C132 v1.20
C. 132, pp. 2-50.¶
Marginalien d’ an:o 1754
den 10: Januarij
De Reecq:g der Arme gelden van de hier te Lande zijnde vijff kerken sullen in Copia naar ‘t vaderland werden overgesonden.
Eenige gepresenteerde procuratien en Soldij Reecq:gen ter ondersoek in handen van den heer fiscaal gestelt
Zijnde aan de Burgers Joseph Pattingen en Nicolai Tuchs ijder een huijs Erf en Thuijn land in Eijgendom gegeeven.
den 17: Januarij
aan den opperkoopman Abraham Loofs is gepermitteert om zijne Reijze met het Schip Akerendam naar ‘t vaderland voort te setten.
den 22: Januarij
Resumptie van ‘t g’ Eerd aanschrijvens van haar hoog Edelens de Heeren 17:e de dato 12: october d’ A:o pass:o.
Daar zal eene Batterij aan ‘t Paarden Eyland ten eersten worden opgemaakt.
Ende Coffij Boonen, Poeder Suijker, Peeper en Caneel na de ordre worden verkogt.
Gegeevene berigt weegens het in den jaare 1752: van hierna Batavia gesondene geel en Rood Staaf kooper
Mitsg:s weegens de alhier gemaalen wordende gort
Terwijl Burgerraaden sullen worden geordonneert, sig te inquireeren, welke quantiteijt Caabse Brandewijnen Jaarlijx aan d’ E: Comp: soude kunnen werden geleevert.
Sullende de heeren Majores weegens de bevordering van den boekhouder Adriaan de Nijs tot onderkoopman eerbiedig bedankt,
En voorts berigt worden, dat den Major Herbord reets in het begin des voorl: Jaars van hier naar ‘t Vaderland vertrokken is.
Dewijl men thans geen vaderlands sout vleesch en spek aan handen heeft
Sullen om het Schip de Drie heuvelen daarmeede te kunnen voorsien Ses vaten met Sout vleesch en 4. dito met Spek uijt te passeerende Scheepen geligt worden.
Is op het ingekomene advijs van kerkenraade aan Jacob Maurits en Job Jacobsz: gepermitteert alhier School te houden.
Lectuure van ‘t ingedient klagt schrift van meergem kerkenraad weegens eene Martha visser
Waarop beslooten is, dat ged: Martha visser sal worden geordonneert haare Twee kinderen ter educatie aan haar Eerw: over te geeven.
Ontslag van den Cap:tn ter Zee en Equipagiemeester d’ E: hendrik de Ruijter
En weeder aanstelling in desselfs plaats van den op het Schip Ruijteveld bescheydenen Cap:tn ter zee hendrik Taal.
Aanstelling van een Nieuwe Schipper, opper en onderstuurlieden op ged: Schip Ruijteveld .
Sullende dien Bodem met dies inlading Contanten &:a aan den Nieuw aangestelden Schipper behoorlijk worden overgegeeven.
De geresumeerde Procuratien en Soldij Reecq:gen sullen naar ‘t vaderland mogen overgesonden worden.
Is aan den Burger Swimmer gepermitteert tot voortsetting van zijn appel met het Schip de Drie heuvelen mits betaalende Transport en kostgeld van hier na Batavia te mogen overvaaren.
den 29: Januarij
Ingedient berigt bij Burgerraaden deeser plaatse op ‘t onder den 22.n deeser aan deselve geordonneerde noopens de Caabse Brandewijnen.
‘Twelk in Copia aan de heeren Majores sal werden gesuppediteert.
Met Eerbiedig versoek om de daarbij vermelde 50: destileer keetels met derselver Tinne Slangen herwaards te senden.
Des sullen Burgerraaden zig moeten verbinden, dat zij deselve invoegen als in dat Schriftuur is gesegt sullen overneemen en voldoen.
Nieuw aangestelden Schipper en verdere Officieren op ‘t Schip keukenhoff
Tot de overkomst herwaards van de huijs vrouw en kinderen van den Equipagiem:r Hend:k Taal sullen de heeren Majores Eerbiedig versogt worden permissie te willen verleenen
En is aan gem: Taal de Rang immediaat naast de Leeden deeses Raads gegeeven.
Geaccordeerde aan eenen Frederik adolff om onder betaaling van Transport en kostgeld p:r het Schip Buijtensorg naar Batavia te mogen overvaaren.
den 1: Februarij.
Verpagting der Leverantie van versch vleesch en Levendige Schaapen aan ‘s Comp:s passeerende Scheepen Hospitaal &:a
T’welk voor den Tijd van vijff jaaren tot vijff Swaare duijten ‘t ld en 12: Schellingen voor ieder Leevend Schaap is aangenoomen.
den 5: Februarij.
Aan den onderkoopman van der krap en den Bataviaschen Burger Jan van Velsen is gepermitteert, om neevens derselver huijsvrouwen van ‘t Retourschip Deunisveld eenigen Tijd alhier te mogen overblijven.
Des sal des eerstgem: Gagie a dato deeses moeten afgesz: worden.
Vermits de obstinatie van Martha visser om haare kinderen aan den Eerw: kerkenraad ter educatie niet te willen overgeeven.
Is verstaan dat deselve bij verdere weijgering daartoe bij gijsseling sal werden gedwongen
den 9: Februarij
Uijt hoofde van de slegte gesteldheijd waarin Sig het op den 4: deeser maand in de Saldanhabaaij binnen gevallene Deens konings Schip Nellebladel komt te bevinden
En op het gedaan versoek bij een door dies Cap:tn herwaarts gesondene Lieuten:t om adsistentie so aan volk Equipagie goederen als andersints.
Is beslooten, aan dat Schip voor eerst 20. Mattroosen neevens een Stuurman en Zeijlmaker over den Landweg toe te senden.
Geaccordeerde aan de met het Schip Lugtenburg gearriveerde Bataviasche burger Jan Schupper en Jacob beeks om eenigen Tijd ter deeser plaatse te mogen overblijven.
Eenige geproduceerde Procuratien en Soldij Reecq:gn van deese en geene Sullen behoorlijk g’ examineert zijnde naar ‘t vaderland mogen versonden werden.
den 25: Februarij
Verdere verleende adsistentie aan de overheeden van bovengem: Schip Nellebladel .
Sullende met het Scheepje Schuijlenburg , ‘t welk dog buijten dien naer de Saldanhabaaij vertrekken moet, het benodigde drinkwater voor dien Bodem derwaarts meede gesonden worden.
den op ‘s Comp:s Post de Schuur bescheijdene Sold:t Carel godlob Schommel, door een os in ‘s Comp:s dienst ‘t regter oog uijtgestooten zijnde
Sal aan hem tot vergoeding, de daartoe staande Præmie uijt ‘s Comp:s Cassa voldaan werden.
Om ‘t Land van fugative ‘S Comp:s dienaaren des te beeter te suijveren
Is goed gevonden een Preemie van 1: 2: a 3: maanden Gagie op ‘t vangen derselve te stellen.
Op ‘t aangediende aan den heer Gouverneur bij den burger Pieter Sando weegens een goudmijn die hy bij Swellendam soude hebben ontdekt.
Is goedgedagt den Land-Drost Horak bij missive te gelasten, selfs Inspectie daarover te gaan neemen, en een parthij Erts herwaards op te brengen.
Ingedient versoek Schrift, door de Erfgen. Van wijlen Adolff Hofman weegens seekere verloorene Wisselbrieff.
besluijt daarop genomen.
den 13: Maart
Vermits het overlijden van den Cap:tn ter Zee van ‘t Schip Overnes Michiel van Son.
Is den daarop bescheijdene Eersten Lieutenant Paulus Rauwenhoff weederom tot Schipper op dien kiel aangestelt.
Memorie van deese en geene te kort aangebragte, mitsg:s in ‘s Comp:s Pakhuijsen bedurven gevondene goederen, gestorvene Slaaven en verrekte Beestiaal.
hoedanig daarmeede sal werden gehandelt.
Geproduceerde Reecq:g weegens den ontfangst en uijtgaaf der Zeeguls, mitsg:s de restanten derselve.
Welkers Provenue p:r ordonn: in ‘s Comp:s Cassa gebragt sal moeten worden.
Terwijl aan eenige Persoonen is gepermitteert geworden hunne Soldij Reecq:gen naar ‘t vaderland te mogen overmaaken.
Is aan den Burger Johan Jacob Swigten onder Seekere restrictien een Stukje huijs Erfs en Thuijn Land in eygendom gegeeven.
En ‘s Comp:s Slavinne Engela van Margriet van Constance in vrijdom gestelt, mits een ander Slaaf in haar plaats geevende.
den 16: Maart
Voorgevallene op het Schip Overnes weegens het ten anker komen bij ‘t Princen Eijland of voort te seijlen.
Waarover den Nieuwen Schipper Rauwen hoff gehoord zijnde
heeft men om de geallegueerde Reedenen moeten besluijten, die saak in Statu quo te laaten.
den 26: Maart
Ontmoetinge met den Cap:tn van ‘t frans Schip La Renommé , die komt te weijgeren dit Casteel te Salueeren
Wat daarop beslooten is.
den 2: April
Gecommuniceerde bij den Edelen heer Gouverneur weegens het ter Rheede gekomene Tweede frans Schip Le Dauphi n, sonder het Casteel te hebben gesalueert.
Mitsg:s wat door zijn Edele met den Cap:tn so van deesen als eerstgem: Bodem La Renommé over dat onderwerp is afgehandelt geworden.
Des sal alle ‘t voorgevallene met die fransse Cap:tns aan de heeren meesteren ter kennisse worden gebragt.
Reedenen waarom men heeft moeten besluijten, om uijt deese en geene Scheepen eenige vaaten met vaderlands Sout vleesch en Spek te doen ligten.
Mitsg:s op ieder der benoodigde Scheepen ‘t verdere te Suppleeren met Caabs gesouten vleesch.
Welkers overheeden sullen worden gelast het Caabse vleesch eerst te Consumeeren.
Sullende de heeren M:ren so wel als haar hoog Edelens tot Batavia eerbiedig worden versogt ons goedgunstig te berigten, hoedanig dit vleesch zal zijn bevonden geworden.
Eenen Samuel Philip Duuring met ‘t Schip Meervlied als Bootsmansm:t hier gearriveert, sal als op Batavia geschavotteert zijnde voor de kost Scheeps dienst doende, naer ‘t vaderland te rug gesonden worden.
Vast gestelden Tijd tot den opgaaf der Burger Effecten.
den 9: April
Ingedient Berigt door den Land-drost Jan Andries Horak, weegens het hem op den 26: febr:ij laastl: geordonneerde ten opsigte van ‘t door den Burger Sando overgeleeverde Erts.
Sullende ‘t bij ged. Land-Drost meede herwaarts gebragte Erts door de Burgers Willem helmoed en David ficker in ‘t byweesen van voorm: Sando, ieder in ‘t bijsonder werden geprobeert.
Resumptie van seekere Missive van Land-Drost en heemraaden van Stellenbosch en Drakensteijn , raakende ‘t verbeeteren der hottentots hollands Cloof .
Op het welke goed gevonden is, aan den Burger hans Jurgen kettenaer Twee morgen Lands tot een wooning en Thuijn aan deese zijde dier Cloof te permitteeren.
En so meede om Land-Drost en heemraaden te qualificeeren, tot het passeeren van een Schriftelijk Contract ten belange het verbeeteren dier Cloof met voormelden kettenaar.
Sijnde aan den Predikant Herm:s Wijpkens gepermitteert, eenigen Tijd ter deeser plaatse te mogen overblijven.
Mitsg:s den van ‘t Retourschip Deunisveld hier verbleenenen Burger Jan van Velsen, om neevens desselfs huijsvrouw zijne Reijze naar Europa te mogen voortsetten.
Seekere diensmeijd jongst met den onderkoopman van ‘t Schip Huygewaard Isbrand Vincent van S:t Jago hier aangekomen, sal met een der Retourscheepen naar ‘t vaderland te rug gesonden worden.
Sijnde aan den Landb:r Ysbrand van koppen een Stuk huijs Erf in Eygendom gegeeven.
den 16: April
Verleende Permissie aan den onderkoopman Augustinus van der Crap om beneevens zijne familie met het Schip vrijburg zijne Reijze van hier te mogen vervorderen.
Des sal desselfs Gagie á dato deeses weederom Cours neemen.
den 23: April
Lectuure van ‘t hoog geagt aanschrijvens van haar hoog Edelens tot Batavia de dato ultimo December d’ A:o pass:o
Waarop bestgedagt is hetselve vermits dies wigtige inhoude ter Lectuure bij de Leeden rond te senden.
Nieuw aangestelden Schipper op het Provisie Schip ‘t huijs te manpad in Steede van den overleedenen.
Sijnde de verdere hier door open gevallene plaatsen insgelijx behoorlijk vervult.
Landerijen dewelke aan Sommige Persoonen onder seekere bepaalingen in eygendom zijn gegeeven.
Rapport van den Burger Willem Helmoed C: S: weegens de gedaane Smelting en Scheijding van ‘t sogenaamde goud Erts.
Waaruijt het gepleegde bedrog, bij den hem Seedert geabsenteerden burger Pieter Sando, zijnde komen te blijken.
Is best gedagt, deese saak hierbij te laaten berusten.
Sijnde den Baas Smid der E Comp:s Jan Chrisostomus Elgas vermits desselfs slegt gedrag gedegradeert tot zijne oude qualitijt van Scheeps Corporaal.
den 30: April
Nadere Deliberatie over ‘t aanschrijvens van de heeren van de Hooge Indiasche Regeering hier boven gemeld.
Waarop in alle Eerbied sal werden gerescribeert 1: dat de aanplanting van den Indigo en Cattoen voor eerst in ‘s Comp: Thuijnen alhier sal werden geprobeert.
Ten Tweeden: dat het inslaan van alle producten deeses Lands ‘s Comp:s weegen volstrekt ondoenelijk is.
En so meede dat men geen mogelijkhijd siet, om de g’ Eyschte kaart der Landerijen deeser Ingeseetenen te kunnen laaten formeeren.
Ten Derden: dat het Leggen eener belasting van een Stv:r op elk ld: vleesch, ‘t welk door de vreemde Natien naar Boord soude werden vervoerd, meede onuijtvoerlijk werd bevonden.
Ten vierden: dat het meede dus is geleegen met het leggen eener belasting van 20. p C:to op ‘t Lywaat dat door vreemde Natien hier soude werden aangebragt.
Dat het verdere geordoneerde by dien brief so weegens de nieuwe schellingen, dubbeltjes, den boelangs koning Salomon Monoppo als andersints sal worden agtervolgt.
En haar hoog Edelens voor de gesondene Cojate Balken tot een Molen as, mitsg:s de goederen en Provisien p:r Diemen eerbiedig bedankt werden.
Op het hiertoe gedaane versoek bij den boelangs koning Monoppo sullen aan denselven 100 Rijxd:s uijt ‘s Comp:s Cassa worden verstrekt.
En daarvan aan de heeren der hooge Indiasche Regeering kennis gegeeven worden.
Vermits de schuijt van ‘t Retourschip ‘t Slot van Cappelle door de holle zee teegens deese Strand geslaagen en ten eenemaal verbryselt is, en dat d’ E: Comp: hier geen diergelijk vaartuijg aan handen heeft.
heeft men moeten besluijten, dat een andere bij particulieren sal worden ingekogt.
Aan den Burger Jan Uijltjes van Laar is een Stukje Bouwland in eijgendom gegeeven.
De Nieuwe Batterij aan ‘t Paarden Eyland sal indier voegen opgebouwt worden, als de daarvan geformeerde Plan komt aan te wijzen.
den 18. Mey
Sijnde aan den Major Hof en koopman Pan gepermitteert, om van ‘t Retourschip de Gustaaf Willem onder afgesz: Gagie eenigen Tijd alhier te mogen overblijven.
den 28: Mey
Deliberatie over het in de baaij-Fals binnen gevallene Provisie Schip Diemen .
Ten welkers opsigte goedgevonden is, dat die kiel tot na ‘t afloopen der winter mouson in gemelde Baaij sal blijven vertoeven.
Vermits het agterblijven van ‘t Retour Schip de geregtigheijd .
Sal de voor de kamer Delft geprojecteerde Constantia wijn, p:r het schip de Gustaaf Willem overgesonden worden.
Den Cap:tn Engelbert Muller op zijn versoek van ‘t opsigt over ‘s Comp:s ambagtsluijden ontslaagen zijnde.
En den heer Secunde Sergius Swellengrebel de directie van dien, sonder genot van ‘t daartoe staande douceur, op zig genoomen hebbende.
Is zijn E: tot hulp toegevoegt den vaandrig Jobs Ludolph Emelman.
Op het bij Land-Drost en heemraden van Stellenbosch en Drakenstijn gedaane versoek hoedanig sig te gedragen, omtrent persoonen dewelke in de buijten kerken als ouderling fungeerende, hierom van d’ Exercitie der Burgerije versoeken vrij te weesen.
Is aan deselve geordonneert, diergelijk oneijgentlijke versoeken van de hand te wijzen.
Geproduceerde Memorie bij den heer hoofd administrateur.
Dispositie daarop gevallen.
Resumptie van de generaale Reecq:g der weesgelderen onder Ult:mo Decemb:r d’ A:o pass:o.
Landerijen dewelke onder seekere restrictien aan deese en geene Persoonen in Eygendom uijtgegeeven zijn.
Den Metselaar Jan Nicolaas Beerendsz: in ‘t vaderland bij misleijding een maandceel op de naam van zijne moeder Anna Elisabeth Beerendsz gemaakt hebbende.
Sal tot dies vernietiging in zijn faveur aan de heeren Bewind hebberen ter Camer Amsterdam geschreeven werden.
De Schuijten der Scheepen Lekkerland en Bosch en Hoven bij swaar weer teegens deese Stranden verbrijseld zijnde
Heeft men vermits d’ E: Comp:s daarvan nog onvoorsien is, tot gerief dier Scheepen Twee andere van Particulieren doen inkoopen.
- Junij
Dispositie weegens de op de Laading van ‘t Provisie Schip ‘t huijs te manpadt te kort gekomene en gebrookene goederen.
Reedenen waarom Burger Raaden gepermitteert geworden is, ‘t voor de Burgerreij tot Tenten verstrekte Linnen te mogen verkoopen.
8 Junij
Resumptie van ‘t Rapport door den Schipper van ‘t provisie Schip ‘t huijs te manpad , noopens desselfs dagelijxe verrigting in ‘t ontlossen en weeder aflaaden van dien kiel verleend.
Sullende dat Rapport met de bezeijden vermelde marginale aanteekening Conform de ordre in Copia naar Batavia overgesonden worden.
2: Julij
Weegens de aanstaande verpagting van Slands gemeene Middelen sal men na gewoonte Billietten doen affigeeren.
23: Julij
Naar Resumptie van Seekere missive door den Equipagiem: Hendrik Taal sub dato 19: deeser maand weegens het Retourschip de Geregtigheijd , aan den Edelen Heer Gouverneur uijt de Baaij Fals herwaarts geschreeven.
Sijnde door denselven gedaane Ligtingen van Equipagie en Ammunitie goederen uijt de Scheepen Diemen en Schuijlenburg ten behoeven van voorseijden Retour Bodem geapprobeert.
Sullende om de besijden vermelde reedenen Seekere Schuijt van den Burger Jan Munnik ten dienste van ‘t selve Schip de Geregtigheijd werden ingekogt.
Aanstelling van een Nieuwen Schipper op dien kiel, in Steede van den overleedenen Cap:n Lieut. Marten Lop.
Benoemde Gecommitt:s tot ’ Examineeren der Negotie en Soldij Boeken deeses Gouvernements.
27: Augustus
Geproduceerde Memorie van den Heer Hoofd Administrateur weegens de in ‘s Comp:s Pakhuijzen alhier bedurven geraakte en onbruijkbaar gewordene goederen.
Besluijt hoedanig daarmeede te handelen.
Request door Burger Raaden gepræsenteert, houdende versoek dat voortaan alle ‘s Comp:s gegoede Dienaaren alhier, mitsg:s de Burgerraaden en derselver weduwen de ordinaire Burger Lasten eguaalijk mogten helpen draagen.
‘T geen om de daarbij vermelde reedenen is geaccordeert.
Omde assurantie en Baldadigheijd der Slaaven te beteugelen, zal een bijsonder Placcaat g’ Emaneert worden.
En is vermits ‘t overleijden van den Burger Ritmeester Jan Laurens Bestbier, den Lieutenant Hendrik van der Heyden wederom tot Ritmeester gevordert.
Welke verdere avancementen dientweegen hebben moeten worden gedaan.
31: Aug.
Verpagting der gemeene Middelen en inkomsten deeses Gouvernements.
3: September
‘T ten opsigte der Slaaven hierneevenstaande ontworpene Placcaat zal met den Eersten gepubliceert en alomme geaffigeert werden.
Geproduceerde Reecq:g weegens den ontfangst en uijtgaaf der Zeeguls, mitsg:s de restanten van dien.
Welkers bedragen per ordonn: in ‘s Comp:s Cassa sal werden gebragt.
Aan de Pagters der Brandeweijnen en vaderlandsche Bieren is een Bijtapper toegestaan.
En so meede aan den Pagter der koele en Brandewijnen aan ‘t Ronde Bosje en in de baaij fals .
Sullende denselven om geduurende zijn Pagt Jaar die dranken daarin te debiteeren een hut of harte beest huijsje, aan de Soute River mogen opsetten.
Sijnde voorts aan den Burger Jan Nieuwenhuijs een Stukje huijs en Thuijnland in eijgendom gegeeven.
10: September
Resumptie van ‘t geagte aanschrijvens der Heeren Majores in ‘t Patria de dato 28: Maart pass:o en daarop te doende rescriptie.
Sullende het daarbij geordonneerde ten opsigte van ‘t repareeren en besorgen der Scheepen in alle Eerbied werden opgevolgt.
Wat noodig geoordeelt is haar wel Edele hoog agtb:r dien aangaande onder het oog te moeten brengen.
Terwijl sorge sal werden gedragen, dat de officieren en Scheepelingen, door de bediendens van de werf alhier, of wie ‘t andersints mogte zijn niet qualijk werden behandel, en ontmoet.
Omstandig berigt dat aan de Heeren Majores zal werden gegeeven, hoedanig seedert de augmentatie van dit Guarnisoen met het Ligten van volk is te werk gegaan.
Met bijvoeging der Reedenen van de onvermeydelijke noodsaakelijkheijd van dien.
Om welke Reedenen dan ook gehoopt werd, dat haar Edele hoog agtb:r niet qualijk sullen gelieven te duyden, dat met het ligten van ‘t noodsaakelijke volk mag werden gecontinueerd.
Memorie van de gestorvene Leijfeijgenen en ‘t verrekte Beestiaal der E: Comp: in de Jongst gepasseerde Ses maanden.
dewelke bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements sullen worden afgeschreeven.
Reedenen waarom van de drie hier zijnde Comp: Burger Infanterij vier zijn gemaekt.
Aanstelling van de noodige officieren daar over.
Welke verdere avancementen onder de Burger officieren hebben moeten werden gedaan.
In plaatse van een overleedene Brand Meester en Twee die vermits Swacke Lighaams gesteltheijd daarvan hebben moeten werden ontslagen, drie andere aangesteld geworden zijnde,
Is voorts goedgevonden door ‘t aanstellen van nog Twee Brandm:rs dat Collegie te brengen en voortaan te houden op agt Persoonen.
Welke Personen daar toe zyn verkooren.
Den Burger Gerrit Coetsé is in het besit van Seeker Stuk bouwland geconfirmeert.
En aan den Heemraad Gerrit van der Bijl, een Stuk bouwland voor den Tijd van vijff thien Jaaren in Erfpagt gegeeven.
Terwijl aan de Vrij Swartin Cicilia van de Caab is gepermitteerd geworden om onder betaaling van Transport en kostgeld, neevens haare drie kinderen met een ‘S Comp:s Schip naar Batavia te mogen overvaaren
17: September.
Plaatsing van den Predicant Gerardus croeser als Tweede vaste Leeraar alhier.
‘S Comp:s vee dat zig op de posten over het hottentots hollands Gebergte , komt te bevinden onder de verandwoording van den Land-Drost van Swellendam gestelt zijnde.
Sal het geen op de overige Posten aan deese zijde van dat Gebergte gevonden werd als vooren onder die van Stellenbosch verblijven.
En voortaan de bij de resp: Land Drosten gedaan werdende onkosten omtrent Crimineelijk gevangen sittende Hottentotten uijt sodanige Colonies Cassen voldaan werden, onder dewelke deselve sorteeren.
Reedenen waarom ‘t bedragen van Seeven p:s Greene Balken, die uijt ‘S Comp:s Hout pakhuijs zijn ontstoolen, op de Soldij Reecq:g van den opsiender Martinus Heems zijn gesteld.
Ontslag van een burger Lieutenant en weeder aanstelling van een andere in desselfs plaats, als meede van een Nieuwen Vaandrig.
8: October
Geproduceerde Memorie door den Heer hoofd administrateur van ‘t te kort komende, gebrookene en bedurvene op de Laading van ‘t provisie Schip Diemen .
Reedenen waarom de voorsz: minderheeden gepasseert, en bij de Negotie Boeken deeses Gouvernement sullen werden afgeschreeven.
Sullende daar en teegen aan voorm: Capitain de op den Suijker gepermitteerde afschrijving op desselfs Soldy Reeq:g ten goede werden gebragt.
Geaccordeerde afschryvingen aan de resp: administrateurs.
Ook sal aan het alhier gerelegeerde Magnitus koningje Jacob Martin Lazarus het onvoldaan gebleevene Maandelijx onderhoud van vijff Rijxd:s en ‘t randsoen van Rijst werden goed gedaan.
Seekere met het Schip de Standvastigheijd van S:t Jago alhier als versteekelingen aangekomene Drie Persoonen, sullen met ‘t eerst vertrekkende Retourschip naar ‘t Vaderland versonden worden.
Gestelde gecommitteerdens tot het bijwoonen van den Burger optrek tot Stellenbosch .
15: October
Resumptie van ‘t Rapport door den Cap:tn van ‘t provisie Schip Diemen weegens desselfs dagelijxe verrigting in ‘t ontlossen en weeder volladen van dien kiel, verleend.
‘T welke met de neevenstaande marginale aanteekening in Copia naar Batavia sal werden overgesonden.
Aan den Cap:tn van ‘t Schip kivitsheuvel Cornelis Eijken gepermitteerd, om desselfs huijsvrouw met zig naar Ceylon te mogen meede neemen.
Mitsg:s aan den op dien Bodem bescheijdenen onderkoopman Christiaan Rose, om vermits de hoge Swangerheijd zijner huijsvrouw eenigen Tijd alhier te mogen overblijven.
En so meede aan den met het Schip d’ Eendragt uijtgekomen advocaat Schippers, ten eijnde zijn voorgenomen huwelijk te kunnen voltrekken.
- October.
Sijnde ook aan den Burgerraad Daniel Pfeijl toegestaan, om het dogtertje van den tot Gale staande predicant Johan Philip Smith, mits betaalen de Transport en kostgeld, met het Schip kievitsheuvel naar derwaarts te mogen oversenden.
Van welken Bodem om de besijden gemelde Reedenen op ‘t meede naar Ceylon gedestineerde Schip Elswout is verplaats den Persoon Leopold, Immanuel Jacob van Dort en desselfs huijsvrouw.
29: October.
Aanstelling van den Boekhouder van ‘S Compagnies Slagt huijs Carel maximiliaan Adleda, tot opsiender van ‘t hout maguazijn en Slaaven Logie in plaatse van den Overleedenen Heems.
In welkers plaatse weederom is aangesteld, den geswooren Clercq van Justitie George Frederik Haake.
En Laatstgem: Bediening weederom vervult door den oud Land-Drost van Swellendam Johan:s Theophilus Rhenius.
Reedenen waarom de aan de Soute Rivier geprojecteerde Battery voor als nog niet heeft kunnen opgebouwd worden.
Gedaane Communicatie by den Edelen Heer Gouverneur dat zyn Edele vermeijnd Een Reijsje te doen, naar de groene Cloof , Saldanha en S:t Helana Baaij en &:a
Des de inmiddens voorvallende Saaken, door den Heer Secunde Sullen waargenoomen worden.
Ingekreegen Berigt dat de Bosjesmans het vee der Ingeseetenen van de bokke en Rogge-velden komen weg te rooven.
En wat maatreegulen tot Stuijting van dien reets zijn of nog sullen in het werk gesteld worden.
Landerijen, dewelke onder Seekere restrictien aan deese en geene in Eygendom zijn gegeeven.
12: December
De door het uijtgesondene Burger Commando met de bosjesmans gemaakte vreede geapprobeert zijnde,
Sal tot dies bevestiging aan derselver Cap:tns ijder een Rotting met een koopere knoop ter handen gestelt worden.
Verkiesing van nieuwe Leeden in de resp: Collegien
Mitsg:s verleende Permissie aan den advocaat Schippers, om desselfs Reijze met het Schip Schagen naar Batavia voort tesetten, en desselfs alhier getrouwde Huijs Vrouw met zig derwaerts te neemen.
Terwijl aan den Burger Jacob van Rhenen Seeker Stuk Bouwland in Erfpagt gegeeven is.
19: December
Seekere klagtschrift door den Boekhouder, Stuurlieden en deks officieren van ‘t Schip Langewijk teegens haaren gesaghebber Ring Barendsz: de Vries overgeleevert, in handen van den Heer Fiscaal te stellen.
Resumptie der geagte Letteren van haar welEdele Groot agtb: de Heeren Bewindhebberen ter kamer Zeeland subdato 24 en 27: Junij, mitsg:s 11: en 18: Julij deeses Jaars.
Wat in opvolginge van ‘t daarby geordonneerde, soo ten opsigte van ‘t verongelukte Schip Breedenhoff als andersints sal werden in ‘t werk gestelt.
Reedenen waarom met het derwaarts Senden van een vaartuijg sal werden gesupercedeert tot de komst der verwagt werdende Ceylonse Retour Scheepen.
Sullende ondertusschen den met voormelde Schip Crabbendijk herwaards gesondene Bootsman en quartier meester van dien Bodem geligt en alhier aangehouden,
Mitsg:s mit de verdere Scheepelingen die van dat verongelukte Schip ter deeser plaatse in der Tijd aankomen sullen Conform d’ ordre gehandelt werden.
Sullende aan de overheeden der voor Zeeland retourneerende Scheepen noopens het binnen loopen in douwers ter bekooming van een Loots, extract uijt de dienaangaande ontfangene Missive werden ter hand gestelt.
Ook zal de Constantia wijn voor die kamer gedestineert geen Jaar alhier overblijven, en ook niet anders als in aamen versonden werden.
Terwijl omtrent t weijn-nig maaken van ‘t vaatwerk en wat dies meer zij, ‘t diesweegens geordonneerde sal werden nagekomen.
Wat noodig geoordeelt is haar wel Edele groot agtb: weegens den inkoop der voorseijde Constantia wijn en de behandelingen daaromtrent, te moeten berigten.
Reedenen waarom d’ E: E: Cornelis Eelders en Josephus de grand preez van ‘t opsigt over de spysiging van ‘S Comp:s Slaaven zijn ontslagen.
Den matt:s Jan Coert bij ‘t uytbreeken van klippen ten dienste der E: Comp:, een Lid van een zijner vingeren ongelukkiglijk verlooren hebbende,
Sal aan hem tot vergoeding van dien uijt ‘S Comp:s Cassa een Somma van Thien Rijx: betaald werden.
Billietten te affigeeren weegens de te doene Schouwing van weegen en Straaten.
27: December
Gedaan berigt door den Heer Fiscaal noopens desselfs gedaane ondersoek op de ingebragte klagten teegens den gesaghebber van Langewijk Ring Barendsen de Vries.
Waarop verstaan is voorm: de Vries beneevens de in die Saak ver Eijscht werdende deks Officieren en andere Persoonen van dien Bodem te ligten, en alhier aan te houden.
Terwijl voorts tot Schipper op dien kiel is aangesteld den opperstuurman van ‘t Schip ‘t huys ten Donk Jan Eggers.
den 31. December
‘T ontfangene g’ Eerd aanschrijvens van haar hoog Edelens de heeren der hooge Indiasche Regeering de dato 15: octobr: pass:o sal ter nadere Lectuure bij de Leeden des Raads Rond gesonden werden.
Dog den Heer Fiscaal is nog staande vergadering gedemandeert, om sig ten huijse van den Burgerraad Blankenberg te vervoegen, ten eijnde te inquireeren, welke goederen en Penn:gn sig onder denselven van wijlen den Edelen heer Jan Huijgens souden mogen komen te bevinden.
Wat bij gem: Heer Fiscaal naar verrigting van dien, in raade is berigt geworden.
Sullende de besyden gemelde Somma van 2773: Rijxd: en 38: Stuyv:s dewelke ged: Blankenberg onder sig heeft in ‘s Comp:s Cassa gebragt werden.
Resumptie der Negotie en Soldij Boeken d A:o 1753/54 mitsg:s het ingedient rapport der tot dies Examinatie gestelde Gecommiteerdens.
Welke Lasten en Winsten in ‘t afgeweekene Boekjaar ter deeser plaatse gevallen zijn.
Mitsg:s oorsaaken waaruijt het een en ander is voortgekomen.
Verleende qualificatie aan den Heer hoofd administrateur tot het in en afschrijven derselve.
Dewijl de besyden gemelde Twee posten by de Negotie Boeken als nog reëele Schulden voort loopen.
Is verstaan de heeren der hooge Indiasche Regeering om qualificatie te versoeken, ten eijnde deselve af te schrijven, en alleen binnen ‘s Lijns te laaten voortloopen.
C. 132, pp. 51-64.¶
Donderdag den {17540110} 10: Januarij 1754.
‘S voormiddags alle present, behalven den Edelen Heer Gouverneur Rijk Tulbagh,
Zijn in Raade nagesien de Reecq:gen der Arme Gelderen van de Caab, Stellenbosch , Drakensteijn , ‘t Land van Waveren , en ‘t Swart Land , in opsigte van dewelke is verstaan, datse volgens gebruijk in Copia Authenticq van hier naar ‘t Vaderland sullen overgesonden worden, Luijdende gem: Reecq:gen als volgt.
‘
'T Generaale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconie Armen; bestaat in 't volgende. | ||
A:o 1753. p:mo Januarij was 't Capitaal | ƒ236522:10: | |
In dit Jaar bijgekomen. | ||
Aan aalmoesen | ƒ4972:-: | |
d:o Grafsteeden | d:o 481:12: | |
d:o Intresten | d:o 9518:02: | |
d:o Armbossen | d:o 542:10: | |
d:o huijs huur | d:o 225:12: | |
d:o verhuurde gestoeltens | d:o 507:-: | |
d:o 16246:16: | ||
ƒ252769:06: | ||
Gaat af | ||
Aan Onkosten der Armen | ƒ12380:10: | |
d:o d:o der kerk | d:o 4743:10: | |
d:o Winst en verlies | d:o 70:02: | 17194:02: |
Blijft onder Ult:mo Decemb:r 1753: | ƒ235575:04: | |
Bestaande in de volgende parthijen, als: | ||
Aan Cassa over Restant | ƒ7778:13: | |
d:o Obligatien en Custing brieven | d:o 163531:04: | |
d:o Agterstallige Intresten | d:o 17818:03: | ƒ189128:-: |
Ornamenten tot de kerk | ƒ1099:10: | |
Huijsen over Bouwstoffen | d:o 12547:14: | |
d' Diaconie van Stellenbosch | d:o 4800:-: | |
d:o d:o d:o 't Land van Waveren | d:o 10400:-: | |
d:o d:o d:o 't Swart Land | d:o 17600:-: | |
46447:04: | ||
Somma | ƒ235575:04: |
'T Generaale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconie Armen; bestaat in 't volgende. | ||
A:o 1753. p:mo Januarij was 't Capitaal | ƒ236522:10: | |
In dit Jaar bijgekomen. | ||
Aan aalmoesen | ƒ4972:-: | |
d:o Grafsteeden | d:o 481:12: | |
d:o Intresten | d:o 9518:02: | |
d:o Armbossen | d:o 542:10: | |
d:o huijs huur | d:o 225:12: | |
d:o verhuurde gestoeltens | d:o 507:-: | |
d:o 16246:16: | ||
ƒ252769:06: | ||
Gaat af | ||
Aan Onkosten der Armen | ƒ12380:10: | |
d:o d:o der kerk | d:o 4743:10: | |
d:o Winst en verlies | d:o 70:02: | 17194:02: |
Blijft onder Ult:mo Decemb:r 1753: | ƒ235575:04: | |
Bestaande in de volgende parthijen, als: | ||
Aan Cassa over Restant | ƒ7778:13: | |
d:o Obligatien en Custing brieven | d:o 163531:04: | |
d:o Agterstallige Intresten | d:o 17818:03: | ƒ189128:-: |
Ornamenten tot de kerk | ƒ1099:10: | |
Huijsen over Bouwstoffen | d:o 12547:14: | |
d' Diaconie van Stellenbosch | d:o 4800:-: | |
d:o d:o d:o 't Land van Waveren | d:o 10400:-: | |
d:o d:o d:o 't Swart Land | d:o 17600:-: | |
46447:04: | ||
Somma | ƒ235575:04: |
’/:onderstont:/’
‘Aldus gedaan en Getransporteert in kerkenraade aan Cabo de goede Hoop, ten overstaan van mij ondergeteekende als Commissaris Politicq, adij 21: Januarij 1754: /:was geteekent S: Swellengrebel.’
‘
Cassa Reekening der Armen Gelde, Soo bevonden is, op Ult:mo Decemb:r 1753 | |
Debet | |
uijtgegeeven aan Alimentatie en diversse benoodigtheeden &:a | ƒ3332:06: |
In leen van haar Eerw: de kerken Raaden aan Cabo, de Somma van | ƒ6000:-: |
Credit | |
Bij het Sluijten der voorige Jaars Reekening is 'er aan Contanten p:r restant in Cassa gebleeven | ƒ2401:10: |
Onder de Gods dienst in 't Jaar 1753: ontfangen | d:o 708:03: |
Nog weegens Intressen, giften kerke geregttigheeden &:a | d:o 4089:-: |
Somma | ƒ7198:13: |
D'uijtgaaf hiervan afgetrokken | d:o 3332:06: |
So blijft nog dit Jaar aan Contanten | ƒ3866:07: |
De uijt staande Capitalen bedraagen | d:o 7470:-: |
D' agterstallige Interessen | d:o 860:09: |
De kerke Ornamenten | d:o 240:-: |
Somma | ƒ12437:-: |
Het neevenstaande hiervan afgetrokken | d:o 6000:-: |
soo restant nog 't Capitaal der armen | ƒ6437:-: |
Cassa Reekening der Armen Gelde, Soo bevonden is, op Ult:mo Decemb:r 1753 | |
Debet | |
uijtgegeeven aan Alimentatie en diversse benoodigtheeden &:a | ƒ3332:06: |
In leen van haar Eerw: de kerken Raaden aan Cabo, de Somma van | ƒ6000:-: |
Credit | |
Bij het Sluijten der voorige Jaars Reekening is 'er aan Contanten p:r restant in Cassa gebleeven | ƒ2401:10: |
Onder de Gods dienst in 't Jaar 1753: ontfangen | d:o 708:03: |
Nog weegens Intressen, giften kerke geregttigheeden &:a | d:o 4089:-: |
Somma | ƒ7198:13: |
D'uijtgaaf hiervan afgetrokken | d:o 3332:06: |
So blijft nog dit Jaar aan Contanten | ƒ3866:07: |
De uijt staande Capitalen bedraagen | d:o 7470:-: |
D' agterstallige Interessen | d:o 860:09: |
De kerke Ornamenten | d:o 240:-: |
Somma | ƒ12437:-: |
Het neevenstaande hiervan afgetrokken | d:o 6000:-: |
soo restant nog 't Capitaal der armen | ƒ6437:-: |
’/:onderstont:/’
‘Aldus Gedaan en Nagesien in kerke vergadering aan Stellenbosch den 6: Januarij 1754: /:was geteekent:/ Johannes Appeldoorn Predikant, D: Malan, H. E. Blankenberg, G:v:d:Bijl, N: Vlok, A:b Faure, P. Laubster.’
‘
'T Generaale Montant des Capitaals deeser Drakensteijnse Diaconie armen bestaande in 't volgende | ||
An:o 1753. p:mo Januarij was 't Capitaal | ƒ16681:10: | |
In dit jaar bijgekomen | ||
Aan aalmoesen | ƒ992:08: | |
d:o kerkhofs geregtigheeden | d:o 217:08: | |
d:o Intresten | d:o 426:-: | |
d:o Testamentaire en Liberaale giften | d:o 25:-: | |
d:o 1661:-: | ||
ƒ18342:10: | ||
Gaat af | ||
Aan onkosten der Armen | ƒ600:12: | |
de kerke | d:o 609:-: | d:o 1209:12: |
Blijft onder Ult:mo December 1753 | ƒ17132:14: | |
Bestaande in de volgende parthijen als: | ||
Aan Cassa in Contant | ƒ3032:14: | |
Obligatien en Scheepen kennissen | d:o 14100:-: | |
Somma | ƒ17132:14: |
'T Generaale Montant des Capitaals deeser Drakensteijnse Diaconie armen bestaande in 't volgende | ||
An:o 1753. p:mo Januarij was 't Capitaal | ƒ16681:10: | |
In dit jaar bijgekomen | ||
Aan aalmoesen | ƒ992:08: | |
d:o kerkhofs geregtigheeden | d:o 217:08: | |
d:o Intresten | d:o 426:-: | |
d:o Testamentaire en Liberaale giften | d:o 25:-: | |
d:o 1661:-: | ||
ƒ18342:10: | ||
Gaat af | ||
Aan onkosten der Armen | ƒ600:12: | |
de kerke | d:o 609:-: | d:o 1209:12: |
Blijft onder Ult:mo December 1753 | ƒ17132:14: | |
Bestaande in de volgende parthijen als: | ||
Aan Cassa in Contant | ƒ3032:14: | |
Obligatien en Scheepen kennissen | d:o 14100:-: | |
Somma | ƒ17132:14: |
‘Volgen nog eenige kerkelijke ornamenten,’
’/:onderstont:/’
‘Aldus Gedaan en Nagesien in volle kerk vergadering aan Draakensteijn den 6: Jann:ij 1754: /:was geteekent:/ P:v.d: Spuij, Charle Marais, Pieter le Roux de oude, Pieter du Toit, Pieter du Toit de Jonge, J: Boijens, P: Strijdom, R: v: d: Merwe, Francois Retif, Pieter Loret.’
‘
Cassa Reekening der Arme Gelderen: So als bevonden is in 't Land van Waaveren So Ult:mo December 1753. | ||
gl | stv | |
Onder Ultimo December 1752: Resteerde aan Contanten | ƒ512: | 05: |
Geduurende dit Jaar aan Collecten daar bij gekomen | d:o 376: | 02: |
ƒ888: | 07: | |
Van deese Somma is volgens ingeleeverde Reekeningen tot opbouw van kerk en Predikants Huijs aan Materialen, Reijloon En arbeijds Loon en andersints uijtgegeeven | d:o 498: | 02: |
Rest aan Contanten | ƒ390: | 05: |
Daar en teegens is deese kerk aan die van Cabo de goede hoop schuldig | d:o 13000: | -: |
waar van 't boven staande afgetrokken | d:o 390: | 05: |
So blijven wij thans in agteren | ƒ12609: | 11: |
Cassa Reekening der Arme Gelderen: So als bevonden is in 't Land van Waaveren So Ult:mo December 1753. | ||
gl | stv | |
Onder Ultimo December 1752: Resteerde aan Contanten | ƒ512: | 05: |
Geduurende dit Jaar aan Collecten daar bij gekomen | d:o 376: | 02: |
ƒ888: | 07: | |
Van deese Somma is volgens ingeleeverde Reekeningen tot opbouw van kerk en Predikants Huijs aan Materialen, Reijloon En arbeijds Loon en andersints uijtgegeeven | d:o 498: | 02: |
Rest aan Contanten | ƒ390: | 05: |
Daar en teegens is deese kerk aan die van Cabo de goede hoop schuldig | d:o 13000: | -: |
waar van 't boven staande afgetrokken | d:o 390: | 05: |
So blijven wij thans in agteren | ƒ12609: | 11: |
’/:onderstont:/’
‘Aldus Gedaan en Nagesien in ‘t Land van Waaveren Anno 1753: den 31: December en overgesonden uijt naam van den kerkenraad. /:was geteekent:/ A: M: Meiring.’
‘
Cassa Reekening der Armen Gelden soo bevonden is op Ult:mo December 1753: | |
Debet | |
Uijtgegeeven aan diversse benoodigtheeden | ƒ4171:10: |
In leen ontfangen van haar Eerwaarde kerkenraade aan Cabo | d:o 22000:-: |
Credit | |
Bij het Sluijten der voorige Jaars Reekening is p:r Restant in Cassa gebleeven | ƒ46:08:-: |
onder de godsdienst in 't Jaar 1753: ontfangen | d:o 586:13: |
nog weegens kerkengeregtigheeden en willige giften | d:o 127:12: |
hier bij getrokken de Laatst opgenoomen | d:o 4000:-: |
Somma | ƒ4761:1: |
uijtgaaf hier van afgetrokken | d:o 4171:10: |
So resteert aan Contanten in Cassa | d:o 589:07: |
dit Restant van 't neevenstaande afgetrokken | d:o 22000:-: |
Sodat de kerk nog debet blijft | ƒ21410:09: |
Cassa Reekening der Armen Gelden soo bevonden is op Ult:mo December 1753: | |
Debet | |
Uijtgegeeven aan diversse benoodigtheeden | ƒ4171:10: |
In leen ontfangen van haar Eerwaarde kerkenraade aan Cabo | d:o 22000:-: |
Credit | |
Bij het Sluijten der voorige Jaars Reekening is p:r Restant in Cassa gebleeven | ƒ46:08:-: |
onder de godsdienst in 't Jaar 1753: ontfangen | d:o 586:13: |
nog weegens kerkengeregtigheeden en willige giften | d:o 127:12: |
hier bij getrokken de Laatst opgenoomen | d:o 4000:-: |
Somma | ƒ4761:1: |
uijtgaaf hier van afgetrokken | d:o 4171:10: |
So resteert aan Contanten in Cassa | d:o 589:07: |
dit Restant van 't neevenstaande afgetrokken | d:o 22000:-: |
Sodat de kerk nog debet blijft | ƒ21410:09: |
’/:onderstont:/’
‘Aldus Gedaan en Nagesien in kerke vergadering in ‘t Swartland den [.....] Jan:ij 1754. /:was geteekent:/ Christiaan Benjamin Voltelen, Gideon Slabber, P:v:d:Bijl, J:A. Laubser, J:s Meijburg, hendrik van der westhuysen Paul Retif.’
Waarna meede zijn geleesen en geresumeert eenige versoek Schriften en daar aan Geannexeerde Procuratien en Soldij Reekeningen, van de onderstaande Persoonen, tendeerende om Permissie te mogen erlangen, tot dies overmaakinge aan haare Gevolmagtigdens in het vaderland, te weeten:
In opsigte van welke Procuratien goed gevonden is, dat deselve sullen worden gesteld in handen van den Heer Independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn, op dat door zijn E: daarmeede ingevolge de Ordre mogte worden gehandelt.
Sijnde Laatstelijk op de door de onderste noemene Persoonen, insgelijx bij geschrifte gedaane versoeken, aan deselve de volgende huijs Erven en Thuijn landen in eijgendom gegeeven, als:
Aan den Burger Joseph Pattingen een Stukje huijs Erf en Thuijnland, ter groote van Twee Morgen, geleegen aan Drakensteijn , tusschen de plaatsen van de Landbouwers David de Villiers en Michiel Combring, ten eijnde zig aldaar ter needer te setten, en desselfs ambagt van kleedermaaker, ten gerieve der aldaar woonende Ingeseetenen te oeffenen.
Aan den Burger Nicolai Fuchs insgelijks een Stukje huijs Erf en Thuijn land, ter groote van Twee morgen, geleegen in ‘t land van Waaveren , digt bij de kerk, om zig daarop ter needer te Setten en desselfs Functie van Chirurgijn ten dienste der Inwoonderen aldaar te oeffenen, onder Conditie egter dat hij niet sal vermoogen den kerkweg te verleggen en zig eenig Regt tot het daar omtrent Loopende waater aanmaatigen, of oeffenen, of iets te doen waar door de plaats ofte de wooning van den predikant van ‘t Land van Waveren nadeel quam te Leyden; en voorts dat gemelde Nicolai Fuchs so wel als de gesegde Joseph Pattingen op derselver voorseijde nu in Eygendom verkreegene Landen geen vee sullen mogen houden, en dat ook Niemand der daar omtrent woonende Burgeren, door het uijtgeeven dier huijs Erven en Thuyn-Landen benaadeelt werden.
Aldus Geresolveert ende Gearresteert In ‘t Casteel de goede hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
C. 132, pp. 65-66.¶
Donderdag den {17540117} 17: Januarij 1754:
‘S voormiddags alle present.
Is aan den alhier van het Schip Voorland verbleevene Opperkoopman en geweesene Super Carga tot den handel in China Abraham Loofs gepermitteert om desselfs voijagie met het aanweesend Ceijlons Retourschip Akerendam na ‘t vaderland te mogen voortsetten; des sal desselfs Gagie á dato deeses weeder Cours neemen.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 67-89.¶
Dingsdag den {17540122} 22: Jann:ij 1754:
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen d’ E: E: Cap:tn ter zee en Equipagiemeester Hendrik de Ruijter, en Secretaris Josephus de grand Preez.
Is heeden met behoorlijke attentie geleesen en geresumeert het geagt aanschrijvens der Heeren en Meesteren in ‘t vaderland dé dato 12: October des voorl: Jaars, en daarop gearresteert, dat het Leggen van een Batterije van 6: a 8: Stucken geschuts omtrent het sogenaamde Paarden Eyland aan deese kant van de Soute Revier , ten eersten werkstellig gemaakt, mitsg:s de Coffi Boonen Poedersuijker Peeper en Caneel, alhier voortaan niet minder dan teegens de door haar wel Edele hoog agtb:re op elk derselve geordonneerde Prijsen, sullende werden van de hant geset, welgem: heeren en Meesteren op het verdere ter needer gestelde bij voorseijde Missive, in alle Eerbied sullen werden berigt.
Dat het in A:o 1752: van hier na Batavia gesondene Geel en Rood Staaf Cooper, in de Jaaren 1737: en 1738: met de Scheepen Veenenburg Alssem en Beukensteijn blijkens de daarmeede ontfangene Factuuren ter quantiteijt van 4604: ponden, onder meer ander Cooper van de Camer Amsterdam ter deeser plaatse sijn aangebragt geworden, en dat men in verwagting dat hetselve wel op d’ een of ander wijse soude kunnen werden g’ Emploijeert van dies ontfangst geen Speciaale kennis heeft gegeeven, dog het teegendeel hiervan naderhand ondervonden sijnde, alsoo Seedert voorsz: Tijd niet meer dan 604: Ponden daarvan heeft kunnen verbruijkt werden, hierom heeft moeten werden beslooten om de heeren der hooge Indiase Regeering te versoeken, de resteerende quantiteijt van dat Cooper ten bedraage van 4000: ponden van hier na Batavia te mogen oversenden.
Dat alhier maar eens in ‘t Jaar garst /:dewelke de vader land sche winter garst seer na bij komt:/ gewonnen werd, dog dat onaangesien deselve alhier abondant genoeg valt, egter volgens de gedaane betuijging van de Pelmolenaar en Grutter Abraham Schietekat in een Rond Jaar op zijn hoogst niet meer dan een Duijzend Mudden ordinaire gort kan werden gemaakt; het welk in vergelijking van het geen in gem: Tijd op een Pelmoolen in ‘t vaderland gemaakt werd, seer weynig zijnde, is hierom verstaan, dat door gesegden Pelmoolenaar omstandig in Scriptis sal moeten werden opgegeeven wat daar van d’ oorsaaken zijn; welk berigt dan ook aan de heeren en Meesteren gesuppediteert en aan deselve daar neevens sal worden genotificeert, dat de Prijs van ‘t Last gort van 36: sakken ijder sak gereekent op Twee Scheepels alhier komt te kosten als volgt
Een Last Gort eerste Soort | ƒ230:08: |
d:o d:o d:o 2: d:o | d:o 172:16: |
d:o d:o d:o 3: d:o | d:o 144:-: |
d:o d:o d:o 4: of ordinaire | d:o 115:04: |
Een Last Gort eerste Soort | ƒ230:08: |
d:o d:o d:o 2: d:o | d:o 172:16: |
d:o d:o d:o 3: d:o | d:o 144:-: |
d:o d:o d:o 4: of ordinaire | d:o 115:04: |
Ondertusschen dat met het aanweesend Retourschip Akerendam van ijder der bovengem: Soorten weederom een Mud tot een proef na het vaderland sal worden overgesonden.
En is voorts verstaan dat om hoogstgem: heeren Majores op het deesen aangaande door deselve gerequireerde berigt, ten besten doenelyk te kunnen voldoen, Burgerraaden deeser plaatse Sullen werden geinjungeert, om sig op het naauwkeurigste te inquireeren, welke quantiteijt Caabse Brandewijn zij vermeijnen dat door de Ingeseetenen deeses Lands bij een ordinair wijn gewasch aan d’ E: Comp: sal kunnen werden geleevert.
Sullende haar Wel Edele hoog Agtb:r wijders uijt naam van den Post houder in de Baaij fals Adriaan de Nijs, voor desselfs bevordering tot onderkoopman, op het Eerbiedigste bedankt, en ten Laatsten op het aangeschreevene met Relatie tot den Major Alexander Herbort plichtschuldig berigt werden, dat denselven reets in ‘t begin des voorl: Jaars met het Retourschip Huijgewaard van deese plaats na ‘t vaderland is vertrokken.
Voorts is goedgevonden en beslooten, dat nademaal ‘er thans by dit Gouvernement geen vaderlands sout vleesch of spek in voorraad gevonden werd, en hetselve egter nood saakelijk werd gerequireert tot proviand voor de fluijt de drie heuvelen op des selfs voor handen zijnde Reijze na Batavia; hierom uijt ‘s lands Carguasoen van eene der aanweesende uijt komende Scheepen of wel van de provisien derselver, dewijl zij alle een seer korte Rijs gehad hebbende, sulx wel sullen kunnen missen, 6: vaten: met Sout vleesch en 4: dito met Spek sullen werden geligt.
Hierna is geleesen geworden het berigt van kerkenraade deeser plaatse, noopens het Examineeren der Burgers Jacobus Maurits, Job Jacobsz: en Eduard Uijtema omtrent derselver bekwaamheijd in het onderwijsen der Jeugd Luydende als volgt.
Aan den welEdelen gestr: Heere: Rijk Tulbagh Gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: agtb:r Heeren’
‘Ingevolge de bij uwe wel Edele Gestr: en E: agtb:r op de in Scriptis gedaane versoeken door de Burgers Eduard Uijttema, Jacobus Mourits en Job Jacobsz: sub dato 11: December de anno præterito genoomene, en de ondergeteek:e gesaamentlijke Leeden des kerken raads alhier ter hand gestelde versoek Schriften, den kerkenraad getreeden zijnde ter Examinatie dier Suppl:ten om te sien of deselve navolgens den teneur haarer versoek Schriften Capabel Souden weesen, om ten onderwijs der Jeugt deeser plaatse als Schoolmeesters te kunnen werden geadmitteert; so heeft den kerkenraad, vermits bij het begin haarer examinatie reets ontdekten, dat den eerstgenoemde Eduard Uijttema geen Leedemaat der Christelijke kerke is, denselven so voorts en sondere verdere inquisitie als onbequaam weggesonden; waaren teegens de andere beijde te weeten Jacobus Maurits en Job Jacobsz: zijn in Staat bevonden, om onder het welbehaagen Uwer wel Edele Gestr: en E:agtb:re als Schoolmeesters ter deeser plaatse te kunnen fungeeren.’
‘En hiermeede gedenkende aan de geeerde Intentie van Uwe wel Edele Gestr: en E:agtb:re te hebben voldaan; so hebben de ondergeteekendens de’ Eer deesen te laaten dienen voor een neederig berigt.’
’/:onderstont:/ uijt naam en Last van kerkenraade voorn:t, /:was geteekent: Jasper Westpalm, Scriba /:in margine:/ Cabo de goede hoop den 9: Januarij 1754.’
Waarop goedgedagt is dat aan de Twee eerstgemelde Persoonen, het houden van School alhier gepermitteert, dog aan den Laatstgem: namentlijk Eduard Uijtema sulx om reedenen in voorseijde berigt Schrift vermeld sal werden verbooden.
So als wijders op een Tweede Schriftuur door voorseijde kerkenraad in de volgende bewoordingen gepresenteert.
Aan den wel Edelen Gestr: Heere Rijk Tulbagh, Gouverneur van Cabo de goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:r Heeren’
‘Vertoonen met de uijtterste Eerbied de gezamentlijke Leeden deeses Caabsen Kerkenraads, hoe zij nu onlangs verstendigt geworden zijn, dat Zeéker vrouws Persoon, genaamt Martha visser, wed:uw van Laurens Martens, so verre buijten den Teugel der burgerlijke Reede en deugden leefde, dat hetselve niet alleen ten haren opsigte, maar wel voornamentlijk ten belange haarer Twee kinderen waarvan zij het eene genaemt Beatrix, verwekt bij voorm: haare Man, dog het andere Jan van Vlied in ontugt overgewonnen heeft, grootelijks ter ontstigtinge haares evennaasten was strekkende, gemerkt zij deselve sonder de minste deugdelijke nog minder Christelijke educatie so maar even als in het wild liet heen loopen, en gevolgelijk ten volstrekte bederve dier onnosele Schepselen als geinclineert was.’
‘Wes halven kerkenraade uijt het midden van haar Collegie Twee Leeden hebben gecommitteerd ten eijnde hun van de waarheijd van dien exactelijk te informeeren, om sulx sodanig bevonden werdende, als dan ter voorkominge van het ruïn so na den Lichaame als Ziel van de onnoosele kinderen, de noodsaakelijkste maatreegelen te beraamen, welken volgende de Gecommitteert geweest zijnde resp: Leeden haarer Collegie na gedaan ondersoek en bevinding van het Schadelijke gedoente van voorgemelde Martha Visser ook van het een en ander hebben Rapport gedaan, en daarop bij de vertoonders goedgevonden de gemelde Twee kinderen van haare Moeder af te Eijschen, om die onder de Educatie en Vaderlijke Sorge deeses kerkenraads te neemen, dog dat genoomen besluijt ter uijt voer sullende gebragt werden heeft voorm: Martha visser egter kunnen goed vinden haar volstrektelijk teegen te kanten, niet gedoogen willende, dat gem: haare Twee kinderen onder de opvoeding van de vertoonders sullen zijn.’
‘Dewijl nu den kerkenraad dat pouvoir niet heeft, om die kinderen teegens de wil haarer moeder onder hunne educatie te neemen, egter aan den anderen kant aanmerkende de Noodsaakelijkheijd, die ‘er resideert in de voorkominge van het onvermeydelijke bederf dier andersints ongeluckige kinderen; So neemt denselven de vryheijd zig deesenthalven te keeren tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re met Eerbiedig versoek, dat het van derselver welgehaagen zijn mooge, de verthoonders in hunne genoomen billijke Messures te maintineeren, en voorgem: Martha Visser te ordonneeren, dat zij gedagte beijde kinderen ten eersten aan de verthoonders zal hebben over te geeven, daarmeede deselve voorthaan in de Christelijke deugden onder de bestiering van deesen kerkenraade kunnen opgevoed, en dus uijt hun verderf gered werden. /:onderstont ‘Twelk doende &:a.’
Is verstaan, dat om de in dat Schriftuur geallegueerde Reedenen aan de daarbij vermelte Martha visser sal worden geordonneert haare Twee kinderen ter erlanging eener Christelijke opvoeding aan meergem: kerkenraadt, over te geeven met verbod om gedagte kinderen van de plaatsen alwaar deselve sullen besteed werden, weg te haalen en tot zig te neemen.
Den Cap:tn ter zee en Equipagiemeester alhier d’ E: Hendrik de Ruijter op Sijn versoek van Laatstgemelde bediening ontslaagen geworden zijnde, met permissie om met een der Retour Scheepen deeses jaars te mogen repatrieeren; Is ter nadere Approbatie van haar Wel Edele hoog Agtb:re de Heeren Majores in ‘t Patria, weederom tot Equipagiem:r alhier aangestelt, den Cap:tn ter Zee van het aanweesend uijtkomend Schip Ruijteveld Hendrik Taal, en in desselfs Plaats tot Schipper op evengemelden Bodem bevordert den daarop bescheijdene Eerste Luijtenant Cornelis Bogaard, mitsg:s tot opperstuurman den onder dito Anthonij Leertouwer van Koningsberg, dog egter ter goed keuringe van haar hoog Edelens de heeren der hooge Indiase Regeering tot Batavia; des sal het voorseijde Schip Ruijteveld met dies inlaading, Contanten ensz: aan geciteerden Nieuw aangestelden Schipper Conform d’ ordre der E: Comp: door expresse Gecommiteerdens werden overgegeeven.
Ende alsoo bij nadere resumptie der Procuratien en Soldij Reekeningen bij Resolutie van den 10: deeser vermeld, is komen te blijken, dat deselve door den Heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn ondersogt en welbevonden sijn, is oversulks aan dies eijgenaars gepermitteert om de gemelde Procuratiën en Soldij Reekeningen aan hunne Vrienden en gemagtigdens in ‘t vaderland te mogen oversenden.
Sijnde Laatstelijk an den Burger Jan Hendrik Swemmer op desselfs hierom in Scriptis gedaan versoek geaccordeert om tot voortsetting van ‘t appel dat door hem op seeker vonnis bij den Raad van Justitie deeser Plaatse geveld, is geinterjecteerd geworden, met het ter Rheede leggende fluijt Schip de Drie Heuvelen naar Batavia te mogen overvaaren mits alhier in ‘s Comp:s Cassa betaalende, het Transport en costgeld om in de Constapels Camer gelogeert en getracteert te werden.
Aldus Geresolveert ende Gearresteert In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present
[Signed:] O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 90-99.¶
Dingsdag den {17540129} 29. Jann:ij 1754:
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den E: Secret Josephus de grand Preez bij Indispositie.
Hebben Burgerraaden deeser plaatse in opvolging van het aan deselve geordonneerde bij Resolutie in de Jongste vergaaderinge onder den 22: deeser genoomen, heeden in Raade het onderstaande Schriftelijk berigt ingeleevert.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere RijkTulbagh, Gouverneur aan Cabo de goede hoop, beneevens den E: Agtb:re Politicquen Raad deeses Gouvernements.
‘Wel Edelen Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren’
‘De ondergeteekende Burger-Raaden door Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:re bij derselver g’ Eerde Resolutie in dato 22: deeser Maand g’ injungeerd geworden zijnde, omme zig op ‘t naauwkeurigste te inquireeren, welke quantiteijt Caabse Brandewijn door de Ingeseetenen deeses Lands bij een ordinair wijn gewasch aan d’ E: Comp: soude kunnen worden geleevert, hebben na Exact ondersoek bevonden dat, dat getal Jaarlijx niet meer als Twee hondert Leggers soude komen te bedraagen, vermits de meeste wijngaardeniers van geen disteleer keetel zijn voorsien, nog voor geld kunnen koopen, derhalven vermeijnen de ondergeteekendens dat wanneer het onse Heeren Majores behaagde een getal van Vijfftig disteleer-keetels met hun Tinne Slangen, op het goed gunstig voorschrijvens van Uw Wel Edele gestr: en E: agtb:re uijt het vaderland over te senden en aan deese Inwoonderen met een avans van 50: p C:to te verstrekken dat in sulken geval wel een dubbelt getal en dus tot vierhondert leggers toe aan goede brandewijn soude kunnen werden gemaakt en geleevert.’
‘En hier meede gedenkende aan de g’ Eerde Intentie van Uw Wel Edele Gestr: en E: Agtb: te hebben voldaan, blijven wij met de uijtterste agting. /:onderstont:/ Wel Edele Gestr: Heer en E: agtb:re Heeren, uw wel Edele gestr: onderdanige en gehoorsaame Dienaaren /:was geteek:/ H: J: Prehn, P: Artoijs, J: Haszingh /:in margine:/ Cabo de Goede hoop den 29: Januarij 1754:’
Naar welkers Lectuure goedgevonden en verstaan is dat voorseijde Schriftuur met de aanweesende en op den 1:der aanstaande Maand Februarij van hier te vertrekken staande Retourscheepen aan de Heeren Majores sal gesuppediteert en haar Wel Edele hoog agtb:r teffens Eerbiediglijk versogt werden van die goedheijd te willen zijn, om de daarbij vermelde vijfftig distileer-keetels met derselver Tinne Slangen /:dewelke ten dien eijnde, nadat derselver groote door gementioneerde Burgerraaden exact zal zijn opgegeeven, bij de in ‘t korte van hier af te gaane ordinairen Eijsch van benoodigtheeden voor dit Gouvernement sullen werden gevoegd:/ bij bekwaame geleegentheijd herwaarts te willen oversenden, ten eijnde vervolgens met een advans van 50: p C:to aan de Ingeseetenen alhier verstrekt te kunnen werden: onder Conditien egter dat meergem: Burgerraaden Sig plegtig sullen moeten verbinden, dat de voorseyde keetels en Slangen door haarl: voor Reeken:g der ingeseetenen alhier ten eersten sullen overgenoomen en het kostende van dien in ‘s Comp:s Cassa sal werden voldaan.
Den Cap:tn Lieutenant van het ter Rheede leggend’ uijt komend Schip Keukenhoff Gerrit Bot op de herwaarts Reijze, zijnde komen te overleijden, Is weederom tot Schipper op gemelden Bodem aangestelt den daarop bescheijden geweest zijnde Luijtenant Isaac Grindet van Embden, en in desselfs plaats tot opperstuurman den onder dito Jeronimus Jongenberg van Nood Copping als meede tot onderstuurman den derdewaak Frans van Ewijk van de vaart, alles nogtans ter nadere approbatie van haar hoog Edelens de Heeren der hooge Indiase Regeering tot Batavia.
Voorts is op het diesweegens gedaane versoek van den Cap:tn ter Zee en Equipagiemeester deeser plaatse d’ E: Hendrik Taal goedgedagt, dat in sijn faveur aan de Heeren Majores Sal werden geschreeven, ten eijnde desselfs Huijsvrouw Aagje van Kempen woonagtig tot Amsterdam met haare Twee kinderen in namen Albert en Leentje Taal, bij bequaame Scheeps occagie herwaarts mogen overkomen; Terwijl voorts bij deese geleegentheijd ook gesprooken weesende over den Rang die gesegden Equipagiem:r voortaan hier ter plaatse soude dienen te hebben; best en gevoeglijkst is geoordeelt, dat die aan hem immediaat naast de Leeden van den Politicquen Raadt sal werden gegeven.
Laatstelijk is aan den vrijswart frederik adolph op desselfs bij Request gedaan versoek toegestaan, om onder betaaling van het daartoe staande Transport en Costgeld met het ter Rheede leggend uijtkomend Schip Buijtensorg naar Batavia te mogen overvaaren.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 100-103.¶
Vrijdag den {17540201} 1. febr:ij 1754.
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen de heer Independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn en E: Secret: Josephus de grand preez, bij Indispositie.
Agtervolgens het gearresteerde onder den 2: October des voorl: Jaars en de hierop alomme geaffigeerde Billietten, op heeten getreeden zijnde tot het publicq verpagten van den aanneem der Leverantie van versch vleesch en Leevendige Schaapen aan ‘s Comp:s Passeerende Scheepen het Hospitaal ensz: omme met Primo Maij aanstaande in te gaan; ende dit weederom na het voorbeeld van de laatste Reijze, gelijk de pagt Conditiën sulx komen te dicteeren, te weeten voor den Tijd van Een, Drie of Vijff jaaren, om dus te mogen ondervinden, op welke van de Drie gemelde Tijden die Leverantie ten minsten prijse en op de voordeeligste wijs voor d’ E: Comp: sal kunnen aanbesteed worden; So is naar behoorlijke Clokke geklep en uijtroepinge van den Booden, het laagste Bod gevallen voor den Tijd van Vijff Jaaren op Vijff Swaare duijten het Pond geslagt, so Beeste als Schaape vleesch en Twaalf Schellingen, ijder Leevend Schaap, waar voor die Leverantie in vier bysondere Perceelen ijder voor een vierde Part is aangenoomen geworden bij de Burgers Jan Laurents Bestbier, Johannes Loos, Willem van Schoor en Jacobus van Rheenen de Jonge.
Aldus Gedaan en uijtgevoert In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 104-107.¶
Dingsdag den {17540205} 5: Februarij 1754:
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den E: Secretraris Josephus de Grand Preez bij Indispositie.
Is aan den onder Coopman Augustinus van der Crap mitsgaders den geweesenen Bataviasen Burger Jan van Velsen dewelke beijde met het ter Rheede Leggende Retourschip Deunisveld van gedagte Indiaasse Hoofdplaatse hier zijn aangeland, op derselver diesweegens bij Request gedaane versoeken gepermitteert, om uijt hoofde van de Swakke Lighaams gesteltheijd hunner Resp: Huijsvrouwen; tot derselver verkwikking en herstelling, met ende neevens des eerstgem: Dogtertje en seekere onder desselfs opsigt Staande Jongeling genaamt Jan Reynaix eenigen Tijd ter deeser plaatse te mogen over blijven; Sullende dierhalven de gagie van voorseijden onderkoopman van der Crap, ter tijd toe denselven weederom van hier komt te vertrekken, moeten stille staan.
Hierna door den Heer Secunde Sergius Swellengrebel als Commissaris Politicq te kennen gegeeven geworden zijnde, dat de Burgeresse Martha Visser obstinatelijk komt te weijgeren om in gevolge het besluijt deeses Raads de dato 22: der evenafgeweekene maand januarij haare Twee kinderen ter opvoeding aan den Eerw: kerkenraad deeser plaatse over te geeven; So is verstaan dat voorseijde vrouws Persoon bij verdere teegenkantinge, daartoe door gijsseling sal werden geconstringeert.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 108-117.¶
Saturdag den {17540209} 9 febr:ij 1754:
‘S voormiddags alle present behalven den E: Secret:s Josephus de grand preez bij Indispositie.
Na dat den Heere Gouverneur hadde te kennen gegeeven, dat zijn Edele op gisteren van den Posthouder in de Saldanhabaaij een missive hadde ontfangen, bij dewelke denselven komt te berigten, dat het Deens konings Schip Nellebladel ‘t welk den 13. Octobr: des voorl: Jaars van Trancquebaar herwaarts is ‘t zeijl gegaan, den 4: deeser in een seer desolaten toestand voornamentlijk ten opsigte van desselfs Manschap in bovengemelde Baaij was binnen gevallen, alsoo behalven 64: Persoonen dewelke geduurende de Reijze sijn komen te overleijden, d’ overige Scheepelingen van dien Bodem in 107: Coppen bestaande, alle behalven den Cap:tn mitsg:s Twee luijtenants en 10: of 12: gemeene, gevaarlijk siek leggen, invoegen gedagte kiel de Saldanhabaaij met geen mogelijkheijd soude hebben kunnen besteevenen, bij aldien hij Post houder met desselfs onderhebbende Manschap, mitsg:s het volk der aldaar nog vertoevende Hoekers Ter meijen en de Hector , denselven op de diesweegens gedaane Noodseijnen niet te hulpe gekomen waaren; geliefde zijn Edele vervolgens te zeggen, dat een der gementioneerde Luijtenants op gisteren meede alhier opgekomen zijnde Sijn Edele den Slegten toestand van hunnen geciteerden Bodem invoegen als gesegd is hadde gerapporteert, met bijvoeging dat zijl: ook noodsaakelijk een nieuwe groote Mast neevens een geheel stel Nieuwe Zeijlen quaamen te benoodigen, en dat de Focke mast meede seer beschadigt geraakt zijnde, dierhalven grootelijx gevreesd wierd, dat deselve ook buijten Staat soude Sijn om te kunnen werden gerepareert; weshalven hij Luijtenant als door desselfs Cap:tn ten dien eijnde expres herwaarts opgesonden zijnde, op het instantigste om adsistentie in deese hunnen naaren toestand quam te versoeken, en dat aan hunl: voor eerst om het Schip ter deeser Caabse Rheede op te brengen 60: Mattroosen neevens een Stuurman, vermits alle de Officieren overleeden of gevaarlijk siek lagen neevens een Zeijlmaaker tot het repareeren der Zeijlen, mogten werden toegesonden; over welk een en ander met aandagt geraadpleegt en daarneevens in Consideratie genoomen zijnde, dat nademaal de Hoekers Ter meijen en d’ Hector zig /:so als sulx bevoorens reets is aangehaald:/ tegenswoordig in de Saldanhabaaij komen te bevinden, en bij ontstentenisse van een goede wind misschien nog in lange van daar niet herwaarts sullen kunnen opkoomen, gelijk de Ondervinding het te meermaalen heeft doen sien, dat de Scheepen en Vaartuijgen in deesen Tijd des jaars aldaar weeken Ja Maanden lang door contrarie winden zijn opgehouden geworden, het Scheepje Schuijlenburg dierhalven noodsaakelijk hier aan handen moet werden gehouden, om bij ‘t een of ander onverhoopt voorval omtrent ‘s E: Comp:s Scheepen, ten dienste derselver te kunnen werden g’emploijeert, en dat wijders het versogte getal van 60: Mattroosen uijt hoofde van het thans presseerende werk omtrent de ter Rheede leggende uijtkomende en Retourneerende Scheepen der E: Comp: ook niet wel kunnen werden gemist, hierom best gedagt en dienvolgens beslooten dat aan Meergem: Schip Nellebladel voor eerst 20: Mattroosen neevens een Stuurman en Zeijlmaaker van hier over den Land weg sullen werden toegesonden, om hetselve bij Provisie weederom op te redden en in Staat te stellen van na deese plaats te kunnen opkomen; Sullende vervolgens al het nodige aan dien Bodem werden besorgt, na maate dat men op nadere ingekomen berigt van dien Cap:tn hetselve noodsaakelijk sal vinden.
En is voorts op de diesweegens in Scriptis gedane versoeken van de geweesene Burgers tot Batavia Johan Schupper en Jacob Beks, die beijde met het ter Rheede leggend Retourschip Lugtenburg hier zijn aangeland, aan deselve geaccordeert om uijt hoofde van derselver swacke Lighaams gesteltheijd eenigen Tijd ter deeser plaatse te mogen verblijven.
Sijnde Laatstelijk aan d’ onderstaande Persoonen toegestaan om derselver Soldij Reecq:n na dat daarmeede Conform d’ ordre sal zijn gehandelt na het vaderland te mogen over senden ten eijnde het montant van dien door haare gemagtigdens aldaar te laaten ontfangen, te weeten.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present
[Signed:] O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 118-134.¶
Dingsdag den {17540225} 25. febr:ij 1754:
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den E: Secret: Josephus de grand preez bij Indispositie.
Door den ter deeser plaatse opgekomene Cap:tn van het in de Saldanhabaaij vertoevende Deens konings Schip Nellebladel d’ heer Ole Hansen te kennen gegeeven zijnde, dat bij nadere visitatie van de groote en focke Masten zijns onderhebbende Bodems, deselve in Staat zijn bevonden geworden, om weederom te kunnen werden gerepareert, hij oversulx eenelijk adsistentie van Volk quam te benoodigen, met seer Instantig versoek wijders, dat aan hem hierom 50: a 60: Mattroosen bijgeset en daar neevens ten eijnde desselfs voijagie sonder herwaarts op te komen, direct uijt voorseijde Saldanhabaaij naar Coppenhagen te kunnen voortsetten, het benoodigde drinkwater voor de Reijze van hier mogt toegesonden worden; Is hierop verstaan dat aan gementioneerde Schip Nellebladel 40: gemeene Zeevaarende uijt dit Gouvernement waarmeede men vertrouwd dat dien Bodem het wel sal kunnen Stellen, Sullen overgegeeven worden; onder Conditie dat door gesegden Cap:tn alvoorens sal moeten te goed gedaan en betaald werden het geene de Manschappen nog aan d’ E: Comp: Debet en ten agteren souden mogen weesen, en wijders dat door deselve Mattroosen bij het Contract door haarl: met meergemelde Cap:tn weegens haar te verdiene Gagie &:a te passeeren, ook sal moeten werden gerenuntieert van alle actie en pretentie die sij op d’ E: Comp: uijt hoofde van Gagie ofte preemie souden mogen gehad hebben, ten welken eijnde aan gedagte Persoonen het geene deselve weegens verdiende Maand gelden bij d’ E: Comp: te goed hebben, ter deeser plaatse ten vollen sal werden afbetaald, Terwijl voor ‘t overige nog goed gevonden is, dat dewijl het hier Permanente Scheepje Schuijlenburg dog om Schoongemaakt te worden naar de Saldanhabaaij moet vertrekken; daarmeede aan meergem: Schip Nellebladel , het versogte drink water voor desselfs Reijze sal toegesonden worden.
Vermits uijt de diesweegens verleende verclaaringen komt te Consteeren dat den op ‘s E: Comp:s Post de Schuur bescheijdene Sold:t Carel godlob Schommel van Berne, wanneer denselven beesig was met de trekossen in eene van ‘s Comp:s wagens te spannen, het ongeluk heeft gehad dat hem door eene dier Ossen het Regter Oog is uijtgestooten geworden; Is dierhalven verstaan dat men tot vergoeding van dien, aan voorseijden Persoon, Conform het gestipuleerde bij den Jongsten articul Brief, uijt ‘s Comp:s Cassa alhier, sal doen betaalen de daartoe staande Somma van Vier Hondert Guldens.
Ende gemerkt het quaad van opdrossen van ‘s Comp:s Dienaaren so in dit Gouvernement bescheijden als van de Successivelijk hier aankomende Scheepen, niet alleen seedert eenigen Tijd herwaarts weederom seer is komen in Swang te gaan, maar dat ook dusdanige Drossers langen Tijd hier in het Land komen te vagabondeeren en Rond te Swerven, eer dat deselve weederom in handen gekreegen werden, ‘t welk ten principaale hier aan moet werden toegeschreeven, dat de Ingeseetenen deeses Lands, met opzulke wegloopers uijttegaan, en deselve ‘t zij hier aan de Caab dan wel bij de resp: Land-Drosten op te brengen, veel nadeel door het versuijmen van haar werk komen te leijden, sonder daarvoor eenige præmie te genieten dierhalven geen werk tot het gevangen bekomen derselve komen te maaken, gelijk wel gedaan werd omtrent de weggeloopene Slaaven, als voor het vangen en opbrengen derwelke præmien van Drie, Ses en Thien Rijxd:s betaald werden; Heeft men oversulx om hier teegens na behooren te voorsien en diergelijke Drossers te eerder weederom in handen te krijgen, en dit Land teffens van al sulke deugnieten te suijveren, goedgevonden en beslooten, dat voortaan voor ijder Europeesche Drosser dewelke aan deese kant van die Hottentots-hollands Cloof en de Piquet bergen of nader bij zal gevangen werden, een Maand Gagie mitsg:s voor de geene wie men over de Bergh aan deese kant de breede[Rievier] en Oliphants Rievier sal komen te attrappeeren, Twee Maanden en laatstelijk voor desulke die over de klip Revier als meede over de Oliphants Rivier en verder Landwaarts in sullen gevangen genoomen werden een præmie van drie maanden Gagie, gereekent soveel een ijder derselve Maandelijx bij de E: Comp: sal gewonnen hebben, p:r Schriftelijke ordonnantie van den Heer Gouverneur door den E: Winkelier deeses Casteels sal werden betaald, om daarvoor op haare Loopende Soldij Reecq:g belast te werden, en ‘t welk als een geregtelijke koste voor alle andere Schulden geprefereert en indiervoegen ook op voorseijde Reecq:g sal moeten werden genoteert.
Hierna door den Heer Gouverneur te kennen gegeeven zijnde dat den Burger Pieter Sando op gisteren bij zijn Edele was gekomen en aan hem overhandigt had eenige Stukjes of monsters van Ertz, met berigt, dat hij die in ‘t district van Swellendam omtrent de plaats van den Landbouwer Adriaan van Wijk hadde uijtgegraaven, en bij gedaane proefneeming, uijt de quantiteijt van een pond van dat Ertz de waarde van omtrent Twintig Stuijvers aan goud /:het welk door hem meede aan hem Heeren Gouverneur overhandigt en nu door zijn Edele neevens de voorseijde Monsters Ertz in Raade vertoond wierd:/ hadde bekoomen; Is deesen aangaande best gedagt en dienvolgens beslooten den Land Drost tot Swellendam voorm:t Jan Andries Horak bij missive te gelasten om zig neevens voorm: Sando mitsg:s sodanige andere Persoonen meer als zig in zijn district mogten bevinden kennisse van diergelijke Saaken hebbende te begeeven naar de hier boven gem: plaats alwaar het voorseijde Ertz door gementioneerde Sando is gevonden, en van alle de daarvallende Soorte van hetselve in zijne presentie een goede quantiteijt te laaten uijtgraaven en hetselve vervolgens in persoon herwaarts op te brengen om alhier nader g’ Examineert te worden, als meede dat hij Landdrost ook op ‘t naauwkeurigste sal hebben te ondersoeken hoedanig het met de plaats daar deese Ertzen gevonden worden, geleegen is, of daarvan eenige aders te Vinden zijn of nagegaan kunnen werden, mitsg:s of daaromtrent water, Brand hout en wat dies meer nodig zij tot het aanvaarden en voortsetten van een Bergwerk gevonden word, en van dit alles na verrigting van Saaken vervolgens een omstandig berigt te geeven.
Vervolgens is geleesen geworden seeker versoek Schrift door ‘d Erfgenaamen en Executeurs des Testaments van wijlen den krankbesoeker Adolf Hofman, in de volgende bewoorden gepresenteert.
Aan den wel Edelen Gestr Heer Rijk Tulbagh, Gouverneur van Cabo de goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a beneevens den E: Agttb: Raad van politie
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren’
‘Geeven met het uijtterste respect te kennen Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: ootmoedige Dienaressen Christina Hofman, mitsg:s Martha Verbeek wed: wijlen den Schipper Dignus de Vlaaming en Bartholda Verbeek, hoe derselver Vader en Stiefvader wijlen den krankbesoeker alhier Adolf Hofman in den jaare 1742: voor Reecq:g van wijlen den Schipper Willem Vroom in ‘s E: Comp:s Cassa alhier getelt hebbende een Somma van Rijxd:s 480: ofte 1152 Carolij Guld:s om door denselven in ‘t vaderland met een opgeld van 4: p C:to weederom ontfangen te worden der Supp:ten gedagte Vader de daarvan alhier verkreegene Eersten en Tweeden wisselbrief nog in dat selfde Jaar met de Scheepen Enkhuijsen en Abbekerk naar derwaards overgesonden heeft.’
‘Dog door het verongelukken van beijde die Scheepen gedagte Eerste en Tweede Wisselbrief absent geraakt zijnde, en die penn:gen hier door tot dato deeses nog niet hebbende kunnen ontfangen werden, hebben d’ Erfgen: van voorzeijde Schipper Willem Vroom oversulx aan den Supp:letn meergem: vader bij missive versogt, dat om de voorsz: gepermitteerde penn:gn te kunnen magtig werden, aan hunl: de daartoe dienstige munimenten mogten werden toegesonden.’
‘Dan aangesien denselven reets voor ‘t ontfangen van voorseijde Missive is komen te overleijden en de Supp:ltn seer gaarne aen de begeerte der gementioneerde Erfgen: van wijlen den Schipper Willem Vroom souden willen voldoen, so neemende de Suppl:ten de vrijheijd, sig te keeren tot uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: met ootmoedig versoek, dat deselve van die goedheijd gelieven te zijn aan de Supp:ten te verleenen Sodanige Munimenten, als waardoor de meergemelde Erfgenaamen in Staat mogen zijn, te kunnen aantoonen dat meergem: Somma van Rijxd:s 480: alhier ten tijde en behoeve als gesegt is in der daad in ‘s E: Comp:s Cassa zijn geteld geworden, en ‘t Selve Montant vervolgens daar door van de E: Comp: te kunnen bekoomen /:onderstont:/ ‘Twelk doende &:a’
Waarop goedgevonden en verstaan is, dat men aan voorseijde Supplianten door den Cassier Pieter Hacker extract uijt het Cassa Boek sal doen afgeeven, waarbij blijkt dat de voorseijde Somma van Rijx: 480: alhier behoorlijk in ‘s Comp:s Cassa is voldaan beneevens Extract deeser Resolutie, omme zig van beijden te kunnen bedienen daar het noodig zijn sal, sullende daar en boven de voldoening van meergemelde Somma ten behoeve der Erfgenaamen van wijlen den Schipper Willem Vroom eerbiediglijk aan onse Heeren en meesteren werden versogt en voorgedraagen.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 135-151.¶
Woensdag den {17540313} 13 Maart 1754.
‘S voormiddags alle present.
Vermits den Cap:tn ter zee van ‘t aanweesend Chinaas Retourschip Overnes Michiel van Zon op eergisteren alhier is komen te overleijden, is dierhalven ter nadere approbatie van haar Wel Edele hoog agtb:r de heeren Majores in ‘t Patria weederom tot Schipper op voorseijden Bodem bevordert den Eersten luijtenant van deselve Paulus Rauwenhoff van Amsterdam, ende Sulx met halveering van Gagie tot ƒ54: ter maand.
Sijnde voorts door den Heer Secunde en Hoof administrateur Sergius Swellengrebel met versoek van daarop dispositie te mogen erlangen, geproduceert de onderstaande Memorie
‘Memorie van de Nabsz: Drinkglaasen, Timmerhout, Zeep, Smeekoolen, Tabaxpijpen, Spaans groen, Lijn Olij, Theer &:a uijt de onderstaande bodems so Gebrooken, te kort, bij pijling minder als tot ‘t opvullen verbruijkt, de foulij bij ‘t openen van een Soekel in ‘t Negotie pakhuijs te kort bevonden als meede de Leijf Eijgenen in de Ses jongst gepasseerde Maanden September, Octobr: Novembr: en Decembr: 1753: mitsg:s Jann:y en febr:y deeses jaars door de Natuurlijke dood overleeden, en ‘t vee in gemelde Tijd so verrekt als door ‘t wild gedierte vernielt, alles volgens verklaaringen hier annex blijkende; Namentlijk:’
‘
uijt Spanderswout | |||
afschrijven { | 88: | p:s gesorteerde drinkglaasen op 500 p:s in een Cas L:a V:V:V: gebrooken. | |
uijt Leijden | |||
afschrijven{ | 1: | p:s onderpalm verrot | |
1: | d:o Spar van 30: à 36: v:t op 50: p:s te kort. | ||
uijt Ghiessenburg | |||
afschrijven { | 129: | ld: Spaanse Zeep op 5240: ld bij 't openen van 8: Cassen gem:t van L:a N: tot V: bij naweeging te min | |
uijt Visvliet | |||
afschrijven { | 1: | hoed Zmeekoolen op 15: hoeden bij nameeting te kort | |
3: | p:s Sparren van 18: v:t op 300 p:s te kort. | ||
verkoopen { | 44: | d:o gr. Latten van 1 en 1 1/2 d:m op 300 p:s | } gebrooken |
5: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 2: d:o d:o 300 d:o | ||
uijt Luxemburg | |||
afschrijven { | 36 1/2: | Grossen lange Tabakspijpen op 100: grossen, als | |
9 1/2 grossen bij 't openen van de Cas L:a C: gebrooken | |||
27: d:o op de Cas L:a D: die ontramponeert aan de wal is gebragt. | |||
9 1/2: | grossen korte Tabax pijpen op 54: grossen bij 't openen van een kas L:a E: gebrooken. | ||
4: | ld Spaans groen op 32: ld in een Cas L:a M: bij naweeging te kort. | ||
119: | ld Spaanse Zeep op 4736: ld bij 't openen van 7: Cassen gem:t L:a W: tot CC: bij naweeging te kort. | ||
verkoope { | 4: | p:s gr: deelen van 1 1/2: d:m lang 20 v:t op 156 p:s gebrooken | |
afschrijven { | 2 | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 18: d:o 120 | } te kort |
1 | d:o d:o d:o d:o 1 d:o 18: d:o 110 | ||
uijt Marienbosch | |||
afschrijven { | 312: | Cann Lijn olij op 80. kelders bij nameeting te min | |
9: | p:s Tonnetjes Swartsel op 300: p:s bij 't openen van een Cas L:a O:O:O: leedig bevonden. |
uijt Spanderswout | |||
afschrijven { | 88: | p:s gesorteerde drinkglaasen op 500 p:s in een Cas L:a V:V:V: gebrooken. | |
uijt Leijden | |||
afschrijven{ | 1: | p:s onderpalm verrot | |
1: | d:o Spar van 30: à 36: v:t op 50: p:s te kort. | ||
uijt Ghiessenburg | |||
afschrijven { | 129: | ld: Spaanse Zeep op 5240: ld bij 't openen van 8: Cassen gem:t van L:a N: tot V: bij naweeging te min | |
uijt Visvliet | |||
afschrijven { | 1: | hoed Zmeekoolen op 15: hoeden bij nameeting te kort | |
3: | p:s Sparren van 18: v:t op 300 p:s te kort. | ||
verkoopen { | 44: | d:o gr. Latten van 1 en 1 1/2 d:m op 300 p:s | } gebrooken |
5: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 2: d:o d:o 300 d:o | ||
uijt Luxemburg | |||
afschrijven { | 36 1/2: | Grossen lange Tabakspijpen op 100: grossen, als | |
9 1/2 grossen bij 't openen van de Cas L:a C: gebrooken | |||
27: d:o op de Cas L:a D: die ontramponeert aan de wal is gebragt. | |||
9 1/2: | grossen korte Tabax pijpen op 54: grossen bij 't openen van een kas L:a E: gebrooken. | ||
4: | ld Spaans groen op 32: ld in een Cas L:a M: bij naweeging te kort. | ||
119: | ld Spaanse Zeep op 4736: ld bij 't openen van 7: Cassen gem:t L:a W: tot CC: bij naweeging te kort. | ||
verkoope { | 4: | p:s gr: deelen van 1 1/2: d:m lang 20 v:t op 156 p:s gebrooken | |
afschrijven { | 2 | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 18: d:o 120 | } te kort |
1 | d:o d:o d:o d:o 1 d:o 18: d:o 110 | ||
uijt Marienbosch | |||
afschrijven { | 312: | Cann Lijn olij op 80. kelders bij nameeting te min | |
9: | p:s Tonnetjes Swartsel op 300: p:s bij 't openen van een Cas L:a O:O:O: leedig bevonden. |
‘
uijt Ruijteveld | |||
afschrijven { | 96: | p:s gesort drinkglaasen op 600: p:s | } bij 't openen van 1: Cas L:a E:E: gebrooken |
1: | d:o Bokaal met zyn deksel d:o 6: d:o | ||
11: | d:o gr. deelen van 1 1/2 d:m lang 20: v:t op 58: p:s te kort | ||
verkoopen { | 6: | d:o d:o d:o 1 1/2: d:o d:o 18: d:o 136: d:o | } gebrooken |
4: | d:o d:o d:o 1 d:o d:o 18: d:o 58: d:o | ||
uijt Buijtensorg | |||
afschrijven { | 6: | p:s tonnetjes Swartsel op 320: p:s bij 't openen van een Cas L:a H: H: H: leedig bevonden. | } bij 't openen van 1: Cas L:a X:X:X: gebrooken |
145: | gesort: drinkglaasen op 600 p:s | ||
2: | Bocalen met deksels d:o 6: d:o | ||
verkoopen { | 1: | d:o gr: deel van 2: d:m op 6 p:s lang 30: v:t | } gebrooken |
1: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2: d:o 60: d:o 30: d:o | ||
11: | d:o d:o d:o d:o 1 1/4: d:o lang 30: v:t op 246: p:s als | ||
verkoopen | 7: p:s gebrooken en | ||
afschrijven | 4: d:o te kort | ||
verkoopen { | 6: | p:s gr: deelen van 1: d:m lang 30: v:ten op 174: p:s gebrooken | |
uijt Keukenhof | |||
6: | d:o gr: deelen van 1: d:m L:g 20: v:t op 50: p:s als: | ||
verkoopen | 1: p:s gebrooken | ||
afschrijven | 5: d:o te kort | ||
verkoopen { | 5: | p:s gr: latten van 1 1/2: en 2: d:m lang 18 v:t op 50 p:s | }gebrooken |
8: | d:o d:o d:o d:o 1 d:o d:o 1 1/2: d:o 18: d:o d:o 200: | ||
uijt de princes Carolina | |||
afschrijven { | 297: | ld gesort: ijser op 17000 ld bij naweeging te kort. | |
3: | vaaten Theer tot 't opvullen van 22: vaaten verbruijkt. | ||
ten dienste der E: Comp: te gebruijken { | 2710: | p:s graauwe Moppen op 10000: p:s gebrooken | |
uijt de Bevalligheijd . | |||
afschrijven { | 89 2/10 | Cann: Olijven Olij op 20: halfaamen bij pijling minder bevonden als 11: van 2 d:m en 9: van 3: d:m wan. | |
119 2/10: | Kann: Raap olij op 25: halfaamen bij welkers pyling 11: van 2: d:m en 14: van 3: d:m wan. | ||
12: | d:o Wijntint op 2: halfaamen bij pijling ieder 3. d:m wan. | ||
2/15. | kelders kerwij azyn op 3: kelders | } gebrooken | |
2/15: | d:o keulse genever d:o 3: d:o | ||
3/15: | d:o franse Brandewijn: 3: d:o | ||
103: | p:s Boutelles op 1000: p:s bij 't openen van 5: Cassen gebrooken. | ||
Uijt Overnes . | |||
afschrijven { | 84: | p:s Porcelijne Schootels wit met blaauw op 450: p:s bij 't openen van de Cassen N:o 2, 3. en 4: gebrooken. | |
22: | p:s Porceleijne Schootels Schaalgewijs op 100: p:s in de Cassen N:o 1: en 3: gebrooken. | ||
104: | d:o d:o Tafelborden enck op 699: p:s bij 't openen van de Cassen N:o 1: 2, 3, 5: en 6: gebrooken. | ||
In 't Negotie Pakhuijs | |||
afschrijven { | 23: | ld: Foelij bij 't openen van een Soekel bij naweeging te kort. |
uijt Ruijteveld | |||
afschrijven { | 96: | p:s gesort drinkglaasen op 600: p:s | } bij 't openen van 1: Cas L:a E:E: gebrooken |
1: | d:o Bokaal met zyn deksel d:o 6: d:o | ||
11: | d:o gr. deelen van 1 1/2 d:m lang 20: v:t op 58: p:s te kort | ||
verkoopen { | 6: | d:o d:o d:o 1 1/2: d:o d:o 18: d:o 136: d:o | } gebrooken |
4: | d:o d:o d:o 1 d:o d:o 18: d:o 58: d:o | ||
uijt Buijtensorg | |||
afschrijven { | 6: | p:s tonnetjes Swartsel op 320: p:s bij 't openen van een Cas L:a H: H: H: leedig bevonden. | } bij 't openen van 1: Cas L:a X:X:X: gebrooken |
145: | gesort: drinkglaasen op 600 p:s | ||
2: | Bocalen met deksels d:o 6: d:o | ||
verkoopen { | 1: | d:o gr: deel van 2: d:m op 6 p:s lang 30: v:t | } gebrooken |
1: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2: d:o 60: d:o 30: d:o | ||
11: | d:o d:o d:o d:o 1 1/4: d:o lang 30: v:t op 246: p:s als | ||
verkoopen | 7: p:s gebrooken en | ||
afschrijven | 4: d:o te kort | ||
verkoopen { | 6: | p:s gr: deelen van 1: d:m lang 30: v:ten op 174: p:s gebrooken | |
uijt Keukenhof | |||
6: | d:o gr: deelen van 1: d:m L:g 20: v:t op 50: p:s als: | ||
verkoopen | 1: p:s gebrooken | ||
afschrijven | 5: d:o te kort | ||
verkoopen { | 5: | p:s gr: latten van 1 1/2: en 2: d:m lang 18 v:t op 50 p:s | }gebrooken |
8: | d:o d:o d:o d:o 1 d:o d:o 1 1/2: d:o 18: d:o d:o 200: | ||
uijt de princes Carolina | |||
afschrijven { | 297: | ld gesort: ijser op 17000 ld bij naweeging te kort. | |
3: | vaaten Theer tot 't opvullen van 22: vaaten verbruijkt. | ||
ten dienste der E: Comp: te gebruijken { | 2710: | p:s graauwe Moppen op 10000: p:s gebrooken | |
uijt de Bevalligheijd . | |||
afschrijven { | 89 2/10 | Cann: Olijven Olij op 20: halfaamen bij pijling minder bevonden als 11: van 2 d:m en 9: van 3: d:m wan. | |
119 2/10: | Kann: Raap olij op 25: halfaamen bij welkers pyling 11: van 2: d:m en 14: van 3: d:m wan. | ||
12: | d:o Wijntint op 2: halfaamen bij pijling ieder 3. d:m wan. | ||
2/15. | kelders kerwij azyn op 3: kelders | } gebrooken | |
2/15: | d:o keulse genever d:o 3: d:o | ||
3/15: | d:o franse Brandewijn: 3: d:o | ||
103: | p:s Boutelles op 1000: p:s bij 't openen van 5: Cassen gebrooken. | ||
Uijt Overnes . | |||
afschrijven { | 84: | p:s Porcelijne Schootels wit met blaauw op 450: p:s bij 't openen van de Cassen N:o 2, 3. en 4: gebrooken. | |
22: | p:s Porceleijne Schootels Schaalgewijs op 100: p:s in de Cassen N:o 1: en 3: gebrooken. | ||
104: | d:o d:o Tafelborden enck op 699: p:s bij 't openen van de Cassen N:o 1: 2, 3, 5: en 6: gebrooken. | ||
In 't Negotie Pakhuijs | |||
afschrijven { | 23: | ld: Foelij bij 't openen van een Soekel bij naweeging te kort. |
‘Volgens Reekening van den opsiender van ‘S Comp: Slaaven Logie en Secretariale verClaaringen zijn in de maanden 7:b:r, 8:ber, 9:ber en x:ber 1753, mitsg:s Jann:ij en febr: deeses Jaars, van ‘s Comp:s leijfeijgenen door de Natuurlijke Dood overleeden; te weeten:’
‘
afschrijven { | 9: | kloeke Jongens |
6: | Suygende d:o | |
11: | kloeke Meijden | |
2: | Suijgende d:o | |
1: | bandiete :do |
afschrijven { | 9: | kloeke Jongens |
6: | Suygende d:o | |
11: | kloeke Meijden | |
2: | Suijgende d:o | |
1: | bandiete :do |
‘En volgens bijgevoegde Recq:g van den landdrost gesterkt met Secretariale verclaaringen, sijn in bovengem: maanden van ‘s Comp: Beestiaal so verrekt als door ‘t wilt gedierte vernielt; te weeten’
‘
afschrijven { | 378: | Stux Runderbeesten |
3: | d:o Paarden | |
3: | d:o Ezels en Esellinnen | |
2: | d:o Bocken. |
afschrijven { | 378: | Stux Runderbeesten |
3: | d:o Paarden | |
3: | d:o Ezels en Esellinnen | |
2: | d:o Bocken. |
’/:onderstont:/’
‘In ‘t Casteel de goede hoop den 13 Maart 1754 /:was geteekent:/ S: Swellengrebel.’
En is naar Resumptie van dien verstaan, dat met de daarbij vermelde te kort en gebrooken aangebragte goederen, mitsgaders gestorvene Slaaven en verrekt Beestiaal der E: Comp: in diervoegen als in margine van gedagte Memorie staat aangeteekent sal werden gehandelt.
Soals door gedagten Heer hoofdadministrateur weegens den ontfangst en uijt gaave der Zeegels met de res tanten van dien ook de onderstaande Reecq:g is ingeleevert.
‘
Zeegels De Anis 1753/54: | ||||||||||||||||||||
Debent | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |
Rd:s | 1/8 : | 1/4 : | 1/2 : | 3/4 : | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | |
A:o 1753 onder Ult:mo aug:s restant verbleeven | 1210: | 1415: | 587: | 13: | 86: | 44: | 50: | 51: | 21: | 39: | 47: | 37: | 13: | 5: | 5: | 18: | 6: | 6: | 6: | 2: |
Anno 1754: den 2:den Januarij bijgekoomen | 1000: | -: | 1000: | -: | 100: | 100: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | 100: | -: | -: | -: | -: | |
Somma | 2210: | 1415: | 1587: | 13: | 186: | 144: | 50: | 51: | 21: | 39: | 47: | 37: | 13: | 5: | 5: | 118: | 6: | 6: | 6: | 2: |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |
Rd:s | 1/8: | 1/4: | 1/2: | 3/4: | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | |
Seedert p:mo Septembr: 1753 tot dato deeses verstrekt | 966: | 578: | 370: | 3: | 120: | 51: | 15: | 17: | 5: | 3: | 11: | 9: | -: | -: | -: | 29: | -: | -: | -: | -: |
Restant | 1244: | 837: | 1217: | 10: | 66: | 93: | 35: | 34: | 16: | 36: | 36: | 28: | 13: | 5: | 5: | 89: | 6: | 6: | 6: | 2: |
Somma | 2210: | 1415: | 1587: | 13: | 186: | 144: | 50: | 51: | 21: | 39: | 47: | 37: | 13: | 5: | 5: | 118: | 6: | 6: | 6: | 2: |
Zeegels De Anis 1753/54: | ||||||||||||||||||||
Debent | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |
Rd:s | 1/8 : | 1/4 : | 1/2 : | 3/4 : | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | |
A:o 1753 onder Ult:mo aug:s restant verbleeven | 1210: | 1415: | 587: | 13: | 86: | 44: | 50: | 51: | 21: | 39: | 47: | 37: | 13: | 5: | 5: | 18: | 6: | 6: | 6: | 2: |
Anno 1754: den 2:den Januarij bijgekoomen | 1000: | -: | 1000: | -: | 100: | 100: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | 100: | -: | -: | -: | -: | |
Somma | 2210: | 1415: | 1587: | 13: | 186: | 144: | 50: | 51: | 21: | 39: | 47: | 37: | 13: | 5: | 5: | 118: | 6: | 6: | 6: | 2: |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |
Rd:s | 1/8: | 1/4: | 1/2: | 3/4: | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | |
Seedert p:mo Septembr: 1753 tot dato deeses verstrekt | 966: | 578: | 370: | 3: | 120: | 51: | 15: | 17: | 5: | 3: | 11: | 9: | -: | -: | -: | 29: | -: | -: | -: | -: |
Restant | 1244: | 837: | 1217: | 10: | 66: | 93: | 35: | 34: | 16: | 36: | 36: | 28: | 13: | 5: | 5: | 89: | 6: | 6: | 6: | 2: |
Somma | 2210: | 1415: | 1587: | 13: | 186: | 144: | 50: | 51: | 21: | 39: | 47: | 37: | 13: | 5: | 5: | 118: | 6: | 6: | 6: | 2: |
’/:onder Stont:/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop Ult:mo Februarij 1754: /:was geteek:/ S. Swellengrebel, /:in margine:/ deese Reekening door ons ondergeteekende Fiscaal en Gecommitt:s uijt den Raad van Justitie alhier behoorlijk nagesien en met de restanten geconfronteert zijnde is deselve in allen deelen accordeerende bevonden datum als boven, /:geteekent:/ P: V: Reede van Oudshoorn, D D’ Aillij, J:n Raak /:lager:/ mij present en geteekent: J:n F:k Tiemmendorf Secret:s’
Waaruijt zijnde komen te blijken dat het rendement der verkogte Zeegels in de laatste afgeweekene Ses maanden een Somma van R:x 1633:4: komt te bedragen, Is hierop gearresteert dat gedagte Penn:gen p:r Schriftelijke Ordonnantie van den Heer Gouverneur in ‘s Comp:s Cassa gebragt en bij de Negotie Boeken der E: Comp: Sullen werden ingenoomen.
Vervolgens is aan de naartenoemene Persoonen geaccordeert om derselver Soldij Reecq:gen na dat alvoorens met deselve Conform de Ordre Sal gehandel zijn, bij Procuratie in ‘t vaderland te mogen laaten ontfangen, te weeten: Jan Christiaan Vogel Gerrit Ligtenberg Christiaan Godlieb Ficker en Hendrik Elsthout
Sijnde ook op het hierom bij Request gedaan versoek aan den Burger Johan Joachim Swigten in eijgendom gegeeven een Stukje huijs Erfs en Thuijnland geleegen onder de Bastiaans Cloof omtrent de plaats van den Landbouwer Pieter Joubert Gideonsz: ter groote van Twee morgen, om zig daarop ter needer te setten en desselfs ambagt als Sadelmaaker ten dienste der Ingeseetenen aldaar te oeffenen, onder Conditie egter van op het voorseijde Land geen vee te mogen houden.
Laatstelijk is seekere slavin der E: Comp: gen:t Engela van Margriet van Constance op haar versoek en ter Consideratie dat deselve den Heyligen Doop ontfangen heeft, en een kloeke en gesonde Mans Slaaf gen: Januarij van Bougis in haar plaats aan d’ E Comp: komt te presenteeren uijt Slavernije ontslagen en in vrijdom gestelt.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez
[Signed:] Mij Present
[Signed:] O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 152-160.¶
Saturdag den {17540316} 16: Maart 1754:
‘S voormiddags alle present.
Wierd door den Heere Gouverneur geproduceert, seeker Papier het welk naar het overleijden van den Cap:tn ter Zee van het aanweesend Retourschip Overnes Michiel van Zon, onder desselfs. Papieren gevonden, en op gisteren door den Nieuw aangestelden Schipper op voorseijden Bodem Paulus Raauwenhof aan zijn Edele is ter handen gestelt geworden; welk Schriftuur dat door het geheele Scheepsvolk van gedagte Schip Overnes in een Cirkel is geteekent, hierop met aandagt geleesen en daaruijt zijnde komen te blijken, dat het volk weijgerende om met het Schip tot den 25: Jann:ij deeses jaars onder het Princen Eijland ten anker te blijven leggen haare opperhoofden verders komen te versoeken, datse om reedenen in dat Schriftuur vermeld de Reijze wilden voortsetten, heeft men om regt te weeten, wat ‘er van deese Saak die als Seditieus en van quaad gevolg wierd aangesien mogte weesen, gedagte Schipper Rauwenhof in Raade doen
Verscheijnen en hem in ernstige Termen afgevraagt, hoe en op wat wijze deese Saak door het volk eijgentlijk begonnen en uijt gevoerd geworden was; waarop door denselven geantwoord wierd, dat wanneer Sijl: met hunnen geciteerden onderhebbenden Bodem op den 29: Decmbr pass:o omtrent het Princen Eijland waaren gekomen, en het Scheeps volk uijt de hiertoe gemaakt werdende Preparatien bemerkten, dat men voorneemens was om aldaar ten anker te koomen, sijl: als doen eenpariglijk dog op een beleefde wijze hebben versogt, dat dewijl ‘er reets veele van hun siek Lagen, het Schip met Leccagie behebt en het ook seer sober met hunne Provisien gestelt was, de Reijze oversulx Caabwaarts mogte werden voortgeset, te meer dewijl de wind als doen daartoe seer favorabel woeij.
Dat gedagten Cap:tn van Son hun hierop d’ ordres van haar hoog Edelens tot Batavia te weeten om tot den 25: Jann:ij voorm onder ‘t Princen Eyland te blijven leggen, voorgehouden hebbende, het volk haar gedaan versoek om door te Seylen gerenoveert had, en daarbij was blijven persisteeren; op het welke hij Cap:tn van Zon om zig deesen aangaande te kunnen dekken van haarl: een geschrift noopens deese Saak had afgeeijscht, en dat hierop door haarl: dan ook met den eersten het voorengem: Papier overgegeeven sijnde, vervolgens nog ten dien selven dage in den Scheeps raad was beslooten geworden om de Reijze herwaards voorttesetten, Ende also hier uijt is komen te blijken dat deese Saak van so een Natuure niet Is als deselve in ‘t eerste is voorgekomen, en dat het volk daar aan vrij minder schuldig is als men gedagt heeft, en dat door meergem: Schipper Rauwenhof op de diesweegens aan hem gedaane afvrage is betuijgd geworden dat het Scheeps volk sig so voor als na dien Tijd altoos en in alle gevalle volkomen vreedig en gehoorsaam heeft gedragen, en dat hij dierhalven geen de minste bekommering ofte Swarigheijd maakte om met hetselve de Reijze verder naar het Vaderland voorttesetten; heeft men dit alles wel overwoogen hebbende, voor den dienst der E: Comp: best gedagt en dienvolgens beslooten, die saak daarbij te laaten en dat Schip Overnes neevens Middelburg en Sparenrijk van hier te laaten vertrekken, te meer dewijl de kortheijd des Tijds met geen mogelijk heijd komt toe te laten om alhier dees en aangaande nader en ampelder ondersoek te kunnen laaten doen, sullende voor het overige het voorsz: papier neevens de daarop genomene Resolutie van den Scheeps Raad van dat Schip Overnes met dien Bodem in originali aan haar Wel Edele hoog agtb:r de heeren Majores in ‘t Patria werden overgesonden.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 161-176.¶
Dingsdag den {17540326} 26: Maart 1754.
‘S voormiddags alle present.
Geliefde den Heer Gouverneur de Leeden des Raads te kennen te geeven dat op gepasseerde Saturdag den 23: deeser op den Middag terwijl sijn Edele zig tot herstelling van desselfs gesontheijd in ‘s Comp:s hier na bij geleegene Thuijn aan het Nieuwland bevond, ter deeser Caabse Rheede is ten anker gekomen het Frans -Schip La Renomée gevoerd bij den Cap:tn Surville, denwelken sonder het Casteel te hebben gesalueert des namiddags om drie uuren aan de Wal en ten huijze van den Heer Secunde Sergius Swellengrebel gekomen zijnde; door zijn E: na d’ eerste pligt pleeging van dien Cap:tn desselfs Zee Brieven Eerst waaren afge Eijscht, en daarop door dien Cap:tn geandwoord, dat die zig in ‘t Schip bevonden en aldaar konde gesien worden; dat hij heer Secunde gesegden Cap:tn hierop hadde te gemoed gevoert, dat bij aldien hij volgens gebruijk desselfs Pas of Zeebrief zijn E: niet quam te vertoonen, men hem alsdan hier ter plaatse niet soude kunnen admitteeren, op hetwelke denselven aanstonts hadde beloofd, voorseijde Pas des volgenden daags te sullen komen vertoonen.
Dat hij Secunde dien Cap:tn vervolgens naar de Reeden gevraagt hebbende waarom hij na oude usantie dit Casteel niet hadde gesalueert, daarop door hem was geantwoord, dat hij positief Ordre hadde niet te schieten soo hij geen toesegging hadde met gelijke Schooten te sullen werden bedankt, en dat so men hem dus wilde handelen hij dan ‘t Casteel sonder vertoef ook soude groeten en anders niet; maar nademaal sulx teegens een ter deeser plaatse altijd geobserveert gebruijk en de Ordres die dicteeren dat de alhier aankomende vreemde Natien Scheepen met Twee Schoten minder moeten worden bedankt, was Strijdende, hij Secunde daarinne So niet hadde kunnen treeden.
Dat hij Heere Secunde op deese ontmoetinge sig sonder vertoef bij hem Heer Gouverneur aan het Nieuwland hadde vervoegd en aan zijn Edele van het gepasseerde kennis gegeeven, waarop hij aan zijn E: na Sijn gedoente te hebben goedgekeurt, ordre hadde gegeeven, dat indien dien Cap:tn Surville verders quam te weygeren om dit Casteel te salueeren, en zig niet te vreede wilde houden om na Costuume met Twee Schooten minder te worden bedankt, aan hem alsdan Conform d’ordres van haar hoog Edelens de Heeren der hooge Indiaase Regeering tot Batavia, vervat bij derselver ter observantie herwaarts gesondene Extract Resolutie de dato 6: octob:r 1750: geen de minste gerieflijkheijd van Provisie of handel toe te staan, maar enkeld en alleen genot van Water en Brandhout te accordeeren en hem daarmee af te wijzen.
Dat dikwils gen: Cap:tn Surville voorts den volgenden Dag, ofte Sondag den 24: deeser weederom bij hem Heer Secunde was gekomen, en na aan zijn E: desselfs Pas vertoond te hebben versogt had, om Provisien en ververssingen voor zijn volk te mogen erlangen, dog dat hem sulx door zijn E: /:gemerkt hij Cap:tn nog het doen van Salut ten zij hij met gelijke Schooten wierd bedankt, quam te weijgeren:/ navolgens de bovengem: Ordre en die van hem heer Gouverneur gerefuseert geworden zijnde, gemelte Cap:tn den Heer Secunde hierop op een brusque wijze te gemoed gevoerd had, dat dewijl hij noodsaakelijk Provisie quam te benoodigen en zijn Volk geen Brand hout te eeten konde geeven, hij dan met zijn Schip hier soude blijven leggen, met bijvoeging dat hier ter plaatse binnen korte daagen agt Scheepen Sijner Natie van meerder belang als het zijne nog stonden aan te koomen, die dat dis put noopens het Salut wel souden bemiddelen, of gelijk hij zig in ‘t Frans uitdrukte L’ajusteront bien, op het welk hem door den Heer Secunde in ernstige termen afgevraagd zijnde, wat hij met dit Laatste Seggen meende, gedagten Cap:tn hierop een sagter Toon aangenoomen en daarop geantwoord had, dat sulx geensints als een Soort van drijgement moeste opgenoomen werden, dewijl hij daarmeede eenelijk hadde willen te kennen geeven, dat zig onder de voorsijde agt Scheepen hun Commandant quam te bevinden, en dat ingevalle denselven goed vond hem te ordonneeren om Contrarie zijne Ordre te Salueeren, hij sulx alsdan ten eerste soude doen, en dat het verschil hier over dan gevoeglijk soude afgedaan zijn; waarbij die Saak ter dies Tijd sijnde gebleeven hij Secunde van het bovenstaande aan hem Gouverneur door den Eerst geswooren Clercq ter Politicque Secretarije Christiaan Ludolph Neethling weederom kennis hadde laaten geeven; sodat zijn Edele hierop nodig hadde geoordeelt deese Saak in alle desselfs omstandigheeden in deese vergadering te moeten voordragen en dies Leeden hier omtrent haar advijs te vragen: Namentlijk wat se souden vermeijnen dat in deesen verders of anders soude kunnen worden gedaan, waarop aangemerkt zijnde dat de hier aankomende Scheepen van handeldrijvende-Mogentheeden in India, bij hun arrivement, sonder disput dit Casteel altijd Salueeren, en zig te vreede houden met Twee Schooten minder bedankt te worden, so als dit ook door de Fransse Comp:e Scheepen en wel insonderheijd door die dewelke in de Jaaren 1752 en 1753: hier zijn aangeweest, sonder eenige difficulteijt of misnoegtheijd is geschied, invoegen men met Reeden soude mogen Twijffelen of aan gedagten Cap:tn Surville gelijk denselven voorgeeft, door zijne principalen wel Ordre om het Salut sonder met gelijke Schooten te worden bedankt, te weijgeren, gegeeven is, en in teegendeel eerder moeten denken dat sulx uijt eijge Caprice van hem sal zijn voortgekomen; het welk dog in allen gevalle op ons eijgen Territoir niet soude kunnen doorgaan als moetende wij de wet geeven maar niet ontfangen; en dat bovendien de bovengem: Ordre van de Heeren der Hooge Indiasche Regeering en insonderheijd die van den 3: Julij 1743, dicteerende dat alle vreemde Comp:s Scheepen met Twee Schooten minder moeten beantwoord worden, hier omtrent precise zijn, heeft men derhalven na den heer Gouverneur voor deese Communicatie te hebben bedankt, en zig met de tot nu toe in deese Saak gehoudene behandelingen geconformeert te hebben, voorts nog goed gedagt niet alleen daarbij te blijven persisteeren, maar ook dat tot beeter maintiën van ons regt, en voor te koomen dat hetselve niet werd gevioleert, men eene van ‘s E: Comp: hier Permanente Vaartuijgen omtrent dat Schip La Renomée op brand-wagt sal doen Leggen met ordre aan dies gesaghebber omme alle vaartuijgen die naar gementioneerde Frans - Schip sullen komen of willen vaaren teegens te houden en voorts te beletten dat met desselfs Schuijt of Barcas iets anders als water en Brand-Hout aan dien Bodem word toegebragt, en ten laatsten dat volgens de Ordre der Heeren Majores geene der gemeene Scheepelingen van dat Schip hier aan Land sullen mogen vernagten, en ook dat haare Vaartuijgen dewelke tot het afhaalen van Water en Brand hout af en aan sullen komen te vaaren, met sons ondergang sig naar Boord sullen moeten vervoegen en aldaar tot den volgende Morgen verblijven.
Aldus Geresolveert ende Gearresteert In ‘t Casteel de Goede hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 177-198.¶
Dingsdag den {17540402} 2: April 1754.
‘S voormiddags alle present uytgenoomen den heer Lieutenant Collonel Isaak Meinertzhagen
Na Resumptie der Resolutie op den 26: der even afgeweekene maand Maart genoomen, behaagde het den Heere Gouverneur deese vergadering weederom te Communiceeren dat het na China gedestineerde frans Schip Le Dauphin , den 27: der even afgeweekene Maand Maart ter deeser Rheede ten anker gekomen, en den Cap:tn van dat Schip gen:t Mons de S:t Medear, daags daaraan /:sonder dat het Casteel in dien tusschen Tijd door desselfs onderhebbend’ Schip was gesalueert geworden:/ verseld van desselfs Super Cargas als meede van den Capt: van het bevorens hier gearriveerde Schip La Renommé Mons:r Surville bij zijn Edele gekomen weesende; gedagten Cap:tn de S:t Medear na vertooning van desselfs Pas of Zeebrief hem heer Gouverneur had versogt om alhier met water en Brand hout te mogen geriefd werden, en voorts na dat hem sulx was geaccordeert nog om meede Provisien voor Sijn volk te mogen inkoopen, dog dat hij Gouverneur dien Cap:tn hierop ten antwoord hadde moeten geeven, dat dewijl het Casteel door hem bij zijn komst niet volgens gebruijk was gesalueert geworden, men hem oversulx volgens de Ordres niet anders als het genot van Water en Brand hout sonder iets anders, konde Permitteeren.
Dat hierop, door gedagten Cap:tn de S:t Medear was gerepliceert geworden dat hij dit niet hadde gedaan om dat hij gelijk bovengemelde Cap:tn Surville ordres had om niet te salueeren ten zij aan hem toesegging gedaen wierd dat het gemelte Salut met gelijke Schooten soude beantwoord werden, en dat hij op dien voet bereijd was hetselve te doen.
Dat nadat door hem Heer Gouverneur aan gedagten Cap:tn was ten andwoord gegeeven dat sulx geensints konde geschieden, dewijl dit met het gewoon gebruijk so alhier als op de andere plaatsen der E: Comp: en ook d’ ordres die men deesen aan gaande ter deeser plaatse hadde quam te strijden, hij Cap:tn de S:t Medear naar nog eenige weynige woorden wisselingen hadde beloofd, ten eersten ordre naar desselfs onderhebbend Schip te sullen senden om het Casteel behoorlijk te Salueeren; en dat zijn Edele gedagte Cap:tn hierop hadde toegesegt dat sodra sulx soude geschied zijn, het alsdan ook aan hem gepermitteert soude weesen, om de benoodigde Provisien en Ververssingen naar sijn goeddunken te mogen inkoopen, en dat hij verders allesints met dieselfde Vriendelijk heijd als aan alle bevoorens hier aangeweest sijnde Fransse en andere Vreemde Natien Scheepen ter deeser plaatse is, en altoos werd beweesen soude behandelt werden; met bij voeging wijders dat hij Heere Gouverneur weegens de voorseijde aan hem Cap:tn gegeevene Ordre noopens het Salut seer verwondert was, en teffens daarvan niet anders konde denken, dan dat deselve gantsch nieuw moeste weesen, gemerkt de fransse Scheepen die nog in ‘t voorgaande jaar 1753: alhier waaren aangeweest, sig met het Contra Salut van Twee Schooten minder volkoomen te vreeden gehouden en daaromtrent geene de minste difficulteijten gemaakt hadden; waarop door meergem: Cap:tn de S:t Medear gerepliceert wierd, dat deselve Ordre in der Daad nieuw en eerst in dit Jaar aen hem en de verdere opperhoofden der na India g’ Equipeerde Fransse Scheepen gegeeven was; dog dat hij om het genot van Provisiën en ververssingen te hebben liever daarover heen wilde Stappen, aan sig houdende om hiervan aan zijne heeren en Principalen kennisse te geeven; ‘t geen door hem Heere Gouverneur weederom was beandwoord geworden met te seggen dat dit wel was en dat zijn Edele sulx insgelijx aan zijne Heeren en Meesteren soude bekent maaken, opdat deese saak dus door beijderseijts Heeren Principaalen selfs soude kunnen werden gedecideert.
Dat na dat dit alles op voorseijde wijze met dikwilsgen: Cap:tn de S:t Medear was afgehandelt, door den Cap:tn van het eerstgekomene Schip La Renommé mons:r de Surville aan zijn Edele meede gevraagt was geworden, of dewijl het Casteel nu door het Schip van voorseijden Cap:tn de S:t Medear als desselfs Commandant stont gesalueert te worden, hij oversulx daarvan niet geëxcuseert soude mogen weesen, en bij hem Heere Gouverneur daarop ten antwoord gegeeven dat hetselve wel soude hebben kunnen worden geExcuseert ingevalle Sijl: te gelijk hier ter Rheede gekomen waaren; dog dat dewijl dit niet was geschied, het so hierom als wel principaal weegens het gepasseerde met hem Cap:tn Surville noopens het Salut, billijk was dat hij Cap:tn het Salut meede quam te doen, op het welke denselven hadde gerepliceert, dat bij aldien zijn voormelde Commandant, de S:t Medear hem dit quam te ordoneeren, hij sulx sonder vertoef soude naarkomen.
Dat gedagten Cap:tn de S:t Medear hem Cap:tn Surville sulx in ‘t byzijn van zijn Edele bevoolen, en Sijl: daarop met de uijtterste Civiliteijten afschijd genoomen hebbende het Casteel kort hierop door de Twee Scheepen elk met Neegen Schoten was gesalueert, en zij bijde na den anderen met Seeven Schooten bedankt; op het welk hij Gouverneur ten eersten de bij ‘t voorseijde Schip La Renomé gelegde Brandwagt van hetselve had laten wegneemen en de verdere Ordres tot weeringe van ‘t afscheepen van Provisien &:a gesteld, ingetrokken, en daar en teegens ter plaatse daar het vereijscht wierd, gelast om so aan dit Schip La Renome als dat van dikwils gen: Cap:tn de S:t Medear het een en ander te laaten volgen en deselve verders allesints Sodanig als hier omtrent de Vreemde Natien Scheepen gebruijkelijk is te behandelen.
Waarop men na welgemelden Heere Gouverneur voor deese Communicatie weederom te hebben bedankt; goed gevonden en verstaan heeft dat het voorgevallene met gementioneerde Fransse Cap:tns in alle desselfs omstandigheeden bij ‘t eerst aftegaane Schrijvens aan de Heeren Majores pligtschuldig sal werden ter kennisse gebragt.
Gemerk het seedert eenigen Tijd herwaarts geduurd hebbende gebrek aan Hollands Vleesch en Spek, voor als nog uijt hoofde dat met de Jongst hier aangeweest zijnde Patriaasche Scheepen niets daarvan ten behoeve deeses Gouvernements op de laatst gedaane Petitie van hetselve is aangebragt geworden, komt te continueeren, en dat men Sig thans meer als ooijt daerom verleegen bevind, nademaal het ter Rheede leggend Chinaas Retourschip Vreedesteijn so wel als dies alle Ogenblikken verwagt werdende mackers Roosenburg en Bosch en Hoven niet alleen elk met 2000: Ponden so vleesch als spek sullen moeten werden voorsien, maar ook de alhier nog van Bengalen aan te komene Scheepen /:gelijk het onlangs met Oost-Cappelle is geschied:/ en dat het bovensdien nog wel soude kunnen gebeuren dat die van Ceijlon meede een goede quantiteijt daarvan sullen komen te benoodigen; waarbij nog komt dat aan de onlangs ter deeser Rheede gearriveerde Fluijt Meervliet ter oorsaake van desselfs Seer Lange Reijze 6: vaaten vleesch en 7: dito met spek meede sullen moeten werden verstrekt, alle ‘t welke bij een gevoegd zijnde, een quantiteijt van 44: vaaten met Vleesch en 7: dito met Spek komt uijt te maaken, heeft men dierhalven om zig ten besten doenelijk uijt deese verleegentheijd te Redden en ‘s Comp:s kostelijke Retour-Scheepen voor al in staat van Vertrek te kunnen stellen moeten besluijten om behalven 9: vaaten met Spek dewelke de aanweesende uijt komende Scheepen Nieuw-Nieuwerkerk en de Jager met gevoeglijk heijd uijt derselver Provisie sullen kunnen missen nog 20: vaten met vleesch uijt ‘s Lands Carguasoen van laatstgem: Bodem te doen ligten dewelke na proportie van de voorseijde Calculatie over de gementioneerde des benoodigt zijnde Scheepen verdeelt, en aan handen sullende gehouden worden, Is voorts nog goed gevonden dat dat geene het welke daarvan aan ijder Schip nog sal komen te ontbreeken, met Caabs gesouten Vleesch sal worden gesuppleert ‘t welk d’ opperhoofden dier Scheepen sullen werden gelast het eerst te Consumeeren en dat hiervan aan de Heeren Majores in het Patria, mitsg:s de Heeren der hooge Indiase Regeering tot Batavia de noodige kennisse sal werden gegeeven, met eerbiedig versoek dat deselve van die goedheijd gelieven te zijn, om te sijner Tijd ons te willen notificeeren hoedanig dit vleesch zal zijn bevonden geworden, ten eijnde sig in vervolg van Tijd bij een diergelijke verleegentheijd als de teegenwoordige of anders daerna te kunnen reguleeren
Sijnde wijders verstaan dat eenen Samuel Philip Duuring die met voortwaarts gem: Schip Meervliet als Bootsmansm:t uijtgekomen en door den Scheepsraad van dat schip op den 28: Junij des voorl: Jaars tot Schieman aangestelt dog vervolgens den 26: october daaraan volgens Resolutie van voorseijden Scheeps-Raad uijt hoofde van desselfs slegt gedrag weederom tot Matroos gedegradeert geworden is; als op Batavia geschavotteert zijnde van dat schip Meervliet geligt en met een der aanweesende Retourscheepen om voor de kost Scheeps dienst te doen naar het Vaderland sal werden te ruggesonden, Sullende voorts desselfs Gagie seedert den 26: october voorm:t wanneer sulx is ontdekt geworden werden afgeschreeven.
Ende alsoo den Tijd van het opneemen der Burger effecten thans begind aan te naderen, so is al meede gearresteert dat men sulx weederom volgens het gewoone gebruijk so hier aan de Caab als aan Stellenbosch op den 30: deeser mitsg:s 1: en 2: may aanstaande ten overstaan van den Heer Fiscaal Land-Drost en Gecommitt:s sal laaten geschieden en dies weegens de noodige Billietten affigeeren.
Aldus Geresolveert ende gearresteert In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 199-221.¶
Dingsdag den {17540409} 9: April 1754:
‘S voormiddags alle present.
Heeft den Land-Drost Jan Andries Horak in voldoeninge van het aan hem geordonneerde volgens besluijt van den 26. febr: pass:o heeden in Raade het volgende Rapport ingeleevert.
Aan den wel Edele gestr. Heeren Rijk Tulbagh Gouverneur in loco, beneevens den E: agtb: Raad van Politie deeses Gouvernements.
‘Wel Edele Gestr: Heere en E: agtb:e Heeren.’
‘In opvolginge van ‘t geordonneerde bij uwer Wel Edele Gestr: en E: agtb:e Seer g’ Eerde Missive de dato 26. febr: Jongstl: heeft den onderget. Land-Drost des Districts Swellendam so dra het swaare Reegen weer sulx wilde toelaaten, sig vervoegd naar de woon plaats van den Land bouwer Adriaan van Wijk geadsisteert met de Heemraaden Andries de Jager en Andries Holthausen derwaarts meede genoomen hebbende den Burger P Sando; En na dat ter gesegde plaatse, die ruijm agt uuren rijdens van Swellendam af geleegen is, op den 22: der afgeweekene Maand Maart waaren gearriveert, heeft zig den onderget: met ende beneevens bovengem: Heemraaden en den Burger Sando naar die plaats begeeven, alwaar meergem: Pieter Sando seijde het aan den wel Edelen Gestr: Heere Gouverneur Rijk Tulbagh vertoonde en overhandigde Erts van daan gehaalt te hebben;’
‘Weshalven den onderget: ten opsigte van de Situatie dier plaats de Eere heeft te Seggen: dat deselve geleegen is ter zyden en wel een kleijn half uurtje gaans Noord ten Westen van de plaats van geciteerde Adriaan van Wijk in eene Vlacke kloof tusschen hooge Ruggens, werdende die Cloof besproeijt door de keur bosch Revier , die Noord Oostelijk uijt het hooge Gebergte komende vervolgens naar gissinge een half uurtje Suijdwestelijk Loopende, Sig in de Duijvenhox Revier ontlast; welke gem: keurbosch Rivier door haaren loop of uijtspoelinge in eene kleine vlakte heeft ontdekt en bloodgelegd een soort van blaauwe weeke klipbanken, in dewelke Sig eenige aderen vertoonen, waarvan eenige wel ter dikte van een Vinger N:W:t en Z:O:t dwars door die Revier zijn strekkende in ‘t daaraan leggende ronde gebergte; van welke aderen sig sommige vertoonen bij kans even als de Japanse kopere staafjes, boven het welke in de klippen niet alleen hier en daar kleijne ronde stukjes van de koleur versprijd sitten, maar selfs eenige plaatsen in gedagte klippen gevonden worden, die haar even als Blommen komen te vertoonen, sonder dat den onderget: egter seggen kan, wat dat het een en ander in zijne Eygenschap is, ofte in zig houd; hebbende denselve dierhalven in gevolge Uwer Wel Edele gestr: en E: agtb:r hoog geagt Bevel, ten zijnen bijweesen door ged: Sando een partij van die Specie doen uytkappen en dat in een vaatje gepakt, meede Caap waarts gebragt -‘
‘Ondertusschen heeft den ondergeteekende ten belange van de bequaamheijd dier plaats tot het aanleggen van een Bergwerk, de Eere te zeggen: dat sulx in allen deele betreffende seer gemakkelijk kan werden gedaan, want boven en behalven dat de haar vertoonende Aderen so als voorsegd door het Bedde der keurbosch Revier heen Schieten, sig ook in de aldaar rondsom leggende klooven eene meenigte van Brandhout, als meede tot het branden van koolen een Paar uuren van daar omtrent aan de Duijvenhox Revier , seer veele dikke en swaare Doornboomen bevinden, welkers koolen vermits haare harde Substantie veel meer hitte geeven dan andere houts koolen, mitsgaders dat meergem: keurbosch Revier door min moeyte kan opgedamt, verlegd, en tot gemak van een Meule gelijd werden; dog ! het swaare Timmerhout, als Balken en Planken, souden een uur of Ses verre uijt t groot vaders Bosch moeten gehaald en aangereeden werden.’
‘En hier meede gedenkende aan Uwer Wel Edele gestr: en E: agtb:r hoog geagt geordonneerde te hebben voldaan, dient deesen voor Eerbiedig Rapport.’
’/:was geteekent:/ J: A: Horak /:in margine:/ Cabo de goede hoop den 8: April 1754.’
Naar Lectuure van het welke verstaan is, dat van het daarin vermelde door gedagten Landdrost opgebragte Ertz, een gedeelte aan den Burger Willem Helmoet als zig des verstaande, mitsg:s ook aan den Burger en Silversmit David Ficker om hetselve ijder afsonderlijk te Smelten en af te Scheijden, sal werden ter hand gestelt, en dat men sulx vervolgens in derselver byweesen ook door meergem: Sando sal laaten doen, ten eijnde hier door op het seekerste te kunnen te weeten komen, of en welk Soort van Mineraal Sig in dat Ertz komt te bevinden, en alsdan dienaangaande nader en behoorlijk besluijt te kunnen neemen.
Hierna is geleesen Seekere Missive van den Land-Drost en Heemraaden van Stellenbosch en Draakensteijn de dato 1: deeser luijdende als volgt.
‘Cabo de Goede Hoop’
Aan den Wel. Edelen Gestr: Heere Rijk Tulbagh, Gouverneur van Cabo voorm: ende den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: agtb. politicquen Raade aldaar.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren’
‘Den Burger Hans Jurgen Kettenaar op heeden in onse vergaderinge te kennen gegeeven hebbende, geneegen te zijn, het Padt van de Hottentotsche Hollandsche Cloof , het geen door verscheijde daar in hoog opsteekende klippige Rotsen, thans byna onbruijkbaar geworden is, op zijn eijgen onkosten te vermaaken en geduurig in bequaamen Stand te houden, mits hem door Uw Wel Edele Gestr: en E: agtb:re mogte worden vergunt een a Twee morgen Land onder de gem: Cloof aan deese zijde van deselve, tot een wooning en Thuijn, sonder nogtans daar aen ooijt eenig eygendom te sullen mogen pretendeeren, Sullende alleenlijk hem tot een verblijf plaats verstrekken, tot solange hij gemelde Cloof onderhouden sal, en bij desselfs aflijvigheijd ofte onbequaamheijd de waarde der gebouwen, door hem aldaar te maaken, bij gecommitteerde Heemraaden alhier getaxeert en voor Reecq:g deeser Colonie aan zijne naartelaatene Erfgen: ofte volmagten voldaan worden, Voorts dat aan denselven Kettenaar door ieder der Ingeseetenen, dewelke over het Hottentots hollandsche Gebergte ‘t zij in eijgendom dan wel in leening plaatsen hebben, tot soverre als deselve onder dit district behooren, sullen moeten voldaan worden, agt Twaalf of Sesthien Schellingen ‘s Jaarlijx na een ijders vermoogen en omslag, indiervoegen genoegsaam de meeste vandeselve /:gelijk door verscheijde andere Ingeseetenen, die onder ‘t Swellendamse District plaatsen hebben, en nu en dan voorsz: Cloof komen te gebruijken, insgelijx geschied is:/ reets vrijwillig belooft en daar voor ook, bij een Lijst, thans nog onder den oud Heemraad Mon:s Daniel Malan berustende eijgenhandig geteekent hebben, en om van meergem Kettenaar eenige verseekering te hebben, ten eijnde denselven alsoo des te beeter tot het nakomen zijner belofte in verpligting te houden, betuijgde hij Kettenaar geneegen te zijn, Sig te verbinden, om in gevalle door hem het onderhouden van gedagte Cloof verwaarloost en niet behoorlijk gade geslaagen wierd, dat alsdan ten eersten het geen hij van deese en geene der Ingeseetenen, uijt hoofde van voorschreeven onderhoud, mogt te goed hebben, ten behoeve der Colonie alhier, verbeuren en teffens het Stuk Land, dat als boven hem vergunt mogte worden, so wel als de daarop staande gebouwen, ruijmen sal, sonder in sulken gevalle nogtans voor ‘t een nog ander het minste of geringste te sullen mogen pretendeeren, ende ten aansien w’ na desweegens gebesoigneert te hebben, onder het wijser oordeel van uwe wel Edele gestr: en E: agtb: vermeenen dat men op deesen voet te hoopen heeft, de veelgem: Cloof /:die andersints eerlange gantsche en al, als onbruijkbaar staat te worden:/ eens tot beeteren stand, tot geen kleijn gerief en voordeel van veele Ingeseetenen, sal kunnen worden gebragt, so gebruijken wij de vrijheijd uwe wel Edele Gestr: en E: agtb:re ‘t een en ander bij deesen onderdanig ter kennisse te brengen, met seer needrig versoek doeninge dat het Uw Wel Edele gestr: en E: agtb:re behaagen moge, bovengemelde Hans Jurgen Kettenaar een à Twee morgen Land onder de Hottentots Hollandsche Cloof , aan deese kant van deselve, ten eijnde en maniere als vooren Staat vervat, te vergunnen en wijders ons tot het passeeren van een Schriftelijk Contract, nopende het vermaaken en onderhouden van dikwilsgem: Cloof met opgem: Kettenaar, indiervoegen als boven uijtgedrukt staat, goedgunstelijk qualificatie te verleenen.’
‘Waarmeede besluijtende hebben wij d’ Eer Uw Wel Edele gestr: en E: agtb:re in Godes bescherming bevoolen hebbende, met diep respect te blijven.’
’/:onderstont:/ Wel Edele Gestr: Heer en E: agtb:re Heeren, Uw Wel Edele gestr: en E:agtb: Seer onderdanige en Gehoorsaame Dienaaren. /:was geteekent:/ A: v: Schoor, A: Brink, Pieter Dutoit, N: Vlok H: v:d: Merwe, P: v: d: bijl, D: D: villiers, A: v: Brakel, hend:k Hop /:in margine:/ ter vergadering van Heemraaden aan Stellenbosch p:mo April 1754.’
Op het welke goed gevonden is dat om Reedenen, mitsg:s onder sodanige Conditien als bij voorseijde Missive vermeld Staan, aan den Burger Hans Jurgen Kettenaer sal werden vergund om Twee morgen Lands onder en aan dees zijde van de Hottentots hollands Cloof tot een wooning en Thuijn te mogen gebruijken, als meede Land-Drost en Heemraaden voorm:t te qualificeeren om noopens het vermaaken en onderhouden van gedagte Cloof met gementioneerde Kettenaar sodanig Schrijftelijk Contract te mogen passeeren als dit meede bij voorseijde Missive versogt werd; Terwijl aan deselve voor het overige tot het doen van gesegden arbeijd ‘s Comp:s weegen een hondert Ponden Buskruijt eens sullen werden verstrekt.
Door den op het aan weesend uijtkomend Schip Meervliet bescheydene Predicant d’ Eerw: Johannes Wijpkens versogt zijnde geworden, om dewijl hij zig door de op de seer lang geduurd hebbende herwaarts Rijze geleedene fatigues niet wel in staat komt te bevinden met gedagte Bodem naar Batavia voort te Vaaren, dierhalven tot nadere Scheepsgeleegentheijd hier te mogen overblijven; Is hetselve aan zijn Eerw: geaccordeert; Sijnde hier en teegens aan den van ‘t Retourschip Deunisveld ter deeser plaatse verbleevenen Bataviase Burger Jan van Velsen toegestaan om neevens desselfs huijsvrouw hunne Reijze als nu verder naar Europa te mogen voortsetten.
Ook is aan den onderkoopman van het meede ter Rheede leggend uijtkomend Schip Huijgewaard Ysbrand Vincent geaccordeert om seekere S:t Jagose Dienstmaegd gen:t Maria dagrace dewelke hij aldaar met voorkennisse van den gesagvoerder op dat Eyland, ter oppassinge zijner zeer Jonge kinderen gehuurd en herwaards meede genoomen heeft, met eene van ‘s Comp:s Retour Scheepen van hier naar Neederland te moogen laaten vertrekken, ten eijnde deselve volgens het met haar aangegaene accoord verder in Portugal te kunnen laaten besorgen; aan welken ondercoopman Vincent nog is gepermitteerd geworden, om een kist met kleederen van desselfs op de herwaards Reijze overleedene Huijsvrouw meede met een van ‘s Comp:s Scheepen naar haare Vrienden in ‘t vaderland te mogen te rug senden.
Sijnde Laastelijk op het diesweegens bij Request gedaene versoek aan den Burger Ysbrand van Coppen een Stuk huijs Erf in ‘t district van Swellendam bij en omtrent des Land-Drosts wooning aldaar, ter groote van een hondert voeten in ‘t vierkant in eijgendom gegeeven.
Aldus Geresolveert ende gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 222-223.¶
Dingsdag den {17540416} 16. April 1754.
‘S voormiddags alle present.
Is aan den alhier van het Retourschip Deunisveld verbleevene onderkoopman Augustinus van der Crap gepermitteert om neevens desselfs huijsvrouw en hunl: dogtertje als meede nog seeker onder derzelver opsigt staande Jongeling gen: Jan Reynax, de Reijze met het ter Rheede leggend Ceylons Retourschip Vryburg als nu verder naar ‘t vaderland te mogen voortsetten; sullende oversulx de Gagie van gedagten van der Crap á dato deeses weederom Cours neemen.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 224-242.¶
Dingsdag den {17540423} 23: April 1754.
‘Svoormiddags alle present uijtgenoomen den E: Cap: Militair Rudolf Sigfried Alleman door Indispositie
Het met het ter Rheede Leggend Provisie Schip ‘t huijs te Manpadt alhier ontfangen geagt aanschrijvens van haar hoog Edelens de Heeren der hooge Indiase Regeeringe tot Batavia de dato ult:mo Dec: des voorleeden Jaars, neevens de daartoe gehoorende bijlaagen heeden in Raade geleesen geworden zijnde, is best gedagt, deselve om het gewigt der daarbij ter needer gestelde saaken bij de Resp: Leeden des Raads afsonderlijk ter Lectuure te doen rondgaan ten eijnde daarop vervolgens behoorlijk te besoigneeren. En is voorts in steede van den overleedenen Schipper van gedagte Schip ‘t Huijs te Manpadt Jan Roelofsz: weederom tot Schipper aangestelt den opperstuurman dier kiel Matthijs de Wit van Feemeren, en in desselfs plaats tot opperstuurman den onder dito Jacobus Barendsz van Ootmarssen, als meede tot onderstuurlieden den derde waak Pieter Christoffel Luders van Lubeck en Constapel Pieter van der Meulen van Uijtrecht, alles nogtans ter nadere approbatie van haar hoog Edelens de heeren der hooge Indiasche Regeering tot Batavia.
Ook heeft men op de diesweegens bij Requesten gedaane versoeken aan de Natenoemene Persoonen de volgende Landerijen in Eijgendom verleent, als:
Aan den Oud Heemraad Hendrik van der Merwe een veeplaats die hij al een geruijme Tijd van d’ E: Comp: in leening heeft beseeten, geleegen aan de Claas Voogts Revier ter groote van Sestig Morgen, onder Conditie egter dat behalven d’ ordinaire Jaarlijxe recognitie van 24: Rijxd:s door hem nog tot een erkentenisse voor het verkrijgen van den Eygendom van voorseijde plaats aan d’ E: Comp sal moeten betaald worden de Somma van Een Hondert Rijxd:s
Aan den Burger Jan Joost Lier een Stukje huijs Erfs en Thuijnland ter groote van Twee Morgen, geleegen aan de Berg Rivier , omtrent de plaatsen van de Land-bouwers Pieter du Toit en Andries du Toit Pietersz:, om zig daarop ter needer te Setten en desselfs Smits ambagt ten dienste der daaromtrent woonende Ingeseetenen te oeffenen, mits op hetselve Land geen vee te mogen houden, nog dat ook niemand der Buuren door het uijtgeeven van dien komt benadeelt te werden.
Sijnde wijders door den Burger Willem Helmoed C: S: noopens de Smelting en Scheijding van het sogen: goud Ertz door deselve in opvolging van het aan hun geordonneerde bij Resolutie van den 9: deeser gedaan, het onderstaande Schriftelijk Rapport ingeleevert.
Aan den wel Edelen Gestr: Heere Rijk Tulbagh Gouverneur van Cabo de goede hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: agtb:re Politicquen Raad.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:r Heeren.’
‘Agtervolgens het bij uwe wel Edele gestr: en E: agtb: geordonneerde; hebben de ondergeteekendens, naar dat den Eersten en Derden ondergeteek:de Willem Helmoed en David Ficker alvoorens ieder ápart eene Smeltinge ondernoomen hadden, van Sodanig Erts of aarde Stoffe als op aanwijzinge van den Burger en Silver Smid deeser plaatse Pierre Sandeau door den Land-Drost van Swellendam Jan Andries Horak, uijtgegraaven en Caabwaarts gebragt geworden is, sonder egter in ‘t selve, volgens het voorgeeven van ged: Sandeau, dat in ‘t selve goud zijn zoude, het alderminste gevonden te hebben, zig op den 12: deeser loopende Maand April des naardemiddags omtrent vijff uuren vervoegt, ten huijze van de meede Burger Carel Christoffel Rijkvoet ten eijnde aldaar bij te woonen de Smeltinge die voorm: Pierre Sandeau van die aard Stoffe off Sogenaamd Erts soude doen als wanneer eevengeciteerde Sandeau in presentie van ons ondergeteek:de een parthijtje van die aard stoffe afgegloeijt, gestampt, gesift, gewassen, en dat voorts weederom in een aarde Pan gedroogt hebbende, vervolgens niet alleen eijgenhandig in een Smelt kroes gedaan, maar ook de ondertenoemene Smelt Stoffen daarbij gevoegt, Namentlijk’
‘Christal Glas Aurum Pigmentum Nitrum depuratum en Sal alcali.’
‘Naar welkers verrigting geciteerden Sandeau dien Smeltcroes met een Stuk van eene Vaderlandsche Pan toegedekt, en die geset heeft in een rondsom denselven gemaakt Swaar Vuur van houts koolen waarin die Smelt kroes, niet teegenstaande hem Sandeau te gemoed gevoert wierd, dat denselven het geweld des Vuurs niet uytstaan, maar selfs versmelten soude moeten, drie agter een volgende uuren geweest zijnde, heeft men alsdoen des avonds de klocke ruijm 8: uuren dat vuur iets van Malkanderen gehaald ten eijnde den Smeltkroes te visiteeren, als wanneer men ontwaarde, dat deselve ten eenemaal versmolten was; weshalven de ondergeteek:de het vuur in diervoegen lieten leggen, om hetselve den volgenden Morgen te beeter te kunnen naspeuren en ondersoeken; invoegen de ondergeteekendens hun dan ook op den 13:de daaraan des morgens vroeg naar derwaards begeeven hebbende, is alsdoen door hun de smeltkroes ende daar in geweest zijnde Smelt Stoffe in eenen klomp bij malkander gesmolten, en in dien klomp bij naauwkeurige Visitatie eenige grijnen Suijver en fijn Pagoden goud sonder de minste vermenginge van eenig ander Metaal gevonden geworden ‘t geen /:gemerkt bij ‘t Smelten van ruuwe Ertsen het goud nooijt dusdanig Suijver uijt hetselve voortkomt, maar altoos met andere Metaalen vermengt is, en hierom in een Capelle door de Scheij-konst van ‘t selve moeten werden afgedreeven:/ de ondergeteekendens Seer Suspect is te vooren gekomen, en daarom met reedenen, als nog doed vast Stellen, dat bovengem: Sandeau, ‘t voorsijde in de gesmoltene Substantie gevondene goud, behendiglijk met de voorsijde aardstoffe in de Smelt kroes, moet hebben weeten te practiseeren, van welk een en ander de ondergeteek:de So voort aan den wel Edelen gestr: Heere Gouverneur Ryk Tulbagh rapport hebben gedaan; en vermits welgem: zijn Edele henl: daarop geliefde te ordonneeren, om de Smeltinge in absentie van ged: Sandeau nog eens op de selfde wijze als dit door hem in hunne presentie was behandelt geworden te hervatten, hebben de ondergeteek:de hetselve dan ook dusdanig op den 17: deeser in ‘t werk gestelt, sonder egter naar verloop van drie uuren iets anders in de Smeltkroes gevonden te hebben, als eene Smelt Stoffe Swart van Couleur in dewelke zig de fijne aarde gedrongen hadde, sonder dat hetselve het alderminste naar eenig Metaal gelijkt, so als uwe Wel Edele gestr: en E: agtb: uijt de Substantie die de onderget:s de Eere hebben hier neevens te voegen des gelievende klaarlijk sullen kunnen beoogen van welke nadere Smeltinge door de onderget: aan den Wel Edelen Gestr: Heere Gouverneur weederom pligtschuldig rapport gedaan geworden zijnde is henl: als doen door welgem: zijn Edele gelast geworden om ten derden maale, in presentie van meergem: Sandeau eene Smeltinge te doen, dewelke egter door de ondergeteek: niet heeft kunnen werkstellig gemaakt worden, gemerkt dikwils gemelde Pierre Sandeau zig heeft geabsenteert, en seedert niet weeder ten voorschijn gekomen is.’
‘En de ondergeteek:de hier meede gedenkende aan de g’ Eerde Intentie van Uwe Wel Edele gestr: en E: agtb: in so verre te hebben voldaan, neemen deselve dierhalven de vrij heijd Sig in alle ootmoed te onderschrijven. /:onderstont:/ Wel Edele Gestr: Heer en E: agtb: heeren, Uwe Wel Edele Gestr: en E: agtb:r onderdanige en trouw Schuldige Dienaaren. /was geteekent:/ Willem Helmoed, Cornelis Brouw David Fiker /:in margine:/ Cabo de goede hoop den 23. april 1754.’
Ende alsoo volgens de daer bij vermelde uijtslag der Proef neeming van gedagte Ertz, niets dat naar eenig Mineraal gelijkt, uijt het selve is te voorschijn gekoomen, sulx soo hieruijt als uijt de verdere bij dat Schriftuur ter needer gestelde omstandig heeden het in deesen gepleegde bedrog van den Burger Pieter Sandeau volkomen komt te blijken; heeft men gemerkt denselven Sandeau nu eenige daagen geleeden zig heeft komen te absenteeren moeten besluijten deese Saak hierbij te laaten berusten.
Laatstelijk is den Baas der Smits Jan Chrisostomus Elgas uijt hoofde van desselfs Slegt gedrag en verwaarloosing van zijnen dienst, weederom tot desselfs voorige qualiteijt van Scheeps Corporaal met ƒ14: ter maand gedegradeert, om in diervoegen van hier naar India versonden te worden.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 243-263.¶
Dingsdag den {17540430} 30 April 1754:
‘Svoormiddags alle present uijtgenoomen den E: Cap:tn Rudolph Sigfried Alleman, bij Indispositie.
Na gehoudene nadere deliberatie over het g’ Eerd aanschrijvens der Heeren van de hooge Indiaasse Regeering van den 31. Decembr: de Anno pass:o is goed gevonden dat daer op in alle Eerbied sal worden geantwoord.
Dat de aanplanting van den Indigo en het Cattoen, voor eerst in ‘s Comp:s Thuynen alhier aan de Caab, het Ronde Bosje en het Nieuwland , alleen sal worden geprobeert, hoewel sulx in opsigt van den Indigo in de Jaaren 1727 en 1728: bereijts te vergeefs is ondernoomen geweest, en dat men ook geen zeer voordeelige gedagten van het Cattoen kan opvatten, ter oorzaake van de koud heijd deses Climaats en de Swaare Winden die men hier te Lande heeft, het welk egter den Tijd en ondervinding sal moeten Leeren.
Maar aangaande het inslaan ‘s Comp:s weegen van alle de producten deeses Lands, voor een derde Minder, der daarop gestelde prijzen, dat sulx volstrekt ondoenelijk is; weegens dat bij gebrek aan Pakhuijsen en Maguazijnen /:met het opsetten van dewelke nogtans, voor so veel den Tijd en geleegentheijd het willen toelaaten niets word versuijmt:/ de Comp: na dat selfs de Pagters en deese ingeseetenen zig souden hebben voorsien van haare tot Consumptie en vertier benoodigde wijnen en graanen, dan nog de helfte niet soude kunnen ontfangen en bergen, van alles wat dat van die goederen soude komen over te schieten en bij deese inwoonderen, na de gewoone Leverantie, Somtijds moet overgehouden worden, ‘t welk den Meesten Tijd niet geschied om de groote Overtolligheijd daar van, maar wel bij gebrek van Scheeps ruijmte om die van hier te kunnen afscheepen en versenden, en voorts nog, om dat So een Considerabele verminderinge van de prijzen op een gedeelte van de producten deeses Lands, voor deese Ingeseetenen ten uijttersten nadeelig Soude weesen en hun in de bebouwinge der Landerijen seer drukken; te meer om dat bij zijn hoog Edelheijd den Heere Gouverneur Generaal Gustaaf Willem van Imhoff, geduurende desselfs aan weesen ter deeser plaatse den Prijs der producten die het hebben kunnen Lijden, bereijts zijn gereduceert, te weeten de Erweeten van Seeven op Vijff, en de Boonen van 6: op vier Rijxd:s de mudd:, en hier en teegens het vatgeld van een op Drie Rijxd:s op elke Legger Wijn verhoogt; en dat ook haar hoog Edelens tot Batavia de reductie die deselve bij haar g’ Eerde Missive van den 15: octobr: 1743: hadden gedaan op het Coorn van 8: op ƒ7: de mud op het kragtig Vertoog deeser Coloniers en van de groote inconvenienten die daar uijt souden resulteeren, bij haaren naderen Brief gedateert den 31: December 1744. wel hebben gelieven af te Schaffen en dat graan op den ouden Prijs van agt guldens weeder te stellen.
Verders dat d’ E: Comp: aan deesen uijthoek geene Bouwlanden besittende, maar alleen eenige weinige Vee posten, die dienen tot den aanqueek en het weijden van haare Trek ossen en Paarden, men aan den anderen kant meede geen mogelijkheijd Siet om So een accurate Caart als ge Eyscht word, van de Landerijen deeser ingeseetenen te kunnen laaten formeeren en oversenden; So om de groote uijtgestrektheijd deeses Lands en den verren afstand waarinne de Landerijen so van dit Casteel als van malkanderen leggen; als ter Saake dat om een werk van Sulken omslag en Costen, waarmeede eenige Jaaren Souden moeten worden doorgebragt, te kunnen verrigten en ten eijnde brengen, verscheijde bequaame persoonen die alhier niet worden gevonden, herwaarts Souden moeten gesonden worden; boven en behalven dat ook niet kan gecalculeert worden, wat elke plaats, alles door malkander gereekent, Jaarlijx wel Soude kunnen uijt leeveren, alsoo dit alleen afhangt van de goede of misgewassen.
Dat het leggen eener belasting van een Swaare stuijver op elk pond Vleesch, dat door de hier aankomende Scheepen van Vreemde Natiën, van de Wal na Boord Soude worden vervoert, meede niet kunnende geschieden, ter oorsaake dat dit aan het Debit die ‘s Comp:s Slagters daar van aan die Scheepen doen, doorgaans teegens Twee Stuijv:s het ld: niet alleen Seer Schaadelijk Soude weesen, en ook met eene om verre werpen, de aandeselve bij de aan besteeding der Leverantie van dien aan d’ E: Comp: daar toe vergunde privilegie, maar ook nog bovenal Soude uijtwerken dat deselve Slagters het vleesch in het vervolg so goed koop niet meer als se nu doen, namentlijk teegens Vijff duijten het pond aan d’ E: Comp: Souden willen of kunnen geeven; het verders meede zeeker is, dat de andere belastingen ten belange dier Scheepen, te weeten van Twee hollandsche Guldens op elke mudde Tarw, en Vier en Twintig diergelijke Guldens op de Legger Wijn die se van hier Souden meede neemen; om de Menagie die se over lang daar omtrent begonnen hebben te maaken en hier door nog hoe langer hoe grooter Soude moeten worden, so se niet nog Somtijds mogten te raade worden om de groote duurte van alle de Leevens middelen te ontgaan, deesen Haven voorbij te loopen, weijnig of niets Soude opbrengen, en daar en teegens aan deese Ingeseetenen een onherstelbaare Schaade toebrengen, die dog meestendeels van de Scheepvaart moeten bestaan; Terwijl men ten deese proposte niet onaangeroert kan laaten, dat het nu en dan ook gebeurt is, dat de Officieren der hier aanlandende Scheepen van Vreemde Natien, en voor al de Engelsche, hebbende gedoleert, over dat se ‘t ld vleesch eens so duur als deese Ingeseetenen moeten betaalen, deese Nieuwe belastingen niet alleen haare klagten Soude doen verdubbelen en veel opspraak veroorsaaken, maar hun ook reeden geeven om te denken, dat men Soude Soeken haarlieden hiermeede van deese plaats af te weeren.
En aanbelangende nu het Leggen eener belasting van 20: pC:to op het Lijwaat dat door meergemelde vreemde Scheepen alhier Soude mogen worden aangebragt, dat d’ E: Comp: hier door in Steede van Voordeel te trekken veel Schaade Soude komen te leijden, alsoo behalven dat het Rendement deeser belasting niet veel Soude kunnen opwerpen, als zijnde dit gouvernement geen plaats van Negotie, en alwaar men dienvolgens niet meerder komt te benoodigen als tot het dagelijx gebruijk word vereijscht en dan nog meest van groove Lijwaten; d’ E: Comp: aan den anderen kant door so een particulieren invoer, die ook het geld deeser Ingeseetenen uijt het Land Soude wegneemen, op de Negotie die se zelfs alhier in Lijwaat drijft onvergelykelijk meer Soude verliesen als so een belasting ooijt Soude kunnen opbrengen, invoegen dat dit ten Laatsten meede Soude moeten doen ophouden en te niet Loopen, de vendutie die daarvan en ook van andere goederen, haarentweegen ter deeser plaatse Drie a vier Maal des Jaars worden gehouden; welke vendutie na de Constitutie deeses Lands nu al eenige Jaaren heerwaarts Considerable winsten hebben afgeworpen; weshalven na ernstige overweeginge van Saaken het voor den Dienst der E: Comp: en het welweesen deeser Colonie best gedagt is, dat dit alles ook op het Eerbiedigste aan haar Wel Edele hoog agtb:r de Heeren Seeventhienen Sal voorgedragen en derselver Nadere Ordre diesweegens versogt worden.
Voorts dat de Sestehalven als van Ouds alhier Sullende blijven roulleeren voor Ses Stuijvers het Stuk, men wijders de Nieuwe Scheepjes en Hoedjes Schellingen, neevens de Nieuwe dubbelde Stuijvers, so dra die alhier in een genoegsaeme quantiteijt uijt het Vaderland Sullen weesen aangebragt, Sal Stellen: de Eerste op Seeven en de andere op Twee en een quart Swaare Stuijvers en alsdan met het Billioen na de ordre handelen.
Dat met de Eerste geleegentheijd van hier na Batavia sal te rugge gesonden worden den in den Jaare 1751: van daar herwaards gebannen boelangs koning Salomon Monoppo, dog dat het aangeschreevene noopens den Schipper Godlob Silo vermits desselfs depart in Febr:ij pass:o van hier na India, niet heeft kunnen worden in het werk gestelt.
En ten Laatsten dat al het overige geordonneerde so bij het in den hoofde deeses vermelde aanschrijvens als bij de daar neevens overgesondene bijlaagen, schultpligtig Sullende worden opgevolgt, men nog de heeren van de hooge Indiaasse Regeering eerbiedig Sal bedanken voor de Cajaate Balken dienende tot een as voor de Pelmoolen, mitsg:s de Goederen en Provisien, die het haar behaagt heeft met het Schip het huijs te manpadt herwaards te Senden, so wel als voor de geene die nog met Diemen Staan aangebragt te werden.
Synde vervolgens op het Seer Instantig gedaan versoek door gementioneerde te rug ontboodene Boelangs koning Salomon Manoppo, dat aan hem ter Consideratie van desselfs armoedigen toestand eenige Penningen mogten werden toegevoegd, om zig daermeede tot het doen zijner voorhanden zijnde Reijze in Staat te Stellen, verstaan, aan hem daartoe de Somma van Een hondert Rijxd:s uijt ‘s Comp:s Cassa alhier te laaten verstrekken, waarvan aan de Heeren der hooge Indiase Regeering meede behoorlijk kennisse Sal werden gegeeven, ten eijnde hier omtrent naar derselver goedvinden nader te kunnen disponeeren. Ende gemerkt de Schuijt van het op den 23: deeser gemonsterde Retour Schip ‘t Slot van Cappelle op eer gisteren door de holle zee teegens het Strand geslaagen mitsg:s ten eenemaal verbrijsselt geraakt is, en men thans hier ter plaatse geen Schuijten der E: Comp: aan handen heeft, om dat Schip ‘t Slot van Cappelle daarmeede te kunnen voorsien, is dierhalven om dien Bodem evenwel niet Sonder diergelijk vaartuijg van hier te laaten vertrekken, best gedagt, dat Seekere Vis Schuijt van den Burger Willem Boomsaijer als door den E: Equipagiem: Hendrik Taal besigtigt en ten dienste als gesegd bequaam gevonden zijnde, voor de Somma van Seeventig Rijxd:s die gesegde Boomsayer daarvoor komt te eijschen sal ingekogt en vervolgens aan geciteerde Schip ‘t Slot van Cappelle bijgeset worden.
Voorts is op het diesweegens bij Request gedaan versoek door den burger Jan Uijltjes van Laar aan denselven in eijgendom gegeeven een Stukje bouwland, dat door hem voormaals van d’ E: Comp: in Erfpagt is beseeten geweest, groot drie morgen en 412 quad:t Roeden, leggende annex desselfs plaats Stellengift geleegen onder Drakensteijn , onder conditie dat daarvoor Jaarlijx een recognitie van Twee Rijxd:s aan d’ E: Comp: sal moeten betaald werden.
Laatstelijk door den heere Gouverneur geproduceert zijnde geworden, een Plan ofte afteekening van de Batterij dewelke volgens het aangeteekende bij Resolutie de dato 22: Jann: deeses Jaars, omtrent het Sogenaemde Paarden Eylandt aan deese kant van de Soute Rivier moet gelegt werden; Is verstaan dat deselve Batterije aldaar Conform het voorseijde Plan sal werden opgebouwd.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorschreeven:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 264-265.¶
Saturdag den {17540518} 18: Maij 1754.
‘S voormiddags alle present.
Is aan den Major Jan Diederik Hof en Coopman Gerrit Pan die beijde met het thans in de Baaij Fals geankert leggende Retourschip de Gustaaf Willem van Batavia hier zijn aangekomen gepermitteert, om uijt hoofde van haare Swakke Lighaams gesteld heijd eenigen Tijd ter deeser plaatse te mogen overblijven, Sullende oversulx derselver Gagien ter tijd toe dat weederom van hier komen te vertrekken, moeten Stille Staan.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop, Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 266-283.¶
Dingsdag den {17540528} 28: Maij 1754.
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen d’ E: E: Capitain Rudolph Sigfried Alleman en Secret:s Josephus de grand Preez beijde door Indispositie.
Het Schip Diemen dat neevens ‘t huijs te Manpad door de Heeren der Hooge Indiassche Regeering met goederen en Provisiën ten behoeve deeses Gouvernements herwaards gesonden is, in de Baaij Fals binnen geloopen zijnde; geliefden den Heere Gouverneur deesenthalven heeden in Raade in Serieuse Overweeging te geven, wat nu omtrent dien Bodem in dit Storm en regenagtig Saijsoen ten meesten dienste der E: Comp: soude dienen gedaan te worden, namentlijk of men deselve, uijt de voorzeijde Baaij-Fals vermits aldaar geen geleegentheijd is om de laading dier kiel te kunnen Lossen en nog minder Bergen, herwaarts Soude doen op komen om vervolgens ontlost te worden, dan wel tot na het afloopen van de Winter daar ter plaatse te laaten leggen, ende Sulx niet alleen om te ontgaan het gevaar waaraan dien Bodem geduurende desselfs Legtijd ter ontlossinge ter deeser Rheede door de Swaare Stormen die doorgaens in deesen Tijd des Jaars alhier waaijen, Soude moeten g’ exponeert blijven, maar ook om dat dat Schip niet wel anders als met een W:N:W:te wind uijt meergem Baaij fals in Zee kunnende komen, het ligtelijk en so als de ondervinding dit ten opsigte van andere daaruit vertrokkene Scheepen die deesen uijthoek moesten te boven zeijlen geleert heeft, Soude kunnen gebeuren dat dit Schip soo dra hetselve in zee zoude gekomen zijn, bij het doorstaan van voorseijden wind tot op, Ja selfs beneeden het rif van Angulas soude te rug gedreeven worden, alwaar die kiel dan behalven den Tijd die deselve Soude moeten te Soek brengen, voor ende aleer hij het, ter oorsaake van de omtrent deese Cust dagelijx waaijende N:lijke winden, wederom so verre Soude kunnen ophalen op deese Tafelbaaij te besteevenen, nog veel Soude moeten uytstaan, en Somtijds in perijkel geraaken om nog meerder en grooter Schaade aan kiel en Lading te Lijden, Soo het Somtijds daar meede al niet erger Soude mogen komen af te loopen; waarover met aan dagt geraad pleegt en daarbij in aanmerkinge genoomen weesende, dat ofschoon dien Bodem alle deese gevaaren al te boven geraakt en gelukkig ter deeser Caabse Rheede Soude mogen zijn opgekomen, het alsdan door het Ruuw en Regenagtig weer, dat men gelijk reets is aangehaald dagelijx in dit winter Saijsoen te wagten heeft, nog Seer lang Soude komen aan te loopen eer de daarin afgelaadene Goederen ontlost en dat Schip Diemen weederom met Tarw en andere producten deeses Lands Soude kunnen worden afgeladen, heeft men oversulx om dit alles moeten besluijten dat dikwils gen: Schip Diemen , na het voorbeeld dat men daarvan in het jaar 1750. in opsigt van het Provisie Schip Polanen gehad heeft, tot na het afloopen van de Winter in de Baaij Fals zal gelaaten worden, om daarna ter ontladinge ter deeser Caabse Rheede op te komen: Sullende inmiddels de daarin afgeladene Pakken met Lijwaat dan wel een gedeelte derselve uijt hoofde van de tegenwoordige noodsaaklijkheijd derselver over den Landweg, in so verre Sulx mits den Soberen toestand waarin ‘s Comp Trek Beesten so door de lang geduurd hebbende koude als andere ongemakken Sig thans komen te bevinden, doenelijk sal zijn, herwaarts werden opgebragt.
Sijnde voorts ter Consideratie dat het RetourSchip de Geregtigheijd tot geen geringe bekommeringe voor als nog komt agter te blijven, verstaan: om Sodanige Seven amen met Constantia wijn als alhier nog ter versendinge voor de kamer Delft komen te resteeren, met het thans in de Baaij Fals vertoevende Schip de Gustaaf Willem derwaarts af te Senden.
Den Cap:tn der Arthillerij Engelbert Muller op zijn versoek van ‘t opsigt over ‘s Comp:s Gebouwen en ambagtslieden alhier, ontslagen geworden zijnde, heeft men op de gedane betuijging van den Heer Secunde Sergius Swellengrebel om de directie over ‘t een en ander sonder genot van het daartoe staande douceur van 25: Rijxd:s ‘S maands wel als hoofd administateur zijnde, op zig te willen neemen, mits aan zijn E: een bequaame Persoon wierd toegevoegd om bij Continuatie behoorlijke toesigt te houden dat de geordonneerde werken na vereijsch komen uijtgevoerd te werden; dierhalven het bestier over de gebouwen als meede de Resp: Baasen en ambagtslieden der E: Comp: alhier aan gem: heer Secunde Swellengrebel gedefereert, mitsg:s daarover als opsigter onder zijn E: nadere Ordres aangesteld den Vaandrig Jobs Ludolph Emelman, denwelken oversulx van het doen der wagten is g’Excuseert geworden.
Hierna is bij Lectuure van Seekere Missive van den Land-Drost en krijgs Raad tot Stellenbosch en Drakensteijn de dato 22. april pass:o behelsende versoek om ordre hoedanig sig te gedraagen omtrent de van Tijd tot tijd gedaan werdende versoeken door deese en geene Persoonen, om uijt hoofde dat deselve bij d’Eene of andere gemeijnte als ouderlingen komen te fungeeren van het doen der Burger exercitie te werden afgeschreeven, verstaan het voorseijde Collegie bij missive te doen gelasten, dat deselve diergelijke oneijgentlijke versoeken altoos Sullen hebben van de hand te wijzen en de Sodanige Persoonen so wel geduurende als na het expireeren hunner voorseijde kerkelijke Officiën, derselver burger diensten gelijk ‘t behoord neevens andere te laten waarneemen.
Vervolgens wierd door meergemelde Heer Secunde en hoofd administrateur Sergius Swellengrebel geproduceert d’ onderstaande Memorie.
‘Memorie van de nabesz: buijk planken en Porcelijnen uijt d’ onderstaande Bodems so te kort als gebrooken, de foulij bij ‘t openen van een Soekel in ‘t Negotie Pakhuijs te kort bevonden; gelijk te sien is bij de verclaaringen van Gecommitteerdens hier annex Namentlijk:’
‘
Uijt Nieuwnieuwerkerk | |||
afschrijven { | 3: | p:s gr: buijk planken op 200: p:s te kort | |
Uijt Vreedesteijn | |||
afschrijven { | 38: | p:s groote waterkommen op 200: p:s | } bij 't openen van 5: Cassen N:o 7: a 11: gebrooken |
51: | d:o kleyne d:o d:o 400: d:o | ||
49: | d:o Soepborden d:o 500: d:o | ||
83: | d:o Tafel d:o d:o 801 d:o | ||
In 't Negotie Pakhuijs | |||
39: | ld foulij bij 't openen van een Soekel bij naweeging te kort. |
Uijt Nieuwnieuwerkerk | |||
afschrijven { | 3: | p:s gr: buijk planken op 200: p:s te kort | |
Uijt Vreedesteijn | |||
afschrijven { | 38: | p:s groote waterkommen op 200: p:s | } bij 't openen van 5: Cassen N:o 7: a 11: gebrooken |
51: | d:o kleyne d:o d:o 400: d:o | ||
49: | d:o Soepborden d:o 500: d:o | ||
83: | d:o Tafel d:o d:o 801 d:o | ||
In 't Negotie Pakhuijs | |||
39: | ld foulij bij 't openen van een Soekel bij naweeging te kort. |
’/:onderstont:/ In ‘t Casteel de goede hoop den 28: Maij 1754: /:was geteekent:/ S: Swellengrebel’
Naar welkers Lectuure verstaan is dat de daarbij vermelde te kort komende foely en Planken, mitsg:s gebrookene porceleynen bij de Negotie Boeken deeses gouvernements Sullen werden afgeschreeven.
Waarna ook is nagesien geworden de generale Reecq:g der weesgelden Sodanig als deselve onder Ult:mo Decembr: des voorl: Jaars ter weeskamer alhier in weesen bevonden Sijn, luijdende gedagte Reeq:g als volgt.
‘
Generaale Reekening der Weeskamer aan Cabo de goede hoop onder Ult:mo December 1753: | ||
1753 | ||
p:mo Jann:ij | ||
was 't gantsche Capitaal op de Boeken | Rx282727:10: | |
d:o d:o restant der Contanten op de openstaande Boedel Reekeningen | d:o 21837:33: | Rx304564:43: |
in dit Jaar by gekomen op de Boeken als. | ||
over de op Intrest uytstaande Capitaalen verscheene Renten | d:o 7579:29 | |
d:o Nieuwe bewijsen | d:o 2347:-: | |
d:o d:o ten voordeele der weesen ingekomene penn:g | d:o 9869:19: | |
d:o d:o Openstaande Boedel Reekeningen | d:o 7534:17: | d:o 27330:17: |
Rx331895:12: | ||
afgegaan op de boeken als: | ||
over betaalde bewyzen | Rx1658:02: | |
d:o uitgegeevene Contante tot voldoen en onderhoud der weesen, mitsg:s Camer ongelden | d:o 15389:28: | |
d:o d' openstaande Boedel Reekeningen | d:o 17627:33: | d:o 34675:15: |
Resteerd onder dato deeses een Somma van | Rx297219:45: | |
Evengem: Capitaal bestaat. | ||
In diversse verband Brieven | Rx263071:40: | |
d:o Verscheene Intresten | d:o 17313:33: | |
d:o Debet der weeskamer tot Amsterdam | d:o 1233:12: | |
d:o d:o d:o d:o d:o Batavia | d:o 410:26: | |
d:o d:o d:o d:o d:o d:o Rotterdam | d:o 3001:24: | |
d:o d:o Restant der Contante op de Boeken d:o d:o d:o d:o d:o d:o openstaande | d:o 444:37: | |
Boedel Reekeningen | d:o 11744:17: | |
d:o 297219:45 |
Generaale Reekening der Weeskamer aan Cabo de goede hoop onder Ult:mo December 1753: | ||
1753 | ||
p:mo Jann:ij | ||
was 't gantsche Capitaal op de Boeken | Rx282727:10: | |
d:o d:o restant der Contanten op de openstaande Boedel Reekeningen | d:o 21837:33: | Rx304564:43: |
in dit Jaar by gekomen op de Boeken als. | ||
over de op Intrest uytstaande Capitaalen verscheene Renten | d:o 7579:29 | |
d:o Nieuwe bewijsen | d:o 2347:-: | |
d:o d:o ten voordeele der weesen ingekomene penn:g | d:o 9869:19: | |
d:o d:o Openstaande Boedel Reekeningen | d:o 7534:17: | d:o 27330:17: |
Rx331895:12: | ||
afgegaan op de boeken als: | ||
over betaalde bewyzen | Rx1658:02: | |
d:o uitgegeevene Contante tot voldoen en onderhoud der weesen, mitsg:s Camer ongelden | d:o 15389:28: | |
d:o d' openstaande Boedel Reekeningen | d:o 17627:33: | d:o 34675:15: |
Resteerd onder dato deeses een Somma van | Rx297219:45: | |
Evengem: Capitaal bestaat. | ||
In diversse verband Brieven | Rx263071:40: | |
d:o Verscheene Intresten | d:o 17313:33: | |
d:o Debet der weeskamer tot Amsterdam | d:o 1233:12: | |
d:o d:o d:o d:o d:o Batavia | d:o 410:26: | |
d:o d:o d:o d:o d:o d:o Rotterdam | d:o 3001:24: | |
d:o d:o Restant der Contante op de Boeken d:o d:o d:o d:o d:o d:o openstaande | d:o 444:37: | |
Boedel Reekeningen | d:o 11744:17: | |
d:o 297219:45 |
’/:onderstont:/ Ter weeskamer aan Cabo de goede hoop den 31: Decembr: 1753: /:lager:/ Continueerende en aankomende weesmeesteren /:was geteekent:/ P: v: Reede van oudshoorn, H:k v:n d:r Heijden Pieter koning, H:k Bletterman D: Heyning J M:s Cruijwagen. /:in margine:/ afgaande weesmeesteren /:en geteekent:/ [.....] Jasper Westpalm.’
Synde wijders op de hierom in Scriptis gedane versoeken de volgende Landerijen in eijgendom uijtgegeeven als: Aan den Eerw: Predicant in ‘t Land van Waveren Arnoldus Mauritius Meijering een Stukje Huijs Erfs en thuijnland omtrent de kerk aldaar ter groote van Twee morgen, onder Conditie egter om daarop geen vee te mogen houden.
Aan den Landbouwer Gerrit Visser een Vee plaats die denselven al eenigen Tijd van d’ E: Comp: in Leening heeft beseeten gen:t de vlakke Rug geleegen agter Riebeeks Casteel , mits verpligt blijvende behalven de Jaarlijxe recognitie van 24: Rijxd:s nog tot een erkentenisse voor het verkrijgen van den Eygendom van gedagte plaats de Somma van Een Hondert Rijxd:s in ‘s Comp:s Cassa te betaalen.
Nog is op het diesweegens bij request gedane versoek van den Metselaar Jan Nicolaas Berends, besloten dat met de tegenwoordig in de Baaij Fals vertoevende Retourschepen aan haar wel Edele groot Agtb:r de heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam eerbiedig sal werden versogt dat de Maand Ceel dewelke gem: Berendsz: voor zijn vertrek uijt ‘t vaderland door misleyding heeft komen te passeeren, weederom mag werden vernietigt.
Laatstelijk door den Heere Gouverneur gecommuniceert geworden zijnde, dat overmits de Schuijten der onlangs van hier vertrokkene Retour scheepen Lekkerland en Bosch en Hoven bij Swaar weer meede tegen het Strand geslaagen en ten eenemaal waaren verbrijselt geraakt, zijn Edele dierhalven even gelijk Sulx in ‘t Selfde geval omtrent ‘t Schip ‘t Slot van Capelle heeft moeten geschieden, ten behoeve van ‘t voorseijde Schip Lekkerland een groote Schuijt voor 150: Rijxd:s en voor Bosch en Hoven een kleynder teegens 70: Rijxd:s van particulieren alhier hadde laaten inkoopen, So is hetselve eenpariglijk als zeer welgedaan en met den dienst der E: Comp: over eenkomende Saak, aangemerkt, en dierhalven goedgevonden daarvan bij deesen aanteekeninge te houden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 284-289.¶
Dingsdag den {17540604} 4: Junij 1754.
‘Svoormiddags alle present, uijtgenomen d’ E E: Cap:tn Militair Rudolph Sigfried Alleman en Secret: Josephus de grand preez, beijde door Indispositie.
Is door den Heer Hoofd administrateur Sergius Swellengrebel om daar op dispositie te mogen erlangen in vergaderinge geproduceert de onderstaande Memorie van het te kort komende en gebrookene op de Lading van het ter deeser Rheede leggende Provisie Schip ‘t huijs te Manpadt , luijdende als volgt.
‘Memorie van de nabesz: Porcelijnen, Arak &:a uijt het Provisie Schip ‘t huijs te manpadt so gebrooken als bij pijling minder bevonden, gelijk blijkt bij de verclaaring van Gecommiteerdens hier annex, namentlijk:’
‘
42: | p:s Porceleijne Tafel borden op 500. p:s bij 't openen van 4: Cassen N:o 15:, 28, 30: en 54: gebrooken, zijnde 8 2/5: pC:to N:to |
4: | d:o d:o groote geribte Commen op 20: p:s bij 't openen van de Cas N:o 15: gebrooken, zijnde 20: pC:to N:to. |
33: | d:o d:o kleijne Commen op 100: p:s bij 't openen van de Cas N:o 28: gebrooken, zijnde 33: pC:to N:to |
18: | d:o d:o Middelbaare Schootels op 100:p:s bij 't openen van de Cassen N:o 30: en 54: gebrooken, zijnde 18: pC:to N:to |
720: | Cann: Aracq op 7200: Cann in 20: Leggers bij pyling minder bevonden, als 7: van 4: d:m 10 van 5 d:m en 3 van 6 d:m wan geweest, zijnde 10: pC:to N:to |
86: | p:s Jaty of Chineese Planken op 1000: p:s gebrooken. |
42: | p:s Porceleijne Tafel borden op 500. p:s bij 't openen van 4: Cassen N:o 15:, 28, 30: en 54: gebrooken, zijnde 8 2/5: pC:to N:to |
4: | d:o d:o groote geribte Commen op 20: p:s bij 't openen van de Cas N:o 15: gebrooken, zijnde 20: pC:to N:to. |
33: | d:o d:o kleijne Commen op 100: p:s bij 't openen van de Cas N:o 28: gebrooken, zijnde 33: pC:to N:to |
18: | d:o d:o Middelbaare Schootels op 100:p:s bij 't openen van de Cassen N:o 30: en 54: gebrooken, zijnde 18: pC:to N:to |
720: | Cann: Aracq op 7200: Cann in 20: Leggers bij pyling minder bevonden, als 7: van 4: d:m 10 van 5 d:m en 3 van 6 d:m wan geweest, zijnde 10: pC:to N:to |
86: | p:s Jaty of Chineese Planken op 1000: p:s gebrooken. |
’/:onderstont:/ In ‘t Casteel de goede hoop den 4: Junij 1754: /:was geteekent. S. Swellengrebel.’
Naar welkers Lectuure verstaan is dat de te kort komende Aracq als niet excedeerende mitsg:s de gebrookene Planken dewijl deselve dog ‘t zij ten dienste der E: Comp: gebruijkt dan wel sonder verlies Sullen kunnen verkogt werden, neevens het gebrookene Porcelijn gepasseert en bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements sullen afgeschreeven werden.
Hierna is op het diesweegens gedaan versoek van Burgerraaden deeser Plaatse, aan deselve toegestaan om dewijl het Linnen dat over eenige Jaaren aan haarlieden tot Tenten voor de Burgerije alhier is verstrekt geworden, voor als nog onopgemaakt gebleeven zijnde, thans begind te versticken, en dat gemelde Burgerraden buijten dien dog eenige Tenten aan handen hebben om bij onverhoopte voorvallen te kunnen werden geEmploijeert, het voorseijde aangestookene Linnen oversulx eer dat hetselve in ‘t geheel komt te bederven, publicquelijk te mogen verkoopen.
Aldus Geresolveert ende Gearresteert In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 290-293.¶
Saturdag den {17540608} 8: Junij 1754:
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen d’ E E:s Rudolph Sigfried Alleman en Josephus de grand preez beijde door Indispositie.
Naar Lectuure van het Rapport door den Schipper van het Provisie Schip ‘t huijs van manpadt Matthias de Wit, noopens de dagelijxe verrigtingen in ‘t ontlossen en weeder aflaaden van gedagte kiel en de daar omtrent ontmoete verhinderingen verleend, Is verstaan dat in margina van hetselve Rapport sal worden aangeteekent, dat nademaal behalven het volhandig werk dat men bij het aanweesen van dat Schip ‘t huijs te Manpadt met het afvaardigen van ‘t uijtkomend Schip Oud Carspel , mitsg:s de Retourscheepen ‘t Slot van Cappelle , Lekkerland en bosch en Hoven gehad heeft, ‘er ook een en Twintig Dagen zijn geweest, dat deese Rheede mits het hard en Ruuw weer niet heeft kunnen bevaaren werden, /:en ‘t welk het ontlossen en weeder aflaaden van meer gemelden Bodem onvermijdelijk Considerabel heeft komen te vertragen:/ dit de waare en weesentlijke Reedenen zijn, waarom deselve Langer als anders Soude geschied zijn, aan dit Gouvernement heeft moeten vertoeven, Sullende het voorseijde Rapport vervolgens in diervoegen aan haar hoog Edelens de heeren der hooge Indische Regeering tot Batavia Conform derselver ordres op dit Stuk gegeeven, in Copia authenticq werden geSuppediteert.
Aldus Geresolveert ende Gearresteert In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 294-296.¶
Dingsdag den {17540702} 2: Julij 1754:
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen d’ E E:s Capitain Militair Rudolph Sigfried Alleman en Secret:s Josephus de grand preez beijde door Indispositie.
Vermits den Tijd der verpagting van ‘s Lands gemeene Middelen en Inkomsten weederom begind op handen te Schieten, is oversulx verstaan dat hetselve in diervoegen als in den voorleedenen Jaare is geschied sal worden in het werk gestelt, en dat men tot bekent maakinge van dien naar gewoonte de noodige Billietten Sal laaten affigeeren.
Sijnde wijders ook goed gedagt om meede bij affixie van Billietten aan een ijgelijk kennisse te doen geeven, dat na den 15: der aanstaande Maand augustus de verstrekking van goederen uijt de resp: Pakhuijsen der E: Comp: so lange Sal ophouden tot dat deselve Pakhuijzen volgens gewoonte door Expresse Gecommitt:s Sullen weesen opgenomen.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 297-305.¶
Dingsdag den {17540723} 23: Julij 1754.
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen d’ E E: Cap:tn Militair Rudolph Sigfried Alleman en Secret: Josephus de grand preez bij indispositie.
Naar Lectuure van Seekere Missive door den Equipagiem: Hendrik Taal in dato 19: deeser uijt de baaij Fals aen den Heer gouverneur geschreeven en luijdende als volgt.
‘Cabo de Goede Hoop’
Aan den wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh, Gouverneur van Cabo voorm:t en den Ressorte van dien &:a &:a &:a
‘Wel Edele gestr: Heer’
‘Onder Uw Wel Edele Gestr: veel g’Eerde welduijding, hebbe ik uijt het alhier ter Rheede Leggende Provisie Schip Diemen van Scheeps gebruijk so van Equipagie als Amonitie goederen geligt,’
‘
1: | p:s groot Zeijl |
1: | d:o Fok |
1: | d:o voormars zeijl |
1: | d:o kruijs Zeijl. |
1: | d:o Swaar Touw |
4: | d:o Cannon van 6: ld Bals met hun rampaarden. |
600: | ld Busse kruijt en |
1350: | d:o d:o d:o met het Schip Nieuwvyvervreugd alhier aangebragt. |
1: | p:s groot Zeijl |
1: | d:o Fok |
1: | d:o voormars zeijl |
1: | d:o kruijs Zeijl. |
1: | d:o Swaar Touw |
4: | d:o Cannon van 6: ld Bals met hun rampaarden. |
600: | ld Busse kruijt en |
1350: | d:o d:o d:o met het Schip Nieuwvyvervreugd alhier aangebragt. |
‘En uijt het Schip Schuylenburg .’
‘9: p:s Canon van 6: ld Bals met haar Rampaarden, en alle gem: goederen aan het alhier meede ter Rheede leggende Retourschip d’ Geregtigheijd doen overgeeven; Sijnde in gem: bodem de Geregtigheijd nog over gebleeven 4: p:s Cannon van 8: ld: en 1: p:s van 6: ld Bals, so dat dien Bodem thans weeder met voorwaards 13 p:s geligte Stukken gemonteert is met 18: p:s Cannon als 4: van 8: ld en 14: van 6: ld Bals; hebbe ook nog in gen: kiel de Geregtigheijd bevonden 900: ld Busse kruijt, waarvan nog 600: ld bruijkbaar is, dat met bovengem: 1950: ld te Saamen maakt 2550: ld van die brand Stoffe en d’ 300 ld bedurven d:to hebbe ik in het Schip Diemen ter overbrenging na de Caab doen inscheepen, en alsoo dien Bodem van Een Schuijt dient versien te worden, en ‘er hier Twee te bekomen zijn, als een bij den Burger Jan Munnik, en d’ andere bij den meede burger Hendrik Veersen, so hebbe ik door de Scheepstimmerlieden de beste en bequaamste daarvan doen uijtsoeken, die de Schuijt van den burger Munnik voor de besten houden, waarvoor gem: Munnik komt te vorderen 65: Rijxd:s waarop ik Uw Wel Edele gestr: veel g’Eerde ordre zal verwagten; versoeken uw wel Edele dat nog herwaarts gesonden mag worden ‘t onder gespecificeerde Timmerhout tot het repareeren der Combuijs op meergem: Retourschip de Geregtigheijd , als:’
‘
6: | Stukken Eyken hout lang 9: voeten, dik 4:, en breet 12: duijmen. |
3 1/2: | p:s Greene Plank van 2: d:m |
1 1/2: | d:o d:o d:o d:o 3 d:o |
5 | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:m |
6: | Stukken Eyken hout lang 9: voeten, dik 4:, en breet 12: duijmen. |
3 1/2: | p:s Greene Plank van 2: d:m |
1 1/2: | d:o d:o d:o d:o 3 d:o |
5 | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:m |
‘vermits bij het afbreeken van gemelde Combuijs bevonden hebben dat gen: houtwerken daar toe komen te benodigen.’
‘Waar meede onder Uw Wel Edele gestr: welduijding de vrijheijd neemen deesen te besluijten en blijve met onderdanigheijd.’
’/:onderstont:/ Wel Edele gestr Heer; UW WelEdele gestr: onderdanige en gehoorsame Dienaar /:was geteekent:/ Hend:k Taal /:in margine:/ Simons baaij den 19: July 1754:’
Heeft men de daarbij vermelde door gesegden Equipagiem: gedaane Ligtingen van Equipagie goederen en Ammunitie van Oorlog, soo uijt het Provisie Schip Diemen als het hier permanente Scheepje Schuijlenburg , om ‘t een en ander aan ‘t Retourschip de Geregtigheijd als des benoodigt zijnde, over te geeven, en dien Bodem daar door te Spoediger weederom in Staat van vertrek te brengen, geapprobeert; en wijders verstaan, dat volgens het voorstel van meergem: Equipagiem: de Schuijt van den Burger Jan Munnik voor de Somma van 65: Rijxd:s die den selven daar voor komt te eijsschen, ingekogt, en meede aan gementioneerde Schip de Geregtigheijd zal worden bijgeset: En is voorts in Steede van den overleedenen Cap:tn Lieut:t dier kiel Marten Lop, ter nadere approbatie van haar wel Edele Hoog Agtb:r de Heeren Majores in ‘t Patria weederom tot Schipper aangestelt den daarop bescheijdene Lieutenant Pieter Oman van Stokholm, met halveering van Gagie tot ƒ57: ter m:d, aan wien het selve Schip de Geregtigheijd dan ook navolgens d’ordre der E: Comp: behoorlijk sal werden over gegeeven.
Sijnde laatstelijk ingevolge het geordonneerde door haar hoog Edelens tot Batavia, tot het Examineeren der Negotie en Soldij Boeken deeses Gouvernements Conform het gearresteerde in Raade van India sub dato 30: July 1753 gecommitteert, de E E: Coopluijden, mitsg:s Leeden deeses Raads Nicolaas Heijning en Corn:s Eelders.
Aldus Geresolveert ende Gearresteert In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 306-320.¶
Dingsdag den {17540827} 27 aug:s 1754:
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen d’ E: E: Capitain Militair Rudolph Sigfried Alleman en Secret: Josephus de grand preez beyde door Indispositie
Heeft den Heer Hoofd Administrateur Sergius Swellengrebel heeden in Raade geproduceert een Memorie van alle Sodanige Goederen als ‘er Seedert P:mo Septembr: des voorl: Jaars tot dato deeses in de respec:t Pakhuijzen der E: Comp: bedurven geraakt of onbruijkbaar geworden zijn; welken aangaande gearresteerd is, dat met deselve zal worden gehandelt Conform het aangeteekende in Margine van voorseijde Memorie dewelke Luijd als volgt.
‘Memorie van de nabesz goederen geduurende dit boek Jaar ofte Seedert p:mo Septemb:r an:o pass:o tot ultimo deeser by diversse administrateurs onbequaam en onbruijkbaar, als meede de tabak bij ‘t openen van diversse Cassen in ‘t negotie Pakhuijs bij naweeging te kort bevonden, gelijk te sien is bij de verclaaringen van gecommitteerdens hier annex, namentlijk:’
‘
In 't Negotie Pakhuijs | |||
verkoopen { | 2: | p:s Ijsere Potten, gebrooken. | |
1: | d:o Coopere koks keetel, dewelke bij Continuatie in leening der Traanbranders geweest zijnde, onbequaam is geworden. | ||
3196: | ld Tabak, zijnde het restant, dewelke p:r het Schip Nieuwerkerk in de maand April 1746: aan gebragt, Seedert verscheijde Maalen op vendutien geveijlt onverkoopbaar bevonden, en thans ten eenemaal uijtgedroogt is. | ||
9: | p:s Pijlaaken | } gemotteert | |
19: | d:o Duffeltjes | ||
20: | d:o Broeken | ||
160: | paaren Coussen | ||
Op de Wapen-kamer | |||
verkoopen { | 5: | p:s Geweer kappen | } onbequaam |
2: | d:o officiers Tenten | ||
2: | d:o onderofficiers d:o | ||
15: | d:o gemeene d:o | ||
In de Wijn-kelder | |||
verkoopen { | 132: | p:s heele Leggers onbequaam | |
Int hout Maguazijn. | |||
verkoopen { | 2 1/2 | Oxhoofden Cement, bedorven. | |
41: | p:s gesaagde deelen, so aangestooken als gebrooken. | ||
1: | d:o gr: deel van 2: d:m aangestooken | ||
40: | d:o Estrikken van 16: d:m gebrooken. | ||
In 's Comp:s Hospitaal | |||
verkoopen { | 1: | p:s Tinne water fles | } onbequaam |
2: | d:o Coopere Staart pannen | ||
9: | d:o Steek bekkens | ||
1: | d:o Copere Schaal met zijn balans | ||
12: | d:o Siften | ||
In 's Comp:s Equipagie Pakhuijs | |||
afschrijven en tot de steen ovens te gebruijken { | 1: | p:s Groote Mast | |
1: | d:o basaans d:o | } alles ten eenemaal verrot vergaan en dus tot eenig ander dienst in 't geheel onbruijkbaar bevonden, van 't afgelegde Schip Tols duijn | |
1: | d:o boegpriet | ||
1: | d:o boven blinde Steng | ||
1: | d:o groote Rhaa | ||
1: | d:o focque d:o | ||
1: | d:o bram d:o | ||
1: | d:o boven blinde d:o | ||
So op de Couvre Face Imhoff, als op de Batterij de Chavonnes ten eenemaal verrot en vergaan bevonden | |||
afschrijven en te gebruijken als vooren { | 1 | p:s Affuijt van 24: ld: Bals. | |
3 | d:o d:o d:o 18: d:o d:o | ||
afschrijven { | 97: | ld Taback bij 't naweegen van 336: Rollen en 7: Cassen gem:t L:a P:P:P: tot W:W:W: p:r het Schip buijtensorg den 1: febr: deeses Jaars aangebragt te kort bevonden. |
In 't Negotie Pakhuijs | |||
verkoopen { | 2: | p:s Ijsere Potten, gebrooken. | |
1: | d:o Coopere koks keetel, dewelke bij Continuatie in leening der Traanbranders geweest zijnde, onbequaam is geworden. | ||
3196: | ld Tabak, zijnde het restant, dewelke p:r het Schip Nieuwerkerk in de maand April 1746: aan gebragt, Seedert verscheijde Maalen op vendutien geveijlt onverkoopbaar bevonden, en thans ten eenemaal uijtgedroogt is. | ||
9: | p:s Pijlaaken | } gemotteert | |
19: | d:o Duffeltjes | ||
20: | d:o Broeken | ||
160: | paaren Coussen | ||
Op de Wapen-kamer | |||
verkoopen { | 5: | p:s Geweer kappen | } onbequaam |
2: | d:o officiers Tenten | ||
2: | d:o onderofficiers d:o | ||
15: | d:o gemeene d:o | ||
In de Wijn-kelder | |||
verkoopen { | 132: | p:s heele Leggers onbequaam | |
Int hout Maguazijn. | |||
verkoopen { | 2 1/2 | Oxhoofden Cement, bedorven. | |
41: | p:s gesaagde deelen, so aangestooken als gebrooken. | ||
1: | d:o gr: deel van 2: d:m aangestooken | ||
40: | d:o Estrikken van 16: d:m gebrooken. | ||
In 's Comp:s Hospitaal | |||
verkoopen { | 1: | p:s Tinne water fles | } onbequaam |
2: | d:o Coopere Staart pannen | ||
9: | d:o Steek bekkens | ||
1: | d:o Copere Schaal met zijn balans | ||
12: | d:o Siften | ||
In 's Comp:s Equipagie Pakhuijs | |||
afschrijven en tot de steen ovens te gebruijken { | 1: | p:s Groote Mast | |
1: | d:o basaans d:o | } alles ten eenemaal verrot vergaan en dus tot eenig ander dienst in 't geheel onbruijkbaar bevonden, van 't afgelegde Schip Tols duijn | |
1: | d:o boegpriet | ||
1: | d:o boven blinde Steng | ||
1: | d:o groote Rhaa | ||
1: | d:o focque d:o | ||
1: | d:o bram d:o | ||
1: | d:o boven blinde d:o | ||
So op de Couvre Face Imhoff, als op de Batterij de Chavonnes ten eenemaal verrot en vergaan bevonden | |||
afschrijven en te gebruijken als vooren { | 1 | p:s Affuijt van 24: ld: Bals. | |
3 | d:o d:o d:o 18: d:o d:o | ||
afschrijven { | 97: | ld Taback bij 't naweegen van 336: Rollen en 7: Cassen gem:t L:a P:P:P: tot W:W:W: p:r het Schip buijtensorg den 1: febr: deeses Jaars aangebragt te kort bevonden. |
’/:onderstont:/ In ‘t Casteel de goede hoop den 27: augustus 1754: /:was geteekent:/ S: Swellengrebel.’
Hierna geleesen weesende Seeker versoek Schrift door Burgerraaden deeser Plaatse in de volgende bewoordinge gepresenteert.
Aan den wel Edel gestr: Heere Rijk Tulbagh Gouverneur van Cabo de goede Hoop beneevens den E: agtb:r Raad van Politie.
‘Wel Edel Gestr: Heer en E: agtb:re Heeren’
‘Vertoonen met Schuldige Eerbied, Burgerraaden deeser Steede, hoe dat hunne gewoone Jaarlijxe inkomsten, die door hunlieden op den Naam van Ratelwagt, Leeuwen en Tygergeld van deese Ingeseetenen worden opgehaald en ontfangen bij eenige de minste Extraordinaire toevallen niet toereijkende zijn, omme daar meede rond te Schieten, en dat naar maate, de weegen, tusschen het Casteel na de Soute Revier , windmoolen en ‘t Ronde bosje , door het van ‘t Gebergte afkomende Reegen waater van tijd tot Tijd komen te verërgeren, ook de noodige Onkosten tot derselver reparatie Jaarlijx grooter worden, bovendien worden tot onderhoud der Bruggen veele onkosten vereijscht, gelijk deesen Jaare weederom een Nieuwe Brug op de Gragt heeft moeten worden gemaakt, en dat nog verscheijde dier Bruggen binnenkorten dienen vernieuwt te worden Mitsgaders het wagthuijs op het Pleijn, is so Slegt en bouwvallig, dat hetselve, met een Nieuw dak daarop te leggen, niet kan verholpen, maar wel ten eenemaal dient afgebrooken en Nieuw opgehaelt te worden, tot het dragen van alle welke onkosten als gesegt, hunne inkomsten niet toereijkende zijn, En dewijl binnen korten den Tijd op handen is, dat de Supp:lt de gewoone belastingen ofte quotisatie Penn:gen op den Naam van Leeuw, Tyger, Brugge, weege en Ratelwagts geld, reguleeren moeten, zijnde Twee Schell: p:r m:d voor ijder Schoorsteen en dan Jaarlijx een Montant van Ses tot Twaalff Guldens voor een ijder die huijzen of Landereijen in eijgendom besitten, mitsg:s drie en vier guld: voor die geene vaste goederen hebben, als meede Twee guld:s de ongehuwde Jongmans, te doen betaalen, en dat ‘er van die Taxatie veele en verscheyde gegoede Inwoonders zijn g’ Eximeert, te weeten de Dienaaren der E: Comp: in deese Tafelvalleij woonagtig, Mitsg:s Burgerraaden en derselver weduwen, so neemen de Supp:lten de vrijheijd Uwe Wel Edele gestr: en E: agtb:r eerbiedig te versoeken, dat aan deselve mag werden geordonneert: dat zij in ‘t vervolg en bij de nu aanstaande quotisatie, een ijgelijk Sonder onderscheijd, die huijzen of vaste goederen hebbe of wel burger neering doen, naar evenreedigheijd van ‘t gunt de andere ingeseetenen, tot nu toe betaalt hebben, te mogen Taxeeren, omme dus de gewoone Lasten Eguaal te helpen dragen, ofte wel dat Uwel Edele Gestr: en E: agtb: daar omtrent Soodanigen Schikking gelieve te maaken, als naar derselver hoog wijs Oordeel Sullen gelieven goed te vinden, waarop een gunstige appositie verwagten, en met een diep en needrig respect verblijven. /:onderstont:/ wel Edele gestr: Heer en E: agtb:r Heeren, uwe wel Edelgestr: en E agtb: onderdanige en gehoorsaame dienaaren /:was geteekent:/ H: J: Prehn, P: Artoijs, J: Hassingh,’
Is daarop goedgevonden en verstaan, Burgerraaden voormelt te qualificeeren om de in het voorseijde Schriftuur gespecificeerde gewoone belastingen, voortaan van alle gegoede en in deese Tafelvalleij woonagtig zijnde ‘S Comp:s Dienaaren Sonder onderscheijd, mitsg:s van Burgerraaden en derselver weduwen, na Proportie van ‘t geene door andere Ingeseetenen betaald werd te mogen invorderen; dog de Resp: Leeden deeses Raads die huijsen en andere vaste Goederen besitten, zig bij deese geleegentheijd voor hun andeel in meergemelde Belastingen van Leeuwen, Tijger, Brugge, weegen en Ratelwagts of Schoorsteen-geld getaxeert hebbende op een Somma van Thien Rijxd:s Jaarlijx, sal sulx gevolgelijk tot narigt voor Burgerraden in deesen kunnen dienen.
Ende nademaal tot groote ontstigtinge werd ondervonden dat de assurantie en Baldadigheijd der Slaaven ongeagt de hier teegens Successivelijk gestelde Ordres Seedert eenigen Tijd herwaards Sodanig is toegenoomen dat veele derzelver dagelijx tot allerhande Brutaliteyten en onordentelijkheeden komen uijttespatten, Is hierom raadsaam geoordeelt de wetten en ordonnantien die deesen aangaande van tyd tot tijd zijn geEmaneert, bij een bijsonder placcaat bij een te vergaderen, mitsgaders Sodanig te amplieeren als de teegenwoordige Constitutie des Tijds komt te vereijsschen -
Sijnde Laatstelijk in Steede van den overleedenen Ritmeester van de Eerste Comp: Burger Cavallerij alhier Jan Laurens Bestbier daar toe weeder aangestelt den luijtenant van die Selfde Comp: Hendrik van der Heijde, in wiens plaats men den Cornet Oloff Bergh als Luijtenant hebbende laaten optreeden, is, voorts weederom tot Cornet aangesteld den wagt meester Nicolaas Laubser.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 321-324.¶
Saturdag den {17540831} 31: Aug:s 1754:
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen d’ E E:s Capitain Militair Rudolph Sigfried Alleman en Secret:s Josephus de grandpreez bijde door Indispositie.
Op heeden volgens Jaarlijx gebruijk naar behoorlijke klokke geklep en uijtroepinge van den Boode, getreeden zijnde tot de publicque verpagting van de gemeene Middelen en Inkomsten deeses Gouvernements navolgens de diesweegens geaffigeerde Billietten, so zijn deselve ingemeijnd geworden door alsulke Persoonen en tot Sodanige Prijzen, als hier onder Staat uijtgedrukt te weeten:
'T Mout Bier. | ||
Aletta de Nijs wed:we wijlen den Cap:tn Ter Zee Gerrit Reyndersz: Vos | ƒ925: | |
Brandewijnen | ||
Eerste quart Jochem Daniël Hiebenaar | ƒ2650: | |
Tweede d:o Dirk Gysbert Frank | d:o 3050: | |
Derde d:o Jochem Daniel Hiebenaar | d:o 3550: | |
Vierde d:o d:o d:o d:o | d:o 5500: | do 14750: |
Vaderlandsche Bieren en Wijnen | ||
Dirk Gysbert Frank | d:o 2800: | |
Caabse Wijnen | ||
Eerste quart Johannes Albertus Munnik | d:o 4500: | |
Tweede d:o Jochem Daniël Hiebenaar | d:o 5075: | |
Derde d:o Dirk gijsbert Frank | d:o 4475. | |
Vierde d:o Jan Jurgen Schreuder | d:o 4300: | |
ƒ18350: | ||
Welke laastgem: vier Perceelen van de pagt der Caabse Coele wijnen, vervolgens naar den inhoude der Pagt Conditien in een generaale Massa weeder opgeveijlt en afgeslagen zijnde, zijn deselve ingemeijnd geworden by den burger Jochem Daniel Hiebenaar, invoegen hij generaalen Pagter der voorseijde wijnen is gebleeven voor een Somma van | d:o 24400: | |
Caabse Wijnen ensz aan 't Ronde Bosje en in de baaij Fals . | ||
Jan frederik Hurling | d:o 1150: | |
Coele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn | ||
Albregt Herholt | d:o 700: | |
So dat de geheele pagt penn:gen bedragen | ƒ44725: |
'T Mout Bier. | ||
Aletta de Nijs wed:we wijlen den Cap:tn Ter Zee Gerrit Reyndersz: Vos | ƒ925: | |
Brandewijnen | ||
Eerste quart Jochem Daniël Hiebenaar | ƒ2650: | |
Tweede d:o Dirk Gysbert Frank | d:o 3050: | |
Derde d:o Jochem Daniel Hiebenaar | d:o 3550: | |
Vierde d:o d:o d:o d:o | d:o 5500: | do 14750: |
Vaderlandsche Bieren en Wijnen | ||
Dirk Gysbert Frank | d:o 2800: | |
Caabse Wijnen | ||
Eerste quart Johannes Albertus Munnik | d:o 4500: | |
Tweede d:o Jochem Daniël Hiebenaar | d:o 5075: | |
Derde d:o Dirk gijsbert Frank | d:o 4475. | |
Vierde d:o Jan Jurgen Schreuder | d:o 4300: | |
ƒ18350: | ||
Welke laastgem: vier Perceelen van de pagt der Caabse Coele wijnen, vervolgens naar den inhoude der Pagt Conditien in een generaale Massa weeder opgeveijlt en afgeslagen zijnde, zijn deselve ingemeijnd geworden by den burger Jochem Daniel Hiebenaar, invoegen hij generaalen Pagter der voorseijde wijnen is gebleeven voor een Somma van | d:o 24400: | |
Caabse Wijnen ensz aan 't Ronde Bosje en in de baaij Fals . | ||
Jan frederik Hurling | d:o 1150: | |
Coele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn | ||
Albregt Herholt | d:o 700: | |
So dat de geheele pagt penn:gen bedragen | ƒ44725: |
Aldus gedaan en uytgevoerd In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 325-355.¶
Dingsdag den {17540903} 3: Septemb:r 1754:
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den E: Capitain Militair Rudolph Sigfried Alleman, bij Indispositie.
Is naar Resumptie van het placcaat dat in Conformiteijt van het geresolveerde in de Jongste vergadering teegens de Brutaliteijten der Slaaven is ontworpen, goed gevonden en verstaan dat hetselve ten Eersten gepubliceert, mitsg:s alomme sal worden geaffigeert, luijdende gedagte Placcaat als volgt.
Rijk Tulbagh, Gouverneur weegens der verEenigde Neederlanden geoctroijeerde Oost Indische Comp: aan Cabo de goede hoop, beneevens den Raad, doen te weeten.
Nademaal Seedert eenigen Tijd herwaards de assurantie en baldadigheijd der Slaaven, ongeagt de Successivelijk daarteegens bij Placcaaten gestelde Ordres, sodanig is toegenoomen dat veele derselver dagelijx tot allerhande brutaliteyten en onordentlykheeden komen over te slaan, Soo is ‘t dat wij, om daar teegens behoorlijk te voorsien, mitsg:s de Rust en goede Ordre ter deeser plaatse te Conserveeren goed gevonden hebben de Wetten en ordonnantien, dewelke deesen aangaande van tijd tot tijd zijn g’Emaneert bij een bijsonder Placcaat te vergaderen, en deselve Sodanig te amplieeren als de teegenwoordige Constitutie des tijds komt te vereijsschen, mitsg:s daarbij tot Narigt van een ijgelijk te ordonneeren en te Statueeren, gelijk ordonneeren en Statueeren bij deesen.
1.
Dat een Slaaf ofte Slavinne die zijn Lijf Heer ofte Lijfvrouwe geinjurieert, eenige hoon of Smaat aangedaan, gecalumnieert of met eenige Schande Valschelijk betigt zal hebben, daar over gegeeselt en in de ketting geklonken, ofte wel anders naar den aard en geleegentheijd der Saaken sal worden gestraft.
2.
Dog bij aldien een Slaaf ofte Slavinne haar so verre komen te vergrijpen, dat haare handen aan hunne Lijfheeren en vrouwen komen te Slaan Schoon ook sonder geweer, Sullen de Sodanige Sonder genade met de Dood gestraft worden.
3.
Niemand zal een anders Slaaf of Slavinne om welke reedenen het ook weesen mogte buijten toestemming van den Lijfheer ofte Lijfvrouwe mogen ophouden, of verbergen op pœne van 25: Rijxd:s voor ijder Dag of Nagt te verbeuren, ten behoeve van den Officier die de Calange Sal doen.
4.
Wanneer Sodanige op houding of verberging langer als een etmaal duurd ofte geschied, met oogmerk om haare aufugie te faciliteeren, of deselve haare Lijf Heeren of vrouwen te onthouden, Sullen de geene, die zig daaraan Schuldig gemaakt hebben, Sonder aansien van Persoonen, als overtuijgd van verleijding ofte diefte van Slaaven geconsidereert ende gestraft werden.
5:
Een lijf Eijgen die ergens in Huijs of eenige Schuijlhoek bevonden word te dobbelen zal daer over Strengelijk werden gelaarst.
6.
Desgelijx Sullen de Lijf Eijgenen die zig attroupeeren om te vegten of Rumoer te maaken ten eersten geapprehendeert en op voorsz: wijze gepunieert werden.
7.
En dewijl de voorseijde ongereegeltheeden, en wel insonderheijd het dobbelen, doorgaans aan de Sogen: Pomp gepleegt werden door de Slaaven die aldaar drinkwater komen haalen, sal men de geene die op ‘t een of ander worden geattrappeert, dadelijk aan een aldaar ten dien eijnde expres opgeregte Paal, door de Dienaaren van de Justitie meede dapper doen laarsen.
8.
Werdende de So evengem: Dienaaren van de Justitie by deesen ook nadrukkelijk gelast, om ingevalle zij Drie, vier, ofte meer Slaaven van onderscheijde Meesters op Straat of Elders te saamen gerot vinden, deselve aanstonts met Rotting Slagen van den anderen te Separeeren.
9.
Geen lijf Eijgenen Sullen des avonds na Thien uuren langs de Straaten mogen gaan, Sonder een ligtende Lantaarn in de hand te hebben.
10:
Die na voorsz: Tijd Sonder Lantaarn op ‘s heeren Straaten en weegen, gevonden worden, Sullen door de Burger of Ratelwagten in verseekering worden genomen, om vervolgens na bevinding van Saaken arbitralijk te worden gestraft, waarvan egter g’eximeert blijven de leijff Eijgenen die met hunne Meesters, derselver vrouwen of kinderen over Straat gaan, dan wel met wagens, of ‘t een en ander van buijten opkomen, of derwaarts gaan of rijden.
11.
De Lijff Eijgenen Sullen so min bij Dag als bij Nagt eenig geweer bijzig mogen dragen, Sullende zy in gevalle hetselve bij haar gevonden word, gegeesselt en hunne Meesters t’ huijs gesonden worden.
12.
En zal niemand eenig Schiet of zijdgeweer tot messen incluijs aan Slaaven moogen verkoopen onder arbitraale Correctie.
13.
Geen Slaaf zal vermogen tusschen het fort en binnen de huijsen van het Vlek in deese Tafelvalleij met Paarden, wagens of ander Rijtuijg te jaagen of hard te reijden, op pœne dat men deselve daarop betrapt zijnde Strengelijk sal doen laarsen.
14.
Op gelijke pœnaliteijten zal geen lijfeijgen binnen de voorseijde bepaaling na haarlieder quaade en dangereuse gewoonte voor de passeerende menschen het zij by Dag of Nagt hart vermogen met Sweepen te klappen.
15.
Ook Sullen geene Slaaven des avonds op de Straaten mogen Singen, fluijten, of eenig ander luijd gerugt maaken, om malkanderen daar meede uijt de huijzen te lokken, en dus geleegentheijd te geeven tot het pleegen van onordentelijkheeden en den een den anderen de gestoolene goederen te overhandigen, op pœne dat de geene die daarop werden geattrappeert, aanstonts insgelyx Strengelijk Sullen werden gelaarst.
16.
Niemands Slaaven, Slavinnen of andere Dienaaren Sullen vermoogen de Baly’s der Secreeten of andere vuijlnis ergens anders als aan Strand in zee en niet op de Straaten, in de graften, of op eenige opene plaatsen of Pleijnen in of omtrent dit Vlek, veel min voor andere Ingeseetenen haare Deuren uijt te gieten of te werpen, op pœne dat een ijgelijk die zijn volk andere Last gegeeven heeft en daarvan agterhaald zijnde, telkens Sullen vervallen in een boete van 10: Rixd: en de leijff Eygenen die contrarie deeses gedaan Sullen hebben, daar en boven nog Strengelijk gegeesselt Sullen werden.
17.
Ende ten aansien het misbruijk van Tappen en verkoopen van Wijn en ander Sterke dranken aan de Slaaven, Contrarie de daar teegens van ouds gestatueerde Ordres tot bijsondere aanleyding van allerleij ongereegeltheeden nog dagelijx komt te geschieden, Sal of Sullen de geene die men zal bevinden Sulx gedaan te hebben, volgens het gereguleerde bij ‘t vigeerend generaal Placcaat boven het verlies van zijn privilegie tot Tappen, nog in een boete van 150 rix: vervallen, en de in de tap huijzen of Schaggereijen gevondene Slaaven dapper werden gelaarst.
18.
Maar dewijl tot meerder ergernis is ondervonden dat deese en geene Persoonen, privilegie tot het Tappen en verkoopen van Sterke dranken bekomen hebbende, zig niet komen te ontsien, Sulx door Slaaven, of dat Slimmer is, door Hottentots en andere Meijden op haar eijgen privé Sonder ander opsigt in die huijzen te hebben, te laaten verrigten, waar door andere leijf Eijgenen te Ligter tot allerhande quade practijcquen werden gedebaucheert Sal dierhalven voortaan Niemand een Slaaf, Slavinne of ander vrouws Persoon, alwaar het ook dat deselve bereijts mogten in vrijdom gestelt weesen, tot het Tappen en verkoopen van Sterke dranken, in de Taphuijsen of Schaggerijen mogen Stellen op pœne van boven ‘t verlies van het privilegie tot Tappen, nog een boete van 200: Rijxd:s te verbeuren en dat alsulken Slaaf, Slavinne of ander vrouws persoon Strengelijk met roeden zal gegeesselt werden.
19.
Niemand van wat Staat, Conditie of beroep hij ook weesen mag zal voorthaan van een leijfeijgen iets het allerminste /:uijtgenomen eetwaren:/ vermogen te koopen of eenig goed in pand aan te neemen op verbeurte van 50: Rijxd:s en dat men alsulken Slaaf die iets te koop zal hebben geveijlt, daarover dadelijk Streng Sal doen Laarssen.
20.
Maar die iets van een Slaaf beneeden de waarde koopt, of uijt andere omstandigheeden kan opmaaken dat het gestoolen goed is, sal als een heelder van diefte werden geconsidereert en gestraft.
21.
Werdende wijders ten eijnde het verduijsteren van gestoolene goederen en andere Malversatien die door het omdragen en te koop veijlen van goederen langs Straaten en weegen, door Slaaven gepleegt werden, te beeter Sal kunnen werden geweert, aan een ijgelijk op het Scherpste geinterdiceert en verbooden om voortaan geen de minste goederen van wat benaamingen die ook mogen zijn /:de Eetwaaren gelijk boven reets gesegt is daarvan uytgesondert blijvende:/ door Slaaven langs de Straaten en weegen ter verkoop te laaten omdragen, op pœne dat boven de verbeurte van het te koop geveijlde goed, telkens in een boete van 50: Rijxd:s sal vervallen weesen.
22.
Maar die hiertoe een andermans Slaaf gebruijkt zal 100: Rijxd:s verbeuren en Sodanigen Slaaf Strengelijk werden gegeesselt.
23.
Geen Slaaf ofte Slavinne zal zig mogen verstouten, om wanneer de gemeijnte naar ‘t eijndigen van den godsdienst des Sondaags of op andere Tijden ter kerke uijtgaat, daarin nog in ‘t portaal van deselve te koomen, op pœne van terstond door de Dienaaren van de Justitie opgevat en vervolgens Strengelijk gelaarst te werden.
24.
Ook Sullen wanneer ‘er een Lijk begraaven word, geen Slaaven ‘t zij groot of kleijn binnen den ringmuur van ‘t kerkhoff mogen komen, op pœne van als vooren te Sullen werden gestraft.
25.
De Dienaaren van de Justitie Siende dat een lijfeijgen, zig verstout een Europees van hoe geringe qualiteijt die ook mogte weesen moetwillig teegens het Lijf te loopen of andersints quaalijk te bejeegenen in absentie van derselver Lijfheeren of vrouwen Sullen zij den Sodanigen ten eersten moeten apprehendeeren om op ordre van den heer Officier als vooren gestraft te werden.
26.
Dog den Lijfheer of Lijfvrouwe teegenwoordig zijnde, Sal den geenen die het overkomt, aan deselve zijn beklag moeten doen en Satisfactie versoeken, die hem niet Sal mogen werden geweijgert maar dadelijk met afstraffing van den Leijf Eygen moeten werden gegeeven.
27.
Een leijf Eijgen die met een brandende Tabaks pijp op Straat werd gevonden Sal immediaat Strengelijk gegeesselt werden
28.
Wanneer een Slaaf of Slavinne begraaven werd, Sullen voortaan niet meer dan Ses, agt of uijtterlijk Thien paaren-Slaaven, na de qualiteijt en Rang van der overleedene lijfheeren of vrouwen agter het Lijk mogen gaen op pœne van 25: rijxd:s boete bij den lijfheer van de gestorvene Lijf Eygen te verbeuren.
29.
Niemand deeser Ingeseetenen zal zijne Slaaven met geweer Selfs niet agter het vee mogen laaten gaan op verbeurte van 100: Rijxd:s
Blijvende voor ‘t overige alle verdere placcaaten en ordonnantien die voormaals met relatie tot de Slaaven zijn g’Emaneert, en in deesen niet mogten weesen aangehaald in haar geheel.
En werd den Heer Independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn bij deesen geauthoriseert tot d’ afstraffing der Leijf Eijgenen naar den Teneur van het 5:, 6:, 7:, 11:, 13:, 14:, 15:, 16:, 17:, 18:, 21:, 22:, 23: en 24: Arcitul ten eersten Sonder forma van proces voort tegaan.
Sullende wijders op dat niemand hier van eenige Ignorantie Soude kunnen pretendeeren deesen ter gewoone plaatse gepubliceert en alomme geaffigeert werden, alsoo wij Sulx tot verseekering van de Rust en goede Ordre in deese plaats dusdanig hebben bevonden te behooren.
Sijnde vervolgens door den Heer Hoofd Administrateur Sergius Swellengrebel, weegens den ontfangst en uijtgaaf der Zeegels, mitsgaders de restanten van dien, d’ onderstaande Reekening over geleevert.
‘
Zeegels D' A:o 1753/54: | ||||||||||||||||||||
Debent | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
R:x | 1/8 : | 1/4 : | 1/2 : | 3/4 : | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | |
onder ult:mo februarij restant gebleeven | 1244: | 837: | 1217: | 10: | 66: | 93: | 35: | 34: | 16: | 36: | 36: | 28: | 13: | 5: | 5: | 89: | 6: | 6: | 6: | 2: |
den 7: Maart bygekomen | -: | -: | -: | -: | 10: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: |
den 30 Maij d:n | -: | -: | -: | -: | 300: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: |
Somma | 1244: | 837: | 1217: | 10: | 376: | 93: | 35: | 34: | 16: | 36: | 36: | 28: | 13: | 5: | 5: | 89: | 6: | 6: | 6: | 2: |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
R:x | 1/8: | 1/4: | 1/2: | 3/4: | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | |
Seedert primo Maart p:r Contant verstrekt | 624: | 414: | 300: | 2106: | 40: | 10: | 7: | 7: | 2: | -: | 9: | -: | -: | 2: | 8: | -: | -: | -: | 2: | |
onder dato deeses Restant | 620: | 423: | 917: | 8270: | 53: | 25: | 27: | 9: | 34: | 36: | 19: | 13: | 5: | 3: | 81: | 6: | 6: | 6: | -: | |
Somma | 1244: | 837: | 1217: | 10376: | 93: | 35: | 34: | 16: | 36: | 36: | 28: | 13: | 5: | 5: | 89: | 6: | 6: | 6: | 2: |
Zeegels D' A:o 1753/54: | ||||||||||||||||||||
Debent | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
R:x | 1/8 : | 1/4 : | 1/2 : | 3/4 : | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | |
onder ult:mo februarij restant gebleeven | 1244: | 837: | 1217: | 10: | 66: | 93: | 35: | 34: | 16: | 36: | 36: | 28: | 13: | 5: | 5: | 89: | 6: | 6: | 6: | 2: |
den 7: Maart bygekomen | -: | -: | -: | -: | 10: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: |
den 30 Maij d:n | -: | -: | -: | -: | 300: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: |
Somma | 1244: | 837: | 1217: | 10: | 376: | 93: | 35: | 34: | 16: | 36: | 36: | 28: | 13: | 5: | 5: | 89: | 6: | 6: | 6: | 2: |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
R:x | 1/8: | 1/4: | 1/2: | 3/4: | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | p:s | |
Seedert primo Maart p:r Contant verstrekt | 624: | 414: | 300: | 2106: | 40: | 10: | 7: | 7: | 2: | -: | 9: | -: | -: | 2: | 8: | -: | -: | -: | 2: | |
onder dato deeses Restant | 620: | 423: | 917: | 8270: | 53: | 25: | 27: | 9: | 34: | 36: | 19: | 13: | 5: | 3: | 81: | 6: | 6: | 6: | -: | |
Somma | 1244: | 837: | 1217: | 10376: | 93: | 35: | 34: | 16: | 36: | 36: | 28: | 13: | 5: | 5: | 89: | 6: | 6: | 6: | 2: |
’/:onderstont:/ In’t Casteel de Goede Hoop Ultimo augustus 1754: /:was geteekent:/ S: Swellengrebel, /:in margine:/ deese Reekening door ons ondergeteekende Fiscaal en gecommitteerdens uijt den Raad van Justitie, alhier, behoorlijk nagesien en met de Restanten geconfronteert zijnde, is deselve in alle deelen accordeerende bevonden, datum als vooren /:geteek:t P: v: Reede van Oudshoorn, C:l Brand, Corn:s Eelders /:lager:/ Mij present /:en geteek J:n f:k Tiemmendorf Secret:s’
Waar uijt gebleeken weesende dat het Rendement der verkogte zeegels geduurende de Jongst afgeweekene Ses maanden een Somma van 1074: Rijxd:s komt te bedragen is hierop verstaan dat gedagte penn:gen volgens gebruijk p:r Schriftelijke ordonn: van den Heer Gouverneur in ‘S Comp:s Cassa gebragt en bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements Sullen werden ingenoomen.
Op de diesweegens in Scriptis gedaane versoeken door de Burgers Jochem Daniel Hiebenaar en Dirk Gijsbert Frank als aanneemers van de Pagt der Brandeweijnen aan deselve voor ijder Perceel en bytapper geaccordeert zijnde geworden, is wijders aan gem: Frank als Pagter der Vaderlandsche Bieren en Wijnen toegestaan om boven desselfs gepermitteerde bijtapper de voorseijde Dranken nog door de wed:we Dirk van den Bergh in haare Thuijn gen:t Domburg geleegen in deese Tafel valleij te mogen laaten debiteeren.
Desgelijx is aan den pagter der Coele en Brandeweijnen aan ‘t Ronde bosje en in de Baaij Fals Jan frederik Hurling gepermitteert, om tot beeter voortsetting zijner neering, de Burgers Jan Bruijns op desselfs woonplaats, mitsg:s Jacobus van Wielig op het ander plaatsje van gem: Bruijns gen:t Varietas , als bijtappers te mogen aanstellen, als meede om bij de Soute Rivier omtrent de wooning van den meede Burger Johannes van Aarden een Hut of sogen: Harte beeste huijsje te mogen opsetten, om daarin door ijmand Sijnentweegen te laaten Tappen, welke Hut of Huijsje egter naar het Expireeren van het Pagtjaar door hem Hurlig weederom Sal moeten afgebrooken en uijt den weg geruijmt werden.
Sijnde laatstelijk aan den Burger Jan Jansz Nieuwenhuijzen een Stukje huijs Erfs en Thuijnland onder het district van Drakensteijn aan de Sogen: koopmans Rivier tusschen de plaatsen der Land bouwers Andries du Toit en Joseph de Clercq ter groote van Twee morgen in eijgendom gegeeven, om zig daarop ter needer te setten en zijn ambagt als schoenmaaker ten dienste der daarom Streex woonende ingeseetenen te oeffenen onder Conditie egter van op hetselve Land geen vee te mogen houden, en dat ook niemand der Buuren door het uijtgeeven van dien benadeelt werd.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 356-385.¶
Dingsdag den {17540910} 10 Septemb:r 1754:
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den E: Capitain Militair Rudolph Sigfried Alleman bij indispositie.
Het geagt aanschrijvens der Heeren Majores in ‘t Patria de dato 28: Maart pass:o dat met het aanweesend Schip Slooten hier is aangebragt, heeden met behoorlijke attentie geleesen en geresumeert weesende, is best gedagt dat daarop in alle Eerbied Sal werden gerescribeert.
Dat ‘s Comp:s hier aanlandende Scheepen waaraan eenige defecten Sullen worden bevonden, gelijk dit bevoorens ook altijd geschied is, bij Continuatie met de uijtterste oplettentheijd en Sorg vuldigheijd Sullen gerepareert en besorgd worden, onder betuijging dat onse Heeren en Meesteren Sig kunnen verseekert houden dat hier omtrent nooijt iets is versuijmt of agterweegen gelaaten, alhoewel men egter daar neevens Seggen moet, dat ten deesen opsigte veeltijds groote Swaarigheeden ontmoet zijn, door gebrek der daar toe noodige materialen en Equipagie Goederen, als van dewelke men zig hier dikwils niet na behooren voorsien bevind, om deselve aan de daarom benoodigd zynde Scheepen te kunnen emploijeeren, So dat wij dan veelmaalen genecessiteert zijn geweest dit gebrek door Ligting van het noodsaakelijke uijt andere welgestelde Scheepen te Suppleeren, en dus de geene waeraan iets mancqueert weederom in Staat te brengen om haare verdere Reijzen in goeden toestand van hier te kunnen voortsetten, gelijk dit nog deesen Jaare met de alhier Seer ontramponeerd aangelande Retourscheepen Gustaaf Willem , d’ Immagonda en de Geregtigheijd is geschied Sodat dies overheeden nooijt eenige Swaarigheijd hebben gemaakt, om in volle gerustheijd met haar onderhebbende kielen van hier te vertrekken, maar sulx altoos in goede gesteld heijd hebben kunnen doen; waarbij nog tot een bewijs van dit geduurige gebrek moet worden gevoegt dat men bij het aan weesen der Scheepen Lekkerland en ‘t huijs te Manpadt genoodsaakt is geweest, om uijt hoofde dat hier in ‘t geheel geen Swaare Touwen in voorraad gevonden wierden, ten behoeve dier Twee kielen uijt het uijtkomend Schip Oud Carspel alle drie de Swaare touwen die daarin voor het Eyland Ceijlon waaren afgelaaden, te Ligten, ten eijnde voorseijde Scheepen Lekkerland en ‘t huijs te Manpadt daarmeede uijt het groot gevaar, waarin deselve zig alsdoen bevonden, te kunnen redden, also andersints bij mancquement dier Touwen, men gedagte Twee kielen sonder aan deselve eenige hulpe te hebben kunnen toebrengen, soude hebben moeten sien verlooren gaan, en dat wijders om het Ceijlons Gouvernement deesen aangaande buijten verleegentheijd te houden, heeft moeten worden beslooten, om so uijt het aan weesend Schip Slooten als uijt een of Twee andere der verwagt werdende Patriasse Scheepen, drie Swaare Touwen te ligten, en met een der na Ceijlon vertrekkende Scheepen derwaarts over te senden, tot Supplement der geener die gelijk gesegt is van de Ceylons sen voorraad hebben moeten geligt werden.
Dat men meede Sorge sal dragen dat de officieren en Scheepelingen van ‘S Comp:s Bodems door de Bediendens van de Werf ter deeser plaatse, of wie het ook andersints zoude mogen zijn, niet qualijk worden bejeegend, of behandelt; waaromtrent en so meede nopende dat de Scheepen alhier niet na behooren zijn gerepareert of besorgd geworden, bij de teegenswoordige Regeeringe nooijt eenige klagten zijn te vooren gekomen.
Dat na dat dit Guarnisoen in den jaare 1745: agtervolgens haar wel Edele hoog agtb:r geEerde Ordre met de Militairen die ten dien eijnde ten getale van Ses op ijder uytkomend Schip herwaards zijn gesonden geworden, op 400: Coppen was gebragt; men naderhand van die geene die bij Continuatie in gelijk getal op elk Schip voor dit Gouvernement zijn geplaatst geweest, nooijt meer geligt en ter deeser plaatse aangehouden heeft, als men noodwendig heeft komen te requireeren om het gedagte guarnisoen op het voorseijde getal van 400: Koppen te houden, beneevens de geene dewelke onvermeydelijk tot het doen van het noodige werk op ‘s Comp:s buijten posten als andersints worden vereijscht, dog dat men deesen aangaande Sig verpligt vind haar wel Edele hoog agtb:re in alle Eerbied te moeten demonstreeren dat dewijl van deese besetting jaarlijx veel volk afgaat So door de geene die komen te Sterven of naar Tijds Expiratie naar ‘t vaderland te rug te keeren als meede door de Sulke die om haar quaad gedrag of om andere reedenen van hier moeten versonden worden, desgelijx ook door de geene die hun Tijd uijtgedient hebben en van een goed gedrag zijn, ‘t zij in burger vrydom gesteld of vergund werden als boere knegts bij de Ingeseetenen in leening te gaan, en dikwijls ook om de des benoodigde Scheepen tot het Spoediger voortsetten hunner Reijzen van de vereijscht Manschap te voorsien, hetselve Guarnisoen oversulx noodsaakelijk in korten Tijd in ‘t geheel te niet Soude komen te Loopen, ingevalle de Manschappen die gelijk so even gesegd is, jaarlijx daarvan afgaan, niet telkens met het Ligten van andere van de Scheepen wierde gesuppleert; en dat oversulx in hoope dat welgem: haar Wel Edele hoog Agtb:re om de voorseijde reedenen niet qualijk Sullen gelieven te duijden, dat met het Ligten van Manschap uijt de passeerende Scheepen, ten behoeve deeses Gouvernements, na Mate der onvermijdelijke Noodsaakelijkheijd voor eerst nog sal mogen werden gecontinueert.
En ten Laatsten dat haar Wel Edele hoog Agtb:re g’Eerde beveelen ten belange van het afgeeven alhier aan de Retourneerende Scheepen der Nieuwe Turksse Passen, mitsg:s het verdere ten Subjecte dier Passen geordonneerde So wel als weegens het Request door M:r Simon van der Stel aan welgem: Heeren Majores gepresenteert meede schuldpligtig Sullen agtervolgt worden.
Door den heer hoofd Administrateur Sergius Swellengrebel, geproduceert geworden zijnde een Memorie van de gestorvene Leyf Eijgenen, mitsg:s het verrekt Beestiaal der E: Comp: geduurende de Jongst afgeweekene Ses maanden; Is daarop verstaan deselve bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements te doen afschrijven, luijdende voorseijde Memorie als volgt.
‘Memorie van de nabesz: Leijf Eijgenen in de Ses jongst gepasseerde maanden, Maart, April, Maij, Junij, Julij en Augustus deeses Jaars door de Natuurlijke Dood overleeden, en ‘t Vee in gem: Tijd So verrekt als door ‘t wild gedierte vernielt, alles volgens Secretariale verklaringen hier annex namentlijk.’
‘Volgens g’annexeerde Reekening van den opsiender van ‘s Comp:s Slaaven Logie en secretariale verklaaringen zijn inde Maanden Maart, April, Maij, Junij, Julij en August:s van ‘S Comp:s Leyf Eygenen door de Natuurlijke dood overleeden te weeten:’
‘
afschrijven { | 52: | kloeke Jongens |
2: | School d:o | |
1 | d:o Suygend d:o | |
44: | kloeke meijden | |
3: | School Meijden | |
3: | Suygende Meijsjes | |
12: | Bandiete Jongens | |
117: |
afschrijven { | 52: | kloeke Jongens |
2: | School d:o | |
1 | d:o Suygend d:o | |
44: | kloeke meijden | |
3: | School Meijden | |
3: | Suygende Meijsjes | |
12: | Bandiete Jongens | |
117: |
‘En volgens bygevoegde Reecq:g van den Land-Drost, gesterkt met Secretariale verklaaringen, Sijn in voornoemde maanden van ‘s Comp:s Beestiaal so verrekt als door het wild gedierte vernielt, als:’
‘
afschrijven { | 1245: | Stux Runderbeesten |
22: | d:o Paarden | |
2: | Ezels | |
1: | Bok. |
afschrijven { | 1245: | Stux Runderbeesten |
22: | d:o Paarden | |
2: | Ezels | |
1: | Bok. |
’/:onderstont:/ In ‘t Casteel de goede hoop den 10: Septr: 1754: /:was get:/ S. Swellengrebel.’
Vervolgens is naar Lectuure van Seeker Schriftuur door de officieren der Burger Infanterije alhier, in de onderstaande bewoordingen overgegeeven.
Aan den Wel Edele Gestr: heere Rijk Tulbagh Gouverneur van Cabo de goede hoop beneevens den E: agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:r Heeren’
‘De ondergeteekende Officieren der Burger Infanterije alhier aan Cabo de goede hoop, neemen de vrijheijd Uwe Wel Edele gestrengen en E: Agtb:r op ‘t eerbiedigst voor te dragen dat dewijl hunne Drie Compagnien Soo Sterk zijn aangegroeijt, te weeten elk derselve tot omtrent de hondert koppen, en nog dagelijx door de aankomende Jongelingen worden vermeerdert, waar door deselve dan het getal van Manschappen in een ordinaire Comp: komen te Surmonteeren, en oversulx de aan het hoofd van ieder dier Compagnien Sig bevindende Drie Officieren te weynig in getal zijn, omme deselve in de ver Eijschte Ordre aan te voeren en commandeeren, mitsg:s na Tijds omstandigheeden in eene behoorlijke discipline te kunnen onderhouden, of het hierom en ook ten eijnde dat bij aankomst van een Vijand alhier, deese Manschappen des te beeter mogten ageeren, niet goed Soude weesen dat van deese Drie Compagnien, Vier wierden geformeert, en de noodige Nieuwe Officieren daar over aangestelt, welk vier compagnien alsdan, behalven de daarbij dagelijx aenkomende Manschappen nog Souden bestaan in ruijm Sestig koppen, dierhalven versoekende dan Uwe Wel Edele gestrengen en E: agtb:r hierop een gunstige reflexie gelieven te neemen, hebben wij de Eere in alle Ootmoed te blijven.’
’/:onderstont:/ Wel Edele gestr: Heer en E: agtb:r Heeren; Uwe Wel Edele Gestr en E: agtb:re onderdanige en gehoorsaame Dienaaren. /:was geteekent:/ H: J: Prehn, J: H: Blankenberg, H: L: Bletterman, J:n Hassing, Tobias van Nek, W:m v:n Schoor, Jan Serrurier, J: F: W: Bottiger.’
Goed gevonden en verstaan dat om de daarbij vermelde Reedenen van de Drie Compagnien Infanterij nog een vierde sal worden geformeert; over welke Nieuwe op te regtene Comp: de volgende officieren zijn aangestelt als.
Den Luytenant Carel George Wieser | tot Capitain |
d:o vaandrig Jan Serrurier | d:o Lieut: |
d:o Burger Gysbert Rogiers | d:o vaandrig |
Den Luytenant Carel George Wieser | tot Capitain |
d:o vaandrig Jan Serrurier | d:o Lieut: |
d:o Burger Gysbert Rogiers | d:o vaandrig |
Terwijl tot vervulling der hier door opengevallene Officiers plaatsen weederom de volgende zijn bevordert te weeten tot Luijtenant in Steede van gedagte Wieser den Vaandrig Willem van Schoor, en voorts tot vaandrigs so in plaatse van evengem: van Schoor als boven geciteerden Jan Serrurier, de Burgers hendrik Oostwald Muller en Paulus Artoijs de Jonge.
Bij geleegentheijd dat den oud Burgerraad Jan Laurents Bestbier onlangs is komen te overleijden en de Burgers George Schoester en Willem van der Heijden versoeken om uijt hoofde van derselver Swakke Lighaams gesteld heijd van ‘t brand meester Schap te mogen wer den ontslaagen, als nu ook in overweeginge genoomen weesende dat het getal van Ses Brand meesters waarop deselve bevoorens bij de instellinge van het Collegie zijn bepaald geweest, door de teegen woordige uijtgebreijd heijd deeser plaatse te weynig is, om al ‘t geene daaromtrent vereijscht werd waar te kunnen neemen, is dierhalven goed gevonden om boven en behalven de voorsz: ontbreekende Drie nog Twee andere Brandmeesters aan te Stellen, en deselve dus te brengen, mitsg:s voortaan te houden op ‘t getal van Agt Persoonen, welkenvolgende dan daartoe zijn verkooren.
Hierna wierd door den Burger Gerrit Coetsee d’ oude gepresenteert Seeker versoekschrift, aldus luijdende.
Aan den wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh, Gouverneur van Cabo de goede hoop met den ressorte van dien, &:a &:a &:a beneevens den E: agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr. Heer en E: Agtb:re Heeren’
‘Geeft met het uijtterste Respect te kennen, Uwer Wel Edele gestr: en E: Agtb:re ootmoedigen Dienaar den Burger Gerrit Coetseé, hoe wijlen desselfs vader den Heemraad Dirk Coetsee in den Jaare 1682: van den toenmaligen wel Edelen Gestr: heere Gouverneur Simon van der Stel, in Eijgendom versogt en gekreegen heeft, Seeker Stuk Land ofte plaats thans gen:t Coetsenburg geleegen digt by den Dorpe van Stellenbosch , welke plaats navolgens het geene hij Supp:lt van zijn vader voorn: gehoord heeft, soude verleend zijn, ter groote van Sestig morgen.’
‘Dan gemerkt bij de in den Jaare 1693: gedaane Meeting bevonden geworden was, dat die plaats Slegs 24: morgen besloeg, en dierhalven ook de in dat Selve Jaar daarvan gemaakte Erfgrond Brief maar ter gesegde groote is verleend; heeft wel opgem: Heere Gouverneur Simon van der Stel, vervolgens aan wijlen zijn Supp:lt voorm: Vader Dirk Coetsee ten eijnde denselven daardoor omtrent het te kort komende land, eenigsints te gemoed te komen, gegeeven, een Stukje Bouwland, geleegen in de Jan Jonkers hoek onder de groote Berg, genaamt het Assagaaij Bosch , het welk op zijn best genoomen vier morgen goed Land in zig bevat, en voor so veel den Supp:lt weet, nooijt gemeeten geworden is, van welke Gifte wel opgem: wel Edele heer Gouverneur Simon van der Stel, onder desselfs eijgene handteekening, ook een geschrift aan des Supp:lts Vader heeft verleend, Sonder dat hem egter bewust is, wat Conditien hetselve mag behelst hebben, maer wel dat Seedert dien Tijd so wel wijlen Sijn Supp:lts vader als vervolgens hij Supp:lt Selfs, uijt hoofde van het besit van dat Stukje Bouwland, Soo dik wils Land-Drost en Heemraaden van Stellenbosch Sulx noodig Oordeelden, en ‘t welk ook klaarlijk uijt de Rolle dier Colonie sal komen te blijken, een Slaave Jongen tot het maaken en repareeren van de Paaden en weegen heeft moeten geeven.’
‘En dewijl na het overleijden van des Supp:lts vader ‘t welk is geweest in den Jaare 1721: of 1722:, desselfs geheele Nalaatenschap is gekomen onder de administratie van de Weeskamer deeser plaatse heeft den Supp:lt als doen het voorm: door welopgem: heer Gouverneur Simon van der Stel aan zijn vader verleende geschrif onder meer andere Papieren dier Boedel Concerneerende, insgelijx aan den Secretaris van dat Collegie Jacob Leever moeten behandigen, onder denwelken Sulx Seekerlijk sal zijn verlooren geraak gemerkt den Supp:lt hetselve van hem Secret: Leever niet alleen nooijt weederom heeft kunnen te rug bekoomen, maar ook als nu bij de voorsz: Wees kamer niet te vinden zijnde, hij Supp:lt mitsdien van alle Bewijs weegens zijn Regt op dat Stuk bouwland is ontset; weshalven So neemt den Supp:lt de vrijheijd zig in alle Eerbied te keeren tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: agtb:r ootmoedig versoekende, dat het van derselver welbehaagen zijn moge den Supp:lt uijt aanmerkinge van het voorenstaande, in ‘t besit van meergem: Stuk bouwland goed gunstelijk te Corfirmeeren, en hem teffens te authoriseeren om het selve ten dien eijnde door den Land meeter behoorlijk te mogen laaten meeten. /:onderstont:/ ‘Twelk doende &:a’
Op het welke verstaan is, hem Coetsee in het besit van ‘t Stuk Lands in bovengemeld Schriftuur vermeld, met ‘t Regt van Eygendom te Confirmeeren, wesweegen dat Stuk Lands behoorlijk gemeeten en daarvan een Erfbrief in forma sal verleend werden; Terwijl voor het overige bij verkoop van hetselve, ‘S heeren Regt maar insulkervoegen als van alle andere lang beseetene Landereijen geschied, te weeten den 40: Penn:g sal behoeven te werden betaalt.
Ook is op het diesweegens meede in Scriptis gedaane versoek, aen den Stellenbosch en Heemraad Gerrit van der Bijl voor den tijd van vijffthien Jaaren in Erfpagt gegeeven een Stuk Bouwland geleegen omtrent desselfs plaats aan de Joostenberg , gen:t Wel te vreeden , ter groote van Thien Morgen, onder Conditie van Jaarlijx voor ijder Morgen, een halve Rijxd:s tot recognitie aan d’ E: Comp: te moeten betaalen.
Sijnde laatstelijk aan de vrij Swartinne Cicilia van de Caab gepermitteert om neevens haare drie kinderen in naamen Johanna, Louisa en Justina Adolfse met een van ‘S Compagnies Scheepen onder betaaling van ‘t ordinaire Transport en kostgeld, ten eijnde in de Cajuijt gelogeert en getracteert te werden, naer Batavia te mogen overvaaren.
Aldus Geresolveert ende Gearresteert In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 386-395.¶
Dingsdag den {17540917} 17: Sept: 1754:
‘Svoormiddags alle present uijtgenoomen den E: Coopman en Pakhuijsmeester Christoffel Brand.
Is den Eerw: Predikant Gerardus Croeser die door de Heeren en Meesteren in ‘t Vaderland voor dit Gouvernement aangenoomen en met het ter Rheede leggend Schip Slooten alhier gearriveert is, vermits nu alle de hier zijnde buijten kerken behoorelijk van Leeraars voorsien zijn, als Tweede vaste predicant hier aan de Caap geplaatst geworden, in vertrouwen dat zijn Eerw: niet alleen het vereijschte genoegen zal komen te geeven, maar ook dat hij met Liefde door de gemeijnte ontfangen werdende veel Stigting aan deselve sal komen toe te brengen.
Dewijl seedert d’ aanstelling van een Land-Drost over ‘t district van Swellendam nog geen behoorlijke Schikking noopens de verant woording van ‘t Beestiaal der E: Comp: dat tot nu toe volgens het oud gebruijk maar alleen door den Land-Drost van Stellenbosch en Drakensteijn gedaan is; is gemaakt geworden, geliefde den heere Gouverneur oversulx deesen aangaande in Consideratie te geeven of het niet best en gevoegelijkst zoude zijn dat vermits voorseijden Land Drost van Stellenbosch door de verre afgeleegentheijd van verscheijde van ‘S Comp:s Posten, niet wel in Staat is om Sodanig als Sulx behoord ‘t oog over het daarop zijnde Vee te kunnen laaten gaan dierhalven het Beestiaal dat zig op de Posten over ‘t hottentots hollands gebergte komt te bevinden, voortaan door den Land-Drost van Swellendam , en het geene dat op de plaatsen aan dees zijde van ‘t Soo evengemelde Gebergte gevonden word door gedagten Land-Drost van Stellenbosch , wierd verantwoord; waarop gedelibereert zijnde, goedgevonden en verstaan is, Sulx in diervoegen te laaten geschieden, Sullende deselve Land-Drosten oversulx haare daarvan te houdene Reecq:gen alle drie maanden ten Negotie Comptoire moeten overgeeven ten eijnde het generaale restant van ‘s Comp:s Beestiaal aldaar uijt dit Reecq:gen sal kunnen geformeert werden.
Ende alsoo door voorseijde Twee Landdrosten aan welgem: Heere Gouverneur is voorgedraagen geworden, dat derselver Substituten aan haar iterative maalen waaren komen klagen, dat wanneer ‘er hottentotten om Crimineele Misdaaden in hegtenisse komen te Sitten, zijl: voor de kost dewelke door haar aan dusdanige gevangene werd besorgd, geen de minste betaaling quaamen te genieten, Soo is hierop verstaan dat in ‘t toekomende voor de hottentotten die om eenige Crimineele Misdaad in een der buijten districten in hegtenis Sullen komen te Sitten, door de Substituten So voor de aan deselve te besorgene kost als andersints het zelfde als voor een gevangen Sittende Slaaf zal werden genooten, en dat de Reecq:g daarvan telkens uijt de Colonies Cassen van ‘t district waar onder zij Sorteeren aan hun sal moeten werden betaald.
Hierna wierd door den heer hoofd Administrateur Sergius Swellengrebel bekent gemaakt, dat den opsiender van ‘s Comp:s hout Maguasijn Martinus Heems op gepasseerde Donderdag den 12: deeser, zijn E: hadde komen rapporteeren dat ‘s nagts te vooren uijt ‘t Pakhuijs waarin teegenwoordig het houtwerk der E: Comp: geborgen werd 7: p:s greene Balken van 5: en 6: d:m waaren gestoolen geworden, met bijvoeging dat dewijl men niet konde bespeuren hoedanig de Dieven in ‘t voorseijde Pak huijs gekomen en het vermiste hout daaruijt hebben weeten te krijgen, hij opsiender oversulx vaststelde dat overmits een der deuren van ‘t meergemelde Pak huijs van een Slegt Slot dat gemakkelijk met het een of ander Instrument konde geopent werden is voorsien geweest de gemelte dieven die Deur geopent en dus in ‘t pak huijs Sullen gekomen zijn; So is bij overweeging van het versuijm en de groote agteloos heijd van gedagten opsiender met niet in tijds van de Slegte Constitutie van ‘t voorm: Slot kennisse te hebben gegeeven als wanneer daar omtrent /:gelijk seedert is geschied:/ door ‘t maaken van een ander Suffisant Slot hadde kunnen voorsien werden, verstaan; het uijtkoops bedragen der voorsz: absent geraakte Balken ter Somma van 17 1/2 Rix: op desselfs Soldij Reecq:g te Stellen en hetselve in diervoegen door hem aan d’ E: Comp: te doen vergoeden.
Den Luijtenant van de derde Comp burger Infanterij alhier Thobias van Nek op zijn versoek ter Consideratie van desselfs Swakke lighaams gesteld heijd van voorzijde krijgs officie ontslaagen geworden zijnde, is in desselfs plaats tot Luijtenant bevordert den vaandrig in die selfde Comp: Jan frederik willem Bötger, mitsg:s weederom tot vaandrig den Sergeant Johannes Riga, in verwagting dat deselve zig by alle voorvallende geleegentheeden als trouwe officieren Sullen komen te gedragen.
Aldus Geresolveert ende Gearresteert In ‘t Casteel de goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 396-421.¶
Dingsdag den {17541008} 8: octobr: 1754:
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den E: Secret:s Josephus de grand preez bij Indispositie
Wierd door den Heer Hoofd Administrateur Sergius Swellengrebel met versoek van daarop dispositie te mogen erlangen in vergaderinge geproduceert d’ onderstaande Memorie van het te kort komende, gebrookene en bedurvene op de Laading van het Provisie Schip Diemen .
‘Memorie van de nabesz. Porceleijnen, Candij Suijker, Rijst, Arak &:a uijt het Provisie Schip Diemen soo gebrooken, by pijling minder als bedorven bevonden, gelijk blijkt bij de verclaaring van Gecommitteerdens hier annex; Namentlijk’
‘
13: | p:s porceleijne Middelbaare Schotels op 100. p:s bij 't openen van 2: kassen N:o 43: en 44: gebrooken, zijnde 13: pC:tos N:to |
11: | d:o d:o kleijne ongeribde kommen op 100: p:s bij t openen van 2: kassen N:o 43: en 62: gebrooken, zijnde 11: pC:tos n:to |
45: | d:o d:o Platte pieringen op 472: p:s by 't openen van 3: kassen N:o 44. 47: en 62: gebrooken, zijnde 9 1/2 pC:to ruijm |
74039 | ld: Rijst op 232500: ld ofte 75: Cojangs van 3100 ld ieder bedorven. |
1812 | d:o d:o Candij Suijker op 60424: ld in 170: Cann: bij naweeging te kort zijnde 3: pC:tos Schaars. |
1079: | kann: Aracq op 10800: kann in 30: heele leggers by welkers pijling minder bevonden als 20. van 4 d:m 9 van 6: d:m en 1: van 8: d:m wan, zijnde 10. pC:tos Schaars. |
45: | p:s Jaty duijgen op 1000: p:s gebrooken. |
13: | p:s porceleijne Middelbaare Schotels op 100. p:s bij 't openen van 2: kassen N:o 43: en 44: gebrooken, zijnde 13: pC:tos N:to |
11: | d:o d:o kleijne ongeribde kommen op 100: p:s bij t openen van 2: kassen N:o 43: en 62: gebrooken, zijnde 11: pC:tos n:to |
45: | d:o d:o Platte pieringen op 472: p:s by 't openen van 3: kassen N:o 44. 47: en 62: gebrooken, zijnde 9 1/2 pC:to ruijm |
74039 | ld: Rijst op 232500: ld ofte 75: Cojangs van 3100 ld ieder bedorven. |
1812 | d:o d:o Candij Suijker op 60424: ld in 170: Cann: bij naweeging te kort zijnde 3: pC:tos Schaars. |
1079: | kann: Aracq op 10800: kann in 30: heele leggers by welkers pijling minder bevonden als 20. van 4 d:m 9 van 6: d:m en 1: van 8: d:m wan, zijnde 10. pC:tos Schaars. |
45: | p:s Jaty duijgen op 1000: p:s gebrooken. |
’/:onderstont:/’
‘In ‘t Casteel de goede hoop den 8: octobr 1754: /:was geteekent:/ S:s Swellengrebel’
Naar welkers Lectuure den Heer Gouverneur geliefde te kennen te geeven, dat alvoorens men dat Schip Diemen heeft beginnen te ontlossen door zijn Edele behoorlijk Gecommitt:s zijn gesteld geweest om de Stuagie der Arak Leggers naauwkeurig te visiteeren en gemelte Arak teffens te proeven en te peijlen, dewelke van haare bevinding hebben overgeleevert het onderstaande Rapport.
‘Wy ondergeteekende als door den wel Edelen Gestr Heere Rijk Tulbagh Gouverneur in Loco de ten fine nabesz: expres gecommitteert geworden zijnde, verclaaren bij exact gedaane Visitatie, de Leggers met Arak dewelke in ‘t ter Rheede Leggend Provisie Schip Diemen voor dit Gouvernement zijn afgelaaden en in Dertig Stux bestaan wel en na behooren afgestuuwt en gegarniert bevonden te hebben, gelijk ook de daarin zijnde Arak door ons ondergeteek:de geproeft zijnde van de vereijschte hoedanigheijd is bevonden, en waaren de Leggers wan als volgt te weeten:’
‘
20: | Leggers ijder 4: d:m |
9: | d:o d:o 6: d:o |
1: | d:o d:o 8: d:o |
20: | Leggers ijder 4: d:m |
9: | d:o d:o 6: d:o |
1: | d:o d:o 8: d:o |
‘Van welke Leggers 25: Stux wel geconditioneert zijn, dog de Vijff overige zig met Cassen in de boom en buijk bevinden, Synde onder deselve 5: Leggers ook Twee waar in door ‘t Swaar arbeijden van ‘t Schip eenige bouten door de Duijgen heen zijn gestooten.’
‘Welk voorenstaande wij bereijd zijn, ten allen Tijden des gerequireerd werdende met Solemneelen Eede nader te bevestigen.’
’/:onderstont:/’
‘Cabo de goede hoop den 3: Septem: 1754: /:was geteekent:/ Hend:k Taal C: D’ Leeuw.’
Het welk almeede geleesen weesende is hierop na overweeging van Saaken gearresteerd, dat de gebrookene duijgen vermits deselve nog met voordeel verkogt dan wel ‘t zij tot genier voor de Scheepen of andersints ten dienste der E: Comp: kunnen g’ Employeert werden, sullen gepasseert, en het te kort komende op de Arak en Candy Suijker als niet excedeerende meede gepasseert en bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements zal werden afgeschreeven; Ende nademaal by een Specialijk hiervan ter requisitie van den Cap:tn dier kiel Carel kruijsbergen verleende verclaaring der opper en deks officieren van meergem: Schip Diemen , komt te blijken dat het bederf van 74039 ld Rijst, enkeld en alleen is veroorsaakt geworden door het meenigvuldig Zeewaater dat zijl: in den Swaaren en Lang duurigen Storm op de herwaarts Reijze hebben overgekreegen, heeft men oversulx moeten besluijten de voorseijde quantiteijt bedurven Rijst insgelijx te doen afschrijven, Luijdende voorseijde verclaaring als volgt.
‘
Wij ondergeteekende | |
Jan Rinken Berg | opperstuurman |
Gerrit Wiermae | onders d:o |
Andries Mighielse Sagerman | d:o |
Hendrik van Ewijk | d:o |
Hendrik Schreuder | Boosman |
Benjamin Saler | Schieman |
Gerrit Cornelisz | Constapel. |
Wij ondergeteekende | |
Jan Rinken Berg | opperstuurman |
Gerrit Wiermae | onders d:o |
Andries Mighielse Sagerman | d:o |
Hendrik van Ewijk | d:o |
Hendrik Schreuder | Boosman |
Benjamin Saler | Schieman |
Gerrit Cornelisz | Constapel. |
‘Alle in voornoemde qualitijt beschijden op ‘t Provisie Schip Diemen verclaaren ter requisitie van den Manhaften Capitijn Carel kruijsbergen hoe waar en waaragtig is dat het bederf van een groot gedeelte van onsen geladen Rijst ontstaan is door de meenigte van waater het welk wij van den gepasseerden 27: april tot den 6: maij in het ons beloopen hebbende Swaar onweder wel ter hoogte van 3: voeten in het onder Schip bekomen hebben, aangesien men vermits het Swaar werken der kiel ende daar door veroorsaakte Lekkagie ongeagt alle aangewende moeijten en vlijt, het met geen Drie Pompen konde Lens houden; gemerkt het water niet alleen geduurig teegens de pompen aan wies en men teffens ontdekte dat geduurende dien Tijd Een meenigte van die Rijst meede uijt gepompt wierd, maar ook dat ‘t gepompte water geheel wit was door welke Lekkagie het Schip dan Seer Swaarmoedig Leggende men oversulx in die omstandigheeden genootsaakt geweest is, tot verligting van het Schip en om hetselve tot preservatie van de overige Rijst en verdere lading weederom te doen reijsen 14: p:s geschut over Boord te werpen.’
‘Verclaarende voorts dat so min voorm:t Requirant als wij ondergeteekende ons met die Rijst in geenen deele berijkt hebben welk bovenstaande wij bereijd zijn ten allen Tijden met Solemneelen Eede te bevestigen.’
’/:onderstont:/’
‘Aldus verclaard Int provisie Schip Diemen den 7: october A:o 1754: /:was geteekent:/ J:n Rinkenberg G:t Wierema, A:s M:l Sagerman H:k V:n Ewijk X. /:daaromme Stont:/ dit is het merk van hendrik Schreuder, Benjamin Zaller, Gerrit Cornelisz.’
En is voor ‘t overige verstaan dat vermits op de Suijker niets te kort komt, dierhalven het uijtkoops bedragen van de daarop gepermitteerde afschrijving van 3: pC:to zijnde Rix: 132 1/4: - gementioneerden Cap:tn kruijsbergen op desselfs Soldij Reecq:g ten goede Sal gebragt werden.
Sijnde vervolgens door voorengeciteerde Heer Hoofd administrateur nog geproduceert de onderstaande versoek Schriften van den Pakhuijsmeester, Dispencier en keldermeester alle tendeerende, om te mogen genieten d’ ordinaire Jaarlijxe afschryvingen op de goederen door haar in het afgeweekene Boekjaar verstrekt.
Aan den wel Edelen Gestr Heere Rijk Tulbagh, Gouverneur van Cabo de goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a beneevens den E: agtb: Raad van politie deeses Gouvernements.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren’
‘Den ondergeteekenden Coopman en pakhuijsmeester versoekt zeer Eerbiedig, dat aan hem mag werden toegestaan de onderstaande afschryving op de hier onder te noemene Goederen geduurende dit afgeweekene Boek Jaar onvermijdelijk gevallen, bestaande in de volgende Namentlijk:’
‘
Cramerijen | ||
21: | ld Aluijn op 706: ld over 't jaar geleegen hebbende a 3: p:r C:to | } Soo door indroogen verstuijven 't versleepen van Rotten en Muijssen als het verstrekken bij 1: en 2: ld vermindert. |
26: | d:o Lym op 523: ld | } 5 p:r C:to |
36: | d:o Styfsel d:o 725: d:o | |
Ijser | ||
2197: | ld gesorteert op 146475: ld over 't Jaar geleegen hebbende a 1 1/3 p:r C:to - Soo door inroesten als uijt weegen bij 100: en 50 ld vermindert. | |
Staal | ||
14 1/2 | ld als | |
} door t' uijtweegen bij kleijne parthijen vermindert. | ||
Spijkers | ||
248: | ld op 16552: ld over 't Jaar geleegen hebbende soo door inroesten en uijtweegen bij kleijne parthijen van 1: en 2 ld vermindert zijnde 1 1/2 p:r C:to | |
Verwen | ||
1: | ld fijne op 40 ld | } over 't Jaar geleegen hebbende à 3: p:r C:to door indroogen en uijtweegen bij kleijne parthijen van 1: en 2: ld vermindert. |
80 | d:o ges: groove op 2690. ld: | |
Tabak | ||
534: | ld op 17811: ld door indroogen en uijtweegen van 1: en 2: ld vermindert zijnde 3: p:r C:to. | |
Specerijen | ||
1 1/2 | ld noote op 164 1/4 ld | } over 't Jaar geleegen hebben so door indroogen als verstreken van 1: tot 1/8 ld vermindert zijnde 1: p:r C:to. |
1 1/2 | d:o nagelen d:o 155 1/4 d:o | |
1 3/4 | d:o foelij d:o 177 1/4 d:o | |
2: | d:o Caneel d:o 211 1/4 d:o | |
Coffij Boonen | ||
205: | ld als | |
} insgelijz door indroogen en uijtweegen bij 1 en 2: ld vermindert. |
Cramerijen | ||
21: | ld Aluijn op 706: ld over 't jaar geleegen hebbende a 3: p:r C:to | } Soo door indroogen verstuijven 't versleepen van Rotten en Muijssen als het verstrekken bij 1: en 2: ld vermindert. |
26: | d:o Lym op 523: ld | } 5 p:r C:to |
36: | d:o Styfsel d:o 725: d:o | |
Ijser | ||
2197: | ld gesorteert op 146475: ld over 't Jaar geleegen hebbende a 1 1/3 p:r C:to - Soo door inroesten als uijt weegen bij 100: en 50 ld vermindert. | |
Staal | ||
14 1/2 | ld als | |
} door t' uijtweegen bij kleijne parthijen vermindert. | ||
Spijkers | ||
248: | ld op 16552: ld over 't Jaar geleegen hebbende soo door inroesten en uijtweegen bij kleijne parthijen van 1: en 2 ld vermindert zijnde 1 1/2 p:r C:to | |
Verwen | ||
1: | ld fijne op 40 ld | } over 't Jaar geleegen hebbende à 3: p:r C:to door indroogen en uijtweegen bij kleijne parthijen van 1: en 2: ld vermindert. |
80 | d:o ges: groove op 2690. ld: | |
Tabak | ||
534: | ld op 17811: ld door indroogen en uijtweegen van 1: en 2: ld vermindert zijnde 3: p:r C:to. | |
Specerijen | ||
1 1/2 | ld noote op 164 1/4 ld | } over 't Jaar geleegen hebben so door indroogen als verstreken van 1: tot 1/8 ld vermindert zijnde 1: p:r C:to. |
1 1/2 | d:o nagelen d:o 155 1/4 d:o | |
1 3/4 | d:o foelij d:o 177 1/4 d:o | |
2: | d:o Caneel d:o 211 1/4 d:o | |
Coffij Boonen | ||
205: | ld als | |
} insgelijz door indroogen en uijtweegen bij 1 en 2: ld vermindert. |
’/:onderstont:/’
‘In ‘t Casteel de goede hoop ultimo augustus 1754: /:was geteekent:/ C:l Brand.’
‘Den wel Edelen gestr: Heer Rijk Tulbagh, Gouverneur van Cabo de goede hoop &:a &:a &:a beneevens den E: agtb:r Raad van politie, werd seer Eerbiedig versogt, dat aan den ondergeteekenden dispencier mag werden toegestaan, de ordinaire afschryving van de onderstaande Goederen dewelke door Spillagie, Lekkagie, aanslaan der Muuren, als andersints onvermeydelijk in een Rond Jaar zijn onstaan, Namentlijk.’
‘
355: | mud Tarw á 2: p:r C:to van 17750: mud naer Batavia als Ceylon afgescheept, door 't harploopen en uijtmeeten vermindert | |
15: 3/4: | mud Rogh a 3: pC:to van 527: mud na Batavia als Ceylon afgescheept en vermindert als vooren. | |
55 7/8: | mud Boonen a 5 pC:to van 1119 mud in 't verstrekken, uytdroogen, uijtsleepen van Rotten en muijzen vermindert. | |
16 7/8: | d:o Erten a 1 1/2 pC:to van 1133: mud /:in 't verstrekken, uijtdrogen, uijtsleepen van Rotten en muijzen vermindert. | |
33 3/4: | mud Garst a 1 1/2: pC:to van 2250: mud door Calanders en als vooren | |
9695: | ld Rijst a 3 pC:to van 323189: ld door 't uijteeten van de Calanders en uijtweegen bij veel kleijne quantiteyten | |
Suijker over als volgt. | ||
301: | ld witte a 2 pC:to van 15060 ld: | } door spillagie, lekkagie uijtsleepen der Rotten en muijzen en uijtweegen bij kleijne parthijen. |
121 | d:o Candij a 2: d:o d:o 6075 d:o | |
6: | ld Hop á 1: pC:to van 683 ld door 't uijdrogen 't versleepen van Rotten en uijtweegen by kleijne parthijen. | |
24: | ld Peeper a 1 1/2 pC:to van 1613: ld door 't verstuijven en uijtweegen by kleijne quantiteyten. | |
5 1/2 | Cattoen á 1: pC:to van 574: ld zijnde die quantiteijt meest bij 1: ld 1/2 ld en 1/4 ld uijtgewogen. | |
5: | ld Wax a 2: pC:to van 282: ld door 't vermeijten en uijtweegen vermindert. | |
19 | ld Wax caarsen a 1: pC:to van 1937: ld voor als booven. | |
684: | ld hard Brood à 1 pC:to van 68468: ld als booven. | |
200: | ld Seep a 2 pC:to van 9981: ld door het vermeijten, uijtdroogen en uijtweegen vermindert. | |
18: | Cann Clappus Oley a 3 pC:to van 612: Cann: door Lekkagie vermindert. |
355: | mud Tarw á 2: p:r C:to van 17750: mud naer Batavia als Ceylon afgescheept, door 't harploopen en uijtmeeten vermindert | |
15: 3/4: | mud Rogh a 3: pC:to van 527: mud na Batavia als Ceylon afgescheept en vermindert als vooren. | |
55 7/8: | mud Boonen a 5 pC:to van 1119 mud in 't verstrekken, uytdroogen, uijtsleepen van Rotten en muijzen vermindert. | |
16 7/8: | d:o Erten a 1 1/2 pC:to van 1133: mud /:in 't verstrekken, uijtdrogen, uijtsleepen van Rotten en muijzen vermindert. | |
33 3/4: | mud Garst a 1 1/2: pC:to van 2250: mud door Calanders en als vooren | |
9695: | ld Rijst a 3 pC:to van 323189: ld door 't uijteeten van de Calanders en uijtweegen bij veel kleijne quantiteyten | |
Suijker over als volgt. | ||
301: | ld witte a 2 pC:to van 15060 ld: | } door spillagie, lekkagie uijtsleepen der Rotten en muijzen en uijtweegen bij kleijne parthijen. |
121 | d:o Candij a 2: d:o d:o 6075 d:o | |
6: | ld Hop á 1: pC:to van 683 ld door 't uijdrogen 't versleepen van Rotten en uijtweegen by kleijne parthijen. | |
24: | ld Peeper a 1 1/2 pC:to van 1613: ld door 't verstuijven en uijtweegen by kleijne quantiteyten. | |
5 1/2 | Cattoen á 1: pC:to van 574: ld zijnde die quantiteijt meest bij 1: ld 1/2 ld en 1/4 ld uijtgewogen. | |
5: | ld Wax a 2: pC:to van 282: ld door 't vermeijten en uijtweegen vermindert. | |
19 | ld Wax caarsen a 1: pC:to van 1937: ld voor als booven. | |
684: | ld hard Brood à 1 pC:to van 68468: ld als booven. | |
200: | ld Seep a 2 pC:to van 9981: ld door het vermeijten, uijtdroogen en uijtweegen vermindert. | |
18: | Cann Clappus Oley a 3 pC:to van 612: Cann: door Lekkagie vermindert. |
’/:onderstont:/’
‘In ‘t Casteel de Goede hoop ultimo augustus 1754: /:was geteekent N:s Heyning.’
Aan den wel Edelen gestr heere Rijk Tulbagh, Gouverneur van Cabo de goede hoop met den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: agtb: Raad van politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren’
‘Uwe wel Edele Gestrenge en E: agtb:r werd door den ondergeteekenden Keldermeester Seer Eerbiedig versogt, dat aan hem de afschrijving op de Caabse koele wijnen, Seedert primo September 1753: tot ultimo aug:s 1754: verstrekt, door Suyvering en Spillagie vermindert, mag valideeren bedragende 11075: kannen op 276883: kannen zijnde vier pC:to’
’/:onderstont:/’
‘In ‘t Casteel de goede hoop den 8: octobr 1754: /:was geteekent:/ J:n Raak.’
Waarop naar Resumptie dier Papieren is verstaan, dat wel op gem: Heer Hoofd administrateur sal werden gequalificeert om de daarin vermelde minderheeden, als niet excedeerende al meede bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements te doen afschrijven.
Ende Nademaal als nu is ontdekt geworden, dat van het aangeschreevene door de Heeren der hooge Indiase Regeering bij missive van den 6: Junij 1752: te weeten om aan het Magnitos koningje Jacob Marten Lazarus maandelijx vijff Ryxd:s en het Randsoen van Rijst voor een Man tot onderhoud te laaten verstrekken; door de doenmaalige omslag bij het ontfangen van denselven Brief ten opsigte der te doene voorstelling van zyn hoog Edelheijd den Heere Gouverneur Generaal Jacob Mossel en andere pressante affairen is over ‘t hoofd gesien, ter vereyschte plaatse de noodige Ordres te laaten afgaan invoegen de voorseijde verstrekking daar door voor als nog is onvoldaen gebleeven; Is dierhalven verstaan, dat het bedraagen van dien Sedert den 18: aug:s des gemelten Jaars 1752: wanneer voorseijde Missive al hier met het Scheepje de Princes Carolina is aangebragt, tot ult:mo der even afgeweekene Maand Septemb:r aan gem: Jacob Martin Lazarus zal werden goed gedaan, Sullende voor ‘t overige het bovengem: onderhoud van 5: Rijxd:s en ‘t randsoen van Rijst aan denselven voortaan Conform d’ ordre alle maanden moeten verstrekt werden.
Nog is bes gedagt en dien volgens beslooten om de met het Schip de Stand vastigheijd als versteekelingen van S:t Jago ter deeser plaatse aan gekomene Persoonen van Joseph Gerritson van Barcelona, Pieter goed van London en Jan Hendrik van Waller na dat alvoorens door den Heer Independent fiscaal zal zijn ondersogt of deselve niet op eenige ‘S Comp:s Scheepen bescheijden geweest en daarvan mogten gedeserteert zijn, met het eerst van hier vertrek kende Retourschip weederom na het Vaderland weg te Senden om geduurende de Reijze voor de kost Scheeps dienst te doen.
Sijnde Laatstelijk tot het bywoonen der Burger wapenschouwing aan Stellenbosch als volgens gebruijk op den Laatsten deeser Maand october te geschieden Staande gecommitteert de Heeren Rudolf Sigfried Alleman en Cornelis Eelders.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v: Reede van Oudshoorn
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 422-429.¶
Dingsdag den {17541015} 15: october 1754:
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den E: Coopman en Pakhuijsmeester Christoffel Brand by indispositie
Is naar Lectuure van ‘t Rapport door den Cap:tn van het Zeijlvaardig Leggend’ Provisie Schip Diemen Carel kruijsbergen noopens de dagelijxe verrig tingen in ‘t ontlossen en weeder aflaaden van gedagte kiel en de daaromtrent ontmoete verhinderingen verleend, verstaan; dat in margine van dat Rapport Sal werden aangeteekent dat de daarin vermelde beletselen Conform de waarheijd zijnde dien bodem voor ‘t overige Sedert desselfs opkomst uijt de Baaij Fals ter deeser Caabse Rheede niet langer is opgehouden als noodsaakelijk tot het Lossen en weeder aflaaden is vereijscht geworden, in welkervoegen het voorzeijde Rapport vervolgens aan haar hoog Edelens de heeren der hooge Indiasche Regeering tot Batavia in Copia Authenticq Sal werden overgesonden.
Waarna geleesen weesende Seeker Request door den Cap:tn van het ter Rheede Leggend’ en naar Ceylon gedestineerde Schip kievietsheuvel Cornelis Eijke in de volgende bewoordingen gepresenteert.
Aan den wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh, Gouverneur van Cabo de goede hoop met den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: agtb:r Raad van Politie
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren’
‘Geeft met verschuldigt Respect te kennen, uwe wel Edele gestr en E: Agtb:re needrigen Dienaar den Cap:tn van het ter Rheede Leggend uijt komend en naar Ceijlon gedestineerde Schip kieviets heuvel Cornelis Eijken, hoe den Supp:lt als in hoop en verwagting geweest zijnde, eenig Emploij ter deeser plaatse te vinden, ten dien eijnde, bij desselfs vertrek uijt Neederland bij Request van haar wel Edele hoog agtb: de heeren Bewind hebberen ter vergaderinge van Seeventhiene eenelijk heeft versogt en daarop verkreegen, om desselfs huijsvrouw Margaretha Grove tot hier aan de Caab met zig te mogen meede neemen; dan aangesien den Supp:lt in desselfs voorseijde verwagting niet is komen te slaagen, en nu van Intentie is, om Eenige jaaren in India te verblijven; Soo neemt den Supp:lt de vrijheijd zig te keeren tot uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb:re met ootmoedig versoek dat deselve van die goedheijd gelieven te zijn aan den Supp:lt te permitteeren desselfs voorseijde huijsvrouw met zig verder van hier naar Ceijlon te mogen meede neemen. /:onderstont:/ ‘Twelk doende &:a.’
Soo is om de daarbij aangehaalde Reedenen aan hem geaccordeert desselfs huijsvrouw Margaretha Grové met zig verder naar India te mogen meede neemen.
Sijnde hier en teegens op het dienaangaande meede in Scriptis gedaane versoek door den onderkoopman van hetselve Schip kieviets heuvel Christiaan Rose aan denselven toegestaan, om uijt hoofde van het hoog Swanger zijn Sijner huijsvrouw eenige Tijd met haar ter deeser plaatse te mogen vertoeven, met verdere Permissie om als zijnde door de heeren Majores in ‘t Patria gedespicieert om in de Medicinale Winkel tot Batavia g’Emploijeert te werden, oversulx met een der kermis Scheepen derwaarts te vertrekken.
Ook is aan den met het Schip D’ Eendragt uijtgekomene advocaat M:r Carel Philip Johan Schippers gepermitteert, om tot voltrekking van desselfs voorgenoomen huwelijk, al meede tot nadere Scheeps geleegentheijd hier te mogen overblijven.
Aldus Geresolveert ende Gearresteert In ‘t Casteel de goede Hoop ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 430-432.¶
Donderdag den {17541025} 25: october 1754
‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den E: Coopman en Pak huijsmeester Christoffel Brand bij Indispositie
Op het diesweegens bij Request gedaan versoek door den oud Burgerraad alhier Daniel Pfeil, is aan den selven toegestaan, om desselfs kleijndogtertje in naame Maria Adriana Constantia Smit, naar haaren vader den tot Gale staande predikant Johannes Philippus Smit met het ter Rheede leggend’ Schip kieviets heuvel onder betaaling van het daar toe Staande Transport en Costgeld om in de Cajuijt te werden gelogeert ende getracteert, te mogen oversenden
Soo als wijders aan den Persoon van Leopold Immanuel Jacob van Dord is geaccordeert, om neevens desselfs huijsvrouw Catharina Pauman van het so evengem: Schip kieviets heuvel op het meede ter Rheede Leggend Schip Elswout , uijt hoofde dat zig op Laatstgem: Bodem geene passagiers komende te bevinden, zijde daarop meerder Commoditijt Souden kunnen genieten, te mogen overgaen en daarmeede hunne verdere voijagie naar Ceylon voorttesetten.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop, Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 433-443.¶
Dingsdag den {17541029} 29. October 1754:
‘S voormiddags alle præsent uijtgenoomen den heere Lieu:t Collonel Isaäk Meijnertz hagen mitsg:s d’ E. E: Cap:tn Militair Rudolph Sigfried Alleman en Winkelier Cornelis Eelders.
Is op het voordragen van den heer Gouverneur in Steede van den Overleedene onderkoopman Marthinus Heems, weederom tot opsiender van ‘s Comp:s Houtmaguazijn en Slaaven Logie aangestelt den Boekhouder van ‘t Slagthuijs Carel Maximiliaan Adleda, en in dies plaatse tot Boekhouder van ‘t gesegde Slagthuijs den geswooren Clercq ter Secretarije van Justitie George frederik Haak; welke laatstgem: bediening goed gevonden Sijnde te vervullen met den oud Land-Drost van Swellendam Johannes Theophilus Rhenius, is denselven oversulx weederom voor desselfs oude qualiteijt en Gagie van Boekhouder met ƒ30: ter maand onder een vijff Jaarig verband in dienst der E: Comp: aangenoomen.
Voorts geliefde den Heer Gouverneur om alhier te kunnen werden genoteert, aan de Leeden des Raads te bedeelen, dat uijt hoofde van de meenigvuldige beesigheeden omtrent het repareeren der reets gemaakt zijnde fortificatie werken So op de wallen van het Casteel, als het opruijmen der gragten van hetselve mitsg:s de noodig vereijscht werdende verbeeteringen van de Linie, en wat dies meer zij, met het opmaaken van de door onse Heeren Majores geordonneerde Batterije aan deese kant van de Soute Rivier , voor als nog geen begin heeft kunnen gemaakt werden.
Waarna het welgem: Heere Gouverneur ook behaagde te Communiceeren dat zijn Edele voorneemens weesende in ‘t laatst deeser week sig van hier op Reijze te begeeven naar de groene Cloof , mitsg:s Saldanha - en S:t Helena Baaij , om aldaar alles in Persoon op te neemen en de vereijschte ordres te Stellen, ten dien eijnde de Sorge over dit Gouvernement geduurende zijn Edelens afweesen aan den heer Secunde Sergius Swellengrebel quam op te dragen.
Ende gelijk ‘er berigt is ingekomen dat in ‘t Sogen: Bokke- en Roggeveld door de Sig aldaar in groote meenigte op houdende Bosjes mans hottentotten, het Vee van verscheijde daar omstreex woonende Ingeseetenen is geroofd geworden, Sonder dat de Successivelijk hierop uijtgesonden zijnde Burger Commando’s dat quaad tot nog toe hebben kunnen Stuijten, nademaal die Rovers Soo dra deese Manschap is te rug gekeert, haare Roverijen als dan weederom op nieuuws komen te hervatten; wierd derhalven door den Heer Gouverneur insgelijx te kennen Gegeeven dat zijn Edele aan den Heer Lieut: Collonel Isaäk Meijnertzhagen, mitsg:s de ter bijwooning van den optrek aan Stellenbosch Gecommitteerde Heeren Rudolph Sigfried Allemann en Cornelis Eelders had opgedraagen, om met Land-Drost en Heemraaden aldaar te overleggen, hoedanig dit quaad best tegen gegaan en onse Ingeseetenen voor de insultes deeser Roveren, het zij met eenige Manschap uijt dit Casteel op een bequaame plaats te doen post vatten gelijk Sulx in den Jaare 1739 tot dekking der menschen in de Picquet Bergen insgelijx gepractiseert is, dan wel op eenige andere wijze gevoeglijkst Souden kunnen bevreijt werden: waarover gebesoigneert zijnde is hierop goedgevonden en verstaan, dat men het Rapport der voorseijde Heeren Sal blijven afwagten, en dat ingevalle de noodsaakelijk heijd Sulx vereijscht als dan een Sergeant met Twee Corporaals en Twaalf Soldaaten in ‘t voorwaartsgem: Bokke of Rogge-veld Sullen werden geplaatst, om aldaar So lang te blijven Post houden als de omstandig heijd der Saake Sulx Sal komen te requireeren.
Sijnde Laatstelijk op de dies weegens by Requesten gedaane versoeken aan de naartenoemene Persoonen de volgende Landerijen in eygendom uijtgegeeven, als:
Aan den oud Heemraad Johannes Louw Jacobsz: mitsg:s den Landbouwer Adriaan Louw een veeplaats, geleegen aan ‘t Dassen bosch Rivier , onder Conditie om behalven de Jaarlijxe Recognitie van 24: Rijxd:s nog tot een erkentenisse, de Somma van Tagtig Ryxdaalders eens, aan d’ E: Comp: te moeten betaalen.
Aan den Burger Jan Jurgen Schreuder een Stukje thuijnland, Groot een Morgen en 37: quadraat Roeden, leggende annex desselfs Thuijn in deese Tafel valleij , mits verpligt blijvende, daar voor jaarlijx Twee Rijxdaalders tot Recognitie aan d’ E: Compagnie te voldoen.
Aan den Burger Mitsgaders koster der Swartlandsche Kerk Nicolaas van Wielig een Stukje Huijserfs en Thuijn land omtrent de evengemelde Kerk geleegen, groot Twee morgen om zig daarop ter needer te Setten, met deese bepaaling egter, om op hetselve Land geen Vee te mogen houden, en dat ook niemand der Buuren door het uijtgeeven van dien komt benadeelt te werden.
Aldus Geresolveert ende Gearresteert In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] degrandpreez
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 444-456.¶
Donderdag den {17541212} 12: Decembr 1754:
‘S voormiddags alle præsent.
Hebben de Heeren Isaak Meijnertszhagen, Rudolph Siegfried Alleman en Corn:s Eelders heeden ter vergaderinge gerapporteert, dat zy ingevolge en ter voldoeninge van de aan hun opgedraagene Commissie, met Land-Drost en Heemraaden aan Stellenbosch gesprooken hebbende noopens het plaatsen van een Commando Militairen uijt dit Casteel in de Sogenaamde Bokke en Rogge Velden , ten eijnde de Ingeseetenen aldaar voor de Rovereyen der Bosjes mans Hottentotten te dekken, gesegde Land-Drost en Heemraaden hierop aan haar E E: hadden betuijgt, dat dewijl het teegens voorsz: Bosjesmans uijtgesonden geweest zijnde Burger Commando niet alleen het geroofde Vee op een kleyn getal na weederom bemagtigt, maar ook naar dat in diversse actien eeniger dier Bosjesmans waaren dood geschooten, op het nader goedvinden deeser Regeering met deselve vreede gemaakt hadden, zij Land-Drost en heemraaden als nu vertrouwden dat men voor eerst geen quaad meer van die wilden Soude te dugten hebben, en oversulx op het needrigst voor het meergem: Commando Militairen hadden komen te bedanken; weshalven het detacheeren van dien teegenwoordig van geen noodsaakelijkheijd geoordeelt zijnde geworden; heeft men wijders best gedagt en dienvolgens beslooten om de voorseijde gemaakte vreede niet alleen volkomen te approbeeren, maar ook tot bevestiging van dien volgens gebruijk aan de Cap:tn der dikwilsgen: Hottentotten ijder een Rotting met een Coopere knop met het merk der E: Comp: daerop gesneeden te doen ter hand Stellen.
Vervolgens geresumeert weesende de ingediende Nominatien der Resp: Collegien Soo hier aan de Caab als in de buijten districten, heeft men zig de gedaane Electie van ouderlingen laaten welgevallen, en verders uijt het dubbelt genomineert getal tot diaconen verkooren, de volgende Persoonen te weeten.
In de kerk hier aan Cabo
David D’ Aillij tot ouderling in plaatse van den afgaande Hendrik Möller
Evert van Schoor en Michiel Smuts tot Diaconen voor de uijtgediende Reijno Berthault en Jan Serrurier.
In de Stellenbosche Kerk
Daniël Malaen tot ouderling in Steede van Hendrik Emanuel Blankenberg en tot Diacon Pieter Wion de jonge in plaatse van den aftetreedene Abraham Faure.
In de kerk aan Drakenstijn
Abraham de Villiers tot ouderling Thomas Arnoldus Theron en Jan Blignaut tot diaconen, den Eersten in plaatse van Pieter le Roux en de Twee andere voor Roelof van der Merwe en Pieter Strijdom.
In kerk in ‘t Land van Waveren
David van der Merwe tot ouderling in plaatse van Pieter de Vos. - en Jacobus Theron Junior Isaacz: tot Diacon in Steede van den af te treedene Jacobus du Toit.
In de Swartlandsche Kerk,
Michiel Basson tot ouderling in de plaats van Pieter van der Bijl. - en Jacobus Myburg tot Diacon voor d’ uijtgediende hendrik van der Westhuijsen.
Sullende voorsz: Kerkenraade wijders werden aangeschreeven dat dewijl ‘er deesen Jaare tot opneeming haarer kerkelijke Reecq:g weederom geen Commissaris Politicq Staat af te gaan, Sij hierom Sullen moeten besorgen, dat deselve Reecq:gen ten Spoedigsten herwaarts werden opgesonden.
Voorts zijn uijt de in dubbelen getale genomineerde Persoonen om na gebruijk in de onderstaende Collegien dienst te doen, de volgende verkooren, als.
tot Burgerraaden
Johannes Henricus Blankenberg, Hendrik van der Heyde in Steede der uytgediende Henning Joachim Prehn en Jan Hassing
Tot Weesmeesteren
Lodewijk Christoffel Warnecke Jan Serrurier en Petrus Johannes de Wit in plaatse der aftetreedene Pieter koning, Hendrik van der Heijde en hend:k Lodewijk Bletterman
Tot Commissarissen van Civile en Huwelijxe Saaken.
Johannes van der Riet en Jan frederik Willem Bötger in Steede van hendrik Möller en Anthonij Martensz: als meede in plaatse van den overleeden Willem Helmoet, Willem van Schoor welken laatstgem: gevolgelijk maar een Jaar Sal moeten fungeeren.
Ook is goedgevonden om den E: Cap:tn Militair Rudolph Sigfried Alleman nog Twee Jaaren als Præsis in dit Collegie te laaten Continueeren.
Tot Heemraaden van Stellenbosch en Drakenstijn
Johannes Louw Pietersz: Daniel Malaan Johannes Albertus Mijburg en
Stephanus Grové in Steede van Andries brink, nicolaas Vlok, Pieter du toit d’ oude en hend:k van der merwe.
Tot heemraaden van Swellendam
Louis fouri en Jacobus Botha Theunisz: in plaats van Andries de Jager en Hermanus Steijn.
Door den van ‘t Schip D’ Eendragt ter deeser plaatse verbleevene advocaat m:r Carel Philip Johan Schippers bij Requeste versoek zijnde gedaan geworden, om neevens sijne hier getrouwde huijs vrouw Anna Maria Raak als nu met het ter Rheede Leggend Schip Schagen naar Batavia te vertrekken, Soo is hetselve aen hem geaccordeert.
Sijnde Laatstelijk aan den Burger Jacobus van Rheenen de Jonge op zijn dies weegens meede in Scriptis gedaan versoek voor den Tijd van Vijff-Thien jaaren in Erfpagt verleend een Stuk bouwland ter groote van Thien Morgen netto geleegen annex desselfs plaats aende Paarde Berg by de sogen: Oliphants Fontijn , mits verpligt blijvende de daartoe Staande recognitie Penn:gn van vier Schellingen voor ijder Morgen Jaarlijx aan d’ E: Comp: te voldoen.
Aldus Geresolveert ende Gearresteert In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] J:s degrandpreez
[Signed:] Mij Present
[Signed:] O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 457-478.¶
Donderdag den {17541219} 19: December. 1754:
‘S voormiddags alle præsent.
Is naar Lectuure van Seeker klagt Schrift door den Boekhouder, mitsg:s de Stuurlieden en Deks Officieren van het ter Rheede leggend uijt komend Schip Langewijk teegens den gesaghebber dier kiel Ring Barendsz: de Vries geformeert, en aan den Heer Gouverneur overgegeeven, best gedagt hetselve Schriftuur te Stellen in handen van den Heer Independent fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn, ten eijnde deese Saak door zijn E: exact ondersogt zijnde, vervolgens Sodanig besluijt hier omtrent Sal kunnen werden genoomen, als men ten meesten dienste der E: Comp: mitsg:s tot Conservatie van de Rust en goede ordre op voorseijden Bodem Sal vinden te behooren.
Hierna geresumeert weesende de g’ Eerde Letteren van haar wel Edele groot agtb: de heeren Bewindhebberen ter Camer Zeeland, de datis 24 en 27. Junij mitsg:s 11: en 18: Julij deeses Jaars, dewelke met het aanweesend Schip Crabbendijk hier zijn aangebragt, So is goed gevonden en verstaan, dat ter voldoeninge van het geordonneerde bij eerstgem: Missive door gementioneerden Heer Independent Fiscaal mitsg:s Gecomitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie en geadsisteert met den E: Equipagiem: Hendrik Taal, van den Bootsman Pieter Rosenauw en quartierm: Jan Jonas, die beijde op het in den voorl: Jaare op de Reijze na Ceijlon omtrent Mosambicque verongelukte Schip Breedenhoff bescheijden geweest zyn, Sal werden ingenoomen een ampel Relaas aengaande het blijven van dien Bodem en insonderheijd noopens de plaats alwaar dit ongeluk is komen te gebeuren, als meede hoedanig met de geldkisten Goud en andere Goederen die Sig in voorseijden kiel bevonden hebben, is gehandelt geworden, en waar deselve Mogten gebleeven zijn, om daardoor so na Mogelijk te kunnen ervaaren of en welke apparantie ‘er tot weederkrijging dier Contanten Soude mogen weesen; maer nademaal het Seer waarscheynelijk is, dat tot het bemagtigen derselver, door de Regeering des Eijlands Ceylon dan wel door ‘s Comp:s Ministers in Suratte , terwelker beijde plaatsen men de Tijding van voorsz: ongeval gehad heeft, lang voor dat alhier aan dit Gouvernement eenig berigt daarvan is ingekomen, bereijts de vereijschte Ordres Sullen zijn gesteld geworden, te meer dewijl door de overheeden van het in de Maand Maart deeses Jaars hier aangeweest zijnde Ceylons Retour schip Vrijburg eenelijk aan ons bij monde is verleend geworden dat by hun aanweesen op Suratte een gedeelte der gesalveerde Scheepelingen van voorseijden verongelukten Bodem aldaar Souden zijn aangekomen en dat den Heer Directeur en Raad ter dier plaatse daarop een vaartuijg ingehuurd en de evengem: Manschappen daarmeede weederom naar de plaats alwaar het Schip was komen te blijven Soude zyn afgesonden, Sonder dat men verders eenig nader berigt daarvan by ‘s Comp:s Brieven van het Ceylons Gouvernement ontfangen, heeft ter needer gestelt gevonden; Soo is by overweeging van dien, als meede dat het teegenwoordige Jaars gety niet toelaat een der hier Permanente Vaartuygen derwaarts te kunnen afsenden, oversulx raadsaamst geoordeelt en dienvolgens gearresteerd, dat eer en alvoorens iets verders in deese Saak te doen tot het arrivement alhier der verwagt werdende Ceylonsse Retourscheepen Sal werden gesupercedeert, in verwagting dat men met deselve ‘t zij bij schrijvens van de Regeering van het voorseijde Eyland, dan wel andersints nader Sal zijn te weeten gekomen of en wat aldaar, dan wel van elders hieromtrent mogte zijn in ‘t werk gestelt, om alsdan Sodanige Maatregulen te kunnen neemen als men ten meesten dienste der E: Comp: in dit geval sal oordeelen te moeten geschieden; Sullende ondertusschen den voorwaartsgem Bootsman Pieter Rosenauw en quartiermeester Jan Jonas om in der Tijd des ver eijscht werdende Sig van deselve in deese Saak verder te kunne bedienen, van ‘t voorseijde Schip Crabbendijk geligt en ter deeser plaatse werden aangehouden; Gelijk wijders bij verscheyning ter deeser plaatse van den opperstuurman Pieter de Backer neevens eenige andere der op meergem: Schip Breedenhoff bescheijden geweest zijnde officieren, mattroosen of Soldaaten, deselve insgelijx g’Examineert en vervolgens by bevinding van Saaken na het vaderland Sullen te rug gesonden werden; weshalven ten eersten op het arrivement van Schip of Scheepen ter deeser Rheede niet alleen door gementioneerden Equipagiem: aan Boord dier Scheepen naar voorseijde Persoonen Sal moeten vernoomen, maar boven dien ook ten Soldij Comptoire alhier de Monsterrollen dier aan te komene Scheepen exactelijk Sullen moeten werden nagesien, of zig op deselve eenige der gedagte Scheepelingen Soude mogen komen te bevinden, in welken gevalle dan daarvan ten eersten behoorlijk Rapport Sal moeten werden gedaan.
En is voorts ten belange van het aangeschreevene door welgem: Heeren Bewind hebberen bij derselver bovengem: Letteren van den 27: Junij pass:o te weeten om aan de overheeden der voor de kamer Zeeland thuijs vaarende Scheepen te gelasten, dat wanneer deselve in ‘t Canaal het op haar kruijssende Comp:s vaartuijg komen te missen; Sy als dan ter bekooming van een Loots in douvers Sullen moeten binnen loopen, verstaan: dat aan de overheeden der geciteerde Zeeuwsse Retour Scheepen Extract authenticq uijt voorseijde Missive raakende de Soo evengem: Ordre tot derselver narigt Sal werden afgegeeven.
Soo als ook in nakominge van haar wel Edele groot agtb:r verdere beveelen de Constantia wijn wanneer die van de vereijschte hoedanigheijd ter versendinge Sal zyn uijtgevallen, alhier geen Jaar over Sal werden gehouden welke wijn ook niet anders als in Amen van hier Sullende overgesonden worden, het overige geordonneerde Soo noopens het weynig maaken van ‘t vaatwerk als het doven der Wijn met de overgesondene kruijt Lugt, mitsgs: om geen andere dan goede wijn in Soort, en by ontstentenisse van dien, liever niets over te Senden, ook Schuldpligtig Sal werden nagekomen; Dog dewijl welgem: Heeren Bewind hebberen van begrip Scheijnen te zijn, dat de Constantia wijn alhier van Terroirs dewelke aan haar wel Edele groot Agtb:re begeerte niet komen te voldoen ingekogt, en door ‘s Comp:s eijge Kelderbediendens behandelt werd, heeft men oversulx noodsaakelyk geoordeelt deselve omtrent het een en ander te moeten berigten, dat de Constantia wijn die Jaarlijx van hier voor d E: Comp: na het vaderland werd overgesonden, op geen andere plaats in dit gantsche Land, als alleen op de hofsteede Constantia Self valt en daarom ook de naam van Constantia wijn voert, en dat dit Constantia Seedert veele Jaaren in Twee perceelen verdeeld geworden zijnde, teegenwoordig beseeten word door en in Eygendom toebehoord aen de Burgers, mitsg:s vrije ingeseetenen alhier Carel George Wieser en Lambert Mijburg, dewelke gevolgelijk d’ eenigste Sijn, van wien de voorseijde wijn voor d’ E Comp: werd ingekogt, en dat wijders wanneer men wil Considereeren, dat voor de op andere Terroirs vallende Soete en Swaare wijnen, even Soveel als voor de Constantia wijn betaald word, daaruijt ligtelijk is op te maaken, dat met het inkoopen van wijn van andere plaatsen, om die voor Constantiase te doen doorgaan, niet wel eenige morsch handel kan werden gepleegt.
En wat aan belangt het behandelen der dikwilsgen: Constantia wijn, dat Sulx niet alleen door voorseijde Wieser en Mijburg op hunne hofsteeden self komt te geschieden, maar dat ook die wijn na dat deselve bereijts in de Aamen overgedaen en dus ter versending volkomen in gereetheijd is gebragt, als dan nog soo lang onder hunne opsigt blijff berusten, dat de Scheepen waarmeede deselve na ‘t vaderland Staat versonden te worden, op hun vertrek leggen, wanneer die wijn eerst herwaards opgebragt werd, Sonder als dan langer in ‘s Comp:s kelder te blijven leggen, als eenelijk tot het merken en branden der Aamen vereijscht werd, maar onmiddelijk na ‘t verrigten van ‘t een en ander naar boord der Scheepen werd getransporteert, invoegen dan hier uijt ten vollen Sal kunnen blijken, dat het behandelen der Constantia wijn direct of indirect door ‘s Comp:s kelder bediendens alhier niet geschied, en dat men niet anders kan doen dan deselve van de eijgenaars in te koopen, Sonder eenig verder regt tot dies beheering als een andermans goed zijnde, te kunnen pretendeeren, dog gelijk bevoorens gesegt is, Sal men het inkoopen van deese wijnen nalaaten wanneer bevonden werd dat deselve niet deugdsaam in Soort worden gevonden.
Door d’ E E: Cornelis Eelders en Josephus de grand preez vervolgens te kennen gegeeven geworden zijnde, dat dewijl den onlangs aangestelden opsiender van ‘s Comp:s Slaaven Logie Carel Adleda de ver Eijschte bequaamheijd komt te besitten, om het opsigt over de Spijsiging der Soo evengemelde Lijf Eygenen te kunnen waarneemen, en dat die Saak berijts over lang in behoorlijke Stand is gebragt geweest, Sij dierhalven onder welduijding vermeenden, het als nu niet meer noodsaakelijk te zijn, dat de directie van dien langer door hun quam te geschieden, met versoek wijders om uijt dien hoofde daarvan te mogen werden ontslaagen: heeft men Sulx om gedagte Reedenen aan haar E E: geaccordeert, en zijn deselve wijders voor hunne tot dus verre hier omtrent gepresteerde diensten bedankt.
En nademaal uijt diesweegens verleende verclaaringen is komen te blijken, dat den Matt:s Jan Coert van Langesond, wanneer denselven met het uijtbreeken van klippen ten dienste van ‘S Comp:s werken beesig was, het ongeluk heeft gehad door het onvoorsien needervallen eener Swaare Vloerklip, een Lidt van de derde vinger zijner ‘S Linkerhand te verliesen, is oversulx verstaan, dat tot vergoeding van dien aan denselven Jan Coert de Somma van Thien Rijxd:s uijt ‘s E: Comp:s Cassa Sal werden betaald.
Sijnde Laatstelijk beslooten dat er Billietten Sullen werden geaffigeert tot waarschouwing van een ijgelijk deeser Caabse Ingeseetenen dat den heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn neevens Gecommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie, binnen korte daagen Schouwing der Straaten en weegen binnen dit Caabse Vlek Sullen doen, ten eijnde een ijder de vuijlnis Nesten en andere onreynigheeden van voor zyn deur Sal kunnen doen opruijmen en weg brengen om Sig alsoo voor Schaade te hoeden.
Aldus Geresolveert ende Gearresteert In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present
[Signed:] O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 479-485.¶
Vrijdag den {17541227} 27: Decemb:r 1754:
‘S voormiddags alle præsent.
Heeft den Heer Independent Fiscaal Pieter Reede van oudshoorn heeden in Rade te kennen gegeeven dat zijn E: in opvolginge van het gearresteerde in de Jongste vergaderinge, noopens de teegens der gesaghebber van het aanweesend Schip Langewijk Ring Barend de Vries ingebragte klagten, behoorlijk ondersoek gedaan, en daarvan berijts eenige Stukken ingewonnen hebbende, uijt het een en ander heeft bevonden, dat gem: gesaghebber behalven verscheijde andere gepleegde onordentelijk heeden principaalijk beschuldigt werd, dat hij het volk hun behoorlijk randsoen, als meede aan de Sieken dat geen het welk ‘S Comp:s weegen voor deselve werd meede gegeeven, Soude onthouden hebben, desgelijx dat geduurende de geheele herwaards Reijze het Schip maar eens Schoon gemaekt en ‘t kruijt gekeert Soude Sijn geworden; waarbij ged: Heer fiscaal verders betuijgde dat nademaal niet alleen het verkorten van ‘s volks Rantsoen mitsg:s de nalaatig heijd om volgens d’ ordres der E: Comp: op de Ver Eijschte Tijden het Schip te laaten reijnigen en het kruijt te doen keren, uijt het aanteekening Boek van den Bottelier, mitsg:s het bij gem: gesaghebber Selfs gehoudene Journaal komt te blijken; maar dat ook van denselven berijts veel ongepermitteerde Goederen gevonden en aangehaald geworden waaren Sijn E: uijt dien hoofde vermeynde genoegsaame actien te hebben om meergem: Gesaghebber Ring Barendsz de Vries voor den Raad van Justitie deeser plaats in Regten te betrekken, met versoek wijders dat denselven hierom van desselfs bescheijdenen Bodem Langewijk geligt en hier aangehouden mogte werden.
Waarop in aanmerking genoomen zijnde, dat dat Schip Langewijk in ‘t korte in Staat sal zijn om van hier te kunnen gedepecheert werden, Sonder dat het Proces van gem: gesaghebber inmiddels met eenige mogelijkheijd kan werden getermineert. Is dierhalven best gedagt en dienvolgens beslooten dat denselven neevens de in deese Saak vereijscht werdende deksofficieren en andere Persoonen van voorseijden Bodem Langewijk afgenoomen en om Reedenen als gemelt is ter deese plaatse Sullen werden aangehouden Waarna over het vervullen van de vacante Schippers plaats op het Selve Schip Langewijk gesprooken weesende, Soo geliefde den heere Gouverneur ten eijnde men hieromtrent met volkomen gerustheijd Soude kunnen handelen, in Raade te laaten binnen komen den E: Equipagiem: Hendrik Taal en denselven af te vragen welke der Drie hier aanweesende opperstuurlieden hij vermeijnde de bequaamste te zijn om het Commando als Schipper op gem: Bodem te kunnen voeren, waarop doordenselven betuijgt zijnde dat deselve alle drie daartoe in Staat waaren en de verEijschte Capaciteijten quaamen te besitten, dog dat egter na zyne gedagten den opperstuurman van het Schip ‘t huijs Ten Donk gen:t Jan Eggers nog wel de bequaamste Soude zijn, Is denselven dienvolgens tot Schipper op dikwilsgen:t Schip Langewijk , dog egter ter nadere approbatie van haar hoog Edelens de heeren der hooge Indiasche Regeering tot Batavia aangesteld: wesweegen So evengem: kiel dan ook met dies inlaading, Contanten &:a Conform d’ ordre aan gementioneerden Eggers sal werden overgegeeven.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd Int Casteel de goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v: Reede van Oudshoorn
[Signed:] I: Meinertzhagen
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] C Brand
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present
[Signed:] O M Bergh Adj:t Secret:s
C. 132, pp. 486-500.¶
Dingsdag den {17541231} 31:n December 1754:
‘S voormiddags alle præsent uijt genoomen den Heer L:t Collonel Isaak Meijnertzhagen
Naar Lectuure van het geagt aenschrijvens hunner wel Edele Groot Agtb:re de Heeren der Hoge Indiasche Regeering tot Batavia de dato 15: October Deeses Jaars, dat beneevens de daar toe gehoorende bijlaagen met het op gisteren ter deeser Rheede gearriveerde Retour Schip Straalen ontfangen is, Is na gehoudene deliberatie best gedagt, dat alvoorens, op de noodige rescriptie van hetselve besluijt te neemen, Sulx Sal werden uijtgesteld, tot dat die Papieren nogmaals bij de Leeden deeses Raads Sullen weesen Rond geleesen, maer dewijl dit egter geen uijtstel Lijden kan, is nog Staande vergadering aan den Heer Independent Fiscaal Pieter Reede van Oudshoorn gedemandeert, om zig met gecommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie deeses Gouvernements te vervoegen ten huijse van den Burgerraad Johannes Henricus Blankenberg als eenigen gemagtigde van den den geweesen Heer Bengaals Directeur Jan Huijgens ten eijnde Sig op het naauwkeurigste te inquireeren, welke goederen ofte penn:gen van gemelten Heer Huijgens nog onder hem mogten te vinden zijn, en deselve alsdan volgens de ordre in Sequestratie te neemen; het geene inmediaat werkstellig gemaakt en gedagten Heer fiscaal met bovengem: Gecommitteerdens weederom in Raade verscheenen zijnde, heeft zijn E: gerapporteert dat gemelten Blankenberg op de dies aangaande aan hen gedaane afvrage betuijgd heeft, de Somma van Twee Duijzent Seven hondert drie en ‘t Seeventig Rijxd:s en 38: Stv:s in Contanten Gelde van meergem: Heer Huijgens onder zig te hebben, met bijvoeging dit alles te weesen, dat van denselven onder hem Blankenberg als zijnen generaalen gemagtigden is berusten gebleeven; weshalven goed gevonden en verstaan is, dat voorseijde Somma van Rix. 2773: en 38: Stv:s Conform d’ ordre van hoogstgem: haar Hoog Edelens ter Sequestratie in ‘S Comp:s Cassa alhier Sal werden Gebragt.
Waarna zijn nagesien de Negotie en Soldij Boeken deeses Gouvernements d’ Annis 1753/54: met ende neevens het Rapport dat noopens derselver examinatie door de Leeden deeses Raads d’ E: E:s Nicolaas Heyning en Corn:s Eelders als daartoe bij Resolutie van den 23: July deeses Jaers Gecommitteerd geworden zijnde, is overgegeeven, uijt welke Negotie Boeken dan is komen te blijken dat de Lasten in ‘t voorl: Boekjaar gevallen te Saamen monteeren ƒ469000:6: en de winsten ƒ153220:14: Soo dat de Lasten dit Jaar minder als A:o pass:o zijn gevallen ƒ19160:5: en de Winsten insgelijx minder de Somma van ƒ11064:3:; welk weyniger bedraagen der Lasten ten principale is voortgekomen.
Vooreerst uijt d’ onkosten van Scheepen die ƒ8272:12:8: Lager als A:o pass:o zijn geweest, door dien ‘er deesen Jaare drie Scheepen minder ter deeser plaatse zijn aangekomen ; als meede dat by de dat bij de Jongste aanbesteeding der Leverantie van d’ E: Comp: van versch vleesch en Leevendige Schaapen de prijs van ‘t Vleesch van Elf op Vijff duijten het pont, gelijk ook die der Schaapen van 16: op 12: Schel: gedaald zijnde, de daarvan gedaane verstrekkenen aan ‘s Comp:s Scheepen dienvolgens ook ongelijk minder als bevoorens hebben moeten bedragen.
Ten Tweeden uijt d’ ordinaire Randsoenen, die ƒ2707: minder als in het Jongst gepasseerde Jaar komen te rendeeren, vermits aan ‘s Comp:s gequalificeerde en mindere Dienaaren alhier geen Randsoen van Bier heeft kunnen werden verstrekt, door dien hetselve ten aansien van het agterblijven der Scheepen die dagelijx wierden te gemoed gesien niet Tijds genoeg is aan gebragt, om voor dat de Boeken hebben moeten werden geslooten te kunnen werden afgegeeven, als ook dat by gebrek aan vaderlands sout Vleesch en Spek versch vleesch tot Randsoen is verstrekt geworden.
En ten Derden, uijt de betaalde Guarnisoens Soldijen, welke Post dit Jaar ƒ28927:16: minder als A:o pass:o bedraegt, nademaal het Guarnisoen en Corps Arthillerij bediendens geen monteering hebben genooten: Terwijl aan den anderen kant het minder bedraagen der winsten eenelijk is voortgevloeijt, doordien ‘er geduurende het voorgaande Boekjaar een mindere quantitijt negotie goederen Soo uijt het vaderland als India alhier is aangebragt, waar door d’ avancen daarop dienvolgens ook minder als bevooren hebben moeten rendeeren; Hebbende andersints de gewoone Lands inkomsten op zig Selven nog ƒ7696:7: meer als in ‘t voorl: Jaar afgeworpen.
Sijnde voor ‘t overige den Heer Hoofd Administrateur Sergius Swellengrebel gequalificeert om de voorseijde Winst en Lastposten Conform de dienaangaande geformeerde Specificatie by de meergemelde Negotie Boeken te doen in en afschrijven.
Ende alsoo de voorwaartsgem: Gecommiteerd:s bij derselver gementioneerd Rapport nog komen voor te dragen dan zijl: bevonden hebben, dat bij ‘s Comp:s kleijne Geld Cassa alhier, onder de Contanten met de naam van agterstallige Leeninge komt voort te loopen een Somma van 191 7/8: Rijxd:s heen komende weegens eenige Comp:s Dienaaren die Seedert den jaare 1673: tot A:o 1700: bij Sommige Burgers tot voortsetting van hunnen Landbouw in Leening zijn overgegaan voor halve Gagie, ‘t welk door gesegde Land bouwers van dewelke ‘er Seedert het gemelte Jaar 1700: geene meer in ‘t Leeven of te vinden zijn; niet is voldaan geworden; als meede dat ten Soldij Comptoire als nog is berustende Seeker Boek onder de Naam van ‘t Negotie Vrijboek inhoudende een resteerend montant van ƒ8485:6: voortgekomen van materialen en bouw gereed schappen dewelke by het aan leggen deeser Colonie aan verscheijde Persoonen zijn verstrekt geworden, en gedeeltelijk onvoldaan gebleeven, en dat dewijl Seedert een lang Reex van Jaaren al meede geene dier Debiteuren nog eenig van derselver nakomelingen meer hier te lande gevonden werden, en ‘er oversulx in ‘t geheel geen apparentie is dat d’ E: Comp: ooijt iets van deese Schuld Soude kunnen voldaan krijgen; Sij Gecommitteerdens dierhalven vermeijnden dat eerstgemelde Somma van Ryxd:s 197 7/8: bij de Boeken der kleijne Cassa als meede die van ƒ8485:6: by de Negotie Boeken dewijl deselve op beijde die plaatsen als reëele Schulden voortloopen behoorden afgeschreeven en eenelijk binnens Lijns gebragt te werden; Soo is by overweeging van dien, goedgevonden en verstaan, dat van hoogstgemelde Heeren der hooge Indiase Regeering qualificatie Sal werden versogt, om de gementioneerde Twee Posten ter oorsaake als gemelt is, by de kleijne Cassa en Negotie boeken deeses Gouvernements te doen afschrijven en eenelijk binnens Lijns te laaten voortloopen.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R Tulbagh
[Signed:] S Swellengrebel
[Signed:] P: v: Reede van Oudshoorn
[Signed:] R S Allemann
[Signed:] N:s Heijning
[Signed:] Corn:s Eelders
[Signed:] Mij Present O M Bergh Adj:t Secret:s