Skip to content

C125 v1.20

C. 125, pp. 2-29.

Marginalia d’ Anno 1747.

  1. Januarij.

Twee slavinnen der E. Comp.e neevens een kind van een derselver onder sekere Conditie in vrijdom gesteld.

En dat daar voor te samen ƒ200. aan d’ E. Comp:e werd betaald.

Aan den alhier gerelegeerden Radeen Djoerit geaccordeert om desselfs benodigde rijst voor inkoops prijs uijt ‘s Comp:s Pakhuijsen te mogen laaten haalen.

Weegens de aanstaande Schouwing der Straaten en weegen, sal aan een ijgelijk bij Billietten kennis werden gegeeven.

  1. Januarij.

Aanstelling van een Ouderling in de gemeente van Stellenbosch in plaatse van den Overleedene.

De Reecq:g der Arme Penn:e van de hier sijnde vijf kerken sullen in Copia naar het Vaderland overgesonden werden.

  1. Febr.

Verpagting der Leverantie van versch Vleesch en Levendige Schaapen aan ‘s Comp:s Scheepen, Hospitaal &.

‘t Welk voor den tijd van één jaar tot veerthien sware duijten het lb mitsg:s twee Rijxd:s voor ijder Levend Schaap is aangenomen.

Reeden waarom deese Leverantie thans tot geen minderen prijs heeft kunnen werden aanbesteed.

Uijtschrijving van een algemeene Dank- vast- en Beededag in dit Gouvernement.

  1. Febr:

Rapport van gecommitteert geweest sijnde Zeeluijden weegens de gesteldheijd van den hoeker de Brak .

Welk vaartuijg om de daarbij vermelde Reedenen sal Afgelegt en gesloopt.

Mitsg:s het daarop varende volk verdeelt naar Batavia voortgesonden werden.

Terwijl weder in stede van dat bodemken een Scheepje volgens opgaaf van den Equipagiem:r van haar Wel Edele hoog Agtb:re de heeren 17en sal werden versogt.

Gepresenteert request door de Burger Slagters ter deeser plaatse.

Aan wien gepermitteert is om voor eerst het geslagte soo Schaapen als Beesten vleesch tot 2. Stv:s het lb dog niet hoger maar wel minder te mogen verkoopen.

Vermits men met den gewoonen jaarlijxen voorraad van 5000. Mudden Tarw niet kan toereijken.

Is deselve voorthaan op 8000. Mudden vastgesteld.

Verleende Permissie aan Sommige Persoonen omme onderbetaaling van d’ ordinaire transport en Costpenn:e naar het Vaderland te mogen overvaaren.

Mitsg:s aan eenen Paulus van den Bogaard omme twee sijner slavinnen derwaarts te mogen meede neemen.

Resumptie van het ontfange hoog geagt aanschrijvens der heeren Seventhienen van den 10 Septb:r d’ A:o Pass:o.

Waarop de vereijschte Elucidatie soo wegens het Afbetalen der gagie als het intrecken der soldij reecq:g alhier sal werden gegeeven.

En haar Wel Edele hoog Agtb:re ook bedankt voor derselver gunstige Approbatie op eenige ter deeser plaatse gedane aanstellingen.

Gelijk deselve ook in alle Eerbied sullen werden berigt hoedanig het geleegen is met de verhoogde Recognitie Penn:e op de Leenplaatsen alhier.

16: Febr:

Eenige gepresenteer de Procuratiën en Soldij Reecq:g ter ondersoek in handen van den heer fiscaal te stellen.

Terwijl aan drie jongelingen onder betaaling van transport en Costgeld Permissie is verleend om naar Europa te mogen vertrecken.

En aan eenen Rijkevorsel geaccordeert om van het Schip Huijgewaard op de Zeelandia te mogen overgaan.

Mits dat desselfs gepermitteerde Bagagie op eerstgem: bodem moet blijven berusten.

Vermits het aanweesend Retourschip Tolsduijn van weegens desselfs rankheijd eenige swaarte sal moeten inneemen.

En dat de gewone Ballast van Ronde Klippen daartoe om reedenen niet kunnen gebruijkt werden.

Sal men ten dien eijnde een gedeelte der hier leggende Blaauwe kust vloersteenen emploijeeren.

Tot het vernietigen van seekere Maandceel van den krankbesoeker Wietse Botes sal eerbiedig versoek na het vaderland gedaan werden.

Ook sal men den Burger opgaaf soo hier als buijten weder op den gewonen tijd laaten geschieden.

Aanstelling van eenige officieren onder een Comp:e Cavallerij der buijten districten.

  1. Maart

Een Parthij Tabacq dewelke door het daarop gelekte Raap olij bedorven sijn geraakt, sal met den Eersten verkogt worden.

Verleende permissie aan sommige persoonen tot het oversenden hunner goedbevondene Procuratiën en soldij Reeckeningen.

Den Schipper van Nieuw Walcheren door Indispositie hier moetende verblijven.

En dies Opperstuurman meede swak gesteld sijnde.

Is derhalven den gesaghebber van den hoeker de Brak Tobias Toon, neevens nog een stuurman in die qualiteijten daarop geplaatst.

Geaccordeerde aan den hier verbleevenen Boekhouder Van Santen om met sijn vrouw en kinderen na Batavia.

Als mede aan sekeren Engelssen Passagier om met ‘t Schip d’ Eendragt na Nederland te mogen overvaaren.

Mitsg:s aan eenen Swemmelaar om onder betaaling een slave jonge derwaarts te mogen meede neemen.

  1. Maart.

Een quantiteijt van 8000. lb Buscruijt waarvan de Zwavel en Salpeter van tijd tot tijd is uijtgeloopen sal ter vermaaling naar batavia gesonden Werden.

Ook sullen voorthaan de vonnissen der herwaarts gesonden werdende bannelingen ter Secretarije van Justitie werden bewaard.

Aanstelling van een Opper, onder en derde Meester op het uijtkomend Schip de Hoop .

  1. Maart.

Memorie van den heer hoofd Administrateur van eenige te kort komende, bedurvene en te veel aangebragte goederen, mitsgaders gesturvene slaven en verrekte Beestialen.

Hoedanig daarmeede te handelen.

Request van d’ Overheeden van vier Engelsche Comp:s Scheepen waarbij sij een vaartuijg komen te versoeken om ten haaren dienste voor deese Wal te kruijssen.

Dat om de hiernevens gemeld Reedenen is van de hand geweesen.

Aanstelling van een Schipper en verdere gedane verbeteringen op ‘t Schip Zuijderburg .

  1. April

Vermits den tijd waarvoor Sommige Landerijen in Erfpagt sijn uijtgegeeven, reets is verloopen of in ‘t kort staat te Expireeren.

Sullen dies huurders voor 15. jaaren in ‘t besit daarvan gelaaten werden.

Weegens ‘t ombrengen van eenige hottentotten op de togt van den burger Cornet de Jager geschiedt.

Sal door den Landdrost Rhenius nadere informatiën moeten genomen, en deesen Raadt daarvan een duijdelijk berigt gegeeven werden.

Reedenen waarom den Bootsman van het Schip Zuijderburg op een anderen bodem sal moeten werden verplaatst.

Sekere twee Wisselbrieven door den Hoog Edelen heer Gouvern:r Generaal op deese regeering getrocken sullen uijt ‘s Comp:s Cassa aan dien het behoord betaald werden.

  1. April

Sullende tot monteering voor de Burgerije en repareering van de Windmoolen eenige Manufactuuren en houtwerken uijt het Vaderland werden gepetitioneert.

En ook uijt ‘s Comp:s Cassa werden voldaan nog een Wisselbrief tot Batavia ten voordeele van Mevrouw de Wed: van den Edelen heer van Aarden verleendt.

Verleende Permissie aan eenige persoonen om hun te goed hebbende gagie in ‘t Vaderland te mogen Laaten ontfangen.

Seekere van Ceijlon verwagt werdende voorname bannelingen, sullen bij hun Aankomst alhier op het Robben Eijland werden geplaatst.

Sijnde wijders aan eenige persoonen toegestaan om te mogen repatrieeren.

  1. Maij

Resumptie van het ontfange hoog geagt aanschrijvens van Generaal en Raden van India sub dato 30. Jann: deeses jaars.

Waarop in alle Eerbied sal werden gerescribeert dat de geeijschte Stucken weegens eenen Spangenberg bereijts naar Batavia sijn versonden.

En dat ook derwaarts meede sijn voortgevaren den Sergeant Berg en Boekhouder Van Santen.

Redenen waarom eenen Hendrik Wek alhier uijt vrijdom voor Soldaat in dienst genomen en weggesonden is.

Sijnde sulx niet op privé Authoriteijt van den heer Gouverneur alleen, maar volgens een unanime besluijt deeser Regeering geschied.

Welk soort van Ankers bij eerste bequame geleegentheijd van hier naar Batavia sullen kunnen werden gesonden.

Terwijl haar Hoog Edelens ook sullen werden bedankt voor de herwaarts gesondene goederen met het Schip Nieuwstad .

Waarvandaan het komt, dat van de thans aan handen sijnde 12000 Mudden tarw niets naar Batavia sal kunnen werden Afgescheept.

Weshalven tot erlanging van meerder Koorn de Landbouwers by Billietten tot ‘t Leveren van dien sullen werden aangemaand.

Ook is het Randsoen van versch vleesch voor ‘s Comp:s Slaven van 1. lb tot 3/4 ponden dagelijks voor ijder hoofd gereduceert.

Vast gesteld Prijsen waarvoor sommige nu ontfangene Indiaasse waaren uijt ‘s Comp:s Pakhuijsen sullen verkogt Werden.

Aanstelling van den Adsistend Philip Boomgaardt tot gesw: Clercq op de Weescamer.

  1. Maij.

Dewijl op de jongst geaffigeerde Billietten bereijts een quantiteijt koorn van buijten is opgebragt.

En men ook vaststeld, dat het mancqueerende op de ordonn:e nog sal worden geleevert.

Soo is goedgevonden met het Provisie Schip Nieustad 200. Lasten tarw of daar omtrent na Batavia afte scheepen.

En also men staat maakt dat de Pelmoolen binnen den tijd van een jaar sal sijn voltooijd.

Sal tot ‘t maaken van Gort in den aanstaanden Ougst, garst ingeslaagen worden.

Gelijk ook nog met den eersten een bequaam Pakhuijs tot ‘t bergen der Granen hier in de Tafelvalleij sal werden opgeset.

Bevordering van den Sergeant Hieronimus hendriksz: tot vaandrig op Approbatie van de heeren Majores.

  1. Maij.

Aan ‘t Deensschip de Croon Princes is een swaar touw teegens een Capitaal Advans geaccordeert.

  1. Maij.

Sijnde aan denselven indiervoegen nog twee touwen verstrekt in Steede vande verloorene.

25: Maij.

Memorie van den heer Hoofd-Administrateur weegens t’ geene op de Lading van ‘t provisie Schip Nieustad soo te kort, gebrooken als bij pijling minder en Ledig bevonden is.

Schrijftelijke verantwoording van den schipper Bodt diesweegens.

Verklaaring van de gecommitt:s dewelke de Stuagie van de Arak Leggers en verdere Laading van dien bodem hebben gevisiteerd.

Besluijt hoedanig met ‘t een en ander sal werden gehandelt.

Ook sal men eenige Estricken bij Publicque Vendutie laten verkoopen.

Verklaaring der goederen dewelke van de afgelegde hoeker de Brak sijn afgekomen, waarbij ook genoteert is, wat daarmeede sal worden gedaan.

Request van den Predicant Cloppenburg behelsende versoek om met sijn huijs gesin naar ‘t Vaderland te mogen te rugge keeren.

Appostille dewelke daarop gegeeven is.

Aanstelling van een ander Boekhouder in ‘s Comp:s Slagthuijs in steede van den overleedene.

  1. Junij

Arrivement bij ‘t Robben Eijlandt van een ‘s Comp:s Schip t’ welk voor Westhoven word aangesien.

Wat beslooten is ten opsigte van ‘t versenden van die kiel van daar ‘t sij na de Saldanhabaaij , Baaijfals of direct na Nederland.

Bijstand dewelke aan deselve sal werden gedaan omdat Schip daar toe in staat te stellen.

Sullende dies Overheeden ook Reedenen moeten geeven, waarom Sij Contrarie de Ordres deese tafelbaaij hebben willen aandoen.

  1. Junij

Den Pelmoolen Maaker en Grutter Gerrit Benes Kamerling sijnde komen te overlijden.

Soo is aan den krankbesoeker Schietekat het bestier over dat werk opgedragen.

Memorie van den heer hoofd Administrateur weegens de gestorvene Leijfeijgenen, verrekte Beestiaalen ensz:

Besluijt dat daarop genomen is.

Tot Wederkrijging van seekere slaaf van den burger Haubtfleisch dewelke van hier weggeloopen sijnde, sig thans tot Nagapatnam soude bevinden.

Sal ‘t Ministerium aldaar vriendelijk versogt werden hunne goede officiën te willen aanwenden.

Resumptie der generale Reecq:g der weesgelden en Effecten dewelke onder Ult:o December Laatstl: aldaar in Weesen bevonden sijn.

  1. Julij.

Verleende verklaaring der gecommitteerdens gesteld geweest tot Visitatie der gebreeken dewelke sig aan ‘t Schip Arne Steijn en dies inlading komen te bevinden.

Sullende de daaraan gevondene gebreeken gerepareert.

En dien bodem voor soo veel als nodig sal sijn ontlost werden.

Gestelde gecommitteerdens tot ‘t Wasschen, Lugten, drogen en weder besorgen der natte en beschadigde goederen van dien bodem.

Ook sal om te kunnen magtig werden de factuur van ‘t daarin afgescheepte een kasje met Papieren geopent.

En ‘t geld dat aan die kiel in Bengalen is Afgegeeven om ververssingen aan t’ Eijland S:t Helena in te koopen alhier geligt werden.

Voorgevallene op de herwaarts reijse tusschen d’ overheeden van t’ Schip Arnesteijn en seekere sig daarop bevindende franssen Passagier.

Welke saak men tragten sal alhier bij te Leggen.

Weegens d’ aanstaande verpagting van ‘s Comp:s gemeene Middelen onder ult:o Aug:s sullen volgens gewoonte Billietten werden aangeplakt.

Verleende Permissie aan den Onderkoopman Dallens om vermits ‘d indisposisie van sijn huijsvrouw alhier eenigen tijd te mogen verblijven.

  1. Julij.

Seekere Wisselbrief op Batavia ten voordeele van den Boekhouder Westpalm verleend, sal met den eersten uijt ‘s Comp:s Cassa betaald werden.

Dog de door haar Hoog Edelens tot Batavia gegeevene ordre ten opsigte van den Onderkoopman Luijmes kan alhier niet werden uijtgevoerd.

En deweijl de saak tusschen de Overheeden van t’ Schip Arnesteijn en den franssen Passagier alhier in der minne niet heeft kunnen werden Afgedaan.

Sal men dien man om de besijden aangehaalde Redenen van dien bodem op Polanen verplaatsen.

Op t’ versoek van den oud Burgerraad Joh:s Car:s de Wet, sal seekere aan hem in eijgendom gegeevene plaats weder werden ingetrocken.

Billietten te Affigeeren dat na den 15. Aug:s geene goederen meer uijt ‘s Comp:s Pakhuijsen tot dat die opgenomen sijn, sullen verstrekt werden.

  1. Aug:s

Aanstelling van een nieuwen Schipper op Polanen in steede van Bastiaan Mol, die bij indispositie hier moet verblijven.

Welke verbeeteringen verder daardoor op dien bodem hebben moeten werden gedaan.

Verwisseling van den bootsman van Polanen tegens den tweeden d:o van Arnesteijn met de Reedenen van dien.

  1. Aug:s

Besluijt hoedanig met de goederen bij sekere Memorie van den heer Hoofd- Administrateur vermeld, sal gehandelt werden.

Tot ‘t doen der Exercitie en wapenschouwing in de vergeleegene Districten sal t’ versogte Buscruijt en Snaphaan Steenen worden verstrekt.

En is de aanstelling van twee Corporaals aldaar goedgekeurd.

  1. Aug:s

Resumptie van ‘t seer geeerd aanschrijvens der hoog Edele heeren Seventhienen en die der heeren Bewindhebberen ter kamer Amsterdam van den 14. maart en 24. April deeses jaars.

Sullende de daarbij gerequireerde groot boeken en Journalen bij de eerste geleegentheijd overgesonden werden.

Terwijl ook aan den E. Equipagiemeester gedemandeert is, om een berigt in te geeven hoedanig t’ geleegen is geweest, met sekere aan ‘t Retourschip d’ Oplettentheyd afgegeevene boodt.

Ingekreegene tijding weegens de feijtelijkheeden door den koning van Vrankrijk teegens onse Republicq gepleegt.

Wat daarop is gearresteerd; soo met ‘t laat opkomen van 50. Man van buijten als ‘t verdubbelen der burger Wagt alhier ensz:

Gedane recommandatie aan den Heer Major weegens ‘t behoorlijk in staat houden van d’ Artillerij en Ammonitie deeses Gouvernements.

Sullende soo voor de Militie als deese Burgerij nog eenige benodigde Tenten in gereetheijd worden gebragt.

Aan welke persoonen t’ Commando op de hier aan strand gemaakte Nieuwe fortificatie Werken is opgedragen.

Aanstelling van eenige officieren onder de Comp: van de Heer van Oudshoorn.

Ook sal ‘t in den jaare 1744. gemaakte Reglement tot narigt van een ijder bij de komst van een vijand met de nodige Ampliatie worden gerenoveert.

Terwijl ‘t maaken van een Plan aangaande ‘t vereijschte volk tot ‘t bedienen van ‘t geschut aan den heer Majoor is gedemandeert.

  1. Aug:s

Provisioneel gedane visitatie van ‘t alhier te rug gekomene Bengaals Retourschip Arnesteijn .

Om ‘t welke nader en beter te kunnen doen, sal dien bodem voor een gedeelte moeten werden ontlost.

Sijnde daartoe de nodige gecommitteerdens benoemd.

  1. Aug:s

Verpagting van ‘s Lands Gemeene Middelen en inkomsten deeses Gouvernements mitsg:s ‘t bedragen der Pagtpenn:e.

  1. Septb:

Verleende verklaaring van de gesteld geweest sijnde gecommitteerdens weegens hunne verrigting en bevinding omtrent ‘t Schip Arnesteijn .

Sullend dien bodem sodanig als sulx daarbij staat vermeld, weder gerepareert.

En daarom ook in ‘t geheel moeten ontladen werden.

Schriftelijk berigt van den E. Equipagiem:r Weegens de boot dewelke alhier aan ‘t Retourschip d’ Oplettentheijd is bijgeset.

Conform t’ welke aande kamer Amsterdam de gerequireerde Elucidatie sal werden gegeeven.

Ingediend Rapport door de opsigters der thans vervaardigt werdende Mouillie.

Redenen waarom men heeft moeten besluijten om dit jaar daarmeede stil te staan.

Aan den Dispencier, Pakhuijsmeester en Keldermeester, sijn de ordinaire Jaarlijxe afschrijvingen geaccordeert.

Mitsg:s de boedelreecq:gen van ‘t voorl: boekjaar geaggreeert.

En aan ijder Brandewijns Pagter, een bijtapper toegestaan.

Van de geene dewelke hun van de Comp:e in Erfpagt besittende Landerijen komen op te seggen.

Sullende daarvan verleende Erfbrieven ter Secretarije werden geroijeert.

Buscruijt en Loot, dewelke aan de Land-Militie sal afgegeeven werden, om bij alle toevallen des te eerder tot defentie klaar te weesen.

  1. Septb:

Het gemaakte plan door den heer Major aangaande de verdeeling van ‘t volk bij t’ geschut enz: geapprobeert.

Terwijl onse heeren en Meesteren nogmaals eerbiedig sullen worden versogd om eenige Canoniers, beneevens een Bombardier, vuurwerker en Ingenieur.

Weegens d’ aanstaande verpagting van ‘t vleesch sal aan een ijder bij Billietten kennis werden gegeeven.

Den Eerw. Predicant Arendsz: nu jongst uijt het vaderland gekomen is aan Stellenbosch geplaatst.

Sullende aan eenen Cornelis Backer voor ‘t verliesen van sijn Regter hand in den dienst der E: Comp:e ‘t daar toe staande verset, werden betaald.

26: Septemb:r

Gelijk ook aan ‘t volk van Arnesteijn op hun gedaan versoek eenig geld op reecq:g sal verstrekt werden.

Het Tractement van den wijnverlater Serrurier sal voor dit jaar door de Colonie van Stellenbosch en Drakensteijn moeten werden voldaan.

Seekere slavin der E. Comp:e met haar kind in vrijdom gesteld mits ƒ150 betaalende.

  1. October:

De hier aangehoudene, gescheurde en verweerde goederen van ‘t Retourschip Arnesteijn , sal men bij Publicque Vendutie doen verkoopen.

In welke soorten en quantiteijten deselve bestaanen.

Sullende aan dien bodem in plaats van sijne bedurvene en verschotene Buspoeder alhier weder andere bijgeset werden.

Aanstelling van een onderstuurman en bottelier op t’ Schip t’ huijs te persijn .

  1. October:

Op de gedane klagten der Edele heeren Bewindhebberen der kameren Rotterdam en Enchuijsen over de van hier gesondene Constantia wijnen.

Sal om daarin soo veel doenelijk sij te voorsien en alle bedrog voortekomen,

Deselve wijnen voor dies versending eerst een Maand 5. @ 6. in ‘s Comp:s kelders voor reecq:g des Leveranciers bewaard werden.

Verdere precautiën dewelke daar omtrent sullen werden gebruijkt.

Memorie van den heer Hoofd-Administrateur weegens de gestorvene slaven en verrekte Beestiaalen.

Dewelke bij de Negotie boeken sullen afgeschreeven worden.

Verleende Permissie aan den siek geweest sijnde Schipper hogermolen om met ‘t huijs te persijn na Batavia te mogen overvaaren.

  1. October:

Ernstige Recommandatie dewelke aan de Leveranciers der Constantia Wijnen ten dien opsigte gedaan is,

In de plaats van den gedeporteerden opperstuurman op ‘t Schip ‘t huijs te Persijn is weeder een ander aangesteld.

Sijnde voorts de Nieuwe Colonie in de verre geleegene districten Swellendam genaamt.

  1. Octob:

Is het gesalveerd Volk van ‘t verongelukte Schip Reijgersdaal weeder voor hunnen Laatste qualiteijt en gagie in dienst der E. Comp:e aangenomen.

  1. Novemb:r

Missive door sijn Hoogheijd den Heeren Prince van Orange en Nassau aan den heer Gouverneur alhier geschreeven.

Tot uijtvoering der daarbij gegeevene ordres alles wat in ons vermogen is sal werden aangewend.

16 Novemb:r

Dewijl ‘er van het verongelukte Schip Reijgersdaal niets naamwaardigs meer komt op te spoelen.

En dat het ook onmogelijk is aldaar eenige kleijne vaartuijgen tot opspeuring der verloorene geldkisten te kunnen gebruijken.

Sal derhalven het ginder sijnde Commando weder te rug ontboden werden.

Verklaaring der gecommitteerdens welke goederen van het gesegde Schip Reijgersdaal sijn geborgen en herwaarts opgebragt.

  1. Novemb:r

Besluijt hoedanig daarmeede te handelen.

Tot gebruijk voor de Paarden van het hier posthoudende buijten Commando.

Sullen de Landbouwers bij het Leveren van elke Vragt Coorn aan d’ E. Comp: ook een Sak met Caf of Stroo moet opbrengen.

  1. Novemb:r

Aan het Engelsschip Kent sullen een swaar Anker, een d:o Ankerstok en twee Scheepspompen met een Capitaal Advans werden verstrekt.

5: Decemb:r

Lasten en Winsten in het gepasseerde Boekjaar alhier gevallen.

Redenen waarom de Lasten dit jaar meer als het voorgaande hebben beloopen.

Sullende deselve Winst en Last posten bij de Negotie Boeken werden in en Afgeschreeven.

Redenen waarom de bij Resolutie van den eersten Decemb:r A:o pass:o bepaalde ƒ100000. sedert ten behoeve der E. Comp: niet sijn opgenomen.

Verkiesing van Ouderlingen en Diaconen in de kerken van de Caab, Stellenbosch Drakensteijn en ‘t Swarte Land .

Als meede van nieuwe heemraaden in de buijten Districten.

Verleende qualificatie aan Landdrost en heemraaden om de ponton enz: indiervoegen als door haar is voorgesteld, aan eenen boijens te mogen opdragen.

Gedane verbeteringen op het aanweesende Schip Cleverskerk .

  1. Decemb:r

Gehoudene deliberatien over het afvaardigen van het hier gearriveerde Retourschip Diemen .

Waarna best gedagt is dien bodem ten minsten soo lang aan te houden tot dat de Ordres voor de Retourscheepen uijt het vaderland alhier sullen sijn aangebragt.

  1. Decemb:r

Verkiesing van een Ouderling en Diacon in de Gemeijnte van het Land van Waveren .

Mitsg:s van eenige nieuwe Leeden in de resp: Collegiën ter deeser plaatse.

  1. Decemb:r

Aanstelling van een Opper en Onder Stuurman beneevens een quartiermeester op het Schip Zaamslag .

Reedenen waarom men met het Ligten van Smeecoolen uijt de hier aankomende Patriase Scheepen nog sal blijven Continueeren.

  1. Decemb:r

Inplaats van den overleedene Equipagiem:r Moller is den Onderkoopman Slotsboo weeder tot Lidt van Justitie aangesteld.

Gelijk ook den Boekhouder Bergh in steede van gedagte Slotsboo tot Secret:s van Civile en huwelijx Saaken is bevordert.

Sijnde voorts het opsigt over de Equipagie Pakhuijsen bij provisie aan den baas den Scheeps timmerlieden Barend van Dockum opgedragen.

C. 125, pp. 30-33.

Donderdag den {17470112} 12. Jann: 1747.

Voormiddags alle present behalven d’ E. Josephus de Grandpreez door indispositie.

Op de hierom gedane versoeken van Christina van Maria Mente en Johanna van Sara Matthijsz: beijde Slavinnen der E. Comp:ie en in des Heer Gouverneurs huijs bescheijden, sijn deselve ter Consideratie dat sij Wel gediend, mitsgaders den Heijligen Doop hebben ontfangen en de Neederduijtsche Taal kunnen spreeken, soo wel als het nog Jong Sijnde kind

van den eerstgenoemde met name Johannes van Christina van Maria Mente in vrijdom gesteld, mits dat sij egter gehouden sullen weesen om nog den tijd van vier agter een volgende jaaren in het huijs van den heer Gouverneur te moeten blijven dienen, gelijk ook door Sijn Edele voor de twee gem:e Slavinnen ider een Somma van Een hondert Guldens aan d’ E. Comp:e sal werden betaald; Terwijl wijders aan den onlangs hier gekomenen geweesenen Madurees Regent Radeen Djoerit op sijn versoek, als niet wil Brood kunnende Eeten is geaccordeert om Sijn benodigde Rijst maandelijx teegens inkoops prijs uijt ‘s Comp:s Dispens alhier te moogen Laaten haalen, gelijk sulx bevoorens ook is geschied door den alhier gerelegeert geweest sijnde Pangerang Loring Passer.

Laatstelijk is op de Propositie van den Heer Gouverneur nog goedgevonden dat Billietten sullen werden geaffigeert tot waarschouwing van een ijgelijk deeser Caabse Ingeseetenen, dat den heer fiscaal Independen Pieter Reede van Oudshoorn neevens gecommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie deeser Gouvernements in korte daagen alhier in deese Tafelvalleij Schouwinge sullen doen van alle de Straaten en weegen, ten eijnde een ijder de Morskuijlen, vulnis Nesten en Misthoopen voor sijn deur sal kunnen opruijmen en wegmaaken, op Pæne van Andersints gemulcteert te sullen werden in sodanige Boetens als bij het Generaal Placcaat daarop gesteld sijn.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s Möller

[Signed:] Mij Present P J Slotsboo E:g:Clercq

C. 125, pp. 34-40.

Donderdag den {17470126} 26. Jann: 1747.

’s Voormiddags alle present behalven den E. Josephus de Grandpreez door indispositie.

Dewijl den ouderling in de gemeente van Stellenbosch Jan Philip Giebeler is komen te overlijden, heeft men de door kerkenraade van die plaats gedane Electie van Willem van As tot ouderling in Steede van gedagte Giebelaar goegekeurt, des sal denselven na kerkelijk gebruijk bevestigt sijnde geduurende dit jaar als sodanige moeten dienen.

Vervolgens sijn in Raade geresumeert de jaarlijxe Reekeningen der Arme penn:e van de Caab, Stellenbosch , Draakensteijn , ‘t Land van Waveren en ‘t Swart Land , dewelke verstaan is dat volgens gebruijk in Copia naar het Vaderland sullen werden overgesonden, Sijnde de gem:e reekeningen van den volgenden inhoude.


'T Generale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij Armen, bestaad in 't volgende.
A:o 1746: P:mo Januarij was 't Capitaal   ƒ202524:18:
In dit jaar bijgekoomen  
Aan Aalmoessen ƒ4544:-:
d:o Grafsteeden d:o 908:16:
d:o Intressen d:o 8309:02:
d:o Armbossen d:o 457:18:
d:o Testamentaire en Liberaale giften d:o 100:-:
d:o Huijshuur d:o 265:04:
d:o Verhuurde gestoeltens d:o 134:08:
d:o Winst en Verlies d:o 810:18: d:o 15530:06:
  ƒ218055:04:
Gaat af
d:o Onkosten der Armen ƒ8316:04:
d:o d:o d:o Kerk d:o 2269:16: d:o 10586:-:
Blijft onder Ult:o dec: 1746.   ƒ207469:04:
Bestaande in de volgende parthijen, als  
Aan Cassa over Restant ƒ25578:12:
d:o Obligatiën en Custingbrieven d:o 140072:-:
d:o Agterstallige Intresten d:o 12171:08: d:o 177822:-:
d:o Ornamenten tot de Kerk d:o 1099:10:
d:o Huijssen over Bouwstoffen d:o 12347:14:
d:o de Diaconij van Stellenbosch d:o 3200:-:
d:o d:o d:o d:o 't Land van Waveren d:o 6400:-:
d:o d:o d:o d:o 't Swart Land d:o 6400:-: d:o 29647:04:
Somma ƒ207469:04:

'T Generale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij Armen, bestaad in 't volgende.
A:o 1746: P:mo Januarij was 't Capitaal   ƒ202524:18:
In dit jaar bijgekoomen  
Aan Aalmoessen ƒ4544:-:
d:o Grafsteeden d:o 908:16:
d:o Intressen d:o 8309:02:
d:o Armbossen d:o 457:18:
d:o Testamentaire en Liberaale giften d:o 100:-:
d:o Huijshuur d:o 265:04:
d:o Verhuurde gestoeltens d:o 134:08:
d:o Winst en Verlies d:o 810:18: d:o 15530:06:
  ƒ218055:04:
Gaat af
d:o Onkosten der Armen ƒ8316:04:
d:o d:o d:o Kerk d:o 2269:16: d:o 10586:-:
Blijft onder Ult:o dec: 1746.   ƒ207469:04:
Bestaande in de volgende parthijen, als  
Aan Cassa over Restant ƒ25578:12:
d:o Obligatiën en Custingbrieven d:o 140072:-:
d:o Agterstallige Intresten d:o 12171:08: d:o 177822:-:
d:o Ornamenten tot de Kerk d:o 1099:10:
d:o Huijssen over Bouwstoffen d:o 12347:14:
d:o de Diaconij van Stellenbosch d:o 3200:-:
d:o d:o d:o d:o 't Land van Waveren d:o 6400:-:
d:o d:o d:o d:o 't Swart Land d:o 6400:-: d:o 29647:04:
Somma ƒ207469:04:

’(:onderstond:)’

‘Aldus Gedaan en Getransporteert in Kerkenraade aan Cabo de Goede hoop Ten overstaan van mij ondergeteek: als Commissaris Politicq den 9. Jann: 1747. (:was geteekent:) R. Tulbagh.’


Cassa Reekening der Armen Gelde, soo bevonden is op ult:o December 1746.
 
Debet
Uijtgegeeven aan Alimentatio en diversse benodigtheeden &.   ƒ1832:11:
Van haar Eerw.: de Kerkenraade van Cabo ter Leen Ontfangen een Somma van   d:o 4000:-:
 
Credit
Bij 't sluijten der voorige Jaarsse Reecq:g is 'er per Restant in Cassa gebleeven   ƒ2759:15:
Onder de Godsdienst in 't Jaar 1746: ontfangen   d:o 424:01:
Nog weegens verloope intressen Giften en kerke geregtigheeden   d:o 989:11:
Somma   ƒ4173:11:
Uijtgaaf hiervan Afgetrocken   d:o 1832:11:
 
Soo Resteert in Cassa aan Contant d:o 2341:-:
Aan uijtstaande Penn: Volgens Obligatien d:o 4620:-:
Nog weegens verscheenen intressen d:o 683:08:
De kerkelijke Ornamenten d:o 201:10:
Somma ƒ7846:02:
Het neevenstaande hiervan afgetrock d:o 4000:-:
Soo resteert nog het Capitaal der Armen ƒ3846:02:
gereduceert in Swaar geld comt ƒ3076:18:

Cassa Reekening der Armen Gelde, soo bevonden is op ult:o December 1746.
 
Debet
Uijtgegeeven aan Alimentatio en diversse benodigtheeden &.   ƒ1832:11:
Van haar Eerw.: de Kerkenraade van Cabo ter Leen Ontfangen een Somma van   d:o 4000:-:
 
Credit
Bij 't sluijten der voorige Jaarsse Reecq:g is 'er per Restant in Cassa gebleeven   ƒ2759:15:
Onder de Godsdienst in 't Jaar 1746: ontfangen   d:o 424:01:
Nog weegens verloope intressen Giften en kerke geregtigheeden   d:o 989:11:
Somma   ƒ4173:11:
Uijtgaaf hiervan Afgetrocken   d:o 1832:11:
 
Soo Resteert in Cassa aan Contant d:o 2341:-:
Aan uijtstaande Penn: Volgens Obligatien d:o 4620:-:
Nog weegens verscheenen intressen d:o 683:08:
De kerkelijke Ornamenten d:o 201:10:
Somma ƒ7846:02:
Het neevenstaande hiervan afgetrock d:o 4000:-:
Soo resteert nog het Capitaal der Armen ƒ3846:02:
gereduceert in Swaar geld comt ƒ3076:18:

‘Aldus gedaan en Nagesien in kerkelijke vergaderinge aan Stellenbosch den 8. Januarij 1747. (:was geteekent:) O: De Wet, J.P. Giebeler, Jacob Cloete, A. Faure, N:s Vlok. H.E. Blanckenberg.’


Cassa Reekening der Arme Gelden op Drakensteijn soo als bevonden is Ult:o Decemb: 1746:
Contant in Cassa gelaaten voor 't Jaar 1746 ƒ 9542:12:
Onder den Godsdienst ontfangen d:o 942:10:
Verscheene intresten en verdere inkomsten d:o 1748:04:
  ƒ12233:10:
Uijtgaaf van 't Jaar 1746 d:o 896:02:
P:r Scheepenkennisse d:o 1200:-:
  ƒ2096:02:
Blijft in Cassa aan Contanten voor 't Jaar 1747 d:o 10137:08:
Aan Scheepen kennisse en Obligatiën d:o 12200:-:
Geheele Somma ƒ22337:08:
Gereduceert in swaar geld komt. ƒ17870:-:

Cassa Reekening der Arme Gelden op Drakensteijn soo als bevonden is Ult:o Decemb: 1746:
Contant in Cassa gelaaten voor 't Jaar 1746 ƒ 9542:12:
Onder den Godsdienst ontfangen d:o 942:10:
Verscheene intresten en verdere inkomsten d:o 1748:04:
  ƒ12233:10:
Uijtgaaf van 't Jaar 1746 d:o 896:02:
P:r Scheepenkennisse d:o 1200:-:
  ƒ2096:02:
Blijft in Cassa aan Contanten voor 't Jaar 1747 d:o 10137:08:
Aan Scheepen kennisse en Obligatiën d:o 12200:-:
Geheele Somma ƒ22337:08:
Gereduceert in swaar geld komt. ƒ17870:-:

’/:was geteekent:/’

‘S.V. Echten V:D:M., Pieter de Villiers, D:d de Villiers, H. V: D Merwe, Pieter Le Roe, J:b Marais, Hercules de Pree, T:s A:s Theron, Stevanes du Toit, François Retief (:in margine:) Drakensteijn den 1: Januarij 1747.’


Cassa Reekening der Arme Gelden soo bevonden is in 't Land van Waveren , onder den 31: December 1746:
Onder Ult:o December 1745. Resteerde in Cassa aan Contanten ƒ4628:02:
Geduurende dit Jaar aan Collectens daarbij gekomen d:o 441:11:
  ƒ5069:13:
Daarvan is wederom uijtgegeeven
Soo tot den Opbouw van de Kerk als Predicants wooning, aan Materialen, Arbeijdsloon, Reijloon en Andersints d:o 3826:02:
Rest ƒ1243:11:
Daar en teegens is deese kerk aan die van Cabo de goede Hoop debet ƒ8000:-:
Waarvan het bovenstaande Afgetrocken d:o 1243.11:
Soo blijven wij thans ten agteren indische valuatie ƒ6756:05:
Gereduceert tot Swaar geld bedr. d:o 5405:1:

Cassa Reekening der Arme Gelden soo bevonden is in 't Land van Waveren , onder den 31: December 1746:
Onder Ult:o December 1745. Resteerde in Cassa aan Contanten ƒ4628:02:
Geduurende dit Jaar aan Collectens daarbij gekomen d:o 441:11:
  ƒ5069:13:
Daarvan is wederom uijtgegeeven
Soo tot den Opbouw van de Kerk als Predicants wooning, aan Materialen, Arbeijdsloon, Reijloon en Andersints d:o 3826:02:
Rest ƒ1243:11:
Daar en teegens is deese kerk aan die van Cabo de goede Hoop debet ƒ8000:-:
Waarvan het bovenstaande Afgetrocken d:o 1243.11:
Soo blijven wij thans ten agteren indische valuatie ƒ6756:05:
Gereduceert tot Swaar geld bedr. d:o 5405:1:

’/:onderstond:/’

‘Aldus gedaan en Nagesien in onse kerkelijke vergaderinge in ‘t Land van waveren den 2: febr: 1747. /:was geteekent:/ Arn: Maur:s Meiringh Eccles:- Jacob Theron, Frans du Toij, Pieter Theron, Jacobus de Wet, Jacobus de Pree.’


Cassa Reekening der Arme Penn:e Soo bevonden is aan het Swarte Land onder Ult:o Decemb: 1746.
Van haar Eerw. de Kerkenraade aan Cabo ter Leen ontfangen ƒ8000:-:
In 't Jaar 1745: onder den Godsdienst ontfangen d:o 338:08:
d:o d:o 1746 d:o d:o d:o d:o d:o 381:-:
Aan vrijwillige giften ontfangen d:o 22:08:
Somma ƒ8742:-:
Waarvan Afgaan de volgende uijtgaaven als Anno 1745. aan de wed: Pieter van de Westhuijsen Voor de gebouwen dewelke op deese plaats staan, betaald. ƒ2500:-:
Seedert gem: Jaar 1745. tot heeden tot den Opbouw van de Kerk en andere wooningen, Mitsg:s eenige Kerkelijke ornamenten uijtgegeeven d:o 3922:11:
Een jaar gagie aan de koster d:o 36:-:
  d:o 6458:11:
Sulx nog aan Contant: resteert ƒ2283:5:
Gereduceert tot swaar geld komt d:o 1826:13:
Het geen Afgetrocken sijnde van de bovengen:e Schuld van ƒ8000: Soo blijven wij debet een Somma van ƒ5716:11 ind: valuatie.

Cassa Reekening der Arme Penn:e Soo bevonden is aan het Swarte Land onder Ult:o Decemb: 1746.
Van haar Eerw. de Kerkenraade aan Cabo ter Leen ontfangen ƒ8000:-:
In 't Jaar 1745: onder den Godsdienst ontfangen d:o 338:08:
d:o d:o 1746 d:o d:o d:o d:o d:o 381:-:
Aan vrijwillige giften ontfangen d:o 22:08:
Somma ƒ8742:-:
Waarvan Afgaan de volgende uijtgaaven als Anno 1745. aan de wed: Pieter van de Westhuijsen Voor de gebouwen dewelke op deese plaats staan, betaald. ƒ2500:-:
Seedert gem: Jaar 1745. tot heeden tot den Opbouw van de Kerk en andere wooningen, Mitsg:s eenige Kerkelijke ornamenten uijtgegeeven d:o 3922:11:
Een jaar gagie aan de koster d:o 36:-:
  d:o 6458:11:
Sulx nog aan Contant: resteert ƒ2283:5:
Gereduceert tot swaar geld komt d:o 1826:13:
Het geen Afgetrocken sijnde van de bovengen:e Schuld van ƒ8000: Soo blijven wij debet een Somma van ƒ5716:11 ind: valuatie.

’/:onderstond:/’

‘Aldus gedaan en nagesien in kerke vergaderinge In ‘t Swarte Land den 14. Jann: 1747. /:was geteekent:/ R.A. Weerman Predicant, Gerret Olivier, Pieter Venter, David Malan, Flores Smet, Johannis Albertus Laubser, Hugo Lambregts.’

Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s Möller

[Signed:] Mij Present P J Slotsboo E:g:Clercq

C. 125, pp. 41-47.

Woensdag den {17470207} 7: Febr: 1747:

’s Voormiddags alle present behalven den E. Josephus de grandpreez door indispositie.

Ingevolge het dien aangaande genome besluijt van den 6: September Laatstl: ende hierop alomme geaffigeerde Billietten, op heeden getreeden sijnde tot het Publicq verpagten van den aanneem der Leverantie van versch vleesch en Levendige Schaapen aan ‘s Comp:s passeerende Scheepen, Hospitaal enz: om met P:mo Maij aanstaande inte gaan ende sulx wederom na het voorbeeld van de Laatste reijs, soo als de Pagtconditiën dit komen te dicteeren, namentlijk voor den tijd van een, drie of vijf jaaren, om dus te kunnen ondervinden op welke van de drie gem:e tijden die Leverantie het voordeeligste voor d’ E. Comp: en ten minsten prijse sullen kunnen werden aanbesteed; soo is na behoorlijke Klokke geklep en uijtroeping van den boode het Laagste bod gevallen voor den tijd van een jaar op veerthien sware duijten het lb. geslagt soo Schaapen als Beesten vleesch, en twee Rijxd:s ider Levendig Schaap, voor welken prijs deselve leverantie in vier bijsondere perceelen ider voor een vierde part is aangenoomen geworden door de burgers Jacobus van Rhenen Junior, hendrik van der heijden, Cornelis van Roijen, mitsgaders de wed: Hendrik Oostwald Eksteen alsoo niemand deeser ingeseetenen sulx voor een minderen prijs heeft willen aanneemen om de wille van den haggelijken tijd dewelke men thans beleefd van weegens de sprinkhaanen die bij continuatie ‘t gras van ‘t veld komen weg te Eeten, en waarom men dan ook best geoordeelt heeft die Leverantie maar voor een jaar aante besteeden in verwagting dat men ondertusschen door Gods goedheijd van de voorm:e Plaag verlost raakende na expiratie van dien tijd deselve Leverantie voor een minderen Prijs ten meesten voordeele der E. Comp:e sal kunnen aan de Man helpen.

En nademaal het Godt Almagtig behaagd heeft van weegens de hoog gaande sonden en ongeregtigheeden deeses Lands, dewelke hoe langer hoe grooter en swaarder sijn geworden, ons nu eenigen tijd herwaarts niet alleen met groot sterfte onder de Slaven te besoeken, maar ook andere swaare Straffen ons regtvaardig over den hals te senden, als wel insonderheijd het vernielen van een menigte vee, dewelke in den gepasseerden jaare hier Landwaarts in door de swaare reegens en overstrooming der rivieren sijn omgekoomen en verdronken, gelijk d’ Heere ons thans nog verder sijn slaande hand komt te vertoonen en te doen gevoelen door het senden van sodanige meenigte van Sprinkhaanen in dit gantsche Land, waarvan somtijds de Lugt geheel vervuld en het Aardrijk gantsch bedekt gesien werd tot verbaasens toe, dewelke niet alleen de te velde gestaan hebbende Peulvrugten ten eenemaal hebben vernield, maar ook teegenswoordig nog bij Continuatie het geboomte seer beschadigen en de meeste groente en Moeskruijden in de Thuijnen soo wel als het gras op het veld, sijnde het eenigste voedsel voor het vee, soo als boven reets gesegd is komen weg te Eeten, waaruijt niet anders als een groote duurte ja self hongers nood in dit Land kan verwagt werden, soo is bij overweeging dat dit alles niet anders als door Gods goedertierendheijd en Barmhertigheijd kan voorgekomen werden, derhalven op de Propositie van den heer Gouverneur goedgevonden en beslooten een algemeene Dank- vast en Beede-dag in dit gouvernement uijt te schrijven dat weesen sal op Woensdag den 22: deeser Lopende maand febr:, omme ten selven dage in de kerken van de Caab, Stellenbosch , Drakensteijn , ‘t Land van Waveren en ‘t Swart Land , met eenparige harten en stemmen voor eerst den Alderhoogsten Godt te Loven voor alle sijne groote weldaaden en Zeegeningen van tijd tot tijd aan ons beweesen en wel voornamentlijk dat het hem behaagd heeft ons niet alleen dit Jaar een seer opulenten ougst van graanen te schenken, maar ook dat wij deselve soo geluckig even voor de komst der Sprinkhaanen van het veld hebben mogen insamelen: en daarna door een opregte belijdenisse van onse Sonden en ongeregtigheeden ons met een diepe verneedering voor Godt te verootmoedigen, en met een waare Boedvaardigheijd en bekeering, hem die een genadig en barmhertig Godt is, om de vergeeving onser sonden ijverig gebeeden hebbende, wijders vuriglijk en van gantscher herten om sijnen Zeegen in het vervolg over ons af te smeeken, als meede dat het hem behage dit land genadiglijk van alle welverdiende plaagen en insonderheijd van die der verdervende sprinkhaanen te willen verlossen, alles tot grootmaking van des Heeren Allerheijligsten naam, aanwas van de waare gereformeerde Christelijke Religie en ons aller Zielen Saligheijd: Des sal hiervan niet alleen alomme aan een ijder bij Billietten kennisse gegeeven, maar sulx ook aan de Eerw: Predicanten soo hier als buijten bij Missive werden berigt, ten eijnde volgens gebruijk ook van de Predikstoelen te kunnen werden Afgekondigt.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s Moller

[Signed:] Mij Present P J Slotsboo E:g:Clercq

C. 125, pp. 48-67.

Dingsdag den {17470207} 7. febr: 1747.

Voormiddags alle present.

Den hier permanenten hoeker de Brak door expres hiertoe gecommitteert geweest sijnde Zeeluijden exact gevisiteert geworden sijnde, hebben deselve van hunne bevinding het volgende Rapport overgeleevert.

‘Den WelEdelen Gestrengen Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsgad:s Gouverneur van Cabo de goede hoop, met den Ressorte van dien &. &. &. Ons ondergeteek:e expres hebbende gelieven te Committeeren omme op het naaukeurigste te ondersoeken welke gebreeken sig aan den hier permanenten hoeker de Brak komen te bevinden, mitsgaders of denselven niet weeder behoorlijk soude kunnen werden gerepereert, dan wel soo ver in staat gebragt, om nog Langer met gerustheijd tot het bevaaren der hier digt bij geleegene Baaijen en Eijlanden te kunnen werden gebruijkt; Soo verclaaren wij na Exacte gedane visitatie den gedagten hoeker de Brak sodanig slegt gesteld bevonden te hebben, dat denselven in ‘t geheel niet meer naar de Baaij fals of elders, ja ook selfs niet naar de Saldanhabaaij met gerustheijd kan vaaren, dewijl niet alleen de banden, soo voor in de boeg als van agteren, mitsg:s de opstutten over het gantsche Lighaam van dat bodemken vergaan sijn, maar ook het boord sodanig swak, dat het selve voor het minste dat er maar teegens aankomt is wijkende, terwijl het agterwerk sig meede seer los bevind, sulx dit bodemken al was het dat het Lighaam van onderen nog goed mogt weesen, alhier egter in ‘t geheel niet kan gerepareert werden, en schoon sulx al konde geschieden, en men de daartoe benodigde Materialen aan handen had, het geen egter niet en is, soo oordeelen wij, dat dit vaartuijg die kosten niet waardig is, als sijnde behalven de bovenstaande gebreeken, ook alles dat daar om en aan is, oud en versleeten.’

‘Waarmeede gedenkende aan de geEerde Intentie van Uwe wel Edele gestr: Pligtschuldig te hebben voldaan, soo laaten wij deesen dienen voor needrig Rapport. (:onderstond:) Cabo de Goede Hoop den 1: feb: 1747. Als gecommitt:s (:was geteekent:) W. Klump, B. Verdoes, H.D: Ruijter, Jacob Wiebe, Sijme Valck, Antonie van den Burg Jan Peskel, Gerardus van voorhes. (:Lager:) ten onssen overstaan (:geteekent:) J:s Moller, B:d van Dockum. (:in margine:) waarmeede mij Conformeere (:en geteekent:) J. T:s Toon.’

En alsoo daaruijt komt te blijcken dat gem:e hoeker de Brak sodanig slegt gesteld en niet weeder in Staat te brengen is, om langer te kunnen werden gebruijkt tot het bevaaren der hier digt bij geleegene baaijen, ‘t Sij de Saldanhabaaij of Baaij Fals , heeft men derhalven moeten besluijten om dat bodemken af te leggen, enten eersten te doen Sloopen, des sal het geen daarvan sal afkoomen, ten dienste der E. Comp:e verbruijkt, en het daarop vaarende volk over de uijtkomend Scheepen verdeelt na Batavia, gesonden werden: En dewijl sodanig vaartuijg alhier niet kan gemist maar ten hoogsten word gerequireert om de provisiën en Equipagie goederen dewelke Jaarlijx van hier naar de Baaij fals voor de aldaar in de winter aankomende ‘s Comp:s Scheepen over te brengen en weeder van daar herwaarts over te voeren de Ladingen die sommige dier kielen somwijlen voor dit gouvernement aanbrengen, als kunnende een werk van sulken swaaren omslag met de twee onder dit gouvernement gehoorende kleijne hoekers met geen mogelijkheijd werden verrigt; is oversulx best gedagt dat bij ons eerst af te gane Schrijvens haar Wel Edele hoog Agtb:re de heeren Seventhienen eerbiedig sullen werden versogt, ten eijnde als gemeld met de aldereerste geleegentheijd herwaarts te willen senden sodanig een Scheepje als in den diesweegens gedaan werdende opgaaf van den Equipagiem:r d’ E. Jacobus Möller is ter needer gesteld, Luijdende dat Berigt aldus.

‘Den Wel Edelen Gestrengen heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, en Gouverneur deeser plaatse &. &. mij ondergeteek: hebbende gelieven te ordonneeren, om bij geschrifte op te geeven, welk vaartuijg best en dienstigst voor dit gouvernement en ten minsten kosten der E. Comp: uijt het Vaderland soude dienen te werden gepetitioneert, in de plaats van den bij gedane visitatie van expresse gecommitt: irreparabel gevondene hoeker de Brak , heb ik mijn gedagten hierover met aandagt laaten gaan, en na rijpe overweeging van alles, onder wijser oordeel van Uwe wel Edele gestr: ten meesten dienste van dit gouvernement best gedagt te sijn, dat ‘er in de plaats van een hoeker of ander vaartuijg, uijt het vaderland diende te werden geeijscht een Schip van 110: voeten Lengte, met een halfdek en bak, mitsgaders wijd uijtgetimmert, Lang van vlak, en diep van hol, om dus veel te kunnen Laaden, en niet diep te treeden of anders om vlot te kunnen gaan; voorts ligt toegetuijgt, en met smalle Zeijlen voorsien, als wanneer het selve met 36. @ 40. koppen alhier sal kunnen werden geregeert, tot het bevaaren van de Baaij Fals en verdere hierom heen leggende baaijen, en dus aan d’ E. Comp: geen meer kosten komen te veroorsaken, als den hoeker de Brak dewelke vermits desselfs swaare Tuijgasie, altoos ook het bovengem: getal van volk heeft moeten hebben, waaren boven soo een Scheepje wel de helft en meer goederen sal kunnen inlaaden en vervoeren, en oversulx seer wel te pas komen, om de Provisien en Equipagie goederen, dewelke ‘s Jaarlijx voor ‘s Comp:s Scheepen in de Baaij fals werden vereijscht, derwaarts over te voeren ende goederen, dewelke die Bodems weeder voor dit gouvernement in hebben, herwaarts te transporteeren dat met geen mogelijkheijd met de thans eenelijk nog aan handen sijnde twee kleijne hoekers Ter Meijen ende hector kan werden verrigt, gelijk het selve ook behalven dit bij alle andere voorkomen de geleegentheeden van veel meer dienst als een hoeker sal sijn.’

‘Dan bij aldien Uwe wel Edele Gestr: mogt komen goed te vinden sodanig Scheepje uijt Europa ten dienste deeses gouvernements te petitioneeren, sal het ten hoogsten nodig weesen, dat daarbij behalven de geene die sig op de boeg van sodanig kieltje komen te bevinden nog vijf à ses Anckers en ook 3. @ 4. touwen werden geEijscht, dewijl men voor Scheepen van die Chartre alhier geen Ankers of Touwen aan handen heeft.’

‘Waarmeede gedenkende aande geEerde Intentie van Uwe Wel Edele gestr: te hebben voldaan, soo diend deese voor Eerbiedig Rapport (:onderstond:) Cabo de goede hoop den 7: feb: 1747. /:was geteekent:/ J:s Möller.’

Waarna geleesen sijnde seeker request door de Burger Slagters alhier in de volgende bewoording gepresenteert.

Aan den Wel Edelen Gestr: heer Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India en gouverneur in Cabo, beneevens den E: Agtbaren Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren’

‘Vertoonen met de uijtterste eerbied Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re ootmoedige dienaren de ondergeteek:e gepriviligeerde vrijslagters ter deeser plaatse, hoe de Suppl:t bij het bekomen mitsgaders jaarlijx prolongatie van dit hun privilegie sig teffens ook verbonden hebbende, omme het door hun geslagt werdende soo Schaapen als Beesten Vleesch, niet hooger dan tot anderhalve Stuijver het Pond te vercoopen, waarmeede door hen tot nog toe onaangesien de groot schade die sij hierdoor uijt hoofde van den duuren inkoop van het vee komen te lijden, sonder Stilstaan is gecontinueert geworden, in hoope dat de prijs van het vee wederom soude komen te daalen; dan dewijl daartoe vermits dies teegenwoordige schaarsheijd gantsch geen Apparentie is en de Suppl:ten seedert een geruijmen tijd herwaarts genoodsaakt sijn geweest, de Schaapen al tot Sesthien Schell: ‘t Stuk te betaalen, daar sij deselve nu eenige jaaren agter den anderen tot 4:6 en 8. Schell: t’ hoogst hebben, kunnen inkoopen (:t’ welk de Suppl:ten vast voor onderstellen de Reeden geweest te sijn dat hun door Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re den voorengem:e debiet van anderhalve Stuijver het lb is voorgeschreeven: waardoor de Suppl:ten dan gevolgelijk wel verre van met deese neering voor hun een eerlijk middel van bestaan te vinden, noodsakelijk moeten te gronde gaan, weshalven de Suppl:tn de vrijheijd neemen sig in alle ootmoed te wenden tot Uwe wel Edele gestr: en E. Agtb:re met needrig versoek dat Uwe wel Edele gestr: en E: Agtb:r van die genereusiteijt gelieven te sijn, sodanige verhooging op den prijs van het door hun geslagt en verkogt werdende vleesch te stellen, als Uwe wel Edele gestr: en E: Agtb:re naar derselver wijs oordeel sullen vinden te behooren: kunnende de Suppl:ten niet voorbij Uwe wel Edele gestr: en E: Agtb:re te verseekeren dat de laageprijs, waarvoor het geslagt vleesch nu eenige jaaren lang is verkogt geworden, sodanige satheijd daarin heeft gebragt, dat het selve (:onder correctie gesegd:) meer verwaarloosd dan ten goede geconsumeert werd, waarvan tot klaar bewijs strekt dat het Schaapen Afval t’ welk de Suppl:ten voor heen gaarne wierd afgekogt, nu in ‘t geheel niet meer te debiteeren is, sijnde de Suppl:t tot hun Leetweesen genoodsaakt, dat geene ‘t welk Sijl: daarvan in hunne huijshoudingen niet consumeeren kunnen in de Zee weg te werpen.’

‘Waarop een favorable Appostille verwagtende, wij d’ Eer hebben met veel onderdanigheijd altijd te blijven. /:onderstond:/ Wel Edele gestr: heer en E: Agtb:re heeren, Uwe wel Edele gestr: en E: Agtb:re ootmoedig dienaren /:was geteekent:/ Jan hendrik hop, Hend:k La febre, J:s V:n D:r Poel, Maria van Aelewijk wed: Pieter van der heijde, Joh: Car: de Wet, Arent de Waal, W.m V:n D:r Heijde G: Blankenb: weduwe J.Z. Beck A. Martensz:, Albert Jansz: Mijburg. (:in margine:) Cabo de goede Hoop van 7: febr: 1747:’

Soo is daarop verstaan dat aan haarl sal werden gepermitteert om het geslagte soo schaapen als Beesten vleesch voor eerst tot Twee Stuijvers het pond dog niet hoger maar wel minder te mogen verkoopen.

Vervolgens door den heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh te kennen gegeeven sijnde, dat men thans met den gewoonen voorraad van 5000. Mudden tarw Jaarlijx volgens het gereguleerde bij Resolutie van den 29: Maart 1740: voor den omslag der E: Comp:e ter deeser plaatse op verre na niet kan toereijken, eensdeels om dat het guarnisoen seedert veel sterker geworden is, en ten anderen om dat na het neemen van gemelt besluijt, bij het aanweesen van Sijn Hoog Edelheijd den heer Gouverneur Generaal Gustaaf Willem van Imhoff is vastgesteld, dat het randsoen van versch Brood voor het volk op de hier aankomende Scheepen bescheijden soude werden vermeerdert sodanig dat in steede van driemaal des Weeks, seedert dagelijks versch Brood aan deselve is verstrekt, sulx de noodsakelijkheijd teegenswoordig komt te vereijsschen dat om in alle tijden deesen aangaande buijten ongeleegentheijd te kunnen blijven, hier omtrent een nadere Schicking wierd gemaakt, soo is om hier inne te voorsien na gemaakten overslag gearresteert en vastgesteld, dat voortaan jaarlijx 8000: Mudden Tarw voor ‘s Comp:s omslag alhier en de passeerende Scheepen in voorraad sal werden gehouden, gereekent van P:mo Jann: tot Ult:o December ende Sulx van den eenen ougst tot den anderen.

Ook is op de hierom bij geschrifte gedaane versoeken door de burgers Augustus Lourensz: en Jan Jacob Crouse, aan deselve mitsg:s aan de Vrouw en kinderen van den Laatstgen: toegestaan, omme met de Retourscheepen van dit Jaar, onder betaaling van het daartoe staande transport en Costgeld naar het vaderland te mogen Overvaaren, gelijk ook aan den met het Schip Eijndhoef repatrieerende geweesene Stads Chirurgijn tot Batavia Paulus van den Bogaard op Sijn gedaan Supplicq is gepermitteert om mits betaalende de gewoon transport en Costpenn: voor de heen en weder reijse van Batavia gereekent, met Sig na Europa te moogen meede neemen twee Slavinnen met namen Ester van Balij en Sjanpakke van boegis .

Haar Wel Edele hoog Agtb:re de heeren Seventhienen bij derselver hoog geagt aanschrijvens van den 10: Septb: des gepasseerden jaars het welk ons beneevens een Extract uijt den brief onder dien eijgensten datum aan generaal en Raaden van Indiën gesz: ende verdere bijlagen, nu onlangs per het Schip Haarlem ter eere is aan handen gekoomen, nader Elucidatie hebbende gelieven te requireeren, weegens het door ons geschreevene bij missive van den 10: April 1745: noopens het intrecken der Soldij reekeningen en het in ‘t geheel afbetaalen der gagiën van ‘s Comp:s dienaren ter deeser plaatse bescheijden en wat onderscheijd daar omtrent soo voor als na het Statueeren van den nieuwen Articul Brief van den 4: Septemb:r 1742. alhier heeft plaats gehad, soo sullen haar Wel Edele hoog Agtb:re daarop in alle eerbied werden geantwoord, dat voor het emaneeren van gedagten Articul Brief aan ‘s Comp:s besettelingen soo wel in hun eerste verband als naderhand altijd tweemaalen des Jaars haar volle te goed hebbende gagie is betaald, volgens een oude usantie alhier; en ook in opvolging van het dier aangaande door haar Wel Edele Hoog Agtb:re aan generaal en Raaden van India geschreeven bij Missive van den 25: Aug:s 1740. alwaar gesegd word, dat om het volk in Indiën te houden na sulke en diergelijke middelen als het betaalen der gagie, het verstrecken van een maand of twee in Contant etc: moet omgesien werden; en dat wijders ook op de hiertoe door hoogst gedagte heeren Seventhienen verleende qualificatie bij Extract missive van den 14: Maart 1737. aan welgem: hooge Indiaasse regeering gesz: de reecq:gn van sodanige dewelke iets daarop te goed hadden, sijn ingetrocken en voldaan geworden: dat naderhand bij den voormelten nieuwen Articulbrief onder Art: 36: en 37. wel expresselijk geordonneert geworden sijnde, dat geene afgesloote reecq:gn mogten ingetrocken, en na dat de Soldij Boeken reeds naar Neederland versonden Sijn, in India afbetaald werden, sonder prealabel Consent van de Camer bij dewelke voorsz: soldij reecq:gn loopt, als meede dat de geene die nog in haar eerste verband dienden, driemaal des jaars, telkens wanneer sij niet te quaad staan maar Twee, en te quaad Staande een maand gagie konden ontfangen, sulx vervolgens ook alhier na den Letter is opgevolgd geworden; dan nademaal men quam te ondervinden dan een ijder na het eijndigen van sijn eerste verband, omte kunnen ontfangen, het geen sij in dien tijd op hunne Soldij reecq:gen te goed behouden hadden, wilden repatrieeren, men derhalven om de wille van de Schaarsheijd van het volk en om hun dus te animeeren om in ‘s Comp:s dienst te blijven en een nieuw verband aan te gaan, had moeten besluijten om met het afbetaalen der gagiën en intrecken der Soldij reecq:gn alhier weeder sodanig te handelen als van Ouds voor den ontfangst van geciteerde nieuwen Articulbrief ter deeser plaatse in gebruijk is geweest.

Sullende voorts haar Wel Edele hoog Agtb:re uijt naam van de ondercoopluijden Jan frederik Timmendorf en Daniël Heijnning mitsg:s den Ingenieur en Landmeeter Jurgen Lievenberg voor de aan haar beweesene weldaaden in het Approbeeren hunner alhier gedaane Aanstellingen in voorz. qualiteijten op het needrigst bedankt en welgem: heeren Seventhienen ook nog in alle Eerbied berigt werden dat de Recognitie van vier en Twintig Rijxd:s jaarlijx op de Leenplaatsen alhier niet bij het aanweesen van den Heer Gouverneur Generaal van Imhoff soo als haar Wel Edele hoog Agtb:re gelieven te seggen, is geintroduceert maar dat sulx al lang bevoorens bij Resolutie van den 20: febr: 1732: is geschied, als wanneer de voorsz: Jaarlijxe Recognitie Penningen van Twaalf tot vier en twintig Rix: sijn verhoogd geworden, en welke verhooging ook bij de hier nagelaatene Memorie Instructief van welgemelte heer Gouverneur Generaal Van Imhoff aangemerkt werd als een Last waardoor veele deeser ingeseetenen gedrukt worden.

Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Moller

[Signed:] Mij Present P J Slotsboo E:g:Clercq

C. 125, pp. 68-75.

Donderdag den {17470216} 16: febr: 1747.

Voormiddags alle present.

Ter vergadering gepresenteert en nagesien geworden sijnde eenige versoek schriften geannexeert met de procuratiën en Soldij Reecq:gn van de ondergenoemde persoonen, tendeerende om permissie te mogen erlangen tot dies overmakinge aan haare daarbij genoemde gemagtigdens in het Vaderland te weeten.

Soo is in opsigte van dien goedgevonden dat deselve in handen van den heer Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn sullen werden gesteld opdat daarmeede door sijn E. navolgens de Ordre sal kunnen gehandelt werden.

Sijnde wijders op de diesweegens soo bij monde als in Scriptis gedaane versoeken aan de jongelingen Hendrik Abraham en Jacobus Möller mitsg:s Daniël van Rhenen toegestaan om onderbetaaling van het gewoone transport en Costgeld om in de Cajuijt gelogeert en getracteert te werden met de aanweesende Retourscheepen naar Europa te mogen overvaaren; soo als insgelijx aan den met het Schip Huijgewaard hier gekomene Bataviaasse Burger Jan van Rijkevorsel, uijt hoofde dat dien bodem door de veelheijd der passagiers sodanig belemmert is, dat denselven aldaar geen behoorlijk gemak kan genieten, is geaccordeert om op het meede retourneerende Schip Zeelandia daar geen Passagiers op sijn te mogen overgaan, mits egter dat desselfs gepermitteerde goederen door hem op eerst genoemden bodem sullen moeten gelaaten werden, om dus alle verwarringen die door het verplaatsen dier goederen andersints soo op de reijs als in het vaderland souden kunnen ‘t ontstaan, voor te komen.

Dewijl ‘t retourschip Tolsduijn vermits desselfs rankheijd alhier noodsakelijk eenige swaarte tot Stijvigheijd sal moeten inneemen, endat door den Equipagiemeester d’ E. Jacobus Möller diesweegens gehoord sijnde is betuijgd geworden dat de ordinaire ballast van ronde klippen dewelke men hier heeft, daartoe niet bequaam sijn, eensdeels om dat deselve te veel plaats soude wegneemen en ten anderen ter sake dat door het vergruijssen van dien, veel Sand en vullis onder de Coffij Boonen (:Waarop deselve Ballast moet gelegd worden:) soude geraaken, heeft men soo hierom als weegens dat men ter deeser plaatse geen andere swaarte heeft om in steede van de gedagte ronde klippen te kunnen gebruijken als alleen een partij blaauwe Cust vloersteenen, dewelke voor eenigen tijd van Batavia herwaarts sijn gesonden, moeten besluijten om deselve Cust Vloersteenen daartoe te emploijeeren ende sulx te meer om dat die alhier dog van geen dienst sijn.

Voorts is op het hierom bij request gedanen versoek van den in het Swarte Land bescheijdenen krankbesoeker Wietse Botes nog verstaan dat in desselfs faveur aan haar Wel Edele Groot Agtb:re de heeren Bewindhebberen ter Camer Enckhuijsen sal werden geschreeven ten eijnde seekere maandceel van drie maanden jaarlijx dewelke door hem voor sijn vertrek uijt het Vaderland ten behoeven van Sijn huijsvrouw Antje Pieterze is gemaakt, dewijl deselve sig thans meede hier komt te bevinden, mogt werden geroijeert.

En nademaal den tijd van het opneemen der Burger effecten op handen begind te schieten, soo is al meede vastgesteld, dat het selve wederom volgens gewoonte aan de Caab en Stellenbosch op den 1: 2 en 3. Maij en voorts in de Ver geleegene districten soo als A:o Pass:o meede is geschied op den 15:, 16. en 17. Maart aanstaande, ten overstaan van den heer Fiscaal Landdrosten en gecommitteerdens sal werden gedaan.

Terwijl Laatstelijk nog vermits het Overlijden van den Eersten Luijtenant van een der buijten Compagniën Burger Cavallerij Jan Philip Giebelaar weeder daartoe is aangesteld den tweeden of Sous Luijtenant van deselfde Compagnie Adriaan van Brakel, in wiens steede men heeft doen optreeden den Cornet Andries Brink, gelijk die plaats weeder is vervult met den heemraad Hendrik Emanuël Blankenberg.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

[Signed:] Mij Present P J Slotsboo E:g:Clercq

C. 125, pp. 76-79.

Donderdag den {17470302} 2: Maart 1747.

Voormiddags alle present.

Den heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh eerst te kennen gegeeven hebbende, dat in de Cassen met Tabacq Jongst uijt het Vaderland alhier aangebragt, Twee en ‘t Neegentig Rollen, weegende te saamen 1546 lb waaren gevonden dewelke door het Lecken van eenige half Aamen met Raapolij die op Voorsz: kassen sijn afgescheept geweest, bedorven waaren geraakt, gaf sijn E. vervolgens in bedenking of het niet best soude weesen dat voorsz: Rollen Tabacq tot voorkoming van het verdere bederf dat daarop soude kunnen vallen wanneer deselve hier in ‘s Comp:s Pakhuijsen langer wierd bewaard, met den aldereersten souden werden verkogt voor het geene dat deselve souden mogen gelden, soo is naar overweeging van saaken voor den dienst der E. Comp:e raadsaamst geoordeelt, dat men sulx ook indiervoegen sal laaten geschieden.

Wijders bij nadere Resumptie der procuratiën en Soldij Reecq:gen bij Resolutie van den 16: deeser Lopende maand febr: vermeld, sijnde komen te blijken dat deselve door den heer Independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn ondersogt en welbevonden sijn, is derhalven aan dies eijgenaars gepermitteert de gem:e Procuratiën en Soldij Reecq:gn aan hunne vrinden en gemagtigdens in het Vaderland te moogen oversenden.

Vermits den Schipper van het aanweesend Schip Nieuw Walcheren Jacob Hogermolen door Swaare indispositie Sig buijten staat bevind om thans met dat Schip na Batavia te kunnen reijsvorderen, is aan hem oversulx nu hierom versoek doende, gepermitteert om onder afgesz: gagie alhier te verblijven; En nademaal den opperstuurman van dien bodem Philip Watervliedt den welken geduurende de herwaarts reijs siekelijk geweest sijnde sig nu nog swak gesteld bevind, heeft men derhalven tot gerustheijd en om dat kostelijke Schip bij gebrek van bequame officiers niet Ligtvaardig te Exponeeren, daarop als gesaghebber moeten aanstellen den gesaghebber van den thans afgelegd werdende hoeker de Brak Tobias Toon, sijnde een bequaam en ervaaren Zeeman, mitsg:s nog op die kiel te plaatsen den onderstuurman van den hoeker Ter Meijen Andries Pietersz:

Op de hiertoe gedane versoeken is gepermitteert aan den alhier A:o Pass:o verbleevene boekhouder van het Schip Zeelandia Henricus van Santen om met sijn vrouw en kinderen met het Schip Oostcappelle na Batavia te mogen overvaaren; voorts aan seekeren Engelsman gen:t Johan Nielson denwelken als Passagier met het ter Rheede leggende Schip Pelham hier is gearriveert, om vermits dat Schip hier nog lang soude blijven vertoeven, met het Retourschip d’ Eendragt naar het vaderland verder te mogen vaaren onder betaalinge van het daartoe staande Transport en Costgeld om in de Cajuijt gelogeert en getracteert te worden; en eijndelijk aan den oud Weesmeester tot Batavia Matthijs Swemmelaar om met Sig van hier na het Vaderland te neemen een Slaaf gen:t Casper van Bengalen mits betaalende het gewoone transport en Costgeld voor de heen en weeder reijse van Batavia gereekent.

Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Moller

C. 125, pp. 80-83.

Donderdag den {17470316} 16: maart 1747.

’s Voormiddags alle present.

Geleesen sijnde seekere verclaaring door den Constapel deeses Casteels verleend Weegens seekere Agt. Duijzend lb Buscruijt in ‘s Comp:s kelders alhier berustende waarvan door het lang leggen de Swavel en Salpeter van tijd tot tijd is uijtgeloopen dog nu nog bequaam is om gerepareert en vermaald te worden; Is op het voordragen van den Heer Gouverneur verstaan, dat het selve Buscruijt ten eijnde als gemeld bij partheijen na Batavia sal gesonden Worden; Luijdende boven gemelde verclaaring aldus.

‘Ek ondergeteekende Willem Willemsz: Constapel deeses Casteels, verklaare datter in ‘s Comp:s kruijtkelders alhier werden bevonden Agt duijzend ponden Buscruijt, waarvan door het lang Leggen de Salpeeter en Swavel van tijd tot tijd is uijtgeloopen, dog dat, dat Buscruijt des niettemin voor als nog bequaam is, om gerepareert en vermaald te worden (:onderstond:) In ‘t Casteel de Goede Hoop den 16 maart 1747. (:Was geteekent:) Willem Willemse.’

Nog is goedgedagt dat de Vonnissen der Bannelingen dewelke jaarlijx van Batavia en Ceijlon herwaarts worden gesonden, soo die dewelke bereijts ter Secretarije van Politie sijn berustende als die dewelke sullen aangebragt worden, voortaan ter Justitieele Secretarije deeser Gouvernements als sulx met de gevoeggelijkheijd best over een komende sullen bewaard worden.

Terwijl wijders tot Oppermeester op het aanweesende Schip de Hoop in Steede van den daarop, op de reijse overleedene is aangesteld den daarmeede uijtgekomenen ondermeester Jan van den Berg; in wiens plaatse als ondermeester opgetreeden sijnde den derdemeester Jan Gerrard Meijer, soo is weeder tot derdemeester op die kiel bevordert den soldaat Johan Leonard Mitski, als sijnde alle daartoe bequaam bevonden, dog dit alles op de nadere Approbatie van de heeren van de hooge Indiaasse Regeering van dewelke deese geadvanceerde persoonen de gagiën tot haare resp: bedieningen staande ook sullen moeten versoeken.

Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Moller

C. 125, pp. 84-99.

Dingsdag den {17470321} 21: Maart 1747.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen den heer independ:t fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn.

Naar Resumptie van seekere Memorie door den heer Hoofd-Administrateur Rijk Tulbagh overgegeeven, met bijgevoegd versoek dat daarop na behooren mogt worden gedisponeert; Is verstaan dat met de daarbij vermelde te kort gekomene gebrookene bedurvene ente veel aangebragte goederen, mitsgaders gesturvene ‘s Comp:s Slaven en verrekte Beestiaal sodanig sal worden gehandelt als in margine van de Memorie staat aangeteekent, dewelke Luijde als volgt.

‘Memorie van de nabesz:ne Lijnolij; Drinkglaasen, Tabaks pijpen, Timmerhout, Spaance Zeep, Bieren en diversse andere goederen uijt de onderstaande bodems soo te kort, gebrooken als bij pijling minder bevonden d’ Wolle Scheepskleederen &, bij t’ openen van diversse vaaten en Cassen in ‘t Negotie Pakhuijs gemotteerd, de foelij bij t’ openen van een Soekel tekort, als meede ‘t Bussekruijt in ‘s Comp:s Kelders door ‘t lang Leggen de Salpeeter en Swavel uijtgeloopen, de Leijfeijgenen in de drie Jongst gepasseerde maanden door de natuurlijke dood overleeden, t’ vee in gemelde tijd soo verrekt als door ‘t Wild gedierte vernield alles volgens verclaaringen hier annex blijkende, als.’


Uijt 't Schip Overnes
Vercoopen { 5: P:s duffeltjes op 54. p:s bij 't openen van een Cas L:a ZZ.ZZ. gemotteerd bevonden.
3 Broeken op 54: p:s in dito Cas als boven.
39. P:r Coussen op 75. p:r als voorsz:
Afschrijven { 95. Cann:e Lijnolij tot opvullen van 50. Flessen Kelders verbruijkt
Uijt 't Schip Woitkensdorp
Vercoopen { 1 P:s gr: Balk van 6. en 8. d:m aangestooken.
7. d:o d:o Deelen d:o 1. d:o op 38. p:s gebrooken bevonden.
Uijt 't Schip Gustaaf Wilhem
Afschrijven { 110. P:s gesort: Drinkglaasen op 500: p:s bij t' openen van 1. Cas N:o 67 gebrooken bevonden.  
11 1/4 grossen lange Tabakspijpen op 50. grossen bij 't openen van 1. Cas N:o 86. gebrooken bevonden.
9 3/4 d:o korte Tabakspijpen op 50. grossen bij t' openen van 1. Cas n:o 68. gebrooken bevonden.
Vercoopen { 6. P:s Coorn Schoppen met bewoelde Steelen op 150. p:s bij t' openen van 2. Cassen N:o 51. en 107. gebrooken bevonden.
5. gr: Deelen van 1. d:m op 60. p:s gebrooken bevonden.
Uijt t' Schip Haarlem
Afschrijven { 381 lb Spaance Seep op 9583. lb bij t' openen van 10. Cassen gem:t L:a A. N:o 1. @ 10. bij naweeging minder bevonden.
Vercoopen { 50. P:s haire kruijt deekens bij t' openen van 1. Cas N:o 16. ten eenemaal verstikt en verrot.
20. d:o kruijt seeven bij t' openen van 1. Cas N:o 26. al het hair daarvan ten eenemaal vergaan bevonden.
Afschrijven { 6 3/8 vaten Lamsbier op 40. vaten bij pijling minder bevonden sijnde 3. van 3. 15. van 4. 12 van 5, en 10 van 6: d:m wan geweest.
21. lb Pijp Zwavel op 638. lb bij t' openen van 1. Cas L:a E.E. minder bevonden.
Uijt 't Schip Nieuw Walcheren
Afschrijven { 30. P:s heele Aams Schoven te kort, daaren teegen
Inneemen ( 30. d:o halve Leggers d:o te veel
Uijt 't Schip Rooswijk
Afschrijven { 165. P:s gesort: Drinkglaasen op 750. p:s bij t' openen van 1. Cas L:a J.J. gebrooken bevonden.
181. d:o gr: Ruijten van 9. en 11. d:m op 1500 p:s bij t' openen van 5: Cassen L:a N.N. gebrooken bevonden.
158 6/10 Cann:e Raap olij op 16: halfaamen te weeten
  113 6/10 Cann: op 15. half Aamen bij pijling minder bevonden, sijnde 6. van 2 1/2 8 van 4. en 1. van 4 1/2 d:m wan geweest, mitsgaders,
  45: Cann: of een geheel ledig bevonden
101 1/2 Cannen Lijn olij op 30 kelders te weeten
  81. Cann: tot t' opvullen van 29. kelders verbruijkt
  20 1/2 d:o sijnde 15. flessen gebrooken
Uijt t' Schip Beukesteijn
Afschrijven { 11 1/2 grossen lange Tabakspijpen op 52 grossen bij 't openen van 1. Cas L:a A. gebrooken bevonden.
6 3/4: d:o korte Tabakspijpen op 32 grossen bij t' openen van 1. Cas L:a B. gebrooken bevonden.
285. lb Spaance Zeep op 6740. lb bij t' openen van 7. Cassen gem:t L:a No: 11. @ 17. bij naweeging minder bevonden.
Uijt 't Schip d' Eendragt
Afschrijven { 68. Cannen Clappus Olij op 6. halve Leggers ofte 1054. Cannen bij pijling minder bevonden, sijnde 1. van 2., 3 van 3. en 2 van 4 d:m wan geweest sijnde 6 3/8 p:r C:to R:m.
Uijt 't Negotie Pakhuijs
Afschrijven { 8. lb foelij op 1. Soekel bij t' openen van deselve te kort bevonden
Vercoopen { 13. P:s groote Waakrokken, als
  } in diverssen Cassen en quardeelen gemotteert bevonden
15. d:o kl: Waakrokken, als
  } als boven
22. P:s Duffeltjes als
  } als voorsz:
25: P:s Broeken, als
  } ut Supra
154. p:r Coussen, als
  } Ad Idem
31. P:s Pijlaken, als
  } gemotteerd
Uijt 's Comp:s Kruijtkelders
Na Batavia te versenden en op Winst en verlies af te Schrijven { 8000. lb Bussekruijt waarvan door het Lang Leggen de Salpeeter en Swavel is van tijd tot tijd uijtgeloopen.

Uijt 't Schip Overnes
Vercoopen { 5: P:s duffeltjes op 54. p:s bij 't openen van een Cas L:a ZZ.ZZ. gemotteerd bevonden.
3 Broeken op 54: p:s in dito Cas als boven.
39. P:r Coussen op 75. p:r als voorsz:
Afschrijven { 95. Cann:e Lijnolij tot opvullen van 50. Flessen Kelders verbruijkt
Uijt 't Schip Woitkensdorp
Vercoopen { 1 P:s gr: Balk van 6. en 8. d:m aangestooken.
7. d:o d:o Deelen d:o 1. d:o op 38. p:s gebrooken bevonden.
Uijt 't Schip Gustaaf Wilhem
Afschrijven { 110. P:s gesort: Drinkglaasen op 500: p:s bij t' openen van 1. Cas N:o 67 gebrooken bevonden.  
11 1/4 grossen lange Tabakspijpen op 50. grossen bij 't openen van 1. Cas N:o 86. gebrooken bevonden.
9 3/4 d:o korte Tabakspijpen op 50. grossen bij t' openen van 1. Cas n:o 68. gebrooken bevonden.
Vercoopen { 6. P:s Coorn Schoppen met bewoelde Steelen op 150. p:s bij t' openen van 2. Cassen N:o 51. en 107. gebrooken bevonden.
5. gr: Deelen van 1. d:m op 60. p:s gebrooken bevonden.
Uijt t' Schip Haarlem
Afschrijven { 381 lb Spaance Seep op 9583. lb bij t' openen van 10. Cassen gem:t L:a A. N:o 1. @ 10. bij naweeging minder bevonden.
Vercoopen { 50. P:s haire kruijt deekens bij t' openen van 1. Cas N:o 16. ten eenemaal verstikt en verrot.
20. d:o kruijt seeven bij t' openen van 1. Cas N:o 26. al het hair daarvan ten eenemaal vergaan bevonden.
Afschrijven { 6 3/8 vaten Lamsbier op 40. vaten bij pijling minder bevonden sijnde 3. van 3. 15. van 4. 12 van 5, en 10 van 6: d:m wan geweest.
21. lb Pijp Zwavel op 638. lb bij t' openen van 1. Cas L:a E.E. minder bevonden.
Uijt 't Schip Nieuw Walcheren
Afschrijven { 30. P:s heele Aams Schoven te kort, daaren teegen
Inneemen ( 30. d:o halve Leggers d:o te veel
Uijt 't Schip Rooswijk
Afschrijven { 165. P:s gesort: Drinkglaasen op 750. p:s bij t' openen van 1. Cas L:a J.J. gebrooken bevonden.
181. d:o gr: Ruijten van 9. en 11. d:m op 1500 p:s bij t' openen van 5: Cassen L:a N.N. gebrooken bevonden.
158 6/10 Cann:e Raap olij op 16: halfaamen te weeten
  113 6/10 Cann: op 15. half Aamen bij pijling minder bevonden, sijnde 6. van 2 1/2 8 van 4. en 1. van 4 1/2 d:m wan geweest, mitsgaders,
  45: Cann: of een geheel ledig bevonden
101 1/2 Cannen Lijn olij op 30 kelders te weeten
  81. Cann: tot t' opvullen van 29. kelders verbruijkt
  20 1/2 d:o sijnde 15. flessen gebrooken
Uijt t' Schip Beukesteijn
Afschrijven { 11 1/2 grossen lange Tabakspijpen op 52 grossen bij 't openen van 1. Cas L:a A. gebrooken bevonden.
6 3/4: d:o korte Tabakspijpen op 32 grossen bij t' openen van 1. Cas L:a B. gebrooken bevonden.
285. lb Spaance Zeep op 6740. lb bij t' openen van 7. Cassen gem:t L:a No: 11. @ 17. bij naweeging minder bevonden.
Uijt 't Schip d' Eendragt
Afschrijven { 68. Cannen Clappus Olij op 6. halve Leggers ofte 1054. Cannen bij pijling minder bevonden, sijnde 1. van 2., 3 van 3. en 2 van 4 d:m wan geweest sijnde 6 3/8 p:r C:to R:m.
Uijt 't Negotie Pakhuijs
Afschrijven { 8. lb foelij op 1. Soekel bij t' openen van deselve te kort bevonden
Vercoopen { 13. P:s groote Waakrokken, als
  } in diverssen Cassen en quardeelen gemotteert bevonden
15. d:o kl: Waakrokken, als
  } als boven
22. P:s Duffeltjes als
  } als voorsz:
25: P:s Broeken, als
  } ut Supra
154. p:r Coussen, als
  } Ad Idem
31. P:s Pijlaken, als
  } gemotteerd
Uijt 's Comp:s Kruijtkelders
Na Batavia te versenden en op Winst en verlies af te Schrijven { 8000. lb Bussekruijt waarvan door het Lang Leggen de Salpeeter en Swavel is van tijd tot tijd uijtgeloopen.

‘Volgens Reecq:g van den opsiender van ‘s Comp:s Slaven Logie gesterkt met Secretariale Verclaaringen sijn in de maanden December 1746. Jann: en febr: deeses Jaars van ‘s Comp:s Leijfeijgenen door de natuurlijke dood komen te overlijden.’


Afschrijven { 2 Kloeke Jongens
1 Zuijgend Jongetje

Afschrijven { 2 Kloeke Jongens
1 Zuijgend Jongetje

‘En volgens bijgevoegde Reekening van den Landdrost gesterkt met Secretariale verclaaringen sijn in bovengem:e Maanden van ‘s Comp:s Beestiaal soo verrekt als door ‘t Wild gedierte vernield, namentlijk.’


Afschrijven { 137 Runderbeesten
1 Paard
13 Bocken

Afschrijven { 137 Runderbeesten
1 Paard
13 Bocken

’(:onderstond:)’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop 21: maart 1747 /:was geteekent:/ R. Tulbagh.’

Vervolgens hebben d’ overheeden van de alhier aanweesende vier Engelssche Comp:e Scheepen, Bombaij Castle , Portfield , Pelham en Nordfolk gepresenteerd het onderstaande versoekschrift.

Aan den Wel Edelen Gestr: heeren Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsgaders gouverneur van Cabo de goede Hoop en Ressorte van dien &. &. &. Beneevens den E. Agtb:re Politicquen Raadt.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren’

‘Wij de ondergeteekend Capitains van de alhier ter Rheede Leggende Engelsse Oost-Indische Comp:s Scheepen ende uijt naam van de daarop bescheijden sijnde Super Carga’s, Factors, en andere dienaars van bovengem: Comp:e Smeeken bij deesen om dit ons needrig Request aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re te mogen presenteeren.’

‘Dewijl aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re niet onbekend kan sijn hoe nadeelig het voor onse heeren en Meesteren moet weesen dat soo een considerabel Comptoir, als Madras teegenwoordig in de franssen haar handen gevallen, van haar naar alle Apparentie verscheijdene van onse Comp:s Scheepen moogen genomen deese onder ons Commando hebbende Bodems, van Twee fransse Oorlogscheepen (: soo te seggen:) ter Uwer Rheede geblocqueert werden gehouden, en wij soo lang als gem:e Fransse Oorlogscheepen voor de Mond van deese have kruijssende Sijn, onder de grootste vreese en ongerustheijd voor de behoudenisse van onse soo wel uijtkomende als ook thuijs gaande scheepen dewelke volgens de aan haar meede gegeevene Ordres, of ook wel Weegens een of ander gebrek of rampen sig genoodsaakt vinden deese plaats aante doen, moeten weesen.’

‘Dierhalven soo neemen wij de vrijheijd Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re op het ootmoedigste te smeeken (:dewijl aan onse heeren en Meesteren een particuliere dienst soude kunnen geschieden (:omme ons goedgunstig gelieven toe te staan dat een van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re hier ter Rheede Leggende hoekers of ander vaartuijg van de hoogte van de Caap de Goede Hoop tot de Baaij fals toe heen en weer Cruijssen mogte, om soo dra als soo een hoeker of vaartuijg eenige van onse Comp:s Scheepen in ‘t gesigt mogte krijgen, aan deselve de ongeluckige Situatie, waarin wij ons thans hier bevinden, bekend te maaken, ‘t geen haar beletten soude deese Rheede aan te doen, en op soo een manier ‘t bevoorstaande gevaar Echappeeren mogten.’

‘Terwijl wij ten overvloede overtuijgd Sijn van Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:re goede Intentie; soo wel in ‘t particulier teegens welopgem:e onse Comp: als ook in ‘t generaal teegens onse Natie, willen wij ons niet aanmatigen aan Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb:re teegenswoordig te kennen te geeven dat indien ons versoek door Uwe goedheijd mogt toegestaan worden, daar door aan onse Heeren en Meesteren van de Engelse Oost-Indische Comp:e een bijsondere groote gunst en dienst soude kunnen beweesen werden; Nog hoeven wij ook geensints aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re voor oogen te Leggen dat dewijl onse goede vrienden en Bondgenooten de Hollandsche Natie, groote en swaare Capitaalen in de Actiën van onse Oost-Indische Comp: hebben, gevolgelijk ook de gantsche natie aan ‘t Welvaaren of ondergang van gedagte onse Comp:nie seer veel moet geleegen Sijn; dierhalven soo willen wij deese onse aangehaalde Reedenen en versoeken aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re hoog wijser oordeel en decisie overlaaten; Wijders neemen wij ook nog de vrijheijd, indien van Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:re aan ons het gepetitioneerde vaartuijg mogte geaccordeert worden, op het ootmoedigste te versoeken, ons gelieven te permitteeren dat een of twee van ons volk op het selve vaartuijg dat van Uwe Wel Edele Sestr: en E: Agtb:re voor soo een importante dienst, ten behoeve der Engelsche Oost-Indische Comp:e geappointeert sal worden, sig meede daarop bevinden mogten.’

‘Inmiddels verseekeren wij uijt naam ende van weegens onser Heeren en Meesteren dat Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:re gunstige Approbatie ten regarde van ‘t voorm:e vaartuijg met seer veel verpligtinge van meermaalsgem:e Engelsse Oost-Indische Comp: sal geconsidereert, en alle daarop Lopende onkosten met seer veel dankbaarheijd sullen vergoed werden; Terwijl wij ondergeteek: voort ‘t geduurig welvaaren van Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:re onophoudelijk syn biddende, met de uijtterste eerbied verblijven.’

’(:onderstond:)’

‘Wel Edele Gestrenge heer en E: Agtbare Heeren Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:r heeren seer onderdanige en gehoorsam dienaren (:Was geteekent:) Tho:s Brown, Nath: Hancock, Geo: Lindsay F. D’ Abbadie: P: S. Indien het Uwe Wel Edele gestr. en E. Agtb:re behaagen mogte, is nog ons needrig versoek aan ons gelieven te accordeeren wanneer eenige en welprincipaal Fransse Scheepen, in ‘t gesigt van deese Baaij komen mogten, aan Boord van onse Scheepen de Princevlag te mogen vertoonen, sijnde sulx maar alleen om de franssen te doen gelooven, dat eenige van onse Mackers bij Nagt stil en ongemerkt deese Rheede verlaaten hebben.’

Welk Schriftuur met aandagt geleesen en overwoogen sijnde, heeft men moeten besluijten, dat daarop voor Appostille sal gegeeven worden te weeten dat het versoek daarbij gedaan niet kan worden toegestaan, omdat d’ E. Comp: hier ter plaatse enkel en alleen twee kleijne hoekers hebbende, sij die nog ten hoogsten nodig heeft om jeegenswoordig van hier naar de Baaij fals over te voeren de goederen die men gewoon is Jaarlijx van deese plaats derwaarts in voorraad te senden ten dienste der Scheepen die in de Winter in de voorsz: Baaij fals aankomen.

Vermits den Schipper van het Laatst aangekomen Schip Zuijderburg Maarten den Breems op de reijse is komen te sterven en dat den opperstuurman van dien bodem Pieter Pietersz: denwelken denselven van het Eijland St: Jago hier ter Rheede heeft aangebragt een bequaam en vigilant Zeeman is, is denselven oversulx tot Schipper op die kiel aangesteld, welke kiel dan aan hem met haare Laading, Contanten ensz na d’ ordre der E: Comp:e sal overgegeeven worden; En is wijders tot opperstuurman op dat Schip gevordert, den onderstuurman Johannes Martinus Kleijn, en dan weeder tot onderstuurman den derdewaak Thobias Mutzel die eijndelijk als derdewaak sal worden opgevolgd door den Bosschieter Michiel Suerense Hamelouw, ondertusschen dat in steede van wijlen den opperm:r van dat selve Schip weeder aangesteld is den daarmeede uijtgekomene ondermeester Jan Christoffel Ekhart, dog alle op de nadere Approbatie van de Heeren van de Hoge Indiaasse Regeeringe van wien sij alle ook de gagiën tot haare respective bedieningen staande, sullen moeten versoeken.

Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 125, pp. 100-104.

Dingsdag den {17470404} 4: April 1747.

’s Voormiddags alle present.

Dewijl den tijd van vijfthien Jaaren voor denwelken men begonnen heeft in den Jaare 1732. Landerijen in Erfpagt uijt te geeven; in opsigt van sommige derselver bereijts is geëxpireert en dat den tijd van de andere d’ eene voor, d’ andere na, na vervolg meede staat te verschijnen; geliefden den Heer Gouverneur de Leeden des Raads in bedenkinge te geeven, hoedanig men daarmeede thans ten meesten nutte der E. Comp:ie soude dienen te handelen, namentlijk of men die Landerijen, als sijnde sulx bij de daarvan verleende Erfpagtbrieven in de keure en aan de Optie van d’ E. Comp:e gelaaten, na betaalinge der daarop staande opstallen volgens de als dan daartoe te doene Taxatie, weeder na Sig sal trecken, dan wel of men voorsz:e Landerijen aan dies huurders en pagters op de voorgaande Conventiën nog voor den tijd van Vijfthien Jaaren sal laaten, en dus de daarvan verleende Erfpagtbrieven voor gesegden tijd vernieuwen en verlangen; En Is na dat hierover met aandagt was geraadpleegt en overwoogen wat voor en teegens was; voor het intrest der E. Comp:ie raadsaamst geoordeelt dat de huurders en pagters der meermaals gen: Landerijen in dies besit sullen gelaaten en gecontinueert worden soo ende indier voegen als het hier even is gemelt.

Bij het rapport verleent door den burger Cornet Carel Pietersz: de Jaager, weegens het voorgevallene op de togt door hem ondernoomen tegens de bosjesmans tot agterhaaling van het vee, ‘t welk door deselve van deese en geene deeser Landbouwers Landwaarts in woonagtig is berooft geworden onder den 7: den voorleedene maand maart, eene periode gevonden wordende noopende het ombrengen van eenige dier bosjesmans soo manne, vrouwen als kinderen, ‘t welk seer afschuwelijk en duijster voorkomt; heeft men moeten besluijten dat den Land-drost Johannes Theöphilus Rhenius bij missive sal worden geordonneert, om Sig weegens dit toeval ten naauwsten te inquireeren om deesen raad vervolgens deesen aangaande een duijdelijk berigt te geeven, op dat men dus in staat mogt geraaken, hier op na behooren te kunnen disponeeren.

Gemerkt onder het volk van het Schip Zuijderburg , een algemeen misnoegen word bespeurt tegens den bootsman van dien boodem, waar van onlangs bij seekere verschil dat dien bootsman met den opperseijlmaker van dien bodem heeft gehad blijken sijn gesien, en datter aanden anderen kant, soo veel ten lasten van gedagten bootsman niet word gevonden om denselven in regten te kunnen vervolgen; Is hierom en tot voorkoominge van alle ongemacken mitsgrs: tot bewaaringe van de vreede en rust, op dat Schip Zuijderburg , verstaan dat men dien bootsman op een der ter rheede Leggende Scheepen sal verplaatsen, en die van die kiel weeder doen overgaan op Zuijderburg .

Gesien en geleesen sijnde twee Wisselbrieven door den hoog Edelen heer gouverneur generaal Gustaaf Willem van Imhoff onder den 22: novemb: 1746 op deese regeeringe getrocken, de eene ten voordeele van den oud burgerraad Johan de With en den burgerweesmeester Alexander Coel groot ƒ2635:10: en de andere ten faveure van den adsistent Jasper t’ Westpalm ten bedraage van ƒ22154:8:- is verstaan, dat deselve met den eersten uijt ‘s Comp: Cassen sullen betaalt worden.

Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Moller

C. 125, pp. 105-108.

Dingsdag den {17470418} 18: April 1747.

’s Voormiddags alle present.

Op het hiertoe gedane versoek bij Burgerraaden en Burger officieren deeser plaatsen is goedgedagt dat haar Wel Edele hoog Agtb:re d’ heeren Seventhienen met de aanweesende Retourscheepen eerbiedig sullen worden versogt, ten behoeve van deese Caabse Burgerije en Colonie bij bequame geleegentheijd herwaarts inkoops prijs te willen senden de Manufactuuren en Houtwerken bij de daarvan geformeerde Lijst vermeld staande.

Terwijl wijders nog verstaan is dat men uijt ‘s Comp:s Cassa alhier sal doen betaalen seekere Wisselbrief door den Hoog Edelen heer gouverneur Generaal Gustaaf Willem van Imhoff, onder den 5. Januarij deeses Jaars op deese Regeeringe getrocken ten voordeele van vrouwe Constantia Helena ten Damme wed: wijlen den Edelen heer Raad ordinaris van India Maurits van Aarden groot ƒ36000. om ter deeser plaatse voldaante worden aan den heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel en Juffrouw Wilhelmina Adriana ten Damme.

Sijnde ook aan de onderstaande persoonen toegestaan om haare te goed behoudene Soldij reecq:gn na dat egter daarmeede alhier conform de ordre sal sijn gehandelt na het Vaderland te mogen oversenden om dies Montant door haare gemagtigdens aldaar te laaten ontfangen, te weeten.

Van het Eijland Ceijlon herwaarts te verwagten staande den Maccassaars prinsje Dain Mangilieki neevens den gedimoveerden Poelem Bankeengs mitsg:s den Regent Dain Manompo met sijne twee soonen en gevaarlijken Raadsman den Priester van Motjong kombo om alhier tot nadere ordre gerelegueert te blijven, soo is uijt aanmerkinge dat se alle bij het daarvan alhier gesondene Extract uijt de generaale Resolutie des Casteels Batavia van den 2: Aug:s 1746. als seer moordaadige Roof en Muijtsugtige worden afgebeeld, verstaan dat men deselve bij hun komst aan dit gouvernement op het Robben Eijland sal versenden en aldaar plaatsen.

Laatstelijk is aan de onderstaande persoonen hierom versoek doende toegestaan als volgt.

Aan den Adsistend Abraham Dias da fonseka Jongst van Batavia hier gesonden om neevens desselfs huijsvrouw met volle gagie, en

Aan den Adsistend Carel Brit onder afgeschreevene gagie te mogen repatrieeren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Moller

C. 125, pp. 109-120.

Dingsdag den {17470502} 2: Maij 1747.

’s Voormiddags alle present.

Na resumptie van het hoog geagt aanschrijvens van Generaal en Raaden van India van den 30. Januarij deeses Jaars, het welk ons met het aanweesende provisie Schip Nieuwstad ter eeren aan handen is gekomen; Is best gedagt dat daarop in alle Eerbied sal worden gerescribeert.

Eerstelijk dat van de geeijschte Justitieele Stucken die alhier gediend hebben in het proces geëntameert door den Landdrost Pieter Lourensz: teegens den Burger Marthinus Spangenberg bereijts van hier na Batavia gesonden sijnde, de geene dewelke ter deeser Secretarije van Justitie nog waaren berustende, gelijk sulx vermeld staat bij onsen Onderdanigen van den 30: Januarij deeses Jaars; voorts al voor eenigen tijd ook van hier na gemelde hoofdplaats sijn vertrocken den van deese plaats ontboodenen Sergeant Frans Jacob Berg, mitsgaders den Boekhouder Henricus van Santen, en dat wijders in het vervolg alsulke aanhoudingen, alhier niet meer sullen geschieden.

Ten tweeden ten belange van den herwaarts te rug gesondene Sold:t Hendrik Wek in de qualiteijd van Burger, waaruijt door deese Regeering is gedimitteert geweest; en tot nadere elucidatie van die saak, Dat op de ingebragte klagten van den Burger Krijgs Raad alhier, bij haare Notulen van den 5: April des Jaars 1745: namentlijk dat denselven Hendrik Wek van een slegt gedrag was, en telkens sijne Burgerwagt niet waarnam met bijgevoegd versoek dat hij ter dier Oorsake van hier mogt worden weggesonden, denselven naar Luijd van desselfs Vrij brief, dewelke gelijk die der andere Vrij wordende persoonen dicteert, dat soo wanneer deselve benodigt of hun gedrag onbetamelijk mogt weesen, men hun weeder voor haare oude qualiteijt in dienst Sal mogen trecken; Weeder in dienst den E. Comp:e is genomen voor Soldaat @ 9 ter maand, dog niet door den heer Gouverneur alleen en op prive Authoriteijt maar wel door een unanime besluijt van deese Regeering blijkens de Notulen van den 6: April des voormelden jaars; dat dan uijt dit alles komende te blijken dat meermaals geciteerde Hendrik Wek door sijne valsche voorgeevinge haar Hoog Edelen tot Batavia en vooral gedagten welopgemelden heer Gouverneur op eene Sinistre en niet min onbetamelijke Wijse ten toon gesteld heeft, derhalven aan het oordeel van haar Wel Edele Groot Agtb:re eerbiedig sal worden gedefereert gelaaten, wat sal dienen gedaan te worden met een persoon die tot sulke daaden bequaam is, en sig allesints hier ter plaatse seer slegt gecomporteert heeft, edog dat denselven sig onder dies wel gedraagende, neevens de andere Burgers gelijk het betamelijk is, sal gehandelt worden; ondertusschen dat van weegens meermaalsgen:e heer Gouverneur hier nog sal worden bijgevoegd, dat Sijn Edele, welopgemelde heeren van de hooge Indiaasse Regeeringe kan verseekeren dat hij van het begin dat het gebied hier aan handen heeft gehad tot dato deeses niemand deeser ingeseetenen qualijk heeft behandelt of hun oorsaak gegeeven om met reeden over sijn gedoente te kunnen klaagen.

Ten derden, dat ter deeser plaatse sulke Soorten van Ankers niet wordende gevonden als thans van hier worden geeijscht; de naast daar aankomende die hier nog Leggen, bestaande in ses Stux van

En Laatstelijk dat gedagte heeren van de hooge Indiaasse Regeeringe op het onderdanigst sullen worden bedankt voor de herwaarts gesondene goederen met het Provisie Schip Nieustad in den hoofde deeses gemeld, mitsg:d het Stukvat dat door het Schip Huijgewaard ter deeser plaatse is te rug gebragt, en wijders nog dat haar Wel Edele Groot Agb:re verdere geEerde Ordres, vervat bij Sommige der Bijlaagen, met gedagte Schip Nieuwstad meede overgekomen in soo verre deselve op dit gouvernement Betreckelijk kunnen Sijn, Schuldpligtig sullen worden nagekomen.

Bij het opneemen van de Tarw dewelke sig thans in ‘s Comp:s Maguasijnen alhier bevind, gebleeken sijnde, dat in deselve niets meer daarvan in voorraad Legt, als tot den omslag voor dit gouvernement geduurende dit Loopende en het aanstaande jaar noodwendig word vereijscht; te weeten omtrent Twaalf duijzend Mudden, sulx nu uijt die quantiteijt niets kan worden gemist om na Batavia met soo dikwils gen: Schip Nieuwstad over te senden; eensdeels ter sake dat men niet weet of het mancqueerende op de verleende Ordonnantiën tot dies Leverantie aan d’ E. Comp: ten bedrage van Vier Duijsend Mudden nog wel sal kunnen worden geleevert, en ten anderen weegens dat met het selve Schip Nieuwstad hier den ordinairen voorraad van omtrent Twee hondert Lasten Rijst niet aangebragt sijnde, men hierom de vier Duijsend Mudden Tarw dewelke andersints in dies plaatse uijt onsen bovengen:e voorraad souden hebben kunnen worden gemist, nu aan handen moet houden, het welk bij een gevoegd, eene quantiteijt van Agt duijsend mudden Tarw komt te maaken, die men met nog Drie duijsend Mudden dewelke meede souden hebben kunnen worden gemist soo wanneer onsen jaarlijxen voorraad van dat graan, om Reedenen vermeld bij Resolutie van den 7: febr: deeses Jaars, van Vijf tot Agt Duijsend Mudden Tarw niet hadde moeten worden verhoogd en vast gesteld, in het eerst staat hadde gemaakt, dat behalven de bereijts afgescheepte drie hondert Agt en Vijftig Lasten, nog ten minsten van hier na Batavia soude hebben kunnen afscheepen; Is egter om soo veel in ons is haar Hoog Edelens de heeren van de hooge indiaasse Regeering van de Cost te kunnen voorsien en deselve dienaangaande buijten verleegentheijd te stellen, goedgedagt en vastgesteld, dat alle ende een ijgelijk deeser ingeseetenen bij Affixie van Billietten sullen worden geordonneert, om met den aldereersten hier ten Casteele aan te brengen niet alleen al het Coorn dat se op de aan haar daartoe verleende ordonnantiën nog ten Agteren Staan, maar ook nog bovensdien soo veel Tarw als deselve met mogelijkheijd sullen kunnen missen, dan wel soo sij thans geen geleegentheijd hebben om hun voorsz Coorn ten deesen Casteele te kunnen aanrijden ten minsten meede sonder vertoef op het Negotie Comptoir te komen opgeeven hoe veel Coorn elk van hun in maniere voorsz: bij bequame geleegentheijd nog aan d’ E. Comp: sal kunnen Leeveren, op dat hierop een Nette Calculatie mogt worden gemaakt; van dat geen het welk het Sij uijt het geleevert wordende of uijt onsen voorraad om daar na met andere te remplaceeren, sonder ongerief van hier na Batavia sal kunnen overgesonden worden.

Ende nademaal door het Steijgeren inprijs bij dies Jongste aan besteeding van het geleevert wordende versch vleesch voor den omslag der E. Comp:en alhier van vijf tot veerthien duijten, de Lasten van dit gouvernement noodwendig Considerabel sullen moeten toeneemen, heeft men om d’ E. Comp:e in deesen eenigsints te gemoed te komen, voor Eerst moeten besluijten dat het Randsoen van versch vleesch van ‘s Comp:s Slaven, sal sijn en blijven gereduceert van een Pond ‘s daags voor ijder hoofd tot 3/4 lb dagelijx, te meer dewijl deselve Slaven hier door niet verergeren maar in eene gelijke Conditie gesteld worden met de Scheepelingen der hier aankomende Scheepen die ook niet meer als 3/4 lb ‘s daags krijgen.

Terwijl wijders op de hiertoe ingeleeverde Notitie bij den heer Hoofd Administrateur RijkTulbagh nog is verstaan dat ten eijnde d’ E. Comp:e het gewoone Advans van 50: ten hondert op de Indiaasse waaren mogt komen te genieten, de onderstaande goederen, Jongst soo van Batavia als Ceijlon en Bengalen hier aangebragt voor de daarbesijden genoteerde prijsen uijt ‘s Comp:s Pakhuijsen sullen verstrekt en voor Contant vercogt worden, te weeten

Beng:s Guinees lang 75 breed 2 1/4 Cob:o t' p:s Rds 6 1/4.
Zeijlkleeden d:o 36 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 4.
Tutucorijns Guinees d:o 50 d:o 1 9/16 @ d:o d:o 5 3/4
Fijne Cattecaatjes d:o 18 2/3 d:o 1 3/8 d:o d:o d:o 3 3/4
Tutucor:s Deekens d:o 4 27/32 d:o 4 5/16 d:o d:o d:o 4 1/8
d:o Cattoen gaaren 't lb d:o - 1/2
Gonnijs de drie p:s d:o - 1/2
Chitsen br: Cassemb: Lang 24 d:o 2 1/9 Crb:o 't p:s d:o 5 5/8
d:o smalle d:o d:o 10 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 2 5/8
Salempoeriss: br. bl. Cust d:o 33@32 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 3 3/4
d:o fijn gebl: d:o d:o 30., 32 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 4 1/8
d:o gem. d:o d:o 33 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 2 1/2
Guinees b:r bl: d:o 50 d:o 1 1/2 d:o @ d:o 6 3/4
d:o b:r bl: d:o 50 d:o 1 1/2 d:o d:o d:o 8 5/8
Zeijlkleeden Cust gem: gebl: d:o 36. d:o 1 1/2 d:o d:o d:o 3 7/8
Bafta's br: bl: Cust d:o d:o 22 1/2 d:o 1 1/2 d:o d:o d:o 4
Parkallen fijne gebl. d:o d:o 15 @16 d:o 2 1/4 Crb:o d:o d:o 2 3/8
Chelas geruijte Cust d:o 16 d:o 2. d:o d:o d:o 4 7/8
Chitsen Pattenase Beng:s d:o 10 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 2 1/8
Cassa's fijne beng:s met goude hoofde d:o 40 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 13 1/2
Cassa's Boerongse d:o 38. d:o 1 7/8 d:o d:o d:o 8 5/8
Cassa's fijne met goude hoofde d:o 40. d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 12 3/8
Hamans d' Hendiaaesse met d:o 23@24 d:o 2 7/8 a 3 d:o d:o d:o 9 1/2
Saanen fijne beng:s d:o 20 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 6 5/8
Spreijen of Palemposen souratse d:o 4. d:o 2 19/24 d:o d:o d:o 2
Chitsen Chermse Souratse d:o 11 @ 12 1/4 d:o - 7/8 d:o d:o d:o 1 5/8
d:o Smalle ord: d:o d:o 12 1/2 d:o - 7/8 d:o d:o d:o 1 5/8
d:o Breede d:o d:o 12 1/4 a 12 1/8 d:o 1 7/8 a 1 3/8 d:o d:o 2 5/8  
Fotassen fijne gesort d:o 32 d:o d:o 2 1/2 d:o d:o 1 3/8
Gerrassen beng:s d:o 30@36. d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 3 1/8
Bafta's swarte breede halve souratse d:o 11 d:o 11 1/8 d:o 1 3/8-17/16 d:o @ d:o 1 3/4
d:o d:o smalle heele d:o d:o 22 d:o 22 1/4 d:o - 7/8-15/16 d:o d:o d:o 2 1/2
d:o d:o d:o halve d:o d:o 11.d:o 11 1/8 d:o - 7/8-15/16 d:o d:o d:o 1 1/4
Kangams swarte souratse d:o 19 d:o 19 1/4 d:o 1 1/16 d:o d:o d:o 2 1/4
Kannekijns d:o d:o d:o 18 3/4 d:o 18 7/8 d:o - 7/8-15/16 d:o d:o d:o - 3/4
Niquaniassen grove d:o 14. d:o 1 9/32 d:o 1 5/16 d:o d:o d:o 1 3/4
Schratse Deekens d:o 3 15/16 d:o 2 3/4 d:o d:o d:o 4 3/4
Beng:s Guinees lang 75 breed 2 1/4 Cob:o t' p:s Rds 6 1/4.
Zeijlkleeden d:o 36 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 4.
Tutucorijns Guinees d:o 50 d:o 1 9/16 @ d:o d:o 5 3/4
Fijne Cattecaatjes d:o 18 2/3 d:o 1 3/8 d:o d:o d:o 3 3/4
Tutucor:s Deekens d:o 4 27/32 d:o 4 5/16 d:o d:o d:o 4 1/8
d:o Cattoen gaaren 't lb d:o - 1/2
Gonnijs de drie p:s d:o - 1/2
Chitsen br: Cassemb: Lang 24 d:o 2 1/9 Crb:o 't p:s d:o 5 5/8
d:o smalle d:o d:o 10 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 2 5/8
Salempoeriss: br. bl. Cust d:o 33@32 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 3 3/4
d:o fijn gebl: d:o d:o 30., 32 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 4 1/8
d:o gem. d:o d:o 33 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 2 1/2
Guinees b:r bl: d:o 50 d:o 1 1/2 d:o @ d:o 6 3/4
d:o b:r bl: d:o 50 d:o 1 1/2 d:o d:o d:o 8 5/8
Zeijlkleeden Cust gem: gebl: d:o 36. d:o 1 1/2 d:o d:o d:o 3 7/8
Bafta's br: bl: Cust d:o d:o 22 1/2 d:o 1 1/2 d:o d:o d:o 4
Parkallen fijne gebl. d:o d:o 15 @16 d:o 2 1/4 Crb:o d:o d:o 2 3/8
Chelas geruijte Cust d:o 16 d:o 2. d:o d:o d:o 4 7/8
Chitsen Pattenase Beng:s d:o 10 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 2 1/8
Cassa's fijne beng:s met goude hoofde d:o 40 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 13 1/2
Cassa's Boerongse d:o 38. d:o 1 7/8 d:o d:o d:o 8 5/8
Cassa's fijne met goude hoofde d:o 40. d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 12 3/8
Hamans d' Hendiaaesse met d:o 23@24 d:o 2 7/8 a 3 d:o d:o d:o 9 1/2
Saanen fijne beng:s d:o 20 d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 6 5/8
Spreijen of Palemposen souratse d:o 4. d:o 2 19/24 d:o d:o d:o 2
Chitsen Chermse Souratse d:o 11 @ 12 1/4 d:o - 7/8 d:o d:o d:o 1 5/8
d:o Smalle ord: d:o d:o 12 1/2 d:o - 7/8 d:o d:o d:o 1 5/8
d:o Breede d:o d:o 12 1/4 a 12 1/8 d:o 1 7/8 a 1 3/8 d:o d:o 2 5/8  
Fotassen fijne gesort d:o 32 d:o d:o 2 1/2 d:o d:o 1 3/8
Gerrassen beng:s d:o 30@36. d:o 2 1/4 d:o d:o d:o 3 1/8
Bafta's swarte breede halve souratse d:o 11 d:o 11 1/8 d:o 1 3/8-17/16 d:o @ d:o 1 3/4
d:o d:o smalle heele d:o d:o 22 d:o 22 1/4 d:o - 7/8-15/16 d:o d:o d:o 2 1/2
d:o d:o d:o halve d:o d:o 11.d:o 11 1/8 d:o - 7/8-15/16 d:o d:o d:o 1 1/4
Kangams swarte souratse d:o 19 d:o 19 1/4 d:o 1 1/16 d:o d:o d:o 2 1/4
Kannekijns d:o d:o d:o 18 3/4 d:o 18 7/8 d:o - 7/8-15/16 d:o d:o d:o - 3/4
Niquaniassen grove d:o 14. d:o 1 9/32 d:o 1 5/16 d:o d:o d:o 1 3/4
Schratse Deekens d:o 3 15/16 d:o 2 3/4 d:o d:o d:o 4 3/4

Op het te kennen geeven van den Heer President der Weescamer Pieter Reede van Oudshoorn dat door den toeneemen en uijtbreijden deeser Colonie, het Werk op de weescamer alhier, ook sodanig is komen toe te neemen, dat alles wat daaraan dependeert thans door een Man alleen niet meer met mogelijkheijd kan worden verrigt en waargenomen, met versoek dat hierom den Secretaris der voorsz: Weescamer een gesworen Clercq mogt worden toegevoegd; Is daartoe onder Sijn thans Winnende gagie aangesteld den Adsistend Philip Boomgaard.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J S Moller

C. 125, pp. 121-125.

Dingsdag den {17470509} 9. Maij 1747.

’s Voormiddags alle present.

Gemerkt seedert het Affigeeren der Billietten, beraamd bij Resolutie van den 2: deeser maand Maij, bereijts ten deesen Casteele sijn aangebragt vijfhondert mudden Tarw en door eenige persoonen nog is aangegeeven geworden wat door haarl: van dat graan nog in het vervolg sal kunnen geleevert worden; mitsgaders dat ook word vastgesteld dat de geheele quantiteijt van vier duijzend Mudden Tarw, dewelke op de hiertoe verleende ordonnantiën hebben gemancqueert, ten volle sal geleevert worden, om dat men seekere onderrigtingen heeft, dat hier te Lande bij de ingeseetenen soo ten platten Lande als hier aan de Caab nog een goede quantiteijt Coorn in voorraad Legt; Is oversulx verstaan dat met het ter deeser Rheede Leggende provisie Schip Nieuwstad nog twee hondert Lasten Tarw of daar omtrent van hier na Batavia sullen afgescheept, dog daar neevens aan de heeren van de Hoge Indiaasse Regeeringe geschreeven worden dat dit om de reedenen bij bovengen: Resolutie ter needer gesteld, alles is dat men dit jaar naar alle waarschijnelijkheijd sal kunnen missen.

Ende gelijk wanneer op verleedene Vrijdag door den heer gouverneur ende gesamentlijke Raadsleeden inspectie is genomen over de thans hier onder handen sijnde Pelmoolen, dies fabricateur den Molenaar Gerrit Benes Kamerling heeft betuijgd dat deselve Pelmoolen als hij na geene Materialen moet wagten en hem de nodige Ambagts Luijden worden bijgeset, binnen den tijd van een jaar sal kunnen worden opgemaakt en voltooijt; heeft men op dat men als dan met het maaken van Gort een begin kan maaken gearresteerd, dat met den aanstaande ougst daarvan, een reedelijke quantiteijt Garst sal ingeslaagen worden, en dat aan de voornaamste deeser Landbouwers om hun hierna in het Saaijen van dat graan te kunnen rigten van dit Besluijt kennisse sal gegeeven worden.

Bij deese geleegentheijd in overweeginge sijnde genomen dat ‘s Comp:s graan maguasijnen soo hier ten Casteele als daar buijten, soo bekrompen en kleijn sijn, dat behalven het ongemak dat komt te resulteeren uijt haare afgesonderde en van een Leggende standplaatsen, men nog in deselve niet als seer beswaarlijk en dan nog met groote schaade kan bergen alle de graanen die d’ E. Comp:e soo tot haaren voorraad voor dit gouvernement als tot het wegsenden na Batavia en verderen omslag komt te benodigen; is om hierinne gelijk het behoord te voorsien, gearresteerd, dat met den eersten een bequaam Pakhuijs na vereijsch van Saaken sal worden opgeset in deese Tafelvalleij even boven ‘s Comp:s Water-Molen; welke plaats daartoe is gekoosen geworden, niet alleen om haaren goeden stand die voor alle brand en andere ongemacken die van buijten souden kunnen aankomen is bevrijd, en de ruijmte dewelke men daar heeft om wel te kunnen timmeren; maar ook om dat de Landbouwers haare Coorn daar aanbrengende een groote uijtwinning sal sijn, in het als dan niet geduurig met ‘s Comp:s wagens uijt dit Casteel na voorsz: Watermolen te moeten aanrijden soo als nu moet worden gedaan van al het Coorn dat in sulken groote quantiteijt jaarlijx tot het backen van Brood voor dit guarnisoen en de aankoomende Scheepen als andersints moet worden gemaalen.

Laatstelijk is uijt hoofde dat den dienst voor de officieren deeses Casteels wat swaar komt te vallen, dog voor al ter sake dat deselve niet sterk genoeg sijn om het gantsche Bataillon hier guarnisoen houdende bij Attacque van vijanden gelijk het behoord te kunnen Commandeeren, ten minsten niet sodanig dat men de gewenste uijtwerkingen daarvan ten vollen soude kunnen hoopen, op de voorstelling van den heer Gouverneur tot vaandrig met ƒ40. ter maand aangesteld den serg:t Hieronimus Hendriksz: als sijnde een bequaam en Ervaaren Militair die d’ E. Comp: lang heeft gediend, dog egter op de nadere Approbatie der heeren Majores.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 125, pp. 126-127.

Woensdag den {17470517} 17: Maij 1747.

’s Voormiddags alle present.

Het ter deeser Rheede Leggende Deensse Retourschip de Croonprinces op gisteren een Touw verlooren hebbende; Is op het hierom instantig gedane versoek bij dies overheeden, verstaan dat aan deselve uijt ‘s Comp:s Pakhuijs alhier een Swaar Touw sal worden verstrekt, teegens een Capitaal Advans, soo als de Ordres sulx meede brengen.

Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 125, pp. 128-129.

Saturdag den {17470520} 20: maij 1747.

’s Voormiddags alle present.

Dewijl het Deensch Retourschip de Croonprinces door het aanhoudende Ruuw weer, weeder twee Touwen is komen te verliesen, heeft men moeten besluijten dat hem nogmaals twee Touwen in sulker voegen als sulx Jongst is geschied sullen bijgeset worden.

Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 125, pp. 130-146.

Donderdag den {17470525} 25: maij 1747.

’s Voormiddags alle present.

Is heeden door den Heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh met bijgevoegd versoek dat daarop naar behooren mogt worden gedisponeert, in vergadering geproduceert, d’ onderstaande Memorie van het te kort koomende en gebrookene op de Lading van het aanweesende Provisie Schip Nieuwstad .

‘Memorie van de nabesz: Coffij boonen, Estricken, Waxkaarssen Wax, karbassen en Arak uijt ‘t Provisie Schip Nieuwstad soo te kort, gebrooken als bij pijling minder en Leedig bevonden, gelijk te sien is bij de verclaaring van gecommitteerdens hier annex, Namentlijk.’


141. lb Coffij boonen op 30000. lb bij naweeging minder ontfangen, sijnde 1/2 p:r C:to Sch:s.
1744. P:s Estricken van 16. d:m op 5500. p:s gebrooken, sijnde 31 3/4 p:r C:o Sch:s.
778. P:s Estricken van 14. d:m op 3000 p:s gebrooken sijnde 25 14/15 p:r C:o
628. d:o Estricken van 11. d:m op 2000. p:s gebrooken sijnde 31 2/5 p:r C:o
32. lb Waxkaarssen op 2000 lb bij naweeging minder, sijnde 1 3/5 p:r C:o
33. d:o Wax op 1000. lb minder sijnde 3 3/10 p:r C:o r:m
3. P:s Karbassen op 25. p:s gebrooken sijnde 12. p:r C:o
4178. kann: Arak op 70. Leggers, als

141. lb Coffij boonen op 30000. lb bij naweeging minder ontfangen, sijnde 1/2 p:r C:to Sch:s.
1744. P:s Estricken van 16. d:m op 5500. p:s gebrooken, sijnde 31 3/4 p:r C:o Sch:s.
778. P:s Estricken van 14. d:m op 3000 p:s gebrooken sijnde 25 14/15 p:r C:o
628. d:o Estricken van 11. d:m op 2000. p:s gebrooken sijnde 31 2/5 p:r C:o
32. lb Waxkaarssen op 2000 lb bij naweeging minder, sijnde 1 3/5 p:r C:o
33. d:o Wax op 1000. lb minder sijnde 3 3/10 p:r C:o r:m
3. P:s Karbassen op 25. p:s gebrooken sijnde 12. p:r C:o
4178. kann: Arak op 70. Leggers, als

’(:onderstond:)’

‘In ‘t Casteel de goede Hoop 25: maij 1747. (:was geteekent:) R. Tulbagh.’

Naar welkers Lectuure in Raade verscheenen Weesende den Schipper van die kiel Gerrit Both; aan wien ten eijnde hij Sig weegens het bovenstaande soude kunnen verantwoorden bereijts ter handen is gesteld, Extract uijt het verleende Rapport bij de gecommitt:s dewelke bij het ontlossen van dat Schip sijn present geweest, heeft gedagten Schipper deesen aangaande het volgende Schriftuur ingeleevert.

‘Den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India en Gouverneur in Loco &. &. &. den ondergeteek namentlijk den Schipper van ‘t Schip Nieuwstad , hebbende gelieven te Ordonneeren omme behoorlijk te verantwoorden, Waar door de minderheeden en defecten op die Lading met voorm: Bodem voor dit Gouvernement aangebragt, sijn ontstaan; Soo verklare ik de oorsaak daar van te sijn, als in Margine deeses staan aangehaald, bestaande de voorsz: minderheeden en defecten, in ‘t volgende, te weeten.’


De vermindering der Coffij Boonen moet toegeschreeven werden door dien de Rotten in eenige der Baalen gaten gegeeten hebben, waar door de Spillagie is ontstaan, soo als dan ook in d' reijse is ondervonden dat deselve differente maalen sijn gepompt geworden. { 141. b Coffij boonen op 30000. lb bij naweeging minder, sijnde 1/2 p:r C:o Sch:s.
Soo meede met d' Estricken, deselve sijn niet alleen voor een groot gedeelte gebroken aan boord gekomen, en alhoewel daarna behoorlijk weggestuuwt sijnde, heeft men egter niet kunnen beletten, dat eenige door de swaare werking van 't Schip, bij swaar weer, sijn vergruijselt, als ook bij het ontlaaden en met het Overvoeren der Landsboots ter deeser Rheede sijn gebrooken.{ 1744. P:s Estricken van 16. d:m op 5500. p:s gebrooken sijnde 31 3/4 p:r C:o Sch:s.
778. P:s Estricken van 14. d:m op 3000 p:s gebr: sijnde 25 14/15 p:r C:o
628. d:o Estricken van 11. d:m op 2000. p:s gebrooken, sijnde 31 2/5 p:r C:to
De 32. lb Waxkaarssen, en kan den ondergeteek: geen reedenen van geeven, vermits die door hem op batavia, in 't dispens sodanig Sijn ontfangen en behoorlijk in 5. kassen in het ruijm geslooten sijnde, ook soo wederom op dit Comptoir sijn overgeeven.{ 32. lb Waxkaarssen op 2000 lb bij naweeging minder, sijnde 1 3/5 p:r C:to
De Wax op Batavia wel ontfangen sijnde, segt den ondergeteek: verspilt te sijn door het geduurige verwerken desselve /:dat men bij 't Laden van een Schip onderworpen is:/ Soo dat dit geen ander oorsaak kan toegeschreeven werden.{ 33. d:o Wax op 1000. lb bij naweeging minder, sijnde 3 3/10 p:r C:to
3 p:s karbassen die ook gebrooken sijn betuijgd den ondergeteek: nogtans dat hij deselve uijtgenomen een, anders alle wel en behoorlijk, in de Landsboots heeft overgeleevert, sijnde den anderen aan boord van 't Schip /:dat mackelijk gebeuren kan, door dien dat goed niet berottingt is:/ gebrooken.{ 3. P:s Karbassen op 25. p:s gebrooken sijnde 12. p:r C:to
4178. Cann: Arak op 70 Leggers bij pijling minder bevonden, is veroorsaakt door dien 't Vaatwerk, oud en vol wurmgaten is bevonden ten anderen door perssing en slingeren van 't Schip bij Swaare Zeën, als meede dat men bij t' onlaaden van 't Schip ontwaard heeft eenige duijgen in de Leggers sijn gebrooken geweest, waar door deese minderheeden sijn komen te vallen, sijnde anders die Leggers behoorlijk en na 't algemeen gebruijk in opgemelden bodem gestuuwt geweest, soo als 't Rapport aan Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: door gecommitteerdens, omtrent de daarover gedane Examinatie, ook komt te dicteeren. { 4178. kann: Arak op 70. Leggers, als

De vermindering der Coffij Boonen moet toegeschreeven werden door dien de Rotten in eenige der Baalen gaten gegeeten hebben, waar door de Spillagie is ontstaan, soo als dan ook in d' reijse is ondervonden dat deselve differente maalen sijn gepompt geworden. { 141. b Coffij boonen op 30000. lb bij naweeging minder, sijnde 1/2 p:r C:o Sch:s.
Soo meede met d' Estricken, deselve sijn niet alleen voor een groot gedeelte gebroken aan boord gekomen, en alhoewel daarna behoorlijk weggestuuwt sijnde, heeft men egter niet kunnen beletten, dat eenige door de swaare werking van 't Schip, bij swaar weer, sijn vergruijselt, als ook bij het ontlaaden en met het Overvoeren der Landsboots ter deeser Rheede sijn gebrooken.{ 1744. P:s Estricken van 16. d:m op 5500. p:s gebrooken sijnde 31 3/4 p:r C:o Sch:s.
778. P:s Estricken van 14. d:m op 3000 p:s gebr: sijnde 25 14/15 p:r C:o
628. d:o Estricken van 11. d:m op 2000. p:s gebrooken, sijnde 31 2/5 p:r C:to
De 32. lb Waxkaarssen, en kan den ondergeteek: geen reedenen van geeven, vermits die door hem op batavia, in 't dispens sodanig Sijn ontfangen en behoorlijk in 5. kassen in het ruijm geslooten sijnde, ook soo wederom op dit Comptoir sijn overgeeven.{ 32. lb Waxkaarssen op 2000 lb bij naweeging minder, sijnde 1 3/5 p:r C:to
De Wax op Batavia wel ontfangen sijnde, segt den ondergeteek: verspilt te sijn door het geduurige verwerken desselve /:dat men bij 't Laden van een Schip onderworpen is:/ Soo dat dit geen ander oorsaak kan toegeschreeven werden.{ 33. d:o Wax op 1000. lb bij naweeging minder, sijnde 3 3/10 p:r C:to
3 p:s karbassen die ook gebrooken sijn betuijgd den ondergeteek: nogtans dat hij deselve uijtgenomen een, anders alle wel en behoorlijk, in de Landsboots heeft overgeleevert, sijnde den anderen aan boord van 't Schip /:dat mackelijk gebeuren kan, door dien dat goed niet berottingt is:/ gebrooken.{ 3. P:s Karbassen op 25. p:s gebrooken sijnde 12. p:r C:to
4178. Cann: Arak op 70 Leggers bij pijling minder bevonden, is veroorsaakt door dien 't Vaatwerk, oud en vol wurmgaten is bevonden ten anderen door perssing en slingeren van 't Schip bij Swaare Zeën, als meede dat men bij t' onlaaden van 't Schip ontwaard heeft eenige duijgen in de Leggers sijn gebrooken geweest, waar door deese minderheeden sijn komen te vallen, sijnde anders die Leggers behoorlijk en na 't algemeen gebruijk in opgemelden bodem gestuuwt geweest, soo als 't Rapport aan Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: door gecommitteerdens, omtrent de daarover gedane Examinatie, ook komt te dicteeren. { 4178. kann: Arak op 70. Leggers, als

‘Sullende Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: uijt ‘t in margine deeser gestelde klaarlijk de waaragtige reedenen kunnen beoogen, waar door Spillagie, Leccagie, vermindering en breeking der voorsz: goederen sijn oorsprong heeft, om welke reedenen den ondergeteek: op de eerbiedigste wijse versoekt (:als een dienaar die d’ E. Comp:e ‘t seedert dat hij deselve gediend heeft altoos trouw en eerlijk heeft behandelt:/ dat hij voor gem: minderheeden en defecten der voorsz: goederen niet mag werden belast. (:onderstond:) In ‘t Schip Nieuwstad d’ 19. maij 1747. /:was geteek:t:/ Gerrit Both.’

Het welk meede geleesen weesende wierd hierop door den heer gouverneur te kennen gegeeven, dat door hem alvoorens men heeft beginnen te ontlossen, volgens gebruijk gecommitt:s sijn benoemd geweest, om de Stuagie der Arak Leggers en verdere Lading van meergem: bodem Nieuwstad Exact te visiteeren, dewelke van haare bevindinge het onderstaande Rapport hebben overgeleevert.

‘Den Wel Edelen Gestrengen Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van India en Gouverneur van Cabo de goede Hoop met den Ressorte van dien &. &. &. Ons ondergeteek: expres hebbende gelieven te committeeren, omme ‘t ruijm van het ter Rheede Leggende Provisie Schip Nieuwstad te openen en naaukeurig te visiteeren, hoedanig het met de daarinne voor dit Gouvernement afgelaadene goederen is gesteld, mitsg:s of de Arak Leggers in dien bodem wel na behooren afgestuuwt en gegarniert Leggen, soo verclaaren wij na Exacte visitatie het een en ander wel afgestuuwt en gegarniert bevonden te hebben.’

‘En hiermeede gedenkende aan de geEerde intentie van Uwe Edele Gestr: te hebben voldaan, diend deesen voor needrig Rapport. (:onderstond:) Cabo de Goede Hoop den 15: Maij 1747. /:was geteek:t:/ A. La febre, J.A. horak.’

En is na dat alle die Papieren met aandagt waaren geleesen en overwoogen geworden, verstaan, dat het te kort komende op de Coffij boonen, de Waxkaarssen, en soo ook de gebrookene Estricken en karbassen, soo om dat Sulx niet Excedeert, als om de voortgebragte gegronde Reedenen van dien Schipper, sal gepasseert en bij de Negotie boeken deeses gouvernements afgeschreeven worden, dog dat van de wannigheijd op den Arak aan dikwels gen: Schipper Bot en desselfs Opperstuurman 15: ten hondert te goed sullende worden gedaan, sij beijde voor het overige 1 1/2 p:r C:to sijnde dat geen ‘t welk op de overgekomene 70: Leggers met die drank (:waarvan Twee Leedig sijn bevonden:) in het geheel te kort komt, soo wel als voor de 3 3/10 p:r C:o of 33 lb te min aangebragte op 1000: lb Wax in blokken op haare soldij reecq:g als den Schipper voor drie en den opperstuurman voor een quart uijtkoopprijs sullen worden belast, bedraagende

voor 390: kann: Arak Rx: 75 7/8
d:o 33. lb Wax rx: 12 7/8
te saamen rds: 88 3/4
voor 390: kann: Arak Rx: 75 7/8
d:o 33. lb Wax rx: 12 7/8
te saamen rds: 88 3/4

hem Schipper Both soo wel als dies Opperstuurman egter gereserveert Laatende om hun diesweegens nader aan de heeren van de hoge Indiaasse Regeering te kunnen Addresseeren.

Sijnde wijders bij deese geleegentheijd nog goedgedagt dat de bovengemelde Estricken soo stuckent als heele, nadat daaruijt sal sijn genomen dat geen ‘t welk d’ E. Comp:nie tot haar gebruijk alhier komt te benodigen, neevens deese en geene onbequame goederen van den Afgelegden hoeker de brak deese laatste vermeld staande op de onderstaande verclaaring, dies aangaande verleend, soo dra doenelijk in het openbaar sullen worden vercogt, Terwijl de verdere goederen van gesegden hoeker de Brak afgekoomen, sullen ingenoomen en ten dienste der E. Comp:nie verbruijkt worden, Luijdende voorsz: verclaaring aldus.

‘Den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede hoop &. &. &. Ons ondergeteek hebbende gelieven te Committeeren tot het Lossen der goederen van ‘t afgelegde hoekerschip de Brak . Soo verclaaren wij deselve ontfangen en sodanig aan de volgende Administrateurs overgeleevert te hebben als in ‘t vervolg werd gespecificeert te weeten.’


Aan den Pakhuijsmeester
Verkoopen { 1 Scheepsklok } Oud en onbequaam
1 houte balans en Schaalen
2 Copere Schaalen
9 lb Lood gewigt
8 koevoeten
1 Speerhaak
1 Dommekragt
1 Bank Schroef
2 groote kokskeetels
1 Metale pot
2 holle pannen
1 Stoofpan
1 koekpan
1 vuurtang
3 koopere Leepels
1 spek vork
1 Schuijmspan
1 Lampet en Schootel
2 Tinne kannen
10 Tinne Schootels
18 d:o Pieringen
1 d:o Booterpot
1 d:o d:o Schootel
1 d:o soutvat
1 d:o Mostertpot
1 d:o Asijnkan
1 d:o Olijkan
1 d:o Pint
1 d:o halvepint
1 d:o Mutsje
1 d:o halfje
1 d:o waterpot
1 d:o tregter
2 trek saagen
4 Luijkslooten
3 Navegaars
4 Compas Lampen
3 Cox d:o
6 kaarssteekers
3 hangers
7 kraanen in soort
6 Drijfijsers
1 Baars
1 handhamer
1 Dissel
2 hout omslaagen
1 groote houweel
1 haal Mes
1 hol d:o
1 Sny d:o
1 Strijkbank
2 Croosen
2 houtpassers
1 Eijsere d:o
6 kouw Bijtels
6 Doorslaagen
1 Ophaalder
1 Tapboor
1 Saag
1 gaat Schijf
2 Blikke Ligters
5 Lantaarns
2 Mookers
2 Bijlen
2 Nijptangen
1 Slijpsteen en Sijnbak
Aan de heer Majoor.
Inneemen { 10 ijsere 3 lb Canon
6 d:o Staartstukjes
2 Metale Bassen
4. Camers
94. Drieponders knuppels
12 Schuijftangen
300 Ponders koegels
200 Schroot d:o
7 kopere kardoeskokers
1 d:o kruijtmaat
1 d:o d:o Tregter
69 lb Snaphaan en Pistoolkogels
vercoopen { 12 Snaphaanen } onbequaam
2 Donderbussen
10 Pistoolen
11 houwers
23 Patroontassen
52 Schroot sakken en kookers
tot Calkoven hout te gebruijken { 10 Rampaarden
Vercoopen { 8 halve Pieken
2 ijsere Crassers
6 houte kardoeskokers
5 Cardoes Stocken
5 Aansetters
90 granaat Pijpen
4 houte Moskuijlen
Aan den Keldermeester
Aan de Cuijpers winkel af te geeven om ten dienst der E. Comp: te gebruijken { 45 Vaten in soort: onbequaam
Aan den Equipagiemeester
Inneemen { 1 groot Stagseijl } half sleeten
1 fok
1 groot Seijl
1 Blinde
1 voormarsz:
1 groote d:o
1 kruijszeijl
1 Binnekluijver
2 Brams Zeijls } oud
1 ok
1 groot Zeijl
2 Buijte kluijvers
1 groot stagseijl
1 d:o Marsz:
1 voor d:o
1 groot stenge Stagseijl
1 Binnekluijver
1 Blinde
1 Besaan
1 Kruijsz:
Verkoopen { 1 Water d:o } onbequaam
2 Boven Lijseijls
1 Chaloup d:o
Inneemen { 6 P:s gesort. Ankers
5 d:o halfsleeten touwen
1 dreg
1 Paardelijn halfsleeten
1 groote Mast
1 d:o Rhaa
1 focke d:o
1 groot Marsz: Rhaa
1 voor d:o d:o
1 waarloose Steng en Rhaa
1 Besaans Roede
1 Bagijne Raa
1 kruijs d:o
1 groot blinde Raa
Tot kalkoven hout te gebruijken { 1 focke Mast } onbequaam
1 Boegspriedt
1 groote Steng
1 voor d:o
2 Bramstengen
2 d:o Raatjes
1 Besaans Mast
1 kruijssteng
Ten dienste van 't Zeehoofd, Landsboots en Equipagiewerf te gebruijk: { Het staande wand en Loopend Tuijg met sijn Blocken oud en onbequaam
Tot Calkoven hout gebruijken { De Ezelshoofden, Marssen, en Saalings, oud en onbequaam
Vercoopen { 1 Stuurmans Doos
7 Ronde Compassen
1 Pijl d:o
1 hang d:o
6 Roosen
3 Compas glaasen
Inneemen { 4 Dieplooden
Vercoopen { 1 Vieruurs glas } oud en onbequaam
4 half d:o d:o
1 Tafel
1 Bank
6 Pomp Schoenen
6 d:o Emmers
2 Split hoorens
4 Marlpriemen
6 Theer quasten
2 Lood Leijnen
1 Prinsse Vlag
2 d:o Wimpels
1 d:o geus
2 Zeeuwsse d:o
2 Nagthuijssen
  De Papier-doos neevens de kaarten sijn op de Secretarije overgegeeven
Aan den Oppermeester
Verkoopen { 1 Medicijn kist.

Aan den Pakhuijsmeester
Verkoopen { 1 Scheepsklok } Oud en onbequaam
1 houte balans en Schaalen
2 Copere Schaalen
9 lb Lood gewigt
8 koevoeten
1 Speerhaak
1 Dommekragt
1 Bank Schroef
2 groote kokskeetels
1 Metale pot
2 holle pannen
1 Stoofpan
1 koekpan
1 vuurtang
3 koopere Leepels
1 spek vork
1 Schuijmspan
1 Lampet en Schootel
2 Tinne kannen
10 Tinne Schootels
18 d:o Pieringen
1 d:o Booterpot
1 d:o d:o Schootel
1 d:o soutvat
1 d:o Mostertpot
1 d:o Asijnkan
1 d:o Olijkan
1 d:o Pint
1 d:o halvepint
1 d:o Mutsje
1 d:o halfje
1 d:o waterpot
1 d:o tregter
2 trek saagen
4 Luijkslooten
3 Navegaars
4 Compas Lampen
3 Cox d:o
6 kaarssteekers
3 hangers
7 kraanen in soort
6 Drijfijsers
1 Baars
1 handhamer
1 Dissel
2 hout omslaagen
1 groote houweel
1 haal Mes
1 hol d:o
1 Sny d:o
1 Strijkbank
2 Croosen
2 houtpassers
1 Eijsere d:o
6 kouw Bijtels
6 Doorslaagen
1 Ophaalder
1 Tapboor
1 Saag
1 gaat Schijf
2 Blikke Ligters
5 Lantaarns
2 Mookers
2 Bijlen
2 Nijptangen
1 Slijpsteen en Sijnbak
Aan de heer Majoor.
Inneemen { 10 ijsere 3 lb Canon
6 d:o Staartstukjes
2 Metale Bassen
4. Camers
94. Drieponders knuppels
12 Schuijftangen
300 Ponders koegels
200 Schroot d:o
7 kopere kardoeskokers
1 d:o kruijtmaat
1 d:o d:o Tregter
69 lb Snaphaan en Pistoolkogels
vercoopen { 12 Snaphaanen } onbequaam
2 Donderbussen
10 Pistoolen
11 houwers
23 Patroontassen
52 Schroot sakken en kookers
tot Calkoven hout te gebruijken { 10 Rampaarden
Vercoopen { 8 halve Pieken
2 ijsere Crassers
6 houte kardoeskokers
5 Cardoes Stocken
5 Aansetters
90 granaat Pijpen
4 houte Moskuijlen
Aan den Keldermeester
Aan de Cuijpers winkel af te geeven om ten dienst der E. Comp: te gebruijken { 45 Vaten in soort: onbequaam
Aan den Equipagiemeester
Inneemen { 1 groot Stagseijl } half sleeten
1 fok
1 groot Seijl
1 Blinde
1 voormarsz:
1 groote d:o
1 kruijszeijl
1 Binnekluijver
2 Brams Zeijls } oud
1 ok
1 groot Zeijl
2 Buijte kluijvers
1 groot stagseijl
1 d:o Marsz:
1 voor d:o
1 groot stenge Stagseijl
1 Binnekluijver
1 Blinde
1 Besaan
1 Kruijsz:
Verkoopen { 1 Water d:o } onbequaam
2 Boven Lijseijls
1 Chaloup d:o
Inneemen { 6 P:s gesort. Ankers
5 d:o halfsleeten touwen
1 dreg
1 Paardelijn halfsleeten
1 groote Mast
1 d:o Rhaa
1 focke d:o
1 groot Marsz: Rhaa
1 voor d:o d:o
1 waarloose Steng en Rhaa
1 Besaans Roede
1 Bagijne Raa
1 kruijs d:o
1 groot blinde Raa
Tot kalkoven hout te gebruijken { 1 focke Mast } onbequaam
1 Boegspriedt
1 groote Steng
1 voor d:o
2 Bramstengen
2 d:o Raatjes
1 Besaans Mast
1 kruijssteng
Ten dienste van 't Zeehoofd, Landsboots en Equipagiewerf te gebruijk: { Het staande wand en Loopend Tuijg met sijn Blocken oud en onbequaam
Tot Calkoven hout gebruijken { De Ezelshoofden, Marssen, en Saalings, oud en onbequaam
Vercoopen { 1 Stuurmans Doos
7 Ronde Compassen
1 Pijl d:o
1 hang d:o
6 Roosen
3 Compas glaasen
Inneemen { 4 Dieplooden
Vercoopen { 1 Vieruurs glas } oud en onbequaam
4 half d:o d:o
1 Tafel
1 Bank
6 Pomp Schoenen
6 d:o Emmers
2 Split hoorens
4 Marlpriemen
6 Theer quasten
2 Lood Leijnen
1 Prinsse Vlag
2 d:o Wimpels
1 d:o geus
2 Zeeuwsse d:o
2 Nagthuijssen
  De Papier-doos neevens de kaarten sijn op de Secretarije overgegeeven
Aan den Oppermeester
Verkoopen { 1 Medicijn kist.

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de goede hoop den 25: Meij 1747: /:was geteekt:/ H. La febre, J:A. horak.’

Hierna wierd door den Eerw: Predicant deeser Caabse gemeijnte Ruwardus Cloppenburg in Raade overgegeeven het onderstaande versoekschrift.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heeren Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India mitsgaders gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &. Beneevens den E. Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren’

‘Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re gehoorsamen Dienaar Ruardus Cloppenburg Predicant alhier, geeft met veel Eerbied te kennen, hoe seedert des Supplt:s aankomst ter deeser plaatse groote oneenigheeden tusschen hem en desselfs huijsvrouw ontstaan sijnde, sodanig dat sij tot voorkooming van alle verdere verwijdering en ergernis soeken van elkanderen door separatie van Tafel en Bed te scheijden; waarom den Supplt: dan ook versoekt dat aan hem soo hierom als om sig diesweegens behoorlijk te kunnen verantwoorden, mag werden gepermitteert, om beneevens sijn huijsgesin met het eerst derwaarts vertreckend Schip naar het Vaderland te moogen te rugge keeren (:onderstond:) ‘T Welk doende &.’

In welkers opsigt raadsaamst is geoordeelt sijn Eerw: met dat versoek te renvoijeeren aan de hoog Edele heeren Seventhienen; ondertusschen dat het onstaane verschil tusschen hem en derselfs huijsvrouw bij den Raad van Justitie deeses gouvernements, voor dewelke die saak bereijts Bankvast is, seer gemakkelijk sal kunnen afgedaan worden.

Laatstelijk is in steede van den overleedenen Boekhouder van ‘s E. Comp:s Slagthuijs Hendrik frappé weeder daartoe aangesteld den Adsistend Pieter La fon.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 125, pp. 147-150.

Donderdag den {17470601} 1. Junij 1747.

’s Avonds alle present.

Ter saake dat soo aanstonts met het vallen van den Avond een hollandsch Schip t’ welk voor Westhoven word aangesien, dat door de hard waaijende Z:O:r wind deese Caabse Rheede niet heeft kunnen beseijlen; bij het Robben Eijland ten Ancker is gekomen; geliefden den Heer Gouverneur de Leeden des Raads in Overweeginge te geeven, hoedanig men, nu dat den tijd binnen denwelken ‘s Comp:s Scheepen deese Baaij niet meer mogen frequenteeren, exteert, met dat Schip sal dienen te handelen; En is na dat hier over met aandagt was geraadpleegt geworden, raadsaamst geoordeelt dat soo om aan de geEerde Ordre der hoog Edele heeren Majores als om dien bodem in dit Wintersaijsoen aan geen gevaar ter deeser Rheede te Exponeeren, met gedagte Schip sodanig sal worden te werk gegaan als Sulx inden jaare 1745. is geschied met het Schip de Hoop dat in de maand Junij meede bij het Robben Eijland ten Anker is gekomen; te weeten dat dies overtreeden bij Missive sullen worden geordonneert, om sonder vertoef ten waare dat sulke aandringende reedenen waaren, die hem beletteden om weeder Zee te kunnen kiesen, van haare Legplaats, het sij na de Saldanhabaaij of de Baaij fals na dat de wind sal dienen ‘t Zeijl te gaan en hun best te doen om een van die twee havenen te beseijlen dan wel het een Retourschip sijnde soo daartoe kans is van gesegde Robben Eijland na het Vaderland voort te seijlen en in passant dit nodig geoordeelt wordende het Eijland S:t Helena aan te doen om sig aldaar van het geen daar syl: naar gedane voorsieninge van hier, nog gebrek souden mogen aan hebben te versorgen, en voorts dat aan gesegde Overheeden om hun soo wel tot het een als tot het ander des te beeter in staat te stellen, ook te gelijk met dien brief sullen werden toegesonden.

Waarbij nog sullen worden gevoegd vijf en Twintig à dertig Levendige Schaapen, van het Robben Eijland meede te neemen, met ordre wijders aan soo dikwilsgen: Scheeps overheeden om niet alleen soo se de Saldanhabaaij mogten komen te kiesen, met voorsz: Drinkwater seer suijnig te Leeven, ter sake dat aldaar alleen bequaam water om te kooken word gevonden; En hun geen ander drinkwater vermits de afweesigheijd der vaartuijgen als met groote moeijte van deese plaats soude kunnen worden besorgd, maar ook nog om over te schrijven de Reedenen die se souden mogen hebben gehad om contrarie de ordres deese Tafelbaaij te willen aandoen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 125, pp. 151-158.

Donderdag den {17470622} 22: Junij 1747.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen den E. Coopman en Winkelier Cornelis Eelders

Weegens dat om het afsterven van den Pel Moolenmaker en Grutter Gerrit Benis Kamerling weeder een bequaam persoon word vereijscht, om het opsigt en de directie te hebben over de thans opgeset wordende Pelmoolen, en dat soo als men onderrigt is, den hier te Lande bescheijden krankebesoeker Abraham Schietekat, dat werk of ten minsten het gortmaaken in het Vaderland bij der hand heeft gehad; Is denselven hierom, heeden deesen aangaande in Raade gehoord, en ondervraagt, den welken op alles sulke goede en duijdelijke bescheijden heeft gegeeven, dat men op sijne daarbij gedane betuijging dat hij wel kans sag om de voorsz: Pel-Moolen, volgens het daar leggende bestek, in gereetheijd te brengen ende te voltooijen, soohem maar imand wierd toegevoegd om hem in het opsetten van het beneedenste Agtkantige werk de behulpsame hand te bieden; voor dien dienst der E. Comp:s best en Raadsaamst heeft geoordeelt aan hem Schiettekat het bestier over voorseijde werk op te draagen; ondertusschen dat ten eijnde hieraan niets mogt komen te ontbreeken, gesegde Schiettekat na uijtterste vermogen met alle het benodigde sal bijgestaan worden.

Hier naar heeft den Heer Hoofd Administrateur RijkTulbagh met versoek van daarop dispositie te mogen erlangen, overgegeeven de onderstaande Memorie.

‘Memorie van de nabesz: goederen uijt de onderstaande bodems soo te kort, gebrooken als bij pijling minder bevonden, als meede de Leijfeijgenen in de drie Jongst gepasseerde maanden Door de natuurlijke dood overleeden, ‘t Vee in gemelde tijd soo verrekt als door ‘t wild gedierte vernield, alles volgens verclaaringen hier annex blijkende, namentlijk’


Uijt 't Schip 't Huijs de Manpadt
Afschrijven { 116 P:s Tiggelsteentjes, op 500. p:s bij 't openen van een Cas L:a C. gebrooken
151. gesort: drinkglaasen op 756. P:s bij 't openen van een Cas L:a D. gebrooken.
163. lb Spaance Zeep, op 4158. lb bij t' openen van 4. Cassen bij naweeging minder bevonden.
Uijt 't Schip Diemen
Afschrijven { 675 lb. gesort: ijser op 45000 lb bij naweeging minder bevonden.
1 1/2 vaten Theer tot t' opvullen van 13 1/2 Vaten verbruijkt.
23. lb Wit Krijt, op 250. lb in één oxhoofd bij naweeging te min bevonden.
432. d:o Talk of Roedt, op 2533. lb in 7 Vaaten bij naweeging te min bevonden.
1 Blad wagenschot van 1 1/4 d:m op 150 p:s te kort
4. d:o d:o d:o 3/4 d:o d:o 100. d:o
Vercoopen { 1 P:s Essenhoute Roeijriem op 100 p:s gebrooken.
6900. d:o graauwe Moppen d:o 20000 d:o soo aan Stucken en Brocken als te kort.
Afschrijven { 49 6/10 Cann: olijven olij op 10. half Aamen bij pijling minder bevonden, sijnde 2 van 2. 4 van 2 1/2. En 4. van 3. d:m wan geweest.
9 2/10 d:o Wijn Tint op 1. half Aam, sijnde 4. d:m wan geweest.
3/15. kelder gedistileerde wateren op 1 kelder gebrooken.
12 1/4 vaaten Lamsbier op 40. vaten als.
Uijt 't Schip Scheijbeek
Afschrijven { 2 Stux Ezels } Volgens verclaaring des Scheeps Overheeden op de reijs verrekt.
4. Stux Ezellinnen
2 Bandieten op de reijs overleeden.
Uijt t' Schip d' Hercules
Verkoopen { 590. P:s gonnijs op 6000. p:s verrot.
Uijt 't Schip Duijnenburg
Afschrijven { 1 Ezel } Volgens verclaaring der Scheeps Overheeden op de reijs verrekt.
2 Ezellinnen
Op de Equipagie Werf
Tot kalk en steen oven hout te gebruijken. { 1 groote masten en } van 't Schip Guntersteijn volgens verclaaring van gecommitteerde Schipper en Scheeps timmerlieden soo door ouderdom als het Lang Leggen in 't water sodanig verrot en vergaan sijn dat deselve Rondhouten nergens meer toe geëmploijeert kunnen werden.
1 Besaans masten en
1 focque rhaa
Afschrijven { 2. Stuks Ezels van de 20. die tot Gale voor de Caab ingekogt sijn, volgens de daarvan gerecolleerde en beEedigde verclaaringen hier Annex, verrekt.
Op het Comptoir generaal af te schrijven { 240. P:s Tutucor:n grof Guinees } in 't Retourschip Diemermeer voor de Caab, afgelaaden, welke boodem deese plaats is koomen voorbij te Zeijlen.
180. d:o gecatoeneerde Deekens
600. lb Cattoene gaarn
30. d:o Radix Curcuma
1 d:o Olij Camphuree, in 1 Casje
- 1/2 d:o d:o Cinamomie
6. p:s Ezels en Ezellinnen

Uijt 't Schip 't Huijs de Manpadt
Afschrijven { 116 P:s Tiggelsteentjes, op 500. p:s bij 't openen van een Cas L:a C. gebrooken
151. gesort: drinkglaasen op 756. P:s bij 't openen van een Cas L:a D. gebrooken.
163. lb Spaance Zeep, op 4158. lb bij t' openen van 4. Cassen bij naweeging minder bevonden.
Uijt 't Schip Diemen
Afschrijven { 675 lb. gesort: ijser op 45000 lb bij naweeging minder bevonden.
1 1/2 vaten Theer tot t' opvullen van 13 1/2 Vaten verbruijkt.
23. lb Wit Krijt, op 250. lb in één oxhoofd bij naweeging te min bevonden.
432. d:o Talk of Roedt, op 2533. lb in 7 Vaaten bij naweeging te min bevonden.
1 Blad wagenschot van 1 1/4 d:m op 150 p:s te kort
4. d:o d:o d:o 3/4 d:o d:o 100. d:o
Vercoopen { 1 P:s Essenhoute Roeijriem op 100 p:s gebrooken.
6900. d:o graauwe Moppen d:o 20000 d:o soo aan Stucken en Brocken als te kort.
Afschrijven { 49 6/10 Cann: olijven olij op 10. half Aamen bij pijling minder bevonden, sijnde 2 van 2. 4 van 2 1/2. En 4. van 3. d:m wan geweest.
9 2/10 d:o Wijn Tint op 1. half Aam, sijnde 4. d:m wan geweest.
3/15. kelder gedistileerde wateren op 1 kelder gebrooken.
12 1/4 vaaten Lamsbier op 40. vaten als.
Uijt 't Schip Scheijbeek
Afschrijven { 2 Stux Ezels } Volgens verclaaring des Scheeps Overheeden op de reijs verrekt.
4. Stux Ezellinnen
2 Bandieten op de reijs overleeden.
Uijt t' Schip d' Hercules
Verkoopen { 590. P:s gonnijs op 6000. p:s verrot.
Uijt 't Schip Duijnenburg
Afschrijven { 1 Ezel } Volgens verclaaring der Scheeps Overheeden op de reijs verrekt.
2 Ezellinnen
Op de Equipagie Werf
Tot kalk en steen oven hout te gebruijken. { 1 groote masten en } van 't Schip Guntersteijn volgens verclaaring van gecommitteerde Schipper en Scheeps timmerlieden soo door ouderdom als het Lang Leggen in 't water sodanig verrot en vergaan sijn dat deselve Rondhouten nergens meer toe geëmploijeert kunnen werden.
1 Besaans masten en
1 focque rhaa
Afschrijven { 2. Stuks Ezels van de 20. die tot Gale voor de Caab ingekogt sijn, volgens de daarvan gerecolleerde en beEedigde verclaaringen hier Annex, verrekt.
Op het Comptoir generaal af te schrijven { 240. P:s Tutucor:n grof Guinees } in 't Retourschip Diemermeer voor de Caab, afgelaaden, welke boodem deese plaats is koomen voorbij te Zeijlen.
180. d:o gecatoeneerde Deekens
600. lb Cattoene gaarn
30. d:o Radix Curcuma
1 d:o Olij Camphuree, in 1 Casje
- 1/2 d:o d:o Cinamomie
6. p:s Ezels en Ezellinnen

‘Volgens neevens gevoegde Reekening van den Opsiender van ‘s Comp:s slaven Logie, gesterkt met Secretariale verclaaringen sijn in de maanden Maart April en Maij deeses Jaars van ‘s Comp:s Leijfeijgenen, door de natuurlijk Dood Overleeden.’


Afschrijven { 2 kloeke Jongens
1 Suijgend jongetje
1 kloeke Meijd
1 School Meijsje
10 Bandiete jongens

Afschrijven { 2 kloeke Jongens
1 Suijgend jongetje
1 kloeke Meijd
1 School Meijsje
10 Bandiete jongens

‘En volgens reecq:g van den Landdrost neevens Secretariale verclaaringen sijn in opgem: tijd van ‘s Comp:s Beestiaal Soo verrekt, als door ‘t Wild gedierte verslonden.’


Afschrijven { 246. Stux Runderbeesten
8 Paarden
4 Ezels
22 Bocken

Afschrijven { 246. Stux Runderbeesten
8 Paarden
4 Ezels
22 Bocken

’(:onderstond:)’

‘In ‘t Casteel de Goede hoop d: 22. Junij 1747: (:was geteekt:) R.Tulbagh’

Welken aangaande best gedagt is dat met de daarbij vermelde te kort komende, gebrookene en bedurvene goederen, mitsg:s verrekte Beestiaalen en gestorvene ‘s Comp:s Slaven en Bandieten sodanig sal worden gehandelt als besijden van die Memorie Staat aangeteekent.

Sijnde voorts op het hiertoe in Schriptis gedane versoek bij den Burger Jan George Haubtfleisch verstaan, dat bij ons eerst derwaarts af te gaane schrijvens het Ministerium op Nagapatnam vriendelijk sal worden versogt, haare goede officie te willen interponneeren, ten eijnde hij Haubtfleisch dit doenelijk sijnde weeder in desselfs magt mogt krijgen seekere Leijfeijgen gen:t Alexander van Colombo denwelken van hem in den voorleedenen Jaare met een Deensschip gevlugt sijnde, sig thans op Nagapatnam soude bevinden.

Laatstelijk is nog in Raade nagesien de generale Reecq:g der Weesgelderen en effecten dewelke ter deeser weescamer onder Ult:o December Laatstl: in weesen sijn bevonden, sijnde van den volgenden inhoude


Generale Reekening der Weescamer aan Cabo de Goede Hoop. d' A:o 1746.
P:mo Januar:
Was 't gantsche Capitaal op de boeken Rx. 228626:15:
't Restant der Contanten op de openstaande Boedelreekeningen d:o 4622:23: Rx. 233248:38:
In dit Jaar bijgekomen
Op de Boeken, als over de op intrest uijtstaande Capitaalen
Verscheenen renten d:o 5751:40:
Bewijsen en Custing brieven d:o 7058:14:
de ten voordeele der Weesen ingekomene penn: d:o 6980:24:
de Openstaande Boedelreecq:g d:o 18284:30: Rx. 38075:12:
  Rx. 271324:2:
 
Afgegaan
Op de boeken, als.
over betaalde bewijsen en Custingbrieven & d:o 5324:09:
d:o Soo veel de Reecq:g van den voormaligen Secret: Jacob Lever door bereekende intrest is vermindert d:o 1240:11:
d:o Uijtgegeevene Contanten tot voldoening en onderhoud der Weesen d:o 11361:05:
d:o openstaande Boedelreekeningen d:o 19979:32: d:o 37905:09:
Rest onder dato deeses een Somma van rx. 233418:41:
 
Evengemelde Capitaal bestaat als
In diversse verbandbrieven van Bewijssen, Custingen en Weesmeesteren Kennissen rx. 202622:09:
Verscheenen Intressen d:o 8986:03:
Sooveel bovengem: Jacob Lever aan deese Camer nog te quaad blijft d:o 6807:22:
't Restant der Contanten op de boeken d:o 12075:34:
d:o d:o Openstaande Boedelreekeningen d:o 2927:21: d:o 233418:41:

Generale Reekening der Weescamer aan Cabo de Goede Hoop. d' A:o 1746.
P:mo Januar:
Was 't gantsche Capitaal op de boeken Rx. 228626:15:
't Restant der Contanten op de openstaande Boedelreekeningen d:o 4622:23: Rx. 233248:38:
In dit Jaar bijgekomen
Op de Boeken, als over de op intrest uijtstaande Capitaalen
Verscheenen renten d:o 5751:40:
Bewijsen en Custing brieven d:o 7058:14:
de ten voordeele der Weesen ingekomene penn: d:o 6980:24:
de Openstaande Boedelreecq:g d:o 18284:30: Rx. 38075:12:
  Rx. 271324:2:
 
Afgegaan
Op de boeken, als.
over betaalde bewijsen en Custingbrieven & d:o 5324:09:
d:o Soo veel de Reecq:g van den voormaligen Secret: Jacob Lever door bereekende intrest is vermindert d:o 1240:11:
d:o Uijtgegeevene Contanten tot voldoening en onderhoud der Weesen d:o 11361:05:
d:o openstaande Boedelreekeningen d:o 19979:32: d:o 37905:09:
Rest onder dato deeses een Somma van rx. 233418:41:
 
Evengemelde Capitaal bestaat als
In diversse verbandbrieven van Bewijssen, Custingen en Weesmeesteren Kennissen rx. 202622:09:
Verscheenen Intressen d:o 8986:03:
Sooveel bovengem: Jacob Lever aan deese Camer nog te quaad blijft d:o 6807:22:
't Restant der Contanten op de boeken d:o 12075:34:
d:o d:o Openstaande Boedelreekeningen d:o 2927:21: d:o 233418:41:

’(:onderstond:)’

‘Ter Weescamer aan Cabo de Goede Hoop Ult: Xbr: 1745. /:Lager:/ Continueerende en aankomende weesmeesteren /:was geteek:t:/ P. Reede van Oudshoorn, D:d D’ Aillij J. van Renen, Alexander Coel, A.V. Schoor J. M. Cruijwagen, /:ter Sijde:/ Afgaande weesmeesteren /:geteek:t:/ Joh:s Car:s de Wet, P.J. Slotsboo.’

Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 125, pp. 159-166.

Donderdag den {17470713} 13. Julij 1747.

’s Voormiddaags alle present uijtgenomen d’ E. E. Corn:s Eelders en Jacobus Moller als in Commissie Sijnde.

Na dat den Heer Gouverneur aan de Leeden des Raads vooraf hadde gelieven te Communiceeren, dat sijn Edele op het hiertoe gedane versoek bij de overheeden van het onlangs in de Baaij fals gearriveerde Bengaals Retourschip Arnesteijn de Schippers der daar ginder meede vertoevende uijtkomende Scheepen Hogersmilde en Wel te Vreeden heeft gecommitteert gehad omme met Adsistentie van haare opperscheeps timmerlieden, mitsg:s den baas van ‘s Comp:s Werf alhier Barend van Dockum, ende ten overstaan van den E. Equipagiemeester deeser plaatse Jacobus Moller, niet alleen op het naaukeurigst te ondersoeken en opteneemen welke gebreeken sig in het algemeen quamen te bevinden aan voorseijde Schip Arnesteijn en daarbij op te geeven hoedanig deselve best souden kunnen worden verholpen, maar ook insonderheijd om te ondersoeken hoe het met de Laading van die Kiel was gesteld, wat schaaden daar aan mogten sijn veroorsaakt, en of tot dies verhelpinge het noodig sal sijn dat dat Schip ontlost en de Pakken aan de Wal gebragt worden ofte niet; Is vervolgens geleesen de verclaaring dewelke gesegde gecommitteerdens hebben verleend weegens hun gedoente in deesen, en den toestand waarinne sijl: meermaals gen:e Schip Arnesteijn en desselfs in hebbende Laading hebben bevonden, sijnde van den volgende inhoude.

‘Den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinair van India, mitsg:s Gouverneur &. &. &. ons ondergeteek: hebbende gelieven te Committeeren, omme op het naauwkeurigste te visiteeren het ruijm van ‘t Schip Arnesteijn welke gebreeken aan de Laading mogte komen te bevinden, wijders sijne Rondhouten en verdere gebreeken die Sig daar mogten komen op te doen, soo verclaaren wij naar Exacte Visitatie bevonden te hebben, Eerstelijk het ruijm geopent sijnde en eenige Sijde Baalen daaruijt ontlost Weesende heeft men bevonden dat ‘er heel veel Sijde Baalen in de bovenste Laag nat, en van buijten te sien ontstooken sijn, waarom deselve noodsakelijk ontlost, gewassen en verbaald dienen te werden, nog hebben Wij bevonden de groote rhaa en de focke rhaa in het geheel onbequaam, waarom van nieuwe sal moeten voorsien worden, de Boegspriedt sal met een Wang komen verholpen worden, waaraan niets andersz: gebreekt als een verrotte Lang Schulp, wijders hebben wij dien bodem soo wel buijten boord als binnen geheel nadeloos bevonden dat met Calefaaten weeder te voorsien en te herstellen sal weesen.’

‘En om reedenen dat de overheedens voor komen te geeven dat haare onderhebbende boodem in Storm Weer, seer swaar Arbeijd en Werkende is (:dat wij egter niet konnen bespeuren:) om welke Reedenen het Schip met eenige Winkelknies mogt verstijft worden, het geene wij niet af, maar voor goed koomen te keuren, naar welkers verrigtinge gem:e bodem weeder in staat sal sijn sijne Reijse voorttesetten, hiermeede gedenkende aan de geEerde intentie van U Wel Edele Gestr: Heere voldaan te hebben, soo diend deese voor eerbiedig Rapport (:onderstond:) Baaij Fals en de Simons Baaij den 12. Julij 1747. als gecommitt:s (:was geteekent:) M:s Laurier, Joachim Outjes, Barend van Dockum, Sweres Pieters, Pieter Meijer /ter sijde:/ te mijnen overstaan. (:geteekent:/ J:s Moller, /:in margine:/ Waarmeede Confirmeeren (:en geteekent:/ J:n H: Captein, H:k V:n Oudheusden X. (:daar neevens stond:) dit is het merk van Cornelis van de Mast.’

Weshalven is na overweeginge van saaken voor den dienst der E. Comp:e raadsaamst geoordeelt, dat de sig aan die Kiel bevindende gebreeken in sulkervoegen als sulx bij gedagte verclaaring word aangeweesen, sullende worden gerepareert, voorts de daarinne ingelaadene goederen voor soo veel het noodig sal sijn met den eersten sullen gelost en de beschaadigde en nat gewordene aan de Wal gebragt worden, om aldaar ten besten doenelijk te worden gewassen, gedroogd, gelugt en weder besorgd, tot verrigtinge van alle het welke sijn benoemd geworden de ordinaire gecommitteerdens Reinier La febre en Jan Andries horak; maar alsoo met voornoemde Schip Arnesteijn als gedestineerd geweest sijnde om deesen uijthoek voorbij te seijlen, hier niet is aangebragt de Korte factuura van het daarinne afgescheepte in Bengalen en dat men egter deselve bij dit toeval komt te benodigen om sig daarna bij het Weederbesorgen dier goederen te reguleeren en alle Abuijsen te kunnen voorkoomen, heeft men ter dier oorsake moeten besluijten dat om die magtig te kunnen worden, sal worden opengedaan het kasje met Papieren door de Ministers in Begalen met het selve Schip Arnesteijn aan d’ Edele groot Agtb:re heeren Bewindhebberen ter Camer Enchuijsen gerigt; ondertusschen dat het geld het welk aan de overheeden van dien bodem in Bengalen is afgegeeven, bestaande in Drie hondert Spaance Matten, om ververssingen daar voor op het Eijland S:t Helena in te koopen, als nu daartoe niet meer te pas sullende komen, sal geligt, in ‘s Comp:s Cassa alhier gebragt en bij de Negotie Boeken deeses gouvernements in genomen worden.

Vervolgens sijn nog in Raade geleesen geworden twee verclaaringen neevens een Resolutie daartoe Relatief, binnen meermaalsgen: Retourschip Arn Steijn belegd ende genomen teegens eenen Mons:r Ville Josselin de La Motte denwelken sig als Passagier op die Kiel komt te bevinden, uijt de Schriftelijke klagten die voorseijden Passagier teegens den Schipper van dien bodem Jan Hugo Capiteijn en dies opperstuurman in brengd, niets anders kunnende worden gesien en opgemaakt, dan dat aan weers kanten wat Schuld resideert, dog dat voorseijde Scheeps overheeden aan de andere sijde sig in de gehoudene Passagier sijn te buijten gegaan, is hierom en ook ten eijnde onse Hoog Gebiedende Heeren en Meesteren met die saak des doenelijk niet mogten worden gemoeijt, best gedagt dat alle mogelijke middelen in het werk sullen worden gesteld om te sien of men deselve alhier door een minnelijke vergelijking tusschen Partijen en tot weedersijdsche genoegen niet sal kunnen beslissen en uijt den Weg ruijmen.

Ende nademaal den tijd van de Verpagtinge van ‘s Lands gemeene middelen en inkomsten begind aan te schietten, Is verstaan dat men daarmeede weeder sal te werk gaan als sulx in den voorleedenen jaare is geschied, endat hiervan aan een ijgelijk bij Affixie van Billietten kennisse sal gegeeven worden.

Laatstelijk is op het bij geschrifte gedane versoek door den ondercoopman van het in den hoofde deeses vermelde Schip Welte Vreeden gen:t Emericus Wijnandus Dallens om vermits desselfs huijsvrouws in dispositie hier soo lang te moogen verblijven totdat se weeder eenigsints in staat sal sijn geraakt om sig Scheep te kunnen begeeven, sulx aan hem toegestaan.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 125, pp. 167-172.

Donderdag den {17470727} 27. Julij 1747.

’s Voormiddags alle present.

Haar Wel Edele Groot Agtb:re de Heeren van de Hoge Indiaasse Regeeringe weeder hebbende gelieven te verleenen een Wisselbrief op deese Regeeringe ten voordeele van den Boekhouder Jasper Westpalm, groot Rds. 8307:36. is verstaan dat deselve als sijnde ‘s Comp:s Cassa alhier thans redelijk van Contanten voorsien, met den aldereersten sal worden voldaan, ondertusschen dat door het depart van hier in den voorleedene jaare na Europa van den ondercoopman Arnout Luijmes die weegens indispositie het jaar bevoorens ter deeser plaatse hadde moeten blijven vertoeven, ondoenelijk sijnde om ter deeser plaatse ter uijtvoer te kunnen brengen de ordres dewelke gesegde Heeren van de hoge Indiaasse Regeering ten opsigte van die persoon komen te geeven bij hun geEerde aanschrijvens van den 31: Maart deeses jaars, dat hier is aangebragt met het in de Baaij Fals Leggende na schip Polanen ; hiervan met de aldereerste geleegentheijd na Batavia kennisse sal gegeeven worden.

Ende alsoo het meede niet doenelijk is geweest, om de saak voorgevallen op het Retourschip Arnesteijn vermeld staande bij Resolutie van den 13. deeser, en datter nog tijd nog geleegentheijd sijnde om deselve affaire gelijk het behoord alhier te ondersoeken en af te doen, ten minsten niet bij weegen van regten, dewijl om daar toe te komen, men of dat Schip Arnesteijn ter deeser plaatse eenigen tijd soude moeten aanhouden dan wel dies Schipper en opperstuurman daarvan hier aan de Wal Ligten dat desgelijks met geen mogelijkheijd kan geschieden, het egter tot Conservatie van de Rust en Vreede op dien bodem mitsgad:s tot voorkominge van alle onheijlen hoognodig is dat omtrent de persoonen die in deese saak deel hebben, eenige verschikkingen word gemaakt; Is hierom na overweeginge van saaken best gedagt dat men die Saak in haare waarde latende, den franssen Passagier Mons:r Ville Josselin de La Motte van gesegde Schip Arnesteijn op het hier voorwaarts gen:e Retourschip Polanen sal verplaatsen om daar meede sijne verdere voijagie na Europa voort te setten, des sullen de Papieren door den selven Passagier en de overheeden van gedagte Schip Arnesteijn over die Materie alhier ingeleevert soo in originali als in Copia na het Vaderland overgesonden worden.

Sijnde wijders om eens een eijnde te maaken met alle de geschillen die sijn ontstaan ter sake van seekere plaats of hofsteede in de Tijgerbergen geleegen, dewelke bij Raadsbesluijt van den 22. Januarij 1745. in eijgendom is gegeeven aan den Oud Burgerraad Johannes Carolus de Wet, op het versoek van hem de Wet, verstaan dat de vergunning en beleening van die plaats sal ingetrokken ende de daarvan verleende Erfbrief geroijeert worden, tot het doen van welke laatste den Secretaris deeses Raads bij deesen word geauthoriseert.

Laatstelijk is gearresteerd, dat uijt hoofde van den aanstaanden opneem van ‘s Comp:s goederen en effecten men elk een bij Affixie van Billietten sal doen weeten dat na den 15: Augustus aanstaande en tot P:mo Septb:r daaraan geene goederen voor Contant uijt ‘s Comp:s Pakhuijsen en Maguasijnen sal verstrecken.

Aldus Geresolveerd en gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Moller

C. 125, pp. 173-177.

Sondag den {17470806} 6: Aug:s 1747.

’s Voormiddags na de Predicatie alle present, uijtgenomen d’ heeren Van Oudshoorn, Meinertzhagen en Moller.

Uijt hoofde van de aanhoudende en toeneemende indispositie van den Schipper van het in de Baaij fals vertoevende Schip Polanen , Bastiaan Mol, is aan denselven, hierom versoek doende, toegestaan tot herkrijging sijner gesondheijd hier aan de Caab onder afgeschreevene gagie te mogen verblijven; en is vervolgens tot Schipper in desselfs plaats met ƒ60. ter maand weeder aangesteld den opperstuurman van dien bodem Cornelis Broeders in wiens plaatse als opperstuurman met ƒ48. maandelijx bevordert sijnde den eersten onderstuurman Martinus van den Hoed is wijders goedgedagt denselven te doen opvolgen door den tweeden onderd:o Jochem Hendrik Dodendorp met vermeerdering van gagie tot ƒ32: ‘s maands, dog dit alles op de nadere goedkeuringe der Hoog Edele heeren Seventhienen, in opvolginge van welkers geeerde ordre voorn: Schip Polanen met desselfs toebehooren aan den nu daarop aangestelden Schipper sal overgegeeven worden.

Wijders is nog gearresteerd dat men den Bootsman van eevengen: Schip Polanen Jan Frederik Rijpe op het Schip Arnesteijn sal doen overgaan om daarmeede sonder Commando over te vaaren; Ende dit om voor te komen dat op eerstgemelden bodem geduurende de verdere voijagie van hier na Europa sulke questien niet meer mogten komen te ontstaan als daarop tusschen deese Plaats en Batavia door het Turbulent gedrag van dien Bootsman nu en dan sijn vernoomen geworden, Inmiddels dat om hem te remplaceeren in desselfs dienst waar te neemen op dat Schip Polanen weeder sal geplaatst worden den meede Bootsman Matthijs Germeeter, denwelken als Tweeden d:o dog sonder dienst te doen met het voorwaartsgen: Schip Arnesteijn hier is aangekomen.

Aldus Geresolveerd ende gearresteerd, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] I Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 125, pp. 178-183.

Dingsdag den {17470822} 22: Aug:s 1747.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen den heer Cap:tn Rudolph Sigfried Alleman bij indispositie.

Naar Lectuure en Resumptie van seekere Memorie door den Heer Hoofd-Administrateur Rijk Tulbagh overgegeeven om daarop dispositie te mogen erlangen, Is verstaan dat de daarbij gespecificeerde goederen dewelke met deese en geene Scheepen hier sijn te kort aangebragt, soo wel als de minder bevondene Tabacq bij het openen van eenige kassen in ‘s Comp:s Pakhuijs alhier, bij de Negotie Boeken deeses gouvernements sullende worden afgeschreeven, men wijders met de bedurvene en onbequame goederen dewelke bij opneeminge van gecommitt. overal in dit gouvernement of onbequaam dan wel bedurven sijn gevonden, sodanig sal handelen als staat aangeteekent in margine van die Memorie dewelke Luijd als volgt.

‘Memorie van de nabesz: gesorteerde Bloks, Juffers, Pijpeduijgen en Vlaamse belhop, uijt de onderstaande bodems soo te kort als bij naweeging minder bevonden, de Tabak bij ‘t openen van diversse Kassen in ‘t Negotie Pakhuijs te kort, de Rampaarden door Langduurig gebruijk veroudert gebrooken, de Boot van ‘t Deense Schip door d’ E. Comp:e ingekogt, als meede een Swaar Touw van ‘t deense Schip en eijndelijk eenige goederen onder Ult:o Aug:s bij diversse Administrateurs onbequaam bevonden, gelijk te sien is bij de verclaaringen hier annex namentlijk.’


uijt 't Schip Oud Berkenroode
Afschrijven { 35 P:s ges: Bloks op 500 p:s } te kort bevonden
10 d:o d:o Juffers d:o 200.
uijt 't Schip Duijnhof
Afschrijven { 153. P:s Pijpe duijgen op 7198. p:s te kort bevonden.
uijt 't Schip Domburg
Afschrijven { 84. lb Vlaamse Belhop op 584. lb bij naweeging minder bevonden.
In 't Negotie Pakhuijs
Afschrijven { 368. lb Tabacq bij 't naweegen van 303. Rollen in 8. Cassen gem:t N:o 90. te kort bevonden.
Verkoopen { 4 P:s dubb: Cassemb. Chitsen } Door de Rotten beschadigt
3 d:o Enkeld d:o d:o
2 d:o gingam drongam
3 d:o sourats Deekens
18. p:s Tafelmessen onbequaam
In 't Dispens
Verkoopen { 9 d:o halve Leggers d:o
In de Wijnkelder
Verkoopen { 2 vaten Delfs Trueelbier, suur
80 P:s heele Leggers, onbequaam
In 't Hospitaal
Verkoopen { 13 P:s Seeven in soort } onbequaam
6 d:o Steekbekkens
1 d:o Clisteer Spuijt
op de Wapenkamer
Verkoopen { 66 P:s Snaphaanen } onbequaam
56. d:o Plampers
60. d:o Patroontassen
83. d:o Port d' epeés
5. d:o Pistolen
7. paar Stiegbeugels
95. P:s Snaphaanlaaden
32. d:o Pistool d:o
36. d:o Londstokken
10. d:o grove kruijtseeven
Tot kalkoven hout { 66 Stuks Rampaarden hier ten deesen Casteele ten eenemaal buijten staat bevonden.
Tot kalkoven hout en het swaar touw tot oud touw te gebruijken { 1 P:s Boot } Door d' E. Comp: van 't Schip de Koning van Deenemarken ingekogt, en volgens verclaaringen van gecommitteerde Schippers en Scheeps timmerlieden ten eenemaal onbruijkbaar bevonden.
1 d:o Groot swaar touw
1 d:o Besaans Mast.

uijt 't Schip Oud Berkenroode
Afschrijven { 35 P:s ges: Bloks op 500 p:s } te kort bevonden
10 d:o d:o Juffers d:o 200.
uijt 't Schip Duijnhof
Afschrijven { 153. P:s Pijpe duijgen op 7198. p:s te kort bevonden.
uijt 't Schip Domburg
Afschrijven { 84. lb Vlaamse Belhop op 584. lb bij naweeging minder bevonden.
In 't Negotie Pakhuijs
Afschrijven { 368. lb Tabacq bij 't naweegen van 303. Rollen in 8. Cassen gem:t N:o 90. te kort bevonden.
Verkoopen { 4 P:s dubb: Cassemb. Chitsen } Door de Rotten beschadigt
3 d:o Enkeld d:o d:o
2 d:o gingam drongam
3 d:o sourats Deekens
18. p:s Tafelmessen onbequaam
In 't Dispens
Verkoopen { 9 d:o halve Leggers d:o
In de Wijnkelder
Verkoopen { 2 vaten Delfs Trueelbier, suur
80 P:s heele Leggers, onbequaam
In 't Hospitaal
Verkoopen { 13 P:s Seeven in soort } onbequaam
6 d:o Steekbekkens
1 d:o Clisteer Spuijt
op de Wapenkamer
Verkoopen { 66 P:s Snaphaanen } onbequaam
56. d:o Plampers
60. d:o Patroontassen
83. d:o Port d' epeés
5. d:o Pistolen
7. paar Stiegbeugels
95. P:s Snaphaanlaaden
32. d:o Pistool d:o
36. d:o Londstokken
10. d:o grove kruijtseeven
Tot kalkoven hout { 66 Stuks Rampaarden hier ten deesen Casteele ten eenemaal buijten staat bevonden.
Tot kalkoven hout en het swaar touw tot oud touw te gebruijken { 1 P:s Boot } Door d' E. Comp: van 't Schip de Koning van Deenemarken ingekogt, en volgens verclaaringen van gecommitteerde Schippers en Scheeps timmerlieden ten eenemaal onbruijkbaar bevonden.
1 d:o Groot swaar touw
1 d:o Besaans Mast.

’(:onderstond:)’

‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 22 aug:s 1747: /:was geteekt:/ R. Tulbagh.’

Sijnde nog goedgedagt dat aan den Burger Krijgs Raad in de verre geleegene Districten tot het doen van d’ Exercitien en de Wapenschouwing daar ginder, sal worden verstrekt het versogte Buskruijt en de Snaphaansteenen, dog dat de meede versogt wordende, Pistool Steenen, als hier in voorraad niet Leggende, sullen geexcuseert worden, ondertusschen dat men sig heeft laaten welgevallen de in die verre geleegene Districten gedane aanstelling van de dragonders Michiel Mulder en Nicolaas de Bruijn tot Corporaals in steede van de afgeschreevene Stehanus Bekker en Daniël Le Roux.

Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd, In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 125, pp. 184-195.

Woensdag den {17470823} 23. Aug:s 1747.

’s Voormiddags alle present.

Sijn heeden met behoorelijke Eerbied in vergaderinge geleesen, de geEerde Letteren soo van de Hoog Edele Heeren Seventhienen als van de Wel Edele Groot Agtb:re Heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam dewelke onder den 14: Maart en 24. April deeses Jaars, met het gisteren gearriveerde Schip ‘t Casteel van Tilburg herwaarts sijn geschreeven; sullende in opvolginge van het geordonneerde bij eerstopgemelden brief; met de eerste geleegentheijd van hier na het Vaderland in Copia overgesonden worden de groot Boeken en journalen deeses gouvernements van de jaaren 1679. 1680. en 1687., ondertusschen dat om gelijk het behoord te kunnen voldoen aan het requisiet van welopgemelde Heeren Bewindhebberen ter camer Amsterdam, noopende seekere Boot die in den jaare 1745. alhier aan de overheeden van het Schip de Oplettentheijd is afgegeeven, in steede van haare onbequame Barcas; aan den E. Equipagiem:r Jacobus Möller bij deesen word gedemandeert, en voor soo veel hem nu nog iets van deese saak, sal voorstaan, een ordentelijk berigt in te geeven.

Hierna geliefden het den Heer Gouverneur in vergaderinge ter Lectuure te produceeren twee brieven beijde gedateert den 27. April jongstl: aan sijn Edele en den heer Secunde Rijk Tulbagh in het bijsonder gerigt, bij de Wel Edele Groot Agtb:re Heeren gecommitteerde Bewindhebberen en gevolmagtigdens tot de Secreete Saaken, mitsgaders voorwaarts geciteerde Heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam, tot kennisgewing, dat den koning van Vrankrijk tot feijtelijkheeden tegens onse Republicq is overgegaan, Sluijs in Vlaanderen ingenomen, en het Sas van Gent neevens eenige forten langs de Schelde beleegert heeft, en dat men hierom sig alhier niet alleen op sijn hoede en in de vereijschte staat van Defentie sal moeten houden en geen vreemde Scheepen vertrouwen, maar ook alschoon het bovenstaande niet juijst word geconsidereert als een Declaratie van Oorlog men egter bij een Vijandelijke Attacque van die Natie geweld met geweld sal moeten afkeeren; weshalven is om hier aan pligtschuldig te kunnen voldoen, na ernstige deliberatie gearresteerd, dat de gemaakte Schickingen over deese materie bij Resolutie van den 15: Septb:r 1744. weeder bij der hand sullen genomen en in het werk gesteld worden.

En dat dienvolgens de Respective Landdrosten en Burger Krijgsraaden der buijten Districten, bij missive sullen worden geordonneert om soo aanstonts soo en in diervoegen als sulx in den jaare 1744. is geschied, uijt de Landmilitie der respective Buijten Districten na dat sulx best sal kunnen geschieden een detachement te paard van vijftig Coppen met haare hoofd en mindere officieren voorsien, herwaarts op te senden, om hier aan de Caab een maand Lang, wagt en post gehouden hebbende door een ander Commando afgelost en soo gecontinueert te worden tot nadere ordre; met ernstige recommandatie daarbij, dat sij officieren goede toesigt sullen moeten houden en sorge draagen dat de gantsche Landmilitie van goed geweer en Ammonitie van Oorlog altijd wel en na behooren voorsien blijve en ook klaar sij om op het eerste opontbod herwaarts op te komen.

Dat om behalven het voorsz: commando nog een goed aantal gewaapend volk bij nagt, buijten het Casteel bij der hand te kunnen hebben, de wagt dewelke bij deese Caabse ingeseetenen word gehouden, thans soo als dit is geschied in den jaare 1744. sal moeten worden verdubbeld, en een ijgelijk deeser inwoonderen sonder onderscheijd gehouden weesen om op sijn beurd, desselfs wagt in eijgen persoon waar te neemen; Terwijl den wagt hebbenden Burger officier ook den gantschen nagt op sijn wagt sal moeten blijven; gelijk de Burger officieren nog wijders sullen worden geordonneert wel Scherpelijk te Letten dat haare onderhebbende manschappen alle van behoorlijke geweeren en Ammonitie altijd vesorgt blijven, en dat ieder man geduurig vierentwintig scherpe Patroonen bij sig komt te hebben, waartoe aan haarl: des benodigt sijnde, het nodige Buskruijt en Loot neevens een goed aantal Vuursteenen sal verstrekt worden.

Sijnde hierna door den Heer Gouverneur, aan den Heer Major Isaäk Meinertzhagen op het nadrukkelijkst geordonneert een waakend oog te houden op de Artillerije en Ammonitie deeses gouvernements, en wel sorge te draagen dat daaraan niets komt te mancqueeren, maar alles in Staat sij en blijft om ten allen tijden als het word vereijscht, gelyk het behoord te kunnen worden gebruijkt, waarop door sijn E. geantwoord sijnde, dat hij daaromtrent geensints in gebreeke sal blijven, soo voegde hij nog daarbij, dat de onder hem staande Artillerij en Ammonitie van oorlogh Compleet en in goeden staat waaren: Middelerwijl dat soo om de Militie deeses Casteels dewelke seedert dat voor de selve eenige Tenten sijn gemaakt de helfte is vergroot, als deese Burgerij aan Strand en in de Linie bequamelijk te kunnen doen Campeeren, nog soo veel tenten in gereedheijd sullen worden gebragt als men daartoe nodig sal agten.

En is wijders om op de seedert den jaare 1744. hier aan strand gemaakte nieuwe Fortificatie werken te Commandeeren, aangesteld, als.

Op de Couvre face

Den oud Burgerraad Jan de Wit met sodanige Manschappen, om het Canon te bedienen als andersints, als na gemaakte Calculatie daartoe benodigt gevonden sijnde, hem sullen worden toegevoegd.

Op Tulbagh’s Batterije

Waarop geplaatst sijn Elf Stukken Canon als

Den Bombardier Willem Nurscher neevens vier en twintig Coppen om het geschut te bedienen.

Op het Batterijtje tusschen het watercasteel of de groote Batterij en de Rogge Baaij , het welk is voorsien met

8: P:s geschut van 6. lb Bals, onder den Burger Constapel Barend Cuijper den Bootsmansm:t van de werf met Agthien Coppen om het Canon te bedienen.

Nog is in Steede van bovengen: oud Burgerraad Jan de With tot Luijtenant, onder de Comp: van den Heer independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn bestaande uijt ‘s Comp:s dienaren en Burgeren die aan Strand niet worden geëmploijeert, aangesteld den meede Oud Burgerraad Jan Hendrik Hop en voorts tot Sergeant in deselfde Comp:en in plaatse van den overleedene oud ondercoopman Daniël Godfried Carnspek, den Corporaal Reijnier La febre, die als Corporaal sal moeten opgevolgt worden door den Adsistend Johannes Bacheracht.

Sullende voorts het op den 22. Septb: 1744. gemaakte reglement tot narigt en observantie voor alle ende een ijgelijk soo ‘s Comp:s Dienaren als Burgeren bij overkomst van een vijand alhier, met de nodige ampliatie, bij renovatie alomme in dit Gouvernement weeder worden geaffigeert.

Ende alsoo naar het formeeren op eevengemelden tijd van het plan aangaande het volk dat tot het bedienen van het geschut soo hier ten Casteele al op de toen bereijts in gereetheijd gebragt sijnde batterijen langs deese Stranden word gerequireert, nog andere aldaar sijn opgemaakt, sulx deesen aangaande verdere en andere Schickingen dienen gemaakt te worden, Is derhalven het verrigten van dien gedemandeert aan den Heer Major Isaäk Meijnertzhagen.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Moller

C. 125, pp. 196-199.

Dingsdag den {17470829} 29. Aug:s 1747.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ heeren Pieter Reede van Oudshoorn en Meijnertzhagen.

Door den E. Equipagiemeester Jacobus Möller en Capiteijn Luijtenant ter Zee Abraham Swart die ter ordre van den heer gouverneur op gisteren, een begin hebben gemaakt, met te ondersoeken hoe het is gesteld met het Retourschip Arnesteijn , dat door het swaar en travadig weer, het welk hem seedert sijn jongste uijtloopen uijt de Baaij Fals , genoegsaam altijd is bijgebleeven; en het meenigvuldig overgekreegene Zeewater niet alleen weeder eenige Schade aan desselfs Laading heeft gekreegen maar daar en boven ook sodanig is ontset geraakt en Lek geworden, dat dies Overheeden het met geen twee pompen kunnende Lens houden, genoodsaakt sijn geworden tot behoudenisse der daarop vaarende menschen en dies in hebbende kostelijke goederen, om op eergisteren den 27. deeser maand Augustus terwijl hun macker Polanen desselfs reijse voortsettede, binnen deese Tafelbaaij te rugge te keeren; aan welopgemelden Heer Gouverneur gerapporteerd geworden sijnde, dat om die Visitatie gelijk het behoord, te kunnen doen, en met eens te weeten welke reparatiën aan die Kiel dit doenelijk weesende, souden dienen en moeten worden gedaan; het volstrekt nodig is, dat dien bodem ten minsten voor een gedeelte word ontlost; Is derhalven verstaan en beslooten dat daarmeede, in soo verre het noodsakelijk sijn sal, met den eersten een begin sal worden gemaakt, ondertusschen dat de nodige gecommitteerdens meede sijn benoemd, om soo aan boord als hier aan de Wal de gesegde goederen af te Scheepen, ende te ontfangen, mitsgaders de natte te doen Lugten, droogen en dan weeder te besorgen; Soo ende in diervoegen als het selve na vereijsch van saaken en omstandigheeden, voor den meesten dienst der E. Comp:nie sal worden gevonden te behooren.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] Corn.s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Moller

C. 125, pp. 200-203.

Donderdag den {17470831} 31: Aug:s 1747.

Voormiddags alle present behalven de Heeren Isaäk Meinertzhagen, Rudolph Sigfried Alleman, Cornelis Eelders en Jacobus Moller.

Agtervolgens de diesweegens geaffigeerde Billietten, na behoorlijk klocke geklep en uijtroeping der Boode, op heeden getreeden sijnde, tot de Publicque Verpagting van ‘s Lands gemeene Middelen en inkomsten deeses Gouvernements, soo sijn deselve door de volgende persoonen voor sodanige prijsen ingemeijnd geworden, als hier onder staat uijtgedrukt te weeten.

'T Moutbier
de Wed: Hans Jurgen honk ƒ825:
 
Brandewijnen enz:
Eerste quart Jochem Hubener ƒ1300:
2. d:o Michiel Pentz d:o 1200:
3. d:o Jan Jurgen Schreuder d:o 700:
4. d:o Michiel Pentz d:o 625: d:o 3825:
 
Vaderlandse Bieren en Wijnen
Abraham Lever d:o 1450:
 
Caabse Coele Wijnen
Eerste quart Michiel Pentz ƒ3325:
2. d:o Jan Holst d:o 3300:
3. d:o Abraham Lever d:o 3300:
4. d:o Michiel Pentz d:o 3350:
  ƒ13275:
 
Welke Laatstgen. Vier Perceelen van de pagt der Caabse Coele Wijnen vervolgens naar den inhoude der Pagt Conditiën in een generale Massa weeder opgeveijld en afgeslaagen weesende, sijn deselve ingemeijnd geworden bij den burger Abrahan Lever, invoegen hij generalen Pagter is gebleeven der voorseijde Caabse wijnen voor ƒ19150:
 
Caabse wijnen enz: aan het Ronde Bosje en Baaij fals .
Michiel Pentz d:o 1100:
 
De Coele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn
Jan Le Roux d' oude d:o 175:
 
Sodat de geheele pagtpenn:e bedragen ƒ26525:
'T Moutbier
de Wed: Hans Jurgen honk ƒ825:
 
Brandewijnen enz:
Eerste quart Jochem Hubener ƒ1300:
2. d:o Michiel Pentz d:o 1200:
3. d:o Jan Jurgen Schreuder d:o 700:
4. d:o Michiel Pentz d:o 625: d:o 3825:
 
Vaderlandse Bieren en Wijnen
Abraham Lever d:o 1450:
 
Caabse Coele Wijnen
Eerste quart Michiel Pentz ƒ3325:
2. d:o Jan Holst d:o 3300:
3. d:o Abraham Lever d:o 3300:
4. d:o Michiel Pentz d:o 3350:
  ƒ13275:
 
Welke Laatstgen. Vier Perceelen van de pagt der Caabse Coele Wijnen vervolgens naar den inhoude der Pagt Conditiën in een generale Massa weeder opgeveijld en afgeslaagen weesende, sijn deselve ingemeijnd geworden bij den burger Abrahan Lever, invoegen hij generalen Pagter is gebleeven der voorseijde Caabse wijnen voor ƒ19150:
 
Caabse wijnen enz: aan het Ronde Bosje en Baaij fals .
Michiel Pentz d:o 1100:
 
De Coele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn
Jan Le Roux d' oude d:o 175:
 
Sodat de geheele pagtpenn:e bedragen ƒ26525:

Aldus gedaan en uijtgevoerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P Reede van Oudshoorn

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Moller

C. 125, pp. 204-231.

Dingsdag den {17470905} 5. Septb:r 1747.

’s Voormiddags alle Present uijtgenomen den E. Coopman en Winkelier Cornelis Eelders bij indispositie.

Hebben de gestelt geweest sijnde Zee en Scheeps Timmerlieden tot exacte visitatie van het aanweesende Retourschip Arnesteijn van haare verrigtinge en bevindinge daar omtrent de volgende verclaaring verleend.

‘Den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van India mitsgaders gouverneur in Loco & ons ondergeteek: ten fine nabesz: hebbende gelieven te Committeeren; soo verclaaren wij na Exacte gedane Visitatie het alhier te rug gekomene Bengaals Retourschip Arnesteijn soo van vooren als agteren in het geheel goed en deugdsaam, dog van de agterkant van de Focke rust binnen boord tot aan het Baks Luijk eenigsints werkende bevonden te hebben, waar door bij overneeming van water in de Stormen dewelke dien bodem seedert sijn vertrek uijt de Baaij fals gehad heeft, ‘t water in het ruijm is geloopen en aan de Pakken dewelke teegens boord geleegen hebben, eenige nattigheijd heeft veroorsaakt, nietteegenstaande deselve seer wel besorgd sijn geweest; wijders hebben wij bij het slingeren van dat Schip ter deeser Rheede ontwaard, dat de voorste Zeijlbalk mitsgaders de Balk aan de voorkant van het groot Luijk soo wel als de vijfde d:o van daar, beneevens op eenige plaatsen de Lijfhouten werkende sijn, als meede dat nog een Balk aan Stuurboord agter het gemelde Baks Luijk aan het End afgescheurd is; alle welke gebreeken wij egter oordeelen dat alhier weeder na behooren sullen kunnen werden gerepareert en verholpen, dog waar en boven het seer noodsakelijk sal sijn, dat om dien bodem nog eenig Soulaas toe te brengen, van de 3200. Sacken met Salpeeter dewelke sig tot een Onderlaag in die kiel bevinden, ten minsten Duijsend of twaalf hondert Sakken daaruijt geligt, en ook de bovenlasten van de laading van het Dek weggenoomen wierden, als wanneer wij oordeelen dat dien bodem in staat sal sijn om de reijse met gerustheijd naar het Vaderland te kunnen onderneemen, schoon dies officieren en den Timmerman van gevoelen sijn, dat dat Schip met nog eenige Steunders en knies (:dewelke egter alhier in het geheel niet in voorraad sijn:/ diende voorsien te worden, dewijl sij betuijgen dat het Schip in Zee sijnde niet alleen seer veel werkt, maar dat ook met het over en weeder slingeren eenige balken in het selve geligt werden, het geen wij ondergeteek: gecommitteerdens egter hier ter Rheede niet hebben kunnen ontwaaren, en dienvolgens van oordeel sijn dat dien bodem na reparatie der voorenstaande gebreeken en het wegneemen soo van desselfs bovenLast als van 1000. of 1200. sacken met Salpeeter (:om het welke te doen dien bodem egter in het geheel sal moeten worden ontlost:) soo als hier vooren staat aangehaald desselfs reijs met gerustheijd weder sal kunnen onderneemen.’

‘En hiermeede gedenkende aan de geEerde Ordre van Uwe Wel Edele gestr: te hebben voldaan, soo laaten wij deesen dienen voor eerbiedig rapport. (:onderstond:) Cabo de Goede hoop den 5. Septemb:r 1747. Als gecommitt: (:was geteekt:) J:s Moller, A. Swart, B:t van Dockum Jan Geskel, X. /:Daar neeven stond:/ dit is het merk van Jacob Andriesz:, Barend Janse, /:in margine:/ Waarmeede Corfirmeeren (:geteekent:) J:n H:o Capteijn, H:k V:n Oudheusden X. (:daarneevens stond:) Dit is het merk van Jan van der Mast.’

Waaruijt sijnde komen te blijcken dat dien bodem sonder het inbrengen in denselven van deese en geene Winkelkniën en Steunders, dat alschoon goed weesen soude, egter nu sal moeten agter gelaaten worden om dat men hier ter plaatse van sodanige soorten van inhouten in het geheel is ontbloot, nog volkomen sal kunnen worden gerepareert en in staat gesteld om desselfs reijse met gerustheijd voorttesetten mits dat tot desselfs Soulaas en verligtinge, van desselfs tot een onderlaag inhebbende 3200. sacken met Salpeeter Thien à twaalf hondert Sacken neevens de boven Lasten van de Laading op het dek worden weggenoomen en dat Schip daarvan ontheft, heeft men oversulx na overweeginge van saaken moeten besluijten dat met het repareeren en het weeder in gereetheijd brengen van meermaalsgen: Schip Arnesteijn soo ende indiervoegen sal worden gehandelt als soo even is gemeld, terwijl die kiel tot het verrigten van het een en het ander in het geheel sal ontlost worden.

Hierna wierd door den E. Equipagiemeester Jacobus Möller in opvolginge van het aan hem geordonneerde in de jongste vergaderinge weegens het gepasseerde alhier in den jaare 1745. bij het afgeeven aan het retourschip de Oplettentheijd van een Boot, in steede van sijne in de Baaij Fals agter gelaatene onbequame Barcas, het onderstaande berigt ingegeeven.

Aan den Wel Edelen Gestr: heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Nederlands India, mitsg:s gouverneur aan Cabo de Goede hoop en den ressorte van dien &. &. beneevens den E. Agtb: Politicquen Raadt.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb:re Heeren’

‘Aan den ondergeteek: Equipagiemeester alhier, door Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agbt:re bij Raadsbesluijt van den 23. der even afgeweekene maand Augustus gedemandeert geworden sijnde, om een ordentelijk berigt in te geeven, voor soo veel hem nu nog soude voorstaan, nopende seekere boodt die in den jaare 1745: in de Baaij fals aan de overheeden van het Retourschip de Oplettentheijd is afgegeeven, in steede van haare onbequame Barkas; soo heeft den ondergeteek: thans d’ Eer Uwe wel Edele Gestr: en E. Agtb:re dien aangaande in alle Eerbied te berigten dat de gemelde Barcas van ‘t Schip d’ Oplettentheijd , vermits sijne onbequaamheijd en swaare Leccagie aan de wal gesleept sijnde om te sien of deselve in de korte legdaagen van dien bodem konde verholpen worden, het geen egter niet heeft kunnen geschieden, soo is dewijl de Ordre komt meede te brengen, dat aan alle de Retour Scheepen daarvan onvoorsien sijnde een Boot moet werden toegevoegd, derhalven aan dat Schip de Oplettentheijd de Boot dewelke door het Retourschip Rijnhuijsen in den jaare 1743. in de gem: Baaij Fals is agtergelaaten en seedert aldaar expres bewaard en behoorlijk onderhouden geworden, om bij verleegentheijd een ‘s Comp:s bodem, daarmeede te kunnen gerieven bijgeset, en aan de Scheeps overheeden van d’ Oplettendheijd bij des ondergeteek:g Absentie (:als doenmaals na de Caab geweest sijnde:) overgeleevert met desselts Mast, giek, gaffel en wat verder daarbij gehoorde exepto alleen de Zeijlen, gelijk sulx niet alleen door den Posthouder in de gedagte Baaij Fals maar ook door de gesaghebbers van de ter dier tijd aldaar geleegen hebbende hoekers Ter Meijen en ‘d Hector getuijgd word: ook kan den ondergeteek: niet begrijpen hoe het mogelijk kan weesen dat een Boot van een Schip van 130. v:t (:soo als Rijnhuijsen is geweest:) gelijk de Scheeps Overheeden van meermaalsgen: Schip de Oplettentheijd bij hunnen desweegens verleende verklaaring komen te getuijgen te groot soude sijn geweest voor hun bodem, daar deselve van een grooter charter dan Rijnhuijsen was, en daarom kan den ondergeteek: ook niet gelooven dat dit, nog de onbequaamheijd van dien Boot of de noodsakelijkheijd van brandhout gelijk sijl: komen voor te geeven de reedenen geweest sijn, waarom deselve Scheeps overheeden dat vaartuijg hebben gesloopt, maar veel Liever dat sij tot uijtwinning van Plaats in hun Schip, maar sullen gesogt hebben hun daarvan te ontlasten dewijl de ondervinding meermalen heeft geleerd dat de thuijsvaarende Scheeps Overheeden liever sonder als met een Boot (:dewelke haar egter hoognodig is:) willen vaaren en dienvolgens veeltijds. sodanig vaartuijg laaten Slippen.’

‘Dit alles sijnde het geen den ondergeteek: van die Saak weet of nog in geheugen heeft, soo Laat hij deese dienen voor eerbiedig Rapport. (:onderstond:) Cabo de goede Hoop den 1. Septb:r 1747 (:was geteekt:) J:s Moller.’

En is na overweeginge van saaken best gedagt, dat ter elucidatie van het diesweegens gerequireerde bij de Edele groot Agtb:re heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam, conform het ter needer gestelde in dat Schriftuur sal geschreeven en daarbij uijt naame van den heer Gouverneur gevoegd worden, dat de overheeden van gedagte Schip de Oplettendheijd bij hun aanweesen in de Baaij fals , aan welopgemelde sijn Edele nooijt hebben te kennen gegeeven dat se gebrek aan Brandhout souden hebben gehad en nog minder hem Gouverneur daarom versogd.

Voorts is nog geleesen het ingediende Rapport door de gestelde opsigters over de thans hier vervaardigt wordende Mouille noopende het daar omtrent voorgevallene in de soo even afgeweekene winter, het welk is gevonden te weesen van inhoude als volgt.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India mitsg:s gouverneur aan Cabo de Goede hoop en den Ressorte van dien &. &. &.

‘Wel Edele Gestr: Heer.’

‘Wij ondergeteek: opsienders van de thans onder handen sijnde Mouille, hebben d’ Eer Uwel Edele gestr: bij deesen te berigten dat op den 16, 17. en 18. Maij jongstl: door de swaare Storm Zeën dewelke men ter dier tijd heeft gehad, de kop van gedagte Mouillie wel agt voeten in de lengte voor af na de Oostkant van dat werk is weggeslaagen, gelijk sulx meede vervolgens van tijd tot tijd bij Storm Weer Continueelijk nog is geschied, soo dat de gedagte Mouillie soo hier door als ter sake dat deselve door de swaare afloopende Zeën ook veel voorwaarts of na buijten gehaald is, in desselfs lengte seedert het gepasseerde jaar wel 30. Voeten heeft verlooren, dog voor het Overige heeft dit Werk aan de Oost of West kant soo wel als de oppervlakte van dien geen de minste Schaade geleeden, sijnde ook het Sand aan de west of buijten sijde eer aangegroeijd als vermindert (:onderstond:) Cabo de goede hoop den 1. Septemb:r 1747. (:was geteekt:) J:s Möller, Joh:s Car:s de Wet.’

Ende nademaal de Bandieten om aan dat werk te Arbeijden hier van Batavia gesonden, door de ongewoonheijd van dit climaat, en van sulke swaare Arbeijd meest gestorven sijnde, hiernog bij komt dat deese ingeseetenen weegens de swaare sterfte die sedert eenigen tijd herwaarts onder haare Slaven is geweest, nu ook buijten staat sijn om uijt die dewelke se overgehouden hebben, eenige om aan dat werk te Arbeijden, met mogelijkheijd te kunnen Missen en dat boven dit alles ‘s Comp:s trekbeesten door de geduurige regens en het buijten gewone guur en koudt weer mitsg:s de swaare togten die deselve geduurende den winter na de Baaij fals dagelijks hebben moeten doen, ten dienste der aldaar aangeweest sijnde Scheepen, sodanig sijn verarmd en afgevallen, dat het nog lang sal aanloopen al eer deselve weeder in staat sullen kunnen geraaken, om dienst te doen, invoegen ‘er jeegenswoordig om dit alles gantsch geen kans is, om iets in het minste omtrent het voortsetten van dat werk te kunnen doen, heeft men derhalven moeten besluijten dat men dit jaar daarmeede sal stil staan.

Door den heer Hoofd-Administrateur Rijk Tulbagh vervolgens geproduceert geworden sijnde de onderstaande versoek Schriften van den Pakhuijsmeester Dispencier en Keldermeester alle tendeerende om te mogen genieten de ordinaire jaarlijxe afschrijvingen, op de door haar in het afgeweekene Boekjaar verstrekte goederen; is naar daarover gehoudene raadpleeginge verstaan, dat gemelden Heer Hoofd-Administrateur bij deesen sal worden en blijven geauthoriseert om de minderheeden en defecten in gedagte versoekschriften vermeld staande, dewijl se niet excedeeren, bij de Negotie Boeken deeser Gouvernemente behoorlijk te doen afschrijven, luijdende gesegde Versoek schriften, als volgt.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Nederlands India, mitsgaders gouverneur van Cabo de Goede hoop en den Ressorte van dien, beneevens den E. Agtb:re Raad van Politie deeser Gouvernemente.

‘Wel Edele Gestrenge Heer en E. Agtb:re Heeren.’

‘Den ondergeteek: Coopman en Pakhuijsmeester versoekt seer eerbiedig dat aan hem volgens gebruijk mag werden toegestaan, sodanige afschrijving als ‘er op de ondertenoemene goederen, geduurende dit Boekjaar onvermeijdelijk sijn gevallen, bestaande in’


Cramerijen
46. lb Aluijn op 924 lb } Sijnde 5 p:r C:to soo door indroogen verstuijven, versleepen der rotten en Muijssen als het verstrecken bij 1 en 2. lb vermindert.
21. d:o Lijm d:o 427. d:o
67. d:o Stijfsel d:o 1346. d:o
Ijser
2971. lb gesorteerd op 198076. lb soo door inroesten als verstrekken bij 100. en 50. lb vermindert sijnde 1 1/2. p:r C:to.
Spijkers
1969 lb gesorteerde ijsere op 131 287 lb door inroesten en uijtweegen bij klijne parthijen van 1. en 2 lb vermindert, sijnde meede 1 1/2 p:r C:to.
Verwen
1: lb fijne op 36 lb. } à 3. p:r C:to soo door verstuijven als verstrecken bij 1 en 2. lb vermindert.
39. d:o grove d:o 1289 d:o
Tabak
39. lb op 1290. lb door indroogen en uijtweegen bij 1 en 2. lb vermindert, sijnde 3. p:r C:to.
Specerijen
7 5/8 lb Nooten op 153 1/8 lb } à 5. p:r C:to meede door indroogen en verstrecken bij 1. tot 1/4 lb vermindert.
7 5/8 d:o Nagelen d:o 153 1/8 d:o
7 5/8 d:o foelij d:o 154 1/8 d:o
7 5/8 d:o Caneel d:o 156 1/8 d:o
Coffij Boonen
175. lb op 3500. lb insgelijx door indroogen en verstrekken bij 1 en 2 lb vermindert, sijnde meede 5. p:r C:to

Cramerijen
46. lb Aluijn op 924 lb } Sijnde 5 p:r C:to soo door indroogen verstuijven, versleepen der rotten en Muijssen als het verstrecken bij 1 en 2. lb vermindert.
21. d:o Lijm d:o 427. d:o
67. d:o Stijfsel d:o 1346. d:o
Ijser
2971. lb gesorteerd op 198076. lb soo door inroesten als verstrekken bij 100. en 50. lb vermindert sijnde 1 1/2. p:r C:to.
Spijkers
1969 lb gesorteerde ijsere op 131 287 lb door inroesten en uijtweegen bij klijne parthijen van 1. en 2 lb vermindert, sijnde meede 1 1/2 p:r C:to.
Verwen
1: lb fijne op 36 lb. } à 3. p:r C:to soo door verstuijven als verstrecken bij 1 en 2. lb vermindert.
39. d:o grove d:o 1289 d:o
Tabak
39. lb op 1290. lb door indroogen en uijtweegen bij 1 en 2. lb vermindert, sijnde 3. p:r C:to.
Specerijen
7 5/8 lb Nooten op 153 1/8 lb } à 5. p:r C:to meede door indroogen en verstrecken bij 1. tot 1/4 lb vermindert.
7 5/8 d:o Nagelen d:o 153 1/8 d:o
7 5/8 d:o foelij d:o 154 1/8 d:o
7 5/8 d:o Caneel d:o 156 1/8 d:o
Coffij Boonen
175. lb op 3500. lb insgelijx door indroogen en verstrekken bij 1 en 2 lb vermindert, sijnde meede 5. p:r C:to

’(:onderstond:)’

‘In ‘t Casteel de goede hoop Ult:o Aug:s 1747.’

’(:was geteekt:) C. Brand.’

‘Den Wel Edelen Gestr: heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Nederlands India & gouvern:r van Cabo de goede hoop &. &. beneevens den E. Agtb: Raad van Politie, werd seer Eerbiedig versogt, dat aan den onderget: Dispencier mag werden toegestaan, de ordinaire afschrijving van de onderstaande goederen, dewelke door Spillagie, Leccagie, aanslaan der Muuren als andersints onvermijdelijk in een Rond jaar sijn ontstaan, namentlijk.’


310 1/2. Mud Tarw, als
17 3/4 Mudd: Rog à 1 1/2 p:r C:to van 1184. mud: na batavia als Ceijlon afgescheept, door 't harploopen en uijtmeeten vermindert.
12 3/8 Mudd: Boonen à 1 1/2 p:r C:to van 829. Mud in 't verstrekken uijtdroogen, uijtsleepen van Rotten en Muijsen vermindert.
18 3/4 Mudd. Erten à 1 1/2 p:r C:to van 1258. Mud: in alles als vooren.
23 3/4 Mudd. Garst à 1 1/2 p:r C:to van 1588. Mud: door Calanders en als boven.
5810. lb Rijst @ 3 p:r C:to van 193686. lb door 't uijteeten van de calanders en uijtweegen bij veel kleijne quantiteijten.
694. lb. Hardbrood à 1 p:r C:to van 69406. lb door 't uijteeten van kakkerlakken, Rotten en Muijsen als uijtweegen vermindert.
Zuijker over als volgt.
400 lb. Swarte à 5 p:r C:to van 8000: lb
1580 d:o Witte d:o 2. d:o d:o d:o 79062. d:o
485. d:o Candij d:o 1 1/2 d:o d:o d:o 32389. d:o
12 lb. Hop à 1 p:r C:to van 1221. lb door t' uijtdroogen, 't versleepen van Rotten en uijtweegen bij kleijne parthijen.
63. lb Peeper à 1 p:r C:to van 4246 lb door 't verstuijven en uijtweegen bij kleijne quantiteijten.
48. d:o Wax @ 5 p:r C:to van 967 lb door 't vermijten en uijtweegen vermindert.
24. lb Waxkaarssen à 1 p:r C:to van 2421. lb gelijk voorsz:
1363. lb Zeep à 3 p:r C:to van 45434 lb door 't vermeijten, uijtdroogen en uijtweegen vermindert.

310 1/2. Mud Tarw, als
17 3/4 Mudd: Rog à 1 1/2 p:r C:to van 1184. mud: na batavia als Ceijlon afgescheept, door 't harploopen en uijtmeeten vermindert.
12 3/8 Mudd: Boonen à 1 1/2 p:r C:to van 829. Mud in 't verstrekken uijtdroogen, uijtsleepen van Rotten en Muijsen vermindert.
18 3/4 Mudd. Erten à 1 1/2 p:r C:to van 1258. Mud: in alles als vooren.
23 3/4 Mudd. Garst à 1 1/2 p:r C:to van 1588. Mud: door Calanders en als boven.
5810. lb Rijst @ 3 p:r C:to van 193686. lb door 't uijteeten van de calanders en uijtweegen bij veel kleijne quantiteijten.
694. lb. Hardbrood à 1 p:r C:to van 69406. lb door 't uijteeten van kakkerlakken, Rotten en Muijsen als uijtweegen vermindert.
Zuijker over als volgt.
400 lb. Swarte à 5 p:r C:to van 8000: lb
1580 d:o Witte d:o 2. d:o d:o d:o 79062. d:o
485. d:o Candij d:o 1 1/2 d:o d:o d:o 32389. d:o
12 lb. Hop à 1 p:r C:to van 1221. lb door t' uijtdroogen, 't versleepen van Rotten en uijtweegen bij kleijne parthijen.
63. lb Peeper à 1 p:r C:to van 4246 lb door 't verstuijven en uijtweegen bij kleijne quantiteijten.
48. d:o Wax @ 5 p:r C:to van 967 lb door 't vermijten en uijtweegen vermindert.
24. lb Waxkaarssen à 1 p:r C:to van 2421. lb gelijk voorsz:
1363. lb Zeep à 3 p:r C:to van 45434 lb door 't vermeijten, uijtdroogen en uijtweegen vermindert.

’(:onderstond:)’

‘In ‘t Casteel de Goede hoop ult:o Aug.s 1747.’

’(:was geteekent:) N:s heijning.’

Aan den Wel Edelen gestr: heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraord:s van Nederlands India, mitsgad:s gouverneur van Cabo de Goede hoop &. beneevens den E. Agtb: Politicquen Raadt.

‘Wel Edele gestr: Heer en E. Agtb:re Heeren.’

‘Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb: werd door den ondergeteek: keldermeester seer eerbiedig versogt, dat hem de ordinaire Afschrijving op de Caabse wijnen (:door het Oversteecken en opvullen vermindert:) onder Ult:o Aug:s laatstl: voor een jaar mag valideeren, bedraagende 12346. kann:e op 969. 1/2 Leggers, sijnde een Legger van de twee en dertig p:s (onderstond:) In ‘t Casteel de goede hoop den 1. Septb: 1747. (:was geteek:t:) J:n Raeck.’

Soo als wijders op het hiertoe gedane versoek bij den Curator ad Lites David d’ Aillij nog sijn aangenoomen de geslootene Boedelreekening en van sodanige nalatenschappen als van deese en geene afgestorvene ‘s Comp:s Dienaren in het gepasseerde Boekjaar onder desselfs Administratie sijn gekomen; als sijnde deselve Boedel Reecq:gn uijtwijsens de verleende verclaaring bij de gecommitteerd:s tot Examinatie derselve gestelde met de Inventarissen en CoopCedullen accordeerend bevonden.

Nog heeft men na resumptie van het hiertoe ingeleeverde request bij de Brandewijn pagters, aan de selve gepermitteert, om voor elk van hun bijsonder perceel een bijtapper te mogen aanstellen.

Op het te kennen geeven van den Heer Gouverneur dat eenige deeser inwoonderen dewelke Landerijen van d’ E. Comp: in Erfpagt hebben, sijn Edele waaren komen versoeken deselve nu dat den tijd waarvoor se die in Erfpagt hebben gehad, was geëxpireert en dat se die niet meer quamen te benodigen te mogen verlaaten en aan d’ E. Comp:e weeder te geeven; Is gearresteerd dat de hier van verleende Erfbrieven, soo Wel als die dewelke in het vervolg na Expiratie van den tijd voor dewelke deselve in Erfpagt syn uijtgegeeven meede sullen worden opgesegt; ter Secretarije deeses Gouvernements sullende geroijeert worden, deselve voorts bij d’ E. Comp:e weder na Sig sal genomen worden.

Laatstelijk is, ten eijnde de Land-Militie alhier, ten allen tijden en bij alle toevallen klaar en in staat van Defentie tegens alle overrompelingen mogt weesen, vast gesteld dat aan derselver hoofd officieren bij verdeeling sullen afgegeeven worden 2000. lb Buskruijt en 4000 lb Loot, om als het word vereijscht ten eersten en sonder vertoef onder de gesegde Land-Militie verders te worden afgegeeven en verdeelt, die dan dus ten vollen gewapend en van Ammonitie voorsien weesende, herwaarts sal kunnen opkomen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Moller

C. 125, pp. 232-248.

Dingsdag den {17470926} 26. Septb:r 1747.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ E. E:s Christoffel Brand en Cornelis Eelders den Eersten bij occupatie en den anderen bij indispositie.

Heeft den Heer Major Isaäk Meinertzhagen in opvolginge van het aan sijn E gedemandeerde in Vergaderinge van den 23. Aug:s Pass:o het door hem geformeerde plan en daarbij gemaakt verdeelinge van de alhier sijnde manschappen voor soo verre deselve daartoe kunnen strekken en met die bij een heeft kunnen versamelen, om het geschut soo hier ten Casteele als op de gedetacheerde Werken en Batterijen leggende, bij overkomst van een vijand te bedienen; heeden in Raade overgeleevert het welk is bevonden te weesen van den volgenden inhoude.

‘Plan, schickinge en verdeelinge, bij den ondergeteek: Major en hoofd der Militie alhier, ter ordre van den Wel Edelen Gestr: Heer Gouverneur en E. Agtb:re Politicquen Raadt gemaakt, van de hier aan de hand sijnde Manschappen, voor soo verre deselve daartoe kunnen strekken en men hier bij een heeft kunnen versamelen en het geschut soo hier ten Casteele als op de gedetacheerde werken en Batterijen leggende, bij vijandelijke Attacque te regeeren en bedienen als.’


Hier ten Casteele dat voorsien is met 39. Stukken van alle soorte van Caliber.
Willem Willemsz: Constapel
Jan Baltus, Constapelsm:t
12. Bosschieters } Sullende deese soo wel als de ondervolgende Ambagtslieden met 't nodige gereedschap tot repareering der onbruijkbaar werdende Affuijten &:e moeten voorsien weesen.
3 Metselaars, daaronder den Baas.
4. Huijs Timmerlieden
2 Scheeps d:o
3 Smits, waaronder den baas
2 kuijpers d:o
1 Wagenmaker sijnde den Baas.
Werdende voorts beset gehouden door de Compagnie Pennisten en andere onder den heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn.

Hier ten Casteele dat voorsien is met 39. Stukken van alle soorte van Caliber.
Willem Willemsz: Constapel
Jan Baltus, Constapelsm:t
12. Bosschieters } Sullende deese soo wel als de ondervolgende Ambagtslieden met 't nodige gereedschap tot repareering der onbruijkbaar werdende Affuijten &:e moeten voorsien weesen.
3 Metselaars, daaronder den Baas.
4. Huijs Timmerlieden
2 Scheeps d:o
3 Smits, waaronder den baas
2 kuijpers d:o
1 Wagenmaker sijnde den Baas.
Werdende voorts beset gehouden door de Compagnie Pennisten en andere onder den heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn.


De Groote Batterij of Waterschants, beset met 27. St: Canon, als
6. P:s van 24. lb Bals
12 d:o d:o 18.d:o d:o
9. d:o d:o 12. d:o d:o
Mitsgaders de Batterij 's heer Hendriks kinderen, waarop sijn 6. stukken Canon, als
4. van 8. en
2 d:o 6. lb Bals
Waarop Commandeeren den E. Equipagiem:r Jacobus Möller den oud gesaghebber Gerrit van der Port, en den Constapel Ansem van Elden
2 Bosschieters
80 Mattroosen
4. Smits
4. huijs Timmerl: waaronder den Baas
2 Scheeps d:o d:o d:o
4 Metselaars
1 kuijper en
1 Wagenmaker
Mitsgaders nog de daar ter plaatse bescheijdene Bandieten.
En voorts tot dekking van deselve een Compagnie Cavallerij

De Groote Batterij of Waterschants, beset met 27. St: Canon, als
6. P:s van 24. lb Bals
12 d:o d:o 18.d:o d:o
9. d:o d:o 12. d:o d:o
Mitsgaders de Batterij 's heer Hendriks kinderen, waarop sijn 6. stukken Canon, als
4. van 8. en
2 d:o 6. lb Bals
Waarop Commandeeren den E. Equipagiem:r Jacobus Möller den oud gesaghebber Gerrit van der Port, en den Constapel Ansem van Elden
2 Bosschieters
80 Mattroosen
4. Smits
4. huijs Timmerl: waaronder den Baas
2 Scheeps d:o d:o d:o
4 Metselaars
1 kuijper en
1 Wagenmaker
Mitsgaders nog de daar ter plaatse bescheijdene Bandieten.
En voorts tot dekking van deselve een Compagnie Cavallerij


de Couvre Face Imhoff, voorsien met 19. St: Canon, als
1 P:s van 24. lb Bals
2 d:o d:o 18. d:o d:o
13 d:o d:o 12. d:o d:o
1 d:o d:o 6. d:o d:o
2 d:o d:o 8. d:o d:o
onder den oud Burgerraadt Jan de Wit en Constapel Harmanus Andriesz:
36 Coppen uijt 's E. Comp:s stal
3 Smits
4 huijs Timmerlieden
2 Scheeps d:o
4 Metselaars
1 kuijper
1 Wagenmaker
19 knegts, hier in de Tafelvalleij in Leening

de Couvre Face Imhoff, voorsien met 19. St: Canon, als
1 P:s van 24. lb Bals
2 d:o d:o 18. d:o d:o
13 d:o d:o 12. d:o d:o
1 d:o d:o 6. d:o d:o
2 d:o d:o 8. d:o d:o
onder den oud Burgerraadt Jan de Wit en Constapel Harmanus Andriesz:
36 Coppen uijt 's E. Comp:s stal
3 Smits
4 huijs Timmerlieden
2 Scheeps d:o
4 Metselaars
1 kuijper
1 Wagenmaker
19 knegts, hier in de Tafelvalleij in Leening


de Batterij Elizabeth
Waarop geplaatst sijn 8. St: Canon als
2 P:s van 12.
2 d:o d:o 8. en
4. d:o d:o 6 lb Bals
Den oud Opperstuurman Hans de Wit en Constapelsm:t Adrianus Kroon.
22 Coppen van de schuur waaronder den Baas
2 Smits
3 huijstimmerlieden
2 Scheeps d:o
1 Wagenmaker en
1 Kuijper.

de Batterij Elizabeth
Waarop geplaatst sijn 8. St: Canon als
2 P:s van 12.
2 d:o d:o 8. en
4. d:o d:o 6 lb Bals
Den oud Opperstuurman Hans de Wit en Constapelsm:t Adrianus Kroon.
22 Coppen van de schuur waaronder den Baas
2 Smits
3 huijstimmerlieden
2 Scheeps d:o
1 Wagenmaker en
1 Kuijper.


de Batterij Tulbagh
Op dewelke Sig bevinden 11: Stucken Canon als
9. P:s van 3. en
2. d:o d:o 8 lb Bals
Den Bombardier Willem Nusscher
14. houtcappers van 't paradijs met den baas
2. Smits
4. huijs timmerlieden
2. Scheeps d:o
1 Wagenmaker
2 Metselaars
1 Kuijper

de Batterij Tulbagh
Op dewelke Sig bevinden 11: Stucken Canon als
9. P:s van 3. en
2. d:o d:o 8 lb Bals
Den Bombardier Willem Nusscher
14. houtcappers van 't paradijs met den baas
2. Smits
4. huijs timmerlieden
2. Scheeps d:o
1 Wagenmaker
2 Metselaars
1 Kuijper


de Batterij Helena
Voorsien met 11. P:s Canons, als
7 P:s van 12 lb Bals
2 d:o d:o 8 d:o d:o
2 d:o d:o 6 d:o d:o
Den Burger Jan Holst en Constapel Hans georg Smeltser
24 houtkappers van de Witte boomen met den Baas
3 Smits
4 huijstimmerlieden
2 Scheeps d:o
1 Wagenmaker
2 Metselaars en
1 kuijper.

de Batterij Helena
Voorsien met 11. P:s Canons, als
7 P:s van 12 lb Bals
2 d:o d:o 8 d:o d:o
2 d:o d:o 6 d:o d:o
Den Burger Jan Holst en Constapel Hans georg Smeltser
24 houtkappers van de Witte boomen met den Baas
3 Smits
4 huijstimmerlieden
2 Scheeps d:o
1 Wagenmaker
2 Metselaars en
1 kuijper.


't fort de Knocke
Beset met 6. stuk Canon, als
4. van 12. en
2 d:o 8 lb Bals
Den Burger Isaäk Martensz: en Constapelm:t Matthijs Lutjes
15 Coppen
2 Smits
4 huijs timmerlieden
2 Scheeps d:o
1 Wagenmaker en
1 Kuijper

't fort de Knocke
Beset met 6. stuk Canon, als
4. van 12. en
2 d:o 8 lb Bals
Den Burger Isaäk Martensz: en Constapelm:t Matthijs Lutjes
15 Coppen
2 Smits
4 huijs timmerlieden
2 Scheeps d:o
1 Wagenmaker en
1 Kuijper


tot de Veld-Artillerij
2 Bosschieters
2 Smits
3 huijs timmerlieden
2 Scheeps d:o
1 Wagenmaker
9 Voerluijden met Paarden
1 Voerman met een karre.

tot de Veld-Artillerij
2 Bosschieters
2 Smits
3 huijs timmerlieden
2 Scheeps d:o
1 Wagenmaker
9 Voerluijden met Paarden
1 Voerman met een karre.

‘’t Bataillon sal bij het uijtmarcheeren sijne route moeten neemen direct naar agter de Linie, alwaar het selve sig in het midden posteert om een waakend oog te houden op het débarqueeren van den vijand en verders sodanig te ageeren, als de omstandigheede der Saaken sullen komen te vereijschen.’

’(:onderstond:)’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 10. Septb:r 1747. (:was geteekent:/ I. Meinertzhagen.’

Welk Plan en gemaakte verdeeling men sig hebbende wel Laaten gevallen; Is wijders uijt aanmerkinge dat men hier geen Constapels genoeg heeft om soo veel geschut als hier boven staan gespecificeert, na behooren te kunnen bedienen, en dat die dewelke om in dat gebrek ten besten doenelijk te voorsien; uijt deese Burgerije op haar eijge aanbieding daartoe sijn aangesteld, geene Menschen sijnde van een genoegsame Ondervinding men dienvolgens van hun hoe willig en geneegen dat se sijn bij Attacque van een Vijand, sulke diensten niet soude kunnen erlangen als van beproefde en ervarene Canoniers; hierom gearresteerd dat de hoog Edele Heeren Seventhienen gelijk sulx nog jongst is geschied bij onse Letteren van den 15. April 1744. en 10. April 1745. bij ons eerst af te gaane schrijvens op nieuws op het eerbiedigst en instantigst sullen worden versogt van die goedheijd te willen weesen, om voorseijde gebrek te suppleeren en ons in staat te stellen om het geschut alhier daar dog onse meeste kragt meede sal moeten worden gedaan, met vrugt te kunnen gebruijken, eenige Constapels neevens een bequame Vuurwerker en Bombardier, des doenelijk sijnde, herwaarts te senden, en soo ook een ervaaren Ingenieur, dewijl die dewelke men hier heeft, door de uijtgestaane fatiques, bij het opmaaken der nieuwe fortificatie werken, sodanig in Lichaams kragten is afgenomen en verswakt dat men nu en voor het vervolg geen of weijnig dienst meer van hem kan verwagten.

De aanbesteedinge van de Leverantie van versch vleesch en Levendige Schaapen aan ‘s Comp:s passeerende Scheepen, het hospitaal ensz: dewelke op den eersten Februarij deeses jaars alleen voor den tijd van één jaar heeft kunnen geschieden als nu wederom beginnende aan te naderen, heeft men derhalven moeten besluijten dat bij Affixie van Billietten aan alle ende een ijgelijk kennisse sal worden gegeeven dat de gesegde Leverantie op den eerste des aanstaande maand February 1748. om met P:mo Maij daaraan volgende in te gaan nogmaals publiquelijk in een, twee, drie of vier perceelen aan de minst aanneemende sal worden aanbesteed; ende dit op den voorjarigen voet, te weeten voor één, drie of vijf jaaren, na dat deselve voor den minsten prijs in een der drie voorgestelde tijden, best aan de man sal kunnen geholpen worden, het welk dan nogmaals tot een ijgelijks narigt in bovengemelde Billietten sal worden ingelascht, en soo meede de naamen der plaatsen dewelke in het district van de groene Cloof begreepen weesende, tot weijde voor het vee van de gecontracteerde Slagters geduurende den tijd haarer Leverantie sullen kunnen dienen, waar omtrent men voor tegenswoordig als sijnde alles daar omtrent gelijk het behoord gereguleert, geene veranderinge sal behoeven te maaken.

Ter vervulling van de openstaande Leeraars plaats in de kerk van Stellenbosch , is goedgedagt aldaar te plaatsen den Eerwe: Predikant Eduardus Arents Jongst met het Schip het Casteel van Tilburg hier uijt het vaderland gearriveert en door de Heeren Majores voor dit gouvernement verordineert, en vertrouwen dat Syn Eerw:e niet alleen het vereijschte genoegen sal komen te geeven maar ook dat hij door de gemeijnte ter voorn: plaatse met Liefde en agting ontfangen wordende veel Stigtinge aan deselve sal komen te geeven, des sal aan de Eerw: Predicanten Petrus van der Spuij en Salomon van Echten worden genotificeert dat het nu niet meer nodig sal sijn, dat se beurd om beurd den Predikdienst in de gedagte kerk van Stellenbosch gaan waarneemen.

Voorts is op het diesweegens aangeschreevene bij de Wel Edele Groot Agtb:re heeren Bewindhebberen ter Camer Enchuijsen bij Missive van den 6: Maij deeses jaars, verstaan dat aan eenen Cornelis Backer als krankbesoeker op het aanweesend Schip het huijs te Persijn bescheijden, voor het verliesen van sijne regterhand die in den jaare 1745. alhier in den dienst des E. Comp:s is afgeschoten uijt ‘s Comp:s Cassa sal worden betaald het daartoe staande verset ter somma van ses hondert guldens Caabs Geld.

Sijnde nog op het hiertoe gedane versoek bij de Scheepelingen van het ter deeser Rheede Leggende Retourschip Arnesteijn , en uijt aanmerkinge dat deselve om de fataliteijt van haare reijse en hun lang vertoeven soo in de Baaij fals als ter deeser Caabse Rheede, des seer benodigt sijn; goedgedagt dat men aan die dewelke van haar niet te quaad staan, alle het te goed hebbende op haare Soldij reek:g des begeerende hier ter plaatse sal Laaten afgeeven en betaalen en aan de te quaad staande twee Maanden gagie.

Is al meede goedgevonden, dat het bedongene tractement van Een Duijsend Carolij Guldens Jaarlijx voor den wijnverlaater Jan Serrurier voor dit vierde jaar van sijn Loopend vijfjaarig verband, aan hem uijt de Colonies Cassa van Stellenbosch en drakensteijn sal moeten worden betaald; ende sulx op sodanige voorwaarden als die ter needer bekend staan bij Resolutie van den 4. Aug:s 1744.

Terwijl Laatstelijk nog uijt slavernij sijn ontslagen en in vrijdom gesteld seekere Slavinne der E. Comp:nie gen:t Johanna van Elsje van Mulder van de Caab en haar soontje Jacobus van Johanna van Elsje, als sijnde d’ eerste gedoopt en de hollandse Taal magtig, mits dat sij soo voor haar als haar soon aan d’ E. Comp: komt te betaalen een somma van Een hondert en vijftig guldens Indische valuatie.

Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Moller

C. 125, pp. 249-253.

Donderdag den {17471012} 12. Octob:r 1747.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ E. E.s Christoffel Brand en Corn:s Eelders bij Occupatie.

Onder de Lijwaaten dewelke uijt het aanweesend Retourschip Arnesteijn , ter weder besorginge hier aan de Wal sijn gebragt geworden; verscheijde Stucken gevonden wordende die dewijl se gescheurd of verweerd en aangestooken sijn, niet waardig sijn om na Europa versonden te worden; Is hierom op het voordragen van den heer Hoofd-Administrateur Rijk Tulbagh raadsaamst geoordeelt dat men gesegde Lijwaten gelijk dit in diergelijke geleegentheeden alhier meermaals is geschied, met den eersten voor het geen dat deselve sullen mogen gelden, by Publicque Vendutie sal laaten verkoopen, bestaande hetselve Linnegoed behalven 18. Stucken gerrassen die tot het weder embaleeren der andere nat geweest sijnde goederen, sijn verbruijkt geworden, in soort en quant als volgt.

En is wijders nog verstaan dat aan bovengen: Schip Arnesteijn tot remplaceering van het Buscruijt dat uijt desselfs inhebbende voorraad nat en gantsch bedurven is bevonden, ten bedrage van 550. lb, mitsgaders van dat geen het welk daarop hier ter Rheede is verschooten geworden so tot het bedanken der aankomende en vertreckende Scheepen, uijt ‘s Comp:s kruijtkelder ter deeser plaatse sullen worden verstrekt Elf hondert en vijftig lb Buscruijt Terwijl de bovengen: 550. lb bedurvene Buspoeder, als nergens tot nut en ter vermaaling onbequaam weesende, met den eersten in Zee sullen moeten weggegooijt worden.

Sijnde Laatstelijk tot onderstuurman op het in deese Tafelbaaij geankert Leggende uijtkomend Schip het huijs te Persijn , dewijl imand van die qualiteijt daarop noodwendig word gerequireert, aangesteld, den om die reden hier verbleevenen Constapel van het kortelings vertrockene Schip de Jager , Jan Krijgsman, en voorts tot Bottelier op het selve Schip in Steede van den overleedenen Jacobus Clooster, den hierom ter deeser plaatse ook aangehoudene Botteliersmaat van eevengen: Schip de Jager , Wiebe Corneliszen, dog egter op de nadere goedkeuringe van haar Hoog Edelens tot Batavia, van Wien se beijde de gagiën tot haare respective bedieningen staande ook sullen moeten versoeken.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Moller

C. 125, pp. 254-261.

Donderdag den {17471019} 19. Octob: 1747.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ E. E:s Christoffel Brand en Corn:s Eelders bij occupatie.

Uijt de geeerde Letteren van haar Wel Edele Groot Agb:re de Heeren Bewindhebberen ter Camer Rotterdam en Enchuijsen, van den 3. en 6. Maij deeses jaars, met Leetweesen gesien sijnde dat de Constantia Wijnen dewelke in den voorleedenen jaare van hier aan de twee Camers sijn toegesonden, seer slegt sijn geweest, en wel sodanig dat soo wanneer het daarmeede dus mogt voortgaan men in het Vaderland van ‘t verdere eijschen derselver souden moet afsien, soo is bij overweeginge dat ‘t hier omtrent nooijt heeft kunnen haperen aan ‘s Comps: bediendens ter deeser plaatse, dewijl die wijnen nooit in ‘s Comp:s Pakhuijsen sijn behandeld of bewaard, maar ter Contrarie soo als met se van buijten ontving direct naar boord gesonden geworden; En dat dit derhalven alleen moet worden toegeschreeven aan dies Leveranciers die hoe dikwijls datse sijn vermaand geworden, d’ E. Comp:ie niet als van goede onvervalschte Constantia Wijnen te voorsien, egter uijt bijsonder intrest, het vertrouwen dat men op hun heeft gesteld, mits de wijnen soo als men se ontfing direct af te scheepen, gelijk het soo even is gemeld, moeten misbruijkt hebben; hierom, en om in het vervolg soo veel mogelijk sij voor te komen, dat dit niet meer komt te geschieden; best geoordeelt en dienvolgens gearresteerd dat men voortaan de meergem: Constantia Wijnen een Maand vijf à ses voor ende aleer deselve moeten worden afgescheept, in ‘s Comp:s kelders sal inslaan en aldaar dien tijd door doen gade slaan en voor reecq:g der Leveranciers laaten leggen, om dus te kunnen ondervinden of deselve in dien tusschen tijd sig wel houden of niet, en die wijnen (:het eerste geschiedende:) met meerder gerustheijd en verseekertheijd van een goede overkomst in Nederland dan tot nu toe is geschied, te kunnen oversenden en daarvoor in te staan, en vooral wanneer deselve op de Scheepen wel besorgd en in Agt genomen worden; en verders dat om in deesen nog te Secuurder te kunnen weesen en met eenen te beletten, dat omtrent die wijnen na haare afscheepinge door wien ‘t soude mogen sijn eenige fraudes worden gepleegt, sonder dat men ‘t meer of min niet komt te ontdecken, men de Aamen waarinne die wijn sal worden overgesonden, telkens met ‘s Comp:s sjap sal doen branden, en uijt elk dier vaten als se gevuld, en na behooren besorgd sullen weesen, een Bouteille in Presentie der Scheeps Overheeden die deselfe sullen overvoeren laaten aftappen, welk Bouteille dan met ‘s Comp:s Merk beseegeld en als de vaaten genommert weesende, daarneevens onder berustinge der gedagte Scheeps Overheeden tot een Proef sal overgesonden worden.

Hierna heeft den heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh om daarop dispositie te mogen erlangen in vergaderinge overgeleevert d’ onderstaande Memorie.

‘Memorie van de nabesz: ‘s Comp:s Leijfeijgenen &. in de drie jongst gepasseerde Maanden door de natuurlijke dood overleeden ‘t vee in gem: tijd soo verrekt, als door het wild gedierte vernield, alles volgens verklaaring hier annex blijkende, namentlik.’

‘Volgens Reecq:g van den Opsiender van ‘s Comp:s Slaven Logie en Secretariale Verklaaringen, sijn in de maanden Junij, Julij en Augustij deeses jaars van ‘s Comp:s Leijfeijgenen door de natuurlijke dood overleeden te weeten.’


Afschrijven { 7 kloeke jongens
1 School jongen
5 Zuijgende jongetjes
7 kloeke Meijden
1 School Meijd
5 Zuijgende Meijsjes
52 Bandiete jongens.

Afschrijven { 7 kloeke jongens
1 School jongen
5 Zuijgende jongetjes
7 kloeke Meijden
1 School Meijd
5 Zuijgende Meijsjes
52 Bandiete jongens.

‘En volgens bijgevoegde reecq:g van den Landdrost gesterkt met Secretariale verklaaringen sijn in bovengem: Maanden van ‘s Comp:s Beestiaal soo verrekt als door ‘t Wild gedierte vernield te weeten.’

’(:onderstond:)’

‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 19. oct. 1747 /:was geteekt:/ R. Tulbagh’

Welker aangaande is verstaan, dat men de daarbij vermelde gestorvene ‘s Comp:s Leijfeijgenen en Bandieten mitsg:s verrekte Beestialen bij de Negotie Boeken deeses gouvernements behoorlijk sal doen afschrijven.

Laatstelijk is aan den geweesenen Schipper op Nieuw Walcheren Jacob Hogermolen, die weegens indispositie onder afgeschreevene gagie alhier is verbleeven, als thans volkomen hersteld weesende, toegestaan om met het aanweesend Schip het huijs te Persijn na Batavia te mogen overvaaren, des sal desselfs gagie van heeden weeder Cours neemen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 125, pp. 262-266.

Donderdag den {17471026} 26. October 1747.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ E. E.s Rudolph Sigfried Alleman en Cornelis Eelders.

Na dat aan de Burgers Carel George Wieser en Lambert Meijburg, als besitters van de hofsteede Constantia , was voorgeleesen geworden seekere periode geinsereert in de geeerde brieven van haar Wel Edele Groot Agtb:re de Heeren Bewindhebberen ter Cameren Rotterdam en Enchuijsen van den 3. en 6. maij deeses jaars; raakende de ondeugd der Constantia wijnen, dewelke in den voorleedenen jaare van hier aan welopgem:e Camers sijn toegesonden; heeft den Heer Gouverneur deese twee Leveranciers in ernstige termen vermaand, niet alleen om haare wijnen met alle mogelijke accuratesse te perssen en gade te slaan, maar ook om voorthaan aan d’ E. Comp:e niet te Leveren als goede en onvervalschte wijnen, met bijvoeging dat om reedenen vermeld bij Resolutie van den 19. deeser, haare wijnen een maand of ses voor dat se van hier versonden worden, in ‘s E. Comp:s kelder sullen worden ingeslaagen en aldaar voor haarl: reek:g gade geslagen.

In Steede van den geweesenen Opperstuurman op het Schip het huijs te persijn Claas de Leeuw die over dagelijkse debauche in den drank en het versuijmen van ‘s Compagnies dienst bij den Raadt van Justitie deeses Gouvernements is gedeporteerd van Ampt, qualiteijd en gagie om in diervoegen na het Vaderlandt versonden te worden; Is weeder tot opperstuurman onder de nadere goedkeuringe van haar Hoog Edelens tot Batavia aangesteld, den met dien bodem uijtgekomenen onderstuurman Gerrit van de Wolt, ondertusschen dat op die kiel nog sodanige verbeeteringen meer sijn gedaan, als sulx bij Notulen van huijdigen datum in het breede te sien is.

Sijnde nog Laatstelijk goedgedagt, dat de Nieuwe opgeregte Colonie in de verre geleegene Districten, bij ‘s Comp:s Boeken bekend sal worden ter needer gesteld bij den name van Swellen-dam en dus voortaan genaamd worden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Moller

C. 125, pp. 267-269.

Dingsdag den {17471031} 31. Oct. 1747.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ Heeren Rijk Tulbagh, Pieter Reede van Oudshoorn en Isaäk Meinertzhagen, mitsg:s d’ E: E:s Cornelis Eelders en Jacobus Möller.

Vermits d’ E. Comp:e thans seer om volk in India is verleegen, en dat onder de afgekomene Scheepelingen van het Schip Reijgersdaal het welk op den 25: deeser maand October ongelukkiglijk hier beneeden de Caab omtrent de Ganse Craal is gebleeven; sig sodanige onderofficieren komen te bevinden als op het aanweesende Schip het huijs te persijn tot remplaceeringe der daarop overleedene worden vereijscht; Is ter dier oorsake op het voordragen van den Heer Gouverneur en ingevolge het hier omtrent herwaarts aangeschreevene bij de Hoge Indiaasse Regeeringe onder den 30. Novemb: 1722. verstaan, dat deselve Scheepelingen bestaande in Twintig Coppen, waaronder sig bevinden een ondercoopman en vijf onder officieren (:den Schipper en Stuurlieden verongelukt weesende:) van deesen dag af wederom emploijabel verklaard en nogmaals in den dienst der E. Comp:e sullen aangenomen worden voor sodanige qualiteijten en gagiën als se bij het blijven van hun Schip bekleed en gewonnen hebben.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 125, pp. 270-275.

Dingsdag den {17471114} 14. Nov: 1747.

‘S voormiddags alle Present uijtgenomen d’ E. Coopman en Winkelier Corn:s Eelders bij Indispositie.

Geliefden den Heer Gouverneur ter Lectuure in vergaderinge te Produceeren seekeren brief door sijn Hoogheijd den Heere Prince d’ Orange & Nassau onder den 18. Julij deeses jaars aan sijn Ed. met de op Gisteren hier ter Rheede gearriveerde ‘s Comp:s en Engelsche Scheepen de Naarstigheijd en de Prins William in de volgende bewoordingen geschreeven.

‘Nademaal vermits den vijandlijken aanval der Franschen in Staats Vlaanderen en de continueerende vijandlijkheeden, die door de Kroon van Vrankrijk teegens en op den bodem van de Republicq der VerEenigde Nederlanden en specialijk in het Marquisaat en door het Actueel Beleg van de Stad van Bergen op den Zoom gepleegd worden, niet alleen seer te dugten is, dat diergelijke vyandelijkheeden ook in Nederlandsch Indie gepleegd souden kunnen worden, maar ook den staat het Regt en de faculteijt verkreegen heeft, om de gemelde Kroon alomme, waar sij kan of mag, insgelijx vijandelijk te handelen, en aan deselve door de Wapenen alle mogelijke Afbreuk te doen, soo te Water als te Lande; soo is ‘t, dat sijn Hoogheijd als Capiteijn en Admiraal Generaal der verEnigde Nederlanden, goedgevonden heeft, Hendrik Swellengrebel Gouverneur aan de Caap de Goede hoop, of bij desselfs overlijden of vertrek den geene, die aldaar het gesag sal hebben, bij deesen te gelasten en te ordonneeren, om allesints op sijn hoede te sijn, en alle mogelijke præcautien te neemen, ten eijnde eene vijandelijke aanval der Franschen aan de Caap de goede Hoop na behooren af te keeren: als meede om wanneer sig eenige Fransche Scheepen het sij van Oorlog of van Coopvaardij, toebehoorende aan de Fransche Oost Indische Comp:e, of aan andere onderdaanen van die kroon, sig voor of op de Rheede van de Caap de goede hoop mogten vertoonen, onder prætext van eenige provisie of verversching in te neemen, hij het selve aan haar sal weijgeren, en deselve Scheepen het inloopen beletten, als meede sal tragten, soo veel hem mogelijk is, sig van deselve ende van haare Ladingen meester te maken. Gedaan in ‘s Gravenhage den 18. Julij 1747: (:was geparagrapheert:) Prince d’ Orange & Nassau (:lager:) Ter ordonn: van Sijne Hoogheijd (:geteek:t:) J. Back (:in margine:) ‘t Groot Cachet van welopgemelde Sijn Hoogheijd in Rooden Lacque gedrukt, (:nog lager:) P.S. het is met overleg en Communicatie van eenige van de Bewindhebbers, gecommitteert tot de Secreete Besoignes, dat U Ed: deese ordres gegeeven werden.’

’(:’t opschrift deeses, was:)’

‘Erentfeste, Manhafte, vrome, onse Lieve getrouwe, den Gouverneur aan de Caap de Goede Hoop Hendrik Swellengrebel of bij desselfs overlijden of vertrek den geenen die het gesag sal hebben aan De Caap de Goede Hoop.’

Voor welke gunstige Communicatie welopgemelde Heer Gouverneur bedankt geworden sijnde; hebben alle de Leeden des Raads gesaamentlijk betuijgd; dat ijder in het sijne, alles wat in sijn vermogen is, ter uijtvoeringe van de evengemelde hooggeagte ordres van sijne Doorlugtige Hoogheijd, sal aanwenden.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Möller

C. 125, pp. 276-284.

Donderdag den {17471116} 16. Nov: 1747.

’s Voormiddags alle Present uijtgenomen den E. Coopman en Winkelier Corn:s Eelders bij indispositie.

Ter sake dat van de Afgescheept geweest sijnde goederen in het Onlangs bij de ganse Craal verongelukte Schip Reijgersdaal , volgens de Jongste ingekomene berigten van den aldaar geposteerde vaandrig Hendrik Storm, nu niets meer komt op te spoelen, of ten minsten iets van eenige Waarde, en dat het ook uijtwijsens het ingeleeverde Rapport bij den Equipagiemeester deeser plaatse Jacobus Möller, die om diesweegens Oculaire inspectie te neemen door den Heer Gouverneur na evengemelde plaatse is gesonden geweest, onmogelijk is om aldaar weegens de Hoog Lopende Zeën en sware branding kleijne vaartuijgen ter opspeuringe na de Geldkisten met gesegden bodem gebleeven te kunnen gebruijken; heeft men Oversulx op het voordragen van welopgemelden Heer Gouverneur moeten besluijten; dat de daar ginder onder het Commando van voorwaarts geciteerden vaandrig Hendrik Storm, Posthoudende Manschappen neevens den Adsistend Christiaan Ludolf Neethling herwaarts te rugge sullen ontbooden worden.

Hierna is nagesien de verleende verclaaring bij de daartoe gesteld geweest sijnde gecommitteerdens van deese en geene weijnige goederen, dewelke onder meer andere van het Schip Reijgersdaal afgekomen weesende, bereijts hier aan de Caab als dies nog waardig sijnde bevonden, sijn aangereeden; Luijdende als volgt.

‘Den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Nederlands India mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop &. &. &. ons ondergeteek: hebbende gelieven te committeeren, tot het ontfangen van sodanige goederen als van ‘t verongelukte Schip Reijgersdaal aan de Bocke Rivier en Paarde Eijland souden komen opspoelen, en alhier werden aangebragt soo verklaren Wij deselve ontfangen en sodanig aan de volgende Administrateurs overgeleeverd te hebben, als hier onder werd aangeweesen. Namentlijk.’


Aan den Dispencier
17. Vaten Spek, waarvan 5. vaten bedurven.
Aan den Equipagiemeester
1 Vat arpuijs
1 halve Anckerstok
17 Lappen Zeijldoek, bij provisie aan den Pakhuijsmeester overgegeeven
2 Lugtpompen
Aan den Keldermeester
1 halve Legger Asijn, bij welkers pijling 10. d:m wan.
6 P:s heele Leggers Schooven } de Duijgen voor 't meeste gedeelte onbequaam
2 d:o halve d:o d:o
10 d:o Schooven in soort van spek, vleesch en botervaten
70 P:s ijsere Banden in soort
Aan den Curator ad Lites.
4 Pijpen bier. Gemerkt 2 vaten I:B. een I.S. de vierde ongemerkt.
6 Stucken Rood Laken
2 d:o Swart d:o
1 d:o d:o DuijvelsSterk
3 d:o geel Carsant
2 d:o Leijds groen goed
1 Lap blaauw Laken
1 d:o d:o Saaij
Aan den Pakhuijsmeester
13 Rood Leere patroon tassen met verguld Coper beslag
21 Copere platen tot grenadier mutsen sijnde verguld
21 d:o granaat platen tot d:o d:o
29 d:o vlammen d:o d:o
42 gemeene of onvergulde kopere Plaaten tot grenadier Mutsen
42 d:o granaat platen tot d:o
79 d:o vlammen d:o d:o
11 Port d' epées van geel Leder
2 grenadier Mutsen met koper beslag.
75. kappen tot grenadier Mutsen van Swart Was Linne
22. Blaauwe grenadier Mutsen met goude krielen beset sonder beslag
1 Patroon Tas, waarvan 't beslag is afgescheurd
4 Copere Trommels met 2. P:s tromstocken, sijnde de vellen stuckend

Aan den Dispencier
17. Vaten Spek, waarvan 5. vaten bedurven.
Aan den Equipagiemeester
1 Vat arpuijs
1 halve Anckerstok
17 Lappen Zeijldoek, bij provisie aan den Pakhuijsmeester overgegeeven
2 Lugtpompen
Aan den Keldermeester
1 halve Legger Asijn, bij welkers pijling 10. d:m wan.
6 P:s heele Leggers Schooven } de Duijgen voor 't meeste gedeelte onbequaam
2 d:o halve d:o d:o
10 d:o Schooven in soort van spek, vleesch en botervaten
70 P:s ijsere Banden in soort
Aan den Curator ad Lites.
4 Pijpen bier. Gemerkt 2 vaten I:B. een I.S. de vierde ongemerkt.
6 Stucken Rood Laken
2 d:o Swart d:o
1 d:o d:o DuijvelsSterk
3 d:o geel Carsant
2 d:o Leijds groen goed
1 Lap blaauw Laken
1 d:o d:o Saaij
Aan den Pakhuijsmeester
13 Rood Leere patroon tassen met verguld Coper beslag
21 Copere platen tot grenadier mutsen sijnde verguld
21 d:o granaat platen tot d:o d:o
29 d:o vlammen d:o d:o
42 gemeene of onvergulde kopere Plaaten tot grenadier Mutsen
42 d:o granaat platen tot d:o
79 d:o vlammen d:o d:o
11 Port d' epées van geel Leder
2 grenadier Mutsen met koper beslag.
75. kappen tot grenadier Mutsen van Swart Was Linne
22. Blaauwe grenadier Mutsen met goude krielen beset sonder beslag
1 Patroon Tas, waarvan 't beslag is afgescheurd
4 Copere Trommels met 2. P:s tromstocken, sijnde de vellen stuckend

’(:onderstond:)’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 18. Nov: 1747. (:was geteekend:) R. La febre. J.A. Horak.’

En is na overweeginge van saken best gedagt dat de daarbij vermelde Twaalf goede vaten met Spek en Militaire fournituuren met de Aldereerste geleegentheijd van hier na Batavia sullen gesonden; de geringe Scheeps Equipagie goederen en Schooven, nevens de halve Legger met Azijn en lappen Zeijldoek ten dienste des E. Comp:e soo als sulx best sal vallen gebruijkt, ende de Overige op die Lijst gementioneerde onbekende goederen, soo wel als de vier vaten met bier onder dewelke twee met des verongelukten Schipper Jan Bands merk geteekend sijn, aan den Curator ad Lites David d’ Aillij afgegeeven worden, om daarmeede volgens gebruijk te handelen.

Ende alsoo het detachement te Paard der Land Militie dat bij verwisseling hier aan de Caab de Wagt moet houden; om den ontstaanen Oorlog tusschen Haar Hoog Mogende en de Kroon van Vrankrijk , mitsgaders de verre uijtsiende desseinen van dien Landaard, nog wel een geruijmen tijd ter deeser plaatse ten algemeen welweesen van het Land en soo ook van elk particulier in het bijsonder, sal moeten blijven Posthouden; En dat het voor d’ E. Compagnie ondoenelijk is om soo veel voer te kunnen aanrijden, als ‘er in dien tusschen tijd voor de Paarden van voorsz: Ruijterij benodigt sal sijn, is om hierinne te voorsien, goedgedagt, dat alle ende een ijgelijk deeser ingeseetenen sig met den Landbouw erneerende bij Affixie van Billietten sullen worden gelast, dat se bij het Leveren van hun Coorn aan d’ E. Comp:e met elke Wagenvragt dat daarvan gelewerd sal worden, een sak met Caf of Stroo sullen hebben aan te brengen, gelijk dit in voorgaande tijden in gebruijk is geweest.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Moller

C. 125, pp. 285-286.

Donderdag den {17471123} 23. Nov. 1747.

’s Voormiddags alle Present uijtgenomen den E. Coopman en Winkelier Corn:s Eelders bij indispositie.

Op het hierom gedane versoek bij den Engelschen Cap:tn Robert Robinson voerende het aanweesend Engelsch Retourschip Kent , om als dies ten uijtersten benodigt sijnde, alhier te mogen worden voorsien met een Swaar Touw, een d:o Anker, en twee Scheeps Pompen met hun toebehooren, is bij overweeging dat het een en ander sonder ongerief sal kunnen worden gemist, goedgedagt dat men die goederen aan voorsz: Cap:tn tegens een Capitaal Advans voor d’ E. Comp: soo als het gebruijkelijk is, sal laaten verstrecken.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] J:s Moller

C. 125, pp. 287-297.

Dingsdag den {17471205} 5: Dec: 1747.

’s Voormiddags alle present, uijtgenomen den E. Coopman en Winkelier Corn:s Eelders bij indispositie.

Sijn heeden in Raade geproduceert en naargesien de Negotie en Soldij Boeken deeses Gouvernements d’ Annis 17 46/47 uijt welke eerste komt te blijken dat de Lasten in dit Boekjaar hebben gemonteert tot een Somma van ƒ401584.6.8 en de suijvere Winsten en ‘s Lands Inkomsten daaren tegens gerendeert een somma van ƒ154055.5.8. Sulx de Lasten dit jaar meerder als in het voorleedene hebben beloopen ƒ41236:4.8. en de Winsten een Sommetje van ƒ1104.11 minder; Sijnde dit meerder Rendement der Lasten eensdeels voortgekomen uijt het hooger in reecq:g Loopen der Onkosten van de in de Baaij fals en in de Saldanhabaaij vertoefd hebbende scheepen, mitsgaders dat ‘er dit jaar Agt Scheepen meerder als Anno Pass:o aan dit gouvernement sijn aangeweest, en ten anderen, weegens het vergrooten van dit guarnisoen van 200: tot 400: koppen waar door dan de ordinaire Randsoenen en de betaalde guarnisoens soldijen noodwendig meerder als bevoorens hebben moeten bedragen, waarbij nog is gekomen dat door de duurte van het vleesch en dat men bij gebrek van Rijst, Meel aan ‘s Comp:s Leijfeijgenen heeft moeten verstrecken, de onkosten voor deselve gemaakt meede hebben moeten toeneemen; ondertusschen dat het verschil omtrent de Winsten tusschen dit en het voorgaande jaar voorgevallen soo gering is, dat deselve winsten malkander genoegsaam komen te evenaaren; En is wijders den Heer Hoofd-Administrateur Rijk Tulbagh gequalificeert om de Winst en Last Posten navolgens de bij sijn E: dieswegens overgeleeverde specificatiën na behooren bij de voorseijde Negotie Boeken te doen in en Afschrijven.

Sijnde voorts bij deese geleegentheijd door gedagten heer Hoofd Administrateur te kennen gegeeven; dat het niet nodig is geweest dat souden worden opgenomen het sij in het geheel of ten Deele, de Hondert duijsend guldens dewelke bij Raadsbesluijt van den eersten Decemb: des voorleedenen jaars was vastgesteld dat ten behoeve der E. Comp:e souden genegotieert worden. Om dat na het neemen van die Resolutie soo veel geld in ‘s Comp:s Cassa alhier bij Wissel is ingekomen dat men daarmeede en de andere ingekomene Penningen, tot den Dagelijxen uijtgaaf heeft kunnen Rondschieten.

Naar resumptie van deese en geene nominatien die bereijts sijn ingekomen, heeft men sig de gedane Nominatie van Johannes Carolus de Wet, tot ouderling deeser gemeijnte in Steede van den Afgaanden Jacob de Hennion Laaten welgevallen, en sijn voorts uijt het dubbeld genomineert getal, voor de aftetreedene diaconen Reijno Berthauld en Johannes Meijndertsz: Cruijwagen, daartoe wederom verkooren Pieter van der Poel en Jan Serrurier.

Soo als de gedane Electiën van Ouderlingen in de naartenoemene gemeijnte der buijten Kerken syn goedgekeurd, en uijt het Dubbeld genomineert getal sodanige Diaconen verkooren als volgt, namentlijk.

Aan Stellenbosch .

Daniël Malang tot ouderling in plaatse van den Afgaanden Willem van As. Michiel Romond tot Diacon in stede van Nicolaas Vlok.

Aan Drakensteijn

Pieter du Toit tot ouderling voor David de Villiers die nu aftreed. Daniël Russouw en Jacob Marrais diaconen, in steede van Hercules du Preez en Thomas Terron.

In het Swart Landt .

Gideon Slabbert tot ouderling in Plaatse van den aftegane Pieter Venter. Johannes Pool diacon, voor Johannes Laubser.

Ende alsoo dit jaar weeder geen Commisaris Politicq na de buijten Districten sal kunnen Afgaan, sullen gem:te kerkenraade hierom worden geordonneert dat de kerkelijke reecq:g haarer Arme Penn:g bij tijds in gereetheijd gebragt en herwaarts overgesonden worden.

Voorts sijn tot Heemraaden geEligeert de naarvolgende Persoonen als.

van Stellenbosch

Johannes Louw Pietersz: en Jacob Cloete in stede van Gerrit van der Bijl en Andries Brink die haaren tijd hebben uijtgediend.

van Drakensteijn

Hendrik van der Merwe en Jacobus van der Spuij in Plaatse van d’ Afgaande Wijnand Louw en Steven Marais.

van Swellen-dam

Daniël Le Roux en Philip du Pree Tot remplaceeringe van Andries Holshuijsen en Nicolaas Louw, welkers tijd geëxpireert is.

Hierna geleesen weesende seekere Missive van Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakensteijn van den 20: November Pass:o is goedgedagt dat aan haar qualificatie sal worden verleend om in sulker voegen als sulx bij die Brief word voorgedragen, de Ponton in de Berg Rivier , met desselfs toebehooren en het opstal aldaar, te mogen opdragen aan den Burger Johannes Booijensz:, die in steede van Coorn ook geld voor het gebruijk van voorseijde Ponton, mitsg:s van de Roode sants Cloof sal mogen afeijschen, van alle de ingeseetenen over gesegde Berg Rivier woonende.

Vermits het overlijden alhier van den Luijtenant en Opperstuurman van het aanweesend Schip Kleverskerk Meijnerd van Valencijn, is daartoe weder aangesteld, den met dien bodem uijtgekomenen onderstuurman Nicolaas Pietersz: van hoesum in wiens plaatse als onderstuurman opgetreeden sijnde den derdewaak Jacob de Dopper, is vervolgens tot meede onderstuurman geadvanceert den Bootsmansmaat Hans Bauman; Dog alles op de nadere goedkeuringe van haar Hoog Edelens tot Batavia, van wien deese geadvanceerde persoonen de gagiën tot haare respective Ampten staande ook sullen moetenversoeken.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 125, pp. 298-301.

Vrijdag den {17471208} 8. Dec: 1747.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ E. E. Rudolph Sigfried Alleman en Cornelis Eelders.

Is met behoorlijke aandagt geleesen en geresumeert geworden, het Hoog geagt aanschrijvens van Generaal en Raden van India van den 30. September Pass:o, het welk met het op gisteren gearriveerde Retourschip Diemen hier is aangebragt; waarbij haar Hoog Edelens komende te Ordonneeren dat soo dat Schip Diemen bij geval deese plaats mogt komen aan te doen, men het selve sonder sig op te houden met de Apparentiën van Oorlog en daarop te Letten; binnen een dag of vier na sijn aankomst alhier, na Europa sal hebben voorttesenden; also d’ E. Comp: seer aangeleegen legt dat hij vroeg binnen komt; soo geliefden den Heer Gouverneur de Leeden des Raads in Serieuse Overweeginge te geeven, wat, nu dat onse Republicq in een Werkelijken oorlog met de Kroon van Vrankrijk is geëngageert, met dien bodem best soude dienen gedaan te worden, namentlijk of men denselven ingevolge de bovengemelde ordre ten eersten van hier alleen sal laaten vertrecken dan wel alhier aanhouden om met andere Retourscheepen die staan aan te komen, geconjungeert reijs te vorderen; waarop gedelibereert en alles overwogen sijnde, is om dat Schip aan geen ogenschijnelijk gevaar bloot te stellen, en soo meede voor te komen dat een vijand bij bemagtiging van de daarinne sijnde Papieren geen ligt mogt komen te krijgen van ‘s Comp:s Affaires in India en daarmede sijn voordeel doen, voor ‘s Comp:s welweesen best en raadsaamst geoordeelt, en derhalven gearresteerd dat men voorseijde Retourschip Diemen hier sal aanhouden, ten minsten tot soo lang dat d’ Ordres aangaande het afvaardigen der Retourvloot hier uijt het Vaderland sullen sijn aangebragt, te meer dewijl men Sig verseekert houd, dat bij deselve Ordres deese saak betreffende nadere en Ampelden bepaalingen sullen sijn gemaakt en Ordres gegeeven.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 125, pp. 302-304.

Donderdag den {17471214} 14. Dec: 1747.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ E. E:s Cornelis Eelders en Jacobus Möller bij Indispositie.

De overige nominatiën deeses Jaars als nu ingekomen weesende heeft men sig na dies Resumptie laaten welgevallen de gedane Electie van Jacques Theron tot ouderling in de gemeijnte in het Land van Waveren in steede van den Afgaanden Frans du Toit, en wijders uijt het dubbeld genomineert getal, tot Diacon aldaar in plaatse van den aftetreedenen Jacobus de Wet, verkooren Jacobus du Pré.

Sijnde voorts uijt het tweevoudig getal aangesteld,

tot Burgerraden

Paulus Artoijs en Alexander Coel tot remplaceeringe van Abraham Cloppenburg en Johannes Henricus Blankenberg dewelke haaren tijd hebben uitgediend.

tot Weesmeesteren

in stede van David d’ Aillij en Jacob van Rhenen, Daniël Heijning en Steven ten holder.

En Laatstelijk tot Commissarissen van Civiele en Huwelijxe Saaken.

Dirk W eijdenaar en Hendrik van der heijden in plaatse van d’ Afgaande Daniël heijning en Lambertus Meijburg.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 125, pp. 305-308.

Dingsdag den {17471219} 19. DeC. 1747.

’s Voormiddags alle present uijtgenomen d’ E. E:s Corn:s Eelders en Jacobus Moller bij Indispositie.

Dewijl Sijbrand Jansen Vleugels en Hendrik Smits geduurende de reijse uijt het Vaderland hier na toe, den dienst op het aanweesend Schip Zaamslag , den eersten als Opperstuurman en den anderen als onderd:o navolgens getuijgenisse van den Schipper van die kiel Cornelis van Swanenburg, gelijk het behoord, hebben waargenomen en gepresteerd; sijn deselve oversulx daarinne soo wel als Jan Pikroen in de qualiteijt van Quartiermeester, navolgens de geeerde ordre van haar wel Edele Groot Agb:re de Heeren Bewindhebberen ter kamer Zeeland vervat bij Missive van den 22. Junij deeses jaars geconfirmeert, met toevoeging der daartoe staande gagiën, dewelke van den dag af dat dat Schip in Zee is geloopen sullen Cours neemen.

Ende alsoo men met de Vijf en twintig hoeden Smeecoolen dewelke sig voor dit gouvernement bevinden in het op eergisteren hier gearriveerde Schip Schellag ; tot gebruijk voor ‘s Comp:s omslag ter deeser plaatse en soo ook van deese Burgerij niet ver sal kunnen toereijken; Ja dat die koolen uijt hoofde van het groot gebrek dat men sedert eenigen tijd herwaarts daaraan heeft gehad, waardoor met het opmaken van veele nodige Werken heeft moeten worden gewagt; met den eersten sullen weesen verbruijkt; heeft men hierom moeten besluijten dat met het ligten van smeecoolen ten behoeve van dit gouvernement uijt de inhebbende Lands Carguazoenen der hier aankomende Patriaasse Scheepen, in soo verre sulx met gevoeggelijkheijd sal kunnen geschieden, sal worden voortgevaaren, tot dat men daar van uijt het vaderland een genoegsame voorraad aan handen sal hebben gekreegen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 125, pp. 309-311.

Donderdag den {17471228} 28. DeC. 1747.

’s voormiddags alle present.

Vermits het Overlijden van den E. Equipagiemeester Jacobus Möller is weder tot Lidt van Justitie aangesteld den onderkoopmen en Eersten gesworen Clercq der Politicque Secretarije alhier Petrus Jesse Slotsboo, in welkers plaatse als Secretaris van Commissarissen van Civiele en Huwelijx Saaken is bevordert den Boekhouder en gesworen Clercq ter gemelde Secretarije Oloff Martini Bergh, ende sulx om dat gesegden Slotsboo dat Ampt nu niet langer met gevoeggelijkheijd soude kunnen waarneemen:

En is wijders goedgedagt dat tot dat een anderen Equipagiem:r sal sijn aangestelt, het opsigt en de Administratie over ‘s Comp:s Equipagie Pakhuijsen alhier bij Provisie sal worden opgedragen aan den Baas van ‘s Comp:s Scheeps Timmerlieden alhier Barend van Dockum.

Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s