Skip to content

C142 v1.20

C. 142, pp. 2-40.

Marginaliën d’ A:o 1764.

C. 142, pp. 41-48.

Vrydag den {17640106} 6: Jann: 1764.

S’ voormiddags alle Present, excepto den Edelen Heere gouverneur Rijk Tulbagh, bij Indispositie.

Agtervolgens het gearresteerde in vergaderinge van den 27 der even afgeweekene maand December, aangaande de te doene voorstellinge op heeden, van den hoog Edelen heere gouverneur generaal Petrus Albertus van der Parra; heeft den Heer Secunde Pieter van Reede van Oudshoorn /:den Edelen heere gouverneur Rijk Tulbagh, mits desselfs bovengem: Indispositie niet present Zijnde:/ eerst ten overstaan van de verdere resp: Leeden deeses raads, en daarna deselve Leeden, aan handen van ged: heer Secunde van Oudshoorn gepresenteerd, den Eed van trouwe en obediëntie, na den Inhoud van ‘t formulier, ons ten dien eijnde van Batavia toegesonden: Waarna de deuren der Raad Camer geopent Zijnde, wierden vervolgens binnen geroepen, de Leeden van den Raad van Justitie, de Predikanten, voorts de Schippers der ter rheede leggende uijtkoomende Scheepen, neevens de daar op bescheijdene militaire officieren, gelijk meede den Landdrost, Heemraaden en Burger officieren van Stellenbosch en Drakensteijn , en eijndelijk alle de overige gequalificeerde Dienaren der E: Comp: en Burger- Collegianten, dewelke hoofd voor hoofd, en ijder in ‘t bijsondere aan handen van ged: heer Secunde, den voorseijden Eed, meede afgelegd hebbende; vervoegde zig na verrigtinge van dien, het gantsche Lighaam der regeeringe na de Puije deeser fortresse, voor dewelke bij een versameld waaren, d’ overige dienaaren der E: Comp:, en wijders onder haare Vaandels en Standaarden in de wapenen gerangeert Stonden, de geheele Militie deeses Casteels, en Soo ook de burgerij, zoo te voet als te paard; aan dewelke na voorgaande klock roeringe, eerst d’ acte van authorisatie tot de Publique voorstelling van welopgem: Zijn hoog Edelheijd Petrus Albertus van der Parra, geteekent In ‘t Casteel Batavia, den 17: Junij des voorl: Jaars, neevens den daarbij gevoegden Eed van trouwe en obediëntie aan gedagte zijn Wel Edele Hoog Agtb: te doen, voorgeleesen en bekend gemaakt weesende, wierd hierop, welopgem: Zijn Hoog Edelheijd Petrus Albertus van der Parra, door den Heer Secunde, na het doen van een korte aanspraak, ter materie passende, alle den volke voorgesteld, met serieuse Recommandatie daarbij, dat een ijgelijk, meergemelde Zijn wel Edele Hoog Agtb: in nakominge en betragtinge van Zijnen Schuldigen Pligt, daar voor voorthaan Sal hebben te erkennen, eeren en gehoorsamen; het geen door de gantsche gemeijnte volvaardig met het uijtroepen van Ja! Beantwoord en beswooren wierd, onder hertgrondige en Eerbiedige toewenschinge van alle ende een ijgelijk, dat desselfs regeering in allen deelen roemrugtig en geluchtig Zullende weesen, Zijn Hoog Edelheijd dit Eminent, dog niet min Swaarwigtig ampt, door den Zeegen des Heeren ondersteund, lange Jaaren Sal moogen bekleeden, en voorts dat alle desseinen, Soo te water als te lande, die onder het wijze bestier van zijn Wel Edele Hoog Agtb: Sullen werden ondernoomen, ten welweesen onses Lieven Vaderlands, en de generaale maatschappij geluckig en voorspoedig Zullen moogen uijtgevoerd werden.

Sijnde hierop drie generaale deCharges uijt de Musquetterij en Pistoolen, ijder telkens met een Canon Schoot van ‘t Casteel beantwoord, gedaan, en vervolgens al het Canon, Soo van deese Sterkte, als der Schanssen en redouten, langs deese Stranden leggende, mitsgaders van d’ aanweesende S’ E: Comp:s Scheepen, die al vroeg met vlaggen en wimpels waaren behangen, losgebrand; waarna de Militie van ‘t Casteel, mitsgaders die der burgerij, na een gedaanen march door de waterpoort deeses fortresse vervolgens elk na zijn bescheijden plaats vertrok, gelijk gemelden Heer Secunde, en de leede des raads, mitsgaders d’ overige gequalificeerde S’ E: Comp:s Dienaren zig S’ middags weederom na de woning van den Edelen Heere gouverneur begaven, alwaar deselve neevens de militaire en Burger officieren van weegens welgem: Heer gouverneur seer vriendelijk ter maaltijd wierden onthaald, met het welke dan ook deese Plegtigheeden een eijnde hebben genoomen.

Hebbende voor ‘t overige welopgem: Edelen Heere gouverneur Rijk Tulbagh, gelieven te declareeren, dat zijn Edele, Soo dra van desselfs voorsz: Indispositie hersteld weesende, weederom in raade Zal kunnen verscheijnen, als dan insgelijx den Eed van Trouwe aan Hoogstgem: wel Edelen hoog Agtb: Heere Petrus Albertus van der Parra, als Gouverneur generaal, te sullen presteeren.

Aldus Gedaan en Uijtgevoerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] I: Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 49-64.

Dingsdag den {17640117} 17: Jann: 1764:

S’ voormiddags alle Present, behalven den wel Edelen gestr: Heere gouverneur Rijk

Tulbagh, mits indispositie.

Sijn heeden in Raade geresumeert geworden, de Reecq: der Armen penn: van de hier te Lande Sijnde Vijf kerken, waar van den ontfangst en uijtgaaf geduurende het voorleeden Jaar hebben bedragen, als volgt.


'T generaale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij Armen.
Bestaande in 't volgende.
A:o 1763: P:mo Januarij was 't Capitaal   ƒ236272:11:
In dit Jaar bijgekoomen
Aan Aalmoesen ƒ5446:-:
Grafsteeden d:o 824:16:
Intresten d:o 9628:08:
Armbossen d:o 621:12:
Testamentaire en Liberale gifte d:o 116:-:
Huijs Huur d:o 100:16:
Verhuurde gestoeltens d:o 315:12: d:o 17053:04:
    ƒ253325:15:
Gaat af.
Aan onkosten der Armen ƒ13740:16:
Aan d:o d:o kerk d:o 11561:08: d:o 25302:04:
Blijft onder ult:o DeCember 1763:   ƒ228023:11:
Bestaande in de volgende Parthijen, als.
Aan Cassa over Restant ƒ3119:16:
d:o Obligatiën en Custing brieven d:o 162342:-:
d:o Agterstallige Intresten d:o 8914:11: ƒ174376:07:
Ornamenten van de kerk d:o 1099:10:
Huijsen over bouwstoffen d:o 12547:14:
De Diaconij van Stellenbosch d:o 7200:-:
d:o d:o d:o 't Land van Waveren d:o 11200:-:
d:o d:o d:o 't Swart Land d:o 21600:-: d:o 53647:04:
Somma   ƒ228023:11:

'T generaale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij Armen.
Bestaande in 't volgende.
A:o 1763: P:mo Januarij was 't Capitaal   ƒ236272:11:
In dit Jaar bijgekoomen
Aan Aalmoesen ƒ5446:-:
Grafsteeden d:o 824:16:
Intresten d:o 9628:08:
Armbossen d:o 621:12:
Testamentaire en Liberale gifte d:o 116:-:
Huijs Huur d:o 100:16:
Verhuurde gestoeltens d:o 315:12: d:o 17053:04:
    ƒ253325:15:
Gaat af.
Aan onkosten der Armen ƒ13740:16:
Aan d:o d:o kerk d:o 11561:08: d:o 25302:04:
Blijft onder ult:o DeCember 1763:   ƒ228023:11:
Bestaande in de volgende Parthijen, als.
Aan Cassa over Restant ƒ3119:16:
d:o Obligatiën en Custing brieven d:o 162342:-:
d:o Agterstallige Intresten d:o 8914:11: ƒ174376:07:
Ornamenten van de kerk d:o 1099:10:
Huijsen over bouwstoffen d:o 12547:14:
De Diaconij van Stellenbosch d:o 7200:-:
d:o d:o d:o 't Land van Waveren d:o 11200:-:
d:o d:o d:o 't Swart Land d:o 21600:-: d:o 53647:04:
Somma   ƒ228023:11:

’/:onderstond:/’

‘Cabo de Goede Hoop den 23: Januarij 1764.’

’/:was geteekent:/’

‘P: v: Reede van Oudshoorn.’


Cassa Reekening der Armen Gelde Soo bevonden is op ult:o December 1763.
Debet
Uijtgegeeven aan Alimentatie en diversse
benoodigtheeden &:a ƒ6007:04:
In leen van haar Eerw: den kerkenraade
aan Cabo d:o 9000:-:
Credit
bij het Sluijten der voorige Jaars Reecq: is 'er
aan Contanten p:r restant in Cassa gebleeven ƒ3044:15:
Onder de godsdienst in 't jaar 1763: ontfangen d:o 848:01:
Nog weegens Intresse, gifte, kerke
geregtigheeden &:a d:o 4204:10:
Somma ƒ8097:10:
d' uijtgaaf hier van afgetrocken d:o 6007:04:
Soo blijft dit Jaar aan Contanten in Cassa ƒ2090:06:
d' uijtstaande Capitalen bedragen d:o 3170:
d' agterstallige Intressen d:o 495:09:
de kerke ornamenten d:o 240:-:
Somma ƒ5995:15:
Afgetrocken van het neevenstaande d:o 9000:-:
Blijft aldus Diaconijs Cassa debet. ƒ 3004:01:
Gereduceert tot Swaar geld, bedraagt ƒ2403:5:

Cassa Reekening der Armen Gelde Soo bevonden is op ult:o December 1763.
Debet
Uijtgegeeven aan Alimentatie en diversse
benoodigtheeden &:a ƒ6007:04:
In leen van haar Eerw: den kerkenraade
aan Cabo d:o 9000:-:
Credit
bij het Sluijten der voorige Jaars Reecq: is 'er
aan Contanten p:r restant in Cassa gebleeven ƒ3044:15:
Onder de godsdienst in 't jaar 1763: ontfangen d:o 848:01:
Nog weegens Intresse, gifte, kerke
geregtigheeden &:a d:o 4204:10:
Somma ƒ8097:10:
d' uijtgaaf hier van afgetrocken d:o 6007:04:
Soo blijft dit Jaar aan Contanten in Cassa ƒ2090:06:
d' uijtstaande Capitalen bedragen d:o 3170:
d' agterstallige Intressen d:o 495:09:
de kerke ornamenten d:o 240:-:
Somma ƒ5995:15:
Afgetrocken van het neevenstaande d:o 9000:-:
Blijft aldus Diaconijs Cassa debet. ƒ 3004:01:
Gereduceert tot Swaar geld, bedraagt ƒ2403:5:

’/:onderstond:/’

‘Aldus gedaan en nagesien in Kerke Vergadering aan Stellenbosch 15: Januarij 1764: /:was geteekent:/ Johannes Appeldoorn, Joh:s Louw, J:A: Meijburg, G: v: D: Bijl, P: Wium de jonge, H:A: Malaen, J:ns J:obs Conterman.’


'T generaale Montant des Capitaals deeser Drakensteijnsche Diaconij Armen, bestaat in 't volgende
Anno 1763: P:mo Januarij was 't Capitaal   ƒ12267:10:
In dit Jaar bijgekoomen.
Aan Aalmoesen ƒ875:-:
d:o Intressen d:o 651:-:
d:o kerkhofsgeregtigheeden d:o 195:-:
d:o Huurbanken d:o 172:08:
d:o Armbossen d:o 70:08: d:o 1964:-:
    ƒ14231:10:
Gaat af.
Aan onkosten der Armen ƒ992:06:
d:o der kerk en desselfs gebouwen d:o 1093:-: d:o 2085:06:
Blijft onder ult:o Decbr: 1763:   d:o 12146:04:
bestaande in de volgende Parthijen als.
aan Cassa over Restant ƒ2546:04:
d:o obligatiën en Scheepenkenn: d:o 9600:-:
Somma   ƒ12146:04:
tot swaargeld gereduceert bedraagt ƒ9717:-:-

'T generaale Montant des Capitaals deeser Drakensteijnsche Diaconij Armen, bestaat in 't volgende
Anno 1763: P:mo Januarij was 't Capitaal   ƒ12267:10:
In dit Jaar bijgekoomen.
Aan Aalmoesen ƒ875:-:
d:o Intressen d:o 651:-:
d:o kerkhofsgeregtigheeden d:o 195:-:
d:o Huurbanken d:o 172:08:
d:o Armbossen d:o 70:08: d:o 1964:-:
    ƒ14231:10:
Gaat af.
Aan onkosten der Armen ƒ992:06:
d:o der kerk en desselfs gebouwen d:o 1093:-: d:o 2085:06:
Blijft onder ult:o Decbr: 1763:   d:o 12146:04:
bestaande in de volgende Parthijen als.
aan Cassa over Restant ƒ2546:04:
d:o obligatiën en Scheepenkenn: d:o 9600:-:
Somma   ƒ12146:04:
tot swaargeld gereduceert bedraagt ƒ9717:-:-

’/:was geteekent:/’

‘P: v:d: Spuij, francois Retief, R: v:d: Merwe, Daniel Rossouw, Pieter Joubert, gz: Wentzel Christoffel Coetser, Johannis Petrus Roux, Paul Roux, Pieter Blignault.’


Cassa Reecq: der Armen gelderen, Soo als bevonden is In 't Land van Waveren Sub Ult:o Decbr: 1763.
Bij het Sluijten der voorige jaars reecq:, resteerde
aan Contanten ƒ1448:09:
Aan Collecte onder den godsdienst d:o 566:-:
nog d:o van Swellendam d:o 109:04:
aan kerkelijke geregtigheeden d:o 55:14:
  ƒ2179:11:
Daar van uijtgegeeven voor diversse benoodigdheeden d:o 110:-:
Resteerd aan Contanten d:o 2069:11:
Daarenteegen is deese kerk aan die van Cabo debet d:o 13000:-:
Waarvan het bovenstaande afgetrocken, Soo blijven
wij nog in 't agteren ƒ10930:05:
Gereduceert tot Swaar geld komt ƒ8744:5:

Cassa Reecq: der Armen gelderen, Soo als bevonden is In 't Land van Waveren Sub Ult:o Decbr: 1763.
Bij het Sluijten der voorige jaars reecq:, resteerde
aan Contanten ƒ1448:09:
Aan Collecte onder den godsdienst d:o 566:-:
nog d:o van Swellendam d:o 109:04:
aan kerkelijke geregtigheeden d:o 55:14:
  ƒ2179:11:
Daar van uijtgegeeven voor diversse benoodigdheeden d:o 110:-:
Resteerd aan Contanten d:o 2069:11:
Daarenteegen is deese kerk aan die van Cabo debet d:o 13000:-:
Waarvan het bovenstaande afgetrocken, Soo blijven
wij nog in 't agteren ƒ10930:05:
Gereduceert tot Swaar geld komt ƒ8744:5:

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gedaan In ‘t Land van Waveren Sub Ult:o decbr: 1763’

’/:was geteekent:/’

‘R: Harders V:D:M:, Jan Theron, David van der Merwe, Pieter du Plesis, J:s de Wet.’


Reekening, noopens den Staat der armen Cassa, in 't Swart Land , onder Ult:o December 1763.
1762: ult:o Decbr: was 't restand der in Cassa gebleevene Contanten ƒ798:12:
In dit Jaar bijgekoomen.
Aan Contant, van den Eerw: kerkenraad tot Cabo de goede hoop, volgens Politicq raadsbesluijt, de dato 30: Septb: 1760: ter leen ontfangen en welke penn: thans p:r Cassa zijn gebragt, om daaruijt te betalen de verschooten, die t' seedert door dees' en geene Persoonen, tot het repareeren der kerk en kosters huijs, en 't voltooijen van s' Predikants wooning Zijn gedaan d:o 3000:-:
Aan Aalmoesen d:o 568:10:
d:o kerkengeregtigheeden en vrijwillige giften d:o 175:-: ƒ4542:06:
Daarvan gaat af.
Aan diversse Onkosten tot het repareeren der kerk en kosters wooning, en het voltooijen van des Predikantshuijs, alles volgens overgeleeverde Reecq:, mitsg:s weegens eenige andere benoodigtheeden   d:o 2932:-:
dus blijft onder dato deeser p:r Restant   ƒ1610:05:
Daar en teegen is deese Diaconij aan die van Cabo de goede hoop, volgens diversse Scheepenen Kennissen debet ƒ27000:-:
Waarvan detraheere de bovengem: nu p:r Restant blijvende Contanten d:o 1610:05:
Soo dat deese kerk nog debet blijft   ƒ25389:11:
Ofte aan Hollands Courn:t geld   ƒ20311:15:

Reekening, noopens den Staat der armen Cassa, in 't Swart Land , onder Ult:o December 1763.
1762: ult:o Decbr: was 't restand der in Cassa gebleevene Contanten ƒ798:12:
In dit Jaar bijgekoomen.
Aan Contant, van den Eerw: kerkenraad tot Cabo de goede hoop, volgens Politicq raadsbesluijt, de dato 30: Septb: 1760: ter leen ontfangen en welke penn: thans p:r Cassa zijn gebragt, om daaruijt te betalen de verschooten, die t' seedert door dees' en geene Persoonen, tot het repareeren der kerk en kosters huijs, en 't voltooijen van s' Predikants wooning Zijn gedaan d:o 3000:-:
Aan Aalmoesen d:o 568:10:
d:o kerkengeregtigheeden en vrijwillige giften d:o 175:-: ƒ4542:06:
Daarvan gaat af.
Aan diversse Onkosten tot het repareeren der kerk en kosters wooning, en het voltooijen van des Predikantshuijs, alles volgens overgeleeverde Reecq:, mitsg:s weegens eenige andere benoodigtheeden   d:o 2932:-:
dus blijft onder dato deeser p:r Restant   ƒ1610:05:
Daar en teegen is deese Diaconij aan die van Cabo de goede hoop, volgens diversse Scheepenen Kennissen debet ƒ27000:-:
Waarvan detraheere de bovengem: nu p:r Restant blijvende Contanten d:o 1610:05:
Soo dat deese kerk nog debet blijft   ƒ25389:11:
Ofte aan Hollands Courn:t geld   ƒ20311:15:

’/:onderstond:/’

‘Aldus gedaan en Nagesien ter kerkenvergaderinge in ‘t Swart Land datum als boven /:was geteekent:/ gerard:s Croeser, V:D:M:, Michiel Basson, Hendrik van d: Westhuijzen, Gideon Slabber, Maarten Slabber, Joh:s Louw J:z:, Joh:s van Aarde.’

In opzigt welker reecq: verstaan is, dat deselve volgens gebruijk in Copia naar ‘t Vaderland Sullen werden overgesonden.

En dewijl den Schipper van het aanweesend Retourschip Noord Nieuwland , Gerrit Reijndersz op de herwaards reijze is koomen t’ overleijden, is dierhalven op het voordragen van den heer Commandeur der retourvloot Johannes Wilhelmus d’ Everdingen van der Nijpoort, het Commando van voorsz: bodem weederom aan den als tweeden Schipper op het meede ter rheede leggend’ Retourschip Burg bescheijdenen Andries Lint opgedragen, aan wien het gementioneerde Schip Noord Nieuwland dan ook volgens d’ ordre der E: Comp: door Expresse gecommitt:s Zal worden overgegeeven.

Vervolgens door kerkenraade deeser plaatse het onderstaande klagtschrift ingediend Sijnde.

Aan den Wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh Raad Extra ordinaris van neederlands India, en gouverneur van Cabo de goede Hoop, en den Ressorte van dien &&&:a beneevens den E E: Agtb: Raad van Politie deeses gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: E: Agtb: Heeren.’

‘Het Collegie van Kerkenraade heeft d’ Eer Uwel Edele gestr: en E: E: Agtb: te kennen te geeven, hoe dat den Organist Johan Fredrik Bielfeld Zig tot verscheijde maalen zodanig in den drank heeft te buijten gegaan, dat hij zijne functie zullende waarnemen, het bij den openbaaren Godsdienst, veel ontstigtinge heeft komen te veroorzaken; waarom kerkenraade de vrijheijd neemen zig te wenden tot Uwel Edele gestr: en E:E: agtb:, needrig versoekende, dat het Uwel Edele gestr: en E:E: Agtb: behaagen mogen, tot voorkominge van verdere ontstigtinge, voornoemde Organist Johan Fredrik Bielfeld, voor Soo verre denselven van haar dependeert te dimitteeren, en kerkenraade van Sodanig een Persoon te ontslaan.’

’/:onderstond:/ ‘T welk doende &:a, /:lager:/ uijt Last en naam van Kerkenrade alhier. /:was geteek:/ G:H: Cruijwagen Scriba /:in margine:/ Cabo de goede Hoop den 2: Januarij 1764.’

Is hierop verstaan, den daar bij vermelden organist Johan fredrik Bieleveld, uijt hoofde van desselfs aanhoudend Slegt Comportement van voorsz: dienst t’ ontsetten, om in desselfs voorige qualiteijt van Corporaal naar ‘t vaderland te werden opgesonden.

Gelijk meede goedgedagt is, om den Bottelier van het meede ter rheede leggend uijtkoomend’ Schip Zuijdbeveland gen:t Wouter Rovers, die als blijkens de daarvan belegde Stucken, ten eenemaal gedebaucheert Sijnde, buijten Staat is eenige dienst te kunnen presteeren, buijten winning van gagie voor onbequaam meede naar ‘t Vaderland te rug te Senden.

Sijnde voorts op de hiertoe ingeleeverde Requesten, het volgende aan de onderstaande Persoonen geaccordeert, als.

Aan den burger Johannes Casparus Holtman, dat in Zijn faveur aan haar wel Edele hoog Agtb: de heeren Majores in ‘t Patria Sal werden geschreeven, ten eijnde desselfs huijsvrouw gen:t Anna Catharina Arends, woonagtig tot Leijden, bij bequaame geleegentheijd, herwaards te willen laaten overkoomen.

Aan den Burger Claas Christiaan Roode om onder betaling van het gewoone transport en Costgeld, met een van S’ Comp:s Scheepen te moogen repatrieeren.

Aan den burger Jacobus Laurens Bierman, om geduurende dit Lopend’ jaar het broodbacken voor d’ ingeseetenen alhier te moogen oeffenen; Terwijl voorts aan de daartoe in den voorl: Jaare gepriviligeert geweest Sijnde Persoonen van:

Is toegestaan Sulx meede voor dit jaar te permitteeren, mits Zig Subjecteerende aan Zodanige nieuwe keuren, als bij deese Regeering op ‘t Stuk van ‘t backen en verkoopen van brood Sullen werden gemaakt.

En is wijders den Baas der Cuijpers alhier Jan Willem Fix van weederouw, als d’ E: Comp: bereijts omtrent 24: Jaaren gediend, en bovensdien den ouderdom van 60: Jaaren bereijkt hebbende, Conform d’ ordre met ƒ20: p:r maand gegageert, en in desselfs plaats weederom tot Cuijpers baas aen gesteld Philip Jacob Mack van Wijnheijm, met toevoeging der daar toe Staande gagie van ƒ25: maandelijx.

Laatstelijk geleesen en nagesien weesende, de versoekschriften en daaraan geannexeerde Procuratiën en Zoldij reecq: van alzulke persoonen, als op eene diesweegens geformeerde lijst staan genoteerd, tendeerende om deselve aan haere gemagtigdens in ‘t Vaderland te moogen oversenden, is ten dien opzigte verstaan, dat gem: reecq: Zullen worden gesteld in handen van den Heer Independent fiscaal Jan Willem Cloppenburg, ten eijnde daarmeede volgens d’ ordres der E: Comp: te handelen.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 65-68.

Vrijdag den {17640120} 20: Jann: 1764.

alle Present.

Vermits op eergisteren hier ter rheede is komen t’ arriveeren, het Schip La Sanctissima Trinidada , het welk door twee Scheepen, gehoord hebbende tot het Esquader van den Engelssen admiraal Cornish, bij desselfs Expeditie op Manilla , in de Zuijdzee , van de Spanjaarden is veroverd, en dat met Relatie tot dien bodem in overweeging is genoomen, dat bij het tractaat van vreede, mitsg:s Commercie, navigatie en Marine, tusschen Zijn koninklijke majesteijt van Spanjen en Haar Hoog moogende de heeren staaten generaal, in dato 26: Junij 1714: te utrecht opgeregt, onder anderen bij het 21: Arti: meede is gestipuleert:

“dat in weederseijdsche baaijen ofte havens, geen vrijen toegang of Schuijlplaats zal worden gegeeven aan die geene, dewelke prijsen van de onderdanen van zijne Catholijke Majesteijt, ofte van Haar Hoog Moogende Sullen hebben genoomen, maar genoodsaakt zijnde daar in te loopen, door Storm en onweeder, of door gevaar van de Zee, men deselve soo häast als mogelijk weederom zal doen uijtloopen;” is dierhalven beslooten, dat den eerst geswooren Clercq ter Politicque Secretarije alhier Tobias Christiaan Rönnenkamp sal werden gesonden bij den heer Richard King, als thans het Commando over de hier aanweesende Engelsse konings Scheepen voerende, ten eijnde Sijn E: uijt naam deeser regeering te kennen te geeven, dat uijt hoofde van ‘t voorsz: tusschen de kroon van Spanjen en onse Republicq Subsisteerende tractaat, niet alleen op geenerleij wijze het allerminste uijt de lading van voorsz: Prijs hier aan Land zal moogen werden gebragt, maar het gedagte veroverde Schip La Sanctissima Trinidade ook inselvervoegen als hetselve hier is verscheenen, weederom van deese rheede zal moeten vertrecken.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 69-76.

Saturdag den {17640121} 21: Jann: 1764.

alle Present.

Den Eerst geswooren Clercq Tobias Christiaan Rönnenkamp, ingevolge het geresolveerde op gisteren, Zig bij den Heer Engels Capitain Richard King vervoegd, en aan zijn Ed: uijt naam deeses Raads te kennen gegeeven hebbende, dat om Reedenen bij ‘t voorsz: besluijt breeder vermeld, niets het alderminste uijt het door hun veroverde Spaans -Schip La Sanctissima Trinidada , hier aan Land Soude moogen werden gebragt &:a, heeft ged: Eersten Clercq noopens desselfs verrigting, en het daarop bekoomene antwoord, op heeden overgeleevert het onderstaande Schriftelijk rapport.

Aan den wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh Raad Extra ordinaris van Neederlands India, en gouverneur van Cabo de goede hoop met den Ressorte van dien &&:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘Den ondergeteek:de Eerst geswooren Clercq ter Politicque Secretarije alhier, door uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: geordonneert geworden Zijnde, zig te vervoegen bij den heer Richard King, als thans het oppergezag over d’ aanweesende Engelse konings-Scheepen hebbende, en aan zijn E:d noopens het op den 18: deeser alhier gearriveerde Schip La Sanctissima Trinidada , het welk door twee Scheepen gehoord hebbende tot het Esquader van den Engelssen admiraal Cornish, bij desselfs Expeditie op Manilha , in de Zuijd Zee van de Spanjaarden is verovert, uijt naam van uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: te kennen te geeven, dat nademaal bij het Tractaat van Vreede, mitsg:s Commercie, navigatie en Marine, tusschen Zijn KoninKlijke Majesteijt van Spanjen , en haar hoog mogende de heeren Staaten generaal der verEenigde Neederlanden, op den 26: Junij 1714:, tot Utrecht opgeregt, onder anderen bij het 21: Art: is gestipuleert: “dat in weederseijdse baaijen ofte havens, geen vrijen toegang of Schuijlplaats zal worden gegeeven, aan die geene, dewelke prijzen van de Onderdanen van Zijne Catholijke Majesteijt, ofte van haar hoogmoogende Sullen hebben genoomen, maar genoodzaakt Zijnde daarin te Loopen door Storm en Onweeder, ofte door gevaar van de Zee, men deselve zoo haast als mogelijk, weederom Sal doen uijtloopen; dierhalven uijt hoofde van ‘t voorsz: tusschen de Croon van Spanjen en onse Republicq Subsisteerende tractaat, niet alleen op geenerleij wijze, het allerminste uijt de Lading van bovengem: Prijs, hier aan Land zoude moogen werden gebragt, maar het gedagte veroverde Schip La Sanctissima Trinidada , ook inselvervoegen als hetselve alhier is verscheenen, weederom van deese reede Zoude moeten vertrecken: heeft den ondergeteek:de dees uwer wel Edele gestr: en E: Agtb: g’ Eerde ordre behoorlijk volbragt, en daarop van ged: heer King in zeer beleefde termen ten andwoord bekoomen: dat dewijl het voorwaardsgem: Schip La Sanctissima Trinidada , na dat hetselve door d’ Engelssen is genoomen, in een van derselver havens, namentlijk te Madras opgebragt, en vervolgens alhier, in een tijd dat de vreede tusschen Engeland en Spanjen , volkoomen was hersteld, verscheenen is, meergem: heer king oversulx van opinie quam te zijn, dat het bovengem: Articul van ‘t voorsz: Tractaat, als nu met opzigte tot dien bodem, geen plaats konde hebben; dog dat zijn E: evenwel, als thans dienaangaende van d’ Intentie uwer wel Edele gestr: en E: Agtb: geinformeert Zijnde, defacto stricte ordres zoude stellen, ten eijnde te beletten, datter niets het allerminste uijt het Carguasoen van ‘t dikwilsgen:de Schip La Sanctissima Trinidada aan de wal werde gebragt; beloovende Zijn E: in teegendeel, om gemelden bodem in diervoegen als denselven alhier is binnen gekoomen, weederom met zig te sullen meede neemen.’

‘Waarmeede gedenkende aan ‘t voorsz: geagt bevel Uwer wel Edele gestr: en E: Agtb: pligtschuldig te hebben voldaan, neemt den ondergeteek: de Vrijheijd Zig met het uijtterste Respect te noemen.’

’/:onderstond:/ Wel Edele gestr: Heer en E: Agtb: Heeren Uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: zeer onderdanige en gehoorsame Dienaar /:was geteekent:/ T:C: Rönnenkamp /:in margine:/ Cabo de goede hoop den 21: Jann: 1764.’

Waarop goedgedagt is, dat van deese bij ons genoomene maatregulen, aan haar Wel Edele hoog Agtb: de heeren Majores in ‘t Patria, met oversending in Copia van ‘t geciteerde Rapport, de verschuldigde kennisse zal werden gegeeven.

Aldus Geresolveert ende gearresteerd, In ‘t Casteel de goede Hoop Ten dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 77-85.

Dingsdag den {17640124} 24: Jann: 1764.

S’ voormiddags alle Present.

Door den heer Secunde en hoofdadministrateur Pieter van Reede van

Oudshoorn, noopens d’ uijtleevering der Arak, die met de resp: Retourscheepen van Batavia alhier is aangebragt, overgeleeverd zijnde, Seekere memorie, luijdende als volgt.

‘Memorie van de nabesz: Arak p:r d’ onderstaande Scheepen van Batavia voor dit gouvernement aangebragt, bij pijling minder bevonden, gelyk blijkt bij de verclaaring van geCommitteerdens hier annex, namentlijk.’


P:r Baarzande .
228: kann: Arak op 6: Leggers bij Pijling minder bevonden, als 3: v:n 5: d:m en 3: van 6: d:m wan, Zijnde 9 13/16: p:r C:to Sch:s
P:r de v:r Geertruijda
304: kann: Arak op 8: Leggers, bij welkers Pijling 5: v:n 5: d:m 2: v:n 6: d:m en 1: van 7: d:m wan, Zijnde 9 13/16: p:r C:to Sch:s
P:r Ouderamstel
206: kann: Arak op 8: Leggers bij Pijling minder, als 5: v:n 4: d:m en 3: v:n 5: d:m wan, zijnde 6 5/8: p:r C:to r:m
P:r Burg .
176: kann: Arak op 8: leggers, bij welkers Pijling ieder 4: d:m wan, Zijnde 5 11/16: p:r C:to Sch:s
P: Noord Nieuland
228: kann: Arak op 6: leggers bij Pijling minder, als 3: v:n 5: d:m en 3: v:n 6: d:m wan, zijnde 9 13/16: p:r C:to Sch:s
P:r Oosthuijzen
132: kann: Arak op 6: Leggers, bij welkers Pijling ieder 4: d:m wan, zijnde 5 11/16: p:r C:to Sch:s
P:r Bleijswijk .
132: kann: Arak op 6: Leggers bij Pijling minder, ieder 4: d:m wan, zijnde 5 11/16: p:r C:to Sch:s
P:r Blijdorp
162: kann: Arak op 6: leggers, bij welkers Pyling 3: v:n 4: d:m en 3: v:n 5: d:m wan, zijnde 7: p:r C:to Sch:s.

P:r Baarzande .
228: kann: Arak op 6: Leggers bij Pijling minder bevonden, als 3: v:n 5: d:m en 3: van 6: d:m wan, Zijnde 9 13/16: p:r C:to Sch:s
P:r de v:r Geertruijda
304: kann: Arak op 8: Leggers, bij welkers Pijling 5: v:n 5: d:m 2: v:n 6: d:m en 1: van 7: d:m wan, Zijnde 9 13/16: p:r C:to Sch:s
P:r Ouderamstel
206: kann: Arak op 8: Leggers bij Pijling minder, als 5: v:n 4: d:m en 3: v:n 5: d:m wan, zijnde 6 5/8: p:r C:to r:m
P:r Burg .
176: kann: Arak op 8: leggers, bij welkers Pijling ieder 4: d:m wan, Zijnde 5 11/16: p:r C:to Sch:s
P: Noord Nieuland
228: kann: Arak op 6: leggers bij Pijling minder, als 3: v:n 5: d:m en 3: v:n 6: d:m wan, zijnde 9 13/16: p:r C:to Sch:s
P:r Oosthuijzen
132: kann: Arak op 6: Leggers, bij welkers Pijling ieder 4: d:m wan, zijnde 5 11/16: p:r C:to Sch:s
P:r Bleijswijk .
132: kann: Arak op 6: Leggers bij Pijling minder, ieder 4: d:m wan, zijnde 5 11/16: p:r C:to Sch:s
P:r Blijdorp
162: kann: Arak op 6: leggers, bij welkers Pyling 3: v:n 4: d:m en 3: v:n 5: d:m wan, zijnde 7: p:r C:to Sch:s.

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de goede hoop en 24: Jann: 1764: /:was geteek:/ P:v:Reede van Oudshoorn.’

Zoo is na dies Resumptie goedgevonden ende verstaan, dat het geene daarvan minder dan de gepermitteerde afschrijving dicteerd, is te kort gekoomen, de opperhoofden der ondervolgende Scheepen op haare Zoldij reecq: Sal werden goedgedaan, in deeser voegen, als.

Voor die van Ouderamstel .
104: kann: Arak, Zijnde 3 3/8: p:r C:to Sch:s, te weeten.
  2/3 voor den Schipper: ƒ30:-:08:
  1/3 d:o d:o opperstuurman d:o 15:-:-: ƒ45:-:08:
Voor die van Burg
134: kann: arak Zijnde 4 5/16: p:r C:to Schaars, als.
  2/3 voor den Schipper: ƒ38:13:08:
  1/3 d:o d:o opperstuurman d:o 19:07:-: ƒ58:-:08:
Voor die van Bleijswijk
100: kann: arak, Zijnde 4 5/16: p:r C:to R:m, te weeten.
  2/3: voor den Schipper: ƒ28:17:08:
  1/3: d:o d:o opperstuurman d:o 14:08:08: ƒ43:06:-:
Voor die van Blijdorp
70: kann: Arak, Zijnde 3 p:r C:to r:m als.
  2/3: voor den Schipper: ƒ20:04:-:
  1/3: d:o d:o opperstuurman d:o 10:02:-: ƒ30:06:-:
Voor die van Oosthuijzen
100: kann: Arak Zijnde 4 5/16: p:r C:to r:m, te weeten.
  2/3: voor den Schipper: ƒ28:17:08:
  1/3: d:o d:o opperstuurman d:o 14:08:08: ƒ43:06:-:
Voor die van Ouderamstel .
104: kann: Arak, Zijnde 3 3/8: p:r C:to Sch:s, te weeten.
  2/3 voor den Schipper: ƒ30:-:08:
  1/3 d:o d:o opperstuurman d:o 15:-:-: ƒ45:-:08:
Voor die van Burg
134: kann: arak Zijnde 4 5/16: p:r C:to Schaars, als.
  2/3 voor den Schipper: ƒ38:13:08:
  1/3 d:o d:o opperstuurman d:o 19:07:-: ƒ58:-:08:
Voor die van Bleijswijk
100: kann: arak, Zijnde 4 5/16: p:r C:to R:m, te weeten.
  2/3: voor den Schipper: ƒ28:17:08:
  1/3: d:o d:o opperstuurman d:o 14:08:08: ƒ43:06:-:
Voor die van Blijdorp
70: kann: Arak, Zijnde 3 p:r C:to r:m als.
  2/3: voor den Schipper: ƒ20:04:-:
  1/3: d:o d:o opperstuurman d:o 10:02:-: ƒ30:06:-:
Voor die van Oosthuijzen
100: kann: Arak Zijnde 4 5/16: p:r C:to r:m, te weeten.
  2/3: voor den Schipper: ƒ28:17:08:
  1/3: d:o d:o opperstuurman d:o 14:08:08: ƒ43:06:-:

Voorts is op het diesweegens gedaan versoek, door weesmeesteren deeser Steede aan deselve geaccordeert, onder betaling van ‘t ordinaire transport en Costgeld, voor ‘t Logies en tractament in de Cajuijt, met het aanweesend Retourschip Burg , na het Vaderland over te senden, hunnen Pupil, in name Jan George Schindelaar oud Elf Jaaren.

Gelijk al verders aan de ondergen:de Persoonen is toegestaan, de volgende Leijfeijgenen met zig na Neederland over te voeren, als.

Aan den met het Schip Blijdorp repatrieerenden Vaandrig Militair Dominicus Froschaart, een Slavin gen:t Rosetta van Bengalen.

Aan den met gem: bodem meede t’ huijsvarenden geweesen baas Cuijper van d’ Equipagie werf tot Batavia, Christiaan Hendrik Dreesel, een mansslaaf, in naame Batjing van Sarmander.

Aan den met het Schip Oosthuijzen repatrieerenden geweesen meesterknegt der Scheeps Timmerlieden tot Batavia, Frans Adam Luther een Slaaven Jongen Hercules van Balij genaamt, en.

Aan den met het Schip Burg thuijsvarenden Diacon Hendrik Jan van Elten, meede een Mansslaaf, in name Onton van Timor.

Onder deese Conditie nogthans, dat voor alle de voorsz: Leijfeijgenen, de daar toe Staande kost en transport penn: gereekent van Batavia na ‘t Patria en van daar weederom na evengem: Indiasche hoofdplaatse terug, in s’ E Comp: Cassa alhier behoorlijk werde voldaan.

Sijnde Laatstelijk aan den met het ter rheede leggend’ Retourschip ouderamstel , hier gekoomenen Predikant Sibrandus Columba, mitsg:s aan den p:r het Schip Burg repatrieerenden ondercoopman Jan Andries Dietlof gepermitteerd, omme den eerstgem:, mits desselfs Swacke Lighaams gesteldheijd, en d’ andere ter Saake van d’ Indispositie zijner huijsvrouw, alhier eenigen tijd te moogen overblijven; Zullende dierhalven de gagiën van voorm: Columba en Dietloff van heeden af moeten Stil Staan.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 86-92.

Woensdag den {17640201} 1: febr: 1764.

S’ voormiddags alle Present, uijtgenoomen den Edelen Heere gouverneur Rijk

Tulbagh, mits indispositie.

Ingevolge de diesweegens bereijts in de maand October Pass:o geaffigeerde Billiëtten, op heeden naar voorgaande Clocke geklep en uijtroeping van den Boode, mitsg:s het afleesen der opgestelde Conditiën en voorwaarden, getreeden weesende, om aan de minstbiedende aan te besteeden, de leverantie van ‘t versch vleesch en Leevendige Schaapen, ten behoeve van S’ E: Comp:s Passeerende Scheepen ‘t Hospitaal en verderen omslag hier ter plaatse; Soo wierd aanvankelijk door den burger Ritmeester Petrus Michiel Eksteen gepresenteerd, de voorsz: Leverantie voor den tijd van Vijf Jaaren, tot veerthien duijten het Pond versch vleesch, en veerthien Schellingen voor ijder leevend Schaap aen te neemen; dog op welk bodt dus hoog boven den Prijs als waar voor men de geciteerde Leverantie nu laatst heeft verpagt gehad, geen reflectie geslagen weesende, wierd door den Burger Lieut: Jacobus van Rheenen de jonge gevraagd of de Leverantie van ‘t gesouten rundvleesch, ‘t welk nu Seedert eenige Jaaren agter den anderen, eerst aan wijlen den burgerraad Hendrik van der Heijden, en naderhand aan desselfs weed: is overgelaaten, nu meede aan de aanneemers van ‘t Slagten en Leeveren van ‘t versch vleesch soude werden gelaaten; dog hierop aan denselven door den Heer Secunde geantwoord Zijnde, dat nadien Soo wel de vroegtijdig geaffigeerde Billiëtten, als de Zoo even opgeleesene Conditiën en voorwaerden eenelijk d’ aanbesteeding van ‘t versch vleesch quamen te dicteeren, en het hem van Rhenen dan ook niet onbekent konde zijn, dat in Conformiteijt van dien, de Leverantie van ‘t versch vleesch alleen stond te geschieden, het egter wel zoude kunnen zijn, dat ingevalle hij of een ander, deselve Leverantie van ‘t versch vleesch tot een civiele Prijs, en dus ten voordeele der E: Comp: quam aan te neemen, Zijl: als dan ook in Sulken gevalle en anders niet, met het Leeveren van gesouten Rundvleesch Souden werden gebeneficieert; is hierop door gedagten Jacobus van Reenen de jonge niets gerepliceert, maar vervolgens door den oud Burgerraad Jacobus Blanckenberg /:meede een der Laatst met d’ E: Comp: gecontracteerd hebbende Slagters, gepresenteerd, ‘t versch vleesch voor 12: duijten het Pond, en een Leevend’ Schaap teegens Veerthien Schellingen voor Vijf Jaaren te leeveren; dog het welk meede als veel te hoog, van de hand geweesen Zijnde, wierd verders door d’ onderstaende Persoonen gebooden, als volgt, te weeten.

  't lb: versch vleesch een Leevend Schaap
door den burger weesm:r Jan Faassen 8: duijten 14: Schellingen
d:o bovengem: Jacobus van Rheenen    
de jonge 8: d:o 11: d:o
d:o den burger Jan Plaat 8: d:o 10: d:o
  't lb: versch vleesch een Leevend Schaap
door den burger weesm:r Jan Faassen 8: duijten 14: Schellingen
d:o bovengem: Jacobus van Rheenen    
de jonge 8: d:o 11: d:o
d:o den burger Jan Plaat 8: d:o 10: d:o

Alles meede voor Vijf Jaaren: bij welk laatstgen: bod, het dan ook is gebleeven; waarop de hier vooren gemelde meede gebooden hebbende Persoonen van Petrus Michiel Eksteen, Jacobus van Rhenen de jonge en Jacobus Blanckenberg, die de Raadzaal bereijts waaren uijtgegaan, weederom door den Boode te rug geroepen, en haarl: hierop door den Heer Secunde, het door bovengem: Jan Plaat, gedaane laagste Bod voorgehouden weesende, Sonder dat deselve tot dien prijs voor een of meer perceelen in gedagte Leverantie hebben willen Participeeren, Zijn dierhalven de meede naar den inhoude der Conditiën en voorwaarden, d’ overige dier Perceelen door denselven Jan Plaat aangenoomen: aan wien dierhalven goedgevonden is over te laaten, de Leverantie van het gesouten rundvleesch, tot Sodanige quanteijt en den prijs van 2: Stuijv:s het lb: als Sulx jongst aan geciteerde weed: van der Heijden is aanbesteed geweest, onder conditie egter, dat deselve, ter Consideratie dat d’ E: Comp: door haar Steeds wel is behandeld geworden, voor een Vijfde part in voorsz: leverantie van ‘t Soute rundvleesch Sal moeten participeeren, Sulx Zijl: dan ook voor ‘t goedblijven van dien, geduurende den tijd van een maand Sullen moeten instaan, en Zig daarvoor behoorlijk verbinden.

Aldus Gedaan en Uijtgevoerd. In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 93-137.

Dingsdag den {17640214} 14: febr: 1764:

S’ voormiddags, Present den wel Edelen gestr: Heere gouverneur Rijk Tulbagh, en alle de Leeden.

Welopgem: Heere Gouverneur van desselfs indispositie, in Soo verre hersteld weesende, dat de vergadering thans weederom heeft kunnen bijwoonen, heeft Zijn Edele in Conformiteijt van het geene bij resolutie van den 6: der even afgeweekene maand Januarij, heeft doen aanteekenen, op heeden den Eed van Trouw en obediëntie aan zijn hoog Edelheijd den Heere Petrus Albertus van der Parra als gouverneur generaal van Neederlands India, aan handen van den heer Secunde Pieter van Reede van Oudshoorn afgelegd, ingevolgen den inhoud van het formulier, ‘t welk ten dien eynde door de Heeren der Hooge Indiase regeering van Batavia herwaards is overgesonden.

Waarna geresumeert weesende, de Seer g’ Eerde Letteren van Haar wel Edele Hoog Agtb: de Heeren Majores in ‘t Patria, de dato 13: October des voorl: Jaars, dewelke met het op den 8: deeser gearriveerde Schip Wiltrijk hier Zijn aangebragt; Soo is verstaan, dat daarop in alle Eerbied zal werden gerescribeert; dat men niet in gebreeken zal blyven, voorthaan naauwkeurig te letten en Sorge te dragen, dat het overvaren van Persoonen uijt dit gouvernement naar ‘t Vaderland, op geenerleij wijze tot Prejuditie voor d’ E: Comp: koome te geschieden, maar Zig ten dien belange punctueelijk te Sullen gedragen, naar het geene haar Edele Hoog Agtb: bij het meede ontfangene Extract missive Sub dato 11: Novbr: 1762:, aan de heeren der Hooge Indiase Regeering hebben gelieven te ordonneeren; Terwijl in opzigte van den met het Schip Jerusalem als Mattroos uijtgevaarenen M:r Jacobus Petrus de Nijs, hoogstgem: Heeren Meesteren Pligtschuldig Sullen worden geinformeert, dan denselven door eene weesentlijke Swaare Siekte van gem: bodem hier ter plaatse overgebleeven Zijnde, egter naderhand, wanneer weederom tot voorige gesondheijd was geraakt, desselfs reijze met het op den 7: October Pass:o van hier vertrockene Schip de vr: Petronella /:sonder dat inmiddels eenige de minste gagie aen hem is betaald geworden:/ na Batavia heeft vervorderd, invoegen het verdere geordonneerde ten zijnen opzigte alhier niet hebbende kunnen werden werkstellig gemaakt, is dierhalven beslooten, hier van bij ons eerst af te gaane Schijvens de vereijschte kennisse aan haer hoog Edelens tot Batavia te geeven.

En dewijl neevens het voorsz: geagt aanschrijvens der Heeren Meesteren ook is gevoegd geweest, een Extract uijt den Eijsch van Retouren, waar bij met relatie tot dit gouvernement onder anderen is ter needer gesteld, dat haar Ed: Hoog Agtb: met verwondering was te vooren gekoomen, dat niet teegenstaande ‘er in A:o Pass:o meer fransse Scheepen dan S’ jaars bevoorens van Mauritius ter deeser plaatse waaren aangekoomen, en weeder derwaards geretourneert, mitsg:s volgens advijsen van Vrankrijk , aansienelijke Parthijen Bourbonsse Coffij Souden hebben aangebragt, egter in de van ons ontfangene brieven van geen inkoopen voor S’ Comp:s reecq:, eenige mentie hadden gemaakt gevonden, met ordre wijders, haar Ed: hoog Agtb: omstandig en naauwkeurig te berigten, wat er van de Coffij was geworden, dewelke door meergedagte fransse Scheepen hier souden weesen aangebragt, Soo is deesen aangaande verstaan, Eerstelijk, ten opzigte dat daar van niets is ingekogt geworden, meede in allen Eerbied t’ antwoorden, dat nademaal den Eijsch van Retouren de dato 29: Septb: 1761:, waar toe zig beijde de Seedert ontfangene Eijsschen de datis 1: Novbr: 1762: en 12: novb: 1763 koomen te refereeren, uijtdruckelijk dicteerd, dat het inkoopen der Bourbonsse Coffij boonen moeste geschieden, bij aldien tot dies transport, Scheepsoccagie voor handen was, dog dat die geleegentheijd bij het aanweesen der voorsz: fransse Scheepen niet alleen heeft ontbrooken, maar dat men bovensdien als doen nog beladen was, met de Coffij, die S’ jaars bevoorens van ‘t Schip le Condé was ingekogt, en tot welkers transport niet eerder dan Circa 14: maanden na dato ter naauwer nood, de noodige ruijmte in de Retourscheepen Scholtenburg en Voorland heeft kunnen werden gevonden, d’ ondergeteek:ds gouverneur en Secunde dierhalven niet hebben durven overgaan, om de Coffij van geciteerde in ‘t begin van ‘t voorl: Jaar 1763: hier aangeweest Zijnde fransse Scheepen in te koopen, Contrarie de voorsz: Speciale bepaling bij meergem: Eijsch gemaakt, en dat haar Ed: uijt dien hoofde vertrouwen, hieromtrent niet teegens d’ intentie van hoogstgem:heeren Meesteren te hebben gehandelt: Terwijl aangaande het verdere ter needer gestelde, bij gedagten Eijsch, door den heere gouverneur, aan den heer Independent fiscaal Jan Willem Cloppenburg afgevraagd geworden Zijnde, of en hoe verre het aan Zijn E: bekent quam te Zijn, dat meergem: fransse - Scheepen alhier een aansienelijke parthij Coffij hadden aangebragt, en wat daar van geworden was, Soo wierd hierop door denselven geantwoord.

Dat hem heer fiscaal wel niet onbekend was, dat de meergem: in den voorl: Jaere hier ter rheede geleegen hebbende fransse Scheepen, Coffij boonen hadden ingehad, Sonder egter te kunnen Seggen, hoe veel daarvan, zig in ijder Schip heeft bevonden, dog dat zijn E: op gegrond vermoeden, dat een derselver, te weeten le Comte d’ argenson, ook andere Contrabande goederen quam in te hebben, daar op naauw hebbende doen passen, hij dus ten opzigte van dat Schip in ‘t bijsonder was te weeten gekoomen, dat daarin wel de grootste quantiteijt Coffij is afgelaaden geweest, die egter, vermits den daar op Commandeerenden Cap:n Marion, geen geleegentheijd heeft gevonden, om deselve alhier af te setten, weederom naar Mauritius is te rug gevoerd.

Dat hij fiscaal evenwel bij vervolg van tijd bevonden hebbende, dat ‘er uijt de voorsz: Scheepen een parthij Coffij baalen, hier aan Land waaren gekoomen, Sustineeren moest, dat die waarscheijnelijk van tijd tot tijd door het gemeene Scheepsvolk, om daarmeede /:als van geld en andere waaren ten eenemaal onvoorsien geweest Zijnde:/ haare gemaakte verteeringen aan d’ ingeseetenen alhier te voldoen, ter Sluijk Sullen weesen aan Land gebragt, ‘t geen door de wijd uijtgestrecktheijd der Stranden, en de Situatie deeser plaats, als aan alle Zijden open leggende, niet wel in ‘t geheel kan werden belet, had hij fiscaal egter Seederd daerop dusdanige naauwe toesigt doen neemen, dat niet alleen van de nu laatst in de maanden October en Novb: pass:o hier aangeweest Zijnde fransse Scheepen, geen Coffij boonen aan Land waaren gekoomen, maar dat ook het onlangs van hier vertrockene Scheepje La Julie , alle dies aangebragte Coffij, weederom naar Mauritius heeft moeten te rug voeren.

Welk bovenstaande door ged: heer fiscaal gegeeven berigt, invoegen voorsz: bij ons eerstdaags af te gaane Schrijvens aan hoogstgem: Heeren meesteren Sullende worden ter kennisse gebragt, is voorts verstaan, om ter voldoening van het verdere gepetitioneerden bij voorsz: Eijsch, de quantiteijt van 1000: lb: Aloë van den Burgerraad Petrus Johannes de Wit, teegens den voorigen prijs van 30: Stuijv:s het pond in te koopen, mitsg:s noopens de gevorderde quantiteijt Swart Ebbenhout Zig t’ informeeren, of men die van ‘t aanweesend frans Schip le Vengeur zal kunnen bekoomen.

Vervolgens is geleesen, Seeker Schriftuur door Land-drost en Heemraden van Stellenbosch , in de volgende bewoording gepresenteerd.

Aan den Wel Edelen gestr Heere Rijk Tulbagh, Raad Extra ordinaris van neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &&&:a beneevens den E: Agtb: Politicquen Raade deeses gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘Met verschuldigde Eerbied geeven d’ ondergeteek:ds Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein , uw wel Edele gestr: en E: Agtb: bij deesen te kennen, hoe den burger en Ponton houder Pieter Joubert gideonsz:, als generaale gemagtigde van Magdalena du Plessis, weed: wijlen den geweesen Pontonhouder Johannes Boijens, Zig bij de ondergeteek:s heeft vervoegt, klagende, dat de Ingeseetenen onder het Swellendamse District Sorteerende, Seedert eenige Jaaren herwaards in gebreeken gebleeven zijnde, hun Jaarlijx Contingent voor het houden van de Ponton in de Berg Rivier , en het onderhouden der Roode Sands Cloof met den aankleeve van dien, aan gemelden Boijens te voldoen, hij dierhalven in voorsz: qualiteijt, ter invorderinge van gem: agterstallen, Zijn uijtterste devoir had aangewend, het geen nogtans vrugteloos was geweest, aangesien eenige en wel de meeste der Ingeseetenen van voorm: District onwillig wierden bevonden, ges: ongelden te voldoen, onder voorgeeven, dat, vermits voor de Ponton onder hun District in de Breede Rivier leggende, jaarlijx moesten betaalen, zijlieden dus vermeinden niet gehouden te zijn, voor de Ponton in de Berg rivier te Contribueeren; dat hij Joubert oversulx genoodsaakt geworden was, eenige dier Ingeseetenen, door desselfs gesubstitueerde gemagtigde, den burger Charl Marais Danielsz, voor het E: Collegie van Land-drost en Heemraden des voormelden Districts, tot betalinge van voorsz: penn: te doen dagvaarden, Zonder dat denselven Marais, wat moeijte door hem diesaangaande ook is aangewend geworden, egter tot als nog, bij evengem: Collegie, in faveur der regtmatige pretensiën voor voorm: weed: Boijens, iets heeft kunnen obtineeren dan wel vonnis moogen erlangen weshalven en om bovengem: reedenen, gementioneerde Pieter Joubert zig bij d’ ondergeteek: quam te vervoegen, instantigst versoek doende, om diesweegens ingevolge den Inhoude van ‘t Contract, noopens voorsz: Ponton en dies geregtigheeden, met dit Collegie aangegaan, te moogen gemaintineert worden.’

‘Waar over d’ ondergeteek:s na rijp overleg van Saken, Zig beswaard vindende, de vrijheijd neemen, Uw wel Edele gestr: en E Agtb: bij deesen op ‘t needrigst voor te dragen.’

‘Dat agtervolgens verkreegene qualificatie van den wel Edelen Heere gouverneur en E: Agtb: Politicquen Raad in Loco, vervat bij derselver zeer g’ Eerde missive de dato 13: December des Jaars 1731: door Landdrost en Heemraden alhier, met den burger Abraham de Haan Sub dato 14: Jann: 1732: een Secretariale Contract is aangegaan geworden, na welkers inhoude gemelden de Haan op zijn eijgen onkosten over de Berg Rivier Zodanig een Ponton mogte laaten maaken, waar door hij in Staat Zoude Zijn, een gelaaden wagen, Beesten en wat dies meer is, onbeschadigd over ges: Rivier te brengen, mitsg:s de Slaven tot dies behandelinge gerequireert wordende, Zelfs besorgen, als meede nog een Schuijtje voor de passeerende menschen houden, om deselve des te gemackelijker te gerieven, en bovensdien de Roode Zands Cloof met het geene wat daar toe behoord, mitsg:s het Pad naar de kleijne bergvier en de Drift van deselve, geleegen bij Aart Olivier , het geheele jaar door in goeden Staat van gebruijk te onderhouden, waar voor gem: de Haan van ieder Persoon over de Bergrivier woonagtig Zijnde, Jaarlijx genieten Zoude een mudde Koorn, ofte wel Zodanig geld, waar voor een mudde Coorn bij d’ E: Comp: word ingeslagen, en van een particulier Persoon aldaar niet woonagtig weesende, voor het oversetten van dien, Een Schell: of Ses Swaare Stv:s, maar een wagen met Paarden of beesten van deese kant overbrengende, daar voor Vier Schell: Zoude genieten; dog dat aan ges: De Haan niet gepermitteerd Zoude Zijn, om de gem: Ponton, buijten voorkennisse van Landdrost en Heemraden af te Schaffen, aan een ander te verkoopen of over te laten, maar wel aan hem en zijne familie Zoo lange dien in weesen was, toegestaen zoude Zijn, gelijk voorsz: deselve te behandelen, en indien het mogte gebeuren, dat meergem: de Haan iets menschelijks overquam, of desselfs Erfgenamen niet geneegen waren het voorm: werk bij de hand te houden, of dat hetselve door haarlieden niet Zoo wel als door gedagte de Haan mogte behandeld worden, dat het als dan in Sulken geval aan Landdrost en Heemraden vrijstaan Soude, dikwilsgen: Ponton door een ofte twee persoonen, daar van kennisse hebbende, te laaten taxeeren, en voor Zodanig een prijs Zelfs aan te houden, of aan een ander na hun goeddunken over te laaten gelijk uw wel Edele gestr: en E Agtb: des gelievende uijt het Copia Contract Sub N:o 1: deesen g’ annexeert, alles nader Zullen kunnen beoogen.’

‘Het is dan Zoo, Wel Edele gestr: Heer en E: Agtb: Heeren dat voorsz: Abraham de Haan en desselfs nazaat den burger, Hendrik Coetzee, voor het houden der Ponton in de Berg rivier en het onderhouden van de Roode Sands Cloof , met den aankleeve van dien, volgens den teneur van geciteerde Contract, van de over gem: Rivier woonende Ingeseetenen zoo wel die der verre afgeleegene Districten /:thans Swellendam gen:t:/ als der geenen die onder deese Sorteeren, Een mudde Coorn, ofte agt Caabse guldens S’ Jaars hebben moogen invorderen, gelijk door hun Succesive ook gedaan geworden is.’

‘En wanneer veelgem: Ponton in den Jaare 1746: door dit Collegie van voorsz: Hendrik Coetsee, na behoorlijke Taxatie is overgenoomen geworden, en oversulx de agterstallige Ponton gelden alhier moesten werden g’ Incasseert, hebben Landdrost en Heemraden van Swellendam /:als Zijnde dat district toen reeds van deese gescheijden, en door de Hooge overigheijd onder een bijsondere Jurisdictie en Magistratuure gebragt:/ voorsz: penn: eenige Jaren na den anderen van de aldaar woonende Ingeseetenen, voor reecq: deeser Coloniën wel willen invorderen.’

‘In selvervoegen en met Zodanige prerogativen en geregtigheeden als voorm: Persoonen de Haan en Coetsee ges: Ponton hebben beseeten gehad, is deselve door landdrost en Heemraden weederom verkogt geworden, aan voorsz: Johannes Booijens, blijkens het desweegens met dit Collegie aangegaan Contract in dato 21: December 1747:, bij welk Contract in ‘t tweede deel derselve wel duijdelijk g’ Expresseert is: Onder die mits nogtans, dat hij /:Boijens:/ zoo als voorm: Staat van alle ende een ijgelijk over de Bergrivier woonagtig zijnde ofte over die Rivier Plaatsen hebbende Persoonen, ‘t zij uijt de Districten van Stellenbosch en Drakensteijn , dan wel uijt de vergeleegene Districten, een Jaarlijx Contingent van Agt Caabse guldens in Contanten gelde zal genieten, gelijk sulx uijt het hier neevensgevoegde Copia Contract onder N:o 2: nader zal kunnen gesien worden.’

‘Of schoon nu de weijgering der Ingeseetenen van meergem: District eenigsints op reedenen Scheijnd gegrond te Zijn, en Zijl: met geen twee Lasten kunnen beswaard worden, zoo vermeenen de ondergeteek: onder Uw wel Edele gestr: en E: Agtb: beeter oordeel, dat deselven voor zoo verre naar dat gedeelte, ‘t welk Roode Zandwaards komt te Strecken, woonagtig Zijn, meerder nut en gebruijk hebben, en ook koomen te neemen van de Ponton in de Berg Rivier , dan van die, dewelke onder veelgem: District in de breede Rivier is gelegd geworden: en toegestaan Zijnde, dat alle derselver Inwoonders, als geen gebruijk thans behoevende te maken, van de Ponton deeses Districts, natuurlijker wijze ontheeven waren geworden, volgens ouder gewoonte aan dies houder Jaarlijx ‘t Contingent te voldoen, Zoo Zouden deselven nogthans niet ontslagen kunnen gereekent worden, te moeten betaalen, voor ‘t passeeren der Hottentots hollands en Roodezands Cloof , welke beijde niet sonder Swaare onkosten verbeeterd zijn geworden, en Steeds in bruijkbaren Staat nog moeten worden onderhouden; hebbende Zelfs dit Collegie, wanneer den voorigen Pontonhouder Hendrik Coetzee nalatig bleef, voorm: Roodezands Cloof , ingevolge het gemaakt Contract na behooren te voorsien, in den Jaare 1744: de Sorge daarvan opgedragen gehad aan den burger Jaques Therond, waar voor denselven een Somma van 150: Rijxd:s te provenieeren uijt de te innen Pontongelden, S’ jaarlijx is toegelegd geworden, het geen geduurd heeft tot A:o 1747: als wanneer door veelgem: Boijens de Ponton, gelijk voorsz: van dit Collegie gekogt geworden Zijnde, gem: Cloof door hem ook van tijd tot tijd is onderhouden geworden, Zoo als thans door den teegenwoordigen houder der Ponton nog werd verrigt.’

‘De ondergeteek: neemen wijders de vrijheijd uw wel Edele gestr: en E: Agtb: onderdanigst onder ‘t ooge te brengen, hoe Zeer den Pontonhouder deeses Districts in Zijn regt Zoude benadeeld worden, indien voorsz: Ingeseetenen wijgeragtig bleeven hun aandeel te Contribueeren, Ja zelfs Soude denselven bij ontstentenisse van een groot gedeelte Zijner te ontfangene penn: buijten Staat gesteld werden, tot merkelijk ongerief der Ingeseetenen deeses Lands in ‘t generaal Zijne andersints te doene nodige onkosten aan reparatiën van meergem: Ponton, Cloof Driften &:a na behooren te kunnen goed maken.’

‘Om welke voorens g’ allegueerde reedenen en motiven d’ ondergeteek: dan zig verpligt geoordeelt hebbende, volgens Inhoude van bijde voorwaartsgem: en hier neevens gevoegde Contracten, voor ‘t regt deeser Coloniën en dies ingeseetenen te moeten waken; op ‘t needrigst zijn Suppliceerende, dat het uw wel Edele gestr: en E: Agtb: moogen behagen, derselver authoriteijt tusschen beijden te Stellen, ten einde gedagte Pontonhouder in zijne regtmatige Pretentiën mag werden gemaintineerd’

’/:onderstond:/ ‘T welk doende &:a /:was geteekent:/ J:J: Le Suëur, G: V:D: Bijl, J: Blignault, D: Malan, Pieter Loret, J:A: Meijburg, H:F: Möller, H: Cloete, J: Marais. /:in margine:/ Ter vergadering van Heemraden aan Stellenbosch den 19: Decbr: 1763:’

‘Huijden den 14: Januarij 1732: Compareerde voor mij Daniel godfried Carnspek, Secretaris van Stellenbosch en Drakensteijn , ter Presentie van de naargen: getuijgen, de Heemraden Mess:rs Daniel van der Lith en Theunis Bota, als hier toe uijt het E: collegie van Landdrost en Heemraden expres gecommitteerd, dewelke in gesegde qualiteijt verclaarden met den burger Abraham de Haan op de volgende manier gecontracteert en over een gekoomen te zijn, namentlijk dat gem: de Haan op zijn eijgen onkosten over de berg rivier zodanig een Ponton zal moogen laten maken waar door hij in Staat zij een gelade wagen, beesten en wat dies meer is, onbeschadigd over gesegde Bergrivier over te brengen, mitsg:s de Slaven tot dies behandeling gerequireert werdende, Selfs besorgen, als meede nog een Schuijtje voor de Passeerende Menschen houden, om deselve des te gemackelijker te gerieven, en bovens dien de Roode Zands Cloof met het geene wat daar toe behoord, mitsg:s het Pad naar de kleijne Bergrivier , en de Drift van deselve, geleegen bij Aart Olivier , het geheele Jaar door in goeden Staat van gebruijk onderhouden, Sullende gem: de Haan daar voor van ijder Persoon over gem: Berg rivier woonagtig Zijnde, Jaarlijx genieten een Mudde Coorn, ofte wel Zodanig geld, waar voor een mudde Coorn bij d’ E: Comp:en werd ingeslagen; en van een particulier persoon, dewelke aldaar niet woonagtig is, voor het oversetten van dien, een Schell: of ses Swaare Stuijv:s, maar een wagen met Paarden of Beesten van deese kant overbrengende, Zal hij daar voor vier Schell: genieten; dog zal aan gem: de Haan niet gepermitteerd Zijn, om de gem: Ponton, buijten voorkennisse van Land-Drost en Heemraaden af te Schaffen, aan een ander te verkoopen, of over te laten, maar wel aan hem en zijne familie, Soo lange die in weesen is, toegestaan zijn, gelijk voorsz, deselve te behandelen, dog indien het mogte gebeuren dat meergem: de Haan iets menschelijks overquam, of desselfs Erfgenamen niet geneegen waren het voorn: werk bij de hand te houden, of dat hetselve door haarl: niet Zoo wel als door gem: de Haan mogte behandelt worden, Soo Sal het als dan in Sulken geval aan Landdrost en Heemraden vrijstaan, dikwilsgem: Ponton door een of twee persoonen daar van kennisse hebbende, te laaten taxeeren, en voor Zodanig een Prijs Selfs aan te houden, of aan een ander naar hun goed dunken over te laaten.’

‘Compareerde meede voorsz: Abraham de Haan, dewelke verclaarde dit Contract in maniere voorsz: met Land-drost en Heemraaden te hebben ingegaan, en hetselve in allen deele te sullen naarkoomen, verbindende ten dien eijnde weederseijdse Comp: haare Persoonen en goederen als na regten’

’/:onderstond:/ dat aldus Passeerde ter Secretarije van Stellenbosch , ten overstaan van den voorleeser Anthonij Faure, en den burger Philip Constant als getuijgen, van geloove hier toe versogt /:was geteekent:/ D:V:D: Lith, Theunes Boota, Abraham Ade Haan /:lager:/ In kennisse van mij /:en geteekent:/ d:g: Carnspek Secret:s /:in margine:/ Als getuijgen /:waar onder geteekent:/ Anthonij Faure Philippus Constant /:nog lager:/ Accordeert /:geteek:/ A: Faure Secret:s’

‘Huijden den 21: December 1747. Compareerden voor mij Arnold Schephausen, Secretaris van Stellenbosch en Drakensteijn , in ‘t bijweesen der naar te noemene getuijgen, de Heemraden Mess:rs Gerhard van der Bijl en Hendrik Emanuel Blanckenberg, als hier toe uijt het E: Collegie van Landdrost en Heemraden expres geCommitteerd, dewelke in ges: qualiteijt verclaarden met den Burger Johannes Boijens, op de hiernaarvolgende Manier over een gekoomen te Zijn, namentlijk, dat gem: Boijens de Ponton in de Berg-Rivier , met alle derselver toebehooren, beneevens het opstal aldaar staande, Soo als het thans reijlt en Zeijlt, van het E: Collegie voorm:t voor een Somma van Vijf Duijsend guldens Caabse valuatie overneemt, en zig daarbij verbind, op dien selfden en eijgensten voet, soo als den aanlegger dier Ponton, Abraham de Haan, deselve volgens het aangegaane Contract in dato 14: Jann: 1732: verpligt was, de Ponton te behandelen ende te bestieren, mitsg:s de Passeerende Menschen hunne gelaadene of ongelaadene wagens, beesten en wat dies meer is, onbeschadigt over ges: bergrivier over te brengen, en daar en boven de roode zands Cloof met het geene wat daartoe behoord, mitsg:s het Pad naar de kleijne berg Rivier , en beijde de driften van deselve, het geheele Jaar door in goeden Staat van gebruijk te onderhouden; Sullende gem: Boijens daar voor van ijder Persoon over gem: berg rivier woonagtig Zijnde, Jaarlijx genieten, Agt Caabse guldens in Contanten gelde, en van een Particulier persoon, dewelke aldaar niet woonagtig is, voor het oversetten van dien, een Schell: of Ses Swaar Stuijvers; maar een wagen met Paarden of beesten van deese kant overbrengende, sal hij daar voor Vier Schellingen genieten; dog Sal aan gem: Boijens niet gepermitteerd Zijn, om de ges: Ponton, buijten voorkennisse van Landdrost en Heemraden af te Schaffen, of aan een ander te verkoopen, maar wel aan hem en Zijne kinderen, toegestaan Zijn, gelijk voorsz: deselve te behandelen, dog indien het mogte gebeuren, dat meerges: Boijens iets menschelijks overquam, of desselfs kinderen niet geneegen waren, het voorm: Werk bij der hand te houden of dat hetselve door haarl: niet soo wel als door gem: Boijens mogte behandelt werden, Soo Sal het als dan in Sulken geval aan landdrost en Heemraden vrijstaan dikwilsgen: Ponton voor soo veel als deselve in Sulken tijd naar voorgegaane taxatie en wardeering van een ofte twee Persoonen daar van kennisse hebbende, wierd bevonden waard te zijn, Selfs aan te houden, of aan een ander naar hun goed dunken over te laaten.’

‘Compareerde meede voorsz: Johannes Boijens, dewelke verclaarde, de Ponton in de berg Rivier , met alle derselver toebehoorigheeden, ende het opstal aldaar Staande, voor de opgem: Somma van Vijf Duijsend Caabse guldens, te hebben overgenoomen, onder die mits nogthans, dat hij Soo als voorm:t Staat, van alle ende een ijgelijk over de bergrivier woonagtig Zijnde, ofte over die Rivier plaatsen hebbende Persoonen, ‘t Zij uijt de Districten van Stellenbosch en Drakensteijn , dan wel uijt de vergeleegene Districten, een Jaarlijx Contingent van Agt Caabse guldens in Contanten gelde sal genieten, beloovende hij Boijens oversulx dit Contract, Soo als voorn:t Staat, in allen deelen te Sullen naarkomen, en agtervolgen, onder verband van Persoon en goederen als na regten.’

’/:onderstond:/ Dat aldus Passeerde ter raadCamer aan Stellenbosch , ten overstaan van den burger Gerrit Kemp en Hendrik van Ellewe als getuijgen hier toe versogt /:lager:/ als gecommitt:s /:was geteekent:/ G: V:D: Bijl, H:E: Blanckenberg, J: Boijens /:nog lager:/ In kennisse van mij /:en geteekent:/ A: Schephausen Secret:s /:in margine:/ Als getuijgen /:daar onder geteekent:/ Gerrit Kemp, H: V: Ellewe: /:daaronder stond:/ Accordeert /:geteekent:/ A: Faure Secret:s’

Waarop best gedagt is, het voorsz: Schriftuur te Stellen in handen van Landdrost en Heemraden van Swellendam , ten fine noopens de belangen die Zijl: daar teegens Soude vermijnen te hebben, deesen Raade te dienen van berigt.

En nademaal met tot geen geringe ontstigting heeft moeten ondervinden, dat Seedert eenigen tijd herwaards de gepriviligeerde broodbackers deeser Plaatse, op diversse Pretexten, d’ Ingeseetenen alhier niet naar behooren met brood komen te gerieven; Zoo is, om hier teegens te voorsien, goedgevonden bij apliatie der keuren, bereijts op ‘t backen en verkoopen van brood gemaakt, nog te Statueeren, dat voorsz: backers gehouden zullen zijn, het brood tot de gewoone Swaarte, het geheele Jaar door te moeten leeveren, in den Somer des morgens van 5: tot 6: uuren en S’ namiddags meede op die selfde uuren, mitsg:s geduurende den Winter, S’ morgens van 6: tot 7:, en S’ namiddags van 4: tot 5: uuren, en zig ten dien eijnde genoegsaam van Coorn te voorsien, vermits geen Excusen van dienaangaande gebrek te hebben, Sullen werden aangenomen, op pœne, dat wanneer binnen ‘t Jaar met haare neering komen Stille te Staan of uijt te Scheijden, dat wel d’ ingeseetenen op de hier vooren genoteerde tijden niet na behooren, Sullen gerieven, boven verbeurt van haarl: privilegie Zullen vervallen weesen in een boete van Een Honderd Rijxd:s, t’ appliceeren volgens Resolutie van den 12: Jann: 1712.

Ook is op heeden nagesien de Reecq: der Weesgelden, Zodanig als deselve onder ult:o December d’ A:o Pass:o, ter weescamer alhier zijn bevonden, luijdende als volgt.


Generaale Reekening der WeesCamer aan Cabo de goede Hoop, onder Ult:o Decbr: 1763.
1763: P:mo Jann:
was 't Capitaal op de boeken Rd:s 207405:05:
't Restant der Contanten op de
openstaande boedels d:o 37083:39: Rd:s 244490:44:
In dit Jaar Bijgekoomen op de
Boeken, als.
over de op Intrest uijtstaande Capitalen,
verscheene renten Rd:s 5592:39:
d:o nieuwe bewijsen d:o 7931:22:
d:o de tot voordeel der weesen
Ingekoomene Penningen d:o 79139:13:
op de openstaande boedelreecq: d:o 13489:19: d:o 106152:45:
    Rd:s 350643:41:
Afgegaan op de boeken, als.
Over betaalde Bewijzen Rd:s 6574:15:
d:o uijtgegeevene Contanten tot
voldoening en onderhoud der weesen,
mitsgaders Camer ongelden d:o 334110:04:
op de openstaande
Boedelreekeningen d:o 27320:46: d:o 68005:17:
Resteerd onder dato deeses een Somma van   Rd:s 282638:24:
Evengem: Capitaal bestaat
In diversse verband brieven Rd:s 200814:37:
d:o verscheene Intressen d:o 6181:-:
d:o 't restant der Contanten op de
boeken d:o 52388:23:
d:o d:o d:o op de openstaande boedels d:o 23254:12: ƒ282638:24:

Generaale Reekening der WeesCamer aan Cabo de goede Hoop, onder Ult:o Decbr: 1763.
1763: P:mo Jann:
was 't Capitaal op de boeken Rd:s 207405:05:
't Restant der Contanten op de
openstaande boedels d:o 37083:39: Rd:s 244490:44:
In dit Jaar Bijgekoomen op de
Boeken, als.
over de op Intrest uijtstaande Capitalen,
verscheene renten Rd:s 5592:39:
d:o nieuwe bewijsen d:o 7931:22:
d:o de tot voordeel der weesen
Ingekoomene Penningen d:o 79139:13:
op de openstaande boedelreecq: d:o 13489:19: d:o 106152:45:
    Rd:s 350643:41:
Afgegaan op de boeken, als.
Over betaalde Bewijzen Rd:s 6574:15:
d:o uijtgegeevene Contanten tot
voldoening en onderhoud der weesen,
mitsgaders Camer ongelden d:o 334110:04:
op de openstaande
Boedelreekeningen d:o 27320:46: d:o 68005:17:
Resteerd onder dato deeses een Somma van   Rd:s 282638:24:
Evengem: Capitaal bestaat
In diversse verband brieven Rd:s 200814:37:
d:o verscheene Intressen d:o 6181:-:
d:o 't restant der Contanten op de
boeken d:o 52388:23:
d:o d:o d:o op de openstaande boedels d:o 23254:12: ƒ282638:24:

’/:onderstond:/’

‘Ter Weescamer aan Cabo de goede Hoop, Ult:o Decbr: 1763. /:lager:/’

‘Continueerende en aankomende weesmeesteren /:was geteekent:/ J:W: Cloppenburg, A: Maasdorp, L:C: Warneck, J:J: Faasen, L:S: Faber, H:C: Müller /:in margine:/ afgaande weesmeesteren /:en geteekent./ E:V: Schoor T:C: Rönnenkamp.’

En dewijl bij nadere resumptie der Procuratiën en Zoldij reecq: komt te blijken, dat deselve door den Heer Independent fiscaal Jan Willem Cloppenburg ondersogt en wel bevonden Zijn, is dierhalven verstaan aan dies eijgenaars te permitteeren, deselve aan haare gemagtigdens in Neederland te moogen oversenden.

Sijnde voorts ten versoeke van den Land-drost van Stellenbosch en Drakensteijn M:r Jacobus Johannes Le Suëur, beslooten, dat in zijn faveur aan de hoog gebiedende Heeren Meesteren in ‘t Vaderland Sal werden geschreeven ten eijnde op het voorbeeld zijner predecesseurs met de qualiteijt en gagie van ondercoopman te werden begunstigt.

Gelijk ook op het hierom bij request gedaan Supplicq aan den van ‘t onlangs vertrockene Retourschip Burg alhier overgebleevenen onderCoopman Jan Andries Dietloff, gepermitteerd is, desselfs reijze als nu met het aanweesend Ceijlons Retourschip Overnes na ‘t Patria te vervorderen, Sullende dierhalven desselfs Stil gestaan hebbend’ Maandgeld van heeden weederom moeten Cours neemen.

Laatstelijk is op het voordragen van Burgerraden deeser plaatse, in Steede van den onlangs ontslagenen Thomas Drijer weederom tot burger boode aangesteld, den burger Jacobus Henricus Hesse.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 138-142.

Donderdag den {17640223} 23: febr: 1764:

alle Present.

Door den kock van ‘t ter rheede leggend Bengaals Retourschip Welgeleegen Samuel de Silva, op heeden gepresenteerd Zijnde, het onderstaande Request:

Aan den wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh, Raad Extra ordinaris van Neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede hoop en den Ressorte van dien &&&:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele gestr: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘Geeft met d’ uijtterste Submissie te kennen, Uwer wel Edele gestr: en E: Agtb: Seer needrigen Dienaar, den kock van ‘t aanweesend Bengaals Retourschip Welgeleegen , Samuel de Silva, hoe den Suppl:t geduurende den tijd dat met desselfs evengem:t bescheijdenen bodem, in de Rivier van Bengaalen , namentlijk voor Volta , eenige Mijlen beneede Houglij , ten anker heeft geleegen, altoos Swaar ziek, en dus ten eenemaal onvermogens is geweest, na Houglij voormeld op te koomen, ten eijnde het branden van desselfs gepermitteerde kist t’ obtineeren, gelijk uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: dit, bij geliefte nader sullen kunnen beoogen, uijt de geannexeerde verclaring daar van door den Schipper en verder opper en dex officieren verleend; Ende ten aansien het voor den Suppl:t ten hoogsten Schadelijk Soude vallen om de reijze in diervoegen na ‘t Vaderland voort te Setten; zoo neemt hij de vrijheijd zig in alle Eerbied te keeren tot uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: met ootmoedig versoek, dat om voorm: reedenen, des Suppl:ts voorsz: gepermitteerde kist ter deeser plaatse mag werden gebrand’

’/:onderstond:/ ‘T welk doende &:a.’

‘Wij ondergeteek: Schipper, opperstuurman, onderstuurlieden, Bootsman en Schieman, alle in gem: qualiteijten op ‘t thans hier ter rheede leggend retourschip Welgeleegen bescheijden; verclaaren ter requisitie van den op ged: bodem meede bescheijdenen kock Samuel de Silva, de Suijvere en opregte waarheijd te weesen; dat voorsz: de Silva, geduurende den tijd dat wij in de Rivier van Bengalen geleegen hebben, altoos Swaar Siek is geweest, invoegen denselven ten eenemaal onvermogens was, na Houglij op te komen, ten eijnde het branden van desselfs gepermitteerde kist t’ obtineeren; welk voorenstaande wij bereijd Zijn ten allen tijde des gerequireert werdende, nader gestand te doen.’

’/:onderstond:/’

‘Actum In ‘t Schip voormeld den 22: febr: 1764. /:was geteek:/ J: Molensteen, A: Willemse, W: Rolstra, l; Molkenboer, Arent Arendsz: X: /:daaromme Stond/ Jan Harmsz:’

Soo is na dies resumptie goedgevonden ende verstaan, dat om de daarbij geallegueerde reedenen, des suppl:ts kist, Zodanig als die, volgens reglement aan den selven is gepermitteerd, hier ter plaatse Sal werden gebrand.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 143-148.

Dingsdag den {17640228} 28: febr: 1764.

S’ voormiddags alle Present.

Nademaal bij het Dorsschen of uijttrappen van het Jongst te veld gestaan hebbend’ graan gewasch, tot Leedweesen is ondervonden, dat het Coorn doorgaans de helft, en op Sommige plaatsen wel twee derde minder, als naar gewoonte, en men in den beginne gegist had, heeft uijtgeleeverd; Zulx dat ‘er voor als nog tot bijsonder ongerief der E: Comp: geen naamwaardige quantiteijt Tarw of ander graan in haare Maguazijnen aangebragt zijnde, het dierhalven te dugten is, dat bij aldien niet in tijds wierden genoomen, en in ‘t werk gesteld, Sodanige Maatregulen als diergelijke Schaarsheijd ten algemeenen welweesen te vereijsschen, men in ‘t korte in groote ongeleegentheijd Soude koomen te vervallen; Soo is, ten eijnde in deese noodzakelijkheijd zoo veel mogelijk Zij te voorsien, en om de ingewonne graanen te beeter te doen Strecken, goedgevonden bij Placcaat t’ ordonneeren en Statueeren, dat Zoo lang de voorsz: Schaarsheijd Sal duuren, geene deeser ingeseetenen, ‘t Zij Backers of andere, Zig Zullen moogen verstouten, aan ijmand wie hij Zoude moogen Zijn, van de passeerende Scheepelingen, ‘t Zij der E: Comp: of vreemde natiën, eenige de geringste quantiteijt Meel, gebuijld of ongebuijld te verkoopen, verruijlen, dan wel daarmeede eenige Particuliere negotie te drijven of het voor haare reecq: aan Boord der Passeerende Scheepen te laaten brengen, op pæne dat Contrarie doende, en daar op agterhaald wordende, boven en behalven Confiscatie van het verhandelde of afgescheepte Meel, ten voordeele der E: Comp:, telkens te Sullen vervallen, in een boete van 50: Rijxd:s ten behoeve van den officier, die haar diesweegens sal koomen te Calangeeren.

Gelijk verders nog goedgedagt is, om bij renovatie der bevoorens hier teegen gestatueerde beveelen van den 17: Decbr 1720, 5: Jann: 1727 en 2: febr: 1740: bij ‘t voorsz: Placcaat meede op het ernstigst te interdiceeren, dat ook door niemand eenige Tarw, Rog of Garst, aan de hier passeerende Scheepelingen op wat wijze het ook zoude moogen Zijn, Zal moogen verkogt, verruijld ofte verhandelt werden, op pæne dat alle dusdanige granen meede ten profijte der E: Comp: geconfisqueert, en de Contraventeurs deeser heijlsame ordres, niet alleen, Sonder oogluijking in een boete van Een Duijsend Caabse guldens te verdeelen Een derde voor den officier, Een derde voor den aanbrenger, en een derde voor de Raad Camer Sullen vervallen weesen, maar bovens dien ook als onnutte en Schaadelijke Instrumenten van hier naar ‘t Vaderland werden opgesonden.

En dewijl ter Saake van het voorsz: misgewasch, dan ook van het gering restant graanen in S:E: Comp:s Maguazijnen, alhier thans niets kan worden gemist, buijten vreese van daar door in d’ uijtterste verleegentheijd te Sullen vervallen, heeft men dierhalven moeten besluijten, geduurende deesen Jaare geen Tarw meer naar Batavia te doen afscheepen.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 149-164.

Dingsdag den {17640320} 20: Maart 1764.

S’ voormiddags alle Present.

Wierd door den Heer Hoofd administrateur Pieter van Reede van Oudshoorn, met versoek van daarop dispositie te moogen erlangen, geproduceert, de volgende memorie.

‘Memorie van de nabesz: glase ruijten, Zeep, drinkglaasen, Olijven Olij, ijzer, houtwerken, bieren, Equipagie en diversse andere goederen, uijt d’ onderstaande Scheepen, Zoo gebrooken, te kort, bij Pijling minder, als tot ‘t opvullen verbruijkt, de leijfeijgenen in de Ses Jongst gepasseerde maanden, door de natuurlijke dood overleeden, en ‘t vee in gemelde tijd soo verrekt als door ‘t wild gedierte vernield, alles volgens verclaringen is blijkende, namentlijk.’


P:r Barbara Theodora .
afschrijven 868: p:s glaase ruijten van 12: en 14: d:m op 4000 p:s bij 't openen van 16: Cassen alle N:o 73 gebrooken.
1: 3/4 vaten theer, tot het opvullen van 8 1/4: vaten verbruijkt.
afschrijven en ten dienste der E: Comp: te gebruijken 6: Rollen hollands Zeijldoek op 30: rollen in 5: Cassen door bijgekoomene nattigheijd aan de kanten verweert.
afschrijven 95: lb: Spaanse Zeep op 1000 lb: in 2: kassen N:o 75. bij naweeging te kort.
verkoopen 10407: p:s graauwe moppen op 30000 p:s gebrooken.
P:r Lapienenburg .
afschrijven 171 2/10: Cann: Lijn olij op 20: halfamen bij pijling minder, als 6: v:n 3: d:m 12: v:n 4: d:m en 2: v:n 5: d:m wan
P:r S' Gravesande
afschrijven 2 p:s halve manen op 12 p:s te kort
2: d:o groote thuijnscharen d:o 5: d:o
106: d:o wijnkelken op 325: d:o bij 't openen van 2: kasjes L:a B:B:B: gebrooken.
28: d:o Bierglasen d:o 150: d:o
152: lb: Lootwit op 1692: lb: en 4: vaten bij naweeging te kort.
P:r Zuijdbeveland
afschrijven 21 10/12: grossen Lange Tabax pijpen op 65: grossen bij 't openen van 2: kassen beijde N:o 88: gebrooken.
15 7/12: grossen korte Tabax pijpen op 60: grossen bij 't openen van 2: kassen, beyde N:o 108: gebrooken.
verkoopen in 1: kleijn vat L:a S: door bygekoomene nattigheijd bedorven
14 p:s Coornschoppen op 150: p:s in 3: kassen alle N:o 77: gebrooken.
11 1/2: lb: huijsenblas op 25: lb:
1 1/2: d:o Spinaal d:o 8: d:o
2: p:s ijsere Potten op 25: p:s gebrooken
afschrijven 128 8/10: Cann: Lijn Olij op 20: halfamen bij Pijling minder, als 10: v:n 3:, 8: v:n 4: en 2: v:n 5: d:m wan.
130: lb: Spaanse Zeep op 2001, lb: in 4: kassen bij naweeging te kort.
afschrijven en ten dienste der E: Comp: te gebruijken 1: p:s masthout van 25: p:m vermolmt en vergaan
1: d:o d:o d:o 21 1/2: d:o
afschrijven 82: lb: Swavel op 1000: lb: in 1: vleesch vat met 1: groot half aam L:a D: bij naweeging te kort.
1 1/4: vaten theer tot 't opvullen van 8 3/4: vaten verbruijkt.
verkoopen 2: p:s gr: ribben van 3 en 4: d:m op 20: p:s gebrooken
4: d:o d:o Latten d:o 1 1/2: d:o 3: d:o d:o 37: d:o
6: d:o d:o d:o d:o 1: d:o 2: d:o d:o 62: d:o
8: d:o d:o d:o d:o 1 1/2: d:o 1 1/2: d:o d:o 50: d:o
15: d:o d:o d:o d:o 1: d:o 1 1/2: d:o d:o 75: d:o
P:r 't Huijs Om .
afschrijven 285: lb: gesort: ijzer op 22500: lb: bij naweeging minder
verkoopen. 1: p:s Slijpsteen van 5: v:t op 4: p:s beschadig
afschrijven 40: bierglaasen op 200: p:s bij 't openen van 1: kas N:o 139: gebrooken
56: d:o Wijnkelken d:o 200: d:o
4: d:o glaase wijnpompjes 12:
-2/15: kelders gedistileerde wateren op 1: kelder gebrooken.
1 3/4: vaten Bier op 9: vaten uijt de brouwerij de vijfhoek, Sijnde 4: v:n 5: d:m en 5: v:n 6: d:m wan.
  4: vaten Bier op 21: vaten uijt de Meijboom als.
    afschrijven 3: vaten op 20: vaten bij pijling minder als 14: v:n 4: d:m, 3: v:n 5: en 3: v:n 6: d:m wan, mitsg:s
    verkoopen 1: d:o hart bevonden.
afschrijven 61: lb: Spaance Zeep op 1000 lb: in 2: kassen, beijde N:o 111: bij naweeging te kort.
59: 2/10: kann: olijven olij op 10: halfamen bij Pijling minder, Sijnde 6: v:n 3 d:m en 4: v:n 4 d:m wan.
verkoopen 10826: p:s Amsterdamse Klinkers op 30000: p:s gebrooken.
P:r Keukenhoff .
afschrijven -3/15: keld:s gedistileerde wateren op 2: kelders gebrooken.
17: p:s Leedige bouteilles op 200 p:s in 1: kas gebrooken.
4 1/2: vaten Bier op 24: vaten Anker, bij pijling minder, 15: v:n 4: d:m, 9: v:n 5: d:m, mitsg:s 1: leedig door Leccagie.
1 1/2: vaten theer tot 't opvullen van 8 1/2: vaten verbruijkt.
88: Cann: Olijven olij op 10: halfamen bij Pijling minder; als 6: v:n 3:, 3: v:n 4: en 1: v:n 8: d:m wan.
P:r Ruijteveld .
afschrijven 4: vaten Bier op 24: vaten haantjes, bij pijling minder, sijnde 10: v:n 3: d:m, 8: v:n 4: d:m, 1: v:n 5: d:m en 5: v:n 6: d:m, wan, mitsg:s 1: leedig, door 't springen een der duijgen.
3: Rollen Swaar hollands Zijldoek op 39: Rollen bij 't openen van 3: kassen te kort bevonden.
1 3/4: vaten Theer tot 't opvullen van 8 1/4: vaten verbruijkt.
P:r Welgeleegen .
afschrijven en g' Emploijeert te werden tot 't inpacken der geweeren voor den slaven handel op Madagascar . 203: p:s gonnij Sacken op 10000 p:s onbequaam.
145: d:o Lange gonnijs d:o 3000: d:o verrot.

P:r Barbara Theodora .
afschrijven 868: p:s glaase ruijten van 12: en 14: d:m op 4000 p:s bij 't openen van 16: Cassen alle N:o 73 gebrooken.
1: 3/4 vaten theer, tot het opvullen van 8 1/4: vaten verbruijkt.
afschrijven en ten dienste der E: Comp: te gebruijken 6: Rollen hollands Zeijldoek op 30: rollen in 5: Cassen door bijgekoomene nattigheijd aan de kanten verweert.
afschrijven 95: lb: Spaanse Zeep op 1000 lb: in 2: kassen N:o 75. bij naweeging te kort.
verkoopen 10407: p:s graauwe moppen op 30000 p:s gebrooken.
P:r Lapienenburg .
afschrijven 171 2/10: Cann: Lijn olij op 20: halfamen bij pijling minder, als 6: v:n 3: d:m 12: v:n 4: d:m en 2: v:n 5: d:m wan
P:r S' Gravesande
afschrijven 2 p:s halve manen op 12 p:s te kort
2: d:o groote thuijnscharen d:o 5: d:o
106: d:o wijnkelken op 325: d:o bij 't openen van 2: kasjes L:a B:B:B: gebrooken.
28: d:o Bierglasen d:o 150: d:o
152: lb: Lootwit op 1692: lb: en 4: vaten bij naweeging te kort.
P:r Zuijdbeveland
afschrijven 21 10/12: grossen Lange Tabax pijpen op 65: grossen bij 't openen van 2: kassen beijde N:o 88: gebrooken.
15 7/12: grossen korte Tabax pijpen op 60: grossen bij 't openen van 2: kassen, beyde N:o 108: gebrooken.
verkoopen in 1: kleijn vat L:a S: door bygekoomene nattigheijd bedorven
14 p:s Coornschoppen op 150: p:s in 3: kassen alle N:o 77: gebrooken.
11 1/2: lb: huijsenblas op 25: lb:
1 1/2: d:o Spinaal d:o 8: d:o
2: p:s ijsere Potten op 25: p:s gebrooken
afschrijven 128 8/10: Cann: Lijn Olij op 20: halfamen bij Pijling minder, als 10: v:n 3:, 8: v:n 4: en 2: v:n 5: d:m wan.
130: lb: Spaanse Zeep op 2001, lb: in 4: kassen bij naweeging te kort.
afschrijven en ten dienste der E: Comp: te gebruijken 1: p:s masthout van 25: p:m vermolmt en vergaan
1: d:o d:o d:o 21 1/2: d:o
afschrijven 82: lb: Swavel op 1000: lb: in 1: vleesch vat met 1: groot half aam L:a D: bij naweeging te kort.
1 1/4: vaten theer tot 't opvullen van 8 3/4: vaten verbruijkt.
verkoopen 2: p:s gr: ribben van 3 en 4: d:m op 20: p:s gebrooken
4: d:o d:o Latten d:o 1 1/2: d:o 3: d:o d:o 37: d:o
6: d:o d:o d:o d:o 1: d:o 2: d:o d:o 62: d:o
8: d:o d:o d:o d:o 1 1/2: d:o 1 1/2: d:o d:o 50: d:o
15: d:o d:o d:o d:o 1: d:o 1 1/2: d:o d:o 75: d:o
P:r 't Huijs Om .
afschrijven 285: lb: gesort: ijzer op 22500: lb: bij naweeging minder
verkoopen. 1: p:s Slijpsteen van 5: v:t op 4: p:s beschadig
afschrijven 40: bierglaasen op 200: p:s bij 't openen van 1: kas N:o 139: gebrooken
56: d:o Wijnkelken d:o 200: d:o
4: d:o glaase wijnpompjes 12:
-2/15: kelders gedistileerde wateren op 1: kelder gebrooken.
1 3/4: vaten Bier op 9: vaten uijt de brouwerij de vijfhoek, Sijnde 4: v:n 5: d:m en 5: v:n 6: d:m wan.
  4: vaten Bier op 21: vaten uijt de Meijboom als.
    afschrijven 3: vaten op 20: vaten bij pijling minder als 14: v:n 4: d:m, 3: v:n 5: en 3: v:n 6: d:m wan, mitsg:s
    verkoopen 1: d:o hart bevonden.
afschrijven 61: lb: Spaance Zeep op 1000 lb: in 2: kassen, beijde N:o 111: bij naweeging te kort.
59: 2/10: kann: olijven olij op 10: halfamen bij Pijling minder, Sijnde 6: v:n 3 d:m en 4: v:n 4 d:m wan.
verkoopen 10826: p:s Amsterdamse Klinkers op 30000: p:s gebrooken.
P:r Keukenhoff .
afschrijven -3/15: keld:s gedistileerde wateren op 2: kelders gebrooken.
17: p:s Leedige bouteilles op 200 p:s in 1: kas gebrooken.
4 1/2: vaten Bier op 24: vaten Anker, bij pijling minder, 15: v:n 4: d:m, 9: v:n 5: d:m, mitsg:s 1: leedig door Leccagie.
1 1/2: vaten theer tot 't opvullen van 8 1/2: vaten verbruijkt.
88: Cann: Olijven olij op 10: halfamen bij Pijling minder; als 6: v:n 3:, 3: v:n 4: en 1: v:n 8: d:m wan.
P:r Ruijteveld .
afschrijven 4: vaten Bier op 24: vaten haantjes, bij pijling minder, sijnde 10: v:n 3: d:m, 8: v:n 4: d:m, 1: v:n 5: d:m en 5: v:n 6: d:m, wan, mitsg:s 1: leedig, door 't springen een der duijgen.
3: Rollen Swaar hollands Zijldoek op 39: Rollen bij 't openen van 3: kassen te kort bevonden.
1 3/4: vaten Theer tot 't opvullen van 8 1/4: vaten verbruijkt.
P:r Welgeleegen .
afschrijven en g' Emploijeert te werden tot 't inpacken der geweeren voor den slaven handel op Madagascar . 203: p:s gonnij Sacken op 10000 p:s onbequaam.
145: d:o Lange gonnijs d:o 3000: d:o verrot.

‘Volgens bygevoegde reekeningen van den opsiender van S’ Comp:s Slaven Logie, gesterkt met Secretariale verclaringen, zijn in de Jongst gepasseerde maanden Septb:, October, November en December 1763, mitsg:s Jann: en febr: deeses Jaars van S’ Comp:s Slaven door de natuurlijke dood overleeden.’


afschrijven 6: kloeke Jongens.
1: d:o Meijd
1: School d:o
1: Suijgend Jongetje
8: Rio de la goase Meijden
3: bandite Jongens.

afschrijven 6: kloeke Jongens.
1: d:o Meijd
1: School d:o
1: Suijgend Jongetje
8: Rio de la goase Meijden
3: bandite Jongens.

‘En volgens g’ annexeerde reekeningen van de Landdrosten, gesterkt met Secretariale beEedigde verclaaringen, zijn meede in voorsz: tijd van S Comp:s beestiaal, Soo verrekt, als door ‘t wildgedierte verslonden.’


afschrijven 206: Stux Runderen.
12: d:o Paarden.
1: d:o Ezel
23: d:o Bocken.

afschrijven 206: Stux Runderen.
12: d:o Paarden.
1: d:o Ezel
23: d:o Bocken.

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 20: Maart 1764: /:was geteekent:/ P: v: Reede van Oudshoorn.’

Naar Lectuure welker Memorie verstaan is, dat de daar bij vermelde gestorvene Leijfeijgenen, Soo wel als het verrekt beestiaal der E: Comp: bij de Negotie boeken deeses gouvernements Sullende werden afgeschreeven, men voorts met de verdere daar bij gespecificeerde en alhier, Soo gebrooken als te kort en bedurven aangebragte goederen in diervoegen Sal doen handelen, als in margine van voorsz: Memorie Staat aangeteekent.

Gelijk meede is nagesien, de Reecq: der in de laatst afgeweekene Ses Maanden verkogte Zeeguls, met de Restanten van dien, luijdende als volgt.


Zeeguls d' A:is 1763/64
Debent
  van van van van van van van van van van
Rx:s: 1/8: 1/4: 1/2: 3/4: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
P:mo Septb: 1763 restant verbleeven 1009: 927: 995: 93: 248: 94: 180: 136: 79: 25: 24: 26: 31: 35: 23: 63: 10: 4: 4: 4:
den 31: DeCbr: 1763 bijgekoomen 700: 600: -: -: 100: 100: -: -: -: -: -: 100: -: -: -: -: -: -: -: -:
Somma 1709: 1527: 995: 93: 348: 194: 180: 136: 79: 25: 24: 126: 31: 35: 23: 63: 10: 4: 4: 4:
 
Credunt
  van van van van van van van van van van
Rx:s 1/8: 1/4: 1/2: 3/4: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
Zeedert p:mo Septb: tot dato Verkogt 1265: 970: 469: -: 131: 55: 8: 49: 25: 1: 9: 28: -: 1: 3: 27: 1: -: -: -:
de dato deeses Restant 444: 557: 526: 93: 217: 139: 172: 87: 54: 24: 15: 98: 31: 34: 20: 36: 9: 4: 4: 4:
Somma 1709: 1527: 995: 93: 348: 194: 180: 136: 79: 25: 24: 126: 31: 35: 23: 63: 10: 4: 4: 4:

Zeeguls d' A:is 1763/64
Debent
  van van van van van van van van van van
Rx:s: 1/8: 1/4: 1/2: 3/4: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
P:mo Septb: 1763 restant verbleeven 1009: 927: 995: 93: 248: 94: 180: 136: 79: 25: 24: 26: 31: 35: 23: 63: 10: 4: 4: 4:
den 31: DeCbr: 1763 bijgekoomen 700: 600: -: -: 100: 100: -: -: -: -: -: 100: -: -: -: -: -: -: -: -:
Somma 1709: 1527: 995: 93: 348: 194: 180: 136: 79: 25: 24: 126: 31: 35: 23: 63: 10: 4: 4: 4:
 
Credunt
  van van van van van van van van van van
Rx:s 1/8: 1/4: 1/2: 3/4: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
Zeedert p:mo Septb: tot dato Verkogt 1265: 970: 469: -: 131: 55: 8: 49: 25: 1: 9: 28: -: 1: 3: 27: 1: -: -: -:
de dato deeses Restant 444: 557: 526: 93: 217: 139: 172: 87: 54: 24: 15: 98: 31: 34: 20: 36: 9: 4: 4: 4:
Somma 1709: 1527: 995: 93: 348: 194: 180: 136: 79: 25: 24: 126: 31: 35: 23: 63: 10: 4: 4: 4:

’/:onder stond:/’

‘In ‘t Casteel de goede Hoop, Ultimo Februarij 1764: /:was geteekent:/ P: v: Reede van Oudshoorn.’

‘Deese Reecq: door ons Ondergeteek Fiscaal en gecommitteerdens uijt den Raad van Justitie alhier behoorlijk nagesien, en met de restanten geconfronteert zijnde, is deselve in allen deele accordeerende bevonden, datum ut Supra, /:was geteekent:/ J:W: Cloppenburg, J: Westpalm, D: Westerhoff /:lager:/ Mij Present /:en geteekent:/ C:L: Neethling Secret:s.’

Waar uijt gebleeken weesende, dat het Rendement der voorsz: verkogte Zeegels de Somma van Rd:s 2359 1/8: komt te bedragen, is hierop verstaan, dat dit montant p:r Schriftelijke ordonn: van den Heere gouverneur in S’ Comp:s Cassa gebragt zijnde, wijders bij voorsz: negotie boeken Sal werden ingenomen.

En nadien den tijd tot het opneemen der burger Effecten weederom begind aen te naderen, is dierhalven verstaan, zulx weederom volgens gewoonte op den laatsten April, mitsg:s 1: en 2: Maij aanstaande, Soo ten deesen Casteele als aan Stellenbosch ten overstaan van den Heer Independent Fiscaal, neevens gecommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie alhier, mitsg:s van Land-drost en Heemraden in ‘t voorsz: buyten District te laaten geschieden, waar van volgens gebruijk de nodige billiëtten Sullen werden geaffigeert.

Sijnde vervolgens op het diesweegens bij request gedaan versoek van den Landbouwer David de Villiers de Jonge, aan denselven voor den tijd van Vijfthien Jaaren in Erfpagt uijtgegeeven, een Stuk bouwlands, geleegen in de Tijgerbergen annex desselfs plaats gen:t Ongegund , groot Elf morgen en Twee honderd quad:t roeden, mits daar voor Jaarlijx de gewoone recognitie van een halve rijxd:s voor ijder morgen in S’ E: Comp:s Cassa werde betaald.

Ook is S’ E: Comp:s slavinne Anna van Jacoba van de Caab, een Jonge en gesonde mansslaaf gen:t Cupido van Bengalen in haar plaats aan d’ E: Comp: geevende, uijt Slavernije ontslagen, en in vrijdom gesteld, onder Conditie egter, om den dienst als Schoolmeesteresse in S’ E: Comp:s Slaven Logie, Soo lange te blijven waarneemen, ter tijd toe men van een ander bequaam matres zal weesen voorsien.

Laatstelijk wierd door den heer Independent fiscaal Jan Willem Cloppenburg te kennen gegeeven, dat dewijl met het aanweesend frans schip Le Comte de provence alhier van Mauritius was gearriveerd, de Heer Beausse, aan wien de door den heer de Surville ter deeser plaatse agter gelatene, mitsg:s bij resolutie van den 29ste novbr: Passo vermelde goederen waren toe behoorende, deselve goederen door zijn E: ten overstaan van gecommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie aan gem: heer Beausse ten sijnen genoegen waren overgegeeven blijkens de daar van door denselven verleende, en thans in Raade vertoonde recepisse.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 165-180.

Dingsdag den {17640327} 27: Maart 1764

S’ voormiddags alle Present

De goederen en Provisiën door haar wel Edele groot Agtb: de heeren der hooge Indiasche Regeering tot Batavia, p:r het Schip Oosterbeek herwaards gesonden, uijt dien bodem ontlost geworden Zijnde, Soo wierd op heeden door den heer Secunde en hoofd administrateur Pieter van Reede van Oudshoorn noopens het geene dat op de lading dier kiel, Soo te kort als gebrooken is bevonden, geproduceerd d’ onderstaande Memorie.

‘Memorie van de nabesz: Porcelijnen, Arak, Zuijker, Estricken &:a uijt ‘t provisie schip Oosterbeek , Zoo gebrooken, bedorven, te kort; als bij pijling minder bevonden, gelijk te Sien is, bij de verclaring van gecommitteerdens hier annex, namentlijk.’


22: p:s groote porcelijne kommen op 100 p:s Zijnde 22: p:rC:to bij 't openen van Een kas n:o 13: gebrooken.
15: d:o kleijne d:o d:o d:o 100 p:s @ 15 p:r C:to
3839: lb: Rijst op 120: Coijangs ofte 372000: lb: bedorven.
73: d:o Poeder Zuijker op 11282: lb: in 30: Cann: bij naweeging over.
314: lb: Candij Zuijker op 10961: lb: in 30: Cann: bij naweeging te kort, zijnde 2 7/8 p:r C:to Sch:s
619: kann: Arak op 16: Leggers bij Pijling minder, als 6: v:n 3: d:m, 6: v:n 6: d:m en 4: v:n 8: d:m wan, zijnde 10: p:r C:to Schaars.
2: p:r ankerstocken op 25: p:s te kort, 't geen op de Cognoscement bekent staat, dat deselve op de bataviase rheede zijn weggedreeven.
41: d:o Windboomen op 100 p:s vermolmt en onbequaam.
1290: d:o Estricken van 12: d:m op 3000 p:s gebrooken Zijnde 43 1/3: p:r C:to Schaars.
4445: d:o d:o d:o 16: d:o d:o 6000: d:o als.
  3006: p:s gescheurd en met hoeken af.
  1439: d:o gebrooken, Zijnde 24: p:r C:to Schaars.
2: p:s Ambonsse balken op 200 p:s gebrooken.
1260: d:o Jatij Planken op 3200: p:r als.
  1153: p:s gebrooken
  107: d:o te kort.
1: p:s Jatij Swalp van 4: d:m op 30: p:s gebrooken
4: d:o d:o d:o d:o 3: d:o d:o 15: d:o
2: d:o d:o d:o d:o 2: d:o d:o 15: d:o
41: d:o groote Tinkanse planken op 150: p:s als.
  19: p:s gebrooken
  22: d:o te kort.
29: d:o kleijne d:o d:o d:o 150: d:o als.
  27: p:s gebrooken
  2: d:o te kort.

22: p:s groote porcelijne kommen op 100 p:s Zijnde 22: p:rC:to bij 't openen van Een kas n:o 13: gebrooken.
15: d:o kleijne d:o d:o d:o 100 p:s @ 15 p:r C:to
3839: lb: Rijst op 120: Coijangs ofte 372000: lb: bedorven.
73: d:o Poeder Zuijker op 11282: lb: in 30: Cann: bij naweeging over.
314: lb: Candij Zuijker op 10961: lb: in 30: Cann: bij naweeging te kort, zijnde 2 7/8 p:r C:to Sch:s
619: kann: Arak op 16: Leggers bij Pijling minder, als 6: v:n 3: d:m, 6: v:n 6: d:m en 4: v:n 8: d:m wan, zijnde 10: p:r C:to Schaars.
2: p:r ankerstocken op 25: p:s te kort, 't geen op de Cognoscement bekent staat, dat deselve op de bataviase rheede zijn weggedreeven.
41: d:o Windboomen op 100 p:s vermolmt en onbequaam.
1290: d:o Estricken van 12: d:m op 3000 p:s gebrooken Zijnde 43 1/3: p:r C:to Schaars.
4445: d:o d:o d:o 16: d:o d:o 6000: d:o als.
  3006: p:s gescheurd en met hoeken af.
  1439: d:o gebrooken, Zijnde 24: p:r C:to Schaars.
2: p:s Ambonsse balken op 200 p:s gebrooken.
1260: d:o Jatij Planken op 3200: p:r als.
  1153: p:s gebrooken
  107: d:o te kort.
1: p:s Jatij Swalp van 4: d:m op 30: p:s gebrooken
4: d:o d:o d:o d:o 3: d:o d:o 15: d:o
2: d:o d:o d:o d:o 2: d:o d:o 15: d:o
41: d:o groote Tinkanse planken op 150: p:s als.
  19: p:s gebrooken
  22: d:o te kort.
29: d:o kleijne d:o d:o d:o 150: d:o als.
  27: p:s gebrooken
  2: d:o te kort.

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 27: Maart 1764: /:was geteekent:/ P: v: Reede van Oudshoorn.’

Naar Lectuure welker Memorie gem: Heer Secunde verder te kennen gaf, dat ter ordre van den Edelen Heere Gouverneur, aan den op ‘t gem: Schip Oosterbeek Commandeerenden Cap:n Jan Zacharias Nauwman was ter handen gesteld geworden, Extract uijt de verclaring der gecommitt:s, die bij ‘t ontlossen dier goederen zijn present geweest, ten eijnde het voorsz: te kort en defect bevondene, behoorlijk te kunnen verantwoorden, en dat hier op door denselven was overgegeeven, het volgende schriftuur.

‘Den wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh, Raad Extra ordinaris van neederlands India, gouverneur in Loco &&&:a, den ondergeteek: Capitain van het Schip Oosterbeek , hebbende gelieven t’ ordonneeren, omme behoorlijk te verantwoorden, waar door de minderheeden en defecten op de lading van voorm: bodem, voor dit gouvernement aangebragt Zijn ontstaan, Zoo verclaare ik, d’ oorsaak daar van te Zijn, als in margine deeser Staat aangehaald, bestaande deselve in ‘t volgende, te weeten.’


de kas met Porcelijn kommen, hier neevens gemeld, is tot Batavia geslooten ontfangen, en ook in diervoegen alhier afgeleeverd. 22: p:s groote porcelijne kommen op 100 p:s, Zijnde 22: p:r C:to bij 't openen van 1 kas N:o 13: gebrooken.
15: d:o klijne d:o d:o op 100 p:s Zijnde 15: p:r C:to
Zullende uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: uijt de hier neevens gevoegde verclaring des gelievende komen t' ontwaren, dat 't bederf der Rijst door bekomene Leccagie bij Swaar weer is ontstaan. 3839: lb: Rijst op 120: Coijangs ofte 372000 lb: bedorven.
73: lb: Poeder Zuijker op 11282: lb: in 30: Cann:s bij naweeging over.
314: d:o Candij d:o d:o 10961: d:o in 30: Cann:s bij naweeging te kort, Zijnde 2 7/8: p:r C:to Sch:s
619: kann: Aracq op 16: Leggers bij pijling minder als 6: v:n 3: d:m, 6: v:n 6: en 4: v:n
8: d:m wan Zijnde 10: p:r C:to Sch:s
Voor deese Post is den ondergesteek: blijkens het genoteerde op 't Cognoscement /:onder welduijding:/ niet responsabel. 2: p:s ankerstocken op 25: p:s te kort, 't geen op de Cognoscement bekent Staat, dat deselve op de Bataviase rheede zijn weggedreeven.
41: p:s Windboomen op 100: p:s vermolmten onbequaam.
Terwijl het breeken der Estricken als een Seer brosse Substantie Zijnde, niet alleen bij 't overneemen derselve op Batavia, en 't ontlossen alhier in de landsboots, maar ook door het Considerabel arbeijden van 't Schip is veroorsaakt. 1299 d:o Estricken van 12: d:m op 3000 p:s gebroken, Zijnde 43 1/3: p:r C:to Schaars.
4445: d:o d:o d:o 16: d:o 6000: d:o als
  3006 p:s gescheurt en met hoeken af.
  1439: d:o gebrooken, Zijnde 24: p:r C:to Sch:s
Aangaande de houtwerken ter Zijden gemeld, daaromtrent moet den ondergeteek: uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: op 't Eerbiedigst onder 't Oog brengen, dat deselve alle in de onderlaag geleegen hebbende, dus het breken derselve door de swaarte van de bovenlading, namentlijk, de Rijst, Lijwaat Packen &:a is voortgekomen; dog ten belange van dies te kort komende, weet den ondergeteek: geen andere Reedenen te geeven, als alleen dat d' officieren, door wien deselve ter Bataviase reede Zijn ontfangen, en dewelke maar alleen ten tijde van 't overneemen der voorsz: houtwaren aan boord zijn geweest, door Slordigheijd versuijmd hebben, daar van een nette en behoorlijke aanteekening te houden, en van 't geene dat bij den overscheep over boord gevallen, en weg gedreeven is, behoorlijk rapport te doen. 2: p:s ambonsse balken op 200: p:s gebrooken.
1260: d:o Jatij Planken op 3200: p:s als.
  1153: p:s gebrooken
  107: d:o te kort.
1: p:s Jatij Swalp van 4: d:m op 30: p:s gebrooken
4: d:o d:o d:o d:o 3: d:o d:o 15: d:o
2: d:o d:o d:o d:o 2: d:o d:o 15: d:o
41: d:o groote Tinkanse planken op 150: p:s als.
  19: p:s gebrooken
  22: d:o te kort.
29: d:o kleijne d:o d:o d:o 150: d:o als.
  27: p:s gebrooken
  2: d:o te kort.

de kas met Porcelijn kommen, hier neevens gemeld, is tot Batavia geslooten ontfangen, en ook in diervoegen alhier afgeleeverd. 22: p:s groote porcelijne kommen op 100 p:s, Zijnde 22: p:r C:to bij 't openen van 1 kas N:o 13: gebrooken.
15: d:o klijne d:o d:o op 100 p:s Zijnde 15: p:r C:to
Zullende uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: uijt de hier neevens gevoegde verclaring des gelievende komen t' ontwaren, dat 't bederf der Rijst door bekomene Leccagie bij Swaar weer is ontstaan. 3839: lb: Rijst op 120: Coijangs ofte 372000 lb: bedorven.
73: lb: Poeder Zuijker op 11282: lb: in 30: Cann:s bij naweeging over.
314: d:o Candij d:o d:o 10961: d:o in 30: Cann:s bij naweeging te kort, Zijnde 2 7/8: p:r C:to Sch:s
619: kann: Aracq op 16: Leggers bij pijling minder als 6: v:n 3: d:m, 6: v:n 6: en 4: v:n
8: d:m wan Zijnde 10: p:r C:to Sch:s
Voor deese Post is den ondergesteek: blijkens het genoteerde op 't Cognoscement /:onder welduijding:/ niet responsabel. 2: p:s ankerstocken op 25: p:s te kort, 't geen op de Cognoscement bekent Staat, dat deselve op de Bataviase rheede zijn weggedreeven.
41: p:s Windboomen op 100: p:s vermolmten onbequaam.
Terwijl het breeken der Estricken als een Seer brosse Substantie Zijnde, niet alleen bij 't overneemen derselve op Batavia, en 't ontlossen alhier in de landsboots, maar ook door het Considerabel arbeijden van 't Schip is veroorsaakt. 1299 d:o Estricken van 12: d:m op 3000 p:s gebroken, Zijnde 43 1/3: p:r C:to Schaars.
4445: d:o d:o d:o 16: d:o 6000: d:o als
  3006 p:s gescheurt en met hoeken af.
  1439: d:o gebrooken, Zijnde 24: p:r C:to Sch:s
Aangaande de houtwerken ter Zijden gemeld, daaromtrent moet den ondergeteek: uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: op 't Eerbiedigst onder 't Oog brengen, dat deselve alle in de onderlaag geleegen hebbende, dus het breken derselve door de swaarte van de bovenlading, namentlijk, de Rijst, Lijwaat Packen &:a is voortgekomen; dog ten belange van dies te kort komende, weet den ondergeteek: geen andere Reedenen te geeven, als alleen dat d' officieren, door wien deselve ter Bataviase reede Zijn ontfangen, en dewelke maar alleen ten tijde van 't overneemen der voorsz: houtwaren aan boord zijn geweest, door Slordigheijd versuijmd hebben, daar van een nette en behoorlijke aanteekening te houden, en van 't geene dat bij den overscheep over boord gevallen, en weg gedreeven is, behoorlijk rapport te doen. 2: p:s ambonsse balken op 200: p:s gebrooken.
1260: d:o Jatij Planken op 3200: p:s als.
  1153: p:s gebrooken
  107: d:o te kort.
1: p:s Jatij Swalp van 4: d:m op 30: p:s gebrooken
4: d:o d:o d:o d:o 3: d:o d:o 15: d:o
2: d:o d:o d:o d:o 2: d:o d:o 15: d:o
41: d:o groote Tinkanse planken op 150: p:s als.
  19: p:s gebrooken
  22: d:o te kort.
29: d:o kleijne d:o d:o d:o 150: d:o als.
  27: p:s gebrooken
  2: d:o te kort.

‘Sullende uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: uijt het in margine deeses gestelde klaarlijk de waaragtige reeden kunnen beogen, waar door de minderheeden en defecten der voorsz: goederen haaren oorspronk hebben; om welke reedenen den ondergeteek: op d’ eerbiedigste wijze versoekt /:als een Dienaar die d’ E: Comp: Seedert dat hij deselve gedient heeft, altoos trouw en Eerlijk heeft behandelt: /:dat hij voor gemelde minderheeden en defecten der bovengenoemde goederen niet moge werden belast.’

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Schip Oosterbeek den 27: Maart 1764: /:was geteekent:/ J:Z: Nauwman.’

Over den inhoude welker Papieren met attentie gebesoigneerd en ten dien belange in overweeging genoomen weesende, dat de Cassen waarin het Porcelijn is afgepakt geweest, door de Scheeps overheeden ongeopend ontfangen en ook Sodanig alhier volgens het brute gewigt weederom uijtgeleeverd Zijn, als ook dat de te kort koomende Aracq en Candij Zuijker, de gepermitteerde afschrijving niet koomen t’ Excedeeren, en dat het breeken der Estricken, ten principaale door het Sterk arbeijden van ‘t Schip bij geleeden Swaar weer veroorsaakt Zijnde, wijders ten belange der bedurvene 3839: lb: Rijst, bij een diesweegens door d’ opper en onder officieren van voorm: Kiel, verleende verclaring Consteerd, dat Sulx alleen door Leccagie in voorsz: Storm is veroorsaakt; heeft men dierhalven moeten besluijten het een en ander te passeeren, en bij de negotie boeken deeses gouvernements te doen afschrijven, mitsg:s in diervoegen meede te doen handelen, met de te kort komende 2: p:s ankerstocken, als Zijnde blijkens het aangeteekende op ‘t Cognoscement, ter Bataviase rheede weg gedreeven en dus niet binnen Scheeps boord ontfangen.

Terwijl ten opzigte van de gebrooken bevondene Ambonse balken, als mede de Stuckend aangebragte Jatij Swalpen en Planken, mitsg:s groote en kleijne tinkanse Planken verstaan is, dat nadien het breeken derselve niet blijkt, door eenig versuijm ofte agteloosheijd van meergem: Scheeps overheeden te Zijn veroorsaakt, Sulx almeede te passeeren, te meer, dewijl deese houtwaren nog, ‘t Zij Sonder verlies verkogt, dan wel tot genier der Scheepen of andersints ten dienste der E: Comp: Sullen kunnen geEmploijeerd worden.

Sullende egter weegens de hier onder gespecificeerde te kort koomende Planken, gemelde Scheeps opperhoofden in Maniere als volgd, op haare Soldij reecq: werden belast, te weeten.

Den Cap:t Jan Zacharias Nauwman voor 2/3:
Weegens 107: p:s Jatij Planken, teegens 2: Cap:e advance ƒ56:15:-:
d:o 22: d:o Tinkanse d:o groote d:o 224:08:
d:o 2: d:o d:o kleijne d:o 10:12:-: ƒ291:15:-:
Den Cap:t Jan Zacharias Nauwman voor 2/3:
Weegens 107: p:s Jatij Planken, teegens 2: Cap:e advance ƒ56:15:-:
d:o 22: d:o Tinkanse d:o groote d:o 224:08:
d:o 2: d:o d:o kleijne d:o 10:12:-: ƒ291:15:-:
den opperstuurman Jan Hend:k Hagemeijer voor 1/3.
weegens 107: p:s Jatij Planken teegens 2: Cap:e advance ƒ28:07:08:
d:o 22: d:o Tinkanse d:o groote d:o 112:04:-:
d:o 2: d:o d:o kleijne d:o 5:06:-: ƒ145:17:08:
den opperstuurman Jan Hend:k Hagemeijer voor 1/3.
weegens 107: p:s Jatij Planken teegens 2: Cap:e advance ƒ28:07:08:
d:o 22: d:o Tinkanse d:o groote d:o 112:04:-:
d:o 2: d:o d:o kleijne d:o 5:06:-: ƒ145:17:08:

Waar en teegen, men weegens het geene op de Poeder Zuijker minder is te kort gekoomen, als de gepermitteerde afschrijving dicteerd, deselve overheeden op haare voorsz: Soldij reecq: Sal laten te goed doen, als volgd, namentlijk.

Den Cap:t Jan Zacharias Nauwman voor 2/3 over
411 lb: Poeder Zuijker, teegens uijtkoops prijs: ƒ47:19:-:-:
den opperstuurman Hagemeijer voor 1/3. d:o 23:19:08:
Den Cap:t Jan Zacharias Nauwman voor 2/3 over
411 lb: Poeder Zuijker, teegens uijtkoops prijs: ƒ47:19:-:-:
den opperstuurman Hagemeijer voor 1/3. d:o 23:19:08:

Vervolgens geleesen weesende, het rapport dat door voorseijden Cap:n Nauman, aangaande de dagelijxe verrigtingen in ‘t lossen en weeder aflaaden van ‘t voorwaartsgem: Provisie Schip Oosterbeek is verleend geworden; is goedgevonden in margine van ‘t selve rapport te doen aanteekenen dat de in hetselve aangehaalde dagelijxe verrigtingen, noopens het ontlossen en weeder beladen van gem: kiel, allesints met de waarheijd Conform zijn ter needer gesteld, en dat dien bodem voor ‘t overige niet eerder heeft kunnen werden gedimitteerd, uijt hoofde van het volhandig werk, dat men met het afvaardigen der Successivelijk van hier vertrockene, Soo retourneerende als uijtKoomende Scheepen, heeft gehad.

Vermits den Burger Hendrik Haan, Zig, Seedert eenigen tijd herwaards, dermaaten in den drank heeft koomen te buijten te gaan, dat denselven daar door thans genoegsaam Sinneloos geworden Zijnde, dagelijx alsulke buijtenspoorigheeden komt te pleegen, dat hier uijt niet dan groote onheijlen Soo voor hem Selve, als andere goede Ingeseetenen te dugten Zijn, heeft men dierhalven moeten besluijten, den Raad van Justitie deeser plaatse te qualificeeren, om de aan gem: Haan toebehoorende Soo losse als vaste goederen publicquelijk te doen verKoopen ende daar van geprovenieerde penn:, ten zijnen behoeve, onder haare administratie te houden, mitsg:s omtrent den Persoon van gem: Haan Selfs Zodanige maatregulen te neemen en in ‘t werk te Stellen, als deselve naar Zijne presente omstandigheeden Zullen vinden te behooren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 181-275.

Dingsdag den {17640424} 24: April 1764.

‘S Voormiddags alle Present.

Is op heeden in Raade geleesen geworden, Seekere verclaring door d’ ordinaire gecommitt:s Jan Adolph Kuuhl en Nicolaas Leij verleend, nopens d’ ontlossing van het met den Hoeker de Meermin van Ceijlon herwaarts aangebragte Ijser, Staal en diversse ijzere banden, gelijk meede der in dat Vaartuijg af gescheept en voor den Slaven Handel op Madagascar gedestineerd geweest Sijnde goederen, luijdende als volgt.

‘Den Wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsg:s Gouverneur van Cabo de goede Hoop &:&:&: ons ondergeteekendens hebbende gelieven te Committeeren, tot het ontfangen van Sodanige goederen, als ‘er in den voorleedenen jaare met het naar Ceijlon gaande Schip d’ Jonge Lieve en voor dit gouvernement gedestineerd geweest Sijnde waren verbleeven, thans met het Hoekerschip de Meermin alhier van daar te rug gebragt; Soo verclaaren wij Sulx behoorlijk verrigt en deselve vervolgens aan de hier ondergenoemde Administrateurs Sodanig overgeleevert te hebben, als werd gespecificeert, namentlijk.’


Aan den Pakhuijsm:tr
21500: lb gesorteerd Yzer, blijkens de daarvan hebbende factuur, dog volgens Memorie van Ceijlon moet maar Zijn 20630: ld: verschilt 870: ld:, bij den ontfangst alhier, is egter maar bevonden 19314: ld: oversulx nog boven den 870: ld: te kort 1316: ld: het welk moet Sijn veroorsaakt, door dien dicke voor dunne Staven aldaar Sijn gehouden, gelijk blijkt bij de alhier ontfangene halve duijms, die niet op de factuur bekend Staan.
1500: ld: plat gerf Staal aan 86: Staaven in 1: bos.
100: p:s groote en klijne hangSlooten, in 1: Cas N:o 1.
Aan den Keldermeester.
600: d:o heele leggers banden in 3: bossen
150: d:o halve d:o d:o d:o 1: d:o
750: d:o heele aams d:o d:o 2: d:o
750: d:o halve d:o d:o d:o 1: d:o

Aan den Pakhuijsm:tr
21500: lb gesorteerd Yzer, blijkens de daarvan hebbende factuur, dog volgens Memorie van Ceijlon moet maar Zijn 20630: ld: verschilt 870: ld:, bij den ontfangst alhier, is egter maar bevonden 19314: ld: oversulx nog boven den 870: ld: te kort 1316: ld: het welk moet Sijn veroorsaakt, door dien dicke voor dunne Staven aldaar Sijn gehouden, gelijk blijkt bij de alhier ontfangene halve duijms, die niet op de factuur bekend Staan.
1500: ld: plat gerf Staal aan 86: Staaven in 1: bos.
100: p:s groote en klijne hangSlooten, in 1: Cas N:o 1.
Aan den Keldermeester.
600: d:o heele leggers banden in 3: bossen
150: d:o halve d:o d:o d:o 1: d:o
750: d:o heele aams d:o d:o 2: d:o
750: d:o halve d:o d:o d:o 1: d:o

‘Wijders Sijn nog van gem: hoeker de Meermin bij Zijn Retour van Ceijlon doorgeleeden Swaar weer, weederom in ‘S E: Comp:s pakhuijs alhier te rug gebragt de volgende defecte, verroeste onbequame en bedurven goederen, dewelke gediend Souden hebben tot den Slaven handel op Madagascar , bestaande in ‘t volgende, als.’


8 p:s dubb: Armosijnen alles min en meer besch: en gevlekt.
6: d:o fijn gebl: Cust guinees
20: d:o gem: gebl: d:o
19: d:o bruijn bl: d:o
20: d:o fijn gebl: Salempoeris
10: d:o Sw. br: heele baftas
29: d:o witte br: heele d:o
10: d:o gem: gebl: Cust zeijlkleeden
10: d:o roode d:o d:o
10: d:o gingam Beddetijk
9: d:o Moerissen roode Cust
9: d:o Cheronse Chitsen
10: d:o breede Souratse d:o
15: d:o Smalle d:o d:o
113: d:o Cambaaijen ruuwe roode Cust
8: d:o Deekens Souratse
19: d:o porc: Schootels, waarvan 3: p:s geb:
100: d:o d:o borden d:o 25: d:o d:o
10: p:s porc: groote commen waarvan 1: p:s geb:
800: ld: Tobak, 163 1/2 ld: minder en d' ander bedurven
4: p:s groote ijsere potten 2: p:s geb:
2: d:o klijne d:o d:o nog goed
3 3/4: gros Coopere roksknoopen verroest
1 3/4 d:o d:o Camisols d:o
8 p:s groote en 4: p:s, klijne waakrocken, gemotteert
970: ld diversse quispel Coralen, waarvan nog 388: ld: goed en de overige Los door malkanderen en dus tot een handel onbruijkbaar.
11 ld: Albaste Coraalen, waarvan insgelijx 1 3/4 ld: niet meer goed Zijn.
70: douzijn pokhoute Messen, verroest
2 1/2 d:o fijne Tafelmessen d:o
3: d:o Scheermessen d:o
1: d:o fijne Schaaren d:o
3: d:o gem: d:o d:o
6000 p:s Naalden d:o
6: p:s CapSpiegels, 2: p:s geb: en 4: p:s defect
6 1/2 douz: handSpiegels, alle beschadigt.
3 1/4 d:o Schoengespen, verroest
8: gros lange Tabakspijpen alle gebrooken
8: d:o korte d:o d:o
Aan den Keldermeester.
5: Leedige fles kelders, met eenige flessen
2: Leggers Arak, ten eenemaal bedurven 't welk moet Sijn veroorsaakt, volgens opgaaf der Scheeps overheeden, dat door het Swaar arbeijden van 't Schip in den geleedenen Storm, deselve Sijn opengeraakt en dus door het inkomende Zeewater en kakkerlacken Sodanig Sijn geworden.
88 p:s Heele Leggers, waarvan 45: p:s nog tot repareering goed zijn, de overige 43: p:s door ouderdom en het doorknagen der kakkerlacken vergaan en onbruijkbaar.

8 p:s dubb: Armosijnen alles min en meer besch: en gevlekt.
6: d:o fijn gebl: Cust guinees
20: d:o gem: gebl: d:o
19: d:o bruijn bl: d:o
20: d:o fijn gebl: Salempoeris
10: d:o Sw. br: heele baftas
29: d:o witte br: heele d:o
10: d:o gem: gebl: Cust zeijlkleeden
10: d:o roode d:o d:o
10: d:o gingam Beddetijk
9: d:o Moerissen roode Cust
9: d:o Cheronse Chitsen
10: d:o breede Souratse d:o
15: d:o Smalle d:o d:o
113: d:o Cambaaijen ruuwe roode Cust
8: d:o Deekens Souratse
19: d:o porc: Schootels, waarvan 3: p:s geb:
100: d:o d:o borden d:o 25: d:o d:o
10: p:s porc: groote commen waarvan 1: p:s geb:
800: ld: Tobak, 163 1/2 ld: minder en d' ander bedurven
4: p:s groote ijsere potten 2: p:s geb:
2: d:o klijne d:o d:o nog goed
3 3/4: gros Coopere roksknoopen verroest
1 3/4 d:o d:o Camisols d:o
8 p:s groote en 4: p:s, klijne waakrocken, gemotteert
970: ld diversse quispel Coralen, waarvan nog 388: ld: goed en de overige Los door malkanderen en dus tot een handel onbruijkbaar.
11 ld: Albaste Coraalen, waarvan insgelijx 1 3/4 ld: niet meer goed Zijn.
70: douzijn pokhoute Messen, verroest
2 1/2 d:o fijne Tafelmessen d:o
3: d:o Scheermessen d:o
1: d:o fijne Schaaren d:o
3: d:o gem: d:o d:o
6000 p:s Naalden d:o
6: p:s CapSpiegels, 2: p:s geb: en 4: p:s defect
6 1/2 douz: handSpiegels, alle beschadigt.
3 1/4 d:o Schoengespen, verroest
8: gros lange Tabakspijpen alle gebrooken
8: d:o korte d:o d:o
Aan den Keldermeester.
5: Leedige fles kelders, met eenige flessen
2: Leggers Arak, ten eenemaal bedurven 't welk moet Sijn veroorsaakt, volgens opgaaf der Scheeps overheeden, dat door het Swaar arbeijden van 't Schip in den geleedenen Storm, deselve Sijn opengeraakt en dus door het inkomende Zeewater en kakkerlacken Sodanig Sijn geworden.
88 p:s Heele Leggers, waarvan 45: p:s nog tot repareering goed zijn, de overige 43: p:s door ouderdom en het doorknagen der kakkerlacken vergaan en onbruijkbaar.

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de goede hoop den 24: April 1764: /:was geteek:d/ J:A: Kuuhl, N:s Leij.’

Waarop ten belange der bij gem: verclaring gespecificeerde goederen in aanmerking genomen weesende, dat het defect worden derselve ten Principale door het Sterk arbeijden van ‘t Vaartuijg en het meenigvuldig bij Swaar weer overgekreegene Zee water is veroorsaakt, heeft men dierhalven moeten besluijten, het Selve te Passeeren, en dienvolgens de gebrookene Porcelijnen en Tabax Pijpen bij de Negotie boeken deeses gouvernements te doen afschrijven, mitsg:s het beschadigde Lijwaat Soo wel als d’ onbequame 43: p:s heele Leggers, desgelijx de bedurvene Tabak en verdere defectueuse goederen bij Publicque Vendutie voor het geene deselve Sullen mogen gelden, te doen verkoopen.

Maar nademaal het bederf der Twee Leggers met Arak alleen aan een Slordige behandeling en Slegte toesigt kan worden toe geschreeven, is dierhalven verstaan voor het uijt koops bedragen derselver de Zoldij reekeningen - Soo van wijlen den Schipper Hans Harmsz: als die van den boekhouder Jan godlieb Crausen en opperstuurman Broer Jansz Visser op de Volgende wijze te doen belasten, te weeten.

Die van wijlen den Schipper Hans harmsz: over 2/3 ƒ224:-:
D:o d:o den boekhouder J:G: Crausen d:o 1/6: d:o 56:-:
D:o d:o d:o Opperstuurman Broer Jansz Visser meede voor d:o 1/6: d:o 56:-:
  Somma ƒ336:-:
Die van wijlen den Schipper Hans harmsz: over 2/3 ƒ224:-:
D:o d:o den boekhouder J:G: Crausen d:o 1/6: d:o 56:-:
D:o d:o d:o Opperstuurman Broer Jansz Visser meede voor d:o 1/6: d:o 56:-:
  Somma ƒ336:-:

Soo als ook ten opsigte der te min uijtgeleeverde 1316: ld: ijzer beslooten is, dat nadien bij ‘t daarvan op Ceijlon geformeerde Cognoscement blijkt, dat zoo wel voor den ontfangst bij ‘t gewigt als de quantiteijt der Slaven is geteekend, dierhalven het uijtkoops bedragen daarvan door haarl: meede op Reecq: van Soldije in maniere als volgt te doen vergoeden, te weeten.

op die van den Schipper Hans Harmsz: over 4/6 ƒ168:09:
d:o d:o d:o d:o den boekhouder Jan godlieb Crausen d:o 1/6: d:o 42:03:
d:o d:o d:o d:o opperstuurm: Broer Jansz Visser meede d:o 1/6: d:o 42:02:
dus te Samen   ƒ252:14:
op die van den Schipper Hans Harmsz: over 4/6 ƒ168:09:
d:o d:o d:o d:o den boekhouder Jan godlieb Crausen d:o 1/6: d:o 42:03:
d:o d:o d:o d:o opperstuurm: Broer Jansz Visser meede d:o 1/6: d:o 42:02:
dus te Samen   ƒ252:14:

En dewijl van de 386: p:s gesort: Snaphanen die al meede tot voorsz: Slaven handel in bovengem: Hoeker Sijn afgescheept geweest 4: p:s fijne en 4: p:s ordinaire ditos, die om Schoon gemaakt te worden, onder de Tent waaren vast gemaakt in voorwaarts gem: Storm over boord geraakt, en een gedeelte der overige alle dermaten in geroest Sijn dat men vreest deselve hier ter plaatse niet weederom volkomen te Sullen kunnen doen repareeren, heeft men oversulx ten deesen belange insgelijx moeten besluijten, dat dewijl het overboord raaken der voorsz: 8: d:o Snaphanen volgens de daarvan belegde verclaaring werkelijk invoegen voorsz: en dus niet door eenig versuijm is toegekomen, deselve meede te passeeren, en bij voorseijde Negotie boeken te doen afschrijven; mitsg:s d’ overige geweeren die Zodanig Slegt gesteld Sijn, dat alhier niet Sal kunnen werden gerepareert en dus ten eenemaal onbequaam komen te weesen, als Sodanig naar ‘t Vaderland te Senden.

Wijders wierd door den onderCoopman en Zoldij Boekhouder Dirk Westerhoff, ingediend, d’ onder Staande Memorie.

‘Memorie Concerneerende het debiteeren en Crediteeren der Soldij Reek:s van d’ overheeden van ‘t Hoekerschip de Meermin weegens de navolgende Posten opgesteld, en met verschuldigde Eerbied ingerigt, door den onderget: Zoldij Boekhouder alhier aan den Wel Edelen gestrengen Heer Rijk Tulbagh, Raad Extraordinaris van Neederlands India en gouverneur in Loco &:a &:a &:a beneevens den E: Agtbaaren Politicquen Raad.’

‘Wel Edele Gestrenge Heer en E: Agtbaare Heeren.’

‘Bij een nader Extract uijt ‘t Negotie boek der Stad en lande van Gale onder de bijlage van ‘t Soldij groot boek van ‘t Hoeker Schip de Meermin Sorteerende, werd geordonneert, ingevolge ‘t besluijt in Raade van Politie tot Gale Sub dato 29: octobr: 1763. genomen, dat d’ overheeden van de Meermin voorm: op hun reekeninge over ‘t uijtkoops kostende van’


1083 3/4: ld: ijser in soorten, daarvan
  870: ld: overbevonden, mitsgaders
  213 3/4: d:o of 3/4 p:r C:tos weegens hunnen meede gebragte lading van Colombo van 28500: ld: op gale voorsz: uijt geleevert; Soude bevoordeelt, Werden 't Cento à ƒ 18: gereekend met ƒ195:1:8: en daarvan.
2/3 gedeelte voor Reek: van den Schipper Hans Harmsz: ƒ130:01:-:
1/3: d:o d:o Reek: van den opperstuurm: Broer Jansz: Visser d:o 65:-:08:
  Somma ƒ195:01:08:

1083 3/4: ld: ijser in soorten, daarvan
  870: ld: overbevonden, mitsgaders
  213 3/4: d:o of 3/4 p:r C:tos weegens hunnen meede gebragte lading van Colombo van 28500: ld: op gale voorsz: uijt geleevert; Soude bevoordeelt, Werden 't Cento à ƒ 18: gereekend met ƒ195:1:8: en daarvan.
2/3 gedeelte voor Reek: van den Schipper Hans Harmsz: ƒ130:01:-:
1/3: d:o d:o Reek: van den opperstuurm: Broer Jansz: Visser d:o 65:-:08:
  Somma ƒ195:01:08:

‘Waar en teegen bij factuura van dato 15: 9br: des voorm: Jaars, alhier p:r ‘t Ceijlonsse Retourschip Overnes aangebragt; ter ordre van den E: Agtb:en Heer Abraham Samland Commandeur der Stad en Lande van Galen voorn: op de bekomene aanschrijvens van de gevenereerde Ceijlonsse Regeering bij Missive van den 5: 9br: voorsz: dat het Ijser Vaderlandse lading zijnde, welke d’ overheeden van meergem: HoekerSchip de Meermin bij overscheepinge op de rheede alhier, uijt ‘t Schip d’ Jonge Lieve Sonder toegewoogen te zijn, ontfangen hebben, hun van ‘t meerder geleverde niets ten voordeel komen konde, maar het Selve bij de boeken, als Soo veel meerder ontfangen moeste ingenoomen, en daar in teegen het voor de Caab aan boord verbleevene, bestaande in 21500: ld: met 20630: ld: aangereekend worden, om reedenen, deese meerderheijd een abuijs konde zijn, dat mogelijk iets van ‘t eene Soort, voor ‘t andere gelost is, meergem: overheeden van ‘t Hoeker Schip de Meermin weegens het bedragen van de hier vooren ten hunnen voordeele aanbereekende 870: ld: ijser, weederom werd ten lasten gebragt met ƒ156:12: omme daar af met het g’Eerd believen van Uw Wel Edele gestrenge, de Reekening van den’


Schipper Hans Harmsz te debiteeren voor ƒ104:08:-:
Den Opperstuurm: Broer Jansz Visser d:o d:o d:o d:o 52:04:-:

Schipper Hans Harmsz te debiteeren voor ƒ104:08:-:
Den Opperstuurm: Broer Jansz Visser d:o d:o d:o d:o 52:04:-:

‘Soo als Uw wel Edele gestrenge en E: Agtb:en gelievende uijt de hierneevens gevoegde bijlage nader kunt beoogen, waar omtrent den ondergeteekende Soldij Boekhouder de vrijheid neemt, in Eerbied aan Uw Wel Edele gestr: en E: Agtb:en ter Consideratie te brengen, dat ten aansien alhier /:Soo den ondergeteekende vermeijnt:/ in observantie is, dat d’ overheeden van d’ uijtkomende Scheepen weegens Vaderlandse lading voor ‘t meerder uijtgeleeverde niet worden geCrediteerd, nog voor ‘t mindere gedebiteerd, ende Reek:s van meergedagte overheeden van de Meermin voor ‘t montant van de vermeijnde 870: ld: ijser overwigts, mitsgaders de 213 3/4 ofte de 3/4 p:r C:to van de op Galen uijtgeleeverd 28500: ld: yser in Soorten, nog niet Sijn geCrediteerd, het dierhalven insgelijx omtrent hun onder de geEerde goedkeuring van Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: Soude kunnen worden geobserveert, met op de Reek:s soo van dikwerf gerepten Schipper Hans Harmsz als opperstuurman Broer Jansz Visser, de voorn: posten soo in hun debet als Credit, niet bekend te Stellen, op welk een en ander den ondergeteekende, Uw Wel Edelen Gestr: en E: Agtb:s gevenereerde dispositie is versoekende, terwijl inmiddels d’ Eere heeft Sig met Eerbied te noemen.’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele gestrenge Heer en E: Agtbaare Heeren, Uw wel Edele gestrenge en E: Agtbaarens gehoorsaamsten en Schuldpligtigsten Dienaar. /:was geteekend:/ D: Westerhoff. /:in margine:/ Overgegeeven in Raade van Politie den 24: April 1664.’

‘Nader Extract uijt ‘t Negotie boekje d’ A:o 1763/64.’

‘Werd geordonneert om bij de Scheeps Soldij boeken van ‘t hoeker Schip de Meermin de Reecq: van dies overheeden te Crediteeren, met Een hondert Vijf en Negentig guldens een Stuijver en agt Penningen Zijnde ‘t uijtkoops kostende van.’


1083 3/4 ld: ijser in Soorten daarvan
  870: ld: overbevonden
  213 3/4 of 3/4 p:r C:to op hunne meedegebragte lading van Colombo van 28500: ld: en alhier uijtgeleeverd welke volgens genoomen besluijt op heeden in Raade van Politie alhier op hunne reek:s moeten bevoordeelt werden a ƒ18:- 't C:o ld: ƒ195:1:8: hier af
't 2/3 gedeelte voor Reek: van de Schipp: Hans Harmsz d:o 130:01:-:
d:o 1/3 d:o d:o d:o d:o d:o opperstuurm: Broer Jansz: Visser d:o 63:-:08:
  Somma ƒ195:01:08:

1083 3/4 ld: ijser in Soorten daarvan
  870: ld: overbevonden
  213 3/4 of 3/4 p:r C:to op hunne meedegebragte lading van Colombo van 28500: ld: en alhier uijtgeleeverd welke volgens genoomen besluijt op heeden in Raade van Politie alhier op hunne reek:s moeten bevoordeelt werden a ƒ18:- 't C:o ld: ƒ195:1:8: hier af
't 2/3 gedeelte voor Reek: van de Schipp: Hans Harmsz d:o 130:01:-:
d:o 1/3 d:o d:o d:o d:o d:o opperstuurm: Broer Jansz: Visser d:o 63:-:08:
  Somma ƒ195:01:08:

’/:onderstond:/ Gale den 29: octob: a:o 1763 /:was geteekend:/ A:m Samland /:in ‘t Midden Stond gesien /:geteek:/ G:l de Vos /:lager:/ Accordeert /:geteek:/ J:n A:s Kijl. /:onderstond:/ Accordeert /:was geteekend:/ D: Westerhoff.’

‘Voor Cabo de goede Hoop’

‘Factuura van ƒ156:12:- voor 870: ld: ijser in Soorten bij aanbreng p:r ‘t hoekerschip de Meermin , meerder uijt geleevert, en volgens genomen besluijt in Raade alhier, op den 20:te octobr: J:o leeden uijtkoops de Reekenings van dies overheeden bevoordeelt, dog Seedert het vertrek van dien bodem, van de gevenereerde Ceijlonsse Regeering, bij Missive van den 5: November daaraan, antwoord bekoomen hebbende, dat het Ijzer Vaderlandse Lading Sijnde, welk d’ overheeden van voorsz: de Meermin bij overscheepinge op de rheede aldaar, uijt ‘t Schip de Jonge Lieve , Sonder toegewoogen te Zijn ontfangen hebben, hun van het meerder geleeverde niets ten voordele komen konde, maar hetselve bij de boeken als soo veel meerder ontfangen, moeste ingenoomen, en daarinteegens het voor de Caab aan boord verbleevene, bestaande in 21500: ld: met 20630: ld: aangereekend werden, omreedenen deese meederheijd een Abuijs konde sijn, dat mogelijk iets van ‘t eene Soort ijser voor ‘t andere gelost is, Soo werden ter ordre van den E: Agtb: Heer Abraham Samland, Commandeur der Stad en Landen van Gale , Mature &:a, voorsz: meerderontfangen 870: ld: ijser ‘t Caabs gouvernement, gelijk bij memorie inkoops ten voordeele, om door meermelte overheeden van het hoekerschip de Meermin Soo veel minder, dan bij Cognoissement en factuur van den 31: octbr: bekendgesteld, en aangereekend is, te doen verantwoorden, ook bij deesen uijtkoops ten laste in Eerbied aangereekend, om met het g’ Eerd believen van den Wel Edelen groot Agtb: heer Rijk Tulbagh Raad Extraordinair van Neederlands India, gouverneur en Directeur weegens de generaale Neederlandse Oost Indische Comp: de Reekeninge van dikgerepte overheeden daar voor te doen debiteeren, namentlijk’


Ten laste van den Schipper Hans Harmsz: ƒ104:08:
D:o d:o d:o d:o opperstuurman Broer Jansz Visser d:o 52:04:
Tel 't als vooren ƒ156:12:

Ten laste van den Schipper Hans Harmsz: ƒ104:08:
D:o d:o d:o d:o opperstuurman Broer Jansz Visser d:o 52:04:
Tel 't als vooren ƒ156:12:

’/:onderstond:/ In de Stad Gale den 15: 9br: 1763 /:was geteekend:/ G: de Vos /:in margine:/ voor de bereekening /:en geteekend:/ J:n A:s Hijl.’

’/:onderstond:/ Accordeert /:was geteekend:/ D: Westerhoff.’

Naar Lectuure welker Memorie best gedagt is, dat om de daarbij ter needer gestelde Reedenen de Soldij Reecq: van wijlen meergem: Schipper Hans Harmsz en opperstuurman Broer Hansz Visser weegens ‘t bevondene overwigt op ‘t door hun uijtgeleeverd’ ijser niet geCrediteert, dog daarenteegen voor het te kort komende op de bij voorsz: Memorie gespecificeerde andere parthij van dit Metaal ook niet Sullen gedebiteerd worden.

Ende ten aansien door de teegenwoordig onder ‘S E Comp:s Leijfeijgenen Sterk regeerende gal koortsen bereijts een merkelijk getal derselver Sijn komen weg te Sterven, en de Noodsakelijkheijd oversulx vereijscht, om teegens het hier door ontstaane gebrek aan Slaven weederom in tijds te voorsien, Soo wierd door den heere gouverneur in Consideratie gegeeven, of men dikwils gen: Hoeker de Meermin ter inruijling van Slaven weederom een togt naar Madagascar Soude laten doen, omtrent welken handel Sijn Edele egter betuijgde geen te favorable opinie te hebben, nademaal deselve nu eenige Reijsen na den anderen genoegsaam Vrugteloos uijtgevallen Zijnde, het wyders niet apparent was, dat d’ oorsaaken daarvan, Sodanig als die door bovengem: Commies Crausen bij desselfs Journaal van de laatste in A:o 1762. derwaarts gedaane Expeditie Sijn opgegeeven, Seedert dien korten tijd Zouden weesen gecesseert; waardoor dan gebesoigneert, en ten deesen belange in aanmerkinge genomen weesende, dat niettegenstaande de franssen door haare nabijheijd op Mauritius den Slaven handel op Madagascar met ongelijk meer voordeel dan andere kunnen drijven, en bovensdien op diversse plaatsen aldaar gestabileert zijn, deese natie daar omtrent egter in den voorl: Jaare meede niet hebben kunnen rëusseeren, gelijk dit aan het in de Maand December Pass:o hier aangeweest zijnde Scheepje La Julie is komen te blijken, dewijl het Selve niet dan na lang Soetelens op verscheijde Plaatsen, maar een Seer gering getal van tusschen de 20: à 30: Slaven heeft kunnen magtig worden: heeft men dierhalven voor den meesten dienst der E Comp: best geoordeelt en dienvolgens beslooten, om het Senden in dikwilsgen: hoeker de Meermin na Madagascar ten fine als gemeld is, tot nadere geleegentheijd uijtgesteld te laten, in hope dat de Saaken aldaar met betrecking tot den Slaven handel, middelerwijl ten goede veranderende, men als dan daarin wat beeter Sal mogen Slagen.

Vermits de in ‘S E Comp:s Cassa restant geweest Sijnde gelderen Soo door het betalen der van de fransse ingekogte Coffij boonen als de gewoone uijtgaven deeses gouvernements thans in ‘t geheel ten eijnde geraakt zijn, en dat de Contanten die haar Wel Edele Hoog Agtb: de heeren Majores in ‘t Patria ons op de daarvan gedane Petitie hebben gelieven t’ accordeeren, voor als nog hier niet aangebragt Zijnde, ‘er bovensdien ook Seedert eenigen tijd geen Scheepen ter deeser plaatse Sijn aangeweest, waaruijt men het benoodigde geld heeft kunnen Ligten; heeft men dierhalven, ten eijnde zig uijt deese ongeleegentheijd te redden, moeten besluijten, ten behoeve der E Comp: de Somma van Twintig duijsend Rijxd:s teegens 4: p:r C:to ‘s Jaars van de Weescamer alhier op te neemen, welk bedragen egter ten eersten op den ontfangst der voorsz: uijt het Patria verwagt werdende Contanten, Sal werden afgelegd ende betaald.

Sijnde voorts geleesen geworden, het volgens Resolutie van den 14: febr: deeses Jaars van Landdrost en heemraden tot Swellendam gevorderde berigt, luijdende als volgt.

Aan den Wel Edelen gestr: heere Rijk Tulbagh, Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsg:ds gouverneur van Cabo de goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Politicquen Raad deeses gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heere! en E: Agtb:re Heeren.’

‘’T is van Uw wel Edele gestr: en E: Agtb: Welbehagen geweest, de ondergeteekendens LandDrost en Heemraden tot Swellendam ter hand te doen Stellen, Copia van Seeker aan Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: door landdrost en Heemraden tot Stellenbosch geproduceert Schriftuur; ten eijnde daarop te dienen van berigt; Soo is ‘t dat de ondergeteekendens de Eere mogen hebben in pligt verschuldigde onderdanigheijd, in deesen als Sodanig te dienen, en mitsdien te Seggen.’

‘Dat den Burger Charel Marais Danielsz: als gesubstitueerde gemagtigde van Wijl: den geweesenen Pontonvoerder over de Bergrivier Johannes Booijens, overagterstallige Pontongelden eenige deeser Ingeseetenen hebbende doen dagen, ende ten dage dienende uijt de door denselven overgelegde bewijsen aan de ondergeteek:s gebleeken Zijnde, dat den Pontonhouder op voorsz: Bergrivier geen regt Competeerde, van deese Ingeseetenen Jaargelden te genieten, evengem: Marais egter met veele onbetamelijke Raissonnementen daar toe aandringende, hebbende ondergeteek:s in aanmerkinge, de goede onnosele Inwoonderen door dusdanige onregtvaardig geinstitueerde proceduuren, met veele moeijlijkheeden wierden ontrust en onnuttelijk gevexeert, en Zig teffens verpligt vindende, voor derselver regten en goede rust te Sorgen, aan hem Marais verClaard, geen Jaar gelden aan den houder van de op de Berg Rivier leggende Ponton te accordeeren, alsoo, met dien Pontman geen Contract dies weegens aangegaan, nogte bij eenige wettige verbintenisse dat regt om Jaargelden uijt deese Colonie te Eijsschen, aan denselven verleend hadden.’

‘De zaak in deeser voegen, Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:s des gelievende uijt de deesen Sub L:a A: versellende bij de ondergeteekendens in dato 5: Augustus des afgeweekenen Jaars 1763. hierover genomene Resolutie breeder Sal kunnen werden beoogt, alhier behandelt geworden zijnde, is bij LandDrost en Heemraden tot Stellenbosch goedgevonden Uw Wel Edele gestr: en E: Agtb: voor te dragen, Sig daar over beswaart te bevinden; En wel! Om dat van Sustenu zijn, dat agtervolgens verkreegene qualificatie, van den Wel Edelen Heer Gouverneur en E: Agtb:s Politicquen Raad in Loco de dato 13: December des Jaars 1731: met den burger Abraham de Haan een Contract weegens een aan te leggende Ponton mogten ingaan; de tusschen haar en de Pontonhouderen op de Berg Rivier Successivelijk gepasseerde Contracten, evengem: Pontonhouderen dat regt geeven, om van de Ingeseeten uijt het district Swellendam een Contingent van Agt guldens Jaarlijx in te vorderen, Sonder dat egter in dat eerste Contract van welopgem: qualificatie mentie werd gemaakt, ofte een Sodanig regt daarin te vinden is, werdende aldaar alleenlijk gesegt, van Persoonen over de Berg Rivier woonagtig zijnde.’

‘Uw Wel Edele gestr: en E: Agtb:rs de legging van ‘t district Swellendam bekend weesende en Seer wel weetende, werwaards de groote Berg Rivier haaren loop is houdende, Soude het overtollig Zijn ten deesen aan te toonen, dat deese Ingeseeten, tot die gemeente daar dat Contract van Spreekt, niet kunnen behooren, bij gevolge ook niet te eeniger Tijd wettig zijn verpligt geweest, volgens den inhoude van dat Contract Jaargelden aan dien Pontman te betaalen, ten waare Land Drost en Heemraaden tot Stellenbosch niet hadden goedgevonden, deselve Sonder een Exacte Naamlijst aan een Vrije Contributie van dies Ponton houderen over te laten, als ter oorsaake dan ook door veelen het hun opgevergde Contingent van Agt gulden in ‘t Jaar, Sonder de Ponton ooijt gesien te hebben, onschuldig is betaald geworden; En zijn de ondergeteekendens almeede uijt hoofde dat LandDrost en heemraaden tot Stellenbosch in vroegere Jaaren goedgevonden hadden, deese inwoonderen Soo als voorsz: meede aan de Ponton op de Berg Rivier te laaten betaalen, haar Ed: wanneer in den Jaare 1716: die ponton voor reecq: haare resp: Colonien hadden overgenomen Seer gaarne ten dienste geweest om de agter Stallen die tot den Boedel van Abraham de Haan geprætendeert wierden te behooren, voor Soo veel als men daarvan in der Minne bekomen konde, in te vorderen.’

‘Dog Land Drost en Heemraaden tot Stellenbosch vervolgens in den Jaare 1747: het Ponton weederom Verkogt, en op den 21: December des gem: Jaars met dien kooper een nieuw Contract opgerigt hebbende, zijn teffens van verstande de magt te hebben, deese Ingeseeten, even als in den Jaare 1731: hier voorgem: met een Jaarlijx Contingent tot de Berg Riviers ponton te hebben mogen beswaaren, Seggende ten dien eijnde in dat Selfde Contract in ‘t tweede deel wel duijdelijk bijgevoegt te hebben, dan wel uijt de vergeleegene districten.’

‘Wel Edele Gestr: Heere en E: Agtb: Heeren de ondergeteekendens evenwel alreede Jaaren bevoorens eer dat Contract is gemaakt geworden, en wel ‘t Seedert den 31: Augustus 1745. d’ Eere gehad hebbende, bij uw wel Edele gestr: en E: Agtb: gesteld te Zijn, deese Colonie te bestieren, deese Ingeseetenen alsoo van dien tijd af aan niet van Land Drost en Heemraaden tot Stellenbosch , maar wel van de ondergeteek:s Zijn dependeerende, de ondergeteek:s oversulx in geen Concept hebben kunnen komen, dat het E: Collegie van Land Drost en Heemraden tot Stellenbosch , buijten derselver gelimiteerde Jurisdictie in Vilipendie deeser Magistratuur, op een Soo indirecte wijze, immers Soo goed als Wilkeurig over deese Ingeseetenen Souden hebben Willen Contracteeren, en deselve aan een onder haar Ed: Sorteerend Particulier Persoon als wettig te verbinden, nog minder dat zig aan den Teneur van Soo een geschrift, als door den gesubstitueerde gemagtigde van den Pontman Johannes Booijens, voorm: Charl Marais danielsz: onder den Titul van Dictum ter Rolle alhier is ingedient, en bij de deesen versellende Resolutie geinsereert, Souden hebben willen verClaaren, nogte ook, dat volgens de uijtgevondene nieuwe finantie, deese Ingeseetenen omme deselve in haaren arremoedigen Staat nog meer te quellen, dan evenwel voor ‘t passeeren der weegen Souden moeten betalen, even eens als of haar Ed:s van de op de Resp: Colonien beraamde Instructie nopens de weegen, Rivieren en driften onkundig waaren, en deese wijd uijt gestrekte Colonie geen kosten genoeg in haar Selven hadde te doen.’

‘Dus de ondergeteekendens, als door Uw Wel Edele gestr: en E: Agtb: met authoriteijd en gesag, om in ‘t bestieren deeser Colonie teffens de Regten ende geregtigheeden te handhaven en voor te staan, bekleed weesende met het uijtterste vermogen en beste kennisse Sig daarin hebbende moeten bedragen, hebben deselve Sig aangedrongen gesien, Soo wel voor ‘t publicq Respect deeser Magistratuur als voor de gemeene Rust deeser onnoosele Ingeseetenen, de Zaak in quæstie gebragt ‘t Collegies weegen te moeten opneemen, aangesien dat Contract, waaruijt Land Drost en Heemraaden tot Stellenbosch willen aanvoeren, dat den Pontonhouder op de Berg Rivier Soude vermogen Jaargelden uijt dit District af te vorderen, buijten eenige meede gaande kennisse, Sonder toedragt of goedvinden van de ondergeteekendens nopens derselver Ingeseetenen, Ja! ook niet Soo als wel den Principaal was, door geCommitteerdens uijt dit Collegie gepasseert weesende, dan ook ten reguarde deeser Coloniers niet Effect Sorteeren nogte bij de ondergeteekendens voor wettig kan werden g’ Estimeert, en vermeijnen de ondergeteekendens onder Submissie van Uw Wel Edele gestr: en E: Agtb: hoogwijzer behagen, met Soo als voorsz: geen Jaargelden aan denselven uijt deese Colonie geaccordeert te hebben, de ondergeteekendens hebben gedaan, Soo als volgens de regtvaardigheijd verpligt zijn geweest te moeten doen, te meer, dewijl de ondergeteekendens voor ‘t gemeene nut en beste welzijn deeser Colonie moetende waaken, en goede reflexie neemen tot algemeenen voordeele deeser Colonisten onder hoog gunstige approbatie Uwer Wel Edele gestr: en E: Agtb: den 16. Maart 1757:, alhier op de Breede Rivier , ter plaatse daar het rivier Sonder Eijnd Sig in ‘t Selve ontlast een Ponton gelegt hebben, waardoor het Bergriviers Ponton, als buijten dien voor deese Colonisten van weijnig of geen belang geweest Zijnde, ten eenemaal en Selfs voor de geene die de Velden naar ‘t Roode Sand heen bewoonen, onnut geworden is, gemerkt Zijlieden eerst de Hexe Rivier , de Breede Rivier , mitsg:s de klijne Berg Rivier moeten passeeren, eerst de groote Berg Rivier daar het Ponton oplegt moogen haalen, welke Rivieren als dan, wanneer de ponton in de groote Bergrivier moet gebruijkt worden, Sodanig meede overstroomen, dat veele dagen heengaan eer dat bevonden werden passabel te Zijn, in welken tusschen tijd het water in de groote Berg Rivier almeede afgeloopen zijnde, het Seer duijdelijk is dat deese Ingeseetenen de Ponton op de groote Berg Rivier alsdan niet nodig hebben, terwijl in teegendeel de eijgensten bewoonderen onbeleth het ponton op de Breede Rivier haalen en daarmeede in allen tijden hunne Rheijsen naar de hoofdplaats Spoediger kunnen verrigten.’

‘De Berg Riviers Ponton alsoo in voegen voorsz: ten behoeve van alle de Ingeseetenen des districts Swellendam van geen nut ofte waarde Zijnde, bovensdien om vooraangehaalde reedenen, om jaarlijx daaraan te betaalen, ook niet verbonden zijnde, neemen de ondergeteekendens verders de vrijheid in een gantsch needrig Respect te Seggen, dat de Ingeseetenen deeses districts ook geensints Schuldig kunnen gereekend werden te betaalen voor ‘t Passeeren der hottentots hollands en Roode Sands kloven , nademaal de hottentots hollands kloof niet uijt de kosten der Colonie van Stellenbosch , maar wel uijt een Vrijwillige fourneeringe, Soo wel van deese Ingeseetenen als uijt de Ressorten van Stellenbosch word onderhouden; En ingeval nuttig bevonden wierd, dat Swaarder kosten daaraan moesten gedaan werden, Soude Sulx almeede Seer gemackelijk te vinden weesen, Teffens is de Roodesants kloof meede niet ten kosten der Colonie van Stellenbosch gemaakt, maar eenelijk door Particuliere persoonen, dewelke een aansienelijke Somma gelds, Soo wel van deese Ingeseeten als elders ingenomen hebbende, is door henlieden een gantsch nieuwen en Seer gemakkelijken weg gemaakt geworden, Sulx deselve niet anders als alle andere particuliere Landweegen te Considereeren en te onderhouden is.’

‘Invoegen voorsz: d’ Eere gehad hebbende, te hebben mogen dienen, van Seer onderdanig berigt, Zijn de ondergeteekendens teffens hoopende, dat Uw Wel Edele gestr: en E: Agtbaar heedens daaruijt Sullen hebben gelieven te Sien, dat den Bergriviers pontonhouder Johannes Booijens ofte zijne Successeurs, doorde ondergeteekendens geen regt verleend geworden is, waaruijt een Jaarlijx Contingent van deese Colonisten Soude vermogen afte vragen, en Sodanige penningen oversulx te betaalen geweijgert werdende, dien Pontman daar door al gantsch niet, in een regt, dat Soo als voorseijd aan hem niet gegeeven is, benadeelt word, en denselven ook geen reedenen voor Sig heeft gehad ten behoeve deeser Colonisten onkosten te doen, dan ook Soodanige Penningen als wel uijt deese Jurisdictie Soude willen hebben, om Zijne ponton en wat dies meer bijgevoegd werd, te doen Repareeren hier in dit district ten eenemaal niet gesogt, maar gevonden en opgehaalde moeten werden, alwaar regt heeft, deselve in ‘t generaal te mogen vorderen; versoekende verders allerootmoedigst, dat het Uw Wel Edele gestrenge en E: Agtbaarheedens goedgunstig moge behagen, het bestaan deeser Armen Colonie in derselver Regten, geregtigheeden en gesag, Soo als door Uw Wel Edele gestr: en E: Agtb:s hoogwijslijk gewettigt Zijnde, mogen blijven gemaintineert.’

’/:onderstond:/’

‘’T Welk doende &:a /:was geteek:t/ J:A: Horak, Philip de pree, Hermanus Steijn, H:D: Pree /:in margine:/ Ter vergadering van Heemraaden tot Swellendam den 17: Maart 1764.’

‘Extract Resolutie genomen in vergadering van den Heer Land Drost en Heemraaden tot Swellendam op Vrijdag den 5: Aug:s 1763.’

‘Den burger Charel marais, als gesubstitueerde gemagtigde van den meede burger Johannes Booijens, voor dit Collegie, over ende ter Saake van agterstallige Ponton gelderen in regten betrocken hebbende, den burger Gideon van Zeijl, en hem Marais in onse vergadering van den 16: Maart Jongstl: geordonneert geworden zijnde, omme bewijs te brengen, dat voorm: van Zeijl, Schoon in dit district Woond en daar onder Sorteerd, nogthans verpligt is, aan den bepalen eijsscher Johannes Booijens, als Pontonhouder, weegens de onder ‘t District van Stellenbosch over de Berg Rivier leggende Ponton, Jaarlijx te betaalen; heeft denselven op heeden een Schriftuur overgelegd, Luijdende als Volgt.’

‘Dictum ter Rolle.’

‘“In Schuldigste opvolging van ‘t laatst geEerde appoinctement, heeft den ondergeteekenden d’ Eere als nu te antwoorden, en aan te toonen; dat blijkens Contract door ‘t collegie van Land Drost en Heemraaden op Stellenbosch , Expres daar toe geCommitteerdens, en des ondergeteekende ppaal den Burger Johannes Booijens sub dato den 21: Xber 1747: errigt, aan gem: Joh:s Booijens uijtdruckelijk beloofd is, dat denselven’

‘“van ijder Persoon over de Berg Rivier woonagtig Zijnde, voor ‘t onderhouden der Ponton over de Berg Rivier der Roode sants Cloof , mitsg:s het pad naar de klijne Berg river en beijde de driften Jaarlijx genieten Zal 8: Caabsche guldens in Contanten gelde’

‘“dit Selfde is ook in fine van gemelde Contract nader herhaald en verclaard in verbis’

‘dat hij Soo als voorm: Staat van alle ende een ijgelijk over de Berg rivier woonagtig zijnde, ofte over die Rivier plaatsen hebbende Persoonen, het zij uijt de districten van Stellenbosch en Drakensteijn , dan wel NB uijt de Vergeleegen districten, een jaarlijx Contingent van Agt Caabse guldens in Contanten gelde Sal genieten.’

’“‘T is onbetwistbaar dat het Collegie van LandDrost en Heemraaden op Stellenbosch , vollenkomen zijn geauthoriseert geweest, alsulken Contract met de Entrepeneur dier Ponton over de Bergrivier en Roodesands kloof te Sluijten, en den over de Berg Rivier woonenden Persoonen het geeven van een Seeker Contingent op te leggen, Sonder eenige Limitatie of Restrictie sij mogen woonen waar se willen, en de Ponton over de Bergrivier en de Roodesands kloof gebruijken ofte niet, anders dit E: Collegie wel niet daartoe Soude overgegaan Zijn, om geCommitteerdens tot oprigting van diergelijken Contract te denomineeren, ingevolge van dien, is ook Soo veele jaaren herwaarts de betaaling van gen: Persoonen geschied, ‘t welk den Eijsch bepaal een volkomen regt geeft, ob Præscriptionem Sulx verder te Eijschen, dus het dan ook bij het gestipuleerde en bedongene blijven moet, Soo lange niet van hoogerhand een anders dienaangaande belieft, geordineert en beslooten is, in meerderen betragt, de Waarde dier Ponton daardoor om een groots Soude vermindert worden, wanneer het inkomen daarbij dus Soude gesmaleert, en tot desselfs nadeel een ander Ponton op prive goed vinden eeniger daaromtrent woonenden, heijmelijk gemaakt werden, waartoe dan ook Seekerlijk gem: Booijens toestemming Soude Zijn gerequireert geworden, en of hij van Zijn bekomen regt afstappen en inwilligen wilde, dat zijn inkomen en dus het middel tot onderhoud der Ponton over de Berg River /:waarbij de Last van ‘t onderhouden der Roode Sands Cloof , mitsg:s het Pad naar de klijne Bergrivier , en beijde derselver driften annex is:/ Soude vermindert werden, niet te gedenken, dat ook, wanneer het inkomen vermindert wierd, den besitter niet soude in Staat Zijn, Soo wel de Ponton over de Berg rivier als de Roode Sands kloof en meergemelde Pad, naar de kleijne Berg Rivier te konnen onderhouden, ingevolge Seer Slegte Suites van dit privé aanleggen eener Ponton over de Breede rivier , tot behoef en gemak eeniger Seer wynigen te verwagten zijn zoude, dewelke tot nadeel van gemeene Souden verstrecken wanneer die daar omtrent woonende van betaling des meergem:, Soo veele jaaren gewoonelijk gegeeven Contingent tot de gemeene Ponton over de Berg Rivier en Rodesants kloof Souden ontslagen, en dies betaling op een ander plaats geschieden; hoewel nergens blijkt, dat den besitter of houder dier Ponton over de Breede rivier diergelijke gestipuleert ofte beloofd is, en hij daar toe eenig regt verkreegen hebbe in præjudice van Johannes Booijens, na Sig te trekken en diergelijken Last den Inwoonderen op den hals te leggen, en dat daarover door ‘t E Collegie van Land Drost en Heemraaden tot Swellendam met hem een diergelijken Contract opgerigt zij, gelijk die met Johannes Booijens is, behalven dat het ook Streijd teegens het Natuurlijke regt, tot voordeel van een particulier het gemeend te benadeelen, Soo kan ook geensints de Saak altereeren, al hadden de ged:t de Ponton over de Berg Rivier niet gebruijkt /:ofschoon zij ook niet Souden kunnen loochenen, Soo wel de Ponton als de Roode Sants kloof , in ‘t Pad en driften van de klijne Berg Rivier gebruijkt te hebben:/ nademaalen wanneer hierover eenig dispuut Soude geformeert werden, ‘t op die vrage aankomen Soude, of Sij door den besitter Johannes Booijens beleth ofte verhindert zijn, beijden te gebruijken? Soo dan hun eenig regt Soude toestaan, om de betaling te weijgeren, maar nademalen dit niet kan gesegt worden, nog dat gem: Booijens daar toe Soude onwillig of ongereed geweest zijn, maar hij veel meer alles daartoe gereed gehouden heeft, en andere ook in die Jaaren de Ponton gebruijkt hebben, dus dan den ged:t Sulx ook vrijgestaan, en ‘t aan hun geleegen heeft haar regt te gebruijken, invoegen hem niets verwijten ofte voorwerpen kunnen, dat hij van Zijn kant niet den Contract adimpleert heeft; Soo volgt van Selfs na alle natuur en burgerlijke Regten, dat de gedaagd:e Soo lange Sij van de aanvordering door Johannes Booijens niet ontslagen Zijn, ‘t meergemelde Contingent à 8 guldens Jaarlijx betaalen moeten, alsoo deesen van zijn kant ‘t geen hij naar uijtwijsen van den bovengem: Contract te doen is verpligt geweest, gepræsteert heeft, dus dan ook met regt de ged:t tot vervulling des Contracts van haare kant en betaaling Constringeeren kan, besonderlijk als den Contract niet anders als met toestemming van weerskanten kan annulleert werden, en van d’ eene Seijde naar inhoud des Contracts alles vervuld Zijnde, ook de andere van Zijn kant verpligt is tot Stiptelijke nakoming van ‘t bedongene: te geswijgen, dat gelijk boven gesegt is, ook particuliere onder Sig niets tot nadeel van ‘t gemeene besluijten, of een der Contrahenten voor Sig Sonder toestemming van den anderen van dien Contract af wijken en voor Sig alleen iets instellen kunnen.’

‘“Al wat hier teegens ook van den ged:t kan of mogte ingebragt werden, is alreeds door een haar Buuren den Burger Jan Plaat ter vergadering van heeren Commissarissen aan Cabo voort gebragt, aldaar decideert en verworpen, ingevolge denselven gecondemneert tot voldoening der geeijschten Somma, breedvoeriger uijt de bijlagen A: en B: te sien, in reguard van dien moet hetselve Vonnis, ‘t welk aldaar uijtgeweesen en gepronuntieert is, in hoc foro gepronuntieert, mitsg:s de ged:t tot voldoeninge geCondemneert werden, uijt aanmerkinge het een en deselve Zaak is, en niet in ‘t minste verschillend is dierhalven dan ook den Eijsscher denselven in allen inhæreert en dus Concludeert,’

‘“dat bij diffinitive Vonnis Van Uw Wel Edele en E: Heeren de ged:t mogen geCondemneert werden tot voldoeninge van de geeijschte Sommen, met alle die in deesen gevallene kosten, ofte tot alsulken anderen fine, als Uw Wel Edele en E: Heeren na regt en billijkheid Zullen vinden te behooren,’

‘hier over ‘t nobile Judicis officium imploreerende /:was geteekend:/ Sarel Marais /:in margine:/ Exhibitum in Judicio Swellendam den 17: Junij A:o 1763.”’

‘Welk Schriftuur geleesen, en daaruijt gebleeken weesende, dat den Eijsscher Jan Booijens, in Steede van de regtvaardigheid Zijner Zaak den Regten ten genoegen te bewijsen, Sig niet ontsiet, op een gebiedenden toon Seer Impertinente en fameuse Raissonnementen teegens dit Collegie voort te brengen, dewelke in haare Natuurlijke gesteldheid beschouwd werdende, dat geheele Schriftuur, eerder naar een Crimen Læsce Magistratæ doen gelijken, als naar een Papier, waarin men de deugdelijkheid van Zijn regt poogt te beweeren, en mitsdien Sulke obstinate taal voerd als of hem een onbepaalde qualificatie toe bedeeld, en uijt dien hoofde geregtigt was van alle Persoonen /:nominatim, Sij mogen woonen waar Sij willen, ende Ponton over de Berg Rivier gebruijken ofte niet &:a/ een Contingent van Agt guldens des Jaars af te eijsschen, Sonder dat egter in ‘t door Land Drost en Heemraden tot Stellenbosch met hem Booijens opgerigt Contract, Zodanige magt aan denselven verleend en bekend gesteld geworden is, immers gantsch niet ten opsigte van Persoonen behoorende onder de Judicatuure van deese Magistratuur, alsoo in dat Contract eenelijk gesegd word, van over de Berg Rivier woonagtig Zijnde Persoonen, dan wel uijt de Vergeleegen districten, en niemand dien de legging van ‘t district Swellendam bekend is, en weet werwaarts de Berg Rivier haaren loop heeft, deese Ingeseeten van Swellendam , met eenig het minste regt als persoonen, daar in ‘t Contract Soo als voorsz: gewag van gemaakt werd, aanmerken kan, veel min dat de volgende woorden, uijt de vergeleegen districten, den Pontman Johannes Booijens dat buijtensporige Regt Souden geeven, de Ingeseeten van dit district met Zijne ongehoorde knevelarijen lastig te vallen, en naar Zijn welgevallen uijt te Putten, te meer, daar het Vollenkomen kennelijk is, dat toen Land Drost en heemraden tot Stellenbosch het bovengem: Contract op den 21: December 1747. met ged:t Booijens aangegaan hebben, deese Magistratuur, alreede eenige Jaaren bevoorens, door de hooge Regeering deeses lands opgerigt, en wel met Sodanige Authoriteijt en gesag, niets meerder en ook niets minder, dan Land Drost en Heemraaden tot Stellenbosch thans nog besitten, bekleed geworden is, oversulx het duijdelijk blijkt, dat Land Drost en Heemraaden tot Stellenbosch voorn:, het vermogen niet gehad hebben, over deese Ingeseetenen te Contracteeren, en deselve ten voordeele van een ander haar Sorteerende particulier Lasten op te leggen, en dienvolgens gantsch niet te denken is, dat het gem: Collegie van Land Drost en Heemraaden tot Stellenbosch haare eijgene agting dusdanig ten grabbel gegooijt Souden hebben, deese ingeseeten, juijst als of haar nog eenig regt over deselve gecompeteerd had, in Vilipendie van deese Magistratuur, onder de uijt het meergem: Contract hier voor bekend gesteld Zijnde woorden te willen beteekenen, maar wel deese Regeering daarvan verwittigt, en met deselve daarover geraadpleegt hebben, als wanneer naar bevinding van Saaken, ten opzigte van deese Ingeseeten, niet door Heemraaden tot Stellenbosch , maar door gecommitteerdens uijt dit Collegie gecontracteert hadde moeten werden, aangesien Land Drost en Heemraaden tot Stellenbosch meergem: Soo als voorsz: de magt niet hebben over de Ingeseeten, Staande onder deese Magistratuur en onder de Jurisdictie van Swellendam te disponeeren, Weshalven het voorgeeven dat door den Pontman Johannes Booijens in dat Cas gedaan word, niet anders als een Choquant Seggen is, waarmeede Land Drost en Heemraden tot Stellenbosch op een Veragtelijke wijse ten toon gesteld werden, nademaal nietteegenstaande het de meijning van Land Drost en Heemraaden evengem: geweest mogte zijn, over deese Ingeseeten te kunnen disponeeren, en Sig daaromtrent duijdelijk en distinct in ‘t Contract uijtgedrukt hadden, Sulx dog uijt hoofde van de voorgeallegueerde Reedenen, van geen het minste Effect kan zijn, maar als een ontstigting der goeden harmonie aangemerkt werden; van welk allooij meede het regt komt te Zijn, dat den Pontman Johannes Booijens, op een heerschenden toon Sig toeeijgent, want, Schoon genomen, dat het gebeurt was, dat eenige van deese Inwoonderen om bijsondere insigten, bij tijden de berg Rivier passeeren, en uijt dien hoofde in Vroegere Jaaren, om alle quaadwillige bejeegeninge te ontwijken, uijt eijgene liberteijt Jaargelden aan den Pontman Johannes Booijens betaald hebben, Soo geeft Sulx gantsch geen gevolg veel minder een Wet dat die betaling Continueeren moet, ten Sij Sulx bij deese Magistratuur versogt en bewilligt geworden was; dog Sulx niet gedaan zijnde, is den Pontman Johannes Booijens niet geregtigt, Jaargelden van deese Ingeseeten te vragen, maar wel wanneer deselve de Berg Rivier met het aldaar leggend ponton mogten passeeren, Sig Simpelijk te vreeden houden, met het geen hem bij Contract voort ‘t overbrengen van een Wagen en wat dies meer Zij toegestaan is, en Sig niet verbeelden dat zijne heblust geheele Landschappen aan Sig kan halen, om alle de bewoonders dier Landen onder Zijne Contributie te kunnen dwingen, met deselve een Jaarlijxe Schatting af te Eijsschen.’

‘De hooge Regeering deeses Caabschen gouvernements daarin Wijslijk voorsiende op den 31: Augustus 1745: deese Colonie met de Regeering alhier, onafhankelijk van die van Stellenbosch verklaard hebbende, heeft teffens gelieven goed te vinden, deese Magistratuur alsulke Magt en authoriteijt te verleenen als bevoorens reets gesegt is; alwaaromme deese Magistratuur het vermogen heeft, Sodanige Impositiën, geregtigheeden en Boetens te ontfangen, als de Ingeseeten onder haare Jurisdictie na regten bevonden werden te moeten betaalen, mitsg:s met voorkennisse en goedvinden van Welopgem: hooge Regeering absoluut vermogend is, Sodanige Veranderingen te maaken, als ten meesten nutte en onderhoud van goede Ordre en Rust voor deese Inwoonderen noodzakelijk geoordeelt werden, Sonder daartoe eenige andere toestemming nodig te hebben: En dus Spreekt het van Selfs, dat dit Collegie met goedvinden van de hooge overigheid deeses lands de magt heeft, ten algemeenen nutte, niet op het Privé van eenige, maar wel ten voordeele van de gantsche Colonie publicq en niet heijmelijk, en wel met alsulke Regten en prærogativen als de Ponton op de Berg Rivier leggende, is hebbende, alhier op de Breede Rivier een Ponton te leggen en te onderhouden, mitsg:s daarvoor Sodanige Jaargelden genieten, als met de Regtvaardigheid overeenstemt, buijten dat daar toe de toestemming van Johannes Booijens nodig geweest is, invoegen alle het geen, dat denselven ten opsigte van de op de Breede Rivier leggend Ponton ter needer gesteld heeft, ten uijttersten hatelijk en verfoeijenswaardig komt te zijn: op alle het welke met aandagt geleth, en teffens gade geslaagen hebbende, de ongehoorde en alle paalen van reedelijkheijd te buijten gaande Eysschen, en de daaruijt voort komende onbeschofte knevelarijen door den Pontman Johannes Booijens, en de door hem daar toe gebruijkt werdende Subjecten, deese Inwoonderen van tijd tot tijd aangedaan, met deselve door allerhanden drijgementen haare wijnige penn: afhandig te maaken en af te parssen, mitsg;s dat denselven in ‘t geheel niet aangetoond heeft, dat deese Ingeseeten verpligt Zijn, aan den onder Stellenbosch Sorteerenden Pontonhouder over de Berg Rivier , Jaar gelden te betaalen, maar ter Contrarie vollenkomen duijdelijk weesende, dat gem: Johannes Booijens ofte den Pontonhouder aan de Berg Rivier voorsz: geen het minste regt Competeerd, deese Ingeseeten over ende ter Saake voorm: in regten te betrecken, almeede dat diergelijke handelswijs, met de goede ordre in deese Colonie gesteld Strijdende, dierhalven ten hoogsten noodsaakelijk is, dat Sodanig irregulier gedoente en de daaruijt voortvloeijende wanordre bij Tijds gestuijt en daarenteegen alsulke maatregulen beraamt werden, als met het waare belangen van deese Colonie, mitsg:s tot handhaving van de Authoriteijd en gesag van deese Magistratuur overeenkomstig zijn, Soo is ‘t dat met eenparigheid van Stemmen goed gevonden is, deese Ingeseeten van den door Johannes Booijens teegens hun gedaanen Eijsch, als onwettig en ongefundeert Zijnde, te absolveeren, en op dat deselve voorthaan in haare eenvoudigheid niet meer verstrikt ofte onnuttig gemoeijt werden, die Zaak in quæstie /:indien Sulx noodig is:/ Selfs ‘S Collegies weegen, voor de geheele Colonie op te neemen, verClarende dienvolgens, geen Jaargelden aan den houder van de op de Berg Rivier onder ‘t district van Stellenbosch leggend Ponton te accordeeren, alsoo met dien Pontman geen Contract diesweegens aangegaan, nog bij eenige wettige verbintenis, het regt om Jaargelden uijt deese Colonie te eijsschen, aan denselven verleend hebben.’

’/:onderstond:/’

‘Accordeert /:was geteekend:/ J:F: Mentz Secret:s’

En nadien uijt den inhoude Soo wel van dit Schriftuur als uijt dat ‘t welk op voorsz: 14: febr: bij die van Stellenbosch is ingediend geweest klaarlijk blijkt, dat d’ inConvenienten die Sig thans nopens de betaaling der Pontgelderen komen op te doen, ten Principaalen Sijn ontstaan door de verSuijmnissen die omtrent beijde de voorsz: Collegiën hebben plaats gehad, is dierhalven beslooten dan den Land Drost Horak, wanneer tot het doen der gewoone Rapporten herwaarts diend op te komen, als dan neevens twee Heemraaden en den Secret:s een bijeenkomst op Stellenbosch met Land Drost en Heemraaden aldaar Sullen moeten houden, op Sodanigen Tijd als zijl: daartoe vooraf te Samen Sullen hebben bepaald, om daarin met Malkanderen alsulke Schickingen te maaken, als tot wegneeming der voorsz: onconvenienten gevoeglijk Sullen werden geoordeelt, en dat ten dien eijnde de beijde Ponthouders op voorsz: bepaalden Tijd meede tot Stellenbosch Sullen dienen present te weesen, om nopens haare belangen te kunnen werden gehoord; Terwijl voorsz: Land Drosten en Heemraaden Serieuselijk Sullen werden gerecommandeert, Sig van alle verkeerde Passiën t’ onthouden, en de Saaken allesints met behoorlijke Moderatie ten meesten nutte van beijdersijts ingeseetenen te dirigeeren.

Door den Cap:t ter Zee van het aanweesend Ceijlons Retourschip Vrijburg Jacob Wiebe te kennen gegeeven Sijnde, dat wanneer hij met desselfs Soo evengem: onderhebbenden bodem in den voorl: Jaare als Commandeur ter deeser Rheede hadde geleegen, als doen Soo met Salut, als wagt Schooten de quantiteijt van 414: ld: Buscruijt verschooten geworden Sijnde, hij nietteegenstaande desselfs kruijt Reecq: alhier behoorlijk had verantwoord, egter op Batavia weegens het bedragen van dit Pulver voor Sijn aandeel ter Somma van ƒ172:10:- op desselfs Zoldij Reecq: was belast geworden; met bijgevoegd versoek wijders, van deese belasting te mogen worden ontheft; Soo is ter Consideratie dat uijt de alhier aanhanden Zijnde en door hem ter dier Tijd overgeleeverde Reecq: blijkt, dat het voorsz: ter deeser plaatse verbruijkte Buscruijt door hem werkelijk is verantwoord, en de geciteerde belasting oversulx abusive te Batavia moet Sijn geschied, dierhalven goedgedagt, de voorsz: Zoldij reecq: van gem: Cap:tn Wiebe voor ‘t gedagte Montant van ƒ172:10: weederom te doen ontheffen.

Sijnde wijders door den opperstuurman van het ter Rheede leggend Bengals Retourschip Vlissingen , Marthinus Theodorus Slerke, het onderstaande Request gepresenteerd.

Aan den Wel Edelen gestr: Heer Rijk Tulbagh Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer! en E: Agtb: Heeren.’

‘Vertoond met verschuldigde onderdanigheijd Uwer wel Edele gestr: en E: Agtb: Seer needrigen dienaar, den Opperstuurman van ‘t ter rheede leggend Bengaals Retourschip Vlissingen , Marthinus Theodorus Slerke; hoe den Supp:lt geduurende den Tijd dat met desselfs evengem: bescheijden bodem, in de rivier van Bengaalen , namentlijk voor Volta , eenige Mijlen beneeden Hoeglij , ten anker heeft geleegen met het overneemen der goederen en het beladen van ‘t Schip, aan boord altoos geoccupeert geweest Sijnde, denselven dus geen de minste occasie heeft gehad, na Hoeglij voorm: op te komen, ten eijnde het branden van desselfs gepermitteerde tweede kist te obtineeren, Soo als Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: Sulx, des behagende uijt de deesen geannexeerde, en binnen Scheeps boord belegde verClaring, nader Sullen kunnen beoogen: Ende gemerkt het voor den Supp:lt ten hoogsten Schadelijk Soude vallen, de reijse indiervoegen verder na ‘t Vaderland te vervorderen, Soo neemt hij de Vrijheijd, Sig in allen Ootmoed te keeren tot Uwe Wel Edele gestr en E: Agtb: met Eerbiedig versoek, dat des Supp:lts voorsz: gepermitteerde kist, om de g’ allegueerde reedenen alhier mag werden gebrand’

’/:onderstond:/ ‘T welk doende &:a.’

‘Wij ondergeteek:t Schipper, onderstuurman, Schieman en Constapel, alle in gem: qualiteijten op het thans hier ter rheede vertoevend Bengaals Retourschip Vlissingen bescheijden, verClaaren ter requisitie van den opperstuurman dier kiel Marthinus Theodorus Slerke de Suijvere waarheijd te behelsen, dat evengem: Slerke geduurende den Tijd, dat wij in de rivier van Bengalen geleegen hebben, geen tijd nogte occagie heeft gehad, om desselfs gepermitteerde tweede kist te kunnen laaten branden, gemerkt denselven met het beladen van het Schip, aan boord geoccupeerd geweest Zijnde, dus ten eenemaal onvermogens was, ten fine voorsz: naar Houglij op te komen, ‘t welk wij bereijd Zijn, ten allen tijden des gerequireert werdende, nader te bevestigen.’

’/:onderstond:/’

‘Actum In ‘t Schip Vlissingen voorn:t den 23: April 1764.’

’/:was geteekend:/’

‘J:S: Hoeve, Jan Cauvas, Jan Pieter Schreuder, P:r Cardoen.’

Op hetwelke verstaan is, dat ons de daarbij geallegueerde Reedenen de aan een opperstuurman gepermitteerde tweede kist lang 4: mitsg:s hoog en Wijd 1 1/2 Voeten, voor denselven hier ter plaatse Sal werden gebrand.

Ook is aan de ondertenoemene Persoonen op haare diesweegens in Scriptis gedaane versoeken het volgende geaccordeert als.

Aan den van ‘t Retourschip Ouderamstel hier verbleevene Predikant Sibrandus Columba om neevens desselfs huijsvrouw en verdere familie haarl: Reijse thans met voorsz: bodem Vlissingen na Neederland te vervorderen, weshalven de afgesz: geweest zijnde gagie van ged:t Predicant, van heeden af weederom sal Cours neemen.

Aan den boekhouder van ‘S E: Comp:s Equipagie Pakhuijs Sebastiaan Valentijn Scheller om desselfs twee Soontjes in namen Johannes Andreas oud 11: en Jacob Martin oud 7: Jaaren p:r het aanweesend Ceylons Retourschip Vrijburg onder betaling der daartoe Staande Transport en Costpenn: naar Neederland te mogen oversenden.

Aan Louïsa a de Haan weed:e Jacobus Bruijns om tot voortsetting van het door haar geinterjecteerd Appel van Zeeker Vonnis bij den Raad van Justitie alhier in de Saak van gem: Supp:lte Contra den Vaandrig Jan Aarnout Bleumer geweesen, in Persoone naar Batavia te mogen overvaren, mits het Transport en Costgeld alvoorens in ‘S E Comp:s Cassa alhier betaalende.

Soo als ook op het meede bij Request Seer instantig versogte verstaan is, om Seeker Slave kind d’ E: Comp: toebehoorende gen:t Catharina van de Caab, oud 14: Maanden, uijt Slavernije t’ Emancipeeren en in vrijdom te Stellen, onder Conditie dat voor het Selve Conform de gedaane Presentatie, de Somma van Een hondert guldens Indische Valuatie in geciteerde Cassa Sal moeten werden voldaan.

Laatstelijk is op het dies weegens insgelijx gedaan versoek, door den heer Lieutenant Collonel Isaacq Meinertzhagen aan denselven in Eijgendom gegeeven, Zeeker reepje huijs Erfs geleegen in deese Taffelvalleij annex desselfs in dato 29: Maart 1757. meede in Eijgendom verkreegene Erf, groot in Sijnen grond drie en Veertig quad:t roeden en Vier en Vijftig dito voeten.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop Ten dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

C. 142, pp. 276-279.

Saturdag den {17640428} 28: April 1764.

S’ voormiddags alle Present behalven den E: Coopman en Secretaris Oloff Martini Bergh, mits Indispositie.

Het Chinaas Retourschip ‘T Huijs te Bijweg , door een zeer swaren Storm op ‘t rif van Anguillas genoodzaakt geworden Zijnde, naar alvoorens al het aan lijboord gestaan hebbend’ Canon, over boord te hebben geworpen, de focke mast te moeten kappen, waar door te gelijk de boegspriet en Scheg hebben koomen te verliesen, en dus niet alleen ten opzigte van ‘t Schip en rondhouten Zeer desolaat gesteld, in de baaij fals ter houw gekoomen weesende, maar bovens dien door het meenigvuldig overgekreegene Zeewater, dusdanige Schaade aan de lading bekoomen hebbende, dat dien bodem volgens berigt van den E: Equipagiemeester Willem Vrugt /:als met ende neevens den Baas der Scheeps Timmerlieden van S Comp:s werf alhier Philip van den Bergh, door den Heere gouverneur tot visitatie dier kiel afgesonden geweest zijnde:/ ten eersten Zal moeten werden ontlost; is dierhalven op de propositie van welgem: Heere Gouverneur goedgevonden en beslooten, voorseijden E: Equipagiemeester Willem Vrugt, neevens den onderCoopman en adjunct fiscaal Otto Luder Hemmij, te Committeeren, om met adsistentie der ordinaire gecommitt:s Jan Adolph Kuuhl en Nicolaas Leij, mitsg:s in presentie ende ten overstaan van den Carga Jan Stuart, ged: bodem ‘T Huijs te bijweg ten eersten te doen ontlossen, mitsg:s de t’ ontscheepene Thee, na dat ‘t goede van ‘t bedurven Zal Zijn gesorteerd, Zodanig te besorgen, dat deselve weederom in behoorlijken Staat in gem: kiel Zullen kunnen werden afgescheept: Terwijl ten belange van ‘t nasien en Sorteeren der Thee, door den Heere gouverneur gecommuniceerd Zijnde, dat bovengem: Carga Jan Stuart, op de diesweegens door zijn Edele aan hem gedaene afvrage had gedeclareerd in staat te Zijn, Zulx met behulp van de bij Zig hebbende Adsistent en boekhouder behoorlijk te kunnen verrigten, deesen aangaande verders is verstaan, dat dit werk aan haarl: ten principaale zal werden opgedragen.

Aldus geresolveerd ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop Ten dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W:m Vrugt

[Signed:] Mij Present T C Rönnenkamp E:g:Clercq

C. 142, pp. 280-292.

Saturdag den {17640512} 12: Maij 1764.

S’ voormiddags alle Present, uijtgenoomen den E: Equipagiemeester Willem Vrugt, mits Occupatie.

Na dat den Heere gouverneur voor af hadde te kennen gegeeven, dat aan bovengem: Equipagiem:r mitsg:s den meede gecommitteerden onderCoopman en adjunct FisCaal Otto Luder Hemmij, bij missive had doen gelasten, om ten eersten te berigten, hoedanig het met de gebreeken van het in de baaij fals vertoevend’ Chinaas retourschip ‘T Huijs te Bijweg gesteld was en wel Speciaal of en in hoe verre de lading dier kiel Zoude dienen ontlost te worden; produceerde Zijn Edele hierop wijders, de volgende op gisteren van voorsz: gecommitteerdens ontfangene brief.

‘Cabo de goede Hoop’

Aan den wel Edelen gestrengen Heere Rijk Tulbagh, Raad Extraordinaris van neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede hoop en desselfs ressorte &&&:a

‘Wel Edele gestr: Heere!’

‘Op den 9: deeser d’ Eere gehad hebbende Uw wel Edele gestr: in voldoening van desselfs hoogst gerespecteerde ordre van S’ daags bevoorens, onderdanigst t’ antwoorden, dat wij niet wel eer, als naar verloop van eenige dagen, in Staat zijn konden, met fundament eenig berigt van den toestand der landing in het Schip ‘T Huijs te Bijweg te geeven; Soo neemen wij de vrijheijd als nu Eerbiedigst te bedeelen: dat wij thans uijt het voorluijk van ‘t ruijm, tot aan het Schot van de Hel, circa een getal van Twee hondert groote kassen Thee opgehaald hebbende, aan bakboords zijde, de drie onderste van de Ses Lagen Thee bohea Soo gedeeltelijk, als in ‘t geheel nat, en wel voornamentlijk d’ onderste laag, als de slimste bevonden hebben en dus tot ons Leedweesen hier door bedeelen moeten, dat de gantsche Lading in het Ruijm, noodsakelijk dient opgebrooken, en verwerkt te werden. ‘T welk egter naar onze geringe Sustenue nogal Spoedig Zoude kunnen verrigt en het Schip, Zonder merkelijke onvoorziene beletselen, in staat gebragt werden, over een groote maand, indien het benoodigde in ‘t kort mogte koomen opdagen, zijne reijze te vervorderen; Soo wanneer wij met het wegstuuren der kassen in het ruijm handelen konden, gelijk met het herladen van ‘t Schip Kroonenburg is gedaan geworden, dat is, omme de droog bevondene kassen met Thee, immediaat voor in het ruijm op de Porcelijnkassen weederom voor goed weg te stuuwen, de beschadigde naar de wal te Senden, en aldaar ten Spoedigsten meede te Sorteeren en te herpacken.’

‘Maar dewijl den Carga d’ E: Jan Stuart ten eenenmaale daar teegen is, en zegt, met zijn Schipp:r Mastrigt in diervoegen voor geen goede lading te kunnen teijkenen; ten waare dat de gantsche Laag met Porcelijn kassen, eerst met Planken of bind rottangs gegarneert wierd, zoo zal zulx kragtig den voortgank met het afstuuwen en naar de wal Scheepen beletten: aangesien wij geen plaats, nog tusschen deks in het Schip, of hier aan de wal meer hebbende, niets van ‘t geen tot een garniering dienstig, hier magtig zijn, en ook niet weeten, of het aan de Caab te bekoomen is, en wanneer hetselve na herwaards kan getransporteerd werden.’

‘Wij hebben Zijn E: derhalven voorgesteld, de deksels der Porcelijn kassen, Soo wel als de vogtigheijd in het ruijm ter deeg af te droogen, en hetselve in de tijd van een dag of twee door middel van een zeijl in het Luijk te hangen, droog genoeg te maaken: dat men in kroonenburg ook soo gedaan had, en dat, na ons weeten, geen klagten van een quade behandeling daar van ingekoomen waaren; en dat door diergelijken tardeering, de tijd wel verloopen konde; waar door d’ E: Comp: een groot nadeel lijden zoude, Soo wel door het missen van een Jaar lang van een Soo aanzienlijk Capitaal als de Swaare onkosten van Schip en maand gagiën, en wesmeer.’

‘Dog dit alles heeft niets kunnen uijtwerken, en Zijn E: is Soo voor Zig als van weegens Zijnen Schipper, en ook den Schipper Zelfs daarop blijven Staan; om reedenen hun wel ernstig is gerecommandeert geworden, goede zorg te draagen, dat hun ballast droog Zijn, en de Thee daar door niet g’ infecteerd werden mogte, en dat gevolglijk, dewijl het Stroo in de Porcelijn kassen nog nat was, Zulx meer nadeel als de natte ballast veroorsaaken moeste. Maar wel Edele gestr: Heer hoe wijnig Effect een geringe quantiteijt vogtigheijd, Ja Zelfs meer als dat, op een welgesloote, en van binnen met Lood voorziene kas met thee veeltijds heeft, Zien wij ten overvloede bij het Sorteeren der kassen: dewijl behalven dat de door nat gewordene kassen genoegsaam in een korte tijd opdroogen, men veele kassen bekoomen heeft, die van buijten en van binnen tusschen de kassen en het Lood ten eenenmaale nat geweest zijn, en uijtgesien hebben, als of geen droog blad daar in was, nogtans binnen in ‘t Lood, soo onder als booven goed bevonden, en ook onder het getal goede kassen uijtgesorteert en weeder geborgen zijn.’

‘Wij versoeken dierhalven op het onderdanigste, dat uw wel Edele gestr: ons met desselfs hoogst g’ Eerde ordre t’ ondersteunen gelieve, hoedanig wij ons in dit geval verder Sullen hebben te gedragen, of dat het uw wel Edele gestr: behagen mooge, ons met den Eersten bij provisie 500: p:s van de afgekeurde Chineese of tintangse planken, dan wel deelen als zijnde alles daartoe goed, zelfs Stucken en brocken, toe te senden, omme daar door den Schipper Mastrigt en Carga Stuart gerust te Stellen, en dus ten Spoedigsten met ons werk te kunnen voortvaaren; ten aansien, indien een garneering op de Porcelijn kassen zal gelegt werden, wij als dan daarna wagten moeten.’

‘Waarmeede wij, in hoop, dat dit ons needrigst versoek ons ten besten mag geduijd werden, de vrijheijd neemen, met de meeste onderdanigheijd en Eerbied ons te noemen.’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele gestr: Heer; uw wel Edele gestr: gantsch onderdanigste en gehoorsaamste dienaren /:was geteekent:/ W: Vrugt Otto Lud:r Hemmij, /:in margine:/ Simonsbaaij den 11e Maij A:o 1764.’

Over den inhoude welkers missive gebesoigneert weesende, heeft men ten opzigte der daar bij aangehaalde Swaarigheeden, dewelke den Schipper van voorwaartsgem: bodem Dirk van Mastrigt en Carga Jan Stuart, koomen te maaken, om de gesorteerde en goed bevondene Cassen met Thee op die, waar in het Porcelijn is afgepakt, te plaatsen, best en raadsaamst geoordeelt, dat niet teegenstaande in meer gem: brief, op een ampele en teffens voldoende wijze werd aangetoond, hoe weijnige bekommering men diesaangaande zoude behoeven te hebben haar evenwel de versogte 500 p:s Chineesse Planken, of schoon deselve thans niet dan met veel moeijte en ongemak p:r as, over den Landweg naar geciteerde Baaij fals , Zullen kunnen werden getransporteerd, te laaten toekomen ten eijnde tot meerdere geruststelling van opgem: Schipper en Carga, tot een genier tusschen de Porcelijn en Thee Cassen te werden geEmploijeert; Zullende voorsz: gecommitt:s daar neevens nogmaals op ‘t ernstigst gerecommandeert worden, om op geenerlij wijze eenigen tijd te versuijmen, maar hun uijtterste devoir aan te wenden, om op den bij haarl: gegisten tijd met alles klaar te zijn.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

C. 142, pp. 293-313.

Dingsdag den {17640515} 15 Maij 1764:

S’ voormiddags alle present, uijtgenoomen den E: Equipagiem:r Willem Vrugt, als in Commissie Zijnde.

Geliefde den Heere gouverneur te kennen te geeven, dat zijn Edele in Conformiteijt van het geresolveerde onder den 12: deeser, nog ten dien Selven daage, de tot het maaken van een genier in ‘t Schip ‘T Huijs te bijweg gerequireerde 500 p:s Chineese planken over Land naar de baaij fals afgesonden hebbende, dus gehoopt hadde, dat hiermeede Zoude weesen weggenoomen, de Swaarigheeden, die door den Schipper Mastrigt en Carga Stuart, zijn gemaakt geworden, om Zonder een diergelijk genier van Planken, de Cassen met gesorteerde en goed bevondene Thee, op de porcelijn Cassen te plaatsen; dog dat zijn Edele dienaangaande op gisteren, zoo van bovengem: ginder zijnde E: Equipagiemeester Vrugt, en meede gecommitteerden Adjunct fiscaal Otto Luder Hemmij, als van voorsz: Schipper en Carga hadde ontfangen, Zodanige twee brieven, als thans weederom ter vergaderinge quam te produceeren, en aldus waren Luijdende.

‘Cabo de goede Hoop.’

Aan den Wel Edelen gestr. Heere. Rijk Tulbagh, Raad Extra ordinaris van neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop en desselfs Ressorte &&&.

‘Wel Edele gestr: Heer.’

‘Uw wel Edele gestr: grootgunstigst behaagt hebbende, bij desselfs hoogst gevenereerde letteren van 12: deeser, over den voortgank van onsen Arbeijd, omtrent de lading der beschadigde goederen in het schip ‘T Huijs te bijweg , zijn genoegen te laaten blijken, waar voor wij onse onderdanige dankbaarheijd betuijgen, en dat u wel Edele gestr: in Raade van Politie beslooten hadde, de door ons tot een garniering op de Porcelijn kassen in voormelden bodem, versogte 500: p:s Chineese Plancken ons te laaten toekoomen, oversulx wij dan ook niet anders hebben kunnen voorzien, of den Carga d’ E: Jan Stuart zoude volgens zijn jongst gedaane Propositie daarmeede Content gebleeven Zijn; Soo hebben wij egter tot onse grootste verwondering en Leedweesen, gisteren daar van het teegendeel bevonden, ten aansien Zijn E: neevens den Schipper Mastrigt, op een onverwagte wijze gisteren morgen aan ons te kennen gegeeven hebben, dat zij met een Sodanige garniering van planken, als nog niet gerust konden zijn, en dat de vogtigheijd uijt de Porcelijn kassen, de daarop Staande kassen met Thee bohea, evenwel infecteeren en dus een groot nadeel aan d’ E: Comp: veroorsaaken zoude.’

‘Waarop wij hun te gemoet gevoert hebben, dat het niet wel gedaan was, Eerst op vraag, hoedanig naar hun begrip met de Porcelijnkassen dan moeste gehandelt worden! T’ antwoorden, een garniering van planken of Rottangen daarop te moeten hebben; en naderhand weederom wanneer het versoek reets daarom gedaan was, van een ander Concept te Zijn; ende Porcelijn kassen te willen herpakt hebben; dat zulx wel geschieden konde op een bequamer Plaats als deese, dat men dan ook wel aan d’ Intentie van d’ Instructie omtrent de ballast in de Scheepen, die eerst met soet water gespoeld, en daarna gedroogt moeste werden, voldoen konde, maar dat men dog alhier te werk moeste gaan, Soo goed men konde, naar de tijds omstandigheeden en geleegentheijd: gelijk Zij daar van Zelfs oog getuijgen waren, en wel zien konden, dat eene diergelijke behandeling, niet anders als naar verloop van eenige maanden konde ter uijtvoer gebragt werden, en dat zij dit hun Concept ons bevoorens met duijdelijke Termen hadden moeten te kennen geeven, omme hetselve in diervoegen aan uw wel Edele gestr: onderdanigste te hebben kunnen berigten.’

‘Niet teegenstaande dit alles, zijn sij egter op hun Stuk gebleeven en hebben ons eijndelijk gesegt, haare belangens Zelfs aan uw wel Edele gestr: te willen inbrengen, invoegen wij ons daarop nog eens in het ruijm begeeven en een nadere naauwkeurige Inspectie genoomen, mitsg:s de Porcelijn kassen, en het boord van ‘t ruijm niet erger /:sooals den tweede ondergeteekende met waarheijd betuijgd:/ Ja selfs soo erg niet bevonden hebben, als in het Schip kroonenburg , en dat door d’ overheeden van ‘t selve geen garniering voor de Porcelijn kassen was g’ Eijscht of gevergt geworden, eenige andere Porcelijn kassen als die met Sago gevult waren, te herpacken, het welk wij aannamen thans ook te doen, dat het egter niet doenelijk was, een gantsche Laag met Porcelijn, Zonder groot nadeel voor d’ E: Comp:, Soo door ‘t breeken als andersints, op te breeken en weeder te herpacken, met verdere aantooning teffens in het ruijm aan hun, door het openslaan van een met Stroo gepakte kas met Porcelyn, dat die ligte Stoffe genoegsaam weijnig nat meer was, maar hand over hand droogde, en dat hetselve, dewijl daarin Soo veel Substantie niet is, als wel in de Sago, absoluut geen Stank tot bederf van de Thee veroorsaaken konde: voornamentlijk wanneer nog een garniering tusschen beijden was.’

‘Ja wij hebben hun op dat Zelfde tijd Stip in het ruijm aangetoond, dat de tusschen de Porcelijn kassen gestrooijt leggende ballast uijt kleijne Cingels of gruijs Steentjes bestaande, genoegsaam in ons bijweesen van boven droogde, en de nattigheijd naar beneeden Zakte, Soo dat bij gevolg /:naar onse geringe Sustenue:/ met geen mogelijkheijd daar van eenig bederf aan de Theekassen koomen kan: en al was Sulx ook min of meer, Soo kan hetselve dog op verre na niet evenaren bij het nadeel ‘t welk d’ E: Comp: door ‘t herpacken der Porcelijn kassen zoude koomen te Lijden; ‘t welk alles egter op hun niets heeft kunnen verwerven, of Schoon wij bovensdien nog den bij ons, even in dat uur van ‘t Schip Oosterbeek door Indispositie hier gebleevene opperstuurman Hagemeijer, die doenmaals op het Schip Kroonenburg met den derdewaak deeser bodem van Putten is bescheijden geweest, meede tot getuijgen geroepen, en door denselven hun overtuijgt hebben, dat de behandeling op Kroonenburg niet anders als deese geweest, en egter de lading daarvan zeer wel gebleeven en uijtgekoomen was.’

‘Het Smert ons derhalven ten hoogsten wel Edele gestr: Heer! dat wij denzelven met deese wijdloopige Letteren, in Zijne Swaarwigtige bezigheeden weederom moeten ennuijeeren, ‘t welk Zeekerlijk niet Zoude geschied Zijn, Soo wanneer den Carga Stuart en Schipper Mastrigt geen ander Concept gevat hadden, en uw wel Edele gestr: met hun particulier Schrijven meede lastig gevallen waren.’

‘Terwijl wij voor ‘t overige uw wel Edele gestr: en desselfs Swaarwigtige regeering in de Protectie des alderhoogsten beveelende, de vrijheijd neemen met de meeste onderdanigheijd, Eerbied en hoogagting ons te noemen.’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele gestr: Heer; uw wel Edele gestr: gantsch onderdanigst en gehoorsaamste Dienaren /:was geteekent:/ W:m Vrugt, Otto Lud:r Hemmij /:in margine:/ Simons Baaij den 14. May 1764.’

Wel Edele gestr: Heer. Den wel Edelen gestr: Heer Rijk Tulbagh

‘Wel Edele gestr: Heer’

‘Men heeft tot heeden niets versuijmd om volgens Uw Ed:s gegeeve ordre onse lading te ontlossen en te Examineeren, het welk nog alles weederseijds ten genoegen is geschiet; waarvan wij niet twijffelen of daar zal door d’ E: Heeren gecommitteerdens reeds Communicatie aan Uwel Edele gestr: en hoe verre daar inne gevorderd, Zijn gegeeven.’

‘Na ‘t ontlossen der Thee in ‘t voorluijk heeft men bevonde dat de onderste laag Theekassen, en gedeeltelijk de tweede laag nat waaren, en dus de laag Porcelein kassen met de ballast, waer meede deselve worde vast geset geheel door en door nat zijn.’

‘d’ E: Heeren gecommitteerdens hebbe geproponeert, om op die onderlaag Porceleijn kassen de drooge Thee kassen weeder weg te stuuwen Soo als zij Edel:s Seggen op ‘t Schip kronenburg ook te Zijn geschiet, egter hebben wij ons genoodsaakt gevonde daar teegen te moeten optineeren, en wel om deese reedens. Dat ons door de g’ Eerde Instructie van d’ Edele Agtb: Heeren Majores ten uijtterste aanbevoolen werd, van Sorgvuldige oplettenheijd, aanbelangende het droogen der ballast te observeeren als Zijnde Seer noodsakelijk tot de lading van Thee, dierhalven hebben aan d’ E: Heeren gecommitteerdens onse Swarigheeden daar over bekent gemaakt, waarop haar Ed:s ons hebben gesegt, indien de geheele Porcelijn laag uijt het Schip moet, men daar door Soude bewerken, dat men van dit Jaar saijsoen niet konde repatrieeren.’

‘Wij betuijgen dat Seer verlangende Zijn, omme ten Spoedigste als maar immers mogelijk is, van hier te vertrecken, Edog vinden wij ons ten uijtterste verpligt, onse g’ Eerde ordres soo veel mogelijk te observeeren en na te koomen, wijl de verantwoording hier na volgen Zal: het is wel waar dat het water door den tijd uijt de ballast en Porcelein-kassen Sacken Zal, maar dat neemt niet weg dat veel vogt in en tusschen ‘t Porcelein Sal blijven, waar uijt men kan besluijten, dat swaare broeijinge in soo een ruijm Zal veroorsaaken, en dus Seer nadeelig voor de Thee.’

‘Men heeft reeds in overweeging genoomen, of niet wel een garniering van rottings, Planken of iets anders op de porcelein kasse te leggen, en daar de Thee kassen op weg te stuuwen, eenigsints ‘t bederf der thee Soude kunnen voorkoomen, maar Sulx op ons niet dervende neemen, versoeken dierhalven door uw wel Edele gestr: een resolutie over de gemelden Swarigheeden door ons ingebragt, mag werden genoomen. Waarna wij ons dan met alle Eerbied Sullen onderwerpen. Recommandeerende ons onder uwelEdele protectie in Zijn.’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele gestr: Heer uwelEdele gestr: onderdanige dienaren /:was geteekent:/ D:rk v:n Mastrigt, Jan Stuart, D: klinkert, J:J: Teschemacher /:in margine:/ ‘T Schip’t Huijs te bijweg , geankert in baaij falso , den 13: Maij 1764.’

Uijt welke Twee brieven met verwondering ontwaart Zijnde, dat niet teegenstaande gementioneerde Schipper Mastrigt, en Carga Stuart, van meergem:d geCommitt:s niets anders of meerder hebben gerequireert, dan alleen, dat tot haarl: volkoomen geruststelling, ‘t voorsz: geproponeerde genier op de Porcelijn Cassen wierde gemaakt, deselve als nu naar dat de daar toe vereijschte planken met veel moeijte ginder gebragt Zijn, dit middel niet genoegsaam Koomen t’ oordeelen: Sonder Zoo ‘t Scheijnd eenige de minste reflectie te hebben willen Slaan of in Consideratie neemen, al het geene haar voorsz: gecommitt:s ten deesen belange met Zoo veel omstandigheijd en op eene allesints overtuijgende wijze, hebben onder ‘t ooge gebragt; is dierhalven voor eest best gedagt en dienvolgens beslooten, dikwilsgen: Schipper Dirk van Mastrigt en Carga Jan Stuart, met den allereersten herwaards te laaten opkoomen, ten eijnde noopens de voorsz: door haarl: voortgebragte difficulteijten in persoon nader te werden gehoord, met ordre wijders, om met zig meede te brengen, d’ Instructie waarop deselve Zig bij hunnen voorsz: brief omtrent de behandeling der ballast koomen te beroepen: Sullende bovens dien gem: adjunct fiscaal Hemmij ook werden gelast, in geselschap van evengem: Schipper en Carga op te koomen; Terwijl laatstelijk nog goedgedagt is, dat ten eijnde de herwaerds komst der voorsz: Persoonen met Soo veel te meerder Spoed sal moogen geschieden, den Posthouder kirsten te doen aanschrijven op Morgen bij tijds op de gevoeglijkste wijze te brengen, tot aan Muijsenburg , om vervolgens met een s’ Comp:s Rijtuijg dat men nog op heeden herwaarts Zal afsenden, naar deese plaats op te komen.

Sijnde wijders op ‘t hierom in Scriptis gedaan versoek bij den burger Jacob Rohland, aan denselven in Eijgendom gegeeven, een Stuk thuijnland, geleegen onder het Caabse district annex desselfs plaats ofte hofsteede genaamt Bergvliet , groot Agt morgen en Twee hondert Een en Sestig quad:t Roeden, onder Conditie egter, om daar voor Jaarlijx d’ ordinaire recognitie penn: van een halve Rijxd:s voor ijder Morgen aan d’ E: Comp: te betalen.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

C. 142, pp. 314-326.

Donderdag den {17640517} 17: Maij 1764.

S’ voormiddags alle Present, behalven den E: Equipagiemeester Willem Vrugt, als in Commissie Zijnde.

Den Schipper van het Chinaas retour Schip ‘T Huijs te Bijweg , Dirk van Mastrigt, met den daarop bescheijden zijnde Carga Jan Stuart, mitsg:s den tot het ontlossen dier kiel meede gecommitteerden ondercoopman en adjunct fiscaal Otto Luder Hemmij, ingevolge het geresolveerde op eergisteren uijt de Baaij fals herwaards opgekoomen, mitsg:s heeden in Raade verscheenen weesende, soo wierden eerstelijk voorsz: Schipper en Carga door den Heere gouverneur voorgehouden, hoe vreemd het zijn Edele en deesen raade, uijt derselver Sub dato 13: deeser ontfangene schrijvens was voorgekoomen, dat zij naar alvoorens niets anders of meerder dan het leggen eener genier van planken op de Porcelijn Cassen te hebben gerequireert, vervolgens wanneer dit daartoe vereijschte houtwerk met veel moeijte ginder was gebragt, het voorsz: genier weederom niet genoegsaam hadden geoordeelt, daar nogthans aan hun Schipper en Carga niet onbekent konde zijn, van hoe veel aangeleegentheijd het voor s’ E: Comp:s belangen was, dat hunl: voorsz: onderhebbenden bodem ten allerspoedigsten weederom in Staat van reijsvorderinge wierd gebragt, om vervolgens naar verloop van vier of uijtterlijk Vijf weeken tijds naar ‘t vaderland te kunnen vertrecken: en dat men uijt dien hoofde noodsakelijk geoordeelt had, haarl: ten opzigte van derselver voortgebragte Swaarigheeden nader te hooren, ten eijnde daaromtrent Zodanige maatregulen te neemen, als men ten meesten dienste van welopgem: onse Heeren en Meesteren Zoude vinden te behooren; waarop voorsz: Schipper Mastrigt en Carga Stuart betuijgden, dat wanneer de in het ruijm van het voorluijk tot aan het Schot van de Hel afgelaaden geweest Zijnde Thee Cassen waaren gelost geworden, en Zijl: als doen Zoo wel de Porcelijn Cassen als de daaronder en tusschen leggende ballast niet genoegsaam opgedroogt gevonden hadden, om de gesorteerde en goed gekeurde thee Cassen ten eersten weederom op deselve te doen wegstuuwen, zij hunne bedenkelijkheeden dies aangaande aan den E: Equipagiem:r Willem Vrugt, en voorsz: onderCoopman Hemmij hadden te kennen gegeeven, en dat bij die geleegentheijd wel van een genier van Planken of Rotting was gesprooken, dog dat zij egter zig niet konden herinneren, Positief verclaard te hebben, dat daarmeede alle Swarigheeden Zouden weesen weggenoomen; gemerkt hunne bekommering ten principaale hier in had bestaan, dat de gedagte Porcelijn kassen mitsg:s de ballast, gelijk boven is gesegd, nog niet genoeg opgedroogd weesenden, dus door het onmiddelijk volstuuwen van ‘t ruijm, ligtelijk een broeijing Zoude kunnen ontstaan, en daar door eenig bederf aan de Thee, ten minsten aan de onderste laag derselver veroorsaakt worden, tot voorkooming van ‘t welke, haarl: bij d’ Instructie door d’ Edele Heeren Bewindhebberen gecommitteerd, tot den Directen vaart en handel op China beraamd, wel Expresselijk was geordonneert, Sorge te dragen, dat de ballast niet dan kurk droog werde ingescheept, welke ordre zij egter betuijgden in de teegenwoordige omstandigheijd zoo ten opzigte der tijd als plaats, ten eenemaal ondoenelijk te weesen; terwijl Zij noopens d’ onderlaag der Porcelijnen, met meergem: Equipagiem:r Vrugt en onderCoopman Hemmij, van ‘t Selfde gevoelen waren, te weeten, dat deselve op geenerleij wijze konde werden opgebrooken, Sonder hiermee Considerabel veel tijds te verspillen, en bovens dien, door het breeken der Porcelijnen, d’ E: Comp: merkelijk Schade te veroorsaaken; op het welke gedagten Schipper en Carga, door den heere gouverneur afgevraagd geworden Sijnde, door welke middelen Sij dan vermeijnden, dat de weeder af te Scheepene Thee, op de gevoeglijkste wijze voor de bij haarl: gevreesde ongemacken Soude kunnen werden geprecaveert, verclaarden deselve hierop, het ten uijttersten noodsakelyk t’ oordeelen, dat het gantsche ruijm van alle de in het selve afgescheept Zijnde Thee Cassen Soude dienen ontlost, en vervolgens niet eerder dan na verloop van 8 à 10: dagen weederom herladen te worden, ten eijnde de meergem: Porcelijn kassen Zoo wel, als de ballast in dien tusschen tijd des te beeter Soude kunnen uijtdroogen, en dat zulx geschied zijnde, een genier van Planken op de Soo evengem: Porcelijn laag zoude kunnen werden gelegt; als wanneer zij vertrouwden, dat ‘er geen groote Swarigheijd van bederf voor de Thee Zoude overblijven, immers niet meer, dan dat ingevalle ‘er teegens de voorsz: te neemene voorsorgen onverhooptelijk nog eenige broeijing in ‘t ruijm mogte ontstaan, Sulx als dan eenelijk aan de beneedenste laag der thee Cassen eenige Schaade soude kunnen veroorsaaken, ‘t welk egter in allen gevalle op geenerleij wijze Soude komen te lijden, bij aldien hunl: onder hebbenden bodem tot in den aanstaanden Jaare alhier Zoude moeten overblijven, ‘t geen onvermeijdelijk moeste volgen, ingevalle, gelijk bevoorens reets is aangehaald, de laag van ‘t Porcelijn opgenoomen, of iets aan de ballast gedaan wierd; welk voorsz: geproponeerde door meergem: onderCoopman Hemmij allesints meede, als seer dienstig geoordeelt weesende, verclaarde denselven daarneevens, dat met de voorgestelde 8: à 10: dagen tijds dat het ruijm onbeladen Soude moeten blijven, niets stond versuijmd te worden, dog dat nademaal den Hoeker de meermin zoo wel als de weijnige Pakhuijsen in de baaij fals bereijts met de ontloste Thee Cassen, mitsg:s de victualiën en andere goederen van ‘t geciteerde Schip ‘T Huijs te Bijweg ten eenemaal opgevult waaren, oversulx noodwendig een middel zoude moeten werden uijtgedagt, waar en op wat wijze de overige ‘t ontlossene thee, inmiddels te kunnen bergen: waarna voorsz: Schpp:r Mastrigt Zoo wel als den Carga Stuart en ondercoopman Hemmij weederom uijt de vergaderinge getreeden, en vervolgens noopens het voorsz: door hun geallegueerde met attentie gedelibereert zijnde, heeft men voor den meesten dienst der E: Comp: best geoordeelt en dienvolgens beslooten, om Conform de propositiën bij meergem: Schipper en Carga gedaan, al de in het ruijm van ‘t gementioneerde Schip ‘t Huijs te Bijweg afgescheepte Thee Cassen uijt hetselve te doen ontlossen, en het evenged: ruijm vervolgens 8: à 10: dagen onbeladen te laaten blijven, ten eijnde in dien tusschen tijd behoorlyk te kunnen uijtdroogen, waarna op de Porcelijn kassen een genier van planken gelegd weesende, de goed bevondene Thee als dan daarop sal werden geplaatst, in vertrouwen dat deselve door deese naar tijds omstandigheijd best doenelijk gebruijkte voorsorge voor alle ongemak Zal gesecureert zijn; Sullende egter ingevalle bij meergem: Schipp:r en Carga eenige andere ofte nieuwe difficulteijten mogten werden gemaakt, als dan voor ende aleer de goed bevondene en gesorteerde Thee weederom te doen afscheepen, de schippers en opperstuurlieden der thans meede in de baaij fals vertoevende Scheepen Schoonzigt , Velzen en westvriesland ofte sodanige andere als ‘er in ‘t vervolg nog mogten komen te arriveeren, werden gecommitteerd, om de gesteldheijd des ruijms van ‘t dikwilsgen: Schip ‘T Huijs de Bijweg exact te visiteeren, mitsg:s deesen raade vervolgens te dienen van haare Consideratiën, zo nopens de swarigheeden die als dan mogten weesen voortgebragt, als de middelen waar door deselve op de best doenelijkste wijze Soude kunnen uijt den weg geruijmd worden: Terwijl laatstelijk nog verstaan is, dat de ontlossene Thee kassen, tot welkers berging in den hoeker de Meermin , nog in S’ Comp:s Pakhuijsen in de baaij fals geen plaats meer te vinden is, middelerwijl in een der voorsz: aldaar vertoevende scheepen ‘t zij Velzen of westvriesland Zullen werden geborgen.

Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

C. 142, pp. 327-334.

Dingsdag den {17640529} 29 Maij 1764.

S’ voormiddags alle Present uijtgenoomen den E: Equipagiemeester Willem Vrugt mits occupatie.

Aangesien de naar Ceijlon gedestineerde Scheepen, de Liefde en Oud Carspel , op den 24: deeser in de Baaij fals zijn koomen t’ arriveeren, en met die twee kielen derwaarts sullen moeten werden overgesonden Sodanige goederen en Provisiën als door de Regeering van ‘t geciteerde Eijland onlangs van hier zijn gepetitioneerd geworden, soo geliefde den Heere gouverneur in Consideratie te geeven, hoedanig men als nu ten opzigte der daarbij gespecificeerde 60: Lasten Tarw Soude dienen te handelen, te weeten, of en wat daarvan in de presente omstandigheijd waarin men Sig door het Slegt uijtvallen van den Jongsten graan ougst komt te bevinden, derwaarts Soude kunnen werden afgestooken; waarop in overweeging genoomen weesende, dat hoe seer men uijt hoofde van het Soo evengem: misgewasch Soude moeten difficulteeren, ons dienaangaande op eenigerhande wijze t’ ontblooten; het egter aan den anderen kant ligtelijk na te gaan is, dat mits d’ aanhoudende troubles aldaar, bij Continuatie Seer veel volk moetende werden aangehouden, het gedagte graag oversulx ten voorsz: Eijlande meede ten uijttersten Sal benoodigt Zijn; heeft men dierhalven moeten besluijten om ten eijnde het meergem: Gouvernement nog eenigermaten te gemoet te komen, uijt ons Sober restant van Coorn, 30: Lasten derwaards af te steeken, als alles Sijnde, wat daarvan buijten eijgen ongerief kan werden gemist; buijten en behalven dat Zig omtrent dies versending nog dit inconveniënt komt op te doen, dat den Hoeker de Neptunus , waarmeede voorsz: tarw naar de baaij fals Zal moeten werden getransporteerd, nog met diversse andere voluminieuse en aldaar meede onvermijdelijk nodig Zijnde goederen, moeten werden afgelaaden, in allen gevalle niet meer dan de geciteerde dertig Lasten daar van Sal kunnen inneemen.

Sijnde wijders door de Burgers Petrus Nelle en Fredrik Hartog het onderstaande Request gepresenteerd.

Aan den wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh Raad Extra ordinaris van Neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop, en den Ressorte van dien &&&:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele gestr: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘Geeven reverentelijk te kennen uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: Seer needrige Dienaaren, de Burgers Petrus Nelle en Fredrik Hartog; hoe den meede burger Jacob Wimmer bij de Jongste verpagting van S’ Lands gemeene middelen en Inkomsten onder Ult:o Aug:s des voorl: Jaars voor de Somma van Twee Duijsend Een Honderd en Vijftig guldens Indische valuatie, onder anderen aanneemer gebleeven Zijnde, van den Pagt der Caabse Coele en Brandewijnen aan ‘t ronde bosje en in de baaij fals ; de supp:tn Zig voorts voor de betaalinge der voorsz: uijtgeloofde pagtpenn: als borgen hebben gesteld; dog dat gem: Wimmer nu onlangs volgens decreet van den Agtb: Justitieelen Raade deeses gouvernements over Seekere door hem gepleegd Crimineel Delict in hegtenis gebragt weesende, zijl: dus met reeden vermoeden, dat denselven ter Saake voorsz: buijten Staat Zal worden gesteld, geciteerde pagt verder waar te neemen: dan aangesien de suppl:tn des ongeagt voor de voldoeninge der nog resteerende pagtpenn: aansprakelijk blijven, en het oversulx voor haarl: Seer nadeelig zoude zijn, ingevalle den tap of Sleet der bovengem: dranken, in ged: Districten, om de voorsz: begaane misdaad hunnes principaals Soude moeten Stille Staan, Soo vinden de suppl:tn Zig verpligt, haar toevlugt te neemen tot uwe wel Edele gestr: en E: Agtb:, ootmoedig versoekende, dat deselve van die goedheijd gelieven te zijn, de Suppl:tn te qualificeeren, om op gem: Pagt voor meerged: Jacob Wimmer waar te neemen:’

’/:onderstond:/ ‘T welk doende &:a.’

Waarop goedgedagt is, aan deselve t’ accordeeren, om de Pagt der Coele en Brandewijnen aan ‘t Ronde bosje en in de baaij fals om reedenen en ten fine als bij ‘t ged: versoek Schrift is ter needer gesteld, te moogen waarneemen, mits gehouden blijvende, sulx behoorlijk te verantwoorden.

Aldus Geresolveert ende gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

C. 142, pp. 335-336.

Vrijdag den {17640615} 15: Junij 1764.

S’ voormiddags alle Present.

Dewijl van de Contanten, die haar wel Edele Hoog Agtb: de Heeren majores in ‘t Patria op onse diesweegens gedaane Petitie, hebben gelieven goed te vinden, ten behoeve deeses gouvernements uyt te senden, bereijts de somma van ƒ100‘800: met het thans in de baaij fals geankert leggend’ Schip de Snoek is aangebragt; Is dierhalven beslooten om het volgens besluijt van den 24 April Pass:o van de weesCamer alhier opgenoomene Capitaal van 2000 Ryxd:s met den intrest gereekent teegens 4: p:r C:to in ‘t jaar weederom te doen afleggen en betaalen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 337-352.

Dingsdag den {17640710} 10: Julij 1764.

S’ voormiddags alle Present.

Vermits door het overleijden van den ten deesen Casteele bescheijden geweest zijnde Vaandrig Jan Hendrik Vilter, een ander officier van gedagte qualiteijt onder het alhier guarnisoen houdend Bataillon gerequireerd werd; Soo is, op de Propositie van den Heere gouverneur, goedgevonden en beslooten, om de Soon van den Heer Secunde Pieter van Reede van Oudshoorn in naame Barend Hendrik van Reede van Oudshoorn, die als passagier met het Schip oudCarspel hier is aangeland, en den ouderdom van 22: Jaaren bereijkt heeft, in dienst der E: Comp: aan te neemen, en daarneevens tot Vaandrig aan te Stellen, met toevoeging der daar toe Staande gagie van Veertig guldens ter maand, mitsg:s Vijf jarig verband, ende Sulx ter nadere approbatie onser hoog gebiedende Heeren en Meesteren in ‘t Vaderland.

Wijders is den Ritmeester der Eerste Compagnie burger Dragonders aan Swellendam Carel Pietersz de Jager, op zijn hierom gedaan versoek, en ter Consideratie van desselfs hoogen ouderdom en Lighaams gebreckelijkheeden, van gedagte functie ontslagen, mitsgad:s in desselfs plaats weederom tot ritmeester aangesteld, den Lieutenant Nicolaas de Bruijn, in Steede van denwelken men den Cornet Jacobus Steijn, weederom als Lieutenant hebbende laaten optreeden, is voorts tot Cornet bevordert, den Standaar jonker Esaias Engelbregt Meijer; in verwagting dat deselve Zig allesints als wackere en trouwe officieren Zullen gedragen.

Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakensteijn , met die van Swellendam , agtervolgens het hun geordonneerde, geconfereert hebbende, tot wegneeming der inconveniënten, noopens de betaaling der resp: Pontgelden van de in de Berg rivier leggende Ponton, hebben deselve diesaangaande op heeden ingediend, het onderstaande Rapport.

Aan den wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh, Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsgad:s gouverneur van Cabo de goede Hoop, en den Ressorte van dien &&&:a beneevens den E: Agtb: Politicquën Raad deeses gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘In opvolging van uw wel Edele gestr: en E: Agtb: Zeer g’ Eerde ordre, vervat bij derselver missive Sub dato 24: April deeses Jaars, de ondergeteek:s Land-drosten en Heemraaden der Coloniën van Stellenbosch en Drakensteijn en Swellendam , op heeden alhier bij een vergadert geweest Zijnde, ten eijnde met den anderen Zodanige Schickingen te maaken, als tot wegneeminge van de tusschen beijde resp: Coloniën Subsisteerende inconveniënten, noopens de in de berg rivier gelegde Ponton, gevoeglijk Zoude werden geoordeelt, hebben deselve thans d’ Eere uw wel Edele gestr: en E: Agtb: pligtschuldig ter kennisse te brengen: dat, na alvoorens de belangen van den houder der voorsz: Ponton gehoord, en de Saaken ter deeser materie dienende, mitsg:s het nut ter weederseijdsche Coloniën, en dies Ingeseetenen, rijpelijk overwoogen geworden was, eenstemmiglijk goedgevonden is, dat de Weed:e van den geweesen Pontonhouder Johannes Booijens, Zodanige agterstallige Ponton gelden, als tot het Jaar 1757: /:Zijnde het tijdstip dat de Ponton in de breede Rivier is gelegd geworden van de Ingeseetenen der Swellendamse Colonie haar zijn Competeerende, in der minne Zal moogen invorderen, mitsg:s dat gesz: Ingeseetenen, dewelke tot nog toe niet betaald gehad hebben, voor de op de breede rivier leggende Ponton, tot het einde van dit Loopende Jaar 1764:, voor die van de berg rivier Zullen moeten Contribueeren, dog dat voortaan na gemelden tijd, meergem: Ingeseetenen van Swellendam , niet meer Zullen aanspreekelijk weesen, omme aan den Pontonhouder van de Berg rivier een jaarlijx Contingent op te brengen, maar dat daar en teegen tot onderhoud van de Hottentots Hollands - en Roodesants-Cloof , door Landdrost en Heemraden tot Swellendam , direct aan ‘t Collegie van Land-drost en Heemraaden van Stellenbosch en Drakensteijn , eens in ‘t Jaar zal betaald werden, een Somma van Vier Honderd guldens Indische valuatie, welke penn: door Laatstgem: Collegie, tot voorsz: eijndens Zal worden g’Emploijeert, Zoo en in diervoegen als ten gemeenen beste, dienstig Zullen vinden.’

‘Dus verre d’ Eere gehad hebbende, uw wel Edele gestr: en E: Agtb: de voorsz: beraamde Schickingen, tot wegneeminge van de voorm: inconveniënten, eerbiediglijk voor te dragen, versoeken d’ ondergeteek:s op het needrigste, dat uw wel Edele gestr: en E: Agtb: zig deselve gelieven te laaten welgevallen.’

’/:was geteekent:/’

‘J:J: Le Suëur, J:A: Horak, J:A: Meijburg, Hermanes Steijn, H: Cloete N: de Bruijn, P: Laubscher, H:F: Möller, J: Marais, S:s Grové, J:D: Kock, R:V:D: Merwe, /:in margine:/ Stellenbosch den 2: Julij 1764.’

Het welk geleesen weesende, heeft men zig de Schickingen, Sodanig als die ten fine voorsz: bij ‘t gedagte rapport vermeld Staan, laaten welgevallen; Sullende dienvolgens voortaan door d’ Ingeseetenen van Swellendam , wanneer deselve de Pont der berg rivier , en dus ook weederom door d’ onder Stellenbosch en Drakensteijn Sorteerende Persoonen, ingevalle de in de Breede Rivier leggende Pont willen gebruijken telkens aan de resp: Pontonhouders moeten betaald worden, Sodanige Passagie gelden, als bij de diesweegens gemaakte reglementen gestipuleert zijn.

En nadien voor als nog geen vaste ordre omtrent den rang tusschen voorsz: twee Collegiën is gesteld geweest, Soo is bij deese geleegentheijd meede goedgevonden, dat dewijl de magistratuure over Stellenbosch en Drakensteijn niet alleen zoo veele Jaaren eerder dan die van Swellendam is opgeregt geweest, maar dat Laatstgem: Colonie insonderheijd haaren Oorspronk uijt d’ Eerstgenoemde heeft bekoomen, dierhalven den Landdrost, neevens ‘t Collegie van Heemraden van Stellenbosch en Drakensteijn den rang altoos boven die van Swellendam Zullen behouden.

Den tijd der verpagting van S’ lands gemeene middelen en inkomsten beginnende aan te naderen, is oversulx verstaan, deselve onder ult:o der aanstaande maand Aug:s weederom op den voorjarigen voet te laaten geschieden, en daar van volgens gebruijk de noodige billiëtten te doen affigeeren.

Vervolgens door den heer Secunde Pieter van Reede van Oudshoorn te kennen gegeeven Zijnde, dat wanneer onlangs de quantiteijt van 9000 ld: roet ofte vet voor Batavia en Ceijlon had moeten werden ingekogt, de slagters eenpariglijk betuijgd hadden, uijt hoofde der teegenwoordige duurte van ‘t vee, de 100 ld: vet, niet minder, dan tot 6: Rijxd:s te kunnen leeveren; met versoek wijders te moogen weeten, hoedanig men Zig omtrent het inkoopen daar van, verders Zoude hebben te gedragen; heeft men hierop moeten besluijten, met het betaalen van voorsz: Prijs van 6: Rijxd:s voor de 100: Ponden vet, om de voorsz: reedenen geduurende dit Loopende Jaar te Continueeren, in hoope dat deselve in ‘t vervolg teegens een Civieler prijs sal kunnen bekoomen werden.

Laatstelijk wierd door den burger Maarten Melk gepresenteerd, het onderstaande Request.

Aan den wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh, Raad Extra ordinaris van Neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &&&:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘Vertoond met verschuldigde Eerbied en onderdanigheijd, Uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: ootmoedigen Dienaar, den burger Maarten Melk, hoe den Suppl:t nu eenige Jaaren agter den anderen, als aanneemer van de generaale Pagt der Caabse Coele wijnen, genoodsaakt geweest Zijnde, Successivelijk een Considerable parthij wijnen in te Slaan, hij Suppl:t tot dato deeses, ‘t zij omtrent den aankoop, ofte inhuuren der daar toe benoodigde Pakhuijsen niet heeft kunnen rëusseeren, en Sig oversulx dienaangaande Steeds in groote verleegentheijd heeft bevonden, en als nog is bevindende; Ende ten aansien ‘t voor den Suppl:t niet wel doenelijk is, desselfs voorsz: Swaaren omslag aan te houden, Sonder van de benoodigde Pakhuijsen voorsien te Zijn; Soo is ‘t dat hij de vrijheijd neemt, Zig in alle ootmoed te keeren tot Uwe wel Edele gestr; en E: Agtb:, met gantsch needrig versoek, dat uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: van die goedheijd gelieven te Zijn, hem Suppl:t in Eijgendom te verleenen, een Blok huijs Erven, hier in deese Tafelvalleij , tusschen het blok T:T: en het burger kerkhoff geleegen, ten eijnde daer op de voor hem Soo hooglijx benoodigd Zijnde Pakhuijsen te kunnen laaten opbouwen.’

’/:onderstond:/’

‘’T welk doende &:a’

Waarop goedgedagt is, dat om reedenen en ten fine, als bij ‘t gedagte versoekschrift staat uijtgedrukt, aan hem het versogte blok huijs Erfs groot 280: quad:t Roeden en 129: d:o voeten, in eijgendom Zal werden uijtgegeeven.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 353-356.

Vrijdag den {17640831} 31: Aug:s 1764.

S’ voormiddags alle Present. Demptis den heer L:t Coll: Isaac Meinertzhagen, en E: Dispensier Christoffel Brand door Indispositie.

Naar voorgaande Clocke geklep en uijtroeping van den Boode, op heeden volgens Jaarlijx gebruijk getreeden zijnde, tot de Publicque verpagting der gemeene middelen en inkomsten deeses gouvernements, navolgens de diesweegens geaffigeerde Billiëtten, Soo zijn deselve ingemeijnd geworden, door alsulke Persoonen, en tot Sodanige Prijsen, als hier onder Staat uijtgedrukt, te weeten.

'T Mout-Bier.
Johan Jacob Schreuder ƒ1050:
Brandewijnen
1:e quart Marten Baartman ƒ5700:
2:e d:o Johannes Esselaar d:o 6400:
3:e d:o Marten Baartman d:o 5650:
4: d:o Jan Smook d:o 6800: d:o 24550:
Vaderlandsche Bieren en Wijnen.
Johan Jacob Schreuder d:o 5000:
Caabse Coele Wijnen
1:e quart Jurgen Spengelaar ƒ4150:
2:e d:o d:o d:o d:o 4500:
3:e d:o d:o d:o d:o 5000:
4:e d:o d:o d:o d:o 5550:
  ƒ19200:
Welke vier Perceelen van de Pagt der Caabse Coele wijnen vervolgens na den Inhoude der Pagt Conditiën weeder opgeveijld en afgeslaagen weesende, Zijn deselve ingemeijnd geworden, door den burger Maarten Melk, invoegen hij generaalen Pagter, der voorseijde wijnen is gebleeven voor een Somma van   d:o 31000:
Caabse wijnen &:a aan 't Ronde Bosje en Baaij fals .
Johannes Casparus Holtman d:o 3000:
Coele- en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn
Jan Grijling d:o 600:
D' impost op de wijn, Aracq en Brandewijnen aan vreemde natiën Geleevert werdende.
Maarten Melk d:o 3000.
Soo dat de geheele Pagtpenn: bedraagen ƒ68200:
'T Mout-Bier.
Johan Jacob Schreuder ƒ1050:
Brandewijnen
1:e quart Marten Baartman ƒ5700:
2:e d:o Johannes Esselaar d:o 6400:
3:e d:o Marten Baartman d:o 5650:
4: d:o Jan Smook d:o 6800: d:o 24550:
Vaderlandsche Bieren en Wijnen.
Johan Jacob Schreuder d:o 5000:
Caabse Coele Wijnen
1:e quart Jurgen Spengelaar ƒ4150:
2:e d:o d:o d:o d:o 4500:
3:e d:o d:o d:o d:o 5000:
4:e d:o d:o d:o d:o 5550:
  ƒ19200:
Welke vier Perceelen van de Pagt der Caabse Coele wijnen vervolgens na den Inhoude der Pagt Conditiën weeder opgeveijld en afgeslaagen weesende, Zijn deselve ingemeijnd geworden, door den burger Maarten Melk, invoegen hij generaalen Pagter, der voorseijde wijnen is gebleeven voor een Somma van   d:o 31000:
Caabse wijnen &:a aan 't Ronde Bosje en Baaij fals .
Johannes Casparus Holtman d:o 3000:
Coele- en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn
Jan Grijling d:o 600:
D' impost op de wijn, Aracq en Brandewijnen aan vreemde natiën Geleevert werdende.
Maarten Melk d:o 3000.
Soo dat de geheele Pagtpenn: bedraagen ƒ68200:

Aldus Gedaan en Uijtgevoerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 357-375.

Dingsdag den {17640904} 4: Septb: 1764.

S’ voormiddags alle present, uijtgenoomen den Wel Edelen gestr: Heere gouverneur Rijk Tulbagh, mitsg:s d’ E: E:s Pieter Hacker en Oloff Martini Bergh zoo door Indispositie, als occupatie.

Wierd door den Heer Secunde en Hoofdadministateur Pieter van Reede van Oudshoorn, met versoek van daar op dispositie te moogen erlangen, geproduceerd, d’ onderstaande Memorie.

‘Memorie van ‘t nabeschreeven ijser, houtwerken, Clappus olij, Equipagie en diversse andere goederen, uijt d’ onderstaande Scheepen zoo te kort, gebrooken als bij Pijling minder, de foulij en Tabak in ‘t Negotie Pakhuijs bij naweeging te kort, als meede de Leijfeijgenen in de Ses jongst gepasseerde maanden door de natuurlijke dood overleeden, ‘t vee in gemelde tijd zoo verrekt, als door ‘t wild gedierte vernielt, en Eijndelijk verscheijde goederen ‘t Seedert p:r Septbr: a:o pass:o tot ultimo Augustus in de respective Pakhuijzen &:a onbruijkbaar en onbequaam bevonden, alles volgens verclaringen blijkende, namentlijk.’


P:r Wildrijk .
afschrijven 385: ld: ges: ijser op 30000 ld: bij naweeging minder.
verkoopen 1: p:s Slijpsteen van 5: voet op 6: p:s beschadigt.
afschrijven en ten dienste der E: Comp: te gebruijken 3 bladen wagenschot van 2 d:m op 20: bladen gebrooken
2: d:o d:o d:o 1 1/2: d:o d:o 50: d:o
  7: d:o d:o d:o 1 1/4: d:m op 50: d:o, als
    als boven 5: blad: gebrooken
    afschrijven 2: d:o te kort.
afschrijven en ut supra 4 bl: wagenschot van 1: d:m op 20: bl: gebrooken.
verkoopen 65: p:s sparren van 15: à 18 voet op 100 p:s vervuurt
1: d:o greene deel van 2 1/2: d:m op 28: p:s gebrooken.
  7: p:s greene deelen van 2: d:m op 100: p:s als.
    verkoopen 4: p:s gebrooken
    afschrijven 3: d:o te kort.
  10: p:s gr: deelen van 1 1/2: d:m op 75: p:s, als
    verkoopen 6: p:s gebrooken
    afschrijven 4: d:o te kort.
P:r Luxemburg
afschrijven 887: lb: Marseliaanse Zeep op 13130: lb: in 20: Casjes L:a H:H:H: tot B:B:B: bij naweeging te kort.
37: p:s dantziger pijpeduijgen op 3100: p:s minder.
verkoopen. 2: d:o gr: ribben van 4: en 4: d:m op12: p:s gebrooken
  13: d:o deelen van 1 1/2: d:m op 150: p:s als.
    verkoopen 8: p:s gebrooken
    afschrijven 5: d:o te kort.
P:r Bosch en Hoven .
verkoopen 2: p:s gr: ribben van 3: en 3: d:m op 15: p:s gebrooken
11: d:o d:o Latten d:o 1: d:o 1 1/2: d:o d:o 75: d:o
4: d:o d:o d:o d:o 1 1/2: d:o 1 1/2: d:o d:o 50
  5: d:o d:o d:o d:o 1 1/2: d:o 2 d:o 60: p:s als.
    verkoopen 4: p:s gebrooken
    afschrijven 1: d:o te kort.
  10: p:s gr: deelen van 1 1/2: d:m op 167 p:s als.
    verkoopen 7: p:s gebrooken.
    afschrijven 3: d:o te kort.
  13: p:s gr: deelen van 1: d:m op 150 p:s als.
    verkoopen 6: p:s gebrooken
    afschrijven 7: d:o te kort.
P:r Vlissingen
afschrijven en geEmploijeert te werden, tot in packen der geweeren voor den Slaven handel op madagasCar . 80: p:s gonnij Sacken ordinaire fijne op 10000 p:s verrot.
P:r Vrijburg
afschrijven 50 8/10 d:o kann: Clappus olij op 8: heele en 5: halve amen bij Pijling minder, als 1: heele van 9: d:m en 4: halve van 2: d:m wan, Zijnde 5: 3/16: p:r C:to Schaars.
P:r de drie papegaaijen
afschrijven 48 4/10: d:o d:o d:o op 8: heele en 5: halve amen bij Pijling minder als 2: heele van 1:, 2: v:n 2:, 1: v:n 4:, 1: v:n 5: en 2: halven van 2:, en 1: v:n 3: d:m wan, zijnde 4 3/4 p:r C:to Sch:s.
P:r Schoonzigt
verkoopen 4 p:s ijsere Potten op 50: p:s gebrooken
  1: d:o Slijpsteen van 5: v:t op 6: p:s beschadigt
P:r Walcheren .
afschrijven 2: hoeden Smeecoolen op 30: hoeden bij nameeting minder.
P:r Thorenvliet .
afschrijven en na Europa te Zenden. 1 p:s bankschroef op 8: p:s onbequaam
verkoopen 17: d:o amsterdamse graven op 500: P:s in 10: kassen L:a N: a M: beschadigt.
181: d:o Tiggelsteentjes wit en blaauw op 1000 p:s in 2: kassen L:a X: gebrooken.
100: d:o verfquasten in Soort in 1: kas L:a R: alle verstikt.
P:r de Snoek .
afschrijven 93: lb: gesort: ijser op 7500: lb: bij naweeging minder
  2: hoeden Smeekolen op 30: hoeden bij nameeting te kort.
In 't Negotie Pakhuijs
afschrijven 6 1/2: lb: foulij bij 't openen van Een Soekel n:o 34 te kort.
  121: lb: Tabak bij naweeging van 100: rollen in 3: kassen N:o 135: te kort, p: 't Huijs te Boede in febr: 1762: aangebragt.

P:r Wildrijk .
afschrijven 385: ld: ges: ijser op 30000 ld: bij naweeging minder.
verkoopen 1: p:s Slijpsteen van 5: voet op 6: p:s beschadigt.
afschrijven en ten dienste der E: Comp: te gebruijken 3 bladen wagenschot van 2 d:m op 20: bladen gebrooken
2: d:o d:o d:o 1 1/2: d:o d:o 50: d:o
  7: d:o d:o d:o 1 1/4: d:m op 50: d:o, als
    als boven 5: blad: gebrooken
    afschrijven 2: d:o te kort.
afschrijven en ut supra 4 bl: wagenschot van 1: d:m op 20: bl: gebrooken.
verkoopen 65: p:s sparren van 15: à 18 voet op 100 p:s vervuurt
1: d:o greene deel van 2 1/2: d:m op 28: p:s gebrooken.
  7: p:s greene deelen van 2: d:m op 100: p:s als.
    verkoopen 4: p:s gebrooken
    afschrijven 3: d:o te kort.
  10: p:s gr: deelen van 1 1/2: d:m op 75: p:s, als
    verkoopen 6: p:s gebrooken
    afschrijven 4: d:o te kort.
P:r Luxemburg
afschrijven 887: lb: Marseliaanse Zeep op 13130: lb: in 20: Casjes L:a H:H:H: tot B:B:B: bij naweeging te kort.
37: p:s dantziger pijpeduijgen op 3100: p:s minder.
verkoopen. 2: d:o gr: ribben van 4: en 4: d:m op12: p:s gebrooken
  13: d:o deelen van 1 1/2: d:m op 150: p:s als.
    verkoopen 8: p:s gebrooken
    afschrijven 5: d:o te kort.
P:r Bosch en Hoven .
verkoopen 2: p:s gr: ribben van 3: en 3: d:m op 15: p:s gebrooken
11: d:o d:o Latten d:o 1: d:o 1 1/2: d:o d:o 75: d:o
4: d:o d:o d:o d:o 1 1/2: d:o 1 1/2: d:o d:o 50
  5: d:o d:o d:o d:o 1 1/2: d:o 2 d:o 60: p:s als.
    verkoopen 4: p:s gebrooken
    afschrijven 1: d:o te kort.
  10: p:s gr: deelen van 1 1/2: d:m op 167 p:s als.
    verkoopen 7: p:s gebrooken.
    afschrijven 3: d:o te kort.
  13: p:s gr: deelen van 1: d:m op 150 p:s als.
    verkoopen 6: p:s gebrooken
    afschrijven 7: d:o te kort.
P:r Vlissingen
afschrijven en geEmploijeert te werden, tot in packen der geweeren voor den Slaven handel op madagasCar . 80: p:s gonnij Sacken ordinaire fijne op 10000 p:s verrot.
P:r Vrijburg
afschrijven 50 8/10 d:o kann: Clappus olij op 8: heele en 5: halve amen bij Pijling minder, als 1: heele van 9: d:m en 4: halve van 2: d:m wan, Zijnde 5: 3/16: p:r C:to Schaars.
P:r de drie papegaaijen
afschrijven 48 4/10: d:o d:o d:o op 8: heele en 5: halve amen bij Pijling minder als 2: heele van 1:, 2: v:n 2:, 1: v:n 4:, 1: v:n 5: en 2: halven van 2:, en 1: v:n 3: d:m wan, zijnde 4 3/4 p:r C:to Sch:s.
P:r Schoonzigt
verkoopen 4 p:s ijsere Potten op 50: p:s gebrooken
  1: d:o Slijpsteen van 5: v:t op 6: p:s beschadigt
P:r Walcheren .
afschrijven 2: hoeden Smeecoolen op 30: hoeden bij nameeting minder.
P:r Thorenvliet .
afschrijven en na Europa te Zenden. 1 p:s bankschroef op 8: p:s onbequaam
verkoopen 17: d:o amsterdamse graven op 500: P:s in 10: kassen L:a N: a M: beschadigt.
181: d:o Tiggelsteentjes wit en blaauw op 1000 p:s in 2: kassen L:a X: gebrooken.
100: d:o verfquasten in Soort in 1: kas L:a R: alle verstikt.
P:r de Snoek .
afschrijven 93: lb: gesort: ijser op 7500: lb: bij naweeging minder
  2: hoeden Smeekolen op 30: hoeden bij nameeting te kort.
In 't Negotie Pakhuijs
afschrijven 6 1/2: lb: foulij bij 't openen van Een Soekel n:o 34 te kort.
  121: lb: Tabak bij naweeging van 100: rollen in 3: kassen N:o 135: te kort, p: 't Huijs te Boede in febr: 1762: aangebragt.

‘Volgens bijgevoegde reecq: van den opsiender van S’ Comp: Slaven Logie, gesterkt met Secretariale verClaringen, zijn in de Jongst gepasseerde maanden Maart, April, Maij, Junij, Julij en Augustus van S’ Comp:s Slaven, door de natuurlyke dood overleeden.’


afschrijven 26: kloeke Jongens
3: School d:o
4: Suijgende d:o
11: kloeke Meijden
3: School d:o
3: Suijgende d:o
11: Rio de la goase mijden
5: Bandiete Jongens
1: d:o meijd.

afschrijven 26: kloeke Jongens
3: School d:o
4: Suijgende d:o
11: kloeke Meijden
3: School d:o
3: Suijgende d:o
11: Rio de la goase mijden
5: Bandiete Jongens
1: d:o meijd.

‘En volgens geannexeerde reecq: van de Land-drosten, gesterkt met Secretariale beEedigde verclaringen, zijn meede in voorsz: tijd van S’ Comp: Beestiaal, zoo verrekt, als door ‘t wildgedierte verslonden.’


afschrijven 576: Stux Runderbeesten
13: d:o Paarden.
1: Ezel
17: d:o Bocken.

afschrijven 576: Stux Runderbeesten
13: d:o Paarden.
1: Ezel
17: d:o Bocken.

‘De volgende goederen zijn geduurende dit boekjaar ofte Seedert p:mo Septb: @ Pass:o tot ultimo Aug:s deeses Jaars bij diversse administrateurs onbequaam en onbruijkbaar bevonden, namentlijk.’


In 't Negotie Pakhuys
verkoopen 8: lb: Schoenmakers gaarn, door de rotten of muijsen beschadigt.
9 3/4 p:s Pijlaaken gemotteerd
5: d:o groote waakrocken
7: d:o kleijne d:o
58: d:o duffeltjes
58: d:o Broeken
106: p:r Coussen
In de wijnkelder
verkoopen 4: p:s heele Leggers onbequaam
2: d:o halve d:o
In 't Houtmaguazijn
afschrijven en tot potovens te gebruijken 17: p:s assen vermolmt en vergaan
237: d:o vellingen
In 't Hospitaal
verkoopen 11: p:s Tinne gangbeckens onbequaam
1: d:o Coopere Staartpan
12: d:o Siften
3: d:o ijsere Potten
1: d:o Coopere vijsel
4: d:o d:o kraanen
21: d:o Schaaren
36: d:o Lancetten
Op de wapenKamer
verkoopen 72: p:s Pattroontassen onbequaam
81: d:o Port Epees
15: d:o granadiers houwers
15: d:o Scheeden tot d:o
Op de Punten en Batterijen ten Eenemaal onbequaam en onbruijkbaar bevonden.
afschrijven en tot*pot en*Steenovens te gebruijken. 2: p:s affuijten van 18: lb:
  2: d:o d:o d:o 10: d:o
  1: d:o d:o d:o 8: d:o
  1: d:o d:o d:o 6: d:o
  1: d:o d:o d:o 3: d:o
  2: d:o voorwagens.

In 't Negotie Pakhuys
verkoopen 8: lb: Schoenmakers gaarn, door de rotten of muijsen beschadigt.
9 3/4 p:s Pijlaaken gemotteerd
5: d:o groote waakrocken
7: d:o kleijne d:o
58: d:o duffeltjes
58: d:o Broeken
106: p:r Coussen
In de wijnkelder
verkoopen 4: p:s heele Leggers onbequaam
2: d:o halve d:o
In 't Houtmaguazijn
afschrijven en tot potovens te gebruijken 17: p:s assen vermolmt en vergaan
237: d:o vellingen
In 't Hospitaal
verkoopen 11: p:s Tinne gangbeckens onbequaam
1: d:o Coopere Staartpan
12: d:o Siften
3: d:o ijsere Potten
1: d:o Coopere vijsel
4: d:o d:o kraanen
21: d:o Schaaren
36: d:o Lancetten
Op de wapenKamer
verkoopen 72: p:s Pattroontassen onbequaam
81: d:o Port Epees
15: d:o granadiers houwers
15: d:o Scheeden tot d:o
Op de Punten en Batterijen ten Eenemaal onbequaam en onbruijkbaar bevonden.
afschrijven en tot*pot en*Steenovens te gebruijken. 2: p:s affuijten van 18: lb:
  2: d:o d:o d:o 10: d:o
  1: d:o d:o d:o 8: d:o
  1: d:o d:o d:o 6: d:o
  1: d:o d:o d:o 3: d:o
  2: d:o voorwagens.

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 4: Septb: 1764.’

’/:was geteekent:/’

‘P: v: Reede van Oudshoorn.’

Naar welkers resumptie beslooten is, dat met de daarbij vermelde gestorvene Leijfeijgenen, neevens het verrekt beestiaal der E: Comp: mitsg:s de te kort koomende, en defect aangebragte, item, de in de resp: Pakhuijsen onbruijkbaar bevondene goederen, in diervoegen Zal werden gehandelt, als in margine van voorseijde Memorie Staat aangeteekent.

En is voorts meede nagesien, de reecquening weegens den ontfangst en uijtgaaf der Zeeguls, met de Restanten van dien, Luijdende als volgt.


Zeeguls d' A:is 1763/4.
Debent
  van van van van van van van van van van
Rd:s: 1/8: 1/4: 1/2: 3/4: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
Ult:o Febr: 1764 restant verbleeven 444: 557: 526: 93: 217: 139: 172: 87: 54: 24: 15: 98: 31: 34: 20: 36: 9: 4: 4: 4:
den 13: April jongste bygekoomen 1000: 1000: 600: -: -: -: -: 100: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -:
Somma 1444: 1557: 1126: 93: 217: 139: 172: 187: 54: 24: 15: 98: 31: 34: 20: 36: 9: 4: 4: 4:
 
Credunt
  van van van van van van van van van van
Rd:s 1/8: 1/4: 1/2: 3/4: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
Zeedert p:mo Maart Jongstl: tot dato verkogt 657: 592: 329: -: 97: 70: 5: 63: 3: 1: 9: 12: -: 2: 1: 8: -: -: -: -:
de dato deeses restant 787: 965: 797: 93: 120: 69: 167: 124: 51: 23: 6: 86: 31: 32: 19: 28: 9: 4: 4: 4:
Somma 1444: 1557: 1126: 93: 217: 139: 172: 187: 54: 24: 15: 98: 31: 34: 20: 36: 9: 4: 4: 4:

Zeeguls d' A:is 1763/4.
Debent
  van van van van van van van van van van
Rd:s: 1/8: 1/4: 1/2: 3/4: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
Ult:o Febr: 1764 restant verbleeven 444: 557: 526: 93: 217: 139: 172: 87: 54: 24: 15: 98: 31: 34: 20: 36: 9: 4: 4: 4:
den 13: April jongste bygekoomen 1000: 1000: 600: -: -: -: -: 100: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -:
Somma 1444: 1557: 1126: 93: 217: 139: 172: 187: 54: 24: 15: 98: 31: 34: 20: 36: 9: 4: 4: 4:
 
Credunt
  van van van van van van van van van van
Rd:s 1/8: 1/4: 1/2: 3/4: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
Zeedert p:mo Maart Jongstl: tot dato verkogt 657: 592: 329: -: 97: 70: 5: 63: 3: 1: 9: 12: -: 2: 1: 8: -: -: -: -:
de dato deeses restant 787: 965: 797: 93: 120: 69: 167: 124: 51: 23: 6: 86: 31: 32: 19: 28: 9: 4: 4: 4:
Somma 1444: 1557: 1126: 93: 217: 139: 172: 187: 54: 24: 15: 98: 31: 34: 20: 36: 9: 4: 4: 4:

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de goede Hoop Ultimo Augustus 1764 /:was geteekent:/ P: v: Reede van Oudshoorn.’

‘Deese Reekening door ons ondergeteek: Fiscaal en gecommitteerdens uijt den Raad van Justitie alhier behoorlijk nagesien, en met de Restanten geconfronteert zijnde, is deselve in allen deele accordeerende bevonden, datum ut Supra /:was geteekent:/ J:W: Cloppenburg, C: Brand, D: D’ Aillij /:lager:/ Mij Present /:en geteekent:/ C:L: Neethling Secret:s’

Waaruijt Zijnde koomen te blijken, dat de verkogte Zeeguls, geduurende de Jongst gepasseerde Ses Maanden, een Somma van Rd:s 1361:5:- bedragen hebben; is hierop verstaan, dat dit montant, volgens gebruijk in S’ E: Comp:s Cassa overgebragt Zijnde, bij de Negotie boeken deeses gouvernements, Sal werden ingenoomen.

Sijnde wijders, ten versoeke van den Landdrost en burgerkrijgsraad tot Swellendam , vervat bij derselver missive van den 23: aug:s Jongstl:, goedgevonden, aan haarl. Zoo tot de gewoone Exercitie, als het doen der aanstaande wapenschouwing aan Swellendam , Ses Honderd Ponden Buscruijt, en vijf Honderd p:s vuursteenen te doen verstrecken.

Hierna geleesen weesende, de requesten, door den onderCoopman en Secretaris des Justitieelen Raads, Christiaan Ludolph Neethling, en den Burger Johan Andreas Thomas Kempff gepresenteerd, tendeerende, dat aan haarl: ijder, een Stukje Erfs, Zijnde het Steegje, geleegen in deese Tafelvalleij , ter Zijden, mitsg:s agter en langs de woon- en huurhuijzen van de Suppl:ten in Eijgendom mogte werden verleend; Zoo is, naar overweeging van Zaken, ende om reedenen, dat het ged:t Steegje uijt hoofde van de thans beneeden hetselve geprojecteerde nieuwe Straat- weg, als nu voor ‘t algemeen van geen dienst meer komt te weesen, goedgevonden, het voorsz: versoek te accordeeren.

Sijnde vervolgens, naar resumptie der versoekschriften der burgers Maarten Baartman, Johannes Esler en Jan Smook, als aanneemers van de Pagt der Brandewijnen en gedistileerde waateren, aan deselve voor ijder PerCeel nog een bijtapper vergund; Terwijl bovens dien aan den Pagter der vaderlandsche bieren en wijnen Johan Jacob Schreuder is toegestaan, om behalven desselfs gepermitteerde bijtappers, de voorsz: dranken nog, door de weed: Witting in de Thuijn Uijtvlugt gen:t, te moogen laaten debiteeren.

Gelijk ook aan den Pagter der Coele en Brandewijnen aan ‘t ronde bosje en in de Baaij fals Johannes Casparus Holtman is gepermitteerd, als bijtappers te moogen aanstellen, de burgers Johan Willem Hurter, en Johannes Bruijns, op derselver woonplaatsen aan de Brouwerij en ‘t Ronde bosje , mitsg:s Hendrik Driehaar, ten huijze van ged:t Bruijns, aan de Sogen:d drie Coppen .

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] W:m Vrugt

[Signed:] Mij Present T:C: Rönnenkamp E:g:Clercq

C. 142, pp. 376-395.

Dingsdag den {17641016} 16: Octbr: 1764:

‘S voormiddags alle present, uijtgenoomen den heer Lieut:t Collonel Isaac Meinertzhagen.

Vermits den garst ougst thans op handen komt te Schietten, en dat men volgens eene op t menagieuste gemaakte calculatie, de quantiteijt van 3000: mudden van dit graan ten behoeve der E: Comp:ie nodig heeft; is dierhalven goedgedagt, aan alle ende een ijgelijk der landbouwers bij affixie van billietten t’ ordonneeren, binnen den tijd van Veerthien dagen, of Soo dra Sulx eenigsints doenelijk Sal Zijn ten Negotie Comptoire alhier te koomen opgeeven, mitsg:s teffens de ordonnantien te laaten vervaardigen nopens de quantiteijt der garst, die een ijder naar Sijn vermoogen te missen heeft, en dus aan d’ E Comp:s Sal kunnen leeveren, met bijgevoegde reCommandatie wijders hieromtrent ter goeder trouwe te handelen, ten eijnde men bij faute van dien, niet sal behoeven genoodsaakt te Zijn, Sodanige maatregulen te neemen, en in ‘t werk te Stellen, als men, om d’ E Comp: deesen aangaande buijten verleegendheijd te doen blijven, Sal vinden te behooren.

Den baas van S’ E: Comp:s post de Schuur , die onlangs door den heere gouverneur naar het Swellendams district is uijtgesonden geweest, ten eijnde een parthij goede trek Ossen voor d E Comp:ie in te koopen, bij desselfs te rug komst aan Zijn Edele ter hand gesteld hebbende een Schriftelijk rapport, behelzende het getal der trek Ossen, mitsg:s van welke persoonen deselve Zijn ingekogt, luijdende als volgd.

‘Rapport.’

Aan den Wel Edelen gestr: heere Rijk Tulbagh. Raad Extra ordinaris van Neederlands India, gouverneur in loco &&:a, van de volgende Trek Ossen, die door den baas van ‘S Comp:s Schuur van de onderstaande persoonen, ten dienst der E: Comp:ie Sijn ingekogt, als.


27: p:s van Dirk Marcus.
7: d:o d:o Jan Christoffel Diedloff.
12: d:o d:o Andries de Jager.
8: d:o d:o Jan la Grange.
7: d:o d:o Jacobus Steen.
33: d:o d:o Josias Meijer.
20: d:o d:o Gerrit Hendrik Meijer.
3: d:o d:o Cornelis Roeloffsen.
36: d:o d:o Jacobus Botha Theunisz:
30: d:o d:o Joh:s Janssen van Rensburg
15: d:o d:o Michiel Moller.
8: d:o d:o Carel de Jager.
206: p:s trekossen à 8: Rijxd:s ijder.

27: p:s van Dirk Marcus.
7: d:o d:o Jan Christoffel Diedloff.
12: d:o d:o Andries de Jager.
8: d:o d:o Jan la Grange.
7: d:o d:o Jacobus Steen.
33: d:o d:o Josias Meijer.
20: d:o d:o Gerrit Hendrik Meijer.
3: d:o d:o Cornelis Roeloffsen.
36: d:o d:o Jacobus Botha Theunisz:
30: d:o d:o Joh:s Janssen van Rensburg
15: d:o d:o Michiel Moller.
8: d:o d:o Carel de Jager.
206: p:s trekossen à 8: Rijxd:s ijder.

’/:was geteekend:/’

‘J:H: Hofmeijer. /:in margine:/ Cabo de goede hoop, den 6: Septb: 1764:’

Is hierop beslooten, om de daarvoor bedongene prijs van 8: Rijxd:s uijtmakende voor 206: p:s Ossen, de Somma van 1648: Rijxd:s uijt S’ E Comp:s Cassa te laaten voldoen.

Vervolgens wierd door d’ E E: David d’ Aillij, en Pieter Hacker, in qualité als geCommitteerde Examinateurs der Negotie boeken deeses gouvernements geproduceerd de onderstaande versoek Schriften, van den pakhuijsmeester, Dispencier, en keldermeester, tendeerende het genot, der gewoone Jaarlijxe afschrijvingen.

Aan den Wel Edele gestr: heer Rijk Tulbagh, Raad Extra ordinaris, van Neederlands India, mitg:s Gouverneur van Cabo de goede Hoop, en den ressorte van dien &&&:a beneevens den E: Agtb: raad van politie deeses gouvernements.

‘Wel Edele gestr: Heer. en E: Agtb: Heeren.’

‘Den ondergeteek: pakhuijsmeester versoekt Seer eerbiedig, dat aan hem mag werden toegestaan, de ordinaire afschrijving, op de hier onder te noemene goederen, gedurende dit afgeweekene boekjaar, onvermijdelijk gevallen; bestaande in ‘t volgende, Namentlijk.’


Cramerijen
12: lb: Aluijn, op 399: lb: over 't Jaar gelegen hebbende, à 3: p C:o
22 1/2: d:o Lijm, op 441: lb: à 5: pC:o
17: d:o Stijfzel, d:o 340: d:o
Loot.
8 3/8: d:o plat, op 6737: lb: à 1/8: p:r C:o
Coper.
7 1/8: d:o gesort:d op 3968 1/2: lb: à 1/8: p:r C:o
Ijser.
2107: d:o gesorteerd, als
  1977: lb: op 131770: lb: over 't Jaar geleegen hebbende, a 1 1/2: p:r C:o
  130: d:o op 13008: d:o binnen 't Jaar aangebragt à 1: p:r C:o
Staal.
28: lb: op 1863 1/2: lb: over 't Jaar geleegen hebbende, à 1 1/2: p:r C:o
Speijkers.  
320: d:o gesort: ijsere op 21359: lb: over 't Jaar geleegen hebbende, à 1 1/2: p:r C:o
Verwen.
1/2: d:o fijne, op 24 1/2: lb:, binnen 't Jaar aangebragt, à 2: p:r C:o
90: d:o gesort: grove op 2978 1/2: lb: over 't Jaar geleegen hebbende, à 3: p:r C:o
Tabak.
40: d:o op 1346: lb: à 3: p:r C:o
Specerijen.
1: d:o nooten op 97: lb: over 't Jaar geleegen hebbende, à 1: p:r C:o.
3/4: d:o Nagulen op 73: d:o
1 1/8: d:o foulij op 191 3/4 d:o

Cramerijen
12: lb: Aluijn, op 399: lb: over 't Jaar gelegen hebbende, à 3: p C:o
22 1/2: d:o Lijm, op 441: lb: à 5: pC:o
17: d:o Stijfzel, d:o 340: d:o
Loot.
8 3/8: d:o plat, op 6737: lb: à 1/8: p:r C:o
Coper.
7 1/8: d:o gesort:d op 3968 1/2: lb: à 1/8: p:r C:o
Ijser.
2107: d:o gesorteerd, als
  1977: lb: op 131770: lb: over 't Jaar geleegen hebbende, a 1 1/2: p:r C:o
  130: d:o op 13008: d:o binnen 't Jaar aangebragt à 1: p:r C:o
Staal.
28: lb: op 1863 1/2: lb: over 't Jaar geleegen hebbende, à 1 1/2: p:r C:o
Speijkers.  
320: d:o gesort: ijsere op 21359: lb: over 't Jaar geleegen hebbende, à 1 1/2: p:r C:o
Verwen.
1/2: d:o fijne, op 24 1/2: lb:, binnen 't Jaar aangebragt, à 2: p:r C:o
90: d:o gesort: grove op 2978 1/2: lb: over 't Jaar geleegen hebbende, à 3: p:r C:o
Tabak.
40: d:o op 1346: lb: à 3: p:r C:o
Specerijen.
1: d:o nooten op 97: lb: over 't Jaar geleegen hebbende, à 1: p:r C:o.
3/4: d:o Nagulen op 73: d:o
1 1/8: d:o foulij op 191 3/4 d:o

’/:onderstond:/’

‘In t Casteel de goede hoop, Ult:o Aug:s 1764: /:was geteek:d/ D:d D’ Aillij.’

‘Den Wel Edelen gestr: Heer Rijk Tulbagh Raad Extra ordinaris van Neederlands India, gouverneur van Cabo de goede hoop &&&:a beneevens den E: Agtb: Raad van politie, werd eerbiedig versogt, dat aan den ondergeteekenden dispencier mag werden toegestaan, de ordinaire afschrijving, van de onderstaande goederen, dewelke door Spillagie, leccagie, aanslaan der muuren, als andersints, onvermijdelijk in een Jaar koomen t’ ontstaan, namentlijk.’


336: 5/8: mudd: tarwe, op 12377 1/8: mudd:, als
  267 3/8: mud: op 8913 1/8: over 't Jaar gelegen, 3: p:r C:o
  69 1/4: d:o d:o 3464: binnen d:o d:o d:o 2: d:o
17 5/8: mudd: Rog, op 679 5/8: mudd:, als.
  12 3/8: mudd: op 412 5/8: mudd: over 't Jaar geleegen, 3: p:r C:o
  5 1/4: mudd: op 261: mudd: binnen 't Jaar, 2: p:r C:o
27: Mudd: Garst, op 1800: mudd: sijnde 1 1/2: p:r C:o
1 3/4: d:o gem: gort, op 122: d:o Sijnde 1 1/2: d:o
-7/8: d:o fijne gort, d:o 58: d:o Sijnde 1 1/2: d:o
21 1/4: d:o boonen, op 886 1/4: mudd:, als.
  10 7/8: mudd: op 364 1/8: mudd: over 't Jaar geleegen, 3: p:r C:o
  10 3/8: mudd op 522 1/8 mudd: binne 't jaar, 3 p:r C:o
17: mudd: erweten, op 746: mudd:, als
  6: mudd: op 198 1/4: mudden, over 't Jaar geleegen, 3: p:r C:o
  11: d:o op 547 3/4: mudden, binnen 't Jaar, 2: p:r C:o
11068: lb: Rijst, op 414285: lb:, als
  8350: lb: op 278340: lb: over 't jaar geleegen, 3: p:r C:o
  2718: d:o d:o 135945: lb: binnen t' jaar, 2: p:r C:o
399: lb: beschuijt op 26610: lb: Sijnde 1 1/2: p:r C:o
355: lb: d:o Poeder Zuijker op 13541: lb: als
  254: lb: op 8462: lb: over 't Jaar geleegen, 3: p:r C:o
  101: d:o d:o 5079: lb: binnen 't Jaar, 2: p:r C:o
259: d:o Candij Zuijker op 10940: lb: als.
  119: lb: op 3960: lb: over het Jaar geleegen, 3: p:r C:o
  140: d:o op 6980: lb: binnen het Jaar, 2: p:r C:o.
19: lb: peeper op 1050: lb:, als
  10: lb: op 445 1/2: lb: over 't jaar geleegen 2 1/4: p:r C:o
  9: d:o d:o 604 1/2: lb: binnen 't Jaar 1 1/2: p:r C:o
34: d:o Cattoene gaarn op 2738 1/2: lb: als
  13 1/2: lb: op 674 1/4: lb: over 't Jaar geleegen, 2: p:r C:o
  20 1/2: d:o op 2064 1/4: lb: binnen 't jaar 1: p:r C:to
12: d:o Wax op 399: lb:, sijnde 3: p:r C:o
36: d:o Waxkaarssen op 1784: lb: Sijnde 2: pC:o
34: d:o Spaanse Seep d:o 1727: d:o d:o 2: d:o
240: d:o Marseilliaanse d:o d:o 12003: d:o d:o 2: d:o
33 1/10: kann: olijven olij op 829 1/2: kann:, als
  20 7/10: d:o op 414 8/10: d:o, over 't Jaar geleegen, 3: p:r C:o
  12 4/10: d:o op 414 7/10: d:o, binnen 't Jaar, 3 p:r C:o
62: kann: Lijn olij op 2063: kann: Sijnde 3: p C:o
22 1/10: d:o Clappus d:o d:o 738: d:o d:o 3: d:o
121: d:o Traan d:o 2420: d:o d:o 5: d:o

336: 5/8: mudd: tarwe, op 12377 1/8: mudd:, als
  267 3/8: mud: op 8913 1/8: over 't Jaar gelegen, 3: p:r C:o
  69 1/4: d:o d:o 3464: binnen d:o d:o d:o 2: d:o
17 5/8: mudd: Rog, op 679 5/8: mudd:, als.
  12 3/8: mudd: op 412 5/8: mudd: over 't Jaar geleegen, 3: p:r C:o
  5 1/4: mudd: op 261: mudd: binnen 't Jaar, 2: p:r C:o
27: Mudd: Garst, op 1800: mudd: sijnde 1 1/2: p:r C:o
1 3/4: d:o gem: gort, op 122: d:o Sijnde 1 1/2: d:o
-7/8: d:o fijne gort, d:o 58: d:o Sijnde 1 1/2: d:o
21 1/4: d:o boonen, op 886 1/4: mudd:, als.
  10 7/8: mudd: op 364 1/8: mudd: over 't Jaar geleegen, 3: p:r C:o
  10 3/8: mudd op 522 1/8 mudd: binne 't jaar, 3 p:r C:o
17: mudd: erweten, op 746: mudd:, als
  6: mudd: op 198 1/4: mudden, over 't Jaar geleegen, 3: p:r C:o
  11: d:o op 547 3/4: mudden, binnen 't Jaar, 2: p:r C:o
11068: lb: Rijst, op 414285: lb:, als
  8350: lb: op 278340: lb: over 't jaar geleegen, 3: p:r C:o
  2718: d:o d:o 135945: lb: binnen t' jaar, 2: p:r C:o
399: lb: beschuijt op 26610: lb: Sijnde 1 1/2: p:r C:o
355: lb: d:o Poeder Zuijker op 13541: lb: als
  254: lb: op 8462: lb: over 't Jaar geleegen, 3: p:r C:o
  101: d:o d:o 5079: lb: binnen 't Jaar, 2: p:r C:o
259: d:o Candij Zuijker op 10940: lb: als.
  119: lb: op 3960: lb: over het Jaar geleegen, 3: p:r C:o
  140: d:o op 6980: lb: binnen het Jaar, 2: p:r C:o.
19: lb: peeper op 1050: lb:, als
  10: lb: op 445 1/2: lb: over 't jaar geleegen 2 1/4: p:r C:o
  9: d:o d:o 604 1/2: lb: binnen 't Jaar 1 1/2: p:r C:o
34: d:o Cattoene gaarn op 2738 1/2: lb: als
  13 1/2: lb: op 674 1/4: lb: over 't Jaar geleegen, 2: p:r C:o
  20 1/2: d:o op 2064 1/4: lb: binnen 't jaar 1: p:r C:to
12: d:o Wax op 399: lb:, sijnde 3: p:r C:o
36: d:o Waxkaarssen op 1784: lb: Sijnde 2: pC:o
34: d:o Spaanse Seep d:o 1727: d:o d:o 2: d:o
240: d:o Marseilliaanse d:o d:o 12003: d:o d:o 2: d:o
33 1/10: kann: olijven olij op 829 1/2: kann:, als
  20 7/10: d:o op 414 8/10: d:o, over 't Jaar geleegen, 3: p:r C:o
  12 4/10: d:o op 414 7/10: d:o, binnen 't Jaar, 3 p:r C:o
62: kann: Lijn olij op 2063: kann: Sijnde 3: p C:o
22 1/10: d:o Clappus d:o d:o 738: d:o d:o 3: d:o
121: d:o Traan d:o 2420: d:o d:o 5: d:o

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de goede hoop Ult:o Augustus 1764: /:was geteekend:/ C:l Brand.’

Aan den Wel Edelen gestr: heer Rijk Tulbagh Raad Extra ordinaris van Neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede hoop, en den ressorte van dien &&&:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘Den ondergeteek: keldermeester, versoekt seer Eerbiedig, aan Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: dat aan hem mag valideeren, de hier onder gespecificeerde afschrijving, te weeten.’


3998: Cann: Arak, op 39988: Cann: dewelke onder dato deeses Restant verblijven, à 10: p:r C:o
32047: d:o Caabse wijn, op 320477: Cann:, dewelke onder dato deeses insgelijx restant verblijven, à 10: p:r C:o
251: Cann: Caabse brandewijn, op 2518: Cann:, dewelke onder dato deeses meede restant verblijven, à 10: p:r C:o

3998: Cann: Arak, op 39988: Cann: dewelke onder dato deeses Restant verblijven, à 10: p:r C:o
32047: d:o Caabse wijn, op 320477: Cann:, dewelke onder dato deeses insgelijx restant verblijven, à 10: p:r C:o
251: Cann: Caabse brandewijn, op 2518: Cann:, dewelke onder dato deeses meede restant verblijven, à 10: p:r C:o

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de goede hoop Ult:o Aug:s 1764:’

’/:was geteekend:/’

‘P: Hacker.’

Waarop goedgedagt is, de voorsz: versogte afschrijving, als niet Excedeerende aan voorseijde administrateurs te laaten valideeren.

Ende ten aansien de nieuw aangelegde Straat, voor een groot gedeelte, door de thuijn, van den oud Commissaris van Civiele en huwelijx Zaaken Hendrik Fehrsen heen Schiettende, denselven oversulx een Strook lands, ter groote van 58: quad:t Roeden, 18: d:o voeten en 48: gelijke duijmen heeft moeten missen; Is dierhalven op de propositie van den heere gouverneur goedgevonden en beslooten, aan voorm: Fehrsen, ten eijnde hem weegens het voorsz: ten nutte van het algemeen afgestaane Land, billijker wijse weederom Schadeloos te Stellen, in eijgendom uijt te geeven, een Stuk huijs Erfs, in ‘t nieuw afgestookene blok, N:o 9: groot 108: quad:t roeden: 24: dito voeten en 84: gelijke duijmen waarvan dienvolgens een Erffgrondbrief in forma Sal werden verleend.

Ook is mits den aannaderenden tijd van de Generaale wapenschouwing der landmilitie aan Stellenbosch , beslooten, d’ E: E:s David D’ Aillij, Coopman en pakhuijsmeester, mitsg:s Lidt deeser vergadering, en Hieronimus Hendriksz, Capitain Lieut:t Militair deeses Casteels tot bijwooning van dien te Committeeren: Terwijl voorts verstaan is, de door den krijgsraad aldaar gedaane aanstelling van onderofficieren t’ approbeeren, mitsg:s aan deselve tot het doen der Exercitiën, mitsg:s voorsz: optrek, de quantiteijt van 1500: lb: buscruijt, en 2700: p:s vuursteenen te laaten verstreCken.

Hierna bij Lectuure van Seeker request, door den burger Jacobus Meijer tot het Schoolhouden ter deeser plaatse gepresenteerd; in overweeging genoomen weesende, dat denselven niet alleen goede bequaamheeden tot het onderwijsen der Jeugd is besittende, maar daarneevens ook Lidmaat der kerke alhier komt te Zijn, heeft men dierhalven goedgedagt, het voorsz: door hem gedaane versoek te accordeeren.

Gelijk wijders op het meede bij Request gedaane versoek van den burger Pieter Nelle, aan hem is toegestaan, onder betaaling van het gewoone transport en Costgeld met eene van S’ E: Comp:s Scheepen te mogen repatrieeren, mits alvoorens behoorlijk Sal moeten doen blijken, dat ten behoeve van desselfs hier geproCreeerde twee kinderen, d’ eene twee jaaren, en d’ andere vier maanden oud, genoegsaam Sal hebben gesorgd, dat deselve niet tot laste der Diaconije koomen te vervallen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de Goede hoop Ten Dage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 396-407.

Dingsdag den {17641113} 13: novbr: 1764.

S’ voormiddags alle Present uijtgenoomen de heeren Secunde Pieter van Reede van oudshoorn en Lieut: Collonel Isaac Meinertzhagen.

Kerkenraade deeser plaatse, eenige Schickingen omtrent de graven op het buijten kerkhoff gemaakt hebbende, Soo wierd ten belange door deselve op heeden het volgende Schriftuur ingeleevert.

Aan den wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh, Raad Extra ordinaris van neederlands India en gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &&&:a beneevens den E E: Agtb: Raad van Politie deeses gouvernements.

‘Wel Edele gestr: Heer en E E: Agtb: Heeren.’

‘’T Collegie van kerkenraade alhier, heeft d’ Eer, uwel Edele gestr: en E: E: Agtb: Eerbiedig te kennen te geeven, dat bij haare gehoudene vergadering van den 5: deeses, weegens het buijten kerkhoff tot meerder inkomsten der armen alhier, ‘t volgende goedgevonden is.’

‘Art: 1:’

‘Om thien huur graven ten dienste van de kerk op ‘t buijten kerkhoff te laaten uijtmetselen en deselve behoorlijk van boven met Steenen te bedecken en te nommeren, ten einde iemand daar in begraven wordende, daar voor eene Somma van ƒ25: Indische valuatie zal moeten betaalen, buijten de ordinaire kerksonkosten voor baar en doodkleed.’

‘Art: 2:’

‘Den geene die geneegen Zijn een graft in Eijgendom op ‘t buijten kerkhoff te hebben, Zullen daar voor betaalen eene Somma van ƒ75: gelijke waerde, mits deselve voor haar Eijge kosten te laaten uijtmetselen, en van boven te bevloeren, ieder graft kelder zal zijn 8: voeten lang 5: v:t breed en 5: v:t diep.’

‘Art: 3:’

‘Dat den Doodgraver Zal worden geordonneert, om twee beenhuijsen in ieder hoek van ‘t kerkhoff te maaken.’

‘Art: 4:’

‘Dat de aldaar Staande ruijgte behoorlijk afgesneeden, en de gaten gedemt Zullen worden.’

‘Van ‘t welk kerkenraade de vrijheijd neemen uwel Edele gestr: en E E: Agtb: needrig kennisse te geeven, met Eerbiedig versoek dat uwel Edele gestr: en E E: Agtb: het geresolveerde van kerkenraade gelieve te approbeeren, en deselve wijders te authoriseeren om door Billiëtten weegens ‘t uijtgeeven der graven in Eijgendom aan een ieder behoorlijk kennisse te moogen geeven.’

’/:onderstond:/ ‘T welk doende &:a /:lager:/ uijt Last en naam van kerkenraade alhier /:was geteekent:/ G:H: Cruijwagen Scriba. /:in margine:/ Cabo de goede Hoop den 12: novb: 1764:’

Naar lectuure van het welke goedgedagt is, voorsz: Schickingen t’ approbeeren, en mits dien op het daarbij gedaane versoek, kerkenraade voorn:t, te qualificeeren, om daar van bij affixie van Billiëtten aan een ijgelijk behoorlijk kennisse te moogen geeven.

Ende ten aansien door denselven kerkenraad ook klagten Zijn gedaan, dat Sommige moedwillige persoonen, Zig niet komen t’ ontsien, om over de muuren van het gedagte buijten kerkhoff te klimmen, ten eijnde het daar binnen gevonden werdende gras tot voeder voor Paarden en ander vee af te snijden; Terwijl andere haare Slaaven daartoe gebruijken, en dus doende, voet tot veele ongereegeltheeden koomen te geeven, is dierhalven, om diergelijke onbehoorlijk gedoente te beletten, verstaan, bij billiëtten te inderdiceeren, dat voortaan niemand zig zal hebben t’ onderstaan, om onder wat voorwendsel het ook Zoude moogen weesen, over de muuren van het meergem: buijten kerkhoff te klimmen op pœne dat de geene die hierop Sullen werden agterhaald, in een boete van 25: Rd:s voor d’ Eerste maal, en 50: Rd:s voor de tweede reijs Sullen weesen vervallen, dog ten derdenmale geattrapeerd Zijnde, bovensdien arbitralijk Sullen werden gecorrigeert; en dat hieromtrent voor ‘t overige de meesters voor haare Slaven Zullen moeten instaan en verantwoorden.

Sijnde wijders door den onder afgesz: gagie hier verbleevenen adsistent en geweesene Secunde te Pattena Johannes van der Sluijs overgeleeverd, Seeker request, luijdende als volgt.

Aan den wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh Raad Extra ordinaris van neederlands India, mits:s gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &&&:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele gestr: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘Geeft met diepschuldig respect te kennen, uwer wel Edele gestr; en E: Agtb: Seer needrigen Dienaar, den in den Jaare 1755: van Bengalen hier aangelanden, mitsg:s Seedert, onder afgesz: gagie verbleevenen adsistent, en geweesene Secunde van Pattena , Johannes van der Sluijs, dat onlangs bij den Agtb: Raad van Justitie deeser plaatse, is getermineerd, Seeker proces, ‘t geen door des Suppl:ts Swager Gualter van der Beets, thans te Delft woonagtig, teegens hem Suppl:t is gemoveerd geweest; bij welke uijtspraak, aan den Suppl:t is gereserveerd gelaaten, d’ actie die hij teegens ged:e van der Beets is hebbende, te moogen institueeren, daar en soo als te raede Soude werden; dan ten aansien het met deese pretensiën van den Suppl:t Sodanig is gesteld, dat om deselve te institueeren, desselfs eijgene presentie in Neederland ten hoogsten gerequireerd werd; Soo neemt den Suppl:t de vrijheijd, uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: Eerbiedig te versoeken, den Suppl:t te permitteeren, om met een der eerst hier aan te landene retourscheepen der E: Comp: naar Neederland te moogen overvaaren, en ten dien eijnde bij des Suppl:t vertrek van hier, desselfs Stil gestaan hebbende gagie weder te doen Cours neemen: maar nadien den Suppl:t, gelijk hij d’ Eere heeft gehad, Sulx hier boven te Seggen, deese reijze eenelijk genoodsaakt is, te onderneemen, om Zijne actie teegens meergem: van der Beets, bij weege van regten te institueeren, mitsg:s na afdoening dier Saaken, voorneemens is, ten eersten weederom herwaards te keeren, ten eijnde met believen uwer wel Edele gestr: en E Agtb: zig alhier vast ter needer te Setten, en dat de Swacke lighaams gesteldheijd zijner huijsvrouw niet komt toe te laaten, een dusdanige Swaare reijze heen en weeder te doen, Soo versoekt den Suppl:t uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: al verder, dat het van derselver gunstig welbehagen mag zijn, des Suppl:t huijsvrouw ter deeser plaatse te laten verblijven; Sijnde den Suppl:t ten dien eijnde bereijd, om van desselfs middelen, maar Soo veel als hij tot desselfs uijtrusting noodig heeft, met Zig te neemen, en voor ‘t overige Zijn gantsch besit, onder desselfs meer geciteerde huijsvrouw te laaten.’

’/:onderstond:/ Twelk doende &:a’

Waarop ter Consideratie der in het voorsz: versoekschrift ter needer gestelde Reedenen goedgedagt is, aan den Suppl:t t’ accordeeren, met een der verwagt werdende retourscheepen naar Neederland te vertrecken, en als voorneemens weesende, weederom herwaards te rug te keeren, oversulx desselfs huijsvrouw alhier te moogen laten verblijven; Sullende dierhalven bij ‘t vertrek van den suppl:t desselfs Stil gestaan hebbende gagie weederom Cours neemen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 408-430.

Dingsdag den {17641211} 11: Decbr: 1764.

S’ voormiddags alle Present uijtgenoomen den Heer Secunde en hoofd administrateur Pieter van Reede van Oudshoorn.

Sijn op heeden nagesien het vertoog der lasten deeses gouvernements geduurende dit boekjaar 1763/64: neevens die van S’ jaars bevoorens ofte d’ A:nis 1762/63:, bedragende als volgt.

  1763/64: 1762/63:
Onkosten van Scheepen ƒ184583:07:-: ƒ137442:07:-:
Randsoenen Ordinair d:o 76399:06:-: d:o 76255:-:08:
Onkosten d:o d:o 31403:15:08: d:o 31362:17:08:
d:o Extra ordinair d:o 3088:16:08: d:o 3723:04:08:
Timmeragie en Reparatie d:o 13114:03:08: d:o 13347:-:-:
Fortificatiën d:o 1479:12:08: d:o 1349:10:-:
Onkosten van S' Comp: Leijfeijgenen d:o 23547:13:-: d:o 23115:19:-:
'T Hospitaal d:o -:-:-: d:o 2517:07:-:
Reecq: van Condemnatie d:o 3452:13:08: d:o 3223:06:-:
Onkosten van Chaloupen &:a d:o 7020:15:08: d:o 10343:03:-:
Scheeps Zoldijen d:o 15254:03:-: d:o 9232:15:08:
Soldijen aan land d:o 127742:09:08: d:o 95745:16:08:
Somma ƒ487086:15:08: ƒ407658:06:08:
  1763/64: 1762/63:
Onkosten van Scheepen ƒ184583:07:-: ƒ137442:07:-:
Randsoenen Ordinair d:o 76399:06:-: d:o 76255:-:08:
Onkosten d:o d:o 31403:15:08: d:o 31362:17:08:
d:o Extra ordinair d:o 3088:16:08: d:o 3723:04:08:
Timmeragie en Reparatie d:o 13114:03:08: d:o 13347:-:-:
Fortificatiën d:o 1479:12:08: d:o 1349:10:-:
Onkosten van S' Comp: Leijfeijgenen d:o 23547:13:-: d:o 23115:19:-:
'T Hospitaal d:o -:-:-: d:o 2517:07:-:
Reecq: van Condemnatie d:o 3452:13:08: d:o 3223:06:-:
Onkosten van Chaloupen &:a d:o 7020:15:08: d:o 10343:03:-:
Scheeps Zoldijen d:o 15254:03:-: d:o 9232:15:08:
Soldijen aan land d:o 127742:09:08: d:o 95745:16:08:
Somma ƒ487086:15:08: ƒ407658:06:08:

Uijt welke t’ samentrecking dan komt te Consteeren, dat de lasten in ‘t generaal deesen Jaere ƒ79428:9:- meerder dan A:o Pass:o bedragen, en ijder Lastpost in ‘t bijsonder het volgende meerder of minder heeft koomen te rendeeren, als.

  meerder minder
Onkosten van Scheepen beloopen dit Jaar meerder, Eerstelijk, omdat 'er agt scheepen meer dan A:o pass:o aan dit gouvernement zijn aangeweest, ten tweeden weegens de groote quantiteijt Zeijldoek en verdere Equipagie goederen, die Soo aan de resp: Retourscheepen als aan het provisie Schip Oosterbeek hebben moeten werden verstrekt, en ten derde, door de buijten gewoone Swaare Reparatien die aan het Chinaas retourschip 't Huijs te Bijweg en den hier permanenten Hoeker de Meermin zijn gedaan geworden, te saamen monteerende. ƒ47141:-:-:
Randsoenen Ordinair insgelijx hooger geloopen zijnde, is Zulx veroorsaakt, door de verhoogde Prijs van 't versch vleesch Seedert p:mo Maij van 3/4 Stv:s tot 1: Stv: het pond, maakende te saamen. d:o 144:05:08:
Onkosten Ordinaire, deese post dit jaar weederom meerder dan in het voorl: Jaar, koomende te Bedraagen, is Zulx eenelijk ontstaan, dat het veth van 3: tot 6: Rijxd:s 't Cento, Seedert de geciteerde Maand Maij heeft moeten werden ingekogt. d:o 40:18:-:
Onkosten Extra ordinair hebben daar en teegen minder dan in 't voorl: Jaar gerendeert, dewijl 'er geen defroijementen op den burger optrek in 't nieuwe jaar zijn gedaan.   ƒ634:08:-:
Timmeragien en Reparatiën bedragen dit jaar meede minder, ende Sulx ten principaale door de reparatiën die A:o pass:o aan de Pelmolen hebben moeten geschieden.   d:o 232:16:08:
Fortificatiën, een geringe Somma meerder dan in den voorl: Jaare Synde koomen te beloopen; is Zulx voortgesprooten, door het bedragen der aan de Arthillerije verstrekte kruijtseeven en houte Cardoes kookers d:o 130:02:08:
Onkosten van S' Comp:s Leijfeijgenen rendeeren dit Jaar insgelijx meerder door de voorwaartsgem: verhoogde prijs van 't versch vleesch gereekent van p:mo Maij tot Ult:o Aug:s Laatstl: d:o 431:14:-:
'T Hospitaal is weegens de verteerde halve gagie der daarin geleegen hebbende impotenten te vooren geraakt ƒ150:16:   ƒ2517:07:-:
Reecq: van Condemnatie en Confiscatie, Bedragen dit jaar insgelijx meerder als A:o pass:o, weegens het onderhoud van een grooter getal ballingen op 't Robben Eijland , als meede dat mits gebrek aan Pijlaken, voor de kleeding der Caffers en bandieten, Lijwaaten hebben moeten Werden gebruijkt ƒ229:07:08:
Onkosten van Chaloupen en mindere vaartuijgen, koomen daar en teegen minder te bedragen, als A:o pass:o, weegens de minder verstrekte Equipagie goederen, Zeijldoek, houtwerken &:a aan de landsboots voor een rond jaar, als meede door 't weijniger bedragen der afbreukboot, teegens de geene die in den gepasseerden Jaare is opgeset.   d:o 3322:07:08:
Scheeps Zoldijen rendeeren in teegendeel dit Jaar meerder, door de verstrekte goede maanden aan 't Zeevarend volk der Scheepen en den hoeker de Meermin , desgelijx door de verteerde halve maandgelden der impotenten van de hier gepasseerde Scheepen, ten deesen Hospitale. d:o 6021:07:08:
Soldijen aan Land beloopen dit jaar insgelijx meerder dan in A:o pass:o, Eerstelijk weegens de meerder verstrekte goede maanden, Subsidie Costpenn:, ten tweeden, doorde verteerde guastos van 't guarnisoens volk in 't Hospitaal alhier, en ten derden, weegens de verstrekte monteering aan 't militaire guarnisoen alhier, welk bedragen volgens usantie wel als een lastpost op deese reecq: geboekt, dog waar voor de Zoldij reecq: der voorsz: Militairen, volgens d' ordre gedebiteert, en dit montant dus weederom aan d' E: Comp: te goed gedaan geworden is. d:o 31996:13:-:
Somma ƒ86135:08:-: ƒ6706:19:-:
  meerder minder
Onkosten van Scheepen beloopen dit Jaar meerder, Eerstelijk, omdat 'er agt scheepen meer dan A:o pass:o aan dit gouvernement zijn aangeweest, ten tweeden weegens de groote quantiteijt Zeijldoek en verdere Equipagie goederen, die Soo aan de resp: Retourscheepen als aan het provisie Schip Oosterbeek hebben moeten werden verstrekt, en ten derde, door de buijten gewoone Swaare Reparatien die aan het Chinaas retourschip 't Huijs te Bijweg en den hier permanenten Hoeker de Meermin zijn gedaan geworden, te saamen monteerende. ƒ47141:-:-:
Randsoenen Ordinair insgelijx hooger geloopen zijnde, is Zulx veroorsaakt, door de verhoogde Prijs van 't versch vleesch Seedert p:mo Maij van 3/4 Stv:s tot 1: Stv: het pond, maakende te saamen. d:o 144:05:08:
Onkosten Ordinaire, deese post dit jaar weederom meerder dan in het voorl: Jaar, koomende te Bedraagen, is Zulx eenelijk ontstaan, dat het veth van 3: tot 6: Rijxd:s 't Cento, Seedert de geciteerde Maand Maij heeft moeten werden ingekogt. d:o 40:18:-:
Onkosten Extra ordinair hebben daar en teegen minder dan in 't voorl: Jaar gerendeert, dewijl 'er geen defroijementen op den burger optrek in 't nieuwe jaar zijn gedaan.   ƒ634:08:-:
Timmeragien en Reparatiën bedragen dit jaar meede minder, ende Sulx ten principaale door de reparatiën die A:o pass:o aan de Pelmolen hebben moeten geschieden.   d:o 232:16:08:
Fortificatiën, een geringe Somma meerder dan in den voorl: Jaare Synde koomen te beloopen; is Zulx voortgesprooten, door het bedragen der aan de Arthillerije verstrekte kruijtseeven en houte Cardoes kookers d:o 130:02:08:
Onkosten van S' Comp:s Leijfeijgenen rendeeren dit Jaar insgelijx meerder door de voorwaartsgem: verhoogde prijs van 't versch vleesch gereekent van p:mo Maij tot Ult:o Aug:s Laatstl: d:o 431:14:-:
'T Hospitaal is weegens de verteerde halve gagie der daarin geleegen hebbende impotenten te vooren geraakt ƒ150:16:   ƒ2517:07:-:
Reecq: van Condemnatie en Confiscatie, Bedragen dit jaar insgelijx meerder als A:o pass:o, weegens het onderhoud van een grooter getal ballingen op 't Robben Eijland , als meede dat mits gebrek aan Pijlaken, voor de kleeding der Caffers en bandieten, Lijwaaten hebben moeten Werden gebruijkt ƒ229:07:08:
Onkosten van Chaloupen en mindere vaartuijgen, koomen daar en teegen minder te bedragen, als A:o pass:o, weegens de minder verstrekte Equipagie goederen, Zeijldoek, houtwerken &:a aan de landsboots voor een rond jaar, als meede door 't weijniger bedragen der afbreukboot, teegens de geene die in den gepasseerden Jaare is opgeset.   d:o 3322:07:08:
Scheeps Zoldijen rendeeren in teegendeel dit Jaar meerder, door de verstrekte goede maanden aan 't Zeevarend volk der Scheepen en den hoeker de Meermin , desgelijx door de verteerde halve maandgelden der impotenten van de hier gepasseerde Scheepen, ten deesen Hospitale. d:o 6021:07:08:
Soldijen aan Land beloopen dit jaar insgelijx meerder dan in A:o pass:o, Eerstelijk weegens de meerder verstrekte goede maanden, Subsidie Costpenn:, ten tweeden, doorde verteerde guastos van 't guarnisoens volk in 't Hospitaal alhier, en ten derden, weegens de verstrekte monteering aan 't militaire guarnisoen alhier, welk bedragen volgens usantie wel als een lastpost op deese reecq: geboekt, dog waar voor de Zoldij reecq: der voorsz: Militairen, volgens d' ordre gedebiteert, en dit montant dus weederom aan d' E: Comp: te goed gedaan geworden is. d:o 31996:13:-:
Somma ƒ86135:08:-: ƒ6706:19:-:

Bij alle welke hier vooren geciteerde reedenen, noopens het meerder rendeeren Sommiger Posten, hoofd sakelijk in Consideratie komt, dat gelijk d’ onkosten van Scheepen op zig zelven aangemerkt, een beswaar post is, die desselfs Oorsprong niet uijt dit gouvernement heeft, en het meerder bedragen van dien niet alleen is veroorsaakt, dat ‘er agt Scheepen meer dan S’ jaars bevoorens hier zijn aangeweest, maar dat ook behalven de swaare onkosten die het Chinaas retourschip ‘t Huijs te Bijweg , gelijk bevoorens is aangehaald, heeft te weeg gebragt; een groot gedeelte der vaderlandse Scheepen alhier genoegsaam op nieuw hebbende moeten werden gevictualieert, het wijders ook in selvervoegen geleegen is, met de Scheeps Zoldijen: Terwijl het hooger beloopen der Zoldijen aan land, ter Saake dat het bedragen der verstrekte monteering bereijds weederom aan d’ E: Comp: is te goed gedaen, meede als geen effective Lastpost kan werden geconsidereert, Soo dat het meerder montant deeser drie posten, van de generaal gevallene Lasten afgetrocken weesende; deselve als dan maar ƒ13963:2: hooger dan in ‘t voorl: Jaar, door de meerder betaalde zoldijen aan land, koomen te beloopen.

Gelijk al verder uijt het voorsz: vertoog is koomen te blijken, dat de Suijvere winsten en S’ Lands inkomsten hebben bedragen, als volgt, te weeten.

  d' A:is 1763/64: d' A:is1762/63:
winsten ƒ23001:12:-: ƒ31242:01:-:
Inkomsten d:o 144775:14:08: d:o 162300:17:08:
  ƒ167777:06:08: ƒ193542:18:08:
  d' A:is 1763/64: d' A:is1762/63:
winsten ƒ23001:12:-: ƒ31242:01:-:
Inkomsten d:o 144775:14:08: d:o 162300:17:08:
  ƒ167777:06:08: ƒ193542:18:08:

Sulx de winsten en inkomsten dit Jaar minder dan in het voorl: hebben bedraagen, de Somma van ƒ25765:12:- ‘t welk ten opzigte der winsten principaal is ontstaan, ter Saake dat men alhier maar van een geringe quantiteijt en wel bijsonderlijk Vaderlandse negotie goederen voorsien geweest Zijnde, de daarop behaalde advancen gevolgelijk ook maar een geringe Somma hebben kunnen afwerpen; terwijl het minder rendeeren der inkomsten voornamentlijk is voortgevloeijt, door de minder ingekoomene penn: voor s’ heeren regt op de verkogte vaste goederen, gelijk meede door de weijniger ontfangene Cost en transport penn: van persoonen uijt dit gouvernement met S’ Comp:s Scheepen gerepatrieert, item dat het graan gewasch ook Soo favorabel niet dan S’ jaars bevoorens uijtgevallen weesende, Sulx ook een merkelijk verschil in d’ ontfangene Thiendens heeft te weeg gebragt, en eijndelijk dat ‘er in het voorsz: boekjaar d’ A:is 1762/63: een aansienlijk bedragen, weegens d’ agterstallig geweest Zijnde recognitie penn: op de leenplaatsen is ingekoomen.

En is ten deesen belange voorts verstaan den Heer Hoofd administrateur Pieter van Reede van Oudshoorn te qualificeeren, om met het sluijten der negotie boeken te doen voortgaan.

Door de Heer Richard Collins, Commandeerende de hier aanweesende drie Scheepen zijner Groot Brittanische Majesteijt, genaamt the wijmouth , Panther en Seaford , aan den Heere Gouverneur seer instantig versogt geworden zijnde, dat nademaal desselfs voorsz: onderhebbende bodems, zig uijt hoofde van derselver lange reijze, in groot gebrek aan Provisiën quamen te bevinden, dierhalven aan hem Commandant mogte werden gepermitteerd, om alhier van d’ ingeseetenen de quantiteijt van 140‘000 Ponden hardbrood en 12‘000 lb: Meel te moogen inkoopen; Soo wierd deesen aangaende door den Heere gouverneur in consideratie gegeeven, hoedanig men ten opzigte van dit versoek soude dienen te handelen, nademaal aan d’ eene Zijde, de voorsz: Scheepen, ten eijnde in Staat te geraaken, haare reijze van hier te kunnen vervorderen, onvermijdelijk met eenige provisiën Soude dienen te werden geholpen, en dat aan den anderen kant, den Soberen uijtslag van het jongst te veld gestaan hebbend graan gewasch, meede noodsakelijk vereijscht, dat hieromtrent met d’ uijtterste omsigtigheijd werd te werk gegaan, en of het oversulx niet met gevoeglijkheijd Soude kunnen volstaan, wanneer aan voorsz: Scheepen de quantiteijt van 72000 lb: hardbrood, mitsg:s 2500 à 3000: lb: meel wierde geaccordeert, dewijl d’ Equipagie dier drie Scheepen in 1000: Coppen quam te bestaen en dat volgens de uijtreekening die hij Heere gouverneur ten negotie Comptoire hadde laaten doen, het randsoen voor een gelijk getal Scheepelingen onser natie, gereekent op eene reijze van Vier maanden, de hier bovengemelde quantiteijt van 72000: lb: was uijtmakende; welken aangaande dan met attentie gebesoigneert Sijnde, is goedgevonden en beslooten, Zig met het voorstel van welopgem: Heere gouverneur te Conformeeren, en dienvolgens aan meergem: Commandant Collins te permitteeren om ten behoeve Zijner onderhebbende Scheepen, van d’ ingeseetenen alhier de quantiteijt van 72 a 80000 lb: hardbrood, mitsg:s 3000 lb: Meel te moogen inkoopen: Terwijl aan den heer Independent fiscaal Jan Willem Cloppenburg is gedemandeert, naauwkeurig Sorge te doen draagen, dat door deselve van voorsz: Provisiën niets meer ofte boven de geciteerde bepaalde quantiteijt, van hier werde vervoerd.

Vervolgens wierd door Burgerraaden deeser Steede gepresenteerd, het onderstaande versoekschrift.

Aan den Wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh, Raad Extra ordinaris van Neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede hoop en den Ressorte van dien &&&:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘D’ ondergeteekende Burgerraaden deeser Steede Uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: Seer needrige Dienaren, vertoonen met Schuldig respect, hoe dat den burger Johan Hendrik Bouwmeester nu een geruijmen tijd herwaards Sig seer Slegt en onbetamelijk heeft gedragen, waar over meenigvuldige klagten ingebragt zijn weshalven de vertoonders uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: op ‘t onderdanigst versoeken, dat ged:t Bouwmeester, als een onnut burger zijnde, uijt burger vrijdom weederom in dienst der E: Comp: mag werden genoomen, ofte dat uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: omtrent denselven Sodanig gelieve te disponeeren, als naar derselver hoog wijs oordeel Zullen vinden te behooren.’

‘Waarmeede d’ ondergeteek:s met alle onderdanigheijd verblijven.’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele gestr: Heer en E Agtb: Heeren, Uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: ootmoedige en gehoorsaame Dienaren /:was geteekent:/ J:M: Cruijwagen, J: Haszingh P:J: de Wit /:in margine:/ overgeleeverd in raade van Politie den 11: december 1764.’

Naar lectuure van het welke men, om de daarbij ter needer gestelde reedenen heeft moeten besluijten, den burger Jan Hendrik Bouwmeester van Hattingen weederom in dienst der E: Comp: te trecken, voor desselfs oude qualiteijt van Soldaat, met een maandelijxe winning van neegen guldens, onder een verband van Vijf Jaaren.

Voorts is op het diesweegens bij request gedaan Supplicq van den burger Joseph Baumgardner, aan denselven gepermitteerd, met een der in den aanstaanden Jaare verwagt werdende retourscheepen te repatrieeren, mits alvoorens het daar toe Staande transport en Costgeld, in S’ E: Comp:s Cassa alhier behoorlijk betaalende.

Sijnde wijders vermits het overlijden van den Lieutenant bij d’ Eerste Comp: Burger Infanterij alhier, Gijsbert Rogiers, goedgevonden, in Steede van denselven weederom tot Lieutenant te benoemen, den vaandrig Albert van der poel, en in desselfs plaatse tot vaandrig aan te stellen den persoon van Pieter Soermans, in vertrouwen dat deselve Zig allesints als wackere en trouwe officiers Zullen Koomen te gedraagen.

Eijndelijk geresumeert weesende, d’ ingediende nominatiën der resp: kerkenraden, Zoo hier aan Cabo als in de buijten districten, heeft men Zig de gedaane Electie van ouderlingen laten welgevallen, en verders uijt het dubbeld genomineert getal tot Diaconen verkooren, de volgende persoonen, te weeten.

In de kerk hier aan Cabo.

Adriaan van Schoor, tot ouderling, in plaatse van den afgaanden M:r Jasper Westpalm. Hendrik Pieter Möller en Johan Coenraad Gie, tot Diaconen Zoo in Steede van den uijtgedienden Gerhardus Hendrik Cruijwagen als den opgem: onlangs overleedenen Gijsbert Rogiers.

In de Stellenbosche Kerk.

Dirk de Vos tot ouderling, in de plaats van den af te treedenen Johannes Albertus Meijburg en tot Diacon Joost Reijnhard van As, voor Hercules Adriaan Malan.

In de kerk van Drakensteijn

Thomas Arnoldus Terron tot ouderling Wentzel Christoffel Coetser en Pieter Joubert tot Diaconen, den Eersten in Steede van Roelof van der Merwe, en de twee andere voor Andries du Toit en Jan Petrus Roux.

In de Kerk van ‘t Land van Waveren .

Jacobus du Toit tot ouderling, in Steede van David van der Merwe. Jacobus Terron tot Diacon ter plaatsvullinge van Jacobus de Wet.

In de Swartlandsche Kerk.

Maarten Slabber tot ouderling voor Hendrik van der Westhuijsen, en tot Diacon Johannes Louw, in Steede van Johannes Louw Jansz:

Zullende voorsz: kerkenraade wijders worden aangeschreeven, dat ter deesen Jaare weederom geen Commissaris Politicq na de buijten districten zal afgaan, en dat zij hierom Sullen moeten besorgen, dat de kerkelijke reecq:gen haarer armepenn:gen bij tijds in gereedheijd gebragt, en herwaards werden overgesonden.

Voorts Zijn uijt de in dubbelen getale genomineerde persoonen, om volgens gewoonte in d’ onderstaande Collegiën dienst te doen, verkooren, als.

Tot Burger- raaden

Hendrik Oostwald Muller en Johannes van Sittert in Steede der uijtgediende Johannes Meinderts Cruijwagen en Petrus Johannes de Wit.

Tot Weesmeesteren.

Barend Hendrik van Reede van Oudshoorn, Jacobus Alexander La Febre, en Andries Brink ende Sulx ter plaatsvullinge van Lodewijk Christoffel warnecke, Arnoldus Maasdorp en Johannes faassen.

Tot Commissarissen van Civiele en Huwelijx Saaken.

Johannes Cornelis van der Spuij en Michiel van Breda in Steede van Coenraad Nelson en Marthinus Schoester.

Sijnde ook in Steede van den E: Coopman en Secretaris van Politie Oloff Martini Bergh, die op zijn versoek van ‘t Presidie in dat Collegie is ontslagen, wederom tot President verkooren, den E: Equipagiemeester Willem Vrugt.

Tot Heemraaden van Stellenbosch en Drakensteijn

Nicolaas Vlok, Dirk de Vos, Hendrik Hop en Jan de Villiers in Steede van Johannes Albertus Meijburg, Hendrik Cloete, Hendrik françois Möller en Jacob Marais.

Tot Heemraden van Swellendam

Gideon van Zeijl en Jacobus Steijn in plaatse van Philip du preez: en Hermanus Steijn.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 431-437.

Dingsdag den {17641218} 18: Decemb: 1764.

S’ voormiddags alle Present, behalven den heer Secunde Pieter van Reede van Oudshoorn.

Dewijl Seedert het onder den 21: Maart 1758: genoomen besluijt, volgens ‘t welke aan de landbouwers is vergund geworden, derselver agterstallige recognitie penn: op hunlieder van d’ E: Comp: verkreegene Leenplaatsen met Beestiaal, te weeten goede vierjarige trekossen te moogen voldoen, de voorsz: agterstallen aan d’ eene zijde wel voor ‘t grootste gedeelte Zijn verevent geraakt, dog daar en teegens aan den anderen kant, ook is ondervonden, dat veele baatsugtige zig niet koomen t’ ontsien, om het vee dat zijl: op geenerleij wijze hebben weeten te temmen, in maniere voorsz: aan d’ E Comp: te leeveren, die daarvan gevolgelijk geen dienst hebbende kunnen trecken, men oversulx nu al eenige reijzen agter een is genoodsaakt geweest, een goede parthij trekossen ten haaren behoeve te laaten inkoopen; heeft men dierhalven tot voorkooming van het nadeel dat d’ E: Comp: door dusdanige Sinistre Practijcquen werd toegebragt, goedgevonden en beslooten, de voorsz: verleende Concessie van den 21: maart 1758 bij deesen weederom in te trecken, en te vernietigen, Sulx de recognitie penn: op de resp: Leenplaatsen, ‘t Zij deselve agterstallig Zijn ofte niet, als bevoorens weederom met Contante penn: Sullen moeten voldaan worden: waarvan bij affixie van billiëtten aan een ijgelijk de vereijschte kennisse Sal werden gegeeven, met bijgevoegde ernstige recommandatie, om de permissie tot het gebruijken van derselver Leen of vee plaatsen, precise naar den inhoude der daarvan verleende ordonn: te doen vernieuwen.

Sijnde wijders op heeden volgens Jaarlijx gebruijk weederom gerevideert, de negotie en Zoldij boeken deeses gouvernements van ‘t jongst afgeloopene boekjaar 1763/64:, neevens het rapport door de tot derselver Examinatie gecommitteerd geweest zijnde leeden deeses raads d’ E E: David d’ Aillij en Pieter Hacker verleend, uijt welk een en ander dan is koomen te consteeren, dat in de voorsz: negotie boeken alle posten van ongelden en andere afschrijvingen, met de diesweegens verleende ordonnantiën koomen t’ accordeeren, Sonder dat buijten deselve eenige de minste afschrijvingen Zijn gedaan geworden, gelijk meede dat ten belange der Soldij boeken, deselve ook in de vereijschte forme gehouden Zijnde, d’ afbetaalingen van s’ E: Comp:s Dienaaren naar behooren uijtgereykt, mitsg:s de belastingen daar van, in diervoegen bij de negotie boeken afgeschreeven Zijn, als bij ‘t voorsz: rapport distinct is ter needer gesteld, insgelijx dat door den Curator ad Lites, omtrent het Inventariseeren, verkoopen en inboeken der nalaatenschappen van s’ Comp:s Dienaaren, mitsg:s het in Cassa tellen van dies bedragen ter Somma van Rd:s 2060:18 ofte ƒ4944:18: in alles Conform d’ ordres van Haar wel Edele groot Agtb: de Heeren der Hooge Indiasche Regeering is gehandelt geworden; weshalven beslooten is, dat de meergen:d negotie en Zoldij boeken volgens gebruijk Zoo na ‘t vaderland als Batavia, en het geciteerde rapport aangaande dies Examinatie bovensdien aan welgem: heeren der hooge indiasche regeering Sal werden gesuppediteerd.

En is voorts op ‘t hierom in Scriptis gedaan versoek, door den oud burgerraad Jan Serrurier aan denselven in eijgendom gegeeven, twee stuckjes Lands, geleegen onder ‘t Caabse district, aan de wijnberg annex desselfs plaats, genaamt Alphen , te Samen groot drie morgen en Een honderd Een en Sestig quad:t roeden.

Vervolgens bij lectuure van Seeker request door den burger Willem Pool, tot het Schoolhouden gepresenteerd, geconsidereerd Zijnde, dat den Suppl:t tot het onderwijsen der jeugd, goede bequaamheijd is besittende, mitsg:s daarneevens ook Lidmaat der kerke alhier komt te weesen, heeft men dierhalven goedgedagt, het voorsz: door hem gedaan versoek t’ accordeeren.

Laatstelijk is den soldaat Jan Gerritsz van Lijden, uijt aanmerkinge, dat hij den ouderdom van 78: Jaaren bereijkt, en d’ E: Comp: bovensdien ook 37: Jaaren gediend hebbende, teegenwoordig buyten Staat komt te Zijn, om desselfs dienst langer na behooren te kunnen presteeren, oversulx op Zijn versoek, Conform d’ ordre met seeven guldens p:r maand gegageerd.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt

C. 142, pp. 438-453.

Saturdag den {17641229} 29: Decbr: 1764.

S’ voormiddags alle present.

De Seer g’ Eerde Letteren van haar wel Edele groot Agtb: de Heeren der Hooge Indiasche Regeering tot Batavia gedateerd 12: October pass:o, dewelke zoo met het provisie Schip Bosch en Hoven , als den door haar hoog Edelens tot een voorseijlder der retourbesending deeses Jaars aangelegden Bodem de vr: Petronella alhier Zijn aangebragt, heeden in Raade met attentie geresumeert weesende, is beslooten, daar op in allen Eerbied te rescribeeren.

Dat in naarkominge van het geordonneerde aan de resp: hier aankomende retourscheepen, voortaan geen verstrecking van Buscruijt Sal werden gedaan, ten waare dies overheeden reëel Sullen kunnen aantoonen, bij eenige ontmoeting of ander toeval, een gedeelte van haar Buscruijt, in s Comp:s dienst verbruijkt of verlooren te hebben, dan wel, dat hetselve door Leccagie als andersints, mogte Zijn bedurven geraakt.

Dat men desgelijx niet in gebreeken zal blijven, om de menage in dit gouvernement allesints met d’ uijtterste attentie te betragten, en dus alle mogelijke middelen aan te wenden, die maar eenigsints tot het verminderen der Lasten en het accresseeren der winsten Sullen kunnen Strecken.

Terwijl welgem: haar wel Edele groot Agtb: op het Eerbiedigst Zullen werden bedankt, Zoo voor de herwaards Sending der goederen, die op de uijtreijze der Scheepen Luxemburg , de Snoek en Bosch en Hoven , alhier niet zijn te vinden geweest, als wel insonderheijd voor de provisiën en Coopmanschappen, die haar hoog Edelens de goedheijd hebben gehad, ons p:r laatstgem: bodem toe te Senden, met byvoeging wijders, dat men omtrent d’ ontfangene Lijwaten naar vermoogen sal tragten te besorgen, dat deselve, Zoo veel Sulx eenigsints doenelijk Sal Zijn, met d’ ordinaire advancen werden van de hand geset, en teffens voor ‘t vervolg behoorlijk te Sullen doen in agt neemen, dat d’ alhier benoodigt zijnde Lijwaaten, Conform haar Hoog Edelens gerenoveerde beveelen, altoos twee Jaaren voor uijt geEijscht worden.

Dat men voorts niet sal afzijn, de bij het voorsz: g’ Eerd’ aanschrijvens gepetitioneerde 50‘000 lb: Caabse Booter in quant en qualiteijt te voldoen: Maar nademaal welgem: haar hoog Edelens verders koomen t’ ordonneeren, dat het voorwaards geciteerde Schip Bosch en Hoven ten spoedigsten ontlost en weeder met soo veel Tarw Zoude moeten belaaden worden, als men alhier maar aan handen mogte hebben, om daarmeede ten spoedigsten naar Batavia te rug te keeren, en haar Hoog Edelens Zoo veel doenelijk buijten verleegentheijd aan dit benoodigd graan te houden, heeft men, niet teegenstaende den Soberen uijtslag des Coorn ougts, bereijds bij ons Eerbiedig Schrijvens van den 16: novbr: laatstl: aan welgem: haar Wel Edele groot Agtb: is geadviseerd, ten deesen belange egter beslooten, dat, om te kunnen weeten, of en welke quantiteijt van ‘t Soo evengem: Graan, nog naar geciteerde hoofdplaatse Zal kunnen werden afgestooken, ten eersten bij affixie van Billiëtten, aan alle ende een ijgelijk der landbouwers t’ ordonneeren, om binnen den tijd van Veerthien dagen of zoo dra Zulx eenigsints doenelijk Zal Zijn, ten negotie Comptoire alhier te koomen opgeeven, mitsg:s teffens d’ ordonnantiën te laaten vervaardigen, van alsulken quantiteijt tarw als een ijder maar eenigsints te missen heeft, en dus aan d’ E Comp: Sal kunnen leeveren, met ernstige recommandatie, om noopens deese te doene opgaave ter goeder trouwe en Sonder eenige de minste agterhoudentheijd te werk te gaan, ten eijnde men niet mogte werden genoodsaakt, om bij faute vandien, al het van buijten opgebragt werdende Coorn, Sonder eenige uijtsondering voor d’ E Comp: aan te houden, maar bovensdien nog Sodanige andere maatregulen te neemen als men tot bereijking van ‘t voorsz: goed oogmerk Zal vinden te behooren.

Sullende aangaande het verder geordonneerde; te weeten, om de door ons in den Jaare 1763: uijt de Scheepen Tulpenburg en Vlissingen geligte en voor Batavia gedestineerde 36480: p:s Spaance Realen en 8200: p:s Ducatons, ten bedrage van ƒ121660: ofte Rd:s 50691 32/48: bij eerste geleegentheijd weederom naar evengem: hoofdplaatse over te senden, werden geantwoord? dat men niet gemancqueert heeft, bij onse onderdanige letteren van den 1: Maart 1763: de Heeren Majores in ‘t Patria, op ‘t Eerbiedigst te versoeken, om behalven Sodanige Somma van ƒ288‘000: als men tot den gewoonen uijtgaaf in een rond jaar alhier komt te benoodigen ons nog ƒ121660: te willen laaten toekoomen, ten eijnde daarmeede het voorsz: geligte geld weederom te kunnen Suppleeren; dog dat ons in plaatse van voorsz: geEijschte ƒ409660: niet meer dan ƒ300‘000: toegesonden geworden Zijnde, wij bij overweeging, dat ingevalle het voorsz: geligte geld daar uijt wierde gesuppleerd, men eerlang weederom van Contanten ontbloot geraaken, en dus genoodsaakt zoude Zijn geweest, deselve op nieuw uijt de Scheepen te moeten ligten, dierhalven het Oversenden der meergem: ƒ121660: onder haar Hoog Edelens g’ Eerde welduijding hebben uijtgesteld gelaaten: dog dat men niet in gebreeken Zal blijven, om Soo dra ‘er van de p: assignatiën op ‘t Vaderland te tellene gelderen, mitsg:s de voor handen Zijnde s’ Comp:s weegen te houdene vendutiën, soo veel Sal weesen ingekoomen, dat men met gevoeglijkheijd eenige Contanten Sal kunnen missen, het voorsz: bedragen van ƒ124‘660: als dan ten eersten, ‘t Zij in ‘t geheel, dan wel gedeeltelijk te voldoen.

Ende ten aansien hoogstgem: Heeren der Hooge Indiasche regeering bij derselver meergeciteerde letteren, ook hebben gelieven ter needer te stellen, dat het getal van S’ Comp:s Dienaaren ten deesen gouvernement onder Ult:o Aug:s 1763: in 1246: Coppen bestaan hebbende, dus alhier 252: Coppen meerder waren aangehouden, als bij het reglement van a:o 1755: was toegestaan: Soo is ten deesen belange verstaan, welgem: haar Hoog Edelens, Eerbiedig onder ‘t oog te brengen, dat bij de memorie van Consideratie die men de vrijheijd genoomen heeft, neevens onse aparte letteren van den 9: Julij 1756: aan Haar wel Edele groot Agtb: te Suppediteeren, distinctelijk gedemonstreert Zijnde, d’ ondoenelijkheijd, om de besetting alhier tot 906: Coppen te kunnen reduceeren, en dat met de vermindering de onder sommige departementen, Selfs tot beneeden het getal als bij ‘t gedagte reglement van menage d’ A:o 1755: was bepaald, de reductie in ‘t geheel niet lager dan tot 1101: Coppen hadden kunnen vallen, haar Hoog Edelens hier inne volgens het ter needer gestelde, bij derselver g’ Eerde aparte Missive de dato 29: octob: 1756: volkoomen genoegen hadden gelieven te neemen.

Dog dat ten opzigte deeser generaale reductie, haar Hoog Edelens nog zullen gelieven te reflecteeren.

Dat van 144: Mattroossen die Zig als doen op de werf quaamen te bevinden, 120: Coppen op diversse des benoodigt geweest zijnde Scheepen geplaatst Zijnde geworden, dierhalven ter dier tijd aan het geaccordeerde getal van 60: mattroosen hebben ontbrooken 36: Coppen
Gelijk meede, dat van 't Battaillon militairen dies tijd Sterk 422: Soldaaten, 34: Coppen gedimitteerd Zijnde, dus aan het doenmalige primo plan meede hebben gedeficieert. 12: d:o
Item nog 7: Sergeanten, die volgens het gedemonstreerde bij onse meergem: Memorie van Consideratie noodwendig boven het geaccordeerde getal van 12: Stux alhier wierden vereijscht 7: d:o
te samen 55: Coppen
dewelke, gelijk Soo even is gemeld, nog aan 't voorsz: getal van 1101: Coppen ontbrooken hebbende, successivelijk Zijn gesuppleert geworden, invoegen het getal deeser besetting, Sodanig als die aan haar Hoog Edelens bij onse meer geciteerde memorie van Consideratie opgegeeven, en daarop volgens het aangeschreevene, bij derselver voorsz: g' Eerde aparte Missive de dato 29 Octob: 1756: geapprobeert geworden is, effectivelijk heeft bestaan in 1156: Coppen
waarbij egter weegens de naderhand onvermijdelijk noodig bevonden Zijnde Manschappen, nog het onder gespecificeerde getal is bijgekoomen, als.  
de soo van haar Hoog Edelens, als de heeren Majores in 't Patria versogte vermeerdering onder de Marines, tot 33: d:o
Desgelijx op de van welgem: heeren Meesteren geobtineerde qualificatie, bij derselver gevenereerde letteren van den 24: Septb: 1761:, om het battaillon militairen, in plaatse van 400  
Coppen p:mo plan, op Zoo veel in rijen en geleederen te moogen houden, bedraagende met 2: Supernumeraire Vaandrigs, meerder als bevoorens. 44: d:o
Sulx het effective getal der geaccordeerde besetting deeses gouvernements komt te bestaan in 1233: Coppen
Dat van 144: Mattroossen die Zig als doen op de werf quaamen te bevinden, 120: Coppen op diversse des benoodigt geweest zijnde Scheepen geplaatst Zijnde geworden, dierhalven ter dier tijd aan het geaccordeerde getal van 60: mattroosen hebben ontbrooken 36: Coppen
Gelijk meede, dat van 't Battaillon militairen dies tijd Sterk 422: Soldaaten, 34: Coppen gedimitteerd Zijnde, dus aan het doenmalige primo plan meede hebben gedeficieert. 12: d:o
Item nog 7: Sergeanten, die volgens het gedemonstreerde bij onse meergem: Memorie van Consideratie noodwendig boven het geaccordeerde getal van 12: Stux alhier wierden vereijscht 7: d:o
te samen 55: Coppen
dewelke, gelijk Soo even is gemeld, nog aan 't voorsz: getal van 1101: Coppen ontbrooken hebbende, successivelijk Zijn gesuppleert geworden, invoegen het getal deeser besetting, Sodanig als die aan haar Hoog Edelens bij onse meer geciteerde memorie van Consideratie opgegeeven, en daarop volgens het aangeschreevene, bij derselver voorsz: g' Eerde aparte Missive de dato 29 Octob: 1756: geapprobeert geworden is, effectivelijk heeft bestaan in 1156: Coppen
waarbij egter weegens de naderhand onvermijdelijk noodig bevonden Zijnde Manschappen, nog het onder gespecificeerde getal is bijgekoomen, als.  
de soo van haar Hoog Edelens, als de heeren Majores in 't Patria versogte vermeerdering onder de Marines, tot 33: d:o
Desgelijx op de van welgem: heeren Meesteren geobtineerde qualificatie, bij derselver gevenereerde letteren van den 24: Septb: 1761:, om het battaillon militairen, in plaatse van 400  
Coppen p:mo plan, op Zoo veel in rijen en geleederen te moogen houden, bedraagende met 2: Supernumeraire Vaandrigs, meerder als bevoorens. 44: d:o
Sulx het effective getal der geaccordeerde besetting deeses gouvernements komt te bestaan in 1233: Coppen

Welk getal dan ook geensints Soude zijn vermeerdert geworden, ten waare men mits de in den voorl: Jaare voorgevallene Swaere Sterfte onder S’ Comp:s Slaven zig niet genoodsaakt hadde gevinden, om nog 5: Europeesche ter oppassinge der Sieken in ‘t Hospitaal te plaatsen, als meede om ter spoediger voltooijing der onder handen Zijnde Swaare gebouwen in ‘t Casteel, d’ ambagtslieden met 6:, en ‘t volk op de Stal met 2: Coppen te vermeerderen, waar door dan het generaal getal der manschappen, onder Ultimo Augustus 1763: heeft bestaan in 1246: Coppen, dog dat dit getal geduurende den voorl: Jaare Successivelijk weederom vermindert Zijnde, dermaten, dat de besetting deeses gouvernements onder ultimo Augustus laatstl: maar 1229: Coppen heeft uijtgemaakt, men haar Hoog Edelens wijders op ‘t Eerbiedigst Sal verseekeren, dat alhier voortaan niet meer dan de onvermijdelijk benoodigt Zijnde manschappen Sullen werden aangehouden.

Sullende wijders Conform haar hoog Edelens g’ Eerde ordre, d’ actens der Scheepelingen, die op de thuijs reijze, met halveering van gagie verbeeterd werden, niet meer op Zeguls, maar Slegts op ongezeeguld papier werden geExpedieert; gelijk men ook niet Zal afzijn, om wanneer ‘er Contanten uijt de aankoomende Vaderlandse Scheepen geligt, en op andere naar Batavia vertreckende bodems moeten werden overgescheept, als dan daar neevens een Copia, dan wel geauthentiseert Extract uijt de factuuren, voor zoo veel het geligte geld betref, naar gem: Indiase hoofdplaatse over te Senden:

Terwijl aan welgem: haar hoog Edelens nog volgens pligt Sal werden geadviseert, dat de Cas met Saaijen en trilie vermeld bij de ontfangene Notul van p:mo maij deeses Jaars, alhier naderhand p:r ‘t Schip Bosch en Hoven uijt het vaderland aangebragt weesende, daarop bij de negotie boeken deeses Comptoirs, behoorlijk is ingenomen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] P:V: Reede van Oudshoorn

[Signed:] J W Cloppenburg

[Signed:] Meinertzhagen

[Signed:] C Brand

[Signed:] D:d D’ Aillij

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] W:m Vrugt