Skip to content

C055 v1.20

C. 55, pp. 2-6.

Dingsdagh den {17201210} 10e December 1720, voormiddags.

Alle present.

Den Edele Hr. Gouverneur verthoonde in Rade dat niettegenstaande bij gedane affixie van billietten alle dese ingesetenen op den 2e April deeses jaars op ‘t kragtigste waren geexhorteert en aangemaent tot den aanqueek van tarw, garst, boonen en erweeten, met positive beloften dat haren oegst van dien, voor soo verre zij ‘t selve voor haar toekomende gesaij of eijgen domiciliaal gebruijk niet benodigde, in ‘s Comps. graan magasijnen teegens de gereguleerde prijsen soude worden ontfangen, met dat insigt principalijk dat door dat middel soo veel doenlijk voorgekomen mogte worden gebrek aan vivres voor de verwagt wordende retourvloot, speciaal van gort, erweten en boonen; Sijn Edele egter tot leetweesen moeste betuijgen ‘t zeedert weijnigh tijts weder ondervonden te hebben dat sommige deser ingesetenen ondernamen hare ingewonne garst en erweeten aan particuliere burgers te verkopen, en dierhalven op verkeerde pretexten voorbij ‘t Casteel te vervoeren, latende dus d’ E. Comp. in geen geringe verlegentheijt, weshalven Sijn Edele van noodsakelijkheijt hadde geoordeelt in serieuse bedenkinge te geven of het niet om voorsz reedenen van nut soude sijn d’ ingesetenen nogmaals te gelasten voortaan hare gewonne garst, boonen en erweeten in ‘s Comps. graan magasijn te komen leveren, immers soo verre als deselve buijten haar eijgen benodigtheijd soude konnen werden gemist, en neffens dien deselve wel scherpelijk verboden geene granen, van wat benamingh die soude mogen sijn, aan eenige vreemde natien te verkopen, verruijlen of andersints te verhandelen, onder wat benaminge of pretext sulx soude mogen wesen, op sekere paene daar tegens te statuer[en]. Op alle ‘t welke met aandagt gedelibereert sijnde, goetgevonden en geresolveert is dat bij affixie van billietten nogmaals alle deese ingesetenen sullen worden geordonneert hare ingewonne garst, bonen en erweten ten deesen Casteele ten spoedigsten aan te voeren, immers voor soo verre deselve bij haar buijten eijgen ongerief sullen konnen worden gemist, en boven dien expresselijk verboden geen tarw, rogge, garst, bonen of erweeten aan eenige vreemde natien te verkopen, verruijlen of verhandelen, onder wat pretext sulx mogte sijn, op paene van confisquatie van dien en arbitraire correctie naar exigentie der sake.

Vermits den ondercoopman en cassier, Sr. Willem van Taek, is gevordert geworden tot opperhooft in d’ expiditie naar Rio de la Goa en Terra de Natal , Soo is goetgevonden weder t’ sijnen versoeke tot cassier aan te stellen den boekhouder Francois Poulle,1 met de qualiteijt van pl. ondercoopman met ƒ40:-, op approbatie van onse Heeren en Mrs., gemerkt desselfs verbonden tijt is geexpireert.

Zijnde bovens dien op de propositie van den Edele Hr. Gouverneur geresolveert dat in de gemelde commissie naar Rio de la Goa sullen worden geemploijeert de volgende persoonen, als Zacharias Camminga,2 vermits ingenieur is, als commanderent officier over de zoldaten met de rangh als vaandrigh, sullende boven dien nog twee zergeanten en drie corporaals uijt dit Casteel mede gesonden worden; den zoldaat Jacob Buquoij tot landmeter en kaartemaker, met een gagie van ƒ16 per maan[d]; den adsistent Andries Brand3 in zijn qualiteijt op de hoeker Gouda in plaatse van den aangestelde tweede persoon in die commissie; en laastelijk dat den geligte derdewaak Johannes Pool4 als onderstuijrman met ƒ32 geplaast sal worden op de hoeker de Caab .

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.

5

C. 55, pp. 7-11.

Dingsdagh {17201217} 17e December 1720, voormiddags.

Alle tegenswoordig, uijtgesondert den E. Van Kervel.

Den Edelen Heer Gouverneur in Raade geproduceert hebbende de overgeleverde nominatien van kerkenradein loco, burgerraden, mitsgaders heemraden van Stellenbosch en Drakensteijn ,6 Zoo is voor af de gedane verkiesing van Adriaan van Kervel tot ouderlingh voor de afgaande Jan Alders g’approbeert, en wijders uijt het dubbelt genomineert getal in plaatse van de uijtgediende Francois Poulle en Gijsbert la Feber, tot diaconen verkoren Hendrik Swellengrebel en Christiaan Rasp; mitsgaders in plaatse van de afgaande burgerraden Johannes Blankenbergh7 en Hendrik Donker, aangestelt Fredrik Russauw en Matthijs Bergstedt; zoo als insgelijx in steede van Jacobus de Lange8 en Warnar van den Brink,9 als meede voor den overledene Jan Albertus Laubser,10 tot heemraden aan Stellenbosch sijn verkooren Dirk Coetsé, Pieter van der Bijl en Adam Tas, en aan Drakensteijn Matthijs Crugel11 en Schalk Willemsz. van der Merve,12 en sulx in plaatse van Hercules des Pré13 en Claude Marais.

Wijders is goedgevonden den ondercoopman, den E. Jan Alders, te committeeren als commissaris politicq14 tot het nasien van de kerkelijke middelen aan Stellenbosch en Drakensteijn .15

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] Mij praesent, HK. SWELLENGREBEL. E.g. elercq.

16

C. 55, pp. 12-20.

Dingsdagh den {17201231} 31e December 1720, voormiddags.

Alle tegenwoordig, uijtgesondert den Hr. independent fiscaal Cornelis van Beaumont en den capiteijn Kaije Jesse Slotsboo.

Na resumptie der gedane nominatien door weesmeesteren en commissarissen van civiele en huwelijxe saken in Rade geexhibeert,17 is verstaan in plaatse der afgaande leeden weder te verkiesen tot weesmeesteren Johannes Blankenberg, Zergius Swellengrebel18 en Gijsbert la Febre, en in commissarissen van civile en huwelijxe saken Hendrik Swellengrebel, in plaats van d’ afgaande Nicolaas Heijning; en gemerkt den president van laastgemelde collegie, den coopman en pakhuijsmeester Jan de la Fontaine, staande vergaderinge insgelijx versogt van die commissie voor jegenwoordigh te mogen wesen ontheft, en een ander tot dat presidie aangestel[t], is goetgevonden daar toe aan te stellen den capiteijn Kaije Jesse Slotsboo.

Vervolgens verthoonden den Edele Hr. Gouverneur hoe Sijn Edele door ‘t aangestelt opperhooft naar Rio de la Goa en Terra di Natal , Sr. Willem van Taak, was versogt verligtingh en ordre te mogen hebben hoedanigh sig op die togt en ondernemingh hadde te gedragen omtrent de saken van justitie, soo civiel als crimineel, mitsgaders of aan de manschap daar ter plaatse sal worden uijtgekeert ‘t gewoone maandelijx costgelt of randsoen, weshalven Sijn Edele in consideratie gaf hoedanigh omtrent ‘t een en ‘t ander ten meesten dienste behoorde gehandelt te worden. Over ‘t welke met aandagt gedelibereert en daar nevens in consideratie gekomen sijnde hoe gebeurlijk het is dat crimineele misdaden begaan wordende, de scheepsgelegentheijt het niet toelaten soude die misdaders met d’ ingewonne enquesten herwaarts over te senden, en dierhalven alsulke met langwijlige detentien soude moeten blijven beswaart, mitsgaders de justitie en exemplaire straffe uijtgestelt; dat men ook ten opsigte der eetwaren en ververssinge alhier voor als nog in groote onsekerheijt is of deselve op Rio de la Goa en Terra di Natal in abundantie en sonder gevaar voor den inlander te bekomen sijn of niet; Soo is goetgevonden en geresolveert dat ‘t gemelde opperhooft Van Taak, geadsisteert met den Raad hem toe te voegen, met rijp overleg sal administreeren de justitie in ‘t civiel naar de Statuten van India en de beschreeve regten, ende in ‘t crimineel naar ‘s Comps. articulbrief en ‘s lands placcaten, latende nogtans aan een ieder open de weg van appel aan den Raad van Justitie alhier, in saken appellabel sijnde, en altijt in saken van gewigt en speculatie assumeerende de schippers of gesaghebbers van de aanwesende hoekers of andere scheepen; dat denselve insgelijx op Rio de la Goa aan de manschap aldaar sal verstrecken rantsoen ten ware mogte ondervinden dat de middelen van subsistentie aldaar genoegsaam te bekomen waren, sonder hinder aan den inlander of eenig gevaar aan ‘s Comps. dienaren toe te brengen, in welk geval het gevoeglijker soude sijn deselve met de gewone costgelden te voorsien, of ook wel ‘s Comps. weegen de benodigde vivres te koopen en in te ruijlen tot voorkomingh van alle disordres en overlast aan den inlander, van ‘t welke een ieder sig scherpelijk sal hebben te wagten, waaromme ook verstaan is dat op die reijse van hier meede gegeven en op de drie hoekers verdeelt sullen worden 450 stucken van agten.

Zullende den breeden raad op de togt naar Rio de la Goa bestaan uijt de volgende persoonen, als ‘t opperhooft, Sr. Willem van Taak, die presideren en deselve beleggen sal, den schipper van den hoeker de Caab , Maarten Kleijnhenst, de gesaghebbers van de hoekers Gouda en Zeelandia , Willem van der Maas en Jan van Es, benevens den boekhouder en tweede in die commissie, Casparus Swertner, dog ingevalle daar inne over militaire saken gedelibereert mogten worden, soo sal als dan daar ook sessie hebben den commanderent officier der militie, Zacharias Camminga, en immediaat volgen agter de voorn. gesaghebbers.

Den scheepsraat sal bestaan uijt ‘t opperhooft, den schipper of gesaghebber,boekhouder of adsistent,19 opper en onderstuurman, bootsman en constapel, uijtgenomen in saken de militie rakende, in welk geval daar in meede adsisteeren sal den commanderent officier of zergeant.

Dog op Rio de la Goa gevestigt sijnde, sal den Raad van Politie en Justitie geformeert worden uijt ‘t opperhooft, den tweede en d’ commandeerend officier der militie, dog in speculative en gewigtige saken agten wij ‘t insgelijx ten meesten dienste der E. Comp. d’ aanwesende schippers of gesaghebbers van ‘s Comps. scheepen of vaartuijgen daar bij ‘t assumeeren.

Waar naar gebesoigneert zijnde over ‘t requeste door Aletta Verweij20 in de volgende termen gepresenteert:

Aan - - - Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den E. Agtb. Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestre. Heer en E. Agtbe. Heeren,’

‘Geeft met schuldige eerbied te kennen Uwe Wel Edele Gestre. en E. Agtb. seer onderdanige dienaresse Aletta Verweij, wed. Ocker Cornelisz. Olivier,21 hoe de suppte. seeker stuk land gelegen in de Tijgerbergen , genaamt de Kleijne Stinke Rivier , met permissie van de Overigheijt alhier den tijd van veertigh jaaren in leeningh beseten, en voor den daar op staande opstal gehouden is geweest duijsent guldens aan hare kinderen te bewijsen, en dewijle de daar toe staande jaarlijxe lasten de supplte. seer swaar vallen, heeft deselve gemelte land met permissie door den lantmeeter doen meeten, zijnde groot bevonden negenentnegentigh morgen en vier hondert vier en dertigh quadraat roeden, dog daar onder veel onbequaam en clippig land, gelijk ‘t geannexeerde caartje komt aan te wijsen, wendende sig dierhalven in alle nedrigheijt tot Uwel Edele Gestr. en E. Agtb. met ootmoed[ig] versoek dat het derselver goede geliefte z[ij] gem. stuk land aan de suppte. in eijgendom te verleenen.’

‘(Onderstont) ‘t Welk doende &a.’

Is verstaan dat aan haar ‘t versogte stuk lands in eijgendom sal werden verleend op approbatie onser Heeren en Meesters.

Zijnde laastelijk nog geresolveert dat ten versoeke van den burger Willem Stevensz. Berkman22 uijt slavernij in vrijdom sal gegeven worden ‘s Comps. slavinnettje, gent. Wilhelmina, mits daar voor aan d’ E. Comp. gegeven wordende de gepresenteerde slavinne, Lea gent., en boven dien 50 Rds.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.

C. 55, pp. 21-25.

Dingsdagh den {17210107} 7e Januarij 1721, voormiddags.

Alle present,demptoden ondercoopman en winkelier, Jan Alders.

Gedelibereert sijnde over den inhoude van ‘t requeste door den burger Hendrik Oostwalt Eksteen in volgende bewoording in Rade gepresenteert:23

Aan den Wel Edele Gestre. Heere Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den E. Agtbe. Politicquen Raad.

‘Wel Edele Gestrenge Heer en E. Agtbe. Heeren,’

‘Versoekt met schuldige eerbied Uwel Edele Gestre. en E. Agtb. seer onderdanigen dienaar, den burger Hendrik Oostwalt Eksteen, dat het deselve mogte behagen seeker stukje land, gelegen aan de Tijgerbergen annex des supplts. eijgen land, gent. Lobensteijn , groot negen morgen en vier hondert een en tagtigh quadraat roeden, gelijk ‘t geannexeerde caartje door den lantmeeter daar van met permissie geformeert, omstandiger aanthoont, aan den supplt. in eijgendom te vergunnen.’

‘(Onderstont) ‘t Welk doende &a.’

Is goetgevonden en verstaan ‘t versogte stukje lands ter groote van 9 morgen en 480 quadraat roeden, als leggende geannexeerd aan sijn bebouwt land en niet hinderlijk aan sijn buijren sijnde, in eijgendom te vergunnen op nadere goetkeuringh onser Heeren en Meesters.

Vervolgens getreeden sijnde tot de lecture van ‘t requeste door den adsistent Cornelis Adriaansz. Smelt in d’ onderstaande termen gepresenteert:24

Aan den Wel Edele Gestre. Heere Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den E. Agtbare Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestre. Heere en E. Agtbe. Heeren,’

‘Verthoont met schuldige eerbied Uwe Wel Edele Gestre. en E. Agtbe. seer ootmoedigen dienaar, Cornelis Adriaansz. Smelt, adsistent in dienst der E. Compe., daar voor niet de presente hoeker de Caab alhier aangeland, hoe hij supplt. ter ordre van Uwe Wel Edele Gestre. van dat bodemptje is geligt en geplaatst geworden op de hoeker Zeelandia , ten eijnde de boekjes van deselve op de aanstaande voijagie na Rio de la Goa en Terra de Natal waar te nemen, waar toe den supplt. seer graag soude inclineeren, bij aldien sijn lichaams gesteltheijt sulx voor tegenwoordig wilde toelaten, maar alsoo den supplt. sigh behebd vint met menigvuldige swakheeden en daar bij redelijk bejaart, zoo neemt hij sijn toevlugt tot Uwe Wel Edele Gestre. en E. Agtb., seer nedrig smekende dat hem mag werden gepermitteert alhier eenigen tijt te vertoeven om tot sijn vorige gesondheijd te komen, tot tijd en wijle alhier een bodem, ‘t zij die na Ceijlon of Batavia is gedestineert, sal sijn gearriveerd omme daar meede in sijn qualiteijt te vertrecken.’

‘(Onderstont) ‘t Welk doende &a.’

Is naar deliberatie geresolveert denselven t’ accordeeren alhier aan Cabo de Goede Hoop vermits indispositie en lichaams swakheijt t’ sijner herstellinge te mogen verblijven, omme, in betere staat sijnde, met het eerst komende Cijlonds schip in voorsz qualiteijt naar derwaarts te navigeeren.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.

25

C. 55, pp. 26-31.

Dingsdagh den {17210114} 14e Januarij 1721, voormiddags.

Alle tegenwoordig, uijtgesondert den ondercoopman en winkelier, Jan Alders.

Den Edele Heer Gouverneur ter deeser vergaderingh hebbende doen binnen komen alle de schippers der aanweesende suijkerscheepen nu jongst van Batavia hier aangeland, ende vervolgens aan haarlieden afgevraagt wanneer zij vermeijnden in staat te sullen sijn de reijse van hier naar ‘t vaderland met gerustheijt te konnen ondernemen, en of haar nog ietwes ten dien eijnde benodigde, waar op gesamentlijk repliceerden van meenige te weesen te sullen konnen vertrecken in ‘t laast van deese lopende maand, dat sij insgelijx daar toe niets verders benodigden, behalven dat den wimpelvoerder der gemelde kielen versogt van nog eenigh buscruijt voorsien te mogen worden in plaatse van ‘t geene door hem tot zeijnschooten op de reijse was geconsumeert; Soo is naar gehoudene besoigne goetgevonden de voorsz ses scheepen teegens gemelde tijt naar ‘t Patria te depescheeren, weer en wind sulx toelatende, en dat van ieder der vijf suijkerfluijten aan den wimpelvoerder sal overgegeven worden een vaatje van 50 lb. buscruijt, ‘t welk zij gaarn hebben geamplecteert, als haar niet hinderende.

Vervolgens is door hooggemelde Edele Heer Gouverneur in consideratie gegeven of het niet gevoegelijk soude sijn dat voortaan de leeden van alle de collegien, haar gestelden tijt behoorlijk uijtgedient hebbende, door deesen Raad, als van wien zij daar toe waren aangestelt, weeder daar van wierden ontheft, voor haaren dienst bedankt en dienvolgens van den eed ontslagen, omme in der tijd weeder geeligeert wordende in deese of geene collegien, den daar toe vereijscht wordende eed bij haarlieden op nieuw gepresteert te worden, over ‘t welke geraatpleegt zijnde, verstaan is dat sulx in vervolgh van tijt op die voet sal worden verrigt.

Waar naar is gelesen geworden ‘t schriftelijk berigt door den winkelier en ondercoopman, Jan Alders, als aangestelden commissaris politijcq omtrent het doen der reecq. van d’ arme gelden van Stellenbosch en Drakensteijn geformeert en aan den Edelen Hr. toegesonden, continerende dat onder ulto. December laastleeden in die arme cassen aan contanten en effecten bevonden hadde, als

aan Stellenbosch ƒ5343:12:-
aan Drakensteijn ƒ4681:13:-
aan Stellenbosch ƒ5343:12:-
aan Drakensteijn ƒ4681:13:-

Vermits door het aanstaande vertrek van Sr. Willem van Taak als opperhooft naar Rio de la Goa en Terra di Natal , een plaats in den Justitieelen Raad alhier is opengevallen, Soo is goetgevonden denselven te suppleeren met den vaandrig Jan Tobias Rhenius, als van goede bequaamheijt zijnde.

Laastelijk produceerden den Edele Heer Gouverneur seekere schriftelijke ordonnantie Sijn Edele door den schipper van ‘t aanweesent rijst of provisieschip de Kiefhoek in volgende bewoordinge ter hand gestel :26

D’ opperhoofden van ‘t schip de Kiefhoek sullen van de bediendens van den Agtb. Raad der Justitie deeses Casteels in dien bodem wel versekerd overnemen en houden, mitgrs. aan Cabo de Goede Hoop ter ordre van den Hr. Raad Extraordinaris en Gouverneur, Maurits Pasques de Chavonnes, nevens den Raad overleveren den gecondemneerden Coenraad Fredrik Hofman,27 als sijnde op den 11e deeser in Rade van India verstaan denselven naar dien uijthoek te versenden.

‘(Onderstont) Batavia, in ‘t Casteel, den 24e October 1720. (Was getekent) Frans Castelijn.28

Daar nevens in consideratie gevende hoedanigh met den herwaarts gesondene Coenraad Frederik Hofman ten meesten securiteijt van sijn persoon alhier behoorden te worden gehandelt, over ‘t welke met aandagt gedelibereert, en daar nevens in opmerkingh gekomen wesende dat eeniglijk bij gesegde ordonnantie d’ overheeden van de Kiefhoek worden gelast gemelde Hofman versekert herwaarts over te brengen, mitsgrs. ter ordre van den Edele Hr. Gouverneur en deesen Raad alhier over te leveren, sonder dat ër verder bij die odre of wel bij ‘t geeert schrijvens van de Hooge Indische Regering,sub dato29 October 1720,29 of wel copie der resolutie en sententie30 eenige verdere dispositie word gemaakt of last gegeven omtrent de behandelinge en sustentatie van dien persoon, en dat gevolgelijk met veel regt uijt die oorsaak mag beslooten worden dat d’ intentie van Haar Hoog Edelens ten deesen opsigte sig niet verder uijtstrekt als deesen Hofman in dit Gouvernement tot wederseggens tot sijnen eijgen costen te doen verblijven, sonder dat men nogtans dien persoon tot voorkominge van echappade31 met nieuwe detentien soude mogen belasten, sonder ‘t welke egter te deser plaatse, ter oorsake der menigvuldige gelegentheeden tot ontvlugten, nauwlijx sorg genoegh gedragen soude konnen worden; Soo is goetgevonden en geresolveert denselven Hofman aan de wal te doen komen en te permitteeren liber te deeser plaatse te mogen gaan, immers tot tijt en wijlen diesaangaande nader schrijvens van de Hoge Indische Regeeringh sal weesen ingekomen.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.

32

C. 55, pp. 32-41.

Dingsdagh {17210121} 21e Januarij 1721, voormiddags.

Alle present, uijtgesondert den Heer Van Beaumont en den E. Van Kervel.

Den Edelen Heer Gouverneur de leeden des Raads te kennen gevende dat ‘t seedert ‘t genomene raadsbesluijt van den 19e November des voorleden jaars, geen ofte seer wijninge penningen in cassa der E. Compe. was ingekomen, derhalven dat het restant, alsdoen ter zomma van Rds. 5415, vrij is komen te verminderen, zoo dat men bij betaling der geleverde granen door deese ingesetenen aan de E. Compe. als andere verstreckinge veel soude te kort schieten, derhalven in consideratie gevende of men volgens bovengemelde resolutie als nu niet behoorden eenige der leeg leggende penningen der weescamer alhier ten dienste der E. Compe. te gebruijken, waar over behoorlijk geraatpleegt zijnde, is beslooten een zomma van twintigh duijsent Rijxds. van gemelde weescamer ten dienste der E. Compe. te ligten, zullende met het generaal schrijvens aan onse Heeren en Meesteren wegens den intrest van gem. capitaal volgens voorengen. besluijt van 19en November werden geschreeven.

Waar na gem. Sijn Edele te kennen gaf hoe den capiteijn van het alhier ter rheede leggende Deensschip, de Juffrouw Susanna , Sijn Edele hadde versogt om in ‘t geselschap der tegenswoordige ses suijker scheepen na Europa meede te mogen varen, gevende dierhalven in bedenkingh of sulx behoorde toegestaan te werden; Zoo is ter consideratie sulx voor deesen aan de Engelschen is gepermitteert geworden, geen swarigheijt gemaakt bovengem. capitain ‘t selve te accordeeren.

Vervolgens gelesen sijnde ‘t onderstaande request:33

Aan den Wel Edele Gestrenge Heere Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den E. Agtbaren Pollticquen Raad.

‘Wel Edele Gestrenge Heere en E. Agtbare Heeren,’

‘Versoeken met schuldige eerbied Uwel Edele Gestrenge en E. Agtb. onderdanige dienaren, de volmagten wijlen juffrouw Helena Verhaick, huijsvrouwe van Sr. Pieter de Meijer, dat ingevolge de goedgunstige permissie der Heeren Majores de supplten. mag werden gepermitteert de kinderen van gemelte overledene met het althans ter rheede leggende schip Loenderveen , omme in de cajuijt gelogeert en getracteert te werden, cost en transport vrij na het vaderland over te senden, mede voerende zoodanige kistjens tot bergingh der kleederen als Uwel Edele Gestrenge en E. Agtb. sullen komen goed te vinden, soo meede dat tot derselver oppassing een meijd mag overvaren; wijders versoeken de supplten. dat tot overvoeringe der klederen &a., tot het lijf van bovengem. overledene moeder der kinderen behoort hebbende, een kist mag werden toegestaan, zijnde de supplten. bereijt (des begeert werdende) deselve in presentie van gecommitteerdens te packen en sluijten.’

‘(Onderstont) ‘t Welk doende &a.’

Zoo is goedgevonden dat in conformiteijt van de gegevene permissie van onse Heeren en Meesteren sal werden g’accordeert aan de kinderen van den gewesene Secretaris, Pieter de Meijer, omme na het vaderland te mogen vertrecken vrij van transport en costpenningen, meede nemende tot haare bagagie een mattrose kist, zoo mede een kist tot bergingh der kleederen van de overledene moeder van gem. kinderen, werdende insgelijx g’accordeert dat tot oppassingh der gesegde kinderen een mijd sal mogen overvaren, sullende de betaling van het daar toe staande cost en transport geld gedefereert blijven aan ‘t gunstigh goedvinden van onse Hooge Gebiedende Heeren Majores in ‘t vaderland.

Wijders wierd gelesen ‘t volgende versoek door ‘t a[a]ngestelt opperhooft van Rio de la Goa en Terra di Natal , Willem van Taack, benevens den schipper en gesaghebbers der hoekers, luijdende als volgt:34

Aan d’ Wel Edele Gestrenge Heere Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den Ede. Agtbaren Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestrengen Heer en E. Agtbare Heeren,’

‘De ondergetekende vinden sig verpligt aan Uwe Wel Edele Gestrenge en E. Agtb. op het eerbiedigste voor te dragen hoe bij overweging van den geprojecteerden togt na Rio de la Goa en Terra de Natal , in aanmerking gekomen is dat geen van de drie hoekers voorsien sijnde van kleijn vaartuig bequaam om bij aandoening van land te water gebragt en gebruijkt te werden, om de inkomsten der baaijen &a. af te looden, sijlieden daar door wel ligt in fatale ongelegentheijd op die nog soo weijnig bekende kusten souden geraken, weshalven het van de grootste dienst voor deese onderneming soude sijn bij aldien Uwe Wel Edele Gestrenge en E. Agtb. konden goedvinden seeker vaartuijgh, door den burger Hendrik Oostwalt Eksteen van de Engelsen gekogt, over te nemen en tot de togt te equipeeren, als sijnde seer applicabel tot soodanige diensten, dewijl het op sijn meest maar ses voeten diep gaat, en expres ten dien eijnde op Madagascar is opgetimmert, om alle onaankomelijke hoeken en winkels voor groote scheepen op dat eijland en deese cust te doorsnuffelen; wat de beseijltheijd en ‘t zeebouwen van dit bodemken aangaat, sulks is genoegsaam bij desselfs herwaarts komste van Madagascar alleen door zee in een slegt saijsoen gebleeken; omme alle welke de ondergetekende verhoopen dat Uwe Wel Edele Gestrenge en E. Agtbare deese haare consideratie niet qualijk willen gelieven te nemen, terwijl sij met veel respect blijven &a.’

’- - - (Was getekent) W. v. Taack, Ms. Klijnhens, 1721, Willem van der Maas, Jan van Est.’

Is goed gevonden en verstaan vermits de absentie van twee leeden deeser Vergadering de dispositie hier over te surcheeren tot dat desen Raad compleet sal weesen.

Laastelijk presenteerde den burger Jacobus van der Heijden ‘t onderstaande versoekschrift:35

Aan den Wel Edele Gestrengen Heere Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den E. Agtbe. Raad van Politie deeses Gouvernements.

‘Wel Edele Gestrenge Heere en E. Agtbaare Heeren,’

‘Geeft met alle eerbiedigheijt te kennen Uwe Wel Edele Gestrenge en E. Agtbares gehoorsamen dienaar, Jacob van der Heijde, hoe hij niet beter geweeten heeft als dat hem bij de laaste aanneming der leverantie van vers vleesch &a. op sijn versoek is toegestaan dat niemand soude vermogen op een andere wijse vleesch te verkopen als bij het pond, en sulx voor drie stuijvers, ook daar mede een jaar sonder interruptie moeten continueer[en], maar dat hem thans te vooren is gekomen dat sulx niet tegenstaande voor eenigen tijdsommige slagters36 daar over door den Raad van Justitie in boete sijn geslagen, getragt werd ten eenemaalen in onbruijk te brengen, als sijnde hem supplt. al door twee distincte buijtenlieden, wanneer hij haren exorbitanten eijsch van ƒ12 voor een schaap te geven niet conde accordeeren, te gemoete gevoert dat dan daar mede wel raad wisten om die selfs in de goede tijd aan de Caab uijt te slagten, door welke inbreuk den suppliant ten alderuijttersten soude werden benadeelt, als niet in staat sijnde het geheele jaar door het slagtvee als tot considerable hooge prijsen te fourneeren, wanneer andere souden mogen volstaan met eenlijk te slagten in het beste van de tijd, en anders op te houden wanneer der geen vee te krijgen is.’

‘Derhalven keert hij sig tot Uwe Wel Edele Gestre. en E. Agtb. met ernstige beede dat nae Haar E. hoogwijse voorsieninge daar omtrent zoodanigen vasten ordre mag werden gestelt, dat een ijder die slagten wil, verpligt zij sulx een gants jaar te continueeren, het vleesch bij de pond en niet bij quartieren verkopende, niet hoger als voor drie swaare stuijvers.’

‘(Onderstont) ‘t Welk doende &a.’

Is insgelijx beslooten om bovengem. redenen ‘t selve uijt te stellen tot de aanstaande vergaderingh.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONIK.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ

[Signed:] Mij praesent, HK. SWELLENGREBEL. E.g. clercq.

37

C. 55, pp. 42-45.

Dingsdagh den {17210128} 28e Januarij 1721, voormiddags.

Alle present.

Volgens resolutie van den 21e deeser weeder gebesoigneert zijnde over den inhoude van ‘t request door ‘t opperhooft van Rio de la Goa , Sr. Willem van Taek, den schipper en de gesaghebbers der hoekers de Caab , Gouda en Zeelandia , aan deese vergaderinge gepresenteert, is goetgevonden en geresolveert dat ten aansien het versogte vaartuijg, jeegenwoordigh in de Saldanhabaaij leggende, van soo slegten gesteltheijt is, volgens ‘t getuijgenis van den burger Hendrik Oostwalt Eksteen, aan wie het in eijgendom toebehoort, dat het selve sonder voorgaande vertimmeringe de reijse van daar naar herwaarts niet konde volbrengen, en dat bijgevolge met goede reeden daar uijt wel af te lijden is dat het selve, hoewel al geprepareert, egter van te swakke constitutie sal sijn omme de reijse te konnen doen, immers soo men genootsaakt soude moeten weesen (soo als seer apparent is) zuijt te kiesen, en ‘t geen men als nu door menschen hen des verstaande niet nader kan doen ondersoeken, buijten en behalven dat bij aldien ‘t gemelte vaartuijg door vertimmering al in staat konde worden gebragt, egter daar toe een geruijme tijt soude worden vereijscht en gevolgelijk de hoekers daarom ook opgehouden moeten worden, ‘t geen niet en behoort, te meer wijl onse Heeren en Meesters tot het voortsetten van den handel, ‘t ontdecken der rivieren en gronden en wes meer hebben gelieven te gelasten dat met d’ afbre[e]k boots souden worden verrigt, en dierhalven daar toe in staat behooren geagt te worden, dat om gemelde redenen ‘t voorsz versoek sal worden van de hand geweesen.

Waar naar getreeden is geworden tot d’ overweging van ‘t requeste door den burger Jacobus van der Heijde overgelevert en meede geinsereert in de resolutie van den 21e deeser, waaromtrent verstaan is dat gelijk berijts bij ‘t raadsbesluit van den 30 Augustij 171738 aan de slagtneering doende burgers was verboden geworden ‘t schapenvleesch bij bouten en ongewogen te verkopen, ‘t selve dierhalven nogmaals bij affixie van biljetten sal worden geinterdiceert, en aan deselve toegelaten dat vleesch voor 3 stuijvers ‘t lb. en niet hoger te mogen verkopen, van welk een en ander kennisse sal worden gegeven aan onse Heeren en Meesters.

Vervolgens sijn weesmeesteren deeser steede gequalificeert geworden tot de betalinge van soodanige agterstal als den boedel van wijlen Cornelis Botma39 aan d’ E. Compe. nog te quaat stont, immers voor soo verre die penningen nog onder hare directie berustende sijn.40

Laastelijk is geapprobeert de geformeerde instructie voor ‘t opperhooft naar Rio de la Goa en Terra de Natal ,41 en dat neevens dien tot betere narigtinge sal worden afgegeven copia authentijcq van die door Haar Edele Groot Agtb. voor den overledene coopman en opperhooft, Claas Nieuwhof, is geconcipieert geworden.42

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.

43

C. 55, pp. 46-49.

Woensdagh den {17210129} 29e Januarij 1721, voormiddags. Extraords. vergaderingh.

Alle tegenwoordigh, uijtgesondert den E. Kaije Jesse Slotsboo.

D’ Edele Heer Gouverneur ter vergadering hebbende doen binnen komen ‘t opperhooft, benevens den schipper en gesaghebbers der drie hoekers gedestineert naar Rio de la Goa en Terra de Natal , en deselve afgevraagt wat haar tot ondernemingh van die reijse als nog deficieerde, versogten sij dat aan de hoeker de Caab nog mogten verstrekt worden 18 halve leggers, aan Gouda 12 dos., aan Zeelandia 11 dos., benevens bequame timmerlieden, vermits deselve onvermijdelijk nodig waren, soo tot opsettingh der afbr[e]ek boots als bij alle andere voorkomende gelegentheeden, en aan ieder der voorsz drie hoekers in plaats van 8 levendige schapen voor de rijs, Rds. 24 tot den inkoop van varkens, waar over gebesoigneert zijnde, verstaan is dat het versogte ten spoedigsten doenlijk sal worden versorgt, en dat aan gemelde hoekers boven dien opene brieven van voorschrijven sal worden meede gegeven, mitsgaders aan den tweede in die commissie, Casparus Swertner, gesloten ter handen gestelt copia der instructie voor ‘t opperhooft, omme bij afdwalingh van malkenderen en spoediger aankomst tot Rio de la Goa dan de hoeker de Caab bij hem t’ sijner narigtinge geopent te worden.

Laastelijk geleesen sijnde ‘t requeste door Coenraad Frederik Hofman in de volgende bewoordinge overgegeven:44

Aan den Edelen Groot Agtbre. Heer Maurits Pasques de Chavonne - - - en de Heeren Raden aan de Caab de Goede Hoope.

‘Geeft onderdanigst te kennen Coenraad Fredriq Hofman, geweesen gesaghebber op Sumatras westcust, dat hij supplt. ter ordre van d’ Edele Hooge Regeringe van India met het schip de Kiefhoek herwaarts gesonden sijnde om (soo als hij supplt. niet anders weet) als ballingh hier aan land te verblijven, te rade is geworden door dit submis geschrift sig te keeren tot UEde. Groot Agtb. met gansch demoedig versoek hem ten aansien sijner hooge jaaren goetgunstelijk te gelieven vergunnen de vrijheijt van in opgem. miserabelen staat sijn nog overigen levens tijd op een der omliggende landerijen in eensaamheijt te mogen slijten.’

‘(Onderstont) ‘t Welk doende &a. (Was getekent) C. F. Hofman.’

Is goetgevonden denselven t’ accordeeren omme op de buijtenplaats van den burgerraad Fredrik Russeaux te mogen gaan sijn verblijf houden.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.

C. 55, pp. 50-52.

Dingsdagh den {17210204} 4e Februarij 1721, voormiddags.

Alle present, uitgesondert den Hr. independent fiscaal, Cornelis van Beaumond, en den capitn. Kaije Jesse Slotsboo.

Den coopman en pakhuijsmeester, Jan de la Fontaine, als commissaris politijcq geadsisteert hebbende bij het doen der reek. van de Caabse arme penningen, leverde in Raade over reek. van dien, waar uijt consteert dat het gantsche capitaal bestaat in een zomma van ƒ143,108:19:12.

Cors Hendriksz., voor tabakplanter uijt ‘t vaderland herwaarts gesonden, ter vergaderinge verscheenen en door den Edelen Hr. Gouverneur afgevraagt zijnde hoedanig het sig met het tabaxs gewasch in ‘s Comps. thuijn hadde toegedragen, en of denselve diesaangaande een besluijt konde opmaken of men met succes en ten voordeelen die planterije alhier soude konnen voortsetten, verklaarden denselve om diversse goede reedenen sulx alhier niet te kunnen vervolgen, maar ter contrarie tot vermijding van onnutte en sware lasten ‘t selve in ‘t geheel t’ abandonneeren, over ‘t welke gebesoigneert zijnde, verstaan is dat gemelde Cors Hendriks tot beetere elucidatie sijne consideratien en motiven in deesen, bij geschrifte sal vervatten en overleveren.

Geleth weesende op den inhoude van ‘t overgelevert extract uijt de notulen van burger crijgsraad op den 3e deeser aan Cabo gehouden,45 is goetgevonden bij deesen t’ approbeeren de gedane vorderinge van Christiaan Maasdorp46 tot quartiermeester der burger ruijterije in plaatse van den aangestelden wees meester, Gijsbert la Febre, en weeder tot zergeant den corporaal Ernst Frederik de Swart,47 en tot corporaal den burger Jan Franke.48

Laastelijk is vastgestelt dat de hoekers de Caab , Gouda en Zeelandia op Maandagh aanstaande sullen worden gemonsterd en van hier gedepescheert, weer en wind daar toe dienende.49

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

50

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.

C. 55, pp. 53-58.

Dingsdagh den {17210211} 11e Februarij 1721, voormiddags.

51

Alle tegenwoordigh,demptoden E. Kaije Jesse Slotsboo door indispositie.

Is door den Edele Heer Gouverneur geproduceert het schriftelijk rapport of bevindinge van de constitutie van ‘t aanweesende retourschip Rijssel , sijnde in de volgende bewoordinge gecoucheert52 :

‘Volgens schriftelijke ordre op ons ondergetekende gedecerneert door den Wel Edele Gestr. Heere Maurits Pasques de Chavonnes, Raad Extraordinair van Nederlands India en Gouverneurin loco&a., hebben wij ons vervoegt op het alhier ter rheede leggende Ceijlons schip Rijssel , en hebben na naukeurige visitati[e] bevonden dat agter aan stuur en bakboords zijde van de twee voorste cameren van die kiel al vrij wat leckagie sigh bevinden, soo dat volgens getuijgenis van de officieren daar op bescheijden, wanneer het schip in zee wat slingert, veel water werd ingebragt, weshalven wij met den anderen van gedagten zijn dat dien boodem hoognodigh diende na de Salhanhabhaij te verseijlen, omme aldaar soo veel doenlijk van desselfs geschut als meede van alle losse swaarte ontladen en als dan gekrengt te werden, om te sien of men gem. lecken soude kunnen meester werden; sonder egter dat wij soude kunnen seggen wat swarigheid daar omtrent sigh nog soude konnen komen opdoen.’

‘Waarmeede gedenkende onse commissie na de intentie van Uwe Wel Edele Gestr. te hebben volbragt, dient dese voor verschuldigt rapport. (Onderstont) Cabo de Goede Hoop, 9e Februarij 1721. (Was getekent) Cs. Valk, Ms. Klijnhens, 1721, Hendrik Schepsdorp,53 Willem Stolts.’

Daar nevens in overleg geevende of het selve naar sijnen inhoude behoorden te worden geexecuteert, of wel dat nogmaals alvoorens de gebreeken van die kiel door alle de aanwesende schippers, geadsisteert met haare oppertimmerlieden, wierden exactelijk gevisiteert, en met rijp overlegh gedelibereert of de lecken met minder omslagh en tijd versuijm niet in dese bhaij tot soo verre soude konnen worden hersteld, dat die boodem de rheijse naar ‘t Patria gerustelijk volbrengen mogte; over ‘t welke met aandagt geraadpleegt sijnde, goedgevonden en geresolveert is dat de voorgestelde nadere visitatie sal worden gedaan, en den schipper van dien boodem aan te seggen nevens d’ andere officieren in geschrifte te verklaaren of sij swarigheid souden maken met dat schip ongerepareert of wel soodanig versien als de vooren gen. gecommitteerdens sullen noodsaaklijk oordee[len], de vaderlandse rheijse te doen, ten aansi[en] de verdubbeling afgeligt wordende, die boodem van nogh quader conditie bevonden soude konnen worden, en dus bijgevolge tot merkelijke ondienst in ‘t geheel ontlad[en] en langen tijd opgehouden moeten worden.

Vervolgens verthoonden den Heer Abraham Cranendonk, oppercoopman en secunde deses Gouvernement, extract uijt de missive der Hooge Indische Regering van den 29e October 1720,54 waar bij aan desen Raad om geallegueerde reedenen word gelast en aangeschreeven soodanigen boodem als waar inne de coffij voor de Camer Zeeland was afgescheept, niet naar Amsterdam , maar naar Middelburg van hier te laaten voortgaan, alschoon soodanigen schip aan Amsterdam beschreeven mogte sijn, mits van ‘t selve aan de Hoog Edele Heeren 17en de vereijste kennisse geevende, met demonstratie dat volgens factuur de coffij voor Zeeland was ingeladen in ‘t schip Rotterdam , geprojecteert voor de Camer Amsterdam, weshalven versogt dat deesen aangaande mogt worden gedisponeert; over ‘t welke gebesoigneert weesende, geresolveert en beslooten is dat ingevolge die ordre gemelde retourschip Rotterdam sal worden geaddresseert aan de Camer Zeeland, van ‘t welke aan d’ Hoog Edele Heeren 17e soo wel als aan de Cameren van Amsterdam en Zeeland de verschuldigde notificatie sal worden gedaan.

Eijndelijk in overweging genomen zijnde de verbeeteringen gedaan in Breeden Scheepsraad der Ceijlondse retourvloot, volgens resolutie van den 20e Januarij deses jaars, in steede van den overleedene schipper van ‘t schip Lugtenburgh is goedgevonden t’ approbeeren de gedaane aanstellingh van den opperstuurman, Bartholomeus Mastrigt, tot schipper op dien boodem, werdende denselven dierhalven toegevoegt een maandelijxe gagie van ƒ60, op nadere goedkeuring onser Heeren en Meesters, dog aanbelangende d’ andere aangestelde opper en onderstuurman, dat alvoorens daar op te besluijten, reedenen sal moeten worden gegeven waar omme in die promotie den derdewaak van die kiel is voorbij gegaan.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

55

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.

C. 55, pp. 59-66.

Maandagh den {17210224} 24e Februarij 1721, voormiddags. Extraordinaris vergadering.

Alle tegenwoordigh, uijtgesondert den Heer Cornelis van Beaumond.

Naar lectuure der ingekomene missive van Generaal en Raaden van Nederlands India,sub dato30e November des voorleden jaars, mitsgrs. copia vonnissen ten lasten van den herwaards gesondene Coenraad Fredrik Hofman daar nevens gevoegt,56 is goedgevonden en verstaan dat copia der voorsijde vonnissen, mitsgrs. extract uijt gemelde missive, voor soo verre ‘t die saake en executie van dien betreft, sal worden gesteld in handen van den independent fiscaal, den Heer Cornelis van Beaumont, tot sijner naarrigtinge.

Volgens ‘t geresolveerde van den 11e deser door de leeden van den Breeden Raad der Ceijlondse retourscheepen geprohibeert weesende haare motiven en reedenen waaromme sij den derdewaak van ‘t schip Lugtenburgh in de promotie waaren voorbij gegaan, soo als uijt ‘t onderstaande schriftuur klaar consteert:

Den Wel Edelen Gestr. Heer Gouverneur van Cabo de Goede Hoop, mitsgrs. Extraordinaire Raad van Nederlands India, benevens den Raad.

‘Wel Edele Gestrenge Heer,’

‘Op Uwe geeerde schriftelijke ordre dient dese als dat den persoon Jacobus Blocq, derdewaak op ‘t retourschip Lugtenburgh , is voor bij gegaan op voordragen van den gesaghebber, Bart Mastrigt, van voorn. boodem, mits voorgevende den eerst gemt. Jacobus Blocq geen wagt alleen toevertrouwt was geweest bij den overleeden schipper, en dierhalven bij den Breeden Raad geoordeelt wierd bij ons beste weeten bequaame luijden daar toe aan te stellen, om ‘s Comps dierbaren boodem (onder Godes zeegen) behouden aan Cabo de Goede Hoop te brengen.’

‘(Onderstont) Cabo de Goede Hoop, adij 18e Februarij 1721. (Was getekent) Jacob van dr. Poel, J. D. Roode, Jan Havelaar, Hk. Schoon, Jacobus Toren, W. van Schaak. (Lager) Mij praesent, (en getekent) Jan de Swarte, scriba.’

Soo is, dieswegens nader gedelibereert zijnde, goedgevonden en besloten de gedane aanstellingen op nadere goedkeuring onser Heeren en Meesters t’ approbeeren, als Abraham Cornaal, onderstuurman op Rotterdam , tot opperstuurman op Lugtenburg met ƒ48 per mt., Cornelis Bastiaansz., derdewaak op ‘t Slot Aldegonde , tot onderstuurman op Lugtenburgh met ƒ32 per maand, tot onderstuurman op ‘t Slot Aldegonde den persoon van Jan Rijke met ƒ26, en laastelijk tot onderstuurman op Rotterdam , in steede van den verbeeterden Abraham Cornaal, den constapel Pieter Haas, insgelijx met ƒ26 per mt.

Den oppercoopman en secunde deses Gouvernements, Abraham Cranendonk, ter vergadering overleeverende verklaringen, waar bij consteerde dat op de Ceijlondse rheijse naar herwaarts op de volgende scheepen waaren verrekt agtklijn ras57 esels, als op

Lugtenburgh 1
Rijssel 2
't Huijs ten Donk 1
Rotterdam 2
D' Herstelde Leeuw 2
  8
Lugtenburgh 1
Rijssel 2
't Huijs ten Donk 1
Rotterdam 2
D' Herstelde Leeuw 2
  8

Versogt dierhalven dispositie hoedanig daar omtrent bij de negotie boeken behoorde gehandelt te worden, over ‘t welke gebesoigneerd sijnde, verstaan is dat deselve op ‘t comptoir Generaal sullen worden afgeschreeven.

Den Edele Heer Gouverneur ter vergaderingh hebbende gelieven te produceeren het schriftelijk relaas van den tabaksplanter, vervattende sijne ondervindinge hoedanigh het met d’ aangeplante tabak in ‘s Comps. thuijn sigh hadde toegedraagen, en wat denselven vermijnden van den aanqueek van dien in ‘t generaal alhier, luijdende als:58

‘Rapport gedaan door Cors Hendriksz. aan den Wel Edele Gestr. Heere Maurits Pasques de Chavonnes, Raad Extraordinair van Nederlands India en Gouverneur van Cabo de Goede Hoop.’

‘Den ondergetekende tabaksplanter heeft ter ordre van Uwe Wel Gestr. alhier in ‘s Comp. thuijn ondersogt of de tabak aldaar wel soude willen voort groeijen, en ten dien eijnde met vier duijsend plantjes geprobeert, waar van wel thien duijsend sijn aangequeekt, dewelke alle van de vereijste deugt niet sijn bevonden, nademaal voor ‘t grootste gedeelte door de sterke winden die alhier komen te waijen in stukken geslaagen, en de rest door de swaare hitte is verbrand, dewijl de regen alhier op zijn behoorlijke tijd niet komt te vallen, en of schoon men de plantjes door ‘t lopend water wil bevogtigen, soo geeft ‘t selve daar toe ook weijnigh, ja geen de minste nut, aangesien den ondergetekende het heeft ondervonden aan seeker stukje in gem. thuijn, ‘t welk eerst met water is bevogtigt, daar naderhand de tabak op geplant is, ook hebbe ik het zaad het geen mij door de Edele Heeren Bewindhebberen tot Amsterdam is meede gegeven, in de aarde geworpen, waar van wel plantjes zijn voor den dagh gekomen, maar na het verplanten van dien hebbe gesien dat deselve niet veel van de bladeren van de noote bomen verscheelen, sulx ik nooijt in eenig land de tabak soodanig heb sien groeijen, of nu de bladeren die nog sijn over gehouden, en daar de onderget. tegenswoordig meede besigh is om die te droogen, van de vereijste deugt sal werden bevonden, is nogh onseker, weshalven ik van gedagten ben dat de tabak alhier nooijt in de vereijste hoedanigheid voort sal willen, te meer dewijl mij toeschijnt dat bij aldien buijten op het veld en in de vlaktens, ja in dit geheele land de tabak wierde geplant, daar van geen eenigh blad door de sterke winden en swaare droogte sal voortgequeekt werden, om alle welke reedenen het best en ten dienste der E. Comp. zoude sijn dat de aanqueek van de tabak wierden gestaakt.’

‘Waarmeede gedenkende aan de intentie van Uwe Wel Edele Gestr. te hebben voldaan - - - (Was getekent) Dit merk X heeft Cors Hendriksz. selfs gesteld. (Lager) ‘t Welk getuijge, (en getekent) Hk. Swellengrebel, e.g. clercq. (In margine) Cabo de de Goede Hoop, 10e Februarij 1721.’

Soo is goedgevonden dat het selve in copia authenticq aan onse Heeren en Meesters sal worden afgesonden.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.

C. 55, pp. 67-71.

Donderdagh den {17210227} 27e Februarij 1721, voormiddags.

Alle praesent. Extraordinaire vergaderingh.

Den Edelen Heer Gouverneur gaf in Raade te kennen hoe Sijn Edele de leeden van dien hadde doen convoceeren, ten eijnde aan haar te konnen voorstellen dat hoewel bij resolutie van den 14e Januarij jongstleeden, om reedenen bij deselve in ‘t breede vervat, aan den herwaards gesondene Coenraad Fredrik Hofman was gepermitteert geworden ter deser plaatse liber te moogen gaan, immers tot tijd en wijlen diesaangaande nader schrijvens van de Hooge Indische Regeeringe soude weesen ingeko[men], egter als nu neffens ‘t g’eerd schrijvens van Haar Wel Edele Groot Achtbe., onder den 30e November passo., overgesonden weesende copia der vonnissen van den Achtbe. Raad van Justitie tot Batavia ten lasten van gem. Hofman geweesen en bij revisie geapprobeert,59 met last en aanschrijvens omme denselven naar inhoude van dien te behandelen, en in dit Gouvernement aan te houden, die saaken daar door soodanigh van gedaante waaren verandert, dat het Sijn Edele dienstigh geoordeelt had als nu in consideratie te geeven of de gemelde resolutie niet behoorde gealtereert, en met den voorsz Hofman gehandelt te werden naar luijd der booven genoemde vonnissen en ordres van Generaal en Raaden, en in cas van ja, waar ter plaatse denselve best ten meesten securiteit voor sijn persoon behoorde te worden geemploijeert, geconsidereert andere persoonen, met dier gelijke sententien belast, niet hier ter plaatsen, maar op ‘t Robben Eijland aan de gemeene werken werden geemploijeert, te meer dese plaats, aan alle kanten open zijnde, bij aankomst van vreemde scheepen geen genoegsame middelen uijt te denken soude sijn tot weeringe van echappade van alsulke; over ‘t welke dienvolgens met aandagt gedelibereert, en wel principalijk meede in opmerkingh gekomen zijnde of den gemelde Hofman tot Batavia in de ketting geklonken is geworden, of wel bij forme van gratie door Haar Wel Edele Groot Achtbe. bij derselver resolutie van den 11e October jongstleeden, van dewelke geen extract overgekomen is, daar van is gelibereert,60 gemerkt denselven alhier buijten de kettingh voor soo verre het desen Raad bekent is, aangekomen is, en ook booven dien bij gemelde vonnisse aangetekent staat dat de corporeele straffe (waar onder de ketting immers meede behoord gecomprehendeert te weesen) aan den voorsz Hofman is geexecuteert, en bijgevolge ook alhier niet weeder behoorde gerenoveert te worden; Soo is goedgevonden en beslooten dat den voorsz Hofman volgens meergem. vonnissen en g’eerde ordres der Hooge Indische Regeeringe tot meerdere securiteit voor desselfs persoon en gewoonlijke usantie alhier in diergelijke gevallen, sal worden afgesonden naar ‘t Robben Eijland , omme den tijd van 15 jaaren aldaar uijt te dienen.

Is op ‘t schriftelijk versoek van den burger Jan Hendrik Touke61 denselve geaccordeert met een der aanweesende retourscheepen te repatrieeren, mits betaalende het daar toe staande transport en costgeld, omme onder den overloop getracteert en gelogeert te werden.

Soo als insgelijx t’ sijnen versoeke is geaccordeert aan Francois Schrijver,62 boekhouer ins Comp. hospitaal alhier, te moogen repatrieeren met ‘t retourschip Lugtenburgh , in qualiteit als schrijver of boekhouder der zoldij boeken, in plaatse van den overleedene.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.

C. 55, pp. 72-76.

Dingsdagh den {17210304} 4e Maart 1721, voormiddags.

63

Alle tegenwoordigh.64


Vervolgens presenteerde den bovengemelde Heer Cranendonk ter vergaderingh de negotie boeken onder ulto. Augustij jongstleeden geslooten, zoo als meede deed den ondercoopman en zoldij boekhouder, Nicolaas Heijning, omtrent de soldij boeken deeses Gouvernements, dewelke dienvolgens voor gesien gehouden sijn geworden.65


Aangesien tot nog toe soo weijnig tarw en andere granen in ‘s Comps. magasijnen zijn ingekomen, niet tegenstaande den tijt der leverantie bereijts soo verre ingeschooten is en dienvolgens naar alle presumtien bij dit slegte gewas niet veel meerder quantiteijt sal worden aangebragt, en dat dienvolgens dit Gouvernement eerder gebrek als een matigh en genoegsame quantiteijt en gebruijk van dat nootsakelijk voetsel sal moeten lijden; Soo is goetgevonden en geresolveert, om ‘t selve nogtans soo veel doenlijk te minageeren, dat voortaan aan ‘s Comps. slaven en alle de buijtenposten, ‘t Robben Eijland daar onder gerekent, in plaats van meel, rantsoen van rijst sal worden verstrekt, en geen vers broot aan d’ uijtkomende Patriase scheepen meerder te verstrecken, tot soo lange deese schaarsheijt sal continueeren.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.

C. 55, pp. 77-80.

Dingsdagh den {17210311} 11e Maar[t] 1721, voormiddags.

Alle present,assumptisden Hr. Commandeur der retourvloot, Joseph Loote,66 den Vice Commandeur, Arij Bogaart,67 en schout bij nagt, Pieter van Dalen.68

Den Edele Hr. Gouverneur heeft ter vergaderinge voorgedragen hoe dat wederom deesen jaare het gewasch der granen, en wel in sonderheijt der tarw, door de excessive langdurige droogte en andere ongeluckige toevallen, soodanigh was misslaagt dat tot nog toe door d’ ingeseten[en] in ‘s Comps. graan maguasijnen alleenlijk waren gelevert geworden een quantiteijt van ruijm 2000 mudden tarw, van dewelke bereijts soo tot hard als weekelijke verversbrood voor de retourvloot en andere noodsakelijke verstreckingen soo veel was geconsumeert geworden, dat ër als nog van deselve maar resteerde een gering getal van omtrent 1500 mud, waar bij naar alle apparentien seer wijnigh sal worden toegebragt, gemerkt het saijsoen daar toe te ver verloopen en den burger te dikwels bij affixie van billietten vrugteloos is geexhorteert en aangemaant geworden, weshalven Sijn Edele in aanmerkinge dit Gouvernement met zoo een geringe quantiteijt koorn dit lopende jaar niet wel mogelijk sal konnen rondschieten, veel minder soo men wilde blijven continueeren met versch broot driemaal ‘s weeks volgens voorigh gebruijk aan de vlootelingen der retourboodems te verstrecken; dierhalven van noodsakelijkheijt hadde geoordeelt tot voorkominge van ‘t uijtterste gebrek in serieuse consideratie te geven of men om de geallegueerde reedenen niet behoorde de drie ordinaris weekelijke verversdagen van brood te verminderen tot een, te meer dewijl de schepelingen gedurende haar legtijt alhier met behoorlijke groenten en vers vleesch voorsien wordende, het vers brood dienvolgens soo hoog nodigh niet scheenen van doen te hebben, maar sig wel behoorden te vergenoegen met d’ ordinaris scheeps rijst; op welk point de bovengenoemde vlag officieren betuijgden dat aangesien de retourscheepen op Batavia maar voor neegen maanden van rijst waren geprovideert geworden, en men hier ter rheede genoodsaakt weesende soo groote verstreckinge van dien te doen, daar uijt bij een langdurige reijse (die God verhoed) een groot gebrek en niet mindere schade voor onse Heeren en Meesters soude konnen voortkomen, weshalven sij tot weeringe van sulx versogten dat ër met het verstrecken van vers broot tweemaal ter week mogt worden gecontinueert; over al ‘t welke met aandagt gedelibereert sijnde, Soo is met eenparige stemmen goetgevonden en beslooten dat bij provisie een weekelijke verversdag van brood sal worden ingehouden, en nog 14 dagen gecontinueert met verstrecking van vers brood tweemaal ter week, dog bij aldien in die tusschentijt geen ontset van koorn mogte komen, dat als dan ‘t selve sal worden vermindert tot eenmaal ‘s weeks, sonder dat deesen aangaande nadere resolutie sal behoeven genomen te worden.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] JOSEPH LOTEN.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] ARIJ BOGAART.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] PR. VN. DAALEN.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.

C. 55, pp. 81-93.

Dingsdagh den {17210311} 11e Maart 1721, voormiddags.

Alle present.

Hoewel bij resolutie van den 4e deeser en huijdigen datum diversse middelen waren beraamt waar door ‘t jegenwoordig gebrek van coorn soo veel doenlijk wierde vermindert en voorgekomen, soo oordeelden ‘t den Edelen Heer Gouverneur niet ondienstigh de leeden des Raads in overlegh te geven of ër nog geene andere of nadere weegen soude konnen en moeten werden uijtgedagt waar door dat goede oogmerk verder soude konnen werden bereijkt; waar over met aandagt gebesoigneert zijnde, goetgevonden en beslooten is dat alle de backers in dit Caabse district woonagtigh, sal worden geinterdiceert en verboden gedurende deese groote schaarsheijt van granen aan eenige vreemde natien brood meerder te verkopen, en ook boven dien ‘t selve al gekogt zijnde, teegens deese ordre, dat het aan sulke vreemdelingen sal worden verhinderd ‘t selve van de wal naar haare bodems te vervoeren; en eijndelijk op dat met beeter en vast fondament soude konnen worden ondersogt en bevonden of ër nog eenige granen door d’ ingesetenen soude konnen gelevert worden, dat den landdrost Voet en vaandrigh Fijerabent sullen worden gecommitteert omme alle d’ ingesetenen zig met den land of coornbouw erneerende, af te vragen hoeveel en welke granen zij buijten haar eijgene onvermijdelijke benodigtheijd, soo tot brood als saijcoorn, soude konnen missen en wanneer aan d’ E. Comp. leeveren.

Op ‘t schriftelijk versoek van Sara Maria D’Aillij69 omme met het retourschip Mijnden te mogen repatrieeren, vrij van transport en costgelt, ter consideratie het door Haar Wel Edele Hoog Agtb. de Heeren 17en aan haar behuijwt vader, den luijtenant N. Cercheau, benevens haar moeder gunstelijk is geaccordeert geweest in diervoegen de reijse na Batavia te doen, dog bij overlijden van gemelde moeder bij haar oom, den predikant Johan Godefried D’Aillij,70 alhier aan de Caab is verblev[en], is verstaan ‘t selve haar t’ accordeeren, in hoope dat sulx onse Heeren en Meesters haar sullen gelieven te laten welgevallen.

Vervolgens gaf den Edelen Hr. Gouverneur in consideratie of de canneel in ‘t schip Rijssel , op de Cijlondse reijse door leckagie nat geworden en alhier weeder gedroogt en in sestien balen gepakt, in gemelde bodem of wel in een andere behoorde afgescheept te worden; Soo is geresolveert dat aangesien gemelde schip Rijssel volgens ‘t gesustineerde van de daar toe gecommitteerde schippe[rs] alhier is gerepareert geworden,71 gemelde canneel dienvolgens in voorseijde bodem sal worden ingeladen.

Gemerk ‘t provisie schip d’ Kiefhoek volgens getuijgenis van den schipper Wijman in staat is gebragt omme de reijse na Batavia in korte dagen te konnen vervorderen, Soo is beslooten dat die kiel of Woensdagh den 19e deeser sal worden gemonstert en van hier gedepescheert.72


Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.

C. 55, pp. 94-97.

Dingsdagh den {17210318} 18e Maart 1721, voormiddags.

Alle present.

Is door den Edele Heer Gouverneur ter vergaderingh voorgedragen hoe Zijn Edele door den Hr. Commandeur deeser retourvloot, Joseph Loote, was te kennen gegeven dat een groot gedeelte van sijne inhebbende cadjangh seer slegt was, en dierhalven versogt dat aan hem eenige boontjes of erweeten verstrekt mogte worden, mitsgaders eenige lantaarnhoorns, gemerkt deselve hoognodigh gerequireert wierden; over ‘t welke gebesoigneert sijnde, verstaan is dat wat aanbelangt ‘t eerste point, dat daar meede voor als nog sal werden gesupercedeert tot ër tijt dat de verdeeling van de verlost wordende manschap alhier sal weesen gemaakt, omme te beter te konnen calculeeren hoeveel van de voorhanden zijnde potspijse, ‘t zij van erweeten, boonen of gort, aan de retourscheepen soude konnen worden verstrekt, gemerkt ook booven dien nog bij wijlen boontjes worden aangebragt, dogh belangende de lantaarnhoorns, dat deselve jeegenwoordig niet bij ‘t Gouvernement zijnde, ook dienvolgens niet konnen worden afgegeven.

Vervolgens stelden den Edele Hr. Gouverneur voor hoe Zijn Edele door den Vice Commandeur, Arij Bogaart, was versogt dat vermits de groentens ‘s Comps. weegen op d’ ordinaris verversdagen aan de vlotelingen verstrekt wordende, seer slegt en dierhalven van weijnig voetsel was, daaromme tot beetere ververssing van ‘s Comps. manschap eenige gelden mogte worden verstrekt tot inkoop van andere en nuttiger ververssinge; over ‘t welke gedelibereert sijnde, goetgevonden en geresolveert is alvoorens daar toe te treeden, dat den ondercoopman en zoldij boekhouder, Nicolaas Hijning, benevens den vaandrager, Jan Tobias Rhenius, expresselijk sullen worden gecommitteert omme ter eerster verversdage in presentie van den Hr. Commandeur Loote en d’ andere vlagh officieren der retourvloot hen des gelievende, t’ adsisteeren bij ‘t uijtgeeven der groentens, en dus te ondersoeken of deselve van de vereijschte deugt sijn of niet, en in welke soorten die bestaan, omme, sulx vernomen hebbende, met des te beeter fondament diesaangaande te konnen disponeeren.

Soo als insgelijx ten versoeke van den schipper Gerrit Schot verstaan is dat aan denselve bij ruijling sal worden verstrekt twee vaten sout vleesch voor spek, geconsidereert denselve aan den Hr. Gouverneur betuijgt heeft geen vleesch binnens boord te hebben.

Laastelijk is op de voorstelling van den Edele Hr. Gouverneur goetgevonden dat gemerkt den baas der scheepstimmerlieden, Hendrik Scheepsdorp, sijne gebieder formeel ongehoorsaam, seer negligent in den dienst en overgegeven aan de debauche van den drank is, denselven dienvolgens met soodanige gagie als waar voor is uijtgekomen, met het aanweesent provisie schip d’ Kiefhoek als oppertimmerman sal worden van hier versonden, latende den oppertimmerman van dien bodem door indispositie alhier verblijven.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.

C. 55, pp. 98-104.

Dingsdagh den {17210325} 25e Maart 1721, voormiddags.

Alle present.

Is door den Edele Hr. Gouverneur in Rade kennisse gegeven hoe de schippers der Cijlondse retourscheepen Sijn Edele hadden versogt dat aangesien sij op Gale uijt manquement van graan aldaar niet verder als tot deesen uijthoek waren geprovideert geworden, en geen tarw, soo als bevoorens gebruijkelijk was, genoten hadden, aan haar dienvolgens alhier jeegenwoordig eenige tarw voor de reijse mogte verstrekt worden; ‘t welk in deliberatie genomen, en daar nevens geconsidereert zijnde dat gemelde retourscheepen alhier op ‘t aanschrijven van den Edelen Heer Raad Ordinaris en Cijlonds Gouverneur, Isak Augustyn Rumph,73 benevens den Raad, zijn voorsien en geprovideert geworden met erweeten, boonen en gort voor den tijd van vier en een halve maand, met welke provisie zij onder Godes zeegen genoegsaam de vaderlandse reijse volbrengen konnen, en dat booven dien de tarw jeegenwoordig alhier soo schraal omkomt dat men nauwlijx met d’ uijtterste minage aan de behoeftigheeden van dit Gouvernement gedruijrende het lopende jaar sal konnen voldoen, Soo is goetgevonden en geresolveert ‘t gemelde versoek te declineeren.

Vervolgens is op de gedane propositie van den Edele Hr. Gouverneur geresolveert dat vermits de boot van ‘t retourschip ‘t Huijs ten Donk volgens verclaring van gecommitteerdens t’ eenemaal onbruijkbaar en niet meer reparabel is, deselve dienvolgens benevens een oude onbequame boot op ‘s Comps. equipagiewerf staande, sal werden gesloopt.

Soo als insgelijx verstaan is ‘t collegie van weesmeesteren bij deesen t’ authoriseeren tot betalinge van zoodanige zomme van penningen als d’ erfgenamen van wijlen Cicilia Datis74 en Jacob Jacobsz. Burgert aan d’ E. Compe ten agteren staan. Laastelijk is door d’ Edele Hr. Gouverneur nog geproduceert een schriftelijke verklaringe van gecommitteerdens, behelsende hoedanig zij bevonden hadden de groentens aan ‘s Comps. aanwesende retourscheepen verstrekt wordende, benevens een memoritje in welke soorten die op de verversdagen wierden uijtgereijkt aan ieder schip, luijdende woordelijx als hier onder staat genoteert:75

‘Den Wel Ede. Gestr. Heer Maurits Pasques de Chavonnes, Raad Extraordinaris van Nederlands India en Gouverneurin loco&a., ons ondergeschrevene expres gecommitteert hebbende tot d’ besigtinge der naarvolgende groentens in ‘s Comps. groenhuijs, gedestineerd voor d’ present leggende retourvloot, bestaande in wortelen, postelijn, suuring, biet, ramenas spruijten, geslooten en ongeslooten kool, soo verclaren d’ ondergeteekende voorsz groentens in presentie van den E. Commandeur Loote, den vice dito Bogard, d’ schippers Schrik en Corijn gevisiteerd te hebben en d’ selve van d’ vereijschte deugd bevonden, naar dat het teegenwoordigh het saisoen in deesen tijt het uijtleevert[sic].’

‘(Onderstont) In ‘t Casteel de Goede Hoop, den 3e Maart ao. 1721. (Was getekent) Ns. Heijning, J. T. Rhenius.’

Valckenesse , groot 160 vt., voor de cajuit 6 geslooten kool, 2 bossen wortelen. 2 bossen ramenassen, 1 kooksel suuringh, 1 do. postelijn, 1 schootel salaaij; voor ‘t volk 28 bossen wortelen, wat suuring en postelijn.

Barneveld , Elisabeth , Leijden , d’ Herstelde Leeuw , Mijnden , Prattenburgh , meede als boven, uijtgesondert geen salaaij.

Nesserak , groot 145 voet, voor de cajuit 5 geslooten kool, 2 bossen wortelen, 2 do. ramenassen, 1 kooksel suuring, 1 do. postelijn; voor ‘t volk 23 bossen wortelen, suuring en posteleijn.

Rijssel , Rotterdam , Lugtenburg , Schoonenburg , Steenhoven , d’ Stantvastigheijt , ‘t Slot Aldegonde , Rijsdorp ,76 meede als Nesserak .

‘t Huijs ten Donk , Ter Horst , ‘t Raadhuijs van Enkhuijsen , Sleewijk , voor de cajuits 2 bossen wortel[e]n, 4 geslooten kool, 1 bos ramenas, 1 kooksel suuring, 1 do. postelijn; voor ‘t volk 20 bos wortelen, suuring en postelijn.

D’ Schotse Lorrendraijer voor de cajuit 3 geslooten kool, 1 bos wortelen, 1 do. ramenas, suuring en postelijn; voor ‘t volk 15 bos wortelen, wat suuring en postelijn.

De cajuijts becomen deese boovenstaande groentens 3 maal in d’ week, maar het gemeene volk eens wortel[e]n en 2 maal kool.

Op de schriftelijke versoeken van de adsistenten Stephanus van Overstraaten77 en Pieter van der Heijden,78 is goetgevonden haarlieden t’ accordeeren omme met d’ aanweesende retourvloot te repatrieeren.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.

C. 55, pp. 105-109.

Dingsdagh den {17210408} 8e April 1721, voormiddags.

79

Alle present.

Is door den Edele Hr. Gouverneur ter vergadering voorgedragen hoe Sijn Edele door den Hr. Commandeur der retourvloot, Joseph Looten, was te kennen gegeven dat de cadjangh en kitserijen voor provisie tot de vaderlandse reijse op Batavia aan sijn onderhebbende boodem meede gegeven, seer slegt en uijtgemijtert was, weshalven tot eenigh redres of verbeteringh daar omtrent, versoek gedaan hadde omme met eenige erweeten en boonen te mogen worden geadsisteert, waar over geraadpleegt zijnde, geresolveert is dat ten aansien bereijts al eenige boontjes aan d’ aanweesende retourbodems zijn afgegeven, en ook buijten dien sulx wel principalijk meede sal dienen verrigt te worden aan de nogt verwag[t] wordende nascheepen en ‘t theeschip, dierhalven over de voorhanden zijnde provisie van dien een calculatie sal worden gemaakt wat en hoe veel van ‘t versogte aan ieder retourschip kan worden verstrekt, omme dus deselve alhier soo veel ‘t adsisteeren als immers doenlijk sal sijn.

Op ‘t schriftelijk versoek van den schipper Jan de Heere,80 omme sijne huijsvrouws broeder, Christoffel Pijthuis81 genaamt, van hier naar ‘t vaderland te mogen meede voeren, mits betalende het daar toe staande transport en costgelt, is verstaan ‘t selve t’ accordeeren.

Door den landbouwer Jacob Terron82 gepresenteert zijnde ‘t volgende request, benevens ‘t geannexeerde vonnisse van den Raad van Justitie alhier:83

Aan den Wel Edele Gestre. Heere Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den E. Agtbe. Raad van Politie deses Gouvernements.

‘Wel Edele Gestrenge Heer en E. Agtbe. Heeren,’

‘Verthoond met schuldige eerbied Uwel Edele Gestre. en E. Agtbe. seer nedrigen dienaar Jacques Therron, landbouwer aan Drakensteijn , hoe hij volgens ‘t nevensgevoegde vonnis van den E. Agtbe. Raad van Justitie is geweesen aan Uwel Edele Gestr. en E. Agtbe., keerende sig dierhalven in alle eerbied tot deselve, met versoek dat volgens opgem. vonnis mag werden geschreeven aan zoodanigen Camer waar voor den corporaal Andries Verrijn84 is uijtgevaren, en de stucken daar toe gehorende, meede met ‘s Comps. papieren mogen werden overgesonden.’

‘(Onderstont) ‘t Welk doende etca.’

‘Donderdagh den 20e Februarij 1721.’

‘Present d’ Ede. Heer Gouverneur en alle de leeden,demptoden E. K. J. Slotsboo, bij indispositie, en Sr. Heijning, als gede. in deesen,assumptisde burgerraden Sr. V. Kleinveld85 en M. Bergsted.’


Den eijsser levert over het in de presentatie gen. testamentaire dispositie, gesterkt met de gerequireerde verclaring van seeven getuijgen, onder presentatie van eeden verleend, mitsgaders een onderhandse verclaring van 't volk in 't Land van Waveren .[^86] Den gede. refereert sig aan 't oordeel van den Raad. Den Raad heeft goedgevonden deese zaak aan de Vergadering van Politie voor te dragen, omme deswegen aan de Heeren en Meesteren te schrijven, en daar neevens alle de instrumenten en reekgen. naar de Camer daar den overledene Verrijn voor uijtgevaren is, over te senden, om daar op dispositie te verwagten. Den heemraad aan Drakensteijn , Jaques Therone, eijsser,*contra*den ondercoopman en soldij boekhouder in qualite als*curator ad lites*, Sr. Nicolaas Hijningh, gede., om te hooren concludeeren tot approbatie van seekere testamentaire dispositie gemaakt bij eenen Andries Verrijn, wijlen corporaal in dienst der E. Compe., ter presentie van seeven getuygen, daar teegen t' opponeeren zoo 't hem goeddunkt, of anders te hooren wijsen wat regt is.

Den eijsser levert over het in de presentatie gen. testamentaire dispositie, gesterkt met de gerequireerde verclaring van seeven getuijgen, onder presentatie van eeden verleend, mitsgaders een onderhandse verclaring van 't volk in 't Land van Waveren .[^87] Den gede. refereert sig aan 't oordeel van den Raad. Den Raad heeft goedgevonden deese zaak aan de Vergadering van Politie voor te dragen, omme deswegen aan de Heeren en Meesteren te schrijven, en daar neevens alle de instrumenten en reekgen. naar de Camer daar den overledene Verrijn voor uijtgevaren is, over te senden, om daar op dispositie te verwagten. Den heemraad aan Drakensteijn , Jaques Therone, eijsser,*contra*den ondercoopman en soldij boekhouder in qualite als*curator ad lites*, Sr. Nicolaas Hijningh, gede., om te hooren concludeeren tot approbatie van seekere testamentaire dispositie gemaakt bij eenen Andries Verrijn, wijlen corporaal in dienst der E. Compe., ter presentie van seeven getuygen, daar teegen t' opponeeren zoo 't hem goeddunkt, of anders te hooren wijsen wat regt is.

‘(Onderstont) In ‘t Casteel de Goede Hoop, datoutsupra. (Lager) Mij present, (getekent) Dl. Thibault, secretaris.’

Is naar overweging van dien verstaan dat copia der stucken gedient hebbende in den Justitieelen Raad ten opsigte der versogte approbatie van ‘t testament van wijlen den corporaal Andries Verrijn, gesonden sullen worden aan zoodanige Camer als waar voor gemelde Verrijn is uijtgevaren, met versoek van Haar Edele Groot Agtbe. ordre of de gemaakte legaten sullen mogen voldaan worden of niet.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL.

C. 55, pp. 110-118.

Vrijdagh den {17210411} 11e April 1721, voormiddags. Gecombineerde vergadering.

88

Praesent d’ Edele Heer Gouverneur Maurits Pasques de Chavonnes, d’ Heer Commandeur Joseph Looten, d’ Heer Abraham Cranendonk, d’ Heer Vice Commandeur Arij Bogaard, d’ Heer Cornelis van Beaumont, d’ Heer schout bij nagt Pieter van Daalen, d’ Heer Kaje Jesse Slotsboo, schipper Lucas Schrik,89 d’ Hr. Jan de la Fontaine, schipper Gerrit Schot,90 d’ Heer Adriaan van Kervel, schipper Marten Crijnsz.,91 d’ Heer Jan Aldersz., schipper Thimon Potter,92 schipper Jan Linthout,93 schipper Gerrit Mamus,94 schipper Gerrit Moring,95 schipper Jan van den Tempel,96 schipper Matthijs Ruger, schipper Baltus van Santen, schipper Jacob Corijn, schipper Nicolaas van Leeuwen, schipper Jacob van der Poel, schipper Hendrik Schoon, schipper Jan de Heere, schipper Jan de Roode, schipper Jan Havelaar, schipper Jacobus Toorn, schipper Bartholomeus Mastrigt; absent d’ E. Casparus ‘t Hoofd,97 fiscaal der vloot.

Den Edele Heer Gouverneur gaf in Raade te kennen dat vermits tot nog toe geene kermis of kersscheepen alhier waaren aangeland, en dienvolgens geene secreete ordres voor d’ aanweesende retourscheepen ingekomen, waaromme men volgens ‘t g’eerd aanschrijvens van Haar Wel Edele Groot Achtbe. de Heeren gecommitt. Bewindhebberen van de Secreete Commissie,sub dato15 September 1704, genootsaakt is de retourvloot tot den 20e April alhier aan te houden, de tijd als nu soo98 ver quam in te schieten, dat ër weijnigh hoop meer over scheen te blijven dat in die weijnige nogh resteerende daagen de verwagt wordende Patriase scheepen soude koomen opschieten, immers dat sulx van die onseekerheijd was, dat Sijn Edele dienstiger tot ieders narigtinge hadde geoordeelt als nu alle d’ aanwesende opperhoofden aan te seggen dat sij ingevolge de voorsz ordre staat behoorden te maken op den 20e deser, weer en wind daar toe dienende, de rheijse naar ‘t vaderland onder Godes zeegen van hier t’ onderneemen, met eenen daar nevens afvraagende of ér ook iemand als nogh iets benoodigt mogte sijn, ‘t geen hem daar inne soude konnen verhinderen, waar op door de volgende schippers versogt geworden sijnde de onderstaande vragten brandhoud te mogen genieten, als:

  vragten
D' schout bij nagt, den E. Van Dalen 3
Schipper Schot 2
Schipper Schoon 3
Schipper Van Leeuwen 2
Schipper Linthout 3
Schipper Moringh 3
Schipper Potter 3
Schipper Thoren 2
T'samen 21
  vragten
D' schout bij nagt, den E. Van Dalen 3
Schipper Schot 2
Schipper Schoon 3
Schipper Van Leeuwen 2
Schipper Linthout 3
Schipper Moringh 3
Schipper Potter 3
Schipper Thoren 2
T'samen 21

Soo is diesaangaande tusschen den Edele Heer Gouverneur en den Vice Commandeur, Arij Bogaart, hacquet ontstaan, gemerkt Sijn Edele sustineerde dat aangesien volgens het aanschrijvens van Haar Hoog Edelens d’ aanwesende Batavise retourscheepen in alles voor negen maanden waaren geprovideert, het brandhoud immers daar onder behoorde gecomprehendeert te worden, gelijk sulx ook klaar consteerde ten aansien van alle d’ aanweesende retourscheepen, geene andere als de voorgenoemde agt scheepen daarom verleegen sijn of ‘t selve koomen te vorderen, daar bij koomende dat het aanhaalen van dien alhier van soo veel difficiliteit was, gemerkt ‘s Comps. trekossen door den dagelijxe arbeijd en ‘t weijnige als nu voorhanden zijnde gras of voetsel in meenigte quamen te verrecken, waar door consequentelijk veele andere noodsakelijkheeden soude moeten werden vertraagt, tot voorkominge van ‘t welke ‘t versogte brandhoud behoorde geexcuseert te worden; waar tegens den gemelde Vice Commandeur souteneerde dat het versogte noodsakelijk en daaromme ook behoorde verstrekt, of wel penningen tot den inkoop van dien betaalt te worden, of dat bij aldien ‘s Comps. trekbeesten niet genoegsaam magtigh waaren ‘t voorengenoemde brandhoud aan te rijden, in sulken geval naar ‘t exempel[l] van den jaare 1710 ‘t zelve door burger wagens aangevoert mogte worden; soo heeft eijndelijk den Edele Heer Gouverneur geconsenteert dat de versogte 21 vragten sullen worden geleevert.

Dog den voorengemelde Vice Commandeur Bogaart, bij evengemelde discours door d[en] Edele Heer Gouverneur genaamt geworden zijnde met den titul van kakelaar, en dienvolgens, soo hij vermijnde, seer ledeerend aanlopend en verkortende ‘t gesagh en authoritheit hem in qualiteit als Vice Commandeur der retourvloot competeerende, versogt denselven Edele Heer Gouverneur dierhalven daar van te geeven behoorlijk reparatie en satisfactie, gemerkt hij in dese vergadering niets anders hadde gesegt als ‘t geene hij oordeelden met den meesten dienst der E. Compe. over een te koomen, waar op den Edele Heer Gouverneur geliefde te sustineeren dat geconsidereert ‘t seggen van den voormelden Vice Commandeur soo seer geprecipiteert was voortgebragt, dat denselve den Commandeur der retourvloot selfs daar omtrent tegens stijl en ordre was voor bij gegaan, en buijten dien met soo weijnige defference voor hem Gouverneur, dat Sijn Edele vermijnde diergelijke behandeling soo een woord wel te verdienen; dog den gemelde Vice Commandeur repliceerde daar op dat hij siende dat den Commandeur der vloot op de gedaane propositie van den Hr. Gouverneur niets quam te spreeken, hij dierhalven in sijne qualiteit van sijn pligt hadde geagt dat geene voor te stellen en te seggen, ‘t welke hij vermijnde te strecken ten meesten nutte der retourvloo[t], sonder nogtans ‘t gesagh of d’ eer van de Edele Hr. Gouverneur te beleedigen, en daaromme bleef reparatie versoeken als vooren, waar bij die saak is gebleeven.

Soo als insgelijx is verstaan dat aan ‘t schip d’ Elisabeth sal worden verstrekt 1 aam olijven olij, aan ‘t Raadhuijs van Enkhuijsen 1 1/2 aam traan, Mijnden 1 do. do., Rijssel 1 do. do., mits produceerende verklaringe hoedanig de meede gegevene clappus olij is geconsumeert.

Dog aanbelangende ‘t versoek van schipper Jan de Heere dat de Cijlondse scheepen met nogh eenig graan mogte worden voorsien, of wel eenige penningen ter hand gesteld tot den inkoop van dien, is sulx door den Edele Heer Gouverneur ter oorsake van ‘t gebrek van graan alhier, en dat boovens dien voor 4 1/2 maand berijts van erweeten, boonen en gord alhier sijn geprovideert geworden, dierhalven ook gedeclineert.

Aldus gedaan in ‘t Casteel de Goede Hoop te daage en jaare voorsz

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] JOSEPH LOTEN.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] ARIJ BOGAART.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] PR. VN. DAALEN.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] LS. SCHRIK.

[Signed:] GERRIT SCHOT.

[Signed:] T. POTTER.

[Signed:] JN. VN. DR. TEMPEL.

[Signed:] G. MAMUS.

[Signed:] JACOB CORIJN

99

[Signed:] JACOB VAN DR. POEL.

[Signed:] J. D. ROODE.

100

[Signed:] H. SCHOON.

[Signed:] JAN HAVELAAR.

[Signed:] MAARTEN CRIJNSEN.

[Signed:] BALTUS. V. SANTEN.

101

[Signed:] JAN DE HEERE. 19/4/1721.

102

[Signed:] MATTHIJS RUGER.

103

[Signed:] J. LINDHOUD.

[Signed:] JACOBUS TOREN.

[Signed:] NS. V. LEEUWEN.

104

[Signed:] B. MASTRIGT.

C. 55, pp. 119-120.

Dingsdagh den {17210415} 15e April 1721, voormiddags.

105

Alle tegenwoordig, uijtgesondert den Hr. independent fiscaal Cornelis van Beaumont.

Vermits den tijd begint te naderen tot den gewoonen jaarlijxen opneem der burgereffecten, is daaromme verstaan dat bij affixie van billietten alle deese ingesetenen sullen worden gewaarschouwt ten fine voorsz op ulto. deeser en de twee volgende dagen te compareren, die van de Caab ten huijse van den Hr. independent fiscaal Cornelis van Beaumont, en die van Stellenbosch en Drakensteijn ten huijse van den ondercoopman en landdrost, Jacob Voet, mitsgaders daar neevens gelast haare agterstallige vatgelden te voldoen voor expiratie van de maande Augustij aanstaande, op paene van executie en de boete daar toe staande.

Vervolgens is door den Edele Hr. Gouverneur in consideratie gegeven of het aangekome naschip Commerrust niet behoorde ten spoedigsten in gereetheijt te worden gebragt omme gecombineer[t] met d’ aanweesende retourvloot te repatrieeren, over ‘t welke met aandagt gedelibereert en daar nevens geconsidereert zijnde dat de nog verwagt wordende vijf naarscheepen genoegsaam in staat sullen sijn alle quade ondernemingen van zeerovers of andere, af te weeren; Soo is goetgevonden en geresolveert dat die kiel met deese retourvloot sal worden afgesonden, sonder na de nogh afwesende nascheepen te wagten.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

106

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL.

C. 55, pp. 121-123.

Woensdagh den {17210416} 16e April 1721, voormiddags. Extraordinaris vergaderingh.

Alle tegenwoordigh.

Den Edele Heer Gouverneur verthoonden in Rade hoe Sijn Edele de leeden van dien hadde doen convoceeren ten eijnde aan deselve voor te stellen hoe den Hr. Commandeur der aanweesende retourvloot, Joseph Looten, hadde versogt dat vermits abusivelijk op Cijlon was g’omitteert geworden de corte factura van ‘t ingeladene in ‘t retourschip de Herstelde Leeuw herwaarts over te senden, en boven dien ook het aangelande naschip Commerrust , dat jeegenwoordigh met de vloot repatrieeren sal, geen corte factura heeft aangebragt, en daaromme van die beijde vereijschte instrumenten tot den opstel der generale carga der vloote soude moeten ontset blijven, tot voorkominge van dien ‘s Comps. brieven van die twee bodems mogte worden geopent, de facturas daar uijt geligt, gecopieert, hem deselve ter handen gestelt, en vervolgens d’ origineele weeder g’incloseert en verseegelt, weshalven Zijn Edele als nu in consideratie gaf of gemelde versoek jeegenwoordig soude konnen en behooren te worden geaccordeert en te werk gestelt; over ‘t welke met aandagt gedelibereert en daarneevens in opmerkingh gekomen zijnde de nabijheijt van ‘t bepaalde vertrek der retourvloot, en daaromme bij de jegenwoordige menigvuldige occupatien de tijt vrij cort soude vallen deselve volgens ordre voor alle de scheepen te doen prepareren, het dierhalven wel te wenschen en ook gantsch dienstigh was geweest dat den Hr. Commandeur deeser sake eerder mentie hadde gelieven te maken, alsoo Sijn E. bereijts voor eenige tijt ter handen gestelt sijnde extract uijt de Gaalsse missive,107 waar bij ‘t bedragen der carga van de Herstelde Leeuw genoteert staat, en booven dien verthoont dat bij de stuasij lijst van die kiel en d’ aanteijckening van den opperstuurman d’ ingeladene goederen konde specifice gevonden worden, men dierhalven op de stilswijgentheijt van Sijn E. zig heeft gerust gestelt, boven en behalven dat het aan den Hr. Commandeur, als opperhooft der retourvloot, met deselve in zee sijnde sal staan in cas van vermijnde noodsaaklijkheijt, soödanige pacquetten met papieren t’ openen als Zijn E. ten dienste der E. Compe. sal nodig agten; Soo is goetgevonden en geresolveert ‘t gedane versoek om geallegueerde reedenen van de hand te wijsen.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL.

C. 55, pp. 124-125.

Vrijdagh den {17210418} 18e April 1721, voormiddags.

Alle tegenwoordig. Extraordinaris vergaderingh.

Het naschip ‘t Stadhuijs van Delft op gisteren agtermiddagh sonder merckelijcke defecten hier ter rheede verscheenen zijnde, soo gaf den Edele Heer Gouverneur als nu in consideratie of dien bodem insgelijx niet behoorden ten spoedigsten in gereetheijt te worden gebragt omme met de retourvloot gecombineert te vertrecken; over ‘t welke met aandagt gedelibereert sijnde, goetgevonden en geresolveert is dat sulx in voorgestelder voege sal worden verrigt, en ten dien eijnde alle mogelijke hulpe toegebragt, sonder dat nogtans, de wind op den 20e deeser goetwaijende, de vloot daaromme sal opgehouden worden, bij aldien denselve als dan nog in geen volle gereetheijt soude mogen sijn.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.

[Signed:] M. DE CHAVONNES.

[Signed:] A. CRANENDONK.

[Signed:] C. V. BEAUMONT.

[Signed:] K. J. SLOTSBOO.

[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.

[Signed:] JN. ALDERSZ.

[Signed:] A. V. KERVEL.


## Footnotes


  1. Francois Poulle van Den Haag het in 1708 met die Generale Vrede as soldaat na die Kaap gekom. In 1711 is hy aangestel as assistent, en in 1717 word hy die assistent van die fiskaal, met die rang van boekhouer. Hy was getroud met Elisabeth Sigemund, die dogter van Sebastiaan Sigemund. (Sien C.J.2600:Testamenten en Codicillen, 1719-1721, pp. 227-229.) Sy versoekskrif kan gevind word in C.227:Requesten, 1720, no. 114. 

  2. Zacharias Camminga van Leeuwarden het as soldaat na die Kaap gekom en is in 1706 bevorder tot sersant. 

  3. Andries Brand van Amsterdam was sedert 1718 ‘n assistent aan die Kaap. 

  4. Here XVII het opdrag gegee dat Pool die reis na Rio de la Goa moes meemaak, aangesien hy goed bekend was met die ooskus. (Sien C.438, deel I:Inkomende Stukken, 1720-1721, pp. 109-110 en 208-209.) Pool is in Junie 1717 op sy skip Victoria , in Delagoabaai vermoor. (Vgl. C.441:Inkomende Brieven, 1727-1728, pp. 371-374.) 

  5. Van Beaumont en Slotsboo het nie hierdie resolusie onderteken nie. 

  6. Die nominasies van die landdros en heemrade, burgerraad en Kaapse kerkraad kan gevind word in C.227:Requesten, 1720, nos. 115, 116 en 117. 

  7. Johannes Blankenbergh van Berlyn het as soldaat na die Kaap gekom en is in 1703 bevorder tot korporaal. Vanaf 1705 tot 1708 was hy siekevader in die hospitaal. Daarna het hy ‘n vryburger geword. Hy is in 1706 getroud met Catharina Bouman, die dogter van Hendrik Bouman en Geertruijda de Wit. (Sien C.J.2651:Testamenten, 1716-1721, no. 123.) 

  8. Jacobus de Lange was die seun van Jan Hendrik de Lange en Daniellina Rijckers. Hy is in 1686 aan die Kaap gebore en was waarskynlik ongetroud. 

  9. Hy was getroud met Catharina Ras en het die plaas Oude Molen by Stellenbosch besit. Sien M.O.O.C. 8/4:Inventarissen, 1720-1727, no. 32. 

  10. Hy was die seun van Nicolaas Loubser en Engela Quint, en is in 1686 gebore. Hy was getroud met Sibella Pasman. Met sy dood in 1720 het hy die plase Nooitgedacht by Stellenbosch en Fortuijn in die Hottentots-Hollandkloof besit. (Sien M.O.O.C. 8/4:Inventarissen, 1720-1727, no. 5.) 

  11. Matthijs Krugel van Nürnberg het in 1703 as soldaat na die Kaap gekom en het in 1708 ‘n vryburger geword. Hy was getroud met Elisabeth van Staden, en het in 1717 hertrou met Margaretha Coetse, die dogter van Dirk Coetse en Sara van der Schulp. Hy is in 1731 oorlede. (Sien Stellenbosch 18/4:Testamenten, 1715-1716, no. 16; M.O.O.C. 8/2:Inventarissen1705-1714, no. 104; M.O.O.C. 8/5;Inventarissen, 1727-1727, no. 71; M.O.O.C. 13/l:Boedel Reekeningen, 1723-1737, no. 73.) 

  12. Hy was die seun van Willem van der Merwe en Elsje Cloete, en is in 1673 aan die Kaap gebore. Hy was getroud met Anna Prevot, een van die Amsterdamse weesmeisies. Hulle het sewentien kinders gehad. (Sien M.O.O.C. 7/6:Testamenten, 1738-1745, nos. 53 en 81; M.O.O.C. 8/6:Inventarissen, 1738-1745, nos. 51 en 51 1/2.) 

  13. Hercules des Pré van Kortryk het in 1688 saam met sy ouers, Hercules des Pré en Cecilia Datis, met die Schelde na die Kaap gekom. Hy was getroud met Marie le Febre, die weduwee van Louis de Pironne, en na haar dood in 1701 is hy getroud met Cornelia Viljoen, die dogter van Francois Viljoen en Cornelia Campenaar. Hy het net een seun, Hercules, gehad. (Sien M.O.O.C. 8/1:Inventarissen, 1692-1705, no. 64; M.O.O.C. 7/3:Testamenten, 1721-1725, no. 20.) 

  14. Die instruksies aan Alders, gedateer 1 Januarie 1721, kan gevind word in C.702:instructiën, 1686-1722, no. 642. 

  15. ‘n Deel waarin ‘n aantal bemanningslede op die skepe Blijenberg en Zeelandia bevorder is, is hier weggelaat. Sien C.15:Resolutiën, 1720-1721, pp. 268-269, asook C.227:Requesten, 1720, nos. 119 en 120. 

  16. Alders het nie hierdie resolusie onderteken nie. 

  17. Sien C.227:Requesten, 1720, nos. 123 en 124. 

  18. Sergius Swellengrebel van Amsterdam was die seun van Balthasar Swellengrebel en Elisabeth Kramer. Hy het in 1712 as soldaat met Meijnden na die Kaap gekom, en het die volgende jaar die rang van boekhouer gekry. In 1716 is hy aangestel as keldermeester. Hy was getroud met Anna Fothergill. (Sien C.J.2617:Testamenten, Codicillen &a., 1761, pp. 2-5; M.O.O.C. 7/7:Testamenten, 1766-1767, nos. 37-39; M.O.O.C. 13/6:Boedel Reekeningen, 1763-1767, no. 37.) 

  19. Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. 

  20. Aletta Verweij was die dogter van Gijsbert Verweij en Catharina Ganzevanger, en was afkomstig van Woerden . Sy is in 1679 met Ocker Olivier getroud. Met haar dood in 1721 het sy plase by Tygerberg en Roodesand besit. (Sien M.O.O.C. 8/4:Inventarissen, 1720-1727, nos. 67 en 68.) Haar versoekskrif kan gevind word in C.228:Requesten, 1721, no. 1. 

  21. Hy was afkomstig van Ouwerkerk en is in 1679 met Aletta Verweij getroud. Hy is in 1705 oorlede. (Sien M.O.O.C. 8/2:Inventarissen, 1705-1714, no. 2.) 

  22. Hy was afkomstig van Deventer en is in 1717 met Helena Mulder getroud. Sy versoekskrif kan gevind word in C.227:Requesten, 1720, no. 125. 

  23. Eksteen se versoekskrif, tesame met twee verklarings deur Claas Maijboom en Johannes Mostert, kan gevind word in C.228:Requesten, 1720-1721, pp. 17-19. 

  24. Sien C.228:Requesten, 1720-1721, pp. 13-14. 

  25. Van Beaumont het nie hierdie resolusie onderteken nie. 

  26. Die oorspronklike kan gevind word in C.122:Bijlagen, 1720-1721, p. 691. 

  27. Hofman was opperkoopman en gesaghebber van die weskus van Sumatra . Op 9 September 1719 het die Raad van Justisie te Batavia hom egter ontslaan en veroordeel tot lyfstraf. Daarbenewens is hy vir vyftien jaar verban. Vgl. C.122:Bijlagen, 1720-1721, pp. 693-701. 

  28. Frans Castelijn was Direkteur-Generaal vanNederlands-Indië

  29. In genoemde brief word geen melding van Hofman gemaak nie. Vgl. C.438, dele I en II:Inkomende Stukken, 1720-1721, pp. 301-331. 

  30. Die afskrif van die vonnis is eers op 23 Februarie met Barnevelt ontvang. 

  31. Volgens H. Zondervan seAlgemeen Verklarend Woordenboek, pp. 403-404, beteken “echappade” ‘n fout wat nie opgemerk is nie. Meyer seWoordenschatgee die betekenis daarvan egter aan as “ontsnapping, ontduiking”. 

  32. Van Beaumont en Slotsboo het nie hierdie resolusie onderteken nie. 

  33. Sien C.228:Requesten, 1720-1721, pp. 45-46. 

  34. Sien C.228:Requesten, 1720-1721, pp. 37-38. 

  35. Sien C.228:Requesten, 1720-1721, pp. 41-43. 

  36. Die gekursiveerde woorde is tussen die reëls bygeskryf. 

  37. Slotsboo het nie hierdie resolusie onderteken nie. 

  38. Sien dieResolusies van die Politieke Raad, deel V, pp. 199-203. 

  39. Cornelis Botma was die seun van Steven Jansz. Botma en Hendrika Hendriks. Hy is in Wageningen gebore, en is in 1675 getroud met Jannetje Gerrits, die weduwee van Wijnand Besuijdenhout. Botma is in 1719 oorlede. (Sien M.O.O.C. 8/3:Inventarissen, 1714-1719, no. 21.) 

  40. ‘n Deel waarin twee nuwe ondermeesters op die skepe Johanna en Kiefhoek aangestel is, is hier weggelaat. Sien C.15:Resolutiën, 1720-1721, p. 303, asook C.228:Requesten, 1720-1721, pp. 49 en 53-54. 

  41. Sien C.702:Instructiën, 1686-1722, no. 643. 

  42. Vir die instruksies aan Nieuwhof, sien C.122:Bijlagen, 1720-1721, pp. 259-263. 

  43. Slotsboo het nie hierdie resolusie onderteken nie. 

  44. Sien C.228:Requesten, 1720-1721, p. 61. 

  45. Sien onder 3 Februarie 1721 in B.K.R.1:Notulen, 17 18-1767. 

  46. Christiaan Maasdorp het in 1697 as matroos na die Kaap gekom en later ‘n vryburger geword. Hy is in 1702 met Maria Basson getroud, en het in 1713 hertrou met Helena van der Merwe, die weduwee van Jacobus van As. Daarna is hy vir ‘n derde keer getroud met Cornelia Viljoen, die weduwee van Hercules des Pré. (Sien C.J.2651:Testamenten, 1716-1721, pp. 199-201; C.231:Requesten en Nominatiën, 1724, pp. 325-327.) 

  47. Hy was afkomstig van Thiel in Gelderland , en het in 1711 as botteliersmaat met die Unie na die Kaap gekom. Hy was getroud met Catharina Abrahamse, en na haar dood het hy hertrou met Helena du Toit. (Sien C.J.2651:Testamenten, 1716-1721, nos. 115 en 116; M.O.O.C. 8/5:Inventarissen, 1727-1737, no. 5.) 

  48. Johannes Franke van Berlyn het as soldaat na die Kaap gekom en het in 1713 ‘n vryburger geword. In dieselfde jaar is hy getroud met Catharina Verweij, die dogter van Dirk Verweij en Gesina Visser. (Sien C.J.2599:Testament Boek, 1714-1719, pp. 51-57; C.J.2609:Testamenten, Codicillen &a., 1739-1743, pp. 307-312.) 

  49. Die drie skepe het eers op Vrydag 14 Februarie uit Tafelbaai vertrek. Vgl. C.605:Origineel Dagregister, 1718-1724, pp. 413-414. 

  50. Hoewel Van Beaumont se naam verskyn onder diegene wat afwesig was, het hy tog hierdie resolusie onderteken. 

  51. ‘n Nuwe skrywer het hier oorgeneem. 

  52. Sien C.339:Attestatiën, 1720-1721, p. 311. 

  53. Hendrik Scheepsdorp van Amsterdam het in 1717 as opper-skeepstimmerman met Charlois na die Kaap gekom. In 1718 het hy verlof ontvang om sy vrou, Eijtgen Bergsteen, na die Kaap te laat kom. (Sien C.225:Requesten en Nominaliën, 1718, p. 365; C.226:Requesten en Nominatiën, 1719, pp. 197-198.) 

  54. Sien C.122:Bijlagen, 1720-1721, pp. 523-526. 

  55. Hoewel hy afwesig was, het Slotsboo tog hierdie resolusie onderteken. 

  56. Die brief kan gevind word in C.438, deel II:Inkomende Stukken, 1720-1721, pp. 357-361. Die afskrif van Hofman se vonnis berus in C.122:Bijlagen, 1720-1721, pp. 693-701. 

  57. Die gekursiveerde woorde is deur Van Kervel tussen die reëls bygeskryf. 

  58. Die oorspronklike rapport berus in C.339:Attestatiën, 1720-1721, pp. 367-369. 

  59. Sien voetnoot 34 van 1721 hierbo. 

  60. Hier het eers gestaan “gedelibereert”. Dit is egter later verander na “gelibereert”. 

  61. Volgens dr. Hoge was Johann Heinrich Tauken afkomstig van Bruchhausen in Hanover . Hy is in 1690 op Mauritius met Catharina Kel getroud. Hulle dogter, Anna, is in 1692 aan die Kaap gedoop, maar in 1696 was Tauken weer vryburger op Mauritius . In 1706 het hy met sy vrou en vyf kinders na die Kaap teruggekeer. Hy is in 1720 van sy vrou geskei. (Vgl. Hoge, J.:Personalia of the Germans at the Cape, in dieArgiefjaarboek. 1946, p. 420.) Sy versoekskrif kan gevind word in C.228:Requesten, 1721, pp. 65-66. 

  62. Sy eiehandig geskrewe versoekskrif kan gevind word in C.228:Requesten, 1721, pp. 69-70. 

  63. Die ou skrywer het weer hier oorgeneem. 

  64. ‘n Memorie van Abraham Cranedonk, waarin besonderhede verstrek word omtrent tekortkomende en beskadigde voorrade uit die skip Kiefhoek , is hier weggelaat. Die Raad het besluit dat die skipper en boekhouer van die skip verantwoording moes doen van die tekorte en beskadiging van die voorrade. Die deel wat weggelaat is, kan gevind word in C.15:Resolutiën, 1720-1721, pp. 331-333. Die oorspronklike memorie berus in C.291:Memoriën, 1710-1726, p. 265. 

  65. ‘n Deel waarin ‘n nuwe oppermeester op die skip Herstelde Leeuw aangestel is, is hier weggelaat. Sien C.15:Resolutiën, 1720-1721, pp. 333-334, asook C.228:Requesten, 1721, p. 73. 

  66. Joseph Loten het as Kommandeur van die retoervloot op Valkenisse gevaar. Hy was vergesel van sy vrou, Abigael Tant. (Sien C.122:Bijlagen, 1720-1721, p. 707.) Die instruksies aan Loten kan gevind word in C.122:Bijlagen, 1720-1721, pp. 635-686. 

  67. Die skipper van Barneveld

  68. Die skipper van Nesserak

  69. Sien C.228:Requesten, 1721, p. 97. 

  70. Ds. Johannes Godefridus D’Aillij van Amsterdam het op 25 Januarie 1708 met die Generale Vrede in Tafelbaai aangekom, en het op 5 Februarie sy intreepreek as predikant van die Kaapse gemeente gelewer. Hy is in 1721 getroud met Alida de Lange, die weduwee van Francois Guto. Sien Engelbrecht, S. P.:Die Kaapse Predikante van die Sewentiende en Agtiende Eeu, p. 49. 

  71. Sien die verklarings in C.339:Attestatiën, 1720-1721, pp. 315-316 en 327. 

  72. Twee stukke is hier weggelaat. Die eerste deel, waarin ‘n aantal bemanningslede op die skip Rotterdam bevorder is, kan gevind word in C.15:Resolutiën, 1720-1721, pp. 342-343. (Sien ook C.228:Requesten, 1721, pp. 77, 85, 89, en 93.) Die tweede deel wat weggelaat is, bestaan uit ‘n rapport van die skipper en boekhouer van die skip Kiefhoek omtrent tekortkomende en beskadigde voorrade. (Vgl. voetnoot 42 van 1721 hierbo.) Die deel wat weggelaat is, kan gevind word in C.15:Resolutiën, 1720-1721, pp. 343-352. Die oorspronklike rapport berus in C.291:Memoriën, 1710-1726, pp. 273-278. 

  73. Mr. Isaac Augustinus Rumpf was die seun van Christiaan Constantijn Rumpf en Anna Margaretha Bex, en is in 1683 in Den Haag gebore. Hy het in 1704 in Leiden gepromoveer, en het in 1707 met die rang van onderkoopman na Indië vertrek. In 1710 word hy bevorder tot koopman, en in 1716 word hy Goewerneur van Ceylon . Hy is in 1707 getroud met Gijsberta Blesius, ‘n dogter van Joan Blesius, wat tot 1711 fiskaal aan die Kaap was. Rumpf is op 11 Junie 1723 op Ceylon oorlede. (Sien Molhuysen, Blok en Kossmann:Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, pp. 1077-1078.) 

  74. Cecilia Datis het in 1688 saam met haar man, Hercules des Pré, en hulle vier kinders met die Schelde na die Kaap gekom. Na sy dood het sy in 1700 met Pierre Dumont, ‘n landbouer te Drakenstein , hertrou. Met haar dood in 1720 het sy op die plaas Soete Inval by Drakenstein gewoon. Haar testament en boedelinventaris kan gevind word in M.O.O.C. 7/2:Testamenten, 1712-1720, no. 1, en M.O.O.C. 8/4:Inventarissen, 1720-1727, no. 64. 

  75. Sien C.339:Attestatiën, 1720-1721, pp. 415-418. 

  76. Waarskynlik word bedoel Rijxdorf

  77. Hy het in 1716 met Limburg as landspassaat na die Kaap gekom, en is kort daarna as assistent in die soldykantoor aangestel. Sien C.228:Requesten, 1721, pp. 105-106. 

  78. Pieter van der Heijden was afkomstig van Den Haag en het in 1716 met die Spieringh as adelbors na die Kaap gekom. Die volgende jaar is hy aangestel as assistent op die sekretarie van die Raad van Justisie. Sien C.228:Requesten, 1721, pp. 101-103. 

  79. Volgens die dagregister het die Politieke Raad op 1 April ook vergader. Sien C.605:Origineel Dagregisler, 1718-1724, p. 429. 

  80. Sien C.228:Requesten, 1721. pp. 179-180. 

  81. Christoffel Pijthius was die seun van Johannes Pijthius en Anna de Hoog. Hy is in 1705 gebore. Sy suster, Cornelia, is op 6 April 1721 aan die Kaap met skipper Jan de Heere van Middelburg getroud. 

  82. Jacques Theron was afkomstig van Nimes in Languedoc en het in 1688 as soldaat met die Oosterland na die Kaap gekom. In dieselfde jaar het hy ‘n vryburger geword en op sy plaas, Languedoc , in Drakenstein gaan woon. Hy was getroud met Marie Jeanne des Pré. (Sien M.O.O.C. 7/6:Testamenten, 1738-1745, no. 51; M.O.O.C. 7/15:Testamenten, 1763-1764, no. 12.) 

  83. Sien C.228:Requesten, 1721. pp. 183 en 187 

  84. Hy was afkomstig van Koningsbergen en het in 1696 as soldaat na die Kaap gekom. In 1713 is hy bevorder tot korporaal, en het hy bevelvoerder van die manskappe in die Land van Waveren geword. 

  85. Valentijn Kleijnvelt van Koningsbergen is in 1702 getroud met Judith Christina Kling, die weduwee van Christiaan Kotze. (Sien C.J.2649:Testament Boek, 1686-1708, pp. 660-661; C.J.2650:Testamenten, 1709-1715, pp. 347-350.) 

  86. Die siviele prosesstukke vir 1721 het nie bewaar gebly nie. 

  87. Die siviele prosesstukke vir 1721 het nie bewaar gebly nie. 

  88. Hierdie resolusie is deur ‘n nuwe skrywer geskryf. 

  89. Die skipper van Valkenisse

  90. Die skipper van Sleewijk

  91. Die skipper van Rijxdorf

  92. Die skipper van die Raadhuijs van Enkhuijsen

  93. Die skipper van Steenhoven

  94. Die skipper van Meijnden

  95. Die skipper van Elisabeth

  96. Die skipper van Ter horst

  97. Hy het die rang van onderkoopman gehad, en het op Steenhoven gevaar. 

  98. Hier het eers gestaan “seer”. Dit is egter later verander na “soo”. 

  99. Die skipper van die Stad Leijden

  100. Die skipper van Rijssel

  101. Die skipper van Prattenburgh

  102. Die skipper van Herstelde Leeuw

  103. Die skipper van Stantvastigheijt

  104. Die skipper van die Schotse Lorrendraaijer

  105. Die ou skrywer het weer hier oorgeneem. 

  106. Hoewel Van Beaumont afwesig was, het hy tog hierdie resolusie onderteken. 

  107. Sien C.438. deel II:Inkomende Stukken, 1720-1721, pp. 349-353.