C056 v1.20
C. 56, pp. 19-20.¶
Sondagh den {17210420} 20e April 1721, voormiddags.
Compleete extraords. vergadering.
Ten aansien de nascheepen Middelwout , Noordwaddinxveen , Meerhuijsen en ‘t Huijs de Vlotter op gisteren en heeden hier ter rheede sijn komen aan te landen; zoo gaf den Edele Heer Gouverneur in consideratie of die kielen niet ten spoedigsten behoorde in gereetheijt te worden gebragt omme gecombineert met de retourvloot na ‘t vaderland te konnen vertrecken, niettegenstaande de gemelde vloot bereijts haare depesches waren afgegeven, en dus eeniglijk op een goede wind lag te wagten; Soo is, diesaangaande gedelibereert sijnde, goetgevonden en geresolveert gemelde bodems met de meeste spoet klaar te doen maken, immers dat sij ten eijnde voorsz ten alleruijttersten op Donderdagh aanstaande in volle gereetheijt sullen moeten zijn, sonder dat nogtans, de wind in die tusschentijt favorabel waijende, gemelde vloote daaromme sal mogen opgehouden worden.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.
[Signed:] M. DE CHAVONNES.
[Signed:] A. CRANENDONK.
[Signed:] C. V. BEAUMONT.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.
[Signed:] JN. ALDERSZ.
[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.
C. 56, p. 21.¶
Dingsdagh {17210506} 6 Maij 1721, voormiddags.
Alle present,demptisden Heer Cranendonk en den E. Van Kervel.
Is op de propositie van den Edelen Heer Gouverneur goedgevonden en verstaan weesmeesteren deeser steede bij deesen te authoriseeren tot het betalen van soodanige schulden als de boedels die onder haare administratie zijn gecomen, aan d’ E. Compe. debet sijn.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.
[Signed:] M. DE CHAVONNES.
[Signed:] C. V. BEAUMONT.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.
[Signed:] JN. ALDERSZ.
[Signed:] Mij praesent, HK. SWELLENGREBEL. E.g. clercq.
C. 56, pp. 22-28.¶
Dingsdagh den {17210527} 27e Maij 1721, voormiddags.
Alle tegenwoordigh.4
Waar naar den Edelen Heer Gouverneur geliefden kennisse te geven hoe dat ‘s Comps. trekbeesten door den dagelijxen arbeijd en het weijnige voetsel voor haar in dit saijsoen te bekomen, merkelijk door sterfte bereijts vermindert waren, en dienvolgens te dugten dat bij continuatie van dien den dienst der E. Compe. in der tijt soude kunne werden benadeelt en agter uijt geset; ende dierhalven van noodsakelijkheijt hadde geoordeelt in consideratie te geeven of het niet van nuttigheijt soude sijn in de maand September aanstaande een vee ruijling bij de hier om heen leggende Hottentots Comps. weegen te onderneemen; over ‘t welke gedelibereert weesende, verstaan is dat sulx sal werden in voegen voorsz. verrigt, dog dat den officier het gesag over die uijtgesondene manschap voerende, sorge sal hebben te dragen dat ër geene vijantlijkheeden of gewelt om wat redenen van weijgeringe het soude mogen sijn, aan die Hottentots natien werden gepleegt.
Vervolgens communiceerden den Edelen Heer Gouverneur hoe den burger slagter Hendrik de Vries Sijn Edele hadde verthoont hoe dat bij de jeegenwoordige duurte van schaapen en runderbeesten, principalijk in dit saijsoen van ‘t jaar wanneer deselve op het magerst en ligst vallen, hem niet langer doenlijk was de leverantie van dat vleesch voor de gestelde prijse aan de ingesetenen te konnen doen, ten waare hij sig selven merkelijk wilde benadeelen; tot voorkominge van ‘t welke hij dierhalven eerbiedig versogt dat aan hem om reedenen voorsz mogte werden geaccordeert voortaan het schaapenvleesch te mogen verkoopen tot 3 1/2 stuijver ‘t lb., mitsgaders het rundervleesch tot 2 1/2 stuijvers; op welk versoek met aandagt geleth en daar nevens in consideratie genomen de jegenwoordige duurte en ligtheijd van het vee, mitsgrs. dat het onredelijk soude sijn dat de slagters, den ingeseten gerievende door haare neeringe, soude werden benadeelt; Soo is goedgevonden en geresolveert aan alle de burger slagters, soo wel als aan den slagter van d’ E. Compe. bij deesen te permitteeren tot het eijnde van de maand October aanstaande, en niet langer, te mogen verkopen aan alle de ingesetenen het schapen vleesch tot 3 1/2 stuijver, mitsgrs. het rundervleesch tot 2 1/2 stuijver ‘t lb.
Laastelijk is geresolveert en verstaan dat den boekhouder Hendrik Frappe,5 als het opsigt over ‘s Comps. slaven jegenwoordigh hebbende, bij deesen sal werden gequalificeert tot het staan over den doop van ‘s Comps. slave kinderen, en dat denselven bij occupatie, siekte, afwesentheijt of andere beletselen, daar inne sal moeten werden vervangen door den krankbesoeker Jan Mahieu.6
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.
[Signed:] M. DE CHAVONNES.
[Signed:] C. V. BEAUMONT.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.
[Signed:] JN. ALDERSZ.
[Signed:] A. V. KERVEL.
C. 56, pp. 29-33.¶
Saturdagh den {17210607} 7e Junij 1721, voormiddags. Extraords. vergadering.
Alle present.
Den Edelen Heer Gouverneur geliefden te seggen dat Zijn Edele de leeden des Raads hadde doen convoceeren ten eijnde aan haar kennisse te geven dat op den 5e deeser alhier ter rheede sijnde komen te arriveeren de Engelsche oorlog scheepen Lijon , gevoert werdende bij capn. Edwart Reddix, gemonteert volgens opgave met 60 stucken en 400 man, benevens Shoream , gevoert bij capn. Covill Maijne, insgelijx gemonteert met 24 stucken en 150 coppen, beijde op den 6 Februarij O.S.8 van Portsmuijden 9 vertrocken, Sijn Edele ook dienvolgens hadde verwagt dat zij naar ‘t oude gebruijk soude hebben gesalueert de vlagh van Haar Hoog Mogende, dog dat sij daar inne nalatig blijvende, Sijn Edele sulx haar door den equipagiemeester deeses Gouvernements hadde doen recommandeeren, en daar nevens aanseggen haare zeebrieven te komen verthoonen, ten eijnde men sig gerust mogte stellen dat sij in der daat soodanige scheepen waaren als waar voor sij sig quamen te debiteeren; dog dat zij in plaatse van aan het een en het ander te voldoen, een officier hadden afgesonden om aan Sijn Edele te versoeken dat haar koninks vlag eerst van het Casteel mogt werden gesalueert, en dat sij in sulken gevallen bereijt waren het selve met gelijke schooten te beantwoorden, maar dat sij geensints daar toe konden komen om eerst te salueeren, veel min tot verthoonen van eenige passen of zeebrieven, gemerkt men genoegsaam uijt haare vlaggens konde bespeuren dat sij Engelsche koninks scheepen waren; dat Zijn Edele daar tegens aan haar door alle mogelijke middelen hadde tragten te doen begrijpen de redelijk en noodsakelijkheijd die ër was tot het doen van het gemeld salut en verthooning haarer zeebrieven, gemerkt zij, op een andermans rheede aanlandende, de eerste moesten zijn om te salueeren, en dat men ook sig geensints behoorde of konde verlaten op ‘t verthoonen van vlaggen, die zoo wel bij zeerovers als bij ware Engelsche oorlogscheepen konde werden gebruijkt; en dat hoewel zijn Edele geduurende deesen tusschen tijt van hacquetten ordres hadde gestelt dat aan die kielen geene toevoer soude werden gedaan, Zijn Edele als nu egter dienstig hadde geoordeelt in serieus overleg te geven of men behoorde te blijven persisteeren bij het voorige gesustineerde, of wel tot vermijdinge van verwijderinge met de Engelsche, van het selve voor deese maal af te staan, te meer alsoo bij dit Gouvernement geen positive ordres onser Heeren en Meesters ten subjecte van sulke netelagtige gevallen gevonden werden; over ‘t welke dan met serieusheijt gedelibereert sijnde, goedgevonden ende geresolveerd is dat ten aansien men genoegsaam uijt de publicque en andere tijdingen verseekerd is dat ‘t selve waarlijk Engelsche oorlogscheepen sijn, die van haare gedagten en poinctilles deur goede reedenen [niet?] af te brengen zijn, het selve voor deese maale ongemerkt sal werden gepasseert, dog dat met de eerste bequame gelegentheijt aan onse Heeren en Meesteren van deesen sal werden kennisse gegeven, en daar neevens op ‘t eerbiedigste versogt ons met haar geeerde beveelen te willen voorsien, hoedanig wij ons in diergelijke saken in ‘t toekomende sullen hebben te gedragen.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.
[Signed:] M. DE CHAVONNES.
[Signed:] C. V. BEAUMONT.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.
[Signed:] JN. ALDERSZ.
[Signed:] A. V. KERVEL.
C. 56, pp. 34-39.¶
Dingsdagh {17210610} 10 Junij 1721, voormiddags.
Complete vergadering,exceptoden E. Van Kervel.
Ten aansien de 30,000 moppesteenen dewelke in ‘t vaderland in ‘t schip Amstelveen voor dit Gouvernement sijn afgescheept, gestuuwt leggen onder een parthij dranken voor India, en dat bij aldien deselve alhier wierden gelost, niet alleen eenigen tijt sal komen te vereijsschen en daar door dien bodem opgehouden, maar ook bovens dien door ‘t verarbeijden van de dranken aan deselve schade soude kunnen toegebragt werden; Zoo is verstaan gemelde steenen in die kiel te laten berusten en alsoo na Batavia te laten voortgaan, zullende daar van behoorlijke kennisse gegeven werden aan Haar Hoog Edelens tot Batavia; gelijk bij die occagie meede aan Haar Wel Edele Groot Agtbe. sal werden versogt dat de twee cassen scheepskleederen in gem. bodem voor deese plaats geladen, en dewelke bij ontlading daar inne niet te vinden sijn geweest, herwaarts bij bequame gelegentheijt mogte overgesonden werden bij aldien die cassen op Batavia mogte te voorschijn komen.
Waar na den Edelen Heer Gouverneur voordroeg dat den rector, Lambertus Slicher, dewelke door Hun Wel Edele Hoog Agtbe. de Heeren 17en bij haar g’eert schrijvens, nu kortelings ontfangen,11 is vergunt bij voorvallende gelegentheeden den predikstoel te betreeden, Zijn Edele hadde versogt om aanstaande Sondagh een begin daar van te mogen maken, derhalven in consideratie gevende of men sijn versoek niet behoorde toe te staan; Zoo is beslooten hem sulx te permitteeren.12
Wijders geleesen zijnde het onderstaande request, gepresenteert door den predikant van Drakensteijn , Petrus van Aken:13
Aan den Wel Edele en Hoog Wel Geboore Heer M. Pasques de Chavonnes - - - voorsitter van den Agtbare Politicquen Raad, als ook aan de overigen leden van dien.
‘Wel Edele, Hoog Wel Geboore en E.E. Aghbaren Heeren,’
‘De ondergeschrevene predikant van Drakensteijn meent bemerkt te hebben dat Uwel Edelen weeten dat de grootheijt en aansiennelijkheijt der gemeinte aan deese hooftplaats en het seer nodig vermenigvuldigen van predikatien, catichesatien, kerkelijke visitatien en de behandeling der Christen slaven wel een tweede predikant vordert.’
‘Dit zoo sijnde, keere ik mij selve naar Uwel Edelen, aan wien mijne studien en gaven genoegsaam bekent sijn, met beden en smekingen, indien Uwel Edelen mij sulx waardig oordelen, dat ik den predikant D’Aillij tot een amptgenoot aan de hooftplaats mag werde toegevoegt.’
‘Indien Uwel Edelen deese saak mogten refereren aan de Heeren en Meesters in het vaderlant, soo neme ik de vrijheijt om Uwel Edelens gunstig voorschrijven in die geval op het aller eerbiedigste en ernstigste voor mij te versoeken.’
‘Het welk doende enz. enz. (Was getekent) P. van Aken. (In margine) Drakensteijn , dese 9e Junij 1721.’
Waar over gedelibereert zijnde, is goedgevonden en verstaan ‘t versoek daar inne gemelt schultpligtigh gedefereert te laten aan Hun Wel Edele Hoog Agtbe. de Heeren 17en, zullende derhalven met ‘t eerste schrijvens van hier ‘t gem. request in copia overgesonden en diesweegen favorabel geschreeven werden.
Eijndelijk in consideratie genomen zijnde dat de groene erweten, dewelke uyt het vaderland tot proviandeering der retourscheepen na herwaarts sijn gesonden, het bederf al schijnen onderworpen te weesen; Zoo is dierhalven geresolveert eer deselve verder komen te bederven, dat aan de passeerende scheepen die van zoodanige potspijse voorsien moeten werden, en aan de impotenten in ‘t hospitaal gemelde erweeten sullen werden verstrekt.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.
[Signed:] M. DE CHAVONNES.
[Signed:] A. CRANENDONK.
[Signed:] C. V. BEAUMONT.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.
[Signed:] JN. ALDERSZ.
[Signed:] Mij praesent, HK. SWELLENGREBEL. E.g. clercq.
C. 56, pp. 40-43.¶
Dingsdagh {17210617} 17e Junij 1721, voormiddags.
Alle present,demptisden Heer A. Cranendonk en den E. Van Kervel.
De schippers der scheepen Amstelveen , Midloo en Hogenes ter ordre van den Edelen Heer Gouverneur in vergadering verscheenen, en door Zijn Edele afgevraagt zijnde hoeneer dat zij in staat zoude zijn om met haare bodems van hier nae Batavia te kunnen vertrecken, waar op betuijgden aanstaande Saturdag, weer en wind dienende, klaar meende te weesen; Zoo is verstaan die bodems op dien dag te laten monsteren en te depescheeren.14
In de laaste vergaderingh discoures gewijse gesproken, en als nu door den Edelen Heer Gouverneur wederom te kennen gegeven zijnde dat Zijn Edele tot leetweesen ondervonden had dat ër geen onderscheijd wierd gemaakt in ‘t doopen der slaven kinderen, of deselve van Christen ouders zijn gebooren ofte niet, als meede dat slaven ofte kinderen in bekende hoererije geteelt, meede met de Europeanen ten doop werden gebragt, ja selfs dat de slaven over het doopen van haare ofte andere kinderen als getuijgen komen te staan, en eijndelijk dat de kinderen van de vrije swarten en slaven deurgaans met meerder cieraad van kledagie wanneer gedoopt sullen werden, werden opgeschikt als die van onse natie, alle het welke tot groote ergernis en ook klijnagting en disrespect der Europeaanse natie is strekkende; weshalven Zijn Edele in consideratie gaf of men daar omtrent geen beetere ordre zoude kunnen stellen, en een dag in de week uijtkiesen om de slaven en derselver kinderen waar van men met seekerheijd bewust is dat die van Christen ouders zijn voortgekomen, te laten doopen; over welk een en ander met aandagt gedelibereert zijnde, Zoo is voor eerst goedgevonden en geresolveert na deesen niet meer te tollereeren dat slaven over ‘t doopen van derselver kinderen, ‘t sij als vader of getuigen staan. gelijk mede dat gemelde slave kinderen sonder zoodanige opschiksels als zij gewoon zijn ten doop sullen mogen gebragt werden; zullende over de resteerende poincten ‘t sentiment der predicanten van de Caab, Stellenbosch en Drakensteijn werden ingenomen, omme na becoming van deselve hier over als dan nader te resolveeren.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.
[Signed:] M. DE CHAVONNES.
[Signed:] A. CRANENDONK.
[Signed:] C. V. BEAUMONT.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.
[Signed:] JN. ALDERSZ.
[Signed:] Mij praesent, HK. SWELLENGREBEL. E.g. clercq.
C. 56, pp. 44-52.¶
Dingsdagh den {17210624} 24e Junij 1721, voormiddags.
Alle present.
De schippers der aanweesende scheepen Doornik , d’ Uno , Hopvogel , Wassenaar , den Dam en Nieuvliet ter ordre van den Edele Heer Gouverneur in vergaderinge verscheenen en afgevraagt zijnde of zijlieden vermeijnden soo ten opsigten harer onderhebbende scheepen als de daar op bescheijdene manschap, in staat en volle gereetheijt te kunnen zijn om in ‘t laatste deeser weeke gemonstert en van hier gedepescheert te kunnen worden, soo verthoonden dien van Doornik en d’ Hopvogel dat sulx teegens die tijt, soo om haare menigvuldige sieken als andere noodwendige voorsieningen aan haare kielen, niet wel soo spoedig soude konnen vallen, dog dat sij egter alles soude bijbrengen wat doenlijk was, verklarende de schippers van de scheepen d’ Uno , Wassenaar , den Dam en Nieuvliet dat zij bij bequaam weeder vermeijnden in staat te sullen sijn om teegens aanstaande Saturdag in gereetheijt te weesen, weshalven goedgevonden is de vier laastgenoemde op voorsz dage, ‘t weeder daar toe dienende, te doen monsteren.16
Waar naar den schipper Claas de Roo bij monde in Rade te kennen gaf hoe desselfs boekhouder, Dirk van der Crap, alhier sijnde komen te overlijden, en dienvolgens desselfs goederen en nalatenschap behoorlijk verzeegelt, hij nogtans seer gaarn uijt sijn eijgene gelden hadde verschooten d’ onkosten tot de begraaffenis onvermijdelijk gerequireert wordende, uijtwijsens reeke. van dien ten bedragen van Rds. 116:6:-, versoekende dierhalven dat vermits naar luijd van ‘s Comps. ordre die goederen niet hier ter plaatse, maar wel op Ceijlon moesten worden vercogt en tot gelden gemaakt, desselfs uijtgeschooten geld als een doodschuld op Ceijlon mogte worden betaalt; over ‘t welke gebesoigneert sijnde, verstaan is dat dies aangaande met het eerst afgaande schrijven aan den Edelen Hr. Gouverneur en Raad tot Colombo kennisse sal worden gegeven.17
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.
[Signed:] M. DE CHAVONNES.
[Signed:] A. CRANENDONK.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.
[Signed:] JN. ALDERSZ.
[Signed:] A. V. KERVEL. Rt. en Secrets.
C. 56, pp. 53-55.¶
Dingsdagh den {17210701} 1e Julij 1721, voormiddags.
Alle present.
Is door den Edele Heer Gouverneur in Rade verthoont hoe dat d’ ondervindinge van langen tijt hadde doen sien dat het randsoen van vers vleesch maandelijx verstrekt wordende aan ‘t Robben Eijland , seer dikwils door tegenwinden of andere onverwagte toevallen in de vaartuijgen of in ‘s Comps. slagthuijs moesten blijven vertoeven, en dus t’ onnutte en bedorven geraakte, waar door die menschen van haar onderhout versteeken of wel ‘s Comps. slagters benadeelt wierd, en dierhalven tot voorkominge van sulx dienstigh geagt in consideratie te geven of het niet veel nuttiger soude weesen dat voortaan gemelde randsoen met levendige schaapen wierde voldaan; over ‘t welke gebesoigneert weesende, goedvonden is dat sulx voortaan op de voorgestelde manier met levendige schapen sal worden verrig.19
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.
[Signed:] M. DE CHAVONNES.
[Signed:] A. CRANENDONK.
[Signed:] C. V. BEAUMONT.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JN. ALDERSZ.
[Signed:] A. V. KERVEL.
C. 56, pp. 56-63.¶
Saturdagh den {17210705} 5e Julij 1721, voormiddags. Extraords. vergadering.
Alle present, uijtgesondert den Hr. Cornelis van Beaumont door belet.
Bij resumptie der brieven en papieren nu jongst per den hoeker Zeelandia van Rio de la Goa herwaarts aangebragt,21 ten principale in opmerkinge gekomen weesende de gedaane kragtige instantien van de ministers aldaar resideerende, ten eijnde op de spoedigste wijse mogten werden geadsisteert met zoodanige versche manschappen, canon, benodigde materialen, provisien, medicamenten en andere vereijschte noodsakelijkheeden daar bij ter needer gestelt, te meer dewijl door de besoekende hand des Hemels seedert den 27e April tot 31 Maij jongstleeden uijt dit leeven waren weg genomen sestien persoonen, waar onder ‘t geweesene opperhooft, den E. Willem van Taak,22 en boven dien nog diversche ziek en krank aldaar waren vertoevende; zoo gaf den Edelen Heer Gouverneur in serieuse bedenkinge of ‘t niet van den meesten dienst der E. Compe. soude sijn gemelte versogte hulpe, soo van ‘t een als ‘t andere, ten alderspoedigste in gereetheijt te brengen, dog gelijk ‘t selve onmogelijk in verre na niet soude kunnen werden overgevoert door den hoeker Zeelandia , en d’ andere aan de hand zijnde Caabse vaartuigen, en nog veel minder de versogte manschappe daar inne geplaatst, aangemerkt de rapporten van den gesaghebber, Jan van Est, genoegsaam hebben doen ondervinden in wat miserabile en ongemackelijcken toestant de soldatesque der eerste besendinge na derwaarts op de reijse bij manquement van plaatse sig hebben bevonden; soo voegden Sijn Edele daar bij of men tot transport van dit voorgestelde prompte toevoer, waar aan de geluckige bereijking van ‘s Comps. oogmerk scheen af te hangen, tot behulp van dien niet behoorde aan de hand te nemen het aanwesend jagtje d’ Uno , te meer alsoo de gemelde ministers bij haar schrijvens over de presumptien van het succes haarer onderneminge volmondig uijt ter neder stellen dat de apparentien van progres der negotie, wanneer selfs landwaards in kunnen trecken, al te considerabel is om niet het uijtterste af te wagten, ten minsten dat sij derfden verseekeren dat ër van daar jaarlijks wel soo veel soude konnen versonden werden, dat de E. Compe. niet alleen buijten lasten bleef, maar selfs in der tijd merkelijke advantagie behaalen konde, ingevalle men haar van ‘t vereijschte maar quame te voorsien; Zoo is, diesaangaande met rijpe aandagt gedelibereerd en daar neevens in opmerkinge genomen zijnde wat considerable oncosten en depances onse Heeren en Meesteren bereijts hebben gelieven te doen ter uijtvoeringe van haar voorgestelde desseijn, en dat Haar Wel Edele Hoog Agtbe. boovens dien bij haar gehonoreerd aanschrijvens van den 23e December 1719,23 spreekende principalijk over de behandelinge dier saken, onder anderen ons hebben gelieven te verleenen de faculteijt om ingevalle wij mogten vermeenen dat tot bereijking van dit oogmerk nog iets anders als haar voorgestelde wierde gerequireert, ‘t selve daar bij te doen of te laten soodanig als men voor den meesten dienst der E. Compe. vermeijnen zoude te behooren; en dat boovens dien alle het gedane vrugteloos soude schijnen bij aldien die prompte hulpe niet wierde volbragt, aan die menschen die hoe veele ër bereijts ook waren gesturven, de andere krank en elendig, de weijnige gesonde egter moets genoeg hadden gehad ten dienste der E. Compe. post te blijven houden, bij nalatigheijd of versuijmenisse van ‘t welke het te dugten stond dat haar de moed ontvallen of wel bij manquement van gesonde manschap een nooddwank soude werden van daar op te breeken, en dus op eenemaale alle de opgevatte hoop te doen verliesen; dat booven dit alles de onsekerheijd al te groot is of sij ter oorsake haarer constitutie vermoogens sullen sijn eene der twee aan de hand hebbende hoekers, ‘t sij de Caab of Gouda , van daar naar herwaarts af te senden, ende ingevalle van ja, of de reijse voorspoedig of wel van lankdurigheijd soude mogen sijn, ‘t welk in dit geval af te wagten de noodsakelijkheijd niet toe laat, buijten dat nog bovens dien al bij ‘t aanweesen van eene der voormelde hoekers de versogte goederen en manschap daar inne egter niet soude kunnen werden afgeladen, staande dienvolgens geen sekerder nog andere weg als de voorgestelde open; Soo is met unanime en over een komende stemmen goedgevonden ende geresolveerd om het hier ter rheede leggende jagtje d’ Uno , naar Batavia gedestineert, alhier aan te houden, sijne inhebbende goederen van ‘s lands cargasoen, bestaande principalijk in 1750 bomben, 24 hoed smeecolen en 19 vaten pik, in andere aan de hand sijnde bodems over te doen scheepen ende vervolglijk te beladen met de versogte goederen en manschappen voor Rio de la Goa ten eijnde deselve met ende benevens den aanweesende hoeker Zeelandia op ‘t alderspoedigste naar derwaarts werden overgevoert, op dat door dat secours die sugtende menschen den moed daar door wederom werd opgebeurd, sullende bij die occagie de ministers aldaar werden aangeschreeven voorsz fregatje d’ Uno te spoedigsten van sijne aangebragte goederen te ontlossen, ende wederom herwaarts aan te senden, daar in ladende zoodanige ingeruijlde waren als ër ter dier tijt bij haar aan de hand sullen weesen, sullende boovens dien van deesen bij de eerste schrijf gelegentheijt kennisse werden gegeven aan de Hooge Indische Regeringe, soo wel als aan onse Heeren en Meesteren, welke laastgenoemde daar neevens op ‘t eerbiedigste sullen werden versogt van die goedheijd te willen sijn ons van twee fregatjes van 100 a 110 voeten te willen voorsien, gemerkt deselve onvermijdelijk sullen werden vereijscht tot den handel van Rio de la Goa en de kusten daar om heen.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.
[Signed:] M. DE CHAVONNES.
[Signed:] A. CRANENDONK.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.
[Signed:] JN. ALDERSZ.
[Signed:] A. V. KERVEL.
C. 56, pp. 64-71.¶
Dingsdagh den {17210708} 8e Julij 1721, voormiddags.
Alle tegenwoordig, uijtgesondert den Heer independent fiscaal, Cornelis van Beaumont, door indispositie.
Gebesoigneert weesende op den inhoude van ‘t requeste van den landbouwer Jean Roux24 de Normandie , in volgende bewoordinge overgegeven:
Aan den Wel Edele Gestre. Heere Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den E. Agtbe. Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestre. Heer en E. Agtbe. Heeren,’
‘Uwe Wel Edele Gestre. en E. Agtbe. seer nedrigen dienaar, den landbouwer Jean Ie Roux de Normandie, geeft met behoorlijk respect te kennen hoe hij supplt. bij de dertien jaaren met permissie heeft beseten seeker stuk land, gelegen aan de cloof van Stellenbosch , gent. Lang Verwagt , groot volgens meeting van den landmeeter 45 morgen en 26 quadraat roeden, sonder dat den supplt. tot nog het selve in eijgendom heeft, schoon met het timmeren van een huijsje en hokken veel daar aan ten kosten heeft gelegt, en aangesien den supplt. met een vrouw en agt kinderen is beladen, soo neemt den supplt. de vrijheijd Uwe Wel Edele Gestre, en E. Agtbe. op ‘t onderdanigst te versoeken dat hem het bovengeme. stuk land in eijgendom mag werden gegeven.’
‘(Onderstont) ‘t Welk doende &a.’
En daar neevens geconsidereerd desselfs behoeftigheijd, arbeijdsamen aard, menigvuldigheijd van kinderen, en onereuse familie, en dat boven dien het versogte stukje lands bij hem al eenige jaaren precario beseeten is geweest, Soo is goedgevonden en geresolveerd denselven met gemelte stuk lands ter groote van 45 morgen en 26 quadraat roeden in eijgendom te verleenen, op approbatie nogtans der Hooge Indische Regeeringe, ten welken eijnde aan Haar Wel Edele Groot Agtbe. van ‘t selve kennisse sal werden gegeven, en copia der grondbrief toegesonden.
Waar naar men overgegaan is tot de lecture van het requeste door Catharina Harts,25 wede. van Jacob Vogel, in de volgende termen overgegeven:
Aan den Wel Edele Gestre. Heere Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den E. Agtbe. Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestre. Heer en E. Agtbe. Heeren,’
‘Uwe Wel Edele Gestre. en E. Agtbe. seer nedrige dienaresse, Catharina Harts, wede. Jacob Vogel, verthoont bij deese met alle eerbied dat de supplte. seeker huijs erve heeft, leggende in deese Tafelvalleij , ‘t geene zij volgens de ordres ook seer gaarne soude bebouwt en betimmert hebben, sijnde bereijts het fondament met klippen daar toe gelegt en tot eenige hoogte boven de grond gebragt; dan dewijle de supplte. seedert door verscheijde ongeluckige toevallen, als eerstelijk het verbranden van haar hofsteede aan Liesbeeks Rivier , en kort daar op door het overlijden van haar man wed. geworden zijnde, sij als nu onvermogend is voorsz bouwinge te volvoeren; keerende sig dierhalven in alle onderdanigheijt tot Uwe Wel Edele Gestre. en E. Agtbe. met ootmoedig versoek dat deselve, voorsz ongeluckige gevallen aanmerkende, haar gelieven te permitteren gesegde huijs erve aan imand te verkopen, die het selve ten eersten kan voltimmeren.’
‘(Onderstont) ‘t Welk doende &a.’
En dienvolgens op den inhoude van dien met aandagt geleth, Soo is goedgevonden en verstaan dat tot soulagement eenigsints van de geme. wede. haar bij deesen sal werden gepermitteert het onbeboude erf in gem. requeste vermeld, te mogen veraliëneren en verkoopen.
Vervolgens is aan den Chinees Liseenko op sijn schriftelijk versoek26 geaccordeert om met bequame scheepsgelegentheijt naar Batavia te mogen te rug keeren, gemerkt denselve sijn thien jaarig bannissement uijtwijsens ‘t gewijsde van Heeren Scheepenen tot Batavia alhier uijtgedient, en naar behooren voldaan heeft.27
Laastelijk is door den Edele Heer Gouverneur in consideratie gegeven of vermits het overlijden van het opperhooft op Rio de la Goa , Sr. Willem van Taak, niet weeder met een ander bequaam subject behoorden te werden gesuppleert, mitsgrs. geapprobeert de gedane aanstellinge van diversse bediendens aldaar in plaatse van die geene die overleeden waren, uijtwijsens desselfs schrijvens nu jongst ingekomen; Soo is naar deliberatie geresolveert dat tot eenig soulagement in de ongeluckige siektens en ander ongemacken aldaar vallende, en daar neevens ook verwagt werd dat den jegenwoordigen daar zijnde tweede wel sal willen volherden en voortgaan in dien goeden iver en naaukeurig ondersoek wat tot ‘s Comps. beste bij dien landaart in der tijd te verhandelen soude vallen, den gemelden Swertner28 bij deesen aan te stellen tot opperhooft van Rio de la Goa voornt., met de qualiteijt van ondercoopman en ƒ40 per maand, op nadere goedkeuringe nogtans onser Heeren en Meesters, ende wederom in desselfs plaatse tot tweede aldaar den adsistent Fredrik Christoffel Lappenberg, met de qualiteijt van boekhouder en ƒ30 maandelijkse gagie, soo als insgelijx de gedaane aanstellingen op Rio de la Goa bij deesen werden geapprobeert, met de volle gagie daar toe behoorende.29
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.
[Signed:] M. DE CHAVONNES.
[Signed:] A. CRANENDONK.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.
[Signed:] JN. ALDERSZ.
[Signed:] A. V. KERVEL.
C. 56, pp. 72-81.¶
Dingsdagh den {17210715} 15e Julij 1721, voormiddags.
Alle tegenwoordig, uijtgesondert den Heer independent fiscaal, Cornelis van Beaumont, door indispositie.
Is door den Edelen Heer Gouverneur in Rade verthoond hoe ‘s Comps. kleijne geld cassa door de dagelijxen meerderen uitgaaf als ontfangst al considerabel was afgenomen en vermindert, niettegenstaande men weijnig tijts geleden van de weescamer alhier hadde opgenomen een zomma van 20,000 Rds., en dat dienvolgens bij verdere voortgank te dugten was dat men tot ongerief en behoeftigheijd, of wel tot die nooddwank weer soude moeten komen van meerdere penningen, ‘t sij uijt de weescassa of wel elders anders,á depositoop te nemen, tot voorkominge van welkers lasten Sijn Edele daar nevens in overweginge gaf of het niet met den dienst der E. Compe. meerder over een komstig soude weesen dat met de eerste bequame gelegentheijd aan onse Heeren en Meesters ten behoeve van dit Gouvernement wierde versogt en gepetitioneert een zomma van tweemaal hondert duijsent guldens; over ‘t welke geraatpleegt zijnde, beslooten is dat ‘t selve in dier voegen sal werden verrigt.
Gelijk tot nog toe met de aangelande scheepen geene tabak, uijt het vaderland geeijscht, was aangebragt, en ook in ‘s Comps. pakhuijs alhier geene meer in voorraad was, en deselve nogtans bij de vastgestelde veeruijling onvermijdelik sal werden gerequireert, Soo is insgelijx verstaan dat ten dien eijnde 4 â 500 lb. tabak ‘s Comps. weegen sal werden ingekogt.
Waar naar door den Edele Heer Goeverneur in Rade is geexhibeert geworden seekere twee resolutien in kerkenraade deeser plaatse genomen, Sijn Edele door den predikant Petrus Kalde30 ter hand gestelt, met versoek dat op den inhoude van dien mogt werden gedisponeert, luijdende voorseijde resolutien als hier onder staat uijtgedrukt:31
‘Extract resolutie genomen in kerkenraade van Cabo de Goede Hoop op Maandagh den 7e Julij 1721.’
‘Den Eerw. predikant Johannis Godefridus D’Aillij heeft op heeden in kerke vergadering g’exhibeert seeker papier Sijn Eerw. ter hand gestelt door den Heer predikant Petrus Calden, luijdende als volgt:’
‘Alsoo wij diaconije alhier ter steede uijt consideratie van verscheijde profitabel diensten dewelke den Eerweerdige predikant, Petrus Kalde, tot opbouwinge van de teegenwoordige kerk gedaan, en ons gedurige met sijn voorsigt beleijd en heijlsamen raad geassisteert heeft, hebben daar voor naar voorgaande resolutie, genomen in kerkelijke vergaderinge, goedgevonden hem erffelijk te vergunnen en te vereeren een dubbelde graft in deselve kerke, no. 19 en no. 20, met magt en authorteijt om deselve te disponeeren soo als Sijn Eerweerd. altijt ten raade werde sal. In kennisse der waarheijd hebben wij deese met onse eijge hand onderteijkent.Actumin onse kerkenraad aan Cabo de Goede Hoop, den 16e December 1704. (Was getekent) Adriaen van Reede,32 Jan Hendrik Vlock,33 François Guto,34 Sebastian Siegemundt,35 G. Sollier,36 Michel Leij.’
‘Daar nevens in overleg gevende of de donatie van de twee graven bij ‘t gemelde schriftuur vervat, niet bij dit collegie jegenwoordig behoorde te werden g’aggreeert, hoewel tot verwonderinge bij de kerke papieren diergelijcke origineele resolutie niet te vinde, maar eenlijk een ongetekent cartabel berustende was, en bovengemelde Heer Calden voorgaandelijk tot de verthooning van gem. donatie alhier in kerkenraade seer minnelijk was versogt, dog egter bij Sijn Eerwe. niet op vriendelijxt was gerefuseert geworden; Zoo is, diesaangaande gebesoigneerd sijnde, met over een komende stemmen goedgevonden en beslooten wel te mogen lijden dat den eijgendom dier voorme. twee gegevene graven zijn en blijven aan Sijn Eerw.; dog geconsidereerd dat nooijt aan dit collegie is gebleeken eenige qualificatie of overgegevene authoriteijt van de Overigheijd tot het vervreemden of wegschenken van kerkelijke effecten, maar wel de bestieringe of de administratie van dien, en dat dienvolgens dit collegie in tijd ende wijle aansprakelijk en reproschabel soude weesen over diergelijke ongequalificeerde handelingen, dat daar omme tot wegneeminge van die swarigheijd en gerust stellinge van dit collegie soo wel als van Sijn Eerwe., den Heer Kalden, van die goedheijd sal gelieven en moeten weesen aan den Edelen Heer Gouverneur en E. Agtbe. Raad kennisse te geven van voorm. donatie, met versoek van approbatie van dien, ten eijnde sulx bekomen hebbende, daar meede als dan zoodanig te doen en te handelen als zijn goeden raad gedragen zal.’
‘(Onderstont) Accordeert. (Was getekent) H. Swellengrebel, schriba.’
Op ‘t welke dan met aandagt geleth en daar nevens geconsidereerd geworden zijnde dat buijten de donatie van een dubbeld graft op den 16e December 1704 aan voorne. Calde gedaan, gemelte kerkenraad bij haare resolutie van den 27e December 1703, en dus bij nae een gantsch jaar bevoorens, insgelijx hadden gecedeert en in eijgendom over gegeven nog een graft, en dienvolgens drie graven, sonder dat gem. kerkenraad tot het een of het ander behoorlijk was gequalificeert geworden, en dat uijt dien hoofde die beijde donatien van sig self kragteloos en nietig waaren, buijten en behalven dat soo wel de origineele getekende kerkelijke resolutie van den 16e December 1704 als het ongetekende cartabel van dien bij de kerkenraad berustende, door uijtschrappinge op eene en deselve plaats gevitcieert sijnde, sulx insgelijx vrij wat speculatie baarde; Soo is egter, in consideratie genomen zijnde de voorgestelde diensten van den predikant Kalde in den opbouw der Caabse kerke gedaan, goedgevonden en geresolveerd de gedane gifte van het graft bij kerkelijke resolutie van 27e December 1703 aan Zijn Eerw. gedaan, bij deesen te approbeeren, weshalven deselve donatie stand grijpen sal sonder dat sulx in het toekomende bij wie het mogte weesen in consequentie sal mogen werden getrocken, weshalven kerkenraade bij deesen werden gequalificeert tot het opmaken en afgeeven van den grondbrief van ‘n gemelde graft, ten eijnde overal ende ten allen tijden van den eijgendom kan blijken, blijvende nogtans de donatie van het dubbeld graft in den jaare 1704 gedaan, bij deesen geannulleert ende vernietigt.
Naar lecture van het requeste door Hendrik Cloeten37 in de volgende bewoordinge gepresenteert:
Aan den Wel Edele Gestre. Heere Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den E. Agtbe. Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestre. Heer en E. Agtbe. Heeren,’
‘Verthoond met schuldige eerbied Uwel Edele Gestre. en E. Agtbe. seer nedrigen dienaar, Hendrik Cloeten, dat hij vermeijnd den ouderdom van 26 jaaren reets bereijkt te hebben, dan dewijle het doopboek van Drakensteijn , daar den supplt. gedoopt is, lange jaaren is vermist, en alsoo hij geen seekerheijd daar van kan doen blijken aan Heeren weesmeesteren deeser plaatse, onder wiens voogdije hij is staande, en alsoo den supplt. evenwel gaarne sijn eijgen dingen soude willen waarnemen, als (onder correctie) daar toe genoegsaam in staat zijnde, soo versoekt hij seer onderdanigh dat Uwe Wel Edele Gestre. en E. Agtbe. hem gunstelijkveniam aetatisgelieven te verleenen.’
‘(Onderstont) ‘t Welk doende &a.’
Is goedgevonden en verstaan alvoorens daar op te besluijten, ‘t selve te stellen in handen van weesmeesteren deeser steede, omme deesen Raad daar op te dienen van haar berigt.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.
[Signed:] M. DE CHAVONNES.
[Signed:] A. CRANENDONK.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.
[Signed:] JN. ALDERSZ.
[Signed:] A. V. KERVEL.
C. 56, p. 82.¶
Dingsdagh {17210722} 22e Julij 1721, voormiddags.
Compleete vergadering,exceptisden Hr. Cranendonk en den E. Van Kervel.
Na resumptie van de overgesonden nominatie van kerkenraade van Drakensteijn ,38 is goedgevonden en verstaan de gedane verkiesing van Schalk Willemsz. van der Merwen tot ouderling dier gemeente in plaatse van den overleedene Hercules des Pres te approbeeren.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.
[Signed:] M. DE CHAVONNES.
[Signed:] C. V. BEAUMONT.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.
[Signed:] JN. ALDERZ.
[Signed:] Mij praesent, HK. SWELLENGREBEL. E.g. clercq.
C. 56, pp. 82-88.¶
Dingsdagh {17210729} 29e Julij 1721, voormiddags.
Alle praesent,demptisden Edelen Heer Gouverneur en den E. Van Kervel, door indispositie.
Vermits het aanstellen van Fredrik Christoffel Lappenbergh tot tweede van Rio de la Goa , de venduclercqs bediening sijnde komen te vaceeren, Zoo is deselve op sijn instantelijk versoek gesuppleert met den adsistent Christoffel Brand.39
Waar na de schippers der scheepen de Samson en ‘t Vaderland Getrouw in vergadering geroepen zijnde, zoo is haarlieden afgevraagt wanneer in staat meende te weesen om van hier te vertrecken, waar op den eersten antwoorde op aanstaande Vrijdag te kunnen monsteren, dog die van ‘t Vaderland Getrouw betuijgde ten aansien wanneer in zee gelopen was, swaar weer te hebben uijtgestaan, derhalven eenigen tijt van nooden heeft desselfs bodem te calfaten, weshalven beslooten is eerstgene. kiel benevens ‘t schip de Nepthunis op naastkomende Vrijdag te laten monsteren en van hier depescheeren.
Gelijk meede op ‘t versoek van den schipper van ‘t scheepje d’ Uno goedgevonden is ten aansien den gem. schipper nog geen zijner stuurlieden nooijt op Rio de la Goa sijn geweest, dat een der onderstuurlieden van de hoeker Zeelandia zal overgaan op dat scheepje, en wederom een van d’ Uno op Zeelandia , dog niet langer als tot Rio de la Goa voorm., als wanneer een ijder op zijn bescheijden bodem wederom zal geplaast werden.
Geleesen sijnde het onderstaande request, gepresenteert door den boekhouder en tweede van Rio de la Goa , Fredrik Christoffel Lappenberg, luijdende als volgt:40
Aan - - - d’ Heere Maurits Pasques de Chavonnes - - en den E Agtbe. Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E. Agtbe. Heeren,’
‘Verthoond met diep respect Uwer Wel Edelen Gestre. en E. Agtbe. nedrigen dienaar, Fredrik Christoffel Lappenberg, genomineert om d’ entreprise op Rio de la Goa bij te woonen, dat sijnes weetens tot dato niemand aldaar gequalificeert sijnde om bij voorvallende casus eenig publijcq instrument, ‘t sij testament, procuratie &a., te mogen passeeren; soo neemt den supplt. onder correctie de vrijheijt Uwel Edele Gestre. en E. Agtbe. te versoeken hem bij acte van qualificatie gunstig daar toe te willen authoriseeren.’
‘(Onderstont) ‘t Welk doende &a.’
Waar over gedelibereert zijnde, Zoo is goedgevonden en beslooten denselven bij schriftelijke acte te authoriseeren omme op Rio de la Goa voorm. te passeeren alle publicque instrumenten, het sij testamenten, procuratien, als andersints.
Wijders gedelibereert zijnde op het berigt van weesmeesteren deeser steede weegens het versoek van Hendrik Cloeten, luijdende als volgt:41
‘Berigt van weesmeesteren aan den Wel Edele Gestrenge Heer Maurits Pasques de Chavonnes – – benevens den E. Agtbe. Politicquen Raad &a.’
‘Wel Edele Gestre. en E. Agtbe. Heere en Heeren,’
‘Weesmeesteren ter hand gestelt sijnde seekere copia request door eenen Hendrik Cloeten den 15e deeser lopende maand in Uwel Ede. Gestre. en E. Agtbs. vergadering ingelevert, waar bij deselveveniam aetatisversoekt, overmits vermeijnt sijn competenten ouderdom bereijkt te hebben, dog geen vaste blijk daar van konde aanthoonen, vermits het doopboek lange jaren is vermist, en dewijl Uwel Edele Gestre. en E. Agtb. nader elucidatie diesweegen van dit collegie requireren, soo hebben weesmeesteren in opvolginge van dien de boeken en nodige papieren laten doorsoeken, ten eijnde ofte ook eenige sekerheijd van zijn ouderdom konde ontdekken, dog na naukeurig ondersoek niet anders konden vinden als dat in den jaare 1702 bij de weesboeken is ingeschreeven, ende dus aldaar heeft 19 jaren te boek gestaan, edogh dat zijne vrienden en magen eenparig meenen den competenten ouderdom van 25 jaren reets ruijm heeft bereijkt, daar en boven konnen weesmeesteren Uwel Edele Gestrenge en E. Agtbs. ook versekeren dat zoo veel Haar Eerws. bij naleijding van desselfs gedrag bekent is, hij volkomen in staat schijnt te weesen omme zijn eijgene goederen te administreren ende zijne saken ordentelijk waar te nemen.’
‘Waar meede vermeijne aan Uwel Edele Gestre. en E. Agtbe. intentie voldaan te hebben, verblijven &a. (Onderstont) Ter ordonnantie van weesmeesteren, (was getekent) Jermo. Hk. Snitquer, secretaris.’
Zoo is goedgevonden en geresolveert den bovengem. Hendrik Cloeten te verleenenveniam aetatis.
Laastelijk is meede beslooten om de open gevallene plaats van secretaris der weescamer alhier, vermits het overlijden van Jeronimo Hendrik Snitquer, wederom te voorsien met den boekhouder en negotie overdrager, Jacob Leever.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz.
[Signed:] A. CRANENDONK.
[Signed:] C. V. BEAUMONT.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.
[Signed:] JN. ALDERSZ.
[Signed:] Mij praesent, HK. SWELLENGREBEL. E.g. clercq.
C. 56, pp. 90-93.¶
Dingsdagh den {17210805} 5e Augustus 1721, voormiddags.
Alle present.
Den schipper van ‘t aanweesent jag[t]je d’ Uno , en den gesaghebber van den hoeker Zeelandia ter vergaderinge binne gekomen en afgevraagt zijnde wanneer in staat konden weesen de reijse na Rio de la Goa te ondernemen, hebben daar op betuijgt sulx in ‘t laatst deeser weeke te konnen verrigten, weshalven geresolveerd is dat die kieltjies op Saturdag aanstaande sullen worden gemonstert, en naar derwaarts gedepescheert, weer en wind sulx toelatende.
Vervolgens is op de voorstellinge van den Edele Hr. Gouverneur vastgesteld op de voorjaarige pagt conditien op Saturdag den 30e deeser maand alhier aan Cabo aan de meestbiedende publicquelijk te verpagten ‘s Comps. gemeene middelen alhier, mitsgrs. die van Stellenbosch en Drakensteijn op Maandag den 25e daar bevorens, ten welken eijnde sijn gecommitteert geworden d’ E.Es. Jan de la Fontaine en Adriaan van Kervel.
Vermits door ‘t overlijden van den burger luijtenant der cavallerij, Gabriel Doman, die plaatse is komen te vaceeren, Soo is goedgevonden dat in desselfs steede tot luijtenant der voormelde cavallerije sal succedeeren en optreeden den cornet dier compe., Jan Frederik Delits, wordende bij deesen tot cornet in die compe. insgelijx aangestelt den burger Gijsbert la Febre.
Eijndelijk gedelibereert sijnde over ‘t requeste door den burger Gerrit van Aart42 in volgende bewoordinge overgegeven:
Aan den Wel Edele Gestre. Heere Maurits Pasques de Chavonnes - - - benevens den E. Agtbe. Politicquen Raad.
‘Wel Edele Gestre. Heer en E. Agtbe. Heeren,’
‘Geeft met behoorlijk respect te kennen Uwe Wel Edele Gestre. en E. Agtbe. ootmoedigen dienaar, den burger alhier Gerrit van Aard, hoe den supplt. in deese Tafelvalleije heeft leggen een dubbelt huijs erve, groot 41 quadraat roeden en 81 do. voeten, gelijk den erfbrief aan den supplt. daar van verleent, nader komt te dicteeren, zijnde de geme. erven met een muur reets betimmert, dog door verscheijde toevallen is den supplt. belet geworden met den verderen opbouw voort te gaan, derhalven wel gaarne deselve soude verkoopen, gelijk den supplt. daar toe een coopman heeft gekregen die genegen is om na gedane coop de geme. erven aanstonts te betimmeren, soo keert den supplt. sig tot Uwe Wel Edele Gestre. en E. Agtbe. met nedrig versoek dat hem mag gepermitteert werden de dikwilsgene. erven op conditie voorsz te mogen verkopen.’
‘(Onderstont) ‘t Welk doende &a.’
Is goedgevonden ‘t versoek bij ‘t selve gedaan, aan den supplt. t’ accordeeren.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz
[Signed:] M. DE CHAVONNES.
[Signed:] C. V. BEAUMONT.
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.
[Signed:] JN. ALDERSZ.
[Signed:] A. V. KERVEL.
C. 56, pp. 94-96.¶
Saturdagh den {17210830} 30e Augustij 1721, voormiddags.
Alle tegenwoordig, uijtgesondert de Heeren Abraham Cranendonk en Cornelis van Beaumont.
Ingevolge van ‘t geresolveerde van den 5e deeser, getreeden zijnde tot het publicquelijk verpagten van ‘s Comps. gemeene middelen over ‘t Caabse district en ‘t Rondebosje , zoo zijn naar voorgaande clockegeslagh en behoorlijke uijtroepinge, van d’ onderstaande parceelen pagters gebleeven, als:
Van 't moutbier. | ||
Rudolph Fredrik Steenbok voor | ƒ2000 | |
Brandewijnen. | ||
't Eerste quart, Anthonij Hoesemans[^45] | ƒ1800 | ƒ5850 |
" 2de do. Martinus van Leijpsigh[^46] | ƒ1425 | |
" 3de do. Isak Esser | ƒ1400 | |
" 4de do. Jan Spoor[^47] | ƒ1225 | |
Vaderlands bier en wijn. | ||
Jacob van Bochem[^48] | ƒ2100 | |
Caabse coele wijnen. | ||
't Eerste quart, Anthonij Hoesemans | ƒ6000 | ƒ16800 |
" 2de do. Martinus van Leijpsig | ƒ3450 | |
" 3de do. Melt van der Spuij | ƒ3600 | |
" 4de do. Isak Esser | ƒ3750 | |
Wijnen enz. aan 't Rondebosje | ||
Coenraad Fijt | ƒ600 | |
Zijnde volgens rapport door den coopman Jan de la Fontaine en den ondercoopman Adriaan van Kervel, als ten dien eijnde gecommitteert geweest, de pagten over Stellenbosch en Drakensteijn komen te bedragen soo als hier onder staat gespecificeert, als: | ||
Coele wijnen en brandewijnen aan Stellenbosch . | ||
Christina de Bruijn,[^49] wede. Botma | ƒ950 | |
Item die van Drakensteijn . | ||
Hendrik Scheffer[^50] | ƒ30 | |
Somma | ƒ28330 |
Van 't moutbier. | ||
Rudolph Fredrik Steenbok voor | ƒ2000 | |
Brandewijnen. | ||
't Eerste quart, Anthonij Hoesemans[^51] | ƒ1800 | ƒ5850 |
" 2de do. Martinus van Leijpsigh[^52] | ƒ1425 | |
" 3de do. Isak Esser | ƒ1400 | |
" 4de do. Jan Spoor[^53] | ƒ1225 | |
Vaderlands bier en wijn. | ||
Jacob van Bochem[^54] | ƒ2100 | |
Caabse coele wijnen. | ||
't Eerste quart, Anthonij Hoesemans | ƒ6000 | ƒ16800 |
" 2de do. Martinus van Leijpsig | ƒ3450 | |
" 3de do. Melt van der Spuij | ƒ3600 | |
" 4de do. Isak Esser | ƒ3750 | |
Wijnen enz. aan 't Rondebosje | ||
Coenraad Fijt | ƒ600 | |
Zijnde volgens rapport door den coopman Jan de la Fontaine en den ondercoopman Adriaan van Kervel, als ten dien eijnde gecommitteert geweest, de pagten over Stellenbosch en Drakensteijn komen te bedragen soo als hier onder staat gespecificeert, als: | ||
Coele wijnen en brandewijnen aan Stellenbosch . | ||
Christina de Bruijn,[^55] wede. Botma | ƒ950 | |
Item die van Drakensteijn . | ||
Hendrik Scheffer[^56] | ƒ30 | |
Somma | ƒ28330 |
Aldus geresolveerd ende gearresteerd in ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz
[Signed:] M. DE CHAVONNES.
[Signed:] .....................................
[Signed:] K. J. SLOTSBOO.
[Signed:] JAN DE LA FONTAINE.
[Signed:] JN. ALDERSZ.
[Signed:] A. V. KERVEL.
## Footnotes
-
Met hierdie resolusie begin band C.16:Resolutiën, 1721-1722. Die handskrif bly dieselfde as in die vorige band. Die Haagse Kopie begin ook weer met hierdie resolusie. ↩
-
Volgens die dagregister het die Politieke Raad op 22 April ook vergader. Sien C.605:Origineel Dagregister, 1718-1724, p. 440. ↩
-
Volgens die dagregister het die Politieke Raad op 13 Mei ook vergader. Vgl. C.605:Origineel Dagregister, 1718-1724, p. 453. ↩
-
‘n Memorie waarin die sekunde, Abraham Cranendonk, besonderhede verstrek omtrent beskadigde voorrade in die negosiepakhuis en houtmagasyn, is hier weggelaat. Die Raad het besluit om die meeste daarvan as verliese af te skryf, terwyl sommige per openbare veiling verkoop sou word. Sien C.16:Resolutiën, 1721-1722, pp. 21-23. Die oorspronklike memorie, asook drie verklarings m.b.t. die beskadigde goedere, kan gevind word in C.291:Memoriën, 1710-1726, pp. 283-284, 287, 289-290 en 293-294. ↩
-
Hendrik Frappe van Amsterdam het in 1708 as assistent na die Kaap gekom. Hy was getroud met Johanna Pretorius, en het in 1720 hertrou met Aletta Botma, die weduwee van Willem de Ruijter. In 1725 is hy vir ‘n derde keer getroud met Christina van Zijl, die weduwee van Fredrik Corbagh. Hy is in 1710 as Simon van der Stel se gevolmagtigde benoem. (Sien M.O.O.C. 7/3:Testamenten, 1721-1725, no. 59.) ↩
-
Jan Mahieu van Amsterdam was sedert 1699 krankebesoeker aan die Kaap. Van 1703 tot 1711 was hy ook sekretaris van die landdros van Stellenbosch . In 1718 is hy ook aangestel as opsigter oor die Kompanjie se tuine. Hy was getroud met Johanna Meijhuizen, en na haar dood in 1716 het hy hertrou met Christina van Hensbergen. (Sien C.678:Eed Boek, 1692-1747, p. 118; M.O.O.C. 8/3:Inventarissen, 1714-1719, no. 28; C.J.2651:Testamenten, 17 16-1721, no. 140.) ↩
-
Cranendonk het nie hierdie resolusie onderteken nie. ↩
-
Die afkorting vir “Ouden Stijl”, d.w.s. die Juliaanse Kalender. wat 12 dae van die Gregoriaanse Kalender (“Nieuwen Stijl”) verskil het. Engeland het eers in 1752 die Gregoriaanse Kalender ingevoer. (Vgl. De Bruin, Servaas:Geographisch-Historisch Woordenboek, deel II. pp. 242-243.) ↩
-
Die Nederlandse vorm vir Portsmouth . Ook geskryf Porsmuyen . (Vgl. Goos seZee-Atlas ofte Waterweereldvan 1666.) ↩
-
Cranendonk het nie hierdie resolusie onderteken nie. ↩
-
Hier word verwys na ‘n brief, gedateer 16 Julie 1720, wat op 1 Junie 1721 uit Middelburg ontvang is. Sien C.438, deel II:Inkomende Stukken, 1720-1721, pp. 389-398. ↩
-
Slicher het op Sondag 15 Junie “voor de erste rheijse tot veel genoegen van een groote menigte een treffelijke predicatie” gelewer. Vgl. C.605:Origineel Dagregister, 1718-1724, p. 468. ↩
-
Ds. Van Aken se eiehandig geskrewe versoekskrif kan gevind word in C.228:Requesten, 1721, p. 199. ↩
-
‘n Deel waarin twee nuwe bemanningslede op de Conink Carel aangestel is, is hier weggelaat. Sien C.16:Resolutiën, 1721-1722, pp. 39-40, asook C.228:Requesten, 1721, pp. 203 en 207. ↩
-
Hoewel Cranendonk afwesig was, het hy tog hierdie resolusie onderteken. ↩
-
‘n Deel waarin ‘n aantal bemanningslede op die skip Doornik bevorder is, is hier weggelaat. Sien C.16:Resolutiën, 1721-1722, p. 44, asook C.228:Requesten, 1721, pp. 219-220. ↩
-
‘n Memorie van die sekunde, Abraham Cranendonk waarin besonderhede verstrek word omtrent beskadigde goedere uit die skepe Amstelveen , Hogenes , Midloo , Doornik en Ravesteijn , is hier weggelaat. Die Raad het besluit om dit as verlies af te skryf. Sien C.16:Resolutiën, 1721-1722, pp. 45-51. Die oorspronklike memorie kan gevind word in C.291:Memoriën, 1710-1726, pp. 279-281. ↩
-
Van Beaumont het nie hierdie resolusie onderteken nie. ↩
-
‘n Deel waarin twee bemanningslede op die skip Westerdijxhorn bevorder is, is hier weggelaat. Sien C.16:Resolutiën, 1721-1722, p. 53, asook C.228:Requesten, 1721, pp. 223-224. ↩
-
Van Beaumont het nie hierdie resolusie onderteken nie. ↩
-
Sien C.438, deel II:Inkomende Stukken, 1720-1721, pp. 421-443, en C.122:Bijlagen, 1720-1721, pp. 895-908. ↩
-
Van Taak is op 21 April 1721 oorlede. ‘n Volledige lys van die gestorwenes kan gevind word in C.122:Bijlagen, 1720-1721, pp. 907-908. ↩
-
Sien C.438, deel I:Inkomende Stukken, 1720-1721, pp. 201-214. ↩
-
Jean le Roux van Normandie was getroud met Maria de Haase, die dogter van Guillaume de Haase en Maria Catharina Durier. Hy is in 1752 oorlede. (Sien M.O.O.C. 8/7:Inventarissen, 1749-1752, no. 50; M.O.O.C. 13/3:Boedel Reekeningen, 1738-1757, no. 100.) Sy versoekskrif en ‘n kaart van die grond, geteken deur Cocchius, kan gevind word in C.228:Requesten, 1720-1721, pp. 243-245. ↩
-
Sy was eers getroud met Burchard Brand, en het in 1703 hertrou met Jacob Vogel. Haar versoekskrif kan gevind word in C.228:Requesten, 1720-1721, pp. 247-248. ↩
-
Hy is in 1708 weens ‘n misdaad vir tien jaar van Batavia na die Kaap verban. Sten C.228:Requesten, 1720-1721, p. 239. ↩
-
‘n Deel waarin ‘n aantal bemanningslede op die skip Amsterdam bevorder is, is hier weggelaat. Sien C.16:Resolutiën, 1721-1722, pp. 67-68. ↩
-
Casparus Swertner het as sekunde na Rio de la Goa gegaan. Na Willem van Taak se dood is hy op 31 Mei 1721 voorlopig as opperhoof van die nedersetting aldaar aangestel. Vgl. C.438, deel II:Inkomende Stukken, 1720-1721, pp. 440-441. ↩
-
Die verskillende aanstellings is bekend gemaak in die brief wat van Rio de la Goa ontvang is. Sien C.438. deel II:Inkomende Stukken, 1720-1721, pp. 421-443. ↩
-
Ds. Petrus Kalden is in Wesel gebore. Na ‘n deeglike studie het hy in 1695 as predikant van die Kaapse gemeente in Tafelbaai aangekom. Hier het hy hom veral beywer vir die oprigting van die nuwe kerkgebou. Vir sy goeie dienste het hy die plaas Sandvliet ontvang. Nadat Willem Adriaan van der Stel teruggeroep is, het hy ook na Nederland teruggekeer. Daar het hy hom weer beroepbaar gestel, en in 1710 is hy bevestig as predikant van die gemeente Thamen-Mijdrecht . In 1720 het hy na Oos-Indië vertrek, en nadat hy vir twee jaar op Java gearbei het, is hy in 1722 na Ceylon en die volgende jaar na Pointe de Gale . In 1726 het hy rektor van die seminarie in Colombo geword, waar hy verskillende inlandse sendelinge opgelei het. Nadat hy in September 1737 uit die bediening getree het, is hy op 31 Augustus 1739 in Colombo oorlede. Hy was getroud met Cornelia van Benthem. (Sien Engelbrecht, S. P.:Die Kaapse Predikante van die Sewentiende en Agtiende Eeu, pp. 31-36.) ↩
-
Sien C.228:Requesten, 1720-1721, pp. 263-265. ↩
-
Adriaan van Reede was afkomstig van Utrecht , en het in 1688 met sy gesin uit Colombo na die Kaap gekom, waar hy as vaandrig diens aanvaar het. Hy was getroud met Christina Does, die weduwee van Albert Diemer, en het in 1708 hertrou met Maria Liefrink. Hy is nog dieselfde jaar oorlede. (Sien M.O.O.C. 8/1:Inventarissen, 1692-1705, no. 74; C. J.2597:Testamenten, 1691-1700, p. 214; C.J.2649:Testament Boek, 1686-1708, p. 144; C.J.2650:Testamenten, 1709-1715, no. 1.) ↩
-
Johann Heinrich Vlok was afkomstig van Mörs en was getroud met Maria Jansz. Schöers van Kapelle . Hy het in 1699 as soldaat na die Kaap gekom en het die volgende jaar ‘n vryburger geword. (Sien C.J.2649:Testament Boek, 1686-1708, no. 1; C.J.2650:Testamenten, 1709-1715, no. 40.) ↩
-
Francois Guto (Guiteau) van Amsterdam het in 1699 as ondermeester met die Nederland na die Kaap gekom, en is in 1710 deur Kommissaris Joan van Hoorn bevorder tot chirurg. Hy is in 1700 met Alida de Lange getroud, en is in 1719 oorlede. Sien C.224:Requesten, 1717-1718, p. 811; C.J.2651:Testamenten, 1716-1721, pp. 128-134.) ↩
-
Sebastiaan Sigismund van Zerbst het in 1700 as smid na Batavia gegaan, maar as gevolg van swak gesondheid het hy aan die Kaap gebly. Sy vrou, Geertruij Mabelis, en hulle dogter, Elisabeth, het in 1703 ook na die Kaap gekom. Na sy vrou se dood het hy in 1712 hertrou met Anna Pieters. die weduwee van Lambert Adriaansz. Hy het in 1715 ‘n vryburger geword. (Sien C.J.2598:Testamenten, Codicillen&a., 1712-1714, nos. 23 en 52.) ↩
-
Gillis Sollier van Clermont het in 1697 as vryburger na die Kaap gekom. In 1718 het hy met sy vrou, Anna Rolin, en hulle seun, David, na Europa teruggekeer, maar in 1731 het hulle weer na die Kaap gekom. (Sien C.J.2597:Testamenten, 1691-1700, pp. 255-257; C.225:Requesten en Nominatiën, 1718, p. 33.) ↩
-
Hy was die seun van Coenraad Cloete en Martha Verschuur en is in 1696 gebore. Sy versoekskrif kan gevind word in C.228;Requesten, 1720-1721, pp. 259-260. ↩
-
Sien C.228:Requesien, 1720-1721, p. 255. ↩
-
Christoffel Brand was die seun van Burgert Brand en Catharina Harts en is in 1700 aan die Kaap gebore. In 1714 het hy as soldaat by die Kompanjie in diens getree, en in 1716 is hy bevorder tot assistent. Hy is in 1722 getroud met Sara van Brakel. (Sien C.223:Requesten en Nominatiën, 1715-1716, pp. 619-620; C.J.2603:Testamenten, 1725-1726, pp. 87-92; C.J.2672:Testamenten, 1774-1775, pp. 392-399.) ↩
-
Sien C.228:Requesten, 1720-1721, p. 267. ↩
-
Sien C.228:Requesten, 1720.1721, pp.. 271-272. ↩
-
Gerrit van Aart van Delft was eers as matroos in diens by die Kompanjie, maar het later ‘n vryburger geword. In 1707 het sy vrou, Levijntje Theunisz., en hulle twee kinders, Theunis en Barendina, hom na die Kaap gevolg. (Sien C.J.2602:Testamenten en Codicillen, 1722-1725, pp. 23-28.) Sy versoekskrif kan gevind word in C.228:Requesten, 1720-1721, pp. 275-276. ↩
-
Cranendonk het nie hierdie resolusie onderteken nie. ↩
-
Volgens die dagregister het die Politieke Raad op 12 Augustus ook vergader. Vgl. C.605:Origineel Dagregister, 1718-1724, p. 492. ↩
-
Hy was getroud met Rijkje van Donselaar, en is in 1723 oorlede. (Sien M.O.O.C. 7/3:Testamenten, 1721-1725, nos. 61, 72 en 73.) ↩
-
Hy was getroud met Helena Gerrits Pas. Sien M.O.O.C. 7/4:Testamenten, 1726-1735, no. 84. ↩
-
Jan Spoor van Amsterdam was die seun van Lodewijk Spoor en Rijkje Jansz. Hy het in 1715 as kwartiermeester met Duijvenvoorden na die Kaap gekom, en het nog dieselfde jaar ‘n vryburger geword. Hy was getroud met Catharina Margaretha Heufke, die dogter van Johannes Heufke en Alida Botma. Na haar dood het hy hertrou met Maria Duijssers, die weduwee van Cornelis Claasz. Kuijp en Willem van der Lind. Hy is in 1725 oorlede. (Sien C.J.2600:Testamenten en Codicillen, 1719-1721, pp. 68-72; C.J.2602:Testamenten en Codicillen, 1722-1725, pp. 188-192; C.J.2603:Testamenten, 1725-1726, pp. 97-99; M.O.O.C. 8/4:Inventarissen, 1720-1727, no. 71; V.C.56:Lijst der Persoonen voorkomende in de Rollen van Vrijbrieven1719-1791.) ↩
-
Hy was afkomstig van Thiel en het in 1715 as adelbors met die Brugh na die Kaap gekom. In 1716 is hy aangestel as boekhouer in die slaghuis, en in 1718 het hy ‘n vryburger geword. Hy was getroud met Maria Schouten, die weduwee Bijlaan. (Sien C.J.2651:Testamenten, 1715-1721, pp. 179-181.) ↩
-
Sy was ook bekend as Steijntje Christoffelse de Bruijn. Uit haar huwelik met Jan Stevensz. Botma is twee kinders, Jan en Aletta, gebore. Met haar dood in 1724 het sy ‘n erf en drie plase besit. (Vgl. M.O.O.C. 7/3:Testamenten, 1721-1725, nos. 122 en 123; M.O.O.C. 8/4:Inventarissen, 1720-1727, nos. 121 en 121 1/2.) ↩
-
Hendrik Scheffer van Frankfort het as smid na die Kaap gekom. In 1711 het hy hom as landbouer en smid op Stellenbosch gevestig. Hy is in 1709 met Susanna Greeff getroud. (Sien M.O.O.C. 8/6:Inventarissen, 1738-1748, no. 49.) ↩
-
Hy was getroud met Rijkje van Donselaar, en is in 1723 oorlede. (Sien M.O.O.C. 7/3:Testamenten, 1721-1725, nos. 61, 72 en 73.) ↩
-
Hy was getroud met Helena Gerrits Pas. Sien M.O.O.C. 7/4:Testamenten, 1726-1735, no. 84. ↩
-
Jan Spoor van Amsterdam was die seun van Lodewijk Spoor en Rijkje Jansz. Hy het in 1715 as kwartiermeester met Duijvenvoorden na die Kaap gekom, en het nog dieselfde jaar ‘n vryburger geword. Hy was getroud met Catharina Margaretha Heufke, die dogter van Johannes Heufke en Alida Botma. Na haar dood het hy hertrou met Maria Duijssers, die weduwee van Cornelis Claasz. Kuijp en Willem van der Lind. Hy is in 1725 oorlede. (Sien C.J.2600:Testamenten en Codicillen, 1719-1721, pp. 68-72; C.J.2602:Testamenten en Codicillen, 1722-1725, pp. 188-192; C.J.2603:Testamenten, 1725-1726, pp. 97-99; M.O.O.C. 8/4:Inventarissen, 1720-1727, no. 71; V.C.56:Lijst der Persoonen voorkomende in de Rollen van Vrijbrieven1719-1791.) ↩
-
Hy was afkomstig van Thiel en het in 1715 as adelbors met die Brugh na die Kaap gekom. In 1716 is hy aangestel as boekhouer in die slaghuis, en in 1718 het hy ‘n vryburger geword. Hy was getroud met Maria Schouten, die weduwee Bijlaan. (Sien C.J.2651:Testamenten, 1715-1721, pp. 179-181.) ↩
-
Sy was ook bekend as Steijntje Christoffelse de Bruijn. Uit haar huwelik met Jan Stevensz. Botma is twee kinders, Jan en Aletta, gebore. Met haar dood in 1724 het sy ‘n erf en drie plase besit. (Vgl. M.O.O.C. 7/3:Testamenten, 1721-1725, nos. 122 en 123; M.O.O.C. 8/4:Inventarissen, 1720-1727, nos. 121 en 121 1/2.) ↩
-
Hendrik Scheffer van Frankfort het as smid na die Kaap gekom. In 1711 het hy hom as landbouer en smid op Stellenbosch gevestig. Hy is in 1709 met Susanna Greeff getroud. (Sien M.O.O.C. 8/6:Inventarissen, 1738-1748, no. 49.) ↩