Skip to content

C123 v1.20

C. 123, pp. 24-33.

Dingsdag den {17450105} 5: Jann: 1745.

‘S Voormiddags alle PreSent uijtgenomen den E: Coopman en dispencier Nicolaas heijning bij indispositie.

Bij resumptie van het hoog geagt aanschrijvens van de Heeren van de Hooge Indiaasse Regeering van den 8: Octob:r des Voorleeden jaars, ‘t Welk alhier is aangebragt met het ter deeser Rheede Leggende Retourschip Popkensburgh ; Is verstaan dat de daarbij gegeevene Ordres om met de dit jaar voor de Camer Amsterdam t’ huijs Vaarende Scheepen van deese plaats derwaarts te versenden de Sig alhier nog bevindende Kassen met Thee, Porcelijn en Rabarber, dewelke uijt meer andere goederen van het afgelegde Schip GunterSteijn ten deesen Comptoiren verbleeven, bij Sorteering ter versending na Europa nog goed Sijn gevonden, na uijtterste vermoogen en de ruijmte op die kielen Sulx eenigsints Sal Willen toelaaten Schuldpligtig Sullen agtervolgt Worden, om Waartoe dan des te beeter in Staat te kunnen geraaken, Is den Equipagiemeester deeser gouvernements d’ E: Jacobus Möller Staande Vergaderinge geordonneert alle de Sodanige hier aankomende Scheepen op het naaukeurigste te besigtigen, en Verders tot bereijking en uijtvoeringe van het bovengemelde, daarop Sulke Schickingen te maaken en Sodanige Ordres te Stellen als daartoe dienstig Sullen geoordeelt Worden.

Soo als verders aan voorseijde Equipagiem: Jacobus Möller nog is gedemandeert geworden omme alle de in deese tafelbaaij aankomende ‘S Comp:s Scheepen tot dat anders Word gedisponeert indiervoegen ter deeser Rheede te doen Leggen en Sig Soo te besorgen dat alle deSelven bij overkoms van een vijand niet alleen malkanderen niet in de Weg komen te Leggen, en Sooveel mogelijk Sij ruijmten voor het geSchut deeses plaats komt open te blijven, maar ook vooral dat Se hun eijgen geSchut teegens den Selven Vijand met effect Sullen kunnen gebruijken, en te gelijk bij attacque een Wackere Resistentie doen.

Vermits den Eerw: Predikant deeser Caabse Gemeijnte François LeSueur door Slegte Lighaams gesteldheijd en d hem aankleevende quaal namentlijk het graveel Sig Somtijds op het onvoorsienste buijten Staat bevind om den PredikStoel te kunnen beklimmen en dat het aan den anderen kant de noodsakelijkheijd en Welvoegentheijd vereijscht dat den Kerkendienst alhier niet So nu en dan opgeschort blijft, en Voornamentlijk niet Wanneer deese Rheede met veele Retour en andere Scheepen is voorsien geworden, Is hierom goedgedagt dan den Eerw: Predikant in het Land van Waveren Arnoldus Mauritius Meijerink by Missive Sal Worden geordonneert met d’ eerste geleegentheijd herwaarts op te komen, om geduurende het aanwesen der Retourvloot aan dit Gouvernement of ter tijd en Wijl dat gemelde Predikant Le Sueur beter Sal sijn geworden, ook den Predik dienst ter deeSer plaats waar te neemen.

Sijnde voorts om Sodanige Reedenen als vermeld Staan bij Resolutie van den eersten december Pass:o, den Cornets onder de Comp:ne van den Cap:tn Cornelis van Rooijen genaamd Esaijas Meijer tot tweeden of Sous Luijtenant in de Selfd Comp:ne aangesteld, en Weeder tot Cornet in desselfs Plaats den heemraad Philip du Pree.

Hierna heeft den Heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh met bijgevoegd versoek van daarop dispositie te mogen erlangen in Raade geproduceert de onderstaande Memorie.

‘Memorie van de nabesz: Olij Raparum P:r ‘t Schip de Leeuwerk aangebragt en bij t’ Openen van een kas gebrooken, en de Radix Rabarbar meer bevonden als de factuur quamte melden, de foelij bij t’ openen van een Sockel in ‘t Negotie Pakhuijs te kort bevonden als meede de Leijfeijgenen in de drie Jongst gepasseerde maanden door de natuurlijke dood overleeden, t’ vee in gem:e tijd Soo verrekt als door ‘t Wild gedierte Vernielt, alles volgens Verklaaringen hier annex blijckende namentlijk.’


uijt 't Schip de Leeuwerk .
afschrijven { 20: Mengelen Olij Raparum Sijnde een Calbas bij t' Openen van een kas gebrooken bevonden daar en teegens.
inneemen { 24: lb: Radix Rabarber bij t' openen van een kas N:o 5 meer bevonden als de factuur quam te melden.
in 't Negotie Pakhuijs.
afschrijven { 31 lb: foelij bij t' openen van een Sockel te kort bevonden.

uijt 't Schip de Leeuwerk .
afschrijven { 20: Mengelen Olij Raparum Sijnde een Calbas bij t' Openen van een kas gebrooken bevonden daar en teegens.
inneemen { 24: lb: Radix Rabarber bij t' openen van een kas N:o 5 meer bevonden als de factuur quam te melden.
in 't Negotie Pakhuijs.
afschrijven { 31 lb: foelij bij t' openen van een Sockel te kort bevonden.

‘Volgens geannexeerde Reecq:g van den opsiender van ‘s Comp:s Slaven Logie en Secretariale Verklaaringen Sijnde in de Maanden Sept:br, October, en November deeses jaars van ‘s Comp:s Leijfeijgenen door de natuurlijke dood Overleeden.’


afschrijven { 3 kloecke Jongens
1 Suijgend Jongetje
4 kloeke Meijden
1 Zuijgende Meijd
15 Bandiete Jongens
1 d:o Meijd.

afschrijven { 3 kloecke Jongens
1 Suijgend Jongetje
4 kloeke Meijden
1 Zuijgende Meijd
15 Bandiete Jongens
1 d:o Meijd.

‘En volgens bijgevoegd Reecq:g van den Landdrost geSterkt met Secretariale Verklaaringen Sijn in bovengem:e Tijd Soo verrekt als vernield.’


afschrijven { 90 p:s Runderbeesten
1 d:o Paard
1 d:o Ezel
6 d:o Bocken

afschrijven { 90 p:s Runderbeesten
1 d:o Paard
1 d:o Ezel
6 d:o Bocken

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 5: Jann: 1745. (:Was geteekent) R. Tulbagh.’

En is na daar over gehoudene Raadpleegingen gearresteerd, dat met de daarbij vermelde Soo te kort als te veel aangebragte en bedurvenen Goederen, mitsgaders gestorvene Slaven en verrekte Beestiaal der E: Comp:ne conform het Aangeteekende ter Sijde van die Memorie Sal moeten Worden gehandelt.

Ook is op het voordraagen van den Heer Gouverneur nog vastgesteld dat men Seekere persoon gen:t Carel van Coppenhaguen denwelken van Batavia gefugeert en als een versteekeling met het Schip Tolsduijn hier is gearriveert met De eerste geleegentheijd derwaarts Sal te rugge senden.

Seeker Req:t Door den Eersten OpperChirurgijn deeses Gouvernements Jan van Schoor in de volgende Bewoordingen gepresenteert.

Aan den Wel Edelen Gest: Heere Hendrik Swellengrebel Raad ExtraOrdinaris van Neederlands India mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van Dien: Beneevens den E: Agtb:re Raad van Politie.

‘WelEdele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren’

‘Geeft met Schuldige Eerbied te kennen Uwe welEdele Gestr: En E: Agtb:re needrigen dienaar Jan Van Schoor van Ijsendijke hoe den Suppl:t als Oppermeester met ƒ32 p:r maand in den Jaare 1719 met het Schip Meijenbergh alhier aangeland Sijnde terSelvertijd als eerste OpperChirurgijn in ‘t Comp:s Hospitaal ter deeser plaatse aangesteld en Seedert Sucessive mitsg:s laatst op ten 17 Septemb:r 1726 in die qualiteijt vermits tijds Expiratie onder een nieuw drie jaarig verband in gagie Verbeeterd geworden tot ƒ65 maandelijx; en dewijl den Suppl:t die bediening nu al bij de Ses en twintig jaaren heeft Waargenomen, en Sijn verbonden tijd ook al Overlang is koomen te Expireeren Soo neemt hij de Vrijheijd Sig in alle Eerbied te Wenden tot Uwe WelEdele Gestr: en E: Abtb:re met needrig versoek dat deselve van die goedheijd gelieven te Sijn, hem Suppl:t Behoudens desselfs rang en fatsoen uijt den dienst der E: Comp:e te ontslaan. :onderstond:/ ‘t Welk doende &:a.’

Geleesen en overwoogen Sijnde, heeft men denselven hierop uijt den dienst der E: Comp:ne ontslaagen en in Vrijdom gesteld, behoudens den rang naast den Werkelijk in dienst Weesende Eersten Opperchirurgijn, Waartoe thans is gevordert den tweede d:o Bartho de S:t Jean, met ƒ60: ter maand, in Welkers plaatse men als tweeden Opper Chirurgijn heeft doen optreeden den Chirurgijn Dirk Weijdenaar met een maandelijxe besolding van ƒ36: en voorts Beijde Onder een nieuw drie jaarig verband.

Op het hierom in Schriptis gedane versoek bijden Burger Jan Cok is aan hem gepermitteert om neevens desselfs huijsvrouw en haar voorsoon met de Retourvloot deeses jaars te repatrieeren, de twee eerste om in de Cajuijt den anderen op den Overloop gelogeert en Getracteert te Worden, mits betaalende het daartoe Staande Transport en Costgeld.

Laatstelijk heeft den heer Gouverneur de Burger Backers heeden in Raaden op het ernStigste aanbevoolen en gerecommandeert om voortaan goed, deugdsaam en wigtig brood na den inhoude der daarop gestelde keuren te backen, ten eijnde men haarentweegens geene klagten meer mogt komen te hooren; bij Welke geleegentheijd ook aan den Heer Independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn is gedemandeert geworden om hier aan niet alleen de hand te houden maar ook nog Sorg te draagen dat de geene der voorseijde Burger backers die hier teegens Sullen moogen komen aan te gaan, navolgens de placcaaten op dit Subject geEmaneert, gestraft worden.

Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten daage en jaare voorz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Alleman

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn: Eelders

[Signed:] J:s de grandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 34-38.

Donderdag den {17450121} 21: Jann: 1745.

’s Voormiddags alle Present.

Door den Heer Secunde Rijk Tulbagh als Buijten Regent van s’ E: Comp:s Hospitaal alhier, op de aan hem diesweegens Gedane klagten bij de Oppermeesters deeses Gouvernements, heeden in Raade vertoond Weesende dat veele van ‘s Comp:s dienaren die bij indispositie in voorn:e Siekenhuijs hun verblijf moeten neemen, en voor al de Sulke dewelke met ‘s Comp:s Scheepen daarinne Worden aangebragt, t’ Sij door de Scheurbuijk of Weegens andere Swaare toevallen en Swacke Lichaams gesteldheijd doorgaans buijten Staat Sijn om het tarwen Brood dat ten deesen Casteele voor deselve, Op Sulke Wijse als voor dit Guarnisoen Word gebacken, te kunnen nuttigen, Schoon het Selve in Sijne Soort goed en deugdsaam is; boven en behalven dat dat brood voor menschen die Sodanig sijn gesteld al was het datse het Selve nog meer of min konden gebruijken, egter op ver na niet tot herhaalinge hunner gesondheijd en verquickinge van die afgematte Lichaamen Soo goed niet en is als brood van fijne bloem meel gebacken; Soo is na dat hierbij in aanmerkinge Was genomen geworden hoe veel dat ‘er aan geleegen Legt dat de Sieken ten deesen Hospitaale Leggende en Wel insonderheijd die der Scheepen Soo draa mogelijk geneeSen en Weeder in Staat gebragt Worden, op dat ‘s Comp:s kielen dus Spoedig van hier mogten afgevaardigt Worden, en dat daartoe gelijk de Ondervinding Sulx dagelijx Leert niets Soo veel Contribueeren kan dan die menschen van goede ververssingen en voor al van Lugtig brood te besorgen, invoegen tot bereijking van dat Salutair oogmerk nog moeijten nog kosten dienen of moeten Worden gemenageert; hierop voor den dienst der E: Comp:e hoognodig geoordeelt en derhalven Vastgesteld, dat, tot dat bij Leedigen en bequamen tijd hierinne op de eene of andere Wijse anders of nader Sal kunnen Worden voorsien, den eersten Opperchirurgijn deeses Gouvernements Barthold de S:t Jean Sal Worden gequalificeert Soo als het Selve geschied mits deesen om bij Provisie voor de Sieken ten deesen Hospitaale Leggende, die het Selve meest van nooden Sullen Hebben, na eevenreedigheijd huns getals en benoodigtheijd, Witte Brood bij de Backers alhier in te koopen.

En alsoo Casueelijk is ontdekt geworden dat Seekere Soldaat in Voorseijde Sieken huijs bescheiden die Anno Passo met het Schip Tolsduijn hier aangeland en genaamt is Johannes Becker, in het Vaderland geSchavotteert is; heeft men moeten besluijten dat denselven navolgens de hier Permanente Ordre buijten Winning van Gagie met de eerste geleegentheijd van deese plaats derwaarts Sal te rugge gesonden Worden.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In’t CasteeL de Goede Hoop. Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Alleman

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 39-54.

Dingsdag den {17450209} 9 Febr: 1745:

’s Voormiddags alle present.

Ter Sake dat bij den Jongsten Eijsch van Batavia ontfangen, ter needer gesteld word gevonden, dat dewijl de Oliphants Tanden thans in mindere quantiteijt als bevoorens van hier derwaarts ‘s Comp:s Weegen Worden overgesonden, men Soude kunnen en moeten Sustineeren dat deselve door Particulieren op eene Clandistine Wijse van deese plaats na India vervoerd Worden, en dat hierom tot Weeringe van het Laatste, alhier alle mogelijke middelen in het Werk Sullen moeten Worden gesteld; Is om daaraan Schuldpligtig te voldoen, en dien morshandeL eenmaal tot in den grond te kunnen uijtroeijen op het voordraagen van den heer Gouverneur best gedagt en dienvolgens gearresteerd dat bij renovatie en verswaaring der voormaals hier teegens geEmaneerde placcaaten op den 4: Januarij 1724. 4: December 1731. en Jongst op den 11: octob: 1740:, op nieuws bij Publicatie en affictie van Placcaten, aan alle ende een ijgelijk deeser ingeseetenen Soo ‘s Comp:s dienaren als Burgeren op het ernstigst Sal worden Verbooden; om voortaan eenige oliphants tanden in hoe geringe quantiteijt Sulx Soude mogen Weesen, aan eenige hier passeerende Scheepelinge ‘t Sij die der E: Comp:e of van vreemde natiën, te vercoopen, verruijlen, vereeren, ‘t sij direct of indirect, en onder welke benaaminge het anders mogt Weesen, en voorts geordonneert deselve Tanden aan d’ E: Comp:e alhier ter gestelde prijsen te Leeveren; op Pœne dat de geene dewelke hier teegens souden mogen komen aan te gaan, ‘t sij kooper of vercooper sonder onderScheijd van Persoonen, boven verbeurte der tanden Sullen vervallen Weesen in een boete van ƒ1000: te verdeelen een derde voor d’ E: Comp:e een derde voor die dewelke de Calange sal komen te doen en een derde voor den aanbrenger, mitsgaders nog daarenboven sonder Conniventie opstonds na Europa opgesonden Worden.

Dat Wijders op dat deese ordre des te beeter mogt opgevolgt en alle morssereijen dien aangaande geweert Worden, den Sergeant van de Patrouille Wagt, neevens de daarbescheijdene Soldaaten Scherpelijk Sullen worden geordonneert, wel naauw toe te sien dat geene tanden die voor d’ E: Comp:ne niet sijn gedestineerd, t’ Sij met Wagens als andersints bij daag of nagt voorbij haare post, in dit vlek op eene bedekte, Slingse en ongepermitteerde Wijse Worden aangebragt, en voorts dat als imand Sulx Soude Willen onderneemen dat Sij denselven neevens de bij hem hebbende tanden, Sullen hebben aan te houden, en hier van ten eersten aan de Hoofdwagt kennisse te geeven; op Pæne dat als Word bevonden dat hij Sergeant, de Corporaals, den Schildwagt of andere hierinne nalatig Sullen sijn geweest, en eenige OliphantsTanden al was het maar een enkelde tand, bij nalatigheijd, oogluijking of andersints hebben laaten passeeren, den Schuldige met deselfde Straffe sal Worden gepunieert, als gesteld is teegens de geene dewelke de van buijten hieraan Gebragt wordende Wijnen, met opset of anders ten nadeele der E: Comp:ie laaten voorbij gaan, namentlijk dat Sodanig een op de Justitie plaats alhier Sal gegeesselt op de Rugge gebrandmerkt en Wijders voor den tijd van Thien Jaaren in de ketting geklonken Worden.

Dat op gelijke Pænaliteijten den officier en Soldaaten in de Linie besijden deesen Casteele Wagt houdende meede Scherpelijk Sullen worden aanbevoolen en gelast, dat desgelijx Wel Sorge Sullen hebben te draagen ende te beletten dat niet alleen geene der Voorm: Oliphants Tanden in wat maniere en in Welke Quantiteijt het Soude moogen Weesen, daar aan Strand in Vissers, Scheeps of andere Schuijten mitsgaders Boots dan Wel Andere Vaartuijgen het Sij bij daag of nagt afgescheept en Voorts van daar na boord der hier ter Rheede Leggende Scheepen soo van d’ E: Comp:e als vreemde natiën vervoerd Worden, maar ook dat deselve Tanden daarenboven Worden aangehouden, Wanneer voorz: Wagt tot een recompens voor het behartigen van ‘s Comp:s intrest en hunnen pligt Sal komen te genieten het derden deel van de Waarde der Tanden die door haarl: in maniere voorz:en sullen Sijn aangehaald, met qualificatie wijders om als het quam te gebeuren, dat Sig imand teegens haar, bij het uijtvoeren deeser ordre Soude Willen opponeeren of feijtelijkheeden te gebruijken, als dan geweld met geweld te Weeren.

Sijnde bij deese geleegentheijd nog aan den Heer Independent Fiscaal Pieter Reede Van Oudshoorn gedemandeert geworden om de handen aan het wel uijtvoeren deeser Ordres te houden, en voorts voor soo veel in hem is te beletten dat geene Oliphants Tanden van hier van wat plaats aan Strand het Soude moogen Weesen, na boord der in deese Tafelbaaij Leggende soo ‘s Comp:s als Vreemde natiën Scheepen vervoerd Worden.

Hier na Sijn in Rade geresumeert de Jaarlijxe Reeckeningen der Arme Penningen van de Caab, Stellenbosch , Drakensteijn en het Land van Waveren , de welke verstaan is dat volgens gebruijk in Copia Authenticq na het Vaderland sullen worden overgesonden, sijnde gem:e Reecqueningen van deesen onderStaande inhoude


T' Generaale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij Armen bestaad in 't volgende
A:o 1744: P:mo Januarij Was 't CapitaaL   ƒ197675:09:
In dit Jaar bijgekoomen
Aan Aalmoessen ƒ3439:16:
d:o Grafsteeden d:o 710:08:
d:o Intresten d:o 8721:12:
d:o Armbossen d:o 651:-:
d:o Testamentaire en Liberale Giften d:o 480:-:
d:o Huijshuur d:o 187:04:
Verhuurde geStoeltens d:o 144:-: d:o 14334:-:
  ƒ212009:09:
Gaat Af
Onkosten der Armen d:o 7552:18:
d:o d:o Kerk d:o 2252:06:
d:o Winst en Verlies d:o 341:12:
    10146:16:
Blijft onder Ult:o Decemb: 1744.   ƒ201862:13:
Bestaande in de Volgende Partheijen als.
Cassa over Restant ƒ27508:11:
Obligatiën en Custingbrieven 142730:08:
Agterstallige Intresten 11576:10: ƒ181815:09:
Ornamenten tot de kerk 1099:10:
Huijsen over Bouwstoffen 12547:14:
d' Diaconij van Stellenbosch 3200:-:
d:o 't Land van Waveren 3200:-: 20047:04:
Somma   ƒ201862:13:
NB: dit is nu Voor d' eerste reijs altemaal Swaar geld.

T' Generaale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij Armen bestaad in 't volgende
A:o 1744: P:mo Januarij Was 't CapitaaL   ƒ197675:09:
In dit Jaar bijgekoomen
Aan Aalmoessen ƒ3439:16:
d:o Grafsteeden d:o 710:08:
d:o Intresten d:o 8721:12:
d:o Armbossen d:o 651:-:
d:o Testamentaire en Liberale Giften d:o 480:-:
d:o Huijshuur d:o 187:04:
Verhuurde geStoeltens d:o 144:-: d:o 14334:-:
  ƒ212009:09:
Gaat Af
Onkosten der Armen d:o 7552:18:
d:o d:o Kerk d:o 2252:06:
d:o Winst en Verlies d:o 341:12:
    10146:16:
Blijft onder Ult:o Decemb: 1744.   ƒ201862:13:
Bestaande in de Volgende Partheijen als.
Cassa over Restant ƒ27508:11:
Obligatiën en Custingbrieven 142730:08:
Agterstallige Intresten 11576:10: ƒ181815:09:
Ornamenten tot de kerk 1099:10:
Huijsen over Bouwstoffen 12547:14:
d' Diaconij van Stellenbosch 3200:-:
d:o 't Land van Waveren 3200:-: 20047:04:
Somma   ƒ201862:13:
NB: dit is nu Voor d' eerste reijs altemaal Swaar geld.

’(:onderstond:)’

‘Aldus nagesien ten overstaan van mij onderget: Commissaris Politicq in Kerkenraade aan Cabo de Goede Hoop den 11 Jann: 1745. (:was geteekent:) R: Tulbagh.’


Cassa Reekening der Armen Gelde soo bevonden is op Ult:o decemb: 1744
Debet
  ƒ Stv:s.
Uijtgegeeven aan Alimentaties en diversse benodigtheeden 1922: 2
In Leen van haar Eerw:s d' Kerkenraden aan Cabo 4000:  
Somma ƒ5923: 2:
Credit
  ƒ Stv:s.
Bij het Sluijten der Vooren jarige Reekening is in Cassa per Restant gebleeven d:o 1411: 1:
Onder de Godsdienst in 't jaar 1744 ontfangen d:o 425: 9:
Nog Weegens intressen, giften en Kerke Geregtigheeden d:o 2134: 15:
Aan uijstaande penn:en volgens obligaties d:o 4620: -:
d' Agterstallige intresten d:o 531: 1:
d' Kerkelijke Ornamenten d:o 201: 10:
Somma ƒ9324: 4:
het neevenStaande hiervan afgetrock: 5923: 2:
Soo Resteert nog het Capitaal der Arm:' ƒ3401: 2:
neevenstaand Somma Van ƒ3401:2: tot Swaar geld gereduceert Sijnde, maakt ƒ2720:17:10.

Cassa Reekening der Armen Gelde soo bevonden is op Ult:o decemb: 1744
Debet
  ƒ Stv:s.
Uijtgegeeven aan Alimentaties en diversse benodigtheeden 1922: 2
In Leen van haar Eerw:s d' Kerkenraden aan Cabo 4000:  
Somma ƒ5923: 2:
Credit
  ƒ Stv:s.
Bij het Sluijten der Vooren jarige Reekening is in Cassa per Restant gebleeven d:o 1411: 1:
Onder de Godsdienst in 't jaar 1744 ontfangen d:o 425: 9:
Nog Weegens intressen, giften en Kerke Geregtigheeden d:o 2134: 15:
Aan uijstaande penn:en volgens obligaties d:o 4620: -:
d' Agterstallige intresten d:o 531: 1:
d' Kerkelijke Ornamenten d:o 201: 10:
Somma ƒ9324: 4:
het neevenStaande hiervan afgetrock: 5923: 2:
Soo Resteert nog het Capitaal der Arm:' ƒ3401: 2:
neevenstaand Somma Van ƒ3401:2: tot Swaar geld gereduceert Sijnde, maakt ƒ2720:17:10.

’(:onderstond:)’

‘Aldus Gedaan en nagesien in Kerkelijke Vergaderinge aan Stellenbosch , Actum den 10: Januari 1745: (:Was geteekent:) W:m Van As, Jacob Cloete, O:f De Wet, N:s Vlock, J:s A:s Mijburg, A: Faure.’


Cassa Rekening der Armen Gelden op Drakensteijn , soo als bevonden is Ult:mo December 1744.
Contant in Cassa gebleeven voort jaar 1744 ƒ6797:10:
Onder den Godsdienst ontfangen 928:06:
Aan Verscheene intresten, Testamentaire Giften en Kerkhofs geregtigh. 1101:10:
  ƒ8827:10:
Uijtgave aan Alimentatie en diversse benodigtheeden voor 't jaar 1744. 1730:10:
Resteert dierhalven in Cassa aan Contanten voor 't Jaar 1745. ƒ7097:10:
aan Scheepen Kennisse en Obligatiën d:o12700:10:
Geheele Somma ƒ19797:10
Voorsz: Somma van ƒ19797:10 tot Swaar geld gereduceert Sijnde bedraagd ƒ15838:-:

Cassa Rekening der Armen Gelden op Drakensteijn , soo als bevonden is Ult:mo December 1744.
Contant in Cassa gebleeven voort jaar 1744 ƒ6797:10:
Onder den Godsdienst ontfangen 928:06:
Aan Verscheene intresten, Testamentaire Giften en Kerkhofs geregtigh. 1101:10:
  ƒ8827:10:
Uijtgave aan Alimentatie en diversse benodigtheeden voor 't jaar 1744. 1730:10:
Resteert dierhalven in Cassa aan Contanten voor 't Jaar 1745. ƒ7097:10:
aan Scheepen Kennisse en Obligatiën d:o12700:10:
Geheele Somma ƒ19797:10
Voorsz: Somma van ƒ19797:10 tot Swaar geld gereduceert Sijnde bedraagd ƒ15838:-:

’(:onderstond:)’

‘Aldus Gereekent en nagesien onse kerkelijke Vergadering aan Draakensteijn den 3: January 1745. (:Was geteekent:) S:V: Echten V:D:M:, Jan Blignaut, Steven Marais, Pieter de Villiers, Hercules de Pree, Thomas Arnoldus Theron, Abraham de Villiers, François Retif, Pieter Le Roe, J:s Marais.’

Soo als Wijders nog ter Vergaderinge gepresenteert en nagesien Sijn geWorden, eenige VersoekSchriften geannexeert met de Procuratien en Soldij Reecq:g van de ondergenoemde persoonen, tendeerende ompermissie te mogen erlangen tot dies overmaakinge aan haare daarbij genoemde gemagtigdens in het Vaderland te Weeten.

In opsigt van dewelke goedgevonden is, dat deselve in handen van den Heer Fiscaal hier voorwaarts gem:e Sullen Worden gesteld op dat daarmeede door Sijn E: navolgens de Ordre Sal kunnen gehandeld Worden.

Ook is bij de diesweegens Soo bij monde als in Scriptis gedaane Versoeken aan de onderstaande persoonen toegestaan in maniere als hier onder Staat Vermeld met de aanweesende RetourVloot te moogen repatrieeren, te Weeten.

Den Jongeling Jacobus Le Sueur om onder betaalinge van het gewone Transport en Costgeld in de Cajuijt gelogeert en getracteert te Worden.

Den geweesenen geregtsboode Jan Hendrik Elers edog onder afgeschreevene Gagie en mits betaalende voor desselfs huijsvrouw en kind het Ordinair transport en Costgeld.

Huijbert Poursoij burger alhier om vermits desselfs Armoede voor de Cost Scheepsdienst te doen.

Sijnde Laatstelijk op het bij geSchrifte gedane Versoek door den Cap:ten van het ter deeser Rheede Leggende Mast:Loose Engelsschip koning William dat aan hem tot repareeringe van Sijnen gesegden bodem voor Contant mogten Worden bijgeset de Onderstaande Equipagie goederen als

Bij overweeginge dat gedagten Capt: die goederen niet alleen ten hoogsten komt te benodigen, en Sonder deselve met Sijn Schip niet Wel Soude kunnen reijsvorderen, maar ook dat men het een en het ander sonder ongerief Sal kunnen missen, nog goedgedagt dat deselve Equipagie goederen conform het ten deesen Subjecte ter needergesteld bij Seekere missive door de Hoog Edele Heeren Seventhienen aan Generaal en Raaden van India onder den 30 aug 1732. Geschreeven, aan dien Engelsschen Capt: tegens een Capitaal advans sullen verstrekt worden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C: Brand

[Signed:] Corn: Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 55-61.

Dingsdag den {17450223} 23: febr:e 1745.

’s Voormiddags alle present.

In aanmerkinge genomen Sijnde dat Seedert dat het gereguleerde bij den nieuwen Artikelbrief van den 4: September 1742 ten belange van de Soldijën en gagiën van ‘S Comp:s dienaren alomme in India ten deesen Comptoire na de Letter is opgevolgt geworden, men geen Van de mindere dienaaren, na het Expireeren van hunnen verbonden tijd, hier langer heeft kunnen aanhouden of beweegen om Sig op nieuws te Verbinden; als willende alle deselve om te kunnen ontfangen dat geen ‘t Welk Sijl: binne hun eerste Verband bij d’ E: Comp:ne te goed overgehouden hebben, hoeveel of weijnig het selve mogt weesen, repatrieeren; Is om bij deese teegenswoordige Schaarsheijd van Volk de voorsz: haaren tijd uijtgediend hebbende manschappen tot het Continueeren in den dienst der E: Comp:e ter deeser plaatse, te animeeren en dus te kunnen voorkoomen dat dit Guarnisoen niet te veel van volk ontbloot komt te geraaken, best gedagt en dienvolgens beslooten dat van nu af aan met het betaalen der gagiën en het intrecken der Soldij Reecq:gen van ‘s Comp:s dienaaren alhier bescheijden, Wederom sodanig sal worden gehandelt als van ouds en voor het emaneeren van geciteerden nieuwen Artikelbrief in dit gouvernement gebruijkelijk is geweest; in Vertrouwen dat de Heeren Majores insiende van welke goede uijtwerkinge Sulx Sijn sal, tot erlanginge van het bovengen:e goed oogmerk sig het Selve Sullen gelieven te Laaten Welgevallen.

Inmiddels dat thans op hun Versoek en vermits tijds Expiratie van hier na het Vaderland worden verlost den Adsistend Gerard Sluijterman den Sergeant Frederik Hofman en den Cipier Jan van der Stap, in welkers Laatstgem. Plaatse als Cipier Weeder is aangesteld den Soldaat Jacobus Harmensz: Met ƒ20: ter maand en een nieuw drie jaarig verband.

Voorts is heeden volgens gewoonte in Raade overgegeeven de generaale Reecq:g der gelderen, op deese Weescamer Staande, dewelke is bevonden te Weesen van den Volgenden inhoude


Generale Reekening der Weescamer aan Cabo de Goede hoop d' A:o 1744.
1744.
P:rimo jann:ij
Was 't gantsche Capitaal op de Boeken R:x. 233380:36:
d:o 't Restant der Contanten op de openstaande Boedel Reecq:gs d:o 11925:-:
de getelde penn:en van de Wed: Coopman d:o 35:01: R:x. 245340:37:
In dit jaar bijgekomen
Op de Boeken als
Over de op Intrest uijtstaande Capitaalen
Verscheene renten d:o 6463:37:
d:o Bewijsen d:o 4830:41:
d:o de ten Voordeele der Weesen ingekomene penn' d:o 10554:17:
d:o Soo veel de Reecq:g der Weescamer tot Batavia is gecrediteert d:o 166:32:
d:o d' openStaande Boedel Reecq:ge d:o 10120:46:
  R:x. 32136:29:
  d:o 277477:18:
Afgegaan.
Op de Boeken als
Over vereffende Bewijsen R:x. 1954:01:
d:o Sooveel 't debet van den Voormaligen Secret: Jacob Lever door bereekende intresten is vermindert d:o 1421:02:
d:o de Weescamer tot Batavia is gedebiteerd d:o 542:10:
d:o Uijtgegeevene Contanten tot voldoeninge van Erfporties en onderhoud der Weesen & d:o 30075:19:
d:o d' OpenStaande Boedel Reecq:g over als evengemeld d:o 7840:08:
d:o de geteld penn:e van de Wed Coopman d:o 35:01:
  d:o 41867:41
Resteert onder dato deeses een Somma van   R:x 235609:25:
 
Evengem:en Capitaal Bestaat, als
In diversse verband brieven van Bewijsen
Custingen en Weesmeesteren kennissen R:d. 202485:23:
d:o Verscheene Intressen d:o 8309:45:
d:o Soo veel bovengem:e Jacob Lever aan deese Camer nog te quaad blijft d:o 9380:46:
d:o d:o de Weescamer tot Amsterdäm debet is d:o 419:28:
d:o 't Restant der Contanten op de Boeken d:o 807:37:
d:o d:o d:o d:o openstaande Boedel Reecq:gs d:o 14205:38:
  R:x.235609:25

Generale Reekening der Weescamer aan Cabo de Goede hoop d' A:o 1744.
1744.
P:rimo jann:ij
Was 't gantsche Capitaal op de Boeken R:x. 233380:36:
d:o 't Restant der Contanten op de openstaande Boedel Reecq:gs d:o 11925:-:
de getelde penn:en van de Wed: Coopman d:o 35:01: R:x. 245340:37:
In dit jaar bijgekomen
Op de Boeken als
Over de op Intrest uijtstaande Capitaalen
Verscheene renten d:o 6463:37:
d:o Bewijsen d:o 4830:41:
d:o de ten Voordeele der Weesen ingekomene penn' d:o 10554:17:
d:o Soo veel de Reecq:g der Weescamer tot Batavia is gecrediteert d:o 166:32:
d:o d' openStaande Boedel Reecq:ge d:o 10120:46:
  R:x. 32136:29:
  d:o 277477:18:
Afgegaan.
Op de Boeken als
Over vereffende Bewijsen R:x. 1954:01:
d:o Sooveel 't debet van den Voormaligen Secret: Jacob Lever door bereekende intresten is vermindert d:o 1421:02:
d:o de Weescamer tot Batavia is gedebiteerd d:o 542:10:
d:o Uijtgegeevene Contanten tot voldoeninge van Erfporties en onderhoud der Weesen & d:o 30075:19:
d:o d' OpenStaande Boedel Reecq:g over als evengemeld d:o 7840:08:
d:o de geteld penn:e van de Wed Coopman d:o 35:01:
  d:o 41867:41
Resteert onder dato deeses een Somma van   R:x 235609:25:
 
Evengem:en Capitaal Bestaat, als
In diversse verband brieven van Bewijsen
Custingen en Weesmeesteren kennissen R:d. 202485:23:
d:o Verscheene Intressen d:o 8309:45:
d:o Soo veel bovengem:e Jacob Lever aan deese Camer nog te quaad blijft d:o 9380:46:
d:o d:o de Weescamer tot Amsterdäm debet is d:o 419:28:
d:o 't Restant der Contanten op de Boeken d:o 807:37:
d:o d:o d:o d:o openstaande Boedel Reecq:gs d:o 14205:38:
  R:x.235609:25

’(:onderstond:)’

‘Ter Weescamer aan Cabo de Goede Hoop ult:o decemb: 1744’

‘Continueerende en Aankomende Weesmeesteren (:was geteekent:) P: Reede Van Oudshoorn, W:W: Muijs, Joh:s Car:s de Wet, P:J: Slotsboo, Steven ten Holder afgaande weesmeesteren J:V: Renen, J:n Raeck, J: L: Bestbier’

Sijnde Laatstelijk nog verstaan dat met de Aanweesende RetourScheepen aan haar Wel Edele Groot Agtb:en de Heeren Bewindhebberen ter Cameren Amsterdam en Hoorn, eerbiedig Sullen Worden voorgedraagen de teegenswoordig in Schriptis gedaan Wordende versoeken bij den onder Zeijlmaker Harmanus Schilt, mitsgaders de mattroosen Philip Moel en Thomas Gunter, namentlijk dat Seekere maandcedullen die Sijlieden voor hun vertrek uijt Europa door misleijding hebben Gepasseert mogten vernietigt Worden.

Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C: Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 62-71.

Dingsdag den {17450302} 2: maart 1745.

‘S Voormiddags alle Present uijtgenomen den heer Independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn bij Occupatie.

Dewijl het grootelijx te dugten is of aan het Schip Hogersmilde niet wel eenig ongeluk omtrent het Eijland Amsterdam mogt Overgekomen Weesen; ter Sake dat dien bodem ‘t welk op den 28: febr:e des voorleeden jaars van hier is vertrocken; bij het depart van het Eijland Ceijlon van het ter deeser Rheede Leggende RetourSchip Beukesteijn , dat geweest is op den 29 der Jongst afgeweekene maand November ende Oversulx neegen maanden na dato; aldaar nog niet sijnde komen op te daagen; hierbij nog komt dat bij Seeker Extract getrocken uijt het Journaal gehouden binne het Schip Akerendam op desselfs Jongste uijtreijse, nog ter needer gesteld Word gevonden; dat dies Overheeden, gesegde Schip hogersmilde op den 12: april 1744. op de geg: Z:B: van 38: gr: 17 min:en, Lengte 89 gr: 11: min:en, in het N:N:O: van haar gepraaijt, en het Selve des anderen daags in het Z:W: ten Wt: drie mijlen van haar nog gesien hebbende dien bodem des anderendaags hun uijt ‘t gesigt Was geraakt; en Voorts dat die van het Schip Akerendam hierop of op den 15: derselver maand april het Eijland Amsterdam in het Z: t W:, 5 1/2 à 6: mijlen van haar hadden ontdekt en vervolgens Waaren gepasseert, sonder inmiddels meermaals gen:e Schip Hogersmilde Weeder te sien, ‘t Welk sij presumeerden als toen in het W:Z:W:t 10: a 12: mijlen van haar te moeten sijn afgeweest dog niet benoorden het voormelde Eijland; geliefden het den Heer Gouverneur de Leeden des Raads in Serieuse overweeginge te geeven; Wat thans tot reddinge en berginge soo van de Scheepelingen als van ‘s Comp:s goederen die van den bodem Soo denselven aldaar mogt verbleeven Sijn nog Somtijds het Souden hebben kunnen ontkomen en geborgen Worden; hier terplaatse met den minsten omslag en onkoste, gevoegelijkst Soude kunnen en dienen gedaan te Worden, Waarover met aandagt geraadpleegt en daarneevens in aanmerkinge genomen Sijnde, dat nademaal ‘s Comp:s Schepen op de reijse van hier na Batavia, om verkent te Worden, gemeenelijk en den meesten tijd Soeken het voorseijde Eijland Amsterdam Aan boord te loopen, dit oversulx door deselve sonder hierom haare reijse se Vertraagen, of dat ietswes soude weesen versuijmd soo wanneer door het te regt gekomen Sijn van dat Schip Hogersmilde dat Godt geeve het selve nog Vrugteloos Wierd ondernoomen; gemackelijk Sal kunnen uijtgevoerd Worden; Is ten deesen Subjecte voor den dienst der E: Comp:e best en raadsaamst geoordeeld, dat soo Wanneer bij de komst alhier der verwagt Wordende Ceijlonsse Retourscheepen, geen nadere tijding van het Selve Schip Hogersmilde word vernoomen, dat als dan de Overheeden der eerst ter deeser plaatse aanlandende Patriaasse ‘s Comp:s Scheepen, bij hun vertrek van hier in Schriptis sullen worden gelast, het meermaals geciteerde eijland Amsterdam des doenelijk in het gesigt te Loopen en daar Soo digt Langs het Land te Vaaren als het Selve na Zeemanschap en sonder Sig in het minste perijkel te Stellen sal kunnen geshieden.

Dat als Sijl: omtrent het voorz: Eijland sullen Weesen gekomen, van half uur tot half uur Soo bij daag als bij nagt een CanonSchoot Sullen moeten Laaten doen, en dan Wel toesien of ér ook van het Landt Weeder eenig teijken word gedaan, ‘t Sij met Vuur, Rook of andersints.

Dat als dit komt te geschieden of dat ér andere teijkenen Worden vernoomen dat Sig op dat Eijlandt menschen komen te bevinden, deselve Scheeps Overheeden, te weeten als het Selve met gerustheijd en sonder gevaar voor haare Scheepen kan gedaan Worden, hun best Sullen moeten doen om gedagte Eijland aan te doen en aldaar Secuur ten Ancker te komen.

Dat als dit tot dus ver Sal sijn verrig sij verders alle mogelijke devoiren sullen moeten aanwenden om Sodanige Persoonen en goederen die aldaar Soo van boven gen:e Schip Hogersmilde als van andere Scheepen nog in het Leeven en in Weesen mogten Sijn te ontdecken en die vervolgens soo veel de geleegentheijd Sulx maar eenigsints Sal Willen toelaaten; in hunne onderhebbende bodems overneemende, voorts daarmeede ten spoedigsten doenelijk na haare gedestineerde havenen voortte Seijlen, doende bij hun aankomst aldaar van haare bevindinge en Verrigtinge behoorelijk Rapport.

Hierna is op de hierop door deselve in Schriptis gedane Versoeken, aan den Luijtenant Pieter Sohiers mitsgaders den Boekhouder Hendrik Langejaan beijde met het Schip Marsseveen alhier aangeland gepermitteerd om onder afgesz: Gagie en Sodanig als verders komen te versoeken, met ende neevens haare aangenomene kinderen het eene gen:t Abraham Sohiers en het andere Lodewijk Langerjaan, van hun Schip hier aan de Wal te mogen verblijven.

Laatstelijk is nog geleesen geworden Seeker Request door den Burger Alexander Cok in de Onderstaande bewoordingen gepresenteert.

Aan den Wel Edelen Gestr: heere Hendrik Swellengrebel Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorten van dien && beneevens den E:Agtb Raad v: Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren’

‘Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:r Seer needrigen dienaar Alexander de Cok Burger alhier, geeft onderdaniglijk te kennen, hoe hij Suppl:t Wel geneegen Soude Sijn ter deeser plaatse School te houden, omme de jeugd niet alleen te Leeren Leesen, Schrijven &: maar ook in de Gronden der Gereformeerde Religie (:Waarvan den Suppl:t belijdenis doed te onderwijsen, ten dien eijnde Wend hij Sig tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:en met ootmoedig versoek dat deselve van die goedheijd gelieven te Sijn daartoe aan den Suppl:t permissie te Willen verleenen (:onderstond:) ‘s Welk doende &:’

Welkers aangaande best is gedagt de dispositie uijtgesteld te Laaten tot dát den Suppl:t Weegens desselfs bequaamheijd in het Onderwijsen der Jeugd door kerkenraade deesen plaatse Sal Sijn Ondervraagd, en Voorts diesWeegens aan deesen Raade berigt gedaan.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudtshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrand preez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 72-87.

Donderdag den {17450311} 11: Maart 1745.

’s Voormiddags alle Present uijtgenomen den E: Equipagiemeester Jacobus Moller.

Heeft den Heer Hoofd administrateur Rijk Tulbagh met versoek van daarop dispositie te moogen erlangen, in Raade Overgeleevert de onderstaande memorie van het te kort komende en defect bevondene op de goederen met het aanweesende Retourschip Ouwerkerk hier van Batavia Aangebragt.

‘Memorie van de nabesz: goederen uijt ‘t Schip Ouwerkerk als Porcelijne, Schootels, Pieringen en Commen bij ‘t Openen van diversse Cassen gebroken de Rijst bij naweeging te kort en Aracq bij Peijling minder bevonden, gelijk volgens verclaaring van gecommitt:e hier annex komt te blijcken namentlijk.’


407: P:s Porcelijne Schootels op 1400: P:s bij t' openen van 15: Cassen Gem:en No. 1.2.3.4.5.6.7.8.9.10.11.21.22.23. en 24: gebrooken, Sijnde 29. P:s C:to r:m
368: d:o Porcelijne Pieringen op 2400: p:s bij t' openen van 4: Cassen gem:en N:o 17.18.19 en 20: gebrooken, sijnde 15 1/3 p:r c:to.
410: d:o groote Commen op 1000. bij t' openen van 6: Cassen gem:en N:o 12.13.14.15.16. en 17. aan Stucken en brocken, Sijnde 41 P:s C:o netto.
589: d:o kleine Commen op 1520. p:s bij t' openen van 11: Cassen gem:e N:o 1.2.3.4.5.6.7.8.9.10. en 11 gebrooken, Sijnde 38 7/9 P:r C:to r.m
5100 lb: Rijst op 207900: lb ofte 63. Lasten bij naweeging minder bevonden Sijnde 2 7/16 P:r C:to r.m.
2722: Cannen Aracq op 30. Leggers en 8. halve Leggers bij Pijling minder bevonden, als 5 van 5. 6. van 6., 4. van 7 6. van 8. 2 van 9. 2 van 10, 4 van 12. 1 van 15 d:m, 2 halve Leggers van 4; 1 van 5, 2 van 6. 1 van 7. 1 van 8. en 1 van 12 d:m Wan geweest, Sijnde 22 1/4 P:s C:to Schaars.

407: P:s Porcelijne Schootels op 1400: P:s bij t' openen van 15: Cassen Gem:en No. 1.2.3.4.5.6.7.8.9.10.11.21.22.23. en 24: gebrooken, Sijnde 29. P:s C:to r:m
368: d:o Porcelijne Pieringen op 2400: p:s bij t' openen van 4: Cassen gem:en N:o 17.18.19 en 20: gebrooken, sijnde 15 1/3 p:r c:to.
410: d:o groote Commen op 1000. bij t' openen van 6: Cassen gem:en N:o 12.13.14.15.16. en 17. aan Stucken en brocken, Sijnde 41 P:s C:o netto.
589: d:o kleine Commen op 1520. p:s bij t' openen van 11: Cassen gem:e N:o 1.2.3.4.5.6.7.8.9.10. en 11 gebrooken, Sijnde 38 7/9 P:r C:to r.m
5100 lb: Rijst op 207900: lb ofte 63. Lasten bij naweeging minder bevonden Sijnde 2 7/16 P:r C:to r.m.
2722: Cannen Aracq op 30. Leggers en 8. halve Leggers bij Pijling minder bevonden, als 5 van 5. 6. van 6., 4. van 7 6. van 8. 2 van 9. 2 van 10, 4 van 12. 1 van 15 d:m, 2 halve Leggers van 4; 1 van 5, 2 van 6. 1 van 7. 1 van 8. en 1 van 12 d:m Wan geweest, Sijnde 22 1/4 P:s C:to Schaars.

’(:onderstond:)’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 11 maart 1745: /:was geteekent:/ R:k Tulbagh.’

Naar Welkers Lectuure in Raade verscheenen sijnde den Schipper van dien bodem Cornelis Stevens, aan Wien ten eijnde hij sig soude kunnen Verantwoorden Weegens de bevondene Minderheeden op de gedagte goederen door hem hier terplaatse uijtgeleevert; bereijts ter handen is gesteld, extract uijt de Verclaaring verleend bij de Gecommitt:s dewelke bij de ontlossinge van dien bodem present Sijn geweest; heeft gesegden Schipper soo voor hem als voor desselfs Opperstuurman het volgende Schriftuur ingeleevert.

‘Den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extra Ordinaris van Neederlands India en Gouverneur in Loco &:a, ons ondergeteekend:s. Namentlijk den Schipper en Opperstuurman van ‘t Schip Ouwerkerk , hebbende gelieven te ordonneeren omme behoorlijk te Verantwoorden Waardoor de Minderheeden en defecten op de Laading met voorn:e bodem voor dit gouvernement aangebragt Sijn ontstaan, Soo verclaaren Wij d’ oorsaak daarvan te Sijn, sodanig als in Margine deeses Staan aangehaald, bestaande voorsz: Minderheeden en defecten in ‘t volgende te Weeten.’


Het breeken der Porcelijne Schootels, Pieringen en Commen, moet men Seekerlijk aan 't Slegte afpacken der Cassen toeschrijven gelijk als bij t' Openen alhier is Ontwaart, aangesien deselve op Batavia ongeopent Sijn ontfangen. { 407: P:s Porcelijne Schootels op 1400 p:s bij 't openen van 15: Cassen gem:N:o 1.2.3.4.5.6.7.8.9.10.11.21.22.23 en 24. gebrooken, Sijnde 29. P:r C:o r:m.
368: d:o Porcelijne pieringen op 2400. p:s bij 't openen van 4: Cassen gem: t N:o 17.18.19 en 20. gebrooken Sijnde 15 1/3 p:s C:to.
410: d:o groote Commen op 1000: p:s bij t' openen van 6. Cassen gem:t N:o 12.13.14.15.16 en 17. aan Stucken en brocken, Sijnde 41. p:r C:to netto.
589: d:o kleine Commen op 1520. p:s bij t' openen van 11. Cassen gem:t N:o 1.2.3.4.5.6.7.8.9.10. en 11. gebrooken, sijnde 38 7/9. p:r C:to r:m.
't te kort komende Van de Rijst is alleen mee toe te Schrijven in 't in en afscheepen alsoo deselve in Stroo Sacken Sijn ontfangen, Waardoor deselver Spillage onvermeijdelijk is Veroorsaakt. { 5100: lb Rijst op 207900: lb ofte 63: Lasten, bij naweeging minder bevonden, Sijnde 2 7/16 P:r C:to r:m.
de Wannigheijd op d' Arak is door 't teeren van deselve als meede door dien het Vaatwerk Seer Slegt is geweest, ontstaan, Sijnde de leggers behoorlijk afgestuuwt geweest, en onder de Porcelijne kassen Sijn afgescheept Werhalven geduurende de Reijssen niet hebben kunnen Visiteeren en hier bij ontlossing ontwaart. { 2722: Cann:en Aracq op 30: heele en 8. halve Leggers bij Pijlingh minder bevonden, als 5. van 5. 6. van 6. 4. van 7, 6 van 8, 2 van 9. 2 van 10, 4 van 12, 1 van 15 d:m, 2 halve Leggers van 4., 1 van 5. 2 van 6. 1 van 7. 1 van 8. en 1 van 12 d:m Wan geweest, Sijnde 23 p:r C:to sch:s.

Het breeken der Porcelijne Schootels, Pieringen en Commen, moet men Seekerlijk aan 't Slegte afpacken der Cassen toeschrijven gelijk als bij t' Openen alhier is Ontwaart, aangesien deselve op Batavia ongeopent Sijn ontfangen. { 407: P:s Porcelijne Schootels op 1400 p:s bij 't openen van 15: Cassen gem:N:o 1.2.3.4.5.6.7.8.9.10.11.21.22.23 en 24. gebrooken, Sijnde 29. P:r C:o r:m.
368: d:o Porcelijne pieringen op 2400. p:s bij 't openen van 4: Cassen gem: t N:o 17.18.19 en 20. gebrooken Sijnde 15 1/3 p:s C:to.
410: d:o groote Commen op 1000: p:s bij t' openen van 6. Cassen gem:t N:o 12.13.14.15.16 en 17. aan Stucken en brocken, Sijnde 41. p:r C:to netto.
589: d:o kleine Commen op 1520. p:s bij t' openen van 11. Cassen gem:t N:o 1.2.3.4.5.6.7.8.9.10. en 11. gebrooken, sijnde 38 7/9. p:r C:to r:m.
't te kort komende Van de Rijst is alleen mee toe te Schrijven in 't in en afscheepen alsoo deselve in Stroo Sacken Sijn ontfangen, Waardoor deselver Spillage onvermeijdelijk is Veroorsaakt. { 5100: lb Rijst op 207900: lb ofte 63: Lasten, bij naweeging minder bevonden, Sijnde 2 7/16 P:r C:to r:m.
de Wannigheijd op d' Arak is door 't teeren van deselve als meede door dien het Vaatwerk Seer Slegt is geweest, ontstaan, Sijnde de leggers behoorlijk afgestuuwt geweest, en onder de Porcelijne kassen Sijn afgescheept Werhalven geduurende de Reijssen niet hebben kunnen Visiteeren en hier bij ontlossing ontwaart. { 2722: Cann:en Aracq op 30: heele en 8. halve Leggers bij Pijlingh minder bevonden, als 5. van 5. 6. van 6. 4. van 7, 6 van 8, 2 van 9. 2 van 10, 4 van 12, 1 van 15 d:m, 2 halve Leggers van 4., 1 van 5. 2 van 6. 1 van 7. 1 van 8. en 1 van 12 d:m Wan geweest, Sijnde 23 p:r C:to sch:s.

‘Omme alle deese voorz: Reedenen Versoeken eerbiediglijk d’ ondergeteek: dat sij voor de gem:en minderheeden en defecten niet mogen Worden belast. (:onderstond:) Cabo de Goede Hoop den 11: maart 1795. (Was geteekent:) C:s Stevensen, A:n Kakelaar.’

Het welke meede geleesen Weesende Wierd hierop door den heer Gouverneur te kennen gegeeven, dat door hem alvoorens men heeft beginnen te ontlossen, de Schippers Jan Hugo Captein en Hendrik Volkers Sijn gecommitteert geworden om ten overstaan van den Equipagiem: deeser plaatse d’ E. Jacobus Möller, de Stuagie der Aracq Leggers en verdere Laading van bovengen:en geciteerde Schip Ouwerkerk exact te Visiteeren, dewelke van haare bevindinge het onderstaande Rapport hebben Verleend.

‘Den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extra Ordinaris van Neederlands India en Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &&:a. Ons ondergeteek:s Expres hebbende gelieven te Committeeren, omme ‘t ruijm van het ter Rheede Leggende Schip Ouwerkerk te openen, en naaukeurig te Visiteeren, hoedanig het met de daarinne voor dit Gouvernement afgelaadene goederen is gesteld, mitsgaders of de Aracq Leggers in dien bodem wel en na behooren afgestuuwt en gegarniert leggen, Soo verclaaren Wij na exacte Visitatie het een en ander Wel afgestuuwt en Gegarniert bevonden te hebben.’

‘En hiermeede gedenkende aan de geEerde intentie van Uwe Wel Edele Gestr: te hebben voldaan, diend deese voor needrig Rapport. (:Onderstond:) Cabo de Goede Hoop den 18. feb: 1745. (:Was geteekent:) Jan Hugo Captein H:k Volkers. (:in margine:) Ten mijnen Overstaan (:geteekent:) J:s Möller.’

Alle Welke Papieren met aandagt geleesen en uijt de Schriftelijke Verantwoordinge van den Schipper en Opperstuurman van dat Schip Ouwerkerk Sijnde komen te blijcken dat Sijl: de Cassen met Porcelijnen op Batavia toe en opgeopent ontfangen hebbende het breeken van deselve gevolgelijk alleen kunnen en moeten toeschrijven aan dies Slegte afpacking ter plaatse Voormeld, Soo als Sulx ook bij het openen van die Cassen alhier is ontwaart; dat het te kort komende op de Rijst, is ontstaan Weegens dat deselve in Stroo Sacken ontfangen Weesende; daarop noodwendig bij dies in en afscheepen veel Spillagie heeft moeten Vallen, en voorts wat de Wannigheijd op den Aracq aangaat, dat dit moet Sijn Veroorsaakt door het teeren van deselve, mitsgaders ter Sake dat het vaatwerk Seer Slegt is gesteld geweest en men ook geduurende de reijse daarbij om het te Visiteeren niet heeft kunnen komen, dewijl de Leggers onder dekassen met Porcelijn afgestuuwt geweest Sijn, heeft men na dat Voorm:e Schipper Stevens hier bij op d’ afvrage van den Heer Gouverneur nog soo voor hem als desselfs Opperstuurman hadde betuijgd dat Sijl: des noods met Eede Souden kunnen Verclaaren en gestand doen dat sij hun op geenderlij Wijse met de Gesegde tekort aangebragte Aracq t’ Sij direct of indirect hebben Verreijkt, en dat ook in hun schip in het geheel geen Particuliere Aracq is geweest; en dat Wijders uijt de ontfangene Factuure met voorseijde Schip Ouwerkerk was komen te blijcken; dat dies overheeden gesegde Cassen met Porcelijn in der daad op Batavia toe en ongeopent hebben ontfangen; dienvolgens moeten besluijten dat de te kort aangebragte Rijst als niet excedeerende, en het gebrookene Porcelijn omsoo even geallegueerde Reedenen Sullen Worden gepasseert en bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements afgeschreeven; dog aangaande de Wannigheijd op den Aracq Sijnde 22 1/9 p:r C:to Sch:s of 2 1/2 Leggers op 34. Leggers; dat 15 p:r C:to Sullende Worden gepasseert; meermaals gen:en Schipper en Opperstuurman voor de Overige 7 1/4 ten honderd op haare Soldij Reecq:e uijtkoopsprijs sullen Worden belast, te Weeten den Schipper voor drie vierde part of R:d. 131 1/4. en den Opperstuurman voor het ander vierde part te Weeten R:d. 43 3/4 en dus te Saamen voor R:d. 175. Terwijl wijders uijt aanmerkinge van het voortgebragte door gedagte Scheeps Overheeden ten belange van de oorsaak van gesegden Minderheeden op den Aracq aan hun gedefereert is gelaaten op Sig ten opsigte van de gemelde belasting nader aan onse Hoog Gebiedende Heeren en Meesteren te mogen addresseeren.

Hierna is door gem:e heer Hoofd Administrateur om daarop na behooren te kunnen Worden gedisponeert nog in Raade geproduceert de onderstaande Memorie.

‘Memorie van de nabesz: Clappus Olij uijt ‘t Schip Beukesteijn bij Pijling minder de Wolle Scheeps kleederen bij ‘t openen van diversse kassen en Vaten in ‘t Negotie Pakhuijs gemotteert bevonden als meede de Lijfeijgenen in de maanden december 1744., Januarij en febr: deeses jaars door de natuurlijke dood Overleeden ‘t vee in gem:en tijd soo verrekt als door ‘t Wild gedierte vernield alles volgens verclaaringen hier Annex namentlijk.’


uijt 't Schip Beukesteijn
afschrijven { 137: Cannen Clappus olij op 6: halve Leggers inhoudende 1092. Cann:n, minder bevonden, Sijnde 1. van 3 1/2 2. van 4 1/2 en 3. van 5 1/2 d:m Wan geweest uijtmakende 12 1/2 p:r C:to r:m
In 't Negotie Pakhuijs
Vercoopen { 3. Quardeelen P:r huijgenwaard aangebragt
7. P:s groote Waakrokken } gemotteerd
8. d:o kleine d:o
15 d:o Duffeltjes
16 d:o Broeken
39 p:r Coussen
4. kassen gem: L:a W.W.X.X P.P.P qqq.P:r Woitkensdorp aangebragt.
Vercoopen { 11. P:s groote Waakrokken } gemotteerd
14. d:o kleine d:o
13. d:o duffeltjes
18. d:o Broeken
57. p:s Coussen
2. kassen L:a Z.T.P:r 't Huijs te Marquette aangebragt.
7. P:s groote Waakrokken } gemotteerd
7. d:o kleijne d:o
11. d:o Duffeltjes
12. d:o Broeken
31. p:r Coussen
2. Cassen L:a T.T.V V. P:r Rustenwerk aangebragt
8. P:s groote Waakrocken } gemotteerd
6. d:o kleijne d:o
12. d:o Duffeltjes
10 d:o Broecken
37. p:r Coussen
1. Cas Gem:t N:o 1, P:r de Vrijheijd aangebragt
9. P:s groote Waakrocken } gemotteerd
7. d:o kleine d:o
14. d:o Duffeltjes
10. d:o Broecken
49. d:o Coussen
3. Quardeelen P:r Nieuwland aangebragt
7. P:s groote Waakrocken } gemotteerd
6. d:o kleijne d:o
13. d:o duffeltjes
9. d:o Broecken
37. p:r Coussen

uijt 't Schip Beukesteijn
afschrijven { 137: Cannen Clappus olij op 6: halve Leggers inhoudende 1092. Cann:n, minder bevonden, Sijnde 1. van 3 1/2 2. van 4 1/2 en 3. van 5 1/2 d:m Wan geweest uijtmakende 12 1/2 p:r C:to r:m
In 't Negotie Pakhuijs
Vercoopen { 3. Quardeelen P:r huijgenwaard aangebragt
7. P:s groote Waakrokken } gemotteerd
8. d:o kleine d:o
15 d:o Duffeltjes
16 d:o Broeken
39 p:r Coussen
4. kassen gem: L:a W.W.X.X P.P.P qqq.P:r Woitkensdorp aangebragt.
Vercoopen { 11. P:s groote Waakrokken } gemotteerd
14. d:o kleine d:o
13. d:o duffeltjes
18. d:o Broeken
57. p:s Coussen
2. kassen L:a Z.T.P:r 't Huijs te Marquette aangebragt.
7. P:s groote Waakrokken } gemotteerd
7. d:o kleijne d:o
11. d:o Duffeltjes
12. d:o Broeken
31. p:r Coussen
2. Cassen L:a T.T.V V. P:r Rustenwerk aangebragt
8. P:s groote Waakrocken } gemotteerd
6. d:o kleijne d:o
12. d:o Duffeltjes
10 d:o Broecken
37. p:r Coussen
1. Cas Gem:t N:o 1, P:r de Vrijheijd aangebragt
9. P:s groote Waakrocken } gemotteerd
7. d:o kleine d:o
14. d:o Duffeltjes
10. d:o Broecken
49. d:o Coussen
3. Quardeelen P:r Nieuwland aangebragt
7. P:s groote Waakrocken } gemotteerd
6. d:o kleijne d:o
13. d:o duffeltjes
9. d:o Broecken
37. p:r Coussen

‘Volgens Reeckening van den opsiender van ‘s Comp:s Slaven Logie en Secretariale verclaring sijn in Voorgem:de tijd van ‘S Comp:s Leijfeijgenen door d Natuurlijke dood Overleeden als.’


afschrijven { 6. kloecke Jongens
1. Schoolmeijsje
10. Bandiete Jongens
1. d:o Meijdt

afschrijven { 6. kloecke Jongens
1. Schoolmeijsje
10. Bandiete Jongens
1. d:o Meijdt

‘En volgens bijgevoegd Reecq:g van den landdrost gesterkt met Secretariale verclaaringen Sijn in gedagte tijd van ‘s Comp:s Beestiaal verrekt als verslonden te Weeten.’


afschrijven { 129. Runder Beesten
2. Paarden
9. Bocken.

afschrijven { 129. Runder Beesten
2. Paarden
9. Bocken.

’(:onderstond:)’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 11: maart 1745’

’(:Was geteekent:) R: Tulbagh.’

Welkers aangaande verstaan is dat met de daarbij vermelde tekort aangebragte en bedurvene goederen mitsgaders gestorvene Slaven en Verrekt Beestiaal der E. Comp:e Sodanig Sal moeten Worden gehandelt als in margine van voorsz: Memorie staat ter needer gesteld.

En gelijk bij nadere resumptie der Procuratiën en Soldij Reecq:gen bij Resolutie van den 9: der gepasseerde maand Februarij vermeld is komen te blijcken dat deselve door den Heer Independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn ondersogt en Wel bevonden Sijn; Is dienvolgens goedgedagt dat aan dies eijgenaars Sal Worden toegestaan om deselve aan hunne Vrienden en gemagtigdens in Europa te mogen Oversenden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C: Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J: degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 88-93.

Vrijdag den {17450319} 19. Maart 1745.

’s Voormiddags alle present.

Hebben de Overheeden van het in de Baaij Fals Leggende Deensschip den Koning van Deenmarken , heeden in Raade gepresenteert het onderstaande Versoekschrift

Aan den Wel Edelen Gestr: heere Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van Neederlands India, mitsgaders gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:&:&: beneevens den E. Agtb:r Politicquen Raad.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb:ren Heeren.’

‘Ingevolge d’ ordres van sijn Exellentie Onsen Heer Præsident en d’ E. Heeren Directeuren van de koninglijke geoctroijeerd Deense Asiatische Comp:e, door ons ontfangen met het op den 14: deeser aan het Robben Eijland gearriveerde Deens Comp:s Schip gen:t Trancquebar , Sijn Wij genoodsaakt in name ende Van Weegens gesegde Compagnie onse Meesteren, Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb:e het onderstaande in alle eerbied te versoeken, als’

‘Eerstelijk dat ons mogte Werden gepermitteert voor het Geregt te moogen verklaaren dat het Schip den koning van Deenmarken volgens de gedane besigtinge van den 15: maij en 5: Junij des gepasseerden jaars incapabel is om in de Simons Baij (:alwaar denselven geankert is:) gerepareert te Werden, om sijne Reijse naar China ofte eenige andere Plaatsen in Indiën Voorttesetten; Weshalven wij dan ook genoodsaakt Sijn dit Schip den koning van Deenmarken voor den dienst onser Compagnie te abandonneeren en denselven Voor Reecq:g der Assurandeurs Soo lang te Laaten Leggen, tot ons door Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb:re Sal Weesen gepermitteerd om die kiel volgens bekomene authorisatie onser Meesteren te kunnen verkoopen.’

‘Ten anderen dat onse gantsche Equipage Volgens de Regten en Costumen deeser plaatse voor gesegde geregt op Eede mogen verklaaren, soo Wel den teegenwoordigen slegten Staat van ‘t Schip als dat deselve nog blijven Persisteeren bij. Hunne declaratie van den 21. maij d’ A:o Pass:o Waarbij deselve geweijgert hebben de Reijse met meergem:e Schip den Koning Van Deenmarken ter Sake van dies désolaten toestand, te Volvoeren.’

‘Ten derden dewijle bij ons is ondervonden dat het Schip geduurende desselfs leggen in geciteerde Baij Fals door de Sterk gewaaijt hebbende Z:O:t winden nog meer en meer is ontramponeert geraakt, Soo versoeken de ondergeteek: tot haarer meerdere Verseekeringe en Gerustheijd, seer Eerbiedig dat Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb:re van die Goedheijd gelieven te Sijn dikwilsgen:e Schip den koning van Deenmarken andermaal door Expressen gecommitteerdens te doen Visiteeren, ten eijnde te kunnen ontwaaren, welke meerdere gebreeken Seedert dien tijd gemelde Schip Sijn overgekomen en denselven dus nog irreparabeler mogten gemaakt hebben.’

‘Hiermeede sullen de ondergeteek: in Verwagtinge van een favorable Resolutie Sig d’ Eere geeven met de grootste estime te blijven. (:onderstond:)’

‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb:re Heeren U Wel Edele Gestr: en E. Agtb:re seer ootmoedige dienaren (:Was geteekent:) I:B: Romer, Ph. Jacobus Derdeijn, Tewis Lawson, Jacob Linberg (: in marg:) Cabo de Goede Hoop den 17: maart 1745:’

Op Welkers inhoude met aandagt gelet Sijnde is best gedagt dat daarop voor Appostille sal Worden gegeeven, te Weeten dat aan de Suppl:te Word toegestaan om voor den Raad van Justitie deeses Gouvernements die hiertoe mits deesen Word geauthoriseert sodanige verclaaringe onder Eede te doen ende te Laaten passeeren als door haar versogt Word, en soo meede om hun gesegd Schip den Koning van Deenmarken door zeekundige Lieden op nieuws te Laaten Visiteeren, dog aangaande het verdere bij gesegde Schriftuur versogte, noopende het vercoopen van dien bodem, dat dewijl diesweegens is geschreeven aan onse Hoog Gebiedende Heeren en Meesteren men derhalven met het neemen Van eenig besluijt daarop sal dienen te Wagten tot dat de geEerde Rescriptie van Welopgem: haar Wel Edele hoog Agtb:re hieromtrent Sal Sijn ingekomen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare Voorz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heining

[Signed:] C. Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 94-138.

Dingsdag den {17450323} 23. maart 1745:

’s Voormiddags alle present.

Haar Wel Edele Hoog Agtb:re de heeren Seventhienen bij haar hoog geagt aanschrijvens van den 5: Septemb:r des voorleeden jaars; het Welk ons met het op eergisteren hier gearriveerde Schip Zuijderburg , is ter eeren aan handen gekomen; in die gedagten dat het Capitaal der Armen ter deeser plaatse, Soo als het Selve in Weesen Was in den beginne des jaars 1743, te Weeten ten bedrage van ƒ240740.; Weesentlijk uijt contanten bestaande, hier renteloos quam te Leggen; ons in bedenking hebbende gelieven te geeven of dat geld dan Wel ten minsten twee honderd duijsend guld.s daarvan niet gevoeggelijk aan d’ E. Comp:e alhier Soude kunne worden uijtgegeeven teegens een intrest van 4: P:r C:to in het jaar om Soo Wanneer met een gedeelte der hier uijt te Provenieerene renten en de telkens gecollecteert Werden de Penningen rond konde Worden geschooten, als dan de overschieten de intresten van Voorz: ƒ200000 te emploijeeren tot het afbetaalen der Tractamenten van de Predicanten in dit Gouvernement bescheijden mitsgaders tot den opbouw van de twee nieuwe kerken en Schoolen hier Landwaarts in; dit Laatste ten eijnde dat dat Werk door de Lasten die de daarom Streex Woonende Menschen ter dier oorsake moeten draagen niet vertraagt of agter uijt bleef; met qualificatie Wijders als ter deeser plaatse geene essentieele Consideratiën hier tegens mogten vallen, dit alles dan met den eersten in het Werk te Stellen, Soo is na dat hierop met aandagt was gedelibereert Geworden, best gedagt dat tot elucidatie van het een en het ander aan Wel opgemelde onse Heeren en Meesteren Conform de Waarheijd in alle eerbied Sal Worden voorgedraagen en vertoont.

Eerstelijk dat het gantsche Capitaal van de Diaconij deeser plaatse, niet in der daad uijt Contanten bestaan Soo als haar Wel Edele Hoog Agtb:re om dit indiervoegen te veronderstellen naar alle apparentiën hieruijt Sullen sijn bewoogen, dat bij onse afgaande Generale Brieven, bij het Spreeken van de Capitaalen der Arme Penn:e soo van deese Caabse gemeijnte als die der buijten districten, alleen in generaale termen van Contanten en effecten word vermeld hoe veel elk der selver komt te bedraagen, en daarbij niet afsonderlijk gespecificeert, de natuur van voorz: Capitaalen en uijt Welke bijsondere effecten die komen te bestaan, t’ Welk dus altijd is geschied, om dat bij de daarneevens overgaande Reecq:ge, alle het Selve Post voor post word genoteerd gevonden maar wel voor het grootste gedeelte losse en vaste goederen als daar sijn; Scheepenkennissen, Obligatiën, agterstallige renten, ornamenten tot de kerk en eenige huurhuijsen mitsgaders geleende gelderen aan die Diaconijën der Buijten Kerken; invoegen bij het Sluijten der boeken onder Ult:mo December Laatstl: bij deese Caabse Diaconije alleen aan Contant P:r Restant in Cassa is geweest een Somma van ƒ27500: swaar geld Soo als dit nader komt te blijcken bij de nu van hier naar het Vaderland overgaande Copia Reecq:g der Arme Penn:e van deese Caabse Diaconije.

Ten tweeden dat vermits dat dat geen het Welk Jaarlijx tot onderhoud der Armen ter deeser plaatse mitsg:s om de onkosten van de Kerk goed te maaken Word vereijscht, verre komt te Exedeeren het geen dat soo van de Collecten als andersints Word ontfangen men het daar aan ontbreekende, uijt het op intrest Leggende Capitaal moet Suppleeren, terwijl het daarvan overschietende bij het gesegde Capitaal blijvende, Sulx het selve Jaarlijx Wel eenigsints doed Accresseeren, dog geensints Sodanig dat Soo hier uijt als uijt de renten die van bovengen:e Somma van ƒ27000 uijtgeset Sijnde nog Souden kunnen inkomen; in eeniger maniere en op Verre na niet Sooveel Soude kunnen Worden bijeen gekreegen dat men daarmeede eenigermaten aan het boven vermelde geEerd Oogmerk van haar Wel Edele hoog Agtb: soude kunnen voldoen, te meer dewijl de Diaconij armen van Stellenbosch en Soo ook die in het Land van Waveren aan die van deese plaats nog geld Schuldig Sijnde, de Kerk van Draakensteijn soo weinig over heeft, dat deselve hiertoe niet met al Soude kunnen Contribueeren, boven en behalven dat deese Caabse Diaconije ook altijd eenige Contanten bij Sig in Voorraad moet houden om bij voorkoomende onvoorsiene toevallen en buijten gewoone benodigtheeden aan alles te kunnen voorsien; waar onder geensints het minste is het by setten nu en dan van gelden en aan de Diaconije Armen der Buijten Districten sonder intresten soo als dit nog Anno Pass:o met Permissie van deese Regeering is geschied ten opsigte van de kerk in het Land van Waveren , en nog verders sal moeten worden gedaan soo omtrent deselve gemeijnte als van die van het Swarte Land voor en al eer alles ter dier plaatsen in Staat Sal kunnen sijn gebragt.

Ten derden en laatsten dat de Costen die de Menschen onder die twee Gemeijntens gehoorende Weegens het opsetten der Kerken en andrere gebouwen aldaar gewillig meede helpen draagen, door het verstrecken aan deselve onder de goedkeuringe van Welopgemelde onse Heeren en Meesteren, naar het voorgaande gebruijk van de nodige materiaalen inkoops prijs, en het bijsetten aan deselve door deese Caabse Diaconij Soo als even is gemeld van Contanten sonder intrest, voor hun soo ligt en draagelijk Worden gemaakt dat se die Weijnig komen te voelen, en ook daar door geensints gedrukt Worden.

Voorts dat op het verdere bij Welopgem: haar Wel Edele hoog Agtb:re herwaarts aangeschreevene in alle onderdanigheijd sal worden gereschribeert dat alhier geen moeiten nog devoiren worden gespaart om Soo Veel Oliphants Tanden te bemagtigen en na Batavia te versenden als het immers mogelijk is en dat tot erlanginge derselve en ook met eene te beletten dat ‘er niets daarvan door Particulieren van deese plaats na India word afgescheept nog Jongst bij Placcaat van den 9. febr: Pass:o sodanige ordres Sijn gesteld als men hiertoe nuttigst en bequaamst heeft geoordeeld, dog dat daar teffens aan gedagte onse Heeren en Meesteren sal te kennen Worden gegeeven, dat het niet apparent is dat in het vervolg met het Senden van gesegde Tanden van hier na Batavia veel beeter Sal kunnen toegaan, als Seedert eenige Jaaren herwaarts is geschied Weegens dat door het bevoorens meenigvuldig dood Schieten der Oliphanten en Wel insonderheijd der geene dewelke best getand waaren deselve seer Sijnde komen te verminderen en de Overige diep in het Landt gevlugt die Dieren teegenswoordig niet als met seer groote moeijte kunnen worden agterhaalt en dood geschooten, en Wel Sodanig dat de geene deeser Ingeseetenen die hier van nog eenigsints hun werk maaken, dewelke egter seer weijnig sijn en daarbij nog hoe langer hoe grooter teegensin hierinne komen te krijgen; om een, twee of op sijn alderhoogste drie vragten dier Tanden te kunnen magtig Worden, Somwijlen ses en agt maanden ja een geheel jaar en meer moeten uijt blijven op deese dangereuse en moeijelijke togten, Waar door dan en de Groote kosten die Sij hierom moeten maaken de Winsten die Sij andersints Souden kunnen over hebben bijna Worden geabsorbeert, gelijk dit alles en wat dies meer sij bereijts bij Missive van den 15: April van het voorleedene jaar aan de Heeren Superiores in het breede is gedemonstreert.

Dat de Gebouwen in de Baaij Fals dienende tot berging van Provisiën Equpagie en andere goederen voor de aldaar in den Winter aanlandende ‘s Comp:s Scheepen, en Soo ook tot een Hospitaale voor de Sig op die Kielen bevindende sieken, navolgens het diesweegens meede geadviseerde al Over eenigen tijd voltooijd Sijnde Wijders aldaar ook is aangelegt een bequame Thuijn, om voorsz: bodems daaruijt van goede en versche Groentens te voorsien; dog dat Wat het aanstellen van een Equipagiem:r daar in de Baaij Fals aangaat, dat Sulx (:onder Wijser oordeel:) gantsch onnodig is en alleen soude dienen tot ‘t maaken van nutteloose oncosten voor d’ E. Comp:e, om dat in de quaade mousson geen van ‘s Comp:s Scheepen ter deeser Caabse Rheede mogende komen, den Equipagiemeester deeser Plaatse oversulx het aldaar voorvallende ten opsigte der Scheepen selfs Seer gemackelijk kan Waarneemen, gelijk het selve tot nu toe is geschied Selfs ook wanneer Scheepen in deese Tafelbaaij ten Ancker Waaren Leggende.

Dat men Wijders haar Wel Edele Hoog Agtb:re op het eerbiedigste Sal bedanken voor de goedheijd en de moeijte die Sij Wel Willen neemen met het herwaarts te Sullen senden van twee groote tweedeks fluijten met houtwaaren voor dit gouvernement gelaaden, en voorts dat met het weeder afsenden van die kielen en het aanhouden ter deeser plaatse tot versterking van dit quarnisoen der daarmeede uijt te komene Militairen na het diesweegens ontfangend bevel sal Worden te Werk gegaan, Soo als aan den anderen kant ook Schultpligtig sal worden geobserveert, het geordonneerde ten opsigte van het annoteeren op de Monsterrol van ijder Retourschip, van de Persoonen die van hier vertreckende de halve of geene Præmie genieten moeten.

En Eijndelijk dat meermaals genoemde Heeren Seventhienen uijt name van den Landdrost Pieter Lourensz den keldermeester Johan Raack mitsg:s den Secretaris der Weescamer Joachim Nicolaas van Dessein, voor de aan deselve beweesene Weldaaden met den eersten tot Coopman en de twee andere tot ondercooplieden goed gunstiglijk te bevorderen ook op het Onderdanigst Sullen bedankt worden, maar gemerkt dat de bij Welopgem:e haar Wel Edele hoog Agtb:re ook opgedraagene ondercoopmans qualiteijt aan de Boekhouders Thomas Swellengrebel en Daniël Godfried Carnspek, ten haarl: opsigte geen effect kunnende hebben, ter Saake dat den Eerstgen:e thans Repatrieert en dat den Anderen al over eenigen tijd desselfs Ampt van Secretaris van Justitie met ons Consent heeft verlaaten,om Sig alhier buijten den dienst der E. Comp:e te erneeren; deselve qualiteijt voor Soo veel Sulx gedagte Carnspek betreft (:onder beeter oordeel:) Wel met eenige gevoeggelijkheijd soude kunnen Worden Overgebragt op desselfs Successeur den teegenwoordigen Secretaris van Justitie den Boekhouder Johan Frederik Tiemmendorf, is bij Overweeginge van dit alles, en Soo meede dat de Predecesseurs van den jeegenwoordigen Soldij Overdraager den meedeboekhouder Daniël Heijning, desgelijx Successivelijk met dequaliteijt en gagie van onderCoopman sijn begunstigt geworden, gelijk dit nu nog ten belange van voorseijde Jan Raak komt te geschieden en dat men hierom Soude kunnen Vooronderstellen dat niet soude Worden misgetast, Wanneer men deese twee Laatste in Plaatse der twee eerstgem: deed optreeden, te meer dewijl deselve Sig Sulx door het Vlijtig waarneemen haarer Respective bedieningen komen Waardig te maaken, Sijn derhalven gedagte Johan Frederik Tiemmendorf en Daniël heijning dog egter op de nadere approbatie der Heeren Superiores aangesteld tot ondercooplieden met ƒ40: ter maand en een nieuw drie jarig verband.

Sijnde hierna bij Resumptie van Seekere Periode gecoucheert in den Brief door de Regeeringe des Eijlands Ceijlon onder den 5:’ der Jongst afgeweekene maand Januarij herwaarts geschreeven, concerneerende voornamentlijk de Zeijlaas Ordres der van hier derwaarts gaande Scheepen en van de Routes die deese kielen navolgens het diesweegens ter needergestelde bij twee berigt Schriftuuren die neevens gesegde Missive sijn ontfangen, op de reijse tusschen deese plaats en het voorseijde eijland Soude moeten neemen en houden; best gedagt dat het maaken van eenige veranderingen in deselve Zeijlaas ordres so als ons Sulx door het Ministerium van Ceijlon Word voorgesteld, het selve nodig bevonden Wordende eerbiedig sal Worden gedefereert gelaaten aan het goedvinden onser Heeren en Meesteren, mitsgaders van de Hooge Indiaasse Regeeringe also men Sig hier ter plaatse daartoe ongequalificeert bevind, en wijders dat de Overheeden der Scheepen die van de maand Maart tot Medio Julij van hier na Ceijlon sullen vertrecken tot nader ordre sullen worden geordonneert om Conform het geene dat deesen aangaande alhier altijd is geobserveert tusschen het Eijland Madagascar en deese vaste Wal van Africa binnen door te Zeijlen dog voor of na dien tijd buijten om.

Vermits bij den verdeelden Eijsch met het in den hoofde deeses gen:e Schip Zuijderburg uijt het Vaderland ontfangen, komt te blijcken dat van daar herwaars staan aangebragt te Worden 50000: lb Buscruijt, en dat het grootste gebrek dat men daar aan onlangs hier heeft gehad, hiermeede komt te Cerseeren, Is oversulx verstaan dat met het Ligten van Buscruijt uijt de ter deeser plaatse aankomende Patriaasse Scheepen sal gediscontinueert Worden.

Maar gemerkt dat daar het Lang Agterblijven van het daarvan uijt het Vaderland geeijschte, onsen voorraad van Smeecoolen, Schoon nu en dan nog iets daarvan, van de hier aangeweest Sijn de uijtkomende Scheepen is geligt, thans sodanig is ten eijnde geloopen, dat soo door deese en geene middelen hieromtrent niet ten eersten konde Worden Voorsien, het Werk in de Smitswinkel ten deesen Casteele sal moeten Stilstaan; heeft men om uijt deese groote Verleegentheijd te kunnen geraaken, moeten besluijten dat van de Overheeden der hier ter Rheede Leggende Engelsche Scheepen Soo veel van die Brandbaare Stoffe sal worden ingekogt als men van deselve sal kunnen bekomen.

Op de gedane klagten door meest alle de Overheeden der in deese Tafel baaij geankert Leggende Bataviaasse Retourscheepen aan den Heer Gouverneur, dat Sijl: ter gemelde plaatse van geen genoegsaam Brandhoud voor de reijse hebbende kunnen Worden voorsien, het geen dat Sijl: daarvan bij hun komst aan dit Gouvernement nog binnen boord over hadden, door het Langer blijven Leggen ter deeser Caabse Rheede als na Gewoonte, dermaaten was komen af te neemen, dat Sijlieden daarmeede haare verdere Voijagie onmogelijk Souden kunnen volbrengen; met bijgevoegd versoek dat haare onderhebbende bodems ter dier oorsake alhier ten besten doenelijk met ander Brandhout mogten worden voorsien; Is de noodsakelijkheijd hier van ingesien Sijnde, gearresteerd dat met ‘s Comp:s Wagens soo veel Brandhout voor die kielen sal Worden aangereeden als het Selve met mogelijkheijd Sal Weesen bij te brengen, en dat het mancqueerende bij de Particulieren ter deeser plaatse sal ingecogt worden.

Seeker Schriftuur Contineerende verscheijde notabele Versoeken het Welk door Burger en Heemraaden, mitsg:s krijgs officieren deeser plaatse aan de Hoog Edele heeren Seventhienen Gerigt Sijnde, heeden in Raade is Overgeleevert Geworden door den Burgerraad Henning Jochem Prehn met bijgevoegd Schriftelijk versoek van eerstgem:e Persoonen, dat het selve niet alleen onder ‘s Comp:s Papieren Van hier na het Vaderland mogt Overgesonden, maar ook met eene Verseld Worden met een goed gunstig Voorschrijvens van deese Reegeering, Geleesen Weesende, is dies aangaande best Gedagt dat dat Schriftuur Soo als het Selve legt thans aan onse Heeren en Meesteren Sal Worden Overgesonden; Luijdende dat geschrift aldus.

Aan de Wel Edele hoog Agtb:e heeren Bewindhebberen gecommitteert ter Illustre Vergadering van Seventhienen Representeerende de Generale Neederlandsche geoctroijeerde Oost-Indische Comp:e ter Præsidiale Camer. Te Middelburg

‘Wel Edele, Erntfeste, Hoog Agtb:re, Hoog Wijse, voorsienige en seer genereuse Heeren. Hoog Gebiedende Heeren.’

‘Verthoonen met diep Respect Uw Wel Edele Hoog Agtb:re onderdanige Dienaren de Burger en heemraden mitsgaders Burger Krijgs officieren deeser Landen, hoe hun t’ seedert eenigen tijd herwaarts op diversse reijsen, en nu Wel Principaal onlangs Publicquelijk ten tijde Wanneer op den 18: deeser maand de Burger Wapenoeffening gehouden Wierd, door de ingeseetenen deeser Lands eenmondelijk is voorgesteld geworden d’ armoede en ‘t bedrukte heenkomen Waarin deselve sig thans Waaren bevindende, met betuijginge dat Sulx principaale voortquam Weegens de Lasten die sij niet alleen t’ seedert verskeijde jaaren herwaarts hadden moeten draagen over haar in Leeninge hebbende Veeposten, maar ook ter Sake der in ‘t jaar 1743. nieuw opgelegd Impost, Weegens een alhier op te Regtene Moelij, als meede ook ten opsigte der verminderde Prijs op de Tarw, in ‘t voorleeden jaar door de Hoge Indiásche Regeering beraamt, versoekende oversulx aan ons, dat W’ hunlieder even voorgestelde belangen volgens ons Ampt en Pligt aan Uw Wel Edele hoog Agtb:re als Vaders en Voedsterheeren deeser Lands mogten voordraagen en Uw Wel Edele hoog Agtb:re hooge gunst tot ‘t stellen van Redres omtrent ‘t voorenstaande af te smeeken.’

‘Uijt dien hoofde is ‘t dan dat W’ Uw Wel Edele Hoog Agtb:re op W’ onderdanigste na Waarheijd moeten vertoonen dat d’ Armoede Waarlijk t’ grootste gedeelte deeser ingeseetenen en Wel principalijk dier der Landlieden is druckende.’

‘T’ is Uw Wel Edele hoog Agtb:re reets ten vollen bewust dat den aanteel van t’ vee, mitsgaders den Coorn en Wijn Ougst de eenigste middelen sijn, waar door den Landman alhier enkelijk sijn best aan moet hebben, en uijt Welkers provenu den Burger vervolgens eenige Winsten kan toevloeijen, dog als Uw Wel Edele hoog Agtb:re eens in sijn omstandigheeden gelieven in te sien, hoe t’ voormelde bestaan der gesegd Landlieden tegenwoordig is, soo vertrouwen d’ onderdanige ondergeteekendens dat dan Uwe Wel Edele Hoog Agtb:re de Armoede der Voormelde Menschen sal komen door te Straalen, voornamentlijk wanneer men aan de eene kant in aanmerking neemt de last van R.d: 24:-: die den Overswaren Bergen Verre Landwaarts in Woonende Landbouwer Weegens t’ gebruijk der Weijden voor sijn vee voor een enkeld buijten Post, die hij somtijds maar voor vier à vijf maanden, naar dat ‘t Land, t’ welk hij in Leening heeft, geleegen en gesteld is, in ‘t geheele jaar slegts kan gebruijken, en oversulx tot sijn groote Last van de eene op d’ Andere vertrecken moet, Jaarlijx moet betaalen, en aan d’ andere sijde considereert dat sodanig een Landsman bij t’ uijteijnde van sijn Leenjaar uijt de Winsten van Sijn booter en vee, t’ Welk alhier in een seer Laage Prijs is, buijten de betaalinge der Leen Penningen (:Waaraan t’ ook al veeltijds hapert:) en Onderhoud der Slaven of der bij hem bij gebrek der Eerstgem: in dienst Sijnde hottentotten; Welke eevengem:e Man tegenwoordig niet meer als voor deesen voor een kleijnigheijd maar wel ten duursten moet huuren en dan nog Seer omsigtiglijk behandelen qualijk soo veel kan overhouden om voor hem en Sijn Vrou en kinderen de benodigde kleederen te kunnen koopen, des veele genoodsaakt sijn SchaapsVellen tot deksel van hun lichaam te moeten gebruijken; Waardoor dan voortkomt dat sodanig een Verre LandWaarts in Woonende Lantman, Soo Wanneer hij hem buijten andere behoeftens van een absolut benodigde Ossewagen die men alhier voor ƒ330: qualijk kan Laaten maaken; en die met vier en vijf togten over voormelde Sware en rotsige gebertens genoegsaam versleeten is, en onbruijkbaar gemaakt word, wel voorsien, of een Ploeg met Sijn toebehooren, waar voor hij ten minsten ƒ100: moet betaalen, tot sijn gebruijk en tot d’ enkele Winning van Zaad en Broodkoorn wil hebben noodsakelijk Schulden moet maaken en dies intreste, als dan niet eens kan betaalen, laat staan dan nog t’ Capitaal; waar door dus meede veroorsaakt word, dat den Crediteur sijn interest moetende missen, ook geen bestaan heeft, en oversulx genoodsaakt is den debiteur aan te tasten en naar veel gebruijkte Consideratiën en eenige jaren na malkanderen tevergeefs gegeevene respijt tot Voldoeninge der Interesten eijndelijk uijt te winnen en met sijn Vrou en kinderen tot een totale ruine te brengen.’

‘En hiermeede naar Waarheijd door de onderdanige ondergeteek: aangeweesen Sijnde de gesteldheijd der Verre Landwaarts in woonende Huijsgesinnen, so sullen deselven als nu overgaan ter openlegginge der gesteldheijd van de wat nader bijwoonende Landbouwers en omtrent deselve al meede waaragtelijk seggen, dat derselver heenkomen desgelijx voor’t grootste gedeelte seer schraal en sober is, voortkomende Sulx soo Weegens den Jaarlijxen duuren inkoop en reparatie der tot den Land of Wijnbouw alhier noodsakelijk vereijscht wordende materialen gelijk hier vooren reets ten opsigte van een enkelde ossewagen en Ploeg is aangeweesen, als ook Principalijk meede uijt hoofde der kostbare bearbeijders van het Land, t’ Welk de Slaven ofte Leijfeijgenen Sijn, aan Welkers inkoop den Landtman geheele Capitaalen moet besteeden en door de Veelvuldige Sterfte en fugeeren derselver daaraan genoegsaam Sijn geheele Credit hangen, sonder thans eens te willen Reppen van derselver onderhoud, t’ Welk al meede geen geringen Somme komt te bedragen, dus schoon een op t’ oog reedelijk Wel sittende Landtman wanneer eers genoomen in ‘t jaar 300: of 400: mudden koorn, ofte de Wijngaardeniers 10: ofte 20: leggers Wijn komt te gewinnen hij genoegsaam Sijn geheele inkomsten van t’ voormelde gewas aan voren geciteerde nodige onkosten moet aanwenden, Ja Somtijds daarmeede ongereekent de Misgewassen die hier nu en dan komen te vallen, niet kan uijtkomen, en Oversulx op goed Crediet te soeken moet verdagt Sijn, maar door dan Wederom een nieuwe noodsakelijke Lastpost, waarvan Seer Weinig Landtlieden deeses Lands bevrijd sijn, werd veroorsaakt, te weeten de betaalinge der interesten die alhier jaarlijx soo bij de Weeskamer en de Diaconij, als ook bij eenige Weijnige Particulieren op Ses p:r C:to Sijn loopende, en Welke intresten doorde gevallen hier vooren genoemt en nog te noemen, hoe Seer den Landtman bevlijtigt deselve effen te houden, Seer veel ten agteren blijven; wil men nu eens overgaan ter Vrage Waarmeede d’ opgenoomene Capitaalen Wanneer den Crediteur die opeijscht, betaald worden, Soo komt het al Wederom veeltijds uijt op de Verkopinge van Sijn besit, en dan is denselven met Sijn Vrouw en kinderen geruineert en aan den BeedelStaf gebragt, boven en behalven dat er thans nog bijkomt dat schoon den Landtman met een goede ougst geseegent mogte Sijn, hij met Sijn koorn ongeleevert langen tijdt moet blijven Sitten en gevolglijk geen Penn:e kan in de hand krijgen, om t’ noodige voor hem en Sijn omslag te besorgen ofte Sijne debiteerende interesten te voldoen, komende Sulx voort dewijl buijten de Backers, die egter geen groot quantiteijt kunnen Vertieren, d’ E. Comp:e d’ Eenige Coopman Sijnde aan Wien de ingeseetenen hunnen graanen kunnen of mogen leeveren van geen genoegsame Pakhuijsen tot den ontfangst en berginge van Voorz: graanen voorsien is, en die gewassen oversulx in handen van de ingeseetenen tot de komst der Scheepen uijt t’ Vaderland die al veeltijds lang agterblijven moet laaten, t’ Welk dan al Wederom tot groote Last en Schaade voorden Landman is Streckende, als moetende in dit geval sijn koorn dog noodsakelijk in den droogen tijd, Soo wanneer hij in den reegen tijd de mistinge van sijn Landt, mitsgaders Sijn Ploeg en Eg niet wil laaten Stil Staan Caabwaarts opbrengen, en in d kamers der Particulieren, aan welke hij als dan maandelijx voorhuur, 4. 5, à 6: Rijxd:s betaalen moet, op Sware hoopen neederstorten, en vermits de Schaarsheijd van ruijmte onverwerkt laaten Leggen, bevindende bij de eijdelijke afleevering van dien, als dan veel koorn aangeslaagen en onbequaam; dat dan al Wederom van Sijn Ougst tot Sijn Schaaden afgaat, waarbij nog komt dat veele der Landlieden tot berging van hun graanen aan de Caab geen plaats kunnende vinden genoodsaakt Sijn t’ Selve buijten op haare plaatsen te houden tot tijd en Wijle d’ E. Comp:e geleegentheijd heeft Sulx aan te neemen, inwelken gevalle Sijlieden Soo Wanneer hunne nodige Landbouw Willen voortsetten, van andere die geen koornbouwers Sijn, hunne Wagens, waarop niet meerals Thien mudden kan gelaaden Worden, ten duursten en dat Wel voor 6, 8. Ja 12: en 16: Rijxd:s p:r vragt, naar maate der Verre afgeleegentheijd van de plaatsen moeten huuren en dus, wanneer hun koorn is afgeleevert en de Voorgeciteerde gedane onkosten afgetrocken Sijn, qualijk kunnen reekenen ƒ3:-: voor elk mudde ontfangen te hebben.’

‘Alle dit Voorverhaalde dan de Zuijvere Waarheijd Sijnde soo vertrouwen d’ onderdanige ondergeteekendens dat Uwe Wel Edele hoog Agtb:re dewelke deese Colonie met Soo veel Sorg en moeijte hebben aangequeekt en in een goeden Welstand soeken te houden, goedgunstelijk Sullen gelieven te reflecteeren op den Voorverhaalden kommerlijken en bedrukten Staat der Ingeseetenen deeses Lands, en ter Opbeuringe van derselver bedrukte gemoederen, mitsgaders ter reddinge van deselve uijt hun Totaal ruine hun met een Vaderlijke hulpe en bijstand te ondersteunen; versoekende Sijl: uijt dien hoofde ootmoedelijk dat t’ Uwe Wel Edele Hoog Agtb:re mag behaagen den Prijs van het koorn; die Soo als voorwaarts gesegd, door de Hoge Indiaasse Regeering in t’ voorleedene jaar op ƒ7. is gereduceert wederom op den ouden prijs van ƒ8. te herstellen; voorts den Swaaren Last Jaarlijx van Rijxd:s 24. op de Leenplaatsen te verminderen, en ‘t Moelij gelt, t’ Welk hun merkelijk druckende nu t’ Seedert eenigen tijd herwaarts te betaalen is opgelegt in Sijn geheel afte Schaffen, om dus door deese voor verhaalde van Uw Wel Edele Hoog Agtb:re af te Smeekene Redressen Wederom eenigen Lugt en verhaal uijt hunne bedrukte Staat te moogen verkrijgen, verseekerde Sijlieden daar en teegen aan Uw Wel Edele hoog Agtb:re in alle getrouw en Onderdanigheijd voor ‘t Welsijn der E. Comp:e en bescherminge deeses Lands des Vereijscht Werdende hun goed en bloed gewilliglijk Sonder eenig t’ minste gevaar te ontsien, te sullen opofferen, en Sig altoos als getrouwe en bereijdwillige onderdaanen; waarvan Sij soo ten tijde van ‘t droevig verongelucken der Scheepen alhier, door t’ Vrijwillig helpen bergen der van d’ E. Com.e uijt de golven der Zee geredde goederen, als meede door ‘t ongedwongen Verleenen hunner Waagens ten dienste der nieuw aangelegde Fortificatiën mitsgaders ook door de Volvaardige presentie in Cas van Extraordinaire opontbod en Commando’s, door Welke Laatste Sij en wel Principalijk tegenwoordig in deese haggelijken tijds gesteldheijd by Maandelijxe beurdwisselingen van vijftigh der landlieden te gelijk, en nogtans genoodsaakt Sijn hunne dierbare Panden te weeten Vrou en kinderen en de ook hunne Landbouw moeten verlaaten en ten Prooije der Vagebonden in gevaar Stellen, voldoende blijcken soo Sij Vertrouwen hebben gegeeven, te gedraagen.’

‘Moetende de onderdanige ondergeteek: hier neevens aan Uw Wel Edele Hoog Agtb:re nog met diep Respect verthoonen, dat dit Land honderd en meer uuren Landwaarts in door deese en geene der ingeseetenen bewoond werdende, Sijlieden te gemoed sien, dat de groote Winsten van Wijnen en Graanen die dit Land van tijd tot tijd immer meer en meer staat voort te brengen alhier in ‘t vervolg niet wel sal sijn te vertieren, en dat bij gebrek van dien den inwoonder tot merkelijken armoede sal komen te vervallen, voornaamentlijk Wanneer hij de Vrugten van Sijnen kostbaaren Arbeijd niet kunnende aan de man brengen buijten de handeling van Penningen blijft. Tot voorkominge van t’ eevengemelde dan vermeenen de onderdanige ondergeteekendens dat den ingeseetenen deeser Landen grootelijx Souden kunnen te Staade koomen, wanneer t’ Uwe Wel Edele Hoog Agtb:re mogte behaagen, aan deselve goedgunstelijk te vergunnen een Vrije vaart, soo op de Oostcust deeser Landen, als ook op d daarom heen leggende Eijlanden en na d’ India’s versoekende Sij vertoonders Oversulx ootmoedelijk dat dit aan hun door Uw Wel Edele hoog Agtb:re mag werden gepermitteert, en dat aan de Vertoonders door Uw Wel Edele hoog Agtb:re als dan bij Provisie mag werden toegesonden, een hoeker voerende drie masten, van 90: tot 100: voeten oversteeven, en een weijnig wijder dan ordinair getimmert, voorsien met goede Armatuur en dubbel de Equipagie mitsg:s met bequame officieren en Zeelieden, omme bij aankomst van denselve, als dan voor Reecq:g van de geene die daarin Part Sullen willen hebben, overgenomen te kunnen worden, ten eijnde door dit middel den overschot der vrugten deeser Landes, wanneer d’ E. Comp:e daarvan ten vollen voorsien is, met goede Winst elders te kunnen verhandelen, en daar enteegen de Inwoonders alhier met de in andere Landen vallende goederen ende Wel Voornamentlijk met den aanbring van Slaven, die dit land Soo noodsakelijk noodigheeft, Wederom te gerieven, als meede ook om ten goede Profijte der E. Comp:e op een voordeelige handel van Eliphants Tanden; waarvan dit Land al Zeer Schraal begind te werden, uijt te sien.’

‘De Verthoonders vleijen hun dat Uw Wel Edele hoog Agtb:re desselver onderdanige Voorstellen en Beeden met gunstige oogen sullen gelieven aan te sien, en met een favorabel Appostil bekroonen, gebruijkende voor t’ overige de vrijheijd hun met diep Respect te noemen. (:onderstond:) Wel Edele, Erntfeste, Hoog Agtb:re Hoogwijse, voorsienige en seer genereus Heeren Uw: Wel Edele hoog Agtb:re onderdanige en gehoorsame Dienaren (:was geteekent:) H.J. Prehn, Jan Hendrik Hop, J. H: Blanckenberg, Joh:s Car:s de Wet, D.l Pfeil, Jacob de Hennion, A:s Grové, A:m Cloppenburg, J.L. Bestbier, J.V. Renen, G.V.D. Bijl, A.V. Brakel, T: De Wit, J.V.D. Poel, A: Brink, J:s Louw Jacobz:, C:s Heufke, H:L: Bletterman, H: Van der Heijde, Steven ten Holder, J.M:s Cruijwaagen, Jacobus Cuijlets, Martijnes Van Staden, (:in margine:) Cabo de goede Hoop den 23: maart 1745:’

Dog wat het versoek van de Ritmeesters en Capiteijnen van deese Burger en Landmilitie aangaat; namentlijk dat voor de onder haare Comp:ie beschijdene Burgeren uijt het Vaderland inkoops prijs mogte worden geëijscht, deese en geene benodigtheeden vermeld op de daar neevens ingeleeverde notitie; Is om door de gedagte officieren gëallequeerde Reedenen en de Billijkheijd die daarinne na onsen oordeel Resideert, goedgevonden, dat men Sulx soo als versogt Word Sal laaten geschieden.

En nademaal men volgens de jongst ingekomene Advijsen uijt het Vaderland voor eerst ter deeser plaatse niet sal behoeven te vreesen voor een van buijten aankomende vijandelijke magt, en dat hier ook bijkomt dat den tijd om Preperatie te maaken tot het beploegen der landereijen genoegsaam op handen geschooten Sijnde, de nood vereijscht dat de buijten Luijden sig hiertoe op haare Land goederen komen te begeeven; Is ter dier oorsaake Raadsaamst geoordeelt dat het hier aan de Caab Wagt houdende detachement der Landmilitie van 50: Coppen naar huijs sal te rugge gesonden en daar teffens aan den Landdrost en krijgs Raad der Buijten Districten aangeschreeven worden dat voortaan en tot nader ordre geen meerdere Commando’s van gesegde Landmilitie hiernatoe sullen moeten opgesonden worden, maar alleen sorge gedraagen dat de Buijten Luijden sig altijd in staat komen te houden om Soo bij aankomst van een Vijand als andersints op de eerste ordre alhier in volle geweer te verschijnen.

Laatstelijk is aan eenen Jurriaan Wolk als Tweede Schipper op het aanweesend Retourschip Akerendam bescheijden, op desselfs hierom in Schriptis gedaane versoek, gepermitteert om onder afgesz: gagie alhier te moogen verblijven, Soo als aan den anderen kant aan den geweesenen Burger tot Batavia Nicolaas Wilmar met het Schip Crabbendijk aan dit Gouvernement aangeland, meede toegestaan is sig ter deesen plaatse als Burger ter needertesetten.

Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 139-140.

Donderdag den {17450401} Eersten April 1745:

’s Voormiddags alle present.

Is aan den Sergeant Carel Frederik Wildemeijer op desselfs hierom nu in Raade gedaan wordende versoek toegestaan met een der ter deeser Rheede Leggende uijtkomende Scheepen, onder afgesz: gagie van hierna Batavia te moogen overvaaren; om voor den E. Agtb:n Raad van Justitie des Casteels aldaar te kunnen prosequeeren desselfs geinterjeecteerde Appel van Seeker Vonnis bij den Justitieelen Raade deeses Comptoirs ten Sijnen Laste gevelt.

Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellenbrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 141-154.

Maandag den {17450405} 5: april 1745.

’s Voormiddags gecombineerde Vergaderinge present.

Den Wel Edelen Groot Agtb:en heer Johan Albert Sichterman Raad Ordinaris van Neederlands India en Admiraal der presente Retourvloot.

Den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extra Ordinaris van India en Gouverneur in Loco.

Deese vergaderinge onder het Præsidie van Welopgem:de Edelen heer Johan Albert Sichterman belegt Sijnde; geliefden sijn Wel Edele Groot Agtb:re de Scheeps Overheeden af te vraagen hoedanig het met haare onderhebbende bodems is gesteld, en of Sijl: als van alle benodigtheeden soo van Provisiën, Brandhout en wat dies meer sij voor de Vaderlandsche Voijagie voorsien en het alhier verbruijkte Buscruijt door de Scheepen Woitkensdorp en Popkensburg soo tot het bedanken der hier aangekomene Scheepen, als het doen der Wagt Schooten, met andere na behooren geremplaceert Weesende; niet in staat souden Weesen, om vermits den tijd door onse Heeren en Meesteren tot het vertrek deeser Retourvloot beraamd, ten deele ophanden is geschooten, met den aldereersten van hier te kunnen vertrecken mitsg:s Wijders of aan iemand van hun hetsij aan Sijne Ammonitie van Oorlog of andere goederen nog iets quamte mancqueeren, waardoor het Selve Soude kunnen worden verhindert of agter uijt geset; voegende Sijn Wel Edele Groot Agtb:re hierbij dat hij deese vraage in opsigt der goederen en Ammonitie van Oorlog quam te doen omdat de Ordres der heeren Majores komen meede te brengen dat de Retourscheepen des benodigt Sijde alhier daarvan gelijk het behoord Sullen moeten Worden voorsien, waarop door gedagte Scheeps Overheeden geantwoord Sijnde dat in Soo Ver Wel aan niemand van hun het een en het ander aangaande iets quam te mancqueeren, en dat oversulx ter reijsvorderinge in staat waaren, dog dat sij egter van gedagten waaren dat het ten alder uijttersten voor ‘s Comp:s dienst nodig was, dat haare onderhebbende Scheepen in deese dangereuse tijds omstandigheijd en de onseekerheijd waarinne men is of onsen Staat niet bereijts in oorlog met Vrankrijk is geëngageert, dan wel voor de komst deeser Scheepen in Europa ingewickelt sal kunnen Sijn geraakt, van wat meer Buscruijt als in hebben ter deeser plaatse wierden voorsien gemerkt Sijlieden niet meer daarvan in India als volgens gebruijk en in Vreedens tijd gekreegen hebbende Sijl: bij attacque van een Vijand daar meede geen lange Resistentie Souden kunnen doen, soo is aangemerkt Sijnde hoe veel hier aan tot behoudenisse van ‘s Comp:s Scheepen bij Soo een geval Soude geleegen Leggen; best gedagt; dat aan de geene deeser Retourscheepen die sulx sullen komen te benodigen, nog Soo veel Buscruijt sal worden bijgeset als na gemaakte Calculatie sal worden bevonden dat deselve om in een goede Staat van tegenweer te sijn gesteld; ten uijttersten Sullen komen van nooden te hebben; Welk Buscruijt, t’ Sij uijt den Voorraad van dit Gouvernement sal genomen dan Wel uijt de aanweesende Patriase Scheepen geligt Worden; nadat Sulx best en gevoeggelijxt sal kunnen geschieden.

Na het welke het hoogst gedagte Edelen heer Sichterman nog behaagde te seggen, dat deese ter deeser Rheede leggende Retourvloot op den 10: deeser loopende maand April sal moeten gemonstert worden om vervolgens op den 15: daaraan en nog eerder soo wanneer inmiddels de nog uijt India te verwagten Staande Scheepen, hier quamen op te daagen en vroeger konden klaar geraaken; van hier te vertrecken; ondertusschen dat bij Resumptie der Turksse Passen, alle deselve goed Sijn gevonden, invoegen aan deese Scheepen geen andere sullen behoeven bijgeset te Worden.

Ende nademaal het quaad van opdrossen van Europeanen en Wel voornamentlijk van Leijfeijgenen soo van d’ E. Comp:e als van Particulieren, nietteegenstaande bij Continuatie alle mogelijke middelen tot Weeringe van dien Sijn en nog worden in het Werk gesteld, tot geen geringe Schaade van een ijgelijk nog al niet heeft kunnen Worden gestuijt, soo sijn de overheeden deeser Retourscheepen ter dier oorsake ernstelijk gerecommandeert, dat bij aldien ten tijde van haarl: depart van hier of op de reijse eenige Wegloopers op haare onderhebbende bodems mogten bevonden of komen ontdekt te worden, Sijl: deselve het sij hier ter plaatsen of in het Vaderland tot erlanginge hunner Welverdiende Straffe sullen moeten overgeeven.

Sijnde Wijders, gedagte Scheepsoverheeden door soo dikwils genoemden heer Admiraal nog op het Serieuste gelast ende geordonneert; dat bij hun vertrek van deese Rheede geene Touwen sullen hebben te kappen, ten Sij de uijtterste noodsakelijkheijd sulx komt te vereijschen, en dan nog niet sonder alvorens daarop een boeij te hebben geset; voorts dat ter opvolginge der geEerde Ordre van haar Wel Edele hoog Agtb:re de Heeren Seventhienen Sijl: haare Scheepsboots niet Sullen hebben te Laaten Slippen maar deselve moeten meede neemen; en ten Laatsten dat tot vermeijdinge van alle Confusiën en Ongelucken die anders hier uijt Souden kunnen ontstaan; deselve overheeden niet door malkander maar ider op Sijn beurd, eerst de Voorste en daarna de Agterste van deese Rheede Sullen moeten onder Zeijl gaan; alle het Welke door deselve beloofd sijnde te sullen worden geobserveert en nagekomen; heeft Sijn Wel Edele Groot Agtb:r nog gesegt, dat hij bij Sijn vertrek, hier sal nalaaten Copia der Ordres en Zeijnen dewelke tot narigt op de reijse voor de Scheepen onder Sijn Edelens Vlagge sorteerende staan beraamd te worden; of deselve nog somtijds te passe souden kunnen komen, voor de verdere hier dagelijx te verwagten staande Retourscheepen, om deese Retourvloot daarmeede onderweegen te kunnen oploopen en dus met deselve gecombineert reijs te vorderen.

Voorts heeft den Edelen Heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel in naarkominge van het Jongst dies aangaande herwaarts aangeschreevene bij haar Wel Edele Groot Agtb:re de heeren gecommitteerde Bewindhebberen tot de Secreete Saaken; de gesaamentlijke overheeden van deese Retourscheepen, op het nadruckelijkst en ernstigst gelast ende geordonneert dat Sijlieden om de Wille van den haggelijken toestand der Saaken in Europa , en den apparent Sijnde Oorlog met Vrankrijk , haar steeds bij den anderen onder de Vlagge van dikmaals gen:e heer Admiraal Johan Albert Sichterman gecombineert en haare Scheepen altijd klaar en in staat van defentie sullen moeten houden, op Pæne dat den geenen die sig buijten noodsaakelijkheijd of Ordre van den breeden Scheeps Raad van den anderen komt af te sonderen of door Disfortuijn van Weer en wind de Vloot van een geraakt en verstrooijt Sijnde, Sijn uijtterste devoir niet aanwend om die Wederom bij den anderen te versamelen en sig daarbij te voegen, sal verbeuren alle sijne te goed hebbende maandgelden, douceurs en meede gebragte goederen en bovensdien nog gestraft werden met deportement naar Exigentie van Saaken; mitsg:s nogdat sij Scheeps Overheeden Soo draa een Heer Bewindhebber tot afdanking van de Scheepen aan Boord sal Sijn gekomen, aan Sijn Wel Edele Groot Agtb:re niet alleen sullen moeten overgeeven haare Journaalen maar ook noghaar gehoudene Equipagieboek mits:s de aparte Rolle der geener die regt hebben om de thans toegelegde Extra ordinaire douceurs voor de thuijs Reise te eijschen, op Pæne dat die hier omtrent in gebreeken blijft sal verbeuren drie maanden gagie.

Laatstelijk is nog geleesen seekere Verclaaring verleent bij de Schippers Paulus Pieman en Meijndert de Beer, waarbij Sijnde komen te blijken dat van de drie hier op het Strand staande Scheeps boots, twee geheel defect en onbequaam Sijn om Weeder door ‘s Comp:s Scheepen te kunnen worden gebruijkt, en dat de derde dewijl voor een Schip van 145: v:t is gemaakt, te lang ente Wijd is voor de hier om benoodigt Sijnde Retourscheepen Rusten Werk en Ouwerkerk ; sullen die twee kielen oversulx sonder sodanige vaartuijgen van hier moeten vertrecken.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] J A Sichterman

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] P.V. Swaandregt

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] Pieter Sluijs

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] Paulus Pieman

[Signed:] C Brand

[Signed:] N:s Jongman

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] M de Beer

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] P Jelles

[Signed:] J:s Möller

[Signed:] J:n Cooperslager

[Signed:] N Van Ewijk

[Signed:] M:t Van Der Meer

[Signed:] Jan Hugo Capt:

[Signed:] H Volkers

[Signed:] H Schutten

[Signed:] C:s Stevensen

[Signed:] M:I:V: Son

[Signed:] F: Gassel

[Signed:] C R Brunner

C. 123, pp. 155-157.

Vrijdag den {17450409} 9. April 1745.

’s Voormiddags alle present.

Den Edelen heer Johan Albert Sichterman Raad Ordinaris van Neederlands India en Admiraal over de Present Retourvloot; den Heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel hebbende gelieven te versoeken om aan de gesaamentlijke Leeden deeses Raads in Serieuse Overweeginge te geeven, of vermits den haggelijken toestand der Saaken in Europa en dat het Seer onseeker blijft of deese kostelijke Retourscheepen niet Wel Somtijds onderweegen door een Vijandelijke magt souden kunnen Worden geattacqueert; het uijt dien hoofde niet ten uijttersten noodsakelijk Soude Weesen, dat op dat in soo een geval dat Godt nogtans verhoeden Wil alles in behoorlijke ordre mogt toegaan en een beetere Resistentie gedaan worden, een Vice Admiraal en Schout bij nagt, Soo als het gebruijk voor deesen is geweest over deselve Retourvloot wierden aangesteld; geliefden Welopgem:e Heer Gouverneur oversulx in consideratie te geeven Wat besluijt hier omtrent ten meesten dienste der E. Comp:e best soude kunnen en dienen genomen te worden; waarover met aandagt geraadpleegt Weesende; soo is schoon het ons meede voorkomt, dat het Selve Wel noodig soude weesen, egter uijt aanmerkinge dat de heeren van de hooge Indiaasse Regeering ons dies aangaande niets in het minste hebben gelieven te Ordonneeren of aan te schrijven, raadsaamst geoordeelt, dat het aanstellen van een Vice Admiraal en Schout bij nagt over gemelde Retourvloot nevens het maaken van sodanige andere Schickingen meer, als hieruijt noodsaakelijk souden mogen komen voort vloeijen, aan het goedvinden van Welopgemelden Edelen heer Admiraal en den breeden Raad deeser Retourscheepen volkomentlijk sal worden gedefereert gelaaten.

Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 158-159.

Donderdag den {17450415} 15: April 1745.

’s Voormiddags alle Present uijtgenomen d’ E. Jacobus Möller

Op het gedane versoek door den geweesenen gesaghebber op den hoeker de Hector Jan Raaij, dat aan hem mogt Worden gepermitteert met het ter Rheede Leggende Schip Domburg van hier na Batavia te vertrecken, om dus Voor den E.: Agtb:re Raad van Justitie aldaar in Persoon te kunnen voortsetten; het door denselven geinterjecteerde Appel, van Seeker Vonnis bij den Raad van Justitie alhier op de aanklagte van den heer independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn ten sijnen Laste gevelt, is Sulx aan den selven toegestaan.

Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 123, pp. 160-168.

Dingsdag den {17450420} 20: April 1745.

’s Voormiddags allepresent.

Haar Wel Edele hoog Agtb:re de heeren Seventhienen op het gunstig voordragen van den hoog Edelen heer Gouverneur Generaal Gustaaf Willem van Imhoff, hebbende gelieven goed te vinden, om herwaarts in afbreuk te senden een Pel moolen; waarvan bereijts een gedeelte is ontfangen geworden met het ter deeser Rheede Leggende Schip Spanderswout ; is derhalven vastgesteld; dat met het opregten van deselve, met den eersten een begin sal Worden gemaakt; ende Sulx op Sodanige Plaats hier na bij geleegen; als door den daar teffens overgekomene moolemaker en Molenaar Gerrit Benes Kamerling na gedane ondersoek daartoe best en bequaamst sal geoordeelt worden; Inmiddels dat op de gedane betuijging bij evengemelden Kamerling, dat behalven den tweeden molenaar op de gesegde Pel moolen, Jan otto van Oost Vriesland, die van het Jongst van hier vertrockene Schip het Hof van Delft ter deeser plaatse is verbleeven; ook in het Vaderland om daaraan meede te helpen arbeijden is aangenoomen en dienvolgens met voorseijde Schip Spanderswout te gelijk met hem herwaarts gesonden, den molemaaker Jacob Martensz: Paris sonder dat Sulx egter op de Monster Rolle van dien bodem bekend is ter needer gesteld, en dat hij Kamerling dien man tot voortsettinge van dat Werk ten uijttersten quam te benodigen nog goedgedagt is, dat dienselven Jacob Martensz: Paris neevens desselfs Soon den Jong mattroos Marten Jacobsz Paris hierom van dat Schip Spanderswout sal geligt en ten eijnde als gemeld ter deeser plaatse aangehouden worden; van het welke bij ons af te gaane Schrijvens met voormelden bodem in alle Eerbied kennisse sal word gegeeven aan de Heeren van de Hoge Indiaasse Regeering.

So als men aan den anderen kant met de eerste voorkomende geleegentheijd ook aan ons Heeren en Meesteren op het onderdanigst sal berigten, hoe dat vier à vijf Schippers van de Retourvloot, voor soo veel als Sulx heeft kunnen worden gesien van het Commandeurs Schip hier in de baaij Leggende, Sig niet ontsien hebben ongeagt de aan deselve hier teegens gegeevene Serieuse ordre Soo in gecombineerde vergaderinge als bij den Heer Gouverneur in het Particulier, bij hun vertrek van deese plaats en nog in het gesigt deeser Rheede haare Scheeps boots te laaten Slippen en in Zee drijven.

Voorts is ten eijnde de Wed: Pieter van de Westhuijsen niet Langer mogt blijven wagten, na de penningen, dewelke aan haar sijn toegeweesen voor de plaats die sij ten behoeve van de gemeente in het Swart Land heeft afgestaan, namentlijk een Somma van Vijf en Twintig hondert guldens ligt geld; verstaan dat den Eerw:e Kerkenraade deeser plaatse Sal Worden gequalificeert, gelijk Sulx geschied bij deesen, om aan Voorm:e Wed: Pieter van de Westhuijsen, de gesegde gelderen voor Reecq:g van de diaconij Armen in het Swarte Land te moogen betaalen; en gelijk het ten hoogsten noodig is, dat daar ter plaatse, om op alles behoorlijke ordre te kunnen stellen, eene Kerkenraade word geformeert, heeft men oversulx aan den Eerw:e Predikant alhier François Le Sueur, als hebbende die kerk voor als nog met geen Leerraar kunnen Worden voorsien, opgedragen, om bij geleegentheijd met ende neevens de Ledematen van die gemeijnte, de daar toe benodigde Lieden te eligeeren, nomineeren en aan deesen Raade voor te draagen.

Ende nademaal uijt de verleende verclaaring bij de Schippers Paulus Pieman en Meijndert de Beer dewelke in gecombineerde vergaderinge van den 5: deeser maand april bereijts is geproduceert geweest, is gebleeken, dat Seekere hier op het Strand Staande boot, gantsch onbequaam en buijten staat is om te kunnen worden gerepareert, heeft dienvolgens moeten Worden beslooten dat men dat vaartuijg bij eerste bequame geleegentheijd Sal doen sloopen, des sullen de daarvan afkomende materialen die nog bruijkbaar sullen Weesen in den dienst der E. Comp:e daar het te pas sal komen, moeten gebruijkt worden.

Vermits de noodsakelijkheijd vereischt dat den Adjunct Landdrost Johannes Theophilus Rhenius, ter plaatse daar denselven Landwaarts in moet resideeren, van eene bequame Wooninge soo voor hem en sijne familie als het houden der bij eenkomsten van de heemraaden der Buijten districten, word voorsien, en dat t’ niet meer als reedelijk is dat deselve wooninge soo als dit ten opsigte der andere gemeene gebouwen hier ten Platten Lande is geschied, van Weegens de Buijten Coloniën opgemaakt W ord; Soo is deesen aangaande Raadsaamst geoordeelt dat men den Landdrost en Heemraaden der buijten districten bij missive sal ordonneeren en gelasten dat Sorge Sullen hebben te dragen dat met den aldereersten soo een Wooninge opgemaakt en in gereetheijd gebragt Word.

Sijnde Laatstelijk bij resumptie van Seekere notulen van den Burger Krijgs Raad alhier van den 5: deeser Lopende maand april; de daarbij gedane aanstellingen van den Corp:l Jochem Hiebenaar tot Sergeant in Steede van den burger Abraham Cloppenburg denwelken om desselfs Swacke Lichaams Gesteldheijd van dien dienst heeft moeten worden ontslagen; mitsgaders van den Burger Michiel Smuts Weeder tot Corporaal niet alleen geapprobeert, maar ook nog bij provisie toegestaan het verdere daarbij gedane versoek namentlijk, dat om dat den Ploegtijd op handen is en de buijten Luijden oversulx haare plaatse en het werk niet kunnen verlaaten, de Burger Wagten alhier op den ouden Voet van enkelde Wagt en het aanbesteeden derselve mogten worden gestelt.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 169-175.

Dingsdag den {17450504} 4: maij 1745:

’s Voormiddags alle Present uijtgenomen d’ E. E:s Cornelis Eelders en Jacobus Möller bij occupatie.

Naar Lectuure en resumptie van seeker versoekschrift door Burgerraaden deeser plaatse op heeden in de volgende bewoordinge gepresenteert, als.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India en Gouverneur aan Cabo de Goede Hoop & &: beneevens den E. Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb:re Heeren.’

‘Geven met Schuldig respect te kennen Burgerraaden deeser Steede, dat het Wagt ofte Stadhuijs deeser Colonie, Soo aan Dak als Vensters en wes meer een nodige Reparatie komt te vereijschen, en alsoo Sijl: t’ gemelde Wagt of Stadhuijs seer gaarne onder een Plat wilden brengen, omme boven het Selve een nodige Zaal te hebben, tot berging van de krijgs ornamenten van de Burger Compagniën, mitsgaders het houden van een Burger krijgs Raad die tot nog toe met veel ongemak in de huijsen der Burger Capitains heeft moeten worden gehouden, soo versoeken deselve op het demoedigst dat de volgende hout materialen van haar Hoog Edelens tot Batavia inkoops prijs mag werden ontboden namentlijk tot het voorfront:’

‘Sijnde sulx volgens opgaaf van den timmerman, noodsakelijk tot voltooijing van dat Werk, t’ geen de ondergeteek:en Oordeelen van veel nut en dienst voor deese Colonie Sullen Weesen, en blijven deselve met Seer diep en needrig Respect. (:onderstond:) Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb:r Heeren Uwel Edele Gestr: en E. Agtb:r Seer onderdanige dienaren (:was geteekent:) H.J. Prehn, Jan Hendrik Hop, J.H. Blanckenberg.’

Is om reedenen best gedagt dat met het nemen van eenig besluijt daarop voor als nog sal worden gesupercedeert.

Terwijl aan den anderen kant aan den Landbouwer Paul Keijzer, op desselfs in Schriptis gedaane versoek, qualificatie is verleend geworden om aan den Landbouwer Nicolaas Karstensz: te mogen transporteeren Seekere plaats in de Bottelerij geleegen gent: Hartenberg ; dewelke hij Keijzer voormaals vercogt hebbende aan den Vrijswart Aron van Ceijlon bij het overleijden van dien man, insolvént en het niet aanvaarden van desselfs nagelatenen Boedel door eenige amptenaaren of iemand anders, genoodsaakt is geweest om tot erlanginge van de daarop nog te goed hebbende Vier duijsend guldens ligt geld, weeder na Sig te neemen.

Hierna nog geleesen sijnde Seeker Request van den Burger Burgerd Van Dijk de Jonge, het wel bevonden is te weesen van den volgenden inhoude:

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorten van dien & &. Beneevens den E. Agtb:r Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heere en E. Agtb:re Heeren.’

‘Vertoont met Schuldige eerbied Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re needrige Dienaar Burgerd van Dijk dejonge, hoe den Suppl:t tot Sijn verwondering heeft gesien dat bij de Generale opneem Rolle Van de opgaaf der Burger effecten A:o Pass:o alhier geschied, den Suppl:t is bekend gesteld als 520: mudden Tarw gewonnen te hebben; en dewijl Sulx abusievelijk moet Sijn aangeteekent door dien in opregte Waarheijd betuijgd ter dier tijd maar Een hondert Twintig mudden Tarw opgegeeven te hebben, Soo wend hij Sig in alle onderdanigheijd tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:r met oogmoedig versoek dat Sulx mag geredresseert en van den Suppl:t geen meer thiende als van de voorseijde door hem opgegeevene 120: mudden afgetrocken werden. (:onderstond:) ‘t Welk doende &.’

Heeft men ter Sake dat het Wel bekend is dat dien man geen meer Tarw op sijn plaats heeft kunnen inougsten, als hij segt Anno Pass:o te hebben Opgegeeven, namentlijk 120. mudden, moeten besluijten dat het daar omtrent begane abuijs bij den opneem Rolle des voorleedenen Jaars, daar het behoord sal worden geredresseert, invoegen hij Burgerd van Dijk geen meer Thiendens aan d’ E. Comp:e sal behoeven te betaalen als voor de voorseijde door hem opgegeevene 120: mudden Coorn.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 123, pp. 176-183.

Sondagh den {17450509} 9. Maij 1745.

’s Voormiddags na de Predikatie alle Present uijtgenomen den Heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn

Wierd door den Heer Gouverneur in Raade geproduceert Seekere missive door de Overheeden van het Schip de Voorsigtigheijd onder den 6. deeser Lopende maand maij uijt de Saldanhabaaij herwaarts geschreeven; waarbij deselve te kennen geeven, dat Weegens de Groote Swakheijd van haare Scheepelingen, van dewelke 58. op de reijse sijn overleeden en nu nog over de 100: Stux siek in de Cooij Leggen, mitsgaders ook dat Weinig drinkwater meer over hadden; op de voor deese Wal ontmoetene Stiltens en Variabele Winden genoodsaakt Waaren geworden om daags voor het afvaardigen van gemelden brief in gesegde Saldanhabaaij binnen te Loopen, voorts dat ook het ongeluk hebben gehad dat haare Focke Mast op den 3. Januarij deeses Jaars onder de Linie met mooij Weer in het rak is komen te breeken, en Soo Sij Seggen Overboord te vallen; Waardoor de groote Steng en kluijfhout gekraakt, mitsg:s beijde de Bramstengen neevens de Leijzeijlsspier en de voor Bramsz: rhaa midden door gebrooken geworden Sijn; met versoek wijders dat hun ten dienste van haare impotenten met den eersten van hier mogten toegesonden worden eenige medicamenten en Voorts geordonneert hoedanig door haarl: sal moeten gehandeld worden, met Seekere sig op hun Schip bevindende delinquant; naar Lectuur van welken brief het Welopgemelden Sijn Edele behaagde de Leeden des Raads, thans hiertoe expres geconvoceert Weesende, in Serieuse Overweeginge te geeven, Wat men teegenswoordig tot Reddinge van dat Schip, ten meesten Welweesen der E. Comp:e best Soude kunnen en dienen bij der hand te neemen, te Weeten of die kiel hierom ter bespaaringe niet alleen van den tijd denwelken Soo Sulx in de Saldanhabaaij word verrigt, met het Overvoeren van alles derwaarts Sal komen te verloopen, maar ook van het daaraan annex Sijnde groot Werk en Swaaren omslag, hier ter Rheede Soude dienen op te komen; dan Wel of het aan den anderen kant niet Wel Soo Raadsaam Soude Weesen, dat uijt oorsaake dat den bepaalden tijd bij onse Heeren en Meesteren binnen denwelken geen van haare Scheepen deese Tafelbaaij meer mogen frequenteeren over een dag à ses op handen sal sijn geschooten, en soo ook om den selven bodem in dit Winter Saijsoen aan geen gevaar ter deeser Rheede te exponeeren; dat van deese plaats aan dat Schip in de Saldanhabaaij , met eene der hier permanente hoekers dit doenelijk sijnde, Wierden toegesonden Soo veele Rondhouten en andere Equipage goederen meer als om het selve weeder in staat te stellen, sullen worden bevonden benodig te weesen; maar gemerkt uijt den inhoude van veelmaals gen:e brief soo duijdelijk niet komt te blijcken hoe het eijgentlijk met voorseijde Focke Mast is gesteld en of deselve niet nog wel somtijds soude kunnen worden gerepareert, gelijk het nog wel meer is gebeurd met masten van andere Scheepen dewelke omtrent het Rak gekraakt geweest Sijnde, de Top alleen boven het Wand sijn quijt geraakt; t’ Welk ten opsigte van geciteerde Schip de Voorsigtigheijd ook soo sijnde, het juijst Sulk een swaaren werk niet weesen soude, om alles wat dat daartoe soude worden vereijscht van hier na gedagte Baaij te senden en dien bodem aldaar dus volkomen te doen repareeren; Is derhalven voor den dienst der E. Comp:e nuttigst geoordeelt; dat met het neemen van een finaal besluijt op het bovengem:e soo lang sal worden gewagt tot men op dit alles de nodige elucidatiën sal hebben erlangt en dat men regt sal te weeten gekomen sijn wat goederen die kiel tot dies vokomene reparatie t’ Sij dat deselve van een nieuwe focke mast sal moeten voorsien, of dat de Sijne nog sal kunnen hersteld worden; Sal komen te benodigen en voorts of het een en het ander in de Saldanhabaaij te doen sal sijn en wat tijd naar gissinge daarmeede wel sal heen gaan; om het welk aan ons te berigten en Specifice op te geeven aan de Overheeden van dat Schip de Voorsigtigheijd soo aanstonts de nodige Ordres in Schriptis Sullen toegesonden worden; Terwijl Wijders nog verstaan is dat tot verquicking en geneesing der Sieken van gemelden bodem en verdere daarop bescheijdend manschappen, immediaat in het Wijdschip de Hoop Sullen afgescheept en daarmeede na de Saldanhabaaij afgesonden worden het volgende als

mitsg:s nog eenige Medicamenten en een goede quantiteijt groente, boven het welke en soo dikwils in deesen geciteerde Scheeps Overheeden nog sullen worden geordonneerd met het eerste van daar herwaarts te ruggekomende vaartuijg den voorwaarts gementioneerden delinquant met de Stucken ten Sijnen Laste ingewonnen hier aan de Caab op te senden.

Laatstelijk op de gedane betuijging aan den Heer Gouverneur bij den Eerw:e Predikant Rutger Andreas Weerman op het aanweesend Schip het Huijs ten Duijne bescheijden, dat wel geneegen soude weesen tot Waarneeminge van desselfs beroep, ter deeser plaatse van Sijnen bodem te verblijven, goedgedagt dat Sijn Eerw:e navolgens de aan ons hiertoe verleende qualificatie bij den Hoog Edelen heere Gouverneur Generaal Gustaaf Willem van Imhoff aan deesen uijthoek, ten dienste van de kerk in het Swarte Land sal aangehouden worden.

Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 184-197.

Dingsdag den {17450511} 11: maij 1745:

’s namiddags alle Present.

Na dat met aandagt geleesen waaren geworden de op heeden met het Schip Leijden hier aangebragte bijlagen, relatie hebbende tot het herwaarts aangeschreevene bij haar Wel Edele hoog Agtb:r de heeren Seventhienen onder den [....] der Jongst afgeweekend maand november ten belange van het alhier aan de Caab gepasseerde met het nu in de Baaij Fals nog Leggende deenschip den koning van Deenmarken ; Sijnde komen te blijcken dat de klagten door de officieren van dien bodem bij missive aan de Directeuren van de Deense Oost-Indische Comp:e teegens dit Caabse Gouvernement gedaan, en daarna van Weegens Sijne Majesteijt den koning van Deenmarken voor haar Hoog Maj:s voortgebragt, op deese vier volgende hoofd Poincten uijtkomen als.

Eerstelijk dat aan deselve officieren bij hun komst ter deeser Caabse rheede op den 3. maij des voorleedenen jaars, hoe instantig deselve daarom quamente versoeken en ook verleegen waaren, Water en Verversingen Sijn geweijgert geworden, met ordre wijders aan desselve dat Sonder vertoef sig weeder na boord souden hebben te vervoegen, en met de eerste dienstige Wind van hier te vertrecken.

Ten tweeden dat door een Vaartuijg van het Land, het welk besijden hun Schip op de Wagt heeft geleegen, onder bedreijging van dit anders met geweld te Sullen afkeeren, was verhindert geworden, dat het Water het welk aan haarl: met de boot van het ter dier tijd meede in deese Tafelbaaij geleegen hebbende Deenschip Docquen was toegesonden, binnen het meergem:e Schip den Koning van Deenmarken wierd overgenomen.

Ten derden dat wanneer de officieren van die kiel, daags na hun komst hier aan de Wal met haare Chaloupen na boord te rugge keerden, hun onderweegen is ontmoet geworden een Schuijt van het Land, door dewelke aan deselve Wierd verbooden, sig aan boord van hun eijgen Schip te begeeven, invoegen dat als doen genoodsaake Sijn geweest na het geciteerd Schip Docquen te vaaren en daar te verblijven tot dat kort hierop door den Equipagiem:r deeser plaatse die Sig bij geval op deese Rheede bevond in deesen Ordre is gesteld.

En ten Laatsten bij herhaalinge der twee eerstgemelde Posten, dat hun niet alleen niets in het minste van Water of andere Verversingen hier van Land is vergund, maar ook dat aan niemand van hem Volk is gepermitteert geworden om sig hier aan die Wal te komen verfrissen, en voorts dat Sijl: geen de minste adsistentie van het meermaalsgen:e Schip Docquen hebbende kunnen erlangen, gedwongen Sijn geworden, om met den Weijnigen Voorraad van Vijfthien Leggers met Water die se maar nog overhadden en een Slegt gesteld Schip van deese Rheede in Zee te gaan.

Soo is na dat op dit alles aandagtelijk was gereflecteert geworden, verstaan, dat ter voldoeninge der in deesen opsigte gegeevene geeerde ordres bij onse Heeren en Meesteren, het volgende hierop in alle eerbied sal gereschribeert worden.

Het eerste Artikel deeser klagten aangaande, dat het waar is dat aan de officieren van dat Schip den Koning van Deenmarken bij arrivement in deese Tafelbaaij het versogte soo van Water als andere ververssingen is ontsegt met Ordre wijders aan dies Cap:tn dat hij sig neevens desselfs volk binnen boord houdende met de eerste dienstige Wind van deese Rheede soude hebben t’ Zeijl te gaan, en dat ook om te beletten dat van de in dien tijd in deese Tafelbaaij geleegen hebbende ‘s Comp:s Scheepen en ook van Land, iets aan voorseijden bodem soude worden toegevoerd, met een van ‘s Lands Vaartuijgen Sijnde geweest het Wijdschip de Hoop een klein galjoot ter Sijde van die kiel op de wagt heeft doen gaan Leggen.

Maarop het tweede en derde Poinct dat men conform de opregte Waarheijd niets anders seggen kan, dan alleen dat Wij tot op den ontfangst der nu overgekomene Papieren die Saak aangaande in het minste niet hebben geweeten dat door den gesaghebber van Soo eeven gemelde galjootje aan de Overheeden van geciteerde Schip den koning van Deenmarken Soude sijn belet geworden om uijt de hun op Sijde geleegen hebbende boot van het voorn:e Schip Docquen in hunnen bodem over te neemen, het aan deselve daarmeede toegesondene Water, en soo ook niet dat Se niet Souden mogen hebben te ruggekeeren na hun Schip, en dat haar Wel Edele Hoog Agtb:re sig verseekert sullen kunnen houden dat door ons omtrent het een en het ander aan dien gesaghebber in het geheel geen Ordre is gegeeven, Soo dat het aanhouden van de Schuijt dier officieren (: het ander geval door gesegde gesaghebber ontkent wordende dat Soude sijn geschied:) alleen bij misverstand moet ontstaan sijn; Soo als hier uijt blijkt dat dat abuijsje, gelijk die deenen bekennen verrigt te weesen, momentelijk geredresseert is.

En ten Laatsten op het Vierde of Laatsten Lidt der ingebragte klagten door meermaale gen:e officieren; op welkers eerste gedeelte dat Concerneert de aan haarl: gedaane Weijgering van Water en Ververssingen in het begin deeser bereijts het noodige is aangeteekent; nog maar alleen antwoorden; dat Wij bij het vertoeven van het deensschip den koning van Deenmarken in deese Tafelbaaij , Soo min van desselfs Slegte Constitutie hebben geweeten als dat het selve als toen nog maar vijfthien Leggers met Water Soude hebben overgehad, Welk Laatste ook onmogelijk konde worden gedagt de Waarheijd te Sijn van een Schip dat maar omtrent drie maanden of iets daarenboven onderweegen is geweest, uijt Ijrland tot aan deesen uijthoek, te meer dewijl uijt het daarna alhier gesegde door dies overheeden dat in het eerste niet van meeninge Waaren geweest om deese plaats aan te doen maar haare reijse direct voorttesetten, kan worden beslooten, dat sij daarvan voor de gantsche Voijagie Wel sijn voorsien geweest.

Dat dit alles een eenvoudig dog te gelijk waaragtig verhaal sijnde van het alhier gepasseerde met soo dikwilsgen:e deensschip word verhoopt soo men alleen uijtsondert de gedane ontsegging aan het Selve van Water en Ververssingen dat daaruijt aan wel opgem:e onse Heeren en Meesteren en alle onsijdige menschen ten vollen sal komen te blijcken, dat de Overheeden van die kiel ver van in haare andere klagten gefondeert te Sijn, deselve de feijten Waarop sij die gebouwd hebben, vergroot hebbende, alleen hebben gepretexteert om de Principaale Saak te agraveeren en deselve met de Leelijkste Coleuren des Waarelds afte maalen, maar nademaal het Wel soude kunnen weesen dat wij met het ontseggen van Water en Ververssingen aan dien bodem het niet al te Wel mogten begreepen hebben dat oversulx op het eerbiedigst sal worden versogt dat dit Soo Sijnde, het Selve niet qualijk geduijd maar in teegendeel bij haar Wel Edele hoog Agtb:re ten besten Sal mogen opgenomen Worden te meer om dat Sulx bij mistasting en een verkeerd begrip van Saaken is toegekomen, maar geensints uijt eenige Particuliere insigten of haat voor de Deens natie voor dewelke Wij alle mogelijke agting en Consideratie hebben, gelijk dit Soo dikwils is gebleeken omtrent haare Scheepen die van tijd tot tijd aan dit Gouvernement sijn aangeweest en altoos met de uijtterste Vriendelijkheijd ontfangen geworden; Soo als de officieren van het Schip den Koning van Deenmarken Sullen moeten bekennen, dat ook indiervoegen met haarl: is gehandelt na dat door bekomen Rampen na hun vertrek van deese Caabse Rheede genoodsaakt Sijn geweest in de Baaij Fals binnen te Loopen, en Wijders nog dat hun daar ter plaatse door den Heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel in het bijsonder alle mogelijke beleefdheeden en Gunsten Sijn beweesen, en voorts dat sij officieren hier aan de Caab bij alle geleegentheeden altijd op het vriendelijkste Sijn bejeegend en getracteert geworden.

En belangende het verdere gerequireerde bij onse Heeren en Meesteren namentlijk of den heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn aan deese deensse officieren heeft voorgeleesen de Ordres bij haar Wel Edele Hoog Agtb:re gegeeven ten Subjecte der deensse en Sweedse Scheepen na China gaande of van daar koomende; dat hierop van Weegens Welopgemelde Sijn Edele mitsg:s de Heer fiscaal Van Oudshoorn tot beeter elucidatie deeser Saak en hoe sig alles daar omtrent heeft toegedraagen, sal worden geantwoord het volgende als.

Dat hij Gouverneur sig bij de komst ter deeser Caabse Rheede van voorseijden Deensen bodem neevens den Heer Secunde Rijk Tulbagh gevallig bevindende op seekere plaats een uurtje gaans van dit Casteel geleegen gen:e het Ronde Bosje , om bij te Woonen de Vendutie die als doen aldaar Wierd gehouden van de hofsteede van haar Ed:s Respective Vader en Schoon Vader wijlen d’ E. Johannes Swellengrebel door hem Gouverneur op het aan denselven daar ter plaatse gedane Rapport, dat het gesegd Schip den Koning van Deenmarken was gedestineerd na China een briefje aan gedagten heer Van Oudshoorn is geschreeven, geweest Sijnde na beste geheugenis van deesen onderstaande inhoude te Weeten.

Dat dewijl de geEerde ordres der Hoog Edele Heeren Seventhienen quamen te dicteeren dat Sodanige Scheepen als de gemelde nergens in India op ‘s Comp:s Comptoiren met eenige gerieffelijkheeden Souden mogen worden geadsisteerd hij Fiscaal Oversulx aan de overheeden van dien bodem soude hebben aan te seggen dat men hun hier terplaatse niet konde admitteeren of ergens meede helpen en dat dienvolgende met de eerste dienstige Wind van hier Souden moeten Weggaan.

Dat hij fiscaal op den ontfangst van dien brief bij hem heeft Laaten komen de officieren van dat deensschip en desselve in Generale termen gesegd dat hun haar versoek om met Water en Ververssingen te mogen worden voorsien, niet kunnende toegestaan Worden, Sijl: voorts met de Eerste geleegentheijd deese Rheede souden moeten verlaaten en in Zee steeken, daar sij in het eerst niet na Willende luijsteren maar hoe langer hoe meer insteerende dat hun het eevengemelde mogt volgen, schoon geduurig betuijgd dat sulx in desselfs magt niet was, hij Fiscaal eijndelijk om van deselve te kunnen worden ontslaagen genoodsaakt is geweest, die deense officieren het voormelde briefje voor te Leesen; waarbij Laatstelik ten nadere blijcke van de gesimuleerde wijse van handelingen van deselve officieren aan haar Wel Edele Hoog Agtb:en nog sal worden voorgedragen, hoe onwaaragtig het is, gelijk sij het egter met quaadaardigheijd komen te Seggen, dat wanneer hier aan Land sijn gekomen nog den Gouverneur nog niemand der Raads Leeden aanhanden maar alle buijten op het Land Waaren, gemerkt behalven den heer Gouverneur en den Heer Secunde, dewelke soo als even is verhaald, d’ gementioneerde vendutie bijwoonden, en misschien nog het een of het ander Lidt van den Raad dat men teegenswoordig niet soo positief Weeten of seggen kan, alle de andere Leeden van deese Regeering en onder deselve meede den heer Independ:t fiscaal Pieter Reede van Oudtshoorn ter dier tijd of in dit Casteel of in haare huijsen aan de Caab present Sijn geweest; welk Staaltje dan in Sig Selfs Wel opgemerkt meer als Suffiçant is om aan te toonen wat men van deese deense officieren en haare Passieuse klagten moet denken.

Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 198-201.

Maandag den {17450517} 17: maij 1745:

’s Voormiddags extra ordinaire Vergaderinge, alle Present.

Als nu ingekomen sijnde het nader berigt van de overheeden van het in de Saldanhabaaij vertoevende Schip de Voorsigtigheijd noopende de gesteldheijd haarer focke mast; waarbij komt te blijcken dat deselve niet kan gerepareert maar dat dien bodem noodwendig van een nieuwe sal moeten voorsien Worden; t’ welk door den Baas der Scheeps Timmerlieden Barend van Dockum nu uijt gemelde Baaij herwaarts te rugge gekomen, ook Word bevestigd; soo is na dat hierbij soo door den Equipagiemeester deeser plaatse Jacobus Möller als bij den gesegden Baas van Dockum was betuijgd geworden, dat voorsz: hier te maakene Fockemast neevens de verdere Rondhouten, dewelke die kiel tot remplaceering der geener die bij t’ breeken van meergen:e focke mast Sijn gebrooken of gekraakt, komt te benodigen, sonder groote moeijte met den hoeker de Brak van deese plaats na voorsz: Saldanhabaaij Sullende kunnen worden vervoerd, voorts deselve mast aldaar in dien bodem ten minsten met Soo Veel gemack als in deese Tafel-Baaij sal sijn te setten; bij verdere aanmerkingen dat het met die kiel ter Sijner gesegde Legplaats dus weeder in staat te doen stellen, geen of weijnig meerder tijd sal heen Loopen, dan soo wanneer men deselve hierom in deese Tafelbaaij liet opkomen, en dat bovensdien hier door nog Souden worden voorgekomen alle de gevaaren, waaraan dien bodem in dit Winter Saijsoen op deese Caabse Rheede komende te Leggen Soude kunnen Weesen geëxponeert; hierom voorden dienst der E. Comp:e en ten meesten Welweesen van dat Schip de Voorsigtigheijd raadsaamste geoordeeld, dat men de reparatiën die daaraan moeten worden gedaan, invoegen als eeven is gemeld in de Saldanhabaaij sal laaten geschieden en dat om geen tijd te Laaten verloren gaan; maar die kiel in teegendeel dus des te spoediger in staat van reijs Vorderinge te kunnen stellen, aan deselve intusschen dat de geciteerde Rondhouten met haar toebehooren in gereetheijd Sullen worden gebragt met den hoeker de Brak behalven het bereijts daarvan Weggesondene met het Wijd Schip de Hoop , nog vooraf met den eersten van hier sullen worden toegeschikt desselfs drinkwater mitsg:s ook de nodige Provisiën soo van Potspijs als andersints en Caabse Wijn tot consumptie geduurende de Voijagie.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 202-205.

Maandag den {17450524} 24: maij 1745:

’s Namiddags alle Present uijt genomen den Edelen heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel en den E. Equipagiemeester

Jacobus Möller alsthans in de Baaij Fals geoccupeert weesende.

Het Deensschip de Koninginne van Deenmarken het Welk op den 8. februarij deeser Jaars van Coppenhagen vertrocken en naar Trancquebaar mitsg:s Canton in China gedestineerd is; heeden kort na de middag in deese Tafelbaaij Sijnde koomen te arriveeren; om volgens het voorgeeven van dies overheeden, ter ordre van de directeurs van de Deense Oost-Indische Comp:e, alhier Over te neemen, een gedeelte van het volk van het in de Baaij Fals vertoevende deensschip den Koning van Deenmarken , mitsgaders ook de Sig in die kiel bevindende Contanten, bij aldien dit Laatste door een ander Schip dat een maand voor haarl: uijt deenmarken in Zee is geloopen om deselve hier te komen afhaalen nog niet mogt Weesen verrigt en Welke Contanten Sijl: betuijgen thans vermits het Wegblijven van dien bodem meede te Sullen neemen, in Soo ver deselve met gevoeggelijkheijd en Sonder hierdoor in het voortsetten haarer reijse merkelijk te worden verlet, uijt de Baaij Fals herwaarts kunnen aangebragt worden; geliefden den heer Secunde Rijk Tulbagh, bij absentie van den Edelen heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel, bij het voordragen van dit alles, de Leeden des Raads wijders in Serieuse Overweeginge te geeven of soo ter dier oorsake als ook om dat over het niet admitteeren in den voorleedenen Jaare alhier van het bovengen:e Schip den Koning van Deenmarken , van weegens Sijne Deense Majesteijt bereijts swaare klagten aan haar Hoog Moogende Synde gedaan, men Wanneer nu met deesen bodem weeder op Sulx een voet wierd gehandeld, niet anders als verdere en meerdere moeijelijkheeden diesweegens soude hebben te verwagten, het dan niet best soude sijn dat tot voorkominge van dien en van andere animositeijten, aan gesegde Schip de Koninginne van Deenmarken teegenwoordig het genot van Water en ververssingen wierd vergunt; in Vertrouwen dat alschoon sulx teegens de geEerde Ordres onser Heeren en Meesteren komt aante Loopen, deselve ons Sulx egter om de geallegueerde Reedenen voor ditmaal niet qualijk sullen gelieven afte neemen; Waarover met aandagt geraadpleegt Weesende, is voor den dienst der E. Comp:e best en Raadsaamst geoordeeld, dat men het een en het ander aan dat Schip sal toestaan.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 206-210.

Vrijdag den {17450528} 28: may 1745:

’s Voormiddags alles present.

Geliefden den Heer Gouverneur in Raade te Produceeren seekere verclaaring door de Overheeden van het in de Baaij Fals vertoevende Retourschip Vlissingen weegens den toestand waarin sig dien bodem thans is bevindende, in de volgende bewoordingen verleend, als.

Wij ondergeteekendens Huijbert Thibout Schipper, Jan Kakelaar Opperstuurman, Jan de La Fooije onderstuurman, Abraham Struijk en Pieter Waaijer de la Rue derdewaaks, Hendrik Rooseboom bootsman, Harmen Peeks Schieman, Christiaan Rets Constapel, en Abraham de Waker Opper timmerman, alle in die qualiteijten op het Retourschip Vlissingen bescheijden, verclaaren ter Requisitie van den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinair van India en Gouverneur van Cabo de Goede Hoop met den Ressorte van dien &., dat het onmoogelijk is alhier meer nieuwe Planken (: als tot nu toe reets is geschied:) op de dubbelhuijd te brengen in de plaats van de geene die geduurende dè herwaarts reijs daarvan Sijn afgesprongen, als te diep onder Water Sijnde, of dien bodem soude daarom geheel moeten ontlost Worden, als wanneer het egter te besien soude staan of men daar nog Wel bij Soude kunnen koomen; en dewijl het Schip voor het overige niet alleen hegt en sterk maar ook volkomen digt is, maaken Wij ondertegeek: oversulx geen de minste swarigheijd om met dien bodem sodanig als deselve Sig thans bevind, gerustelijk van deese plaats naar het Vaderland te vertrecken (:onderstond:) Actum In ‘t Schip Vlissingen leggende geankert in de Simons Baaij den 22: maij 1745: (: was geteekt:) H:k Thibout, J. Kakelaar, J.D. LaVoije, Abraham Struijk, P: W: de La Rue, Hendrik Roosenboom, Harmen Peeks, Christiaan Ritsz, Abraham de Waker.

Welk Schriftuur met aandagt geleesen en daaruijt sijnde komen te blijcken, eensdeels dat de defecten dewelke Sig aan de dubbelhuijd van dat Schip hebben bevonden, voor soo ver sulx is te doen geweest na behooren gerepareert Weesende; het geen dat daar aan nog soude moeten Worden gedaan; vermits het diep onder Water is, niet soude sijn Werkstellig te maaken of dien bodem Soude hierom op Sijde moeten gehaald en dienvolgens in het geheel onlost Worden; als wanneer het nog te besien Soude Weesen of men dan nog Wel Soude kunnen bijkomen, en ten anderen dat de overheeden van die kiel ter sake dat dit hun Schip voor het overige niet alleen hegt en Sterk maar ook volkome digt is, geen de minste Swaarigheijd maaken om daarmeede haare reijse van hier na het Vaderland voort te setten; heeft men na dat bij den e. Equipagiem:r Jacobus Möller ook was betuijgd geworden dat Sulx met gerustheijd konde geschieden, voor den dienst der E. Comp:e best geoordeelt te Weesen, dat dat Schip Vlissingen ter dier oorsake alhier niet opgehouden maar sodanig als het Selve Sig thans bevind met den eersten na het Vaderland sal Voortgesonden Worden.

Soo als Wijders op de in Schriptis ingebragte klagten door voormelde Scheeps overheeden teegens den bootsman van hun Schip, nog goedgedagt is, dat tot voorkoming van alle Wanordres die uijt het gedoente van die man op die kiel geduurende de aanstaande Voijagie Souden kunnen ontstaan; voor te komen, dat denselven daarvan Sal geligt en hierna op een der eerst hier aankomende Retour Scheepen geplaatst Worden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 211-218.

Dingsdag den {17450601} Eersten Junij 1745:

’s Voormiddags alle Present uijtgenomen d’ E. Cornelis Eelders bij indispositie

Weegens dat om het ingeschootene Winter Saijsoen als nu, en soo ook niet voor het aanstaande jaar, meerder Retourscheepen ter deeser Caabse Rheede Sijn te verwagten; met dewelke de hier overgebleevene seven en dertig kassen met Thee, uijt de op dit na Neederland versondene Laading uijt het afgelegde Schip Guntersteijn ; meede van deese plaats, derwaarts souden kunnen Worden afgescheept, en dat al Was ‘t dat de nu nog in de Baaij Fals te gemoed gesien wordende Retourscheepen, deselve souden kunnen inneemen dat egter seer onseeker blijft, men egter niet Soude durven bestaan om die Cassen, met Waagens derwaarts te senden, ter sake dat deselve de swakst gesteldste weesende, die sig in voorn:e Schip Guntersteijn hebben gevonden en hierom tot op het Laatste hier sijn aangehouden geworden, het te vreesen soude Weesen dat se alle door het Swaare Schudden der Waagens om de moeijlijkheijd van de Weg, in duijgen souden komen te vallen; Is dit alles overwoogen Sijnde tot Voorkoming van het bederf waaraan die Thee bij een Langer blijven Leggen ter deeser plaatse soude kunnen Weesen geëxponeert; voor den dienst des E. Comp:e best gedagt dat men alle de voormelde kassen met Thee met de eerste geleegentheijd in het openbaar sal laaten Vercoopen, te meer dewijl word vertrouwd dat die Thee als dan hier ter plaatse ten minsten soo veel sal rendeeren als in het Vaderland.

Vervolgens wierd door den heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh, met bijgevoegd versoek dat daarop na behooren mogt worden gedisponeert in vergaderinge geproduceert de onderstaande Memorie als,

‘Memorie van de nabesz: Tabaks pijpen, Lijn olij, graauwe Moppen, ijser, en diversse andere goederen meer uijt de onderstaande Scheepen, soo gebrooken bij namate als bij Peijling minder bevonden gelijk te Sien is bij de Verclaaringen van gecommitteerdens als hier annex namentlijk.’


uijt 't Schip d' Eendragt .
afschrijven { 9 3/4 grossen Lange Tabakspijpen, op 50: grossen bij t' openen van een kas L:a P: gebrooken bevonden.
7 1/2 d:o korte Tabakspijpen op 50: grossen bij t' openen van een kas L:a Q gebrooken bevonden.
56: Cann:n Lijn Olij, sijnde het minder bevonden in 't nameeten van de flessen, alsoo deselve doorgaans niet meer en hielden dan 14: mutsjes ieder fles, en de Factuur reekent de gem:e 40: kelders op een quantiteijt van 896: Cannen sijnde 14 14/15 mutsje ieder fles.
uijt t' Schip Spanderswout
vercoopen { 8330. P:s graauwe moppen op 20000. P:s soo aan Stucken en brocken als te kort als
  3500 P:s sijnde 7000, p:s halve
  4830. soo aan Stucken, en brocken als te kort.
afschrijven { 468 lb gesort: IJser, op 25000. lb bij naweeging te kort bevonden.
1: Blad Waagenschot van 1. d:m op 40. p:s minder ontfangen.
vercoopen { 9. P:s Coornschoppen op 150 p:s bij t' openen van 2. Cassen gebrooken bevonden.
afschrijven { 42. d:o Pijpeduijgen op 2440. p:s te kort bevonden.
uijt t' Schip d' Anna
afschrijven { 179. lb Roedt op 1000. lb bij t' openen van 3. Vaten, bij naweeging te kort bevonden.
4. Vaten Theer tot t' opvullen van 36. vaten verbruijkt.
15 2/10 Cann:e Wijn tint op 2. half aamen bij pijling minder bevonden Sijnde 1 van 3. en 1. van 4. d:m wan.
26 4/10. d:o olijven olij op 5 half amen bij pijling minder bevonden Synde 3. van 2. 1/2. en 2 van 3. d:m wan geweest.
10. P:s Pijpeduijgen, op 2440. p:s te min ontfangen.
uijt 't Schip 'T Huijs te Spijk .
afschrijven { 95 lb Spaanse Zeep, bij t' naweegen van 3000 lb te min ontfangen.
uijt 't Schip de Standvastigheijd
Vercoopen { 31. P:s gonnij:s op 1000. p:s ten eenemaal verrot bevonden.

uijt 't Schip d' Eendragt .
afschrijven { 9 3/4 grossen Lange Tabakspijpen, op 50: grossen bij t' openen van een kas L:a P: gebrooken bevonden.
7 1/2 d:o korte Tabakspijpen op 50: grossen bij t' openen van een kas L:a Q gebrooken bevonden.
56: Cann:n Lijn Olij, sijnde het minder bevonden in 't nameeten van de flessen, alsoo deselve doorgaans niet meer en hielden dan 14: mutsjes ieder fles, en de Factuur reekent de gem:e 40: kelders op een quantiteijt van 896: Cannen sijnde 14 14/15 mutsje ieder fles.
uijt t' Schip Spanderswout
vercoopen { 8330. P:s graauwe moppen op 20000. P:s soo aan Stucken en brocken als te kort als
  3500 P:s sijnde 7000, p:s halve
  4830. soo aan Stucken, en brocken als te kort.
afschrijven { 468 lb gesort: IJser, op 25000. lb bij naweeging te kort bevonden.
1: Blad Waagenschot van 1. d:m op 40. p:s minder ontfangen.
vercoopen { 9. P:s Coornschoppen op 150 p:s bij t' openen van 2. Cassen gebrooken bevonden.
afschrijven { 42. d:o Pijpeduijgen op 2440. p:s te kort bevonden.
uijt t' Schip d' Anna
afschrijven { 179. lb Roedt op 1000. lb bij t' openen van 3. Vaten, bij naweeging te kort bevonden.
4. Vaten Theer tot t' opvullen van 36. vaten verbruijkt.
15 2/10 Cann:e Wijn tint op 2. half aamen bij pijling minder bevonden Sijnde 1 van 3. en 1. van 4. d:m wan.
26 4/10. d:o olijven olij op 5 half amen bij pijling minder bevonden Synde 3. van 2. 1/2. en 2 van 3. d:m wan geweest.
10. P:s Pijpeduijgen, op 2440. p:s te min ontfangen.
uijt 't Schip 'T Huijs te Spijk .
afschrijven { 95 lb Spaanse Zeep, bij t' naweegen van 3000 lb te min ontfangen.
uijt 't Schip de Standvastigheijd
Vercoopen { 31. P:s gonnij:s op 1000. p:s ten eenemaal verrot bevonden.

’(: onderstond:)’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop Pr:mo Junij 1745 (:was geteekent:)’

‘R. Tulbagh.’

Na Welkers Lectuure en resumptie verstaan is, dat met de daarbij geannoteerde te kort gekomene, gebrookene en bedurvene goederen sodanig sal moeten worden gehandelt als in margine van dat Schriftuur staat aangehaald.

Sijnde wijders nog goedgevonden dat de duijzend carolij guldens Jaarlijx waarvoor den Wijn Verlaater Jan Serrurier sig verbonden heeft de Wijnen deeser ingeseetenen te Sullen bereijden, voor dit tweede Jaar van desselfs verband, aan hem sullen moeten worden betaald uijt de Cas van de buijten Coloniën, ende Sulx onder sodanige Conditiën als die gestipuleerd staan bij Resolutie van den 4: aug.s des voorleeden Jaars.

Hier na is nog geleesen het Rapport van Kerkenraade deeses plaatse, noopende de Examinatie, gedaan aan den Persoon van Alexander de Cok sijnde vervat in de volgende bewoordingen.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur aan Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &&&, beneevens den. E. Agtb: Politicquen Raadt deeses Gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E.E. Agtb:re Heeren.’

‘In opvolging van het geappostilleerde bij Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb:re op Seeker Request door den Burger Alexander de Cok gepresenteert, tendeerende Versoek om alhier School te moogen houden, hebben W’ na gedaan ondersoek bevonden dat dien Persoon niet alleen een Lidtmaat der Waare gereformeerde kerk is, maar ook goede bequaamheeden besit, om de jeugd in de gronden van den Godsdienst, als meede in het Schrijven, Cijferen, Leesen, Singen enz: te kunnen onderwijsen, en dienvolgens in staat is, om tot het Schoolhouden toegelaaten te kunnen werden.’

‘Waarmeede gedenkende aan de geEerde Intentie van Uwe Wel Edele Gestr: en E., Agtb:re te hebben voldaan, Soo. Laaten W’ deesen dienen voor Eerbiedig Rapport. (:onderstond:) Cabo de Goede Hoop den 1. Junji 1745: uijt naam van kerkenraade alhier (:Was geteekent:) A.V. Schoor. Scriba.’

Waarop gearresteerd is dat aan den selven Alexander de Cok het Schoolhouden sal worden gepermitteert.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 219-222.

Donderdag den. {17450603} 3. Junij 1745.

’s Voormiddags alle present.

Door de overheeden van het op gisteren bij het Robben Eijlandt ten Ancker gekomene Retourschip d’ Hoop , bij seekere missive soo aanstonts met een Schuijt van deselve ontfangen; te kunnen gegeeven sijnde dat se genoodsaakt sijn geweest, het Ancker aldaar te laaten vallen, eensdeels om dat Weegens de langduurigheijd van de reijse weijnig Water meer in het Schip hadden; en ten anderen ter Sake dat den daarop gecommandeert hebbende Cap:tn Luijtenant Jan Van Schutterop op de reijse overleeden, en den Opper Luijtenant Dirk Verduijn al van den beginne van de Voijagie, mitsgaders den p:l Opperstuurman Matthijs Ekenberg seedert een Week à Vier buijten staat om dienst te kunnen doen geweest sijnde, het voor den p:l gesaghebber Leendert de Bruijn en d: Onderstuurman Jan Mulder onmogelijk was om het langer te kunnen uijthouden en voorts om dat meest alle haare Scheepelinge sig aan de Scheurbuijk onpasselijk bevonden en ook bereijts Seventhien dooden hadden; Is ter Consideratie van dit alles en ook om dien bodem spoedig van daar ter Geordonneerde plaats te kunnen krijgen, op dat denselven dus met de Overige aldaar Leggende Retourscheepen desgelijx Gecombineert na Neederland mogt reijsvorderen; best geoordeelt dat de Overheeden van dat Retourschip d’ Hoop Soo aanstonts sullen worden geordonneert dat se sonder vertoef soo de geleegentheijd sulx maar eenigsints sal willen toelaaten van Voorz: Robben Eijland na de Baaij Fals onder Zeijl Sullen hebben te gaan, en dat wijders om deselve daartoe des te beeter in Staat te stellen, aan haarl: ook momentelijk Sal Worden toegesonden een onderstuurman van het Schip het Huijs te Persijn , die Sig hier aan de Caab komt te bevinden, neevens Twintig Coppen uijt het hospitaal dewelke gedestineerd sijn om met laatstgen:e kiel na Batavia over te vaaren, mitsgaders Wijders nog, behalven Twintig Leggers met drink Water en een d:o met Caabse Wijn, ook een Partij Ververssingen soo van groente als brood en Erweten en Boonen voor dies Manschappen.

Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd, In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 223-242.

Dingsdag den {17450622} 22. Junij 1745.

‘S voormiddags alle present

Den Heer gouverneur als nu herwaarts gereverteert sijnde uijt de Baij Fals , alwaar den Selven Sig ter Spoediger afvaardiging der aldaar nog Leggende en bereijts vertrockene, soo uijtkoomende als retour Scheepen heeft begeeven, en eenigen tijd opgehouden; geliefden welopgemelde sijn Edele bij deese geleegentheijd, weegens deese en geene van desselfs verrigtingen ter dier plaatse het volgende ter aanteijkeninge, de Leeden des raads te Communiceeren Als

Dat vermits gesegde retour Scheepen soo tot remplaceeringe der daar op overleedene, als andersints, een goed aantal manschappen quaamen te Benoodigen, hij bij deese Tegenswoordige Schaarsheijd van volk voor den dienst der E Comp:e best en raadsaamst hadde geoordeelt om met bewilliging van de overheeden van het in voorm:e Baaij Fals vertoevende Schip den Coning van Deenmarcken , agt en twintig van haare Scheepelingen in dienst aan te neemen, als een onderstuurman met ƒ16:- en seven en twintig mattroosen a ƒ10:- ter maand, dewelke hier op neevens nog vier mattroosen die van het Jongst van deese Caabse rheede vertrockene, deensschip d’ Princes Charlotta Amelia Sijn agteruijt gezeijlt en meede in dienst aangenoomen a ƒ9:- p: m:d; op voorn:e retour Scheepen, namaate dat elk derselve hierom verlegen is geweest, Sijn verdeelt en geplaatst.

Dat den Capt:n Luijtenant op het retour Schip de Hoop Jan van Schutterop op de reijse overleeden, en door den Scheepsraad van dien boodem met voorkennisse en adsistentie van den Schipper op de Batavier Marten Den Breems tot gesaghebber op die kiel in steede van den over Leedene aangestelt weesende den daar meede van Batavia vertrockene opperstuurman Leendert de Bruijn, met voorbij gaan van den daar op als Tweede Schipper bescheijdene Adam Roos mitsgrs: den Eersten Luijtenant Dirk verduijn, hij gouverneur bij resumptie den resolutie binnen dat Schip d’ Hoop , hier over op den 18: maart passato genomen, en thans in raade geleesen, best hadde gedagt soo om de daarbij, hun voor gegeeven wordende redenen, als om de Cortheijd des tijds, daar omtrent geen verandering te maaken maar die Saak Soo te Laaten als bij gesegde Resolutie ter needer gesteld word gevonden.

Dat sijn Edele, wijders aan de onderstaande persoonen ter Saake van haare Indispositie op hun versoek heeft toegestaan van de retour Scheepen d’ Hoop en de Batavier tot nadere Scheeps geLegentheijd hier te moogen verblijven Te weeten

En eijndelijk dat het retour Schip vlissingen wederom met wat buskruijt tot Supplement van dat geen het welk het Selve daar van Seedert desselfs eerste afvaardiging uijt meergemelde baij Fals nog heeft verbruijkt, soo tot bedanking den Salueerende Scheepen die ondertusschen aldaar Sijn gearriveert en ook vertrocken als om de wagte af te Schieten, noodwendig hebbende moeten worden voorsien, Sijn Edele bij overweeginge, dat Sulk een brandbaare Stoffe van hier derwaarts niet soude hebben kunnen worden overgebragt, Sonder groot bekommering en aan gevaar voor ongeluk geExponeert te blijven; hierom ten behoeve van dat Schip Vlissingen uijt de uijt Coomende Scheepen Harten Lust en Schoon auwen hadde doen Ligten vier hondert of uijt Elk Schip twee hondert lb buskruijt mitsgrs:e ook nog om de na gekoomene retour Scheepen d’ Hoop en d’ Oplettentheijd des te eerder in staat van reijsvorderinge te kunnen stellen uijt Schonauwen en Harten Lust voor de Oplettentheijd 1 p:s focke of groote wandt, mitsgrs: een p:s groote Steng of bezaans wand, en voorts ten behoeve van d’ hoop uijt gesegde Schip Schonauwen nog Seven hondert lbs hartbrood,

Alle het welke als wel gedaan aangemerkt Sijnde, is wijders bij deese occasie op het te kennen geeven bij wel opgem:e heer gouverneur dat den posthouder in geciteerde baij fals den Sergiant Justinus Plas, om Sig bij het vertoeven van ‘s Comp:s Scheepen in deselfde baij des te beeter en voor al van het gemeen volk te doen gehoorsaamen en ook in staat te weesen alle de onordentelijkheeden die door de selve bij gebrek van ontsag voor een man die niet meer representeert aldaar in tusschen worden gepleegt, noodwendig met een hooger qualiteijt diende begunstige te worden; te meer dewijl den selven door het vlijtig waarneemen van desselfs dienst en het genoegen dat hij daar inne komt te geeven, Sulx wel meriteert; den selven Justinus Plas ter dien oorsaake bevordert tot vaandrig met ƒ40: ter maand onder een nieuw drie Jaarig verband na het eijndigen van desselfs Loopende, eerst Cours neemende dog egter op de nadere approbatie onsen heeren en Meesteren.

Na dat nogmaals met behoorelijke aandagt was geresumeert geworden, het geagt aan Schijvens van haar wel Edele, Groot Agtb:re de heeren van de hooge Indiaasse regering van den 31: december des voorledenen Jaars, hetwelk met het soo dikwils gen: Schip d’ hoop ons ten Eeren aan handen is gekoomen, is best gedagt; dan men Sig ten opsigte van het daar bij aangehaalde, noopende de Fortificatie werken en de Moulje alhier Sullende gedraagen aan het dies aangaande geadviseerde bij onse ootmoedige Letteren van den 10: april Jonstl:; voorts op de verdere poincten dewelke eenige rescriptie koomen te ver Eijschen, het volgende in alle eerbied sal antwoorden Als.

Dat al schoon het niet presumptief is dat een vijand hier aankoomende, Soude willen tenteeren om op de Stranden aan de noordkant alhier te landen, ter Saake vande moeijlikheijd die ‘er is om daarbij te kunnen koomen weegens de Stijlte van die Stranden en de aldaar geduurig gaande hooge Zeën, des niet ‘te min in opvolginge van het ge Eerd bevel van haar hoog Edelens, een Corp:s dragonders sal worden geschikt en gedesigneerd, om bij een gevreesde aankomst of aannaadering van een vijand daar ter plaatse post te gaan vatten en op al het aldaar voorvallende agt te geeven.

Dat ook al over lang of in den Jaare 1734. Sulke Signalen van allarm tot waarschouwinge voor de buijten woonende menschen, Sijn beraamt geweest, als bij wel opgem:e haar wel Edele grootagtb: word voorgedraagen dat souden dienen te worden in Train gebragt, dog dat nademaal in Latere tijden bij een nadere, naauwkeurige ondersoek was koomen te blijcken, dat deselve Zeijnen tot berijkinge van het voorgestelde oogmerk geensints konden dienen, hier op na dat diesweegens was ingenoomen geworden het advijs den officieren van deese burgerrij en Land-militie, in onse vergaderinge van den 14: maart 1741, andere, die men vermijnt in tijd van noodt, veel efficaser en van beeter effect te sullen weesen, sijn geformeert dewelke aan gedagte hooge Indiaasse regeringe neevens onse eerbiedige Letteren van den 20: maij van dat Jaar toegesonden Sijnde; nu nogmaals in Copia sullen over geschikt worden.

Vorders ten opsigte der ter stigtene kerken alhier in het Swart Land en in het land van Waveren ; dat de materialen hier toe noodig, dewelke ter deeser plaatse te bekoomen Sijn geweest, over eenigen tijd voor het grootste gedeelte bij een gebragt en ook gereguleert weesende, wat door elk den Landbouwers onder die twee gemeijntens gehoorende, tot Constructie dier kerken, vorders sal moeten aangereeden, en ook bijgezet worden, soo aan slaven als andersints, evensulx hier meede over Lang een begin soude sijn gemaakt en dat werk gevolggelijk bereijts ver hebben kunnen worden voortgeset, ten waare men bij gebrek van het houtwerk dat van buijten met ‘s Comp:s Scheepen hier moet worden aangebragt, tot dato deeses hier inne niet was verhindert geworden; onder tusschen dat door het plaatsen bij die twee gemeijntens, mitsgrs: ook dieper in het Land bij het soogenaamde grootvadersbosch , van bequaame krankbesoekers, soo tot het waarneemen van hunnen bijsonderen dienst, als ook met eene aldaar School te houden, gelijk men de Eer heeft gehad hetselve aan haar Hoog Edelens bij sommige onser voorgaande te adviseeren; van onsen kant, tot voortsettinge van het Laatst is gedaan, alles wat in ons vermoogen is geweest; invoegen nu maar alleen vande wil der daar omtrent woonende menschen afhangt, om soo veel de Constitutie deesen Landen Sulx komt toe te Laaten, haare kinderen ter plaatsen voormeld te School te senden, en die aldaar te doen onderwijsen.

Dat gelijk met de Scheepen in het Laatst van het gepasseerde mitsgrs: in het begin van dit jaar van hier na batavia vertrocken, Sijn afgescheept 361 Lasten Tarw. 55 d:o Erweeten en 12 d:o boonen, men desgelijx niet manqueeren sal, met de Eerste Scheepen die na het afloopen van de winter, weeder ter deeser Caabse rheede sullen te voorschijn koomen, na maate dat in deselve ruijmte daar toe sal kunnen worden gevonden, weederom soo veel van die graan en na Batavia te senden als hier ter plaatse bij een sal kunnen verzaamelt worden, dat in opsigte van de Tarw nog in eene redelijke quantiteijt sal kunnen bestaan daar in tegendeel van de Erweeten voor dat den ougst der geenen die bereijts in de grond sijn gebragt, sal sijn geschied, niet met al meer sal kunnen worden afgesonden; als sijnde alles dat men van dies Laatste gewasch heeft kunnen magtig worden, al van hier afgescheept, en of behalven de afgegescheepte 12: Lasten boonen nog iets van belang daar van dit Jaar van deese plaats sal kunnen afgaan dat hier aan eenigsints word getwijffelt, ten aansien nu weijnig meer van die graanen in ‘s Comp: maguazijnen alhier in voorraad gevonden wordende, aan den anderen kant, de Landbouwers met het aanbrengen derselve koomen agterblijven, hetzij om dat den ougst daar van niet soo opulent is geweest als door die menschen in het Eerst wel is opgegeeven of wel dat zij geen kans sien om in dit regenagtig en ruw Saijsoen iets meer van deselve ver uijt het Land, / :daar dog de voorsz: boonen meest worden ingesamelt:/ ten deesen Casteele aan te reijden; bij het voordraagen van het welke nog verstaan is dat wel opgemelde heeren van de Hooge Indiaasse regering, op het Eerbiedigst sullen worden bedankt soo weegens het stellen van den prijs van den Tarw op den ouden voet van ƒ8: de mudden, als ook ten belange van haare genoomene gunstige besluijt ten wel weesen der Land Lieden alhier, namentlijk van geen verminderinge meer te maaken op de hier te lande ingeougst wordende Erweeten en boonen.

Dat voorthaan in naarkominge van haare ge Eerde ordres, bij onse Jaarlijxe afgaande brieven sullende worden aangehaalt de lasten en winsten die in een rond Jaar hier ter plaatse sullen koomen te vallen, men wijders niet mancqueeren sal, Schultpligtig op tevolgen het verdere geordonneerde soo ten belange van het niet al te Ligt Senden van vaartuijgen na Scheepen inde mond van de baij fals ten anker koomende als omtrent het finaalijk te disponeeren op de hier tekort of bedurven aangebragt wordende goederen uijt India, en het te geld maaken der geener denselve die nog maar eenigsints vendibel sullen worden bevonden; soo als ook wijders in het vervolg, geen buskruijt meer, uijt de hier aanlandende Patriaasse Schepen sal worden geligt, en voorts: met de Eerste geleegentheijd een bequaame persoon aangestelt om waarteneemen het Secretaris ampt in de ver afgeleegene districten ende sulx in sulken voegen als het word aanbevoolen, mitsdrs: nog ten Laatste dat niet alleen door den Land-drost Pieter Lourensz: sal worden geappelleert aan den E: achtb: raad van Justitie des Casteels Batavia van de Sententie ter deeser plaatse geveld tegens den burger Marthinus Spangenberg, maar dat men ook dien man neevens de origineele Stucken ten Sijnen Laste ingewonnen met den Eersten van hier na Batavia sal oversenden, en dat bij verdere voorvallende Saaken van die natuur, in het toekoomende op dien voet altijd sal behandelt worden.

Laatstelijk is ter oorsaake dat den tijd der verpagting van ‘s Lands gemeene middelen en Inkomsten wederom begint aan te naderen, verstaan dat men dies weegens belietten sal doen affigeeren, soo ende in diervoegen als Sulx in den voorLeedenen Jaare is geschied.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 243-247.

Donderdag den {17450708} 8. Julij 1745:

’s Voormiddags alle Present uijtgenomen den E: Coopman en Winkelier Cornelis Eelders bij indispositie.

Naar resumptie van de nominatie, dewelke in opvolginge van het diesweegens gearresteerde in Vergaderinge van den 20: der Laatst afgeweekene maand April, nu Jongst is gedaan door den Eerw:e Predicant François Le Sueur met ende beneevens de gemeijnte in het Swart Land ; heeft men sig de daarbij gedane electie van Pieter Venter en Gerrit Olivier tot ouderlingen; en soo meede nominatie van Jan Laubser en Floris Smit tot diaconen in Voorsz: gemeijnte laaten welgevallen.

Op het gedane Versoek door seekere Oosterse Vrouwspersoon die seijde haare naam te weesen Raijadita mitsgaders van den Javaan gen:t volgens sijn seggen Saïda, welke beijde als gevolgelingen of dienaren van den geweesenen Caddoes regent Manko Joeda, met het Schip de Hoop hier van Batavia sijn aangeland, om thans vermits geseijden Manko Joeda op de herwaarts reijse is komen te overlijden, van deese na geciteerde Indiaasse hoofdplaatse te moogen te rugge keeren; Is best gedagt dat dit versoek bij ons eerst af te gaane Schrijvens aan de Heeren van de Hooge Indiaasse Regeering eerbiedig sal voorgedraagen, en haar Wel Edele Groot Agtb:re geeerde ordre hier omtrent versogt worden; en dat men ondertusschen aan die twee persoonen tot hun bestaan het ordinaire randsoen dat gemeenlijk aan het gevolg van diergelijke gequalificeerde bannelingen gegeeven word, sal laaten verstrecken.

Maar aangaande het nu in Schriptis gedaan wordende versoek door eenen Jan Jurriaan Wolk, die dit Jaar met het Schip Akerendam als tweeden Schipper van Batavia ter deeser plaatse gekomen sijnde, permissie heeft gekreegen, om onder afgesz: gagie alhier te moogen verblijven, namentllijk om bij bequame geleegentheijd met desselfs alhier getrouwde huijsvrouw insgelijx na batavia te moogen reverteeren; Is verstaan het selve voorsoo veel ons sulx aangaat van de hand te wijsen dog dat aan hem sal worden toegestaan om des van sints sijnde een eerbiedig versoekschrift tot obtineering van dien onder ‘s Comp:s Papieren aan haar Hoog Edelens tot Batavia te moogen oversenden.

Sijnde wijders op het hierom in Schriptis gedaane versoek bij den minderjaarigen Johannes Dempers en het daarbij gevoegde getuijgschrift van weesmeesteren deeserplaatse weegens desselfs goedgedrag; aan denselven Dempers Væniam Ætatis verleend.

Laatstelijk heeft den Heer Hoofd-Administrateur Rijk Tulbagh om daarop dispositie te moogen erlangen in Raade Overgegeeven d’ onderstaande memorie.

‘Memorie van de nabesz: Leijfeijgenen in de drie Jongst gepasseerde maanden door de natuurlijke dood overleeden ‘t Vee in gemelte tijd Soo verrekt als door t’ Wild gedierte vernield alles volgens Secretariale Verclaaringen hier annex, namentlijk.’

‘Volgens geannexeerde Reecq:g van den opsiender van ‘s Comp:s Slaven Logie en Secretariale Verclaaring sijn in de maanden, maart, April en maij deeses Jaars van ‘s Comp:s Leijfeijgenen door de natuurlijke dood Overleeden.’

‘En volgens bijgevoegde Reecq:g van den Landdrost gesterkt met Secretariale Verclaaringen sijn in bovengem:e tijd soo verrekt als vernield.’

’(:onderstond:)’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop 8. Julij 1745’

’(:was geteekent:) R. Tulbagh’

Welken aangaande gearresteerd is dat de daar bij vermelde gestorvene ‘s Comp:s Slaven en banditen mitsgaders verrekte beestiaalen bij de negotie Boeken deeses gouvernements sullen moeten afgeschreeven worden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 248-255.

Dingsdag den {17450720} 20: Julij 1745.

‘S voormiddags alle present uijtgenomen d’ E. Coopman en Winkelier Cornelis Eelders bij indispositie.

Nademaal om de opregtinge der twee nieuwe Kerken in het Land van Waveren en in het Swart Land , het ten hoogsten noodig is dat een verdeeling gemaakt en voorts gereguleert en vastgesteld word, welke districten hier te Lande, voortaan soo onder die twee als de overige hier sijnde kerken sullen gehooren; op dat een ijgelijk deeser inwoonderen hier door kunnende koomen te weeten, onder welke dier kerken Sijl: in het bijsonder sullen Sorteeren, dus mogten worden voorgekomen alle de Verschillen en Verwarringen dewelke andersints ten deesen opsigte bij gebrek van een ordentelijk en duijdelijk reglement Souden kunnen komen te ontstaan; en dat dit heijlsaam Werk door niemand beeter en met meer gevoeggelijkheijd tot een goed eijnde sal kunnen worden gebragt, dan door Kerkenraade deeser plaatse en eenige daarbij gevoegde Leeden uijt de andere kerkelijke Collegien ten platten Lande, is derhalven best gedagt dat men dit in dier voegen sal laaten geschieden, en voorts nog beslooten dat de voorsz: Persoonen tot verrigtinge van dien sullen moeten vaceeren en hier aan de Caab bij eenkoomen op Maandag den 30:st der aanstaande maand Augustus des voormiddags ten neegen uuren, Sijnde vervolgens tot het bijwoonen deeser bij eenkomst en om met den Kerkenraade deeser plaatse het bovengemelde te Reguleeren, uijt Kerkenraade aan Draakensteijn , in het Land van Waveren en in het Swart Land uijtgekoosen d’ Eerw:e Predikanten Salomon van Egten, Arnoldus Mauritius Meijering en Rutgert Andreas W eerman, mitsgaders nog uijt elk dier gemeijntens een ouderling, en Wijders uijt den Stellenboschen kerkenraade vermits het overlijden van den Predikant aldaar meede een ouderling met nog een Lid uijt dat Collegie, des sal hiervan aan alle de Voormelde Kerkenraade tot hun narigt in deesen, bij missive kennisse gegeeven Worden.

Hierna geleesen sijnde seeker Schriftuur bij den Eerw:e Kerkenraade hier aan de Caab in de volgende bewoordingen gepresenteert.

Aan den WelEdelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India en Gouverneur aan Cabo de Goede Hoop met den Ressorte van dien & & &. Beneevens den E. Agtb:re Politicquen Raade deeses gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb:re Heeren.’

‘Den Kerkenraad deeser plaatse, onder Welduijding van Uwe Wel Edele gestr: en E. Agtb:re, op den 5: der presente maand Julij geresolveert hebbende, om dewijl de kerkelijke Consistorie thans voltooijt en in gereetheijd is gebragt geworden, voortaan niet alleen indeselve ‘t Sacrament des H. Avondmaals onses Heeren Jesu Christi uijt te deelen, maar ook aldaar haare Vergaderinge Stiptelijk d’ eerste Maandag van ijder maand, ‘s voormiddags ten neegen uuren, na ‘t Luijden der Clok van de kerk, te houden, Soo is ‘t dat kerkenraad Voormelt sig is wendende tot Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb:re met eerbiedig Versoek dat het van Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb:re welbehaagen mag sijn, op het een en ander derselver approbatie te verleenen en wijders te Accordeeren dat Billietten moogen Werden geaffigeert, ten eijnde een ijgelijk daarbij Weegens dit houden hunner kerkelijke Vergaaderinge voor het toekoomende, kennis mag gegeeven Werden. (:onder Stond:) ‘T Welk doende &. Uijt naam van kerken-raade bovengem:t (:was geteekent:) A.V: Schoor Scriba. (:in margine:) Cabo de Goede Hoop den 20: Julij 1745:’

Heeft men Sig het daarbij voorgestelde in alle dies deelen Laaten Welgevallen, en dienvolgens gearresteert dat bij affixie van Billietten aan alle ende een ijder sal worden bekend gemaakt, dat haar Eerw:e in het vervolg haare Vergaderinge in Sulker Voegen als in dat geschrift ter needer gesteld Word gevonden, sullen moeten houden in de nieuwe gemaakt kerkelijke Consistorie.

Terwijl wijders bij overweeging dat de nood Vereischt, dat de Weegen en Straaten binnen dit Vlek op nieuws vermaakt en verbeeterd Worden, verstaan is dat Sulx Wederom op Sodanige Wijse sal moeten geschieden als de hier omtrent gestelde Ordres bij Resolutie van den 3. novemb:r des jaars 1739. het selve komen meede te brengen, en dat de als doen hierover geaffigeerde billietten sullen gerenoveert en nogmaals alomme aangeplakt Worden.

Vervolgens behaagde het den Heer Gouverneur de Leedes des Raads te Communiceeren dat onaangesien alle de daartoe aangewend wordende vlijt en moeijte het des niettemin met de geneesinge der sieken en impotenten van het in de Baaij Fals Leggende Schip Vreeland niet alleen seer langsaam voortgaat, maar ook dat de geene derselver die onderwijl sijn bijgekomen nog soo swak sijn gesteld, dat se sig voor als nog buijten staat bevinden om haaren dienst aanboord te kunnen presteeren, gelijk dit nader quamte blijcken bij de nu in Raade geleesene Brieven, dewelke hier over door den Schipper van dien bodem en den Posthouder in voorn:e Baaij Fals herwaarts sijn geschreeven; weshalven heeft men soo hierom als ter Saake dat alschoon onder de verbleevene manschappen ten deesen hospitaale van sommige der laatst hier gepasseerde scheepen wel soo veel en meer herstelde Persoonen worden gevonden als tot remplaceering der voorseijde impotenten benoodigt sijn, egter daarvan moet afgesien worden, uijt hoofde dat de kisten en bagage dier menschen behalven den tijd die daartoe noodig soude weesen, en waardoor oversulx niet veel tijd soude meede uijtgewonnen worden nog niet als seer beswaarlijk en met te ruggesetting van al het ander werk in dit gouvernement door het emploijeeren daartoe van alle ‘s Comp:s waagens van deese plaats na de Baaij fals souden kunnen worden overgevoert, moeten besluijten dat met het afsenden van dikwilsgen:e Schip Vreeland nog een Weijnig sal ingesien worden.

Op het te kennen geeven bij Christina Diemer Wed: Wijlen den Burgerraad Frederik Russouw dat wanneer het aan deese Regeering mogt behaagen om aan haar in de Baaij Fals bij de Simons Baaij in eijgendom te geeven een Stuk huijs erf en Thuijn Land, sij als dan aldaar alles soo van gebouwen als andersints in gereetheijd soude doen brengen dat eenigermaaten soude kunnen Strecken tot gerief en gemak der Scheepelingen vande ter dierplaatse aankomende ‘s Comp:s Scheepen dewelke bij haar souden willen komen huijsvesten; Is bij Overweeging van het groote nut dat hier uijt voor gedagte menschen sal komen te resulteeren, gearresteert dat aan deselve Wed: Russouw het voorsz: Stuk huijs erf en Thuijn Land ten eijnde als gemeld in eijgendom sal gegeeven en aan haar hiervan een behoorelijke erfbrief verleent worden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 256-259.

Dingsdag den {17450810} 10: aug:s 1745.

‘S Voormiddags, alle present uijtgenoomen den heer Cap:tn Rudolf Sigfried Alleman bij Occupatie.

Heeft den Heer oppercoopman en Hoof Administrateur Rijk Tulbagh, met versoek van daarop dispositie te moogen erlangen, in Raade geproduceert d’ onderstaande memorie.

‘Memorie van de nabesz: tabacq en Foelij, bij t’ openen van diversse Cassen en een soekel, in ‘t Negotie Pakhuijs tekort, als meede eenige goederen, geduurende dit Boekjaar, bij diversse Administrateurs onbequaam en onbruijkbaar bevonden gelijk te sien is, bij de verklaaringen van Gecommitt:s hier annex, namentlijk.’


In 't Negotie Pakhuijs.
afschrijven { 388: b: Tabak bij 't naweegen van 240. Rollen in 8. Cassen gemerkt L:a R. p:r Guntersteijn in maij 1741. aangebragt, te kort bevonden.
vercoopen { 3. P:s dubb: Cassemb: Chitsen } onbequaam
1: d:o Sur:s Chitsen
1: d:o Enk: Cassemb:e Chitsen
1: d:o br: bl: Tutucor:e Guinees
4: d:o Chiavonnijs
afschrijven { 1: Soekel Foelij p:r 't Schip 't Fortuijn A:o Pass:o aangebragt moet weegen volgens aanreekening netto 154: lb
Dog op de Factuur is egter met eenen ter needer gesteld dat deselve bruto maar komt te Weegen 137. lb:
Sijnde bij naweeging teegenwoordig bevonden bruto 133 d:o
Tarra 21 d:o
  112 d:o
  Oversulx volgens aanreekening te kort 42: lb
In 't Dispens.
vercoopen { 5: P:s halve Leggers onbequaam.
In de Wijnkelder.
vercoopen { 2 vaaten Lams } suur
1 vat Delfs Bier
In 't Hospitaal
vercoopen { 9. P:s Tinne gangbeckens
2 d:o d:o klisteerspuijten
1 d:o d:o Waterfles.
2 d:o Copere Staartpannen.
1: Coopere Vijsel } onbequaam
1: Glase Mortier
1: keulse kan
10: haire Trom Seeven in Soort.
In 't Huijs van d' Ed: Heer Gouverneur
vercoopen { 2: P:s Coopere Blaakers } onbequaam
1: d:o Vijsel en Stamper
13: d:o Tafelmessen
In 's Comp:s Stal.
vercoopen { 6: P:r Stiegbeugels } onbequaam.
4: d:o Paardestangen

In 't Negotie Pakhuijs.
afschrijven { 388: b: Tabak bij 't naweegen van 240. Rollen in 8. Cassen gemerkt L:a R. p:r Guntersteijn in maij 1741. aangebragt, te kort bevonden.
vercoopen { 3. P:s dubb: Cassemb: Chitsen } onbequaam
1: d:o Sur:s Chitsen
1: d:o Enk: Cassemb:e Chitsen
1: d:o br: bl: Tutucor:e Guinees
4: d:o Chiavonnijs
afschrijven { 1: Soekel Foelij p:r 't Schip 't Fortuijn A:o Pass:o aangebragt moet weegen volgens aanreekening netto 154: lb
Dog op de Factuur is egter met eenen ter needer gesteld dat deselve bruto maar komt te Weegen 137. lb:
Sijnde bij naweeging teegenwoordig bevonden bruto 133 d:o
Tarra 21 d:o
  112 d:o
  Oversulx volgens aanreekening te kort 42: lb
In 't Dispens.
vercoopen { 5: P:s halve Leggers onbequaam.
In de Wijnkelder.
vercoopen { 2 vaaten Lams } suur
1 vat Delfs Bier
In 't Hospitaal
vercoopen { 9. P:s Tinne gangbeckens
2 d:o d:o klisteerspuijten
1 d:o d:o Waterfles.
2 d:o Copere Staartpannen.
1: Coopere Vijsel } onbequaam
1: Glase Mortier
1: keulse kan
10: haire Trom Seeven in Soort.
In 't Huijs van d' Ed: Heer Gouverneur
vercoopen { 2: P:s Coopere Blaakers } onbequaam
1: d:o Vijsel en Stamper
13: d:o Tafelmessen
In 's Comp:s Stal.
vercoopen { 6: P:r Stiegbeugels } onbequaam.
4: d:o Paardestangen

’(:onderstond:)’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 10: aug:s 1745’

’(:Was geteekent R. Tulbagh.’

En is na dies resumptie verstaan dat met de daarbij vermelde te kort gekomene en bedurvene Goederen, sodanig sal moeten worden gehandelt als in margine van dat Schriftuur ter needer gesteld word gevonden.

Hierna is aan eene Christiaan Frederik Hop en desselfs Suster Maria Hop, op hun met haaren Vaders bewilling thans daartoe in Scriptis gedaan Wordende versoek Veniam Ætatis verleent.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 260-262.

Donderdag den {17450826} 26. aug:s 1745.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen den E. Coopman en dispencier Nicolaas heijning bij indispositie.

Op het gedane versoek bij den Heer Philip Carteret Commandeerende de ter deeser Rheede Leggende Engelsche Oorlogscheepen Harwich en Winchester , dat aan sijn E. alhier voor Contant mogten bijgeset Worden sodanige Rondhouten met haar toebehooren, als worden vereijscht tot het opmaaken van een nieuwe groote mast en een d:o Steng ten dienste van gedagte Schip harwich dat de sijne door een swaare donderslag in Zee heeft verlooren, mitsgaders ook van de Overheeden van het aanweesend Engelsch Compagnies Schip Roijal George , om ter oorsaake dat in Engeland een, en in deese Tafelbaaij twee Swaare touwen hebben verlooren; met een nieuwe Touw, mits betaalende, meede te moogen worden voorsien, is bij Overweeginge dat die twee kielen het gerequireerde noodwendig hebben moeten, en dat het Selve sonder ongerief ter deeser plaatse sal kunnen Worden gemist, verstaan, dat men het een en het ander aan gesegde Scheepen met een Capitaal advans soo als het gebruijkelijk is voor d’ E. Comp:e sal laaten verstrecken.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 263-271.

Dingsdag den {17450831} 31. Aug:s 1745.

’s Voormiddags alle present.

Ter saake dat d’ E. Comp:e seer verleegen is om plaats tot berginge der Wijnen tot haare consumptie noodig, heeft men om hier uijt te kunnen geraaken, moet besluijt dat de Kelder van den Coopman en Negotie Overdrager Abraham Decker, ten eijnde als gemelt sal worden ingehuurt teegens een somma van Twaalf Rijxd:s maandelijks.

Sijnde ook den Eerw:e Kerkenraade deeser plaatse gevolmagtigt om aan die in het Land van Waveren , soo veel gelderen sonder intrest te moogen Leenen als geciteerden kerkenraade tot den Verderen opbouw van haare kerk sal komen te benodigen.

Voorts is ter opvolginge van het geEerd bevel van haar Hoog Edelens tot Batavia vervat bij missive van den 31: December des voorleedenen jaars, tot Secretaris van de Colonie in de verre afgeleegene districten op dien voet soo als sulx gereguleert is ten belange van den Secretaris van Stellenbosch en Draakensteijn , gevordert den Boekhouder Willem Bosman : Inmiddels dat bij deese geleegentheijd op de form van de regeeringe jongst in die Contreijen opgeregt nader gelet en te gelijk gebleeken sijnde, dat het ten alderhoogsten noodig is, dat ter Wegneeminge des inconveniënten en langwijligheeden, dewelke bij het afdoen der Saaken aldaar, soo in het Crimineel als in het burgerlijke dagelijx te vooren koomen en bij het vaststellen van die Magistratuure met geen mogelijkheijd hebben kunnen voorsien Worden; eenige Verschickingen en Veranderingen worden gemaakt, Soo wel ten opsigte van de Judicatuure en het ampt van den daar sijnde Adjunct Land drost Johannes Theophilus Rhenius als aangaande de magt en de Wijse van bestier van het Collegie van Heemraden ter dierplaatse, Is dienvolgens in opvolginge van dien en ook omdat word vertrouwd dat het Selve over eenkomen sal met de geEerde Intentie van de Hooge Indiaasse Regeeringe; eerstgesegden Adjunct Landdrost aangesteld tot Absolut Landdrost onafhankelijk van die van Stellenbosch en Draakensteijn , om dan indiervoegen de saaken sijn ampt betreffende, sodanig waar te neemen en uijt te voeren als door Laatstgen:e geschied, en Wijders noopende het Burgerlijke Bestier in die Verre afgeleegene Districten, nog het volgende als een rigtsnoer voor de Collegiën daar ginder gereguleert en vast gesteld, als.

Eerstelijk dat het Collegie van Heemraaden en Soo meede den Burger Krijgs Raad ter dier plaatse voortaan op Sig selfs en immediaat onder de Regeeringe alhier Sullende staan, deselve voorts onder het Præsidie van voorseijden Land drost Johannes Theophilus Rhenius op de gewoone tijden en ook Extraordinaire, als dier Leeden door denselven Landdrost bij een Worden geroepen, het Sij in desselfs huijs of op andere plaatsen na tijds geleegentheijd sullen moeten Vergaderen en alle de Voorkomende Saaken die tot hun departement gehooren, afdoen, soo ende in diervoegen als dit bij het Collegie van Landdrost en Heemraaden mitsgaders den Burger krijgs Raad van Stellenbosch en Draakensteijn word gedaan en gebruijkelijk is; soo dat de gemaakte Instructie voor deese Laatste ook voor d’ eerste tot een voorschrift om hun daarna in het behandelen der Saaken te rigten, sal moeten dienen.

Ten tweeden dat gelijk meergemelde Collegie van Heemraaden en Burger Krijgs Raad Landwaarts in, nu soo als gesegd is onder het Præsidie en aan haar hooft hebbende den Landdrost, Johannes Theophilus Rhenius, op sig selfs en afgescheijden van die van Stellenbosch en Draakensteijn sullen staan, deselve gevolgelijk ook haare bijsondere Cassa sullen moeten hebben, waarinne sullen moeten inkomen en ontfangen Worden sodanige impositiën, geregtigheeden en boetens, als tot dato deeses door de Persoonen onder de Jurisdictie van deese Nieuwe Magistratuure sorteerende, sijn betaald geworden in de Burger Colonie Cassa het sij van Stellenbosch of Draakensteijn , mits dat hier van goed boek en reecq:g gehouden mitsgaders van de inkomende Penningen te goed gemaakt en voldaan Worden, de onkosten tot onderhoud van haare Colonie benodigt en andere daar voorvallende.

Ten derden dat naar het Sluijten der Jaarlijxe reek:g van ontfangst en uijtgaaf den geciteerden Landdrost Rhenius met een afschrift van deselve en twee heemraaden, sal moeten komen en Adsisteeren in het Collegie van Landdrosten en Heemraaden van Stellenbosch en Draakensteijn , om dan met deselve de respective Cassa Reecq:g van haare bijsondere Coloniën en Districten na te sien en voorts gesamentlijk soo daar omtrent als aangaande andere Saaken, dewelke eenigsints eenige betreckinge hebben, tot het algemeen welweesen hier ten Platten Lande, sulke Schickingen te maaken, als Sijl: tot bevorderinge van het Selve bequaamst en nuttigst sullen komen te oordeelen.

En is eijndelijk nog gearresteert dat de Jurisdictie en Judicatuure van den Landdrost en heemraaden aan Stellenbosch en Draakensteijn sig sal uijstrecken als Volgt.

Over het geheele District van Stellenbosch aan deese kant van het gebergte en dan van de Hottentotshollands Cloof , naar de Tijgerhoek en van daar naar ‘t strand tot bij en aan de Soetendaals Valleij en soo voorts wederom opwaarts naar hottentots holland .

Nog over het District van Draakensteijn de vier en twintig Rivieren , mitsgaders de Picquet Bergen tot boven en onder de Oliphants Rivier met het Bockeveld aldaar.

Voorts ook over het Roode Sand en het Bockeveld in die Contreijen tot aan de Hexe Rivier , mitsgaders de Slangehoek en Goudine .

En ten Laatsten over al wat word gevonden tusschen de Slangehoek aan deese kant van de Breede Rivier , tot aan de keyzers Rivier alwaar de plaats van den Landbouwer Jacob Dieterichs Legt en van daar tot aan de francehoeksCloof .

Des sullen de Verdere districten en Contreijen hier te lande Soo verre die Staan onden de magt van d’ E. Comp:e, sorteeren en staan onder het resort en de Jurisdictie van den Landdrost en Heemraaden in de Verre afgeleegene Districten.

Hierna na behoorelijk Clocke geklep en uijtroepinge van den Boode getreeden sijnde tot de Publicqu Verpagting van ‘s Lands gemeene middelen en inkomsten deeses Gouvernements agtervolgens het hier over genomene Besluijt onder den 22. Junij Jongstl: en de daarop, op twee differente reijsen geaffigeerde Billietten, soo sijn deselve door de volgende Persoonen voor Sodanige prijsen ingemeijnd geworden als hier onder Staat uijtgedrukt te Weeten.

Het Moutbier
De Wed: Hans Jurgenhonk voor   ƒ1000:
 
Brandewijnen
1: quart Michiel Pentz ƒ1700:
2: d:o Jochem Hubner d:o 1850:
3: d:o Jan Jurgen Schreuder d:o 1925:
4: d:o Michiel Pentz d:o 1600: d:o 7075:
 
Vaderlandsche Bieren en Wijnen
Michiel Pentz   d:o 2525:
 
Caabse Coele Wijnen
1: quart Jan Holst ƒ4325:
2: d:o Jochem Hubner d:o 4000:
3: d:o Abraham Lever d:o 4575:
4: d:o d:o d:o d:o 5150:
  18050:
Welke Laatstgen:de vier Perceelen van de Pagt der Caabse Coele Wijnen, vervolgens na den inhoude der Pagt Conditie in een generale massa weeder opgeveijlt en afgeslaagen Weesende sijn deselve ingemeijnd geworden door de Burgers Abraham Lever, Jan van der Swijn en Michiel Pentz invoegen deselve generale Pagters sijn gebleeven der voormelde Caabse Coele Wijnen voor een somma van d:o 23350:
 
Caabse wijnen enz: aan het Ronde Bosje en in de Baaij Fals .
Jan Munnik   d:o 1250:
 
Caabse wijnen aan Stellenbosch en Draakensteijn
Jurgen Smal   d:o 200:
Sodat de geheele Pagtpenn:e bedragen   ƒ35400:
Het Moutbier
De Wed: Hans Jurgenhonk voor   ƒ1000:
 
Brandewijnen
1: quart Michiel Pentz ƒ1700:
2: d:o Jochem Hubner d:o 1850:
3: d:o Jan Jurgen Schreuder d:o 1925:
4: d:o Michiel Pentz d:o 1600: d:o 7075:
 
Vaderlandsche Bieren en Wijnen
Michiel Pentz   d:o 2525:
 
Caabse Coele Wijnen
1: quart Jan Holst ƒ4325:
2: d:o Jochem Hubner d:o 4000:
3: d:o Abraham Lever d:o 4575:
4: d:o d:o d:o d:o 5150:
  18050:
Welke Laatstgen:de vier Perceelen van de Pagt der Caabse Coele Wijnen, vervolgens na den inhoude der Pagt Conditie in een generale massa weeder opgeveijlt en afgeslaagen Weesende sijn deselve ingemeijnd geworden door de Burgers Abraham Lever, Jan van der Swijn en Michiel Pentz invoegen deselve generale Pagters sijn gebleeven der voormelde Caabse Coele Wijnen voor een somma van d:o 23350:
 
Caabse wijnen enz: aan het Ronde Bosje en in de Baaij Fals .
Jan Munnik   d:o 1250:
 
Caabse wijnen aan Stellenbosch en Draakensteijn
Jurgen Smal   d:o 200:
Sodat de geheele Pagtpenn:e bedragen   ƒ35400:

Aldus Geresolveerd en uijtgevoerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 272-275.

Donderdag den {17450902} 2. Septb:r 1745.

‘S Voormiddags alle present.

Het Schip Polanen des nagts tusschen den 30 en 31. der even afgeweekene maand Augustus hier agter de Duijntjes aan de Waterplaats bijna in de Branding ten ancker sijnde gekomen, alwaar het selve onaangesien de aan hem van hier toegesondene adsistentie van boots en Schuijten om het schielijk opgekomene Swaar Weer in groot gevaar heeft moeten blijven Leggen tot heeden in den Vroegen MorgenStond; Wanneer die kiel bij de bedaaring der Zee, soo met Werpen, als buijten boegseeren met behulp van de aan deselve al op gisteren toegeschikte Schuijten en kleijne Vaartuijgen soo hier van Land als der ter deeser Rheede vertoevende Engelsche Scheepen; geluckig van daar af en vervolgens in deese Tafelbaaij behouden gebragt is, soo is op het voordraagen van den heer Gouverneur voor den dienst der E. Comp:e raadsaamst geoordeelt, en dienvolgens goedgedagt dat aan den Heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn sal worden en blijven gedemandeert, om op het naauwkeurigste te ondersoeken hoe het toegekomen is, dat dat Schip Polanen ter plaatse voormeld is ten ancker gekomen en of eenige versuijmen is of agteloosheijd daar omtrent plaats heeft gehad.

Terwijl aan den anderen kant nog verstaan is, dat aan het zeevarende volk der bovengen:e Engelsche Scheepen als een Erkentenisse voor de door haar beweesene hulp omtrent het afbrengen van dien bodem uijt ‘s Comp:s Kelder sal worden vereerd een Legger Caabse Wijn.

Laatstelijk heeft den Soldij Boekhouder David d’ Aillij in Raad vertoond de geslootene Boedel Reekeningen van Sodanige nalatenschappen als in het gepasseerde Boekjaar van verscheijde afgestorvene ‘s Comp:s dienaren onder desselfs administratie sijn gekomen, met bijgevoegd eerbiedig Versoek dat deselve mogten geagreeert Worden; t’ Welk na dat het daarneevens overgeleevert rapport der dienaren tot exacte Visitatie van dien gecommitteert geweest, met ende beneevens voorsz: BoedelReekeningen nader geëxamineert waaren geworden, is geschied.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 276-279.

Dingsdag den {17450907} 7. Septb: 1745.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen den E. Coopman en Pakhuijsmeester Christoffel Brand bij occupatie.

Heeden met behoorelijke Eerbied nader geleesen en geresumeert weesende, het met het aanweesend Schip Polanen ontfangen hoog geagt aanschrijvens van de Hoog Edele heeren Seventhienen van den 29: maart deeses Jaars; sijn in schuldige opvolginge van het Soo daarbij als bij Seeker Extract missive aan Generaal en Raaden van India gedateert den 17. novemb:r des jaars bevoorens geordonneerde van de militairen hier guarnisoen houdende, welkers getal in het vaderlands gefixeert ten minsten op 400: Coppen P:mo Plan twee Compagniën geformeert; en voorts op de aan ons hiertoe verleende qualificatie bij welopgem:e haar Wel Edele hoog Agtb:re de volgende Promotiën gedaan onder de officieren deeses Casteels, als

Den Vaandrig Frederik Rhenius aangesteld tot Capitain Lieutenant met de gagie van Lieutenant te weeten ƒ60. ter maand.

De vaandragers Jan Coenraad Warnecke en Wijnand Willem Muijs bijde tot Lieutenants meede met ƒ60. maandelijx en een Nieuw driejaarig Verband.

Mitsgaders wijders tot vervullinge van de hier door open gevallene Plaats weeder tot Vaandrig met ƒ40. ‘s maands gevordert den Adjudant Godfried Gerard Schenkelaar, in welkers plaatse als Adjudant en Drilmeester van dit guarnisoen men heeft doen optreeden den sergeant Daniël Penteling met een tractament van Dertig guldens maandelijx, beijde onder een nieuw verband van drie jaaren; in verwagtinge dat se hun alle als Wackere officieren gedraagende, d’ E. Comp:e bij alle geleegentheeden van haare persoonen de vereijschte diensten sal komen te erlangen en voorts dat dit alles onse Hoog Gebiedende Heeren en Meesteren niet onaangenaam sal mogen te vooren koomen; Des sal de eerste deeser nu geformeerde twee nieuwe Compagniën onder den heer Cap:tn Rudolph Sigfried Alleman de andere onder voormelte Capitain Lieutenant Frederik Rhenius, en over beijde staan den alhier uijt het vaderland verwagt wordende heer Majoor Isaäk Meijndershagen.

Sijnde nog gesegden heer Cap:tn Alleman op desselfs versoek, vermits dat sijn verbonden tijd is geexpireert en dat in het waarneemen van die Charge veel genoegen komt te geeven in gagie verhoogd tot hondert guldens ter maand onder een nieuw driejarig verband.

Terwijl Laatstelijk op het hierom in Schriptis ingediende versoek schrift, bij den Burger krijgs Raad deeser plaatse, aan deselve is toegestaan, om voortaan hun gewoone bij eenkomst op de eerste Woensdag in de maand te moogen houden, van het welke aan alle ende een iegelijk bij affixie van Billietten kennisse sal gegeeven worden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 280-291.

Donderdag den {17450916} 16: Septb: 1745.

Voormiddags alle Present, behalven d’ E. E:s Christoffel Brand en Josephus de Grandpreez den eersten bij occupatie en den anderen door Indispositie.

Heeft den Heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn weegens het door hem gedane ondersoek aangaande de saak van het Schip Polanen , het volgende vertoog met ‘t daartoe gehoorende Relaas van den Schipper Opper en onderstuurlieden van dien bodem ter Vergadering overgegeeven.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India en gouverneur aan Cabo de Goede Hoop met den Ressorte van dien, beneevens den E. Agtb: Politicquen Raadt.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb:en Heeren.’

‘Den ondergeteek: fiscaal Independent deeses Gouvernements, ingevolge het geresolveerde door Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb:en van den 2: deeser Lopende maand September, de officieren bescheijden op het Schip Polanen voor sig hebbende doen verschijnen, ten eijnde sig te inquireeren of ‘er eenig versuijm heeft plaats gehad, bij haarlieden ten anker komst agter de duijntjes des nagts tusschen den 30. en 31. aug:s bevoorens; heeft van deselve sodanige verklaaringen ingewonnen als den ondergeteek: d’ Eer heeft Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb:re hier neevens aan te bieden; En dewijl daaruijt volkomen blijkt dat sijl: aan dit geheele geval onschuldig sijn, en niets daarin versuijmt hebben, betuijgd den ondergeteek: geen actie teegens deselve te hebben, gedenkende dan ook hiermeede aan de geeerde Intentie van Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb:re te hebben voldaan /:onderstond:/ Overgegeeven in Raade van Politie den 16: Septb:r 1745: /:was geteekent:/ P. Reede van Oudshoorn.’

‘Relaas gegeeven ter Requisitie van den Heer Independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn door den Schipper Gijsbert Bonecamp den onderstuurman Jan van Cappelle en den derdewaak Harmanus Huijers alle in voorn:e qualiteijten op het aanweesende Schip Polanen bescheijden, sijnde het selve van deesen volgenden inhoud als,’

‘Dat de Relatanten op den 30: der gepasseerde maand Aug:s het Land van Africa des morgens in’t gesigt krijgende, des nademiddags omtrent 3. a 4. uuren met ‘t sien van’t Robben Eijland verkent sijn geraakt, de Wind van ‘t N.N.W. en N.W:t labbere Coelte deijnsige Lugt, boegden de Cours tusschen de Zuijdwal en het Robben Eijland na de Caabse Rheede nadat de Ankers en Touwen alvoorens klaar laagen. Des avonds en’s nagts de wind van’t N.N.W. en N.W: Labber en ook dood stil, met een holle Zee, hadden met sons ondergang de Leeuwe Bil 2 1/2 mijl Oost, en half Noord van ons, in de Platvoet setteden de schuijt uijt, om te boegseeren, vermits het dood stil was en een swaare Zee op de Wal Liep, hadden de diepte van 35: vaadem, deeden zeijnschooten voor’t Robben Eijland om te vuuren, het welke wij met het derde glas in de eerste wagt hebben gesien in’t N.N.O:t na de nagt gissing 1 1/2 mijl van ons, passeerden doen de dieptens van 35: tot 30., 26, 20, 19, 18, en 16. vaadem, waaromme genoodsaakt wierden met het 7. glas in de honde Wagt door de Continueele Stilte, en hooge Zee, dewijl de Schuijt geen dienst konde doen, en wij de hoek van de duijntjes nietteboven konden op de diepte van 15: vadem fijn graauw sand ten anker te koomen, bevindende wanneer gestrekt Laagen 10. vadem diepte, mitsgaders schoone Grond te hebben, setteden als doen de boot uijt en schooten het Werpgoed mitsgaders het Ancker daarin, om een Werp uijt te brengen na Zee, kreegen den volgenden morgen sijnde den 31. aug:s na dat eenige Schooten gedaan en de vlag in Schouw hadden Laaten Waaijen, twee Schuijten van de Wal die ons te hulp quamen om het werp in Zee te brengen, mitsgaders een Landsboot, waarin sig een Werp neevens 4. Caabel Touwen bevonden, haalden als doen met de boot het Tuij anker uijt, waar door wij voor twee Ankers en twee werpen gestrekt laagen, de wind van ‘t N: en N:NW. Steijve Bramseijls Coelte en een holle Zee; om welke reeden wij dien dag aldaar ten ancker moesten blijven leggen, tot des anderen daags morgens sijnde den 1: deeser, als wanneer met het afneemen van de Zee en het te hulpkomen van den Equipagiemeester neevens eenige Schuijten soo van de Wal als die van de Engelsche Scheepen, wij de Anckers geligt, en van de Wal geworpen hebben, mitsg:s vervolgens op de Rheede geseijlt Sijn, anders niet relateerende geeven de Comparanten voor Reedenen van Weetenschap als in den Text met Presentatie van dit haar gerelateerde ten allen tijden Sulx vereijscht Werdende, nader t’ sullen gestand doen.’

‘Aldus Gedaan en gepasseert aan Cabo de Goede Hoop den 8. Septb: 1745: voor d’ E.E:s Jacobus Mollër en David D’ Aillij Leeden uijt den E. Agtb:r Raad van Justitie des Casteels de Goede Hoop die de minute deeses beneevens de relatanten ende mij Secret: meede behoorlijk hebben onderteekent.’

‘Recollement’

‘Compareerde voor ons ondergeteek: gecommitteerdens uijt den E: Agtb: Raad van Justitie des Casteels de Goede Hoop den Schipper Gijsbert Boonekamp Jan van Cappelle onderstuurman en derdewaak Harmanus Huijers dewelke dit haar gegeeven Relaas van woorde tot woorde klaar en duijdelijk voorgeleesen sijnde verclaarden daarbij volkoomen te Persisteeren, oversulx niet begeerende datter iets meer bijgevoegd ofte van gedaan werden sal.’

‘Aldus Gerecolleert aan Cabo de Goede Hoop den 9. Septb: 1745. voord’ E. E:s J:s Möller en D:d D’ Aillij Leeden uijt den E: Agtb: Raad van Justitie voorm:t die de minute deeses beneevens de Relatanten ende mij Secret:s meede behoorlijk hebben gesubscribeert.’

‘Compareerde ook meede voor ons ondergeteekende gecommitteerdens uijt den E: Agtb: Raad van Justitie deeses Gouvernements den opperstuurman Jacobus Sagwijn op het alhier aanweesende Schip Polanen bescheijden denwelken ter Requisitie van den heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn verklaarde sig ten vollen en in allen deelen met het voorenstaande Relaas te Confirmeeren, als behelsende de suijvere en opregte Waarheijd bereijd sijnde dit sijn gedeposeerde ten allen tijden sulx vereijscht werden de nader te sullen gestand doen.’

‘Aldus Gedaan en Gepasseert aan Cabo de Goede Hoop den 10. Sep 1745 voor d’ E.E:s J:s Möller en D:d D’ Aillij Leeden uijt meergem:e Raad, die de minute deeses beneevens den Comp:t ende mij Secret:s meede behoorlijk hebben onderteekent.’

‘Recollement’

‘Compareerde voor ons ondergeteek: gecommitteerdens uijt den E: Agtb: Raad van Justitie des Casteels de Goede Hoop, den opperstuurman Jacobus Sagwijn denwelken deese sijne gegeeven depositie van woorde tot woorde klaar en duijdelijk voorgeleesen Sijnde verclaarde daarbij volkoomen te persisteeren oversulx niet begeerende datter iets meer bijgevoegd ofte van gedaan werden sal,’

‘Aldus Gerecolleert aan Cabo de Goede Hoop den 11. Septb: 1745 voor d’ E. E:s J:s Moller en D:d D’ Aillij Leeden uijt meergementioneerden Raade die de minute deeses beneevens den Comp:t ende mij Secret:s meede behoorlijk hebben onderteekent. (:onderstond:) ‘T Welk ik getuijge (:was geteekent:) J:n F:k Tiemmendorf Secret:s’

Bij welk vertoog gem:e Heer Fiscaal komende te betuijgen geen actie teegens voornoemde Scheeps Overheeden te hebben of te kunnen institueeren, dewijl het geensints door eenig versuijm ofte agteloosheijd is toegekomen, dat sij met hun onderhebbend Schip des nagts tusschen den 30: en 31: der gepasseerde maand Augustus soo digt aan de Wal agter de duijntjes sijn ten ancker gekomen; derhalven sal hiervan met oversending der gedagte papieren in Copia, de vereijschte kennisse aan onse Heeren en Meesteren, mitsgaders ook aan de Hooge Indiasche Regeering tot Batavia gegeeven Worden.

Op het voordraagen van den heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh hoedanig men thans dat d’ E. Comp:e van geen bier is voorsien en de boeken deeses Comptoirs egter moeten geslooten Worden, met het uijtgeeven der gewoone jaarlijxe randsoenen soude dienen te handelen, namentlijk of men tot vereffening der selve boeken om dat de gëerde ordre der hooge Indiasche Regeeringe komt te dicteeren dat deselve Randsoenen van het eene Boekjaar in het andere niet sullen moogen overgebragt maar Jaarlijx moeten vereffent worden, in Steede van Vaderlandsche Bier, teegenswoordig Aracq, soo als bevoorens bij diergelijke geleegentheeden meermaalen geschied is, sal uijtgeeven, dan wel daarmeede supercedeeren tot dat de verwagt Werdende Bieren uijt het Vaderland alhier Sullen aangebragt sijn, dit Laatste om dat men teegenwoordig niet alleen niet al te ruijm van Aracq is voorsien maar ook Wel voornamentlijk ter Sake dat als de gedagte Randsoenen uijt die Sterke drank nu voldaan wierden, de gem:en bieren waarvan men boven den eijsch van A:o Pass:o nog een goed gedeelte van de voorjaarige petitio te Wagten heeft, hierna somtijds bij gebrek van debiet tot Schaade der E. Comp:en lange Soude kunnen blyven Leggen en dus aan bederf geëxponeert Worden: Is na overweeginge van dit alles voor den dienst der E. Compagnie best gedagt dat met het uijtgeeven der gesegde Randsoenen soo lange sal worden gewagt tot dat men de te gemoed gesien werdende Bieren uijt het Vaderland aan handen sal gekreegen hebben.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s Möller

[Signed:] Mij Present P:J: Slotsboo E:g:Clercq

C. 123, pp. 292-296.

Donderdag den {17450923} 23. Septb: 1745.

Voormiddaags alle present behalven den E. Jacobus Moller bij Occupatie.

Geliefden den heer Gouverneur te kennente geeven, dat dewijl seedert eenige Weijnige daagen al ruijm in de Twintig Persoonen soo mattroosen als Soldaaten in dit gouvernement bescheijden absent sijn geraakt, dewelke men moet vast stellen opde hierter Rheede Leggende Engelsche Scheepen te sullen weesen, gelijk sulx wel meer komt te geschieden; Sijn Edele der halven op gisteren ijmand bij den Engelschen Commandeur d’ Heer Philip Carteret hadde gesonden, om Sijn E te versoeken dat de goedheijd geliefde te hebben, te besorgen dat die absente manschappen op de gemelte Scheepen Weesende, weeder aan Land Wierden gebragt ende overgeleevert, en voorts ordre te stellen dat ‘er geen meer persoonen hier van de Wal op Sijn Scheepen wierden overgenoomen. Welk een en ander gedagten heer Commandeur ook hadde aangenomen te sullen doen, onder betuijginge egter dat hij niet wist datter Sodanige menschen op de onder hem gehoorende Scheepen waaren; voegende welopgem:e Heer Gouverneur wijders hier nog bij datter in de jongst gepasseerde nagt weeder ses man uijt dit guarnisoen sijn vermist, waarom Sijn Edele niet konde afsijn aande Leeden des Raads verders in Consideratie te geeven of het niet dienstig soude sijn, dat tot Weederkrijginge van alle die manschappen en tot Stuijtinge van dat quaad den eersten gesworen clercq verselt van twee Persoonen de Engelsche Taal verstaande, aan meergemelde heer Commandeur wierd gesonden om Sijn E. uijt naam van deese Regeeringe nogmaals het bovenstaande voor te draagen namentlijk dat de geene onser manschappen dewelke sig op gemelde Scheepen mogten komen te bevinden, weeder mogten overgegeeven en met eene belet werden datter geen meer Volk uijt dit guarnisoen daarop mogt geborgen worden, met bijvoeging dat men andersints genoodsaakt soude Weesen ten deesen opsigte voorsieningen te doen dewelke soo Wel aan ons als aan hem niet aangenaam Souden Sijn, hoewel men egter Vertrouwde dat gedagten heer Commandeur aan wien beneevens de verdere onder hem Sorteerende Scheepen alhier Soo veel Vriendschap en gerieffelijkheeden worden beweesen als men aan enige Bondgenooten soude kunnen doen aan het billijk versoek deeser Regeering wel soude voldoen, en deselve buijten verdere klagten hier omtrent houden; Welk een en ander overwoogen sijnde soo is goedgevonden om Sulx indiervoege te Laaten geschieden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 123, pp. 297-299.

Maandag den {17450927} 27: Septb: 1745:

’s Voormiddags alle present uijtgenomen den E: Coopman en Winkelier Cornelis Eelders bij Occupatie.

Naar Lectuure en resumptie van Seeker Versoekschrift door den Heer Commandeur Philip Carteret, en de verdere Capiteijnen der ter deeser Rheede leggende Engelsche Soo Oorlog als Comp:s Scheepen, aan deese Regeeringe in de Engelsche Taal gepresenteert; waarbij in Substantie komen te versoeken, dat Ordre mogt worden gesteld dat de bij haar hebbende Spaance matten dewelke Sijl: alhier tot afbetaalinge der door haar gemaakte onkosten moeten uijtgeeven, na haare behoorlijke valeur often minsten teegens neegen Schellingen het Stuk worden geaccepteert en ontfangen; Is best gedagt dat daarop voor Appostille sal gegeeven worden, dat nademaal de Spaance Matten in de algemeene handelinge alhier niet hooger ontfangen of uijtgegeeven Worden als teegens agt Schellingen het Stuk, deese Regeering oversulx deese ingeseetenen niet kan dwingen om deselve voor meerder geld of hooger in prijs aante neemen, als soo eeven is gesegd; dog dat aanden anderen kant aande Vertoonders gedefereert sal worden gelaaten om gedagte Spaance matten Sodanig te beneficeeren en uijttegeeven als met hun meesten intrest best sal over eenkomen, en Sijl: met deese inwoonderen Sullen kunnen accordeeren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 300-313.

Dingsdag den {17451005} 5: October 1745.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ Heer Rudolph Sigfried Alleman mitsgaders d’ E. E:s Cornelis Eelders en Jacobus Moller den Eersten en Laatsten weegens indispositie en den anderen bij occupatie.

De versoekschriften van den Pakhuijsmeester, Dispencier en keldermeester dienende om te moogen genieten de jaarlijxe afschrijvingen op sodanige goederen als doorhaarl: in het Jongst voorleedene Boekjaar sijn verstrekt geworden, op heeden door den heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh in Raade geproduceert geworden sijnde, met daarbij gevoegd versoek dat op dies inhoude na behooren mogt worden gedisponeert; Is na gehoudene raadpleeginge hierover gearresteerd, dat gedagten Heer Hoofd Administrateur sal sijn en blijven gequalificeert om de minderheeden in voorseijde requesten vermeld, als niet excedeerende, bij de Negotie Boeken deeses gouvernements te doen afschrijven Luijdende meergemelde Schriftuuren als volgt.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India mitsgaders gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien, beneevens den E. Agtb: Raad van Politie deeses gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren.’

‘Den ondergeteekenden Coopman en Pakhuijsmeester versoekt seer eerbiedig dat aan hem volgens gebruijk mag werden toegestaan, sodanige afschrijving als ‘er op de ondertenoemene goederen geduurende dit Boekjaar onvermeijdelijk sijn gevallen bestaande in’


Cramerijen
48. lb Aluijn op 957: lb } Sijnde 5: p:r C:to soo door indroogen verstuijven versleepen der Rotten en muijssen als het verstrecken bij 1: en 2. lb vermindert
7. d:o Leijm d:o 349. d:o
90. d:o Stijfsel d:o 1798 lb
Ijzer
4005: lb gesorteert op 267010. Soo door inroesten als verstrecken bij 100: tot 50: lb vermindert, sijnde 1 1/2 p:r C:to
Spijkers
1408: d:o gesorteerde ijsere op 93845: lb door inroesten en uijtweegen bij kleijne parteijen van 1: en 2: lb vermindert sijnde meede 1 1/2 p:r C:to
Verwen
1. lb fijne op 41: lb } à p:r C:to soo door verstuijven als verstrecken bij 1: en 2: lb vermindert.
48. d:o gesort: grove op 1606 lb.
Tabacq
107. lb op 3568 lb sijnde 3. P:r C:to door 't indroogen en uijtweegen bij 1 en 2. lb vermindert
Specereijen
30. d:o op 595: lb meede doort' indroogen en verstrecken van 1: tot 1/4 vermindert, sijnde 5: p:r C:to

Cramerijen
48. lb Aluijn op 957: lb } Sijnde 5: p:r C:to soo door indroogen verstuijven versleepen der Rotten en muijssen als het verstrecken bij 1: en 2. lb vermindert
7. d:o Leijm d:o 349. d:o
90. d:o Stijfsel d:o 1798 lb
Ijzer
4005: lb gesorteert op 267010. Soo door inroesten als verstrecken bij 100: tot 50: lb vermindert, sijnde 1 1/2 p:r C:to
Spijkers
1408: d:o gesorteerde ijsere op 93845: lb door inroesten en uijtweegen bij kleijne parteijen van 1: en 2: lb vermindert sijnde meede 1 1/2 p:r C:to
Verwen
1. lb fijne op 41: lb } à p:r C:to soo door verstuijven als verstrecken bij 1: en 2: lb vermindert.
48. d:o gesort: grove op 1606 lb.
Tabacq
107. lb op 3568 lb sijnde 3. P:r C:to door 't indroogen en uijtweegen bij 1 en 2. lb vermindert
Specereijen
30. d:o op 595: lb meede doort' indroogen en verstrecken van 1: tot 1/4 vermindert, sijnde 5: p:r C:to

’(:onderstond:)’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop ult:o Aug: 1745’

’(:was geteekent:) C: Brand.’

‘Den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India & Gouverneur van Cabo de Goede Hoop &. &. beneevens den E. Agtb: Raad van Politie Werd Seer eerbiedig versogt, dat aan den onderget: Dispencier mag werden toegestaan de ordinaire afschrijving van de onderstaande goederen, dewelke door Spillagie, Leckagie aanslaan der muuren als andersints onvermeijdelijk in een Rond jaar sijn ontstaan, namentlijk.’


195 3/4. Mud Tarw als
90: mud a 1 1/2 p:r C:to van 6000: mud oude die bij de verleede jaarsse Boeken onder Ult:o Aug:s 1744. p: restant sijn geweest.
105 3/4 d:o à 1 1/2 p:r C:to van 7055: mud na Batavia als Ceijlon
195 3/4 mud afgescheept door't harploopen en uijtmeeten vermindert.
2 7/8. d:o Rogh á 1 1/2 p:r C:to van 194. mud na Batavia als Ceijlon afgescheept en verminderd als vooren.
18 1/2 d:o Boonen a 1 1/2 p:r C:to van 1240. mud in 't verstrecken uijtdroogen uijtsleepen van Rotten en muijsen vermindert.
28 5/8 mud: Erweeten a 1 1/2 p:r C:to van 1910: mud: in alles als Boven.
32 1/4. d:o Garst á 1 1/2 p:r C:to van 2157: mud door Calanders en als Vooren.
18059. lb Rijst a 3. p:r C:to van 601985 lb door 't uijteeten van de Calanders en uijtweegen bij veel kleijne quantiteijten.
529. d:o hardbrood a 1. p:r C:to van 52978 lb door't uijteeten van kakkerlakken Rotten en muijsen als uijtweegen verminderd.
Suijker over als Volgt.
116: lb Swarte a 5 p:r C:to van 2323 lb } door spillagie Leckagie, uijtsleepen der Rotten en muijsen en uijtweegen bij kleijne Partheijen
1120. d:o Witte 2. d:o d:o 56000 d:o
495. d:o Candij 1 1/2 d:o d:o 33000.
116. d:o Hop als
11. lb a 1 P:r C:to van 1156. lb door 't uijt droogen, t' versleepen van Rotten en uijtweegen by kleijn partheijen
105 d:o Sijnde de Ter van twee Leedige Baalen die van dit jaar is verstrekt als blijkt bij verklaaring van gecommitteerdens:
62. lb Peeper á 1 1/2 p:r C:to van 4137: lb door 't verstuijven en uijtweegen bij kleijne quantiteijten.
15. d:o Wax á 5 p:r C:to van 310: lb door't vermeijten en uijtweegen vermindert.
16: lb Waxkaarsen á 1 p:r C:to van 1627: lb voor als booven.
300: d:o Zeep á 3 p:r C:to van 10005 lb door 't vermeijten uijtdroogen en uijtweegen vermindert

195 3/4. Mud Tarw als
90: mud a 1 1/2 p:r C:to van 6000: mud oude die bij de verleede jaarsse Boeken onder Ult:o Aug:s 1744. p: restant sijn geweest.
105 3/4 d:o à 1 1/2 p:r C:to van 7055: mud na Batavia als Ceijlon
195 3/4 mud afgescheept door't harploopen en uijtmeeten vermindert.
2 7/8. d:o Rogh á 1 1/2 p:r C:to van 194. mud na Batavia als Ceijlon afgescheept en verminderd als vooren.
18 1/2 d:o Boonen a 1 1/2 p:r C:to van 1240. mud in 't verstrecken uijtdroogen uijtsleepen van Rotten en muijsen vermindert.
28 5/8 mud: Erweeten a 1 1/2 p:r C:to van 1910: mud: in alles als Boven.
32 1/4. d:o Garst á 1 1/2 p:r C:to van 2157: mud door Calanders en als Vooren.
18059. lb Rijst a 3. p:r C:to van 601985 lb door 't uijteeten van de Calanders en uijtweegen bij veel kleijne quantiteijten.
529. d:o hardbrood a 1. p:r C:to van 52978 lb door't uijteeten van kakkerlakken Rotten en muijsen als uijtweegen verminderd.
Suijker over als Volgt.
116: lb Swarte a 5 p:r C:to van 2323 lb } door spillagie Leckagie, uijtsleepen der Rotten en muijsen en uijtweegen bij kleijne Partheijen
1120. d:o Witte 2. d:o d:o 56000 d:o
495. d:o Candij 1 1/2 d:o d:o 33000.
116. d:o Hop als
11. lb a 1 P:r C:to van 1156. lb door 't uijt droogen, t' versleepen van Rotten en uijtweegen by kleijn partheijen
105 d:o Sijnde de Ter van twee Leedige Baalen die van dit jaar is verstrekt als blijkt bij verklaaring van gecommitteerdens:
62. lb Peeper á 1 1/2 p:r C:to van 4137: lb door 't verstuijven en uijtweegen bij kleijne quantiteijten.
15. d:o Wax á 5 p:r C:to van 310: lb door't vermeijten en uijtweegen vermindert.
16: lb Waxkaarsen á 1 p:r C:to van 1627: lb voor als booven.
300: d:o Zeep á 3 p:r C:to van 10005 lb door 't vermeijten uijtdroogen en uijtweegen vermindert

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop Ult:o aug:s 1745’

’(:was geteekent:) N. Heijning.’

Aan den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsgaders gouverneur van Cabo de Goede Hoop, beneevens den E. Agtb:r Politicquen Raadt.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agt:re Heeren’

‘Uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb:r werd door den ondergeteek: keldermeester seer eerbiedig versogt, dat hem de ordinaire afschrijving op de Caabse Wijnen /:door het oversteeken en opvullen vermindert:/ onder Ult:o Aug:s Laatstl: voor een jaar mag Valideeren, bedraagende 9061 kannen op 711 5/8 Leggers, sijnde een Legger van de twee en dertig P:s’

’(:onderstond:) In ‘t Casteel de Goede Hoop den 20 Septb. 1745:’

’/:was geteekent:/ J:n Raeck:’

Sijnde voorts nog verstaan dat seekere Legger met Wijn dewelke met den hoeker de Brak uijt de Baaij Fals herwaarts te rugge gebragt en Leeg bevonden is bij de gecommitteerdens die bij het ontlossen van dat vaartuijg present sijn geweest, meede bij de voorsz: boeken sal moeten worden afgeschreeven, ter oorsake dat uijt de Verleende Verclaaring bij de hiertoe benoemd geweest sijnde Zeeluijden komende te blijcken dat alle de Leggers met Wijn en andere goederen in dat Bodemken afgelaaden, wel gestuuwt sijn geweest, men dienvolgens het uijtloopen van die Legger wijn, geensints aan de Overheeden van dat kieltje maar alleen kan en moet toeschrijven aan het Langduurig Swaar Weer dat dien hoeker de Brak seedert desselfs Vertrek uijt gesegde Baaij fals tot desselfs komst ter deeser Caabser Rheede heeft ontmoet; terwijl wijders op het te kennen geeven van den heer Gouverneur dat de opperhoofden van de aanweesende Engelsche Scheepen, niet hebben begeerd te ontfangen, de Legger wijn aan hun Volk toegeweesen bij Resolutie vanden 2: der afgeweekene maand Septb:r schoon deselve hun dikwils is aangespresenteert geworden, ook goed is gedagt dat hiervan bij deesen aanteijkening sal worden gehouden.

Naar Lectuure en resumptie van Seekere missive van Landdrost en Burger Krijgs Raad aan Stellenbosch en Draakensteijn heeft men om de daarbij voortgebragte reedenen moeten besluijten dat aan deselve soo tot de Exercitie als den optrek daar ginder, sullen verstrekt worden de versogte seeven vaaten met Buscruijt en 1400: soo snaphaan als Pistool Steenen, deese Laatste in soo verre deselve uijt onsen geringen Voorraad hiervan, sullen weesen te missen, maar ten opsigte van het verdere versoek door gesegden Landdrost en Burger krijgs Raad bij gedagte missive gedaan, is best gedagt dat daarop tot antwoord sal worden gegeeven; dat het eene saak is die van selfs spreekt dat de ingeseetenen hier te Lande, elk onder de bijsondere districten waar onderse volgens de jongste hier over gemaakte Verdeeling gehooren, voortaan sullen moeten koomen exerceeren en de revue passeeren.

Hierna geleesen en overwoogen weesende seeker versoekschrift door den Burger Hendrik Coetsee in de volgende bewoordingen ingeleevert.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van Neederlands India, mitsgaders gouverneur van Cabo de goede hoop en den Ressorte van dien & & beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb:re Heeren.’

‘Vertoond met Schuldige Eerbied Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re needrigen dienaar Hendrik Coetzee, hoe denselven tot betaaling sijner Schulden, waar over hij is aangedaan geworden seer gaarne desselfs Ponton in de Berg Rivier Leggende met al het geene daartoe behoord, hebbende Willen vercoopen, sig dies aangaande heeft geaddresseert bij Landdrost en Heemraaden tot Stellenbosch , dog sulx aan hem geweijgert geworden sijnde uijt hoofde van seeker Contract in dato 14. Jann: 1732 met desselfs voorsaat Abraham de Haan daarover aangegaan, hebben gecommitteerde Heemraaden vervolgens, geadsisteerd met den Baas Scheeps Timmerman alhier Barend van Dockum, de gem:e Ponton op een somma van ƒ2000: en de aldaar staande wooning van den Suppl:t voor ƒ1500: getaxeert, om dus na Luijd van het gem:e contract voor Reecq:g van de Colonie selfs overgenoomen of aan een ander overgelaaten te werden, maar dewijl die penn:en na des Suppl:ts oordeel veel te min sijn, als hebbende desselfs voorsaat de gem:e Ponton niet alleen meer als drie duijsend Guldens gekost, maar ook de Risico moeten uijtstaan of deselve wel soude uijtvallen, het geen soo niet geschied was en men daarmeede de Waagens &. niet bequamelijk hadden kunne overkrijgen, de schaade alleen voor Reecq:g van hem soude geweest sijn, Waarbij nog komt de moeijte die den suppl:t soo wel als sijn gem:e voorsaat alle jaaren hebben gehad om van de buijten menschen hun voldoening te krijgen, ook hebben de geene die in de francehoek en aan de Vierentwintig Rivieren woonen seedert eenige jaaren onder prætext dat sij de Ponton niet quamen te gebruijken, niets aan den Suppl:tn betaald, daar nogtans het boven aangehaalde Contract wel duijdelijk dicteert dat den houder van de Ponton van ieder persoon over de Berg Rivier woonagtig sijnde jaarlijx een mudde Coorn dan wel dies waarde in Contant, sal genieten, het geen dan ook tot merkelijk nadeel van hem Supplt: gestrekt en hij dus nooijt de Volkomen inkomsten daarvan volgens contract genooten heeft, waarom den Suppl:t sig dan in alle Eerbied wend tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re met needrig versoek, dat deselve dit alles insiende, aan hem gunstelijk gelieven te Permitteeren om gesegde Ponton met sijn toebehooren neevens het daarbijstaande huijs bij Publicque Vendutie te moogen Laaten vercoopen, op deselfde Conditiën als door sijn voorsaat bij het vermelde contract met Landdrost en Heemraaden is aangegaan, dewijl hier door alle Disputen voorgekoomen wordende, Landdrost en Heemraaden soo na als een ander sijn sullen om de gedagte Ponton des begeerende selfs te kunnen inkoopen; of anders dat (:dit niet kunnende ingewilligt worden:) het gedagte Collegie hem Suppl:t daarvoor de somma van ƒ8000: mag betaalen, als waar voor het een en ander ten tijde van des suppl:ts trouwen met de nagelaatene Wed: van gen: de Haan bij het doen van bewijs aan derselver kinderen is gewaardeert en ook door hem overgenomen geworden. (:onderstond:) ‘s Welk doende &.’

Is de dispositie hierop uijtgestelt gelaaten tot dat men van den Landdrost en Heemraaden aan Stellenbosch en Draakensteijn berigt dies aangaande sal hebben ingekreegen; ten welken eijnde aan deselve Copia van dat Request sal toegesonden worden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 123, pp. 314-324.

Dingsdag den {17451019} 19. October 1745.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen den heer Cap:tn Rudolf Sigfried Alleman Bij indispositie.

Gemerkt het wegloopen en deserteeren van ‘s Comp:s besettelingen alhier met de ter deeser Rheede successivelijk aangeweest sijnde vreemde scheepen, seedert eenigen tijd herwaarts onaangesien alle de daarteegens in het werk gestelde precautiën nog al even Sterk in Swang is gegaan, Ja ten Laatsten nog meer is komen toe te neemen, sulx het hierom ten alderhoogsten noodig is dat tot stuijting van sulk een groot quaad Waarbij den dienst onser Hooggebiedende Heeren en Meesteren soo veel nadeel komt te Lijden en voor al in deesen tijd dat het volk in India soo schaars en in het Vaderland qualijk te bekomen is scherpe middelen in het werk worden gesteld, te meer om dat het selve om de groote uijtgestrektheijd deeser Stranden en andere hiertoe aan handen sijnde bequame geleegentheeden op geen andere wijse met eenige mogelijkheijd kan Worden belet; Is derhalven om dit hoog in swang gaande quaad, des doenelijk eens uijt de grond te kunnen roeijen op het voordraagen van den heer gouverneur verstaan, dat de pænaliteijten in het algemeen teegens de wegloopers beraamd; ten opsigte van deese sullen worden verswaard; welken volgende goedgedagt is te statueeren en vasttestellen, dat de geene deeser besettelingen en andere ‘s Comp:s dienaren soo hier aan de Wal als op de scheepen en vaartuijgen bescheijden, niemand uijtgesondert, dewelke na dato deeses met voorbedagten Raad en moedwilliglijk met de aan dit gouvernement aankomende Vreemde Scheepen van wat natie die Soude mogen weesen sullen komen te fugeeren deselve als se Worden agterhaald niet alleen sonder conniventie op de Justitie plaats alhier door den Scherp Regter op de bloote rugge strengelijk sullen gegeesseld, gebrandmerkt en voorts in de ketting geklonken worden, om daarinne den tijd van Thien agter een volgende jaaren sonder Loon aan ‘s Comp:s gemeene Werken te arbeijden, met verbeurte van haare te goed hebbende gagie ten Voordeele der E. Comp:e maar dat ook op deselfde Wijse sullen gepunieert worden, alle de geene t’ sij ‘s Comp:s dienaren, vrijluijden Slaven of Bandieten, dewelke voortaan aan sodanige overloopers en deserteurs in eeniger maniere tot het fugeeren na Vreemde Scheepen de behulpsamehand sullen komen te bieden; Terwijl verders nog raadsaamst is geoordeelt; dat bij het kennisgeeven hier van aan de Hoog Edele Heeren Seventhienen, en het Versoeken van haare goedkeuringe hierop; aan haar Wel Edele Hoog Agtb:re eerbiedig sal worden voorgedraagen, of deselve soo Wanneer dit, tot weering van bovengen:e quaad niet suffiçant genoeg mogt geoordeeld Worden, als dan niet souden kunnen goedvinden, dat een nadere Wet wierd gemaakt om sodanige deserteurs in Sulkervoegen als sulx ten opsigte van de directie in Bengalen is vastgesteld, met de dood te straffen.

Ende nademaal tot remplaceering der meenigvuldig overleedene Scheepelingen van het alleen hier ter Rheede Leggende Schip Gooidschalxoord , mitsgaders van desselfs hier aangebragte sieken, waarvan nog dagelijx veel bij Continuatie al gaan de Weg ten deesen Hospitaale komen te sterven een goed aantal volk sal worden Vereijscht dat alhier niet te Vinden is, als weesende de herstelde manschappen van voorgaande hier aangeweest sijnde scheepen, dewelke sig in Voorn:e Siekenhuijs hebben bevonden op eenige weijnige na met andere daarop gevolgde Scheepen bereijts van hier na Batavia Weggesonden; heeft men oversulx sig genoodsaakt gevonden om Voorm:e bodem ten besten doenelijk weeder in staat van reijsvorderinge te kunnen stellen, te moeten besluijten dat ophet voorbeeld van dat geen het Welk bij diergelijke geleegentheeden alhier meer in het werk is gesteld, dat van de hier sijnde Bandieten de geene die over geringe misdaaden van opdrossen als anders, tot het arbeijden in de ketting aan de gemeene Werken sijn gecondemneert; sullen gepardonneert, en soo ook nogbij Publicatie en affixie van placcaaten onder toesegging van Pardon en de gewoonelijke Restrictiën ingeroepen Worden; alle de hier in het veld swervende ‘s Comp:s dienaren, dewelke sig aan geene misdaaden Corporeele Straffe meriteerende schuldig hebben gemaakt, om dan alle Weeder in dienst der E. Comp.e aangenomen en op meergemelde schip Gooidschalxoord geplaatst te worden.

Voorts is nog verstaan Kerkenraade deeser plaatse te qualificeeren en te authoriseeren, om aan kerkenraade in het Swarte Land , tot den opbouw der Kerk en ander Werken aldaar, meede soo veel geld sonder intrest te mogen bijsetten als deselve sal komen te benoodigen en dat met gevoeggelijkheijd sal kunnen geschieden.

Als nu ingekomen sijnde het berigt van Landdrost en Heemraaden op het Request Jongst door den Burger Hendrik Coetzee ingeleevert, Is na dat uijt dies inhoude en de tot dat schriftuur gehoorende bijlaagen, was komen te blijcken dat gesegde Coetsee in sijn Sustenue gantsch en al is ongefundeert, desselfs versoek oversulx van de hand geweesen, en aan voorm:e Landdrost en Heemraaden wijders gedefereert gelaaten om het Contract door deselve met den Voorsaat van evengem:e Coetzee, den Burger Abraham á de Haan aangegaan, na dies teneur ter Executie te stellen.

Laatstelijk is nog geleesen seeker Versoekschrift door den Cap:tn van het onlangs hierte rugge gekomene Engels Schip Pelham in de Volgende bewoordingen gepresenteert.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &. &. &, neevens den E. Agtb:r Politicquen Raad.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb:re Heeren.’

‘Geeft met schuldige submissie te kennen Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb:re seer onderdanige en needrige dienaar William Wells van London , commandeerende het Engelsch Oost-Indisch Comp:s Schip Pelham ; hoe hij Suppl:t onlangs wederom in deese Baaij uijt hoofde van sijne geleedene Schaade aan de Fockemast is genoodsaakt geworden binnen te Loopen: als sijnde bij visitatie soo slegt bevonden dat deselve genoegsaam deurgaans gebrooken mitsgaders tot de ordinaire dienst ten eenemaale onbruijkbaar bevonden is. soo neemt den Suppl:t de Vrijheijd sig te keeren tot Uw Wel Edele Gestr: en E. Agtb:rh:ds met ootmoedig Versoek om hem in deesen nood ten respecte van d’ E. Engelsche Oost-Indische Maatschappije te gerieven met een fockemast in sijnen Voorn:e Bodem Pelham , die 77: v:t en 9. dm Lengte en 24 d:m dikte in sijn diameter schoon bewerkt, houden kan; mitsgaders daar voor in betaaling accepteeren een Wissel op welgem:e E. Engelsche Comp:e van alsulke Waardije als Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtbh:s genereuselijk sullen vinden te behooren. ook soo den Suppl:t in ‘t vervolg tot een Schielijk en Seer noodsakelijke Expeditie sijner Voorhebbende reijse Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:h hulpe en bijstand mogte benodigt sijn; versoeke hij insgelijk ten reguarde sijner veel gerespecteerde Heeren en Meesteren derselver goedgunstige onderstand en Adsistentie. (:onderstond:) ‘t Geen verwervende &. (:was geteekent:) W:m Wells.’

En is hierop gearresteerd dat het voorsz: versogt wordende Masthout, of bij ontstentenisse van dien een andere ten keure van gesegden Cap:tn alsoo altans sonder ongerief wel kunnen gemist Worden, aan denselven voor Contant met een Capitaal Advans voor d’ E. Comp:e volgens gebruijk sal verstrekt en voorts aan dien Cap:tn nog sodanige onderstand gedaan Worden als tot spoedige herstellinge van sijnen onderhebbenden bodem sal kunnen dienen, maar aangaande desselfs verdere gedane Petitie dat in betaalinge van Voorsz: Masthout een Wisselbrief op de Engelsche Comp:e mogt geaccepteert Worden, is best gedagt dat hierinne na de geEerde Ordre der heeren Majores, niet sal worden getreeden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 325-333.

Dingsdag den {17451116} 16: nov:r 1745.

Voormiddags alle present behalven den E. Coopman en Winkelier Cornelis Eelders bij occupatie.

Na resumptie van seekere resolutie op den 30: Aug:s laatstleeden in den gecombineerden kerkenraad alhier genomen, sijn de daarbij door haar Eerw: gemaakte Schickingen en bepaalingen omtrent de districten der thans hier te Lande sijnde Vijf kerken, niet alleen in allen deele geapprobeert, maar ook aan haar Eerw:e op derselver hierom gedaan versoek toegestaan om tot vereffening en afdoening van alle voorvallende kerkelijke saaken voortaan jaarlijx eens, te weeten op den derden Maandag van de maand Jann:e een algemeene of Classicale vergadering te moogen houden, Luijdende de voorsz: resolutie als volgt

‘Maandag den 30: Aug:s 1745 ‘s Voormiddags Present den E: Agtb: heer Rijk Tulbagh als Commissaris Politicq’

‘Mitsgaders de overige drie diaconen deeser plaatse Handrik van der Heijde Adriaan van Schoor en Jan hassing, sijnde de stoel, staande ter slinker sijde van den E. Agtb:r heer Commissaris Politicq, vermits de Vacantie van een Predikant tot Stellenbosch , ledig gelaaten.’

‘In opvolging van het Hoog geEerde aanschrijvens van den Wel Edelen Gestr: Heer Gouverneur en E: Agtb: Politicquen Raade deeser plaatse de dato 20. Julij Laatstleeden, dicteerende dat tot voorkoming van alle verschillen en verwarringen door Kerkenraade deeser plaatse en eenige Leeden van de Resp:e Kerken Collegiën der buijten districten een ordentelijk en duijdelijk Reglement soude werden geformeert welke districten hier te Lande, soo onder de twee op te regtene Kerken in het Land van Waveren en het Swart Land als de overige hier sijnde kerken, voortaan sullen gehooren, op dat alsoo alle ende een ijgelijk deeser inwoonderen souden komen te Weeten bij Welke kerk sijlieden in het bijsonder sorteeren: Soo is het dat heeden den kerkenraad deeser plaatse met de bovengemelde Leeden van de Resp:e kerken Collegiën der buijten districten bij malkanderen vergadert en Godes H. Naam aangeroepen geworden sijnde, deesen aangaande is gedelibereert en na dat alles wat dienstig konde sijn, in aanmerking was genomen Wierd onder het Wijser oordeel van den Wel Edelen Gestr: heer gouverneur en E: Agtb: Politicquen Raade opgemeet met eenparigheijd van Stemmen goed en gevoeggelijk geagt, dat onder de nate noemene kerken sodanige plaatsen sorteeren sullen als bij een ijder desselver geëxprimeert staan te weeten’

‘Onder de kerk van Cabo.’

‘Alle aan de deese kant van de Cuijls Rivier leggende plaatsen tot aan de Mosselbanks Rivier , de Coeberg en de blaauwe Berg .’

‘Onder de kerk van Stellenbosch

‘De Clapmuts , Joostenberg , de geheele Simonsberg , verders geheel hottentots Holland en over dies gebergte tot daar ‘t Rivier sonder End in de breede Rivier loopt.’

‘onder de kerk van Draakensteijn

‘De geheele Francehoek tot aan de Simons Valleij en soo vervolgens de geheele paarel om tot aan de hoek van de groote Paardeberg en wijders van d Burgers drift tot aan de Coopmans Rivier soo dat gevolgelijk de gantsche Wagenmakers Valleij onder dat District begreepen is.’

‘onder de kerk van het Land van Waveren

‘Van de Coopmans Rivier tot beneeden de onderkant van de Berg Rivier , de Picquet Bergen , de Oliphants Rivier en over het gebergte tot geheel beneeden aan de Mosselbaaij , soo verre de Jurisdictie van d’ E. Comp:e strekt, en’

‘Onder de kerk van het Swart Land

‘De groote en kleijne Paardeberg , ‘t Riebeeks Casteel , het Swart Land tot aan de St: Helena Baaij en voorts al wat binnen de onderkant van de Berg Rivier legt tot aan het Caabse District, waar Onder dan bij gevolg de groene Cloof meede gereekent word.’

‘Wijders wierd, om alle de ter deeser plaatse voorkomende kerkelijke saaken na behooren te behandelen, van seer groote noodsakelijkheijd geagt dat alle Jaaren een Classicale vergadering soude werden gehouden, ende sulx op den derden Maandag van Januarij in ijder jaar; weshalven dit aan den Wel Edelen Gestr: Heer Gouverneur en E: Agtb: Raad van Politie, met overgeeving deeser Resolutie sal worden voorgedraagen, onder gedienstig versoek dat het haar Wel Edele Agtb: behaagen mag, deselve gunstelijk goed te keuren.’

’(:onderstond:)’

‘Aldus Gedaan en Geresolveerd aan Cabo de goede hoop op datum voorsz. (:was geteekent:) Fr: Le Sueur Eccl: P:J P:r’

‘S.V. Echten V:D.M. in Drakensteijn

‘A:M: Meiring Eccl: in ‘t Land van Waveren

‘R.A. Weerman V:D.M: in’t Swart land

‘Joh:s Car: de Wet, O.D. Wet, P.J. Slotsboo, Steven marais, Jacob Teron, Pieter Venter, H. Moller, J.A. Mijburgh H. van der heijde, A.V: Schoor J. Haszingh.’

Des sal daarvan aan de Resp: Kerkenraaden met toesending van een Copij haarer gem:e Resolutie bij missivens, en weegens de bepaalingen der districten aan een ieder bij affixie van Billietten de nodige kennis werden gegeeven.

Op het bij Request gedaane versoek van den Burger Pieter Jacobsz: Turenhout om beneevens sijn huijsvrouw Susanna van Batavia met een der verwagt werdende Retourscheepen naar het Vaderland te moogen overvaaren onder betaaling van Transport en Costgeld voor sijn gem: vrouw, dog dat hij vermits sijn Armoede daarvan mogt Werden geëxcuseert, als bereijd sijnde geduurende de reijs voor de Cost Scheepsdienst te doen; is best gedagt het gedaan werden de versoek in soo verre te accordeeren, mits dat voor hun beijden het gewoone Transport en Costgeld in ‘s Comp:s Cassa alhier sal moeten werden betaald.

Vervolgens geliefde den heer Gouverneur te kennen te geeven dat met het weeder afvaardigen van het aanweesend Schip Gooidschalxoord alle mogelijke spoed gemaakt sijnde, sijn Edele desselfs vertrek dag vervolgens teegens aanstaande Vrijdag den 19. deeser maand had vastgesteld in vertrouwen dat onderwijl van desselfs hier aangebragte sieken door de daarvoor gedraagene Voorsorgen, weeder soo veel op de been souden sijn gekoomen, dat dien bodem soo hier meede als met de van hun Bannissement ontslaagene Bandieten en sodanige andere manschappen meer, als men hier met mogelijkheijd bij malkanderen heeft kunnen krijgen en daarop sijn geplaats geworden, met 200: Coppen, waar voor den selven al bij tijds alhier van de gewoone ververssingen is voorsien geworden, ten minsten soude hebben kunnen worden bemand; dog dat des nietteegenstaande de voorsz: Impotenten nu nog eeven swak gesteld bleeven, en dat van de Scheepelingen van die kiel nog al gaande weg eenige quamen inte storten, invoegen men teegenswoordig alles in alles gereekent niet meer als 150: Coppen konde bij een brengen; derhalven heeft men op de propositie van welgem: heer gouverneur moeten besluijten om het depart van gem: Schip Gooidschalxoord nog eenige daagen langer uijt te stellen, in hoop dat ondertusschen soo veele van desselfs Sieken tot herstelling sullen mogen geraaken dat dien bodem met het voorseijde getal van 200: mannen van hier sal kunnen reijsvorderen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 123, pp. 334-337.

Dingsdag den {17451207} 7: decemb:r 1745.

Voormiddags alle present behalven den heer Oppercoopman en Secunde Rijk Tulbagh neevens den E. Coopman en Secretaris Josephus de Grandpreez, den eersten bij Occupatie en den anderen door Indispositie.

Dewijl de premiën voor het dooden van het verscheurend en verslindend gedierte soo van Leeuwen, tijgers als Wolven door het meenigvuldig opbrengen der Vellen van die dieren, nu een geruijmen tijd herwaarts sodanig sijn toegenomen dat daar voor thans buijten gewoon veel geld ‘s jaarlijx soo ‘s Comp:s weegen als uijt de Burger Cassen moet werden betaald, en het niet buijten bedenking is, dat veele van die vellen hier verre Landwaards in, door deesen en geene voor een kleijnigheijd van de Hottentots werden ingeruijld en daarna tot erlanging der voorseijde premiën opgebragt; soo is tot stuijting van dit misbruijk op de propositie van den Edelen heer Gouverneur best gedagt en dienvolgens beslooten, dat voortaan op het vertoonen of opbrengen der gedagte Vellen geen Premiën meer sullen werden betaald, maar dat die geene, dewelke deselve begeeren te genieten gehouden sullen sijn het doode beest in sijn geheel ‘t sij hier ten Casteele of op Stellenbosch bij den landdrost Pieter Lourensz: te moeten opbrengen, en waarvan aan een ijgelijk tot hun narigt bij affixie van billietten de Vereijschte kennisse sal werden gegeeven.

Voorts is na Lectuure der nominatie van kerkenraade in het Land van Waveren de bij haar Eerw: gedane Electie van Frans du Toit tot ouderling in steede van den afgaanden Pieter Therron geapprobeert, en uijt het genomineert getal in plaatse van Gerrit van der merwe tot diacon verkooren Jacobus de Wet omme naar kerkelijk gebruijk bevestigd sijnde als sodanige den gewoonen tijd van twee jaren dienst te doen; Terwijl ook nog goedgevonden is den ouderling Jacobus Therron en diacon Jacobus du Preez nog een jaar te laaten Continueeren op dat dus vervolgens jaarlijx maar een ouderling en diacon, en sij niet alle telkens te gelijk koomen af te gaan; sullende gem:e kerkenraade wijders werden aangeschreeven dat vermits ‘er deesen Jaare geen Commissaris Politicq na de buijten districten sal afgaan, sij derhalven sorge sullen hebben te draagen dat de kerkelijke reecq:g hunner penn:e ten spoedigsten doenelijk herwaarts overgesonden worden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s Möller

[Signed:] Mij Present P J Slotsboo E:g:Clercq

C. 123, pp. 338-349.

Dingsdag den {17451214} 14: dec:r 1745:

voormiddags alle present uijtgenomen den E. Josephus de Grandpreez bij indispositie.

Naar resumptie der Resp:e nominatiën door den Caabsen kerkenraade mitsg:s die van Stellenbosch en Draakensteijn gelijk meede van Burgerraaden, Weesmeesteren, Commissarissen van Civiele en huwelijxe saaken deeser plaatse, neevens Landdrosten en heemraaden der buijten Districten, ingediend, heeft men sig laaten welgevallen de gedane Electie van Jacob de Hennion tot ouderling in steede van den afgaande Johannes Carolus de Weth en sijn voorts uijt het dubbeld genomineert getal voor de af te treedene diaconen Hendrik Möller en Hendrik van der heijden weeder daartoe verkooren Rijno Berthauld en Johannes Mijndertsz: Cruijwagen

Soo als insgelijx de verkiesing van Jan Philip Giebeler tot ouderling der gemeijnte van Stellenbosch in steede van Jacob Cloete goedgekeurt, en uijt het dubbeld genomineert getal in plaatse van den af te treedenen Johannes Albertus Meijburg tot diacon verkooren is Nicolaas Vlok.

Sijnde ook de electie van David de Villiers tot ouderling van de Drakensteijnse kerk in steede van Steven Marais geapprobeert, en in plaatse der afgaande Abraham de Villiers en François Retief tot diaconen vercooren geworden Hercules du Preez en Thomas Therron.

Terwijl men wijders op het voordragen van kerkenraade in het Swarte Land tot Coster aldaar heeft aangesteld Wietse Bootes om sulx beneevens sijn bediening als krankbesoeker waarteneemen.

Gelijk ook aan kerkenraade van Stellenbosch en Draakensteijn sullen werden geschreeven dat sij vermits ‘er dit jaar geen Commissaris Politicq na de Buijten Districten sal afgaan sorg sullen moeten draagen dat de reecq:g hunner Penningen ten spoedigsten herwaarts overgesonden werden.

Vervolgens sijn uijt het tweevoudig genomineert getal voor de uijtgediende Burgerraaden Henning Joachim Prehn en Johannes Henricus Blankenberg daartoe weeder geEligeert Abraham Cloppenburg en Jan Lourens Bestbier Als meede tot Weesmeesteren in de Plaats van de afgaande Wijnand Willem Muijs en Alexander Coele. David D’ Aillij en Jacob van Rhenen.

Mitsgaders tot Commissarissen van Civiele en Huwelijx saaken voor de aftetreedene Adriaan van Schoor en Hendrik Oostwald Eksteen. Daniël Heijning en Lambertus Meijburg.

En sijn eijndelijk in Steede der uijtgediende Daniël Malang, Jan Philip Giebeler Pieter du Toit, Charle Marais, Cornelis van Rooijen en Jan Loots weeder tot heemraaden verkooren de volgende Persoonen, als,

tot Stellenbosch

Gerrit van der Bijl en Andries Brink

Tot Draakensteijn

Wijnand Louw en Steven Marais

mitsgaders over de ver afgeleegene Districten

Andries Holshausen en Esajas Engelbregt Meijer

Waar en boven op het gedane voorstel en versoek van Landdrost en heemraden der soo eevengem:e afgeleegene districten vermits de noodsakelijkheijd sulx door de wijd uijtgestrektheijd hunner Jurisdictie komt te vereijschen, het getal der heemraaden aldaar met nog twee is vermeerdert, en dienvolgens uijt te dien eijnde genomineerde Persoonen daartoe nog geEligeert Andries de Jager en Nicolaas Louw.

Waarna in Raade vertoond en nagesien sijnde de negotie en Soldijboeken deeses Gouvernements d’ A:nis 17 44/45 is bij de eerstgem:e komen te blijcken dat de Lasten daarinne vermeld hebben gemonteert tot een Somma van ƒ362820:4 en daar en teegens de suijvere winsten en ‘s Lands inkomsten een montant van ƒ137468.1.8 invoegen de Lasten dit jaar meer als in het voorleedene beloopen hebben een geringe Somma van ƒ653:17. en de winsten minder ƒ14827.7.8 welk blijven of eenigsints vermeerderen der Lasten, alhoewel de onkosten van Scheepen nu teegens het voorgaande jaar gereekent ƒ25621.3. minder komen te bedragen haar oorspronk voornamentlijk neemen uijt de meerder betaalde Guarnizoens en Scheeps Soldijen en wel insonderheijd van d’ eerste dewelke alleen boven A:o Pass:o een somma van ƒ33114:7:8: meer hebben gerendeert, principaal veroorsaakt door de ingetrockene en afbetaalde soldij Reecq:gs en soo ook dat men thans alhier meer Volk dan te vooren in guarnisoen heeft; Terwijl aan de andere kant het minder rendement der winsten alleen is toe te schrijven aan de geringe vercogte, Negotie goederen door dien daarvan alhier weijnig in voorraad is geweest: Weshalven den heer Hoofd Administrateur bij deesen werd geauthoriseert omme de Winst en Lastposten navolgens de bij Sijn E. diesweegens overgeleeverde specificatiën na behooren bij de Negotie Boeken te doen in en afschrijven: En dewijl ‘er in het dispens in het geheel geen hollandse Boter meer in voorraad gevonden word, is derhalven beslooten omme soo veel Caabse boter ‘s Comp:s Weegen intekoopen als voor den omslag deeses Gouvernements nodig Sal Sijn ende Sulx tot tijd en wijlen men daar van uijt het vaderland weeder Sal sijn voorsien.

Nademaal den haggelijken toestand van Saaken in Europa nog blijft Continueeren wierd door den heer Gouverneur geproponeert of het niet dienstig soude weesen dat ‘er Weeder eenige manschap, gelijk sulx in den jaare 1734. is geschied in de St: helena Baaij wierd geplaatst ten eijnde niet alleen in tijd en wijlen aan deese of geene vreemde natiën, dewelke aldaar souden willen komen nestelen, ‘s Comp:s regt en eijgendom ter dier plaatse des te beeter te kunnen aantoonen maar ook wel voornamentlijk om bij een onverhoopte aankomst van eenige vijandelijke Scheepen in de baaij ten Spoedigsten daarvan berigt te kunnen erlangen dewijl men andersints bij gebrek van dien, den vijand somtijds in het Land soude hebben sonder daar van iets te Weeten, het geen van Veel nut en diens geoordeeld sijnde, is derhalven goedgevonden en beslooten, om ten eijnde als gemeld weeder een Corporaal en vier Soldaaten in de gedagte St: Helena Baaij te doen Posthouden, op dat men dus van de daar aankomende of gesien werdende Scheepen ten eersten Secuure tijding mag erlangen, temeer dewijl nu seedert eenigen tijd deese en geene ongegronde tijdingen daar egter geen Confirmatie op is gevolgt sijn ingekoomen als of in en omtrent die Baaij sommige Scheepen en wel nu onlangs nog twee Franssen soude sijn gesien geworden; weshalven gem:e Corporaal dan ook met een Ampele Ordre, het een en ander aangaande sal voorsien, en daaronder wel voornamentlijk begreepen werden, dat hij bij aankomst van een vijand ginder alle de daarom Streex woonende Landbouwers of de knegts op de plaatsen bescheijden sulx niet alleen ten eersten sal moeten verwittigen, maar deselve ook doen Waarschouwen en ordonneeren dat Sij hun ingevolge het diesweegens gestatueerde en alomme geaffigeert Reglement van den 22: Septemb:r 1744. met het grof en kleijn vee mitsgaders Paarden, wagens en Proviand, die sij sullen kunnen meede neemen, met den aldereersten Landswaarts in sullen hebben te begeeven, ten eijnde sodanigen Vijand daarvan tot ons nadeel geen gebruijk komt te maaken.

Laatstelijk nog door welgem:e Edelen heer Gouverneur te kennen gegeeven sijnde, dat die Contanten in’s Comp:s Cassa, sodanig ten eijnde begonnen te Loopen, dat daaruijt niet veel Langer de dagelijxe uijtgaaven Souden kunnen goedgemaakt en Vervolgens veel minder betaald werden, de graanen en Peul Vrugten, welkers Leverantiën op handen begind te schieten, en ten opsigte der Erweeten reets aan de gang is, heeft men derhalven op de hiertoe in diergelijk geval verleende qualificatie van sijn Hoog Edelheijd den hoog Edelen heere Gouverneur Generaal Gustaaf Willem Baron van Imhoff vervat bij resolutie van den 15. febr: 1743 moeten besluijten, dat alsoo de Weescamer thans daartoe geen penn:e in voorraad heeft, derhalven van de Caabse diaconij (:die egter meede niet veel kan missen:) en bij vermogende Particulieren ten behoeve der E. Comp:e een somma van Een honderd Duijsend guldens swaargeld teegens 4: P:r C:to in’t jaar sal werden opgenoomen.

Wijders geleesen sijnde seeker versoekschrift door den Burger Andries Seits in de onderstaande bewoordingen gepresenteert.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heeren Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, mits:s Gouverneur van Cabo de Goede hoop en den Ressorten van dien &. &. Beneevens den E. Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb:re Heeren.’

‘Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb:r seer neederigen dienaar Andreas Zeits Burger alhier geeft onderdaniglijk te kennen hoe hij Suppl:t wel geneegen soude sijn ter deeser plaatse school te houden, omme de jeugd niet alleen te leeren Leesen Schrijven & maar ook in de gronden der gereformeerde Religie (:waarvan den suppl:t beleijdenis doed:) te onderwijsen, ten dien eijnde wend hij sig tot Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:re met ootmoedig versoek dat deselve van die goedheijd gelieven te sijn daartoe aan den Suppl:t Permissie te Willen verleenen. (:onderstond.) ‘T Welk doende &.’

Soo is best gedagt de dispositie daarop uijtgesteld te laaten tot dat den suppl:t weegens sijne bequaamheijd tot het onderwijsen der jeugd door kerkenraade alhier sal sijn geëxamineert en daarvan aan deesen Raad berigt gedaan.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s Möller

[Signed:] Mij Present P J Slotsboo E:g:Clercq

C. 123, pp. 350-352.

Donderdag den {17451230} 30: dec 1745.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ E. Jacobus Moller bij indispositie.

Naar Lectuure der Stucken in het aanweesend Schip Duijnenburg belegd teegens den onderstuurman van dien bodem Evert Aas over desselfs dronken drinken en gepleegde Brutaliteijten soo teegens den schipper van de kiel als andere, Is best gedagt dat die saak tot nadere ondersoek sal worden gesteld in handen van den heer Independent Fiscaal Pieter Reede van oudshoorn.

Terwijl verders tot voorkominge der Inconveniënten, dewelke onvermeijdelijk souden moeten ontstaan voor de nieuwe heemraaden, dewelke jaarlijx in de verre afgeleegene districten Worden aangesteld, soo wanneer deselve telkens hier aan de Caab moesten opkomen om den Eed op haare bedieninge staande af te Leggen, meede Randsaamst is geoordeelt, om den Landdrost Johannes Theophilus Rhenius te authoriseeren om voortaan van gedagte Persoonen ten overstaan van twee oude heemraaden denselven Eede afte neemen, ten welken eijnde aan den selven Landdrost een afschrift van de gewoone formulier des gedagten Eeds sal toegesonden worden.

Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Daage en jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s