘t vrijboek schuldigh sijnde, is, daeromtrent gebesoigneert sijnde, verstaen dat door twee gecommitteerdens sal worden naegesien welke menschen in staet bevonden worden haere schulden te betaelen of niet, om diesaengaende als dan te konnen schrijven aen Haar Edele Hoogh Agtbe. den Heeren 17en.

Aldus geresolveert ende g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaere voorsz.23

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] J. B. CRUSE.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] In kennisse van mij, A. v. KERVEL. Secrets.

C. 49, pp. 60-65.

Vrijdagh den {17190526} 26e Maij 1719, voormiddags. Extraords. vergaderingh.

24

Alle tegenwoordigh.

Overwogen zijnde ‘t schriftelijk versoek van den predikant Abraham Parent,25 met het zijlreede leggende schip Amstelveen naar Batavia staande te vertrekken, ten eijnde sijne slavin, Rebecca genaamt, en volgens Zijne mondelinge versekeringe met permissie van den gewesene Hr. Directeur Generaal Abraham Douglas uijt India herwaarts gebragt en geduijrende zijn afweesen in Europa hier gelaten, weeder als nu met zigh naar Batavia te mogen meede voeren; Soo is goedgevonden en geresolveert ‘t selve t’ accordeeren, mits gehouden blijvende het daar toe staande transport en costgeld (door de Hooge Indische Regeeringe sulx gerequireert wordende) in ‘s Comps. cassa tot Batavia te voldoen.

Vervolgens gelesen zijnde ‘t overgelevert requeste van den schipper Gillis de Graaf, voerende ‘s Comps. schip Lugtenburgh , nevens de g’annexeerde verklaringh van den oppermeesters deeses Gouvernements en dien bodem, hier onder van woorde tot woorde g’insereert:26

Aan - - - Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den E. Achtbe. Politicquen Raad deeses Gouvernements.

‘Geeft met schuldige eerbiedigheijd te kennen Gillis de Graaf, schipper in dienst der E. Comps. en op het althans hier ter rheede leggende schip Lugtenburgh bescheijde[n], hoe dat hij supplt. geduurende een geruijmen tijd op de reijse uijt Europa na herwaarts seer siekelijk, caduck en swak is geweest, waar bij sigh ook het scorbut heeft gevoegt, welke eene en andere siekte hem supplt. in dien droevigen staat tot zijn leetwesen hebben gebragt dat onmogelijk in staat is de reijse met zijnen bodem Bataviawaarts te ondernemen, gelijk de constitutie van des supplts. swakheijd uijt de hier neffens gevoegde attestatie sal komen te blijken. Ten dien eijnde werd hij supplt. genoodsaakt sigh te keeren tot Uwer Edle. Gestr. en E. Achtbe. met oodmoedige supplicatie sij gelieve den supplt. te permitteeren omme tot wederkrijgingh van zijne gesondheijd alhier te mogen verblijven tot tijd en wijlen dat wederom zal wesen hersteld. Versoekende hierop een favorable dispositie.’

‘(Onderstont) ‘t Welk doende &a.’

‘Wij ondergetekende Christiaan Frens, opperchirurgijn deses Gouvernements, en Jan Steenwijk, oppermeester van het present ter rheede leggende schip Lugtenburgh , certificeeren en verklaren mits desen dat den schipper van dito bodem, Jilles de Graaf, niet in staat is om de reijse voor als nu na Batavia te kunnen vervorderen, alsoo wij nae exacte ondersoekingh bevonden hebben desselfs leden ten eenemaal verswakt en het lichaam gants met scheurbuijk beset te zijn, tot welkers herstellingh nogh eenigen tijd van noden sal wesen. In teeken der waarheijd hebben wij desen met onse gewone hant tekeningh becragtigt.’

‘(Onderstond) Aan Cabo de Goede Hoop, 25e Maij 1719. (Was getekent) Christiaan Frens, J. v. Steenwijk.’

Soo is, diesaangaande gebesoigneert en in consideratie genomen zijnde de groote debiliteijt sijns lichaams, dierhalven goedgevonden en verstaan denselven te permitteeren eenige tijd alhier tot zijner herstellinge te mogen verblijven, terwijl voorne. bodem, in staat van reijsvorderingh gebragt zijnde, sonder eenigh uijtstel zijne geordonneerde reijse sal vervorderen onder het provisioneel gesagh van den opperstuurman, Pieter van Deuren, ten welken eijnde hij door 2 gecommitteerdens uijt dese Vergaderinge den volke aan boord voorgesteld sal worden, mits doende den gemelde schipper De Graaf volgens d’ ordre der E. Compe. alvoorens behoorlijk transport aan den gemelde opperstuurman van diens bodem inladinge, soo van de ammunitie, equipagie, provisie, geldkisten, penningen tot verversingh op de reijse meede gegeeven, als alle andere goederen daar toe eenigsints betrekkelijk, en t’ zijner verantwoordinge gestaan hebbende.

Aldus geresolveerd ende g’arresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.27

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

28

[Signed:] J. B. CRUSE.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] In kennisse van mij, A. v. KERVEL. Secrets

C. 49, pp. 66-68.

Dingsdagh den {17190613} 13e Junij 1719, voormiddags.

29

Alle tegenwoordigh.

Door den coopman en guarnisoen boekhouder, den E. Jacobus Cruse, mitsgrs. den capitain luijtenand, den E. Kaije Jesse Slotsboo, volgens resolutie commissoriaal van den 9e Maij jongstleden gedient hebbende van schriftelijk berigt contineerende wat menschen zij vermeijnden in staat te zijn omme haare schulden die zij aan de E. Compe. volgens ‘t vrijboek nogh ten agteren staan, te konnen voldoen, mitsgrs. hoe omtrent d’ andere, ‘t zij insolventen, verstorvene, of tot nogh toe onbekende, soude konnen en behooren gehandelt te worden; Soo is naar deliberatie goedgevonden en verstaan dat den boode van Stellenbosch sal worden gequalificeerd, soo als gequalificeert word bij deesen, alle de instaad zijnde debiteuren aan te manen ten spoedigsten hare schulden in ‘s Comps. cassa te voldoen, daar nevens voegende dat bij aldien vermeijnden niet magtigh te zijn sulx op eene rijse uijt te voeren, zij haar diesaangaande tot bekominge van termijnen van uijtstel hadden te addresseeren aan desen Raad, bij naarlatigheijd van ‘t welke zij lieden sonder conniventie souden worden geexecuteerd; dat wat aanbelangt de versturvene, welkers goederen onder weesmeesteren directie soude wesen en die geene die tot nogh toe onbekent zijn, ten opsigten der eersten dat aan weesmeesteren voornt. sal worden opgegeven de namen en bedragen der schuld omme, sulx g’examineerd hebbende, diesaangaande rapport te doen, en die der laaste, dat sulx sal werden gesteld in handen van gecommitts. staande af te gaan tot het bijwoonen der wapenschouwingh over Stellenbosch en Drakensteijn , ten eijnde zigh aldaar met de aanwesende regeerende en oude heemraden op die menschen ten alder nauwsten te informeeren en daar van verslagh te doen.30

Aldus geresolveerd ende g’arresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] J. B. CRUSE.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] In kennisse van mij, A. v. KERVEL. Secrets.

C. 49, pp. 69-73.

Dingsdagh den {17190620} 20e Junij 1719, voormiddags.

Alle tegenwoordigh.

Gelesen zijnde d’ ingekomene missive van land-drost en heemraden, in dato 15e deser,31 ten principalen contineerende klagten teegens den predikant Henricus Bek, ter sake denselven buijten haare kennisse hadde konnen goedvinden de dok onder pretext van reparatie op seijne eijgene authoriteijd te laten afneemen, specialijk op een tijd dat heemraden dagelijx sessie hadden tot den ontfangst van hare jaarlijxe inkomsten, ten welken eijnde deselve volgens oude usantie seer noodsakelijk was en door welkers gebrek als nu bij sommige ignorantie en vervolgens aan de colonie schade toegebragt zoudekonnen32 werden, versoekende dierhalven dat daar inne voor ‘t toekomende mogten worden voorsien; Soo is, diesaangaande gebesoigneert zijnde, goedgevonden en geresolveert dat aan land[d]rost en heemraden soo wel als den voorne. predikant Bek bij missive sal worden betuijgt ‘t weijnigh genoegen en de ontstigtinge van desen Raad over hare misintelligentie en oneenigheeden over saken van zoo weijnigh belangh die in cas van vriendelijkheijd met een woord soude voorgekomen hebben konnen worden; en daarnevens aan den predikant Bek gelast die klok, gerepareert zijnde, sonder dilaij op zijne voorige plaats weeder te doen ophangen, sonder voorthaan bevoegt te wesen deselve weder in dier voegen te doen afnemen voor en al eer diesaangaande door desen Raad nader zoude wesen gedisponeerd, gemerkt men niet behoorlijk is geinformeert of die clok is een rëeel effect der kerke, dan of deselve de colonie eijgen of hoedanigh voorgaandelijk daaromtrent gehandelt is, denselven daarnevens op ‘t serieuste recommandeerende liever alle mogelijke concordance en vreedelieventheijd in die colonie te onderhouden, en is ‘t mogelijk, meer en meer aan te queeken, als zijnde een werk soo heijlsaam en booven dien aan desselfs beroep ten aldernauwste verknogt.

Zijnde vervolgens op het schriftelijk versoek van den vrijswart Schipio van Bengalen,33 aan denselven toegestaan met een der aanwesende scheepen naar Batavia te mogen overvaren, mits alvoorens in ‘s Comps. cassa betalende het daar toe staande transport en costgeld.

Geleesen zijnde het request door Johannes Louw34 in de volgende termen gepresenteert:35

Aan - - - Maurits Pasques de Chavonnes - - - en den E. Achtbe. Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestrenge Heere en E. Achtbe. Heeren,’

‘Verthoond met schuldige eerbiedigheijd Uwer Wel Edele Gestr. en E. Achtbe. oodmoedigen dienaar Johannes Louw, soon van wijlen Pieter Jansz. Louw, burger deser Colonie, oud 24 jaren en 10 maanden, hoe hij tot sustentatie sijner affaires genecessiteert word eenige penningen van de weescamer alhier op te nemen, dogh alsoo hem daar in komt te obsteeren dat nogh zijn volkomen ouderdom van 25 jaren niet bereijkt, en bij gevolgh nogh niet mondigh is, hoewel maar twee maanden daar aan gebreeken, en dierhalven Uwer Wel Ede. Gestr. en E. Achtbe. qualificatie ofvaniam aetatisbenodigt is, soo keert den supplt. sigh onderdanigst tot Uwel Ede. Gestr. en E. Achtbe. met ernstige beede dat hem ten aansien van de weijnige nogh manquerende tijd en om bovengem. reedenen gunstelijkvaeniam aetatisof suppletie van ouderdom gelieven te verleenen.’

‘(Onderstond) ‘t Welk doende &a.’

Is alvoorens gehoord zijnde ‘t advijs van den Hr. president van weesmeesteren, onder wiens voogdije den supplt. is gehoorende, goedgevonden en geresolveerd ‘t gem. versoek te accordeeren, sullende ten dien eijnde de acte vanvaeniam aetatisworden gedepescheerd.

Soo als ten versoeke van Hendrik Scheepsdorp,36 baas timmerman alhier, is verstaan dat bij ‘t eerste af te gane schrijvens aan Haar Wel Ede. Hoogh Achtbe. de Heeren 17e op ‘t eerbiedigst sal worden versogt de goedheijd te willen hebben van passagie te willen verleenen naar herwaarts aan desselfs huijsvrouw, Eijtje Bergsteen.

Aldus geresolveerd ende g’arresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.37

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] J. B. CRUSE.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] In kennisse van mij, A. v. KERVEL. Secrets.

C. 49, pp. 74-75.

Dingsdagh den {17190627} 27e Junij 1719, voormiddags.

Compleete vergaderingh.

Door den Edele Heer Gouverneur ter vergaderingh geproduceerd zijnde seker plan of concept door den oppercoopman en secunde deses Gouvernements, den Heer Abraham Cranendonk, geformeert, hoedanigh ten meesten diensten der E. Compe. het nieuwe equipagiemaguasijn alhier zoude konnen en behoorden te worden opgemaakt; Zoo is, diesaangaande rijpelijk gedelibereert zijnde, goedgevonden en geresolveert ‘t gemelde concept in allen deelen te approbeeren en dat het selve dierhalven beneevens een overslagh van het daar toe vereijste houdwerk en andere materialen sal worden overgesonden aan Haar Wel Edel Hoogh Achtbe. de Heeren 17en, ten eijnde Haar Ede. Hoogh Achtbs. goedkeuringh daar op insgelijks te mogen erlangen.

Aldus geresolveerd ende g’arresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.38

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] J. B. CRUSE.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] In kennisse van mij, A. v. KERVEL. Secrets.

C. 49, pp. 76-77.

Vrijdagh den {17190630} laasten Junij 1719.

Den Edelen Heer Gouverneur bij omvrage de leeden deser Vergaderinge in consideratie hebbende doen geeven dat vermits door het gepasseerde onstuijmige weder en holle zee, onder andere, de boot van ‘t schip ‘t Huijs ten Donk op ‘t strant geslagen en tot zoo verre verbroken zijnde dat in geenen deelen weeder gerepareert of tot staad van gebruijk gebragt konden worden, het dierhalven op de herhaalde instantien van den schipper dier bodem van noodsakelijkheijd mogten aanmerken dat men aan denselven in dies plaatse weder overgaf ‘s Comps. kleijne lantsboot alhier, niet tegenstaande men deselve (als maar twee in ‘t vaarwater hebbende) ten hoogsten tot het lossen en laden der scheepenbenodigt39 had; Soo is goedgevonden en verstaan dat tot meerder securiteijt van soo een kostelijk schip in alle voorkomende ongeluckige toevallen het beter is die boot meede te geven, niet tegenstaande sulx voor eenigen tijd een wijnigh belet of ongemak soude mogen toebrengen, ‘t welk egter ten spoedigsten doenlijk sal worden voorgekomen met het voltimmeren der nieuwe afbreuk boot waar aan bereijds begonnen en eenige voortgank gemaakt is.

Aldus geresolveert ende g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.40

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] J. B. CRUSE.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] In kennisse van mij, A. v. KERVEL. Secrets.

C. 49, pp. 78-81.

Dingsdagh den {17190704} 4e Julij 1719, voormiddags.

Compleete vergaderingh.

Geleesen sijnde ‘t volgende requeste door den oud luijtenant en land-drost, Nicolaas van den Heuvel, in Rade gepresenteert:41

Aan - - - Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den E. Achtbe. Politicquen Raad deses Gouvernements.

‘Wel Edele Gestr. Heere en E. Achtbe. Heeren,’

‘Geeft met alle onderdanigheijd te kennen Uwe Wel Edele Gestr. en E. Achtbares pligt schuldigen dienaar den oud luijtenant en land-drost, Nicolaas van den Heuvel, hoe op desselfs hofsteede diverse timmeragien sigh bevinden die beij onverhoopt voorval van brand seer geëxponeerd zouden sijn om ten eenemaal door gebrek van tijdelijk aanvoer van water geconsumeerd te werden, tot voorcomingh van het welke den supplt. niet beters heeft weten te excogiteeren als Uwe Wel Edle. Gestr. en E Achtbs. gants ootmoedigh te versoeken dat voor hem een kleijne brandspuijt, anders een thuijn spuijt gesegt, gelieven te ontbieden, mits den inkoopsprijs en daar op lopende ongelden dankkelijk betalende.’

‘(Onderstont) ‘t Welk doende &a.’

Is goedgevonden en geresolveert ‘t gedane versoek bij desen t’ accordeeren, zullende ten dien eijnde van onse Heeren en Meesters de versogte brandspuijtjes op ‘t onderdanigst worden versogt en g’eijst.

Zijnde vervolgens op ‘t schriftelijk versoek van den vrijswart, Matthijs Piris,42 als passagier op ‘t Ceijlons schip Schonenbergh bescheijden, g’accordeert is sijn dogtertje, Trijntje, met dien bodem van hier meede te nemen, omme geduijrende de reijse in de cajuijt geloojeert en getracteert te worden, mits in ‘s Compagnies cassa betalende het daar toe staande transport en costgeld.

Aldus geresolveerd ende g’arresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.43

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] J. B. CRUSE.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] In kennisse van mij, A. v KERVEL. Secrets.

C. 49, pp. 82-90.

Dingsdagh den {17190711} 11e Julij 1719, voormiddags.

Alle present, uijtgesondert den Hr. Cornelis van Beaumont.

Naar lecture der scheeps resolutien van datis ulto. Februarij en 20e Junij deses jaars, g’arresteert in ‘s Comps. schip Cats , is goedgevonden t’ approbee[ren] de gedane aanstellingh van den ondercuijper, Wouter Leendertsz. van der Blom van Vlissingen, tot oppercuijper met ƒ16, in plaatse van d’ overledene Frans Schraader van Linkhousen, egter gehouden blijvende de goedkeuringh van dien bij Haar Hoogh Edelens tot Batavia op ‘t eerbiedigst te versoeken. Wordende insgelijx de gedane aanstellingh van den zoldaat Martinus de Liefde uijt Den Haagh , tot tamboer in plaatse van den gesturvene goedgekeurt, en dierhalven volgens gewoonte in de verbeteringen der militaire gebruijkelijk, toegevoegt een maandelijxe gagie van ƒ10.

Aangesien tot nogh toe veele menschen nalatigh bleeven hare agterstallige vatgelden in ‘s Comps. cassa te voldoen, niet tegenstaande deselve al diverse malen daar toe waren aangemaant; Soo is, in consideratie de maand Augustus en dus de tijd tot ‘t sluijten der negotie boeken, op handen schiet, goedgevonden dat nogmaals bij affixie van billietten een iegelijk tot voorsz betalingh sal worden aangemaand, op peene dat de nalatige sonder conniventie sullen worden geexecuteerd.

Vervolgens geliefden ‘t den Wel Edele Heer Gouverneur voor te dragen hoe Sijn Wel Ede. tot zijn merkelijk leetweesen geduijrende zijn aanwesen alhier hadde ondervonden dat veele van ‘s Comps. dienaren, matroosen, soldaten en andere persoonen zigh niet quamen t’ ontsien niet alleen bij wijlen voor een ruijmen tijd van haren dienst te absenteeren en door ‘t gansche land te vagabondeeren, allerlij moedwilligheden aan te regten, ofte ook wel zigh seer verre in schulden in te wickelen, maar dat ook bovendien, daar na vreesende voor haare verdiende straffe, bij gebrek van penningen tot voldoeninge van haare schulden, of wel dat meer is, eeniglijk uijt een quaad opset en een voorgenome wille van desertie niet tegenstaande alle aangewende middelen ter contrarie, den dienst der E. Compe. quamen te verlaten en zigh, ‘t zij met Engelsche , Fransche of andere vreemde scheepen van hier aufugeerden, sonder voor eenige andere straffe bedugt te Zijn als ‘t verlies harer te goed hebbende gagie ten behoeve der E. Compe., ‘t welk men bij ondervindingh heeft gesien van zoo weijnige operatie te zijn dat ‘t selve quaad van dagh tot dagh toenemde, ‘t selve eijndelijk tot merkelijk agterdeel van den dienst der E. Compe. komt gedijen, waaromme tot weeringe van dien, immers tot meerder stuijtingh van dat quaad, hoognodigh geoordeelt heeft de raadsleden in serieuse bedenkingh te geven of zij insgelijx niet van noodsakelijkheijd souden agten dat om voorn. redenen Haar Wel Ede. Hoogh Achtbe. de Heeren 17en bij ‘t eerst afgaande schrijven op ‘t eerbiedigst wierden versogt ordres te willen verleenen waar bij in ‘t toekomende alle moedwillige deserteurs binnen seekeren tijd zouden moeten worden ingedaagt, ende niet compareerende, hare namen aan de galge aangeslagen of met andere infame punitien, ‘t zij van ban of andersints, boven de confiscatie harer te goed hebbende gagie soude moeten werden gestraft, ten eijnde daar door van die in swangh gaande misdaat des te meerder mogten worden afgeschrikt; Soo is, diesaangaande rijpelijk gedelibereert zijnde, goedgevonden en geresolveert dat het gemelde versoek als om de g’allegueerden reedenen noodsakelijk sal werden afgesonden.

Zijnde insgelijx ten versoeke der Caabse kerkenraad goedgekeurt hare gedane elextie tot ouderlingh op den ondercoopman en winkeleir, Jan Aldersz., in plaatse van den overledene Francois Guto.44

Waarna geleesen zijnde ‘t requeste door den burger Christiaan Rasp in de volgende termen gespresenteert:45

Aan - - - Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den E. Achtbe. Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestre. Heer en E. Achtbe. Heeren,’

‘Geeft met schuldige eerbiedigheijd te kennen Uwel Edele Gestr. en E. Achtbe. onderdanige dienaar, den burger Christiaan Rasp, hoe hij sedert eenige jaaren der E. Compe. passeerende scheepen met de nodige provisie van garsten gord voor deselve te malen en te leveren, niet beter wetende als tot genoegen van Uwel Edle. Gestr. en E. Achtbe. bedient heeft, en daar in als nogh te continueeren genegen is, dogh alsoo zijne gord moolen steene door ‘t langduurigh gebruijk beginnen te diminueeren en af te gaan, en hij supplt. bedugt is dat bij een of ander toeval somtijts een van deselve mogte komen te breeken of onbruijkbaar te werden, en hij daar door buijten staat soude konnen werden gesteld om zulx nae wensch te kunnen verrigten en gemerkt hier te lande geene steene daar toe dienstigh te bekomen zijn, soo neemt den supplt. de vrijheijd Uwel Ede. Gestr. en E. Achtbe. seer nedrigh te versoeken dat gelieven bij dit praesente retourneerende schip Wijnendaal aan de Heeren Majores in ‘t vaderland een gunstigh voor schrijven te verleenen, ten eijnde Haar Ede. HooghAgtbe.46 van de goedheijd wilden zijn bij eerste scheeps occasie een paar goede gortmoolen steene, ter groote van vijf voet over ‘t kruijs, voor incoops prijs over te senden, wel verstaande dat deselve in ‘t vaderland moeten gebikt en gehouwen zijn door ijmand hem dies verstaande, sijnde daar bij te noteeren voor die geene deselve mogte praepareeren dat nademaal de garst hier te lande vallende van die groote niet is als de vaderlandse, dat ook de steene daarna geapteert moeten werden, vermeijnende den supplt. aldus in ‘t toekomende de gort beeter te kunnen schellen en van basten suijveren.’

‘(Onderstont) ‘t Welk doende &a.’

Is goedgevonden ‘t gedaan versoek t’ accordeeren.

Laastelijk door den Hr. Abraham Cranendonk, oppercoopman en secönde deses Gouvernements, in Rade overgelegt zijnde d’ onderstaande memorie:47

‘Memorie van ‘s Comps. leijfeijgenen in de maanden Maard, April en Maij jonstleden door de natuurlijke dood overleden, en ‘t beestiaal in gem. tijd soo verrekt als door ‘t wilt gedierte vernielt, volgens annexe rekeningen en verklaringen blijkende, namentlijk:’

‘Volgens reeke. van den opsiender van ‘s Comps. slaven &a., Monse. Hendrik Frappe, gesterkt met verklaringen, sijn in bovengem. maanden van ‘s Comps. leijfeijgenen gestorven 10 mans slaven, 1 slavin, 2 slave kinderen.’

‘Volgens reeke. van den landdrost en verklaringen sijn in gem. 3/m. Soo verrekt als door ‘t wild gedierte geslagt 111 ps. runderbeesten, 163 ps. paarden, 6 ps. esels, 75 ps. schapen, zijnde ‘t getal door den vaandrigh, Sr. Jan David Feijrabent, op zijne gedane laaste togt van de Hottentots geruijlt.’

‘(Onderstont) In ‘t Casteel de Goede Hoop, 11e Julij 1719. (Was getekent) A. Cranendonk.’

Contineerende wat ‘s Comps. lijfeijgenen in de maanden Maart, April en Maij jongstl. door de natuurlijke dood overleden en ‘t beestiaal in gem. tijd soo verrekt als door ‘t wild gedierte was vernield geworden, met versoek dat daar omtrent naar luijd der ordres van d’ E. Compe. mogte worden gedisponeert; Soo is naar deliberatie en confrontatie der g’annexeerde verklaringen geresolveert dat alle ‘t selve bij voorne. memorie vermelt, bij de negotie boeken zal worden afgeschreeven.

Aldus geresolveerd ende g’arresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.48

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

49

[Signed:] In kennisse van mij, A. v. KERVEL. Secrets.

C. 49, pp. 91-92.

Donderdagh den {17190713} 13e Julij 1719, voormiddags. Extrs. vergaderingh.

Alle tegenwoordigh.

Aangesien den oppermeester deses Gouvernements, Christiaan Frens, deser weereld is komen t’ overlijden, waar door het hospitaal (‘t welk jeegenwoordigh met een getal van ruijm 300 sieken is vervult) van een bequaam chirurgijn en de vereijste opsigt en sorgdragentheijd is ontblood geworden, soo gaf den Wel Ede. Heer Gouverneur in consideratie of het niet van den dienst der E. Compe. was daar inne ten spoedigsten te voorsien met aanstellingh van een ander bequaam oppermeester, ten dien eijnde voordragende Jan Schoor van Ijsendijke, oppermeester van het aanwesende schip Meijenburgh , aangesien van sijn bequaamheijd en goed gedragh Sijn Edele goede getuijgenissen te vooren waren gekomen; Soo is, daar op met aandagt gebesoigneerd en de onvermijdelijke noodsakelijkheijd ten opsigte der impotenten en deeses Gouvernements overwogen zijnde, goedgevonden en beslooten den gem. Jan Schoor van zijne gem. boodem aan de wal te ligten en bij provisie aan te stellen tot oppermeester van ‘s Comps. hospitaal.50

Aldus geresolveerd ende g’arresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.51

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

52

[Signed:] In kennisse van mij, A. v. KERVEL. Secrets.

C. 49, pp. 93-107.

Dingsdagh den {17190718} 18e Julij 1719, voormiddags.

Alle tegenwoordigh, uijtgesondert den Heer independent fiscaal Cornelis van Beaumond.

Naar resumptien der resolutien van datis 9e Februarij en 7e Maij deses jaars in breeden scheepsraad der scheepen Barbesteijn , Meijenburgh , Aldegonde en Cats gearresteert, bij dewelke vermits het overlijden van Anthonij Pietersz. van Deijl en Willem de Clercq van Z. Zee,53 beijde geweesene corporaals op’t schip ‘t Slot Aldegonde , weder in derselver plaatse daar toe zijn aangesteld geworden de landspassaten Theodorus Rijmen van Velthuijsen en Jan Bluse van Den Haagh, mitsgrs. weeder tot landspassaten de zoldaten Jan van Emmerik van Amsterdam en Reijnier Beekman van Swol, als ieder in ‘t sijne bequame subjecten zijnde, d’ eerstgenoemde onder een gagie van ƒ14 per mt. en de laastgen. met ƒ12 per mt.; Soo is naar deliberatie goedgevonden en geresolveert de voorsz pl. aanstellinge, naarvolgende ‘t gebruijk omtrent de verbeteringen der militairen, t’ approbeeren.

Wijders geleth zijnde op ‘t versoek van Willem Appel54 van Altenburgh, ondermeester op ‘t schip Meijenburgh , dat vermits den oppermeester van dien bodem, Jan Schoor, alhier ten hospitaale in die qualiteijt bij provisie blijft vertoeven, hij dierhalven op die kiel mogte gevordert worden tot oppermeester; Soo is in consideratie van desselfs goed gedragh en getuijgenis van Zijne bequaamheijd goedgevonden sijn versoek t’ accordeeren, gehouden blijvende de approbatie en daar toe staande gagie eerbiediglijk te versoeken bij de Hooge Indische Regeeringh, en alvorens hier wegens sijne experientie en bequaamheijd g’examineert te worden.

Insgelijx gelesen zijnde ‘t overgeleverde requeste van Jan Hendriksz. van Middelburgh, oppermeester op het hier ter rheede leggende schip Barbesteijn bescheijden, in de volgende termen gepresenteert:55

Aan - - - Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den E. Achtbe. Politicquen Raad.

‘Wel Edele Gestrenge Heer en E. Achtbe. Heeren,’

‘Verthoond aan Uwel Edele Gestr. en E. Achtbe. met alle schuldige reverentie Jan Hendriksz. van Middelburgh, oppermeester op ‘t hier ter rheede leggende schip Barbesteijn , hoe hij wel genegen zoude zijn als tweede oppermeester ten desen hospitale te verblijven, vermeijnende de vereijste bequaamheijd daar toe te besitten; keert hem dierhalven tot Uwel Edele Gestr. en E. Achtbe. met ernstige beede dat hem daar toe gelieven t’ emploijeeren.’

‘(Onderstond) ‘t Welk doende &a.’

Is daarnevens geconsidereert dat vermits den tweeden oppermeester van ‘s Comps. hospitaal alhier, Francois Guto, is komen te overlijden, het de noodsakelijkheijd insgelijx vereijscht dat desselfs plaats insgelijx met een ander bequaam subject weder worde gesuppleert; Zoo is om die redenen goedgevonden denselven bij provisie aan te stellen tot tweede oppermeester ten hospitale alhier.56

Laastelijk met aandagt overwogen zijnde ‘t overgelevert requeste van presente burgerraden, zijnde van de volgende teneur:57

Aan - - - Maurits Pasques de Chavonnes - - - mitsgrs. den E. Achtbe. Politicquen Raad.

‘Wel Ede. Gestr. Heer en E. Achtbe. Heeren,’

‘D’ ondergetekende burgerraden met communicatie van de burger officieren in overwegingh genomen hebbende dat nu eenige jaaren herwaarts de Colonie van desen uijthoek merkelijk is vermenigvuldigt en nogh daaglijx komt aan te groijen,58 en ook aangemerkt hebbende dat de ingesetenen tot nu toe haaren onderhoud van den landbouw en ‘t weijden van vee gesogt hebben, nu bevinden terwijl het verder uijtbreijden van landerijen te cultiveeren en vee aan te queeken niet wel meer practicabel is, maar veel meer ten deele periculeus, ten deele ook min profijtelijk, als konnende diergelijke verre afgelegene inwoonders van hare ingeoegste gewassen weijnigh of geen voordeel doen, waar door seer apparentelijk te dugten staat dat veele deeser Caabse inboorlingen, door de armoede aangeperst ende haren onderhoud hier niet langer konnende vinden, inder tijd genoodsaakt zullen zijn zigh te wenden tot Uwel Ede. Gestr. en E. Achtbe. met versoek van in den dienst der E. Compe. te mogen aangenomen werden, ten eijnde dus haaren kost bij de zee of elders te soeken, tot voorkomingh van zodanigh verval, mitsgrs. d’ gepreëalligeerde en meer andere redenen, daar nevens geconsidereert den teneur van ‘t ons ter hand gestelde extract missive van Haar Edele Hoogh Achtbe. de Heeren 17en van den 15e Julij 17l8,59 hebben ons de vrijheijd doen nemen Uwel Edele Gestr. en E. Achtbe. gants needrigh te verthoonen dat het in de tijd en wijle van seer groote nuttigheijd soude konnen wesen voor de inwoonders een soort van een gepermitteerde vaart te mogen etabileeren waar door de arme ingeboorne haaren onderhoud soude konnen vinden met ‘t leeren en sigh te begeven tot zodanige ambagten dewelke daar toe noodsakelijk en voor als nogh hier in geen gebruijk zijn, als ook dat men de hier ter plaatse vallende vrugten, bestaande voornamentlijk in wijn en koorn, met meer voordeel soude konnen vertieren; daar en boven, als deesen vaart eenigsints begon goed succes te neemen, dat men van de E. Compe. een goede quantiteijd grove lijwaten als meer andere goederen jaarlijx soude konnen verhandelen en hier door aan deselve een merkelijke winst aanbrengen, gelijk wij meede overbodigh zijn een reedelijk uijtgaand en inkomend regt van ‘t geene door ons verhandelt word te sullen betalen, tot dit oogmerk nu te komen, soo versoeken d’ ondergetekende seer eerbiedigh dat Uwel Ede. Gestr. en E. Achtbe. de goedheijd gelieven te hebben over dit subject aan onse hoogh g’eerde Heeren en Meesters en Gebieders, als zijnde derselver getrouwe meede onderdanen, te willen schrijven en deselve te versoeken dat, haar gelieven mogte, sodanige vrijevaart aan desen ingesetenen t’ accordeeren, en dierhalven bij provisie een hoeker, voerende drie masten en 80 tot 90 voeten oversteven en een weijnigh weijder als ordinair, getimmert te laten aan dit comptoir afgaan, voorsien met bequame officieren en andere zeevarende, als mede met dubbelte60 equipagie en sodanige andere goederen als ‘t nevenstaande notitie uijtweijst,61 omme bij aankomst derselven als dan voor reeke. van die geene die hier in gelieven part of deel te hebben over te nemen, en hier mede voor eerst op de cust Sofala , Mosambicque en Melinden mitsgrs. Madagascar en daar om heen leggende eijlanden te mogen handelen, omme te ondersoeken of men door dese onderneemingh niet zoude konnen eenige voordeelen voor dese Colonie behalen, het zij in den handel van slaven, vertier van coorn en wijn, als andere goederen die men door ondervindingh zoude sien dat met voordeel konden vertiert worden.’

‘Hier door sien wij ondergeschreevene te gemoed dat de armen, aan de vaart gerakende, beeter aan de kost zullen komen, d’ E. Compe. goede profijten maken, deese Colonie in neeringh toenemen en voor de nakomelingen een wegh sal geopend zijn waar door zij, denselven inslaande, met goed succes in toekomende tijden haar onderhoud konnen vinden.’

‘Wij onderwijle in verwagtingh van een favorabel besluijt op dit ons nedrigh versoek aan onse hoogh g’eerde Heeren en Meesteren - - - (Was getekent) Hk. Möller, J. Blankenbergh, Matts. Bergstedt.’

Is verstaan haar gedaan versoek bij deesen t’ accordeeren en dat ‘t selve met ‘t voorschrijven en consideratien van desen Raad bij Haar Wel Ede. Hoogh Achtbe. de Heeren Seventhienen zal worden geappuijeert.

Aldus geresolveerd ende g’arresteert in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.62

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

63

[Signed:] In kennisse van mij, A. v. KERVEL. Secrets.

C. 49, pp. 108-110.

Dingsdagh den {17190801} 1e Augustus 1719, voormiddags.

Alle present, uijtgesondert den Hr. Abraham Cranendonk en den E. Jacobus Cruse.

Aangesien door ‘t afwesen van de boode, Marinus Ceestok, dit Gouvernement van een ander noodwendigh weeder dient voorsien te worden; Zo is goedgevonden en geresolveert t’ sijnen instandiger versoek bij provisie tot boode van Politie aan te stellen den mattroos Cornelis Jansz. de Cat,64 mits voor desselfs behoorlijk gedragh en securiteijt in ‘t ophalen der vendupenningen tot borge stellende den burger Jacobus van der Heijden, ter somma van ƒ3000.

Gelesen zijnde ‘t schriftelijk versoek van Levinus van der Nieuwstad,65 ondermeester op ‘t schip Barbesteijn , tendeerende omme op dien bodem als oppermeester aangesteld te mogen werden vermits den voorgaande tot oppermeester van ‘t hospitaal was aangesteld geworden; Soo is goedgevonden sijn versoek t’ accordeeren, mits gehouden blijvende d’ approbatie en daar toe staande gagie van de Hooge Indische Regeeringe te versoeken, en alhier bevoorens wegens sijne bequaamheijd door d’ oppermeester van ‘t hospitaal en der scheepen g’examineert te worden.

Mitsgaders dat aan Pieter Smits van Nimwegen, derdemeester op de hoeker Zeelandia , t’ sijnen versoeke sal worden gepermitteert in zijne qualiteijt op ‘t schip Meijenburgh over te gaan.

Vervolgens is besloten dat de verpagtinge van ‘s Comps. gemeene middelen sal worden gedaan over ‘t Caabse district op ulto., en over Stellenbosch en Drakensteijn op den 25e deser maand Augustij, ten welken eijnde bij desen expresselijk gecommitteert worden den capitain luijtenant Caije Jesse Slotsboo en den Secretaris, Adriaan van Kervel.

Aldus geresolveerd ende g’arresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] C. v. BEAUMONT.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] In kennisse van mij, A. v. KERVEL. Secrets.


## Footnotes


  1. Met hierdie resolusie begin band C.14:Resolutiën, 1719-1 720. Die handskrif is dieselfde as in die vorige band. 

  2. Sien C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 18, p. 83. 

  3. Sien C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 17, pp. 79-80. 

  4. Hierdie verklaring, onderteken deur E. W. Cochius en S. P. Bergh, het bewaar gebly in C.338:Attestatiën, 1719-1720, p. 165. 

  5. Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. 

  6. Die kladnotule van hierdie resolusie kan gevind word in C.113:Klad Notulen, 1717-1719, p. 92. 

  7. Sien C.338:Attestatiën, 1719-1720, p. 137. 

  8. Die kladnotule van hierdie resolusie kan gevind word in C.113:Klad Notulen, 1717-1719, p. 92. 

  9. Die kladnotule van hierdie resolusie kan gevind word in C.113:Klad Notulen, 1717-1719, p. 93. 

  10. Twee memories van die hoofadministrateur is hier weggelaat. Die Raad het besluit om die tekortkomende goedere uit die skepe Linschoten , Witsburgh en Borselen , waarna in die memories verwys word, as verliese af te skryf, maar dat die skipper en boekhouer van die skip Wendela by die volgende vergadering verslag sou moes doen van die goedere wat tekort uit hulle skip ontvang is. Daarbenewens het die Raad ook besluit om 9 mansslawe, 1 bandiet en 11 slawekinders wat gedurende September, Oktober en November 1718 oorlede is, saam met die 9 perde en 21 beeste wat gedurende dieselfde tydperk gevrek het, as verliese af te skryf. Die 21 slawe van Ceylon wat gedurende die skeepsreis na die Kaap oorlede is, is ook afgeskryf. (Vgl. die resolusie van 21 Maart). Die deel wat weggelaat is kan gevind word in C.14:Resolutiën, 1719-1720, pp. 33-37. Die oorspronklike memories het bewaar gebly in C.291:Memoriën, 1710-1726, pp. 177-180. 

  11. Sien C.121:Bijlagen, 1718-1719, pp. 535-542. 

  12. Die kladnotule van hierdie resolusie kan gevind word in C.113:Klad Notulen, 1717-1719, p. 93. 

  13. Die verslag van die skipper en boekhouer van die skip Wendela oor die goedere wat uit daardie skip tekort ontvang is (vgl. voetnoot 69 by die vorige resolusie), is hier weggelaat. Die Raad het besluit om die saak na die Hoë Regering in Indië te verwys. Die deel wat weggelaat is kan gevind word in C.14:Resolutiën, 1719-1720, pp. 40-43. Die oorspronklike memorie kan gevind word in C.291:Memoriën, 1710-1726, pp. 183-184. 

  14. Sien C.29lMemoriën, 1710-1726, pp. 181-182. 

  15. In die H.K. staan “balkjes”. 

  16. In die H.K. staan “balkjes”. 

  17. Die kladnotule van hierdie resolusie kan gevind word in C.l13:Klad Notulen, 1717-1719, p. 94. 

  18. ‘n Deel is hier weggelaat. Daarin is sekere tekortkomende en bedorwe goedere as verliese afgeskryf, terwyl ander per openbare veiling verkoop sou word. Gedurende die maande Desember, Januarie en Februarie is 32 mansslawe, 15 slavinne, 6 bandiete en 4 slawekinders oorlede, terwyl een esel, 9 perde en 73 beeste gevrek het, vermis of deur die Hottentotte geroof is. Die Raad het egter sy misnoë uitgespreek oor die onvolledige verslae omtrent die vermiste en gevrekte vee wat die landdros ingelewer het en hom versoek om verantwoording te doen van 3 beeste wat volgens sy verslag by die pos Vissershok gevrek het, maar wat nie deur ander verklarings gestaaf is nie. Die deel wat weggelaat is kan gevind word in C.14:Resolutiën, 1719-1720, pp. 48-52. Die oorspronklike memorie van die hoofadministrateur het bewaar gebly in C.291:Memoriën, 1710-1726, pp. 193-194. 

  19. Volgens die kladnotule het die soldaat Hans Hendrik Schieman sy vryheid uit die Kompanjie se diens ontvang. (Sien Schieman se versoekskrif in C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 29, p. 125). Verder is besluit om Jacobus de Rens, die voorleser en skoolmeester op Stellenbosch , “om gewigtige reedenen” na Ceylon te stuur en die koster intussen as voorleser te laat waarneem. Vgl. C.113:Klad Notulen, 1717-1719, pp. 95-96. 

  20. Hierdie resolusie is deur ‘n ander skrywer geskryf. 

  21. Sien C.436 (deel III):Inkomende Stukken, 1716-1719, pp. 885-893. 

  22. Christiaan Rasp van Hasloch het in 1710 as soldaat na die Kaap gekom. In 1715 het hy hom as vryburger en bakker hier gevestig. Hy is in 1715 met Femmetje Visser getroud, en het in 1720 hertrou met Geertruijd Nauta. (Sien C.J.265l:Testamenten, 1716-1721, nos. 32 en 132). 

  23. Vir die kladnotule van hierdie resolusie, sien C.l13:Klad Notulen, 1717-1719, pp. 96-97 

  24. Die Politieke Raad het op 16 en 23 Mei ook vergader. Die kladnotule van daardie vergaderings kan gevind word in C.113:Klad Notulen, 1717-1719, pp. 97-98. Onder die belangrikste besluite wat geneem is, is die volgende: Adolph Hofman is as onderwyser aan die Kaap aangestel (vgl. C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 32, p. 139); aan Jacobus de Rens en Johannes Keijts is toestemming verleen om te mag repatrieer (sien C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, nos. 33, 34 en 35); en Anthonij Faure is as voorleser en skoolmeester op Stellenbosch aangestel. 

  25. Sien C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 39, p. 169. 

  26. Sien C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, nos. 36, 37 en 38, pp. 157-161. 

  27. Die kladnotule van hierdie resolusie kan gevind word in C.113:Klad Notulen, 1717-1719, p. 99. 

  28. Cranendonk het nie hierdie resolusie onderteken nie. 

  29. Die Politieke Raad het op 30 Mei en 6 Junie ook vergader. Die kladnotule van daardie vergaderings kan gevind word in C.113:Klad Notulen, 1717-1719, pp. 99-100. 

  30. Die kladnotule van hierdie resolusie kan gevind word in C.113:Klad Notulen, 1717-1719, p. 100. 

  31. Sien C.436 (deel III):Inkomende Stukken, 1716-1719, pp. 933-936. 

  32. Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. 

  33. Sien C.226:Requesten en Noininatiën, 1719, no. 47, p. 201. 

  34. Johannes Louw is in 1694 aan die Kaap gebore. Hy is in 1725 met Margaretha Gildenhuijsen getroud. (Sien Stellenbosch 18/5:Testamenten, 1720-1726, no. 69; M.O.O.C. 18/5:Boedel Reekeningen, 1767-1771, no. 54). 

  35. Sien C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 49, pp. 209-210. 

  36. Hendrik Scheepsdorp van Amsterdam het in 1717 met die skip Charlois as opperskeepstimmerman na die Kaap gekom met ‘n salaris van ƒ40 per maand. (Sien C.225:Requesten en Nominatiën, 1718, no. 83, p. 365). Scheepsdorp se rekwes kan gevind word in C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 46, pp. 197-198. 

  37. Die Politieke Raad het ook aan die soldaat Francois Louis Migault toestemming gegee om hom as vryburger aan die Kaap te vestig. Vgl. C.113:Klad Notulen, 1717-1719, p. 101; C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 48, p. 205. 

  38. Die kladnotule van hierdie resolusie kan gevind word in C.113:Klad Notulen, 1717-1719, p. 101. 

  39. Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. 

  40. Daar bestaan geen kladnotule van hierdie resolusie nie. 

  41. Sien C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 51, p. 217. 

  42. Sien C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 50, p. 213. 

  43. Die kladnotule van hierdie resolusie kan gevind word in C.l13:Klad Notulen, 1717-1719, p. 102. 

  44. Die kerkraad 8e nominasie kan gevind word in C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 53, pp. 225-226. 

  45. Sien C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 56. pp. 235-237. 

  46. Die gekursiveerde woord is tussen die reëls bygeskryf. 

  47. Die oorspronklike memorie het bewaar gebly in C.291:Memoriën, 1710-1726, p. 195. 

  48. Die kladnotule van hierdie resolusie kan gevind word in C.113:Klad Notulen, 1717-1719, p. 103. 

  49. Cranendonk en Cruse het nie hierdie resolusie onderteken nie. 

  50. Sy vrou, Elisabeth Maas, het hom later na die Kaap gevolg. 

  51. Die kladnotule van hierdie resolusie kan gevind word in C.113:Klad Notulen, 1717-1719, p. 103. 

  52. Cranendonk en Cruse het nie hierdie resolusie onderteken nie. 

  53. Dit is waarskynlik Zierik Zee

  54. Appel se rekwes kan gevind word in C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 55, pp. 233- 234. 

  55. Sien C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 58, p. 243. 

  56. ‘n Memorie waarin die hoofadministrateur besonderhede verstrek het omtrent sekere goedere wat tekort ontvang is uit die skepe Amstelveen , Risdam , ‘t Huijs ten Donk , Noortbeek , Schonenbergh , Meijenburgh en Wassenaar , is hier weggelaat. Daar is besluit dat die goedere as verliese afgeskryf sou word. Die deel wat weggelaat is kan gevind word in C.14:Resolutiën, 1719-1720, pp. 95-100. Die oorspronklike memorie het bewaar gebly in C.291:Memoriën, 1710-1726, pp. 197-199. 

  57. Die oorspronklike rekwes het bewaar gebly in C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 60, pp. 251-254. 

  58. In sowel die H.K. as die oorspronklike rekwes staan “groeijen”. 

  59. Sien C.436 (deel III):Inkomende Stukken, 1716-1719, pp. 853-881. 

  60. In die oorspronklike rekwes staan ook “dubbelte”. In die H.K. staan egter “dubbelde”. 

  61. Sien C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 59, p. 247. 

  62. Die kladnotule van hierdie resolusie kan gevind word in C.113:Klad Notulen, 1717-1719, p. 104. Vir die resolusies vanaf 25 Julie 1719 tot 7 Oktober 1721 bestaan daar geen kladnotule nie. 

  63. Cranendonk en Cruse het nie hierdie resolusie onderteken nie. 

  64. Hy het in 1719 as matroos met die skip ‘t Raadhuijs van Middelburgh na die Kaap gekom. Sien C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 68, pp. 283-284. 

  65. Sien C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, no. 67, p. 279.