C122 v1.20
C. 122, pp. 2-28.¶
Marginalia d’ A:o 1744.
7 Januarij
De hier sijnde menschen van het gestrande Schip de Visch sullen voor de in het vaderland gemaakte Schulden op hare Lopende Soldij Reekeningen belast.
En daar en teegens aan deselve hunne op de uijt reijse verdiende gagie te goed gedaan werden.
Aanstelling van een Adjunct Landdrost in de veraf geleegene buijten districten.
Gestelde ordres teegens de geene die aan de Liesbeeks Rivier plaatsen hebbende, deselve Rivier niet na behooren opruijmen.
Eenige veranderingen dewelke op het voorstel van den Burger Crijgs Raad alhier omtrent het houden van de Burger wagt & Sijn gemaakt.
Gelijk ook de gedane aanstellingen van een Sergeant en Corp:l bij deselve Sijn geapprobeert.
Met het inslaan van de Nieuwe Tarwe sal thans een begin gemaakt werden.
En aan een ijder ook gepermitteert weesen om tusschen de Schuur en ‘t Ronde Bosje insgelijx Brandhout te mogen laaten haalen.
Verleende Permissie aan den Burger Jacob Nilsen om na het Vaderland te vertrecken.
14 Januarij
Van het verlaagen van den Prijs der Caabse tarwe door de hooge Indiasche Regeering geschied sal aan een ijgelijk terstond kennisse gegeven worden.
En dat die korl derhalven niet hooger van voor ƒ7. de mud bij de Comp: sal werden aangenomen.
Ook sullen de aanweesenden Retourscheepen alhier van het benodigde zeijldoek voorsien.
En de aankomende Retourscheepen van Ceijlon , Bengalen en China volgens d’ordres gevisiteert werden.
Met aanhaling van de daarin gevonden werdende Particuliere goederen.
Blijvende aan den heer Fiscaal ook gedemandeert gelaaten het inwinnen van de nodige Stucken ten Lasten van eenen Huijbert Backer.
Waaraan men vermeijnd dat soude kunnen werden toegeschreeven de slegte gesteldheijd van de Erwten A:o Pass:o van hier afgescheept.
t’ Welk eerbiedig aan d’ Heeren der Hoge Indiasche Regeering sal werden voorgedragen.
Als meede ons Leetweezen betuijgd dat de aan de Scheepen verstrekte Wijnen soo slegt geconstitueert sijn geweest.
Welke voorsorgen hier omtrent in het vervolg in het werk sullen gesteld worden.
Jaarlijxe Reekeninge der arme Penn:e soo van de Caab als Stellenbosch en Drakensteijn .
Dewelke na gewoonte in Copia naar het Vaderland sullen overgezonden worden.
Ook is den Caabsen kerkenraade gequalificeert om eenige Penn:e sonder intrest ter leen te mogen opschieten tot den opbouw den kerk in het Land van Waveren .
Als meede om Voortaan haar Boeken in Swaargeld te houden.
Aan den Burger Thielemans is geaccordeert t’ huijs te mogen vaaren.
En aan den Landbouwer Gerrit Olivier een vee plaats onder betaaling van zeekere erkentenisse en de gewoone Recognitie in Eijgendom gegeven.
28 Januarij
t’ Versoek van Burgerraaden om een gunstige voorspraak na Batavia ten eijnde de aldaar gedane reductie op de Caabse Tarwe geen stand mogt houden.
Is van de hand geweesen, maar haar gepermitteert een Request ten dien eijnde derwaarts te mogen oversenden.
Eenen George Smit sonder Transport of Costgeld toegestaan om na het Vaderland te mogen vertrecken.
En aan Anna Le Roux om mits betaalende na Batavia over te vaaren.
Geproduceerde versoek schriften verseld van d Procuratiën en Soldij Reekeningen van deeze en geene ‘s Comp:s dienaren.
Dewelke in handen van den Fiscaal ter ondersoek sullen werden gesteld.
Vermits met het Provisieschip geen van de geEijschte goederen voor ‘s Comp:s Pakhuijsen sijn aangebragt.
Sal men geene Indische waaren meer, eenige uijtgesondert voor Contant laaten verstrecken.
Gecommuniceerde van den Heer Gouverneur dat Sijn Ed. met het fransche Schip Le Triton , twee brieven van den Gouverneur van Mauritius hadde ontfangen.
Mitsgaders wat deselve behelsen.
En dat hierop aan den Cap:t van voorn: bodem hadde gepermitteert tusschen de 50 @ 60. Leggers wijn alhier te mogen inkoopen.
Dog sal Sijn Ed. het voorstel van den Franschen Gouverneur om tusschen deese plaats en Mauritius een gereguleerde Wijn Negotie te stabileeren van de hand sal wijzen.
- Februarij
Ter oorzake van de Langduurige aanhouden de siekte onder de Scheepelingen van Maarsseveen en Hogersmilde ?
Sullen die Bodems nog eenigen tijd alhier moeten werden opgehouden.
Besluijt om aan de uijtkomende Scheepen voortaan ook gelijk als aan de t’ huijs vaarende geschied ajuijnen te verstrecken.
Omtrent de afscheeping der wijnen na het Vaderland sal meede sodanig als sulx omtrent die na Batavia gaan, geschied, gehandelt werden.
Terwijl men nog geen nieuwe boonen aan handen heeft sal ‘t Provisie Schip Teekop met tarwe vollaaden worden.
Gelijk men ook de Banditen aan der Mouille werkende om des te beeter dienst te kunnen doen van elkanderen uijt de ketting en sal Laaten slaan.
En een ijder van dezelve maar met een ijseren Ring Bout voorzien.
Geproduceerde Memorie van den heer Hoofd Administrateur.
Dispositie daarop gevallen. Verleen de Permissie aan sommige persoonen om hunne Procuratiën van Soldij Reekeningen die ondersogt en welbevonden sijn, naar het Vaderland ter mogen overmaaken.
Ook is aan den Schipper van de Brak Gillis dabijn toegestaan om te repatrieeren.
Sullende dat Kieltje weeder bij Provisie aan den opperstuurman moeten werden overgegeeven.
Aan eenen Nicolaas Mulder Veniam Ætatis verleend.
25 Februarij
Gedane afvraginge en recommandatie van den heer Gouverneur aan den overheeden der presente retourscheepen.
Aan ‘t oorlogschip Ida als des benodigt sijnde sal 20: stux houwers met haare scheeden bijgezet worden.
Bepaalden tijd van derzelver monstering en vertrek.
Verder gerecommandeerde aan dies overheeden weegens de drossers die sig op hunne Scheepen bij hun vertrek mogten komen te bevinden.
Verplaatsing van een onderstuurman van d’ Eendragt op Dregterland met d Reedenen van dien.
11: Maart
Ingediende memorie door den heer Hoofd Administrateur weegens het te kort aangebrachte op den Arak met de Retourscheepen.
Dat bij de Negotie Boeken sal werden afgeschreeven
Memorie weegens het te kort komende op d Laading van het Provisie Schip Teekop .
Verantwoording van dies overheeden omtrent het Excessief getal der gebrookene Estricken.
Wat daarvan sal werden gepasseert en daar en teegens dies Schipper en opperstuurman ten Lasten gebragt.
Met Vergunning egter om hun diesweegens naderbij de hoge Indiasche Regeering te mogen addresseeren.
Aan Dewelke aan Burger en heemraaden is toegestaan een Request te presenteeren behelsende versoek dat d Prijs der Caabse Tarw Weder op den ouden Voet mogt werden gesteld.
Verleende Veniam Ætatis aan de Burgers Johannes Pool en Samuel Mulder.
Sullende de ingewonne Stucken betreffende den gefungeerden huijbert Backer na Batavia gesonden worden.
14 Maart
hoedanig met twee vrouwspersoonen met Woitkensdorp alhier aangeland sal gehandelt worden.
19 Maart
Sijnde de Saak tusschen den Zee-Capt:n de Wijs en dies Eersten Lieutenant ten onderzoek in handen van den heer Fiscaal gesteld.
24 Maart
Resumptie van het ontfangene geEerd aanschrijvens den Hoog Edele heeren Seventhienen en besluijt hoedanig die te beantwoorden.
Ten opsigte van den handel op Madagascar bereijds gecommuniceert sijnde alles wat dies aangaande is te vooren gekomen.
Sal in het vervolg bij het voorvallen van saaken van die natuur alles wat men sal kunnen verneemen ook Pligtschuldig werden bekend gemaakt.
Waaraan het groeijen der Lasten en den omslag deeses comptoirs te attribueeren is.
Omtrent dewelke soo menagieus word te werk gegaan als het maar eenigsints mogelijk is.
Dog noopende den Prijs op de Erweten, Boonen en Tarw sal geen verdere Reductie kunnen vallen.
Reeden hier van
En soo ook nopende dat thans niet soo veel Eliphants Tanden als in voorgaande tijden van hier na Batavia kunnen werden afgescheept.
Waarvan daan het geld der door de Scheepsofficieren van hier getrockene wissels is geprovenieert.
Sullende de bij haar Wel Edele Hoog Agtb:en deesen aangaande gestelde ordre voortaan in allen deele agtervolgd.
En het brengen hier aan de Wal der dranken in het Vaderland op recognitiën meede genomen belet worden.
Des sal men eerbiedig versoeken dat om de geallegueerde reedenen onsen eijsch van Bieren in het toekomende in het geheel mogt werden voldaan.
Hoe het toegecoomen is dat laatst geen Tabacq uijt het Vaderland is geEijscht.
Berigt van den heer fiscaal van Oudshoorn, die saak aangaande.
De ordres bij het Extract uijt den brief geschreeven aan Generaal en Raaden van India onder den 2: Septb:r Pass:o ten reguarde deesen plaatse gegeeven sullen nagekomen.
En onse Heeren Superiores bedankt werden weegens de Wijngaardeniers en grutters die herwaarts staan over te komen.
Wordend hier geen andere maten als Amsterdams gebruijkt.
Welks Posten alhier met Militie moeten worden beset en hoeveel manschap daartoe werd gerequireert.
Sal door den heer Capt. Alleman moeten opgegeeven worden.
Sijnde wijders twee Strookjes land aan Alexander Coele in eijgendom gegeeven.
Ook sal men den Burger opneem weder op de gewoone tijd en wijse laaten geschieden.
En aan den Engelschen Commandeur van ‘t oorlogschip Centurium teegens een Capitaal advans eenige Equipagie goederen verstrecken.
31 Maart
Weegens de Promotie van den Edelen heer Gouverneur Swellengrebel tot Raad Extra ordinair van India sullen haar Wel Edele Hoog Agtb:re eerbiedig worden bedankt.
tot het bekomen van een gedeelte der uijt ‘t Vaderland geEijschten Ebbenhout sal met alle naarstigheijd vernoomen.
en voorts aan onse Heeren en Meesteren, voorgeslaagen werden om tot haaling van dien & een hoeker van hier na Mauritius en anderen plaatsen te senden.
Wat in den opsigte verders ten voordeele der E. Comp.e soud kunnen werden bij der hand genomen.
ingediend berigt van den heer Capt:n Alleman weegens de Posten die hier met militie moeten werden beset met hen daartoe nodigs volk en eenige consideratiën dien aangaande.
Waarover na het Vaderland sal geschreeven werden.
- april:
Ordre en Recommandatie dewelke aan de Overheeden der aanweesende Retourscheepen gegeeven en gedaan is.
Vastgestelde monster en vertrek dag denselvden.
Verbeeteringen dewelke daarop geschied sijn.
16 April:
Reedenen waarom Seekere vier mattroosen die van ‘t Schip Bosbeek op het Engels oorlogschip de Centurium overgeloopen en wederom gegeeven sijn, sullen werden gepardoneert.
Verwisseling en verplaatsing van de opperstuurlieden van Solsduijn en Huijgewaard .
28 April:
Hoedanig met de twee van Batavia herwaarts gesondene Mahometaanse Priesters gehandeld Sal werden.
Besluijt om de goederen met het Provisie Schip ‘t Fortuijn ontfangen bij Publicque vendutie te Laaten vercoopen.
Sullende den hoeker Ter meijen en een Lands boot tot dienst en Overbrenging van goederen voor de aldaar aankomend Scheepen naar de baaij Fals gesonden werden.
8 Maij.
Op het ontfangene aanSchrijvens van haar hoog Edelens tot Batavia van den 22: Janu: deeses jaars sal het volgende geantwoord Werden.
Dat de opstallen in de baaij Fals genoegSaam klaar en in Staat geraakt Sijn
Waaraan toe te Schrijven is dat men met het opbouwen van een kerk in het Swart Land tot nu toe niet heeft kunnen beginnen.
Met het welke thans sonder Langer vertoef een begin Sal gemaakt worden.
Hebbende met het opregten van Schoolen hier ten Platten Land om Reedenen hier neevens gemeld nog weijnig kunnen worden vervordert.
Terwijl conform het geEerd Bevel van haar Wel Edele groot Agtb:e Een Schip uijt het Vaderland Sal Werden versogt tot afhaaling van Slaven op t’ Eijl: Madagascar .
Slegte gesteldheijd van den hoeker de Brak .
De ordres noopende de Scheepen die in de quade Mousson in deese Tafelbaaij Soude mogen aankomen sullen pligt Schuldig geobserveert Werden.
En Soo ook het verdere aangeschreevene noopende de Tarw, Mitsgad:s de Erweten en boonen.
Nader berigt aangaande de wijnen die van hier naar Batavia Sijn afgescheept.
Wat verdere voorsorgen men hier omtrent nog in het werk Sal Stellen.
Aangestelde Wimpelvoerder over de Retourscheepen der tweede besending.
Behalven de gedénoteerde Sullen geen paarden meer van hier na Batavia werden overgesonden.
Den Predikant Frans Le Sueur onder seekere Conditie op Sijn versoek van desselfs dienst ontslaagen.
Sullende derhalven naar het Vaderland op het onderdanigst versogt werden dat desselfs plaats als ook die van den gerepatrieerden Leerraar Ook mogen werden geremplaceert.
11 maij
Aan Seekeren Engelsen Stuurman toegestaan om met een der aanweesende Retourbodems van hier te Repatrieeren.
17 maij
Gecommuniceerd door den Edelen heer Gouverneur noopens het Leggen van een Landsboot bij het Robben Eijlandt .
Ordre door Sijn Ed. aan dies quartiermeester gegeeven om bij het opdaagen van eenige Scheepen uijt Zee door deselve geobserveert te worden.
Verschijning daarop van’t Chinaas Retourschip Guntersteijn bij het gem. Eijland en ontvangst eener missive van dies overheeden.
Waarbij Sij hunne slegte toestand ende Reedenen Waarom Sij aldaar hebben moeten ten anker komen te kennen geeven.
Met Versoek om na deese Caabse Rheede te mogen opkomen.
Gehoudene deliberatie daarover
Mitsgaders besluijt om Sulx te laaten geschieden dewijl in dit geval een volstrekte en onvermeijdelijke noodsaakelijkheijd Exteert.
19 maij
Gesteld gecommitteerdens tot visitatie van het op gisteren in deese Tafelbaaij ten ancker gekomene Schip gunterSteijn .
Vastgesteld Prijsen op het geen voortaan door de Smits en wagenmakers sal werden gemaakt.
Waarvan aan een ijgelijk bij Placcaat sal kennisse gegeeven worden.
Vertoog door de Directeurs van het Mijnwerk ingeleevert.
Besluijt daarop genomen.
Sullende Seeker Ses Stukvaaten ten behoeven der E. Comp.e ingekogt bij de negotie boeken ingenomen werden.
Verandering der Prijssen van eenige vaderlandsche CoopmanSchappen.
24 maij
Vermits de gebreeken dewelke Sig aan het Schip guntersteijn komen te bevinden.
Soo Swaar Sijn dat men genoegsaam kan vast Stellen dat dien bodem alhier Sal moeten werden afgelegd.
Is Voor eerst ‘t Schip ‘t Fortuijn aangelegd om de daarin Sijnde goederen na Europa over te voeren.
Sullende tot het ontfangen besorgen en weeder afsheepen der voorsz. goederen gecommitt:s Werden gesteld.
Hoedanig met d Schippers en het Volk der Voorseijde twee kielen Sal gehandeld Werden.
Resumptie van Seekere Missive door de overheeden van het in de Baij fals aangekomene Deenschip de koning van Deenmarken herwaarts geschreeven.
Waarbij deselve onder anderen versoeken om met eenige noodwendigheeden tot Redding van haar bodem te mogen worden geadsisteerd.
Waarop het Besluijt uijtgesteld tot dat die kiel door gecomitt: Sal weesen Besigtigd.
30 maij
Overgeleevert Rapport van de gem:e gecomitt:s Weegens hunne gedane verrigting en bevinding omtrent het gem:e Deensschip.
Dog dewijl men de nodige en geEijschte materialen tot herstelling van dien bodem niet aan handen heeft.
Sal men dies Overheeden daarvan bij missive kennisse geven.
En voorts met de hoeker de Hector thien Lasten tarw na de baaij Fals Senden, tot overscheeping in ‘t Schip knappenhof voor Ceijlon .
Van Welken hoeker egter den Stuurman, officieren en Mattroosen om Reedenen alhier Sullen Werden aangehouden.
Terwijl daarop weeder anderen Sijn geplaatst.
2: Junij
Gerecolleerd en beEedigd verclaaring van de gecommitteerd geweest Sijnde Zee en Timmerlieden weegens hunne gedane Visitasie aan het Schip Guntersteijn .
Waarop finalijk heeft moeten werden beslooten om die kiel alhier te doen afleggen en Sloopen.
Gereguleerde omtrent den Rang en de Preseance in d bijeenkomst tusschen den Adjunct Landdrost en de heemraaden der veraf geleegene districten.
Tot de herwaarts overkomst van de huijsvrouw en kinderen van den hier blijvenden krankbesoeker Schietekat sal na het Vaderland versoek gedaan werden.
Vrijgeeving van een Comp:s Slaaf mits ƒ100 betaalende.
4 Junij
Nader versoek door de overheeden van het deensschip den koning van Deenmarken gedaan om ‘t sij met houtwerk uijt Guntersteijn of uijt d bosschen alhier geadsisteerd te werden.
Dat meede niet kan geschieden.
Den krankbesoeker van ‘t Schip Ruijter sal alhier aangehouden.
En om d herwaarts overcomst van desselfts huijsvrouw meede favorabel naar het vaderland geschreeven werden.
5: Junij
Verschijning van het Retourschip der Tweede besending Weltevreeden in deese Tafelbaaij .
Waarover den opperstuurman van dien bodem vermits het Overlijden van dies Schipper gehoord Sijnde.
Is die Saak ter nadere ondersoek gesteld in handen van den heer Fiscaal.
Gehoudene deliberatie omtrent het klaar maaken van dat Schip ter deeser Rheede of het Senden van ‘t Selve hierom in een dei nabij geleegene baaijen.
Besluuit hierop genomen.
Sijnde den Schipper Both in Steede van den Overleedene op dat Schip Welte Vreeden weder geplaatst.
7 Junij
Berigt van den heer fiscaal weegens den gedane Enquesten in d Saak van den Opperstuurman van dien bodem.
Waarop beslooten is dien opperstuurman alhier aan te houden om voor den Raad van Justitie geactioneert te kunnen werden.
Gesteld Præmie op Seekere fugative Slaaf van den ondercoopman Martinus heems.
16 Junij
ingeleeverd Schriftuur door de opperhoofden van het meermaals genoemde deens schip de koning van deenemarken .
Waarbij deselve verscheijde Saaken komen te versoeken.
Besluijt daarop genomen.
Memorie van den heer Hoofd Administrateur weegens eenige gebrookene en te min ontfangene goederen mitsga:s gestorvene Slaven en verrekten Beestiaalen
Dispositie dewelken daarop gevallen is.
Mitsgaders hoedanig Sal werden gehandelt met het Gebrookene en te kort komende op d Laading van ‘t Schip ‘t fortuijn
Memorie van dien.
Berigt van den Schipper van ‘t Retourschip Lis aangaande den Slegten toestand van dien bodem.
Benoemde gecommitt:s tot visitatie van den Selven
Tot wat eijnde den brief door de Ministers in Bengalen na het Vaderland sal geopend en d daarin Leggende factuur gecopieert werden.
de Coffij Boonen dewelke maar een half Capitaal winst kunnen haalen bij Publicque Vendutie te Laaten vercoopen.
Sekere plaats van de Wed. Pieter van de Westhuijsen in het Swarte Land geleegen, sal als ‘t bequaamste tot het Stigten van een kerk aldaar geoordeelt werdende.
Aangenomen en aan de gemeijnte ter dier plaatse mits de daarop Staande gebouwen betaalend overgegeeven worden.
Sijnde daar en teegen ‘s Comp:s weegen weeder een andere plaats aan ged. Wed. van de Westhuijsen in eijgendom gegeeven.
30 Junij
Geproduceerde Rapport door den Edelen Heer Gouverneur van gecommitt:s weegens de gebreeken aan het Retourschip Lis gevonden.
Ordres dewelke door Sijn Edele ten dien opsigte in de baaij Fals sijn gesteld.
Ook sal het geld t’ welk deesen bodem in Bengalen tot het inkoopen van Verversingen op St. Helena afgegeeven is, daaruijt aan de wal geligt werden.
Nader bepaaling waar deese ingeseetenen voortaan hun Brandhout Sullen mogen haalen.
Aan het volk bij d Linie arbeijdende voortaan boven hun gagie en Costgeld nog d’ Cost te geeven.
9 Julij:
Besluijt om eenige manSchappen uijt het Vaderland te Petitioneeren en Reedenen waarom.
Als meede om van daar ordre te versoeken hoedanig Sal moeten werden gehandelt Soo met het Schip de koning van Deenmarken als met sodanigen anderen bodem als tot dies adsistentie hier uijt Deenemarken mogt koomen.
4 Augustus:
De jongst gedane Taxatie noopende het geene deese ingeseetenen moeten fourneeren tot de onder handen Sijnde Mouille sal door gecommitt: s hersien en het gebreekende geremedieert werden.
Sullende aan den Wijnverlaater Serrurier uijt de Burger kas de door hem in het Vaderland bedongene ƒ1000 werden betaald.
Waarvoor hij verpligt blijft geduurende een jaar de Wijnen deeser Coloniers (:des begeert Werdende:) na behoorende moeten bereijden.
Memorie van den heer Hoofdadministrateur
Sullend het daarbij vermelde bij de netogieboeken afgeschreeven werden.
Besluijten dewelke nog in opsigt van deese en geene saaken tot het departement van den Heer Secunde gehoorende Sijn genoomen.
Verlossing van den keldermeester Thomas Swellengrebel na het vaderlandt.
Weeder aanstelling van een ander in desselfs plaats mitsgaders van een Soldij overdraager.
Weegens de aanStaande verpagting op nieuws tot ververssing der Memorie Billiëtten te doenen aanplacken.
Als meede dat na de helft van Augustus de vertrecking uijt ‘s Comp:s Pakhuijsen tot Ult:o dito Sal ophouden.
Déportement van den Burger Corporaal Kiena tot gemeene Rotgesel.
Sijnde aan Johannes Möller onder Seekere Conditiën een Plaats in eijgendom gegeeven.
11 Augustus:
Verclaaring van gecommitt:s weegens d goederen dewelke tot de toerusting en Equipagie van het afgelegde Schip Guntersteijn gediend hebbende daaruijt hier aan Landt Sijn gebragt.
Besluijt hoedanig daarmeed Sal werden gehandelt
Gelijk ook met nog eenige aandere onbequame goederen soo van het Schip Lis als uijt dit gouvernement.
Memorie daarvan.
Nader gereguleerde omtrent het houden der vergaderingen ensz door d’ heemraaden der ver afgeleegene districten en den Adjunct Landdrost.
Sijnde wijders aan eenen Elias Nel op de gewoone Conditiën een Veeplaats in eijgendom gegeeven.
31 Augustus:
Verpagting van ‘s Lands gemeene middelen en inkomsten mitsg:s Rendement den pagtpenn:
P:mo September
AanStelling van een Ordinaris gecommitt: en Boekhouder in ‘s Comp. Slagthuijs
Aggreatie der BoedelReecq:gs van verscheijde afgestorvenens ‘s Comp:s dienaren in het voorl. Boekjaar.
hoedanig door den Curator ad Lites met de Goederen van Seekeren quartiermeester sal moeten werden gehandelt.
Verleend Permissie aan de Wed. Courtilliac om mits betaalende transport en Costgeld na het vaderlandt te moogen overvaaren.
Ook is een veeplaats aan de wed. Vermeij in eijgendom gegeeven onder Seekere bepaalingen.
15 September
Bekomene tijding van de declaratie van oorlog door Vrankrijk aan Engeland gedaan ensz.
Wat daarop voor eerst is gearresteerd Soo met het Laaten opkomen van 56 man van buijten als het verdubbelen der Burger wagt alhier.
gedane Recommandatie en Vermaningen aande Burger Ritmeesters en Capitains.
Ook Sal met ten eersten de in gereetheijd gebragt Werdende halve Redouten en verdere battereijen van de nodige oorlogsammonitie voorsien.
En tot Spoediger voortgank der onder handen Sijnde en nog te maakene fortificatie Werken.
Mitsgaders van een kleijne Batterij of Waterschans tusschen dit Casteel en de Groote batterij.
Sal het meeste volk aan de Mouille arbeijdende van daar genomen Werden om aan de voorsz. Werken te arbeijden.
Gedane betuijging van den Cap:tn Alleman dat de Artillerij alhier Sig overal welgesteld bevond en daar niets manqueert.
Maar Vermits den Sobere voorraad van Buscruijt heeft men moeten besluijten bij Partijtjes een quantiteijt daarvan uijt de uijtkomende Scheepen te doen Ligten.
15 Septb:r
Van Seekere Periode betreffende de Saak van den geweesene gesaghebber Raaij en eenige Sijner officieren vervat bij het aan Schrijvens der hoog Edele Heeren 17:en in dato 18 maart deeses jaars,
sal copia aan den Raad van Justitie tot hun narigt ter handen gesteld werden.
Wat op voorm: Brief aan welgem: Haar WelEdele Hoog Agtb:re van hier sal werden gerescribeert.
Soo ten opsigte den Caabse wijnen als het afgeeven van boots aan de Retourscheepen.
Sijnde de Ordinaire Jaarlijxe afschrijving aan den Pakhuijsmeester, dispencier en keldermeester toegestaan.
17 September
Verdere gemaakte Preparatiën en Schickingen ten oorloge.
Aangestelde officieren over een opgeregte Compagnie Pennisten.
22 September
Beraamd Reglement tot narigt en observantie van een ijder bij overkomst van een vijand alhier.
Sijnde ook het gemaakte Plan aangaande de verdeeling van ‘t volk bij het geschut etc: geapprobeert.
Memorie van den Heer Hoofd Administrateur weegens ‘s Comp:s Gestorvene Leijfeijgenen en verrekt beestiaal, in de drie Laatste maanden.
Dewelke bij de Negotieboeken Sullen werden afgeSchreeven.
Ontslag en weeder aanstelling van eenige Burgerofficieren.
29 September
Welke van de natte goederen uijt het Schip Guntersteijn nog bequaam Sijn gevonden ter versending na Europa.
Waarenteegens eenige Andere als gantsch en al bedurven Sijnde aan deese Stranden Sullen Weggegooid en begraaven werden.
Aanstelling van den Caartemaker Jurgen Lievenberg tot Ingenieur en Landmeeter.
13 October:
Den Draakensteijn se Predikant van Egten sal vermits het overlijden van den Predikant van Gent bij beurten ook den dienst op Stellenbosch moeten waarneemen.
Welke ammonitie van oorlog voor dit jaar aan de buijten districten te verstrecken.
Goedgekeurde aan Stellingen van Sommige onder officieren in d Burgereije aldaar.
De Scheepen hier ter Rheed Leggende Sullen altijd klaar, Zeijl en Slagvaardig moeten gehouden werden.
Besluijt op sekere Memorie van den heer Secunde Weegens eenige te kort komende en bedurven bieren.
Aan eenen Booijse en Sijn huijsvrouw onder betaaling Passagie na het Vaderland verleend.
mitsgaders aan den oud Burgerraad Cruijwagen twee Plaatsen in eijgendom gegeeven.
29 October:
Dewijl men nog maar Seer weijnige Slaven heeft kunnen magtig werden om aan de fortificatie werken te arbeijden.
Sal een ijgelijk bij Billietten aangemaand werden om Soo veel Slaven als maar enigsints sullen kunnen missen daartoe te verhuuren.
Sullen ook de Bannelingen van de Mouille bij gedagte Werken werden verplaatst.
Versoek van de Wed. Eksteen om van het verder Leeveren van Soute Visch aan d’ E. Comp. volgens aangegaan Contract, ontslaagen te mogen werden.
Dat van d hand geweesen is.
3 November:
Opgeregte Comp:ie dragonders onder de nog buijten Sijnde menschen.
Officieren dewelke daartoe Sijn aangesteld.
Billietten te affigeeren tot het Laaten eijken der ellen maten en gewigten Soo hier als op Stellenbosch .
24 November:
Goedgekeurd Reglement om bij deese tijds gewrigt te dienen tot een RigtSnoer voor der burger wagt ter deeser plaatse.
Reedenen waarom aan den oud Burgerraad de Wet een Stuk BouwLand in de Tijgerbergen voor niet in eijgendom gegeeven is.
1 Decemb:r
Generale Lasten en WinSten in het voorl: boekjaar alhier gevallen.
Waaruijt het meerden bedragen der Lasten en winsten herkomStig Sijn.
Twee onbequame Cabeltouwen van ‘t Schip Gunter Steijn af te Schrijven.
Ook Sal men om alhier in de Pakhuijsen plaats te maaken weeder beginnen Coorn na batavia af te Scheepen.
Gelijk meed eenige hondert SandSacken in gereedheijd Sullen werden gebragt om op de Battereijen gebruijkt te kunne werden.
AanStelling van nog eenige officieren in de drie Buijten Compagniën Burgers.
Aan Abraham Lever en Jan van der Swijn een veeplaats in eijgendom gegeeven
Als meede aan Pieter Breda een Stukjs thuijnLand.
8 December:
Verkiesing van Nieuwe Leeden in de Respective Collegiën Vermits de aanhoudende Siekte onder het volk van ‘t Schip Nieuwland Sal dien bodem alhier nog wat moeten opgehouden werden.
Verleende Veniam Ætatis aan eenen Christoffel Groenewald.
C. 122, pp. 29-38.¶
Dingsdag den {17440107} 7: Jann: 1744.
‘S Voormiddags alle Present uijtgenomen den E. Coopman en Winkelier Cornelis Eelders bij indispositie.
Den Heer Gouverneur na in Raade vertoont te hebben seekere soldij memorie het welk met het onlangs van hier vertrockene Schip Overnes met meer andere ‘S Comp:s Papieren ter deeser plaatse is aangebragt, voerende tot Tijtel
Lijste van sodanige manschap als met het schip de Visch in den Jaare 1740 sijn uijtgevaaren en den 6. maij aan Cabo de Goede hoop gestrand, met welke Schip de Belast-Rolle is verongelukt, dewelke op haare Loopende reek: Moeten worden belast.
Geliefde sijn Edele vervolgens de Leeden des Raads in Consideratie te geeven; of men bij het belasten der Persoonen op die Memorie bekend Staande voor de door haar in het Vaderland gemaakte Schulden, deselve met eene niet Soude moeten Crediteeren voor de gagiën dewelke Sij bij d’ E: Comp: hebben verdiend gehad, seedert dat in Zee sijn geloopen tot dat voorsZ. Schip de Visch ter deeser plaatse is komen te veronGelucken; te meer dewijl alle de geldkisten en eenige andere goederen uijt dien bodem sijn gesalveert geworden; waarover met aandagt geraadpleegt en daarneevens in overweeginge genomen Sijnde, dat in diervoegen is gehandelt geworden met eenige der gesalveerde Scheepelingen van de alhier verongelukte Scheepen de Lakeman , Stabroek , Haarlem en Middenràk , is derhalven verstaan dat thans ook dusdanig sal worden geleeft met de sig hier nog bevindende persoonen dewelke op meergem. Schip de Visch toen alhier is gebleeven, sijn bescheijden geweest; te Weeten dat deselve voor haare Vaderlandsche Schulden navolgens bovengem: Memorie op haare Soldij reek:c Sullende worden gedebiteerd, aan hun daar en teegens de op de uijtreijse verdiende gagiën sullen te goed gedaan worden.
In Conformiteijd van het deesen aan gaande gearresteerde in vergaderinge van den 12: november pass:o is den Boekhouder Johannes Theophilus Rhenius op desselfs versoek en als hier toe Seer bequaam geoordeelt Wordende; aangestelt, om de Justitieele Saaken in de ver afgeleegene districten voorvallende waar te neemen en soo ook om aldaar op te maaken en te Passeeren alle soorten van Justitieele en notoriale Instrumenten ende sulx met de qualiteijt van Adjunct Land-drost, ten eijnde hij dus onder de menschen ginder meer authoriteijt hebben mogt en sig des te beeter sal kunnen doen gehoorsamen.
Op de gedane klagten van de baasen van ‘s Comp:s Thuijnen aan het Nieuland en het Ronde Bosje mitsgaders der daar omtrent Woonende en Plaats hebbende menschen, dat door de onwilligheijd van de Persoonen die beneeden haar naar de kant van de Soute Rivier langs de Liesbeeks Rivier woonagtig sijn, om voorsZ: Liesbeeks Rivier gelijk Sijl. ter sijner tijd te doen opruijmen, die Rivier bij Swaare afwaatering, aldaar opgestopt Wordende bij haar lieden komt over te Loopen, waar door aan haare Landereijen en de daar op Staande gewassen, Wijngaarden en ‘t geboomte groote schade word veroorsaakt; met bijgevoegd versoek dat hierom in deesen na behooren mogt worden voorsien; is goedgevonden dat aan Burgerraaden deeser plaatse sal worden gedemandeert om te nodige ordres te Stellen ten eijnde de meergemelde Liesbeeks Rivier door de geene die plaatsen langs deselve hebben, thans met den eersten en soo voorts van tijd tot tijd als het nodig word bevonden, gelijk het behoord opgeruijmd en tot afschot van het afkomende Water bequaam gemaakt word; met qualificatie Wijders om sulx voor reecq:g en ten Coste der geene die sig hiertoe onwillig sullen komen te toonen ofte haare ordre aanstonts niet pareeren, te Laaten doen.
Sijnde voorts bij resumptie van Seekere notulen van den Burger Krijgs raade alhier van den 21: december Jongst L: het daarbij gedane voorstel om de Cap:tns Van de Vier Comp: Burgerij alhier van het houden van de Burger Wagt te excuseeren, en deselve alleen bij beurten te doen Waarneemen door de Vier Luijtenants en Vaandrigs; Soo wel als het verdere voorgedraagene in opsigte van het brengen van de Parool aan alle de voorsZ: Officieren en het voorstellen van de onder officieren; om de door voorz: Krijgs raad geallegueerd Wordende reedenen; in alle haare omstandigheeden geapprobeert Sulx men Sig daarna van nu af aan Sal moeten reguleeren; inmiddels dat men sig ook heeft laaten Welgevallen de gedane aanstellingen door gesegde Krijgs raad van den CorporaaL Anthonij Laurens Snit tot Sergeant in Steede van Hendrik Oostwald Eksteen die Commissaris van Civiele en huwelijxe Saaken is geworden mitsgaders van François de Nicker tot CorporaaL in Steede van gedagte Snith.
Ook is nog verstaan, dat teegenswoordig een begin sal worden gemaakt met het inslaan in ‘s Comp:s Maguasijnen, van de tarw van de Jongste insameling die van buijten Sal aangebragt worden; als geoordeeld wordende dat deselve nu ter versending droog genoeg en bequaam Sijn Sal.
Terwijl Wijders bij nadere Overweeginge meede goedgevonden is, dat het gearresteerde in vergaderinge van den 28. maij des afgeweekenen Jaars omtrent het moogen kappen van Brandhout tusschen ‘s Comp:s Post de Schuur en de Brouwerij Stand grijpende daar en boven aan alle ende een iegelijk sal worden vergunt om tusschen gedagte Post de Schuur en ‘s Comps. Thuijn aan het Ronde Bosje ins gelijx Brandhout te moogen Laaten haalen, ende Sulx soo en in diervoegen als dit in opsigte van de eerstgem. Plaats is gereguleert.
Laatstelijk is aan den Burger Jacob Nissen thans hierom bij request versoek doende toegestaan met een der verwagt wordende Retour Scheepen te moogen repatrieeren onder betaalinge van het Ordinaire transport en Costgeld om in de Cajuijt gelogeert en getracteert te Worden.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorsZ:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Alleman
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 39-55.¶
Dingsdag den {17440114} 14 Jann. 1744.
‘S Voormiddags alle present uijt genomen den E. Coopman en Winkelier Cornelis Eelders bij indispositie
Na Lectuure en resumptie der geagte Letteren van de Heeren van de Hooge Indiaasse regeering de datis 15: October en 5: november des voorleeden Jaars; dewelke ons ter eeren aan handen sijn gekomen met de ter deeser Rheede Leggende retour Scheepen der eerste besending, de Hersteller en Saamslag ; is verstaan dat Soo aanstonds bij affixie van billietten aan alle ende een ijgelijk kennisse Sal Worden gegeeven, dat ter oorsake dat het Wel opgem. haar WelEdele Groot Agtb:re Behaagd heeft den prijs van den alhier Vallenden Tarw te Stellen van ƒ8 op ƒ7. de mudde, denselven hierom van nu af aan niet hooger als voor gedagte prijs van ƒ7. de mudde, in ‘s Comp:s Graan Maguasijn ten deesen Casteele Sal Worden ontfangen; en voorts dat de nu van Batavia geEijschte wijnen en boonen bij preferentie Sullende afgescheept Worden; men ook de aan Weesende retourscheepen navolgens het diesweegens aangeschreevene uijt onsen voorraad voor Soo ver denselven Sal kunnen toereijken; alhier van het benodigde Zeijldoek Sal voorsien; en dat wanneer het selve mogt komen te deficeeren, dat als dan het te kort koomende Sal worden geligt uijt ‘s Lands Carguasoen van ‘s Comp:s hier aankomende patriaasse Scheepen die iets daarvan Sullen moogen inhebben; inmiddels dat het verdere geordonneerde bij gedagte haar Hoog Edelens tot Batavia ten opsigte van het doen Visiteeren der hier aan landende Chinaasse , Bengaalsse en Ceijlonsse retourscheepen, mitsgaders het aanhaalen van de daarinne gevonden Wordende Particuliere goederen op het naaukeurigste sal agtervolgd worden; ten Welken eijnde aan den Raad van Justitie en Fiscaal independent deeses Gouvernements tot hun narigt in deesen, Copie der Voorsz: ordre Sullen afgegeeven Worden, Soo als Wijders Aan even geciteerden Heer Fiscaal nog gedemandeert blijft om in opvolginge van het deesen aangaande ter needer Gestelde bij de bovengen:e missivens te moeten inwinnen Sodanige Stucken ten Laste van den van hier gefugeerden Burger Huijbert Backer als bij Heeren Scheepenen der Stad Batavia Worden gerequireert en alhier te krijgen Sullen weesen.
Hier na om aan meergem:e haar Hoog Edelens tot Batavia de gerequireerde elucidatiën hierop te kunnen Laaten toekomen, in overweeginge genomen Sijnde wat de Oorsaak mogt sijn geweest van de slegte gesteldheijd der in den voorleedene Jaare van hier na gedagte Indiaasse hoofdplaats afgescheepte Erweten, dewelke nadat maar eenige Weijnige maanden aldaar hadden Geleegen ten eenemaal tot eenig gebruijkt behalven voor ‘t vee onbequaam sijn geworden, door dien men niet in Staat was deselve Sagt te kooken, heeft men gemerkt alle deselve de uijtgeleesenste en in haare Soorten ten minste op het oog de Schoonste en beste sijn geweest die men immers konde Wenschen Geene andere oorsaak kunnen Vinden Waaraan Sulx Soude kunnen worden toegeschreeven, dan alleen dat onder de eerst gesondend Sig een Parthij van Seventhien Lasten gevonden hebbende van het Voorjaarig gewasch dewelke men als doen bij gebrek van andere om welopgem:e haar Wel Edele Groot Agtb:r in geen verleegentheijd te Laaten en in Vertrouwen dat deselve ten gebruijke Soo goed Weesen en Overkomen Souden als die van de nieuwe insameling, dewelke teffens met Saam slag wierden overgesonden soo als sulx aan generaal en Raaden van India is te kennen gegeeven bij onse Letteren van den 15: maart pass:o met het Schip Schellag van hier na Batavia heeft afgestooken; deselve overjaarige Erwten bij haar Leggen in de Maguasijnen aldaar, wel souden moogen sijn aan het bederven geraakt, en bij die geleegentheijd ook aangestooken hebben de nieuwe, waarmeede deselve somtijds sullen sijn gemeleert geweest; Weshalven is goedgevonden dat het selve aan Soo dikwils geciteerde Heeren van de Hooge Indiaasse regeering eerbiedig Sal worden Voorgedraagen en Soo ook dat de Ondervinding alhier heeft geleert dan Wanneer de Erweten op geen Lugtige en Coele plaatsen Worden bewaard, deselve door verloop van tijd aan het bederf sijn onderworpen; met bijvoeging dat gelijk word verhoopt dat de daarna over gesondene en wel voornamentlijk de geene die nu Jongst met het Schip Overnes afgesonden geworden sijn, wel geconstitueert overgekomen en bij Continuatie goed gebleeven Sullen Weesen; men ook geen andere dan Sodanige van deese plaats sal afsenden; Terwijl Wijders daarneevens nog ons Leetweesen Sal worden betuijgd en hoe het boven onse verwagtinge is, dat de alhier aan de Scheepen verstrekte Wijnen Soo slegt geconstitueert sijn geweest, als dit bij haar Wel Edele Groot Agtb:re hier boven gen: Letteren aangehaald word gevonden, nademaal deselve goed en van de beste soort, mitsgaders bij dies afscheeping soo wel besorgd geweest sijn, als het maar eenigsints heeft kunnen geschieden gelijk het een en ‘t ander kan worden getuijgd door de Schippers die deselve Overgevoerd en bij dies ontfangst geproefd hebben; dan is om soo veel mogelijk Sij hierinne te voorsien en opdat haar Hoog Edelens tot Batavia voortaan geen reeden meer van klagten mogten hebben en wij voor alle verdere reprochen deesen aangaande vrij blijven, gearresteerd dat niet alleen bij de geene die ‘t aangaat bij het inslaan der wijnen in ‘S Comp:s kelders alhier en het afscheepen derselve alle mogelijke Precautien Sullen moeten Worden gebruijkt ten eijnde daaraan niets mogte komen te mancqueeren maar ook dat geen andere Wijnen van hier na Batavia Sullende afgestooken worden, dan die dewelke de vereijschte hoedanigheeden sullen besitten en best teegens den Overvoer bestaan kunnen, deselve Wijnen na dat in de Leggers wel en na behooren Sullen Weesen besorgd, telkens voor dat uijt ‘S Comp:s kelders na boord worden gesonden, door gecommt uijt den Raad van Justitie deeses Casteels Welkers maandelijxe beurd ‘t als dan Sijn Sal neevens de Schippers die deselve Sullen overbrengen Sullen moeten gevisiteert, geproeft en door deselve van haare bevindinge een verclaaring verleend worden; welke gecommitt:s en Schippers wijders sorg Sullen moeten draagen dat geen andere Wijnen als die dewelke Sodanig Sullen weesen gesteld als soo eeven is gemeld afgescheept Worden; Sijnde voorts bij deese geleegentheijd nog goedgedagt dat alschoon men alhier niet Weet of Sulx ook Somtijds niet Wel op Batavia word gedaan, dat des niettemin of het anders mogt weesen aan wel opgem:e haar Wel Edele Groot Agtb:re in alle Eerbied in Consideratie Sal Worden gegeeven, of het tot beetere Conservatie der van hier afgesonden wordende wijnen, niet nodig sijn Soude dat deselve bij haare overkomst aldaar ten eersten in andere Schoon Vaatwerk wierden onvergestooken alsoo het Selve Selfs hier ter plaatse om de Wijnen goed te kunnen houden nu en dan moet gedaan Worden.
Vervolgens sijn in Raade geresumeert de Jaarlijxe Reekeningen der Arme Penningen van de Caab, Stellenbosch en Draakensteijn dewelke bevonden sijn te Weesen van deesen onderstaanden inhoude.
‘
't Generale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij Armen bestaan in 't volgende te Weeten | ||
1743. P:mo Jann: Was 't CapitaaL in dit Jaar bijgecoomen | ƒ240740:03:12: | |
Aan Aalmoessen | ƒ4519:-:-: | |
d:o Grafsteeden | d:o 1067:-:-: | |
d:o Interesten | d:o 10731:15:-: | |
d:o Armbossen | d:o 356:13:12: | |
d:o Testamentaire en Liberale Giften | d:o 75:-:-: | |
d:o Huijshuur | d:o 252:-:-: | |
d:o Verhuurde Gestoeltens | d:o 246:-:-: | d:o17247:08:12: |
ƒ257987:12:08: | ||
Gaat af | ||
d:o Onkosten der Armen | d:o 9503:02:08: | |
d:o d:o kerk | d:o 1390:03:12: | d:o 10893:06:04: |
Blijft onder Ult:o dec. 1743. | ƒ247094:06:04: | |
Bestaande in de Volgende Parteijen als | ||
Cassa Over Restant | ƒ31410:05:-: | |
Obligatie- en Custing-Brieven | d:o 79275:06:04: | |
AgterStallige Intressen | d:o 15349:15:-: | ƒ226035:06:04: |
Ornamenten tot de Kerk | d:o 1374:07:08: | |
Huijsen over Bouwstoffen | d:o 15684:12:08: | |
d' diaconij van Stellenbosch | d:o 4000:-:-: | |
ƒ21059:-:-: | ||
Somma | ƒ247094:06:04: |
't Generale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij Armen bestaan in 't volgende te Weeten | ||
1743. P:mo Jann: Was 't CapitaaL in dit Jaar bijgecoomen | ƒ240740:03:12: | |
Aan Aalmoessen | ƒ4519:-:-: | |
d:o Grafsteeden | d:o 1067:-:-: | |
d:o Interesten | d:o 10731:15:-: | |
d:o Armbossen | d:o 356:13:12: | |
d:o Testamentaire en Liberale Giften | d:o 75:-:-: | |
d:o Huijshuur | d:o 252:-:-: | |
d:o Verhuurde Gestoeltens | d:o 246:-:-: | d:o17247:08:12: |
ƒ257987:12:08: | ||
Gaat af | ||
d:o Onkosten der Armen | d:o 9503:02:08: | |
d:o d:o kerk | d:o 1390:03:12: | d:o 10893:06:04: |
Blijft onder Ult:o dec. 1743. | ƒ247094:06:04: | |
Bestaande in de Volgende Parteijen als | ||
Cassa Over Restant | ƒ31410:05:-: | |
Obligatie- en Custing-Brieven | d:o 79275:06:04: | |
AgterStallige Intressen | d:o 15349:15:-: | ƒ226035:06:04: |
Ornamenten tot de Kerk | d:o 1374:07:08: | |
Huijsen over Bouwstoffen | d:o 15684:12:08: | |
d' diaconij van Stellenbosch | d:o 4000:-:-: | |
ƒ21059:-:-: | ||
Somma | ƒ247094:06:04: |
’(:onderstond:)’
‘Aldus gedaan en getransporteerd in Kerken Raade aan Cabo de Goede Hoop ten overstaan van mij ondergeteekende als Commissaris Politicq adij 13. Jann: 1744. (:was geteekent:) R. Tulbagh’
‘
Cassa Reecq:e der Arme Gelden Soo bevonden is op Ultimo decemb:r 1743 | |
Debet | |
Uijtgegeeven aan Alimentaties en diversse benodigtheeden | ƒ1518:02: |
Aan haare Eerw. de Kerkenraade van Cabo | d:o 4000:-: |
Somma | ƒ5518:02: |
Credit | |
Bij het Sluijten der vorige Jaarsse reecq:g is 'er aan Contanten in Cassa gebleeven | ƒ1920:10: |
Onder de Godsdienst 1743 ontfangen | d:o 666:09: |
Nog Weegens intressen, giften en kerke geregtigheeden | d:o 342:-: |
d' Obligaties bedraagen | d:o 4720:-: |
d' agterstallige intressen | d:o 502:06: |
d' kerke ornamenten | d:o 201:10: |
Somma | ƒ8353:03: |
't neevenstaande hier van afgetreckt | d:o 5518:02: |
Soo resteerd nog 't Capitaal der Armen | ƒ2835:01: |
Cassa Reecq:e der Arme Gelden Soo bevonden is op Ultimo decemb:r 1743 | |
Debet | |
Uijtgegeeven aan Alimentaties en diversse benodigtheeden | ƒ1518:02: |
Aan haare Eerw. de Kerkenraade van Cabo | d:o 4000:-: |
Somma | ƒ5518:02: |
Credit | |
Bij het Sluijten der vorige Jaarsse reecq:g is 'er aan Contanten in Cassa gebleeven | ƒ1920:10: |
Onder de Godsdienst 1743 ontfangen | d:o 666:09: |
Nog Weegens intressen, giften en kerke geregtigheeden | d:o 342:-: |
d' Obligaties bedraagen | d:o 4720:-: |
d' agterstallige intressen | d:o 502:06: |
d' kerke ornamenten | d:o 201:10: |
Somma | ƒ8353:03: |
't neevenstaande hier van afgetreckt | d:o 5518:02: |
Soo resteerd nog 't Capitaal der Armen | ƒ2835:01: |
’(:onderstond:)’
‘Aldus gedaan en naargesien in Kerke Vergadering aan Stellenbosch den 5. Januarij 1744. (:was geteekent:) Wilhelm van Gendt Eccles: O:D. Wet, W: van As, Jacob Cloete, Wilm Morkel, N:s Vlock Joh:, Alb: Mijburgh.’
‘
Reekening der Armen Gelden, Op Drakensteijn soo bevonden is Ultimo december 1743. | |
In Cassa gebleeven voor 't Jaar 1743 | ƒ7070:14: |
Onder den Godsdienst Ontfangen | d:o 1000:12: |
Een Testamentaire Gifte | d:o 25:-: |
Verscheene intresten | d:o 720:-: |
Aan Kerkhoffs Geregtigheeden | d:o 105:-: |
Uijt den Arm bosch | d:o 66:-: |
ƒ1916:12: | |
d:o 7070:14: | |
d:o 8987:10: | |
Uijtgaaf des Jaars 1743. | |
Aan den Coster Salaris, aan arme Giften en Verdere benodigtheeden | d:o 1190:-: |
P:r Scheepe Kennisse | d:o 1000:-: |
ƒ 2190:-: | |
Blijft in Cassa aan Contanten voor 't jaar 1744 | d:o 6797:10: |
Aan obligaties en Scheepekennissen | d:o 12700:-: |
Totale Somma | ƒ19497:10: |
Reekening der Armen Gelden, Op Drakensteijn soo bevonden is Ultimo december 1743. | |
In Cassa gebleeven voor 't Jaar 1743 | ƒ7070:14: |
Onder den Godsdienst Ontfangen | d:o 1000:12: |
Een Testamentaire Gifte | d:o 25:-: |
Verscheene intresten | d:o 720:-: |
Aan Kerkhoffs Geregtigheeden | d:o 105:-: |
Uijt den Arm bosch | d:o 66:-: |
ƒ1916:12: | |
d:o 7070:14: | |
d:o 8987:10: | |
Uijtgaaf des Jaars 1743. | |
Aan den Coster Salaris, aan arme Giften en Verdere benodigtheeden | d:o 1190:-: |
P:r Scheepe Kennisse | d:o 1000:-: |
ƒ 2190:-: | |
Blijft in Cassa aan Contanten voor 't jaar 1744 | d:o 6797:10: |
Aan obligaties en Scheepekennissen | d:o 12700:-: |
Totale Somma | ƒ19497:10: |
’(:was geteekent:)’
‘S. van Echten, V:.D.M:, Pieter de Villiers, Jan Blignaut, Steven Marais, Andries du Toit, Frans Bastiaansz, Hercules de Pree, Thomas Arnoldus Theron, Abraham de Villiers, François Retief.’
In opsigte van dewelke verstaan is dat se volgens gebruijk in Copie Authenticq na het vaderland sullen worden overgesonden, ondertusschen dat op het hierom gedane versoek bij den Eerw:e Kerkenraade deesen plaatse aan denselven qualificatie is verleend om aan den Eerw: Kerkenraade in het Land van Waveren tot den opbouw haarer kerke en om aan andere nodige Oncosten te kunnen fourneeren te mogen Leenen sonder intrest een Somma van ƒ4000. en Soo ook om voortaan haare boeken in Swaar geld te houden.
Terwijl nog aan den Burger Marthinus Thieleman op desselfs versoek is toegestaan om met een der aanweesende retourscheepen te moogen repatrieeren in de Cajuijt gelogeert en getracteert wordende, mits betaalende het daartoe Staande Transport en Costgeld; en Soo ook voor seekere Leijfeijgen gen:t Cupido van Mallabaar die hem vergund werd te moogen meede neemen.
Laatstelijk is aanden Landbouwer Gerrit Olivier thans hiertoe bij geschrifte versoek doende in eijgendom gegeeven Seekere door hem van d’ E. Comp:ne in Leening hebbende plaats groot 60. morgen, gent: de Helder Fonteijn en geleegen aan Riebeeks Casteel mits volgens desselfs gedane Presentatie aanden heer Gouverneur, in erkentenisse van dien in ‘s Comp:s Cassa alhier betaalende Twee Hondert. Rijxd.s en nog bovensdien Jaarlijx de daarop Staande recognitie penn:n ter Somma van 24:Rx.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t CasteeL de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz.:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 56-67.¶
Dingsdag den {17440128} 28. Jann: 1744.
‘S Voormiddags alle Present uijtgenomen den E. Coopman en Winkelier Corn:s Eelders bij indispositie.
Door Burgerraaden deeser Plaatse heeden de gunstige voorspraak van deese Regeering bij haar Hoog Edelens tot Batavia versogt sijnde, ten eijnde de Gedane reductie bij haar Wel Edele Groot Agtb.re op den hier vallenden Tarw geen Stand mogt houden, en den prijs van dien Weeder op den Ouden voet van ƒ8. de mudde gebragt worden, Is om reedenen best gedagt hierinne niet te treeden; dog dat het egter aan haarl: Sal worden gepermitteert om Sulx te raade Wordende, een eerbiedig request deesen aangaande onder ‘s Comp:s Papieren na Batavia te mogen Oversenden.
Terwijl wijders aan eenen George Smith thans hierom bij monde versoek doende, ook is toegestaan vrij van Transport en Costgeld met Sergeants Bagagie, Soo als hij uijt het Vaderland heeft meede gebragt, met eene der Aanweesende retourscheepen te moogen repatrieeren; en daar en tegens aan Anna Le Roux wed: wijlen den burger Thomas van Hoesum om van hier na Batavia te mogen overvaaren, mits betaalende het daartoe staande Transport en Costgeld.
Vervolgens sijn ter Vergaderinge gepresenteert en nagesien eenige versoek Schriften geannexeert met de Procuratiën en Soldij reecq: van de onderstaande Persoonen tendeerende om Permissie te mogen erlangen tot dies Overmakinge Aan haare daarbij genoemde gemagtigdens, te weeten
In opsigte van dewelke goedgevonden is, dat deselve in handen van den Heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn Sullen worden gestelt, op dat daarmeede door sijn E. navolgens de Ordre sal kunnen gehandelt worden.
Ter Sake dat met het in deesen voormiddag in deese Tafel Baaij gearriveerde Provisie Schip Teekop , van Batavia geene van de jongst van daar geeijschte goederen ten behoeve van ‘S Comp:s Pakhuijsen alhier sijn aangebragt, Is verstaan dat men voor eerst geen Indische Waaren meer, soo uijt het dispens als het Pakhuijs en de Winkel uijtgenomen Cust Zeijlkleeden, Bengaalsse Chitsen, Fijne en Gemeene Saanen, waarvan men nog reedelijk is voorsien, voor Contant Sal laaten Verstrecken.
Laatstelijk heeft het den heer Gouverneur behaagd de Leeden des Raads te Communiceeren, dat door de Overheeden van het ter rheede Leggende fransschip Le Triton gevoert bij Cap:tn Bart, aan hem ter handen gesteld geworden sijnde twee brieven van den Gouverneur van het Eijland Mauritius d’heer de La Bourdonnaij beijden gedateert den 7: december Jongst L:, houdende d’eene versoek dat aan den Cap:tn van gesegde Schip Le Triton mogt worden vergunt alhier 150: à 200. Baricques Wijn tot een redelijken Prijs te moogen inkoopen, en d’andere een Voorstel aan Sijn Edele om wanneer hij mogt oordeelen hem Sulx te Convenieeren, aan de Fransse Scheepen die hierom van Mauritius herwaarts souden worden gesonden Voor Contant en houtwerk Jaarlijx te vercoopen 5. à 600. Baricques Wijn, en bij het aanneemen van dien voorslag, het nodige tot uijtvoeringe van dien handel te willen beramen met voorseijden Cap:tn Bart; hij Gouverneur het eerste Aangaande bij aanmerkinge dat onse Heeren en Meesteren de Negotie in de Wijnen alhier vallende, aan deese ingeseetenen vrij gelaaten hebben en dat sulx voor deese Colonie seer voordeelig sijnde, d’ E. Comp:e ook daarbij geen schade komt te Lijden; om die reedenen en ook ter sake dat dit hier nooijt aan andere vreemde natiën is geweijgert geworden, aan den dikwils gen:e Franssen Cap:tn heeft toegestaan om onder de hier omtrent gemaakte bepaaling door den Hoog Edelen Heer Gouverneur Generaal Gustaaf Willem van Imhoff, te vinden bij desselfs alhier nagelaatene memorie Instructief te weeten mits met Contanten Gelde betaalende, ‘t Voorn:e Getal van 150:
à 200. Baricques Wijn, uijtmaakende tusschen de 50. à 60. van onse Leggers bij deese ingeseetenen te mogen inkoopen dog dat noopende het andere Sijn Edele als gedenkende dat het somtijds haar Wel Edele Hoog Agtb:re niet heel aangenaam soude Weesen dat tusschen deese Plaats en het Eijland Mauritius sulk een Correspondentie wierd gestabileerd als bij geciteerde Brieven Voorgesteld word, boven en behalven dat het hem geensints Soude Passen, en hij sig ook niet kan of mag bemoeijen, met Sodanige of andere Particuliere Negotie of daaromtrent eenig deel neemen, het Voorverhaalde voorstel tot etablissement van dien Wijnhandel bij het beantwoorden der meermaals gen:n Brieven beleefdelijk van de hand sal wijsen, met bijvoeging dat aan alle de vreemde natiën dewelke met Onse Republicq in Vreede en Alliantie Leven, mitsgaders voorsien Sijn met goede Passen, om op de Oost-Indiën te vaaren, word gepermitteert Wijn tot Provisie alhier voor Contant Geld, maar niet in ruijling van eenige waaren in te koopen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop, ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Alleman
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 68-78.¶
Dingsdag den {17440218} 18: Februarij 1744.
’s Voormiddags alle Present.
Nademaal het met de Geneesinge der sieken en impotenten van de aanweesende Patriaasse Scheepen Marsseveen en hogersmilde ongeagt alle de hiertoe aangewend Wordende moeijte, niet als Seer Langsaam Voorgaat ter saake van de buijten gemeene slegte Lighaams Gesteldheijd waarinne de Menschen hier Sijn aangeland en dat ook de geene derselver die bereijts sijn hersteld en na boord gesonden even Swak gesteld blijven, Sulx den Opper Chirurgijn deeses Gouvernements Jan Van Schoor hier over gehoord Sijnde, heeft moeten verklaaren dat het gantsch niet raadsaam Soude Weesen dat die twee kielen met Volk Sodanig Gesteld, voor als nog van deese plaats wierden af gesonden, maar in teegendeel voor het Welweesen van gesegde bodems dienstiger, dat daarmeede nog eenige daagen Wierd ingesien, in Welken tusschen tijd die menschen haaren voorige kragten komende te herkrijgen Sij Sig als dan met gerustheijd Weeder op Zee Sullen kunnen begeeven, heeft men hierom moeten besluijten, dat meermaals gen: Scheepen Marsseveen en hogersmilde nog een dag à Thien alhier Sullen Worden Aangehouden.
Inmiddels dat bij deese geleegentheijd ook is goedgedagt, dat aan de hier aankomende Patriaasse Scheepen op dien Voet Soo als Sulx word gepractiseerd ten reguarde van de retournerend een mudde à thien ajuijnen als men die bekomen kan, sullen worden verstreckt, als wordende Vastgesteld, dat het Selve tot Conservatie der gesondheijd van het gemeen Scheepsvolk veel kan Contribueeren.
Voorts is bij Ampliatie van het gearresteerde in vergaderinge van den 14: der afgeweekene maand Januarij ten opsigte van het afscheepen van hier na Batavia der Caabse wijnen gearresteerd, dat van nu af aan ook in diervoegen Sal moeten worden gehandelt, met die dewelke men van deese plaats na het Vaderland komt over te Senden.
Weegens dat tot nu toe nog geene nieuwe boonen in ‘s Comp:s graan maguasijnen sijn geleevert geworden en dat het niet apparent is, dat Sulx nog voor eerst Sal kunnen Worden gedaan, is goedgedagt, dat het ter deeser Rheede vertoevende Provisie Schip Teekop dat van desselfs aangebragte goederen voor dit Gouvernement bijna is ontlost, weder met tarw Sal worden afgelaaden en voorts dat tot gemak van dien bodem desselfts Water gat sal verplaatst Worden.
En gelijk de van Batavia herwaarts Gekomene Bandieten om aan de Mouille te arbeijden, aan malkander geslaagen weesende Soo als se nu Sijn daar ter plaatse weijnig dienst kunnen doen, is hierom verstaan dat desselve uijt de kettings Sullen Worden geslaagen, en aan elk van dien alleen een Swaare ijsere ringbout met een Schaakel daar aan, ‘t Sij aan het Regter of Linker been gelaaten.
Hierna wierd door den Heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh, met versoek dat daarop na behooren mogt worden gedisponeert overgegeeven de onderstaande Memorie,
‘Memorie van de nabesz. Olijven olij, Bieren, graauwe moppen, ijser & uijt d’ onderStaande bodems, soo bij Pijling minder, gebrooken als te kort, als meede de foelij bij ‘t openen van een Soekel in ‘t Negotie Pakhuijs te kort bevonden, gelijk te sien is bij de verclaaring van gecomm: hier annex nament:k.’
‘
Uijt 't Schip de Verwagting | |||
afschrijven { | 48 8/10 | Cannen Olijven olij op 15: half amen bij Pijling minder bevonden Sijnde 7 van 2, en 8. van 2 1/2 d:m Wan geweest. | |
6 3/8 | Vaten delfs Trueel Bier op 30. vaten als | ||
5 3/8 | Vaten op 29. vaten bij Pijling minder bevonden, als sijnde 3. van 4. d:m 15. van 5. d:m 9 van 6 d:m 1. van 7. d:m en 1 van 8 d:m wan geweest, mitsgaders. | ||
vercoopen 1 d:o hard bevonden. | |||
vercoopen { | 2300 | p:t Graauwe moppen op 10000 p:s soo aan Stucken en Brocken als te kor[.....]. | |
afschrijven { | 165: | lb gesort. Ijser op 11000 lb bij naweeging te kort. | |
Uijt Hogersmilde | |||
vercoopen { | P:s Gr: Deel van 1 1/4 d:m lang 24: voet, op 200: p:s gebrooken. | ||
Uijt Marsseveen | |||
vercoopen { | 5: | P:s Schuijte Plancken dik 2: d:m alle verrot en ten eenemaal onbruijkbaar. | |
afschrijven { | 1. | d:o gr: Balk van 6. en 8. d:m op 30. te min ontfangen. | |
vercoopen { | 1: | d:o Buijk Plank van 2. dm Lang 18 vt. op 15. p:s gebrooken. Daar en teegen uijt Gem: bodem meer ontfangen als de Factuur en melden. | |
Inneemen | 1 | p:s Gr. Balk van 4. en 6. dm. | |
Uijt de hoeker de Brak | |||
Tot klein vaatwerk ten dienste der E. Comp. te gebruijken { | 17: | d:o halve Leggers en | } onbeq: en onbruijkbaar |
8: | d:o d:o Schooven | ||
in 't Negotie Pakhuijs | |||
afschrijven { | 8. | lb Foelij bij 't openen van een Soekel te kort bevonden. |
Uijt 't Schip de Verwagting | |||
afschrijven { | 48 8/10 | Cannen Olijven olij op 15: half amen bij Pijling minder bevonden Sijnde 7 van 2, en 8. van 2 1/2 d:m Wan geweest. | |
6 3/8 | Vaten delfs Trueel Bier op 30. vaten als | ||
5 3/8 | Vaten op 29. vaten bij Pijling minder bevonden, als sijnde 3. van 4. d:m 15. van 5. d:m 9 van 6 d:m 1. van 7. d:m en 1 van 8 d:m wan geweest, mitsgaders. | ||
vercoopen 1 d:o hard bevonden. | |||
vercoopen { | 2300 | p:t Graauwe moppen op 10000 p:s soo aan Stucken en Brocken als te kor[.....]. | |
afschrijven { | 165: | lb gesort. Ijser op 11000 lb bij naweeging te kort. | |
Uijt Hogersmilde | |||
vercoopen { | P:s Gr: Deel van 1 1/4 d:m lang 24: voet, op 200: p:s gebrooken. | ||
Uijt Marsseveen | |||
vercoopen { | 5: | P:s Schuijte Plancken dik 2: d:m alle verrot en ten eenemaal onbruijkbaar. | |
afschrijven { | 1. | d:o gr: Balk van 6. en 8. d:m op 30. te min ontfangen. | |
vercoopen { | 1: | d:o Buijk Plank van 2. dm Lang 18 vt. op 15. p:s gebrooken. Daar en teegen uijt Gem: bodem meer ontfangen als de Factuur en melden. | |
Inneemen | 1 | p:s Gr. Balk van 4. en 6. dm. | |
Uijt de hoeker de Brak | |||
Tot klein vaatwerk ten dienste der E. Comp. te gebruijken { | 17: | d:o halve Leggers en | } onbeq: en onbruijkbaar |
8: | d:o d:o Schooven | ||
in 't Negotie Pakhuijs | |||
afschrijven { | 8. | lb Foelij bij 't openen van een Soekel te kort bevonden. |
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede hoop den 18. Feb. 1744. (:was geteekent:) R Tulbagh.’
Welken aangaande is goedgedagt dat met de daarbij vermelde te kort komende en gebrookene goedere, sodanig sal worden gehandelt als in margine dier Memorie staat aangeteekent.
Ook is bij nadere resumptie der Procuratiën en Soldij reecq:e bij resolutie van den 28: ‘der gepasseerde maand Januarij vermeld, komen te blijcken dat deselve door den heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn ondersogt en wel bevonden Sijn, Weshalven is aan de eijgenaars derselve gepermitteert haare voorseijde Procuratiën en Soldij reecq:e aan hunne vrienden en gemagtigdens in het Vaderland te mogen oversenden.
Sijnde Wijder aan den Schippers van den hier Permanenten hoeker de Brak Gillis dabijn op desselfs hierom bij geschrijfte gedane versoek toegestaan om met een der aanweesende Retourscheepen in sijne qualiteijt te mogen repatrieeren, mits dat alvoorens bij Provisie aan desselfs Opperstuurman Transport komt te doen, van het voorn:e aan hem aanbetrouwd geweest Sijnde vaartuijg met dies toebehooren. En is Laatstelijk na resumptie van Seekere hierover ingediende Request bij Leonora de Vij wed.: Nicolaas Mulder, aan haare soon mede gen:t Nicolaas Mulder, suppletie van ouderdom verleend.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz.
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Alleman
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 79-92.¶
Dingsdag den {17440225} 25: februarij 1744.
‘S voormiddags gecombineerde vergadering present
Nademaal den tijd door onse heeren en meesteren bij de op gisteren ontfangene Secreete ordres en Zeijnen, tot het vertrek deeser aanweesende Retour Scheepen beraamt bereijds: op handen is geschooten, geliefden den heer Gouverneur te kennen te geeven, dat Sijn Edele deese vergadering expres hadde doen beleggen om aan dies overheeden te kunnen voorstellen en afvraagen hoe danig het met haaren onderhebbenden bodem is gestelt en of zijlieden als van alle verEijscht benoodigtheeden en pot Spijs voor de vaderLandsche vojagie voorsien Sijnde voorts niet in staat souden weesen om binnen vier of vijff daagen dan wel nog eerder van hier te kunnen vertrecken, mitsgaders wijders of aan Imand van hun het zij aan sijne ammonitie van oorlog of andere goederen nog iets quam te manqueeren voegend wel op gemelde Heer Gouverneur hier bij dat hij deese vraage in opsigte der goederen en ammonitie van oorlog quam te doen om dat de ordres den heeren Majores koomen meede te brengen dat de retour Scheepen des benodigt Sijnde alhier daar van na behooren sullen moeten worden voorsien, en de Scheeps overheeden daar en booven op het nadruckelijxt gelast en gerecommandeert /:Soo als sijn Edele bij deesen is doende:/ dat zijlieden om de wille van den hachelijken toestand den Saaken in Europa haar Steeds gecombineerd bij den anderen, en haare Scheepen altijd klaar en in Staat van defentie Sullen moeten houden op peene dat den geenen die Sig buijten noodsaakelijkheijd of ordre van den breeden raad, van den anderen komt af te sonderen, of door disfortuijn van weer en wind, de vloot van een geraakt of verstrooijt Sijnde, Sijn uijtterste devoir niet aanwend om die wederom bij den anderen te versaamelen en sig daar bij te voegen Sal verbeuren alle sijne te goed hebbende maand gelden, douceurs en meede gebragte goederen en bovens dien nog gestraft worden met deportement na exigentie van Saaken; mitsgrs: wijders deselve opperhoofden nog gewaarschouwt dat Soo dra een van de heeren bewinthebberen tot afdanking van de Scheepen aan boord sal sijn gekoomen, zij aan zijn Wel Edele groot Achtb:n Sullen moeten overgeeven haare Journaalen, op peene dat den geenen die hier inne in gebrek sal blijven Sal verbeuren drie maanden gagie; op het welke door gedagte Scheeps overheeden geantwoord Sijnde dat wel aan niemand van hun Soo wel het een als het ander aan gaande niets quam te manqueeren behalven aan het oorlog Schip Ida twintig St:s Houwers met haare Scheeden, die door d’ overheeden van dien boodem op Batavia niet Sijn ontfangen, en oversulks aan haar alhier Sullen worden bij geset; dog dat dat Schielijk vertreck haar Seer onverwagt voorkoomende, Soodaanig dat sij daar op geen staat hebbende kunnen maaken, den voorschreeven tijd haar te kort viel om daar inne deese en geene ScheepsSaaken te kunnen verrigten; die niet eerder hebbende kunnen worden gedaan, nu nog noodwendig moeten werkstellig gemaakt worden, en waarom het haar onmoogelijk was om binnen dit kort bestek tot zeijlen gereed te kunnen weesen; heeft men dit alles in overweeginge Sijnde genoomen moeten besluijten dat deesen aanweesende neegen retour Scheepen der eerste besending hierom op Maandag den 2:e der aanstaande maand maart, den eersten als op een Sondag vallende daar toe niet hebbende kunnen genoomen worden, Sullen worden gemonstert om vervolgens op den 5: daar aan bij toelatinge van weer en wind de steeven van hier na de havenen onses Lieven vaderLands te kunnen wenden; inmiddels dat bij resumptie der turksse passen van eeven gen: boodems is koomen te blijken dat deselve goed Sijn, soo dat aan deselve alhier geen andere Sullen behoeven bij geset te worden.
En gelijk het quaad van opdrossen van Europeanen en wel voornamentlijk van Leijfeijgenen Soo van d E Comp: als particulieren niettegenstaande bij Continuatie alle moogelijke middelen tot weeringe van dien Sijn en nog worden in het werk gestelt tot geen geringe Schaade van een Igelijk nog al niet heeft kunnen worden gestuijt, behaagde het wel opgem: heer Gouverneur nog de overheeden deeser retour Scheepen ter dien oorsaake Ernstelijk te reCommandeeren dat bij aldien Sig ten tijde van haarl: depart van hier of op de reijse eenige weg Looper op haare onderhebbende bodems mogten bevinden of koomen ontdeckt te worden, Sij deselve het zij hier of in het Vaderland tot erlanging hunner wel verdiende Straffe sullen moeten overgeeven, ‘t geen deselve meede belooft hebben te Sullen nakoomen.
Laatstelijk is op het te kennen geeven van den heer Commandeur Dirk Wolter van Nimweegen dat het retour Schip dregterland sig van goede en bequaame Stuurlieden gedestitueert bevindende hierom voor den dienst der E Comp:s ten hoogsten noodig was dat hier inne wierd voorsien, best bedagt dat den onderstuurman van het oorlog Schip d’ Eendragt gerrit Nijland die den Cap: van dat Schip Jacobus VerLengh betuijgden daar toe wel te sullen kunnen missen, op voorseijde Schip dregterland , sal worden verplaatst en dat aan denselven uijt aanmerkinge van dien en desselfs bequaamheijd mitsgaders om hem tot het wel waarneemen van sComp:e dienst des te meer te animeeren, de volle gagie van een onderstuurman tot ƒ32: ter maand Sullen toegevoegt worden, dog egter op de nadere approbatie van de heeren Superiores in het vaderland.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz.
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] D W van Nimwegen
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] J. Verlengh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] R Blok
[Signed:] P:r Lakeman
[Signed:] N Heijning
[Signed:] P Krook
[Signed:] C Brand
[Signed:] W Houthuijs
[Signed:] D:r Loon
[Signed:] J De Jong
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s de grandpreez R:t en Secret:s Ijan van Arras
[Signed:] J Möller
[Signed:] Cornelis Van Dam
C. 122, pp. 93-103.¶
Woensdag den {17440311} 11: maart 1744.
‘S voormiddags alle Present behalven den Coopman d’ E: Josephus de Grandpreez vermits indispositie.
Wierd door den Oppercoopman en Hoofd Administrateur de Heer Rijk Tulbagh met versoek om daarop dispositie te mogen erlangen de volgende Memorie in Raade Overgegeeven.
‘Memorie van de nabesz: Arak uijt de onderstaande bodems bij Pijling minder bevonden, gelijk te sien is bij verclaaring van gecommitt: hier annex namentlijk.’
‘
921 | Cann. Aracq op 20: heele Leggers bij Pijling minder bevonden sijnde 12 3/4 p:r C:to r:m als. |
Uijt d' Herstelder | |
103. | Cann: op 2. Leggers als 1: van 5: dm en 1: van 7 dm Wan, Sijnde 14 1/3 P:r C:to r:m |
Uijt d' Eendragt . | |
116. | Cann: op 2: Leggers als 1. van 6: en 1. van 7. d:m Wan Sijnde 16 1/9 p:r C:to |
Uijt Ida . | |
102. | Cann: op 2. Leggers bevonden ider 6. dm. Wan Sijnde 14 1/6 p:r CF:to |
Uijt Saamslag | |
89. | Cann: op 2. Leggers als 1. van 5. en 1. van 6: d:m Wan, Sijnde 12 1/3 P:r C:to Schaars. |
Uijt Schellag | |
77. | Cann:e op 2: Leggers bevonden ider 5. d:m Wan te Sijn, Sijnde 10 2/3 P:r C:to Sch:s |
Uijt Dregterland . | |
89. | Cann:e op 2. Leggers als 1. van 5. en 1. van 6. d:m wan Zijnde 12 1/3. P:r C:to Sch:s |
Uijt Domburgh | |
102: | Cann:en op 2: Leggers bevonden ider 6 d:m wan Sijnde 14 1/6 p:r C:to |
Uijt Hofvliet | |
77. | Cann:en op 2: Leggers bevonden ider 5: d:m wan te Sijn, Sijnde 10 2/3 p:r C:to Sch:s |
Uijt Duijnenburgh | |
89. | Cann:en op 2: Leggers als 1. van 5: en 1. van 6. d:m wan Sijnde 12 1/3 p:r C:to Schaars. |
Uijt Nieuwerkerk | |
77. | Cann:en op 2: Leggers bevonden ider 5: d:m wan te Sijn, Sijnde 10 2/3 p:r C:to Sch:s. |
921 | Cann. Aracq op 20: heele Leggers bij Pijling minder bevonden sijnde 12 3/4 p:r C:to r:m als. |
Uijt d' Herstelder | |
103. | Cann: op 2. Leggers als 1: van 5: dm en 1: van 7 dm Wan, Sijnde 14 1/3 P:r C:to r:m |
Uijt d' Eendragt . | |
116. | Cann: op 2: Leggers als 1. van 6: en 1. van 7. d:m Wan Sijnde 16 1/9 p:r C:to |
Uijt Ida . | |
102. | Cann: op 2. Leggers bevonden ider 6. dm. Wan Sijnde 14 1/6 p:r CF:to |
Uijt Saamslag | |
89. | Cann: op 2. Leggers als 1. van 5. en 1. van 6: d:m Wan, Sijnde 12 1/3 P:r C:to Schaars. |
Uijt Schellag | |
77. | Cann:e op 2: Leggers bevonden ider 5. d:m Wan te Sijn, Sijnde 10 2/3 P:r C:to Sch:s |
Uijt Dregterland . | |
89. | Cann:e op 2. Leggers als 1. van 5. en 1. van 6. d:m wan Zijnde 12 1/3. P:r C:to Sch:s |
Uijt Domburgh | |
102: | Cann:en op 2: Leggers bevonden ider 6 d:m wan Sijnde 14 1/6 p:r C:to |
Uijt Hofvliet | |
77. | Cann:en op 2: Leggers bevonden ider 5: d:m wan te Sijn, Sijnde 10 2/3 p:r C:to Sch:s |
Uijt Duijnenburgh | |
89. | Cann:en op 2: Leggers als 1. van 5: en 1. van 6. d:m wan Sijnde 12 1/3 p:r C:to Schaars. |
Uijt Nieuwerkerk | |
77. | Cann:en op 2: Leggers bevonden ider 5: d:m wan te Sijn, Sijnde 10 2/3 p:r C:to Sch:s. |
‘(onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 11: maart 1744.’
’/:was geteekent:/ R. Tulbagh.’
En is na dies resumptie verstaan dat de daarbij vermelde te Cort aangebragte Aracq bij de Negotie Boeken deeser Gouvernements Sullen werden afgeschreeven.
Waarna nog geleesen Sijnde en Memorie van het te kort gekomene op de Laading van het aanweesend Provisie Schip Teekop , insgelijx door Welgem:en heer Secunde geproduceert met versoek dat daarop na behooren mogt werden gedisponeert, weesende deselve van den volgenden inhoud.
‘Memorie van de nabesz: Rijst en Estricken uijt ‘t Provisie Schip Teekop soo gebrooken als te kort bevonden, gelijk blijkt bij de verclaaring van gecommitt:s hier annex namentlijk.’
‘
10792 2/3 | lb Rijst op 480666 2/3 bij naweegen te kort bevonden sijnde 2 1/5 p:r C:to rm |
1665 | p:s Estricken op 50000 p:s gebrooken |
10792 2/3 | lb Rijst op 480666 2/3 bij naweegen te kort bevonden sijnde 2 1/5 p:r C:to rm |
1665 | p:s Estricken op 50000 p:s gebrooken |
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede hoop den 11: maart 1744 (:was geteekt:) R Tulbagh’
Is daarop goed gevonden het te min aangebragte op de rijst als niet Exedeerende te Passeeren, maar dewijl de Gebrookene Estricken een Excessief getal koomen uijtte maaken, is den Schipper van gem:e Schip Teekop na de reedenen daarvan gevraagt dewelke Sulx (:als Sijnde deselve Steene andersints volgens sijn seggen wel afgestuuwt geweest:) komt toe te Schrijven, eensdeels aan het sterk arbeijden en Wringen van het Schip in het Swaare weer dewelke sij soo op de hoogte van Mauritius als in het oploopen van ‘t rif van Anguillas gehad hebben, en ten anderen aan de brosse en slegte Substantie van die Steenen Selfs, als betuijgende dat daarvan al een goed gedeelte bij het inneemen van deselve op de Bataviase Rheede Stuckent geweest sijn: al het Welke in Overweeging genomen Sijnde heeft men na gehoudene raadpleeging best gedagt en beslooten van de gem: gebrookene Estricken de ScheepsOverheeden van gesegde bodem 665. Stux goed te doen en voor de overige duijsend p:s den Schipper en Opper Stuurman op hunne Lopende Soldij reecq:g te doen betaalen teegens 10: R.s.d. het hondert, sodanig als deselve bij Publicque vendutie alhier door malkanderen hebben geloopen uijtmakende dus voor Reecq:g van den Schipper R.s.d. 75. Sijnde drie vierde parten, en voor die van den Opperstuurman het overige vierde Part ten bedrage van 25. R.s.d. waarenteegens egter aan haarl. Weder sal te goed gedaan worden sodanig sommetje van 13 5/8. R.s.d. als van de gem: gebrookene Estricken by vercoop sijn gemaakt, gelijk aan deselve Scheepsoverheeden op hun hierom gedaan versoek ook vrijgelaten is hun deesen aangaande nader bij haar Wel Edele Groot Agtb:e de heeren der Hooge Indische Regeering te mogen addresseeren.
Op het thans nader bij request gedaan Wordende versoek door Burgerraaden deeser plaatse beneevens heemraden van Stellenbosch en Drakensteijn om uijt naam deeser ingeseetenen een onderdanig versoek Schrift onder ‘s Comp:s Papieren na Batavia te mogen oversenden, op dat de Prijs der Caabse Tarw door haar hoog Edelens de heeren den hooge Indiase regeering weder op den Ouden Voet van ƒ8. Ligtgeld de Mud mogt werden gesteld, is Sulx aan haarl: geaccordeert.
Ook is op de ingediende versoekschriften van de Burgers Johannes Pool en Samuël Mulder ingesien sijnde het goede getuijgens dat door Weesmeesteren deeser Plaatse onder wiens voogdij sij nog staan wegens hun goed gedrag gegeeven word, aan deselve het versogte Veniam Ætatis verleend.
Laatstelijk wierd nog door den heer Fiscaal Independent Sodanige Stucken, betreffende den van hier gefugeerden burger Huijbert Backer als door hem hebben kunnen ingewonnen werden in Raade overgeleevert, dewelke ingevolge de ordre bij eerste geleegentheijd na Batavia sullen voortgesonden werden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s Möller
[Signed:] Mij Present P F Slotsboo E.g.clercq
C. 122, pp. 104-106.¶
Saturdag den {17440314} 14: maart 1744.
’s Voormiddags alle present uijtgenomen den heer Cap:t Rudolf Sigfried Alleman en den E. Coopman en Winkelier Cornelis Eelders bij occupatie.
Met het aanweesend Schip Woitkensdorp voor Soldaaten onder de namen van Johan Elias Spelling van Zell , en Joseph La Febre van Ijperen alhier sijnde komen aan te Landen twee Vrouwspersoonen, dewelke Seggen, haare regte naamen te weesen Johanna Elisabeth Spelling en Rosaria La Febre van eevengenoemde plaatsen geboortig; heeft men aan de eerstgemelde op haar versoek gepermitteert sig hier ter plaatse te moogen ter needer setten om haar kost waartoe sij wel in staat is, te soeken en aan de andere namentlijk Rosaria La Febre, hierom versoek doende, om met het ter deeser Rheede vertoevende Retour Schip Domburg ‘t huijs te moogen te rugge keeren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 107-109.¶
Donderdag den {17440319} 19 maart 1744.
’s Voormiddags alle present, uijtgenomen den heer Cap:t Rudolf Sigfried Alleman bij indispositie.
Op de gedane klagten aan den Heer Gouverneur door den Cap:t van het op gisteren hier ter Rheede gearriveerde oorlogschip de Standvastigheijd Willem de Wijs; dat desselfts opper Luijtenant geduurende de reijse verscheijde swaare Brutaliteijten gepleegt, en sig ook teegens hem geopponeert hadde, waarom hij Cap:tn de Wijs tot voorkominge van alle onheijlen en tot onderhouding van vreede en rust op het Schip. Genoodsaakt was geweest dien Opper Luijtenant in arrest te doen setten en daarinne te houden tot desselfs komst aan dit Gouvernement Is verstaan dat die Saak ter nadere ondersoek sal worden gestelt in handen van den heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz.
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 110-139.¶
Dingsdag den {17440324} 24: maart 1744.
’s Voormiddags alle present.
Als nu met aandagt geleesen en geresumeert weesende het geEerd aanschrijvens van haar Wel Edele hoog Agtb:re de heeren Seventhienen, van den 2: september des gepasseerden Jaars, jongst met het Schip Akerendam hier aangebragt, is na gehoudene ernstige deliberatie best gedagt, dat daarop het navolgende in allen Eerbied sal werden gerescribeert, te weeten.
Dat bij onse onderdanige Letteren van den 15: maart 1742. en 1743. aan wel opgemeld haar Wel Edele Hoog agtb:re pligtschuldig gecommuniceert geworden Sijnde, alles wat ons uijt de Journalen en mondelinge berigten der Commisen op den hoeker de Brak bescheijden geweest, is te vooren gekomen dat derselver attentie eenigsints quam te meriteeren; soo ten opsigte van den grooten aanloop aan het Eijland Madagascar van vreemde natiën Scheepen, waardoor het bekomen van Slaven aldaar hoe langer hoe moeijlijker word gemaakt; als de gedane beloften door Sommige Vorsten van dat Eijland, van de onse voortaan in alle geleegentheeden boven andere natiën te sullen Favoriseeren, mitsgaders ook nopende de Wisselvalligheeden waaraan men den eenen Jaare boven den Andere daar ter plaatse Omtrent den inkoop van Slaven is onderworpen, het welk word veroorsaakt door de Wispeltuurigheijd der inlanders en haare innerlijke Oneenigheeden, wij verders aangaande den voet op denwelken die negotie op sig selfs word gedreeven, niets anders of Ampelders aan gedagte onse Heeren en Meesteren hebben kunnen berigten; eensdeels om dat ons ten dien belange niets sonderlings is te vooren gekomen, en ten anderen weegens dat van onsen kant daartoe alleen gebruijkt wordende, snaphaanen, kruijt, Loot, en voor al Spaance matten, een Saak aan haar Wel Edele Hoog Agtb:re seer wel bekend, men sig in dien opsigte voor het Overige altijd moet reguleeren na die Wil Van dien Land aard, die omtrent de keuse en Waardeeringe van deselve dagelijx van sin verandert, Sulx nergens op Staat kunnende Worden gemaakt het gevolgelijk niet wel doenelijk is iets daar omtrent, ten minsten met eenige Seekerheijd te kunnen vast Stellen. dog dat in het vervolg bij sulke en alle andere geleegentheeden van die natuur naar alles wat eenige speculatie meriteert of waaruijt eenig voordeel voor d’ E: Comp:e soude kunnen worden gehoopt, naaukeurig sal vernomen en het selve neevens onse eerbiedige Consideratiën daarbij gevoegd aan voorseijde onse Heeren en Meesteren Pligtschuldig bekend gemaakt worden.
Dat gelijk het groeijen der Lasten van dit gouvernement in Soo verre deselfe betreckelijk sijn tot de hier aankomende ‘s Comp:s Scheepen, eenen toevallige saak is die dit Comptoir van buijten aankomt en oversulx hoe menagieux dat daarmeede hier ter plaatse word te werk gegaan, egter met geen mogelijkheijd kan worden voorgekomen, en voor al niet wanneer de scheepen van Soo veel Rondhouten, Equipagiegoederen en Provisiën moeten worden voorsien, soo als dit nu Seedert eenige Jaaren herwaarts heeft moeten geschieden, het aan den anderen kant bijna op deselfde Wijse is geleegen met het vergrooten van den omslag deeses Gouvernements en dienvolgens met het toeneemen der Lasten daartoe relatie hebbende, als sijnde het selve een gevolg van Extraordinaire en onvoorkomelijke toevallen dewelke dit Gouvernement thans swaarder als in voorgaande Jaaren komen te drucken; het welk en soo meede dat den voorz: omslag noodwendig heeft moeten toeneemen Sonder dat in dien opsigte nog voor eerst eenige reductie sal kunnen vallen, aan haar Wel Edele Hoog Agtb:re Soo men verhoopt hieruijt volkomen sal komen te blijcken; dat in deese latere tijden ter deeser plaatse niet alleen Extraordinare en Considerable werken hebben moeten worden opgemaakt, en wel voornamentlijk omtrent ‘s Comp:s gebouwen, dewelke in het algemeen bij het aantreeden van den teegenwoordigen heer Gouverneur in de regeering seer slegt gesteld, en sodanig sijn vervallen geweest, dat bij aldien men niet ten eersten de handen aan het werk had geslaagen, om de nodige reparatie en vernieuwinge te doen, veel derselver bereijts seekerlijk al souden ingestord weesen; maar ook dat daar omtrent nog veel sal moeten worden gedaan, voor ende al eer alles gelijk het, behoord wederom in Staat sal kunnen gebragt worden; boven en behalven het geene dat nog dagelijx bij continuatie word verrigt soo in opsigte van de hier vervaardigt wordende Mouille als de: Gebouwen en opstallen die in de baaij Fals worden geconstrueert, mitsgaders eenige fortificatiewerken, waar omtrent egter bij gebrek van Volk en menschen sig dies verstaande nog maar seer weijning heeft kunnen worden gevordert; en wijders dat gelijk alle onse Pogingen altijd daar heenen hebben gestrekt, om de onnodige onkosten ter deeser plaatse af te Schaffen, en met de onvermeijdelijke soo menagieus te werk te gaan als eenigsints doenelijk sij, ook daarmeede Schuldpligtig sal worden voortgevaaren.
Dat den Prijs op de Erwten en Boonen in den voorleedene Jaare bij het aanweesen ter deeser plaatse van den Hoog Edelen heer Gouverneur Generaal Gustaaf Willem van Imhoff soo als sulx bereijts aan meermaals geciteerde onse Heeren en Meesteren bij onse onderdanige Letteren van den 15: maart des voorm:e Jaars is geadviseerd, d’ eerste van Seeven op Vijf, en d’ andere van Ses op vier R.ds. à 48: Sw: Stvr:s ijder de mudde gereduceert, en den Prijs van den hier vallenden Tarw door de Heeren van de Hoge Indiasche Regeering tot groote neerslagtigheijd deesen Coloniers alsoo deselve hier door een gedeelte van de middelen haarer Subsistentie Sijn quijt geraakt, nu Jongst gesteld geworden Sijnde van ƒ8. op 7. Ligt geld de Mudde, dienvolgens op de eene en andere geen verdere reductie soude kunnen vallen, Sonder den Landman alhier buijten staat te stellen, om desselfs Landereijen langer te kunnen bebouwen te meer dewijl den selven met Sijne graanen voor bovengem: prijsen aan d’ E. Comp:ie te Leeveren bereijts Werk genoeg heeft om te kunnen bestaan, ter sake van de swaare onkosten die den Landbouw aan desen uijthoek annex sijn soo weegens het onderhouden en kleeden van de Leijfeijgenen, als het bekostigen der hiermeede ten hoogsten duur Sijnd Bouw gereedschappen, en voor al de waagens waarmeede de Boeren haare waaren over seer moeijelijke weegen en bergen en Sommige derselve Somtijds nog wel 50. 60 en meer mijlen verre uijt het land ten deesen Casteele moeten aanvoeren.
Dat bij den ontfangst en uijtleevering alhier van de goederen, van Batavia aangebragt wordende, de seer geEerde ordres bij haar Wel Edele hoog agtb:re in deesen opsigte gegeeven Pligtschuldig Sullen worden agtervolgd.
Dat, dat in den Jaare 1741. met de Scheepen Teekop en de Duijf alleen 2020. lb oliphants-tanden en dus in vergelijkinge van voorige Jaaren maar Seer Weijnige van hier na Batavia sijn afgescheept, en dat men hier omtrent voor het toekomende niet veel verbeetering te gemoed siet, schoon naderhand of in de twee Laatst gepasseerde Jaaren na rato wat meer van gesegde tanden naar gedagte Indiaasse hoofdplaats sijn afgesonden, dat Sulx alleen voortkomt weegens dat door het bevoorens meenigvuldig doodschieten der Oliphanten en voornamentlijk der geene die best getand sijn geweest, deselve seer sijnde komen te verminderen, en de overige diep in het Land gevlugt, deselve teegenswoordig niet als met seer groote moeijte kunnen werden agterhaald en doodgeschooten, en Wel sodanig dat de geene deeser ingeseetenen die hiervan nog eenigsints hun werk maaken dewelke egter seer weijnig sijn, en hoe langer hoe grooter teegensin daarin komen te krijgen om twee à drie vragten oliphants-Tanden te kunnen magtig worden, somwijlen ses en agt maanden In een geheel Jaar moeten uijtblijven op deese dangereuse en moeijelijke reijsen; waardoor de Winsten die sij andersints Souden kunnen hebben door de groote kosten die Sij dus genoodsaakt sijn te doen, bijna wordende geabsorbeert, het wel soude kunnen weesen dat eenige dier menschen om het weijnige dat sij hier door meer Souden hebben kunnen krijgen, wat Oliphants-Tanden edog op een seer Clandestine Wijse aan eenige Particuliere nu en dan Souden hebben vercogt, alhoewel Sulx nog maar in een geringe quantiteijt sal kunnen sijn geweest, gemerkt de groote voorsorgen die hierteegens ter deeser plaatse dagelijx worden in het werk gesteld.
Voorts aangaande de getrockene wissels door deese en geene officieren van de uijtkomende en retourneerende Scheepen; dat het geld dat deesweegens in ‘s Comp:s Cassa ter deeser plaatse is betaald geworden; is geprovenieert, voor Soo veel men niet beeter weet soo van de alhier door gemelde officieren te geld gemaakte drancken die sij uit het Vaderland op recognitie hadden meede genomen als weegens de bij d’ eene en d’ andere hier aan de Caab vercogte Scheeps bagagie, Provisie kleederen en wat dies meer Sij, der op de reijse overleedene Scheepelingen waarover deselve als volmagten waren aangesteld; boven en behalven dat ook door den Schipper van het Ceijlons retourschipBarend de Bruijn van het geld van sijne alhier getrouwde en meede genomens huijsvrouw in Cassa is geteld geworden een Somma van Rd.s. 10000. waarbij somtijds nog wel soude hebben kunnen komen eenige Penningen door de repatrieerende officieren van Batavia ter deeser plaatse meede gebragt, waarop als doen niet seer naauw gesien sijnde ter sake dat men hier om geld begon verleegen te worden, soos tot den dagelijxen uijtgaaf als tot den inkoop van graanen, en soo ook naderhand van wijnen, en waarom welopgem:e Sijn Hoog Edelheijd van Imhoff op de aan hem deesen aangaand gedane remonstratie behaagd heeft ons te qualificeeren om van de Weescamer en vermogende Particulieren alhier ƒ100.000 teegens 4. p:r C:to Jaarlijx te moogen opneemen, het geene egter door goed overleg tot nog toe niet heeft behoeven te geschieden, soo sal in het vervolg niet alleen hierop beeter agt gegeeven, maar ook sorg gedragen worden dat de bij haar Wel Edele Hoog Agtb:re deesen aangaande gestelde Ordres in alle deelen agtervolgd worden, gelijk met aan den anderen kant ook Pligtschuldig sal beletten en niet meer Permitteeren dat van nu af aan eenige drancken in het Vaderland op recognitie meede gegeeven, hier aan de Wal gebragt en vercogt werden, waar omtrent den independent Fiscaal Pieter Reede van Oudtshoorn thans komt te betuijgen dat hij navolgens pligt voor soo veel hem Sulx aangaat, alle mogelijke precautien sal gebruijken en sijne uijtterste devoiren tot weeringe van dien aanwenden, inmiddels dat bij het aan Land brengen der bevoorens hier vercogte drancken, in ‘S Comp:s Cassa betaald geworden Sijnde de recognitiën dewelke andersints daar voor op Batavia Souden hebben moeten worden voldaan, d’ E. Comp:ne dus geen Schade daarbij heeft geleeden. Maar dat ter Sake dat met Soo weijnige vaten Bier als gesegde onse Heeren en Meesteren op onsen Eijsch van den Voorleedenen Jaare namentlijk 40: Stux herwaarts gelieven te Senden, aan de nodige verstreckinge niet sal kunnen worden gefourneert, laat dan Staan om nog iets daarvan aan Particulieren ‘s Comp:s weegen te kunnen vercoopen en dat ook de Bierpagt dewelke meestendeels Jaarlijx nog al een mooije Stuijver Gelds opbrengd, wanneer dies pagters van geen Bier Sullen kunnen worden voorsien, noodwendig sal moeten te niet Loopen; gedagte haar Wel Edele hoog Agtb:re op het eerbiedigst Sullen worden versogt de goedheijd te willen hebben, om in het vervolg onse Eijschen van gem: drancken in het geheel te laaten voldoen.
Dat weegens dat in het afgeweekene Jaar geen Tabacq uijt het Vaderland is geeijscht, men de vrijheijd moet neemen van te Seggen dat Sulx is geschied om dat deselve doorgaans dit Gouvernement Soo duur word aangereekent, dat deselve met geen winst kan worden vercogt, soo dat dat kruijt in ‘s Comp:s Pakhuijsen alhier moetende blijven Leggen, d’ E. Comp:e op het selve door indrooging en daarop vallende afschrijvinge, eerder Schade als profijt heeft, boven het welke nog veel Contribueert dat teegenswoordig minder Tabacq als voor deesen aan deese ingeseetenen kan worden Gedebiteerd; dat veel derselver door Armoede buijten staat sijn geraakt om aan hunne Slaven, gelijk in voorgaande tijden, weekelijks of nu en dan een Stukje Tabacq te kunnen geeven, en dat ook andere die verre Landwaards in Woonen, Selfs Tabacq tot hun huijsgesins gebruijk beginnen aan te Planten, waarbij op het versoek van den heer Independent fiscaal Van Oudshoorn nog sal werden gevoegd, dat hoe naaukeurig sijn E. daarop laat passen, en wat middelen hij hier teegens in het Werk kom te stellen, des niettemin nog veel Tabacq van de scheepen op een slinkse en voor hem met geen mogelijkheijd na te gaan Sijnde Wijse, hier aan de Wal word gebragt met verdere betuijging dat sijn E soo lang als hij het Fiscalaat alhier heeft waargenomen aan niemand wie hij mogt Sijn, nooijt Permissie daartoe heeft of willen geeven, als alleen Somtijds aan het gemeene ScheepsVolk, en dan nog maar tot een enkeld Rolletje, uijt insigt dat die Menschen buijten dat niets hebben wanneer aan de Wal komen om sig te ververschen en haare quastos goed te maaken.
Dat de bij het Extract uijt den brief door meermaals gen:e onse Heeren en Meesteren onder den 2: Septb pass:o aan Generaal en Raaden van India geschreeven ten reguarde van dit gouvernement gegeevene Ordres, soo noopende de Conditiën op dewelke de Leenplaatsen alhier voortaan in eijgendom sullen moeten uijtgegeeven worden als het oversenden van een Lijst daarvan jaarlijx mitsgaders ook van een aparte notitie agter onsen eijsch van deesen en geene saaden en planten in dit gouvernement benodigt,en het beletten van den aanbreng hier aan de Wal, door wie het Soude moogen weesen van eenige Particuliere goederen Pligtschuldig sullende worden agtervolgd, haar Wel Edele hoog Agtb:re wijders op het onderdanigst Sullen worden bedankt voor de voor deese plaats gedraagen wordende voorsorgen met bij geleegentheijd te Sullen besorgen dat eenige bequame Persoonen van den Rhijn en uijt Vrankrijk , de Cultuure van den Wijnstok kundig, neevens twee capable grutters en twee grut moolens herwaarts werden gesonden sullende wanneer op de scheepen menschen worden gevonden sig het behandelen van de wijn verstaande, deselve navolgens de aan ons hiertoe bij de Heeren Majores verleende Permissie ten dienste deeser Colonie daarvan geligt; ondertusschen dat tot Elucidatie van het deesen aangaande gerequireerde aan soo eevengen: haar Wel Edele Hoog Agtb:re nog in alle eerbied sal werden berigt, dat de hier gebruijkt wordende maaten, met de Amsterdamsse in het minste niet komen te verscheelen, dewijl men sig hier bij het ontfangen en afscheepen der Graanen van geen andere komt te bedienen, als van die dewelke van gesegde plaats herwaarts sijn gesonden, gelijk Sulx nader Sal komen te blijcken uijt een der hier in weesen sijnde Scheepel, welke met de eerst voorkomende Scheepsgeleegentheijd naar het VaderLand sal worden overgesonden; Soo als laatstelijk nog aan meergem:en onse Heeren en Meesteren Pligtschuldig sal werden ter kennisse gebragt, welke Posten alhier met Militie moeten beset, mitsgaders hoe veel officieren, Sergeanten en Corporaals daartoe gerequireert worden, het welke den heer Cap:t Alleman door het formeeren van een Lijst daarvan, Specifice sal moeten opgeeven.
Hierna is aan den oud weesmeester Alexander Coel thans hierom bij geschrifte versoek komende te doen, in eijgendom gegeeven, twee Strookjes Land desselfs plaats gen:t de Schotse Cloof Annex, sijnde te samen omtrent drie hondert roeden groot.
En dewijl den tijd van het opneemen der Burger effecten op handen begind te Schietten, heeft men hierom moeten vast stellen, dat het Selve op Donderdag den Laatsten april mitsgaders Vrijdag en Saturdag den 1: en 2. der aanstaande maand maij sal werden gedaan ten overstaan van den Heer Fiscaal en gecommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie ende Sulx volgens gebruijk hier aan de Caab op d’ oude Cat, mitsgaders aan Stellenbosch ten huijse van den Landdrost en dat op Sodanigen voet als het Selve volgens resolutie van den 6: april 1730. Seedert dien tijd gebruijkelijk is geweest.
Laatstelijk is op het gedane versoek door den heer George Anson Commandeur van het ter deeser Rheede Leggende Engels Oorlogschip Centurium dat aan Sijn Ed: als des vermits den langen tijd die hij is uijtgeweest, ten hoogsten benodigt sijnde, voor Contant mogten werden verstrekt, een Swaar Ancker en Touw, mitsgad:s eenig Touw werk en andere benodigtheden meer, verstaan, dat men aan Gedagten Heer navolgens het ter needer gestelde bij het hoog geagte aanschrijvens van haar Wel Edele Hoog Agb:e de Heeren Seventhienen, het voorm:e Swaar Ancker en Touw neevens Sodanige touwen,en wat dies meer sij als alhier sonder ongerief Sullen kunnen worden gemist, teegens een Capitaal advans voor d’ E. Comp: sal laaten verstrecken.
Aldus Geresolveerde ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 140-153.¶
Dingsdag den {17440331} 31: maart 1744.
’s Voormiddags alle present uijtgenomen den E. Equipagiem Jacobus Moller bij occupatie
Gemerkt het onse Hoog gebiedende Heeren en Meesteren behaagd heeft, navolgens het deesen aangaande, ter needer gestelde bij derselver Hoog geagt aanschrijvens van den 21. novemb: d’ Anno Pass:o den heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel te vereeren met den Titul en qualiteijt van Raad Extraordinaris van India; Sullen dienvolgens Welopgem:e haar Wel Edele Hoog Agtb:re bij ons eerst af te gane ootmoedig Schrijvens van wegens gedagte Heer Gouverneur, voor die genereuse goedheijd en aan hem betoonde gunst in alle onderdanigheijd worden bedankt; met bijgevoegde Eerbiedige Verseekering dat Sijn Edele niet sal afsijn, Sig in allen deele, ten dienste der E. Comp:nie en tot Welweesen van dit hem aanbetrouwde Gouvernement te bevlijtigen, op dat hij door dit middel de dierbare Gunsten van voorseijde onse Heeren en Meesteren hoe langer hoe meer mogt komen te meriteeren.
Sijnde voorts bij overweeginge van seeker Extract uijt den eijsch van retouren uijt India voor den jaare 1745. ‘t welk nevens boven gemelden briefen andere daartoe gehoorende bijlaagen met het aanweesend Schip het Huijs te Marquette hier is aangebragt; goed gedagt dat om Soo veel mogelijk sij, is het niet in het geheel, ten minsten ten deele te kunnen voldoen, aan de daarbij van deese plaats gedane petitie van 30. à 40000: lb Mauritius Ebbenhout met alle naarstigheijd sal worden vernoomen, of men niet een Partij van diergelijk hout bij deese of geene van deese ingeseetenen Sal kunnen magtig worden, en dat ook bij de komst aan dit Gouvernement van franssche Scheepen van Mauritius hier na desgelijx Sullende worden gevraagt, wijders aan de Heeren Superiores in alle Eerbied sal voorgedraagen worden of haar Wel Edele Hoogagtb:r niet Souden kunnen goedvinden dat om van het Eijland Mauritius alwaar men vertrouwd dat het Selve gemackelijk en goedkoop sal sijn te krijgen, Jaarlijx of voor eene reijse Sodanige quantiteijt van voorm:e Ebbenhout te gaan haalen als Sulx Soude worden goedgevonden; een van de hier Permanente hoekers Ter meijen en d’ Hector wierd geëmploijeert; te meer dewijl de Voorz vaartuijgen in haare te rugkomst sonder verlet Rio de La Goa of andere op die Cust geleegene plaatsen aangierende om te Sien of men aldaar ook niet wat Amber de Grijs (:dewelke alhier niet te bekomen is:) en soo ook eenige Oliphants-Tanden, Soude kunnen magtig worden; dit alles sonder oncosten voor d’ E. Comp:nie Sal kunnen geschieden, ter Saake dat voorz: hoekers, waarvan eene hiertoe sonder ongerief voor dit Gouvernement kan worden gemist, dog andersints hier moeten blijven Leggen en tot het doen dier expeditie niet Sterker Sullen behoeven bemand te worden als bereijts Sijn; boven en behalven dat in den derwaarts gaanden hoeker ‘s Comp:s weegen een tamelijke Laading van Caabse wijnen en Tarw afgescheept wordende, om op het voorsz: eijlandt Mauritius of elders ‘t Sij voor Contant of in ruijling van Ebbenhout of andere waaren dienstig voor d’ E. Comp:e gedebiteerd te worden, het seer apparent is dat op het een en het ander een mooije Winst sal komen te vallen.
Laatstelijk is door den heer Cap:tn Rudolf Sigfried Alleman in opvolginge van hem aan het geordonneerde bij Raads-besluijt van den 24. deeser maand maart, heeden ingeleevert het onderstaande berigt schrift.
Aan den Wel Edelen Gestr: heere Hendrik Swellengrebel Raad Extra Ordinaris van India mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &.&. beneevens den E. Agtb:re Politicquen Raadt.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb:n Heeren.’
‘Omme te voldoen aan het deesen aangaande geordonneerde bij Raads besluijt van den 24: deeser lopende maand maart,sal den ondergeteek: na alvoorens hier ter needer gesteld te hebben, dat de Militie in dit Casteel guarnisoen houdende behalven twee Constapels Soo in voorz: Casteel als aan de groote Batterij bescheijden, bestaat uijt de volgende manschap, te weeten,’
‘
1. | Capiteijn en Hoofd van de Militie sijnde den ondergesz: | |
4. | Vaandrigs, waarvan twee doorgaans hier Lieutenants Sijn. | |
9. | Sergeants | |
21. | Corporaals | |
4. | Tamboers en | |
187. | Soldaaten | |
te Saamen | 226. | Coppen. |
1. | Capiteijn en Hoofd van de Militie sijnde den ondergesz: | |
4. | Vaandrigs, waarvan twee doorgaans hier Lieutenants Sijn. | |
9. | Sergeants | |
21. | Corporaals | |
4. | Tamboers en | |
187. | Soldaaten | |
te Saamen | 226. | Coppen. |
‘Wijders de Eer hebben te seggen dat daarmeede uijtwijsens de daarvan gemaakte deesen geannexeerde Plan moeten worden beset, de volgenden Posten, als:’
‘Waartoe bij elke aflossing worden geëmploijeert 94. Coppen, namentlijk’
‘En gelijk met Soo een geringe magt van 226. Coppen alle de voorn:e Posten niet als seer beswaarlijk, en dan nog maar een gebreckelijke Wijse kunnen worden beset, laat dan staan dat men daar meede dit Land teegens een aankomenden vijand soude kunnen deffendeeren, soo agt het den ondergeteek: van Sijnen pligt te weesen om aan Uwe Wel Edele Gestr: en E.E. Agtb:re bij deese geleegentheijd te moeten voordraagen dat uijt aanmeerkinge van het groot terrijn dat hier aan Strand bij Landing van een vijand soude moeten worden gedeffendeert; ‘t welk niet Soude kunnen geschieden sonder dit gantsch guarnisoen en nog meer Militairen Soo men die hier aan handen had uijt dit Casteel te trecken, om deselve aldaar met ende neevens deese Land en Burger Militie te doen ageeren, en dat ook behalven eenige andere buijten Posten en werken die als dan met een genoegsaam aantal manschap meede soude dienen voorsien te worden; de groote Batterij of water schans waaruijt den grootsten teegenstand met geschut moet en kan worden gedaan; om deselve te beveijligen en buijten insultes te Stellen voor de vijandelijke vaartuijgen die daar Souden willen aankomen met 150: à 200: Coppen noodwendig Soude moeten worden bemand, men om aan dit alles te kunnen fourneeren en in Staat te weesen om dit Land onder den bijstand des Hemels tegens een vijandelijke magt met hoop van Succes te kunnen deffendeeren, hier ter plaatse ten minste 500. Soldaaten worden gerequireert ende Sulx nog behalven de nodige officieren om deselve te Commandeeren en aan te voeren mitsgaders de na rato vereijscht wordende Artillerij bediendens waar van men alhier in het geheel gedestitueerd is.’
‘En hiermeede gedenkende aan de geEerde Intentie Uwer Wel Edele Gestr: en E. Agtb:re na beste vermogen te hebben voldaan, blijve ik met alle agting.’
’(:onderstond:) Wel Edele Gestr. Heer en E. Agtb: Heeren Uwer wel Edele Gestr: en E. Agtb:re onderdanigsten dienaar (:was geteekent:) R.S. Allemann. (:in margine:) Overgegeeven in Raade van Politie den 31 maart 1744.’
En is na dies resumptie verstaan dat Conform het daarbij ter needer gestelden na het vaderland sal worden geschreeven, Weegens de posten dewelke alhier met militie moeten worden beset, en soo ook noopende het getal der officieren, sergeanten en Corporaals die men daartoe benodigt heeft, terwijl Wijders haar Wel Edele hoog Agtb:re de heeren Seventhienen nog eerbiedig sullen worden versogt om een gunstige reflectie te willen neemen; op het in het eijnde van gem:e Schriftuur aangehaalden, aangaande de swakheijd van dit guarnisoen, en hoe groot het selve soude dienen te weesen om den aanval van eenen hier aankomenden vijand met hoop van succes te kunnen tegenstaan en afweeren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jare voorz.
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 122, pp. 154-163.¶
Dingsdagh den {17440407} 7 April 1744.
’s Voormiddags present den Edelen Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extra Ordinaris van Neederlands India en Gouverneur en Loco en alle de Leeden, mitsgaders d’ E.E.sg Schippers Jan van Ingen, Jan Miester, Jan Rijnders, Jan Bijland, Douwe JansZ: Mout, Hermanus Quinje en Dirk Quast, dempte den heer Cap:tn Rudolf Sigfried Alleman.
Aangesien den tijd door onse Heeren en Meesteren tot het vertrek van de Retourscheepen der tweede besending van dit Jaar beraamd, bereijts overgestreeken is, en dat het onseeker blijvende wanneer de in geselschap van de aanweesende Retourscheepen Westcappel en het huijs ten Duijne van Batavia vertrockene Scheepen, het Huijs te Rijnsburg , Arnesteijn en Hartenlust Soo deselve deesen uijthoek Somtijds niet voorbij sijn, hier nog wel sullen komen op te daagen, het Winter Saijsoen onderwijl Sterk op handen begind te schieten, behaagden het den Heer Gouverneur te kennen te geeven dat Sijn Edele deese vergadering expres hadde doen beleggen, om aan de in den hoofde deeses gemelde Schippers te kunnen afvraagen hoedanig het met hunne onderhebbende bodems sijnde Westcappel , het Huijs ten duijne soo even geciteerd, mitsgaders d’ Ceijlonsse en Bengaalsse Retourscheepen Sara Jacoba , Scheijbeek , Gooidschalxoord Westhoven en nieuwstad is gesteld en of Sijl: als van alle vereijschte benodigtheeden en potspijs voor de vaderlandsche voijagie voorsien weesende, niet in staat Souden weesen, om gesamentlijk binnen korte daagen van hier te kunnen vertrecken, mitsgaders wijders of aan ijmand van hun; het sij aan Sijne ammonitie van oorlog of andere goederen nog iets quam te mancqueeren waar door Sulx soude kunnen worden verhindert; voegende welopgem:e heer Gouverneur hierbij dat hij deese vrage in opsigte der goederen en ammonitie van oorlog quam te doen, omdat de ordres der Heeren Superiores meede brengen dat de Retourscheepen des benodigt sijnde alhier daarvan na behooren sullen moeten worden voorsien en de Scheeps overheeden daarenboven op het nadruckelijkste gelast en gerecommandeert (:Soo als Sijn Ed: bij deesen is doende:) dat Sijl: om de wille van den haggelijken toestand der Saaken in Europa haar Steeds bij den anderen gecombineerd en haare Scheepen altijd klaar en in staat van defentie sullen moeten houden op Pæne dat den geenen die sig buijten noodsakelijkheijd of ordre van den breeden Raad van de andere komt af te sonderen of door disfortuijn van weer en wind deese Scheepen van een geraakt of verstrooijt Sijnde, Sijn uijtterste devoir niet sal aanwenden om die Wederom bij den anderen te versamelen en sig daarbij te voegen, sal verbeuren alle Sijne te goed hebbende maandgelden douceurs en meede gebragte goederenen bovendien nog gestraft worden met deportement na exigentie van Saaken, mitsgaders wijders deselve Scheeps overheeden nog gewaarschouwt, dat soo dra een van de Heeren Bewindhebberen tot afdanking der Scheepen aan boord sal sijn gekomen, Sij aan Sijn Wel Edele Groot Agtb:re Sullen moeten overgeeven haare Journaalen, op pæne dat den geenen die hierinne in gebrek sal blijven sal verbeuren drie maanden gagie; waarop door gedagte Scheeps overheeden geantwoord sijnde dat in Soo verre wel aan niemand van hun het een en het ander aangaande niets quam te mancqueeren; maar dat des niettemin vermits de Scheepen Scheijbeek , Westcappel , Gooidschalxoord en vooral den laatst gearriveerden bodem Westhoven , boven water, binnen en buijten rondsom moeten gecallefaat en daarenboven voor deselve nog eenige rhaas vervaardigt worden, de weijnige andere defecten die daaraan en aan de andere Scheepen geweest Sijn, bereijts verholpen weesende, Sijl: oversulx met geen mogelijkheijd voor den 15: deeser maand april in Staat van vertrek Sullen kunnen klaar geraaken, heeft men na overweeginge van dit alles moeten besluijten dat deese aanweesende Seven retourscheepen op den 13. deeser maand gemonstert weesende op den 15. daar aan in geselschap van Sodanige andere Scheepen, als onder dies hier uijt India Souden moogen aankomen en teegens dien tijd klaar kunnen weesen, van deese plaats na Neederland Sullen worden voortgesonden; inmiddels dat bij resumptie der Turksse Passen van evengen:e bodems is komen te blijcken dat deselve goed sijn, soo dat men aan deselve hier geen andere sal behoeven bij te Setten; hebbende den Heer Gouverneur nog wijders de overheeden deeser Retourscheepen ernstelijk gerecommandeert dat Soo wanneer bij hun depart van hier of op de reijse eenige wegloopers van deese plaats ‘t Sij Europeanen of Slaven, op haare onderhebbende bodems worden ontdekt, sij deselve ‘t Sij hier of in het Vaderland tot erlanginge haarer wel verdiende Straffe sullen moeten overgeeven, dat Sij alle beloofd hebben te Sullen nakomen.
Sijnde Laatstelijk bij resumptie der Resolutie genomen bij de Overheeden van de voortwaarts gen:e Scheepen Nieuwstad en Gooidschalxoordt de daarbij op onse approbatie gedane verbeeteringen goedgekeurd te weeten.
Op Nieuwstad
Op Gooidschalxoord .
Dog alles op de nadere goedkeuringe onsen Heeren en Meesteren in het Vaderland.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] Jan Van Ingen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] Jan Mijsters
[Signed:] C Brand
[Signed:] Jan Beijnders
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J Bijlandt
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] D J Mout
[Signed:] J:s Möller
[Signed:] H. Quinje
[Signed:] D Quast
C. 122, pp. 164-167.¶
Donderdag den {17440416} 16. April 1744.
’s Voormiddags alle Present uijtgenomen den heer Cap:tn Rudolf Sigfried Alleman.
Op het te kennen geeven van den Heer Gouverneur dat hij op de gedane presentatie door den Commandant van het onlangs van hier vertrockene Engels Oorlogschip de Centurion den heer George Anson; van te Sullen weedergeeven en hierop het Zeehoofd Leeveren vier mattroosen van het aanweesend Schip Bosbeek dewelke sig op sijnen bodem bevonden en door hem Gouverneur wierden gereclameert, mits dat deselve over haare desertie niet Souden worden gestraft; sulx op sijn woord van Eer hadde beloofd, en dat die menschen hierop van gedagte Oorlogschip waaren te rugge gesonden, en aan de Wal geset; is goedgedagt dat voorseijde vier persoonen volgens de gedane beloften bij gesegden Heer Gouverneur gepardonneert moetende blijven, deselve voorts na hunnen bescheijdenen bodem het Schip Bosbeek soo eeven gemeld sullen worden gesonden, sonder verders hier aan de Wal Weeder te mogen komen.
En nademaal tusschen den Schipper van het aanweesend schip Tolsduijn Marten van der Meer en dies opperstuurman Theunis Wijbrandz Kaaij op de reijse wat rusie en verschil is ontstaan, heeft men tot voorkominge van verdere oneenigheeden en verwarringe tusschen die twee persoonen, mitsgaders tot Conservatie van vreede en rust op dien bodem, moeten besluijten dat gedagte opperstuurman Kaaij sal worden verplaatst, op het meede ter deeser Rheede geanckert leggende Schip Huijgewaard , welkers Opperstuurman daar en teegens op dat Schip Tolsduijn sal moeten overgaan.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 168-171.¶
Dingsdag den {17440428} 28. April 1744.
’s Voormiddags alle present uijtgenomen de Heeren Van Oudshoorn en Alleman, mitsgaders den E. Cornelis Eelders.
Naar Lectuure van het geEerd aanschrijvens van Generaal en Raaden van India van den 22: Januarij deeses Jaars; ‘t welk ons ter eeren aan handen is gekomen met het aanweesend Provisie Schip ‘t fortuijn is best gedagt dat om over dies beantwoording finalijk te besoigneeren sal worden gewagt tot dat den Raad Compleet Sal Sijn; maar in opsigte van de daarbij vermelde Mahometaanse Priesters Said Allowie en Kadje Mattavan is vooraf verstaan dat deselfe op het Robben Eijland aan malkander in de ketting geklonken weesende Sullen geplaatst en gehouden worden met Strikte ordre aan den aldaar Posthoudende Sergeant, dat niet alleen op het gedoente en de gangen dier twee bannelingen geduurig een waakent oog sal moeten houden, maar ook boven al op de Swaarste Straffe sorg draagen dat deselve van daar niet komen te echappeeren.
Sijnde wijders nog gearresteerd dat de goederen met voorz: Schip ‘t Fortuijn hier aangebragt; uijtgenomen dat geen ‘t welk d’ E. Comp:nie daarvan tot haar Particulier gebruijk sal komen te benodigen, tegens de helfte van de aanstaande maand Junij Publicquelijk Sullen opgeveijlt en soo veel van deselven vercogt worden als Sulx met het gewoonelijk advans sal kunnen geschieden.
Laatstelijk heeft men vermits den tijd dat ‘s Comp:s Scheepen dit Land willende aandoen in de baaij Fals moeten binnen Loopen, Sterk begind aan te naderen; nog beslooten dat den hoeker Ter meijen neevens eene der ter deeser Rheede Leggende overdekte boots, tot overbrenging der goederen voor de aldaar aankomende Scheepen benodigt en ‘t Laatste vaartuijg om deselve verders ten dienste te staan, met den eersten van hier na gemelde baaij Fals Sullen afgesonden worden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel R Tulbagh
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 172-190.¶
Vrijdagh den {17440508} 8. maij 1744.
‘S Voormiddags alle present uijtgenomen d’ Heer Rudolph Sigfried Alleman.
Na dat op heeden nogmaals was geleesen en geresumeert geworden het Hoog geagt aanschrijvens van Generaal en Raaden van India van den 22: Januarij deeses Jaars bij voorgaande Resolutie vermeld; is best gedagt dat op de daarinne geinsereerde materiën het volgende in alle Eerbied sal worden geantwoord te weeten.
Dat soo ten opsigte van het werk aan de alhier opgemaakt wordende Mouille als aangaande het Stigten van een nieuwe Kerk in het Land van Waveren , aan haar Wel Edele groot Agtb:re onder den 9: maart Pass:o in het breede geschreeven, en de Opstallen in de baaij Fals tot het voorgestelde oogmerk genoegsaam klaar en in staat gebragt weesende, men wijders haar Hoog Edelens sal berigten dat niet alleen al over lang een bequame plaats in het Swarte Land is gedesigneert geworden om aldaar meede een nieuwe kerk op te bouwen, maar dat ook daarmeede bereijts een begin Soude Sijn gemaakt; ten waare men daarinne niet was verhindert geworden, door gebrek van Vaderlandsch houtwerk en soo ook Weegens dat het andere en verdere daartoe benodigde houtwerk ‘t Welk in de soo genaamde groot vaders Bosch word gekapt, tijd heeft moeten hebben om te droogen, het geen ook oorsaak is geweest dat met het voltooijen van het groote gebouw in het Land van Waveren dienende tot een woning voor den Eerw:e Predikant Meijering mitsgaders om tot dat de Kerk sal sijn opgemaakt, den Godsdienst in een daartoe ruijm Sijnde vertrek te verrigten, eenigen tijd heeft getardeert, maar dat alsoo men nu van bovengem:en houtwerk is voorsien geworden, sonder langer vertoef ordre sal werden gesteld dat met de hier bevoorens geciteerde gebouwen met de eerste geleegentheijd een begin gemaakt en deselve met allen mogelijken ijver worden voortgeset; en aangaande het oprigten van Schoolen hier ten platten Lande, dat alschoon twee Krankbesoekers Soo hiertoe als het Waarneemen van hunnen verdere dienst, van de uijtkomende Scheepen sijn geligt en in de buijten districten alhier geplaatst geweest, Sulx egter tot nu toe tot ons Leetweesen weijnig heeft kunnen opneemen, om dat eene dier Krankbesoekers om de reedenen vermeld bij ons Schrijvens van den 21: december des afgeweekenen Jaars van hier heeft moeten worden gedimitteert en de andere nu vermits door de vallende Siekte waarvan Selfs in de Kerk alhier geduurende den Gods-dienst een Acces heeft gehad, tot het waarneemen dier diensten buijten Staat is, op sijn versoek thans van hier na het Vaderland staande te vertrecken, men voor als nog geen andere bequame Subjecten om deselve te remplaceeren op de Scheepen heeft kunnen vinden; soo dat om voorz: beroepen bij de gemeente in het Land van Waveren waar te neemen als voorleeser met ƒ16. ter maand heeft moeten aangesteld worden eene inboorling deeser plaatse gen:t Jan Verbeek, denwelken na Examintie daartoe bequaam is gevonden; dat ook indiervoegen met het vervullen der overige ten platten Lande openstaande plaatsen sal worden gehandelt, soo wanneer in het korte geene Sieken-Troosters met de nodige begaafdheeden voorsien met de Patriaasse Scheepen hier komen op te daagen, en dat ter deeser plaatse persoonen hiertoe in Staat kunnen gevonden worden. Inmiddels dat het verdere geordonneerde bij den Hoog Edelen Heer Gouverneur generaal Gustaaf Willem Baron van Imhoff bij desselfs Jongste aanweesen aan dit Gouvernement na uijtterste vermogen Pligtschuldig sal agtervolgd en de Heeren Majores wijders in Corformiteijt van het geEerd bevel van haar Hoog Edelens tot Batavia op het eerbiedigst versogt worden, dat het haar behaagen mogt ter oorsake dat tot volvoeringe van sommige der nieuwe aanbevoolene werken en voor al tot voortsetting van den arbeijd aan boven vermelde Mouille mitsgaders het opwerpen van de Linie aan het Strand alhier, mitsgaders het opmaaken der nieuwe Fortificatie Werken aan en teegens dit Casteel aan de Zeekant (:omtrent Welke Laatste bij gebrek van Werksvolk nog maar Seer weijnig heeft kunnen Worden gevordert:) een goed aantal van Slaven worden gerequireert, daar die dewelke men hier aan handen heeft, pas kunnen sufficieeren om het dagelijx werk alhier gaande te houden een Schip van omtrent 125. à 130. voeten Sodanig toegerust en opgebouwd als men gewend is op de buijten Cust van Africa tot den Slaven handel te emploijeeren, en vooral tot eviteering van de Lange reijsen op de Zeijlagie gemaakt, herwaarts te Senden, om dan tot afhaalinge eener goede quantiteijt slaven van het Eijland Madagascar ten behoeven van dit Gouvernement te gebruijken, in Steede van den hoeker de Brak denwelken dog uijt hoofde van de daar aan sijnde gebreeken niet alleen tot het doen van die togt gantsch buijten staat is, maar ook nog gelijk men vreest op sijn best genomen, weeder in staat sal sijn te brengen, om met de hiertoe nu eerst na veel moeijte en soekens in de Boschgagien alhier gevonden sijnde houtwerken bij Continuatie na de hier bij geleegene baaijen te kunnen vaaren; en dat wijders haar Wel Edele groot Agtb:re voor haare in deesen gedraagen wordende voorsorgen op het onderdanigst Sullen worden bedankt, in eerbiedige verwagting dat het Project om van Batavia na gesegd Eijlandt ten eijnde als evengemeld een Schip te senden ter uijtvoer sal hebben mogen worden gebragt, te meer dewijl het wel Soude kunnen gebeuren dat het nog eenigen tijd aanliep voor ende aleer voorsz: te Petitioneeren staande Schip uijt het Vaderland hier quam op te dagen.
Dat gelijk bij onse ootmoedige Letteren van den 2: en 28. Aug:s des voorl: Jaars aan de Heeren Superiores pligtschuldig is kennisse gegeeven van de komst ter deeser Rheede in de quade Mousson eenige weijnige dagen voord’ Expiratie van het daartoe bepaalde Termijn, van Sommige uijtkomende Scheepen men dienvolgens sal blijven afwagten wat deselve hier omtrent nader sullen gelieven te ordonneeren, en ondertusschen pligtschuldig in agt neemen het geannoteerde ten belange der Scheepen die het sij in het begin of kort voor d’ Expiratie van den verbodenen tijd in deese Tafelbaaij souden mogen komen te havenen.
Dat men ook het geordonneerde in opsigt van geen Tarw meer van hier na Batavia te senden voor dat men daarmeede in de Pakhuijsen ter deeser plaatse al te veel sal sijn belemmert, eerbiedig sal opvolgen en daarenteegens al gaande weg bij dies Leverantie soo veel Erweten en boonen tot voldoeninge van den gedaanen eijsch afscheepen als men maar eenigsints magtig sal kunnen worden; alhoewel men bedugt is dat het volle getal daar van, voornamentlijk van de eerstgem:e uijt hoofde dat dies gewasch door de voorgaande ongemacken en daarop gevolgde swaare droogte voor het meerengedeelte is mislukt, niet sal kunnen voldaan worden.
Dat met soo veel Leetweesen als verwondering gesien sijnde dat het met de van hier na Batavia afgescheept wordende wijnen hoe langer hoe slegter word, in deesen opsigte niets anders of verders kan worden gesegd, dan alleen dat soo het eenelijk van de eerst versondene was geweest, dat eenige Leggers niet soo wel geconditioneert als het wel behoord waaren overgekomen, Sulx Soude hebben kunnen worden toegeschreeven aan de groote haast die daarmeede is gemaakt en den weijnigen tijd die men heeft gehad om het vaatwerk Wijnnig te maaken; maar dat het ook indiervoegen bij Continuatie gesteld blijft met de daarna afgescheepte dit eene Saak is (:’t Sij met eerbied gesegd:) die niet kan begreepen en nog minder geweeten worden waar van daan het selve komt, gemerkt die Wijnen van de beste soort die ter deeser plaatse vallen geweest, en omtrent deselve gelijk men haar Wel Edele Groot Agtb:re op het onderdanigst kan verseekeren Sulx soo te weesen geensints alhier eenige morssereijen gepleegt, of daarmeede de minste baatsugt beoogd weesende, voorts bij dies besorginge en afscheepinge alle mogelijke precautiën in het Werk sijn gesteld, soo dat word vertrouwd dat wanneer haar Hoog Edelens tot Batavia eens hier bij gelieven aan te merken, dat volgens de eenparige getuijgenisse der officieren van het grootst gedeelte der Jongst hier gepasserde uijtkomende Scheepen, de Caabse Wijnen die Sij in het Vaderland tot Consumptie op de reijse hebben meede gekreegen dewelke van de Selfde Soort Waaren, als die dewelke na Batavia sijn afgescheept bij Continuatie goed gebleeven Sijn; gelijk dit bij beproevinge derselver ter deeser plaatse ook is gebleeken en dat het meede dus is gesteld geweest, met de consumptie wijnen van sommige Retourscheepen dit Jaar hier aangeweest, dewelke van de hier meede genomene quantiteijt voor Batavia sonder die aldaar af te geeven, in de bodems voor de terugreise waaren gebleeven Sij hun bij nadere Examinatie deeser Saak Sig niet alleen wel verseekert Sullen gelieven te houden, dat door de geene die het alhier aangaat omtrent het inkoopen, besorgen en afscheepen der Soo dikwils gen:e wijnen volgens Eed en pligt is gehandelt, maar dat ook dies slegte gesteldheijd aan andere oorsaaken dan die dewelke hier terplaatse haaren oorspronk Souden kunnen hebben, Souden kunnen worden geattribueert. En is wijders bij deese geleegentheijd om niets onbesogd te Laaten van dat geen t’ welk tot prevenieering dat hier omtrent door wien het Soude mogen weesen eenige fraudes in het vervolg souden kunnen worden gepleegt kan Contribueeren, verstaan, dat met de van hier Soo na India als na het vaderland afgescheept wordende wijnen bij Continuatie sullende worden gehandelt, op den voet soo als sulx is vastgesteld bij Resolutie van den 14. Januarij Pass:o wijders de Leggers voor India met ‘s Comp:s sjap sullen gebrand en van elk van die vaten als se gevuld en na behooren Sullen besorgd weesen, een bouteille in presentie der Scheeps Overheeden die de Selve Sullen overvoeren sal worden afgetapt, dewelke dan met ‘s Comp:s merk beseegeld en als de Leggers genommert weesende, daar neevens tot een proef sal overgesonden worden.
Dat dewijl de Retourscheepen van de tweede besending ter deeser plaatse sijn aangekomen na het vertrek van die van de eerste, dewelke alle na het geeerd bevel onser Heeren en Meesteren van hier sijn afgevaardigd, men over de eerstgemelde mitsgaders de in haar geselschap van hier vertrockene Bengaalsse en Ceijlonsse Retourscheepen na de ordre en ‘t gebruijk tot Wimpel Voerder heeft aangesteld den oudsten Schipper voor de Præsidiale Camer Middelburg repatrieerende Jan van Ingen op het Schip Westcappel bescheijden.
En Laatstelijk dat behalven sodanige paarden als bij haar Wel Edele Groot Agtb:re worden gedenoteerd waarna sal worden omgesien, geen andere van hier na Batavia Sullen overgesonden Worden.
Hierna geleesen sijnde seeker versoekschrift bij den Predikant Frans Le Sueur op heeden ingeleevert, waarbij Sijn Eerw:e komt te versoeken dat dewijl nu kortelings uijt de nalatenschap van wijlen desselfs Schoon vader den oud ondercoopman en dispencier d’ E. Johannes Swellengrebel bij Publicque vendutie heeft gecogt Seekere plaats ofte hofsteede aan het Ronde Bosje geleegen, hij hierom behoudens desselfs rang en qualiteijt uijt den dienst der E. Comp:ne mogt ontslagen en hem verders gepermitteert werden hier terplaatse buijten deselve te blijven woonen; is bij aanmerkinge van dien, en Soo ook dat desselfs verbonden tijd bijna over de vijf jaaren is geëxpireert, hem desselfs versoek invoegen voorz. Geaccordeert, onder deese expresse Conditie nogtans dat sijn Eerw:e volgens desselfs eijge aanbieding Sijnen dienst soolang sal moeten blijven Waarneemen tot dat eenen anderen Leerraar hier uijt het Vaderland Sal sijn gekomen om hem te kunnen vervangen; des sullen haar Wel Edele Hoog Agtb:re de Heeren Seventhienen bij ons eerst af te gane Schrijvens op het eerbiedigst Worden versogt de goedheijd te willen hebben, behalven den bereijts versogten Predicant tot remplaceering van den over twee jaaren van hier gerepatrieerden Leeraar Henricus Cok nog eene anderen in steede van geciteerden Frans Le Sueur herwaarts te senden.
Aldus Geresolveerd ene Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 191-192.¶
Maandagh den {17440511} 11. maij 1744.
Voormiddags alle present, behalven den heer Cap:tn Rudolph Sigfried Alleman.
Op het gedane Versoek van den Engelsche Stuurman Robbert Kallewaij, denwelke van het Jongst ter deeser plaatse aangeweest sijnde Engels jagt Swift , hier met secreete ordres voor de ter deesen plaatse aankomende Engelsche Scheepen is gebleeven, om ter saake dat dit jaar geen Engelsche Retourscheepen hier meer verwagt worden, met eene der ter Rheede Leggende retourbodems te mogen overvaaren, is hem Sulx toegestaan, mits betaalende het daartoe Staande Transport en Costgeld.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 193-201.¶
Sondagh den {17440517} 17: maij 1744.
extra ordinaire vergadering alle present, uijtgenomen den heer Cap:tn Rudolph Sigfried Alleman.
Na dat het den Heer Gouverneur behaagd had, de Leeden des Raads te Communiceeren, dat sijn Edele, vermits den tijd binnen denwelken ‘s Comp:s Scheepen binnen deese Tafelbaaij niet mogen komen te anckeren, bereijts op handen was genadert, op den 15: deeser na het Robben Eijland om aldaar den tijd van veerthien dagen voor dreg te blijven Leggen, had gesonden ‘s Lands-boot Welvaren, en dies quartierm:r geordonneert, dat soo dra hij een Schip uijt der Zee sal sien aankomen, den Steeven naar deese Caabse Rheede wendende, hij derwaarts sal hebben te vaaren en de Overheeden van het Selve wel te verstaan als het een Comp:s Schip is, gelasten dat Sijl: in opvolginge der seer geëerde ordre van onse Heeren en Meesteren, haare reijse na deese Tafelbaaij niet verder Sullen hebben voortte setten maar daar en teegen den Steven Wenden naar de baaij Fals en aldaar in de Simons Baaij ten ancker komen; en verders dat wanneer soo een Schip voor ende al eer hij quartiermeester bij het Selve konde komen of van het bovenstaande verwittigen bereijts soo ver was geavanceert dat hij met geen mogelijkheijd de hoek van de houtbaaij konde te boven komen, hij quartiermeester als dan de Overheeden van het Selve Sal moeten ordonneeren, dat Sijl: sonder verder te gaan bij het voorsz: Robben Eijlandt sullen moeten anckeren en een N:W:t of andere gunstige wind afwagten om van daar soo als boven is gemeld naar de baaij Fals voortteseijlen; Is vervolgens geleesen seekere missive door de Overheeden van het op gisteren naar het vallen van den avond bij even geciteerde Robben Eijlandt ter houw gekomene Chinaas Retourschip Guntersteijn ; waarbij deselve te kennen gegeeven hebbende dat hun Roer en Scheg door swaar weer hebben verlooren dog haar tuijg nog behouden, dat haaren onderhebbenden bodem van de voor tot de agtersteeven uijt malkanderen en verrot is, voorts dat de ijsere bouten sodanig uijt het Schip sijn werkende dat men veel derselver soo door het Leggen van Loode Lappen daarop als andersints heeft moeten inhouden, dat ook de naaden op het bovenste dek Soo considerabel open en toegaan, dat om deselve soo veelmogelijk was digt te kunnen houden, Plancken en Zeijldoek daarop hebben moeten worden gelegd; dat geduurig met twee Pompen hebben moeten pompen en voorts in het Schip vier à vijf voeten Water gehad; met bijvoeging dat Sijl: naar agthien dagen sonder Roer in Zee te hebben gedreeven; op den 14. deeser maand een ander roer naar Scheeps gebruijk Soo goed gefabriceert als men konde, weeder hadde aangekreegen, en dat Sijl: was het doenelijk geweest in de baaij Fals souden sijn binnen geloopen, dog dat door harde Winden en als met een Roerloos Schip niet dervende hazardeeren sig daar binnen te begeeven, daar voor bij Waaren geraakt; Soo als Sijl: aan den anderen kant door teegenwinden de Saldanhabaaij niet kunnende besteevenen sig genoodsaakt hadden gevonden om bij het voorz: Robben Eijlandt vermits de slegte gesteldheijd van hun Schip niet toeliet dat Sijl: langer in Zee Souden blijven, ten ancker te komen; Weiders komen te versoeken dat het aan haar om de geallegueerde reedenen mogten werden gepermitteerd van haar geciteerde Legplaats ter deeser Caabse Rheede op te komen, om als dan te kunnen werden ondersogd hoedanig het verders met hunnen onderhebbenden bodem is gesteld; heeft men na dat in ernstige deliberatie was genomen wat in deesen ter Sake van de daar teegens hier Leggende Ordres en ten anderen Weegens de nood waarin Sig dat kostelijke Schip komt te bevinden, tot Welweesen van het selve best Soude dienen gedaan te worden, bij overweeging dat het voor die Kiel dus gesteld Sijnde volstrekt ondoenelijk is om voor al thans in dit Winter Zaijsoen wanneer men niet als Storm en onweer dagelijx heeft te wagten, van meermaals gen:e Robben Eijlandt naar de baaij Fals te Zeijlen, en dat deselve ten anderen om van dat Eijlandt naar de Saldanhabaaij te gaan, daar ter plaatse na een Z:O:t Wind Soude moeten blijven wagten, het geen dat Schip als het Selve naderhand nog nodig mogte worden gevonden, vrij gemackelijker in deese Tafelbaaij kan doen, nademaal het Selve daarinne voor de in deesen tijd des Jaars regeerende Swaare N:W:te winden veel Secuurder Sal Leggen als besijden het gesegde Eijlandt mitsgaders wijders nog dat soo wanneer dit Schip Guntersteijn somtijds moest werden ontlost, Sulx ter deeser Rheede soude moeten werden gedaan, gemerkt in voorseijde Saldanhabaaij daartoe geen geleegentheijd is, boven en behalven dat die kiel daarinne, ten waare deselve moest werden geset, waartoe dan gesegde Saldanhabaaij Soude moeten werden gekoosen, niet Soo Spoedig Soude kunnen werden gerepareert als alhier; hierom en gedenkende dat in dit geval eene volstrekte en onvermeijdelijke noodsakelijkheijd exteert, om dewelke men konde en moest afwijken van de in deesen opsigte gestelde ordres, en dat dienvolgens hiermeede geensints teegens het over die materie ter needer gestelde bij het hoog geagt aanschrijvens van Generaal en Raaden van India van den 22. Jann. Deeses jaars sal sijn gehandelt, best gedagt dat aan de overheeden van dikwils gen:e Schip Guntersteijn sal werden toegelaaten om met haaren onderhebbende bodem ter deeser Rheede te mogen opkomen.
Aldus Geresolveerd ene Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 202-213.¶
Dingsdag den {17440519} 19. maij 1744.
’s Voormiddags alle present uijtgenome den Heer Cap:tn Rudolph Sigfried Alleman.
Op Gisteren in deese Tafelbaaij ten ancker gekomen sijnde, het bij Resolutie van den 17: deeser vermelde Chinaas Retourschip Guntersteijn ; is verstaan dat den Schipper van het aanweesend Schip ‘t Fortuijn Cornelis Booijsz: neevens den gesaghebber van den hoeker Ter meijen Jan Knoop soo denselven hiertoe tijdig in de baaij Fals mogt komen te arriveeren en van daar herwaarts opkomen mitsgaders den geweesenen gesaghebber van den Hoeker de Hector Gerrit van der Port, bij geschrifte expres sullen werden gecommitteert omme ten overstaan van den E. Equipagiemeester Jacobus Moller ende geadsisteerd met den Baas van s’ E. Comp:s werf alhier Barend van Dockum en de Scheeps-Timmerlieden der voorn:e twee Scheepen op het naauwkeurigste te ondersoeken hoedanig het met gedagte Schip Guntersteijn is gesteld; of de daaraan gevonden wordende gebreeken niet sodanig souden weesen te repareeren, dan dien bodem daar door in Staat quamte geraaken, om desselfs verdere voijagie van hier na Europa met volkomen gerustheijd te kunnen voortsetten, en soo Ja of de daaraan te doene reparatiën in deese Tafelbaaij Sullen kunnen geschieden, dan Wel of dat Schip Guntersteijn hierom van deese na de Saldanhabaaij sal moeten worden afgesonden; mitsgaders wijders nog om hun oordeel te geeven Weegens de Laading van dien bodem namentlijk of die kiel ‘t sij om de voorsz: visitatie daaraan te doen, of om gerepareert te worden, dan wel ter Sake van eenige defecten dewelke Sig aan voorn:e Laading souden kunnen komen te bevinden als andersints, sal dienen ontlost te worden ofte niet.
Ter Saake dat de Smeeden en Wagenmakers alhier Seedert een geruimentijd herwaarts op een altoos thans niet meer exteerende pretext, voor de door haar ten gebruijke deesen goede ingeseetenen en voor al vanden Landman gemaakt wordende werken, exhorbitante geld eijschen komen te doen, en Sig die ook doen betaalen, ‘t geen niet weijnig tot veragteringe van den Landbouw ter deeser plaatse komt te strecken; is om hierinne te voorsien na Lectuure van Seeker Schriftuur door Burgerraaden deeser plaatse, mitsgaders Land-drost en Heemraaden der buijten districten over deese Materie ingeleevert, den Prijs op de voorsz: voor den Landman en andere vervaardigt wordende werken gereguleert en vastgesteld als volgt te weeten.
Den Wagenmaker, voor | |
1. Speel Wagen met beschoot en Leeren kisje, Bank en Caret. | Rd:s60:-:-: |
1. nieuwe Paardewagen, met kist banken, karet en Leeren | d:o 50:-:-: |
1.nieuwe ossewagen | d:o 45:-:-: |
2. agterwielen van een ossewagen | d:o 13:-:-: |
2. voorwielen d:o d:o | d:o 10:06:-: |
1. nieuwe ploeg met sijn toebehooren | d:o 12:-:-: |
1. voorstel Van eenossewagen | d:o 6:04:-: |
1. nieuwe Egh | d:o 5:-:-: |
1. Buijk van een wagen met Sijn toebehooren | d:o 4:-:-: |
1. Agterstel tot een wagen | d:o 5:04:-: |
1. Paar Leeren | d:o 4:-:-: |
1. Voortang van een Paardewagen | d:o 3:04:-: |
1. Paar Ploeg Wielen | d:o 3:-:-: |
1. kruijwagen | d:o 3:-:- : |
1. As in een wagen | d:o 2:04:-: |
1. Dissel-Boom | d:o 1:-:-: |
1. Voorswengel van een Paardewagen | d:o 1:-:-: |
1. Voorschamel | d:o -:06:-: |
1. Agter d:o | d:o 1:-:-: |
1. kruijwagen wiel | d:o 1:-:-: |
1. draaijbord | d:o -:04:-: |
1. Langwagen | d:o -:04:-: |
1. Juk met Scheijen | d:o -:04:-: |
1. rong | d:o -:01:-: |
1. velling in een Wiel gestooken | d:o -:03:-: |
1. Spaak | d:o -:03:02: |
Den Wagenmaker, voor | |
1. Speel Wagen met beschoot en Leeren kisje, Bank en Caret. | Rd:s60:-:-: |
1. nieuwe Paardewagen, met kist banken, karet en Leeren | d:o 50:-:-: |
1.nieuwe ossewagen | d:o 45:-:-: |
2. agterwielen van een ossewagen | d:o 13:-:-: |
2. voorwielen d:o d:o | d:o 10:06:-: |
1. nieuwe ploeg met sijn toebehooren | d:o 12:-:-: |
1. voorstel Van eenossewagen | d:o 6:04:-: |
1. nieuwe Egh | d:o 5:-:-: |
1. Buijk van een wagen met Sijn toebehooren | d:o 4:-:-: |
1. Agterstel tot een wagen | d:o 5:04:-: |
1. Paar Leeren | d:o 4:-:-: |
1. Voortang van een Paardewagen | d:o 3:04:-: |
1. Paar Ploeg Wielen | d:o 3:-:-: |
1. kruijwagen | d:o 3:-:- : |
1. As in een wagen | d:o 2:04:-: |
1. Dissel-Boom | d:o 1:-:-: |
1. Voorswengel van een Paardewagen | d:o 1:-:-: |
1. Voorschamel | d:o -:06:-: |
1. Agter d:o | d:o 1:-:-: |
1. kruijwagen wiel | d:o 1:-:-: |
1. draaijbord | d:o -:04:-: |
1. Langwagen | d:o -:04:-: |
1. Juk met Scheijen | d:o -:04:-: |
1. rong | d:o -:01:-: |
1. velling in een Wiel gestooken | d:o -:03:-: |
1. Spaak | d:o -:03:02: |
de Smit, voor | |
1 Paardewagen Beslagen | d:o 50:-:-: |
1. Osse d:o d:o | d:o 50:-:-: |
1. nieuwe Ploeg beslaagen met Schaar en kouter | d:o 15:-:-: |
1. agter Ploeg beslaagen | d:o 3:-:-: |
1. Beugel met een ketting tot een Ploeg | d:o 2:04:-: |
1. nieuw Ploeg Spil | d:o 1:02:04: |
1. kouter | d:o 1:04:-: |
1. Ploeg Schaar aangelegt | d:o 1:-:-: |
1. nieuwe roeij opgeslaagen voor een ossewagen | d:o -:05:02 |
1. d:o d:o d:o Paardewagen | d:o -:05:02 |
1. Paar Scheenen | d:o 2:04:-: |
1. oude roeij opgeslaagen | d:o -:02:-: |
1. voet ketting | d:o -:02:04 |
1. Juk haak met een Cram | d:o -:02:-: |
1. Graaf | d:o 1:-:-: |
1. Pik | d:o 1:-:-: |
1. Egtand | d:o -:01:-: |
1. hout bijl | d:o -:06:-: |
1. hand d:o | d:o 1:-:-: |
1. Beslag d:o | d:o 1:-:-: |
1. dubbelde Trekband | d:o -:02:-: |
1. Enkeld d:o | d:o -:01:-: |
1. Ploeg Schaar | d:o 3:-:-: |
de Smit, voor | |
1 Paardewagen Beslagen | d:o 50:-:-: |
1. Osse d:o d:o | d:o 50:-:-: |
1. nieuwe Ploeg beslaagen met Schaar en kouter | d:o 15:-:-: |
1. agter Ploeg beslaagen | d:o 3:-:-: |
1. Beugel met een ketting tot een Ploeg | d:o 2:04:-: |
1. nieuw Ploeg Spil | d:o 1:02:04: |
1. kouter | d:o 1:04:-: |
1. Ploeg Schaar aangelegt | d:o 1:-:-: |
1. nieuwe roeij opgeslaagen voor een ossewagen | d:o -:05:02 |
1. d:o d:o d:o Paardewagen | d:o -:05:02 |
1. Paar Scheenen | d:o 2:04:-: |
1. oude roeij opgeslaagen | d:o -:02:-: |
1. voet ketting | d:o -:02:04 |
1. Juk haak met een Cram | d:o -:02:-: |
1. Graaf | d:o 1:-:-: |
1. Pik | d:o 1:-:-: |
1. Egtand | d:o -:01:-: |
1. hout bijl | d:o -:06:-: |
1. hand d:o | d:o 1:-:-: |
1. Beslag d:o | d:o 1:-:-: |
1. dubbelde Trekband | d:o -:02:-: |
1. Enkeld d:o | d:o -:01:-: |
1. Ploeg Schaar | d:o 3:-:-: |
Des sal bij Publicatie en affixie van Placcaten aan alle ende een ijgelijk deeser ingeseetenen Sig met voorz: ambagten erneerende wel expresselijk worden verbooden, om van nu af aan voor elk Stuk werk hier bovengemeld; dat door haar voor deese ingeseetenen Sal worden in gereetheijd gebragt en in Sijn Soort goed en van de vereijschte deugd sal moeten sijn, meer te eijschen of te neemen als soo even is vermeld, op pæne dat anders doende na exigentie van Saaken, ‘t Sij met stilstand van neeringe voor een Seekeren tijd, geld Boetens ter arbitragie van den regter als andersints sullen gestraft worden, en sal hiervan aan meermaals gen: Werk Baasen tot hun narigt Copia authenticq worden afgegeeven.
Vervolgens is ook geleesen Seeker vertoog door de Directeurs van het mijn werk: alhier in de volgende bewoordingen gepresenteert.
Aan den Wel Edele Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extra Ordinaris van Neederlands India en Gouverneur aan Cabo de Goede Hoop met den Ressorte van dien, beneevens den E. Agtb:r Politicquen Raadt.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E. Agtb:re Heeren’
‘Geeven reverentelijk te kennen de Directeurs van de geoctroijeerde Societijt der Bergwerken alhier, hoe bij de Supplianten ingesien Sijnde dat tot onderhoudinge van goede Ordre op voorz: Bergwerken voor allen noodsakelijk Was, dat aldaar een vast Reglement wierd beraamt, waar naar een ieder der daaraan bescheijdene dienaren in ‘t quijten van Sijn pligt Sig Soude hebben te gedraagen; bij hun Suppl:t ten dien fine eenige Poincten, Conform de Brandenburgsse en haartse Berg Ordonnanties Sijn ingesteld, dewelke Sij Suppl:tn de vrijheijd neemen, neevens deesen te voegen, en aan Uw Wel Edele Gestr: en E. Agtb:re voor te draagen, met neederig versoek dat ‘t Uw Wel Edele Gestr: en E. Agtb:re behaagen mogte die te Confirmeeren en aan deselve de kragt van een Permanente Grondwet ten opsigte van voorsz: Berg-Werken te verleenen (:onderstond:) ‘T Welk doende &.’
En is na Overweeginge van Saaken, het ontworpene en bij voorz: Schriftuur gevoegde Reglement, door voorz: Directeurs tot narigt voor haare in dienst hebbende en aan het voorsz: mijnwerk arbeijdend dienaaren goedgekeurt en bekragtigt.
Sijnde wijders op het te kennen geeven van den Heer Gouverneur dat dewijl d’ E. Comp:en weegens den vermeerderden omslag in ‘s Comp:s kelders alhier hierom grootelijx was verleegen, sijn Edele op de Jongst gehoudene Vendutie der nalatenschap van Wijlen den oud ondercoopman en dispencier d’ E. Johannes Swellengrebel, hadde doen incoopen Ses Stuk-vaten, goedgedagt dat deselve ten dienste der E. Comp:e sullen ingehouden en voordat geen ‘t welk die vaten komen te koste, te weeten door malkander gereekent weesende R.d. 287:6:-: bij de Boeken deeses Gouvernements behoorlijk ingenomen worden.
Hierna gedelibereert sijnde omtrent den Prijs waarvoor sommige goederen nu Jongst uijt het Vaderland alhier aangebragt, sullen kunnen worden gedebiteerd, op dat d’ E. Comp:e de vereijschte Winsten daarop mogt komen te erlangen, is diesweegens beslooten dat de volgende Coopmanschappen en goederen voor de daar besijden gestelde Prijsen Sullen worden vercogt namentlijk.
Pijpeduijgen 't groot hondert | R:x 23 1/4. |
Stijfsel de 3. lb. | d:o - 1/4. |
Aluijn d:o | d:o - 1/4. |
Coornschoppen 't Stuk | d:o - 3/4. |
graven d:o | d:o 1:- |
Beslage Schoppen d:o | d:o - 1/2. |
Wit, Ruuw, Blaauw garen 't lb | d.o - 7/8. |
Zeegel Lak d:o | d:o 1 5/8. |
Zeijlgaarn d:o | d:o - 1/4. |
heele Leggers Schooven | d:o 5 3/4. |
Pijpeduijgen 't groot hondert | R:x 23 1/4. |
Stijfsel de 3. lb. | d:o - 1/4. |
Aluijn d:o | d:o - 1/4. |
Coornschoppen 't Stuk | d:o - 3/4. |
graven d:o | d:o 1:- |
Beslage Schoppen d:o | d:o - 1/2. |
Wit, Ruuw, Blaauw garen 't lb | d.o - 7/8. |
Zeegel Lak d:o | d:o 1 5/8. |
Zeijlgaarn d:o | d:o - 1/4. |
heele Leggers Schooven | d:o 5 3/4. |
Laatstelijk is ter oorsake dat den tijd van de verpagting van ‘s Lands gemeene middelen en inkomsten wederom begint aan te naderen gearresteerd dat men diesweegens Billiëtten sal doen affigeeren, soo ende indiervoegen als Sulx Anno Pass:o is geschied
Aldus Geresolveerd ene Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 214-220.¶
Sondagh den {17440524} 24. maij 1744.
’s Voormiddags alle present.
Den Heer Gouverneur de Leeden des Raadt vooraf hebbende gelieven te Communiceeren dat sijn Edele deese vergaderinge buijten gewoonte hadde doen bij een komen, om de gestelde gecommitt:s tot het visiteeren van het aanweesend Chinaas Retourschip Guntersteijn , weegens haare verrigtinge in deesen waarvan deselve gisteren avond gelijk ook van den droevigen toestand, waarinne de Kiel Sig komt te bevinden, aan hem verslag hebben gedaan; op heeden nader te hooren en voorts hierop Sodanig besluijt te neemen, als met den meesten dienst der E. Comp:e sal worden bevonden over een te komen; sijn vervolgens binnen gekomen de Schippers soo van het ter deeser Rheede vertoevende Schip ‘t Fortuijn als van eeven gen:e bodem Guntersteijn mitsgader den gesaghebber van den Hoeker ter Meijen Jan Knoop, en die denwelken voormaals den Hoeker de Hector heeft gevoert Gerrit van der Port; en door deselve neevens den E. Equipagiemeester Jacobus Möller op de afvrage van den Heer Gouverneur betuijgt geworden, dat Soo dikwils gen: Schip Guntersteijn om de door haar aan het Selve gevondene Swaare en meenigvuldige gebreeken en andere reedenen meer, die Sijl: bij haare over deese Saak te geevene Verclaaring in het breede Sullen komen te deduceeren alhier sal moeten worden afgelegd; en dat wijders de Laading van dat Schip onder het Groote Luijk droog, maar aan Stuurboords Sijde van agteren de groote mast tot voorentoe teegens boord altemaal nat hadden bevonden, het welk in overweeginge en daarbij ook in Consideratie genomen Sijnde hoeveel voor den dienst der E. Comp:e geleegen Legt dat de in die Kiel geladene Chinase Waaren Spoedig na Europa worden overgebragt, en dat sig ter deeser plaatse hiertoe geen andere geleegentheijd komt op te doen, dan alleen het bovengen: Schip ‘t Fortuijn ‘t welk dog andersints met niets anders als Ballast van hier na Batavia Soude hebben moeten te rugge keeren; heeft men ter dier oorsake om geen tijd te verliesen voor eerst moeten besluijten dat het selve Schip ‘t Fortuijn tot het overvoeren na Neederland van soo veel goederen uijt de Lading van dat Schip Guntersteijn als daarinne bequamelijk Sullen kunnen geborgen worden, sal worden geëmploijeert, en met het overscheepen der voorsz: goederen in het Selve alle mogelijke Spoed gemaakt, tot verrigtinge van het Welke gelijk ook om de uijt ‘t voorm:e Schip Guntersteijn hier aan de Wal komende natte en bedurvene goederen te Lugten, Sorteeren en weeder besorgen de nodige gecommitt:d Sullen gesteld worden.
En is wijders nog best gedagt, dat den Schipper van Soo dikwils gen:e Schip Guntersteijn Jan de Boer als Sijnde hem voorsz: goederen aanbetrouwd, om die dan in soo ver te kunnen verantwoorden, met desselfs officieren en gemeene op het Schip ‘t Fortuijn overgaande hij het selve in het vaderland sal moeten brengen, en dat daar en teegens den daarmeede hier van Batavia aangekomene Schipper Cornelis Booijsz gelijk ook de officieren en het volk tot nu toe daarop beschijden geweest daarvan sullen afgenomen en met de eerste geleegentheijd van hier na Batavia te rugge gesonden worden, na dat egter door den Laatst gen: Schipper aan den eertstgem:e het voorseijde Schip ‘t fortuijn met dies toebehooren volgens de Ordre der E. Comp:e sal sijn overgegeeven.
Hierna is geleesen seekeren brief door de overheeden van het onlangs van deese Caabse Rheede vertrockene en op gisteren in de baaij Fals weeder gekomene deensschip de Koning van Deenmarken ; bij dewelke na aanhaaling der reedenen waarom dat schip daar heeft moeten komen; bij voorsz: overheeden op het instantigst word versogt dat Sijl: van hier mogten worden voorsien, met het benodigd tot het repareeren der Swaare gebreeken, die deselve in eenen Swaaren Storm den welken haarl: na hun vertrek van deese plaats heeft beloopen, gekreegen hebben, Soo aan haare voorsteeven als op andere plaatsen van hunnen onderhebbenden bodem, die Sodanig sijn dat sij om het Schip boven water te kunnen houden, het selve niet alleen op verscheijde plaatsen hebben moeten sjorren, maar ook nog dat sonder het bekomen van de versogte hulp, met geen mogelijkheijd wederom Zee Sullen kunnen kiesen; welken aangaande raadsaamst is geoordeelt met het neemen van eenig besluijt daarop, soo lang te wagten, totdat die kiel door de van hier derwaarts te sendene gecommitt: Sullende weesen besigtigd, men bij dies te rugkomst sal sijn berigt geworden, of het daarmeede in der daad soo slegs is gesteld als word voorgegeeven, en dat dien bodem sonder voorsien te worden van de gerequireert wordende adsistentie, van Sijn gesegde Legplaats niet Soude kunnen reijsvorderen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 221-229.¶
Saturdagh den {17440530} 30: maij 1744.
’s Voormiddags alle Present.
Is op heeden door de gecommitteerdens dewelke volgens besluijt van den 24: deeser Lopende maand Maij, na de baaij Fals sijn geweest om het aldaar ten Ancker Leggende deensschip de Koning van Deenmarken te visiteeren, van haare verrigtinge en bevindinge deesen aangaande, het onderstaande Rapport ingeleevert.
‘Navolgens het genomene besluijt in den E. Agtb:re Politicquen Raadt op den 24: deeser maand maij, en daarop bekome ordre van den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel, Raad Extraordinair van Neederlands India mitsgaders Gouverneur deeser plaatse hebben wij onderget: om ten eersten begeeven na de baaij Fals , om bij besigtiging van het aldaar Leggende deensschip de Coning van Deenemarken , te kunnen ontwaaren of die kiel in der daad soo slegt gesteld is als door dies overheeden werd voorgegeeven, en dat deselve sonder voorsien te worden van de Gerequireert wordende Adsistentie van sijn gesegd Legplaats niet Soude kunnen reijsvordene, gelijk wij dan ook na gedane besigtiging bevonden hebben.’
‘Dat de Boeg van dien bodem aan Bakboords Sijde in de Steven-Sponning veel Schuijvende is, gelijk ook de Slooij knies die de Boeg en de Steven aan elkanderen houden heel veel werkende sijn.’
‘Voorts dat de buijten vaste huijt van de boeg aan beijde Sijden onder de Focke rust, boven de Berkhouten geheel van sijn oplangers en Stutten Sodanig is Los gewerkt dat geen spijker meer houden kan, waarom de onderget: Timmerlieden ook van gedagten sijn dat de gem: oplangers en Stutten aan Stucken moeten gesprongen sijn.’
‘Dat van binnen in het Schip nog verscheijde Balk-knies dwars afgesprongen en in de Boeg de drie banden dewelke over de Steven heen Leggen, gantsch Los gewerkt sijn.’
‘Voorts dat de geheele Boeg swak, en Los is, Sijnde dat Schip ter dier oorsaake met een Swaar Cabeltouw omsjort.’
‘Weegens welke groote en swaare gebreeken wij ondergeteek: eenparig oordeelen dat die kiel Sonder behoorlijke reparatie niet in Staat is om van Sijn gesegde Legplaats Zee te kunnen kiesen; en komen dies overheeden om daartoe in Staat te geraaken, het volgende te requireeren namentlijk.’
‘Als wanneer sij oordeelen haaren onderhebbenden bodem, Sodanig te sullen kunnen voorsien, om met gerustheijd te reijse te vervolgende en anders niet: Dog van welke houtwerken uijtgenomen de greene Planken en kleijnigheeden wij onderget: Equipagiem:r en Baas Scheeps Timmerman moeten betuijgen ter deeser plaatse geene aan handen of te krijgen sijn.’
‘Waarmeede gedenkende onse Commissie behoorlijk te hebben volbragt soo diend deese voor eerbiedig rapport (:onderstond:) Cabo de Goede Hoop den 28. maij 1744. (:was geteekent:) J:s Möller, Cornelis Booijs, H:k Schutten J:n Knoop, B:r van Dockum,’
En alhoewel hieruijt komt te blijcken dat dien bodem sonder behoorlijk gerepareert te worden van Sijne gesegde Legplaats niet wederom in Zee sal kunnen gaan; en dat men hierom wel Soude hebben kunnen besluijten om dies overheeden met het benodigde daartoe soo het maar in onse magt was te adsisteeren, in vertrouwen dat hiermeede om de hooge nood en den beklaaggelijken toestand waarinne sig die kiel thans bevind geensints Contrarie de geEerde intentie onser Hoog gebiedende Heeren en Meesteren Soude sijn gehandelt geweest; te meer dewijl dit het eenigste middel was om dat schip spoedig van hier te kunnen quijt raaken, heeft men des niettemin vermits bij dit gouvernement geene van de materialen in gesegde Rapport vermeld, dewelke tot repareeringe van dien bodem noodwendig worden gerequireert; in voorraad worden gevonden, selfs niet ten dienste van des om benodigt Sijnde ‘s Comp:s Scheepen; ‘t geen ook de reeden is dat den in de Saldanhabaaij vertoevenden hoeker de Brak voor als nog niet hebbende kunnen worden gerepareert, men genoodsaakt is geweest om hiertoe in staat te kunnen geraaken in soo verre het selve sal kunnen geschieden, het daartoe benodigde houtwerk in ‘s Comp:s Houtbosschen ver Landwaarts in geleegen; met veel moeijte en tijd verlies te Laaten opsoeken, Cappen, en herwaarts opbrengen; niets tot hulp van soo dikwilsgen: Schip de Koning van Deenmarken kunnen doen of iets aan hetselve van de versogte swaare Scheeps Timmerhouten kunnen bijsetten; van het welke goedgedagt is, dat aan dies overheeden ten eersten bij missive kennis sal gegeeven; en aan hun verders gelaaten worden om deese Saak aangaande sodanige mesures te neemen, als Sij Sullen komen goed te vinden.
Wijders is bij Overweeginge dat voor eerst nog Geene Scheepen na het Eijland Ceijlon gedestineerd uijt ‘t Vaderland in deese Tafelbaaij staan aan te komen; op het voordragen van den Heer Gouverneur verstaan; dat met den kortelings hier uijt Neederland gearriveerden hoeker de Hector denwelke dog buijten dien om alle Perijkelen ter deeser Rheede in deese quade mousson te mijden, in eene der na bij geleegene Baaijen Soude moeten gaan overwinteren, van deese plaats na het in de baaij Fals vertoevende en na gesegd Eijland gaande Schip knappenhof met den eersten Sullen worden gesonden de Thien Lasten tarw, dewelke op den Jongst van hier gedaanen eijsch door de Regeering van het Selve eijland nog mancqueeren; en dat voorts ten eijnde den Heer Fiscaal mogt voortgaan met volgens de Ordre van de Heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam ondersoek te doen en informatie te neemen weegens het voorgevallene op dat Kieltje tusschen den buijten dienst Sijnde gesaghebber Jan Raaij aan den eene kant, mitsgaders den Stuurman, officieren en mattroosen daarop bescheijden ter andere Sijde, deselve vandaar Sullen geligt, op het Schip Guntersteijn soo lang geplaatst, en haare plaatsen vervult worden met de nodige Stuurlieden, officieren en verdere manschap uijt ‘t Schip ‘t Fortuijn , waarmeede dan die hoeker onder Commando van den gesaghebber Jan Knoop de reijse na gedagte baaij Fals sal moeten voortsetten
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 230-246.¶
Dingsdag den {17440602} 2. Junij 1744.
’s Voormiddags alle Present.
De gecommitteert gesteld geweest Sijnde Zee en Scheeps Timmerlieden, tot visitatie van het ter deeser Rheede vertoevende Chinaas Retourschip Guntersteijn ; als nu van haare verrigtinge en bevindinge hebbende verleend de volgende behoorlijke gerecolleerde en beEdigde verclaaring.
‘Den Wel Edelen Gestr: Heeren Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India en Gouverneur deeser plaatse & ons ondergeteek: expres hebbende gelieven te Committeeren, omme op het naaukeurigste te ondersoeken hoedanig het met het hier ter Rheede Leggende Chinaas Retourschip Guntersteijn is gesteld of de daaraan gevonden wordende gebreeken niet Sodanig Souden weesen te repareeren dat dien bodem daar door in Staat quam te geraaken om desselfs verdere voijagie van hier na Europa met volkomen gerustheijd te kunnen voortsetten, en Soo Ja, of de daaraan te doene reparatiën in deese Tafelbaaij sullen kunne geschieden, dan wel of dat Schip hierom van deese na de Saldanhabaaij Soude moeten worden afgesonden, mitsgaders wijders nog om ons oordeel te geeven weegens de Laading van dien bodem, namentlijk of die kiel ‘t sij om de voorz: visitatie daar aan te doen of om gerepareert te werden, dan wel ter sake van eenige defecten dewelke sig aan dies inhebbende goederen Souden kunnen komen te bevinden, als andersints soude dienen ontlost te worden ofte niet. Soo hebben wij ondergeteek: het meegem:e Schip Guntersteijn met alle mogelijke Accuratesse gevisiteert, en na dies verrigtinge bevonden,’
‘Dat de Scheg soo diep onder water is weggeslaagen als men sien kan.’
‘Voorts dat alle de Slooijknies werkende de Bouts daarin slap, en de Judas Ooren daar de Boegspriet ingeslooten Legt over en weer gaande sijn.’
‘Dat ook alle de Ijsere bouts aan Bakboord sijde van vooren uijt de boeg tot agter in de Spiegel alle sijn werkende, en daarenboven dat die dewelke in de Lijfhouten komen, Los en buijten waarts geweeken Sijn, waar door die geheele Sijde werkende is, soo als men uijtterlijk sien kan, en wij ondergesz: Schipper en Timmerlieden van dat Schip getuijgen ook soo te weeten gelijk meede dat de bovenste van de voorsteeven mitsgaders de Boeg aan Bakboord Sijde tot aan de kraanbalken toe, en de geheele Sijde door in Zee vreesselijk hebben gewerkt; wijders hebben wij nog gesien dat de Poorten aan gem:e Bakboords Sijde op en needer sijn Schuijvende, en dat de bovenkant van de Spiegel in het geheel wel een halve duijm agter uijt gearbeijd is: gelijk ook dat de agtersteeven van de Hek Balk af, wel een en een halve duijm is afgeweeken, waar door de Planken die in de Sponning van die Steven komente sluijten, meede Sijn uijtgeweeken, Soo wel als de Bouts die in de gedagte Hek Balk komen te sluijten, welke Balk aldaar meede eenigsints vermolmt is.’
‘Dat de Stuurboords Sijde meede doorgaans kragtig aan het Werken is geweest, als hebbende dien bodem in den Storm wanneer sijn Scheg en roer is quijt geraakt over die Sijde geleegen Soo als wij alhier bij gering arbeijden van deselve meede hebben ondervonden waarenboven den onderget: Schipper en Timmerluijden van dit Schip Guntersteijn nog moeten betuijgen, dat de gemelde Stuurboords sijde in dien Storm wel twee en meer dujmen met het overvallen van ‘t Schip is Overgeweeken, en dat Sij ter dier tijd door dat gebrek 4 1/2 à 5. voeten water ingekreegen hebben Soo dat genoodsaakt sijn geweest het geschut van die sijde over Boord in Zee te werpen; als meede dat de geheele Bak Soo wel als de Voor en Agtersteeven in Zee over en weer hebben gegaan, en dat dus meede werkende sijn geweest, het geene egter door ons onderget: hier ter Rheede vermits het stil leggen van dien bodem soo niet heeft kunnen gesien worden.’
‘Dat onder het half dek de Knies die aan de Balken sitten Stuurboord waarts onvergeweeken sijnde, voorts de Water Gangen op het dek in het generaal, en Principaal aan gem:e Sijde Los en aan Stuckent sijn gewerkt, en wel Sodanig dat de overheeden van dat Schip genoodsaakt sijn geweest deselve met Planken en Zijldoek te moeten digt maaken, omdat geen naad meer konde houden, gelijk ons Sulx thans ook gebleeken is.’
‘Wijders dat tusschen deks aan stuurboord van de agterste Zeijlbalk tot aan de voorkant van het groote Luijk de twee Sluijtknies aan de bovenste Zeijlbalken dwars sijn afgesprongen, Sijnde de watergang tusschen deks op verscheijde plaatsen meede Los en vergaan, dog hebben daar ter plaatse niet verder kunnen besigtigen dewijl alles volgestuuwt is.’
‘Daarna is ons bij het openen en bij besigtiging van het ruijm gebleeken, dat de Laading droog is, behalven aan Stuurboord van agter de groote mast tot vooren toe alwaar deselve teegens boord altemaal nat is, als meede dat de Zeijl Balken in het gemelde ruijm van agteren de gedagte groote mast en na vooren Sijn aan Stucken gesprongen en de knies dwars afgebrooken, Sijnde die Balken ook in haare Weegeringe gesakt, en die weegeringen verder voorwaarts op verscheijde plaatsen verrot, soo verre men het ruijm heeft komen besigtigen.’
‘En dewijl wij in het gem:e Ruijm meede hebben gesien dat de Balk aan de Voorkant van het groote Luijk Leggende met het over en weer gaan van het Schip sig verschoof, moeten wij daaruijt Soo veel als uijt het geene de Overheeden van dien bodem komen te getuijgen namentlijk dat het onder en boven dek, in Zee Sijnde, meede over en weer hebben geschooven, besluijten, dat wanneer dit Schip eens ontlost sal sijn, men daaraan nog meerdere en grootere gebreeken sal ontdecken.’
‘Betuijgende de ondergeteekende Timmerlieden wijders dat met reeden kan worden aangetoont, gelijk het ook aan de overige gecommitteerdes is geschied, dat dit Schip wel drie duijmen buijten het Loot over Stuurboord geset is, over welkens sijde het selve gelijk bevoorens is gesegd in den Storm sonder Roer geleegen heeft, en dat wanneer dien bodem ter dier tijd over de andere sijde hadde moeten gaan Leggen om een tweede Storm af te wagten, denselven Seekerlijk te gronde Soude hebben moeten gaan; waarbij sij nog moeten voegen dat uijt alle omstandigheeden komt te blijcken dat de oplangers, Stutten en klossen ook vergaan en gesprongen moeten Sijn; Weshalven Wij ondergeteek: alle eenparig verclaaren dat het voorseijde Schip Guntersteijn om de voorz: daaraan gevondene swaare gebreeken en andere meer, die eerst bij dies ontlossing sulle kunnen worden ontwaard; en ter sake dat door de verrotting van desselfs inhout en geen vastigheijd meer aan het selve kan worden gegeeven, al was het dat men alhier was voorsien vande daartoe benodigde Materialen gelijk Steunders, Winkel knies, 3. en 4. d:mn Plancken, Lijfhouten, Barkhouten en wat dies meer Sij, van welk een en ander men egter ter deeserplaatse in ‘t geheel is gedestitueerd; en dat men meede hier omtrent een bequame haven daartoe had, ‘t welk meede ontbreekt; des niettemin niet Sodanig Soude kunnen worden gerepareert, dat het met de minste gerustheijd wederom Zee Soude kunnen kiesen, invoegen wij hierom volstrekt van gevoelen Sijn dat dien bodem alhier sal moeten worden afgelegd en gesloopt, te meer dewijl de ondergeteek: Scheeps Timmerlieden nog komen te betuijgen dat Schoon dit Schip Guntersteijn ter deeser plaatse konde worden gerepareert dat egter gelijk boven is gesegd niet te doen is, het Selve dan nog de Costen die daartoe Souden moeten worden gedaan, niet soude waardig weesen, alsoo die kiel als dan tot aan de Barkhouten Soude moeten afgebrooken worden.’
‘Alle het voorenstaande betuijgen wij ondergeteek: de opregte waarheijd te Sijn met Presentatie het Selve des gerequireert werden de ten allen tijde met Solemneelen Eede te willen bevestigen, hebben deesen in teeken der waarheijd met onse gewoone hand-Teekening bekragtigd. (:onderstond:) Cabo de Goede Hoop den 24: maij 1744. als gecommitt:d (:was geteekent:) Cornelis Booijs, Jan knoop, Gerrit van der Port, Willem Remmers, Tomas van der Bijl, Jacob de Jong, Pieter Sanderse Heiligendagh. (:Lager:) ten mijnen overstaan (:en geteekent:) J:s Möller, B.r Van Dockum (:in margine:) waarmeede ons Corformeeren (:geteekent:) J:n de Boer Manis Harmens.’
‘Recollement’
‘Compareerde voor ons ondergeteek. gecommitt: uijt den E. Agtbaren Raad van Justitie des Casteels de Goede Hoop, de Persoonen in de bovenstaande Verclaaring vermeld, dewelke deese haare gegeevene depositie van woorde tot woorde klaar en duijdelijk voorgeleesen Sijnde, verclaarden daarbij volkomen ter Persisteeren, oversulx niet begeerend datter iets meer bijgevoegd ofte van gedaan werden sal, en spraken sij Comp:ten tot bekragtiging der Waarheijd van dien een Ijder in ‘t bijsonder de Solemneele Woorden, Soo waarlijk helpe mij Godt Almagtigh (:onderstond:) Aldus gerecolleert en beEedigt aan Cabo de Goede Hoop P:mo Junij 1744. (:was geteekent:) J:s Moller, Cornelis Booijs, Jan Knoop Gerrit van der Port, B:t van Dockum Willm Remmes, Toms van der Bijl Jacob de Jong (:Lager:) waarmeede conformeerde (:geteekent:) Jan de Boer, Pieter Sanderse Heiligendagh, manis harmens (:en daar onder:) mij Present (:en geteekent:) J:s F:k Tiemmendorf Secret:s (:in margine:) Als gecommitt:s (:was geteekt:) Corn:s Eelders A:m Decker.’
Heeft men vermits daarbij nader komt te blijcken dat het voorseijden Schip Guntersteijn met geen mogelijkheijd ter deeser plaatse kan gerepareert worden, op heeden finaalijk moeten besluijten om dien bodem te doen afleggen en Sloopen, op dat het daarvan afkomende Soo Rondhouten, Zeijlen, Staande en Lopende Wandt, als desselfs geschut en wat verders nog van eenig nut kan weesen ten dienste der E. Comp:ne sal kunnen worden geëmploijeert.
Ter Saake van seeker geschil gereesen tusschen den Adjunct Land-drost Johannes Theophilus Rhenius en de Heemraaden in de verafgeleegene districten; weegens den Rang en de Præseancie in de bij een komsten die aldaar moeten gehouden worden; Is bij uijbreijdingen van het gearresteerde bij Resolutie van den 23. novemb:r des gepasseerden Jaars, noopende de Verkiesing en aanstelling der voorz: Persoonen, verstaan, dat wanneer deselve moeten vergaderen of in Commissie gaan, tot het verrigten van Saakelijkheeden de Justitie betreffende, dat als dan den voorsz: Adjunct Land-drost als hem het beleggen derselve in het bijsonder raakende sal moeten voortgaan en Præsideeren, mitsgaders de Pen voeren, dog dat in gehouden wordende bijeenkomsten over het bestier van Burgerlijke Saaken mitsgaders in den Krijgs Raad den oudsten present weesende heemraad of Cap:tn sullende voortsitten en de saaken voordraagen, den gedagten Adjunct Landdrost alsdan aldaar als Secretaris sal moeten sitten, de notulen houden en voorts alle de Brieven en documenten tot de behandelinge dier Saaken gehoorende Schrijven.
Op het hierom bij monde gedane versoek door den Krank besoeker Abraham Schietekat die Jongst van het Schip Ouwerkerk ten dienste der buijten Kerken is verbleeven, is goedgedagt dat bij ons eerst afgaande Schrijvens na het Vaderland sal worden versogt dat aan desselfs huijsvrouw Isabella Breijaert en twee kinderen woonende tot Middelburg , mits betaalende het daartoe staande Transport en Costgeld, Passagie herwaarts mogt verleend worden.
Sijnde Laatstelijk Seekeren Slaaf der E. Comp: genaamt Hans Jacob Jurgen van de Caab, bij de boeken bekend onder de naam van Hans Jacob van Mariabeen, onder betaalinge eener somma van Hondert Caabse Guldens uijt Slavernij geEmancipeert en op vrije voeten gesteld; het een en het ander ter Consideratie dat denselven het Sacrament des Heijligen doops ontfangen hebbende, de Neederduijtsche Taal volkomen magtig is, en dat hij ook nu al omtrent 15. Jaaren den dienst als Schoolmeester in ‘s E. Comp:s Slaven Logie na behooren heeft waargenomen.
Aldus Geresolveerd ene Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 247-254.¶
Donderdagh den {17440604} 4. Junij 1744.
’s Voormiddags alle Present uijtgenomen den E. Equipagiem:r Jacobus Moller bij occupatie
Na Lectuure en resumptie van seeker Schriftuur, het welk op heeden door den derde Supercarga en Opperstuurman van het in de baaij Fals vertoevende deensschip den Koning van Deenmarken , is gepresenteert; waarbij bij vertolking uijt ‘t deens in’t Neederduijtsch word voorgedraagen het ter needergestelde bij seekeren brief door de overheeden van dien bodem aan deese Regeering onder den 31: der afgeweekene maand maij nader geschreeven, Is best gedagt dat om aan gesegd Scheeps Opperhoofden te doen sien dat men deselve niet soekt te misleijden, daarop voor Appostille sal worden gegeeven, dat tersake dat den Scheepen van d’ E. Comp:e sodanig worden opgebouwd en met ijsere bouten doornagelt en aan malkander geklonken, dat men bij sloopinge derselver geen deeglijk Stuk houtwerk daarvan en vooral geen Knies, oplangers of Steunders in haar geheel of ten minsten bequaam om weeder te kunnen worden geëmploijeert komt af te krijgen, Soo als men Sulx ter deeser plaatse meer als eens bij diergelijke geleegentheeden heeft ondervonden, Sijl: oversulx op dat geen het Welk hiervan, van het te sloopene Schip Guntersteijn soude kunnen afkomen geen staat sullen behoeven of moeten maaken, en dat verders tot hun narigt kan dienen dat in de Boschen alhier geensints sodanige soorten van houten worden gevonden als de Suppl:t tot repareering van hunnen bodem benodigt hebben, en komen te versoeken; Luijdende voorz: Schriftuur als volgt.
Hoog Edele Wel Geboorne Heer Hendrik Swellengrebel Extra Ordinaris Raad van Neederlands India mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien beneevens den Wel Edelen Agtb:re Hoogen Raadt.
‘U Hoog Edele Wel geboorne en Wel Edele Agtb:re onderdanige dienare Jacob Linberg als derde Carga, en Hendrik Felter als Opperstuurman bescheijden op het in de baaij Fals geanckert Leggende Deensch Oost Indisch Skip den Koning van Deenemarken , hebben d’ Eer Seer reverentlijk te demonstreeren, hoe Sij ondergeteek:en uijt den Scheeps Raadt van hunnen eevengem:en bodem afgesonden Sijnde, om aan U Hoog Edele Wel geboorne en Wel Edele Agtb:re Over te Leeveren Seekere missive dienend om van Uw Hoog Edele welgeboorne en Wel Edele Agtb:re te Suppliceeren sodanige Adsistentie als Sijl: in deesen hunnen Slegten toestand ten opsigten van haarl: onderhebbend Schip hoogstnoodig quam te vereijschen, dan dewijl het den Hoog Edelen Wel Geboorne Heer Gouverneur heeft behaagd de ondergeteekendens te ordonneeren gem:e Missive als in ‘t deensch geschreeven Sijnde, in de Neederduijtsche Taal over te brengen, neemen Sij oversulx de Vrijheijd het selve bij deesen soo kort doenelijk ter needer te Stellen, bestaande dies eijgentlijken inhoud hierinne,’
‘Dat Wij onsen Scheeps-Raad bij den anderen hebben doen vergaderen en daarin goedgevonden en geresolveert omme nogmaals de Vrijheijd te neemen, onse ernstige Smeekingen voor U Hoog Ed: Welgeboorene en Wel Ed:le Agtb:re ten dienste onser Heeren en Meesteren open te Leggen, noopens de soo slegten toestand van onsen bodem, en schoon onse reijse voor dit Jaar bereets verloopen is, te versoeken dat U Hoog Ed: Welgeb. en Wel Edele Agtb:re van die genereusiteijt gelievente sijn en Considereerende hunne jammerlijken toestandt, haarlieden van ‘t hollands Comp:s Schip dat afgelegt staat te worden, soo veel van desselfs afkomende houtwerk als tot repareering van onsen bodem kan dienen te Laaten toekomen, ofte wel daar meede uijt u Hoog Ed: Welgeb: en Wel Ed: Agtb: hier te Lande Leggende Bosschen geholpen werden, waarop wij dan seer needrig versoeken dat aan ons een gunstig Apostil van u Hoog Ed: Welgeboorne en Wel Ed: Agtb:r mag ter hand gesteld werden, Flatteerend ons in tusschen dat onse genoomene vrijheijd van u Hoog Ed:le Wel Geb: en Wel Ed: Agtbare sodanig sal opgenomen worden, als trouwe dienaren ten dienste van haare Maatschappije verschuldigt Sijn te doen.’
‘Verblijvende voorts met verschuldigde hoog agting (:onderstond:) Hoog Edele Wel Geboorene Heer, Wel Edele Agtb: Heeren u Edele welgeboorene en wel Edele Agtb:r seer onderdanige dienaren (:was geteekent:) Jacob Linberg, Henrich Fester, (:in margine:) Cabo de Goede Hoop den 2. Junij 1744.’
Terwijl wijders nog verstaan is dat den Krankbesoeker van het in de baaij Fals vertoevende Schip Ruijter als sig hiertoe geneegen toonende alhier sal worden aangehouden om volgens degeEerde Ordre van den Hoog Edelen Heere Gouverneur generaal Gustaaf Willem van Imhoff bij een der in ‘t Land opgeregte kerken school te houden, en ook te verrigten dat geen het welk verders van Sijn Ampt als Sieken trooster dependeert; Sullende Wijders favorabel ten opsigte van dien Krankbesoeker na het Vaderland worden geschreeven, ten eijnde desselfs Huijsvrouw vermits haare armoedigen Staat vrij van Transport en Costgeld herwaarts mogt gesonden worden.
Aldus Gedaan ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 122, pp. 255-262.¶
Vrijdag den {17440605} 5. Junij 1744.
’s voormiddags alle present.
Het Retourschip der tweede besending Wel te Vreeden na een Lange en moeijelijke reise, gisteren Laat in den Avond teegens de geEerde ordre onser Heeren en Meesteren en alle Verwagtinge; in deese Tafelbaaij alleen met Thien Leggers Water dog andersints Welgesteld ten anker gekomen Sijnde; Is den Opperstuurman van dien bodem Abraham Haring vermits den daarmeede van Batavia vertrockenen Schipper Andries van den Bosch op de reise is komen te Sterven, heeden ter ordre van den heer Gouverneur in vergaderinge verscheenen om diesweegens gehoord te worden en sig te verantwoorden; denwelken dan op de afvrage van welopgem: Sijn Edele waarom hij in Steede van in deese baaij te koomen, niet in de baaij Fals was binnen geloopen, gelijk de voorseijde Ordre dicteert dat Sulx Sal moeten geschieden bij alle ‘s Comp:s Scheepen die van medio Maij tot medio Aug:s deesen uijthoek Sullen willen aandoen, ten antwoord heeft gegeeven, dat wel ver dat Soude vermeijnen hiermeede teegens het geagte bevel der Heeren Superiores te hebben aangegaan, hij in teegendeel van gedagten was volgens pligt gehandelt te hebben, nademaal de Instructiën aan bovengen:e Schipper van den Bosch bij sijn vertrek van Batavia tot narigt op de reijse meede gegeeven, ten minsten voor soo veel als hij opper Stuurman die in den korten tijd dat hij het Commando op dat Schip heeft gehad, heeft kunnen naleesen, en ook van voorm:e Schipper bij sijn Leeven dikwils heeft hooren seggen, meeden, dat Sijl: deese Tafelbaaij en niet de baaij Fals Souden moeten opsoeken en besteevenen; welke baaij Fals voorseijden Opperstuurman nog betuijgde uijt vrees dat andersints hier omtrent qualijk soude hebben gehandelt, niet als uijt nood en bij gebrek van water soude hebben durven aandoen; op alle het Welke met aandagt gelet sijnde, is tot beetere ontwaaringe van de waare geschaapentheijd deeser Saak, best gedagt dat deselve ter nadere en naaukeuriger ondersoek Sal worden gesteld in handen van den Heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn.
Hierna geliefden het den heer Gouverneur de Leeden des Raads nog in Serieuse bedenking te geeven op wat wijse men met voorseijde Schip Weltevreeden Selfs, weegens dat men teegenswoordig ter deeser Rheede, dagelijx niet als Stormen en Onweer heeft te verwagten, best soude dienen te handelen, namentlijk of het hierom wel Raadsaam weesen soude, dat die kiel om in Staat van vertrek te worden gebragt hier ter Rheede aangehouden wierd, dan Wel of het niet dienstiger Soude sijn dat deselve tot vermeijdinge van alle gevaaren, dit bij toelating van weer en wind kunnende geschieden; aanstonds hiertoe van hier ‘t sij na de baaij Fals of Saldanhabaaij wierd gesonden; en is hierop na dat het Laatste te weeten het versenden van dien bodem na een dier twee baaijen het beste en nuttigste voor s’ E. Comp:s intrest was geoordeelt, wijders bij Overweeginge der gevaaren waarvoor dit Schip Wel Te Vreeden soo momentelijk vertreckende sonder sig van water te hebben kunnen voorsien, bloot soude weesen gesteld, wanneer bij desselfs verschijning voor de mond van voorseijde baaij Fals een aflandige N:W:te Wind die in deesen tijd des jaars gemeenelijk aan deesen uijthoek waaijen, quam aan te treffen en dus genoodsaakt weesen en somtijds een Langen tijd in Zee te Sukkelen, Soo hij niet nog Somwijlen beneeden die baaij quamte vervallen; boven en behalven den tijd die hiertoe nog soude moeten worden verspilt, daar die kiel in teegendeel met vrij minder moeijte en sonder aan dit alles geëxponeert te weesen, van deese in de Saldanhabaaij kan koomen; beslooten dat soo dikwils genoemde Schip Weltevreeden , de wind daartoe deinende op het moment van deese na gedagte Saldanhabaaij Sal worden afgesonden of dat het selve andersints soo Sulx door teegenwinden of Stilte niet met den eersten konde geschieden, ten alderspoedigsten in Staat Sal worden gesteld, om direct van hier na het Vaderland te kunnen vertrecken.
Sijnde Wijders navolgens het diesweegens geordonneerde bij Seekere missive door haar Wel Edele Groot Agtb:re de Heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam, aan den Heer Gouverneur neevens den Heer Secunde onder den 17. Januarij deeses Jaars Apart geschreeven, als Schipper op meermaals gen:e Schip Wel te Vreeden in steede van den daarop overleedenen Andries van den Bosch geplaatst, den met den hoeker de Hector hier aangekomenen Schipper Gerrit Both. inmiddes dat dien bodem na de Saldanhabaaij komende te vertrecken, den bovengemelden Opperstuurman, Abraham Haring ter Saake als hier voorwaarts is gemeld, hier aande Caab sal moeten verblijven.
Aldus Gedaan en gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 263-270.¶
Sondagh den {17440607} 7. Junij 1744.
’s Voormiddags alle present.
Heeft den Heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn; weegens desselfs volgens besluijt van eergisterigen datum gedane enquesten in de saak van den Opperstuurman van het aanweesend Retourschip Wel te Vreeden Abraham Haring en van dies bevindinge het onderstaande Rapport Overgeleevert.
Aan den Wel Edele Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extra Ordinaris van Neederlands India en Gouverneur aan Cabo de Goede Hoop met de Resorte van dien, beneevens den E. Agtb:re Politicque Raadt.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtbare Heeren.’
‘Den ondergeteekende Independent Fiscaal, naarvolgens ‘t gedemandeerd door Uwe Wel Edele Gestr: bij Resolutie van den 5. deeser, enquesten gedaan hebbende, noopens ‘t beseijlen deeser Rheede, door den op ‘t retourschip Welte Vrede ‘t gesag voerende opperstuurman Ab:m Haring contrarie ‘s E. Comp:s Ordres op den 4: deeser des avonds gedaan, heeft d’ Eer, U Wel Edele Gestr: en E. Agtb:re open te Leggen, dat hij vertoonder denselven Opperstuurman; voor Heeren gecommitt:d uijt den E. Agtb: Raad van Justitie deeses Gouvernements gehoord hebbende uijt desselfs gegeevene verclaaringe deese Sub L:A. komt te blijcken, dat hem ten volle onbewust is geweest, t’ absolute verbod onser Heeren en Meesteren daaromtrent gegeeven, en ook dat hij bij t’ ondersoek der instructies, betreffende de retourneerende Scheepen en der Selver Zeijlagie ordre, niets ten deesen reguarde in de Kortheijd des tijds, waarinne hij ‘t Gesag op voorm: bodem heeft waargenomen, had kunnen vinden, beroepende sig Wijders op ‘t gesegd van Sijn overleedene Schipper Andries van den Bosch, gesterkt met de gegeevene getuijgenisse Sijner verdere Stuurlieden en van den ondercoopman van dien bodem alhier onder L:a B. C. D. en E.’
‘Dat hij vertoonder daarop met Welgem:e Justitieele gecommitt:s de Scheeps doos, of de gesamentlijke tot voorm:e bodem gehoorende Ordres gevisiteerd hebbende, op ‘t Sig daarbij bevindende Register daarvan geen bijsonder Rubricq heeft bevonden, maar eijndelijk ondert doorloopen van alle die Ordres onder N:o 49. een Resolutie, verscheijde ordres van d’ E. Comp:e behelsende, heeft ontwaard deese bijgevoegd, en daarin ontdekt, dat ‘t beseijlen deeser Rheede van medio maij tot medio aug:s door onse Hoog gevenereerde Heeren en Meesteren absolut geinterdiceert was, Sulx den vertoonder hem deselve voorgeleesen, en teffens ondervraagt heeft of hem deselve niet bekend was, en of hij deselve niet geleesen had, dan aangesien hij Stuurman betuijgde daarvan tot dato niets geweeten te hebben, en ook dat hij Sodanige ordre in evengemelde Papieren nooijt Soude hebben gesogt, Soo heeft den vertoonder noodig geoordeelt Sulx aan Uw Wel Edele Gestrenge en E. Agtb:re ter kennisse te brengen, in verwagtinge van hier meede aan de geEerde intentie van Uwel Edele Gestrenge en E. Agtb:re voldaan te hebben’
’(:onderstond:) Overgegeeven in Rade van Politie den 7. Junij 1744. (:was geteekent:) P: Reede van Oudshoorn.’
Welk Schriftuur met de daartoe gehoorende bijlangen en documenten met aandagt geleesen en daaruijt Sijnde komen te blijcken dat de Resolutie genomen bij haar Wel Edele Hoog Agtb:re de Heeren Seventhienen, Waarbij aan de Scheeps overheeden word verbooden van medio maij tot medio aug:s in deese Tafelbaaij binnen te komen, in de Scheeps doos van gedagte Schip Wel te Vreeden , ook geleegen heeft, is verstaan, dat gem:e opperstuurman Abraham Haring van desselfs Soo even geciteerden bodem hier aan de Wal sal worden geligt, om over het niet observeeren der gemelde Ordre onser Heeren en Meesteren en hieruijt opgevolgde nalatigheijd in het Waarneemen van desselfs dienst, door voorseijden Heer Fiscaal voor den Raad van Justitie deeser Gouvernements geactioneert te worden.
Ten eijnde Seekeren Slaaf van den ondercoopman Marthinus Heems gen:t September denwelken sig niet ontsien heeft, gisteren Laat in den avond na sig teegens de dienaren der Justitie verwoedelijk geopponeert te hebben, het huijs van sijn Lijfheer op eene Seer moedwillige wijse op verscheijde plaatsen in den Brand te Steeken; (:welken brand egter door Godes goedheijd nog bij tijds weeder heeft kunnen worden gebluscht:) en het daarna ontvlugt is, des te beeter mogt worden agterhaalt; Is bij deese geleegentheijd goedgevonden een Præmie van Vijftig Rijxd:s te Stellen, voor de geene dewelke dien Brandstigter Sullen komen te vangen, of weeten te ontdecken sodanig dat denselven in handen van de Justitie komt te geraaken; Sullende gem:e Præmie Sonder onderscheijd genooten worden soo wel bij Europeanen als Slaven, die dien Slaaf sullen komen te vangen ofte ontdecken.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 271-299.¶
Dingsdagh den {17440616} 16. Junij 1744.
’s Voormiddags alle present uijtgenomen den E. Pakhuijsm:r Christoffel Brand bij occupatie.
Na Lectuure en resumptie van Seeker versoek schrift door de overheeden van het in de baaij Fals vertoevende deensschip de Koning van Deenmarken Jongst aan deese Regeering geaddresseert, het Welk bij vertolking in het Neederduijtsch aldus Luijd.
Hoog Edele Welgeboorene heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel beneevens gesamentlijken Wel Edelen en Hoogen Raadt aan Cabo de goede Hoop.
‘Het is Uw Hoog Edelheijd gelijk ook den Hoogen Raadt reets genoegsaam bekend, hoe ons Schip helaas sig in Sulken Slegten toestand bevind dat ‘t onmogelijk is daarmeede Wederom in Zee te gaan, veel minder dat Wij denken kunnen onse reijse daarmeede te vervorderen; en dewijl dat geene ‘t welk tot desselfs hoog noodige reparatie vereischt en wij van U Hoog Edelen als ook desselfs hoogen Raad onderdanigst versogt hebben, niet erlangen kunnen, soo sijn Wij genoodsaakt geworden eene finale resolutie in onsen Scheepen Raad te neemen, dat Schip tot nader Ordre van Sijn Exellentie Præsident beneevens de hooge heeren directeuren hoedanig Wij ons bij Sulken gesteldheijd van Saaken gedraagen Sullen voor de Deensche Oost-Indische Comp:e op te Leggen.’
‘Weshalven wij nu onderdanigh en needrigst om uwe Hoog vermogende en Gunstige Protectie in allen toevallen versoeken, neemende ons ten dien eijnde de vrijheijd op ‘t needrigste om uwe gunstige bijstand in deese volgende Posten aan te houden.’
‘Eerstelijk vinden Wij ‘t goet dat de hoog Loffelijke Compagnie haare Contanten Seekerder aan de Wal dan in een buijten haven in ‘t Schip Soude kunnen bewaard worden, dog hebben thans daaromtrent nog geene vaste Resolutie genoomen, nademaal wij eerst noodig agten bij Uw Hoog Edelen neevens hoogen Raadt op ‘t ootmoedigste ‘t volgende te versoeken, verstoutende ons ten dien eijnde te vraagen of uw Hoog Edelen neevens Hoogen Raadt ons met Waagens gelieven te adsisteeren, waarmeede bovengem:e Contanten van hier over Landt na Cabo de Goede Hoop kunnen overgevoert werden, mitsgaders dat voorsz: waagens met Sodanige suffiçants wagt ofte Salvo guarde tot verseekertheijd van deselve onderweegs moogen versien werden, Soo als Uwel Geboorene beneevens hoogen Raadt Selfs daartoe noodig agten, en of ons bij aankomst van voorm:e Contanten aan Cabo vervolgens een plaats in ‘t Casteel mag vergunt Werden alwaar deselve onder uwe hooge en gunstige Protectie, en onder onse opsluijting in Seekere bewaaringe Staan kunnen; als wij nu Soo geluckig Sijn een gunstige antwoord op voorm:e Posten te bekomen, kunnen Wij eerst daar omtrent een vast besluijt neemen.’
‘ten Tweeden is ons ten hoogsten aangeleegen eene beEdigde verclaaring van ‘t geheele Scheeps Equipagie op de reijse mitsgaders weegens den slegten toestand van ons Schip te hebben waarom wij bij deesen bij U Wel geboorene geneevens hoogen Raadt op ‘t needrigsten versoeken dat wij hierin door middel van regten moogen bijgestaan werden, ‘t Sij door een Notaris ofte een ander geregtelijk persoon ofte wel die geene die U Wel geboorene en hoogen Raadt ons gelieven toe te Senden om gem:e beEedigd verclaaring te neemen, deselve in geschrift te stellen en onder sijne handteekening en Zeegel af te geeven.’
‘Ten derden moeten Wij noodsakelijk een Partij van ons Volk afdanken voor dewelke Wij versoeken dat Sij U Wel Ed:s gunstige bescherming genieten moogen en dat die geene die daartoe lust hebben in UwelEd:e diensten moogen aangenoomen Werden, en dus als de Geleegentheijd voorvalt met U Ed:s ofte andere Scheepen na Europa komen moogen.’
‘Ten vierden om onse hooge directeurs alle mogelijke narigt Soo wel bij geschrifte als monde te geeven Sijn Wij genoodsaakt een ofte twee van onse meede hebbende officiers met eerste geleegentheijd na Europa te laaten gaan, dierhalven versoeken Wij onderdanigst ons te vergunnen dat gem:e een of twee Persoonen met ‘t aan Cabo Sig bevindende Schip mits behoorelijk transport betaalende na Europa moogen vertrecken.’
‘Ten vijfden bedanken Wij op ‘t ootmoedigst voor de bekomene Copia van UwelEd:e gecommitt:e verrigting over den toestand van ons Schip, maar nademaal het voor onse hooge Directeurs tot derselve bewijs ten hoogsten noodsakelijk is, dat deselve met authenticque en geloofwaardige documenten versien werden, soo gelieven uwel Edele en hoogen Raad ons niet qualijk te neemen dat Wij op ‘t ootmoedigste versoeken dat ons hiervan een origineel document onder de handteekening van den heer Secretaris en ‘t Zeegel van ‘t Gouvernement mag vergunt Werden, de oncosten die soo wel hierop als op al ‘t andere koomen te loopen bennen wij bereijdt van weegens onse hooge Directeurs en Compagnie gewillig te voldoen.’
‘In verwagting van een gunstige antwoord verblijven wij met de grootste hoogagting en Respect (:onderstond:) UW Hoog Edelen en Wel Gebooren als meede den Wel Edelen hoogen Raad onderdanige en diensbereijde dienaren (:was geteekent:) Tewis Lawson, Jacob Linberg, I.B. Romer en Ph. Jacobus derdeijn (:in margine.) In ‘t Schip d’ Koning van Deenmarken Leggende in de baaij Fals den 9. Junij 1744. (:Lager:) voor het Translaat (:en geteekent:) J:n F:k Tiemmendorf Secret:s van Justitie.’
Is weegens de daarbij gedane versoeken voor den dienst der E. Comp:e raadsaamst geoordeeld het volgende te disponeeren namentlijk dat uijt hoofde dat het Soo eevengemelde deensschip de Coning van Deenmarken , ter oorsake van den Slegten toestand waarinne het selve sig is bevindende, thans niet weeder Zee kan kiesen of desselfs reijse vervorderen en dat de hooge noodsakelijkheijd dit derhalven komt te vereijschen, aan dies overheeden sal worden toegelaaten om met haaren onderhebbenden bodem ter haarer gesegde Legplaats te moogen blijven Leggen en voor hun Volk mits betaalende de nodige Levens middelen en andere behoeftens in te koopen; tot tijd en Wijle dat so van de Heeren Directeurs haarer Compagnie de vereijschte adsistentie uijt Deenmarken Sullen hebben erlangt, om waar toe dan te kunnen geraaken door het geven van de behoorlijke kennisse aan voorz: Heeren Directeurs van haaren Staat aan gesegde opperhoofden ook sal Sijn en blijven vergund een of twee van haare officieren onder betaalinge van het daartoe staande transport en Costgeld met de hier aanweesende retour Scheepen na Europa te mogen oversenden inmiddels dat onse Comp:e geen volk alhier komen te benodigen, men sig voor het overige op het verdere in dat Schriftuur versogte niet sal of kan inlaaten.
Vervolgens wierd door den Heer oppercoopman en Hoofd-Administrateur Rijk Tulbagh met versoek van daarop dispositie te moogen erlangen de volgende memorie in Raade geproduceert
‘Memorie van de nabesz: Tabaks Pijpen, Pijlaaken, glaase Ruijten Olijven Olij en diversse andere goederen meer, uijt de onderstaande bodems soo gebrooken te kort als bij Pijling minder bevonden; de Tabacq bij ‘t openen van diversse Cassen te kort, als meede de Leijfeijgenen in de drie Jongst gepasseerde maanden door de Natuurlijke dood overleeden, ‘t vee in gem:e tijd soo verrekt als door ‘t wild gedierte vernielt, gelijk te Sien is bij verclaaringen hier annex, namentlijk.’
‘
uijt 't Schip Akerendam . | ||
afschrijven { | 7 1/3 | gros Lange Tabakspijpen op 40. grossen bij 't openen van een Cas L:a N: gebrooken bevonden. |
6. | lb. Spinaal op 50. lb in een Cas L:a V bij naweeging te kort bevonden. | |
9. | P:s groote tonnetjes Swartsel op 500 p:s bij 't openen van 4. Cassen L:a M.M. Leedig bevonden. | |
8. | Stucken Pijlaaken Sijnde 1. Cas L:a P.P. te min aande wal gebragt. | |
341. | P:s groote Ruijten van 12. en 14. d:m op 2500 p:s bij 't openen van 10. | |
Cassen L:a W.W. gebrooken bevonden. |
uijt 't Schip Akerendam . | ||
afschrijven { | 7 1/3 | gros Lange Tabakspijpen op 40. grossen bij 't openen van een Cas L:a N: gebrooken bevonden. |
6. | lb. Spinaal op 50. lb in een Cas L:a V bij naweeging te kort bevonden. | |
9. | P:s groote tonnetjes Swartsel op 500 p:s bij 't openen van 4. Cassen L:a M.M. Leedig bevonden. | |
8. | Stucken Pijlaaken Sijnde 1. Cas L:a P.P. te min aande wal gebragt. | |
341. | P:s groote Ruijten van 12. en 14. d:m op 2500 p:s bij 't openen van 10. | |
Cassen L:a W.W. gebrooken bevonden. |
‘
uijt 't Schip Woitkensdorp | ||
afschrijven { | 135. | P:s Ruijten van 9. en 11. d:m op 1000: p:s bij 't openen van 2.Cassen L:a Z: gebrooken bevonden. |
111. | d:o gesort: drinkglaasen op 800: p:s bij 't openen van 2: Casjes L:a N.N. gebrooken bevonden. | |
86 4/10 | Cannen Olijven olij op 20. halfamen bij Pijling minder bevonden Sijde 6. van 2. en 14. van 2 1/2 d:m wan geweest. | |
36. | d:o Lijn olij op 15: kelders sijnde 't minder bevondene in 't na meeten van de flessen alsoo deselve doorgaans niet meer en hielden dan 13 1/3 mutsjes uijter fles ende factuur reekent de gem:e kelders op een quantiteijt van 336. cann:en sijnde 14 14 /15 mutsjes ider fles. | |
33 6/10 | Cannen Raap olij op 8. half aamen bij Pijlingh minder bevonden Sijnde 3. van 2. en 5. van 2 1/2 d:m wan geweest. | |
15 6/10 | d:o Wijn-Tint op 4. half aamen bij Pijlingh minder bevonden Sijnde 3. van 2. en 1. van 3 d:m wan geweest. | |
71. | Stux Pijpe duijgen op 4880. P:s te kort ontfangen. | |
vercoopen { | 8. | p:s haire kruijtseeven op 10. P:s bij 't openen van 1. Cas N:o 59. waarvan 't hair ten eenemaal is vergaan. |
afschrijven { | 229. | Cann:n Clappus olij op 10. halve Leggers bij Pijlingh minder bevonden sijnde 12 1/2. P:r C:to Sch:s als |
10. | Cann:n Clappus olij op 2. halve Leggers ofte 362. Cann:n uijt Sara Jacoba bij Pijlingh minder bevonden sijnde ider 2. d:m wan geweest sijnde 2 3/4 p:t C:to ruijm | |
76. | Cann:en Clappus olij op 4. halve Leggers ofte 142. Cann:en uijt Scheijbeek als boven sijnde 2. van 2. en 2. van 6. d:m wan geweest, sijnde 10 1/4 p:s C:to Sch:s | |
143. | d:o d:o op 4. halve Leggers ofte 729. Cann:en uijt Gooidschalxoord als voormelt, sijnde 2. van 9. en 2. van 9. d:m wan geweest sijnde 19 1/2 p:r C:to r:m. |
uijt 't Schip Woitkensdorp | ||
afschrijven { | 135. | P:s Ruijten van 9. en 11. d:m op 1000: p:s bij 't openen van 2.Cassen L:a Z: gebrooken bevonden. |
111. | d:o gesort: drinkglaasen op 800: p:s bij 't openen van 2: Casjes L:a N.N. gebrooken bevonden. | |
86 4/10 | Cannen Olijven olij op 20. halfamen bij Pijling minder bevonden Sijde 6. van 2. en 14. van 2 1/2 d:m wan geweest. | |
36. | d:o Lijn olij op 15: kelders sijnde 't minder bevondene in 't na meeten van de flessen alsoo deselve doorgaans niet meer en hielden dan 13 1/3 mutsjes uijter fles ende factuur reekent de gem:e kelders op een quantiteijt van 336. cann:en sijnde 14 14 /15 mutsjes ider fles. | |
33 6/10 | Cannen Raap olij op 8. half aamen bij Pijlingh minder bevonden Sijnde 3. van 2. en 5. van 2 1/2 d:m wan geweest. | |
15 6/10 | d:o Wijn-Tint op 4. half aamen bij Pijlingh minder bevonden Sijnde 3. van 2. en 1. van 3 d:m wan geweest. | |
71. | Stux Pijpe duijgen op 4880. P:s te kort ontfangen. | |
vercoopen { | 8. | p:s haire kruijtseeven op 10. P:s bij 't openen van 1. Cas N:o 59. waarvan 't hair ten eenemaal is vergaan. |
afschrijven { | 229. | Cann:n Clappus olij op 10. halve Leggers bij Pijlingh minder bevonden sijnde 12 1/2. P:r C:to Sch:s als |
10. | Cann:n Clappus olij op 2. halve Leggers ofte 362. Cann:n uijt Sara Jacoba bij Pijlingh minder bevonden sijnde ider 2. d:m wan geweest sijnde 2 3/4 p:t C:to ruijm | |
76. | Cann:en Clappus olij op 4. halve Leggers ofte 142. Cann:en uijt Scheijbeek als boven sijnde 2. van 2. en 2. van 6. d:m wan geweest, sijnde 10 1/4 p:s C:to Sch:s | |
143. | d:o d:o op 4. halve Leggers ofte 729. Cann:en uijt Gooidschalxoord als voormelt, sijnde 2. van 9. en 2. van 9. d:m wan geweest sijnde 19 1/2 p:r C:to r:m. |
‘
uijt 't Schip 't Huijs te Marquette . | ||
afschrijven { | 17 3/12 | Grosse Lange Tabaks Pijpen op 100 Grossen bij 't openen van 2. Cassen L:a D.D. gebrooken bevonden. |
88 8/10 | Cann:en Olijven olij op 20. half amen bij Pijling minder bevonden als Sijnde 2. van 3. 12. van 2 1/2 en 6. van 2. d:m wan geweest. | |
36 4/10 | Cann:en Raap olij op 8. half aamen bij Pijlingh minder bevonden als Sijnde 2. van 2., 5. van 2 1/2 en 1. van 3. d:m wan geweest. | |
-5/15 | Kelders gedistileerde Wateren bij 't openen van 3. Kelders gem:t N:o 1.2 en 3. gebrooken bevonden. |
uijt 't Schip 't Huijs te Marquette . | ||
afschrijven { | 17 3/12 | Grosse Lange Tabaks Pijpen op 100 Grossen bij 't openen van 2. Cassen L:a D.D. gebrooken bevonden. |
88 8/10 | Cann:en Olijven olij op 20. half amen bij Pijling minder bevonden als Sijnde 2. van 3. 12. van 2 1/2 en 6. van 2. d:m wan geweest. | |
36 4/10 | Cann:en Raap olij op 8. half aamen bij Pijlingh minder bevonden als Sijnde 2. van 2., 5. van 2 1/2 en 1. van 3. d:m wan geweest. | |
-5/15 | Kelders gedistileerde Wateren bij 't openen van 3. Kelders gem:t N:o 1.2 en 3. gebrooken bevonden. |
‘
uijt 't Schip Rust en Werk | ||
afschrijven { | 216. | P:s gesort: drinkglaasen op 1500 p:s bij 't openen van 2. Cassen L:a PP: 99: gebrooken bevonden. |
127. | lb Spaance Seep op 3142 lb N:to bij 't openen van 8. Cassen L:a A te min ontfangen. | |
338. | P:s gesort: Groote Ruijten op 3500. P:s bij 't openen van 10. Cassen L:a X X gebr. Bevonden. |
uijt 't Schip Rust en Werk | ||
afschrijven { | 216. | P:s gesort: drinkglaasen op 1500 p:s bij 't openen van 2. Cassen L:a PP: 99: gebrooken bevonden. |
127. | lb Spaance Seep op 3142 lb N:to bij 't openen van 8. Cassen L:a A te min ontfangen. | |
338. | P:s gesort: Groote Ruijten op 3500. P:s bij 't openen van 10. Cassen L:a X X gebr. Bevonden. |
‘
uijt 't Schip Bosbeek . | |||
Afschrijven { | 5800. | P:s klinkersteenen op 50006. P:s aan Stucken en brocken als te kort | |
220. | lb gesort: Ijser op 11000. P:s bij naweeging minder bevonden. | ||
Vercoopen { | 3. | P:s Gr: deelen van 1 1/2 d:m lang 30. v:t op 100 p:s | }gebroken |
8. | d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o 300 d:o | ||
4. | d:o d:o d:o d:o 1. d:o d:o 222 d:o | ||
afschrijven { | 2 1/2 | Vaten Theer tot 't opvullen van 17 1/2 vaten verbruijkt. | |
vercoopen { | 5. | P:s Coornschoppen met bewoeld Steelen op 80. p:s bij 't openen van een Cas N:o 2. gebrooken bevonden. | |
14. | d:o Pijpeduijgen op 2446. P:s gebrooken. |
uijt 't Schip Bosbeek . | |||
Afschrijven { | 5800. | P:s klinkersteenen op 50006. P:s aan Stucken en brocken als te kort | |
220. | lb gesort: Ijser op 11000. P:s bij naweeging minder bevonden. | ||
Vercoopen { | 3. | P:s Gr: deelen van 1 1/2 d:m lang 30. v:t op 100 p:s | }gebroken |
8. | d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o 300 d:o | ||
4. | d:o d:o d:o d:o 1. d:o d:o 222 d:o | ||
afschrijven { | 2 1/2 | Vaten Theer tot 't opvullen van 17 1/2 vaten verbruijkt. | |
vercoopen { | 5. | P:s Coornschoppen met bewoeld Steelen op 80. p:s bij 't openen van een Cas N:o 2. gebrooken bevonden. | |
14. | d:o Pijpeduijgen op 2446. P:s gebrooken. |
‘
uijt 't Schip Crabbendijke | ||
afschrijven { | 50. | P:s fijne Pennemessen bij 't openen van 1. Cas L:a X X niet bevonden, |
inschrijven { | daar en teegens in gem:e Cas 50. P:s tefelmessen meer bevonden. | |
afschrijven { | 5100 | d:o graauwe Moppen op 20000 P:s soo aan stucken en brocken als te kort. |
530. | lb gesort: Ijser op 25000. lb bij naweeging te kort. | |
3. | P:s dubbelde Spaaker op 250. P:s | } te min ontfangen |
3. | d:o Affuijt vellingen d:o 250. d:o | |
vercoopen { | 3. | gr. Deelen van 1 1/2 d:m lang 30. voet op 101. P:s gebrooken. |
9. | d:o d:o d:o 1 1/4 d:m lang 30 voet op 339 P:s te weeten. | |
vercoopen 8. P:s gebrooken | ||
afschrijven 1. d:o te kort | ||
10. | P:s gr: deelen van 1.d:m Lang 30. voet op 251 P:s als | |
vercoopen 9. P:s gebrooken en | ||
afschrijven 1. d:o te kort | ||
afschrijven { | 2. | d:o d:o Ribben van 2 en 3. d:m op 114. P:s gebrooken |
3. | vaten Theer tot 't opvullen van 27. Vaaten verbruijkt. | |
1. | P:s gesort: Wieltros op 30. P:s te kort | |
11 5/8 | Vaaten Lamsbier op 40. vaaten, als | |
7 5/8 vaten op 36. vaaten bij Pijling minder bevonden sijnde 8. van 4. 17 van 5. 4. van 6. 2 van 7. 1 van 8. 2 van 9, 1. van 12 en 1. van 13. d:m wan geweest sijnde de 7. Laaste vaaten met Cassen in de boom en buijk, mitsgaders | ||
4 d:o Leedig bevonden | ||
76. | Stux Pijpeduijgen op 2440. Stux te weeten | |
Vercoopen 17. P:s gebrooken | ||
afschrijven 59. P:s te kort |
uijt 't Schip Crabbendijke | ||
afschrijven { | 50. | P:s fijne Pennemessen bij 't openen van 1. Cas L:a X X niet bevonden, |
inschrijven { | daar en teegens in gem:e Cas 50. P:s tefelmessen meer bevonden. | |
afschrijven { | 5100 | d:o graauwe Moppen op 20000 P:s soo aan stucken en brocken als te kort. |
530. | lb gesort: Ijser op 25000. lb bij naweeging te kort. | |
3. | P:s dubbelde Spaaker op 250. P:s | } te min ontfangen |
3. | d:o Affuijt vellingen d:o 250. d:o | |
vercoopen { | 3. | gr. Deelen van 1 1/2 d:m lang 30. voet op 101. P:s gebrooken. |
9. | d:o d:o d:o 1 1/4 d:m lang 30 voet op 339 P:s te weeten. | |
vercoopen 8. P:s gebrooken | ||
afschrijven 1. d:o te kort | ||
10. | P:s gr: deelen van 1.d:m Lang 30. voet op 251 P:s als | |
vercoopen 9. P:s gebrooken en | ||
afschrijven 1. d:o te kort | ||
afschrijven { | 2. | d:o d:o Ribben van 2 en 3. d:m op 114. P:s gebrooken |
3. | vaten Theer tot 't opvullen van 27. Vaaten verbruijkt. | |
1. | P:s gesort: Wieltros op 30. P:s te kort | |
11 5/8 | Vaaten Lamsbier op 40. vaaten, als | |
7 5/8 vaten op 36. vaaten bij Pijling minder bevonden sijnde 8. van 4. 17 van 5. 4. van 6. 2 van 7. 1 van 8. 2 van 9, 1. van 12 en 1. van 13. d:m wan geweest sijnde de 7. Laaste vaaten met Cassen in de boom en buijk, mitsgaders | ||
4 d:o Leedig bevonden | ||
76. | Stux Pijpeduijgen op 2440. Stux te weeten | |
Vercoopen 17. P:s gebrooken | ||
afschrijven 59. P:s te kort |
‘
in 't Negotie Pakhuijs | ||
afschrijven { | 825. | lb Tabacq bij 't openen van 14. Cassen te kort bevonden te weeten |
465 lb bij 't naweegen van 241. Rollen in 7. Cassen gem:e L:a M. per guntersteijn , aangebragt. | ||
360. d:o van 252. Rollen in 7. Cassen gem:t L:a P:r Ruijter aangebragt. |
in 't Negotie Pakhuijs | ||
afschrijven { | 825. | lb Tabacq bij 't openen van 14. Cassen te kort bevonden te weeten |
465 lb bij 't naweegen van 241. Rollen in 7. Cassen gem:e L:a M. per guntersteijn , aangebragt. | ||
360. d:o van 252. Rollen in 7. Cassen gem:t L:a P:r Ruijter aangebragt. |
‘Volgens geannexeerd Reecq:g van den opsiender van ‘s Comp:s’
‘Slaven Logie en Secretariale Verclaringen Sijn in d maanden decemb: 1743. Jann:r en feb:r deeses Jaars van ‘s Comp:s Leijfeijgenen door de Natuurlijke dood overleeden.’
‘
afschrijven { | 3. | Cloecke Jongens |
1. | Suijgend Jongetje | |
2. | Cloecke Meijden | |
1. | School meijsje | |
1. | Rio de La Goa Meijd | |
1. | Bandiete Jonge. |
afschrijven { | 3. | Cloecke Jongens |
1. | Suijgend Jongetje | |
2. | Cloecke Meijden | |
1. | School meijsje | |
1. | Rio de La Goa Meijd | |
1. | Bandiete Jonge. |
‘En volgens bijgevoegde Reecq:g van den Landdrost gesterkt met Secretariale Verclaringen Sijn in bovengemelde tijd soo vernielt als verrekt’
‘
afschrijven { | 143. | Stux Runderbeesten |
5. | d:o Paarden | |
27. | d:o Bocken |
afschrijven { | 143. | Stux Runderbeesten |
5. | d:o Paarden | |
27. | d:o Bocken |
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 16. Junij 1744. /:was geteekent:/ R.Tulbagh.’
Na welkers resumptie goedgedagt is dat met de daarbij vermelde gebrooken bedurvend ente kort aangebragte goederen, sodanig sal worden gehandelt als in margine van dat geschrift staat aangeteekent.
Hierna nog geleesen Sijnde eene Memorie van het te kort komende en gebrookene op de Laading van het aanweesende Schip ‘t Fortuijn , insgelijx door gem:e Heer Secunde ingeleevert met versoek dat op deselve ook nabehooren mogt worden gedisponeert; Is na diesweegens gehoudene deliberatie gearresteert, dat het te kort aangebragte op de Arak en Soo ook de gebrookene Estricken en Cust vloersteenen als niet exedeerend sullen gepasseert, dog dat de te kort komende Huijsbalk na usu op de Soldij Reecq:g van den Schipper Cornelis Booijsz en desselfs opperstuurman teegens sodanigen prijs, als waarvoor de andere door malkander gereekent weesende Jongst bij Publicque vendutie het Stuk Sijn vercogt, te weeten R.x. 6 3/4 sal gesteld worden; en wat de gebrokene porcelijne aangaat, heeft men nadat den Boekhouder en Ordinaris gecommitteert Reinier La Febre voor gesegden Schipper Cornelis Booijsz vermits desselfs in dispositie in Raade verschijnende tot decharge van dien Schipper hierop hadde ingebragt dat Sulx eensdeels voortquam weegens de slegte afpacking van voorz. Porcelijnen, dewijl bij opening der Cassen was gebleeken dat eenelijk wat Los Stroo onder en boven deselve was gedaan Sonder in het midden met iets ‘t Sij Stroo of Saagsel voorsien te weesen, en ten anderen omdat eenige dier Cassen door haare groote genoegsaam onhandelbaar sijn geweest, en dat verders bij de verleende verclaaring van de hier aan de wal gestelde gecommitt:e tot het ontfangen van de Laading uijt voorz: Schip ‘t Fortuijn , ook komt te blijcken dat het daarmeede in der daad ook Soo is gesteld geweest; best gedagt dat de dispositie over het voorsz: gebrookene Portcelijn eerbiedig sal worden gelaaten aan het goedvinden haarer Wel Edele groot Agtb:re de heeren van de hooge Indiaasse regeeringe, Luijdend bovengemelde memorie als volgt.
‘Memorie van de nabesz: Porcelijne Schootels, Pieringen, Commen, Aracq, Vloersteenen, Huijsbalken & uijt ‘t Schip ‘t Fortuijn soo te kort, gebrooken als bij Pijling minder bevonden, alles volgens verclaaring hier annex namentlijk.’
‘
265. | P:s Porcelijne Schootels op 1400. p:s bij 't openen van 4. Cassen N:o 1.2.6 en 7. gebrooken bevonden, Sijnde 19. p:r C:to Sch:s |
472: | P:s Porcelijne Pieringen op 2000. P:s bij 't openen van 8. Cassen N:o 2.5.6.3.7.8.30 en 66. gebrooken bevonden sijnde 23 3/5 p:r C:to netto. |
338: | d:o groote Commen op 1000. P:s bij 't openen van 4. Cassen N:o 3.4.5 en 30. gebrooken, sijnde 33 4/5 p:r C:to netto. |
585 | d:o kleijne Commen op 1390. P:s bij 't openen van gem: 4. Cassen N:o 3.4.5 en 30. Soo gebrooken als met borsten gebacken te weeten. |
347. P:s gebrooken, en | |
238. d:o dewelke door Bakscheuren soo in de bodems als andersints onbequaam tot eenig gebruijk Sijn bevonden. |
265. | P:s Porcelijne Schootels op 1400. p:s bij 't openen van 4. Cassen N:o 1.2.6 en 7. gebrooken bevonden, Sijnde 19. p:r C:to Sch:s |
472: | P:s Porcelijne Pieringen op 2000. P:s bij 't openen van 8. Cassen N:o 2.5.6.3.7.8.30 en 66. gebrooken bevonden sijnde 23 3/5 p:r C:to netto. |
338: | d:o groote Commen op 1000. P:s bij 't openen van 4. Cassen N:o 3.4.5 en 30. gebrooken, sijnde 33 4/5 p:r C:to netto. |
585 | d:o kleijne Commen op 1390. P:s bij 't openen van gem: 4. Cassen N:o 3.4.5 en 30. Soo gebrooken als met borsten gebacken te weeten. |
347. P:s gebrooken, en | |
238. d:o dewelke door Bakscheuren soo in de bodems als andersints onbequaam tot eenig gebruijk Sijn bevonden. |
‘Ook sijn de hier boven gespecifiseerde 10. Cassen met Porcelijnen bij opening Seer Slegt afgepakt bevonden, als sijnde in alle deselve sonder onderscheijd eenelijk wat Los Stroo van onder, en boven daarop gedaan, Sonder dat het Porcelijn in ‘t midden met het minste Stroo of Saagsel is versier geweest, waar beneevens sommige Cassen door haare groote bijna onhandelbaar Sijn bevonden.’
‘
3549: | Cannen Aracq op 80. Leggers bij Pijling minder bevonden als sijnde 10. van 4. 5. van 4 1/2, 41. van 5., 16 van 6, 2. van 7., 2. van 8., 1 van 9. en 3. van 10. d:m wan geweest sijnde 12 1/3 p:r C:to Sch:s |
737 | P:s vloersteenen van 11. en 11. d:m op 6000. P:s gebrooken. |
5 d:o Cust Vloersteenen op 133 P:s gebrooken | |
1 d:o huijsbalk op 231. P:s te min ontfangen. |
3549: | Cannen Aracq op 80. Leggers bij Pijling minder bevonden als sijnde 10. van 4. 5. van 4 1/2, 41. van 5., 16 van 6, 2. van 7., 2. van 8., 1 van 9. en 3. van 10. d:m wan geweest sijnde 12 1/3 p:r C:to Sch:s |
737 | P:s vloersteenen van 11. en 11. d:m op 6000. P:s gebrooken. |
5 d:o Cust Vloersteenen op 133 P:s gebrooken | |
1 d:o huijsbalk op 231. P:s te min ontfangen. |
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede hoop 16. Junij 1744. /:was geteekent:/R Tulbagh.’
Door den Schipper van het op den 11: deeser maand Junij in de Baaijfals gearriveerde Bengaalsschip Lis , Boudewijn Immers, nu in vergaderinge gerapporteert wordende dat desselfs onderhebbenden bodem, sig niet alleen boven Water Seer Slegt gesteld bevond en dat twee van desselfs poorten tusschen deks in het geheel verrot Waaren, maar dat ook de Naaden van het bovendek en soo meede die van het tweede gelijk door hem Schipper wierd gepresumeert open waaren, en dat hij verders vreesde dat door het hier door ingevallene Water soo wel als dat ‘t Welk door de twee voorseijde Poorten in het Schip is gekomen, eenige Schaade aan desselfs inhebbende Laading Sal sijn veroorsaakt met versoek dat ter dier oorsake gecommitt:d mogten worden gesteld om desselfs ruijm op te breeken en te ondersoeken hoedanig het met Sijne voorsz: laading mogt geleegen Weesen; is hierop vermits d’ indispositie van bovengem:e Schipper Booijsz: en dat den Schipper Jan de Boer thans beesig is met het aflaaden van het Fortuijn invoegen geen van beijden hiertoe kan vaceeren, beslooten dat de Schippers der desgelijx in geciteerde baaij Fals vertoevende uijtkomende Scheepen Ruijter en Knappenhof Bastiaan Mol en Harmen Schutte; Schoon Sulx deselve in het voortsetten haarer reijse wel wat Sal agteruijt setten, Sullen worden gecommitteert, om dit ten overstaan van den E. Equipagiemeester Jacobus Möller te verrigten en Soo ook om te gelijk op te neemen de Sig aan dat Schip Lis bevindende gebreeken.
Ondertusschen dat ten eijnde onse Heeren en Meesteren des te Spoediger mogten komen te Weeten Waarinne de Laading van voorseijde Schip Lis bestaad, op het voordraagen van den heer gouverneur nog verstaan is, dat vermits ons met die Kiel de korte factuura van het daarinne afgelaadend niet is aan handen gekomen nietteegenstaande bij het aanschrijvens van de Ministers in Bengalen onder den 11. feb: herwaarts gerigt, word vermeld dat deselve daar neevens overgesonden Word; den brief door gesegde bediendens na het Vaderland geschreeven, alhier Sal geopent en d’ daarinne Leggende factuura gecopieert Worden; dewelke men vervolgens in diervoegen met het meermaals gen:e Schip ‘t Fortuijn van deese plaats aan d Heeren Superiores Sal oversenden.
Sijnde Wijders op de gedaane Propositie door den heer Hoofd-Administrateur Rijk Tulbagh, of ter Sake dat uijt ‘s Comp:s Pakhuijs geene Coffij boonen voor de daarop gesteld prijs van 12. Stf:s het lb kunnen worden vercogt, en dat het ook niet apparent is dat men deselve daar voor in het vervolg sal kunnen quijt raaken, het hierom niet best Soude Sijn, dat gedagte coffij boonen bij de thans ‘s Comp:s weegen gehouden wordende Vendutie wierden opgeveijlt, en soo maar daarop het ordinair advans van 50. ten hondert kan worden gehaalt, vercogt; beslooten dat men sulx indiervoegen Sal laaten geschieden.
Na dat op heeden nader was gesprooken geworden over de plaats alwaar de nieuwe te Stigtenen kerk in het Swarte Land tot Commoditeijt der aldaar woonende menschen Best Soude kunnen worden geset; is bij overweeginge dat volgens het deesen aangaande ingeleeverde berigt bij Land-drost en heemraaden geen geleegende Stand waartoe Soude kunnen worden gevonden als op Seekere hofsteede die de Wed: Pieter van de Westhuijsen in eijgendom toebehoord, Leggende omtrent de plaats van den Landbouwer Gerrit Olivier alwaar versch Water en ThuijnLand gevonden word, en dat gesegde Wed: Van de Westhuijsen aan den heer Gouverneur heeft betuijgd dat se haare eevengemeld hofsteede ten eijnde als gemeld wel wilde afstaan; mits dat aan haar in Steede van dien een andere plaats gen:t de Kersse Fonteijn ‘s Comp:s weegen in eijgendom wierd gegeeven; en voorts betaald de waarde der op haare nu nog besittende hofsteede Staande gebouwen; goedgedagt dat meergemelde hofsteede van gedagte wed: tot het Stigten van boven geciteerde kerk Sullende aangenomen en aan de gemeijnte aldaar overgegeeven Worden; aan haar wijders de voorm:e Plaats de Kersse Fonteijn Leggende agter de Kleine Paardebergen , niet ver van de Vee post van den Burger Jonas van der Poel sonder iets daarvoor aan d’ E. Comp:e te betaalen of eenige Oncosten te doen, Sal gegeeven en hier van na gedane meeting een behoorelijke erfbrief verleent worden; des Sal door de voorsz: gemeijnte in het Swart Land aan Soo dikwils gen:e Wed: Van der Westhuijsen voor de gebouwen op haare afgestaane hofsteede staande, moet worden betaald een somma van vijf en twintig hondert Caabse guldens, Sijnde soo veel die gebouwen sijn bevonden waardig te weesen.
Aldus Geresolveert en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 300-307.¶
Dingsdag den {17440630} 30: Junij 1744.
’s Voormiddags alle present.
Den Heer Gouverneur die om present te weesen bij de gedane visitatie aan het in eene Swacken toestand in de baaij Fals ingevallene retourschip Lis , en gevolgelijk op alle het voorvallende daaromtrent de nodige Ordres te Stellen, Jongst derwaarts is geweest en Sig ten eijnde als eeven gemeld aldaar eenige daagen heeft opgehouden; op heeden van de gebreeken aan die kiel gevonden en van dies verdere gesteldheijd, geproduceert hebbende het onderstaande Rapport, door de daartoe gesteld geweest Sijnde gecommitt:s verleend ‘t welk van den volgenden inhoud is bevonden te Weesen, als.
‘Den Wel Edele Gestrenge Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extra Ordinaris van Neederlands India mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop met den Ressorte van dien & & ons ondertgeteek: hebbende gelieven te Committeeren tot het visiteeren van het Retourschip de Lis , wat gebreeken sig aandien bodem mogten komen te bevinden soo verclaaren Wij nadat het voorruijm geopent te hebben bevonden dat eenige Packen van de bovenste Laag nat Waaren, veroorsaakt dat het dek open en nadeloos Was, en door het overkrijgen van het meenigvuldig Water door een Storm die hem was beloopen bij de Cocus eijLanden ; dat Wijders nog in ‘t ruijm eenige Packen en Peeper omtrent het boord nat bevonden Sijn, ook hebben Wij een Swaar Lek aan Stuurboord sijde onder water ontwaart, om welkens reeden de gantsche Laading tot op de onderlaag heeft moeten ontlaaden Werden om bij gem:e Lek te kunnen komen doen heeft men met het Ligten en krengen van het schip bevonden, dat voorz: Lek Sig bevond in de onderste naad onder de Worst die ten eenemaal open Lag, als meede dat nog twee boeg Poorten aan Stuur en Bakboord gantsch verrot waaren dat meede veel water tusschen deks heeft veroorsaakt; eindelijk bevond men dien bodem buijten en binnen boord heel nadeloos; welke gebreeken egter met Weijnig moeijten en oncosten kunnen gerepareert werden, en waarmeede thans reets een begin is gemaakt en oversulx bovengemelden bodem in Staat gesteld werden om de reijse onder Godes Zeegen gerustelijk na Europa te onderneemen, en hiermeede gedenke aan de geEerde Intentie van Sijn Wel Edele voldaan is hebben, Laaten wij deesen dienen voor eerbiedig Rapport. (:onderstond:) Simonsbaij den 25. Junij 1744. als gecommitt:s (:was geteekent:) Bastiaan Mol, H:s Schulte, Jochem Harmans Pijt, X. /:daar neevenstond:/ dit is het merk van Reinier ancker oppertimmerman ‘t welk ik getuijge Jacob Kier adsistend /:Lager:/ ten mijnen overstaan (:geteekent:) J:s Moller /:in margine:/ waarmeede ons conformeere /:en geteekent:/ B. Immers, Mortten kort.’
Geliefden welopgem:e Sijn Edele na dies Lectuure Wijders te kennen te geeven dat het bij Voorsz: Schriftuur vermelde Lek niet alleen bereijds weeder na behooren is besorgt en digt gemaakt maar ook dat dat Schip Lis ten alder eersten op Sijn Edelens ordre tot op desselfs onderlaag ontlost geworden Sijnde, voorts aanstonts door de daartoe benoemde gecommitt:e een begin was gemaakt met de natte Packen uijt dien bodem aan de Wal gebragt in drie en Veertig Stux bestaande te openen, en het Lijwaat daaruijt te wasschen, droogen Lugten en weeder te besorgen, waarmeede door hem Gouverneur ordre gelaaten was dat alle mogelijke Spoed wierd gemaakt op dat die Kiel dus hier niet Langer mogt Worden opgehouden als de uijtterste noodsakelijkheijd Sulx Sal komen te vereijschen.
Ende gemerkt het Geld dat aan de overheeden van voorseijde Schip Lis in Bengalen is afgegeeven, om wanneer deselve deesen uijthoek mogten komen voorbij te Zeijlen, ververssingen daarvoor op S:t Helena in te koopen nu daartoe niet meer word gerequireert of te Staade kan komen, als sijnde die kiel daarvan ter deesen plaatse na behooren voorsien, is oversulx verstaan dat dat Geld, in drie Hondert Spetie Spaanse matten bestaande, uijt dat Schip Sal geligt, in ‘s Comp:s Cassa alhier gebragt en bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements behoorelijk ingenomen Worden.
Ter Sake dat het gebrek aan Brandhout van tijd tot tijd Sodanig is komen toe te neemen dat het Selve thans naauwelijx en dan nog niet als met groote moeijte hier digte bij kan gevonden en van daar gehaald Worden, heeft men voor Soo veel mogelijk sij deese ingeseetenen in deesen te gemoed te komen, op de Propositie van den Heer Gouverneur moeten besluijten, dat aan deese inwoonders sal sijn en blijven gepermitteert, om het bij met Waagens of met Slaven hun benodigt Brandhoud te moogen Laaten haalen tusschen ‘s Comp:s Posten gen:t baas Harmensz: Craal en Muiijsenburg , in die verwagting nogtans dat alle ende een ijgelijk hiertoe geleegentheijd hebbende in erkentenisse van die gunst en ook om te voldoen aan dat geen ‘t welk se aan het algemeen welweesen verschuldigt sijn, in deesen hoog dringenden en dagelijx toeneemenden nood Soo veel kap- en Brand-hout op Sijn Land sal aanplanten en voortqueeken, als dit met mogelijkheijd sal kunnen geschieden.
Sijnde laatstelijk nog gearresteerd dat volgens het deesen aangaande gestipuleerde bij den Jongsten Artijkelbrief, aan het volk dat teegenswoordig arbeijd aan de langs het Strand alhier opgemaakt Wordende Linie behalven haare gagiën en Costgeld, ook dagelijx de Cost sal gegeeven worden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 308-310.¶
Donderdag den {17440709} 9. Julij 1744.
’s Voormiddags alle Present.
Nademaal haar Hoog Edelens tot Batavia bij hun geEerd aanschrijvens van den 13. Januarij deeses Jaars alle Ligtinge van Volk uijt de alhier Passeerende Scheepen, ten behoeve van dit Gouvernement hebben gelieven te verbieden, met bijgevoegde ordre dat wanneer men Sig hierom ter deeser plaatse mogt verleegen bevinden, diesweege om Adsistentie aan haar Wel Edele Hoog Agtb:e de Heeren Seventhienen sal moeten versogt Worden; Is oversulx goedgedagt dat met ‘t in de baaij Fals vertoevende Retourschip Lis bij een naeijsch soo veel manschappen uijt het Vaderland sullen worden gerequireert als tot Supplement der ter deeser Plaatse Stervende of van hier bereijts gerepatrieerde en dagelijx thuijs varende noodwendig worden vereijscht.
Sijnde Wijders nog Raadsaamst geoordeelt dat bij deese geleegentheijd gedagte onse Heeren en Meesteren eerbiedig om ordre Sullen worden versogt hoedanig bij verschijning aan deesen uijthoek van Sodanig Schip uijt Deenmarken als men vast steld dat van daar herwaarts tot Adsistentie van het in voorn:e baaij Fals ontramponeerd Leggende deensschip den koning van Deenmarken sal gesonden worden daarmeede gelijk ook met de Romp van Laatsgen:e Bodem als denselven niet kan gerepareert en in Staat Worden gesteld om weeder in Zee te kunnen gaan, sal dienen en moeten gehandelt worden.
Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 311-321.¶
Dingsdag den {17440804} 4. Aug:s 1744.
’s Voormiddags alle present uijtgenomen den heer Independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn bij Indispositie.
Weegens dat door het afsterven en het repatrieeren van Sommige deeser ingeseetenen, het vrij worden van eenige ‘s Comp:s Dienaren en andere toevallen, eenig defect is veroorsaakt in de Jongst gedane taxatie noopende dat geen het welk alle ende een ijgelijk der hier gestabileerde persoonen soo ‘s Comp:s dienaren als Burgeren, ‘t sij aan slaven of geld moet fourneeren, tot de Constructie van de thans onder handen Sijnde Mouille; is verstaan dat aan de gecommitt:s dewelke bij het doen van de voorsz: taxatie Laatst hebben gevaceert sal worden opgedraagen, om teegenswoordig en in het toekomende als Sulx wederom sal komen voorte vallen het daarinne gebreekende te remidieeren en voorts dienthalven sodanige voorsieninge te doen als sij nuttig en nodig sullen komen te Oordeelen.
Hierna op het voorstel van den heer Gouverneur in deliberatie genomen Sijnde, door welk middel men best soude kunnen besorgen, dat den Wijn verlaater Jan Serrurier quamte erlangen het Tractement, waar voor hij Sig in het vaderland verbonden heeft, herwaarts tot bereijdinge van de Wijnen deeser Coloniers te komen; te weeten een Somma van Duijsend Carolij Guldens Jaarlijx, heeft men na overweeginge van Saaken geen beeter uijtweege hiertoe kunnen vinden alsbij Provisie vast te stellen, dat uijt de Burger kas alhier aan den Selven voor het eerste Jaar van deesen sijnen dienst de voorsz: Somma van ƒ1000: sal moeten worden betaald; mits hij verpligt blijvende binnen voorsz: tijd de Wijnen deeser Coloniers dewelke hem hiertoe Sullen komen te versoeken of laaten haalen, sonder egter iets verders daarvoor te mogen eijsschen, na behooren te bereijden, des sal in het vervolg deesen aangaande na bevindinge van Saaken nader of anders gedisponeert worden.
Wijders heeft den heer oppercoopman en hoofd Administrateur Rijk Tulbagh met bijgevoegd versoek dat daarop na behoren mogt worden gedisponeert in vergaderinge geproduceert de onderstaande Memorie.
‘Memorie van de nabesz: glaase Ruijten en Tabaks Pijpen uijt ‘t onderstaande Schip Ouwekerk gebrooken bevonden, als meede de Leijfeijgenen in de maanden Maart, April en Meij door de natuurlijke dood overleeden, ‘t vee in gemelde tijd soo verrekt als door ‘t wild gedierte vernielt, alles volgens verclaaringen hier annex blijckende, namentlijk.’
‘
uijt 't Schip Ouwerkerk | |
170. | p:s gesort. Drinkglaasen op 1000. p:s bij openen van twee Cassen N:o 52: en 53. gebrooken bevonden. |
7 3/4 | grossen Lange Tabaks Pijpen op 40. gros bij 't openen van een Cas N:o 90. gebrooken bevonden. |
uijt 't Schip Ouwerkerk | |
170. | p:s gesort. Drinkglaasen op 1000. p:s bij openen van twee Cassen N:o 52: en 53. gebrooken bevonden. |
7 3/4 | grossen Lange Tabaks Pijpen op 40. gros bij 't openen van een Cas N:o 90. gebrooken bevonden. |
‘Volgens geannexeerde Reecq:g van den opsiender van ‘s Comp:s’
‘Slaven Logie en Secretariale verclaaringen Sijn in de maanden, Maart, April en Meij deeses jaars van ‘s Comp:s Leijfeijgenen door de natuurlijke dood overleeden.’
‘En volgens bijgevoegd Reecq:g van den Landdrost gesterkt met Secretariale verclaringen Sijn in bovengem:e tijd soo vernielt als verrekt.’
’(: onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 4. Julij 1744. (:was geteekent:) R. Tulbagh.’
Waarop goedgedagt sijnde dat de daar bij vermelde gebrookene goederen, gestorvene ‘s Comp:s Slaven en Bandieten, mitsgad:s verrekte Beestiaal bijde Negotie boeken deeses gouvernements sullen moeten afgeschreeven Worden; Is nog op het voordragen van gesegden heer Hoofd Administrateur in opsigte van deese en geene saaken tot desselfs departement gehoorende het volgende gearresteert.
Eerstelijk dat alschoon de Penningen geprovenieert uijt de Goederen Jongsz: ‘s Comp:s weegen in het openbaar vercogt, ten bedrage van Rijxd:s 25098: eerst in de aanstaande maanden decemb:r of Januarij staan opgehaald en ontfangen te worden; des niettemin dat geen het welk daarop is geprofiteert bij dit Loopend boekjaar als sijnde die winsten geduurende het selve gevallen; en soo ook nog bij den Cassier het gantsche bedragen dier vercogte goederen sullen moeten worden ingenomen.
Ten tweeden dat tot dat bij den Raad van Justitie deeses Gouvernements bij afdoeninge van de Saak van den geweesenen gesaghebber op den hoeker de Hector Jan Raaij, mitsgaders de officieren en verdere Scheepelingen op dat kieltje bescheijden, hier omtrent nader sal sijn gedisponeert, men insgelijx bij de Negotie Boeken alhier sal doen afschrijven sodanige somma van vijftig Realen als ten dienste van voorz: hoeker in Morlaix in Vrankrijk sijn uijtgegeeven, en daarenteegens weeder laaten inneemen een hondert Realen dewelke van de Gelderen aan dat Bodemken in het Vaderland tot gebruijk op de reise meede gegeeven, komen over te schietten.
En ten Laatsten dat het restant der Provisiën van soo dikwilsgen:e hoeker de Hector meede bij de Negotie Boeken van dit Comptoir sullen moeten ingeschreeven worden.
Op het Tweeleedig in Schriptis gedane versoek bij den keldermeester Thomas Swellengrebel namentlijk om buijten den dienst der E. Comp:e alhier te mogen verblijven, dan wel soo sulx hem niet mogt volgen dat het aan den selven dan vermits tijds Expiratie mogt worden gepermitteert om in desselfs fatsoen met een der Retourscheepen van het aanstaande jaar te repatrieeren; Is hem het Laatste toegestaan; Sijnde hierop tot Keldermeester weeder aangesteld den Boekhouder en Soldij Overdrager Jan Raak en tot Soldij Overdrager den Boekhouder en ordinaris gecommitteerd Daniël Heijning, inmiddels dat ‘s Comp:s kelder met desselfs toebehooren door den afgaanden aan den nieuw aangestelden keldermeester onder Ult:o deeser maand Aug:s sal moeten overgegeeven worden.
Ende gemerkt den tijd der Verpagting van ‘s Lands gemeene middelen en Inkomsten sterk op handen begind te schieten, heeft men hierom voor den dienst der E. Comp:n nodig geoordeelt dat de Billiëten dewelke volgens Raadsbesluijt van den 19 maij pass:o diesweegens sijn geaffigeert geworden tot ververssing der Memorie op nieuwe alomme sullen moeten worden aangeplakt, gelijk meede nog andere Billietten om kennis te geeven dat ter sake van den aanstaanden opneem van ‘s Comp:s effecten in de Pakhuijsen berustend, na den 15. deeser maand Aug:s en tot dat deselve Pakhuijsen door gecommitteerdens behoorelijk sullen weesen opgenomen daar uijt niets meer sal worden verstrekt.
Bij Lectuure en Resumptie van seeker klagtschift door den Burger Crijgs Raad hier aan de Caab op heeden ingeleevert teegens den Burger Corporaal Abraham Nicolaas Kina is denselven van sijne voorz: qualiteijt gedeporteert en weeder aangestelt tot gemeen Rotgesel.
Laatstelijk is aan den Burger Johannes Möller thans hierom bij geschrifte versoek doende, mits dat daar voor navolgens desselfs Presentatie aan d’ E. Comp:n tot een Erkentenis komt te betaalen een Somma van Een hondert Rijxd:s mitsgaders nog jaarlijx de daarop staande recognitie penn:e ten bedrage van vier en Twintig Rix. in eijgendom gegeeven seekere plaats die hij eenigen tijd in Leening heeft gehad geleegen in de Tijgerbergen en gent:de Diemers Viscuijl ter groote van Sestig morgen, onder deese Conditie nogtans dat d’ E. Comp:en wanneer de voorsz: Plaats tot haar gebruijken dienst nodig sal hebben deselve ten allen tijden op behoorlijke taxatie weeder na sig sal moogen neemen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 322-347.¶
Dingsdag den {17440811} 11: aug:s 1744:
’s voormiddags alle present uijtgenoomen den E: Equipagiemeester Jacobus Moller bij indispositie.
Is op heeden in vergaderinge geleesen seekere verclaaring verleent door den gecommitt:s dewelke hier aan de wal hebben geadsisteert bij den ontfangst der goederen die tot de toerustinge en d’ Equipagie van het afgelegde Schip Gunstersteijn gedient hebbende, daaruijt hier aan Land Sijn gebragt, weesende deselve van den volgenden inhoud.
‘Den wel Edelen Gestrengen heer Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van neederlands India, mitsgaders gouverneur van Cabo de goede hoop &:a &:a &:a ons ondergeteekende hebbende gelieven te committeeren, tot het Lossen der goederen van ‘t afgelegde Schip Guntersteijn ; soo verclaaren wij deselve ontfangen, en sodanig aan de volgende administrateurs overgeleevert te hebben als in ‘t vervolg werd gespecificeerd. Te weeten’
‘
Aan den Pakhuijsmeester | ||
vercoopen { | 1 Strijk bank | } gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halfsleeten |
1 Baars | ||
1 Schroot boor | ||
1 Dissel | ||
2 Snijmessen | ||
1 haal | ||
1 holl, | ||
2 houweelen | ||
1 handzaag | ||
1 kraan Boor | ||
2 Croosen | ||
6 beslage hoepels. | ||
3 passers. | ||
2 Drijfhouten | ||
1 Wetsteen | ||
1 handhamer | ||
2 Zetten | ||
2 kouw bijtels | ||
1 ophaalder | ||
1 brand Eijser | ||
2 Fretten | ||
1 deurslag | ||
1 houte omslagh | ||
inneemen { | 4 groote Coxkeetels | |
1 groote Speerhaak | ||
1 Scheepsklok | ||
1 Eijsere balans en Schaalen | ||
525 lb metaal gewigt | ||
2 houte Schaalen en Blans | ||
25 lb Eijser gewigt | ||
vercoopen { | 1 viskeetel | } gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halfsleeten |
1 metaale pot | ||
2 Schuijmspannen | ||
2 Schaff Leepels | ||
2 gaat Leepels | ||
1 Boter Leepel | ||
3 koeke pannen | ||
1 braedspit en toebehooren | ||
1 gaate platiel | ||
1 braed Pan | ||
1 brood pan | ||
1 Smoor pan | ||
1 Tangh | ||
1 asschop | ||
2 roosters | ||
1 Treeff | ||
2 Spekvorken | ||
2 Coks kettings | ||
3 ruijters Eijsers | ||
1 kraan Zaag | ||
1 Trek d:o | ||
1 kromme koevoet | ||
4 avegaars. | ||
4 kettings in Soort | ||
3 Drevels | ||
1 hand Schroef | ||
1 Saffroen Tang | ||
1 hand:hamer | ||
na Europa versenden { | 1 bank Schroef onbequaam | |
vercoopen { | 1 buijg Tangh | } gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halfsleeten |
1 Wring Eijser | ||
1 gaat Schijff | ||
1 dril blok | ||
6 deurslaage | ||
3 Kouwbeijtels | ||
16 Feijlen en raspen | ||
1 Spits boor | ||
1 borst-hout | ||
1 Schroeffbijtel | ||
1 Sneij Eijsser en Tappen | ||
1 ijsere omslag. | ||
1 Soldeer bout | ||
1 Coopere bek van een kist | ||
2 houte pompen | ||
3 Coopere kraanen | ||
10 Lampen in Soort | ||
1 vlees mes | ||
1 vis d:o | ||
4 Fretten | ||
1 houte omslagh | ||
1 ijsere omslagh. | ||
1 kraanboor | ||
1 bog ijser | ||
1 vit d:o | ||
1 haak van een hel kettingh | ||
6 Sluijt plaaten | ||
1 klamaaij ijser | ||
1 Dol d:o | ||
2 plaatjes van pompgecken | ||
1 harpoen | ||
2 haaij hoeken | ||
2 thinne Schootels | ||
6 d:o tafelborden | ||
1 d:o soutvaatje | ||
1 d:o mostert Potje | ||
1 Thinne Olijkannetje | ||
2 d:o beekers | ||
1 d:o Tregter | ||
1 d:o Kan | ||
1 d:o Pintje | ||
2 d:o half d:o | ||
2 d:o mutsjes | ||
2 d:o halfjes | ||
1 Coopere Candelaar | ||
4 Kussens | ||
10 hand Lantaarens | ||
1 Lamp d:o | ||
2 Slonsies | ||
3 Lantaarns ofte Ligters | ||
3 Ligter vaaten | ||
12 nagt glaasen | ||
27 beugels tot voetboeijens | ||
2 handboeijens | ||
8 ouwe Slooten | ||
ten dienste van d' E. Comp: te verbruijken. | Een partij oud kooper |
Aan den Pakhuijsmeester | ||
vercoopen { | 1 Strijk bank | } gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halfsleeten |
1 Baars | ||
1 Schroot boor | ||
1 Dissel | ||
2 Snijmessen | ||
1 haal | ||
1 holl, | ||
2 houweelen | ||
1 handzaag | ||
1 kraan Boor | ||
2 Croosen | ||
6 beslage hoepels. | ||
3 passers. | ||
2 Drijfhouten | ||
1 Wetsteen | ||
1 handhamer | ||
2 Zetten | ||
2 kouw bijtels | ||
1 ophaalder | ||
1 brand Eijser | ||
2 Fretten | ||
1 deurslag | ||
1 houte omslagh | ||
inneemen { | 4 groote Coxkeetels | |
1 groote Speerhaak | ||
1 Scheepsklok | ||
1 Eijsere balans en Schaalen | ||
525 lb metaal gewigt | ||
2 houte Schaalen en Blans | ||
25 lb Eijser gewigt | ||
vercoopen { | 1 viskeetel | } gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halfsleeten |
1 metaale pot | ||
2 Schuijmspannen | ||
2 Schaff Leepels | ||
2 gaat Leepels | ||
1 Boter Leepel | ||
3 koeke pannen | ||
1 braedspit en toebehooren | ||
1 gaate platiel | ||
1 braed Pan | ||
1 brood pan | ||
1 Smoor pan | ||
1 Tangh | ||
1 asschop | ||
2 roosters | ||
1 Treeff | ||
2 Spekvorken | ||
2 Coks kettings | ||
3 ruijters Eijsers | ||
1 kraan Zaag | ||
1 Trek d:o | ||
1 kromme koevoet | ||
4 avegaars. | ||
4 kettings in Soort | ||
3 Drevels | ||
1 hand Schroef | ||
1 Saffroen Tang | ||
1 hand:hamer | ||
na Europa versenden { | 1 bank Schroef onbequaam | |
vercoopen { | 1 buijg Tangh | } gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halfsleeten |
1 Wring Eijser | ||
1 gaat Schijff | ||
1 dril blok | ||
6 deurslaage | ||
3 Kouwbeijtels | ||
16 Feijlen en raspen | ||
1 Spits boor | ||
1 borst-hout | ||
1 Schroeffbijtel | ||
1 Sneij Eijsser en Tappen | ||
1 ijsere omslag. | ||
1 Soldeer bout | ||
1 Coopere bek van een kist | ||
2 houte pompen | ||
3 Coopere kraanen | ||
10 Lampen in Soort | ||
1 vlees mes | ||
1 vis d:o | ||
4 Fretten | ||
1 houte omslagh | ||
1 ijsere omslagh. | ||
1 kraanboor | ||
1 bog ijser | ||
1 vit d:o | ||
1 haak van een hel kettingh | ||
6 Sluijt plaaten | ||
1 klamaaij ijser | ||
1 Dol d:o | ||
2 plaatjes van pompgecken | ||
1 harpoen | ||
2 haaij hoeken | ||
2 thinne Schootels | ||
6 d:o tafelborden | ||
1 d:o soutvaatje | ||
1 d:o mostert Potje | ||
1 Thinne Olijkannetje | ||
2 d:o beekers | ||
1 d:o Tregter | ||
1 d:o Kan | ||
1 d:o Pintje | ||
2 d:o half d:o | ||
2 d:o mutsjes | ||
2 d:o halfjes | ||
1 Coopere Candelaar | ||
4 Kussens | ||
10 hand Lantaarens | ||
1 Lamp d:o | ||
2 Slonsies | ||
3 Lantaarns ofte Ligters | ||
3 Ligter vaaten | ||
12 nagt glaasen | ||
27 beugels tot voetboeijens | ||
2 handboeijens | ||
8 ouwe Slooten | ||
ten dienste van d' E. Comp: te verbruijken. | Een partij oud kooper |
‘
Aan den Dispensier | ||
Inneemen { | 14 | mudde Tarwe off 2240 lb meel |
tot Wagesmeer te verbruijken { | 135 | lb boter Bedorven |
inneemen { | 8 | vaten spek waar van een vat aan 't Schip 't Fortuijn afgegeeven |
inneemen, behalven de 124. bos rottings af te schrijven en te verbranden 4 vaten vlees waar van een vat aan 't Schip 't Fortuijn afgegeeven. { | 265 | lb Swarte Suijker |
1 | aam olijven olij wan 3 d:m | |
1 | halfaam d:o aan 't Schip 't Fortuijn afgegeeven. | |
2 | aamen Clappus olij ider 6. d:m wan | |
10 | kan raapolij in 1 halfaam | |
900 | bosse rottings waar van 124 bos verstikt. |
Aan den Dispensier | ||
Inneemen { | 14 | mudde Tarwe off 2240 lb meel |
tot Wagesmeer te verbruijken { | 135 | lb boter Bedorven |
inneemen { | 8 | vaten spek waar van een vat aan 't Schip 't Fortuijn afgegeeven |
inneemen, behalven de 124. bos rottings af te schrijven en te verbranden 4 vaten vlees waar van een vat aan 't Schip 't Fortuijn afgegeeven. { | 265 | lb Swarte Suijker |
1 | aam olijven olij wan 3 d:m | |
1 | halfaam d:o aan 't Schip 't Fortuijn afgegeeven. | |
2 | aamen Clappus olij ider 6. d:m wan | |
10 | kan raapolij in 1 halfaam | |
900 | bosse rottings waar van 124 bos verstikt. |
‘
Aan den keldermeester | ||
Inneemen { | 2 | Leggers arracq bij welkens pijling |
1 | van 6 d:m wan | |
1 | d:o 7 d:o wan | |
1 | Legger arracq aan 't Schip Fortuijn afgegeeven | |
1/4 | d:o arracq bij welkens pijling 4 d:m wan | |
1 | d:o mol bij welkens pijling 7: d:m wan | |
1 | d:o Sek d:o 16 1/2 d:o | |
1/2 | aam wijn d:o 4 d:o | |
1 | Legger azijn bij pijling bevonden 9 dm wan | |
1/2 | d:o d:o d:o 12 d:m wan | |
inneemen behalven de 44: onbequaame Leggers die afgeschreven en ten dienste den E. Comp: zullen verbruijkt werden tot klijn vaatwerk { | 90 | heele Leggers waar van 30 p:s aan 't Schip Fortuijn afgegeven |
44 | d:o onbequaam |
Aan den keldermeester | ||
Inneemen { | 2 | Leggers arracq bij welkens pijling |
1 | van 6 d:m wan | |
1 | d:o 7 d:o wan | |
1 | Legger arracq aan 't Schip Fortuijn afgegeeven | |
1/4 | d:o arracq bij welkens pijling 4 d:m wan | |
1 | d:o mol bij welkens pijling 7: d:m wan | |
1 | d:o Sek d:o 16 1/2 d:o | |
1/2 | aam wijn d:o 4 d:o | |
1 | Legger azijn bij pijling bevonden 9 dm wan | |
1/2 | d:o d:o d:o 12 d:m wan | |
inneemen behalven de 44: onbequaame Leggers die afgeschreven en ten dienste den E. Comp: zullen verbruijkt werden tot klijn vaatwerk { | 90 | heele Leggers waar van 30 p:s aan 't Schip Fortuijn afgegeven |
44 | d:o onbequaam |
‘
Aan den Equipagiemeester | ||
Inneemen { | 21 p:s seijlen in Soort als | } Nieuw |
1 groot Zeijl | ||
1 d:o marz: | ||
1 d:o voor d:o | ||
1 bove blinde | ||
1 bezaan | ||
1 groote bramz: | ||
1 voor d:o | ||
1 kruijsz: | ||
1 Fok | } halfsleeten | |
1 bazaan | ||
2 Focke | } oud | |
1 g: Zijl | ||
2 voormarsz: | ||
2 bramsz: | ||
1 Leijseijl | ||
1 groote blinde | ||
2 bonets. | ||
1 groot cardeel afgegeeven aan 't Schip d' Lis . | ||
Inneemen { | 1 Focke Cardeel afgegeeven aan 't Schip D' Lis | |
2 vaate Teer afgegeeven aan 't Schip 't Fortuijn | ||
1 groote Stenge windreepgoed | ||
1 voor d:o d:o d:o | ||
3 Cabeltouwen gesleeten en gekort | ||
4 Swaare ankers | ||
2 Werp d:o | ||
1 Lok d:o | ||
2 boots Dreggen | ||
1 Schuijts dreg | ||
2 Swaare Touwen | ||
4 d:o d:o van welkers gesteldhijd niet kan geoordeelt werden, aangesien het Schip als nog daar voor is Leggende. | ||
Inneemen { | 1 Cabelarringh | } halfsleeten |
1 groote of Focke Wand | ||
2 groote Schooten | ||
2 Focke d:o | ||
2 groote marze: Schooten | ||
2 voor d:o d:o | ||
2 groot halzen | ||
2 Focke halsen | ||
2 marsze draaijreeps | ||
1 portuur Lijn | ||
1 Scheepspomp | ||
6. Emmertjes | ||
1 Coopere pomp | ||
6 groote of Focke Puttings | ||
3 marze puttings | ||
4 bram d:o | ||
4 boven blinde d:o | ||
3 Juffers met haaken in Soort | ||
2 pompstocken | ||
2 d:o boutjes | ||
2 d:o plaatjes | ||
2 Cardeel bloks | ||
2 geijn d:o | ||
6 Takel d:o | ||
2 kinnebaks d:o | ||
4 beslaage voetsbloks | ||
2 d:o hanger d:o | ||
2 marsze Schooten d:o | ||
2 onbeslage hanger d:o | ||
2 marsse val d:o | ||
1 bezaans Cardeel d:o | ||
2 groote Schooten d:o | ||
2 Focke Schooten bloks | ||
2 groote geijtouw d:o | ||
2 Focke d:o d:o | ||
2 groote marsze d:o | ||
2 voor d:o d:o | ||
4 bezaan d:o d:o | ||
12 bramblokjes | ||
2 kruijszeijls bloks. | ||
4 boven blinde d:o | ||
12 dubbelde bloks in Zoort | ||
30 Enkelde d:o | ||
4 onbeslaage groote en Focke Juffers voor de Loos. | ||
12 Pokhoutenschijven, in Soort | ||
20 gemeene d:o d:o | ||
20. bloknagels | ||
4 boelijn bloks of doodshoofden. | ||
3 ankerboeijen | ||
1 groote rak | ||
1 Focke d:o | ||
1 bezaan d:o | ||
2 marsze d:o | ||
1 groote blinde d:o | ||
1 Cruijszeijl d:o | ||
1 boven blinde rak halfsleeten | ||
1 bram d:o d:o d:o | ||
1 Slijpsteen en toebehooren d:o | ||
1 boot en toebehooren | ||
1 Schuijt en d:o | ||
1 dommekragt halfsleeten | ||
8 Windboomen d:o | ||
3 vlaggen in Soort d:o | ||
1 geus d:o d:o | ||
13 Compassen d:o | ||
5 dieplooten | ||
1 vat pik | ||
1 d:o harpuijs | ||
1 groote mast | ||
1 Focke d:o | ||
1 bazaans d:o | ||
1 groote Steng | ||
1 voor d:o | ||
1 kruijs d:o | ||
1 blinde d:o | ||
1 groote Raa | ||
1 Focke d:o | ||
1 bazaans d:o | ||
1 voormarzijls d:o | ||
1 boven blinde raa | ||
1 Cruijszijl d:o | ||
1 bagijne d:o | ||
2 bram Stenge | ||
2 bramraas | ||
2 Leijsijls Spiere | ||
2 d:o waarloos | ||
3 Trommelstocken | ||
6 p:r Eselshoofden | ||
1 roeper | ||
1 boegspriet | ||
1 groote blinde raa | } onbequaam | |
1 d:o marzze d:o |
Aan den Equipagiemeester | ||
Inneemen { | 21 p:s seijlen in Soort als | } Nieuw |
1 groot Zeijl | ||
1 d:o marz: | ||
1 d:o voor d:o | ||
1 bove blinde | ||
1 bezaan | ||
1 groote bramz: | ||
1 voor d:o | ||
1 kruijsz: | ||
1 Fok | } halfsleeten | |
1 bazaan | ||
2 Focke | } oud | |
1 g: Zijl | ||
2 voormarsz: | ||
2 bramsz: | ||
1 Leijseijl | ||
1 groote blinde | ||
2 bonets. | ||
1 groot cardeel afgegeeven aan 't Schip d' Lis . | ||
Inneemen { | 1 Focke Cardeel afgegeeven aan 't Schip D' Lis | |
2 vaate Teer afgegeeven aan 't Schip 't Fortuijn | ||
1 groote Stenge windreepgoed | ||
1 voor d:o d:o d:o | ||
3 Cabeltouwen gesleeten en gekort | ||
4 Swaare ankers | ||
2 Werp d:o | ||
1 Lok d:o | ||
2 boots Dreggen | ||
1 Schuijts dreg | ||
2 Swaare Touwen | ||
4 d:o d:o van welkers gesteldhijd niet kan geoordeelt werden, aangesien het Schip als nog daar voor is Leggende. | ||
Inneemen { | 1 Cabelarringh | } halfsleeten |
1 groote of Focke Wand | ||
2 groote Schooten | ||
2 Focke d:o | ||
2 groote marze: Schooten | ||
2 voor d:o d:o | ||
2 groot halzen | ||
2 Focke halsen | ||
2 marsze draaijreeps | ||
1 portuur Lijn | ||
1 Scheepspomp | ||
6. Emmertjes | ||
1 Coopere pomp | ||
6 groote of Focke Puttings | ||
3 marze puttings | ||
4 bram d:o | ||
4 boven blinde d:o | ||
3 Juffers met haaken in Soort | ||
2 pompstocken | ||
2 d:o boutjes | ||
2 d:o plaatjes | ||
2 Cardeel bloks | ||
2 geijn d:o | ||
6 Takel d:o | ||
2 kinnebaks d:o | ||
4 beslaage voetsbloks | ||
2 d:o hanger d:o | ||
2 marsze Schooten d:o | ||
2 onbeslage hanger d:o | ||
2 marsse val d:o | ||
1 bezaans Cardeel d:o | ||
2 groote Schooten d:o | ||
2 Focke Schooten bloks | ||
2 groote geijtouw d:o | ||
2 Focke d:o d:o | ||
2 groote marsze d:o | ||
2 voor d:o d:o | ||
4 bezaan d:o d:o | ||
12 bramblokjes | ||
2 kruijszeijls bloks. | ||
4 boven blinde d:o | ||
12 dubbelde bloks in Zoort | ||
30 Enkelde d:o | ||
4 onbeslaage groote en Focke Juffers voor de Loos. | ||
12 Pokhoutenschijven, in Soort | ||
20 gemeene d:o d:o | ||
20. bloknagels | ||
4 boelijn bloks of doodshoofden. | ||
3 ankerboeijen | ||
1 groote rak | ||
1 Focke d:o | ||
1 bezaan d:o | ||
2 marsze d:o | ||
1 groote blinde d:o | ||
1 Cruijszeijl d:o | ||
1 boven blinde rak halfsleeten | ||
1 bram d:o d:o d:o | ||
1 Slijpsteen en toebehooren d:o | ||
1 boot en toebehooren | ||
1 Schuijt en d:o | ||
1 dommekragt halfsleeten | ||
8 Windboomen d:o | ||
3 vlaggen in Soort d:o | ||
1 geus d:o d:o | ||
13 Compassen d:o | ||
5 dieplooten | ||
1 vat pik | ||
1 d:o harpuijs | ||
1 groote mast | ||
1 Focke d:o | ||
1 bazaans d:o | ||
1 groote Steng | ||
1 voor d:o | ||
1 kruijs d:o | ||
1 blinde d:o | ||
1 groote Raa | ||
1 Focke d:o | ||
1 bazaans d:o | ||
1 voormarzijls d:o | ||
1 boven blinde raa | ||
1 Cruijszijl d:o | ||
1 bagijne d:o | ||
2 bram Stenge | ||
2 bramraas | ||
2 Leijsijls Spiere | ||
2 d:o waarloos | ||
3 Trommelstocken | ||
6 p:r Eselshoofden | ||
1 roeper | ||
1 boegspriet | ||
1 groote blinde raa | } onbequaam | |
1 d:o marzze d:o |
‘
Aan den Capitain | ||
Inneemen { | 6 p:s ijser Canon van 12 lb. | } en toebehooren |
12 d:o d:o d:o d:o 6 d:o | ||
4 d:o d:o d:o d:o 3 d:o | ||
2 metaale d:o d:o 6 d:o | ||
4: metaale Cassen | ||
12 Camers | ||
90 koegels van 12 lb | ||
561 d:o d:o 6 d:o | ||
123 d:o d:o 3 d:o | ||
Lang Scherp | ||
inneemen { | 52 p:s knijpel koogels van 12 lb. | |
inneemen en de onbequaame musquettens en pistool te vercoopen { | 169 p:s knijpel koogels van 6: lb | |
39 d:o d:o d:o d:o 3 d:o | ||
12 d:o Schuijff Tangen in Zoort | ||
98 d:o handgranaaten | ||
24 d:o koevoeten | ||
9 d:o braad spitten | ||
26 d:o kopere Cardoes kokers in Soort | ||
26 d:o houte d:o d:o d:o d:o | ||
116 d:o donderbus koogels | ||
48 d:o d:o druijven | ||
66 d:o druijven in Soort | ||
24 d:o Coopere Laadpriemen | ||
25 d:o Snaphaanen | ||
12 p:s pistoolen waarvan 1: p:s onbequaam | ||
24 p:s houwers | ||
4 d:o musquettons waar van 3: p:s onbequaam | ||
2 d:o vaatjes snaphaan koogels van 25 lb ider | ||
inneemen en het bedorvene in Zee weg te werpen { | 78 vaatjes kruijt van 50 lb ider, waar van | |
40 vaatjes aan 't Schip Fortuijn afgegeeven | ||
21 d:o bedorven | ||
ten dienste van de Constapel af te geeven { | 29 1/2 lb gewigt | |
1 Trommel met sijn Toebehooren | ||
27 Londstocken | ||
8 assen aan 't Schip d' Lis afgegeeven | ||
31 rampaarde wielen in Zoort | } gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halfsleeten | |
10 Touw wissers | ||
11 Leepels met varken Staarten | ||
26 halve pieken | ||
27 Kruijthoorns | ||
3 beursvaatjes | ||
6 Loose wisser Stocken | ||
27 wissers in Soort | ||
1 Kopere haamer | ||
1 d:o dissel | ||
3 kruijt maaten | ||
1 d:o Schaal | ||
3 d:o Tregters | ||
32 Schut blokken | ||
1 harpuijs potje | ||
1 d:o Leepel | ||
3 kloppertjes | ||
4 veijlen in Soort | ||
3 Schutbooren | ||
1 Tal Stok | ||
1 omslag | ||
1 Schut passer | ||
3 varke Staarten | ||
1 koogel vorm | ||
1 koopere pannetje | ||
41 pattroon tassen | ||
2 koopere kruijt Landtaarne | ||
15 Flappen | ||
8 Leusen | ||
13 Speijlen | ||
7 patroonmaaten | ||
12 Cardoes Stocken | ||
1 verf moolen | ||
1 mosterd d:o | ||
24 wisser Clossen | ||
4 Schut Lantaarns | ||
4 Seeven | ||
Aan den oppermeester | ||
vercoopen { | 1 medicament kist | |
Aan de baas Smith | ||
ten dienste van d' E Comp: te verbruijken { | 1 Schoutbout | |
99 ring d:o | ||
4 puttings d:o | ||
8 poort hengsels. | ||
9 d:o duijmen | ||
10 d:o ringen | ||
1 roeper | ||
6 banden van ankerstocken | ||
2 roer haaks | ||
73 Sluijt ringen | ||
1 vingerling | ||
1 ijsere pompstok | ||
5 beugels van Luijken | ||
2 ring bouts | ||
8 Schinkelhaaks | ||
66 Lange bouts | ||
130 korte d:o | ||
Een partij oud Eijser. |
Aan den Capitain | ||
Inneemen { | 6 p:s ijser Canon van 12 lb. | } en toebehooren |
12 d:o d:o d:o d:o 6 d:o | ||
4 d:o d:o d:o d:o 3 d:o | ||
2 metaale d:o d:o 6 d:o | ||
4: metaale Cassen | ||
12 Camers | ||
90 koegels van 12 lb | ||
561 d:o d:o 6 d:o | ||
123 d:o d:o 3 d:o | ||
Lang Scherp | ||
inneemen { | 52 p:s knijpel koogels van 12 lb. | |
inneemen en de onbequaame musquettens en pistool te vercoopen { | 169 p:s knijpel koogels van 6: lb | |
39 d:o d:o d:o d:o 3 d:o | ||
12 d:o Schuijff Tangen in Zoort | ||
98 d:o handgranaaten | ||
24 d:o koevoeten | ||
9 d:o braad spitten | ||
26 d:o kopere Cardoes kokers in Soort | ||
26 d:o houte d:o d:o d:o d:o | ||
116 d:o donderbus koogels | ||
48 d:o d:o druijven | ||
66 d:o druijven in Soort | ||
24 d:o Coopere Laadpriemen | ||
25 d:o Snaphaanen | ||
12 p:s pistoolen waarvan 1: p:s onbequaam | ||
24 p:s houwers | ||
4 d:o musquettons waar van 3: p:s onbequaam | ||
2 d:o vaatjes snaphaan koogels van 25 lb ider | ||
inneemen en het bedorvene in Zee weg te werpen { | 78 vaatjes kruijt van 50 lb ider, waar van | |
40 vaatjes aan 't Schip Fortuijn afgegeeven | ||
21 d:o bedorven | ||
ten dienste van de Constapel af te geeven { | 29 1/2 lb gewigt | |
1 Trommel met sijn Toebehooren | ||
27 Londstocken | ||
8 assen aan 't Schip d' Lis afgegeeven | ||
31 rampaarde wielen in Zoort | } gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halfsleeten | |
10 Touw wissers | ||
11 Leepels met varken Staarten | ||
26 halve pieken | ||
27 Kruijthoorns | ||
3 beursvaatjes | ||
6 Loose wisser Stocken | ||
27 wissers in Soort | ||
1 Kopere haamer | ||
1 d:o dissel | ||
3 kruijt maaten | ||
1 d:o Schaal | ||
3 d:o Tregters | ||
32 Schut blokken | ||
1 harpuijs potje | ||
1 d:o Leepel | ||
3 kloppertjes | ||
4 veijlen in Soort | ||
3 Schutbooren | ||
1 Tal Stok | ||
1 omslag | ||
1 Schut passer | ||
3 varke Staarten | ||
1 koogel vorm | ||
1 koopere pannetje | ||
41 pattroon tassen | ||
2 koopere kruijt Landtaarne | ||
15 Flappen | ||
8 Leusen | ||
13 Speijlen | ||
7 patroonmaaten | ||
12 Cardoes Stocken | ||
1 verf moolen | ||
1 mosterd d:o | ||
24 wisser Clossen | ||
4 Schut Lantaarns | ||
4 Seeven | ||
Aan den oppermeester | ||
vercoopen { | 1 medicament kist | |
Aan de baas Smith | ||
ten dienste van d' E Comp: te verbruijken { | 1 Schoutbout | |
99 ring d:o | ||
4 puttings d:o | ||
8 poort hengsels. | ||
9 d:o duijmen | ||
10 d:o ringen | ||
1 roeper | ||
6 banden van ankerstocken | ||
2 roer haaks | ||
73 Sluijt ringen | ||
1 vingerling | ||
1 ijsere pompstok | ||
5 beugels van Luijken | ||
2 ring bouts | ||
8 Schinkelhaaks | ||
66 Lange bouts | ||
130 korte d:o | ||
Een partij oud Eijser. |
’/:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de goede hoop den 8: aug:s 1744. /:was geteekent:) R: Lafebre D:l heijning.’
En is na dat over dies inhoud met aandagt was geraadpleegt geworden voor den meesten diens den E:Comp. best gedagt, dat met de daar bij gespecificeerde goederen en bedurvene buskruijt, dewijl het Laatste volgens Schriftelijk getuijgenis, van de Constapels deeses gouvernements nergens toe nut en ook onbequaam is om te kunnen worden vermaalt, sodanig sal moeten gehandelt worden als ten opsigte van het eene en het andere in margine van booven gemelde verclaaring staat ter needer gestelt.
Ook is na Lectuure van Seekere memorie door den Heer oppercoopman en hoofd administrateur RijkTulbagh overgegeeven, verstaan dat men dedaar bij genoteerde onbequaame en bedurvene goederen soo in ‘s Comp: pakhuijsen en maguazijnen alhier berustende als uijt de gewaschene packen met Lijwaet van het retour Schip Lis ten deesen plaatse aangehouden vermits die niet waardig waaren dat na Europa wierden voortgesonden; neevens de abusiveelijke bij de negotie boeken deeses gouvernements ingenoomene gebrookene klinker steenen en graauwe moppen, volgens gewoonte voor het sluijten den boeken van dit Loopend jaar ten Eersten sal laaten vercoopen; uijtgenoomen 25: p:s guinees die tot gebruijk aan het hospitaal sullen moeten afgegeeven worden, en 12: p:s heele Leggers dewelke men tot het maaken van kleijne vaaten sal doen emploijeeren, Luijdende gemelde memorie aldus.
‘Memorie van de nabesz: geinfecteerde en natgeworde goederen uijt d’ Laading van ‘t Schip d’ Lis ontfangen ‘t Pijlaaken bij ‘t openen van diverse kassen in ‘t Negotie pakhuijs gemotteert; als meede Eenige goederen bij diverse bediendens onbequaam bevonden gelijk te sien is bij de verclaringen van gecommitteerdens hier annex Namentlijk.’
‘
uijt 't Schip d' Lis . | ||
vercoopen { | 97 p:s Cassa | |
80 d:o mallemollen | ||
32 d:o Soesjes | ||
10 d:o karradherrijs | ||
4 d:o photassen | ||
1 d:o bethilles | ||
1 d:o Tanseel | ||
1 d:o Roemaas | ||
aan 't hospitaal tot gebruijk afgegeeven { | 25 p:s guinees . | |
In 't Negotie Pakhuijs | ||
bij 't openen van 7: kassen gemotteert bevonden. | ||
vercoopen { | 13 p:s Pijlaaken | |
In 't Dispens | ||
vercoopen { | 5 p:s halve Leggers | } onbequaam |
3 p:s heele aamen | ||
In 't Equipagie Pakhuijs | ||
vercoopen { | 120 p:s gonnijs | } onbequaam |
1 d:o vissegen | ||
In de Wijnkelder | ||
afgesch: en tot het maaken van klijn vaatwerk te gebruijken { | 12 p:s heele Leggers onbequaam | |
Op de Wapenkamer | ||
vercoopen { | 73 p:s Portepees. | |
In 't Houtmaguazijn | ||
vercoopen { | 48 p:s voor en agtertangen | |
77 d:o barkoentjes | ||
97 d:o wagenassen | ||
20741 d:o klinkersteenen | } gebrooken zijnde deese klinkersteenen en moppen | |
6015 d:o graauwe moppen | ||
volgens resoulutie van den E:agtb: politicquen raad de dato 12: december 1741 goed gevonden, ten dienste den EComp: te gebruijken, en doenmaals abusivelijk bij de negotie niet afgeschreeven, maar zijn bij de boeken voor heele blijven voort Loopen. | ||
In 's Comp:s Stal | ||
vercoopen { | 8 paar Stangen | |
6 d:o Stiegbeugels | ||
2 paarde waagens | ||
In 't Hospitaal | ||
vercoopen { | 4 p:s gangbeckens | |
3 d:o Spatels | ||
2 d:o coopere pannen | ||
2 d:o klisteer Spuijten | ||
12 d:o Zeeven in Soort | ||
1 d:o ijsere pott | ||
2 d:o kapbijlen | ||
2 d:o mookers | ||
1 d:o Rooster | ||
1 d:o vuurwagen | ||
Aan d' Schuur | ||
vercoopen { | 7 ossenwaagens onbequaam |
uijt 't Schip d' Lis . | ||
vercoopen { | 97 p:s Cassa | |
80 d:o mallemollen | ||
32 d:o Soesjes | ||
10 d:o karradherrijs | ||
4 d:o photassen | ||
1 d:o bethilles | ||
1 d:o Tanseel | ||
1 d:o Roemaas | ||
aan 't hospitaal tot gebruijk afgegeeven { | 25 p:s guinees . | |
In 't Negotie Pakhuijs | ||
bij 't openen van 7: kassen gemotteert bevonden. | ||
vercoopen { | 13 p:s Pijlaaken | |
In 't Dispens | ||
vercoopen { | 5 p:s halve Leggers | } onbequaam |
3 p:s heele aamen | ||
In 't Equipagie Pakhuijs | ||
vercoopen { | 120 p:s gonnijs | } onbequaam |
1 d:o vissegen | ||
In de Wijnkelder | ||
afgesch: en tot het maaken van klijn vaatwerk te gebruijken { | 12 p:s heele Leggers onbequaam | |
Op de Wapenkamer | ||
vercoopen { | 73 p:s Portepees. | |
In 't Houtmaguazijn | ||
vercoopen { | 48 p:s voor en agtertangen | |
77 d:o barkoentjes | ||
97 d:o wagenassen | ||
20741 d:o klinkersteenen | } gebrooken zijnde deese klinkersteenen en moppen | |
6015 d:o graauwe moppen | ||
volgens resoulutie van den E:agtb: politicquen raad de dato 12: december 1741 goed gevonden, ten dienste den EComp: te gebruijken, en doenmaals abusivelijk bij de negotie niet afgeschreeven, maar zijn bij de boeken voor heele blijven voort Loopen. | ||
In 's Comp:s Stal | ||
vercoopen { | 8 paar Stangen | |
6 d:o Stiegbeugels | ||
2 paarde waagens | ||
In 't Hospitaal | ||
vercoopen { | 4 p:s gangbeckens | |
3 d:o Spatels | ||
2 d:o coopere pannen | ||
2 d:o klisteer Spuijten | ||
12 d:o Zeeven in Soort | ||
1 d:o ijsere pott | ||
2 d:o kapbijlen | ||
2 d:o mookers | ||
1 d:o Rooster | ||
1 d:o vuurwagen | ||
Aan d' Schuur | ||
vercoopen { | 7 ossenwaagens onbequaam |
’/:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 19: aug:s 1744 /:was getekent:) R: Tulbagh.’
Voorts is bij resumptie van Seekere missive van Land-drost, heemraaden en krijgsofficieren den buijten districten, van den 27: der afgeweekene maand Julij, het volgende op het daar bij voorgedraagene vastgestelt, te weeten
Dat de vergadering of bij eenkomst der heemraaden Jongst in de ver afgeleegene districten aangestelt om de ses weeken sal moeten gehouden worden,
dat daar inne sal præsideeren den oudsten dier heemraaden.
Dat ook aan denselven sal vrij staan om bij noodsakelijkheijd buijten den voorsz: bepaalden tijd van ses weeken, desgelijx de vergadering in sijn huijs te beroepen en bij een te Laten koomen.
dog aangaande het verdere voorgestelde in opsigte van den adjunct Land-drost, is best gedagt dat sal worden gepersisteert bij het dies weegens gearresteerde bij resolutie van den 2: Junij deeses Jaars.
Terwijl men Sig wijders heeft Laaten wel gevallen den gereguleerden tijd bij voorseijden Land-drost, Heemraaden en krijgs-officieren, op denwelken de wapen Schouwing onder aan de klip revier sal moeten geschieden en de menschen diep in het land woonende aldaar in den waapenhandel geoeffent worden, te weeten het Eerst op den 28: September en het andere inde maand maart.
Laatstelijk is aan den Landbouwer Elias Nel op desselfs nu hierom in Schriptis gedaane versoek in eijgendom gegeeven seekere plaats dewelke hij eenigen tijd in Leening heeft gehad, geleegen agter Riebeeks Casteel aan de Jonkershoek , en de Sulx ter gewoonelijke groote van sestig morgen, mitsdat daar voor navolgens desselfs gedane presentatie aan d’ EComp: tot een erkentenis komt te betaalen een somma van een hondert rijxd:s, mitsgrs: nog als voor deesen Jaarlijx de daar opstaande recognitie penningen ten bedrage van vier en twintig rijxd:s onder deese Expresse Conditie nogtans dat het aan d’ EComp: ten allen tijden vrij sal staan, om voorsz: plaats wanneer deselve tot haar gebruijk en dienst noodig sal hebben, op behoorelijke taxatie weeder na sig te neemen.
Aldus Geresolveerd en de gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 122, pp. 348-350.¶
Maandag den {17440831} 31: augustus 1744.
‘S voormiddags alle present.
Naar voorgaande klocke geklep en uijtroepinge van de boode, op heeden getreeden Sijnde tot het publicque verpagten van ‘s Lands gemeene middelen en Inkomsten deeses gouvernements en de Sulx agtervolgens het dies weegens op den 19:e maij deeses Jaars genomene besluijt ende daar op alomme geaffigeerde billietten, dewelke ten herrinneringe op den 4: aug:s daar aan volgende nogmaals sijn aangeplackt, soo sijn de onderstaande perceele door de volgende persoonen ingemeijnt geworden voor sodanigen prijs als daar bij staat vermeld, Te weeten
'T Mout Bier. | ||
De wed: Hans Jurgen Honk voor | ƒ1200: | |
Brandewijnen | ||
1 quart Jochem Daniel Hubner | ƒ1400: | |
2 d:o Abraham Lever | d:o 1400: | |
3 d:o Michiel Pens | d:o 1450: | |
4 d:o Jan Holst | d:o 1100: | d:o 5350: |
Vaderlandsche bieren en Wijnen | ||
Michiel pentz: | d:o 2350: | |
Caabse Coele Wijnen | ||
1 quart Jan Holst | ƒ4325: | |
2 d:o Jan Jurgen Schreuder | d:o 4400: | |
3 d:o Michiel Pentsz: | d:o 4300: | |
4 d:o Abraham Leever | d:o 4250: | |
ƒ17275: | ||
Welke Laatstgen: vier perceelen van de pagt der Caabse Coele Wijnen, vervolgens na den inhoude der Pagt Conditien in een generaale massa weeder opgeveijlt en afgeslaagen weesende sijn deselve ingesmeijnt geworden door den burger Abraham Leever, invoegen den selven generaale pagter is gebleeven der voorm: Caabse Coele Wijnen voor | ƒ23000: | |
Caabse Wijnen entz: aan het rondebosje en baaij Fals | ||
Johannes albertus Munnik | d:o 650: | |
Coele en brandewijnen aan Stellenbosch en Drakenstijn . | ||
d' Wed: Bernard | d:o 200: | |
Soo dat de geheele pagtpenn:e bedraagen | ƒ32750: |
'T Mout Bier. | ||
De wed: Hans Jurgen Honk voor | ƒ1200: | |
Brandewijnen | ||
1 quart Jochem Daniel Hubner | ƒ1400: | |
2 d:o Abraham Lever | d:o 1400: | |
3 d:o Michiel Pens | d:o 1450: | |
4 d:o Jan Holst | d:o 1100: | d:o 5350: |
Vaderlandsche bieren en Wijnen | ||
Michiel pentz: | d:o 2350: | |
Caabse Coele Wijnen | ||
1 quart Jan Holst | ƒ4325: | |
2 d:o Jan Jurgen Schreuder | d:o 4400: | |
3 d:o Michiel Pentsz: | d:o 4300: | |
4 d:o Abraham Leever | d:o 4250: | |
ƒ17275: | ||
Welke Laatstgen: vier perceelen van de pagt der Caabse Coele Wijnen, vervolgens na den inhoude der Pagt Conditien in een generaale massa weeder opgeveijlt en afgeslaagen weesende sijn deselve ingesmeijnt geworden door den burger Abraham Leever, invoegen den selven generaale pagter is gebleeven der voorm: Caabse Coele Wijnen voor | ƒ23000: | |
Caabse Wijnen entz: aan het rondebosje en baaij Fals | ||
Johannes albertus Munnik | d:o 650: | |
Coele en brandewijnen aan Stellenbosch en Drakenstijn . | ||
d' Wed: Bernard | d:o 200: | |
Soo dat de geheele pagtpenn:e bedraagen | ƒ32750: |
Aldus Gedaan en Gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 351-356.¶
Dingsdag den {17440901} Eersten Septb: 1744.
‘S voormiddags alle present behalven den heer Cap:t Rudolf Sigfried alleman bij indispositie.
In steede van den boekhouder daniel Heijning die Laatst is gevordert tot Soldij overdraager; heeft men heeden tot ordinaris gecommitteerd aangestel den boekhouder van ‘s Comp: Slagthuijs Jan Andriesz: die wederom is geremplaceert geworden met den persoon van Hendrik Frappé den welken op desselfs Schrijtelijk versoek en als hebbende voormaals d’ EComp: van A:o 1699 tot 1733 in verscheijde Emploijen en qualiteijten soo in India als hier ter plaatse gedient, hier op weederom in dienst der EComp: is aangenoomen voor adsistent met ƒ20: ter maand, onder een verband van vijff Jaaren.
Vervolgens heeft den Soldij boekhouder David d’ Aillij in raad geExhibeert de geslootene boedel reekeningen van sodanige nalatenschappen als in het gepasseerde boek jaar van verscheijde afgestorvene ‘s Comp: dienaaren onder desselfs administratie sijn gekoomen; met bij gevoegde Eerbiedig versoek dat deselve mogten geagreEert worden, ‘t welk ook is geschied, na dat egter alvoorens het daar neevens overgeleverde rapport door den secretarissen van Justitie en der Weescamer, dewelke tot exacte ondersoek vandien sijn gecommitteert geweest, met ende beneevens voorsz: boedel rekeningen nader geExamineert waaren geworden.
Terwijl wijders op het bij geschrifte gedaane versoek door gedagten Curator ad Lites David d’ Aillij; om ordre te moogen hebben hoedanig sig sal hebben te gedraagen met de alhier agter gelaatene goederen door den quartiermeester Guilliam Bushart, die met een Schuijt uijt de Sijmons baaij na seekere bij de Smits winkel ten anker geleegen hebbende Schip gevaaren Sijnde, met dat Schip vandaar in Zee is te rug gedreeven en voortgevaaren; Is verstaan dat den selven Curator adlites sal worden geordonneert, de voorsz: goederen ten voordeele van dien quartiermeester te vercoopen.
Op het hier toe in Schriptis gedaane versoek bij Anna Sophia Wagenaar wed: wijlen den burger gideon Courtilliat, Is aan haar gepermitteert, om onder betaalinge van het ordinaire Transport en Costgeld om in de Cajuijt gelogeert en getracteert te worden, met een den verwagt wordende retour Scheepen naar het vaderland over te vaaren.
Sijnde Laatstelijk aan Juffrouw Aletta van Es wed: Vermeij thans hierom bij geschrifte versoek doende, in eijgendom gegeeven seekere veepost, door haar nu al een geruijmen tijd van d E Comp: in Leening bezeeten genaamt de geelbecke Fonteijn geleegen agter de groene cloof naar de kant van de Saldanhabaaij , ten groote van 60: morgen, mits dat zij daar voor navolgens haare presentatie aan d E Comp: tot een erkentenisse komt te betaalen een Somma van een hondert Rx:s mitsgrs: nog als voor deesen Jaarlijx de daarop staande recognitie penningen ter Somma van vier en twintig rijxd:s, en deese conditie nog dat het aan d E Comp: ten allen tijden vrij sal staan om voorsz: veepost of hofsteede als deselve tot haar gebruijken dienst nodig sal hebben op behoorelijke taxatie weeder na sig te neemen.
Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 357-385.¶
Dingsdag den {17440915} 15 7ber: 1744.
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den E coopman en dispencier Nicolaas Heijningh bij indispositie
Haar Wel Edele groot agtb:e de heeren gecommitteerde bewindhebberen en gevolmagtigdens tot de Secreete Saaken, so wel als de Wel Edele groot achtb:e heeren bewindhebberen ter Camer Zeeland, bij haare geEerde Letteren van den 3 en 16: april deeses jaars, met het op gisteren hier gearriveerde Schip Vijvervreugd ontfangen, ons kenisse hebbende gelieven te geeven Dat de kroon van vrankrijk in maart pass:o niet alleen den oorlog heeft gedeclareert aan Sijne majesteijt den Kooning van groot Brittanje , maar ook nog dat het was te vreesen en te dugten, dat onsen Staat binnen korten, daar inne Soude kunnen geraaken, en dat men wijdens was geInformeert dat de franssen diversse Scheepen van oorlog stonde te Equipeeren omme naar de oostindien te senden, met Serieuse recommandatie en ordre daar bij, dat men sig hier om ter deeser plaatse voor al wel op haare hoede sal hebben te houden en sodanige middelen in het werk te stellen, als waar door men voor alle verrassingen secuur en gedekt mogte weesen; soo is na dat in Ernstige deliberatie was genoomen geworden wat bij deese tegenwoordige omstandigheden van tijd, om aangesegde ordre pligtschuldig te voldoen, en ons bovens dien nog in staat te stellen om een aankomend vijand met succes te kunnen afweeren, best soude dienen en moeten worden gedaan; het volgende in dien opsigte voor eerst gearresteerd.
Dat den Land-drost en krijgsofficieren der buijten districten, soo aanstonts bij missieve sullen worden geordonneert om na volgens het deesen aangaande gearresteerde in vergaderinge van den 21: maart des jaars 1741 opstonts, om een maend te dienen en vervolgens geduurig op dien tijd tot nader ordre door andere afgelost te worden, herwaarts op te senden een detachement te paard uijt de Landmilitie van vijftig koppen, met haare hoofd en mindere officieren voorsien, om alhier daar het te pas sal kunnen coomen geEmploijeert te worden, gelijk meermaalsgen:e Land-drost en burger officieren nog Ernstigst sullen worden gelast goede toesigt te houden en wel Sorge te draagen dat de Landmilitie, haare geweeren en ammonitie van oorlog geduurig in goeden staat komt te houden;
Dat om bij nagt behalven het voorsz: Commando, nog een goeden aantal gewaapende volk buijten het Casteel altijd bij den hand te kunnen hebben, de burger wagt dewelke bij deesen Caabse Ingeseetenen alhier word gehouden, thans soo als sulx bij eeven aangehaalde resolutie is ter needer gestelt sal moeten worden verdubbelt en een Igelijk deesen inwoonderen sonder onderschijd gehouden weesen sijn eijgen wagt op sijn beurt selfs in persoon waar te neemen, terwijl den wagt hebbenden burger officier ook den gantschen nagt op de wagt sal moeten blijven; van het welke staande vergaderinge door den heere gouverneur aan de ritmeesters en Capitainen deeser Caabse vier Compagnien burger Militie kennisse gegeeven sijnde, heeft Sijn Edele wijders deselve onder seer nadruckelijke vermaninge van hun soo wel als de onder haar Commando staande burger militie, Sig soo tot bescherminge van dit land, hunne eijgendommen mitsgrs: dat geen dat Sij Liefste in de waareld hebben, volgens hunnen eed en pligt en het goed gevoelen het welk men dies weegens van haar Lieden is hebbende, bij alle voorvallende geleegentheeden als braave en Eerlijke Luijden te gedraagen; nog geordonneert dat sij meede wel Scherpelijk sullen hebben te Letten dat haare onderhebbende manschappen alle van behoorelijke geweeren versorgt sijn en blijven of sonder vertoef daar meede voorsien worden en dat Iderman nog bovens diens altijd vier en twintig Scherpe patroonen bij sig komt te hebben; tot verrigtinge van het welke aan haarl: met den Eersten het noodige buskruijt en Loot neevens een goed aantal vuursteenen sal moeten verstrekt worden.
Dat men wijders om bij aanLanding van een vijand de noodige diensten daar van te kunnen Erlangen, ten spoedigsten op de bereijts in gereetheijd gebragte en nog te maakene, halve redouten op de alhier Langs het Strand opgeworpen wordende Linie, het gerequireerde geschut sal doen plaatsen; welke redouten dan soo wel als de verdere aan Strand Leggende batterijen; ook sonder versuijm van de noodige ammonitie van oorlog en verdere noodwendigheeden gelijk het behoort sullen moeten worden voorsien.
En gelijk in soo in eenen toestand als deesen, het besorgen den fortificatie werken, het presanste en voornaamste is daar het thans op aan komt, en wel voornamentlijk dat de voorsz: Linie voltooijt en ook met alle spoed opgemaakt word de Couvre face dewelke Sijn hoog Edelheijd den hoog Edelen heere gouverneur generaal Gustaaf Willem Baron van Imhoff bij desselfs aanweesen ter deesen plaatse heeft gelieven te ordonneeren dat bij en aan dit Casteel sal moeten worden geconstrueert, mitsgrs: nog tusschen dit Casteel en de groote batterij tot beeter bevijling deesen rheede en deese Stranden des te ongenaakbaarder te maaken voor vijandelijke vaartuijgen, een kleijne batterij of waterschans van 6. Stucken Canon, also di behoudenisse deesen Landen van de defentien die daar uijt teegens een aan Coomend Vijand sullen moeten worden gedaan, meede grootelijx sal afhangen, en dat men aan den anderen kant van het noodige werksvolk daar toe en vooral van slaaven gantsch en al gedestitueerd is, vermits alles wat men ten deesen plaatse hier van bijeen heeft kunnen krijgen, nu met het werk aan de moelje word besig gehouden; heeft men oversulx in vertrouwen dat hier meede geensints teegens de geEerde ordre en Intentie onsens hoog gebiedende heeren en meesteren, mitsgrs: van haar hoog Edelens tot Batavia sal sijn gehandelt, sig om uijt deese verlegentheijd te kunnen geraaken, en het werk van de voorseijde fortificatien te doen voortgaan, genecessiteert gevonden om te moeten besluijten, dat bij het werk aan gesegde moulje sullende gelaaten worden de aldaar ‘s Comp:s weegen geplaatste bandieten mitsgrs: nog soo veele slaven als ten dienste der karren worden gerequireert, alle de overige slaven aan de moulje bescheijden daar van sullen afgenoomen worden, om beneevens de verdere manschappen die bij malkander sal kunnen worden vergadert, te arbeijden aande meermaalsgenoemde fortificatie werken, met welkers Constructie en voltooijing dan alle moogelijke spoed sal moeten worden gemaakt; tot welk besluijt men des te Eerder heeft moeten treeden, om dat de overige slaaven deeser ingeseetenen soo wel als die der E Comp: door sterfte en siekte seer vermindert of daar toe buijten staat sijn.
Bij deese geleegentheijd en dat nu onlangs het geschut soo op de Wallen als op de groote en andere batterijen Leggende, over al daar het noodig is geweest, na behoore, van nieuwe affuijten is voorsien geworden, behaagde het den heer gouverneur aan den Heer Cap:t Rudolf Sigfried Alleman als het opsigt hebbend over de artillerij, ammonitie van oorlog mitsgrs: de wapenkamer deeses gouvernements op het nadruckelijkste en Ernstigste af te vraagen, of ‘er iets soo daar omtrent als de tot het geschut gehoorende gereedschappen, namentlijk Leepels, wissers, aanzetters, varkenstaarten, Laatpriemen, Londstocken, Cardoes kookers en wat dies meer sijn, mitsgrs: het geschut selfs nog quam te mancqueere, dan wel of men van het een en het ander niets uijtgesondert na behooren was voorsien, en wijders of de veld artillerij met dies toebehooren sig desgelijx in den verEijschten Staat en ordre komt te bevinden, en dit alles wel soodanig dat men sonder ergens om verleegen te weesen, daar meede een wackere resistentie teegens een vijandelijke magt als het daar op mogt aankoomen soud kunnen doen, of dat soo andersints nog iets diesweegens wierd benoodigt, ‘t selve ten eersten soud hebben op te geeven op dat men het bij tijds in gereetheijd kond Laaten brengen; waar op door gedagten heer Alleman betuijgt geworden sijnde dat de artillerij alhier sig over al na wensch gestelt bevond, en dat aan dies toebehooren en gereedschappen niets in het minste manqueerde; dog dat het met onsen voorraad van buskruijt sober was gestelt; naar dien daar van maar een groote 50000 lb in voorraad hadde, is bij overweeginge dat daar meede bij attacque van een vijand aan alles qualijk soude kunnen worden gefourneert of ten minsten het niet Lang kunnen houden, om dan tijdig hier inne te voorsien, voor den dienst den E Comp:e en tot best Conservatie van deese soo importante plaats, raadsaamst geoordeelt, dat van den hier aankoomende patriaasse Scheepen, na maate deselve Sulx sonder ongerief sullen kunnen missen; bij partijtjes soo veel buspoeder sal worden geligt en hier aangehouden, tot dat men daar meede en het geciteerde hier Leggende, aanhanden sal hebben gekreegen den geordonneerden voorraad bij de alhier nagelaatene memorie Instructief door wel opgemelde hoog Edelen heere Gouverneur generaal Gustaaf Willem Baron van Imhoff te weeten een hondert duijzend lb, waar meede word geöordeelt dat men het sal kunnen stellen; sullend wanneer hetselve door de heeren van de hooge Indiaasse regeering word begeert; het geligte bij ontfangst van andere uijt het vaderland geremplaceert en van hier na Batavia voortgeschikt worden.
Hier na is bij resumptie van het geagt aanschrijvens van de hoog Edele heeren Seventhienen van den 18: den Jongst afgeweekene maand maart ons insgelijx met het in den hoofd deeses geciteerde Schip Vijvervreugd aan handen gekoomen, best gedagt dat aan den raad van Justitie deeses gouvernements om sig daar van te bedienen bij het Jugeeren van het voor deselve hangende proces tusschen den heer Fiscaal Pieter reede van oudshoorn ten eenre, mitsgrs: den geweesenen gesaghebber van den hoeker d’ Hector Jan Raaij en eenige officieren daar op bescheijden ter andere zeijde, copia sal worden gegeeven van seekere periode die saak aangaande in gemelden brief vermeld, en dat wijders op de verdere daar inne ter needer gestelde poincten van beschrijvinge in alle eerbied sal worden gereschribeert.
Dat het ons Leet sijnde dat de Caabse wijnen anno passato van hier na het vaderland gesonden slegt gestelt en kragteloos sijn bevonden, te meer dewijl deselve van de beste soort sijn geweest die ter deeser plaatse vallen; men voorts sorge sal draagen dat voorthaan geen andere als desulke dewelke soo als eeven is gemeld van de beste soort sullen weesen van hier na Europa worden afgescheept, met dewelke om voor te koomen dat daar meede door wien het soude moogen weesen eenige fraud of ontrouw word gepleegt; van nu af aan in sulken voegen sal moeten worden gehandelt als sulx gedaan word met de wijnen die Insgelijx van deese plaats na batavia overgesonden worden te weeten dat deselve wijnen niet alleen door gecommitt:s uijt booven gen: raad van Justitie en de Scheeps overheeden diese overvoeren sullen, voor dat uijt ‘s Comp:s wijn kelders na boord worden gesonden, sulen moeten worden geproeft, maar ook dat de Leggers met ‘s Comp: sjap sullen gebrand en van elk van die vaaten als se gevult en na behooren sullen weesen besorgt een bouteilje in presentie den voorsz: Scheepsopperhoofden afgetapt worden, welken bouteljes dan met ‘s Comp: merk bezeegelt en als de Leggers genommert sijnde, daar neevens tot een proef sullen overgesonden worden.
Inmiddels dat de gegeevene ordre om aan de van hier vertreckende retour Scheepen die des benoodigt sullen weesen afte geeven een bood; in soo ver men hier daar van sal sijn voorsien pligtschuldig sullende worden nagekoomen; men wijders haar wel Edele hoog achtb:e in alle eerbied ter kennisse sal brengen, dat het dikwils gebeurt dat de Scheeps overheeden als van hier vertrecken, haare boots ter deeser rheede of even daar buijten Laaten slippen, soo dat die vaartuijgen voor dat men sulx komt te ontwaaren of het selve voorkoomen kan, tegens deese Stranden stuckent worden gesmeeten.
Laatstelijk heeft den heer hoofd administrateur Rijk Tulbagh in vergaderinge geproduceert de onderstaande versoek Schriften van de pakhuijsmeester, dispencier en keldermeester, dienende om te moogen genieten de Jaarlijxe afschrijvingen op sodanige goederen als door haarl: in het Jongst voorleedene boekjaar sijn verstrekt geworden, vervat weesende in de volgende bewoordingen.
Aan den Wel Edelen gestr: heere hendrik Swellengrebel raad Extra ordinaris van Nederlands India en gouverneur deeses gouvernements neevens den E: agtb:e Politicque raad
‘Wel Edele Gestr: heer en E:agtb: heeren.’
‘Den onderget:e Coopman en Pakhuijsmeester versoekt seer Eerbiedig dat aan hem volgens Jaarlijx gebruijk Seedert Primo Septb: anno pass:to tot ult:mo deeses dat als Pakhuijsmeester het Negotie pakhuijs heeft waargenoomen op de onderstaande goederen sodanige spillagie gelieven toe te staan als daar neevens werd gespecificeerd te weeten.’
‘
Cramerijen | ||
5 | lb alluijn op 96 lb | } Sijnde 5 p:r C:to soo door indroogen verstuijven, versleepen den rotten en muijssen als het verstrecken bij 1. en 2 lb verminderten. |
15 | d:o Leijm d:o 297: d:o | |
73 | d:o Stijfsel d:o 1458 d:o | |
Ijser | ||
6781 | lb gesorteert op 452086 lb soo door inroesten als verstrecken bij 100 tot 50 lb vermindert sijnde 1 1/2 p:r C:to | |
Speijkers | ||
1476 | lb gesorteerde ijsere op 98394 lb door inroesten en uijtweegen bij kleijne parthijen van 1 en 2 lb vermindert sijnde meede 1 1/8 p:r C:to | |
Verwen | ||
30 | lb gesort: groove op 988 lb a 3 p:ct soo door verstuijven als verstrecken bij 1 en 2 lb vermindert. | |
Tabak | ||
114 | lb op 3802 lb sijnde 3 p:r C:to door 't indroogen en verstrecken bij 1 en 2 lb vermindert. | |
Specerijen | ||
27 | lb gesort: op 536 lb meede door 't indroogen en verstrecken van 1 tot 1/4 lb vermindert sijnde 5: p:r C:to | |
Coffij boonen | ||
1093 | lb op 21873 lb a 5 p:r C:to soo door indroogen als verstrecken bij 1 en 2 lb vermindert. |
Cramerijen | ||
5 | lb alluijn op 96 lb | } Sijnde 5 p:r C:to soo door indroogen verstuijven, versleepen den rotten en muijssen als het verstrecken bij 1. en 2 lb verminderten. |
15 | d:o Leijm d:o 297: d:o | |
73 | d:o Stijfsel d:o 1458 d:o | |
Ijser | ||
6781 | lb gesorteert op 452086 lb soo door inroesten als verstrecken bij 100 tot 50 lb vermindert sijnde 1 1/2 p:r C:to | |
Speijkers | ||
1476 | lb gesorteerde ijsere op 98394 lb door inroesten en uijtweegen bij kleijne parthijen van 1 en 2 lb vermindert sijnde meede 1 1/8 p:r C:to | |
Verwen | ||
30 | lb gesort: groove op 988 lb a 3 p:ct soo door verstuijven als verstrecken bij 1 en 2 lb vermindert. | |
Tabak | ||
114 | lb op 3802 lb sijnde 3 p:r C:to door 't indroogen en verstrecken bij 1 en 2 lb vermindert. | |
Specerijen | ||
27 | lb gesort: op 536 lb meede door 't indroogen en verstrecken van 1 tot 1/4 lb vermindert sijnde 5: p:r C:to | |
Coffij boonen | ||
1093 | lb op 21873 lb a 5 p:r C:to soo door indroogen als verstrecken bij 1 en 2 lb vermindert. |
’/: onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de goede hoop ult: aug:s 1744 /:was getekent:) C:l Brand’
‘Den Wel Edele Gestr: heer Hendrik Swellengrebel raad Extra ordinaris van nederlands India &. Gouverneur van Cabo de goede hoop &:a beneevens den E: agtb: raad van Politie werd seer Eerbiedig versogt dat aan den ondergeteekende dispencier mag werden toegestaan de ordinaire afschrijving van de onderstaande goederen, dewelke door Spillagie, Lekkagie aan slaan der muuren als andersints onvermijdelijk in een rondjaar sijn ontstaan, Namentlijk.’
‘
199 7/8 | mud Tarw als. | |
75 mud | a 1 1/2 p:r C:to van 5000 mud oud die bij de verleede Jaarse boeken onder Ult:o aug:s 1743 P:r restant zijn geweest. | |
124 7/8 d:o | a 1 1/2 p:r C:to van 8325 mud na batavia als Ceijlon afgescheepen door 't harploopen, en uijtmeeten verminderd. | |
2 7/8 | mud Rogh a 1 1/2 p:r C:to van 194: mudde als booven. | |
24 1/8 | mud boonen a 1 1/2 p:r C:to van 1613 1/4 mudn, 't verstrecken uijtgedroogen, uijtsleepen van rotten en muijssen verminderd. | |
24 1/2 | mud Erten a 1 1/2 p:r C:to van 1641 1/8 mud in alles als vooren | |
20 | mud garst a 1 1/2 p:r C:to van 1339 mud door Calanders en als booven | |
21335 | lb rijst a 3 p:r C:to van 711189 lb door 't uijteeten van de Calanders, en uijtwegen bij veel kleijne quantiteijten. | |
500 | lb hardbrood a 1 p:r C:to van 50046 lb door 't uijt Eeten van kakkerlakken rotten en muijsen als uijtweegen vermindert. | |
Zuijker over als volgt. | ||
348 | lb Swarte a 5 p:r C:to van 6961 lb | } door Spillagie Lekkagie uijtslepen den rotten en muijssen en uijtwegen bij kleijne partheijen |
1291 | d:o witte a 2 d:o d:o 64585. | |
999 | d:o Candij a 1 1/2 d:o d:o 66606 | |
112 | d:o hop, als | |
18 | lb a 1 p:r C:to van 1877 lb door 't uijtdroogen 't verslepen van rotten en uijtweegen bij kleine parthijen. | |
94 | lb Zijnde de ter van twee Leedige baalen die van dit Jaar is verstreckt, als blijkt bij verclaaring van gecommitteerdens. | |
39 | lb Peper a 1 1/2 p:r C:to van 2625 lb door 't verstuijven en uijtweegen bij kleijne quantiteijten. | |
28 | lb wax. a 5 p:r C:to van 564 lb door 't vermeijten en uijtweege vermindert. | |
17 | lb wax Caarsen a 1 p:r C:to van 1776 lb voor als boven | |
96 | lb Zeep a 3 p:r C:to van 3201 lb door 't vermeijten uijtdroogen en uijtweegen vermindert. |
199 7/8 | mud Tarw als. | |
75 mud | a 1 1/2 p:r C:to van 5000 mud oud die bij de verleede Jaarse boeken onder Ult:o aug:s 1743 P:r restant zijn geweest. | |
124 7/8 d:o | a 1 1/2 p:r C:to van 8325 mud na batavia als Ceijlon afgescheepen door 't harploopen, en uijtmeeten verminderd. | |
2 7/8 | mud Rogh a 1 1/2 p:r C:to van 194: mudde als booven. | |
24 1/8 | mud boonen a 1 1/2 p:r C:to van 1613 1/4 mudn, 't verstrecken uijtgedroogen, uijtsleepen van rotten en muijssen verminderd. | |
24 1/2 | mud Erten a 1 1/2 p:r C:to van 1641 1/8 mud in alles als vooren | |
20 | mud garst a 1 1/2 p:r C:to van 1339 mud door Calanders en als booven | |
21335 | lb rijst a 3 p:r C:to van 711189 lb door 't uijteeten van de Calanders, en uijtwegen bij veel kleijne quantiteijten. | |
500 | lb hardbrood a 1 p:r C:to van 50046 lb door 't uijt Eeten van kakkerlakken rotten en muijsen als uijtweegen vermindert. | |
Zuijker over als volgt. | ||
348 | lb Swarte a 5 p:r C:to van 6961 lb | } door Spillagie Lekkagie uijtslepen den rotten en muijssen en uijtwegen bij kleijne partheijen |
1291 | d:o witte a 2 d:o d:o 64585. | |
999 | d:o Candij a 1 1/2 d:o d:o 66606 | |
112 | d:o hop, als | |
18 | lb a 1 p:r C:to van 1877 lb door 't uijtdroogen 't verslepen van rotten en uijtweegen bij kleine parthijen. | |
94 | lb Zijnde de ter van twee Leedige baalen die van dit Jaar is verstreckt, als blijkt bij verclaaring van gecommitteerdens. | |
39 | lb Peper a 1 1/2 p:r C:to van 2625 lb door 't verstuijven en uijtweegen bij kleijne quantiteijten. | |
28 | lb wax. a 5 p:r C:to van 564 lb door 't vermeijten en uijtweege vermindert. | |
17 | lb wax Caarsen a 1 p:r C:to van 1776 lb voor als boven | |
96 | lb Zeep a 3 p:r C:to van 3201 lb door 't vermeijten uijtdroogen en uijtweegen vermindert. |
’/:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de goede hoop ult:aug:s 1744. /:was getekent:) N:s Heijningh.’
Aan den Wel Edelen Gestrengen Heere Hendrik Swellengrebel raad Extra ordinaires van Neder Lands India mitsgrs: Gouverneur aan Cabo de goede hoop beneevens den E:agtb: Politicquen Raad.
‘Wel Edele Gestr: heer en E: Agtb:e Heeren’
‘Uwe Wel Edele gestr: en E:agtb: werd door den ondergeteekende keldermeester Seer Eerbiedig versogt, dat hem de ordinaire afschrijving op de Caabse wijnen /:door ‘t oversteeken en opvullen vermindert:) onder Ult:o augustus Laetst Leeden voor een Jaar mag valideeren bedraagende.’
‘9690 kann: op 758 Leggers zijnde Een Legger van de twee en dertig P:s’
’/:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de goede hoop P:m 7ber: 1744: /:was getekent:) T:s Swellengrebel.’
Weshalven is op het hier bij gedaane versoek dat hier op na behooren mogt worden gedisponeert, na gehoudene raadpleeginge, vastgestelt en beslooten dat gedagten heer Hoofd administrateur bij deesen sal worden gequalificeert, om deselve minderheeden in voorseijde Schriftuuren begreepen als niet excedeerende bij de Negotie boeken deeses gouvernements te doen afschrijven.
Aldus Gedaan en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 386-398.¶
Donderdag den {17440917} 17: Septemb:r 1744.
‘S voormiddags alle present.
Weegens de verdere Schickingen, preparatien, en ordre dewelke voor af dienden gemaakt en vastgestelt te worden om bij verscheijning van een vijand alhier, niet alleen voor geen Suprise of verrassinge te behoeven bedugt te weesen, maar ook wel voor al, volcoomen in staat te weesen om denselven vijand onder den bijstand des Heemels mannelijk te kunnen tegenstaan en afweeren; Is op heeden als een gevolg van het dies aangaande op eergisteren beraamde nog gearresteert en vastgestelt:
Eerstelijk dat den baas van de Schuur soo draa hier toe ordre sal hebben bekoomen; en nog een der als maar komt te weeten dat den vijand in het gezigt deesen wal word vernoomen, sonder vertoef met al het volk onder hem bescheijden en soo veel houtcappers als sig bij den hand sullen bevinden sonder egter na deese Laatste te wagten, die daar na sullen moeten opkoomen, Sig van de Schuur herwaarts in de Linie, hier aanstaande sal moeten begeeven.
Ten Tweeden, dat al het volk in de stal bescheijde of daar onder Loopend met den Stalmeester ook met den alder Eerste binnen dit Casteel sal moeten opkoomen; om so wel als de voormelde manschappen van de Schuur ter voorm:e gedesigneerde plaatsen af te wagten en te pareeren de ordres die hun van den Heer Gouverneur of van Sijnentweegen sullen gegeeven worden.
Ten derden, dat om de Militie deeses Casteels dewelke bij overcomst van een vijand Sig naar het Strand sal moet begeeven onder commando van den Heer Cap:tijn Alleman, door wien de aldaar verEenigde magten, bestaande uijt de verdere ‘s Comp:s dienaaren, mitsgrs: burger en Land-militie sullen gecommandeert worden, te remplaceeren en dit fort soo met het doen van wagten als andersints te bewaaken, en bewaaren, in deselve fortres sullen moeten binnen koomen alle de pennisten ten deesen Comptoire bescheijden niemand uijtgesondert, en soo ook alle de burgeren soo gequalificeert als andere dewelke vrij sijn van burger dienst of niet ingeschreeven en bescheijden sijn sij een der Comp:e burger Militie alhier; behalven alleen de geene derselve, dewelke soo wel als de bovengem: bekent sullen sijn gestelt op de thans daar van geformeert worden de Lijst, hier van sullen worden uijtgesondert om eensdeels Terwijl haare overige meede burgers met ende neevens ‘s Comp:s militie tegens den vijand sullen ageeren, dit Caabse vlek onder het gesag van den oudburger Cap:t daniel Pheijl en hem toegevoegde officieren teegens alle moedwilligheeden en ontrustinge van binnen te decken ente bewaaren, en ten anderen om het Land van binnen in den omtrek van de plaatsen of hofsteeden daar sij op vooren voor alle opschuddingen soo van slaaven, hottentotten als anderen te beveijligen; mitsgrs: nog sodaanige burgeren meer, dewelke sig als op de Chirurgie verstaand sijn geschikt om de gequesten en andere patienten op de plaatsen, dewelke hun sullen worden aangeweesen te verbinden en te besorgen;
En is dewijl den heer secunde Rijk Tulbagh hier toe niet vaceeren kan en ook aan hem geen andere posten opgedraagen kunnen worden, als sullende sijn E: volgens de Jongste ordre bij onverhoopte aflijvigheijd of andere ongeleegentheeden van den Heer gouverneur, ‘t gesag moeten overneemen, en ‘t Commando alhier voeren om de voorseijde pennisten en hier ten Casteele haare post sullende hebben burgeren te Commandeeren als Capitain aangestelt den Heer Independent Fiscaal Pieter reede van Oudshoorn en Sijn voorts daar over nog de volgende officieren verkooren te weeten
Den oud burgerraad en Luijtenant Jan de With. | tot Luijtenant |
Den boekhouder Jan Raak | d:o Vaandrig |
Den oud Secretaris van Justitie d:l godfried Carnspek | } tot Sergiants |
den boekhouder Daniel Heijning | |
den burger weesmeester Alexander Coel, en | |
d:o d:o d:o Jacob van rheenen | |
Den boekhouder Reijnier Lafebre | } tot Corporaals |
d:o burger hendrik heijns | |
d:o boekhouder jan andriesz: | |
d:o burger Steeven ten holder |
Den oud burgerraad en Luijtenant Jan de With. | tot Luijtenant |
Den boekhouder Jan Raak | d:o Vaandrig |
Den oud Secretaris van Justitie d:l godfried Carnspek | } tot Sergiants |
den boekhouder Daniel Heijning | |
den burger weesmeester Alexander Coel, en | |
d:o d:o d:o Jacob van rheenen | |
Den boekhouder Reijnier Lafebre | } tot Corporaals |
d:o burger hendrik heijns | |
d:o boekhouder jan andriesz: | |
d:o burger Steeven ten holder |
Ten vierden dat om voor te koomen alle de Confusien en verwarringen die souden kunnen ontstaan soo wanneer daar meede wierd gewagt tot dat den vijand tot in het gezigt deesen wal was genaadert of hier ten rheede ten anker gekoomen, en ook ten eijnde een ijder dus gereet op sijn post sal moogen koomen met den Eersten aan den Stalmeester en ‘s Comp:s baasen soo vande Schuur als den houtcappers, soo veel snaphaanen met de noodige ammonitie van oorlog sullen worden afgegeeven als tot CompLeet armeering van Elk der onder haar bescheijden Sijnde ‘s Comp:s dienaaren noodig sal worden bevonden, inmiddels dat aan een Ider den voormelde pennisten die daar van niet sijn voorsien, ook in diervoegen een volle soldaats toerustinge sal moeten bijgeset worden.
Ten vijfden dat de matroosen op de werf bescheijden, neevens al het ambagtsvolk sullen worden gebruijkt om het geschut soo op de wallen van dit Casteel als op de gedetacheerde Fortificatie Werken en batterije Leggende te bedienen, en te verrigten alles wat daar van dependeert, welke manschappen dan bij aankomst van een vijand onder de over haare aan te stellene hoofden; sonder vertoef haar sullen moeten begeeven op de plaatsen die aan deselve bij de van haar sullende worden gemaakte verdeeling, sal worden aangeweezen; om aldaar deese aan haar opgedraagene diensten waar te neemen.
En nademaal van het geschut Leggende op de groote batterij of water schans wel de grootste kragt en tegenstand sal kunnen en moeten worden gedaan teegens de hier aankoomende vijandelijke Scheepen; sulx het ten hoogste noodig is dat die post met een wacker en vertruwd hoofd word voor sien, Is derhalven om bij attacque van een vijand het Commando daarop en al het volk daar dienst doende te voeren aangestelt en verkooren d’ E: Jacobus Moller Lid deeses raads, aan wien tot een meede helper en om onder hem te Commandeeren is toegevoegt den oud gesaghebber Gerrit van der port, soo als wijders nog het opsigt over het geschut in de nu opgemaakt wordende Linie geplaast, neevens het commando op het daar bij gehoorende volk is opgedraagen en toe vertrouwt aanden onder afgeschreevene gagie hier verbleevenen opperstuurman Hans de Wit.
Laatstelijk is bij overweeginge dat de hier permanente Hoekers de Brak , Ter meijen end Hector neevens het wijd Schip d’ Hoop; weerloos en gantsch buijten Staat sijnde om eenige de minste tegenstand te kunnen doen; wanneer inde hand van een vijand quaamen te vallen, door deselve tot ons nadeel souden kunnen worden gebruijkt hierom ten haaren opsigte gearresteert dat deselve bij aannadering van een vijand soo na aan deese wal sullen moeten korten of koomen Leggen als sulx eenigsints doenelijk sal sijn, als wanneer al het volk daar op bescheijden daar uijt hier aan de wal inde Linie sal moeten koomen, behalven een man of vijf dewelke in Elk den selve sullen moeten gelaaten worden, om als de vijandelijke vaartuijgen op deselve mogten aankoomen gesegde hoekers en galjoot de hoop of inden brand te steeken of op deese stranden te setten, soo als sulx na destijds gelegentheijd best sal kunnen geschieden.
Aldus Gedaan en Gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 399-426.¶
Dingsdag den {17440922} 22 Septemb: 1744.
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den E. Coopman en winkelier Cornelis Eelders bij occupatie
Tot narigt en observantie voor alle ende een Igelijk ‘soos Comp: dienaren als burgeren bij overkomst van een vijand alhier; Is op heeden het onderstaande generaal reglement opgestelt en daarbij verstaan dat het selve met den alder Eersten alomme in dit gouvernement sal worden geaffigeert; sijnde het selve van den volgende inhoud.
‘Ordre en Reglement waar na alle ende een ijgelijk deesen ingeseetenen soos Comp: dienaren als burgeren niemand uijtgesondert Sig bij de komst van een vijand alhier precise sal hebben te reguleeren en te gedraagen.’
‘Art: 1’
‘Het algemeen teeken van de aannadering van een vijand en dat een ijgelijk sig op sijn bescheijden post hier na te vermelden sal moeten laaten bevinden sal sijn bij daag twee Schooten uijt het geschut van de punt buuren mitsgaders het opheijssen van een rood vlagge aan de vlaggestok deses Casteels, mitsgrs: bij nagt insgelijx twee Canon Schooten en het vertoonen aan voorm:e vlaggestok van twee Lantaarns boven malcanderen.’
‘2.’
‘Den heer Cap:tn Alleman de Laatste ordre van den Edelen heer gouverneur ontfangen hebbende, sal aanstonts met de militie uijt dit Casteel moeten trecken in de Linie aan het Strand, alwaar sijn E het Commando voeren sal, soo over ‘s Comp:s als burger militie en verdere daar versamelde magten; des word aan een ijder bij deesen Scherpelijk geordonneert desselfs beveelen promptelijk na te koomen.’
‘3.’
‘Op voorn: Signaal sullen de geene deeser burgeren van de Eerste tot de Laatste toe, dewelke bij geene der burger Compagnien militie sijn ingeschreeven en dienst doen en ook niet geschikt sijn tot bewaaringe van dit vlek en het Land van binnen; neevens alle de pennisten hier bescheijden hun in volle geweer met alle spoed en sonder den eenen naden anderen te wagten, binnen dit Casteel moeten begeeven om deplaats den uijttreckende militie inte neemen.’
‘4.’
‘Het selve sal insgelijx moeten worden gedaan door den Stalmeester en al het onder hem staande volk, dat ook gewapent binnen het Fort sal moeten verschijnen.’
‘5.’
‘Ook sal de manschappe ten deesen hospitaale bescheijden dewelke eenigsints in staat sal sijn; en verders meede den Baas en onder baasen van ‘s Comp:s Thuijn alhier, momentelijk moeten binnen koomen om neevens die van de Stal gebruijkt te werden soo als goedgevonden sal werden.’
‘6.’
‘De burger militie van de Caab sal sig onder haare Standaarden en Vaandelen moeten versamelen, te weeten die Ruijterij voor de wooning van den oud burgerraad Matthijs bergsted en de Infanterij op het plein voor het wagthuijs en vervolgens marcheeren inde Linie aan het Strand.’
‘7.’
‘Het volk aan de Schuur bescheijden met soo veel houtcappers als bij der hand sullen weesen, waar na egter geensints sal moeten worden gewagt, sal op de Eerste tijding van een aankoomende vijand of het hooren doen van voorsz: Signaal na behooren gewapent sijnde met hunnen baas en onderbaas aan het hoofde, herwaarts in de Linie aan het strand moeten opcoomen.’
‘8.’
‘De hier aan de Caab in Leening sijnde ‘s Comp:s dienaaren; sullen meede gehouden weesen Sig met den alder Eerste binnen dit Fort bij het Battaillon te begeeven.’
‘9.’
‘De baasen op ‘s Comp:s buijten Posten bescheijden sullen op de eerste tijding van een aankomend of bereijts hier sijnde vijand, met alle haare manschap behalven die geene dewelke ten allen uijtterste tot bewaaring den posten sullen van nooden wese na dit Casteel moeten opkoomen.’
‘10.’
‘Om het geschut te bedienen sullen sig onder den Baas van Dockum en den Bootsman Laurens Staf in de groote Batterij moeten begeeven de Scheepstimmerlieden, neegen en ‘t seventig mattroosen van de werf, een Smit, en een Wagenmaker.’
‘In de Batterij aan de waterplaats onder den bootsmansm: 12: mattrosen.’
‘In het Casteel onder den baas den huijs timmerlieden 50: mattroosen, alle de huijstimmerlieden nevens 1 smit en wagenmaaker.’
‘In de Linie aan Strand en klijne batterij onder den Baas Smit en der metselaars alle de metselaars neevens de overige ambagtsluijden en mattroosen; mitsgrs: nog het volk den hoekers de Brak , Ter meijen , d’ hector en de hoop dewelke daar op niet noodig sijn sullen.’
‘11.’
‘Den E. Equipagiem:er Jacobus Möller neevens de hem tot een meede helper toegevoegd oud gesaghebber gerrit van der port, sullen hun desgelijkx sonder tijd versuijm moeten vervoegen op de groote batterij of water schans, den Eersten om op alles aldaar ordres te stellen en het Commando te voeren.’
‘12.’
‘Soo als aan den anderen kant, den oud opperstuurman hans de wit sig meede met den Eersten en sonder vertoef sal moeten Laaten bevinden in de Linie aan Strand bij het geschut en besorgen dat men daar van den verEijschten dienst komt te Erlangen.’
‘13.’
‘De Landmilitie en boere knegts op het eerst verspreijde gerugt van een aancoomend vijand met alle mogelijke diligentie tepaard in volle toerustinge van buijten herwaarts sullende moeten opkoomen sullen sig gelijk dit bereijts is vastgesteld, moeten begeeven in de Linie bij de daar sijnde manschap en voorts observeeren de ordres die hun sullen gegeeven worden.’
‘14.’
‘Om de gequesten en andere Patienten te verbinden en na behooren te besorgen, sullen sig met de noodige medicamenten en gereedschappen voorsien, binnen dit Casteel moeten Laaten bevinden den opperchirurgijn Jan van Schoor, en Chirurgijn Dirk Wijdenaar.’
‘Aan de groote Batterij den burger Chirurgijn Jan Hassing en den onder meester Jan Wijdenaar, mitsgaders in de Linie de burger Chirurgijns Harmanus Keeve, Jan George Haubtfleisch en Barend Pietersz:’
‘Des sal den tweeden opperchirurgijn Bartho de S:t Jean neevens de overige Chirurgijns en ondermeesters van d’ E. Comp: in ‘s Comp:s hospitaal alhier haar verblijf moeten houden.’
‘15.’
‘De hier Permanente hoekers de Brak , Ter meijen en d’ hector neevens het wijdschip de Hoop sullen bij verschijning van een vijand soo naa aan deese wal moeten korten of koomen Leggen als het met mogelijkheijd sal kunnen geschieden als wanneer al het volk daar uijt hier aan de wal in de Linie sal moeten koomen, behalven een man of vijf, dewelke in elk denselve sullen moeten gelaaten worden, om als de vijandelijke vaartuijgen op haar aankoomen mogten voorseijde hoekers en galjoot de hoop of in den brand te steeken of het op deese Stranden te setten soo als sulx na des tijds omstandigheijd best en gevoeggelijkst sal kunnen geschieden.’
‘16.’
‘Als een vijand Sig omtrent de Saldanhabaij en soo ook inde baaij Fals komt te vertoonen en tragt aldaar binnen te komen, sullen de daar omtrent woonende Landbouwers of de knegts op de plaatsen bescheijden met het grof en kleijn vee mitsgrs: Paarden wagens en Proviand &:a die sij sullen kunnen meede neemen, met den alder Eersten Landwaarts in hebben te trecken, op peene dat de geene die hier inne nalatig mogten bevonden worden met de dood sullen gestraft werden, sullende de posthouders aldaar ‘s Comp:s weegen van deese ordres aan de aldaar woonende menschen kennisse moet geeven.’
‘17.’
‘Den vijand tot in het gesigt deeser wal genadert weesende, sal den Commandeerende Sergiant op het robben Eijland moeten besorgen dat al het aldaar gevonden wordend vee met den alder Eerste gedood, de ammonitie van oorlog en verdere voorraad in Zee gegooijt word, en voorts het Eijland met al het volk verlaaten, waar toe aan haarl: eenige vaartuijgen van hier sullen worden beschikt.’
‘18.’
‘Ten teeken van een algemeen opontbod van de buijten Luijden sal bij aannaadering van een vijand, onder het doen van een Canonschoot uijt het aldaar geplaast sijnde geschut een prinse vlagge aan de vlaggestok staande op de soogen: Platte Cloof moeten werden opgeheijscht.’
‘19.’
‘Den oud burgerraad en Cap:tijn Daniel Pfeijl sal met de hem toegevoegde manschappen uijt deese burgerrij dit vlek teegens alle moedwilligheeden en insolentie van binnen moeten decken en bewaaren.’
‘20.’
‘Alle de vrijswarten hier aande Caab woonagtig; sullen met de over haare gestelde officieren; en soo veel Picken, graaven, Schoppen en mandjes als bij een sullen kunnen krijgen, sig inde Linie aan Strand met alle spoed moeten vervoegen en aldaar of op andere plaatsen sodanige diensten verrigten als hun sal worden geordonneert.’
‘21.’
‘In de huijssen hier aande Caab sullen op sijn hoogste maar een a twee mansslaaven moogen gelaaten worden alle de andere sullen sig meede met alle de Picken, graven, Schoppen en mandjes die in hun Lijfheeren huijs sullen weesen te vinden, voor dit Casteel moeten koomen om gebruijkt te werden daar het van noden sal sijn.’
‘22.’
‘Daar sal van heeden af tot dat anders word geordonneert, een detachement van thien man te paard onder een Corporaal van het hier sijnde Land militie, alle avonden op de wagt op de ordinaire burgerwagt op het Plein koomen, om des nagts aan de waterplaats Langs ‘t Strand te patrouilleren en sal wijders bij aannadering van een vijand op het doen van het Signaal onder Art: 1. uijtgedrukt, het in dien tijd hier aan de Caab wagt houdende Commando uijt voorsz: Landmilitie, dat soo als nu uijt 50: man te paard sal moeten bestaan, moeten vergaderen bij het huijs van hun Commandeerende officieren en sig vervolgens alle te saamen begeeven in de groote batterij of water Schans om deselve te decken en Defendeeren.’
‘23.’
‘’s Comp:s Slaaven, soo jongens als meijden sullen neevens de mandoors sig binnen de Slave Logie moeten houden en sonder te mogen uijtgaan aldaar de ordres die hun sullen worden gesonden, blijven afwagten.’
‘En gelijk van het observeeren van deese heijlsaame ordres, naast God alleen dependeert de behoudenisse deesen Landen, en van dat geen het welk den mensch het waardste op aarden heeft, namentlijk desselfs Godsdienst vrijheijd, vrouwe en kinderen, waar voor onse voorouders de vrijgevogtene neederLanders nooijt geschroomt hebben, hun Leeven, goed en bloed te Exponeeren, word derhalven vertroud dat alle ende een ijgelijk soo ‘s Comp:s dienaaren als burgeren sig hunnes pligts gedenkende en voor oogen houdende sulke groote voorbeelden en wat sij verders aan de heeren en meesteren in erkentenisse vande ontfangene groote en meenigvuldige gunsten en weldaaden schuldig sijn, sig insgelijx bij deese en alle andere voorvallende geleegentheeden manmoedig sullen gedraagen, en het uijtterste waagen om een verwoed, en onderdruckend vijand van hier af te weeren, waar toe dan een ijder bij deesen op het Ernstigst aangemaand, onder verseekering dat men om de geene die sig in deesen als eerlijke en wackere Luijden sullen gedraagen altijd gedagtig sal sijn, Terwijl, de andere die hunnen Schuldigen pligt niet sullen waarneemen of deese ordres niet koomen te pareeren, als trouwloose meijneedigers en verraaders hunnes vaderlands sonder oogluijkinge ten Exemple van anderen aan Lijf en Leeven rigoreuselijk sullen worden gestraft.’
’/: onderstond:)’
‘Aldus gedaan ende Gearresteerd ter vergadering van Politie In ‘t Casteel de goede hoop den 22: 7ber: 1744 /:was getekent:) H:k Swellengrebel.’
Soo als men wijders sig ook heeft Laaten welgevallen seekere plan door den Heer Capt: Rudolf Sigfried Alleman geformeert, voornamentlijk aangaande het volk dat tot het bedienen van het geschut soo ten deesen Casteele, als aan de groote batterije inde Linie en verdere battereijen Leggende word gerequireert, in soo verre voorseijde manschappen uijt de Zeevaart en ambagtsluijden alhier sal sijn te bekoomen; sijnde het maaken van eene verdeeling en repartitie den selve op de voorsz: posten opgedraagen aan gesegde Heer Cap:t Alleman, mitsgaders den E: Jacobus Moller, Luijdende gem:te Schriftuur as volgt.
‘Plan ofte Schicking gemaakt bij den ondergeteekenden Capit:n en Hoofd der militie alhier ter ordre van den wel Edelen gestrengen heer Hendrik Swellengrebel raad Extra ordinaris van Nederlands India, mitsgrs. Gouverneur in Loco &:e dienend ter aantooning hoe veel manschappen ër noodwendig gerequireert worden om in gevalle van vijandelijke aancomst ‘t grof geschut soo van dit Casteel als de Batterijen, en thans vervaardigt werdende Linie naar behooren te regeeren als meede hoedanig dezelve verders dienden bezet te werden. Namentlijk.’
‘
De groote Batterij of water Schantz: | |
6 P:s van 24 lb Bals. | } Bezet met 27. Stucken Canon als. |
12 d:o d:o 18 d:o d:o | |
9 d:o d:o 12 d:o d:o |
De groote Batterij of water Schantz: | |
6 P:s van 24 lb Bals. | } Bezet met 27. Stucken Canon als. |
12 d:o d:o 18 d:o d:o | |
9 d:o d:o 12 d:o d:o |
‘Deselve als sullende gecommandeert werden bij den E: Equipagie-meester Jacobus Moller, den oud gezaghebber Gerrit van Der Port en den Constapel Ansem van Elden; komst nog te verEijschen.’
‘
108 | Zoo mattroosen als ambagtslieden, tot behandeling van 't geschut | |
2 | Timmerlieden | } met het noodige gereedschap tot het spoedig repareeren van onbruijkbaar wordende affuijten &:e |
2 | Smits | |
2 | Wagenmaakers |
108 | Zoo mattroosen als ambagtslieden, tot behandeling van 't geschut | |
2 | Timmerlieden | } met het noodige gereedschap tot het spoedig repareeren van onbruijkbaar wordende affuijten &:e |
2 | Smits | |
2 | Wagenmaakers |
‘Voorts tot dekking van deselve een Comp:e Cavallerij.’
‘
De kleijne Batterij aan de water plaats bezet met 4: st: Canon van 8 lb. Bals. |
1 Constabel. |
16 busschieters. |
De kleijne Batterij aan de water plaats bezet met 4: st: Canon van 8 lb. Bals. |
1 Constabel. |
16 busschieters. |
‘’t Zelve verEijscht geen verdere bezetting als werdende genoegsaam door de Comp:nie Cavallerij van de groote Batterij (:die het selve nu en dan recognoceert:) gedekt.’
‘
De Eerste halve Reduijt inde Linie bestaande in 8: st: Canon als. | |
4 van 12 lb en | |
4 d:o 8 d:o Bals. | |
1 Constabel zijnde den oud opperstuurman Hans De With. | |
32 Busschieters. | } met Iders noodig gereedskap ten Eijnde als gezegt. |
2 Timmerlieden | |
2 Smits | |
2 Wagenmakers |
De Eerste halve Reduijt inde Linie bestaande in 8: st: Canon als. | |
4 van 12 lb en | |
4 d:o 8 d:o Bals. | |
1 Constabel zijnde den oud opperstuurman Hans De With. | |
32 Busschieters. | } met Iders noodig gereedskap ten Eijnde als gezegt. |
2 Timmerlieden | |
2 Smits | |
2 Wagenmakers |
‘
'T Selve werd gedekt door 't Corps de reserve van 't groote Commando. | ||
De Tweede Reduijt inde Linie dewelke sal bestaan uijt 10 Stucken als. | ||
8 van 6 | } lb Bals | |
2 d:o 12 | ||
1 Constabel, Zijnde den gesaghebber Jan Knoop. | ||
40 busschieters. | ||
En tot dekking van 't selve 25: man Militaire. | ||
De kleijne batterij aande Zoute rivier waarop sijn 8: Stucken Canon als | ||
4 p:s van 12 lb | ||
4 d:o d:o 8 d:o | ||
1 Constabel | ||
32 busschieters | ||
Sullende insgelijx door 25: militairen gedekt dienen te werden. |
'T Selve werd gedekt door 't Corps de reserve van 't groote Commando. | ||
De Tweede Reduijt inde Linie dewelke sal bestaan uijt 10 Stucken als. | ||
8 van 6 | } lb Bals | |
2 d:o 12 | ||
1 Constabel, Zijnde den gesaghebber Jan Knoop. | ||
40 busschieters. | ||
En tot dekking van 't selve 25: man Militaire. | ||
De kleijne batterij aande Zoute rivier waarop sijn 8: Stucken Canon als | ||
4 p:s van 12 lb | ||
4 d:o d:o 8 d:o | ||
1 Constabel | ||
32 busschieters | ||
Sullende insgelijx door 25: militairen gedekt dienen te werden. |
‘
Het Casteel | |
Voorsien met 55 Stucken Canon diverse Caliber. | |
1 | Constabel Willem Willemsz: |
1 | d:o maat Harmen Andriesz. |
100 | busschieters en Hand Langers |
2 | Timmer Lieden |
2 | Smits |
2 | Wagenmaakers. |
Het Casteel | |
Voorsien met 55 Stucken Canon diverse Caliber. | |
1 | Constabel Willem Willemsz: |
1 | d:o maat Harmen Andriesz. |
100 | busschieters en Hand Langers |
2 | Timmer Lieden |
2 | Smits |
2 | Wagenmaakers. |
‘Werdende bezet gehouden door de nieuw geformeerde Comp:e onder de heer Van Oudshoorn.’
‘
't Bataillon uijt marcheerende, dient voorsien te zeijn van 6: veldstucken mitsgrs. | |
1 | Constabel |
24 | busschieters |
1 | kar met een paard bespannen tot 't vervoeren vande ammonitie |
't Bataillon uijt marcheerende, dient voorsien te zeijn van 6: veldstucken mitsgrs. | |
1 | Constabel |
24 | busschieters |
1 | kar met een paard bespannen tot 't vervoeren vande ammonitie |
‘Mitsgrs: nog een man bij ieder stuk geschut ‘t welk meede door een Paard word voortgetrocken.’
‘Werdende ‘t selve gedekt door een officier en 25: granadiers.’
‘’t Bataillon sal bij het uijtmarcheeren zijne route moeten neemen direct naar agter d’ Linie alwaar het selve sig in het midden posteert om een wakent oog te houden op het debarqueeren van den vijand en verders sodanig te ageeren, als de omstandigheeden den Saaken sullen koomen te verEijschen.’
’/:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de goede hoop den 19: 7ber: 1744’
’/:was getekent:) R: S. Alleman.’
Hier na heeft den heer oppercoopman en hoofd administrateur Rijk Tulbagh met versoek dat daarop na behooren mogt worden gedisponeert in raade geproduceert de onder gespecificeerde memorie.
‘Memorie vande nabesz: Lijfeijgenen ind drie jongst gepasseerde maanden Junij, Julij en augustus door de natuurlijke dood overleeden, ‘t vee in gem: tijd soo verrekt als door ‘t wild gedierte vernield, alles volgens secretariale verclaringen, hier annex Namentlijk.’
‘Volgens reeckening van den opsiender van ‘s Comp: Slaaven Logie en Secretariale verclaaringen sijn in bovengem: drie maanden van ‘s Comp:s Lijfeijgenen, natuurlijken wijse koomen te overleijden.’
‘En volgens reecq: van den Land-drost gesterkt met Secretariale verclaringen sijn voorgesegde tijd soo verrekt als door ‘t wild gedierte vernielt.’
’/:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de goede hoop den 22 7ber: 1744 /:was geteekent:) R:k Tulbagh.’
Welk papier met aandagt geleesen Sijnde, is beslooten dat men de daarbij vermelde gestorvene ‘s Comp: Leijfeijgenen en verreckte beestiaal bij de negotie boeken deeses gouvernement behoorelijk sal laaten afschrijven.
Vermits den ouderdom en Swacke Lichaams gesteltheijd van den Luijtenant den Stellenbosch e dragonders. Pieter Booijensz: is den selven van die bediening ontslaagen en weeder tot Luijtenant onder voorsz: Compagnie dragonders aangestelt den Heemraad David de villiers, Terwijl men Laatstelijk op desselfs hier om gedaane versoek insgelijx van desselfs bediening als burger vaandrig heeft gelibereert den burger Abraham Leever in wiens plaatse als vaandrig weeder is geadvanceert den burger Sergiant Jacobus Cuijlets.
Aldus Gedaan en Gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop ten daagen en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 427-430.¶
Dingsdagh den {17440929} 29. Septb:r 1744.
’s Voormiddags alle present uijtgenomen den E. Coopman en Winkelier Corn:s Eelders bij occupatie.
Uijt seekere notitie door den Heer Hoofd-Administrateur Rijk Tulbagh op heeden in Raade geproduceert, sijnde komen te blijcken dat van de natte goederen uijt het gesloopte Chinaas Retourschip Guntersteijn hier aan de wal gebragt het volgende bij sorteering, ter versending na Europa nog bequaam is gevonden te weeten.
En dat daar en teegens de onderstaande Parthijen Thee, Rabarber, mitsgaders Radix China en galanga namentlijk.
Volgens de daarvan sijnde verclaaringen, verleent door de hiertoe gesteld geweest sijnde gecommit. gantsch en al bedurven en nergens toe nut waaren, heeft men dienvolgens in opsigte deeser bedurvene goederen moeten besluijten dat deselve op deese Stranden sullen moeten weggegooijt en aldaar in het sand begraaven worden.
Ende nademaal imand noodwendig word vereijscht, om over de thans gemaakt wordende nodige Fortificatie werken de directie te hebben en te besorgen dat alles daar omtrent voor soo veel mogelijk sij na behooren word geconstrueert Is bij aanmerkinge dat den Caartemaker Jurgen Lievenberg niet alleen in de vesting Bouw tamelijk is ervaaren, maar ook dat hij het aan hem tot nu toe dienaangaande opgedraagene altijd met veel ijver en tot genoegen heeft uijtgevoert, is denselven hierom gelijk tot Ingenieur en Landmeeter aangesteld met eene besoldingh van Dertigh guldens ter maand en een nieuw drie Jaarig verband.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 431-437.¶
Dingsdagh den {17441013} 13. Octob:r 1744.
‘S voormiddags alle present.
Vermits het overlijden van den Predikant aan Stellenbosch Willem van Gent, is goedgevonden dat den Predikant aan Draakensteijn Salomon van Echten bij missive sal worden gelast om gelijk sulx in diergelijke geleegentheijd altijd gebruijkelijk is geweest, den dienst bij beurte na dat het best sal kunnen geschieden in de kerk van Stellenbosch meede waar te neemen, ende sulx tot dat die gemeijnte van een Ordinaris Leerraar op nieuws sal sijn voorsien of daar omtrent anders gedisponeert, van het welke aan den Eerw:e Kerkenraade van Stellenbosch kennisse sal gegeeven worden, met bijgevoegd ordre dat aan geciteerden Predikant van Echten, het bovengemelde aangaande alle nodige behulpsamheeden sullen moeten beweesen en toegevoegt worden.
Ende gemerkt dit Jaar geen optrek aan Stellenbosch sal sijn, als sullende volgens de reets hiertoe gegeevene Ordre bij den heer gouverneur, een gedeelte der manschappen van de buijten districten herwaarts moeten opkomen, om alhier met deese Caabse Burger militie aan Strand te exerceeren, en vervolgens de revue te passeeren; Is derhalven best gedagt dat in steede van het bij missive van Land-drost en Burger krijgs Raad der buijten districten versogte quantiteijt ammonitie van Oorlogh aan deselve voor dit Jaar alleen sal worden verstrekt, het ordinaris voorraad van ses vaten met Buscruijt en Twaalf hondert Stux Snaphaan Steenen; terwijl men sig wijders heeft Laaten welgevallen de door gedagte Land-drost en Burger krijgs Raad op onse nadere approbatie gedane aanstellingen van den Corporaal Christiaan Maasdorp tot wagtmeester onder de Comp:en dragonders van den Cap:tn Gerrit van der Bijl in steede van den tot Cornet geadvanceerden Abraham de Villiers mitsgaders van de Corporaals Paul Retief en Jan Jurgen haman, insgelijx tot wagtmeesters onder de Comp:e dragonders van den Cap:tn Johannes Louw Jacobsz: in steede van Christiaan Sprigt die tot vaandrig is gevordert en den overleedenen Jan de Villiers d’ oude en Laatstelijk van de Burgers Wessel Wesselsz, Martinus Koors en Jan George Drebes tot Sergeanten onder de Comp:e invalides.
Sijnde wijders bij overweeginge dat de Saaken in Europa volgens de Jongste ingekomene Berigten hoe Langer hoe Verwarder worden en dat het Schier ontwijffelbaar is dat onsen Staat bereijts in oorlogh is ingewickelt met d kroon van Vrankrijk of binnen korten sal geraaken, voor den dienst der E. Comp:e hoog nodig geoordeelt en gevolgelijk op het diesweegens gedane Propositie bij den heer Gouverneur gearresteerd dat d overheeden van ‘s Comp:s hier aankomende Scheepen bij een Periode te voegen bij de alhier nagelatene Ordre en Reglement door den hoog Edelen Heer Gouverneur Generaal Gustaaf Willem Baron Imhoff voor gem:e ter deeser Caabse Rheede Leggende Scheepen, op het nadruckelijkst sullen worden geordonneert en gelast, in naarkominge der geEerd ordre van de Heeren van de Hoge Indiaasse Regeeringe vervat bij missive van den 3 nov. 1713. hunne onderhebbende bodems geduurende haare Legdaagen alhier altijd klaar Zeijl- en Slag-vaardig te houden.
Voorts is na resumptie van seekere memorie door den Heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh met versoek van daarop dispositie te mogen erlangen in Raade geproduceert, verstaan dat met de daarbij vermelde te kort komende en bedurvene Bieren sodanig sal moeten gehandelt worden als aangeteekent staan in margine van die Memorie dewelke Luijd als volgt.
‘Memorie van de nabesz: Bieren uijt ‘t Schip Vijver Vreugd bij Pijlingh minder bevonden, gelijk te sien is bij de verklaaring van gecommitt: hier annex namentlijk.’
‘
7. | Vaten Delfs Trueel Bier op 30. vaten als |
afschrijven | 6. vaten op 29. vaaten bij Pijlingh minder bevonden als sijnde 4. van 4 d:m, 10. van 5, 11. van 6, 3 van 7. en 1.van 12 d:m wan geweest, sijnde de 4. Laatste met Cassen in de boom en Buijk, mitsgaders |
vercoopen | 1: d:o hard bevonden |
7. | Vaten Delfs Trueel Bier op 30. vaten als |
afschrijven | 6. vaten op 29. vaaten bij Pijlingh minder bevonden als sijnde 4. van 4 d:m, 10. van 5, 11. van 6, 3 van 7. en 1.van 12 d:m wan geweest, sijnde de 4. Laatste met Cassen in de boom en Buijk, mitsgaders |
vercoopen | 1: d:o hard bevonden |
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 13: octob: 1744. (:was geteekent:) R. Tulbagh’
Ook heeft men op het diesweegens ingediende versoekschrifts bij den Burger Hendrik Booijs aan denselven Permissie verleend om neevens desselfs huijsvrouw met een der verwagt wordende Retourscheepen onder betaalinge van het ordinair Transport en Costgeld om in de Cajuijt gelogeert en getracteert te worden na Europa over te vaaren.
Soo als nog Laatstelijk aan den oud Burgerraad Johannes Cruijwagen thans hierom bij geschrifte versoek doende in eijgendom sijn gegeeven twee plaatsen die hij eenigen tijd in Leening heeft gehad gen:t de S:t Helena Baaij en de karssefonteijn beijde geleegen over de Bergrivier groot 60 morgen ijder, mits dat hij niet alleen als vooren komt te betaalen de daarop staande recognitie penn:en ter somma van 24: Rd.s Jaarlijx en soo ook tot een erkentenisse voor elke plaats een hondert of te samen 200 rd.s maar ook nog onder deese expresse Conditie dat het aan d’ E. Comp:e vrij sal staan om ten allen tijden de voorsz: twee plaatsen, des benodigt sijnde, op behoorlijke taxatie weeder na sig te neemen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaar voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 438-442.¶
Donderdagh den {17441029} 29: october 1744.
’s Voormiddags alle present uijtgenomen den E. coopman en Winkelier Cornelis Eelders bij Occupatie.
Den tijd nu op handen sijnde geschooten dat voor het geld dat hiertoe word gegeeven door de buijten Luijden en andere menschen die of geen slaven hebben of deselve uijt hun werk niet kunnen Laaten gaan; andere Leijfeijgenen moeten worden gehuurt om Conform de hiervan gemaakte repartitie voor haarl: reecq:g in de aanstaande maanden November en December aan de onder handen sijnde fortificatie werken te arbeijden; Is dewijl men volgens berigt der daarover aangestelde opsigters, tot nu toe onaangesien alle de daartoe aangewende vlijt en moeijte, nog seer weijnige van die dienstbare menschen ten eijde als evengemeld heeft kunnen bespreeken, op de Propositie van den Heer Gouverneur verstaan, dat alle ende een ijgelijk deesen Caabse ingeseetenen hiertoe eenigsints geleegentheijd hebbende bij affixie van Billiëtten op het ernstigst sullen worden aangemaand en gerecommandeert, om tot voortsetting van voorsz: werken waaraan bij deese teegenswoordige tijds omstandigheijd voor de behoudenisse deeser Colonie soo veel aangeleegen Legt alle de Slaven die sij eenigermaten sullen kunnen missen, bij te setten en te verhuuren met belofte dat voor elk derselve behalven de Vrije cost nog maandelijx aan den verhuurder sal worden betaald een Somma van vijf Rijxd:s.
Ende gelijk om met gedagte werken niet te blijven steeken en in teegendeel deselve na de magt die men hier toe heeft spoedig te kunnen doen voortgaan de bannelingen dewelke tot dato deeses bij den arbeijd aan de mouille sijn gelaaten, bij deese Teegenwoordige Schaarsheijd van Volk van daar sullen moeten afgenomen en aan en bij de meermaalsgen:e werken meede geplaatst worden, heeft men om deselve dagelijx vroegtijdig aan den arbeijd te kunnen hebben moeten besluijten, dat deselve soo lang als men daarmeede beesig sal weesen, hun verblijf in ‘s Comp:s Slaven Logie sullen moeten houden.
Laatstelijk is in Raade geleesen seeker versoekschrift door Alida van der heijden Wed: Hendrik Oostwald Eksteen in de volgende bewoordingen gepresenteert.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van Neederlands India mitsgad:s Gouverneur deeser plaatsen en den Ressorten vandien & &: beneevens den E. Agtb:r Politicquen Raadt.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb:en Heeren.’
‘Vertoont met verschuldigde Eerbied Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb:r needrige dienaresse Alida van der heijden wed: van wijlen den Oud Burgerraad Hendrik Oostwald Eksteen hoe haare gem:e man sal:r sig bij contract van den 28: Octob: 1740. heeft verbonden gehäd omme aan d’ E. Comp:e geduurende den tijd van vijf agter eenvolgende jaaren soo veel Soute Visch te Leveren als deselve soude van nooden hebben dog dewijl de Suppl:te door ‘t verlies van haar vaartuijg en de Sterfte dewelke sij seedert een geruijmen tijd herwaarts onder haar Slaven gehad heeft, sig thans buijten staat bevind om die Visscherij langer te kunnen gaande houden, soo versocht de Suppl:te seer eerbiedig dat Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb:s haar gunstig van het verder nakomen van gem:e Contract t’ welk op een Jaar na geëxpireert is gelieven te ontslaan en wijders te permitteeren om d gebouwen dewelke door haar ten dien eijnde in de Saldanhabaaij sijn opgerigt te mogen afbreeken, en de Materialen van daar vervoeren (:onderstond:) ‘T welk doende &:’
Naar welkers resumptie best bedagt is dat men sig sal houden aan het Contract door des Suppl:ts overleedene man met d’ E. Comp:e aangegaan, en dat sij dienvolgens tot d Expiratie van dien en soo als sulx tot nu toe is geschied aan d’ E Comp:e soo veel Soute Visch sal moeten Leeveren als deselven sal komen te benodigen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 443-446.¶
Dingsdagh den {17441103} 3: nov:r 1744.
’s Voormiddags alle present.
Op heeden goedgevonden sijnde dat van de buijten Luijden, vermeld bij seekere Lijst door den Landdrost Pieter Lourensz. aan den heer gouverneur overgegeeven; dewelke t’ sij omdat voormaals in eenige emploijen in ‘s Comp:s dienst sijn geweest dan Wel in de resp:en Burger Collegiën sessie hebben gehad, geen burger dienst doen, of dat schoon onder de Compagnie Invalides ingeschreeven sijnde, egter des noods nog haaren dienst sullen kunnen Presteeren; nog een bijsonder Corps of Compagnie dragonders sal worden opgeregt. Soo als Sulx geschied mits deesen; om bij overkomst van een vijand alhier, met den alder eersten herwaarts in volle geweer op te komen, en denselven vijand neevens deese verdere ingeseetenen en de Militie deeses Casteels te helpen afweeren, Is wijders bij overweeginge dat voorsz: Compagnie als uijt omtrent 144. Coppen sullende bestaan te sterk sal sijn om alleen door een Capiteijn, Lieutenant en Vaandrig gelijk het behoord te kunnen worden gecommandeert; best gedagt dat deselve met een dubbeld getal der twee Laatsgemelde officieren sal worden voorsien, waartoe dan en soo meede tot Cap:tn over die Comp:e sijn aangesteld de volgende persoonen te weeten.
den oud ondercoopman Oloff de Weth | tot Capitain |
Den oud heemraad Jacob Cloete | d:o Eersten Lieutenant |
d:o d:o d:o Pieter Laubser | d:o Tweeden d:o |
d:o heemraad Andries Brink | d:o eersten Vaandrig |
d:o oud d:o Jacobus Blankenberg | d:o tweeden d:o |
den oud ondercoopman Oloff de Weth | tot Capitain |
Den oud heemraad Jacob Cloete | d:o Eersten Lieutenant |
d:o d:o d:o Pieter Laubser | d:o Tweeden d:o |
d:o heemraad Andries Brink | d:o eersten Vaandrig |
d:o oud d:o Jacobus Blankenberg | d:o tweeden d:o |
Aan welke Opper officieren wijders is gedefereert gelaaten de onderofficieren voor haare Compagnie benodigt, uijt de onder haar staande manschappen te verkiesen.
Laatstelijk is nog gearresteerd dat er Billietten sullen worden aan geplakt, tot waarschouwinge dat de Heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn neevens gecommitteerdens uijt den Raad van Justitis deeses Gouvernements op den 21. 22. en 23. der aanstaande maand december sullen vaceeren, om te doen eijken allerhande gewigten, ellen en maaten, en dat ook Landdrost en heemraaden op dien selven tijde ten voorsz: eijnde tot Stellenbosch ten huijse van gen:e Land-drost sullen sitten op dat alle ende een ijgelijk deeser ingeseetenen soo van de Caab als den buijten districten hun op den bepaalden tijd ter plaatse waaronder sij sorteeren tot het Laaten eijken, van haaren ellen, maaten en gewigten sullen kunnen Laaten vinden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaaren voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 447-462.¶
Dingsdagh den {17441124} 24: Novemb:r 1744.
’s Voormiddags alle Present uijtgenomen den heer Cap:tn Rudolph Sigfried Alleman bij indispositie mitsg:s d’ E. Coopman en Winkelier Cornelis Eelders bij occupatie.
Na Lectuure en Resumptie van seeker Reglement door den Burger Krijgs Raad alhier ontworpen, om bij deese tijds gewrigt te dienen tot een Rigtsnoer voor de Burger wagt ter deeser plaatse, t’ Welk aan den heer Gouverneur is gepresenteert geworden om daarop de goedkeuringe deeses Raads te mogen erlangen; Is voors: reglement als goed en nuttig gevonden sijnde geapprobeert en wijders verstaan dat het selve door alle ende een ijgelijk die het aangaat in alle sijne deelen sal moeten agtervolgt en nagekomen worden, Luijdende dat reglement aldus.
Alsoo de voorige Reglementen der Burger Wagt niet ten vollen en quadreeren met de jeegenwoordige gesteltenisse des tijds, voornamentlijk dewijl thans een hoofd-officier meede den gantschen nagt op die Wagt sig moeten Laaten vinden om ‘t Commando te voeren, soo heeft den Burger Krijgs Raad eenigen Poincten en observaties ter needer gesteld die se nodig agten dat ingevoerd Wierden, en Waaromme die onder behoorlijken Submissien overgegeeven aan den Wel Edelen Gestr: Heeren Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India en Gouverneur in Loco mitsgaders den E. Agtb:rn Politicquen Raadt ten eijnde het haar Wel Edele Gestr: en E. Agtb:en mogte behaagen, desselve te approbeeren, en daaraan de kragt van een vaste Ordonnantie te verleenen, op dat dus alles beeter gereguleert, op een eenparigen voet behandelt en alle Mesusen soo veel doenlijk verhindert mogen werden.
Art: 1.
Vermits de Wagt te kleijn is voor sulken aantal Persoonen als thans de Wagt doen om in reijen of andersints te staan ten eijnde te sien of se alle bij het Rol-leesen present sijn, diend bij het opsetten der Wagt de Manschappen ieder met sijn geweer voor de deur in Ordre gesteld te Worden, en bij t’ opleesen der namen ieder met sijn geweer om hoog binnen treeden, om te kunnen sien of alle present en ieder van behoorlijk geweer voorsien sijn.
2.
Wanneer des avonds de Rol geleesen is sullen de Sergeants van de Wagt en Picquet met haar manschappen na het Casteel gaan om de Leuse of Parool te haalen, en die immediat aan den Hoofdofficieer voor de deur van de Wagt brengen, waarna de sergeants van de bijwagt de Corporaals van de Wagt en Piquet met voorsz: Sergeants in een kring met den hoofdofficier moeten staan, om dus volgens krijgs gebruijk ‘t Parool rond te geeven, en aan den hoofdofficier weeder komende, kan die inmediaat hooren of alles behoorlijk is, waarna de Sergeants met het Parool door den hoofdofficier na de Capiteijns en den Land-drost als hij aan de Caab present is gesonden sal worden, na welkers verrigting die Sergeants weeder Rapport moet doen aan den hoofdofficier wie het parool ontfangen heeft.
3.
De gemeene maats die om ‘t Parool na ‘t Casteel gaan, moeten tot 10. uuren met haar geweer bij de deur gereed staan of ‘t was dat ‘er een officier in de wagt quam, om dan haar geweer te presenteeren.
4.
Absenten bij ‘t Rolleesen der Wagt sijnde sal den Sergeant die de parool ombrengt daarvan met eene kennisse geeven aan den Cap:tn van den Wagthebbende hoofd officiers Compagnie.
5.
Wanneer ‘t mogte komen te gebeuren dat ‘t den Edelen heer Gouverneur behaagde op de Wagt te komen, soo sal (: Indien het voor ‘t Parool is:) al het volk in ‘t geweer aan weerkanten van de deur geschaart staan en den hoofdofficier dewelke geduurend sijn Wagt met sijn sjerp voorsien moet sijn voor ‘t front met een Snaphaan met een Bajonet daarop de Salvade doen, t’ geweer Laaten presenteeren en 3. maal de Roffel Laaten Slaan.
Maar na ‘t Parool, moet den Schildwagt roepen Werda, en antwoord bekomende den Edelen Heer Gouverneur, roept den Schildwagt, staa Edelen heer Gouverneur, hoofdofficier uijt, die dan met een Snaphaan met een bajonet uijttreed, agter sig hebbende een Sergeant met Sijn hellebaard en 4: gemeene met Snaphaanen, welke officier dan weeder roept Werda, en ten antwoord bekomende den Edelen heer Gouverneur daarop Seijd, Avanceer Edelen heer Gouverneur, wanneer het Parool uijt naam van Sijn Wel Edele aan den Wagt hebbenden hoofdofficier sal gegeeven worden door den officier die sijn Edele bij sig sal hebben ofte Wel door den ordinairen ordinans.
6.
De Patroullies of de geroepene wagt des nagts iemand gequetst vindende moet den hoofd officier inmediaat een sergeant na ‘t huijs van den E. heer Fiscaal senden, om daarvan rapport te doen, en ook een Chirurgijn sien bij de hand te krijgen, dan wel den gequetsten inmediaad na het hospitaal te senden, vervolgens moet den Hoofdofficier des morgens daarmeede kennisse van gegee aan den Edelen heer Gouverneur en gem:e heer fiscaal volgens reglement.
7.
Om Dronkenschap en daardoor veel onheijl voor te komen, diend bij t’ uijtsetten der Schildwagt geordonneert te worden, geen drank in de wagt te Laaten passeeren sonder kennis van den hoofdofficier.
8.
Wanneer dat ‘er bij avonden of nagt tijden brand geroepen word, moet de Trommel aanstonds geroerd, allarm geslaagen en ook de Brandspuijt met sijn gereedschap uijt het Pakhuijs agter de wagt gehaald worden, waarom de Sleutel daarvan thans diend op de wagt onder den hoofd officier te berusten, die dan immediaat kennisse daarvan moet Laaten geeven aan de hoofdwagt in ‘t Casteel door een Sergeant, en aan den E. heer Jacobus Möller en de brandmeesters die in sijn weg woonen, mitsgaders den Cap:tn van de wagt hebbende hoofd officiers Comp:e door een Corporaal, vervolgens goede en geduurige Patroullies uijtsenden ter observatie van diefte, oproer, moord &, en Principaal dat de vlugtend goederen in verseekerde bewaaring mogte komen soo veel doenlijk is.
Dog indien ‘er bij dage brand mogte ontstaan, sal op t’ eerste geroep den Hoofdofficier die de Wagt heeft, meede als vooren gesegd is met sijn sjerp voorsien, sig na het Burgerwagthuijs vervoegen (: den Tambour die de wagt heeft meede:) en allarm Laaten slaan waarop aan die manschappen die de voorige nagt de wagt gehad hebben meede inmediaat op de Wagt moeten verschijnen om te Patrouilleeren als vooren tot dat de volgende nagt wagt haar weeder aflost, en die daarin versuijmt scherpelijk gestraft worden, t’ sij met swaare geldboete, ofte sodanig als ‘t den Edelen heer Gouverneur en E. Agtb:rn Politicque Raad sal behaagen daarop te stellen.
9.
Dewijl aan den officier der Burger wagt de bewaaring van de Caab is aanvertrouwd en aan hem oversulx ook aanbevoolen de Sorge tot Stuijting van al het quaad dat geduurend sijn Wagt immers soude kunnen koomen voorte vallen, soo is ‘t dat hij sijn gesag voor die bepaalden tijd met niemand kunnend Participeeren,aan hem meede ook aanvertrouwd is en blijft het commando over het Piquet der wagt hebbend buijten Comp:e dat des avonds op de wagt trekt, sodanig dat aan hem ten eersten van alle het geene op voorz: Piquet mogte komen voor te vallen kennisse sal gegeeven worden, t’ Sij door het Piquet selfs dan wel dies commandeerende Corporaal als sullende eevengem: corporaal van voorsz: officier sijn Ordres moeten ontfangen en die in alle gevallen als onder hem staande obedieeren, als seer oneijgen sijnde dat op een en deselfde wagt, twee van malkanderen onafhankelijke Commando’s wierde gevoerd, des sal den officier van de Wagt nogtans in Cas van hooge noodsakelijkheijd, gehouden sijn aan den hoofd-officier van ‘t Picquet van het voor gevallene kennisse te laaten geeven, ten eijnde als dan met onderlinge goede harmonie de nodige mesures te neemen. Sijnde de Post die deese op de wagt treckende Piquet te observeeren hebben, deese.
In de korte nagten des avonds ten 8. uuren en in de Lange nagten des avonds ten 6: uuren sullen de eersten 2: man van de Burger wagt afrijden na de waterplaats, langs Strand tot onder de Leeuwenkop om toe te sien of ‘er vuuren in Zee sig opdoen, of dat er in Zee geschooten word, t’ welke ontwaarende sal een van die twee inmediaat afrijden om aan den hoofdofficier der Wagt kennissen te geeven van de hoeveelheijd der vuuren en Schooten, maar na dies vertrek meerder vuuren sig opdoende of Schooten gedaan wordende sal de tweede man meede afreijden om daar Rapport van te doen, welke officier vervolgens door een Sergeant aan de hoofdwagt in ‘t Casteel daarvan kennisse Laat geeven (: die na 10: uuren moet aankloppen en het parool observeeren:) mitsgaders door een Corp:l aan den Cap:tn der wagt hebbende hoofd officiers Comp:en en den Cap:tn van het Picquet. dog welke twee uijtgereedene manschappen niets ontdeckende, sullen naar gissing een anderhalf uur omgesworven hebbende te rugge reijden na de Caab en bij de kruijsweg agter het kerkhoff halte houden, tot datsen afgelost worden, welke aflossing om de twee uuren moet geschieden en soo de gantsche nagt door, en den dag aanbreekende de laatsten na de wagt rijden deese aflossing moet met een veldgeschreij of teeken bij den wagthebbende hoofd officier gegeeven, gedaan worden.
10.
de Wagt onder de Luijtenants Cornets en Vaandrigs week om week beurdsgewijs gedaan wordende, sal den aftreckende des Sondags avonds aan den optreckende behoorlijk de wagt overgeeven, met een schriftelijke inventaris van ‘t geene op de Wagt berustendes, en behoorlijke aanteekening van de Paroolen en verdere voorvallen, welke alle in een gesloote tafellaad op de Wagt moet berusten ten eijnde bij t’ uijteinde der maand te weeten wat ‘er gepasseert is, om daarvan Rapport te kunnen doen, aan de Edelen heer Gouverneur, t’ welke dien officier sal moeten doen, in wiens beurd de maand eijndigt.
11.
Des Saturdags avonds sal door den Parool brengende Sergeant meede den officier wiens beurd valt op de wagt te Leggen, gewaarschouwt worden, dat het sijn beurd is, gelijk ook den Cap:tn vande wagt hebbend Comp:e waarschouwen wie afgaat en wie op de wagt komt, eijndelijk ook als een ander Comp:e de wagt krijgt, sal aan den Cap:tn wiens Comp:e de beurd valt, de waarschouwing door den Adjudant der burgerij geschieden.
12.
Wanneer ijmand van de wagt word afgeschreeven sal den Schrijver der Burgerij aan de Wagt hebbende hoofdofficier waarschouwen, uijt wiens ordre dat sulx geschied, die dat sal hebben aan te teekenen.
13.
Niemand vande eene Wagt Rolle op een ander over te teekenen buijten kennisse vanden wagt hebbende hoofd officier.
14.
Gelijk de wagt des avonds opgeset is, diend die des morgens weeder afgeset te worden namentlijk als de reveljen in ‘t Casteel geslaagen word, sal den Tambour van de Wagt meede voor de deur de Reveljen op de trom slaan, wanneer dan ‘t volk voor de deur met haar geweer in order moeten verschijnen, den Schildwagt ingetrocken en door den hoofdofficier of na desselfs goed dunken door een Sergeant het geweer verkeerd op Schouder gecommandeert, en afgedankt worden, ten eijnde te kunnen ontdecken wie des nagts sig van de wagt absenteert, ter behoorlijke Strafordening.
15.
Om den Veerthien dagen ofte uijtterlijk eens des maands sullen de Sergeanten van ijder Compagnie daaronder meede gereeckent die van de buijten ofte Landmilitie naauwkeurig hebben te visiteeren of haare onderhoorige manschappen, behoorlijk sijn voorsien van bequaam geweer en de nodige Scherpe Patroonen, sullende die geenen die daarvan onvoorsien sijn ofte wel sodanige visitatiën komen teegen te spreeken, doorden Burger krijgs Raad na Exigentie van Saaken gecorrigeert werden.
16.
Soo lang als het Commando duurt den Comp:e van de buijten districten sullen in den ordinairen en extraordinare Burger krijgsRaad alhier, de hoofd officieren die dat detachement commandeeren moeten Adsisteeren en Sessie hebben, te Weeten den Cap:tn van het selve Commando immediaat naar de oudste of vooraan sittend Cap:tn van deese Caabse Burger militie des sullen de Luijtenants Cornets en Vaandrigs, soo hier vande Caab, als van Buijten onder en door malkander na haar rang en ouderdom moeten Sitten om dan gesamentlijk de Saaken so wel relatie hebbende omtrent deese als de buijten districten te kunnen afdoen en behandelen.
17.
Eijndelijk diend uijt alle het voorenstaande geëxtraheert te Worden, het geene tot kennissen en observatie van de onderofficiers en gemeenen noodig is, om het behoorlijk bij het Reglement in de gemeene wagt aan te placken, mitsgaders de gantsche Reglement en bijgevoegde observaties in ‘t aanteekening Boek van den hoofdofficier in de Tafellade, waar het ijder officier sal kunnen vinden, om te dienen soo ‘t behoord.
Uijt aanmerkinge dat den oud Burgerraad Johannes Carolus de Wet seedert het overlijden van den Burgerraad Gijsbert La Febre, t’ saamen met den E. Equipagiem:r Jacobus Möller het opsigt over het Werk aan de Mouillen alhier heeft gehad en sig nu ook Laat gebruijken om de Slaaven van deese ingeseetenen aan de Linie bescheijden, aan het werk gaande te houden en dat den Selven alles wat soo van het een als het ander dependeert met veel ijver en tot genoegen is waarneemende, sonder egter tot nu toe in het minsten iets daar voor te hebben genooten; is hier om aan den selven tot een douceur en hem te gemoed te komen weegens den tijd dien hij met te rugge setting van sijne eijge affaires tot het waarneemen deesen saaken moet verspillen; op het voordraagen van den heer Gouverneur voor niet in eijgendom gegeeven seeker Stuk Land in de Tijgerberg geleegen ten grooten van sestig morgen; mits dat het selven niemand te nakomt te Leggen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 463-470.¶
Dingsdagh den {17441201} eersten december 1744:
’s Voormiddags alle present.
Sijn heeden in Raade vertoont en nagesien de Negotie en Soldij boeken deeser gouvernements d’ Annis 17 43/44, bij welke eerstgemelde komt te blijcken dat de lasten in dit boekjaar hebben gemonteert tot een Somma van ƒ362166:7. en daar enteegens de Suijvere Winsten en ‘s Lands inkomsten tot ƒ152295:2 swaar geld invoegen de Lasten dit jaar niet alleen meer als Anno Pass:o beloopen hebben ƒ17163:12:8. maar ook de Winsten een Redelijk Capitaal van ƒ52005:16:8. meede swaar geld. Welk meerder bedragen der Lasten voornamentlijk hier uijt voortvloeijt dat geduurende het voorsz: Boekjaar hier terplaatse meer als in het voorgaande ofdat d’ Annis 17 42/43 neegen Scheepen sijn aangeweest, en soo ook weegens dat hoe heijlsaam en nuttig tot verquicking en onderhouding der gesondheijd van het Scheepsvolk de Jongst gestelde Ordres sijn, dat aan het selve behalven de Caabse Wijn tot Consumptie op de reijse nog geduuren de hunne Legdaagen terdeeser Rheede dagelijx versch vleesch en meer versch brood als voor deesen sal moeten worden verstrekt, de onkosten der Scheepen egter hier door noodwendig hebben moeten accresseeren; Terwijl het meerder Rendement der Winsten is herkoomende uijt de groote advancen gevallen op sommige van ‘s Comp:s Negotie goederen die selfs in grootere quantiteijt als het anders wel is geschied, soo in het openbaar bij opveijling als uijt ‘s Comp:s Pakhuijsen sijn vercogt; mitsgaders nog uijt eenige Tacken van ‘s Lands inkomsten en onder andere van de betaalde ‘s Heeren Geregtigheijd en de Impositiën op de hier vallende wijnen, als waar voor thans in steede van een Rijxd: vat geld, drie Rijxd:s voor elke Legger van buijten ter deeser plaatse aangebragt wordende, betaald word; des word den Heer hoofd Administrateur Rijk Tulbagh bij deesen gequalificeert om de Last en Winst Posten navolgens de bij sijn E. diesweegens overgeleeverde specificatie bij de bovengen:e negotie Boeken nabehooren te doen af en inschrijven.
Inmiddels dat bij Resumptie van seekere verclaaring verleent door de gecommitt:s die tot dies besigtinge sijn gesteld geweest, sijnde komen te blijcken dat van de vier swaare touwen waarvoor het schip Guntersteijn teegens deese Stranden heeft geleegen; twee ten eenemaal onbequaam en maar alleen goed sijn om tot Cabel garens te worden gebruijkt Verstaan is, dat deselve twee onbequame touwen insgelijx bij de Negotie Boeken deeses Comptoirs sullen moeten afgeschreeven en als oude Cabel Touwen weeder ingenomen worden.
Overmits in ‘s Comp:s graan maguasijnen alhier nog een goede quantiteijt tarw van den Laatsten ougst voor Batavia ingeslaagen, word gevonden, en dat het graangewasch dit jaar door Godes Zeegen na wensch sijnde kom en uijttevallen teegenswoordig dat met dies Leverantie en begin staat gemaakt te worden, plaats tot berging van het nieuwe Coorn in ‘s Comp:s Pakhuijsen komt te ontbreeken heeft men om hiertoe ruijmte te kunnen vinden en dus uijt deese Verleegentheijd te kunnen geraaken, moeten besluijten dat volgende het in deesen opsigte geordonneerd door Generaal en Raaden van India bij haar Hoog Edelens geEerde aanschrijvens van den 22. Januarij deeses jaars, thans soo als voor deesen, weeder Tarw van hier na Batavia sal overgesonden en daarmeede een begin gemaakt worden, met het in deese Tafelbaaij vertoevende uijtkomende Schip Nieuwland .
En gelijk de nieuwe Battereijen langs deese Stranden, navolgens de nieuwe ondervindingen sonder borstweeringen sijn opgemaakt; is goedgevonden, dat om bij voorvallende geleegentheeden gelegt te worden tusschen het aldaar leggende geschut en dus als een beschutting voor het volk ter dien plaatsen bescheijden te dienen, met den aldereersten in gereetheijd sullen moeten worden gebragt twee à drie hondert sandsacken van oud zeijldoek voor soo ver als het hier Leggende daartoe sal kunnen toereijken, en bij gebrek van dien van nieuw doek.
Verders is ten eijnde de drie Compagniën dragonders der Landmilitie als thans in Sterkte van manschappen verboven het ordinair getal aangegroeijt sijnde, voorthaan gelijk het behoord sullen kunnen worden gecommandeert en des noods teegens den vijand aangevoerd, vastgesteld dat deselve te weeten ider Compagnie met een nieuwe officier sijnde een tweede of sousLuijtenant, sullen worden voorsien; waartoe dan in de Comp:e van den Cap:tn Gerard van der Bijl is aangesteld den Cornet van desselfd Comp:e Adriaan van Brakel en in desselfs plaats werden tot Cornet den heemraad Andries Brink
In de Compagnie van den Cap:tn Jan Louw Pietersz ook tot tweede of Sous Luijtenant desselfs Cornet Arnoldus Maasdorp, en dan wederom tot Cornet den oud heemraad Pieter Laubser.
Onder de Compagnie van den Cap:tn Jan Louw Jacobsz: dies Cornet Abraham de Villiers invoegen voorsz tot tweeden Luijtenant en tot Cornet in desselfde Comp:e den Burger Nicolaas Vlok.
Soo als wijders in steede van voorseijde Pieter Laubser en Andries Brink tot tweeden Luijtenant en Cornet onder de nieuwe opgeregte Comp:e van den oud ondercoopman Oloff de Weth sijn gevordert Willem van As en Daniël Malang.
Op het hierom bij geschrifte gedaane versoek door de Burgers Abraham Lever en Jan van der Swijn, is aan deselve in eijgendom gegeeven seekere plaats die sij al eenige jaaren van d’ E. Comp:e in Leening hebben gehad gent. De Brandwagt en geleegen onder de Attacquas Cloof over de Gourits Rivier ; groot 60: morgen, omme ofte voor de somma van Eenhondert Rijxd:rs en deese expresse Conditiën, dat sij als voor deesen de daarop staande recognitie penn: ter Somma van vier en twintig Rijxd:s Jaarlijx aan den heer sullen moeten betaalen, en dat het daaren boven ook aan d’ E. Comp:e vrij sal staan om des benodigt sijnde de voormelde plaats op behoorlijke taxatie weeder na sig te neemen.
Terwijl men Laatstelijk nog in eijgendom dog voor niet heeft gegeeven aan den Burger Pieter Breda seeker Stuk Thuijn Land, sijnen Thuijne in deese tafelvalleij leggende Annex, groot vier hondert twee en ‘t Seventig quad:t Roeden en 12: voeten, mits daar voor als voorgaandelijk Jaarlijx aan d’ E. Comp:ne betaalende een Somma van Twee Rijxd:s en voorts met sodanige Servitud ten opsigte van dies intrecking als soo even is gemeld.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 122, pp. 471-476.¶
Dingsdagh den {17441208} 8: december 1744.
’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ E. E:s Nicolaas Heijning en Christoffel Brand bij indispositie.
Geleesen en geresumeert weesende de respective nominatiën van den Caabsen Kerkenraaden mitsgaders Kerkenraaden van Stellenbosch en Draakensteijn , gelijk meede van Burgerraaden, Weesmeesteren, Commissarissen Civiel en van huwelijxen Saaken mitsgaders van Landdrost en heemraaden der buijten districten; heeft men sig laaten welgevallen de gedaane Electie van Petrus Jesse Slotsboo tot ouderling in steede van den afgaanden Abraham Decker, en sijn voorts uijt het dubbeld genomineert getal voor de af te treedene diaconen Barend van Dockum en Johannes Henricus Blankenbergh weeder daartoe verkooren.
Adriaan van Schoor en Jan Hassingh.
Soo als insgelijx de verkiesing van Oloff de Weth tot ouderling in de gemeijnte van Stellenbosch in Steede van Willem van As goedgekeurt en uijt het dubbeld genomineert getal tot diacon inplaatse van den afgaande Nicolaas Vlok verkooren is Abraham Faure.
Sijnde ook de Electie van Pieter de Villiers tot ouderlingh van de Draakensteijn se kerk insteede van Jan Blignaut geapprobeert en inplaaste der afgaande Hercules du Preez en Thomas Arnoldus Therron tot diaconen verkooren. Pieter Le Roux en Jacob Marrais.
En nademaal dit jaar weeder geen Commissaris Politicq na de buijten Districten sal kunnen afgaan sal oversulx aan kerkenraade der twee Laatstgemelde gemeijnte worden aangeschreeven dat sij hierom sorg sullen moeten draagen dat de kerkelijke Reecq:gen hunner arme Penningen ten Spoedigsten doenelijk herwaarts overgesonden worden.
Vervolgens sijn uijt het tweevoudig genomineert getal voor de uijtgediende Burgerraaden Andries Grové en Jan Lourens Bestbier daartoe weeder geEligeert Jan Hendrik Hop en Jan Hendrik Blankenbergh.
En als meede tot Weesmeesteren in de plaats der afte treedene Jan Raak, Jacob van Rhenen en Jan Lourens Bestbier. Petrus Jesse Slotsboo
Johannes Carolus de Wet en Steven ten Holder.
Mitsgaders tot Commissarissen van Civiele en huwelijxen Saaken voor de uijtgaande Thomas Swellengrebel en Petrus Johannes de With. Jan Coenraad Warnecke en Jan Hassingh.
Boven het welke inplaatse van den aftetreedenen President van dat Collegie den E. Josephus de Grandpreez, die op sijn versoek daarvan is ontslaagen daartoe weeder is aangesteld den E. Equipgiemeester Jacobus Möller.
En sijn eijndelijk insteede der uijtgediende Gerard van der Bijl, Andries Brink, David de Villiers, Wijnand Louw, Andries Holshausen en Jacobus Bota d’ oude tot heemraaden weeder verkooren de volgende Persoonen als tot Stellenbosch . Jacobus Blankenbergh en Arnoldus Maasdorp. tot Draakensteijn Jan Blignaut en Abraham de Villiers
Mitsgaders over de verafgeleegene districten Martinus van Staden en Philip du Preez.
Dewijl het met de geneesinge der Sieken van het aanweesend Schip Nieuwland soo van die dewelke daarmeede hier sijn aangebragt als der geener die t’ seedert sijn komen in te storten, waaronder behalven den Schipper Jan de Zee ook getelt worden meest alle de officieren van agter op, niet als seer langsaam voortgaat, en dat schoon aan het selve soo veele herstelde manschappen der hier gepasseerde Scheepen sijn bijgeset worden, als men uijt deesen hospitaale heeft kunnen bij eenkrijgen, dien bodem des niettemin sig uijt hoofde van het groot getal van desselfs in voorm:e Sieken huijs leggende impotenten; en soo ook der op de reijse overleedend Persoonen voor als nog te swak van volk gesteld bevind om Zee te kunnen kiesen; heeft men hierom moeten besluijten dat gedagte Schip NieuwLand ter deeser plaatse nog wat sal worden aangehouden in hoopen dat ondertusschen door de daartoe aangewend wordende vlijt en moeijten nog soo veel van desselfs Sieken weeder in staat sullen kunnen geraaken dat die kiel daarmeede met volkomen gerustheijd van hier na Batavia sal kunnen afgesonden worden.
Laatstelijk is op het gegeevene Getuijgenis van Weesmeesteren deeser Steeden weegens het goed gedrag van den onder haar staande minderjaarigen Burger Christoffel Groenewald aan den selven de versogte Suppletie van ouderdom verleend.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller