Skip to content

C128 v1.20

C. 128, pp. 2-20.

Marginalia D A:o 1750:

8: Januarij

Den Eersten opperchirurgijn deeses gouvernements Bartho de S:t Jean, vermits tijds Expiratie tot ƒ65: in gag: is verhoogd.

Gedaane aanstelling van twee onderstuurlieden op t uijtkomend Schip D Anna .

Aan den predikant Silvius gepermitteerd neevens desselfs alhier getrouwde huijsvrouw met het Schip woitkensdorp naar Batavia te mogen overvaren.

29: Januarij

Hoedanig sal werden gehandelt met de hier aanweesende Scheepelingen van het verongelukte frans Schip Le Centaure .

Sullende aan den Cap:n van dat Schip soo voor hem als de verdere officiers en passagiers om hunne onkosten goed te maaken 4000: piasters uijt sComp:s Cassa werden bygeset.

Hebbende voorts van de Laading van meergem: bodem de Centaure niets kunnen geborgen worden.

De Cassa Reecq: der arme penn: van de hier te lande sijnde vyff kerken sullen in Copia naar t vaderland werden overgesonden.

Seekere Slavekind van de wed: Straus om reedenen hier neevens vermeld voor D E Comp:e in Eijgendom aangenomen.

Geaccordeert aan Eenen Prottee om nog een Jaar hier te mogen overblyven.

Mitsg:s aan Twee burgers deeses plaatse om met hunne familien te mogen repatrieeren.

Des gelyx aan Sekere Cornelia Smit om naar Batavia te rug te keeren.

Sullende voorts ten faveure vanden Sold:t Jan Scholte aan de heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam tot vernietiging van de door hem gemaakte maand Ceel werden geschreeven.

Aan den Landbouwer Pieter Hugo Twee veeplaatsen onder seekere Conditien in Eygendom gegeven.

Eenige gepresenteerde procuratien van Soldij reecq: ter ondersoek in handen van den heer fiscaal te stellen.

5:e februarij

De geresumeerde procuratien van Soldij reecq: sullen naar T vaderland mogen overgesonden werden.

Gepermitteerd aan den fiscaal van de retour vloot George Boose om Eenigen tijd alhier te mogen overblijven.

  1. februarij

Desgelijks aan den met het admiraals Schip Elswout hier aangelanden ondercoopman van Ruijven.

26: feb:ij

Verleende permissie aan den geweesenen Chirurgijn Major van het frans Schip Le Centaure met het aanweesend Schip de geregtigheijd naar Ceijlon over te vaaren.

6: Maart

Synde daar en teegens aan den ondercoopman Beens benevens twee andere persoonen toegestaan, om van het retour Schip Nieuwstad Eenigen tijd hier ter plaatse te mogen overblyven.

31: Maart

Gepresenteert Request bij land-drost en heemraaden tot Stellenbosch

Op het welke om de daar bij vermelde reedenen goedgevonden is, het versogte stuk Lands off plaats aan Gerrit Coetsee in Eijgendom te verleenen.

Lectuure van seeker Twee Leedig versoekschrift door Landdrost en heemraaden tot Swellendam ingediend.

Wat op het Eerste Lidt Contineerende het uytgeeven van huijs Erven is beslooten.

Terwijl het andere so als het Legt aan deselve is geaccordeert geworden.

Door den Landdrost Jan Andries Horak weegens de door den Burger Ritmeester Cornelis van Roijen gepleegde brutaliteyten het nevenstaande klagtschrift ingelevert synde.

Is die saak ter verder ondersoek en regtsvorderinge voor den raad van Justitie, gesteld in handen van den heer fiscaal.

Aan Johannes Louw pietersz: en Henning viljon onder de ordinaire bepaling yder een veeplaats in Eijgendom gegeven.

Weegens de te doene schouwing der weegen en straaten in dit vlek sullen billietten geaffigeert werden.

Geproduceerde Memorie bij den heer Hoofd Administrateur weegens deese en geene te kort aangebragte goederen.

Dispositie daar op gevallen.

1:e April

Resumptie van het hoog geagt aanschryvens der heeren meesteren van den 2:e decemb:r d’ A:o pass:to.

Waar bij den heer Gouverneur Swellengrebel honorabel uijt den dienst der EComp: ontslagen.

En in sijn Edelens plaatse den heer Secunde Rijk Tulbagh tot gouverneur, en de heer Sergius Swellengrebel weeder tot secunde deeser plaatse aangesteld synde.

Sijn de twee Eerstgem: Heeren met derselver ontslag en bevordering geneegenst gefiliciteert.

Sullende de heeren Meesters uijt naam van gem: heer Swellengrebel voor de promotie van de heer Tulbagh mitsg:s uijt beijde haar Ed: naam voor de aanstelling van gedagte heer Sergius Swellengrebel bedankt werden.

Den Equipagiem:r sal bij arrivement der scheepen moeten ondersoeken off de aan deselve meede gegevene brand spuijt behoorlyk is gebruykt.

Vermits thans ter vergaderinge van 17: twee heeren als representanten van sijn Hoogheyd voorsitten.

Sullende van hier aff te gaane brieven aan deselve, en de verdere heeren bewindhebberen gerigt werden.

6: April

Na der Resumptie van het geEerd aan schryvens der heeren Majores van den 11: october pass:to.

Wat daarop sal werden gerescribeert ten opsigte van de Middelen dewelke men meend dat tot het toeneemen van s Comp:s winsten alhier veel sullen kunnen helpen.

Mitsg:s aangaande de presente recognitie penn: op de Leenplaatsen met de consideratien waar om vermeynd werd, dat deselve wel soude kunnen blyven Continueeren.

Wat wijders noopens het begonne werk aan de Mouille sal gesegt werden.

Den prijs op de Oliphants tanden sal om de nevens gem: reedenen op den ouden voet van 16 st:s t ll gereduceert.

En met de in sComp:s Pakhuijs invendibel Leggende Coralen volgens t aangeschreevene gehandelt werden.

Ook sal men d’ ordre omtrent het vertuijgen der vreemde Scheepen ter deeser rheede als voor deesen doen agtervolgen.

En soo meede die ten belange van t aan planten van hout &:a.

Het gerequireerde berigt nopens de ses nagekomene persoonen van het verongelukte Schip Reijgersdaal sal ten Eersten naar het vaderland overgesonden werden.

Sullende wijders van het gedane verbod aangaande de versending van Constantia wynen aan een ijgelyk bij affixie van Billietten kennis werden gegeven.

Ook sal het geordonneerde met betrecking tot den opgesondene predicant Cloppenburg naargekomen.

En de heeren Majores voorts weegens de gegevene Communicatie van de aanstelling der heeren representanten van syn Hoogheyd Eerbiedigst bedankt werden.

Tot vernietiging van seekere maand Ceel door den Sold:t Jan Snyder gepasseert, sal ten synen faveure aan de heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam werden geschreeven.

30: April

Is aan Eenen Hendrik Baak geaccordeert om vermits desselfs indispositie eenigen tijd ter deeser plaatse te mogen overblyven.

2: Maij

Desgelijx aan den Cap:n Lieut:t van t retour Schip D Eendragt .

Synde het gesag op dien bodem weederom opgedraagen aan den daarop bescheyden geweest synde tweede schipper.

19: Maij

Geproduceerde verklaaring weegens eenige weijnige gebreeken dewelke aan t in de Simons Baaij geankert leggende provisie Schip Polanen gevonden syn

Consideratien om dewelke dat schip tot na het afloopen van de winter daar ter plaatse sal gelaaten werden.

Aan S E Comp:s Slave Suijgelingen sullen voortaan om de beseijden vermelde reedenen geen randsoen van versch Brood meer werden verstrekt.

Nog ook niet aan de passeerende Scheepen na den dag haarer monstering.

Dan sal aan de van Batavia te rug gekomene Militairen derselver te goed hebbende maand gelden worden afbetaalt.

Vermits sig thans in sComp:s Cassa meerder geld als tot den dagelyxen uijt gaaff nodig is, komt te bevinden.

Sal dierhalven sodanige Somma van ƒ151347:16:-. als d’ EComp:e aan Mevrouw de Wed:e van aarden deb:t is afgelegd werden.

25 Junij

Verleende verklaaring bij de gecommitt:s gestelt geweest tot visitatie der gebreeken van het in de Simons Baij gearriveerde Bengaals retour schip Huijgewaard .

Welke gebreeken sodanig als bij de verklaring werd voorgesteld sullen werden gerepareert.

Hoedanig wijders met de nat bevondene goederen uyt de laading van gedagten bodem sal gehandelt werden.

Aan Eenige Stellenbosche Inwoonders yder een Stukje huijs Erfs en thuijn land bij den dorpe aldaar in eygendom gegeven synde.

Is ook aan Cornelis de Waal Een Stukje Bouwland in Eygendom en een d:o in Erfpagt verleent.

De versoekschriften van twee persoonen om school te mogen houden sijn gestelt in handen van kerkenrade alhier.

Seeker Slave Meijsje der E Comp:e in vrydom gesteld, mitsdat in derselver plaats een kloeke mansslaaff aan d E Comp:e sal moeten werden gegeven.

Weegens de aanstaande verpagting sal men na gewoonte Billietten doen aanslaan.

17: Julij

Ingeleeverde Schriftuuren bij den Equipagiem:r en gecommitteert geweest synde Zeeluijden nopens derselver verrigtingen omtrent het in de Simons Baij te rug gekomene retourschip De Hercules .

Op wat wijse de daaraan gevondene gebreeken sullen werden gerepareert.

Reedenen waarom het Commando van die kiel aan den Schipper van Polanen Hilde Hendriksz hoek heeft moeten opgedragen werden.

Op het ingekomen Berigt van kerkenraade aangaande de bequaamheijd der persoonen van Hermanus, Paassen en Stephanus Buijs.

Is aan deselve gepermitteert alhier School te mogen houden.

Sullende t’ Request door Adam Tas ten fine als Evengem: gepresenteert, gedagte kerkenraad om daarop te dienen van berigt, ook ter hand gesteld werden.

Hoedanig te handelen met seekeren inboorling van T Eyland S:t Jago dewelke aldaar gestoolen synde vervolgens hier ter plaatse is agtergelaaten.

4: Aug:s

Aanstelling van een Nieuwen Schipper op t provisieschip Polanen in steede van den naar neederland verlosten Hilde Hendriksz: Hoek.

11: Aug:s

Den heer Secunde Sergius Swellengrebel neemt sessie in den Raad.

Geaccordeerde aan den Advocaat van haeften om neevens desselfs familie van t schip Langewyk op Leyden te mogen overgaan.

Aan den Burger Hendrik Cloete is onder de gewoone bepaalingen een vee plaats in Eygendom gegeven.

Ook is aan den Adsistent Sergius Swellengrebel de tot desselfs qualiteyt gehoorende gagie en Emolumenten toegevoegd.

17: Aug:s

Verleende permissie aan den Boekhouder van t Schip langewijk om eenigen tijd hier ter plaatse te mogen overblyven.

27: Aug:s

Lectuure van drie brieven van den landdrost tot Swellendam , behelsende het verongelucken van t Deens Schip D Eliphant , mitsg:s de verscheijning van t retour Schip thuijs ten donk in de Baaij voor de breede rivier .

Wat ten belange van gem: Deensen bodem aan hem Landdrost sal werden aangeschreeven.

En welke middelen voorts ter opspeuring van thuijs ten donk sullen worden in t werk gesteld.

Dispositie op sekere Memorie door den Heer hoofd Administrateur weegens eenige te kort en bedurven aangebragte goederen geproduceert.

Ter oorsaake van t gebrek aan trekossen bij D EComp:e is gearresteert in plaatse van den recognitie penn: op de Leenplaatsen, drie ossen in betaaling aan te neemen.

Sullende tot kennisgeeving hiervan aan de ingeseetenen, als meede om deselve tot het afleggen hunner agterstallige recognitie penn: aan te maanen Billietten geaffigeert werden.

Ook sal men aan seekere Mattroos voor het verlies van Een sijner ogen; het daartoe staande verset geld uyt sComp:s Cassa doen betaalen.

Den predikant Voltelen is als vaste Leeraar in t Swart Land geplaatst.

Schrijftelijk vertoog van den Eerw: kerkenraad deeser plaatse.

Op het welke goedgevonden is, den burger Evert Colijn te ordonneeren desselfs kinderen aan de diaconij ter Educatie over te geven.

ult:o Aug:s

Verpagting van de gemeene Middelen en inkomsten deeses gouvernements.

  1. Septemb:r

Aggreatie der Boedel Reecq:gen.

  1. Septemb:r

Syn aan de ressp: administrateurs de ordinaire Jaarlyxe afschryvingen geaccordeert.

Geproduceerde Memorie weesens eenige te kort komende en bedurvene goederen der EComp:e

Dispositie daar op gevallen.

Den Schipper Jan knoop uijt den dienst der EComp:e ontslagen en met 10: ryxd:s p:r maand gegagieerd.

Op t’ nevenstaande request door den burger Jacob Theodoor hoetman gepresenteert.

Is aan denselven het daarbij versogte stukje Lands in Eygendom verleend.

Synde ook aan den Burgerraad Henning Joachim Prehn onder de gewoone bepaalingen een veeplaats in Eijgendom gegeven.

  1. October

Op de ingekomene Swaare klagten teegens den Landbouwer Jacobus Botha de Jonge.

Is raadsaamst geoordeelt denselven te apprehendeeren, en so lang in gijsseling te houden tot dat desselfs proces sal weesen opgemaakt en ten eynde gebragt.

Bevordering van den gesaghebber Hans harmensz: tot Schipper op t Scheepje Schuylenburg in plaatse van den gegagieerden Jan knoop.

Mitsg:s van den onderstuurman Jochem Rouwers tot gesaghebber op den hoeker de Hector in steede vanden Eerstgem:

Aanden ondercoopman van t schip Vrijburg toegestaan sijnde, om onder afgeschreeven gag: ter deeser plaatse te mogen overblyven.

Is in desselfs plaats weederom op dat schip geplaatst, den alhier overgebleevene Boekhouder van t Schip Langewyk .

Verleende permissie aan Anna Maria Hertzogenrath om naar Batavia te mogen overvaaren.

Seekere gesententieerde slave jonge van de wed:e hop is voor de gevallene Justitieele kosten bij d’ E Comp:e in Eygendom aangenomen.

Synde voorts aanden Burger Adam Tas gepermitteerd alhier te mogen school houden.

27: october

Ten versoeke van Landdrost en heemraaden van Stellenbosch en Drakensteyn is aan deselve geaccordeert, om het predikants huijs in Laatst gem: district aan den kerkenraad aldaar te verkoopen.

Vermits de slegte Constitutie der Jongst uijt het vaderland ontfangene snaphaanen.

Sullen deselve ten Eersten geprobeert en de ondeugende naar t vaderland te rug gesonden werden.

Reedenen waarom alhier aan t Schip Ouwerkerk een nieuwe Zeebrieff sal werden bygeset.

Het volk van het gestrande deens schip D Eliphant sal met de aanweesende retour scheepen naar het Vaderland gesonden.

En aan dies overheeden tot goedmaking der onkosten, soo voor hun, als het gemeen, een Somma van 5500: Rijxd:s uyt sComp:s Cassa voor reecq: van De deensse Comp:e verstrekt werden.

Resumptie van de Generaale reecq:g der weesgelden onder ult:o decemb:r d A:o pass:to.

Verleende permissie aan Eenen Prottee om neevens desselfs huijsvrouw en verdere famielie naar het vaderland te mogen overvaaren.

17: Novemb:r

Naar Lectuure van het geEerd aanschrijvens der heeren van de hoge Indiaasche regering tot Batavia de dato 17: Julij en 5: aug:s deeses Jaars.

Is verstaan dat de door deselve beraamde ordonn: op t kleyne Zeegel Momentelyk sal gepubliceert, en soo dra de nieuwe stempels klaar sijn, in train werden gebragt.

Wat verder ten belange dier Zeeguls is vastgestelt.

Sullende haar hoog Edelens voor de herwaarts sending van t provisie Schip De Voorsigtigheijd Eerbiedig bedankt.

En derselver verdre ordres soo noopens het aflaaden der Scheepen, als de versendig na Batavia der invendibele Craalen behoorlijk opgevolgd werden.

Beraamd formulier volgens het welke men sig voortaan bij het Tituleeren van den heer gouverneur generaal in de afgaande brieven en andere papieren sal moeten bedienen.

Memorie van het te kort komende gebrookene &:a op de Lading van t provisie Schip Polanen .

Schriftelyke verantwoording die daar op is gedaan.

Sullende voortz: minderheeden om reedenen hier neevens gemeld gepasseert.

Ende bedurvene foely naar Batavia te rug gesonden werden.

Hoedanig te handelen met de te kort komende goederen, op een tweede Memorie vermeld.

Uijtgegeevene huijs Erven in den dorpe van Stellenbosch en aan Swellendam .

1: Decemb:r

Lasten en winsten in t afgeweekene boekjaar ter deeser plaatse gevallen.

Oorsaaken waar uijt t Een en ander is voortgevloeyd.

Den hoeker De hector sal ter vertimmering naar het vaderland werden gesonden.

En sullen de vrijwillige vendutien in ‘t district van Swellendam voortaan door den Secretaris en boode aldaar werden waargenomen.

Gereguleerde omtrent derselver salarissen.

Burgerraaden mitsg:s Landdrost en heemraaden, sullen derselver Consideratien moeten geven off er geen meerder familien hier te Lande souden kunnenbestaan.

Den opperstuurman van t Provisie Schip Polanen ter saake van desselfs kranksinnigheyd naar het vaderland moetende gesonden werden.

Is in desselfs plaats een andere opperstuurman op dat Schip aangesteld.

Aanstelling van ouderlingen en diaconen in de resp: kerkenraaden van t Land van Waveren en t Swart Land .

Desgelyx meede van andere heemraaden in ‘t district van Swellendam in steede der aff te gaane.

Den heer Gouverneur Swellengrebel door haar Hoog Edelens tot Batavia als Admiraal deeser jaarsse retourvloot benoemd synde.

Is voorts op heeden ook een Secret:s over de gedagte vloot aangestelt.

Aan de tot seekere Expeditie uytgeweest sijnde Militairen, sal geduurende den tijd dier togt Costgeld werden verstrekt als off se dienst aan Land gedaan hadden.

8: deCember

Aanstelling van nieuwe Leeden in de respective Collegien in plaats der uijtgediende.

22: Decemb:r

Is het versoek van den heer L:t Collonel Meijnertzhagen om naar Batavia te mogen overvaaren gedeclineert.

Dog dat van Tobias van Nek om een Stukje tuijnland in Eijgendom te mogen hebben geaccordeert.

Op het overgeleverde Request door eene Dalima van Macasser.

Is den Secretaris deeses raads gequalificeert aan de selve de daar bij versogte vrijbrieff te verleenen.

Sijnde Laatstelyk aan den Sergeant Meyer geaccordeert om alhier onder afgesz: gag: te mogen verblyven.

C. 128, pp. 21-23.

Donderdag den {17500108} 8:e Januarij 1750.

‘S voormiddags alle present uijtgenomen Den heer Secunde Rijk Tulbagh bij Indispositie.

Vermits tijds Expiratie, is den Eersten opperchirurgijn deeses Gouvernements Bartho de S:t Jean in gagie verhoogt tot ƒ65:- ter maand, onder een nieuw drie jaarig verband.

So als wijders na volgens het herwaarts aangeschreevene bij de wel Edele Groot Agtb: Heeren bewindhebberen ter Camer Zeeland onder den 22:e Augustus des voorledenen Jaars, en op het gegevene getuijgenis van den Schipper van het aanweesend Schip Anna weegens haare bequaamheijd, tot onderstuurlieden op dien bodem met ƒ26: ter maand sijn aangestelt, de daar meede uijtgekomene quartierm:s Jan Aspboom en Frans Wolff de gagien a dato deeses Cours nemende.

Synde voorts aan den Eerw: predikant Henricus Silvius gepermitteert om neevens desselfs alhier getrouwde huijsvrouw Cornelia Appolonia Lever, met het aanweesend Schip Woitkensdorp na Batavia te mogen overvaaren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteert Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrand preez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 24-39.

Donderdag den {17500129} 29:e Januarij 1750.

S voormiddags alle present uijtgenomen den Heer Hoofd administrateur Rijk Tulbagh bij Indispositie.

Aanbelangende de Scheepelingen van het op den 19:e deeser maand Januarij, teegens deese oost kust van afrika wat beneeden de hang Lip verongelukte frans schip Le Centaure , bestaande in omtrent vier honderd Coppen daar onder gerekent de passagiers; en waar van de gemeene bij hun komst ten deesen Casteele, sijn geplaatst so ten deesen hospitaale als op de aanweesende sComp:s Scheepen; en de andere bij particuleeren; Is best gedagt dat dat gedeelte derselve, dat door den Engelschen Heer Schout bij nagt Eduard Boscawen met sijne onderhebbende Scheepen van hier niet sal worden weg gevoert; bij partijtjes met sComp:s Scheepen van deese plaats naar het vaderland sullen versonden worden, om voor de Cost Scheeps dienst te doen, des sullen alle die menschen te weeten de gemeene tot dien tijd toe sComp:s weegen voor reek: van de fransse Oost-Indische Comp:e onderhouden worden.

Sijnde wijders op het dies weegens op heeden staande vergaderinge gedaane Instantig versoek bij den Cap:t van voorm: bodem Mons:r De Labutte nog verstaan dat aan den selven soo om hem en de verdere officieren van Syn Schip als de daar op bescheyden geweest sijnde passagiers, in staat te stellen haare Costen alhier goed te kunnen maaken, en hun van al het benoodigde voor de aanstaande reijse te voorsien; uijt sComp:s Cassa alhier voor reekening van gedagte fransse Comp:e sullen worden getelt vier duijzend piasters, het stuk teegens 54: Swaare S:s so als deselve alhier gangbaar sijn gereekent; van alle het welke dan ter sijner tijd aan de heeren Majores de verschuldigde kennisse sal worden gegeven, en soo meede dat van de Laading van boven gem: kiel Le Centaure , enkeld en alleen bestaan hebbende in peper, voor als nog niets is te regt gekomen, en in het vervolg volgens het getuijgenis der fransse officieren selfs niet komen sal, niet alleen om dat dien bodem daags na desselfs Stranding en Eeven na dat al het volk sig aan Land gesalveert hadde van een is geborsten en de geheel en al te gronde gegaan; maar ook om dat al was het dat eenige partije van dien peper quam op te spoelen; deselve egter de Costen niet waard souden sijn, dewelke souden moeten worden gedaan om die bij een te versamelen en vervolgens na herwaarts op te voeren.

Vervolgens sijn in Raade naar gesien de reekeningen der arme gelderen van de Caab, Stellenbosch , Drakensteijn , het Land van Waveren en het Swart Land ; in welkers opsigte gearresteert is dat deselve volgens gebruijk in Copia naar het vaderland sullen overgesonden worden Luydende gemelde reek:s als volgt.


T Generaale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij armen bestaat in t volgende
 
A:o 1749. p:mo. Januarij was t Capitaal   ƒ217703:16:
 
In dit Jaar bijgekomen.
Aan almoesen ƒ4327:
d:o grafsteeden d:o 427:04:
d:o Intresten d:o 9502:19:
d:o arm bossen d:o 573:05:
d:o Testamentaire en Lieberale giften d:o 16:16:
d:o verhuurde gestoeltens d:o 98:08:
d:o winst en verlies d:o 75:18: ƒ15021:10:
  ƒ232725:06:
Gaat aff
Aan onkosten der armen ƒ10307:10:
d:o d:o d:o kerk d:o 1134:04: ƒ11441:14:
Blijft onder ult:o decemb:r 1749   ƒ221283.12:
 
Bestaande in de volgende parthijen als
Aan Cassa over Restant ƒ15085:02:
d:o obligatien en Custing brieven d:o 151936:16:
d:o agterstallige Intresten d:o 17414:10: ƒ184436:08:
d:o ornamenten tot de kerk ƒ1099:10:
d:o huijsen over bouwstoffen d:o 12547:14:
d' diaconij van Stellenbosch d:o 3200:-:
d:o d:o d:o 't land van Waveren d:o 8000:-:
d:o d:o d:o 't Swart Land d:o 12000:-: ƒ36847:04:
Somma   ƒ221283:12:

T Generaale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij armen bestaat in t volgende
 
A:o 1749. p:mo. Januarij was t Capitaal   ƒ217703:16:
 
In dit Jaar bijgekomen.
Aan almoesen ƒ4327:
d:o grafsteeden d:o 427:04:
d:o Intresten d:o 9502:19:
d:o arm bossen d:o 573:05:
d:o Testamentaire en Lieberale giften d:o 16:16:
d:o verhuurde gestoeltens d:o 98:08:
d:o winst en verlies d:o 75:18: ƒ15021:10:
  ƒ232725:06:
Gaat aff
Aan onkosten der armen ƒ10307:10:
d:o d:o d:o kerk d:o 1134:04: ƒ11441:14:
Blijft onder ult:o decemb:r 1749   ƒ221283.12:
 
Bestaande in de volgende parthijen als
Aan Cassa over Restant ƒ15085:02:
d:o obligatien en Custing brieven d:o 151936:16:
d:o agterstallige Intresten d:o 17414:10: ƒ184436:08:
d:o ornamenten tot de kerk ƒ1099:10:
d:o huijsen over bouwstoffen d:o 12547:14:
d' diaconij van Stellenbosch d:o 3200:-:
d:o d:o d:o 't land van Waveren d:o 8000:-:
d:o d:o d:o 't Swart Land d:o 12000:-: ƒ36847:04:
Somma   ƒ221283:12:

’/:onderstond:/’

‘Aldus Getransporteert In kerkenraade aan Cabo de goedehoop ten overstaan van mij ondergeteekende als Commissaris politicq adij den 12: Janu:ij 1750: /:was geteekend:/ R: Tulbagh.’


Cassa Reekening der Armen Gelden soo bevonden is op ult:o December 1749:
 
Debet
Uijtgegeven aan Alimentaties en diverse benoodigtheeden ƒ20492:-:
van haar Eerwaardens de kerkenraade van Cabo ter Leen ontfangen Een Somma van ƒ4000:-:
Somma ƒ6049:02:
 
Credit
Bij 't sluijten der voorm: Jaarige reekening is er in Cassa p:r restand gebleeven ƒ3348:-:
Onder de godsdienst in 't Jaar 1749. ontfangen d:o 613:02:
Nog weegens verloopene intressen, giften en kerke geregtigheeden &:a d:o1193.08:
Aan uijtstaande penn: volgens obligaties d:o 5420:-:
Nog weegens Verscheenen Intressen d:o 542:01:
De kerke ornamenten d:o 201:10:
Somma ƒ11318:05:
Het nevenstaande hier afgetrokken ƒ6049:02:
Zoo resteert nog het Capitaal der Armen ƒ5269:03:

Cassa Reekening der Armen Gelden soo bevonden is op ult:o December 1749:
 
Debet
Uijtgegeven aan Alimentaties en diverse benoodigtheeden ƒ20492:-:
van haar Eerwaardens de kerkenraade van Cabo ter Leen ontfangen Een Somma van ƒ4000:-:
Somma ƒ6049:02:
 
Credit
Bij 't sluijten der voorm: Jaarige reekening is er in Cassa p:r restand gebleeven ƒ3348:-:
Onder de godsdienst in 't Jaar 1749. ontfangen d:o 613:02:
Nog weegens verloopene intressen, giften en kerke geregtigheeden &:a d:o1193.08:
Aan uijtstaande penn: volgens obligaties d:o 5420:-:
Nog weegens Verscheenen Intressen d:o 542:01:
De kerke ornamenten d:o 201:10:
Somma ƒ11318:05:
Het nevenstaande hier afgetrokken ƒ6049:02:
Zoo resteert nog het Capitaal der Armen ƒ5269:03:

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gedaan en na Gesien in Kerkelijke vergadering aan Stellenbosch Actum den 4: Januarij 1750: /:was geteekent:/ D: Malaen, W:m Van As, H: E: Blanckenberg, M: Romont, H: Cloete, A: Faure.’


Cassa Rekening der Armen Gelden so bevonden is ult:o Decemb:r 1749.
 
In Cassa aan Contanten gelaaten voor t Jaar 1749 ƒ3291:01:
onder den godsdienst ontfangen d:o 1095:13:
Het vernegotieerde aan d EComp:e ontfangen d:o 9000:-:
Aan een afgelegde obligatie d:o 1000:-:
Aan Intresten, kerkhofs geregtigheeden, etc. d:o 2060:14:
  ƒ 16447:12:
uijtgave van 1 Jaar 1749. d:o 1008:10:
Blyft in Cassa aan Contanten voor t Jaar 1750. ƒ 15439:02:
Aan Schepekennissen en obligatien d:o 11000:-:
Geheele Somma ƒ26439:02:

Cassa Rekening der Armen Gelden so bevonden is ult:o Decemb:r 1749.
 
In Cassa aan Contanten gelaaten voor t Jaar 1749 ƒ3291:01:
onder den godsdienst ontfangen d:o 1095:13:
Het vernegotieerde aan d EComp:e ontfangen d:o 9000:-:
Aan een afgelegde obligatie d:o 1000:-:
Aan Intresten, kerkhofs geregtigheeden, etc. d:o 2060:14:
  ƒ 16447:12:
uijtgave van 1 Jaar 1749. d:o 1008:10:
Blyft in Cassa aan Contanten voor t Jaar 1750. ƒ 15439:02:
Aan Schepekennissen en obligatien d:o 11000:-:
Geheele Somma ƒ26439:02:

’/:onderstond:/’

‘Actum in Drakensteyn den 11:e Januarij 1750: /:was geteekent:/ S:V: Echten V:D:M. Pieter Du Toit, Steven marais, Jan Blignaut, J:b Marais, Hercules de pree, J:s A:s Theron, P:r Strijdom, Roeloff van der Merwe.’

Int Jaar 1749 tot opbouw van kerk en predikants huijs uijtgegeven dese navolgende Somma so als blykt uijt de navolgende Cassa reekening.


Cassa Rekening der Arme gelden so bevonden is in 't Land van Waveren onder ult:o Decemb:r 1749.
 
Onder ultimo decemb:r 1748: resteerde aan Contanten   ƒ241:10:
Geduurende dit jaar daarbij gekomen aan Colectens   d:o 529:08:
Item van de Caabse diaconij 3000: gl: opgenomen   d:o 3000:-:
  ƒ3771:02:
Daarvan is weederom volgens ingeleeverde reekeningen tot opbouw van Kerk en predikantshuijs aan materiaalen en arbeijds loon en andersins uijtgegeven   ƒ1402:06:
Rest   ƒ2368:12:
Daaren teegens is dekerk aan die van Cabo de goede Hoop debet ƒ13000:-:
Waarvan t bovenstaande afgetrokken d:o2368:12:
So blyven wij thans ten agteren Indische valuatie.   ƒ10634:04:

Cassa Rekening der Arme gelden so bevonden is in 't Land van Waveren onder ult:o Decemb:r 1749.
 
Onder ultimo decemb:r 1748: resteerde aan Contanten   ƒ241:10:
Geduurende dit jaar daarbij gekomen aan Colectens   d:o 529:08:
Item van de Caabse diaconij 3000: gl: opgenomen   d:o 3000:-:
  ƒ3771:02:
Daarvan is weederom volgens ingeleeverde reekeningen tot opbouw van Kerk en predikantshuijs aan materiaalen en arbeijds loon en andersins uijtgegeven   ƒ1402:06:
Rest   ƒ2368:12:
Daaren teegens is dekerk aan die van Cabo de goede Hoop debet ƒ13000:-:
Waarvan t bovenstaande afgetrokken d:o2368:12:
So blyven wij thans ten agteren Indische valuatie.   ƒ10634:04:

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gedaan en nagesien in onse kerkelijke vergadering in T Land van waveren A:o 1749: den 28: December /:was geteekent:/ Arn: Maur: Meiring, Jacobus Theron, frans dutoij.’


Cassa Reekening der Armen Gelden zo bevonden is op ult:o Decemb:r 1749.
 
Credit
Aan diverse benodigtheeden uitgegeven ƒ5261:10:
In Leen van haar Eerw: de kerkenraade van Cabo ƒ12000:-:
d:o d:o d:o d:o 3000:-:
Somma ƒ15000:-:
 
Debet
Bij 't sluyten der vorige jaars reekening is p:r restant in Cassa gebleeven ƒ2772:12:
Onder de godsdienst ontfangen in t Jaar 1749 d:o 360:04:
Nog weegens kerke geregtigheijd willige giften d:o 240:10:
  ƒ3373:10:
hier bij getrocken de Laaste opgenomene d:o 3000:-:
Somma ƒ6373:10:
hier van uijtgegeven aan diverse benodigtheeden d:o 5261:10:
Sodat aan Contanten in Cassa blyft dit restant van 't nevenstaande afgetrokken. d:o 1112:-:
Sodat de kerk nog debet blyft d:o 13888:-:

Cassa Reekening der Armen Gelden zo bevonden is op ult:o Decemb:r 1749.
 
Credit
Aan diverse benodigtheeden uitgegeven ƒ5261:10:
In Leen van haar Eerw: de kerkenraade van Cabo ƒ12000:-:
d:o d:o d:o d:o 3000:-:
Somma ƒ15000:-:
 
Debet
Bij 't sluyten der vorige jaars reekening is p:r restant in Cassa gebleeven ƒ2772:12:
Onder de godsdienst ontfangen in t Jaar 1749 d:o 360:04:
Nog weegens kerke geregtigheijd willige giften d:o 240:10:
  ƒ3373:10:
hier bij getrocken de Laaste opgenomene d:o 3000:-:
Somma ƒ6373:10:
hier van uijtgegeven aan diverse benodigtheeden d:o 5261:10:
Sodat aan Contanten in Cassa blyft dit restant van 't nevenstaande afgetrokken. d:o 1112:-:
Sodat de kerk nog debet blyft d:o 13888:-:

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gedaan en Nagesien in Kerke vergadering in t Swart Land den 5: Janu:ij 1750: /was geteekent:/ Gidion Slabber, Michiel Basson, J:s A:s Laubzer, J: Pool, Paul retiff, Hugo Lambreghts.’

Nog is goed gedagt, dat het kind, waarvan seekere onlangs geExecuteerde Slavin gen:t amarentia in de boeijen is verlost, bij D E Comp:e sal genaast en in Eygendom aangenomen worden, ter saake dat de Lijff vrouw van even gemelde Slavin de weed:e George Straus dat kind niet begeert off aannemen wil.

Op de requesten heeden in vergaderinge geproduceert is aan de onderstaande persoonen toegestaan als volgt.

Aan den geweesen Bataviaasen burger Harrier prottee felgenhouwer om nog een Jaar al hier te mogen verblijven.

Aan den burger Jan Matthijs Hilbe, om neevens desselfs huijsvrouw Hendrina Schellinger, onder betaaling van het ordinaire transport en Cost geld om in de Cajuijt gelogeert en getracteert te worden, naar het vaderland te mogen overvaaren.

Aan den meede burger Willem Akkerman om met ende beneevens desselfs huijsvrouw invoegen voorsz: te moogen repatrieeren, en meede te neemen desselfs Swager Jan fredrik Combrink deesen Laatsten om in de Constapels Camer gelogeert en getracteert te worden.

Aan Cornelia Smit met het retour schip Pasgeld hier gearriveert om vermits het overleijden op de reijse van haaren man Johannes Keijl geweesene tweede opperchirurgijn tot Batavia benevens haar aangenome soontje Jan Nicolaas Peper ter deeser plaatse te mogen verblyven om vervolgens met haare gebrande en gepermitteerde goederen naar Batavia te rugge te keeren.

Aan den Sold:t Jan Scholte van Zutphen, dat ten synen faveure sal worden geschreeven aan de heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam daar hij in den jaare 1722: voor is uijtgevaaren, ten eijnde Seekere maand Cedulle die hij bij sijn vertrek ten voordeele van desselfs huijs vrouw Catharina Sijin heeft gepasseert; vermits het overleyden van gedagte sijne huijsvrouw in den jaare 1729. mogt worden vernietigt.

Synde voorts aan den Landbouwer Pieter Hugo, op desselfs hier om in Schriptis gedaane versoek in Eijgendom gegeven twee vee plaatsen die hij thans van d E Comp:e in Leening heeft, geleegen over de Berg , de eene genaamt de buffels kraal aan de hexe Revier , ende andere Leggende over deselve revier beyde ter groote van Sestig morgen; mits dat de daar op gehijpotiqueerde recognitie penningen ten bedraage van 24: Rijxd:s jaarlijx als bevoorens sullen moeten betaalt, en daar en booven door hem Hugo eens voor al aan d E Comp:e tot een Erkentenisse voor deese gaaff betaalt worden voor elk plaats Tagentig rd:s.

Laatstelyk syn ter vergaderinge nagesien eenige versoekschriften geannexeert met de procuratien en soldij reekeningen van de onderstaande persoonen; tendeerende om permissie te mogen erlangen tot dies overmakinge aan haare gemagtigdens in het vaderland te weeten.

In opsigte der welke is best gedagt dat deselve sullen worden gestelt in handen van den heer Independ:t fiscaal Pieter reede van oudshoorn om daarmeede volgens de ordre der E Comp:e te handelen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteert Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 40-41.

Donderdag den {17500205} 5: feb:ij 1750:

‘S voormiddags alle present uijtgenomen den Heer Hoofd administrateur Rijk Tulbagh bij Indispositie.

Bij nadere resumptie der procuratien en Soldij reek: bij resolutie van den 29. Janu:ij pass:to bekent sijnde komen te blyken dat deselve door den heer Independent ficaal Pieter reede van oudshoorn, ondersogt en wel bevonden sijn; is derhalven aan dier eijgenaars gepermitteert om deselve procuratien en soldij reek: aan haare vrienden en gemagtigdens in het vaderland te moogen oversenden.

Voorts is met communicatie van den heer Admiraal M:r Jacob van den Bosch aan den Coopman en fiscaal der Retour vloot George Boose gepermitteert om neevens desselfs familie alhier te verblijven tot dat desselfs huijsvrouw in het kraambed sal sijn gevallen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 42-43.

Vrydag den {17500213} 13. Feb:ij 1750:

‘S voormiddags alle present.

Weegens seeker oud ongemack het welk den ondercoopman Lambert van Ruijven met Elswoud aan deesen uijthoek aangeland, op Batavia van een sware siekte overgehouden hebbende hier ter plaatse weeder opengebrooken is, heeft men met Communicatie en toestemming van den Heer Admiraal der retour vloot M:r Jacob van den Bosch, aan denselven ondercoopman Lambert van Ruijven moeten permitteeren tot geneesinge van dat accident eenigen tijd ter deeser plaatse te mogen verblyven.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteert Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R. Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 44-45.

Donderdag den {17500226} 26: feb:ij 1750.

‘S voormiddags alle present.

Op het gedaane Instantig versoek bij den geweesenen Chirurgijn Major op het verongelukte frans schip Le Centaure in naame Julien Aubert om neevens desselfs huijsvrouw een Suijgend kind en een Slavinne van hier naar het Eijland Ceijlon te mogen overvaaren, ten Eijnde dus des te gemakkelijker op Pondicherij te kunnen komen, met presentatie tot Colombo komende, aldaar het hier toe staande transport en cost geld te sullen betaalen; is goed gevonden hem Julien Aubert passagie naar het Eyland Ceijlon invoegen als versogt word te verleenen met het aanweesend Schip de Geregtigheijd .

Aldus Geresolveerd ende Gearresteert Int Casteel de Goede hoop, Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 46-47.

Vrijdag den {17500306} 6: Maart 1750.

s voormiddags alle present uijtgenomen D Heeren Pieter Reede van Oudshoorn en Isacq Meijnertshagen mitsg:s D E: Cornelis Eelders.

Is aan den odercoopman George Beens, mitsg:s den Adsistent Pieter Regnault en den geweesenen burger tot Batavia Dominicus Wolters, alle met het aanweesend Retour Schip Nieuwstad hier van Batavia aangekomen, gepermitteert, om vermits haare indispositie, nevens des eerstgemelden huijsvrouw, soon en seeker onder het opsigt van hem George Beens staande jongeling in naame Jan Ernst Knoest, hier aan de Caab soo lang te verblijven, tot dat in staat sullen sijn geraakt, om sig weeder ‘t Scheep te kunnen begeeven.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 48-85.

Dingsdag den {17500331} 31:e Maart 1750:

s voormiddags alle present.

Naar Lectuure van seker versoek Schrift door Landdrost en heemraaden van Stellenbosch in de bevolgende bewoordingen gepresenteert.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van Neederlands India Mitsg:s gouverneur en Directeur van Cabo de goedehoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Agtb: politicquen raade deses gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: E: Agtb: Heeren’

‘Op het versoek door de onderget: Land drost en heemraaden van Stellenbosch en Drakenstijn in dato 4:e Maart des gepasseerden Jaars 1749. gedaan Uw Wel Edele Gestr: en E Agtb: het opregten van een Nieuwe koorn waater moolen ter Zijde van de Zoo genaamde Braak off ordinaire Stellenbosche Exercitie plaats, hebbende gelieven te accordeeren, is vervolgens nadat eevengem: moolen voltooijt geworden was, door de huijsvrouw van den Burger Gerrit Coetse te kennen gegeven, dat het waater, het welk uijt de groote Stellenbosche rivier naar meergem:moolen geleijd word, voor een gedeelte door het Land van haar aan Stellenbosch tans seer woest en onbebouwt geleegene plaats gen:t Coetsenburg quaam te Loopen, met bygevoegt versoek dat gem: waaterloop mogte worden verandert, ten aansien haar voorm: man thans geinclineert geworden was, een wijngaard ter plaatse waar omtrent gedagte moolenwaater als nu de Loop had, te willen aanleggen, weshalven nadat de huijsvrouw van gedagte Gerrit Coetse was ten antwoord gegeven, dat sij dit ten Eersten, in steede van dus Lange te vertoeven totdat de veelgem: Moolen bereets in gereedheijt gebragt was, had dienen te koomen waarschouwen, hier omtrent behoorlijk is ondersoek gedaan, als wanneer men ook heeft ontwaard dat het voorgegeevene door de huijsvrouw van gerepte Coetze, namentlijk dat ‘t waater van gesegde moolen voor een gedeelte door haar Land loopt, ook de waarheyd was behelsende; dan nademaal veelgemelde Gerrit Coetse ondertusschen meede betuijgt heeft, ingevallen Uw Wel Edele Gestr: en E: Agtb: hem Coetse een plaats omtrent de Paarde Berg bij de soo genaamde oliphants fontain geleegen, in Eygendom geliefde te vergunnen niet ongeneegen te sijn, als dan desselfs voorwaarts gem: plaats Coetsenburg gen:t ten voordeele van de Colonie van Stellenbosch aff te staan en in vollen Eygendom te Transporteeren; soo wenden de ondergeteekende sig tot Uwe Wel Edele gestr: en E: E: Agtb: onderdanig versoek doende dat het van Uwe Wel Edele Gestr: en E: E: Agtb: welbehagen sijn Mag, bovengem: Gerrit Coetse omtrent voorsz: oliphants fontain Sestig Morgen Land in vollen Eijgendom te vergunnen, gelijk meede de Supp:ten als dan wijders te qualificeeren tot den ontfangst van Transport en opdragt van gesegde hofsteede Coetsenburg gen:t uijt handen van meergem: Gerrit Coetse /:onderstond:/ Twelk doende &:a /:was geteekend:/ A:V: Schoor, A: Maasdorp, J:bs Blanckenberg, J:C. Sprigt, G:V:D: Bijl, D:D: Villiers, Willem Morkel, W:nd Louw.’

Is goed gedagt dat om de daar bij vermelde reedenen, aan den Landbouwer Gerrit Coetse tot een œquivalent voor het afstaan van sijn plaats Coetsenburg gen:t ten voordeele der Stellenbosche Colonie in Eygendom sal worden gegeven, het versogte stuk Land off plaats ter groote van Sestig morgen, geleegen omtrent de Paarde Berg bij de soogenaamde oliphants fontain , des syn voorsz: Landdrost en heemraaden gequalificeert om van voorsz: plaats Coetsenburg Transport en opdragt in forma te moogen ontfangen, sullen de wijders aan gedagte Coetse van de voorengem: aan hem gegevene nieuwe plaats een behoorlyke Erffbrieff werden verleend.

Waarna meede is geleesen geworden de onderstaande missive door Landdrost en heemrade tot Swellendam onder den 18: deeser herwaarts geschreeven.

‘Cabo de goedehoop.’

Aan den wel Edelen gestr: Heeren Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van neederlands India, Gouverneur in Loco en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Agtb: politicquen Raad.

‘Wel Edele Gestr. Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘De verleegentheijd waarin men sig in deese Colonie tot nog toe bevind, soo om een bequaam Chirurgijn en verdere noodige ambagtslieden als meede tot herbergsaamheijd voor de Exerceerende Burgeren, geeven ons aanleijding uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: de novo in alle needrigheijd op het instantigste te versoeken, dat het uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: behaagen mag, aan ons qualificatie te verleenen, tot ‘t uijtgeeven van bepaalde en gemeete huys Erven, door welk middel men in der tijd alhier niet alleen een dorp soude kunnen sien opgaan, alwaar de resp: en ten hoogsten noodsakelijk sijnde ambagten soude moogen voortgeset worden, maar teffens soude deese ingeseetenen, so bij optrek, Exercitietijden, als opgaaff, Lijfberging voor haar en der selver waapene vinden.’

‘Wij sullen soo veel in ons is alle moogelykheijd aanwenden en sorge dragen tot voorkoominge van alle inconvenienten, omme aan de waare en hoog geagte intentie van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: ten allen tijden te kunnen voldoen en de aan ons beweesene gunste in alle Eerbied tragten waardig te sijn.’

‘Gelijk wij wijders nog de vryheijd gebruijken Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: goedgunstige permissie te versoeken; dat men nog moogen treeden tot ‘t opneemen voor reecq van deese Colonie eener Zomma van vier duijsend guldens indische valuatie, in hoope dat w’ door een suijnig overleg /:waar van men Uwe Wel Edele Gestr: en E Agtb: derven verseekeren:/ in staat sullen weesen, om alle de gerequireert wordende gebouwen op te rigten, en dus de Colonie voor hooger belasting te bevrijden.’

‘In selvervoegen word met het ver Eijschte respect nog ter kennisse van Uwe Wel Edele Gestr: en E. Agtb: gebragt, dat op heeden in onse vergadering in overweeging genoomen is, off het niet beeter soude sijn, dat men al de schulden die de Colonie heeft, en thans bedraagt Neegen Duijsend Caabse guldens in een hoofd Capitaal bij een Collegie onder hijpotheecq van ‘t Coloniers gebouwen, opnam, waardoor men bevreyd soude sijn van onvermeydelijke moeijelijkheeden die somtijds bij op Eijssching van gelden, door particuliere Capitalisten komen te ontstaan, als moetende sustineeren der wijse veronderstellen dat deese Colonie vermits de geringe revenuen nog in eenige jaaren niet in staat sal weesen, om eenige Capitaalen aff te kunnen Leggen, maar wel om de Jaarlijxe intresse van dien te kunnen en moeten betaalen, weshalven men best geoordeelt heeft, om tot het welweesen van deese Colonie hiertoe te moeten besluijten.’

‘Inmiddels wij uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb: in de bewaaringe des alderhoogsten beveelen verblyvende met verschuldigde onderdanigheijt /:onderstond:/ Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren, uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: seer onderdanige en Gehoorsame dienaaren /:was geteekend:/ J: A: Horak, A: Holshausen, Carel Pieterse de Jager, N:s Louw, Fredrik Potgieter /:in margine:/ Swellendam den 18:e Maart 1750:’

Op het welke best gedagt en dienvolgens beslooten is, dat ten opsigte van t Eerste Lidt des daarbij gedaane versoeken, Tenderende om qualificatie te moogen Erlangen tot het uijtgeeven van bepaalde en gemeetene Erven, den Landdrost van dat district sal worden gequalificeert, om door den Landmeeter op een daar toegelegene plaats bij des Landdrosts wooning off daar omtrent eenige huijs Erven en thuijnen te doen meeten, en daar van een behoorlyk plan formeeren, waarna de geene dewelke een dier Erven, in Eygendom sullen komen te begeeren, om Sig daar op tot het oeffenen van ambagten ter needer te setten sig met behoorlijke attestatien voorsien aan deese regering sullen moeten addresseeren, wanneer dan aan deselve sodanige Erven besorgd sullen werden, onder conditie dat deselve binnen den tijd van twee jaaren sullen moeten betimmerd werden.

Terwijl wijders is verstaan dat de verdere bij gedagte missive ter needer gestelde versoeken, soo weegens ‘t opneemen voor reecq: der Colonie eener Somma van ƒ4000: als om die penn: met ende neevens de verdere Colonies Schulden van een Collegie alleen, onder sodanige hypoteecquen als word voorgesteld, te moogen opneemen, sullen werden geaccordeert, gelijk deselve geaccordeert werden bij deesen.

Vervolgens wierd door den Landdrost van meergem: District Swellendam Jan Andries Horak overgelevert seeker vertoog off klagt Schrift teegens den Burger Ritmeester Cornelis van Rooijen Luijdende als volgt.

Aan den wel Edelen gestr: Heeren Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van Neederlands India mitsg:s Gouverneur van Cabo de goede hoop ende den ressorte van dien beneevens den E: Agtb: politicquen Raad.

‘Wel Edele Gestr: Heere en E: Agtb: Heeren’

‘Vertoond met needrige Eerbied den onderget:e Landdrost van Swellendam , dat, hoe seer hij hem selven, naar volgens uwe wel Edele Gestr:en E: Agtb: op hem gedemandeerd bevel, ook heeft Laaten aangeleegen Sijn, omme in Sijn aan hem opgedragene District der ver aff gelegene Landen van d’ E: Comp:e alle wandevoiren bij tijds te weeren en daar en teegen een goede ordre, soo wel onder de particuliere Ingeseetenen als ook in de Publicque vergaderinge te onderhouden en stand te doen grijpen, hij Egter tot sijn overgroote ontsteltenisse, op den 18: deeser maand, wanneer naar de door de Ingeseetenen gedaane Laatste krijgs oeffeninge, de vergaderinge van den burger krijgsraad gehouden wierd, heeft moeten ondervinden: Dat den burger ritmeester en principaal Lid der voormelde vergadering Cornelis van Roijen niet alleen ‘t bovenstaande heeft tragten te Eludeeren, maar ook met het ontboesemen van veele brutalityten selfs die vergadering grootelyx te Torbeeren, tot geen geringe kleijnagtinge, soo voor die vergadering, als ook wel principalijk voor uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb: als door wiens hoog gesag deselve is ingesteld; welke bij hem Cornelis van Rooijen gepleegde Enormitijten, den ondergeteekende dan als nu aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: bij deesen pligtschuldig moetende openleggen, soo heeft den selvede Eer uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb: omstandelijk en naar waarheyd te vertoogen: Dat ter voorn: vergadering, de roll, der bij t Excerceeren absent bevondene persoonen, sullende geresumeerd werden, door hem Cornelis van Rooijen een parthij briefjes op de tafel wierden needer gelegd, en wanneer voornd:e roll, ten Eijnde volgens deselve, die Excus briefjes behoorlijk te kunnen Examineeren, off van waarde waaren ofte niet, opgeleesen wierd, met vehementie gesegd: Wat Donder, ik kan naar dat A:B:C: niet klaar raken; Ende hem hier op door den onderget:e geantwoord synde, dat sulx naar het door hem genoemde a:b:C. ook niet behoefden te geschieden, maar dat egter aan die krijgs vergadering den Inhoude ende ‘t gewigt dier briefjes klaarlijk moeste blijken, heeft hij van Rooijen hem niet koomen te ontsien, van in toorn met de volle vuijst op de Tafel te slaan, en steyfhoofdelijk te persisteeren: dat de naarsienige dier briefjes op een anderen tijd moesten werden gedaan, bij welk seggen, ongeagt hem door den onderget:e met Sagtheijd wierd voorgesteld: dat de Examinatie der voorm:e briefjes in de vergadering ter beoordeelinge van deselve noodsaakelijk was, en dat met wat meer moderaatheijd moeste te werk gaan, hij van Rooijen dan niet alleen is blijven persisteeren, maar ook terwijle met eene de vooren geciteerde Excus briefjes in sijn sak stak, onder hervattinge van een force slag met de vuijst op Tafel in deese Substantieele woorden: Ik wou Liever dat mijn de donder weg sloeg eer ik meer dienst aan de E Comp:e wou doen, uijt te barsten, gaande selff wyders, wanneer den onderget:e de verdere Leeden van den krijgsraad versogt, omme op het doen en seggen van het van Rooijen, wat naukeurig te willen reflecteeren, de Extravagantie van hem van Rooijen die den onderget:e dunkt niet ongepremediteerd door hem gedaan te syn; ook so verre dat hij niet alleen in die vergadering den onderget:e heeft durven toe snouwen: Ja Legt het maar in kennisse ik heb er hier drie /:wysende op de verdere burger officieren:/ maar ook met eene, van sijn stoel opgestaan sijnde met de handen in de seijde, den onderget:e seer brusquelijk afvraagen: Wat wilje hebben en wat wiltje. Ende hem van Rooijen, door den onderget:e nog al moderatelijk te gemoed gevoerd sijnde, dat hij van Rooijen, wel soude doen, wanneer met wat meer moderatie te werk ging, in verhandeling van saaken der vergadering, ende dat de Excusbriefjes der absenten diende over te geven aan de andere officieren ter Examinatie van deselve, ofte dat anders alle de absenten behoorden gedagvaard te werden, heeft hij van Rooijen kunnen goed vinden, den onderget:e toe te voegen: T is goed, gaa Jou gang, ik sal voor al de genen betaalen die onregtvaardig sullen moeten betaalen, slaande voorts, naar dat hem door den onderget:e nogmaals serieuselijk was gesegd geworden, dat sijn gedoente de agting der vergadering, die hij moogelijk selff niet regt wust van wat belang en representatie deselve was, grootelyx was krenkende, voor de dardemaal met de volle vuijst onder t uijten der woorden: Ik bedank de E Comp:e ik wil geen dienst meer doen. heel verwoed wederom op ‘t midden van de Tafel met sodanige bij hem van Rooijen Continueerende halstarrigheijd, dat schoon hij door de vergaadering wierd versogt, om sig wat in te toomen, ten Eynde de verdere te verhandelene Saaken noopens de bij sommige in hun Commando gepleegde versuijmen aff te kunnen doen, hij tot geen faciliteijd is te brengen geweest, t welk nog nader is komen te blyken, wanneer hij van Rooyen wyders ter presentie van de gedagvaarde en binnen getreede persoonen, uijt een uyt sijn sak uytgehaald briefje, de naamen van vijff off ses persoonen publicquelyk opleesende, en den Secretaris hard op is komen toe te roepen: Schrijff ik seg schrijff, het paard dood; ende voorts in geenen deele naar eenige regtsinnige reeden, die hem door den onderget:e weegens sijne seer hoog gaande brutaliteijten en onbesonnentheyd serieuselijk gegeven wierden, meer heeft willen Luijsteren, maar daar en teegen de novo van syn stoel met hervatte oploopentheijd opgesprongen synde, den onderget:e seer vilipendous met een hard geschreeuw: Wat wilje, wat wou gij mij doen, is komen toe te douwen, welk een en ander, seer Enorm en Inpertinent gedoente van hem van Rooyen, dan niet alleen aan den onderget:e ende de vergadering van gesegde kreijgs raad seer grootelijk heeft gedisjusteerd en gealtereerd, maar ook aan veele van ‘t gemeen, wiens belangen ter dier tijd, soo tot die vergadering als ook tot den opgaaff waaren Leggende, ende die oversulx buijten de kamer, in t voorhuijs, ende op de stoep staande, al het vireverent geraas en geschreeuw van hem van Rooijen duijdelijk hebben kunnen hooren, geen geringe aanleijding tot vilipendi, waar toe ‘t ruuw gros, soo als reets bekent is, van selff seer is geinclineerd, gegeeven heeft, gelyk hij van Rooyen dan ook Eyndelijk bij het scheijden der meergem: vergaadering met veel obstinatie ter kamer uijtgegaan, en sonder de minste pligten der wel Leeventheyd te gebruijken, seer ruwelyk vertrokken is, Hier meede nu den onderget:e aan Uwe Wel Edele Gestr: en Agtb:r de bij veelgem: Cornelis van Roijen gepleegde groove Enormiteijten en brutaliteijten, soo kort als doenelijk naar waarheyd open gelegd hebbende, soo versoekt den onderget:e ootmoedelijk: dat t uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb: behaagen mooge, omtrend hem van Rooijen, den welke met een seeker vermeetel gesag onder t gemeen /:t welk egter seer gevaarlyk is:/ sig gaarne wil doen uijtmunten, en als de beste man bij een ieder wil doen ventileeren, sodanig Exemplaarlijk te disponeeren als uwe wel Edele gestr: en E: Agtbaarheedens tot Conservatie der rust en goede ordre t wel de Ziel en het hooftsteunsel van ‘t welweesen van t gemeene best is, sullen bevinden te behooren, terwijl den onderget:e de Eer heeft, sig in t alderneedrigste respect te moogen onderteykenen /:onderstond:/ wel Edele Gestr: Heere en E Agtb: Heeren uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb: seer onderdanige en trouw Schuldigen dienaar /:was geteekend:/ J:A: Horak /:in margine:/ Exhibitum in vergadering van pollitie den 31: Maart 1750:’

Welkers inhoude met aandagt overwoogen sijnde, heeft men daarop moeten besluijten dat die saak ter verder ondersoek en Regsvorderinge voor den raad van Justitie deeses gouvernements sal werden gesteld inhanden van den heer Independent fiscaal, sullende voorts den kreijgsraad aldaar werden aangeschreeven, dat den gesegden Cornelis van Rooijen hangende proceduuren sig van alle soo Civiele als krijgsbedieningen sal hebben te onthouden.

Op de hierom in Schriptis gedaane versoeken bij den heemraad Johannes Louw pietersz: en den Landbouwer Henning Viljon, syn aan deselve in Eygendom gegeeven, de veeplaatsen die deselve thans van D E: Comp:e in Leening syn besittende, beijde omtrent Ribeeks Casteel geleegen, die van den Eersten de Hottentots fontain , mitsg:s des Laastgem: De Lange Clooff gen:t ieder ter groote van sestig morgen, mits dat onvermindert de Somma van Een hondert en vijftig Ryxd:s dewelke voor ijder plaats tot een Erkentenisse aan d’ E Comp:e sal moeten betaald werden, de daarop gestelde recognitie penn: ten bedragen van 24: Rijxd:s Jaarlijx, als bevoorens sullen moeten betaald werden.

Sijnde wyders op de propositie van den heer Gouverneur goedgevonden dat Billietten sullen werden geaffigeert, tot waarschouwing van een ijgelijk deeser Caabse Ingeseetenen dat den heer fiscaal Independent Pieter reede van oudshoorn neevens gecommitteerde Leeden uijt den raad van Justitie deeses Gouvernements in korte daagen alhier in deese Tafelvalleij Schouwinge sullen doen van alle de straaten en weegen, ten Eijnde een ijder de morskuijlen, vulnis nesten en misthoopen van voor sijn deur sal kunnen opruijmen en wegmaken, op pœne van andersints gemulcteerd te sullen werden, in sodaanige boetens als bij het generaal placcaat daar op gesteld sijn.

Laatstelijk heeft den heer hoofd administrateur Rijk Tulbagh met versoek van daar op dispositie te moogen Eerlangen, in Raade geproduceert, de onderstaande Memorie.

‘Memorie van de Nabeschreevene Bieren, ijser, olijven- raap- en Lyn-olij, Timmerhout, glase ruijten, Equipagie en diverse andere goederen uijt de onderstaande bodems, so bij peijling minder, tekort als gebrooken, t Tarwe meel, Boonen, Erweeten en Leggers wijn, ten dienste van de Scheepen in de Baaij fals Leggende p:r De hoeker De Hector op de reijse van hier na derwaarts bij swaar weer nat, bedorven en leedig, de Tabak bij ‘t openen van diversse kassen in t Negotie pakhuijs te kort bevonden; als meede de Leyfeijgenen in deese Jongst gepasseerde maanden door de natuurlijke dood overleeden, en ‘t vee in gemelde tijd soo verrekt, als door ‘t wild gedierte vernielt alles volgens verklaaringen hier annex blykende, Namentlijk.’


uijt Het Schip Akerendam
Afschrijven { 12 3/4. Vaten Lams bier, op 50: vaten als
uijt het Schip Zuijderburg
Afschrijven { 9 7/8. Vaaten Lams bier op 50: vaten bij peijling minder, sijnde 22: van 5,
uijt het Schip D Anna
Afschrijven { 315: ll gesort: ijser op 18000: ll bij naweeging minder.
130 8/10: kann: olyven-olij op 15: halve aamen bij peijling minder sijnde
uijt het Schip Woitkensdorp
Afschrijven { 1: p:s Carveel plank van 3. d:m, Lang 24: voet op 25: p:s te kort.
4: d:o Gr: deelen van 2: d:men, Lang 30: voet te kort
11: d:o d:o van 1:d:m, op 176: p:s als
6: p:s boeke vellingen op 250: p:s te kort
3: d:o Buijk planken van 2: d:m op 40: p:s d:o d:o.
uijt het Schip Tolsduijn
afschrijven { 592: p:s glaase ruijten van 12: en 14: duijmen op 3000: p:s bij t openen van 15: kasjes, gem: L:a F F F. gebrooken
34: kann: Lijn-olij op 100: kelders, bij nameeting minder.
133 6/10 d:o d:o Raap olij op 24: halve aamen bij pijling minder, synde 7 van 2: 5 van 2 1/2: 6, van 3: 2, van 3 1/2: en 4, van 4: duymen wan geweest.
uijt het Schip De Liefde
afschrijven { 13. Tonnetjes Swartsel, op 1008: p:s bij het openen van 3. kassen L:a H: H: H: tot K: K: K: leedig bevonden.
38: ll vlaamsche bel hop, op 378: ll in Een baal bij naweeging te kort.
248 kann: olyven olij op 20: halve aamen bij pijling minder, synde 5, van 2: 2, van 2 1/2: 2, van 3 1/2: 2: van 4, 1: van 4 1/2: 2, van 5: 1, van 7: 1, van 8: en 4, van 9:duymen wan geweest.
5: flessen gedistileerde waateren in 2: kelders gebrooken.
12: kann: wijn Tint op 2: halve aamen bij pijling minder, synde ieder 3. d:men wan geweest.
67: p:s Leedige Bouteilles, op 600 p:s bij t openen van 3. kassen N:o 1: a 3. gebrooken.
uijt T Schip Sloterdijk
afschrijven { 91: ll Vlaamsche Bel hop, op 560: ll. in 2: Baalen bij naweeging te kort.
uijt het Schip Bloemendaal
afschrijven { 114 8/10: kann: olijven-olij op 20: halve aamen bij pijling minder synde 5: van 2, 11: van 3, 2: van 3 1/2, en 2: van 4: duijmen wan geweest.
1: fles gedistileerde waater bij t openen van Een kelder gebrooken.
1: fles franse brandewijn d:o d:o d:o d:o
1: fles keulse Genever d:o d:o d:o d:o
6: kann: wyn Tint op Een halve aam bij peijling minder sijnde. 3. d:men wan geweest.
45: p:s Leedige Bouteilles op 400 p:s bij 't openen van 2: kassen N:o 4: en 5: gebrooken.
45: ll vlaamsche Bel hop, op 392: ll in een Baal bij naweeging te kort:
uijt het Schip De Batavier
Verkoopen { 15: p:s pijlaaken op 100: p:s bij t openen van 13. kassen gemotteerd
6: p:s Groote waakrokken } bij t openen van 2: kassen L:a Q: en R: gemotteerd.
2: d:o kleene
4: d:o duffeltjes
3. d:o broeken
55: p:r koussen
4: p:s groote ijsere potten op 60: p:s gebroken
7: p:s koorn Schoppen met bewoelde steelen op 100: p:s bij t openen van 2: kassen gebrooken.
Afschrijven { 525: ll Gesort ijser op 3000: ll bij naweeging te kort.
2: hoeden Smeekoolen op 24: hoeden bij nameeting te kort.
2: vaaten Teer tot het opvullen van 14: vaaten verbruijkt.
76: lb Roet op 614: ll in 2: vaaten bij naweeging te kort.
7: Tonnetjes Swartsel op 300: p:s bij 't openen van 1: kas N:o 4: Leedig.
12: Sparren van 15: a 18: voet op 400: p:s te kort.
Ten dienst der E Comp: te gebruijken { 9. Rollen hollands Seijldoek op 75: Rollen, bij t openen van 8: kassen, verweert en aangestooken.
8: d:o Everdoek bij 't openen van Een kas die nat geweest is, verrot.
14: p:s Gesort:e vaderlandse Lijnen op 30: p:s bij 't openen van 1: vat N:o 2: verrot.
uijt het Schip Nieuwvijvervreugd
afschrijven { 41: p:s Tiggelsteentjes op 200: p:s bij t openen van 1: kas L:a F gebrooken.
480: ll Gesort:e ijser op 32000: ll bij naweeging te min.
89. ll Roet op 600: ll in 2: vaaten bij naweeging te min.
9. Tonnetjes Swartsel op 300: p:s bij t openen van 1: kas Leedig.
97: p:s Glaasen ruijten van 12: en 14: d:men op 500: p:s bij t openen van 2: kassen N:o 85: gebrooken
17 1/2: Grossen lange Tabaks pypen op 75: grossen in 3. kassen N:o 116: gebrooken.
uijt het Schip De Geregtigheijd
Afschrijven { 46: p:s gesort:e wynkelken op 200: p:s } bij t openen van 1: kas N:o 246: gebrooken.
44: d:o d:o Bier glasen d:o 200: d:o
3: d:o Galse wijn pompjes d:o 12: d:o
2: kippen Lond op 20: kippen bij t openen van 2: kassen verrot
40: lb gesort:e ijserdraat } bij t openen van 1: kas N:o 62 door de nattigheijd van de daar bijgepakt geweest sijnde salarmoniacq, sodanig verroest en vergaan dat onbruykbaar syn bevonden.
80: p:s ijsere Schutboren
8: paar paarde Stange
uijt de Hoeker De Hector
op onkosten van Scheepen aff te schrijven { 101 1/2 mud Tarwe meel } op de Reijse van hierna de Baaij fals in de maand Aug:s a:o pass:o door langduurigh swaar weer nat geworden bedurven en Leedig gevallen.
12 1/2 d:o Boonen
14: d:o Eerweeten
1 1/2: Legger wijn
uijt T Schip Sparenrijk
verkoopen { 10: p:s Groote waakrokken } bij t openen van 2: kassen L:a Z Z: en A: A: A: gemotteert
12: d:o kleyne d:o
14: d:o Duffeltjes
11: d:o broeken
75: d:o koussen
uijt het Schip Crabbendijk
Verkoopen { 9: p:s Groote waakrokken } bij t openen van 2: kassen L:a F: F: F. en G: G: G: gemotteert.
9. d:o kleijne d:o
7: d:o Duffeltjes
9. d:o broeken
75: p:r koussen
In t Negotie Pakhuijs, uit T Schip De Hercules
Afschrijven { 730: ll Tobak bij naweeging van 420: rollen in 9. kassen te kort.
uijt T Schip Wiltrijk
Afschrijven { 178: ll Tobak bij naweeging van 160: rollen in 5: kassen te kort
uijt het Schip Eijndhoeff
Afschrijven { 476: ll Tobak bij naweeging van 336: rollen in 7: kassen te kort.
uijt het Schip Zeelandia
Afschrijven { 389. ll Tobak bij naweeging van 468: rollen in 13. kassen te kort.

uijt Het Schip Akerendam
Afschrijven { 12 3/4. Vaten Lams bier, op 50: vaten als
uijt het Schip Zuijderburg
Afschrijven { 9 7/8. Vaaten Lams bier op 50: vaten bij peijling minder, sijnde 22: van 5,
uijt het Schip D Anna
Afschrijven { 315: ll gesort: ijser op 18000: ll bij naweeging minder.
130 8/10: kann: olyven-olij op 15: halve aamen bij peijling minder sijnde
uijt het Schip Woitkensdorp
Afschrijven { 1: p:s Carveel plank van 3. d:m, Lang 24: voet op 25: p:s te kort.
4: d:o Gr: deelen van 2: d:men, Lang 30: voet te kort
11: d:o d:o van 1:d:m, op 176: p:s als
6: p:s boeke vellingen op 250: p:s te kort
3: d:o Buijk planken van 2: d:m op 40: p:s d:o d:o.
uijt het Schip Tolsduijn
afschrijven { 592: p:s glaase ruijten van 12: en 14: duijmen op 3000: p:s bij t openen van 15: kasjes, gem: L:a F F F. gebrooken
34: kann: Lijn-olij op 100: kelders, bij nameeting minder.
133 6/10 d:o d:o Raap olij op 24: halve aamen bij pijling minder, synde 7 van 2: 5 van 2 1/2: 6, van 3: 2, van 3 1/2: en 4, van 4: duymen wan geweest.
uijt het Schip De Liefde
afschrijven { 13. Tonnetjes Swartsel, op 1008: p:s bij het openen van 3. kassen L:a H: H: H: tot K: K: K: leedig bevonden.
38: ll vlaamsche bel hop, op 378: ll in Een baal bij naweeging te kort.
248 kann: olyven olij op 20: halve aamen bij pijling minder, synde 5, van 2: 2, van 2 1/2: 2, van 3 1/2: 2: van 4, 1: van 4 1/2: 2, van 5: 1, van 7: 1, van 8: en 4, van 9:duymen wan geweest.
5: flessen gedistileerde waateren in 2: kelders gebrooken.
12: kann: wijn Tint op 2: halve aamen bij pijling minder, synde ieder 3. d:men wan geweest.
67: p:s Leedige Bouteilles, op 600 p:s bij t openen van 3. kassen N:o 1: a 3. gebrooken.
uijt T Schip Sloterdijk
afschrijven { 91: ll Vlaamsche Bel hop, op 560: ll. in 2: Baalen bij naweeging te kort.
uijt het Schip Bloemendaal
afschrijven { 114 8/10: kann: olijven-olij op 20: halve aamen bij pijling minder synde 5: van 2, 11: van 3, 2: van 3 1/2, en 2: van 4: duijmen wan geweest.
1: fles gedistileerde waater bij t openen van Een kelder gebrooken.
1: fles franse brandewijn d:o d:o d:o d:o
1: fles keulse Genever d:o d:o d:o d:o
6: kann: wyn Tint op Een halve aam bij peijling minder sijnde. 3. d:men wan geweest.
45: p:s Leedige Bouteilles op 400 p:s bij 't openen van 2: kassen N:o 4: en 5: gebrooken.
45: ll vlaamsche Bel hop, op 392: ll in een Baal bij naweeging te kort:
uijt het Schip De Batavier
Verkoopen { 15: p:s pijlaaken op 100: p:s bij t openen van 13. kassen gemotteerd
6: p:s Groote waakrokken } bij t openen van 2: kassen L:a Q: en R: gemotteerd.
2: d:o kleene
4: d:o duffeltjes
3. d:o broeken
55: p:r koussen
4: p:s groote ijsere potten op 60: p:s gebroken
7: p:s koorn Schoppen met bewoelde steelen op 100: p:s bij t openen van 2: kassen gebrooken.
Afschrijven { 525: ll Gesort ijser op 3000: ll bij naweeging te kort.
2: hoeden Smeekoolen op 24: hoeden bij nameeting te kort.
2: vaaten Teer tot het opvullen van 14: vaaten verbruijkt.
76: lb Roet op 614: ll in 2: vaaten bij naweeging te kort.
7: Tonnetjes Swartsel op 300: p:s bij 't openen van 1: kas N:o 4: Leedig.
12: Sparren van 15: a 18: voet op 400: p:s te kort.
Ten dienst der E Comp: te gebruijken { 9. Rollen hollands Seijldoek op 75: Rollen, bij t openen van 8: kassen, verweert en aangestooken.
8: d:o Everdoek bij 't openen van Een kas die nat geweest is, verrot.
14: p:s Gesort:e vaderlandse Lijnen op 30: p:s bij 't openen van 1: vat N:o 2: verrot.
uijt het Schip Nieuwvijvervreugd
afschrijven { 41: p:s Tiggelsteentjes op 200: p:s bij t openen van 1: kas L:a F gebrooken.
480: ll Gesort:e ijser op 32000: ll bij naweeging te min.
89. ll Roet op 600: ll in 2: vaaten bij naweeging te min.
9. Tonnetjes Swartsel op 300: p:s bij t openen van 1: kas Leedig.
97: p:s Glaasen ruijten van 12: en 14: d:men op 500: p:s bij t openen van 2: kassen N:o 85: gebrooken
17 1/2: Grossen lange Tabaks pypen op 75: grossen in 3. kassen N:o 116: gebrooken.
uijt het Schip De Geregtigheijd
Afschrijven { 46: p:s gesort:e wynkelken op 200: p:s } bij t openen van 1: kas N:o 246: gebrooken.
44: d:o d:o Bier glasen d:o 200: d:o
3: d:o Galse wijn pompjes d:o 12: d:o
2: kippen Lond op 20: kippen bij t openen van 2: kassen verrot
40: lb gesort:e ijserdraat } bij t openen van 1: kas N:o 62 door de nattigheijd van de daar bijgepakt geweest sijnde salarmoniacq, sodanig verroest en vergaan dat onbruykbaar syn bevonden.
80: p:s ijsere Schutboren
8: paar paarde Stange
uijt de Hoeker De Hector
op onkosten van Scheepen aff te schrijven { 101 1/2 mud Tarwe meel } op de Reijse van hierna de Baaij fals in de maand Aug:s a:o pass:o door langduurigh swaar weer nat geworden bedurven en Leedig gevallen.
12 1/2 d:o Boonen
14: d:o Eerweeten
1 1/2: Legger wijn
uijt T Schip Sparenrijk
verkoopen { 10: p:s Groote waakrokken } bij t openen van 2: kassen L:a Z Z: en A: A: A: gemotteert
12: d:o kleyne d:o
14: d:o Duffeltjes
11: d:o broeken
75: d:o koussen
uijt het Schip Crabbendijk
Verkoopen { 9: p:s Groote waakrokken } bij t openen van 2: kassen L:a F: F: F. en G: G: G: gemotteert.
9. d:o kleijne d:o
7: d:o Duffeltjes
9. d:o broeken
75: p:r koussen
In t Negotie Pakhuijs, uit T Schip De Hercules
Afschrijven { 730: ll Tobak bij naweeging van 420: rollen in 9. kassen te kort.
uijt T Schip Wiltrijk
Afschrijven { 178: ll Tobak bij naweeging van 160: rollen in 5: kassen te kort
uijt het Schip Eijndhoeff
Afschrijven { 476: ll Tobak bij naweeging van 336: rollen in 7: kassen te kort.
uijt het Schip Zeelandia
Afschrijven { 389. ll Tobak bij naweeging van 468: rollen in 13. kassen te kort.

‘Volgens bijgevoegde Reekening van den opsiender van sComp:s Slaven Logie gesterkt met Secretariale verklaaringen sijn inde Jongst gepasseerde Ses maanden September: october. November en december 1749. Janu:ij en feb:ij deeses Jaars van sComp:s Slaven door de natuurlyke dood overleeden’


Afschrijven { 3: kloeke Jongens
1: Suygend Jongetje
11: kloeke Meijden
2: suygende d:o
6: bandiete Jongens.

Afschrijven { 3: kloeke Jongens
1: Suygend Jongetje
11: kloeke Meijden
2: suygende d:o
6: bandiete Jongens.

‘En volgens Reekening van den Landdrost en Secretariale verklaringen sijn meede in voorsz: tijd van sComp:s beestiaal soo verrekt als door het wild gedierte verslonden’


Afschrijven { 3: Eesels
20: paarden
225: Beesten
11: Bocken

Afschrijven { 3: Eesels
20: paarden
225: Beesten
11: Bocken

’/:onderstond:/’

‘Int Casteel de goedehoop den 31: Maart 1750: /:was geteekent:/ R: Tulbagh.’

Welken aangaande best is gedagt dat met de daar bij vermelde te kort en bedurven aangebragte, mitsgaders de alhier in sComp:s pakhuijsen onbequaam bevondene goederen, desgelijx de gestorvene Slaven der E Comp:e en verrekte beestiaal, so en in diervoegen sal werden gehandelt, als in Margine van voorseijde Memories Staat aangeteekend.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrand preez R:t en Secret:s

[Signed:] Mij Present O M Bergh E:g:Clercq

C. 128, pp. 86-94.

Woensdag den {17500401} Eersten April 1750.

S voormiddags alle present, uijtgenomen D’ Heeren van oudshoorn, Meijnertshagen en de Ruijter.

Is met behoorlijke aandagt geleesen het hoog geagt aanschrijvens van haar Wel Edele Hoog Agtb: de heeren representanten van sijne Doorlugtigste Hoogheijd den Heere Prins van orange en Nassouw en de verdere Edele Hoog Agtb: Heeren Bewindhebberen gecommitteert ter Illustre vergaderinge van Seventhienen, gedateert den 2:e December Jongstleeden, het welk heeden in den morgen stond met het schip Kieviets heuvel alhier is aangebragt; waar uijt sijnde komen te blijken, dat het deselve Haar wel Edele Hoog Agtb:, behaagt heeft; aan den Heer Gouverneur en Raad Extra ordinaris Hendrik Swellengrebel, op sijn Edelens hierom gedaane Instantig versoek, desselfs ontslag uijt den dienst der E Comp:e te accordeeren; met permissie om in Anno 1751: en mits tot dien tijd toe het gesag ter deeser plaatse blijvende houden, in volle fatsoen en met alle honneur neevens sijn Edelens familie te repatrieeren; en wijders dat wel op gemelde sijne Doorlugtigste Hoogheijd, op de ingeleverde nominatie bij de heeren bewindhebberen ter vergaderinge van Seventhienen gecommitteert tot Gouverneur alhier in plaatse van wel op gemelden Heer Hendrik Swellengrebel wel hadde gelieven te verkiesen ende te Eligeeren den Heer Secunde Rijk Tulbagh; en voorts uijt gelijke nominatie weeder tot Secunde off tweede D heer Sergius Swellengrebel sig thans in het vaderland nog bevindende; soo sijn dik wijls genoemden Heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel hier op met desselfs geobtineert ontslag en wel op gemelden Nieuw aangestelden gouverneur D heer Rijk Tulbagh met desselfs bevorderinge op het genegenst gefeliciteert; onder hartelijke toewenschinge aan Laatst gemelde sijn Edele, van Godes Zeegen, gesondheijd en voorspoed in desselfs aanstaande regeringe, op dat desselfs bestier dus mag strecken tot Loff en reputatie van hem selven, mitsgaders tot Eer van sijne Doorlugtigste Hoogheijd en verdere Heeren en Meesteren; En heeft den heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel vervolgens gelieven te doen aanteekenen dat wanneer D heeren meesteren sijnentweegen sullen worden bedankt, voor desselfs verkreegene gunstige ontslag deselve onse heeren en meesteren desgelijx uijt sijnen naame Eerbiedig sullen bedankt worden, noopende de goedheijd die deselve wel hebben willen gebruijken om den nieuw geEligeerden Heer Gouverneur Rijk Tulbagh mitsgaders den heer Secunde Sergius Swellengrebel, die aan sijn Edele seer na geparenteert sijn, daar toe aan sijne doorlugtigste Hoogheijd den Heere Prins van orange en Nassouw voor te slaan; so als wel op gemelde haar wel Edele Hoog Agtb: meede op het needrigst sullen worden bedankt uijt naame van den nieuw aangestelden gouverneur D Heer Rijk Tulbagh, voor de gedaane nominatie tot tweeden van desselfs neeff den gemelden Heer Sergius Swellengrebel. Sijnde verders goed gevonden dat de gagie en Emolumenten van voornoemden heer Rijk Tulbagh als gouverneur, volgens de ordre en het gebruijk in diergelijke gelegentheeden van heeden aff Cours en aanvank sullen neemen.

Wijders is ter voldoeninge van het geordonneerde door de heeren en Meesteren bij haare voorseijde geEerde Letteren, aan den Equipagiemeester ter deeser plaatse D’ E: Hendrik de Ruijter, geordonneert, om Sig bij arrivement van sComp:s Scheepen ter deeser rheede, op het naauwkeurigst te Informeeren, namentlijk off door de Scheeps overheeden, niet alleen bij hunne Journaalen wel behoorlijke aanteekening is gehouden, wanneer en op wat wijze de selve, de brand spuijt die aan haarlieden in het vaderland worden meede gegeven, om te gebruijken so bij onverhoopte gevallen van brand als om de Scheepen te spoelen, te reynigen, en de Zeijlen nat te maaken hebben te werk gestelt; ten fine om bij gebrek van sodanige aanteekeningen hun daar toe te houden, maar ook off de selve brand spuijt gelijk het behoort is onderhouden en geconserveert geworden; also bij nalatigheijd en versuijm van dien de Soldij reekeningen dier Scheeps overheeden voor der selver waarde sullen moeten belast worden.

Ende nademaal uijt de onderteekening van meer gemeld aanschrijvens der Heeren Meesteren meede komt te blijken, dat thans ter vergaderinge der Heeren Seventhienen, twee heeren als Representanten van Sijne Doorlugtigste Hoogheijd den Heere Prins van orange en Nassouw voorsitten, is hier om goed gedagt dat de brieven, dewelke in het vervolg van hier aan wel op gemelde Illustre Collegie sullen afgaan, aan wel opgemelde Heeren Representanten en verdere Heeren bewinthebberen sullen worden gerigt.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 95-107.

Maandag den {17500406} 6: April 1750:

S voormiddags present den affgaanden Heer Gouverneur en Raad Extra ordinaris van Neederlands India Hendrik Swellengrebel mitsgaders den Nieuw geEligeerden Gouverneur D’ Heer Rijk Tulbagh en alle de Leeden.

Het hoog geagt aanschrijvens van haar Wel Edele Hoog Agtb: de heeren representanten van Sijne Doorlugtigste Hoogheijd den Heere Prins van orange en Nassouw, en de verdere Edele Heeren Bewindhebberen gecommitteert ter Illustre vergaderinge van Seventhienen de dato 11:e october des voorledenen Jaars, heeden met aandagt nader geleesen en geresumeert weesende; Is naar overweeginge van Saaken best gedagt dat daar op in alle Eerbied sal worden gerescribeert te weeten.

Dat men wel op gemelde haar Wel Edele hoog agtb: op het Eerbiedigst sal verseekeren, dat gelijk men hier ter plaatse tot nu toe alle mogelijke sorgen heeft gedraagen opdat s E Comp inkomsten en winsten geduurig mogten toeneemen, men desgelijx in het vervolg meede alles wat mogelijk is in het werk sal stellen om dit goed oogmerk hoe Langer hoe Meerder te kunnen bereijken; en dat daar omtrent meede komende te Contribueeren, het houden van publicque vendutien om de drie maanden ter deeser plaatse van sComp:s goederen en Coopmanschappen, men verders niet kan twijffelen dat so wanneer men ter sijner tijd en bij Continuatie alhier van vaderlands hout werk, ijser en smeekoolen daar deese Coloniers seer om verleegen sijn, en andere nodige waaren, die Jaarlijx bij den Eijsch uijt Europa gedaan wordende, worden gepetioneert, mogt worden voorsien, dit tot het doen aangroeijen der winsten veel soude komen te helpen.

Dat alschoon het wel waar is dat de gelegde recognitie penningen ter Somma van vier en twintig rijxd:s Jaarlijx op de veeposten die alhier in Leening worden uijtgegeven, omtrent eenige weijnige der selve wel wat veel is, de andere off het grootste gedeelte der selve Leen plaatsen des niet te min deese belasting gemakkelijk kunnen dragen en opbrengen; en dat gelijk het niet wel doenelijk is om hier omtrent een Juijste en proportioneele Schicking te kunnen maaken, so omdat de natuur en de regte waarde van elk dier veeposten, dewijl deselve meest ver Landwaarts in, Ja sommige tot hondert mijlen toe hier van de Caab sijn geleegen, ons seer onbekent sijn, als weegens dat de geene de welke in deesen eenige verdeeling nog best souden kunnen doen, namentlijk de Heemraaden in de buijten districten, selfs daar bij sodanig groot belang hebben, dat waarlijk op het geen dat de selve diesweegens soude kunnen reguleeren, geen off weinig staat soude weesen te maaken; wij om dit alles onder het wijser oordeel van haar wel Edele Hoog Agtb: moeten seggen, dat voorsz: belasting, die niet bij het aanweesen ter deeser plaatse van den Hoog Edelen Heer gouverneur Generaal Gustaaff Willem van Imhoff maar al in den Jaare 1732. door de regeringe alhier bij verhooging van 12: tot 24: Rijxd:s S Jaars is gestelt, gelijk sulx Eerbiedig is ter needer gestelt, bij onsen onderdanigen van den 10: Maart 1747; wel soude kunnen blijven Continueeren, voor al in deesen druckenden tijd, ende dit des te meer omdat niemand deeser Ingesetenen, tot het in Leening neemen van diergelijke veeposten in het minst word gedwongen, maar ter Contrarie elk een vrijwillig daarom komt te versoeken en dat ook nog bovens dien sedert eenigen tijd herwaarts, door deese en geene deeser Coloniers weederom nu en dan om eenige van dusdanige veeplaatsen in Eijgendom te mogen hebben versoek word gedaan, welk een en ander te weeten de Jaarlijxe recognitie penningen ende betaalt wordende Erkentenisse gelderen aan d E Comp:e voor het verkrijgen in Eijgendom der soo dikwils gen: vee posten, S Jaars nog een mooij stuijver opbrengt, ondertusschen dat word ondervonden dat de geene deeser Coloniers, die sig met het vee hoeden erneeren, als se maar op haare saaken willen Letten thans daar bij redelijk wel vaaren alle het welke dan Conform de geEerde ordre der Heeren majores meede aan de heeren van de hooge Indiaasse regering sal voorgedragen, en haar Hoog Edelens goed vinden daar op Eerbiedig versogt worden.

Voorts dat wanneer wierd opgehouden, met het voort setten van het begonne werk aan de Moulje alhier, alle mogelijke voorsorgen sijn in het werk gestelt op dat het bereijts daar aangemaakte in stand mogt blijven, dog dat dies niettegenstaande men niet heeft kunnen beletten dat nu en dan iets daarvan door het geweld der Zee is, en bij Continuatie bij swaar weer nog aff geslaagen sal worden, wat precautien men daarteegens mogt gebruijken; sonder dat dit egter aan deese rheede geen de minste schaade komt te veroorsaaken; soo om dat dat werk digt teegens ‘t Strand legt, als om dat de afgeslaagen wordende klippen daar teegens aan blijven Leggen Sig aldaar in het sand wentelen.

Dat alsoo sedert het verhoogen in den jaare 1748. op ordre van den heren van de Hooge Indiaasse regeringe van den prijs der oliphants tanden van sesthien tot Twintig Stuijvers het ll de Eerste soort, ende andere naar advenant, geen meerdere off naamwaardiger parthijen daar van als bevoorens in sComp:s Maguazijnen sijn aangebragt, en ook niet kan worden gesien dat sulx in vervolg van tijd sal geschieden; hier om den prijs der voorseijde oliphants tanden navolgens de geEerde ordre der Heeren Majores sal sijn en blijven gereduceert op den ouden voet van 16: St:s het ll Eerste Soort ende andere naar proportie.

De glaase en Copere Coralen die bij het opbreek van het Comptoir Rio de Lagoa vandaar herwaarts te rugge gebragt sijn en voor als nog in sComp:s Maguazijnen ter deeser plaatse, onverkogt blijven, als hebbende sedert dien tijd nog aan de Hottentotten alhier, nog op den handel op Rio de Lagoa van de hand kunnen worden geset, derhalven bij ons Eerst aff te gaane schrijvens, dies weegens invoegen als word geordonneert aan haar Hoog Edelens tot Batavia sal geschreven, en daar bij de noodige monsters overgesonden worden, der gemelde hier berustende Coraalen; op dat gedagte haar wel Edele Groot Agtb: dus mogten sien off iets daar van in India soude kunnen te pas komen, om soo niet deselve Coralen als dan al hier te verkoopen.

Dat al over Lang in train is gebragt, om aan de overheeden der ter deeser rheede aankomende vreemde natien Scheepen, aanstonds bij hun arrivement, tot hun narigt in het vertuijen van haare onder hebbende kielen aff te geven, een voorschrift van de wijse op de welke sComp:s Scheepen sulx alhier komen te doen waar bij Schult pligtig sal gecontinueert worden.

Dat op het aanplanten van houd alhier, sonder ophouden sal worden geleth, en in dien opsigte niets onbesogt gelaaten van dat geen het welk tot verderen aanwas van dien sal kunnen Contribueeren; terwijl aan den anderen kant ook sorg sal worden gedragen dat niet als goede en deugdsaame Caapse witten wijnen in vaatwerk van de ver Eijschte deugd van deese plaats so naar het Vaderland als naar Batavia worden overgesonden.

Dat men het gerequireerde berigt nopens de ses naar gekomene persoonen van het verongelukte Schip Rygersdaal , welkers namen niet bekent sijn gestelt geweest op de overgesondene Lijst der overige persoonen, van dien bodem meede affgekomen, met den alder Eersten sal oversenden.

Dat elk een bij affixie van Billietten sal worden geadverteert dat niemand wie hij zij voorthaan eenige Caabse wijnen van hier naar het vaderland aan eenige particulieren tot present sal mogen oversenden, en voorts de officieren en andere repatrieerende persoonen op het Scherpste verbooden om sodanige wijnen van hier te vervoeren op peene dat die andersints ten profyte der EComp:e sullen worden aangehouden.

Dat ingevolge het bij haar wel Edele Hoog agtb: geordonneerde, aan den geenen, den welken hierom sal komen te versoeken, in Copia sullen worden affgegeven de Stucken dewelke voor den Raad van Justitie deses Gouvernements hebben gedient in de saak tusschen den vanhier opgesondenen Predikant Cloppenburg en desselfs gesepareerde huysvrouw, nevens de vonnissen in die saak geslaagen; so als ook dewijl geen redenen hiertegens Exteeren, met een van sComp:s Scheepen, de boeken door dien predikant alhier nagelaaten sullen worden overgesonden.

Ende ten Laatsten dat meer gemelde onse Heeren en Meesteren onderdanig sullen worden bedankt voor de aan ons gegevene gunstige Communicatie weegens de gedaane aanstelling bij sijne Doorlugtigste Hoogheijd den Heere Prins van orange en Nassouw tot desselfs representanten van de Wel Edele Heeren Philip van der ghiessen heer van Schoter vlieland en Josua van der Poorten, die daar meede op het Eerbiedigst en genegenst sullen gefeliciteert worden.

Sijnde Laatstelijk op het ingediende request bij den Soldaat Jan Hendrik Snijder verstaan dat aan haar wel Edele Groot Agtb: de Heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam ten sijnen faveur sal worden geschreeven op dat seekere Maand Cedulle van drie maanden die hij in het vaderland heeft gepasseert ten behoeve van desselfs moeder Niesje Snijder waar van hij in thien Jaaren geen tijding soude hebben ontfangen, om aan haar, so hij segt maar eens te betaalen, mogt geroyeert worden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteert Int Casteel De Goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 108-109.

Donderdag den {17500430} 30:e April 1750.

S voormiddags alle present.

Is aan Hendrik Baak met het aanweesend retour Schip De waakzaamheijd als tweede Schipper hier van Batavia gearriveert; op desselfs hier om gedaane Instantig versoek toegestaan, om vermits desselfs swaare Indispositie, onder afgesz: gagie, ter deeser plaatse te mogen verblijven, tot in den aanstaanden Jaare.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteert Int Casteel De Goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 110-111.

Saturdag den {17500502} 2:e Maij 1750:

S voormiddags alle present.

Aan den Cap:t Luijtenant van het aanweesende Retour Schip D Eendragt om desselfs seer swakke Lichaamsgesteltheijd hebbende moeten worden gepermitteert tot herkrijging sijner gesondheijd, eenigen tijd hier ter plaatse onder afgeschrevene gagie te mogen verblijven, is vervolgens het Commando op dien bodem weeder opgedragen aan den daar meede als tweeden Schipper repatrieerende Huijbert vijst.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 112-125.

Donderdag den {17500519} 19:e Maij 1750.

S voormiddags alle present.

Op de gedaane klagten bij de overheeden van het op den 14: deeser maand Maij, van Batavia in de baaij fals gearriveerde provisie schip Polanen , over Leckagie en dat sig aan het Schip boven waater eenige defecten souden bevinden, heeft den Gouverneur Hendrik Swellengrebel ter naauwkeurige besigtinge van dien met den Eersten na voorseijde Baij fals gesonden den Equipagiem:r Hendrik de Ruijter die bij desselfs te rug komst alhier van desselfs bevinding het onderstaanden rapport heeft ingelevert.

‘Den Wel Edelen Gestrengen Heere Hendrik Swellengrebel raad Extraordinaris van Neederlands India mitsgaders Gouverneur in Loco &:a &:a &:a ons ondergeteek: Expres, hebbende gelieven te Committeeren, omme naauwkeurig te visiteeren, hoedanig het met het in de Baij fals geankert Leggende Schip Polanen , mitsg:s de daar inne voor dit Gouvernement afgeladene goederen en provisien is gestelt, soo verklaaren wij sulx Exact verrigt en bevonden te hebben, Eerstelijk aangaande de laadinge voor soo verre men als nu daar bij heeft kunnen komen.’

‘Dat door een Leckagie tusschen deks, onder de Scheerstok van ‘t groot Luijk een pak met Souratse spreijen genommert 116: is nat geworden, in welk pak naar gedaane openinge niet meer dan een Stuk is beschadigt gevonden, boven het welke nog drie andere packen, als een aan Bak en Twee aan Stuurboord sijde belekt waaren, sonder dat evenwel aan de daar inne afgepakte goederen eenige nattigheijt is bevonden.’

‘Dat doorgem: Leckagie ook een Soekel met foelij, en eenige Sacken reijst nat geworden sijnde, hebben wij ondergeteekenden gedagte soekel ten Eersten in Zeijldoek laaten benaaijen, en dus Caabwaarts gesonden.’

‘Dat bij het agterluijk tusschen deks meede wel eenige Leckagie hebben bespeurd, dog aan de daar omtrent leggende goederen geen Schaade gevonden, dog.’

‘Dat in ‘t voorluijck Circa Twintig Canassers met Zuijker nat geworden sijn, door een Leck dat sig al meede tusschen deks komt te bevinden, dog die egter van geen groot belang is, zijnde de Laading voor ‘t overige doorgaans wat over Bakboords sijde geset.’

‘Aan belangende nu die kiel selfs, daar aan verklaaren wij ondergeteek: geen ander gebreeken, dan behalven een geringe Leckagie onder de blaasbalken, mitsg:s hier en daar bij de spijkergaten de naaden door ‘t swaar werken van ‘t Schip eenigermaaten ontset, mitsg:s een poort in de Constabels Camer verrot bevonden te hebben, sijnde de rondhouten voor soo verre men deselve met het ooge heeft kunnen nagaan in ‘t gemeen wel bevonden.’

‘En hier meede gedenkende aan de geEerde Intentie van Uwe Wel Edele Gestr: pligtschuldig te hebben voldaan, soo laaten wij deesen dienen voor Eerbiedig rapport /:onderstond:/ Cabo de Goedehoop den 17: Maij 1750. /:was geteekend:/ Hend:k de Ruijter Hans Harmensz: Barend van Dockum, Jochim Rouwers.’

Waar uijt sijnde komen te blijken dat de gebreeken dewelke sig aan dat Schip Polanen bevinden van weijnig belang sijn, en dat aan dies in hebbende laading behalven een pak met Lijwaat en een soekel foelij, die bij indruijping van waater tuschen de naaden van het dek, eenigsints sijn aangedaan en thans weederom besorgt worden, geen defect word gesien, geliefden wel op gem: heer Gouverneur vervolgens in serieuse overweeginge te geeven, wat nu in dit Storm en reegenagtig saijsoen ten belangen van gesegde Schip Polanen , ten meesten dienste der E Comp:e best soude dienen gedaan te worden namentlijk off men het selve tegenswoordig uijt voorn: baij fals als aldaar geen gelegentheijd weesende om desselfs in hebbende Laading te kunnen Lossen en nog minder bergen, herwaarts, om met den Eersten ontlost te worden soude doen opkomen; dan wel ter even gemelde plaatse tot na het afloopen van de winter Laaten leggen; dit laatste niet alleen om te ontgaan het gevaar waar aan dien bodem geduurende desselfs leg tijd ter deeser rheede om te worden ontlost, door de Swaare Stormen die in dit Jaars getijd gemeenelijk alhier waaijen soude moeten geExponeert blijven, maar ook omdat dat Schip niet wel anders als met een W:t:NW:te wind uijt meergemelde baij fals kunnende komen, het wel soude kunnen gebeuren, gelijk de ondervinding sulx ten opsigte van andere daar uijt vertrockene Scheepen, die deesen uijthoek moesten te boven zeijlen, heeft geleert, dat het selve soo dra in Zee soude sijn gekomen bij het doorstaan off aanwackeren van die wind tot op, Ja beneeden het riff van angulas soude te rugge gedreeven worden, alwaar die kiel dan behalven den tijd die deselve soude moeten ‘t soek brengen, al eer het om de dagelijx omtrent deese Cust waaijende N:lyke winden, weeder soude kunne ophaalen, en verders in deese tafel baij opkomen, nog seer veel soude moeten uijtstaan en somtijds in prijkel geraaken om aan kiel en Laading Schaade te Leijden soo het bij wijle niet nog slegter daar meede mogt komen aff te Loopen; waarover met aandagt geraadpleegt en daar bij nog aangemerkt weesende, dat so wanneer de rijst in dien bodem voor dit Gouvernement Leggende ‘t zij door Leckagie, overkomende Zeewaater off andere toevallen quam nat te worden ende te bederven; dan wel dat men daarvan ontbloot wierd, men sig alhier ten belange van onsen graan voorraad in eenige verleegentheijd soude komen te bevinden, ter sake dat de 255: Lasten tarw die in de Jongst afgeweekene maand februarij van hier naar Batavia sijn afgesonden met het provisie Schip Duijnenburg toen, so om de Heeren van de hooge Indiaasse regeringe in geen verleegentheijd te Laaten en dat men ook op een tweede provisie Schip staat maakte, als wel voor al weegens dat ter dier tijd nog wierd vertrouwt, dat nog wel Coorn genoeg van buijten soude worden aangebragt om dit te kunnen Suppleceren; uijt onsen gemelden graan voorraad afgenomen en afgescheept geworden sijnde, sonder dat egter sedert, om dat bij de uijtkomst is gebleeken dat het laatst graan gewasch veel slegter is afgeloopen als met in het Eerst hadde gedagt; eenige tarw meerder aan d E Comp:e heeft kunnen gelevert worden, boven gemelde rijst thans word verEijscht om onsen graan voorraad weeder voltallig te maaken; heeft men dan om dit alles moeten besluijten, dat gesegde Schip Polanen tot na het afloopen van de winter in de Baij fals sal gelaaten worden, om daar na ter ontlaadinge ter deeser Caabse rheede op te komen.

Bij deese geleegentheijd ook ingesien sijnde, dat door het meede verstrecken weekelijx van versch brood voor ‘S E Comp:s Slaave Zuijgelingen, meerder brood in de Slave logie word gegeven als aldaar met eenige mogelijkheijd ten goede kan worden geconsumeert; waar door dan word veroorsaakt dat het brood dat gesegde Slaaven komen over te houden door deselve beneeden desselfs waarde verkogt off andersints ten Eenemaal verwaarloost en ten bederff gelaaten word.

Is hier om en ook om in deesen tijd dat men naauwlijx soo veel Coorn in voorraad heeft als men noodwendig komt te benodig en het selve graan ten nutte der EComp:e te besuijnigen, vast gestelt dat van nu aff aan geen randsoen van versch brood meerder sal worden verstreckt aan boven gemelde Slaave Zuijgelingen; en voorts dat om gelijke reeden van Spaarzaamheijd aan S E Comp:s hier aankomende Scheepen na den dag haarer monsteringe, meede geen na verstrecking van versch brood meerder sal gedaan worden.

Hier na wierd door wel op gemelde heer Gouverneur nog voorgedragen off men niet met gevoeggelijkheijd aande van Batavia te rugge gekomene militairen met het hier bevoorens geciteerde provisie Schip Duijnenburg die tot seekere Expeditie sijn geEmploijeert geweest, en thans alhier door het vergeeten ter even gemelde Indiaasse hooft plaats, om te gelijk met deselve herwaarts te senden van haare Loopende Zoldij reekeningen op Schuld reek: Loopen, soude kunnen Laaten afbetaalen haare verdiende maand gelden in het geheel, soo ende in dier voegen als sulx ten opsigte der overige militairen in dit Gouvernement bescheijden in agt word genoomen, also het voor die menschen met het weijnige dat se andersints volgens de ordre der E Comp:e maar souden mogen ontfangen het onmogelijk is om te kunnen bestaan; waar omtrent aangemerkt sijnde dat de gegevene ordres ten opsigte van sComp:s dienaaren die op Schuld reek: Loopen, nergens anders op als op een geval als het boven gemelde is, sijn reflecteerende, en dat hoe het Zij d’ EComp:e met deese te rug gekomene en op schuld reek: Loopende militairen, te gelijk met de andere in opsigte van het ontfangen haarer gagie te stellen, geen Schaade kan Leijden, naardien men weet wat voor schulden die menschen in het vaderland hebben gemaakt ofte niet, als hebbende deselve bereijts bevoorens bij de soldijboeken deses Gouvernements geloopen, en ook om dat haare Loopende Zoldij reek:en Eerstdaags van Batavia, van waar se syn versogt geword en alhier te gemoed worden gesien, best gedagt dat men aan gesegde militairen haare te goed hebbende gagie volgens het geproponeerde bij den Heer Gouverneur sal laaten afbetaalen.

Ende nademaal so door de ingekomene penningen in sComp:s Cassa alhier weegens verleende wisselbrieven, als dat om het Jongst Slegt graan gewasch minder geld daar uijt als naar gewoonte is uijtgegeven; meerder geld alhier in voorraad word gevonden, als men tot den dagelijksen uijtgaaf komt te benodigen te weeten een Somma van Eenhondert en Dertig duijzend Rijxd:s; heeft men dan om dat geld niet nutteloos te Laaten Leggen en d’ E Comp:e teffens van haare Schulden te ontheffen, gearresteert, dat teegens het Laatst der aanstaande maand augustus, aan vrouwe Constantia Helena ten damme wed:e wijlen den Wel Edelen Groot Agtb: Heer raad ordinaris Maurits van Aarden sullen worden afbetaalt sodanige vijff wisselbrieven te samen groot ƒ151347:16: Hollands geld, als door de Heeren van de hooge Indiaasse regeringe in het jaar 1747: ten voordeele van haar Edele op deese regering sijn getrocken.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 126-137.

Donderdag den {17500625} 25: Junij 1750:

‘S voormiddags alle present behalven den Heer Lieut:t Collonel Isaäk Meinertzhagen

Na dat den Heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel voor af hadde gelieven te Communiceeren, dat Sijn Edele op de gedane klagten bij de overheeden van het onlangs in de Baaij fals gearriveerde Bengaals retour Schip Huijgenwaard , over swaare defecten aan hunnen onderhebbenden bodem, den E: Equipagiem:r deeser plaatse Hendrik de ruijter na derwaarts hadde afgesonden, om geadsisteert met den Baas der Scheeps timmerlieden van ‘sComp:s werff alhier, Barend van dockum, mitsg:s den Schipper van ‘t aldaar meede vertoevende Provisieschip Polanen en de gesaghebbers der resp: onder dit Gouvernement gehoorende vaartuijgen op het naaukeurigste te ondersoeken, welke gebreeken sig in ‘t algemeen quaamen te bevinden aan voorseijde schip Huijgewaard , en daar bij op te geeven, hoedanig deselve best souden kunnen worden verholpen, en soo meede hoedanig het met de Lading van die kiel gesteld, en wat Schaade daar aan soude mogen weesen veroorsaakt; Is vervolgens geleesen de verklaaring dewelke gesegde gecommitt:s hebben verleend, weegens hun gedoente in deesen, en den toestand waar inne sijl: meergem: bodem Huijgenwaard en desselfs in hebbende Lading hebben bevonden, sijnde van den volgenden inhoude.

‘Wij ondergeteek:s door den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goedehoop met den ressorte van dien &:a &:a &:a, Expres gecommitteert geworden sijnde, omme naaukeuriglijk te visiteeren, welke gebreeken en defecten sig in ‘t algemeen aan ‘t in de Baaij fals geankert leggende Bengaals retour Schip Huijgenwaard en so meede aan de daar inne afgeladene goederen, komen te bevinden, soo verklaaren wij sulx Exact verrigt, en bevonden te hebben, te weeten aangaande de kiel selfs, dat door de beweeginge van de breegang onder de groote rust, drie putting bouts aan Backboords sijde sijn uijtgeweeken, waar door eene der buijten plancken is gescheurd en opengehaald; welk gebrek nietteegenstaande gem: putting bouts sig agter de Muur vande Combuijs komen te bevinden, en men oversulx sonder het afbreeken van gedagte Combuijs /:de welke seer beswaarlijk hier ter plaatse weederom soude te herstellen sijn:/ onmogelijk van binnen bij deselve komen kan, des niet te min weederom volkomen kan werden gerepareert, met de meergem: bouts weeder in te drijven, de scheuren behoorlijk te versien, en voorts over de koppen dier bouts een ses duijms plank te Leggen en die te bouten in de inhouten; boven het welke nog ten overvloede eenige putting haaks in de boven Schalmen gebragt, voorts onder de voormelde plank vast gebout, en wijders aan stuurboorts sijde eenige takboutjes souden kunnen werden ingeslaagen; met welke reparatien, mitsg:s het spijkeren hier en daar, en breeuwen over al, daar ‘t nodig is, dit Schip huijgenwaard , weederom sal weesen in staat gesteld, om onder Godes geleijde met volkomen gerustheijd de reijse naar T Vaderland te kunnen vervorderen.’

‘Aan belangende nu de Ladinge, daar van verklaaren wij ondergeteekende naar naaukeurige besigtinge een getal van 27: Stux soo packen als Cassen en baalen onder de vullis bras en Combuijs aan Bakboord nat bevonden te hebben, dewelke bij provisie om te Lugten tusschen deks gelegt sijn; scheijnende de meeste Leccagie door de Bakboords toeval veroorsaakt te sijn.’

‘En hier meede gedenkende aan de geEerde Intentie van Uwe Wel Edele gestr: pligtschuldig te hebben voldaan, soo laaten wij deesen dienen voor Eerbiedig rapport /:onderstond:/ Cabo de Goedehoop den 21:e Junij 1750: /:was geteekend:/ Hend:k de ruijter, H:n H:s Hoek, Hans Harmensz, B:t van Dockum, Gerrit Reijnders, Pieter ulbes /:Lager/ hier meede Confirmeere /:en getekend:/ H: V: D: Linden.’

Uijt welk rapport sijnde komen te blijken, dat de gebreeken dewelke sig in der daad aan die kiel komen te bevinden, niet alleen niet soo swaar sijn, als word opgegeven, maar ook dat deselve in voorseijde Baaij fals sodanig sullen kunnen worden gerepareert, dat dien bodem vervolgens met volkomen gerustheijd de reijse van hier na Nederland sal kunnen onderneemen en voort setten, is derhalven voor den dienst der E Comp:e best en raadsaamst geoordeelt, dat meergem: defecten op de aangeweesene wijse bij vooren verhaalde rapport met alle mogelijke spoed sullen gerepareert, en geciteerde Schip Huijgenwaard hier door in staat van vertrek gebragt werden, en voorts dat men gedagte rapport als het nodig word bevonden, sal laaten be Eedigen; Terwijl aan den anderen kant in opsigte der nat bevondene soo baalen als Cassen en packen, in 27: Stux bestaande, nog gearresteert is, dat men deselve door de bereijts derwaarts gesondene ordinaire gecommitt:s Reijnier Lafebre en Jan Adolff Kuuhl meede soo spoedig als het immers mogelijk sal sijn, weeder na behooren sal doen besorgen, dog dat, soo dit weegens het ruuw en regenagtig weer dat men in dit Jaargetij alhier heeft, voor het vertrek van dat Schip Huijgenwaard sijn volkomen beslag niet mogt hebben kunnen erlangen, dat men als dan dien bodem sonder daarna te wagten van sijn Legplaats sal Laaten rijsvorderen, alsoo er voor ‘s Comp:s intrest te veel aangeleegen Legt, dat voorseijde kiel spoedig van hier gedepecheert werd.

In Conformiteijt van het geresolveerde in deesen raade onder den 9.e Decemb:r des voorl: Jaars, sijn op de nu daarom in Scriptis gedane versoeken aan de burgers Bartholomeus Zaijman, Jan Greijling, Albregt Herhold en Coenraad Vick mitsg:s de wed: Anthonij faure en Matthijs de Beer, ijder een Stukje huijs Erfs en thuijnLand in den dorpe van Stellenbosch in Eijgendom gegeven, van sodanige groote als bij die resp: versoek Schriften mitsg:s de daaraan geannexeerde figuuren van den Landmeeter staan uijtgedrukt.

Ook is op het versoek van den burger Cornelis de waal, aan deselven in Eijgendom gegeven, seeker Stukje Lands groot 3. Morgen en 568: quad:t roeden, mitsg:s daar en boven voor den tijd van vijfthien jaaren in Erffpagt, een Stuk Bouwland ter groote van 6 Morgen 2: roeden en 64: voeten, beijde annex desselfs plaats Valkenburg geleegen aan Liesbeeks rivier ; mits voor ijder morgen van Laatstgem: stuk Lands, volgens gebruijk s Jaarlijx een halve rijxd:r aan d’ E Comp:e betaalende.

Door de Burgers Stephanus Buijs en Harmanus Paasen meede bij request versoek gedaan geworden sijnde, om hier ter plaatse te mogen schoolhouden; Is best gedagt deselve requesten te stellen in handen van Kerkenraade, om gemelde persoonen weegens derselver bequaamheijd in ‘t onderwijsen der Jeugd geExamineert hebbende, deesen Raade te dienen van berigt, ten Eijnde als dan daarop naader behoorlijk kan werden gedisponeert.

Wijders is ten versoeke van eene Elizabeth van Maria van Simosia van de Caab, uijt Slavernije ontslagen en in vrijdom gesteld, derselver thans nog in ‘S E: Comp:s Slaven Logie bescheijden dogtertje genaamt Maria van Elizabeth van Maria van Simosia, sijnde den slaaff dewelke in haare plaats voor d’ E. Comp:e is aangebooden met namen November van Mallabaar, bij visitatie bevonden te weesen van de ver Eijschte Lighaams gesteldheijd.

Laatstelijk is ter oorsaake dat den tijd der verpagting begind op handen te schieten, verstaan, dat men daarmeede sal te werk gaan, soo ende indiervoegen als in den voorl: Jaare is geschied, en dat hier van aan een ijgelijk bij affixie van Billietten kennisse sal gegeven worden, sullende wijders ook naar gewoonte ‘t sijner tijd op gelijke wijse werden bekend gemaakt, dat na den 15:e Aug:s aanstaande, de verstreckinge van goederen uijt de Resp:e pakhuijsen der E: Comp:e soo lange sal ophouden, tot dat deselve pakhuijsen door Expresse gecommitt:s sullen weesen opgenoomen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 138-150.

Vrijdag den {17500717} 17:e Julij 1750:

S voormiddags alle present.

Heeft den E: Equipagiemeester Hendrik de Ruijter weegens desselfs verrigtinge in de Baaij fals , noopende het Ceijlons retour schip D Hercules ; dat op den 24: Maij Jongstl: van deese Caabse rheede in Zee geloopen weesende, den 10: deeser maand Julij in eerst gemelde baij is te rugge gekomen, de onderstaande Schriftuuren ingelevert.

‘Wij ondergeteekendens door den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel raad Extra ordinaris van Neederlands India mitsg:s Gouverneur van Cabo de goedehoop met den ressorte van dien &:a &:a &:a Expres gecommitteert geworden zijnde omme naauwkeuriglijk te visiteeren welke gebreeken en defecten Zig in het algemeen aan ‘t in de Baaij fals geankert leggende Ceijlons retour Schip D Hercules en zoo meede aan de daar inne afgelaadene goederen komen te bevinden; zo verklaaren wij sulx Exact verrigt te hebben te weeten aangaande de kiel selffs het roer aan Stukkent te zijn & de kop daar afgedraayt te weesen. Welke gebreeken volkomen kan werden gerepareert met een ander roer te maken, waar toe bequamelijk sal kunne werden gebruijkt het alhier nog sijnde roer van het afgelegde deens Schip de Coningin van denemarken het welk daar toe wanneer de haaken van pas sullen weesen aangeslaagen volkomen goed bevonden is, de kluijsen weer te versien en nieuw groot want over te Legge, als meede een nieuwe woelingh op de boegspriet te leggen: zo is dit Schip D Hercules weederom in Staad gestelt om onder Godes geleyde met volkomen gerustheijd de reijse naar t Vaderland te kunne vervorderen.’

‘aangaande de Laading daar van verklaaren wij ondergeteekende naauwkeurig gevisiteert te hebben en niets daar aan bevonden, zo verre wij hebben kunne nagaan is alles droog en wel bevonden.’

‘Hier meede gedenkende aan de geeerde intentie van Uwe Wel Edelen Gestr: pligtschuldig te hebben voldaan zoo laaten wij deese dienen voor Eerbiedig rapport /:onderstond:/ Cabo de Goedehoop den 12: Julij 1750: /:was geteekend:/ Hend: de Ruijter, H:n H:s Hoek, Hans Harmsz: B:t Van Dockum, Gerrit Rijnders X /:daar neevens stond:/ dit is t merk van Mattijs Magchielse.’

Aan den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Nederlands India Mitsg:s Gouverneur van Cabo de goede hoop met den Ressorte van dien &:a &:a &:a.

‘Wel Edele Gestr: Heere’

‘In naarkominge van Uwe Wel Edele gestr: geEerde ordre hebben wij ondergeteekende bij Examinatie van het Journaal ter Simons Baaij Leggende Retour Schip de Hercules ondersogt, off dies overheeden ook nalatig zijn geweest in t vervorderen haare rijse sints zij van Cabo de goedehoop vertrokken zijn en weeder in de Simons Baaij zijn aangekomen en bevonden van neen; zynde door ontmoeting van Contrarie wind en swaare Stormen niet verder kunnen opkomen.’

‘Waarmeede gedenkende aan t beveele van Uwe Wel Edele gestr: pligt schuldig te hebben voldaan so Laaten wij deesen dienen voor Eerbiedig rapport /:onderstond:/ Cabo de goede hoop den 15: Julij 1750: /:was geteekend:/ Hend:k de Ruijter H:n H:e Hoek.’

En is naar Lectuure dier papieren, mitsg:s van de daar bij gevoegde verklaring, door de officieren van dien bodem verleent; komen te blyken, Eerstelijk voor so veel haare te ruggekomst alhier aangaat, dat deselve officieren geen Schuld daar aan hebben, en dat sulx alleen toe te schrijven is, Eensdeels aan de tegenwinden en Stormen uijt de NW:lijker hand, dewelke dien bodem daags na desselfs vertreck van dese rheede hebben beloopen, en den selven genoegsaam geduurig sijn bij gebleeven, waar door dat Schip beneeden deesen uijthoek tot bij het riff van angulas wierd te rugge gedreven; en ten anderen aan het breeken hier op, van desselfs roer en het bekomen van eenige andere Schadens van minder belang; invoegen dies overheeden om van het een en het ander herstelt te kunnen worden, in meer gemelde baaij fals hebben moeten binnen Loopen: Ende ten tweeden aanbelangende de gesteldheijd van het schip selfs; dat desselfs roer stuckend en de kop daar van afgedraaijd sijnde, dien bodem hierom alhier van een nieuw sal moeten voorsien worden, waar toe sal kunnen worden gebruijkt en geEmploijeert het roer van het in de Baaij fals afgelegde en aan d E Comp:e verkogte Deens Schip de Coningin van Denemarken ; het welk nog seer goed en gaaff is bevonden, en waar aan niets anders van Importantie te doen sal vallen, dan de haaken van pas aan te slaan, voorts dat de kluijsen weeder sullende moeten worden besorgt, men nog een nieuw groot wandt over en een nieuwe woeling op de boegspriet sal moeten overleggen, en eenige nieuwe Zeijlen in soort voor dat Schip in gereetheyd brengen, welk een en ander gedaan sijnde, dien bodem als dan weederom in staat sal weesen om desselfs reijse van hier naar het vaderland met volkomen gerustheijd te kunnen vervorderen: Ende ten Laatsten dat aan de laading van dat Schip niets quaads bevonden is; weshalven is hier op naar overweeginge van saken gearresteert; dat men het deficieerende aan so dikwils gen: Schip de Hercules so ende in dier voegen als even is gesegt met de uijtterste spoed sal laaten repareeren, en die kiel hier na sonder langer vertoeff weeder van deese plaats naar Europa afzenden.

Ende gemerkt den Schipper van dien het bodem Teijl Jansz: Teijling, om desselfs Memorie loosheijd en swacke gesteltheijd, sig gantsch en al buijten staat bevind, om het selve Schip langer te kunnen regeren en over Zee te brengen; en dat ook den opperstuurman van die kiel Cornelis Boomgaart sig meede wat te swak gestelt komt te bevinden, om aan hem so een gewigtige post te kunnen vertrouwen, heeft men ter dier oorsaake en so meede om dat thans hier ter plaatse geen ander bequaame persoon daar toe aan handen is, moeten besluijten, om in steede van boven gen: Teijling, als Schipper op so dikwils gen: Schip D Hercules te plaatsen, die van het in voorseijde Baaij fals meede Leggende provisie Schip Polanen , Hilde Hendriksz: Hoek, die gevolglijk het Commando daar op met alles wat daar aan dependeert, geduurende de reijse sal moeten voeren, waar van aan de officieren van die kiel bij missive sal kennisse gegeven worden, met Ernstige recommandatie daar bij, dat se hem Hoek als Schipper van hunnen bodem in alle deelen sullen moeten eeren en gehoorsaamen; en is ten Laatsten nog verstaan dat men voorseijde Schipper Teijling met het gen: Schip D Hercules naar Neederland sal laaten voort vaaren.

Hier naar is geleesen geworden, het berigt van kerkenraade ter deeser plaatse, noopende het Examineeren der burgeren Hermanus Paasen en Stephanus Buijs, omtrent haare bequaamheeden in het onderwijsen der Jeugd; Luijdende als volgt.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van Neederlands India, mitsg:s Gouverneur van Cabo de goede hoop benevens den E: Agtb:ren raad van politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer, en E: Agtb: Heeren.’

‘In navolging van het g’ appostilleerde op de requesten door de burgers Hermanus paasen en Stephanus Buijs in dato 25: Junij Jongstl: aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: gedaan, inhoudende ‘t versoek om alhier School te mogen houden, heeft kerkenraade gem:e persoonen aangaande hunne bequaamheeden tot het onderwijsen der Jeugt Exactelijk ondervraagt, en bevonden dat meergem: persoonen, niet alleen Litmaten der waare gereformeerde kerk waaren, maar ook goede bequaamheeden besitten, om de Jeugt naar behooren te kunnen Instrueeren, en oversulx hun soude komen toegelaaten werden, alhier school te mogen houden Gedenkende hier meede, aan uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb: beveelen te hebben voldaan, so dient deese voor needrig rapport /:onderstond:/ Wel Edele Gestr: Heer, en E. Agtb: Heeren Uwe Wel Edele Gestr: en E Agtb: onderdanige dienaaren, den kerkenraad deeser plaatse uijt naam en Last van deselve /:was geteekend:/ R:o Berthault Scriba /:in margine:/ In de kerkelijke Consistorie aan Cabo de goede hoop den 6: Julij 1750:’

Waarop goed gedagt is dat aan gesegde twee persoonen sal sijn en blyven gepermitteert om School te mogen houden.

Sijnde wyders nog verstaan dat het ingeleeverde req:t door den burger Adam Tas om insgelijx school te mogen houden; ter ondersoekinge van desselfs bequaamheeden in dien opsigte, insgelijx sal worden gestelt in handen van Evengemelden kerkenraade.

Ten Laatsten is ten belange van Seekeren Swart inbooreling van het Eyland S:t Jago , die door een stuurman van het onlangs hier aangeweest sijnde sComp:s uijtkomende schip Sloterdijk , so als men sulx na dies vertrek eerst heeft vernomen, ter even gemelde Eyland ontstoolen en vervolgens ter deeser plaatse agter gelaaten is, nog gearresteert, dat dien swart met de eerste geleegentheijd met een van sComp:s scheepen van hier naar het vaderland sal overgesonden worden, om voor de Cost Scheepsdienst te doen, opdat den selven dus gelegentheyd hebben mogt, om in sijn Land weeder te kunnen komen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goedehoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 151-152.

Maandag den {17500804} 4:e Aug:s 1750.

S voormiddags alle present uijtgenomen D Heeren Pieter reede van oudshooren Isacq Meijnertzhagen en Hendrik de Ruijter

Is in steede van den Schipper Hilde Hendriksz: Hoek, die met het in de Baijfals leggende provisieschip Polanen alhier sijnde gearriveert; op het onlangs, uijt gem:e Baaij fals vertrockene retourschip d Hercules , als Schipper heeft moeten worden geplaatst; weeder tot Schipper op Eerst gemelden bodem Polanen , aangestelt; den Eersten Luijtenant van het in gesegde Baaij fals meede vertoevende uijtkomend Schip Leijden gen:t Jan Christoffel Tilde van Lubecq, die de gag: tot desselfs thans verkrijgende nieuwe bedieninge van d Heeren van de hooge Indiaasse regeringe sal moeten versoeken; Terwijl dat gementioneerde Schip Polanen aan hem Tilde met de Eerste gelegentheijd sal moeten overgegeven worden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 153-157.

Dingsdag den {17500811} 11:e Augustus 1750:

S voormiddags alle present uijtgenomen D’ E: E:s Hendrik de Ruijter en Nicolaas Heijning den Eersten als in Commissie sijnde, en den anderen bij Indispositie.

Heeft den Heer Secunde Sergius Swellengrebel, den welken met het in de Baaij fals Leggende Schip Leijden , alhier behouden is aangeland; Heeden aan handen van den Heer Gouverneur den Eed als Lid van politie en so meede als aanstaanden president in den Raad van Justitie deses Gouvernements, afgelegt; waar op sijn E: sessie aan deese tafel genomen heeft.

Op het gedaane versoek bij den advocaat M:r Jacob van Haaften, met het Schip Langewijk aan deese plaats aangekomen, namentlijk dat het aan hem vermits de veel vuldige passagiers, dewelke sig op die kiel komen te bevinden, ende daar uijt ontstaande groote belemmeringen, mogt worden gepermitteert, om neevens desselfs huijs vrouw en soon, mitsg:s de Juffrouwen Maria Ruijs en Adriana Johanna Wijborg, die in desselfs geselschap na Batavia overvaren, op het bovengem: Schip Leijden over te gaan, en daar meede desselfs reijse na India voort te setten; is bij aanmerkinge dat weegens het blijven alhier van gedagten Heer Swellengrebel en desselfs familie, nu meerder ruijmte op dat Schip Leijden word gevonden; dit aan hem van haaften toegestaan.

Voorts is aan den Landbouwer Hendrik Cloete thans hier om bij geschrifte versoek doende, in Eijgendom gegeven, seekere veepost gen:t Massenberg geleegen aan de Saldanhabaij , groot in sijn omtrek sestig morgen, dewelke hij Cloete al een geruijmen tijd van D E Comp:e in Leening heeft gehad; mits daar voor betaalende in sComp:s Cassa alhier een Somma van Een hondert Ryxdaalders, mitsgaders nog daar en boven Jaarlyx, de ordinaire recognitie penningen van vier en Twintig ryxd:s.

Ende alsoo de soon van meer gemelde Heer Secunde, meede Sergius Swellengrebel gen:t, die met de qualiteijt van adsistent is uijtgekomen, thans op een der Comptoiren ten deesen Casteele dienst staat te doen, is hier omgoed gedagt dat aan den selven de ordinaire adsestenten gagie van vier en twintig guldens ‘s maands met het daar toe staande Cost geld en verdere Emolumenten, sullen worden toegevoegt, het een en ander a dato dese Cours neemende.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] S Swellengreebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 158-159.

Maandag den {17500817} 17:e aug:s 1750.

‘S voormiddags alle present uijtgenomen D’ E: E:s Hendrik de Ruijter en Rudolff Sigfried alleman.

In overweeging sijnde genomen, het thans gedaan wordende versoek bij den Boekhouder van het Schip Langewijk , in naame M:r Andreas franciscus Immers; om neevens desselfs huijsvrouw en Twee kinderen, eenigen tijd ter deeser plaatse te mogen verblyven; ende sulx ter saake dat gedagte sijne huijsvrouw Eerst daags in de kraam staat te bevallen, so is goed gedagt, dat versoek te accordeeren, gelijk dit geschied bij deesen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteert Int Casteel De Goedehoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 160-176.

Donderdag den {17500827} 27: Augustus 1750:

S voormiddags, alle present uijtgenomen den Heer Independ:t fiscaal Pieter Reede van oudshoorn.

Sijn heeden in Raade geleesen drie brieven, door den Land-drost van Swellendam Jan Andries Horak onder den 15:e, 19:e en 21:e deeser Loopende maand augustus aan den heer Gouverneur geschreeven, dewelke in Substantie behelsen.

Eerstelijk dat den Cap:t van het Deens schip d’ Elefant , dat den Eersten Maart pass:to van Tranquebaar in Zee is geloopen, na een Lange en gevaarlijke reijse, ten Laatsten door desselfs volk, omdat geen drink water meerder binnen boord hadden, genoodsaakt is geweest het gem: Schip te setten op het Strand onder de mond van de gauritsch revier bij de vlees Baij , Leggende omtrent een dag reijsens aan deese kant van de Mossel Baij ; en voorts dat dien bodem in de nagt tusschen den 19:e en 20:e deeser maand, ter even genoemde plaatse, doorde swaare brandingen gantsch en al stuckent geslaagen geworden sijnde; sonder datter eenige mogelijkheijd was om iets in het minst van dies ingehad hebbende Laading te kunnen bergen, den geweesenen Cap:t dier kiel gen:t Andreas Evertsen Grimsta, hier op met desselfs gesalveerde Manschappen, bestaande in 65: Coppen; de overige persoonen die met de even genoemde, desselfs Equipagie hebben uijtgemaakt, bij het blijven van het Schip verongelukt weesende; dien bodem hadde verlaaten, met meeninge om vervolgens Caabwaarts op te komen; omtrent het welke hij Land-drost die ongeluckige menschen en soo meede noopende haare subsestentie, alle mogelijke hulp soude toe brengen.

Ende ten Tweeden dat het Ceijlons retour Schip het huijs ten donk ; het door gebrek aan provisien en drink water, het niet langer in Zee kunnende houden, dies overheeden genoodsaakt waaren geworden op den 14: deeser maand Augustus, inde Baij voor de breede rivier ten anker te komen; waar op den onderstuurman Jan Bastiaansz met de schuijt en agt man nade wal was gesonden geworden om na water te soeken, welken stuurman egter om de hoog gaande Zeen, niet weeder aan boord hadde kunnen komen; ende Ten Laatsten dat voorseijde Schip het Huijs ten Donk , kort hier na, off des nagts tusschen den 18:e en 19:e deeser, met agter Laating van gedagte Scheepelingen, en terwijl den voormelden Land-drost sig op weg naar dien bodem hadde begeven, weeder van voorn: plaats was ‘t Zeijl gegaan; waar toe dies overheeden so als hij Land-drost sulx presumeert genoodsaakt sullen sijn geweest door de ZW:te wind die toen ter dier plaatse fel woeij en aldaar een bot Lager wal maakt.

Weshalven is naar overweeginge van dit alles, ten belange van de gesalveerde Scheepelingen van het verongelukte Deens Schip d’ Elifant , dewijl dog in opsigte van de kiel selfs en dies Laading om de boven geallegueerde redenen, niet te doen valt, best geoordeelt; dat de gehoudene Conduite in deesen bij vooren gedagte Landdrost Horak, sal goed gekeurt, en hem wyders aangeschreven worden, dan hij sal moeten blyven Continueeren met aan die Scheepelingen alle mogelijke bijstand toe te brengen, so noopende haare Subsistentie als om aan de geene die niet te voet herwaarts sullen kunnen opkomen, waagens tot hun transport te doen bij setten; en dat de onkosten omtrent het een en het ander vallende, hier ter plaatse voor reek: der Deense Comp:e sullen worden betaalt, waarom men van alles, dat sal worden gefourneert accurate aanteykening sal moeten houden.

Ende aangaande s Comp:s retour Schip het huijs ten donk , het welk men kan vast stellen, dat bij aan houding van de ZW:te wind hier boven gemeld, de Cours na de Mossel baij sal hebben moeten stellen, is voor den dienst der E Comp:e best en nuttigst geoordeelt, dat tot opspeuringe en adsistentie van dien bodem, met den aldereerst in Zee sal worden gesonden den hoeker Ter meijen nu in de Baaij fals Leggende, welken hoeker men dan daar toe sal doen voorsien met eenige manschappen, mitsgaders een genoegsaame quantiteijt drink water en provisien, met ordre wijders aan den gesaghebber van het Scheepje Schuijlenburg Hans Harmensz; aan wien deese Expeditie met het Commando op geciteerden hoeker Ter meijen word toe vertrouwt, dat hij langs deese oost kust van Afrika tot aan en binnen de Mossel Baij sal hebben te Zeijlen, en onder dies alle mogelijke devoiren tot ontdekkinge van so dikwils gen: schip het Huijs ten donk aanwenden, en voorts dat hij Hans Harmensz bij ontmoetinge van dien ongeluckigen bodem het Zij in Zee off in een der langs voorsz: kust Leggende baijen, tot dies redding, soo ende indiervoegen sal moeten handelen, als sulx aan hem bij de schriftelyke Instructie die men den selven sal meede geeven, naader sal worden geordonneert.

Wijders dat meermaals gen: Landdrost Jan Andries Horak, nog sal worden gelast, dat so dra hij komt te verneemen dat het selfde Schip Het huijs ten donk , omtrent deese kust weeder word gesien, hij sig als dan sonder vertoeff na dien bodem sal hebben te begeeven; om aan den Selven van dewal naar des tijds omstandigheijd en de gelegentheijd van de plaats, alle mogelijke hulp toe te brengen; en Eyndelijk dat hij Land-drost de agter geblevene Scheepelingen van die kiel, in hun opkomst herwaarts meede sal moeten doen adsisteeren en des noods een wagen voor deselve sComp:s weegen huuren.

Naar Lectuure van seekere Memorie door den heer hoofd administrateur, heeden in Raade overgelevert, is verstaan dat met de goederen door het Schip het fortuijn so te kort als stuckent uijt het vaderland hier aangebragt, sodanig sal worden gehandelt als sulx bezeijden dier Memorie staat aangeteekent, mitsgaders wijders dat de in dit gouvernement gevonden wordende onbequaame en bedurvene goederen, volgens gebruijk tot suijveringe der pakhuijsen sullen verkogt worden, Luijdende even gemelde Memorie als volgt.

‘Memorie van de nabeschrevene drinkglasen, ijser, smeekolen, Timmer en wagenhout &:a per t Schip T fortuijn soo gebrooken te kort, als bij naweeging te min ontfangen als meede Eenige g’ Infecteerde goederen bij diversse administrateurs onbequaam bevonden, alles blijkende bij de verklaringen van gecommitteerdens hier annex Namentlijk.’


uijt 't Schip T fortuijn
Afschrijven { 69: p:s gesort: drinkglaasen op 400: p:s bij 't openen van Een kas L:a S S S gebrooken
55: d:o Bier glaasen op 400: p:s bij t openen van Eenkas L:a T T T: gebroken
787: ll d:o ijzer bij 't naweegen van 45000: ll minder bevonden.
2 11/36: hoeden Smeekoolen op 36: hoeden bij nameeting te kort.
2: p:s Eijke planken van 3 1/2: d:m op 6: p:s te kort
2: d:o Vellingen op 700: p:s } te kort
1: d:o Wagenas d:o 50: d:o
verkoopen { 21: d:o Gr: deelen van 1: d:m Lang 18: voet op 600: p:s gebrooken.
10: p:s Gr: Latten van 1 1/2 en 2: d:m op 200 p:s als
12: d:o d:o van 1: a 1 1/2: d:m op 400 p:s gebrooken.
3. d:o d:o Juffers van 24: tot 36: voet op 400: p:s als
afschrijven { 10: p:s sparren van 30: a 36: voet op 250: p:s te kort
6: d:o d:o van 15: a 18: voet op 300 p:s te weeten
6: Grossen platte Copere Camisools knoopen op 131 grossen bij 't openen van Een kas L:a Q Q Q: te kort bevonden.
In 't Negotie pakhuijs
Verkoopen { 36: p:s dubb Cassembasaarse Chitsen } Door de rotten beschadigt
4: d:o Enkelde d:o d:o
In de Wijnkelder
Verkoopen { 106: p:s Leedige Leggers onbequaam
1: vat Lams bier suur,
In t Hospitaal
Verkoopen { 16: p:s Siften } Onbequaam
2: d:o ijsere potten
2: d:o Copere Staart pannen
10: d:o Steekbeckens
12: d:o Incisie Schaaren
24: d:o Lancetten
4: d:o mond spuijtjes
In t Hout Maguazijn
Verkoopen { 26: d:o sparren van 18: voet gebrooken.

uijt 't Schip T fortuijn
Afschrijven { 69: p:s gesort: drinkglaasen op 400: p:s bij 't openen van Een kas L:a S S S gebrooken
55: d:o Bier glaasen op 400: p:s bij t openen van Eenkas L:a T T T: gebroken
787: ll d:o ijzer bij 't naweegen van 45000: ll minder bevonden.
2 11/36: hoeden Smeekoolen op 36: hoeden bij nameeting te kort.
2: p:s Eijke planken van 3 1/2: d:m op 6: p:s te kort
2: d:o Vellingen op 700: p:s } te kort
1: d:o Wagenas d:o 50: d:o
verkoopen { 21: d:o Gr: deelen van 1: d:m Lang 18: voet op 600: p:s gebrooken.
10: p:s Gr: Latten van 1 1/2 en 2: d:m op 200 p:s als
12: d:o d:o van 1: a 1 1/2: d:m op 400 p:s gebrooken.
3. d:o d:o Juffers van 24: tot 36: voet op 400: p:s als
afschrijven { 10: p:s sparren van 30: a 36: voet op 250: p:s te kort
6: d:o d:o van 15: a 18: voet op 300 p:s te weeten
6: Grossen platte Copere Camisools knoopen op 131 grossen bij 't openen van Een kas L:a Q Q Q: te kort bevonden.
In 't Negotie pakhuijs
Verkoopen { 36: p:s dubb Cassembasaarse Chitsen } Door de rotten beschadigt
4: d:o Enkelde d:o d:o
In de Wijnkelder
Verkoopen { 106: p:s Leedige Leggers onbequaam
1: vat Lams bier suur,
In t Hospitaal
Verkoopen { 16: p:s Siften } Onbequaam
2: d:o ijsere potten
2: d:o Copere Staart pannen
10: d:o Steekbeckens
12: d:o Incisie Schaaren
24: d:o Lancetten
4: d:o mond spuijtjes
In t Hout Maguazijn
Verkoopen { 26: d:o sparren van 18: voet gebrooken.

’/:onderstond:/’

‘Int Casteel de goedehoop den 27: aug:s 1750. /:was geteekend:/ R: Tulbagh’

Aangesien sComp:s trek ossen doorde veelvuldige togten die deselve nu kort na den anderen met gelaadene wagens na de Baij fals hebben moeten doen, en so meede om de swaare reegens, en buijten gewoone koude die men dit jaar alhier heeft gehad, seer sijn komen te verminderen so is om hier inne te voorsien en ten Eijnde D E Comp:e weeder een genoegsaam aantal van die Last dieren mogt magtig worden, gearresteert, dat van nu aff aan en tot nadere ordre in Steede van de vier en twintig Rijxd:s, dewelke de geene die veeplaatsen van D E Comp:e in Leening hebben, daar voor jaarlyx aan recognitie moeten betaalen, in betaaling voor elk veepost sullen aangenomen worden drie vier jaarige ossen; waar van aan ijder een bij affixie van billietten kennisse sullende gegeven worden, sullen wijders bij die geleegentheijd, de geene die met het betaalen van voorseijde recognitie penningen nog ten agteren staan, nogmaals serieuselijk worden aanbevoolen, deese haare schulden aan D E Comp:e te komen affleggen.

Op het verleende getuijg schrift bij de overheeden en den opperchirurgijn van het ter rheede leggend schip Oost-Cappelle , dat den mattroos Jan Herman, op dien bodem inde groote mars werkende; met de Top Taakel sodanig een slag in een sijner oogen heeft gekreegen, dat hij daardoor het gesigt van dat oog heeft verlooren, is goed gedagt dat men aan dien mattroos tot vergoeding van dien, uijt sComp:s Cassa alhier sal doen afbetaalen de daar toe staande vier honderd guldens.

Aanbelangende nu den onlangs hier gearriveerde predikant Christiaan Benjamin Voltelen, die door de heeren Majores ten dienste eener der hier openstaande kerken herwaarts is gesonden, is beslooten dat den selven als vaste Leeraar in de kerk in het Swart-Land sal worden geplaatst, gelijk sulx geschied mits deesen, des sal hier van aan den kerken raad dier gemeijnte bij missive kennisse gegeven worden.

Ten Laatsten is nog geleesen seeker vertoog en Schriftuur door den Eerw: kerkenraade ter deeser plaatse in volgende bewoordingen overgegeven.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel, Raad Extraordinaris van Neederlands India Gouverneur van Cabo de goedehoop &:a benevens den E: Agtb: Politicquen Raad.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘Het Collegie van Kerkenraad alhier aan Cabo de goedehoop geeft met schuldige Eerbied Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: te kennen, dat Evert Colijn die een der huijsjes van deese diakonie bewoont, en voor so verre onder deese diakonie sorteert, sijn Ses kinderen heel spoorloos Laat opgroeijen, daar bij berooijt en sonder kledingen tot dekkinge hunner naakte Lichamen soo maar laat heenloopen, tot geen geringe Schande en Ergernis voor een Igelijk die deselve moet aanschouwen, temeer nog dewijl sig daar onder bereijts een huwbaare dogter van omtrent Sesthien a Seventhien Jaaren bevind, daar en boven deselve veelmaalen soo onbehoorelijk kastijdende, dat sulx alle paalen en maaten te buijten gaat, gelyk den predikant Van der Spuij en Eenige der andere Leeden van Kerkenraade dit bij ondersoek bevonden hebben, wanneer eenige dier kinderen haar beklag diesweegens bij ons sijn komen doen, sonder dat hij Colijn daarover aangesprooken sijnde, hier in Eenige verbeeteringen heeft tragten toe te brengen off geneegen is geweest deese sijne kinderen aan de toesigt deeser diakonie heeft willen overgeeven, ten Eynde door derselver besorging een beter opvoeding te kunnen erlangen: Weshalven kerkenraade vermits hij daar toe geduurig nog al even onwillig blijft genootsaakt is haar toevlugt tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: te neemen met Eerbiedig versoek dat wij hier in mogen werden gemaintineert endat het Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: behagen mogte meergem: Colijn te ordonneeren syne kinderen aan dese Diakonie over te geeven, ten Eynde deselve als dan een goede en Christelijke opvoedinge sullen geworden /:onderstond:/ T welk doende &:a.’

En is naar overweeginge van het daar bij ter needer gestelde en om de geallegueerde redenen, verstaan te Conde Scenderen in het versoek van haar Eerw: welken volgende dan aan den burger Evert Colijn sal worden geordonneert, desselfs ses kinder ter behoorelijke en Christelyke Educatie aan de Diaconije ter deeser plaatse overtegeven.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 177-179.

Maandag den {17500831} 31:e Aug:s 1750.

S voormiddags alle present behalven Den Heer Independent fiscaal Pieter Reede van oudshoorn bij occupatie, item D’ E E: Nicolaas Heijning en Christoffel Brand door Indispositie

Naar behoorlijke Clocke geklep en uijtroepinge van den boode, op heeden agtervolgens de diesweegens geaffigeerde billietten, getreeden sijnde tot de publicque verpagting dergemeene middelen en inkomsten deeses Gouvernements, so sijn deselve ingemeyd geworden door al sulke persoonen en tot sodanige prijsen als hier onder staat uytgedrukt namentlijk.

T Mout Bier
Aletta de Nijs huijsvrouw van den Cap:t ter Zee Gerrit
Rynders devos   ƒ900:
 
Brandewynen
1:e quart Jan Jurgen Schreuder ƒ2500:
2:e d:o Jan Bernard Deele d:o 2400:
3:e d:o d:o d:o d:o d:o 2075:
4: d:o Jan holst d:o 2550: d:o 9525:
 
Vaderlandsche Bieren en wynen
Abraham Lever   d:o 2400:
 
Caabse Coele wijnen
1: quart Jan holst ƒ4325:
2: d:o Michiel pentz d:o 4150:
3: d:o Jan holst d:o 4175:
4: d:o d:o d:o d:o 4150:
  ƒ16800:
Welke Laatstgem: vier perceelen van de pagt der Caabse Coele wijnen, vervolgens naar den inhoude derpagt conditien in een generaale Massa weeder opgeveijlden afgeslaagen weesende, sijn deselve ingemeijnd geworden, bij den burger Jan Holst, sulx hij generaalen pagter der voorseijde wynen is gebleeven voor een Somma van d:o 22000:
 
Caabse wijnen enz: aan 't ronde Bosje en Baaij fals .
Michiel pentz   d:o 825:
 
Coele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn
Jan Holst   d:o 100:
Sodat den geheele pagtpenn: bedragen   ƒ35750:
T Mout Bier
Aletta de Nijs huijsvrouw van den Cap:t ter Zee Gerrit
Rynders devos   ƒ900:
 
Brandewynen
1:e quart Jan Jurgen Schreuder ƒ2500:
2:e d:o Jan Bernard Deele d:o 2400:
3:e d:o d:o d:o d:o d:o 2075:
4: d:o Jan holst d:o 2550: d:o 9525:
 
Vaderlandsche Bieren en wynen
Abraham Lever   d:o 2400:
 
Caabse Coele wijnen
1: quart Jan holst ƒ4325:
2: d:o Michiel pentz d:o 4150:
3: d:o Jan holst d:o 4175:
4: d:o d:o d:o d:o 4150:
  ƒ16800:
Welke Laatstgem: vier perceelen van de pagt der Caabse Coele wijnen, vervolgens naar den inhoude derpagt conditien in een generaale Massa weeder opgeveijlden afgeslaagen weesende, sijn deselve ingemeijnd geworden, bij den burger Jan Holst, sulx hij generaalen pagter der voorseijde wynen is gebleeven voor een Somma van d:o 22000:
 
Caabse wijnen enz: aan 't ronde Bosje en Baaij fals .
Michiel pentz   d:o 825:
 
Coele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn
Jan Holst   d:o 100:
Sodat den geheele pagtpenn: bedragen   ƒ35750:

Aldus Gedaan ende uijtgevoert Int Casteel de Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 180-182.

Donderdag den {17500903} 3. Septemb:r 1750:

S voormiddags alle present, uijtgenomen de Heeren Pieter reede van Oudshoorn, en Isacq Meijnertshagen.

Sijn op het versoek van den Curator ad Lites David D’ Aillij, geaggreEert en goed gekeurt, de geslootene boedel reek:n van sodanige nalaatenschappen, als er in het gepasseerde boekjaar van deese en geene afgestorvene sComp:s dienaaren, onder desselfs administratie sijn gekomen; als weesende gesegde boedel reek:en uijtwysens de verleende verclaaring bij de gecommitt:s die tot dies Examinatie sijn gestelt, met de Inventarissen en Coopcedullen dier nalaatenschappen accordeerende bevonden.

Sijnde wijders aan de respective pagters der vaderlandsche dranken en brandewijnen gepermitteert, tot hunne bij tappers te mogen aanstellen sodanige persoonen, als bij hun hier toe ingeleeverde versoek schriften staan ter needer gestelt, breeder blykende bij de notulen van huijdigen datum.

Den voorleeser van Drakensteijn Abraham Bosman om desselfs aanhoudende Indispositie van voorseyden dienst hebbende moeten worden ontslaagen en in vrijdom gestelt; met ontheffinge van alle burger diensten, is vervolgens desselfs plaats tot voorleeser aan Drakensteijn aangestelt den burger Andries Zeits als daar toe de ver Eyschte hoedanigheeden besittende, met ƒ16:-: ter maand en Een verband van vijff Jaaren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteert Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrand preez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 183-201.

Dingsdag den {17500929} 29:e September 1750:

‘S voormiddags alle present uijtgenomen Den E: Coopman en pakhuijsmeester Christoffel Brand bij occupatie.

Heeft den Heer Hoofd administrateur heeden in Raade geproduceert de onderstaande versoek schriften van den pakhuijsmeester, Dispencier en keldermeester, alle tendeerende om te moogen genieten de ordinaire Jaarlijxe afschrijvinge op de goederen, door haar in het afgeweekene boekjaar verstrekt; waar op naar resumptie dier papieren is verstaan, dat wel op gemelden Heer Hoof administrateur sal syn en blyven gequalificeerd, om de daar inne vermelde minderheeden als niet Excedeerende, bij de negotieboeken deeses Gouvernements behoorlijk te doen afschrijven, Luijdende evengem: versoek Schriften als volgt.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel. Raad Extraordinaris van Neederlands India mitsg:s Gouverneur van Cabo de goedehoop en den Ressorte van dien benevens den E: Agtb: Raad van Politie deses Gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: E: Agtb: Heeren.’

‘Den ondergeteekenden Coopman en pakhuijsmeester versoekt seer Eerbiedig dat aan hem volgens gebruijk, mag werden toegestaan sodanige afschrijving te moogen genieten, als er geduurende t Laatst afgeweekene boek Jaar op de hier onder gespecificeerde goederen onvermijdelijk zijn ontstaan, te weeten.’


Cramerijen
45: ll Alluijn op 900: ll } Sijnde 5: p:r C:to soo door indrogen verstuijven versleepen der rotten en muijsen als het verstrekken bij 1: en 2: ll vermindert.
16: d:o Lijm d:o 321: d:o.
67: d:o Styfsel d:o 1350: ll
Ijser
3242: ll gesorteert op 216163. ll so door inroesten als verstrekken bij 100: en 50: ll vermindert synde 1 1/2: p:r C:to.
Speijkers
1955: ll gesorteerde ijsere op 130356: ll door inroesten en uijtweegen bij klijne parthijen van 1: en 2: ll vermindert a 1 1/2: p:r c:to.
Verwen.
54: ll: Grove op 1810: ll a 3. p:r C:to door indroogen en uytweegen bij klijne parthijen van 1: en 2: ll vermindert.
Taback.
509: ll op 16985: ll door indrogen en uijtweegen van 1: en 2: ll vermindert sijnde 3. p:r C:to
Specerijen.
7: ll Nooten op 141: ll } a 5 p:r C:to soo door indroogen als verstrekken bij 1: tot 1/8: ll vermindert.
6: d:o Nagulen d:o 117: d:o
8: d:o foelij d:o 169: d:o
8 1/2 d:o Canneel d:o 172: d:o
Coffij Boonen
4732: ll op 94650: ll insgelijx door indroogen en uijtweegen bij 1: en 2: ll vermindert sijnde meede 5: p:r C:to.

Cramerijen
45: ll Alluijn op 900: ll } Sijnde 5: p:r C:to soo door indrogen verstuijven versleepen der rotten en muijsen als het verstrekken bij 1: en 2: ll vermindert.
16: d:o Lijm d:o 321: d:o.
67: d:o Styfsel d:o 1350: ll
Ijser
3242: ll gesorteert op 216163. ll so door inroesten als verstrekken bij 100: en 50: ll vermindert synde 1 1/2: p:r C:to.
Speijkers
1955: ll gesorteerde ijsere op 130356: ll door inroesten en uijtweegen bij klijne parthijen van 1: en 2: ll vermindert a 1 1/2: p:r c:to.
Verwen.
54: ll: Grove op 1810: ll a 3. p:r C:to door indroogen en uytweegen bij klijne parthijen van 1: en 2: ll vermindert.
Taback.
509: ll op 16985: ll door indrogen en uijtweegen van 1: en 2: ll vermindert sijnde 3. p:r C:to
Specerijen.
7: ll Nooten op 141: ll } a 5 p:r C:to soo door indroogen als verstrekken bij 1: tot 1/8: ll vermindert.
6: d:o Nagulen d:o 117: d:o
8: d:o foelij d:o 169: d:o
8 1/2 d:o Canneel d:o 172: d:o
Coffij Boonen
4732: ll op 94650: ll insgelijx door indroogen en uijtweegen bij 1: en 2: ll vermindert sijnde meede 5: p:r C:to.

’/:onderstond:/’

‘Cabo de Goede hoop ult:o Aug:s 1750: /:was geteekend:/ C:l Brand/.’

‘Den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India en Gouverneur van Cabo de goede hoop &:a benevens den E: Agtb: raad van politie werd seer Eerbiedig versogt, dat aan den ondergeteekenden Dispencier mag werden toegestaan de ordinaire afschijving van de onderstaande goederen dewelke door Spillagie, Lekkagie, aanslaan der Muuren als andersints onvermydelijk in Een rond Jaar syn ontstaan, Namentlijk.’


221 5/8: Mud Tarw als
- 3/8: Mud Rogh a 1 1/2: p:r C:to van 18 1/2 mud na Batavia als Ceijlon afgescheept door t harp loopen en uijtmeeten verminderd.
30 3/4: d:o Boonen a 1 1/2: p:r C:to van 2051: mud in t verstrekken uijtdrogen uijtslepen van rotten en muijsen verminderd.
20 1/4: d:o Erten a 1 1/2 p:r C:to van 1352: mud in alles als boven.
31 3/4: Mud Garst a 1 1/2 p:r C:to van 2124: Mud door Calanders en als boven.
15650: ll Rijst a 3. p:r C:to van 521676: ll door t uijt Eeten van de Calanders, en uijtweegen bij veel klijne quantiteijten.
462: ll Hard brood a 1: p:r C:to van 46234: ll door t uijt Eeten van kakkerlakken, rotten en muijsen als uytweegen verminderd.
Suijker over als volgt.
107: ll Swarte a 4: p:r C:to van 2703: ll } door spillagie, lekkagie, uijtsleepen der rotten en muijssen en uijtweegen bij kleijne partheyen.
2026: d:o Witte d:o 2: d:o d:o 101317: d:o
742: d:o Candij. d:o 1 1/2. d:o d:o 49475: d:o
27: d:o Hop a 1: p:r C:to d:o van 2766. ll door 't uitdroogen 't versleepen van Rotten en uijtweegen bij kleijne partheijen.
147: ll Peper a 1 1/2: p:r C:to van 9835: ll door 't verstuijven en uijtweegen bij kleijne quantiteijten
98: ll Wax a 5: p:r C:to van 1970: ll door 't vermeyten en uijtweegen verminderd.
34: d:o Wax kaarsen a 1: p:r C:to van 3478: ll als boven.
298: d:o Zeep a 3. p:r C:to van 9956: ll door 't vermeijten uijtdrogen en uytweegen verminderd.

221 5/8: Mud Tarw als
- 3/8: Mud Rogh a 1 1/2: p:r C:to van 18 1/2 mud na Batavia als Ceijlon afgescheept door t harp loopen en uijtmeeten verminderd.
30 3/4: d:o Boonen a 1 1/2: p:r C:to van 2051: mud in t verstrekken uijtdrogen uijtslepen van rotten en muijsen verminderd.
20 1/4: d:o Erten a 1 1/2 p:r C:to van 1352: mud in alles als boven.
31 3/4: Mud Garst a 1 1/2 p:r C:to van 2124: Mud door Calanders en als boven.
15650: ll Rijst a 3. p:r C:to van 521676: ll door t uijt Eeten van de Calanders, en uijtweegen bij veel klijne quantiteijten.
462: ll Hard brood a 1: p:r C:to van 46234: ll door t uijt Eeten van kakkerlakken, rotten en muijsen als uytweegen verminderd.
Suijker over als volgt.
107: ll Swarte a 4: p:r C:to van 2703: ll } door spillagie, lekkagie, uijtsleepen der rotten en muijssen en uijtweegen bij kleijne partheyen.
2026: d:o Witte d:o 2: d:o d:o 101317: d:o
742: d:o Candij. d:o 1 1/2. d:o d:o 49475: d:o
27: d:o Hop a 1: p:r C:to d:o van 2766. ll door 't uitdroogen 't versleepen van Rotten en uijtweegen bij kleijne partheijen.
147: ll Peper a 1 1/2: p:r C:to van 9835: ll door 't verstuijven en uijtweegen bij kleijne quantiteijten
98: ll Wax a 5: p:r C:to van 1970: ll door 't vermeyten en uijtweegen verminderd.
34: d:o Wax kaarsen a 1: p:r C:to van 3478: ll als boven.
298: d:o Zeep a 3. p:r C:to van 9956: ll door 't vermeijten uijtdrogen en uytweegen verminderd.

’/:onderstond:/’

‘Int Casteel de Goede hoop Ult:o Aug:s 1750. /:was geteekend:/ N:s Heijning,’

Aan den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel. Raad Extraordinaris van Neederlands India mitsg:s Gouverneur van Cabo de Goedehoop, benevens den E: E. Agtb. politicquen Raad.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: E: Agtb: Heeren.’

‘Uwe Wel Edele Gestr: en E E: Agtb: werd door den ondergeteekenden Keldermeester seer Eerbiedig versogt, dat aan hem de ordinaire afschrijving op de Caabse wijnen /:door het oversteeken en opvullen vermindert:/ onder ultimo Aug:s Laatstleeden voor een Jaar mag valideeren, bedragende 13948: kannen op 1094: Leggers sijnde Een Legger van de twee en dertigh p:s -:-:’

’/:onderstond:/’

‘Int Casteel de Goedehoop den 2: Septemb:r 1750. /:was geteekend:/ I:n Raeck.’

Hier na door vooren geciteerde heer Hooft administrateur met versoek van daar op dispositie te mogen erlangen, nog overgegeven geworden sijnde de onderstaande Memorie.

‘Memorie van de nabesz: bieren uijt ‘t Schip Meervliet bij pijling minder, de wolle Scheeps kleederen bij ‘t openen van vijff kassen p:r t Schip Oostcappel aangebragt gemotteert bevonden, als meede de Lijff Eijgenen in de Ses Jongst gepasseerde maanden door de natuurlijke dood overleeden, Vhee in gemelde tijd zo verrekt als door de wilde gediertens vernielt, alles volgens verklaaringen hier annex blykende, Namentlyk.’


P:r T Schip Meervliet .
Afschrijven { 9. Vaaten Delfs trueel Bier op 40: Vaaten, als
7 1/8: Vaaten Lamsbier op 40: vaaten bij pijling minder bevonden synde 9. van 4: 18: van 5. 11: van 6: 1: van 7: en 1: van 8: d:m wan bevonden, sijnde de 2:e Laatste met Cassen in de boom en buijk.
P:r Oostcappel .
Verkoopen { 8: p:s Groote waakrocken } Bij t openen van 5: kassen gemotteert bevonden.
7: d:o kleene d:o
13: d:o Duffeltjes
8: d:o broeken
25: p:r koussen
Volgens bij gevoegde reecq: van den opsiender van sComp:s Slaven Logie gesterkt met Secretariale verklaringen zyn in de jongst gepasseerde ses maanden Maart April, Meij, Junij, Julij en aug:s deses Jaars van sComp:s Slaven door de Natuurlijke dood overleeden.
afschrijven { 22: kloeke Jongens
7: Zuijgende Jongetjes
6: kloeke Meijden
1: School Meyd
5: suygende Meijsjes
1: Rio de Lagoaasse Meyd
24: Bandieten.
En volgens Reek: van den Land-drost en Secretariale verklaaringen zijn meede in voorsz: tijd van sComp:s Beestiaal soo verrekt als door 't wild gedierte verslonden.
Afschrijven { 372: p:s Runderbeesten
3: d:o Ezels
35: d:o paarden
32: d:o Bocken.
Bij T Equipagie Maguazijn
Afschrijven { 1: p:s Cabelaring volgens verklaring van gecommitteerdens onbequaam bevonden. Zijnde bij den overgaaff onder p:mo Maart 1748: meer bevonden als bij de Negotieboeken komt te Consteeren.

P:r T Schip Meervliet .
Afschrijven { 9. Vaaten Delfs trueel Bier op 40: Vaaten, als
7 1/8: Vaaten Lamsbier op 40: vaaten bij pijling minder bevonden synde 9. van 4: 18: van 5. 11: van 6: 1: van 7: en 1: van 8: d:m wan bevonden, sijnde de 2:e Laatste met Cassen in de boom en buijk.
P:r Oostcappel .
Verkoopen { 8: p:s Groote waakrocken } Bij t openen van 5: kassen gemotteert bevonden.
7: d:o kleene d:o
13: d:o Duffeltjes
8: d:o broeken
25: p:r koussen
Volgens bij gevoegde reecq: van den opsiender van sComp:s Slaven Logie gesterkt met Secretariale verklaringen zyn in de jongst gepasseerde ses maanden Maart April, Meij, Junij, Julij en aug:s deses Jaars van sComp:s Slaven door de Natuurlijke dood overleeden.
afschrijven { 22: kloeke Jongens
7: Zuijgende Jongetjes
6: kloeke Meijden
1: School Meyd
5: suygende Meijsjes
1: Rio de Lagoaasse Meyd
24: Bandieten.
En volgens Reek: van den Land-drost en Secretariale verklaaringen zijn meede in voorsz: tijd van sComp:s Beestiaal soo verrekt als door 't wild gedierte verslonden.
Afschrijven { 372: p:s Runderbeesten
3: d:o Ezels
35: d:o paarden
32: d:o Bocken.
Bij T Equipagie Maguazijn
Afschrijven { 1: p:s Cabelaring volgens verklaring van gecommitteerdens onbequaam bevonden. Zijnde bij den overgaaff onder p:mo Maart 1748: meer bevonden als bij de Negotieboeken komt te Consteeren.

’/:onderstond:/’

‘Int Casteel de Goedehoop den 29: 7ber: 1750: /:was geteekend:/ R: Tulbagh.’

Heeft men moeten besluijten dat met de daar bij vermelde te kort en bedurven aangebragte goederen; gestorvene S Comp:s slaven en verreckte Beestiaal sodanig sal worden gehandelt, als sulx bezeijden dier Memorie staat aangeteekend.

Gemerkt den Schipper Janknoop gevoert hebbende het onder dit gouvernement gehoorende Scheepje Schuijlenburg , door desselfs dagelijx toenemende swakke Lichaams gesteltheijd en Memorie Loosheijd, thans gantsch en al buijten Staat is geworden om desselfs dienst eenigermaaten Langer te kunnen waarneemen; is den selven hier om uijt den dienst der E Comp: ontslagen, dog teffens uijt aanmerkinge van desselfs Lang jaarige en trouwe diensten; en dat den selven sonder dat niet soude kunnen bestaan gegagieert met Thien Ryxd:s maandelijx.

Naar Lectuur en Resumptie van seeker versoek Schrift door den burger Jacob Theodoor Hoetman in de volgende bewoordinge gepresenteert.

Aan den wel Edelen gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van Neederlands India mitsg:s Gouverneur van Cabo de goede Hoop met den ressorte van dien &:a &:a benevens den E: Agtb: Raad van politie.

‘Wel Edele Gestr: Heere en E: Agtb: Heeren.’

‘Geeft met De uijtterste Eerbied en onderdanigheijd te kennen, Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: ootmoedigen Dienaar Jacob Theodoor Hoetman, hoe hij Suppl:t nu Eenigentijd geleeden, aan den alhier van Batavia aangekomenen tweeden Schipper Hendrik Baak heeft verkogt, desselfs in deese Tafel valleij gelegene thuijn met het daarop getimmerde, soo ende in dier voegen als deselve thuijn in desselfs muuren en heijningen beslooten is leggende, en bij hem Suppl:t mitsg:s desselfs voorsaat wylen Hans Casper Rigter lange jaaren vreedig en ter goeder trouw is beseeten en bearbeijd geworden.’

‘Dat op het onlangs gereesene geschil tussen den Suppl:t en voorn: Baak over de waare groote dier thuijn, deselve door den Landmeeter alhier ten overstaan van gecommitteerde leeden uijt den E: Agtb: Raad van Justitie deses gouvernements gemeeten geworden sijnde, als doen is ontwaard, dat gesegde thuijn, soo als die nu legt, en ten tijde van des vertoonders voorsaat ook geleegen heeft, meerder land komt in te houden als de daar van successivelijk verleende drie Erff grond brieven sulx komen te dicteeren, te weeten 321: quad:t roeden; off te wel, dat den vertoonder, om sijn gemelde thuijn soo als die thans in desselfs uijtgestrektheijd en omtrek Legt, te kunnen transporteeren op desselfs Erffbrieven soo veele roeden te kort schiet, gelijk Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: dit uijt de daar van geformeerde en deesen geannexeerde Caart bij geliefte naader sullen kunnen beoogen.’

‘Ende nademaal voorseijden Hendrik Baak op sijn regt staande, daarop staat, dat den voormelden thuijn so als die Legt aan hem word getransporteert, en dat den Suppl:t sonder de gunst van Uwe Wel Edele gestr: en E Agtb: daar toe niet in staat kan geraaken, versoekt hij hierom, en uijt aanmerkinge dat hij Suppl:t in deesen ter goeder trouwe heeft gehandelt, en niet beeter heeft geweeten, off het voorm: buijten sijn Erffbrieven leggende strookje land hem meede toequam, dat het Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: tot voorkominge van verdere moeijelijkheeden en proceduuren tusschen hem en voorn: Hendrik Baak mogt behagen aan hem de voorsz: 321: quad:t Roeden Lands /:dewelke dog niemand kunnen Schaaden off baaten:/ in Eijgendom te geeven, en dat deselve bij het overige land in sijne Erff brieven vermeld, getrocken synde daar van een enkelde Caart mogt geformeert en afgegeven worden /:onderstond:/ T welk Doende &:a’

Is goed gedagt dat aan den selven om de geallegueerde reedenen in Eijgendom sal worden gegeven, so als dit geschied bij deesen, seeker strookje Lands desselfs thuijn in deese tafel valleij geleegen annex, groot 321: quad:t roeden; en dat deselve roeden gevoegt sijnde bij het overige land in desselfs Erffbrieven vermeld, als dan soo wel van het een als van het ander; met te niet doening in soo verre der gesegde Erffbrieven; een generaale en Enkelde Caart sal geformeert en een nieuw Erff brieff daar van afgegeven worden; sonder dat egter deese donatie van het gesegde Strookje lands, bij verkoop van deese in een getrocken weesende landen, hem Hoedman omtrent het betaalen van S heeren geregtigheijd tot prejuditie sal strecken.

Laatstelijk is aan den burgerraad Henning Joachim Prehn, onder Conditie dat de daar op geaffecteerde recognitie penningen van vier en Twintig Ryxd:s Jaarlijx als bevoorens bij Continuatie sullen moeten betaalt, en daar en boven voor deese gunst nog aan D E Comp:e eens voor al, voldaan worden een Somma van Een honderd Rijxd:s in eygendom gegeven seeker vee post dewelke hij al eenigen tijd in Leening heeft gehad gen:t De Geijtenbergs fontain geleegen boven de Saldanhabaaij en de sulx ter gewoone groote van 60 morgen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 202-210.

Dingsdag den {17501013} 13:e october 1750.

‘S voormiddags alle present.

Naar dat met aandagt waaren geleesen geworden drie brieven door den Landdrost van Swellendam Jan Andries Horak, onder den 12:e augustus en 30:e September Jongstleeden mitsgaders den 2:e deeser Loopende maand october aan den heer Gouverneur geschreeven; behelsende deselve onder anderen swaare klagten en beschuldigingen teegens den landbouwer Jacobus Bota de Jonge en wel Insonderheijd dat den selven met de Bosjesmans aanspannende, hun aangeset hadde, om het vee van deese en geene deeser inwoonderen in de afgelegene districten woonende, te roven, en dat hij Bota daar en boven, wanneer Jongst een Commando Europeers teegens die hottentoten wierd uijtgesonden, om het door deselve van deese Coloniers geroofde vee weeder magtig te worden niet alleen aan dat volk kennis daar van hadde gegeven, maar ook dat den selven Bota nog hadde gesegt; dat so wanneer hem eenige moeijlijkheeden wierden aangedaan, hij sig dan onder die wilden, sijnde de alderruwste en Rooff sugtigste onder alle de hottentotten, wel soude kunnen begeeven; en sig als een hooft over de selve opwerpen, om deese Ingeseetenen te mishandelen; so is bij overweeginge van wat gevaarlijk gevolg dit alles in der tijd voor de rust deeses lands, soude kunnen weesen; nu bij geleegentheijd dat voorn: Jacobus Bota sig hier aan de Caab bevind, en dat als men denselven na buijten Liet vertrecken, men hem naderhand niet Ligt soude kunnen weeder in handen kreijgen, ten minsten niet sonder dat daar om veel bloed soude moeten worden vergooten; best en raadsaamst geoordeelt dat men hem Jacobus Bota sonder vertoeff sal laaten apprehendeeren, en vervolgens in gijselinge houden, tot dat boven gemelde landdrost Horak herwaarts sal kunnen opkomen, om het proces van dien man verders te Instrueeren, ende ten Eijnde te brengen.

In steede van den gegagieerden Schipper Jan Knoop, is weeder tot Schipper op het hier permanente Scheepje Schuijlenburg met ƒ60:-. ter maand, aangestelt den gesaghebber Hans Harmensz:, in wiens plaatse men als gesaghebber met de qualiteijt van opperstuurman en toevoeging van de gagie van ƒ40:-: Smaands op den hoeker D Hector heeft doen optreeden, den onderstuurman Jochem Rouwers.

Voorts is aan den ondercoopman Abraham Thomas van Boudeijk Immens, met het aanweesend Schip Vrijburg hier aangeland, op desselfs hier om in Schriptis gedaane versoek, toegestaan onder afgeschrevene gagie alhier te mogen verblyven, om dus desselfs voorgenomene huwelijk met de wed:e van wijlen den oud Luijtenant ter Zee Christiaan Philip van Jongheijm te kunnen voltrecken; Terwijl men in desselfs plaats weeder als boekhouder op dat Schip vrijburg omme daar meede neevens desselfs familie sijne reijse naar Batavia te kunnen vervorderen heeft geplaatst den ter deeser plaatse, om de Indispositie van sijne huijsvrouw verbleevene Boekhouder van t Schip Langewijk M:r Andreas fransciscus Immens; so als wijders op het versoek van de weescamer alhier, nog passagie van hier na Batavia met voorn: bodem onder betaalinge van het daar toe staande transport en Costgeld, is verleend aan de Jonge dogter Anna maria Hertzogenraad; als voorneemens sijnde sig ter even gemelde Indiaasse hooft plaats bij haaren broeder den ondercoopman Jan Carel Hertzogenraad te gaan needer setten.

Ook is op het versogte bij req:t door de wed:e van den oud burgerraad Jan Hendrik Hop, namentlijk dat haare Slaave jonge gen:t Maij van Nias, dewelken nu onlangs bij sententie van den Raad van Justitie deeses gouvernements onder anderen, voor den tijd van vijff en Twintig jaaren op het Robben Eyland alhier is gebannen, bij D E Comp:e voor de gevallene onkosten in de gehoudene proceduuren, mogt worden aangenomen; sulx aan de Supp:te geaccordeert.

Ten Laatsten is op het ingediende berigt, bij kerkenraaden ter deeser plaatse, weegens de goede gaven die den burger Adam Tas besit, om de Jeugd te onderwijsen aan den selven Adam Tas toegestaan om hier aan de Caab School te mogen houden; luijdende dat berigt als volgt.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel, Raad Extraordinaris van Neederlands India mitsgaders Gouverneur van Cabo de goede hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Agtb: Raad van politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer, en E: Agtb: Heeren.’

‘In navolging van het geappostilleerde op den requeste van den burger Adam Tas in dato 17:e Julij deeses Jaars aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: overgegeven, om het School houden alhier te mogen toegestaan worden; heeft kerkenraade gemelte Tas nauwkeurig g’ Examineert, en bevonden dat den selven goede bequaamheeden besit om de Jeugd, soo in het Leesen, Schrijven, Ceyfferen ect:a behoorelijke onderwysinge te kunnen geven, boven dien, doende ook beleijdenis van de gereformeerde religie, en sijnde een Litmaat deeser kerke, en dat over sulx het Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s des behagende, hij tot het School houden wel soude kunnen toegelaaten werden.’

‘Hiermeede vermeijnen wij aan de geEerde Intentie van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: voldaan te hebben, dient deese voor Eerbiedig rapport /:onderstond:/ Wel Edele Gestrenge Heer en E: Agtb: Heeren, Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: seer gehoorsame en onderdanige dienaaren, uijt naam en Last van kerkenraade /:was getekend:/ P:r Hacker, Scriba /:in margine:/ overgegeven in Raade den 13. october. 1750.’

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 211-218.

Dingsdag den {17501027} 27: october 1750.

‘S voormiddags alle present.

Hebben Landdrost en heemraden van Stellenbosch en Drakensteijn heeden bij geschrifte te kennen gegeven; dat sijlieden met den Eerw:e Kerkenraade van Drakensteijn in accoord waaren getreeden, om aan deese Laatst gem:te voor een Somma van vijff duijzend guldens Ligt geld, Contant, over te doen ende in Eygendom te Cedeeren, het predikants woonhuijs en daar aangehorende Landereijen aan Drakensteijn geleegen; in so verre sijlieden hier toe de goed keuringe van deesen raad mogten komen te erlangen; het welk na overweeginge van Saaken goed gedagt is aan deselve bij deesen te verleenen, en voorts hun te qualificeeren om opdragt van geciteerde huijs en Landereijen te doen aan voorn: Kerkenraade en dat Colligie om het selve te ontfangen.

Op het gedaane rapport bij den Heer Luytenand Colonel Isacq Meijnertzhagen; dat onder de Snaphaanen die onlangs uijt het vaderland ten dienste van dit Guarnisoen herwaarts sijn gesonden; niet alleen veele worden gevonden so slegt van Caliber en montuure; dat men daar van geen gebruijk durve off kan maaken, maar ook dat onder die dewelke op het oog nog redelijk wel uijt sien, veele sijn, dewelke als men daar meede begint te schieten, of springen off ten gebruijke telkens onbequaam geraaken; heeft men tot prevenieringe van alle ongelukken moeten besluijten; dat alle de voorseijde snaphaanen die uijtterlijk wel uijt sien met den Eersten sullen geprobeert, ende andere die men met het oog sien kan, so slegt gestelt te weesen als so even is gemelt, naar Europa sullen te rugge gesonden worden; op dat de heeren Majores dus selfs mogten ondervinden, van welk slegt alloij de voormelde Snaphaanen sijn.

Vermits op het aanweesend retour schip Ouwerkerk niet meerder worden bevonden, de Zee brieven waarmeede dien bodem uijt het vaderland in Zee is geloopen; waarvan den Cap:t Luijtenant van dien bodem Pieter Lond geen andere reeden weet van te geven, dan dat door de schielijkheyd waarmeede hij dat Schip op Batavia heeft moeten overneemen en daarmeede naar Bengaalen vertrecken, die Zeebrieven ter even gemelde Indiaasse hooftplaats moeten sijn agter gebleeven; is verstaan, dat tot voorkominge van alle de moeijlykheeden de welke die kiel bij ontstentenis dier papieren somtijds op de reijse souden kunnen overkoomen, aan deselve voor desselfs vertrek van deese plaats een nieuwe pas sal gegeven worden.

Verders is ten belange van het Scheeps volk van het gestrande Deens Schip De Eliphant bij de gauritsch revier , ge arresteert, dat het selve op de aanweesende retour Scheepen verdeelt sijnde, daar meede na het vaderland sullen worden voort gesonden, de gemeene om voor de Cost Scheepsdienst te doen, en wijders dat men aan de overheeden van dien bodem tot goedmaaking der onkosten door deselve en het gemeene Scheep volk, soo hier landwaarts in, als ter deeser plaatse bereijts gedaan, en nog te doen, uijt s Comp:s Cassa alhier voor reekening der Deensse Comp:e sal laaten verstrekken een Somma van vijff Duijsend vijff Honderdt Rijxdaalders.

Hier na is in Raade nagesien de generaale reekening der weesgelderen en Effecten sodanig als deselve onder ultimo December Jongstleeden ter deeser weeskamer in weesen sijn bevonden.


Generaale Reekening der Weescamer aan Cabo de Goede Hoop d A:o 1749.
 
1749.
p:mo Janu:ij Was t gantsche Capitaal op de boeken Rds. 230611:05:
d:o t restant der Contanten op de openstaande boedelreekeningen: d:o 25756:10: d:o 256367:15:
 
In dit jaar bijgekomen
Op de boeken, als:
Over de op Intrest uijtstaande Capitaalen verscheene renten Rds. 5163:21:
d:o Nieuwe bewijsen d:o 1438:40:
d:o de ten voordeele der weesen ingekomene penn: d:o 12441:03:
d:o de openstaande boedelreekeningen d:o 16637:29: d:o 35680:45:
  Rds. 292048:12:
 
Afgegaan
Op de boeken, als
Over betaalde bewijsen Rds. 2319:03:
d:o so veel de reek: van den voormaalige Secret:s Jacob Lever door bereekende
Intrest is vermindert d:o 1146:20:
d:o uijtgegevene Contanten tot voldoening en onderhoud der weesen mitsg:s Camer ongel: d:o 33020:43:
d:o soveel de reek: der weeskamer tot Batavia is vermindert d:o 10:38:
d:o openstaande boedelreekeningen d:o 16262:06: d:o 52759:14:
Resteert onder dato deses een Somma van   rds. 239288:46:
 
Evengem: Capitaal bestaat
In diverse verbandbrieven Rds. 194079:42:
d:o verscheene Intresten d:o 12360:36:
d:o so veel bovemgem: Lever aan dese  
Camer nog te quaad blyft d:o 3237:28:
d:o t deb:t der weescamer tot amsterdam d:o 2033:12:
d:o d:o d:o d:o Batavia d:o 410:26:
d:o t restant der Contanten op de boeken d:o 1035:13:
d:o d:o d:o op d' openstaande boedelreekenings d:o 26131:33: d:o 239288:46:

Generaale Reekening der Weescamer aan Cabo de Goede Hoop d A:o 1749.
 
1749.
p:mo Janu:ij Was t gantsche Capitaal op de boeken Rds. 230611:05:
d:o t restant der Contanten op de openstaande boedelreekeningen: d:o 25756:10: d:o 256367:15:
 
In dit jaar bijgekomen
Op de boeken, als:
Over de op Intrest uijtstaande Capitaalen verscheene renten Rds. 5163:21:
d:o Nieuwe bewijsen d:o 1438:40:
d:o de ten voordeele der weesen ingekomene penn: d:o 12441:03:
d:o de openstaande boedelreekeningen d:o 16637:29: d:o 35680:45:
  Rds. 292048:12:
 
Afgegaan
Op de boeken, als
Over betaalde bewijsen Rds. 2319:03:
d:o so veel de reek: van den voormaalige Secret:s Jacob Lever door bereekende
Intrest is vermindert d:o 1146:20:
d:o uijtgegevene Contanten tot voldoening en onderhoud der weesen mitsg:s Camer ongel: d:o 33020:43:
d:o soveel de reek: der weeskamer tot Batavia is vermindert d:o 10:38:
d:o openstaande boedelreekeningen d:o 16262:06: d:o 52759:14:
Resteert onder dato deses een Somma van   rds. 239288:46:
 
Evengem: Capitaal bestaat
In diverse verbandbrieven Rds. 194079:42:
d:o verscheene Intresten d:o 12360:36:
d:o so veel bovemgem: Lever aan dese  
Camer nog te quaad blyft d:o 3237:28:
d:o t deb:t der weescamer tot amsterdam d:o 2033:12:
d:o d:o d:o d:o Batavia d:o 410:26:
d:o t restant der Contanten op de boeken d:o 1035:13:
d:o d:o d:o op d' openstaande boedelreekenings d:o 26131:33: d:o 239288:46:

’/:onderstond:/’

‘Ter weescamer aan Cabo de goedehoop ult:o December 1749: Continueerende en aankomende weesmeesteren /geteekend:/ P: Reede van oudshoorn Alexander Coel, O: M: Bergh, N:s Leij, /:in margine afgaande weesm:ren:/ en geteekend:/ Steven Ten Holder, D:l Heijning.’

Laatstelijk is aan den geweesenen burger tot Batavia Harrier prottee felgenhauer, in den voorleedenen jaare van het Retour Schip Vosmaer alhier verbleven, gepermitteerd om nevens desselfs alhier getrouwde huijsvrouw Jacoba Moller mitsg:s derselver twee Jongen susters in naame Debora Margaretha en Hendrina Catharina Moller; onder betaalinge voor de drie Laatste gemelde van het ordinair transport en Cost geld om in de Cajuijt gelogeert en getracteert te worden, met het ter deeser rheede Leggende retour schip het huijs te Reijnsburg na Europa te mogen overvaaren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd: Int Casteel De Goedehoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 219-238.

Dingsdag den {17501117} 17:e Novemb:r 1750.

‘S voormiddags alle present uijtgenomen Den Heer fiscaal Independent Pieter reede van oudshoorn.

Sijn met aandagt geleesen de brieven door haar Hoog Edelens tot Batavia onder den 5:e augustus deeses Jaars en 17: Julij bevoorens, aan deese regeringe met het aanweesend provisie Schip Devoorsigtigheijd geschreeven; en is na dies resumptie ten belange van het ter needergestelde bij den Eersten dier brieven; Eerst bij wijse van interpretatie en uijtbreijdinge het volgende gearresteert, als.

Dat de beraamde ordonnantie op Batavia, nopende het kleijn Zeegel momentelijk sal gepubliceert, en deselve alhier soo dra de stempels tot het slaan der nieuwe Zeegels benodigt, sullen weesen vervaardigt, in train gebragt worden.

Dat dewijl ter deeser plaatse geene duijten in swang gaan; tot voorkominge van alle verwarringen die andersints bij gebrek van dien souden moeten ontstaan, de Zeegels van ses stuijvers alleen met een Stuijver, en die van Twaalff Stuijvers met twee Stuijvers op geld in steede van ander halve stuijver elk, gelijk dit bij voorn: ordonnantie is gestatueert, sullen moeten worden verkogt, het welk dog op een uijt komt.

Dat men de ordonnantien van deese en geene saaken, dewelke dit gouvernement eijgen sijn, en waar omtrent bij de Bataviasse ordonnantie niet is gedisponeert; als bevoorens, op de Zeegels bij deese regeringe daar toe beraamt sal Laaten afschrijven.

Dat de permissie brieven tot brood backen Jaarlijx op een Zeegel van vijff en Twintig Ryxd:s ende req:ten voorde geene die voor de Eerste Maal permissie daar toe sullen versoeken op een Zeegel van drie Rijxd:s sullen moeten geschreeven worden; dog dat geene req:ten alle jaaren sullen behoeven te worden gepresenteert, om te mogen Continueeren, soo dat het genoeg sal sijn dat de backers dit bij monde komen te doen, gelijk het selve tot nu toe is gepractiseert geworden.

Dat de bereijts geslaagene en door den Secretaris van politie betaalde Zeegels voor de verleend wordende Erff brieven, omdat die in de respective Erffbrieven boeken sijn ingebonden, bij het intrecken der oude Zeegels in weesen sullen blijven, en al eer men andere daar toe stempelt, Eerst moeten weesen verbruijkt.

En ten Laatsten dat alsoo hier geen Stempel van ses en dertig stuijvers; en geen hooger als van drie Ryxd:s worden gevonden, men dan met alle spoed nog sodanige Stempels sal Laaten in gereetheijd brengen als word geoordeelt dat hier ter plaatse sullen kunnen te staade komen, te weeten.

Des sullen de hier in weesen sijnde Stempels van drie stuijvers en twaalff Schellingen, bij het invoeren der nieuwe Zeegels, worden gebroken.

Wijders dat de heeren van de hooge Indiaase reegeringe voor de herwaarts te rugge sending der Leggers en aam Schoven die alhier in de Scheepen Sloterdijk en het Casteel van Tilburg niet te vinden sijn geweest, en soo meede voor de goederen provisien en CoopmanSchappen in voorseijde Schip Devoorsigtigheijd ten dienste van dit gouvernement afgelaaden. Eerbiedig sullende worden bedankt; men voorts aan deselve so draa doenelyk, wanneer het graan gewasch so wel komt uijt te vallen, als de apparentien sig daartoe voor als nog komen op te doen, voor Eerst met het Schip Polanen een goede quantiteyt tarw sal toe senden; en voorts dat aan den E: Equipagiemeester Hendrik de Ruijter tot desselfs narigt in het Laaden der Scheepen alhier, een afschrift sal worden gegeven. Van de Resolutie op den 5:e Junij deeses Jaars bij haar hoog Edelens tot Batavia ten dien reguarde genomen; ondertusschen dat volgens het geordonneerde meede van deese plaats na Batavia sullen worden overgesonden de Copere en glasen kraalen dewelke bij het opbreeken van het Comptoir Rio de Lagoa , vandaar herwaarts aangebragt en tot nu toe hier verbleven sijn.

En aangaande nu het geordonneerde bij haar Wel Edele Groot Agtb: geEerd aanschrijvens van den 17:e Julij Jongstl:, is verstaan dat bij het tituleeren van den Heere Gouverneur generaal bij onse afgaande brieven en andere papieren, men sig sal bedienen van het onderstaande formulier, als.

‘Aan sijn Excellentie, den hoog Edelen Groot Agtbaaren, en Welgebooren Heere Gustaaf willem Baron van Imhoff, generaal over de Infanterije ten dienste van haar Hoog Moogende De heeren Staaten generaal der verEnigde Neederlanden, Mitsgaders weegens deselve en de Oost-Indische Compagnie Gouverneur generaal ende de Edele Heeren Raaden van Neederlands India.’

‘Hoog Edelen, Groot Agtbaren wel Gebooren Heere en Edele Heeren.’

Vervolgens wierd door den Heer Hoofd administrateur ten eynde daarop gelijk het behoort mogt worden gedisponeert, overgelevert de onderstaande Memorie van het te kort komende, gebrookene en bedurvene op de Laading van het provisie Schip Polanen Luijdende als volgt.

‘Memorie van de Nabesz: foulij, Cattoene gaaren, wax, Zuijker, arack, Houtwerk en Vloersteenen met het provisie Schip Polanen van Batavia aangebragt, dewelke soo tekort, bedorven, bij pijling minder als gebrooken zijn bevonden, gelyk te sien is bij de verklaaringen van gecommitt:s hier annex Namentlijk.’


285 ll foulij off Macis op 616: ll in 4: Zoekels die nat aan de wal gebragt en de plankjes en briefjes daar door ten Eenemaal vergaan sijn, als
    Brutto 151: ll
    Tarra 21: d:o
    Netto 130: ll
  Moet houden volgens de boeken   154: d:o
  oversulx te kort 24: ll
    130: ll
  bedorven 30: d:o
  Rest Netto. 100: ll
  Een Zoekel foulij weegt brutto   148: ll
  Tarra 28: d:o
  Netto. 120: ll
  Moet houden volgens de boeken   154: d:o
  over zulx te kort 34: ll
    120: ll
  bedorven 38: d:o
  Rest Netto 82: ll
  Een Zoekel foulij weegt brutto   158: ll
  Tarra 37: d:o
  Netto 121: ll
  Moeten houden volgens d boeken   154: d:o
  over zulx te kort 33. ll
    121: ll
  bedorven 45: d:o
  Rest netto 76: ll
  Een Zoekel foulij weegt brutto   155: ll
  Tarra 33: d:o
  Netto 122: ll
  Moet houden volgens de boeken   154: d:o
  over zulx te kort 32: ll
    122: ll
  bedorven 49: d:o
  Rest netto 73. ll
49. ll was op 1000: ll te min zynde 5: p:r C:to sch:s
70: ll Wax Caarssen op 2000: ll te kort zijnde 3 1/2: p:r C:to.
810: d:o Candij Zuijker op 32150: ll in 97: cann: te kort, Zynde 2 1/2: p:r C:to r:m
4476: kann: Arack op 60 Leggers, als
106: P:s Jatij planken op 1000: p:s gebrooken
14: d:o d:o Duijgen d:o 1000: d:o d:o
956: d:o Estricken van 16: d:m op 2500: p:s gebrooken synde 38: p:r C:to r:m.
868: d:o d:o van 12: d:m op 2500: p:s gebrooken zynde 35: p:r C:to Sch:s

285 ll foulij off Macis op 616: ll in 4: Zoekels die nat aan de wal gebragt en de plankjes en briefjes daar door ten Eenemaal vergaan sijn, als
    Brutto 151: ll
    Tarra 21: d:o
    Netto 130: ll
  Moet houden volgens de boeken   154: d:o
  oversulx te kort 24: ll
    130: ll
  bedorven 30: d:o
  Rest Netto. 100: ll
  Een Zoekel foulij weegt brutto   148: ll
  Tarra 28: d:o
  Netto. 120: ll
  Moet houden volgens de boeken   154: d:o
  over zulx te kort 34: ll
    120: ll
  bedorven 38: d:o
  Rest Netto 82: ll
  Een Zoekel foulij weegt brutto   158: ll
  Tarra 37: d:o
  Netto 121: ll
  Moeten houden volgens d boeken   154: d:o
  over zulx te kort 33. ll
    121: ll
  bedorven 45: d:o
  Rest netto 76: ll
  Een Zoekel foulij weegt brutto   155: ll
  Tarra 33: d:o
  Netto 122: ll
  Moet houden volgens de boeken   154: d:o
  over zulx te kort 32: ll
    122: ll
  bedorven 49: d:o
  Rest netto 73. ll
49. ll was op 1000: ll te min zynde 5: p:r C:to sch:s
70: ll Wax Caarssen op 2000: ll te kort zijnde 3 1/2: p:r C:to.
810: d:o Candij Zuijker op 32150: ll in 97: cann: te kort, Zynde 2 1/2: p:r C:to r:m
4476: kann: Arack op 60 Leggers, als
106: P:s Jatij planken op 1000: p:s gebrooken
14: d:o d:o Duijgen d:o 1000: d:o d:o
956: d:o Estricken van 16: d:m op 2500: p:s gebrooken synde 38: p:r C:to r:m.
868: d:o d:o van 12: d:m op 2500: p:s gebrooken zynde 35: p:r C:to Sch:s

’/:onderstond:/’

‘Int Casteel de Goedehoop 17: Novemb:r 1750: /:was geteekent:/ R: Tulbagh.’

Welke papier geresumeert weesende, gaff den heer Gouverneur vervolgens te kennen dat alvoorens men een begin maakte met het ontlossen van dien bodem, syn Edele navolgens gebruijk gecommitteerdens hadde aangestelt om de Stuagie van de lading van dat Schip Polanen te visiteeren, dewelke van haare bevindinge het onderstaande rapport hebben ingeleevert.

‘Den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India en gouverneur van Cabo de goede hoop met den ressorte van dien &:a &:a.’

‘Ons ondergeteekende Expres hebbende gelieven te commiteeren, omme naauwkeurig te visiteeren off de aracq Leggers dewelke in ‘t ter rheede Leggende provisieschip Polanen voor dit Gouvernement sijn affgelaaden wel en na behooren affgestuuwt en gegarneert leggen. Soo verklaaren wij na Exacte gedaane visitatie, bevonden te hebben, dat de voorsz: aracq Leggers wel en na behooren afgestuuwt en gegarniert waren Leggende.’

‘En hier meede gedenkende aan de geEerde Intentie van Uwe Wel Edele Gestr: te hebben voldaan so Laaten wij deesen dienen voor needrig rapport. /:onderstond:/ Cabo de Goede hoop den 26: 8ber: 1750: /:was geteekent:/ Hend:k de Ruijter P:r Ligthart, B:t van Dockum.’

Waar na meede is geleesen geworden, de schriftelijke verantwoordinge op even gem: Memorie, weegens het vertrek van hier naar Europa van de met die kiel al hier van Batavia gearriveerden Schipper Hilde Hendriksz Hoek en de Indispositie van den opperstuurman Jonas Sterk, gegeven bij den onderstuurman Abraham Hoesema sijnde vanden volgenden inhoude.

‘Den Wel Edelen Gestrengen Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinadres van Neederlands India en gouverneur in Loco &:a den onderget:e Namentlijk den onderstuurman van t Schip Polanen Abraham Hosema hebbende gelieven te ordonneeren omme behoorlijk te verantwoorden waar door de minderheeden en defecten op die ladingh met voorm: bodem voor dit gouvernement aangebragt, zijn ontstaan, soo verklaaren ik de oorsaak daarvan te sijn als in Margine deeser staan aangehaald, bestaande de voorsz: minderheeden en defecten in t volgende te weeten.’


de wax op Batavia wel ontfangen sijnde, segt den ondergeteekende verspilt te syn door het geduurig verwerken derselven /:dat men bij het laaden van Een Schip onderworpen is:/ so dat dit geen ander oorsaak kan toegeschreeven worden. { 49 ll Wax op 1000: ll te min zijnde 5: p:r C:to Sch:s
De 70. ll wax kaarssen en kan den ondergeteek:e geen reedenen van geeven vermits die op Batavia in 't dispens sodanig zijn ontfangen en behoorlijk in Cassen in 't ruijm geslooten zynde ook soo weederom op dit Comptoir zijn afgegeven. { 70: d:o wax kaarssen op 2000: ll te kort zijnde 3 1/2: p:r C:to.
De mindering van de Candij Zuijker segt den ondergeteekende derselver door een Langduurig swaar weer op t Riff veroorsaakt te sijn, dewijl als doen veel waater in t Schip is gekomen waar door eenige Canassers syn nat geworden en de Zuijker aan het smelten is komen te geraaken. { 810: ll Candij Zuijker op 32156 ll in 97: Cannassers te kort zijnde 2 1/2: p:r C:to r:m.
De wannighijt op de arack is door het teeren van deselve dewijl al omtrent een Jaar in deesen bodem is afgelaaden geweest, als meede door dien het vaatwerk seer slegt en vol wurmgaaten was ontstaan, zynde de Leggers behoorlyk afgestuuwt so als het rapport aan uwe wel Edele gestr: en Agtbaare door gecommitteerdens omtrent de daarover gedaane Examinatie ook komen te dicteeren. { 4476: kann: Arack op 60: Leggers als.
T breeken der Jatij planken en duijgen is meede ontstaan door het swaar werken van t Schip. { 106: p:s Jatij planken op 1000: p:s gebrooken.
14: d:o d:o duijgen op 1000: p:s gebrooken.
D' Vloersteenen sijn niet alleen voor een groot gedeelte gebrooken aan boord gekomen, en al hoewel daarna behoorlyk weg gestuuwt zijnde heeft men egter niet kunnen beletten dat eenige door de swaare werking van t schip bij swaar weer zijn vergruijselt, als ook bij t ontlaaden en met het vervoeren der Landsboots ter deeser rheede zyn gebrooken. { 956: p:s Estricken van 16: d:m op 2500: p:s gebrooken zijnde 38: p:r C:to r:m
868: d:o Estricken van 12: d:m op 2500: p:s gebroken zijnde 35: p:r C:to Sch:s

de wax op Batavia wel ontfangen sijnde, segt den ondergeteekende verspilt te syn door het geduurig verwerken derselven /:dat men bij het laaden van Een Schip onderworpen is:/ so dat dit geen ander oorsaak kan toegeschreeven worden. { 49 ll Wax op 1000: ll te min zijnde 5: p:r C:to Sch:s
De 70. ll wax kaarssen en kan den ondergeteek:e geen reedenen van geeven vermits die op Batavia in 't dispens sodanig zijn ontfangen en behoorlijk in Cassen in 't ruijm geslooten zynde ook soo weederom op dit Comptoir zijn afgegeven. { 70: d:o wax kaarssen op 2000: ll te kort zijnde 3 1/2: p:r C:to.
De mindering van de Candij Zuijker segt den ondergeteekende derselver door een Langduurig swaar weer op t Riff veroorsaakt te sijn, dewijl als doen veel waater in t Schip is gekomen waar door eenige Canassers syn nat geworden en de Zuijker aan het smelten is komen te geraaken. { 810: ll Candij Zuijker op 32156 ll in 97: Cannassers te kort zijnde 2 1/2: p:r C:to r:m.
De wannighijt op de arack is door het teeren van deselve dewijl al omtrent een Jaar in deesen bodem is afgelaaden geweest, als meede door dien het vaatwerk seer slegt en vol wurmgaaten was ontstaan, zynde de Leggers behoorlyk afgestuuwt so als het rapport aan uwe wel Edele gestr: en Agtbaare door gecommitteerdens omtrent de daarover gedaane Examinatie ook komen te dicteeren. { 4476: kann: Arack op 60: Leggers als.
T breeken der Jatij planken en duijgen is meede ontstaan door het swaar werken van t Schip. { 106: p:s Jatij planken op 1000: p:s gebrooken.
14: d:o d:o duijgen op 1000: p:s gebrooken.
D' Vloersteenen sijn niet alleen voor een groot gedeelte gebrooken aan boord gekomen, en al hoewel daarna behoorlyk weg gestuuwt zijnde heeft men egter niet kunnen beletten dat eenige door de swaare werking van t schip bij swaar weer zijn vergruijselt, als ook bij t ontlaaden en met het vervoeren der Landsboots ter deeser rheede zyn gebrooken. { 956: p:s Estricken van 16: d:m op 2500: p:s gebrooken zijnde 38: p:r C:to r:m
868: d:o Estricken van 12: d:m op 2500: p:s gebroken zijnde 35: p:r C:to Sch:s

‘Sullende uwe wel Edele Gestr: en E: Agtbaare uijt t in margine deeses gestelde klaarlijk de waragtige reeden kunnen beoogen, waar door de minderheeden en defecten der voorsz: goederen zijn oorsprong heeft, om welke reedenen den ondergeteekende op D Eerbiedigste wijse versoekt /:als een dienaar die D E Comp:e t seedert dat hij deselve gedient heeft, altoos trouw en Eerlyk heeft behandelt:/ dat hij voorgem: minderheeden en defecten der voorsz: goederen niet mag worden belast.’

’/:onderstond:/ Int Schip Polanen den 18: Novemb:r 1750: /:was geteekend A Hosema.’

En is nadat alle die papieren met aandagt waaren overwoogen, verstaan dat het te kort komende op de wax en de kaarssen, Candij Suijker als niet Excedeerende mitsg:s de gebrokene Estricken en planken dewijl die nog hier en daar sullen kunnen gebruijkt off nog met winst verkogt worden, so wel als de wannigheeden op den aracq, deese Laatste om de daar van voort gebragte gegronde reedenen, sullen gepasseert, en voorts na Batavia te rugge gesonden worden sodanige 162: ll foulij als bij het openen in het bij weesen van gecommiteerdens uijt den raad van Justitie deeses gouvernements van vier soekels daar inne bedurven sijn bevonden.

Sijnde wyders na resumptie van een tweede Memorie, meede door wel opgemelde Heer hoofd administrateur ingeleevert, gearresteert, dat met de daar bij vermelde te kort komende en bedurvene goederen indiervoegen sal werden gehandelt, als sulx ter zijde van dat Schriftuur is aangeteekent; Luijdende meergemelde memorie als volgt.

‘Memorie van de Nabesz: wolle Sch:s kleederen gesaagde deelen Zmeekolen Theer &:a uijt de onderstaande bodems gemotteert, gebroken te kort als tot opvullen verbruijkt, als meede de volgende goederen Int Equipagiepakhuijs onbequaam bevonden gelijk te sien is bij de verklaring van gecommiteerdens hier annex Namentlijk’


uijt De Gouverneur Generaal
verkoopen { 3: p:s gr: waakrocken op 28: p:s bij t openen van 1: Cas N:o 1: gemotteerd bevonden.
10: p:r Coussen op 75: p:r ad idem.
uijt Cleverskerk
  22: p:s gesaagde deelen op 800: p:s so te kort als gebrooken bevonden te weeten
uijt Vrýburg
afschryven { 3. hoeden Zmeekoolen op 42: hoeden bij t nameeten te kort.
3 3/4: vaaten theer, als
uijt Langewijk
afschryven { 4: vaten theer tot opvullen van 26: vaten verbruijkt.
1: Legger wyn op 44: Leggers p:r 't Schip Schuijlenburgh ten dienste der Scheepen in de Baaij fals gesonden waarvan op desselfs te rug komst een Legger is leedig bevonden.
Int Equipagie Pakhuijs
na het vaderland { 3. p:s onbequaame Dommekragten
afschrijven { 1: d:o d:o Boegspriet knie
4: d:o d:o winkel knies
5: d:o d:o halsen
1: d:o d:o Balans

uijt De Gouverneur Generaal
verkoopen { 3: p:s gr: waakrocken op 28: p:s bij t openen van 1: Cas N:o 1: gemotteerd bevonden.
10: p:r Coussen op 75: p:r ad idem.
uijt Cleverskerk
  22: p:s gesaagde deelen op 800: p:s so te kort als gebrooken bevonden te weeten
uijt Vrýburg
afschryven { 3. hoeden Zmeekoolen op 42: hoeden bij t nameeten te kort.
3 3/4: vaaten theer, als
uijt Langewijk
afschryven { 4: vaten theer tot opvullen van 26: vaten verbruijkt.
1: Legger wyn op 44: Leggers p:r 't Schip Schuijlenburgh ten dienste der Scheepen in de Baaij fals gesonden waarvan op desselfs te rug komst een Legger is leedig bevonden.
Int Equipagie Pakhuijs
na het vaderland { 3. p:s onbequaame Dommekragten
afschrijven { 1: d:o d:o Boegspriet knie
4: d:o d:o winkel knies
5: d:o d:o halsen
1: d:o d:o Balans

’/:onderstond:/’

‘Int Casteel de goedehoop den 17: Novemb:r 1750: was geteekend, R: Tulbagh.’

Laatstelijk is op het hier toe in schriptis gedaane versoek bij de Coloniers Jan George Zorn, Philip Dupreez en Jan Christiaan Vogel, aan deselve in Eygendom gegeven als.

Aan den Eerst gemelden een huijs Erff in den dorpe Stellenbosch geleegen, groot 60: roeden en 60: voeten.

En aan de twee andere meede een huijs Erff, elk ter breete van Sestig en diep vier en Twintig voeten beijde geleegen aan Swellendam .

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd: Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 239-248.

Dingsdag den {17501201} Eersten december 1750:

S voormiddags alle present.

Syn in Raade geproduceert en naar gesien de Negotie en Soldij boeken deeses Gouvernements de Annis 17 49/50:, en is uijt de Eerst gemelde komen te blijken dat de Lasten in dit boek Jaar gevallen, hebben gemonteert tot een Somma van ƒ451943:04:- en dat de winsten hierenteegens hebben gerendeert ƒ142606:04:- invoegen de Lasten dit Jaar 53526:19:8:, en so meede de winsten ƒ11383:04:- meerder belopen en gerendeert hebben als anno pass:to. Welk meerder rendement der lasten, voornamentlijk voort komt, weegens dat in het gepasseerde Jaar vijfthien SComp:s Scheepen meerder hier sijn aangeweest als het jaar bevoorens, voorts van het augmenteeren deeses guarnisoen so van officieren als gemeene, van de meerder betaalde Scheeps soldijen, en Eijndelyk over het onderhoud van eenige alhier van Batavia gerelegueerde oosterse prinsen; ondertusschen dat het meerder rendement der winsten voort vloeijt, uijt het meerder bedragen der advancen op de verkogte goederen, mitsgaders, dat de betaalde penningen so voor s heeren geregtigheijd als weegens agterstallige thiendens neevens de pagt penningen, hooger geloopen hebben als in het voorleedene boek jaar; En is vervolgens den heer hoofd administrateur gequalificeert om de Winst en Last posten navolgens de Specificatie bij syn E: dies aangaande ingelevert bij voornoemde Negotieboeken, na behooren te doen in en affschrijven.

Dewijl den Hoeker D Hector die al van den Jaare 1738: op deese custen heeft gevaaren, nu noodwendig van onder moeten vertimmert en verders gerepareert worden, en dat so in deese als in de hier om streex leggende Baaijen, daar toe geen gelegentheijd word gevonden; heeft men hier om moeten besluijten dat dat vaartuijg Conform de ordre der Heeren Majores vervat bij haar geEerde Letteren van den 28: September 1715: ten Eijnde als gemeld, met de retourvloot des aanstaanden jaars 1751: van deese plaats na het vaderland sal worden gesonden; en dat de heeren Majores Eerbiedig sullen worden versogt dat bodemken naar gedaane reparatie herwaarts te willen te rugge senden.

Op het diesweegens gedaane versoek bij den Secretaris deeses raads als vendumeester, Ende tot voorkominge der groote onkosten die anders souden moeten vallen wanneer den vendu Clercq neevens de boode van politie na de buijten districten souden moeten reijden, om aldaar vendutie te houden, sijn den Secretaris en de boode van Swellendam gequalificeert om de vrijwillige vendutie die in het vervolg onder dat district sullen moeten worden gehouden, waar te neemen; waarvoor gemelden Secretaris de helfte van het salaris van den vendu Clercq en den anderen meede de helft van dat van de boode van politie sullen komen te genieten, boven en behalven nog het ordinaire vacatie geld en paarde huur.

Verders is nog goed gedagt dat Burgerraaden alhier, neevens de Landdrosten en Heemraaden der buijten districten, bij missive sullen worden geordonneert, om sodra doenelijk van haare consideratien te dienen op het volgende, namentlijk, off geen meerdere familien als bereyts alhier sijn, hier te Lande hun bestaan niet souden kunnen vinden en soo Ja door welke middelen, syl: oordeelen dat deselve dan best aan de Cost souden kunnen komen, dog dat dit niet wel doenelijk gevonden wordende deselve Collegien als dan ook de reedenen daar van ende swarigheeden die sig in deesen na hunne gedagten souden mogen op doen, meede sullen hebben te deduceeren en voor te dragen.

Wegens dat den opperstuurman van het aanweesend provisieschip Polaanen gen:t Jonas Sterk, om desselfs kranksinnigheijd buijten staat is om desselfs dienst langer te kunnen presteeren, is hier om verstaan dat den selven met een der aanweesende retourscheepen als onbequaam naar het vaderland sal te rugge gesonden worden; en is vervolgens in desselfs plaats tot opperstuurman op dien bodem aangestelt den daarmeede alhier van Batavia gearriveerden onderstuurman Abraham Hosema, dog Egter op de nadere approbatie van de heeren van de Hooge Indiaasse Regeering, van wien hij de gagie tot desselfs nieuwe bediening staande ook sal moeten versoeken.

Naar Lectuure der ingeleverde nominatien bij kerkenraaden en het land van waveren , en in het Swart land , mitsg:s van Land-drost en heemraaden in het district van Swellendam , heeft men sig de gedaane Electien der ouderlingen in die twee kerken Laaten welgevallen, en voorts uijt het genomineert dubbelt getal diaconen, de volgende vercooren, als.

In de kerk in het Land van Waveren

Jan Terrond tot ouderling in steede van den afgaanden Francois du Toit tot diacon Pieter duplessis in plaatse van den meede afgaande Jacobus Terrond de Jonge.

In de Kerk in het Swart Land

Pieter van Taak en Jan Pool den Eersten tot ouderling enden anderen tot diacon in steede van MichieL Basson en Paul Retieff. Des sal deese Laatste gemelde kerkenraade die in het Land van waveren sulx bereijts verrigt hebbende worden aangeschreeven, dat den selven haare kerkelijke reekenninge der arme penningen bij tijds herwaarts op te senden.

Voorts syn uijt tweevoudig getal der genomineerde persoonen tot heemraaden aan Swellendam ge Eligeert.

Esajas Engelbert Meijer en Louis Faurie ende sulx in steede van Daniel Le Roux en Philip dupre, welkers tijd verstreeken is.

Uijt de ge Eerde Letteren van de Heeren van de hooge Indiaasse Regeringe in datis 4:22: en 27: September deeses Jaars, met de ter deeser rheede leggende retour scheepen der Eerste besending d Immagonda , Akerendam en de Liefde hier aangebragt, onder anderen gebleeken sijnde dat het haar Wel Edele Groot Agtb: behaagt heeft, den heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel aan te Stellen tot admiraal over deese Jaarsse Retour vloot, met qualificatie wyders aan sijn Edele om alhier Imand tot Secretaris derselve vloot met de qualiteijt van ondercoopman aan te stellen; is hier op, op het voordragen van wel opgemelden heer Gouverneur, hier toe gevordert den Corporaal Christiaan Ernst Eckert met de gagie van ƒ40: ter maand.

Ende is Laatstelyk op het deesen aangaande, bij voorseijde brieven geordonneert, verstaan dat aan de officieren dewelke uijt dit guarnisoen tot seekere Expeditie sijn geEmploijeert geweest, sal te goed gedaan worden het cost geld en de Emolumenten; die hun geduurende dien togt, op dien voet als off deselve hier te Land dienst hadden gedaan andersints souden hebben moeten toekomen, naar aftrek egter van het geene dat gedagte officieren, bij hun vertoeff op Batavia dies weegens souden mogen hebben genooten.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 128, pp. 249-253.

Dingsdag den {17501208} 8:e December 1750.

S voormiddags alle Present.

De verdere nominatien der respective Kerkenraaden en Collegien, sohier aan de Caab als ten platten Lande als nu ingekomen weesende, heeft men sig Eerst de gedaane Electiën der ouderlingen laaten welgevallen; en voorts uijt het dubbelt genomineert getal weeder tot diaconen verkooren de volgende persoonen te weeten.

In de kerk hier aan Cabo.

David d’ Aillij tot ouderling in plaats van den afgaanden Jan van Schoor. Evert van Schoor en Pieter van der Poel tot diaconen, voor de uijtgediende Reijnault Bartho en Jan Serrurier.

In de Stellenbosche Kerk

tot ouderling Gerrit van der Bijl in steede van Willem van As. tot diacon Dirk de Vos ter plaats vullinge van den aftetreedene Hendrik Cloete.

In de Kerk aan Drakensteijn

Pieter du Toit, ouderling. Daniel Rossouw en Jacob Marais - Diaconen. Den Eersten in plaatse van Steven Marais ende twee andere voor Hercules dupree en Thomas arnoldus Terron, welkers dienst tijd meede uijt is.

Ende nademaal dit Jaar weeder geen Commissaris politicq na de buijten districten sal kunnen gaan, sullen derhalven kerkenraade aldaar worden aangeschreven dat se haare kerkelijke armepenn: reekeningen ten spoedigsten doenelyk herwaarts sullen moeten opsenden.

Sijnde wyders uijt het tweevoudig getal der genomineerde persoonen om na gebruijk in de onderstaande Collegiën dienst te doen verkooren, als

Tot Burgerraaden

Johannes Henricus Blankenberg en Jonas van der Poel in steede van de afgaande Jan Lourens Bestbier en Hendrik van der Heijden.

Tot Weesmeesteren

Daniel Heijning Jan Laurens Bestbier, en Tobias van Ek. Ter plaats vullinge der uijtgediende Oloff Martini Berg, Alexander Coel; en Jacob van Rhenen.

Tot Commissarissen.

Pieter Hacker en Hendrik Lodewijk Bletterman, voor Philip Boomgaard en Michiel Smuts. En is verders in steede van d’ E: Christoffel Brand die op zijn versoek van het presidium in dat Collegie is ontslaagen, weeder tot president verkooren D E: Cornelis Eelders.

Tot Heemraaden aan Stellenbosch en Drakensteijn .

Adriaan van Brakel en Pieter Laubser, voor Stellenbosch Johannes Louw Jacobsz en Jacobus van der Spuij voor Drakensteijn . Ende alle in steede der afgaande Arnoldus Maasdorp, Jacobus Blankenberg, Jan Blignaut, en Christiaan Sprigt.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] Swellengrbel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

C. 128, pp. 254-258.

Dingsdag den {17501222} 22. xber: 1750:

S voormiddags alle present uijtgenomen den Heer Equipagiemeester Hendrik de Ruijter bij occupatie.

Heeft den Heer Luijtenant Collonel Isacq Meijnertshagen versogt om in sijne qualiteijt van hier naar Batavia te mogen overvaaren; waar inne egter best is geoordeelt niet te treeden, dewijl men sig hier ter plaatse tot het geven van sulke permissie on gequalificeert bevind.

Is aan den Burger weesmeester Tobias van Ek hier om versoek doende in Eijgendom gegeven seeker Stukje thuijn Land desselfs thuijn in dese tafel vallij geleegen annex, dat hij al eenigen tijd van D’ E Comp:e in Erfpagt heeft gehad, groot synde 337: quadraat roeden en 15: d:o voet en onder deese Conditie nogtans dat hij van Ek de daar op gestelde recognitie penningen, van twee Ryxd:s voor elk morgen Land, S Jaars als bevoorens jaarlyx aan D E Comp:e sal moeten betaalen.

Hierna wierd door eene Dalima van Macassar het onderstaande versoek schrift ingelevert

Aan den wel Edelen gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extraordinaris van Neederlands India Gouverneur van Cabo de goedehoop met den ressorte van dien mitsgaders Admiraal deeser Jaarse Retourvloot &:a &:a &:a benevens den E: Agtb: Politicquen Raad.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘Vertoont met de uijtterste submissie, Dalima van Macasser geweesene Slavin van wijlen den oppercoopman en Independent fiscaal deeser plaatse M:r Daniel van den Hengel hoe de suppl:te neevens haare twee kinderen Achilles en Johanna door gem: haare Lijff heer uyt Slavernij sijn ontslagen geworden gelyk Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: sulx des behaagende uijt het geannexeerde geschrift sullen kunnen beogen, maar dewijl door gedagte Heer van den hengel bij desselfs vertrek naar t vaderland is versuijmt geworden aan de suppl:te mitsg:s haar gemelte twee kinderen met toestemmig en permissie uwer wel Edele Gestr: en E: Agtb: een behoorlijke vrij-brieff te verleenen, soo wend de Suppl:te sig op het demoedigste tot uwe wel Edele Gestr: en E Agtb: met needrig versoek dat dezelve van die goedheijd gelieven te sijn, de Suppl:te en haare twee kinderen een vrijbrieff in de verEijschte forma te doen erlangen, op dat sijl: sig alhier neevens andere ingeseetenen sullen kunnen erneeren, sijnde de Suppl:te bereijd soo voor haar als haare meergem: kinderen de nodige borgen te stellen dat sij binnen den daar toe bepaalden tijd de diaconije om Eenig onderhoud niet sullen Lastig vallen /:onderstond:/ T welk doende &:a.’

En is naar dies Resumptie het daarbij gedaane versoek toegestaan, en voorts den Secretaris deeses Raads gequalificeert om aan voor seijde Dalima en aan haare twee kinderen eene vrijbrieff in behoorelijke forma te verleenen.

Ten Laatsten is aan der Sergiant Jan Adam Meijer op desselfs dies weegens gedaane versoek, gepermitteert om weegens desselfs swacke lighaamsgesteltheijd, onder affgeschrevene gagie hier ter plaatse te mogen verblyven.

Aldus Geresolveerd ende gearresteert Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s