C144 v1.20
C. 144, pp. 45-67.¶
Dinsdag den {17660107} 7: Jann: 1766
‘S voormiddags alle present.
Met het aanweesend’ mitsg:s tot een voorzeijlder der resp: Retourbesendingen deeses Jaars aangelegd’ Schip Lijcochton , Soo wel als p:r het naderhand gearriveerde provisie Schip de vrouwe geertruijda , alhier aangebragt, mitsg:s heeden nader geresumeert weesende, het seer geagt aanschrijvens van haar Wel Edele groot Agtb: de Heeren der hooge Indiase Regeering tot Batavia, de dato 20. October des gepasseerden Jaars, is beslooten daarop in alle Eerbied te Rescribeeren.
Dat ingevalle het zoude mogen gebeuren, dat den Cap:tn Richard Collings, onder wiens Commando de in den voorl: Jaare hier vertoeft hebbende Engelsse konings-Scheepen the Weijmouth , Panther , en Seaford , hebben gesorteert; soo wel als de Cap:tns der doenmaals meede van hier vertrockene Engelsse , en fransse Comp:s Scheepen the Boscawen en l’ Ajax , in namen Arthur Morris en de Sanguinet, weederom hier ter plaatse sullen komen te verscheijnen, men als dan niet in gebreeken sal blijven, om het door haarl: betoonde disrespect, met deese Rheede te verlaten, Sonder het behoorlijk Salut aan ‘t Casteel te hebben gedaan, indiervoegen te ressenteeren, als haar Hoog Edelens Sulx, bij derselver bovengem: geEerde Missive, hebben gelieven te beveelen.
Dat het oversenden eener aparte Notitie ten dienste der Wapen Camer tot Batavia, zoo wel der alhier mits Indispositie verblijvende, als naderhand weederom op de Scheepen geplaatst werdende Militairen, gelijk meede, om voortaan geene aanreekeningen of ten goede brengingen bij d’ onkost Reecq: der Scheepen te laten doen, maar sulx eenelijk bij de Factuuren te doen plaats hebben, meede Schuldpligtig Sullende werden in agt genoomen, men voorts niet mancqueeren Sal, om het geene in den aanstaande ten dienste deeses Gouvernements Sal werden gerequireert, teffens meede op de ordinaire van hier af te gaane Eijsschen, te doen bekend Stellen, invoegen dien Conform dan ook op den Eijsch, die deesen Jaare na Batavia Staat over te gaan, de novo Sal werden genoteert, de Materialen die ten dienste van ‘t nieuw op te bouwene Hospitaal, nog komen t’ ontbreeken, en alhier t’ hoogst benoodigt zijn.
Dat ten opzigte der ge eijschte Boter, het geordonneerde, nopens dies quant en qualiteijt, insgelijx behoorlijk sal werden agtervolgt; Terwijl men aangaande de gevorderde granen, de vrijheijd sal neemen, zig te gedragen, aan het geene bij ons Eerbiedig Schrijvens, de dato 2. Decemb: d’ A:o pass:o nopens het Coorn bereijts is geadviseert; met bijvoeging egter, dat de gepetitioneerde 50 Lasten Rogge, tot ons Leetweesen, niet Sullen kunnen werden voldaan, nademaal het gewasch daar van Selfs alvoorens sig d’ aijren hadden beginnen te Setten, door den Roest ofte honingdaauw is verteert geworden.
Sullende wijders, van de bij meerm: haar Hoog Ed:s geEerde Letteren aangehaalde Considerable minwigten, op het alhier gesoutene en aan de resp: uijtkomende Scheepen verstrekte Rundvleesch, Extract, aan de gecontracteerde Slagters werden afgegeeven, ten eijnde zig daar op behoorlijk te verantwoorden, als wanneer daar omtrent behoorlijk nader besluijt Sal werden genoomen: Ondertusschen dat men agtervolgens het verder geordonneerde, ook ten eersten van de alhier woonagtig zijnde huijsvrouw, van den geweesene tweeden tot Patna Johannes van der Sluijs, Sal laten invorderen, zodanige Somma van ƒ190- als aan hem voor zijn aandeel, weegens te grote afschrijving op Salpeter, ter vergoeding aan d’ E Comp:n is opgelegd geworden.
Gelijk al verder met opzigt tot den Luijtenant en Landmeeter Carel David Wentzel, aan denwelken welgemelde Heeren der Hooge Indiase Regeering, hebben gelieven toe te Staan, om van Ceijlon naar dit gouvernement over te vaaren, ten eijnde zijnen dienst alhier te presteeren, verstaan is, denselven, ingevolge deese permissie, voor eerst hier ter plaatse te laten verblijven, dog welgem: haar Hoog Edelens Eerbiedigst onder ‘t ooge te brengen, dat nademaal onse Hoog gebiedende Heeren en Meesteren in ‘t Patria, bij derselver gevenereerde Letteren van den 11: October 1749: hebben komen ter needer te Stellen, dat hoogst deselve, het Senden van persoonen naar dit gouvernement, t’ zij om alhier te fungeeren, dan wel Emploij af te wagten, altoos voor sig Selven gereserveert hebbende, ook voorneemens waren, Sulx aan zig alleen gereserveert te blijven houden; Wij ons dienvolgens genootsaakt gevonden hebben, te moeten besluijten, welgem: Heeren Meesteren van de geciteerde herwaarts sending des persoons van opgem: Wentzel, de verschuldigde kennisse te geeven, en derselver geEerde nadere dispositie daar op, af te wagten.
En Sal voorts van de meede ontfangene, en tot voorsZ: haar Hoog Edelens geagte Missive gehoorende bijlagen, de nodige Extracten werden afgegeeven, zoo ten Negotie en Zoldij Comptoiren, als aan de resp: Administrateurs, tot welkers bedieningen de daar bij gestelde ordres, haare Relatie komen te hebben.
Vervolgens is op het voorstel van den Heere gouverneur goedgevonden, en beslooten, dat nademaal van de thans bij dit gouvernement aan handen zijnde Contanten, nog gevoeglijk de Somma van 20‘000 Rd:s sal kunnen werden gemist, dit montant dierhalven, ‘t zij met het aanweesend’ Schip Vrijburg , dan wel een andere eerst voorkomende bequame Scheeps gelegentheijd, in goede wigtige Ducatons, naar Batavia sal werden overgemaakt.
Door den Heer Secunde Pieter van Reede van Oudshoorn, als president des Raads van Justitie, heeden weegens gem: Raade gepresenteert Sijnde, het volgende Request.
Aan den Wel Edelen gestr: Heer Rijk Tulbagh, Raad Extraordinaris van Nederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &: &: &: beneevens den E: Agtb: Raad van Politie deeses gouvernements.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E: Agtbare Heeren!’
‘Den Raad van Justitie deeses gouvernements, heeft de Eere, Uwel Edele gestr: en E: Agtb:s te vertoonen, dat in den Jaare 1736: Sub dato 29: November, een Justitieel besluijt genoomen is, waar bij om welgegronde Reedenen, aan de Suppoosten, bescheijden ter Secretarije van Justitie, is geinterdiceert, om voortaan de Sodanige, die voor gem: Raade proces Sullen willen Sustineeren, of daar voor moeten procedeeren, niet meer als procureurs te dienen, of voor een der litigeerende parthijen, in regten te verscheijnen; Sonder dat daar bij eenige de minste pænaliteijt op dies overtreeders gesteld geworden is.’
‘Maar nademaal het voorsz: verbod Seedert, en nog onlangs door den ter gem: Secretarije bescheijdenen adsistent Pieter Caspar Broedersz is getransgresseert, en den Raad bij het desideeren der desweegens op ende jeegens denselven geintendeerde actie, vermits ontstentenisse van positive pæne, zig verpligt gevonden heeft, arbitraire te vonnissen: Soo neemt den Raad van Justitie de vrijheijd, ‘t voorsZ: besluijt hierneevens in Copia authenticq aan Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: te presenteeren, ten fine, Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: Sulx goedvindende, op het overtreeden dier interdictie, eenige pænaliteijten te kunnen werden gestatueert. /:onderstond:/ ‘T welk doende &: /:Laeger:/ Ter ordonnantie van den E: Agtb: Heer President en den E: Agtb: raad van Justitie. /:was geteekend:/ C:L: Neethling. Secret:s’
‘Extract uijt de Civile Regts-Rolle des Casteels de goede Hoop, gehouden op Donderdag den 29 Novemb: 1736:’
‘In aanmerkinge zijnde genoomen, dat ‘t niet anders Sijn kan, of de persoonen ter Secretarije van deesen Raade bescheijden, moeten kennisse hebben, en ook weeten, wat voor Zaken aldaar afgehandelt, en welke Instrumenten gepasseert worden, ‘t geen Streckende is, tot groot nadeel voor de persoonen, die voor deesen Raade proces moetende Sustineeren, tot teegen parthije als procureur komen te krijgen, iemand ter gem: Secretarije bescheijden, ofte daar van dependeerende; Soo is, om alle Inconveniënten die daar uijt Souden kunnen ontstaan, voor te koomen, naar overweeging van Saken, beslooten ende gearresteert, dat alle de geene, die onder de Secretarije deeses Raads behooren, en daar van afhangende zijn, voortaan de persoonen die bij deesen Raad iets Sullen hebben te verrigten, ofte daar voor komen te procedeeren, niet meer als procureur Sullen mogen dienen, ofte voor een van de Litigeerende parthije in regten verscheijnen, t’ welk hun mits deesen verbooden werd.’
’/:onderstond:/’
‘Accordeert met de Civiele Regts Rolle des Casteels de goede Hoop’
’/:was geteekend:/’
‘C:L: Neethling Secret:s.’
Soo is naar lectuure van ‘t voorseijde Schriftuur verstaan, het daar bij aangehaalde besluijt des Raads van Justitie, in deeser voegen te extendeeren, dat voortaan niet alleen geene der ter Justitieele Secretarije bescheijden zijnde ordinaire Clercquen, maar ook insonderheijd den Secretaris en geswooren Clercq, zig op geenerleij wijze Sullen mogen bemoeijen, met het Schrijven of Concipieeren van processen, dan wel diesaangaande met de Litigeerende persoonen te Consuleeren, ofte in haare Saken t’ adviseeren, op pæne dat degeene die zig hier aan Sal, of Sullen hebben Schuldig gemaakt, defacti, Sonder eenige forme van proces, uijt hunne bedieningen geset, en als onnutte Subjecten naar het Vaderland Sullen werden opgezonden.
Ende ten aansien niet alleen geduurende de herwaarts Reijse van Sommige der Jongst gearriveerde Retourscheepen, eenige persoonen aan de kinderpokjes, zijn komen te overlijden; maar dat ook Selfs nog op gisteren, een van voorsz: seer gevaarlijke siekte aangetast geweest zijnde Scheepeling, van ‘t provisie Schip de vrouwe geertruijda, daar aan gestorven weesende, het uijt dien hoofde seer te dugten is, dat ingevalle hier omtrent, niet in tijds de noodige voorsorgen werden gebruijkt; de besmetting voor al bij de tegenwoordige aanhoudende hitte, Seer ligtelijk /:’t geen God genadig verhoede:/ weederom ter deeser plaatse zoude kunnen werden overgebragt; Is dierhalven op de propositie van den Heere gouverneur, raadsaam geoordeeld, en dienvolgens beslooten, dat den opperchirurgijn Pieter Domus, wiens presentie dog geduurende den tijd, dat ‘S E: Comp:s Scheepen, de Baaij fals niet komen aan te doen, aldaar niet noodsakelijk gerequireert werd, bij eene Schriftelijke Commissie, sal werden geordonneert, om Successivelijk bij het arrivement van voorseijde ‘S E Comp:s Scheepen ter deezer rheede, ten eersten en Sonder het allerminste uijtstel, zig met den E: Equipagiemeester Willem Vrugt, te vervoegen aan Boord van Sodanig aankoomend’ Schip of Scheepen, ten eijnde op het naauwkeurigste de daarmeede aangebragte Sieken en Impotenten te visiteeren, mitsg:s te bezorgen, dat deselve ten spoedigten en indiervoegen als de daar toe gestelde ordres dicteeren, naar Land in ‘t Hospitaal werden gezonden, uijtgezondert de sodanige, die mits derselver te Slegte en Swacke gesteldheijd, niet transportabel komen te zijn; dewelke gedagten oppermeester, binnen Scheeps Boord Sal moeten laten blijven, en een bequame Legplaats bezorgen, tot dat omtrent derselver afhaling, nader ordre sal zijn gesteld geworden.
Sullende voorm: oppermeester Domus ten opzigte der hier aankomende ‘S Comp:s Scheepen, zig insonderheijd op het naauwkeurigste hebben te inquireeren, of ‘er onder de daar op zijnde persoonen, eenige, ‘t zij met de kinder Pokjes, dan wel andere gevaarlijke, en besmettende Siektens, mogten behebt zijn, in welken gevalle denselven sal hebben te bezorgen, dat alsulke persoonen niet aan Land gebragt, maar in een afgesonderde plaats, binnen Scheepsboord gelaten worden.
Dog dat ingevalle ‘er bij het arrivement der Scheepen geen persoonen werkelijk met voorsz: Siektens behebt gevonden wierden, ‘t zij dat die geene die daar van waren aangetast geweest, wederom hersteld geraakt, dan wel overleeden mogten weesen, voorsZ: oppermeester als dan, meede sorge sal hebben te dragen, dat de plunje, en het beddegoed dusdaniger menschen, bijeen gebragt en immediaat over boord geworpen werd, om dus doende te verhoeden, dat hetselve door geene baatsugtige Lieden, opgekogt, en de besmetting daar door hier aan Land werd overgebragt, gelijk dit de droevige ondervinding de laatste reijs, in den Jaare 1755: geleerd heeft; Terwijl gedagten oppermeester ten eersten bij zijn komst aan Land, van desselfs bevinding, behoorlijk Rapport aan den Heere gouverneur sal moeten doen.
Sullende laatstelijk bij de voorwaarts gem: hem ter hand te Stellene Commissie, de resp: overheeden der geciteerde hier aan te Landene Scheepen, zoo wel als de daar op bescheijden zijnde opperchirurgijns, meede op het nadruckelijkst werden geordonneert, hem oppermeester Domus, omtrent het doen deeser visitatie, allesints de behulpsame hand te bieden, en de vereijschte adsistentie toe te brengen, gelijk ook, om wel insonderheijd zorge te dragen, dat de hier vooren aangehaalde ordres, omtrent de met besmettende siektens behebt zijnde persoonen, en haare goederen, op d’ aller naauwkeurigste wijze in agt genomen en uijtgevoerd werden, op pæne dat bij faute van dien, zodanig sullen werden gecorrigeert, als men naar omstandigheijd van zaken zal vinden te behoren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Dage en Jaare voorsZ:
[Signed:] R:Tulbagh
[Signed:] JW Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
C. 144, pp. 68-71.¶
Dingsdag den {17660114} 14: Jann: 1766.
alle present.
Op het dieswegens bij Request gedaan versoek, door Weesmeesteren deeser Steede, als Testamentaire Executeurs van wijlen Juff:rw Anna Fothergil, weed: wijlen den oppercoopman en Secunde deeses gouvernements, de Heer Sergius Swellengrebel, aan deselve gepermitteerd zijnde, per ‘t aanweesend’ Retour Schip keukenhoff , in een Cas lang 3 v:ten 2 3/4 d:m, hoog 2: v:ten, 7 3/4 d:m en wijd 1. v:t 10 1/2 d:m, aan Jacobus Boswell, tot Amsterdam , te mogen oversenden, zodanige kleederen, als door wijlen gem: weed: Swellengrebel, aan haar Suster Jennij Fothergill, woonagtig tot London , zijn gelegateerd geworden; is voorts aan Christina Leij, weed:e wijlen den OnderCoopman en Winkelier, M:r Jasper Westpalm hier om insgelijx bij Request versoek doende, meede toegestaan, voor haren thans in Europa zijnde Stiefzoon Jan Westpalm, met het meede ter rheede vertoevend Schip ‘S gravesande , onder addresse van de Heeren Alexander Coel, en Jan de Wit, à Delft , derwaards te versenden, een Casje lang 23, mitsg:s wijd 17: en hoog 14: Duijmen, waarin eenige kleederen, Linnengoed &: door wijlen voorsz: M:r Jasper Westpalm, aan zijn geciteerde Zoon Jan Westpalm, bij Testamente, gelegateerd: mits alles visitatie Subject blijvende.
Sijnde wijders na Resumptie der versoekschriften en daarnevens overgelegde procuratiën, en Zoldij Reekeningen van deese en geene persoonen, tendeerende, omme het bedragen dier Reekeningen, door hunne gemagtigdens in ‘t Vaderland te moogen laten ontfangen, goedgevonden deselve te stellen in handen van den Heer Independent Fiscaal Jan Willem Cloppenburg, ten eijnde daar meede volgens de ordre te kunnen handelen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Dage en Jaare voorsZ.
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J.W. Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
C. 144, pp. 72-74.¶
Donderdag, den {17660124} 24: Jann 1766.
alle present, behalven den Heer Secunde, Pieter van Reede van Oudshoorn.
Is ten versoeke van den met het ter Reede leggend’ Retourschip ‘S gravesande repatrieerenden opperCoopman en oud Boekhouder generaal tot Batavia, de Heer Godert Ludolph van Beusechem, aan zijn E: gepermitteerd, ten dienste van desselfs bij zig hebbende Dogter, naar ‘t vaderland over te voeren, eene vrije Meijd gen:t Christina Isaks, mits betaalende het daar toe staande Transport en Cost geld, gereekend van Batavia voormeld, naar ‘t Patria, en van daar wederom derwaarts te rug.
Sijnde ook aan den Burger deeser Plaatze Cesar Ackerhuijs, op ‘t dieswegens bij Request versogte, geaccordeert, met een der aanweesende Scheepen te repatrieeren, ende Sulx ter Consideratie, van desselfs armoedigen Staat, voor de kost Scheepsdienst doende.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Dage en Jaare voorsZ:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J.W. Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
C. 144, pp. 75-89.¶
Dingsdag den {17660211} 11. febr: 1766
‘S voormiddags alle present.
De Reekeningen der Arme Penn: Soo van deese Caabse kerk, als die van Stellenbosch , Drakensteijn , ‘t Land van Waveren en ‘t Swart Land , geresumeert weesende, is verstaan, dat deselve volgens gebruijk, in Copia naar ‘t vaderland Sullen werden overgezonden; en waaren voorsZ: Reekeningen Luijdende, als volgt.
‘
Generale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij Armen. | ||
Bestaande in 't volgende. | ||
A:o 1765 P:mo Januarij was 't Capitaal | ƒ223038:16: | |
In dit Jaar bijgekomen | ||
Aan Aalmoesen | ƒ5768:-: | |
Aan grafsteede | d:o 2070:08: | |
Aan Intresten | d:o 8186:03: | |
Aan Armbossen | d:o 421:16: | |
Aan Huijshuur | d:o 100:16: | |
Aan verhuurde gestoeltens | d:o 309:12: | |
Aan winst en verlies | d:o 140:14: | |
ƒ16997:09: | ||
ƒ240036:05: | ||
Gaat af. | ||
Aan onkosten der armen | ƒ12419:15: | |
Aan onkosten der kerk | d:o 3240:02: | |
ƒ15659:17: | ||
Blijft onder Ult:mo Xber 1765 | ƒ224376:08: | |
Bestaande in de volgende Parthijen, als. | ||
Aan Cassa over Restant | ƒ11788:09: | |
Aan Obligatiën en Custing Brieven | d:o 145394:16: | |
Aan Agterstallige Intresten | d:o 11145:19: | |
ƒ168329:04: | ||
Aan ornamenten van de kerk | d:o 1099:10: | |
Aan Huijsen over Bouwstoffen | d:o 12547:14: | |
Aan de Diaconij van Stellenbosch | d:o 7200:-: | |
Aan de Diaconij van 't Land van Waveren | d:o 13600:-: | |
Aan de Diaconij van 't Swart Land | d:o 21600:-: | |
ƒ56047:04: | ||
Somma | ƒ224376:08: |
Generale Montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij Armen. | ||
Bestaande in 't volgende. | ||
A:o 1765 P:mo Januarij was 't Capitaal | ƒ223038:16: | |
In dit Jaar bijgekomen | ||
Aan Aalmoesen | ƒ5768:-: | |
Aan grafsteede | d:o 2070:08: | |
Aan Intresten | d:o 8186:03: | |
Aan Armbossen | d:o 421:16: | |
Aan Huijshuur | d:o 100:16: | |
Aan verhuurde gestoeltens | d:o 309:12: | |
Aan winst en verlies | d:o 140:14: | |
ƒ16997:09: | ||
ƒ240036:05: | ||
Gaat af. | ||
Aan onkosten der armen | ƒ12419:15: | |
Aan onkosten der kerk | d:o 3240:02: | |
ƒ15659:17: | ||
Blijft onder Ult:mo Xber 1765 | ƒ224376:08: | |
Bestaande in de volgende Parthijen, als. | ||
Aan Cassa over Restant | ƒ11788:09: | |
Aan Obligatiën en Custing Brieven | d:o 145394:16: | |
Aan Agterstallige Intresten | d:o 11145:19: | |
ƒ168329:04: | ||
Aan ornamenten van de kerk | d:o 1099:10: | |
Aan Huijsen over Bouwstoffen | d:o 12547:14: | |
Aan de Diaconij van Stellenbosch | d:o 7200:-: | |
Aan de Diaconij van 't Land van Waveren | d:o 13600:-: | |
Aan de Diaconij van 't Swart Land | d:o 21600:-: | |
ƒ56047:04: | ||
Somma | ƒ224376:08: |
’/:onderstond:/’
‘Aldus Gedaan en getransporteerd in kerken Raade aan Cabo de goede Hoop ten overstaan van mij ondergeteekende, alsCommissaris Politicq, den 20 Januarij 1766.’
’/:was geteekend:/’
‘P v Reede van Oudshoorn.’
‘
Cassa Reekening der Arme Gelden, soo als bevonden is op Ultimo December 1765. | |
Debet | |
In Leen van haar Eerwaardens de kerkenraade van Cabo | ƒ9000:-: |
Het nevenstaande Capitaal der Armen van 't bovenstaande afgetrocken | d:o 4805:15: |
Blijft aldus Diaconies Cassa nog Debet | ƒ4194:01: |
ofte aan Hollands Courr:t geld | ƒ3355:05: |
Credit | |
Bij het Sluijten der voorige Jaars Reekening, is 'er aan Contanten p:r restant in Cassa gebleeven | ƒ2638:12: |
Onder de godsdienst in't Jaar 1765 ontfangen | d:o 905:12: |
nog wegens Intressen, giften en kerke geregtigheeden | d:o 747:-: |
Somma | ƒ4291:08: |
Hier van uijtgegeeven aan alimentatie en diversse benodigtheeden | d:o 3438:08: |
Soo dat 'er aan Contant dit Jaar in Cassa blijft | ƒ853:-: |
de Obligatiën bedragen | d:o 3170:-: |
de agterstallige Intressen | d:o 542:15: |
de kerke ornamenten | d:o 240:-: |
Capitaal der Armen Somma | ƒ4805:15: |
Cassa Reekening der Arme Gelden, soo als bevonden is op Ultimo December 1765. | |
Debet | |
In Leen van haar Eerwaardens de kerkenraade van Cabo | ƒ9000:-: |
Het nevenstaande Capitaal der Armen van 't bovenstaande afgetrocken | d:o 4805:15: |
Blijft aldus Diaconies Cassa nog Debet | ƒ4194:01: |
ofte aan Hollands Courr:t geld | ƒ3355:05: |
Credit | |
Bij het Sluijten der voorige Jaars Reekening, is 'er aan Contanten p:r restant in Cassa gebleeven | ƒ2638:12: |
Onder de godsdienst in't Jaar 1765 ontfangen | d:o 905:12: |
nog wegens Intressen, giften en kerke geregtigheeden | d:o 747:-: |
Somma | ƒ4291:08: |
Hier van uijtgegeeven aan alimentatie en diversse benodigtheeden | d:o 3438:08: |
Soo dat 'er aan Contant dit Jaar in Cassa blijft | ƒ853:-: |
de Obligatiën bedragen | d:o 3170:-: |
de agterstallige Intressen | d:o 542:15: |
de kerke ornamenten | d:o 240:-: |
Capitaal der Armen Somma | ƒ4805:15: |
’/:onderstond:/’
‘Aldus Gedaan en nagezien in kerke vergadering aan Stellenbosch den 13 Januarij 1766.’
’/:was geteekend:/ J: Appeldoorn, G: v:D: Bijl, D:k d: Vos, N:s Vlock, J:bs Conterman, J:R: van As, J:s Groenewald.’
‘
'T Generale Montant des Capitaals dezer Drakensteijnse Diaconie Armen, bestaat in 't volgende. | ||
Anno 1765 p:mo Jann: was 't Capitaal | ƒ10639:02: | |
In dit Jaar bijgekomen | ||
Aan aalmoesen | ƒ886:15: | |
Aan Intresten | d:o 282:-: | |
Aan kerkhofs geregtigheeden | d:o 177:-: | |
Aan Huurbanken | d:o 102:-: | |
Aan Testamentaire en Liberale giften | d:o 200:-: | |
Aan Armbossen | d:o 45:06: | |
ƒ1693:05: | ||
ƒ12332:07: | ||
Gaat af. | ||
Aan onkosten der Armen | ƒ914:12: | |
Aan de kerken desselfs gebouwen | d:o 651:12: | |
ƒ1566:08: | ||
Blijft onder Últ:mo Decemb: 1765 | d:o 10765:15: | |
Bestaande in de volgende parthijen, als | ||
Aan Cassa over restant | ƒ1165:15: | |
Aan obligatiën en Scheepenen kennissen | d:o 9600:-: | |
Somma | ƒ10765:15: | |
bedragende in holl: Courr:t geld | ƒ8612:15: |
'T Generale Montant des Capitaals dezer Drakensteijnse Diaconie Armen, bestaat in 't volgende. | ||
Anno 1765 p:mo Jann: was 't Capitaal | ƒ10639:02: | |
In dit Jaar bijgekomen | ||
Aan aalmoesen | ƒ886:15: | |
Aan Intresten | d:o 282:-: | |
Aan kerkhofs geregtigheeden | d:o 177:-: | |
Aan Huurbanken | d:o 102:-: | |
Aan Testamentaire en Liberale giften | d:o 200:-: | |
Aan Armbossen | d:o 45:06: | |
ƒ1693:05: | ||
ƒ12332:07: | ||
Gaat af. | ||
Aan onkosten der Armen | ƒ914:12: | |
Aan de kerken desselfs gebouwen | d:o 651:12: | |
ƒ1566:08: | ||
Blijft onder Últ:mo Decemb: 1765 | d:o 10765:15: | |
Bestaande in de volgende parthijen, als | ||
Aan Cassa over restant | ƒ1165:15: | |
Aan obligatiën en Scheepenen kennissen | d:o 9600:-: | |
Somma | ƒ10765:15: | |
bedragende in holl: Courr:t geld | ƒ8612:15: |
’/:was geteekend:/’
‘P: v:d: Spuij, Daniel Rossouw, J:s A:s Theron, P: Loret, Pieter Blignaut, Wentzel Christoffel Coetzer, Pieter Joubert gz: J: Le Ries, J: Coetzer.’
‘
Cassa Reekeninge der Armegelden, soo als bevonden is, in 't Land van Waveren , Sub Ultimo December 1765 | |
Bij het Sluijten der voorige Jaar Reekeninge resteerde aan Contanten | ƒ2555:-: |
Aan Collecte onder de godsdienst | d:o 835:07: |
Aan kerken geregtigheeden | d:o 60:-: |
ƒ3450:07: | |
Daar van uijt gegeeven tot bouwen van een nieuw Predikants wooninge &:a | d:o 3186:02: |
Resteert ergo aanContanten | ƒ264:05: |
Daar en tegen is deese kerk aan die van Cabo Debet | d:o 13000:-: |
Waar van het bovenstaande afgetrocken, zoo blijven wij nog in 't agteren | ƒ12735:11: |
ofte aan holl: Courr:t geld | ƒ10188:11: |
Cassa Reekeninge der Armegelden, soo als bevonden is, in 't Land van Waveren , Sub Ultimo December 1765 | |
Bij het Sluijten der voorige Jaar Reekeninge resteerde aan Contanten | ƒ2555:-: |
Aan Collecte onder de godsdienst | d:o 835:07: |
Aan kerken geregtigheeden | d:o 60:-: |
ƒ3450:07: | |
Daar van uijt gegeeven tot bouwen van een nieuw Predikants wooninge &:a | d:o 3186:02: |
Resteert ergo aanContanten | ƒ264:05: |
Daar en tegen is deese kerk aan die van Cabo Debet | d:o 13000:-: |
Waar van het bovenstaande afgetrocken, zoo blijven wij nog in 't agteren | ƒ12735:11: |
ofte aan holl: Courr:t geld | ƒ10188:11: |
’/:onderstond:/’
‘Aldus gedaan in ‘t Land van Waveren Sub Último December 1765.’
’/:was geteekend:/ Remmerus Harders, V:D:M:, Pieter Theron, Jacobus du Toit, Jacobus Theron.’
‘
Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in 't Swart Land , onder Ult:mo december 1765. | ||
1764 Ult:mo Decemb: was 't Restant der in Cassa geblevene Contanten | ƒ960:12: | |
In dit Jaar bijgekomen | ||
Aan Aalmoesen | d:o 441:01: | |
Aan kerkegeregtigheeden en vrijwillige giften | d:o 266:-: | |
ƒ1667:13: | ||
Daar van gaat af | ||
Aan diversse onkosten tot het repareeren der kerk, en kosters wooning, alles volgens overgeleeverde reecq: mitsg:s wegens eenige andere benodigtheeden | d:o 1465:13: | |
dus blijft onder dato deeses per Restant | ƒ202:-: | |
Daar en teegen is deese Diaconij aan die van Cabo de goede Hoop, volgens diversse Scheepenen kennissen debet | ƒ27000:-: | |
Waar van detraheere de bovengem: nu p:r restant blijvende Contanten | d:o 202:-: | |
Soo dat deese kerk nog Debet blijft | ƒ26798:-: | |
ofte aan holl: Courr:t geld | ƒ21438:08: |
Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in 't Swart Land , onder Ult:mo december 1765. | ||
1764 Ult:mo Decemb: was 't Restant der in Cassa geblevene Contanten | ƒ960:12: | |
In dit Jaar bijgekomen | ||
Aan Aalmoesen | d:o 441:01: | |
Aan kerkegeregtigheeden en vrijwillige giften | d:o 266:-: | |
ƒ1667:13: | ||
Daar van gaat af | ||
Aan diversse onkosten tot het repareeren der kerk, en kosters wooning, alles volgens overgeleeverde reecq: mitsg:s wegens eenige andere benodigtheeden | d:o 1465:13: | |
dus blijft onder dato deeses per Restant | ƒ202:-: | |
Daar en teegen is deese Diaconij aan die van Cabo de goede Hoop, volgens diversse Scheepenen kennissen debet | ƒ27000:-: | |
Waar van detraheere de bovengem: nu p:r restant blijvende Contanten | d:o 202:-: | |
Soo dat deese kerk nog Debet blijft | ƒ26798:-: | |
ofte aan holl: Courr:t geld | ƒ21438:08: |
’/:onderstond:/’
‘Aldus gedaan en nagesien ter kerken vergaderinge in ‘t Swart Land , datum als boven.’
’/:was geteekend:/’
‘Gerardus Croeser V:D:M:, Gideon Slabbert, wegens Siekte absent, Maarten Slabber, J: Slabber; Joh:s van Aarden, Johannes Verwij, Andries Gobreght.’
En nadien bij nadere Resumptie der procuratiën en geannexeerde zoldij Reecq:gen, is komen te blijken, dat deselve door den Heer Independent Fiscaal Jan Willem Cloppenburg, ondersogt en wel bevonden zijn, heeft men dierhalven goedgedagt, aan dies Eijgenaars te permitteeren, deselve Reecq:gen aan haare resp: gemagtigdens ter ontfangst in ‘t Vaderland, te mogen oversenden.
Vervolgens geliefde den Heere gouverneur te produceeren, een Schriftelijk Rapport van den Baas van ‘S Comp:s Post de Schuur Jan Hendrik Hofmeijer, volgens ‘t welke door hem in Conformiteijt van het dieswegens onder den 18: Decemb: pass:o genomene besluijt, een aantal van 204: Stux trekossen, tegens 8: rd:s ‘t Stuk, van diversse Swellendamsse Ingeseetenen zijn ingekogt; waar op verstaan is, ‘t bedragen van dien, ter Somma van Rd:s 1632:- uijt ‘S Comp:s Cassa te laten voldoen, mitsg:s het voorsz: Beestiaal bij de Negotie Boeken, behoorlijk te doen inneemen.
Sijnde wijders in Steede van wijlen den E: Equipagiemeester Willem Vrugt, weederom tot president in ‘t Collegie van Commissarissen van Civiele en huwelijxe zaken benoemd, den E: Dispencier Adriaan van Schoor.
Ook is aan den oud Burgerraad Jacobus Blanckenberg, op desselfs hier om bij Request gedane versoek, geaccordeert, neevens desselfs Stiefzoon Jan Lourens Bestbier, oud beneeden de 12: Jaaren, met een der aanweesende, of nog verwagt werdende Retourscheepen, naar Nederland te vertrecken, mitsg:s ten zijnen dienste, te mogen meede neemen, Seekere Slave Jongen gen:t Appollos Jacobsz: van Bengalen, mits de daartoe staande Transport en Costpenn:, te weeten voor den Supp:lt en desselfs gedagte Stiefzoon, om in de Cajuijt gelogeert en getracteerd te werden, mitsg:s voor voorsz: Slave Jonge voor de reijse naar ‘t vaderland, en wederom te rug naar deese plaats, alvoorens in ‘S Comp:s Cassa alhier behoorlijk Sullen moeten voldaan worden: Terwijl op het verdere gedane versoek, van meergem: Blanckenbergh nog verstaan is, dat ingevalle herwaarts soude mogen te rug keeren, ten eijnde zijn vast domicilium al bevoorens ter deeser plaatse te houden, denselven als dan ook wederom den Rang en ‘t fatsoen als oud Burgerraad Sal komen te genieten.
Gelijk meede op het insgelijx in Scriptis gedane versoek van den Burger Adolph Johan Hendrik van Coller, besloten is, dat in sijn faveur aan haar Wel Edele hoog Agtb: de Heeren Majores in ‘t Patria, Sal werden geschreeven, ten eijnde desselfs huijsvrouw Elisabeth Teubner woonagtig tot Amsterdam , bij bequaame Scheeps geleegentheijd, herwaarts te willen laten overkoomen.
Vermits den Luijtenant van de derde Comp:n Burger Infanterije alhier, Albert Jansz: Mijburg, voorsz: functie, wegens desselfs Lichaams gebreckelijkheijd, niet langer kan waarneemen, en uijt dien hoofde op zijn gedaan versoek, daar van heeft moeten werden ontslagen, is dierhalven in desselfs plaats, den Vaandrig in die Selfde Comp:n Jan Christoffel Flek, tot Luijtenant, en den vaanjonker Cornelis van der Poel, weederom tot vaandrig bevordert geworden.
En is voorts in Steede van voorwaartsgem: Jacobus Blanckenberg, tot Brandmeester aangesteld, den Burger Thobias Rogiers.
Terwijl laatstelijk aan den met het ter rheede vertoevend Retourschip de Admiraal de Ruijter repatrieerende opperCoopman en oud visitateur Generaal tot Batavia, de Heer Pieter Joan Bangeman, op desselfs dieswegens gedaan versoek, is gepermitteerd, ter zijner oppassinge, met zig naar ‘t Vaderland, meede te neemen, een Slaven Jonge, genaamt December van Macassar, onder betaalinge der gewoone Transport en Costpenn:, gereekend van Batavia naar ‘t Patria, en van daar weederom derwaarts te rug.
Aldus Geresolveerd ende gearresteerd, In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R. Tulbagh
[Signed:] J.W. Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
C. 144, pp. 90-105.¶
Donderdag den {17660220} 20: febr: 1766.
alle present, behalven den Heer Lieutenant Collonel Isaac Meinertshagen.
Door de gecontracteerde Slagters wegens de van hun gevorderde verantwoordinge, nopens de minwigten, op het aan de Successivelijk hier gepasseerde Scheepen Ijsselmonde , ‘S Comp:s Welvaren en de vrouwe Geertruijda , meede gegeevene gesouten Rundvleesch op heeden overgeleeverd zijnde, het volgende Schriftuur.
Aan den Wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh, Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &: &: &: benevens den E: Agtb: politicquen Raad.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren.’
‘Het van Uwe wel Edele gestr: en E. Agtb:, welbehagen geweest zijnde, aan de ondertegeek: gecontracteerde Slagters en Leveranciers van ‘t gesouten Rundvleesch, voor de hier passeerende Scheepen der E: Comp:n, ter handen te doen Stellen, Extract uijt de Seer geEerde Missive, door haar Wel Edele groot Agtb:s de Heeren der Hooge Indiasche Regeering tot Batavia, Sub dato 20: October des voorleden Jaars, aan Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:s geschreeven, met ende beneevens sodanige drie Copia Resolutiën, als door welgem: haar Hoog Edelens, onder den 8: Febr: 11: Junij en 23. Julij bevoorens, nopens de Considerable minwigten, op het aan de Scheepen Ijsselmonde , ‘S Comp:s Welvaren , en de vrouwe Geertruijda , alhier verstrekte gesouten vleesch gevallen, en de dieswegens geeijschte vergoeding, successivelijk sijn genoomen geworden, ten eijnde Uwe wel Edele gestr: en E: Agtb: daar omtrent behoorlijk verantwoordinge te doen; Soo sullen deselve, ter pligtschuldige Obedientie van dien, de vrijheijd neemen ter needer te Stellen; dat de vertoonders, wanneer zij met het insouten van vleesch, voor de des benoodigt zijnde Scheepen, beezig komen te weesen, het afpacken van dien in ‘t vaatwerk, nooijt komt te geschieden, als in presentie van een der Stuurlieden of ander officier, van sodanig Schip waar voor ‘t selve gedestineerd is, in wiens tegenwoordigheijd het voorsz: gesouten vleesch, vervolgens ook behoorlijk ten sijnen volkomen genoegen werd gewogen, ende Sulx op de in ‘t Slagthuijs Sig bevindende weeg-Schaal, mitsg:s met het meede aldaar gebruijkt werdende g’ Eijkte ‘S E Comp:s gewigt, invoegen daar meede allesints na d’ ordre, en zodanig als de vertoonders bij ‘t aanneemen der Leverantie van ‘t gesouten vleesch ten behoeve der E: Comp:n is voorgeschreeven, gehandeld werdende, kunnen d’ ondergeteek:s Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: oversulx in opregtheijd verseekeren, dat, voor zoo veel hun betreft, omtrent het voorwaartsgem: afgeleeverde gesouten vleesch, geen ‘t minste misdrijf of bedrog heeft plaats gehad, Terwijl de vertoonders wijders, nopens de oorsaken waar door het voorsz: aanmerkelijk minwigt, desselfs oorspronk eygentlyk is hebbende, Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: geen andere en voldoender Reedenen weeten te geeven, dan alleen, dat het gesouten vleesch op de reijse, in de Peekel wel eenigsints inkrimpende, het verlies op dies gewigt nogthans principalijk moet zijn ontstaan, door dien hetselve aan boord, van tijd tot tijd, bij kleijne parthijen aan ‘t volk moetende werden verstrekt, de Scheeps overheeden tot het uijtweegen van dien, niet alleen allerhande gewigt, maar Selfs daar toe, zoo als de ondergeteek: in ‘t Seekere geinformeert Zijn, kneppel Cogels komen te gebruijken, waar uijt mitsg:s ter zake, dat de voorseijde Scheeps opperhoofden dikwils versuijmen, van ‘t verstrekte gesouten vleesch, een accurate aanteekeninge te houden, de voorsz: minder uijtleeveringe, dan ook notoir heeft moeten volgen.’
‘De ondergeteek:s dus vermijnende, dat de hiervoren geciteerde, door hoogst gedagte Heeren der hooge Indiasche Regeering gevorderde vergoeding, om de geallegueerde Reedenen, niet tot Lasten van deselve zal kunnen koomen; versoeken zijl: Uwel Wel Edele gestr: en E: Agtb: oversulx seer needrig, omme niet alleen daarvan, maar ook van Sodanige vergoedingen meer, als deselve te bemoed Sien, dat uijt hoofde voorsz: misschien in ‘t vervolg nog Sullen geeijscht werden, ge excuseert te mogen blijven; te meer, nadien d’ ondergeteek:d /:gelijk voorwaarts is gesegd:/ nooijt geen gesouten vleesch aan de Scheepen hebben afgeleevert, dan na dat hetselve alvoorens in presentie van zodanige persoonen, als daar toe door de resp: Scheeps overheeden zijn gesteld geweest, invoegen voorsz: behoorlijk afgepakt, en aan deselve tot hun volkomen genoegen was toegewoogen:’
‘Weshalven de ondergeteek: dan ook onder gunstige welduijding Sustineeren, dat het vleesch op dusdanige wijze eenmaal afgeleevert weesende, zijl: als dan voor het geene daar op namaals mogte te kort komen niet responsabel kunnen Sijn.’
‘Hopende hiermeede aan ‘t voorsz: geagt bevel, pligtschuldig te hebben voldaan, neemen d’ ondergeteek:s voor ‘t overige de vrijheijd, zig met het uijtterste Respect te noemen.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren, Uwel Wel Edele gestr: en E: Agtb: seer ootmoedige en gehoorsame Dienaren /:was geteekend:/ + /:en daar omme Stond:/ dit merk is de handteekening van Jan Plaat, J:J: Faasen /:in margine:/ Cabo de goede Hoop den 17: febr: 1766.’
Heeft men na dies Lectuure, moeten besluijten, het gedagte Schriftuur in Copia authenticq aan haar Wel Edele groot Agtb: de Heeren der Hooge Indiasche Regeering tot Batavia te Suppediteeren, en derselver geEerde nader dispositie daar op te blijven afwagten.
Sijnde voorts aan den met het ter rheede leggend’ Ceijlons Retourschip Overnes hier gekomene Lieutenant militair, Adrianus van den Berg, en dito Ingenieur Isaak Jacobus Entink, op derselver dieswegens bij Request gedaan instandig versoek gepermitteerd, omme den eerstgem: ter afwagtinge zijner uijt het vaderland verwagt werdende Huijsvrouw Cornelia van Niël, en den laatstgen: uijt hoofde zijner Indispositie, eenigen tijd met Stilstand van gagie ter deeser plaatse over te blijven.
Gelijk ook aan den Schipper van ‘t meede aanweesend’ Bengaals Schip Cattendijke , Jurriaan Molensteen, hier om insgelijx bij Request versoek doende, is toegestaan, om ten dienste van het met ged:te Bodem onder desselfs opzigt naar Neederland overvarende Dogtertje van den Vrijburger Jan Fredrik Smit, in name Christina Sophia, derwaarts meede te neemen, zeekere ten dien fine alhier ingekogte Slavin Dina genaamt, mits voor deselve betaalende het daartoe Staande Transport en Costgeld, gereekend van hier na ‘t Patria, en van daar weeder herwaards te rug.
Terwijl laatstelijk, naar Lectuure van Seeker versoek-Schrift door eenen Casper Brewits, in de volgende bewoordingen gepresenteerd.
Aan den Wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh, Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop, en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele gestr: Heer en E: Agtb: Heeren.’
‘Geeft met verschuldigt Respect te kennen, Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: zeer needrigen Dienaar Casper Brewits, van Braams, in den Jaare 1755: voor Matt:s a ƒ9: p:r maand, met het Schip Bosch en Hoven , hier gekomen, mitsg:s op den 10: Maart 1761 als zodanig mits tijds expiratie in gagie verhoogt, tot ƒ11:- maandelijks, onder een nieuw drie Jaarig verband; hoe den Supp:lt voor zijn vertrek uijt het vaderland, aan desselfs Moeder Anna Luca Roswinckels, heeft vermaakt, drie maanden gagie Jaarlijx, dewelke den Suppl:lt ook Seedert altoos heeft voldaan; dan ten aanzien desselfs gemelde Moeder bereijts voor omtrent vier Jaaren geleeden, is komen te overlijden, en hij des niet tegenstaande, ged:te drie maanden gagie altoos heeft moeten betalen; Soo neemt den Supp:lt de vrijmoedigheijd, zig in alle Eerbied te keeren tot Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:, met gantsch demoedig versoek, om derselver gunstig voorschrijvens aan haar Wel Edele groot Agtb: de Heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam, waar voor is uijtgevaren, ten eijnde gemelde Maandceel geroijeert, en hem het te veel genotene weederom mogte werden gerembourseert.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende &:a.’
goedgevonden en beslooten is, dat tot roijeering van de door hem gemaakte maandceel, in sijn faveur aan haar Wel Edele groot Agtb: de Heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam /:waar voor den Supp:lt is uijtgevaren:/ sal werden geschreeven.
Aldus Geresolveerd ende gearresteerd, In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J.W. Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhaben
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
C. 144, pp. 106-124.¶
Donderdag den {17660227} 27. febr: 1766
‘S voormiddags alle present.
De goederen en provisiën, door haar Wel Edele groot Agtb: de Heeren der hooge Indiasche Regeering tot Batavia, p:r de Scheepen Ouderamstel , en de vr: Geertruijda , herwaards gezonden, thans ten eenemale ontlost geworden zijnde; zoo wierd op heeden door den Heer Secunde en Hoofd Administrateur Pieter van Reede van Oudshoorn, noopens het geene dat op de Ladingen dier kielen, Soo te kort, als gebrooken is bevonden, geproduceerd, de onderstaande Memoriën.
‘Memorie van de nabesz: porcelijn, Arack, Rijst, en Estricken, uijt ‘t provisie Schip Ouderamstel , zoo gebrooken, bedorven, als bij pijling minder bevonden, gelijk te Sien is bij de verclaring van gecommitteerdens hier annex, namentlijk.’
‘
25 | p:s klijne kommen op 200 p:s bij 't openen van een kas N:o 13: gebrooken, zijnde 12 1/2 pC:to netto. |
788 | kann: Arack op 40 Leggers bij pijling minder bevonden, zynde 13: van 3 d:m 25 v:n 4 d:m, 1: v:n 5 d:m, en 1: v:n 6: d:m wan, zijnde 5 1/16 p:r C:to ruijm. |
3112 | lb Rijst op 150: Coijangs van 3100 lb bedorven. |
53 | d:o Poeder Zuijker op 23208 lb: in 60 Canassers bij naweeging over |
363 | d:o Candij Zuijker op 22580 lb in 60: Canassers bij naweeging te kort zijnde 1 5/8 pC:to Sch:s |
4850 | p:s Estricken van 12: d:m, op 9000 p:s gebrooken, zijnde 54: pC:to Sch:s |
25 | p:s klijne kommen op 200 p:s bij 't openen van een kas N:o 13: gebrooken, zijnde 12 1/2 pC:to netto. |
788 | kann: Arack op 40 Leggers bij pijling minder bevonden, zynde 13: van 3 d:m 25 v:n 4 d:m, 1: v:n 5 d:m, en 1: v:n 6: d:m wan, zijnde 5 1/16 p:r C:to ruijm. |
3112 | lb Rijst op 150: Coijangs van 3100 lb bedorven. |
53 | d:o Poeder Zuijker op 23208 lb: in 60 Canassers bij naweeging over |
363 | d:o Candij Zuijker op 22580 lb in 60: Canassers bij naweeging te kort zijnde 1 5/8 pC:to Sch:s |
4850 | p:s Estricken van 12: d:m, op 9000 p:s gebrooken, zijnde 54: pC:to Sch:s |
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 27: febr: 1766. /:was geteekend:/ P v: Reede van Oudshoorn.’
‘Memorie van de nabesz: Rottangs, rijst en Arack uijt ‘t provisie Schip de Vrouwe Geertruijda , zoo bedorven als bij pijling minder bevonden, gelijk blijkt, bij de verclaring van gecommitteerdens hier annex, namentlijk.’
‘
215: | Bossen Bind Rottangs op 1000 Bossen, door bijgekomene nattigheijd verrot en verstikt. |
2045: | lb Rijst, op 100 Coijangs van 3100 lb bedorven. |
1118: | kann: Aracq op 50 Leggers, zijnde bij Pijling 27 van 3: d:m, 17 v:n 4 d:m, 3: v:n 5: d:m, 2: v:n 6 d:m en 1: v:n 12: d:m wan, zijnde 5 3/4 pC:to ruijm. |
215: | Bossen Bind Rottangs op 1000 Bossen, door bijgekomene nattigheijd verrot en verstikt. |
2045: | lb Rijst, op 100 Coijangs van 3100 lb bedorven. |
1118: | kann: Aracq op 50 Leggers, zijnde bij Pijling 27 van 3: d:m, 17 v:n 4 d:m, 3: v:n 5: d:m, 2: v:n 6 d:m en 1: v:n 12: d:m wan, zijnde 5 3/4 pC:to ruijm. |
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 27: febr: 1766: /:was geteekend:/ P v: Reede van Oudshoorn.’
Naar Lectuure welker Memoriën ter vergaderinge ontbooden zijnde, de Schippers van opgem: bodems Jan Stuijver en Michiel Hendrik kerke, ten eijnde wegens de voorsz: defectueuse, en te min uijtgeleeverde goederen, hunne verantwoordinge te doen; hebben deselve daar op overgelegd, de volgende Schriftuuren, als.
‘Den Wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh, Raad Extraordinairis van Neederlands India, gouverneur in Loco &:a &:a &:a den ondergeteekende Schipper van ‘t Schip Ouderamstel , hebbende gelieven t’ ordonneeren, omme behoorlijk te verantwoorden, waar door de defecten op de Lading van voorsz: Bodem voor dit gouvernement aangebragt, zijn ontstaan, zoo verclaare ik d’ oorsaak daar van te zijn, als in margine deeses staat aangehaald, bestaande in als volgt.’
‘
met afscheepen soo na als van Boord | 25 | p:s kleijne kommen op 200 p:s bij 't openen van Een kas N:o 13: gebrooken, zijnde 12 1/2 pCt:o netto. |
door 't water 't welk door swaar slingeren en werken van 't Schip van boven in is gekomen, 't welk blijkt volgens verclaring. | 3112: | lb Rijst op 150: Coijangs van 3100 lb bedorven. |
door 't Swaar Slingeren en werken van 't Schip alzoo deselve opmalkanderen in 't voorschip hebben gestaan. | 4850: | p:s Estricken van 12: d:m op 9000 p:s gebrooken, zijnde 54 pCt:o Sch:s |
met afscheepen soo na als van Boord | 25 | p:s kleijne kommen op 200 p:s bij 't openen van Een kas N:o 13: gebrooken, zijnde 12 1/2 pCt:o netto. |
door 't water 't welk door swaar slingeren en werken van 't Schip van boven in is gekomen, 't welk blijkt volgens verclaring. | 3112: | lb Rijst op 150: Coijangs van 3100 lb bedorven. |
door 't Swaar Slingeren en werken van 't Schip alzoo deselve opmalkanderen in 't voorschip hebben gestaan. | 4850: | p:s Estricken van 12: d:m op 9000 p:s gebrooken, zijnde 54 pCt:o Sch:s |
‘Sullende Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: uijt het in margine deeses ter needer gestelde, klaarlijk de waaragtige Reedenen kunnen beoogen, waar door de defecten der voorsz: goederen haren oorspronk hebben, om welke Reedenen den ondergeteekende op d’ Eerbiedigste wijze versoekt /:als een Dienaar die d’ E Comp:n, Seedert dat hij deselve gediend heeft, altoos trouw en eerlijk heeft behandeld:/ dat hij voor de gemelde defecten der voorengenoemde goederen, niet moge werden belast.’
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Schip Ouderamstel , den 24: febr: 1766. /:was geteekend:/ J: Stuijver.’
‘Den wel Edelen gestrengen Heere Rijk Tulbagh, Raad Extraordinairis van Neederlands India, gouverneur in Loco &:a &:a &:a den ondergeteekende Schipper van het Schip de Vrouwe geertruijda , hebbende gelieven t’ ordonneeren, omme behoorlijk te verantwoorden, waar door de defecten op de Lading van voorm: Bodem, voor dit gouvernement aangebragt, zijn ontstaan; zoo verclaare ik d’ oorsaak daar van te zijn, als in margine deeses Staat aangehaald, bestaande in, als volgt.’
‘
De Rottings tegen Scheepsboord, tusschen de knies, tot gernierings van de Rijst ingestaan hebbende, zijn door ingekomen water, bij Swaar werken van 't Schip nat geworden en verstikt. | 215 | Bossen Bind Rottings op 1000 Bossen, door bijgekomen nattigheijd verrot en verstikt. |
de rijst is door hetselve water bevogtigt, en dus bedorven zoo als de deesen versellende verclaring der scheeps officieren nader komt aan te toonen. | 2045 | lb Rijst op 100 Coijangs van 3100 lb bedorven. |
De Rottings tegen Scheepsboord, tusschen de knies, tot gernierings van de Rijst ingestaan hebbende, zijn door ingekomen water, bij Swaar werken van 't Schip nat geworden en verstikt. | 215 | Bossen Bind Rottings op 1000 Bossen, door bijgekomen nattigheijd verrot en verstikt. |
de rijst is door hetselve water bevogtigt, en dus bedorven zoo als de deesen versellende verclaring der scheeps officieren nader komt aan te toonen. | 2045 | lb Rijst op 100 Coijangs van 3100 lb bedorven. |
‘Sullende Úwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: uijt het in margine deeses ter needergestelde klaarlijk de waaragtige Reedenen kunnen beoogen, waar door de defecten der voorsz: goederen, haaren oorspronk hebben, om welke Reedenen den ondergeteekende, op d’ Eerbiedigste wijze versoekt /:als een Dienaar die d’ E: Comp:n Seedert dat hij deselve gediend heeft, altoos trouw en eerlijk heeft behandeld:/ dat hij voor de gemelde defecten der voor aangeroerde goederen, niet moge werden belast.’
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Schip de vrouw Geertruijda den 25: Febr: 1766.’
’/:was geteekend:/’
‘M.H. Kerke.’
‘Wij ondergeteekendens officieren bescheijden op het thans ter rheede aan Cabo de goede Hoop geankert leggende Schip Ouderamstel , verclaren mits deesen ter requisitie, van den evengem: Bodem Commandeerende Schipper d’ E Jan Stuijver, hoe waar en waaragtig is, dat op de reijse van Batavia naar herwaards met frissche Coeltens en holle zëen, veel water binnens boorts is overgekoomen, gelijk meede dat door het swaar slingeren en werken van het Schip, eenige openingen aan de watergangen zoo op als tusschen Deks gekoomen zijnde, niet tegenstaande gem: Leckagiën zoo veel mogelijk gedurig wierden voorsien, daar door egter veroorzaakt is geworden, dat ‘er nattigheijd bij de geladene Rijst is gekoomen, terwijl bij ‘t ontlossen bevonden wierd, eenige Sacken met Rijst bedorven te zijn.’
‘Welk voorenstaande wij verclaren de zuijvere waarheijd te zijn, bereijd zijnde het Selve des gerequireerd werdende, met Solemneelen Eede te Staven.’
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Schip voornoemd den 24 Febr: 1766’
’/:was geteekend:/’
‘B.J. Visser opperstuurman, C: Seijer onder d:o Andries Barensz X /:daar omme stond:/ dit is het merk van Jacob Hop schieman Taake Hendriks Schiemansmaat.’
‘Wij ondergeteekendens, alle officieren in dienst der E: Comp:n, en bescheijden op ‘S E Comp:s Schip vrouwe Geertruijda , verclaren bij deesen, ter requisitie van den E: Schipper M:H: Kerke, meede bescheijden op bovengem: Bodem, als dat het versticken en verrotten der Tweehondert en Vijfthien Bossen Bind Rottings, dewelke tusschen de knies tegens Boord hebben gestaan, tot garniering, en de bedorven twee Duijsend vijf en Veertig ponden Rijst, niet anders veroorsaakt is, als door het Swaar werken van ‘t Schip, waar door het water na binnen is geslagen, zoo als men bevonden heeft, het welk wij betuijgen de Suijvere waarheijd te zijn, en wanneer Sulx geeijscht werd met Eede te Sullen bevestigen.’
’/:was geteekend:/’
‘P:r Beetjes, C: Vester, J: Zandvliet,’
’/:in margine:/’
‘In ‘t S E: Comp:s Schip Vrouwe Geertruijda, leggende ter rheede van Cabo de goede Hoop den 25. Febr: 1766.’
Waar op in overweeging genoomen zijnde, dat de Cas met porcelijn p:r ouderamstel aangebragt, door de Scheeps overheeden ongeopend ontfangen, en ook sodanig, volgens het bruto gewigt alhier uijtgeleevert is, en dat het breeken der met gem: Bodem meede herwaarts gezondene Estricken, ten principale door het Sterk arbeijden van ‘t Schip, bij geleeden Swaar weer, veroorsaakt zijnde, wijders ten belange der bedurvene 5157: lb Rijst, te weeten van Ouderamstel 3112: lb en van de Vr: geertruijda 2045: lb bij de diesweegens door de opper- en Dex officieren van evengem: kielen verleende verclaringen Constreerd, dat zulx zoo wel als het versticken van 215 Bossen bind Rottings, met laatstgem: kiel aangebragt, alleen door ‘t overgekreegen Zeewater is veroorzaakt; heeft men dierhalven moeten besluijten, het een en ander te passeeren; en aan den anderen kant, het geen op de Aracq, Poeder en Candij Suijker, Cattoen en peeper, minder als de gepermitteerde afschrijvinge dicteerd, is te kort gekoomen, de Resp: Scheeps overheeden op reecq: van Zoldije, uijtkoopsprijs te laten ten goede brengen, in maniere als volgt, te weeten.
Den Schipper van Ouderamstel | ||
Jan Stuijver voor 2/3 als. | ||
Over 764: kannen Aracq | ƒ220:10:08: | |
Over 749 lb Poeder Zuijker | d:o 87:07:08: | |
Over 314 lb Candij Zuijker | d:o 47:13:-: | |
Over 40 lb Cattoen | d:o 8:02:-: | |
Over 30 lb Peeper | d:o 4:06:-: | |
ƒ367:19:-: | ||
Den opperstuurman van gem: Bodem | ||
Broer Jansse Visser voor 1/3 | ||
Over 764: kannen Aracq | ƒ110:05:08: | |
Over 749 lb poeder Zuijker | d:o 43:14:-: | |
Over 314 lb Candij Zuijker | d:o 23:16:08: | |
Over 40 lb Cattoen | d:o 4:01:-: | |
Over 30 lb Peeper | d:o 2:03:-: | |
ƒ184:-:-: | ||
Den Schipper van de vrouwe Geertruijda | ||
Michiel Hendrik kerke, voor 2/3 | ||
Over 822 kannen Aracq | ƒ237:05:08: | |
Den opperstuurman van dito bodem | ||
Pieter Beetjes voor 1/3 | ||
Over 822 kannen Aracq | d:o 118:13:-: |
Den Schipper van Ouderamstel | ||
Jan Stuijver voor 2/3 als. | ||
Over 764: kannen Aracq | ƒ220:10:08: | |
Over 749 lb Poeder Zuijker | d:o 87:07:08: | |
Over 314 lb Candij Zuijker | d:o 47:13:-: | |
Over 40 lb Cattoen | d:o 8:02:-: | |
Over 30 lb Peeper | d:o 4:06:-: | |
ƒ367:19:-: | ||
Den opperstuurman van gem: Bodem | ||
Broer Jansse Visser voor 1/3 | ||
Over 764: kannen Aracq | ƒ110:05:08: | |
Over 749 lb poeder Zuijker | d:o 43:14:-: | |
Over 314 lb Candij Zuijker | d:o 23:16:08: | |
Over 40 lb Cattoen | d:o 4:01:-: | |
Over 30 lb Peeper | d:o 2:03:-: | |
ƒ184:-:-: | ||
Den Schipper van de vrouwe Geertruijda | ||
Michiel Hendrik kerke, voor 2/3 | ||
Over 822 kannen Aracq | ƒ237:05:08: | |
Den opperstuurman van dito bodem | ||
Pieter Beetjes voor 1/3 | ||
Over 822 kannen Aracq | d:o 118:13:-: |
Sijnde voorts naar Lectuure der Rapporten, door bovengemelde Schippers Jan Stuijver en Michiel Hendrik kerke, noopens de dagelijxe verrigtingen in ‘t Lossen en weeder aflaaden hunner voorsZ: onderhebbende Bodems, verleend, goedgevonden, in Margine dier Rapporten te doen aanteekenen, dat de in deselve aangehaalde dagelijxe verrigtingen, omtrend het ontlossen en weeder belaaden, allesints met de waarheijd Conform zijn ter needer gesteld, en dat gem: kielen voor het overige, niet eerder hebben kunnen werden gedimitteerd, uijt hoofde van ‘t volhandig werk, dat men met het afvaardigen der Successivelijk van hier vertrockene Retourscheepen der E Comp:n heeft gehad.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsZ:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] P v Reede van Oudshoorn
[Signed:] J.W. Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
C. 144, pp. 125-139.¶
Vrijdag den {17660228} 28: febr: 1766.
‘S voormiddags alle present.
Dewijl door den Land Drost van Stellenbosch en DrakenSteijn , M:r Jacobus Johannes le Suëur, aan den Heere Gouverneur is gerapporteerd; dat ‘er voor de Mond van de Soetendaals-Valleij , een Schip was aangeland, waarop zig niet alleen veele Swarten bevonden, maar dat ook dit volk hun bereijds aan de Wal begeeven had, en zig teegens onze daar omstreex woonende opgeseetenen, Vijandelijk quam te gedragen, en dat dierhalven uijt dit berigt, en het lang weg blijven, van den tot het inruijlen van Slaven naar Madagascar gezondenen Hoeker de Meermin met reedenen te vreesen is, dat dit vaartuijg door d’ ingeruijlde Slaven afgeloopen zijnde, dus waarschijnelijk ter voorsz: plaatse, in Een zeer gevaarlijken en Reddeloozen toestand zal leggen; Soo is naar overweeging van Zaaken voor den Dienst der E: Comp: beslooten, om tot het weederbemagtigen van gem: Hoeker de Meermin , en de daarop Zijnde ‘S Comp:s Leijf Eijgenen, de ter Rheede leggende Hoekers de Nepthunus en de Snelheid , ten aller Spoedigsten in gereedheijd te doen brengen, mitsg:s op het eerstgem: kieltje, den Vaandrig Philip von Heijden met 1: Sergeant, 2: Corporaals en 25: Soldaten, met een Tamboer; en op de Snelheid , den Vaandrig Johannes Steijn, met een gelijk getal onder officieren, en gemeene Militairen te plaatsen; Terwijl dezelve van provisiën, kruijd, lood, Handgranaten, en verdere ammunitie van Oorlog meede behoorlijk zullen werden voorzien.
Sullende de gezaghebbers dier kielen, Lijder Hendrik Ridder, en Theunis Martensz Kulk wijders, bij een Schriftelijke ordre, en instructie werden gelast, om zoodra op gem: Hoekers tot vertrek in Staat zullen zijn gebragt, met de allereerste goede wind, deese rheede te verlaten, en de Cours direct te Stellen, naar Caab Anguillas , geconsidereerd de hiervoorengem: Soetendaals-Valleij , tusschen voorsz: Caab Anguillas , en de Oost-Hoek der Baaij fals , ofde Sogen:de hanglip geleegen is, vervolgens met de dagelijx waaijende Z:O:te winden, van daar de Cust langs, tot aan de ged:t Oosthoek der Baaijfals af te Sacken, ten waare, dat de geleegendheijd zig beeter presenteerde, om van de voorsz: Oosthoek of hanglip , tot aan gem: Caab Anguillas te Steevenen, het geen aan ‘t goed overleg van bovengem: gezaghebbers zal werden gelaten, mitsg:rs om in alles, na Zeemanschap te werk te gaan.
Dat zijl: voorts, wanneer ter geciteerde aangeweesene plaats gekomen, en het aldaar leggende Schip of Vaartuijg, voor den Hoeker de Meermin erkend zal zijn, als dan immediaat de nodige Maatregulen zullen moeten neemen, en in ‘t werk stellen, om dit vaartuijg te abordeeren en met de Slaven, die zig nog in ‘t zelve mogten bevinden, weederom te bemagtigen, zullende deselve egter hun uijtterste devoir moeten aanwenden, de Slaven, zoo veel mogelijk zal zijn, in ‘t leeven te Spaaren, om dus doende onze Heeren en Meesteren te bevrijden, voor nog meerdere Schade, die dezelve andersints voor ‘t Sneuvelen dier LeijfEijgenen zouden moeten ondergaan, dog bij aldien dezelve teegen verwagting zig dermaten hartneckig zouden mogen komen te verweeren, dat Zijl: Zouden vermeijnen, dat met de Slaven te willen Conserveeren, den Hoeker in eenig gevaar Zoude komen te geraaken, inzulken gevalle, zijl: geen Consideratie zullen behoeven te gebruijken, maar alles moeten aanwenden, wat tot het bemagtigen van het Vaartuijg, zal werden vereijscht, als de Hoofdzaak zijnde, en ‘t geen haarl: dan ook als zodanig Speciaal zal werden aanbevoolen.
Gelijk de voorsz: gezaghebbers wijders, zodra zijl: meergem: Hoeker de Meermin zullen hebben vermeesterd, en dat dit Vaartuijg, daartoe nog in Staat mogte werden geoordeeld, met hetzelve als dan ten eersten, van dies teegenwoordige gevaarlijke Legplaatse zullen moeten onder zeijl gaan, en dien bodem brengen in de Simonsbaaij , als daartoe het naaste en bequaamste bij der Hand leggende; dan nadien het zeer te dugten is, dat door het voorsz: onverhoopt voorval, van ‘t afloopen des Hoekers, ook al het daarop bescheijden geweest zijnde Scheepsvolk, zal zijn om ‘t Leeven geraakt, zullen zijl: als dan, te weeten, wanneer dit vaartuijg nog in Staat zal zijn, om zee te bouwen, zoo veel van derzelver onderhebbende Mattroosen, als men bequamelijk zal kunnen missen, neevens de noodig geoordeeld werdende Militairen, op de Meermin moeten plaatsen, en de overige op de andere hoekers verdeelen, na dat de geleegendheijd zulx zal komen te vereijschen, om alle drie de Vaartuijgen in Staat te Stellen, van weederom herwaarts te rug te kunnen komen: dog ingevalle het overhooptelijk met voorsz: Hoeker de Meermin , dusdanig Slegt gesteld mogte zijn, dat denselven, ‘t zij door Leccagie, of andere geleedene rampen volstrekt buijten Staat geoordeeld wierd, om door en met de haarl: meede te geevene Timmerlieden, en Materialen, zoo verre te kunnen werden verholpen, om naar de baaij fals te kunnen werden overgebragt, dat als dan al het geene, te weeten, geschut, ankers, Touwen, zeijlen &:a nog bequamelijk Sal te bekomen zijn, in derselver onder hebbende Vaartuijgen moeten gescheept en herwaards gebragt werden, dog waaromtrent de meergem: gezaghebbers wel uijtdruckelijk zullen werden gelast, alle mogelijke voorzigtigheijd te gebruijken, ten eijnde, haare onderhebbende Vaartuijgen zelve, in geen pericul te Stellen.
Terwijl verders in het bovengem: geval, namentlijk wanneer dikwils gen: Hoeker de Meermin , buijten Staat mogte weesen, om van desselfs Legplaats te kunnen werden afgebragt, de Vaandrigs von Heijden en Steijn, met hunl: onderhoorige detachementen, Zig aldaar maar zullen moeten doen aan de Wal Setten, om vervolgens over den Landweg herwaarts op te komen, wel te verstaan, in Soo verre zulx Sonder eenig pericul voor Menschen en Vaartuijgen, Zal kunnen geschieden.
Ende alhoewel, om de voorwaards aangehaalde reedenen, Schier ontwijfelbaar moet werden voor ondersteld, dat het voorsz: Schip of Vaartuijg geen ander dan den Hoeker de Meermin Zal weesen, egter een Soort gelijk of ander ongeval zoude konnen zijn overgekomen, aan een Schip van d’ een of ander, met onze Republicq in vreede en Vriendschap zijnde Mogentheijd; dat dus d’ adsistentie van gem: Hoekers insgelijx Soude komen te requireeren, de dikwils gen: gezaghebbers in dit geval, dusdanige in nood zijnden Bodem, wel de vereijschte hulpe zullen mogen toebrengen, dog daaromtrent met d’ uijtterste voorzigtigheid hebbende te werk te gaan, en voor al ingevalle het een groot of defensif Schip mogte zijn, het Selve niet te voorbarig te naderen, maar zig zoo verre daar van af te houden, dat zijl: hetzij, door een klijn Vaartuijg van ‘t selve, of op een andere wijze, kennisse van hunl: omstandigheijd, zullen hebben gekreegen, om dusdoende, onze eijgene vaartuijgen aan geen ongeval ge Exponeeren.
Sullende laatstelijk alle de op deese Expeditie voorvallende Zaaken, uijtgenomen die het Scheep bestier en de Zeijlagie betreffen, Communicatief tusschen de Vaandrigs von Heijden en Steijn, en de gezabhebbers Ridder en Kulk moeten behandeld worden; Terwijl den vaandrig Von Heijden, als de oudste Militair Officier Zijnde, het Commando over beijde de detachementen Sal moeten voeren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] P v Reede van Oudshoorn
[Signed:] J.W. Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
C. 144, pp. 140-144.¶
Saturdag den {17660301} 1: Maart 1766
des Avonds alle present.
Op het ingekomen nader berigt van den Land Drost le Suëur, dat den voor de Mond van de Zoetendaals-Valleij ten anker leggenden bodem, een ‘S Comp:s vaartuijg en dus buijten Twyffel den Hoeker de Meermin komt te weesen, gelijk meede, dat dies Schuijt en Boot ginder op het Strant waren leggende, en dat de daarmeede van boord gevlugte Slaven, door d’ onze geattaqueert Zijnde, Zig dusdanig hartneckig hadden te weer gesteld, dat van deselve 14: Stux Doodgeschooten, mitsg:rs een gelijk getal gevangen genomen, en de overige op de Vlugt waaren gedreeven, met bijgevoegd verzoek van gem: Land Drost wijders, om te mogen werden geinformeert, op hoedanige wijze zig in ‘t adsisteeren van gem: kiel, die omtrent een Uur van de Wal zoude voor anker leggen, dan wel bij desselfs onverhoopte Stranding, te gedragen; Soo is bij overweeging, dat het voor ged:t Land Drost Zeer beswaarlijk, Soo al niet in ‘t geheel ondoenelijk zal weesen, om aan het voorsz: Vaartuijg ginder eenige hulpe te kunnen toebrengen, egter noodsakelijk geoordeelt, aan denselven over den Landweg toe te Senden, Twee Scheeps Timmerlieden, met het noodsakelijkste gereedschap voorsien, ten eijnde de voorsz: ontramponeerd geraakte Boot en Schuijt, weederom Soo veel mogelijk te repareeren, of het Saake waare, dat met deselve iets ten nutte van den Hoeker Zoude kunnen werden gedaan, waaromtrent gem: Land Drost dan ook desselfs uijtterste devoir Zal moeten aanwenden, en Soo meede om ingevalle het evengem: Vaartuijg onverhooptelijk mogte komen te Stranden, als dan Soo veel van het Selve te bergen, als mogelijk Zal weesen; Terwijl men voor ‘t overige hoopen wil, dat de Vlugtende Slaven Seedert agterhaald en gevangen Zullen Zijn, en Zig niet soo, obstinaat, als die van ‘t eerste Complot, hebben te weer gesteld.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd. In’t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] P: v: Reede van Oudshoorn
[Signed:] JW Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor.
C. 144, pp. 145-153.¶
Dinsdag den {17660304} 4: Maart 1766.
‘S voormiddags alle present, behalven den Heer Secunde Pieter van Reede van Oudshoorn.
Den E: Cap:tn ter Zee en Equipagiemeester deeses gouvernements Willem Vrugt, onlangs overleeden weesende, is op ‘t voordragen van den Heere gouverneur, ter nadere approbatie der Heeren Majores in ‘t Vaderland, weederom tot Equipagiemeester aangesteld, den Schipper van ‘t ter rheede leggend’ Schip Popkensburg Jacob Rijzik; des Zullen alle d’ Effecten, zodanig als deselve ter verantwoordinge van wijlen op gem: E: Vrugt hebben gestaan, door Expresse gecommitteerd:s opgenomen, en aan voorsz: nieuw aangestelden Equipagiemeester Rijzik, werden overgegeeven; Terwijl denselven wijders, weegens ‘t aanvaarden deeser bediening, Sodanige Cautie Zal moeten Stellen, als d’ ordres van haar wel Edele groot Agtb: de Heeren der Hooge Indiase Regeering tot Batavia, vervat bij Extract Resolutiën, de datis 10: Julij 1750: en 9: Julij 1762 komen te Dicteeren.
En nadien ‘er in de Jongst afgeweekene Maand februarij, een aansienelijk bedragen van Rd:s 77767 1/2 p:r Assignatie op het Vaderland in ‘s E Comp:s Cassa is geteld geworden, en dat uijt dien hoofde weederom met gevoegelijkheijd eenige der bij dit gouvernement aan handen Zijnde Contanten, zullen kunnen werden gemist; is dierhalven goedgevonden ende beslooten, voor eerst de Somma van Twintig Duijzend Spaanse realen, met de eerst daags te vertrecken Staande provisie Scheepen Ouderamstel ende Vrouwe geertruijda te weeten, p:r ijder bodem 10‘000 p:s, naar Batavia over te zenden.
Sijnde wijders ten versoeke van den met het aanweesend Schip de Zilvere Leeuw hier aangelanden Advocaat M:r Johannes gabriël van gehren, aan denselven gepermitteerd, omme ter Saake Zijner Indispositie, eenigen Tijd met StilStand van gagie, ter deeser plaatse te verblijven.
En is voorts nagesien, de [generale] rekening der Weesgelden, zodanig als deselve onder Ult:o dec: des gepasseerden Jaars ter WeesCamer Zijn bevonden, Luijdende als volgt.
‘
Generale Reekening der Weescamer aan Cabo de goede hoop onder Ultimo December 1765. | ||
1765. pr: Jann: was 't Capitaal op de Boeken | rd:s 320109:11: | |
d:o d:o d:o het restant der Contanten op de boedels | d:o 20379:39: | |
ƒ340489:02: | ||
In dit Jaar bijgekomen op de Boeken, als. | ||
Over de op intrest uijt Staande Capitalen verscheene Renten | d:o 8110:47: | |
Over Nieuwe bewijzen | d:o 3043:-: | |
Over de tot voordeel der Weezen ingekomene penningen | d:o 20362:23: | |
Op de openstaande Boedelreekeningen | d:o 6649:08: | |
d:o 38165:30: | ||
rd:s 378654:32: | ||
Afgegaan | ||
Op de Boeken als. | ||
over betaalde bewijzen | rd:s 4909:05: | |
over uijtgegeevene Contanten tot voldoening en onderhoud der Weezen, mitsg:s Camer ongelden | d:o 38212:02: | |
Op de openstaande boedelreekeningen | d:o 12665:32: | |
d:o 55786:39: | ||
Resteert onder dato deeses een Somma van | rd:s 322867:44: | |
Evengem: Capitaal bestaat, | ||
in diversse verbandbrieven | rd:s 260675:23: | |
in verscheene Intresten | d:o 8731:18: | |
in 't restant der Contanten op de boeken | d:o 39097:33: | |
in 't restant op de openstaande Boedels | d:o 14383:15: | |
rd:s 322867:41: |
Generale Reekening der Weescamer aan Cabo de goede hoop onder Ultimo December 1765. | ||
1765. pr: Jann: was 't Capitaal op de Boeken | rd:s 320109:11: | |
d:o d:o d:o het restant der Contanten op de boedels | d:o 20379:39: | |
ƒ340489:02: | ||
In dit Jaar bijgekomen op de Boeken, als. | ||
Over de op intrest uijt Staande Capitalen verscheene Renten | d:o 8110:47: | |
Over Nieuwe bewijzen | d:o 3043:-: | |
Over de tot voordeel der Weezen ingekomene penningen | d:o 20362:23: | |
Op de openstaande Boedelreekeningen | d:o 6649:08: | |
d:o 38165:30: | ||
rd:s 378654:32: | ||
Afgegaan | ||
Op de Boeken als. | ||
over betaalde bewijzen | rd:s 4909:05: | |
over uijtgegeevene Contanten tot voldoening en onderhoud der Weezen, mitsg:s Camer ongelden | d:o 38212:02: | |
Op de openstaande boedelreekeningen | d:o 12665:32: | |
d:o 55786:39: | ||
Resteert onder dato deeses een Somma van | rd:s 322867:44: | |
Evengem: Capitaal bestaat, | ||
in diversse verbandbrieven | rd:s 260675:23: | |
in verscheene Intresten | d:o 8731:18: | |
in 't restant der Contanten op de boeken | d:o 39097:33: | |
in 't restant op de openstaande Boedels | d:o 14383:15: | |
rd:s 322867:41: |
’/:onderstond:/’
‘Ter weescamer aan Cabo de goede Hoop Ultimo December 1766: /:lager:/ Continueerende en aankomende Weesmeesteren /:was geteekend:/ J:W: Cloppenburg, J:bs Adr: La Febre, A:s Brink, P:L: Lesueur, E: v: Schoor /:ter zeijden stond:/ Afgaande Weesmeesteren /:en geteekend:/ H:O: Müller, L:S: Faber.’
Hier na geleesen weesende, de requesten van ‘S Comp:s Slavinnen Catharina van grisella en Elisabeth van Cicilia van Angorie, houdende verzoek, om d’ Eerstgem: neevens haar kind gen:t Saartje van de Caab, oud 2: Jaaren, en 1: Maand, en de laatst gen:de insgelijx met haar Dogtertje Elisabeth meede van de Caab, Zijnde een Jaar oud, te mogen werden geEmancipeert; Zoo is ter Consideratie, dat deselve het Sacrament des Doops hebben ontfangen, en de Supp:ltn niet alleen de Neederduitsche Taal volkomen wel spreeken, maar ook dat Zijl: daarvoor Twee Kloeke en gezonde Mansslaven, met namen Fortuijn van Bengalen en Januarij van Mallabar, die bij gedane visitatie gezond en van de vereijschte Lichaams gestalte, Zijn bevonden, aan d’ E: Comp: presenteeren te geeven, goedgevonden en verstaan, de voorsz: Catharina van grisella en Cicilia van Angorie met hunl: gedagte Kinderen Saartje en Elisabeth, uijt Slavernij te ontslaan en in vrijdom te Stellen.
Gelijk ook op het diesweegens meede in Scriptis gedaan versoek van S Comp:s Slavin Catharina van de Caab, goedgedagt, en beslooten is, dat haar Dogtertje Christina meede van de Caab, oud 4: Jaaren uijt aanmerkinge, dat deselve insgelijx gedoopt is, uijt Slavernij Zal werden ontslagen en in vrijdom gesteld, mits voor het gem: kind, de somma van Een Hondert guldens Indische Valuatie in ‘S Comp:s Cassa betalende.
Aldus geresolveert ende gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J.W. Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
C. 144, pp. 154-159.¶
Donderdag den {17660306} 6: Maart 1766.
‘S voormiddags alle present.
Nademaal uijt, de door den Land Drost le Suëur, Sub dato 3: deeser aan den Heere Gouverneur gerigte Missive, onder anderen is gebleeken, dat den Hoeker de Meermin voor Soo veel men van Land konde zien, buijten merkelijk pericul quam te leggen, en hij Land Drost Hope hadde, om door ‘t bekomen van Spoedig Secours, insonderheijd van goede Zeelieden, en het instaat Stellen van Schuijt en boot, dien bodem ginder te redden, heeft men dierhalven goedgevonden, nog op heeden, met die Selfde Wagens, waarmeede de bij voorsz: Missive derm:e gevangenen bekomene Slaven, herwaarts opgebragt Zijn, gem: Land Drost toe te Senden, den baas der Scheeps Timmerlieden van ‘S Comp:s werf alhier Philip van den Berg, neevens nog Twee Scheeps Timmerlieden, met de benoodigde Riemen, Schuijts- en Bootsdregge, Touwen en andere benoodigt heeden, om voorsz: Schuijt en Boot, met het houtwerk dat men geinformeerd is, ginder voor handen te Zijn, ten Spoedigsten te repareeren; Terwijl behalven gem: baas en gemeene Timmerlieden, meede van hier derwaards zullen moeten vertrecken, 2: Stuurlieden, 1: quartiermeester, en 20: goede Mattroosen, dewelke na de reparatie van Schuijt en Boot, dan wel een van beijde, daar meede naar voorsz: Hoeker de Meermin zullen moeten werden afgezonden, met ordre, om wanneer bij denselven Zullen gekomen Zijn, Zijl: de nog daarop Zijnde Slaven, Zullen hebben toe te roepen, en te vermanen, Zig goedSchiks over te geeven, met belofte, dat haarl: in Zulken gevalle, geen leed Zal geschieden, en op deese wijze hun devoir aanwenden, om meergem: Hoeker weederom te bemagtigen; dog daarin onverhooptelijk niet kunnende Slagen, zullen deselve als dan, ‘t zij tot reddinge of adsistentie van ‘t geciteerde Vaartuijg, en de Scheepelingen, die Zig op ‘t Selve nog Zijn bevindende, Sodanig moeten te werk gaan, als Zijl: naar Zeemanschap zullen oordeelen noodig en dienstig te Zijn, ten welken Eijnde evengemelde Stuurlieden en Mattroosen door voors: Land Drost van behoorlijke wapenen Zullen moeten werden voorzien.
Sullende, ingevalle dit Secours van ‘t gewenschte Succes mogte weesen agtervolgd, te weeten, dat men den Hoeker met de nog daarop Zijnde Slaven, weeder Zal hebben bemagtigt, de voorm: Stuurlieden als dan, ten eersten de Ankers moeten doen ligten, en met het ged:t Vaartuijg naar de baaij fals , als daartoe het naaste en bequaamste bij der hand leggende, hebben te Steevenen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] J.W. Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
C. 144, pp. 160-168.¶
Maandag den {17660310} 10 Maart 1766
‘S voormiddags alle present.
Dewijl men uijt den Briev door den Land Drost le Suëur, onder den 7: deeser herwaarts geschreeven, tot bijzonder Leedweesen heeft moeten verneemen, dat de op den Hoeker de Meermin verbleevene Mutineerende Slaven, het ged:t Vaartuijg naar het Kappen der Ankers op ‘t Strand hebben gezet, gelijk meede, dat door het attaqueeren, der aan Land gekomene Zes Swarten, en ‘t Sneuvelen van ‘t Hoofd der Rebellen, was veroorsaakt, dat de overige aan boord Zijnde Slaven, zig niet naar land hadden willen begeeven, ‘t welk gevoegd bij het door hun gemaakt werdende geweld, en de Schooten, die men binnen Boord heeft hooren doen, ten hoogsten doed vreesen, dat den Staat der ongeluckige Scheepelingen /:zoo deselve alniet bereijds alle gemassacreert Zijn:/ nu tot het uijtterste zal weesen gebragt; heeft men dierhalven, in Hoope, dat ged:t Land Drost, naar ‘t bekomen der van hier gezondene Timmerlieden en Mattroosen, eenig middel zal hebben kunnen uijtvinden, om zonder deese Menschen meede aan een Oogschijnelijk gevaar bloot te Stellen, de voorsz: waarlijk beklagenswaardige Scheepelingen des Hoekers, te redden, mitsg:s ter zaake, dat het niet wel mogelijk is, om bij deese dagelijx voorkomende, en telkens meer en meer verergerende omstandigheeden, eenige precise of positive ordres, omtrent het vermeesteren van geciteerden gestranden Hoeker, en de nog daarop zijnde Slaven te Stellen, best geoordeelt, aan het goed beleijd en overleg van meergem: Land Drost le Suëur over te laten, om naar het in Staat Stellen der Schuijt en Boot, daaromtrent dat geene in ‘t werk te Stellen, ‘t welk naar den toestand der Zaaken, en Zonder merkelijk pericul, voor de daartoe t’ Emploijeerene Menschen, zal kunnen geschieden.
Sullende voorts, wanneer men hieromtrent naar Wensche Zal hebben gereüsseert, den baas der Scheeps Timmerlieden Philip van den Berg, Zig ten eersten aan boord des gestranden Hoekers moeten vervoegen, ten eijnde op ‘t naauwkeurigste te visiteeren, in wat gesteldheijd denselven, zig komt te bevinden, en of ‘er nog eenige mogelijkheijd Zoude Zijn, dat dit Vaartuijg weederom Vlot en herwaarts Zoude kunnen gebragt worden, waarvan gedagte Land Drost als dan, ten Spoedigsten berigt Zal moeten doen.
Maar nadien de van hier afgezondene Hoekers de Nepthunus en de Snelheijd , voor als nog aan de Soetendaals-Valleij niet Zijn vernomen geworden, en nu door het Stranden van den Hoeker en het Kappen van desselfs Masten, Zeer ligtelijk de plaats, alwaar den Selven komt te leggen, zouden kunnen missen en dus nog lange op de gevaarlijke Custen aldaar blijven Swerven, zal voorsz: Land Drost dierhalven ginder op de bequaamste plaats bij Dag Sterke Rook Dampen moeten laten opgaan, mitsg:s bij nagt Steeds Een of meer Vuuren doen aansteeken, ten eijnde deselve hier door geleegendheijd zullen mogen bekomen, om de plaats alwaar den Hoeker gestrand legt, des te eerder te kunnen ontdecken.
Terwijl ged:t Land-Drost bovens dien nog zal werden gelast, om wanneer voorsz Twee Hoekers ginder in ‘t gezigt der Wal Zullen gekomen zijn, deselve als dan de Boot of Schuijt te gemoed te Zenden, ten Eijnde haarl: van den Presenten Staat des Hoekers te verwittigen; dog in gevalle den Hoeker de Meermin ‘t zeedert verbrijseld geraakt, dan wel andersints ten eenemaal onherstelbaar bevonden mogte zijn, ende meergem: Hoekers de Nepthunus en de Snelheijd aldaar van geen nut kunnen weesen, sal denselven als dan, de daar op bescheijden zijnde gezaghebbers, uijt onzen name hebben t’ ordonneeren, om zonder zig ginder in ‘t minste op te houden, den Steven maar ten eersten herwaarts te wenden, om dus doende, hoe eerder hoe beeter van voorsz: gevaarlijke Cust te geraaken.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] J.W. Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
C. 144, pp. 169-174.¶
Vrijdag den {17660314} 14: Maart 1766
‘S voormiddags alle present.
Op gisteren uijt de Soetendaals Valleij weederom ingekomen weesende Twee Brieven, Soo door den Land Drost Le Suëur, als den gezaghebber van den aldaar gestranden Hoeker de Meermin gerrit Christoffel Mulder en Adsistend Oloff Leij, Sub dato 9: der presente Maand herwaarts geschreeven, behelzende, dat de aanboord verbleevene Mutinerende Slaven, op ‘t zien der aan Land gemaakte Preparatiën, zig gewillig aan d’ onse overgegeeven hadden, en dat hierop door de Vigilantie en goede bijstand der gecommandeerde Ingeseetenen, de voorsz: Scheepelingen alle geluckig, ende Slaven meede tot den laatsten toe, aan Land gebragt waren, gelijk meede, dat gem: gezaghebber bereijds de nodige Schickingen tot berging van ‘t volk en de goederen des Hoekers hadde gemaakt, en dat door hem en den Adsistend Leij drie Wagens van de ingeseetenen waaren afgehuurd, om te laatst ontscheepte Slaven daarmeede herwaarts te Transporteeren; Zoo is goed gevonden Zig het een en ander te laten welgevallen, en voorts verstaan, de voorsz: gezaghebber en adsistend bij Missive t’ ordonneeren, om Zoodra derselver gesteldheijd Zulx Zal toelaten, deselve als dan een omstandig berigt, weegens het afloopen van ‘t vaartuijg zullen hebben te doen.
En nadien volgens het geresolveerde onder den 10: deeser, aan voorseijden Land Drost le Sueur bereijds zijn toegezonden onse ordres, Soo omtrend het aan steeken van Vuuren, als om de Hoekers de Snelheijd en de Nepthunus , zoo dra ginder zullen vernomen worden, de Schuijt of Boot te gemoed te Senden, ten eijnde haarl: den toestand der Saaken te verwittigen, Zal men Zig bij de thans aangemelden Land-Drost weederom aftegaane Missive, als nog daaraan gedragen, en dus verwagten, dat voorsz: ordres behoorlijk Zullen werden uijtgevoerd, gelijk men daarbij in Sonderheijd Zal komen te herhaalen, het geordonneerde, dat den gestranden hoeker door den Baas der Scheeps Timmerlieden - Exact Zal moeten gevisiteerd werden, zullende, ingevalle het ged:t vaartuijg ten eenemaal onherstelbaar mogte weesen, dan wel dat ‘er geen mogelijkheijd zoude Zijn, dat hetselve weederom vlot en herwaarts zal kunnen gebragt werden, ged:t baas van den Berg als dan, ten eersten hebben op te koomen, om ons mondelijx verslag, nopens Zijne bevinding te doen.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] J.W. Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
C. 144, pp. 175-180.¶
Maandag den {17660317} 17: Maart 1766:
alle present.
Nademaal de bij dit gouverment gehoorende Hoekers de Nepthunus en de Snelheijd , die den 3: deeser van hier tot adsistentie van den doenmaals tusschen Caab Anguillas , en de Oosthoek der Baaij fals ter houw gekomenen, dog zeedert aldaar gestranden Hoeker de Meermin , zijn afgezonden, voor als nog, ‘t zij ter voorsz: plaatse of daar omstreex niet zijn vernomen geworden, en hieruijt moet worden voorondersteld, dat ged:t Vaartuijgen, door de Variable en Contrariewinden, die ‘er Seedert hun depart van hier hebben gewaaijd, nog geen geleegentheijd zullen gehad hebben, de wal aan te doen, en dus nog in Zee leggen te Swerven; heeft men dierhalven naar overweeging van Zaken, moeten besluijten, om d’ overheeden van het binnen korte dagen te vertrecken Staande Schip de vrouwe Elisabeth Dorothea ; bij een Schriftelijke ordre te gelasten, om van hier vertreckende, en de geleegendheijd van Weer en Wind Zulx toelatende, als dan naar Zeemanschap, en voor soo verre Zulx zonder eenig gevaar van hunl: voorsz: onderhebbenden bodem Zal kunnen geschieden, de Cours langs en voorbij de hoogte van Caab Anguillas te neemen, om ingevalle de voorseijde Hoekers de Nepthunus en de Snelheijd mogten komen t’ ontmoeten, als dan aan de daarop bescheijden Zijnde gezaghebbers Lijder Hendrik Ridder en Theunis Martense Kulk, over te geeven, eene door ons aan hun te rigtene Missive, waarbij deselve Zullen werden gelast, om terwijl bovengem: Hoeker de Meermin nu gestrand Zijnde, haarl: vaartuijgen aldaar niet alleen van geen nut meer kunnen weesen, maar dat die ook, door een langer omswerven op de zeer gevaarlijke Custen, ligtelijk Zelve aan eenig pericul, zullende kunnen g’Exponeerd raaken, zijl: oversulx de Stevens maar ten eersten herwaarts Zullen hebben te wenden; dog bij aldien het mogte gebeuren, dat geciteerde overheeden, de voorm: Hoekers wel quamen te bejeegenen, en ‘er egter geen geleegentheijd was, om voorsz: Missive te kunnen overgeeven, Zijl: in zulken gevalle, meergem: Hoekers zullen moeten zien te prijen, en dies gezaghebbers toeroepen, dat den Hoeker der Meermin reets gestrand, en Zijl: niet in Staat zijnde, met hunne onderhebbende vaartuijgen denselven eenig nut te kunnen toebrengen, dierhalven maar ten Spoedigsten Zullen moeten terugkeeren.
En is voorts op de propositie van den heere gouverneur goedgevonden, om p:r het voorwaartsgem: Schip de Vr: Elisabeth Dorothea , van de hier aanhanden zijnde Contanten nog de Somma van Thien Duijzend goede wigtige Ducatons, naar Batavia over te senden.
Aldus geresolveert ende gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] P: v Reede van Oudshoorn
[Signed:] J.W. Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
C. 144, pp. 181-228.¶
Dingsdag den {17660318} 18: Maart 1766.
‘S voormiddags alle present.
Op den 14: deeser, met het Schip de Jonge Lieve alhier aangebragt zijnde, het zeer gevenereerd’ aanSchrijvens van Haar Wel Edele Hoog Agtb: de Heeren Majores in ‘t patria, de dato 21: octob:r pass:o, neevens het Extract uijt den briev onder dien Selfden Datum door welgem: Heeren-Meesteren aan haar Wel Edele groot Agtb: de Heeren der Hooge Indiase Regeering tot Batavia gerigt; Zijn voorsz: brieven neevens de verdere daartoe gehoorende Papieren heeden ter Tafel gebragt, en naar derselver Resumptie beslooten, dat daarop in allen Eerbied Sal werden gerescribeert.
Dat ten opzigte der Adsistentie die de Scheepen van Vreemde Natiën Souden mogen komen te benodigen, Soo wel het aangeschreevene door de Heeren der Hooge Indiase Regeering, als de verdere op dit respect gestelde ordres, van hoogst gem: Heeren Majores Selve, promptelijk Zullen werden nagekomen; Terwijl wij niet in gebreeken zullen blijven, om bij de door haar Edele Hoog Agtb: goedgunstig verleende approbatie, op de door ons gedane vermeerdering der Mattroosen op de werf meede pligtSchuldig in agt te neemen, de remarques van haar Wel Edele Hoog Agtb:r, om in de vast gestelde poincten van Menage, Soo min mogelijk, eenige merkelijke verandering, dienende tot vergrooting der Lasten, te maaken.
Dat d’ ordres die welgem: Heeren Meesteren hebben gelieven te Stellen, dat de Scheepsoverheeden, wanneer bij het aandoen deeser baaij genoodsaakt mogten worden het anker te laten vallen, bij het Robben Eijland , deselve als dan met goede boeijreeps te voorsien, ten eijnde die bij het breeken der Touwen weeder kunnen werden opgevischt; van veel aangeleegendheijd zijnde, men hoopen wil, dat hieraan door voorsz: Scheeps overheeden precise zal werden voldaan, te meer, nadien bij de Successivelijk daartoe in ‘t werk gestelde Middelen, en aangewende devoiren, het volstrekt ondoenelijk bevonden is, om ter oorsaake der Holle Deijningen die Steeds bij ‘t voorsz: Robben Eijland komen te gaan, d’ aldaar blind Leggend ankers te kunnen opvisschen.
Dat de op het Schip de vrouw Elisabeth Dorothea voor dit gouvernement geplaatst geweest zijnde Militairen, Conform haar Wel Edele Hoog Agtb: geagte ordres, van dien bodem geligt en hier aangehouden zijnde, men voorts ook niet Zal af zijn, om ingevalle door de resp: Cameren Amsterdam en Zeeland een of meerder Scheepen met een goed aantal Militairen naar deese plaats zullen zijn gezonden geworden, als dan met deselve ingevolge haar Wel Edele Hoog Agtb:r g’Eerde ordre te handelen.
Gelijk men ook niet in gebreeken zal blijven, om bij hierdie voorkomende geleegendheeden de geordonneerde quantiteijt Bourbonsse Coffij boonen in te koopen, waartoe egter Voorondersteld werd, weijnig apparentie te Zullen Zijn, nademaal d’ occagie die men daartoe in de Jaaren 1761: en 1762: heeft gehad, alleen ontstaan Zijn, dat de franssen mits den doenmaligen Oorlog met Engeland , zig in de uijtterste verleegendheijd om provisiën voor Mauritius , en teffens ontbloot van penningen of eenige fondsen tot betaling van dien, bevonden hebbende, deselve uijt dien hoofde genoodsaakt geweest zijn, haare aanhanden gehad hebbende Coffij Boonen, ter deeser plaatse afte zetten, tot die geringe prijsen, als waarvoor deselve doenmaals zijn ingekogt; dan die oorzaake Seedert zijnde komen op te houden, het uijt dien hoofde, gelijk boven is gezegd, niet apparent is, dat men omtrent den geordonneerden inkoop van meergem: Boonen, zal kunnen reüsseeren, alschoon ook eenige fransse Retourscheepen van Mauritius of Bourbon , alhier zouden mogen komen te verscheijnen.
Sullende welgem: Heeren Meesteren wijders uijt naam van den E: Dispencier Adriaan van Schoor mitsg:s den opziender van ‘S Comp:s Hout Maguazijn en Slaven Logie Carel Maximiliaan Adleda en den Pakhuijsmeester Petrus Ludovicus Le Suëur, weegens de bevordering van gedagte E: van Schoor tot Coopman, mitsg:s de Twee Laatstgen:de tot onderCooplieden, op het Eerbiedigst werden bedankt.
En nademaal hoogstgem: Heeren Majores, het versoek van den Oppercoopman en Secunde deeses gouvernements d’ heer Pieter van Rheede van Oudshoorn, om ter verrigting zijner particuliere affairen, naar Neederland te mogen overvaaren, aan Zijn E:, ingevolge en Corform desselfs ten dien eijnde gedane instantie, hebbende gelieven t’ accordeeren, voorts aan onse dispositie hebben overgelaten, om op de provisioneele Waarneeming van gem: bediening, en de verschickingen, die daaruijt Souden mogen voortkomen, pro interim Sodanige ordres te Stellen, als men naar billijkheijd, en voor het belang van de Maatschappije, Soude oordeelen te behooren; en dat hierop door gem: heer Secunde van oudshoorn was gedeclareert geworden, dat voorneemens was, om ingevolge voorsz: gunstige Permissie, de reijse naar Neederland t’ onderneemen, met het van Batavia verwagt werdende Retourschip der Tweede bezending Schoonzigt , dog ingevalle dien bodem onverhooptelijk te lang mogte weg blijven, als dan met zodanig ander Retourschip, als teegen het laatst der aanstaande Maand April, zoude werden afgevaardigt, te vertrecken: Soo wierd hierop door den Heere gouverneur tot het pro interim waarneemen der Secundes plaatse voorgedragen, den Heer independent fiscaal Jan Willem Cloppenburg, als den Heer van Oudshoorn niet alleen het naast in rang volgende, maar ook ter Saare dat bij ‘t overleijden van den Secunde Swellengrebel, den Heer van oudshoorn meede als p:l Secunde aangesteld, en vervolgens door de heeren Majores geapprobeert geworden was; op welke door zijn Edele gedane propositie, den Heer van oudshoorn, voor opgem: heer Cloppenburg gestemd hebbende, wier daarop door den Heer L:t Collonel Meinertzhagen geavanceert, dat dewijl zijn E: naar den Heer van Oudshoorn quam te weesen, het oudste Lid in deesen raade, en daarbij vertrouwde, in den Tijd van Twintig Jaaren, dat alhier hadde gefungeert, genoegsame ervarentheijd tot het waarneemen der Secundes plaats te hebben verkreegen, hij dierhalven niet om heen konde, insgelijx, Zijnen Dienst daartoe aan te bieden, met bijvoeging egter, dat ingevalle de keuse eenparig op den Heer Cloppenburg mogte vallen, als dan daar in meede te willen neemen volkomen en goed genoegen: op het welke de verdere Leeden Zig alle met de voordragte van den Heere gouverneur geconformeert hebbende, dienvolgens aan meergem: heer Cloppenburg, het waarneemen der Secundes plaatse is op gedragen, weshalven ‘S Comp:s Effecten, Sodanig als deselve ter verantwoording van den Heer van oudshoorn hebben gestaan, onder Ult:o deeser door Expresse geCommitt:s opgenomen, en ter p:l administratie aan den Heer Cloppenburg zullen worden overgegeeven; Terwijl zijn E: wijders ook, ad interim als president in den Raad van Justitie zal moeten fungeeren.
En nadien door Soo even gem: p:l aanstelling tot Secunde, van dikwils gen: Heer Cloppenburg, ook eene dispositie, nopens het bedienen van ‘t fiscaalaat wierd vereijscht; Soo geliefde den Heere gouverneur ten deesen belange te kennen te geeven, dat hoezeer het met d’ordre der Saak was quadreerende, dat door zijn Edele daartoe wierde voorgedragen, d’ E E: Cooplieden Pieter Hacker en Oloff Martini Bergh, die daar toe hunnen dienst aangebooden hebbende, teffens weegens derSelver geciteerde qualiteijt van Cooplieden, en meede Leeden in deesen Politicquen Raade de naaste waaren, hij Heere gouverneur egter bij overweeging, van den korten tijd dat het fiscaalaat in allen gevalle Stond vacant te blijven, best oordeelde, dat men hieromtrent met den minsten omslag diende te werk te gaan, en uijt dien hoofde te proponeeren, het Selve pro interim te laten bedienen door den onderCoopman Otto Luder Hemmij, edog onder alsulke bepalingen, als bij resolutiën de dato 1: october 1737: omtrent den onderCoopman Johannes Needer en Naderhand bij die van den 12: dec: 1760: ten belange van gedagte Hemmij Selve, Zijn gemaakt, en Sonder met deese gelimiteerde aanStelling van denselven als een inferieur bediende, de aangedagte Cooplieden en meede leeden deeses Raads Pieter Hacker en Oloff Martini Bergh Competeerende preferentie, eenigsints te prejudiciëeren, ‘t welk dan meede dusdanig geresolveert zijnde, is voorts aan evengem: E:E: Hacker en Bergh, op derselver diesweegens gedaane instantiën geaccordeert, om p:r ons eerst af te gaane Schrijvens, ter obtenuë van het fiscalaat aan de Hoog gebiedende Heeren Meesteren, onderdanig versoek te mogen doen, en dat welgem: Haar Edele Hoog Agtb: op het Eerbiedigst zullen werden versogt, om ter Consideratie van derSelver lang Jarige en goede Diensten aan d’ E: Comp: gepresteerd, een gunstige reflectie op voorsz: versoeken te willen neemen.
Terwijl op het diesweegens gedaane Speciaal versoek van opgem: Secret:s Bergh, aan denselven is geaccordeert, om bij het geciteerde te doene voorSchrijvens ook te mogen allegueren, de ten zijnen faveure bij dit gouvernement existeerende voorbeelden, volgens welke diversse Sijner predecesseeren bij vacatuure, Soo van de Secundes plaats als het fiscalaat, door hooggem: Heeren en Meesteren daartoe onmiddelijk Zijn bevordert geworden, in hoope dat Sulx bij wel op gem: haar Edele Hoog Agtb:, ten opzigte van desselfs voorsz: Solicitatie, Speciaal om het fiscalaat, meede in goedgunstige aanmerkinge zoude mogen werden genomen.
Werdende voorts door den Heere gouverneur ter vergadering overgelegd, het Rapport, dat door den Baas der Scheeps Timmerlieden Philip van den Berg en Stuurlieden van de ter Rheede leggende Scheepen d’ Orangezaal en kievitsheuvel Hermanus de Vroom en Isaac Huijbert Guerin, nopens de gedane visitatie van den aan de Soetendaals Valleij gestranden Hoeker de Meermin , is verleend geworden, luijdende als volgt.
Aan den Wel Edelen gestr: Heer Rijk Tulbagh, Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer, en E: Agtb: Heeren.’
‘D’ ondergeteek:de Baas der Scheeps Timmerlieden van ‘S E Comp:s werf alhier Philip van den Berg, en Stuurlieden van de aanweesende Scheepen d’ Orangezaal en Kievitsheuvel , Hermanus de Vroom en Isaac Huijbert Guerin, door Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: geordonneert geworden zijnde, zig ten Spoedigsten te vervoegen, naar de Soetendaals Valleij , ten eijnde op het nauwkeurigste te visiteeren, in wat gesteldheijd den aldaar gestranden Hoeker de Meermin , zig komt te bevinden en of ‘er nog eenige mogelijkheijd zoude zijn, dat dit vaartuijg weederom vlot, en herwaarts zoude kunnen gebragt worden; zoo verclaren wij, Zulx verrigt, en gem: Hoeker, bij Exact gedaan onderzoek, ten eenemaal irreparabel bevonden te hebben, als zijnde niet alleen wel een derde gedeelte der kniën, die in’t ruijm komen te staan, gescheurd, en de Zetweeger op ‘t Dek teegen boord door midden gesprongen, maar daar en boven ook agter in de pijlkoker ontdekt, dat het water naar mate d’ Eb en vloed af en toe is neemende, het vaartuijg in en uijt komt te loopen, invoegen hetselve over ‘t geheele Lichaam ontramponeerd Zijnde, zig dus, gelijk voorwaards is gesegd, in een onherstelbaren Staat komt te bevinden.’
‘Moetende d’ ondergeteek:de voorts, nopens het afbrengen des Hoekers van’t Strand de vrijheijd neemen, ter needer te stellen, dat Zulx ter Zaake van dies voorsz: Slegte gesteldheijd ondoenelijk weesende, het Selve ook niet zoude hebben kunnen geschieden, alwaare het, dat men aan denselven geene de minste defecten hadde ontdekt, gemerkt het Strand, omStreex de plaats alwaar het ged:t Vaartuijg komt te leggen, een Vlacke en Welagtige Zand grond Zijnde, den hoeker oversulx, wat moeijte en arbeijd men daar toe ook zoude willen in’t werk Stellen, op geenerhande wijze vlot kan werden gebragt; Zijnde dat vaartuijg bij ‘t aanweesen der ondergeteek:ds aan’t Strand, geduurende welken Tijd men doorgaans goed en Stil weer heeft gehad, door de gestadig Sterk op malkanderen aanSchiettende Brandings, omtrent drie of vier Scheeps lengtens verder Strandwaards op geschokt, Sodanig, dat men dien bodem Genoegsaam droogvoets, heeft kunnen naderen; Terwijl denselven zeedert van agteren door de daar teegen aanSlaande brandingen, met een Sand bank vastgeset is.’
‘Moetende de Twee laatstgeteek:de voor het overige nog hier bij voegen dat bij aldien meergem: Kiel, ter plaatse alwaar denselven het eerst voor de Mond van de Soetendaals Valleij ten anker is gekomen, onbeschadigt was blijven leggen, en dat de tot dies adsistentie afgezondene Hoekers de Nepthunus en de Snelheijd , bij deselve waren gekomen het volgens haarl: Sustenie voorgem: kielen, zoo niet ten eenemale ondoenelijk, ten minsten zeer periculeus zoude zijn geweest, het dikwils gen:de Vaartuijg daar van daan te brengen; aangesien men van de wal klaar en duijdelijk heeft kunnen sien, dat meergem: Hoeker de Meermin toevalliglijk in eene Kil is komen te leggen, en dat het voor ‘t overige daaromtrent overal met Klip-banken bezet is, die de Situatie dier plaats, zeer gevaarlijk doen Zijn.’
‘Waarmeede gedenkende aan ‘t voorsz: geagt bevel Uwer Wel Edele gestr: en E: Agtb: pligtschuldig te hebben voldaan, laten wij deesen dienen voor needrig Rapport.’
’/:onderstond:/ Cabo de goede Hoop den 17: Maart 1766: /:was geteekend/ P: v: de Bergh, H: de Vroom, J:H: guerin.’
Waaruijt zijnde komen te blijken, dat voorsz: Hoeker de Meermin zig in een irreparabelen Staat komt te bevinden, heeft men dierhalven moeten besluijten, om denselven Hoeker met al het daaraan zijnde of daartoe gehoorende houtwerk op den 8: der aanstaande Maand April, op Strand bij de plaats van den Landbouwer Matthijs Rostok, bij publicque vendutie aan de Meestbiedende te laten verkoopen.
En nadien d’ afgeleegentheijd der plaats, zoo wel als de lange en moeijelijke weg niet komt toe te laten, om al het geborgene van ‘t ged:t Vaartuijg te kunnen laten oprijden, zoo is voor den meesten dienst der E: Comp:, almeede best geoordeelt, dat ten dage ende ter plaatse voorschreeven insgelijx zullen werden verkogt, alle de bij den Hoeker gehoord hebbende Leedige Leggers en ander Vaatwerk, gelijk meede, het Lijwaat dat ‘er van den Handel op Madagascar is overgeschooten, item het ligt Touwerk, bij klijne parthijen, de oude Cabeltouwen, dog dewelke alvoorens tot Worsten van een Vadem Lang, Zullen moeten werden gekapt, voorts, het Tin en Kooper-keukengereedschap, mitsg:s Botteliers goed, en eijndelijk, het plat en ander Loot.
Dog waarenteegen de nog goed zijnde nieuwe Zeijlen, het Cooper en de Scheeps Klok, neevens de Draaij Bassen, Snaphanen en ander geweer herwaarts zullen moeten gebragt worden, met de wagens van de buffeljagts rivier , de Soetemelks Vallei en de Tijgerhoek ; Weshalven de Baasen dier Posten, bij Missive zullen werden gelast, zorge te dragen dat ged:t wagens, zoo dra doenelijk, op de hiervorengem: plaats der verkopinge, zullen moeten maaken present te weesen, ten eijnde met behulp van de aldaar zig bevindende Manschap, te kunnen werden beladen.
Sullende voorts de nog bequaam Zijnde Twee of drie Cabeltouwen, voor ende aleer dat de aldaar Zijnde Manschap na de Caab vertrekt, door haar van ‘t Strand naar de plaats van Rostok moeten gedragen ende daar ‘t zij in desselfs Pakhuijs, dan wel andersints in een Expres van oude zeijlen op te Slaane Tent, zo lange geborgen moeten worden, tot dat men omtrend het opbrengen derselve, nader ordre zal kunnen Stellen.
Terwijl van het Buskruijd de quantiteijt van 600. ponden aan de Colonie van Swellendam , en het resteerende aan die van Stellenbosch , tot het doen der Jaarlijxe Exercitiën zal moeten verstrekt, en omtrent derselver afhalinge, door den Land Drost le Sueur en den Secretaris Mentz de nodige ordres, een ijder voor zijne Colonie moeten gesteld worden.
Sijnde wijders nodig geoordeelt, dat het geschut des Hoekers, van ‘t Strand afgebragt, en voor eerst daar omstreex ergens op een bequame plaats geborgen werd, of het zake was, dat daarvan in der Tijd, door het selve te doen op brengen, of andersints nog eenig gebruijk zoude kunnen gemaakt werden.
Sullende den Secretaris van Swellendam Joachim fredrik Mentz, bij Missive werden geordonneert, omme op dies ontfangst zig te begeeven naar de Soetendaals valleij , ten eijnde den aldaar present zijnden Land Drost le Sueur te vervangen; des zal denselven, ged:t Secretaris Mentz, bij zijn arrivement aldaar, van alles behoorlijk moeten onderrigten en naar, aan hem, van onze hiervooren aangehaalde ordres, die men ged:t Land Drost zal laten toekomen, de nodige ouvertuures gedaan te hebben, herwaarts kunnen opkomen: Terwijl hij LandDrost, de ginder Zijnde Timmerlieden en Matt:sen meede, maar hoe eerder hoe beeter, op de Convenableste wijze herwaarts zal moeten laten vertrecken, uijt genomen eenige wijnige der laatstgen:de, dewelke aldaar tot na de te houdene Vendutie zouden mogen nodig zijn, gelijk denselven de ginder zijnde zieken, ook ten eersten zal moeten op zenden, voor ‘t Transport welker Impotenten, de gerequireert werdende Wagens zullen mogen werden gehuurd, het geen egter voor de gezonde Manschap niet nodig zal zijn; zullende meergem: LandDrost teffens moeten besorgen, dat al dit Volk, op weg van d’ Ingeseetenen met de nodige Mondkost werden geriefd, het geen men deselve naar billijkheijd zal laten voldoen.
En nadien men distinct diend te weeten, wat ‘er eijgentlijk van den Hoeker geborgen is, Soo zal meergem: Secret:s Mentz, ten eersten bij zijn arrivement ginder, bij aldien hetselve niet reets geschied mogt zijn, daarvan een Specificque inventaris moeten formeeren, waarvan ons vervolgens zoo Spoedig doenelijk een afschrift Zal moeten werden overgezonden.
Door den Heer Hoofd Administrateur, Pieter van Reede van Oudshoorn, met versoek van daarop dispositie te mogen erlangen, geproduceerd Zijnde, de volgende Memorie.
‘Memorie van de Nabesz: Tabakspijpen, Theer, Houtwerken, glaase ruijten, Lijn-en-Olijven Olij, en diversse andere goederen, uijt de onderstaande Scheepen, Soo gebrooken, bij pijling minder, als tot ‘t opvullen verbruijkt, de Leijf Eijgenen in deses Jongst gepasseerde Maanden door de Natuurlijke Dood overleeden, en ‘t Vee in gemelde Tijd, Soo verrekt, als door het Wild gedierte vernielt, alles volgens verklaringen blijkende; namentlijk.’
‘
Uijt Slooten | |||
inneemen | 500: | bossen Schagten, bij 't openen van een kas L:a C:, meer bevonden, als de factuur komt te dicteeren. | |
afschrijven | 27: | p:s Tonnetjes Swartsel op 300: p:s bij 't openen van 2: kassen leedig bevonden. | |
verkopen | 117 | p:s blauwe fijne Tiggelsteentjes op 1000 p:s bij 't openen van 1: kas L:a W: gebrooken. | |
afschrijven | 1385 | p:s groote ruijten van 12: en 14: d:m op 8000: p:s bij 't openen van 40: Kassen gem: van L:a A: tot P:P: gebrooken. | |
Uijt Nieuw Nieuwerkerk | |||
afschrijven | 39 7/12 | grosse Lange Tabax pijpen, op 153: grossen bij 't openen van 3: Kassen L:a A:, B en C: | gebroken |
27 5/12 | grossen Korte Tabaks pijpen, op 150: grossen bij 't openen van 3: Kassen L:a D:, E: en F: | ||
Uijt Vrijburg | |||
afschrijven | 3: | Vaten Theer tot het opvullen van 15: Vaten verbruijkt. | |
15: | p:s Sparren van 15 @ 18 v:t op 60: p:s als. | ||
afschrijven 3: p:s te kort | |||
verkopen 12: p:s gebroken. | |||
verkopen | 10: | p:s Sparren van 30: a 36: v:t op 60: p:s | gebrooken |
8: | p:s Juffers van 30: a 36: v:t op 30: p:s | ||
1: | p:s Slijpsteen van 5: voet, beschadigt | ||
94: | p:s witte Tiggel Steentjes op 300: p:s in 1: Kas L:a R: gebrooken. | ||
na Europa te versenden | 1: | p:s Bank Schroef, onbequaam | |
afschrijven | 1145: | p:s glaase ruijten van 12: en 14: d:m, op 5000 p:s bij 't openen van 20: kassen, gebrooken. | |
98 4/10 | Cann: Lijnolij op 20: halfamen, bij pijling minder, als 6: v:n 2: d:m, 8: v:n 3 d:m en 6: v:n 4: d:m wan | ||
68 8/10 | Cann: Olijven olij op 15: halfaamen, bij welkers pijling 6: v:n 2: d:m, 5: v:n 3: d:m en 4: van 4: d:m wan geweest. |
Uijt Slooten | |||
inneemen | 500: | bossen Schagten, bij 't openen van een kas L:a C:, meer bevonden, als de factuur komt te dicteeren. | |
afschrijven | 27: | p:s Tonnetjes Swartsel op 300: p:s bij 't openen van 2: kassen leedig bevonden. | |
verkopen | 117 | p:s blauwe fijne Tiggelsteentjes op 1000 p:s bij 't openen van 1: kas L:a W: gebrooken. | |
afschrijven | 1385 | p:s groote ruijten van 12: en 14: d:m op 8000: p:s bij 't openen van 40: Kassen gem: van L:a A: tot P:P: gebrooken. | |
Uijt Nieuw Nieuwerkerk | |||
afschrijven | 39 7/12 | grosse Lange Tabax pijpen, op 153: grossen bij 't openen van 3: Kassen L:a A:, B en C: | gebroken |
27 5/12 | grossen Korte Tabaks pijpen, op 150: grossen bij 't openen van 3: Kassen L:a D:, E: en F: | ||
Uijt Vrijburg | |||
afschrijven | 3: | Vaten Theer tot het opvullen van 15: Vaten verbruijkt. | |
15: | p:s Sparren van 15 @ 18 v:t op 60: p:s als. | ||
afschrijven 3: p:s te kort | |||
verkopen 12: p:s gebroken. | |||
verkopen | 10: | p:s Sparren van 30: a 36: v:t op 60: p:s | gebrooken |
8: | p:s Juffers van 30: a 36: v:t op 30: p:s | ||
1: | p:s Slijpsteen van 5: voet, beschadigt | ||
94: | p:s witte Tiggel Steentjes op 300: p:s in 1: Kas L:a R: gebrooken. | ||
na Europa te versenden | 1: | p:s Bank Schroef, onbequaam | |
afschrijven | 1145: | p:s glaase ruijten van 12: en 14: d:m, op 5000 p:s bij 't openen van 20: kassen, gebrooken. | |
98 4/10 | Cann: Lijnolij op 20: halfamen, bij pijling minder, als 6: v:n 2: d:m, 8: v:n 3 d:m en 6: v:n 4: d:m wan | ||
68 8/10 | Cann: Olijven olij op 15: halfaamen, bij welkers pijling 6: v:n 2: d:m, 5: v:n 3: d:m en 4: van 4: d:m wan geweest. |
‘Volgens bijgevoegde reekenings van den opziender van ‘S Comp:s Slaven Logie, gesterkt met Secretariale verClaringen, Zijn in de Jongst gepasseerde Maanden September, October, November en December 1767: mitsg:s Januarij en februarij deeses Jaars van ‘S Comp:s Slaven door de natuurlijke Dood overleeden.’
‘
afschrijven | 6: | kloeke Jongens |
2: | zuijgende Jongens | |
2: | Kloeke meijden | |
3: | zuijgende meijden | |
2: | Bandite Jongens | |
1: | Bandite Meijd |
afschrijven | 6: | kloeke Jongens |
2: | zuijgende Jongens | |
2: | Kloeke meijden | |
3: | zuijgende meijden | |
2: | Bandite Jongens | |
1: | Bandite Meijd |
‘en volgens g’ annexeerde reekeningen van de Land Drosten gesterkt met Secretariale b’ Eedigde verklaringen zijn meede in de voorsz: Tijd van ‘S Comp:s Beestiaal Soo verrekt, als door t wild gedierte verslonden.’
‘
afschryven | 142: | Stux Runderbeesten |
12: | d:o Paarden | |
2: | d:o Ezels | |
8: | d:o Bocken |
afschryven | 142: | Stux Runderbeesten |
12: | d:o Paarden | |
2: | d:o Ezels | |
8: | d:o Bocken |
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 18: Maart 1766: /:was geteekend:/ P: v Reede van Oudshoorn.’
Soo is naar dies Lectuure verstaan, dat de daarbij verm: gestorvene LeijfEijgenen, So wel als het verrekt Beestiaal der E Comp: bij de Negotie boeken deeses gouvernements Sullende werden afgeschreeven, men voorts met de verdere daarbij gespecificeerde en alhier soo gebrooken als te Kort en bedurven aangebragte goederen in diervoegen zal doen handelen, als in Margine van voorsz: Memorie Staat aangeteekend.
Gelijk meede is nagesien de reecq: der in de laatst afgeweekene Ses Maanden verCogte Zeguls met de restanten van dien, Luydende als volgt.
‘
Zeeguls d' A:o 1765/66 | ||||||||||||||||||||
Debent | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | ||||||||||
Rd:s | -1/8 | -1/4 | -1/2 | 3/4 | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
Primo Septbr: 1765 restant verbleeven | 524: | 614: | 654: | 92: | 79: | 46: | 152: | 56: | 67: | 22: | 40: | 52: | 31: | 30: | 16: | 16: | 8: | 4: | 4: | 4: |
den 7: october 1765: bij gekomen | 1200: | 1000: | 300: | -: | 100: | 50: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | 50: | -: | -: | -: | -: |
den 31: Jann: Jongstl: bijgekomen | -: | -: | -: | -: | 200: | -: | -: | 100: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: |
Somma | 1724: | 1614: | 954: | 92: | 379: | 96: | 152: | 156: | 67: | 22: | 40: | 52: | 31: | 30: | 16: | 66: | 8: | 4: | 4: | 4: |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | -1/8 | -1/4 | -1/2 | -3/4 | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
Zeedert p:mo Septbr: 1765: tot dato deeses verkogt | 1329: | 1093: | 468: | 8: | 223: | 71: | 4: | 57: | 10: | 1: | 14: | 12: | 2: | 1: | 1: | 29: | -: | -: | 1: | -: |
de dato deeses restant | 395: | 521: | 486: | 84: | 156: | 25: | 148: | 99: | 57: | 21: | 26: | 40: | 29: | 29: | 15: | 37: | 8: | 4: | 3: | 4: |
Somma | 1724: | 1614: | 954: | 92: | 379: | 96: | 152: | 156: | 67: | 22: | 40: | 52: | 31: | 30: | 16: | 66: | 8: | 4: | 4: | 4: |
Zeeguls d' A:o 1765/66 | ||||||||||||||||||||
Debent | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | ||||||||||
Rd:s | -1/8 | -1/4 | -1/2 | 3/4 | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
Primo Septbr: 1765 restant verbleeven | 524: | 614: | 654: | 92: | 79: | 46: | 152: | 56: | 67: | 22: | 40: | 52: | 31: | 30: | 16: | 16: | 8: | 4: | 4: | 4: |
den 7: october 1765: bij gekomen | 1200: | 1000: | 300: | -: | 100: | 50: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | 50: | -: | -: | -: | -: |
den 31: Jann: Jongstl: bijgekomen | -: | -: | -: | -: | 200: | -: | -: | 100: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: |
Somma | 1724: | 1614: | 954: | 92: | 379: | 96: | 152: | 156: | 67: | 22: | 40: | 52: | 31: | 30: | 16: | 66: | 8: | 4: | 4: | 4: |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | -1/8 | -1/4 | -1/2 | -3/4 | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
Zeedert p:mo Septbr: 1765: tot dato deeses verkogt | 1329: | 1093: | 468: | 8: | 223: | 71: | 4: | 57: | 10: | 1: | 14: | 12: | 2: | 1: | 1: | 29: | -: | -: | 1: | -: |
de dato deeses restant | 395: | 521: | 486: | 84: | 156: | 25: | 148: | 99: | 57: | 21: | 26: | 40: | 29: | 29: | 15: | 37: | 8: | 4: | 3: | 4: |
Somma | 1724: | 1614: | 954: | 92: | 379: | 96: | 152: | 156: | 67: | 22: | 40: | 52: | 31: | 30: | 16: | 66: | 8: | 4: | 4: | 4: |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de goede Hoop Ultimo Februarij, 1766. /:was geteekend:/ P:V: Reede van Oudshoorn.’
‘Deese reekening door ons ondergeteekende fiscaal en gecommitteerd:s uijt den Raad van Justitie behoorlijk nagesien en met de restanten geConfronteerd Zijnde, is deselve in allen deelen accordeerende bevonden datum ut Supra /:en geteekend:/ J:W: Cloppenburg, D:d D’Aillij, P: Hacker /:lager:/ Mij Present /:geteekend:/ C:L: Neethling Secret:s.’
Waaruijt gebleeken weesende, dat het Rendement der voorsz: verCogte Zeguls de Somma van Rijxd:s 2406:3:- komt te bedragen, is hierop verstaan, dat dit Montant p:r Schriftelijke ordonn: van den Heere gouverneur in ‘S Comp:s Cassa gebragt Zijnde, wijders bij voorsz: Negotie boeken zal werden ingenomen.
En nadien den Tijd tot het opneemen der Burger Effecten begind aan te naderen, is dierhalven verstaan, Zulx weederom volgens gewoonte op den 1: 2: en 3: Maij aanstaande, Soo ten deesen Casteele als aan Stellenbosch , ten overstaan van den onderCoopman Otto Luder Hemmij, als het fiscaals ampt pro interim Staande waar te neemen, neevens gecommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie alhier, mitsg:s van Land Drost en Heemraden in ‘t voorsz: buijten district, te laten geschieden; waarvan volgens gebruijk de nodige billietten zullen werden geaffigeert.
Sijnde vervolgens goedgevonden en beslooten, om in Steede van den onlangs overleeden, E: Cap:tn ter Zee en Equipagiem:r Willem Vrugt, wederom tot President over ‘t Collegie van Brandmeesteren, mitsg:s als Commandant op de groote Batterij of Waterschans aan te Stellen, den presenten Equipagiemeester Jacob Rijsik.
Ook is ter nader approbatie van haar hoog Edelens de heeren der Hooge Indiasse regeering tot Batavia, ter plaatsvullinge van opgem: E: Rijzik tot Schipper op ‘t aanweesend Schip Popkensburg bevordert, den daarop bescheijdene opperstuurman Jan Couvas, mitsg:s tot opperstuurman den onder dito Cornelis Brouw, desgelijx tot onderstuurman, den Derdewaak van ‘t meede ter rheede vertoevend Schip Vreedesteijn , Obbe Mederse Bruynvis: des zal het voormelde Schip Popkensburg met dies inlading Contanten ensz: aan geciteerden nieuw aangestelden Schipper, Conform d’ ordre der E: Comp:e, door Expresse geCommitt:s werden overgegeeven.
Terwijl laatstelijk op het diesweegens bij request gedaan versoek, van den Landbouwer Hend:k greef, beslooten is, om desselfs Slave Jongen gen:t Moses van Jambij, die onlangs volgens Sententie van den Raad van Justitie alhier onder anderen voor den Tijd van Vijfthien Jaaren op het robben Eijland gebannen is, voor de gevallene Justitieele onkosten, ten behoeve der E: Comp: in Eijgendom aan te neemen.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd In’t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] P: v: Reede van Oudshoorn
[Signed:] J:W: Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor.
C. 144, pp. 229-234.¶
Dingsdag den {17660325} 25: Maart 1766:
alle present.
Op het hier gepasseerde Retourschip Lijcochten , naar desselfs depart der Bataviase Reede ontdekt, en vervolgens door dies overheeden alhier overgegeeven zijnde, zeekeren Inlander gen:t Robo van Ambon, die volgens zijn voorgeeven, een vrij persoon en toevalliglijk binnen voorm: Bodem verbleeven zoude weesen; is ten zijnen opzigte verstaan, denselven met het aanweesend, en eerst daags te vertrecken Staande Schip de Vrouwe Petronella, naar Batavia terug te zenden; met ordre aan d’ opperhoofden dier kiel, om daarvan niet alleen bij hun aankomst ter voorsz: Indiasche hoofdplaatse, ten eersten behoorlijk kennisse te geeven, maar ook denselven niet, zonder hiertoe alvoorens Speciale ordre bekomen te hebben van boord te laten afgaan; Terwijl wijders, het alhier door hem verleende Relaas, neevens eene Verklaring, binnen het bovengem: Schip Lijcochton belegd, aan de Heeren der Hooge Indiasche Regeering, aan wien men van desselfs voorsz: terug sending ook het vereijscht berigt zal laten toekomen, zullen werden gesuppediteerd.
Sijnde voorts, aan de met de ter Rheede leggende Scheepen de Jonge Thomas en Popkensburg uijt gekomene onder Coopman Joan Albert van Iddekinge en Opper Chirurgijn Jacobus Testraats op derselver dies weegens bij request gedaan versoek, geaccordeert, om ter Saake hunner Indispositie tot nadere Scheeps geleegendheijd, onder Stilstand van gagie, hier te mogen overblijven.
Dog Waarenteegen aan den van ‘t Schip de Zilvere Leeuw ter deeser plaatse verbleevenen Advocaat M:r Johannes Gabriël van Gehren, op desselfs hierom gedaan Supplicq, is toegestaan, zijne Reijze met het meede hier vertoevend Schip kievitsheuvel , naar Batavia te vervorderen, des, desselfs gagie van heeden weederom zal moeten Cours neemen.
En is wijders naar resumptie van ‘t versoekschrift, door ‘S Comp:s Slavin Elsje van Helena van Schiela gepresenteerd, tendeerende, omme uijt Slavernije te mogen werden ontslagen, goedgevonden en beslooten, omme uijt aanmerkinge dat zij gedoopt is, en de Neederduitsche Taal volkomen wel spreekt, gelijk meede, dat deselve daar voor aan d’ E Comp: presenteerd te geeven, een kloeke en gezonde Mansslaaf gen:t Pans Courij van Bengalen, die bij gedane Visitatie ter beijde opperChirurgijns alhier, gezond en van de Verijschte Lichaams gestalte is bevonden, de voorsz: Elsje van Helena van Schiela t’ Emancipeeren, en in Vrijdom te stellen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd. In’t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] P v: Reede van Oudshoorn
[Signed:] W Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor
C. 144, pp. 235-243.¶
Dingsdag den {17660401} 1 April 1766
‘S voormiddags alle present, uijtgenoomen de Heer Pieter van Reede van Oudshoorn, mits Indispositie.
Is op het diesweegens gedane versoek van den Boekhouder en Soldij overdrager Johannes Cornelis van der Spuij, aan denselven geaccordeert, om onder ‘S E: Comp:s papieren, een Eerbiedig Request aan haar Wel Edele Hoog Agtb: de Heeren Seeventhienen te mogen oversenden, ten eijnde daar bij op het onderdanigst te kunnen versoeken, om op het voorbeeld sijner predecesseurs, tot ondercoopman te mogen werden bevordert; welk Supplicq wijders, met een favorabel voorschrijvens van deese Regeering, Sal werden ondersteund: Terwijl voorts goed gedagt is, welgem: Heeren Meesteren ter deeser geleegentheijd, weederom Seer Eerbiedig te versoeken, om op het overgezondene Request van den Landdrost van Stellenbosch en Drakensteijn , M:r Jacobus Johannes le Sueur, om insgelijx tot onderCoopman te mogen werden geadvanceert, en ‘t welk wij d’ Eere hebben gehad, bij ons ootmoedig Schrijvens van den 1. Maart 1764: haar Edele hoog Agtb: meede favorabel voor te dragen, als nu goedgunstiglijk reflexie te willen neemen, te meer nadien gem: Landdrost in voorsz: buijtedistricten, niet alleen deese Regeering moet representeeren, maar dat denselven ook, als Sijnde president in de Collegiën van Heemraaden en den Burger krijgsraad, waar in gevolglijk de Ritmeesters en Capitains, als Leeden Sitten, Selfs met een hoger rang, diende bekleed te zijn, en waar op welgem: Heeren Meesteren meede onderdanigst Sullen werden versogt, bijzonder reguard te willen neemen, of het deselve, soo om deese geallegueerde reedenen, als ook ter Consideratie van den ijver en vigilantie, waar meede denselven voorsz: fatiguante Bediening Steeds komt waar te neemen, en het goed genoegen, dat bij het Stranden van den Hoeker de Meermin gegeeven heeft, mogte behagen, aan gem: Landdrost le Sueur, de qualiteijt en rang van Coopman, dog alleen om d’ E: Comp: hier door niet te beswaaren, met de gagie van onderCoopman, toe te voegen.
Vervolgens door den Heere L:t Collonel Isaac Meinertzhagen, versogt zijnde, te mogen weeten, of Sijn E:, ingevalle mogte inclineeren te repatrieeren, daar toe ook bevoorens permissie van de Heeren Majores in’t Patria, soude moeten versoeken, dan wel dat hem deselve, hier ter plaatse konde werden verleend; Soo is bij overweeging dat d’ ordres van welgem: Heeren Meesteren; ten opzigte der Secundes en Independent Fiscaals, alleen komen te dicteeren, dat deselve niet Sonder haar Ed: hoog Agtb: prealabel Consent, van hier Sullen mogen vertrecken, Sonder dat iets diergelijx, ‘t zij nopens den persoon van gem: Heer Meinertshagen, of de voorige Hoofden der Militie is geordonneert; dierhalven geoordeeld, dat het geciteerde ontslag bij deese Regeering versogt werdende, als dan, om voorsz: geallegueerde Reedenen wel aan sijn E: Sal kunnen werden verleend.
Sijnde wijders op het diesweegens gedane versoek, door den nieuw aangestelden Equipagiemeester Jacob Rijsik, verstaan, dat aan de Heeren Majores in’t Patria Eerbiedig Sal werden versogt, om desselfs Huijsvrouw Anna Schippers, en Schoonmoeder Maria kleijneknegt, beijde tot Middelburg woonagtig, bij bequame Scheeps geleegentheijd herwaarts te willen laten overkoomen.
Door den met het ter rheede leggend schip de Snoek uijtgekomenen krankbesoeker Jan de Wolf, bij Request seer instantig versogt, en daar op aan denselven geaccordeert zijnde, om met Stilstand van gagie, nevens desselfs huijsvrouw Adriana van Bronswijk, ter deser plaatse te mogen verblijven; is daar en teegen aan Louisa a de haan, op het hierom meede in scriptis gedane versoek, toegestaan, om tot het verder voortsetten haarer Saak, teegens den vaandrig deeses Casteels Jan Aarnout Bleumer, met een der aanweesende ofte nog uijt het vaderland verwagt werdende Scheepen, wederom Transport en Costvrij naar Batavia over te vaaren.
Laatstelijk is aan den oud Burger Weesmeester Thobias van Nek, op desselfs insgelijx bij Request gedaan Supplicq in eijgendom gegeeven, een Stukje Thuijnlands gelegen in deese tafel valleij annex desselfs thuijn, groot een en Tagtig quad:t Roeden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] W: Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Berg R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor
C. 144, pp. 243-267.¶
Maandag den {17660407} 7 April 1766:
alle present.
Door den Schipper van het hier vertoevend Retourschip Schoonzigt , Volkert Groeneweg van Oudshoorn, agtervolgens de seer g’Eerde Ordre van haar Wel Edele groot Agtb: de heeren der Hooge Indiasche Regeering tot Batavia, vervat bij hoogst derselver gevenereerd aan Schrijvens de dato 10: Jann: deeses Jaars, alhier niet alleen het Montant van rd:s 338 2/3 in ‘S Comp:s Cassa geteld, maar daarenboven ook, voor ‘t bedragen van ƒ1805:- Sufficante Cautie gesteld Zijnde; heeft denselven voorts op heeden gepresenteerd, het onderstaande Request.
Aan den Wel Edelen gestr: Heer Rijk Tulbagh, Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsgad:s Gouverneur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren.’
‘Geeft met Schuldige Eerbied te kennen, Uwer Wel Edele gestr: en E: Agtb: zeer needrigen dienaar, den Schipper van ‘t hier ter Rheede leggend Retourschip Schoonzigt , Volkert Groeneweg van Oudshoorn, hoe den Supp:lt door haar Wel Edele groot Agtb: de Heeren der Hoge Indiasche Regeering tot Batavia van het Schip Landskroon op desselfs voorsz: teegenwoordig onderhebbenden Bodem verplaatst zijnde geworden, om daarmeede naar Neederland te vertrecken, hij Zig hierop aan boord van dien bodem heeft vervoegd, om denselven met dies toebehooren, ten overstaan van de Expres daartoe geCommitteerde Schippers Arij van der Deuren en Pieter Breugel van den bevoorens daarop gecommandeert hebbende Capitain Lieut:nt: Cornelis van der Stam over te neemen: dan den Supp:lt doenmaals nog niet ten vollen van een Swaare Ziekte hersteld geweest Zijnde, en voorm: Cap:tn Lieut:nt van der Stam, ilico met Lands kroon naar de Mallabar hebbende moeten vertrecken, is het den Supp:lt overSulx Volstrekt ondoenelijk geweest, alles in persoon te kunnen nazien, zulx hij zoo wel als de voorsz: gecommitteerde Schippers, daaromtrend ter goeder Trouwe hebben moeten te werk gaan, met voorm: bodem Schoonzigt , met dies toebehooren, door meergem: Cap:tn Lieut:nt van der Stam aan den Supp:lt te laten overgeeven volgens eene bij hem overgelegden inventaris, onder de Sterkste verseekering aan meergem: geCommitteerde Schippers, en den Supp:lt, in’t bijweesen van de doenmaals op Schoonzigt bescheijden geweest zijnde Opper en Deks Officieren, dat alles volgens ged:t inventaris, en nog meer, Zig werkelijk in’t Schip quam te bevinden, het geen egter naderhand gantsch Contrarie is gebleeken, wanneer het Schip tot de aanstaande Reijze naar Neederland in gereedheijd gebragt, en bij die Occagie het Staand’ en Lopend’ Touwerk afgenomen Zijnde, bevonden wierd, genoegsaam alles oud en afgesleeten, of te kort en niet meer bruijkbaar te zijn; weshalven den Supp:lt niet gemancqueerd heeft, hiervan de facto verslag te doen, aan den Heer Commandeur en Opper Equipagie Meester Anthonij Vogelsang, die daarop aan boord gekomen, en alles selfs besien hebbende, desselfs ongenoegen over de behandeling van meergem: van der Stam betuijgde, dog welk ongeagt den Supp:lt evenwel tot zijn gevoelig Leedweesen heeft moeten ondervinden, dat hem, wanneer volkomen Zeijlvaardig was leggende, wierd ter Hand gesteld, een ordonn:, om weegens diversse te kort bevondene Equipagie goederen in S Comp:s Cassa te Tellen, de Somma van Rd:s 338 2/3; dan den Supp:lt zig hierop bij zijn Hoog Edelheijd den Heere Gouverneur Generaal geaddresseert hebbende, heeft het hoogst denselven behaagt, den Supp:lt deesen aangaande nog goedgunstiglijk ter vergaderinge van haar Hoog Edelheedens, wanneer des Spp:lt onderhebbenden Bodem de Bataviase Rheede bereijts was afgedreven, zijne belangen te laten inbrengen, die den Supp:lt egter op ‘t voorsz: laatste Oogenblik, niet allesints met de vereijschte omstandigheeden hebbende kunnen verdragen, egter Soo gunstig bij welgem: haar Hoog Edelens zijn aangenomen, dat haar hoog Edelens, de dispositie over het onbequaam en onbruijkbaar bevonde Touw werk hebben goedgevonden te Surcheeren, tot de komst van meergem: Cap:tn Lieut:nt van der Stam op Batavia, en ten opzigte der geordonneerde betaling van het te kort bevondene hem Supp:lt desselfs guarant Laten behouden, om den geenen die hij Soude vermeenen desweegens te moeten aanspreeken, gelijk Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: zulx uijt het geannexeerde Extract uijt de Notulen van het gebesoigneerde bij welgem: haar Hoog Edelens, bij geliefte, nader Zullen kunnen beoogen.’
‘Of nu wel den Supp:lt ter pligtschuldige Obedientië van haar Hoog Edelens geciteerd besluijt, alhier in ‘S E Comp:s Cassa het bovenstaande bedragen van Rd:s 338 2/3 geteld, en teffens meede de Geordonneerde Cautie voor ƒ1805: gesteld heeft; Soo kan hij Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: egter Heijliglijk verseekeren, alleen door desselfs goed vertrouwen op meergem: Cap:tn Lieut:nt van der Stam, en dat door zijne Swacke Lichaams gesteldheijd buijten Staat is geweest, alles Selfs te kunnen nasien, in deese voor hem Soo fatale omstandigheijd geraakt te zijn, zonder zig aan t’ Soek brengen of verwaarlosen van’t geene hem ten lasten is gebragt in’t minste of geringste te hebben Schuldig gemaakt; Terwijl Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: uijt de deesen meede bijgevoegde verclaring, van alle op des Supp:lts onderhebbenden Bodem bescheijden zijnde Opper en onder Officieren des behagende, onder anderen meede Zullen kunnen beoogen, dat Selfs een groot gedeelte van’t Touwerk, waarvoor den Supp:lt is belast geworden, bereijds voor dat het Schip aan hem was overgegeeven, tot het vlotten der uijt dien Bodem ontloste Balken is uijt geschoren geweest; Weshalven den Supp:lt Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: zeer Eerbiedig versoekt, dat voorsz: verclaring alhier Solemneel beEedigt, en vervolgens met deese Zijne Schriftelijke verantwoording, aan haar Hoog Edelens mag werden gesuppediteerd, ten eijnde hoogst deselve des te klaarder zullen mogen ontwaaren, des Supp:lts onschuld, en hoe Schandelijk hij in deesen, door dikwerf gerepten van der Stam is misleijd geworden, daar denselven het geluk heeft gehad, om het Zeer ontblood geraakte Schoonzigt , te hebben kunnen verwisselen, met Landskroon , dat pas uijt het vaderland komende, van alles ten vollen voorzien is geweest: en den Supp:lt dus van Haar Edele groot Agtb: goedheijd zoude mogen obtineeren, om ten koste van ged:t van der Stam, zoo wel weegens de alhier betaalde rd:s 338 2/3 als weegens de gestelde Cautie voor ƒ1805:- weederom Schadeloos te werden gesteld.’
‘/onderstond:/ ‘T welk doende &:a.’
‘Extract uijt de Notulen van’t geresolveerde in Rade van India op Vrijdag den 27: Dec: 1765.’
‘Is ten aansien van het onbequaam en onbruijkbaar bevonden Touwerk verstaan, de dispositie so lange te Surcheeren, tot dat den Capitain Lieut:nt van der Stam, en den Schipper van der Deuren ten overstaan van welk Laatstgem:, nevens den gerepatrieerden Schipper Breugels, den presenten Schipper van Oudshoorn dien Bodem van den eerst genoemden overgenomen heeft, alhier van de mallabaar en uijt Bengale zullen gereverteerd zijn, en van Oudshoorn intusschen Suffiçante borgen te doen Stellen, voor het inkoops bedragen van al het onbequaam en versleeten bevondene, mitsg:s denzelven alle het te kort bevondene invoegen als hier vooren gespecificeerd Staat, te doen betalen, de Equipagie-goederen of het Touw-werk met een Capitaal Avans, behoudens zijn guarand op den geenen die hij verneemen zal diesweegen te moeten aanspreeken.’
’/:onderstond:/’
‘Accordeert.’
’/:was geteekend:/’
‘G:H: van der Voort. Secret:s.’
‘Wij ondergeteekendens verklaaren ter Requisitie van den Schip Heer V:G: van Oudshoorn, als dat de vijger gediend hebbende tot een Thuijtouw, zijnde lang Vijf en Veertig vadem, soo meede een End Vaderlands, lang Twee en dertig Vadem, weeder in dier Steede gediend hebbende, voor eerst te kort en ten Tweede niet is goed gekeurd om S E Comp:s dierbare bodem aan te vertrouwen, vervolgens een kabeltouw, dik Vijf Duijmen - gesplist en niet hebbende de volle lengte Soo meede bevonden Vier Seijtakelloopers, waarvan twee gesplist, en manqueerd een Sey-geijnlooper. Een oude Cabelaaring Seer slegt en Draaij Reeps van de fockeraa te kort en oud en af. de voor Marszeijls Schoten oud en gesplist, Soo meede de groot Marzeijls dito oud en af. de Toptakels looper d’ eene gesplist en af. wijders verklaren wij onder geteekendens als dat bij’t ontlossen der Balken voor dat deesen Bodem was overgenomen tot het vlotten derselve is uijt geschooren en verbruijkt ‘t volgende, als Twee Zikloopers. Vier Vlieger Schooten een Vlieger, Een Stag zeijl val, Een Aapen val, de Honde focken. Twee blinde Schooten, Twee dito Geijtouwen, Twee groote Geij Touwen, Vier onder en boven Leijzeijls vallen, Twee binnen Schooten van ‘t boven Leijzeijl, en Zijnde nog hoog noodig voor het klaarmaaken deeser bodem een Vat Theer.’
‘Dit boven staande soo als gemeld, betuijgde de opregte waarheijd te zijn, dus bevonden en benoodigt: en zijn wij alle bereijd vereijscht werdende, met Eede te bekragtigen.’
’/:onderstond:/’
‘In ‘S E: Comp:s Schip Schoonzigt geankerd ter Reede Batavia den 10: December A:o 1765.’
’/:was geteek:d:/’
‘J:D: Berg opperstuurman, And:s Bruijn, Jan godfried Sellius, Pieter Casper Schoen, I: Poortman derdewaak Roeloff Roosendaal Bosman, Godfried Bos, Schieman, Pieter Cramer Constapel.’
Naar Lectuure van welk versoekschrift goedgevonden ende beslooten is, dat de daarneevens door gedagten Schipper van Oudshoorn, geproduceerde Attestatie door d’ opper- en onder officieren Zijn’s voorschreeven onderhebbenden bodems verleend, behelzende onder anderen, dat diversse Touw werken, waarvoor denselven was belast geworden reets tot het vlotten van Balken en Planken waren uijt geschooren, voor dat ‘t Schip aan hem is overgegeeven geweest, volgens desselfs - daarbij gedaan instantig versoek voor gecommitteerd:s uijt den Raad van Justitie alhier, Solemneel beEedigt, en vervolgens neevens het voorsz: ingediend Schriftuur, aan welopgemelde Heeren der Hooge Indiasche Regeering in Copia Authenticq Zal werden gesuppediteerd.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J:W: Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P. Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor
C. 144, pp. 268-272.¶
Donderdag den {17660410} 10: April 1766:
alle present.
Haar wel Edele groot Agtb: de Heeren der Hoge Indiase Regeeringe tot Batavia, ons bij derselver gerespecteerde Letteren van den 25: Nov: d’ A:o Pass:o, dewelke met het op gisteren gearriveerde Chinaas Retourschip Noord beveland alhier zijn aangebragt, hebbende gelieven te ordonnoneeren, omme niet alleen bij den hier remoreerenden Oud Burger Raad Jan Fredrik Willem Böttiger, Exact ondersoek te laten doen, of denselven, ook eenige goederen of Contanten van den geaufugeerden Cormandels gouwerneur Christiaan van Teijlingen, onder zig mogte hebben, mitsg:s bij bevindinge van iets, het selve in beslag te neemen, maar ook wijders, nauwkeurige Informatie te doen, of ook onder andere der alhier woonende Dienaren of Burgers, dan wel onder de passeerende Scheepelingen ijmand mogte zijn, die iets van ged:t gouverneur onder zig mogte hebben, of waarop hij iets te pretendeeren heeft, ten eijnde daar al meede de Hand op te leggen; zoo is naar overweeginge van zaaken goed gevonden ende verstaan, van voorsz: Missive Copia Authenticq aan den thans het fiscaals Ampt pro interim waarneemenden onder Coopman Otto Luder Hemmij te laten afgeeven, en denselven wijders te gelasten, het voorsz: onderzoek op het nauwkeurigste te doen, mitsg:s van desselfs bevindinge dienaangaande ons behoorlijk te dienen van rapport: Terwijl men voor ‘t overige in geen gebreeken blijven zal, om het verder ter needergestelde, door welgem: Haar Hoog Edelen bij derselver geciteerde Letteren, den voorsz: zig geabsenteerd hebbenden Chormandels gouverneur van Teijlingen betreffende, in allen deelen punctueelijk op te volgen.
Sijnde voorts op het diesweegens gedaan verzoek, door den van’t onlangs vertrockene Schip de Jonge Thomas , mits Indispositie alhier verbleevenen Ondercoopman Joan Albert van Iddekinge aan denselven gepermitteerd, desselfs voijagie als nu met het Schip Vreedelust naar Batavia te vervorderen; zullende dierhalven desselfs Stil gestaan hebbende gagie van heeden weederom moeten Cours neemen.
Aldus geresolveert ende gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J.W. Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor
C. 144, pp. 273-275.¶
Dingsdag den {17660415} 15: April 1766:
alle present.
Is op het hierom in Scriptis gedaan verzoek door Weesmeesteren deeser Steede, als Executeurs des Testaments van wijlen Juff: Anna Fothergill weed: wijlen den Opper Coopman en Secunde deeses Gouvernements de Heer Sergius Swellengrebel, aan deselve gepermitteerd, met het ter Reede leggend’ Schip Borselen , aan de Heer Hendrik Coenraad Sanders, Boekhouder generaal en Reijnier van Oosterhout Secretaris van Boedelmeesteren, als gemagtigdens van den ondercoopman en Resident van Boele Comba en Bonthain , Sergius Swellengrebel, naar Batavia over te Senden, Sodanige Vijf Cassen met zilverwerk, kleederen, Boeken & als door wijlen ged:t weed:s Swellengrebel, aan haar geciteerde zoon Sergius Swellengrebel zijn vermaakt geworden, mits visitatie Subject blijvende.
Aldus Geresolveert ende gearresteerd In’t Casteel de goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J:W: Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor
C. 144, pp. 276-288.¶
Dingsdag den {17660422} 22: April 1766:
‘S voormiddags alle present, behalven den E: Coopman en Cassier David d’Aillij.
Vermits den Gezaghebber neevens de Stuurlieden en verdere overgeblevene Scheepelingen van den af geloopenen mitsg:s Seedert gestranden Hoeker de Meermin , soo wel als den met het Selve vaartuijg tot het drijven van den Slaven Handel op Madagascar meede derwaarts gezondenen Adsistend Oloff Leij, thans ter deeser plaatse opgekomen zijn, is dierhalven op de Propositie van den Heere Gouverneur verstaan, door deselve voor gecommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie alhier ten overstaan van den ondercoopman Otto Luder Hemmij, als het fiscaals Ampt pro interim waarneemende, een omstandig Relaas te doen verleenen, nopens den toedragt der zaken soo omtrent het aflopen van meergem: Hoeker, als het geene vervolgens met de gemutineerd’ hebbende Slaven, en het op Strand Setten van ‘t gedagte Vaartuijg is voorgevallen, ten eijnde dus in den grond te kunnen ontdecken, of daaromtrent eenige agteloosheijd of pligt versuijmnissen bij d’ Officieren dan wel disobediente of andere ongereegeltheeden, bij de gemeene Scheepelingen des Hoekers, hebben plaats gehad, in welk geval gedagten pro interim fiscaal, de Schuldige voor opgem: Justitieelen Raade zal hebben t’ actioneeren.
Ende ten aansien men thans bij dit gouvernement den geordonneerden voorraad van Buskruijt ruijm aan handen heeft; is overzulx meede op het voorStel van welgem: Heere gouverneur besloten, om zodanige quantiteijt van’t voorsz: Pulver, als ‘er nog Successivelijk voor deese plaats uijt het Vaderland staat aangebragt te worden, alhier niet te doen ontlossen, maar in de Scheepen waarin Zig het Selve komt te bevinden, te laten verblijven, mitsgad:s daarvan Zoo na Batavia als Ceijlon de vereijschte kennisse te geeven.
Sijnde daarenteegen om gelijke Reedenen als bij Resolutiën van den 7: Jann: en 4: Maart deeses Jaars Staan aangehaald, weederom verstaande Somma van 24000: ducatons, met het aanweesend Schip Borsselen , ‘t welk geen Contanten voor Batavia heeft uijt gebragt, derwaarts over te maaken.
Door den oppercoopman en p:l Secunde de Heer Jan Willem Cloppenburg weegens d’ uijtleveringe der goederen door de Regeering van Ceijlon met het aanweesend retourschip Damzigt herwaarts gesonden, overgeleeverd zijnde seekere Memorie, luijdende als volgd.
‘Memorie van de Nabesz: Clappus Olij, en Ingelegde Limoenen, p:r ‘t Schip Damzigt van Ceijlon , voor dit gouvernement aangebragt, Soo te kort als bij pijling minder bevonden, gelijk blijkt bij de verClaring van gecommitteerdens hier annex, Namentlijk.’
‘
598: | Cann: Clappus Olij, op 10: Heele Aamen, waarvan 2: van 10: d:m, bij pijling minder en 8: geheel leedig bevonden zijnde, uijtgem: 8: Aamen op gevuld: 1: halve legger, die meede 4: d:m wan bevonden is, zijnde te samen 70: p:r C:to Sch:s |
2: | Halve Aamen met Ingelegde Limoenen te kort. |
598: | Cann: Clappus Olij, op 10: Heele Aamen, waarvan 2: van 10: d:m, bij pijling minder en 8: geheel leedig bevonden zijnde, uijtgem: 8: Aamen op gevuld: 1: halve legger, die meede 4: d:m wan bevonden is, zijnde te samen 70: p:r C:to Sch:s |
2: | Halve Aamen met Ingelegde Limoenen te kort. |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de goede Hoop, den 22: April 1766. /:was geteek:d/ J.W. Cloppenburg.’
Soo is na dies resumptie goedgevonden ende verstaan, omme het geene dat op de Clappus Olij meerder als de gepermitteerde afschrijving dicteerd, is te kort gekomen, Soo wel als nopens de niet afgeleeverde twee halfaamen met ingelegde Limoenen, d’ opperhoofden van gem: Bodem op haare zoldij reecq: met een half Capitaal Advans Zal werden belast, in deeser Voegen, als.
den Schipper Lodewijk Thomassen voor 2/3 | |
over 555 1/5 Cann: Clappus Olij, zijnde 65: p:r C:to Sch:s | ƒ259:10:-: |
over 2: halve Aamen ingelegde Limoenen | d:o 22:05:08: |
ƒ281:15:08: | |
den Opperstuurman Abel Barbe voor 1/3 | |
over 555 1/5 Cann: Clappus Lij als vooren | ƒ129:15:-: |
over 2: half Aamen ingelegde Limoenen | d:o 11:02:08: |
ƒ140:17:08: |
den Schipper Lodewijk Thomassen voor 2/3 | |
over 555 1/5 Cann: Clappus Olij, zijnde 65: p:r C:to Sch:s | ƒ259:10:-: |
over 2: halve Aamen ingelegde Limoenen | d:o 22:05:08: |
ƒ281:15:08: | |
den Opperstuurman Abel Barbe voor 1/3 | |
over 555 1/5 Cann: Clappus Lij als vooren | ƒ129:15:-: |
over 2: half Aamen ingelegde Limoenen | d:o 11:02:08: |
ƒ140:17:08: |
En is wijders op het te kennen geeven door den Heer L:t Collonel Meinertzhagen, dat in een Cas gem: L:a L:, die met het meede ter rheede leggend Schip Borsselen alhier is aangebragt, onder de daarin voor dit guarnisoen afgepakte Monteering ook was gevonden, een gesoldeerd Blik, met Linnen omnaaijt en beschreeven voor Ceijlon , en daarenteegen in gem: Cas quaamen te mancqueeren.
24: | Ellen gestreept goud galon weeg: 40: onc: 4: Eng: |
50: | d:o goud Sistême d:o d:o 45: d:o 15: d:o |
12: | Ellen Nieuw Mode galon van 2 1/2 d:m met klijnkant, weegende 28: onc: 2: Eng. |
24: | Ellen gestreept goud galon weeg: 40: onc: 4: Eng: |
50: | d:o goud Sistême d:o d:o 45: d:o 15: d:o |
12: | Ellen Nieuw Mode galon van 2 1/2 d:m met klijnkant, weegende 28: onc: 2: Eng. |
die men overzulx moet presumeeren dat Abusivelijk onder de voor’t voorsz: Ceijlons gouvernement gehoorende goederen zullen weesen afgepakt, goedgedagt, het geciteerde voor Ceijlon beschreevene blik, aan de regeering aldaar p:r ‘t hier vertoevend eerstdaags derwaarts te vertrecken Staande Schip ‘T Huijs Om , toe te schicken, met vriendelijk verzoek daar en teegen, het voorsz: alhier gehoorende goud galon, bij aldien het ginder mogte werden gevonden, weederom herwaarts te willen Senden.
Sijnde vervolgens, vermits het vertrek naar ‘t Vaderland van den heer Secunde Pieter van Reede van Oudshoorn, beslooten, om meergem: Oppercoopman en p:l Secunde de Heer Jan Willem Cloppenburg, in plaatse van ged:t Heer van Oudshoorn, tot Commissaris politicq bij deese Caabse gemeijnte te verkiesen, waarvan aan kerkenraade de vereijschte kennisse zal werden gegeeven, met recommandatie, om zijn E: als zodanig in haare vergadering te ontfangen, t’ erkennen en respecteeren, Soo als het betaamd te geschieden, omtrent een persoon die de hooge overheijd aldaar zal presenteeren.
Laatstelijk is den Lieut:nt van een der Compagniën burger dragonders aan Stellenbosch Jacob Marais op desselfs diesweegens bij request gedaan versoek, mitsg:s uijt hoofde van desselfs ziekelijke en Swacke Lichaams gesteldheijd, van ‘t waarneemen dier functie ontslagen.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaar voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J.W. Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor.
C. 144, pp. 289-308.¶
Dingsdag den {17660429} 29 April 1766.
alle present.
Door den Schipper van het ter Rheede leggend’ Ceijlons Retourschip Leijmuijden Anthonij de Jong en den Opperstuurman dier kiel, Sweris Lourense klink, mitsg:s den Ondercoopman van het meede aanweesend’ uijtkomend Schip - ‘T Huijs Om , Jacob de Bordes, zeer instantig versogt geworden zijnde, om ter Saake hunner indispositie, eenigen Tijd met Stilstand van gagie, ter deeser plaatse over te blijven, is goedgevonden, zulx aan haarl: t’ accordeeren: zijnde voorts, op het voordragen van den Heere Gouverneur, weederom tot Schipper op ged:l Bodem aangesteld, den opperstuurman van ‘t Schip Schagen Cornelis van Brattem gerritsz:, mitsg:s tot opperstuurman den onder dito Theunis Martensz: Kulk, als een bequaam en ervaaren zeeman zijnde, die den dienst als gezaghebber, op den hier permanenten hoeker de Snelheijd , een geruijmen Tijd tot genoegen heeft waargenomen; Terwijl voorts, in de plaatse van voorseijden Nieuw aangestelden Schipper, tot opperstuurman op het gedagte Schip Schagen , den daar op bescheijden zijnden onder dito Carel Philip Cassel, bevorderd weesende, heeft men wijders, in steede van denselven tot onderstuurman laten optreeden, den Derdewaak Jan Hendrik Stekman, alles nogthans, met halveering van gagie, mitsg:s ter nadere Approbatie der Heeren Majores in ‘t Vaderland; Terwijl het ged:t Schip Leijmuijden wijders volgens d’ ordre en’t gebruijk, door Expresse gecommitteerd:s aan boven gem: Nieuw aangestelden Schipper van Brattem, behoorlijk zal werden overgegeeven.
Werdende hierna, door den Heer p:le Secunde en Hoofd Administrateur Jan Willem Cloppenburg, nopens d’ uijtleevering van zodanige Thien Halve Aamen met Clappus Olij, als met het voorwaards gem: Ceijlons Retour Schip Leijmuijden , alhier aan gebragt, ter vergaderinge geproduceerd een Memorie, zijnde van den volgenden inhoude.
‘Memorie van de nabesz: Clappus olij p:r ‘t Schip Leijmuijden van Ceijlon voor dit gouvernement aangebrag, bij pijling minder bevonden, gelijk blijkt bij de verclaring van gecommitteerdens hier annex namentlijk.’
‘
263: | Cann: Clappus Olij, op 10: heele Aamen, waarvan 3: van 6:, 1: van 7:, 1: van 8:, 2: van 9:, en 2: van 11: duijm wan, zijnde 31 1/16 p:r C:to Sch:s |
263: | Cann: Clappus Olij, op 10: heele Aamen, waarvan 3: van 6:, 1: van 7:, 1: van 8:, 2: van 9:, en 2: van 11: duijm wan, zijnde 31 1/16 p:r C:to Sch:s |
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 29: April 1766: /:was geteekend:/ J:W: Cloppenburg.’
Naar welkers Lectuure beslooten is, dat men, het geene daar van meerder als de gepermitteerde afschrijving dicteerd, is te kort gekomen, op reecq: der overheeden dier Kiel zal doen belasten, in maniere als volgd, te weeten.
den Schipper Anthonij de Jong voor 2/3 | |
weegens 220 7/10 Cann: Clappus Olij, Zijnde 26 1/16 p:r C:to Sch:s met een half Capitaal advans | ƒ103:03:-: |
den Opperstuurman Sweris Laurense Klink voor 1/3 | |
weegens 220 7/10 Cannen Clappus Olij als evengem: | ƒ51:11:08: |
den Schipper Anthonij de Jong voor 2/3 | |
weegens 220 7/10 Cann: Clappus Olij, Zijnde 26 1/16 p:r C:to Sch:s met een half Capitaal advans | ƒ103:03:-: |
den Opperstuurman Sweris Laurense Klink voor 1/3 | |
weegens 220 7/10 Cannen Clappus Olij als evengem: | ƒ51:11:08: |
Voorts geliefde den Heere gouverneur te kennen te geeven, dat naar het sluijten en afgeeven der papieren, aan d’ Overheeden van ‘t Jongst vertrockene Ceijlons -Retourschip Damzigt ontdekt geworden zijnde, dat de Twee halve Aamen met ingelegde Limoenen, die volgens het genoteerde op de factuura van’t geladene tot Ceijlon voor dit gouvernement in dien bodem Souden zijn afgescheept, zig in’t dikwilsgen:de Schip Leijmuijden waaren bevindende, en wesweegens d’ opperhoofden van gem: Bodem, volgens besluijt van den 22: deeser, op reecq: van zoldij ook zijn belast geworden; hij Heere Gouverneur dierhalven dies bedragen op het groot Boek van meergem: Bodem Damzigt , de voorsz: overheeden, weederom had laten ten goede brengen, te weeten den Schipper Lodewijk Thomassen voor 2/3 ƒ22:5:8: en den Opperstuurman Abel Bade voor 1/3 ƒ11:2:8.
Sijnde voorts, vermits het overleijden van den Boekhouder van S E Comp:s Slagthuijs, Jean Benjamin d’ Aillij, weederom daartoe bevordert, den Adsistend Johannes Petrus d’Aillij, met verhooging van gagie a ƒ30: ter Maand, onder desselfs lopend verband.
Ook is den Persoon van Steven van Bruijnswaard, die in den Jaare 1762: als Constapel, met het Bengaals Retourschip Cattendijke hier gekomen, mitsg:s van dien bodem ter deeser plaatse verbleeven, en vervolgens op den 17: april desselvigen Jaars, uijt ‘S E Comp:s dienst ontslagen, en met het Burger Regt gefavoriseerd geworden is, op desselfs hierom in Scriptis gedaan Supplicq, weederom in voorsz: dienst der E: Comp: aangenomen voor onderstuurman op den hier permanenten Hoeker de Nepthunus , met ƒ26:- ter Maand, onder een verband van drie Jaaren; zullende desselfs voorsz: bezolding moeten ingaan, met den 1: October des voorsz: Jaars, als hebbende dien dienst Seedert gem: tijd, reets ter preuve waargenomen.
En nademaal veele deeser Ingeseetenen, de gewoonte hebben, om aan haare Slaven, zoo wel des Zondags, als op andere feest Tijden, permissie te verleenen, om ‘t zij den gantschen Dag, dan wel een gedeelte van dien, te mogen gaan, waar ‘t hun goed dunkt, of gelijk het doorgaans genaamd werd, uijt kuijeren te gaan; en hier door, in weerwil der bereijts daar teegens gestelde ordres, aan dit volk Selve geleegendheijd komen te geeven, om Soo wel langs de Straaten en weegen, als ook voornamentlijk op af geleegene plaatsen, t’ zamen te rotten, en aldaar veele Baldadigheeden te pleegen; Is dierhalven verstaan, bij publicatie en affixie van Billiëtten t’ interdiceeren en verbieden, dat niemand wie hij zij, aan deselfs Slaven of Slavinnen voorthaan permissie zal vermogen te geeven, om des Sondags of op andere feest Tijden, te lopen Lanterfanten of uijt kuijeren te gaan, op pæne, dat voor ijder Slaaf of Slavin, die men in diervoegen zal komen t’ attrappeeren, telkens Een Rijxd:s ten behoeve van ‘S Heeren geweldigers door de meesters betaald, en dusdanige Leijf Eijgenen bovensdien, Strengelijk door de Caffers zullen gelaarst worden.
Laatstelijk is, aan den Adjudant der Burger Cavalerije Hermanus van Wielligh, op desselfs hierom bij request gedaan versoek, in Eijgendom vergund, Seeker Stukje Thuijnlands, geleegen aan de Liesbeeks Rivier , onder dit Caabse District, annex desselfs plaats, genaamt Bellevliet , zijnde groot Twee Hondert en Thien quadraat Roeden.
Aldus Geresolveert ende gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J:W: Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor.
C. 144, pp. 304-309.¶
Donderdag den {17660605} 5: Junij 1766:
‘S voormiddags alle present, behalven den Wel Edelen gestr: Heere gouverneur Rijk Tulbagh, mits Indispositie.
Door den Coopman en Secretaris deeses Raads, d’ E: Oloff Martini Bergh, en den onderCoopman en Secretaris der Weescamer Johannes Henricus Blankenberg, als gemagtigdens van den Wel Edelen gestr: Heere M:r Joost Huijgens, Raad in de vroedschap en Scheepen der Stad Haarlem , blijkens g’ Exhibeerde procuratie, door ged:t Heer Huijgens, in qualiteijt, als vermits het overleijden van den Wel Edelen gestr: Heere M:r Hendrik Tersmitten, in leven Burgermeester en Raad der Stad Amsterdam , eenige overgebleevene voogd, over de Heer Hendrik Pieter Huijgens, en M:r Hendrik Alewijn oud Scheepen tot Amsterdam voormeld, mitsgad:s Dijkgrave van de Beemster, als in Huwelijk hebbende, vrouwe Susanna Christina Huijgens, die met ende beneevens de voorn:de Heer hendrik Pieter Huijgens, de eenige nagelatene Kinderen en Erfgenamen zijn, van wijlen den geweesen Heer Bengaals Directeur Jan Huijgens, sub dato 18: April 1763. voor den Notaris Gerrit Bouman en getuijgen, tot Amsterdam , op haarl: gepasseert, verzoek gedaan zijnde, dat aan deselve, naar inhoude dier volmagtschap, mogte werden ter handen gesteld, zodanige Somma van rd:s 2737. 3/4 - als volgens aanschrijvens van haar Wel Edele groot Agtb: de Heeren der Hooge Indiasche Regeering tot Batavia, de dato 15: october 1754, en diesweegens onder den 31: December desselvigen Jaars alhier genomen besluijt, van wijlen opgem: Heer geweesen Bengaals Directeur Huijgens, alhier in Sequestratie zijn genomen; Soo is naar resumptie der ged:t Procuratie, goed gevonden ende beslooten, het voorsz: bedragen van Rijxd:ls 2737 3/4 Conform, het nader geordonneerde bij Welgemelde Heeren der Hoge Indiasche Regeering, vervat bij derselver g’ Eerde Missive van den 20: Jann: 1762: - als nu aan bovengem: E: Coopman Bergh en onderCoopman Blankenberg voor reecq: van derselver Bovengem: Principaal uijt ‘S E: Comp:s Cassa te laten afgeeven.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten dage en Jaare voorzsz:
[Signed:] J:W: Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t van Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor.
C. 144, pp. 310-319.¶
Dingsdag den {17660624} 24: Junij 1766:
‘S voormiddags alle præsent, uijtgenomen den Wel Ed: gestr: Heere gouverneur Rijk Tulbagh, mits Indispositie.
Is geleesen zeeker request door den onderstuurman, Commandeur der Soldaten, mitsg:s een der Corporaals en Twee quartiermeesters van het in de Baaij fals vertoevend’ uijtkomend’ Schip Duijnenburg , gepresenteerd, luijdende als volgd.
Aan den Wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh, Raad Extraordinaris van Neederlands India mitsg:s Gouverneur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer! en E: Agtb: Heeren’
‘Vertoonen met verschuldigde Eerbied en onderdanigheijd, Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb: zeer needrige Dienaren - Willem van Rijsoort onderstuurman, Johan Fredrik kegelaar, Commandeur der Soldaten, Leonard Verspijk Corporaal, Jan Joseph en Frans van de Vecht, quartiermeesters; alle in gem: qualiteijten, op het in de baaij fals geankert leggend’ Schip Duijnenburg bescheijden: hoe de Supp:ltn door den thans het fiscaals ampt pro interim waarneemenden ondercoopman Otto Luder Hemmij, gerequireerd en ontboden geworden zijnde, ten eijnde bij het verhoor der in de binnen boord van voorsz: Bodem Duijnenburg , op de herwaarts reijze gesmeed geweest zijnde, dog door ‘S Hemels bestiering, geluckig ontdekte Conspiratie, deel genomen hebbende, ofte andersints daarmeede betigte persoonen, present te weesen, mitsg:s het geen de Supp:ltn daaromtrent bewust mogte zijn, teegens deselve te deposeeren; Zijl: dien volgens Caabwaarts hebben moeten opkomen: dan dewijl de Supp:ltn ter Saake voorsz: bijna den Tijd van een Maand alhier vertoefd, en Zijl: zig inmiddels ten hunnen eijgen kosten hebben moeten defroijeeren, Soo vinden de Supp:lt zig genoodsaakt, hun te wenden tot uwe wel Edele gestr: en E: Agtb:, met ootmoedig versoek, dat Uwe Wel edele gestr: en E: Agtb:, ter Consideratie van der Supp:lten Sobere omstandigheeden, van die genereusiteijt gelieven te zijn, haarl: omtrend derselver voorsz: gehad hebbende buijten gewoone Costen, met eenig douceur of dedomagement te gemoed te komen. /:onderstond: ‘T welk doende &:a’
’/:was geteekend:/’
‘W:V: Rijsoort, J:F: Regelaar, L: verspijk, Jan Josep, X /:daar ommestond:/ dit Cruijsje is door frans van de Vecht gesteld.’
Ten belange van welk voorsz: versoek, overwogen zijnde, dat de herwaarts komst der Supp:lt uijt geciteerde Baaij fals en derselver vertoef alhier, van eene onvermijdelijke noodsakelijkheijd is geweest, en dat, gelijk ‘er ter dier Tijd geen Scheepen of vaartuijgen, ter deeser Caabser Rheede hebben geleegen, waarop men deselve andersints hadde kunnen plaatsen, alhier buijten des, ook geen bequame geleegendheijd gevonden word, alwaar voorsz: Officieren, buijten haare kosten, hebben kunnen werden gedefroijeerd; dat zij Supp:lt wijders, niet minder dan de verdere Officieren van gementioneerden Bodem, t’ Seedert d’ ontdecking der Conspiratie, en dus genoegzaam van ‘t begin der Reijze tot het arrivement van ‘t Schip in de Baaij fals , behalven hunne Ordinaire diensten, ook mits den Sorgelijken toestand der zaaken binnenscheeps Boord, door ‘t Continueel waaken, het doen van Ronden en Pattrouilles, mitsg:s gemeen Scheeps werk, zeer veele en langduurige fatiques hebben moeten uijtstaan, in voegen deselve, door haare hieromtrent betoonde Trouwe en Vigilantie, meede zeer veel tot behoud van meergem: Bodem gecontribueerd hebbende, billijker wijze diesweegens, eenige belooning komen te meriteeren; Soo is ter Consideratie van ‘t een en ander, als ook, om alle andere Scheepelingen, die zig /:’t geen God verhoede:/ in Soort gelijke fatale omstandigheeden zouden mogen bevinden, te beeter tot het betragten van haaren Eed, en pligt t’ animeeren, beslooten, aan voorwaards gem: onderstuurman Willem van Rijsoort en den Commandeur der Zoldaten Jan fred:k Kegelaar, ijder de Somma van dertig, mitsg:s aan den Corporaal Leonard verspijk, neevens de quartiermeesters Jan Joseph en frans van de Vecht, elk Twintig, en dus voor alle Vijf te Samen, de Somma van Een hondert en Twintig rijxd:s, tot een Douceur weegens derselver gedane onkosten, uijt S E Comp:s Cassa doen betalen.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd. In’t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J:W: Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor.
C. 144, pp. 320-322.¶
Dingsdag den {17660708} 8: Julij 1766,
alle present, behalven den Edelen Heere Gouverneur Rijk Tulbagh mits Indispositie.
Den Tijd der verpagting van ‘S Lands gemeene Middelen en inkomsten beginnende aan te naderen; is verstaan, deselve onder den 30: der aanstaande Maand Augustus weederom op den voorjarigen Voet te laten geschieden en daarvan volgens gebruijk, de nodige billiëtten te doen affigeeren.
Gelijk ook goedgevonden is, om meede bij affixie van Billiëtten, aan een ijgelijk kennisse te doen geeven, dat na den 15: der voorseijde Maand Augustus, de verstrecking van goederen uijt ‘S E: Comp:s pakhuijsen zoo lange zal ophouden, tot dat deselve Pakhuijsen naar gewoonte, door Expresse gecommitteerdens Zullen weesen opgenomen.
Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J:W: Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor.
C. 144, pp. 323-333.¶
Saturdag den {17660830} 30: Aug:s 1766
‘S voormiddags alle present.
Op heeden, bij gelegentheijd, dat volgens jaarlijx gebruijk, weederom stond getreeden te werden, tot de publicque verpagting der gemeene middelen en inkomsten deeses gouvernements, voor of in overweeging genoomen weesende, dat de ordres, die bij placcaat van den 3. Septemb: des voorl: Jaars, tot het in stand houden der voorseijde pagten, gesteld zijn, niet behoorlyx en in alles Conform aan ‘t oogmerk, dat men daarmeede heeft bedoeld gehad, sijn agtervolgd en naargekoomen; Soo is ter dier oorsake, mitsg:s om te verhoeden dat voorsz: ordres niet Illusoir gemaakt, en de ged:te pagten, als sijnde meede een der principaalste van ‘S E Comp:s Inkomsten ten deesen gouvernemente, en waar door dan ook gevolglijk grootendeels moeten werden te gemoed gekoomen, de swaare Lasten, die deselve genoodsaakt is, alhier te moeten dragen, in geen verval komen te geraken, noodsakelijk geoordeeld, en dienvolgens beslooten, om tot Interpretatie en ampliatie van het voorseijde placcaat, van den 3. Septb: d’ A:o pass:o, het volgende nader te Statueeren, te weeten.
Dat de gepriviligeerde Wijnkopers, voortaan geduurende den Somer, des morgens ten Ses, en ‘s winters te Seeven uuren haare kelders of Pakhuijsen, waar uijt zij hunne wijnen debiteeren, sullen hebben open te setten, en te houden tot ‘Smiddags te twaalf uuren toe, mitsg:s deselve des namiddags ten Een uure weederom te ontsluijten en open te laten, tot teegens den avond, des Somers te zeeven, en in de winter te Vijf uuren, sonder dat voorsz: wijnhandelaars, van die tijd af aan, tot ‘s volgenden morgens toe, eenige wijnen uijt de voorseijde Pakhuijzen sullen vermogen af te Leeveren, op pæne, dat andersints als smockelaars geconsidereerd, en als zodanig zullen bekend werden; gelijk deselve ook bovensdien, niet sullen vermogen, voor de deuren haarer Pakhuijsen of kelders, waar uijt zijl: de wijnen komen te slijten, een hek te hangen, dan wel den ingang met vaatwerk, of iets diergelijx, voor ‘t gezigt te belemmeren.
Dat voorts door niemand, t zij wijnkoopers ofte anderen in ‘t toekoomende, eenige wijnen sullen mogen werden gedebiteerd, aan of voor de Scheepelingen, der hier ter rheede leggende scheepen, om geduurende derselver legdagen tot ververssing binnen Scheepsboord geconsumeerd te werden, het welk tot beneficie der pagten, alleen aan den generaalen wijnpagter vergund blijft, mits gehouden zijnde, voorsz: Scheepelingen te moeten gerieven met goede en deugdsame wijnen, ende Sulx tot die selfde, en geen hoger prijs, als hij zijne wijnen, aan de Burgers en andere Ingeseetenen /:geen bijtappers zijnde:/ sal komen te verkoopen, en daar en boven d’ examinatie, nopens de qualiteijt dier wijnen te moeten gedoogen, sodanig als sulx bij deesen Raade, in Cas van noodsakelijkheijd sal werden geordonneerd; Sullende het de meergem: gepriviligeerde wijnkoopers, egter gepermitteerd blijven, aan de Scheepelingen te mogen leeveren, de wijnen, die deselve tot haare Consumptie op de verdere reijse van hier, benoodigd zijn, mits die wijnen evenwel niet eerder, dan van ‘S daags voor de vastgestelde monstering tot op het vertrek der Scheepen afleeverende, ende sulx onder pænaliteijt dat bij het overtreeden, deeser onser beveelen, insgelijx als Smockelaars aangemerkt, en telkens in de daar op gestelde Boete van Een Duijsend Caabse guldens, Sullen gecondemneerd werden; Weshalven dan ook ten eijnde alle fraudes des te beeter sullen werden geweerd en voorgekoomen, de dikwilsgen:de wijnkoopers, geene wijnen tot provisiën, aan de Scheepelingen sullen mogen aflangen, dan na dat deselve aan hun sullen hebben vertoond, een briefje, door den Schipper van ‘t Schip waarop zij gehooren, onderteekend, behelsende, dat Sodanigen Scheepeling, op desselfs onderhebbend’ en te monsteren staande Schip beschijden is.
Terwijl voor’t overige, de gestelde ordres bij placcaat van den 12. November des voorl: Jaars, betreffende het oprijden der wijnen, van P:mo September tot Ult:mo Januarij, in haaren geheel zullen werden gelaaten.
En zijn na dat het een en ander, invoegen voorsz: was geresolveerd en vast gesteld, alle de in de voorsaal bij den anderen gekoomene Persoonen, door den Boode in de Raad Camer binnen geroepen, en hun het voorsz: besluijt, bekend gemaakt, ten eijnde zig daar na in ‘t Pagten te kunnen reguleeren.
Waar na tot de publicque opveijling der meergeciteerde gemeene ‘S Lands middelen, ingevolge en den teneur der bevoorens geaffigeerde Billietten, getreeden weesende, Sijn deselve vervolgens door alsulke Persoonen, en tot sodanige prijsen ingemeijnd, als hier onder staat uijtgedrukt, te weeten.
'T Moutbier | ||
Johan Jacob Schreuder | ƒ1575: | |
Brandewijn | ||
1ste quart Pieter Broeders | ƒ5400: | |
2de quart Maarten Baartman | d:o 5800: | |
3de quart Johannes Esselaar | d:o 6000: | |
4de quart Maarten Baartman | d:o 6100: | |
d:o 23300: | ||
Vaderlandse Bieren en Wijnen | ||
Jan Roep | d:o 2250: | |
Caabse Wijnen | ||
1ste quart Casper Holtman | ƒ5050: | |
2de quart Jan Jacob Schreuder | d:o 5000: | |
3de quart Casper Holtman | d:o 5100: | |
4de quart Jan Daniël Holst | d:o 5000: | |
ƒ20150: | ||
Welk vier perceelen der Caabse Coele wijnen weederom in een generale massa opgehangen, en vervolgens in afslag gelegd zijnde, zijn deselve door den Burger Maarten Melk ingemeijnd geworden, invoegen denselven generalen pagter der meergem: Caabse Coele wijn is gebleeven, voor de Somma van | d:o 22000: | |
Caabse wijnen aan 't Ronde Bosje en Baaij Fals | ||
Jan Volraad | d:o 2500: | |
Coele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn | ||
Jan Greyling | d:o 600: | |
d' Impost op de wijn, aracq en Brandewijn, aan vreemde natiën geleeverd werdende | ||
Marten Melk | d:o 800: | |
Soo dat de geheele pagt penn: bedragen | ƒ53025: |
'T Moutbier | ||
Johan Jacob Schreuder | ƒ1575: | |
Brandewijn | ||
1ste quart Pieter Broeders | ƒ5400: | |
2de quart Maarten Baartman | d:o 5800: | |
3de quart Johannes Esselaar | d:o 6000: | |
4de quart Maarten Baartman | d:o 6100: | |
d:o 23300: | ||
Vaderlandse Bieren en Wijnen | ||
Jan Roep | d:o 2250: | |
Caabse Wijnen | ||
1ste quart Casper Holtman | ƒ5050: | |
2de quart Jan Jacob Schreuder | d:o 5000: | |
3de quart Casper Holtman | d:o 5100: | |
4de quart Jan Daniël Holst | d:o 5000: | |
ƒ20150: | ||
Welk vier perceelen der Caabse Coele wijnen weederom in een generale massa opgehangen, en vervolgens in afslag gelegd zijnde, zijn deselve door den Burger Maarten Melk ingemeijnd geworden, invoegen denselven generalen pagter der meergem: Caabse Coele wijn is gebleeven, voor de Somma van | d:o 22000: | |
Caabse wijnen aan 't Ronde Bosje en Baaij Fals | ||
Jan Volraad | d:o 2500: | |
Coele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn | ||
Jan Greyling | d:o 600: | |
d' Impost op de wijn, aracq en Brandewijn, aan vreemde natiën geleeverd werdende | ||
Marten Melk | d:o 800: | |
Soo dat de geheele pagt penn: bedragen | ƒ53025: |
Aldus Gedaan ende uijtgevoerd In’t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J:W: Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor.
C. 144, pp. 334-337.¶
Woensdag den {17660903} 3. Septbr 1766
‘S voormiddags alle present.
Vermits door het overlijden van den ten deesen Casteele bescheijden geweest zijnde vaandrig Hendrik Christoffel Raadser, een ander officier van ged:te qualiteijt, onder het alhier guarnisoen houdend’ Battaillon gerequireerd werd; zoo is op de gedaane voordragte van den Heer Gouverneur, in desselfs plaatse weederom tot vaandrig bevordert, den Sergeant Johan Luijtijens, met toevoeging der daartoe staande gasie van Veertig guldens ter Maand, onder zijn lopend verband.
Sijnde vervolgens naar resumptie der versoek Schriften, door de Burgers Pieter Broeders, Maarten Baartman, en Johannes Esler, als aanneemers van de Pagt der Brandewijnen en gedistileerde wateren, gepresenteerd, aan deselve voor ijder perceel nog een bijtapper vergund; Terwijl bovensdien aan den Pagter der vaderlandsche Bieren en wijnen Johannes Roep, is toegestaan, om behalven desselfs gepermitterde Bijtappers, de voorsz: Dranken nog door den Burger Jan Verlee, ten zijnen woonhuijse te moogen laten uijttappen.
Soo als ook aan den Pagter der Caabse Coele en Brandewijnen aan ‘t Ronde Bosje Jan Volraad, is geaccordeert, om tot beeter voortsetting zijner neering als bijtappers te mogen aanstellen, de Burgers Jan Willem Hurter en Johannes Bruijns, op derselver woonplaatsen aan de Brouwerij , en ‘t Ronde Bosje , mitsg:s Jacob Fredrik Bek, woonende ten huijse van ged: Bruijns, aan de sogen:de drie Coppen , en Johannes Casparus Holtman, ten zijnen woonhuijse aan de zoute Rivier .
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz.
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J:W: Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor
C. 144, pp. 338-362.¶
Dingsdag den {17660909} 9 Septbr: 1766
‘S voormiddags alle present.
Wierd door den Heer p:l Secunde en Hoofd administrateur Willem Cloppenburg, met versoek van daar op dispositie te mogen erlangen, geproduceert, eene Memorie, luijdende als volgd.
‘Memorie van de nabesz: Slijpsteenen, bieren, wijntint, metzelsteenen, ijser, Theer, houtwerken, en diversse andere goederen uijt d’ onderstaande scheepen, zoo te kort, gebrooken, bij pijling minder bevonden, als tot ‘t opvullen verbruijkt de foulij en Tabak, bij ‘t openen van een soekel, en diversse Cassen in ‘t Negotie Pakhuijs bij naweeging te kort, als meede de Leijfeijgenen in deses jongst gepasseerde maanden door de natuurlijke dood overleeden, ‘t vee in gem: tijd zoo verrekt, als door ‘t wild gedierte vernield, voorts diversse goederen zeedert p:mo September a:o pass:o tot Ult:mo deeses in de Respective Pakhuijsen &:a onbequaam en onbruijkbaar bevonden, en eijndelijk eenige goederen, soo van den handel, als van d’ in de Soetendaals valleij gestranden Hoeker de Meermin geborgen, alles volgens verclaringen blijkende, namentlijk’
‘
Uijt Popkensburg | |||
verkoopen | 1 | p:s Slijpsteen van 5 voet op 3 p:s beschadigt | |
afschrijven | 1 2/3 | vaten Bier op 15 vaten bij pijling minder bevonden, als 5 van 3 d:m 9 van 4: en 1: van 5 d:m wan | |
6 4/10 | kann: Wijntint op 2 halfamen bij welkers pyling ieder 2 d:m wan. | ||
verkopen | 7889 | p:s grauwe moppen op 25000 p:s gebroken | |
afschrijven | 2 1/4 | vaten Theer tot 't opvullen van 14 3/4 vaten verbruijkt. | |
Uijt Kievitsheuvel | |||
afschrijven | 298 | lb gesort: ijser op 20000 lb aan 432 staven bijnaweeging te kort. | |
verkopen | 4 | p:s ijsere potten op 20 p:s gebrooken | |
7 | p:s graven op 200 p:s bij 't openen van 1 kas N:o 5 gebroken. | ||
afschrijven | 5: | Blad: wagenschot van 1 1/2 d:m op 50 p:s | te kort |
2: | Blad: wagenschot van 1 1/4 d:m op 50 p:s | ||
2 3/4 | vaten Theer tot 't opvullen van 15 1/4 vaten verbruijkt | ||
130 | lb witkrijt op 500 lb in een vat, bij naweeging te min. | ||
verkopen | 4765 | p:s geele klinkers op 25000 p:s | gebroken |
2 | p:s gr: Ribben van 4 en 6: d:m op 35 p:s | ||
2 | p:s Carveel planken van 2 1/2 d:m op 10 p:s | ||
4 | p:s Sparren Lang 30: a 36 voet op 60 p:s | ||
8: | p:s Sparren Lang 15: a 18 voet op 60 p:s | ||
2: | p:s Juffers Lang 30 a 36 voet op 30 p:s | ||
2: | p:s greene Ribben van 2 en 3 d:m op 25 p:s | ||
2: | p:s greene Ribben van 1 1/2 en 3 d:m op 50 p:s | ||
10: | p:s greene Latten van 1 1/2 en 2 d:m op 80 p:s | ||
4 | p:s greene Latten van 1 en 2 d:m op 60 p:s | ||
10 | p:s greene Latten van 1 en 1 1/2 d:m op 80 p:s | ||
29 | p:s greene Deelen van 1 1/2 d:m op 200 p:s, als | ||
verkoopen 28 p:s gebroken, en | |||
afschrijven 1 p:s te kort. | |||
afschrijven | 97 6/10 | kann: Olijven olij op 15 half amen bij pyling minder bevonden als 3 v:n 2 d:m, 7 van 3, en 5 v:n 4 d:m wan | |
9 2/10 | kann: wijntint op 2 halfamen bij welkers pijling 1 v:n 2 d:m en 1 v:n 3 d:m wan. | ||
17 | p:s Leedige Boutelles op 300 p:s bij 't openen van 2 kassen N:o 1 en 2 gebrooken. | ||
6 | Vaten haansbier op 50 vaten bij pijling minder als 17 van 3 d:m 24 van 4 d:m en 9 v:n 5 d:m wan. | ||
1 | p:s heele Leggers Schoof op 100 p:s te min. | ||
Uijt de Jonge Lieve | |||
verkoopen | 2 | p:s ijsere Potten op 20 p:s gebrooken | |
afschrijven | 396 | lb gesort: ijser op 30000 lb aan 1012 Staven bij naweeging te min. | |
inneemen | 4 1/2 | hoeden Smeekolen meer ontfangen | |
verkoopen | 10 | p:s graven op 200 p:s bij 't openen van 1 kas N:o 2 gebrooken | |
afschrijven | 3 | vaten Theer tot 't opvullen van 14 vaten verbruijkt | |
82 | lb witkrijt op 500 lb bij 't naweegen van 1 vat te kort | ||
6 4/10 | kann: wijntint op 2 halfamen bij pijling ider 2 d:m wan. | ||
14 | p:s Leedige Boutelles op 600 p:s in 3 Cassen N:o 1 a 3 gebrooken | ||
122 8/10 | kann olijven olij op 20 halfamen bij welkers pijling 7 van 2 d:m 6 van 3: en 7 van 4 d:m wan. | ||
221 | lb Zeep op 3819 lb in 6 kassen gem:kt van L:a k tot P: bij naweeging te kort | ||
verkoopen | 1: | p:s gr: Rib van 4 en 5 d:m op 35 p:s gebrooken. | |
18 | p:s gr: Deelen van 1 1/2 d:m op 125 p:s als | ||
verkoopen 13 p:s gebrooken; | |||
afschrijven 5 p:s te kort | |||
15 | p:s gr: deelen van 1 1/4 d:m op 250 p:s te weeten | ||
verkoopen 8 p:s gebrooken; | |||
afschrijven 7 p:s te kort | |||
verkoopen | 20 | p:s gr: deelen van 1 d:m op 250 p:s gebrooken | |
5672 | p:s geele klinkers op 25000 p:s gebrooken |
Uijt Popkensburg | |||
verkoopen | 1 | p:s Slijpsteen van 5 voet op 3 p:s beschadigt | |
afschrijven | 1 2/3 | vaten Bier op 15 vaten bij pijling minder bevonden, als 5 van 3 d:m 9 van 4: en 1: van 5 d:m wan | |
6 4/10 | kann: Wijntint op 2 halfamen bij welkers pyling ieder 2 d:m wan. | ||
verkopen | 7889 | p:s grauwe moppen op 25000 p:s gebroken | |
afschrijven | 2 1/4 | vaten Theer tot 't opvullen van 14 3/4 vaten verbruijkt. | |
Uijt Kievitsheuvel | |||
afschrijven | 298 | lb gesort: ijser op 20000 lb aan 432 staven bijnaweeging te kort. | |
verkopen | 4 | p:s ijsere potten op 20 p:s gebrooken | |
7 | p:s graven op 200 p:s bij 't openen van 1 kas N:o 5 gebroken. | ||
afschrijven | 5: | Blad: wagenschot van 1 1/2 d:m op 50 p:s | te kort |
2: | Blad: wagenschot van 1 1/4 d:m op 50 p:s | ||
2 3/4 | vaten Theer tot 't opvullen van 15 1/4 vaten verbruijkt | ||
130 | lb witkrijt op 500 lb in een vat, bij naweeging te min. | ||
verkopen | 4765 | p:s geele klinkers op 25000 p:s | gebroken |
2 | p:s gr: Ribben van 4 en 6: d:m op 35 p:s | ||
2 | p:s Carveel planken van 2 1/2 d:m op 10 p:s | ||
4 | p:s Sparren Lang 30: a 36 voet op 60 p:s | ||
8: | p:s Sparren Lang 15: a 18 voet op 60 p:s | ||
2: | p:s Juffers Lang 30 a 36 voet op 30 p:s | ||
2: | p:s greene Ribben van 2 en 3 d:m op 25 p:s | ||
2: | p:s greene Ribben van 1 1/2 en 3 d:m op 50 p:s | ||
10: | p:s greene Latten van 1 1/2 en 2 d:m op 80 p:s | ||
4 | p:s greene Latten van 1 en 2 d:m op 60 p:s | ||
10 | p:s greene Latten van 1 en 1 1/2 d:m op 80 p:s | ||
29 | p:s greene Deelen van 1 1/2 d:m op 200 p:s, als | ||
verkoopen 28 p:s gebroken, en | |||
afschrijven 1 p:s te kort. | |||
afschrijven | 97 6/10 | kann: Olijven olij op 15 half amen bij pyling minder bevonden als 3 v:n 2 d:m, 7 van 3, en 5 v:n 4 d:m wan | |
9 2/10 | kann: wijntint op 2 halfamen bij welkers pijling 1 v:n 2 d:m en 1 v:n 3 d:m wan. | ||
17 | p:s Leedige Boutelles op 300 p:s bij 't openen van 2 kassen N:o 1 en 2 gebrooken. | ||
6 | Vaten haansbier op 50 vaten bij pijling minder als 17 van 3 d:m 24 van 4 d:m en 9 v:n 5 d:m wan. | ||
1 | p:s heele Leggers Schoof op 100 p:s te min. | ||
Uijt de Jonge Lieve | |||
verkoopen | 2 | p:s ijsere Potten op 20 p:s gebrooken | |
afschrijven | 396 | lb gesort: ijser op 30000 lb aan 1012 Staven bij naweeging te min. | |
inneemen | 4 1/2 | hoeden Smeekolen meer ontfangen | |
verkoopen | 10 | p:s graven op 200 p:s bij 't openen van 1 kas N:o 2 gebrooken | |
afschrijven | 3 | vaten Theer tot 't opvullen van 14 vaten verbruijkt | |
82 | lb witkrijt op 500 lb bij 't naweegen van 1 vat te kort | ||
6 4/10 | kann: wijntint op 2 halfamen bij pijling ider 2 d:m wan. | ||
14 | p:s Leedige Boutelles op 600 p:s in 3 Cassen N:o 1 a 3 gebrooken | ||
122 8/10 | kann olijven olij op 20 halfamen bij welkers pijling 7 van 2 d:m 6 van 3: en 7 van 4 d:m wan. | ||
221 | lb Zeep op 3819 lb in 6 kassen gem:kt van L:a k tot P: bij naweeging te kort | ||
verkoopen | 1: | p:s gr: Rib van 4 en 5 d:m op 35 p:s gebrooken. | |
18 | p:s gr: Deelen van 1 1/2 d:m op 125 p:s als | ||
verkoopen 13 p:s gebrooken; | |||
afschrijven 5 p:s te kort | |||
15 | p:s gr: deelen van 1 1/4 d:m op 250 p:s te weeten | ||
verkoopen 8 p:s gebrooken; | |||
afschrijven 7 p:s te kort | |||
verkoopen | 20 | p:s gr: deelen van 1 d:m op 250 p:s gebrooken | |
5672 | p:s geele klinkers op 25000 p:s gebrooken |
‘
Uijt Nieuw Rhoon | |||
verkoopen | 10 | p:s graven op 200 p:s | bij 't openen van 1 kas L:a M: gebrooken |
1 | houte omslag op 20 p:s | ||
afschrijven | 275 | lb Spaanse Zeep op 3000 lb in 8 kassen bij naweeging te kort | |
1 7/8 | vaten Bier uijt de Brouwerij de Bijl op 15 vaten, bij welkers pijling 1 van 2 d:m, 3 v:n 3 d:m, 6 v:n 4 en 5 v:n 5 d:m wan. | ||
Uijt de Snoek | |||
verkoopen | 4 | p:s graaven op 200 p:s bij 't openen van 4 Cassen L:a L: gebrooken. | |
8616 | p:s grauwe moppen op 25000 p:s gebrooken | ||
afschrijven | 1 | p:s heele aamschoof op 31 p:s te min | |
Uijt Vreedelust | |||
verkoopen | 2 | p:s gr: deelen van 2 d:m op 50 p:s gebroken | |
13 | p:s gr: deelen van 1 1/4 op 400 p:s als | ||
verkopen 8 p:s gebroken; | |||
afschrijven 5 p:s te kort | |||
Uijt Blyswijk | |||
afschrijven | 325 | p:s gonnij Sacken op 8200 p:s verrot en onbequaam. | |
Uijt Noordbeveland | |||
afschrijven | 83 | p:s Soep borden op 476 p:s | bij 't openen van 1: cas N:o 2 gebrooken |
28 | p:s vlacke borden op 96 p:s | ||
Uijt Borsselen | |||
afschrijven | 24: | Ellen gestreept galon | bij 't openen van 1: kas L:a L. niet gevonden |
50: | Ellen goud Sistema | ||
12: | Ellen nieuwmodes galon van 2 1/2 d:m | ||
4 | p:s glase wijn pompen op 24 p:s | bij 't openen van 4 kassen van L:a X:X tot Z.Z: gebrooken. | |
168 | p:s glase wijnkelken op 925 p:s | ||
101 | p:s glase Bierglasen op 525 p:s | ||
5 3/4 | gross: lange Tabax pijpen op 20 gros: | bij 't openen van 2 kassen L:a M:M: gebroken | |
19 7/12 | gross: korte Tabaxpijpen op 50 gros: | ||
342 | lb Vlaamse Belhop op 1019 lb door bijgekomene nattigheijd verrot en bedorven. | ||
verkoopen | 1 | p:s gr: rib van 3 en 6 d:m op 20 p:s gebroken | |
Uijt Vreedenhof | |||
afschrijven | 188 | p:s vlacke borden op 704 p:s bij 't openen van een kas N:o 1: gebrooken. | |
Uijt de Pallas | |||
afschrijven | 27 | p:s diepe borden op 124 p:s | bij 't openen van 1: kas N:o 3 gebrooken |
36 | p:s dubbelde Commen op 185 p:s | ||
Uijt Walenburg | |||
afschrijven | 23 | p:s groote Commen op 126 p:s | bij 't openen van Een kas N:o 4 gebroken |
58 | p:s klijne Commen op 300 p:s | ||
Uijt Sonnesteijn | |||
verkoopen | 4 | p:s gr: deelen van 2 d:m op 200 p:s gebrooken | |
19 | p:s gr: deelen van 1 d:m op 400 p:s als. | ||
verkopen 14 p:s gebrooken; | |||
afschrijven 5 p:s te kort. | |||
afschrijven | 64 | lb vlaamse belhop op 846 lb in 12 Balen bij naweeging te kort | |
Uijt Schagen | |||
afschrijven | 182 | p:s gonnij Sacken op 5800 p:s verrot en onbequaam | |
In 't Negotie Pakhuijs | |||
afschrijven | 9 | lb Foulij bij 't openen van Een Soekel N:o 10 bij naweeging te kort. | |
871 | lb Tabak bij 't naweegen van 648. Rollen in 18 Cassen gem:kt N: M: tot Y: en P:P:, Q.Q. S. O.O. en ÚÚ te kort per 't Schip Voorland in October 1764 aangebragt. | ||
265 | lb Tabak als booven van 180 Rollen in 5 Cassen gem:kt C: E: F: G en H te min, p:r 't Schip de V:r Petronella Maria in Xbre 1764 aangebragt. |
Uijt Nieuw Rhoon | |||
verkoopen | 10 | p:s graven op 200 p:s | bij 't openen van 1 kas L:a M: gebrooken |
1 | houte omslag op 20 p:s | ||
afschrijven | 275 | lb Spaanse Zeep op 3000 lb in 8 kassen bij naweeging te kort | |
1 7/8 | vaten Bier uijt de Brouwerij de Bijl op 15 vaten, bij welkers pijling 1 van 2 d:m, 3 v:n 3 d:m, 6 v:n 4 en 5 v:n 5 d:m wan. | ||
Uijt de Snoek | |||
verkoopen | 4 | p:s graaven op 200 p:s bij 't openen van 4 Cassen L:a L: gebrooken. | |
8616 | p:s grauwe moppen op 25000 p:s gebrooken | ||
afschrijven | 1 | p:s heele aamschoof op 31 p:s te min | |
Uijt Vreedelust | |||
verkoopen | 2 | p:s gr: deelen van 2 d:m op 50 p:s gebroken | |
13 | p:s gr: deelen van 1 1/4 op 400 p:s als | ||
verkopen 8 p:s gebroken; | |||
afschrijven 5 p:s te kort | |||
Uijt Blyswijk | |||
afschrijven | 325 | p:s gonnij Sacken op 8200 p:s verrot en onbequaam. | |
Uijt Noordbeveland | |||
afschrijven | 83 | p:s Soep borden op 476 p:s | bij 't openen van 1: cas N:o 2 gebrooken |
28 | p:s vlacke borden op 96 p:s | ||
Uijt Borsselen | |||
afschrijven | 24: | Ellen gestreept galon | bij 't openen van 1: kas L:a L. niet gevonden |
50: | Ellen goud Sistema | ||
12: | Ellen nieuwmodes galon van 2 1/2 d:m | ||
4 | p:s glase wijn pompen op 24 p:s | bij 't openen van 4 kassen van L:a X:X tot Z.Z: gebrooken. | |
168 | p:s glase wijnkelken op 925 p:s | ||
101 | p:s glase Bierglasen op 525 p:s | ||
5 3/4 | gross: lange Tabax pijpen op 20 gros: | bij 't openen van 2 kassen L:a M:M: gebroken | |
19 7/12 | gross: korte Tabaxpijpen op 50 gros: | ||
342 | lb Vlaamse Belhop op 1019 lb door bijgekomene nattigheijd verrot en bedorven. | ||
verkoopen | 1 | p:s gr: rib van 3 en 6 d:m op 20 p:s gebroken | |
Uijt Vreedenhof | |||
afschrijven | 188 | p:s vlacke borden op 704 p:s bij 't openen van een kas N:o 1: gebrooken. | |
Uijt de Pallas | |||
afschrijven | 27 | p:s diepe borden op 124 p:s | bij 't openen van 1: kas N:o 3 gebrooken |
36 | p:s dubbelde Commen op 185 p:s | ||
Uijt Walenburg | |||
afschrijven | 23 | p:s groote Commen op 126 p:s | bij 't openen van Een kas N:o 4 gebroken |
58 | p:s klijne Commen op 300 p:s | ||
Uijt Sonnesteijn | |||
verkoopen | 4 | p:s gr: deelen van 2 d:m op 200 p:s gebrooken | |
19 | p:s gr: deelen van 1 d:m op 400 p:s als. | ||
verkopen 14 p:s gebrooken; | |||
afschrijven 5 p:s te kort. | |||
afschrijven | 64 | lb vlaamse belhop op 846 lb in 12 Balen bij naweeging te kort | |
Uijt Schagen | |||
afschrijven | 182 | p:s gonnij Sacken op 5800 p:s verrot en onbequaam | |
In 't Negotie Pakhuijs | |||
afschrijven | 9 | lb Foulij bij 't openen van Een Soekel N:o 10 bij naweeging te kort. | |
871 | lb Tabak bij 't naweegen van 648. Rollen in 18 Cassen gem:kt N: M: tot Y: en P:P:, Q.Q. S. O.O. en ÚÚ te kort per 't Schip Voorland in October 1764 aangebragt. | ||
265 | lb Tabak als booven van 180 Rollen in 5 Cassen gem:kt C: E: F: G en H te min, p:r 't Schip de V:r Petronella Maria in Xbre 1764 aangebragt. |
‘Volgens bijgevoegde Reekenings van den opsiender van ‘S E: Comp:s Slaven Logie, gesterkt met Secretariale verclaringen, zijn in de jongst gepasseerde maanden Maart, April, Maij, Junij, Julij en Aug:s van ‘S Comp:s slaven door de natuurlijke dood overleeden.’
‘
afschrijven | 26: | kloeke Jongens |
1: | Suijgend Jongetje | |
20: | kloeke Meijden | |
2 | School Meijden | |
1 | Suijgend Mijsje | |
10 | Bandiete Jongens |
afschrijven | 26: | kloeke Jongens |
1: | Suijgend Jongetje | |
20: | kloeke Meijden | |
2 | School Meijden | |
1 | Suijgend Mijsje | |
10 | Bandiete Jongens |
‘Reekeningen van de Landdrosten gesterkt met Secretariale beEedigde verClaringen, zijn meede in voorsz: tijd van ‘S Comp:s Beestiaal zoo verrekt, als verslonden.’
‘
afschrijven | 357 | Stux Runderbeesten |
10 | d:o Paarden | |
9 | d:o Ezels | |
6 | d:o Bocken |
afschrijven | 357 | Stux Runderbeesten |
10 | d:o Paarden | |
9 | d:o Ezels | |
6 | d:o Bocken |
‘De volgende goederen zijn geduurende dit Boekjaar ofte Seedert P:mo September a:o pass:o tot Ult:mo Aug:t deeses jaars bij diversse Administrateurs onbequaam en onbruijkbaar bevonden als.’
‘
In 't Negotie Pakhuijs | |||
verkoopen | 5 | p:s klijne Waakrocken | gemotteerd |
12 | d:o Duffeltjes | ||
5 | d:o Broeken | ||
67 | p:r Coussen | ||
13 | p:s Pijlaken | ||
14 | p:r Schoenen van de rotten beschadigt. | ||
In de Wijnkelder | |||
verkoopen | 36 | p:s heele Leggers | onbequaam |
9: | d:o halve Leggers | ||
Op de Wapen Camer | |||
verkoopen | 47 | p:s pattroon tassen | onbequaam |
14 | d:o granadiers houwers | ||
58 | d:o port Epeez | ||
14 | d:o morgenStarren | ||
In 'S E: Comp:s Hospitaal | |||
verkoopen | 7 | p:s Tinne gangbeckens | onbequaam |
10 | d:o Siften | ||
3 | d:o Tinne waterflessen | ||
3 | d:o klisteer Spuijten | ||
32 | d:o Laat lancetten | ||
28 | d:o Insicie Scharen | ||
2 | d:o Medicinale gewigt doosjes | ||
Op 'S E: Comp:s Stal | |||
verkoopen | 1 | Veldrijtuijg onbequaam | |
Op de punten en Batterijen ten eenemaal onbequaam en onbruijkbaar bevonden als. | |||
afschrijven en tot potovens te gebruijken | 3 | p:s Affuijten van 3 lb Bals | |
1 | d:o Affuijten van 6 lb Bals |
In 't Negotie Pakhuijs | |||
verkoopen | 5 | p:s klijne Waakrocken | gemotteerd |
12 | d:o Duffeltjes | ||
5 | d:o Broeken | ||
67 | p:r Coussen | ||
13 | p:s Pijlaken | ||
14 | p:r Schoenen van de rotten beschadigt. | ||
In de Wijnkelder | |||
verkoopen | 36 | p:s heele Leggers | onbequaam |
9: | d:o halve Leggers | ||
Op de Wapen Camer | |||
verkoopen | 47 | p:s pattroon tassen | onbequaam |
14 | d:o granadiers houwers | ||
58 | d:o port Epeez | ||
14 | d:o morgenStarren | ||
In 'S E: Comp:s Hospitaal | |||
verkoopen | 7 | p:s Tinne gangbeckens | onbequaam |
10 | d:o Siften | ||
3 | d:o Tinne waterflessen | ||
3 | d:o klisteer Spuijten | ||
32 | d:o Laat lancetten | ||
28 | d:o Insicie Scharen | ||
2 | d:o Medicinale gewigt doosjes | ||
Op 'S E: Comp:s Stal | |||
verkoopen | 1 | Veldrijtuijg onbequaam | |
Op de punten en Batterijen ten eenemaal onbequaam en onbruijkbaar bevonden als. | |||
afschrijven en tot potovens te gebruijken | 3 | p:s Affuijten van 3 lb Bals | |
1 | d:o Affuijten van 6 lb Bals |
‘Voorts zijn nog van de gestranden Hoeker de Meermin in ‘S Comp:s pakhuijsen alhier aangebragt, de volgende goederen, welke gediend hebben tot den Slaven handel op Madagascar , als.’
‘
Aan den Pakhuijsmeester | |||
4 | p:s Spiegels met vergulde Lysten, als. | ||
inneemen 3 p:s goede; | |||
verkoopen 1 p:s defect | |||
5 | p:s Spiegels met bruijne Lysten, als. | ||
inneemen 4 p:s goede; | |||
verkoopen 1 p:s onbequaam | |||
Aan de Heer Meinertzhagen | |||
inneemen | 1 | p:s Snaphaan met silver gemonteerd | |
43 | d:o Snaphaans fijne met Coper gemonteerd | ||
144 | d:o Snaphaans gemeene | ||
39 | d:o Snaphanen ordinaire Scheeps | ||
17 | d:o Snaphanen met Bajonetten en ijzere Laatstocken | ||
1 | paar fijne Pistolen met Coper gemonteerd | ||
20 | p:s granadiers houwers | ||
na Europa te Senden | 11 | p:s Snaphanen onbequaam | |
Van de Gestranden Hoeker geborgen en aan de volgende administrateurs overhandigt, als. | |||
Aan de Heer Meinertzhagen | |||
54 | p:s Snaphanen, als | ||
inneemen 48 p:s goede; | |||
na Europa te Senden: 6 p:s onbequaam | |||
9 | p:r Pistoolen, als | ||
inneemen 8 p:r goede; | |||
na Europa te Senden 1 p:r onbequaam. | |||
verkopen | 28 | p:s Deegens houwers en plampers | onbequaam |
9 | p:s pattroontassen | ||
inneemen | 1 | p:s Musquedon | |
Voor d' Arthillerie | |||
inneemen | 3 | p:s Metale draaijbassen a 1 lb | |
15 | d:o Coopere Cardoes kookers | ||
4 | d:o Coopere Scutleepels, als | ||
1 p:s van 8 lb | Sonder Steelen | ||
2 d:o d:o 6 d:o | |||
1 d:o d:o 1 d:o | |||
10 | p:s Coopere bussen tot Tregters | ||
1 | p:s Cooper Mal à 6 lb |
Aan den Pakhuijsmeester | |||
4 | p:s Spiegels met vergulde Lysten, als. | ||
inneemen 3 p:s goede; | |||
verkoopen 1 p:s defect | |||
5 | p:s Spiegels met bruijne Lysten, als. | ||
inneemen 4 p:s goede; | |||
verkoopen 1 p:s onbequaam | |||
Aan de Heer Meinertzhagen | |||
inneemen | 1 | p:s Snaphaan met silver gemonteerd | |
43 | d:o Snaphaans fijne met Coper gemonteerd | ||
144 | d:o Snaphaans gemeene | ||
39 | d:o Snaphanen ordinaire Scheeps | ||
17 | d:o Snaphanen met Bajonetten en ijzere Laatstocken | ||
1 | paar fijne Pistolen met Coper gemonteerd | ||
20 | p:s granadiers houwers | ||
na Europa te Senden | 11 | p:s Snaphanen onbequaam | |
Van de Gestranden Hoeker geborgen en aan de volgende administrateurs overhandigt, als. | |||
Aan de Heer Meinertzhagen | |||
54 | p:s Snaphanen, als | ||
inneemen 48 p:s goede; | |||
na Europa te Senden: 6 p:s onbequaam | |||
9 | p:r Pistoolen, als | ||
inneemen 8 p:r goede; | |||
na Europa te Senden 1 p:r onbequaam. | |||
verkopen | 28 | p:s Deegens houwers en plampers | onbequaam |
9 | p:s pattroontassen | ||
inneemen | 1 | p:s Musquedon | |
Voor d' Arthillerie | |||
inneemen | 3 | p:s Metale draaijbassen a 1 lb | |
15 | d:o Coopere Cardoes kookers | ||
4 | d:o Coopere Scutleepels, als | ||
1 p:s van 8 lb | Sonder Steelen | ||
2 d:o d:o 6 d:o | |||
1 d:o d:o 1 d:o | |||
10 | p:s Coopere bussen tot Tregters | ||
1 | p:s Cooper Mal à 6 lb |
‘
Aan den Pakhuijsmeester | |||
verkoopen | 1 | p:s Balans met Copere Schalen, onbequaam | |
inneemen | 32 3/4 | lb Cooper gewigt | |
1 | p:s Scheeps klock | ||
430 | lb oud Coper Twee lb voor een | ||
Aan den Equipagiemeester | |||
inneemen en ten dienste der E Comp: te verbruijken | 2 | p:s Schijven met metale bussen | onbequaam, oud en versleeten |
5 | d:o Schijven Sonder bussen | ||
16 | d:o viool Blocken | ||
9 | d:o Jeijn d:o | ||
6 | d:o enkelde d:o | ||
155 | d:o Blocken en Juffers in Soort | ||
4 | d:o Twee Schijvende blox | ||
8 | d:o oude Zeijlen | ||
1 | d:o ontgonnen rol zeijldoek verweert | ||
1 | d:o Assumet Compas | ||
4 | d:o pijl Compassen | ||
7 | d:o nagthuijs d:o | ||
6 | Doosen met Roosen | ||
1 | Octant | ||
ter Secretarije van Politie af te geeven | 1 | p:s Globus |
Aan den Pakhuijsmeester | |||
verkoopen | 1 | p:s Balans met Copere Schalen, onbequaam | |
inneemen | 32 3/4 | lb Cooper gewigt | |
1 | p:s Scheeps klock | ||
430 | lb oud Coper Twee lb voor een | ||
Aan den Equipagiemeester | |||
inneemen en ten dienste der E Comp: te verbruijken | 2 | p:s Schijven met metale bussen | onbequaam, oud en versleeten |
5 | d:o Schijven Sonder bussen | ||
16 | d:o viool Blocken | ||
9 | d:o Jeijn d:o | ||
6 | d:o enkelde d:o | ||
155 | d:o Blocken en Juffers in Soort | ||
4 | d:o Twee Schijvende blox | ||
8 | d:o oude Zeijlen | ||
1 | d:o ontgonnen rol zeijldoek verweert | ||
1 | d:o Assumet Compas | ||
4 | d:o pijl Compassen | ||
7 | d:o nagthuijs d:o | ||
6 | Doosen met Roosen | ||
1 | Octant | ||
ter Secretarije van Politie af te geeven | 1 | p:s Globus |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de goede hoop den 9 Septb: 1766 /:was geteekend:/ J:W: Cloppenburg.’
Naar Lectuur welker Memorie verstaan is, dat met de daar bij vermelde gestorvene Leijfeijgenen nevens het verrekt Beestiaal der E Comp:n, mitsg:s de te kort aangebragte item in ‘S E Comp:s Pakhuijsen en elders onbruijkbaar gewordene en verminderde Effecten, Soo wel als met de van den aan de Soetendaals valleij gestranden Hoeker de Meermin geborgene en alhier aangebragte goederen, indiervoegen sal werden gehandeld, als in margine dier Memorie Staat aangeteekend.
Soo als ook weegens den ontfangst en uijtgaaf der Zeeguls, mitsg:s de restanten derselve, door ged:te Heer HoofdAdministrateur is overgeleeverd de onderstaande Reecq:
‘
Zeeguls D' A:is 1765/66 | ||||||||||||||||||||
Debent | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | -1/8 | -1/4 | -1/2 | -3/4 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 8 | 10 | 12 | 15 | 20 | 25 | 30 | 40 | 50 | 60 |
P:mo Maart Jongstl Restant verbleeven | 395: | 521: | 486: | 84: | 156: | 25: | 148: | 99: | 57: | 21: | 26: | 40: | 29: | 29: | 15: | 37: | 8: | 4: | 3: | 4: |
den 5 April Jongstl: bijgekoomen | 1200: | 1000: | 700: | -: | 200: | 100: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: |
Somma | 1595: | 1521: | 1186: | 84: | 356: | 125: | 148: | 99: | 57: | 21: | 26: | 40: | 29: | 29: | 15: | 37: | 8: | 4: | 3: | 4: |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | -1/8 | -1/4 | -1/2 | -3/4 | 1: | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 8 | 10 | 12 | 15 | 20 | 25 | 30 | 40 | 50 | 60 |
Seedert P:mo Maart tot dato deeses verkogt | 808: | 693: | 389: | 10: | 156: | 49: | 14: | 24: | 6: | 1: | 8: | 9: | 2: | 1: | 1: | 8: | -: | -: | -: | -: |
de dato deeses Restant | 787: | 828: | 797: | 74: | 200: | 76: | 134: | 75: | 51: | 20: | 18: | 31: | 27: | 28: | 14: | 29: | 8: | 4: | 3: | 4: |
Somma | 1595: | 1521: | 1186: | 84: | 356: | 125: | 148: | 99: | 57: | 21: | 26: | 40: | 29: | 29: | 15: | 37: | 8: | 4: | 3: | 4: |
Zeeguls D' A:is 1765/66 | ||||||||||||||||||||
Debent | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | -1/8 | -1/4 | -1/2 | -3/4 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 8 | 10 | 12 | 15 | 20 | 25 | 30 | 40 | 50 | 60 |
P:mo Maart Jongstl Restant verbleeven | 395: | 521: | 486: | 84: | 156: | 25: | 148: | 99: | 57: | 21: | 26: | 40: | 29: | 29: | 15: | 37: | 8: | 4: | 3: | 4: |
den 5 April Jongstl: bijgekoomen | 1200: | 1000: | 700: | -: | 200: | 100: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: |
Somma | 1595: | 1521: | 1186: | 84: | 356: | 125: | 148: | 99: | 57: | 21: | 26: | 40: | 29: | 29: | 15: | 37: | 8: | 4: | 3: | 4: |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | -1/8 | -1/4 | -1/2 | -3/4 | 1: | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 8 | 10 | 12 | 15 | 20 | 25 | 30 | 40 | 50 | 60 |
Seedert P:mo Maart tot dato deeses verkogt | 808: | 693: | 389: | 10: | 156: | 49: | 14: | 24: | 6: | 1: | 8: | 9: | 2: | 1: | 1: | 8: | -: | -: | -: | -: |
de dato deeses Restant | 787: | 828: | 797: | 74: | 200: | 76: | 134: | 75: | 51: | 20: | 18: | 31: | 27: | 28: | 14: | 29: | 8: | 4: | 3: | 4: |
Somma | 1595: | 1521: | 1186: | 84: | 356: | 125: | 148: | 99: | 57: | 21: | 26: | 40: | 29: | 29: | 15: | 37: | 8: | 4: | 3: | 4: |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de goede Hoop, Último Augustus 1766 /:was geteekend:/ J:W: Cloppenburg.’
‘Deese Reekening door ons ondergeteekende gecommitteerdens uijt den E Agtb: Raad van Justitie en pro interim Fiscaal behoorlijk nagesien en met de restanten geConfronteerd zijnde is deselve in allen deelen accordeerende bevonden, datum ut supra’
’/:en geteekend:/’
‘H:k Möller, D: Westerhoff, Otto Luder Hemmij /:Lager:/ Mij Present /:geteekend:/ C:L: Neethling Secret:s.’
Waar bij koomende te Consteeren, dat de verkogte Zegels, geduurende de jongst gepasseerde Ses maanden, een Somma van Rijxd:s 1317:2 hebben bedragen, Sal dit montant volgens gebruijk in ‘S E Comp:s Cassa overgebragt, en bij de Negotie Boeken deeses gouvernements behoorlijk werden ingenoomen.
Door den Burger Capitain der vierde Comp:n Stellenbosche Dragonders Hendrik Cloete, bij Request Seer instantig versogt, en daar op goedgevonden zijnde, denselven ter Saake zijner Lighaams gebreckelijkheeden, van ‘t waarneemen dier functie te ontslaan, is wijders in desselfs plaats weederom tot Capitain over ged:te Comp:n aangesteld, den oudsten Lieutenant Nicolaas Vlok, voor denwelken men den tweeden Lieutenant Jan Blignault, als eerste Lieutenant hebbende laten optreeden, is voorts in Steede van denselven, den Cornet Hercules Adriaan Malan tot tweede Lieutenant bevordert, en dies plaatse door den Adjudant David de Villiers Jpz: als Cornet vervuld.
Gelijk al verder in Steede van den onlangs meede ontslagenen Jacob Marais, weederom tot Eerste Lieutenant is geadvanceerd; den tweeden d:o Gerrit Hendrik Meijer, in welkers plaatse tot tweeden Lieutenant bevorderd zijnde, den Cornet Pieter Gerhard Wium, is wijders in steede van denselven tot Cornet aangesteld, den wagtmeester Jacobus Louw Jacobsz; Terwijl bovensdien nog in de plaatse van bovengem: David de Villiers Jpz: tot adjudant over de vier Compagniën Stellenbosche Dragonders benoemd is, den meede wagtmeester Jacobus de Wet.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd, In’t Casteel de goede Hoop, Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] JW Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O M Bergh r:t en Secret:s
[Signed:] A:v: Schoor.
C. 144, pp. 363-365.¶
Donderdag den {17661002} 2: Octob: 1766
Vermits uijt de bij den Raad van Justitie deeses gouvernements, als nu volkomen ten eijnde gebragte procedures, teegens de op het Schip Duijnenburg bescheijden geweest zijnde, mitsg:s aan de binnen boord dier kiel, gesmeede afschuwelijke Conspiratie, Schuldig bevondene persoonen, is gebleeken, dat ten opzigte der soldaten Pieter Hermanus van keulen, Nicolaas Jean Baptist van Changie en Jean Etienne de Noël van Arras, dewelke het voorsz: execrabel dessein, hebben koomen te ontdecken, den eerstgem: Sig daaraan op generleij wijze heeft Culpabel gemaakt, dog de twee andere daar en teegen, wel eenig deel in de Conspiratie hebben gehad; Is dierhalven verstaan, om volgens den inhoud van den Articulbrief, aan ged:te Pieter Hermanus weegens de ontdecking der meergem: Conspiratie, niet alleen toe te leggen, de volle premie van Vijftig Rijxd:s maar denselven bovensdien, bij eerste vacatuure, naar zijne bequaamheijd te advanceeren; mitsg:s aan gementioneerde Nicolaas Jean Baptist, en Jean Etienne de Noël buijten d’ impuniteijt hunner misdaad, ijder de somma van Twijntig Rijxd:s te laten genieten, alle welke premiën aan meergem: persoonen uijt ‘S E Comp:s Cassa alhier, Sullen werden betaald.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd, In’t Casteel de goede Hoop Ten Dage en Jaare voorsz.
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J W Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor
C. 144, pp. 366-368.¶
Woensdag den {17661008} 8: Octob: 1766
alle present.
Naar resumptie eener Missive door den Landdrost M:r Jacobus Johannes le Sueur, neevens den Burger krijgsraad van Stellenbosch en Drakensteijn , Sub dato 23: September Jongstleeden, herwaarts geschreeven, goedgevonden zijnde, aan deselve de versogte 1500 ponden Buscruijt, Soo tot het Exerceeren der buijten Coloniers in den wapenhandel, als het doen der aanstaande Wapenschouwing aan Stellenbosch te doen verstrecken; heeft men wijders haarlieden gedane aanstellinge der Burgers Jacobus Groenewald, en Johannes Albertus Laubscher PZ:o tot wagtmeesters, den eerstgemelden onder de Comp:n Dragonders van den Capt:n Hendrik Hop, en den laatstgenoemden onder die van den Capt:n Pieter Laubscher geapprobeert.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd, In’t Casteel de goede Hoop, Ten Dage en Jaare voorsz.
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J:W: Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’illij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor.
C. 144, pp. 369-387.¶
Woensdag den {17661022} 22: Octbr: 1766:
‘S voormiddags alle present.
Sij door d’ E: E: keldermeester en dispencier Pieter Hacker en Adriaan van Schoor, mitsg:s den Pakhuijsmeester Petrus Ludovicus le Sueur, heeden ter vergadering ingediend, de volgende versoekschriften.
Aan den Wel Edele gestr: Heere Rijk Tulbagh, Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsg:s Gouverneur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren.’
‘Den ondergeteekenden Keldermeester, versoekt zeer Eerbiedig aan Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:re dat aan hem mag valideeren, de hieronder gespecificeerde afschrijving, te weeten.’
‘
3299: | Kannen Aracq op 32996: kannen, dewelke onder dato deeses restant verblijven, a 10: p:r C:to |
39229: | d:o Caabse Wijn op 392297: Kannen, dewelke onder dato deeses insgelijx restant verblijven a 10: p:r C:to |
49: | Kannen Caabse Brandewijn, op 494: Kann: dewelke onder dato deeses, meede restant verblijven, a 10: p:r C:to. |
3299: | Kannen Aracq op 32996: kannen, dewelke onder dato deeses restant verblijven, a 10: p:r C:to |
39229: | d:o Caabse Wijn op 392297: Kannen, dewelke onder dato deeses insgelijx restant verblijven a 10: p:r C:to |
49: | Kannen Caabse Brandewijn, op 494: Kann: dewelke onder dato deeses, meede restant verblijven, a 10: p:r C:to. |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de goede Hoop Ult:mo Aug:s 1766: /:was geteek:d/ P: Hacker.’
‘Den Wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh Raad Extraordinaris van Neederlands India, gouverneur van Cabo de goede Hoop &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie, werd Eerbiedig versogt, dat aan den onderget:k Dispencier mag werden toegestaan, d’ ordinaire afschrijving van d’ onderstaande goederen, dewelke door Spillagie, Leccagie, aanslaan der Muuren, als andersints, onvermeijdelijk in Een Jaar komen ‘t ontstaan, namentlijk’
‘
471 5/8 | Mud Tarwe, op 21633 1/8: Mud, als 117 1/4 Mud op 3908 5/8 mud, over 't Jaar geleegen zijnde 3: p:r C:to; 354 3/8 Mud op 17724: 1/2 mud binnen 't Jaar zijnde 2: p:r C:to |
8 5/8 | Mud Rogh op 289: 1/4 Mud, over 't Jaar geleegen, Zijnde 3: p:r C:to |
35 5/8 | Mud garst, op 2125: Mud, als 15 1/4 Mud op 762 1/4 Mud, over 't Jaar zijnde 2: p:r C:to; 20: 3/8 Mud op 1362 3/4 Mud binnen 't Jaar zijnde 1 1/2 p:r C:to |
2 1/8 | Mud gemeene gort, op 145 Mud, zijnde 1 1/2 p:r c:to |
1 7/8 | d:o fijne d:o d:o 129 3/4 d:o d:o d:o 1 1/2 d:o d:o |
37 1/2 | d:o Boonen d:o d:o 751 1/4 d:o d:o d:o 5: d:o d:o |
17 5/8 | d:o Erweten, op 882 3/4 mud over 't Jaar 2: p:rC:to |
12998: | ld: Rijst, op 433269: ld: zijnde 3: p:r C:to |
559: | d:o Beschuijt, op 33416: ld: te weeten 235: ld: op 11752: ld: over 't Jaar, zijnde 2: p:r C:to; 324: ld: op 21664: ld: binnen 't Jaar zijnde 1 1/2 p:r C:to |
248: | ld: Poeder zuijker, op 12442: ld: zijnde 2: p:r C:to |
357: | ld: Candij zuijker op 17856: ld: zijnde 2: p:r C:to |
10: | ld: Hop, op 1089: ld: zijnde 1: p:r C:to |
28 1/2 | ld: Peeper, op 1269 1/2 ld: over 't Jaar, zijnde 2 1/4 p:r C:to |
21 | ld: Cattoene gaarn, op 1840: 1/2 ld: als 6 1/2 ld: op 345 1/2 ld: over 't Jar, zijnde 2: p:r C:to; 14 1/2 ld: op 1495 ld: binnen 't Jaar, zijnde 1: p:r C:to |
10: | ld: Waks, op 364: ld: over 't Jaar, zijnde 3: p:r C:to |
35: | ld: Waks kaarssen op 1772: ld:, zijnde 2: p:r C:to |
122: | ld: Spaansche Zeep op 6124 ld:, zijnde 2: p:r C:to |
41 9/10 | Kann: Olijven olij, op 1049 kann: als 26 1/10 kann: op 522: kann:, over 't Jaar zijnde 5: p:r C:to; 15 8/10 kann: op 527 Kann: binnen 't Jaar zijnde 3: p:r C:to |
50 1/2 | Kann Clappus Olij, op 1009 kann: zijnde 5: p:r C:to |
51: 1/2 | Kann Lijn Olij, op 1369 1/2 Kann: te weeten 27 kann: op 539 Kann: over 't Jaar zijnde 5 p:r C:to; 24 1/2 kann: op 830 1/2 kann: binnen 't Jaar zijnde 3: p:r C:to |
128: | kann: Traan, op 2564 Kann: zijnde 5: p:r C:to |
471 5/8 | Mud Tarwe, op 21633 1/8: Mud, als 117 1/4 Mud op 3908 5/8 mud, over 't Jaar geleegen zijnde 3: p:r C:to; 354 3/8 Mud op 17724: 1/2 mud binnen 't Jaar zijnde 2: p:r C:to |
8 5/8 | Mud Rogh op 289: 1/4 Mud, over 't Jaar geleegen, Zijnde 3: p:r C:to |
35 5/8 | Mud garst, op 2125: Mud, als 15 1/4 Mud op 762 1/4 Mud, over 't Jaar zijnde 2: p:r C:to; 20: 3/8 Mud op 1362 3/4 Mud binnen 't Jaar zijnde 1 1/2 p:r C:to |
2 1/8 | Mud gemeene gort, op 145 Mud, zijnde 1 1/2 p:r c:to |
1 7/8 | d:o fijne d:o d:o 129 3/4 d:o d:o d:o 1 1/2 d:o d:o |
37 1/2 | d:o Boonen d:o d:o 751 1/4 d:o d:o d:o 5: d:o d:o |
17 5/8 | d:o Erweten, op 882 3/4 mud over 't Jaar 2: p:rC:to |
12998: | ld: Rijst, op 433269: ld: zijnde 3: p:r C:to |
559: | d:o Beschuijt, op 33416: ld: te weeten 235: ld: op 11752: ld: over 't Jaar, zijnde 2: p:r C:to; 324: ld: op 21664: ld: binnen 't Jaar zijnde 1 1/2 p:r C:to |
248: | ld: Poeder zuijker, op 12442: ld: zijnde 2: p:r C:to |
357: | ld: Candij zuijker op 17856: ld: zijnde 2: p:r C:to |
10: | ld: Hop, op 1089: ld: zijnde 1: p:r C:to |
28 1/2 | ld: Peeper, op 1269 1/2 ld: over 't Jaar, zijnde 2 1/4 p:r C:to |
21 | ld: Cattoene gaarn, op 1840: 1/2 ld: als 6 1/2 ld: op 345 1/2 ld: over 't Jar, zijnde 2: p:r C:to; 14 1/2 ld: op 1495 ld: binnen 't Jaar, zijnde 1: p:r C:to |
10: | ld: Waks, op 364: ld: over 't Jaar, zijnde 3: p:r C:to |
35: | ld: Waks kaarssen op 1772: ld:, zijnde 2: p:r C:to |
122: | ld: Spaansche Zeep op 6124 ld:, zijnde 2: p:r C:to |
41 9/10 | Kann: Olijven olij, op 1049 kann: als 26 1/10 kann: op 522: kann:, over 't Jaar zijnde 5: p:r C:to; 15 8/10 kann: op 527 Kann: binnen 't Jaar zijnde 3: p:r C:to |
50 1/2 | Kann Clappus Olij, op 1009 kann: zijnde 5: p:r C:to |
51: 1/2 | Kann Lijn Olij, op 1369 1/2 Kann: te weeten 27 kann: op 539 Kann: over 't Jaar zijnde 5 p:r C:to; 24 1/2 kann: op 830 1/2 kann: binnen 't Jaar zijnde 3: p:r C:to |
128: | kann: Traan, op 2564 Kann: zijnde 5: p:r C:to |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de goede Hoop Ult:o Aug:s 1766: /:was geteek:d:/ A: v: Schoor.’
Aan den Wel Edelen gestr: Heere Rijk Tulbagh, Raad Extraordinaris van Neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: raad van politie
‘Wel Edele Gestr: Heer, en E: Agtb: Heeren.’
‘Den onderget:k pakhuijsmeester, versoekt seer Eerbiedig, dat aan hem mag werden toegestaan, d’ ordinaire afschrijving op de hier onder te noemene goederen, geduurende dit afgeweekene Boek Jaar onvermijdelijk gevallen, bestaande in’t volgende, namentlijk.’
‘
Cramerijen | ||
12: | ld: Aluijn op 411: ld: over 't Jaar geleegen hebbende a 3 p:rC:to | |
18: | ld: Lijm op 361 ld: | a 5: p:rC:to |
19 3/4: | ld: Stijfsel op 394: ld: | |
Loot | ||
3 1/4 | ld: Plat, op 2559 ld: a 1/8 p:r C:to | |
Koper | ||
4 1/4 | l:d ges: op 3478 1/2 ld: a 1/8 p:rC:to | |
Ijzer | ||
1286 | ges: als | |
1047: ld: op 69838: ld: over 't Jaar geleegen hebbende a 1 1/2 p:rC:to; 239: ld: op 23910: ld: binnen 't Jaar aangebragt a 1: p:rC:to | ||
Staal | ||
22 3/4 | ld: op 1519: ld: over 't Jaar geleegen hebbende a 1 1/2 p:rC:to | |
Spijkers | ||
283 | ld: ges: Yzere, op 18844: ld: over 't Jaar geleegen hebbende a 1 1/2 p:rC:to | |
Verwen | ||
93 | ld: ges: grove, op 3107: ld: over 't Jaar geleegen hebbende a 3: p:r C:to | |
Tabak | ||
190: | ld: op 6350: ld: a 3: p:r C:to | |
Specerijen | ||
-3/4 | ld: Nooten, op 74: 1/2 ld: | a 1: p:rC:to |
-5/8 | ld: Nagulen op 70: 3/8 ld: | |
1 1/8 | ld: Foulij op 116 1/4 ld: | |
-3/4 | ld: Canneel op 78 3/4 ld: | |
Oliphants Randen | ||
2 3/4 | ld: Eerste Soort, als. | |
1 3/4 ld op 177: ld: over 't Jaar geleegen hebbende a 1: p:rC:to; | ||
1ld: op 202 1/2 ld: binnen 't Jaar aangebragt a 1/2 p:r C:to | ||
3 3/4 | ld: Tweede Soort, als. | |
2 1/4 ld: op 233: ld: over 't Jaar geleegen hebbende a 1: p:rC:to; | ||
1 1/2 op 299: ld: binnen 't Jaar aangebragt a 1/2 p:rC:to | ||
Coffij Boonen | ||
7 1/2 | ld: op 150: ld: a 5: p:r C:to |
Cramerijen | ||
12: | ld: Aluijn op 411: ld: over 't Jaar geleegen hebbende a 3 p:rC:to | |
18: | ld: Lijm op 361 ld: | a 5: p:rC:to |
19 3/4: | ld: Stijfsel op 394: ld: | |
Loot | ||
3 1/4 | ld: Plat, op 2559 ld: a 1/8 p:r C:to | |
Koper | ||
4 1/4 | l:d ges: op 3478 1/2 ld: a 1/8 p:rC:to | |
Ijzer | ||
1286 | ges: als | |
1047: ld: op 69838: ld: over 't Jaar geleegen hebbende a 1 1/2 p:rC:to; 239: ld: op 23910: ld: binnen 't Jaar aangebragt a 1: p:rC:to | ||
Staal | ||
22 3/4 | ld: op 1519: ld: over 't Jaar geleegen hebbende a 1 1/2 p:rC:to | |
Spijkers | ||
283 | ld: ges: Yzere, op 18844: ld: over 't Jaar geleegen hebbende a 1 1/2 p:rC:to | |
Verwen | ||
93 | ld: ges: grove, op 3107: ld: over 't Jaar geleegen hebbende a 3: p:r C:to | |
Tabak | ||
190: | ld: op 6350: ld: a 3: p:r C:to | |
Specerijen | ||
-3/4 | ld: Nooten, op 74: 1/2 ld: | a 1: p:rC:to |
-5/8 | ld: Nagulen op 70: 3/8 ld: | |
1 1/8 | ld: Foulij op 116 1/4 ld: | |
-3/4 | ld: Canneel op 78 3/4 ld: | |
Oliphants Randen | ||
2 3/4 | ld: Eerste Soort, als. | |
1 3/4 ld op 177: ld: over 't Jaar geleegen hebbende a 1: p:rC:to; | ||
1ld: op 202 1/2 ld: binnen 't Jaar aangebragt a 1/2 p:r C:to | ||
3 3/4 | ld: Tweede Soort, als. | |
2 1/4 ld: op 233: ld: over 't Jaar geleegen hebbende a 1: p:rC:to; | ||
1 1/2 op 299: ld: binnen 't Jaar aangebragt a 1/2 p:rC:to | ||
Coffij Boonen | ||
7 1/2 | ld: op 150: ld: a 5: p:r C:to |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de goede Hoop Ult:o Aug:s 1766: /:was geteekend:/ P:L: le Sueur.’
Naar welkers Lectuure goed gedagt is, om de daarbij aangehaalde en op derselver resp: Administratiën gevallene minderheeden, als de gepermitteerde p:r C:tos niet excedeerende, te laten valideeren, en dienvolgens bij de Negotie boeken deeses gouvernements te doen afschrijven.
Vervolgens wierd door d’ E E: Oloff Martini Bergh en Adriaan van Schoor, Soo voor zig, als uijt naam van verscheijde andere, Soo gequalificeerde ‘S Comp:s dienaaren als fungeerende en oud Burger Raaden, Seer instantig versogt, de vrijheijd te mogen hebben, om agter de Sogen:de waterplaats aan de voet des Leeuwenbergs een Huijs te mogen laten opsetten, ten eijnde, wanneer daar ter plaatse met derselver familiën het vermaak eener wandelinge quamen te neemen, als dan een bequame rustplaats te vinden, en dus een genoeglijke uijtspanninge te Kunnen hebben, en dat Soo hiertoe, als ook, dewijl zij het Terrein om en bij het voorsz: Huijs Seer gaarne met boomen zoude willen beplanten, haarl: dierhalven goedgunstig mogte werden verleend een Stukje gronds, ter groote van een Morgen of iets meer, betuijgende wijders, zig zeer gaarne te zullen Subjecteeren aan Sodanige bepalingen, als het deesen Raade Soude goed vinden, daaromtrent vast te Stellen: waarop in overweeging genomen weesende, dat het ged:t versoek aan niemand eenig hinder of nadeel kan toebrengen, is dierhalven goedgevonden, aan gem: E: E: Bergh en van Schoor, het versogte Stukje Lands ter groote van een Morgen of iets meer, in perpetueele Leeninge tot het voorsz: gebruijk te accordeeren; onder Expresse Conditiën nogthans, dat het daarop te Settene huijs alleen tot een uijtspanninge voor de presente of toekomende geassocieerdens Zullende dienen, de grond waarop het Selve zal werden gebouwd, dien volgens nimmer tot eene hand zal mogen overgaan, of in een eijgendomlijk goed geconcerteerd, en dus verkogt mogen werden; en dat ook bovensdien, om het op den 1: dec: 1742: geaffigeerde Billiet, waar bij het maken van Vuuren aan geciteerde Waterplaats is g’interdiceerd, in behoorlijke Vigueur te houden, oversulx als nu ook bij den op bouw, van het meer gem: Huijs, bijzonderlijk zal moeten werden inagtgenomen, dat de Haard steeden van ‘t Selve indiervoegen werden geplaatst, dat het daarin aan gelegde Vuur of het Ligt waarvan men andersints gebruijk zoude mogen maken, op geenerleij weijze uijt Zee zal kunnen te zien zijn.
En nadien omtrent de voorsz: geconcedeerde grond tusschen de kloven en klippen werden gevonden, eenige uijt Seijpelingen van versch Water, waarvan de meeste geduurende den Somer weederom komen op te droogen, en dus teegenwoordig voor niemand van eenig nut zijnde, egter bij voorsz: geassocieerdens ten hunnen gebruijke zoude kunnen werden opgeruijmd en bequaam gemaakt, dog waaromtrent zij niet sonder Reeden verclaarden bedugt te weesen, dat wanneer voorsz: fonteijnen ofte wellen, met veel moeijte en misschien geen geringe kosten Soude hebben in Stand gebragt, deselve door Slaven of ander Baldadig volk, die zig niet zouden ontsien, hun vee als dan Expres derwaarts te drijven, weederom zouden kunnen werden bedorven; is dierhalven goed gevonden aan meermelde geassocieerdens als nu meede het privaat gebruijk van voorsz: bij haar op te ruijmene en in Staat te brengen fonteijnen te accordeeren.
Sijnde laatstelijk, mits het op handen: Schietten van den Burger optrek aan Stellenbosch , den Cap:t en Lieutenant Militair Hendrik Storm en Lodewijk Christoffel Warnecke benoemd, om deselve als gecommitt:s bij te woonen.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd, In’t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J:W: Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Allij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor
C. 144, pp. 388-391.¶
Maandag den {17661117} 17: Novbr: 1766:
alle present.
Vermits den geweesen gezaghebber van den gestranden Hoeker de Meermin , gerrit Christoffel Mulder, en den onderStuurman Daniël Carel gulik, bevonden zijn, zig aan Wan devoir en pligt versuijm Schuldig gemaakt te hebben, en diesweegens bij diffinitive vonnisse van den Raad van Justitie deeses gouvernements, van Ampt, qualiteijt en gagie, met verbeurte haarer te goed hebbende Maand gelden, gedeporteerd zijn, en den eerstgem: bovensdien inhabïel verklaard is, zullen deselve overSulx als Sodanig, p:r de verwagt werdende retourscheepen, naar ‘t vaderland werden opgezonden: maar nademaal aan den anderen kant, niets tot Lasten van den met het ged:t Vaartuijg tot het drijven van den Slaven Handel op Madagascar , meede geweest zijnden Adsistend Oloff Leij is gevonden, en dat ook, zoo wel de Dex officieren als gemeene zeevaarende Persoonen, zig aan geen disobedientie ofte andere ongeregeltheeden hebben Schuldig gemaakt, zoo is naar overweeging van zaaken gearresteerd, dat alle deselve, volgens de hier permanente ordre van haar hoog Edelens, de Heeren der Hoge Indiasche regeering tot Batavia, vervat bij derselver geagte letteren van den 30: nov: 1722: niet alleen weederom Emploijabel verclaard, en voor derselver oude qualiteijten in dienst der E: Comp: zullen werden aangenomen, met Sodanige gagie, als zij bij ‘t Stranden van opgem: Hoeker hebben gewonnen gehad, maar dat ook hunl: besolding zal moeten Cours neemen, met den 7: Maart pass:o, wanneer het voorsz: ongeval is komen t’ Exteeren.
Sijnde wijders op ‘t hierom gedaan versoek van den op ‘t aanweesende Schip Aschat bescheijdenen ondercoopman, M:r Jacob Haksteen aan denselven gepermitteerd, omme ter zaake zijner Indispositie eenigen tijd met Stilstand van gagie alhier over te blijven.
Aldus geresolveert ende gearresteerd. In’t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J W Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor.
C. 144, pp. 392-407.¶
Dingsdag den {17661209} 9: Decbr: 1766
‘S voormiddags alle present.
Op heeden ter vergaderinge ingediend en nagesien weesende, het kort vertoog der Lasten deeses gouvernements, geduurende dit Boekjaar 1765/66, neevens die van ‘S Jaars bevoorens, ofte d’ A:is 1764/65, dewelke bedragen als volgt, namentlijk.
1765/66 | 1764/65 | |
Onkosten van Scheepen | ƒ149312:10:-: | ƒ191410:12:-: |
Randsoenen Ordinair | d:o 77069:03:-: | d:o 74997:09:-: |
Onkosten ordinair | d:o 31607:17:-: | d:o 35346:02:-: |
Onkosten Extraordinair | d:o 2919:01:08: | d:o 3527:05:-: |
Timmeragie en Reparatie | d:o 13978:16:08: | d:o 9660:10:08: |
Fortificatiën | d:o 1045:02:08: | d:o 1416:03:08: |
Onkosten van 'S Comp:s Leijfeijgenen | d:o 25015:18:-: | d:o 25114:15:-: |
'T Hospitaal | d:o 3456:02:-: | |
Reecq: van Condemn: en Confiscatie | d:o 4331:19:-: | d:o 4376:05:08: |
Onkosten van Chaloupen &:a | d:o 9734:-:-: | d:o 7711:19:-: |
Scheeps Zoldijen | d:o 9538:-:-: | d:o 11393:04:-: |
Zoldijen aan Land | d:o 125662:01:-: | d:o 111520:07:08: |
Somma | ƒ453670:10:08: | ƒ476474:13:-: |
1765/66 | 1764/65 | |
Onkosten van Scheepen | ƒ149312:10:-: | ƒ191410:12:-: |
Randsoenen Ordinair | d:o 77069:03:-: | d:o 74997:09:-: |
Onkosten ordinair | d:o 31607:17:-: | d:o 35346:02:-: |
Onkosten Extraordinair | d:o 2919:01:08: | d:o 3527:05:-: |
Timmeragie en Reparatie | d:o 13978:16:08: | d:o 9660:10:08: |
Fortificatiën | d:o 1045:02:08: | d:o 1416:03:08: |
Onkosten van 'S Comp:s Leijfeijgenen | d:o 25015:18:-: | d:o 25114:15:-: |
'T Hospitaal | d:o 3456:02:-: | |
Reecq: van Condemn: en Confiscatie | d:o 4331:19:-: | d:o 4376:05:08: |
Onkosten van Chaloupen &:a | d:o 9734:-:-: | d:o 7711:19:-: |
Scheeps Zoldijen | d:o 9538:-:-: | d:o 11393:04:-: |
Zoldijen aan Land | d:o 125662:01:-: | d:o 111520:07:08: |
Somma | ƒ453670:10:08: | ƒ476474:13:-: |
is wijders uijt dies te Samentrecking komen te Konsteeren, dat de Lasten in ‘t generaal, deesen Jaare ƒ22804:2:8: minder als a:o pass:o, bedragen hebbende, ijder Lastpost in ‘t bijzonder, het volgende meerder of minder, heeft komen te rendeeren, als.
meerder | minder | |||
Onkosten van Scheepen, die dit Jaar minder bedragen als a:o pass:o, eens deels, dewijl 'er in 't vorige boekjaar een getal van vijf Scheepen alhier meerder zijn aangeweest, en ten tweeden, dat aan de in deesen jare hier gepasseerde bodems geen buijten gewone reparatiën hebben behoeve gedaan te werden | ƒ42098:02:-: | |||
Randsoenen Ordinair daar en tegen meerder belopende als a:o pass:o, is Sulx heenkoomende, wegens de verstrekte randsoenen en Costgelden aan een meerder getal manschappen, bestaande in de uijt het vaderland herwaarts gezondene Recruten, mitsg:s dewijl bij manquement van Vaderlands Bier, 't randsoen van 'S Comp:s gequalificeerde dienaren, gedeeltelijk met Caabse wijn heeft moeten werden voldaan. | ƒ2071:14:-: | |||
Onkosten ordinair, het minder rendement deeser reecq:, tegens die van het Jaar bevoorens, is veroorsaakt door dien 'er in a:o pass:o diversse goederen meer op deese Reecq: zijn verstrekt geworden. | ƒ3738:05:-: | |||
Onkosten Extraordinair, belopen dit Jaar almeede minder, als in't voorleeden, uijt hoofde van 't doenmaals verstrekte aan den Wel Edelen groot agtb: Heer M:r Librecht Moreman, Eerste raad en Directeur generaal van neederlands India, als admiraal der retourvloot en Commissaris deeses gouvernem:ts | ƒ608:03:08: | |||
Timmeragie en Reparatie, dies meerder rendement is veroorsaakt over verstrekte materialen &:a tot het opbouwen van Pakhuijsen in de baaij fals , item een woonhuijs op 't Robben Eyland , gelijk meede, weegens het kostende van 50 p:s geboorde pomphouten, die ten dienste van de waterlijdinge zijn verbruijkt. | ƒ4318:06:-: | |||
Fortificatiën, deesen Jaare daar en teegen minder belopende, komt voort, door dien in den voorledenen Jaare meerder houtwerken en ijser tot divers gebruijk is verwerkt geworden | ƒ371:01:-: | |||
Onkosten van S Comp:s Leijfeijgenen insgelijx deesen Jaare minder lastdragende, om dat men aan S Comp:s slaven, Rijst in Steede van brood, voor weekelijks randsoen heeft kunnen verstrecken | ƒ98:17:-: | |||
'T Hospitaal, monteerd daar en tegen meerder dewijl de wijniger daar in geleegen hebbende Scheepelingen en guarnisoens volk dit Jaar zoo veel minder aan halve gagies hebben verteerd | ƒ3456:02:-: | |||
Reecq: van Condemnatie en Confiscatie, dies minder bedragen is oorspronkelijk, dat in a:o pass:o Carsaaij bij manquement van pijlaken tot winterkleeding aan de Bandieten heeft moeten werden afgegeeven. | ƒ44:06:08: | |||
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuijgen, Sommeeren in teegendeel dit Jaar meerder als a:o pass:o, door 't maken van Seeven Stellen bootszeijlen, en verdere onvermijdelijk gedane reparatiën aan 'S Comp:s landsboods en Schuijts, een montant van | ƒ2022:01:-: | |||
Scheeps Zoldijen, dit minder bedragende, komt alleen voort, om dat door de wijniger Scheepelingen, die dit Boekjaar in 't Hospitaal hebben geleegen, de guastos dus aldaar zoo veel minder gevallen zijn | ƒ1855:04:-: | |||
Zoldijen aan Land, Sommeeren in tegendeel dit Jaar meerder als a:o pass:o weegens het afgeeven der Monteering aan 't guarnisoens volks, dewelke egter daar voor, op haare zoldij reecq: belast zijn, en dit montant dus weederom wan d' E Comp:n is te goed gedaan ten bedrage van | ƒ21428:05:-: | |||
en weegens Subsidie Costpenn: | ƒ102:10:-: | |||
ƒ21530:15:-: | ||||
Waar en tegen de twee volgende posten minder komen te bedragen, te weten. | ||||
over verteerde guastos int Hospitaal | ƒ5121:05:-: | |||
Over verstrekte goede maanden | ƒ2267:16:08: | |||
ƒ7389:01:08: | ||||
ƒ14141:13:08: | ||||
Somma | ƒ26009:16:08: | ƒ48813:19:-: |
meerder | minder | |||
Onkosten van Scheepen, die dit Jaar minder bedragen als a:o pass:o, eens deels, dewijl 'er in 't vorige boekjaar een getal van vijf Scheepen alhier meerder zijn aangeweest, en ten tweeden, dat aan de in deesen jare hier gepasseerde bodems geen buijten gewone reparatiën hebben behoeve gedaan te werden | ƒ42098:02:-: | |||
Randsoenen Ordinair daar en tegen meerder belopende als a:o pass:o, is Sulx heenkoomende, wegens de verstrekte randsoenen en Costgelden aan een meerder getal manschappen, bestaande in de uijt het vaderland herwaarts gezondene Recruten, mitsg:s dewijl bij manquement van Vaderlands Bier, 't randsoen van 'S Comp:s gequalificeerde dienaren, gedeeltelijk met Caabse wijn heeft moeten werden voldaan. | ƒ2071:14:-: | |||
Onkosten ordinair, het minder rendement deeser reecq:, tegens die van het Jaar bevoorens, is veroorsaakt door dien 'er in a:o pass:o diversse goederen meer op deese Reecq: zijn verstrekt geworden. | ƒ3738:05:-: | |||
Onkosten Extraordinair, belopen dit Jaar almeede minder, als in't voorleeden, uijt hoofde van 't doenmaals verstrekte aan den Wel Edelen groot agtb: Heer M:r Librecht Moreman, Eerste raad en Directeur generaal van neederlands India, als admiraal der retourvloot en Commissaris deeses gouvernem:ts | ƒ608:03:08: | |||
Timmeragie en Reparatie, dies meerder rendement is veroorsaakt over verstrekte materialen &:a tot het opbouwen van Pakhuijsen in de baaij fals , item een woonhuijs op 't Robben Eyland , gelijk meede, weegens het kostende van 50 p:s geboorde pomphouten, die ten dienste van de waterlijdinge zijn verbruijkt. | ƒ4318:06:-: | |||
Fortificatiën, deesen Jaare daar en teegen minder belopende, komt voort, door dien in den voorledenen Jaare meerder houtwerken en ijser tot divers gebruijk is verwerkt geworden | ƒ371:01:-: | |||
Onkosten van S Comp:s Leijfeijgenen insgelijx deesen Jaare minder lastdragende, om dat men aan S Comp:s slaven, Rijst in Steede van brood, voor weekelijks randsoen heeft kunnen verstrecken | ƒ98:17:-: | |||
'T Hospitaal, monteerd daar en tegen meerder dewijl de wijniger daar in geleegen hebbende Scheepelingen en guarnisoens volk dit Jaar zoo veel minder aan halve gagies hebben verteerd | ƒ3456:02:-: | |||
Reecq: van Condemnatie en Confiscatie, dies minder bedragen is oorspronkelijk, dat in a:o pass:o Carsaaij bij manquement van pijlaken tot winterkleeding aan de Bandieten heeft moeten werden afgegeeven. | ƒ44:06:08: | |||
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuijgen, Sommeeren in teegendeel dit Jaar meerder als a:o pass:o, door 't maken van Seeven Stellen bootszeijlen, en verdere onvermijdelijk gedane reparatiën aan 'S Comp:s landsboods en Schuijts, een montant van | ƒ2022:01:-: | |||
Scheeps Zoldijen, dit minder bedragende, komt alleen voort, om dat door de wijniger Scheepelingen, die dit Boekjaar in 't Hospitaal hebben geleegen, de guastos dus aldaar zoo veel minder gevallen zijn | ƒ1855:04:-: | |||
Zoldijen aan Land, Sommeeren in tegendeel dit Jaar meerder als a:o pass:o weegens het afgeeven der Monteering aan 't guarnisoens volks, dewelke egter daar voor, op haare zoldij reecq: belast zijn, en dit montant dus weederom wan d' E Comp:n is te goed gedaan ten bedrage van | ƒ21428:05:-: | |||
en weegens Subsidie Costpenn: | ƒ102:10:-: | |||
ƒ21530:15:-: | ||||
Waar en tegen de twee volgende posten minder komen te bedragen, te weten. | ||||
over verteerde guastos int Hospitaal | ƒ5121:05:-: | |||
Over verstrekte goede maanden | ƒ2267:16:08: | |||
ƒ7389:01:08: | ||||
ƒ14141:13:08: | ||||
Somma | ƒ26009:16:08: | ƒ48813:19:-: |
Gelijk wijders uijt het voorseijde vertoog, meede is komen te Consteeren, dat de Suijvere winsten en ‘S Lands Inkomsten, hebben bedragen als volgt, te weeten.
d'A:is 1765/66 | d'A:is 1764/65 | |||
Winsten | ƒ25965:09: | ƒ191289:17: | ƒ49867:09: | ƒ493093:17: |
inkomsten | d:o 165324:08: | d:o 143225:18: |
d'A:is 1765/66 | d'A:is 1764/65 | |||
Winsten | ƒ25965:09: | ƒ191289:17: | ƒ49867:09: | ƒ493093:17: |
inkomsten | d:o 165324:08: | d:o 143225:18: |
Zulx de winsten dit Jaar ƒ23902:- minder dan a:o pass:o hebben afgeworpen, het geen ten principale is voortgekomen dat door de wijniger ontvangene negotie goederen, zoo veel avancen op de verkogte Coopmanschappen p:r vendutie &:a, niet hebben kunnen werden behaald: Terwijl daar en teegen, ‘S Lands Inkomsten ƒ22098:10: meerder dan in a:o pass:o komende te bedragen, sulx hoofdsakelijk door de betaalde agterstallige recognitie penningen der veeplaatsen, en ‘t meerder rendeeren van de thiendens der ingeougste granen, is voortgevloeijd.
En is ten deesen belange voorts verstaan, den Heer p:l Secunde en hoofdadministrateur Jan Willem Cloppenburg te qualificeeren, om met het sluijten der Negotie Boeken te doen voortgaan.
Waarna geleesen weesende, een request, door den onderCoopman en Landdrost van Swellendam , Jan Andries Horak, gepresenteerd, houdende versoek, om ter oorsake zijner aanhoudende Swacke lighaams gesteldheijd, behoudens den rang als oud onderCoopman en oud Landdrost, uijt den dienst der E Comp:n te mogen werden ontslagen, is goedgevonden ende verstaan, sulx aan hem te accordeeren; Zijnde vervolgens, op het voordragen van den Heer Gouverneur, in desselfs plaatse, tot Land-drost van Swellendam aangesteld, den Boekhouder en Secretaris des gemelden districts, Joachim Fredrik Mentz, met de rang als onderCoopman; mitsg:s in Steede van denselven, weederom tot Secretaris bevordert, den adsistent Johannes Blanckenberg, ende sulx met de qualiteijt van Boekhouder a ƒ30 ter maand, onder zijn lopend verband.
Sijnde wijders, na resumptie van de ingediende nominatiën, der resp: Collegiën, soo hier aan Cabo als in de buijten Districten, de gedane Electie van ouderlingen geapprobeert, en verders uijt het dubbeld genomineerd getal, tot Diaconen verkoren, de volgende persoonen, te weeten.
in de kerk hier aan Cabo.
Dirk Westerhoff tot ouderling, in plaatse van den afgaanden E: Adriaan van Schoor,
Johannes Cornelis van der Spuij, en Pieter Soermans tot diaconen, voor de uijtgediende Hendrik Pieter Möller en Johan Coenraad Gie.
In de Stellenbossche kerk.
Jan Louw Pietersz: tot ouderling, in steede van Dirk de Vos. en tot Diacon Jan de Villiers Jan Pietersz:, in plaatse van Joost Reinhart van As.
In de kerk van Drakensteijn .
Jan Blignault tot ouderling, Daniel du Plessis, en Pieter Marais, tot Diaconen, den Eersten in plaatse van Thomas Arnoldus Theron, en de twee andere voor Wentsel Christoffel Coetzer, en Pieter Joubert.
In de kerk in’t Land van Waveren .
Jacobus de Wet, tot ouderling, in Steede van Jacobus du Toit. Jacobus Hugot tot Diacon, ter plaatsvullinge van Jacobus Theron.
In de Swartlandse kerk.
Paul Retief tot ouderling, in steede van Maarten Slabber, en tot Diacon Johannes van Aarden, voor den uijtgedienden Johannes Verweij.
Sullende voorsz: kerkenraden wijders werden aangeschreeven, dat ‘er deesen Jaare weederom geen Commissaris Politicq na de buijten districten Staat af te gaan, en dat zij hierom sullen moeten bezorgen, dat de kerkelijke Reecq: haarer arme penn., by tijds in gereedheijd gebragt, en herwaards werden overgezonden.
Voorts zijn uijt de in dubbelen getale genomineerde persoonen, om na gebruijk in de onderstaande Collegiën dienst te doen, verkooren, als.
Tot Burgerraden.
Johannes Meindertsz Cruijwagen, en Andries Brink, in Steede der afgaande Hendrik Oostwald Muller en Petrus Michiel Eksteen.
Tot Weesmeesteren.
Lucas Sigismundus Faber, Jan Hassingh, en Michiel van Breda, ende sulx ter plaatsvullinge van de afte treedene Barend Hendrik van Reede van Oudshoorn, Jacobus Alexander la Febre, en Andries Brink.
Tot Commissarissen van Civiele en Huwelijx Zaken.
Marthinus Adrianus Bergh en Francois van Nierop, in Steede van Johannes Cornelis van der Spuij en Michiel van Breda.
Tot Heemraden van Stellenbosch en Drakensteijn .
Hendrik Cloete, Joost Reinhard van As, Jan Blignault, en Jacob de Villiers, in Steede van Nicolaas Vlok, Dirk de Vos, Hendrik Hop, en Jan de Villiers.
Tot Heemraden van Swellendam .
Michiel Muller en Gerrit Hendrik Meijer Ezaijasz:, ter plaatsvullinge van de uijtgediende, Laurens de Jager, en Esaijas Engelbrecht Meijer.
Aldus Geresolveerd ende gearresteerd, In’t Casteel de goede Hoop, Ten dage en Jaare voorsz.
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J:W: Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor.
C. 144, pp. 408-417.¶
Dingsdag den {17661216} 16: Decemb: 1766:
‘S voormiddags alle present.
In overweeging genoomen weesende, dat den aan de Soetendaals valleij verongelukten hoeker de Meermin , ten principale bij dit gouvernement zoude hebben moeten blijven dienen, tot het afhalen van Slaven ten behoeve der E: Comp: van Madagascar , en men oversulx thans door het verliesen van dit vaartuijg, in groote ongeleegendheijd is geraakt, te meer, door dien ‘er seedert de maand April, pass:o weederom een merkelijk aantal van S Comp:s Leijfeijgenen, door de onder deselve geregeerd hebbende galkoortsen, zijn komen weg te Sterven, en dat aan den anderen kant, de twee overige hier permanente hoekers de Nepthunus en de Snelheijd , niet wel met gevoeglijkheijd tot voorsz: Slavenhandel kunnen werden geEmploijeert, zoo uijt hoofde van ‘t gering getal van Leijfeijgenen, die daar in kunnen werden geborgen, als wel hoofdsakelijk, dat van geciteerde twee vaartuijgen, d’ eene tot het over en weeder brengen van goederen naar en van de Baaij fals , moetende gebruijkt, en d’ andere oversulx onvermijdelijk aan handen gehouden werden, om daar meede bij alle voorvallende gelegendheeden, de vereijschte adsistentie, aan ‘S Comp:s in verleegendheijd gerakende scheepen, te kunnen toebrengen; Is dierhalvel op de propositie van den Heere Gouverneur beslooten, om bij ons ootmoedig Schrijvens, het welke met het aanweesend Retourschip Enchuijsen , aan de Hoog Gebiedende Heeren Majores in ‘t Patria staat af te gaan, welgem: haar Edele Hoog Agtb: op het onderdanigst te versoeken, om ten dienste deeses gouvernements herwaarts te willen zenden, een Scheepje lang 110: voeten over Steven en dat hetselve, om daar van allesints den vereijschten dienst te kunnen erlangen, zoo veel mogelijk op de Zeijlagie mag werden gebouwd, ten eynde bij het schielijk doorkoomen van oplandige winden, het altoos van een lager wal te kunnen afleggen.
Dat ook om voorsz: Slavenhandel daar meede met des te meerder Succes te kunnen drijven het gedagte Scheepje noodsakelijk diende voorsien te zijn, van twee Decken, het bovenste agterwaarts de groote mast 15: duijmen hoger dan aan de voorkant dier mast, en het tusschen dek, bij ‘t groote Luijk 6: voeten hoog, mitsg:s het beneedenste Dek indiervoegen van vooren tot agteren glad doorgestrookt, gelijk mede het voorsz: bovenste Dek in ‘t midden met een Roosterwerk diend voorsien te worden, ten eijnde niet alleen bij Continuatie frisse Lugt te hebben, maar ook om de Boot of Barcas tusschen deks te kunnen plaatsen.
En dat nadien het voorm: Scheepje ook zal moeten gebruijkt werden tot het Transporteeren van masthouten naar de Baaij Fals , hoogstgem: Heeren Meesteren oversulx meede Seer Eerbiedig zullen werden versogt, in hetselve een Lastpoort te willen laten maken, sonder dat hetselve egter tusschen deks, meer dan twee Poorten, te weeten aan weerskanten een, en wel ter zijden de groote Mast, zal behoeven te hebben.
Boven het welke het Boord op ‘t dek in de kuijl 16: duijmen hoog, langs heen met ijsere Stutten en Leuningen voorsien; de pompen aan weerzijden van de groote mast, en de Combuijs aan Bakboord zijde, of beeter voor tusschen Deks, en midden Scheeps zouden dienen geplaats te zijn; alles Conform de dieswegens, bij den Equipagiem:r deeser plaatse Jacob Rijzik, ingediende Schriftelijk Memorie, dewelke in originali aan welgem: Heeren Majores, sal werden gesuppediteerd.
Ten aansien onder de officieren van ‘t ter rheede leggend uijtkomend Schip Luxemburg , geduurende de herwaarts reijse, eenige disputen zijn ontstaan, waar door deselve vervolgens met malkanderen niet hebben kunnen harmonieeren; zo is, tot herstellinge van de Rust en goede ordre op evengem: kiel, raadsaamst geoordeeld, en dienvolgens besloten, den opperstuurman Jan Vos, en krankbesoeker Benjamin Geel, tegens die van Stralen , Willem Bostra en Abraham Bettink, met den anderen van Bodems te doen verwisselen.
Ook zijn heeden in vergaderinge met attentie gerevideert, de Negotie en zoldij Boeken deeses gouvernements, van ‘t jongst afgelopene Boekjaar, nevens ‘t Rapport door de tot derselver Examinatie gecommitteerd geweest zijnde Leeden deeses Raads, d’ EE David D’Aillij en Pieter Hacker, verleend, uijt dewelke is komen te blijken, dat in gem: Negotie Boeken, niet alleen alle Posten van ongelden en andere afschrijvingen, met de diesweegens verleende ordonn: komen te accordeeren, maar dat ook buijten dien geene afschrijvingen zijn gedaan geworden; gelijk meede, dat de zoldij Boeken ook in de vereijschte forme, navolgens de ordre der E: Comp: gehouden, d’ afbetalinge van de dienaren derselve, na behoren uijtgereijkt, mitsg:s de belastingen daar van, bij de Negotie Boeken indiervoegen afgeschreeven zijn, als in ‘t voorseijde Rapport Specificq werd aangetoond; En laatstelijk, dat door den Zoldij Boekhouder, als Curator ad lites, omtrent het Inventariseeren, verkopen, en inboeken der nalatenschappen van van ‘S E Comp:s dienaren, mitsg:s het in Cassa tellen van dies geheel bedragen ter somma van Rijxd:s 1210 7/8 ofte ƒ2906:2. in alles Conform d’ ordres van haar Wel Edele groot Agtb: de Heeren der Hooge Indiasche Regeering is gehandeld geworden; Weshalven verstaan is, dat de meerm: Negotie en Zoldij boeken volgens gebruijk, zoo naar ‘t Vaderland, als naar Batavia en het geciteerd Rapport, nopens dies Examinatie, bovensdien aan welgem: Heeren der hooge Indiasche Regeering zullen werden gesuppediteerd.
Sijnde voorts in steede van den onlangs overleedenen Arend de Waal, wederom tot Brandmeester aangesteld, den Burger Rogier van Blerk.
Aldus Geresolveerd, ende Gearresteerd, In’t Casteel de goede Hoop, Ten Dage en Jaare voorsz.
[Signed:] R: Tulbagh
[Signed:] J:W: Cloppenburg
[Signed:] Meinertzhagen
[Signed:] D:d D’Aillij
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: v: Schoor.