Skip to content

C129 v1.20

C. 129, pp. 2-21.

Marginalia D’ A:o 1751:

N.B. Deze Marginalia bevatten niet den inhoud van de notulen van 12 & 21 January 1751.

Den 25: Januarij

Resumptie van het g’Eerd aanschrijvens der Heeren Majores van den 18 September des voorleedenen Jaars.

Wat daarop zal werden gereschribeert weegens dat ‘S Lands gemeene Middelen en Inkomsten niet Steijgeren Schoon de Lasten toeneemen.

Als meede om welke Reedenen de Laatste Aanbesteeding der Leverantie van versch vleesch van ‘SComp:s Scheepen Schoon voor 4: duijten ‘t pond meerder als ‘S jaars bevoorens, egter voor vijf Jaaren heeft moeten geSchieden.

Dat met het maaken van Gort en het visiteeren des Chinaasze , Retour Scheepen Schuldpligtig Sullende geContinueerd worden.

Men het nieuwe ontfangs Reglement voor de Repatrieerende Persoonen ook behoorlijk zal doen opvolgen en in agt neemen.

Sullende wijders ten opsigte van het Direct voor Bengalen te verwagten staande Schip volgens het aangeschreevene werden te werk gegaan.

Desgelijx meede noopens het gebruijken van ‘t woord Assignatie in Steede van Wissel Brief.

En Zullen de Heeren Meesteren weegens de Bevorderinge der Boekhouders van Schoor, Hemmij en Hacker tot OnderCooplieden Eerbiedig bedanckt worden.

Aanstelling van den Heer Secunde Swellengrebel tot Commissaris politicq.

Aan den Burger Weesmeester, Jacob van Rhenen een Stuk Land in Erft Pagt gegeeven.

23: februarij Ingediende Schriftelijke Consideratie van Burger Raaden neevens Land Drost en Heem Raaden noopens het meerder bevolcken deeser Colonie.

23: Februarij

Gedaan versoek bij de Burger krijgs Raaden dat de Ingezeetenen deeses Lands: van de Jaarlijxe Exercitie in de maand April mogten g’Excuseert werden.

Waarop de Dispositie aan het goedduncken der Heeren en Meesteren gedefereert gelaaten is.

Wat dien aangaande bij het oversenden dier versoekschriften aan Haar Edele Hoog Agtb:re Eerbiedig in Consideratie sal werden gegeeven.

Een Parthij Onbequaam gewordene Leggers der E: Comp:e voor ‘t geen dezelve zullen moogen gelden te Laaten verkoopen.

Sullende ‘t Bedraagen van Seekere Wisselbrief, door de Regeering des Eijlands Ceijlon verleend alhier uijt ‘S E: Comp:s Cassa aan den Oud predikant Bek voldaan werden.

Op het gepresenteert Request bij de Oudheemraaden Jacobus Botha en Cornelis van Rooijen.

Is verstaan den Raad van Justitie alhier te Authoriseeren daaromtrent na Bevinding van Zaaken te disponeeren.

27: februarij

Heeft den Heere afgaande Gouverneur Swellengrebel naar voorgaande declaratie waarom Sijn Edele het formeeren van een Instructie voor desselfs opvolger onnodig g’oordeelt heeft, het Gouvernemen:t met dies ab en dependentien aan den Heer Rijk Tulbagh overgegeeven.

En vervolgens van deese Vergadering afscheijd genoomen.

4: Maart

Geproduceerde Memorie door den Heer Hoofd Administrateur weegens de te Kort gekoomene en bedurvene Rijst mitsgaders gebrookene plancken uijt de Laading van het Schip d’ Admiraal Tromp .

Schriftelijke verantwoording diesweegens door den Schipper dier Kiel gedaan.

Reedenen waarom de voorsz minderheeden Gepasseert en bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements Sullen werden afgeschreeven.

16: Maart

‘SComp:s Artillereij en Ammonitie van Oorlog neevens de kruijd kelders ter Administratie van den Capitain der Artillerij Engelbert Müller gesteld.

Sullende de Wapen Camer met het daarin sijnde Hand en Sijd geweer als bevoorens onder opsigt van den Heere Luijtenant Collonel Meindertzhagen blijven berusten.

Gereguleerde en Vastgestelde Verbanden dewelke de Adsisten alhier Zullen moeten uijtdienen voor ende aleer tot Boekhouder te kunnen bevordert werden.

Aanstelling van den Boekhouder de Nijs tot Posthouder in de Simons Baaij in plaatse van den na het vaderland vertrockenen Vaandrig Justinus Blas.

Billietten te affigeeren weegens d’ aanstaande opneeming der Burger Effecten.

Reedenen waarom Land Drost en Heem Raaden tot Swellendam sullen werden g’authoriseert om Zoodanige Billietten selfs te moogen Laaten aanplacken.

Tot weering der Onordentelijkheeden dewelke eenigen tijd herwaarts op het Dassen Eijland door het Volk der daar Voorbij vaarende Scheepen en Vaartuijgen zijn gepleegt geworden.

Is goed gevonden op het Zelve Eijland 2 à 3: Bequaame Persoonen als Posthouders te plaatsen.

30: Maart

Beraamde tijd op dewelke den Edelen Heer Rijk Tulbagh den Volke Solemneelijk als Gouverneur sal werden voorgesteld.

De Secretaris deeses Raads gequalificeert om bij Indispositie, absentie of andere Ongeleegentheeden van den Heer Secunde de Benoodigde Zeegels te parapheeren.

Van de te doene Schouwing der Straaten en weegen zal bij affixie Van Billietten aan een Ijgelijk kennisse gegeeven werden.

Seekeren gesententieerden Slaaf van den Meester knegt der Wapencamer voor de gevallene Proces kosten bij D’ E Comp: in Eijgendom aangenoomen zijnde.

Sijn daarenteegens Twee ‘S Comp:s Lijff Eijgenen in Vrijdom gesteld.

22: April

Memorie weegens het te Kort koomende en Gebrookene op de laading van ‘t provisie Schip d’ Vreede .

Verantwoording dewelke den Capitain Jan van Ingen dien aangaande in schriptis heeft koomen te doen.

Welke van de voorsz: te kort koomende Goederen bij de Negotie Boeken sullen gepasseert en afgeschreeven werden.

Sijnde ‘t ontbreekende op de Rijst om de neevens gemelde Reedenen op Reecq:g van den Capitain, Luijtenant, en Opperstuurman gesteld.

Dispositie op een tweede Memorie van deese en geene bedurvene Goederen, mitsgaders gestorvene Slaaven en verrekt Beestiaal Der E: Comp:.

27: April

Seeker Placcaat op ‘t stuk van de Jagd beraamt sal aanstonts Gepubliceert en alomme g’affigeert werden.

Geproduceerde Reglement en ordre bij den Heer Gouverneur ontworpen, aangaande de bijzondere Bestieringe der ten deesen Casteele Guarnizoen houdende Vier Compagnien Soldaaten.

‘T welk in train gebragt, en bij een ijgelijk die ‘t soude moogen aangaan Stiptelijk sal moeten werden Geobserveert.

Reedenen waarom men ‘t Scheepje Schuijlenburg Sonder Langer Vertoef met Goederen en Provisien naar de Baaij fals zal Laaten vertrecken.

‘S Comp:s Slaaf Christoffel van Simosia onder seekere Conditie in Vrijdom gesteld.

6: Maij

G’ Accordeerde aan den Oppercoopman du Quesne om van ‘t Schip Brouwer op Woitkensdorp te moogen overgaan.

Sijnde aan denzelven ook toegestaan om onder Betaaling van ‘t ordinaire Transport en Kost geld behalven seeker g’adopteert Dogtertje nog een slaavin te moogen meede neemen.

11: Maij

Overgeleeverd Schriftuur bij den Predikant Hermanus van der Veen houdende versoek om van hier weederom naar ‘t vaderland te moogen Retourneeren.

Welk versoek van de Hand Geweezen zijnde.

Is aan denzelven in teegendeel om de bezeijden aangehaalde Reedenen g’ordonneert desselfs voijagie naar Batavia met het aanweesend Schip Nieuwstad voorttezetten.

Waarop door denzelven seer obstinatelijk verclaard zijnde sulx niet te Zullen ofte willen doen.

Heeft men oversulx moeten besluijten dat gedagte Predikant bij aanhoudende weijgering daartoe op de neevens vermelde wijse sal werden genoodsaakt.

Den Capitain van het Retour Schip d’ Admiraal de Ruijter Geordonneert Reedenen te geeven, weegens het opzeijlen en ten Ancker koomen hier ter Rheede met de Vlagge van de groote Steng.

Hoedanig sulx door denzelven is gedaan geworden.

Consideratien om dewelke goed gevonden is, deese Zaak bij verbale Reproche te Laaten berusten.

G’ accordeerde aan den Ondercoopman Nicolaas Magenuis en Opperstuurman Jacob de Roeper om ter Zaake hunner Indispositie onder afgeschreeven gagie ter deeser Plaatse te moogen vertoeven.

18: Maij

Aan den Krank Besoeker Berrange vijff Rijxdaald:s p:r maand voor Huijs Huur toegelegd.

Gepresenteert Request bij den Opperstuurman van Het Retourschip d’ Admiraal De Ruijter Arij Groen.

Op ‘t welke goedgedagt is voor denzelven d’ ordinaire opperstuurmans Bagagie hier ter plaatse te Laaten branden.

‘S Comp:s Slaavin Sara Geertruij van Soea van de Caab uijt Slavernije ontslaagen en in Vrijdom gesteld.

Resumptie van de Generaale Reecq:g der Wees gelderen onder ultimo December de A:o Pass:o.

Aan den Luijtenant ter zee van ‘t Schip d’ Admiraal de Ruijter g’accordeert om ter zaake sijner Indispositie onder afgeschreeven gagie hier te moogen overblijven.

27: Maij

Verscheijning hier voor de Wal van het Bataviaasse Retour Schip den Gouverneur Generaal .

En ontfangst eener missive van den daarop Commandeerende Capitain Luijtenant behelsende Berigt van den desolaten toestand en Onmagt van het gantsche Scheeps Volk.

Met Instantig versoek om ter deeser Caabse Rheede te moogen opkoomen.

Het welk om Reedenen hier neevens gemeld best en raadsaamst g’oordeelt is te Laaten geschieden.

Aanstelling van een nieuwen Schipper en Opperstuurman op het Retour Schip Oost Cappelle .

Seekere Slavin der E: Comp: in vrijdom gesteld.

Resumptie der Resolutie onder den 11:e deeser genoomen ten Subjecte van den Predikant van der Veen.

Gedaane Vraage dien aangaande door den Heer Gouverneur aan d’ Heeren van Oudshoorn, Meinertzhagen en De Grand Preez gedaan.

Antwoord dewelke daarop door Haar E: E:s is gegeeven geworden.

Gehoudene aanteijkening weegens den met het schip D’ Admiraal de Ruijter vertrockenen Luijtenant Joris Brandenburg.

22: Junij

Herschikking en vernieuwen van het Reglement in den Jaare 1747: weegens de Bediening van het geschut zoo van het Casteel als der Battereijen gemaakt, met de Reedenen van dien.

Sullende de bij ‘t Geschut geplaatste manschappen op den eersten Saturdag in ijder maand GeExerceert en ‘t Manuaal daarvan geleert worden.

Ingediend versoek schrift van den Burger Jacobus Botha d’ Jonge.

Den welken daarop van desselfs Arrest is ontslaagen geworden.

14: Julij

Aanstelling van een geswooren ofte Stads VroetVrouw in plaatse van d’ overleedene Weed:e Smith.

Weegens d’ annaaderende tijd der Verpagting Zullen naar Gewoonte Billietten g’affigeert worden.

3: Aug:s

Geproduceerde Memorie weegens deese en geene te Kort en defect aangebragte Goederen Der E: Comp:

Dispositie daarop gevallen.

Aan den Oud Burgerraad Coel en Burger Jan de Waal ijder een Stuk Bouw Lands in Eijgendom Gegeeven.

26: Aug:s

Verleende permissie aan den Major Herbort om eenigen tijd hier ter plaatse te moogen Overblijven.

Aanstelling van een Boekhouder op ‘t Schip Baarzande in plaatse van den Overleedene.

ultimo

Geproduceerde Reecq:g weegens den ontfangst en uijtgave der Zeegels mitsgaders de Restanten van dien.

Zullende het Bedraagen der verCogte Zeegels p:r Ordonnantie van den Heer Gouverneur in ‘S Comp:s Cassa gebragt werden.

Verpagting der gemeene middele en Inkomsten deeser Gouvernements.

7: Septemb:r

Aggreatie der Boedel Reecqueningen.

Aan de Respect:e Administrateurs d’ ordinaire jaarlijxe afreekeningen toegestaan.

Gepermitteerde Bijtappers aan de Pagters der Brandewijnen.

Zijnde wijders aan Hermanus Smuts een Stukje Lands in deese Tafel Valleij in Eijgendom gegeeven.

14: Septemb:r

Gestelde præmie voor de geene dewelke een Leevendige Leeuw of Leeuwinne aan D’ E Comp:e zal koomen te Leveeren.

‘S E Comp:s Slaaven Logie ten eenemaal Bouwvallig en Irreparabel sijnde.

14: September:

Sal dat Gebouw oversulx afgebrooken en weederom nieuw opgebouwt worden.

Aanstelling van een Schipper op het Retour Schip de Batavier in steede van den daarop overleedene Cap:tn Luijtenant.

Tot Stuijting van het groff en menigvuldig Smockelen sullen de daarteegen gestatueerde Articulen bij het generaal Placcaat gerenoveert en alomme geaffigeert worden.

28:e Septemb:r

Gedaan versoek bij Land Drost en heem Raaden van Swellendam om een Predikant in voorsz: Colonie te moogen hebben.

Waarop best gedagt sijnde tot het Verrigten van den Gods Dienst aldaar voor eerst een Persoon als Voorleeser en School meester te plaatsen.

Is vervolgens tot het een en ander den Persoon van Christoffel Keurigheijm aangesteld.

Aan eenige Burgers ijder een Stuk Huijs Erffs in deese Tafel Valleij in Eijgendom gegeeven.

Seekere gesententieerde Slaaf van den Landbouwer Gabriel Rossouw Zal voor de gevallene proces Kosten bij D’ E Comp: in Eijgendom aangenoomen werden.

Memorie eeniger gebrookene Ruijten mitsgaders gestorvene Leijff Eijgenen en verrekt Beestiaal Der E: Comp:

Welk een en ander bij de Negotie Boeken Der E: Comp: zal werden afgeschreeven.

Cornelis van Rooijen in desselfs voorige Officie van Rittmeester herstelt en tot alle verdere Burgerlijke Bedieningen weederom emploijabel verclaard.

21: October

Benoemde Gecommitteerd:s tot het Bijwoonen van de Burger Wapenschouwing aan Stellenbosch .

16: Novemb:r

Lectuure van het Geagt aanschrijvens der Heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam van den 3:n Julij deeses Jaars.

Wat daarop ten opsigte der jongst van hier gesondene Constantia wijnen sal werden gereschribeert.

Gedaane Communicatie bij den Heer Gouverneur weegens de door Sijn Edele g’ordonneerde Commissie tot het Examineeren der in de Saldanhabaaij gevonden werdende Kalksteen.

Schriftelijke Rapport ‘t welk dien aangaande door de daartoe gebruijkte Gecommiteerdens is overgeleevert.

Genoomen Besluijt om de voorsz: Steenen met ‘S Comp:s vaartuijgen herwaarts te Laaten aanbrengen en met het branden van kalk daarvan hier ter Plaatse een Proeff te doen neemen.

Seeker aan Den E: Corn:s Eelders uijtgegeeven Huijss Erff binnen de Ringmuur van ‘t Hospitaal Leggende.

Sal de daarvan gedaane Beleening Ingetrocken en de verleende Erff Brieff G’roijeert worden.

Den Opperstuurman van het Schip Oosthuijsen in plaatse van den Overleedenen Jan Thuijnman tot Schipper op dien Boodem bevordert.

Aangestelde Officieren onder De Comp: Vrij swarten alhier.

25: novemb:r

Verkiesing van Heem Raden voor Swellendam in Steede der uijtgediende.

Weegens het ongeregeld Gedrag Eeniger op Commando uijtgeweest Zijnde Ingezeetenen.

Sullen Land Drost en Heem Raaden tot Swellendam Voorm:d bij missive g’ordonneert werden die Persoonen uijt naame deeser Regeering scherpelijk te Reprocheeren.

Ver Chansing van de Boekhouders der aanweesende Scheepen Lugtenburg en Oosthuijsen met de Reedenen van dien.

Sijnde aan den Major Herbort Geaccordeert sijn Reijse met Eerstgem:e Boodem na Batavia te vervorderen.

Reedenen waarom met Lugtenburg een parthij Tarw uijt den voorraad deeses Gouvernements naar Batavia sal werden afgesonden.

Seeker Request door den alhier gerelegueerde koning van Manquitos aan Haar Hoog Edelens tot Batavia gerigt, sal p:r eerste occatie derwaarts overgezonden werden.

7: December

Lasten en winsten in het afgeweekene Boekjaar ter deeser plaatse gevallen.

Oorsaaken waaruijt ‘t een en ander is Voortgevloeijt.

Aanstelling van nieuwe Leeden in de Respect:e Collegien in steede der uijtgediende.

Waarschouwing aan kercken Raade in ‘t Land van Waveren te doen, waarvoor deselve sig in ‘t vervolg van tijd bij Electie of nominatie van nieuwe Leeden sullen hebben te wagten.

Gedaan versoek bij eenen Aroe Toepassereij om van het Robben Eijland gelargeert te werden en Sig hier aan de Caab te moogen neederzetten.

‘T welk met d’ eerste Scheeps Geleegentheijd aan de Heeren der Hooge Indische Regeering sal worden voorgedraagen.

Wat wijders in zijn faveur aan Haar Hoog Edelens sal geschreeven werden.

C. 129, pp. 22-34.

Dingsdag den {17510112} 12: Januarij 1751.

’s voormiddags alle present behalven Den E: Coopman en Secret:s Josephus de Grandpreez bij indispositie.

Gemerkt het aanweesend Engels Retour Schip D Elizabeth , niet alleen geduurende desselfs overwintering tot Rio de La goa meest alle desselfs ankers en touwen is quijt geraakt, Maar daarenboven ook nog sedert dies vertrek van fort S:t davids van desselfs Scheepelingen 52. Coppen door de dood verlooren en nog 25: Sieken hier ter plaatse aangebragt heeft, en dienvolgens Sig omtrent het een en ander in Sodanigen verleegentheijd komt te bevinden, dat dat Schip, bij aldien aan het Selve ter deeser plaatse niet eenige Adsistentie, principaal van volk, wierde toegebragt buijten Staat Soude weesen om desselfs vooijagie van hier naar Engeland te kunnen vervorderen; heeft men dierhalven op het versoek van den Cap:t Eduard Wills, voerende dat Schip D Elizabeth , moeten besluijten dat aan die kiel 2:e gesort:e swaare ankers en 1: d:o Touw teegens een Capitaal advans volgens gebruijk sullen verstrekt mitsg:s nog Twintig Zeevarende persoonen uijt dit Gouvernement bijgeset worden, onder Conditie ten opsigte van de Laatste, dat door gesegden Cap:tn alvoorens sal moeten te goed gedaan en betaald werden, het geene die manschap nog aan d’ E Comp: mogten debet en ten agteren Staan, en wijders dat door die Mattroosen bij het Contract door deselve met voorseijden Cap:n weegens haare gagie te passeeren, ook sal moeten worden gerenuntieert van alle Actie en Pretentie die sij op D’ E Comp:e ‘t Sij uijt hoofde van gagie ofte premie souden mogen gehad hebben, des sal aan die persoonen het geene deselve weegens verdiende maandgelden bij D’ E Comp:e te goed hebben, aan hun ter deeser Plaatse ten vollen werden afbetaalt.

Den Schipper van het ter rheede Leggend’ uijtkomend Schip Zaamslag Jacob Hogermoole op de herwaarts reijse sijnde komen te overleijden, is in desselfs plaats op de nadere approbatie van haar Hoog Edelens tot Batavia weederom tot Schipper op die Kiel bevordert, den daar op bescheijdene opperstuurman Leendert fruijt van Hertog van Vlissingen, in wiens plaats weederom tot opperstuurman is aangesteld den onderdito Christiaan Bremer van Colberg, en sijn voorts op dat Schip nog sodanige verbeeteringen meerder gedaan, als bij de notulen van huijdigen datum naderkomt te blijken:

Naar Resumptie der Extracten uijt de Resolutien van haar Hoog Edelens de heeren der hooge Indiaase regeering dewelke Circulair naar de resp: gouvernementen en buijten Comptoiren afgesonden en met het onlangs gearriveerde Provisieschip de Vreede alhier aangebragt syn, is gearresteert dat derselver inhoude in allen deelen hier ter plaatse sullen moeten worden agtervolgt, en wijders dat men so bij het doen der publicque gebeeden, als bij de geslaagen wordende sententiën en vonnissen bij de resp: Regtbanken alhier, sig van de volgende bewoordingen sal moeten bedienen, als.

In de vonnissen

Doende Regt, uijt naam ende van weegens de Hoog Mog: Heeren Staaten generaal der ver Eenigde Neederlanden mitsgaders van sijn Doorlugtigste Hoogheijd, den Heeren Prince van orange en Nassauw als Erfstadhouder van de Republicq, onsen Oppergouverneur, Capitain en Admiraal Generaal.

En voorts bij het Gebed.

Voor haar Hoog Mogende De heeren Staten Generaal der ver Eenigde Neederlanden, onse hoogste en Souveraine overheijd, sijne Doorlugtigste Hoogheijd den Heere Prince van orange en Nassauw als Erfstadhouder van de Republicq, onsen opper gouverneur, Capitain en Admiraal generaal, de wel Edele hoog Agtb: Heeren Bewindhebberen van de Oost-Indische Comp:e onse bysondere heeren en Meesteren, sijn Exellentie den Hoog Edelen Heere Gouverneur Generaal, ende de Edele Heeren raaden van Neederlands India, en insonderheijd voor den Edelen Heer Gouverneur en E Agtb: Raad van deese plaats.

En heeft den Heer Gouverneur Swellengrebel vervolgens ten belange van het gearresteerde bij voorwaarts geciteerde Resolutie van den 10: Julij pass:o spreekende van het Stellen van borgtogt door de repatrieerende persoonen die Eenige Administratie hebben gehad, gedeclareert, dat sijn Edele ter voldoening van het geordonneerde bij die resolutie, hier ter plaatse onder desselfs gemagtigdens, selfs meer dan de aan de resp: gouverneurs opgelegde somma van 10000 Rijxd:s sal laaten berusten.

Op de Requesten heeden in raade geproduceert is aan de onderstaande persoonen geaccordeert als volgt.

Aan den Landdrost Jan Andries Horak, om ter obtenue van de qualiteijt en gagie van onderkoopman, een versoekschrift onder sComp:s papieren aan de Heeren Majores te mogen oversenden, tot faciliteering van het welke verstaan is, dat ten sijnen faveure van hier favorabel sal werden geschreven.

Aan Jan Laurens Bestbier, Cornelis Heufke, en de wed:e wijlen Hendrik Oostwald Eksteen, om derselver kinderen in naamen Johan Nicolaas en Hendrik Oloff Bestbier, Cornelis heufke, Mitsg:s Michiel Casparus en Paulus Henricus Eksteen, onder betaaling van het daar toe staande transport en Costgeld met eenige der aanweesende retour Scheepen van hier naar het vaderland te mogen oversenden.

Aan den Verlosten Scheepstimmerman Anthonij van der Meij om desselfs huijsvrouw en kind met sig naar Europa te mogen meede neemen.

Ook is op het hier toe meede in Schriptens gedaane versoek bij den burger Pieter van breda aan denselven in Eijgendom gegeven, seker Stukje Thuijn land desselfs thuijn in deese tafel valleij geleegen, annex, groot Een Morgen, 31: quad’t roeden en 9 d:o voeten onder Conditie nogtans, dat hij soo als dit ten opsigte van diergelijke Landereijen gebruijkelijk is, Jaarlyx twee Rijxd:s voor de morgen aan d E Comp:e sal moeten betaalen.

Sijnde ten opsigte van ‘t gepresenteert Request bij den Chinees Djie-Si-En, houdende versoek om te mogen genieten het gunstig voorschrijvens deeser Regering aan de heeren der hooge Indische Regeeringe, ten Eijnde hij van desselfs Jegenwoordig bannissement mogt ontslagen en aan hem voorts gepermitteert werden, weederom naar Batavia te rugge te keeren; goedgevonden en verstaan, dat dat versoek schrift soo als het selve Legt, aan welgem: heeren der hooge Indiaassche Regering sal werden gesuppediteerd.

Wijders wierd door den Heer Rijk Tulbagh te kennen gegeven, hoe dat niet teegenstaande volgens de algemeene gerugten, het Jongste graangewasch door des heeren Zeegen naar wensch is komen uijt te vallen, Egter tot sijn Edelens groote verwondering daar van voor als nog geen naamwaardige quantiteijt in s:Comp:s Maguazijnen is off word aangebragt, nog ordonnantiën tot Leeveringe van dien versogt, waar uijt men dan met reeden soude moeten Sustineeren, dat dat graan door particuliere werd opgekogt om het selve vervolgens op hope van gewin, uijt het Land te doen vervoeren; t welk soo synde, in vervolg van tijd bij een Slegt gewasch /:dat godt verhoede:/ van Seer nadeelige gevolgen soude kunnen sijn; waarop gereflecteert en daarbij in aanmerkinge genomen synde, dat men thans met al het in sComp:s Maguasynen gevonden wordende graan, daar onder begreepen de Rijst dewelke met de aanweesende drie provisie Scheepen is aangebragt; den geordonneerden voorraad voor dit gouvernement nog niet kan vinden, is dierhalven aan den heer Fiscaal op het Serieuste gedemandeert, door alle Mogelijke Middelen te beletten, dat ‘er geen deminste quantiteijt Coorn door particuliere t sij met onse eijgene off vreemde Scheepen van hier vervoerd werd.

Laatstelijk sijn ter vergadering nagesien eenige versoek schriften geannexeert met de procuratien en Zoldij Reecq:n van de onderstaande persoonen tendeerende om permissie te mogen erlangen tot dies versendinge aan haare gemagtigdens in het vaderland teweeten.

In welkers opsigte best gedagt is dat deselve sullen worden gestelt in handen van den heer Independent, Fiscaal Pieter Rheede van oudshoorn om daar meede volgens de ordre der E Comp:e te handelen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Mij Present O M Bergh E g clercq

C. 129, pp. 35-51.

Donderdag den {17510121} 21: Januarij 1751:

S voormiddags alle present, uytgenomen D’ Heeren Pieter Reede van oudshoorn en Isacq Meynertshagen.

Heeft den Heer hoofd administrateur met versoek van daar op dispositie te mogen erlangen, in vergaderinge geproduceert de onderstaande memorie van het te kort komende en gebrookene op de Lading van het aanweesend provisie Schip De voorsigtigheijd Luijdende als volgt.

‘Memorie van de nabesz: Candij Zuijker, Estricken, Swartte Smalle halve Zouratse Baftas, Arak, waks en waks kaarssen, met het provisie Schip De voorsigtigheijd aan gebragt, soo te kort gebrooken, als bij pijling minder bevonden, gelijk te sien is bij de verklaring van gecommiteerd:s hier annex Namentlijk.’


1675: lb Candij Zuijker bij naweegen van 30141: lb off 89. Cann:s Zynde 5 5/8: p:r C:to Sch:s
1677: p:s Estricken van 16: d:m op 3000: p:s gebrooken en zynde 56: p:r C:to Sch:s
1: pak N:o 428: off 458: daar in volgens factuur moeten zyn 250:p:s Baftaas Swartte Smalle halve Souratse dog bij welkers opening van N:o 428: bevonden is te weesen 120: p:s Baftas Swartte Smalle heele Zouratse , gelyk ook het afpak briefje van dien komt aan te toonen.
32: lb wax bij naweegen van 500: lb te kort zijnde 6 2/5: p:r C:to Netto.
69: lb waks kaarssen bij naweegen van 1500: lb te kort zijnde 4 3/5: p:r C:to netto.
6018: kann: arack op 80: Leggers als

1675: lb Candij Zuijker bij naweegen van 30141: lb off 89. Cann:s Zynde 5 5/8: p:r C:to Sch:s
1677: p:s Estricken van 16: d:m op 3000: p:s gebrooken en zynde 56: p:r C:to Sch:s
1: pak N:o 428: off 458: daar in volgens factuur moeten zyn 250:p:s Baftaas Swartte Smalle halve Souratse dog bij welkers opening van N:o 428: bevonden is te weesen 120: p:s Baftas Swartte Smalle heele Zouratse , gelyk ook het afpak briefje van dien komt aan te toonen.
32: lb wax bij naweegen van 500: lb te kort zijnde 6 2/5: p:r C:to Netto.
69: lb waks kaarssen bij naweegen van 1500: lb te kort zijnde 4 3/5: p:r C:to netto.
6018: kann: arack op 80: Leggers als

’/:onderstond:/’

‘Int Casteel de goedehoop den 21: Janu:ij 1751: /was geteekend:/ R Tulbagh.’

Welke papier geresumeert weesende gaff den heer Gouverneur Hendrik Swellengrebel vervolgens te kennen, dat hij, alvoorens een begin wierd gemaakt met het ontlossen van dien bodem, volgens gebruijk gecommiteerdens hadde gestelt om de Stuagie van de Laading van dat Schip Devoorsigtigheijd te visiteeren de welke van haare bevindinge het onderstaande rapport hebben ingelevert.

‘Den Wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van Neederlands India en Gouverneur van Cabo de goede hoop met den ressorte van dien &:a &:a &:a’

‘Ons ondergeteekende Expres hebbende gelieven te Commiteeren omme naauwkeurig te visiteeren, off de aracq Leggers dewelke in t ter rheede Leggende provisie schip Devoorsigtigheijd , voor dit gouvernement syn afgeladen, wel en na behooren afgestuuwt en gegarniert Leggen, so verklaaren wij na Exacte gedaane visitatie bevonden te hebben, dat de voorsz: Aracq leggers, wel en na behooren afgestuuwt en gegarniert waaren Leggende En hier meede gedenkende aan de geEerde Intentie van Uwe Wel Edele Gestr: te hebben voldaan soo laaten wij deesen dienen voor Eerbiedig Rapport’

’/:onderstond:/’

‘Cabo de goede hoop den 25: 9ber: 1750: /:was geteekend:/ Hend:k de Ruijter P:r Ligthart J:n C:l Tiede’

Waar na meede is geleesen geworden de Schriftelijke verantwoordinge op voorseijde Memorie van den Cap:n vandie kiel Cornelis de quak synde van den volgenden inhoud als.

‘Den Wel Edelen Gestrengen Heer Hendrik Swellengrebel, Raad Extraordinaris van Neederlands India gouverneur in Loco &:a &:a den ondergeteekende namentlijk den Capitain ter Zee van t Schip Devoorsigtigheijd , hebbende gelieven te ordonneeren omme behoorelijk te verantwoorden waar door de minderheeden en defecten op die Lading met voorm:te bodem voor dit gouvernement aangebragt zijn ontstaan; So verklaare ik de oorsaak daarvan te zijn als in Margine deeser staan aangehaalt, bestaande devoorsz: minderheeden en defecten in het volgende; te weeten.’


De minderheijd van de Candij Zuijker is ontstaan door dien deselve inde maand Maij a:o pass:to tot Batavia in deesen bodem niet alleen vogtig is afgescheept maar ook op de togt langs de Javaase kusten bij t inladen van de houtwerken tot de onderlaag, die seer nat waaren, als meede door het veele water dat bij een Swaare Storm die deesen bodem tussen Madagascar en de Caab heeft uijtgestaan in het ruijm gekomen aan t smelten is geraakt gelyk sulx bij het sijperen der Siroop uijt de Cann:s en de vogtigheijd derselver komt te blijken. { 1675: lb Candij Zuijker bij na weegen van 30141: lb off 89. Cann:s te kort zijnde 5 5/8: p:r C:to Sch:s.
De vloerstenen belangende zijn deselve meede in de Maand Maij voorsz: in deesen bodem afgescheept en toen reets volgens verklaaring van Scheeps officieren 126 p:s gebrooken aan boord gebragt, en hoe sorgvuldig men ook deselve heeft weggestuuwt egter niet kunnen beletten dat door het veel vuldige verwerken derselver bij t inneemen der houtwaaren op Java en brosheijd van die steenen, door het swaar arbijden van t Schip in den Storm voorn: als meede bij het ontlossen alhier en over voeren met de Lands boodts ter deeser rheede soveel syn komen te breeken, en vergruijsen. { 1677: p:s Estricken van 16: d:m op 3000: p:s gebrooken zijnde 56: p:r C:to Sch:s.
De wannigheijd op de aracq betreffende heb ik die meede in de Maand Maij a:o pass:to tot Batavia in gescheept en daarmeede na Java gezeijlt om het houtwerk als boven gesegt in te laaden, bij welkers in laadinge die Leggers dikwils hebben moet en verwerkt worden als wanneer men ondeckte dat gem: Leggers seer slegt en vol wurm gaaten waaren, waar door sowel, als door het swaare weer dat deesen bodem heeft ontmoet, deese minderheijd is komen te ontstaan, gelyk blijkt bijde verclaaring van Scheeps offiCieren hier annex; zijnde andersints de Leggers behoorelijk afgestuuw 't geweest, so als t rapport aan Uwe Wel Edele Gestr: en E Agtb:e door geCommitteerdens omtrent de daar over gedaane Examinatie komt te dicteeren. { 6018: Kann: aracq op 80 Leggers als
Wat aangaat het pak n:o 428: off 458: is mij deselve, so afgepakt, gemerkt en besz: als ik die alhier weederom ontlost hebbe, op Batavia overhandigt geworden. { 1: pak N:o 428: off 458: daar in volgens faCtuur moeten zyn 250: p:s Baftas Swartte smalle halve Zouratsse , dog bij welkers opening van N:o 428: bevonden is te weesen 120: p:s Baftas Swartte smalle heele Zouratse , gelyk ook t afpak briefjen van dien komt aan te toonen.
De minderheijd van t waks komt te ontsaan door het indroogen, over en weer verwerken aan boord als meede door het uijt eeten der kackerlacken, zijnde mij het selven op Batavia geheel vers en Slik vogtig toegewoogen geworden. { 32: lb Waks bij naweeging van 500: lb te kort zynde 6 2/5: p:r C:to netto.
Desgelyks de waks kaarssen die mij meede op Batavia geheel vers zyn toe gewoogen en in kassen afgepakt geworden; welke Cassen ik alhier weederom wel geConditioneert heb overgelevert, zijn de gevolglyk de minderheyd van dien door het uijtsweeten en indrogen derselver ontstaan. { 96: lb Dito kaarssen bij nawegen van 1500: lb te kort zijnde 4 3/5. p:r C:to netto.

De minderheijd van de Candij Zuijker is ontstaan door dien deselve inde maand Maij a:o pass:to tot Batavia in deesen bodem niet alleen vogtig is afgescheept maar ook op de togt langs de Javaase kusten bij t inladen van de houtwerken tot de onderlaag, die seer nat waaren, als meede door het veele water dat bij een Swaare Storm die deesen bodem tussen Madagascar en de Caab heeft uijtgestaan in het ruijm gekomen aan t smelten is geraakt gelyk sulx bij het sijperen der Siroop uijt de Cann:s en de vogtigheijd derselver komt te blijken. { 1675: lb Candij Zuijker bij na weegen van 30141: lb off 89. Cann:s te kort zijnde 5 5/8: p:r C:to Sch:s.
De vloerstenen belangende zijn deselve meede in de Maand Maij voorsz: in deesen bodem afgescheept en toen reets volgens verklaaring van Scheeps officieren 126 p:s gebrooken aan boord gebragt, en hoe sorgvuldig men ook deselve heeft weggestuuwt egter niet kunnen beletten dat door het veel vuldige verwerken derselver bij t inneemen der houtwaaren op Java en brosheijd van die steenen, door het swaar arbijden van t Schip in den Storm voorn: als meede bij het ontlossen alhier en over voeren met de Lands boodts ter deeser rheede soveel syn komen te breeken, en vergruijsen. { 1677: p:s Estricken van 16: d:m op 3000: p:s gebrooken zijnde 56: p:r C:to Sch:s.
De wannigheijd op de aracq betreffende heb ik die meede in de Maand Maij a:o pass:to tot Batavia in gescheept en daarmeede na Java gezeijlt om het houtwerk als boven gesegt in te laaden, bij welkers in laadinge die Leggers dikwils hebben moet en verwerkt worden als wanneer men ondeckte dat gem: Leggers seer slegt en vol wurm gaaten waaren, waar door sowel, als door het swaare weer dat deesen bodem heeft ontmoet, deese minderheijd is komen te ontstaan, gelyk blijkt bijde verclaaring van Scheeps offiCieren hier annex; zijnde andersints de Leggers behoorelijk afgestuuw 't geweest, so als t rapport aan Uwe Wel Edele Gestr: en E Agtb:e door geCommitteerdens omtrent de daar over gedaane Examinatie komt te dicteeren. { 6018: Kann: aracq op 80 Leggers als
Wat aangaat het pak n:o 428: off 458: is mij deselve, so afgepakt, gemerkt en besz: als ik die alhier weederom ontlost hebbe, op Batavia overhandigt geworden. { 1: pak N:o 428: off 458: daar in volgens faCtuur moeten zyn 250: p:s Baftas Swartte smalle halve Zouratsse , dog bij welkers opening van N:o 428: bevonden is te weesen 120: p:s Baftas Swartte smalle heele Zouratse , gelyk ook t afpak briefjen van dien komt aan te toonen.
De minderheijd van t waks komt te ontsaan door het indroogen, over en weer verwerken aan boord als meede door het uijt eeten der kackerlacken, zijnde mij het selven op Batavia geheel vers en Slik vogtig toegewoogen geworden. { 32: lb Waks bij naweeging van 500: lb te kort zynde 6 2/5: p:r C:to netto.
Desgelyks de waks kaarssen die mij meede op Batavia geheel vers zyn toe gewoogen en in kassen afgepakt geworden; welke Cassen ik alhier weederom wel geConditioneert heb overgelevert, zijn de gevolglyk de minderheyd van dien door het uijtsweeten en indrogen derselver ontstaan. { 96: lb Dito kaarssen bij nawegen van 1500: lb te kort zijnde 4 3/5. p:r C:to netto.

‘Sullende Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: uijt het in Margine deeses’

‘gestelde klaarlijk de waaragtige reedenen kunnen beoogen, waardoor de minderheeden en defecten der vorsz: goederen haaren oorsprong hebben om welke reedenen den ondergeteekende op de Eerbiedigste wijse versoekt /:als een dienaar die de E Comp: sedert dat hij deselve gedient heeft, altoos trouw en Eerlijk heeft behandelt:/ dat hij voor gem: minderheeden en defecten der voorsz: goederen niet mag werden belast. /:onderstond:/ Int Schip Devoorsigtigheijd den 18: Janu:ij 1751: /:was geteekent:/ C:s De Quak.’

En is na dat op alle de gemelde Schriftuuren was geleth, verstaan dat het te kort komende op de Candij suijker, aracq, wax en waxkaarssen als niet Exedeerende nevens de gebrookene Estricken sullen gepasseert en bij de negotie boeken deeses gouvernements afgeschreeven worden, te meer ten opsigte der voormelde Estricken, omdat deselve nog hier en daar sullen kunnen te pas komen off wel met eenige winst verkogt worden.

Bij gelegentheijd dat de geslagene nieuwe Zeguls nade daar van van Batavia ingekregene ordonnantie, tans alhier overal daar het noodig is worden gebruijkt; in overweeging sijnde genomen, hoedanig nu soude dienen te worden gehandelt met de nog bij den Cassier in voorraad leggende Zeegels van de oude Stempeling, dewelke in verscheijde soorten bestaande en te samen bedragende rds. 804 1/4., bij dies vervaardiging bij de reek: van Slands gemeene middelen en in komsten als Contant sijn ingenomen en nu nog voort Loopen; so is ten dien reguarde best geoordeelt, dat men gedagte oude Zeegels met dies bedragen ter Somma so even gemeld; bij geCiteerde reek: van Slands gemeene Middelen en Inkomsten sal doen afschrijven en roijeeren, en voorts dat die oude Zeegels door deselfde geCommiteerdens uijt den Raad van Justitie alhier, die bij het Slaan der nieuwe hebben gevaCeert, ten overstaan van den heer Independ:t fiscaal sullen moeten gescheurt en vernietigt worden; welke oude Zegels volgens de diesweegens ingeleeverde Notitie bestaan in de volgende te weeten.

43. p:s van Rds. 3. Maakt rds. 129:
61: d:o d:o d:o 2: d:o d:o 122:
80: d:o d:o d:o 1 1/2 d:o d:o 120:
207: d:o d:o d:o 1: d:o d:o 207.
187: d:o d:o d:o 1/2: d:o d:o 93 1/2.
234: d:o d:o d:o 1/4: d:o d:o 58 1/2.
299. d:o d:o d:o 1/8: d:o d:o 37 3/8.
588: d:o d:o d:o 3/48 d:o d:o 36 3/4:
Ryxd:s 804 1/8.
43. p:s van Rds. 3. Maakt rds. 129:
61: d:o d:o d:o 2: d:o d:o 122:
80: d:o d:o d:o 1 1/2 d:o d:o 120:
207: d:o d:o d:o 1: d:o d:o 207.
187: d:o d:o d:o 1/2: d:o d:o 93 1/2.
234: d:o d:o d:o 1/4: d:o d:o 58 1/2.
299. d:o d:o d:o 1/8: d:o d:o 37 3/8.
588: d:o d:o d:o 3/48 d:o d:o 36 3/4:
Ryxd:s 804 1/8.

Sijnde wyders bij nadere resumptie van deprocuratie en Zoldij reecq waar van Mentie is gemaakt bij resolutie van den 12: deeser maand Januarij, komen te blijken dat deselve door den heer Independ:t fiscaal Pieter reede van oudshoorn, ondersogt en wel bevonden sijn; weshalven is aan dies eygenaars gepermitteert deselve procuratien en soldij reecq:s aan haare vrienden en gemagtigdens in het vaderland te mogen oversenden.

Laatstelijk sijn in vergaderinge naar gesien de reekeningen der armen gelderen van de Caab, Stellenbosch , Drakensteijn , het Land van Waveren en het Swart Land ; in welkers opsigte gearresteert is dat deselve na gewoonte naar het vaderland sullen overgesonden worden Luijdende voorseijde reek: als volgt.


T Generaale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij Armen bestaat in T volgende
 
A:o 1750: p:mo Januarij was t Capitaal ƒ221283:12:
In dit Jaar bij Gekomen  
Aan almoesen ƒ5004:-:
d:o Grafsteeden d:o 1101:12:
d:o Armbossen d:o 246:16:
d:o Intresten d:o 9726:04:
d:o Testamentaire en Lieberaale Giften d:o 80:-:
d:o verhuurde gestoeltens d:o 88:16:
d:o winst en verlies d:o 900:05:
d:o Vonnissen d:o 60:-: ƒ17207:13:
  d:o 238491:05:
Gaat aff
Aan Onkosten der Armen d:o 10174:08:
d:o d:o d:o Kerk d:o 1887:12: d:o 12062:-:
Blijft onder ult:o decemb:r A:o 1750: ƒ226429:05:
Bestaande in de volgende parthijen als
Aan Cassa over Restant:d ƒ5079:03:
d:o Obligatien en Custingbrieven d:o 163297:12:
d:o Agterstallige Intressten d:o 16405:06: d:o184782:01:
d:o Ornamenten tot de Kerk ƒ1099:10:
d:o Huijsen over bouwstoffen d:o 12547:14:
d:o De diaconij van Stellenbosch d:o 3200:-:
d:o d:o d:o T Land van Waveren d:o 10900:-:
d:o d:o d:o Swart Land d:o 14400:-: d:o 41647:04:
Somma ƒ226429:05:

T Generaale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij Armen bestaat in T volgende
 
A:o 1750: p:mo Januarij was t Capitaal ƒ221283:12:
In dit Jaar bij Gekomen  
Aan almoesen ƒ5004:-:
d:o Grafsteeden d:o 1101:12:
d:o Armbossen d:o 246:16:
d:o Intresten d:o 9726:04:
d:o Testamentaire en Lieberaale Giften d:o 80:-:
d:o verhuurde gestoeltens d:o 88:16:
d:o winst en verlies d:o 900:05:
d:o Vonnissen d:o 60:-: ƒ17207:13:
  d:o 238491:05:
Gaat aff
Aan Onkosten der Armen d:o 10174:08:
d:o d:o d:o Kerk d:o 1887:12: d:o 12062:-:
Blijft onder ult:o decemb:r A:o 1750: ƒ226429:05:
Bestaande in de volgende parthijen als
Aan Cassa over Restant:d ƒ5079:03:
d:o Obligatien en Custingbrieven d:o 163297:12:
d:o Agterstallige Intressten d:o 16405:06: d:o184782:01:
d:o Ornamenten tot de Kerk ƒ1099:10:
d:o Huijsen over bouwstoffen d:o 12547:14:
d:o De diaconij van Stellenbosch d:o 3200:-:
d:o d:o d:o T Land van Waveren d:o 10900:-:
d:o d:o d:o Swart Land d:o 14400:-: d:o 41647:04:
Somma ƒ226429:05:

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gedaan en Getransporteert in Kerkenraade Aan Cabo de Goedehoop ten overstaan van mij ondergeteekende, als Commissaris politicq Adij den 25: Januarij A:o 1751: /:was getekent:/ R: Tulbagh.’


Cassa Reekening der Armen Gelde so bevonden is op ult:o December 1750:
 
Debet
Uitgegeven aan Alimentatien en diverse benodigtheeden &:a ƒ2568:04:
Van haar Eerw:e de Kerkenraade van Cabo ter Leen ontfangen, de Somma van ƒ4000:-:
 
Credit
Bij t sluijten der voorige Jaarse reek: is er aan Contanten
p:r restand in Cassa gebleeven ƒ3105:08:
Onder de godsdienst in t Jaar 1750: ontfangen d:o 429:01:
Nog weegens Intressen, giften, Kerke geregtigheeden &:a d:o 1789:01:
Somma ƒ5323:10:
Uijtgaaff hier van afgetrokken d:o 2568:04:
So resteert in Cassa in Contanten ƒ2755:06:
Aan uijtstaande penn: Volgens obligatien d:o 5820:
Nog weegens verscheenen Intressen d:o 469:04:
De kerkelijke ornamenten d:o 240:-:
Somma ƒ9284:10:
Het nevenstaande hiervan afgetrokken d:o 4000:-:
So Resteerd nog het Capitaal der Armen ƒ5284:10:

Cassa Reekening der Armen Gelde so bevonden is op ult:o December 1750:
 
Debet
Uitgegeven aan Alimentatien en diverse benodigtheeden &:a ƒ2568:04:
Van haar Eerw:e de Kerkenraade van Cabo ter Leen ontfangen, de Somma van ƒ4000:-:
 
Credit
Bij t sluijten der voorige Jaarse reek: is er aan Contanten
p:r restand in Cassa gebleeven ƒ3105:08:
Onder de godsdienst in t Jaar 1750: ontfangen d:o 429:01:
Nog weegens Intressen, giften, Kerke geregtigheeden &:a d:o 1789:01:
Somma ƒ5323:10:
Uijtgaaff hier van afgetrokken d:o 2568:04:
So resteert in Cassa in Contanten ƒ2755:06:
Aan uijtstaande penn: Volgens obligatien d:o 5820:
Nog weegens verscheenen Intressen d:o 469:04:
De kerkelijke ornamenten d:o 240:-:
Somma ƒ9284:10:
Het nevenstaande hiervan afgetrokken d:o 4000:-:
So Resteerd nog het Capitaal der Armen ƒ5284:10:

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gedaan en Nagesien in Kerke vergadering aan Stellenbosch en 10: Januarij 1751: /:was geteekend:/ W:m V:n As, H: E: Blackenberg, G: V: D: Bijl, H:k Cloete A: Faure, D:k D:e Vos.’


Cassa Reekening der Armen Gelden aan Drakensteyn soals bevonden is ult.o Decemb:r 1750:
 
Contant in Cassa gelaaten voor t Jaar 1750: ƒ15439:02:
Onder den godsdienst ontfangen d:o 853:13:
Aan een afgelegde Scheepekennis d:o 1300:-:
d:o verscheene Intressten en kerkhofs geregtigheeden d:o 456:14:
  ƒ18049:13:
Uytgave van T Jaar 1750:
Aan Colonie van Stellenbosch en Drakensteijn betaalt voor een huijs ten dienste van de Drakensteynsche Diaconij d:o 5000:-:
Aan S heeren Geregtigheyd en transport der Segels. d:o 134:-:
P:r obligatie d:o 500:-:
Aan houtwerk tot des voorleesers woninge d:o 900:-:
d:o alimentatie en diverse benodigtheeden d:o 1026:12:
  ƒ7560:12:
Blyft in Cassa aan Contanten voor t Jaar 1751: d:o 10489:01:
Aan scheepekennissen en obligatien d:o 10200:-:
  ƒ20689:01:

Cassa Reekening der Armen Gelden aan Drakensteyn soals bevonden is ult.o Decemb:r 1750:
 
Contant in Cassa gelaaten voor t Jaar 1750: ƒ15439:02:
Onder den godsdienst ontfangen d:o 853:13:
Aan een afgelegde Scheepekennis d:o 1300:-:
d:o verscheene Intressten en kerkhofs geregtigheeden d:o 456:14:
  ƒ18049:13:
Uytgave van T Jaar 1750:
Aan Colonie van Stellenbosch en Drakensteijn betaalt voor een huijs ten dienste van de Drakensteynsche Diaconij d:o 5000:-:
Aan S heeren Geregtigheyd en transport der Segels. d:o 134:-:
P:r obligatie d:o 500:-:
Aan houtwerk tot des voorleesers woninge d:o 900:-:
d:o alimentatie en diverse benodigtheeden d:o 1026:12:
  ƒ7560:12:
Blyft in Cassa aan Contanten voor t Jaar 1751: d:o 10489:01:
Aan scheepekennissen en obligatien d:o 10200:-:
  ƒ20689:01:

’/:onderstond:/’

Drakensteyn den 3. Januarij 1751: /:was geteekent:/ S:V: Echten, V: D. M, Steven Marais, Jan Blignaut, Pieter du Toit, J:s A:s Theron, Roeloff van der Merwe J:b Marais, Daniel Rossouw.’


Cassa Rekening der Arme Gelderen so bevonden is in T Land van Waaveren onder ult:o DeCemb:r 1750:
 
Onder ult:o DeCemb:r 1749. resteerde aan Contant geduurende dit Jaar daar bijgekomen ƒ2368:12:
Aan Collecten d:o 237:-:
  d:o 2705:12:
Daarvan is weederom volgens ingeleeverde reek:n tot op bouw van Kerk en predikantshuijs voor Materiaalen en arbeijdsloon etc:a en andersints uytgegeven d:o 2083:10:
Rest ƒ622:02:
Daaren teegens is die Kerk aan die van Cabo de Goede hoop debet d:o 13000:-:
Waarvan t bovenstaande afgetrokken d:o 622:02:
So blyven wij thans ten agteren Indische valuatie d:o 12378:02:

Cassa Rekening der Arme Gelderen so bevonden is in T Land van Waaveren onder ult:o DeCemb:r 1750:
 
Onder ult:o DeCemb:r 1749. resteerde aan Contant geduurende dit Jaar daar bijgekomen ƒ2368:12:
Aan Collecten d:o 237:-:
  d:o 2705:12:
Daarvan is weederom volgens ingeleeverde reek:n tot op bouw van Kerk en predikantshuijs voor Materiaalen en arbeijdsloon etc:a en andersints uytgegeven d:o 2083:10:
Rest ƒ622:02:
Daaren teegens is die Kerk aan die van Cabo de Goede hoop debet d:o 13000:-:
Waarvan t bovenstaande afgetrokken d:o 622:02:
So blyven wij thans ten agteren Indische valuatie d:o 12378:02:

’/:onderstond:/’

‘Aldus gedaan en nagesien in onse kerkelyke vergaderinge, In t Land van waveren A:o 1750: sub ult:o DeCember /:was geteekent:/ A: M: Meiring, Eccls: Frans du toij, Gerrit van der merwe, Jacobus de wet, Hercules de pree.’


Cassa reekening der Arme Gelde so bevonden is op ultimo December 1750:
 
Debet
Uitgegeven aan diversse benodigtheeden ƒ4707:14:
In leen van haar Eerw: de kerken raaden van Cabo  
de Somma ƒ18000:-:
 
Credit
Bij t sluijten der voorige Jaarse reek: is p:r restant in Cassa gebleeven ƒ1112:-:
Onder de godsdienst ontfangen in t Jaar 1750 d:o 565:12:
Nog weegens Kerkegeregtigheijt willige giften &:a d:o 285:06:
Nog opgenomen d:o 3000:-:
Somma ƒ4963:02:
uijtgaaff hiervan afgetrok:n d:o 4707:14:
So resteert in Cassa aan Contanten d:o 255:04:
Dit restant van t neevenstaande afgetrokken d:o 18000:-:
So blijft de kerk nog deb: ƒ17744:12:

Cassa reekening der Arme Gelde so bevonden is op ultimo December 1750:
 
Debet
Uitgegeven aan diversse benodigtheeden ƒ4707:14:
In leen van haar Eerw: de kerken raaden van Cabo  
de Somma ƒ18000:-:
 
Credit
Bij t sluijten der voorige Jaarse reek: is p:r restant in Cassa gebleeven ƒ1112:-:
Onder de godsdienst ontfangen in t Jaar 1750 d:o 565:12:
Nog weegens Kerkegeregtigheijt willige giften &:a d:o 285:06:
Nog opgenomen d:o 3000:-:
Somma ƒ4963:02:
uijtgaaff hiervan afgetrok:n d:o 4707:14:
So resteert in Cassa aan Contanten d:o 255:04:
Dit restant van t neevenstaande afgetrokken d:o 18000:-:
So blijft de kerk nog deb: ƒ17744:12:

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gedaan en Nagezien in Kerkevergadering In t Swart land , den 7: Januarij 1751: /:was geteekent:/ Christiaan Benjamin Voltelen, V:D:M: Michiel Basson J:s A:s Laubser, P:r V:n Taak Paul Retif, Hugo Lambrechts, J Pool.’

Aldus Geresolveerd ende gearresteert Int Casteel De Goede hoop, Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s de grand preez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 52-60.

Dingsdag Den {17510125} 25: Januarij 1751:

S voormiddags alle present uytgenomen D E: Cornelis Eelders bij occupatie.

Met aandagt geleesen sijnde het geEert aanschrijvens der Heeren Majores van den 18:e September des voorleedenen Jaars, het welk met het aanweesend Schip Roosenburg alhier is aangebragt; is na rijpe deliberatie best en raadsaamst geoordeelt dat daar op in alle Eerbied sal worden gereScribeert, als.

Weegens dat de verpagting van ‘Slands gemeene Middelen en inkomsten na proportie dat de lasten toeneemen, meede niet komt te reijsen; dat sulx voort komt ter oorsaake dat SComp:s schepen geduurende drie maanden des Jaars off in de winter, in de Baaij fals moetende Leggen, door de pagters binnen dien tyd hier ter plaatse geen drank voor de komende en gaande Scheepelingen kan worden vertiert; waar bij nog komt de weijnige Consumptie die daar inne in de andere tyden van het Jaar, door deselve Scheepelingen om haaren armoed gedaan word.

Ten belange nu dat de aanbesteeding van het versch vleesch voor SComp:s Scheepen het hospitaal en verderen omslag alhier, in het jaar 1748: teegens Seven duijten het lb: en maar alleen voor een Jaar geschied synde, deselve het Jaar daar aan Schoon voor vier duijten meerder, Egter voor vijff Jaren was gegunt geworden, dat hier op tot onderdanigst berigt sal worden gegeven; dat wij die aan besteding de Eerste Maal ook gaarn voor vijff Jaaren souden hebben willen laaten geschieden, dog dat de Slagters als daar inne niet dan Schaade voor handen siende, die als doen niet Langer als voor een Jaar hebben willen aanneemen, en wyders dat gedagte Slagters so wel als andere deser Ingeseetenen, bij de selve aan besteeding in het jaar 1749. de Leverantie van versch vleesch aan d E Comp:e in het Eerst niet voor minder dan voor twee stuijvers het lb en dat nog voor vijff Jaaren, hebbende willen aanneemen; onder betuijging dat se bij de voorgaande aanbesteeding veel schaade hadden geleeden, en het hun dien volgens ondoenelijk was, niet alleen om het selve geslagt vlees weeder so goed koop te kunnen geeven als het Jaar bevoorens; maar ook om dies Leverantie voor soo een korten tijd van een Jaar nogmaals aan te neemen; ter saake dat deselve om goed vleesch aan SComp:s Scheepen, het hospitaal ensz: te kunnen Leeveren; een groot quantiteijt groff en kleyn vee met den Eersten moetende inkoopen en oversulx in swaare verschot weesen; sijlieden gevolgelyk niet als in het laatst de vrugten daar van kunnen genieten, daar se ter Contrarie als se met het Jaar moeten uijt scheijden niet dan verlies te verwagten hebben; men hier om met die aanbesteeding voor eerst hadde moeten uijtscheijden; synde het niet als na dat een dag off drie tusschen beijde waaren verloopen, dat deselve Slagters sig Eijndelijk en dat nog met veel moeijte hebben willen Laaten beweegen om meer gemelde Leverantie van versch vleesch voor S Comp:s omslag ter deeser plaatse tegens Elff duijten het pond aanteneemen Edog voor geen Minderen tijd dan voor vijff Jaaren; Ende dat nademaal dien prijs van Elff duijten ons niet te hoog voorquaam te meer so men daar bij vergelijkt dat de particulieren alhier daarvoor aan de Slagters twee Stuijvers moeten betaalen, wij hier om ter dier tijd voor den dienst der E Comp:e best hebben geoordeelt, die aanbesteeding invoegen als boven is gemeld, te Laaten geschieden.

Dat men Sig ten opsigte van het maaken van gort alhier eerbiedig sullende gedragen aan het ten dien reguarde ter needer gestelde bij ons onderdanig schrijvens van den 15: xber: 1749: verders met het visiteeren, der scheepen uijt China retourneerende ter deeser plaatse schult pligtig sal geContinueert, dog met het Examineeren der Journaalen van de uijtkomende Scheepen opgehouden worden.

Voorts dat het ontfangene nieuw gemaakte reglement, waar na sig de vanhier repatrieerende persoonen in het meede nemen van Kisten en bagagie sullen moeten reguleeren, momentelijk sal worden gepubliceert, geaffigeert en voorts omtrent de met de aanweesende retourscheepen thuijs vaarende persoonen in agt genomen; en dat men wyders het geordonneerde weegens het direct voor Bengalen te verwagt staande Schip en so meede het voor Ceijlon uijtkomend Schip Luxenburg en het verdeelen en plaatsen op deselve der Contanten dewelke met de scheepen van de presidiale Camer Amsterdam alhier staan aangebragt te worden pligt schuldig sal naarkomen; ondertusschen dat men voorthaan het woord assignatie in steede van wissel brieff, ten behoeve der geene die geld in SComp:s Cassa sullen komen te tellen sal gebruyken.

En aangaande de twee susters van de huijsvrouw van den geweesenen burger op Batavia Harrier protte felgenhouwer waar over de heeren en Meesteren komen te schryven, dat deselve nevens gesegde protte en desselfs huijsvrouw bereyts van hier naar het vaderland sijn vertrokken.

Ende ten laatsten dat de Heeren Meesteren uyt naame van den Landdrost Adriaan van Schoor, adjunct fiscaal Otto Luder Hemmij mitsgaders den gecommitteert Cassier Pieter Hacker, voor der selve bevorderinge tot ondercooplieden op het Eerbiedigst sullen bedankt worden.

Verders is in Steede van den nieuw geEligeerden gouverneur D heer Rijk Tulbagh weeder tot commissaris politicq aangestelt den Heer Secunde Sergius Swellengrebel synde van de gereformeerde religie; van het welke aan den Eerw: kerkenraade alhier bij missive kennisse sal worden gegeven.

Synde Laatstelyk aan den Burger weesmeester Jacob van Renen voor den tijd van vijfthien Jaren in Erffpagt gegeven een Stuk bouwland groot Twintig Morgen desselfs plaats genaamt De paarde valleij annex, mits dat voor elk morgen land Jaarlijx aan D E Comp:e sal moeten betaalen vier Schellingen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede Hoop, Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 61-83.

Dingsdag den {17510223} 23: februarij 1751.

‘svoormiddags alle present

Hebben Burgerraaden deeser plaatse, neevens Landdrosten en Heemraaden der buijten Districten, heeden in Scriptis gedient van haare Consideratien op het van haarl: gerequireerde bij Resolutie van den Eersten December des voorleedenen Jaars, noopende het meerder bevolken deeser Colonie, welke Schriftuuren nadat met aandagt waaren geleesen geworden, sijn bevonden te weesen, van den vervolgende inhoude als.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van Neederlands India, gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien, mitsgrs: Admiraal deeser Jaarsse Retourvloot &:a &:a beneevens den E: Agtb Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb. Heeren’

‘In opvolginge van het geEerd aanschrijvens van Uwe Wel Edele gestr: en E. Agtb: uijt derselver politicque vergadering van 1: December des even afgeweekenen Jaars 1750: aan het Collegie van Burgerraaden deeser steede gedemandeert, ten eijnde aan uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: te dienen van hunne Consideratien of ‘er namentlijk geen meerder familien als ‘er bereijts alhier sijn, hier te Lande hun bestaan niet souden kunnen vinden, met aantooning, door welk middel deselve bestaan de kost souden kunnen komen, en sulx niet doenlijk sijnde, de reedenen, diesweegens ter needer te stellen, neemen de ondergetekendens de vrijheijd Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: in alle Submissie te bedeelen, dat wij alles ter Materie dienende met behoorlijke attentie overdagt hebbende; het volstrekt onmogelijk oordeelen; Ja selfs van meeninge sijn dat het senden van familien na herwaarts veel eer een ruijne voor deese Caab weesen soude, omdat de armoede die alhier reets seer groot is, daar door nog soude werden vermeerdert, vermits het principaalste inkomen deeser Ingeseetenen voornamentlijk bestaat, in de passeerende Scheepelingen, soo van onse als vreemde Natien, te Logeeren, mitsg:s van de noodige Provisien tot soo lange en Swaare Reijzen van India, als te rug na ‘t Patria te voorsien, en waarbij deselve in vroeger Tijden een Eerlijk uijtkomen hadden, dog dat vervolgens van Tijd totTijd is komen te verminderen, na maate dat de geldeloosheijd van ‘t Scheepsvolk vermeerdert, ‘t gunt reets soo verre gaat, dat de meeste binnen Scheepsboort blijven, sonder eens bij gebrek van geld, aan de Wal te durven komen, en die geene dewelke noodsaakelijk in den dienst van d’ E: Comp: aan land moeten weesen, behelpen haar in Tenten, omme dus de kostpenn:gen van 16: of meerdere Stuijvers ‘s daags uijt te winnen, waar van een gemeen Burger enkel sijn bestaan hebben moet; en vermits bovensdien Jaarlijx soo veele Scheepen in baaij fals komen in te Loopen; soo word deese Caab daar door nog meer gedrukt, ende meeste Ingeseetenen, onmagtig voor vrouw en kinders de nodige Leevensmiddelen te verkrijgen, genoodsaakt, hunne goederen ‘t eene voor en ‘t andere na te verpanden en eijndelijk ten lasten van de Diaconij deeser Steede, en dus in de grooste Armoede te vervallen, en wat den ambagts man betreft, die moet bij gebrek van Materialen, de helfte Tijd des jaars stil sitten, en is oversulx meede van een schraal inkomen voorsien, vermits hij soo doende seer weijnig te arbeijden heeft; uijt ‘t ter needer gestelde, sullen Uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: des behaagende, klaar kunnen beoogen, datter geen meerder familien hun bestaan alhier kunnen vinden, en wij hebben ook naar alle middelen gesogt, die ons eenigsints, daartoe mogten opleijden, maar niets anders kunnen uijtdenken, als eenelijk, dat bij aldien Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:, geliefden goedgunstelijk te permitteeren, dat door ons wierde opgemaakt een project tot een vrije vaart, omme de producten van ‘t land door dat middel te debiteeren en eenige verdere Commercie voort te setten, ten dien eijnde des mogelijk een Societeijt op te rigten, omme waar toe te komen, men eerste diende te ondersoeken, hoe veel penn:gen men bij de weijnig gegoede Ingeseetenen, fourneeren, ofte bij middel van Negotie, bij buijtenlandsche Correspondenten konde besorgen, ende sulx eenigen Tijd komt te ver Eijsschen, voor en aleer dat project tot stand en in een bequaame ordre te brengen, soo is ‘t dat sulx hier neevens niet kan worden gevoegt, maar dat wij ootmoedig versoeken van Uwe Wel Edele gestr: daartoe te mogen werden gequalificeert, ten eijnde sulx reusserende, deese quijnende gemeente in een beeteren staat te brengen, gevolgelijk door den Tijd aan meerdere familien een bestaan te geeven, ‘t geen wij verhoopen, dat wanneer, als gesegt, met voordeel ter uijtvoer konde worden gebragt, tot een merkelijk soulaas van deese Caabse Ingeseetenen weesen soude.’

‘En hier meede gedenkende aan de geEerde Intentie van Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: en hunnen pligt te hebben voldaan, neemen wij de vrijheijd, ons met alle submissie en Eerbied te onderteekenen. /:onderstont’

‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb: Heeren Uwe wel Edele gestr en E: Agtb: getrouwe en onderdanige dienaaren /:was geteekent:/ H:J: Prehn, Alexand:r Coele, J.H. Blankenberg, Jan de wit, J.L. Bestbier, D. Pfeil, H: van der Heijden /:in Margine:/ Cabo de goede Hoop den 18: Jann.ij 1751:’

‘Cabo de goede Hoop’

Aan den wel Edelen Gestr Heer Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop ende den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: politicquen Raad deeses gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb. Heeren’

‘Het heeft Uw Wel Edele Gestr: en E. Agtb: bij derselver hoog geEerde Letteren van den 1:sten Decemb:r des even afgeweekenen Jaars behaagt, d’ onderg:t Land Drost en heemraaden van Stellenbosch en Drakensteyn te ordonneeren, dat deselve Uw Wel Edele gestr: en E: Agtb: haare Consideratien soo drae doenelijk hier op souden hebben te laaten toekomen, namentlijk of geen meerdere Familien als bereets alhier sijn, hier te lande hun bestaan souden kunnen vinden, en so Ja door welk middel d’ onderget:s oordeelen dat deselve gevoegelijkt aan de kost souden kunnen komen dog dit niet doenelijk gevonden werdende dat men als dan de reedenen daar van met de Swaarigheeden die sig in deesen souden mogen komen op te doen, meede soude hebben te deduceeren; dies d’ onderget:s dan in naarkominge van ‘t evengem: d’ Eer hebben bij deesen Eerbiedelijk ter needer te stellen, dat wanneer de uijtgestrektheijd deeses Lands, met ‘t getal der sig daar in bevindende Ingeseetenen generaalijk in Consideratie genoomen word, in den Eerste opslag seekerlijk moet veronderstelt worden, dat alhier een vrij grooter getal van Inwoonderen wel souden kunnen sijn, dewelke soo wanneer hunnen ijver en vleijt desweegens maar behoorlijk wilden betragten, bestaan souden kunnen vinden, dog wanneer aan de andere kant soo op de waare gesteltheijd deeses Lands, als ook op de sig teffens op doende onvermeijdelijke swaarigheeden met oplettentheijd gereflecteerd word, soo sal ook naar ‘t gering Oordeel der onderget: bevonden werden, dat ‘t getal onser reets hebbende Inwoonderen niet alleen overvloedig genoeg is, maar dat ook de Sustentatie en ‘t heenkomen van nog meerdere familien, buijten de geene die reets hier sijn, seer kommerlijk, Ja selfs seer difficiel sal sijn, ende om sulx Uw Wel Edele Gestr: en E: Agtb: naar uijtterste vermoogen ten klaarsten open te leggen, soo hebben de onderget:s d’ Eer ten belange van den Landbouw en Vee fockereij /:aan welkers welvaart ‘t grootste gedeelte der in en op geseetenen enkelijk hun bestaan als de principaale oorsaak en grondslag moeten toeschrijven:/ ten deesen te deduceeren, dat bereits alhier veele Menschen sijn dewelke daar meede maar seer sober hun Familien en huijshoudingen kunnen Mainteneeren en selfs anderen van Tijd tot Tijd sodanig ten agteren sijn geraakt, dat ‘t niet apparent is, dat zijlieden hun Crediteuren ooijt voldoening sullen kunnen geeven, sonder dat het deselve nogtans eenigermate kan worden geimputeert, nademaal veele plaatsen ten platten Lande, ‘t Seedert verscheijde Jaaren herwaarts, merkelijk verslegt geraakt sijn ende wel dermaaten dat in eenige Contreijen en selfs geheel Stellenbosch en Drakensteijn door, werwaarts men voorheen eenige Runderbeesten en Schaapen /:ofte wel soo veel als met tot ‘t Cultiveeren van sijn Land noodig had:/ bequaamelijk heeft kunnen houden, sulx thans soo vermits de Schaars heijd der weijde, als dat deselve op eenige plaatsen zuur en meer schadelijk heeden onderheevig geworden, mitsg:s het weijland, dat eertijds in verscheijde Streeken seer goed was, met Bosjes en Ruijgtens begroeijt geraakt sijnde, genoegsaam niet meer geschieden kan, moetende dikwils den een en ander, om ‘t alles niet quijt te raaken, sig van sijn vee in ‘t geheel ontdoen, of ‘t selve na verre afgeleegene plaatsen senden, ‘t geen in der daad voor een seer nadeelige Saak moet aangemerkt worden, alsoo de land Lieden daar voor buijten Staat geraaken, hun landereijen behoorlijk te kunnen bemesten en dus veroorsaakt word dat daar van veeltijds Sobere producten, na proportie van ‘t gesaaijde en de Costen die dies weegens moeten geschieden, verkreegen worden hebbende eenige Inwoonderen, als geen kans siende van andersints aan de kost te kunnen komen, ook bereets moeten resolveeren, met groot hasard van ‘t weynige dat zij hadden te verliezen hun selven een Considerable verheijt landwaarts in te begeeven, om eens te probeeren of hun heenkomen aldaar beeter slaagen wil, gelijk nu en dan, ofte wel Soo draa maar een gerugt of ten halve word vernoomen dat elders een bequaam plaatsje van bestaan ontdekt is geworden, nog geschied, waar door het dan ook wel gebeurt is, dat Sommigen door gebrek van waater en Somteijds van weijde, het aldaar niet kunnende houden, vrugteloos en met nadeel weeder te rugge hebben moeten komen, alle het welke seekerlijk niet geschieden Soude, wanneer alhier nader bij, ter verkrijginge eener bequaame Costwinninge geleegentheyd was sig needer te kunnen setten, waarbij d’ onderget: ter aantooning dat ongeagt de seer groote ruijmte deeses Lands, het Selve op verre na geen Inwoonderen na Rato voeden kan, meede voegen sullen, dat niet alleen in seer verscheijde Streeken een groote distantie met geen mogelijkheijd eenig water tot noodsaakelijk gebruijk, Soo voor Menschen als vee, te bekomen is; maar dat ook in andere ruijme Contreijen daar dit weeder niet ontbreekt, ofte nog wel eenigsints met Swaare Costen te krijgen soude zijn, ‘t land door dies al te Slegte en Ruwe gesteltheijd, ten reguarde der klipagtige gronden, en groote Sand vlaktens, welke laatste vermits hunne Siltigheijd volstrektelijk tot niets bequaam sijn, ofte alhier tot den bouw bequaam gemaakt kunnen worden, geensints met verwagtinge van eenig goed Succes kan worden aangetast, boven en behalven dat de Considerable meenigte der Rotsagtige en barre gebergtens, een Seer groote ruijmte inneemen en teffens van seer weijnig nut bovenden worden; ende Terwijl het met dit land, invoegen als boven uijtgedrukt staat, warlijk gestelt is, soo is het Selve aan de andere kant door zijne Inwoonderen voor soo veel als ‘t nu heeft, reets Sodanig voorsien, dat men geene nieuwe Familien alhier een Reedelijk heenkomen soude kunnen aanwijzen, ende Sulx nog Soo veel te minder, dewijl reets veele huijshoudingen alhier met Ses, Agt en meerder kinderen, die Successivelijk aangroeijen, geonereert sijnde, verleegen sijn, hoe zijlieden aan deselve een goed heenkomen sullen procureeren; invoegen d’ onderget:s dan ten Slot deeses de vrijheijd neemen te betuijgen, dat zij volstrektelijk vermeenen, dat na de gesteltheijd van dit land, het Selve reets eerder te veel ingeseetenen heeft, dan eenige bequaame geleegentheeden, om meerdere familien gevoegelijk aan de Cost te helpen, sonder dat men verders met eenig fondament des weegens bestaanbaare middelen weet uijt te denken.’

‘Waarmeede d’ onderget:s verhoopen aan de g’Eerde Intentie van uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: te hebben voldaan, terwijle wijders d’ Eere hebben met verschuldigde hoogagting te blijven. /:onderstont:/ Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren; Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb. Seer onder danige en gehoorsame Dienaaren /:was geteekent:/ A:v: Schoor, A: Maasdorp, Jan Blignault, J:bs Blankenberg; J: C: Sprigt, G: V: D: Bijl, D:d d: Villiers, Willem Morkel, W: louw /:in margine:/ Stellenbosch in vergadering van Heemraaden den 11: Januarij 1751:’

‘Cabo de Goede Hoop’

Aan den wel Edelen Gestr: Heere Hendrik Swellengrebel Raad Extra ordinaris van Neederlands India gouverneur in loco en den Ressorte van dien &:a beneevens den E: Agtb:ren politicquen Raad aldaar.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren’

‘In opvolging van uwe wel Edele gestr: en E: Agtb:rens Seer hoog geagt bevel, vervat in een Missive Sub dato 1: Decembr: des even afgeweekenen Jaars; behelsende onder anderen onse Consideratie of alhier in dit district Swellendam geen meerder familien als bereijds daar sijn soude kunnen haar bestand vinden, en met gevoeggelijkheijd aan de kost komen; Soo neemt het Collegie van Landdrost en Heemraaden van bovengen: district de vrijmoedigheijd om aan Uwe wel Edele gestr: en E: Agtb:rens /:onder submissie van wijzer gevoelen:/ de onmogelijkheijd, mitsg:s de Reeden en Swaarigheijd van dien, alhier ter needer te stellen.’

‘Dat niet teegenstaande dit district van een wijd uijtgestrektheijd is, egter weijnig fonteijnen in het selve gevonden worden, waardoor veel goed land bij gebrek van water moet onbewoond blijven leggen; wijders dat het meeste vers drinkwaater van een Riff hooge gebergtens langs Clooven komt needer daalen alwaar de inwoonderen alhier met den land bouw principaalijk met het aankweeken van Vee, en het maaken van Booter sig moeten erneeren.’

‘Alsmeede dat dit Land behebt is met verscheijde groote Rivieren, waar in Sig ‘t bergwaater versaamelt, aan welke rivieren weijnig plaatsen sijn, en ook niet meer kunnen aangelegt worden, gemerkt doorgaans de oevers van beijde Seijden Soo hoog Steijl en klippig sijn, dat geen vee met eenige mogelijkheijd daar bij kan komen om te drinken, moetende dat waater dus vrugteloos daar heenen en in Zee vlieden.’

‘Gelijk insgelijx deese Contreije ook niet wel kan uijtgebreijd worden, aangesien die menschen dewelke de uijtterste plaatsen bewoonen, wanneer Zijl: met haare waagens Caabwaarts sullen reijden, Sonder verletzel der Rivier en wel Ses weeken tot haare uijt en te huijs reijse van nooden hebben en Laatstelijk:’

‘Worden de Familien doorgaans die alhier zijn, soo Sterk, dat het thans al beswaarlijk is sonder benadeeling van den een of ander, een plaats van d’ E: Comp: in leening sullen kunnen ofte mogen versoeken.’

‘Verhoopende hier meede aan de waare Intentie van Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: pligtschuldig voldaan te hebben, soo hebbende onderget:s de Eer, na Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:rens in de hoede Godes bevoolen te hebben, met alle onderdanigheijd haar te onderschreijven. /:onderstont:/ Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren; uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: seer onderdanige en gehoorsaame Dienaaren. /:was geteekent:/ J: A: Horak, A: holtshausen, Carel Peterse de Jager, N: louw, F: Potgieter, Louis Fourie /:in Margine:/ Swellendam den 5: Januarij 1751’

Hier na wierd door de officieren der Burger krijgsraaden so hier van de Caab als van Stellenbosch , uijt naame van alle haare meede Ingeseetenen bij geschrifte versogt dat deese Coloniers om de reedenen in haare gesegde Schriftuuren vervat, mogten worden geExcuseert van de Burgelijke Waapen Oeffening die Jaarlijx hier te Lande in de maand April drie agter een volgende daagen komt te geschieden, met presentatie daar bij van deese Caabse officieren, om wanneer dit hun mogt werden vergunt, als dan bij de burger wapenschouwing in de maand October deese Caabse Burgerreij in Steede van drie agter een volgende daagen so als het tot nu toe gebruijkelijk is geweest, Ses daagen na den anderen in den wapen handel te Sullen oeffenen; maar aangesien het Exerceeren van deese Coloniers op Twee differente Reysen in het jaar op Expresse ordre der hoog Edele heeren Majores, anno 1728. is ingevoert en dat Seedert dien tijd geen nieuwe of andere Reedenen teegens de Exercitie in de maand April sig hebben opgedaan, dan die dewelke bij dies invoeringe bereijts exteerden, is hier om best gedagt hier ter plaatse in dit versoek niet te treeden; maar de dispositie daar op Eerbiedig gedefereert te laaten aan het goeddunken van welopgemelde onse Heeren en Meesteren, aanwien dienvolgens de voorseijde versoek Schriften in Copia sullen overgesonden; en teffens onderdanigst in Consideratie gegeeven worden, of wanneer haar wel Edele hoog Agtb: hier op goedgunstig mogten gelieven te disponeeren, het als dan, voornamentlijk op dat de Jaarlijx ingeschreeven wordende Caabse Jongelingen, des te eerder het Manuaal mogten leeren en verstaan, niet best Soude sijn dat alle deese Ingeseetenen geene uijtgesondert bij de ordinaire wapenschouwing in de maand October Ses agter een volgende in plaatse van drie Daagen, in den Wapen handel wierden geExerceert.

Dewijl sig thans in ‘s Comp:s wijn kelder alhier komen te bevinden 105: Leggers, dewelke door gebruijk van Tijd tot Tijd onbequaam seijn geworden, en nu voor d’ E: Comp: nergens toe nut sijn, en dat word vertrouwt, dat bij deese geleegentheijd van den op handen sijnde Perstijd wanneer deese ingeseetenen altijd om vaatwerk seer verleegen sijn; deselve leggers nog wel wat sullen mogen gelden, is dieshalven goed gedagt dat men dat vaatwerk met den Eersten voor het geen het Selve sal kunnen gelden, sal laaten verkoopen.

Sijnde wijders nog verstaan: dat men uijt ‘s Comp:s Cassa alhier sal laaten betaalen seekere wissel Brieff groot R.s 144: dewelke door de Regeeringe des Eylands Ceijlon is verleent aan den Eerw: Predikant Johan Smit, om alhier te worden voldaan aan den meede Predikant Henricus Bek.

Ten laatsten is nog geleesen geworden seeker versoek Schrift door de oude heemraaden Jacobus Bota en Cornelis van Rooijen als vader en Schoon vader van den in arrest sittende Jacobus Botha de Jonge gepresenteert, luijdende als volgt:

Aan de wel Edele Gestr: Heeren Hendrik Swellengrebel, Raad Extra ordinaris van Neederlands India, admiraal deeser jaarsse Retourvloot, en afgaande Mitsg:s Rijk Tulbagh g’Eligeerd gouverneur van Cabo de goede Hoop &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gest:r Heeren en Agtb:re Heeren.’

‘Met de uijtterste Eerbied en onderdanigheijd geeven Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: seer needrige Dienaaren Jacobus Botha en Cornelis van Rooijen, als vader en Schoonvader van den land bouwer Jacobus Botha de Jonge te kennen, hoe sij Suppl:ten op Laatsleeden Donderdag sijnde geweest den 18: deeser, aan den Edelen heer president en Agtb: Raad van Justitie deeses gouvernements hebben gepresenteert seeker Request waar van de Copia deesen geannexeert is, houdende onderdanig versoek, dat aangesien hunlieder voormelde Zoon en Schoonzoon /:denwelken bereijts een geruijmen Tijd ten deesen Casteele is geConfineert geweest:/ seer noodsaakelijk eenige vrijheijd komt te benoodigen ten eijnde op de door den land drost Jan Andries Horak op den 11: deeser in welgem: Raad van Justitie teegens hem ingedienden Eijsch behoorlijk te kunnen antwoorden en desselfs Saake verders voort te Setten; dierhalven aan hem mogte gepermitteerd werden, om over dag vrij en ongehindert uijt het Casteel naar de Caab te mogen gaan, met aanbieding om alle avonden precise weederom in sijn arrest te rug te keeren, dog waar op het welgem: E: Agtb: Raad van Justitie behaagd hebbende de Suppl:ten met dit hun versoek te renvoijeeren tot uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: soo neemen de Suppl:ten dierhalven de vrijheijd uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: bij deesen op het demoedigste te versoeken, dat deselve van die goedheijd gelieven te sijn, te willen permitteeren dat voorn: hunlieder Soon en schoonzoon Jacobus Botha de Jonge, ten fine als boven is gesegt, des daags vrij en onverhindert uijt het Casteel naar de Caab mag gaan, sullende denselven altoos, des avonds voor ‘t Sluijten des Casteels poorte sig weeder precies in Sijn arrest laaten vinden /:ten waare hij door het bevallen van sijne op het uijtterste Swanger gaande huisvrouw daar in voor Een a Twee nagten mogte werden verhindert:/ waar voor de Suppl:ten mits deesen ten allen Tijden sijn Caveerende en niet alleen hunne goederen verbinden; maar ook selfs hunne persoonen tot Borgen Stellen /:onderstont ‘Twelk doende &:a /:was geteekent:/ Jacobus Bota C: V: Roijen.’

En is na overweeginge van Saaken, beslooten: dat den Raad van Justitie deeses gouvernements, bij appostille op dat Req:t te Stellen, sal worden geauthoriseert, om omtrent het daar bij gedaan wordende versoek na bevindinge van Saaken te disponeeren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel De Goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] H:k Swellengrebel

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 84-87.

Saturdag den {17510227} 27: februarij 1751:

Svoormiddags alle present.

Den afgaanden Heer Gouverneur en Admiraal deeser Jaarsse Retour vloot Hendrik Swellengrebel, Sig op overmorgen, neevens desselfs familie staande te transporteeren na boord van het ter rheede Leggende Schip De Liefde , om daar meede met de Eerste dienstige wind desselfs reijse van hier naar Neederland voort te setten; heeft Syn Edele na voor aff te hebben gesegt; dat hij niet nodig heeft geoordeelt een Instructie te formeeren voor desselfs opvolger D’ Heer Ryk Tulbagh, soals de ordre der E Comp:e sulx anders meede brengt, niet, alleen omdat Syn Edele die D E Comp:e hier ter plaatse bereijts soo veel jaaren heeft gedient in de Saaken deeses gouvernements volkomen is geverseert, maar ook ter saake dat bij de Jongst alhier nagelatene Memorien so van wijlen Sijn Hoog Edelheijd den Heeren Gouverneur generaal Gustaaff Willem van Imhoff als van den Edelen Heer Commissaris Daniel Nolthenius, alles wat men ten opsigte van de behandelinge der Saaken alhier en de Constitutie deeser Landen soude kunnen Seggen breed voerig is afgehandelt; dit gouvernement vervolgens met dies ab en dependentien Conform de ordre der E Comp:e overgegeven aan den nieuwen Gouverneur Den wel opgemelden Heer Rijk Tulbagh en teffens van deese vergaderinge op het genegenst afscheijd genomen, onder hartelijke toewenschinge aan gedagten Sijn Edelens vervanger van alle heijl en Zeegen in het aanstaande bestier der Saaken alhier ten meesten wel Sijn der E: Comp:e en deeses lands Ingesetenen; waar op den Heere Tulbagh neevens de gesaamentlijke raads Leeden den Heer afgaanden Gouverneur voor de diensten door den selven aan D E Comp:e alhier geduurende desselfs Twaalf Jaarigen regeringe beweesen, heeft bedankt; met genegene toewenschinge dat sijn Edele nevens desselfs familie en de Scheepen onder desselfs vlagge gehoorende geluckig en voorspoedig in de havenen onses Lieven Vaderlands sal mogen komen aan te Landen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel De Goede hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 88-92.

Donderdag den {17510304} 4: Maart 1751.

present den Edelen Heer gouverneur Rijk Tulbagh en alle de Leeden; uijtgenoomen den heer Cap:tn Rudolf Sigfried Allemann bij indispositie

Is door den Heer Hoofd Administrateur Sergius Swellengrebel om daar op dispositie te mogen erlangen, in vergaderinge geproduceert de onderstaande Memorie van het te kort komende, Bedurvene en gebrookene op de Laading van het aanweesend Schip D’ Admiraal Tromp , luijdende als volgt:

‘Memorie van de nabesz: Rijst en Jatij planken uijt ‘t Schip D’ Admiraal Tromp soo te kort als bedorven bevonden, gelijk te sien is bij de verklaaring van gecommit:s hier annex, Namentlijk:’


11597 ld: Rijst op 155000: lb ofte 50: Cojans soo te kort als bedorven, namentlijk
94: p:s Jatij Planken op 1000: p:s gebrooken

11597 ld: Rijst op 155000: lb ofte 50: Cojans soo te kort als bedorven, namentlijk
94: p:s Jatij Planken op 1000: p:s gebrooken

’/:onderstont:/’

‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 4: Maart 1751. /:was geteekent:/ S. Swellengrebel.’

Waarna meede is geleesen geworden de Schriftelijke verantwoordinge op die Memorie van den Schipper van dien Bodem Jacob Claasz: zijnde van den volgende inhoude, te weeten:

‘Den wel Edelen Gestr Heer Rijk Tulbagh, gouverneur in Loco &:a &:a den ondergeteekende namentlijk den Schipper van het Schip D’ Admiraal Tromp , hebbende gelieven te ordonneeren omme behoorlijk te verantwoorden, waar door de minderheeden en defecten op die Laading met voormelden Bodem voor dit gouvernement aangebragt sijn ontstaan, soo verklaare ik d’ oorsaak daar van te sijn als in Margine deeser Staan aangehaalt, bestaande de voorsz: minderheeden en defecten in ‘t volgende, te weeten:’


  11597 ld: Rijst op 155000: ld ofte 50: Cojangs soo te kort als bedorven namentlijk
Het te kort komende van de Rijst is alleenig toe te schrijven aan het in en afscheepen alsoo deselve in Stroosacken zijn ontfangen, waar door derselver Spillagie onvermijdelijk is veroorsaakt. {   1862: ld te kort, zijnde 1 1/4: p:r C:to r:m
De Bedurvene Rijst is ontstaan door 't meenigvuldig zee wateren dat door de naaden van de Berkhouten en watergang is in 't Schip gekomen, sijnde wel pricipaal d' oorsaak dat van rambang komende met zout gelaaden het Schip binnen vier daagen heeft moeten ontlossen en weeder gelaaden werden, waar door de Timmerlieden tusschen deks en meer andere plaatsen niet hebben kunnen bijkomen met Calvaten en breeuwen. {   9735: d:o Bedorven
De Planken zijn meede op Rambang ontfangen en door de swaare Laading van Zout en meenigvuldig verwerken gebrooken geworden. { 94: p:s Jatij planken op 1000: p:s gebrooken

  11597 ld: Rijst op 155000: ld ofte 50: Cojangs soo te kort als bedorven namentlijk
Het te kort komende van de Rijst is alleenig toe te schrijven aan het in en afscheepen alsoo deselve in Stroosacken zijn ontfangen, waar door derselver Spillagie onvermijdelijk is veroorsaakt. {   1862: ld te kort, zijnde 1 1/4: p:r C:to r:m
De Bedurvene Rijst is ontstaan door 't meenigvuldig zee wateren dat door de naaden van de Berkhouten en watergang is in 't Schip gekomen, sijnde wel pricipaal d' oorsaak dat van rambang komende met zout gelaaden het Schip binnen vier daagen heeft moeten ontlossen en weeder gelaaden werden, waar door de Timmerlieden tusschen deks en meer andere plaatsen niet hebben kunnen bijkomen met Calvaten en breeuwen. {   9735: d:o Bedorven
De Planken zijn meede op Rambang ontfangen en door de swaare Laading van Zout en meenigvuldig verwerken gebrooken geworden. { 94: p:s Jatij planken op 1000: p:s gebrooken

‘Sullende Uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb: uijt het in Margine deeses gestelde klaarlijk de waaragtige Reedenen kunnen beoogen, waar door de minderheeden en defecten der voorsz: goederen haaren oorsprong hebben, om welke reedenen den ondergeteekende op de Eerbiedigste wijze versoekt, /:als een Dienaar die d’ E: Comp: seedert dat hij deselve gedient heeft altoos Trouw en Eerlijk heeft behandelt:/ dat hij voorm: minderheeden en defecten der voorsz: goederen niet mag werden belast. /:onderstont:/ In ‘t Schip D’ Admiraal Tromp den 3: Maart 1751. /:was geteekent Jacob Claasz:’

En is nadat op alles was gelet, verstaan: dat de te kort komende Rijst als niet excedeerende, so wel als die dewelke Bedurven is aangebragt; om de daar van bij voorn: Schipper voortgebragte Reedenen, nevens de gebrookene Jatij planken, dewijl deselve dog noodsaakelijk tot genier voor de Scheepen sullen te pas komen, sullen gepasseert en bij de Negotie Boeken deeses gouvernements afgeschreeven werden.

Aldus Geresolveert ende Gearresteert In’t Casteel De Goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 93-98.

Dingsdag den {17510316} 16. Maart 1751:

‘S voormiddags alle present uijtgenoomen d’ E: Cap:tn Rudolf Sigfried Allemann, bij Indispositie.

Deweijl niet alleen de wel voeggelijkheijd, maar selfs den waaren dienst der E: Comp: vereijscht, dat de so ten deesen Casteele als op de Battereijen Langs het Strand en Elders leggende ‘s Comp:s Artillereijen, en Ammonitien van Oorlog met dies ab en dependentien, neevens de kruijt kelders van deese Forteresse, direct worden gestelt onder ‘t opsigt’ en de Administratie van den alhier bescheijden sijnde Cap:tn der Artillereije Engelbregt Mülder, is derhalven op de propositie van den heer Gouverneur, gearresteert: dat men sulx in diervoegen sal laaten geschieden; en dat het een en ‘t ander door Expresse gecommitteerdens na behooren sal opgenoomen en aan voorseijden Cap:tn der Artillereije Ter zijner verantwoording overgegeeven worden; ondertusschen dat de waapen kamer met het daar inne bewaart wordende hand en zeijd geweer en wat dies meer zij, als bevoorens sal blijven Staan onder het opsigt van den heer Overste Luijtenant Isaacq Meijnertzhagen.

Verders is om soo veel mogelijk zij, de verbanden der alhier dienst doende Adsistenten op een eguaale voet te stellen, met die der geene dewelke al omme in India worden g’Emploijeert, en dat dus een behoorlijken Tijd zij bepaalt, na het expireeren van den welken de Adsistenten op de respective Comptoiren deeses gouvernements bescheijden, als Se Sig inmiddels wel gedraagen en haaren dienst naar behooren komen waar te neemen, met gevoeggelijkheijd sullen kunnen worden geadvanceert tot boekhouders; vast gesteld, dat deselve Adsistenten na het Expireeren van hun eerst verband van Twintig guldens; verbeetering van Gagie tot ƒ24: ‘Smaands komende te versoeken, sig daar voor op nieuws voor Vijff Jaaren Sullen moeten verbinden, en dien Tijd al eer Se tot Boekhouders Sullen kunnen worden bevordert, uijt dienen, het welk van dato deeses een aanvang neemen sal.

In Steede van den op heeden op desselfs versoek na het Vaderland verloste Vaandrig Justinus Blas, is tot Posthouder in de baaij fals , aangestelt den boekhouder Adriaan de Nijs aan wien dan door gesegden Blas ‘s Comp:s goederen en effecten, Sig aldaar bevindende onder behoorlijke Inventaris sullen moeten getransporteert en overgegeeven worden.

Vermits den Tijd van het opneemen der burger effecten so hier aan de Caab als aan Stellenbosch weeder begint aan te naaderen, is verstaan, dat tot kennisse geeving dat sulx op den ouden voet, op Donderdagh, Vrijdag en Saturdag den 29 en 30: April, mitsgaders eersten Maij aanstaande, ter gewooner plaatsen, weeder Staat te geschieden, alomme billietten sullen worden aangeplakt; Ende nademaal men ondervonden heeft dat de billietten dewelke Jaarlijx van hier na Swellendam worden gesonden om in dies district ten eijnde als gemelt meede te worde geaffigeert, doorgaans aldaar so bij gebrek van geleegentheijd als om de verheijd van den weg te laat aankomen; is bij deese occasie om daar inne te voorsien, goed gedagt: Dat landdrost en heemraaden ter even gemelde plaatse sullen worden geauthoriseert om selfs ter behoorlijker Tijd in hun district sodanige Billietten als ter Saake voormeld dienende Sijn, te mogen Laaten aanplacken.

Ten Laatstens is om voor te komen en af te weeren, sodanige onordentelijkheeden als Seedert eenigen tijd herwaarts op het dassen Eijland , omtrent de aldaar gevonden wordende Robben en wat dies meer zij, Sijn gepleegt geworden, soo door het volk der daar bij ten anker geleegen hebbende Scheepen, als van dat der daar bij vaarende vaartuijgen onder dit gouvernement Sorteerende en andere, en waardoor het ook is toegekomen, dat men daar ter plaatse in een jaar of Drie herwaarts tot groot nadeel der E: Comp: geen Traan van belang heeft kunnen Branden, nog beslooten, dat op het zelve Eijland, Twee a Drie daar toe bequaame Persoonen, als Posthouders sullen werden geplaatst, voor dewelke sodanige Ordre sal beraamt worden, als men tot bereijkinge van het gemelde Oogmerk bequaamst en nodigst Sal oordeelen.

Aldus Geresolveert ende Gearresteert In’t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 99-103.

Dingsdag den {17510330} 30 Maart 1751:

‘S voormiddags alle present, uijtgenoomen den heer Secunde Sergius Swellengrebel, mitsg:s den E: Cap:tn Rudolf Sigfried Alleman, bij Indispositie.

Is op het voordraagen van den heer gouverneur Rijk Tulbagh, gearresteert dat wel op gemelden Sijn Edele, op Donderdagh den 15. der aanstaande maand April door den heer Secunde Sergius Swellengrebel, alle den volke zoo ‘s Comp:s Dienaaren als Burgeren Solemneelijk zal worden voorgestelt, des sal hier van door de Land-Drosten, aan de Predikanten, Heem-raaden, en burger krijgs officieren in de buijten districten kennisse moeten gegeeven worden, op dat deselve zig bij voorseijde plegtigheijd meede mogten laaten bevinden.

Verders is op dat men bij indispositie, absentie, of andere ongeleegentheeden van den heer Secunde Sergius Swellengrebel, die alhier de Eenigste parapheerder der Zeguls is; in dien opsigte in geen verleegentheijd mogt geraaken; goed gedagt bij ampliatie der resolutie op den 17: November des voorleeden jaars op het Subject der alhier geslaagen wordende Zeguls, ten deesen Casteele genoomen, den Secretaris deeses Raads te qualificeeren en Authoriseeren, om in de evengemelde gevallen, de Zeguls die als dan sullen worden benoodigt meede te parapheeren.

Sijnde hier na nog gearresteert, dat Billietten sullen worden geaffigeert tot waarschouwinge van een ijgelijk deeser Caabse Ingeseetenen, dat den heer Independent fiscaal Pieter Rheede van Oudshoorn nevens gecommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie deeses Casteels, binnen korte daagen, alhier in deese Tafel valleij Schouwinge sullen doen van alle de Straaten en weegen, op dat een ygelijk de morskuijlen, vulnis, en misthoopen bij tijds van voor zijn huijs komt op te ruijmen en die weg maakt, op pœne van andersints geslaagen te zullen worden in sodanige boetens als bij het generaal placcaat op dit stuk zijn vast gestelt.

Op het hier toe gedaane versoek bij den Meestersknegt der Wapenkamer Jochem kanmeijer, is een zijner Leijff Eijgenen genaamt September van Padang, die volgens vonnisse van opgem: Raad van Justitie, onder anderen is gecondemneert geworden, in de ketting geklonken zijnde, daar inne den Tijd van vijffthien agter een volgende Jaaren aan de gemeene werken te arbeijden, bij den E: Comp: voor de gevallene kosten in het proces, in eijgendom aangenoomen.

Ten laatsten zijn Twee Slaaven der E: Comp: in Naame Isaak van Helena van Soea en Arije, beijde van de Caab, dewelke den heijligen Doop hebben ontfangen en de Neederduijtsche Taal volkomen magtig zijn, uijt Slaverneije ontslaagen en in vrijdom gestelt, Terwijl de Twee Leijffeijgenen die se in haare plaats voor d’ E: Comp: hebben aangebooden, zijnde genaamt Januarij van Ambon, en Daniel van Boegis bij visitatie bequaam en van de ver Eijschte Lichaams gestalte bevonden Sijn.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] Hend:k de Ruijter N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 104-120.

Donderdag den {17510422} 22: April 1751:

‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den heer Cap:tn Militair Rudolff Sigfried Alleman, mitsg:s den E: Coopman en Secret:s Josephus de grandpreez beijde door Indispositie.

Heeft den heer Hoofd Administrateur, Sergius Swellengrebel, met versoek dat daar op naar behooren mogte gedisponeert werden, in Raade geproduceert, de onderstaande Memorie van het te kort komende en gebrookene op de Laading van ‘t ter Rheede leggende provisie Schip de Vreede , luijdende als volgt.

‘Memorie van de nabesz: Candij Suijker, waxkaarssen, Rijst, Aracq, vloersteenen, Tinquanse, Jatij Planken, en duijgen met het Provisie Schip de Vreede van Batavia aangebragt, dewelke zo te kort, gebrooken, als bij pijling minder zijn bevonden, gelijk te Sien is bij de verklaaring van gecommitteerdens hier annex, namentlijk.’


1413: ld Candij zuijker bij naweeging van 30577 ld: of 95: Canassers te min, zijnde 4 3/8 p:r C:to Sch:rs
85: d:o wax kaarssen op 1500: ld bij naweeginge te kort, zijnde 5 2/3: p:r C:to N:to.
20202: d:o Rijst op 465000: ld ofte 150: Cojangs van 3100: ld bij uijtleevering te kort, zijnde 4 3/8 p:r C:to Sch:rs
2649: Cann: Aracq op 20: leggers, als:
1400. p:s Estricten van 12: d:m op 4000: p:s gebrooken zijnde 35. p:r C:to n:to
447 d:o d:o van 16: d:m op 1000: p:s gebrooken zijnde 44 3/4: p:r C:to Sch:rs
70 d:o Tinquanse planken op 300: p:s gebrooken.
466 d:o Jatij planken d:o 2000: d:o d:o
103: d:o Jatij Duijgen d:o 2000: d:o d:o
1: d:o huijs balk d:o 100: d:o aangestooken
2: d:o Jassemse balken d:o 100: d:o gebrooken.

1413: ld Candij zuijker bij naweeging van 30577 ld: of 95: Canassers te min, zijnde 4 3/8 p:r C:to Sch:rs
85: d:o wax kaarssen op 1500: ld bij naweeginge te kort, zijnde 5 2/3: p:r C:to N:to.
20202: d:o Rijst op 465000: ld ofte 150: Cojangs van 3100: ld bij uijtleevering te kort, zijnde 4 3/8 p:r C:to Sch:rs
2649: Cann: Aracq op 20: leggers, als:
1400. p:s Estricten van 12: d:m op 4000: p:s gebrooken zijnde 35. p:r C:to n:to
447 d:o d:o van 16: d:m op 1000: p:s gebrooken zijnde 44 3/4: p:r C:to Sch:rs
70 d:o Tinquanse planken op 300: p:s gebrooken.
466 d:o Jatij planken d:o 2000: d:o d:o
103: d:o Jatij Duijgen d:o 2000: d:o d:o
1: d:o huijs balk d:o 100: d:o aangestooken
2: d:o Jassemse balken d:o 100: d:o gebrooken.

’/:onderstont:/ Int Casteel de goede hoop. den 22: April 1751. /:was geteekent S: Swellengrebel.’

Welke Memorie geresumeert weesende, gaf den heer Gouverneur Rijk Tulbagh te kennen, dat door Sijn Edele alvoorens men heeft beginnen te ontlossen, volgens gebruijk Expresse gecommitteerdens gesteld geworden zijnde, om de Stuagie der Aracq Leggers en verdere Laading van voorseijde Schip de Vreede te visiteeren, deselve dies weegens het volgende Rapport hadden overgegeeven.

‘Den wel Edelen Gestrengen Heere Rijk Tulbagh gouverneur van Cabo de goede hoop met den ressorte van dien &:a &:a &:a’

‘Ons ondergeteekende Expres, hebbende gelieven te committeeren omme naauwkeurig te visiteeren of de Aracq leggers dewelke in ‘t ter Rheede leggende provisie Schip de Vreede voor dit gouvernement zijn afgelaaden, wel en na behooren afgestuuwt en gegarniert leggen; Soo verklaaren wij na Exacte gedaane visitatie bevonden te hebben, dat de voorsz: Aracq leggers wel en na behooren afgestuuwt en gegarniert waaren leggende.’

‘Ende hier meede gedenkende aan de g Eerde Intentie van Uwe Wel Edele Gestr: te hebben voldaan, soo laaten wij deesen dienen voor needrig Rapport. /:onderstont:/ Cabo de goede hoop den 26: Maart 1751: /:was geteekent/ Hend:k de Ruijter, J. du Rietx, hans harmensz.’

Waar na meede is geleesen de Schriftelijke verantwoordinge op voorseijde Memorie van den Cap:tn van dat Schip de vreede Jan van Ingen, zijnde van den volgenden inhoude.

‘Den wel Edelen Gestrengen heere Rijk Tulbagh gouverneur in Loco &:a &:a den ondergeteekende namentlijk den Cap:tn ter Zee van ‘t Schip de Vreede hebbende gelieven te ordonneeren, omme behoorlijk te verantwoorden, waardoor de minderheeden en defecten op die laading met voorm: Bodem voor dit gouvernement aangebragt, zijn ontstaan, soo verklaare ik d’ oorsaak daar van te zijn als in margine deeser Staan aangehaalt, bestaande de voorschreeven minderheeden en defecten in ‘t volgende, te weeten:’


het te kort koomen van de zuijker is toegekomen door de langheijt van Tijd dat se in 't Ruijm heeft geleegen en daar door aan 't broeijen is komen te geraaken, en door het Stroopen derselver deese minderheijt is veroorsaakt. { 1413: ld: Candij Suijker bij naweegen van 30577: ld of 95: Canassers te min, zijnde 4 5/8: p:r C:to Sch:rs
de 85 ld wax Caarssen die te kort zijn bevonden is door het lang staan in het Schip, ingedroogt. { 85: ld wax kaarssen op 1500 ld bij naweeging te kort, zijnde 5 2/3 p:r C:to netto.
't kan ligt zijn dat er 20202 ld reijst te kort komt want de meenigte van Calanders, heeft die meest uijtgevreeten, daar bij de Spillagie, die veroorsaakt word in 't opdraagen tusschen de Pakhuijsen en 't Schip op Batavia zo ook hier aan de Caab, uijt het Schip in de boots en daar weeder uijt in de pakhuijsen, gelijk meede de Rotten en muijsen daar het Schip vol van is, die daar niets veel goed aan hebben gedaan, so als verscheijde maalen gebleeken is dat wij Rijst hebben gepompt. { 20202 ld Rijst op 465000: ld ofte 150: Cojangs van 3100 ld bij uijtleeveringe te kort, zijnde 4 3/8 p:r C:to Sch:rs
wat de leggers met Aracq betreft, deselve zijn wat oude en Slegt geweest en meede door de langheijt van Tijd die deselve hebben leggen broeijen daar in wormgaaten gekomen, alsoo verscheijde Duijgen aanstuckent gesprongen, so datter vijff leggers zijn leeg gelekt en door een en ander de wannigheijt is toegekomen. { 2649 Cann: Aracq op 20: leggers, als:
de vloersteenen zijn door de brosheijt van Alooij met het verwerken op Batavia van de wal in de Schouwe en 't overmannen in 't Schip en weg leggen in 't Ruijm, alsoo ook door het Swaar arbeijden van 't Schip op de Reijze, en hier weeder met het uijtmannen uijt het Schip in de landsboots als ook Twee à Drie eetmaale op 't hooft zijnde blijven leggen aan Stuckent gebrooken en die te kort gekomen zijnde, op soo een mannier weg geraakt. { 1400: P:s Estricken van 12: d:m op 4000: p:s gebrooken zijnde 35: p:s C:to N:to
447: d:o Estricken van 16: d:m op 1000 p:s gebrooken, zijnde 44 3/4: p:r C:to Sch:rs.
Het gebrooken houtwerk is werkelijk toe te schrijven, met het over en weer werken van land in de Schouwen tot Batavia, en uijt deselve in Scheepsruijm, en ook wel principaal door de Swaare last van Rijst, Zuijker, Aracq en packen lijwaaten, die daar op geleegen hebben, als meede door 't indroogen aan 't schreuren geraakt zijnde, en alhier weederom ontlost in 's Comp:s boots en op de wal gewerkt. { 70: p:s Tinquanse Planken op 300: P:s gebrooken.
466: d:o Jatij Planken op 2000: p:s gebrooken
103: d:o Jatij duijgen op 2000: p:s gebrooken.

het te kort koomen van de zuijker is toegekomen door de langheijt van Tijd dat se in 't Ruijm heeft geleegen en daar door aan 't broeijen is komen te geraaken, en door het Stroopen derselver deese minderheijt is veroorsaakt. { 1413: ld: Candij Suijker bij naweegen van 30577: ld of 95: Canassers te min, zijnde 4 5/8: p:r C:to Sch:rs
de 85 ld wax Caarssen die te kort zijn bevonden is door het lang staan in het Schip, ingedroogt. { 85: ld wax kaarssen op 1500 ld bij naweeging te kort, zijnde 5 2/3 p:r C:to netto.
't kan ligt zijn dat er 20202 ld reijst te kort komt want de meenigte van Calanders, heeft die meest uijtgevreeten, daar bij de Spillagie, die veroorsaakt word in 't opdraagen tusschen de Pakhuijsen en 't Schip op Batavia zo ook hier aan de Caab, uijt het Schip in de boots en daar weeder uijt in de pakhuijsen, gelijk meede de Rotten en muijsen daar het Schip vol van is, die daar niets veel goed aan hebben gedaan, so als verscheijde maalen gebleeken is dat wij Rijst hebben gepompt. { 20202 ld Rijst op 465000: ld ofte 150: Cojangs van 3100 ld bij uijtleeveringe te kort, zijnde 4 3/8 p:r C:to Sch:rs
wat de leggers met Aracq betreft, deselve zijn wat oude en Slegt geweest en meede door de langheijt van Tijd die deselve hebben leggen broeijen daar in wormgaaten gekomen, alsoo verscheijde Duijgen aanstuckent gesprongen, so datter vijff leggers zijn leeg gelekt en door een en ander de wannigheijt is toegekomen. { 2649 Cann: Aracq op 20: leggers, als:
de vloersteenen zijn door de brosheijt van Alooij met het verwerken op Batavia van de wal in de Schouwe en 't overmannen in 't Schip en weg leggen in 't Ruijm, alsoo ook door het Swaar arbeijden van 't Schip op de Reijze, en hier weeder met het uijtmannen uijt het Schip in de landsboots als ook Twee à Drie eetmaale op 't hooft zijnde blijven leggen aan Stuckent gebrooken en die te kort gekomen zijnde, op soo een mannier weg geraakt. { 1400: P:s Estricken van 12: d:m op 4000: p:s gebrooken zijnde 35: p:s C:to N:to
447: d:o Estricken van 16: d:m op 1000 p:s gebrooken, zijnde 44 3/4: p:r C:to Sch:rs.
Het gebrooken houtwerk is werkelijk toe te schrijven, met het over en weer werken van land in de Schouwen tot Batavia, en uijt deselve in Scheepsruijm, en ook wel principaal door de Swaare last van Rijst, Zuijker, Aracq en packen lijwaaten, die daar op geleegen hebben, als meede door 't indroogen aan 't schreuren geraakt zijnde, en alhier weederom ontlost in 's Comp:s boots en op de wal gewerkt. { 70: p:s Tinquanse Planken op 300: P:s gebrooken.
466: d:o Jatij Planken op 2000: p:s gebrooken
103: d:o Jatij duijgen op 2000: p:s gebrooken.

‘Sullende Uwe Wel Edele gestr. en E: Agtb:re uijt het in margine deeses gestelde klaarlijk de waaragtige Reedenen kunnen beoogen waar door de minderheeden en defecten, der voorsz: goederen zijn oorspronk heeft, om welke reedenen den ondergeteekende op ‘t Eerbiedigste wijze versoekt /:als een Dienaar die de E: Comp: ‘t Seedert dat hij deselve gedient heeft, altoos Trouw en Eerlijk heeft behandelt:/ dat hij voorgem: minderheeden en defecten der voorsz goederen niet mag werden belast. /:onderstont:/ In ‘t Schip de vreede den 20: April 1751: /:was geteekent:/ Jan van Ingen.’

Den inhoude van alle welke Papieren aandagtelijk in overweeginge genoomen zijnde, is daar op goed gevonden en beslooten dat het te kort komende op de Candij Suyker en waxkaarssen, als niet Excedeerende, om de voortgebragte reedenen, so wel als de gebrookene Estricken en houtwaaren /:dewijl deselve nog zonder Schaade verkogt of ten dienste der E: Comp: kunnen werden geEmploijeert:/ sullen gepasseert, en bij de Negotie boeken deeses gouvernements afgeschreeven werden; gelijk meede de wannigheijd op den Aracq, en het te kort komende door ‘t Leedig loopen en springen van Vijff leggers denselve, mits egter ten opsigte van de Laatstgemelde vijff leggers, dat den voornoemden Cap:tn van Ingen neevens desselfs opperstuurman, of den geene die andersints over het ruijm mogte hebben gegaan, met Solemneelen Eede Sullen moeten bevestigen, dat de gedagte Leedig bevondene Leggers in der daad die van d’ E: Comp: zijn geweest, en dat zij sig met de daar in geweest zijnde Aracq in het minst of meeste niet bevoordeelt hebben: dog aangaande de te kort komende Ryst, dewijl zijlieden deselve volgens de tegenwoordige usantie en Ordres van haar hoog Edelens de heeren der hooge Indiaasse Regeeringe maar teegens 3100 ponden de Cojang hebben uijtgeleevert, en dat haar oversulx op ijder Cojang 100 ponden van deselve zijn te goed gedaan, is oversulx goed gevonden en verstaan, dat gemelde Rijst aan haar uijtkoops prijs zal werden op Reekening gestelt te weeten den Cap:tn van Ingen voor de helft, mitsgaders den Lieutenant Jan Etienne gonsal en opperstuurman Jacobus van der Stoel ijder voor een vierde part.

Sijnde laatstelijk na Resumptie van een Tweede Memorie meede door wel op gemelden heer Hoofd Administrateur ingeleevert, gearresteert, dat met de daar bij vermelde te kort komende en bedurvene goederen, mitsgaders gestorvene Slaaven en verrekt Beestiaal der E: Comp: in diervoegen zal worden gehandelt, als ter zijde van dat Schriftuur Staat aangeteekent, luijdende deselve Memorie, als volgt:

‘Memorie van de nabeschreevene Smeekoolen, Timmerhout, Tabaks Pijpen, Drinkglaasen, Theer, Spaanse Zeep, pijlaaken &:a uijt de onderstaande Bodems so bij nameeting als naweeging te kort, gebrooken en gemotteerd bevonden de Coperdraat bij ‘t openen van Een kas N:o 51: uijt het Schip Spaarenrijk meer bevonden als de factuur quam te dicteeren, de leijfeijgenen in de Maanden Semtemb:r Octob:r, Nov: Decembr, A:o pass:to Januarij en Februarij deeses Jaars, door de Natuurlijke Dood overleeden, ‘t vee in gemelde Tijd soo verrekt, als door ‘t wild gedierte vernielt alles volgens verklaaringen hier annex blijkende, Namentlijk.’


uijt 't Schip Lekkerland .
afschrijven { 5 1/2: hoed: Smee koolen, op 41: hoed: bij nameeting te kort.
uijt Slooten
afschrijven { 31: p:s gr: Deelen van 1: d:m op 600: p:s als
15: d:o d:o gesaagde Deelen op 400 p:s als.
3: Blaaden wagenschot van 1 3/4 d:m op 25: blaaden te kort
uijt Sparenrijk .
afschrijven { 8: grossen korte Tobaks pijpen op 50: grossen bij 't openen van 1: kas L:a E: gebrooken
1: p:s glase wijn pomp op 5 p:s } bij 't openen van 1: Kas L:a F: gebrooken
38: d:o gesor:t Drinkglaasen op 250 p:s
93: lb Spaanse Zeep op 4238: ld bij 't openen van 7: kassen gemerkt L:a f tot M: en naweeging te kort.
uijt gemelde Bodem
daar en teegen meer bevonden als de factuur quam te melden.
inneemen. { 100: ld Coperdraat in Een kas N:o 51.
uijt het Slot van Cappelle .
afschrijven { 2. p:s ijzere potten op 150: p:s gebrooken
83: ld: Roet op 542 ld in een vat N:o 2: bij naweeging te kort.
uijt Rosenburg
afschrijven { 1 3/4 vaten Theer tot 't opvullen van 13 1/4 vaten verbruijkt.
76 ld Roet op 412: ld in 1: vat N:o 1: bij naweeging te kort.
84: d:o Spaanse zeep op 3338: ld bij naweeging van 6: kassen L:a N: tot S: te kort.
41: p:s boutelles op 400: p:s bij 't openen van 2. kassen gebrooken.
uijt Middelburg
afschrijven { 2 1/2: hoeden Smee koolen bij 't nameeten van 42: hoed: te kort.
2 1/4: vaten Theer tot opvullen van 12 3/4: vaten verbruijkt.
1: p:s Carveel Plank op 100 p:s te kort
verkoopen { 1: d:o G:r Deel van 1 1/2 d:m op 206 p:s gebrooken
6: d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o 406: d:o d:o
1: d:o d:o d:o d:o 1 lang 24: voet: op 200 p:s gebrooken
1: d:o d:o d:o d:o 1 d:o 18: d:o d:o 150: d:o d:o
3 d:o d:o gesaagde deelen d:o d:o 600: d:o d:o
2: d:o d:o latten van 1 1/2: en 2: d:m op 75: p:s d:o
3. d:o d:o d:o d:o 1: d:o 1 1/2 d:o d:o 50: d:o d:o
inneemen sodanig als se bevonden zijn { 150: d:o d:o d:o do: 1 1/2: d:o 1 1/2 en volgens factuur moesten se zijn van 1 1/2 en 3: d:m
uijt Ghiessenburgh .
afschrijven { 9 6/10: kann: olijven olij op 3: halve aamen bij pyling te min zijnde ider 2: d:m wan.
32 d:o Raap olij op 10: halve aamen bij pyling te kort zijnde ider 2:d:m wan.
8 flessen franse Brandewijn bij 't openen van Een kelder gebrooken
verkoopen { 8. p:s G:r latten van 1 1/2: en 3: d:m op 600 p:s gebrooken.
5: d:o d:o d:o d:o 1 1/2: en 2: d:o d:o 175: d:o d:o
30 d:o d:o d:o d:o 1: d:o 1 1/2: d:o d:o 1650: d:o gebrooken.
afschrijven { 1: d:o uurglas van 1 uur op 6: p:s in Een kas N:o 8: gebrooken.
uijt Gustaaf Willem .
verkoopen { 28: p:s pylaaken in 4: kassen L:a E: E: tot H: H: gemotteert.
afschrijven { 37: d:o gesort: drink glaasen op 250: bij 't openen van een kas L:a V: V: gebroken
19 1/2: kann: Lijn olij op 15: kelders bij nameeting te min.
93: ld Roet op 610: ld in 2: vaten bij naweeging te kort.

uijt 't Schip Lekkerland .
afschrijven { 5 1/2: hoed: Smee koolen, op 41: hoed: bij nameeting te kort.
uijt Slooten
afschrijven { 31: p:s gr: Deelen van 1: d:m op 600: p:s als
15: d:o d:o gesaagde Deelen op 400 p:s als.
3: Blaaden wagenschot van 1 3/4 d:m op 25: blaaden te kort
uijt Sparenrijk .
afschrijven { 8: grossen korte Tobaks pijpen op 50: grossen bij 't openen van 1: kas L:a E: gebrooken
1: p:s glase wijn pomp op 5 p:s } bij 't openen van 1: Kas L:a F: gebrooken
38: d:o gesor:t Drinkglaasen op 250 p:s
93: lb Spaanse Zeep op 4238: ld bij 't openen van 7: kassen gemerkt L:a f tot M: en naweeging te kort.
uijt gemelde Bodem
daar en teegen meer bevonden als de factuur quam te melden.
inneemen. { 100: ld Coperdraat in Een kas N:o 51.
uijt het Slot van Cappelle .
afschrijven { 2. p:s ijzere potten op 150: p:s gebrooken
83: ld: Roet op 542 ld in een vat N:o 2: bij naweeging te kort.
uijt Rosenburg
afschrijven { 1 3/4 vaten Theer tot 't opvullen van 13 1/4 vaten verbruijkt.
76 ld Roet op 412: ld in 1: vat N:o 1: bij naweeging te kort.
84: d:o Spaanse zeep op 3338: ld bij naweeging van 6: kassen L:a N: tot S: te kort.
41: p:s boutelles op 400: p:s bij 't openen van 2. kassen gebrooken.
uijt Middelburg
afschrijven { 2 1/2: hoeden Smee koolen bij 't nameeten van 42: hoed: te kort.
2 1/4: vaten Theer tot opvullen van 12 3/4: vaten verbruijkt.
1: p:s Carveel Plank op 100 p:s te kort
verkoopen { 1: d:o G:r Deel van 1 1/2 d:m op 206 p:s gebrooken
6: d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o 406: d:o d:o
1: d:o d:o d:o d:o 1 lang 24: voet: op 200 p:s gebrooken
1: d:o d:o d:o d:o 1 d:o 18: d:o d:o 150: d:o d:o
3 d:o d:o gesaagde deelen d:o d:o 600: d:o d:o
2: d:o d:o latten van 1 1/2: en 2: d:m op 75: p:s d:o
3. d:o d:o d:o d:o 1: d:o 1 1/2 d:o d:o 50: d:o d:o
inneemen sodanig als se bevonden zijn { 150: d:o d:o d:o do: 1 1/2: d:o 1 1/2 en volgens factuur moesten se zijn van 1 1/2 en 3: d:m
uijt Ghiessenburgh .
afschrijven { 9 6/10: kann: olijven olij op 3: halve aamen bij pyling te min zijnde ider 2: d:m wan.
32 d:o Raap olij op 10: halve aamen bij pyling te kort zijnde ider 2:d:m wan.
8 flessen franse Brandewijn bij 't openen van Een kelder gebrooken
verkoopen { 8. p:s G:r latten van 1 1/2: en 3: d:m op 600 p:s gebrooken.
5: d:o d:o d:o d:o 1 1/2: en 2: d:o d:o 175: d:o d:o
30 d:o d:o d:o d:o 1: d:o 1 1/2: d:o d:o 1650: d:o gebrooken.
afschrijven { 1: d:o uurglas van 1 uur op 6: p:s in Een kas N:o 8: gebrooken.
uijt Gustaaf Willem .
verkoopen { 28: p:s pylaaken in 4: kassen L:a E: E: tot H: H: gemotteert.
afschrijven { 37: d:o gesort: drink glaasen op 250: bij 't openen van een kas L:a V: V: gebroken
19 1/2: kann: Lijn olij op 15: kelders bij nameeting te min.
93: ld Roet op 610: ld in 2: vaten bij naweeging te kort.

‘Volgens bij gevoegde Reeken:g van den opsiender van ‘s Comp:s’

‘Slaaven Logie, gesterkt met Secretariale verklaaringen, zijn in de jongst gepasseerde Ses maanden Sep:tm octobr: Nov: Decemb:r 1750: Jan. en febr: deeses jaars van ‘s Comp:s Slaaven door de natuurlijke Dood overleeden.’


afschrijven { 3: kloeke Jongens
1: School d:o en
2: Zuijgende d:o
6: kloeke meijden
3: zuijgende d:o
4: Bandiete Jongens

afschrijven { 3: kloeke Jongens
1: School d:o en
2: Zuijgende d:o
6: kloeke meijden
3: zuijgende d:o
4: Bandiete Jongens

‘En volgens Reekening van den Landdrost en Secretariale verklaaringen zijn meede in voorsz tijd van ‘s Comp:s Beestiaal zoo verrekt, als door ‘t wild gedierte verslonden.’


afschrijven { 207: Stuks Runderbeesten
16: d:o Paarden
2: d:o Ezels en
22: d:o Schaapen en bocken

afschrijven { 207: Stuks Runderbeesten
16: d:o Paarden
2: d:o Ezels en
22: d:o Schaapen en bocken

’/:onderstont:/’

‘In ‘t Casteel de goede hoop den 22: April 1751 /:was geteekent:/ S. Swellengrebel.’

Aldus geresolveert ende gearresteerd In ‘t Casteel de Goede hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] Hend:k de Ruijter N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] Mij Present O M Bergh E g clercq

C. 129, pp. 121-136.

Dingsdag den {17510427} 27: Ap:l 1751:

’s voormiddags alle present behalven den Heer Cap:tn Militair Rudolff Sigfried Alleman, bij Indispositie.

Seeker placcaat volgens het dies weegens geSprookene in de jongste vergaderinge, op het Stuk van de Jagt beraamd, heeden geresumeert weesende, is goedgevonden dat het zelve ter observantie zoo aanstonts zal gepubliceert en vervolgens alomme geaffigeert werden, luijdende als volgt:

Rijk Tulbagh Gouverneur weegens der vereenigde Neederlanden geoctroijeerde Oost-Indische Comp: aan Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den Raad, doen te weeten:

Dewijl men met Leetweesen heeft moeten ondervinden, dat ‘s heeren wild en gevogelte so in deese Tafelvalleij , als in de soogenaamde vlakte, de Duijnen , aan de Zee koeij en Zand valleijen , mitsgaders in de baaij fals , door het meenigvuldig en onbehouwen Schieten van het zelve, niet alleen bij Europeanen; maar dat erger is door slaaven, van tijd tot tijd sodanig is verdestrueert en vernielt geworden, dat thans genoegsaam niets van belang daar van meer word gevonden; So is het dat wij hier teegens willende voorsien, en dat quaad met allen ernst en vigueur stuijten en uijtroeijen; hebben moeten vast stellen en statueeren so als wij vast stellen ende statueeren bij deesen, als:

Eerstelijk

Dat niemand wie hij zij so ‘s Comp:s Dienaaren, als Burgeren en nog minder Slaaven, binnen de Limieten van deese tafel valleij , de sogenaamde vlakte na den kant van Stellenbosch , de Tijgerbergen , en hottentots holland de Duijnen , Zee Koeij , buffelts , Zand en andere valeijen, Rivieren of waateren, en voorts binnen den gantschen omtrek van de Baaij fals , onder wat pretext en in welken tijd des jaars het ook zoude moogen weesen, zal mogen ter Jagt gaan, en het voorseijde aldaar gevonden wordende wilt en gevogelte, zo oud als Jong in eeniger maniere te schieten, met Netten en anders te vangen, de Nesten van het vliegend wild van haare Eijren te berooven, of op eenige andere wijze, zig zo van het een en het ander meester te maaken, dan wel het zelve Wild te vernielen, beschaadigen, of verjaagen; op pœne voor de geene die hier teegens sullen aangaan, van voor de Eerste maal te sullen weesen vervallen in een boete van vijfftig Rijxdaalders voor de Tweede maal in een Hondert Rijxd:s en voor de derdemaal daar voor Arbitraalijk aan den Lijve te sullen worden gestraft, boven en behalven nog de verbeurte van het geweer, dat bij haarl: zal worden gevonden, zullende de Lijffheeren der slaaven, dewelke sullen worden betrapt deese onse ordres te hebben overtreeden, voor deselve moeten instaan en boeten.

ten Tweeden

Dat nademaal is ondervonden, dat het grootste quaad in deesen wel voornaamentlijk is gepleegt geworden, door het volk het welk zig erneert met brand hout in de Duijnen te roeijen, derhalven aan die Menschen, zo wel als haare Dienaaren en Slaaven, onvermindert het ter needer gestelde bij het bovengem: Articul nog op het rigoureuste zal zijn en blijven verbooden, ‘t zij wanneer zijlieden na de Duijnen gaan, of van daar te rugge komen, en soo mede bij het verrigten van hun werk en verblijven in deselve Duynen , eenig Schiet geweer hoe ook genaamt te mogen draagen, bij zig houden en gebruijken, alles meede op de pœnaliteijten hier boven gemeld.

ten Derden

Wordende voorts ‘s Comp:s wiltschuts en Posthouder in ‘t Rietveld , neevens de veldwagters van den land-Drost gelast, voor soo veele in haar is zorge te draagen: dat deese onze ordres punctueelijk worden naargekomen, met qualificatie om van de geene die zij zullen bevinden daar teegens aan te gaan, hun geweer af te neemen en sodanige Persoon of Persoonen vervolgens aan te geeven aan den heer Independent fiscaal, om voor den Raad van Justitie deeses Casteels te regt gesteld te worden, dog Slaaven zig in deesen te buijten gaande, sullen door gedagte wildschutters moeten aangehouden, en hier aan de Caap opgesonden worden.

ten Vierden

Sullende de Boetens die in deesen sullen worden verbeurt, worden verdeelt als volgt, te weeten: Een Derde voor den aanbrenger: een Derde voor den officier die de Calange zal komen te doen; en Een Derde voor de Raad kamer van den Raad van Justitie deeses Gouvernements.

En opdat niemand van deese onse beveelen onweetende mag blijven, so ordonneeren en begeeren wij, dat dezelve ter gewoonelijke plaatse zal werden gepubliceert en alomme geaffigeert, alsoo wij zulx ten meesten dienste der E: Comp: en deeses gouvernements welzijn zodanig hebben bevonden te behooren.

Hierna wierd door den heer Gouverneur in vergaderinge overgegeeven Seeker Reglement en ordre, bij zijn Edele ontworpen, aangaande de bijzondere bestieringe der vier Compagnien soldaten, ten deesen Casteele guarnisoen houdende, zijnde van den volgende inhoude:

Reglement en Ordre Raakende de bijzondere bestieringe der Vier Compagnien Soldaaten, ten deesen Casteele guarnisoen houdende.

Dewijl de Militie deeses Casteels op vier hondert Mannen bepaald zijnde, bij het geEerd aanschrijvens der Hoog Edele heeren Seeventhienen van den 17. novembr: 1744 nu op nadere ordre van de heeren der Hoge Indiaasse Regeering in dato 29: Julij 1749. in vier Compagniën is verdeelt geworden, en dat het oversulx ten hoogsten noodig is, dat ‘er eenige Schikkingen worden gemaakt, om de Saaken ten deesen Subjecte zoo veel doenelijk zij, in goede ordre te brengen en te houden op den voet, dewelke in het vaderland gebruijkelijk is, ten eijnde alle wanordres hier door dies te beeter sullen mogen werden geweert en voorgekomen, zoo is het dat den Edelen Heer Gouverneur Rijk Tulbagh en Raad deeser plaatse, met overleg van den heer Lieutenant Collonel Isaäk Meinertzhagen na op alles rijpelijk te hebben gelet, in deesen opzigte het volgende gereguleert en vastgesteld hebben, te weeten:

1:

Dat vooreijde vier Compagniën dewelke het Bataillon van gezegden heer Meinertzhagen komen uijt te maaken, gelijk bevoorens blijvende sorteeren onder desselfs oppergezag, voorts van nu af aan voor zo veel het detail en de bijzondere bestieringe derselve aangaat ijder direct zullen Staan onder het Commando en de Directie der Capitainen over deselve aangesteld.

2:

Aan welke Capitainen dan ook de Sorge over haare bijzondere Compagniën bij deesen aanbevoolen blijvende, sullen deselve Capitainen oversulx op alles wat haare voorzeijde Compagniën betreft, een waakend oog moeten houden, het welweesen haarer Soldaaten behartigen en teffens Letten dat deselve onder goede ordre en krijgstugt gehouden worden, zo dat elk Capitain voortaan behoorlijk voor zijn eijgen Compagnie zal moeten verantwoorden.

3:

En op dat deselve Capitainen hiertoe des te beeter in Staat kunnen weesen, sullen in het vervolg geene der officieren of Soldaaten onder haare compagniën bescheijden zijnde, sonder haare voorgaande kennisse, mogen geligt, verplaatst of weg gesonden worden.

4:

Ook sullen gemelde Capitainen wanneer haare Compagniën ‘t zij door sterfte, of andere toevallen sullen moeten worden gerecruteert, hier van kennisse moeten geeven aan meermaals geciteerde overste Lieutenant, op dat zijn E: na ontfangene Ordre van den Edelen heer gouverneur in deesen na behooren zal kunnen voorsien.

5.

Sullende voorts deselve Capitainen van alle niet presseerende Saaken /:dat andersints aanstonts Sal moeten geschieden:/ maandelijx van het voorvallende in haare Compagniën en so meede van het goed of quaad Comportement van hunnen onder officieren en Soldaten kennisse moeten geeven aan zoo evengemelden Lieutenant Collonel, op dat den Edelen heer gouverneur door hem van het voorvallende na behooren kan verwittigt en bij zijn Edele op alles ordre gestelt worden.

6.

Desgelijx sullen gedagte Capitainen als eenige onder officieren onder haare Compagniën komen te manqueeren, de bequaamste uijt hun volk tot remplaceeringe der opengevallene plaatsen in Scriptis moeten opgeeven aan geciteerden Heer Isaäk Meinertzhagen, die deselve vervolgens met zijne Consideratiën daar op, so hij er eenige heeft aan welopgemelden heer Gouverneur tot obtineeringe van hun advancement sal moeten voordraagen.

7.

Waar en boven door voorseijde Capitainen meede sullen moeten worden uijtgegeeven soo veel passen ijder van haare eijgen Compagnie als zij met goed overleg zonder dat den dienst te veel beswaard of verwaarloost word, nodig sullen ordeelen, om het gereguleerde dienstgeld voor haare Compagniën daar uijt te vinden, dat aan haarlieder verantwoording en goede directie toevertrouwd blijft, mits dat zij hiervan behoorlijk kennis aan den heer Meinertzhagen sullen moeten geeven, om zijn E: zoo als het behoord te kunnen dienen tot narigt.

8.

En op dat alles deesen aangaande na behooren moge toegaan, en dat alle Cavillatien voorgekomen sullen kunnen worden; zullen de voorseijde Capitainen maandelijx in Persoon, in het bij weesen van haare Luijtenants en Vaandrigs, die sulx bij Siekte, absentie, of andere ongeleegentheeden van hunne Capitainen, andersints selfs sullen moeten doen, aan de Soldaaten haarer Compagniën moeten uijtdeelen, en afgeeven het gereguleerd geld dat in de voorgaande maand van de passen zal weesen ingekomen.

9.

Ook zullen aan de voorseijde Luijtenants en vaandrigs, op dat zij hier toe te beeter in staat mogen zijn, en dat deselve in saaken de compagnie raakende waaronder zij Sijn bescheijden, niet blind of onkundig worden gehouden, maandelijx meede een behoorlijke Lijst van deselve Comp: moeten werden gegeeven met de Notitie der Mansehap dewelke daar bij in waare weesen word gevonden, en waar deselve zijn bescheijden, dienst doen, of op een Pas gaan, op dat alsoo alle ongepermitteerde handelingen sullen mogen worden voorgekomen, waar voor gemelde luijtenants en vaandrigs in het vervolg meede respons abel Sullen blijven.

10.

Laatstelijk zal op voorseijde maandelijxe Lijsten van het guarnisoen, bij gevallen daar het van de manschappen te pas komen mogt, voortaan niet meer eenvoudig mogen worden gesteld op Commando, maar uijtdrukkelijk daar beneevens waar deselve worden geEmploijeert, het zij bij voorbeeld tot het maaken der guarnisoens Monteering, Slaaven kleederen, na het Dassen Eijland en zo verders, ten eijnde men aanstonts met den eersten opslag van het oog zal kunnen nagaan, waar dat deselve sullen weesen te vinden.

En is nadat hierop met aandagt was gelet, best en raadsaamst geoordeelt, dat dat Reglement, gemerkt desselfs nuttigheijd, in train zal worden gebragt, des zal al het daar bij ter needer gestelde, bij elkeen die het zoude mogen aangaan, punctueelijk moeten geobserveert en naargekomen worden.

Gemerkt ‘er nu geen hoop meer is, dat het masteloose Ceylons Retourschip ‘t wapen van Hoorn aan deesen uijthoek Sal komen op te daagen, als waarscheijnelijk zijnde dat het zelve deese plaats zal zijn voorbij geraakt, is hierom gearresteert, dat het Scheepje Schuijlenburg het welk tot nu toe, ter deeser Rheede heeft moeten worden opgehouden, om bij aldien voorsz: Bodem ‘t wapen van Hoorn intusschen ergens omtrent deese kusten was komen op te dagen, het zelve als dan tot adsistentie van die kiel te kunnen Emploijeeren, nu Sonder langer vertoef, met de goederen en Provisiën voor de in de baaij fals aan te komene Scheepen, derwaarts sal werden afgesonden.

Sijnde laatstelijk ‘s Comp:s Slaaf Christoffel van Simosia, op desselfs hierom bij request gedaan versoek, ter Consideratie dat denselven nu bereets den tijd van 19: agter een volgende jaaren, den dienst als Schoolmeester in ‘s E: Comp:s Slaven Logie tot genoegen heeft waargenoomen, uijt Slaverneije ontslagen, en in vrijdom gesteld, mits verpligt blijvende in erkentenisse van die gunst, den gesegden dienst van Schoolmeester in ‘s E: Comp:s Slaven Logie op desselfs voorig onderhoud nog eenige jaaren te blijven waarneemen.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 137-139.

Donderdag den {17510506} 6. maij 1751.

‘S voormiddags alle present, uijtgenoomen den heer Independent fiscaal Pieter Rheede van Oudshoorn.

Op het thans gedaan wordende versoek bij den heer opperkoopman en geweesene opperhooft van de Logie tot Batavia Jan Cornelis duquesne, dat aan hem mogt worden gepermitteerd ter voortsettinge van desselfs Reijze naar Europa te mogen overgaan van het Retourschip Brouwer waar meede sijn E: alhier is gearriveert op het meede ter deeser Rheede liggende Ceijlons Retourschip Woitkensdorp ; ter zaake dat den Schipper van Eerstgenoemde kiel gen:t Adriaan de Graaf, hem Duquesne so wel als desselfs huijs vrouw geduurende de herwaarts Reijze, seer onvriendelijk, Ja op een onverdraagelijke wijze zoude hebben gehandelt, is tot voorkominge van verdere oneenigheeden en verwarringen op voorm: Schip Brouwer best en raadsaamst geoordeelt, dat dit versoek Sal toegestaan worden.

Sijnde wijders aan gemelden Heer Dusquesne nog geaccordeert om met zig na Europa te mogen meede neemen, een bij zijn E: aangenoomene Dogtertje genaamt Catharina Jansz: van Batavia, mitsgaders nog een Slavin in naame Isia van Boegis, mits het ordinaire Transport en kostgeld voor deselve in ‘s Compagnies Cassa alhier word voldaan; te weeten: voor de Eerste alleen voor de heen; en voor de andere voor de heen en weeder Reijze; voor beijde van Batavia gereekent.

Aldus Geresolveert en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 140-151.

Dingsdag den {17510511} 11: Maij 1751.

‘S voormiddags alle present uijtgenomen de heeren van oudshoorn en Meinertzhagen mitsgd:s den E: Secretaris de grand preez den laatsten bij indispositie.

Wierd door den Predikant Hermanus van der Veen, aan denwelken om de wille zijner doemaaligen indispositie heeft moeten werden toegestaan, van het bereijts op den 9: febr: Pass:to van hier na Batavia vertrockene Schip Slooten , eenigen Tijd ter deeser plaatse te mogen overblijven, het volgende versoek Schrift ingeleevert.

‘Den wel Edele Gestrengen Heer Gouverneur, en Agtbaaren Raad van Politie etz: aan Cabo de goede Hoop word na geordineerde Last, een kerkelijke Acte, in deesen aangeweesen, met versoek om ordinantie na ‘t geliefde vaderland weeder te keeren van Herm: Haiki van der Veen, Predikant.’

‘Dingsdag den 11. Maij 1751:’

‘Alsoo geeve met allen Respect uw wel Edele gestrengen Heer gouverneur en Agtb:ren Raat van Politie, te verstaan hoedanig ik H: van der Veen Predikant door Lighaams ziekte alhier een en andermaal in mijn gedestineerde Reijze zijn opgehouden en nog niet volkomen herstelt.’

‘Bovens dien, zijn door liefdeloose en onchristelijke handel, onbetaamelijke Ergwaan met verschrikkelijke Laster aangetast, en gevolgen beworpen, op mijn Persoon in Leeven, en H: bedieninge in Leere, als of daar in ongesont ware, gelijk uijt ‘t Extract van deese Eerw: kerkenraat den 3. maij deeser is te zien, beswaart geworden. Over welk Extract nu alleen aanmerke, dat gezeijd word, niet te konen zien, dat na voorgeeven so zeer Ledeert is en dat ik een aanregting van Conventiculen, op ongepaste tijden en plaatsen hebben gecauseert, welke onwaarheeden of Leugentaal, als raakende god en zijn volk, nootzaakelijk moet beweezen worden wishalven ik niet met sodanige blameering en Laster na Batavia kan nog mag verreijzen, maar in teegendeel Erenstig versoeke om ordinantie na het vaderland weeder te keeren, op dat Classicaal daar over geoordeelt worde. /:onderstont:/ Uw WelEdele gestrengen heer gouverneur en Agtbaaren Raats Diens willigen Dienaar /:was geteekent:/ H: van der veen Predikant.’

‘Extract Resolutie genoomen in kerkenraad aan Cabo de goede Hoop. Maandag den 3. Maij 1751.’

‘Is ter vergaderinge verscheenen den Predikant Herm: Haiki van der Veen, en gehoort seeker klagte, welke zijn Eerw: teegens den Predikant van ‘t Swart Land Christiaan Benjamin Voltelen in bragte, daar inne bestaande dat zo evengem: Predikant Voltelen Twee Leeden van zijn Eerw: kerkenraad gelast hadde, dat bij aldien hij van der veen, den Predikstoel bij zijn Eerw: absentie mogte beklimmen, zij sulx als dan souden hebben van de hand te wijzen.’

‘’Twelk in overweeginge genoomen zijnde, heeft men geoordeelt, dat bovengenoemde klagte tot deese vergaderinge niet was specteerende, en dat derhalven deese vergadering in die Saak niet konde treeden, vermits den Eerw: heer Christiaan Benjamin Voltelen, predikant aan ‘t Swarte Land zijnde deese Saak daar door tot dien Eerw: kerkenraad was betrekkelijk geworden, dog vermits deese vergadering gaarne zag en wenschte, dat de vreede en broederlijke Liefde mogte blijven, heeft denselven den Eerw: Predikant van der Veen op het ernstigst versogt en gebeeden deese Saake niet verder te willen pousseeren dewijl zij dog niet konden Sien, dat zijn Eerw: daar door na voorgeeven so zeer was geledeert geworden, zijnde hier in niets gedaan als dat geene dat overeenkomstig is, de besluijten en ordres van de kerke in deese geweste, ten dien eijnde heeft de Christelijke vergadering sijn Eerw: voorgedraagen den 6: Art: van de handelingen der gecombineerde kerkenvergadering, van den 20: Jann:ij 1749: waar bij bleek, dat geen Predikant sal vermogen onder een ander district te prediken, als in de gewoone predikplaats en met voorkennis van den predikant in Loco.’

‘Wijders heeft de Christelijke vergadering den Predikant van der veen voor gedraagen, hoe dat haar ter ooren was gekomen, dat deselve sonder voorkennis van den Predikant deeser plaatse, ofte van den kerkenraad, hadde onderstaan Conventiculen en bijeenkomsten aan te regten, op ongepaste tijden en plaatsen, als strijdig zijnde met de placcaaten van den lande, en de acte van onse gecombineerde kerk vergadering, hebben daar op zijn Eerw: na bekentenisse hier van, vriendelijk versogt, zig daar van te willen abstineeren en na langduurige futielle teegenspraake sulx geinterdiceert, oordeelende dat dit alles geschikt was tot Conservatie van de goede ordre, en tot Stigtinge van de gemeentens in Liefde en vreede; en zal hier van Extract aan gem: Heer van der Veen bedeelt worden. /:onderstont:/ Accordeert /:lager:/ uijt naam en Last van kerkenraade /:was geteekent P: Hacker Scriba’

Welk Schriftuur geleesen weesende, is daar op best gedagt en dienvolgens beslooten, dat de bij het zelve weegens de voortgebragte frivole Reedenen versogte Permissie, om naar ‘t vaderland te mogen te rug keeren, ter saake men daar toe niet gequalificeert is, van de hand geweesen, en aan hem predikant van der Veen, uijt aanmerkinge dat denselven zig thans volkomen herstelt komt te bevinden, en dat ‘er na het depart der aanweesende Scheepen Ruijskensteijn en Nieuwstad , geduurende de drie volgende maanden geen Scheepen ter deeser Caabser Rheede meer werden verwagt, het oversulx voor denselven niet dan seer moeijelijk sal vallen, om neevens desselfs Familie met een in de baaij fals aan te komenen Bodem naar Batavia te navigeeren, in teegendeel sal werden geordonneert, om ter voortsetting sijner Reijze, met het voorseijde Schip Nieuwstad als met geen passagiers belemmert zijnde, naar evengemelde Indiaasse hoofd plaatse te vertrekken, en aldaar als de competente plaats zijnde, bij aldien hij het noodig sal vinden voorsz: versoek om na het vaderland te mogen retourneeren te hernieuwen, ofte wel desselfs Regt te Soeken, ingeval hij zig alhier door ijmand benaadelt vinden mogt; welk een en ander meergem: Predikant van der Veen door den Heer gouverneur aangesegt geworden zijnde, so wierd hierop door denselven /:onder het uijten van verscheijde Insolente en onbetaamelijke woorden teegen welgem: Heere gouverneur:/ met groote obstinatie geantwoord, in ‘t geheel niet van hier naar Batavia te sullen of te willen vertrekken; weshalven men dan tot maintiën van het fatsoen deeser Regeering, als door diergelijke behandelingen ten hoogsten benadeelt werdende, heeft moeten besluijten, dat dikwilsgen: predikant van der veen bij aanhoudende weijgering van dien, tot het vertrek na Batavia sal werden genoodsaakt, mits hem door een officier en eenige Manschap naar Boord van voorwaartsgen: Schip Nieuwstad te laaten brengen en dus de Reijze naar India, waar voor hij in ‘t vaderland aangenoomen is, te doen voortzetten.

Vervolgens geliefde den heer gouverneur meede in Raade te doen verscheijnen den Cap:tn van het op Laatstl: Saturdag den 8: deeser hier ter rheede gearriveerde Schip d’ Admiraal de Ruijter Bastiaan Verdoes, en van denselven in ernstige Termen af te vorderen, de Reedenen van desselfs vermeetel en onbesonnen gedrag, om namentlijk onaangesien den met voorsz: Bodem van Batavia vertrokkenen Edelen heer Raad Extraord: van India Jan Huijgens geduurende de Reijze was komen te overleijden, egter met de vlag van de groote Steng op deese Rheede ten anker te komen, waar door men alhier in so verre was misleijd geworden, dat het Salut van het Casteel reets gedaan sijnde, met het verder Ceremoniël omtrent de receptie eens Admiraals gebruijkelijk soude zijn voortgevaaren, ten waare men nog bij tijds het overleyden van welgemelden Edelen heer Huijgens was te weeten gekomen, so wierd hierop door gementioneerden Cap:tn Verdoes geantwoord, dat hij seedert het afsterven van soo evengen: heer Huijgens tot op zijn arrivement alhier, meede siek geweest zijnde, hier door buijten Staat was geweest, op alles behoorlijke ordre te kunnen Stellen, sulx het streijken van voorsz: vlag dan ook daar door was versuijmt geworden; dat wijders de hier uijt ontstaane Confusie hem verdoes ten hoogsten Leet was, met instantig versoek dat hem desselfs misdrijf in deesen goedgunstig mogte werden geExcuseert, met verseekering sig daar omtrent in ‘t toekomende voorsigtiger te sullen gedraagen; wes halven dan ook is goed gevonden deese Saak bij verbale Reproche te laaten berusten, te meer dewijl men zig de onkunde van gedagten Cap:tn Verdoes in diergeljke Saaken kennende, wel verseekert kan houden dat hier in niet opsettelijk door hem is misdaan, maar dat het zelve alleen uijt een dwaaling van oordeel is voortgekomen.

Sijnde Laatstelijk op de hierom gedaane versoeken aan den onderkoopman en fiscaal der Retourvloot Nicolaas Magenius, denwelken met gementioneerden Bodem d’ Admiraal de Ruijter alhier is aangeland, mitsgaders den opperstuurman van het voorwaartsgem: uijtkomend Schip Nieuwstad Arij de Roeper geaccordeert, om ter Saake hunner indispositie eenigen Tijd onder afgeschreeven gagie ter deeser plaatse te mogen vertoeven, mits dat des eerstgem: van Batavia meede genoomene gebrande goederen volgens gebruijk, binnen Boord van voorseijden Bodem de Admiraal de Ruijter komen te verblijven.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] Mij Present O M Bergh E:g:clerq

C. 129, pp. 152-161.

Dingsdag den {17510518} 18: Maij 1751.

‘S voormiddags alle prezent uijtgenoomen den E: Coopman en Secretaris Josephus de grand Preez bij Indispositie.

Op het diesweegens gedaane versoek bij den krankbesoeker Anthony Berrangé, is goed gevonden en verstaan dat aan denzelven, als volgens besluijt van den 9: December 1749: tot Schoolmeester ‘s Comp:s weegen aangesteld zijnde, het maandelijx huijs huur van vijff Rijxd:s het welk aan den krankbesoeker die voorsz: Schoolmeesters dienst komt waar te neemen, is toegelegd, voortaan uijt ‘s Comp:s Cassa zal werden voldaan.

Hierna geleesen weesende Seeker versoekschrift, mitsgaders annexe Attestatie, door den opperstuurman van het ter Rheede leggend Retourschip d’ Admiraal de Ruijter Arij Groen, in de volgende bewoordingen, gepresenteert.

Aan den wel Edelen Gestr heere RijkTulbagh, gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb:re Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren’

‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen uwer wel Edele gestr: en E: Agtb:re ootmoedigen Dienaar, den opperstuurman van het ter Rheede Leggend Retourschip d’ Admiraal de Ruijter , Arij Groen, hoe den Suppl:t met het Schip D’ yda van batavia naar Bantam vertrocken zijnde, naderhand bij verscheijning daar ter Rheede van voorseijden Bodem d’ Admiraal de Ruijter , vermits op het zelve zeedert dies Depart van de Bataviaassche Rheede de meeste officieren van agter op waaren overleeden, of ziek te bedde laagen, volgens bekomene ordre van Batavia ilico op dat Schip den Admiraal de Ruijter heeft moeten overgaan, welk Schip zo Subietelijk daar op van Bantam is ‘t zeijl gegaan, dat aan hem Suppl:t niet zoo veel tijd is overgeschooten om desselfs kleederen en tot zijn Lighaam behoorende Linnen te kunnen meede neemen, veel minder dat de ordinaire kisten of andere goederen voor hem hebben kunnen gebrand werden, gelijk uwe wel Edele gestr: en E: Agtb:re dit bij geliefte nader sullen kunnen beoogen uijt de geannexeerde verklaaring, daar van door de opper en onder officieren van des Suppl:ts Teegenwoordig bescheijdenen Bodem den Admiraal de Ruijter verleend, Ende alsoo het voor den Supp:lt ten hoogsten Schaadelijk zoude vallen, om de Reijze in diervoegen verder naar ‘t vaderland voorttesetten, zo neemt hij de vrijheijd zig in alle ootmoed te wenden tot uwe wel Edele gestr: en E: Agtb:re met ootmoedig versoek, dat om voorgem: Reedenen, voor hem Supp:lt de aan eenen opperstuurman gepermitteerde Bagagie hier ter plaatse mogen gebrand werden. /:onderstont:/ ‘Twelk doende &:a.’

‘Wij ondergeteekende Bastiaan Verdoes, Cap:tn ter Zee, voerende het ter Rheede leggend Retourschip d’ Admiraal de Ruijter mitsg:s Joris Brandenburg Lieutenant, Christiaan Roeloff onderstuurman, Remit Claasz: Bootsman, Salomon van der Boom Schieman en Andries Swiebelius Constapel, alle in gemelde qualiteijten meede op voorm: Bodem bescheijden, verklaaren mits deesen ter requisitie van den opperstuurman Arij Groen, waar ende waaragtig te weesen, dat alsoo Seedert ons vertrek van Batavia den Tweeden Schipper Jan de wit, en derde waak Laurens Boman waaren komen te overleijden en den lieutenant Joris huybregt van Rijn en Derdewaak Abraham valentijn /:die beijde naderhand meede gestorven zijn:/ bovens dien seer siek te bedde laagen, dierhalven wanneer wij tot Bantam gearriveert waaren, aldaar ordre van Batavia is gekomen, dat hij opperstuurman Arij Groen van desselfs bescheyden Bodem d’ yda dewelke zig meede voor Bantam quam te bevinden, op ons onderhebbend Schip den Admiraal de Ruijter , om daar op dienst te doen zoude hebben over te gaan, waar op hij opperstuurman Arij groen so als denselven was gaande ende Staande bij ons overgekomen weesende, hebben wij hier op de Reijze naar herwaarts so schielijk voortgezet, dat ‘er voor hem Stuurman Groen, geen tijd overgeschooten zijnde om het alderminste van desselfs kleederen of linnen te kunnen meede neemen, gevolgelijk ook de ordinaire kisten en andere goederen voor hem niet hebben kunnen gebrand werden.’

‘Welk bovenstaande wij ondergeteekende des gerequireert werdende, bereijt zijn ten allen tijden nader gestand te doen. /:onderstond:/ In ‘t Schip den Admiraal de Ruijter leggende ter Rheede van Cabo de goede hoop den 17. Maij 1751. /:was geteekent:/ B: Verdoes, J: Brandenburgh, C:n Roelofsen, X /:daar omme stont:/ dit is het merk van den bootsman Remits Claasz: X /:daar neeven stont:/ dit is het merk van den Schieman Salomon van der Boom, And:s Swebilius Constap:’

Is daar op goedgedagt dat om de geallegueerde Reedenen voor denselven de aan eenen opperstuurman gepermitteerde Bagagie hier ter plaatse zal gebrand werden.

Sijnde wijders Seekere Slavin der E: Comp: met naame Sara geertruij van Soea van de Caab, dewelke ‘t Sacrament des H: Doops heeft ontfangen, ende neederduytsche Taal volkomen magtig is, uijt Slaverneije ontslaagen en in vrijdom gestelt, onder Conditie egter, dat den Mansslaaf gen:t Sambaua van Sambaaua, denwelken zij in haar plaats voor de E: Comp: komt aan te bieden, alvoorens behoorlijk sal moeten worden gevisiteert, of denselven bequaam en van de vereijscht Lighaams gestalte komt te weesen.

Ook is in Raade nagesien de generaal Reecq:g der weesgelden en effecten sodanig als deselve onder Ult:mo December des voorl: Jaars ter wees Kamer alhier in weesen bevonden zijn, luijdende gedagte Reecq:g als volgt.


Generaale Reekening der weeskamer aan Cabo de goede hoop onder ult:mo Decembr: 1750.
 
1750
p:mo Januarij
Was 't gantsche Capitaal op de Boeken Rds. 213157:13:
d:o 't restant der Contanten op de openstaande boedels d:o 26131:33: d:o 239288:46:
 
In dit Jaar bijgekomen
Op de Boeken, als over de op Intrest uijtstaande Capitaalen
Verscheene Renten d:o 5204:10:
d:o nieuwe bewijzen d:o 4312:43:
d:o de ten voordeele der weesen in gekomene penn:gen d:o 43570:41:
d:o openstaande boedel Reekeningen d:o 34569:46: d:o 87657:44:
  Rds. 326946:42:
 
Afgegaan
Op de Boeken als:
Over betaalde bewijzen Rds. 1734:25:
d:o So veel de Reecq:g van den voormalige Secre:t Jacob Leever door bereekende Intrest is vermindert d:o 1167:13:
d:o uijtgegeevene Contanten tot voldoening en onderhout der weesen, mitsg:s Camer ongelden. d:o 24123:16:
d:o So veel de Reecq:g der Weescamer tot Amsterdam is vermindert d:o 800:-:
d:o de openstaande boedelreekeningen d:o 38826:44: d:o 66652:02:
Resteert onder dato deeses een Somma van   Rds. 260294:40:
 
Evengem: Capitaal bestaat
In Diversse verband Brieven Rds. 209375:46:
d:o verscheene Intresten d:o 12927:36:
d:o So veel bovengemelde Leever aan deese Camer nog Debet blijft d:o 2070:15:
d:o 't Debet der wees kamer tot Amsterdam d:o 1233:12:
d:o d:o d:o d:o d:o d:o tot Batavia d:o 410:26:
d:o 't restant der Contanten op de Boeken d:o 12402:14:
d:o d:o d:o d:o op de openstaande boedelreeke:gen d:o 21874:35 :d:o 260294:40:

Generaale Reekening der weeskamer aan Cabo de goede hoop onder ult:mo Decembr: 1750.
 
1750
p:mo Januarij
Was 't gantsche Capitaal op de Boeken Rds. 213157:13:
d:o 't restant der Contanten op de openstaande boedels d:o 26131:33: d:o 239288:46:
 
In dit Jaar bijgekomen
Op de Boeken, als over de op Intrest uijtstaande Capitaalen
Verscheene Renten d:o 5204:10:
d:o nieuwe bewijzen d:o 4312:43:
d:o de ten voordeele der weesen in gekomene penn:gen d:o 43570:41:
d:o openstaande boedel Reekeningen d:o 34569:46: d:o 87657:44:
  Rds. 326946:42:
 
Afgegaan
Op de Boeken als:
Over betaalde bewijzen Rds. 1734:25:
d:o So veel de Reecq:g van den voormalige Secre:t Jacob Leever door bereekende Intrest is vermindert d:o 1167:13:
d:o uijtgegeevene Contanten tot voldoening en onderhout der weesen, mitsg:s Camer ongelden. d:o 24123:16:
d:o So veel de Reecq:g der Weescamer tot Amsterdam is vermindert d:o 800:-:
d:o de openstaande boedelreekeningen d:o 38826:44: d:o 66652:02:
Resteert onder dato deeses een Somma van   Rds. 260294:40:
 
Evengem: Capitaal bestaat
In Diversse verband Brieven Rds. 209375:46:
d:o verscheene Intresten d:o 12927:36:
d:o So veel bovengemelde Leever aan deese Camer nog Debet blijft d:o 2070:15:
d:o 't Debet der wees kamer tot Amsterdam d:o 1233:12:
d:o d:o d:o d:o d:o d:o tot Batavia d:o 410:26:
d:o 't restant der Contanten op de Boeken d:o 12402:14:
d:o d:o d:o d:o op de openstaande boedelreeke:gen d:o 21874:35 :d:o 260294:40:

’/:onderstont:/ Ter Weeskamer aan Cabo de goede Hoop ult:mo December 1750. Continueerende en aankomende weesmeesteren /:was geteekent:/ P: Reede van Oudshoorn, [....] N: Leij, J: L: Bestbier, D: Heyning, Tobias van Nek /:in Margine:/ Afgaande weesmeesteren /:was geteekent:/ Alexand:r Coele, O: M: Bergh, J:V: Renen.’

Laatstelijk is aan den Luijtenant ter Zee van voorwaarts gemelde Schip D’ Admiraal de Ruijter Joris Brandenburg toegestaan, om ter Saake zijner Indispositie, eenigen Tijd onder afgeschreeven gagie hier ter plaatse, te mogen overblijven.

Aldus Gerezolveert ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] Mij Present O M Bergh E g clercq

C. 129, pp. 162-170.

Dingsdag den {17510527} 27: Maij 1751.

alle present.

Den Heer gouverneur, na aan de Leeden des Raads te hebben te kennen gegeeven, dat zijn Edele in deesen vroegen morgen Stond, na een ‘s Comp:s Schip dat in den gepasseerden Nagt, in het gezigt deeser wal tusschen den Leeuwencop en het Robben Eijland is ten anker gekomen hadde gesonden Twee vaartuijgen met manschap voorsien, zo om die kiel wanneer deselve die mogt komen te benoodigen, daar meede te hulp te komen, als om verders te verneemen hoe het met dien Bodem was gestelt, en wat de Reedenen mogten weesen, dat denselven ter gemelde plaatse was ten anker gekomen en desselfs Reijze na de Baaij fals niet hadde voortgezet, geliefden wel op gemelden Heer Gouverneur vervolgens nog te Communiceeren Seekere Missive door den Cap:tn Luijtenant Cornelis visch op even geciteerde kiel zijnde het Bataviaas Retourschip den Gouverneur Generaal beschijden; aan zijn Edele met een der voorseijde so aanstonts alhier te rugge gekomene vaartuijgen geschreeven; bij welken Brieff voorseijden Capitain Lieutenant onder ‘t te kennen geeven dat hij, dewijl door onmagt van het gantsch Scheeps volk soo officieren als Mattroosen waar van een gedeelte geduurende de Reijze was overleeden en het andere Ziek Lag, buijten Staat was om het Schip langer te kunnen regeeren, en ook ter zaake dat de Baaij Fals door teegenwinden niet hadde kunnen beseijlen, genoodsaakt was geworden tot behoudenisse van desselfs onderhebbenden Bodem en daar op nog in Leeven weesende Menschen ter meer gemelde plaatse het anker te laaten vallen, in Ernstige Termen, komende te versoeken, om adsistentie en om op deese Caabse Rheede te mogen komen, zo is bij overweeginge van den desolaten toestand waar inne zig dat Schip den Gouverneur generaal komt te bevinden, en dat het zelve zonder aan het uijtterste gevaar bloot gesteld te worden, van de plaats alwaar hij nu legt, na de Baaij fals niet zoude kunnen worden gesonden, daar die kiel in teegendeel binne weynige uuren, met het minste windje in deese Tafelbaaij sal kunnen weesen; hierom en als geen beeter uijtkomst in deesen hebbende kunnen worden uijtgedagt, voor den dienst der E: Comp: best en Raadsaamst geoordeelt, dat aan meergemelde Cap:tn Lieutenant Cornelis visch, desselfs versoek om ter deeser Caabse Rheede te mogen opkomen, zal worden geaccordeert, en dat aan denselven om hem daar toe in Staat te stellen momentelijk de nodige hulp zal toegesonden worden.

In Steede van den Cap:tn ter Zee Gijsbert Bonekamp, denwelken op het in de baaij fals vertoevende Retourschip Oost Cappelle tusschen deese plaats en Batavia is komen te overleijden, is weeder tot Schipper aangestelt den daar op bescheijdenen Opperstuurman Arij van der Pol van Delfshaven met halveeringe van gagie tot ƒ54: ‘Smaands, in welkers plaatse men als opperstuurman heeft doen optreeden den onderstuurman van het hier Permanente Scheepje Schuijlenburg gen:t Willem Lessen van vlissingen, meede met de gehalveerde gagie van ƒ37: maandelijx, dog alles op de nadere approbatie der heeren Majores in ‘t vaderland.

Ten laatsten is Seekere Slavinne der E: Comp: gen:t Maria van Magriet van Maria Been, uijt aanmerkinge dat deselve den heijligen Doop ontfangen hebbende, de Neederduijtsche Taal ook wel spreekt, en voorts dat den manslaaf die se in haare plaatse aan d’ E: Comp: komt aan te bieden gen:t Baatjoe van Bouton, bij visitatie van de verijschte Lichaams kragt en hoedanigheijt is bevonden; uijt Slaafse diensbaarheijt ontslagen en in vrijdom gesteld.

Hierna volgens gebruijk geresumeert weesende de resolutie onder den 11 deeser Loopende maand Maij genoomen ten Subjecte van den Predicant Hermanus van der veen, denwelken bij indispositie van het uijtkomend Schip Slooten hier ter plaatse hadde moeten verblijven, wierd door den heer gouverneur Rijk Tulbagh vervolgens aan de Heeren Pieter Reede van oudshoorn, Isacq Meijnertzhagen en Josephus de grand preez, dewelke door occupatie en Indispositie bij het neemen van dat besluijt niet hadden kunnen present weesen, afgevraagt, of haar E: E:s vermeijnden dat men iets beeters of anders ten belange van dien Predikant, gemerkt desselfs halstarrigheijd in het nie willen obedieeren van de Ordre deeser Regeeringe en desselfs daar bij gehoudene onbesonnen gedrag, soude hebben kunnen uijt denken en werkstellig maaken, dan bij voornoemde Resolutie is gearresteerd; waar op door gedagte Heeren eenpaarig wierd geantwoord, van Neen en dat se zig bijgevolge met voorseijde besluijt ten vollen kwaamen te Confirmeeren.

Ende alsoo den Luijtenant van het Schip Den Admiraal de Ruijter in naame Joris Brandenburg, na dat aan hem bij besluijt van den 18: deeser maand was gepermitteerd geworden ter Saake van desselfs Indispositie ter deeser plaatse onder afgeschreeven Gagie te mogen verblijven, weeder so ver in Staat was geraakt dat denselven met evengemelden Bodem van hier na Europa hadde kunnen vertrekken; is goed gedagt hier van bij deesen aanteekeninge te houden.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 171-186.

Dingsdag den {17510622} 22: Junij 1751:

‘S voormiddags alle present, uijt genoomen de heeren Sergius Swellengrebel en Isacq Meinertzhagen den eersten bij Indispositie.

Nademaal zeedert het gemaakte reglement onder den 26: September 1747: noopende de manschappen dewelke het geschut alhier leggende, so op de Punten deeses Casteels, als op de Batterijen langs deese Stranden sullen moeten bedienen; eenige der hoofden en Constapels die aldaar het gezag hebben gevoert, zijn overleeden, of van hier vertrocken en dat het dienvolgens ten hoogsten noodig is, dat hier inne ten besten doenlijk word voorsien: Is derhalven dit overwoogen zijnde op de propositie van den Heer gouverneur in vervullinge der bovengem: open gevallene plaatsen, het gesegde Reglement sodanig herschikt en vernieuwt als volgt te weeten:

Dat op de Punten hier ten Casteele dewelke voorsien zijn met 39. Stucken van alle Soorten van Caliber Sullen Commandeeren.

Harmen Andriesz Constapel en Daniel Roode Cannonier onder haar hebbende

Wordende deese Forteresse voorts beset gehouden door de Compagnie Pennisten en anderen onder den heer Independent fiscaal Pieter Rheede van Oudshoorn

Dat op de groote batterij of water Schans die beset is met 27: Stucken Canon als.

Mitsgaders de Batterij ‘s heeren Hendriks kinderen, waarop zijn 6: Stucken Canon, als

Het gesag zullen voeren den E: Equipagiem:r Hendrik de Ruijter, den oud gesaghebber Gerrit van der Port en den kannonier Francis Engel, die onder haar zullen hebben

Mitsgaders nog de daar ter plaatse bescheijdene Bandieten.

En voorts dat tot dekking van deselve een Compagnie Cavallerij aldaar bij attacque van een vijand Post zal moeten houden.

Dat op de Couvre face Imhoff voorsien weesende met 19. Stucken Canon als:

Meede Sullen Commandeeren den oud Burgerraad Jan de with en den Cannonier Johan Isaak Telling onder haar hebbende

Dat op de Batterij Elisabeth waar op geplaatst zijn 8. Stucken, als:

Het gesag sullen voeren den oud opperstuurman Hans de with en kannonier Joseph koopman die onder haar Sullen hebben

Dat op de Batterij Tulbagh op dewelke zig bevinden 11: Stukken Canon, als:

Insgelijx het gezag zal voeren den Bombardier Willem Nuscher onder hem hebbende.

Voorts dat op de Batterij Helena voorsien zijnde met 11: p:s Canons, als:

Ook zullen Commandeeren den Burger Jan Holst en Constapel Hans George Smelser, onder wien sullen weesen bescheijden.

Dat op ‘t Fort de knocke dat beset is met 6: Stucken kanon, als:

Het Commando zullen voeren Jan Adolff Muller Constapel en Jan woutersz van Middelkoop, Constapels m:t die onder haar sullen hebben

En eijndelijk dat tot dienste van de veld artillerij ten deesen Casteele klaar sullen moeten weesen.

Mitsgaders so veel Span karre, waagens en koetspaarden, met de daar toe noodige Coetsiers, voerluijden en tuijgen, als men bijeen sal kunnen krijgen.

Ende alsoo het volk uijt de Stal bij deese nadere Schikkinge bij het geschut op de Batterijen geplaatst zijnde, het zelve dien volgens zig bij de komst van een vijand ten deesen Casteele niet zal kunnen begeeven so als zulx anders bij het 4: art: van het gemaakte Reglement onder den 22: aug:s 1747: tot narigt van alle ende een ijgelijk zoo ‘s Comp:s Dienaaren als Burgeren op het hier aannaderen van een vijand is vastgesteld, word dit laatste dan bij deesen vernietigt welken volgende het voorsz: 4: Art: van gemelde Reglement daar uijt voortaan sal worden gelaaten.

Wordende voor ‘t overige het gereguleerde onder den 26: September 1747: ten opsigte van het uijtmarcheeren van het Battaillon van de heer Overste Luijtenant Isaacq Meinertzhagen in Stand gelaaten, te weeten: dat het zelfde Battaillon bij desselfs uijttrekken zal marcheeren en zijne Route direct neemen naar agter de Linie alwaar het zelve zig in ‘t midden zal Posteeren, om een waakend oog te houden op t debarqueeren van den vijand, en verders sodanig te ageeren als de omstandigheeden der Saaken sullen komen te vereijsschen.

Sijnde wijders op dat de bovengemelde ambagts luijden, Mattroosen en het so aan de Schuur als op andere buijten posten bescheijdene volk te beeter in Staat moogen geraaken, om de alhier zijnde Artillerij gelijk het behoort te kunnen bedienen, nog gearresteerd, dat gedagte manschappen alle maanden eens, te weeten op den eersten Saturdag van ijder maand, op denwelken zij van alle ander werk vrij sullen zijn, bij het voorseijde geschut sullen geExerceert, en aan deselve het manuaal om daar meede om te gaan, geleert worden.

Vermits het overleijden van den Burger Thomas de with is tot Ritmeester over desselfs Comp: burger Ruijterij aangestelt, den oudsten luijtenant Johannes Meijndersz: Cruijwaagen in welkers plaatse als luijtenant opgetreeden zijnde den Cornet Pieter van Taak, is voorts weederom tot Cornet bevordert den burger Hendrik Hop.

Laatstelijk heeft den burger Jacobus Bota in vergaderinge geproduceert het onderstaande versoek Schrift.

Aan den wel Edelen gestr Heere Rijk Tulbagh, gouverneur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb:ren Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren.’

‘Geeft met de uijtterste Eerbied en onderdanigheijd te kennen uwer wel Edele gestr: en E: Agtb:re seer neederigen Dienaar den Landbouwer Jacobus Bota de Jonge, hoe den Supp:lt op de gedaane klagten van den landdrost tot Swellendam S:r Johan Andries Horak, als of hij Supp:lt de Bosjesmans Hottentotten, zoude hebben opgeset tot het rooven van ‘t vee sommiger zijner meede ingeseetenen, en het pleegen van andere hostiliteijten meer, door den Edelen Heer gerepatrieerden gouverneur Hendrik Swellengrebel hier ten Casteele in arrest genoomen zijnde, hier op bij gedagten Landdrost op den 18: feb:r deeses jaars teegens hem Supp:lt Eysch ten principale is gedaan, en kort daarop door des Supp:lts vader en schoon vader de burgers Jacobus Botha d’ oude en Cornelis van Rooijen bij requeste van den E: Agtb:ren Raad van Justitie deeses Casteels versogt geworden zijnde dat aan hem Supp:lt tot voortsetting zijner zaak eenige vrijheijd, te weeten: om over Dagh vrij en ongehindert uijt het Casteel naar de Caab te mogen gaan, mogte vergund werden, onder verseekering dat hij Supp:lt zig alle avonden præcise voor ‘t sluijten van de Casteels Poorte weederom in zijn arrest zoude laaten vinden, het welke welgem: Raad van Justitie naar bekomene authorisatie van uwe wel Edele gestr: en E: Agtb:re dan ook invoegen voorsz: aan den Supp:lt geaccordeert hebbende; is door hem vervolgens op den 22: April pass:to op voorsz: Eijsch van antwoord gediend; Dan nademaal de saaken deeser processe van die natuur zijn, dat het nog zeer lang aanloopen sal, voor ende aleer het zelve zal kunnen werden ten eijnde gebragt, en des Supp:ts affairen hier te Lande inmiddels te niete gaan, so neemt den Supp:lt so hierom, als weegens dat hij bereets in Judicio Borgen heeft gesteld, om zig ten allen tijden ten deesen Casteele te laaten vinden, en dat ook door meergem: Land-drost eenelijk Eysch tot bannissement van den Supp:lt gedaan zijnde, hier toe de teegenwoordigheijt van desselfs Persoon ten deesen Casteele niet hoofd sakelijk vereijscht werd; de vryheijd, uwe wel Edele gestr: en E: Agtb:re op het demoedigste te versoeken, dat deselve van die goedheijt gelieven te zijn, om hem Supp:lt desselfs jeegenwoordig Arrest te ontslaan /:onderstont:/ ‘t welk doende &:a’

Naar Lectuure van welk Schriftuur goedgedagt is, hem Bota van desselfs Tegenwoordig arrest te ontslaan.

Aldus Geresolveert en de Gearresteert In ‘t Casteel de goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 187-189.

Dingsdag den {17510714} 14. Julij 1751.

‘S voormiddags alle present

Is vermits het overleijden van Maria Buiset wed: Dirk Snith, op het voordraagen van den Edelen Heer Gouverneur weederom tot geswooren ofte Stads vroedvrouw met sodanige emolumenten als geciteerde wed:we Snith heeft genooten gehad, aangesteld, de huijs vrouw van den geweesenen burger Cornelis Brits, in naame Maria Magdalena Dieperona, dewelke d’ eenigste zijnde die voorsz: functie eenigen tijd herwaarts bij nood hulp heeft waargenoomen, daar in volgens gedaane Examen door de beijde opperchirurgijns deeses gouvernements ook bevonden is, reedelijk wel ervaaren te zijn.

Sijnde wijders ter oorsaake dat den tijd der verpagting van ‘s lands gemeene middelen en inkomsten weederom begind aan te naderen, gearresteerd: dat men dies aangaande Billietten sal doen affigeeren, zo ende in diervoegen als sulx in den voorleedenen Jaare is geschied; Terwijl bovens dien meede bij affictie van Billietten aan een ijgelijk kennisse sal gegeeven werden, dat na den 15: der aanstaande maand Aug:s de verstrekking van goederen uijt de resp: pakhuijsen der E: Comp: soo lange zal ophouden, totdat deselve Pakhuijzen volgens gewoonte door expresse gecommiteerdens sullen weesen opgenoomen.

Aldus Geresolveert en de Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 190-197.

Dingsdag den {17510803} 3: Augustus 1751:

’s voormiddags alle present, behalven d’ E: E:s Hendrik de Ruijter en Josephus de grandpreez den eersten bij occupatie en laatstgem: door indispositie.

Heeft den Heer Hoofd Administrateur Sergius Swellengrebel met versoek van daar op dispositie te mogen erlangen heeden in Raade geproduceert de onderstaande Memorie.

‘Memorie van de nabesz: Raap olij, Roet, vaderlandsche Lijnen, wolle Scheeps kleederen &:a So bij pijling als bij nameeting te kort, verrot en gemotteerd bevonden, als meede de Ezels op de Reijze van Ceijlon na herwaarts verrekt, de Clappus olij p:r het Schip de Geregtigheijd meer aangebragt als de Factuur quam te melden, daar en teegen de Clappus olij, p:r het Schip ‘t wapen van Hoorn , dit gouvernement aangereekent, dog niet ontfangen, de Tabak bij ‘t openen van diversse kassen in ‘t Negotie Pakhuijs bij naweeging minder, en Eijndelijk de goederen onder diversse Administrateurs onbequaam bevonden gelijk te zien is bij de verklaringen en Factuuren hier annex blijkende Namentlijk:’


uijt Arnestijn
afschrijven { 190 2/10: kann: Raap olij op 20: halve aamen bij pijling minder bevonden, zijnde 4: van 2:, 4 van 3:, 6 van 4:, 1 van 5:, 1 van 6, 1 van 7:, 2: van 8:, en 1: van 10 d:m wan geweest.
53: ld Roet op 300 ld: bij naweeging minder bevonden.
uijt Ruijskensteijn
ten dienste van de boots en 's Comp:s werf te gebruijken { 12: p:s gesort: vad:s Lijnen bij 't openen van 1: vat nat en verrot bevonden.
uijt de Geregtigheijd
afschrijven { 1: p:s Steen Ezel op de Reijze van Ceylon herwaarts komende verrekt, daar en teegen meer ontfangen als de factuur quam te melden.
Inneemen { 4 Halve Leggers Clappus olij zijnde 1. van 4 1/2: en 3: van 9 1/2: d:m wan geweest.
uijt Woitkensdorp
afschrijven { 4: p:s Steen Ezels op de Reijze van Ceijlon herwaarts komende verrekt.
P:r d' Admiraal de Ruijter
bij 't openen van 3: quardeelen van Batavia aangebragt gemotteerd bevonden.
verkoopen { 8: p:s groote waakrokken op 28: p:s
5: d:o kleijne d:o d:o 27: d:o
3: d:o Duffeltjes d:o d:o 54: d:o
6: d:o Broeken d:o d:o 55: d:o
12: p:r Coussen d:o 75 p:r verrot.
Op Punto Gale volgens gerecolleerde verklaringen voor gecommitteerdens verrekt,
afschrijven { 1: p:s Steen Ezel dewelke uijt te Chaloup de vliegende vis , komende van Tutu Corijn voor dit gouvernement is ingekogt geweest.
P:r Het wapen van Hoorn
De Clappus olij p:r factuur dit gouvernement aangereekent, dog niet ontfangen, als:
Inneemen en wederom afschrijven { 186: kann: in 1: halve Legger.
183: d:o d:o 1: d:o d:o
182: d:o d:o 1: d:o d:o
178: d:o d:o 1: d:o d:o
163: d:o d:o 1: d:o d:o
160: d:o d:o 1: d:o d:o
In 't Negotie Pakhuijs
afschrijven { 3599: d Tabac op 24549: ld ofte 1643: Rollen: bij 't openen van 52: kassen, en Naweeging, te kort bevonden, zijnde 14 2/3. p:r C:to als:
verkoopen { 1: p:s Roode kust moeris } door de Rotten beschaadigt.
3: d:o Souratse Deekens
1: d:o breede souratse Chits
1: d:o fijn haane Caatje
2: d:o d:o boerongs Cassas
1: d:o gingan Taffa Chelas.
In de Wijnkelder.
verkoopen { 2: vaten delfs Bier } suur
-7/8: d:o Lams d:o
20: p:s heele Leggers } onbequaam
1: d:o Stuk vat
In 't Hospitaal
verkoopen { 13: p:s Laat Lancetten } onbequaam
12: d:o Incisie Schaaren
6: d:o Scheermessen
2: d:o ijzere Potten
13: d:o Steek Beekens
7: d:o Siften
2: d:o klisteer Spuijten

uijt Arnestijn
afschrijven { 190 2/10: kann: Raap olij op 20: halve aamen bij pijling minder bevonden, zijnde 4: van 2:, 4 van 3:, 6 van 4:, 1 van 5:, 1 van 6, 1 van 7:, 2: van 8:, en 1: van 10 d:m wan geweest.
53: ld Roet op 300 ld: bij naweeging minder bevonden.
uijt Ruijskensteijn
ten dienste van de boots en 's Comp:s werf te gebruijken { 12: p:s gesort: vad:s Lijnen bij 't openen van 1: vat nat en verrot bevonden.
uijt de Geregtigheijd
afschrijven { 1: p:s Steen Ezel op de Reijze van Ceylon herwaarts komende verrekt, daar en teegen meer ontfangen als de factuur quam te melden.
Inneemen { 4 Halve Leggers Clappus olij zijnde 1. van 4 1/2: en 3: van 9 1/2: d:m wan geweest.
uijt Woitkensdorp
afschrijven { 4: p:s Steen Ezels op de Reijze van Ceijlon herwaarts komende verrekt.
P:r d' Admiraal de Ruijter
bij 't openen van 3: quardeelen van Batavia aangebragt gemotteerd bevonden.
verkoopen { 8: p:s groote waakrokken op 28: p:s
5: d:o kleijne d:o d:o 27: d:o
3: d:o Duffeltjes d:o d:o 54: d:o
6: d:o Broeken d:o d:o 55: d:o
12: p:r Coussen d:o 75 p:r verrot.
Op Punto Gale volgens gerecolleerde verklaringen voor gecommitteerdens verrekt,
afschrijven { 1: p:s Steen Ezel dewelke uijt te Chaloup de vliegende vis , komende van Tutu Corijn voor dit gouvernement is ingekogt geweest.
P:r Het wapen van Hoorn
De Clappus olij p:r factuur dit gouvernement aangereekent, dog niet ontfangen, als:
Inneemen en wederom afschrijven { 186: kann: in 1: halve Legger.
183: d:o d:o 1: d:o d:o
182: d:o d:o 1: d:o d:o
178: d:o d:o 1: d:o d:o
163: d:o d:o 1: d:o d:o
160: d:o d:o 1: d:o d:o
In 't Negotie Pakhuijs
afschrijven { 3599: d Tabac op 24549: ld ofte 1643: Rollen: bij 't openen van 52: kassen, en Naweeging, te kort bevonden, zijnde 14 2/3. p:r C:to als:
verkoopen { 1: p:s Roode kust moeris } door de Rotten beschaadigt.
3: d:o Souratse Deekens
1: d:o breede souratse Chits
1: d:o fijn haane Caatje
2: d:o d:o boerongs Cassas
1: d:o gingan Taffa Chelas.
In de Wijnkelder.
verkoopen { 2: vaten delfs Bier } suur
-7/8: d:o Lams d:o
20: p:s heele Leggers } onbequaam
1: d:o Stuk vat
In 't Hospitaal
verkoopen { 13: p:s Laat Lancetten } onbequaam
12: d:o Incisie Schaaren
6: d:o Scheermessen
2: d:o ijzere Potten
13: d:o Steek Beekens
7: d:o Siften
2: d:o klisteer Spuijten

’/:onderstont:/’

‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 2: augs: 1751. /:was geteekent:/ S: Swellengrebel.’

Naar welkers resumptie goed gevonden en verstaan is, dat met de daar bij vermelde te kort en defect aangebragte, mitsg:s in ‘t E: Comp: Pakhuijsen bedurven en beschadigt geraakte goederen, sodanig zal worden gehandelt als ter zeyde van voorsz: Memorie staat aangeteekent.

Sijnde voorts op de hierom in Scriptis gedaane versoeken bij den oud burger Raad Alexander Coel en den Burger Jan de Waal d’ oude, aan deselve in Eijgendom gegeeven, te weeten aan den eersten een Stuk bouwland geleegen bij desselfs oude Land in deese Tafelvalleij gen:t de Schotse Cloof, ter groote van 8: morgen en 309: quad:t Roeden, en aan laatstgemelden een diergelijk stuk lands groot 3: morgen Netto, leggende annex desselfs plaats aan Liesbeeks Rivier , onder Conditie egter dat de op sodanige landerijen gestelde Recognitie van vier Schellingen voor ijder morgen, door deselve Jaarlijx aan d E: Comp: zal moeten betaald werden.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

[Signed:] Mij Present O M Bergh E: g: clercq

C. 129, pp. 198-200.

Donderdagh den {17510826} 26: Augustus 1751.

‘S voormiddags alle present.

Op het gedaane versoek bij den Heer Majoor Alexander Herbort, denwelken met het aanweesend uijtkomend Schip Baarsande alhier is aangeland, om vermits hij met de officieren van dat Schip niet al te wel heeft kunnen accordeeren, hier ter plaatse een weijnig Tijds tot nadere voorkomende Scheeps geleegentheijd te mogen overblijven; So is zulx tot voorkominge van verdere oneenigheeden op gemelden Bodem, aan zijn E: geaccordeert.

En is wijders in Steede van den overleedenen Boekhouder van gedagte Schip Baarsande Pieter van Loon, daar toe weeder aangesteld, den met die kiel uytgekomenen Corporaal Christoffel van Cappelle, Edog op de nadere approbatie van de Heeren van de hooge Indiaasse Regeeringe, van wien hij ook de Gagie tot desselfs bedieninge Staande sal moeten versoeken.

Aldus Geresolveert en de Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 201-206.

Dingsdag den {17510831} 31 aug:s 1751.

‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den E: Coopman en Winkelier Corn:s Eelders bij Indispositie.

Is heeden ter vergaderinge door den heer hoofd Administrateur Sergius Swellengrebel weegens den ontfangst en uijtgave der Zegels, mitsg:s de Restanten van dien, de onderstaande Reec:g geproduceert.


Zeegels
Debet A:o 1751
  1/8 rd:s 1/4 rd:s 1/2 rd:s 3/4 rd:s 1: rd:s 2 rd:s 3 rd:s 4 rd:s 5 rd:s 6: rd:s 8 rd:s 10: rd:s 12 rd:s 15 rd:s 20 rd:s 25 rd:s 30 rd:s 40 rd:s 50 rd:s 60 rd:s
  p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s
P:mo Januarij Restant geweest 2300: 1500: 1200: 20: 200: 100: 40: 40: 20: 40: 20: 100: 15: 10: 15: 50: 8: 6: 6: 8:
 
Credit
  1/8 rd:s 1/4 rd:s 1/2 rd:s 3/4 rd:s 1: rd:s 2 rd:s 3 rd:s 4 rd:s 5 rd:s 6: d:s 8 rd:s 10: rd:s 12 rd:s 15 rd:s 20 rd:s 25 rd:s 30 rd:s 40 rd:s 50 rd:s 60 rd:s
  p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s
't zeedert p:mo Januarij tot ultimo augustus voor Contant verstrekt. 1561: 545: 330: 1: 143: 45: 12: 12: 7: -: 5: 14: -: 1: 3 21: -: -: -: 2:
onder ultimo august. Restant 739: 955: 870: 19: 57: 55: 28: 28: 13: 40: 15: 86: 15: 9: 12: 29 8: 6 6 6
  2300: 1500: 1200: 20: 200: 100: 40: 40: 20: 40: 20: 100: 15: 10: 15: 50: 8: 6: 6: 8:

Zeegels
Debet A:o 1751
  1/8 rd:s 1/4 rd:s 1/2 rd:s 3/4 rd:s 1: rd:s 2 rd:s 3 rd:s 4 rd:s 5 rd:s 6: rd:s 8 rd:s 10: rd:s 12 rd:s 15 rd:s 20 rd:s 25 rd:s 30 rd:s 40 rd:s 50 rd:s 60 rd:s
  p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s
P:mo Januarij Restant geweest 2300: 1500: 1200: 20: 200: 100: 40: 40: 20: 40: 20: 100: 15: 10: 15: 50: 8: 6: 6: 8:
 
Credit
  1/8 rd:s 1/4 rd:s 1/2 rd:s 3/4 rd:s 1: rd:s 2 rd:s 3 rd:s 4 rd:s 5 rd:s 6: d:s 8 rd:s 10: rd:s 12 rd:s 15 rd:s 20 rd:s 25 rd:s 30 rd:s 40 rd:s 50 rd:s 60 rd:s
  p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s p:s
't zeedert p:mo Januarij tot ultimo augustus voor Contant verstrekt. 1561: 545: 330: 1: 143: 45: 12: 12: 7: -: 5: 14: -: 1: 3 21: -: -: -: 2:
onder ultimo august. Restant 739: 955: 870: 19: 57: 55: 28: 28: 13: 40: 15: 86: 15: 9: 12: 29 8: 6 6 6
  2300: 1500: 1200: 20: 200: 100: 40: 40: 20: 40: 20: 100: 15: 10: 15: 50: 8: 6: 6: 8:

’/:onderstont:/’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop ultimo Augustus 1751. /:was geteekent:/ S: Swellengrebel /:in Margine Stont:/ Deese Reekening door ons onder geteekende Fiscaal en Gecommitteerdens uijt den Raad van Justitie alhier behoorlijk nagesien, en met de Restanten geconfronteert zijnde, is deselve in alle deelen accordeerende bevonden datum als boven. /:was geteekent:/ P: Reede van Oudshoorn, C:l Brand, Corn:s Eelders. /:Lager:/ Mij present /:en geteekent:/ J: F: Tiemmendorf. /:Secret:s’

Waaruit zijnde komen te blijken dat het rendement der verkogte Zeegels, Sedert de maand Januarij deeses Jaars, tot dato deeses, een Somma van Rijxd:s 1749 1/8: komt te bedragen; Is hier op voorts gearresteerd, dat gedagte Penningen volgens ordre op Schriftelijke ordonnantie van den heer gouverneur in ‘S E: Comp:s Cassa sullen gebragt, en aldaar so als ‘t behoord werden ingenoomen.

Hier na agtervolgens de diesweegens geaffigeerde Billietten, naar behoorlijk klokke geklep en uijtroeping van den Boode getreeden zijnde tot de publicque verpagting van de gemeene middelen en inkomsten deeses gouvernements; Soo zijn deselve ingemeijnd geworden door alsulke Persoonen en tot Sodanige Prijzen als hier onder Staat uijtgedrukt te weeten.

'T Mout Bier
Aletta de Nijs, huijsvrouw van den Cap:tn ter Zee gerrit Reijndersz: Vos   ƒ900:
 
Brandewijnen
1: quart Jochem Daniel Hiebenaar   ƒ1825:
2: d:o Bernardus Deele d:o 2200:
3: d:o Jan Holst d:o 2000:
4: d:o Jan Jurgen Schreuder d:o 2100: d:o 8125:
 
Vaderlandsche Bieren en Weijnen
Dirk Gijsbert Frank   d:o 2500:
 
Caabse Coele wijnen
1: quart Jan Jurgen Schreuder ƒ3750:
2: d:o Jan Holst d:o 3775:
3: d:o Jochem Daniel hiebenaar d:o 3900:
4: d:o Abraham Lever d:o 4050:
  ƒ15475:
Welke laastgem: vier Perceelen van de pagt der Caabse Coele wijnen, vervolgens naar den inhoude der pagt Conditien in een generaale Massa weeder opgeveijld En afgeslaagen weesende, zijn deselve ingemeijnd Geworden bij den burger Jochem Daniel Hiebenaar invoegen hij generaalen Pagter der voorseijde weijnen is gebleeven voor een Somma van d:o 20000:
 
Caabse wijnen ensz: aan 't Ronde Bosje en Baaij Fals .
Abraham Lever   d:o 1300:
 
Coele en Brandeweijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn
Frederik Luijt   d:o 125:
Sulx de geheele pagtpenn: bedragen   ƒ32950:
'T Mout Bier
Aletta de Nijs, huijsvrouw van den Cap:tn ter Zee gerrit Reijndersz: Vos   ƒ900:
 
Brandewijnen
1: quart Jochem Daniel Hiebenaar   ƒ1825:
2: d:o Bernardus Deele d:o 2200:
3: d:o Jan Holst d:o 2000:
4: d:o Jan Jurgen Schreuder d:o 2100: d:o 8125:
 
Vaderlandsche Bieren en Weijnen
Dirk Gijsbert Frank   d:o 2500:
 
Caabse Coele wijnen
1: quart Jan Jurgen Schreuder ƒ3750:
2: d:o Jan Holst d:o 3775:
3: d:o Jochem Daniel hiebenaar d:o 3900:
4: d:o Abraham Lever d:o 4050:
  ƒ15475:
Welke laastgem: vier Perceelen van de pagt der Caabse Coele wijnen, vervolgens naar den inhoude der pagt Conditien in een generaale Massa weeder opgeveijld En afgeslaagen weesende, zijn deselve ingemeijnd Geworden bij den burger Jochem Daniel Hiebenaar invoegen hij generaalen Pagter der voorseijde weijnen is gebleeven voor een Somma van d:o 20000:
 
Caabse wijnen ensz: aan 't Ronde Bosje en Baaij Fals .
Abraham Lever   d:o 1300:
 
Coele en Brandeweijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn
Frederik Luijt   d:o 125:
Sulx de geheele pagtpenn: bedragen   ƒ32950:

Aldus Geresolveert en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s Mij Present O M Bergh E: g: clercq

C. 129, pp. 207-217.

Dingsdag den {17510907} 7 September 1751.

S voormiddags alle present, uijtgenomen de heeren van oudshoorn en Meinertzhagen, mitsgaders d’ E: Cornelis Eelders, de laatste bij Indispositie.

De geslootene Boedel Reecq:gen der nalatenschappen van deese en geene ‘S Comp:s Dienaaren, die in het voorleeden boek Jaar zijn gestorven, bij de daar toe gestelde gecommitt:s geExamineert en met dies Inventarissen en Coop Cedullen accordeerend zijnde bevonden; zijn die Boedel Reecq:gen hier op, op het versoek van den Curator ad lites goed gekeurt.

Hierna heeft den Heer hoofd Administrateur ingeleevert de onderstaande versoek Schriften van den Pakhuijsmeester, Dispencier en keldermeester, alle tendeerende om te mogen genieten de ordinaire Jaarlijxe afschrijvingen, op de goederen bij haarl in het afgeweekene Boek Jaar verstrekt, en is na resumptie dier papieren verstaan, dat gemelden Heer administrateur zal zijn en blijven gequalificeert, om de daar bij vermelde minderheeden, als niet Excedeerende, bij de Negotie boeken deeses gouvernements behoorelijk te doen afschrijven; luijdende geciteerde Memorien als volgt.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer Rijk Tulbagh, gouverneur van Cabo de goede hoop en de Ressorte van dien, beneevens den E: Agtb:ren Raad van Politie deeses gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: E: Agtb:re Heeren.’

‘Den ondergeteekende Coopman en pakhuijs meester versoekt zeer Eerbiedig dat aan hem volgens gebruijk mag werden toegestaan, Sodanige afschrijvingen te mogen genieten, als ‘er geduurende Het laatst afgeweekene Boek Jaar op de hier onder gespecificeerde goederen onvermeijdelijk zijn ontstaan, te weeten:’


Cramereijen
20: ld Aluijn op 403: ld: } zijnde 5 p:r C:to so door indroogen verstuijven, 't versleepen der rotten en muijzen als het verstrecken bij 1: en 2: ld: vermindert.
21: d:o Lijm d:o 422: d:o
14: d:o Stijfzel d:o 286: d:o
Ijzer
1767: ld: gesorteert op 117810. ld so door inroesten als uijtweegen bij 100: en 50. ld: vermindert zijnde 1 1/2: p:r C:to.
Spijkers
1830: ld: gesort: ijzere op 122049. ld door inroesten en uijtweegen bij kleijne parthijen van 1: en 2: ld vermindert zijnde meede 1 1/2: p:r C:to.
Verwen
96 ld gesort: groove, op 3200: ld à 3 p:r C:to door indroogen en uijtweegen bij kleijne parthijen van 1: en 2: ld vermindert.
Taback
253. ld op 8436: ld door indroogen en uijtweegen van 1: en 2: ld vermindert zijnde meede 3: p:r C:to.
Specerijen
7: ld Nooten op 143 3/4: ld: } à 5 p:r C:to zoo door indroogen als verstrekken bij 1: tot 1/8 ld vermindert.
6: d:o Nagelen d:o 127 3/4: d:o
7: d:o Foelij d:o 139 3/4: d:o
8: d:o Canneel d:o 153 3/4: d:o
Coffijboonen
900: ld op 18000: ld insgelijx door indroogen en uijtweegen bij 1: en 2: ld vermindert zijnde, meede 5: p:r C:to.

Cramereijen
20: ld Aluijn op 403: ld: } zijnde 5 p:r C:to so door indroogen verstuijven, 't versleepen der rotten en muijzen als het verstrecken bij 1: en 2: ld: vermindert.
21: d:o Lijm d:o 422: d:o
14: d:o Stijfzel d:o 286: d:o
Ijzer
1767: ld: gesorteert op 117810. ld so door inroesten als uijtweegen bij 100: en 50. ld: vermindert zijnde 1 1/2: p:r C:to.
Spijkers
1830: ld: gesort: ijzere op 122049. ld door inroesten en uijtweegen bij kleijne parthijen van 1: en 2: ld vermindert zijnde meede 1 1/2: p:r C:to.
Verwen
96 ld gesort: groove, op 3200: ld à 3 p:r C:to door indroogen en uijtweegen bij kleijne parthijen van 1: en 2: ld vermindert.
Taback
253. ld op 8436: ld door indroogen en uijtweegen van 1: en 2: ld vermindert zijnde meede 3: p:r C:to.
Specerijen
7: ld Nooten op 143 3/4: ld: } à 5 p:r C:to zoo door indroogen als verstrekken bij 1: tot 1/8 ld vermindert.
6: d:o Nagelen d:o 127 3/4: d:o
7: d:o Foelij d:o 139 3/4: d:o
8: d:o Canneel d:o 153 3/4: d:o
Coffijboonen
900: ld op 18000: ld insgelijx door indroogen en uijtweegen bij 1: en 2: ld vermindert zijnde, meede 5: p:r C:to.

’/:onderstont:/’

‘In ‘t Casteel de goede hoop ultimo Augustus 1751. /:was geteekent:/ C: Brand.’

‘Den wel Edelen Gestrengen Heer RijkTulbagh gouverneur van Cabo de goede hoop &:a beneevens den E: Agtb:ren raad van politie werd zeer Eerbiedig versogt, dat aan den ondergeteekende Dispencier mag werden toegestaan de ordinaire affschrijving van de onderstaande goederen, dewelke door spillagie, Lekkagie, aanslaan der Muuren, als andersints onvermijdelijk in een Rondjaar zijn ontstaan, Namentlijk:’


209 5/8: mudde Tarw, als
2 3/8: mudde Rogh à 1 1/2: p: C:to van 157: mudde na Batavia als Ceijlon afgescheept en vermindert als vooren.
32 1/2: mudde boonen à 1 1/2 p: C:to van 2168: mudde in 't verstrekken, uijtdroogen, uijtsleepen van Rotten en Muijzen vermindert.
18 1/4: mudde Erweeten à 1 1/2: p: C:to van 1221: mudde in maniere voorsz:
47367: ld: Rijst à 3: p: C:to van 1578906: ld: door het uijteeten van de Calanders, en 't uijtweegen bij veel kleijne quantiteijten.
54 3/8: mudde garst à 1 1/2: p: C:to van 3625: mudde door de Calanders, uijtsleepen van Rotten en muijzen vermindert.
591: ld hard brood à 1: p: C:to van 59147: ld: door het uijteeten van kakkerlakken, Rotten en muijzen als uijtweegen vermindert.
Zuijker over als volgt.
1531: ld: witte à 2 p: C:to van 76564: ld: } door Spillagie, Lekkagie, uijtsleepen der Rotten en Muijzen en uijtweegen bij kleijne parthijen.
1335: d:o Candij à 1 1/2 d:o d:o 89020: d:o
22: ld Hop a 1: p: C:to van 2258: ld: door het uitdroogen 't versleepen van Rotten, en uijtweegen bij kleijne parthijen.
119: ld: Peeper à 1 1/2 p: C:to van 7971: ld: door 't verstuijven en uijtweegen bij kleijne quantiteijten.
175: ld: wax à 5: p: C:to van 3514: lb door het vermeijten en uijtweegen vermindert.
63: d:o wax kaarssen à 1: p: C:to van 6363: ld: voor als booven.
256: ld. Zeep à 3: p: C:to van 8557: ld door 't vermeijten, uijtdroogen en uijtweegen vermindert.

209 5/8: mudde Tarw, als
2 3/8: mudde Rogh à 1 1/2: p: C:to van 157: mudde na Batavia als Ceijlon afgescheept en vermindert als vooren.
32 1/2: mudde boonen à 1 1/2 p: C:to van 2168: mudde in 't verstrekken, uijtdroogen, uijtsleepen van Rotten en Muijzen vermindert.
18 1/4: mudde Erweeten à 1 1/2: p: C:to van 1221: mudde in maniere voorsz:
47367: ld: Rijst à 3: p: C:to van 1578906: ld: door het uijteeten van de Calanders, en 't uijtweegen bij veel kleijne quantiteijten.
54 3/8: mudde garst à 1 1/2: p: C:to van 3625: mudde door de Calanders, uijtsleepen van Rotten en muijzen vermindert.
591: ld hard brood à 1: p: C:to van 59147: ld: door het uijteeten van kakkerlakken, Rotten en muijzen als uijtweegen vermindert.
Zuijker over als volgt.
1531: ld: witte à 2 p: C:to van 76564: ld: } door Spillagie, Lekkagie, uijtsleepen der Rotten en Muijzen en uijtweegen bij kleijne parthijen.
1335: d:o Candij à 1 1/2 d:o d:o 89020: d:o
22: ld Hop a 1: p: C:to van 2258: ld: door het uitdroogen 't versleepen van Rotten, en uijtweegen bij kleijne parthijen.
119: ld: Peeper à 1 1/2 p: C:to van 7971: ld: door 't verstuijven en uijtweegen bij kleijne quantiteijten.
175: ld: wax à 5: p: C:to van 3514: lb door het vermeijten en uijtweegen vermindert.
63: d:o wax kaarssen à 1: p: C:to van 6363: ld: voor als booven.
256: ld. Zeep à 3: p: C:to van 8557: ld door 't vermeijten, uijtdroogen en uijtweegen vermindert.

’/:onderstont:/’

‘In ‘t Casteel de goede Hoop ultimo Augustus 1751: /:was geteekent:/ N: Heijning.’

Aan den wel Edelen Gestr: Heere Rijk Tulbagh Gouverneur van Cabo de goede Hoop met den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb:re Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren.’

‘Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:re werd door den ondergeteekende keldermeester zeer Eerbiedig versogt, dat hem de ordinaire afschrijving op de Caabse wijnen door het oversteeken en opvullen vermindert:/ onder ul:tmo aug:s Laatstleeden voor een Jaar mag valideeren, bedragende 16536: kannen op 1297 3/8 leggers, zijnde Een legger van de Twee en Dertig p:s /:onderstont:/ In ‘t Casteel de goede hoop den 6: 7:ber 1751. /:was geteekent J: Raak.’

Sijnde voorts aan de Respective Pagters der vaderlandsche Dranken en Brandeweijnen, op hun versoek gepermitteerd zodanige bijtappers te mogen aanstellen, als breeder te zien is bij de Notulen van huijdigen datum.

Eijndelijk is aan den Burger Hermanus Smuts in eijgendom gegeeven seeker Stukje Lands leggende in deese Tafelvalleij , annex het erf dat agter het huijs van hem Smuts legt, ter groote van 265: quad:t Roeden en 134: v:ten blijkens de daar van geformeerde Caart bij den landmeeter; mits dat sulx niemand hinderlyk zij.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 218-226.

Dingsdag den {17510914} 14: September 1751:

‘S voormiddags alle present, uijtgenoomen den E: Pakhuijsmeester Christoffel Brand.

Haar wel Edele groot Agtb:re de heeren van de hooge Indiaasse Regeeringe, bij hun geEerd aanschrijvens van den 8: April deeses Jaars, onder anderen van deese plaats komende te Eijschen een paar Levendige Jonge Leeuwen, te weeten een mannetje en een wijfje om te dienen tot een present voor den keijzer van China , is om aan deese ordre so veel mogelijk zij te kunnen voldoen, verstaan dat hier van aan een ijgelijk deeser ingeseetenen, so ‘s Comp:s Dienaaren als vrijluijden bij affixie van billietten niet alleen zal kennisse gegeeven, maar ook daarbij om de Liefhebbers daar toe te animeeren, belooft worden, dat so wie een Levendige Jonge Leeuwe, of Leeuwinne aan d’ E: Comp: ten deesen Casteele sal kunnen Leeveren denselven voor elk dier Dieren tot een beloninge zal genieten een Somma van Een Hondert Rijxd:s.

Vermits de gedaane Reparatie aan ‘s Comp:s Slaven Logie alhier, op de verleende qualificatie door de heeren Majores bij haare geagte Letteren van den 15: September 1731:, om deselve te mogen vergrooten en vernieuwen, so qualijk aangelegt en opgemaakt zijn; dat dat gebouw thans niet langer sullende kunnen staan en nog minder om de slegte gesteldheijd, so van desselfs muuren, Soldering, Dak, - plat, als andersints eeniger maaten meerder te kunnen werden gerepareert, het zelve derhalven tot voorkominge van alle ongelucken die bij dies instorting souden kunnen overkomen aan ‘s Comp:s bediendens en leijff eijgenen, dewelke daar inne huijs vesten, zonder langer vertoef noodwendig sal moeten worden afgebrooken; so als dit nader en breeder komt te blijken bij de hier over verleende verklaaring bij den Baas der huijs Timmerlieden mitsgaders van die der Metzelaars; heeft men oversulx moeten besluijten dat voorseijde Slave Logie afgebrooken en vervolgens so spoedig doenelijk en na maate dat men de daar toe benodigde Materialen aan handen krijgen zal, op nieuws opgebouwt, mitsgaders onder een plat gebragt sal worden; ondertusschen dat men dat nieuw gebouw tot uijtwinninge van Ruijmte sal verlengen en uijtsetten tot teegens de Ringmuur van de kerk en de gragt van het Hospitaal: luijdende boven gemelde verklaaring als volgt.

Aan den wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh gouverneur van Cabo de goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a

‘Wel Edele Gestr: Heer’

‘Uwe Wel Edele Gestr: d’ ondergeteek:de Timmermans en Metzelaars Baasen, hebbende gelieven te ordonneeren omme op ‘t naauwkeurigste te visiteeren in hoedanigen toestand zig ‘s Comp: Slaaven Logie thans komt te bevinden, mitsg:s wijders omme behoorlijk op te geeven of en op wat wijze de daar aan gevonden wordende gebreeken souden kunnen werden gerepareert, So verklaaren de ondergeteekende, na Exacte gedaane visitatie voorsz: Logie doorgaans ten eenemaal bouwvallig bevonden te hebben, sonder dat deselve door de Slegte gesteldheijd, zo van desselfs Muuren, Soldering, Dakplat als andersints eeniger maaten kan werden gerepareert, Sulx dit gebouw noodsaakelijk ten gronde toe moet werden afgebrooken, als kunnende het zelve zonder groot gevaar, voor de daar in gehuijstvest werdende Slaaven onmogelijk lanler in desselfs voorsz: bouwvalligen staat gelaaten werden.’

‘En hier meede gedenkende Uwer Wel Edele Gestr: geEerde ordre pligtschuldig te hebben volbragt so laaten wij deesen dienen voor needrig Rapport. /:onderstont:/ Cabo de goede Hoop den 14: Septemb:r 1751. /:was geteekent:/ J v:d: Horst, J:G: Herrman.’

Voorts is in Steede van den Cap:tn Luijtenant ter zee Pieter Pietersz:, denwelken op de Reijze tusschen Batavia en deese plaats op het aanweesend Retourschip de batavier is komen te overleijden, weeder tot Schipper op dien bodem aangestelt, den daar op bescheijdenen Luijtenant Paulus Engelaar met halveeringe van gagie tot ƒ54: maandelijx, edog op de nadere approbatie der heeren Superiores in het vaderland; des zal het voormelde Schip de Batavier met dies inhebbende Laading volgens de ordre der E: Comp: moeten overgegeeven worden aan so even gementioneerden Schipper Paulus Engelaar.

Door de Respective Pagters aan den Heer Gouverneur klagten zijnde gedaan dat het groove en meenigvuldige Smokkelen, zonder dat sulks kan worden beleth, hoe langer hoe meerder in Swang gaat; so is omme hierteegens te voorsien en voorseijde Pagters in haar goed Regt te maintineeren, gearresteert, dat het hier omtrent gestatueerde bij het vigeerend generaal Placcaat van Art:l 1: tot 17: inclusive ter observantie en narigt voor alle ende een ijgelijk, sal gerenoveert, gepubliceert en alomme geaffigeert werden.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop Ten daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 227-235.

Dingsdag den {17510928} 28. September 1751:

S voormiddags alle present, uijtgenomen den heer Capitain Militair Rudolf Sigfried Alleman, mitsg:s den E: Coopman en Secret: Josephus de grand preez, bij indispositie.

Op het gedaane Schriftelijk versoek bij land-drost en Heemraaden van ‘t district van Swellendam ; namentlijk: dat ter zaake van de groote en algemeene onervaarentheijd in den Godsdienst der ingeseetenen dier Colonie, insonderheijd van de aldaar gebooren werdende kinderen, ‘t welk voornamentlijk door gebrek van behoorlijke oeffening en onderwijs ontstaat; voorsz: Colonie oversulx gelijk die van ‘t land van waveren en ‘t Swart land , meede met een predikant, kerk en wat dies meer zij mogte begunstigt werden; Is best gedagt en dienvolgens beslooten dat tot het verrigten van den godsdienst en om voorsz: ingeseetenen neevens derselver kinderen in de gronden van dien behoorlijk te instrueeren, voor eerst en so als sulx reets bij het aanweesen ter deeser plaatse van zijn hoog Edelheijd den Heere gouverneur generaal Gustaaf Willem Baron van Imhoff g:g: bij resolutie van den 14: febr: 1743: is gearresteerd, een voorleeser in voorsz: district van Swellendam , die aldaar ook teffens als Schoolmeester sal moeten fungeeren, sal geplaatst werden; tot welk een en ander men den Persoon van Christoffel keurigheijm van Spannenberg , als hebbende dien dienst bereijts een geruijmen tijd ten deesen Casteele by Provisie waargenoomen, geoordeelt hebbende de vereijschte bequaamheeden te besitten; Is denselven oversulx tot voorleeser en Schoolmeester ten dienste der Swellendamse gemeijnte met een besolding van 20: gulden p:r maand aangesteld geworden.

Sijnde wijders op de diesweegens bij request gedaane versoeken aan de Burgers Arent de waal, Abraham wannenburg, Isaac de villiers, Michiel van Breda mitsg:s, Daniel en Johannes Krijnouw, ijder een Stuk Erfs ter groote van 33: quad:t Roeden en 50: dito voeten, in het nieuw afgestooken blok Lit: Q: Q: in deese Tafelvalleij in eijgendom gegeeven.

Ook is op het request bij den landbouwer Gabriel Russouw gepresenteert, goed gevonden, dat desselfs Slaave jonge gent: October van Boegis, denwelken volgens vonnisse van den Raad van Justitie deeses gouvernements is gecondemneert geworden, in de ketting geklonken zijnde, daar inne den Tijd van vijff en Twintig agter een volgende Jaaren aan de gemeene werken te arbeijden, voor de gevallene Costen in het proces, bij d’ E: Comp: in eijgendom sal werden aangenoomen.

Vervolgens wierd door den Heer hoofd Administrateur Sergius Swellengrebel met versoek van daarop dispositie te mogen erlangen, geproduceert, de onderstaande Memorie.

‘Memorie van de nabesz: glaase Ruijten bij ‘t openen van Thien Cassen p:r het Schip de Baarsande gebrooken aangebragt, als meede de lijffeijgenen in de maanden Maart, April, Maij, Junij, Julij en Augus:t deeses jaars door de natuurlijke Dood overleeden, en ‘t vee in gemelde tijd so verrekt als door ‘t wild gedierte vernield, alles volgens verklaaringen hier annex blijkende, Namentlijk:’


uijt 't Schip de Baarsande
afschrijven { 209: p:s glaase Ruijten van 12: en 14 d:m op 2000: p:s bij 't openen van 10: Cassen gemerkt van L:a W: W: tot F: F: gebrooken.

uijt 't Schip de Baarsande
afschrijven { 209: p:s glaase Ruijten van 12: en 14 d:m op 2000: p:s bij 't openen van 10: Cassen gemerkt van L:a W: W: tot F: F: gebrooken.

‘Volgens bijgevoegde Reekening van den opsiender van ‘S Comp:s Slaven logie, gesterkt met Secretariale verklaaringen, zijn in de Jongst gepasseerde Maanden, Maart, April, Maij, Junij, Julij en Augustus deeses Jaars door de Natuurlijke Dood overleeden.’


afschrijven { 6: kloeke meijden
3: Zuijgende d:o
1: d:o Jongetje

afschrijven { 6: kloeke meijden
3: Zuijgende d:o
1: d:o Jongetje

‘En volgens Reekening van den Land-Drost en Secretariale verklaringen zijn meede in voorsz: Tijd van ‘s Comp:s Beestiaal, so verrekt als door ‘t wild gedierte verslonden.’


afschrijven { 332: Stux Runderbeesten.
2: d:o Paarden.
3: d:o Ezels.
18: d:o bocken

afschrijven { 332: Stux Runderbeesten.
2: d:o Paarden.
3: d:o Ezels.
18: d:o bocken

’/:onderstont:/’

‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 28: September 1751: /:was geteekent S: Swellengrebel.’

Naar welkers Resumptie verstaan is, dat de daarbij vermelde gebrokene glase Ruijten, mitsg:s gestorvene Slaven en verrekt Beestiaal der E: Comp: bij de Negotie boeken deeses gouvernements sullen werden afgeschreeven.

Sijnde laatstelijk op het seer instantig hierom gedaane versoek bij den oud heemraad Cornelis van Roijen denwelken volgens vonnisse van meergem. Raad van Justitie de dato 22: Ap:r deeses jaars onder anderen is ontset van alle burgerlijke bedieningen om dus te blijven tot dat het deese Regeering soude goed vinden hem daar toe weederom te emploijeeren, eenpariglijk goedgevonden en beslooten denselven van Royen in zijn voorige officie van Ritmeester over de Comp:s dragonders tot Swellendam te herstellen, en tot alle verdere burgerlijke bedieningen weederom emploijabel te verklaaren, in vertrouwen dat hij van Roijen agtervolgens de Serieuse recommandatie door den heer gouverneur staande vergadering aan hem gedaan sig voortaan allesints zeediglijk gedraagen en de in voorsz: district voorvallende saaken, als een Trouw en eerlievend burger, ten beste der E: Comp: en ingeseetenen zal helpen bevorderen en uijtvoeren.

Aldus Geresolveert ende Gearresteert In ‘t Casteel de goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Mij Present O M Bergh E: g: clercq

C. 129, pp. 236-237.

Donderdag den {17511021} 21: october 1751.

‘S voormiddags alle present behalven de heeren Rudolff Sigfried Alleman en Cornelis Eelders, den laatsten bij indispositie.

Sijn tot het bijwoonen der burger waapenschouwing aan Stellenbosch , dewelke vermits den laatsten deeser maand October op een Sondag komt uijt te vallen, op Maandag den eersten November aanstaande Staat te geschieden gecommitteert de Heeren Hendrik de Ruijter Lid deeser vergaderinge, Capitain ter zee en Equipagiemeester alhier en Jan Coenraad Warnecke Cap:tn Militair deeses Casteels.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 238-259.

Dingsdagh den {17511116} 16 November 1751.

‘S voormiddags alle present uijtgenoomen d’ E: Cornelis Eelders bij indispositie.

Geleesen zijnde het geagt aanschrijvens van de heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam van den 3 Julij deeses jaars, ‘t welk alhier is aangebragt met het ter Rheede leggend Schip Tulpenburg , is goed gedagt dat op het daar bij ter needer gestelde ten belange van de Constantia wijn, die aan haar wel Edele groot Agtb:re Jongst tot present van hier is gesonden, sal worden gerescribeert, dat die wijn van de beste ende selfde soort is geweest, als die dewelke ter dier Tijd van deese plaats aan zijne Doorlugtigste Hoogheijd den Heer Prince Erfstad houder is afgegaan; en dat deselve ook met alle op lettentheyd in bottels is afgetapt en in Cassen afgepakt en besorgt, gelijk sulx nader komt te blijken bij het dies weegens verleende Rapport bij den keldermeester alhier en desselfs bediendens, ‘t welk meede in Copia sal worden overgesonden.

En aangaande dat de wyn voor zijn hoogheijd wel geconditioneert en die voor haar wel Edele groot Agtb:re Seer defect is overgekomen, dat daar van geen andere oorsaake kan zijn, dan dat de eerstgemelde in aamen dewelke in Cassen waaren besorgt, en de andere in bottels zijn afgesonden, alsoo de ervarentheijd doorgaans geleert heeft, dat die wijn beeter in vaatwerk teegens de ongemakken der Zee kan gepreserveert blijven, dan in Bottels, dewelke vermits die wijn zeer geestrijk en aan werking onderworpen is dikwils springen, of so se niet breeken haare kurken quijt raaken; en voorts dat om sulx voor te komen, en te gelijk te voldoen aan het aangeschreevene dat de Constantia wyn voor haar wel Edele groot Agtb:re in het vervolg in de selfde ordre als voor hoogst gedagte zijn Hoogheijd van hier na Europa sal moeten worden versonden, men niet manqueeren zal de voorseijde wijn dewelke in het aanstaande voor wel op gemelde heeren Bewindhebberen van hier staat af te gaan in aamen sal worden gedaan en ook in Cassen gelegt, als wanneer men vertrouwt dat die wijn wel overkomen en alle reedenen van klagten sullen zijn weggenomen.

Den Heer Gouverneur na aan de leeden des Raads voor af te kennen te hebben gegeeven, dat op het aan hem gedaane berigt, so bij den Burger Marten Melk die Sig dat werk verstaat, als door andere, dat zig in en omtrent de Saldanhabaaij , sulken overvloed van Steenen bequaam om kalk daar van te branden, wierden gevonden, dat so wanneer dat werk daar ter plaatse bequamelijk in train konde gebragt werden, d’ E: Comp: als dan nooijt meerder om kalk tot het opsetten van haare gebouwen soude behoeven verleegen te weesen; geliefde zijn Ed: vervolgens te seggen, dat hij om hier over inspectie te neemen en teffens te ondersoeken op wat wijse het branden van kalk in voorn: Saldanhabaaij gevoegelijxt soude kunnen geschieden hadde gecommiteert den Capitain Lieutenant wijnand willem Muijs en den vaandrig August Frederik Beutler, dewelke na verrigtinge van Saaken van haare bevinding het onderstaande Rapport hadden verleend.

Aan den wel Edelen Gestr heere Rijk Tulbagh, gouverneur van Cabo de goede hoop met den ressorte van dien &:a &:a &:a.

‘Wel Edele Gestr: Heer.’

‘Uwe wel Edele Gestr: ons ondergeteekende bij Schrijftelijke Commissie van den 1: deeser loopende maand october hebbende gelieven te ordonneeren, dat wij te Saamen met den Burger Martin Melk /:als dat werk verstaande:/ ons souden hebben te begeeven naar de Saldanhabaaij , en ter dier plaatse of daar omstreex op het naauwkeurigste te ondersoeken of ‘er geen bequaame geleegentheijd soude zijn om van de aldaar vallende steenen, kalk voor d’ E: Comp: te branden, en op welke wijse sulx gevoegelijxt sal kunnen geschieden, met aantooning welke plaatsen daar toe het bequaamste zijn souden, en welke verdere omstandigheeden souden worden ver Eijscht, of wat men soude moeten doen om dit werk ten meesten voordeele der E: Comp: ten eijnde de alhier zijnde gebouwen door dit middel metter Tijd weederom te kunnen herstellen, op maaken en in staat brengen, tot een gewenscht eijnde te brengen, so hebben wij ondergeteekende ons op den 4: deeser naar voorsz: Saldanhabaaij begeeven en naar aldaar op den 6: dito te zijn aangekomen met ende neevens voorseijden Marten Melk, uwer wel Edele Gestr: voorsz: ordre pligtschuldig volbragt, weshalven wij ons verpligt vinden Uwe Wel Edele Gestr: van onse bevindinge het volgende in alle Eerbied te rapporteeren, Namentlijk dat wij van de plaats van den Burgerraad Henning Joachim Prehn gen:t de geitenbergs Fontijn geleegen aan de oostwal van de Saldanhabaaij tot aan de sogenaamde Bottellerij, leggende ruijm Twee uuren rijdens met een osse waagen van elkanderen, mitsg:s van geciteerde Bottellerij tot aan de geelbekke Fonteijn en verder van daar de duijnen door tot aan de Swarte Bergh , uijtmaakende te saamen een distansie van Ruijm vijff uuren rijdens, als meede digt agter ‘s Comp:s Posthuijs in meergemelde Saldanhabaaij , en so ook in de hoetjens baaij , de voorsz: kalksteen in overvloedige meenigte aangetroffen, en het land ter dier plaatse ook doorgaans abondantelijk met Brand hout voorsien bevonden hebben; dog aanbelangende het water als hoofdsakelijk tot het præpareeren der kalk ver Eijscht werdende, hebben wij onderget: bij naauwkeurig ondersoek bevonden, dat het meeste en tot voorsz: werk maar even toereijkend water in de ongeleegenste der voorsz: steen leeverende plaatsen, als de geelbecke Fonteijn en de Bottelerij gevonden werd, sijnde van de drie andere, als de geijtenbergs fonteijn , ‘s Comp:s Post ende hoetjes baaij , dewelke het digst bij ‘t Strand leggen, en gevolglijk ‘t Commoodste tot het vervoeren van de gemaakte kalk zijn, de Twee eerste van seer weijnig en het laatste met geen ‘t minste water voorsien.’

‘Aangaande nu de wijze op welke geciteerde kalk in de Saldanhabaaij of daar om Streex soude moeten gebrand werden als meede wat daar toe noodsaakelijk werd ver Eijscht, neemen de onderget: de vrijheijd uwe wel Edele Gestr: in alle Eerbied te berigten, dat wij ‘t een en ander aangaande, met meergem Marten Melk gesprooken hebbende, door denselven aan ons is betuijgt geworden, dat nademaal so als sulx bevoorens is aangetoont, de grootste quantiteijt der Steen mitsg:s het meeste water aan de Geelbecke Fonteijn , de Bottellerij , de Geijtenbergs Fonteijn , mitsg:s aan de Massenberg , zijnde de plaatsen van Cornelis Heufke, Henning Joachim Prehn, en Jacob Cloete gevonden werd, deselve plaatsen oversulx noodsaakelijk ten dienste der E: Comp: souden moeten werden ingetrocken, en dat hij wijders tot het werk zelfs voor eerst Soude komen te benoodigen’

‘als meede een wooning voor hem en ‘t volk, en een loots tot berging van de kalk, mitsg:s nog Twee diergelijke gebouwen aan de sogen: Bottellerij , neevens een hout vlot om de gemaakte kalk van laatstgem: plaats naar de vaartuijgen dewelke aldaar niet bequamelijk kunnen aankomen, af te brengen; en alle welke Saaken wij ondergeteekende uijt aanmerkinge van de moeijelijkheijt van het werk daar ter plaatse, principaal de Schaarsheijd en afgeleegentheijd van ‘t benoodigde water, mitsg:s de lange en sandige weegen over dewelke het selve moet werden aangereeden, niet alleen oordeelen inderdaad vereijscht te werden, maar mogelijk in der Tijd wanneer het werk eens regt aan de gang gebragt was, van nog meerder en groter omslag souden kunnen gevolgt werden, sulx uijt dit een en ander ligtelijk kunnende werden nagegaan dat de kalk in voorsz: Saldanhabaaij of daar omtrent niet dan met Excessive groote kosten voor d’ E. Comp: soude kunnen gebrand werden, zijn de onderget: hierom /:onder uwer wel Edele gestr: wijs oordeel:/ van gevoelen dat de Steenen uijt dikwilsgen: Saldanhabaaij met ‘s Comp:s vaartuijgen naar herwaarts overgebragt werdende, het branden van kalk daar van, met vrij minder moeijte en kosten voor d’ E: Comp: hier ter plaatse sal kunnen geschieden, moetende in dit geval de Steenen gehaald werden van de Geijtenbergs Fonteijn , ‘s Comp:s Post, en de hoetjensbaaij , so om dat deselve aldaar in groote quantiteijt gevonden werden, als om dat die daar ter plaatse op de gemakkelijkste wijze door de vaartuijgen kan werden ingenoomen, principaal bij ‘s Comp:s Post, alwaar de meergem: Steen sig digt agter het Posthuijs komende te bevinden, met gemak van daar door Schuijten en Boots naar de hoekers /:wanneer deselve ter vermindering van den weg tot omtrent het Schaapen eijland sullen weesen opgekort:/ kan gebragt werden: Terwijl voor het overige door ons ondergeteek:de van de meergemelde kalksteen een Proeff genoomen zijnde heeft men daar van drie differente Soorten van kalk te weeten: heele vette, iets mindere, en magere bekomen; ook hebben wij ondergeteekende omtrent een halfuur van de Geijtenbergs Fonteijn , kleij bequaam tot het maaken van vloer en metselsteenen gevonden, dog egter in een zeer geringe quantiteijt; dewijl deselve eenelijk in een kleijne ronde heuvel bestaande, oogenscheynlijk niet verder sal kunnen strekken dan om daar van so veel Steenen te bekomen als noodig Soude zijn tot het opsetten van een vloersteen oven Sonder vervolgens daarvan eenige naamwaardige quantiteijt vloer of Metselsteenen ten behoeven der E: Comp: te kunnen formen, en soude het daar toe benoodigde waater heel van de massenberg, zijnde bijna Twee uuren rijdens, in leggers per as door de Swaare Sand duijnen naar derwaarts moeten aangereeden werden.’

‘Waarmeede verhoopende aan uwer wel Edele Gestr: geEerde intentie pligtschuldig te hebben voldaan so laaten wij deesen dienen voor Eerbiedige Rapport, Terwijl wij de vrijheijd neemen ons in alle onderdanigheijd te onderteekenen. /:onderstont:/ Wel Edele Gestr: Heer, uwe wel Edele gestr: onderdanige en seer gehoorsaame Dienaaren /:was geteekent:/ W: W: Muijs, A. F: Beutler. /:in margine:/ Cabo de goede hoop den 23: october 1751:’

Waar over met aandagt geraadpleegt en alles wel overwoogen Sijnde, So is voor den dienst der E: Comp: best en Raadsaamst geoordeelt, dat van het Branden van Steenkalk in de Saldanhabaaij om de groote onkosten die daar op souden loopen, en het swaar werk dat daar aan zijn Soude, zal afgesien, en hier en teegens hier aan de Caab met de kalk Steenen dewelke men uijt die baaij met ‘s Comp:s vaartuijgen herwaarts sal doen aanbrengen daar meede een Proeff genoomen worden.

Dewijl zeeker huijs Erff het welk in den omtrek van ‘s Comp:s Hospitaal aan de N:O:t hoek legt, en den eerste Augustus 1741: aan den Coopman en Lid deeses Raads d’ E: Cornelis Eelders, in Eijgendom is gegeeven, bij het vertimmeren en vernieuwen van gesegde Hospitaal, te pas soude komen en nood wendig moeten worden gebruijkt, is op de gedaane desistatie daar van bij voorn: Eelders verstaan dat de aan zijn E: daar van gedaane beleening zal ingetrokken, en de aan denselven van dit Stuk huijs Erf verleende Erfbrief geroijeert worden, tot het doen van het welke den Secretaris deeses Raads geauthoriseert word.

Is in Steede van wijlen Jan Thuijneman, tot Schipper op het aanweesend Schip Oosthuijsen , onder de nadere Approbatie der heeren van de hooge Indiaasse Regeeringe aangesteld den daar op, op Suriname geplaatsten opperstuurman Frans Lodder, en voorts op dien Bodem nog Sodanige verbeeteringen gedaan, als bij de Notulen van huijdigen datum nader komt te blijken.

Sijnde voorts onder de Comp. vrij Swarten alhier ook de volgende officieren aangesteld, als:

Jan Jansz: van Ceijlon Sergeant tot luijtenant in plaatse van den overleedene Hans Jurgen. Adolff Daniëlsz: Corporaal tot Sergeant in Steede van laatstgem: en in desselfs plaats tot Corporaal Isaak Joosteboom.

Weegens dat deese Caabse Inwoonderen van tijd tot tijd sodanig in getal beginnen toe te neemen, dat thans binnen dit vlek geene huijsinge genoeg meer worden bevonden tot berginge derselve, heeft men om hier inne te voorsien, moeten besluijten dat nog eenige huijs Erven boven na de kant van de waterplaats in de aldaar afgestookene en gecarteerde Seeven nieuwe Blokken in Eijgendom sullen worden uijtgegeeven, welken volgende aan de volgende persoonen op hun versoek Sodanige huijs Erven zijn afgegeeven als volgt, te weeten:

In 't Blok W: W:
Aan den oud Burgerraad Jan de wit, het huijs Erf N:o 1:
d:o d:o vrij Swart Jacobus Hendriksz d:o d:o 2:
d:o d:o burger Martinus Wessel d:o d:o d:o d:o 3:
d:o d:o d:o Jan de waal d:o d:o d:o d:o 4:
d:o d:o d:o Cornelis Brits d:o d:o d:o d:o 5:
d:o d:o d:o Hendrik Snijder d:o d:o d:o d:o 6:
d:o d:o d:o Hieronimus Pierman d:o d:o d:o d:o 7:
d:o d:o d:o Jan F:k pricelius d:o d:o d:o d:o 8:
 
In 't Blok X: X:
d:o d:o burger Jan de waal d' oude d:o d:o d:o d:o 1:
d:o d:o d:o Casper Lijbregt d:o d:o d:o d:o 2:
d:o d:o d:o Jacobus van Rheenen de Jonge d:o d:o d:o d:o 3:
d:o d:o Commissaris Petrus de wit d:o d:o d:o d:o 4:
d:o d:o burger Dirk van der Schijff d:o d:o d:o d:o 5:
d:o d:o d:o Jan Jurgen Schreuder d:o d:o d:o d:o 6:
aan Thobias van Ek d:o d:o d:o d:o 7:
d:o Gerrit van Laar d:o d:o d:o d:o 8:
d:o Cornelis Mostert d:o d:o d:o d:o 9:
d:o Johannes vlotman d:o d:o d:o d:o 10:
 
In 't Blok Y: Y:
aan den Burger Cornelis Roosendaal d:o d:o d:o d:o 1:
d:o d:o d:o Pieter van Breda d:o d:o d:o d:o 2:
d:o d:o d:o Johannes Bergman d:o d:o d:o d:o 3:
d:o d:o oud burgerraad Paulus Artoijs d:o d:o d:o d:o 4:
d:o d:o burgerraad Jonas van der Poel d:o d:o d:o d:o 5:
d:o d:o Burger Hans Hendrik Thomas d:o d:o d:o d:o 6:
 
In 't Blok Z: Z:
d:o d:o burger Cornelis Post d:o d:o d:o d:o 1:
d:o d:o d:o Frans Bouman d:o d:o d:o d:o 2:
d:o d:o d:o Fredrik Zappel d:o d:o d:o d:o 3:
d:o d:o d:o Christiaan Bok d:o d:o d:o d:o 4:
d:o d:o d:o François de Nicker d:o d:o d:o d:o 5:
d:o d:o d:o Nicolaas Swart d:o d:o d:o d:o 6:
d:o d:o d:o Burgert van Dijk d:o d:o d:o d:o 7:
d:o d:o d:o Jan Anthonij Hitsman d:o d:o d:o d:o 8:
d:o d:o d:o Jurgen Hendrik Engela d:o d:o d:o d:o 9:
d:o d:o bode Abraham Paling d:o d:o d:o d:o 10:
 
In 't Blok N:o 1:
d:o d:o d:o Hendrik Scheffer d:o d:o d:o d:o 1:
d:o d:o d:o Johannes van Bengalen d:o d:o d:o d:o 2:
aan den boode Jacob Marik d:o d:o d:o d:o 3:
d:o d:o d:o Nicolaas Smuts d:o d:o d:o d:o 4:
d:o d:o d:o H:k Peter Hesse d:o d:o d:o d:o 5:
d:o d:o d:o Jan Robberts d:o d:o d:o d:o 6:
d:o d:o d:o Hend:k Lod: Bletterman d:o d:o d:o d:o 7:
d:o d:o wed:we Bergsted d:o d:o d:o d:o 8:
d:o d:o burger Martinus Smuts d:o d:o d:o d:o 9:
d:o d' E: Cornelis Eelders d:o d:o d:o d:o 10:
In 't Blok W: W:
Aan den oud Burgerraad Jan de wit, het huijs Erf N:o 1:
d:o d:o vrij Swart Jacobus Hendriksz d:o d:o 2:
d:o d:o burger Martinus Wessel d:o d:o d:o d:o 3:
d:o d:o d:o Jan de waal d:o d:o d:o d:o 4:
d:o d:o d:o Cornelis Brits d:o d:o d:o d:o 5:
d:o d:o d:o Hendrik Snijder d:o d:o d:o d:o 6:
d:o d:o d:o Hieronimus Pierman d:o d:o d:o d:o 7:
d:o d:o d:o Jan F:k pricelius d:o d:o d:o d:o 8:
 
In 't Blok X: X:
d:o d:o burger Jan de waal d' oude d:o d:o d:o d:o 1:
d:o d:o d:o Casper Lijbregt d:o d:o d:o d:o 2:
d:o d:o d:o Jacobus van Rheenen de Jonge d:o d:o d:o d:o 3:
d:o d:o Commissaris Petrus de wit d:o d:o d:o d:o 4:
d:o d:o burger Dirk van der Schijff d:o d:o d:o d:o 5:
d:o d:o d:o Jan Jurgen Schreuder d:o d:o d:o d:o 6:
aan Thobias van Ek d:o d:o d:o d:o 7:
d:o Gerrit van Laar d:o d:o d:o d:o 8:
d:o Cornelis Mostert d:o d:o d:o d:o 9:
d:o Johannes vlotman d:o d:o d:o d:o 10:
 
In 't Blok Y: Y:
aan den Burger Cornelis Roosendaal d:o d:o d:o d:o 1:
d:o d:o d:o Pieter van Breda d:o d:o d:o d:o 2:
d:o d:o d:o Johannes Bergman d:o d:o d:o d:o 3:
d:o d:o oud burgerraad Paulus Artoijs d:o d:o d:o d:o 4:
d:o d:o burgerraad Jonas van der Poel d:o d:o d:o d:o 5:
d:o d:o Burger Hans Hendrik Thomas d:o d:o d:o d:o 6:
 
In 't Blok Z: Z:
d:o d:o burger Cornelis Post d:o d:o d:o d:o 1:
d:o d:o d:o Frans Bouman d:o d:o d:o d:o 2:
d:o d:o d:o Fredrik Zappel d:o d:o d:o d:o 3:
d:o d:o d:o Christiaan Bok d:o d:o d:o d:o 4:
d:o d:o d:o François de Nicker d:o d:o d:o d:o 5:
d:o d:o d:o Nicolaas Swart d:o d:o d:o d:o 6:
d:o d:o d:o Burgert van Dijk d:o d:o d:o d:o 7:
d:o d:o d:o Jan Anthonij Hitsman d:o d:o d:o d:o 8:
d:o d:o d:o Jurgen Hendrik Engela d:o d:o d:o d:o 9:
d:o d:o bode Abraham Paling d:o d:o d:o d:o 10:
 
In 't Blok N:o 1:
d:o d:o d:o Hendrik Scheffer d:o d:o d:o d:o 1:
d:o d:o d:o Johannes van Bengalen d:o d:o d:o d:o 2:
aan den boode Jacob Marik d:o d:o d:o d:o 3:
d:o d:o d:o Nicolaas Smuts d:o d:o d:o d:o 4:
d:o d:o d:o H:k Peter Hesse d:o d:o d:o d:o 5:
d:o d:o d:o Jan Robberts d:o d:o d:o d:o 6:
d:o d:o d:o Hend:k Lod: Bletterman d:o d:o d:o d:o 7:
d:o d:o wed:we Bergsted d:o d:o d:o d:o 8:
d:o d:o burger Martinus Smuts d:o d:o d:o d:o 9:
d:o d' E: Cornelis Eelders d:o d:o d:o d:o 10:

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 260-265.

Donderdag den {17511125} 25: november 1751:

‘S voormiddags alle præsent uijtgenoomen den E: Coopman en Winckelier Cornelis Eelders bij Indispositie.

Na Lectuure van seekere missive door Land Drost en Heem Raaden van Swellendam onder den 15: deeser maand November herwaarts geschreeven, Sijn uijt het daarbij genomineerde dubbel getal tot Heem Raaden aldaar voor het aanstaande Jaar 1752: in Steede der afgaande Andries Holtzhausen en Carel Pietersz de Jager weederom verkooren Harmanus Steijn en Andries de Jager, dewelke overzulx na het afleggen van den gewoonen Eed in het Collegie van geCiteerde heem Raade Cessie zullen moeten neemen en verrigten alles wat tot haare Bedieninge betreckelijk is.

En aangaande het verdere ter needer gestelde bij gezegden Brief noopende het ongeregeld Gedrag van eenige deeser Coloniers die onder het Jongst uijtgeweest Zijnde Burger Commando teegens de Bosjesmans hebben gehoort; Is, ingesien sijnde dat deese onwillige berouw schijnende te hebben gekreegen van haar voorgenoomen misdrijf, ten eersten weederom tot haar Pligt zijn gekeert, en Zig vervolgens daarvan behoorelijk gequeeten hebben; hierom best gedagt voor deese reijs af te sien van een welverdiende Straffe derselve, met ordre egter aan bovengemelde Land Drost en Heem Raaden, dat Gementioneerde Persoonen voor den Burger Crijgs Raad van hun district Sullen moeten ontbooden en aldaar uijt naame deeser Regeeringe op het Scherpste weegens haar gepleegde Ongehoorzaamheijd gereprocheert worden; met Serieuse Recommandatie daarbij, dat Zij in alle andere Sig in het vervolg onderdaaniger en beeter sullen hebben te gedraagen; op Poene van andersints na Rigueur der wetten als weeder Spannige Onderdaanen regoureuselijk te sullen worden gestraft; alwaarom meergemelde Land Drost en heem Raaden sullen worden gelast, dat wanneer iets diergelijx weeder mogt koomen te gebeuren, Sij alsdan de Schuldige aanstonts herwaarts zullen moeten opsenden, om dus deselve haare welverdiende Straffe te doen Erlangen; Ondertusschen dat men Sig Laatende wel gevallen de getroffene Vreede door het voorwaarts geciteerde Burger Commando met de Bosjesmans; daarbij word verhoopt dat dezelve ten besten van dit Land van lange duur zal moogen zijn.

Tot voorkoominge van verdere des ordres en oneenigheeden op het aanweesend Schip Lugtenburg heeft men moeten besluijten dan den Boekhouder van die kiel Hendrik Beukelman teegens die van het meede ter deeser Rheede vertoevende Schip Oosthuijsen in naame Bernardus Brouwer Sal worden gechangeert, en dat dus den Eenen op des anderen Boodem Sal moeten overgaan; met welk Schip Lugtenburg verders passagie van deese Plaats na Batavia is verleent aan den alhier van het Schip Baarzande verbleevene Major Alexander Herbort.

Gemerkt het op ‘t Veld staande Graan gewasch Sig bij Continuatie favorabel opdoet, en dat buijten merckelijk toeval daaruijt een Opulenten Ougst word te gemoed gesien; is hierom eensdeels om de Heeren van de hooge Indiaasse Regeering vroegtijdig van een goede quantiteijt Coorn te kunnen versorgen, en ten anderen op dat men dus meede Ruijmte mogt winnen, tot Berging in ‘S Comp:s Maguazijnen van het aanstaande graan gewasch, g’arresteerd; dat met het meergemelde Schip Lugtenburg , Soo veel Tarw uijt onsen voorraad van hier na Batavia Zal worden gesonden, als men in dat Schip Bequaamelijk zal kunnen afscheepen.

Ten Laatsten is op het versoek van den alhier gerelegueerde koning van Mangnitos onder het Eijland Ternaten gehoorende, Zijnde denzelven gen:t Jacob Martin Lazarus, verstaan, dat Seeker Req:t door hem aan haar Hoog Edelens tot Batavia gerigt, om een maandelijxe onderhoud te moogen genieten, met d’ eerste Geleegentheijd van hier derwaarts onder ‘S Comp:s papieren Sal gezonden worden.

Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 266-276.

Dingsdag den {17511207} 7: December 1751:

‘S voormiddags alle præsent.

De Negotie en Zoldij Boeken deeses Gouvernements d’ Annis 17 50/51 heeden in Raade naegesien zijnde, is uijt eerst gemelde gebleeken dat de Lasten in dit Boek jaar gevallen, Sijn gemonteert tot ƒ526205:5: en dat de winsten hier en teegens hebben gerendeert ƒ156554:8:8: Soo dat de Lasten dit Jaar ƒ74262:1: en de winsten ƒ13948:4:8: meerder beloopen en opgeworpen hebben als in het voorleedene Boekjaar; welk meerder Rendement der Oncosten zijn Oorspronk heeft uijt de volgende vier posten; dewelke egter de bijzondere huijshouding deeses Gouvernements niet betreffen, en dus toevalliger wijse van buijten Zijn aangekoomen, te weeten

Eerstelijk d' onkosten der Scheepen die meer Bedraagen als Anno Passato ƒ36573:03:-:
'Twelk is veroorsaekt door het vertoeven alhier vier maanden Lang van vier Retour Scheepen, die bovens dien bij hun vertreck van deese plaats voor Ses Maanden van Proviant en drancken hebben moeten worden versorgt, en Soo meede dat het provisie Schip Polanen zoo in de Baaij fals als ter deeser Caabse Rheede Agt Maanden hebbende moeten Leggen, het zelve geduurende dien Tijd maandelijx van provisie en andere Noodwendigheeden mitsgad:s bij Zijn depart van hier na Batavia ook op nieuws voor vier maanden van alles heeft moeten voorsien worden.
Ten tweeden d' Oncosten der Chaloupen en mindere vaartuijgen die alhier ten dienste der Aankoomende 'S Comp:s Scheepen worden gebruijkt, Bedraagende deselve meede meerder als in het voorleedene Boekjaar d:o 4304:10:-:
Zijnde deese post dus toegenoomen door het opslaan van twee nieuwe afbreuk Boots en het besorgen derzelve van Zeijlen, Touwerk, dreggen en wat dies meer Zij.
Ten derden de betaalde Scheeps Zoldijen en goede maanden aan het volk der Lang alhier geleegen hebbende Scheepen, die met den andere meerder Zijn geweest als in het voorgaande jaar d:o 15525:03:08:
Ende ten Laatsten de Betaalde guarnizoens Soldijen die hooger Zijn op Stok geloopen d:o 17653:-:-:
Onder dewelke egter meede begreepen is een Zomma van ƒ14202:18: sijnde 't Bedraagen van de monteering deeser militie die Schoon se bereijts aan D' E: Comp: bij het Debiteeren van dit Guarnizoen is voldaan, nogtans onder de Lasten deeses Gouvernements volgens usantie heeft moeten worden te Boek gestelt.
Somma ƒ74055:16:08:
Eerstelijk d' onkosten der Scheepen die meer Bedraagen als Anno Passato ƒ36573:03:-:
'Twelk is veroorsaekt door het vertoeven alhier vier maanden Lang van vier Retour Scheepen, die bovens dien bij hun vertreck van deese plaats voor Ses Maanden van Proviant en drancken hebben moeten worden versorgt, en Soo meede dat het provisie Schip Polanen zoo in de Baaij fals als ter deeser Caabse Rheede Agt Maanden hebbende moeten Leggen, het zelve geduurende dien Tijd maandelijx van provisie en andere Noodwendigheeden mitsgad:s bij Zijn depart van hier na Batavia ook op nieuws voor vier maanden van alles heeft moeten voorsien worden.
Ten tweeden d' Oncosten der Chaloupen en mindere vaartuijgen die alhier ten dienste der Aankoomende 'S Comp:s Scheepen worden gebruijkt, Bedraagende deselve meede meerder als in het voorleedene Boekjaar d:o 4304:10:-:
Zijnde deese post dus toegenoomen door het opslaan van twee nieuwe afbreuk Boots en het besorgen derzelve van Zeijlen, Touwerk, dreggen en wat dies meer Zij.
Ten derden de betaalde Scheeps Zoldijen en goede maanden aan het volk der Lang alhier geleegen hebbende Scheepen, die met den andere meerder Zijn geweest als in het voorgaande jaar d:o 15525:03:08:
Ende ten Laatsten de Betaalde guarnizoens Soldijen die hooger Zijn op Stok geloopen d:o 17653:-:-:
Onder dewelke egter meede begreepen is een Zomma van ƒ14202:18: sijnde 't Bedraagen van de monteering deeser militie die Schoon se bereijts aan D' E: Comp: bij het Debiteeren van dit Guarnizoen is voldaan, nogtans onder de Lasten deeses Gouvernements volgens usantie heeft moeten worden te Boek gestelt.
Somma ƒ74055:16:08:

Welcke vier Posten oversulx gelijk gezegd is, ten naasten bij het meerder Bedraagen der Lasten Koomen uijt te maaken; maar indien men Considereeren wil, dat het Montant der Guarnizoens montering ter Zomma van ƒ14202:18: in der daat en na het wezen van de Zaak niet als een Last post kan werden aangemerkt dan Zoude nog ƒ13996:13:8: op de Last posten van de bijzondere huijshouding deeses Gouvernements bij die van het verleedene Boekjaar vergeleeken, Zijn geprofiteert geworden.

Koomende verders het meerder Rendement der Winsten voort, uijt het Advans op de nieuw geslaagene Zeegels en de meerdere betaalde recognitie, Penn:gen voor de in Leening uijtgegeevene Vee plaatsen.

En is vervolgens den Heer Hoofd Administrateur Sergius Swellengrebel, gequalificeert om de winst en Last posten navolgens de Specificatie bij Sijn E: dies aangaande Ingeleevert bij voornoemde Negotie Boeken na behooren te doen In en Afschrijven.

Bij resumptie der verdere Nominatiën gedaan bij Kercken Raaden en andere Collegien zoo hier aan de Caab als ten Platten Lande, heeft men Sig de gedaane Electie der Ouderlinge, Laaten welgevallen en wijders uijt het dubbeld genomineert Getal weeder tot Diaconen verkooren de volgende Persoonen te weeten.

Voor de Caabse Kerk

Johannes Henricus Blanckenberg tot ouderling in Steede van den afgaande Jan Hassing. Jasper Westpalm en Jan meijndersz Cruijwagen, tot Diaconen voor d’ uijtgediende Pieter Hacker en Michiel Smuts.

In de Kerk van Stellenbosch

Tot ouderling, Daniel Malan, in plaatse van Hendrik Emanuel Blanckenberg. Tot Diacon, Nicolaas vlok, ter plaats vullinge van den aftetreedene Abraham Faure.

In de Drakensteijnse Kerck

Charle Marais, Tot ouderling. Pieter du Toit de Jonge, Jan Booijens tot diaconen, den Eersten in plaatse van Jan Blignaut, en d’ andere in Steede van pieter Strijdom en Roelof van der Merwe

In de Kerck van ‘T Land van waveren

Pieter Therond tot ouderling, voor den aftetredene Gerrit van der Merwe, En tot Diacon, in Steede van den Afgaande Hercules du Preez, Jacobus de Weth Junior

In de Kerck van ‘T Swart Land

Gideon Slabber tot ouderling, in plaatse van Johannes Albertus Loubser. En tot Diacon, voor den uijtgediende Hugo Lambrechts, Jacobus Meijburg.

Ende alsoo dit jaar weeder geen Commissaris politicq na de buijten Districten sal kunnen gaan; sullen derhalven kercken Raaden aldaar, uijtgenoomen die van het Land van Waveren , als Zulx bereijts gedaan hebbende, worden aangeschreeven dat Se de kerkelijke Reekeningen van haare Arme Penn:gen ten Spoedigsten doenelijk herwaarts sullen moeten opsenden; Ondertusschen dat ten Belange van het genoteerde bij den predikant Arnoldus Mauritius Meijrink weegens de gedaane Electie bij desselfs kerckenraad van Pieter Therond, die Zijn Eerw. Ordeelt ongevoegelijk te weesen, als Sijnde denselven Een Broeder van den nog voor een Jaar in dienst blijvende Ouderling Jan Therond; Is om reedenen best gedagt, dat d’ Electie van die Persoon voor deese reijs Sullende worden gepasseert, dien kercken Raade teffens sal worden gewaarschout, om Sig in het vervolg te wagten, van Soodanige Electie of nominatie meer te doen, als door dewelke Twee Broeders of andere Persoonen aan wien het Zelve bij kerckelijke Ordre niet word toegelaaten, te gelijk in kercken-Raade souden moogen koomen te Zitten;

Sijnde voorts uijt het twee voudig Getal der genomineerde Persoonen, om na gebruijk in d’ onderstaande Collegien dienst te doen, verkooren, als.

Tot Burger Raaden

Hendrik van der Heijden en Jan Hassing. Beijde in Steede der Afgaande Henning Joachim Prehn en Jonas van der Poel

Tot weesmeesteren

Jasper westpalm en Jan Serrurier. Ter plaats vulling der Aftetreedene Nicolaas Leij en Johannes Meijndersz Cruijwagen.

Tot Commissarissen van Civiele en Huwelijkse Saaken

Reijnier La febre en Jan fredrik Delits, voor d’ afgaande Oloff martini Bergh en Jan Serrurier.

Tot Heem Raaden van Stellenbosch En Drakensteijn

In Steede der af te treedene Gerhard van der Bijl, Willem Morckel, David de Villiers en Wijnand Louw. Johannes Louw Pietersz en Daniel Malan, voor Stellenbosch Jan Villiers en Johannes Albertus Meijburg voor Drakensteijn.

Ten laatsten is Geleesen Seeker versoek Schrift van den alhier op ‘t Robben Eijland volgens Raads besluijt van den 14: Julij 1748: geplaatsten Oosterling Aroen Toepassereij; waarbij denzelven koomend te versoeken om vermits desselfs geduurende Onpasselijkheijd aldaar van dat Eijland te moogen worden gelargeert, om Sig alhier aan de Caab needer te Zetten, is na overweeginge van Saaken best geoordeelt de depositie hier over gedefereert te Laaten aan het goed vinden van de Heeren van de hooge Indiaasse Regeering, aan wien gevolgelijk deese Saak bij ons eerst aftegaane Schrijvens zal worden voorgedraagen, met eerbiedig versoek, dat Haar wel Edele Groot Agtb:re daarop een gunstige Reflectie gelieven te neemen, alsoo denselven Aron Toepassereij niet alleen in der daad op meergemelde Robben Eijland altijd Siekelijk is, Maar ook ter saake dat hij geduurende den geheelen tijd van desselfs Bannissement aldaar, zig Stil, Ordentelijk en wel gedraagen heeft.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] J:s degrandpreez R:t en Secret:s

C. 129, pp. 277-284.

Donderdag den {17511230} 30 December 1751.

‘S voormiddags alle present, uijtgenoomen den E: Secret: Josephus de grand preez bij Indispositie

Geliefde den Heer Gouverneur te kennen te geeven, dat Seekeren Manuël van S:t Jago denwelken met het Schip Sloterdijk bij dies laatste uijtreijse op een Clandestine wijze van voorsz: Eijland ter deeser plaatse aangekomen, en op desselfs voorgeeven van een vrij Persoon te weesen, met het in den voorleedenen Jaare voor de Camer Zeeland geretourneerde Schip Ouwerkerk naar ‘t vaderland is versonden geworden, ten eijnde dus occagie te kunnen verkrijgen om weederom in zijn Land te komen, In steede van getragt te hebben daartoe te geraaken, Sig bij de kamer Zeeland als Mattroos onder de naam van Manuël Lop van S:t Jago hebbende laaten aanneemen, in diervoegen met het ter Rheede leggend uijtkomend Schip d’ Hercules weederom ter deeser plaatse is komen aan te Landen; dog dat denselven bij verscheijning van gem: Bodem ten voorsz: Eylande S:t Jago ontdekt en aldaar bevonden geworden zijnde, een weggeloopen Slaaf eens Portugeesen officiers te weesen, den gesagvoerder dier plaatse, gedagte Manuël op het ernstigst van de overheeden van voorwaartsgem: Schip de Hercules heeft komen op te eijsschen, maar Sulx van deselve niet hebbende kunnen obtineeren, hij gouverneur daar op een Missive aan zijn Edele heeft toegesonden, bij denwelken denselven, seer instantig om de restitutie van meergemelde Fugatief komt te versoeken, waar op door den E: Independent Fiscaal Pieter Reede van oudshoorn betuijgd geworden zijnde, dat door den op S:t Jago resideerende Soogen: Hollandschen Consul, aan zijn E: niet alleen insgelijx een Brief maar ook verscheijde Regtelijke bescheijden en verificatien weegens voorsz: weggeloopen Slaaf waaren toegesonden; So is, hierover geraadpleegt zijnde, voor den dienst der E: Comp: best geoordeelt en dienvolgens beslooten, dat meergem: Manuel Lop van S:t Jago van voorwaartsgem: Schip de Hercules geligt, en neevens een anderen S:t Jagose Swart genaamd [.....] denwelken met het Schip Lugtenburgh van daar als versteekeling ter deeser plaatse is aangeland, met het eerste van hier voor de Camer Zeeland vertrekkende Schip naar het vaderland Sal werden te rug gesonden, ten eijnde omtrent deselve door onse hoog gebiedende Heeren en Meesteren, volgens derselver goedvinden te kunnen werden gedisponeert; Terwijl de voorsz: bij den Heer Gouverneur en E: Independent Fiscaal ontfangene Brieven en verdere documenten met ‘t zelve Schip waarop dikwilsgen: Manuël Lob Staat over te vaaren, in originali aan welgemelde Haar Edele hoog Agtb:re Sullen gesuppediteert werden.

Sijnde voorts bij interpretatie van het geordonneerde bij het geEerd aangeschrijvens der heeren van de hooge Indiaase Regeering de dato 24: Septembr: deeses jaars, mitsg:s het Extract uijt derselver Resolutie van den 13: aug:s bevoorens, beijde met het aanweesend Retourschip de getrouwigheijd alhier aangebragt; gereguleerd en vastgesteld, dat de zeeguls van 6: 12: en 24: Stuijvers dewelke voorthaan tot Actens op approbatie van haar Hoog Edelens Sullen werden ge Emploijeert op de volgende wijse Sullen moeten verdeeld ende genoomen werden, te weeten:

voor de Acte van een Bootsmansmaat en andere onder deks officieren van ƒ14: item onder Scheeps Timmerlieden en onder kuijpers, een Zeegul van 6: Stuyv:s

voor de Acte van een onder Stuurman Bootsman, en verdere deks officieren van ƒ20: en daar boven, item opper Scheeps Timmerlieden en opper kuijpers een Zegul van 12: Stuyv:s

en voor de acte van een Schipper en opperstuurman een Zegul van 24: Stuijv:s

Laatstelijk is op het diesweegens bij Request gedaan versoek, aan den met het meergemelde Retourschip de Getrouwigheijd hier aangekomenen opperkoopman en geweesene fabricq tot Batavia d’ E: Lambertus van Andel geaccordeert, om neevens desselfs huijsvrouw, en hunne Twee meede gebragte Slavinnen So lange ter deeser plaatse te mogen overblijven, tot dat deselve zijne huijsvrouw van haare Swangerheijd verlost en weederom in Staat Sal weesen geraakt, om de Reijse naar het vaderland verder te kunnen voortsetten.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] S Swellengrebel

[Signed:] P: Reede van Oudshoorn

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] Hend:k de Ruijter

[Signed:] R S Allemann

[Signed:] N:s Heijning

[Signed:] C Brand

[Signed:] Corn:s Eelders

[Signed:] Mij Present O M Bergh E:g:Clercq