C126 v1.20
C. 126, pp. 2-27.¶
Marginale D’ A:o 1748.
12: Januarij
Lectuure van de Commissie door haar Hoog Edelens tot Batavia aan den Ed: Heer Daniel Nolthenius als Commissaris over dit Gouvernement verleend.
Met het welke Sijn Wel Ed: gestr: op het geneegenste en Eerbiedig is gefeliticeert.
Presumptie van het ontfangene geagt aanschrijvens der Heeren van de Hooge indiase Regeering van den 20: october pass:o.
Sullende in opvolging der daar bijgegevene ordre een preuve genomen werden om op de daar bij gespecificeerde tyden van sComp:s goederen publicque vendutie te houden.
So als wijders den prijs der Eliphantstanden alhier is verhoogt van 16: tot 20: st:s het lb van de Eerste soort ende andere pro Rato.
Werdende egter om de nevens gemelde reedenen getwyffeld off dit tot een meerderen aanbreng daarvan wel iets sal kunnen toe brengen.
Redenen waarom met het opregten van een kruijtmoolen alhier tot nader ordre van welgem: haar welEdele Groot Agtb: sal worden gesupercedeert.
Ceremonieel der voorstelling van Welopgem: Edelen Heer Nolthenius als Commissaris deeser plaatse.
18: Januarij
Van de twee hier sijnde burger Compagnien infanterij syner drie geformeert.
Aanstelling van de nodige officieren daar over.
Kerke reecq:g van de Arme penn: der hier te Lande sijnde Kerken; dewelke in Copia na het vaderland sullen overgesonden worden.
Aanstelling van een voorleeser in De Draken Steynse Kerk in steede van Hermanus Bosman dewelke van dien dienst ontslagen is.
Sullende aan den Deensen Cap:n de With een masthout van 24: p:lm teegens een Capitaal advans werden verstrekt.
27: Januarij
Klagtschrift door den Eerw: Kerkenraad deeser plaatse teegens den predikant Cloppenburg ingelevert.
Besluijt dat daarop genoomen is.
Bepaalden tijd om deese en geene goederen van D E Comp:e publicquelijk te Laaten verkoopen.
De Requesten soo van den Predikant Weerman als van twee Chineesen, om na Batavia te vertrekken sullen in Copia derwaarts overgesonden werden.
Verleende Permissie aan de burger Lexmond om met sijn vrouw en kinderen onder betaaling na het Vaderland te mogen overvaaren.
Dat ook inselvervoegen toegestaan is aan een dogtertje van de heer van Oudshoorn.
1: Februarij
Aanbesteeding der Leverantie van versch vleesch en Leevendige Schaapen aan d’ EComp.e
Dat voor een Jaar tegens 7: duyten ‘t lb: en 15: Schell: de Levendige Schaap is geschiet.
Aanstelling van den Cap:tn. ter Zee D E: Hendrik de Ruijter tot p:l Equipagiemeester alhier.
Sullende egter de Retourvloot eerst door hem inhet Vaderland moeten werden gebragt.
Ook sijn den Gesaghebber Jan Knoop tot Schipper en den adsistent Boomgaardt tot Boekhouder gevordert.
Aanspraak dewelke den Heer Commissaris aan den heer Gouverneur en de Raadt heeft gelieven te doen.
Waar voor Sijn Edele bedankt geworden sijnde.
Is voorts aan den heer Gouverneur en secunde gedemandeert om geadsisteert met den Secret:s deeses Raads met geciteerde heer Commissaris over de saken van dit Gouvernement te Confereren.
8: Februarij
Is aan Seeker Engelsman gepermitteert om van ‘t Retour Schip Dehoop op de Deensen thuijsvaarder den Eliphant te mogen overgaan.
20: Februarij
Overgelevert Schriftuur door den heer fiscaal weegens sijn gedaan ondersoek en bevinding in de Saak van den Predikant Cloppenburg.
Het welk nevens de daar toe gehoorende Stukken aan den Selven Cloppenburg om Sig daar op te verantwoorden in Copia sal worden ter handen gestelt.
Twee Memorien van den Heer hoofd-administrateur weegens Eenige tekort komende, gebrookene, mitsg:s te veel ontfangene en bevondene goederen.
Besluijt hoedanig daar meede sal werden gehandelt.
Berigt van den Heer Secunde hoe veel p:rC:tos deese en geene goederen op de Jongst gehoudene verkooping gehaald hebben.
Waar op goed gevonden is, bij een volgende vendutie alleen het pijlaaken en de Tabacq te verkoopen met de reeden van dien.
Terwijl omtrent de andere goederen dewelke de geordonneerde advancen niet hebben kunnen haalen Eerbiedig ordre van Batavia sal worden versogt.
Als meede uijt het Vaderland hoedanig te handelen met een parthij hier berustende Coraalen de welke niet kunnen gedebiteerd werden.
Rapport van Gecommitteerde Zee en Timmerlieden weegens hunne gedaane visitatie omtrent het wyd Schip De Hoop .
Dat sal moeten worden afgelegd en gesloopt
Den Burger opgaaff so hier als in de buijten districten weeder volgens gewoonte te Laaten geschieden.
Ook is aan den ondercoopman Slotsboo toegestaan een kind van hem onder betaaling na het Vaderland te mogen oversenden.
Geproduceerde versoek Schriften en procuratien van deese en geene weegens het overmaaken van hunne te goed hebbende gagien.
Dewelke ter ondersoek in handen van den Heer fiscaal sijn gestelt.
Aan wien so wel als aan bovengem: Slotsboo ook is gepermitteert ider een Slavin mits betaalende ten dienste hunner kinderen na het Vaderland te moogen meede Laaten gaan.
5: Maart
Verleend uijtstel aan de predikant Cloppenburg om op het aan hem te last gelegde te antwoorden.
Ook is aan Abraham Leever toegestaan desselfs soontje onder betaaling van het daar toe staande na het vaderland te mogen oversenden.
12:e Maart
Hoedanig met de goederen gestorvene Lijfeijgenen en verrekte beestiaalen bij twee memorien vermeld, sal werden gehandelt.
Sullende het onbruijkbaar en onbequaam wordende geweer voortaan na het Vaderland overgesonden worden.
Sijnde voorts aan eenen Hans Hendrik Hatting een veeplaats mits jaarlijx daar voor 24: Rijxd:s blyvende betaalen, voor niet in Eygendom gegeven.
Terwijl de papieren door den Predikant Cloppenburg tot syne decharge ingelevert alvoorens over die saak een besluijt te neemen bij de Leeden des Raads Sullen werden geleesen.
19:e Maart
‘Twelk thans Sijnde komen te geschieden En ‘t Selve in plaats van iets weesentlijks tot Sijn ontlastinge te behelsen in teegendeel met veele aanstootelijkheeden vervuld gevonden Sijnde.
Is derhalven goed gevonden den Selven buijte qualitijt en gag: naar het Vaderland te versenden.
Wat den heer Gouverneur deese saak aangaande heeft doen aantekenen.
Aanstelling van een Boekhouder in sComp:s Equipagie pakhuijs.
Aan het volk van Eenige Bataviasche Retour Scheepen vermits hun Lang vertoeft alhier, een a twee maanden Gagie te laaten verstrekken.
Verleende permissie ter versending naar Europa der goed bevondene procuratien.
Sijnde ook aan Heer en Weesmeesteren geaccordeert derwaarts te moogen oversenden seekeren Jongeling gen: Abraham Sohiers.
Ingevolge de ordres der heeren van de Secreete Commissie sijn gecommitt:s benoemd om te besorgen dat de aanweesende Retour Scheepen van alle onnutte meubilen en impedimenten werden geruijmd.
28: Maart
Aan den Eerw: Predikant van der Spuij sullen de versogte Extracten uijt de Stukken van den predikant Cloppenburg werden afgegeven.
Op het verleende Rapport van Expres hier toe benoemde gecommitt:s
Sullende overheeden van de aanweesende Retourvloot gequalificeert werden, om met het Ledig wordende vaatwerk &:a op de rijse sodanig te handelen als daar bij vermeld staat.
Gedaane aanmaaning aan deese Coloniers ter aansaaijing van een meer als ordinaire quantitijt garst.
Seekere veeplaats gen:t Deharte Beeste Kuijl aan den Landbouwer ferreira onder de gewoone Conditien in Eijgendom gegeeven
Gepresenteert Request bij den Predikant Ruard:s Cloppenburg.
Wat daarop voor appostille is gegeven.
2: April
Weegens het gebrek dat men alhier heeft aan sommige Equipagie goederen.
Sullende selve uijt de aanweesende uijt komende Scheepen geligt werden.
Ter revideering en verbeetering van seeker door Burgerraaden geformeerde plan, sullen gecommitt:s aan deselve werden toegevoegd.
Ook sal men op ‘t versoek van de hoofdofficieren deeser burgerreij eenige Linnen tot tenten &:a voor hunne onderhebbende manschappen petitioneeren.
Synde wyders aan den Adsistent Westpalm geaccordeert, seekere Request aan de Heeren 17:en te mogen oversenden.
En aan eenen Jan van Sittert om onder afgeschreeve gagie ter deeser plaatse te moogen overblyven.
Door den Edelen Heer Commissaris sekere memorie aan den Edelen Heer Gouverneur en Raad overhandigt sijnde.
Sullende daar bij gegeevene ordres, welkers uijtvoering in de Magt deeser regeering staan schuldpligtig werden naargekomen.
6: April
Gedaane afvraage door den Edelen heer Commissaris aan de overheeden der presente Retour Scheepen.
Antwoord door deselve daarop gegevenen.
Sullende aan sommige eenige provisie, Ammonitie en Equipagie goederen werden toegevoegd.
Gerecommandeerde aan deselve weegens het niet kappen der touwen ‘t Laaten Slippen der boots en het onderzeijl gaan in ordre van deese rheede.
Mitsg:s om op de Reijze gecombineert te blijven en op hun hoede te weesen.
Sijnde bij Resumptie der Turksse passen deselve alle goed bevonden.
Gedane verteeringen op deese thans vertrekkende Kielen.
Sullende aan Seekere Matt:s weegens het verliesen van syn linkeroog het daar toe staande verset geld betaalt werden.
8:e April
Aanstelling van een Nieuwen Eerst gesw: Clercq in plaatse van den overleedene.
Geaccordeerde aan den Coopman Vosmaar ter meede neeming naar Europa van Syn huijsvrouw en een Meijd.
- April
Resumptie van het geEerd aanschrijvens der heeren 17:en van den 15: Septemb:r pass:o.
Sullende daar bij gegevene ordres volgens pligt geobserveert worden.
Aan haar Wel Edele Hoog Agtb: Eerbiedig berigt werden, op wat wijse alhier volgens een aloud gebruijk het kruijt keeren op de uijtkomende Scheepen ondersogt worden.
Hoedanig te handelen met seekere Baal fijne Caatjes waar van eenige bedurven bevonden sijn.
De Predikanten bij missive aan te schrijven hoedanig sig voortaan te gedraagen bij het doen der publicque gebeeden.
En soo ook aan de Resp: Colegien van Justitie Commissarissen van Civiele Saaken mitsg:s Land-Drost en heemraaden, ten opsigten der vonnissen dewelke door haarl: in ‘t vervolg sullen werde geslagen.
30:e April
Is aan den Predikant Bronsveld geaccordeert van ‘t Schip Tolsduijn op de Ida te mogen overgaan
Met welken Laatstgen: bodem nog aan twee vrouwspersoonen passage naar Batavia is verleend.
4:e Maij
Geproduceerde Memorie bij den heer Hoofd-Administrateur weegens ‘t te kort komende &:a op de laading van t provisie Schip Ida .
Verantwoording door den Cap:n Luijtenand Schierhout diesweegens gedaan.
Waarop goed gevonden is dat voormelde minderheeden en defecten bij de Negotie boeken sullen werden afgeschreeven.
Gecommuniceerde door den heer Gouverneur weegens Sijn Edelens gedaane Schickeningen ten opsigte van seekere over Zee te geschiedene Expeditie.
Aanstelling van een Nieuwen Adjudant en Drilmeester in dit guarnisoen.
Is aan Deese ingeseetenen tot stuijting van alle Monopolien bij Billietten verbooden hun Coorn hoger dan ƒ8: de mud te verkoopen.
Reedenen waarom seekere Schuijt van de Wed:we Moller voor de Ecomp:e sal worden ingekogt.
Aan den Cap:tn van t Engels Schip Fort S:t George , sal een door hem verloorene en ‘t sedert opgevischte Anker gerestitueert worden.
16: Maij
Hoedanig te handelen met de op nevenstaande Memorie vermelde verrekte Ezellinnen, verrotte gonnij en te kort komende Clappus olij.
Geaccordeerde aan den ondercoopman Swellengrebel om Sijn reijse naar Batavia te moogen vervorderen.
Twee nieuwe Brandmeesters in plaatse van de overleedene aangesteld.
Aan d’ E. E: Nicolaas Heijning en Corn:s Eelders gedemandeert, de verdeeling en plaatsing van ‘t Detachement Landmilitie na te sien en te verbeeteren.
Den burger Coenraad Hinke, sal om sijn quaad gedrag in desselfs voorige qualiteijt van J:g Matt:s naar India weggesonden werden.
Aanstelling van een geheijmen Clercq ter Secretarije van Politie.
21: Maij
Promotie van drie Hoofd officieren in een der Compagnien Burger Cavallerij.
Mitsg:s approbatie van de Electie eens ouderlings in deese Caabse gemeijnte.
Gedane verbeeteringen op sommige aanweesende uijtkomende Scheepen
Aan den krankbesoeker van t Schip Osdorp is gepermitteert om tot herkrijging sijner gesondheijd eenigen tyd alhier te moogen overblyven.
27:e Maij
Verleende verklaaring bij de gecommitt:s gesteld geweest tot visitatie der ontramponeerde Scheepen wel te Vreeden en Duijnhoff .
Welken Eerstgem: bodem om de daarbij vermelde redenen sal werden gesloopt.
Hoedanig te handelen met het daar op bescheijdene volk.
Terwijl het Schip Duijnhoff ter nadere ondersoeking ontlost.
En het daar meede aangebragte Bataviase pacquet ter bekoming van de factuur sal geopent werden.
Consideratien waarom men de Heeren der hooge Indiase regering sal versoeken twee Scheepen met haar onderlaag herwaarts te senden.
Aanstelling van een Nieuw Lidt in den E: Agtb: Raad van Justitie.
Sijnde het Cattoene Garen in sEComp:s pakhuijs op de ouden prijs van 12: st:s t ll gereduceert.
6: Junij
Overgeleeverd Rapport noopens den irreparablen toestand van t schip Duijnhoff .
Welken volgende die Kiel ter deeser plaatse meede gesloopt.
En met dies manschap, gelyk met die van Wel te Vreeden sal moeten gehandelt worden.
Resumptie der generaale Reecq:g van de gelderen en Effecten dewelke onder ult:o Decemb:r Laatstl. ter weescamer sijn in weesen bevonden.
11: Junij
Gedane verantwoordig door den Schipper en Opperstuurman van t Schip Duijnhoff , nopens de door haar te min uijtgeleverde Nagelen.
Waar meede men sig sal te vreede houden mits sijl: hun gesegde komen te be Eedigen.
Hoedanig sal worden gehandelt met de overgeschootene en onderwylen den Burgerraad De Wet berust hebbende Mouille gelderen.
Mitsgaders met eenig groff vee onder den Land-drost Rhenius berustende.
Is aan Den Boekhouder Bergh gepermitteerd om ter obtenue van onderkoopmans qualiteijt en gagie, request aan de Heeren 17:en te mogen oversenden.
25:e Junij
Dispositie op een ingediende Memorie bij den heer Hoofd Administrateur weegens eenige te kort en defect aangebragte goederen.
in Voldoeninge van de op sommige Leenplaatsen agterstallige Recognitie Penn: sullen dies besitters bij billietten Scherpelijk werden aangemaand.
Terwijl om deselve Eenigsints tegemoed te komen ook ossen teegens 8: Rijxd:s t Stuk in betaalinge sullen aangenoomen worden.
Wat tot weeringe en wegneeminge der Rouilleerende Valsche ducatons is beraamd.
Aanstelling van een Nieuwen Adjunct fiscaal in steede van den overleedenen.
Redenen waarom de oud onderkoopman Leij weeder in dienst der E: Comp:e is aangenoomen.
4: Julij
Seeker op Batavia geEmaneert placcaat teegens het vervreemden, van sComp:s Equipagie goederen, sal men ook alhier doen publiceeren en affigeeren.
Is aan de Burgers Jan Senekal en Nicolaas frans Alberts onder seekere Conditien ijder een Stukje huijs erfs en thuijn Land aan Drakensteijn in Eijgendom gegeven.
11: Julij
Den herwaarts gesonden inlandse Banneling Aroe Toepasserij sal op t Robben Eijland gerelegeert
Dog aldaar van alle arbeijd vrij in ‘S posthouders woning moeten gehuijsvest en voorts wel behandelt werden.
Geaccordeerden aan den Schipper Taal om met de Batavier te moogen repatrieeren.
En soo ook aan den predikant Cloppenburg om ten dienste van desselfs familie een Hollandse dienst meijd te mogen meede neemen.
Dog aangaande sijn versoek om een kist ter overvoer van Boeken is den selven daar meede gerenvoyeert aan de Heeren Majores.
30:e Julij
Den Schipper van ‘t Schip T Huijs ten Duijne door swaare indispositie hier moetende overblyven.
Is daar op weeder als Schipper geplaatst die van ‘t afgelegde Schip Duijnhoff , Hendrik Taal.
Den Bootsman van gedagte Schip ‘t huijs ten duijne sal weegens de over hem gedane klagten hier tot nadere gelegentheyd werden aangehouden.
Synde aan den Cap:tn van ‘t Engels Schip Princes van Wales eenige Equipagie goederen teegens een Capitaal advans toegestaan.
Weegens de aanstaande verpagting van s Lands middelen en inkomsten sullen Billietten geaffigeert worden.
Is Seekere slaaff der EComp:e een ander in Sijn plaats geevende in vrijdom gesteld.
20:e Aug:s
Aanstelling van Een Nieuwen voorleeser en koster ten dienste van de Kerk in ‘t Landt van Waveren .
27:e Aug:s
Hoedanig te handelen met sommige in sComp:s pakhuijsen onbruykbaar gewordene en van t verongelukte Schip Reygersdaal geborgene goederen.
Reedenen waarom den onderstuurman van t Schip De Anna van die Kiel is geligt en hier tot nadere occagie sal werden aangehouden.
Gepresenteert request door twee persoonen ter erlanging van een behoorlyke vrybrieff.
Tot welkers verleening den E: Secretaris deeses Raads is gequalificeerd geworden.
Ook is aan Isaak Sultania toegestaan een sijner slavinnen in vrijdom te mogen stellen.
Synde den Adsistend Krul om sijn ergerlijk gedrag van ampt qualiteijt en gagie gedeporteert.
Ook is den Corp:l Julius Johan Belisee om deselfde redenen weeder tot Sold:t gedegradeert.
31: Aug:s
Verpagting van s Lands gemeene Middelen en inkomsten.
3:e Septemb:r
Resumptie van seekere vijff Wisselbrieven door de hooge Indische regeering ten voordeele van Mevrouw de Wed:we van Aarden op dit Gouvernement getrokken.
Van dewelke om de nevens gemelde reedenen Jaarlyx een intrest van 4: ten hondert sal werden betaald.
De maand Ceel door eene Frans Jurgen ten behoeve van desselfs huijsvrouw gemaakt sal vermits haar overlijden geroyeert werden.
Aan den Burger Hendrik Heijns is een Stuk thuijn Land in Eygendom gegeven.
En soo meede aan de Wed:we Deweth een Stuk Land off plaats.
Oorsaak waarom de gagie van den geweesene Bootsman van T Huijs ten duijne sal worden afgeschreven.
10: September
Is den heer Hoofd-Administrateur gequalificeert de bij neeven staande versoek schriften vermelde minderheeden te doen afschrijven.
Aggreatie der Boedel Reecq:gen van sComp:s afgestorvene Dienaren, onder den Curator ad Lites berustende.
Aanstelling van een Schipper, opper en onderstuurman.
Mitsgaders van Een Nieuwen Land-Drost tot Stellenbosch in steede van den overleedene.
En Laatstelyk van Eenige officieren in de Comp:e Pennisten
17:e September
Een vacant gewordene Weesmeesters plaats weeder met een ander vervult.
Bevordering van den Adsistent Neethling tot gesw: Clercq ter Justitieele Secretarije.
De Predikanten van Der Spuij en Meijering in gag: verhoogt tot ƒ120: p:r maand.
Het uijtspannen der wagens in de tijgerbergen en tijgervalleij op een boete van 50: Rds. bij Billietten verbooden.
26: September
Resumptie van seekere Missive door Landdrost en krijgsofficieren tot Swellendam herwaarts geschreeven.
Wat beslooten is daar op in antwoord te Laaten afgaan.
Den Boekhouder van der Poel op syn versoek in vrijdom gesteld.
28: September
Op het ingekreegene berigt van de getroffene stilstand van Waapenen tusschen Vrankrijk , Engeland en onsen Staat.
Is goed gevonden met het doen wagthouden van 50: man Land Militie voor Eerst uijt te scheyden.
Land-drost en krygs Raad, tot Swellendam geinjungeert te voldoen aan het hun geordonneerde bij missive van den 26: deeser.
8:e October
Geproduceerde memorie bij den heer Hoofd-Administrateur.
Dispositie daarop gevallen.
Resumptie van sekere Resolutie genomen bij de directeuren van het Mijnwerk alhier.
Dewelke om d’ daarinne gemelde redenen hebben moeten besluijten met dat werk voor Eerst uijt te scheijden.
Is voorts aan den Land-drost tot Stellenbosch gedemandeert sig nopens het gepleegde bedrog bij den Bergm:r Muller, op het Naauwkeurigst te informeeren.
Nademaal het door Kerkenraade in ‘t Swart Land tot opbouwing der kerk &:a opgenoomene Capitaal bereets is geabsorbeert.
Sonder dat voor soo veel men weet, met voorsz: Bouwing nog veel gevordert soude sijn.
Sal deselve oversulx geordonneert werden duijdelijk op te geeven wat hier omtrent is gedaan &:a
Weegens de aanstaande verpagting van t vleesch sullen naar gewoonte Billietten geaffigeert werden.
29.e October
Hoedanig te handelen met seekere quantiteijt bedurven Buskruyt mitsg:s eenige andere goederen, van de afgelegde Scheepen Duijnhoff en Weltevreeden .
Door Kerkenraade in ‘t Swart Land op het aan hun geordonneerde, ten genoegen geantwoord synde.
Sal dat Collegie voorts ernstig gerecommandeert worden met d’ bouwing der kerk aldaar spoedig en Menagieus te werk te gaan.
Billietten te affigeeren nopens het Eijken der Ellen, maaten en gewigten soo hier als op Stellenbosch .
Verbeeteringen die op het Ceijlons uijtkomend Schip Zeelandia hebben moeten worden gedaan.
7:e Novemb:r
Resumptie van het Ge Eerd aanschrijvens den heeren van de hooge Indiase Regeering de dato 2:e augustus deeses Jaars, hier met t provisie Schip T Casteel van Tilburg aangebragt.
Waar van aan den Pakhuijsmeester, Negotie overdrager en Keldermeester in soo verre dit hun aangaat om daar op te dienen van berigt Extracten sullen werden aff gegeeven.
Sullende de ordres nopens het verkoopen der Vaderlandse en Indiase waaren pligtschuldig nagekomen.
En van de verleende Permissie aan den predikant Weerman ter overvaaring naar Batavia bij missive aan Kerkenraade in ‘t Swart Land kennis gegeven worden.
Vermits de officieren der ter rheede Leggende Commandeurs Scheepen in het doen van Contra Salut dikwils grove abuijsen komen te begaan.
Sal voor de selve tot hun narigt een korte en bondige instructie vervaardigt werden.
Waar teegens aangaande, telkens een boete van ƒ50: voor den heer officier sullen verbeuren.
Gecommuniceerde door den heer Gouverneur nopens de aanhoudende verhinderingen omtrent het depescheeren van ‘t Schip Zeelandia .
Den ondercoopman Heems om neevenstaande reedenen van de doodgravers bediening ontslaagen synde.
Is daartoe weeder aangesteld de meede onderkoopman Nicolaas Leij.
23:e November
Aanstelling van een Nieuwe opper en onderstuurman op t aanweesend Schip Zeelandia .
Mitsg:s van een ander Boekhouder in sComp:s slagthuijs in steede van den overleedene.
28:e November
Deliberatie over t aanleggen van t Schip t Casteel van Tilburg om van hier na Europa over te brengen de goederen der gesloopte Scheepen Wel te vreeden en Duijnhoff .
28: November
Redenen die hier toe in overweeging sijn genomen.
En besluijt daar op gevallen.
Op het aanweesend uijtkomend Schip Duijnenburg geduurende de reijse groote twist ontstaan synde.
Heeft men die Saak dewelke om nevensgem: Redenen alhier niet wel konde werden afgedaan, in Statu quo gelaaten.
Dog tot voorkominge van verdere oneenigheeden eenige verschansingen op dat Schip gedaan.
Aan den Boekhouder van t Schip De Standvastigheijd geaccordeert desselfs hier getrouwde huijsvrouw meede naar India te mogen voeren.
5: December
De ingediende berigten bij den pakhuijsmeester, negotie overdrager en keldermeester in Copia naar Batavia te senden.
Wat aan haar hoog Edelens wijders hier omtrent sal werden geschreeven.
10: December
Aanstellingen van Nieuwe Leeden in de Respective Collegien in steede der uijtgediende.
Hoedanig de ongelijkformigheijd in t Rouleeren der bedieningen van Burgerraade is geremedieert.
Van dewelke voortaan de Jongst afgaande als vice president in t Collegie van Commissarissen van Civiele en huwelijxe Sake sal moeten adsisteeren.
Den Secret:s tot Swellendam sal weegens het meede onderteekenen der brieven aan deese Regeering gereprocheert werden.
- December
Vertoog door Brandmeesters deeser plaatse ingeleevert.
Wat goed gevonden is daar op te ordonneeren.
30:e December
Gedaane Rapport door gecommitt:s gesteld, geweest tot visitatie van ‘t soute vleesch van ‘t aanweesend schip De Hercules .
Waar van het bedurven gevondene voor een gedeelte met andere is gesuppleert.
Memorie van het tekort aangebragte en gebrooken bevonde op de laading van t Schip T Casteel van Tilburg .
Schriftelijke verantwoording van de Cap:n Luijtenand Swart diesweegens.
Verklaaring van gecommitt:s dewelke de lading van dien bodem gevisiteert hebben.
Besluijt hoedanig met het een en ander sal werden gehandelt.
In steede van de Predicanten Cloppenburg en Weerman sullen de heeren Majores versogt werden, twee andere Leerraaren herwaarts te senden.
Den Adsistend Auret tot p:l vendu Clercq aangesteld.
Lasten en Winsten in het gepasseerde boekjaar alhier gevallen.
Wat d’ oorsaken sijn dat de Lasten dit Jaar meer als in het voorleedene beloopen hebben.
C. 126, pp. 28-42.¶
Vrijdag den {17480112} 12. Jann: 1748.
’s Voormiddags present. Den Wel Edelen gestr: Heere Daniël Nolthenius Raad Ordinaris van Nederlands India, Admiraal deeser jaarsse Retourvloot, en commissaris over dit gouvernement, mitsgad:s den Edelen Heer Gouverneur en Raad Extraord:s van India Hendrik Swellengrebel en alle de Leeden.
Geliefden welopgemelden Edelen Heer Commissaris in Raade te Produceeren de Commissie door haar Hoog Edelens tot Batavia aan Sijn Edele, noopende het doen der visite van dit gouvernement verleend; dewelke bevonden is te Weesen van den volgende inhoude als.
‘Gustaaf Willem Baron van Imhoff, Gouverneur Generaal, en de Raden van wegens den Staat der verEenigde Nederlanden, en der Nederlandsch geoctroijeerde Oost-Indische Comp: in India;’
‘Allen den geenen die deesen sullen sien ofte hooren Leesen Salut doen te weeten.’
‘Nademalen in Rade van India op den 29. September Pass:o goedgevonden is, ter occasie dat thans als Admiraal over de Retourvloot van hier na Nederland staat te vertrecken, den H:r Raad Ordinaris Daniël Nolthenius, door sijn Ed: teffens te doen visiteeren het Caabse Gouvernement, ten eijnde na de Intentie der Heeren Principalen, niet alleen al van den jaare 1656. af hiertoe geleegen hebbende, maar ook bij haaren brief van den 24. Maart 1695: nader ten opsigte der van hier repatrieerende Leeden deeser Tafel uijtgedrukt, aan haar Edele hoog Agtb:re bij Sijn arrivement in Nederland te kunnen doen een distinct berigt van den toestand der saaken aldaar, en vooral met Relatie tot alsulke Poincten als uijt de Jongst door den Ondergeteekenden Gouverneur Generaal A:o 1743. in Persoon gedane visite van dat gouvernement nog resteeren om afgedaan te worden, en haar voornaamste beslag uijt Nederland moeten erlangen: Soo is het dat wij den gem:e Heer Raadt Ordinaris Daniël Nolthenius om denselven daartoe des te beter in staat te stellen, door deesen onsen openen brief en Commissie Authoriseeren en Committeeren als onsen Expressen Commissaris ten voorsz: Gouvernemente, met sodanige Mag en Authoriteijt, als aan die Commissie bevoorens geaccrocheert is geweest, om uijt onsen name geduurende sijn aanweesen aldaar, het oppergesag waar te neemen, en voorts met Advis van den Gouverneur en Raad aldaar sodanige Ordres stellen, als in al sulken Commissie toestaat en betaamd, mitsgaders voor den dienst van de Comp:e onder de nadere Approbatie deeser Regeering, of van de heeren onse Principalen sal werden nodig geoordeelt; ontbieden en beveelen derhalven den Heer Raad Extraordinaris en Gouverneur Hendrik Swellengrebel ofte die geene die ter verschijninge van den gemelden Heer Nolthenius het gesag aldaar soude mogen voeren, nevens den Raadt ten voorm: gouvernement mitsgaders alle andere officieren, Suppoosten, Soldaten, Mattrosen, Borgers en verdere onderdanen in of buijten den dienst van d’ E. Comp:e onder derselver gehoorsaamheijd aan de Caab bescheijden Sijnde, niemand uijtgesondert, den meergem: Heer Nolthenius als onsen Commissaris behoorlijk te Erkennen, Respecteeren ende gehoorsamen als ook tot uijtvoeringe van deese sijne Commissie alle hulpe en Bijstand, met Raad en Daad naar vermogen te bewijsen, op den Eed, waarmeede een ijgelijk aan de Generale Nederlandsche geoctroijeerde Oost-Indische Comp:e verbonden is, alsoo wij sulx ten dienste derselve, ende tot naarkominge der Ordres onser voorsz: Heeren Principalen sodanig bevonden hebben te behooren. (:onderstond:)’
‘Gegeeven In ‘t Casteel Batavia op t’ Eijland Groot Java desen 17 Octob: A:o 1747. (:was geparagrap:rt:) G.W. van Imhoff. (:ter sijde stond:) ‘S Comp:s Cathet in Rooden Waxe gedrukt (:en daar onder:) Ter Ordonnantie van hooggem: haar Ed:s (:was geteek:t:) P:s A.V.D. Parra Secret:s’
Sijnde na dies Lectuure sijn Wel Edelen Gestr: door den Heer Gouverneur en alle de leeden met dit sijn hoogwigtig Ampt geneegenst en Eerbiedig gefeliciteert. Sullen de Sijn Wel Edele Gestr: dienvolgens geduurende desselfs aanweesen hier ter plaatse als sodanig pligtschuldig erkent, gerespecteert en desselfs geEerde beveelen promptelijk geobedieert en agtervolgd worden.
Vervolgens sijn meede in Raade geleesen de Seer geagte Letteren van haar Wel Edele Groot Agtb:re de Heeren van de Hoge Indiase Regeeringe gedateert den 20. octob: des voorleedenen jaars; dewelke uijt handen van welopgemelden Heer Commissaris Sijn ontfangen; En is na dies resumptie op het voordragen van sijn Wel Edelen Gestr: gearresteerd, dat in naarkominge der Ordres bij dien brief gegeeven; een preuve sal worden genomen met Maandelijx, dan wel om de twee of drie maanden Soo als sulx best sal willen vallen, eens openbare vendutie te houden van ‘s Comp:s goederen, tot gerief van den Burger en Landman alhier, en voorts dat den Prijs der Elephants Tanden sal worden en blijven verhoogd van Sesthien tot Twintig Stver:s het pond van de Eerste Soort en de andere pro rato; Alhoewel men twijffeld of Sulx tot een meerderen aanbreng van die tanden wel iets sal kunnen Contribueeren, ter sake dat de Elephanten door het dagelijx Schieten derselve Seer vermindert en ook diep in het land gevlugt sijnde, men deselve nu niet als met veel moeijte en Sware Onkosten voor de geene die hun werk daarvan maken kan agterhaalen; gelijk dit albereijts in den jare 1744. na het Vaderland seer omstandig is geschreeven; Dog dat aangaande het opregten van een kruijt molen ter deeser plaatse, aan haar Hoog Edelens tot Batavia eerbiedig sal worden voorgedragen, of haar Wel Edele Groot Agtb:re niet souden kunnen goedvinden dat het selve wierd agtergelaten; ter Consideratie dat het Buscruijt dat hier in de kelders nu en dan gevallig komt onbruijkbaar te worden, en na Batavia ter vermaling word overgesonden, van seer weijnig belang is en sonder belemmering derwaarts kan Afgescheept worden; en ten anderen om dat het Buskruijt dat men Jaarlijx hier ter plaatse tot gebruijk en tot remplaceering van dat, het Welk mogt Defect worden, komt te benodigen, bedragende alles door malkander gereekent sonder Extraordinair toeval ‘s Jaars omtrent 10000 lb. Seer gemackelijk en vrij beter koop uijt het Vaderland (:over de uijtkomende Scheepen verdeeld:) kan bekomen; daar in tegendeel behalven de nodige kosten tot optimmering van een kruijt Molen alhier; die dewelke jaarlijx tot onderhoudinge van deselve, souden moeten worden gemaakt en bovenal de gagiën en Emolumenten der Werks Lieden die men daartoe soude moeten gebruijken, vrij hoger op Stok souden komen te lopen, als alle de voordeelen die men ooijt uijt sodanig een Molen soude kunnen trecken, ‘t Sij dat deselve alleen wierd opgeregt om onbequaam Buspoeder te vermaalen, dan wel ook om teffens nieuw te maken; Bij alle het welke aan Generaal en Raden van India ook pligtschuldig sullende worden berigt dat al in den Jare 1710. blijkens Resolutie van den 10. Maart van dat jaar, Een bequame plaats alhier, tot het opregten van een Kruijt molen is gedesigneert, en dit aan de Heeren Majores bekend gemaakt; Soo sal wijders de nadere geEerde Ordre van de Heeren van de Hoge Indiase Regeering hierop eerbiedig worden Afgewagt.
Ende alsoo heeden den dag is, denwelken is beraamd tot de voorstellinge van voorwaarts gementioneerden Edele Gestrenge Heer Daniël Nolthenius tot Commissaris van weegens de Hoge Indiase Regeering over dit Gouvernement; heeft Sig welopgemelden Heer, geaccompagneert door den Heer Gouverneur en gevolgd door de Raads Leeden, na verrigtinge van het boven aangehaalde, vervoegde, op de Puije deeses Casteels, voor dewelke niet alleen onder haare Vaandelen gerangeert Stond, ‘s Comp:s Militie maar sig ook daar voor en op deselfe Puije bevonden alle de hier bescheijdene ‘s Comp:s Dienaren en Burgeren mitsg:s de officieren der ter deeser Rheede leggende Scheepen, aan alle dewelke na voorgaande klokroeringe, eerst is voorgeleesen de Commissie door haar Hoog Edelens tot Batavia aan Sijn Wel Edele Gestr: als Commissaris over dit gouvernement verleend; waarop na een korte Aanspraak ter Materie dienende, gemelden Edelen Heer Nolthenius als sodanig door den Heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel alle den volke is voorgesteld, met Serieuse recommandatie daarbij, dat alle ende een ijgelijk gedagten sijn Wel Edele Gestr: in naarkominge van sijnen Eed en Pligt daarvoor sal hebben te erkennen, Eeren en gehoorsamen; het welk door de gantsche gemeijnte volveerdig met het uijtroepen van Ja, beloofd sijnde, soo wierd gesegden Heer Commissaris wijders geneegenst en eerbiedig gefeliciteert, met toewenschinge van Godes Zeegen, over alle desselfs verrigtingen; Na het welke, drie generale Décharges uijt de Musquetterij deeser militie Wierden gedaan en tusschen beijden een Schoot uijt het geschut van dit Casteel, en voorts nog Negenthien Schoten uijt het selve geschut, soo als wijders van alle de aanweesende Scheepen ijder na rang ook wierd geschooten; begeevende Sig wel op gem: Edelen heer Nolthenius onder dies weder na binnen en voorts op ‘t Balcon van des Gouverneurs wooninge, voor dewelke quam te defileeren ‘s Comp:s Militie alhier, welkers officieren sijn Wel Edele Gestr: met de Piek en vaandelen salueerden en hiermeede nam deese plegtigheijd een eijnde.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] D:l Nolthenius
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 43-52.¶
Donderdag den {17480118} 18. Jann: 1748.
’s Voormiddags alle present uijtgenomen den Wel Edelen gestr: Heere Commissaris Daniël Nolthenius
Op het in Schriptis voorgedragene en versogte bij den Burger Krijgs Raadt alhier, namentlijk dat dewijl de twee Compagniën Burger Infanterije ter deeser plaatse, thans soo sterk sijn aangegroeijt, te weeten elk derselve tot over de hondert Coppen, en nog dagelijx door de aankomende jongelingen vermeerderen, invoegen deselve door de aan het hoofd van elk dier Compagniën, alleen sijnde drie officieren, nu niet langer gelijk het behoord kunnen worden gecommandeert, aangevoerd, en in eene behoorelijke discipline gehouden worden; van de selve twee Compagniën hierom, en ook ten eijnde deselve bij overkomst van een vijand, des te beeter mogten ageeren en aangevoerd worden; drie mogten worden geformeert, en de nodige nieuwe officieren aangesteld; wanneer dan elk dier drie Compagniën nog ruijm soude bestaan in de Sestig Coppen; Soo is, de nuttigheijd hiervan ingesien sijnde; gearresteerd dat van de twee sig hier bevindende Burger Compagniën Infanterij, drie, in sulkervoegen als soo even is gemeld sullen worden geformeert; en sijn voorts om deese nu te maakene derde Compagnie te Commandeeren de volgende officieren genomineert en aangesteld, als
Ondertusschen dat tot plaatsvulling der hier door opengevallene plaatsen weeder sijn bevordert, als
Tot Luijtenant in steede van gedagte Blankenberg den vaandrig Jacobus Cuijlets, en voorts tot vaandrigs soo in plaatse van gesegde Cuijlets als van boven geciteerde George Wiese; de Burgers Jan Hassing en Tobias van Nek.
Hierna geresumeert weesende de Reekeningen der Arme penningen van de Caab, Stellenbosch , Drakensteijn , het Land van Waveren en het Swart Land , Is verstaan dat deselve volgens gebruijk in Copia naar het Vaderland sullen worden overgesonden Luijdende gemelde kerkelijke Reek:g als volgt:
‘
'T Generale Montant des Capitaals deeser Caabse diaconij Armen, bestaat in 't volgende. | ||
A:o 1747. P:mo Januarij was 't Capitaal | ƒ207469:04: | |
In dit jaar bijgekomen | ||
Aan Aalmoessen | ƒ4919:-: | |
d:o Grafsteeden | d:o 892:16: | |
d:o Intressten | d:o 8261:04: | |
d:o Armbossen | d:o 349:-: | |
d:o Testamentaire en Liberale Giften | d:o 60:16: | |
d:o huijshuur | d:o 115:04: | |
d:o verhuurde Gestoeltens | d:o 120:-: | |
d:o Winst en verlies | d:o 73:10: | d:o 14791:10: |
ƒ222260:14: | ||
Gaat af | ||
d:o Onkosten der Armen | ƒ8336:18: | |
d:o d:o d:o Kerk | d:o 995:-: | d:o 9331:18: |
Blijft onder Ult:o dec: 1747 | ƒ212928:16: | |
Bestaande in de volgende Parthijen, als Aan Cassa over Restant | ƒ21439:04: | |
d:o Obligatiën en Custingbrieven | d:o 146059:04: | |
d:o Agterstallige Intresten | d:o 14183:04: | ƒ181681:12: |
d:o Ornamenten tot de kerk | ƒ1099:10: | |
d:o huijsen over Bouwstoffen | d:o 12547:14: | |
d' Diaconij van Stellenbosch | d:o 3200:-: | |
d:o d:o 't Land van Waveren | d:o 8000:-: | |
d:o d:o 't Swarte Landt | d:o 6400:-: | d:o 31247:04: |
Somma | ƒ212928:16: |
'T Generale Montant des Capitaals deeser Caabse diaconij Armen, bestaat in 't volgende. | ||
A:o 1747. P:mo Januarij was 't Capitaal | ƒ207469:04: | |
In dit jaar bijgekomen | ||
Aan Aalmoessen | ƒ4919:-: | |
d:o Grafsteeden | d:o 892:16: | |
d:o Intressten | d:o 8261:04: | |
d:o Armbossen | d:o 349:-: | |
d:o Testamentaire en Liberale Giften | d:o 60:16: | |
d:o huijshuur | d:o 115:04: | |
d:o verhuurde Gestoeltens | d:o 120:-: | |
d:o Winst en verlies | d:o 73:10: | d:o 14791:10: |
ƒ222260:14: | ||
Gaat af | ||
d:o Onkosten der Armen | ƒ8336:18: | |
d:o d:o d:o Kerk | d:o 995:-: | d:o 9331:18: |
Blijft onder Ult:o dec: 1747 | ƒ212928:16: | |
Bestaande in de volgende Parthijen, als Aan Cassa over Restant | ƒ21439:04: | |
d:o Obligatiën en Custingbrieven | d:o 146059:04: | |
d:o Agterstallige Intresten | d:o 14183:04: | ƒ181681:12: |
d:o Ornamenten tot de kerk | ƒ1099:10: | |
d:o huijsen over Bouwstoffen | d:o 12547:14: | |
d' Diaconij van Stellenbosch | d:o 3200:-: | |
d:o d:o 't Land van Waveren | d:o 8000:-: | |
d:o d:o 't Swarte Landt | d:o 6400:-: | d:o 31247:04: |
Somma | ƒ212928:16: |
’/:onderstond:/’
‘Aldus gedaan en getransporteert in Kerkenrade, aan Cabo de Goede hoop ten overstaan van mij ondergeteek: als Commissaris Politicq den 8. Jann: A:o 1748. (:was geteekt:) R: Tulbagh’
‘
Cassa Rekening der Arme Gelden soo bevonden is op Ultimo December 1747: | |
Debet | |
Uitgegeeven aan Alimentaties en diversse benodigtheeden &. | ƒ1071:15: |
Van haar Eerw: de Kerkenrade van Cabo ter Leen Ontvangen een somma van | d:o 4000:-: |
Somma | ƒ5071:15: |
Credit | |
Bij het sluijten der vooren jarige reekening is 'er in Cassa p:r Restant gebleeven | ƒ2341:-: |
onder de Godsdienst in 't jaar 1747 ontfangen | d:o 739:15: |
Nog weegens verlopene intressen giften en kerke geregtigheeden &. | d:o 772:08: |
Aan uijstaande pernn:g volgens obligatie | d:o 4520:-: |
Nog weegens verscheenen Intressen | d:o 861:11: |
d' Kerke Ornamenten | d:o 201:10: |
Somma | ƒ9436:12: |
Het neevenstaande hiervan afgetrokken | d:o 5071:15: |
soo resteert nog het Capit:l des Armen | d:o 4364:13: |
Gereduceert in Swaar geld, komt | ƒ3491:17: |
Cassa Rekening der Arme Gelden soo bevonden is op Ultimo December 1747: | |
Debet | |
Uitgegeeven aan Alimentaties en diversse benodigtheeden &. | ƒ1071:15: |
Van haar Eerw: de Kerkenrade van Cabo ter Leen Ontvangen een somma van | d:o 4000:-: |
Somma | ƒ5071:15: |
Credit | |
Bij het sluijten der vooren jarige reekening is 'er in Cassa p:r Restant gebleeven | ƒ2341:-: |
onder de Godsdienst in 't jaar 1747 ontfangen | d:o 739:15: |
Nog weegens verlopene intressen giften en kerke geregtigheeden &. | d:o 772:08: |
Aan uijstaande pernn:g volgens obligatie | d:o 4520:-: |
Nog weegens verscheenen Intressen | d:o 861:11: |
d' Kerke Ornamenten | d:o 201:10: |
Somma | ƒ9436:12: |
Het neevenstaande hiervan afgetrokken | d:o 5071:15: |
soo resteert nog het Capit:l des Armen | d:o 4364:13: |
Gereduceert in Swaar geld, komt | ƒ3491:17: |
’(:onderstond:)’
‘Aldus gedaan en Nagesien in kerkelijke vergaderinge aan Stellenbosch , Actum den 5. Januarij 1748. (:was geteek:t:)’
‘Eduard Arentsz: v:d:M., W:m van As, Jacob Cloete, D: Malaen, N:s Vlok, H.E. Blanckenberg, M: Romondt.’
‘
Cassa Rekening der Armen Gelden aan Drakensteijn soo als bevonden is Ult:o December 1747. | |
Contant in Cassa gelaten voor 't jaar 1747. | ƒ10137:08: |
Onder den Godsdienst ontfangen | d:o 1188:13: |
Aan verscheene intresten en andere inkomsten | d:o 1845:08: |
ƒ13171:13: | |
Uijtgave van 't jaar 1747 | d:o 10527:12: |
Blijft in Cassa aan contanten voor 't jaar 1748. | ƒ2644:01: |
Aan Scheepenkennissen en obligatiën | d:o 21200:-: |
Geheele Somma | ƒ23844:01: |
Gereduceert in swaar geld komt | ƒ19075:05: |
Cassa Rekening der Armen Gelden aan Drakensteijn soo als bevonden is Ult:o December 1747. | |
Contant in Cassa gelaten voor 't jaar 1747. | ƒ10137:08: |
Onder den Godsdienst ontfangen | d:o 1188:13: |
Aan verscheene intresten en andere inkomsten | d:o 1845:08: |
ƒ13171:13: | |
Uijtgave van 't jaar 1747 | d:o 10527:12: |
Blijft in Cassa aan contanten voor 't jaar 1748. | ƒ2644:01: |
Aan Scheepenkennissen en obligatiën | d:o 21200:-: |
Geheele Somma | ƒ23844:01: |
Gereduceert in swaar geld komt | ƒ19075:05: |
’(:was geteekent:)’
‘S. V. Echten V:D.M:, D:d de Villiers, Pieter du Toit, Hencules de Pree, T:s A:s Theron, Stevanes du Toit, François Retief, J:l Marais, Daniël Rossouw (:in margine:) Drakensteijn den 7. Jann: 1748.’
‘
Cassa Reekening der Arme Gelden, soo bevonden is in 't Land van Waveren onder den 31: December 1747: | |
Onder Ultimo December 1746 resteerde in Cassa aan Contanten | ƒ3243:11: |
Geduurende dit jaar 1747. daarbij gekomen aan collectens | d:o 421:11: |
Daarvan is uijtgegeeven tot opbouw van kerk | d:o 3665:06: |
en Predikants huijs | d:o 2431:-: |
Rest. | ƒ1234:06: |
Daarentegens is dese kerk aan die van Cabo de goede hoop debet | ƒ10000:-: |
Waarvan t' bovenstaande Afgetrokken soo blijven wij thans ten Agteren, indische valuatie | ƒ8765:10: |
Gereduceert in Swaar Geld, komt | d:o7012:10: |
Cassa Reekening der Arme Gelden, soo bevonden is in 't Land van Waveren onder den 31: December 1747: | |
Onder Ultimo December 1746 resteerde in Cassa aan Contanten | ƒ3243:11: |
Geduurende dit jaar 1747. daarbij gekomen aan collectens | d:o 421:11: |
Daarvan is uijtgegeeven tot opbouw van kerk | d:o 3665:06: |
en Predikants huijs | d:o 2431:-: |
Rest. | ƒ1234:06: |
Daarentegens is dese kerk aan die van Cabo de goede hoop debet | ƒ10000:-: |
Waarvan t' bovenstaande Afgetrokken soo blijven wij thans ten Agteren, indische valuatie | ƒ8765:10: |
Gereduceert in Swaar Geld, komt | d:o7012:10: |
’(:onderstond:)’
‘Aldus gedaan en nagesien in onse kerkelijke vergadering in ‘t Land van Waveren A:o 1747: Den 28: Decemb:r (:was geteekent:) Arn: Maur: Meiringh Frans du Toij, Pieter Theron, P:r De Vos.’
‘
Cassa Reekening der Armen Gelde soo bevonden is op Ult:o December 1747. | |
Debet | |
Uijgegeeven aan diversse Benodigtheeden | ƒ1876:09: |
In Leen van haar Eerw: de kerkenraade van Cabo | |
de Somma | ƒ8000:-: |
Credit | |
Bij 't sluijten der voorige Jaarsse Reekening is 'er per Restand in Cassa gebleeven | ƒ1986:-: |
Onder de Godsdienst in 't Jaar 1747. ontfangen | d:o 568:09: |
Nog weegens kerke geregtigheijd Willige Gifte &.a | d:o 105:09: |
Somma | ƒ2659:09: |
Uijtgaaf hiervan Afgetrocken | d:o 1876:09: |
Soo Resteerd in Cassa aan Contanten | d:o 783:00: |
Dit Restant van 't nevenstaande afgetrokken | d:o 8000:-: |
d:o 7217:-: | |
Gereduceert in Swaar Geld, komt | d:o 5773:12: |
Cassa Reekening der Armen Gelde soo bevonden is op Ult:o December 1747. | |
Debet | |
Uijgegeeven aan diversse Benodigtheeden | ƒ1876:09: |
In Leen van haar Eerw: de kerkenraade van Cabo | |
de Somma | ƒ8000:-: |
Credit | |
Bij 't sluijten der voorige Jaarsse Reekening is 'er per Restand in Cassa gebleeven | ƒ1986:-: |
Onder de Godsdienst in 't Jaar 1747. ontfangen | d:o 568:09: |
Nog weegens kerke geregtigheijd Willige Gifte &.a | d:o 105:09: |
Somma | ƒ2659:09: |
Uijtgaaf hiervan Afgetrocken | d:o 1876:09: |
Soo Resteerd in Cassa aan Contanten | d:o 783:00: |
Dit Restant van 't nevenstaande afgetrokken | d:o 8000:-: |
d:o 7217:-: | |
Gereduceert in Swaar Geld, komt | d:o 5773:12: |
’(:onderstond:)’
‘Aldus gedaan en Nagesien in Kerke vergadering in ‘t Swart Land den 9. Jann: 1748 /:was geteekt:/ R.A. Weerman Predicant in ‘t Swart Land Pieter Venter, David Malan, J. A:s Laubser, Hugo Lambregtsz, J:s Pool’
Soo als wijders op desselfs hierom gedane versoek en vermits desselfs hoge ouderdom en Langduurigen dienst, uijt den dienst der E. Comp:e is ontslagen den krankbesoeker in de kerk van Drakensteijn Harmanus Bosman, om dus en onder afgeschreevene gagie hier aan de Caab te mogen verblijven; in welkers plaatse weder tot voorleeser is aangesteld desselfs soon Abraham Bosman met ƒ16: ter maand en onder een vijfjarig verbandt.
Laatstelijk is op het hierom gedaan wordende versoek door den Cap:tn van het aanweesende Deens Retourschip d’ Oliphant , Jesper de With, nog goedgedagt dat aan denselven tot het opmaken van een nieuwe Grote Mast in steede van de sijne die Stuckend is, tegens een Capitaal Advans sal worden verstrekt een Masthout van 24: Palm.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 53-60.¶
Saturdag den {17480127} 27. Jann: 1748.
’s Voormiddags alle present uijtgenomen den Wel Edelen gestr: Heer Commissaris Daniël Nolthenius
Is geleesen geworden seeker Aanklagt schrift, door den Eerw: Kerkenraade ter deeser plaatse, ingeleevert tegens den Predicant deeser Caabse Gemeijnte Ruwardus Cloppenburg, Luijdende het selve Aldus.
Aan den Wel Edelen Groot Agtb:r Heer Daniël Nolthenius Ordinaris Raad van India, Admiraal over de thans ter Rheede Leggende Retourvloot en Commissaris deeser plaatse, mitsg:s den Wel Edelen gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Nederlands India en Gouverneur in Loco &. &. beneevens den E. Agtb: Politicquen Raadt
‘Wel Edele Groot Agtb:re Heere en E. Agtb:e Heeren.’
‘Geven met verschuldigde Eerbied te kennen Kerkenrade deeser plaatse gesterkt met den oud Eerw: Predicant Franciscus Le Sueur en den thans hier aanweesende Eerw:e Predicant uijt de gemeente in ‘t Land van Waveren Arnoldus Mauritius Meiring hoe het ergerlijk Leeven van den Predicant Ruardus Cloppenburg van overlange in deese gemeente bestaande in een seer harde mishandeling tot verscheijde maalen, omtrent sijn eijgen vrouw en Wel nu jongst op een barbaarsse Wijse voorgevallen, ons ter ooren is gekomen, waarom wij ons verpligt hebben gehouden over die saak een vergadering te beleggen, en daarinne met elkanderen te raadplegen om de ergernis door sulk een mishandeling tot smert en droefheijd van deese kerkgemeente gegeeven te stuijten ofte weg te neemen, soo is bij de Supplianten geoordeelt naar een rijp beleijd, een man van sulk een ergerlijk en ontstigtelijk Leven den Predikstoel en bediening der H. Euangelium onwaardig te verklaaren, te meer terwijl de meeste soo niet alle haar sijn gehoor tot groot nadeel der Armen sullen onttrekken, weshalven de Suppl:tn sig syn wendende tot Uw Wel Edele Groot Agtb:re Heere en E. Agtb:r Heeren met versoek dat het Uw Wel Edelens mogt behagen den gem: Predicant Cloppenburg den voorsz: dienst bij provisie te ontseggen (:onderstond:) ‘T Welk doende &. (:was geteekend:) Petrus van der Spuij, h:t. Synid: Praes. P.V.D. Poel Scriba.’
En is na dies resumptie met Advijs en voorkennisse van Welopgemelden Edelen Heer Commissaris verstaan, dat men gesegden Predikant Cloppenburg, weegens het geinsereerde in boven aangehaalde Schriftuur en Conform het daarbij gedaan wordende versoek, uijt name van Welopgemelde sijn Edele en van deesen Rade sal doen aanseggen, dat hij tot dat de bovengemelde Saak nader sal sijn ondersogt, sig bij provisie sal hebben te onthouden van den Predikdienst met alles wat daarvan dependeert, des Word bij deesen aan den Heer Independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn gedemandeert, om met den eersten de huijsvrouw van soo dikwilsgen: Predicant Ruardus Cloppenburg ter Sake van de aan haar door denselven gepleegde swaare mishandelingen te hooren, en voorts deesen aangaande de nodige enquesten te doen en informatiën te neemen, om dan na verrigtinge en bevindinge van saaken, in deesen nader sodanig te worden gedisponeert als men sal bevinden te behooren.
Ingevolge het gearresteerde in vergaderinge van den 12: deeser is op het voordragen van den Heer Hoofd-Administrateur Rijk Tulbagh goedgedagt dat een preuve sal worden genomen, met op Vrijdag den 9. februarij aanstaande uijt ‘s Comp:s Pakhuijsen in het openbaar te Laaten verkoopen deese en geene goederen dewelke daarinne nog in een redelijke quantiteijt worden bevonden als Lijwaat van alderleij soorten, Tabak, Coffij boonen, Pijlaken, tabakspijpen en Wat dies meer Sij.
Sijnde hierna nog geleesen diversse versoek schriften, in Welkers opsigte is gearresteerd het volgende, te weeten.
Dat het Request van den Eerw: Predicant Rutger Andreas Weerman om van hier na Batavia te mogen overgaan; en soo mede dat, ‘t welk door de Chineesen Tsiaki Etko enTsia Tsoeijko in houdende het selve versoek; in Copia aan de Heeren van de Hoge Indiaasse Regeeringe sullen worden toegesonden, met versoek dat haar Wel Edele Groot Agtb:re daarop een gunstige Reflexie gelieven te neemen en bijvoeginge ten belange dier twee Chineesen dat sij hun alhier altijd Wel hebben gedragen.
Dat aan den Burger Gerrit van Lexmond sal worden gepermitteert mits betaalende het ordinair transport en Costgeld om in de Cajuijt gelogeert en getracteert te worden soo voor hem als desselfs huijsvrouw en drie kinderen, met een deeser Jaarsse Retourscheepen te repatrieeren, onder welke Conditie van betaling van Transport en Costgeld nog is toegestaan aan den Heer Independ:nt fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn sijne dogtertje Adriana Sophia van Reede van Oudshoorn oud 7: Jaaren na het vaderland te mogen oversenden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 61-71.¶
Donderdag den {17480201} 1. febr. 1748.
’s Voormiddags present den Wel Edelen Gestr: Heer Daniël Nolthenius Commissaris over dit gouvernement en Admiraal en chef deeser jaarsse Retourvloot, mitsgaders den Edelen heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel en alle de Leeden.
Conform het diesweegens genomen besluijt op den 26: September des voorleedenen jaars; ende hierop alomme geaffigeerde Billietten, op heeden getreeden sijnde tot het Publicq verpagten van den aanneem der Leverantie van versch vleesch en Levendige Schaapen aan ‘s Comp:s passeerende Scheepen, Hospitaal enz: om met P:mo Maij aanstaande in te gaan; Ende sulx wederom na het Voorbeeld van de Laatste reijse, gelijk de Pagt Conditiën dit komen te dicteeren, namentlijk voor den tijd van een, drie of vijf jaaren, om dus te kunnen ondervinden op welke van de drie gen: tijden, die Leverantie het voordeeligste voor d’ E. Comp:e en ten minste prijse sal kunnen worden aanbesteed; soo is na behoorelijke Clocke geklep en uijtroepinge van den bode, het laagste bod gevallen voor den tijd van één jaar op seven sware duijten het pond geslagt soo schapen als Ossen vleesch, en vijfthien Schellingen ijder Levendig Schaap, voor welken prijs deselve Leverantie in vier bijsondere perceelen, ijder voor een vierde part is aangenoomen geworden door de Burgers Jan Laurens Bestbier, Jacob van Rhenen, Johannes Loos en de Wed: Hendrik Oostwald Eksteen.
Ter Consideratie dat weegens het afsterven van wijlen den E. Equipagiemeester Jacobus Möller weder een bequaam en ervaaren Zeeman word vereijscht, om die gewigtige post te bekleeden, en dat word geoordeelt dat men niet Ligt imand beter daartoe in staat sal kunnen vinden dan den E. Capitain ter Zee Hendrik de Ruijter bescheijden op het aanweesend Admiraalsschip Haarlem , soo is den selven Hendrik de Ruijter hierom, en ook ter sake dat hij in ‘t provisioneel waarnemen van dat Ampt, waartoe den selven sig sedert sijn Arrivement alhier heeft verleedigt; veele blijken van sijne bequaamheijd en vigilantie heeft gegeeven; op het voordragen van den Heer commissaris Daniël Nolthenius en op de nadere Approbatie van de Heeren Majores aangesteld tot Equipagiem:r ter deeser plaatse, Edog nogtans op Expresse Conditiën dat hij de Ruijter uijt oorsake dat om den dangereusen tijd, ook veel aangeleegen is dat de Retourscheepen met een bequaam hooft voorsien blijven, deese jaarsse Retourvloot onder de vlagge en het oppergesag van den gesegden Heer Nolthenius verders na het Vaderland sal moeten geleijden en voorts geduurende sijn vertoef ter deeser plaatse Continueeren met voorsz: bediening van Equipagiemeester waar te neemen; sullende wijders haar Wel Edele Hoog Agtb:re eerbiedig worden versogt, de goedheijd te willen hebben om gen: Capitain ter Zee Hendrik de Ruijter, met den eersten nevens sijne Familie herwaarts te rugge te senden.
Sijnde voorts den gesaghebber van de hoeker Ter Meijen Jan Knoop, uijt hoofde van desselfs Langduurigen dienst en dat sijn Laatste verband al over lang is geëxpireert; op het voorbeeld van andere gesaghebbers die meede met desselfde qualiteijt sijn begunstigt geweest, bevordert tot Schipper met ƒ60: ter Maand en een nieuw verband van drie jaaren, dog ook op de nadere goedkeuringe der Hoog Edele heeren Seventhienen.
Ende alsoo den Adsistend Philip Boomgaardt den dienst als gesworen Clercq ter weescamer alhier seedert eenigen tijd ten genoegen heeft waargenomen, is denselven hierom bevordert tot Boekhouder met ƒ30: ter maand, onder sijn Loopend verband.
‘Hierna heeft welopgemelde Heer Commissaris geliefd, den Heer Gouverneur en de Leeden des Raads op de naarvolgende wijse aan te spreeken.’
‘Wel Edele Gestr: Heer en Heeren.’
‘Toen ik mij ter neder sette om ingevolge d’ Ordre van de Hoge Regeeringe van Nederlands India, voor mijn vertrek van hier aan UEd:e na Luijd mijner Commissie na te Laten een Memorie in Scriptis, van het geene ik soude vermeijnen tot verbeetering van deese plaats en ten nutte van de Generale Maatschappije te kunnen werden in ‘t werk gesteld tot UEd: narigt, onder de geEerde Approbatie van onse Heeren en Meesters dan wel Welgemelde Hoge Indiase Regeering, vermeende ik tot een grondslag van mijne poginge te moeten neemen, de Memorie Instructief voor sijn Edelheijd den Hoog Edele heer Gouverneur generaal Gustaaf Willem Baron van Imhoff bij sijn vertrek van hier na Indiën Anno 1743. U Ed:s ter schuldige observance nagelaten; Dog deselve met de vereijschte aandagt en opmerking nageleesen hebbende, vond ik dat werk na sijn Hoog Ed:s gewone doorsigt soo wel doorwrogt, en op alles sulke goede Ordres gesteld, dat ‘er voor mij niets overschiet ter verbeetering aan te wijsen, En ik dierhalve U Ed:s niets anders te recommandeeren hebben, als een Stipte en Accurate nakoming van welgem: heijlsame Ordres in ‘t generaal, en ijder van dien in ‘t bijsonder, aan dewelke ik voornamentlijk, en aan U Ed:s Attentie toeschrijf de nette geschiktheijd, die over al in de huijshouding van dit gouvernement soo aangenamelijk doorstraald.’
‘Om egter in ‘t geheel niet te schijnen een onnutte dienstknegt te sijn, en dat dikwils in de uijtvoering der Saken hindernissen en swarigheeden opkomen, waaraan bij de uijtvinding niet heeft kunnen werden gedagt, heb ik nodig geoordeelt met UEd:s welgem: geschrift van Punct tot Punct te moeten nagaan, om te ontwaaren in hoe verre de ondervinding aan de verwagting heeft beantwoord, dat is, in hoe verre het geordonneerde heeft kunnen werden Afgedaan, welke Saaken haar beslag ten nutte van de Maatschappije en deese Colonie bekomen hebben, En welke hindernissen daarentegen omtrent andere, onder het werk selve sig hebben opgedaan, om daaruijt gesamentlijk een besluijt te kunnen opmaken, of deselve onoverkomelijk sijn, dan of er, en welke middelen met hope van succes nog soude kunnen en moeten werden geadhibeert, om aan het heijlsaam oogmerk van haare instellinge in der tijd te voldoen, en sulx alles op de nadere geEerde Approbatie onser Respective gebieders, waartoe wij dan voortaan met UE:s believen dagelijx eenige uuren met malkanderen sullen vaceeren.’
En is, na dat sijn Edele voor deese sijne gunstige Aanspraak geneegenst was bedankt geworden, best geoordeelt, dat tot verrigtinge van het soo eevengem:e ende ten eijnde sulx met des te meer overleg en spoediger mogt worden verrigt, aan den Heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel en secunde d’ heer Rijk Tulbagh sal worden gedemandeert om met den Secretaris deeses Raads geadsisteerd sijnde, met geciteerden Heer Daniël Nolthenius op desselfs Commoditeijt te confereeren, en in dien opsigte sodanig te handelen, als bij hun voor den dienst der E. Comp:e en ten nutte deeser Colonie best en raadsaamst sal geoordeelt worden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jare voorsz:
[Signed:] D:l Nolthenius
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 72-73.¶
Donderdag den {17480208} 8. Febr: 1748.
’s voormiddags alle present uijtgenomen den Wel Edelen Gestr: heere Commissaris Daniël Nolthenius mitsg:s d’ E. Christoffel Brand.
Op het hiertoe thans gedaan wordende versoek bij sekeren Engelsman gen:t Willem de Bordes, denwelken als Passagier van Batavia repatrieerende, hier ter plaatse met het aanweesend Schip de hoop is gearriveert, heeft men aan denselven toegestaan om van die kiel op het ter deeser Rheede meede vertoevende Deensschip de Oliphant te mogen overgaan, om daarmeede sijne verdere voijagie na Europa voortte setten; sonder dat egter de op Batavia betaalde kost en transport penn:e voor de geheele reijse, aan hem de Bordes in eeniger maniere sullen behoeven gerestitueert te worde.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 74-107.¶
Dingsdag den {17480220} 20 feb: 1748. ‘s voormiddags
present den Wel Edelen Gestr: Heer Daniël Nolthenius Commissaris over dit gouvernement en Admiraal en Chef deeser jaarsse Retourvloot mitsg:s den Edelen heer gouverneur Hendrik Swellengrebel en alle de Leeden.
Wierd door den Heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn ingevolge het aan hem gedemandeerde bij Resolutie van den 27. der gepasseerde maand Jann: weegens sijn gedaan ondersoek omtrent de door den Predicant Ruardus Cloppenburg aan sijn huijsvrouw gepleegde swaare mishandelingen het volgende Schriftuur met de daartoe gehoorende stucken overgeleevert.
Aan den Wel Edelen Groot Agtb:re Heere Daniël Nolthenius Raad Ordinaris van Nederlands India Admiraal deeser Jaarsse Retourvloot, en Commissaris over dit gouvernement, mitsgaders den Wel Edelen Gestr. Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van India en Gouverneur aan Cabo de goede Hoop beneevens den E. Agtb:r Politicquen Raadt.
‘Wel Edele Groot Agtb: en Gestrenge Heer en E. Agtb:re Heeren.’
‘Het heeft Uw wel Edele groot Agtb:re gestr: en E. Agtb:re behaagd, den ondergeteek: Independent fiscaal bij Resolutie van den 27. der Afgeweekene maand Januarij te demandeeren omme de huijsvrouw van den Predicant Ruardus Cloppenburg ter sake van de aan haar door haar gesegde Man gepleegde swaare Mishandelingen, wesweegens den Eerwaarden kerkenraadt deeser Steede ten voorsz: dage aan Uw Wel Edele Groot Agtb:re gestr: en E. Agtb:re hunne gravamina bij geschrifte hadde ingebragt, met den eersten te hooren en voorts dienaangaande de nodige Enquesten te doen, en informatiën te neemen. Ter schuldige opvolginge deeser geEerde ordre dan heeft den ondergeteek: soo illico van gesegd huijsvrouw genaamt Elizabeth Lenaartsz: een omstandig relaas ingewonnen, als ook vervolgens de Diensmaagd van gemelde Predicant Cloppenburg met name Adriana van Gool op Interrogatoriën gehoord, alles ten overstaan van Heeren Gecommitteerdens uijt den E. Agtb:r Raad van Justitie deeses gouvernements; En sal Uw Wel Edele Groot Agtb:re gestr: en E. Agtb:re uijt t’ een en ander eevengem:e deesen Sub L. A. en B. bijgevoegd, ten pricipaalen komen te Consteeren, dat hij Cloppenburg op den 22: des geciteerde maand Jann:e naar dat den Eerw: Predicant Salomon van Echten, dewelke bij hem ter Avondmaaltijd geweest was, ten half elf uuren was vertrocken, met een Pijp Tabak in sijn thuijn sijnde gaan wandelen, desselfs huijsvrouw, tegens dewelke hij t’ seedert een dag of drie bevoorens eenig Misnoegen over ‘t Wenschen van een Nieuwe Jaar, wesweegens hij met haar ook reets eenig woorden verschil heeft gehad, had opgevat, naar de kinderen te Bed gebragt te hebben, hem in de Thuijn is naargevolgd, en naar aan haar gesegde Man een goede Nagtrust toegewenscht te hebben, sig voorts van daar na haar slaapkamer ende te Bedde begeeven heeft, komende hij Cloppenburg vervolgens bij sijn gemelde huijsvrouw, die reets een wijnig geslaapen hadde, meede in ‘t Bed, geevende haar met eene sonder Woord ofte weerwoord met de vuijst een slag op haar heup, en voorts op haar Lijf sijnde gaan sitten, mitsgaders haar nog over haar geheele Lighaam met vuijsten op een deerlijke wijse getijstert hebbende teegens haar sig uijtlaatende in de woorden: Donderskind het Bed uijt of ik beneem u het Leven, waar door sij dan, vol gehuijl en gekerm t’ welk soo wel, als ook t’ gebons mitsgaders de door hem Cloppenburg gedaan werdende woorden voeringen selfs soo groot geweest is, dat de in een ander Camer slapende Diensmaagd Adriana van Gool hier voorengem: daarvan is wacker geworden, sonder egter van de gesprookene woorden soo door onsteltenis als ook door ‘t geschreeuw der kinderen iets pertinents te hebben kunnen verstaan, genecessiteerd is geworden van haar man ten bedde ende ter Camer uijt sig blootsvoets en slegts in een jak en onderrok gekleed te moeten retireeren naar de Galderij, sonder nogtans meede ook aldaar voor sijne wreedheijd bevrijd te hebben kunnen sijn, ten aansien hij Cloppenburg in ‘t donker sijn huijsvrouw op ‘t spoor gevolgd hebbende, haar in gemelde Galderij de novo met eenige klappen is te keer gegaan, grijpende haar vervolgens bij ‘t hair, ende deselve onder ‘t toebedeelen van eenige Stooten, die sij door ontsteltenis niet weet of met de handen dal wel met de voeten geschied sijn, langs de vloer sleepende, t’ welk dan eijndelijk veroorsaakt heeft dat op haar hard geroep: mijn God Adriana komt mij te hulp of ik word vermoord, dan wel Adriaantje waar ben je, waarom helpt gij mij niet, gesegde Dienstmaagd ter Camer is uijtgekomen, ende hem Cloppenburg aan sijn huijsvrouw nog eenige slagen hebbende hooren toebedeelen, mitsgaders vervolgens bij een ontstookene kaars ook gesien, dat van haar juffrouws eene voet ‘t vel af was en dat die eenigsints bloede, onder ‘t geeven van water aan haar juffrouw die bitterlijk was huijlende, en geciteerde Diensmaagd om den hals quam te vatten, hem Cloppenburg is koomen te vermaanen dat dog soude uijtscheijden, waarop hij Cloppenburg sig niet ontsien heeft in de woorden Spreekt gij soo een Donderskind of Beest nog voor, die jouw en mij soo veel verdriet heeft aangedaan, en die mijn Eer en fatsoen benoomen heeft tegens voormelde Dienstmaagd uijt te barsten, en heeft sij dienstmaagd naar meede op haar beurd aan haar juffrouw toebedeeld te hebben, de Woorden soo hoog moet gij ‘t altijd laaten komen, het had u maar drie woorden behoeven te kosten, dat gij u Man een geluckig Nieuwjaar had toegewenscht, ende door deselve daarop wederom geantwoord sijnde, dat sij t’ immers gedaan hadde, en dat sij, soo wanneer sij t’ niet gedaan hat, t’ selve nog soude doen, haar veelgem: Juffrouw bij den Arm Lijdende eijdelijk in de Camer bij de kinders gebragt, en dus van dit Treurtoneel voor die Nagt een eijnde gemaakt; sijnde wijders des anderendaags ‘s Morgens de bitterheijd van hem Cloppenburg tegens sijn huijsvrouw ook nog soo groot bevonden, dat hij van geen versoeninge, waarom sij hem is komen te versoeken, niet alleen geensints wilde hooren, maar dat hij daar en boven s’ Agtermiddags, wanneer bij geval de quetsuur aan haar eene Arm, die sij den voorigen Avond van haar Man door ‘t sleepen langs de Galderij bekomen hadde, ontbloot ende aan ‘t bloeden geraakt was, haar ook de woorden: Gij bent een regte Phariseen, gij weet niet hoe tijdig dat gij ‘t aan den dag sult brengen, om mij maar verdriet aan te doen: gij hebt geswooren dat u de tong uijt de Mond sou vallen, dat gij mij geen hoon of Laster meer soud aandoen, maar gij hoeft ‘t niet te seggen, gij toont het in mijn presentie, nog heeft durven toesnaauwen, met sodanig een verstokt gemoed tegens sijn veelgem: huijsvrouw, dat alle de door haar voorts tot drie reijsen dien eijgenste Agtermiddag gedane Smeekingen, om sig dog met haar te willen versoenen, niet sijn in staat geweest ‘t selve te kunnen vermurwen, weshalven dan geciteerde huijsvrouw, als niets willende agter weegen laaten, waar door sij de versoeninge met haar Man immers soude kunnen ofte mogen verkrijgen, te Raade geworden is, veel gementioneerden Diensmaagd Adriana van Gool om intercessie te versoeken dan nademaal deselve daarop aan haar ten antwoord quam te geeven mijn God juffrouw, bent gij luij nog niet oud en wijs genoeg wat gij doen of laaten moet, sou ik daarom naar boven toe gaan? Ik heb mij al meermaals daarmeede bemoeijd, waarbij ik slegt gevaaren ben, jouw man sal het, als hij sulx niet doen wil, om mijnentweegen niet doen, gij Luij laat ‘t altijd soo hoog komen, hoe kunt gij soo leggen te maalen, het is nog lang eer het Avond is, de dag is nog lang genoeg, ende sij oversulx sag, dat, aan wat kant sij sig ook keerde, geen troost voor haar meer overig was, is sij, als nog voor meerder slagen bevreest sijnde, naar alvoorens aan geciteerde Diensmaagd gesegd te hebben, dat den Avond niet afwagten soude, maar uijt t’ huijs gaan, ten aansien haar Lighaam sodanig gesteld was, dat het geen slagen meer konde veelen, eijndelijk tusschen vijf en ses uuren des Agtermiddags ter resolutie getreeden van haar huijs en wooning te verlaaten, ende sig naar hier en daar geweest te sijn, ten huijse van de Wed: van Es te vertrecken, alwaar sij dan siekelijk te bedde Leggende, soo door den tweede oppermeester deeser hospitaals Dirk Weijdenaar als ook door de Geswore Vroedvrouw deeser stede Maria Buisset Laasts wed: Dirk Snith uijtwijsens derselver verklaaringen alhier onder L:a C. en D. behoorlijk gevisiteerd sijnde, over haar geheele Lighaam soo met bont en blaauwe Plecken en opswellingen, als ook met verscheijde ontvellingen en opene Wonden, ende onder anderen ook op plaatsen die den onderget: eerbaarheijdshalven niet noemen wil, is bevonden geworden te sijn, alle Sodanig dat den ondergeteek: sig met ‘t door den Eerw: Kerkenraade deeser Steede aan Uw Wel Edele Groot Agtb:re gestr: en E. Agtb:re ingediend vertoog, deese onder L:a E. in Copia bijgevoegd, moetende Confirmeeren, met haar Eerw: bewoordinge sig dan ook bij deesen met regt mag Exprimeeren, dat bij hem Cloppenburg omtrent sijn huijsvrouw ten deesen op een Barbaarsse wijse is gehandelt, streckende tot groot ergernis ende ontstigtinge deeser geheele gemeente, aan wie hij reets in den voorleedene jaare door de aan sijn huijsvrouw doenmaals tot verscheijde maalen aangedane seer harde mishandelingen veel aanstoot, als meede ook aan den E: Agtb:re Raadt van Justitie deeser Gouvernements, uijtwijsens de hier neevensgaande papieren onder L:a F. G. H en J. groote moeijenisse, Schoon welgem: haar E. Agtb:re ter Consideratie van sijn Ampt alle mogelijke, ja wel selfs de uijterste inschickelijkheijd tegens hem Cloppenburg hebben gebruijkt, veroorsaakt heeft, sulx men dan ook soude moeten besluijten dat hij Cloppenburg sonder beeternisse van t’ quaad tot t’ ergere ja wel tot het ergste overgegaan sijnde, omtrent hem als nu geen veranderinge ten goede ende ter Stigtinge en opbouwinge deeser gemeente ligtelijk te vermoeden is.’
‘En hiermeede gedenkende aan de geEerde intentie van Uw Wel Edele groot Agtb:re gestr: en E. Agtb:re voldaan te hebben, gebruijkt den ondergeteek: de vrijheijd sig selven met ‘t uijterste respect te noemen. (:onderstond:) Wel Edele Groot Agtb:re en Gestrenge Heer en E: Agtb:r Heeren Uwe Edele gestr: en E. Agtb:re onderdanige dienaar (:was geteekent:) P: Reede van Oudshoorn (:in margine:) Overgegeeven ter Politicque vergaderinge den 20: febr: 1748.’
Het welk geleesen weesende is alschoon die saak soo klaar komt te blijken dat men thans wel daarop een finaal besluijt soude kunnen neemen, egter best gedagt, dat aan hem Cloppenburg van alle de voorsz: Papieren Copiën sullen werden ter handen gesteld, om daarop, soo hij iets tot sijn decharge weet in te brengen, sulx heeden over veertien dagen te kunnen en moeten doen.
Hierna heeft den Heer Hoofd-Administrateur Rijk Tulbagh met versoek van daarop dispositie te mogen erlangen de twee onderstaande Memoriën geproduceert.
‘Memorie van de nabesz: ijser ijsere potten, Raap en Lijn Olijen &. Uijt ‘t Schip Schellag soo te kort, gebrooken als bij pijling minder, item een Cas met diversse goederen meer bevonden dan de factuur quam te dicteeren en eijdelijk de foeilij bij t’ openen van een soekel in ‘t Negotie pakhuijs te kort, alles bij verklaaringen hier annex blijkende.’
‘
uijt 't Schip Schellag | ||
afschrijven { | 255 | lb ijser bij naweeging van 17000: ll te kort. |
Verkoopen { | 2 | P:s ijsere Potten op 25. p:s gebrooken bevonden. |
Afschrijven { | 53 | lb Roedt op 300. lb bij naweeging te kort bevonden. |
31 | d:o Witkrijt op 300. d:o d:o d:o | |
5 | P:s grote Tonnetjes Swartsel op 150. p:s bij t' openen van een Cas L:a K Ledig bevonden. | |
39 6/10 | kannen Raap olij op 6: half Amen bij pijling minder bevonden sijnde 5. van 3 1/2, en 1. van 4. d:m wan geweest. | |
15 2/10 | d:o Lijnolij tot opvullen van 15: kelders verbruijkt. | |
Daarentegen uijt opgem: bodem meer bevonden als de factuur komt aan te wijsen. | ||
Inneemen { | 1 | Cas gem:t L:a O. daarin de volgende goederen |
10 | p:s Timmermans Dissels | |
200 | d:o Zeijlnaalden | |
6 | d:o Schuijfsteenen | |
3 | d:o Stopmessen | |
6 | d:o Kuijpers Schaven | |
12 | d:o Driekante vijlen. | |
In 't Negotie Pakhuijs | ||
Afschrijven { | 25: | lb foelij bij t' openen van een Soekel te kort bevonden. |
uijt 't Schip Schellag | ||
afschrijven { | 255 | lb ijser bij naweeging van 17000: ll te kort. |
Verkoopen { | 2 | P:s ijsere Potten op 25. p:s gebrooken bevonden. |
Afschrijven { | 53 | lb Roedt op 300. lb bij naweeging te kort bevonden. |
31 | d:o Witkrijt op 300. d:o d:o d:o | |
5 | P:s grote Tonnetjes Swartsel op 150. p:s bij t' openen van een Cas L:a K Ledig bevonden. | |
39 6/10 | kannen Raap olij op 6: half Amen bij pijling minder bevonden sijnde 5. van 3 1/2, en 1. van 4. d:m wan geweest. | |
15 2/10 | d:o Lijnolij tot opvullen van 15: kelders verbruijkt. | |
Daarentegen uijt opgem: bodem meer bevonden als de factuur komt aan te wijsen. | ||
Inneemen { | 1 | Cas gem:t L:a O. daarin de volgende goederen |
10 | p:s Timmermans Dissels | |
200 | d:o Zeijlnaalden | |
6 | d:o Schuijfsteenen | |
3 | d:o Stopmessen | |
6 | d:o Kuijpers Schaven | |
12 | d:o Driekante vijlen. | |
In 't Negotie Pakhuijs | ||
Afschrijven { | 25: | lb foelij bij t' openen van een Soekel te kort bevonden. |
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop. den 20. febr: 1748. (:was geteekent:) R: Tulbagh.’
‘Memorie van de nabesz: Equipagie goederen, volgens verklaaring van gecommitteerdens onder Ult:o December 1747. bij den overgaaf meer bevonden als bij de Negotie, en bij boekjes Consteert, namentlijk’
‘
7 | P:s gesort: Ankers |
3 | d:o Onbequame d:o |
12 | d:o gesort: Dreggen |
7 | d:o Onbeq: d:o |
4 | Bladen kurk |
37 | Bossen Lording |
1 19/24 | gesort: Lijk |
2 | d:o Wandt |
5 | p:s d:o Scheeps pompen nevens d' 10. die nog restant sijn, meest onbequaam. |
3 | d:o Dommekragten, onbequaam |
3 | d:o Stag blox |
5 | d:o Spruijte d:o |
1 | d:o kinnebaks d:o |
12 | d:o Marsz: Schote d:o |
8 | d:o Cruijsz: d:o d:o |
81 | d:o gesort: Blox |
2 | d:o d:o Stag juffers |
5 | d:o d:o Bramsz: d:o |
11 | d:o d:o Juffers |
6 | d:o Ezelshoofden sijnde neevens de 28. p:s die nog restant sijn, meest alle onbequaam |
1 | P:s Boegspriets knie, sijnde nevens d' 9. die nog restant sijn meest alle onbequaam |
4 | d:o Winkelknies, sijnde nevens 4. P:s ad Idem |
1 | p:s grote hals |
2 | d:o focke d:o |
1 | d:o Cabelaring |
2 | d:o Cardeelen |
1 | d:o Masthout van 21. Palm |
1 | d:o d:o d:o 22 3/4 d:o |
7 | P:s gesort: Ankers |
3 | d:o Onbequame d:o |
12 | d:o gesort: Dreggen |
7 | d:o Onbeq: d:o |
4 | Bladen kurk |
37 | Bossen Lording |
1 19/24 | gesort: Lijk |
2 | d:o Wandt |
5 | p:s d:o Scheeps pompen nevens d' 10. die nog restant sijn, meest onbequaam. |
3 | d:o Dommekragten, onbequaam |
3 | d:o Stag blox |
5 | d:o Spruijte d:o |
1 | d:o kinnebaks d:o |
12 | d:o Marsz: Schote d:o |
8 | d:o Cruijsz: d:o d:o |
81 | d:o gesort: Blox |
2 | d:o d:o Stag juffers |
5 | d:o d:o Bramsz: d:o |
11 | d:o d:o Juffers |
6 | d:o Ezelshoofden sijnde neevens de 28. p:s die nog restant sijn, meest alle onbequaam |
1 | P:s Boegspriets knie, sijnde nevens d' 9. die nog restant sijn meest alle onbequaam |
4 | d:o Winkelknies, sijnde nevens 4. P:s ad Idem |
1 | p:s grote hals |
2 | d:o focke d:o |
1 | d:o Cabelaring |
2 | d:o Cardeelen |
1 | d:o Masthout van 21. Palm |
1 | d:o d:o d:o 22 3/4 d:o |
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 20. febr. 1748. (:was geteekt:) R: Tulbagh.’
Welkenaangaande best gedagt is dat met de bij eerstgem: Memorie vermelde te kortkomende gebrookene en te veel ontfangene goederen, sodanig sal werden gehandelt als daar besijden is aangeteekent, en voorts dat de meer bevondene Equipagie goederen in het tweede Schriftuur vermeld bij de Negotie boeken deeses gouvernements sullen moeten ingenomen werden.
Vervolgens is op het gedane berigt van gemelde Heer Secunde dat bij de jongst gehoudene vendutie van deese en geene ‘s Comp:s goederen, deselve, behalven alleen eenige weijnige op verre na de geordonneerde advancen namentlijk op de Vaderlandsche goederen 75. en op de Indiaasse 50. ten hondert niet hebben uijtgeleevert maar alleen alles door malkanderen gereekent 63. P:r C:to, goedgevonden en beslooten om bij een volgende vendutie maar alleen het Pijlaken en de Tabak te laten verkoopen, ende sulx om dat door het aanbrengen op eene reijse van verscheijde Considerabele parthijen daarvan die op differente tijden bij de jaarlijxe Eijschen, waaren gepetitioneert, men ter deeser plaatse soo veel van die goederen te gelijk aan handen heeft gekreegen, dat deselve in het lang aan de man niet sullende kunnen geholpen worden, daarop onder dies als sijnde de Pijlaken de Mot, en de tabacq behalven de indroogen nog het bederf onderworpen, niet als grote schade voor d’ E. Comp:e kan te gemoed gesien worden, en dat omtrent de andere goederen op dewelke de bovengem: p:r C:os niet kunnen werden behaald, eerbiedig Ordre van haar Hoog Edelens tot Batavia sal werden versogt of men die in het vervolg maar sodanig als alhier de Markt daarvan sal sijn bij publicque vendutie sal laaten gaan of niet.
En dewijl seedert het opbreeken van ‘t Comptoir op Rio de la goa hier in het Negotie Pakhuijs nog een quantiteijt van 15486 lb diversse glaasen en 1971: lb copere Coralen restant sijn gebleeven, sonder dat deselve vervolgens om dies slegte sorteering het sij in den Slaven handel op Madagascar dan wel onder den inlander alhier, nog ook bij vendutie soo als men al eenige reijsen heeft geprobeert, hebben kunnen werden verhandelt of gedebiteerd, soo is derhalven op dat deselve Coralen hier niet langer Nutteloos soude blijven Leggen, op de propositie van den Heer Commissaris best gedagt, daarvan bij het eerst af te gane Schrijvens aan de heeren Majores in het vaderland kennisse te geeven en derselver geEerde Ordre te versoeken, hoedanig sij gelieven dat daarmeede sal werden gehandelt, het sij om deselve na het Vaderland te rug, dan wel na India voortte senden, of anders bij Vendutie alhier, voor soo veel se sullen mogen gelden, te doen verkoopen.
Het Wijdschip de Hoop door expres hiertoe gecommitteert geweest sijnde Zeeluijden exact gevisiteert geworden sijnde, hebben deselve van hunne bevinding het volgende Rapport ingebragt.
‘Den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Nederlands India, en gouverneur in Loco &’
‘ons ondergeteek: expres hebbende gelieven te Committeeren tot visitatie van ‘t hier permanente wijdschip de Hoop , en of dat bodemken van sijne gebreken weder behoorlijk soude kunnen wenden gerepareert, en indien ja, of t’ selve d’ onkosten, die daaraan als dan sullen moeten werden gedaan, wel waardig is; Soo verklaaren wij na eene naaukeurige visitatie, dat vaartuijg geheel swak en slegt gesteld bevonden te hebben; want behalven dat ‘t selve in sijn kimmen doorgesakt en van de Pisse-bedde opgegeeten is, sijn de buijkstucken en oplangers daarvan sodanig vergaan, dat geen Spijkers meer kunnen houden, waaren boven de kimmen ende binne weegering soo wel als de banden agter en voor in de boegen ten eenemael verrot sijn; Soo dat wij verklaaren het selve vaartuijg ten eenemaal onbequaam te sijn, om alhier te kunne werden hersteld, en dat al konde het selve weeder werden verholpen, sulx behalven, dat men daartoe alhier de vereijschte Materialen niet heeft, ruijm soo veel als een geheel Nieuw vaartuijg soude komen te kosten.’
‘Gedenkende hiermeede aan de geEerde Intentie van Uwe Wel Edele Gestr: te hebben voldaan, soo laaten wij deesen dienen voor eerbiedig Rapport. (:onderstond:) Cabo de Goede Hoop den 9. feb: 1748. Als gecommitt:s (:was geteekent:) Gerrit Reijndersz: Vos. C.D. Quak, M:V.D. Meer, J. Knoop. (:ter sijde:) ten mijnen overstaan (:geteekent:) H.D. Ruijter (:in margine:) waarmeede confirmeeren (:en geteek:t:) B.V. Dockum, Abraham van der Water, X (:daarnevens stond:) Dit is het merk van huijbert van Santen, David Stol, Claas van Dussen.’
En alsoo daaruijt komt te blijken dat dat Bodem ken sodanig slegt gesteld is, dat het Selve alhier niet weder kan werden gerepareert, en dat alschoon dit al geschieden konde, sulx ruijm soo veel als een Nieuw vaartuijg soude komen te kosten, heeft men derhalven moeten besluijten om het gesegde wijdschip de Hoop af te leggen en ten eersten te doen sloopen, des sal het geene daarvan afkomt ten dienste den E. Comp:e werden verbruijkt.
Vermits den tijd van het opneemen der Burger Effecten thans begind aan te naderen soo is al meede gearresteerd, dat men sulx wederom volgens het gewone gebruijk aan de Caab en Stellenbosch op den laatsten April, mitsg:s 1 en 2. Maij, en aan Swellen Dam op den 15. 16. en 17: Maart aanstaande, ten overstaan van den Heer fiscaal, de Landdrosten en gecommiteerdens sal laaten geschieden en diesweegens de nodige Billietten Affigeeren.
Sijnde wijders aan den onderkoopman en Eerste geswore Clercq Petrus Jesse Slotsboo op sijn gedaan versoek gepermitteert om sijn Soontje Daniël Josephus Slotsboo gent:, oud omtrent ses jaaren, mits betaalende het ordinaire Transport en Costgeld om in de Cajuijt gelogeert en getracteert te werden, met een der aanweesende Retourscheepen na het vaderland te mogen oversenden.
Terwijl laatstelijk nog ter vergadering sijn gepresenteert eenige versoek Schriften geannexeert met de Procuratien en Soldij Reecq:gen van de onderstaande persoonen, ten deerende om Permissie te mogen erlangen, tot dies overmaaking aan haare gemagtigdens te weeten.
In opsigt van dewelke goedgevonden is, dat deselve in handen van den Heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn sullen werden gesteld op dat daarmeede door sijn E. navolgens de Ordre sal kunnen werden gehandelt.
Voorts is aan den voorm: Heer Independent fiscaal van Oudshoorn en onderkoopman Slotsboo ook gepermitteert, om ten dienste van hunne naar het vaderland te vertreckene kinderen ijder een Slavin derwaarts te mogen meede senden, sijnde die van den Eersten gent: [ .....] en die van den anderen [ .....] mits dat daar voor, het gewone transport en Costgeld voor de heen en weder reijse alhier in ‘s Comp:s Cassa voldaan word.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jare voorsz:
[Signed:] D:l Nolthenius
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 108-110.¶
Dingsdag den {17480305} 5: maart 1748.
’s Voormiddags alle present, uijtgenomen den Edelen Heer Commissaris Daniël Nolthenius.
Op het te kennen geven door den Predikant Ruwardus Cloppenburg bij seekere briefje door denselven op gisteren Avond neevens eenige Papieren aan den Heer Gouverneur toegesonden, dat de aan hem bij Resolutie van den 20: Febr: Pass:o vergunde tijd van sijne verantwoording te doen, te kort is geweest om alles dies aangaande op het Papier te kunnen stellen; is goedgedagt om hem nog agt dagen toe of tot de aanstaande vergadering te vergunnen.
Sijnde voorts aan den Burger Abraham Lever thans hierom versoek doende, gepermitteert om desselfs soontje genaamt Cornelis Lever oud neegen Jaaren, met het aanweesend Retourschip de Hoop onder betaaling van het gewone transport en Costgeld om in de Cajuijt gelogeert en getracteert te worden, na het vaderland te mogen oversenden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 111-120.¶
Dingsdag den {17480312} 12. Maart 1748.
’s voormiddags alle present.
Naar Lectuure en Resumptie van twee bijsondere Memoriën door den Heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh op heeden ingeleevert; om daarop dispositie te mogen erlangen; is verstaan dat met de daarbij vermelde goederen, gestorvene ‘s Comp:s Slaven en verrekte beestiaal sodanig sal worden gehandelt als bij elke post van dien in margine staat aangeteekent, Luijdende die Memoriën Aldus.
‘Den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Nederlands India mitsg:s gouverneur van Cabo de Goede Hoop &. &. &. ons ondergeteek: hebbende gelieven te committeeren tot het Lossen der goederen van ‘t afgelegde hoeker het Wijdschip d’ Hoop , soo verklaaren wij deselve ontfangen en sodanig aan de volgende Administrateurs overgeleevert te hebben, als hier onder werd aangeweesen namentlijk’
‘
Aan den Pakhuijsmeester | |||
In Comp:s Dienst te gebruijken { | 1 | ijsere Pot | } Oud en onbequaam |
1 | Tang | ||
1 | Visketel | ||
2 | Staartpannen | ||
4 | Tinne Schotels | ||
8 | d:o Borden | ||
1 | d:o Soutvat | ||
1 | d:o kan | ||
2 | Lantaarns | ||
Aan de Heer Majoor | |||
Inneemen { | 6 | Metale Bossen | |
17 | d:o Camers | ||
44 | P:s Cogels | ||
Na 't Vaderland senden { | 6 | Snaphaanen | } Onbequaam |
1 | p:s Pistoolen | ||
1 | Kogeltang | ||
Aan den Keldermeester | |||
Ten dienste van de Comp: inde kuijpers winkelverbruijkt te werden { | 5 | halve Leggers | } Onbequaam |
1 | Aam | ||
3 | vaten sonder boom | ||
Aan Baas van Dockum | |||
Onder de onbequams goederen in te neemen en weder te verantwoorden. { | 1 | Topsijl | } Oud en onbequaam |
1 | Breede fok | ||
1 | Groot Zeijl | ||
1 | Besaan | ||
1 | Stag fok | ||
2 | kluijffocken | ||
1 | groot wandt | ||
1 | d:o Stag | ||
1 | kluijver val | ||
1 | focke d:o | ||
2 | takel Lopers | ||
2 | d:o Mantels | ||
1 | Dirk | ||
3 | gare Loopers | ||
1 | Top Zeijls val | ||
1 | bree focke d:o | ||
1 | Besaans d:o | ||
1 | d:o Dirk | ||
1 | d:o Schoot | ||
2 | Masten | ||
1 | giek | ||
1 | gaffel | ||
1 | uijtlegger | ||
1 | Topseijls Rhaa | ||
1 | bree fok d:o | ||
1 | Roer | ||
1 | Nagthuijs | ||
1 | Pomphaak | ||
2 | d:o Schoenen | ||
2 | Copere Lampen | ||
1 | Combuijs in haar geheel | ||
Inneemen { | 2 | Dieploten | |
2 | Beugels over de Luijken | ||
2 p:s inneemen, 2 d:o tot oud cabeltouw te verbruijken { | 4 | Cabel touwen waarvan | |
2 | p:s halfsleeten en | ||
2 | d:o onbequaam | ||
1 | Paarde lijn d:o | ||
Inneemen en verantwoorden { | 4 | Ankers | |
1 | Dreg |
Aan den Pakhuijsmeester | |||
In Comp:s Dienst te gebruijken { | 1 | ijsere Pot | } Oud en onbequaam |
1 | Tang | ||
1 | Visketel | ||
2 | Staartpannen | ||
4 | Tinne Schotels | ||
8 | d:o Borden | ||
1 | d:o Soutvat | ||
1 | d:o kan | ||
2 | Lantaarns | ||
Aan de Heer Majoor | |||
Inneemen { | 6 | Metale Bossen | |
17 | d:o Camers | ||
44 | P:s Cogels | ||
Na 't Vaderland senden { | 6 | Snaphaanen | } Onbequaam |
1 | p:s Pistoolen | ||
1 | Kogeltang | ||
Aan den Keldermeester | |||
Ten dienste van de Comp: inde kuijpers winkelverbruijkt te werden { | 5 | halve Leggers | } Onbequaam |
1 | Aam | ||
3 | vaten sonder boom | ||
Aan Baas van Dockum | |||
Onder de onbequams goederen in te neemen en weder te verantwoorden. { | 1 | Topsijl | } Oud en onbequaam |
1 | Breede fok | ||
1 | Groot Zeijl | ||
1 | Besaan | ||
1 | Stag fok | ||
2 | kluijffocken | ||
1 | groot wandt | ||
1 | d:o Stag | ||
1 | kluijver val | ||
1 | focke d:o | ||
2 | takel Lopers | ||
2 | d:o Mantels | ||
1 | Dirk | ||
3 | gare Loopers | ||
1 | Top Zeijls val | ||
1 | bree focke d:o | ||
1 | Besaans d:o | ||
1 | d:o Dirk | ||
1 | d:o Schoot | ||
2 | Masten | ||
1 | giek | ||
1 | gaffel | ||
1 | uijtlegger | ||
1 | Topseijls Rhaa | ||
1 | bree fok d:o | ||
1 | Roer | ||
1 | Nagthuijs | ||
1 | Pomphaak | ||
2 | d:o Schoenen | ||
2 | Copere Lampen | ||
1 | Combuijs in haar geheel | ||
Inneemen { | 2 | Dieploten | |
2 | Beugels over de Luijken | ||
2 p:s inneemen, 2 d:o tot oud cabeltouw te verbruijken { | 4 | Cabel touwen waarvan | |
2 | p:s halfsleeten en | ||
2 | d:o onbequaam | ||
1 | Paarde lijn d:o | ||
Inneemen en verantwoorden { | 4 | Ankers | |
1 | Dreg |
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 6: Maart 1748. (:was geteekent:) R. La febre, J.A. Horak.’
‘Memorie van de nabesz: Pijlakens en Wolle Scheeps kleederen &. bij t’ openen van diversse kassen en vaten in ‘t Negotie Pakhuijs gemotteert, en de onderstaande touwen in ‘t Equipagie Pakhuijs, van de Afgelegde hoeker de Brak en ‘t Schip ‘t Huijs te Persijn onbequaam bevonden de Leijfeijgenen in de jongst afgeweekene Maanden, van P:mo September 1747. tot Ult:o febr: Jongstl. door de Natuurlijke dood Overleeden: t vee in even gesegde tijd soo verrekt als verslonden, blijkens de verklaringen hier annex, namentlijk’
‘
In 't Negotie Pakhuijs | |||
Verkoopen { | 57 | P:s Pijlaken, te weeten | |
Verkoopen { | 7 | p:s grote waakrocken | } Bij t' openen van 2 kassen p:r Leijden aangebragt, gemotteert |
5 | d:o kleijne d:o | ||
15 | d:o Duffeltjes d:o | ||
3 | d:o Broeken d:o | ||
34 | p:r Koussen | ||
6 | p:s grote waakrokken | } bij t' openen van 2 kassen p:r 't Casteel van Tilburg aangebragt, gemotteert | |
5 | d:o kleijne d:o | ||
10 | d:o Duffeltjes | ||
5 | d:o Broeken | ||
37 | p:r koussen | ||
5 | p:s grote waakrokken | } bij t' openen van 1 kas p:r Cleverskerk aangebragt, gemotteert | |
4 | d:o kleijne d:o | ||
10 | d:o groote waakrokken | } bij t' openen van 3. quardeels p:r de Jager aangebragt gemotteert. | |
8 | d:o kleijne d:o | ||
21 | d:o Duffeltjes | ||
4 | d:o Broeken | ||
57 | p:r koussen | ||
In 't Equipagie Pakhuijs | |||
Tot oud Cabeltouw ten dienste der E. Comp: te verbruijken { | 2 | p:s Cabeltouwen ijder lang 92. vaam van de afgelegde hoeker de Brak . onbequaam | |
1 | d:o Swaar Touw lang 110 Vaam van 't Schip t' huijs te Persijn in de Maand November Jongstl: hier ter Rheede gevist onbequaam. |
In 't Negotie Pakhuijs | |||
Verkoopen { | 57 | P:s Pijlaken, te weeten | |
Verkoopen { | 7 | p:s grote waakrocken | } Bij t' openen van 2 kassen p:r Leijden aangebragt, gemotteert |
5 | d:o kleijne d:o | ||
15 | d:o Duffeltjes d:o | ||
3 | d:o Broeken d:o | ||
34 | p:r Koussen | ||
6 | p:s grote waakrokken | } bij t' openen van 2 kassen p:r 't Casteel van Tilburg aangebragt, gemotteert | |
5 | d:o kleijne d:o | ||
10 | d:o Duffeltjes | ||
5 | d:o Broeken | ||
37 | p:r koussen | ||
5 | p:s grote waakrokken | } bij t' openen van 1 kas p:r Cleverskerk aangebragt, gemotteert | |
4 | d:o kleijne d:o | ||
10 | d:o groote waakrokken | } bij t' openen van 3. quardeels p:r de Jager aangebragt gemotteert. | |
8 | d:o kleijne d:o | ||
21 | d:o Duffeltjes | ||
4 | d:o Broeken | ||
57 | p:r koussen | ||
In 't Equipagie Pakhuijs | |||
Tot oud Cabeltouw ten dienste der E. Comp: te verbruijken { | 2 | p:s Cabeltouwen ijder lang 92. vaam van de afgelegde hoeker de Brak . onbequaam | |
1 | d:o Swaar Touw lang 110 Vaam van 't Schip t' huijs te Persijn in de Maand November Jongstl: hier ter Rheede gevist onbequaam. |
‘Volgens Reecq:g van den opsiender van ‘s Comp:s Slaven Logie gesterkt met Secretariale verklaaringen, sijn in de ses jongst Afgeweekene maanden van P:mo Septemb:r tot ult:o febr: Jongstl: van ‘s Comp:s Leijfeijgenen door de Natuurlijke dood overleeden.’
‘
Afschrijven { | 10 | p:s kloeke jongens |
2 | d:o School d:o | |
2 | d:o Zuigende d:o | |
4 | d:o kloeke Meijden | |
2 | d:o Zuijgende d:o | |
3 | d:o Bandiete Jongens |
Afschrijven { | 10 | p:s kloeke jongens |
2 | d:o School d:o | |
2 | d:o Zuigende d:o | |
4 | d:o kloeke Meijden | |
2 | d:o Zuijgende d:o | |
3 | d:o Bandiete Jongens |
‘En volgens bijgevoegde reecq:g van den Landdrost en Secretariale verklaaringen sijn in opgem: tijd van ‘s Comp:s Beestiaal verrekt, als ook door het wild gedierte vernield.’
‘
Afschrijven { | 286. | Stux Runderbeesten |
11 | d:o Paarden | |
2 | d:o Ezels | |
67 | d:o Bocken |
Afschrijven { | 286. | Stux Runderbeesten |
11 | d:o Paarden | |
2 | d:o Ezels | |
67 | d:o Bocken |
’(:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 12: maart 1748 (:was geteekent:) R: Tulbagh’
En is wijders bij deese geleegentheijd op het te kennen geven van den Heer Commissaris dat al het geweer sonder onderscheijd dat in India onbruijkbaar en onbequaam word volgens een aloud en algemeen Ordre na het Vaderland word overgesonden; beslooten dat in het vervolg ter deeser plaatse ook sodanig sal gehandelt worden met het geweer dat alhier buijten Staat sal komen te geraaken.
Voorts is op het hiertoe in Scriptis gedane versoek bij den Landbouwer Hans Hendrik Hatting, aan denselven voor niet dog egter daarop blijvende de ordinaire recognitie penningen van 24: Rix. ‘s jaars, in eijgendom gegeeven, sekere veeplaats gent: de Calbasse kraal geleegen onder de kleijne paardeberg , dewelke hij al eenige jaaren in Leening heeft gehad; ende sulx ter Consideratie van desselfs Armoede en ook dat voorsz: plaats van seer weijnig belang is.
Sijnde hierna, volgens het dieswegens gearresteerde in de jongste vergadering door den Predicant Ruardus Cloppenburg ingeleevert sodanig schriftuur met de daartoe behoorende bijlagen; als hij tot desselfs decharge nodig heeft geoordeelt te moeten opstellen; Maar nadien dat Schriftuur soo wijdlustig is, dat het Selve staand vergadering met geen mogelijkheijd soude kunnen uijtgeleesen worden, heeft men hierom moeten besluijten dat met het Afdoen deeser saak sal worden gesupercedeert tot dat alle die papieren bij de Leeden des Raads Rond Sullen sijn geleesen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten dage en jaare voorsz:
[Signed:] D:l Nolthenius
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 121-129.¶
Dingsdag den {17480319} 19. maart 1748.
’s voormiddags alle Present uijtgenomen den heer Secunde Rijk Tulbagh bij indispositie
Alle de papieren door den Predicant Ruardus Cloppenburg voorleeden dingsdag in Raade overgegeeven als nu bij alle de Leeden geleesen weesende; sijn deselve papieren soo verward opgesteld met soo veele aanstootelijkheeden en hoonende Expressiën tegens deese en geene persoonen alhier besaaijd en vervult gevonden, dat men sig niet genoeg daarover kan verwonderen, terwijl hij Cloppenburg aan den anderen kant over het voornaamste daar het op aankomt te weeten, het sig suijveren over de door hem aan sijne huijsvrouw gepleegde swaare mishandelingen ligt gaande, en sonder sig daaraan veel te kreunen, deselve alleen soo maar wat soekende te verbloemen, deselve sijne huijsvrouw bij gesegde Papieren nog op soo een infame wijse komt ten toon te stellen, dat dit alleen genoeg is om aan te wijsen, door welker driftigen en Rusteloosen geest hij word geregeert; en hoe onwaardig soo een Schaamteloos Mensch is, om de heijlige Sacramenten langer te kunnen bedienen; weshalven heeft men om dit alles, en ook ter sake dat hij Cloppenburg al over lang weegens sijne ergerlijke Maniere van Leven met sijne geciteerde huijsvrouw bij deese Caabse gemeijnte in sulke klijn Agting is vervallen, dat de kerk als hij preekte bijna Leedig was, moeten besluijten om hem Cloppenburg, ingevolge de geEerde Ordre der Heeren Majores van den 28: en 27. Aug:s d’ A:s 1727 en 28. sonder qualiteijt en gagie na het Vaderland op te senden, om waarnatoe te vertrecken, hij Sig soo spoedig als het doenelijk sal sijn sal moeten in staat stellen; Inmiddels dat nog goedgevonden is, dat desselfs Gagie sal worden Afgeschreeven van den dag af aan dat hem den Predikdienst p:l is verbooden, sijnde geweest den 27. Januarij deeses jaars; op alle het Welke het Advijs van den Heer secunde Rijk Tulbagh door den Secretaris deeses Raads afgevraagt sijnde, heeft sijn E. betuijgd sig daarmeede in alle deelen te Confirmeeren; Dog aangaande het voortgebragte bij meermaalsgen:e Predikant Cloppenburg in eene van sijne voormelde Papieren, dat hem over eenigen tijd geleeden souden sijn afgenomen twee vragten brandhout dewelke hij Maandelijx van d’ E. Comp:e moeste hebben; heeft den Heer Gouverneur versogt dat dien aangaande het volgende mogt aangeteekent worden,
Als dat over vijf à ses Jaaren geleeden en dus Lang voor de komst alhier van hem Cloppenburg geen brandhout meer nog aan de predikanten nog aan de Leeden des Raads hebben kunnen worden verstrekt; hij Gouverneur egter aan gedagten Predicant Cloppenburg soo dra hij sig hier ter needer hadde geset, maandelijx twee vragten Brandhout van het Randsoen van sijn Edele, hadden doen geeven, niet als iets dat hem toequam maar alleen uijt vriendelijkheijd en dat hij Gouverneur sulx agterweegen hadde gelaaten toen hij Cloppenburg sig die gunst door sijn wangedrag onwaardig gemaakt hadde.
Bij overweeginge dat het werk in s’ E. Comp:s Equipagie pakhuijsen alhier, van sulken grooten en swaaren omslag is, dat den Equipagiem. ter deeser plaatse, als alleen, aan alles niet kunnende fourneeren noodwendig een bequaam Pennist diend te hebben, om alle het aldaar voorvallende aan te teijkenen en in te boeken; soo is de nuttigheijd hiervan ingesien sijnde; op het voordragen van den Heer Commissaris, tot Boekhouder in voormelde ‘s Comp:s Equipagie pakhuijs aangesteld den Adsistend Jan Simon Möller, dog onder sijn thans winnende gagie.
Vermits het lang vertoeven ter deeser Rheede der Retourscheepen Haarlem , Overschie , de voorsigtigheijd , de Hoop en Diemen , is verstaan, dat men aan de daarop bescheijdene Scheepelingen hierom versoek gedaan hebbende, sal laaten verstrecken te weeten, aan die dewelke niet te quaad staan twee, en aan de andere alleen een maand Gagie.
Ende Alsoo bij nadere resumptie der procuratiën en Soldij reecq:gn bij Resolutie van den 20: febr: pass:o vermeld, is komen te blijken dat deselve door den Heer Independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn, ondersogt en wel bevonden sijn, is oversulx aan dier eijgenaars gepermitteert om de gemelde Procuratiën en Soldij Reecq:gn aan hunne vrienden en gemagtigdens in het vaderland te mogen oversenden.
Voorts is aan Heeren weesmeesteren deeser Steede op hun hiertoe gedaan versoek, gepermitteert, om met een der ter deeser Rheede vertoevende Retourscheepen van hier na het Vaderland te mogen oversenden den onder haar Eerw:es Curateel staande jongeling Abraham Sohiers oud thien jaaren, mits betalende het ordinaire transport en Costgeld om in de Cajuijt gelogeert en getracteert te worden.
Laatstelijk is op het te kennen geeven bij den Heer Commissaris dat de thans repatrieerende Scheepen om den Oorlogs wil, navolgens het geordonneerde bij het geagt aanschrijvens van haar Wel Edele Groot Agtb:re de Heeren gecommitteerde Bewindhebberen tot de Secreete Commissie van den 25: Septb:r 1737. waarvan voor soo veel het nodig was Lectuure in vergadering is gedaan, van alle onnutte Meubilen en impedimenten sullen moeten worden opgeruijmd, om een ruijm Schip te houden dat in staat is de vijand te kunnen wederstaan; gearresteerd dat om daaraan gelijk het behoord te kunnen voldoen, den Cap:tn ter Zee en P:l Equipagiemeester alhier Hendrik de Ruijter sal worden geordonneert om met ende neevens de Cap:tn Lieutenants en Schippers der ter deeser Rheede geankerde Retourscheepen Schriftelijk op te geeven, hoedanig het deesen aangaande met hunne onderhebbende bodems is gesteld, en wat sij oordeelen dat om aan gesegde geagte Ordre der Heeren Majores te obedieeren, op haare Scheepen soude kunnen en dienen gedaan te worden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] D:l Nolthenius
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 130-145.¶
Donderdag den {17480328} 28. Maart 1748.
’s voormiddags alle Present uijtgenomen den Wel Edelen gestr: Heer Commissaris Daniël Nolthenius, mitsg:s den Heer Independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn en den E. Pakhuijsmeester Christoffel Brand.
Den Eerw: Predikant Petrus van der Spuij, na vooraf gaande kennis geeving dat hem van ter sijde was ter ooren gekomen, dat in de Stucken Jongst door den Predicant Ruardus Cloppenburg in deese vergaderinge overgegeeven, vercheijde aanstootelijke expressiën ter needer gesteld worden gevonden soo teegens hem van der Spuij, als de meede Eerw: Predicanten franciscus Le Sueur, Arnoldus Mauritius Meiring en den kerkenraad hier aan de Caab, heeft vervolgens seer gedienstig versogt, dat aan hem tot narigt de nodige Extracten daarvan mogten worden Afgegeeven, het welk is goedgevonden dus te Laaten geschieden.
Hierna is geleesen geworden het berigt en Rapport der Zeelieden, dewelke bij Resolutie van den 19. deeser sijn geordonneert, om op te geeven wat sij oordeelen dat best soude dienen gedaan te worden om in deese dangereuse tijd, hunne onderhebbende bodems sodanig ruijm te kunnen hebben en houden dat deselve in staat souden weesen om een vijand te kunnen wederstaan, uijt welk Schriftuur sijnde komen te blijken dat tot bereijking van dat goed oogmerk, ten belange deeser Retourscheepen om haare Constitutie niets anders soude kunnen werden gedaan, dan dat het Leedig wordende vaatwerk op de reijse soude worden stuckent geslaagen, om ter plaatse daar die Leggen, te bergen de kisten der repatrieerende Ambagts Lieden en het kooijgoed van het volk welk een en ander thans op dek vaart, of wel andersints momentelijk als de nood aan de man quam deselve goederen in Zee te gooijden; heeft men Sig daarmeede confirmeerende moeten besluijten dat aan de overheeden der Retourscheepen qualificatie sal worden verleend om met het Leedig wordende vaatwerk op de reijse, mitsg:s de kisten der Ambagts Luijden sodanig te handelen als hierboven is gemeld; dog dit alles met discretie Luijdende voorwaarts geciteerde berig en Rapport Aldus.
Aan den Wel Edelen Groot Agtb:re Heere Daniël Nolthenius Raad Ordinaris van Nederlands India en Commissaris aan Cabo de Goede hoop mitsg:s den wel Edelen gestr: heere Hendrik Swellengrebel Extraordinair Raad van India en Gouverneur alhier, beneevens den E. Agtb:r Politicquen Raadt.
‘Wel Edele groot Agtb:re Gestr: Heere en E. Agtb:en Heeren’
‘van Uwel Edele groot Agtb:re Gestr: en E. Agtb:s welbehagen geweest sijnde, om ons onderget: te ordonneeren, dat wij in opvolginge der geEerde Ordre van de Heeren Majores, dicteerende dat de Retourscheepen in oorlogstijd van alle onnodige Meubilen en impedimenten sullen worden opgeruijmt, om een ruijm Schip te houden, dat in Staat is de vijand te kunnen wederstaan; souden hebben op te geeven hoedanig het deesen aangaande met onse onderhebbende bodems is gesteld, en wat ‘er na onse gedagten in deesen soude kunnen en dienen gedaan te worden, neemen wij de vrijheijd daarop te seggen, dat op het dek alwaar al ons geschut geplaatst is, weijnig of geen belemmering word gevonden, en dat het weijnige dat sig daar opdoed bestaande uijt de kisten der Ambagts Luijden en ‘t kooijgoed van het volk, van selfs wanneer de Scheepen een week of drie in Zee sullen sijn geweest sal worden weggenoomen, soo maar aan de Scheeps opperhoofden permissie mogt worden gegeeven om het Ledig wordende vaatwerk stuckent te slaan, om ter plaatse daar het selve sal hebben geleegen, de voorm: kisten en kooijgoed te bergen of andersints momentelijk als de nood aan de Man komt, door het over boord gooijen van die kisten, invoegen men ten allen tijden een ruijm dek sal kunnen hebben, om het geschut aldaar onbelemmert sijnde, in staat weesen om na evenreedigheijd des Scheepelingen die wij op hebben een vijand te kunnen Afweeren.’
‘Dog wat het tusschen deks aangaat moeten wij seggen dat daaromtrent niets te doen valt niet alleen om dat wij aldaar geen geschut hebbende, alles in dien opsigte vrugteloos soude weesen; te meer dewijl, om dat, al was het dat daar ter plaatse geschut was, men die dog bij gebrek van volk niet souden kunnen gebruijken maar ook nog voor al ter sake, dat ons water, swaare touwen en victualiën thans tusschen deks vaarende, men om het eene en het andere in het ruijm te krijgen, de Lading der Scheepen soude moeten opbreeken en een gedeelte van deselve in een ander Schip of Scheepen die daartoe souden moeten worden klaar gemaakt, overbrengen; als wanneer men dog om de voorenstaande reedenen nog geen nut daarvan soude kunnen hebben; waarom wij eenparig van gevoelen sijn; dat het voor den dienst der E. Comp: best sal weesen dat men de Retourscheepen laat vaaren in dien staat daarse nu in sijn.’
‘Waarmeede gedenkende aan de geEerde ordre van Uwe wel Edele Groot Agtb:re, gestr: en E. Agtb:r te hebben voldaan, soo laaten wij deese dienen voor nedrig Rapport (:onderstond:) Cabo de goede hoop den 22. Maart 1748. (:was geteek:) Hend:k de Ruijter, Gerrit Reijndersz Vos, C de quak, M.V.D: Meer, M.V. Son.’
Ende gemerkt men staat maakt en vertrouwd, dat de thans vervaardigt wordende Pelmoolen, op sijn Langste teegens het Laatste van dit jaar, wel in staat sal sijn om te kunnen Maalen; Is hierom goedgevonden dat de Landbouwers alhier bij Affixie van Billietten tot het aansaaijen van een grotere quantiteijt garst als na gewoonte sullen worden aangemaand, met belofte dat die bij d’ E. Comp:e sal ingeslaagen worden.
Terwijl wijders aan den Burger Ignatius ferreira op sijn versoek in eijgendom is gegeeven seekere veeplaats ter groote van Sestig Morgen gen:t de harte beeste kuijl geleegen aan de Gourits Rivier , dewelke hij al eenigen tijd van d’ E. Comp:e in Leening heeft gehad. Dog onder Conditie dat daarop blijvende de ordinaire belastinge van 24: rix: ‘s jaars tot recognitie penn: hij ferreira nog eens vooral in erkentenisse van deese verkreegen Eijgendoms regt aan d’ E. Comp: sal moeten betaalen een Somma van Tagtig Rijxd:s.
Laatstelijk heeft den Predikant Ruardus Cloppenburg in vergaderinge geproduceert het onderstaande Schriftuur.
Aan den Wel Edelen Groot Agtb: Heer Daniël Nolthenius Raad Ordinaris van Neerlands India, Admiraal der Retourvloot & Commissaris deeser gouvernements, mitsg:s den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extra Ordinaris van India en Gouverneur aan Cabo de Goede Hoop, beneevens den E. Agtbaren Politicquen Raadt.
‘Wel Edele groot Agtb:re Heer & E.E. Agtb:re Heeren.’
‘Vertoond met verschuldigt Respect Uwe wel Edele groot Agtb: & Edelen Agtb:s onderdanigen dienaar den Predicant Ruardus Cloppenburg dat op dingsdag sijnde geweest den 19. deeser Lopende maand, der voormiddags de Clocke omtrent half twaalf uuren tot desselfs groote verwonderinge bij hem in sijne wooninge is verscheenen den Eerst geswore Clercq ter Politicque Secretarije alhier Petrus Jesse Slotsboo, vergeseld met twee getuijgen aan den vertoonder uijt naame van U wel Edele Groot Agtb:re en E.E. Agtb:re aanseggende, dat hij sig gereed sou hebben te maaken, om sonder qualiteijt ende gagie naar Europa te vertrecken, En dewijl de onderget. gem: Slotsboo aanmerkt als den brenger van ‘t besluijt Uwer wel Edele groot Agtb:re en E.E. Agtb:r hem dierhalven geene daartoe specteerende reedenen heeft willen Afvragen, nog op die aansegginge eenig Antwoord gegeeven, soo vind hij Sig genooddrukt thans ter naauwkeurige overweeginge Uwen Wel Edele groot Agtb:re & E.E. Agtb:r dit navolgende te betoogen, namentlijk’
‘Dat den vertoonder onmogelijk kan bevroeden, uijt welken hoofde U Wel Edele groot Agtb:re & E.E. Agtb:re sijn vertrek op sodanige wijse hebben gelieven vast te stellen, ten waare t’ selve ‘t welk den vertoonder sou moeten vermoeden, gebooren was uijt ‘t niet van alle de Leeden, maar alleen van den Præses en Scriba der vergaderinge ondergeteekende klaagschrift van de Caabse kerkenraadt, geassumeert soo met den reets bevoorens sijn ontslag bekoomen hebbende Predicant frans Le Sueur, als die uijt ‘t Land van waveren Arnoldus Mauritius Meijering, t’ welk als sijnde Exorbitant en sig selve om ver werpende immers niets fundamenteelijks vervat en alleen dat geene inhoud, ‘t gunt t’ welopgemeld geassumeert Collegie van hooren seggen is ter ooren gekomen, en waarvan deselve geen klaar en suijver denkbeeld weeten te geeven, maar den onderget:, sonder hem alvoorens voor hunne vergaderinge te hebben laaten ontbieden, om sijne belangen te verneemen, stante pede den Predikdienst onwaardig verklaaren. Ende hem sulx niets eens staande de gehoudene vergaderinge aanseggen, nog daarvan eenige kennis laten geeven. & selfs, wanneer hij op dien dag, toen de naastkomende Ordinaire kerkvergaderinge op den 5. febr: stond gehouden te worden, den Præses Copie van al ‘t genotuleerde en geannoteerde rakende sijne saak versogt, sulx hem niet is geaccordeert. Met welk besluijt der kerkenraads op den 26. Jann: deeses Jaars genomen sig gemelde Heeren Le Sueur en Meijering wel hebben gelieven te Conformeeren Schoon denselven tot deese soo precipitante belegde kerkvergaderinge in geenen deelen behoorden, en het nimmer met hunne departement over een stemd soo rigoreus tegen den vertoonder sonder de minste glimp van regt ofte billikheijd voort te vaaren, soo verre buijten spoor hollende, met den ondergeteek. dat geene op te Leggen dat nooijt in hunne magt is geweest om te mogen doen, en het welk ook gantsch niet te favorabel voor de kerkenraad luijd, Ja sig selve sodanig met ‘t uijthangbord van vriendelijkheijd behelpende, dat den vertoonder onmoogelijk konde droomen, dat den Præses en de meergemelde Heeren op eene en deselve dag sodanige raadslagen tegen hem souden smeden, ende om hunne personeele sondigen haat den ruijmen teugel te geeven, den Caabsen kerkenraadt in sodanig een Labijrinth souden brengen, waaruijt sij deselve sonder schande en schaade nimmer kunnen redden.’
‘Welke in t’ eijnde van haar ongegrond aan Uwel Edele Groot Agtb:re & E.E. Agtb:re gesuppediteerde Schriftuur, naar breedvoerig hunne voor uijtsigt te hebben gecommuniceert aan Uwe wel Edelen Groot Agbt:n & E.E. Agtb:n komen te versoeken, den ondergeteek. den Predikdienst bij Provisie te ontseggen, waarlijk eene kerkelijke behandelinge, die den vertoonder Uwel Edele Groot Agtb:re & E.E. Agtb:re derft verseekeren in geene kerkenraaden, Classen en Sijnodens der Seven Provintiën van Neerland gebruijkelijk, en door dit meergemelde Collegie alleenlijk geobserveert te sijn.’
‘Wel is waar den Heer Independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn is door Uwe wel Edele Groot Agtb:re en E. Agtb:r na dat aan den Kerkenraad hun versoek nopens de provisioneele ontsegginge der Predikdienst van den vertoonder geaccordeert was, gedemandeert, sig naar t’ ergerlijk Leven van den vertoonder, bestaande in de aan sijn huijsvrouw sogenaamde gepleegde sware Mishandelingen te inquireeren.’
‘Waarop gemelde Heer Fiscaal een relaas van der vertoonders huijsvrouwe met name Elizabeth Lenaarts mitsg:s Antwoorden op de interrogatoria aan & van de Dienstmaagd Adriana van Gool heeft bekomen, dewijl sijn E. dan ook neevens seker Schriftuurlijk berigt ongerecolleert aan Uwel Edele groot Agtb:r & E.E. Agtb:r vergaderinge heeft geproduceert, dog den onderget: vertrouwd, dat hij op de daarvan verkreegene Copia’s sodanig bij geschrifte heeft geantwoord, dat gemelde Aanklagingen genoegsaam sullen sijn vernietigt.’
‘Waaromme den vertoonder Uwe Wel Edele groot Agtb:r en E. Agbt:r eerbiedig versoekt sijn vertrek naar ‘t Patria in sodanige maniere als in ‘t begin deeses is gemeld, niet te reguleeren, maar eene andere weg ter sijner reddinge, ende behoudenis van den kerkenraad alhier, en welsijn van deese gemeente gelieven in te slaan.’
‘Protesteerende den onderget: bij refuus van dit gemelde versoek tegen de genomene Resolutie op de kragtigste ende in regten bestaanbaarste wijse te meer alsoo den vertoonder te deeser dage door desselvs meergem:e huijsvrouw voor den Edele Agtb:re Raad van Justitie deeser Gouvernements in cas van Echt Scheijdinge is betrocken, ende dus in veele Chagrinante Omstandigheeden ingewikkelt is. (:onderstond:) ‘T welk doende &. (:was geteekent:) Ruardus Cloppenburg (in margine:) Overgegeeven in den E. Agtb: Raad van Politie den [.....]’
En is, na dat het selve met aandagt was geleesen geworden, verstaan dat daarop voor Appostille sal worden gegeeven, dat den Raad Persisteerd bij desselfs besluijt van den 19. deeser maand Maart, dicteerende onder anderen dat den Suppl:t sonder qualiteijt en gagie na het vaderland sal worden opgesonden, en dat hij om daarna toe te vertrecken sig soo spoedig als het doenelijk sal sijn, in staat sal moeten stellen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 146-153.¶
Dingsdagh den {17480402} 2. april 1748.
’s voormiddags present den Wel Edele gestr: heer Commissaris Danièl Nolthenius, den Edelen heer gouverneur Hendrik Swellengrebel en alle de Leeden.
Vermits het groot gebrek dat men ter deesen plaatse heeft aan sommige Equipagie goederen en voor al aan swaare Touwen, dat word veroorsaakt door het lang agter blijven van het geen dat daar van Laatst uijt het Vaderland is geEijscht; heeft men tot besorginge aan deese aanweezende retourscheepen van het geen dat dezelve diesweegens koomen te benoodigen, moeten besluijten dat uijt het Jongst hier gearriveerde uijtkoomende Schip Tolsduijn , soo daar inne eenige Equipagie goederen voor Batavia worden gevonden voor Eerst het alder benoodigste soo hier van als van eenige andere in dit gouvernement gantsch niet gevonden wordende goederen sal worden geligt, en soo sulx niet kan toereijken dat het mancqueerende uijt de andere aankoomende patriaasse Scheepen sal gesogt worden.
Seekere Schriftuur door burgerraden deesen plaatse ingeleevert, inhoudende een voorstel en plan, volgens het welke, zij oordeelen dat het detachement van Vijftig Ruijters uijt de Land-Militie, thans hier aan de Caab wagthoudende, best aan deese plaats tot verligting van den gemeenen man die daar meede word gebillietteert, soude kunnen bestaan en onderhouden worden; met aandagt geleezen weesende, is verstaan, dat aan gezegde Burgerraaden volgens hun versoek, voor eerst gecommitteerdens uijt deesen Raad sullen worden gevoegt om gezaamentlijk de gemaakte Schicking nopens het verdeelen van de manschappen van gesegde detachement, onder de alhier woonende menschen soo ‘s Comp:s dienaaren als burgeren, na te sien, te verbeeteren en alles op een Equale voet te brengen.
Terwijl wijders op het hier toe in Schriptis gedaane versoek bij de hooft-officieren deeser Caabse burger Militie, nog goed gedagt is, dat om tenten voor deselve te maaken, ten dienste en berginge van haare onderhoorige manschappen als se in het veld moeten Campeeren; van de Heeren Majores inkoops prijs het volgende zal worden verzogt, te weeten.
1700. | Ellen vlaams Linne | } ten dienste van twee Comp:nien Cavallerij |
30 | Witte Lijnen | |
200 | lb Zeijl-gaarn | |
1890 | Ellen vlaams Linne | } tot gebruijk van drie Compagnien Infanterije |
45 | Witte lijnen | |
300 | lb Zeijlgaarn |
1700. | Ellen vlaams Linne | } ten dienste van twee Comp:nien Cavallerij |
30 | Witte Lijnen | |
200 | lb Zeijl-gaarn | |
1890 | Ellen vlaams Linne | } tot gebruijk van drie Compagnien Infanterije |
45 | Witte lijnen | |
300 | lb Zeijlgaarn |
Sijnde nog op hun versogte; gepermitteert, aan den Adsistent H:r Jasper Westpalm, om onder ‘s Comp:s papieren, een onderdanig req:t aan de Hoog Edele Heeren Seventhienen over te senden om te moogen worden begunstigt met de qualiteijt en gagie van ondercoopman.
En Voorts aan den oppermeester, van het Retour-Schip Overschie , Jan van Sitters, om onder afgeschreevene gagie hier aan de Caab te moogen overblijven.
Laatstelijk geliefden den heer Commissaris Daniel Nolthenius, den Heer gouverneur en de Leeden des Raads ter handen te stellen, seekere memorie door zijn Edele na gedaand visitatie en ondersoek in dit gouvernement opgestelt; weegens verscheijde Importante Zaaken dewelke hij oordeelt dat tot welweezen van ‘s Comp:s hier aankoomende Scheepen, de huijshouding van dit gouvernement, en de belangen van deeze Burgerij en Ingeseetenen, souden behooren in Train gebragt, en geobserveert worden; dog waar van de voornaamste als het opmaaken van de Moulje alhier na de aangeweesende wijze in voorseijde Memorie, het openstellen van de vrije vaart en Negotie ter deeser Plaatse onder betaalinge van seekere tol aan d’ E. Comp:, het opmaaken van Twee Battereijen in de baij Fals , ensz:, sullende koomen af te hangen van de geEerde ordres en adsistentie dewelke de Heeren Majores en de heeren van de Hooge Indiaasse Regeeringe in deesen opsigte sullen geven, derhalven daar na Eerbiedig zal moeten worden gewagt, maar de andere Zaaken, welkers uijtvoeringe in de magt van de Regeeringe alhier staat, voor eerst, en tot dat anders, het zij in het vaderland of op Batavia word gedisponeert ter Executie stellen; welken Laatsten aangaande door Welopgemelden heer gouverneur en de gesaamentlijke Raads Leeden, na voor af gaande gedienstige danksegginge voor de moeijte die zijn Wel Edele zoo in het een als in het ander Wel heeft willen neemen, is betuijgt geworden; dat daar meede volgens zijn Edele ge Eerde Intentie Schultpligtig zal worden te werk gegaan en zijne verdere gerespecteerde beveelen meede sullen agtervolgt worden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] D:l Nolthenius
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 154-174.¶
Saturdag den {17480406} 6: April 1748.
’s voormiddags gecombineerde vergaderinge present.
Den Wel Edelen gestr: Heer Daniel Nolthenius raad ordinaris van Neederlands India, admiraal en Cheff over de ten deeser rheede Leggende retourvloot, en Commissaris in dit gouvernement.
Den Edelen Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van Neederlands India en gouverneur in Loco.
Welopgemelden heer Commissaris voor af te kennen gegeeven hebbende dat de aanweezende retour Scheepen op den 16. deeser maand April sullen worden gemonstert, om vervolgens op den 20: daar aan bij toelatinge van weer en wind, haare reijse onder Godes geleijde van hier na Nederland te kunnen voortsetten; geliefden zijn Edele voorts de overheeden dier kielen af te vraagen, hoedanig het met deselve is gesteld, en of Zijl: van alle ver Eijschte benoodigtheeden en potspijs voor de Vaderlandsche reijse voorsien weezende niet in staat weezen souden om ter evengem: tijd den steeven na de havenen onses Lieven vaderlands met gerustheijd te kunnen wenden; en wijders of aan Imand, het zij aan zijne ammonitie van oorlog of andere goederen iets quam te mancqueeren; op dat men bij tijds hier inne konde voorsien; voegende wel op gemelden Heer Commissaris hierbij, dat hij deese vraag in opsigte der goederen en ammonitie van oorlog quam te doen, om dat de ordres der Heeren Majores dicteeren, dat de Retourscheepen des benoodigt zijnde, daar van ter deeser plaatse sullen moeten voorsien worden; op alle het welke door gesegde Scheepsoverheeden geantwoord zijnde, datse teegens den 20: deeser wel volkoomen tot vertrek in staat sullen kunnen weezen, dog dat zommige van hun nog noodwendig moesten hebben, eenige ammonitie van oorlog, deese en geene Scheeps Equipagie goederen, wat brandhout, en eenige victualien; soo is na dat dezelve dies weegens waaren gehoort, en pertinent opgegeeven hadden, watse quaamen te benoodigen; gearresteert dat aan deselve het volgende sal worden bijgeset of anders sodanig daar meede gehandelt als hier onder Staat gespecificeert te weeten.
Aan het Admiraals-Schip Haarlem | |
2500 | lb Buskruijt tot remplaceeringe van een diergelijke quantiteijt, dewelke op dien bodem tot het bedanken der hier aangekoomene en vertrockene Scheepen, mitsgr:s het doen der wagt Schooten, verbruijkt is. |
Het Schip De Hoop | |
100 | lb. buskruijt in ruijling, voor soo veel andere dat op dien bodem op de reijse is bedurven geraakt; waar van egter blijken sullen moeten te voorschijn gebragt worden. Eenige vragten brandhout, die men soo se door 's Comp:s Wagens niet kunnen worden aangereeden, bij particulieren sal Laaten inkoopen, en voorts tot remplaceeringe den overleedend tusschen deese plaats en Batavia, mitsgrs: den Sieken en Impotenten, soo veel Coppen, uijt de van hier verlost wordende persoonen als sulx best zal kunnen geschieden. |
D' Voorsigtigheijd | |
Ook wat brandhout invoegen als eeven is gemeld bij te setten. | |
'T Huijs te Manpad | |
500. | lb Buskruijt; als zijnde van den ordinairen voorraad die de Scheepen hebben moeten niet voorsien, waar van egter een duijdelijke verclaring sal moeten ingebragt worden; Mitsgaders nog 4. @ 5. Coppen uijt de van hier repatrieerende persoonen; als die daar uijt te bekoomen zijn. |
Akerendam | |
1 | vat vleesch en een d:o Spek; |
4 | Stucken geschut van 3 @ 4 lb bals in Steede der geenen dewelke hij op Batavia afgegeeven heeft; waar van Twee Stucken van 3. lb uijt de geregtigheijd /:als zijnde deselve daarop te veel:/ sullende worden bijgezet, soo zullen de Twee andere uijt dit gouvernement afgegeeven worden. |
Sparenrijk | |
1 | Groot Bramzeijl |
1 | voor Bramzeijl |
1 | groot Stenge Stag-Zeijl |
1 | voor d:o d:o d:o |
1 | kruijs Zeijl |
1 | besaan d:o |
dewelke hij vermits dies onbequaamheijd op Ceijlon hebbende moeten afgeeven sonder aldaar van andere te hebben kunnen worden voorsien; zoo zal men vermits in dit gouvernement geen zeijldoek in voorraad word gevonden, om andere te maaken, sien of men van de aankoomende Patriaasse Scheepen zodanige zeijlen ten behoeve van dien bodem niet sal kunnen Ligten of hoedanig dat Schip, daar meede best zal kunnen verholpen worden, en soo mede van Twee nieuwe marszeijls Rhaas. | |
300: | lb Buskruijt, mits dat van dies benoodigheijt blijken, worden ingebragt. |
D' Geregtigheijd | |
1 | vat vleesch en een d:o Spek |
1 | nieuwe Schoverzeijl |
Kerkwijk | |
2 | Bram Zeijlen, waar meede in sulker voegen zal worden gehandelt, als ten opzigte van Sparenrijk is vermelt. |
Spanderswout | |
1 | Nieuwe groote marszeijl, als soo even is gemeld, daar meede te werk te gaan |
1 | vat vleesch in een d:o Spek tot Supplement van die dewelke dat Schip soo wel als de geregtigheijd in Bengaalen heeft moeten afgeeven. |
Barzande | |
1 | Nieuwe voorsteng |
en zijne inhebbende 4. vaaten met vleesch, dewelke volgens voorgeeven van den Schipper, bedorven op Batavia zouden zijn ontfangen, te Laaten visiteeren. | |
Pasgeld | |
1 | Boeg Touw |
1 | groote Steng |
2 | mars Zeijls rhaas |
1 | roerpen |
1 | Lijzeijl Spier |
Aan het Admiraals-Schip Haarlem | |
2500 | lb Buskruijt tot remplaceeringe van een diergelijke quantiteijt, dewelke op dien bodem tot het bedanken der hier aangekoomene en vertrockene Scheepen, mitsgr:s het doen der wagt Schooten, verbruijkt is. |
Het Schip De Hoop | |
100 | lb. buskruijt in ruijling, voor soo veel andere dat op dien bodem op de reijse is bedurven geraakt; waar van egter blijken sullen moeten te voorschijn gebragt worden. Eenige vragten brandhout, die men soo se door 's Comp:s Wagens niet kunnen worden aangereeden, bij particulieren sal Laaten inkoopen, en voorts tot remplaceeringe den overleedend tusschen deese plaats en Batavia, mitsgrs: den Sieken en Impotenten, soo veel Coppen, uijt de van hier verlost wordende persoonen als sulx best zal kunnen geschieden. |
D' Voorsigtigheijd | |
Ook wat brandhout invoegen als eeven is gemeld bij te setten. | |
'T Huijs te Manpad | |
500. | lb Buskruijt; als zijnde van den ordinairen voorraad die de Scheepen hebben moeten niet voorsien, waar van egter een duijdelijke verclaring sal moeten ingebragt worden; Mitsgaders nog 4. @ 5. Coppen uijt de van hier repatrieerende persoonen; als die daar uijt te bekoomen zijn. |
Akerendam | |
1 | vat vleesch en een d:o Spek; |
4 | Stucken geschut van 3 @ 4 lb bals in Steede der geenen dewelke hij op Batavia afgegeeven heeft; waar van Twee Stucken van 3. lb uijt de geregtigheijd /:als zijnde deselve daarop te veel:/ sullende worden bijgezet, soo zullen de Twee andere uijt dit gouvernement afgegeeven worden. |
Sparenrijk | |
1 | Groot Bramzeijl |
1 | voor Bramzeijl |
1 | groot Stenge Stag-Zeijl |
1 | voor d:o d:o d:o |
1 | kruijs Zeijl |
1 | besaan d:o |
dewelke hij vermits dies onbequaamheijd op Ceijlon hebbende moeten afgeeven sonder aldaar van andere te hebben kunnen worden voorsien; zoo zal men vermits in dit gouvernement geen zeijldoek in voorraad word gevonden, om andere te maaken, sien of men van de aankoomende Patriaasse Scheepen zodanige zeijlen ten behoeve van dien bodem niet sal kunnen Ligten of hoedanig dat Schip, daar meede best zal kunnen verholpen worden, en soo mede van Twee nieuwe marszeijls Rhaas. | |
300: | lb Buskruijt, mits dat van dies benoodigheijt blijken, worden ingebragt. |
D' Geregtigheijd | |
1 | vat vleesch en een d:o Spek |
1 | nieuwe Schoverzeijl |
Kerkwijk | |
2 | Bram Zeijlen, waar meede in sulker voegen zal worden gehandelt, als ten opzigte van Sparenrijk is vermelt. |
Spanderswout | |
1 | Nieuwe groote marszeijl, als soo even is gemeld, daar meede te werk te gaan |
1 | vat vleesch in een d:o Spek tot Supplement van die dewelke dat Schip soo wel als de geregtigheijd in Bengaalen heeft moeten afgeeven. |
Barzande | |
1 | Nieuwe voorsteng |
en zijne inhebbende 4. vaaten met vleesch, dewelke volgens voorgeeven van den Schipper, bedorven op Batavia zouden zijn ontfangen, te Laaten visiteeren. | |
Pasgeld | |
1 | Boeg Touw |
1 | groote Steng |
2 | mars Zeijls rhaas |
1 | roerpen |
1 | Lijzeijl Spier |
waar van aan dien boodem sal worden bijgezet, dat geen ‘t welk men alhier zal vinden of uijt de uijtkomende Scheepen zal kunnen geligt worden, en voorts uijt de van deese plaats verlost wordende persoonen, nog eenige Coppen na evenreedigheijd van zijne benoodigtheijd, als het kan worden bijgebragt.
Na dat dit alles dus was gereguleert geworden, heeft den Heer Admiraal deese onder Zijne vlagge gehoorende Scheeps overheeden, op het Serieuste gelast ende geordonneert, dat zij ter opvolginge den ge Eerde ordre van haar Wel Edele Hoog Achtb:re de Heeren Seventhienen, haare Scheepsboots of bercassen, bij hun vertreck van hier geensints sullen hebben te Laaten Slippen, maar die moeten meede neemen, alsmeede dat tot voorkoominge van alle Confusien en ongelucken, dewelke anders gemeenelijk hier uijt ontstaan, Sijl: niet door malkander, maar ieder op zijn beurt, namentlijk eerst de voorste en daarna de agterste van deeze rheede sullen moeten onderzeijl gaan; het welk gedagte overheeden belooft hebben, schultpligtig te sullen naakoomen.
Wijders zijn soo evengemelde Scheeps overheeden, in naarkoominge van het dies weegens aangeschreevene, door haar Wel Edele Groot Achtb: de Heeren gecommitteerde Bewindhebberen tot de Secreete Zaaken; bij wel opgemelden Heer Admiraal nog op het nadruckelijxte en Ernstigste gelast dat Zijl: om de Wille van den Oorlog met de kroon van Vrankrijk , geduurende de reijze hun steeds bij den anderen onder de vlagge van zijn Edele gecombineert, en haare onderhebbende bodems altijd klaar en in staat van defentie, sullen moeten houden; op pæne dat de geene die zig buijten noodzaakelijkheijd of ordre van den andere komt af te gaan, of door disfortuijn van weer en wind van de Vloot afgeraakt zijnde, sijn uijtterste devoir niet komt aan te wenden, om zig weeder daar bij te voegen, sal verbeuren alle zijne te goed hebbende maandgelden, douceurs en meede gebragte goederen, en bovens dien nog gestraft worden, met deportement naar Exigentie van Zaaken; en Laatstelijk dat zij Scheepsoverheeden soo draa een Heer Bewindhebber tot afdanking van het volk aan boord zal zijn gekoomen, aan zijn Wel Edele Groot Agtb:re, niet alleen sullen moeten overgeeven haare Journaalen, maar ook nog hun gehoudene Equipagie boek, mitsgrs: een aparte rolle der geenen die regt hebben om de toegelegde Extraordinaire douceurs voor de thuijs reijse te Eijschen, op peene dat de geene dewelke hier omtrent in gebreeke blijven, sullen verbeuren drie maanden gagie.
Ende nademaal het quaad van opdrossen soo van Europianen, als wel voornamentlijk der Lijfeijgenen van d’ Comp:e en particulieren, onaangesien de daar teegens in het werk gesteld wordende middelen nog blijft Continueeren tot geen gering nadeel van elk een, zoo zijn de overheeden deeser retour vloot hier om meede serieuselijk gelast dat bij aldien ten tijde van haarsz: depart van hier, of op de reijse, eenige weglopers op haare onderhebbende bodems mogten bevonden worden, sijl: de sodanige het zij hier ter plaatse of in het Vaderland tot erlanginge hunnen welverdiende Straffe sullen moeten overgeeven.
Terwijl wijders bij resumptie der turksse passen van deese aanweezende Retour Scheepen alle deselve goed bevonden zijn, invoegen geen andere aan deselve sullen behoeven bijgeset te worden.
Laatstelijk sijn op deese aanweezende retourscheepen, op de naadere goedkeuringe der hoog Edele Heeren Seventhienen, de naarvolgende verbeteringen gedaan, als.
D’ Geregtigheijd
Paulus van der giezie van rotterdam derdewaak, als hebbende geduurende de herwaarts reijse den dienst als onderstuurman waargenoomen; word in die Laatste qualiteijt bevestigt met halvering van gagie van ƒ26: tot ƒ29: ter maand.
Jan Fonteijn van rotterdam bootsman, aangesteld tot bottelier in steede van den overleedene [.....] Van den Berg onder zijne thans winnende gagie.
Cornelis Noteberg van middelburg matt:s winnende ƒ14:- p:r maand, bevordert tot bootsmansmaat, meede onder zijne thans winnende gagie.
Cornelis van Ooste van ‘Sgravenhaagen hooplooper winnende ƒ7:- tot botteliersmaat met halvering van gagie tot ƒ10:- ‘smaands, dewijl dien dienst seedert het vertrek van dat Schip van Batavia heeft waargenoomen.
Boven het welke men aan dien bodem soo men ijmand daar toe kan vinden, nog een derdewaak sal bij setten.
Overschie
Jacobus Burger van delft quartiermeester winnende ƒ12:- geavanceert tot bootsmansmaat in steede van den overleedene Carel Boudam met halveering van gagie tot ƒ13: maandelijx.
Age Ages van de Lemmer mattroos winnende ƒ12:-; gevordert tot quartiermeester in plaatse van evengem: Jacobus Burger, met halvering van gagie tot ƒ13: maandelijx.
Jan Jurgen Pietersz: van de raad Matt:s aangestelt tot Coxmaat, met halvering van gagie tot ƒ11:- ter maand, als hebbende geduurende de herwaarts reijse dien dienst gepresteert.
Marten Lange Loop van rotterdam ondermeester winnende ƒ26:- p:r maand, geadvanceert tot oppermeester met halvering van gagie tot ƒ29:- ‘Smaands, in steede van den hier aan de Wal verblijvende Jan van Sitters.
Baarzande
een onderstuurman in ruijling af te geeven van het Schip De Geregtigheijd .
Kerkwijk
Hendrik kreebs van ments quartiermeester winnende ƒ14:, aangestelt tot Schieman in steede van wijlen Lourens Muller, met halveering van gagie tot ƒ17: maandelijx.
Klaas Brouwer van gouda matt:s winnende ƒ11. bevordert tot quartiermeester in plaatse van evengemelde Hendrik kreebs met halveering van gagie tot ƒ13: ‘Smaands.
Jan v. kortrijk van duijnkerken matt:s winnende ƒ11.; aangestelt tot quartiermeester in steede van den overleedene Philip Zijdeloer met halveering van gagie tot ƒ13: p:r maand, en
Pieter Jansen van groeningen matt:s winnende ƒ12.; geadvanceert tot botteliersm:t in plaatse van hendrik Jansen, denwelken bij indispositie op punto galen heeft moeten overblijven, met halvering van gagie tot ƒ13. maandelijx.
En is eijndelijk na Lectuure van seekere verclaaring verleent door de overheeden van het Schip D’ voorzigtigheijd verstaan, dat men uijt ‘s Comp:s Cassa alhier sal doen betaalen aan den mattroos gerrit Jurrien, voor het verlies van zijn Linker oog, het ordinair verzet geld ten bedraage van vier hondert guldens.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] D:l Nolthenius
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] Hend:k de Ruijter
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] Gerrit Reijndertz: Vos N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] W:m ‘t Hoen
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] H:k Volkers
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] H. Thibout
[Signed:] M:tn V:n D:r Meer
[Signed:] H Schutte
[Signed:] J W vd briel
[Signed:] M:l v Son
[Signed:] C:s Trappel
[Signed:] Jacob Wiebe
[Signed:] J d Riets M:n Haringman
[Signed:] C Jurriaansz:
C. 126, pp. 175-177.¶
Maandag den {17480408} 8: April 1748.
‘S voormiddags present den Wel Edelen gestr: heer Commissaris Daniël Nolthenius, den Edelen heer gouverneur Hendrik Swellengrebel en alle de Leeden.
Vermits het overleijden van den ondercoopman Petrus Jesse Slotsboo, is in desselfs plaats tot Eersten geswoore Clercq ten politicque Secretarije alhier weeder aangestelt den ten voormelde Comptoire Lange jaaren dienst gedaan hebbende Boekhouder Olof Martini Bergh.
Voorts is aan den Coopman en geweesene Secunde tot Masulipatnam Adriaan Vosmaar met het aanweesend Retour Schip D’ voorzigtigheijd Repatrieerende, gepermitteert, om vrij van Cost en transport-geld, met zig van deese plaats na Neederland te moogen meedeneemen, desselfs alhier getrouwde huijsvrouw Catharina Alida Heufke, en voorts ten dienste van dezelve zijne huijsvrouw, eene Slavin genaamt Rosetta van de Cust, mits daar voor betaalende het ordinair Transport en Cost-geld.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] D:l Nolthenius
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 178-184.¶
Saturdag den {17480413} 13: April 1748.
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den Wel Edelen gestr: heer Daniel Nolthenius.
Het geEerd aanschijvens van haar Wel Edele Hoog Achtb: de heeren Seventhienen van den 15: September des voorleedene Jaars; het welk met het gisteren gearriveerde Schip De Bevalligheijd hier is aangebragt; heeden met verschuldigde Eerbied geleesen zijnde; soo sullen de daarbij gegeevene ordres, soo ten opzigte van het animeeren deesen burgerij tot een meerderen aanbreng van Oliphants Tanden, waar omtrent op aanschijvens den heeren van de hooge Indiaasse Regeringe bereijts voorsieninge is gedaan; als het verswaaren den Straffe tegens de deserteurs na vreemde Scheepen, soo word bevonden dat die dewelke is gestatueert, niet suffisant genoeg is om dat quaad af te weeren, mitsgrs: het doen ondersoeken door den fiscaal ter deeser plaatse of in de Journaalen van de Capitainen of Schippers na behooren aanteekening word gehouden, dat het buskruijt op de uijtgaande Scheepen om de veerthien daagen in Zee is gekeert, en voorts de selve Journaalen als se niet gehouden zijn conform de Instructie op het houden den Journaalen, hier aan de Caab te doen herschrijven ende keeringe van het buskruijt daar inne aan te teekenen navolgens pligt geobserveert worden, Terwijl wel op gemelde haar Edele hoog Achtb: in alle Eerbied sullen worden berigt; dat volgens een al oud gebruijk, de Constapels den alhier aanlandend uijtkoomende Scheepen telkens voor hun vertrek van deese plaats onder solemneelijke Eed ten overstaan van gecommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie deeses gouvernements, ter requisitie van den Fiscaal, moeten verclaaren of het buskruijt op de Scheepen daar se meede uijtkoomen, voor soo veel weer en wind sulx heeft willen toelaaten alle veerthien dagen na behooren is gekeert.
Alsoo bij het openen van seekere baal gem:t No: 844. inhoudende 100: p:s fijn gebl: Catte Caatjes; dewelke neevens meer andere goederen met het aanweesend retour Schip Sparenrijk hier van Ceijlon is aangebragt; 51. p:s van voorseijde Catte Caatjes aan de kant aangestooken zijn bevonden, sonder dat aan die Baal iets uijtterlijks kond worden gesien; Is hier-om verstaan dat deselve Caatjes na volgens de geEerde ordre der Hoog Edele heeren Seeventhienen van den 6: 7ber: 1745 te saamen met het afpak briefje de verleende verclaaring der gecommitt:s die bij het openen van meermaalsgen: Baal present zijn geweest, mitsgrs: de dépositie door de overheeden van het selfde Schip Sparenrijk weegens den toestand waar inne de goederen in dat Schip voor dit gouvernement afgelaaden geweest, zig hebben bevonden, met de alder Eerste geleegentheijd sullen worden te rugge gesonden na het Eijland Ceijlon .
Vermits het verheffen van zijne doorLugtigste hoogheijd, Willem Carel Hendrik Friso: prins van orange en Nassouw, tot Stadhouder Capitain en Admiraal generaal van de verEnigde Neederlanden, is gearresteert dat de predikanten soo hier aan de Caab als ten platten Lande sullen worden aangeschreeven, om voorthaan bij het doen den publicque gebeeden, als se voor de respective overheeden bidden sulx op de naarvolgende wijze te doen als
Voor haar Hoog Moogende de Heeren Staaten generaal den verEenigde Nederlanden, onse hoogste en souverijne overheijd, zijne Doorlugtigste Hoogheijd den Heere Prince van orange als derselver Stadhouder Capitain en Admiraal generaal, de Wel Edele Hoogh Achtbaare heeren Bewinthebberen van de Oostindische Compagnie, onse Bijsondere Heeren en Meesteren, Zijn Edelheijd den Edelen Heere gouverneur generaal ende de Edele Heeren Raaden van India, en Insonderheijd voor den Edelen Heer gouverneur en Achtb:re Raade van deese plaats.
Soo als wijders aan den Raad van Justitie en Commissarissen van Civiele en huwelijxe Zaaken alhier, mitsgrs: de respective Collegien van Land-drost en heemraaden meede Zal worden aangeschreeven dat in de vonnissen dewelke bij haarl: in het vervolg sullen worden geslaagen en gepronuntieert, men zig zal moeten bedienen van de volgende uijtdruckeninge, te weeten.
Doende Regt uijt naame ende van weegens de Hoog moogende Heeren Staten generaal der verEenigde Nederlanden, mitsgrs: van zijne Doorlugtigste Hoogheijd, den Heere prins van oranje als derselven Stadhouder Capitain en Admiraal Generaal.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 185-186.¶
Dingsdag den {17480430} 30: april 1748.
’s Voormiddags alle present uijtgenoomen den E: Coopman en winkelier Cornelis Eelders als in commissie sijnde.
Is aan den Eerw: predikant Sigbertus Abrahamsz: Bronsvelt met het aanweesend Schip Tolsduijn uijtgekoomen; op sijne thans daartoe gedaan wordende versoek gepermitteert, om neevens desselfs huijsvrouw en meede genoomene swarte meijd uijt Europa , van voorseijde Schip Tolsduijn te moogen overgaan op het meede ter deeser reede Leggende provisie Schip Ida , ten eijnde zijne verdere reijse daar meede na Batavia voorttesetten; met welk Schip Ida nog passagie van hier naar voormelde Indiaasse hooftplaats is verleent aan Maria Steevens huijsvrouw van den Luijtenant ter Zee en Tweeden gouverneur in de academie der marine tot batavia auguste Delma; mitsgrs: de jonge dogter Magdalena Cloppenburgh de eerste om zig weeder te vervoegen bij haaren voorzeijden man en de andere bij haaren broeder den onder water schout Carel Diets.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 187-204.¶
Saturdag den {17480504} 4: maij 1748.
’s voormiddags alle present uijtgenoomen den E: Coopman en winkelier Cornelis Eelders als in Commissie zijnde.
Heeft den heer hoofd Administrateur Rijk Tulbagh met versoek van daar op dispositie te moogen erlangen, in vergaderinge geproduceert de onderstaande memorie van het te kort koomende, gebrookene, en bedurvene op de laading van het aanweesend provisie Schip Ida .
‘Memorie van de nabesz: Lijwaaten, Waks, Aracq, Houtwerken, en metselsteenen, met het provisie Schip Ida van Batavia aangebragt; dewelke bij het nasien aangestooken, verweert, bij naweeging te kort, bij pijling te min en Leedig, als meede gebrooken zijn bevonden gelijk te sien is bij de verclaaring van gecommitteerdens hier annexe. Namentlijk’
‘
13 | p:s Baftaas gem: geb: Cust op 160.p:s waar van | |
90 | p:s Salempoeris gem: geb: Cust op 160 p:s in | |
43 | p:s Zijldoek gem: Ruw Cust op 100 p:s doorgaans aan de vouwen nat en aangestooken. | |
15 | d:o Zijldoek kleine gebl: Cust op 80: p:s aan de vouwen aangestoken, en verweert. | |
15 | d:o hamans gemeene op 60 p:s aan de kanten Enigsints aangestooken. | |
119 | d:o gemeen gebl: Cust guinees op 400 p:s in 20 baalen: waar van | |
} aan de kanten eenigsints aangestooken | ||
} aan de vouwen eenigsints aangestooken | ||
} nat geweest en gevlekt | ||
} aan de vouwen nat geweest en gevlekt | ||
25 | lb waks op 500 lb bij naweeging, te kort sijnde 5: p:r C:to. | |
1615. | Cann: Arracq op 30 Leggers bij Pijling minder Zijnde | |
} wan mitsgaders | ||
168 | p:s Planken op 1000 p:s gebrooken, sijnde 16 4/5 p:r C:to | |
1090 | p:s vloersteenen, van 12 d:m op 2000 p:s gebrooken sijnde 54 1/2 p:r C:to |
13 | p:s Baftaas gem: geb: Cust op 160.p:s waar van | |
90 | p:s Salempoeris gem: geb: Cust op 160 p:s in | |
43 | p:s Zijldoek gem: Ruw Cust op 100 p:s doorgaans aan de vouwen nat en aangestooken. | |
15 | d:o Zijldoek kleine gebl: Cust op 80: p:s aan de vouwen aangestoken, en verweert. | |
15 | d:o hamans gemeene op 60 p:s aan de kanten Enigsints aangestooken. | |
119 | d:o gemeen gebl: Cust guinees op 400 p:s in 20 baalen: waar van | |
} aan de kanten eenigsints aangestooken | ||
} aan de vouwen eenigsints aangestooken | ||
} nat geweest en gevlekt | ||
} aan de vouwen nat geweest en gevlekt | ||
25 | lb waks op 500 lb bij naweeging, te kort sijnde 5: p:r C:to. | |
1615. | Cann: Arracq op 30 Leggers bij Pijling minder Zijnde | |
} wan mitsgaders | ||
168 | p:s Planken op 1000 p:s gebrooken, sijnde 16 4/5 p:r C:to | |
1090 | p:s vloersteenen, van 12 d:m op 2000 p:s gebrooken sijnde 54 1/2 p:r C:to |
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de goede hoop den 4: maij 1748 /:was geteekent:) R: Tulbagh.’
Naar welkens Lectuure in Raade verscheenen weesende, den Cap:tn Luijtenant van die kiel Hendrik Schierhout, aan wien ten eijnde hij zig weegens het boovenstaande soude kunnen verantwoorden, bereijts ter handen was gestelt een Extract uijt het verleende rapport bij de gecommitteerd:s, dewelke bij het ontlossen van dat Schip Ida zijn present geweest, heeft gedagten Cap:t Luijtenant deesen aangaande het volgende Schriftuur ingeleevert.
‘Den Wel Edelen gestr: heer Hendrik Swellengrebel raad Extra ordinairis van Neederlands India en gouverneur in Loco &, &, den ondergeteekende namentlijk den Capitain Luijtenant van ‘t Schip Ida , hebbende gelieven te ordonneeren, omme behoorlijk te verantwoorden, waar door de minderheeden en defecten op de Ladingh met voormelte boodem, voor dit gouvernement aangebragt zijn ontstaan; zoo verclaare ik de oorzaak daarvan te zijn, als in margine deser staat aangehaald, bestaande de voorschreevene minderheeden en defecten in ‘t volgende, te weeten’
‘
13 | p:s Baftas gem: gebt: kust op 160 p:s waarvan | |
90 | p:s Salempoeris gem: geb: kust op 160 p:s in 2 pak: n:o 79 en 80. als | |
in n:o 79. | ||
d:o d:o 80. | ||
43 | p:s Zijldoek gem: ruuw kust op 100 p:s doorgaans aan de vouwen nat en aangestooken. | |
15 | d:o Zijldoek klijn gebl: kust, op 80 p:s aan d' vouwen aangestooken en verweert | |
15 | d:o hamans gem: op 60 p:s aan de kanten eenigsints aangestooken. | |
119 | d:o gemeen geb: kust guinees op 400 p:s in 20. Balen waar van | |
} aan de kant eenigsints aangestooken | ||
} aan de vouwen eenigsints aangestooken | ||
} nat geweest en gefleckt. | ||
} aande vouwen nat geweest en geflekt | ||
het infecteeren en nat worden der Lijwaten, is ontstaan door dien 'er op de reijse in de Combuijs brand is geweest; en die men voor het grootste gedeelte heeft moeten afbreeken, om water in het ruijm te kenne bijbrengen, om het selve te blussen, en dus Zielen en Schip te behouden, gelijk te sien is bij de resolutie den Scheeps overheeden daar van genoomen hier annexe. | ||
25 | lb Wacks op 500 lb bij naweeging te kort, zijnde 5 p:r C:to | |
De minderheijd op de wacks kan geen andere reeden gegeeven werden als dat de selve op Batavia versch heb ontfangen, en daar mee de reijse na Java, en van Java weeder na batavia, en herwaarts gedaan, sijnde door het uijtdroogen, en uijtëeten der kackerlacken is veroorsaakt. | ||
1615 | Kann: Aracq op 30. Leggers bij pijling minder sijnde | |
} wan mitsgaders | ||
De wannigheijt van de aracq is veroorsaakt, door dien het vaatwerk oud, en vol wurm gaten is bevonden, ten anderen bij door persing en slingeren van 't Schip bij Swaare Zeën, als meede dat men bij het ontlaaden van 't Schip ontwaard heeft dat een Legger gesprongen en Leedig is bevonden, en waardoor deese minderheeden zijn koomen te vallen; zijnde die Leggers behoorlijk na het algemeen gebruijk in opgem: bodem gestuuwt geweest; soo als 't rapport aan Uwe Wel Edele gestr:en E: agtb: door gecommitt:s gegeeven komt te blijken. | ||
168 | p:s Planken op 2000: p:s gebrooken, Zijnde 16 4/5 p:s C:to het breeken der planken kan geen andere reden gegeeven werden als dat deselve tot een gerneering der aracq Leggers hebben gedient, en door swaare werken en arbeijden van 't schip is veroorsaakt. | |
1090 | p:s vloersteenen van 12 d:m op 2000 p:s gebrooken Zijnde 54 1/2 p:r C:to soo meede de vloersteenen van 12 d:m, deselve zijn niet alleen op de reijse na Java in de boodem verbleeven geweest, en veele van deselve aan boord gebroken gekomen, hoewel deselve behoorlijk weg gestuuwt zijnde, heeft men egter niet kunnen beletten, dat eenige derselven, door de swaare werking en arbeijden van 't Schip zijn vergruijzelt, als ook bij 't ontlaaden, en met het overvoeren der Landsboots ter deeser rheede zijn gebrooken. |
13 | p:s Baftas gem: gebt: kust op 160 p:s waarvan | |
90 | p:s Salempoeris gem: geb: kust op 160 p:s in 2 pak: n:o 79 en 80. als | |
in n:o 79. | ||
d:o d:o 80. | ||
43 | p:s Zijldoek gem: ruuw kust op 100 p:s doorgaans aan de vouwen nat en aangestooken. | |
15 | d:o Zijldoek klijn gebl: kust, op 80 p:s aan d' vouwen aangestooken en verweert | |
15 | d:o hamans gem: op 60 p:s aan de kanten eenigsints aangestooken. | |
119 | d:o gemeen geb: kust guinees op 400 p:s in 20. Balen waar van | |
} aan de kant eenigsints aangestooken | ||
} aan de vouwen eenigsints aangestooken | ||
} nat geweest en gefleckt. | ||
} aande vouwen nat geweest en geflekt | ||
het infecteeren en nat worden der Lijwaten, is ontstaan door dien 'er op de reijse in de Combuijs brand is geweest; en die men voor het grootste gedeelte heeft moeten afbreeken, om water in het ruijm te kenne bijbrengen, om het selve te blussen, en dus Zielen en Schip te behouden, gelijk te sien is bij de resolutie den Scheeps overheeden daar van genoomen hier annexe. | ||
25 | lb Wacks op 500 lb bij naweeging te kort, zijnde 5 p:r C:to | |
De minderheijd op de wacks kan geen andere reeden gegeeven werden als dat de selve op Batavia versch heb ontfangen, en daar mee de reijse na Java, en van Java weeder na batavia, en herwaarts gedaan, sijnde door het uijtdroogen, en uijtëeten der kackerlacken is veroorsaakt. | ||
1615 | Kann: Aracq op 30. Leggers bij pijling minder sijnde | |
} wan mitsgaders | ||
De wannigheijt van de aracq is veroorsaakt, door dien het vaatwerk oud, en vol wurm gaten is bevonden, ten anderen bij door persing en slingeren van 't Schip bij Swaare Zeën, als meede dat men bij het ontlaaden van 't Schip ontwaard heeft dat een Legger gesprongen en Leedig is bevonden, en waardoor deese minderheeden zijn koomen te vallen; zijnde die Leggers behoorlijk na het algemeen gebruijk in opgem: bodem gestuuwt geweest; soo als 't rapport aan Uwe Wel Edele gestr:en E: agtb: door gecommitt:s gegeeven komt te blijken. | ||
168 | p:s Planken op 2000: p:s gebrooken, Zijnde 16 4/5 p:s C:to het breeken der planken kan geen andere reden gegeeven werden als dat deselve tot een gerneering der aracq Leggers hebben gedient, en door swaare werken en arbeijden van 't schip is veroorsaakt. | |
1090 | p:s vloersteenen van 12 d:m op 2000 p:s gebrooken Zijnde 54 1/2 p:r C:to soo meede de vloersteenen van 12 d:m, deselve zijn niet alleen op de reijse na Java in de boodem verbleeven geweest, en veele van deselve aan boord gebroken gekomen, hoewel deselve behoorlijk weg gestuuwt zijnde, heeft men egter niet kunnen beletten, dat eenige derselven, door de swaare werking en arbeijden van 't Schip zijn vergruijzelt, als ook bij 't ontlaaden, en met het overvoeren der Landsboots ter deeser rheede zijn gebrooken. |
‘Sullende Uwe Wel Edele gestr:en E. Agtb: uijt ‘t in margine deses gestelde klaarlijk de waaragtige reedenen kunnen beoogen, waar door Spillagie, Leccagie, verminderinge, en breeking der voorsz: goederen zijn oorsprong heeft, om welke reedenen den onderget:e, op de Eerbiedigste wijse versoekt /:als een Dienaar die de E. Comp: ‘t Zeedert dat hij deselve gedient heeft, altoos Trouw en Eerlijk heeft behandelt:/ dat hij voor gem: minderheeden en defecten den voorsz: goederen niet mag worden belast. /:onderstond:) In ‘t Schip Ida den 4: maij 1748 /:was geteekent:) H:k Schierhout.’
‘Wij ondergeteekende Johannes Martinus Kleijn P:l Luijtenant en Gijsbert van den Kerff P:l opperstuurman en Melchior de Haan onderstuurman en Harmen Boode Bootsman en Arij van Kersbergen Schieman en Leendert Boogaart Constapel, verclaare alle en een ijder in ‘t bijsonder ter requisitie van den Capiteijn Luijtenant Hendrik Schierhout als dat op den 10. maart door agteloosheijd van den kok en dito maat de Combuijs onder den Drumpel tot in ‘t ruijm is doorgebrand waar door men soo veel water heeft moete gooijen om grooter ongelukke voor te koomen en den Brandt te blussen, waar door verscheijde packe door dien de dek Nade open Stonden Zijn Nat geworden ‘t geen hier booven voorschreeve Staat verclaare wij alle de suijvere waarheijt te sijn en presenteeren sulk ten allen tijden ver Eijscht werdende met Solemneele Eeden te sterken en gestand te doen. /:onderstond:/ In ‘t Schip Ida den 10: maart 1748 /:was geteekent:/ J:s M:s Kleijn, G: v:D: Kerff Melgert de Haan, Harmen Boode Adrianis van kersbergen, Leendert Boogaart’
het welk meede geleesen weesende, wierd vervolgens door den heer gouverneur te kennen gegeeven, dat door hem alvoorens men begonnen heeft te ontlossen, gecommitteerdens volgens gebruijk zijn benoemt geweest, om de Stuagie der arracq Leggers en verdere Laading van voormelde Schip Ida exact te visiteeren, en dat deselve van haare bevindinge het onderstaande rapport hebben ingeleevert.
‘Den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van India en gouverneur van Cabo de goede hoop, en den ressorte van dien &, &, ons ondergeteekende Expres hebbende gelieven te Committeeren, omme ‘t ruijm van ‘t ter rheede Leggende Provisie Schip Ida te openen en naauwkeurig te visiteeren, hoedanig het met de daar inne voor dit gouvernement afgelaadene Packen, Baalen en verdere goederen is gesteld, mitsgrs: of de Arak Leggers in dien boodem wel en na behooren afgestuuwt, en gegarniert Leggen, soo verclaaren wij na Exacte visitatie het een en ander wel afgestuuwt en gegarniert bevonden te hebben.’
‘En hier meede gedenkende aan de geEerde Intentie van Uwe Wel Edele gestr: te hebben voldaan, diend deesen voor nederig rapport. /:onderstond:) Cabo de goede hoop den 22: april 1748. /:was geteekent:) J:n Knoop /:ten seijde stond:) ten overstaan van mij /:geteekent:/ Hend:k de Ruijter.’
En is na dat alle die papieren met aandagt waaren geleesen geworden, verstaan dat het te kort koomende op den aracq en wax als niet excedeerende sal worden gepasseert; en dat men ook de gebrookene planken Estricken en het bederf op de Lijwaaten om de voortt gebragte gegronde reedenen daar van bij gezegden Cap:t Luijtenant Schierhout; in zijne evengemelde Schriftuur breedvoerig aangehaalt, sal Laaten passeeren en bij de Negotie deeses gouvernements doen afschrijven; te meer dewijl het voorseijde Lijwaat, nog sonder de minste Schaade voor d’ EComp: ten deesen hospitaale sal kunnen verbruijkt worden.
Hier na heeft het den Heer gouverneur behaagt de Leeden des Raads te Communiceeren dat hij op ontfangene ordre uijt Europa aan den heer Major Isacq Meijnertzhaagen, heeft opgedragen het Commando en Cheff over ‘s Comp:s Militie soo uijt dit gouvernement als van de aanweesende Scheepen dewelke binnen korte tot seekere Expeditie over Zee staat geEmploijeert te worden; en voorts dat zijn Edele om deselve militie onder gem: heer Meijnertzhaagen verders te Commandeeren en aanvoeren nog heeft benoemt ende aangestelt de volgende officieren uijt dit guarnisoen te weeten
Den Luijtenant Jan Coenraad Warneke, met de qualiteijt en gagie van Capitain
Den vaandrig Godfried gerard Schendelaar met de qualiteijt en gagie van Luijtenant.
Den adjudant Daniel Pentling en den Sergiant August fredrik Buijtler, beijde met de qualiteijt en gagie van vaandragers,
En voorts tot auditeur of fiscaal bij den Train den Boekhouder Johannes Bacheracht; voor welke gunstige Communicatie wel opgemeld zijn Edele bedankt geworden zijnde, soo is wijders op desselfs propositie in steede van evengemelden Daniel Pentling, tot adjudant en Drilmeester deeses guarnisoens weeder aangestelt den Sergiant Lodewijk Christoffel Warneke met verhooging van gagie tot ƒ30:- ‘smaands dog onder zijn thans loopend verband.
Ondervonden wordende dat veele deeser Coloniers, de extra groote Consumptie die heeden daags om het aanweesen ter deeser rheede van een Considerabel aantal Engelsche Scheepen, word gemaakt in alderleij soorten van Eetwaaren en voor al van brood, tot hun particulier Intrest willende doen; strecken, niet alleen hun Coorn in prijs houden, maar ook het selve niet meer willen Leeveren aan de burger backers teegens den ordinairen en bepaalden prijs van Agt guldens de mud, soo is om hier inne te voorsien en te gelijk te kunnen voorkoomen alle monopolien die men te vreesen heeft dat andersints in deesen souden worden opgeregt; goed gedagt dat bij hernieuwinge der in dit opsigte geEmaneerde placcaaten en wel voor al dat van den 31: maart 1740; aan alle ende een Ijgelijk deeser Coloniers niemand uijtgesondert, bij affixtie van billietten, op het Scherpste en op de pænaliteijten daar toe staande sal worden verbooden om hun Coorn hooger als ‘s Comp:s prijs namentlijk agt guldens de mud te vercoopen en wijders dat aan elk een nog sal worden geordonneert om het Coorn dat hij te veel heeft en niet komt te benoodigen ‘t zij aan d’ EComp: of aan voormelde burger backers op te brengen ende te Leeveren.
Ende alsoo seekere eijgen Schuijt die wijlen den Equipagie meester Jacobus Moller om haare deugdsaamheijd gewoon was te gebruijken bij swaare weer en tot andere diensten, waar toe ‘s Comp:s Lands Schuijten niet in staat waaren; tot verrigtinge van het selve ook ver Eijscht en niet kan gemist worden; is hierom en ook ter Saake, dat thans geen kans is om een diergelijke Schuijt alhier te kunnen Laaten opmaaken, best en raadsaamst geoordeelt dat voormelde Schuijt voor d’ EComp: van de wed: van geciteerde Equipagiemeester Moller sal worden ingekogt voor een Somma van een hondert Rijxd:s, waar op deselve door den Baas van ‘s Comp:s Scheeps Timmerlieden Barend van Dockum is getaxeert.
Laatstelijk is op het gedaane versoek bij den Cap:tn van het ter deeser rheede Leggende Engelsschip Fort S:t George genaamt [ … ] Bressij, goed gedagt dat aan hem sal worden gerestitueert seeker anker het welk hij in den Jaare 1746, ter deeser rheede Verlooren hebbende, het seedert is opgevischt en nu op deese Stranden neevens ‘s Comp:s Ankers nog Legt.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 205-211.¶
Donderdag den {17480516} 16: Maij 1748.
’s voormiddags alle present.
Naar Lectuure van seekere memorie door den Heer hoofd Administrateur Rijk Tulbagh ingeleevert; met bij gevoegde versoek van daar op dispositie te moogen erlangen; is best gedagt, dat men de daarbij vermelde te kort koomende Clappus olij en gestorvene Ezellinnen, bij de Negotie boeken deeses gouvernements sal doen afschrijven, en voorts de verrotte gonnijen Laaten verkoopen, Luijdende gemelde memorie als volgt.
‘Memorie van de nabesz: Clappus olij, gonnijs, Ezels en Ezellinnen uijt de onderstaande boodems soo bij pijling minder, beschadigt verrot bevonden, mitsgrs: de Ezelen verrekt, gelijk blijkt volgens verclaringen hier annex Namentlijk’
‘
Uijt Kerkwijk | |
36 1/2 | kan: Clappus olij op 3 halve Leggers ofte 505 Can: bij pijling minder bevonden, zijnde 2 van 3, en 1 van 4 d:m wan geweest @ 7 1/4 p:r C:to Sch:s. |
Uijt Sparenrijk | |
31 1/2 | Can: Clappus olij op 3 halve Leggers offte 505 Can: bij pijling minder bevonden 1 van 2., 1 van 3, en 1 van 4: d:m wan geweest, zijnde 6 1/4 p:r C:to Sch:s |
2 | p:s Ezellinnen op de reijse verrekt. |
Uijt Woitkensdorp | |
44 | Cannen Clappus olij op 3 halve Leggers ofte 521 Can: minder bevonden als |
2 | van 3 en 1 van 5 d:m wan geweest zijnde 8 1/2 p:r C:to Sch:s |
1 | Ezellinne op de reijse verrekt. |
Uijt 't huijs te Manpad | |
47 | p:s gonnijs op 2000 p:s bij 't openen van 200 bossen verrot. |
Uijt Spanderwout | |
60 | p:s gonnijs op 2000 p:s verrot. |
Uijt D' geregtigheijd | |
91 | p:s gonnijs op 2000 p:s verrot. |
Uijt Krabbendijke | |
40 | Cann: Clappus olij op 3 halve Leggers ofte 509 Can: bij pijling minder bevonden als 1 van 2 1/2, 1 van 3 1/2 en 1 van 4 1/2 d:m wan geweest sijnde |
7 7/8 | p:r C:to Sch:s |
2 | Ezellinnen op de reijse verrekt. |
Uijt Kerkwijk | |
36 1/2 | kan: Clappus olij op 3 halve Leggers ofte 505 Can: bij pijling minder bevonden, zijnde 2 van 3, en 1 van 4 d:m wan geweest @ 7 1/4 p:r C:to Sch:s. |
Uijt Sparenrijk | |
31 1/2 | Can: Clappus olij op 3 halve Leggers offte 505 Can: bij pijling minder bevonden 1 van 2., 1 van 3, en 1 van 4: d:m wan geweest, zijnde 6 1/4 p:r C:to Sch:s |
2 | p:s Ezellinnen op de reijse verrekt. |
Uijt Woitkensdorp | |
44 | Cannen Clappus olij op 3 halve Leggers ofte 521 Can: minder bevonden als |
2 | van 3 en 1 van 5 d:m wan geweest zijnde 8 1/2 p:r C:to Sch:s |
1 | Ezellinne op de reijse verrekt. |
Uijt 't huijs te Manpad | |
47 | p:s gonnijs op 2000 p:s bij 't openen van 200 bossen verrot. |
Uijt Spanderwout | |
60 | p:s gonnijs op 2000 p:s verrot. |
Uijt D' geregtigheijd | |
91 | p:s gonnijs op 2000 p:s verrot. |
Uijt Krabbendijke | |
40 | Cann: Clappus olij op 3 halve Leggers ofte 509 Can: bij pijling minder bevonden als 1 van 2 1/2, 1 van 3 1/2 en 1 van 4 1/2 d:m wan geweest sijnde |
7 7/8 | p:r C:to Sch:s |
2 | Ezellinnen op de reijse verrekt. |
’/:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de goede hoop den 16: maij 1748 /:was geteekent:) R:k Tulbagh’
Is aan den voor Batavia aangenomenen ondercoopman Thomas Swellengrebel met het Schip Zuijderburg uijtgekoomen; aan wien anno pass:to tot verrigtinge eeniger particuliere en huijsselijke Saaken is gepermitteert geworden eenigen tijd hier aan de Caab te moogen verblijven; toegestaan om als nu sijne reijse van deese na gemelde Indiaasse hooft plaats te moogen voortsetten.
Terwijl wijders in steede van eenige overleedene weeder tot brandmeesters zijn aangestelt den burgerraad Paulus Artoijs en den baas van ‘s Comp:s Scheeps timmerlieden alhier, Barend van Dockum.
nog is aan d’ E. E:s Nicolaas heijning en Cornelis Eelders opgedraagen, om ingevolge het diesweegens gearresteerde bij resolutie van den 2: den gepasseerde maand april; met ende neevens burgerraaden deesen plaatse, na te sien de gemaakte verdeeling en plaatsing van de manschappen van het detachement den Land burger Cavellerij nu hier aan de Caab post houdende, onder en bij ‘s Comp:s dienaaren en burgeren hier aan de Caab woonagtig, en alles diesaangaande te verbeeteren en op een Equale voet te brengen.
Vermits het quaad en ergerlijk gedrag van den burger Coenraad Hinke, denwelken al van den beginne dat vrij is geworden sig niet alleen met schaccheren en tappen geErneert, maar ook zijn werk gemaakt heeft om de vaga bondeerende en absent blijvende soldaaten uijt dit Casteel te herbergen; waar van men kortelings, nog een preuve heeft gehad en waar over hij gevolggelijk bij de Justitie soud zijn gestraft geworden, soo de Stucken in dien opsigte ten zijnen Laste ingewonnen, maar bewijsende genoeg waaren gevonden; is verstaan dat denselven Coenraad Hinke, om deese Colonie van sulke Schaadelijke Instrumenten te suijveren. Van hier voor sijn oude qualiteijt van Jong matt:s @ ƒ8:- ter maand na India sal worden weg gesonden.
Laatstelijk is tot ordinaire en geheijmen Clercq ter Secretarije van politie aangestelt den adsistent Adriaan de Nijs, des sal den selven den Eed van Secretesse moeten doen.
Aldus geresolveerd ende gearresteerdt In ‘t Casteel de goede hoop. Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 212-216.¶
Dingsdag den {17480521} 21: maij 1748.
‘S voormiddags alle present, uijtgenoomen den Heer Secunde Rijk Tulbagh bij occupatie
In steede van den onlangs overleedenen Ritmeester van een den burger Comp: Ruijterij hier aan Cabo de goede hoop, Johannes Carolus De Weth, is weeder tot Ritmeester aangestelt den oudsten Luijtenant der burger Cavallerij Thomas De With; denwelken men als Luijtenant hebbende doen opvolgen door den Cornet Hendrik van der Heijde, is vervolgens in desselfs plaats tot Cornet bevordert den Burger Pieter Eksteen.
Terwijl wijders nog goed gedagt is de gedaane Electie bij den Eerw: kerkenraade ter deeser plaatse van den burger Jonas van der Poel tot ouderling in deese Caabse gemeijnte in plaatse van evengem: Johannes Carolus De Weth, te approbeeren.
Voorts zijn op de aanweesende uijtkoomende Scheepen Amstelveen , Osdorp en het Slot van Capelle , navolgens de diesweegens ingeleeverde Scheeps Resolutiën de volgende verbeeteringen gedaan, als.
op Amstelveen
Cornelis Reedemeester onderstuurman van het schip het Slot van Capelle , tot opperstuurman op amstelveen in steede van den gedeporteerden Pieter Hofman.
op het Slot van Capelle
Pieter Harkes derdewaak tot onderstuurman, bij opvolging van evengemelden Cornelis Reedemeester.
Johannes Delia quartierm:r tot onderstuurman, tot remplaceering van gesegde Pieter Harkes.
dog alle op de nadere approbatie van de heeren van de hooge Indiaasse regeeringh; van wien deese geadvanceerde persoonen de gagien tot haare respective bedieningen staande ook sullen moeten versoeken.
Laatstelijk is aan den krankbesoeker Carel Sezilles met het Schip Osdorp uijtgekoomen; op sijne thans hierom gedaan wordende versoek, gepermitteert om vermits sijne Indispositie, tot herhaalinge zijner gesondheijd, eeniger tijd hier aan de Wal te moogen blijven vertoeven.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 217-234.¶
Maandag den {17480527} 27: maij 1748.
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den heer Independent fiscaal Pieter reede van oudshoorn bij occupatie
Na dat den Heeren gouverneur hadde gelieven te kennen te geeven dat den Cap:t ter Zee Boudewijn Moolen, neevens de Schippers Willem vrugt en Jacob Buijs door sijn Edele waaren gecommitteert geworden, om geadsisteert met haare opperscheepstimmerlieden mitsgrs: den Baas van ‘s Comp:s Scheepstimmerlieden hier op de werff, Barend van Dockum; niet alleen op het naauwkeurigste te ondersoeken en op te neemen welke gebreeken, Sig in het algemeen quamen te bevinden aan het hier ter rheede over eenige dagen gearriveerde retourschip Duijnhoff ; en verders nog om nu dat het meede retour Schip Wel te Vreeden genoegsaam ontlaaden is nader te ondersoeken off het selve soude kunnen gerepareert en in staat gebragt worden om sijne verdere reijse van deese plaats na Neederland te kunnen voortsetten, en soo Ja wat men daar toe soude dienen te doen en welke soorten van Scheeps:houtwerken tot dien eijnde souden worden verEijscht; heeft wel opgemelde heer gouverneur vervolgens in Raad vertoont de verclaaring dewelke gesegde gecommitt:s weegens haare verrigtinge omtrent het een en ander hebben verleend; dewelke geleesen sijnde bevonden is te weesen van den volgenden inhoude, als
Aan den Wel Edele gestr: Heere Hendrik Swellengrebel raad Extra ordinaris van Neederlands India en gouverneur in Loco &, &, &.
‘Wel Edele Gestr: Heer.’
‘Van uwe wel Edele gestr: welbehaagen geweest zijnde, ons ondergeteekende Expres te Committeeren omme niet alleen op ‘t naaukeurigste te ondersoeken en op te neemen welke gebreeken sig in ‘t algemeen koomen te bevinden aan ‘t ten deesen rheede vertoevende retour Schip Duijnhoff en daarbij op te geeven hoedanig ‘t een en ander des doenlijk best sal kunnen worden verholpen, maar ook insonderheijd hoedanig ‘t met de Lading van die kiel is gestelt, welke Schaade daar aan mogte sijn veroorsaakt, en off tot verhelpinge van dien ‘t noodig sal zijn, dat dat Schip ontlost en de goederen om weeder te besorgen, aan de wal gebragt worden ofte niet, en wijders nog om nu dat het ontramponeert Schip Wel te vreeden gantsch ontlost is nader te ondersoeken off ‘t selve kan gerepareert en in staat gebragt worden om van hier naar ‘t vaderland te vaaren, en soo Ja, wat daar toe sal dienen gedaan te worden, en welke soorten van Scheeps-houtwerken men daar toe sal koomen te benoodigen. Soo verklaaren wij wat het eerste Lid deeser aangaet, namentlijk de gesteldheijd van het retour schip Duijnhoff , dien boodem seer desolaat en uijtmalkander gewerkt te hebben bevonden; dog dat om positief te kunnen sien en weeten hoe het daar meede is gestelt die kiel sal moeten ontlost worden; en betreffende het meede retour Schip Wel te vreeden hebben wij na gedaane Exacte visitatie het selve sodanig gestelt bevonden als volgt, te weeten’
‘Dat de meeste kniebouten in ‘t ruijm soo aan stuur als aan backboord Lek zijn en het water daarbij neederloopt, soo dat in die knie bouten werking moet zijn.’
‘Dat de Lijfhouten tusschen de swak zijn gesteld en wel meest bij de Combuijs soo als wijders het hekwerk agter in de ConstapelsCamer geheeL is ontset, ter zijde van het Schip opgaande van het holle Wulft tot aan de cajuijt.’
‘Dat de Speenbalk in het Cabelgat ten eenemaal stuckend en van het dek afgescheurt is.’
‘Dat al de roervingerlingen met haare veeren en bouten uijtgenoomen de boovenste, van de agtersteeven afgeruckt zijn.’
‘Dat het schip op het bovenste dek van de Cajuijt af bij de watergang tot voor in de bak heel swak en swaar werkende is, en dat de vulling bouten van buijten alle Los sijn en uijtwerkende.’
‘Dat het op het half dek soo swak is gestelt, dat door het swaar werken van dien boodem het schijnt dat al de opstutten sijn gebrooken.’
‘Dat het heele agterwulft tot booven aan de Compagnie wel twee @ drie duijmen af en aan werkende is, en dat selfs de hoek Tarme en de Wulft klossen afgescheurt en vermist sijn.’
‘Dat voor in de bak nog een balk middel door is gebrooken, en Eijndelijk dat de groote en focke rust weg en veele putting bouten sijn uijtgerukt.’
‘En al schoon men niet wel kan seggen dat dat schip Wel te vreeden hierom niet reparabel soude zijn, voor al soo wanneer hetselve in het vaderland was, oordeelen wij egter sulx ter deeser plaatse bijna ondoennelijk te zijn, niet alleen om het Extra ordinair werk dat daar aan soude weesen, dat door gebrek van bequaame plaats alhier om soo een Schip te doen leggen nog veel soude worden verswaart, en dat tot verrigtinge van dien, ter deeser plaatse op verre na niet soo veel Scheeps-timmerlieden aan handen zijn, als men hier toe noodwendig soude moeten hebben; maar ook wel voornamentlijk ter saake dat de materiaalen dewelke tot repareeringe van die kiel het aldernoodigste sijn als.’
‘Bij dit gouvernement volgens rapport van den opsiender over ‘s Comp:s Equipagie packhuijsen, in voorraad niet gevonden wordende, deselve Eerst uijt Europa souden moeten worden ge Eijscht; als men nu hier bij aanmerkt welken tijd soude heen Loopen voor ende al eer voorsz: materiaalen hier ter plaatse uijt ‘t vaderland souden kunnen worden aangebragt; hoe lang dat men daar na soude moeten werken en arbeijden eerder dat dat Schip weeder in staat soude sijn gebragt, ‘t welk ter deeser rheede soude moeten geschieden, dat die kiel vervolgens om de vingerlingen van ‘t roer daar aan te kunnen brengen nog na de Saldanhabaaij om te kielen soude gesonden worden, voorts welke swaare onkosten op dit alles souden koomen te Loopen; en Eijndelijk hoe veel de gagien der Scheepelingen van die kiel in dien tusschen tijd souden koomen te bedraagen, sal men sonder nog te spreeken van de nieuwe masten en Zeijlen die het selve Schip Wel te vreeden als dan nog soud moeten hebben, bevinden dat dit alles door malkander gereekent weesende wel soo veel soude koomen te bedraagen, als dien bodem na gedaand reparatie wel waardig soude weesen, of ten minsten soo veel als het hol van een nieuw Schip in neederland, te meer om dat die kiel in het vaderland koomende dog op nieuws soude moeten worden vertimmert; weshalven wij uijt aanmerkinge van alle het bovenstaande van gevoelen zijn, dat het voor d’ E Comp:e veel voordeeliger soud zijn dat soo dikwilsgem: Schip Wel te Vreeden ter deeser rheede wierd gesloopt.’
‘En hier meede gedenkende aan de ge Eerde ordre van Uwel Edele gestr: te hebben voldaan zoo Laaten wij deesen dienen voor Eerbiedig rapport’
’/:onderstond:) Cabo de goede hoop den 25: maij 1748 /:was geteekent:) Boudewijn Mole, W:m vrugt, J:b Buijs, B:t van Dockum X /:daar neevens stond:) dit is ‘t merk van obbel fredriks, Jan geskel, X /:daar omme stond:/ dit is ‘t merk van Tomas van der Beijl /:in margine:) waar meede wij ons Confirmeere /:en geteekend:) Joachim outjes, Jacob Volker.’
‘Recollement’
‘Compareerde voor ons ondergeteek: gecommitt:s uijt den E. agtb: raad van Justitie des Casteels de goede hoop de persoonen hier booven genoemt, dewelke deese haare gegeevene verklaaring van woorde tot woorde klaar en duijdelijk voorgeleesen zijnde verklaarden daarbij volkoomen te persisteeren, niet begeerende oversulx dat ‘er iets meer bijgevoegt ofte van gedaan werden sal, als alleen dat soo wanneer men eens soo verre quam van het Schip Wel te Vreeden te willen repareeren, men als dan denckelijk na het algemeen beloop van sulk een werk bij het afbreeken van het onbequaame nog veel meer defecten daar aan soude bevinden als hier boovenstaan vermelt, Ja misschien nog wel sodanige die het Schip gantsch irreparabel souden kunnen maaken; en spraaken zij comparanten tot bekragtiging der waarheijd van dien een ijder in ‘t bijsondere de solemneele woorden Soo waarlijk help mij God Almagtigh /:onderstond:) Aldus gerecolleert en Be Edigt aan Cabo de goede hoop den 27: maij 1748. /:was geteekend:) Boudewijn Moole, W:m Vrugt, J:b Buijs, Joachim outjes, B:t van Dockum, Jacob Voker, Jan Geskel X /:daar nevensstond:) dit is ‘t merk van obbel frederiks, X /:daar ommestond:) dit is ‘t merk van Thomas van der Bijl /:Lager:) mij present /:geteekend:) J:n f:k Timmendorff Secret:s /:in margine:) als gecommitt:s /:en geteekend:) A:m Decker, W:m V: Kerkhoff.’
Weshalven heeft men om alle het gemelde in dat Schriftuur, en als sulx het voordeeligste voor D’ EComp: meede wordende geoordeelt, moeten besluijten, dat het gemelde Schip Wel te vreeden Conform het voorgedraagene ter deeser plaatse sal worden gesloopt en dat de daar van afkoomende materiaalen ten dienste der EComp: daar het te pas sal koomen weeder sullen geEmploijeert worden, mits dat meergemelde gecommitt:s haare booven gesegde verclaaring koomen te be Eedigen /:soo als dit nog heeden is geschied met sodaanige bijvoeginge als men daarbij vind:/
Terwijl wijders nog goed gedagt is, dat aan de Scheepelingen van dat Schip Wel te vreeden , dewelke hierom souden moogen koomen te versoeken, gepermitteert sal worden om na Batavia te rugge te keeren, en dat de andere bij bequaame geleegentheijd, uijtgenoomen eenige weijnige, die nog voor eerst op dien boodem sullen moeten blijven, na het vaderland sullen voortgesonden worden.
Ende ten belange van het meede seer desolaat gestelde Schip Duijnhoff , is verstaan dat men hetselve, om nader en gelijk het behoort te kunnen worden gevisiteert, met den Eersten en soo spoedig als het doenelijk sal zijn, sal doen ontlossen onder toesigt van sodaanige persoonen als men gewoon is tot sulk een werk te benoemen; en dat om de factuur van het ingelaadene op batavia in dat Schip Duijnhoff , om bij dies ontlossing te dienen tot narigt, te kunnen magtigh worden; het bataviaasse pacquet met papieren waar inne deselve is geinsereert, sal worden geopent; ‘t welk daar na soo wel als de verdere brieven en kassen met papieren door voorseijde Schip Duijnhoff hier aangebragt; met het in de baij-fals vertoevende Bengaals retour Schip Wiltrijk na het Vaderland sullen worden voortgesonden.
Ende nademaals het seer te dugten is, dat het met voorseijde Schip Duijnhoff als het selve nader word gevisiteert, niet beeter sal koomen aff te loopen als met Wel te vreeden , als wordend op het uijtterlijke nog slegter gestelt bevonden; off ten minsten dat soo het selve nog reparabel word gevonden, het daar meede seer Lang sal koomen aan te loopen, dewijl de materiaalen daar toe noodig eerst hier uijt het vaderland sullen moeten worden aangebragt; ende dat dies Laading des niettemin voor als nog reedelijk wel gestelt bevonden word, niet sonder hoop dat bij dies ontscheepinge het dus sal mogen blijven Continueeren; Is op het voordraagen van den heer gouverneur, raadsaamst geoordeelt, dat aan haar hoog Edelens tot batavia bij ons thans afgaande Schrijvens, op het Eerbiedigst sal worden voorgedraagen, of deselve niet souden kunnen goedvinden, om tot een spoedig Transport van deese plaats na Europa soo van voorsz: Laading als van dat gedeelte van die van Wel te vreeden dewelke daar toe nog goed sal sijn; mitsgrs: van de hier over gebleevene omtrent Twaalf hondert sacken met salpeeter uijt het Schip Arnesteijn ; /:alle welke goederen bij een gereekent weesende men oordeelt dat nog wel soo veel sullen koomen uijt te Leeveren als Twee Scheepen sullen kunnen inneemen:/ vroegtijdig van Batavia herwaarts over te senden Twee Scheepen met haare onderLaag voor het vaderLand, en voor het overige met goederen, houtwerk en provisien voor dit gouvernement gelaaden, om in dies plaatse alle de bovengem: vaderlandsche whaaren weeder afte scheepen, en na neederland over te senden.
Voorts is in steede van wijlen den Eersten gesw: Clercq Petrus Jesse Slotsboo, weeder tot meede Lid in den Raad van Justitie deeses Casteels aangestelt den ondercoopman en Keldermeester Johan Raak.
Op het te kennen geven bij den heer hoofd administrateur Rijk Tulbagh, dat het cattoen gaarn, Jongst met het Provisie Schip Ida hier van Batavia aangebragt, bij factuura minder aangereekent weesende als anno pass:o, het selve Cattoene gaarn hierom als nu voor den ouden prijs van Twaalf Stuijvers het pond, met nog iets meerder als den gewoonen advans uijt ‘s Comp:s pakhuijs soude kunnen worden vercogt; Is verstaan dit dus te Laaten geschieden.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel De goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 235-249.¶
Donderdag den {17480606} 6: Junij 1748.
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den heer Independent fiscaal Pieter reede van oudshoorn.
Is heeden in raade geleesen de verclaaring verleent bij de Zee en Scheeps-Timmerlieden, dewelke tot nadere visitatie van het Retour Schip Duijnhoff zijn gecommitteert geweest; sijnde van inhoude als volgt.
Aan den Wel Edelen gestr: heere Hendrik Swellengrebel raad Extra ordinaris van NeederLands India en gouverneur in Loco &. &.
‘Wel Edele Gestr: Heer’
‘Van uwe Wel Edele gestr: Welbehaagen geweest zijnde, ons ondergeteekende Expres te Committeeren, omme nu dat het ontramponeert Schip Duijnhoff gantsch ontlost is, nader te ondersoeken off ‘t selve kan gerepareert en in staat gebragt worden, om van hier naar ‘t Vaderland te vaaren, en soo Ja, wat daar toe sal dienen gedaan te worden en welke soorten van Scheeps houtwerken men daar toe sal koomen te benoodigen. Soo verclaaren wij, het selve sodanig gestelt te hebben bevonden als volgt:’
‘Dat in het groot ruijm, soo aan stuur als aan backboord zeijde tot aan de groote halsklamp, de klossen met de Steunders van de Lijfhouten, af, en werkende zijn, en wel sodanig dat der Lijfhout naaden, geen werk of kalfaating souden kunnen houden; sijnde dit de reeden waarom dien bodem in Zee, naar het hem overgekoomene ongeval, door Sjorringen onder de kiel geloopen hebbende, aan malkander heeft moeten vast gehouden worden.’
‘Dat tusschen deks, van de Constapelskaamer aff tot booven de genoemde halsklamp, de knien soo werken dat de spijkers uijt de nebben zijn gearbeijd.’
‘Voorts dat van boovengen: halsklamp, buijten om, tot aan de galderij, al de bouts los, en in en uijtwerkende zijn en welmeest in de vullings, sijnde de meeste putting-bouts ook los en uijtgewerkt.’
‘En Laatstelijk dat het halfdek, der Schippers kaamer en het geheel agterwulft onder het minste arbeijden van die kiel wel ses @ seeven Duijmen over ende weeder zijn gaande.’
‘Wat nu de verdere gesteldheijd van dat Schip aangaat, dewelke men daar aan ten anker Leggende niet soo wel kan sien, als in Zee voor albij ruuw weer; soo betuijgen dies overheeden; dat dit Schip heel uijt malkander is gearbeijd, het boovenste gedeelte van dien boodem van het onderste afgeweeken, en in Zee sodanig uijt en in malkander arbeijd, dat het schijnt dat het van een sal afvallen, invoegen dat hoe veel kniën men daar aan tot dies hegting soud willen brengen, dit egter ondoenelijk en vrugteloos werk soud zijn. En alschoon men niet positief kan seggen dat dat Schip Duijnhoff hierom niet reparabel soude zijn, voor al soo wanneer het selve in het vaderland was, alwaar sulx des niet te min sijn werk meede soude vinden; oordeelen wij egter dat dien bodem ten deeser plaatse niet kan gerepareert off weeder in staat gebragt worden om Zee te kiesen, niet alleen om het Extra ordinair werk dat daaraan hier ter plaatse soud weesen, dat door gebrek van bequaame plaats alhier om soo een Schip te doen Leggen nog veel souden worden verswaart, en dat tot verrigtinge van dien, bij dit Comptoir op verre na niet soo veel Scheepstimmerlieden aan handen zijn, als men hier toe noodwendig soud moeten hebben; maar ook wel voornamentlijk ter saake dat de materiaalen dewelke tot repareeringe van die kiel het aldernoodigste zijn als steunders, binnen winkeL knien, Dekbalken, Lijfhouts-planken, rust-planken, Dekplanken, Ligte winkeL knien, swaare masthouten, groote knegten en kleine d:tos.’
‘Bij dit gouvernement volgens rapport van den opsiender over ‘s Comp:s Equipagie pakhuijsen, in voorraad niet gevonden wordende, deselve Eerst uijt Europa souden moeten worden ge Eijscht; te meer om dat de afkoomende Winkel knien van het Schip Wel te vreeden dat hier word gesloopt, behalven datse vol Spijkers en bouts gaaten zijnde als se bewerkt wierden, het best daarvan soude afgaan en gevolgelijk te swack worden; ook tot dit Schip niet kunnen worden ge-Emploijeert, om datse buijten winkel-knien sijn, en die dewelke men komt te benoodigen na binnen moeten Loopen; als men nu hierbij aanmerkt welken tijd soud heen Loopen voor ende al ‘eer voorsz: materiaalen hier ter plaatse uijt ‘t vaderland souden kunnen worden aangebragt; hoelang dat men daar na soude moeten werken en arbeijden eerder dat dat Schip weeder in staat soud zijn gebragt, voorts welke swaare onkosten op dit alles souden koomen te loopen; hoe veel de gagien der Scheepelingen van die kiel in dien tusschen tijd souden koomen te bedraagen, en Eijndelijk dat soo wanneer men eens soo verre quam van dit Schip Duijnhoff te willen repareeren, men als dan denkelijk na het algemeen beloop van diergelijk werk en onderneemingh, bij het afbreeken, van het onbequaame, nog veel meer defecten daar aan soud bevinden als hier booven staan vermelt, Ja misschien nog wel sodanige die het Schip gantsch irreparabel souden kunnen maaken, sal men sonder nog te spreeken van de nieuwe masten en Zeijlen die het selve Schip Duijnhoff als dan nog souden moeten hebben, bevinden, dat dit alles door malkander gereekent weesende, wel soo veel soud koomen te bedraagen, als dien boodem na gedaane reparatie wel waardig soude weesen, off ten minsten soo veel als het holl van een nieuw Schip in Neederland, te meer om dat die kiel in het vaderland koomende dog op nieuws soud moeten worden vertimmert; weshalven wij uijt aanmerkinge van alle het boovenstaande van gevoelen zijn, dat het voor d’ E. Comp:e veel voordeeliger soude zijn dat soo dikwilsgen: Schip Duijnhoff ter deeser rheede wierd gesloopt.’
‘En hier meede gedenkende aan de geEerde ordre van UWel Edele gestr: te hebben voldaan zoo Laaten wij deesen dienen voor Eerbiedig rapport. /:onderstont:) Cabo de goede hoop den 5: Junij 1748 als gecommitt:s /:was geteekent:) C:s de Neijs, Joachim outjes, B:t van Dockum, Jacob volken, Jan geskel, X daar neevens stond dit is het merk van Tomas van der Bijl /:in margine:) waar meede wij confirmeeren /:geteekent:) Hend:k Taal X daar ommestont /:dit merk is door Cornelis Coenraatse gestelt.’
‘Recollement’
‘Compareerde voor ons ondergeteekende gecommitteerdens uijt den E: Agtb: raad van Justitie des Casteels de goede hoop, de persoonen in de boovenstaande verclaaring vermelt, dewelke deese haare gegeevene dépositie van woord tot woord klaar en duijdelijk voorgeleesen sijnd verclaaren daar bij volcoomen te persisteeren, niet begeerend oversulx dat ‘er iets meer bijgevoegt off van gedaan werden sal, en spraken zij comparanten tot bekragtiging der waarheijd van dien een Ider in ‘t bijsonder de Solemnele woorden, soo waarlijk help mij God Almagtig /:onderstont:) Aldus gerecolleert ende be Edigt aan Cabo de goede hoop den 7: Junij 1748 /:was geteekent:) Hend:k Taal, C:s de neijs, Joachim outjes, B:r van Dockum, Jacob volker, Jan geskel, X /:daar ommestond:/ dit is het merk van Cornelis Coenraatse X /:daar neevenstond:) dit merk is door Thomas van der Bijl gestelt /:Lager:) mij present geteekent:) Jan f:k Tiemmendorf Secret:s /:in margine:/ Als gecommitteerdens :/:en geteekent:) D:d D’ Aillij J:n Raack.’
Waar uijt gebleeken weesende dat het repareeren van dien boodem ter deeser plaatse genoegsaam ondoenelijk word bevonden, heeft men ter dien oorsaake en om de verdere reedenen in dit Schriftuur vervat, moeten besluijten dat dit Schip Duijnhoff soo end in diervoegen als dit nu Jongst ten belange van Wel te vreeden is gearresteert, alhier met den eersten sal worden gesloopt, mits dat boovengem: gecommitteerdens haare in deesen gegeevene depositie met Eede koomen gestand te doen; Terwijl wijders in opsigte den Scheepelingen van dien boodem nog is verstaan, dat deselve bij eerst voorkoomene geleegentheijd en soo dra doenelijk van hier na Nederland sullen voortgesonden worden uijtgenoomen de geene die somtijds Lust souden moogen hebben om na Batavia te rugge te gaan.
Hier na is nog in raade nagesien de generaale reecq: der wees geldenen en Effecten, dewelke ter deeser wees camer onder ult:mo december Laatstleeden in weesen sijn bevonden, Luijdende deselve aldus.
‘
Generaale Reekening der Weescaamer aan Cabo de goede Hoop d' A:o 1747 | ||
1747 | ||
P:mo Januarij was 't gantsche Capitaal op de boeken | Rix. 230491:20: | |
was 't restant der Contanten op de openstaande Boedel reecq:g | d:o 2927:21: | Rix. 233418:41: |
In dit Jaar bijgekoomen op de Boeken, als over de op Intrest uijtstaande Capitaalen verscheene renten | Rix. 5497:31: | |
d:o de nieuwe bewijsen | d:o 15907:26: | |
d:o de ten voordeele der Weesen ingekoomene penningen | d:o 19034:33: | |
Op de openstaande boedel reeckeningen | d:o 30557:15: | d:o 70997:09: |
Rix 304416:02: | ||
Afgegaan op de boeken, als.over betaalde bewijsen | Rix. 2183:47: | |
d:o soo veel de reecq:g van den voormalige Secret:s Jacob Leever door bereekende intrest is vermindert | d:o 1308:23: | |
d:o d:o d:o der Weescamer tot batavia is vermindert | d:o 284:26: | |
d:o uijtgegeevene Contanten tot voldoening en onderhoud der Weesen, mitsgad:s Camer ongelden | d:o 33544:40: | |
d:o d' openstaande boedel reecq:g | d:o 29921:32: | d:o 67243:24: |
Resteert onder dato deeses een somma van | Rix 237172:26: | |
Evengemelde Capitaal Bestaat | ||
In diverse verband brieven | Rix. 205185:15: | |
d:o vercheene Intresten | d:o 9816:06: | |
d:o sooveel bovengem: Leever aan deese Camer nog te quaad blijft | d:o 5498:47: | |
d:o 't debet der Weescaamer tot Amsterdam | d:o 603:40: | |
d:o d:o d:o d:o tot Batavia | d:o 292:30: | |
d:o 't restant der Contanten op de Boeken | d:o 12212:28: | |
d:o d:o op de openstaande boedel Reecq: | d:o 3563:04: | Rix. 237172:26: |
Generaale Reekening der Weescaamer aan Cabo de goede Hoop d' A:o 1747 | ||
1747 | ||
P:mo Januarij was 't gantsche Capitaal op de boeken | Rix. 230491:20: | |
was 't restant der Contanten op de openstaande Boedel reecq:g | d:o 2927:21: | Rix. 233418:41: |
In dit Jaar bijgekoomen op de Boeken, als over de op Intrest uijtstaande Capitaalen verscheene renten | Rix. 5497:31: | |
d:o de nieuwe bewijsen | d:o 15907:26: | |
d:o de ten voordeele der Weesen ingekoomene penningen | d:o 19034:33: | |
Op de openstaande boedel reeckeningen | d:o 30557:15: | d:o 70997:09: |
Rix 304416:02: | ||
Afgegaan op de boeken, als.over betaalde bewijsen | Rix. 2183:47: | |
d:o soo veel de reecq:g van den voormalige Secret:s Jacob Leever door bereekende intrest is vermindert | d:o 1308:23: | |
d:o d:o d:o der Weescamer tot batavia is vermindert | d:o 284:26: | |
d:o uijtgegeevene Contanten tot voldoening en onderhoud der Weesen, mitsgad:s Camer ongelden | d:o 33544:40: | |
d:o d' openstaande boedel reecq:g | d:o 29921:32: | d:o 67243:24: |
Resteert onder dato deeses een somma van | Rix 237172:26: | |
Evengemelde Capitaal Bestaat | ||
In diverse verband brieven | Rix. 205185:15: | |
d:o vercheene Intresten | d:o 9816:06: | |
d:o sooveel bovengem: Leever aan deese Camer nog te quaad blijft | d:o 5498:47: | |
d:o 't debet der Weescaamer tot Amsterdam | d:o 603:40: | |
d:o d:o d:o d:o tot Batavia | d:o 292:30: | |
d:o 't restant der Contanten op de Boeken | d:o 12212:28: | |
d:o d:o op de openstaande boedel Reecq: | d:o 3563:04: | Rix. 237172:26: |
’/:onderstond:)’
‘Ter Weescamer aan Cabo de goede hoop ult:mo December 1747. Continueerende en aankoomende weesm:ren /:was geteekent:) P:r Reede van oudshoorn, Alexander Coel, A. V. Schoor, D:l Heijning, /:in margine:/ afgaande Weesm:ren /:geteekent:) J:V. Rheenen, D: D’ Aillij.’
Aldus Geresolveerd ende gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 250-255.¶
Dingsdag den {17480611} 11: Junij 1748.
‘S voormiddags present den Heer gouverneur en alle de Leeden, uijtgenoomen den heer Independent fiscaal Pieter reede van oudshoorn bij Indispositie.
Hebben den Schipper van het afgelegde Schip Duijnhoff Hendrik Taal, neevens desselfs opperstuurman Gerrit Caadoele, tot hun decharge, weegens de te kort koomende 873 lb Nagulen op de door deselve op Batavia ontfangene 60000: lb daar van, ingebragt; dat die Nagulen ter evengemelde plaatse, bij het aflaaden van het Schip, tusschen de packen en baalen tot dies Inpacking en Stijvingh binnen boort gestort sijnde, hier door en het ontfangen dier Nagulen sonder Emballeeringe, en deselve alhier in diervoegen te hebben moeten uijtleeveren; het niet anders heeft kunnen weesen off het heeft daar op eenige verlies en Spillagie moeten vallen dat gelijk dit de waare reeden van deese te kort-kooming en geen andere is, sij ook bereijd waaren onder Solemneelen Eede te verclaaren; dat zij voorsz: Nagulen waarlijk hier ter plaatse sodanig hebben uijtgeleevert als sijl: deselve op Batavia ontfangen hebben, voorts dat zij hun daar meede in geene deele ‘t zij Direct of indirect niet hebben verrijkt; en ook niet te weeten dat sulx door Imand van hunne Scheepelingen soude zijn geschied; en eijndelijk dat soo dikwilsgen: Nagulen bij dier afscheepinge alhier, in de Landsbooten wel besorgt weesende, onder escorte en gelijde van een wagt Militairen, hier naar de Wal zijn gesonden; welke voortgebragte door gesegde Scheeps overheeden voldoend bevonden sijnde, heeft men derhalven moeten besluijten, dat men Sig daar meede te vreeden sal houden, mits dat sijl: dit hun gesegde met Eede naader koomen te bevestigen.
Wijders is op het voordragen van den Heer gouverneur, verstaan; dat seeker sommatje van Rix:s 771 1/2. dewelke van het geld uijtgegeeven bij deese ingeseetenen, om ge Emploijeert te worden tot het werk aan de mouillie alhier; nu komt over te schieten en in weesen is bevonden bij den Laatsten gestorvene opsigter over dat werk, den oud burgerraad Johannes Carolus De Weth, ter bewaaringe sal moeten worden afgegeeven aan burgerraaden ter deeser plaatse, om dat geld, soo het noodig is te besteeden, tot het huuren van Slaven om aan de Linie te arbeijden en de noodige reparatien daar aan te doen; dan wel tot andere gemeene werken, na dat sulx oorbaar sal bevonden worden.
Terwijl verders nog goed gedagt is dat seeker onbekend groff-vee, het welk bij de menschen die het selve onder haare troupen hebben bevonden, is gebragt geworden bij den Land-drost Johannes Theophilus Rhenius, als daarna geen vraag gedaan wordende; schoon dit bij het aanplacken van billiëtten ten platten Lande, aan elk een is bekent gemaakt; bij d’ E. Comp: sal worden genaast en als eijgen aangenoomen; bestaande hetselve vee in
Laatstelijk is aan den boekhouder en Eersten geswooren Clercq ten politicque Secretarije Oloff Martini Bergh gepermitteert een req:t aan de hoog Edele Heeren Seeventhienen te mogen oversenden, om op het voorbeeld van desselfs predecesseurs met de qualiteijt en gagie van ondercoopman te worden begunstigt tot faciliteering van het welke verstaan is, dat ten sijnen faveure van hier favorabel sal worden geschreeven.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 256-264.¶
Dingsdagh den {17480625} 25: Junij 1748.
‘S voormiddags preesent den heer gouverneur en alle de Leeden; uijtgenoomen den Heer Secunde Rijk Tulbagh bij indispositie.
Seekere Memorie van deese en geene goederen, dewelke met de jongste van deeser plaats vertrockene uijtkoomende Scheepen, hier te kort, gebrooken, off defect sijn aangebragt; met aandagt geleesen weesende, is verstaan, dat daar meede, sodaanig sal worden gehandelt, als sulx staat aangeteekent bezeijden dier memorie, dewelke Luijd als volgt.
‘Memorie van de Nabesz: goederen uijt de onderstaande Scheepen soo te kort, gebrooken, als bij pijlingh minder, en ‘t geene bij ‘t openen van een Soekel foulij in ‘t Negotie packhuijs te kort bevonden, alles volgens verclaaringen hier annex blijkende, namentlijk.’
‘
Uijt 't Schip Tolsduijn | ||
Afschrijven { | 117 | p:s Tiggelsteenen op 500 p:s bij 't openen van een Cas L:a N:N:N. gebrooken. |
475 | d:o groote Ruijten van 12. en 14. d:m op 3000 p:s in 10. Cassen L:a D.D.D.D. ad idem | |
122 | d:o ges: Drinkglaasen op 500 p:s in een Cas L:a X.X.X.X dito | |
213 | Cannen Lijn olij op 50 kelders minder bevonden, zijnde daar onder 15: flessen gebrooken | |
25 1/2 | lb olij Theribinth: in een fles bij 't openen van een Cas N:o I:A. Caab Leedig bevonden. | |
Uijt 't Schip Fortuijn | ||
Afschrijven { | 975 | lb: ges: ijzer op 65000 lb bij naweeging minder ontfangen. |
120 8/10 | Cann: olijven olij op 20 halfamen bij pijling zijnde 10. van 2 1/2, 6 van 3 en 4. van 4 d:m wan geweest. | |
15 2/10 | Cann: wijntint op 2. halfaamen zijnde 1 van 3. en 1 van 4 d:m dito -3/15 kelder gedisteleerde waateren op 2 kelders gebrooken. | |
95 | p:s Leedige boutelles op 1000 p:s bij 't openen van 5. Cassen N:o 1 a 5. gebrooken. | |
Vercoopen { | 3500 | p:s graauwe moppen op 10000 p:s soo aan halve, stucken, als te kort. |
Afschrijven { | 2 1/2 | vaten Theer tot 't opvullen van 21 1/2 vaten verbruijkt |
43 | lb Roed op 300 lb bij Naweegingh minder bevonden. | |
Uijt 't Schip Sloterdijk | ||
Afschrijven { | 98 | p:s drinkglasen op 500 p:s in een Casje L:a M.M.M. gebrooken. |
213 | Cannen Lijn olij op 50 flessen kelders bij nameeting minder bevonden zijnde meede 15: flessen gebrooken. | |
125 6/10 | Cann: Raap olij op 20 halfamen bij pijling minder, zijnde 6 van 2 1/2, 10. van 3, en 4 van 4 d:m wan geweest. | |
Uijt 't Schip Eijndhoeff | ||
Vercoopen { | 8860 | p:s graauwe moppen op 26000 p:s soo aan halve, stucken als te kort |
6 | d:o gr: deelen van 1 1/4 d:m op 400 p:s gebrooken | |
14 | d:o d:o van 1 d:m op 400 p:s dito | |
Uijt 't Schip Vosmar | ||
Afschrijven { | 4781 | lb gesort. Eijzer op 16500 lb ofte 253 Staven bij naweeging minder bevonden. |
8 | hoeden smeekoolen op 25 hoeden bij naweeging minder, zijnde 't Schip spoedig gelost en weeder gedepescheert | |
96 | p:s Tiggelsteenen op 500 p:s bij 't openen van 1 kas L:a M. gebrooken. | |
29 1/10 | Cann: lijn olij op 15: flessen kelders bij bij naweegingh minder bevonden | |
- 1/2 | vat Theer tot 't opvullen van 4 1/2 vaten verbruijkt. | |
Uijt 't Schip Osdorp | ||
Verkoopen { | 32 | p:s pijlaaken bij 't openen van 4 Cassen gem:t L:a C. tot F. alle gemotteert welke Cassen ongeharpuijst, sonder peeper gestrooijt en vol kackerlacken zijn bevonden. |
Uijt 't Schip 't slott van Capelle | ||
Verkoopen { | 32 | p:s pijlaaken bij 't openen van 4. kassen gen: L:a g tot k als booven bevonden. |
Afschrijven { | 9 3/12 | gros korte Tabakspijpe op 104 grosse bij 't openen van 2 kassen L:a J.J. gebrooken bevonden |
11 1/2 | d:o Lange Tabakspijpen op 52. grossen van 1 Cas L:a Q dito. | |
31 1/2 | d:o d:o d:o op 52 grossen van 1 Cas L:a R gebrooken sijnde onder het opheijssen de Leng komen te breeken. | |
Uijt 't Schip Amstelveen | ||
Vercoopen { | 36 | p:s pijlaken bij 't openen van 5., kassen gem:t L:a M tot P: als van osdorp en 't Slot van Capelle is gesegt. |
1 | Tromvat op 3 p:s gebrooken | |
1 | haire kruijtseef waar van 't hair is verstickt. | |
In 't Negotie Packhuijs | ||
Afschrijven { | 17 | lb foulij bij 't openen van Een soekel te kort. |
Uijt 't Schip Tolsduijn | ||
Afschrijven { | 117 | p:s Tiggelsteenen op 500 p:s bij 't openen van een Cas L:a N:N:N. gebrooken. |
475 | d:o groote Ruijten van 12. en 14. d:m op 3000 p:s in 10. Cassen L:a D.D.D.D. ad idem | |
122 | d:o ges: Drinkglaasen op 500 p:s in een Cas L:a X.X.X.X dito | |
213 | Cannen Lijn olij op 50 kelders minder bevonden, zijnde daar onder 15: flessen gebrooken | |
25 1/2 | lb olij Theribinth: in een fles bij 't openen van een Cas N:o I:A. Caab Leedig bevonden. | |
Uijt 't Schip Fortuijn | ||
Afschrijven { | 975 | lb: ges: ijzer op 65000 lb bij naweeging minder ontfangen. |
120 8/10 | Cann: olijven olij op 20 halfamen bij pijling zijnde 10. van 2 1/2, 6 van 3 en 4. van 4 d:m wan geweest. | |
15 2/10 | Cann: wijntint op 2. halfaamen zijnde 1 van 3. en 1 van 4 d:m dito -3/15 kelder gedisteleerde waateren op 2 kelders gebrooken. | |
95 | p:s Leedige boutelles op 1000 p:s bij 't openen van 5. Cassen N:o 1 a 5. gebrooken. | |
Vercoopen { | 3500 | p:s graauwe moppen op 10000 p:s soo aan halve, stucken, als te kort. |
Afschrijven { | 2 1/2 | vaten Theer tot 't opvullen van 21 1/2 vaten verbruijkt |
43 | lb Roed op 300 lb bij Naweegingh minder bevonden. | |
Uijt 't Schip Sloterdijk | ||
Afschrijven { | 98 | p:s drinkglasen op 500 p:s in een Casje L:a M.M.M. gebrooken. |
213 | Cannen Lijn olij op 50 flessen kelders bij nameeting minder bevonden zijnde meede 15: flessen gebrooken. | |
125 6/10 | Cann: Raap olij op 20 halfamen bij pijling minder, zijnde 6 van 2 1/2, 10. van 3, en 4 van 4 d:m wan geweest. | |
Uijt 't Schip Eijndhoeff | ||
Vercoopen { | 8860 | p:s graauwe moppen op 26000 p:s soo aan halve, stucken als te kort |
6 | d:o gr: deelen van 1 1/4 d:m op 400 p:s gebrooken | |
14 | d:o d:o van 1 d:m op 400 p:s dito | |
Uijt 't Schip Vosmar | ||
Afschrijven { | 4781 | lb gesort. Eijzer op 16500 lb ofte 253 Staven bij naweeging minder bevonden. |
8 | hoeden smeekoolen op 25 hoeden bij naweeging minder, zijnde 't Schip spoedig gelost en weeder gedepescheert | |
96 | p:s Tiggelsteenen op 500 p:s bij 't openen van 1 kas L:a M. gebrooken. | |
29 1/10 | Cann: lijn olij op 15: flessen kelders bij bij naweegingh minder bevonden | |
- 1/2 | vat Theer tot 't opvullen van 4 1/2 vaten verbruijkt. | |
Uijt 't Schip Osdorp | ||
Verkoopen { | 32 | p:s pijlaaken bij 't openen van 4 Cassen gem:t L:a C. tot F. alle gemotteert welke Cassen ongeharpuijst, sonder peeper gestrooijt en vol kackerlacken zijn bevonden. |
Uijt 't Schip 't slott van Capelle | ||
Verkoopen { | 32 | p:s pijlaaken bij 't openen van 4. kassen gen: L:a g tot k als booven bevonden. |
Afschrijven { | 9 3/12 | gros korte Tabakspijpe op 104 grosse bij 't openen van 2 kassen L:a J.J. gebrooken bevonden |
11 1/2 | d:o Lange Tabakspijpen op 52. grossen van 1 Cas L:a Q dito. | |
31 1/2 | d:o d:o d:o op 52 grossen van 1 Cas L:a R gebrooken sijnde onder het opheijssen de Leng komen te breeken. | |
Uijt 't Schip Amstelveen | ||
Vercoopen { | 36 | p:s pijlaken bij 't openen van 5., kassen gem:t L:a M tot P: als van osdorp en 't Slot van Capelle is gesegt. |
1 | Tromvat op 3 p:s gebrooken | |
1 | haire kruijtseef waar van 't hair is verstickt. | |
In 't Negotie Packhuijs | ||
Afschrijven { | 17 | lb foulij bij 't openen van Een soekel te kort. |
’/:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de goede hoop den 25. Junij 1748 /:was geteekent:) R: Tulbagh’
Ende Nademaal veele deeser Ingeseetenen sijn, dewelke nalatig blijven om aan d’ E. Comp: te betaalen de ordinaire recognitie penningen van 24 Rix:s Jaarlijx, voor de veeplaatsen, dewelke Zijl: van de Comp: in Leening hebben; Ja datter sommige zijn dewelke verscheijde jaaren ten agteren Staan; gelijk sulx nader blijkt bij de daar van geformeerde en heeden in raade vertoonde Lijst; heeft men ten eijnde d’ E. Comp: aan het sijne mogt koomen na overweeginge van Saaken; best en raadsaamst geoordeelt, dat alle de geene die Sig in het evengem: geval koomen te bevinden; bij affixie van billietten, wel uijtdruckelijk sullen worden geordonneert, om met den Eerstens te koomen betaalen, dat geene dat Zijlieden aan recognitie penningen voor de aan hun vergunde veeplaatsen nog ten agteren staan, op pæne van dat bij Langer nalatigheijd van dien; gesegde Leenplaatsen, hun niet alleen sullen afgenoomen maar datse ook diesweegens in regten sullen aangesprooken worden; terwijl dat om de sodanige, eenigsints te gemoed te koomen, en ook om dat d’ E. Comp: hierom verleegen is; nog goed gedagt is, dat ook vee voor geld, in betaaling sal worden aangenoomen; Te weeten vier jaarige ossen, teegens Agt rijxd:s het stuk; des sal aan den heer Independent fiscaal Pieter reede van oudshoorn, mitsgrs: de respective Land-drosten van Stellenbosch en Swellendam een afschrift van bovengem: Notitie worden ter handen gestelt, op datse de hand koomen aan te houden; dat dit besluijt na behooren uitgevoert en naargekoomen werd.
Voorts is om soo veel mogelijk zij den aanbreng van valsche ducatons, waar van thans seer veel onder de menschen alhier koomen te rouleeren, te stuijten en de te maaken dat die dewelke hier ter plaatse inweesen zijn, uijt de wareld koomen te geraken, gearresteert, dat de respective administrateurs, den Cassier den Secretaris der Weescamer, en soo meede den vendumeester, sullen worden geauthoriseert, gelijk deselve geauthoriseert worden bij deesen, om alle de valsche ducatonnen en andere valsche munten dewelke aan haarlieden in betaalinge sullen worden gepresenteert, door te sneijden.
In steede van den overleeden ondercoopman Johannes Needer; Is op het versoek van den heer Independent Fiscaal Pieter reede van oudshoorn, tot Fiscaal ‘s adjunct weeder aangesteld, den boekhouder Otto Luder Hemmij; in welkers plaatse, den heer gouverneur betuijgt hebbende tot desselfs geheijm schrijver weeder te sullen gebruijken den oud ondercoopman Nicolaas Leij; Is denselven hierom op het voordraagen van Wel opgem: Zijn Edele, wederom in dienst der E. Comp:s aangenoomen voor desselfs oude qualiteijt van onder koopman, met toevoeging der daar toe staande gagie van ƒ40: ter maand, het een en ander @ dato deeses cours neemende.
Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 265-267.¶
Donderdagh den {17480704} 4: Julij 1748.
’s voormiddags alle present uijtgenoomen d’ heer Pieter reede van oudshoorn mitsgrs: d’ E. Cornelis Eelders bij occupatie.
Onder de papieren, met het in de Baaij fals vertoevende naSchip de Batavier , hier van Batavia aangebragt; sig bevindende een placcaat aldaar op den 27: februarij deeses Jaars ge Emaneert, tegens het verkoopen, en verruijlen van Equipagie goederen; soo is goed gevonden dat men dat placcaat, meede ter deeser Plaatse sal laaten publiceeren, alomme affigeeren, en voorts na dies forme en inhoude ter Executie doen stellen.
Op het hier toe gedaane versoek door de burgers Jan Senekal, en Nicolaas frans Alberts, sijnde den eersten een Wagenmaaker en den anderen een Zadelmaaker, Is aan elk derselven in Eijgendom gegeeven een Stuk huijs erf en thuijn Land aan Drakensteijn ; om Zig daar op tot voortzettinge haarer ambagten, ten gerieve der daar omtrent woonende Land bouwers ter needer te setten; mits datse daar op geen vee sullen moogen houden; sullende soo draa men Imand hier toe bequaam aan handen sal hebben gekreegen, voorsz: huijs-erven en thuijn Landen worden gemeeten, en de behooreljke erfbrieven daar van verLeent.
Aldus Geresolveerd en de gearresteerd In ‘t Casteel de Goedehoop Ten Daage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 268-272.¶
Donderdag den {17480711} 11e Julij 1748.
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den heer Cap:t Rudolf Sigfried Alleman bij Indispositie
Ter voldoeninge van het geordonneerde bij Resolutie van haar Hoog Edelens tot Batavia, van den 20: Februarij deeses Jaars; noopende de Soon van den maccassaarsen Swerver Aroe Toepasserij, Is best gedagt denselven te plaatsen op het Robben Eijland alhier, om aldaar tot dat anders bij generaal en raaden van India word gedisponeert, gerelegueert te blijven; egter vrij blijvende van ‘s Comp:s en andere gemeene werken; des sal den Sergiant op het voorseijde Eijland Commandeerende, worden geordonneert, dien banneling bij hem te neemen en te huijsvesten, mitsgaders denselven geduurende desselfs vertoef ter evengemelde plaatse wel en nabehooren te handelen; dog teffens goede toezigt te houden, dat hij niet komt te Echappeeren; en is voorts aan dien persoon tot desselfs onderhoud, thien Rijxd:s maandelijx toegevoegt.
Sijnde aan den Schipper van het afgelegde Schip Duijnhoff Hendrik Taal hier om versoek doende, toegestaan om met het in de Baij fals vertoevende na Schip D’ Batavier , desselfs reijse van hier naar holland te moogen voort setten.
Ondertusschen dat aan den predikant Ruwardus Cloppenburg, thans klaar sijnde, om ingevolge van het aan deese Tafel genoomene besluijt onder den 19: der Laatst afgeweekene maand Maart; buijten qualiteijt en gagie met het voormelde Schip D’ Batavier na holland te vertrecken; meede is geaccordeert, ten dienste van sijne meede gaande Jonge Soon en Dogtertje te moogen meede te rugge neemen, seekere Hollandsche Dienst-meijd genaamt Adriana van gool, die in selver voegen met hem is uijtgekoomen, en voorts nog soo voor hem als desselfs meede gaande familie over te voeren Drie plunje kisten; dog aangaande het verdere versoek van dien Predikant, om ook kisten te hebben tot berging en overvoeringe sijner boeken, is verstaan hem daar meede te renvoijeeren aan de Heeren majores; Sijnde aan hem Eijndelijk nog gepermitteert om Sijne kisten en bagagie met eene der derwaarts op haar vertrek staande hoekers D’ Hector off Ter Meijen , na meergemelde Baij-fals te moogen oversenden.
Aldus Geresolveerd en de gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 273-277.¶
Dingsdag den {17480730} 30: Julij 1748.
‘S voormiddags alle present behalven den heer Capitain Rudolph Sigfried Alleman bij Indispositie.
Vermits den Schipper van ‘t in de Baaij fals vertoevende Retour Schip ‘t Huijs ten Duijne Pieter Onkhujsen sig in sodanigen Swack en siekelijken toestand komt te bevinden, dat hij thans met geen mogelijkheijd de reijse doen kan, is aan denselven hierom op sijn versoek gepermitteert, om met afgesz: gagie ter deeser plaatse te moogen overblijven; ondertusschen dat om die kiel verders over Zee te brengen; weeder daar op als Schipper is geplaatst, die van het alhier afgelegde Schip Duijnhoff , Hendrik Taal, aan wien dan, dat Schip ‘t Huijs ten Duijne ook volgens de ordre ten Eerste door Expresse gecommitteerdens sal werden overgegeeven.
En is voorts op de gedaane klagten soo door de overheeden als het gemeen van dien bodem, teegens den daar meede van Batavia gekoomene Bootsman Jan De vries, best geoordeelt, en dienvolgens beslooten, dat denselven daar van geligt en ter deeser plaatse sal werden aangehouden tot nadere geleegentheijd.
Op het hier toe gedaane versoek bij den Cap:tn van het ter rheede Leggend Engelsschip de Princes van Wales , is verstaan dat aan denselven als des ten uijttersten benoodigt sijnde, een swaar touw van 18: d:m en eenige weijnige Equipagie goederen van gering belang voor Contant teegens een Capitaal Advans sal worden verstreckt.
Sijnde wijders ter oorsaake dat den tijd der verpagting van ‘s Lands gemeene Middelen en inkomsten wederom begind aan te naderen, goedgevonden dat men diesweegens Billietten sal doen affigeeren, soo ende in diervoegen als sulx in den voorleedenen jaare is geschied.
Laatstelijk is seekere ‘s Comp:s slaaf gen:t Cornelis van Marij van Calmeronde uijt aanmerkinge dat hij het Sacrament des H: Doops heeft ontfangen, en daar en booven ook in de Needer duijtsche Taal seer wel is ervaaren, op sijn versoek uijt slavernije ontslaagen en in vrijdom gesteld, sijnde den slaaf die door denselven aan d’ E. Compagnie in sijn plaats aan gepresenteert word gen:t Paris van Macasser bij visitatie bevonden te weesen van de verEijschte bequaamheeden.
Aldus
Geresolveerd en de gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] Mij Present
[Signed:] O M Bergh E:g:Clercq
C. 126, pp. 278-279.¶
Dingsdag den {17480820} 20: aug:s 1748.
‘S voormiddags alle present behalven den heer Independent fiscaal Pieter Reede van oudshoorn.
Is op het voordraagen van den Eerw: Kerkenraad in ‘t Land van Waveren in steede van den overleedenen Jan Verbeek, niet alleen weeder tot voorleeser, maar ook teffens tot Schoolmeester en Coster met ƒ16: ter maand daar ginder aangesteld den persoon van Pieter de vos, denwelken egter alvoorens die resp: diensten komt waar te neemen, door voorm: kerkenraade naar de ordre sal moeten werden ge Examineert.
Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] Mij Present O M Bergh E:g:Clercq
C. 126, pp. 280-288.¶
Dingsdag den {17480827} 27: augustus 1748.
‘S voormiddags alle present, uijtgenoomen den heer Hoofd administrateur Rijk Tulbagh, mitsgrs: de heeren van Oudshoorn en Alleman.
Tot suijveringe van ‘s Comp:s pakhuijsen, is verstaan dat deese en geene onbequaame goederen, daar inne gevonden; alle vermeld staande op de onderstaande Notitie; met den eersten sullen verkogt worden, uijtgenoomen de Snaphaanen; die men volgens ordre na het vaderland sal oversenden; ondertusschen dat de bij dat schriftuur geannoteerde goederen van het verongelukte Schip rijgersdaal , meede geborgen, bij de negotie boeken deeses gouvernements sullen moeten worden ingenoomen, Luijdende gemelde notitie aldus.
‘Memorie van de nabesz: Harpuijs, roedt azijn &:a als er van ‘t verongelukte Schip Rijgersdaal is koomen op te spoelen als meede de deekens halve, heele Leggers, Snaphaanen, vijlen, Steekbeckens Siften, Clisteerspuijten en ijsere Pot geduurende dit boek-Jaar ofte seedert primo Septb: a:o pass:o tot ultimo deeser bij diversse administrateurs onbequaam en onbruijckbaar geworden gelijk te sien is bij de verclaaringen van gecommitteerdens hier annex, Namentlijk.’
‘
Van 't verongelukte Schip Rijgersdaal | |||
Inneemen { | 1 3/4 | vaten harpuijs weegende 1136 lb | |
1 | d:o roedt d:o 301 d:o | ||
1 | p:s Schuijt | ||
- 1/2 | Legger azijn bij welkers pijling 10 d:m wan inhoudende 108 Cann: | ||
In 't Negotie Pakhuijs | |||
Verkoopen { | 2 | p:s Souratse deekens door de rotten beschadigt | |
In 't Dispens | |||
Verkoopen { | 13 | d:o halve Leggers onbequaam | |
In de Wijnkelder | |||
Verkoopen { | 40 | p:s heele Leggers onbequaam | |
Op de Wapenkamer | |||
Na het vaderland te senden { | 8 | p:s Snaphaanen | }onbequaam |
Verkoopen { | 17 | d:o vijlen in soort | |
In 't Hospitaal | |||
Verkoopen { | 10 | d:o Tinne Steeckbeckensonbequaam | |
7 | d:o Siften | ||
5 | d:o Clisteerspuijten | ||
1 | d:o ijsere pot |
Van 't verongelukte Schip Rijgersdaal | |||
Inneemen { | 1 3/4 | vaten harpuijs weegende 1136 lb | |
1 | d:o roedt d:o 301 d:o | ||
1 | p:s Schuijt | ||
- 1/2 | Legger azijn bij welkers pijling 10 d:m wan inhoudende 108 Cann: | ||
In 't Negotie Pakhuijs | |||
Verkoopen { | 2 | p:s Souratse deekens door de rotten beschadigt | |
In 't Dispens | |||
Verkoopen { | 13 | d:o halve Leggers onbequaam | |
In de Wijnkelder | |||
Verkoopen { | 40 | p:s heele Leggers onbequaam | |
Op de Wapenkamer | |||
Na het vaderland te senden { | 8 | p:s Snaphaanen | }onbequaam |
Verkoopen { | 17 | d:o vijlen in soort | |
In 't Hospitaal | |||
Verkoopen { | 10 | d:o Tinne Steeckbeckensonbequaam | |
7 | d:o Siften | ||
5 | d:o Clisteerspuijten | ||
1 | d:o ijsere pot |
’/:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de goede Hoop 27: aug:s 1748 /:was geteekent:) R: Tulbagh.’
Voorts is op de in Schriptis gedaane klagten bij de overheeden van het ter deeser rheede Leggende na Schip d’ Anna , weegens de gepleegde brutaliteijten binnen boord, door den onderstuurman Huijbert De Zee, best gedagt dat tot voorkominge van verdere moeijlijkheeden op dien boodem geduurende de voijagie, dien stuurman daar van sal afgenomen en hier aangehouden worden tot nadere geleegentheijd.
Naar resumptie van seekere req: en de daar bij gehoorende bijlaagen, door eene mangis en Elisabeth van de Caab in de volgende bewoordinge gepresenteert:
Aan den wel Edelen gestr: heere Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van Neederlands India, mitsgrs: gouverneur van Cabo de goede hoop en den Ressorte van dien &. &. beneevens den E. Agtb: Raad van politie.
‘Wel Edele gestr: Heer en E. Agtb:re Heeren’
‘Geeven met de uijtterste Eerbied en onderdanigheijd tekennen, Mangis en Elisabeth van de Caab, beijde geweesene Leijf-eijgenen van wijlen Juff:r Anna Schalkwijk, wed: Brommert; hoe sij Supp:ltn door hun Lieder moeder Magdalena van Batavia van derselver eevengem: Lijfvrouwe voor een sekere Somma van Penn: vrijgekogt sijnd, door deselve vervolgens in dato 21: october 1740 blijkens, het deesen geannexeerde onderhands geschrift, geëmancipeert en uijt slaafse dienstbaarheijd sijn ontslaagen geworden, sonder daar toe egter, uijt hoofde van haare swaare siekte en daar op gevolgde dood, de nodige qualificatie van Uwe Wel Edele gestr: en E. Agtb: te hebben kunnen suppliceeren; weshalven de Supp:ltn sig thans in alle ootmoed sijn keerende tot Uwe Wel Edele gestr: en E. Agtb: met nederige beede, dat uwe wel Edele gestr: en E: agtb: van die goedheijd gelieven te sijn, gedagte emancipatie te approbeeren, en aan hun Supp:ltn daar van te verleenen sodanig een vrijbrieff als Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: naar derselver hoog wijs oordeel sullen vinden te behooren /:onderstond:) ‘T Welk doende’
‘Ik ondergeschreven magdalena van Batavia stelle huijden op den 21: octob:r in presentie volgens ordre van seven getuijge mijn twee Slaaf als namentlijk’
‘Mangis van d’ Caab, en’
‘Elisabeth van de Caab.’
‘in presentie van die Seeven getuijge te verlossen en op vreij voet te stellen, ten enemaal uijt slaafse dienstbaarheijd ontslaan. Tot bevestinge der waarheijd heb ik dit met eigen hand ondertijkend X /:daar omme stond:) dit is het merktijken van Magdalena van Batavia /:Lager:/ als getuijgen /:en geteekent:/ Nicolaas van der motten, guiliam overholster, Martinus Wessel X /:omme stond:/ Cornelis gosen, gert Schalkwijk, Johannes Karstens, Elias thomase /:in margine:) Cabo den 21: october 1740.’
Is den Secretaris deeses Raads d’ E: Josephus de grandpreez. gequalificeert, om aan deselve de versogte vrijbrieven te verleenen, mits dat deselve borgen koomen te stellen, dat se binnen den tijd van thien Jaaren, ten Laste van de diaconije alhier niet sullen koomen te vervallen; onder welke Conditie meede is toegestaan aan den burger Isacq Sultania, in vrijheijd te moogen stellen een sijner Slavinne genaamt Eva van de Caab.
Uijt aanmerkinge van het Ergerlijk en Schandelijk gedrag van den adsistent Sijbrand Krul, en desselfs nalatigheijd in het waarnemen van sijnen dienst, is den selven van ampt, qualiteijt, en gagie gedeporteert om in diervoegen Scheeps dienst doende van hier na het vaderland versonden te worden.
Sijnde Laatstelijk om deselfde reedenen, ook tot Soldaat @ ƒ9:- ter maand, gedegradeert, den Corporaal Julius Johan Belisee.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 289-291.¶
Saturdag den {17480831} 31: aug:s 1748
‘S voormiddags alle present, behalven d’ heeren, RijkTulbagh en Rudolph Sigfried Alleman
Naar behoorlijk Clocke geklep en uijtroeping van den Boode, op heeden getreeden sijnde, tot de Publicque verpagting van de gemeene middelen en inkomsten deeses gouvernements, agtervolgens de diesweegens geaffigeerde Billietten, soo sijn deselve door de volgende persoonen voor sodanige prijsen ingemeijnd geworden, als hier onder staat uijtgedrukt te weeten.
't Moutbier | ||
de Wed: hans Jurgen honk | ƒ850: | |
Brandewijnen | ||
1 quart Michiel Pentz: | ƒ1625: | |
2 d:o Jan Jurgen Schreuder | d:o 2600: | |
3 d:o Bernard Deele | d:o 1450: | |
4 d:o Jochem daniel hiebenaar | d:o 1050: | d:o 6725: |
Vaderlandse bieren en wijnen | ||
Michiel Pentz: | d:o 1800: | |
Caabse Coele Wijnen | ||
1 quart Jochem daniel hubenaar | ƒ4300: | |
2 d:o Jan Jurgen Schreuder | d:o 4100: | |
3 d:o Jan holst | d:o 4025: | |
4 d:o Johannes Albertus Munnik | d:o 4350: | |
ƒ16775: | ||
Welke Laatstgen: vier perceelen van de pagt der Caabse Coele Wijnen, vervolgens naar den inhoude der pagt Conditien in een generaale massa weeder opgeveijld en afgeslaagen weesende, sijn deselve ingemeijnd geworden, bij den burger Jan Holst, sulx hij generalen pagter der voorseijde Weijnen is gebleeven voor een Somma van | d:o 19900: | |
Caabse Wijnen enz: aan 't Ronde bosje en Baaij fals . | ||
Jochem Ernst Wibner | d:o 975: | |
Coele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn | ||
Bartholomeus Zaijman | d:o 150: | |
Dus het geheele bedraagen der pagtpenn: is | ƒ30400: |
't Moutbier | ||
de Wed: hans Jurgen honk | ƒ850: | |
Brandewijnen | ||
1 quart Michiel Pentz: | ƒ1625: | |
2 d:o Jan Jurgen Schreuder | d:o 2600: | |
3 d:o Bernard Deele | d:o 1450: | |
4 d:o Jochem daniel hiebenaar | d:o 1050: | d:o 6725: |
Vaderlandse bieren en wijnen | ||
Michiel Pentz: | d:o 1800: | |
Caabse Coele Wijnen | ||
1 quart Jochem daniel hubenaar | ƒ4300: | |
2 d:o Jan Jurgen Schreuder | d:o 4100: | |
3 d:o Jan holst | d:o 4025: | |
4 d:o Johannes Albertus Munnik | d:o 4350: | |
ƒ16775: | ||
Welke Laatstgen: vier perceelen van de pagt der Caabse Coele Wijnen, vervolgens naar den inhoude der pagt Conditien in een generaale massa weeder opgeveijld en afgeslaagen weesende, sijn deselve ingemeijnd geworden, bij den burger Jan Holst, sulx hij generalen pagter der voorseijde Weijnen is gebleeven voor een Somma van | d:o 19900: | |
Caabse Wijnen enz: aan 't Ronde bosje en Baaij fals . | ||
Jochem Ernst Wibner | d:o 975: | |
Coele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn | ||
Bartholomeus Zaijman | d:o 150: | |
Dus het geheele bedraagen der pagtpenn: is | ƒ30400: |
Aldus Gedaan en uijtgevoert In ‘t Casteel de goede hoop, Ten daage en Jaare Voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P Reede van Oudshoorn N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] Mij Present O M Bergh E:g:Clercq
C. 126, pp. 292-308.¶
Dingsdag den {17480903} 3: September 1748.
’s voormiddags alle present, uijtgenoomen den heer Secunde Rijk Tulbagh bij indispositie.
Sijn heeden door den heer gouverneur in raade vertoont en vervolgens geleesen, vijf wisselbrieven, door haar Hoog Edelens tot Batavia op de regeringe alhier getrocken, en verleent ten voordeele van vrouwe Constantia Helena Ten Damme, wed: wijlen den Wel Edelen Groot Agtb: heer Raad ordinaris Maurits van Aarden; Luijdende deselve als volgt.
‘Eerste Wisselbrieff’
‘Den heer raad Extra ordinair van Nederlands indien Hendrik Swellengrebel, gouverneur en Directeur, beneevens den Raad aan Cabo de goede hoop.’
‘Werden geordonneerd te doen betalen op deesen eersten Wisselbrieff den tweeden onvoldaan sijnde, aan de met het Schip Overschie na Cabo de goede Hoop te vertreckene staande vrouwe Constantia Helena weduwe wijlen den Raad ordinair van Nederlands Indiën De Heer Maurits van Aerden, ordre off erven, de Somma van Negenthien duijsend vier hondert vijf en negentigh guldens en Agt Stuijvers, tot 40 grooten ider gulden, als sijnde alhier aan het Comptoir generaal behoorlijk goed gedaan en door haar Edele selfs onder meerder in ‘s Compagnies Cassa geteld, in vijff duijsend, vier hondert vijfthien en vijff derthiende stuks, goede, wigtige, nederlandse dukatons, @ 72. swaare stuijvers ider, om aldaar in bovengemelte bedraagen van Negenthien Duijsend vier hondert vijff en negentig guldens en Agt Stuijvers, ofte de waarde van dien, weeder uijtgekeerd en voldaan, dan wel bij benoodigtheijd met de gewoone Interesse van vier per-cento in ‘t Jaar, ingaande met primo September des jaars 1748. bij d’ E. Compagnie @ deposito aangenoomen en verantwoorde te werden /:onderstond:) Batavia In ‘t Casteel den 20: october A:o 1747 /:was geteekent:) G.W. van Imhoff /:in margine:) de voorschreevene goede, wigtige, nederlandse dukatons, zijn bij mij, als Cassier op den 13: october anno 1747. ontfangen Dato als boven /:en geteekent:/ A: Abeleven /:Lager:) voor het opmaaken deses /:getekent:) E: C: Lanius.’
‘Eerste Wisselbrieff’
‘Den heer raad Extra ordinair van Nederlands indiën Hendrik Swellengrebel, gouverneur en Directeur beneevens den Raad aan Cabo de goede hoop.’
‘werden geordonneerd te doen betalen, op deesen Eersten wissel-brieff den tweeden onvoldaan sijnde, aan de met het Schip Overschie na Cabo de goede hoop te vertreckene staande vrouwe Constantia Helena Ten Damme, weduwe wijlen den Raad ordinair van nederlands Indiën de heer Maurits van Aerden, ordre off erven, de somma van ses en dertig duijsend guldens, tot 40 grooten ider, als sijnde alhier aan het Comptoir generaal behoorlijk goed gedaan, en door haar selfs, onder meerder, in ‘s Compagnies Cassa geteld, in Thien duijsend Stuks, goede, wigtige, nederlandse dukatons, à 72. swaare stuijvers ieder, om aldaar in bovengemelte bedraagen van Ses en Dertig duijssend guldens, ofte de waarde van dien, weeder uijtgekeerd en voldaan, dan wel bij benoodigtheijd met de gewoone Intresse van vier percento in ‘t Jaar, ingaande met primo September des jaars 1748. bij d’ E. Compagnie @ deposito aangenoomen en verantwoord te werden /:onderstond:) Batavia In ‘t Casteel den 20: october A:o 1747 /:was geteekent:) G.W. van Imhoff /:in margine:) de voorschreevene goede, wigtige, nederlandse dukatons, zijn bij mij, als Cassier op den 13: october anno 1748 ontfangen Dato als boven /:geteekent:/ A:ham Abeleven /:Lager:) voor het opmaaken deeses /:nog getekent:) E: C: Lanius.’
‘Eerste Wisselbrieff’
‘Den Heer raad Extra ordinair van Nederlands indien Hendrik Swellengrebel gouverneur en Directeur beneevens den Raad aan Cabo de goede hoop.’
‘Werden geordonneerd te doen betaalen, op deesen eersten Wisselbrieff den tweeden onvoldaan sijnde, aan de met ‘t Schip Overschie na Cabo de goede hoop te vertrecken staande vrouwe Constantia Helena Ten Damme weduwe wijlen den heer raad ordinair van nederlands indien Maurits van aerden, ordre off erven, de Somma van Drie en Twintig duijsend agt hondert Twee en Vyftig guldens en agt Stuijvers, tot 40 grooten ider gulden, die voortkoomen uijt Drie en veertig duijsent Twee hondert Ses en Sestig en vijff agtste rijxdaalders: van 48 swaare stuijvers ider, sijnde onder meerdere het Capitaal en daar op in rade van indien Sub dato 22: augustus A:o 1747. geaccordeerde Een percento intrest, dat door d’ E. Compagnie van haar Edele selfs geaccepteerd, en soo op het Comptoir generaal als andersints overgeschreeven, en goed gedaan, waar van drie stuks wissel brieven geformeerd en verleend sijn, omme aldaar Conform dies inhoud voldaan en bij dies benoodigtheijd teegens de gewoone renten van vier p:r Cento ingaande van primo September anno 1748. bij d’ E. Compagnie aangenoomen en verantwoord te werden /:onderstond:) Batavia In ‘t Casteel den 20: october 1747 /:was geteekent:) G.W. van Imhoff /:in margine:) de overschrijving op ‘t Comptoir generaal onder meerder van Rd:s 39938:24. mitsgrs: de Liquidatie van rix:s 3328:6. ten faveure der reekening van winst op silvere ducatons, geteld op wissel soo na neederland als Cabo de goede hoop, sijn door mij, als Negotie boekhouder op den 16: october A:o 1747 volbragt Dato als boven /:geteekent:/ A: de neijs /:Lager:) voor het opmaaken deeses /:nog geteekent:) E: C: Lanius.’
‘Eerste Wisselbrief’
‘Den Heer Raad Extra ordinair van Nederlands Indien Hendrik Swellengrebel Gouverneur en Directeur benevens den Raad aan Cabo de Goede Hoop.’
‘Werden geordonneerd te doen betalen, op deesen eersten wisselbrieff den tweeden onvoldaan sijnde, aan de met ‘t Schip Overschie na Cabo de goede hoop te vertreckene staande vrouwe Constantia Helena Ten damme weduwe wijlen den heer raad ordinair van neederlands indien Maurits van Aerden ordre of erven, de Somma van Ses en dertig duijsent guldens tot 40. grooten ider, die voortkoomen uijt drie en veertig duijsent, Twee hondert ses en Sestig en vijf agtste rijxd:s van 48: swaare stuijvers ider, sijnde onder meerder het Capitaal en daar op in raade van indien sub dato 22: augustus a:o 1747 geaccordeerde Een percento intrest, dat door d’ E: Compagnie van haar Edele selfs geaccepteerd en soo op het Comptoir generaal als andersints overgeschreeven en goed gedaan, waar van drie Stuks wissel brieven geformeerd en verleend sijn, omme aldaar Conform dies inhoud voldaan, en bij dies benoodigtheijd teegens de gewoone renten van vier percento ingaande van primo Septemb:r anno 1748. bij d’ E. Compagnie aangenoomen en verandwoord te werden /:onderstond:) Batavia In ‘t Casteel den [ … ] /:was geteekent:/ G:W: van Imhoff /:in margine:) de overschrijving op ‘t Comptoir generaal onder meerder van rix:s 39938:24 mitsgrs: de Liquidatie van Rix:s 3328:6 ten faveure der reekening van winst op Silvere ducatons, geteld op Wissel soo na nederland als Cabo de goede hoop, sijn door mij, als negotie boekhouder op den 16: october a:o 1747. volbragt Dato als booven /:geteekent) A: de Neijs /:Lager:) voor het opmaaken deses /:en geteekent:) E: C. Lanius.’
‘Eerste Wisselbrieff’
‘Den Heer raad Extra ordinair van neederLands indien Hendrik Swellengrebel gouverneur en Directeur beneevens den raad aan Cabo de goede hoop.’
‘Werden geordonneerd ten doen betalen, op deesen eersten Wisselbrieff, den Tweeden onvoldaan sijnde, aan de met ‘t Schip Overschie na Cabo de goede hoop te vertrecken staande vrouwe Constantia Helena Ten Damme weduwe wijlen den heer raad ordinair van neederlands indien Maurits van Aerden, ordre off erven, de Somma van Ses en Dertig duijsent guldens tot 40: grooten ider, die voorkoomen uijt drie en veertig duijsent Twee hondert Ses en ‘t Sestig en vijf agtste rijxd:s, van 48: swaare stuijvers ider, sijnde onder meerder het Capitaal en daar op in raade van indien Sub dato 22: aug:s a:o 1747 geaccordeerd Een percento intrest, dat door d’ E. Compagnie van haar Edele selfs geaccepteerd en soo op het comptoir generaal, als andersints overgeschreeven en goed gedaan, waarvan drie stuks wissel brieven geformeerd en verleend sijn, omme aldaar Conform dies inhoud voldaan en bij dies benodigtheijd teegens de gewoone renten van vier percento ingaande van primo September anno 1748. bij d’ E. Compagnie aangenoomen en verantwoord te werden /:onderstond:) Batavia In ‘t Casteel den [ … ] /:was geteekent:) G:W: van Imhoff /:in margine:) de overschrijving op ‘t Comptoir generaal onder meerder van rix:s 39938:24. mitsgrs: de Liquidatie van rix:s 3328:6 ten faveure der reekening van winst op Silvere ducatons, geteld op wissel soo na neederland als Cabo de goede hoop, sijn door mij als negotie boekhouder op den 16: october a:o 1747 volbragt Dato als booven /:geteekent:) A: de neijs /:Lager:) voor het opmaken deeses /:en geteekent:) E:C: Lanius.’
Maar gemerkt thans in ‘s Comp:s Cassa alhier, niet meerder als omtrent een Hondert duijsend rijxd:s in voorraad word gevonden, en dat het grootste gedeelte van dien word benoodigt om te betaalen, soo de wijnen die nu aan d’ E.Comp: worden geleevert, als de graanen en peul vrugten die in het vervolg staan aangebragt te worden; heeft men hierom moeten besluijten dat in gevolge het aan deesen raad hier toe verleende qualificatie, bij voormelde wisselbrieven; aan Wel opgemelde mevrouw De Wed:e van Aerden; van het gantsche Capitaal dier wisselbrieven, bedraagende te saamen ƒ151347:16: hollands-geld; Jaarlijkx een Intrest van 4. ten hondert sal worden betaalt; ingaande met den eersten deeser maand September en voort loopende tot de afbetaaling van het Capitaal toe.
Op het gedaane versoek door den Cock in ‘s E.Comp:s Slaave Logie Frans Jurgen, dat dewijl desselfs geweesene huijsvrouw Anna Boekstal herwaarts uijt het vaderland koomende, met het Schip Rijgersdaal is verongelukt, de maandcedulle van drie maanden gagie, die hij in Europa ten haaren voordeele heeft gepasseert, alhier mogt worden geroijeert; is verstaan sulx in diervoegen te laaten geschieden, en dat hier van pligtschuldig kennisse sal worden gegeeven aan de Heeren Bewinthebberen ter Camer Amsterdam daar hij frans Jurgen voor is uijtgekoomen.
Is aan den burger Hendrik Heijns hierom versoek doende, in eijgendom gegeeven een Stuk thuijn-Land, aan desselfs oude Land en plaats gen: rouwkoop annex geleegen; groot in sijnen grond drie morgen en 109 quad:t roeden, het welk hij al van den Jaare 1732 in Erfpagt heeft gehad; mits verpligt blijvende Jaarlijx aan de E. Comp:s te betaalen gelijk tot nu toe is geschied, de daar op staande belasting van ses rijxd:s.
Sijnde voorts aan Maria Blankenberg wed:e wijlen den Burgerraad Johannes Carolus de Weth; in steede van seekere plaats off hofsteede in de tijgerbergen gelegen; dewelke aan hem De Weth bij raads besluijt van den 24: novemb: 1744. in eijgendom gegeven geworden sijnde, in erkentenisse den diensten door denselven aan d’ E.Comp: beweesen, door hen De Weth naderhand om redenen vermelt bij Resolutie van den 21: Julij des voorledenen Jaars, heeft moeten verlaaten worden; weder in Eijgendom gegeeven een ander Stuk Land off plaats ter groote van 60 morgen, geleegen in de verre gelegene districten, aan de Rietkuijl gen:t Swellengift .
Laatstelijk is nog verstaan, dat de gagie van den geweesenen bootsman op het retour Schip ‘t huijs ten Duijne Jan de vries; ter saake dat denselven het Jongst van hier vertrockene na Schip Anna , waar op hij ter voortsettinge van sijne reijse was geplaatst geworden, heeft laaten ontvaaren, sullen worden afgeschreeven, en niet weeder ingaan voor dat van hier komt te vertrecken.
Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 309-320.¶
Dingsdag den {17480910} 10: September 1748.
’s voormiddags, present den heer gouverneur Hendrik Swellengrebel en alle de Leeden, uijtgenoomen den heer Secunde Rijk Tulbagh bij indispositie.
Door den heer gouverneur vermits de indispositie van den heer hoofd administrateur in raade geproduceert geworden sijnde, de onderstaande versoek schriften, van den pakhuijsmeester, dispensier en keldermeester; alle ten deerende om te moogen genieten, de ordinaire Jaarlijxe afschrijvinghen, op de goederen door haar in het afgeweekene boekjaar verstrekt; is na overweeginge van Saaken; verstaan dat gemelde heer hoofd Administrateur sal sijn en blijven gequalificeert; om de minderheeden, in gedagte versoek schriften vermeld als niet excedeerende, bij de Negotie boeken deeses gouvernements behoorelijk te doen afschrijven, Luijdende die req:ten als volgt.
Aan den Wel Edelen gestr: heer Hendrik Swellengrebel raad Extra ordinaris van Neederlands India; mitsgrs: gouverneur van Cabo de goede hoop, en den resorte van dien, beneevens den E. achtb: raad van Politie deeses gouvernements.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E. E. Agtb:re Heeren’
‘Den ondergeteekenden Coopman en Pakhuijsmeester, versoekt seer eerbiedig, dat aan hem volgens gebruijk, mag werden toegestaan sodanige afschrijving te moogen genieten, als en geduurende ‘t Laatst afgeweekene boekjaar, op de hier onder gespecificeerde goederen, onvermijdelijk sijn ontstaan, te weeten’
‘
Cramerijen | ||
48 | lb alluijn op 904 lb | } Sijnde 5 p:r C:to soo door indroogen, verstuijven, versleepen den rotten en muijsen als het verstrecken bij 1 en 2 lb vermindert. |
19 | d:o Lijm d:o 391 d:o | |
46 | d:o Steijssel d:o 902 d:o | |
Ijser | ||
2815 | lb gesorteert op 187688 lb, soo door inroesten als verstrecken bij 100 en 50 lb vermindert, sijnde 1 1/2 p:r c:to | |
Speijkers | ||
1859 | lb gesorteerde ijsere, op 123972 lb door inroesten en uijtweegen bij kleijne parthijen van 1 en 2 lb. vermindert @ 1 1/2 p:r C:to | |
Verwen | ||
23 | lb grove op 768 lb @ 3 p:r C:to door indroogen en uijtweegen bij klijne parthijen van 1 en 2 lb vermindert. | |
Taback | ||
1861 | lb op 62043 lb door indroogen en uijtweegen van 1 en 2. lb vermindert, sijnde 3 p:r C:to | |
Specerijen | ||
8 3/4 | lb Noten op 175 lb. | } @ 5 p:r C:to meede door indroogen en verstrecken bij 1 tot 1/4 lb vermindert. |
8 3/4 | d:o nagelen d:o 177 d:o | |
8 3/4 | d:o Foelij d:o 180 d:o | |
9 | d:o Caneel d:o 184 d:o | |
Coffij boonen | ||
1300 | lb op 26000 lb insgelijx door indroogen en uijt weegen bij 1 en 2 lb vermindert sijnde meede 5: p:r C:to. |
Cramerijen | ||
48 | lb alluijn op 904 lb | } Sijnde 5 p:r C:to soo door indroogen, verstuijven, versleepen den rotten en muijsen als het verstrecken bij 1 en 2 lb vermindert. |
19 | d:o Lijm d:o 391 d:o | |
46 | d:o Steijssel d:o 902 d:o | |
Ijser | ||
2815 | lb gesorteert op 187688 lb, soo door inroesten als verstrecken bij 100 en 50 lb vermindert, sijnde 1 1/2 p:r c:to | |
Speijkers | ||
1859 | lb gesorteerde ijsere, op 123972 lb door inroesten en uijtweegen bij kleijne parthijen van 1 en 2 lb. vermindert @ 1 1/2 p:r C:to | |
Verwen | ||
23 | lb grove op 768 lb @ 3 p:r C:to door indroogen en uijtweegen bij klijne parthijen van 1 en 2 lb vermindert. | |
Taback | ||
1861 | lb op 62043 lb door indroogen en uijtweegen van 1 en 2. lb vermindert, sijnde 3 p:r C:to | |
Specerijen | ||
8 3/4 | lb Noten op 175 lb. | } @ 5 p:r C:to meede door indroogen en verstrecken bij 1 tot 1/4 lb vermindert. |
8 3/4 | d:o nagelen d:o 177 d:o | |
8 3/4 | d:o Foelij d:o 180 d:o | |
9 | d:o Caneel d:o 184 d:o | |
Coffij boonen | ||
1300 | lb op 26000 lb insgelijx door indroogen en uijt weegen bij 1 en 2 lb vermindert sijnde meede 5: p:r C:to. |
’/:onderstond:)’
‘Cabo de goede hoop ult:o aug:s 1748 /:was geteekend:) C:l Brand’
‘Den Wel Edelen gestr: Heer Hendrik Swellengrebel raad Extra ordinaris van Neederlands India en gouverneur van Cabo de goede hoop &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie, werd seer Eerbiedig versogt, dat aan den ondergetekenden dispencier mag werden toegestaan, de ordinaire afschrijving van de onderstaande goederen, dewelke door Spillagie, Leckagie, aanslaan der muuren als andersints onvermeijdelijk in een rond jaar sijn ontstaan; namentlijk.’
‘
165 3/4 | mud Tarw, als. | |
16 5/8 | mud boonen a 1 1/2 p:r C:to van 1112 mud: in 't verstrecken, uijtdroogen, uijtsleepen van rotten en muijsen vermindert. | |
26 3/8 | mud Erweeten @ 1 1/2 p:r C:to van 1766 mud in alles als vooren. | |
31 7/8 | mud garst @ 1 1/2 p:r C:to van 2127. mud: door Calanders en als boven. | |
8464 | lb rijst @ 3 p:r C:to van 282159 lb door 't uijteeten van de Calanders en uijtweegen bij veel kleijne quantiteijten. | |
801 | lb hardbrood @ 1 1/2 p:r C:to van 80136 lb door 't uijteeten van kakkerlakken, rotten en muijsen als uijtweegen vermindert. | |
Zuijker over als volgt | ||
385 | lb Swarte @ 5 p:r C:to van 7715 lb | } Door Spillagie, lekkagie, uijtsleepen der rotten en muijsen en uijtweegen bij kleijne parthijen |
359 | d:o Witte d:o 2 d:o d:o 17988 d:o | |
39 | d:o Candij d:o 1 1/2 d:o 2650 d:o | |
6 | lb hop @ 1 p:r C:to van 600 lb door 't uijtdroogen 't versleepen van rotten, en uijtweegen bij kleijne Parthijen. | |
43 1/2 | lb peeper @ 1 1/2 p:r C:to van 2885 lb, door 't verstuijven en uijtweegen bij kleijne quantiteijten. | |
64 | lb wax @ 5 p:r C:to van 1286 lb door 't vermeijten en uijtweegen vermindert. | |
16 | lb wax Caarsen @ 1 p:r C:to van 1643 lb in alles als booven | |
1309 | lb Zeep @ 3 p:r C:to van 43639 lb. door 't vermeijten uijtdroogen en uijtweegen verminderd. |
165 3/4 | mud Tarw, als. | |
16 5/8 | mud boonen a 1 1/2 p:r C:to van 1112 mud: in 't verstrecken, uijtdroogen, uijtsleepen van rotten en muijsen vermindert. | |
26 3/8 | mud Erweeten @ 1 1/2 p:r C:to van 1766 mud in alles als vooren. | |
31 7/8 | mud garst @ 1 1/2 p:r C:to van 2127. mud: door Calanders en als boven. | |
8464 | lb rijst @ 3 p:r C:to van 282159 lb door 't uijteeten van de Calanders en uijtweegen bij veel kleijne quantiteijten. | |
801 | lb hardbrood @ 1 1/2 p:r C:to van 80136 lb door 't uijteeten van kakkerlakken, rotten en muijsen als uijtweegen vermindert. | |
Zuijker over als volgt | ||
385 | lb Swarte @ 5 p:r C:to van 7715 lb | } Door Spillagie, lekkagie, uijtsleepen der rotten en muijsen en uijtweegen bij kleijne parthijen |
359 | d:o Witte d:o 2 d:o d:o 17988 d:o | |
39 | d:o Candij d:o 1 1/2 d:o 2650 d:o | |
6 | lb hop @ 1 p:r C:to van 600 lb door 't uijtdroogen 't versleepen van rotten, en uijtweegen bij kleijne Parthijen. | |
43 1/2 | lb peeper @ 1 1/2 p:r C:to van 2885 lb, door 't verstuijven en uijtweegen bij kleijne quantiteijten. | |
64 | lb wax @ 5 p:r C:to van 1286 lb door 't vermeijten en uijtweegen vermindert. | |
16 | lb wax Caarsen @ 1 p:r C:to van 1643 lb in alles als booven | |
1309 | lb Zeep @ 3 p:r C:to van 43639 lb. door 't vermeijten uijtdroogen en uijtweegen verminderd. |
’/:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de goede hoop ult:o aug:s 1748 /:was getekend:) N:s heijningh.’
Aan den Wel Edelen gestr: heere Hendrik Swellengrebel raad Extra ordinaris van Neederlands India, mitsgrs: gouverneur van Cabo de goede hoop &:a &:a beneevens den E. E. Agtb:re politicquen raad.
‘Wel Edele gestr: Heer en E. E: Agtbare Heeren’
‘Uwe wel Edele gestr: en E: E: Agtb: werd door den ondergeteekenden keldermeester seer eerbiedig versogt, dat hem de ordinaire afschrijving op de Caabse wijnen /:door het oversteeken en opvullen vermindert:) onder Ult:mo aug:s Laatsleeden voor een jaar mag valideeren, bedragende 15912. kannen, op 1248 Leggers, sijnde Een Legger van de Twee en Dertigh P:s’
’/:onderstond:)’
‘In ‘t Casteel de goede hoop den 3. Sept: 1748 /:was geteekent:) J:n Raack.’
Terwijl wijders op het hier toe gedaane versoek bij den Curator ad Lites David d’ Aillij , nog sijn aangenoomen en goed gekeurt, de geslootene boedel reecq: van sodanige nalatenschappen als van deese en geene afgestorvene ‘s Comp:s dienaaren, in het gepasseerde boek-jaar onder desselfs administratie sijn gekoomen; weesende deselve boedel reeckeningen, uijtwijsens de verleende verclaaring bij de gecommitt:s tot Examinatie derselve gestelt, met de Inventarissen dier nalatenschappen en Coop-Cedullen accordeerend bevonden.
In steede van den overleedene Cap:t Luijtenant op het ter deeser rheede vertoevende uijtkoomend Schip Leckerland , Willem van Westreenen, is daar op als Schipper weeder aangestelt den daar meede uijtgekoomene Luijtenant en opperstuurman Pieter Schoeneman; denwelke men als opperstuurman hebbende doen opvolgen door den derdewaak van dien bodem Jan roelofsz: van Carelskroon; is voorts den onderstuurman matthijs de Witt op het Schip d’ Eendragt bescheijden, gevordert tot opperstuurman in plaatse van den daar op overleedene dirk Nieuwblom; deesen Laatsten met halveeringe van gagie tot ƒ40: ‘Smaands; ondertusschen dat de twee Eerstgemelde de gagien tot haare respective bedieningen staand, soo wel als de Confirmatie van deese haare bevorderinge alhier sullen moeten versoeken van de heeren van de hooge Indiaasse regeeringe; en sal ten Laatsten gedagte Schip Leckerland , met dies inhebbende Laading, Contanten ensz: navolgens de ordre der E. Comp:, door gecommitteerde Zeeluijden aan meermaalsgen: schipper Pieter Schoeneman overgegeeven worden.
Vermits het overleijden van den Landdrost Pieter Lourensz:, is weeder tot Land-drost van Stellenbosch en drakensteijn bevordert den geswooren Clercq ter Secretarije van Justitie, Adriaan van Schoor met de rang als ondercoopman, als wordende daar toe seer bequaam geoordeelt, en in vertrouwen dat hij dat ampt gelijk het behoort sal koomen waar te neemen.
Ter vervullinge der opengevallene plaatsen onder de Comp: pennisten alhier, sijn daar onder de volgende advancementen gedaan, als den Vaandrig Jan raack tot Luijtenant, tot vaandrig der Sergiant Alexander Coel. Weeder tot Sergiant den Corporaal Steven ten Holder, en Eijndelijk tot Corp:l hend:k Oostwald Eksteen.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R S Allemann N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 321-324.¶
Dingsdagh den {17480917} 17: September 1748.
‘S voormiddags alle present uijtgenomen den Heer Secunde Rijk Tulbagh bij indispositie.
Uijt het genomineerde dubbelt getal bij d’ E: E: weesmeesteren alhier; is in steede van dien gewordene Landdrost van Stellenbosch en drakensteijn Adriaan van Schoor, en voor so lang als den selven nog dienst moest doen; weeder tot weesmeester aangestelt den boekhouder en Eersten geswooren Clercq ter politicque Secretarije alhier Oloff Martini Bergh.
So als wijders in plaatse van gedagte Adriaan van Schoor; nog tot geswooren Clercq ter deeser Secretarije van Justitie is bevordert, den adsistent Christiaan Ludolff Neeteling met de qualitijt van Boekhouder en ƒ30: ter maand onder een nieuw drie jaarig verband na het eijndigen van Sijn loopend Cours neemende.
Vermits de Eerw: Predicanten Petrus van der Spuij hier aan de Caab dienst doende en Arnoldus Mauritius Meiring in het Land van Waveren bescheijden in het waarnemen haarer bedieningen veel genoegen komen te geven, sijn deselve hier om volgens gebruijk in gagie verbeetert tot ƒ120. maandelijx onder hun Lopend verband.
Dagelijx van de menschen in de Tijgerbergen , de tijgervallij en daarom streex woonagtig, klagten inkomende dat de waagens dewelke van buijten herwaarts opkomen en ook van hier vertrecken bij en op haare plaatsen niet alleen worden uijtgespannen, maar ook dat men dier trekbeesten op haare Landereijen laat loopen wijden; waar door het daarop gezaeijde vertreeden en vernielt word, so is om daar omtrent soo veel mogelijk is te voorsien, verstaan dat aan alle ende een ijgelijk sonder onderscheijd by affixie van Billietten; sulx op het Scherpste sal worden verboden, op een boete van vijftig Rijxd:s voor de geene die hiertegens sullen komen aan te gaan, en vergoeding daar en boven der Schadens die door het vee uijt het Juk gelaaten off andersints sal veroorsaakt worden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 325-332.¶
Donderdag den {17480926} 26:e September 1748:
‘Svoormiddags alle present, uijtgenomen den Heer Independ:t fiscaal Pieter rheede van oudshoorn mitsg:s den E: Coopman en Winkelier Cornelis Eelders bij Indispositie.
Is heeden in raade geleesen seekere missive door den Landdrost en Burger officieren in het district Swellendam , onder den 16: deeser maand September, in de volgende bewoordingen herwaarts geschreven. Als.
‘Cabo de goede Hoop’
Aan den wel Edelen gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extra-ordinaris van Nederlands India Gouverneur in Loco en den Ressorte van dien &:a &:a benevens den E: Agtbaaren Raad van politie aldaar
‘Wel Edele Gestr: Heer & E: Agtb:re Heeren’
‘Wij vinden ons verpligt uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: door deesen, met verschuldigde onderdanigheijd ter kennisse te brengen, hoedat op heeden voor de onderget:dens uijtmaakende het Collegie van Land-drost en Chreijgs officieren, deeser districten, een gedeelte deeser Ingeseetenen verscheenen Zijn dewelke uijt naam van het gantsche Corps der Collonie, haar beklag quamen te doen over het volgende.’
‘Dat veele van haar genoodsaakt waren, wanneer Zijl:den volgens de ge Eerde ordres gecommandeert wierden, om een maand aan Cabo de wagt te moeten doen, haar veeplaatsen onder het opsigt van haare vrouwen en kinderen, off bij mancquement van dien, aan een a twee hottentotten /:bij gebrek van Lijffeijgenen:/ moeten laaten staan’
‘Dat bij derselver te rug komst, tot haare overgroote schaade, niet alleen quaam te blijken, dat het Coorn ‘t geen zijl:den Zaaijen, om brood te hebben, door het vee was vernield, maar ook daar en boven een quantiteijd Schaapen en beesten, door voorseijde Hottentotten waaren verlooren, en sij vee wagters, uijt vrees voor verdiende Straffe de vlugt naamen, Laatende het overige vee ten proije van het wilde gedierte, in het veld weijden.’
‘Dat door sulke ongelukken, het totaale ruine van het meerengedeelte deeser Ingeseetenen voor de deur was, wordende door armoede buijten staat gesteld, om de E. Comp:e voor het besitten haarer Leening plaatsen het fournissement op te brengen, de Collonie het regt van Schaapen en beesten geld te betaalen, en Eijndelijk haar huijshouding te kunnen staande houden. Om welke reedenen Zijl:den gesamentlijk versogten, dat wij uijt Consideratie van haaren bedroefden staad, een gunstig versoek aan Uwe Wel Edele gestr: &: E: Agtb: mogten doen, om van het houden der wagt om de geallequeerde oorsaake en vermits de verafgeleegentheijd te mogen zijn bevreijd.’
‘Waar over met aandagt geraadpleegt sijnde, heeft den Eerst onderget:de haar gesamentlijk voorgehouden, dat het haar Eed en pligt was, om goed en bloet tot bewaaring van onse dierbaare vrijheijd op te offeren, te meer dewijl ons waarde Vaderland thans in een bloedigen oorlog was ingewickeld, waar door men alhier niet bevreijd was, om van den vijand overrompeld te kunnen worden. Egter heeft men die menschen niet kunnen te vreeden stellen als onder belofte om aan Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: dit haar beklag voor oogen te stellen, in hoope en verwagting dat Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: omtrent deese ingeseetenen, na derselver hoog en wijs oordeel een goedgunstige Resolutie zullen neemen. Waarmeede wij Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: in de bewaaringe godes beveelen, terwijl wij onveranderlijk sijn en blijven /:onderstond:/ Wel Edele Gestr: Heer & E: Agtb: Heeren Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: onderdanige en gehoorsaame Dienaren /was geteekend:/ J.T. Rhenius, C:V: Roijen, E: E: Meijer, Carel Pieterse de Jaager /:Lager:/ Mij present /:geteekend:/ W: Bosman, Secretaris /:in marigine/ Swellendam den 16: Septemb:r 1748.’
Waar over met aandagt geraad gepleegt sijnde, is best gedagt, dat daar op ten antwoord sal worden gegeven, als; dat alhoewel het bij dien brieff gedaan wordende versoek, om de geallegueerde reedenen, Juijst gantsch niet onredelijk voorkomt, men egter uijt aanmerkinge dat het in het vaderland nog seer verwart uijtsiet, en dat de vrees voor een besoek der franssen alhier nog Continueerende, het algemeen en selfs het particulier belang deeser buijten Luijden over sulx vereijscht dat men steeds op sijn hoeden blijft, voor als nog, met geen mogelijkheijd dit hun versoek ten minsten in het geheel kan accordeeren; te meer om dat dit gedaan wordende, hier meede soude worden vernietigt, het hier over onder den 21: Maart 1741: met overleg der officieren der buijten districten genomene Resolutie, en men dus aan de aldaar woonende menschen tot beskerminge deeser landen niets meer in het vervolg soude hebben en sij lieden voor hun vaderland onnut worden; Edog dat so wanneer haar krijgsofficieren eenig bequaam middel wisten uijt te vinden; om deese Last van op haare beurt de wagt hier aan de Caab te komen houden dragelijker te kunnen maaken, sij Lieden ons het selve sullen kunnen voordraagen en Sig daar bij verseekert houden, dat wij haar in alles wat redelijk is gaarn sullen willen te gemoed komen, ondertusschen dat aan den anderen kant word vertrouwt dat Sijlieden bij alle voorvallende gelegentheeden, in betragtinge van hunnen Eed en pligt, haare uijtterste kragten in het werk sullen stellen ter defentie van dit Land en alles dat se het Liefste daar inne hebben, te weeten haare religie, vrouwen en kinderen.
Laatstelijk is op sijne hier toe gedaane versoek uijt den dienst der E. Comp: ontslaagen en in vrijdom gestelt den Boekhouder Petrus van der poel.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel De Goedehoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] R S Allemann N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 333-335.¶
Saturdag den {17480928} 28:e September 1748:
‘S voormiddags alle present uijtgenomen den Heer Independ:t fiscaal Pieter reede van oudshoorn, mitsgaders den E: Coopman en Winkelier Cornelis Eelders, beijde door Indispositie.
Met het op gisteren hier gearriveerde Engels Coning Schip Tartar , de aangenaame tijding aangebragt sijnde, datter een Stil Stand van waapenen is getroffen tusschen sijne Majesteijt den koning van Groot Brittanje en onsen staat ter eenre, mitsg:s de kroon van vrankrijk ter andere Zeijde; so is om de goede Ingesetenen der buijten districten, omtrent de hun opleggende Last ten reguarde van deesen oorlog; hoe eerder hoe liever te kunnen verligten, goed gedagt, dat de Land-drosten en respective krijgs raaden ten platten Lande, bij missive sullen worden geordonneert dat nu met het opsenden van het buijten Commando van vijftig mannen te paard herwaarts om hier de wagt te houden, bij provisie en tot dat anders word geordonneert, sal moeten uijtgescheijden worden; en voorts dat aan den Land-drost en krijgs raad van het district Swellendam , bovens dien nog sal worden geinjungueert om te voldoen aan het geordonneerde bij onsen brieff van den 26: deeser, noopende de wijse op dewelke sij soude oordeelen dat de opsending herwaarts in Cas van oorlog, van de aan haarl: aanbedeelde manschap, voor deselve dragelijker soude kunnen worden gemaakt, off het saake waar dat de vreede met de franssen niet getroffen wordende, het nodig soude sijn dat voorsz: Commando de wagt hier aan de Caab weeder moest komen houden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel De Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] R S Allemann N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 336-360.¶
Dingsdag den {17481008} 8:e October 1748:
s voormiddags alle Present.
Heeft den Heer hoofd administrateur Rijk Tulbagh met versoek van daar op dispositie te mogen erlangen; in vergaderinge geproduceert d onderstaande Memorie.
‘Memorie van ‘t Nabesz: Bier, Hop, uijt de onderstaande bodems so bij pijling minder te kort, als bedorven Item de Tabak bij ‘t openen van diversse Kassen in ‘t Negotie pakhuijs te kort bevonden, de Lijfeygenen in deese Jongst aff gewekene Maanden van p:mo Maart tot ult:mo augustus deeses Jaars doorde natuurlijke dood overleeden en t Vee in gemelde tijd soo verrekt als door ‘t wild gedierte vernielt, alles volgens verklaaringe hier annex blykende; Namentlijk.’
‘
Uijt T Schip Eendragt | |
4: | vaten Delfs bier op 19. vaten bij pijling minder bevonden, sijnde 3. van 4: 5: van 5, 6: van 6, 3. van 7: en 2: van 8. d:m wangeweest, sijnde de vijff Laaste met Cassen in de boom en buijk |
220: | |
uijt T Schip Lekkerland | |
5 7/8: | vaten Delfs bier op 30: vaten bij pijling minder bevonden, synde 12: van 4, 10 van 5: 4 v:n 6, 1 v:n 7. 1: v:n 8. en 2: van 12: d:m wan geweest sijnde de vier Laaste met Cassen in de boom en buijk |
45 | ll Vlaamse Hop op 438: ll off 1 Baal bij naweeging minder ontfangen. |
In T Negotie Pakhuijs | |
5550: |
Uijt T Schip Eendragt | |
4: | vaten Delfs bier op 19. vaten bij pijling minder bevonden, sijnde 3. van 4: 5: van 5, 6: van 6, 3. van 7: en 2: van 8. d:m wangeweest, sijnde de vijff Laaste met Cassen in de boom en buijk |
220: | |
uijt T Schip Lekkerland | |
5 7/8: | vaten Delfs bier op 30: vaten bij pijling minder bevonden, synde 12: van 4, 10 van 5: 4 v:n 6, 1 v:n 7. 1: v:n 8. en 2: van 12: d:m wan geweest sijnde de vier Laaste met Cassen in de boom en buijk |
45 | ll Vlaamse Hop op 438: ll off 1 Baal bij naweeging minder ontfangen. |
In T Negotie Pakhuijs | |
5550: |
‘Volgens Reecq:g van den opsiender van sComp:s Slaven Logie gesterkt met Secretariale verklaaringen, sijn in de Ses Jongst afgeweekene Maanden van p:mo Maart, tot ult:o Augustus, deeses Jaars van sComp:s Leijfeijgen door de Natuurlijke dood overleeden.’
‘En volgens bijgevoegde reek:g van den Land-drost en Secretariale verklaaringen sijn in op gem: Tijd van ‘S Comp:s Beestiaal verrekt als ook door het wild gedierte vernielt.’
’/:onderstond:/ int Casteel de goede Hoop den 8. october 1748: /:was getekent:/ R: Tulbagh.’
Welken aangaande, best is gedagt, dat men de daarbij vermelde te kort komende, en bedurvene goederen, soo wel als de gestorvene Lijffeijgenen der EComp:e en het verrekte beestiaal; bij de negotieboeken deeses gouvernements sal doen afschrijven.
Hier na behaagde het den Heer Gouverneur in Raade te vertoonen seekerbesluijt bij de directeuren over het ondernomene Mijn werk alhier, onder den Eersten deeser Maand october genomen, luijdende als volgt
‘Dingsdag den 1: october 1748:’
‘Present’
‘Na dat het ordinaire berigt van den bergm:r frans Diederick. Muller weegens sijne verrigting geduurende de drie Laatst gepasseerde Maanden Julij, aug:s en Septemb:r was geleesen, gaf den Heemraad Jacob Cloete over een geschrift van evengem: Muller onder huijdigen datum in de volgende bewoording opgesteld.’
‘1: Terwijlen sig mijne kennis niet soo veer verstrekt om het met al te scheijen en na behor te tracteeren soude noodsaakelijkheijd ver Eijschen om de selve verders aan verstandige assajeurs te Stuuren en bij aldien een off de andere weesen mogte die im staat was om het Selfte na behoor te tracteren en goed te maeken, sou man den selvten moeten ontbieten.’
‘2: Bevonden hebbende dat de kalk den ik gebruijkt om de Eerze Vloeybaar te maaken, niet wel is en de Metal Schaden doet, sou mijn onmagsgeblijke meening weesen, om een andere vlooibare stof op te soeken, die na mijn gedagten hiernaest beij mogte te verkregen wesen, vermits eenige Manschap, Moeten daar toe gesteld worden om daar op te werken, en as deselvte gevonden sou nog eenS Moogen gesmelt worden om de ver andering van het metal te sien of het niet geheel anders sou vor den dag komen, en as er keen verandering mogte vor komen soo Lang met het werk stil houden tot van anderen plaatsen nagrigt gekomen’
‘3: Dan het mogte te gebuiren komen dat het werk eenigetijd mogte stil staan sou man moeten de onkosten soeken te Menagieren en soeken van het werks volk eenige soo lang tot iets anders te Emploeren tot se werom mogten nootsaeklijk weesen, dar noe nogh in tijd van 3. a 4: Maanden sulke alle maal behooren te weesen om houd uit de Bosch te dragen en na de Smelthuijs te reiden so sou onderdeesen tijd, ook wel occasie voorvallen om verters hier in de kennen iets reguleeren.’
‘4: Sou het Koolen branden moeten Soo Lang aangehouden worden tot de kool Schuir vol mogte sijn synde het hout gekapt, dat doer het Lange Legen bederft.’
‘5: Moet de pladt so wel op de Smelthuts as op de Kool Schuur vorsien worden en met Leijn oleij en verff bestreeken om een vor alle maal goed te weesen.’
‘6: Dat de Heeren Interressenten ook met mij keene verteren onkosten mogten hebben soo versoeke aan den Edelen Heer Gouverneur onterdanig om een gebergte buiden de geoctroirde Leggende, om te mogen daarover geoctroirs weesen om vor mij een werk te mogen opbouwen dar ick dan over en weer de bestuiring nogh warneemen kan, sijnde mijne presentie tegens woordig niet al te nootsaklijk hier an dese werck sijnde het werks volk om allen bekent en weeten selfs wat har te doen staat dar ick dogh alle quartier Jaar of alle twee Maanden over een weer kan komen en opgeven water de doen Staat, en ook in veel Stucken een werk den andere tot hulp komen kan en soo het mogte gebuiren dat het werk geluckig uit vallen mogte so sal an de heeren interrassenten van de erste octroi de helvt van het werk tot dienst staan teegens betaling der uijtgeschotenen oncosten vermits deesen smelt ofen met toebehor gebruijken mag om die dar verkregende Eerze te proberen om mijn Calculatie dar na te maken.’
‘7: Sou vor het Laatste vor goed vinden om twee Smelters uijt Europa te ontbieden die koper, Loot en Silver Eerze smelten kennen, wylen die Menschen hier ant werk sig niet regt bequamen willen, om het te Leeren en te doen, onter sulken Conditien dat men se Liet maandelijk 8: Ricksdalers presenteeren op de Reise tot hier na toe deses nog eens so veel bedraagt als se in Europa winnen, en hier gekomen sijnde en hare proev gedan datse 10 Ricksdalers winnen sulten maar niet in staat bevonden sijnde om te presteren war vor se angenomen, sonder gage werom te rug gestuurt.’
‘Nota het moet ook da beij geschreven worden benevens het tractement freij huisvesting.’
‘Dar het mij noe mogte toegestan worden om vor mij een werck te mogen opsoeken en te bouwen so sou de bestuiring van deese werk nogh so lang tot imand verters bequam mogte dar toe wesen sonder enige Tractamenten te Eijsschen warnemen, en het maar op descretion van de Heeren Interressenten laten ankomen dogh dat ick deselvten smiets winkel enige Maanden mogte gebruijken om die geredschap te Laten Maken die ick noodsakelijk hebben moet vermits mijn ijser en kolen dar toe van de Caab sou laten halen /:is geteekent:/ F.D. Mulder /:in Margine:/ Simons Berg den 1: oCtober a:o 1748:’
‘Sijnde dit Schriftuur hem door den Bergmeester inhandigt, met versoek dat daar op mogte werden geleth en besluijt genomen, naar Lectuure van t welke dan, ten vollen quaam te blijken, dat hij Mulder niets anders soekt, dan de g’interesseerde hoe langer hoe meer om den Thuijn te Leijden te meer wanneer men maar opmerkt dat in de Mineraal Stoffen, dewelke aan de presente Leeden vertoont wierden, en bestaande in vier partijen van N:o 1: tot 4: die hij in de gepasseerde week aan den Ed: Heer Gouverneur had gesonden, mitsg:s nog een partij soo genaamd goud Ertsz door hem Mulder op gisteren selfs meede opgebragt, geen het minste spoor off teijken van goud te vinden is alhoewel meergem: Bergmeester voor eenige wijniger weeken aan den onderCoopman en SeCretaris ter weesCamer Joachim Nicolaas van Dessin, die sig toemaals bij hem in ‘t Mijnwerk bevond en te gelijk SeCretaris van het selve Mijnwerk is, heeft betuijgt, dat hij ter week 10: a 12: pond suijver goud buijten merkelijke toevallen soude kunnen bewerken mitsgaders nog kort daar aan tot den Heemraad Jacob Cloete sijnde een der hoofd participanten en Directeurs van het gemelde Mijnwerk heeft gesegd, wanneer denselven hem op ordre van den Ed: Heer Gouverneur afvroeg, hoedanig het met het Mijnwerk was gesteld, dat reets 7 1/2 : ll goud in voorraad hadde, en dat hij soo lang als de koolen duurden, en hij dus het smelten konde gaande houden, alle weeken op het minste konde Leeveren de waarde van Rd:rs 2500. aan goud, so als bijkt uijt de eijgenhandige brieven van gem: Dessin en Cloete over de Materie geschreeven, derhalven is gem: Bergmeester binnen geroepen, en ‘t voorenstaande door den Ed: Heer Gouverneur aan den selven Mulder in ernstige bewoording voorgehouden en Serieuselijk afgevraagt, dat dewijl hij nu seedert sijn bestier, over het Mijnwerk, ‘t geen nu al omtrent ses te half Jaar heeft geduurt, soo dikwils varieerde, en dan eens Silver nu weederom Coper en naderhand goud Eertsz. te berde bragt, off hij Bergmeester die Mineraal Stoffe dewelke als gesegt door hem was opgebragt en voor hem op ‘t Tafel Leijde, voor goud Ertz erkende, en off er goud in te vinden en wat het waardig was; waar op den selve Mulder Repliceerde, dat sijn meening altijd geweest is en nog was, dat het ver toonde Mineraal door hem uijt de Mijn gehaald, en gesmolten, Goud Ertz is, dog dat hij niet in staat was ‘t selve tot de regte Substantie van goud te brengen, oversulx ook d’ eijgentlijke waarde van dat Mineraal niet konde bepalen;’
‘Waar op ter ordre van den Edelen Heer Gouverneur sijn binnen gekomen, den burger Goud Smit Mathijs Lotter neevens demeede goud en Silver smeeden David Vicker en Hendrik Fuchs. Dewelke door sijn wel Edele wierden afgevraagt of sijl: ijder in het haare een proeff hadden genomen van soodanig Ertz als hun door welgem: Sijn Edele was Inhandigt, en of sulx niet het eijgenste was, ‘t gunt thans op tafel aan hun wierd vertoont; waarop Sijl: eenparig repliceerde van Ja, dat sij na gedaan ondersoek niets van waarde daar in hadden ontdekt, veel min eenig goud hoe gen:t in het selve gevonden, voegende den voorseijde David Vicker daar nog bij, niets anders daar in te kunnen vinden, dat eene Substantie dewelke bij het gieten der klocken tot het maaken van een goeden klank word gebruijkt, en van seer geringe waardij is, op al het welke den Bergmeester eenelijk sijde, dat dewijl sij geen kennis van de schijding dier Stoffe hadden, sij Lieden oversulx ook geen goud daar in konden ontdecken, op welk gesegde den goud smit Lotter so wel als de voorseijde Silversmeeden aan hem Mulder Repliceerde het is waar, wij kunnen niets daar in vinden, dat van waarde is, en gij Bergmeester nog eenig mensch in de weereld sal er iets in vinden soo als gij selfs de onmoogelijkheijd van dien bekennen moet.’
‘Waarna bovengem: Bergmeester en de Goud Smeeden, buijten gegaan en alle het voorenstaande in Serieuse overweeginge genoomen Sijnde, en daar bij opgemerkt, dat men van tijd tot tijd door den Bergmeester is opgehouden, met alderhande Slinkse Streeken waar van hij sig thans nog bedient, omme, sonder de minste apparentie van goed succes, de g Interesseerdens te misleijden, en op nog grooter nutteloose kosten te Jagen, soo is Eenparig geresolveert, voor eerst met dat werk uijt te Scheijden, ende dewijl den Edelen Heer Gouverneur geliefde te verklaaren dat sijn E: Dikwils gen: Mulder voor eerst ten deesen Casteele in arrest sal houden en aan den Land-drost Adriaan van Schoor ordre geeven, omme geadsisteerd met twee Heemraaden en derselver SeCretaris, alle de goederen en effeCten van hem Bergmeester te Inventariseeren, soo is voorts goed gevonden alle de gereetschappen en wat meer tot het Bergwerk behoort voor teegenwoordig overtegeeven onder bewaaringe van den Stijger aldaar thans bescheijden sijnde Jan Mattheus, ten eijnde goede toesigt over alle ‘t selve worde gehouden sullende aan dien Man tot assistentie nog een ander persoon van het aldaar sijnde volk worden toegevoegd, terwijl de overige tot dato deeses bij het bergwerk geEmploijeert geweest sijnde, Manschap sal werden afgedankt, tot vermeijding van alle verdere onnodig te doene onkosten /:onderstond:/ Aldus gedaan en Geresolveert aan Cabo de goedehoop ten daage en Jaare voorsz: /:Lager:/ Mij present /:was geteekent:/ H: J: Prehn, Lidt /:nog Laager:/ accordeert (:en geteekent:) O: M: Bergh, E:g:Clercq.’
Waar uijt sijnde komen te blijken; dat voorsz: directeuren hadden moeten resolveeren om met dat werk voor Eerst uijt te Scheijden; niet alleen ter saake; dat onaangesien den Langen tijd die men daar aan gearbeijd heeft ende diesweegens gedaane Swaare Costen, voor als nog niets daar van gekomen is, en er ook geen de minste apparentiën overig sijn dat in het vervolg iets voordeeligs daar uijt soude kunnen komen; maar ook wel voornamentlijk, om dat uijt alle de omstandigheeden genoegsaam klaar bleek; dat den gestelden Bergmeester over dat werk Frans Diderik Muller; de ge interesseerdens, van tijd tot tijd opgehouden en met alderleije Slinkse Streeken misleijd heeft, ende sulx nu nog tragte te doen; gelijk dit alles bij voorseijde Resolutie duijdelijk gededuceert en aangetoont word; so is uijt aanmerkinge van alle het selve en voor soo veel d E Comp:e hier bij geinteresseert mogt sijn; dit Laatste aangaande namentlijk het gepleegde bedrog bij geCiteerden Berg Meester Frans Diderik Muller, op het voordraagen van wel opgemelde Heer Gouverneur; gearresteert, dat aan den Landdrost Adriaan van Schoor sal sijn en blijven gedemandeert om Sig dies weegens op het naauwkeurigste te Informeeren, en de noodige Enquesten in te winnen; om nadies verrigtinge, en in gekregene rapport; in deesen sodanig nader te worden gedisponeert als men sal bevinden te behooren.
Ende alsoo uijt het Cassa reek: boekje van den kerken raade in het Swart Land ; het welk bij gelegentheijd dat se weeder om geld komen te vragen; hier aan de Caab ter Resumptie is opgebragt, blijkt dat het geld ter Somma van ƒ8000:, dat bij eerst gemelde van den Eerw: Kerkenraade hier aan de Caab is geleent geworden, tot den opbouw van een Kerk daar ginder; soo wel als het geld, het welk onder den gods dienst is geCollecteert en weegens Kerk geregtigheeden als andersints ingekomen, bereijts genoegsaam in het geheel is uijtgegeven; sonder dat egter tot dato deeses ten minsten voor so veel Men weet off uijt gemelde Cassa boek kan nagaan, aan voorseijde kerk nog veel is gedaan en daar meede gevordert; heeft men ter dier oorsaake, moeten besluijten, dat meer gemelde kerkenraade in het Swart Land , bij missive sal worden geordonneert; om duijdelijk en pertinent op te geven hoe het eijgentlijk met den opbouw van hun Kerk is gelegen, hoe verre men daar meede is geadvanceert, welke materiaalen, tot verdere opsettinge van die Kerk nu nog in voorraad Leggen, welke daarvan tot gebruijk bereijts bewerkt sijn en welke nog onbewerkt Leggen; mitsgaders wijders nog, hoeveel geld dat sijl: oordeelen; dat tot de volkomen voltooijing van die Kerk nog wel sal worden verEijscht;
Den tijd van de aanbesteeding der Leverantie van het geslagt vleesch en Levendige Schaapen, aan SComp:s passeerende Scheepen, het hospitaal, en Slaave Logie; het welk Jongst op den Eersten februarij deeses Jaars voor een Jaar is geschied, als nu weeder beginnende aan te naaderen; is oversulx beslooten, dat weegens de nieuwe aanbesteeding der voorseijde Leverantie, op den Eersten der aanstaande maand februarij 1749. om in te gaan met p:mo Maij daar aan; aan alle ende een Ijgelijk bij affixie van Billietten kennisse sal worden gegeven, ende dat deese aanbesteeding op den voorjarigen voet weederom sal geschieden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel De Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R Tulbagh P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 361-381.¶
Dingsdag den {17481029} 29:e october 1748:
S voormiddags alle present, uijtgenomen den Heer Independ:t fiscaal Pieter Reede van oudshoorn, mitsg:s den E Coopman en Winkelier Cornelis Eelders bij occupatie.
Is heeden in vergaderinge geleesen de verleende verklaaring bij de geCommitteerdens, dewelke hier aan dewal hebben geadsisteert bij den ontfangst der goederen, die tot de toerustinge en de Equipagie der afgelegde Scheepen Wel te vreeden en Duijnhoff hebben gedient; en hier aan Land sijn gebragt; welken aangaande, voor den dienst der E. Comp:e raadsaamst is geoordeelt, dat het bedurvene Buskruijt van het Schip Duijnhoff ten bedrage van 1175: ll dewijl het selven volgens verklaring der Constabels alhier buijten staat is om te kunnen worden vermaalt, sullende moeten werden weg gegooijt; voorts met de overige goederen van die twee kielen afgekomen sodanig sal worden gehandelt als aangeteekent staat in Margine van die verklaaring dewelke Luijd als volgt.
‘Den wel Edel en Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India mitsgaders Gouverneur van Cabo de goede hoop &:a &:a &:a ons ondergeteekende hebbende gelieven te Committeeren tot het Lossen der goederen van de affgelegde Scheepen, so verklaaren wij deselve ontfangen en sodanig aan de volgende Administrateurs overgeleevert te hebben als hier onder werd gespesifiseert. Namentlijk’
‘Van Weltevreeden ‘
‘
Aan Den Packhuijsmeester | |||
Inneemen { | 1: | Scheepsklok | |
Na Europa senden: { | 1: | Bank Schroeff | } Onbequaam |
1: | Speer haak | ||
2: | inneemen | ||
4: | p:s Coks keetels waarvan 2: p:s onbequaam: verkoopen | ||
Verkoopen { | 1: | brood pan | } Gebrujkt en voort meeste gedeelte halff sleete |
1: | Stooff pan | ||
1: | deurslag | ||
2: | Schuijms panne | ||
1: | koekepan | ||
2: | gaet Leepels | ||
1: | gaet bethiel | ||
2: | Schep Leepels | ||
1: | vis keetel | ||
1: | Rooster | ||
1: | drie voet | ||
1: | Stander van de braatspit | ||
2: | kettings | ||
2: | Tangen | ||
2: | Spek vorken | ||
2: | asschoppen | ||
1: | keetel onbeq: | ||
1: | metaale pot onbeq: | ||
3: | Tinne Schootels | ||
1: | d:o Com | ||
1: | d:o Bort | ||
1: | Tinne olij Can | ||
1: | d:o Aseijn d:o | ||
1: | d:o Mostert d:o | ||
2: | d:o flap d:o | ||
3 | d:o pintjes | ||
2: | d:o half pintjes | ||
2: | d:o Musjes | ||
1: | d:o halfie | ||
1: | d:o tregter | ||
3: | d:o Beekers | ||
1: | d:o peeperdoos | ||
1: | d:o Sout vat | ||
1: | d:o Lampet | ||
Een kuijpers kist daar in | |||
Verkoopen { | 2: | roosen | } Gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halff sleeten |
4: | haalmessen | ||
3 | dissels | ||
1: | Sponsboor | ||
5: | Snijmessen | ||
2: | doorslaagen | ||
3 | kleijne hoepels | ||
3 | boompassers | ||
4: | omslagen | ||
1: | Baers | ||
1: | Saagh | ||
1: | Schaaff bytel | ||
1: | Eijsere passer | ||
1: | houte d:o | ||
2: | vretten | ||
Een Botteliers kist daar in | |||
Verkoopen { | 1: | alans en twee Schaalen | } Gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halff sleete |
29 | ll Lood gewigt | ||
2: | Compas Lampen | ||
3: | houte pompen | ||
2: | fretten | ||
1: | houte omslag | ||
3: | Nagthuijs Lampen | ||
Een Smits kist daarin | |||
Verkoopen { | 3 | arm vijlen | } Gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halff sleete. |
16 | feijlen in soort | ||
5: | door slaagen | ||
6: | couw bytels | ||
1: | knijptang | ||
1: | Schroeff ijser met Schroeffen | ||
1: | dril ijser | ||
1: | klaauw hamer | ||
1: | buijgtang | ||
2: | hamers | ||
1: | vijl kapper | ||
2: | Schroeff ijsers | ||
1: | Rasp | ||
2: | Snij Messen | ||
12: | Lantaarens onbequaam | ||
4: | Slonsies d:o | ||
2: | Ligters d:o | ||
4: | Boeij bouts | ||
25. | beugels | ||
2: | Eysere kettings met twalff hand beugels | ||
1: | hel ketting | ||
2: | avegaars | ||
1: | arm bos | ||
8 1/2 | p:s gunees | } gebl: doorgaans verweerd | |
4: | d:o Salempoeris | ||
15: | d:o bl: Salempoeris | ||
1: | partij oud Cooper | ||
1: | d:o d:o Loot | ||
1: | d:o d:o yser |
Aan Den Packhuijsmeester | |||
Inneemen { | 1: | Scheepsklok | |
Na Europa senden: { | 1: | Bank Schroeff | } Onbequaam |
1: | Speer haak | ||
2: | inneemen | ||
4: | p:s Coks keetels waarvan 2: p:s onbequaam: verkoopen | ||
Verkoopen { | 1: | brood pan | } Gebrujkt en voort meeste gedeelte halff sleete |
1: | Stooff pan | ||
1: | deurslag | ||
2: | Schuijms panne | ||
1: | koekepan | ||
2: | gaet Leepels | ||
1: | gaet bethiel | ||
2: | Schep Leepels | ||
1: | vis keetel | ||
1: | Rooster | ||
1: | drie voet | ||
1: | Stander van de braatspit | ||
2: | kettings | ||
2: | Tangen | ||
2: | Spek vorken | ||
2: | asschoppen | ||
1: | keetel onbeq: | ||
1: | metaale pot onbeq: | ||
3: | Tinne Schootels | ||
1: | d:o Com | ||
1: | d:o Bort | ||
1: | Tinne olij Can | ||
1: | d:o Aseijn d:o | ||
1: | d:o Mostert d:o | ||
2: | d:o flap d:o | ||
3 | d:o pintjes | ||
2: | d:o half pintjes | ||
2: | d:o Musjes | ||
1: | d:o halfie | ||
1: | d:o tregter | ||
3: | d:o Beekers | ||
1: | d:o peeperdoos | ||
1: | d:o Sout vat | ||
1: | d:o Lampet | ||
Een kuijpers kist daar in | |||
Verkoopen { | 2: | roosen | } Gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halff sleeten |
4: | haalmessen | ||
3 | dissels | ||
1: | Sponsboor | ||
5: | Snijmessen | ||
2: | doorslaagen | ||
3 | kleijne hoepels | ||
3 | boompassers | ||
4: | omslagen | ||
1: | Baers | ||
1: | Saagh | ||
1: | Schaaff bytel | ||
1: | Eijsere passer | ||
1: | houte d:o | ||
2: | vretten | ||
Een Botteliers kist daar in | |||
Verkoopen { | 1: | alans en twee Schaalen | } Gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halff sleete |
29 | ll Lood gewigt | ||
2: | Compas Lampen | ||
3: | houte pompen | ||
2: | fretten | ||
1: | houte omslag | ||
3: | Nagthuijs Lampen | ||
Een Smits kist daarin | |||
Verkoopen { | 3 | arm vijlen | } Gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halff sleete. |
16 | feijlen in soort | ||
5: | door slaagen | ||
6: | couw bytels | ||
1: | knijptang | ||
1: | Schroeff ijser met Schroeffen | ||
1: | dril ijser | ||
1: | klaauw hamer | ||
1: | buijgtang | ||
2: | hamers | ||
1: | vijl kapper | ||
2: | Schroeff ijsers | ||
1: | Rasp | ||
2: | Snij Messen | ||
12: | Lantaarens onbequaam | ||
4: | Slonsies d:o | ||
2: | Ligters d:o | ||
4: | Boeij bouts | ||
25. | beugels | ||
2: | Eysere kettings met twalff hand beugels | ||
1: | hel ketting | ||
2: | avegaars | ||
1: | arm bos | ||
8 1/2 | p:s gunees | } gebl: doorgaans verweerd | |
4: | d:o Salempoeris | ||
15: | d:o bl: Salempoeris | ||
1: | partij oud Cooper | ||
1: | d:o d:o Loot | ||
1: | d:o d:o yser |
‘
Aan Den Dispensier | ||
4 inneemen { | 5: | vaaten spek waar van 1: vat bedurve in Zee werpe |
in Zee werpen { | 3 | d:o vlees alle bedurve |
Inneemen { | 1872: | ll Rijst |
Aan Den Dispensier | ||
4 inneemen { | 5: | vaaten spek waar van 1: vat bedurve in Zee werpe |
in Zee werpen { | 3 | d:o vlees alle bedurve |
Inneemen { | 1872: | ll Rijst |
‘
Aan Den Keldermeester | ||
Inneemen { | 1: | Legger wijn, bij welkers peijling 10: d:m wan |
1: | d:o aseyn d:o 9: d:o d:o | |
70: | p:s bequaame water Leggers | |
Verkoopen { | 16: | d:o onbeq: d:o d:o |
Aan de kuijpers winkel ten dienste van s Comp:s gebruijk aff te geven { | 30: | d:o oude spek en vlees vaaten |
13. | :o d:o schooven in Soort | |
96: | :o d:o ysere hoepels in Soort |
Aan Den Keldermeester | ||
Inneemen { | 1: | Legger wijn, bij welkers peijling 10: d:m wan |
1: | d:o aseyn d:o 9: d:o d:o | |
70: | p:s bequaame water Leggers | |
Verkoopen { | 16: | d:o onbeq: d:o d:o |
Aan de kuijpers winkel ten dienste van s Comp:s gebruijk aff te geven { | 30: | d:o oude spek en vlees vaaten |
13. | :o d:o schooven in Soort | |
96: | :o d:o ysere hoepels in Soort |
‘
Aan Den Capitain | |||
Inneemen { | 6: | p:s ijser Canon van 12: ll | |
10: | d:o d:o d:o d:o 6: ll | ||
6: | d:o d:o d:o d:o 3: ll | ||
9. | d:o metaale draaij Stukjes van 1: ll | ||
130: | d:o koogels van 12: ll | ||
408: | d:o d:o d:o 6: ll | ||
144: | d:o d:o d:o 3: ll | ||
970: | d:o d:o d:o 1: ll 1/2: ll en 1/4: ll | ||
33. | d:o Knippel Coogels van 12: ll | ||
75: | d:o d:o d:o d:o 6: ll | ||
3: | d:o d:o d:o d:o 3: ll. | ||
15: | d:o Schuijfftange van 12: ll | ||
20: | p:s Schuijfftange van 3. ll | ||
23. | d:o druijven d:o 12. ll | ||
22: | d:o d:o d:o 10: ll | ||
43: | d:o d:o d:o 6: ll | ||
7: | d:o d:o d:o 4: ll | ||
6: | d:o d:o d:o 3: ll | ||
6: | d:o d:o d:o 1: ll | ||
7: | d:o koevoeten d:o | ||
26: | d:o Coopere Cardoes Kookers | ||
29: | d:o houte d:o d:o | ||
16: | d:o Coopere Laat priemen | ||
28: | d:o Snaphaanen | ||
5. | d:o Musquettons | ||
32: | p:s houwers | ||
44: | patroon Tassen | ||
Ten dienste van de Constabel afgegeven { | 18: | Cruijthoorns | |
24: | p:s Lond Stocken | ||
4: | d:o assen van Roopaarden | ||
20: | d:o roopaarden in Soort | ||
10: | d:o Touw wissers | ||
14: | d:o Leepels en varke Staarten | ||
Inneemen { | 20: | d:o halve pieken | |
Als boven afgegeven { | 32: | d:o Wisserstokken | |
1: | d:o Coopere haamer | ||
1: | d:o d:o Dissel | ||
4: | d:o d:o kruijtmaaten | ||
1: | d:o d:o Tregter | ||
Verkoopen { | 3 | d:o d:o kruijt Lantarens | } onbequaam |
5. | d:o d:o seeven in Soort | ||
Aan de Constabel aff gegeven { | 1: | Ijsere Schut mal | |
3 | Tas haaken | ||
1: | Buijg Tang | ||
2: | knijpers |
Aan Den Capitain | |||
Inneemen { | 6: | p:s ijser Canon van 12: ll | |
10: | d:o d:o d:o d:o 6: ll | ||
6: | d:o d:o d:o d:o 3: ll | ||
9. | d:o metaale draaij Stukjes van 1: ll | ||
130: | d:o koogels van 12: ll | ||
408: | d:o d:o d:o 6: ll | ||
144: | d:o d:o d:o 3: ll | ||
970: | d:o d:o d:o 1: ll 1/2: ll en 1/4: ll | ||
33. | d:o Knippel Coogels van 12: ll | ||
75: | d:o d:o d:o d:o 6: ll | ||
3: | d:o d:o d:o d:o 3: ll. | ||
15: | d:o Schuijfftange van 12: ll | ||
20: | p:s Schuijfftange van 3. ll | ||
23. | d:o druijven d:o 12. ll | ||
22: | d:o d:o d:o 10: ll | ||
43: | d:o d:o d:o 6: ll | ||
7: | d:o d:o d:o 4: ll | ||
6: | d:o d:o d:o 3: ll | ||
6: | d:o d:o d:o 1: ll | ||
7: | d:o koevoeten d:o | ||
26: | d:o Coopere Cardoes Kookers | ||
29: | d:o houte d:o d:o | ||
16: | d:o Coopere Laat priemen | ||
28: | d:o Snaphaanen | ||
5. | d:o Musquettons | ||
32: | p:s houwers | ||
44: | patroon Tassen | ||
Ten dienste van de Constabel afgegeven { | 18: | Cruijthoorns | |
24: | p:s Lond Stocken | ||
4: | d:o assen van Roopaarden | ||
20: | d:o roopaarden in Soort | ||
10: | d:o Touw wissers | ||
14: | d:o Leepels en varke Staarten | ||
Inneemen { | 20: | d:o halve pieken | |
Als boven afgegeven { | 32: | d:o Wisserstokken | |
1: | d:o Coopere haamer | ||
1: | d:o d:o Dissel | ||
4: | d:o d:o kruijtmaaten | ||
1: | d:o d:o Tregter | ||
Verkoopen { | 3 | d:o d:o kruijt Lantarens | } onbequaam |
5. | d:o d:o seeven in Soort | ||
Aan de Constabel aff gegeven { | 1: | Ijsere Schut mal | |
3 | Tas haaken | ||
1: | Buijg Tang | ||
2: | knijpers |
‘
Aan Den oppermeester | ||
Verkoopen { | 1: | Mediceijn kist |
Aan Den oppermeester | ||
Verkoopen { | 1: | Mediceijn kist |
‘
Aan Baas van Dockum | |||
Inneemen { | 5 | p:s Zeijle als | } oud en onbequaam |
1: | groot sijl | ||
1: | fok | ||
1: | kruyssijl | ||
1: | groote blinde | ||
1: | onder | ||
2: | halse | ||
3 | Marsseijls Schoote | ||
1: | groote draaij reep | ||
1: | d:o Want | ||
Verkoopen { | 1: | brand spuijt en sijn toebehooren | |
1: | groote roeper | ||
Inneemen { | 1: | vat pik | |
Verkoopen { | 1: | vis seegen onbeq: | |
10: | Compassen | } onbeq: | |
11: | halff uurs glaasen | ||
1: | vier uurs glas | ||
Inneemen { | 8: | diep Looden | |
1: | Barkas met haar toebehooren | ||
1: | Schuijt d:o d:o d:o | ||
6: | roer haaks | ||
155: | gesort Bloks | ||
35: | pokhoute Schijven | ||
6: | pomp Schoenen | ||
2: | d:o Emmers | ||
50: | p:s Stok naagels | ||
1: | d:o waarlo pomp | ||
1: | d:o spoel d:o | ||
25: | d:o Juffers | ||
Ten dienste van de lands boots &:a te gebruijken { | 1: | parthij oud Loopend en Staande wand | |
7: | Swaare touwen, als | ||
Inneemen{ | 1: | bequaam Touw | |
Voor oud Cabeltouw inneemen { | 3 | halfsleete touw | } Lang 410: vaam |
2 | onbeq: d:o | ||
1: | vijger Touw | ||
Inneemen { | 2: | Cabeltouwen | |
5: | Swaare ankers waar van 1: anker onbequaam | ||
2: | werp ankers | ||
1: | Lok d:o | ||
1: | boots dreg | ||
1: | Schuijts d:o |
Aan Baas van Dockum | |||
Inneemen { | 5 | p:s Zeijle als | } oud en onbequaam |
1: | groot sijl | ||
1: | fok | ||
1: | kruyssijl | ||
1: | groote blinde | ||
1: | onder | ||
2: | halse | ||
3 | Marsseijls Schoote | ||
1: | groote draaij reep | ||
1: | d:o Want | ||
Verkoopen { | 1: | brand spuijt en sijn toebehooren | |
1: | groote roeper | ||
Inneemen { | 1: | vat pik | |
Verkoopen { | 1: | vis seegen onbeq: | |
10: | Compassen | } onbeq: | |
11: | halff uurs glaasen | ||
1: | vier uurs glas | ||
Inneemen { | 8: | diep Looden | |
1: | Barkas met haar toebehooren | ||
1: | Schuijt d:o d:o d:o | ||
6: | roer haaks | ||
155: | gesort Bloks | ||
35: | pokhoute Schijven | ||
6: | pomp Schoenen | ||
2: | d:o Emmers | ||
50: | p:s Stok naagels | ||
1: | d:o waarlo pomp | ||
1: | d:o spoel d:o | ||
25: | d:o Juffers | ||
Ten dienste van de lands boots &:a te gebruijken { | 1: | parthij oud Loopend en Staande wand | |
7: | Swaare touwen, als | ||
Inneemen{ | 1: | bequaam Touw | |
Voor oud Cabeltouw inneemen { | 3 | halfsleete touw | } Lang 410: vaam |
2 | onbeq: d:o | ||
1: | vijger Touw | ||
Inneemen { | 2: | Cabeltouwen | |
5: | Swaare ankers waar van 1: anker onbequaam | ||
2: | werp ankers | ||
1: | Lok d:o | ||
1: | boots dreg | ||
1: | Schuijts d:o |
‘van Duijnhoff ‘
‘
Aan den pakhuijsmeester | |||
Inneemen { | 1: | Scheeps klok | |
Na Europa senden { | 1: | bank schroeff onbeq: | |
Inneemen { | 1: | speer haak | |
4: | Coks keetels waarvan | ||
Vercoopen { | 2: | vis keetels | } Gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halff sleete |
1: | smoor pan | ||
2: | Schuyms panne | ||
2 | raat pan. | ||
1: | Braat Spit en pan | ||
1: | Rooster | ||
2: | gaat Leepels | ||
2: | Schep d:o | ||
1: | Coekepan | ||
2: | Spek vorke | ||
1: | asschop | ||
1: | vuur tangh | ||
1: | Combuijs ketting | ||
1: | gaate pitiel | ||
1: | Tinne waterpot | ||
2: | d:o Tregters | ||
4: | d:o Beekers | ||
2: | d:o kanne | ||
1: | d:o pintje | ||
1: | d:o halff d:o | ||
1: | d:o halfje | ||
1: | d:o Mostert pot | ||
9: | d:o borden | ||
5: | d:o Schootels | ||
1: | d:o Com | ||
Een kuijpers kist daar in | |||
Verkoopen { | 1: | p:s Strijk Bank | } Gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halff sleete |
2: | d:o Snij Messen | ||
1: | d:o hol mes | ||
1: | d:o hand Saagh | ||
1: | d:o Schroot Boor | ||
2: | d:o Croosen | ||
3: | d:o Passers | ||
3: | p:s omslaagen | ||
1: | d:o Swik boor | ||
2: | d:o howeels | ||
1: | d:o dissel | ||
1: | d:o Ronde Schaaff | ||
2: | d:o fretten | ||
2: | d:o blaaspijpen | ||
2: | d:o drijff houten | ||
1: | d:o Set | ||
1: | d:o deurslag | ||
1: | d:o Couw bijtel | ||
1: | d:o ophaalder | ||
2: | d:o kraanbooren | ||
1: | d:o Staart Schaaff | ||
Een Botteliers kist daar in | |||
Verkoopen { | 1: | houte Schaal en Balans | } Gebruijkt en voor t meeste gedeelte versleeten |
20: | ll ijsergewigt | ||
4: | houte pompen | ||
9. | Coopere Lampen | ||
1: | Baars | ||
1 | Stop mes | ||
1: | hamer | ||
1: | dissel | ||
2: | tregters | ||
Een Smits kist daar in | |||
Verkoopen { | 1: | Gaat Schijff | } Gebruijkt en voor t meeste gedeelte versleeten. |
1: | wring ijser | ||
1: | bruneer Staal | ||
2: | hamers | ||
2: | arm fijlen | ||
2: | drillen | ||
1: | Nijptang | ||
1 | buijg d:o | ||
2: | Sneij veylen | ||
1: | dril boor met snaaren | ||
1: | borst hout | ||
1: | ijser omslag | ||
2: | spits booren | ||
1: | Cap haamer | ||
1: | veer haak | ||
2: | raspen | ||
1: | Saffe rijn tangh | ||
21: | veijlen in soort | ||
3 | kap beijtels | ||
1: | kraan saag | ||
1: | trek d:o | ||
3 | vegaars | ||
3 | kettings | ||
15 | Lantaarens onbeq: | ||
3 | Slonsies d:o | ||
3 | Ligters d:o | ||
6: | Boeij bouts | ||
12: | hand Beugels | ||
5: | oude hang Slooten | ||
2: | Sur: deekens door de rotten beschadigt | ||
1: | parthij oud Cooper | ||
1: | d:o d:o Loot | ||
1: | d:o d:o ijser |
Aan den pakhuijsmeester | |||
Inneemen { | 1: | Scheeps klok | |
Na Europa senden { | 1: | bank schroeff onbeq: | |
Inneemen { | 1: | speer haak | |
4: | Coks keetels waarvan | ||
Vercoopen { | 2: | vis keetels | } Gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halff sleete |
1: | smoor pan | ||
2: | Schuyms panne | ||
2 | raat pan. | ||
1: | Braat Spit en pan | ||
1: | Rooster | ||
2: | gaat Leepels | ||
2: | Schep d:o | ||
1: | Coekepan | ||
2: | Spek vorke | ||
1: | asschop | ||
1: | vuur tangh | ||
1: | Combuijs ketting | ||
1: | gaate pitiel | ||
1: | Tinne waterpot | ||
2: | d:o Tregters | ||
4: | d:o Beekers | ||
2: | d:o kanne | ||
1: | d:o pintje | ||
1: | d:o halff d:o | ||
1: | d:o halfje | ||
1: | d:o Mostert pot | ||
9: | d:o borden | ||
5: | d:o Schootels | ||
1: | d:o Com | ||
Een kuijpers kist daar in | |||
Verkoopen { | 1: | p:s Strijk Bank | } Gebruijkt en voor 't meeste gedeelte halff sleete |
2: | d:o Snij Messen | ||
1: | d:o hol mes | ||
1: | d:o hand Saagh | ||
1: | d:o Schroot Boor | ||
2: | d:o Croosen | ||
3: | d:o Passers | ||
3: | p:s omslaagen | ||
1: | d:o Swik boor | ||
2: | d:o howeels | ||
1: | d:o dissel | ||
1: | d:o Ronde Schaaff | ||
2: | d:o fretten | ||
2: | d:o blaaspijpen | ||
2: | d:o drijff houten | ||
1: | d:o Set | ||
1: | d:o deurslag | ||
1: | d:o Couw bijtel | ||
1: | d:o ophaalder | ||
2: | d:o kraanbooren | ||
1: | d:o Staart Schaaff | ||
Een Botteliers kist daar in | |||
Verkoopen { | 1: | houte Schaal en Balans | } Gebruijkt en voor t meeste gedeelte versleeten |
20: | ll ijsergewigt | ||
4: | houte pompen | ||
9. | Coopere Lampen | ||
1: | Baars | ||
1 | Stop mes | ||
1: | hamer | ||
1: | dissel | ||
2: | tregters | ||
Een Smits kist daar in | |||
Verkoopen { | 1: | Gaat Schijff | } Gebruijkt en voor t meeste gedeelte versleeten. |
1: | wring ijser | ||
1: | bruneer Staal | ||
2: | hamers | ||
2: | arm fijlen | ||
2: | drillen | ||
1: | Nijptang | ||
1 | buijg d:o | ||
2: | Sneij veylen | ||
1: | dril boor met snaaren | ||
1: | borst hout | ||
1: | ijser omslag | ||
2: | spits booren | ||
1: | Cap haamer | ||
1: | veer haak | ||
2: | raspen | ||
1: | Saffe rijn tangh | ||
21: | veijlen in soort | ||
3 | kap beijtels | ||
1: | kraan saag | ||
1: | trek d:o | ||
3 | vegaars | ||
3 | kettings | ||
15 | Lantaarens onbeq: | ||
3 | Slonsies d:o | ||
3 | Ligters d:o | ||
6: | Boeij bouts | ||
12: | hand Beugels | ||
5: | oude hang Slooten | ||
2: | Sur: deekens door de rotten beschadigt | ||
1: | parthij oud Cooper | ||
1: | d:o d:o Loot | ||
1: | d:o d:o ijser |
‘
Aan Den Dispensier | ||
Inneemen { | 1: | vat Spek |
In Zee werpen { | 2: | vaaten vlees bedurve |
Inneemen { | 65: | Cannen olyven olij |
764: | ll Swarte poeder suijker | |
3466: | d:o Rijst |
Aan Den Dispensier | ||
Inneemen { | 1: | vat Spek |
In Zee werpen { | 2: | vaaten vlees bedurve |
Inneemen { | 65: | Cannen olyven olij |
764: | ll Swarte poeder suijker | |
3466: | d:o Rijst |
‘
Aan Den Keldermeester | ||
Inneemen { | d:o 1: | Legger aracq beij welkers peijling 6: d:m wan |
2: | d:o asijn beij peijling, | |
60 | p:s bequaame water Leggers | |
Verkoopen { | 12: | d:o onbequaame d:o d:o |
Ten dienst van de kuijpers winkel aff geeven { | 2: | d:o oude spek vaaten |
1: | d:o d:o vlees d:o | |
15: | d:o d:o schooven in soort | |
102 | d:o d:o ijsere hoepels in soort | |
Inneemen { | - 1/2: | d:o Legger aseijn beij peijling 12: d:m wan |
Aan Den Keldermeester | ||
Inneemen { | d:o 1: | Legger aracq beij welkers peijling 6: d:m wan |
2: | d:o asijn beij peijling, | |
60 | p:s bequaame water Leggers | |
Verkoopen { | 12: | d:o onbequaame d:o d:o |
Ten dienst van de kuijpers winkel aff geeven { | 2: | d:o oude spek vaaten |
1: | d:o d:o vlees d:o | |
15: | d:o d:o schooven in soort | |
102 | d:o d:o ijsere hoepels in soort | |
Inneemen { | - 1/2: | d:o Legger aseijn beij peijling 12: d:m wan |
‘
Aan Den Capitain | ||
Inneemen { | 2: | p:s ijsere Canon van 8: ll |
4: | d:o d:o d:o d:o 6 ll | |
2: | d:o d:o d:o d:o 3 ll | |
8: | d:o Metaale bassen | |
24: | d:o d:o Caamers | |
300: | d:o knippels van 8: ll | |
120: | ll snaphaan en pistool koogels | |
170: | p:s druijven van 12: en 6: ll | |
370: | d:o Cogels van 1: ll 1/2: en 1/4: ll | |
9: | d:o koevoeten | |
117: | d:o hand garnaten | |
25: | d:o Coopere kardoes kookers | |
24: | p:s houte Cardoes kookers | |
30: | d:o Snaphaanen | |
5: | p:r pistoolen | |
5: | p:s Musquetten | |
36: | d:o houwers | |
54: | d:o patroon Tassen | |
17: | d:o Coopere Laat priemen | |
Aan de Constapel affgeegen { | 3: | d:o Beurs vaatjes |
Inneemen { | 30. | d:o halve pieken |
Aan de Constabel affgeven { | 1: | d:o verff steen |
1: | d:o mostert d:o | |
Verkoopen { | 2: | d:o koopere kruijt Lantaarens onbeq: |
Als meergem: afgeeven { | 1: | kruijt Slonsie |
2: | d:o koopere kruijt tregters | |
3: | d:o d:o d:o maaten | |
1: | d:o passer | |
3 | d:o Coogel Mallen | |
1: | d:o Coopere dissel | |
1: | d:o d:o haamer | |
1: | d:o Schaar | |
1: | d:o buijgh tangh | |
1: | d:o kogel vorm | |
12: | d:p patroon Stokkies | |
- 1/2: | ll wisser spykers | |
2: | houte haamers | |
100: | Coopere Leepel spijkers | |
28: | Lond Stokke | |
20: | kruijd hoorens | |
Inneemen { | 6: | Eijsere Schut boore |
Aan de Constapel afgeven { | 12: | Leepels en varkestaarten |
20: | wissers en aansetters | |
14: | Schut Tijns | |
1800: | lb Bussekruijt waar van | |
Inneemen | 625: lb goed en | |
In zee werpen | 1175: lb nat. | |
1048: | p:s Koogels | |
14: | d:o Schuijftange |
Aan Den Capitain | ||
Inneemen { | 2: | p:s ijsere Canon van 8: ll |
4: | d:o d:o d:o d:o 6 ll | |
2: | d:o d:o d:o d:o 3 ll | |
8: | d:o Metaale bassen | |
24: | d:o d:o Caamers | |
300: | d:o knippels van 8: ll | |
120: | ll snaphaan en pistool koogels | |
170: | p:s druijven van 12: en 6: ll | |
370: | d:o Cogels van 1: ll 1/2: en 1/4: ll | |
9: | d:o koevoeten | |
117: | d:o hand garnaten | |
25: | d:o Coopere kardoes kookers | |
24: | p:s houte Cardoes kookers | |
30: | d:o Snaphaanen | |
5: | p:r pistoolen | |
5: | p:s Musquetten | |
36: | d:o houwers | |
54: | d:o patroon Tassen | |
17: | d:o Coopere Laat priemen | |
Aan de Constapel affgeegen { | 3: | d:o Beurs vaatjes |
Inneemen { | 30. | d:o halve pieken |
Aan de Constabel affgeven { | 1: | d:o verff steen |
1: | d:o mostert d:o | |
Verkoopen { | 2: | d:o koopere kruijt Lantaarens onbeq: |
Als meergem: afgeeven { | 1: | kruijt Slonsie |
2: | d:o koopere kruijt tregters | |
3: | d:o d:o d:o maaten | |
1: | d:o passer | |
3 | d:o Coogel Mallen | |
1: | d:o Coopere dissel | |
1: | d:o d:o haamer | |
1: | d:o Schaar | |
1: | d:o buijgh tangh | |
1: | d:o kogel vorm | |
12: | d:p patroon Stokkies | |
- 1/2: | ll wisser spykers | |
2: | houte haamers | |
100: | Coopere Leepel spijkers | |
28: | Lond Stokke | |
20: | kruijd hoorens | |
Inneemen { | 6: | Eijsere Schut boore |
Aan de Constapel afgeven { | 12: | Leepels en varkestaarten |
20: | wissers en aansetters | |
14: | Schut Tijns | |
1800: | lb Bussekruijt waar van | |
Inneemen | 625: lb goed en | |
In zee werpen | 1175: lb nat. | |
1048: | p:s Koogels | |
14: | d:o Schuijftange |
‘
Aan Den oppermeester | ||
Verkoopen { | 1: | Mediseijn kist |
Aan Den oppermeester | ||
Verkoopen { | 1: | Mediseijn kist |
‘
Aan Baas van Dockum | |||
Inneemen { | 8: | p:s Zeijle als | } oud en onbeq: |
2: | p:s halsen | ||
1: | d:o Stenge want | ||
1: | d:o groot d:o | ||
2: | d:o Cardeels | ||
Verkoopen { | 1: | d:o Brand Spuijt en toebehooren | |
Inneemen { | 11: | d:o diep Looden | |
Verkoopen { | 1: | d:o vieruursglas onbeq: | |
13: | d:o heele en halfuursglaase d:o | ||
na holland senden { | 1: | d:o domme kragt, onbeq: | |
Inneemen { | 215: | d:o gesort Blokke | |
40: | d:o pokhoute Scheijven | ||
4: | p:s Juffers | ||
1: | d:o Barkas en toebehooren | ||
1: | Schuijt aan t Schip de Anna afgegeven | ||
2: | d:o vaaten pik | ||
1: | d:o d:o harpuijs | ||
6: | d:o Roer haaks | ||
10: | d:o Compassen | ||
2: | d:o pompen | ||
ten dienste van 't Zeehooft lands boots en Equipagiewerff gebruijken { | 1: | d:o partij oud Loopend en Staande want | |
6: | d:o Swaare touwen als. | ||
2: | Cabeltouwen als. | ||
Inneemen { | 5: | p:s swaare ankers | |
2: | d:o werp d:o | ||
1: | d:o Lok d:o | ||
1: | d:o boots dreg | ||
1: | d:o Schuijts d:o |
Aan Baas van Dockum | |||
Inneemen { | 8: | p:s Zeijle als | } oud en onbeq: |
2: | p:s halsen | ||
1: | d:o Stenge want | ||
1: | d:o groot d:o | ||
2: | d:o Cardeels | ||
Verkoopen { | 1: | d:o Brand Spuijt en toebehooren | |
Inneemen { | 11: | d:o diep Looden | |
Verkoopen { | 1: | d:o vieruursglas onbeq: | |
13: | d:o heele en halfuursglaase d:o | ||
na holland senden { | 1: | d:o domme kragt, onbeq: | |
Inneemen { | 215: | d:o gesort Blokke | |
40: | d:o pokhoute Scheijven | ||
4: | p:s Juffers | ||
1: | d:o Barkas en toebehooren | ||
1: | Schuijt aan t Schip de Anna afgegeven | ||
2: | d:o vaaten pik | ||
1: | d:o d:o harpuijs | ||
6: | d:o Roer haaks | ||
10: | d:o Compassen | ||
2: | d:o pompen | ||
ten dienste van 't Zeehooft lands boots en Equipagiewerff gebruijken { | 1: | d:o partij oud Loopend en Staande want | |
6: | d:o Swaare touwen als. | ||
2: | Cabeltouwen als. | ||
Inneemen { | 5: | p:s swaare ankers | |
2: | d:o werp d:o | ||
1: | d:o Lok d:o | ||
1: | d:o boots dreg | ||
1: | d:o Schuijts d:o |
’/:onderstond:/ In ‘t Casteel De goede hoop Den 29:e 8ber: 1748: /was geteekent:/ R Lafebre, J.A. horak’
Het antwoord van den Eerw: Kerkenraade in het Swart Land , op den Brieff den welken aan deselve volgens het geresolveerde in vergaaderinge van den 8:e deeser maand october is geschreeven, geresumeert en de elucidatie die daar bij word gegeven, weegens het verbruijken van het geld, dat Sijl: van den Eerw: Kerkenraade hier aan de Caab ter Leen hebben ontfangen; te weeten dat het Selve ge Emploijeert is tot den opbouw van een huijs voor een predikant, mitsgaders van eene wooninge voor den krankbesoeker ensz: voldoenend bevonden weesende, is verders gearresteert, dat meer gemelde kerkenraade in het Swart Land op het ernstigst sal worden geordonneert om met den verderen opbouw van haare kerk ende voltooijing der selve, alle moogelijke Spoed te maaken en in dien opsigten soo Menagieus en Suijnig te werk te gaan als het immers doenelijk sal sijn, houdende van den uijtgaaff pertinent en duijdelijk aanteijkening terwijl gedagte Kerkenraade het geld daar toe nodig weeder ter leen sal kunnen bekomen bij den Eerw: Kerkenraade ter deeser plaatse.
Voorts is nog goed gevonden datter Billietten sullen worden aangeplakt, tot waarschouwinge dat den Heer Independent fiscaal Pieter Reede van oudshoorn neevens gecommitteerdens uijt den Raad van Justitie deeses gouvernements op Dingsdag Woensdag, en Donderdag, den 17. 18. en 19:e der aanstaande maand december, sullen vaceeren om te doen Eijken allerhande gewigten, ellen en maaten en dat ook Land-drost en heemraaden aan Stellenbosch ten huijse van Eerst gem: op gemelde datums ten voormelde Eijnde sullen sitten, opdat alle ende een ijgelijk deeser Ingesetenen sig hier na rigtende, komen te laaten eijken, haare elle Maaten en gewigten.
Sijn op het aanweesend Ceijlons uijtkomend Schip Zeelandia , in steede der daarop geduurende de reijse overleedene de onderstaande persoonen sodanig geadvanceert en verbeetert als volgt.
Thomas Hardij van vlissingen Luijtenant en opperstuurman tot Schipper in steede van wijlen den Capitain Luijtenant Otto van Dam met Sestig guldens ter maand.
Jacob Handerson van Gottenburg derdewaak, tot onderstuurman, met halveering van gagie tot ƒNeegen en Twintig maandelijx ende sulx in plaatse van den als opperstuurman overleedene onder d:o Jan Dominicus de La Rue.
Anthonij de Bruijns van Vlissingen Constapelsmaat, tot onderstuurman in steede van gedagten Jacob Handerson, met halveering van gagie tot ƒtwintig ter maand.
Ondertusschen dat gedagte Schip Zeelandia met desselfs toebehooren en inhebbende laading, en Contanten aan den Nieuwen Schipper hier boven gem: sal overgegeven worden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteert Int Casteel De Goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 382-388.¶
Donderdag den {17481107} 7: Novemb:r 1748:
Svoormiddags alle Present uijtgenomen d E: E: Nicolaas Heijning en Christoffel Brand, den Eersten bij Indispositie en den anderen weegens occupatie.
Naar Lectuure en Resumptie van het ge Eerd aanschrijvens der Hoog Edele Heeren van de hooge Indiaasse reegeringe van den 2:e Augustus deeses Jaars; het welk hier is aangebragt met het op den 3. deeser Loopende maand november in deese Tafel baij gearriveerde provisie Schip het Casteel van Tilburg ; is verstaan dat van seekere perioden in die brieff geinsereert, raakende de wijnen, thuijn Zaaden en amandelen, Laatst van hier naar Batavia gesonden; mitsg:s seekere kas met graven dewelke alhier in het Schip Schellag niet te vinden geweest sijnde, de overheeden van die kiel des niet te min op Batavia hebben verklaart hier te hebben afgegeven; de noodige Extracten om daar op p:r Naasten te dienen van berigt, sullen worden ter handen gestelt, aan den pakhuijsmeester, Negotie overdrager en keldermeester, ondertusschen dat Schultpligtig sal worden geobserveert het aangeschreevene tot narigt, omtrent het verkoopen alhier der Vaderlandsche en Indiaasse waaren, Namentlijk dat bij ongewildheijd, de Eerste met 50: ende andere met 35: Ja al was het met 30: off 25. p:r C:to sullen mogen worden verkogt; en dat so wanneer men alhier van eenige Lijwaten sal sijn voorsien, waarop de voorgestelde p:r C:tos niet sullen kunnen worden behaalt; men dan daarmeede maar de Markt sal kunnen volgen; sullende voorts aan den Eerw: Kerken Raade in het Swart Land bij Missive kennisse worden gegeven, dat het de heeren van de Hooge Indiasse Reegering, behaagt heeft aan den bij voorsz: kerk in het Swart Land bescheijden predikant Rutgert Andreas Weerman, te permitteeren om van hier na Batavia te mogen overvaaren.
Ende alsoo het dikwils voorvalt, dat door de officieren die het Commando voeren op het hier ter rheede Leggende Commandeurs Schip; in het weeder geven van het Salut aan de aankomende en vertrekkende Scheepen, ‘t Zij door onagtsaamheijd off onkunde veele en grove abuijsen worden begaan; so is om hier inne te voorsien en gesegde officieren op haare saaken des te beeter te doen letten; gearresteert, en vast gestelt, dat als het gebeurt, dat den officier die op het Commandeurs Schip het gesag voert, sig in het weeder geven van het Salut komt te misgrijpen en in dien opsigte sig niet precis komt te gedraagen aan het gearresteerde onder den 3.e Julij 1743. bij de Instructie voor de officieren ter Zee; waar van tot beeter narigt voor gesegden officier, een korte en bondige versaameling sal gedaan en hem aff gegeven worden; dat den selven officier van het Commandeurs Schip, telkens als hier teegens aangaat sal verbeuren een Somma van vijfftig guldens ten voordeele van den Heer officier en dit nog onvermindert de gestatueerde pœnaliteijten teegens de onnoodige Eer en andere Schooten.
Hier naar geliefden het den Heer Gouverneur de Leeden des Raads te Communiceeren, dat voor als nog buijten Staat is geweest; en nog blijft om voor eerst, te kunnen depescheeren het aanweesend uijtkomend Schip Zeelandia , ende dit door gebrek aan volk om te remplaceeren de daarop overleedene en voor al desselfs verdre bij Continuarie swak blijvende Scheepelingen; Weshalven sal men tot dat men daar toe eenigsints in staat sal kunnen geraaken met het afsenden van dat Schip Zeelandia moeten blijven wagten.
Laatstelijk is uijt aanmerkinge dat den ondercoopman Marthinus Heems belaaden sijnde met de administratie over SComp:s hout Magazijnen en soo meede over SComp:s Slaven Logie De Steen backerij met der selver ab en dependentie, Laatstelijk nog met de doodgravers bediening; het voor hem, niet als seer swaar kan vallen om dit alles gelijk het behoort te kunnen waarneemen; goed gedagt om gedagten Heems in deesen eenige verligtinge toe te brengen den selven van voormelde dood gravers bediening te ontslaan en daar toe weeder aan te stellen den meede ondercoopman Nicolaas Leij so als sulx geschied bij deesen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteert Int Casteel degoedehoop, Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] Corn.s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 389-391.¶
Saturdag Den {17481123} 23. November 1748.
Svoormiddags alle present, uijtgenomen den Heer Secunde Rijk Tulbagh, mitsg:s de E Coopman Cornelis Eelders.
Vermits datter niemand op de aan weesende patriaasse Scheepen word gevonden om als opperstuurman te plaatsen op het meede hier vertoevende Schip Zeelandia en dat den Schipper van die kiel komt te betuijgen dat den Jongst daarop tot Eerst onderstuurman gevorderde Jacob Handerson, wel daar toe bequaam en een goed zeeman is, daar niets teegens is dan alleen dat hij d E Comp: voor deesen niet heeft gediend, dat in sig selfs niets beduijd; is den selven Jacob Handerson hier om tot opperstuurman op voorsz: Schip Zeelandia aangestelt met halveeringe van gagie tot ƒ38: smaands in wiens plaatse weeder tot onderstuurman met de gehalveerde gagie tot ƒ29. maandelijx is gevorderd den Derde waak Abraham Stevensz: op dien bodem meede bescheijden.
Laatstelyk is weegens het overleijden van den Boekhouder Pieter Lafon, weeder tot boek houder in SComp:s Slagthuijs onder sijn thans winnende gagie bevordert Carel Maxmiliaan Adleda Hofmeester van den Heer Gouverneur.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteert Int Casteel De Goede Hoop, Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 392-400.¶
Donderdag den {17481128} 28: Novemb:r 1748.
S voormiddags alle present, uijtgenomen den Heer Secunde Rijk Tulbagh mitsg:s den E Coopman en Winkelier Cornelis Eelders.
Op den 3:e deeser maand Novemb:r en dus veel vroeger als diergelijke Scheepen hier gemeenelijk worden gesien, ter deeser rheede met coopmanschappen en provisien voor deese plaats, gearriveert sijnde het Schip het Casteel van Tilburg , het welk derhalven bij uijtstek wel te pas soude kunnen komen om van hier naar Nederland over te brengen een gedeelte der Laadingen van de alhier afgelegde Scheepen Wel te vreeden en Duijnhoff ; eene gelegentheijd die men niet konde denken dat dus daartoe aan handen soude worden gekreegen, wanneer aan de heeren van de Hooge Indiaasse reegeringe bij missive van den 27: Maij deeses Jaars, Eerbiedig in Consideratie is gegeven, off haar wel Edele groot Agtb: niet souden kunnen goed vinden, tot een spoedige transport van deese plaats naar Europa der voorseijde Laadingen mitsg:s van de hier overgeblevene Twaalff Hondert Sacken met Salpeeter uijt het Retour Schip Arnesteijn vroeg tijdig herwaarts te senden twee Scheepen, met haare onderlaag voor het Vaderland voorsien; Geliefde den Heer Gouverneur bij gelegentheijd dat voorseijde Schip het Casteel van Tilburg thans van sijne aangebragte goederen voor dit gouvernement bijna ontlost is, in Ernstige overweegingen te geven, off het hier om voor den dienst der E Comp: niet best en voordeeligst soude weesen, dat men gemelden bodem quaam aan te Leggen om soo dra doenelijk van deese plaats na Europa over te voeren het kostelijkste uijt de voorsz: Laadingen; te meer om dat het seer te dugten is, dat haar hoog Edelens tot Batavia weegens het groot gebrek aan volk en Scheepen in India veroorsaakt eensdeels door het blijven Jongst aldaar van eenige Scheepen, en ten anderen over dat neegen uijtkomende kielen die in de maand maij Laastl: van hier tot seekere Expeditie sijn uijtgesonden, na verrigtinge van Saaken niet als seer laat op Batavia sullen hebben kunnen aankomen; buijten staat sullen weesen om sodanige twee Scheepen herwaarts te kunnen senden; en dat het dog in alle gevalle als het nog gebeurde dat die twee Scheepen ten Eijnde als gemeld hier na toe wierden gesonden, daar meede nog niet met al soude sijn versuijmt, also het eene der selve als dan soude worden ge Employeert om de overblijvende goederen soo uijt Duijnhoff als van Wel te Vreeden , dewelke in het Casteel van Tilburg niet sullen kunnen geborgen worden, naar het vaderland over te voeren; en het andere in Steede van even gemelden bodem het Casteel van Tilburg naar Batavia te rugge gesonden, met sodaanige producten deeses Lands, als de provisie Scheepen bij hun te Rugge gaan, doorgaans van deese plaats meede nemen, en waar na die Kiel tog, dewijl meest alle deselve nog op het veld staan, en vooral het Coorn nog een tijd Lang soude moeten blijven wagten; over alle het welke met aandagt geraadpleegt en daar bij aangemerkt weesende dat onder voorsz: goederen veele Lijwaaten en Specerijen worden gevonden, de welke veel geld waardig sijn en nu in het vaderland bij sonder wel getrocken sullen weesen en voor al de Specerijen, ter Saake dat drie Scheepen daar meede gelaaden als Marseveen , de Leeuwerk en t Casteel van Woerden op haare te rugge Reijse van Ambon en Banda na Batavia, ongelukkiglijk sijn gebleeven; so is om dit alles en in vertrouwen dat hier meede ten genoegen der heeren Majores, mitsg:s van de heeren van de hooge Indiaasse Reegering sal moogen sijn gehandelt, gearresteert; dat het gesegde Schip het Casteel van Tilburg , Conform het geproponeerde bij Wel op gemelde Heer Gouverneur, met alle moogelijke Spoed met de Kostbaarste goederen uijt de laadingen der afgelegde Scheepen Duijnhoff en Wel te vreeden sal afgelaaden en daar meede so er onderwijl geen tijding off ordres komen die sulx souden kunnen beletten, teegens het Laatste van December off het begin van Januarij aanstaande naar het vaderland voort gesonden worden.
Ten belange der ontstaane twisten en on Eenigheeden geduurende de reijse, op het aanweesend uijtkomende Schip Duijneburg , voornamentlijk tusschen den Schipper Jan fredrik Woesthoff en den oppermeester Jan Schupper; dewelke malkanderen over ende weeder dan over deese weeder over andere Saaken komen te betigtigen; dog waar omtrent men egter uijt de veelvuldige binnen boord geschreevene en in veele opsigte, maar beuselarijen inhoudende papieren, niets anders sien kan, dan dat voorseijden oppermeester sig wat brutaal teegens dien Schipper soude hebben gedraagen, en dat deese Laatst gemelden, deese Saak ook hoger opgenomen en getrocken heeft als de selve het in der daad wel waardig was; so is bij overweeginge, dat wanneer men deselve Saak alhier bij weegen van Justitie soude willen laaten ondersoeken en aff doen; voorseijde Schip Duijnenburg ter dier oorsaake tot groot naadeel der E Comp: ter deeser plaatse een geruijme tijd soude moeten worden aangehouden; alsoo men hier niemand aanhanden heeft; om de geene die andersints tot Instrueeringe van soo een proces als hier uijt soude kunnen voort vloeijen en van Lange duur weesen, uijt dat Schip hier aan de wal souden kunnen geligt worden te remplaceeren, best en Raadsaamst geoordeelt, dat men die Saak in Statu quo sal Laaten en dat tot voorkominge van verdere on Eenigheeden op het Selve Schip Duijnenburg den voormelden oppermeester, neevens een onder d:o mitsg:s den onderstuurman Gerrit Looman bij ruijling teegens andere sullen werden verplaatst, op andere der ter deeser rheede meede vertoevende patriaasse Scheepen; des sullen de bovengem: papieren so als se alhier overgelevert sijn, met het selve Schip Duijnenburg voort gesonden worden.
Ten laatsten is aan den Boekhouder van het Schip de Standvastigheijd Jan Goebeek, hier om versoek doende toegestaan om desselfs teegenwoordige bruijt Margaretha Paasen, daar meede getrouwt sijnde van hier naar Batavia te mogen meede neemen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteert Int Casteel De Goedehoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 401-402.¶
Donderdag den {17481205} 5: decemb:r 1748.
Svoormiddags alle present uijt genomen den Heer Secunde Rijk Tulbagh.
Als nu ingekomen sijnde de berigten van den Pakhuijsmeester, Negotie overdrager en Celdermeester, op het gerequireerde bij Resolutie van den 7:e der even afgeweekene maand Novemb:r; is verstaan, dat deselve naar Batavia in Copia sullen gesonden worden en dat noopende de bewuste kas met graven, Conform het geallegueerde bij den pakhuijsmeester geschreeven wordende haar hoog Edelens de heeren van de hooge Indiaasse Regeringe teffens sullen worden verseekert, dat wij alle mogelijke sorgen sullen dragen en ook doen dragen, door de geene die het in het bijsonder incumbeert, ten Eijnde de producten deeses Lands dewelke successivellijk van hier na Batavia sullen gesonden worden altijd van de beste soort sijn, die alhier sullen weesen te krijgen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteert Int Casteel De Goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 403-411.¶
Dingsdag den {17481210} 10 December 1748.
Svoormiddags alle present uijtgenomen den Heer Secunde Rijk Tulbagh.
Naar resumptie der Respective ingeleeverde nominatien, heeft men sig de gedaane Electie van Jan van Schoor tot ouderling, in steede van den afgaanden David d’ Aillij Laaten wel gevallen, en sijn voorts uijt het dubbeld genomineert getal voor de aff te treedene Diaconen Barend van Dockum en Michiel Smuts, tot diaconen weeder verkooren Reijno Bartho en Hendrik van der Heijde.
So als wijders de gedaane verkiesingen van ouderlingen in de naar te noemene kerken Zijn goed gekeurt en uijt het dubbelt genomineert getal sodanige diaconen Ge Eligeert Als volgt.
Aan Stellenbosch
Willem van As tot ouderling in plaatse van den afgaanden Jacob Cloete. en Hendrik Cloete, in Steede van den uijtgediende Hendrik Emanuel Blankenberg, tot Diacon.
Aan Drakensteijn
Steven Marais tot ouderling in plaatse van Hendrik van der Merwe. Hercules Dupre en Thomas Arnoldus Teron tot diaconen in steede van Frans Retieff en Steven Du Toit.
T Land van Waveeren
Frans Du Toit tot ouderling voor Pieter Theron, Jacobus de Weth tot Diacon in Steede van Pieter de Vos.
T Swart Land
Michiel Basson tot ouderling in steede van David Malan en Paul Retief tot Diacon voor Hugo Lambrechts.
Ende Alsoo dit jaar weederom geen Commissaris politicq na de buijten districten sal kunnen gaan, sullen die gemeijntens over sulx worden geordonneert; haare kerkelijke reek: der arme penningen bij tijds in gereedheijd te brengen en herwaarts over te senden.
Sijnde wijders uijt het tweevoudig getal tot Burgerraden, in steede der afgaande Henning Joachim Prehn en Alexander Coel, aangestelt Jan Lourens Bestbier en Johannes Henricus Blankenberg.
Maar gemerkt dat de wijse volgens dewelke de Drie actueel in dienst sijnde Burgerraaden rouleeren, geen gelijk vormigheijd in Sig heeft, alsoo de twee oudste niet alleen twee Jaaren dienen en den Jongsten Burgerraad hier en teegens maar een Jaar dienst doet, maar ook dat den Eersten off oudsten der selve, daar en boven naar desselfs twee Jaarigen dienst, nog een jaar in het Collegie van Commissarissen van Cievile en huwelijxe Saaken als vice president moet sitten, dat waarlijk wat swaar moet vallen; is hierom en om den tijd die de voorsz: drie Burgerraaden sullen moeten dienen op een egualen voet te brengen, namentlijk dat Elk derselve bij rouleering twee Jaaren sal dienen; vastgestelt dat den Jongsten afgaanden Burgerraad, naar een Jaar Lang als sodanig dienst te hebben gedaan, nog een Jaar in het voorsz: Collegie van Commissarissen van Civiele en huwelijxe Saaken, als vice president sal moeten sitten; waarmeede thans een begin sullende moeten worden gemaakt, met den afgaanden Alexander Coel so sal in het vervolg dus moeten gecontinueert worden en den oudsten afgaanden Burgerraad voor altoos van dat vice presidentschap ge Excuseert blijven.
Verders sijn bij Continuatie tot Weesmeesteren aangestelt Olof Martini Bergh en Alexander Coel, mitsg:s wijders in steede van den afgaanden Johannes Meijnderts Cruijwagen verkooren Jacob van Rhenen.
Terwijl uijt het dubbeld genomineert getal, in plaatse der aff te tredene Hendrik Storm en Thobias van Ek weeder tot Commissarissen van Civiele en Huwelijxe Saaken sijn ge Eligeert Philip Boomgaard en Michiel Smuts.
In welk Collegie in steede van d Heer Cap:t Rudolph Sigfried alleman die op sijn versoek daarvan ontslaagen is weeder tot president is aangestelt den E Coopman en Pakhuijsm:r Christoffel Brand; des sal aan voormeld Collegie van het boven gearresteerde ten belange van den Jongsten afgaande Burgerraad, om voorthaan in het selve als vice president te moeten sitten kennisse gegeven worden.
Laatstelijk sijn tot Heemraaden verkooren de naar volgende persoonen als.
Van Stellenbosch
Arnoldus Maasdorp en Jacobus Blankenberg, ende sulx in steede van Daniel Malan en Hendrik Emanuel Blankenberg die haaren tijd hebben uijtgedient.
Van Drakensteijn
Jan Blignault en Christiaan Sprigt voor de afgaande David de villiers en Johannes Louw Jacobsz.
Van Swellendam
Andries Holtshuijsen en Carel Pietersz de Jager tot remplaceeringe van Esajas Engelbert Meijer en Andries de Jager.
Sullende wijders bij onse af te gaane missive aan Laatst gem: Collegie onse misnoegen worden betuijgt over het verkeert en groots gedoente van den Secretaris aldaar Willem Bosman; den welken geen Lid sijnde egter de brieven die haaren ‘t weegen herwaarts worden geschreeven meede komt te teijkenen, met recommandatie daar bij dat hij Bosman sig in het vervolg daar van sal hebben te onthouden en binnen depalen van sijn ampt van Secretaris blijven.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteert Int Casteel De Goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 412-417.¶
Donderdag den {17481219} 19:e December 1748:
S voormiddags Alle Present, uijtgenomen den Heer Secunde Rijk Tulbagh en den E: Coopman Cornelis Eelders.
Is heeden, door Brandmeesters alhier ingeleverd het onderstaande vertoog.
Aan den Wel Edelen gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India mitsgaaders Gouverneur van Cabo de goede Hoop, en den Resorte van dien benevens den E: Agtb: Raad van Politie deses Gouvernements.
‘Wel Edele Gestr: Heer en Agtb: Heeren.’
‘De ondergeteekende brandmeesters, nu onlangs ter voldoening van hun pligt in dit vlek, rond gegaan weesende om de Schoorsteenen deeser Ingeseetenen behoorlijk te visiteeren, hebben bij dat ondersoek ontwaart, dat de hier onder te noemene Persoonen voor so als nog wel afdakken, paarde stallen als Huijsjes, de dakken ter Groote van 5: 6: 7: voeten van de grond Zijn hebbende, als bevindende sig.’
‘Alle het welke bij der ondergeteekendens Intructie door de Regeering alhier in den Jaare 1711: wel Expresselijk met deese bewoording word geinterdiceert, dat men geen afdakken voortaan meer sal moogen maaken, en de welke reets waaren gemaakt niet te repareeren, maar ter hoogte van 9. voeten op te haalen.’
‘Sijnde de ondergeteekendens bij het doen der voornoemde besigting insgelijx te vooren gecomen dat de volgende Ingeseetenen, soo als den Coopman D’ E: Abraham Dekker den oud opperstuurman Hans Pietersz: de Wit mitsgaaders de Burgers Christiaan Victoor Isaak d’ Villiers Gijsbert Rosier Haare Combuijsen buijtenshuijs hebbende over sulx het vuur tot haar huijs gebruijk over de plaatzen moeten werden gedragen, waar van egter beij voormelde Instructie geen mentie werd gemaakt.’
‘Ende aangesien door het eene soo wel als het andere door de Groote Sorg en agteloosheijd, soo wel van Ambagtslieden, als wel principaalijk der Slaven bij winderig weer seer ligt een groot ongeluk en velle Brand /:t welk God genaadeleijk verhoede:/ soude kunnen ontstaan het geene tot totale ruine van veele so niet alle, deeser Ingesetenen soude Comen te verstrekken, so hebben de ondergeteekendens van hun pligt geoordeelt U Wel Ed:es Gestr: en E: Agtb:s hier van bij deesen de ver Eijschte kennisse te geven, terwijl sij sig met de diepste Eerbied onderschrijven. /:onderstond:/ Wel Edele Gestrenge Heer en Agtb:re Heeren, Uwel Ed:s Gestr: en E. Agtb: onderdanige en Gehoorsaame Dienaaren /:was geteekent:/ P:s Artoijs, J:n L:s Bestbier, H:k van Der Heijden, B:d V:n Dockum George Schoester, W:m V:n D:r Heijde /:in margine:/ overgegeven in Raade van politie deeses Casteels de goedehoop den [....]’
En is na dies Resumptie verstaan, dat men de Eijgenaars der daar bij gemelde te Laag opgehaalde dacken sal doen ordonneeren om die met den Eersten aff te breeken en voorts van Sints Sijnde die weeder op te maaken, deselve volgens ordre ten minsten Negen voeten Hoog van de grond op te haalen; dog ten opsigte van het verdere ter neder gestelde in dat Schriftuur noopende de Combuijsen van sommige deeser Ingesetenen dewelke buijten haar huijsen staan, is best gedagt voor Eerst sulx te Laaten off ten minsten tot dat men dies aangaande een nader en klaarder berigt sal hebben ingekreegen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteert Int Casteel De Goede hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
C. 126, pp. 418-436.¶
Maandag den {17481230} 30: dec: 1748:
’s voormiddags Alle Present Behalven Den heer Secunde Rijk Tulbagh en den E: Coopman en winkelier Cornelis Eelders.
Wierd door den Heer Gouverneur te kennen gegeven, dat sijn Edele, op de gedane klagten door d’ Overheeden van het aanweesend Schip Hercules , namentlijk dat onder de vaten met sout vleesch, hun in ‘t Vaderland tot Consumptie op de Reijse meede gegeeven, eenige bedurven wierden gevonden, het selve vleesch door Expresse gecommitteerdens hebbende Laten besigtigen door deselve van haare bevindinge het volgende rapport is ingelevert.
Aan den Wel Edele gestr: Heer Hendrik Swellengrebel, Raad Extraordinaris van Neederlands India en Gouverneur van Cabo de goede Hoop met den Resorte van dien &:a &:a &:a.
‘Wel Edele Gestr: Heer’
‘De onderget:s, als bij Schriftelyke ordre van Uwe Wel Edele gestr: de dato 21: deeser Loopende Maand decemb:r Expresselijk gecommitteert Zijnde, omme het vleesch dat aan het aanweesend uijtkomend Schip D Hercules in t vaderland tot Consumptie voor de Reijse is meede gegeven, op het naaukeurigst te visiteeren, hebben haar op heeden naar en op dien bodem begeeven en aldaar dat vleesch bestaande in 23. vaaten open Laaten slaan, en bevonden dat 9. vaaten ten Eenemaal bedorven waaren, mitsg:s dat eenige vaten heel goed en de Rest /:schoon dat er een Lugje aan was::/ nog bruijkbaar Zijn, en moeten de onderget:s /:onder wijser oordeel van Uwe Wel Edele Gestr:/ hier bij voegen, van gevoelen te Zijn, dat wanneer dat goede en bruijkbaare vleesch met versch sout overgesouten wierd, weederom verfrissen en heel goed tot gebruijk souden Zijn.’
‘En waarmeede verhoopende aan d G’Eerde ordre van Uwe Wel Edele Gestr: te hebben voldaan soo Laaten W’ deesen dienen voor needrig Rapport /onderstont:/ Cabo de Goede Hoop den 23. Decemb:r 1748: /was geteekent. A. Swart, Joachim outjes.’
Het welk geleesen weesende is verstaan, dat de daar bij vermelde 9. vaten met bedurven vleesch in Zee sullende werden geworpen voorts uyt de hier aanhanden sijnden soberen voorraad daar van, vier vaaten in Supplement en bij voorsorge aan die Kiel weder sullen bijgeset werden off schoon voormelde overheeden, komen te betuijgen datse met de Resteerende veerthien vaten de Reijse wel souden kunnen doen.
Wijders behaagde het welgem: Heere Gouverneur vermits d’ Afweesentheijd van den heer Hoofd Administrateur Rijk Tulbagh; ten Eijnde daar op na behooren mogte werden gedisponeert te produceeren de onderstaande Memorie van het te kort komende en gebrookene op de Laading, met het Schip T Casteel van Tilburg van Batavia aangebragt.
‘Memorie van de nabesz: Zuijkeren, Wax, waxkaarsen en Jatij planken uijt het provisieschip, T Casteel van Tilburg soo te kort als gebrooken bevonden, gelijk blijkt bij de verklaaring van gecommitteerdens hier annex Namentlijk’
‘
2029. | ll Candij Zuijker op 30068: ll te kort sijnde 6 3/4: p:s C:to Sch:s. |
661: | d:o poeder Zuijker op 60042: ll te kort sijnde 1 1/10 p:s C:to Sch:s |
31: | d:o Wax op 1000: ll te kort sijnde 3 1/10: p:r C:to Sch:s |
115: | d:o Wax Caarssen op 3000: ll te kort zynde 3 5/6 p:r C:to netto |
69 | P:s Jatij planken op 1000: p:s Gebrooken. |
2029. | ll Candij Zuijker op 30068: ll te kort sijnde 6 3/4: p:s C:to Sch:s. |
661: | d:o poeder Zuijker op 60042: ll te kort sijnde 1 1/10 p:s C:to Sch:s |
31: | d:o Wax op 1000: ll te kort sijnde 3 1/10: p:r C:to Sch:s |
115: | d:o Wax Caarssen op 3000: ll te kort zynde 3 5/6 p:r C:to netto |
69 | P:s Jatij planken op 1000: p:s Gebrooken. |
’/:onderstond:/ Int Casteel de goede hoop 30.e Xber: 1748:’
Naar Lectuure van welke Memorie in Raade verscheenen weesende, den Cap:tn Lieutenant van die kiel Abraham Swart, aan wien, ten eijnde hij sig weegens het bovenstaande soude kunnen verantwoorden, bereijts is ter handen gesteld, Extract uijt het verleende Rapport bij de gecommitt:s dewelke bij d ontlossinge van dat schip present syn geweest, soo heeft geciteerden Cap:tn Lieutenant deesen aangaande het volgende Schriftuur ingeleevert.
‘Den Wel Edelen gestrengen Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van Neederlands India en Gouverneur in Loco &:a &:a &:a den ondergeteekende namentlijk den Cap:t Luyte:t van t Schip Casteel van Tilburgh hebbende gelieven te ordonneeren omme behoorlijk te verantwoorden waar door de minderheeden en defecten op die laadingh met voorm: boodem voor dit Gouvernement aangebragt, Zijn ontstaan, soo verklaren ik de oorsaak daar van te sijn als in Margine deeses staan aangehaald, bestaande de voorsz: minderheeden en defecten in ‘t volgende te weeten’
‘
Eerstelijk en principaal is de vermindering door Leckasie tussen decks ontstaan, gelijk de verklaaring der gecommitteerdens die de bodem en Ladingh hebben gevissenteert uijtwijst, door welke Leckagie de suykeren nat geworden Zijn en aan het smelte geraakt dat ook aan de vogtighijt der Canassers te zien is geweest, ten anderen zyn de suijkere vers en gantsch vogtig ontfangen des de nog drooge door de swaare hitte en broedingh van t ruijm seer vermindert moeten weesen alsoo de Canassers int getal Netto uijtgekomen en gelevert zijn soodanig alse int ruijm bevonden Zijn geworde. { | 2029. | lb Candij Zuijker op 30068: ll bij naweeging minder zijnde 6 3/4 p:r C:to Sch:s |
661: | lb Poeder Zuijker op 60042: ll bij naweeging minder Zijnde 1 1/10 p:r C:to Sch:s | |
Wax De Eijgenschap der Wax is seer indrogende en verminderende wanneer se op een drooge plaats Lijdt hebbende de zelve nu in het ruijm gestaan alwaar deese Effecte door de Extraordinaire broeijende hitte voorn: als er Eenige vogtigheijt /:gelyk hier door Leckagie:/ bij komt moeten ingedroogt en vermindert weesen. { | 31: | lb Wax op 1000 ll bij naweeging minder zynde 3 1/10 p:r C:to netto |
115: | d:o Wax kaarssen op 3000: ll bij naweeging minder zijnde 3 5/6: p:r C:to netto | |
De plankken hebben op Tengal in Een vlot op het waater geleegen en zyn van het zelve ontfangen, terwijl nu deesen planken nat in t Ruijm zyn gekomen zyn er Eenige door de groote droogte en hitte gescheurt en van malkander gebrooken. { | 69: | P:s Jatij Panken op 1000: p:s gebrooken Zijnde p:r C:to |
Eerstelijk en principaal is de vermindering door Leckasie tussen decks ontstaan, gelijk de verklaaring der gecommitteerdens die de bodem en Ladingh hebben gevissenteert uijtwijst, door welke Leckagie de suykeren nat geworden Zijn en aan het smelte geraakt dat ook aan de vogtighijt der Canassers te zien is geweest, ten anderen zyn de suijkere vers en gantsch vogtig ontfangen des de nog drooge door de swaare hitte en broedingh van t ruijm seer vermindert moeten weesen alsoo de Canassers int getal Netto uijtgekomen en gelevert zijn soodanig alse int ruijm bevonden Zijn geworde. { | 2029. | lb Candij Zuijker op 30068: ll bij naweeging minder zijnde 6 3/4 p:r C:to Sch:s |
661: | lb Poeder Zuijker op 60042: ll bij naweeging minder Zijnde 1 1/10 p:r C:to Sch:s | |
Wax De Eijgenschap der Wax is seer indrogende en verminderende wanneer se op een drooge plaats Lijdt hebbende de zelve nu in het ruijm gestaan alwaar deese Effecte door de Extraordinaire broeijende hitte voorn: als er Eenige vogtigheijt /:gelyk hier door Leckagie:/ bij komt moeten ingedroogt en vermindert weesen. { | 31: | lb Wax op 1000 ll bij naweeging minder zynde 3 1/10 p:r C:to netto |
115: | d:o Wax kaarssen op 3000: ll bij naweeging minder zijnde 3 5/6: p:r C:to netto | |
De plankken hebben op Tengal in Een vlot op het waater geleegen en zyn van het zelve ontfangen, terwijl nu deesen planken nat in t Ruijm zyn gekomen zyn er Eenige door de groote droogte en hitte gescheurt en van malkander gebrooken. { | 69: | P:s Jatij Panken op 1000: p:s gebrooken Zijnde p:r C:to |
‘Sullende Uwe Wel Edele Gestr: en E Agtb: uijt ‘t in margine deeses gestelde klaarlijk de waragtige reedenen kunnen beoogen waar door Spillagie vermindering en breeking der voorsz: goederen zijn oorsprong heeft om welke reedenen der ondergetk: op de Eerbiedigste wijse versoekt /:als een Dienaar die d’ E Comp: t seedert dat hij deeselve gedient heeft altoos trouw en Eerlijk heeft behandelt:/ Dat hij voorgem: minderheeden en defecten der voorsz: goederen niet mag worden belast /:onderstond:/ Int Casteel van Tilburg den 21: Decemb:r 1748: /:was geteekent A: Swart.’
Geen al meede geleesen weesende Gaff den Edelen Heer Gouverneur voorts te kennen, dat alvorens men heeft beginnen te ontlossen, door sijn Edele volgens gebruijk gecommitt:s sijn benoemd geweest om de Ladinge van meergem: bodem ‘t Casteel van Tilburg naaukeurig te visiteeren, dewelke van dies bevindinge hebben overgelevert het onderstaande Rapport.
‘Wij onderget:s Joachim Outjes Schipper van ‘t alhier afgelegde Schip Wel tevreeden , Thomas Hardij Schipper van t præsente Schip Zeelandia , en Barend van Dockum Baas der Scheepstimmerlieden ter deeser plaatse, verklaaren en Certificeeren mitsdeesen hoe waar is dat W’ /:als Expresselijk door den Wel Edele gestr: H:r Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinairis van Neederlands India en Gouverneur in Loco gecommitt:r zijnde omme t ter rheede leggende provisie Schip het Casteel van Tilburg gecommandeert werdende door den Cap:t Lieutenant Abraham Swart, te visiteeren:/ na Exacte beschouwing bevonden hebben, dat de Laading behoorlijk en volgens Zeemans gebruijk wel bestuuwt en besorgt was, Edog dat in t ruijm aan weerskanten van t groote luijk eenige Coffij baalen nat waaren geworden, t welk veroorsaakt moet zijn door het sterk arbeijden van t Schip waar door Leckagie bij de Bouts en Langs de weegering is ontstaan gelijk de Seijperingen van nattigheijd daaromtrent aanthoonden Tot bevestiging der waarheijd hebben w deesen met onse gewoone handteekening gesubscribeert /:onderstond:/ Cabo de Goede hoop den 8. 9ber: 1748: /:was geteekent Joachim outjes, Thomas Hardij B:t V:n Dockum.’
Alle welke papieren met aandagt geleesen en overwoogen sijnde; is verstaan dat d’ gebrookene planken soo weegens de daar van voort gebragte gegronde Reedenen, als dat deselve nog ten dienste der EComp: kunnen werden geëmploijeert, sullende gepasseert worden, voor t overige te kort komende suijker en wax op de reek:gen van den Cap:tn Lieutenant en overleeden opperstuurman Claas Attijs sullen werden gesteld, te weeten den Cap:tn Lieutenant voor drie en den opperstuurman voor een quart uijtkoops prijs, bedraagende.
Voor | 2029: ll Candij suyker | ƒ417:06: |
d:o | 661: d:o Poeder d:o | d:o 87:07: |
d:o | 31: d:o Wax | d:o 16:12: |
d:o | 115: d:o Waxkaarsen | d:o 202:07: |
Somma | ƒ723:12: |
Voor | 2029: ll Candij suyker | ƒ417:06: |
d:o | 661: d:o Poeder d:o | d:o 87:07: |
d:o | 31: d:o Wax | d:o 16:12: |
d:o | 115: d:o Waxkaarsen | d:o 202:07: |
Somma | ƒ723:12: |
Sijnde gem: Cap:tn Lieutenant egter gereserveert gelaaten om Sig diesweegens nader aan haar wel Edele hoog Agtb: de Heeren Majores in t Patria te mogen addresseeren.
Ende gemerkt door de opsending van deese plaats naar t vaderland van den Predicant Ruardus Cloppenburg niet alleen een ander in desselfs plaats in deese Caabse kerk gerequireert werd maar dat ook de gemeijnte in T Swart Land vermits het vertrek naar Batavia van den Predikant Rutger Andreas Weerman, van haaren permanenten Leeraar is ontbloot geworden, is dierhalven op de propositie van den heer Gouverneur beslooten, dat de heeren Meesters bij het in korte aff te gaane Generaale Schrijvens, eerbiedig sullen werden versogt, omme ten dienste van voorseijde gemeyntens twee andere Leeraaren herwaarts goed gunstig te willen senden.
Wijders is op t versoek van den E. Secretaris deeses Raads vermits de aanhoudende Absentie van den venduclercq Johannes Bacheracht, om die bediening provisioneel waar te neemen, aangesteld den Adsistent Jeremias Auret.
Vervolgens sijn in Raade Geproduceert, en voorts naargesien de Negotie en Soldij Boeken deeses Gouvernements d’ Annis 17 47/48 uijt welke Eerste komt te blijken, dat de Lasten in dit Boekjaar hebben gemonteert tot een Somma van ƒ444481:4:- en dat de suijvere winsten en SLands inkomsten hier en teegens gerendeert hebben ƒ152355:8:- Sulx de Lasten dit Jaar meerder als in het voorleedene hebben beloopen ƒ42896:17:8. en de Winsten een Sommatje van ƒ1699:17:8. minder; welk meerder Rendement der Lasten haaren oorspronk voornamentlijk hebbende, weegens dat de onkosten der Scheepen, de ordinaire Randsoenen, ordinaire onkosten, Extra ordinaire onkosten van S Comp:s Slaaven en het Hospitaal, hooger Sijn opgeloopen als Anno Pass:to, soo sijn de reedenen van het steijgeren derselve deese Eerstelijk dat de Retourvloot ten getalle van 18: Scheepen vrij Langer als naar gewoonte ter deeser Rheede heeft vertoeft. Ten tweeden dat Neegen uijtkomende Scheepen dewelke tot de Expeditie op Mauritius in Geselschap van de Engelsch vloot, sorteerende onder de vlagge van d’ Heer Boscawen, van hier sijn uijtgesonden; soo voor haare meede uijtgebragte Scheepelingen als voor de manschap die daar op uijt dit Gouvernement is geplaatst, hebben moeten geproviandeert en ook voor de daarmeede gegaane officieren eenige Extraordinaire onkosten soo aan Randsoenen als andersints gedaan worden.
Ten Derden dat men om het groot getal hier aangeweest sijnde vreemde natie Scheepen en andere overmeijdelijke toevallen, als het dikwils oeffenen van deese Burgerij in den Wapen handel en wat dies meer sij, vrij meerder Buscruijt als bevoorens heeft moeten verschieten; Ten vierden dat gelijk de Vaderlandsche en Indiaasse waaren en vooral het Lywaat hoger in prijs aangereekent sijnde, als voorgaandelijk, dit noodwendig sommige Lastposten weegens de daar van gedaane verstrekkingen, als aan het Hospitaal het kleeden van SComp:s Slaven en andere, heeft moeten doen toeneemen, en ten Laatsten dat de betaalde Scheeps Soldijen boven dit alles over de Agt Duijsend Guldens meerder als in het voorgaande boekjaar bedragen hebben.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goedehoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] H:k Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s
[Signed:] Mij Present O M Bergh E:g:Clercq