C124 v1.20
C. 124, pp. 2-24.¶
Marginalia d’ A: 1746.
- Januarij
Resumptie der ontfangene geEerde Letteren van den heeren der hoge Indiaasse Regeering van den 20: Octob. Laatste
Sullende de daarbij gegevene gerespecteerde Ordres punctueelijk werden geobserveert.
Terwijl ook de Soldij Reecq:gn van den Dispencier d’ E: Nicolaas Heijning voor het hem aangereekende sal werden belast.
Aanstelling van een Schipper en opperstuurman op het Schip Ida in plaatse der overleedenen.
Verleende permissie aan eenen Andries Zeits om alhier school te mogen houden.
Schriftelijk Rapport van gecommitt:s weegens de Cassa Bengalen dewelke in seekere Pak met het Schip Lis in het Vaderland aangebragt te kort bevonden is.
Waar over sodanig als daarbij staat vermelden aan d’ Edele heeren Bewindhebberen ter Camer hoorn sal werden geschreeven.
Als meede dat het Abuijs omtrent de soesjes niet anders als een Schrijffaut is.
Vermits den Cap:tn Van het Engelsschip Onslow komt te weijgeren eenen bij hem ontdekte Jonas Bergh die van Batavia gevlugt sijnde weeder derwaarts moet gesonden werden, over te geeven.
Sal denselven Cap:tn daartoe nader aangemaand en bij verdere weijgering andere Middelen in het werk gesteld werden.
Sijnde aan het meede Engelsschip London de versogte Equipagie goederen teegens een Capitaal Advans geaccordeert.
- Januarij:
Op het berigt dat den Eersten Lieutenant en bootsman van’t
Retourschip Reijgersdaal schuldig souden sijn omtrent het versteeken van den Bootsman Berg en het bergen sijner goederen.
Sijn ten eersten twee gecommitt:s uijt den Raad van Justitie verseld van den fiscaal na boord gesonden om na deese saak te inquireeren.
Gerapporteerde door deselve weegens hunne bevindingen dienaangaande.
Besluijt daarop genomen om dien Lieutenant en Bootsman hier aan de Wal in Arrest en hunne goederen in Sequestratie te neemen.
- Januarij:
Memorie van den heer Hoofd Administrateur weegens eenige tekort gekomene goederen, gestorvene Leijfeijgenen en Verrekt Beestiaal.
Dewelke bij de Negotie Boeken deeser gouvernements sullen werden afgeschreeven.
De Reecq:gen der Arme penn:en van de Caab, Stellenbosch , Drakensteijn en het Land van Waveren in Copia naar het Vaderland overte senden.
Sijnde wijders aan Lever en van der Swijn een Leeningplaats op seekere Conditiën in eijgendom gegeeven.
Gelijk ook tot het herwaarts overkomen van de huijsvrouw van den Burger Paulman favorabel naar het Vaderland sal werden geschreeven.
- Januarij
Geleesen sijnde het veel geagt nader ontfange aanschrijvens van haar Hoog Edelens tot Batavia Sub datis 5: Aug:s en 12: Novemb:r Laatstl:
Sal men het daarbij geordonneerde insgelijx pligtschuldig opvolgen.
Terwijl den Lieutenant en Bootsman van ‘t Schip Reijgersdaal in Arrest en hunne goederen verseegeld na Batavia sullen te rug gesonden Werden.
Soo wel als de ingewonne informatiën in Originali.
25: Januarij:
De gestelde ordres en panæliteijten teegens het ophouden en
huijsvesten van drossers sullen bij een nieuw placcaat worden gerenoveert.
Gelijk ook aan eenen Jan Jurriaan Wolk gepermitteert is om in sijn qualiteijt als tweede Schipper te mogen repatrieeren.
- Febr.:
hoedanig thans vermits dies schaarsheijd de ververssingen van groente aan ‘s Comp:s Scheepen sal gegeeven worden.
Aan de teegens de quade Mousson hier aankomende vreemde
Scheepen sullen de ordres weegens het vertuijen met de seinen daartoe voor onse Scheepen beraamd meede werden Afgegeeven.
Met recommandatie van Sig daarna te willen gedraagen.
Terwijl twee soons van den heer Gouverneur thans naar het vaderland staante vertrecken.
Sal sijn Edele het betaalen van Transport en Costgeld voor deselve eerbiedig gedefereert laaten aande heeren Majores.
Seekere door de Patrouille wagt aangehaalde half Aam roode wijn sal men aan het Hospitaal voor de sieken afgeeven.
Bepaalde tijden waarop den gewoon en Jaarlijxen opgaaf der Burger effecten soo hier aan de Caab als in de Buijten Districten sal geschieden.
Sijnde aan de Wed: Coetzer onder seekere bepaaling haar veeplaats in eijgendom gegeeven.
16 Februarij
Gedane Afvrage door den heer Gouverneur aan de overheeden
der presente Retourscheepen.
Antwoord door deselve daarop gegeeven.
Sullende aan ‘t Schip Brouwer een Stuk groot wandt aan hogersmilde Agthien Ledige water Leggers bijgeset.
Mitsgaders aan het Commandeurs Schip gesuppleert werden het verschooten Buscruijt hier ter Rheede.
Gestelde tijden soo van het Monsteren als vertrecken der gem:e Retourbodems.
Gerecommandeerde aan dies opperhoofden weegens het niet Laaten Slippen der Boots of Barcassen en omtrent het onder Zeijl gaan van deese rheede.
Als meede om op de reijse gecombineert te blijven en op hunne hoeden te weesen.
En Laatstelijk weegens de drossers die Sig aan hun Boord mogten bevinden.
Gedane verbeeteringen op eenige Retourscheepen op nadere Approbatie der hoog Edele heeren Seventhienen.
Resumptie van het geagt aanschrijvens der heeren Seventhienen en die van de Camer Amsterdam sub datis 6: Septb:r en 28: October JongstL:
Wat daarop sal werden gerescribeert ten opsigte van het Mauritius Ebbenhout.
Terwijl haar Wel Edele hoog Agtb:re nog voor enige andere saaken sullen bedankt.
En met het Afdepecheeren van Wildrijk na Persiën volgens d’ ordren gehandelt werden.
Eenige gepresenteert werdende procuratiën van Soldij reecq:g ter Examinatie in handen van den Fiscaal te stellen.
Sijnde wijders aan deese en geene hunne Leeningplaatsen in eijgendom gegeeven.
- Februarij
Verleende Permissie aan den Advocaat van Vlooten om tot Weederkrijging sijner gesondheijd alhier eenigen tijd te mogen blijven vertoeven.
- februarij
Als meede aan den jongeling Jan Lodewijk Warnig om naar het Vaderland over te vaaren.
Terwijl ook in faveur van eenen Frans Jurgens tot de herwaarts overkomst van sijn vrouw na onse heeren en Meesteren sal werden geschreeven.
Aan Antoine d’ Aussaij gepermitteert om met den jongeling d’ Ableing Jansz: tot de volgende Scheeps geleegentheijd hier te mogen blijven.
De geresumeerde Procuratiën van Soldij Reecq:g sullen na het Vaderland moogen overgesonden worden.
3: Maart
Tot voorkooming van alle onheijlen is eenen Augustinus van der Crab op Sijn versoek van het Schip Thuijs te persijn op Duijnhof verplaatst.
En is wijders aan seeker oppermeester gepermitteert sijn huijsvrouw naar het Vaderland te moogen meede neemen.
- Maart
Den heer Majoor Meinertzhagen tot meede lid in de Respective Collegiën van Politie en Justitie aan gesteld weesende, heeft sessie genomen in deese vergadering.
Sullende sijn E. ook voortaan in den Burger Krijgsraad alhier moeten præsideeren.
Terwijl men den uijt het vaderland gekomenen Adjudant Pieter Cooning den dienst als vaandrig sal Laaten doen.
Vermits de doortastende Siektens onder de manschappen van eenige hier ter Rheede leggende uijtkomende Scheepen.
Sullen die bodems alhier nog eenigen tijd werden aangehouden.
15: Maart
Rapport van gecommitteerdens weegens de op de reijs ontstaan geweest sijnde Brand in de Combuijs van het Schip Pasgeld , mitsgaders de daaraan gedane reparatie alhier.
Aan den oud Burgerraad de Wit sijn twee veeplaatsen onder de gewoone Restrictie in eijgendom gegeeven.
22: Maart
De formeele Besoignes over den van Batavia ontfangenen brief tot p:r naasten uijtgesteld sijnde.
Is vervolgens aan den E. De Grandpreez gepermitteert om Sijne Soldij reecq:g na het Vaderland te mogen oversenden.
- Maart
Nadere Besoigne over den ontfangenen Bataviaassen brief van den 31: dec:r Jongstleeden.
Te geevene Reedenen waarom men A:o Pass:o geen meerder Tarw als geschied is naar Batavia heeft kunnen Afscheepen.
Sullende egter met de Leeuwerk en andere uijtkomende Scheepen een goede quantiteijt graan afgestooken.
En het geordonneerde noopens dies jaarlijxe oversending soo na mogelijk agtervolgt worden.
Terwijl men het aangeschreevene Soo ten opsigte der na Ceijlon gaande Scheepen als het niet meer Ligten van Predicanten Schuldpligtig sal nakomen.
Waaraan het te Attribueeren is dat de provisiën in den Voorl: Jaare van hier na Batavia gesonden, soo goed niet als voorheen souden sijn geweest.
Noopens de alhier verbleevene en vercogte Thee uijt de laading van ‘t Schip Guntersteijn sal een afschrift van het diesweegens genomene besluijt werden overgegeeven.
Kunnende egter om de besijden aangehaalde Reedenen het daarop geprofiteerde niet genoteert werden.
Dog de verdere gegeevene ordres van haar Hoog Edelens sal men Schuldpligtig observeeren.
Hoedanig te handelen met eenige op het Schip ‘T huijs ten Duijne nat gewordene Packen en sijde Baalen
Aanstelling van een Schipper op ‘t Schip Nieuwerkerk in de plaats van den overleedene.
Verdere gedane verbeeteringen op dien bodem
Geaccordeerde aan eenige A:o Pass:o hier verbleevene persoonen, omme thans met hunne huijsvrouwen de Reijs na het vaderland te mogen voortsetten.
Veranderde prijsen op de Smeecoolen en Tobacq.
En is het bestier over de wapencamer alhier aan den heer majoor Meinertzhagen opgedraagen.
Gelijk ook aan den Landbouwer Dirk Coetzee een plaats in eijgendom gegeeven is.
16: April
Verleende Permissie aan de overheeden van het in de Baaijfals Leggende onbequame Deensschip den Koning van Deenemarken om die kiel met sijn toebehooren Publicquelijk te mogen Laaten vercoopen.
19 April
Aangestelde Commissaris Politicq bij de gemeijnte in het Swarte Landt tot het ondersoeken en Redresseeren van eenige soo huijsselijke als andere saaken aldaar.
Genomen besluijt om het hol van het in de Baaijfals sijnde deensschip soo wel als eenige Equipagie goederen enz: van dien bodem ten behoeve der E. Comp:e te doen inkoopen.
De sieken in ‘s Comp:s hospitaal, het aan haar geleende Bedde goed komende weg te brengen of soek te maaken.
Sullen daar voor ten gestelden prijse op hunne soldij reecq:gen werden belast.
Geproduceerde Memorie weegens eenige te kort en defect aangebragte goederen mitsgaders gestorvene Leijfeijgenen en verrekt Beestiaal.
Dispositie hoedanig daarmeede te handelen
Verkiesing van een heemraad in de verre afgeleegene Districten.
Geaccordeerde aan een Catharina Margaretha Becker om onder betaaling van transport en costgeld na Batavia te moogen overvaaren.
Sijnde wijders onder de gewoone bepaalingen twee Leeningsplaatsen in eijgendom uijtgegeeven aan den heemraad Cornelis van Roijen.
Reedenen waarom men heeft moeten besluijten om den Landbouwer Johannes Botma door den Substitut Landdrost en Veldwagters te doen opbrengen.
28: April
Geproduceerde Lijst door den heer Gouverneur soo weegens den incoop van het deensschip den koning van Deenemarken als verdere Equipagie goederen en het Costende van dien.
30: April
Memorie van den heer Hoofd Administrateur behelsende het te kort komende op de aangebragte Laading van het provisie Schip de Leeuwerk .
Verantwoording van den Cap:tn van dien bodem Reinier Brugman daarop.
Waarop sommige minderheeden sijn gepasseert.
Dog de te kort komende Jatij balken teegens 10: Rix: t’ Stuk op reecq:g van gem. Brugman gesteld.
Terwijl aan haar Hoog Edelens tot Batavia eerbiedig sal werden voorgedraagen om de herwaarts te sendene houtwaren met ‘s Comp:s sjap te doen merken.
Ook sal men eenige der ontfangene houtwerken en vloersteenen bij vendutie Laaten vercoopen.
Tot berging van ‘s Comp:s wijnen sal een bequaam Pakhuijs bij het Strand opgebouwd werden.
Generaale Reecq:g der op deese weescamer berustende gelderen.
10: Maij
Verleende permissie aan den deenssen Cap:tn Derdeijn om beneevens nog eenige andere officieren van Sijne Natie onder betaaling met ‘s Comp:s Scheepen naar het vaderland over te vaaren.
Dat ook aan Seventhien gemeene toegestaan is mits voor de Cost Scheeps dienst doende.
Seekere van Batavia gekomene banneling gen:t Valentijn de vis.
Sal als een geboore Slaaf der E. Comp:e sijnde, weeder alssodanig geEijgent werden.
Aan den heer fiscaal van Oudshoorn een Stukje Thuijnland in eijgendom gegeeven.
Memorie van eenige te kort aangebragte en gebrookene goederen.
Besluijt hoedanig daarmeede te handelen.
7: Junij:
Aande wed: Eksteen is een veeplaats onder seekere Conditiën in eijgendom gegeeven.
Terwijl ook de wijngaardeniers op Constantia van het betaalen der nieuwe impost voor de door haar aan d’ E: Comp. geleevert wordende wijnen, sijn ontheft.
Sullende weegens de aan staande verpagting van ‘s Lands gemeene Middelen volgens gewoonte Billietten werden geaffigeert.
16: Junij
Verleende Permissie aan eene henricus van Santen om alhier eenigen tijd te mogen verblijven.
- Julij
Aanstelling van een Luijtenant en Cornet in een Comp:n dragonders der afgeleegene districten.
Approbatie der gemaakt schickingen bij Landdrost en heemraaden noopende het aanvaarden en bestieren van de ponton in de Berg Rivier Leggende.
Mitsgaders authorisatie om ten dien eijnde eenige penn:gen te moogen opneemen enz:
Terwijl seekere vrijgegeevene Leendert van Saxen op de over hem gedaane klagten voor Matt:s is in dienst genoomen.
- Julij
Plaatsing van den Predicant Ruardus Cloppenburg als vaste Leerraar hier aan de Caab.
10: Aug:s
Gedaane aanstelling van een Schipper enz: op het in de baaijfals Leggend Schip de Standvastigheijd op nadere Approbatie van haar Hoog Edelens tot Batavia.
Welk Schip de Standvastigheijd met dies toebehooren door gecommitteerdens aan den nieuwen Schipper sal moeten werden overgegeeven.
het Billiet verbiedende het Loopen hier Langs de Straaten van geijten of Bocken te renoveeren.
Ook sal het Tractament van den wijn verlaater Serrurier voor het verloopene jaar thans uijt de Burger kas van de Caab betaald werden.
Ondertusschen dat goedgevonden is de hoofd officieren der Burger en Landmilitie alhier bij hun overlijden met gevoeglijk Burger Militair honneur te Laaten begraven.
Aan den E. Josephus de Grandpreez is onder Seekere bepaaling een Stukje Thuijnland in eijgendom gegeeven.
En seekere oude Slavin der E. Comp:e in vrijdom gesteld, mits dat voor deselve in ‘s Comp:s Cassa ƒ100: werde betaald.
18 Aug:s
Aanstelling van eenige hoofdofficieren onder de Burgerij alhier tot plaatsvulling der overleedene en opgetreedene.
Voorts is den Leerraar Petrus van der Spuij als tweede vaste Predicant hier aan de Caab geplaatst.
En daaren teegens den Predicant Franciscus Le Sueur ingevolge sijn voor heen gedaan versoek van dien dienst ontslaagen.
Sullende wijders de bedurven en onbruijkbaare goederen bij Memorie van den heer Hoofd Administrateur vervat, werden vercogt.
Reedenen waarom den onlangs in dienst der E. Comp:e getrockenen Leendert van Saxen weeder in vrijdom is gesteld.
31: Aug:s
Verpagting van ‘s Lands gemeene Middelen en het bedragen der pagtpenn:e
6: Septemb:r
Resumptie van het ontfangene seer geagt aanschrijvens van de hoog Edele heeren Seventhienen van den 24: maart deeses jaars.
Sullende weegens de daarbij gedane klagten over het niet houden der maat van eenige Aamen Constantia wijn.
Extract uijt dien brief aan den Keldermeester werden ter handen gesteld om daarop te dienen van berigt.
Terwijl ook aan den Eerw:e Predicant van Egten bij missive kennis van sijn verkreegen ontslag sal werden gegeeven.
Met betuijging van het misnoegen deeser regeering om dat Sijn Eerw:e deselve daaromtrent niet heeft gekend.
Wijders sal de ordre weegens het formeeren van een Lijst van alle de geene die op de Retourscheepen den roergang doen of aanbesteeden werden opgevolgt.
En dewijl de aanbesteeding der Leverantie van Vleesch en Levendige Schaapen aan d’ E. Comp:e begind aan te naderen.
Sullen diesweegens op den voorgaanden voet Billietten werden geaffigeert.
De jaarlijxe afschrijving op eenige goederen aan den Pakhuijsmeester, Dispencier en Keldermeester toegestaan sijnde.
Sullen deselve soo wel als sommige te kort aangebragte goederen, gestorvene Leijfeijgenen en verrekt Beestiaalen werden afgeschreeven.
Agreatie der Boedel reecq:gs van sommige ‘s Comp:s dienaaren in’t voorl: boekjaar overleeden.
Versoek schriften van de vier Brandewijn pagters mitsg:s die der vaderlandsche Bieren en wijnen weegens het stellen van Bijtappen.
Dat aan haarl: in diervoegen is geaccordeert
Aanstelling van een Schipper en verdere gedaane verbeeteringen op het schip Padmos .
Gelijk ook den ondermeester van Akerendam tot opperd:o op Eerstgem:e bodem is bevordert.
Welk Schip Padmos dan ook na de ordre aan den nieuwen Schipper sal werden overgegeeven.
Verplaatsing van den vaandrig Haman van Padmos op Akerendam .
15: Septemb:r
verleende Permissie aan Abraham Lever om de pagt van’t Moutbier aan de wed: honk te mogen overlaaten.
Gepresenteert Request door den Burger Nicolaas Mulder tot het houden van school alhier.
Waarop alvoorens te disponeeren Berigt van Kerkenraade weegens desselfs bequaamheijd sal werden ingewagt.
6: October.
Aan juff:r de wed: Ten Damme is op haar versoek een Stuk huijserf na de kant van de waterplaats in eijgendom gegeeven.
Mitsgaders aan Nicolaas Mulder op de goede getuijgenis van hem gegeeven, het Schoolhouden alhier gepermitteert.
13: October
Tot het Exerceeren der Burgers op Stellenbosch en het doen der optrek aldaar sullen aan deselve het gewoone Buscruijt en Vuursteenen werden Afgegeeven.
Terwijl ook worde geapprobeert de gedaane aanstelling van Pieter van der Bijl tot wagtmeester.
Benoemde gecommitteerdens tot het bijwoonen der gemelde waapenschouwing.
25: October
Schriftelijke verantwoording van den Keldermeester op de gedane klagten over de Aamen waarmeede de Constantia wijn A:o Pass:o in’t Vaderland sijn aangebragt.
‘T welk in Copia naar Neederland sal werden overgesonden.
Sullende wijders aan de heeren van de hooge Indische Regeering berigt gedaan werden hoedanig sig de Moullie in den gepasseerden Winter heeft gehouden.
Aan wien ook in feveure van den Boekhouder frappé sal werden geschreeven, ten eijnde eenig geld van hem alhier per wissel mag overgemaakt werden.
Geaccordeerde aan den Pangerang Dipa nagara om beneevens desselfs gevolg naar Indiën te mogen te rugge keeren.
Vermits hooge Benodigtheijd sal uijt de ter Rheede Leggende uijtkomende Scheepen weder eenige hoeden Smeecoolen geligt werden.
Het Rukeloose Cappen en vernielen van Brandhout & in de Baaijfals , aan een ijgelijk sonder onderscheijd bij affixie van Billiëtten verbooden.
Sijnde het selve alleen onder seekere bepaalingen toegelaaten aan die geene dewelke aldaar gehuijsvest sijn of plaatsen hebben.
Ten dienste van de Colonie in de verre geleegene districten is aan deselve een Stuk lands in eijgendom gegeeven.
Seekere oude slavin der E. Comp:e onder betaaling van Een hondert Caabse guldens in vrijdom gesteld.
P:mo November
Aanstelling van een Schipper, opperstuurman en twee Onderstuurlieden op het Schip Ouwerkerk .
P:mo Decemb:
Lasten en Winsten in het Afgeweekene Boekjaar ter deeser plaatse gevallen.
Reedenen waar door ‘t minder rendeeren der Lasten en meerdere Winsten sijn veroorsaakt geworden.
‘Twelk aldus bij de Negotie Boeken deeses gouvernements sal werden af en ingeschreeven.
P:mo December.
Tot het verder opmaaken van de onder handen sijnde
Pelmoolen, sullen in steede van Vaderlandse Moppen, Metselklippen gebruijkt werden.
Mitsgaders het daartoe nog ontbreekende houtwerk uijt de landwaarts in Leggende bosschen, getragt werden te bekomen.
Vermits de Contanten in ‘s Comp:s Cassa wederom beginnen ten eijnde te Loopen.
Sal men gelijk A:o Pass:o is geschied weeder ƒ100000. teegens 4. P:r C:to moeten opneemen.
13: December.
Aanstelling van Nieuwe Leeden in de Resp:e Collegiën in steede der uijtgediende.
Mitsgaders van een Burger Cap:tn, Luijtenant en Vaandrig in eene der Compagniën Infanterije.
22: December.
Overgeleeverde Memorie eeniger te kort endefect aangebragte goederen, gestorvene Leijfeijgenen en verrekt Beestiaal.
Besluijt hoedanig daarmeede te handelen.
29 December.
Gemaakte Schickingen op dewelke den herwaarts gerelegeerden Madurees Regent Radeen Djoerit op de Secuurste wijse sal werden gehuijsvest en gadeslaagen.
Sullende ter ontdeckinge van den persoon August Rudolph van Neijendorf heer van Gruningen en weddensleben Billietten geaffigeert werden.
C. 124, pp. 25-34.¶
Dingsdag den {17460104} 4. Januarij 1746.
’s Voormiddags alle Present uijtgenoomen den E. Equipagiem:r Jacobus Moller bij indispositie.
Het hooggeagt aanschrijvens van de Heeren van de Hoog Indiaasse Regeeringe van den 20: October des voorleedenen Jaars, dat met het aanweesend schip Leijden hier is aangebragt, heeden met behoorlijke aandagt geresumeert en geleesen sijnde, is best gedagt dat daarop in alle Eerbied sal worden gerescribeert, dat de daarbij gegeevene Ordres soo ten opsigte van het oversenden Jaarlijx na Batavia van een specificque monsterrol van alle de manschappen en Dienaren dewelke onder Ult:o Junij in dit Gouvernement soo aan Land als op de vaartuijgen sullen weesen bescheijden, als aangaande den geweesenen gesaghebber op den hoeker de hector Jan Raaij mitsgaders het houden van goede toesigt op het hand en schietgeweer alhier (:t’ Welk in dit gouvernement altijd na behooren is geschied:) het niet meer verleenen van Veniam Ætatis alhier, maar de versoekers daarom na Batavia te renvoijeeren, voorts het noteeren bij onse eijschen van medicamenten, van het getal der dienaren alhier bescheijden, en soo ook de wijse opwelke de kinderen in dienst sullen mogen aangenoomen worden, en Laatstelijk weegens het bewijsen van Militaire Honneurs aan de Cap:tn Luijtenants ter Zee, en de Schippers na het daaromtrent gereguleerde, met wat dies meer Sij, niet alleen punctueelijk sullen geobserveeren maar dat ook volgens d’ ingekomene extract Resolutie genomen in Raade van India op den 13. maart 1744. en het daarbij gevoegde Factuurtje den E. Coopman en Dispencier Nicolaas Heijning op desselfs Soldij Reecq:g weegens de daarbij vermelde tarw sal belast worden voor een somma van ƒ1860.
Vermits het overlijden van den Schipper van het aanweesend schip Ida , Simon de Boer, mitsgaders daarna, van den in desselfs plaats tot gesaghebber aangestelden opperstuurman Jacobus van der Meer; Is den onderstuurman van dien bodem Nicolaas van den Hoed uijt aanmerkinge dat hij weegens dat gesegde Jacobus van der Meer geduurende de reijse door indispositie geen dienst hebbende kunnen doen, al van den beginne voor Opperstuurman heeft moeten ageeren, en daarna, na het overlijden van den Schipper om dat meergem:e Jacobus van der meer maar honoraire tot gesaghebber is aangesteld, dien dienst ook moeten waarneemen en voorts hierop dit schip geluckig ter deeser Rheede gebragt heeft; tot Schipper op dat schip Ida aangesteld te meer dewijl denselven een bequame en ervarene Zeeman is die d’ E. Comp:e al een geruijmen tijd heeft gediend; sijnde wijders tot opperstuurman op het selve schip Ida gevordert den onderstuurman van het Schip ‘t hoff d’ Uno Adriaan de Boer, als sijnde de twee derdewaaks van de Ida , nog jonge Zeeluijden die voor d’ eerstemaal daar voor vaaren, dog dit alles op de nadere approbatie van de Heeren van de Hooge Indiaasse Regeeringe, van wien deese verbeeterde Persoonen de Gagiën tot haare Resp:e bedieningen staande, sullen moeten versoeken, des sal voorn:e Schip Ida met dies inlaading in Contanten na de Ordres der E. Comp:e aan deesen nieuw aangestelden schipper met de aldereerste geleegentheijd overgegeeven Worden.
Sijnde wijders op het ingekomene berigt van Kerkenraade deeser plaatse, aan den Burger Andries Seijts toegestaan alhier school te moogen houden.
Laatstelijk is nog geleesen seeker Rapport door de gesteld geweest sijnde gecommitt:s bij het besorgen der natte goederen dewelke uijt het Schip de Lis in de Baaij Fals aan de Wal sijn gebragt geweest, sijnde van den volgenden inhoude.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsgaders gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorten van dien &. Beneevens den E: Agtb: Politicquen Raad.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb:re Heeren.’
‘Dewijl het uijt de door de Wel Edele Groot Agtb:re heeren Bewindhebberen ter kamer Hoorn, aan Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb:re toegesondene gevenereerde missive sub dato 15 maij 1745: komt te blijcken t’ sustenue van haar Wel Edele Groot Agtb:r namentlijk dat ‘er uijt de 13. Packen Cassa ‘s dewelke in ‘t Retourschip Lis , voor Europa waaren gecargeert, en doe vermits verscheijde Stucken, uijt de Packen geinfecteert en bedurven waaren (:sulx dat men alhier 97. P:s dier Cassa’s heeft moeten houden:) in de Simonsbaaij alwaar het voornoemde Schip geankert Lag, sijn ontpakt geworden; en Stuk soude komen te mancqueeren, soo is ‘t dat wij ondergeteekendens dewelke bij het uijtwasschen en aflaaden van die bedurven goederen sijn gecommitteert geweest, ons genoodsaakt vinden aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agbt:re te moeten declareeren, dat wij onmogelijk bevroeden kunnen, waarbij sulx soude toegekomen sijn, alsoo die weeder gepakte Stucken behoorlijk met de daarin, door ons geleijde briefjes sijn komen te accordeeren en in diervoegen ook door ons aan de Scheeps Overheeden sijn toegetelt, te meer dewijl het restant met de briefjes dewelke door de Administrateurs tot Bengalen van deselve geformeert sijn meede bevonden is over een te komen, moetende egter door de beEedigde Verklaaring daarvan in Europa geformeert vaststellen dat ‘er een Stuk in het pak L:a V. te kort is bevonden, welk abuijs wij sustineeren te sijn voortgekomen door de weijnige ruijmte die wij aldaar hadden om alles ten spoedigsten weederom te herpacken en besorgen, t’ geen soo sijnde, derven Wij Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re Verseekeren, dat gemelde stuk onder de Restanten die wij ter deeser plaatse hebben aangebragt is berustende geweest, door dien veele dier Stuken sodanig defect en aan Lappen gebrooken waaren dat het niet wel mogelijk en was de accuraratesse daar omtrent na vereijsch te kunnen vinden.’
‘En alsoo wij ondergeteekendens hiermeede verhoopen aan Uwe wel Edele Gestr: en E. Agtb:n intentie voldaan te hebben, gebruijken wij de Vrijheijd, ons eerbiediglijk te noemen (:onderstond:) Wel Edele Gestrenge en E: Agtb:r Heeren Uwe wel Edele Gestrenge Heer en E. Agtb: Heerens onderdanige en gehoorsame dienaren (:was geteekent:) W:m Bosman G.V. Lexmond (:in margine:) Cabo de Goede Hoop den 6. Jan: 1746.’
En is na dies resumptie verstaan dat aangaande t’ deficieerende omtrent de Stucken Cassa’s, Conform ‘t ter needer gestelde in die verklaaring aan d’ Edele Heeren Bewindhebberen ter Camer Hoorn sullende worden geschreeven, met eene aan deselve noopende de 32. P:s soesjes die te min in het Vaderland souden sijn ontfangen, sal Worden voorgedraagen, dat dit abuijs alleen is voortgekomen uijt een Schrijf faute in onse onderdanige Letteren van den 23. Julij des jaars 1744. waarbij aangehaald is dat hier maar alleen 2. P:s Soesjes defect sijn verbleeven daar het in der daad 32. Stucken sijn geweest.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 124, pp. 35-39.¶
Donderdag den {17460113} 13: Jann: 1746.
’s Voormiddags alle present uijtgenomen den E. Equipagiemeester Jacobus Moller bij indispositie.
Op het nu staande vergaderinge nogmaals gedaan wordende Rapport door den opperstuurman en een der quartiermeesters van het Commandeurs schip Leijden dat se gisteren op het ter deeser Rheede Leggende Engelsschip Onslow gesien had den seekere Bootsman voormaals op de Werf tot Batavia bescheijden geweest, gent: Jonas Berg, denwelken van daargevlugt is, en bij de Heeren van de Hoge Indiase Regeering word geordonneert, dat soo wanneer hier mogt aankomen, sal moeten aangehouden en in goede verseekeringe na gesegde Indiaase Hoofdplaats te rugge gesonden worden; soo is, gemerkt den Cap:tn van dat Engelsschip komt te weijgeren om dien man over te geeven, verstaan, dat aan hem op sijn Schip om denselve daartoe ‘s Comp:s weegen nogmaals aante maanen sal worden gesonden den Eersten gesworen Clercq ter Politicque Secretarije alhier, met twee getuijgen verseld, en dat bij aldien dien Cap:tn komt te Persisteeren met voorsz: Bootsman niet te willen overgeeven, dat men als dan om denselven daartoe nader te Constringeeren; na de ordres der E.Comp:e sal doen arresteeren desselfs Schuijt en Volk.
Terwijl Laatstelijk na Lectuure van seekere Versoekschirft door den Cap:tn van het meede hier aanweesende Engelsschip London overgegeeven, goedgedagt is, dat aan denselven sullen worden verstrekt de versogt wordende Scheeps Equipagie goederen teegens een Capitaal advans, als kunnende deselve alhier wel gemist worden, Luijdende gedagte Schriftuur aldus.
Aan den Wel Edelen Gestr: heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van India mistgaders gouverneur aan Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien & &. beneevens den E: Agtb:r Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren.’
‘Den Cap:tn van het hier ter Rheede Leggend Engelsch uijtkomend Schip London , William Sedgwick geeft Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:r met het vereijschte Respect te kennen, hoe hij Suppl:t tot sijn Leetweesen de focke mast van desselfs Schip sodanig onbequaam heeft gevonden dat hij daarmeede onmogelijk sijne reijs na India kan vervolgen, en dewijl deselve daar en boven ten eenemaal irreparabel is, soo versoeke den Supplt: in alle Eerbied, dat Uwe Wel Edele Gestr. en E. Agtb:r van die goedheijd gelieven te sijn, hem onder behoorlijke betaaling een bequaam Masthout tot het maaken van een nieuwe Focke mast, bij te setten, mitsgd:s nog een Stuk wandt van 6 1/2 duijmen, dewelke denselven meede ten hoogsten noodig heeft; sullende den Supp:lt daar door niet alleen uijt sijne groote verleegentheijd gered, maar ook aan d’ Engelsche Oost-Indische Comp: veel dienst en vriendschap beweesen werden. (:onderstond:) ‘T Welk doende &. (:was geteek:t:) W:m Sedgwick.’
Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 124, pp. 40-44.¶
Vrijdag den {17460114} 14. Jann: 1746.
’s namiddags alle present behalven de Heer Pieter Reede van Oudshoorn en d’ E. E:s Josephus de Grandpreez en Jacobus Moller.
Door den Cap:tn Luijtenant van het aanweesend Retourschip Reijgersdaal Willem ‘t Hoen huijden morgen gerapporteert sijnde hoe hij vernomen had dat desselfs Eerste Luijtenant Sijbrand Siewertsz: en Bootsman Jacobus Muntenaar niet alleen bewust waaren geweest dat den geweesenen Bootsman Jonas van den Berg (:dewelke op gisteren na eenige teegenstribbelingen door den Cap:tn van het Engelsschip Onslow eijndelijk is overgegeeven en ten eerste op het Zeijlvaardig leggende Schip ‘T Hof d’ uno geplaatst geworden om daarmeede in goede Verseekeringe na Batavia getransporteert te worden:) sig binnen boord van gem:e Schip Reijgersdaal had verstooken, maar ook van denselven eenige goederen in bewaaringe souden hebben, sijn daarop ten eersten twee gecommitteerdens uijt den Raad van Justitie verseld van den Fiscaal na Boord der eevengem:e bodems ‘t hof d’ uno en Reijgersdaal gesonden om daarna te inquireeren, gelijk danook bij haare te rugkomst uijt twee genomene Relaasen soo van den gedagten bootsman van den Berg als den Luijtenant Siewertsz is koomen te blijcken dat hij van den Berg soo voorgeeft van den met het Schip Saamslag over China repatrieerende Bootsmandm:t Pieter Almeer (:die door hem met de diefstal uijt de Tanjepoer beschuldigt word:) voor het maaken dat hij sijn ordonnantie op dien bodem kreeg, de Somma van een Duijsend Rix: ontfangen hebbende, daarvoor eenige goederen heeft gecogt, en die bij den vrijburger Frans Glaus tot Batavia gelaaten; voorts dat hij sig op het schip Reijgersdaal verstooken hebbende, eenigen tijd daarna in Zee sijnde, sig aan den bovengem:e Lieutenant Siewertsz geopenbaart en een kist met kleederen, neevens vier Casjes met Thee en 120: Stux handrottingen, aan denselven in bewaaring hadde gegeeven, wijders dat hij hier ter Rheede gekoomen weesende, dien selfden nagt met een Engelsche Schuijt die hij Presumeert door gedagte Luijtenant ten dien eijnde te sullen sijn besorgd, van Boord is afgehaald, en op een Engelsschip gebragt geworden; en dewijl meergem:e Luijtenant Siewertsz niet komt te ontkennen de voorsz: goederen in sijn bewaaring genomen te hebben met bijvoeging dat hij op gisteren den 13: ’ deeser van de wal aan boord gekoomen sijnde, aan den Bootsman van gesegde Schip Reijgersdaal Jacobus Muntenaar heeft overgegeeven de kist met kleederen, dewelke egter door hem daar uijtgenomen en in een Sak geborgen sijn, mitsgaders dat daarna de gem:e kist ter sijner ordre is in Stucken geslaagen en over boord geworpen met betuijging verders dat daarin behalven de kleederen niet anders als een Schrijflaade met silverbeslag geweest is, en welke goederen hij Luijtenant aan de voorseijde Gecommitt:s ook heeft overgegeeven, sijnde egter door hem al desselfs gedoente na lange Protestatiën van nergens van te weeten in het eerst genegeert geworden: Soo is na overweeging van Saaken best gedagt en beslooten den gesegden Luijtenant Sijbrand Siewertsz. en Bootsman Jacobus Muntenaar ten eersten aan de Wal in arrest te doen neemen, mitsgaders haare goederen door gecommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie te laaten verseegelen en in Sequestratie neemen, om dus verdere ondersoek na deese saak te kunne laaten doen.
Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] Mij Present P J Slotsboo E:g:Clercq
C. 124, pp. 45-53.¶
Dingsdag den {17460118} 18. Jann: 1746.
Voormiddags alle Present behalven den heer Pieter Reede van Oudshoorn en d’ E. E: Josephus de Grandpreez en Jacobus Moller.
Heeft den heer oppercoopman en Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh met versoek van daarop dispositie te moogen erlangen in Raade geproduceert de onderstaande memorie.
‘Memorie van de nabeschreevene Theer, Roedt en Pijpeduijgen uijt de onderstaande bodem, ‘t hof d’ uno minder bevonden, als de factuur quam te dicteeren als meede de Leijfeijgenen in de drie jongst gepasseerde maanden door de natuurlijke dood overleeden, ‘t vee in gem:e tijd soo verrekt als door ‘t wild gedierte vernield, alles volgens verklaaringen hier annex blijckende, namentlijk.’
‘
Uijt t Schip 't Hof d' uno | |
- 1/2. | Vat Theer tot 't opvullen van 4 1/2 vaten verbruijkt. |
68. | lb Roeth op 500 lb bij naweeging minder bevonden. |
3. | P:s Pijpeduijgen, op 1000: P:s minder ontfangen. |
Uijt t Schip 't Hof d' uno | |
- 1/2. | Vat Theer tot 't opvullen van 4 1/2 vaten verbruijkt. |
68. | lb Roeth op 500 lb bij naweeging minder bevonden. |
3. | P:s Pijpeduijgen, op 1000: P:s minder ontfangen. |
‘Volgens Reecq:g van den opsiender van ‘s Comp:s Slaven Logie en secretariale Verclaaring sijn in bovengesegde tijd van ‘s Comp:s Leijfeijgenen door de natuurlijke dood komen te overlijden.’
‘En volgens bijgevoegde reecq:g van den Landdrost, gesterkt met Secretariale verclaaringen, sijn in vooren. gen: tijd van ‘s Comp:s Beestiaal, soo verrekt als door ‘t Wild gedierte verslonden.’
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop op 18. Jann: 1746. /:Was geteekent:/ R. Tulbagh.’
En is na dies resumptie verstaan om de daarbij vermelde tekort aangebragte goederen soo wel als de gestorvene Leijfeijgenen en verrekte Beestiaalen bij de negotieboeken deeses gouvernements te doen afschrijven.
Vervolgens geleesen sijnde de jaarlijxe reecq:g der Arme penn: van de Caab, Stellenbosch , Draakensteijn en ‘t Land van Waveren , soo is goedgevonden deselve volgens gebruijk in Copia Authenticq na het Vaderland over te senden, sijnde van den volgenden inhoude.
‘
't Generale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij armen, bestaat in t' volgende, als. | ||
1745: P:mo Januarij was 't Capitaal | ƒ201862:13: | |
In dit jaar bijgekomen | ||
Aan Aalmoessen | ƒ3380:-: | |
d:o Grafsteeden | d:o 867:04: | |
d:o Intresten | d:o 8422:19: | |
d:o Armbossen | d:o 479:09: | |
d:o Testamentaire giften | d:o 196:-: | |
d:o Huijshuur | d:o 204:-: | |
d:o Verhuurde gestoeltens | d:o 139:04: | |
13688:16: | ||
Gaat af | ||
Aan onkosten der Armen | ƒ 6908:10: | |
d:o d:o d:o kerk | d:o 5504:07: | |
d:o Winst en verlies | d:o 613:14: | d:o 13026:11: |
Blijft onder ult:o Dec. 1745. | ƒ202524:18: | |
Bestaande in de volgende partheijen als. | ||
Cassa over Restant | ƒ23849:-: | |
Obligatiën en Custingbrieven | d:o 144644:16: | |
Agterstallige Intresten | d:o 8783:18: | ƒ177277:14: |
Ornamenten tot de kerk | ƒ1099:10: | |
Huijsen over Bouwstoffen | d:o 12547:14: | |
De Diaconij van Stellenbosch | d:o 3200:-: | |
d:o d:o 't Land van waveren | d:o 6400:-: | |
d:o d:o 't Swarte Land | d:o 2000:-: | d:o 25247:04: |
Somma | ƒ202524:18: |
't Generale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij armen, bestaat in t' volgende, als. | ||
1745: P:mo Januarij was 't Capitaal | ƒ201862:13: | |
In dit jaar bijgekomen | ||
Aan Aalmoessen | ƒ3380:-: | |
d:o Grafsteeden | d:o 867:04: | |
d:o Intresten | d:o 8422:19: | |
d:o Armbossen | d:o 479:09: | |
d:o Testamentaire giften | d:o 196:-: | |
d:o Huijshuur | d:o 204:-: | |
d:o Verhuurde gestoeltens | d:o 139:04: | |
13688:16: | ||
Gaat af | ||
Aan onkosten der Armen | ƒ 6908:10: | |
d:o d:o d:o kerk | d:o 5504:07: | |
d:o Winst en verlies | d:o 613:14: | d:o 13026:11: |
Blijft onder ult:o Dec. 1745. | ƒ202524:18: | |
Bestaande in de volgende partheijen als. | ||
Cassa over Restant | ƒ23849:-: | |
Obligatiën en Custingbrieven | d:o 144644:16: | |
Agterstallige Intresten | d:o 8783:18: | ƒ177277:14: |
Ornamenten tot de kerk | ƒ1099:10: | |
Huijsen over Bouwstoffen | d:o 12547:14: | |
De Diaconij van Stellenbosch | d:o 3200:-: | |
d:o d:o 't Land van waveren | d:o 6400:-: | |
d:o d:o 't Swarte Land | d:o 2000:-: | d:o 25247:04: |
Somma | ƒ202524:18: |
’(:onderstond:)’
‘Aldus gedaan en Getransporteert in Kerkenraade, aan Cabo de Goede Hoop ten overstaan van mij ondergeteek: als Commissaris Politicq den 10. Jann: 1746. (:was geteek:t:) R:k Tulbagh.’
‘
Cassa Reek:g der Armen Gelden, soo bevonden is op Ult:o dec. 1745. | |
Debet | |
Uijtgegeeven aan Alimentatiën en diversse benodigtheeden | ƒ762:02: |
Van haar Eerw: de kerkenraadt van Cabo, ter Leen ontvangen een somma van | ƒ4000:-: |
Credit | |
Bij 't Sluijten der voorige Jaars Reecq:g is er in Cassa p:r rest:t gebleeven | ƒ2048:07: |
Onder de Godsdienst, in 't Jaar 1745: ontfangen | d:o 591:12: |
Nog weegens verloopend intressen giften en kerke geregtigheeden | d:o 881:14: |
Somma | ƒ3522:01: |
Uijtgaaf hier van afgetrocken | d:o 762:02: |
Soo resteert in Cassa aan Contanten | d:o 2759:15: |
Aan uijtstaande penn: volgens obligatiën | d:o 4620:-: |
Nog weegens verscheenen intressen | d:o 616:04: |
de kerkelijke ornamenten | d:o 201:10: |
Somma | ƒ8197:13: |
Het neevenstaande hiervan afgetrock: | d:o 4000:-: |
Soo resteert nog het Capitaal der Armen | ƒ4197:13: |
Cassa Reek:g der Armen Gelden, soo bevonden is op Ult:o dec. 1745. | |
Debet | |
Uijtgegeeven aan Alimentatiën en diversse benodigtheeden | ƒ762:02: |
Van haar Eerw: de kerkenraadt van Cabo, ter Leen ontvangen een somma van | ƒ4000:-: |
Credit | |
Bij 't Sluijten der voorige Jaars Reecq:g is er in Cassa p:r rest:t gebleeven | ƒ2048:07: |
Onder de Godsdienst, in 't Jaar 1745: ontfangen | d:o 591:12: |
Nog weegens verloopend intressen giften en kerke geregtigheeden | d:o 881:14: |
Somma | ƒ3522:01: |
Uijtgaaf hier van afgetrocken | d:o 762:02: |
Soo resteert in Cassa aan Contanten | d:o 2759:15: |
Aan uijtstaande penn: volgens obligatiën | d:o 4620:-: |
Nog weegens verscheenen intressen | d:o 616:04: |
de kerkelijke ornamenten | d:o 201:10: |
Somma | ƒ8197:13: |
Het neevenstaande hiervan afgetrock: | d:o 4000:-: |
Soo resteert nog het Capitaal der Armen | ƒ4197:13: |
’/:onderstond:/’
‘Aldus Gedaan en Nagesien, in Kerkelijke Vergaderinge aan Stellenbosch Actum den 9. Jann: 1746. /:was geteekent:/ Jacob Cloete, O. De Wet, J.P. Giebeler, J:s A:s Mijburgh, A. Faure, N:s Vlok.’
‘
Cassa Rekening der Armen Gelden op Draakensteijn , soo als bevonden is op Ultimo December 1745: | |
Contant in Cassa gebleeven voor 't jaar 1745. | ƒ7097:10: |
Onder den Godsdienst ontfangen | d:o 1021:06: |
Verscheenen intresten en verdere inkomsten | d:o 2507:12: |
ƒ10626:12: | |
Uijtgaaf van 't Jaar 1745 | d:o 1084:-: |
Blijft in Cassa aan Contanten voor 't jaar 1746 | ƒ9542:12: |
aan Scheepenkennissen en obligatien | d:o 11600:-: |
geheele Somma | ƒ21142:12: |
Cassa Rekening der Armen Gelden op Draakensteijn , soo als bevonden is op Ultimo December 1745: | |
Contant in Cassa gebleeven voor 't jaar 1745. | ƒ7097:10: |
Onder den Godsdienst ontfangen | d:o 1021:06: |
Verscheenen intresten en verdere inkomsten | d:o 2507:12: |
ƒ10626:12: | |
Uijtgaaf van 't Jaar 1745 | d:o 1084:-: |
Blijft in Cassa aan Contanten voor 't jaar 1746 | ƒ9542:12: |
aan Scheepenkennissen en obligatien | d:o 11600:-: |
geheele Somma | ƒ21142:12: |
’(:onderstond:/’
‘Aldus Gedaan, gesien en nagereekent in volle Kerk vergaderinge aan Drakensteijn den 2. Januarij 1746. /:was geteekent:/ S.V. Echten V.D.M. Steven marais Pieter de Villiers, D. D. Villiers, Abraham de Villiers, François Retief Pieter Le Roe, J:s Marais, Hercules de Pree, Thomas Theron’
‘
Cassa Reek:g der Arme Gelden soo bevonden is onder Ult:o Decemb:r 1745. | ||
Van haar Eerw: de kerkenraad aan Cabo ter leen ontfangen | ƒ8000:-: | |
In de Jaaren 17 43/44 onder de Godsdienst ontfangen | ƒ145:-: | |
Geduurende het Jaar 1745. | d:o 527:12: | |
Aan eenige Vrijwillige giften | d:o 587:12: | |
d:o 1260:08: | ||
te samen | ƒ9260:08: | |
Seedert den jaare 1743. tot heeden tot den opbouw van des Predicants wooning enz: uijtgegeeven | ƒ4632:06: | |
Blijft nog | ƒ4628:02: | |
Sulx wij nogten agteren blijven | d:o 3371:14: | |
Maakende dit te samen uijt het gel: Capitaal van | ƒ8000:-: |
Cassa Reek:g der Arme Gelden soo bevonden is onder Ult:o Decemb:r 1745. | ||
Van haar Eerw: de kerkenraad aan Cabo ter leen ontfangen | ƒ8000:-: | |
In de Jaaren 17 43/44 onder de Godsdienst ontfangen | ƒ145:-: | |
Geduurende het Jaar 1745. | d:o 527:12: | |
Aan eenige Vrijwillige giften | d:o 587:12: | |
d:o 1260:08: | ||
te samen | ƒ9260:08: | |
Seedert den jaare 1743. tot heeden tot den opbouw van des Predicants wooning enz: uijtgegeeven | ƒ4632:06: | |
Blijft nog | ƒ4628:02: | |
Sulx wij nogten agteren blijven | d:o 3371:14: | |
Maakende dit te samen uijt het gel: Capitaal van | ƒ8000:-: |
’(:onderstond:)’
‘Aldus gedaan en nagesien in de kerkelijke vergaderinge, In ‘t Land van Waveren den 20. Jann: 1746. (:was geteekent:) Arn: Maur.s Meijeringh E Eccles: ibidem, Jacob Teron, Pieter Theron, Frans du Toi, Gerrit van der Merwe, Jacobus du Preez:.’
Sijnde wijders aan de Burgers Abraham Lever en Jan van der Swijn als thans hiertoe bij geschrifte versoek doende, in eijgendom gegeeven, seekere van d’ E. Comp:e in Leening hebbende veeplaats gen:t de Groote Brandwagt geleegen onder de Attacquas Cloof over de Gourits Rivier , mits volgens haarl: gedane presentatie in erkentenisse van dien in ‘s Comp:s Cassa alhier betaalende een hondert en vijftig Rix: en nog bovensdien jaarlijx de daarop staanen recognitie Penn: ter somma van 24: Rix:
Terwijl Laatstelijk nog op het diesweegens bij request gedaan supplicq door den burger Christiaan Paulman, beslooten is, dat om desselfs huijsvrouw Sophia Catharina Paulman tot Brunswijk woonagtig favorabel sal worden geschreeven, ten eijnde het onse Heeren en M:ren behaagen mogte aan deselve onder betaaling van het daartoe staande transport en Costgeld Passagie na deese plaats te verleenen.
Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] Mij Present P J Slotsboo E:g:Clercq
C. 124, pp. 54-57.¶
Woensdag den {17460119} 19. Jann: 1746.
Voormiddags alle present behalven d’ E.E:s Josephus de Grandpreez en Jacobus Moller.
Geleesen ende geresumeert sijnde het seer geEerd aanschrijvens der heeren van de Hooge Indiaasse Regeeringe van den 12: November beneevens haar Edelens circulaire missive van den 5: Augustus bevoorens met de daartoe gehoorende bijlagen, ons ter eere met het op eergisteren hier gearriveerde Schip Duijnhof aangebragt, soo is goedgevonden daarop in alle Eerbied te antwoorden, dat mende daarbij gegeevene Ordres soo weegens het voortaan verkoopen der Nagulen voor Een Hondert Swaare Stuijvers het Pond, als hoedanig wij ons te gedraagen sullen hebben, in gevalle door het Ministerium der Franssen in de Indiasse gewesten aan ons mogt voorgesteld werden, het observeeren van de neutraliteijd tusschen onse en haare natie beoosten deese plaats, bij het ontstaan van een Ruptuure tusschen de Neederlandsche Staat en de Croon van Vrankrijk pligtschuldig sal opvolgen, en met de overkoomende Bandieten naar Luijd van het dies weegens aangeschreevend gehandelt werden, als meede dat de Pacquetten met brieven en Papieren dewelke reets met voorm: bodem Duijnhoff alhier sijn aangebragt, en nog verwagt worden met Brouwer en t’ huijs te Persijn volgens de intentie van haar Hoog Edelens over de andere Retourscheepen sullen werden verdeelt.
En dewijl den van het Schip Reijgersdaal geligte en hier in arrest genomene Luijtenant Sijbrand Siewertsz en Bootsman Jacobus Muntenaar seedert bij de dienaangaande ingewonne Stucken meer en meer omtrent de saak van den geweesene Bootsman Jonas van den Bergh schuldig sijn bevonden, is na overweeging van Saaken best gedagt, de gem: Persoonen in arrest, mitsgaders alle de bij hun gevondend goederen verseegeld met en beneevens de ingewonne informatien in Originali, met het ter Rheede Leggende Schip Ida naar Batavia over te senden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] Mijn Present P J Slotsboo E:g:Clercq
C. 124, pp. 58-60.¶
Dingsdag den {17460125} 25: Jann: 1746.
’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ E. Jacobus Moller bij indispositie.
Nademaal het wegloopen van ‘s Comp:s dienaren in dit gouvernement bescheijden, nog al blijft Continueeren en dat sulx met geen mogelijkheijd soude kunnen geschieden, soo wanneer sulke vagabonden door sommige deeser ingeseetenen in deesen Tafelvalleij en wel principalijk ten platten Lande woonagtig, niet wierden opgehouden en gehuijsvest, gelijk het selve dikmaals is ondervonden; soo is op de Propositie van den Heer Gouverneur verstaan dat tot Stuijting van dat quaad, de daar teegens gestelde ordres en pænaliteijten bij placcaat van 22 maart 1729 bij publicatie en affixie van een nieuw placcaat sullen worden gerenoveert.
Sijnde wijders op desselfs hierom gedaan versoek aan eenen Jan Jurriaan Wolk, met de Retourscheepen des voorleedenen jaars hier aangeland en verbleeven, gepermitteert, met een der aanweesende Retourscheepen, in deselfde qualiteijt als waarvoor alhier gearriveert is, te weeten tweede Schipper, te moogen repatrieeren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 124, pp. 61-66.¶
Dingsdag den {17460208} 8. febr. 1746:
’s Voormiddags alle present uijtgenoomen d’ E. E:s Nicolaas Heijning en Jacobus Möller den eersten bij Occupatie en den anderen door indispositie.
Weegens dat de Moeskruijden in ‘s Comp:s Thuijn alhier, na jaarlijxe gewoonte, om de droogte, thans seer schaars beginnen te worden; is verstaan dat soo lang als sulx sal duuren, aan ‘s Comp:s hier ter Rheede aankoomende scheepen, de eerste drie daagen ververssingen van groente en daarna niet meer als driemaal ‘s weeks gelijk dit voorgaandelijk plagt te geschieden, sal verstrekt worden.
Ende nademaal de vreemde natiën Scheepen dewelke dit gouvernement aandoen, gemeenelijk onder ‘s Comp:s scheepen gemeleert hier ter Rheede ten ancker komen te Leggen; en dat die kielen bij gebrek van naar behooren of op onse wijse vertuijt te Leggen, bij opkomend swaar weer ligtelijk: driftig of gaande souden kunnen geraaken, en hier door wel eenig ongeluk aan ‘s Comp:s in dien tijd agter hun Leggende scheepen toebrengen, heeft men om soo veel mogelijk sij hier in te kunnen voorsien, nog goedgedagt dat als de quade mousson sal beginnen aan te naaderen, aan meergem:e vreemde natiën Scheepen die sig als dan in deese Tafelbaaij sullen mogen komen te bevinden, sal werden gegeeven, een afschrift van de beraamde ordres voor onse eijgene scheepen, ten opsigte van de wijse op dewelke deselve hier ter Rheede moeten vertuijen, met de daartoe gehoorende Seinen, en voorts dat de overheeden van sodanige kielen daarbij op het ernstigst sullen worden gerecommandeert om sig na den inhoude der voorm:e Ordres te willen gedraagen.
Hierna geliefde den heer Gouverneur te seggen, dat van meeninge was desselfs twee soons jonkers Hendrik, en Willem Maurits Swellengrebel met een der aanweesende Retourscheepen na ‘t Vaderland over te senden, en dat sijn Edele navolgens de gunst aan desselfs Caracter van Raad van India geannexeert, de Vrijheijd soude neemen, om het betaalen van het daartoestaande transport en costgeld eerbiedig gedefereert te laaten aan de Heeren Majores.
Sijnde op het verdere gecommuniceerde bij welopgem: heer Gouverneur, dat op gisteren aan de Patrouille wagt was aangehouden geworden een halfaam met Roode Wijn van den oud gesaghebber Gerrit van der Port, dewelke op een wagen met groente belaaden, gestooken en verborgen sijnde, men sogt dus op een Clandestine Wijse binnen dit Vlek te brengen, tot prejuditie van ‘s Comp:s geregtigheijd en import daarop, best gedagt, dat voor deese reijs de voorsz: half aam met Roode wijn sal worden geconfisqueert en in ‘s Comp:s hospitaal ten gebruijke der Sieken afgegeeven.
Terwijl wijders uijt hoofde dat den tijd van het opneemen der Burger effecten op handen begind te schietten, nog is vastgesteld, dat het selve aan de Caab en Stellenbosch op Saturdag den 30. Apl: mitsgaders Maandag en Dingsdag den 2: en 3: maij daaraan, en voorts in de verre afgeleegene districten op Dingsdag, Woensdag en Donderdag den 15: 16: en 17. der aanstaande maand maart sal werden gedaan, ten overstaan van den heer fiscaal ende gecommitt:s ende sulx volgens gebruijk ten deesen Casteele op de oude Cat mitsgaders aan Stellenbosch en in de verre afgeleegene districten in de Wooningen van de Landdrosten, ende dit alles naar voorgaand gebruijk.
Laatstelijk is aan de Burgeresse Susanna Snijman wed: wijlen den Landbouwer Jacob Coetser op haar hierom in scriptis gedaane versoek, in eijgendom gegeeven seekere veeplaats die sij al over eenigen tijd van d’ E: Comp:e in Leening heeft gehad, geleegen boven aan de Buffeljagts Rivier , mits dat sij daar voor navolgens haare presentatie als een erkentenisse voor deese gunst aan d’ E: Comp:e komt te betaalen een somma van Een Hondert Rijxd:s mitsgaders nog jaarlijx de daarop staande recognitie penn:e ten bedrage van Vier en Twintig Rijxd:s, en voorts onder deese nadere Conditie en bepaaling dat wanneer d’ E. Comp: de voorsz: plaats tot haar gebruijk en dienst noodig sal hebben, men deselve op behoorlijke taxatie weeder na sig sal moogen neemen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Daage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 124, pp. 67-77.¶
Woensdag den {17460216} 16: febr: 1746:
’s Voormiddags gecombineerde vergadering, Present.
Vermits den tijd door onse Heeren en Meesteren tot het vertrek der aanweesende Retourscheepen beraamd, op handen begind te schietten, geliefden den heer Gouverneur te kennen te geeven dat sijn Edele deese vergadering expres hadde doen beleggen om aan de overheeden derselver te kunnen voorstellen en afvraagen, hoedanig het met haare onderhebbende bodems is gesteld, en of Sijl: van alle Vereijschte benodigtheeden en Potspijs voor de Vaderlandsche voijagie voorsien sijnde, voorts niet in Staat souden weesen om binnen korten tijd van hier te kunnen vertrecken, mitsgaders wijders of aan imand het Sij aan Sijne Ammonitie van oorlog of anders goederen iets quamte mancqueeren, voegende welopgem: sijn Edele hierbij dat hij deese vraag in opsigte der goederen en Ammonitie van Oorlog & komt te doen, om dat de Ordres der heeren Majores koomen meede te brengen dat de Retourscheepen des benodigt sijnde, alhier daarvan sullen moeten werden voorsien: op het welke door den heer Commandeur en de verdere Scheeps overheeden geantwoord wierden dat Sij in staat van vertrek waaren en ook aan niemand van hun iets mancqueerde als alleen aan het Schip Brouwer een Stuk groot wandt mitsgaders aan Hogersmilde Agthien waterleggers, als Sijnde van de sijne, vermits desselfs schielijk vertrek van Batavia twaalf Stux aldaar agter gebleeven, terwijl nog ses andere in de Straat Zunda met de boot sijn weggeraakt, weshalven het een en ander dan aan die twee bodems sal bijgeset, mitsgaders ook gesuppleert werden het Buscruijt dat door het Commandeurs Schip soo tot het bedanken der hier aangekoomene Scheepen als het doen der wagtschooten ter deeser Rheede is verbruijkt.
Na het welke door gedagte heer Gouverneur wierd gesegt dat deese ter Rheede Leggende Retourscheepen op den 5: der aanstaand maand Maart sullen moeten gemonstert werden, om vervolgens in Comp:e van sodanige Scheepen die alhier intusschen uijt India nog mogten koomen op te daagen, op den 10: daaraan van hier te vertrecken, terwijl de gem:e Scheeps overheeden door sijn Edele wijders nog op het Serieuste sijn gelast ende geordonneert, dat Sij ter opvolging der GeEerde Ordre van haar Wel Edele Hoog Agtb:r de heeren Seventhienen haare Scheeps boots of Barcassen bij hun vertrek van hier niet sullen hebben te laaten slippen, maar deselve moeten meede neemen, als meede dat tot voorkominge van alle Confusiën en ongelucken die anders hieruijt souden kunnen ontstaan sijl: niet door malkanderen, maar ieder op Syn beurt, namentlijk eerst de voorste en daarnade agterste van deese Rheede sullen moeten onder Zeijl gaan, het geen door haarl: dan ook beloofd is van te sullen observeeren.
Voorts heeft welgem: heer Gouverneur in naarkoming van het diesweegens herwaarts aangeschreevene door haar Wel Edele Groot Agtb:re de heeren gecommitteerde Bewindhebberen tot de Secreete Saaken de gesamentlijke overheeden van deese Retourscheepen op het nadruckelijkst en ernstigst gelast ende geordonneert dat Sijl: om de Wille van den haggelijken toestand der Saaken in Europa haar steeds bij den anderen onder de vlagge van den heer Commandeur Jan de Wit gecombineert, en haar Scheepen altijd klaar en in Staat van defentie sullen moeten houden op Pæne dat den geenen die Sig buijten noodsakelijkheijd of ordre van den breeden Scheeps Raad van den anderen komt af te sonderen, of door disfortuijn van weer en wind de vloot van een geraakt en verstrooijt sijnde, sijn uijtterste devoir niet aanwend om die wederom bij den anderen te versamelen en Sig daarbij te voegen, sal verbeuren alle Sijne te goed hebbende maandgelden, douceurs en meede gebragte goederen, en boventdien nog gestraft worden met deportement naar exigentie van Saaken, mitsgaders nog dat Sij Scheeps overheeden soo draa en heer Bewindhebber tot afdanking der Scheepen aan boord sal sijn gekoomen, aan Sijn Wel Edele Groot Agtb:en niet alleen sullen moeten overgeeven haare Journaalen maar ook nog hun gehouden Equipagieboek, mitsgaders een Aparte Rolle der geene die regt hebben, om de toegelegde Extraordinaire douceurs voor de thuijs Reijse te eijsschen op Pæne dat die hier omtrent in gebreeke blijft sal verbeuren drie maanden gagie.
En dewijl het quaad van opdrossen soo van Europeanen als wel voornamentlijk der Leijfeijgenen van d’ E. Comp:e en Particulieren nietteegenstaande bij Continuatie alle mogelijke middelen tot weering van dien sijn en nog worden in het werk gesteld, tot geen gering nadeel van een ijgelijk nog al niet heeft kunnen werden gestuijt, soo sijn de overheeden deeser Retourscheepen ter dier oorsaake ernstelijk gerecommandeert dat bij aldien ten tijde van haarl: depart van hier of op de reijse eenige wegloopers op haare onderhebbende bodems mogten bevinden of koomen ontdekt te worden, Sijl: deselve het Sij hier ter plaatse of in het vaderland tot erlanging hunner welverdiend Straffe sullen moeten overgeeven.
Sijnde Laatstelijk nog bij resumptie der Turksse Passen van deese aanweesende Retourbodems deselve alle goed bevonden, soo dat aan die Scheepen geen andere sullen behoeven bijgeset te werden, dog op het gedaan versoek van dies overheeden sijn op eenige der voormelte Retourscheepen de volgend verbeeteringen gedaan namentlijk.
op ‘t Schip Leijden
Jan Schamp van Amsterdam P:l Opperstuurman tot Absolut d:o met ƒ48. p:r maand.
Dirk Kleijn van Rotterdam p:l onderstuurman tot Absolut d:o met ƒ32: maandelijx.
Abraham van der Winden van Amsterd:m p:l quartierm:r tot absolut quartierm:r met ƒ14. p:r maand.
Gerrit Olivier van amsterdam meede p:l quartierm:r tot Absolut d:o ende sulx onder gelijke besolding van ƒ14: ‘s maands.
Op ‘t Schip Hogersmilde
Gerrit Kadoele van Buijksloot p:l opperstuurman tot Absolut d:o met Agt en veertig guldens maandelijx.
Op ‘t Schip Reijgersdaal
Pieter Pieterse van Coppengagen p:l opperstuurman tot Absolut opperstuurman met een maandelijxe besolding van ƒ48:
Jacob Leertouwer van Coningsbergen p:l onderstuurman tot Absolut d:o met ƒ32 p:r maand.
Jan van den Berg van Rotterdam p:l onderstuurman op ‘t huijs te Perzijn tot Absolut d:o op dit Schip Reijgersdaal meede met een Tractement van ƒ32: maandelijx.
De gagiën van alle deese bovenstaande persoonen ingaande met den dag hunner p:le bevordering.
Dirk Thomasz: Boedelok van Amsterdam Schieman tot Bootsman in Steede van den in Arrest na Batavia te rug gesondene Jacobus Muntenaar ende Sulx met een maandelijxe winning van ƒ22:
Jan Albertse Leijding van Breemen Schiemansm:t tot Schieman met ƒ20: in plaats van den opgetreedend Dirk Thomasz: Boedelok.
Pieter krijne van [.....] matt:s, in des evengem:e plaats wederom tot Schiemansm:t met 14: ‘s maands.
Op ‘t Schip ‘T Huijs te Persijn
Hendrik Roos van Betingkeno Trompetter tot Onderstuurman met ƒ32: in Steede van den op het Schip Reijgersdaal geplaatsten Jan van den Berg.
Op het Schip Spanderswout
Jacobus La Motte van Vlissingen onderstuurman tot opperdito in Steed van den alhier in handen van de Justitie geraakten Dirk Twist, ende Sulx met een besolding van ƒ48: ter maand.
Cornelis de Jonge van ‘t Sas van Gent, derdewaak wederom tot onderstuurman met ƒ32: p:r maand in de plaats van eevengem: La Motte.
Het een en ander nogtans op de nadere Approbatie van Haar wel Edele hoog Agtb:re de heeren Seventhienen in het Vaderland.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] J D Wit
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] W Meurs
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] Gerrit Reijnderse Vos
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] F:k Schouten
[Signed:] C Brand
[Signed:] A:n Louwers
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] W ‘t Hoen
[Signed:] Ot: V:n Dam
[Signed:] A C Visscher
[Signed:] Mij Present P J Slotsboo E:g:Clercq
C. 124, pp. 78-84.¶
Woensdag den {17460216} 16: Febr: 1746.
Voormiddags alle present behalven d’ E. E:s Josephus de Grandpreez en Jacobus Moller beijde door indispositie.
De ontfangene seer geEerde Letteren soo van haar Wel Edele Hoog Agbt:r de heeren Seventhienen gedateert 6: Septb: des gepasseerden jaars, neevens een Extract uijt den brief onder dien eijgensten datum aan Generaal en Raaden van India geschreeven, als die van haar Wel Edele Groot Agtb:re de heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam van den 28. Octob:r Laatsleeden, geleesen ende geresumeert sijnde; soo is best gedagt dat in alle eerbied aan hoogstgedagte Edele Heeren Seventhienen sal worden gerescribeert.
Dat men het senden van een hoeker van hier naar het eijland Mauritius tot het inkoopen soo van hout als andersints sal agterweegen laaten, en alleen Letten dat wanneer eenige Fransse Scheepen sodanig hout inhebbende, hier quamen aan te Landen, dat het selve teegens den voorgesz: prijs voor de E: Comp:e word ingecogt, ondertusschen dat het Mauritius hout door sommige deeser ingeseetenen over twee jaaren aan d E: Comp:e geleevert na het geordonneerde sal betaald werden.
Voorts dat gelijk wij aan de een kant onse schuldige dankbaarheijd moeten betuijgen voor de gunstige reflexie die het haar Wel Edele Hoog Agtb:re behaagd heeft te neemen op de van hier gedane versoeken om een Schip tot afhaaling van Slaven van het eijland Madagascar ten dienste deeses Gouvernements, soo ook van eenige bequame Canoniers, Bombardiers en Vuurwerkers, en voorts van eenige goederen in koops Prijs tot monteering voor de officieren en gemeenen van deese Burger en Landmilitie, wij ten anderen aan deselve niet minder sijn verpligt voor de aan ons bij bovengem:e Extract missive goedgunstig gegeevene Communicatiën weegens de daarbij vermelde Scheeps en andere Saaken: Terwijl Wijders aan haar Wel Edele groot Agtb:re de heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam in antwoord sal werden bedeeld, dat men met het afsenden van het Schip Wiltrijk na Persia mitsgaders het afneemen en oversenden na Batavia, van de daarop boven het getal van Hondert Coppen sig bevindende manschappen navolgens derselfde geEerde Ordre sal handelen.
Waarna ter vergadering sijn gepresenteert eenige versoekschriften geannexeert met de Procuratiën en Soldij Reecq:gen van de onderstaande persoonen tendeerende om permissie te moogen erlangen tot dies overmaaking aan haare daarbij genoemde gemagtigdens te weeten.
In opsigt van dewelke goedgevonden is dat deselve in handen van den heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn sullen werden gesteld op dat daarmeede door sijn E navolgens de ordre sal kunnen werden gehandelt.
Ook sijn aan de volgende Persoonen op hun diesweegens bij request gedaane versoeken haare van d’ E: Comp:e in leening besittende veeplaatsen in eijgendom gegeeven, onder betaaling van de gewoone recognitie penn:e van 24: Rix: ‘s jaarlijx voor ieder plaats en daarenboven de onderstaande sommen tot een erkentenisse voor d’ E: Comp:e voor het verkrijgen dier Landereijen als.
Aan de Wed: Pieter Jurgen van der Heijden twee plaatsen de eene geleegen aan de Bosjes Fontein over de Palmiet Rivier ende andere aande Harte beeste Craal aan de Valse Rivier gen:t Middeldrift voor Rix: Twee Hondert sijnde hondert Rijxd:s ider.
d:o Jan Loose insgelijx twee Plaatsen de eene geleegen aan de kleine Palmiet Rivier aan de bovenste wagendrift, en de andere aan de Vette Rivier gen:t de Zeecoejagt mits voor ider derselver een Hondert ofte te saamen Rijxd:s 200: betaalende.
d:o Jasper Slabbert een plaats gen:t de Theefontein omtrent de uijlekraal naar het Swart Land geleegen voor een hondert vijftig Rijxd:s.
Ende Sulx onder de nadere hier omtrent gemaakte bepaalingen.
Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Daage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] Mij Present P J Slotsboo E:g:Clercq
C. 124, pp. 85-86.¶
Dingsdag den {17460222} 22: Feb. 1746.
’s Voormiddags alle present.
Op het gedaane versoek door den Advocaat M:r Willem van Vlooten met het Schip Leckerland hier aangeland, om vermits desselfs indispositie ter deeser plaatse te moogen blijven vertoeven, tot dat weeder in staat sal sijn geraakt om sig wederom op Zee te kunnen begeeven, soo Is sulx aan den selven toegestaan.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Daage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 87-89.¶
Donderdag den {17460224} 24. feb: 1746.
s’ voormiddags alle present uijtgenoomen den heer independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn bij occupatie.
Is aan de onderstaande persoonen op haare hiertoe soo in Schriptis als bij monde gedaane versoeken het volgende toegestaan, te weeten.
Aan den Burger Steven ten Holder om desselfs huijsvrouwen voorsoon gen:t Jan Lodewijk warnigh met het aanweesende Schip Brouwer na het vaderland te moogen oversenden, mits betaalende het Transport en Costgeld om in de Cajuijt gelogeert en getracteert te werden.
Aan den Cok in s’ E Comp:s Slaven Logie alhier Frans Jurgens, dat ten Sijnen faveure na het vaderland sal worden geschreeven, opdat door onse Heeren en Meesteren aan desselfs huijsvrouw Anna Boekstal tot Amsterdam woonagtig, onder betaaling van het daartoe staande Transport en costgeld Passagie herwaarts met een van ‘s Comp:s Scheepen mogt worden verleend.
En voorts aan den Sergeant Antoine D’ Aussaij met het Schip ‘t Huijs te Persijn van Batavia hier aangeland, om vermits dat door Swacke Lighaams gesteldheijd sig buijten staat bevind om thans de reise te kunnen doen, hier tot herhaalinge sijner gesondheijd, neevens den onder sijn opsigt hebbende jongeling Jan Daniël d’ Ableing jansz: te mogen verblijven tot de volgende Scheepsgeleegentheijd.
Sijnde Laatstelijk bij nadere resumptie der Procuratiën en Soldij reecq:gen bij resolutie van den 16: deeser Loopende maand feb: vermeld, komen te blijcken dat desselve door den Heer Independ:t fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn ondersogt en wel bevonden sijn; weshalven is aan dies eijgenaars gepermitteert de gem:e procuratiën en Soldij reecq:gen aan hunne vrienden en gemagtigdens in het Vaderland te moogen oversenden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Moller
C. 124, pp. 90-92.¶
Donderdag den {17460303} 3. maart 1746.
’s voormiddags alle present uijtgenoomen den heer independ:t fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn bij occupatie.
Gemerkt tusschen den Cap:tn Lieutenant van het ter Rheede Leggend Schip ‘t Huijs te Persijn , Frederik Schouten en den met dien bodem repatrieerenden Bataviaasse Burger Augustinus van der Crab sulken questie is ontstaan dat die Saak bij den Raad van Justitie alhier met ontsegging van den eijsch door den eerstvermelden teegens den anderen in Cas van injurie gedaan, heeft moeten werden afgedaan; Is, tot voorkoominge van alle de onheilen die tusschen die persoonen bij malkanderen verblijvende op de verdere reijse soude kunnen ontstaan en bewaaringe van de vreede en eenigheijd op ‘s Comp:s dierbare kielen soo hoognodig, denselven van der Crab (:thans hierom bij request versoek doende:) van het voorwaarts genoemde Schip T’ huijs te persijn op het meede ter deeser Rheede vertoevende Schip Duijnhof verplaatst.
Sijnde voorts aan den oppermeester van het Schip het Huijs te Persijn Gerrit de Bruijn toegestaan, om seekere Rachel Lookermans, die getrouwt hebbende na het Vaderland te moogen meede neemen.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Daage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 93-96.¶
Donderdag den {17460310} 10: maart 1746.
‘S Voormiddags alle present.
Naar Lectuure van de Acte en Commissie waarbji den Heer Isaäk Meijndershaagen (:denwelken met het aanweesend Schip Sara Jacoba hier is aangeland:) door de Heeren Majores in het vaderland is aangesteld tot Majoor over dit guarnisoen en Cap:tn van een der twee Compagnien Militairen, heeft sijn E. de respective Eeden als Lidt van Politie en Justitie afgelegd, en hierop Sessie in deese vergadering genoomen hebbende is vervolgens op het voordraagen van den Heer Gouverneur gevoeggelijkst geoordeelt en dienvolgens verstaan dat gedagte heer Majoor voortaan in den Burger Krijgsraad alhier sal moeten presideeren, soo en in diervoegen als sulx tot nu toe is geschied door de Successivelijk hier geweest sijnde Capitainen, des is den heer Capitain Rudolph Sigfried Alleman van die Præsidie ontslaagen en voor desselfs daar omtrent tot dato deeses genoomene moeijte bedankt.
Sijnde wijders ten opsigte van den persoon Pieter Cooning die ook door bovengem: onse Heeren en Meesteren tot Adjudant van dit guarnisoen met de qualiteijt van vaandrig bevordert sijnde met voorseijde Schip Sara Jacoba hier meede gearriveert is, nog best gedagt, dat dewijl dit guarnisoen bereijts met een Adjudant is voorsien en dat denselven dien dienst wel verstaat, dat voorseijden Pieter Cooning den dienst alhier als vaandrig sal moeten doen.
Waarna het den Edelen heer Gouverneur behaagde de Leeden des Raads te Communiceeren dat soo als het hiermeede ter Rheede leggende Schip Scheijbeek op den ordinairen tijd van hier Stond te depecheeren, de Scheepelingen van dat Schip, d’ officieren soo van agter op als van het dek daaronder gereekent, neevens de manschappen dewelke van Wildrijk daarop sijn geplaatst, niet alleen sijn koomen in te Storten maar ook dat Sulx nu nog blijvend Continueeren die menschen dagelijx al gaande weg d’ eene voor, d’ andere na ten deesen hospitaale moeten werden gebragt, sonder dat men voor als nog onaangesien alle de daarteegens in het werk gesteld Precautiën eenig beeterschap komt te Sien, weshalven heeft men moeten besluijten dat met het afvaardigen van dien bodem en soo meede met de Scheepen ‘t Pasgeld en Sara Jacoba welkers manschappen ook thans begind in te vallen, sal werden gewagt, tot dat de Siektens op deselve Scheepen in het geheel komt op te houden en het volk volkoomen sal sijn hersteld om dus die twee kielen door eene te ontijdige afvaardiging met qualijk gesteld volk aan geen blijkbaar gevaar in Zee niet te Exponeeren.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I. Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 97-100.¶
Dingsdag den {17460315} 15: maart 1746.
’s Voormiddags alle present uijtgenoomen den E. Jacobus Möller bij indispositie.
Geleesen en overwoogen sijnde seekere verclaaring, verleend door de daartoe gesteld geweest sijnde gecommitteerdens weegens de gesteldheijd en den Brand die op de reijse is ontstaan in de Combuijs van het ter Rheede Leggende Schip Pasgeld en voorts der daaraan ter deeser plaatse gedane reparatie, Is verstaan, dat Copia van die verclaaring met de Eerste geleegentheijd aan de Camer Delft sal werden overgesonden, Luijdende dat getuijgschrift aldus.
‘Wij ondergeteek: Arij van der Meer opperstuurman, Pieter Bos onder d:o en Jacob Herre oppertimmerman, alle in die qualiteijten op t’ Schip ‘t Pasgeld bescheijden, verclaar en ter requisitie van den Schipper van dien bodem d’ E: Hendrik Westerbeek de opregte Waarheijd te Sijn, dat de Combuijs van meergem:e Schip Pasgeld op de herwaarts reijse tot door het dek is doorgebrand het geen men ontwaar wierd door het Loot, dat aan het Smelten geraakt sijnde, door het gem:e dek tot op de Touwen quam needer te druijpen, dat daarop vermits men niet voorsien was van de nodige Materialen om de gem:e Combuijs te kunnen repareeren, deselve voor het overige van de reijs niet is gebruijkt, maar ons soo goed men konde met de Soogen:e Moorse Combuijs heeft moeten behelpen.’
‘Ook hebben wij bij het ontblooten van de gem:e Combuijs hier ter rheede bevonden, dat deselve omtrent drie voeten spatie was doorgebrand, soo wel als de opstaande Schotten en een knie, het geen veroorsaakt is, door dien deselve Combuijs met geen Cooper maar met Loot is voorsien geweest, sijnde de Colf van de drumpel meede geheel verbrand.’
‘Wijders verclaaren wij ondergeteek: nog, dat de meergem:e combuijs alhier weeder in ‘t geheel wel is vermetseld, en met het daartoe hoog nodig sijnde Cooper en Loot behoorlijk is voorsien, mitsgaders daartoe verbruijkt geworden.’
‘Al het welke wij bereijd sijn des gerequireert werdende nader gestand te doen (:onderstond:) Actum aan Cabo de Goede hoop den [....] maart 1746: (:was geteekent:) Arij van der meer, P: Bosch, Jacob heere.’
Wijders is aan den oud Burgerraad Jan de Wit thans hierom versoek doende op de gewoone restrictie en bepaalingen in eijgendom gegeeven, seekere twee veeplaatsen die denselven al een geruijmen tijd in Leening van d’ E: Comp:e heeft gehad gen:t de Wijsers river en de klip fontein , d’ eene geleegen aan de kleijne en d’ andere aan de Gourits rivieren , mits in erkentenisse van die gunst voor elk denselfde Eenhondert of voor beijde te saamen Twee Hondert Rijxd:s aan d’ E: Comp:e betaalende.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 124, pp. 101-103.¶
Dingsdag den {17460322} 22: Maart 1746:
’s voormiddags alle Present.
Na dat met behoorlijke Eerbied was geleesen geworden het GeEerd aanschrijvens van haar Hoog Edelens tot Batavia van den 31: Decemb:r Jongstl: het welk ons ter eeren aan handen is gekoomen met het op gisteren hier gearriveerde Schip de Leeuwerk , is best gedagt, de formeele besoignes daar over om de kortheijd des tijds uijtgesteld te laaten blijven tot de naastkoomende vergaderinge.
Sijnde hierna op desselfs hierom bij geschrifte gedaane versoek aan den Secretaris deeses Raads d’ E: Josephus de Grandpreez toegestaan om aan desselfs gemagtigden in het Vaderland te moogen oversenden sijnde Soldij Reekening des Voorleedenen Jaars, mits de Ordres der Heeren Majores hier omtrent alvoorens in het Werk gesteld worden.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 104-118.¶
Dingsdag den {17460329} 29. Maart 1746.
’s Voormiddags alle Present.
Als nu nader gebesoigneert Weesende over den inhoude van het geagt aanschrijvens van haar Wel Edele Groot Agtb:re de heeren van de hooge Indiaasse Regeeringe, vermeld bij Resolutie van den 22: deeser maand Maart, Is na rijpe overweeginge van Saaken best gedagt dat daarop in alle Eerbied sal worden gerescribeert.
Eerstelijk op de klagten van welopgem:e haar hoog Edelens als of in den voorleedenen jaare hier terplaatse eenige nalatigheijd soude sijn gepleegt omtrent het afscheepen van Coorn van dit Comptoir na Batavia; dat in teegendeel men alhier geen van de minste geleegentheijd dewelke sig hiertoe heeft opgedaan of kunnen gevonden worden, versuimpt of agterweegen gelaaten heeft, en dat soo ‘er als toen geen meerdere quantiteijt van dat graan is afgesonden, sulx geensints aan ons maar alleen moet worden toegeschreeven aan de Scheepsruimte die men ter dier tijd minder als in voorgaande jaaren hiertoe heeft gehad, gemerkt behalven de geleegentheijd van vijf in de gepasseerde Winter in de Baaij Fals aangeweest sijnde Scheepen die men heeft moeten missen om dat het ondoenelijk is, om reedenen bij voorgaande brieven meermaals aan gesegde heeren van de hooge Indiaasse Regeeringe gededuceert eenige graanen of ten minstens iets van belang van dit Casteel derwaarts te kunne vervoeren, men ook in dat Selfde jaar alhier is ontbloot geweest van het gewoone Provisie Schip van Batavia, waarmeede doorgaans in Retour 150: tot 200: Lasten Tarw toe en meer worden overgesonden; waarbij nog is gekomen dat de Patriaasse Scheepen dewelke geduurende dat jaar dese Tafelbaaij hebben aangedaan, vrij minder goederen voor dit gouvernement als het anders gebruijkelijk is, aangebragt hebbende, dienvolgens ook soo veel plaats in deselve niet is geweest als men sonder dat soude hebben gehad om daarinne een meerdere quantiteijt der hier vallende gewasschen te kunnen bergen, Terwijl met aan den anderen kant niet gemancqueert heeft om in de Voorseijde ter deeser Caabse rheede aangeweest sijnde uijtkomende scheepen soo veel tarw af te Scheepen als bevonden is dat deselve na voorgaande besigtiging van den Equipagiemeester deeses gouvernements d’ E. Jacobus Möller ter Ordre van den heer Gouverneur hebben kunnen inneemen, t’ Welk bij de komst op Batavia der in den beginne van dit jaar van hier derwaarts vertrockene Scheepen ‘T hof ‘d uno , Duijnenburg en Ida , in dewelke als daartoe daarinne bequame plaatsen geweest sijnde door malkander gereekent, alhier sijn afgescheept geweest 116: Lasten Tarw niet alleen sal koomen te blijcken maar nog nader soo welopgem:e heeren van de hooge Indiaasse Regeeringe gelieven te Considereeren dat soo Wanneer maar tot het afscheepen van meerdere tarw eenigsints kans was geweest, wij deselve tot groote belemmering van ‘s Comp:s Pakhuijsen alhier en het grootste ongerief voor deese ingeseetenen die tot Leevering derselve dagelijks aansoek deeden, niet souden hebben Laaten verlooren gaan; En dat wijders soo met het Provisie Schip de Leeuwerk als met het hier ter Rheede meede leggende Schip ‘t Fortuijn , mitsg:s de verwagt wordende fluijt Eijndhoef en andere voorkomende Scheeps geleegentheeden dit jaar soo veel tarw van hier na Batavia sal werden afgescheept, dat word vertrouwd dat hier door den jongsten hiervan, van deese plaats gedaan en eijsch sal kunnen worden voldaan, en eijndelijk dat het aangeschreevene omtrent het afscheepen jaarlijx van hier na gedagte hoofdplaats van Een duijsend tot 12: @ 1300. Lasten Tarw toe, altijd sal geobserveert en dien eijsch voor soo veel het gewasch van dat graan, en de ruijmte in de hier aankomende Scheepen om het selve van hier te vervoeren, sulx sal willen toelaten, soo na mogelijk voldaan Worden.
Ten tweeden dat gelijk het geordonneerde bij welopgem:e haar Hoog Edelens ten opsigte der van hier na het Eijland Ceijlon vertreckende scheepen Schuldpligtig sal worden nagekomen, men ten anderen ook voortaan geen Predicanten meer, voor India aangenoomen van de hier aanlandende Scheepen ten behoeven der kerken alhier sal ligten.
Ten derden noopende dat de Provisiën dewelke anno Pass:o van hier na Batavia sijn gesonden, slegter souden sijn geweest dan die van voorgaande jaaren, dat men geciteerde haar Hoog Edelens in alle opregtigheijd kan verseekeren dat deselve des niettemin meede geweest sijn van de beste Soorten die hier vallen en konden gekreegen Worden; en soo ook dat bij dies afpackinge en afscheepinge alle mogelijke voorsorgen sijn gebruijkt geworden ten eijnde deselve dus Welgesteld en in eene goeden staat mogten Overkomen; soo dat hier omtrent niets anders of verders kan worden gesegd dan alleen dat dit Seekerlijk is ontstaan door de Slordigheijd en versuijm der Overheeden van de Scheepen waarmeede deselve sijn overgegaan, dewelke die Provisiën Schoon alhier sijn geordonneert geworden gelijk altijd geschied om deselve nergens anders als in de Cajuijt te bergen, die egter in het ruijm sullen hebben geplaatst, alwaar die goederen eerst aan het broeijen geraakt sijnde daarna noodsakelijk hebben moeten bederven, is het niet in het geheel ten minsten ten deele; van het welke ook tot een preuve kan dienen dat de Embaleeringe dier goederen ook slegt gesteld en niet gelijk het behoord is bevonden, daar nogtans bij dies afsendinge vanhier, niets in het minste aan deselve gemancqueert hebbende sulx dienvolgens alleen kan sijn veroorsaakt door de hitte en broeijing in het ruijm, en andere ongemacken hier door veroorsaakt wordende; dat dan om te kunnen voorkomen, dat niets diergelijx in het vervolg meer mogt komen te gebeuren, de Scheeps overheeden dewelke sodanige goederen van hier sullen meede neemen, telkens op het nadruckelijkste en Specialijk sullen worden geordonneert die in de Cajuijt te bergen en deselve daar wel gade te slaan, als wanneer men niet en twijffeld dat die goederen goed en wel geconditioneerd sullen overkoomen, en voorts vanhier geene Provisiën als van debeste en deugdsaamste Soorten wel geëmbaleert en besorgd weggesonden.
Ten vierden dat met de eerste geleegentheijd aan Generaal en Raaden van India een afschrift sal werden gesuppediteerd van ons genomene besluijt omtrent het alhier publicq doen vercoopen, des ter deeser plaatse verbleeven geweest sijnde drie en dertig Cassen met Thee uijt het Schip Guntersteijn neevens Copia van de Vendurolle daarvan gehouden met bijvoeging dat men egter thans met geen mogelijkheijd kan seggen wat daarop is geprofiteerd, nademaal de Origineele factuur van de laading van het voorseijde Schip Guntersteijn na het Vaderland is gesonden, en dat hier daarvan navolgens ordre geen Copia mag gehouden worden, ondertusschen dat haar Wel Edele Groot Agtb:re eerbiedig sullen worden versogt de ter deeser plaatse omtrent het een en het ander begane omissie goedgunstig te willen Excuseeren.
En Laatstelijk dat de verdere geEerde Ordres van welopgem:e haar Hoog Edelens ten belange van het vercoopen der Nagelen alhier teegens Een Hondert Swaare Stuijv:s het Pond, het betaalen des Wisselbriefs aan den Burger Weesmeester tot Batavia Abraham Bogaard verleend, en het te rug senden van hier van eene Praijadita neevens den javaan Saijda, Schuldpligtig sullende werden geobserveert, men voorts met de overgekomene Bandieten naar ordre sal handelen.
Hierna is nog ter vergadering geleesen seeker Resolutie genomen binnen het ter deeser Rheede leggend Bengaals Retourschip het Huijs ten Duijne uijt dewelke en de daaraan geannexeerde bijlaagen sijnde komen te blijcken dat in het ruijm van dat Schip door bekomene Leccagie in de Combuijs, Seventhien soo Packen als Baalen met Sijde en Lijwaat in het ruijm nat waaren geworden, dewelke hierop binnen dien bodem ten besten doenelijk waaren gelugt, herdroogt en weeder afgepakt, soo is bij aanmerkinge dat wat voorsorgen hieromtrent in die kiel mogten weesen gebruijkt, sulx egter bij gebrek van bequame plaats en andere geleegentheijd om de sodanige van die goederen daar het Selve aan nodig sal sijn geweest, met versch water te kunnen afwasschen, niet in die ordre sal hebben kunnen geschieden als het wel nodig sal sijn geweest, en dat het dienvolgens wel soude kunnen Weesen dat aan die goederen ten minsten aan sommige derselver nog eenige defecten souden sijn bijgebleeven, hierom en tot meerdere Securiteijt raadsaamst geoordeelt, dat men voorseijde Packen en Baalen met den aldereersten hier aan de Wal sal doen brengen om daarmeede sodanig te handelen als sal worden bevonden met den meesten dienst der E: Comp:e over een te koomen.
Vermits het overlijden van den Schipper van het aanweesend uijtkomende Schip Nieuwerkerk Jan Ackermans mitsg:s van den daarmeede uijtgekomenen opperstuurman Pieter de Maret, en dat den onderstuurman Reinier van der Lugten, denwelken dien bodem hier ter Rheede heeft gebragt, nog een jong Zeeman is, denweleken Laatst als derdewaak t’ huijs gevaaren Sijnde nu voor d’ eerstemaal als onderstuurman uijtkomt, en oversulx de bequaamheijd niet hebben kan die word vereijscht om soo een Schip te Commandeeren, is voor ‘s Comp:s welweesen best gedagt dat als Schipper op dien bodem sal werden aangesteld den gesaghebber van den hier permanenten hoekerde Brak François Pennink, denwelken behalven desselfs langjaarige diensten veele Preuven van desselfs Ervaarentheijd en bequaamheijd alhier heeft gegeeven, des sal voorsz: Schip Nieuwerkerk aan denselven met de aldereerste geleegentheijd navolgens de ordres dese E: Comp:e overgegeeven worden.
Sijnde vervolgens tot Opperstuurman in Steede van gedagte Pieter de Maret aangesteld, eevengem:e Reinier van der Lugten en weeder tot onderstuurman den derdewaak van die kiel Huijbregt van der kneu in welkers plaatse men als derdewaak heeft doen optreeden den Constapel van het Schip ‘t fortuijn Jan Schouten, dog dit alles egter op de nadere goedkeuringe van haar Hoog Edelens tot Batavia, van wien sij alle, de gagiën tot haare respective bedieningen staande ook sullen moeten versoeken.
Voorts is op haarl: hiertoe in Schriptis gedane versoek, toegestaan aan den Coopman en oud Secretaris van Heeren Scheepenen tot Batavia Anthonij Isaäk Cassa, mitsg:s den Boekhouder Jan Langerjaan, dewelke om haare indispositie van de Retourscheepen des voorl: Jaars, hier sijn verbleeven, om neevens haare alhier getrouwde huijsvrouwen haare reijse met de aanweesende Retourscheepen thans van hier na Nederland te moogen voortsetten.
Terwijl wijders na resumptie der Vaderlandse Factuuren der nu hier aangebragte goederen, op het voordragen van den heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh nog is verstaan dat ten eijnde de Comp: daarop het gewoone Advans mogte hebben, de smeecoolen voortaan uijt ‘s Comp:s Pakhuijsen voor agthien Rijxd:s de hoed sullende moeten worden vercogt, de Prijs op den Tabacq hier enteegens sal blijven gereduceert tot op 13: Stfs. het lb, wanneer d’ E: Comp:e op deselve nog genoeg sal komen te Profiteeren.
Nog is aan den heer major Isaäk Meinertzhagen op desselfs versoek opgedraagen en overgegeeven het opsigt en het bestier der tot nu toe ter verantwoording van den heer Cap:tn Rudolf Sigfried Alleman gestaan hebbende Waapencaamer deeses gouvernements, ende sulx soo en in diervoegen als de hoofden van de Militie ter deeser plaatse die hebben gehad.
Laatstelijk is op het teegenswoordig hierom bij geschrifte gedaan werdende versoek door den Landbouwer Dirk Coetzee aan denselven op de gewoone voorwaarden in eijgendom gegeeven Seekere plaats gen:t de Brouwers Cloof geleegen aan de Paardeberg , dewelke hij al eenigen tijd van d’ E: Comp: in leening heeft gehad, onder deese Expresse Conditie nogtans dat hij Coetzee daarvoor aan d’ E: Comp:e tot een erkentenisse eens voor al sal betaalen een Somma van Een hondert Rijxd:s.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 119-123.¶
Saturdag den {17460416} 16: April 1746:
’s voormiddags alle present uijtgenoomen den heer Major Isaäk Meinertzhagen bij Indispositie.
Op het nadere hiertoe thans in Scriptis gedaan wordende versoek bij den Cap:tn van het in de Baaij Fals Leggende onbequame Schip den koning van Deenemarken , Philippus Jacobus Derdeijn mitsgd:s den Boekhouder van die kiel Marcus Christiaan Swensen, en de Reedenen door hun tot erlanging van dit hun versoek voortgebragt wordende, Is na overweeginge van saaken best gedagt dat aan deselve sal worden gepermitteert om het selve Schip den koning van Deenemarken in sulker voegen als versogt word te mogen vercoopen, Luijdende dat Request aldus.
Aan den Wel Edelen Gestr: heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &. &. &. beneevens den E: Agtb. Politicquen Raadt.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren.’
‘Geeven met schuldige Eerbied te kennen Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re onderdanige dienaren, Philippus Jacobus Derdeijn, Cap:tn en Marcus Christ: Swensen, Boekhouder van ‘t in de Baaij fals Leggende afgekeurde Deens Oost-Indisch Comp:s Schip De koning van Deenemarken , hoe door den eersten Supp:lt beneevens de doenmaals aanweesende Super Carga’s bij Request, van den 16: maart d’ A:o Pass:o aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:r ootmoedig versoek is gedaan, om bovengem: bodem den koning van Deenemarken naarvolgens de hun verleende qualificatie te moogen doen vercoopen; dan het neemen van een besluijt daarop, bij Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:r om reedenen, vervat bij derselver geeerde Appostille van den 19 daaraan, ter dier tijd uijtgesteld sijnde, souden de Suppl:te sig gaarne daarmeede te vreeden willen houden, ten waare den overslegten toestand waarin Sig gemelden bodem thans komt te bevinden (:als eenelijk voor twee oude afgesleetene en niet meer houbare Touwen Leggende, en dus in groot Pericul om of door de Z:O:t teegens het Strand, of door een Sterke W:te Wind de Baaij uijtgedreeven te Worden:) hen niet noodsaakte, om Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: hunne dringende nood andermaal voor oogen te stellen, en deemoedigst te versoeken, dat hun nu mogt worden gepermitteert, gedagt Schip met desselfs toebehooren, Stuks gewijs bij Publicque vendutie te vercoopen ten eijnde hunner Meesteren verder verlies, dewelke door een langer leggen van dat Schip inévitabel is, hierdoor mag werden voorgekomen.’
‘Sullende de Suppl:te Sig in hoope van een gunstig besluijt op dit hun versoek te moogen Erlangen, met groot Estime d’ Eere geeven te onderschrijven (:onderstond:) Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:r Heeren, Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: seer onderdanige dienaren. (:was geteekent:) Ph: Jacobus Derdeijn, Marcus Christ: Swensen. (:in margine:) Cabo de Goede Hoop den 14: April 1746:’
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 124-140.¶
Dingsdag den {17460419} 19: April 1746:
‘S voormiddags alle present.
Als nu seekere berigten ingekoomen sijnde, dat de Huijsselijke Saaken bij de gemeijnte in het Swart Land soo omtrent de aldaar opgemaakt wordende kerk en andere gebouwen als wel voornamentlijk noopende het uijtgeeven der Penn:e die aan deselve gemeijnte hiertoe bij deese Caabse diaconije sonder intrest sijn geleent en wat dies meer sij, seer slordig en gantsch buijten ordre worden behandelt, invoegen het ten Alderhoogsten nodig is dat hoe eerder hoe Liever hierinne word voorsien, Is hierom als sulx het beste middel om hiertoe te kunnen geraaken, geoordeelt sijnde, tot Commissaris Politicq bij meergem:e gemeijnte in het Swart Land benoemd den E: Coopman en Lid deeses Raads d’ E. Cornelis Eelders, sijnde van de gereformeerde Religie met Qualificatie en Authorisatie om alles daar ter plaatse, soo het boovengemelde als het kerkelijke belangende op te neemen, het nodige te redresseeren, en voorts ten eijnde dikwilsgen:e gebouwen na behooren en op een Menagieuse wijse mogten worden opgeset, sodanige Schickingen te maaken als daartoe bequaamst en nuttigst sullen geoordeelt worden.
Bij geleegentheijd dat op de hiertoe in de Jongste vergaderinge verleende Permissie, op aanstaande Maandag publicquelijk Staat vercogt te worden het in de Baaij fals leggende onbequame Deensschip den koning van Deenemarken ; op het diesweegens voorgestelde bij den Heer Gouverneur in overweeginge sijnde genomen dat sommige der goederen tot de Equipagie van dat Schip gehoorende, en onder anderen desselfs geschut, ankers, Rondhouten, en wat meer diergelijx mogt Weesen, seekerlijk voor seer weijnig geld sullen moeten gaan, dewijl deselve goederen voor niemand alhier kunnen te staade koomen, en dat men alhier ter saake der nieuwe gemaakte fortificatie Werken om geschut benodigt sijnde, men aan den anderen kant de gedagte Anckers en Rondhouten (:Welke Laatste ter deeser plaatse weijnig meer in voorraad worden gevonden:) ten dienste van ‘s Comp:s Scheepen in voorseijde Baaij Fals aankoomende die hierom verleegen sullen weesen of wel op een andere wijse nuttig sal kunnen Emploijeeren, invoegen in alle gevalle niet als voordeel hierop voor d’ E: Comp:e kan worden beoogd, Is oversulx raadsaamst geoordeelt, dat, Soo, na gedaane besigtiginge door Menschen sig dies verstaande word bevonden, dat geciteerde goederen ten voorseijde oogmerk kunnen worden gebruijkt, dat deselve voor een redelijke Prijs gaande, als dan voor d’ E: Comp:e sullen worden ingekogt, en soo ook nog het Hol van dat Schip neevens dies boot, het eerste om de daarvan bij sloopinge afkoomende houtwerken ten deele tot deese en geene noodwendigheeden in meergem:e Baaij Fals , en ten anderen tot het opmaaken van Beddingen op de Batterijen alhier te dienen, en de boot als tot gerief en gebruijk der scheepen die in de selfde Baaij aankoomen, meede aldaar ten hoogsten gerequireert wordende.
Ende nademaal wat voorsorgen hier teegens in het Werk worden gesteld, men egter niet kan beletten dat door veele der Sieken, dewelke van de Scheepen in deesen hospitaale ter geneesinge worden aangebragt, het Beddegoed dat aan deselve ‘s Comp:s weegen word geleend, om op te Leggen; dagelijx op eene Clandestine Wijse uijt het selve Siekenhuijs word weggedraagen en t’ soek gemaakt, heeftmen om hierteegens ten besten doenelijk te kunnen voorsien en ook met eene d’ E: Comp:e buijten Schaade te stellen, moeten besluijten, dat voortaan als iets diergelijx sal komen te gebeuren, het voorsz: Beddegoed of dat gedeelte van het selve dat sal sijn weggebragt, sal worden gesteld op de Soldij Reecq:g der geener die sig daaraan Schuldig sullen hebben gemaakt, te weeten.
Schell. | ||||
Een Combaars | voor | Rx: | 2: | - |
d:o Bulsak | d:o | d:o | 1: | 4 |
d:o kussen | d:o | d:o | - | 4. |
Schell. | ||||
Een Combaars | voor | Rx: | 2: | - |
d:o Bulsak | d:o | d:o | 1: | 4 |
d:o kussen | d:o | d:o | - | 4. |
Hierna heeft den heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh met versoek van daarop dispositie te moogen erlangen in vergaderinge geproduceert de onderstaande Memorie.
‘Memorie van den nabesz: Raapolij, Lijnolij, Theer, Bieren, Tabakspijpen en diversse andere goederen meer, uijt de onderstaande Bodems, soo bij Pijling minder, gebrooken, als bij naweeging tekort bevonden: Item de Wolle Scheeps kleederen en Pijlaaken bij ‘t openen van diversse kassen en vaten in ‘t Negotie Pakhuijs gemotteert, de Schoenen door de Rotten beschadigt bevonden, als meede de Leijfeijgenen in de Maanden December 1745: Januarij en Februarij deeses jaars door de natuurlijke dood overleeden ‘t vee in gem: tijd soo verrekt, als door t’ Wildgediert vernielt, gelijk te sien is bij de verclaaringen hier Annex, Namentlijk.’
‘
Uijt t Schip d' Hercules | ||
Afschrijven { | 96 8/10 | Cann:e Raapolij op 8. half Aamen bij Pijling minder bevonden; sijnde 6. van 6: en 2. van 4 1/2 d:m wan geweest. |
16. | d:o: Lijn olij op 10: Flessen kelders, soo bij pijling minder, als gebrooken bevonden, als 7 6/10. Cann:e sijnde t' minder bevondene in 't nameeten van de Flessen alsoo deselve doorgaans niet meer en hielden dan 14: musjes ieder fles en de Factuur reekent de gem: 10: kelders op een quantiteijt van 136: Stoopen, sijnde 14 1/2 Mutsjes ieder fles. 8 4/10 Cann:e, sijnd 6 flessen gebrooken. | |
- 1/2 | vat Theer, tot 't Opvullen van 4 1/2 Vaaten Verbruijkt. | |
Uijt 't Schip Wildrijk | ||
Afschrijven { | 131 6/10 | Cann:e Lijnolij op 40: flessen kelders soo bij Pijling minder als gebrooken bevonden. |
57 6/10 | Cann:e Raapolij op 8. half Aamen bij pijling minder bevonden sijnde 5: van 3: en 3. van 4. d:m wan geweest. | |
20. | lb Rood Zeegellak | } in een Cas gem: L:a 0.0.0.0 in deesen Bodem niet te vinden geweest. |
5. | d:o Swart d:o | |
25. | p:s hoorne Parquements Vellen | |
50. | d:o fijne Pennemessen | |
1 | d:o Boekebinders naaijbank | |
200. | d:o d:o Naalden | |
2. | d:o Koopere Liniaals | |
6. | d:o groot Snijmessen | |
12. | d:o koopere Sievieltjes | |
778. | lb Spaance Zeep op 20095. lb bij 't openen van 32. Cassen, bij naweeging minder bevonden te weeten. | |
7 3/8. | Vaten Lams Bier op 40. vaten bij Pijling minder bevonden, Sijnde 8: van 4: 18: van 5., 9. van 6., 4 van 7 : en 1. van 8: d:m wan geweest, sijnde de 5: Laatste met kassen in de Boom en Buijk. | |
27 3/4. | Grossen Lange Tabakspijpen op 144: grossen bij t' openen van 3: kassen gemerkt N:o 1. @ 3. gebrooken bevonden. | |
655. | P:s gesort: glaase Ruijten op 5000: P:s bij t' openen van 19. Cassen gebrooken bevonden te weeten 479. P:s van 12. en 14: d:m op 3500: P:s bij t' openen van 14. Cassen gemerkt van L:a L.L.L. tot Z.Z.Z. 176: d:o van 9 en 11: d:m op 1500: P:s bij t' openen van 5: Cassen gem:t van L:a A.A.A.A., tot E.E.E.E. | |
20. | d:o gesort: drinkglaasen op 100 P:s bij 't openen van 1: kas L:a QQQQ gebrooken bevonden | |
Vercoopen { | 3. | d:o Tinne klisteerspuijten bij t' openen van 1: Cas N:o 12. ten eenemaal verpletterd en onbruijkbaar bevonden. |
Afschrijven { | 10. | lb Spirit: Nitri Crudi bij t' openen van 1 Cas N:o 13. uijtgeloopen bevonden. |
Uijt 't Schip 't Fortuijn | ||
825: | lb gesort: ijser op 55000: lb bij naweeging minder bevonden. | |
4. | P:s gr: Deelen van 1 1/2 d:m op 300. p:s gebrooken bevonden. | |
11. | d:o d:o d:o 1 1/4 d:o 600 d:o als | |
Vercoopen { | 17 | d:o gr: Deelen van 1. d:m op 400 P:s gebrooken bevonden |
6100. | d:o graauwe Moppen op 15000. P:s soo gebrooken als tekort bevonden. | |
1 1/2 | vaten Theer tot het opvullen van 15 1/2 vaten verbruijkt. | |
Afschrijven { | 4. | P:s gesort: Bloks op 500. P:s te kort bevonden. |
105. | Kann:e Lijn olij op 50: Flessen kelders bij Pijling minder bevonden, sijnde 't minder bevondene in t' nameeten van de flessen, alsoo deselve doorgaans niet meer en hielden dan 13: Mutsjes ieder fles, en de factuur reekent de gem: 50: kelders op een quantiteijt van 1350: Mengelen sijnde 14 2/5 mutsje ieder Fles. | |
175. | lb Bussekruijt op 3000: lb in 45. vaatjes te kort bevonden, waarvan | |
15: | P:s Pijpeduijgen op 2660: P:s te kort bevonden. | |
Uijt 't Schip Nieuwerkerk | ||
Afschrijven { | 228. | lb gesort: Ijser op 12500: lb bij naweeging te kort bevonden. |
28 6/10 | Kann:e Lijnolij op 10: Flessen kelders soo bij Pijling minder als gebrooken bevonden. | |
- 1/2 | vat Theer tot t' opvullen van 4 1/2 vaten verbruijkt. | |
uijt 't Schip Domburg | ||
Afschrijven { | 348: | Cann:e Clappus olij op 2: heele Leggers ofte 736: Cann:e, bij Pijling minder bevonden, als 1 van 15: en 1: van 16: d:m wan geweest, sijnde 47 1/4: P:r C:to r:m. |
uijt 't Schip Schellag | ||
Afschrijven { | 174. | Cann:e Clappus olij, op 1. heele Legger en 3. Bierpijpen ofte 658: Cann:e bij Pijling minder bevonden, als 1. Legger van 7: 1 Bierpijp van 4:, 1 van 6: en 1. van 8: d:m wan geweest, sijnde 22 1/3 p:r C:to r:m. |
1. | Ezel op de reijs van Ceijlon na herwaarts verrekt. | |
uijt 't Schip Wel te vreeden | ||
Afschrijven { | 100 1/2. | Cann:e klappus olij op 1: Vleesch vat 1: Spek vat en 3: Bierpijpen ofte 713: Cann:e bij Pijling minder bevonden, als 1. vleesch vat van 6. 1: Spekvat van 6., 1 Bier Pijp van 3:, 1 van 3 1/2 en 1 van 4: d:m wan geweest, sijnde 14: P: C:to ruijm |
uijt t' Schip 'T Huijs ten Duijne | ||
60. | P:s gonnijs op 1500. P:s soo verrot als te kort bevonden, als | |
uijt 't Schip Diemen | ||
50. | P:s gonnijs op 1500. P:s als boven | |
uijt 't Negotie Pakhuijs | ||
Vercoopen { | 2. | Cassen gem:t L:a L en M. p:r Zuijderburg aangebragt |
} gemotteert | ||
2. | cassen gem:t L:a N. en O. P:r Zaamslag aangebragt. | |
2. | Cassen gem:t L. A en B. p:r Vreeland aangebragt | |
3. | Quardeeren P:r Rijnhuijssen aangebragt | |
78. | P:r Schoenen door de Rotten beschadigt. | |
20. | P:s Pijlaaken bij t' openen van 22: Cassen P:r diversse Scheepen aangebragt, gemotteert bevonden, als. |
Uijt t Schip d' Hercules | ||
Afschrijven { | 96 8/10 | Cann:e Raapolij op 8. half Aamen bij Pijling minder bevonden; sijnde 6. van 6: en 2. van 4 1/2 d:m wan geweest. |
16. | d:o: Lijn olij op 10: Flessen kelders, soo bij pijling minder, als gebrooken bevonden, als 7 6/10. Cann:e sijnde t' minder bevondene in 't nameeten van de Flessen alsoo deselve doorgaans niet meer en hielden dan 14: musjes ieder fles en de Factuur reekent de gem: 10: kelders op een quantiteijt van 136: Stoopen, sijnde 14 1/2 Mutsjes ieder fles. 8 4/10 Cann:e, sijnd 6 flessen gebrooken. | |
- 1/2 | vat Theer, tot 't Opvullen van 4 1/2 Vaaten Verbruijkt. | |
Uijt 't Schip Wildrijk | ||
Afschrijven { | 131 6/10 | Cann:e Lijnolij op 40: flessen kelders soo bij Pijling minder als gebrooken bevonden. |
57 6/10 | Cann:e Raapolij op 8. half Aamen bij pijling minder bevonden sijnde 5: van 3: en 3. van 4. d:m wan geweest. | |
20. | lb Rood Zeegellak | } in een Cas gem: L:a 0.0.0.0 in deesen Bodem niet te vinden geweest. |
5. | d:o Swart d:o | |
25. | p:s hoorne Parquements Vellen | |
50. | d:o fijne Pennemessen | |
1 | d:o Boekebinders naaijbank | |
200. | d:o d:o Naalden | |
2. | d:o Koopere Liniaals | |
6. | d:o groot Snijmessen | |
12. | d:o koopere Sievieltjes | |
778. | lb Spaance Zeep op 20095. lb bij 't openen van 32. Cassen, bij naweeging minder bevonden te weeten. | |
7 3/8. | Vaten Lams Bier op 40. vaten bij Pijling minder bevonden, Sijnde 8: van 4: 18: van 5., 9. van 6., 4 van 7 : en 1. van 8: d:m wan geweest, sijnde de 5: Laatste met kassen in de Boom en Buijk. | |
27 3/4. | Grossen Lange Tabakspijpen op 144: grossen bij t' openen van 3: kassen gemerkt N:o 1. @ 3. gebrooken bevonden. | |
655. | P:s gesort: glaase Ruijten op 5000: P:s bij t' openen van 19. Cassen gebrooken bevonden te weeten 479. P:s van 12. en 14: d:m op 3500: P:s bij t' openen van 14. Cassen gemerkt van L:a L.L.L. tot Z.Z.Z. 176: d:o van 9 en 11: d:m op 1500: P:s bij t' openen van 5: Cassen gem:t van L:a A.A.A.A., tot E.E.E.E. | |
20. | d:o gesort: drinkglaasen op 100 P:s bij 't openen van 1: kas L:a QQQQ gebrooken bevonden | |
Vercoopen { | 3. | d:o Tinne klisteerspuijten bij t' openen van 1: Cas N:o 12. ten eenemaal verpletterd en onbruijkbaar bevonden. |
Afschrijven { | 10. | lb Spirit: Nitri Crudi bij t' openen van 1 Cas N:o 13. uijtgeloopen bevonden. |
Uijt 't Schip 't Fortuijn | ||
825: | lb gesort: ijser op 55000: lb bij naweeging minder bevonden. | |
4. | P:s gr: Deelen van 1 1/2 d:m op 300. p:s gebrooken bevonden. | |
11. | d:o d:o d:o 1 1/4 d:o 600 d:o als | |
Vercoopen { | 17 | d:o gr: Deelen van 1. d:m op 400 P:s gebrooken bevonden |
6100. | d:o graauwe Moppen op 15000. P:s soo gebrooken als tekort bevonden. | |
1 1/2 | vaten Theer tot het opvullen van 15 1/2 vaten verbruijkt. | |
Afschrijven { | 4. | P:s gesort: Bloks op 500. P:s te kort bevonden. |
105. | Kann:e Lijn olij op 50: Flessen kelders bij Pijling minder bevonden, sijnde 't minder bevondene in t' nameeten van de flessen, alsoo deselve doorgaans niet meer en hielden dan 13: Mutsjes ieder fles, en de factuur reekent de gem: 50: kelders op een quantiteijt van 1350: Mengelen sijnde 14 2/5 mutsje ieder Fles. | |
175. | lb Bussekruijt op 3000: lb in 45. vaatjes te kort bevonden, waarvan | |
15: | P:s Pijpeduijgen op 2660: P:s te kort bevonden. | |
Uijt 't Schip Nieuwerkerk | ||
Afschrijven { | 228. | lb gesort: Ijser op 12500: lb bij naweeging te kort bevonden. |
28 6/10 | Kann:e Lijnolij op 10: Flessen kelders soo bij Pijling minder als gebrooken bevonden. | |
- 1/2 | vat Theer tot t' opvullen van 4 1/2 vaten verbruijkt. | |
uijt 't Schip Domburg | ||
Afschrijven { | 348: | Cann:e Clappus olij op 2: heele Leggers ofte 736: Cann:e, bij Pijling minder bevonden, als 1 van 15: en 1: van 16: d:m wan geweest, sijnde 47 1/4: P:r C:to r:m. |
uijt 't Schip Schellag | ||
Afschrijven { | 174. | Cann:e Clappus olij, op 1. heele Legger en 3. Bierpijpen ofte 658: Cann:e bij Pijling minder bevonden, als 1. Legger van 7: 1 Bierpijp van 4:, 1 van 6: en 1. van 8: d:m wan geweest, sijnde 22 1/3 p:r C:to r:m. |
1. | Ezel op de reijs van Ceijlon na herwaarts verrekt. | |
uijt 't Schip Wel te vreeden | ||
Afschrijven { | 100 1/2. | Cann:e klappus olij op 1: Vleesch vat 1: Spek vat en 3: Bierpijpen ofte 713: Cann:e bij Pijling minder bevonden, als 1. vleesch vat van 6. 1: Spekvat van 6., 1 Bier Pijp van 3:, 1 van 3 1/2 en 1 van 4: d:m wan geweest, sijnde 14: P: C:to ruijm |
uijt t' Schip 'T Huijs ten Duijne | ||
60. | P:s gonnijs op 1500. P:s soo verrot als te kort bevonden, als | |
uijt 't Schip Diemen | ||
50. | P:s gonnijs op 1500. P:s als boven | |
uijt 't Negotie Pakhuijs | ||
Vercoopen { | 2. | Cassen gem:t L:a L en M. p:r Zuijderburg aangebragt |
} gemotteert | ||
2. | cassen gem:t L:a N. en O. P:r Zaamslag aangebragt. | |
2. | Cassen gem:t L. A en B. p:r Vreeland aangebragt | |
3. | Quardeeren P:r Rijnhuijssen aangebragt | |
78. | P:r Schoenen door de Rotten beschadigt. | |
20. | P:s Pijlaaken bij t' openen van 22: Cassen P:r diversse Scheepen aangebragt, gemotteert bevonden, als. |
‘Volgens Reecq:g van den opsiender van ‘s Comp:s Slaven Logie en Secretariale verclaaringen sijn in voorgesegde Tijd van ‘s Comp:s Leijfeijgenen door de Natuurlijke dood overleeden.’
‘En volgens bijgevoegde Reecq:g van den Landdrost, gesterkt met Secretariale Verklaaringen, sijn in gem:e tijd van ‘s Comp:s Beestiaal soo verrekt als door t’ Wild gedierte vernielt.’
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 19. April 1746: (:was geteekent:) R.Tulbagh.’
Naar welkers Lectuure verstaan is, dat met de daarbij vermelde bedurvene te kort aangebragte en gebrookene goederen mitsgaders gestorvene ‘s Comp:s Slaven Bandieten en verrekte Beestiaal sodanig sal moeten worden gehandelt als in margine van die Memorie staat aangeteekent.
Terwijl wijders op de ingeleeverde Nominatie van den Landdrost en heemraaden in de verre afgeleegene Districten, tot heemraad aldaar in steede van den overleedenen Martinus van Staaden is verkooren Cornelis van Rooijen.
Nog is op de hiertoe ingeleeverde versoekschriften, aan Catharina Margaretha Becker, wed: wijlen den Baas der Huijs Timmerlieden, in vertrouwen dat sulx bij de Heeren van de Hoge Indiaasse Regeeringe niet qualijk sal mogen worden opgenoomen, gepermitteert om met de eerste geleegentheijd van hier na Batavia te moogen overvaaren, mits betaalende het Ordinair Transport en Costgeld om in de Cajuijt gelogeert en getracteert te worden, en voorts aan bovengen:e Corn:s van Rooijen onder de gewoone bepaalingen en Restrictiën en betaalinge voor elk desselver eener Somma van Een Hondert of te Samen Twee hondert Rijxd:s aan d’ E Comp:e in eijgendom gegeeven Twee vee Posten die hij al over lang in Leening heeft gehad, genaamt Bruijntjes Rivier , en Tradauw beijde geleegen aan de Buffeljagts Rivier .
Laatstelijk is op het te kennen geeven van den heer oppercoopman Rijk Tulbagh, dat sijn E. als President in den Raad van Justitie alhier, den geregsboode na buijten bij den Landbouwer Johannes Botma gesonden hebbende, om den selven af te haalen en hier te geleijden; ten eijnde wanneer bij ondersoekinge van de twee oppermeesters deeses gouvernements, wierd bevonden dat het niet Secuur soude weesen gelijk desselfs huijsvrouw voorgeeft om den selven vermits bij wijlen sinneloos is, en als een Raasend Mensch aangaat langer op vrije voeten te laaten loopen, hem Botma volgens Dispositie van Welopgem:e Justitieelen Raade tot voorkominge van ongelucken te doen opsluijten, meergemelde Botma hadde kunnen goedvinden om voorseijde geregtsboode niet alleen onder het uijtten van disrespectueuse woorden qualijk te bejeegenen en te weijgeren met hem op te koomen, maar ook nog als een Dol Mensch ageerende, de deuren en vengsters van desselfs wooninge Stuckent te slaan; ‘t Welk neevens andere Brutaliteijten meer, door hem soo als men onderregt is, meermaals sijn gepleegt, verstaan dat den landdrost Pieter Lourensz bij Missive sal worden geordonneert, om voorseijden Johannes Botma door desselfs Substituijt en Veldwagters te doen ophaalen, en met den aldereersten ten deesen Casteele opbrengen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 141-144.¶
Donderdag den {17460428} 28: April 1746.
’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ Heer Alleman en d’ E. Nicolaas Heijning, den Eersten bij indispositie en den anderen bij Occupatie.
Geliefden den Heer Gouverneur de Leeden des Raads te Communiceeren dat sijn Edele sig in de Baaij Fals vervoegd hebbende, van het aldaar vercogte onbequame Deensschip den Koning van Deenemarken , navolgens besluijt van den 19. deeser maand April sodanige goederen voor d’ E: Comp: hadde ingekogt als op Seekere Lijst thans in Raade geproduceert worden de Staan vermeld: Weshalven is verstaan dat het geschut, Ankers en Boot van dat Schip en wat meer diergelijx mogt weesen bij de Negotie Boeken deeses gouvernements sullen moeten ingenomen en de andere, daar die te Passe sullen komen ten dienste der E: Comp:e verbeesigt worden, bestaande alle de voormelde ingecogte goederen in het volgende.
Schell | ||||
Ezelshoofden, salingen en 1 Stuurradt | Rix. | 1: | 4 | |
1: | groote Steng | d:o | 4: | 1 |
1 | Voor d:o | d:o | 1: | 1 |
2: | Bramstengen en Trommelstok | d:o | -: | 5 |
1: | groote Rhaa | d:o | 1: | 5 |
1: | focke d:o | d:o | 1: | 1 |
1: | Bezaans Roede | d:o | 1: | 1 |
1: | groot Marsz: Rha | d:o | 2: | 1 |
1: | Voor d:o d:o | d:o | 2: | 1 |
1: | focke Waare d:o | d:o | 2: | 1 |
1: | Blinde d:o | d:o | 2: | 1 |
1: | Bagijne d:o | d:o | 1: | 5 |
1: | Boot met Mast, boom, uijtlegger, Swaard en Dreg, groot Zeijl, fok, kluijver, luijwagen met toebehooren, ijssere Roerpen, 't spil voor de mast, ijsere dollen met kettings krammen en Riemen | d:o | 13: | 7 |
17: | Stuck: Ses Ponders Canon | d:o | 20: | -: |
2. | d:o agt d:o d:o | d:o | 3: | 1 |
399. | P:s Sesponders Cogels | d:o | 1: | -: |
40. | d:o Sespondige druijve Tacken | d:o | 1: | |
48. | d:o d:o knippelkoegels | d:o | 1: | |
24. | Rampaarden voor diversse canon | d:o | 1: | -: |
Een | Plegt Ancker, weegende 3214: lb deens, Leggende in de grond | 10: | -: | |
Een | Dagelijx anker weegende 2671: lb deens, Meede in de grond met 2/3 van een touw | 10: | ||
Een | Thuij Ancker wegende 2165: lb deens als boven met 2/3 van een Touw | 10: | ||
Een | Schip gen:t de koning van Deenemarken met Boegspriet, Focke, groote en besaans Masten, 3: marssen, t' Spil Gegarniert met Boomen, boven en onder de Schants, Valreeps Trap, 3. scepters, 2. Spanfocke, 2. Span Groote want, 3. Taliën op 't besaans want, 1. focke en Groote Jeijnen, 1: top reep met 2: taliën, 2: Portier Leijnen. 1 pundelhaak met de Talie, een kat Looper met sijn blok 4: Mantels en Taliën, 1. Bok, 2: taliën op de boeg, 3. Loopende Taliën op't dek, een spoel Pompe, 1: gebrook: Rhaa op de Bak, 4: beetinks bouten, een Ladder, 1. oude Cabelaring 2 - Nieuwe Servingen met alles wat spijker Vast is, leggende voor | 100: | 2 | |
Een | boeg Anker in 't Z:O:t weegende 2327 lb en een werp Anker daarop gekat, weegende 1200 lb met t' Thuij touw 1/2 gesleeten, en | 100: | 2 | |
Een | Stop Anker in 't West met een Werp anker daarop gekat Weegende 840: lb met 't Boegtouw, voorts | 100: | 2 | |
Ballast | 100: | 2 | ||
1: | kruijssteng | d:o | 2: | -: |
Somma | Rx: | 172: | 5: |
Schell | ||||
Ezelshoofden, salingen en 1 Stuurradt | Rix. | 1: | 4 | |
1: | groote Steng | d:o | 4: | 1 |
1 | Voor d:o | d:o | 1: | 1 |
2: | Bramstengen en Trommelstok | d:o | -: | 5 |
1: | groote Rhaa | d:o | 1: | 5 |
1: | focke d:o | d:o | 1: | 1 |
1: | Bezaans Roede | d:o | 1: | 1 |
1: | groot Marsz: Rha | d:o | 2: | 1 |
1: | Voor d:o d:o | d:o | 2: | 1 |
1: | focke Waare d:o | d:o | 2: | 1 |
1: | Blinde d:o | d:o | 2: | 1 |
1: | Bagijne d:o | d:o | 1: | 5 |
1: | Boot met Mast, boom, uijtlegger, Swaard en Dreg, groot Zeijl, fok, kluijver, luijwagen met toebehooren, ijssere Roerpen, 't spil voor de mast, ijsere dollen met kettings krammen en Riemen | d:o | 13: | 7 |
17: | Stuck: Ses Ponders Canon | d:o | 20: | -: |
2. | d:o agt d:o d:o | d:o | 3: | 1 |
399. | P:s Sesponders Cogels | d:o | 1: | -: |
40. | d:o Sespondige druijve Tacken | d:o | 1: | |
48. | d:o d:o knippelkoegels | d:o | 1: | |
24. | Rampaarden voor diversse canon | d:o | 1: | -: |
Een | Plegt Ancker, weegende 3214: lb deens, Leggende in de grond | 10: | -: | |
Een | Dagelijx anker weegende 2671: lb deens, Meede in de grond met 2/3 van een touw | 10: | ||
Een | Thuij Ancker wegende 2165: lb deens als boven met 2/3 van een Touw | 10: | ||
Een | Schip gen:t de koning van Deenemarken met Boegspriet, Focke, groote en besaans Masten, 3: marssen, t' Spil Gegarniert met Boomen, boven en onder de Schants, Valreeps Trap, 3. scepters, 2. Spanfocke, 2. Span Groote want, 3. Taliën op 't besaans want, 1. focke en Groote Jeijnen, 1: top reep met 2: taliën, 2: Portier Leijnen. 1 pundelhaak met de Talie, een kat Looper met sijn blok 4: Mantels en Taliën, 1. Bok, 2: taliën op de boeg, 3. Loopende Taliën op't dek, een spoel Pompe, 1: gebrook: Rhaa op de Bak, 4: beetinks bouten, een Ladder, 1. oude Cabelaring 2 - Nieuwe Servingen met alles wat spijker Vast is, leggende voor | 100: | 2 | |
Een | boeg Anker in 't Z:O:t weegende 2327 lb en een werp Anker daarop gekat, weegende 1200 lb met t' Thuij touw 1/2 gesleeten, en | 100: | 2 | |
Een | Stop Anker in 't West met een Werp anker daarop gekat Weegende 840: lb met 't Boegtouw, voorts | 100: | 2 | |
Ballast | 100: | 2 | ||
1: | kruijssteng | d:o | 2: | -: |
Somma | Rx: | 172: | 5: |
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 145-155.¶
Saturdag den {17460430} 30. april 1746:
’s Voormiddags alle present uijtgenomen den heer Cap:tn Rudolf Sigfried Alleman bij indispositie.
Heeft den Heer Hoofd-Administrateur Rijk Tulbagh, met versoek van daarop dispositie te mogen erlangen, in Raade overgeleevert de onderstaande Memorie van het tekort komende en defecte op de Laading van het aanweesend Provisie Schip de Leeuwerk .
‘Memorie van de nabesz: Rijst, Aracq, Jatij Balken, Estricken, Siamse Potten & uijt ‘t Provisie Schip de Leeuwerk , soo tekort, bij Pijling minder als gebrooken, de Roode Vloersteenen van 11: d:m meer bevonden als de factuur quam te dicteeren, gelijk te sien is bij de verclaaring van gecommitt:s hier annex.’
‘
8452: | lb Rijst op 309400. lb soo bedorven als tekort bevonden, te Weeten: |
1943. | Cann:n Arak op 50: Leggers bij Pijling minder bevonden, als 4 van 3 1/2 d:m 10. van 4., 11. van 4 1/2, 14 van 5, 4. van 5 1/2, 4 van 6:, 2 van 7, en 1. van 14: d:m wan geweest, synde 10 4/5 p:r C:to, Sch:s. |
13. | P:s Jatij Balken van 23. voet Lang, 8. a 9. d:m dik op 100 p:s tekort bevonden |
519. | d:o Estricken, van 16: d:m op 2000: P:s gebrooken bevonden, sijnde 26: p:r C:to Sch:s |
2. | d:o Cust Vloersteenen van 10: d:m op 520. p:s gebrooken bevonden. |
19. | d:o Siamse Potten op 100: p:s gebrooken bevonden, sijnde 19. p:r C:to |
2000. | d:o Roode Vloersteenen van 11: d:m meer bevonden als de Factuur quam te dicteeren, te Weeten. |
8452: | lb Rijst op 309400. lb soo bedorven als tekort bevonden, te Weeten: |
1943. | Cann:n Arak op 50: Leggers bij Pijling minder bevonden, als 4 van 3 1/2 d:m 10. van 4., 11. van 4 1/2, 14 van 5, 4. van 5 1/2, 4 van 6:, 2 van 7, en 1. van 14: d:m wan geweest, synde 10 4/5 p:r C:to, Sch:s. |
13. | P:s Jatij Balken van 23. voet Lang, 8. a 9. d:m dik op 100 p:s tekort bevonden |
519. | d:o Estricken, van 16: d:m op 2000: P:s gebrooken bevonden, sijnde 26: p:r C:to Sch:s |
2. | d:o Cust Vloersteenen van 10: d:m op 520. p:s gebrooken bevonden. |
19. | d:o Siamse Potten op 100: p:s gebrooken bevonden, sijnde 19. p:r C:to |
2000. | d:o Roode Vloersteenen van 11: d:m meer bevonden als de Factuur quam te dicteeren, te Weeten. |
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 30: April 1746: (:was geteekent:) R. Tulbagh’
Naar welkers Lectuure in Raade verscheenen sijnde den E: Cap:tn op dien bodem Commandeerende, Reinier Brugman, aan wien, ten eijnde hij sig soude kunnen verantwoorden, weegens de bevondene minderheeden op de door hem hier terplaatse uijtgeleeverde goederen bereijts terhanden is gesteld, Extract uijt de Verclaaring verleend bij de gecommitteerdens, dewelke bij de ontlossing van dat Schip hebben geadsisteerd, heeft gesegden Cap:tn voor hem alleen, als Sijnde desselfs Opperstuurman nog eersten Luijtenant bij het laaden van die kiel op Batavia niet present geweest, het volgende Schriftuur ingeleevert.
‘Den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India en Gouverneur in Loco & mij ondergeteek: Capitain van’t Schip de Leeuwerk hebbende gelieven te Ordonneeren, omme behoorlijk te verantwoorden, waar door de minderheeden en defecten op de laading met voorm:e Bodem voor dit gouvernement aangebragt, sijn ontstaan soo verclaare ik de Oorsaak daarvan te sijn, als in margine deeses Staan aangehaald, bestaande voorsz: minderheeden en defecten in het volgende, te weeten.’
‘
De oorsaak der vermindering, en het te kort komen der Rijst moet toegeschreeven worden, soo aan 't swaare Weer, Leccagie van 't Schip, Spillagie verstuijving, als andersints, en wel diens men te Considereren, dat soo accuraat bij t' ontfangen dier Rijst op Java niet gereflecteerd kan worden, of men die nette Ponden ontfangt, waarbij komt, dat men niet uijt kan Leeveren, t' geen men Wel binnen Scheeps Boord ontfangt. { | 8452: | lb Rijst op 309400: lb soo bedorven als te kort bevonden; te weeten |
Belangende de Arak, moet voor: eerst gereflecteerd werden, dat men deselve duijmsteeks wan op Batavia ontfangt daar men alhier deselve tot aan de mond toe vol reekent, sonder agt te geeven, dat gem: Leggers met Arak door 't stuckent springen van duijgen, Teering, Swaare persing, Slingeren van 't Schip, als andersints, meer of minder Leccagie veroorsaaken, daar egter ondervonden is, bij 't opneemen van gecommitt:e dat niets aan de Stuatiën gemanqueert heeft. { | 1943. | Cann:e Arak op 50. Leggers bij pijling minder bevonden, als 4 van 3 1/2 d:m 10. van 4., 11 van 4 1/2, 14 van 5 4. van 5 1/2. 4 van 6, 2 van 7, en 1. van 14. d:m wan geweest, sijnde 10 4/5 p:r C:to Schaars. |
Den ondergeteekent weet geen andere oorsaak toe te schrijven, aan 't minder bevinden van 13. Ps Jatij Balken, als alleen dat hij sustineert, dat bij 't afscheepen dier Balken op Java, een halve voor een heele moet gereekent sij, gelijk sulx bij t' afscheepen alhier gebleeken is, sijnde uijt dien hoofde bereijd sulx met Eede te verifieeren, soo veel p:s uijt geleevert te hebben, als in gem: bodem op Java sijn ingescheept. { | 13. | P:s Jatij Balken van 23. Voet Lang, 8. à 9. duijmen dik op 100: P:s tekort bevonden. |
De Estricken, Cust Vloersteenen, en Siamse Potten, moet al mede toegeschreeven worden, dat deselve door t' verwerken, slingeren van 't Schip als anders mits sijn gebrooken. { | 519. | P:s Estricken van 16: d:m op 2000 P:s gebrooken bevonden, sijnde 26: P: C:to Schaars. |
2. | d:o Cust Vloersteenen van 10. d:m op 520 p:s gebrooken bevonden | |
19. | d:o Siamse Potten op 100 p:s gebrooken bevonden, sijnde 19. P: C:to | |
Betreffende de 2000. p:s roode Vloersteenen dewelke meerder sijn bevonden, als de factuur komt te melden, is de vraag (:om daar door de Regtvaardigheijd van den onderget. Klaarlijk voor de oogen van Uwel Edele gestr. En E: Agtb:r open te Leggen, als daar door toonende dat hij niets van t' geene hem toevertrouwt is, wilde te rugge houden:) of men niet diend aan te merken dat soo een groot abuijs van 2000. p:s vloersteenen op Batavia geschieden kunnende, t' ook mackelijk te begrijpen is dat men ook wel 13. halve Balken voor 13: heele te veel op een Factuur kan stellen. { | 2000: | P:s Roode vloersteenen van 11: d:m meer bevonden als de Factuur quam te dicteeren te Weeten |
De oorsaak der vermindering, en het te kort komen der Rijst moet toegeschreeven worden, soo aan 't swaare Weer, Leccagie van 't Schip, Spillagie verstuijving, als andersints, en wel diens men te Considereren, dat soo accuraat bij t' ontfangen dier Rijst op Java niet gereflecteerd kan worden, of men die nette Ponden ontfangt, waarbij komt, dat men niet uijt kan Leeveren, t' geen men Wel binnen Scheeps Boord ontfangt. { | 8452: | lb Rijst op 309400: lb soo bedorven als te kort bevonden; te weeten |
Belangende de Arak, moet voor: eerst gereflecteerd werden, dat men deselve duijmsteeks wan op Batavia ontfangt daar men alhier deselve tot aan de mond toe vol reekent, sonder agt te geeven, dat gem: Leggers met Arak door 't stuckent springen van duijgen, Teering, Swaare persing, Slingeren van 't Schip, als andersints, meer of minder Leccagie veroorsaaken, daar egter ondervonden is, bij 't opneemen van gecommitt:e dat niets aan de Stuatiën gemanqueert heeft. { | 1943. | Cann:e Arak op 50. Leggers bij pijling minder bevonden, als 4 van 3 1/2 d:m 10. van 4., 11 van 4 1/2, 14 van 5 4. van 5 1/2. 4 van 6, 2 van 7, en 1. van 14. d:m wan geweest, sijnde 10 4/5 p:r C:to Schaars. |
Den ondergeteekent weet geen andere oorsaak toe te schrijven, aan 't minder bevinden van 13. Ps Jatij Balken, als alleen dat hij sustineert, dat bij 't afscheepen dier Balken op Java, een halve voor een heele moet gereekent sij, gelijk sulx bij t' afscheepen alhier gebleeken is, sijnde uijt dien hoofde bereijd sulx met Eede te verifieeren, soo veel p:s uijt geleevert te hebben, als in gem: bodem op Java sijn ingescheept. { | 13. | P:s Jatij Balken van 23. Voet Lang, 8. à 9. duijmen dik op 100: P:s tekort bevonden. |
De Estricken, Cust Vloersteenen, en Siamse Potten, moet al mede toegeschreeven worden, dat deselve door t' verwerken, slingeren van 't Schip als anders mits sijn gebrooken. { | 519. | P:s Estricken van 16: d:m op 2000 P:s gebrooken bevonden, sijnde 26: P: C:to Schaars. |
2. | d:o Cust Vloersteenen van 10. d:m op 520 p:s gebrooken bevonden | |
19. | d:o Siamse Potten op 100 p:s gebrooken bevonden, sijnde 19. P: C:to | |
Betreffende de 2000. p:s roode Vloersteenen dewelke meerder sijn bevonden, als de factuur komt te melden, is de vraag (:om daar door de Regtvaardigheijd van den onderget. Klaarlijk voor de oogen van Uwel Edele gestr. En E: Agtb:r open te Leggen, als daar door toonende dat hij niets van t' geene hem toevertrouwt is, wilde te rugge houden:) of men niet diend aan te merken dat soo een groot abuijs van 2000. p:s vloersteenen op Batavia geschieden kunnende, t' ook mackelijk te begrijpen is dat men ook wel 13. halve Balken voor 13: heele te veel op een Factuur kan stellen. { | 2000: | P:s Roode vloersteenen van 11: d:m meer bevonden als de Factuur quam te dicteeren te Weeten |
‘Sullende Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re uijt ‘t margine deeSes Gestelde, klaarlijk de waaragtige Reedenen kunnen beoogen, waar door Spillagie, Leccagie, Vermindering, Breeking, en meerderheijd der voorsz: goederen sijn oorspronk heeft, om welke reedenen den ondergeteek: op de Eerbiedigste Wijse versoekt (:als een Dienaar die d’ E: Comp:e t’ Seedert dat hij deselve gediend heeft altoos Trouw en eerlijk heeft behandeld:) dat hij voor gem: Minderheeden en defecten der voorsz: goederen niet mag werden Belast (:onderstond:) In ‘t Schip de Leeuwerk den 29. Ap:l 1746. (:was geteekent:) R. Brugman.’
Het welk meede geleesen weesende, wierd hierop door den heer Gouverneur te kennen gegeeven, dat door hem alvoorens men heeft beginnen te ontlossen bequame Zeeluijden sijn gecommitteert geworden om ten overstaan van den E: Equipagiem:r deeser plaatse Jacobus Moller de Stuagie der Arak Leggers en verdere Laading van meergem:e bodem de Leeuwerk exact te Visiteeren, dewelke van haare bevindinge het onderstaande Rapport hebben overgeleevert.
‘Den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van India, en gouverneur van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &. &. &. Ons ondergeteekend: expres hebbende gelieven te Committeeren omme ‘t Ruijm van het ter Rheede Leggende Provisie Schip de Leeuwerk te openen, en naaukeurig te visiteeren hoedanig het met de daarinne voor dit gouvernement afgeladene goederen is gesteld, mitsgaders of de Arak Leggers in dien bodem wel en na behooren afgestuuwt en gegarniert Leggen; soo verclaaren wij na Exacte Visitatie het een en ander wel afgestuuwt en gegarniert bevonden te hebben.’
‘En hiermeede gedenkende aan de geEerde Intentie van Uwe Wel Edele Gestr te hebben voldaan, diend deese voor needrig Rapport. (:onderstond:) Cabo de Goede Hoop den 18. Ap:l 1746. Als gecommitt:s (:was geteekent:) François Pennink, J:n Knoop. (:in margins:) ten mijnen overstaan (:en geteekent:) J. Möller.’
En is na dat alle die Papieren met aandagt waaren geresumeert geworden, best gedagt, dat het tekort koomende op de Rijst, Arak, neevens de gebrookene Estricken als niet hebben Excedeerende sal gepasseert en bij de Negotie Boeken deeses gouvernements afgeschreeven Worden, Terwijl met de te veel aangebragte Estricken bij deselve Boeken sal doen inneemen, dog wat aangaat de te min uijtgeleeverde derthien Jatij Balken van 23. v:t Lang, en 8 @ 9 d:m dik, is raadsaamst geoordeelt dat deselve volgens de daarvan hier onder particulieren sijnde Markt teegens Thien Rijxd:s het Stuk op de Soldij Reecq:g van gedagten Cap:tn d’ E. Brugman sullen gesteld worden, met reservatie egter aan denselven om sig diesweegens nader aan de Heeren van de Hooge Indiaasse Regeering te mogen addresseeren, aan wien wijders eerbiedig sal worden voorgedraagen of haar Wel Edele Groot Agtb:re niet souden kunnen goedvinden dat tot voorkoominge van de fraudes die hier omtrent verders souden kunnen worden gepleegt de houtwaaren dewelke in het vervolg van Batavia herwaarts sullen worden gesonden met ‘t sjap der E: Comp: gemerkt wierden: En is wijders bij deese geleegentheijd nog verstaan dat het houtwerk en de vloersteenen met voorm:e Schip de Leeuwerk van Batavia hier aangebragt, dewelke na gemaakte Calculatie sullen worden bevonden, ten gebruijke voor d’ E: Comp:e niet benodigt te sullen weesen; neevens de bovengem:e gebrookene Estricken, op den 16: der aanstaande Maand maij Publicquelijk sullen vercogt worden.
Sijnde wijders ter sake van de verleegentheijd waarinne men geduurig is, om plaats tot berginge van eene soo groote quantiteijt Leggers met Caabse Wijn als jaarlijx ‘s Comp:s weegen moeten worden ingeslaagen; beslooten, dat nu dat ‘s Comp:s Werksvolk sonder het minste ongerief daaraan kan Arbeijden, men met den aldereersten op eene daartoe bij het strand te verkiesene goede Stand plaats een bequaam Pakhuijs ten eijnde als gemeld sal Laaten opmaaken.
Laatstelijk is op heeden volgens gewoonte in Raade overgegeeven de generale Reecq:g der gelderen op deese Weescamer berustende, dewelke bevonden is te Weesen van den volgenden inhoude.
‘
Generaale Reekening der Weescamer aan Cabo de Goede Hoop d' A:o 1745. | ||
1745 | ||
P:mo Januarij was t' gantsche Capitaal op de Boeken | R:x 221403:35: | |
't Restant der Contanten op d' openstaande Boedel reekeningen | d:o 14205:38: | |
In dit Jaar Bijgekomen | ||
Op de Boeken als: | ||
Over de op intrest uijtstaande Capitaalen verscheenen renten | R:x 6012:13: | |
d:o Bewijsen en Custing brieven | d:o 16548:21: | |
d:o De ten voordeele der weesen ingekomene penn: | d:o 10754:44: | |
d:o Soo veel de reecq:g der weescamer tot Amsterd:m is gecrediteert | d:o 4:24: | |
d' Openstaande Boedelreekeningen | d:o 15373:36: | d:o 48693:42: |
R:x284303:19: | ||
Afgegaan | ||
Op de Boeken, als, | ||
Over betaalde Bewijsen en Custingbrieven | d:o 3332:35: | |
d:o Soo veel de Reecq:g van den voormalige Secret:s Jacob Lever door bereekende intrest is vermindert | d:o 1333:13: | |
d:o d:o de Weescamer tot Batavia is gedebiteerd | d:o 50:34: | |
d:o Uijtgegeevene Contanten tot voldoening en onderhoud der Weesen | d:o 21380:40: | |
d:o d' Openstaande Boedelreek:gen over als eevengemeld | d:o 24957:03: | d:o 51054:29: |
Rest onder dato deeses een Somma van | R:x 233248:38: | |
Evengem:e Capitaal bestaat, als | ||
In diversse verbandbrieven van bewijssen, Custingen en Weesmeesteren-kennissen | d:o 206138:34: | |
d:o Verscheene Intresten | d:o 8230:37: | |
d:o Soveel bovengem:e Jacob Lever aan dese Camer nog te quaad blijft | d:o 8047:33: | |
d:o d:o de Weescamer tot Amsterd:m debet is | d:o 415:04: | |
d:o 't Restant der Contanten op de Boeken | d:o 5794:03: | |
d:o d:o d:o d:o d' Openstaande boedelreekeningen | d:o 4622:23: | d:o 233248:38: |
Generaale Reekening der Weescamer aan Cabo de Goede Hoop d' A:o 1745. | ||
1745 | ||
P:mo Januarij was t' gantsche Capitaal op de Boeken | R:x 221403:35: | |
't Restant der Contanten op d' openstaande Boedel reekeningen | d:o 14205:38: | |
In dit Jaar Bijgekomen | ||
Op de Boeken als: | ||
Over de op intrest uijtstaande Capitaalen verscheenen renten | R:x 6012:13: | |
d:o Bewijsen en Custing brieven | d:o 16548:21: | |
d:o De ten voordeele der weesen ingekomene penn: | d:o 10754:44: | |
d:o Soo veel de reecq:g der weescamer tot Amsterd:m is gecrediteert | d:o 4:24: | |
d' Openstaande Boedelreekeningen | d:o 15373:36: | d:o 48693:42: |
R:x284303:19: | ||
Afgegaan | ||
Op de Boeken, als, | ||
Over betaalde Bewijsen en Custingbrieven | d:o 3332:35: | |
d:o Soo veel de Reecq:g van den voormalige Secret:s Jacob Lever door bereekende intrest is vermindert | d:o 1333:13: | |
d:o d:o de Weescamer tot Batavia is gedebiteerd | d:o 50:34: | |
d:o Uijtgegeevene Contanten tot voldoening en onderhoud der Weesen | d:o 21380:40: | |
d:o d' Openstaande Boedelreek:gen over als eevengemeld | d:o 24957:03: | d:o 51054:29: |
Rest onder dato deeses een Somma van | R:x 233248:38: | |
Evengem:e Capitaal bestaat, als | ||
In diversse verbandbrieven van bewijssen, Custingen en Weesmeesteren-kennissen | d:o 206138:34: | |
d:o Verscheene Intresten | d:o 8230:37: | |
d:o Soveel bovengem:e Jacob Lever aan dese Camer nog te quaad blijft | d:o 8047:33: | |
d:o d:o de Weescamer tot Amsterd:m debet is | d:o 415:04: | |
d:o 't Restant der Contanten op de Boeken | d:o 5794:03: | |
d:o d:o d:o d:o d' Openstaande boedelreekeningen | d:o 4622:23: | d:o 233248:38: |
’(:onderstond:)’
‘Ter weescamer aan Cabo de Goede Hoop, Ult:o Decemb:r 1745: Continueerende en aankomende Weesmeesteren (:was geteekent:) P. Reede van Oudshoorn, Joh:s Car:s de Wet, P.J. Slotsboo Steven ten Holder, D. D’ Aillij, J.V. Renen. (:in margine:) Afgaande Weesmeesteren (:geteekent:) Alexand:r Coel, W.W. Muijs.’
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 156-160.¶
Dingsdag den {17460510} 10: Maij 1746.
’s Voormiddags alle present, uijtgenomen den heer Cap:tn Rudolph Sigfried Alleman en den E: Coopman en Winkelier Cornelis Eelders bij indispositie.
Op het gedane versoek door den geweesenen Cap:tn van het in de Baaijfals gesloopt wordende deensschip den koning van Deenemarken , Philippus Jacobus Derdeijn, dat nu dat hij sijne saaken, dat Schip betreffende, heeft verrigt, aan hem, mitsgaders den Boekhouder een Adsistend en een onderstuurman van die kiel, mogt worden gepermitteert onder betaalinge van het Transport en Costgeld om in de Cajuijt gelogeert en getracteert te worden; en voorts aan het overig ter deeser plaatse nog vertoevende gemeene Volk op dat selfde schip bescheijden geweest, in seventhien Coppen bestaande, om voor de Cost Scheeps dienst te doen, met de aanweesende Retourscheepen te mogen Repatrieeren soo is sulx aan die menschen toegestaan en wijders goedgedagt dat voor de Vier eerstgemelde, het volgende sal gebrand worden, als
Voor den Cap:tn Derdeijn | 1. Lessenaar | en | 2. | mattroose | kisten. |
d:o d:o Boekhouder Schwensen | 1. Lessenaar | en | 2. | mattroose | kisten. |
d:o d:o Stuurman Gierdes | 2. d:o | d:o | d:o | d:o | d:o |
d:o d:o Adsistend Faije | 1. d:o | d:o | d:o | d:o | d:o |
Voor den Cap:tn Derdeijn | 1. Lessenaar | en | 2. | mattroose | kisten. |
d:o d:o Boekhouder Schwensen | 1. Lessenaar | en | 2. | mattroose | kisten. |
d:o d:o Stuurman Gierdes | 2. d:o | d:o | d:o | d:o | d:o |
d:o d:o Adsistend Faije | 1. d:o | d:o | d:o | d:o | d:o |
En gelijk met een der soo eevengem:e Retourscheepen sijnde de Voorsigtigheijd hier, om volgens Appoinctement van Heeren Scheepenen tot Batavia den tijd van Thien jaaren gerelegeert te blijven, aangekomen is eene Valentijn de Vis; dewelke een gebooren Slaaf der E: Comp:e ter deeser plaats sijnde, Over Langen tijd van hier na het Vaderland heeft weeten te vlugten en van daar in dienst na India te gaan; heeft men hierom voor ‘s Comp:s intrest moeten besluijten dat denselven Valentijn de Vis, weeder sal geeijgent en als Voormaals neevens ‘s Comp:s verdere Leijfeijgenen in het Slaave Quartier worden geplaatst.
Voorts is aan den Heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn in Steede van het geen dat Sijn E. te kort komt op de meeting van het Thuijnland hem onder den 8: October 1743. in eijgendom gegeeven, een ander Stukje Thuijnland het eerstgen:e annex ter groote van Drie hondert en Sestig Roeden weeder in eijgendom gegeeven.
Laatstelijk heeft den heer hoofd Administrateur Rijk Tulbagh met versoek van daarop dispositie te mogen erlangen in Raade overgegeeven de onderstaande Memorie.
‘Memorie van de nabeschreevene houtwerken, graauwe moppen, bieren &. Uijt t’ Schip Eijndhoef , soo gebrooken, te kort, bij pijling minder, als meede foelie bij ‘t openen van een Zoekel in ‘t Negotie Pakhuijs tekort bevonden gelijk blijkt bij verclaaringen van gecommitt:s hier annex, namentlijk’
‘
uijt 't Schip Eijndhoef | |
1 | P:s Rib van 2 en 3 d:m op 40. p:s tekort |
15: | Gr: Deelen van 1 1/2 d:o 125. d:o als |
7. | d:o Deelen van 1 1/4 d:m op 200. p:s gebrooken |
15. | d:o d:o d:o 1 d:o d:o 150: d:o als |
13330 | P:s graauwe Moppen, soo aan halven, stucken en Brocken als te kort. |
114. | lb Hop bij naweeging van 1064. lb te kort |
1 | P:s ijser Tros van 11. p:r van 4. p:s te kort |
2 | Vaten Theer tot t' Opvullen van 16. vaten verbruijkt. |
16 1/2 | d:o Delfs Trueel Bier op 80 vaten, soo bij pijling minder als ledig, te weeten. |
27 6/10. | Cann:e Wijn Tint op 3. halfamen bij pijling minder sijnde 1. van 3. 1 van 4. en 1. v. 5: d:m wan geweest |
27. | P:s Pijpeduijgen op 2818. P:s te kort |
3 | flessen gedistileerde Wateren bij t' openen van 3. kelders gebrooken. |
In 't Negotie Pakhuijs | |
8. | lb foelij bij t' openen van een soekel tekort |
uijt 't Schip Eijndhoef | |
1 | P:s Rib van 2 en 3 d:m op 40. p:s tekort |
15: | Gr: Deelen van 1 1/2 d:o 125. d:o als |
7. | d:o Deelen van 1 1/4 d:m op 200. p:s gebrooken |
15. | d:o d:o d:o 1 d:o d:o 150: d:o als |
13330 | P:s graauwe Moppen, soo aan halven, stucken en Brocken als te kort. |
114. | lb Hop bij naweeging van 1064. lb te kort |
1 | P:s ijser Tros van 11. p:r van 4. p:s te kort |
2 | Vaten Theer tot t' Opvullen van 16. vaten verbruijkt. |
16 1/2 | d:o Delfs Trueel Bier op 80 vaten, soo bij pijling minder als ledig, te weeten. |
27 6/10. | Cann:e Wijn Tint op 3. halfamen bij pijling minder sijnde 1. van 3. 1 van 4. en 1. v. 5: d:m wan geweest |
27. | P:s Pijpeduijgen op 2818. P:s te kort |
3 | flessen gedistileerde Wateren bij t' openen van 3. kelders gebrooken. |
In 't Negotie Pakhuijs | |
8. | lb foelij bij t' openen van een soekel tekort |
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop, den 10: Maij 1746: /:Was geteekent:/ R. Tulbagh’
In welkers opsigte verstaan is, dat de daarbij vermelde te kort koomende goederen bij de Negotie Boeken deeses gouvernements sullen moeten afgeschreeven, en de gebrookene vercogt worden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 161-165.¶
Dingsdag den {17460607} 7: Junij 1746.
’s Voormiddags alle present.
Op het gedane versoek door Aletta van der Heijden wed: wijlen den Oud Burgerraad Hendrik Oostwald Eksteen, om onder betaalinge als bevoorens van de daaropstaande Recognitie Penningen van 24: Rijxd:s Jaarlijx, dog sonder meer, in eijgendom te moogen hebben seekere veepost die sij langen tijd van d’ E. Comp:e in Leening heeft gehad, geleegen in de S:t Helena Baaij en genaamt de Patrijse Berg , met presentatie daarbij om in erkentenisse van dien, het Randsoen dat van hier met ‘s Comp:s vaartuijgen na de Saldanhabaaij voor de geposteerde manschappen in de S:t Helena Baaij word gesonden, telkens met haare waagens uijt de Eerstgemelde Baaij nade andere te doen vervoeren; Is na gehoudene deliberatie deese aanbiedinge als voor d’ E: Comp:e voordeelig sijnde, aangenomen, en dienvolgens de voorsz: veepost aan gedagte Wed: Eksteen invoegen als versogt word na gebruijk in eijgendom gegeeven, dog nog onder deese nadere expresse Conditie, dat soo wanneer eenige vijandelijke scheepen in een der twee voormelde Baaijen mogten aankomen, sij als dan al haar volk neevens haar Vee, Paarden, Mondkost en wat dies meer sij, met destructie of Vernieling van dat geen t’ Welk niet sal kunnen meede genoomen worden, ten aldereersten van haare aldaar Leggende plaatsen Landwaarts in sal doen vlugten en weg voeren, op dat den vijand dus geen gebruijk daarvan hebben mogt.
Terwijl wijders bij overweeginge dat toen de Wijngaardeniers op Constantia met d’ E. Comp:e sijn veraccordeert om haare Wijnen teegens seekere prijsen in ‘s Comp:s kelder te Leeveren, nog niet opgelegt geweest sijnde de nieuwe impost van drie Rijxd:s op ijder Legger Wijn die geperst word, die impost egter door deselve gelijk door andere tot nu toe is betaald geworden, sulx Sijlieden nu in Steede van te ontfangen het volle geld waar voor se veraccordeert sijn haare Wijnen aan d’ E. Comp:e te Leeveren, nu Drie Rijxd:s minder op ijder Legger komen te genieten als voorgaandelijk, en dat, behalven dat die Menschen thans met het Leeveren van haare Wijnen somtijds een jaar nadat die geperst sijn, moeten wagten, t’ Welk door het verteeren dier wijnen ondertusschen op het vaatwerk, sonder hun nadeel niet geschieden kan, deselve Persoonen daar en boven van Particulieren voor haare Wijnen veel meer ja eens so veels als van d’ E. Comp:e souden kunnen krijgen, nog op de hierover gedane Doleantie door voorseijde persoonen, verstaan is, dat alle de Constantie Wijnen die aan d’ E. Comp:e sullen worden geleevert soo Roode als Witte, voortaan van voorsz: Impost van drie Rijxd:s vrij sullen sijn en blijven, sulx niets daar voor aan den Heer sal behoeven betaald te worden.
Laatstelijk is weegens dat den tijd van de Verpagting van ‘s Lands gemeene middelen en inkomsten begind aan te naaderen, vastgesteld, dat de gewoone billietten hiervan, sullen worden opgemaakt en overal aangeplakt.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 166-167.¶
Vrijdagh den {17460616} 16: Junij 1746.
’s Voormiddags alle present.
Is aan den Boekhouder van het in de Baaij fals vertoevende Schip Zeelandia , Henricus van Santen op desselfs hierom gedane versoek, toegestaan, om ter deeser plaatse soo lang te mogen blijven vertoeven tot dat desselfs huijsvrouw van haare Indispositie hersteld sal sijn en weeder in staat geraakt om sig op nieuws ter Zee te kunnen begeeven.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 168-171.¶
Vrijdagh den {17460708} 8: Julij 1746:
’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ E. Jacobus Möller bij occupatie.
Vermits het overlijden van den Luijtenant der Comp:e Dragonders in de afgeleegene districten Martinus van Staaden, soo is daartoe weeder verkooren den Cornet in desselfde Comp:e Philippus du Pree, in welkers plaatse als Cornet is bevordert den Wagtmeester Carel de Jaager.
En is wijders na gehoudene Ernstige Raadpleeginge over den inhoude van Seekeren brief door den Landdrost en heemraaden van Stellenbosch en Draakensteijn onder den 4: ’ deeser Lopende Maand Julij herwaarts geschreeven verstaan dat sullen worden geapprobeert gelijk geschied bij deesen de Schickingen bij deselve gemaakt, noopende het aanvaarden en het doen bestieren voor Reecq:g van die Colonie van de Ponton in de Berg Rivier en hun meede te authoriseeren niet alleen om dit gevoegd te worden bij dat geen het welk bij haar kas komt te ontbreeken aan het geld dan Sijl: tot betaalinge van voorsz: Ponton &. nodig hebben, te moogen opneemen een Somma van Een Duijzend guldens voor den tijd van een jaar, maar ook nog uijt insigt van den toestand der saaken daar ginder, belangende het innevorderen der inkomsten van meergemelden Ponton komende, om van de Menschen die met de selfde Ponton te gelijk de RoodeSandsCloof komen te gebruijken; de waarde vande daar voor veraccordeerde Mud Coorn Jaarlijx in geld af te eijschen ende te doen betaalen.
Sijnde ten belange van het voorgedragene en de gedane klagten bij voorm:e Brief over den Vrijgegeevene Leendert van Saxen, om het met hem kort te maaken, en aan anderen die het soude moogen behaagen hem in Sijne Brutaliteijten te volgen de Lust daartoe te beneemen, best gedagt denselven Leendert van Saxen in den dienst der E. Comp:e te trecken voor Mattroos @ ƒ9 ter maand om indiervoegen hier gebruijkt of weggesonden te werden; Des sal den Landdrost Pieter Lourensz: worden gelast die Persoon met de Aldereerste geleegentheijd herwaarts op te senden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 124, pp. 172-173.¶
Donderdag den {17460728} 28: Julij 1746.
’s Voormiddags alle present.
Is goedgedagt om den Predicant Ruwardus Cloppenburg, denwelken door de goede besorginge onser Heeren en Meesteren voor dit gouvernement verordineert sijnde, nu met het Schip ‘t Huijs te Reijnsburg alhier is aangekomen; hier aan de Caab als vaste Leerraar te plaatsen; In vertrouwen dat Sijn Eerw:e niet alleen het vereijschte genoegen sal komen te geeven maar ook dat hij met Liefde door de gemeijnte ontfangen wordende, veel Stigting aan deselve sal komen te geeven.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 174-180.¶
Woensdag den {17460810} 10: Aug:s 1746.
Voormiddags alle present, behalven den Oppercoopman en Independent fiscaal de Heer Pieter Reede van Oudshoorn door indispositie.
Na Resumptie der Scheeps Resolutiën op den 9: en 21: Junij, 31. Julij mitsg:s 5: Aug:s deeses jaars binnen het in de Baaijfals geankert Leggende Schip de Standvastigheijd genomen, sijn de daarbij ter onser Approbatie gedane aanstellingen goedgekeurt namentlijk.
Dog alles op de nadere goedkeuring van haar Wel Edele Groot Agbt:re de heeren der hoge Indiasche Regeering tot Batavia van wien sij alle, behalven de laatstgem: Corporaal de gagiën tot hunne bedieningen staande sullen moeten versoeken; des sal de verantwoording van gem:e Schip de Standvastigheijd met desselfs toebehooren volgens Ordre door Expresse gecommitteerdens aan voormelten daarop nieuw aangestelden Schipper Floris Smit worden overgegeeven.
Ende gemerkt men tot ongenoegen komt te ondervinden dat in veragtinge der soo dikwils hier teegens gedane interdictiën, sommige deeser ingeseetenen van dit Caabse district, geijten of Bocken houdende, deselve nog dagelijx langs de straaten en weegen van deese plaats sonder hoeder laaten Loopen en Weijden, ende sulx tot groote schade wel voornamentlijk van het geplante Jonge Eijke en ander Boomen, dewelke door deese inwoonderen ten haaren Nutte en tot dienst deeser Colonie met veel moeijte en sorg voortgequeekt en onderhouden werden, soo is derhalven goedgevonden en gearresteerd bij Renovatie der voormaals hier teegens gestelden Ordres, bij Billiet aan alle ende een ijgelijk sonder onderscheijd nogmaals te interdiceeren en verbieden, om voortaan eenige geijten of Bocken meer Langs de Straaten en weegen binnen dit Vlek het sij met of sonder hoeder te Laaten Loopen, als alleen om nade Weijden gedreeven te worden, welke Weijden in het vervolg voor de geene die sulke dieren sullen willen houden, sal mogen en moeten geschieden agter de huijsen na de kant van de Waterplaats of ergens elders buijten dit Vlek daar deselve geen Schade aan het boomgewasch gelijk ook in de Thuijnen in deese Tafel Valleij leggende, sullen kunnen doen; op pæne dat alle de Bocken en Geijten die veertien daagen naar de Affixie der gem:e Billietten op ‘s heeren Straaten en Weegen weijdende sullen werden gevonden, vrijelijk door een ieder sullen mogen doodgeschooten en verbeurd gemaakt werden.
Sijnde wijders ook goedgevonden dat het bedonge Tractement van een Duijsend Carolij Guldens Jaarlijx, voor den Wijnverlater Jan Serrurier, voor dit derde Jaar van Sijn verband aan hem uijt de Burger Cassa alhier aande Caab sal moeten werden betaald ende dat wederom onder gelijke Conditiën als bij Resolutie van den 4: Aug:s 1744. bekend staan.
Vervolgens in aanmerking genomen sijnde dat de Hoofd-officieren der Burger en Land Militie alhier tot nu toe sonder eenig onderscheijd of de minste honeuren boven gemeene Burgers te genieten, sijn ter Aarden besteld geworden, soo is op de Propositie van den heer Gouverneur gearresteerd dat de gem:e hoofd officieren om deselve des te meer te aanmoedige in het waarneemen van hunnen dienst bij alle voorvallende geleegentheeden voortaan bij hun overlijden met gevoeglijke Burgerlijk Militair honneurs sullen begraven werden.
Terwijl wijders op het gedaan versoek van den Coopman mitsg:s Lidt en Secretaris deeses Raads den E: Josephus de Grandpreez aan hem in eijgendom gegeeven is seeker Stukje Thuijn Land in deese Tafelvalleij digt bij sijn Woonhuijs geleegen ter groote van 212: quadraat Roeden en 72: gelijke Voeten, onder deese expresse Conditie nogtans dat op het gem:e Land geen gebouwen sullen mogen gesteld maar alleen rondsom in sijn vierkant een ringmuur ter hoogte van 6: a 7: voeten opgehaald werden.
Laatstelijk is nog op het hierom in schriptis gedane Supplicq van een Hermanus Andriesz:, desselfs vrouws moeder gen:t Cornelia van Nansane van de Caab, dewelke sig onder ‘s Comp:s Leijfeijgenen in de Logie komt te bevinden en door ouderdom al eenige Jaaren geen dienst meer heeft kunnen doen dog het Sacrament des H: Doops ontfangen heeft, en de Neederduijtsche Taal magtig is, uijt Slavernije ontslaagen en in vrijdom gesteld, mits dat daar voor in ‘s Comp:s Cassa de somma van Een hondert guldens Indische Valuatie sal moeten werden betaald.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop: Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 181-185.¶
Donderdag den {17460818} 18: Aug:s 1746.
’s Voormiddags alle present.
In Steede van den Overleedenen Ritmeester van eene der Burger Compagniën Ruijterij alhier Andries Grové, is weeder tot Ritmeester in deselfde Comp:e aangesteld den Luijtenant van de andere Compagnie Jan Lourensz: Bestbier, welkers plaatse van Luijtenant vervult sijnde met den Cornet Johannes Meijndertsz: Cruijwagen is wijders goedgevonden hem als Cornet te doen opvolgen door den Sergeant Pieter van Taak, in vertrouwen dat alle deselve deese haare bedieningen, bij alle voorvallende geleegentheeden, ten welweesen der E: Comp:e en deeser Landen met ijver en trouw sullen waarneemen.
Terwijl wijders nog goedgedagt is om den Eerw:e Predicant Petrus van der Spuij door onse Heeren en Meesteren met het aanweesende schip Dishoek om aan deesen uijthoek dienst te doen, herwaarts gesonden; hier aan de Caab als tweede vaste Leerraar, in Sulkervoegen als sulx jongst is geschied ten opsigte van den Eerw:e Predicant Ruwardus Cloppenburg, te plaatsen, mits dat hij verpligt sal sijn en blijven om den dienst bij de kerk aan Stellenbosch soo lang meede te helpen waarneemen tot dat een anderen Leerraar voor die gemeijnte uijt het Vaderland hier sal sijn gekomen. En gelijk door de beroepingen hier aan de Caab der voorm:e twee Predicanten deese kerk op nieuws is voorsien geworden van haare gewoone Leerraars, sal dienvolgens als nu den verleenden ontslag uijt den dienst der E. Comp:e aan den Eerw:e Predicant Frans Le Sueur, bij het diesweegens op sijn versoek genomen besluijt van den 8: Maij 1744. sijn effect hebben en desselfs gagie oversulx onder Ult:o deeser maand Augustus ophouden; des sal gedagt sijn Eerw:e bij Missive worden bedankt voor den ijver denwelken hij tot dato deeses tot Stigtinge deeser gemeijnte heeft betoond in het Waarneemen van sijnen dienst als Predicant.
Sijnde voorts bij Resumptie van seekere Memorie door den heer hoofd-Administrateur Rijk Tulbagh in de volgende bewoordingen overgegeeven.
‘Memorie van de nabesz: onbequame goederen, geduurende dit Boekjaar bij diversse Administrateurs onbruijkbaar en onbequaam bevonden gelijk te sien is bij de verclaaring van gecommitteerdens hier Annex namentlijk.’
‘
In 't Dispens | ||
5: | halve Leggers onbequaam | |
In de Wijnkelder | ||
1 | vat Delfs Bier suur | |
In 't Hospitaal | ||
1 | Decoctum Keetel | } onbequaam |
8 | Steekbeckens | |
2 | klisteerspuijten | |
11. | haire Tromseeven | |
1 | ijsere pot | |
In de Stal | ||
6 | paar Paardestangen | } onbequaam |
2 | d:o Stiegbeugels | |
Op de Wapenkamer | ||
3 | Tromvaten | } onbequaam |
11 | Carabijn Riemen |
In 't Dispens | ||
5: | halve Leggers onbequaam | |
In de Wijnkelder | ||
1 | vat Delfs Bier suur | |
In 't Hospitaal | ||
1 | Decoctum Keetel | } onbequaam |
8 | Steekbeckens | |
2 | klisteerspuijten | |
11. | haire Tromseeven | |
1 | ijsere pot | |
In de Stal | ||
6 | paar Paardestangen | } onbequaam |
2 | d:o Stiegbeugels | |
Op de Wapenkamer | ||
3 | Tromvaten | } onbequaam |
11 | Carabijn Riemen |
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 18: aug:s 1746. (:Was geteekent:) R: Tulbagh.’
Gearresteerd dat de daarbij vermelde bedurvene en onbruijkbaare goederen tot Suijveringe der Pakhuijsen na gewoonte sullen moeten vercogt worden.
Ende nademaal na de aanneeminge van den Burger Leendert van Saxen op den 8: der gepasseerde maand Julij, in dienst der E: Comp:e voor matt:s @ ƒ9 ter maand; is komen te blijcken dat denselven door Liggaams gebreckelijkheeden, ten eenemaal buijten staat is om eenige dienst te kunnen Presteeren; word dit oversulx bij deesen vernietigt en hij Leendert van Saxen in sijnen voorige staat van Burger gesteld.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 186-188.¶
Woensdag den {17460831} 31: Aug:s 1746.
’s Voormiddags alle present.
Op heeden volgens gewoonte naar behoorlijke Clocke geklep en uijtroeping der Boode getreeden sijnde tot het Publicquelijk verpagten van ‘s Lands gemeene Middelen en inkomsten deeses gouvernements, navolgens de diesweegens geaffigeerde Billietten, soo sijn de onderstaande perceelen door de volgende persoonen ingemeijnd geworden ten prijse naargenoemd, Als.
'T Moutbier | ||
Abraham Lever | ƒ1425: | |
Brandewijnen ensz: | ||
1 quart Jochem Hubener | ƒ1425: | |
2 d:o Michiel Pentz | d:o 1450: | |
3 d:o Jan Jurgen Schreuder | d:o 1500: | |
4 d:o Jan Holst | d:o 1050: | d:o 5425: |
Vaderlandsche Bieren en Wijnen | ||
Michiel Pentz | d:o 3050: | |
Caabse Coele Wijnen | ||
1 quart Jan Holst | ƒ4000: | |
2 d:o Bernard Deele | d:o 4100: | |
3 d:o Michiel Pentz | d:o 4100: | |
4 d:o Abraham Lever | d:o 4325: | |
ƒ16525. | ||
Welke Laatstgen:e vier Perceelen van de Pagt der Caabse Coele Wijnen vervolgens naar den inhoude der pagtconditie In een Generale Massa weeder opgeveijld en afgeslaagen Weesende sijn deselve ingemeijnd geworden bij de Burgers Abraham Lever, Jan van der Swijn en Michiel Pentz, invoegen Sij generale Pagters sijn gebleeven der voorseijde Caabse Wijnen voor | d:o 19150: | |
Caabse Wijnen ensz: aan het Rondebosje en Baaijfals . | ||
Ernst Webener | d:o 1050: | |
De Coele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn | ||
Jan Le Roux de oude | d:o 225: | |
Soo dat de geheele pagtpen: bedragen | ƒ30325: |
'T Moutbier | ||
Abraham Lever | ƒ1425: | |
Brandewijnen ensz: | ||
1 quart Jochem Hubener | ƒ1425: | |
2 d:o Michiel Pentz | d:o 1450: | |
3 d:o Jan Jurgen Schreuder | d:o 1500: | |
4 d:o Jan Holst | d:o 1050: | d:o 5425: |
Vaderlandsche Bieren en Wijnen | ||
Michiel Pentz | d:o 3050: | |
Caabse Coele Wijnen | ||
1 quart Jan Holst | ƒ4000: | |
2 d:o Bernard Deele | d:o 4100: | |
3 d:o Michiel Pentz | d:o 4100: | |
4 d:o Abraham Lever | d:o 4325: | |
ƒ16525. | ||
Welke Laatstgen:e vier Perceelen van de Pagt der Caabse Coele Wijnen vervolgens naar den inhoude der pagtconditie In een Generale Massa weeder opgeveijld en afgeslaagen Weesende sijn deselve ingemeijnd geworden bij de Burgers Abraham Lever, Jan van der Swijn en Michiel Pentz, invoegen Sij generale Pagters sijn gebleeven der voorseijde Caabse Wijnen voor | d:o 19150: | |
Caabse Wijnen ensz: aan het Rondebosje en Baaijfals . | ||
Ernst Webener | d:o 1050: | |
De Coele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn | ||
Jan Le Roux de oude | d:o 225: | |
Soo dat de geheele pagtpen: bedragen | ƒ30325: |
Aldus Gedaan en uijtgevoerd, In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 189-208.¶
Dingsdag den {17460906} 6: Septb:r 1746.
’s Voormiddags alle present.
Als nu met Eerbied en aandagt geleesen sijnde het hoog geagt aanschrijvens der Hoog Edele heeren seventhienen van den 24: Maart deeses jaars, t’ Welk met het in de Baaij fals vertoevende Schip Akerendam hier is aangebragt, is goedgedagt dat van de daarinne geinsereerde Periode inhoudende klagten overdat de Aamen met Constantia Wijn van hier na de Camer Rotterdam gesonden haare Behoorlijke Maat van 60: stoopen niet inhielden, aan den keldermeester een Copia Authenticq sal worden afgegeeven om daarop p:r naasten te dienen van Berigt met ordre daarbij dat hij sorg sal hebben te draagen dat de Aamen waar inne de voorsz: Constantia Wijn na het Vaderland sullen worden Afgescheept in het vervolg ten minsten sestig stoopen komen in te houden, en dat deselve voor haare inscheeping behoorlijk gerist worden.
Terwijl wijders nog Raadsaamst is geoordeelt dat bij het te kennen geeven aan den Eerw:e Kerkenraade van Drakensteijn dat Welopgem:e haar Wel Edele Hoog Agtb:re goedgedagt hebben om aan den Predicant Salomon van Egten op sijn hierom gedane Particulier versoek toe te staan om na Expiratie van sijnen verbonden tijd te mogen repatrieeren te gelijk ons misnoegen en verwondering sal worden betuijgd over dat gedagten Predicant van Egten heeft kunnen goedvinden om teegens alle gebruijk, Billikheijd en Welvoegentheijd deese Regeering in een saak van die Natuur dus voorbij te gaan ende niet te kennen, te meer om dat soo wanneer men daar van vooraf berigt was geweest men gedagte onse Heeren en Meesteren bij tijds om een andere Leerraar om sijn Eerw:e te remplaceeren soude hebben kunnen versoeken, het welk nu eerst in het aanstaande jaar met de Eerste Retourscheepen tot ongerief van de gemeijnte aan Drakensteijn sal kunnen geschieden; Middelerwijl dat de verdere geeerde ordre van ged: Hoog Edel heeren Seventhienen vervat bij het Extract uijt den Brief aan Generaal en Raaden van India als de hier bevoorens gementioneerde gedateert; weegens het doen formeeren van een Accurate Lijst van alle de geene die gehouden sullen sijn den Roergang waar te neemen, op dat die geene die sijn roergang aanbesteed voor de bedongene somme op sijn soldij Reecq:g gedebiteerd en den aanneemer daar en teegens gecrediteert mogten worden, schuldpligtig sal worden Agtervolgt.
Ende Nademaal den gewoonen tijd tot de aanbesteedinge van de Leverantie van Versch Vleesch en Levendige Schaapen aan ‘s Comp:s passeerende Scheepen, hospitaal enz: dewelke jongst op den eersten febr: 1742. is geschied, als nu wederom begind aan te naderen, heeft men oversulx moeten besluijten dat bij Affixie van Billietten aan alle ende ijgelijk kennisse sal worden gegeeven dat de gesegde Leverantie op den Eersten der aanstaande Maand februarij 1747. om met P:mo maij daaraanvolgend in te gaan, nogmaals Publicquelijk in Een, Twee, drie of vier Perceelen aan de Minstbiedende sal worden aanbesteed ende sulx op den voorgaanden voet, te weeten voor Een, drie of vijf Jaaren, na dat deselve voor den minsten Prijs in een van de drie voorgestelde tijden best aan de man sal kunnen geholpen worden; het wel ook wederom tot een ijgelijks narigt in voorseijde Billietten sal worden ingelascht en soo meede de naamen der Plaatsen, dewelke in het District van de Groene Cloof begreepen weesende, tot Weijde voor het vee van de gecontracteerde Slagters geduurende den tijd haarer Leverantie, sullen kunnen dienen; waar omtrent men teegenswoordig als bevonden sijnde dat het selve seer wel gereguleert is, geene veranderingen sal behoeven te Maaken.
Door den Heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh geproduceert geworden sijnde de onderstaande versoekschriften van den Pakhuijsmeester, Dispencier en Keldermeester, inhoudende versoek om te mogen genieten de Ordinaire Jaarlijxe afschrijving op sodanige goederen als door haarl: in het afgeweekene Boekjaar sijn verstrekt geworden, Is na daarover gehoudene Raadpleeginge verstaan dat gemelde Heer Hoofd Administrateur bij deesen sal worden en blijven gequalificeert om de gedagte minderheeden en Effecten in deselve versoekschriften gespecificeert als niet excedeerende, bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements behoorelijk te doen afschrijven, in Welkervoegen meede sal moeten worden gehandelt met de te kort gekomene en gebrookene goederen, mitsgaders gestorvene slaven en verrekte Beestiaal die alle vermeld staan op seekere Memorie door voorseijden heer Hoofd Administrateur ook diesweegens ingeleevert, Luijdende de soo evengemelde versoekschriften en Memorie aldus,
Aan den Wel Edelen Gestr: heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien beneevens den E: Agtb:re Raad van Politie deeses gouvernements.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren’
‘Den ondergeteek: Coopman en Pakhuijsmeester versoekt seer Eerbiedig dat aan hem volgens gebruijk mag werden toegestaan sodanige Afschrijving als er op de ondertenoemene goederen, geduurende dit Boekjaar onvermeijdelijk Sijn gevallen, bestaande in’
‘
Cramerijen | ||
52. | lb Alluijn op 1040 lb | } Sijnde 5: P:r C:to soo door indroogen, verstuijven, versleepen der Rotten en Muijsen als het verstrecken bij 1: en 2: lb vermindert |
18. | d:o Lijm d:o 363 d:o | |
66. | d:o Stijfsel d:o 1334 d:o | |
Ijzer | ||
3823 | lb gesorteert op 254874. lb soo door inroesten als verstrecken bij 100: en 50: lb vermindert sijnde 1 1/2 p:r C:to | |
Spijkers. | ||
1623. | lb gesort:de ijsere op 108237. lb door inroesten en uijtweegen bij kleijne Parthijën van 1: en 2. lb vermindert sijnde meede 1 1/2 P:r C:to. | |
Verwen. | ||
1 1/2 | lb fijne op 55: lb. | } a 3. P:r C:to soo door verstuijven als verstrecken bij 1: en 2: lb vermindert. |
58. | d:o grove d:o 1955. d:o | |
Tabacq | ||
47. | lb op 1576. lb sijnde 3. P:r C:to door indroogen en uijtweegen bij 1: en 2: lb vermindert. | |
Specerijen. | ||
32. | lb gesort: op 638 1/8 | } à 5: P:r C:to meede door indroogen en verstrecken bij 1: tot 1/4 lb vermindert. |
2 1/2 | d:o Nagelen d:o 52 3/8 | |
Coffij Boonen. | ||
547. | lb op 10939. lb insgelijx door indroogen en verstrecken bij kleine Parthijen van 2. en 1. lb vermindert sijnde meede 5: p:r C:to |
Cramerijen | ||
52. | lb Alluijn op 1040 lb | } Sijnde 5: P:r C:to soo door indroogen, verstuijven, versleepen der Rotten en Muijsen als het verstrecken bij 1: en 2: lb vermindert |
18. | d:o Lijm d:o 363 d:o | |
66. | d:o Stijfsel d:o 1334 d:o | |
Ijzer | ||
3823 | lb gesorteert op 254874. lb soo door inroesten als verstrecken bij 100: en 50: lb vermindert sijnde 1 1/2 p:r C:to | |
Spijkers. | ||
1623. | lb gesort:de ijsere op 108237. lb door inroesten en uijtweegen bij kleijne Parthijën van 1: en 2. lb vermindert sijnde meede 1 1/2 P:r C:to. | |
Verwen. | ||
1 1/2 | lb fijne op 55: lb. | } a 3. P:r C:to soo door verstuijven als verstrecken bij 1: en 2: lb vermindert. |
58. | d:o grove d:o 1955. d:o | |
Tabacq | ||
47. | lb op 1576. lb sijnde 3. P:r C:to door indroogen en uijtweegen bij 1: en 2: lb vermindert. | |
Specerijen. | ||
32. | lb gesort: op 638 1/8 | } à 5: P:r C:to meede door indroogen en verstrecken bij 1: tot 1/4 lb vermindert. |
2 1/2 | d:o Nagelen d:o 52 3/8 | |
Coffij Boonen. | ||
547. | lb op 10939. lb insgelijx door indroogen en verstrecken bij kleine Parthijen van 2. en 1. lb vermindert sijnde meede 5: p:r C:to |
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop ult:o aug:s 1746 (:was geteekt: C: Brand:’
‘Den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India en Gouverneur van Cabo de Goede Hoop &. beneevens den E: Agtb:r Raad van Politie, werd seer Eerbiedig versogt, dat aan den Ondergeteek: Dispencier mag werden toegestaan, de ordinaire afschrijving van de onderstaande goederen, dewelke door spillagie, Leccagie aanslaan der Muuren als andersints onvermeijdelijk in een Rond jaar sijn ontstaan. Namentlijk.’
‘
335 3/4 | Mud: Tarw, als | |
1 3/4. | Mudd: Rog à 1 1/2 P:r C:to van 120: mud na Batavia als Ceijlon afgescheept en verminderd als vooren. | |
17 5/8 | d:o Boonen à 1 1/2 P:r C:to van 1182: Mud: in 't verstrecken, uijtdroogen, uijtsleepen van Rotten en Muijsen vermindert. | |
26 1/4 | d:o Erwten à 1 1/2 P:r C:to van 1754: mud: in alles als vooren. | |
24 3/4 | d:o Garst à 1 1/2 P:r C:to van 1658: mud: door Calanders en als Boven. | |
16428. | lb Rijst à 3 P:r C:to van 547609 lb door 't uijteeten van de Calanders en uijtweegen bij veel kleijne quantiteijten. | |
527 | d:o Hard brood á 1 p:r C:to van 52773 lb door 't uiteeten van kackerlacken Rotten en Muijsen als uijtweegen vermindert. | |
Suijker over als volgd. | ||
823. | lb Witte à 2 P:r C:to van 41171. lb | } door Spillagie, Leckagie, uijt Sleepen der Rotten en muijsen en uijtweegen bij kleijne Parthijen |
318. | d:o Candij à 1 1/2 P:r C:to d:o 21237 | |
12: | lb Hop à 1 P:r C:to van 1213. lb door 't uijtdroogen, 't versleepen van Rotten en uijtweegen bij kleijne parthijen. | |
28. | d:o Peeper à 1 1/2 P:r C:to van 1878 lb door t' Verstuijven en uijtweegen bij kleijne quantiteijten. | |
6: | lb Wax à 5 P:r C:to van 120: lb door 't vermeijten en uijtweegen vermindert | |
18. | d:o Wax kaarssen à 1 P:r C:to van 1880: lb als Boven | |
711. | d:o Zeep à 3 P:r C:to van 23713. lb door 't vermeijten, uijtdroogen en uijtweegen vermindert. |
335 3/4 | Mud: Tarw, als | |
1 3/4. | Mudd: Rog à 1 1/2 P:r C:to van 120: mud na Batavia als Ceijlon afgescheept en verminderd als vooren. | |
17 5/8 | d:o Boonen à 1 1/2 P:r C:to van 1182: Mud: in 't verstrecken, uijtdroogen, uijtsleepen van Rotten en Muijsen vermindert. | |
26 1/4 | d:o Erwten à 1 1/2 P:r C:to van 1754: mud: in alles als vooren. | |
24 3/4 | d:o Garst à 1 1/2 P:r C:to van 1658: mud: door Calanders en als Boven. | |
16428. | lb Rijst à 3 P:r C:to van 547609 lb door 't uijteeten van de Calanders en uijtweegen bij veel kleijne quantiteijten. | |
527 | d:o Hard brood á 1 p:r C:to van 52773 lb door 't uiteeten van kackerlacken Rotten en Muijsen als uijtweegen vermindert. | |
Suijker over als volgd. | ||
823. | lb Witte à 2 P:r C:to van 41171. lb | } door Spillagie, Leckagie, uijt Sleepen der Rotten en muijsen en uijtweegen bij kleijne Parthijen |
318. | d:o Candij à 1 1/2 P:r C:to d:o 21237 | |
12: | lb Hop à 1 P:r C:to van 1213. lb door 't uijtdroogen, 't versleepen van Rotten en uijtweegen bij kleijne parthijen. | |
28. | d:o Peeper à 1 1/2 P:r C:to van 1878 lb door t' Verstuijven en uijtweegen bij kleijne quantiteijten. | |
6: | lb Wax à 5 P:r C:to van 120: lb door 't vermeijten en uijtweegen vermindert | |
18. | d:o Wax kaarssen à 1 P:r C:to van 1880: lb als Boven | |
711. | d:o Zeep à 3 P:r C:to van 23713. lb door 't vermeijten, uijtdroogen en uijtweegen vermindert. |
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop ult:o aug:s 1746: (:was geteekent:) N:s Heijning’
Aan den Wel Edelen Gestr: heer Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsgaders gouverneur van Cabo de goede hoop beneevens den E: Agtb: Politicquen Raadt.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren.’
‘Uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb:ren werd door den ondergeteek. keldermeester seer eerbiedig versogt, dat hem de ordinaire Afschrijving op de Caabse Wijnen (:door ‘t oversteeken en opvullen vermindert:) onder Ult:o Aug:s Laastsl: voor een jaar mag valideeren bedraagende 10851. Cann:e op 853 5/8 Leggers, sijnde Een Legger van de Twee en Dertig P:s.’
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 5: Septb:r 1746: (:was geteekent:) J:n Raeck.’
‘Memorie van d’ nabeschreevene Smeekoolen, ijser, Olijven Olij, Lijn Olij &. Uijt de onderstaande Bodem Zeelandia, so te kort bij Pijling minder als gebrooken bevonden, de Leijfeijgenen in de drie jongst gepasseerde maanden door de Natuurlijke dood overleeden t’ vee in gemelde tijd soo verrekt als door ‘t wild gedierte vernield, gelijk te sien is bij de verclaaringen hier Annex blijkende, Namentlijk.’
‘
4 6/36. | hoeden Smeekoolen op 30: hoeden bij nameeting tekort bevonden. |
228 | lb. gesort: ijser op 12500: lb bij naweeging tekort bevonden. |
19 2/10 | Cann:e Olijven olij op 4. half Aamen bij Pijling minder bevonden sijnde ieder 3. d:m wan geweest. |
27 6/10 | d:o Lijn olij op 13: Kelders minder bevonden, als, |
17 6/10 | Cann:e Wijntint op 2. half Aamen bij Pijling minder bevonden sijnde 1. van 4. en 1. van 5: d:m wan geweest. |
-2/15 | Kelders gedistileerde Wateren op 1: Kelder gebroken bevonden. |
4 6/36. | hoeden Smeekoolen op 30: hoeden bij nameeting tekort bevonden. |
228 | lb. gesort: ijser op 12500: lb bij naweeging tekort bevonden. |
19 2/10 | Cann:e Olijven olij op 4. half Aamen bij Pijling minder bevonden sijnde ieder 3. d:m wan geweest. |
27 6/10 | d:o Lijn olij op 13: Kelders minder bevonden, als, |
17 6/10 | Cann:e Wijntint op 2. half Aamen bij Pijling minder bevonden sijnde 1. van 4. en 1. van 5: d:m wan geweest. |
-2/15 | Kelders gedistileerde Wateren op 1: Kelder gebroken bevonden. |
‘Volgens Reekening van den opsiender van ‘s Comp:s Slaven Logie en Secretariale verclaringen sijn in boven gesegde tijd van ‘s Comp:s Leijfeijgenen door de Natuurlijke dood komen te overlijden.’
‘En volgens bijgevoegde Reecq:g van den landdrost gesterkt met Secretariale Verclaaringen sijn in voorgemelde tijd van ‘s Comp:s Beestiaal soo verrekt als doort’ Wild gedierten verslonden.’
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 6: Septb: 1746: (was get:) R. Tulbagh.’
Hierna heeft den Curator ad. Lites David D’ Aillij, ter vergaderinge vertoond de geslootene Boedelreecq:g van sodanige nalatenschappen van sommige van ‘s Comp:s dienaren, als in het gepasseerde Boekjaar onder desselfs Administratie sijn gekomen, met bijgevoegd Eerbiedig versoek dat het deesen Raade mogt behaagen om deselve te Approbeeren, weshalven sijn geciteerde Boedelreek:gen na gedane Confrontatie en Examinatie van het Rapport van de Ordinaire gecommitt:s tot dier ondersoekinge, geagreEert.
Voorts is na Resumptie der Versoek Schriften van de Resp:e Brandewijn Pagters en van den pagter der Vaderlandsche Bieren en Wijnen, weesende van den volgende inhoude.
Aan den Wel Edelen Gestr: heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en desselfs Resorte &. &. &. beneevens den E: Agtb:r Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re heeren’
‘Geeven met onderdanigste Eerbied te kennen Uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb:re seer needrige dienaren Michiel Pentz, Jan Jurgen Schreuder, Jan Holst en Joachim Daniël Hubener; hoe Sijl: bij de Laatste verpagting van ‘s E: Comp:s gemeene Middelen aanneemers gebleeven sijnde van de Pagt der Brandewijnen en gedistileerde wateren, alhier in dit Caabse district, wel gaarne een Bijtapper van ijder Perceel der gem:e dranken souden willen aanstellen; soo neemen de Suppl:ten de Vrijmoedigheijd, sig in alle Eerbied te Wenden tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re ootmoedig versoekende, dat deselve van die goedheijd gelieven te sijn, sulx aan hém gunstelijk te accordeeren (:onderstond:) ‘T Welk doende &.’
Aan den Wel Edelen Gestr: heeren Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsgaders gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &. &. beneevens den E: Agtb:r Politicquen Raadt.
‘Wel Edele Gestr Heer en E: Agtb:rn Heeren’
‘Versoekt met veel Eerbied den ondergeteek. Uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb:r needrigen dienaar Michiel Pentz als bij de jongste verpagting aanneemer gebleeven sijnde van de Pagt der Vaderlandsche Bieren en wijnen omme boven desselfs gepermitteerde bijtapper de voorm:e dranken nog door den Burger Matthijs van Wielig in de Thuijn van den Boekhouder en Ordinaire gecommitteerde Jan Andries horak geleegen in deese Tafelvalleij te moogen Laaten debiteeren gelijk sulx in voorige tijden meermalen aan de Pagters der vaderlandsche Bieren en Wijnen is gepermitteerd geworden (:onderstond:) ‘T Welk doende &.’
Aan de Eerstgemelde toegestaan om voor elk van hun bijsonder Perceel een Bijtapper te moogen aanstellen, en aan den pagter der voornoemde Vaderlandsche Bieren ensz om boven en behalven desselfs gepermitteerde Bijtapper bij de Pagt Conditiën, deselve dranken nog te mogen Laten debiteeren door den Burger Matthijs van Wielig woonende in de Thuijn van den Boekhouder Jan Andries horak.
Sijnde vervolgens in Steede van den Overleedenen Schipper van het thans in de Baaij fals vertoevende Schip Padmos Cornelis Arduijn, weeder daartoe aangesteld den opperstuurman van dien bodem Jan de Weever, en weeder in sijne plaats tot opperstuurman den onderd:o Claas Jeroensz:, denwelken door den derdewaak Valentijn van der Kruijk als onderstuurman opgevolgt sijnde, heeft men wijders tot vervullinge der open gevallene plaatsen door het afsterven van Sommige persoonen en de bevorderingen van andere nog de volgende verbeeteringen op die kiel moeten doen als
Pieter Markwaart | Schieman, | tot | Constapel |
Dirk Jansz: Langesond | Bootsmansm:t | d:o | Schieman |
Hendrik hartman | Schiemansm:t | d:o | Bootsmansm:t |
Christiaan Sweerusz: | Boss:r | d:o | Schiemansmaat |
Gerardus Daalwijk | Jonge | d:o | Constapelsmaat |
Jan frederik Coert | Matt:s | d:o | Cok |
Thobias Wensing | d:o | d:o | Coxmaat |
Pieter Markwaart | Schieman, | tot | Constapel |
Dirk Jansz: Langesond | Bootsmansm:t | d:o | Schieman |
Hendrik hartman | Schiemansm:t | d:o | Bootsmansm:t |
Christiaan Sweerusz: | Boss:r | d:o | Schiemansmaat |
Gerardus Daalwijk | Jonge | d:o | Constapelsmaat |
Jan frederik Coert | Matt:s | d:o | Cok |
Thobias Wensing | d:o | d:o | Coxmaat |
Terwijl voorts tot oppermeester op dat Schip Padmos in plaatse van de daarop geduurende de reijse overleedene nog is bevordert den ondermeester van het meede in de baaij fals vertoevende Schip Akerendam hend:k ten Thooren als hebbende den ondermeest:r van dat Schip Padmos versogt daarvan geëxcuseert te mogen blijven, dog dit alles op de nadere goedkeuringe van haar Hoog Edelens tot Batavia van wien deese alhier geadvanceerde persoonen de gagiën tot haare respective bedieningen staande ook sullen moeten versoeken; des sal meermaals genoemde Schip Padmos met desselfs toebehooren door gecommitteerdens aan den daarop aangestelde nieuwen Schipper navolgens de Ordre der E: Compagnie met den Eersten Overgegeeven worden.
Laatstelijk is tot voorkoming van alle de Rusiën en Oneenigheeden die al enïgen tijd op meergemelde Schip Padmos in swang hebben gegaan, en waarvan als Autheur word aangemerkt den daarmeede uijtgekomene Vaandrig Jan Pieter hamman, best gedagt dat men denselven tot vervorderinge van Sijne reijse na Batavia sal doen overgaan op het Schip Akerendam .
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 209-212.¶
Donderdag den {17460915} 15: Septemb:r 1746:
’s voormiddags alle present uijtgenomen den heer Secunde Rijk Tulbagh
Op het gedane versoek door den Pagter van het Moutbier Abraham Lever om den Pagt van het selve Moutbier so en indiervoegen, als hij denselven bijde Jongste Verpagting heeft gepagt, te mogen overdoen aan de Wed: Hans Jurgen Honk, die thans hierom ook versoek komt te doen, soo is sulx toegestaan; Luijdende het versoekschrift door gesegde Abraham Lever, tot erlanging van het eevengemelde, aldus.
Aan den Wel Edelen Gestr: heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de Goede Hoop met den Ressorte van dien &. &. &. Beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren.’
‘Geeft seer onderdaniglijk te kennen Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:r needrigen Dienaar Abraham Lever hoe hij bij de Jongste verpagting aanneemer gebleeven sijnde van de Pagt der Caabse Moutbieren, als nu seer gaarne die Pagt aan de Wed: Hans Jurgen honk, voor de eijgenste prijs waar voor deselve door hem ingemeijnd is, soude willen overdoen derhalven neemt den Suppl:t de Vrijheijd sig te wenden tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:r met ootmoedig versoek dat deselve van die goedheijd gelieven te sijn, hem sulx gunstelijk te Accordeeren. (:onderstond:) ‘T Welk doende &.’
Hierna is nog geleesen geworden seeker Request door den Burger Nicolaas Mulder in de volgende bewoordinge gepresenteert.
Aan den Wel Edelen Gestr: heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsg: gouverneur van Cabo de Goede Hoop met den Ressorte van dien &. &. &. beneevens den E: Agtb:e Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:r heeren’
‘Vertoond met Schuldige Eerbied Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:r seer needrigen dienaar den Burger Nicolaas Mulder hoe den Suppl:t wel geneegen soude sijn omme de jeugd ter deeser plaatse in het Leesen, Schrijven, Cijfferen & mitsg:s de gronden van de Gereformeerde Religie waarvan den Supp:t belijdenis doed, te onderwijsen, derhalven neemt den Suppl:t de Vrijheijd sig te wenden tot Uwe Wel Edele Gest: en E: Agtb:re; ootmoedig versoekende dat deselve van die goedheijd gelieven te sijn, hem daartoe goedgunstelijk permissie te willen verleenen. (:onderstond:) ‘T Welk doende &.’
Welken aangaande best is gedagt de dispositie uijtgesteld te laaten, tot dat den Suppl:t weegens desselfs bequaamheijd in het onderwijsen der jeugd door kerkenraade deeser plaatse sal sijn ondervraagd en voorts diesweegens aan deesen Raade berigt gedaan.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop: Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Moller
C. 124, pp. 213-216.¶
Donderdag den {17461006} 6: october 1746.
‘S voormiddags alle present uijtgenomen den Heer Secunde Rijk Tulbagh bij indispositie mitsgr:s d’ E. E:s Alleman, Brand en Eelders als geoccupeert sijnde.
Op het hier toe gedaande versoek bij Juffrouw Helena Gulix wed: ten Damme; is aan haar in Eijgendom gegeeven een Stuk huijs Erf in deese Tavelvalleij , naast de huijsen van den oudweesmeester Alexander Coele, hier booven aan, aan de kant van de waterplaats geleegen; groot in sijnen grond een hondert drie en negentig quadraat Roeden en drie en dertig gelijke voeten; onder deese Expresse Conditie egter dat voorseijde wed: Ten Damme van dit haar gegeevene Erf ses voeten sal moeten Laten Leggen aan de ZO: Zijde om te dienen tot een gemeen gang voor haar en het Erf of huijsen van gemelden Alexander Coele.
Vervolgens is geleesen geworden het berigt van kerkenraade deeser plaatse noopende het Examineeren van den burger Nicolaas Mulder sijnde vervat in de volgende bewoordinge.
Aan den wel Edele Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van Nederlands India, mitsgrs: gouverneur aan Cabo de goede hoop en den resorte van dien &. &. &. benevens den E: Achtb:r politicquen Raede deeses gouvernements.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: E: Achtb:re Heeren.’
‘In naarkooming van het geappostilleerde bij Uwe wel Edele gestr: en E: Achtb:re op seeker request door den burger Nicolaas Mulder in dato 15: Septemb:r jongstleeden gepresenteert, ten deerende versoek om alhier School te moogen houden, hebben w’ na gedaan ondersoek bevonden dat dien persoon niet alleen een Lidmaat onser waare gereformeerde kerk is, maar ook goede bequaamheeden besit om de Jeugt in de gronden van den Gods-dienst, als meede in het Leesen, Schrijven, Cijfferen &., na behooren te kunnen onderwijsen, en oversulx denselven in staat geoordeelt, om tot het Schoolhouden toegelaaten te moogen worden. Waar meede gedenkende, aande g’Eerde Intentie v: Uwe Wel Edele gestr: en E:achtb:r te hebben voldaan, soo Laaten w’ deesen dienen voor Eerbiedig rapport /:onderstond:/ Cabo de goede hoop den 3: october 1746 /:Lager:/ uijt Naam en Last van kerkenraade alhier /:geteekent:) A:V: Schoor Scriba.’
Des is goed gedagt dat aan voormelden Nicolaas Mulder sal worden gepermitteert om alhier School te moogen houden.
Aldus Geresolveerd ende gearresteert In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 217-219.¶
Donderdag den {17461013} 13: octob: 1746.
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den Heer Secunde Rijk Tulbagh mitsgrs: d’ E E. Rudolph Sigfried Alleman en Cornelis Eelders de Twee Eerste bij Indispositie, en den anderen bij occupatie.
Naar resumptie van Seekere Missive door de Land-drost en den burger krijgsraad van Stellenbosch en Drakenstijn van den 11: deeser maand october, is verstaan dat de daar bij versogte seeven vaaten met buskruijt en veerthien hondert stux snaphaan steenen, om na jaarlijx gebruijk te dienen tot het Exerceeren den Coloniers van voormelden Districten in den wapenhandel mitsgaders het doen van de aanstaande waapenschouwing aan Stellenbosch sullen worden verstrekt, terwijl wijders nog goed gekeurt is de gedaane aanstelling bij voorseijden Landdrost en Heemraaden van den Standaart Jonker Pieter van der Bijl tot wagtmeester onder de Comp: dragonders van den Cap:t Johannes Louw pietersz: in steede van den afgegaanen Lambert Meijburgh.
Sijnde nog bij deese geleegenthijd tot het bijwoonen der voormelde waapenschouwing gecommitteert d’ Heeren Pieter reede van oudshoorn en Isacq Meijnertzhaagen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Möller
C. 124, pp. 220-228.¶
Dingsdag den {17461025} 25: October 1746.
’s Voormiddags alle present, uijtgenomen den heer Cap:tn Rudolph Sigfried Alleman.
Heeft den keldermeester Johan Raek in opvolginge van het aan hem geordonneerde bij Raadsbesluijt van den 6: der afgeweekene maand September, heeden overgegeeven het onderstaande Schriftuur, dienende tot verantwoording op het aangeschrevene bij onse Hoog gebiedende heeren en Meesteren, ten belange van de Aamen met Constantia Wijn, dewelken in den voorleedenen jaare van hier na Neederland sijn overgesonden.
‘Den Wel Edelen Gestrengen Heer Hendrik Swellengrebel, gouverneur in Loco, &. beneevens den E. E. Agtb:r Politicquen Raad, den ondergeteekenden keldermeester hebbende gelieven te ordonneeren, omme te antwoorden op seekere periode, uijt het geEerd aanschrijvens van haar Wel Edele hoog Agtb:re de heeren Seventhienen aan deese Regeering, onder den 24: Maart 1746. geschreeven, inhouden de klagten over, dat de Aamen met Constantia Wijn, van hier na de Camer Rotterdam gesonden, haare behoorlijke maat van 60. Stoopen niet inhielden.’
‘Sal den ondergeteek: in Schuldpligtige opvolging van dien d’ Eer hebben te seggen, dat het abuijs dat begaan is, met de bovengem:e Aamen alhier niet op te maaken navolgens de maat die Sij hadden moeten inhouden niet voortkomt uijt eenig bedrog of hebsugt, maar alleen dat in deesen is opgevolgt een oude usantie van de grootte derselver, die den ondergeteek: bij het intreeden van Sijn bedieninge in Swang gevonden heeft, naar welke usantie de Aamen daar men de Constantia Wijnen Successivelijk in gedaan heeft, soo voor des ondergeteek: tijd, als tot dato deeses sijn opgemaakt, sonder dat men ooijt daar omtrent eenige agterdogt heeft gehad; hebbende ook tot het pleegen van dat abuijs niet Weinig gecontribueert de onervarentheijd der hier sijnde kuijpers in dat Stuk dewelke op het oud voorbeeld te Werk gaande, niet hebben ondersogt of geweeten of voorsz: vaatwerk sijne behoorlijke maat inhield ofte niet, Dat den ondergeteek: nu van de mindere maat der meergem:e Weggesondene Aamen, in geenen Deele heeft geprofiteert, sal kunnen blijcken uijt de Wijse op dewelke daarmeede ter deeser plaatse word gehandelt, want soo dra de Aamen tot overvoeringe der Constantia Wijnen van hier na het Vaderland in gereetheijd Sijn gebragt, Worden deselve om Wijnnig gemaakt te worden ten eersten uijt dit Casteel na de Hofsteede der Leveranciers weggesonden, alwaar deselve soo lang verblijven tot datse na het Patria sullen worden weggeschikt, als wanneer gem:e Aamen eerst na de Caab werden te rugge gebragt, sonder als dan langer in ‘s Comp:s Pakhuijsen te worden geborgen, dan alleen voor dien korten tijd dewelke vereijscht word, om deselve wijnen in t’ bijsijn van de Scheeps overheeden door de daartoe gestelde gecommitteerdens uijt deesen E: Agtb: Raad van Justitie te doen proeven, de sponssen toe te slaan, de Aamen te merken, en alles wat verders hieraan dependeert, behoorelijk te besorgen, sulx die wijnen selden langer dan eenige uuren onder den ondergeteek: blijven berusten, dewijl deselve doorgaans nog den eijgensten dag, als se aan de Caap sijn gebragt, na boord der Resp: Scheepen werden afgesonden ten sij sulx door harde de Rheede voor kleijn vaartuijg onvaarbaar maakende winden wierde verhindert: Wanneer hierbij nu geconsidereert word dat de Constantia Wijnen ter deeser plaatse, gereekent teegens den prijs van het Vaderland seer weijnig waard sijn, hoopt den ondergeteek: dat seer gemackelijk sal kunnen werden begreepen, dat het verschil van eenige weijnige Stoopen dat op dikwils geciteerde Aamen gevonden is, nog de Leveranciers nog den ondergeteekende niet soo veel soude hebben kunnen baten, dat hij of sij sig daarom aan het regtvaardig misnoegen onser heeren en Meesteren souden hebben willen blootstellen.’
‘En hiermeede vertrouwt den onderget: behoorelijk te hebben aangetoont, dat ‘er in dit geval geen voorbedagt bedrog of baatsugt heeft plaats gehad, nog dat daaraan ooijt in het alderminste is gedagt geworden, waarom hij dan ook aan de geEerde intentie van Uwe Wel Edele Gestr: en E.E: Agtb:re vermeijnd te hebben voldaan, en sal wijders volgens pligt sorge dragën dat de Amen die in het vervolg alhier sullen werden opgemaakt, ten alderminsten 60: Stoopen komen in te houden, en dat deselve bij haare afscheepinge na behooren gerist worden, verblijvende den onderget: voor het overige met alle Eerbied. /:Onderstond:/ Wel Edele Gestrengen heer en E.E: Agtb:r Heeren Uwe Wel Edele Gestr: en E.E: Agtb:r Seer onderdanigen en gehoorsamen Dienaar. (:was geteekent:) Jan Raeck. (:in margine:) In ‘t Casteel de Goede Hoop den 25: Octob:r 1746:’
En is na Lectuure en resumptie van dat Papier raadsaamst geoordeelt, dat het selve in Copia na het Vaderland sal overgemaakt en Conform van dien aan Welopgem:e haar Wel Edele Hoog Agtb: gerescribeert worden.
Terwijl wijders nog goedgedagt is dan men bij ons eerst af te gaan Schrijvens, de heeren van de hoge Indiaasse Regeering pligtschuldig sal berigten, hoedanig het werk aan de Mouillie alhier sig in de voorleedene Winter heeft toegedraagen ende Sulx navolgens den inhoud van het diesweegens ingeleeverde Rapport van de opsigters over dat werk gesteld.
Hierna geleesen Sijnde Seekere Request bij den Boekhouder hendrik frappé gepresenteert, is verstaan dat ten sijnen faveure na Batavia sal worden geschreeven, ten eijnde aan desselfs gemagtigdens aldaar goedgunstig mogt worden gepermitteert sodanige gelderen als voor desselfs reecq:g onder den Secretaris van den E: Agtb:r Raad van Justitie des Casteels Batavia sijn gesequestreert in ‘s Comp:s Cassa aldaar om alhier p:r Wissel te ontfangen, te tellen.
Ook is aan den Pangerang Dipa Nagara in opvolginge van de aan hem hiertoe verleende Permissie bij haar Hoog Edelens tot Batavia toegestaan om met Sijn gevolg met een der aanweesende Scheepen na derwaarts te mogen te rugge keeren, des sal met desselfs uijtrustinge sodanig worden gehandeld als men gewoon is bij diergelijke geleegentheeden, met Bannelingen van Sijn Soort alhier te doen.
Ende alsoo geen Smeecoolen meer bij ‘s Comp:s Pakhuijsen alhier in voorraad worden gevonden, heeft men ter dier oorsake wederom moeten besluijten, dat op het voorbeeld van dat geen t’ Welk bij Sulke verleegentheeden meermaals is geschied, uijt ‘s Lands Carquasoen van de ter deeser Rheede Leggende Scheepen, soo het selve sonder veele Belemmering voor die kielen kan worden gedaan eenige hoeden daarvan ten behoeve van dit gouvernement sullen geligt worden.
Op het te kennen geeven van den heer Gouverneur dat het kappen van Brand en ander hout bij Particulieren op ‘s Comp:s grond in de Baaij fals seedert eenigen tijd herwaarts op sulke een Rukeloose en vernielende wijse komt te geschieden dat soo wanneer bij tijds daarteegens niet wierd voorsien de Comp:e in het korte gebrek aan Brandhout voor haaren omslag aldaar hebben soude, is gearresteerd dat bij Affixie van Billietten aan alle ende een ijgelijk sonder onderscheijd sal worden verbooden om langer daar ter plaatse eenig Brand, Timmer of ander hout te kappen in hoe geringe quantiteijt sulx soude mogen weesen en dat aan de Menschen die in voorsz: Baaij fals sijn gehuijsvest of Plaatsen hebben, alleen sal worden toegelaaten om het nodige Brandhout tot hun huijsgebruijk en dan nog maar met een spaarsame hand van ‘s Comp:s grond aldaar te mogen laaten afhaalen; op de Pænaliteijten daarteegens bij voorgaande placcaten gestatueert; ondertusschen dat den Posthouder in so dikwilsgen:e Baaij fals bij Missive sal worden geordonneert hier aan de hand te houden.
Sijnde voorts op het hierom gedane versoek bij den Landdrost en heemraaden in de verre geleegene districten, aan deselve in eijgendom gegeeven een Stuk land aan de Coornlands Rivier gelegen om daarop te setten sodanige huijssen en andere gebouwen als ten dienste van die Colonie worden gerequireert.
Terwijl Laatstelijk nog uijt Slavernij is ontslaagen en in vrijdom gesteld sekere Slavinne der E. Comp:e gen:t Lamenongie van Madagascar, gemerkt deselve door ouderdom geen dienst meer kan doen en dat sij ook de hollandse Taal magtig is, mits datse volgens haar presentatie daar voor aan d’ E. Comp:e komt te betaalen een Somma van Een hondert guldens.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] J:s Moller
C. 124, pp. 229-231.¶
Dingsdag den {17461101} 1. November 1746.
’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ heeren Van Oudshoorn Meijnertzhagen en Alleman de twee eersten als in Commissie sijnde en den anderen bij occupatie.
Den Schipper van het ter deeser Rheede Leggende Schip Ouwerkerk Bernardus Heijman, over eenige weijnige daagen alhier sijnde komen te overlijden; is in desselfs plaats tot Schipper op dien bodem weeder aangesteld den daarmeede uijtgekomenen opperstuurman Jacob Gilles Melts derwelken men als sodanigen heeft doen opvolgen door den onderstuurman van Westcappel Pieter Waijer de La Rue ende sulx om dat den onderstuurman van dat Schip Ouwerkerk meede overleeden sijnde, de daarop bescheijdene twee derdewaaken, de vereijschte bequaamheijd en ondervinding om soo een post te bekleeden, nog niet besitten; sijnde egter den oudsten dier derdewaaken gen:t Jan helt tot onderstuurman op dat Schip Ouwerkerk bevordert, en voorts tot meede onderstuurman in steede van voorseijde de La Rue, den derdewaak Pieter Visser dog alle onder de nadere goedkeuringe van de heeren van de Hoge Indiaasse Regeering, van wien sijl: ook de gagiën tot haare resp:e bedieningen staande, sullen moeten versoeken; sullende voor het overige meermaals gen:e Schip Ouwerkerk met desselfs inlaading navolgens de ordre der E. Comp:e aan den nieuwen Schipper overgegeeven worden.
Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s Moller
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 124, pp. 232-236.¶
Donderdag den {17461201} 1: decemb: 1746.
Voormiddags alle present behalven de heer Isaäk Meinertzhagen en den E. Josephus de Grandpreeez door indispositie.
In Raade geproduceert en nagesien sijnde de Negotie en soldij Boeken van dit gouvernement d’ Annis 17 45/46 soo is bij de eerstgenoemde komen te blijcken dat de Lasten in dit boekjaar hebben gemonteert tot een Somma van ƒ360348.2. en daarentegens de suijvere winsten en ‘s Lands inkomsten tot een somma van ƒ155159:16:8. sulx dat de Lasten dit jaar minder als in het voorleedene hebben beloopen een sommetje van ƒ2472:2 en de winsten een bedragen van ƒ17691.15: meer, sijnde dit minder rendeeren der Lasten alleen voortgekomen, door dien de Scheeps en Kosten dit geringe verschil als nu hebben gemaakt, terwijl het meerder rendement der winsten voortvloeijt uijt de meerder vercogte Negotie goederen en ontfange Thiendens der ingeougste graanen als A:o pass:o Weshalven den heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh bij deesen werd gequalificeert om de winst en Lastposten navolgens de bij sijn E. diesweegens overgeleeverde Specificatiën na behooren bij de voornoemde negotie boeken te doen in en Afschrijven.
Waarna door den heer Gouverneur wierd te kennen gegeeven dat den Molemaker Gerrit Benes Kamerling dewelke door onse heeren en Meesteren tot het opregten van een Pelmoolen ter deeser plaatse uijtgesonden is, sijn Edele nu onlangs eerst hadde gesegd, dat hij die Molen sonder Mopsteenen (:waarna tot voortsetting van dat Werk tot nu toe alleen is gewagt boven en behalven het hout daartoe nodig sijnde:) wel konde opsetten met Metzelklippen, indien hem verders maar het benodigde houtwerk daartoe wierde beschikt; Soo is na gesegde Molemaker hier over in Raade gehoord te hebben die het bovenstaande aldaar meede quam te betuijgen, met bijvoeging dat dat werk dus niet alleen al soo suffiçant als van Vaderlandsche Moppen sal sijn, maar d’ E. Comp:e ook ongelijk minder koomen te kosten, derhalven goedgevonden en beslooten de gemelte Pelmoolen, waarvan de fondamenten bereijts al overlange sijn gelegt, na de afteekening door hem Molemaker daarvan vertoond werdende te laaten opmaken, maar dewijl men voor het grootste gedeelte hier sodanig hout niet aan handen heeft als door hem daartoe, behalven het reets uijt het vaderland ontfangene nog werd gerequireert, sullen deselve in de landwaarts in geleegene Bosschen soo veel doenelijk moeten gesogt en vervolgens herwaarts opgebragt worden.
En de ten aansien de Contanten in ‘s Comp:s Cassa weeder sodanig ten eijnde beginnen te Loopen, veroorsaakt door dien ‘er geen naamwaardige goederen in ‘s Comp:s Pakhuijsen restant sijn geweest, en bijgevolge niets van belang heeft kunnen vercogt worden, waar door naauwlijx den dagelijksen uijtgaaf meer kan goedgemaakt, laat staan in het vervolg betaald werden de graanen en peulvrugten, dewelke insonderheijd van d’ eerste, dewijl dat gewasch sig seer favorabel komt op te doen, een groote quantiteijt staat geleevert te werden, is op de propositie van den heer Gouverneur gearresteerd omme wederom als A:o Pass:o is geschied de somma van Een hondert Duijsend Carolij guld:s soo van de Diaconije als deese ingeseetenen (:de Weescamer geen geld te missen hebbende:) teegens vier ten honderd ten behoeve der E. Comp:e te Negotieeren omme ons daarmeede voor eerst uijt verleegentheijd te redden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s Möller
[Signed:] Mij Present P J Slotsboo E:g:Clercq
C. 124, pp. 237-242.¶
Dingsdag den {17461213} 13: decemb: 1746.
voormiddags alle present behalven den E. Josephus de Grandpreez bij indispositie.
De respective Nominatiën soo door den Caabsen kerkenraad als die der Buijten districten, mitsgaders van Burgerraaden, Weesmeesteren, Commissarissen van Civiele en Huwelijx Saaken deeser Steede, neevens Landdrosten en Heemraaden van Stellenbosch , Drakensteijn en de verdere geleegene Districten ingediend, geresumeert weesende, heeft men sig de gedane verkiesing van David d’ Aillij tot ouderling deeser Caabse gemeijnte in de plaats van den afgaanden Petrus Jesse Slotsboo laaten welgevallen en sijn daar en boven uijt het dubbeld genomineert getal voor de aftetreedene diaconen Adriaan van Schoor en Jan hassing hiertoe wederom verkooren Barend van Dockum en Michiel Smuts.
Soo als ook de gedane Electiën van ouderlingen in de gemeijntens der Buijten kerken sijn goedgekeurt en uijt het dubbeld genomineertgetal sodanige Diaconen verkooren als volgt, te weeten.
Aan Stellenbosch
Jacob Cloete tot ouderling in plaatse van Oloff de Wet en Hendrik Emanuël Blankenberg tot diacon in steede van Abraham faure.
Aan Drakensteijn
Hendrik van der Merwe tot ouderling voor den afgaande Pieter de Villiers, mitsgaders Frans Retief en Steven du Toit als diaconen in plaats van de aftetreedene Pieter Le Roux en Jacob Marrais.
In ‘t Land van Waveren
Pieter Therond als ouderling in steede van Jacobus Therond en Pieter de Vos tot diacon voor den uijtgedienden Jacobus du Preez.
In ‘t Swarte Landt
David Malaen tot ouderling in de plaats van Gerrit Olivier, mitsg:s Hugo Lambregts als diacon in steede van den afgaanden Floris Smit.
Maar dewijl dit Jaar geen Commissaris Politicq na de buijten districten staat afte gaan, sal deselve kerkenraaden werden aangeschreeven, dat sij hierom sullen moeten besorgen dat de kerkelijke reecq:gen haare Arme penn:e bij tijds in gereetheijd gebragt en overgeleeverd werden.
Sijnde wijders uijt het dubbeld genomineert getal voor de afgaande Burgerraaden Jan Hendrik Hop en Jan Lourens Bestbier, daartoe geEligeert Henning Joachim Prehn en Johannes Henricus Blankenberg
Als meede tot weesmeesteren in steede van Petrus Jesse Slotsboo, Johannes Carolus de Wet en Steven ten Holder
Adriaan van Schoor
Alexander Coel en Jan Meindertsz: Cruijwagen
Terwijl ook tot Commissarissen van Civiele en huwelijx Saaken in plaatse van Jan Coenraad Warnecke en Jan Hassing verkooren sijn Hendrik Storm en Tobias van Ek.
Boven het welke in de plaats van den afgaande President van dat Collegie d’ E. Jacobus Moller die op sijn versoek daarvan ontslagen is, daartoe weeder is aangesteld den Cap:tn Militair de heer Rudolph Sigfried Alleman.
En sijn eijndelijk tot heemraaden geEligeert als
voor Stellenbosch
Daniël Malaen en Hendrik Emanuël Blankenberg in steede van de afgaande
Jacobus Blankenberg en Arnoldus Maasdorp
Voor Drakensteijn
David de Villiers en Johannes Louw Jacobsz: in de plaats van Jan Blignaut en Abraham Villiers.
Voor de vergeleegene Districten
Jan Loots en Jacobus Botha d’ oude tot plaatsvulling van de uijtgediende Cornelis van Rooijen en Philip du Preez.
Terwijl ook goedgevonden is den meede aftetreedene heemraad Nicolaas Louw nog een jaar te laten continueeren als ook dat er voortaan jaarlijx in steede van drie, maar twee heemraaden uijt dit Collegie sullen moeten afgaan.
Ende ten aansien den Burger Capiteijn Jan hendrik hop uijt hoofde van sijnen meer dan sestig jaarigen ouderdom en dat Continueel met het Podagra behebt is, thans bij geschrifte versoek komt te doen, om van die en alle andere Burger diensten en Bedieningen te mogen worden ontslaagen, is sulx aan hem geaccordeert, weshalven den jongsten afte gaanen Burgerraad Jan Lourens Bestbier het vicepresidentschap van Commissarissen van Civiele en huwelijx saaken om deese reeden geduurende het aanstaande jaar 1747. sal moeten waarneemen; Terwijl wijders in steede van gem:e Hop weeder tot Cap:tn gevordert is den Luijtenant Jonas van der Poel en tot Luijtenant den vaandrig Hendrik Lodewijk Bletterman, wiens plaats weeder vervult is met den Sergeant Carel George Wiese in verwagting dat sij hun bij alle geleegentheeden als Wackere officieren sullen gedraagen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J. Moller
[Signed:] Mij Present P J Slotsboo E:g:Clercq
C. 124, pp. 243-246.¶
Donderdag den {17461222} 22: dec:r 1746.
Voormiddags alle present behalven den E. Josephus de Grandpreez bij indispositie.
Wierd door den Heer Hoofd-Administrateur Rijk Tulbagh met versoek van dispositie daarop, in vergadering overgeleevert de ondervolgende Memorie.
‘Memorie van de nabesz: glase Ruijten, Lyn olij, Bieren &. Uijt de onderstaande bodems soo gebrooken, te kort als bij pijling minder bevonden de Leijfeijgenen in de drie jongst gepasseerde maanden door de Natuurlijke dood Overleeden, t’ vee in gem:e tijd soo verrekt als door ‘t wild gedierte vernield, alles volgens verclaaring hier annex Blijkende, Namentlijk.’
‘
uijt 't Schip Akerendam | |
1436. | p:s groote Ruijten op 10000 p:s bij t' openen van 38. Cassen gebrooken bevonden, als |
uijt 't Schip Padmos . | |
29 1/10 | Cann:e Lijn olij tot t' opvullen van 15: flessen kelders verbruijkt |
uijt 't Schip Ouwerkerk | |
5: | P:s groote Tonnetjes Swartsel op 300: P:s bij t' openen van 1. Cas L:a G.G.G.G. Leedig bevonden. |
95: | Cann:e Lijn olij op 50. flessen kelders tot t' opvullen verbruijkt. |
26. | P:s Pijpeduijgen op 1552. P:s minder bevonden |
13 1/4. | Vaten Delfs Trueelbier, als |
uijt 't Schip Westcappel | |
681. | P:s groote Ruijten op 5000. p:s bij t' openen van 16. Cassen gem:t N:o 79. gebrooken bevonden te weesen |
180. | lb Spaance Zeep op 7004. lb bij t' openen van 18: Cassen gem:t van N:o 52: tot 70. bij naweeging minder bevonden. |
1 | d:o Gr: Deel van 1 1/2 d:m op 150. p:s tekort bevonden. |
uijt 't Schip Akerendam | |
1436. | p:s groote Ruijten op 10000 p:s bij t' openen van 38. Cassen gebrooken bevonden, als |
uijt 't Schip Padmos . | |
29 1/10 | Cann:e Lijn olij tot t' opvullen van 15: flessen kelders verbruijkt |
uijt 't Schip Ouwerkerk | |
5: | P:s groote Tonnetjes Swartsel op 300: P:s bij t' openen van 1. Cas L:a G.G.G.G. Leedig bevonden. |
95: | Cann:e Lijn olij op 50. flessen kelders tot t' opvullen verbruijkt. |
26. | P:s Pijpeduijgen op 1552. P:s minder bevonden |
13 1/4. | Vaten Delfs Trueelbier, als |
uijt 't Schip Westcappel | |
681. | P:s groote Ruijten op 5000. p:s bij t' openen van 16. Cassen gem:t N:o 79. gebrooken bevonden te weesen |
180. | lb Spaance Zeep op 7004. lb bij t' openen van 18: Cassen gem:t van N:o 52: tot 70. bij naweeging minder bevonden. |
1 | d:o Gr: Deel van 1 1/2 d:m op 150. p:s tekort bevonden. |
‘Volgens Reekening van den opsiender van ‘s Comp:s Slaven Logie en Secretariale verclaaringen sijn in de maanden Septb:r, October en Novemb:r deeses jaars van ‘s Comp:s Leijfeijgenen door de Natuurlijke dood overleeden, te weeten.’
‘En volgens bijgevoegde Reecq: van den Landdrost gesterkt met secretariale verclaaringen, sijn in voorengem:e Maanden van ‘s Comp:s Beestiaal soo verrekt als door ‘t Wild gedierte vernield, te weeten.’
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 22: dec: 1746. (:was geteekent:) R. Tulbagh.’
Na welkers Lectuure goedgevonden is, de daarbij vermelte te kort aangebragte goederen, mitsgaders de gestorvene Leijfeijgenen en verrekte Beestiaalen in de drie jongst gepasseerde Maanden behoorlijk bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements te doen Afschrijven.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s Möller
[Signed:] Mij Present P J Slotsboo E:g:Clercq
C. 124, pp. 247-249.¶
Donderdag den {17461229} 29. dec: 1746.
voormiddags alle present, behalven den E. Josephus de Grandpreez bij indispositie.
Dewijl haar Wel Edele Groot Agtb:re de heeren der hogen Indiaasse regeering bij hunne geEerde Letteren van den 12. Octob: Laatstl:, dewelke met het op gisteren gearriveerde Schip t’ Fortuijn alhier sijn aangebragt, ons hebben gelieven aan te schrijven, dat den herwaarts gerelegeerden en met gem:e bodem hier bereijts aangekoomenen geweesenen Madurees Regent voor heenen Radeen Tomogong Tsjacraningrat en thans Radeen Djoerit geheeten ter deeser plaatse wel als een Staatsgevangen konde werden behandelt onder een Maandelijxe genot van Dertigh Rijxd:s dog dat men teffens wel moest toesien dat denselven geen Occagië bequam om te kunnen ontsnappen, soo is na gehoudene deliberatie goedgevonden, dewijl dit nergens anders bequamelijk geschieden kan en sulx ook wel het secuurste is, voor dien persoon hier in het Casteel een vertrek te doen inruijmen en daarvoor een Schildwagt te plaatsen, gelijk hij ook niet sal moogen uijtgaan als met voorkennis van den officier van de hoofdwagt en dan nog niet anders als met twee soldaaten verseld.
Sullende wijders in opvolging van het diesweegens genomen besluijt bij welgem:e haar Hoog Edelens tot Batavia alhier insgelijx Billietten werden geaffigeert, dat ingeval denpersoon van August Rudolph van Neindorf heer van Gruningen en Weddensleben dewelke volgens opgaaf in den jaare 1716. of 1717. in de qualiteijt van Sergeant en seer apparent op een vreemde naam naar Indiën is gegaan, sig hier te lande mogte bevinden, hij hem binnen den tijd van drie Maanden sal moeten aangeeven en behoorlijk Legitimeeren, met bijvoeging dat een ider dewelke dien persoon alhier mogt gekend hebben en weeten waar denselven gebleeven is, sulx insgelijx sal moeten bekend maaken op dat men vervolgens daarvan het nodige berigt sal kunnen geeven daar het behoord: Terwijl ook de verdere ordres in de ontfange Extract Resolutiën en bijlagen vervat, volgens Pligt sullen werden opgevolgt.
Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s Moller
[Signed:] Mij Present P J Slotsboo E:g:Clercq