Skip to content

C148 v1.20

C. 148, pp. 29-42.

Dingsdag den {17700109} 9: Jann: 1770

‘S voormiddags alle present uijtgenomen den E: Dispencier Adriaan van Schoor als in Commissie Sijnde.

Op heeden ingediend zijnde, de Requesten en geannexeerde Zoldij Reecq: van zodanige persoonen, als op eene dieswegens geformeerde Lijst zijn bekend gesteld, alle tendeerende, omme haare te goed behoudene maandgelden bij procuratie in ‘t vaderland te moogen laten ontfangen; Zoo is verstaan gem: Procuratiën en Zoldij Reecq: te Stellen in handen van den Heer Independent Fiscaal M:r Joachim van Plettenberg, ten eijnde daar omtrent het vereijschte ondersoek te doen.

En is voorts aan den Burger Jan Hendrik Swemmer op desselfs hier om in Scriptis gedaane versoek geaccordeert met een der verwagt werdende Retourscheepen te mogen repatrieeren, onder betaling van het daar toe staande Transport en Costgeld, om gedurende de reijse in de Cajuijt te werden gelogeert.

Ende ten aansien den Burger Boode Dirk Snith den dienst als Substitut Boode van Politie, in Steede van den overleedenen Anthonij Laurens Snith, een geruijmen tijd herwaards tot genoegen heeft waargenomen, Is dierhalven goedgedagt, denselven als zodanig aan te Stellen, met toevoeging van gagie tot ƒ14 p:r maand onder een vijfjaarig verband.

Den burger Casper Muller, wegens het opkoopen en bergen van gestolene goederen, bij den Raad van Justitie deeses gouvernements gecondemneerd zijnde, om als een onnut Subject van hier versonden te werden, en dierhalven ten zijnen opzigte beslooten weesende, hem op een der verwagt werdende retourscheepen te plaatsen, ten eijnde gedurende de reijse voor de Cost Scheeps dienst te doen, wierd wijders door vorengem: Heere Independent Fiscaal te kennen gegeeven, dat de huijsvrouw van gem: Muller, in naame Elsje Roelofsz: wier Slegte Levenswijze buijten des hier ter plaatse genoeg bekend was omtrent het voorsz: misdrijf haares mans zig Seer Suspect hadde gemaakt; gelijk den Heer Secunde Jan Willem Cloppenburg insgelijx betuijgde, dat gedurende zijn E: het Fiscalaat hadde bekleed, meede veele klagten nopens gem: Elsje Roelofsz, zoo wegens het Smockelen als haare ongereegelde huijshouding waaren gedaan: waar op gereflecteerd zijnde, goedgevonden is meerm: Elsje Roelofsz: als een ondeugend vrouwspersoon, nevens haar bovengem: man Casper Muller van hier naar ‘t vaderland te versenden.

Sijnde laatstelijk geleesen het Rapport van geCommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie alhier, dewelke in Conformiteijt van het geresolveerde onder den 6: Junij des voorl: Jaars, hebben gevaceert, tot het doen meeten der woonplaatsen van de burgers Cornelis de Waal en Jan Willem Wilkens, luijdende als volgt.

Aan den Wel Edelen groot agtb: Heer Rijk Tulbagh, Raad ordinairis van neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Agtb: raad van Politie.

‘Wel Edele groot Agtb: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘In opvolginge en ter pligtschuldige voldoeninge van Uwer Wel Edele groot Agtb: en E: Agtb:s seer g’Eerde ordre, de dato 6: Junij des even afgeweekenen Jaars, de ondergeteekende gecommitteerde Leeden uijt den E: Agtb: raad van Justitie deeses gouvernements tot adjunct hebbende den Secretaris van gem: Raade, dewijl door den ingevallen reegentijd, daar door langs de zoomen der Liesbeeks rivier veroorsaakte moerassen, en verdere inConvenienten tot dus verre verhindert geworden Sijn; hun op den 29: December Jongstl: vervoegd hebbende, naar de plaatsen van den burger Cornelis de Waal genaamt Valkenburg en Liesbeek mitsg:s naar dien van den meede burger Jan Willem Wilkens, alle drie aan weerseijden der gem: Liesbeeks rivier geleegen, werwaarts ten fine bij de meetinge der voorsz: plaatsen present te Sijn, en voor hunne belangen te waaken, bevoorens geappoincteerd waaren, de rondsom geleegene buuren, Sijnde de weed:we wijlen den oud burgerraad S:r Hendrik Oostwald Eksteen, den oud burgerraad S:r Petrus Johan:s de Wit, mitsg:s de weed:we wijlen de burgers Christiaan Wijnands, en Claas Jonas: hebben de ondergeteekendens op gem: 29: en den daar aan volgenden 30: Decbr: door den geswooren Landmeeter Carel Fredrik Brink, de novo doen meeten, eerst de plaats van voorsz: de Waal, genaamt Liesbeek ende Sulx ter zodanige groote als desselfs oude Caart dicteerd te weeten: Agthien morgen en 24: quad:t roeden; Sijnde voorm: de Waal vermits de meerm: Liesbeeks rivier tot eene wedersijdsche Schijdinge blijven moet, in vergoeding van dat geene ‘t welke hij aan deese Sijde dier rivier moet missen, ingemeeten een Strookje land, dat langs de aldaar lopende Sogenaamde Swarte rivier woest lag.’

‘Waar na de meeting van den daar aan Schietenden tweeden plaats van voorsz: de Waal, Valkenburg genaamt gedaan Sijnde, wierd bevonden dat de hoeveelheijd des lands in de daar van verleende Erfgrondbrieven, ter groote van 45 morgen en 215 quadraat roeden, zig geensins in ‘t aldaar leggende terrein bevond, Sulx om voorsz: de Waal schadeloos te houden, denselven een hoekje Lands, dat aan ‘t agter eijnde tusschen Syne twee plaatsen woest lag ingemeeten geworden is en dien man dus het hem Competeerende land bekomen heeft.’

‘De meetinge der plaatsen van voorsz: de Waal, aan gins Seijde des Liesbeeks rivier oversulx gedaan Sijnde, heeft men ‘S volgenden daags door gem: Landmeeter doen meeten, den aan deese Seijde dier rivier leggenden plaats des burgers Jan Willem Wilkens ter groote van 29: morgen en 517 quad:t roeden, ofte zoo veel, als zijne oude Caart en Erfgrondbrief dicteerd; en dewijl voorsz: Wilkens bij de voorige Justitieele meetinge een naamwaardige Stuk Land te kort quam te Schieten is denselven thans, ter vergoeding van dien, ingemeeten dat geene wat voormaals tot de plaats van meerm: de Waals klijne plaats Liesbeek behoord heeft, invoegen die resp: Buuren de voorsz:Rivier tot Scheijding hebbende naar van Uwel Edele groot Agtb: en E: agtb: nieuwe Caarten geobtineert te hebben, op derselver plaatsen in rust en vreede zouden kunnen Leeven; dan overmits henl: voor den E: Agtb: Raad van Justitie geventileert verschil, wel voornamentlijk over ‘t uijtleijden des waters van de Liesbeeks rivier in den drogen tijd zijn oorspronk gehad heeft, en ‘t Selve Seekerlijk tusschen die bijde buuren weeder Stribbelingen veroorsaaken soude, bij aldien daar omtrent thans niet eenige Schickingen gemaakt wierden; Soo hebben de ondergeteek:ds onder ‘t gunstig welneemen Uwer Wel Edele groot Agtb: en E: Agtb: aan voorsz: de Waal gelast dat hij, om de wegspoelinge des Sooms der gem: Rivier aan den kant van voorsz: Wilkens te beletten, eene muur langs den wal van Sesthien voeten of daar omtrent moest laaten ophaalen, en voorts zorge dragen, dat de door hem Successive ter Sijner Subsistentie gedaan werdende te opdamming en uijtleijding des waters, geen Schade konde veroorsaken; ‘t gund denselven betuijgde, gaarne en zonder tijd verlies te Sullen doen, Terwijl aan voorsz: Wilkens insgelijx gesegd is, dat zoo wanneer hij water in den droogen tijd benoodigt was, hetselve wat hooger op over een aldaar leggende Strookje ‘S E Comp:s Land heenleijden konde, mits insgelijx Sorge dragende, dat daar door geen Schaade, aan den wal der Rivier quaam te geschieden, waarmeede dien man vergenoegd Sijnde, hebben de ondergeteekendens voorm: de Waal en Wilkens wijders gelast, dat Zijl: op de voornaamste hoeken hunner plaatsen behoorlijk opgemetselde baken Sullen moeten Stellen.’

‘De ondergeteek:d hebben teffens de Eere hier nevens te voegen, eene van de voorsz: plaatsen geformeerde kaart demonstratief; waar aan hun eerbiediglijk refereerende, neemen deselve de vrijheijd, deesen te laaten dienen voor pligtschuldig Rapport, er blijven wijders met het uijtterste Respect’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele groot agtb: Heer en E: Agtb: Heeren! Uwer wel Edele groot agtb: en E: agtb: zeer onderdanige en gehoorsame Dienaren /:was geteek:d:/ P: Hacker, H:O: Muller /:lager:/ mij present /:en geteekend:/ C:L: Neethling Secrt:s /:in margine:/ In ‘t Casteel de goede hoop den 8: Jann: 1770.’

Waarop verstaan is dat volgens deze gedane meeting aan voorsz: de Waal en Wilkens, de versogte nieuwe Erfgrondbrieven zullen werden verleend.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J:W: Cloppenburg

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 43-83.

Dingsdag den {17700213} 13. febr: 1770.

‘S voormiddags alle present.

Den Landdrost van Stellenbosch en Drakensteijn , Lucas Sigismundus Faber, mitsg:s die van Swellendam , Joachim Fredrik Mentz, geadsisteerd met twee Heemraden en den Secretaris van elks District, volvoerd hebbende, het geene aan deselve, bij Resolutie van den 14. November des gepasseerden Jaars, ten opzigte van het reguleeren eener nadere limiet Scheijdinge, tusschen de beijde Coloniën, gelijk meede nopens het ondersoek, omtrent de ver afgeleegenste plaatsen, is gedemandeerd geworden, en door hun ten belange, zoo van het een en ander als het geen Zijl: verders op deesen gedanen Togt, hebben komen t’ ontdecken aan den Heere gouverneur overgeleeverd zijnde, sodanig uijtvoerig Schriftelijk Rapport, als thans door Sijn Edele in Raade wierd geproduceerd; Soo is naar Lectuure van hetselve Rapport, goedgevonden en beslooten.

Dat volgens de Schicking door voorsz: Commissie op de nadere approbatie deeses Raads gemaakt, den Swarten Berg , die uijt het Thous gebergte zijn oorsprong neemt, en dus van de Sogen:de Straat moet gereekend werden, voortgaande in ‘t O:N:O:t tot zoo verre, deselve van de groote valleij, leggende tusschen den oorsprong der oliphants - en gamtous Rivieren , met het oog kan werden afgesien, tot een vaste Limiet Scheijdinge Sal Strecken, Sulx de in de Leeuwen Rivier , zoo wel als aan deesen kant ofte het noordelijkste gedeelte des Bergs, en daar onder meede begreepen, de in het gebergte leggende plaatsen der Landbouwers

onder Stellenbosch , en daar en teegen, de aan de Zuijd zijde van voorsz: berg geleegene plaatsen onder Swellendam Sullen behooren.

Dat ook om de bij het ged: rapport ter needer gestelde Consideratiën, de in het zogen:de Camdebo wonende Ingeseetenen, voortaan insgelijx onder de Jurisdictie des Landdrosts van Stellenbosch Sullende Sorteeren, voorts nog in hetselve Camdebos veld, en wel bepaaldelijk langs het in ‘t oosten leggende bosjesmans gebergte , tot aan de Bruijnshoogte , Sullen werden uijtgegeeven, Soo veel plaatsen, als aldaar met gevoeglijkheijd, zullen kunnen werden beweijd: en in welkers opzigte, het den Heere gouverneur behaagde, te kennen te geeven, dat nadien zijn Edele vermeende, dat de voorsz: plaatsen niet behoorden uijtgegeven te werden, dan aan ordentelijke, en ter goeder naam en faam Staande personen, ten eijnde zoo veel mogelijk, alle ongereegeldheeden in geciteerde ver afgeleegene bewoningen te kunnen voorkomen, overSulx bij hem Heere gouverneur de vereijschte ordres Soude werden gesteld, om in deesen, het steets bedoelde oogmerk te kunnen bereijken.

Terwijl wijders tot bijzondere ontstigting, uijt het voorsz: Rapport is gebleeken, dat door meerm: Commissie, op derselver route van de visch: naar de Gamtous-rivier zijn ontmoet, verscheijde persoonen die met Considerable troupen rundvee, sonder daar omtrent plaats ofte plaatsen van d’ E: Comp:ne in Leening te bezitten, naar hun goeddunken waaren weijdende; terwijl andere zig niet ontzagen, met hunl: vee gantsche dag reijsens van derselver Leenplaatsen, gints en herwaards te Swerven: weshalven in overweging genoomen weesende, dat hetselve, niet alleen tot merkelijken nadeel voor d’ E Comp:ns omtrent haare inkomsten van de in Leening uijtgegeeven werdende veeplaatsen, komt te Strecken, maar dat men Selfs ontwijffelbaar moet vast Stellen, dat dusdanig baatsugtig gedoente, ten principale werd gepractiseerd, om des te beeter eenen morshandel met het ruijlen van vee, ‘t zij van de daar omstreex woonende Hottentotten, dan wel van de zogen:de Caffers te kunnen pleegen, gelijk dan ook, behalven meer andere, aan voorsz: Commissie voorgekomene blijken, genoegzaam een gebaande wagenweg, uijt het Swellendams district, tot naar de bewooning der Caffers lopende, is bevonden; en dit alles niet tegenstaande de gementioneerde veeruijling, van tijd tot tijd, en wel Speciaal bij het als nog vigeerend placcaat van den 8: December 1739. - op Lijf en Leevens Straffe is verboden geworden: Is oversulx, om zoo veel mogelijk zij, hier tegens te voorsien, en het voorsz: quaads des doenelijk eenmaal in den grond uijt te roeijen, raadsaamst geoordeelt, en dienvolgens beslooten.

Dat voortaan geen veeplaatsen meer over de gamtous rivier in Leening Sullen werden uijtgegeeven, invoegen den Landdrost van Swellendam , by ervaring dat zig aldaar ijmand mogte hebben ter needer gezet, den Sodanigen ten eersten van daar Sal doen delogeeren.

Dat voorts door de Landdrosten der beijde Districten, dog voornamentlijk, door die van Swellendam , onder welk district de voorsz: ongereegeldheeden, gelijk hier boven is aangehaald, eijgentlijk zijn bevonden in Swang te gaan; met d’ uijtterste oplettentheijd zullen moeten vigileeren, dat niemand wie het zoude mogen zijn, met desselfs vee elders dan op of bij zijn in leening bezittende plaats of plaatsen komen te weijden veel min met hetselve gints en herwaards te Swerven, of op eenige andere prætexten, zig van derselver woonplaatsen diep in het Land te begeeven, zullende bij bevinding van dien alle het op voorsz: ongepermitteerde wijze gehouden Werdend’ vee, dadelijk ten behoeve der E: Comp:n werden geConfisqueert, op pæne wijders dat ingevalle zij Landdrosten omtrent het een en ander eenige de minste Conniventie Sullen hebben gebruijkt, of dat deselve kennisse gehad hebbende, dat door ijmand eenige veeruijling met de hottentots ofte Caffers, hoe gering ook mogte gepleegd zijn, en den zodanigen niet ten Scherpsten in regten zullen hebben vervolgd, als trouwloose, mitsg:s Eer en Eed vergeetende Dienaaren, defacto uijt hunne bedieningen geset, en inhabiel verclaard werden, d’ E: Comp:ne ooijt weederom te kunnen dienen: Terwijl laatstelijk nog beslooten is, het voorsz: placcaat van den 8: December 1739, met de thans beraamde ordres geamplieerd zijnde, weederom te doen renoveeren.

Den Heere gouverneur op bekomen Rapport dat het Retourschip Popkensburg , wanneer in dato 18: der even afgeweekene maand Januarij, aan de oostwal deeser Baaij, op ondiep water was ten anker gekoomen, aldaar diversse maalen hadde gestooten, hier op, zoo dra gem: kiel van ‘t Robben Eijland , ter deeser rheede was gearriveerd, den E: Equipagiemeester Jacob Rijzik, neevens de Schippers der aanweesende Scheepen de vrouwe Anthonetta Coenrardina en Vreedesteijn , Hendrik Hilverduijn en Leendert van Coopstad, bij Schriftelijke Commissie hebbende gelast, om niet alleen op ‘t naauwkeurigste te visiteeren, of en welke Schaade het gementioneerde Schip popkensburg , daar door mogte hebben geleeden, maar ook exact ondersoek te doen; of ‘er omtrent het voorsz: geval ook eenig pligtversuijm of agteloosheijd bij d’ overheeden dier bodem hadde plaats gehad; hebben voorn:de gecommitt:s van hunl: bevinding, overgeleeverd, sodanig Schriftelijk Rapport als thans door zijn Edele in raade wierde geproduceerd, luijdende als volgd.

Aan den Wel Edelen groot Agtb: Heere Rijk Tulbagh, Raad ordinaris van Neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a

‘Wel Edele groot Agtb: Heer.’

‘D’ ondergeteekendens Equipagiemeester deeses Gouvernements Jacob Rijzik en Schippers der ter Rheede leggende Scheepen de vrouwe Anthonetta Coenrardina en Vreedesteijn , Hendrik Hilverduijn en Leendert van Coopstad, door uwe wel Edele groot agtb:, bij Schriftelijke Commissie de dato 5: deeser, geordonneerd geworden Sijnde, zig te vervoegen aan boord van het meede aanweesend retourschip Popkensburg , ten eijnde exact te visiteeren, of dien Bodem wanneer op den 18: Januarij Jongstl: onder d’ oostwal deeser Baaij op ondiep water is ten anker gekomen, daar door ook eenige Schaade geleeden heeft, gelijk meede of omtrent dit geval, bij d’ overheeden dier kiel, eenig versuijm of agteloosheijd heeft, plaats gehad; Soo Sullen deselve nopens het een en ander d’ Eere hebben, bij deesen pligtschuldig te berigten: dat Zijl: ter voldoeninge van het Eerste Lidt hunner Commissie, zig gezamentlijk naar Boord van het ged:e Schip Popkensburg begeeven hebbende, bij naauwkeurig gedaan ondersoek en ondervraginge, zoo van d’ opper en Deks officieren, als den opperTimmerman dier kiel, hebben ontwaard, dat ofschoon dien Bodem ter plaatse voorsz: diversse maalen heeft gestooten, Soo als hier onder nader Staat te werden ter needer gesteld, daardoor egter aan denselven, zoo min als aan desselfs Roer, dat om door de ondergeteekendens behoorlijk te kunnen werden bezigtigd, uijtgeligt, en op zijde van ‘t Schip gehaald geworden is, geen de minste Schaade is toegebragt; Sijnde ook Seedert de voorsz: Stotinge, niet meer water als gewoonlijk, bij de pompen bespeurd; Terwijl d’ ondergeteekendens wijders in opzigte van het verder aan hun gedemandeerde, de vrijheijd moeten neemen, ter needer te Stellen; dat zijl:, ten eijnde dien aangaande, volleedig verslag te kunnen doen, d’ opperhoofden van ‘t gem: Schip Popkensburg , meede op ‘t exactste gehoord mitsg:s het door haarl: gehoudene Journaal bovensdien, met d’ uijtterste attentie g’Examineerd hebbende, hun als doen is komen te blijken; dat meergem: bodem op voorsz: 18: Jann:, des avonds na zonsondergang, met een labber koelte, van ‘t Z:W:t tot Z:Z:W:t, uijt zee komende, gem: overheeden op de diepte van 20: vademen water het Robben Eijland in het N:de ten O:ten, na gissing een halve meijl, van zig hebben gepeijld; Sijnde daar op na alvoorens voor het vuur van het evengem: Eijland te hebben geseijnd dat ook, hoe wel daar van bij het voorsz: Journaal niets word gewaagd, egter volgens derselver betuijginge, kort daar aan is opgestooken, deese Rheede genaderd; dog de wind uijt den ZO:ten ontmoetende en deselve eensklaps Seer vehement doortastende waaren Zijl: genoodsaakt geworden de Cours bij de wind over, om de O:N:Ot te boegen, in welkervoegen deselve zijn doorgezeijld tot op de diepte van 11 vademen waters, wanneer resolveerden te wenden; dan vermits het Schip, zoo dra hetselve op de wind lag, Sulx te doen weijgerde, en dus verkeerd viel, hebben Zij: dewijl in dien tusschen tijd bereijds tot op 5. vademen Sand grond, naar de wal waren geset, hun dagelijx anker moeten laaten vallen; en een half Touw uijtgestooken, dat egter zoo dra het Schip daar voor optornde is komen te breeken; weshalven het Tuij-anker ten eersten hebben laaten toegaan, maar hetselve niet immediaat willende vatten, was het Schip al doordrijvende allengskens verder op de wal bezet geraakt; en hadden Sij overheeden vervolgens hun Schuijt en bood overboord geset, en daar meede een werp uijtgebragt, ten eijnde het agterschip van de wal vrij te houden, hebbende voorts, van ‘S avonds tusschen de Clocke agt en half neegen uuren, wanneer volgens hun Seggen, en Sonder dat daar van eenige aanteekening bij derselver Journaal is gehouden, invoegen voorsz: op de lager wal zijn vervallen, tot des volgenden morgens toe, bij Continuatie uijt hun Canon geschooten, om dus doende, den nood waar in zig quamen te bevinden, te kennen te geeven; gelijk hunl: dan ook, met den aanbreekenden dag, Successivelijk drie Landsboots met diversse ankers en Touwen, tot derselver adsistentie toegezonden, en daar op door gesegde landsboots, nog twee werp ankers waaren uijtgebragt; Sijnde oversulx voor hun Tuij- en drie werp-ankers tot ‘s daags daar aan, ofte den 20 der voorseijde maand Jann: blijven leggen, wanneer de ZO:te wind van langsaamerhand afneemende, hadden Zijl: als doen alles te werk gesteld, om van derselver voorsz: gevaarlijke legplaats, alwaar het Schip in de eerste nagt, dewijl de wind inmiddels weederom in ‘t ZW:te omgeloopen, en gem: bodem dienvolgens met d’ agtersteeven na de wal geswaaijd was, eenige reijsen heeft komen te Stooten, weg te geraken waar inne ook, na dat het voorsz: Tuijtouw, nevens d’ uijtstaande drie werpen, vermits ‘er voor hun geen mogelijkheijd was, deselve te kunnen ligten, waaren gekapt geworden, geluckig zijn geslaagd; hebbende als doen, bij de wind over ende weder leggende, getragt, ter Rheede te laveeren, dog de Coelte uijt den ZO:tn wederom meer en meer aanneemende, het naar ‘t Robben Eijland moeten laaten doorstaan, alwaar vervolgens omtrent middag ten anker Sijn gekoomen.’

‘D’ ondergeteekendens den toedragt deeser zaak, Uwe wel Edele groot Agtb: dus ten aller klaarsten onder ‘t oog gebragt hebbende, kunnen deselve nogtans niet voor bij, ten dien belange te remarqueeren, dat nademaal de meerm: Scheeps overheeden, deese Rheede met een Stijve ZO:te wind, ende Sulx in den vallenden avond, zijn komen aan te doen, het dierhalven voor hun raadsaamst waare geweest, immediaat naar ‘t Robben Eijland af te houden, voor al, dewijl volgens hun Selfs bekentenis, zoo als voorsegd, het vuur aldaar was brandende; Terwijl bij aldien zijl: al hadden willen Laveeren, hun onvermijdelijken pligt had meede gebragt, om vermits van het ligt der ter rheede leggende Scheepen, waar voor deselve voorgeeven insgelijx geschooten te hebben, en op hetwelke zig ten principale beroepen, geen volkomen zigt hadden, dierhalven Zonder ophouden te looden, en het met laveeren gaande te houden, Soo lange zig op diep water waaren bevindende, dog door het Lood vermindering van water bespeurende, hadden deselve defacto bij de wind over moeten wenden, wanneer zijl: ingevalle het Schip al weijgerde, of dat inmiddels van het Tuijg iets was komen te breeken, buijten tegenspraak, als dan nog verre genoeg, immers op eene bequaame distantie van de overwal zouden zijn bevrijd gebleeven, om het Schip voor de wind om te brengen.’

‘Waarmeede gedenkende, aan d’ g’Eerde intentie Uwer Wel Edele groot Agtb: behoorlijk te hebben voldaan, zoo laaten wij deesen dienen voor needrig Rapport.’

’/:onderstond:/’

‘Cabo de goede Hoop den 10: febr: 1770.’

’/:was geteekend:/’

‘J:b Rijzik, H: Hilverduijn, L:t van Coopstad.’

Naar Lectuure van welk rapport, welgem: Heere Gouverneur geliefde te kennen te geeven, dat behalven het geene in ‘t voorsz: Schriftuur is ter needer gesteld, dat door de overheeden van ‘t dikwerfgem: Schip Popkensburg , bij het opzeijlen deeser rheede, anders of beeter had kunnen en behooren te werden gedaan; zijn Edele ook was voorgekomen, dat den Schipper van gem: bodem Jan Abel, zig Sterk in den drank quam te buijten te gaan, en dat hij Heere gouverneur hier om vermeijnde, dat het een en ander nader diende te werden ondersogt: waarop goedgedagt, en dienvolgens beslooten is, het voorsz: rapport te Stellen in handen van den Heer Independent Fiscaal, M:r Joachim van Plettenberg, om dien aangaande gelijk meede nopens de voorsz: ten lasten van den Schipper in ‘t bijzonder lopende beschuldiging, het vereijschte nader ondersoek te doen; ten eijnde, vervolgens bij deesen Raade Sodanig besluijt zal kunnen werden genoomen, als men naar omstandigheijd van Zaaken zal vinden te behooren.

En nadien het restant der Contanten van ‘S E: Comp:s dagelijxe of kleene Cassa, dat onder Ult:mo Jann: pass:o in de Somma van 21915 38/48 Rijxd:s heeft bestaan, zoo wel als de ter dier tijd, in de groote Cassa nog maar berustend geweest Sijnde R:ds 30‘000:, Seedert, Soo tot betalinge der aan d’ E: Comp:n geleeverde Tarw en wijnen, mitsg:s de verdere ordinaire uijtgaven deeses gouvernements, als ook ter voldoening der Assignatiën, die door haar Wel Edele groot Agtb: de Heeren der hooge Indiasse regeering tot Batavia, mitsg:s ‘S E: Comp:s ministers te Ceijlon , ten bedrage van Ryxd:s 11514:36:, op dit gouvernement zijn getrocken, hebben moeten werden g’Emploijeerd, Sonder dat ‘er aan den anderen kant, een eenigsints toereijkend Tantum van penn: p:r assignatiën op ‘t vaderland is geteld geworden; is dierhalven noodsakelijk geoordeeld, om ingevolge de hier toe van haar Wel Edele Hoog agtb: de Heeren Majores in ‘t Patria, op ons verleende qualificatie uijt d’ aanweesende Scheepen Ridderkerk en Scholtenburg , de Somma van 40400: ducatons te doen ligten; Sullende daar van, Soo na ‘t Vaderland, als na Batavia, de verschuldigde kennisse gegeeven, en welopgem: Heeren meesteren bovensdien onderdanigst versogt werden ons p:r eerste geleegentheijd nog de Somma van 300‘000: guldens hollands geld aan Ducatons te willen laten toekomen, ten eijnde daar uijt d’ ordinaire uijtgaven deeses gouvernements, voor den aanstaanden Jaare te kunnen goedmaken.

Vervolgens Sijn geresumeerd geworden de Reekeningen der arme penn: van de hier te Lande Sijnde vijf kerken, waar van den ontfangst en uijtgaaf, gedurende het voorl: Jaar, hebben bedragen als volgd.


Generaalde montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij armen, bestaande in de volgende, te weeten.
A:o 1769 p:mo Januarij was 't Capitaal   ƒ211433:01:
In dit Jaar bijgekomen
aan aalmoessen ƒ5262:-:
d:o grafsteede d:o 706:18:
d:o Intressen d:o 7973:03:
d:o armbossen d:o 576:10:
d:o Testamentaire en Liberale giften d:o 9:12:
d:o verhuurde gestoeltens d:o 464:08:
    ƒ14992:11:
Gaat af.
Aan onkosten der Armen ƒ11690:13:
d:o onkosten der kerk d:o 1556:14:
d:o winst en verlies d:o 246:16:
    d:o 13494:03:
Blijft onder Ult: Xber 1769   ƒ212931:09:
bestaande in de volgende parthijen.
Aan Cassa over restant ƒ12247:11:
d:o Obligatiën en Custing Brieven d:o 134709:04:
d:o agterstallige Intresten d:o 13635:04:
    ƒ159591:19:
Ornamenten van de kerk ƒ1099:10:
de Diaconij van Stellenbosch d:o 7200:-:
d:o Diaconij van t Land van Waveren d:o 23440:-:
d:o Diaconij van t Swart Land d:o 21600:-:
    d:o 53339:10:
Somma   ƒ212931:09:

Generaalde montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij armen, bestaande in de volgende, te weeten.
A:o 1769 p:mo Januarij was 't Capitaal   ƒ211433:01:
In dit Jaar bijgekomen
aan aalmoessen ƒ5262:-:
d:o grafsteede d:o 706:18:
d:o Intressen d:o 7973:03:
d:o armbossen d:o 576:10:
d:o Testamentaire en Liberale giften d:o 9:12:
d:o verhuurde gestoeltens d:o 464:08:
    ƒ14992:11:
Gaat af.
Aan onkosten der Armen ƒ11690:13:
d:o onkosten der kerk d:o 1556:14:
d:o winst en verlies d:o 246:16:
    d:o 13494:03:
Blijft onder Ult: Xber 1769   ƒ212931:09:
bestaande in de volgende parthijen.
Aan Cassa over restant ƒ12247:11:
d:o Obligatiën en Custing Brieven d:o 134709:04:
d:o agterstallige Intresten d:o 13635:04:
    ƒ159591:19:
Ornamenten van de kerk ƒ1099:10:
de Diaconij van Stellenbosch d:o 7200:-:
d:o Diaconij van t Land van Waveren d:o 23440:-:
d:o Diaconij van t Swart Land d:o 21600:-:
    d:o 53339:10:
Somma   ƒ212931:09:

’/:onderstond:/’

‘Aldus gedaan en getransporteerd in kerken raade aan Cabo de goede Hoop, ten overstaan van mij ondergeteek: als Commissaris politicq den 21: Jann: 1770.’

’/:was geteekend:/ J:W: Cloppenburg.’


Cassa Reekening der Armen Gelde, Soo bevonden is op Ult:mo December 1769.
Debet.
Uijtgegeeven aan alimentatie en diversse benoodigtheeden &:a ƒ982:08:
In Leen van haar Eerw: de kerkenraade van Cabo d:o 9000:-:
 
Credit.
Bij het Sluijten der voorige jaars Reekening, is 'er aan Contanten p:r restant in Cassa gebleeven ƒ1969:03:
Onder de godsdienst in 't Jaar 1769 ontfangen d:o 905:05:
Nog weegens Intressen, giften, kerkegeregtigheden &: d:o 549:-:
Somma ƒ3423:08:
de uijtgaaf hier van afgetrocken d:o 982:08:
Soo blijft dit Jaar nog aan Contanten in Cassa ƒ2441:-:
de uijtstaande Capitalen bedragen d:o 3020:-:
d' agterstallige Intressen d:o 600:-:
de kerke ornamenten d:o 1766:-:
Somma ƒ7827:-:
afgetrocken van de neevenstaande d:o 9000:-:
Blijft aldus Diaconies Cassa Debet ƒ1173:-:
ofte hollands Courrant d:o 938:08:

Cassa Reekening der Armen Gelde, Soo bevonden is op Ult:mo December 1769.
Debet.
Uijtgegeeven aan alimentatie en diversse benoodigtheeden &:a ƒ982:08:
In Leen van haar Eerw: de kerkenraade van Cabo d:o 9000:-:
 
Credit.
Bij het Sluijten der voorige jaars Reekening, is 'er aan Contanten p:r restant in Cassa gebleeven ƒ1969:03:
Onder de godsdienst in 't Jaar 1769 ontfangen d:o 905:05:
Nog weegens Intressen, giften, kerkegeregtigheden &: d:o 549:-:
Somma ƒ3423:08:
de uijtgaaf hier van afgetrocken d:o 982:08:
Soo blijft dit Jaar nog aan Contanten in Cassa ƒ2441:-:
de uijtstaande Capitalen bedragen d:o 3020:-:
d' agterstallige Intressen d:o 600:-:
de kerke ornamenten d:o 1766:-:
Somma ƒ7827:-:
afgetrocken van de neevenstaande d:o 9000:-:
Blijft aldus Diaconies Cassa Debet ƒ1173:-:
ofte hollands Courrant d:o 938:08:

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gedaan en nagezien in kerkevergadering aan Stellenbosch den 3. Januarij 1770. /:was geteekend:/ J: Appeldoorn, D:k de Vos, H:k Cloete, J:ns Conterman, P: Wium de Jonge, A:J: Meijburg, P:W: de Vos. /:in margine:/ Ten mijnen overstaan /:was geteekend:/ A:v:Schoor.’


'T Generaal montant des Capitaals deeser Drakensteijnsche Diaconi armen, bestaat in 't volgende.
Anno 1769: Primo Jann: was 't Capitaal   ƒ11689:06:
In dit Jaar bijgekomen aan Aalmoesen ƒ994:-:
d:o Intresten d:o 504:-:
d:o kerkhofsgeregtigheeden d:o 160:08:
d:o huurbanken d:o 206:10:
d:o armbusschen d:o 109:03:
d:o Testamentaire en Liberaale giften d:o 25:-:
    ƒ1999:05:
    13688:11:
Gaat af.
aan onkosten der armen ƒ521:10:
d:o de kerk en desselfs gebouwen d:o 1240:08:
    d:o 1762:02:
blijft onder Ult:mo December 1769   ƒ11926:09:
bestaande in de volgende parthijen, als.
aan Cassa over restant ƒ1726:09:
d:o obligatiën en Scheepenekennissen d:o 10200:-:
Somma   ƒ11926:09:

'T Generaal montant des Capitaals deeser Drakensteijnsche Diaconi armen, bestaat in 't volgende.
Anno 1769: Primo Jann: was 't Capitaal   ƒ11689:06:
In dit Jaar bijgekomen aan Aalmoesen ƒ994:-:
d:o Intresten d:o 504:-:
d:o kerkhofsgeregtigheeden d:o 160:08:
d:o huurbanken d:o 206:10:
d:o armbusschen d:o 109:03:
d:o Testamentaire en Liberaale giften d:o 25:-:
    ƒ1999:05:
    13688:11:
Gaat af.
aan onkosten der armen ƒ521:10:
d:o de kerk en desselfs gebouwen d:o 1240:08:
    d:o 1762:02:
blijft onder Ult:mo December 1769   ƒ11926:09:
bestaande in de volgende parthijen, als.
aan Cassa over restant ƒ1726:09:
d:o obligatiën en Scheepenekennissen d:o 10200:-:
Somma   ƒ11926:09:

’/:was geteekend:/’

‘P:v:d:Spuij, J:n de Villiers, P:l Roux, R:v:D: Merwe, P: de Villiers P:zoon, Pieter Blignaut, J:P: Roux, Pieter Joubert gz:, Isak Nel, J: Coetzer. /:in margine:/ Ten mijnen overstaan /:en geteekend:/ A: v: Schoor.’


Reekening nopens den staat der armen Cassa in 't Land van Waveren , onder Ult:mo December 1769.
1768 [.....] Decb: Was't restant der in Cassa gebleevene Contanten ƒ340:11:
In dit Jaar bijgekomen.
Aan Contant, ter leen ontfangen, om nog onafgedane reekeningen te voldoen, van een nieuw predikants wooning d:o 3300:-:
onder het doen van de godsdienst geCollecteerd d:o 689:09:
wegens kerkegeregtigheeden ingekomen d:o 132:-:
van Swellendam ingekomen d:o 96:06:
    ƒ4558:10:
Daar van gaat af.
over het voldoen van nog diversse reecq:gen ensz: mitsg:s het voorsien van kerk en predikants wooning en andere diversse benodigtheeden   d:o 3753:02:
Blijvende dus onder dato deeser per Restant   ƒ805:08:
daar en teegen is deese kerk aan de Diaconij van Cabo de goede Hoop Debet, volgens diversse Scheepenen kennissen ƒ29300:-:
waar van detraheere, de bovengem: nu p:r restant blijvende Contanten d:o 805:08:
Soo dat deese kerk thans aan die van Cabo de goede Hoop debet blijft   ƒ28494:08:
Ofte aan hollands Cour:t geld   ƒ22795:12:

Reekening nopens den staat der armen Cassa in 't Land van Waveren , onder Ult:mo December 1769.
1768 [.....] Decb: Was't restant der in Cassa gebleevene Contanten ƒ340:11:
In dit Jaar bijgekomen.
Aan Contant, ter leen ontfangen, om nog onafgedane reekeningen te voldoen, van een nieuw predikants wooning d:o 3300:-:
onder het doen van de godsdienst geCollecteerd d:o 689:09:
wegens kerkegeregtigheeden ingekomen d:o 132:-:
van Swellendam ingekomen d:o 96:06:
    ƒ4558:10:
Daar van gaat af.
over het voldoen van nog diversse reecq:gen ensz: mitsg:s het voorsien van kerk en predikants wooning en andere diversse benodigtheeden   d:o 3753:02:
Blijvende dus onder dato deeser per Restant   ƒ805:08:
daar en teegen is deese kerk aan de Diaconij van Cabo de goede Hoop Debet, volgens diversse Scheepenen kennissen ƒ29300:-:
waar van detraheere, de bovengem: nu p:r restant blijvende Contanten d:o 805:08:
Soo dat deese kerk thans aan die van Cabo de goede Hoop debet blijft   ƒ28494:08:
Ofte aan hollands Cour:t geld   ƒ22795:12:

’/:was Geteekend:/’

‘R: Harders, vDm, J: du Toit, Jacob:s Theron, Jan Gysb:t Olivier, G:H: Meijer, /:in margine:/ ten mijnen overstaan /:en geteek:/ A: v: Schoor.’


Reekening nopens den Staat der armen Cassa in 't Swart Land , onder Ult:mo December 1769.
1768
ult: X ber: was 't restant der in Cassa geblevene Contanten ƒ815:07:
In dit Jaar bijgekomen aan aalmoesen d:o 367:09:
kerkegeregtigheeden en willige giften d:o 56:01:
    ƒ1239:01:
Daar van gaat af, diversse onkosten tot 't repareeren der kerk, en kosters wooning, alles volgens overgeleeverde reecq:, mitsg:s wegens eenige andere benodigtheeden   d:o 750:11:
dus blijft onder dato p:r restant   ƒ488:06:
Daar en teegen is deese Diaconij aan die van Cabo de goede Hoop, volgens diversse Scheepenen kennissen debet ƒ27000:-:
waar van detraheere de bovengemelde nu p:r restant blijvende Contanten d:o 488:06:
Soo dat deese kerk nog debet blijft   d:o 26511:10:
ofte aan hollands Cour:t geld   d:o 21209:06:

Reekening nopens den Staat der armen Cassa in 't Swart Land , onder Ult:mo December 1769.
1768
ult: X ber: was 't restant der in Cassa geblevene Contanten ƒ815:07:
In dit Jaar bijgekomen aan aalmoesen d:o 367:09:
kerkegeregtigheeden en willige giften d:o 56:01:
    ƒ1239:01:
Daar van gaat af, diversse onkosten tot 't repareeren der kerk, en kosters wooning, alles volgens overgeleeverde reecq:, mitsg:s wegens eenige andere benodigtheeden   d:o 750:11:
dus blijft onder dato p:r restant   ƒ488:06:
Daar en teegen is deese Diaconij aan die van Cabo de goede Hoop, volgens diversse Scheepenen kennissen debet ƒ27000:-:
waar van detraheere de bovengemelde nu p:r restant blijvende Contanten d:o 488:06:
Soo dat deese kerk nog debet blijft   d:o 26511:10:
ofte aan hollands Cour:t geld   d:o 21209:06:

’/:onderstond:/’

‘Aldus gedaan, en nagesien ter kerkvergaderinge in ‘t Swart Land , datum als boven. /:was geteek:d:/ Gerardus Croeser, v:d:m, Michiel Basson, Hendrik van der Westhuijsen, P: v: d: Bijl, Matthijs Mich: Basson, P: Joh:s Louw, J:hs v: Aarde /:in margine:/ ter mijnen overstaan /en geteek:d/ A: v: Schoor.’

In opzigte welker reecq:gen verstaan is, dat deselve volgens gebruijk, in copia naar ‘t vaderland Sullen werden overgezonden.

Ook is op heeden nagezien, de Reekening der weesgelden, Sodanig als deselve onder Ult:mo December d’ A:o pass:o ter weescamer alhier zijn bevonden, namentlijk.


Generale Reekening der wees Camer aan Cabo de goede Hoop, onder Ult:mo Decemb:r 1769.
1769.
p:mo Jann: was 't Capitaal op de Boeken Rd:s 291821:1: te weten over het geene de Boedels wegens derselver meerdere uijtgaaf dan ontfangst aan de Boeken te quaad waaren   rd:s 5951:03:
over het geene alsoo nog op de Boeken resteerde   d:o 285869:46:
makende te Samen voorsz: Capitaal van     Rd:s 291821:01:
In dit Jaar bijgekoomen
op de Boeken als:
Over de op intrest uijtstaande Capitalen verscheene renten   d:o 9122:15:
d:o nieuwe bewijzen   d:o 8349:-:
d:o de tot voordeel der weesen ingekomene penningen   d:o 16907:30:
op de openstaande Boedel reekeningen   d:o 57057:12:
      d:o 91436:09:
Afgegaan.
op de Boeken als:
over betaalde bewijzen   rd:s 1860:29:
d:o uijtgegeevene Contanten tot voldoening en onderhoud der weesen, mitsg:s Camer ongelden   d:o 13255:26:
op de openstaande Boedelreekeningen   d:o 63465:23:
      d:o 78581:30:
Resteerd onder dato deeses een Somma van   Rd:s 304675:28:
Evengemelde Capitaal bestaat.
In diversse verband Brieven   rx 243363:-:
d:o verscheene Intresten rd:s 57601:14: d:o 10119:25:
dog daar van afgetrocken zijnde het debet der Boedels, groot d:o 6408:11:
blijft het restant der Cassa groot   d:o 51193:03:
      d:o 304675:28:

Generale Reekening der wees Camer aan Cabo de goede Hoop, onder Ult:mo Decemb:r 1769.
1769.
p:mo Jann: was 't Capitaal op de Boeken Rd:s 291821:1: te weten over het geene de Boedels wegens derselver meerdere uijtgaaf dan ontfangst aan de Boeken te quaad waaren   rd:s 5951:03:
over het geene alsoo nog op de Boeken resteerde   d:o 285869:46:
makende te Samen voorsz: Capitaal van     Rd:s 291821:01:
In dit Jaar bijgekoomen
op de Boeken als:
Over de op intrest uijtstaande Capitalen verscheene renten   d:o 9122:15:
d:o nieuwe bewijzen   d:o 8349:-:
d:o de tot voordeel der weesen ingekomene penningen   d:o 16907:30:
op de openstaande Boedel reekeningen   d:o 57057:12:
      d:o 91436:09:
Afgegaan.
op de Boeken als:
over betaalde bewijzen   rd:s 1860:29:
d:o uijtgegeevene Contanten tot voldoening en onderhoud der weesen, mitsg:s Camer ongelden   d:o 13255:26:
op de openstaande Boedelreekeningen   d:o 63465:23:
      d:o 78581:30:
Resteerd onder dato deeses een Somma van   Rd:s 304675:28:
Evengemelde Capitaal bestaat.
In diversse verband Brieven   rx 243363:-:
d:o verscheene Intresten rd:s 57601:14: d:o 10119:25:
dog daar van afgetrocken zijnde het debet der Boedels, groot d:o 6408:11:
blijft het restant der Cassa groot   d:o 51193:03:
      d:o 304675:28:

’/:onderstond:/’

‘Ter weesCamer aan Cabo de goede Hoop Ult:mo December 1769. /:Laeger:/ Continueerende en aankomende weesmeesteren /:was geteekend:/ J: V: Plettenberg, J:F:W: Bottiger, M:A: Bergh, J:A: la Febre, G:H:k Cruijwagen, J:s van Sittert /:in margine:/ afgaande weesmeesteren /:en geteekend:/ J: v Reenen, J:s Fischer.’

Sijnde wijders, aan den Landdrost van Stellenbosch en Drakensteijn , Lucas Sigismundus Faber, op desselfs diesweegens gedaan versoek, toegestaan, onder ‘S Comp:s papieren, een Request aan de Heeren Majores in ‘t Patria over te Senden, om met de qualiteijt en gagie van onderCoopman te mogen werden begunstigt; Sullende ter Consideratie van het goed Comportement van gem: Faber, en het genoegen dat Steeds in het waarneemen zijner dienst heeft gegeeven, desselfs voorsz: versoek, met een favorabel voorschrijvens aan hoogstged: Heeren Meesteren, werden geappuijeerd.

Den oud Commissaris van Civiele en huwelijx zaaken, Lambert Mijburg, als grootvader en voogd van desselfs klijn Soontje Jonas van der Poel, bij geschrifte Seer instantig versogt hebbende, om het gem kind, Sijnde thans Elf Jaaren oud, met een der presente retourscheepen, naar ‘t vaderland te mogen oversenden; is goedgevonden, Sulx aan hem t’ accordeeren, onder betaling van ‘t daar toe Staande Transport en Costgeld, voor ‘t Logies en Tractament in de Cajuijt: onder welke Conditie ook aan den Burger deeser plaatse Johan Christoff Carel Heijse toegestaan Sijnde, derwaards te vertrecken, is wijders aan den meede Burger Jan Christoph Bletterman, ter zaake aan desselfs behoeftigen toestand, voor de kost Scheepsdienst doende, insgelijx passagie met een van ‘S Comp:s Scheepen naar ‘t Patria vergund.

Voorts is, op het in Scriptis gedaan Supplicq van den zadelmaker Johan George Renner, Seeker ‘S E Comp:s Slaven Jongetje in name Jurgen van Elisabeth Jacoba Petronella, van de Caab, oud omtrent Agthien maanden, uijt Slavernije ontslagen en in vrijdom gesteld, mits voor deselve de Somma van Een hondert guld:s Indische valuarie in ‘S E Comp:s Cassa alhier werde voldaan.

En dewijl bij nadere Resumptie der procuratiën en zoldij Reecq:, is komen te blijken dat deselve volgens d’ ordre der E: Comp:n door den heer Independ:t Fiscaal M:r Joachim van Plettenberg ondersogt en wel bevonden zijn; is dierhalven aan d’ Eijgenaars der voorsz: reecq: gepermitteerd, deselve aan haare resp: gemagtigdens in ‘t vaderland over te maken.

Sijnde laatstelijk den Sold:t Christiaan Lievregt kluge, vermits Seedert eenigentijd ter Secretarije van Justitie ten genoegen aan de penne heeft dienst gedaan, g’advanceerd tot Adsistent à ƒ20: p:r maand, onder een nieuw drie jaarig verband; en denselven wijders gequalificeerd, om den dienst als geswooren Clercq ter voorsz: Justitieele Secretarije, provisioneel waar te neemen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Dage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P:Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor.

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 84-104.

Dingsdag den {17700220} 20 febr: 1770.

‘S voormiddags alle present.

Heeft den Heer Independent Fiscaal M:r Joachim van Plettenberg, ingevolge ende ter voldoening van ‘t ter Sessie van den 13: deeser, van zijn E: geinjungeerde ondersoek, noopens het Stooten van ‘t aanweesend Retourschip Popkensburg , aan de Oost wal deeser Bhaaij, en het geene verders den Schipper dier kiel Jan Abel, in ‘t bijzonder is ten laste gelegd, heeden het onderstaande Schriftelijk berigt in Raade overgeleeverd.

‘Wel Ed: Gestr: en E: Agtb: Heer en Heeren.’

‘Bij Resolutie van den 13: deeser, aan den Ondergeteekende zijnde ter hand gesteld, Sodanig een Rapport, als door den Heer Equipagiemeester deeser plaatse, beneevens Twee alhier ter dier tijd aanweesende Schippers, raakende de visitatie van ‘S Comp:s Bodem, Popkensburg , en de Journalen van de op dien bodem Commandeerende officieren, aan den Wel Edelen Gestrengen Heer Gouverneur was overhandigt geworden, ten eijnde zig te informeeren, ofte ook uijt dies Inhoude, dan wel andere bewijsStucken, quam te geblijken, dat de op dien Bodem bevel voerende Officieren, en wel insonderheijd, den Schipper Jan Abel, zig in het opzeijlen na deese Rheede, aan eenige pligtversuijm of agteloosheijd hadden Schuldig gemaakt, dan wel dat gemelden Jan Abel, Soo als bij gerugt alhier verspreijd was, Sig ter dier tijd, Sodanig in den Dranke te buijten gegaan had, dat niet in Staat was geweest, omme in behoorlijke ordre, het Commando te voeren, en dus geleegentheijd gegeeven zouden hebben, dat met dien Bodem Soo verre aan de Oost wal deeser Bhaaij op ondiep water ten anker hadden moeten koomen, dat tot diversse maalen gestooten heeft; Omme bij bevinding van Schuld, vervolgens Sodanig besluijt dies aangaande te neemen, als de omstandigheeden Souden koomen te vorderen; Soo heeft den ondergeteekende, ter bereijking van benoodigde onderrigting daar omtrent, van de Opper en Onder Stuurlieden, beneevens den Oppermeester dies Bodems, de hier neevens overgelegde verklaringen afgenoomen, waar bij nog naderhand gevoegd heeft, Sodanig een Attestatie, van den FisCaal der Retourvloot, de Heer Bernardus Brouwer, welke zig insgelijx ter dier tijd op voormelden Bodem bevonden heeft, als deesen meede is versellende.’

‘Uijt welkers geCombineerde inhoud, aan den ondergeteekende is komen te geblijken, dat den Schipper Jan Abel, nog in het Zeijlen langs de Caabsche Wal, nog in het opzeijlen der Rheede alhier, tot dat onder den Oostwal ten Anker gekoomen Sijn eenigsints beschonken geweest is, ofte buijten Staat van een goed Commando te voeren, maar dat ter Contrarie geduurende al dien Tijd, behoorlijk en na Zeemans Stijl, het bevel gevoerd, en aldus daar door geen oorsaak gegeven heeft, dat zoo na aan de overwal sijn komen te vervallen, als wordende door den opperstuurman getuijgd, dat Sulx veroorsaakt geworden was, door dien het Schip weijgerde te wenden: Ja Selfs dat dien Schipper, nadat het Schip reets voor het tweede anker lag, op nieuws aan den onderstuurman gelast had, van zig wederom na den rust te begeeven, en wel degelijk toe te zien, of hun Bodem vast lag, zonder dat dien onderstuurman in het doen van Rapport, hoedanig hetselve bevonden had, aan gemelde Schipper eenige dronkenschap bespeurd heeft, worden insgelijx van den oppermeester betuijgd, dat hij geduurende dien tijd dat het Schip gezeijld heeft, en vervolgens ten anker gekomen is, mitsg:s vast voor anker heeft geleegen, niet heeft kunnen bespeuren, dat den Schipper door genuttigden drank, onbequaam of beschonken geweest was, maar dat het Commando volgens sijne dagelijxe gewoonte gevoerd heeft, waarmeede de attestatie van den Fiscaal der retourvloot accordeert, als deponeerende, dat voorsz: Jan Abel, ten tijde het Schip voor het tuijanker vast geleegen had, nog niet beschonken geweest was.’

‘Hoe voordeelig nu ook deese verklaringen voor den Schipper meugen Sijn, is hij nogtans niet gantsch en gaar aan de hem te last gelegde dronkenschap onschuldig, dewijl uijt alle vier verclaaringen komt te Consteeren, dat na eenigen tijd ten anker gelegen te hebben, hij Jan Abel, door het Successive drinken van eenige glasen wijn, dan wel een Soopje, eenigsints beschonken geraakt is, evenwel niet in Sodanig een maate, dat geheel en al, onbequaam is geweest, dewijl nog met den opperstuurman volgens desselfs verClaring, over Scheeps affaires gesproken heeft; Den ondergeteekende verder met behoorlijke attentie, het hier bovengemelde Rapport nageleesen hebbende, heeft uijt dies Inhoud ontwaard, dat de Heer Equipagiemeester, en de Twee Schippers welke hetselve hebben ingeleevert, van gedagten Schijnen te Sijn; dat de overheeden van het Schip popkensburg in het opzeijlen na deese rheede, zig eenigermate aan onvoorsigtigheijd hebben Schuldig gemaakt, dewijl het voor henlieden raadsaamst geweest was, van immediaat, na dat de ZO:te wind Sterk was begonnen door te komen, naar het Robben Eijland af te houden, voor al om dat het vuur aldaar was brandende; en het niet te laten doorstaan, tot dat op 11: vademen water gekomen, resolveerden te wenden, dewijl als dan tijd en gelegentheijd genoeg gehad Souden hebben, omme in Cas van noodsakelijkheijd, het Schip voor de wind om te brengen, daar zij nu eensdeels betrouwende dat het Schip niet weijgeren zoude, en anderdeels door de donkerheijd, misleijd, het te ver hebben laaten doorstaan, omme daar van gebruijk te kunnen maken, dewijl het Schip als doen, niet na het Roer willende luijsteren, met Sijne op de Stengen leggende Seijlen, al gaande weg agteruijt en na de lager wal gedeijnst is, dermaten, dat Subietelijk tot op 7: & 5 vademen water gekomen, het dagelijx anker hebben moeten laaten vallen, waar van een half Touw uijtgestooken hebbende, is hetselve komen te breeken, wanneer voor hun thuij anker op 4: vademen zijn blijven leggen.’

‘Den ondergeteekende de toedragt der Saaken in overweeging genoomen hebbende, vermeend geen genoegsame grond te hebben, omme teegens gemelde Jan Abel in regten te ageeren, ofte denselven uijt oorsake van pligtversuijm te actioneeren, als denkende dat de facheuse omstandigheeden, waarin vervallen geweest zijn, niet zoo Seer aan eenige versuijmenisse, onkunde ofte andere diergelijke Strafbaare beweegoorsaken toe te Schrijven Sijn, als wel op het al te groot vertrouwen, dat hij Abel en de andere Scheeps Officieren hadden, dat hunnen Bodem niet weijgeren Soude van te wenden, waar op Sijlieden het al te lang hebben laaten aanloopen, te meer dewijl door de donkerheijd in het onseekre waaren hoe verre hun kiel Sig naar den oostwal bevond, waar door zij aldus te laat de nadeelige gevolgen hunner goed betrouwen ondervonden, en genoodsaakt wierden, vermits Schielijk tot op 5: vademen waters quamen, van voor anker te gaan leggen; En dewijl de opgetijde, en ook gedeeltelijk waar bevondene dronkenschap van den Schipper, geen de minste reeden gegeeven heeft, dat Zij met hunnen bodem op die plaatse gekomen Sijn, als wordende van alle de attestanten, onder Eede betuijgd, dat hij geensints in al dien tijd, door de genuttigde drank onbequaam geweest is, omme het Commando te voeren, maar dat hij ter Contrarie, na Zeemans Steijl, en zoo als dagelijx gewoon was, het nodige bevolen heeft, Sijnde nadat reets ten anker lagen, door het Successive drinken van eenige glaasen wijn tamelijk beschonken geworden, dog volgens verclaring van den opperstuurman, niet sodanig, of hij heeft nog met hem over Scheeps affaires gesprooken.’

‘Den ondergeteekende, verre van hem in het te buijten gaan in den Dranke te willen verschoonen, als Sijnde buijten tegenspraak het gevaarlijxte, en tegelijk veragtelijkste aller gebreeken, waar aan een Zeeman Sig kan Schuldig maken, vermeend nogthans, dat in deesen voorden Schipper seer militeerd, dat hij in geenen deele bekend Staat, voor iemand die werk maakt van zig dronken te drinken, blijkens de verClaringen van den onderstuurman, die te vooren reets op een en deselfde bodem met hem gevaaren heeft, en van den Fiscaal der Retourvloot, die insgelijx betuijgd, van denselven geduurende de reijse nooijt beschonken gesien te hebben, waar door men Soude kunnen denken dat door Chagrijn over het noodlottig geval, iets meerder als gewoon was, gebruijkt heeft, ofte ook dat de onsteltenisse, vrees, en andere, op dien tijd Seekerlijk in hem Samen geloopen hebben hartstogten, hem eerder als in tranquile tijden, hebben doen beschonken worden. Hoe onverschonelijk het nu ook is, dat iemand in welke omstandigheden het ook weesen mag, zijnen toevlugt tot den Drank neemt, ofte zig eeniger maate exponeerd, van door deselve bevangen te worden, Soo denkt den ondergeteek:de dat het geval in questie niet in die Termen is, dat den Schipper daar over in regten kan aangesprooken worden; weshalven den ondergeteekende de vrijheijd neemt, UW Ed: gestr: en E: Agtb: te versoeken van die affaire in politiken Raade af te doen, en hem Schipper onder Serieuse bestraffing, over dat zig eeniger mate te buijten gegaan heeft, over desselfs onvoorsigtigheijd, en al te groot vertrouwen, waar op het te lang heeft laaten aanlopen, in Sodanig eene amande ten voordele voor d’ E Comp:ne te Condemneeren, als UW. Ed: gestr: en E: Agtb: met het voorgevallene evenreedig Sullen oordeelen, dan wel daar omtrent zodanige besluijten te neemen, als deselve ten meesten nutte der Comp:ne Sullen bevinden te behooren.’

‘Waar meede de onder geteekende hoopt, voldaan te hebben aan UW Ed: gestr: en E: Agtb:s Resolutie, en heeft de Eere deesen te laten dienen voor berigt &:a’

’/:was Geteekend:/’

‘J: V: Plettenberg. /:in margine:/ Overgegeeven in Politicquen Raade den 20: Febr 1770.’

Welken Schriftuur geleesen en over dies Inhoude gebesoigneerd weesende, is hier op verstaan den Schipper Jan Abel, wegens desselfs begane en in ‘t voorsz: berigt van opgem: Heer Independent fiscaal ter needer gestelde fout, Scherpelijk te reprimendeeren, en denselven voorts te Condemneeren in een boete van Ses maanden gagie ten behoeve der E: Comp:ne, om daar voor op desselfs reecq: te werden belast.

Door den met het voorseijde Schip Popkensburg alhier aangelanden fiscaal der Retourvloot Bern:s Brouwer, en den p:r de vrouwe Geertruijda repatrieerende onderCoopman M:r Jacob Haksteen, Seer instantig versogt geworden Zijnde, dat aan haarl: mogte werden toegestaan van derselver voorsz: bescheijde bodems af, en d’ Eerstgem: op de vrouwe Geertruijda , mitsg:s de laatstgenoemde op Aschat te mogen overgaan, is goed gevonden Sulx aan deselve t’ accordeeren.

Sijnde daar en teegen aan den met het meerm: Schip de vrouwe Geertruijda van Ceijlon hier gekoomen Boekhouder Johan Jochem Sweedberge, op desselfs diesweegens in Schriptis gedaan Supplicq gepermitteerd, eenigen tijd met Stilstand van gagie, ter deeser plaatse over te blijven, ten eijnde voor desselfs Jigtquaal, de warme Baden te kunnen gebruijken.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 105-107.

Maandag den {17700226} 26: febr: 1770.

‘S voormiddags alle present.

Vermits uijt eene Secretariale verClaaring door den ondermeester, mitsg:s Bootman en Constapel van het aanweesend’ Ceijlons Retourschip de vrouw Geertruijda verleend, is koomen te blijken; dat wanneer gem: Bodem in de maand Maij des voorl: Jaars, zig op desselfs uijtreijse ter deeser rheede was bevindende, op denselven meede is bescheijden geweest, den thans in ‘S E: Comp:s hospitaal alhier leggenden Tamboer Roedolf Beus van Dantzig, die ter dier tijd nevens eenig ander volk aan een Takel loopende, om eenige goederen uijt het ruijm te heijssen, het ongeluk heeft gehad, om van ‘t Dek tot beneeden in ‘t ruijm te vallen, en daar door desselfs regter dijebeen te breeken: en dat wijders volgens de dieswegens meede verleende attestatie der beijde opperchirurgijns van ‘t voorsz: hospitaal, gedagte breuk van dat gevolg is geweest, dat gem: Roedolf Beus het gebruijk van desselfs gantsch regterbeen daar door voor altoos ten eenemaal heeft verlooren; Is dierhalven verstaan dat aan meerm: Roedolf Beus, tot vergoeding van dies, de Somma van vier hondert guld:s holl: uijt ‘S E: Comp:s Cassa zal werden betaald.

Sijnde voorts aan den burger Hend:k Brand, op zijn hier om gedaan versoek, gepermitteerd, om nevens desselfs huijsvrouw, met een der aanwesende schepen na Batavia te vertrecken, mits alvorens het daar toe Staande Transport en Costgeld in ‘S E: Comp:s Cassa alhier betalende.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hackers

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 108-125.

Dingsdag den {17700320} 20 Maart 1770

‘S voormiddags alle present, behalven den Edelen Heer gouverneur Rijk Tulbagh, mitsg:s d’ E E:s Oloff Martini Bergh en Dirk Westerhoff bij Indispositie.

Door den Heer Secunde en hoofd administrateur Jan Willem Cloppenburg met versoek van daar op dispositie te mogen erlangen, geproduceerd zijnde, de volgende Memorie.

‘Memorie van ‘t nabesz: ijser, Hop, Zeep, Olijven Olij, Bieren Houtwerken en diversse andere goederen, uijt d’ onderstaande Scheepen, Soo te kort, gebrooken, bij pijling minder, als tot opvullen verbruijkt, als meede de Leijfeijgenen in de Ses Jongst gepasseerde maanden door de natuurlijke dood overleeden, en ‘t vee in gemelde tijd Soo verrekt als door ‘t wild gedierte vernield, alles volgens verclaringen blijkende, namentlijk’


Uijt Burgh
afsz. 703: lb gesort: ijser, bij naweeging van 55000 lb te kort.
verkoopen. 2: p:s ijsere Potten op 40 p:s gebrooken.
8: d:o Coornschoppen op 100 p:s in 2: Cassen N:o 104, 105 gebrooken.
Afsz: 4 1/2 vaten Theer tot opvullen van 20 1/2 vaten verbruijkt.
verkoopen 24 p:s Sparren van 15 d:o 18 v:t op 100 p:s gebrooken
9: p:s Sparren van 30 d:o 36 v:t op 50 p:s
6: p:s Juffers van 30 d:o 36 v:t op 30 p:s
1: p:s greene rip van 4 d:o 5 d:m op 10 p:s
2: p:s greene latten van 2:d:o 3d:m op 10 p:s
8: p:s d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 2d:m op 70 p:s
5: p:s d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 1 1/2 d:m op 70 p:s
5: p:s d:o d:o d:o 1 d:o 2 d:m op 70 p:s
25: p:s d:o d:o d:o 1 d:o 1 1/2 d:m op 70 p:s
1: p:s greene Deel van 2 1/2 d:o op 50 p:s
6: p:s d:o d:o d:o 2 d:o 1 1/2 d:m op 200 p:s
4: p:s d:o d:o d:o 1 1/2 d:o op 100 p:s
18 p:s d:o d:o d:o 1 1/4 d:o op 250 p:s
24 p:s d:o d:o d:o 1 d:o op 300 p:s
10 p:s greene gesaagde deelen op 100 p:s gebroken
afschrijven 54 lb Hop op 500 lb in 4 vaten alle gemk:t N:o 112, Sijnde van een dier vaten, door bijgekomene nattigheijd ofte broeijing der Rondhouten desselfs Emballagie vergaan, mitsg:s drie duijgen aan Stucken en dus muf en onbruijkbaar bevonden, ende Sulx ter presentie van de Scheeps overheeden.
63 lb marcelliaanse Zeep op 1000 lb in 3: kassen alle N:o 61: bij naweeging te kort.
 
Uijt de Vrouwe Geertruijda
afschrijven 18: Cann: Clappus olij op 8 halfamen waar van 3 v:n 3 d:m wan zijnde 4 11/16 pCt: netto
 
Uijt de Bodt
afsz 80: Cannen olijven olij op 25 halfamen pijlende ieder 2 d:m wan.
 
Uijt Ridderkerk
verkoopen 14 p:s gr: deelen van 1 1/2 d:m op 350 p:s gebroken
 
Uijt Alkemade .
verkoopen 2: p:s gr: deelen van 2 d:m op 100 p:s gebrooken.
 
Uijt Veldhoen
afsz. 382 lb gesort: ijser bij naweegen van 30000 lb minder.
verkoopen 2: p:s ijsere Potten op 70 p:s gebrooken.
30 p:s koornschoppen op 100 p:s in Een Cas N:o 4: gebrooken.
afsz. 32: kann: olijven olij op 10 half amen bij pijling ieder 2 d:m wan.
32: d:o Lijn olij op 10 half amen bij pijling ieder 2: d:m wan.
2/15: kelder Brandewijn op 1 kelder gebroken
6: kann: wijntint op 1: halfaam Sijnde 3: d:m wan
4 4/5 vaten ankers Bier op 50 vaten bij pijling minder Sijnde 32 van 3 en 18 van 4 d:m wan.
Inneemen 600 p:s Boutelle kurken, bij 't openen van twee Cassen N:o 3, 4: met Boutelles, dog voorsz: kurken bij de Factuur niet aangereekend.
afschrijven 3 3/4: Vaten Theer tot opvullen van 21 1/4 vaten verbruijkt.
verkoopen 9270: p:s grauwe moppen op 20000 p:s gebroken
6115: p:s geele klinckers op 20000 p:s
6: p:s sparren van 30 d:o 36 v:t op 25 p:s
2: p:s Juffers van 30 d:o 36 v:t op 15 p:s
1: p:s gr: Rib van 3 d:o 4 v:t op 10 p:s
1: p:s gr: Lat van 2: d:o 3 v:t op 5 p:s
4: p:s d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 2 v:t op 35 p:s
3 p:s d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 1 1/2 v:t op 35 p:s
2: p:s d:o d:o d:o 1 d:o 2 v:t op 35 p:s
6: p:s d:o d:o d:o 1 d:o 1 1/2 v:t op 35 p:s
14: p:s gr: Deelen van 1 1/2 op 100p:s
6: p:s d:o d:o d:o 1 1/4 op 100p:s
8: p:s d:o d:o d:o 1 op 150p:s

Uijt Burgh
afsz. 703: lb gesort: ijser, bij naweeging van 55000 lb te kort.
verkoopen. 2: p:s ijsere Potten op 40 p:s gebrooken.
8: d:o Coornschoppen op 100 p:s in 2: Cassen N:o 104, 105 gebrooken.
Afsz: 4 1/2 vaten Theer tot opvullen van 20 1/2 vaten verbruijkt.
verkoopen 24 p:s Sparren van 15 d:o 18 v:t op 100 p:s gebrooken
9: p:s Sparren van 30 d:o 36 v:t op 50 p:s
6: p:s Juffers van 30 d:o 36 v:t op 30 p:s
1: p:s greene rip van 4 d:o 5 d:m op 10 p:s
2: p:s greene latten van 2:d:o 3d:m op 10 p:s
8: p:s d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 2d:m op 70 p:s
5: p:s d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 1 1/2 d:m op 70 p:s
5: p:s d:o d:o d:o 1 d:o 2 d:m op 70 p:s
25: p:s d:o d:o d:o 1 d:o 1 1/2 d:m op 70 p:s
1: p:s greene Deel van 2 1/2 d:o op 50 p:s
6: p:s d:o d:o d:o 2 d:o 1 1/2 d:m op 200 p:s
4: p:s d:o d:o d:o 1 1/2 d:o op 100 p:s
18 p:s d:o d:o d:o 1 1/4 d:o op 250 p:s
24 p:s d:o d:o d:o 1 d:o op 300 p:s
10 p:s greene gesaagde deelen op 100 p:s gebroken
afschrijven 54 lb Hop op 500 lb in 4 vaten alle gemk:t N:o 112, Sijnde van een dier vaten, door bijgekomene nattigheijd ofte broeijing der Rondhouten desselfs Emballagie vergaan, mitsg:s drie duijgen aan Stucken en dus muf en onbruijkbaar bevonden, ende Sulx ter presentie van de Scheeps overheeden.
63 lb marcelliaanse Zeep op 1000 lb in 3: kassen alle N:o 61: bij naweeging te kort.
 
Uijt de Vrouwe Geertruijda
afschrijven 18: Cann: Clappus olij op 8 halfamen waar van 3 v:n 3 d:m wan zijnde 4 11/16 pCt: netto
 
Uijt de Bodt
afsz 80: Cannen olijven olij op 25 halfamen pijlende ieder 2 d:m wan.
 
Uijt Ridderkerk
verkoopen 14 p:s gr: deelen van 1 1/2 d:m op 350 p:s gebroken
 
Uijt Alkemade .
verkoopen 2: p:s gr: deelen van 2 d:m op 100 p:s gebrooken.
 
Uijt Veldhoen
afsz. 382 lb gesort: ijser bij naweegen van 30000 lb minder.
verkoopen 2: p:s ijsere Potten op 70 p:s gebrooken.
30 p:s koornschoppen op 100 p:s in Een Cas N:o 4: gebrooken.
afsz. 32: kann: olijven olij op 10 half amen bij pijling ieder 2 d:m wan.
32: d:o Lijn olij op 10 half amen bij pijling ieder 2: d:m wan.
2/15: kelder Brandewijn op 1 kelder gebroken
6: kann: wijntint op 1: halfaam Sijnde 3: d:m wan
4 4/5 vaten ankers Bier op 50 vaten bij pijling minder Sijnde 32 van 3 en 18 van 4 d:m wan.
Inneemen 600 p:s Boutelle kurken, bij 't openen van twee Cassen N:o 3, 4: met Boutelles, dog voorsz: kurken bij de Factuur niet aangereekend.
afschrijven 3 3/4: Vaten Theer tot opvullen van 21 1/4 vaten verbruijkt.
verkoopen 9270: p:s grauwe moppen op 20000 p:s gebroken
6115: p:s geele klinckers op 20000 p:s
6: p:s sparren van 30 d:o 36 v:t op 25 p:s
2: p:s Juffers van 30 d:o 36 v:t op 15 p:s
1: p:s gr: Rib van 3 d:o 4 v:t op 10 p:s
1: p:s gr: Lat van 2: d:o 3 v:t op 5 p:s
4: p:s d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 2 v:t op 35 p:s
3 p:s d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 1 1/2 v:t op 35 p:s
2: p:s d:o d:o d:o 1 d:o 2 v:t op 35 p:s
6: p:s d:o d:o d:o 1 d:o 1 1/2 v:t op 35 p:s
14: p:s gr: Deelen van 1 1/2 op 100p:s
6: p:s d:o d:o d:o 1 1/4 op 100p:s
8: p:s d:o d:o d:o 1 op 150p:s


Uijt de Jonge Samuel
afsz 374 lb gesort: ijser bij naweeging van 30000 lb te kort.
verkoopen 1: p:s ijsere pot op 70 p:s gebrooken
13: p:s Coornschoppen op 100 p:s in een Cas N:o 1 gebrooken.
afsz. 34 8/10 kann: Olijven olij op 10: half amen bij pijling minder als 9 van 2: en 1 van 3 d:m wan.
1/15 kelder gedistil: wateren op 1 kelder gebrooken
6: kann: wijn tint op Een half Aam Sijnde 3: d:m wan.
2 1/3 Vaten Ankers Bier op 25 vaten bij pijling minder als 3 van 2, 13 van 3, 7 van 4: en 2 van 5 d:m wan.
verkoopen 6580 p:s grauwe moppen op 15000 p:s gebrooken
3745 p:s geele klinkers op 15000. p:s
1: p:s gr: Lat van 2 op 3 d:m op 5. p:s
2: p:s d:o d:o d:o 1 1/2 op 3 d:m op 10 p:s
6: p:s d:o d:o d:o 1 1/2 op 1 1/2 d:m op 35 p:s
4 p:s d:o d:o d:o 1 1/2 op 2 d:m op 35 p:s
8: p:s d:o d:o d:o 1 op 1 1/2 d:m op 35 p:s
3 p:s d:o d:o d:o 1op 2d:m op 35 p:s
6 p:s gr: Deelen van 2 d:m op 100 p:s
10 p:s d:o d:o d:o 1 1/4 op 150 p:s
6: p:s gr: Lat van 1 op 150 p:s
Afsz. 4 1/4 vaten Theer tot opvullen van 20 3/4 vaten verbruijkt

Uijt de Jonge Samuel
afsz 374 lb gesort: ijser bij naweeging van 30000 lb te kort.
verkoopen 1: p:s ijsere pot op 70 p:s gebrooken
13: p:s Coornschoppen op 100 p:s in een Cas N:o 1 gebrooken.
afsz. 34 8/10 kann: Olijven olij op 10: half amen bij pijling minder als 9 van 2: en 1 van 3 d:m wan.
1/15 kelder gedistil: wateren op 1 kelder gebrooken
6: kann: wijn tint op Een half Aam Sijnde 3: d:m wan.
2 1/3 Vaten Ankers Bier op 25 vaten bij pijling minder als 3 van 2, 13 van 3, 7 van 4: en 2 van 5 d:m wan.
verkoopen 6580 p:s grauwe moppen op 15000 p:s gebrooken
3745 p:s geele klinkers op 15000. p:s
1: p:s gr: Lat van 2 op 3 d:m op 5. p:s
2: p:s d:o d:o d:o 1 1/2 op 3 d:m op 10 p:s
6: p:s d:o d:o d:o 1 1/2 op 1 1/2 d:m op 35 p:s
4 p:s d:o d:o d:o 1 1/2 op 2 d:m op 35 p:s
8: p:s d:o d:o d:o 1 op 1 1/2 d:m op 35 p:s
3 p:s d:o d:o d:o 1op 2d:m op 35 p:s
6 p:s gr: Deelen van 2 d:m op 100 p:s
10 p:s d:o d:o d:o 1 1/4 op 150 p:s
6: p:s gr: Lat van 1 op 150 p:s
Afsz. 4 1/4 vaten Theer tot opvullen van 20 3/4 vaten verbruijkt

‘Volgens bijgevoegde Reekeningen van den opsiender van ‘S Comp:s Slaven Logie, gesterkt met Secretariale verclaringen Sijn in de Jongst gepasseerde maanden September, Octb:, November en December 1769 mitsg:s Jann: en Febr: deeses Jaars, van ‘S comp:s Slaven door de natuurlijke Dood overleeden.’


afsz. 10: kloeke Jongens
  2: Suijgende d:o
  1: kloeke meijd
  2: Rio de la goa d:o
  1: School d:o
  1: Suijgend d:o
  4: bandiete Jongens

afsz. 10: kloeke Jongens
  2: Suijgende d:o
  1: kloeke meijd
  2: Rio de la goa d:o
  1: School d:o
  1: Suijgend d:o
  4: bandiete Jongens

‘En volgens g’annexeerde reekeningen van de Landdrosten gesterkt met Secretariale beEedigde verClaringen, zijn meede in voorsz: tijd van ‘S Comp:s Beestiaal, zoo verrekt als door ‘t wild gedierte verslonden’


afsz. 226: Stuks Runderen
26: d:o Paarden
22: d:o Bocken

afsz. 226: Stuks Runderen
26: d:o Paarden
22: d:o Bocken

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de goede hoop den 20: maart 1770 /:was geteekend:/ J:W: Cloppenburg.’

Soo is na dies Lectuure verstaan, dat de daarbijverm: gestorvene Leijfeijgenen Soo wel als het verrekt beestiaal der E: Comp:n bij de negotie boeken deeses Gouvernements Sullende werden afgeschreeven, men voorts met de verdere daar bij gespecificeerde, en alhier zo gebroken als te kort en te min aangebragte goederen indiervoegen zal doen handelen, als in margine van voorsz: memorie Staat aangeteekend.

Gelijk meede is nagesien de reecq: der Sedert p:mo Septb: des voorl: tot Ult: febr: deses Jaars verkogt Segels, met de restanten van dien, luijdende als volgt.


Zeguls d' A:o 1769/70.
Debent van van van van van van van van van van
Rd:s -1/8 -1/4 -1/2 -3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
p:mo Septb: 1769 restant verbleeven. 556: 714: 734: -: 130: 36: 77: 32: 50: 13: 34: 54: 26: 24: 9: 54: 7: 4: 3: 4:
den 25 Septb: 1769 bijgekomen 1500: 1000: 300: 50: 150: 50: -: 50: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -:
Somma 2056: 1714: 1034: 50: 280: 86: 77: 82: 50: 13: 34: 54: 26: 24: 9: 54: 7: 4: 3: 4:
 
Credunt van van van van van van van van van van
Rd:s -1/8 -1/4 -1/2 -3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
Sedert p:mo Septb: 1769, tot dato deeser verkogt 1338: 980: 359: 6: 117: 53: 6: 15: 10: 2: 5: 5: -: -: -: 17: -: -: -: -:
de dato deeses restant. 718: 734: 675: 44: 163: 33: 71: 67: 40: 11: 29: 49: 26: 24: 9: 37: 7: 4: 3: 4:
Somma 2056: 1714: 1034: 50: 280: 86: 77: 82: 50: 13: 34: 54: 26: 24: 9: 54: 7: 4: 3: 4:

Zeguls d' A:o 1769/70.
Debent van van van van van van van van van van
Rd:s -1/8 -1/4 -1/2 -3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
p:mo Septb: 1769 restant verbleeven. 556: 714: 734: -: 130: 36: 77: 32: 50: 13: 34: 54: 26: 24: 9: 54: 7: 4: 3: 4:
den 25 Septb: 1769 bijgekomen 1500: 1000: 300: 50: 150: 50: -: 50: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -:
Somma 2056: 1714: 1034: 50: 280: 86: 77: 82: 50: 13: 34: 54: 26: 24: 9: 54: 7: 4: 3: 4:
 
Credunt van van van van van van van van van van
Rd:s -1/8 -1/4 -1/2 -3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
Sedert p:mo Septb: 1769, tot dato deeser verkogt 1338: 980: 359: 6: 117: 53: 6: 15: 10: 2: 5: 5: -: -: -: 17: -: -: -: -:
de dato deeses restant. 718: 734: 675: 44: 163: 33: 71: 67: 40: 11: 29: 49: 26: 24: 9: 37: 7: 4: 3: 4:
Somma 2056: 1714: 1034: 50: 280: 86: 77: 82: 50: 13: 34: 54: 26: 24: 9: 54: 7: 4: 3: 4:

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de goede Hoop, Ult:mo Februarij 1770.’

’/:was geteekend:/ J:W: Cloppenburg’

’/:in margine:/’

‘Deese reekening door ons ondergeteekende fiscaal en geCommitt:s uijt den E: Agtb: Raad van Justitie behoorlijk nagesien, en met de restanten geConfronteerd zijnde, is deselve in allen deelen Accordeerende bevonden, Datum ut Supra. /:was geteekend:/ J: V: Plettenberg, D: Westerhoff, Otto Lud: Hemmij, /:Lager:/ Mij Present /:en Geteekend:/ C:L: Neethling Secret:s.’

Waar uijt gebleeken weesende, dat het rendement der voorsz: verkogte Zegels de somma van rd:s 1474 1/4 komt te bedragen, is hier op beslooten, dat dit montant volgens usantie in ‘S Comp:s Cassa overgebragt zijnde, bij de voorsz: negotie Boeken zal werden ingenoomen.

Waar na door Weesmeesteren deeser Steede, in Scriptis te kennen gegeeven zijnde, dat door haar aan den onder derselver Voogdij Sorteerenden Barend Jacob Artoijs was geaccordeert, om zig bij Request aan haar Wel Edele groot agtb: de Heeren der hooge indiase Regeering tot Batavia te moogen addresseeren, ter obtenue van Brieven de venia Ætatis, met bijgevoegd versoek, dat het dientweegen door hem te deoen onderdanig Supplicq, met een favorable voordragt deeser regeering mogt werden geappuijeerd, Soo is hier op goedgedagt, welgem: haar hoog Edelens eerbiedig te versoeken, dat deselve, van die goedheijd gelieven te zijn, een gunstige reflexie op ‘t geciteerde Request van gem: Artoijs te willen neemen.

Voorts is aan den oud burgerraad Petrus Johannes de Wit, als gemagtigden van Hendrik Swellengrebel thomasz:, Lieutenant ter Zee ten dienste van ‘t Edel mogend Collegie ter admiraliteijt van Amsterdam , en aldaar woonagtig, op desselfs diesweegens bij request gedane instantie gepermitteerd, met een van ‘S E: Comp:s retourscheepen aan gem: Swellengrebel te mogen oversenden, een Casje hoog 9: mitsg:s breed en lang 16: duijmen, met Sodanig Silverwerk en Spaarbeurs van gemund goud &:a als denselven uijt de nalatenschap van zijne alhier overleede groot ouders maternel wijlen den meede oud burgerraad Jan de wit en Maria Adriaansz: is toebedeeld; mits visitatie Subject blijvende.

Soo als ook aan den burger Carel Godlob Schreuder hier om insgelijx in geschrifte versoek doende, is toegestaan om met een der Retourscheepen deeses Jaars, te moogen repatrieeren ende Sulx ter Consideratie van desselfs behoeftigen toestand voor de cost Scheepsdienst doende.

Aan den p:r ‘t aanweesend provisie Schip Westerveld van Batavia hier gearriveerden oppermeester Solon van Hagt, op desselfs diesweegens gedaan ootmoedig Supplicq gepermitteerd geworden zynde, met Stilstand van gagie ter deeser plaatse te mogen verblijven; is daar op goed gevonden, in Steede van denselven, weederom op gem: bodem te plaatsen, den meede onder afgeschreeven gagie hier verbleeven geweest Zijnden Oppeermeester Lambertus Uijting; Weshalven desselfs bezolding van heeden weederom Sullende moeten Cours neemen, is wijders aan gem: Uijtting geaccordeerd, desselfs Huijsvrouw met zig naar Batavia te mogen meede neemen.

Sijnde laatstelijk vermits den tijd tot het opneemen der burger Effecten begind aan te naderen, verstaan, Sulx weeder volgens gewoonte, op den Laatsten april, mitsg:s 1: en 2: Maij aanstaande, Soo ten deesen Casteele, als aan Stellenbosch , ten overstaan van den Heer Independent Fiscaal neevens geCommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie alhier, mitsg:s van Landdrost en Heemraden in ‘t voorsz: buijten District te laten geschieden, waar van volgens gebruijk de noodige billiëtten zullen werden geaffigeerd.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz.

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

[Signed:] Mij Present T:C: Rönnenkamp E:g:Clercq

C. 148, pp. 126-128.

Donderdag den {17700329} 29: maart 1770

Alle present.

Met het op gisteren alhier gearriveerde Schip de Jonge Thomas , als nu ontfangen zijnde, de afschriften der requesten door de persoonen van Fredrik Volmer, Cornelis van der Heggen, en Damis Duijndam, aan haar Wel Edele Hoog Agtb: de Heeren 17en gepresenteerd, houdende versoek om te mogen hebben, het provenue der Aloë, die zij in hunne gepermitteerde kisten hadden aangebragt: Soo is verstaan, voorsz: Documenten, zoo wel als het besluijt door welgem: heeren Meesteren in dato 23 Octb: des voorl: Jaars, dien aangaande genomen, waar bij het versoek der Supp:ltn is gedeclineerd geworden, met en benevens een Extract uijt derselver Seer geagt aanschrijvens van den 25: der ged: maand Octb:, voor Soo ver Sulx daar toe betreckelijk is, te Stellen in handen van den Heer Independent fiscaal M:r Joachim van Plettenberg, ten eijnde behoorlijk ondersoek te doen wat ‘er Sij van de fouten, waar op de voorsz: Supp:lten Sig tot hunne Onschuldiging hebben beroepen, en deesen Raade vervolgens daaromtrent te dienen van berigt.

En vermits men thans een goede voorraad van leedige Leggers aan handen komt te hebben, is dierhalven beslooten, met het ligten der Ledige Leggers uijt de patriase Scheepen te Supercedeeren, tot dat de voorsz: nu in voorraad zijnde, Sullen weesen geEmploijeerd.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteele de goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz.

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 129-134.

Dingsdag den {17700403} 3: April 1770

‘S avonds alle present.

Na dat door den Heer gouverneur voor af was te kennen gegeeven, dat den E: Equipagiemeester deeses Gouvernements Jacob Rijzik, volgens gebruijk zig aan boord van ‘t Soo eeven met het vallen van den avond hier ter rheede ten anker gekomene Schip, vervoegd hebbende, bij desselfs aan Land komst hem Heere gouverneur gerapporteerd had, dat gem: Bodem quam te zijn, een Spaans konings freguat, genaamt Astrea , gemonteerd met 28: St: Canon en ophebbende 280: Coppen, mitsg:s gevoerd bij den Capitain Joseph de Cordua, onder wiens commando hetselve den 14: Jann: deeses Jaars van Cadix in Zee gestoken was, geliefde welgem: zijn Edele wijders te produceeren, een van Soo evengem: Spaansen Capitain ontfangene brief, behelsende dat hij met desselfs onderhebbend’ freguat, gelijk bevorens is aangehaald, van Cadix vertrocken weesende, gedestineerd was naar Manilha ten eijnde derwaards over te brengen den Heer Simon de Andaij salasar, raadsheer in den koninklijken Raad van Castiliën , mitsg:s g’Eligeerd gouverneur en Capitain generaal der philippijnse eijlanden , die zig werkelijk op zijn voorsz: freguat was bevindende en dat hij Cap:tn tot op de hoogte van deesen uijthoek gekoomen zijnde, genoodsaakt was geweest deese Bhaij in te loopen, ten eijnde de Sig niet alleen van het benoodigde drinkwater, maar ook van versch vleesch en groentens tot verquicking zijner Equipagie te voorsien, met bijgevoegd instantig versoek, dat het een en ander aan hem mogte werden geaccordeerd: geevende welgem: Heer gouverneur na Lectuure van voorsz: missive vervolgens in Consideratie, hoedanig als nu met opzigt tot het gedagte freguat Astrea Soude dienen te werden gehandeld; waarop in overweeging genomen zijnde, dat haar Wel Edele Hoog Agtb: de Heeren Majores in ‘t Patria bij derselver Seer gevenereerde Missive van den 14: Octb: 1768: voor af hebbende gelieven te remarqueeren, dat het den Spanjaarden volgens de Tractaten van Munster en Utrecht , niet geoorloofd was, voor bij de Caab naar de manilhas te vaaren, ons verder nadruckelijk komen te gelasten, geen Spaanse Scheepen in eenige Bhaijen van dit gouvernement te admitteeren, veel min hun eenige gerieflijkheeden toe te Staan maar deselve af te wijsen en te doen vertrecken, ten waare het Schip of dies Equipagie in sodanigen desolaten Staat mogten zijn, dat men sonder die manschappen aan een ogenschijnlijk leevens gevaar bloot te Stellen, niet zoude kunnen weijgeren, hun eenige hulpe toe te brengen: Is dierhalven ten eijnde aan voorsz: g’Eerde ordre pligtschuldig te kunnen voldoen, goedgevonden en dienvolgens besloten, om uijt het Lighaam deeser vergadering, den Heer Independent fiscaal M:r Joachim van Plettenberg, nevens den Heer Major Hendrik van Prehn, en Cassier M:r Jacobus Johannes le sueur te Committeeren, om geadsisteerd met den Eersten gesw: Clercq ter politicque Secretarije Tobias Christiaan Rönnenkamp hun op morgen te vervoegen aan boord van het dikwerf gemelde Spaans konings Freguat Astrea , ten eijnde uijt naam ende van wegens desen Raade, den op hetselve Commandeerenden Cap:tn d’ heer Joseph de Cordua aan te kondigen, dat nademaal het aan de spanjaarden volgens de voorsz: met de republicq geslote Tractaten, niet geoorloofd is, langs de bovengem: route naar de Oost Indien te varen, het voorsz: freguat Astria oversulx alhier niet konde werden geadmitteerd, en daar om ten eersten weeder van deese rheede zoude moeten vertrecken.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 135-143.

Woensdag den {17700404} 4: april 1770.

‘S voormiddags alle present.

Den Heer Independent Fiscaal M:r Joachim van Plettenberg, nevens den Heer Major en hoofd van ‘S E: Comp:s militie alhier Hendrik van Prehn, en E: Cassier M:r Jacobus Johannes le Sueur, geadsisteerd met den Eersten geswooren Clercq ter politicque Secretarije, Tobias Christiaan Rönnenkamp, Sig heeden morgen vervoegd hebbende aan boord van het Spaans Conings Freguat Astrea , ter uijtvoering der op hun gedecerneerde, mitsg:s bij het op gisteren genomen besluijt vermelde Commissie; hebben deselve den Raad vergadert zijnde, dien aangaande het volgende verslag gedaan, te weeten.

Dat haar E E:s den Capitain van ‘t voorsz: freguat, den Heer Joseph de Cordua, voorgehouden hebbende, dat nademaal het den Spanjaarden, volgens de Tractaaten van Munster en Utrecht , niet geoorloofd was, voor bij de Caab naar de manilhas te vaaren, het deesen Raade oversulx ten hoogsten vreemd was voorgekoomen, dat hij Cap:tn des ongeagt, deese Rheede hadde aangedaan, en dat desselfs onderhebbenden bodem, om voorsz: reeden, ‘t zij alhier of in eenige andere, der onder dit gouvernement gehoorende Bhaijen, niet konnende geadmitteerd werden, oversulx ten Eersten wederom van hier zoude moeten vertrecken; hier op door gedagte Spaansen Capitain, Substantieelijk was geantwoord.

Dat het ged: door hem gecommandeerd werdend freguat, alhier ten principale was aangekomen, om zig te voorsien van water, en het volk teffens de noodige ververssing te doen genieten.

Dat ofschoon d’ Equipagie Sig doorgaans wel gesteld bevond, hij egter genoodsaakt was, alle mogelijke precautie ten hunnen opzigte te gebruijken, niet kunnende voorsien, hoe lang hunne reijse nog zoude kunnen duuren, en dat ingevalle van een lange voijagie, het missen der voorsz: benoodigtheeden van beklaaglijke gevolgen voor het Schip zijner Catholijke majesteijt en dies Equipagie zoude kunnen Syn.

Dat niet tegenstaande aan de Scheepen gehoorende aan d’ onderdanen van den Staat der verEenigde neederlanden, volgens de hem Capitain voorgehoudene Tractaaten, niet was gepermitteerd, in de Zuijd Zee of een der Spaanse bezittingen in America te koomen, deselve egter in Cas van nood, aldaar geadmitteerd, en van al het benodigde voorsien wierden.

Dat den door hem gevoerd werdenden bodem, een ‘S Conings freguat weesende, zig dienvolgens met geen d’ allerminste Commercie bemoeijde, en alleen gedestineerd was, om den door hooggemelden zijne majesteijt benoemden Gouverneur generaal en Raaden, naar Manilha over te voeren.

Dat het de regeering alhier, Seekerlijk niet onbekend konde zijn, dat ‘er een Spaans Schip te Batavia was aangeweest, waar van het Hof te Madrid ook berigt bekoomen had.

Dat meerm: Capitain, na aan voorn: Commissie wijders te hebben vertoond, een Schriftelijke ordre van zijn Excellentie den Heer Andreas Reggio, generaal der spaansse marine, waar bij aan hem Capitain was geordonneerd de Caab de goede Hoop ter ververssing aan te doen, ten eijnde het volk voor ‘t Scorbut te Conserveeren, met verseekering, dat deese ordre uijt die van Sijne Majesteijt was g’Extraheerd, ged: Capitain eijndelijk hadde verclaard, ingevalle deesen Raade mogte blijven weijgeren, hem de versogte gerieflijkheeden t’ accordeeren, als dan te protesteeren teegens alle Schade en ongemacken, die daar uijt Souden kunnen voortkoomen, en dat hij niet ingebreeken soude blijven, daarvan aan desselfs Hof verslag te doen.

Waar op ten belange van alle de voorsz: door ged: heer Capitain de Cordua voortgebragte motiven, ten principaale overwoogen Sijnde, de goede gesteldheijd, zoo van desselfs onderhebbenden bodem als dies Equipagie, en dat hetselve freguat Astrea , zig gevolgelijk geensints komt te bevinden in eene omstandigheijd die ons andersints Soude kunnen noodsaken, van het op gisteren genoomen, mitsg:s op der Heeren Meesteren g’Eerd aanschrijvens gefundeerd besluijt af te wijken, is dierhalven eenpariglijk beslooten, bij het zoo evengem: besluijt te persisteeren, en meerm: Cap:tn de Cordua, de novo door den Eersten geswooren Clercq te doen aanseggen, dat desselfs onderhebbenden Bodem, alhier niet kunnende werden geadmitteerd, hij dierhalven ten Spoedigsten doenlijk deese Rheede weederom Soude moeten verlaaten; Weshalven verders goedgedagt is, dat, om denselven hier toe des te eerder in Staat te Stellen, het benoodigde Drinkwater, gelijk meede het brandhout, waar om voormelden Capitain, Seedert meede, Seer heeft doen insteeren, onder betuijging, sonder hetselve met geen mogelijkheijd in Zee te kunnen Steeken met ‘S Compagnies Landsboods aan Boord van het gedagte Freguat sal werden gebragt, Sulx ‘er dan ook van desselfs Equipagie, niemand aan Land Sal vermoogen te koomen; Terwijl op het diesweegens, bij dikwerfgenoemden Heer Capitain de Cordua, gedaan versoek, Extract van dit besluijt, aan denselven Sal werden afgegeeven.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 144-158.

Donderdag den {17700426} 26 april 1770

‘S voormiddags alle present, exceptis d’ E E:s Jacob Rijsik en Dirk Westerhoff, door Indispositie.

Is op heeden in Raade nopens de te kort komende, mitsg:s defect bevonde goederen op de Lading van ‘t provisie Schip Westerveld , door den heer Secunde en hoofd administrateur Jan Willem Cloppenburg ingediend en vervolgens geleesen, de onderstaande Memorie.

‘Memorie van de nabesz: Reijst, zuijker, wax Caarsen, Arrak, Estricken en hout werken, uijt ‘t provisie Schip Westerveld Soo bedorven, te kort, gebroken, als bij pijling minder bevonden, gelijk te Sien is bij de verclaring van gecommitteerdens hier annex, namentlijk.’


6607: lb Rijst op 136: Lasten, ofte 421600 lb bedorven bevonden.
11: d:o Poeijer zuijker op 25502: lb in 126: Cann:s Soo groote als kleijne bij naweging over.
250: d:o Candij zuijker op 12943 lb in 30: Cann:s bij naweeging te kort, Sijnde 1 15/16 pC:to Sch:s
39: d:o wax Caarsen op 2000 lb in 6: kassen bij naweeging te kort.
1807: Cann: Arrak op 70 Leggers bij pijling minder als 5 van 3:, 42 van 4, 17: van 5, 5 v:n 6 en 1 v:n 7 d:m wan, Sijnde 6 5/8 pCt:o ruijm.
1814: p:s Estricken van 16 d:m op 3000 p:s als
  926 p:s met hoeken afgebrooken, en
  888 p:s geheel gebrooken, Sijnde 29 3/5 pC:nto
3688 d:o Estricken van 12 d:m op 6000 p:s gebroken Sijnde 61 7/15 pCt:o Netto.
2: d:o Jatij molen planken van 2 d:m 21 voet op 100 p:s gebrooken
49 d:o d:o d:o d:o d:o 1 d:m op 1143 p:s als
  6: p:s te kort
  43: p:s gebrooken
53 p:s Jatij Duijgen op 2000 p:s te weeten
  27: p:s te kort
  26: p:s gebroken
15: lb wax, zijnde de gevalideerde 3 pCt:o op 500 lb
10: d:o Peeper, zijnde de gevalideerde 2: pCt:o op 504 d:o
37 1/2: d:o Cattoene gaarn, zijnde gevalideerde 2: pCt:o op 1875 d:o

6607: lb Rijst op 136: Lasten, ofte 421600 lb bedorven bevonden.
11: d:o Poeijer zuijker op 25502: lb in 126: Cann:s Soo groote als kleijne bij naweging over.
250: d:o Candij zuijker op 12943 lb in 30: Cann:s bij naweeging te kort, Sijnde 1 15/16 pC:to Sch:s
39: d:o wax Caarsen op 2000 lb in 6: kassen bij naweeging te kort.
1807: Cann: Arrak op 70 Leggers bij pijling minder als 5 van 3:, 42 van 4, 17: van 5, 5 v:n 6 en 1 v:n 7 d:m wan, Sijnde 6 5/8 pCt:o ruijm.
1814: p:s Estricken van 16 d:m op 3000 p:s als
  926 p:s met hoeken afgebrooken, en
  888 p:s geheel gebrooken, Sijnde 29 3/5 pC:nto
3688 d:o Estricken van 12 d:m op 6000 p:s gebroken Sijnde 61 7/15 pCt:o Netto.
2: d:o Jatij molen planken van 2 d:m 21 voet op 100 p:s gebrooken
49 d:o d:o d:o d:o d:o 1 d:m op 1143 p:s als
  6: p:s te kort
  43: p:s gebrooken
53 p:s Jatij Duijgen op 2000 p:s te weeten
  27: p:s te kort
  26: p:s gebroken
15: lb wax, zijnde de gevalideerde 3 pCt:o op 500 lb
10: d:o Peeper, zijnde de gevalideerde 2: pCt:o op 504 d:o
37 1/2: d:o Cattoene gaarn, zijnde gevalideerde 2: pCt:o op 1875 d:o

’/:onderstond:/ In ‘t Casteel de goede Hoop den 26 april 1770.’

’/:was geteekend:/’

‘J:W: Cloppenburg.’

Waarna ter vergadering ontbooden Sijnde, den Schipper van opgemelde Bodem Michiel Hendrik kerke, ten eijnde wegens de voorsz: defectueuse en te min uijtgeleeverde goederen, desselfs verantwoording te doen, heeft denselven daar op overgeleeverd, het volgende Schriftuur als.

‘Den wel Edelen groot Agtbaren Heere Rijk Tulbagh, Raad Ordinaris van Neederlands India, Gouverneur in loco &:a &:a &:a den ondergeteekende Schipper van ‘t Schip Westerveld hebbende gelieven t’ ordonneeren, omme behoorlijk te verantwoorden, waar door de defecten op de Lading van voorn: bodem voor dit Gouvernement aangebragt, sijn ontstaan, Zoo verclaare ik, d’ oorsaak daar van te zijn, als in margine deses Staat aangehaald, bestaande in als volgd.’


dit bederf is door het swaar werken van 't Schip veroorsaakt waar door de naaden zijn open gewerkt en dusdanig leckasie op de rijst is gekoomen, waar door deselve aan 't broeijen is gegaan, en zodanig bedorven. 6607 lb Rijst op 136 Lasten often 421600 lb bedorven bevonden.
het te kort koomen van de Candij Zuijker is veroorsaakt door vogtigheijd in 't ruijm waar door deselve gebroeijd heeft en dusdanig uijtgelekt. 250: lb Candij Zuijker op 12943 lb in 30 Cann: bij naweging te kort.
de Cassen zijn ongeopend en onbeschadigt alhier bevonden dierhalven het min wigt reets op Batavia moet zijn geweest, vermits den ondergeteekenden in den tijd aldaar Siek heeft geleegen en Selfs niet ontfangen. 39 lb wax kaarssen op 2000 lb in 6: Cassen bij naweeging te kort.
door het indroogen en in teeren en door het werken van 't Schips leckasie veroorsaakt, waar door deselve is weg gelekt. 1807 Cann: Aracq op 70: Leggers bij pijling minder, als 5 van 3:, 42 v:n 4:, 17 v:n 5:, 5 v:n 6, en 1 van 7: d:m wan.
ten opsigte van deeses moet den Ondergeteekenden Eerbiedigst onder het oog van Uw wel Edele groot agtgb: en E:Agtb: brengen, dat deselve van een Seer brosse Substitutie zijn, die in het overneemen op Batavia, en in het lossen alhier en in de Landsboots zijn gebrooken, en door het swaar wercken van 't Schip door de groote Swaarte van de Lading die daar op geleegen heeft als meede door het verwerken van 't houtwerck, gebrooken zijn 1814: p:s Estricken van 16: d:m op 3000 p:s als.
  926: p:s met hoeken afgebrooken, en
  888: p:s geheel gebrooken.
3688: Estricken van 12 d:m op 6000 p:s gebrooken.
omtrent het breeken der molen planken veroorsaakt door dien deselve alle is de onderste laag geleegen hebben. 2: Jatij Molen planken van 2 d:m 21 v:t op 100: p:s gebrooken.
het breeken derselve door de daar op leggende Swaarte van de bovenlading, als hout werken, rijst Arak is veroorsaakt. Edog ten belange van de te kort koomende, weet den ondergeteek: geen ander reeden te geeven, als alleen dat de officieren ter rheede Batavia, door wien deselve aldaar zijn ontfangen, versuijmd hebben mogte van den ontfangst, een nette aanteekening te houden, en het geen bij den ontfangst en afscheepen alhier over boord mag gevallen zijn en weggedreeven. 49: p:s Jatij Molen planken van 1d:m op 1143 p:s, als
  6 p:s te kort
  43 p:s gebrooken
het breeken der duijgen veroorsaakt door het verwerken van swaare balken en de Swaarte daarop geleegen van de boven laading. - het te kort koomen derselve weet den ondergeteekenden geen andere reeden te geeven, als dat deselve officieren die deselve ontfangen hebben op Batavia versuijmd hebben om een netto aanteekening te houden, en het geen bij den ontfangst en ontlossen over boord mogt gevallen zijn en weggedreeven. 53 p:s Jatij Duijgen op 2000 p:s, te weeten.
    27 p:s te kort
    26: p:s gebrooken

dit bederf is door het swaar werken van 't Schip veroorsaakt waar door de naaden zijn open gewerkt en dusdanig leckasie op de rijst is gekoomen, waar door deselve aan 't broeijen is gegaan, en zodanig bedorven. 6607 lb Rijst op 136 Lasten often 421600 lb bedorven bevonden.
het te kort koomen van de Candij Zuijker is veroorsaakt door vogtigheijd in 't ruijm waar door deselve gebroeijd heeft en dusdanig uijtgelekt. 250: lb Candij Zuijker op 12943 lb in 30 Cann: bij naweging te kort.
de Cassen zijn ongeopend en onbeschadigt alhier bevonden dierhalven het min wigt reets op Batavia moet zijn geweest, vermits den ondergeteekenden in den tijd aldaar Siek heeft geleegen en Selfs niet ontfangen. 39 lb wax kaarssen op 2000 lb in 6: Cassen bij naweeging te kort.
door het indroogen en in teeren en door het werken van 't Schips leckasie veroorsaakt, waar door deselve is weg gelekt. 1807 Cann: Aracq op 70: Leggers bij pijling minder, als 5 van 3:, 42 v:n 4:, 17 v:n 5:, 5 v:n 6, en 1 van 7: d:m wan.
ten opsigte van deeses moet den Ondergeteekenden Eerbiedigst onder het oog van Uw wel Edele groot agtgb: en E:Agtb: brengen, dat deselve van een Seer brosse Substitutie zijn, die in het overneemen op Batavia, en in het lossen alhier en in de Landsboots zijn gebrooken, en door het swaar wercken van 't Schip door de groote Swaarte van de Lading die daar op geleegen heeft als meede door het verwerken van 't houtwerck, gebrooken zijn 1814: p:s Estricken van 16: d:m op 3000 p:s als.
  926: p:s met hoeken afgebrooken, en
  888: p:s geheel gebrooken.
3688: Estricken van 12 d:m op 6000 p:s gebrooken.
omtrent het breeken der molen planken veroorsaakt door dien deselve alle is de onderste laag geleegen hebben. 2: Jatij Molen planken van 2 d:m 21 v:t op 100: p:s gebrooken.
het breeken derselve door de daar op leggende Swaarte van de bovenlading, als hout werken, rijst Arak is veroorsaakt. Edog ten belange van de te kort koomende, weet den ondergeteek: geen ander reeden te geeven, als alleen dat de officieren ter rheede Batavia, door wien deselve aldaar zijn ontfangen, versuijmd hebben mogte van den ontfangst, een nette aanteekening te houden, en het geen bij den ontfangst en afscheepen alhier over boord mag gevallen zijn en weggedreeven. 49: p:s Jatij Molen planken van 1d:m op 1143 p:s, als
  6 p:s te kort
  43 p:s gebrooken
het breeken der duijgen veroorsaakt door het verwerken van swaare balken en de Swaarte daarop geleegen van de boven laading. - het te kort koomen derselve weet den ondergeteekenden geen andere reeden te geeven, als dat deselve officieren die deselve ontfangen hebben op Batavia versuijmd hebben om een netto aanteekening te houden, en het geen bij den ontfangst en ontlossen over boord mogt gevallen zijn en weggedreeven. 53 p:s Jatij Duijgen op 2000 p:s, te weeten.
    27 p:s te kort
    26: p:s gebrooken

‘Zullende Uw Wel Edele groot agtbare en E: agtb: uijt het in margine ter needer gestelde, de waaragtige reedenen kunnen beoogen, waar door de defecten der voorsz: goederen haaren oorsprong hebben, om welke reedenen den ondergeteekende op de eerbiedigste wijze versoekt /:als een Dienaar die d’ E Comp:n Seedert dat hij deselve gediend heeft:/ altoos trouw en eerlijk heeft behandeld, dat hij voor de gemelde defecten der voorengenoemde goederen niet moge werden belast.’

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Schip Westerveld den 26: april 1770.’

’/:was geteekend:/’

‘M:H:k kerke.’

Over den inhoud welker papieren met attentie gebesoigneerd en dien aangaande in overweeging genomen weesende, dat het breeken der Estricken ten principale door het gewigt der daar op geleegen hebbende balken en andere Swaare houtwerken veroorsaakt zijnde, wijders nopens de bedurven 6607: ponden rijst, bij een diesweegens door de opper en Deks officieren van voorsz: kiel verleende verclaring Consteerd, dat Sulx alleen door leccagie is ontstaan, heeft men dierhalven moeten besluijten, het een en ander te passeeren, en bij de negotie Boeken deeses gouvernements te doen afschrijven.

Soo als ook ten belange der gebrooken bevonden jatij molenplanken en dito Duijgen verstaan is, dat nadien niet blijkt, dat het breeken derselve, door eenig versuijm of agteloosheijd van voorseijde Scheepsoverheeden is veroorsaakt, Sulx almeede te passeeren en deselve neevens de voorsz: gebrooke vloersteenen, bij publique vendutie, voor het geen Sullen komen te gelden te laaten verkopen; Sullende daar en tegen sodanige 926 p:s Estricken, waar van de hoeken Slegts zijn afgebrooken bij de voorseijde negotie Boeken moeten werden ingenomen, om Successivelijk p:r Schriftelijke ordonn: van den Heer gouverneur ten dienste der E: Comp:n te werden verstrekt.

Terwijl egter wegens de tekort komende waxkaarssen, jatij molen planken, en dito duijgen, gemelde Scheeps opperhoofden in maniere als volgd, op haare Soldij reekeningen sullen werden belast te weeten.

Den Schipper Michiel Hendrik kerke voor 2/3
over 39: lb waxCaarssen tegens een half Cap:t avans ƒ27:17:-:  
d:o 6: p:s Jatij molenplanken met 2: Cap: avans d:o 39:04:-:
d:o 27 p:s Jatij duijgen d:o 6:18:-:  
      ƒ73:19:-:
 
Den opperstuurman Theunis Martensz: kulk voor 1/3:
over 39 lb: waxCaarssen   ƒ13:18:08:  
d:o 6 p:s Jatij molen planken als boven d:o 19:12:-:  
d:o 27 p:s d:o Duijgen d:o 3:09:-:  
      d:o 36:19:08:
Den Schipper Michiel Hendrik kerke voor 2/3
over 39: lb waxCaarssen tegens een half Cap:t avans ƒ27:17:-:  
d:o 6: p:s Jatij molenplanken met 2: Cap: avans d:o 39:04:-:
d:o 27 p:s Jatij duijgen d:o 6:18:-:  
      ƒ73:19:-:
 
Den opperstuurman Theunis Martensz: kulk voor 1/3:
over 39 lb: waxCaarssen   ƒ13:18:08:  
d:o 6 p:s Jatij molen planken als boven d:o 19:12:-:  
d:o 27 p:s d:o Duijgen d:o 3:09:-:  
      d:o 36:19:08:

Sullende daar en teegen, het geene dat op de hier onder gespecificeerde goederen minder is te kort gekomen, als de gepermitteerde afschrijving dicteerd, deselve overheeden ophaare voorsz: zoldij reekeningen werden te goed gedaan, in deeser voegen, namentlijk.

Den Schipper kerke voor 2/3
wegens 909. Cann: aracq. uijtkoops ƒ262:08:-:
d:o 776 lb poeder Suijker d:o 90:10:08:
d:o 138 lb Candij d:o tegens 1/2 Capitaal avans. d:o 17:05:08:
d:o 15 lb wax d:o 8:16:-:
d:o 10 lb peeper d:o 1:04:-:
d:o 37 1/2 lb Cattoen d:o 7:16:08:
      ƒ388:-:08:
 
Den opperstuurm: kulk voor 1/3.
weegens 909: Cann: Aracq ut Supra ƒ131:04:-:
d:o 776: lb poeder Suijker   d:o 45:05:08:
d:o 138 lb Candij d:o   d:o 8:12:08:
d:o 15 lb wax   d:o 4:08:-:
d:o 10 lb peeper   d:o -:12:-:
d:o 37 1/2 d:o Cattoen   d:o 3:18:08:
      d:o 194:-:08:
Den Schipper kerke voor 2/3
wegens 909. Cann: aracq. uijtkoops ƒ262:08:-:
d:o 776 lb poeder Suijker d:o 90:10:08:
d:o 138 lb Candij d:o tegens 1/2 Capitaal avans. d:o 17:05:08:
d:o 15 lb wax d:o 8:16:-:
d:o 10 lb peeper d:o 1:04:-:
d:o 37 1/2 lb Cattoen d:o 7:16:08:
      ƒ388:-:08:
 
Den opperstuurm: kulk voor 1/3.
weegens 909: Cann: Aracq ut Supra ƒ131:04:-:
d:o 776: lb poeder Suijker   d:o 45:05:08:
d:o 138 lb Candij d:o   d:o 8:12:08:
d:o 15 lb wax   d:o 4:08:-:
d:o 10 lb peeper   d:o -:12:-:
d:o 37 1/2 d:o Cattoen   d:o 3:18:08:
      d:o 194:-:08:

En is wijders na lectuure van ‘t Rapport door bovengem: Schipper kerke, nopens de dagelijxe verrigting in ‘t lossen en weeder afladen van ‘t voorwaards geciteerde provisie Schip Westerveld verleend, goedgevonden in margine van ‘t Selve te doen aanteekenen, dat de daarin aangehaalde dagelijxe verrigtingen, omtrent het ontlossen en weeder beladen, allesints met de waarheijd, Conform zijn ter needer gesteld, en dat gemelden kiel voor ‘t overige niet eerder heeft kunnen werde gedimitteerd, uijt hoofde van het volhandig werk dat men met het afvaardigen der Successivelijk van hier vertrocke Retourscheepen desgelijx met het ontlossen en weeder aflaaden der met goederen voor dit gouvernement belaaden geweest zijnde uijtkomende Bodems heeft gehad.

Terwijl verders op het Seer instantig Supplicq van den onlangs herwaards gerelegeerden koning van boulang en mongado Eugenius Manoppo, is verstaan, om zeeker Request door hem aan haar Wel Edele groot Agtb: de Heeren der hooge Indiaase Regeering tot Batavia geadresseerd, waar bij denselven om eenig onderhoud komt te versoeken, p:r het voorwaardsgen:de provisieschip Westerveld , onder ‘S Comp:s papieren derwaards te laaten afgaan; Sullende welgem: haar hoog Edelens teffens op ‘t eerbiedigst versogt werden, om ter Consideratie van den Supp:lts seer armoedigen toestand, mitsg:s Stil en vreedsaam gedrag, een gunstige reflectie, op ‘t voorsz: versoek te willen neemen.

Sijnde voorts op de gedane propositie van den Heer gouverneur voor den dienst der E: Comp:n noodsakelijk geoordeeld en dienvolgens besloten, om den hier permanenten hoeker de Son , als daar toe tans gevoeglijk kunnende werden gemist, ter inruijling van Slaven ten behoeve deeses gouvernem:ts weederom naar MadagasCar af te Senden, ten welken fine het evengem: Vaartuijg ten spoedigsten van een behoorlijk Carguasoen, volgens het daar van gemaakte thans in raade vertoonde project Sullende werden voorsien, is verders goedgedagt de adsistenten fred:k Godhold Holtzappel als Eerste en Petrus Johann:s Truter als Tweede Commies op voorsz: Togt t’ Emploijeeren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 159-160.

Dingsdag den {17700501} 1 Maij 1770.

‘S voormiddags alle present.

Dewijl uijt den inhoude van het Relaas en verdere daar toe relatieve papieren, dewelke ten belange van het op Bona Vista verongelukte Schip Leijmuijden belegd, en door den op het aanweesend Schip Renswoude Commandeerenden Schipper Hendrik Willemsz, den Heere gouverneur overhandigd weesende, door zijn Edele bij de resp: Leeden deeses Raads ter Lectuure rond gezonden zijn, is komen te blijken, dat het volk van voorsz: verongelukten Bodem, zig niet heeft ontsiende zig in denselven gevonden hebbende goud kisten der E: Comp:ne te Spolieeren, Sonder dat ‘er meer, dan 16 Staven en drie Stukjes van ‘t voorsz: goud weederom hebben kunnen werden bemagtigd; Soo is goedgevonden en beslooten, voorsz: papieren te Stellen in handen van den Heer Independent FisCaal M:r Joachim van Plettenberg, ten eijnde, ondersoek te doen, of ‘er onder dat gedeelte van het op meerm: gebleevene Schip Leijmuijden bescheijden geweest zijnde volk, ‘t welk met bovengeciteerde Bodem Renswoude van S:t Jago herwaards is gebragt, ook eenige gevonden werden, die Sig aan ‘t Spolieeren der voorsz: goudkisten der E Comp:n ofte het rooven van eenige andere hare goederen, mogten hebben Schuldig gemaakt.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop. Ten Daage en Jaare voorsz.

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 162-171.

Woensdag den {17700509} 9: Maij 1770.

Alle present, behalven d’ heer Major Hendrik van Prehn.

Den heer Independent fiscaal M:r Joachim van Plettenberg, het aan zijn E: bij besluijt van den 1: deeser gedemandeerd ondersoek, omtrent de Scheepelingen die op het te Bona Vista verongelukte Schip Leijmuijden bescheijden geweest, en met het aanweesend schip Renswoude van S:t Jago herwaards gebragt zijn, behoorlijk volvoerd hebbende, heeft zijn E: dienaangaande op heeden overgeleeverd het onderstaande Rapport.

Aan den Wel Ed: groot Agtb: Heer Rijk Tulbagh, Raad Ordinaris van neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop, met den Ressorte van dien &:a &:a benevens den E: Agtb: Raade van Politie.

‘Wel Edele groot Agtb: Heer en E: Agtbare Heeren.’

‘Volgens UW Ed: groot Agtb: en E: Agtb: besluijt van den 1: deeser aan den ondergeteekende gedemandeerd Zijnde, ondersoek te doen, of ‘er onder dat gedeelte van het op Bona vista verongelukte Schip Leijmuijden bescheijden geweest zijnde volk, ‘t welk met het thans hier aanweesend schip Renswoude van S:t Jago herwaards is gebragt, ook eenige gevonden wierden, welke zig aan het Spolieeren der goud kisten der E: Comp:ne ofte het roven van eenige andere goederen, Schuldig mogten hebben gemaakt: soo heeft den ondergeteek:de tot navorssing en ondersoek dier Zaeke, voor E: Gecommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie deeses Gouvernements, doen compareeren, den Schipper, beneevens de opper en onderstuurlieden van gerepte Schip Renswoude ; dewelke dan ook blijkens hier neevensgaand, onder presentatie van Eede gegeeven Declaratoir, betuijgd hebben, dat hoewel bij haarlieden, Soo ras de manschappen des verongelukten Bodems Leijmuijden , bij haar aan Boord gekomen waren, exact ondersoek gedaan was, of ‘er ook onder deselve, eenige gevonden wierden welke zig aan Steelen, rooven, of andere quade gedoentens Schuldig zouden hebben gemaakt, zij officieren egter, niets diesaangaande ontdekt hadden, en alsoo niet wisten dat zig eenige dier quaaddoenders op haaren Bodem bevond.’

‘Den ondergeteek:de hier meede aan UW Ed: groot Agtb: en E: Agtb:s besluijt hopende te hebben voldaan, laat deesen dienen voor Rapport &:a’

’/:was Geteekend:/’

‘J: v: Plettenberg.’

’/:in margine:/’

‘Cabo de goede Hoop, den 8. Maij 1770.’

‘Declaratoir gedaan ter requisitie van den Heer Independent Fiscaal M:r Joachim van Plettenberg, en ten overstaan van de ondergeteek: gecommitteerdens uijt den E: Agtb: Raad van Justitie deeses Gouvernements, door den het Schip Renswoude voerenden Schipper hendrik Willemsz, van de Meede, den opperstuurman Jan de Vicq, van Amsterdam, en den onderstuurman Jacobus de Vos, van Amsterdam, insgelijx op voorsz: Bodem bescheijden, luijdende als volgd.’

‘Dat zij Declaranten niet weeten, dat onder de op het bij ‘t Eijland Bona vista gestrande Schip Leymuijden bescheijden geweest zijnde persoonen die op S:t jago , op hun voorsz: bodem gekomen, en alhier aangebragt zijn, zig iemand zoude bevinden, dewelke hem aan ‘t Spolieeren van de op voorm: Bodem Leymuijden geweest zijnde goudkisten der E Comp:ne Schuldig gemaakt, of eenige andere van ‘S E Comp:ns goederen geroofd hebben zoude: hebbende zij declaranten, zoo ras de voorsz: persoonen op hun Bodem aangekoomen waaren, daar na Exact ondersoek gedaan, zonder iets te hebben kunnen ontdecken; welk een en ander de Declaranten bereijd zijn, des noodig met Solemneelen Eede te Staven.’

’/:onderstond:/’

‘Aldus gedeclareerd aan Cabo de goede Hoop den 7 Maij 1770; voor d’ E E:s Pieter Hacker en Otto Luder Hemmij, Leden uijt den E: Agtbr: Raad van Justitie voorm: die de minute deeses, beneevens de DeClaranten, ende mij Secretaris meede behoorlijk hebben onderteekend.’

’/:laeger:/’

‘’T welk ik getuijge.’

’/:was geteekend:/’

‘C:L: Neethling Secret:s’

En nadien uijt den inhoude van ‘t voorsz: rapport consteerd, dat voorsz: Scheepelingen, geen deel hebben gehad aan de buijtensporigheeden die op gementioneerden Bodem zijn gepleegd, is dierhalven op ‘t voordragen van den Heer Gouverneur goedgevonden, dat voorsz: Scheepelingen volgens het geordonneerde bij Missive van haar Wel Edele groot Agtb: de Heeren der hooge Indiase Regeering tot Batavia, onder den 30: November 1722: herwaards geschreeven, van heeden af, weederom Emploijabel verClaard, en in den dienst der E Comp:ne Sullen werden aangenoomen, voor Sodanige gagie, als zij bij het verongelucken van derselver meerm: Bodem hebben gewonnen gehad.

Sijnde voorts ten versoeke van den op ‘t meede ter rheede leggend Bengaals Retourschip ‘S Lands Welvaren Commandeerenden Schipper Simon Both aan denselven gepermitteerd, ten dienst en ter onpassing van den onder desselfs opzigt naar Neederland overvaarenden Jongeling Lucas Doeve, derwaards meede te neemen, een Slaven Jonge, in naame Julij van Mallabar, mits alvorens in ‘S Comp:s Cassa betalende, het daar toe Staande Transport en Costgeld, gereekend van Bengalen naar ‘t vaderland en van daar weeder derwaards te rug.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 172-195.

Vrijdag den {17700518} 18: Maij 1770

‘S voormiddags alle present.

Is door den Heer Independent fiscaal M:r Joachim van Plettenberg, nopens het aan Sijn E: gedemandeert ondersoek, volgens Resolutie van den 29: Maart pass:o heeden ter vergadering ingediend, het volgende Schriftelijk berigt.

Aan den Wel Ed: groot Agtb Heer Rijk Tulbagh, Raad Ordinair van Neederlands India, mitsg;s gouverneur van Cabo de goede Hoop, en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van politie.

‘Wel Edele groot Agtb: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘Bij Resolutie van UWEd: groot Agt: en E: Agtb: de dato den 29: Maart Jongstleden, aan den ondergeteekende ter hand sijnde gesteld, de afschriften der Requesten, door de persoonen van Fredrik Volmer, Cornelis van der Heggen en Damus Duijndam, aan haar wel Ed: Hoog Agtb: de Heeren Seventhienen gepresenteerd, met ende beneevens een Extract uijt derselver seer geagt aanschrijvens van den 25: October pass:o als meede het besluijt door welgem: Heeren Seventhienen, op den 23: derselver maand October dienaangaande genomen, ten eijnde ondersoek te doen, wat ‘er zij van de faiten, waar op de voorsz: Supp:lten zig tot hunner ontschuldiging hebben beroepen, en UWEd: groot Agtb: en E: Agtb: vervolgens daar omtrent te dienen van berigt.’

‘Soo heeft denselven thans de Eer UWEd: groot Agtb: en E: Agtb: hier nevens aan te bieden de ingewonnene Documenten, welke den ondergeteekende tot eclaircissement dier zaake noodig gedagt heeft te moeten neemen, bestaande in een onder presentatie van Eede gegeeven Declaratoir, van den burger deeser plaatse, Jan Holst, dewelke voor geCommitteerdens uijt den Justitieelen Raade deses Gouvernements volmondig verClaard heeft, dat het voorgeeven der twee eerstgemelde Supp:ln Fredrik Volmer, en Cornelis van der Heggen, als of zijlieden door hem J: Holts verseekert waren geworden, dat het overvoeren van Aloë geensints ongepermitteerd zoude Zijn, als meede dat hij J: Holst, op nader versoek, van den Supp:lt F: volmer, als Sulx nog in twijffel treckende, omme bij een der Leeden van het gouvernement van de Caab, deswegens nader ondersoek te willen doen aan denselven een dag of twee daar na gerapporteerd zoude hebben, dat hij Holst daar over met den Coopman en Secretaris Bergh gesprooken, en dat die hem gesegd had, dat op de Constantia wijn, een verbod lag, maar dat de Aloë, vermits de Compagnie die niet meer ontbood, nog hebben wilde om die Reedenen door particulieren voor eijgen Rekening, in de gepermitteerde kisten, mogte meede genomen worden, een volstrekte onwaarheijd is, onder verseekering verder, dat hij J: Holst nooijt, ‘t zij in eijgener persoon, dan wel door ijmand anders, Sig bij den Heer Bergh geinquireerd heeft, wat er aan de Scheepelingen gepermitteerd, ofte niet gepermitteerd is, van hier in hunne kisten meede te neemen, veel min denselven op ‘t Stuk van de aloë, in wat manier Sulx ook zoude mogen sijn, onderhouden heeft, en dat hij met gemelde Volmer niets gesprooken hadde, waar bij de naam van de Heer Bergh te pas gekoomen, ofte genoemd zoude zijn, ‘t welk andersints gelegentheijd mogte hebben gegeeven, dat hij Volmer, het eene gesprek met het andere geConfundeerd konde hebben; verclarende verders, dat wanneer in den gepasseerden Jaare zig op het als doen hier ter rheede leggende Bengaalsche Retourschip Scholtenburg bevonden had, hij met den Bootsman ofte den Eersten Supp:lt Volmer in gesprek was geraakt, wanneer hij Bootsman, dewijl zijne op Bengalen gebrande kist met geene goederen hadde kunnen vullen, en sulx gaarne alhier met de een of andere voordeel geevende goederen doen wilde, hem gevraagd had, of hij hem niet aan het een of ander helpen konde.’

‘Sijnde daar op alleenlijk door hem aan gemelde Bootsman essentieelijk gerepliceert, dat Constantia wijn meede te neemen, verbooden was, maar dat hij nog wel iets, dat dagt goed te weesen om met voordeel meede te neemen wist, namentlijk Aloë, met bijvoeging dat hij Bootsman zig dieswegens bij den Burger Jan Smidt vervoegen, en dien daarom vragen moeste, dewijl onderrigt was, dat die man een partij had, en hem daarmeede gerieven konde, het welk hij deClarant verClaard gedaan te hebben, in die vaste meening, dat Sulx geensints verboden was, hebbende Sig verders met die saak in het geheel niet bemoeijd, en voegd hij declarant ‘er nog bij, dat ten tijde hij met den Bootsman wegens het meede neemen der Aloë gesproken had, den Zeijlmaker ofte den tweeden Supp:lt Cornelis van der Heggen, daar niet present was geweest, Ja selfs dat hij dien man niet eens kent, zoo als UWEd: groot Agtb: en E: Agtb: des gelievende uijt neevgensgaande Declaratoir breedvoerig Sullen kunnen ontwaeren.’

‘Bij welke verclaring den ondergeteekende nog op Speciael versoek van den heer Berg, ingewonnen heeft, een meede onder presentatie van Eede gegeeven Declaratoir van den Burger Jan Smit, als aan wien den Declarant J: Holst volgens desselfs opgave den Bootsman tot inkoop der Aloë gerenvoijeerd heeft, dewelke verclaard, dat in den gepasseerden jaare den Bootsman Volmer wel bij hem gekomen, en Aloe van hem gekogt heeft, dog dat met hem Bootsman in geenen deele van den Secretaris Berg gesprooken Ja Selfs desselfs naam niet genoemd had, en dat den Zeijlmaker C: v:d: Heggen, bij hem ten eenemale onbekend is: blijkens het hier neevens overgelegde declaratoir.’

‘Ten reguarde van den derden Suppliant, ofte den Timmerman Damis Duijndam, Sal den ondergeteekende alleen Seggen, dat desselfs ontschuldiging op Seer losse voeten staat, want daar hij zig beroept op de volgens gewoonte aan de groote mast aangeplakte gedrukte Lijst der verbodene goederen, als waar op de Aloë niet gespecificeerd geweest zijnde, hij Supp:lt gemeend had, de overvoer derhalven gepermitteerd te Sijn, Soo diend daar teegen, dat alhier geen zodanige Lijst van verboodene goederen aan de Masten der Retour Scheepen word aangeplakt, maar alleenlijk dat aan alle Scheepen het placcaat tegens het opdrosse van Europeanen en Slaven, met ‘S Comp:s Scheepen word geaffigeerd, waar bij alleenlijk aan d’ officieren en andere repatrieerende personen verbooden werd, om eenige Caabse wijnen voor particulieren van hier naar ‘t Vaderland te vervoeren; ‘t welk dewijl nu in geenen deele voor een Lijst van verbodene goederen kan werden aangesien, hij Supp:lt dus in verpligting was, van zig te informeeren, of de Aloë een verbodene handel was, dan niet, en niet op zodanig een Losse voet, maar zijn kist te gaan vullen.’

‘Hier door het geposeerde der Suppliante in hunlieder Requesten geënerveerd Sijnde blijkt, dat zij Supplianten eerder door misleijdingen, en onwaare voorgeevens de Heeren Meesters hebben getragt favorabele denkbeelden in te boesemen, als reeden te hebben zig te beklagen, door andere alhier misleijd te zijn.’

‘De ondergeteekende verders geen ligt in deesen kunnende bijbrengen, hoopt hier meede aan UWEd: groot Agtb: en E: Agtb:s g’Eerd besluijt te hebben voldaan, en laat dushalven deesen dienen voor Rapport &:a’

’/:was geteekend:/’

‘J: V: Plettenberg /:in margine:/ Cabo de goede Hoop den 8: Maij 1770.’

‘Declaratoir, ten overstaan van de ondergeteekende geCommitteerdens uijt den E: Agtb: Raad van Justitie, en ter requisitie van den Heer Independent Fiscaal M:r Joachim van Plettenberg, gegeeven door den Burger deeser plaatse Jan Holst, van Competenten Ouderdom, zijnde van inhoud als volgt.’

‘Dat wanneer den Declarant in den voorledenen Jaare, op het toenmaals hier ter rheede geleegen hebde Bengaals retourschip Scholtenburg geweest, en met den daar op bescheijdenen Bootsman Jan Fredrik Volmer in gesprek geraakt was, gem: Bootsman onder het Substantieele Seggen, dat hij zijne op Bengalen gebrande kist, met geene goederen hebbende kunnen vullen, hij Sulx gaarne hier aan de Caab met de eene of andere voordeel geevende goederen doen wilde; hem Declarant gevraagd had: of hij hem Bootsman niet aan ‘t een of ander helpen konde op ‘t welke den Declarant meerm: Bootsman essentieelijk ten antwoord gegeeven hebbende: om Constantia wijnen meede te neemen, Sulx mag niet weesen, want daar legt een verbod op, maar ik weet nog wel iets, dat ik denk goed te weesen, om met voordeel meede te kunnen neemen, te weeten Aloë. hij Declarant gemelden Bootsman teffens gesegd had, dat zig dieswegens bij den Burger Jan Smit vervoegen, en dien daarom vragen moest, dewijl wel wist, dat die man een Parthij had, en hem daar meede gerieven konde; hebbende den Declarant Sulx teegens meerm: Bootsman gesegd, in die vaste meening, dat het geensints verbooden was, Aloë in gepermitteerde kisten, naar ‘t Vaderland over te voeren, en nog minder dat deselve Contrabande quam te zijn, gelijk den Declarant met gemelden Bootsman ook niet naar voorsz: Jan smit was gegaan, of zig verders daar meede bemoeijd had.’

‘Dat wanneer den Declarant met voorsz: Bootsman, weegens het meede neemen der Aloë gesprooken had, den Zeijlmaaker Cornelis van der Heggen daar niet present geweest was, en dat hij dien man ook niet kend; als meede, dat hij teegens meerm: Bootsman niet heeft gesegd, dat andere Caabse wijnen meede te neemen, verboden was.’

‘Betuijgende den declarant het eene volstrekte onwaarheijd te zijn dat hij tot voorsz: bootsman Volmer zoude hebben gesegd: dat hij Declarant den Coopman, mitsg:s Lid en Secretaris van Politie alhier de Heer Olof Martini Bergh, ten belange van het overvoeren der Aloë had gesprooken, en dat denselven hem Declarant gesegd hebben zoude; dat op Constantia wijnen een verbod lag; maar dat de Aloë, vermits de E: Comp:ne die niet meer ontbood nog hebben wilde, om die reedenen door particulieren voor eijgene reecq: in de gepermitteerde kisten mogte meede genomen werden verseekerende den Declarant, dat voorm: bootsman hem, om ‘t een of ander Lid deeser Regeering daarover te Spreeken, niet alleen niet had versogt, maar dat hij Declarant bij voorsz: Heere Bergh ‘t zij voor of na dat het bovenstaande, tusschen hem Declarant en meerm: Bootsman voorgevallen is, nooijt, ‘t zij in desselfs soo evengemelde qualiteijt als Secretaris, ‘t zij als particulier in eijgener persoon is geweest, dan wel iemand anders Sijnentsweegen, bij denselven heeft gesonden gehad, om Sig te inquireeren, wat ‘er aan de Scheepelingen gepermitteerd ofte niet gepermitteerd was, van hier in hunne kisten meede te neemen, als meede, dat hij voorsz: Heer Bergh, nooijt ofte ooijt bijzonderlijk op ‘t Stuk van de Aloë, in wat manier Sulx ook zoude mogen Sijn, heeft onderhouden, of door een ander doen onderhouden, waar bij den Declarant nog voegde, dat hij met meerm: Bootsman niets gesprooken hadde, waar bij den Declarant de naam van dikwilsgem: Heere Bergh van pas gekoomen, ofte genoemd zijn Soude; dat wel dat Sulx gelegentheijd zoude hebben gegeeven, dat meerm: Volmer, dat gesprek met andere zoude geconfundeert hebben.’

‘Welk voorenstaande den Declarant betuijgde Conform de waarheijd,en hij mits dien bereijd te Sijn, om alle ‘t Selve ten allen tijden, met Solemneelen Eede te Staven.’

‘Aldus Gedeclareerd aan Cabo de goede Hoop, den 18. April 1770. voor d’ E E:s Johannes Henricus Blankenberg en Hendrik Oostwald Muller, Leeden uijt den E: Agtb: Raad van Justitie voorm: die de minute deeses, benevens den Declarant, ende mij Secretaris meede behoorlijk hebben onderteekend.’

’/:onderstond:/ ‘T Welk ik getuijge /:was geteekend:/ C:L: Neethling Secret:s’

‘Declaratior ten overstaan van de ondergeteekende geCommiteerde Leeden uijt den E: Agtb: Raad van Justitie deeses Gouvernements, en ter requisitie van den Heer Independent Fiscaal M:r Joachim van Plettenberg, gegeeven door den Burger deeser plaatse Jan Smit, van Competenten ouderdom, sijnde van den volgenden Inhoud, als.’

‘Dat den in den voorleedenen Jaare 1769, met het van Bengalen retourneerende Schip Scholtenburg gerepatrieerden Bootsman Jan Frederik Volmer, mitsg:s den met het Schip Vlissingen in ‘t Selve Jaar te huijs gevarenen Timmerman Dammis Duijndam, den DeClarant om Aloë te koopen, gevraagd hebbende, hij Declarant in meening en vast vertrouwen, dat Sulx gepermitteerd was, aan die personen een parthij Aloë, die hij van eenige deeser Landlieden had ingekogt, overgelaaten had, zonder dat hij declarant bij ‘t verkoopen dier Aloë, dewijl Sulx ter goeder trouwe had gedaan, met voorsz: Bootsman Volmer, van den Coopman mitsg:s Lidt en Secretaris van Politie alhier de Heer Oloff Martini Bergh gesprooken, ofte desselfs naam genoemd had, hebbende hij Declarant Selfs met gemelden Bootsman niets gesproken waar bij de naam van voorn:d Heer Bergh van pas gekomen Sijn zoude betuijgende den Declarant dat hij den Zeijlmaker Cornelis van der Heggen niet kend, en dien persoon van hem ook geen Aloë bekomen had.’

‘Welk voorenstaande den Declarant betuijgd de waarheijd, en hij mitsdien bereijd te zijn, om alle ‘t Selve met Solemneele Eede te Sterken.’

‘Aldus gedeclareerd aan Cabo de goede Hoop den 18: April 1770. voor d’ E E:s Johannes Henricus Blanckenberg en Hendrik Oostwald Muller, Leeden uijt den E: Agtb: Raad van Justitie voorm:, die de minute deeses beneevens den Declarant ende mij Secretaris meede behoorlijk hebben onderteekend.’

’/:onderstond:/’

‘’T welk ik getuijge /:was geteekend:/ C:L: Neethling Secret:s.’

En dewijl uijt den Inhoude van ‘t gedagte berigt, mitsg:s de daar neevens overgelegde twee declaratoiren blijkt, dat het geene de persoonen van Fredrik Volmer, Cornelis van der Heggen en Damis Duijndam bij derselver Requesten hebben geposeert, geensints met de waarheijd Conform is bevonden, en dit hunl: voorgeeven alleen tot verschoning van derselver ongepermitteerd gedoente Schijnd uijt gedagt te zijn; is dierhalven besloten, om tot voorkoming van diergelijke practijken mitsg:s ter pligtschuldige voldoening aan de Seer geEerde intentie der Hoog gebiedende Heeren en Meesteren in ‘t Patria, bij affixie van Billietten aan alle de ‘t zij uijt dit gouvernement repatrieerende persoonen, dan wel de hier passeerende Scheepelingen van ‘S Comp:s Scheepen t’ interdiceeren, om in hunne gepermitteerde kisten eenige Aloë van hier te vervoeren op pæne, dat deselve gelijk ander verbodene goederen t sij ter dezer plaatse dan wel in het vaderland aangehouden, en ter profijte der E: Comp:ne zal werde geConfisqueert.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 196-213.

Dingsdag den {17700529} 29 Maij 1770.

‘S voormiddags alle present, dempto den Heer Major van Prehn.

Nademaal van de drie bengaalsse retourscheepen, die den 29: Jann: deeses Jaars, te Samen uijt de ganges vertrocken Sijn, maar een, te weeten, het schip ‘S Landswelvaren , hier ter rheede is verscheenen, en de twee andere namentlijk Enkhuijsen en Vaillant , voor als nog aan dit gouvernement niet zijn komen op te dagen: en dat gem: Bodems, Soo wel als het geciteerde Schip ‘S Landswelvaren , alleen voor een ordinaire reijse tot aan deese plaats, van water en fictualiën in Bengalen voorsien geworden Sijnde, het dus nie presumptief is, dat deselve deesen uijthoek zullen Sijn voorbij gesteevend, waar bij nog komt, dat niet alleen meerm bodem ‘S Lands welvaren maar ook het Seedert in de Baaij fals gearriveerde Bataviaas Retourschip Vredelust , in de Jongst voorleeden maand, op ‘t Rif van Anguilha’s Seer Swaare en langduurige Stormen geleeden hebbende, de winden naderhand egter, tegen het ordinaire beloop in andere winter Saijsoenen, geduurende deese maand, veele dagen agter een, uijt het O:te en ZO:te hebben gewaaijd, Sonder dat voorsz: Scheepen Enkhuijsen en Vaillant met deselve Sijn te voorschijn gekoomen: invoegen het uijt alle de voorsz: omstandigheeden, Seer te dugten Sijnde, dat ged: kielen, zoo het onverhooptelijk al niet erger met deselve mogt afgeloopen sijn, door het verliesen van Masten, of het bekomen van andere rampen, zig genoodsaakt gevonden hebbende de Stevens ‘t zij naar de Baaij van S:t Augustijn op Madagascar , dan wel naar Rio de la goa te wenden, aldaar in dusdanigen Slegten toestande Souden kunnen Sijn ter houw gekomen, dat deselve buijten Staat waren, wederom in Zee te Steeken, en Sonder dat dies overheeden gelegentheijd konden vinden, om ‘t zij naar dit gouvernement dan wel elders heen, eenig berigt van derselver reddeloosen toestand te geeven: gelijk met hier van het voorbeeld men het Retourschip de Naarstigheijd heeft gehad, dat ten eenemaal ontramponeerd, te Rio de la goa aangeland Sijnde, aldaar ruijm anderhalf Jaar gelegen heeft, zonder dat d’ overheeden dier kiel, ooijt gelegentheijd hebben gehad, hunlieder desolaten toestand, ‘t Sij herwaards of elders te berigten: is dierhalven op het voordragen van den Heer Gouverneur voor den meesten dienst der E: Comp:ne goedgevonden, den hier permanenten hoeker de Snelheijd , ten Spoedigsten naar de voorsz: baeijen van S:t Augustijn op Madagascar en Rio de la goa af te Senden, om de meerm:e Scheepen Enkhuijsen en Vaillant , ingevalle deselve Sig in een dier Baaijen, in een magtelosen toestand quamen te bevinden, de vereijste adsistentie toe te brengen, om herwaards op te komen, dan wel andersints nog iets van haare Ladingen mitsg:s de in Leeven Sijnde Scheepelingen te kunnen bergen.

Ten welken eijnde het gem: vaartuijg, met een aantal van 23: Zeevarende, boven desselfs ordinaire manschap, en dus in ‘t geheel met 50: Coppen g’equipeerd, mitsg:s met diversse, provisiën ten dienste der voorsz: Scheepen, en insonderheijd met alsulke materialen, als en tot reparatie der gebreeken, die zig aan deselve mogten bevinden, meest benoodigt zijn, zal werden voorsien: Terwijl den op ged: Hoeker bescheijdenen gezaghebber Roelof Pietersz, bij eene Schriftelijke Instructie Sal werden geordonneerd, om van hier vertreckende de Cours direct naar de hier voorengem: Baaij van S:t Augustijn op Madagascar te Stellen, om bij aldien zig de te meermalen genoemde Scheepen Enkhuijsen en Vaillant , aldaar mogten bevinden, als dan aan deselve gelijk gesegd is, de vereijschte hulpe toe te brengen, om herwaards te kunnen opkoomen.

Maar de gedagte Scheepen in gementioneerde Baaij van S:t Augustijn niet vindende, ged: gezaghebber van daar naar Rio de la goa moeten oversteeken, en gem: kielen in deese Baaij aantreffende, alles aanwenden, wat in desselfs vermogen Sal Sijn, om deselve in Staat te Stellen, die plaats te kunnen verlaaten, en de Steevens dit heen te wenden.

En dewijl het niet apparent is, dat zig beijde de Scheepen, in een en deselfde Baaij Sullen hebben geborgen, is dierhalven verstaan meerm: gezaghebber te gelasten, om in gevalle maar een derselve in de Baaij van S:t Augustijn mogte aantreffen als dan, naar aan Sodanigen Bodem alle mogelijke hulpe toegebragt te hebben, hij vervolgens, ‘t zij dat denselven in Staat was, wederom in zee te Steeken, ofte niet, ten spoedigsten van daar naar Rio de la goa zal moeten vertrecken, om t’ ervaren of het andere Schip ter dier plaatse mogte zijn ter houw gekomen verdagt sijnde, om in Sulken geval, niet alle de aan hem meede gegeevene manschap, provisiën en materialen, aan het eerst gevondene Schip af te geeven, maar van het een en ander een gedeelte aanhanden te houden, ten eijnde in Staat te blijven, om daar meede ook den tweeden bodem te kunnen adsisteeren.

Dat wanneer ged: gezaghebber nu zoo geluckig mogte zijn, van het tweede Schip te Rio de la goa te vinden, en hetselve met de van hem bekomene hulp in Staat was, de reijse herwaards t’ onderneemen, hij met hetselve te gelijk zal moeten vertrecken, en Sijn best doen, Steets bij dien Bodem te blijven, om dus aan denselven alle verdere bijstand te kunnen toebrengen: dog bij aldien dusdanigen kiel, ten eenemaal buijten Staat was, om dit heen te kunnen Steevenen, als dan zoo veel van de fijnste goederen, ‘t zij van Zijde, Lijwaten als andersints, in desselfs onderhebbenden hoeker over te neemen, als ‘er bequamelijk in denselven Sullen kunnen geborgen werden, en daar meede vervolgens op het spoedigste naar deese plaats te rug te keeren.

Dan ten belange van het voorwaartsgen:de Eerste poinct, te weeten, om van deese Rheede vertrecken,de Cours direct naar de Baaij van S:t Augustijn te Stellen, overwogen zijnde, dat den Schipper Hans Harmsz, wanneer in A:o 1758, met den hoeker de Hector , tot opspeuringe van ‘t voorwaartsgem: Schip de Naarstigheijd is afgezonden, gelijke ordre gehad hebbende, Sig egter door Contrarie winden genoodsaakt gevonden heeft, Rio de la goa het eerst aan te doen; is dierhalven best gedagt, aan meerm: gezaghebber over te laaten, om hier omtrent meede naar voorkomende geleegentheijd van weer en wind, te handelen: invoegen denselven, wanneer Rio de la goa het eerst zal aandoen, en aldaar een der Scheepen gevonden hebben, hetselve volgens het bereijds geordonneerde, Sal moeten Adsisteeren, vervolgens van daar naar de Baaij van S:t Augstijn over Steeken, en ter dier plaats het tweede Schip aantreffende, als dan in gevalle hetselve in Staat mogte zijn, de reijse herwaards te kunnen onderneemen met dien Bodem te gelijk dit heen vertrecken, dog andersints Soo veel van de voornaamste goederen van desselfs Lading overneemen, en daar meede ten Spoedigsten naar dit gouvernement te rug keeren.

Sijnde wijders beslooten, ten eijnde deese Expeditie in allen gevalle, niet sonder vrugt of voordeel voor d’ E: Comp:ne te doen Sijn, in meergem: hoeker de Snelheijd te doen afladen, een Cargasoentje van diversse, zoo op Madagascar als Rio de la goa gewilde goederen, ten bedrage van ƒ1871:19, om daarvoor in de gementioneerde Baaijen van S:t Augustijn , en Rio de la goa , eenige halfwassene Slaven, mitsg:s op laatstgem: plaats bovensdien een parthij oliphantstanden of andere goederen in te ruijlen, met dien verstande egter, dat met het drijven van deesen handel, op geenerlijk wijze eenig nadeel aan het principale oogmerk deeser expeditie, te weeten, het opsoeken der dikwilsgem: Scheepen Enkhuijsen en Vaillant werde toegebragt: Sullende meerm: gezaghebber dierhalven, wanneer op d’ eerste door hem aan te doene plaats, geen dier kielen mogt gevonden werden, Sig als dan niet langer met inruijlen van Slaven en oliphants Tanden, dan uijtterlijk den tijd van veerthien Dagen, aldaar mogen ophouden, maar in teegendeel deesen bepaalden tijd verstreeken zijnde, met de Eerste goede wind naar die tweede geordonneerde plaats moeten oversteeken, ten eijnde aldaar de voorsz: Scheepen, dan wel een derselven gevonden hebbende, omtrent dusdanigen bodem te verrigten, het geene hier bevorens is aangehaald.

Maar bij aldien het hieromtrent, tegens alle hoop en verwagting anders mogte uijtvallen, namentlijk dat nog in de Baaij van S:t Augustijn nog te Rio de la goa , de meergem: twee Scheepen, ofte een van beijden wierden gevonden, is in Sulken geval verstaan; dat voorsz: gezaghebber zig omtrent het drijven van meerm: handel, geensints aan den hier bevoorens geordonneerden tijd, Sal behoeven te bepalen, maar Selfs zoo lang te Rio de la goa mogen vertoeven, tot dat de winden en Stroomen Sullen dienen, om van daar vertreckende, de Cust Soo veel mogelijk zal weesen, langs te kunnen zeijlen, om dus doende, t’ ontdecken, of de meerm: Scheepen Enkhuijsen en Vaillant ergens tusschen dikwerfgem: Rio de la goa en de Baaij a la goa dit heen gereekend, mogten Sijn ter houw gekomen, of dat ‘er deese of geene overblijfsel van deselve, dan wel nog eenige Scheepelingen dier kielen te vinden waaren.

Den in ‘t Swart Land gestaan hebbenden Predikant Gerardus Croeser weijnige dagen geleeden, Sijnde koomen t’ overlijden, is dierhalven verstaan, om hier van aan de Heeren Meesteren in ‘t vaderland, de vereijschte kennisse te geeven, met bijgevoegd versoek, om in plaatse van wijlen gemelden predikant, bij bequaame geleegentheijd, een ander voor dit gouvernem:t herwaards te willen Senden: Sullende, ten eijnde den godsdienst bij voorsz: gemeijnte middelerwijl niet zoude moogen Stil Staan, maar behoorlijk waargenomen werden, d’ Eerw: hier aan Cabo Staande predikanten, Henricus kronenburg, Johannes Fredericus Boode; en Joannis Petrus Serrurier, beurtelings om de vier weeken, aldaar moeten gaan prediken, en de Sacramenten op de gewoone tijden uijtdeelen; waar van aan den kerkenraad der voorsz: gemeijnte, bij Missive sal werden kennisse gegeeven, met Recommandatie om van haare Zijde Sorge te dragen, dat voorsz: Leerraars van tijd tot tijd met een behoorlijk Rytuijg werden afgehaald.

Dewijl ter geleegentheijd van den onlangs in ‘S E Comp:s Stal ontstaan geweest Sijnden Brand is ondervonden, dat de Trommels die tot teeken van dit ongeval, volgens de ordre in het gebruijk, Sijn geroerd geworden, niet Alomme in deese plaats hebbende kunnen werden gehoord, veele Luijden dus onkundig van voorsz: Brand gebleeven Sijn: is dierhalven op het voorstel van Brandmeesteren goedgevonden, dat wanneer ‘er /:’t welk god nogtans genadig wil behoeden:/ in ‘t toekomende weederom ergens binnen de Caab, Brand mogte komen t ontstaan, als dan, ‘t zij bij dage of des nagts, behalven het roeren der Trommels, het teeken daar van ook, met het luijden der Clocken van de kerk Sal werden gegeeven: waar van aan een ijgelijk, bij affixie van Billietten, de nodige advertentie Sal werden gedaan.

Laatstelijk geleesen weesende, Seeker Request, door den Capitain der tweede Compagnie burger Dragonders aan Stellenbosch Pieter Laubscher overgeleeverd, tendeerende, om ter Consideratie van desselfs lighaams Corruptiën van ‘t waarneemen dier functie te mogen werden ontslaagen; is verstaan, dat versoek t’ accordeeren.

Aldus Geresolveerd, ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 214-220.

Dingsdag den {17700605} 5: Junij 1770.

‘S Voormiddags alle present uijtgenomen den E: Equipagiemeester Jacob Rijzik mits Indispositie.

Nadien op laatstl: woensdag den 30: der voorige maand, is komen t’ overlijden den opperCoopman en Secunde deeses gouvernements de Heer Jan Willem Cloppenburg, is dierhalven, op de propositie van den Heere gouverneur beslooten, den Heer Independent fiscaal M:r Joachim van Plettenberg op zijn E: dieswegens gedaan versoek ter nadere approbatie onser hoog gebiedende Heeren en Meesteren in ‘t vaderland, wederom tot Secunde en hoofdadministrateur aan te Stellen; Sullende dienvolgens alle ‘S E Comp:s Effecten, Sodanig als die ter verantwoording van wijlen gedagten Heer Cloppenburg hebben gestaan, door expresse geCommitteerdens opgenomen, en vervolgens ter p:le administratie aan de Heer van Plettenberg werden overgegeeven, terwijl zijn E: wijders ook als president in den Raad van Justitie alhier zal moeten fungeeren.

Maar dewijl ten opzigte van het Fiscalaat in overweeging is genoomen, dat ingevalle nu wederom getreeden wierd, om hetselve prointerim door den Adjunct te laten waarneemen, dit notoir tot merkelijke prejuditie voor de Leeden deeses Raads, als daar toe de naaste zijnde, zoude Strecken, te meer nadien ten tijde dat wijlen de Heer Cloppenburg tot p:l Secunde aangesteld en het waarneemen van ‘t voorsz: fiscaals ampt aan den doenmaligen adjunct d’ E: Otto Luder Hemmij is opgedragen, zulx reets zodanig aangemerkt, en daarom bij Resolutie van den 18: maart 1766: expresselijk ter needer gesteld geworden is, dat die Schicking alleen dusdanig was gemaakt, ten eijnde daar omtrent voor den korten tijd dat het fiscalaat Stond vacant te blijven, met den minsten omslag te werk te gaan, sonder met voorsz: aanstelling van den Adjunct, als een inferieure bediende, eenigsints te benadeelen de preferentie, Competeerende de Cooplieden en mede Leeden deeser vergadering d’ E E:s Pieter Hacker en Oloff Martini Bergh, die tot het waarneemen van ‘t gedagte ampt, hunnen dienst hadden aangeboden: en dat bovensdien ten deesen belange nog is geConsidereerd, dat bij aldien het pro interim waarneemen van ‘t fiscalaat door den adjunct, in het presente geval al plaats quam te hebben, de uijtvoering der Crimineele Justitie, volgens de voorige gebruijken dog aan den Heer van Plettenberg als president zoude moeten werden gedemandeerd; Is dierhalven om alle de voorsz: reedenen, meede op het voorstel van welgem: Heere gouverneur best geoordeeld, dat gedagten Heer van Plettenberg, het fiscalaat zal blijven bekleeden, Sullende egter de dagelijx voorvallende zaaken, onder zijn E: opzigt en ordres door desselfs adjunct kunnen werden waargenoomen: Terwijl voor’t overige nog goedgedagt is, dat in Sodanige gevallen, waar bij meerm: Heer van Plettenberg als officier voor der Raad van Justitie zal moeten ageeren, Sijn E: zig als dan, gelijk Sulx bij absentie, dan wel Indispositie des presidents gebruijkelijk is, door het aan zijn E: volgend Lidt, in het Presidie zal kunnen laaten vervangen.

Sijnde voorts op het thans nogmaals gedaane versoek van voorengem: E E:s Pieter Hacker en Oloff Martini Bergh, als de twee oudste Cooplieden en Leeden deeser politicque vergadering, verstaan, aan deselve te accordeeren, om ter obtenue van het Fiscalaat deeser plaats, aan hoogst gem: Heeren Meesteren, een onderdanig Request onder ‘S E: Comp:s papieren te mogen oversenden, en dat de daar bij te doene versoeken, ter Consideratie van derselver langjarige en goede diensten, met het favorabel voorschrijvens deeser Regeering Sullen werden geappuijeerd.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 221-222.

Vrijdag den {17700615} 15. Junij 1770.

Alle present.

Is op de gedane propositie van den Edelen Heere gouverneur goedgevonden, om den Heer Independent fiscaal M:r Joachim van Plettenberg, als p:l aangestelden Secunde, en zijnde van de gereformeerde religie, in plaatse van wijlen den heer Secunde Jan Willem Cloppenburg, ook tot Commissaris politicq bij deese Caabse gemeijnte te verkiesen; waar van aan kerkenraade de vereijschte kennisse zal werden gegeven, met recommandatie om zijn E: als zodanig in haare vergadering t’ ontfangen, t’ erkennen en respecteeren, gelijk het betaamd te geschieden, omtrent een persoon, die aldaar de hoge overigheijd zal representeeren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 223-233.

Dingsdag den {17700710} 10: Julij 1770

‘S voormiddags alle present, uijtgenomen den Heer p:l Secunde M:r Joachim van Plettenberg, en E: Equipagiemeester Jacob Rijzik.

Dewijl den tijd der verpagting van ‘S Lands gemeene middelen en Inkomsten weeder begind op handen te Schieten, is dierhalven goed gedagt, Sulx op den gewonen voet onder Ult:o Aug:s aanstaande te laten geschieden, mitsg:s tot bekendmaking van dien, de noodige Billiëtten te doen affigeeren.

Sijnde wijders ook goedgedagt, om meede bij affixie van Billiëtten, aan een ijgelijk kennisse te doen geeven; dat na den 15 der voorsz: maand Aug:s de verstrecking van goederen uijt de resp: pakhuijsen der E: Comp:ne, zoo lang Sal ophouden, tot dat deselve pakhuijsen volgens gewoonte, door expresse geCommitt:s zullen weesen opgenomen.

Voorts is ter plaatsvulling van den onlangs ontslagenen Pieter Laubscher, wederom tot Capitain over de tweede Compagnie burger Dragonders aan Stellenbosch aangesteld, den Eersten Lieutenant Jan Blignault, voor denwelken men als Eersten Lieutenant hebbende laten optreeden, den tweeden dito, Hercules Adriaan Malan, is wijders in Steede van denselven, den Cornet Jacobus de Wet, tot tweeden Lieut:t geadvanceerd, en in dies plaats, den Corporaal Philippus Albertus Meijburg tot Cornet bevordert.

Gelijk ook mits het overlijden van den bij de Compagnie de reserve bescheijden geweest zijnden Capitain Johannes Louw Pietersz:, en den Eersten Lieutt:t David de Villiers, mitsg:s den vaandrig Daniel Malan, beslooten is, de oud Heemraden Hendrik Cloete als Capitain, Jacob Marais als Eersten Lieut:t, Pieter du Toit de Jonge, als tweede dito, en Paul Roux, als vaandrig van gem: Compagnie, te laaten fungeeren.

Waarna geleesen weesende, Seeker Request, door den burger Daniel Nicolaas During, in de volgende bewoording gepresenteerd.

Aan den Wel Edelen groot agtb: Heer Rijk Tulbagh, Raad ordinaris van Neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop, en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Agtb: Raad van politie.

‘Wel Edele groot Agtb: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen Uwer wel Edele groot Atb: en E: Agtb: Seer needrigen Dienaar, den Burger Daniel Nicolaas Duuring, hoe den Supp:lt wel geneegen zoude zijn, om de Jeugd ter deeser plaatse in ‘t Leezen, Schrijven, Cijfferen &:a, mitsg:s de gronden van de gereformeerde Religie, waar van den Supp:t belijdenis doed, t’ onderwijzen, derhalven neemt den Supp:lt de vrijheijd, zig te wenden tot Uwe Wel Edele groot Agtb: en E: Agtb:, ootmoedig versoekende, dat deselve van die goedheijd gelieven te zijn, hem daar toe permissie te verleenen.’

’/:onderstond:/’

‘’T welk doende &:a’

is daar op goedgevonden, dat hetselve Sal werden gesteld, in handen van kerkenraade deeser plaatse, ten eijnde den Supp:lt noopens Sijn bequaamheijd omtrent het Schoolhouden, geExamineerd hebbende, deesen Raade vervolgens dienaangaande te dienen van Berigt.

Sijnde laatstelijk aan de onder genoemde Persoonen, op derselver hier om al meede in Scriptis gedane versoeken, de volgende Landerijen in eijgendom gegeeven, als.

Aan den voorleeser en Schoolmeester bij de gemeijnte van Stellenbosch Christiaan krijnouw, een Stukje Lands, geleegen aan den Dorpe van Stellenbosch , groot vijf hondert en derthien quad:t roeden, en vier en veertig d:o voeten.

Aan Catharina maria Magetski, laatst weduwe wijlen den Baas Thuijnier Bernardus Mullard, meede een Stukje Lands, leggende annex haar Tuijn, in deese Tafelvalleij , genaamt het Roode Hek , ter groote van Een morge, neegen en Sestig quad:t Roeden en Veertig d:o voeten:

Aldus Geresolveerd, ende Gearresteerd In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 231-233.

Dingsdag den {17700717} 17: Julij 1770:

‘S voormiddags alle present.

Door het Eerw: Collegie van kerkenraade deeser plaatse bij Requeste te kennen gegeeven zijnde, dat zij onder gunstige approbatie deeses Raads, voorneemens waren, om tot algemeen nut deeser Ingeseetenen, een Slag horologie in de kerk Toorn te laaten maaken, met bijgevoegd versoek, dat dewijl gedagte Toorn ten dien eijnde, noodsakelijk eenige voeten hooger, diende te werden opgehaald, dierhalven Zoo wel hier toe, als tot vervaardiging van het Uurwerk Selve, de noodige materialen aan haar Eerw:s tegens d’ Inkoopsprijsen uijt ‘S E Comp:s Pakhuijsen mogten werden verstrekt; heeft men zig het maken van een diergelijk Uurwerk laten welgevallen, en voorts goedgedagt, de daar toe, mitsg:s de verdere benoodigt zijnde Materialen tot den kerk Toorn, aan voorsz: kerkenraad, volgens gebruijk, teegens Inkoops prijs uijt de pakhuijsen der E: Comp:ne te laaten verstrecken.

Aldus Geresolveerd, ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Daage en jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 234-237.

Dingsdag den {17700731} 31: Julij 1770

‘S voormiddags alle present.

Door den op ‘S E: Comp:s Stal bescheijden Sijnde Soldaat Haije Jansz: Swartsenberg, die wegens de teegen hem ingebragte klagten, bij besluijt van den 15: Junij 1765: voor desselfs geciteerde voorige qualiteijt van Soldaat, wederom in dienst der E: Comp:ne is getrocken, thans bij Request Seer Instantig versogt zijnde, dat nadien de Vijf Jaaren voor dewelke denselven de novo in dienst is genoomen, bereijts voor eenige maanden Sijn koomen t expireeren, hij dierhalven uijt meermelden dienst der E: Comp:ne ontslagen, en nogmaals met het Burgerregt deeser plaatse mogte begunstigt, werden, onder de Sterkte verseekering, van zig voortaan Stil en allesints als een goed Inwoonder te zullen gedragen; Soo is, ter Consideratie dat gem: Swartsenberg desselfs dienst op ‘S Comp:s Stal behoorlijk heeft gepresteert, goedgedagt, het thans door hem gedaan werdend’ versoek t accordeeren en denselven dienvolgens weederom uijt ‘S E: Comp:s dienste t’ ontslaan, en in burger vrijdom te Stellen; Terwijl voorts uijt aanmerking dat meerm: Haije Jansz Swartzenberg behalven desselfs armoedigen toestand, nog Vrouw en kinderen t’ erneeren hebbende, dus onvermogens is, de kosten eener nieuwe Vrijbrief te kunnen dragen, verstaan is, desselfs voorsz: ontslag te laten geschieden, op de in dato 6: Julij 1762: aan hem verleende vrijbrief, waar aan Extract van dit besluijt zal werden geannexeert, ten eijnde, op vertooning van dien, als Burger te kunnen werden ingeschreeven.

Aldus Geresolveerd, ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 238-245.

Dingsdag den {17700814} 14. Aug:s 1770.

‘S voormiddags alle present, dempto den E: Coopman en Cassier M:r Jacobus Johannes le Sueur.

Geleesen Weesende de Requesten door den Capitain van d’ Eerste Comp:ne burger Infanterije alhier Jan Hassingh, en den Lieutenant der tweede Comp:ne Cavallerije Jacobus van Reenen, in de volgende bewoording gepresenteerd.

Aan den wel Edelen groot Agtb: Heer Rijk Tulbagh, Raad ordinaris van Neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop, en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: raad van Politie.

‘Wel Edele groot Agtb: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘Geeft met d’ uytterste Eerbied te kennen, Uwe Wel Edele groot Agtbr: en E: Agtb: zeer needrigen Dienaar, Jan Hassingh, Capitain van d’ Eerste Comp:ne burger Infanterije alhier: hoe den Supp:lt bij desselfs klimmenden ouderdom, met dusdanige Corruptiën is behebt geraakt, waar door hij zig buijten Staat komt te bevinden, om desselfs voorsz: functie langer naar behooren te kunnen waarneemen; weshalven den Supp:lt de vrijheijd neemt, zig te wenden tot Uwe Wel Edele groot Agtb: en E: Agtb:s met ootmoedig versoek, dat het van derselver welbehagen zijn mooge, hem van gemelden dienst, en ‘t waarneemen van alle andere burgerlijke Officiën goedgunstelijk t’ ontslaan.’

’/:onderstond:/’

‘’T welk doende &:a’

Aan den wel Edele groot Agtb: Heere Rijk Tulbagh. raad ordinaris van neederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop met den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele groot Agtb: Heer en E: Agtb: Heeren.’

‘Uwe wel Edele groot Agtb: en E: Agtb:s Seer needrigen Dienaar, den Lieutenant van de tweede Comp:ne burger Cavallerije alhier Jacobus van Reenen, vertoond ootmoediglijk: hoe des Supp:lts groote en uijtgestrekte ommeslag mitsg:s de beheeringe van desselfs eijgendoms- en Leenplaatsen, van dewelke Sommige verre Landwaards in zijn leggende, thans nog merkelijk vermeerdert zijnde; en denselven bovensdien een van de geContracteerde Slagters der E: Comp:ne weesende, waar van de principaalste directie en ‘t aanschaffen van ‘t daar toe benoodigde vee, aan hem door desselfs meede participanten is opgedragen, hij zig dierhalven, om het een en ander naar vereijsch te kunnen gade Slaan, dikwils voor een geruijmen tijd van de Caab naar buijten te begeeven, genoodsaakt is: En dewijl den Supp:lt daar door niet in Staat komt te zijn, om de voormelde bediening van Lieutenant, langer zoo als ‘t behoord, te kunnen waarneemen, zoo gebruijkt hij op ‘t Eerbiedigst de vrijheijd, zig te wenden tot Uwe Wel Edele groot Agtb: en E: Agtb:s met needrig versoek, dat het van Uwer wel Edele groot Agtb: en E: Agtb: goede geliefte mooge zijn, den Supp:lt van ‘t bekleeden dier functie, om de voorwaartsaangehaalde motiven, gunstelijk t’ ontslaan.’

’/:onderstond:/’

‘’T welk doende.’

Soo is om reedenen, door de Supp:lten bij derselver voorsz: versoekschriften ter needer gesteld, goed gevonden, haarl: van het bekleeden dier functiën, en den Eerstgem: bovensdien, van het waarneemen van alle andere burgerlijke officiën te ontslaan; Sijnde dienvolgens, in Steede van ged: Hassingh weederom tot Capitain bevorderd den Lieutenant Albertus van der Poel, voor denwelken men den vaandrig Pieter Soermans, als Lieutenant hebbende laten optreeden, is wijders den Persoon van Petrus Jesse Möller tot vaandrig aangesteld; gelijk ook in de plaatse van bovengem: van Reenen, den Cornet Michiel van Breda, tot Lieutenant geadvanceerd en voor deesen, den Burger Barend jacob Artoijs, tot Cornet benoemd geworden is.

Ende ten aansien uijt het ingekoomen berigt van den kerkenraad deser plaatse, is komen te blijken, dat den burger Daniël Nicolaas Duuring, de vereijschte bequaamheeden, tot het onderwijsen der Jeugd is bezittende; is dierhalven beslooten, aan denselven het Schoolhouden alhier te permitteeren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 246-249.

Vrijdag den {17700831} 31: Aug:s 1770.

‘S voormiddags alle present.

Naar voorgaande klocke geklep, en uijtroeping van den Boode op heeden, volgens Jaarlijx gebruijk, getreeden Sijnde tot de publicque verpagting der gemeene middelen en inkomsten deeses Gouvernements navolgens de dieswegens geaffigeerde Billiëtten, zoo zijn deselve ingemeijnd geworden, door alsulke persoonen en tot zodanige prijsen, als hier onder Staat uijtgedrukt, te weeten.

'T Moutbier.
Jan Willem Hurter   ƒ1900:
 
Brandewijnen
Eerste quart Johan Jacob Schreuder ƒ6100:
Tweede d:o Marten Baartman d:o 6600:
derde d:o Johannes Esselaar d:o 6550:
vierde d:o Marten Baartman d:o 6750:
    ƒ26000:
 
Vaderlandse Bieren en Wijnen
Willem de Gruger   d:o 1225:
 
Caabse koele Wijnen.
Eerste quart, Johan Jacob Schreuder ƒ7025:
Tweede d:o d:o d:o d:o d:o 7025:
derde d:o Jan Smook d:o 7000:
vierde d:o Pieter Broeders d:o 8100:
  ƒ29150:
 
Welke vier perceelen van de pagt der Caabse Coele wijnen, vervolgens naar den Inhoude der pagtConditiën weeder opgeveijld en afgeslagen weesende, zijn deselve ingemeijnd geworden, door den Heemraad Marten Melk invoegen hij generalen Pagter der voorseijde wijnen is gebleeven, voor een Somma van d:o 40000:
 
Caabse wijnen &:a aan 't Ronde Bosje en Baaij Fals .
Jan Smook   d:o 2550:
 
koele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn
Hendrik Meijer   d:o 650:
 
d' Impost op de wijn aracq en brandewijn aan vreemde natien geleeverd werdende
Jan Roep   d:o 6200:
Soo dat de geheele pagtpenn: bedragen   ƒ78525:
'T Moutbier.
Jan Willem Hurter   ƒ1900:
 
Brandewijnen
Eerste quart Johan Jacob Schreuder ƒ6100:
Tweede d:o Marten Baartman d:o 6600:
derde d:o Johannes Esselaar d:o 6550:
vierde d:o Marten Baartman d:o 6750:
    ƒ26000:
 
Vaderlandse Bieren en Wijnen
Willem de Gruger   d:o 1225:
 
Caabse koele Wijnen.
Eerste quart, Johan Jacob Schreuder ƒ7025:
Tweede d:o d:o d:o d:o d:o 7025:
derde d:o Jan Smook d:o 7000:
vierde d:o Pieter Broeders d:o 8100:
  ƒ29150:
 
Welke vier perceelen van de pagt der Caabse Coele wijnen, vervolgens naar den Inhoude der pagtConditiën weeder opgeveijld en afgeslagen weesende, zijn deselve ingemeijnd geworden, door den Heemraad Marten Melk invoegen hij generalen Pagter der voorseijde wijnen is gebleeven, voor een Somma van d:o 40000:
 
Caabse wijnen &:a aan 't Ronde Bosje en Baaij Fals .
Jan Smook   d:o 2550:
 
koele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn
Hendrik Meijer   d:o 650:
 
d' Impost op de wijn aracq en brandewijn aan vreemde natien geleeverd werdende
Jan Roep   d:o 6200:
Soo dat de geheele pagtpenn: bedragen   ƒ78525:

Aldus Gedaan en Uijtgevoerd In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 250-266.

Dingsdag den {17700904} 4: Septb: 1770.

‘S voormiddags alle present, behalven den E: Coopman en keldermeester Pieter Hacker mits occupatie.

Wier door den Heer p:l Secunde en hoofdadministrateur M:r Joachim van Plettenberg, met versoek daar op dispositie te erlangen geproduceerd, een Memorie, luijdende als volgd.

‘Memorie van de nabesz: Coornschoppen, Hop, Houtwerken &:a uijt de onderstaande Scheepen, zoo gebroken als te kort, de foulij en Tabak in ‘t negotie pakhuijs bij naweeging over en te kort, als meede de Leijfeijgenen in de Ses Jongst gepasseerde maanden, door de natuurlijke dood overleeden, ‘t vee in gemelde tijd Soo verrekt, als door ‘t wild gedierte vernield, en eijndelijk verscheijde goederen ‘t Seedert P:mo 7:ber A:o pass:o tot Ultimo Augustus in de Respective pakhuijsen onbequaam en onbruijkbaar bevonden, alles volgens verklaringen blijkende Namentlijk.’


Uijt de Jonge Thomas .
verkoopen 15 ps Coornschoopen op 88 p:s in een Cas N:o 6 gebrooken.
afschrijven 71 lb Hop op 1148. lb in drie balen, bij naweeging minder, zijnde volgens factuur de tarra dier balen in Steede van 12 lb 63 lb bevonden.
verCoopen 2969 p:s geele klinkers op 10'000 p:s gebrooken
4252 p:s grauwe Moppen op 10'000 p:s d:o
3 p:s greene deelen van 2 d:m op 200 p:s d:o
2 p:s d:o Latten van 1 1/2 a 3 d:m op 26 p:s d:o
4 p:s d:o d:o d:o 1 1/2 a 2 d:m op 50 p:s d:o
3 p:s d:o d:o d:o 1 1/2 a 1 1/2 d:m op 50 p:s d:o
4 p:s d:o d:o d:o 1 a 2 d:m op 50 p:s d:o
14 p:s d:o d:o d:o 1 a 2 d:m op 100 p:s d:o
 
Uijt de Bovenkerkerpolder
verCoopen 26 p:s Coornschoppen op 88 p:s in 1: Cas N:o 5 gebroken
9 p:s ges: Graven op 150 p:s gebrooken.
Inneemen 4: paar Stiegbeugels in een Cas N:o 78, meerder bevonden als de Factuur dicteert.
 
Uijt kronenburg
verCoopen 47 p:s Coornschoppen op 174 p:s in 2. Cassen N:o 8 en 9: gebrooken
8 p:s Sparren van 30 a 36 v:t op 100 p:s gebrooken
12: p:s d:o d:o 15 a 18 v:t op 100 d:o
8: p:s greene deelen van 1 1/4 d:m op 100 d:o
10 p:s d:o d:o d:o 1 d:m op 400 d:o
3374: p:s grauwe moppen op 15000 d:o
3705 p:s geele klinkers op 1500 d:o
 
In 't negotie pakhuijs
Inneemen 1 lb Foulij bij 't openen van 1 Soekel N:o 319 bij naweeging over
afschrijven 446 lb Tabak, te weeten.  
    129 lb bij 't naweegen van 72 Rollen in 2: Cassen L:a D: en J: te kort p:r 't Schip de Vrouwe Petronella in November 1764 aangebragt.
    71: lb bij 't naweegen van 40: Rollen, in Een Cas N:o 101 te kort p:r 't Huijs Om in fbr: 1764: aangebragt.
    73: lb bij 't naweegen van 120 rollen in 4: Cassen L:a O:O: en P:P: te kort p:r 't Huijs te Bijweg in maij 1769. aangebragt.
    118 lb bij 't naweegen van 164 rollen, in 5 Cassen alle gem:kt N:o 113 te kort p:r Burgh in December 1769 aangebragt.
    55: lb bij 't naweegen van 72 Rollen in 2: Cassen L:a P: en Q: te kort per alkemade deesen Jaare aangebragt.

Uijt de Jonge Thomas .
verkoopen 15 ps Coornschoopen op 88 p:s in een Cas N:o 6 gebrooken.
afschrijven 71 lb Hop op 1148. lb in drie balen, bij naweeging minder, zijnde volgens factuur de tarra dier balen in Steede van 12 lb 63 lb bevonden.
verCoopen 2969 p:s geele klinkers op 10'000 p:s gebrooken
4252 p:s grauwe Moppen op 10'000 p:s d:o
3 p:s greene deelen van 2 d:m op 200 p:s d:o
2 p:s d:o Latten van 1 1/2 a 3 d:m op 26 p:s d:o
4 p:s d:o d:o d:o 1 1/2 a 2 d:m op 50 p:s d:o
3 p:s d:o d:o d:o 1 1/2 a 1 1/2 d:m op 50 p:s d:o
4 p:s d:o d:o d:o 1 a 2 d:m op 50 p:s d:o
14 p:s d:o d:o d:o 1 a 2 d:m op 100 p:s d:o
 
Uijt de Bovenkerkerpolder
verCoopen 26 p:s Coornschoppen op 88 p:s in 1: Cas N:o 5 gebroken
9 p:s ges: Graven op 150 p:s gebrooken.
Inneemen 4: paar Stiegbeugels in een Cas N:o 78, meerder bevonden als de Factuur dicteert.
 
Uijt kronenburg
verCoopen 47 p:s Coornschoppen op 174 p:s in 2. Cassen N:o 8 en 9: gebrooken
8 p:s Sparren van 30 a 36 v:t op 100 p:s gebrooken
12: p:s d:o d:o 15 a 18 v:t op 100 d:o
8: p:s greene deelen van 1 1/4 d:m op 100 d:o
10 p:s d:o d:o d:o 1 d:m op 400 d:o
3374: p:s grauwe moppen op 15000 d:o
3705 p:s geele klinkers op 1500 d:o
 
In 't negotie pakhuijs
Inneemen 1 lb Foulij bij 't openen van 1 Soekel N:o 319 bij naweeging over
afschrijven 446 lb Tabak, te weeten.  
    129 lb bij 't naweegen van 72 Rollen in 2: Cassen L:a D: en J: te kort p:r 't Schip de Vrouwe Petronella in November 1764 aangebragt.
    71: lb bij 't naweegen van 40: Rollen, in Een Cas N:o 101 te kort p:r 't Huijs Om in fbr: 1764: aangebragt.
    73: lb bij 't naweegen van 120 rollen in 4: Cassen L:a O:O: en P:P: te kort p:r 't Huijs te Bijweg in maij 1769. aangebragt.
    118 lb bij 't naweegen van 164 rollen, in 5 Cassen alle gem:kt N:o 113 te kort p:r Burgh in December 1769 aangebragt.
    55: lb bij 't naweegen van 72 Rollen in 2: Cassen L:a P: en Q: te kort per alkemade deesen Jaare aangebragt.

‘Volgens bijgevoegde reekenings van den opziender van ‘S Comp:s Slaven Logie, gesterkt met Secretariale verClaringen, Sijn in de Jongst gepasseerde maanden, Maart, April, Maij, Junij, Julij en August:s van ‘S Comp:s Slaven door de natuurlijke dood overleeden.’


afschrijven 13: kloeke Jongens
1: School d:o
1: Suijgende d:o
4: kloeke meijden
3: Suijgende d:o
3 rio de la goase d:o
4: Bandieten

afschrijven 13: kloeke Jongens
1: School d:o
1: Suijgende d:o
4: kloeke meijden
3: Suijgende d:o
3 rio de la goase d:o
4: Bandieten

‘En volgens g’annexeerde Reekeningen van de Landdrosten, gesterkt met Secretariale verclaringen, zijn meede in voorsz: tijd van ‘S Comp:s Beestiaal Soo verrekt als door ‘t wildgedierte verslonden.’


afschrijven 641: Stux Runderbeesten
33 d:o paarden
3: d:o Ezels
12 d:o Bocken

afschrijven 641: Stux Runderbeesten
33 d:o paarden
3: d:o Ezels
12 d:o Bocken

‘De volgende goederen Sijn geduurende dit Boekjaar ofte Sedert P:mo Septbr: A:o pass:o tot Ultimo Augustus deeses Jaars bij diversse administrateurs onbequäm en onbruijkbaar bevonden, namentlijk.’


In 't Gouvernement
VerCoopen 1 p:s oude Staande huijs horlogie onbequaam
 
In 't Negotie Pakhuijs
verCoopen 10: p:s Pijlaaken Gemotteerd
10 d:o groote waakrocken
2 d:o klijne d:o
4: d:o Duffeltjes
2: d:o Broeken
3: p:s Coussen
 
In de Wijnkelder
verkoopen 79 p:s heele Leggers onbequaam
7: d:o halve d:o
 
In 't hospitaal
verkoopen 7: p:s Siften onbequaam
9: d:o Steekbeckens
3: d:o koopere Staartpannen
22: d:o Laat Lancetten
22: d:o Incisie Scharen
2: d:o Incisie messen
1 d:o Scheermes
 
Op de wapenCamer.
verkoopen 100 p:s port d' Epees onbequaam
120 d:o pattroontassen
40 d:o granadiers houwers
40 d:o d:o Scheeden
1: Sergeants Tent
 
Op 'S Comp:s Stal.
verkoopen 1: p:s veld Rijtuijg onbequaam
7: p:r paarde Stangen
14: d:o Stiegbeugels.
 
In 't Equipagie pakhuijs
verkoopen 21 p:s ankerstocken, als
  15 p:s vad:se verrot en vergaan door lengte des tijds
  6: d:o jatij
14: p:s Brandspuijts Slangen onbequaam
 
Bij de Arthillerij
afschrijven en tot pot en Steen ovens te gebruijken 1 p:s affuijt van 18 lb onbequaam
1: d:o d:o d:o 12 d:o
1: p:s affuijt van 8: lb
1: d:o d:o d:o 3: d:o
2: d:o d:o d:o 2: d:o

In 't Gouvernement
VerCoopen 1 p:s oude Staande huijs horlogie onbequaam
 
In 't Negotie Pakhuijs
verCoopen 10: p:s Pijlaaken Gemotteerd
10 d:o groote waakrocken
2 d:o klijne d:o
4: d:o Duffeltjes
2: d:o Broeken
3: p:s Coussen
 
In de Wijnkelder
verkoopen 79 p:s heele Leggers onbequaam
7: d:o halve d:o
 
In 't hospitaal
verkoopen 7: p:s Siften onbequaam
9: d:o Steekbeckens
3: d:o koopere Staartpannen
22: d:o Laat Lancetten
22: d:o Incisie Scharen
2: d:o Incisie messen
1 d:o Scheermes
 
Op de wapenCamer.
verkoopen 100 p:s port d' Epees onbequaam
120 d:o pattroontassen
40 d:o granadiers houwers
40 d:o d:o Scheeden
1: Sergeants Tent
 
Op 'S Comp:s Stal.
verkoopen 1: p:s veld Rijtuijg onbequaam
7: p:r paarde Stangen
14: d:o Stiegbeugels.
 
In 't Equipagie pakhuijs
verkoopen 21 p:s ankerstocken, als
  15 p:s vad:se verrot en vergaan door lengte des tijds
  6: d:o jatij
14: p:s Brandspuijts Slangen onbequaam
 
Bij de Arthillerij
afschrijven en tot pot en Steen ovens te gebruijken 1 p:s affuijt van 18 lb onbequaam
1: d:o d:o d:o 12 d:o
1: p:s affuijt van 8: lb
1: d:o d:o d:o 3: d:o
2: d:o d:o d:o 2: d:o

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 4: Septbr: 1770: -‘

’/:was geteekend:/ J: V: Plettenberg.’

Na Lectuure welker memorie verstaan is, dat met de daarbij verm: gestorve Leijfeijgens en het verrekt beestiaal der Comp:ne item de te kort aangebragte, mitsg:s in ‘s Comp:s pakhuijsen en elders onbruijkbaar geworde goederen zodanig zal werden gehandeld, als in margine van dien Staat aangeteekend.

Soo als ook wegens den ontfangst en uijtgaaf der Zegels en dies restanten, door gem: Heer hoofdadministrateur is over geleevert, de onderstaande Reecq:


Zeeguls d' A:o 1769/70.
Debent
  van van van van van van van van van van
Rd:s -1/8: -1/4: -1/2: -3/4: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
p:mo Maart Jongstl: verbleven restant 718: 734: 675: 44: 163: 33: 71: 67: 40: 11: 29: 49: 26: 24: 9: 37: 7: 4: 3: 4:
den 2 april Jongstl: bijgekoomen 2000: 1000: 300: -: 100: 100: -: 50: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -:
Somma 2718: 1734: 975: 44: 263: 133: 71: 117: 40: 11: 29: 49: 26: 24: 9: 37: 7: 4: 3: 4:
 
Credunt
  van van van van van van van van van van
Rd:s -1/8: -1/4: -1/2: -3/4: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
Zedert p:mo maart Jongstl: tot dato verkogt. 950: 757: 396: 14: 127: 58: 11: 34: 16: -: 6: 15: 1: 2: -: 13: -: -: -: -:
dato deeses restant. 1768: 977: 579: 30: 136: 75: 60: 83: 24: 11: 23: 34: 25: 22: 9: 24: 7: 4: 3: 4:
Somma 2718: 1734: 975: 44: 263: 133: 71: 117: 40: 11: 29: 49: 26: 24: 9: 37: 7: 4: 3: 4:

Zeeguls d' A:o 1769/70.
Debent
  van van van van van van van van van van
Rd:s -1/8: -1/4: -1/2: -3/4: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
p:mo Maart Jongstl: verbleven restant 718: 734: 675: 44: 163: 33: 71: 67: 40: 11: 29: 49: 26: 24: 9: 37: 7: 4: 3: 4:
den 2 april Jongstl: bijgekoomen 2000: 1000: 300: -: 100: 100: -: 50: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -: -:
Somma 2718: 1734: 975: 44: 263: 133: 71: 117: 40: 11: 29: 49: 26: 24: 9: 37: 7: 4: 3: 4:
 
Credunt
  van van van van van van van van van van
Rd:s -1/8: -1/4: -1/2: -3/4: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60:
Zedert p:mo maart Jongstl: tot dato verkogt. 950: 757: 396: 14: 127: 58: 11: 34: 16: -: 6: 15: 1: 2: -: 13: -: -: -: -:
dato deeses restant. 1768: 977: 579: 30: 136: 75: 60: 83: 24: 11: 23: 34: 25: 22: 9: 24: 7: 4: 3: 4:
Somma 2718: 1734: 975: 44: 263: 133: 71: 117: 40: 11: 29: 49: 26: 24: 9: 37: 7: 4: 3: 4:

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de goede Hoop, Ult:o Augustus 1770.’

’/:was geteekend:/ J: V: Plettenberg’

’/:in margine:/’

‘Deese Reekening door ons ondergeteekende fiscaal en geCommitt:s uijt den Raad van Justitie alhier behoorlijk nagesien en met de restanten geConfronteerd zijnde, is deselve in allen deele accordeerende bevonden, datum ut Supra.’

’/:was geteekend:/’

‘J:C: Rönnenkamp, J:s H:s Blanckenberg, O:G: de Wet adj:t /:Lager:/ Mij Present /:en geteekend:/ C:L: Neethling Secret:s.’

Waar bij komende te Consteeren, dat de verkogte Zegels geduurende de Jongst gepasseerde Ses maanden, een somma van rijxd:s 1573 1/2. hebben bedragen, Sal dit montant derhalven volgens gebruijk in ‘S Comp:s Cassa overgebragt, en bij de negotie boeken deeses gouvernements behoorlijk ingenomen worden.

Verders na Lectuure van de dieswegens ingediende versoekschriften, der burgers Johan Jacob Schreuder, Marten Baartman, en Johannes Esler, als aanneemers van de pagt der Brandewijn en gedisteleerde wateren goed gevonden zijnde, aan deselve voor ijder perceel nog een bijtapper te vergunnen, is bovensdien, aan den pagter der vaderlandse Bieren en wijnen willem de gruger toegestaan om behalven desselfs gepermitteerde bijtapper, nog een tweede tot debiet dier dranken te mogen aanstellen.

Sijnde al verder aan den pagter der Caabse Coele en brandewijn aan ‘t Ronde Bosje , Jan Smook, geaccordeert, om tot beeter voortsetting zijner neering, de Burgers Jan Willem Hurter en Johannes Bruijns op hunne woonplaatsen aan de Brouwerij en ‘t ronde bosje , mitsg:s Pieter Carssau, ten huijse van gedagten Bruijns aan de zogen:de drie Coppen en Johannes Casparus Holtman, ten zijnen woonhuijse aan de Soute rivier als bijtappers aan te Stellen, Sullende hij Smook als teffens Pagter dier dranken in de Baaij fals zijnde, den Tap daar van aldaar Selfs waarneemen.

Laatstelijk door den Heer gouverneur te kennen gegeeven zijnde, dat den Landdrost Joachim fredrik Mentz, zijn Ed: had voorgedragen, dat nadien de Landmilitie in het gedagte District thans tot drie Compagniën was geaugmenteerd, de quantiteijt van het buscruijt en Vuursteenen, die deselve tot haare gewoone Exercitiën quaamen te benoodigen, oversulx ook noodwendig diende te werden vermeerdert is hier op goedgedagt, de verstrecking van het een en andere aan voorschreeve Swellendamsse Landmilitie, na rato van het geene aan die van Stellenbosch werd afgegeeven te laaten geschieden, en mitsdien aan voorschreeve drie Compagniën voortaan, jaarlijx 900 lb buscruijt en 1000 p:s vuursteenen te doen verstrecken.

Aldus Geresolveerd, ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop. Ten Daage en Jaare voorsz.

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 267-274.

Vrijdag den {17700914} 14: Septb: 1770

alle present.

Met het aanweesend’ Deens Schip de kroon prins , van S:t Jago ter deeser plaatse overgebragt zijnde, den onderzeijlmaker neevens twee Soldaaten en drie mattroosen, van het te Bona Vista verongelukte Schip Leijmuijden , hebben deselve, door den Heer Independent Fiscaal M:r Joachim van Plettenberg, voor geCommitteerdens uijt den Raad van Justitie deeses Gouvernements gehoord zijnde, het volgende Declaratoir verleend.

‘Compareerden voor ons Ondergeteek:de geCommitteerdens uijt den E: Agtb: Raad van Justitie deeses gouvernements Willem Schreuder van Rocker, mattroos, Jan Stoll van Amsterdam onderzeijlmaker, Jacob Boksheijmer van Lamberden, mattroos, Ernst Hendrik kuijper van Wellentroup, Soldaat; Jan Hendrik van Lingen van amsterdam, Jong mattroos, en Johannes engel van keijsersbach, Soldaat, dewelke ter requisitie van den Heer Independent fiscaal M:r Joachim van Plettenberg, declareerden hoe waar is.’

‘Dat Sijl: declaranten in den voorleedenen Jaare bij de Camer Amsterdam in hunne voorsz: qualiteijten in dienst genoomen, en vervolgens in de maand December met het Schip Leijmuijden naar India onder zeijl gegaan zijnde, henl: voorsz: Bodem in de maand Januarij bij ‘t Eijland Buona Vista verongelukt was.’

‘Dat zijl: declaranten voorts, met het eerste volk en in de eerste dagen aan Land gekoomen en aldaar agt dagen verbleeven zijnde, vervolgens met alle ‘t Scheeps volk, behalven agt mannen die aldaar waren verbleeven, met een engels Schip naar het Eijland S:t Jago getransporteerd geworden, en daar komende, de eerste twee Dagen door den Capitain van ‘t Engels Schip gespijsigt waaren; waar na dien Capt:n tot hunl: gesegd hebbende, dat zij hun fortuijn moesten gaan Soeken; de declaranten oversulx landwaards in gegaan waaren, en bij de Neegers hun opgehouden hadden; Sonder dat zijl: van ‘S Comp:s goud, Silver ofte verdere Lading, het alderminste van boord naar Land gebragt of meede genomen hadden, betuijgende de Spolieeringe ook niet gezien te hebben.’

‘Dat de deClaranten door de ongezondheijd van ‘t Land aldaar niet langer hebbende kunnen uijthouden, en intusschen een deens Schip genaamt de kroonprins van Deenemarken , op S:t Jago gearriveerd was, zij deClaranten hun bij dies Cap:tn hadden vervoegd, en versogt, om hunl:, dewijl verstonden dat naar deese plaats quam te Steevenen herwaards meede te voeren waar in gem: Capitain, op hun herhaald versoek toegestemd hebbende, waaren zijl: met dien bodem voor nu wijnige dagen alhier aangekomen; betuijgende de declaranten, dat zijl: met het Schip Renswoude , overmits dien Bodem zoo vol volk geweest was, niet hadden kunnen meede koomen; waarvan zijl: door een der quartiermeesters van dien bodem, bij hunne komst aan Strand, verwittigd geworden zijnde, hadden zij oversulx, dewijl inmiddels geen van ‘S E: Comp:s Scheepen aldaar aangeweest was, ten Eijlande moeten vertoeven, tot ‘t arrivement van ‘t voorenstaande deens Schip.’

‘Aldus Gedeclareerd In ‘t Casteel de goede Hoop, den 12: September 1770: voor d’ E E:s Lodewijk Christoph Warneck, en Petrus Ludovicus le Sueur, Leeden uijt den E: Agtb: raad van Justitie voorm: die de minuute deeses beneevens de declaranten, ende mij Secretaris meede behoorlijk hebben onderteekend /:onderstond:/’

‘’T welk ik getuijge.’

’/:was geteekend:/’

‘C:L: Neethling Secret:s’

En nadien daar bij door voorsz: Scheepelingen eenparig is betuijgd, het Spolieeren van ‘S E: Comp:s goudkisten, ofte het vervreemde eeniger andere goederen, uijt de lading van gementioneerden Bodem Leijmuijden niet gezien te hebben, is dierhalven beslooten bovengem personen

voor derselver voorige qualiteijten, te weeten, de eerstgem: als onderzeijlmaker à ƒ14: de twee volgende als zoldaaten, de derde en vierde als mattroosen alle à ƒ9: en de laatstgen:d als Jong mattroos à ƒ8: ter maand in dienst der E: Comp:n aan te neemen, en als zodanig op een der aanweesende uijtkomende scheepen te plaatsen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten daage en Jaare voorsZ.

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 275-282.

Dingsdag den {17701002} 2: October 1770.

‘S voormiddags alle present, uijtgenomen de Heer Major Hendrik van Prehn, en E: zoldij Boekhouder Dirk Westerhoff, beijde mits Indispositie.

Door de overheeden van het aanweesend uijtkomend Schip Landskroon berigt gedaan zijnde, dat zijl: het Eijland S:t Jago ter ververssing, hebbende moeten aandoen, aldaar nog 21: Scheepelingen van ‘t te Bona vista verongelukte Schip Leijmuijden , hadden aangetroffen die zij in hunne onderhebbenden Bodem hadden overgenomen, dog dat van deselve geduurende de reijse, 4: overleeden weesende, dus nog 17: persoonen herwaards waaren overgebragt; hebben gemelde overheeden wijders, ten deesen belange door den Heer Independent Fiscaal M:r Joachim van Plettenberg, voor gecommitteerde Leeden uijt den Justitieelen Raad deeser plaatse gehoord zijnde, verclaard, dat bij de door hun gedaane visitatie, geen goud, Silver of iets anders uijt de Lading van het voorsz: verongelukte Schip, onder de bovengemelde manschappen was ontdekt geworden; weshalven beslooten is, meerm: 17: persoonen weederom in dienst der E: Comp:ne aan te neemen, voor desselfde gagie als zijl: bevoorens hebben gewonnen gehad, en deselve indiervoegen p:r de aanweesende Scheepen naar Batavia te laate vertrecken.

En dewijl de Straaten en weegen deeser Steede, niet alleen door het van ‘t gebergte afkomend water op Sommige plaatsen Considerabel zijn uijtgespoeld, maar dat ook door de quade gewoonte die van tijd tot tijd wederom bij veele is ingesloopen, om de grond voor hunne huijsen op een onbesonne wijze aan te hoogen, deselve Straten op andere plaatsen genoegsaam met geen rijtuijgen meer te gebruijken zijn; is dierhalven op de propositie van den Heer Gouverneur best gedagt, dat Burgerraaden Sullen werden gelast en gequalificeerd, om met adsistentie van die Ingenieur Carel David Wentzel, de meerm: Straaten en weegen op ‘t naauwkeurigste op te neemen, en te bezigtigen, mitsg:s deesen Raade vervolgens te dienen van derselver berigt en Consideratien, op wat wijze de voorsz: gebreeken op de gevoeglijkste en min Costbaardste wijze Sullen kunnen werden geremedieerd.

Sullende voorts op den 5, 6, en 7: der aanstaande maand November weederom werden geEijkt, d’ Ellen maten, en gewigten der Ingeseetenen ten welken eijde den Heer Ind:et FisCaal, nevens geCommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie op voorsz: Dagen hier ten Casteele, mitsg:s Landdrost en Heemraden van Stellenbosch , ten huijse van den Landdrost aldaar, Sullen vaceeren, waar van tot waarschouwing voor een ijgelijk volgens gebruijk, de noodige Billiëtten Sullen werden geaffigeerd.

Vervolgens na resumptie eener missive, van den Landdrost en Burger krijgsraad van Stellenbosch en Drakensteijn , de dato 18: Septbr: Jongstl:, goedgevonden weesende, aan haarl: Soo tot het Exerceeren der buijten Coloniers in den wapenhandel, als het doen der aanstaande wapenschouwing tot Stellenbosch , de versogte 1500: lb Buscruijt en 2700: p:s vuursteenen te laaten verstrecken, heeft men wijders de door gem: krijgsraad gedaane aanstelling van den Corporaal Carel Christoffel Frik tot Sergeant onder de Compagnie Infanterie geapprobeerd.

Ook is op het Schriftelijk versoek van Elisabeth Grové, wed:we wijlen den oud Heemraad Gerrit van der Bijl, aan deselve, een Stuk Lands, geleegen omtrent haare woonplaats onder het district van Stellenbosch , ter groote van neegen morgen en Twintig quad:t Roeden in Eijgendom verleend.

Sijnde laatstelijk aan den burger hendrik Haan, op desselfs diesweegens bij Request gedaan versoek, geaccordeerd, om onder betaling van het gewoone Transport en Costgeld voor Logies en Tractament in de Cajuijt, met een der Retourscheepen te mogen repatrieeren; Sullende hier van bij Extract deeses, aan den Raad van Justitie alhier kennisse werden gegeeven, ten eijnde omtrent de goederen van gem: Haan /:als volgens besluijt deeser regeering de dato 27: maart 1764: onder de administratie van gemelden Raadt gesteld zijnde:/ zodanige maatregulen te neemen, als deselve zal vermeenen te behooren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 283-292.

Dingsdag den {17701023} 23. Octbr: 1770

‘S voormiddags alle present.

Dewijl ongeagt de recommandatiën, die Steeds aan de gezagvoerende officieren op de ter deeser rheede leggende Commandeur scheepen werden gedaan, om nopens het opneemen van ‘t Salut der aankoomende en vertreckende Soo ‘S Comp:s, als inzonderheijd der vreemde naties Scheepen, de vereijschte oplettentheijd t’ oeffenen, dikmaals veele en grove abuijsen werden begaan, gelijk dan nog onlangs is gebeurd, dat de op den 1: en 2: deeser maand van hier vertrockene Engelsse en Deensse Comp:s Scheepen the Duc of Poortland , en de Croonprins door het dies tijds als Commandeurs Schip ter rheede geleegen hebbend’ Schip Landskroon , ijder met twee Schooten minder zijn bedankt geworden, daar Sulx egter volgens de Jongste ordre, met gelijke Schooten had moeten geschieden, invoegen men door dusdanige agteloosheijd bij Continuatie bloot gesteld werd, om met de hier aankomende vreemde naties Scheepen in veele moeijelijkheeden te geraaken; Soo geliefde den Heere gouverneur te kennen te geeven, dat zijn Edele bij overweeging der noodsakelijkheijd om hier tegen te voorsien had doen formeeren, een nieuwe ordre voor het Commandeurs Schip ter rheede, nopens het opneemen van ‘t Salut, waar bij niet alleen alles zoo beknopt en duijdelijk als mogelijk is geweest, was ter needer gesteld, met weglating van ‘t geene waarmeede de voorsz: gezagvoerende officieren sig eenigsints zouden hebben kunnen Confundeeren, maar teffens ook waren gevoegd, eenige artijkels die hij Heere gouverneur noodig geoordeelt had, in voorsz: ordre te doen insereeren, tot wegneeming zodaniger Specieux voorwendsels, als gedagte officieren tot verschoning van hunl: versuijm ofte agteloosheijd, hebben weeten uijt te vinden; welke geConcipieerde ordre hier op door zijn Edele overgelegd zijnde, aldus was Luijdende.

‘Ordre voor het Commandeurs schip ter rheede van Cabo de goede Hoop nopens het doen van ‘t Salut.’

‘Art:l 1.’

‘Een Compagnies Schip voerende een wimpel, moet met Seeven Schooten bedankt werden, op poene van twee maanden gagie, wanneer hier in eenig abuijs werd begaan.’

‘Art:l 2.’

‘Een Compagnies Schip sonder wimpel, moet werden bedankt met vijf Schooten onder gelijke boete.’

‘Art:l 3’

‘Alle vreemde naties Scheepen werden met gelijke Schooten bedankt: maar alle Conings Scheepen sonder onderscheijd, worden van ‘t Casteel gesalueerd, en derhalven heeft het Commandeurs Schip met het doen van ‘t Salut voor deselve, niets van nooden, en mag Sulx ook niet doen.’

‘Art:l 4’

‘Wanneer een aankomend Comp:s of vreemd Schip nog zeijlende komt te Schietten, zal het Commandeurs Schip dit Schietten niet beantwoorden, maar wel als hetselve Schip ‘t anker heeft laten vallen, en dan Salueerd, ten zij dat hier geen vreemde Scheepen op de rheede zijn, wanneer het van Selfs Spreekt, dat het Salut voor niemand anders dan ons kan gedaan worden, en dat met het Schietten van een Sodanig zeijlend Schip overzulx als dan wel kan en ook moet beantwoorden.’

‘Art:l 5.’

‘Als een vreemde Schip toestel maakt, om van de rheede te vertrecken, en nog ten anker leggende komt te Schietten, Sal Sulx voor geen Salut werden opgenoomen, maar wel als ‘t Selve werkelijk los en onder zeijl is geraakt.’

‘Art:l 6’

‘Inzonderheijd zal den Commandeerenden officier bij aankomst of vertrek der vreemde naties Scheepen Sorge hebben te dragen, dat zoo dra van deselve de laatste Salut Schoot is gedaan, het bedanken Sonder ‘t minste getalm of tijd verloop koome te geschieden.’

‘Art:l 7.’

‘Alle abuijsen die tegen dit 3: 4: 5 en 6: articul zullen werden begaan, Sullen naar omstandigheijd van zaaken gestraft worden met Suspens of deportement van ampt, qualiteijd en gagie.’

‘Art:l 8’

‘Als ‘er een Schip aankomt en hetselve bij het Commandeurs Schip, voor een ‘S Comp:s bodem verkend zal zijn, sal het Commandeurs Schip een prince geus aan de kruijsSteng opheijssen.’

‘Art:l 9’

‘Maar voor een aankomend’ Schip van een vreemde natie, zal aan de voornoemde kruijssteng, een blãuwe geus moeten worden opgeheesen.’

‘Art:l 10.’

‘En zal gedagte geus zoo lang moeten blijven waaijen, tot dat het aankomend Schip, ‘t zij dat het een ‘S Comp:s of vreemde naties bodem is, het anker zal hebben laaten vallen als wanneer meerm: geus zal moeten needergehaald worden.’

‘Art:l 11.’

‘Den gezaghebbenden officier op het Commandeurs Schip, deese ordre van Land ontfangende, Sal gehouden zijn, daar van momentlijk een behoorlijke recepisse te geeven.’

‘Art:l 12’

‘Wanneer den Commandeerenden officier het gezag aan een ander overgeeft, Sal hij niet in gebreeken blijven, deese ordre aan denselven ter hand te Stellen.’

Sullende voorts bij het niet of qualijk observeeren deeser laatstgem: vijf articuls, den gezaghebbenden officier telkens in een boete van twee maanden gagie vervallen zijn.

En nadien gem: ordre eenpariglijk is geoordeelt, indiervoegen te zijn ingerigt, dat met met reeden moet verwagten, daarmeede het voorgestelde oogmerk te Sullen bereijken; Is dierhalven op de propositie van welgem: Heere gouverneur beslooten, dat deselve voortaan Sal Strecken tot een vast Reglement voor de gezagvoerende officier op de Resp: ter deeser rheede leggende Commandeurs Scheepen, om zig daar na nopens het opneemen van ‘t Salut punctueelijk te gedragen: Terwijl voorts aan den Heer Independent fiscaal M:r Joachim van Plettenberg is gedemandeert, om bij de minste overtreding der meerm: ordres, de Schuldige in de gestelde boetens te mulcteeren, ofte andersints naar omstandigheijd van zaken voor den Raad van Justitie deeses gouvernements t’ actioneeren.

Sijnde wijders den Heer Major Hendrik van Prehn, neevens den E: Coopman en keldermeester Pieter Hacker gecommitteerd, ter bijwooning der generaale wapenschouwing aan Stellenbosch , die volgens gewoonte, op den laatsten deeser maand aldaar Staat te geschieden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de goede Hoop. Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: Rijzik

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] D: Westerhoff

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij

C. 148, pp. 293-329.

Dingsdag den {17701211} 11: Decbr: 1770:

‘S Voormiddags alle present, uijtgenomen den E: Equipagiemeester Jacob Rijzik, door Indispositie.

Is op heeden nageSien geworden, het door den Heer Hoofdadministrateur M:r Joachim van Plettenberg geproduceerd kort vertoog der Lasten deeses Gouvernements, geduurende dit Boek Jaar 1769/70:, dewelke komen te bedragen, als volgt, namentlijk.


  1769/70: 1768/9:
  Gereduceert geld Ordre. nade nieuwe Ongereduceerd geld soals bij de boeken in het boekjaar 1768/9: is afgeslooten.
Oncosten van Scheepen ƒ154132:13:-: ƒ156451:05:08: ƒ165492:01:08:
Randsoenen Ordinair d:o 71995:02:-: d:o 72035:02:-: d:o 78785:05:-:
Oncosten d:o d:o 34095:03:08: d:o 30064:03:08: d:o 31349:13:-:
d:o Extra d:o d:o 3472:03:08: d:o 3355:07:08: d:o 3655:07:-:
Timmeragie en Reparatie d:o 11370:09:08: d:o 26592:19:08: d:o 29219:16:-:
Fortificatiën d:o 1943:12:08: d:o 815:10:08: d:o 819:01:08:
Onk:n van 'S Comp:s Leijf Eijgenen d:o 18779:09:08: d:o 18301:16:-: d:o 20356:16:08:
Reek:g van Condemnatie &:a d:o 4456:07:-: d:o 4932:02:08: d:o 5494:02:-:
Oncosten van Chaloupen d:o 17789:18:-: d:o 9508:08:-: d:o 9589:15:-:
Scheeps Zoldijen d:o 8624:02:-: d:o 8636:18:-: d:o 9224:17:08:
Zoldijen aan Land d:o 138116:10:-: d:o 119831:01:08: d:o 127837:04:08:
Somma ƒ464775:10:08: ƒ450524:14:08: ƒ481823:19:08:

  1769/70: 1768/9:
  Gereduceert geld Ordre. nade nieuwe Ongereduceerd geld soals bij de boeken in het boekjaar 1768/9: is afgeslooten.
Oncosten van Scheepen ƒ154132:13:-: ƒ156451:05:08: ƒ165492:01:08:
Randsoenen Ordinair d:o 71995:02:-: d:o 72035:02:-: d:o 78785:05:-:
Oncosten d:o d:o 34095:03:08: d:o 30064:03:08: d:o 31349:13:-:
d:o Extra d:o d:o 3472:03:08: d:o 3355:07:08: d:o 3655:07:-:
Timmeragie en Reparatie d:o 11370:09:08: d:o 26592:19:08: d:o 29219:16:-:
Fortificatiën d:o 1943:12:08: d:o 815:10:08: d:o 819:01:08:
Onk:n van 'S Comp:s Leijf Eijgenen d:o 18779:09:08: d:o 18301:16:-: d:o 20356:16:08:
Reek:g van Condemnatie &:a d:o 4456:07:-: d:o 4932:02:08: d:o 5494:02:-:
Oncosten van Chaloupen d:o 17789:18:-: d:o 9508:08:-: d:o 9589:15:-:
Scheeps Zoldijen d:o 8624:02:-: d:o 8636:18:-: d:o 9224:17:08:
Zoldijen aan Land d:o 138116:10:-: d:o 119831:01:08: d:o 127837:04:08:
Somma ƒ464775:10:08: ƒ450524:14:08: ƒ481823:19:08:

Uijt welk vertoog dan komt te blijken dat de Lasten in ‘t Generaal deesen jaare ƒ14250:16:-: meerder als A:o passato bedragen hebbende, ieder Lastpost in ‘t bijzonder het volgende meerder of minder heeft koomen te rendeeren, als.


  meerder Minder
Onkosten van Scheepen dit Jaar minder als A:o Pass:o bedragende, is veroorsaak, door dien Vier 'S Comp:s Scheepen wijniger als in 't jaar bevorens aan deesen uijthoek zijn aangeweest en Circa nog ƒ400:- geringer soude zijn geweest, indien ten lasten deeser reek:g niet waren gebragt, sodanige provisiën, Equipagie Goederen &:a als aan den hoeker de Snelheijd op sijne togt na Madagascar en Rio de la Goa , ten dienste van de te ontmoetene 'S E: Comp:s retourscheepen, Sijn meede gegeeven beloopende dus het minder bedragen eenelijk Een Somma van   ƒ2318:12:08:
 
Randsoenen Ordinair meede minder bedragende komt principalijk voort door het in deesen Jare minder verstrekte Randsoenen van Bier aan 'S Comp:s hooge gequalificeerde en mindere dienaren   d:o 40:-:-:
 
Oncosten Ordinair, meer in dit als in 't Voorgaande Jaar belopende, is voornamentlijk ontstaan, door het thans meer verschotene Bussekruijt bij de aankomst en 't vertrek der Scheepen van Vreemde Natiën, de meer verstrekte Garst, tot voeder voor een grooter aantal ingekogte Paarden ten dienste van 'S Comp:s paardeStal, mitsg:s het montant van Vier en Seeventig Snaphanen ten behoeven van 't Guarnisoen in Steede van zoo veel gesprongene ditos by het probeeren derselven, het verstrekte Zeijldoek tot 't maken van Ses Tenten, Soo voor d' Equipagie Werf, als tot verder nodig gebruijk &:a d:o 4031:-:-:
 
Oncosten Extra Ordinair, ook meer als in 't voorleeden jaar Sommeerende, is hoofdsakelijk voortgekomen, door de gedane verstrecking aan de Landdrosten der Colonien Stellenbosch en Swellendam tot het doen van een landtogt ter bepaling der Limieten in hunne districten d:o 116:16:-:
 
Timmeragie en Reparatie daaren teegen minder rendeerende als in het gepasseerde jaar is veroorSaakt, door het als toen ingekogte huijs en Erf tot den aanstaande opbouw van 't Nieuwe Hospitaal, als meede dat te dier tijd 't plat op de Wapenkamer heeft moeten vernieuwt, en een gebouw aan de Linie Wagt is gemaakt geworden   d:o 15222:10:-:
 
Fortificatiën, dies onkosten sijn in dit jaar weederom meer als A:o pass:o uijt hoofde van de in deesen Jaare verstrekte haire Kruijtdeekens in de Kruijtkelders, de verbruijkte Kalk &:a aan een onderhanden Sijnde Kruijtkelder in de batterij Imhoff en het verwerkte Yser tot het maken van verschijde gereedschappen tot dienst van de Fortificatie werkens d:o 1128:02:-:
 
Oncosten van 's Comp:s LeijfEijgenen Sijn in dit jaar ook meerder en veroorsaakt door de verstrekte Winterkleederen aan de nieuw aangebragte Madagascarse LijfEijgenen, waar teegen egter weederom te gemoed komt de prijs van 't aan 'S Comp:s Slaven Logie uijtgerijkte Versch vleesch, 't welk 3/8: Stuijv:s het pond wijniger als in 't Voorleeden Jaar bedraagt dus eenelijk meer d:o 477:13:08:
 
'T Hospitaal Staat in dit Jaar uijt hoofde van de verteerde heele gagie der daar in geleegen hebbende Impotenten te vooren een Somma van ƒ11707:3: en met de in den voorleeden Jaare overgeschotene ƒ11922:12:- een bedragen van ƒ23629:15:-
 
Reekening van Condemnatie en Confiscatie minder in dit als in te gepasseerde Jaar, is voornamentlijk gecauseert, door de lagere prijs van 't verstrekte Versvleesch aan de bandieten in dit jaar en door de mindere betaling uijt 's Comp:s Cas voor Justitieele ongelden.   d:o 475:15:08:
 
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuijgen zijn in dit jaar meer uijt hoofde van den opbouw van een verdekte nieuwe Landsboot, beneevens een roeijSchuijt over Sulx meer een montant van d:o 8281:10:-:
 
Scheeps Zoldijen in dit Jaar wijniger als A:o pass:o, door dien naar aftrek van het meerder bedragen van ƒ112:3:8: voor het gedebiteerde op de Zoldij reekening der Scheepsoverheeden wegens de te kort bevondene Coopmanschappen als meede de verteerde guastos van 't Volk in 't Hospitaal de verstrekte goede maanden aan diversse Scheepelingen thans minder Sommeeren   d:o 12:16:-:
 
Zoldijen aan Land, belopen daar en teegen meer in dit als in 't voorl: Jaar wegens de in dit Jaar verstrekte montering aan 't Guarnisoens volk, 't welk A:o pass:o niet is geschied, bedragende een Somma van ƒ12573:17:08:
de meer verstrekte Subsidie Kostpenningen ende meer verteerde guastos, nevens het soek gebragte beddegoed en 't Hospitaal ten bedragen van d:o 7754:06:08:
  ƒ20328:04:-:
Waar van egter weeder afgaat de minder verstrekte goede Maanden in dit Jaar d:o 2042:15:08:
    d:o 18285:08:08:
Somma ƒ32320:10:-: ƒ18069:14:-:

  meerder Minder
Onkosten van Scheepen dit Jaar minder als A:o Pass:o bedragende, is veroorsaak, door dien Vier 'S Comp:s Scheepen wijniger als in 't jaar bevorens aan deesen uijthoek zijn aangeweest en Circa nog ƒ400:- geringer soude zijn geweest, indien ten lasten deeser reek:g niet waren gebragt, sodanige provisiën, Equipagie Goederen &:a als aan den hoeker de Snelheijd op sijne togt na Madagascar en Rio de la Goa , ten dienste van de te ontmoetene 'S E: Comp:s retourscheepen, Sijn meede gegeeven beloopende dus het minder bedragen eenelijk Een Somma van   ƒ2318:12:08:
 
Randsoenen Ordinair meede minder bedragende komt principalijk voort door het in deesen Jare minder verstrekte Randsoenen van Bier aan 'S Comp:s hooge gequalificeerde en mindere dienaren   d:o 40:-:-:
 
Oncosten Ordinair, meer in dit als in 't Voorgaande Jaar belopende, is voornamentlijk ontstaan, door het thans meer verschotene Bussekruijt bij de aankomst en 't vertrek der Scheepen van Vreemde Natiën, de meer verstrekte Garst, tot voeder voor een grooter aantal ingekogte Paarden ten dienste van 'S Comp:s paardeStal, mitsg:s het montant van Vier en Seeventig Snaphanen ten behoeven van 't Guarnisoen in Steede van zoo veel gesprongene ditos by het probeeren derselven, het verstrekte Zeijldoek tot 't maken van Ses Tenten, Soo voor d' Equipagie Werf, als tot verder nodig gebruijk &:a d:o 4031:-:-:
 
Oncosten Extra Ordinair, ook meer als in 't voorleeden jaar Sommeerende, is hoofdsakelijk voortgekomen, door de gedane verstrecking aan de Landdrosten der Colonien Stellenbosch en Swellendam tot het doen van een landtogt ter bepaling der Limieten in hunne districten d:o 116:16:-:
 
Timmeragie en Reparatie daaren teegen minder rendeerende als in het gepasseerde jaar is veroorSaakt, door het als toen ingekogte huijs en Erf tot den aanstaande opbouw van 't Nieuwe Hospitaal, als meede dat te dier tijd 't plat op de Wapenkamer heeft moeten vernieuwt, en een gebouw aan de Linie Wagt is gemaakt geworden   d:o 15222:10:-:
 
Fortificatiën, dies onkosten sijn in dit jaar weederom meer als A:o pass:o uijt hoofde van de in deesen Jaare verstrekte haire Kruijtdeekens in de Kruijtkelders, de verbruijkte Kalk &:a aan een onderhanden Sijnde Kruijtkelder in de batterij Imhoff en het verwerkte Yser tot het maken van verschijde gereedschappen tot dienst van de Fortificatie werkens d:o 1128:02:-:
 
Oncosten van 's Comp:s LeijfEijgenen Sijn in dit jaar ook meerder en veroorsaakt door de verstrekte Winterkleederen aan de nieuw aangebragte Madagascarse LijfEijgenen, waar teegen egter weederom te gemoed komt de prijs van 't aan 'S Comp:s Slaven Logie uijtgerijkte Versch vleesch, 't welk 3/8: Stuijv:s het pond wijniger als in 't Voorleeden Jaar bedraagt dus eenelijk meer d:o 477:13:08:
 
'T Hospitaal Staat in dit Jaar uijt hoofde van de verteerde heele gagie der daar in geleegen hebbende Impotenten te vooren een Somma van ƒ11707:3: en met de in den voorleeden Jaare overgeschotene ƒ11922:12:- een bedragen van ƒ23629:15:-
 
Reekening van Condemnatie en Confiscatie minder in dit als in te gepasseerde Jaar, is voornamentlijk gecauseert, door de lagere prijs van 't verstrekte Versvleesch aan de bandieten in dit jaar en door de mindere betaling uijt 's Comp:s Cas voor Justitieele ongelden.   d:o 475:15:08:
 
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuijgen zijn in dit jaar meer uijt hoofde van den opbouw van een verdekte nieuwe Landsboot, beneevens een roeijSchuijt over Sulx meer een montant van d:o 8281:10:-:
 
Scheeps Zoldijen in dit Jaar wijniger als A:o pass:o, door dien naar aftrek van het meerder bedragen van ƒ112:3:8: voor het gedebiteerde op de Zoldij reekening der Scheepsoverheeden wegens de te kort bevondene Coopmanschappen als meede de verteerde guastos van 't Volk in 't Hospitaal de verstrekte goede maanden aan diversse Scheepelingen thans minder Sommeeren   d:o 12:16:-:
 
Zoldijen aan Land, belopen daar en teegen meer in dit als in 't voorl: Jaar wegens de in dit Jaar verstrekte montering aan 't Guarnisoens volk, 't welk A:o pass:o niet is geschied, bedragende een Somma van ƒ12573:17:08:
de meer verstrekte Subsidie Kostpenningen ende meer verteerde guastos, nevens het soek gebragte beddegoed en 't Hospitaal ten bedragen van d:o 7754:06:08:
  ƒ20328:04:-:
Waar van egter weeder afgaat de minder verstrekte goede Maanden in dit Jaar d:o 2042:15:08:
    d:o 18285:08:08:
Somma ƒ32320:10:-: ƒ18069:14:-:

Gelijk meede uijt het voorsz: vertoog is komen te blijken dat op de reecq: van Winst en verlies ‘t geciteerde Jongst afgelopen boekJaar minder als in het vorige is ten voordeele gekoomen, te weeten

d' A:o 1769/70:
de Winsten ƒ9402:15:08: ƒ151399:07:08: de Winsten in gereduceert geld ƒ18837:15:-: ƒ166673:19:08:
's lands Inkomsten d:o 141996:12:-: 'S lands Inkomsten in d:o d:o 147836:04:08:
d' A:o 1769/70:
de Winsten ƒ9402:15:08: ƒ151399:07:08: de Winsten in gereduceert geld ƒ18837:15:-: ƒ166673:19:08:
's lands Inkomsten d:o 141996:12:-: 'S lands Inkomsten in d:o d:o 147836:04:08:

zulx de winsten en ‘s Lands inkomsten minder als in het voorl: boekJaar hebben beloopen ƒ15274:12:- als hebbende de Winsten van A:o pass:o in gereduceert geld geSommeert ƒ36126:1:- waar voor egter bij het voorsz: ingediend vertoog niet meer heeft kunnen geSteld werden als ƒ18837:15:- dewijl behalven de verminderde PrC:tos op de vercogte goederen na de Nieuwe ordre, d’ ordinaire gevallene Winsten op de geligte en in ‘S Comp:s Cassa op Assignatiën getelde Ducatons; koomen te Cesseeren, en dus daar voor heeft moeten gedecorteert werden een Somma van ƒ16864:17:- invoegen de Winsten in het meerm: Jongste boekjaar ƒ9434:19:8: minder hebben afgeworpen, zoo uijt hoofde der eeven aangehaalde reedenen, als ook door het verlies op de afgesz: en p:r Vendutie verkogte onbequame Goederen, gelijk meede door een grooter getal geStorvene LeijfEijgenen en meerder verrekt beestiaal, en eijndelijk door de minder behaalde avancen op de Coopmanschappen die zoo voor Contant uijt ‘s Comp:s Pakhuijsen als p:r Vendutie zijn verkogt geworden.

Terwijl het minder bedragen van ‘S Lands Inkomsten ter Somma van ƒ5839:12:8: hoofdsakelijk is ontstaan, door dien in het boekJaar van A:o 1768/69: het grootste gedeelte der agterStallig geweest zijnde recognitie penn: voor de leening plaatsen zijn vereffent geweest, als meede door de mindere voldane Thiendens soo in ‘S Comp:s Cassa als met graanen, mitsg:s dat in dit afgelopen boekJaar ook geen Bieren op vragt nog eenige Cassen en Pijpen met dranken op recognitie alhier uijt het Vaderland aangebragt zijn.

En is ten deesen belange verstaan opgem: Heer Hoofadministrateur te Qualificeeren om met het Sluijten der Negotie Boeken te doen voortgaan.

Waar na door d’ E: E: Keldermeester en Dispencier Pieter Hacker en Adriaan van Schoor, mitsg:s den Pakhuijsmeester Petrus Ludovicus Le Suëur ingediend zijnde, de volgende versoekschriften.

Aan den WelEd: Groot agtbr: Heere Rijk Tulbagh, Raad ordinairis van Neederlands India, mitsg:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &:a &:a benevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Groot agtb: Heer, en E: Agtb: Heeren!’

‘Den ondergeteek: Keldermeester versoekt zeer Eerbiedig, aan Uwe Wel Edele Groot Agtb: en E: agtbr: dat aan hem mag Valideeren, de hier onder gespecificeerde afschrijving, te weeten.’


1176: Cann: Arak, op 11762 1/2: Cannen, dewelke onder dato deeses restant verblijven, à 10: P:rC:to.
39769: Cann: Caabse Wijn, op 397696: Cannen, die onder dato deeses meede Restant verblijven, à 10 P:rC:to.
17: Cann: Caabse Brandewijn op 171: Cannen, dewelke onder dato deeses insgelijx restant verblijven à 10: P:rC:to.

1176: Cann: Arak, op 11762 1/2: Cannen, dewelke onder dato deeses restant verblijven, à 10: P:rC:to.
39769: Cann: Caabse Wijn, op 397696: Cannen, die onder dato deeses meede Restant verblijven, à 10 P:rC:to.
17: Cann: Caabse Brandewijn op 171: Cannen, dewelke onder dato deeses insgelijx restant verblijven à 10: P:rC:to.

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ult:o Aug:s 1770: /:was geteekent:/ P: Hacker.’

‘Den wel Edelen Groot agtb: Heere Rijk Tulbagh, Raad ordinairis van Neederlands India, mitsg:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &:a &:a &:a, beneevens den E: Agtb: Raad van Politie, word Eerbiedig versogt, dat aan den OndergeteeK: Dispencier mag werden toegestaan, d’ ordinaire afschrijving van d’ onderstaande Goederen, dewelke door Spillagie, Leccagie, aanslaan der Muuren als andersints, onvermijdelijk in een Jaar komen te ontstaan, Namentlijk.’


534 1/8: mud: Tarwe, op 20420 7/8: mud , als.
  377 3/8: mud op 12583 1/4: mud over 't Jaar geleegen hebbende 3: P:C:to
  156 3/4: mud op 7837 5/8 mud, binnen 't Jaar 2 P:C:to
9 7/8: mud Roch, op 384 3/4: mud, te weeten.
  6 7/8: mud op 229 1/2: mud, over 't Jaar 3 pC:to
  3: d:o d:o 155 1/4: d:o binnen 't Jaar 2: d:o
35 7/8: mud Garst op 1831: mud, als.
  33 7/8: mud op 1694 3/8 mud, over 't Jaar 2 pC:to
  2: d:o d:o 136 5/8: d:o binnen d:o 1 1/2 d:o
1 5/8: mud gemeene gort, op 110 3/4: mud, te weeten.
  -1/8: mud op 7 1/4: mud over 't Jaar op 2 p:rC:to
  1 1/2: d:o d:o 103 1/2: d:o binnen 't Jaar 1 1/2: d:o
-3/4: mud fijne grot, op 56 1/2 mud, als.
  -3/8: mud op 23 5/8: mud, over 't Jaar 2: p:rC:to
  -3/8: d:o d:o 32 7/8: d:o binnen d:o d:o 1 1/2: d:o
41: mud Boonen op 821 7/8: mud, Sijnde 5: d:o
18 1/4: d:o Erweten, op 912 7/8: mud over 't Jaar 2: d:o
11256: lb Rijst, op 375231: lb:, Sijnde 3: d:o
1166: lb: Beschuijt op 75576: lb, te weeten.
  135: lb op 6792: lb over 't Jaar 2: p:rC:to
  1031: d:o d:o 68784: d:o binnen d:o d:o 1 1/2: d:o
223: lb Poeder Zuijker op 11173 lb: sijnde 2 pC:to
145: lb: Candij Zuijker, op 7295 lb Sijnde 2: pC:to
6 1/8: d:o Hop, op 618: lb: Sijnde 1: P:rC:to
31 3/8: d:o Peeper d:o 1396 1/2: d:o over 't Jaar 2 1/4 p:rC:to
31 1/8: Gaarn Cattoene op 2032: lb: als.
  21 3/4 lb: op 1091 5/8: lb over 't Jaar 2: pC:to
  9 3/8: d:o d:o 940 3/8: d:o binnen d:o d:o 1: d:o
2: lb Wax, op 124 lb: binnen 't Jaar 2: d:o
52: d:o WaxCaarssen, op 1878: lb: te weeten.
  43 1/2: lb op 1452 lb: over 't Jaar 3: pC:to
  8 1/2: d:o d:o 426 d:o binnen 't Jaar 2: d:o
12: lb: Zeep, op 634: lb: als.
  3: lb Marcelliaanse op 150 lb Synde 2 P:C:to
  9: d:o Spaance d:o 484 d:o
68: Cann: Olijven olij d:o 1360 1/2 Cann: Over 't Jaar 5 P:rC:to
52 4/5: d:o Clappus olij d:o 1056 1/2 d:o
80 3/5: d:o Lijn olij d:o 1613: d:o
140 7/10: d:o Traan d:o 2815: d:o sijnde 5: d:o

534 1/8: mud: Tarwe, op 20420 7/8: mud , als.
  377 3/8: mud op 12583 1/4: mud over 't Jaar geleegen hebbende 3: P:C:to
  156 3/4: mud op 7837 5/8 mud, binnen 't Jaar 2 P:C:to
9 7/8: mud Roch, op 384 3/4: mud, te weeten.
  6 7/8: mud op 229 1/2: mud, over 't Jaar 3 pC:to
  3: d:o d:o 155 1/4: d:o binnen 't Jaar 2: d:o
35 7/8: mud Garst op 1831: mud, als.
  33 7/8: mud op 1694 3/8 mud, over 't Jaar 2 pC:to
  2: d:o d:o 136 5/8: d:o binnen d:o 1 1/2 d:o
1 5/8: mud gemeene gort, op 110 3/4: mud, te weeten.
  -1/8: mud op 7 1/4: mud over 't Jaar op 2 p:rC:to
  1 1/2: d:o d:o 103 1/2: d:o binnen 't Jaar 1 1/2: d:o
-3/4: mud fijne grot, op 56 1/2 mud, als.
  -3/8: mud op 23 5/8: mud, over 't Jaar 2: p:rC:to
  -3/8: d:o d:o 32 7/8: d:o binnen d:o d:o 1 1/2: d:o
41: mud Boonen op 821 7/8: mud, Sijnde 5: d:o
18 1/4: d:o Erweten, op 912 7/8: mud over 't Jaar 2: d:o
11256: lb Rijst, op 375231: lb:, Sijnde 3: d:o
1166: lb: Beschuijt op 75576: lb, te weeten.
  135: lb op 6792: lb over 't Jaar 2: p:rC:to
  1031: d:o d:o 68784: d:o binnen d:o d:o 1 1/2: d:o
223: lb Poeder Zuijker op 11173 lb: sijnde 2 pC:to
145: lb: Candij Zuijker, op 7295 lb Sijnde 2: pC:to
6 1/8: d:o Hop, op 618: lb: Sijnde 1: P:rC:to
31 3/8: d:o Peeper d:o 1396 1/2: d:o over 't Jaar 2 1/4 p:rC:to
31 1/8: Gaarn Cattoene op 2032: lb: als.
  21 3/4 lb: op 1091 5/8: lb over 't Jaar 2: pC:to
  9 3/8: d:o d:o 940 3/8: d:o binnen d:o d:o 1: d:o
2: lb Wax, op 124 lb: binnen 't Jaar 2: d:o
52: d:o WaxCaarssen, op 1878: lb: te weeten.
  43 1/2: lb op 1452 lb: over 't Jaar 3: pC:to
  8 1/2: d:o d:o 426 d:o binnen 't Jaar 2: d:o
12: lb: Zeep, op 634: lb: als.
  3: lb Marcelliaanse op 150 lb Synde 2 P:C:to
  9: d:o Spaance d:o 484 d:o
68: Cann: Olijven olij d:o 1360 1/2 Cann: Over 't Jaar 5 P:rC:to
52 4/5: d:o Clappus olij d:o 1056 1/2 d:o
80 3/5: d:o Lijn olij d:o 1613: d:o
140 7/10: d:o Traan d:o 2815: d:o sijnde 5: d:o

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ult:mo Augustus 1770.’

’/:was geteekent:/’

‘A: V: Schoor.’

Aan den Wel Edelen Groot Agtb: Heere Rijk Tulbagh, Raad ordinairis van Neederlands India, mitsg:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a, beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Groot agtb: Heer, en E: Agtb: Heeren!’

‘Den Ondergeteek: Pakhuijsmeester, versoekt zeer Eerbiedig dat aan hem mag werden toegestaan d’ ordinaire afschrijving, op de hier onder te noemene goederen, geduurende dit afgeweekene Boekjaar, onvermijdelijk gevallen, bestaande in ‘t volgende, namentlijk.’


Cramerijen.
21: lb alluijn op 711: lb over 't Jaar gelegen hebbende à 3: P:rC:to
16 3/4: d:o Lijm op 335: lb à 5: P:rC:to.
18 1/2: d:o Stijfsel d:o 373: d:o
 
Loot
8: lb Plat op 6164: à 5/8: P:rC:to.
2: d:o Schuijt d:o 1812
 
Cooper.
5 1/2: lb op 4503 1/2 lb à 1/8: P:rC:to.
 
Yzer.
2119: lb ges. als.
  2027: lb op 135166: lb over 't Jaar geleegen hebbende à 1 1/2: P:rC:to.
  92: d:o op 9203 lb: binnen 't Jaar aangebragt à 1: P:rC:to.
 
Staal.
21: lb op 1424 1/2: lb over 't Jaar geleegen hebbende à 1 1/2: P:rC:to.
 
Spijkers.
247 lb: ges: op 16484: lb over 't Jaar gelegen hebbende à 1 1/2 P:rC:to.
 
Verwen.
50: lb ges. grove op 1668: lb over 't Jaar geleegen hebbende à 3: P:rC:to.
 
Tabak.
205 lb op 6830 lb à 3: P:rC:to.
 
Specerijen.
-7/8: lb Nooten , op 97 1/8: lb: à 1: P:rC:to.
-7/8: d:o Nagelen d:o 85 1/2: d:o
1 3/8: d:o Foulij d:o 137 1/8: d:o
1 1/4: lb Canneel, op 124 3/8 lb: à 1: P:rC:to.

Cramerijen.
21: lb alluijn op 711: lb over 't Jaar gelegen hebbende à 3: P:rC:to
16 3/4: d:o Lijm op 335: lb à 5: P:rC:to.
18 1/2: d:o Stijfsel d:o 373: d:o
 
Loot
8: lb Plat op 6164: à 5/8: P:rC:to.
2: d:o Schuijt d:o 1812
 
Cooper.
5 1/2: lb op 4503 1/2 lb à 1/8: P:rC:to.
 
Yzer.
2119: lb ges. als.
  2027: lb op 135166: lb over 't Jaar geleegen hebbende à 1 1/2: P:rC:to.
  92: d:o op 9203 lb: binnen 't Jaar aangebragt à 1: P:rC:to.
 
Staal.
21: lb op 1424 1/2: lb over 't Jaar geleegen hebbende à 1 1/2: P:rC:to.
 
Spijkers.
247 lb: ges: op 16484: lb over 't Jaar gelegen hebbende à 1 1/2 P:rC:to.
 
Verwen.
50: lb ges. grove op 1668: lb over 't Jaar geleegen hebbende à 3: P:rC:to.
 
Tabak.
205 lb op 6830 lb à 3: P:rC:to.
 
Specerijen.
-7/8: lb Nooten , op 97 1/8: lb: à 1: P:rC:to.
-7/8: d:o Nagelen d:o 85 1/2: d:o
1 3/8: d:o Foulij d:o 137 1/8: d:o
1 1/4: lb Canneel, op 124 3/8 lb: à 1: P:rC:to.

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ult:o Aug:s 1770: /:was geteekent:/ P:L: Le Suëur.’

Soo is na dies Lectuure goedgedagt, de daar bij vermelde en op derselver administratiën gevallene minderheeden, als de gepermitteerde P:rC:tos niet Excedeerende, te laten Valideeren, en dienvolgens bij de voorsz: Negotie boeken deeses Gouvernements te doen afschrijven.

Sijnde vervolgens geleesen het Schrijftelijk Rapport van den Gezaghebber Roelof Pietersz:, voerende den hier permanenten hoeker de Snelheijd , nopens desselfs verrigting omtrent het opSpeuren der aan dit Gouvernement niet opgedaagde Bengaalsse retourscheepen Enchuijsen en Vailliant , behelsende.

Dat hij, na dat den 18: Junij pass:o, deese plaats hadde verlaten, de Cours direct naar de baaij van S:t Augustijn op het eijland Madagascar gesteld had, en aldaar den 20:e Julij daaraan volgende was aangeland; dog in deselve baaij niets van de Voorsz: twee Scheepen vernomen, nog anderSints iets ten voordeele der E: Comp: hebbende kunnen verrigten, den 27: der ged: maand Julij, den Steeven weederom van daar naar Rio de la Goa hadde gewend; dan den 13:e Aug:s voor de Noordhoek van Terra dos Fumos vervallen zijnde, voorts tot den 4:e October, voor de meerm: baaij van Rio de la Goa had blijven kruijssen, Sonder deselve egter mits teegenwinden en Stroomen, ongeagt alle aangewende devoiren, en dat ged:e baaij tot Vier onderSchijdene reijsen, in ‘t gesigt hadde gehad, te hebben kunnen beSteevenen, en dies genoodsaakt was geweest, herwaarts te rug te keeren: invoegen nu het hoofdsakelijkste gedeelte der aan ged:te gesaghebber meede gegeevene inStructie, te weeten, het aandoen van Rio de la Goa , niet ter uijtvoer gebragt zijnde, is dierhalven verStaan, het door gem: gesaghebber ende verdere op den hoeker beschijden geweest zijnde Stuurlieden gehoudene Journalen, door geCommitteerde Zeelieden, ten overstaan, van den E: Equipagiemeester deeses Gouvernements Jacob Rijzik te doen Examineeren, ter ervaringe of en in hoe verre deselve zig daar omtrent, aan eenig pligtverSuijm mogten hebben Schuldig gemaakt.

Ook is door ‘t Collegie van Landdrost en Heemraden van Stellenbosch op heeden ingediend het volgende versoekschrift.

Aan den Wel Edelen Groot agtb: Heer Rijk Tulbagh, Raad ordinaris van Neederlands India, mitsg:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a, beneevens den E: Agtbaren Politicquen Raad deeses Gouvernements.

‘Wel Edele Groot agtb: Heer en E: Agtbare Heeren!’

‘Alzoo op heeden in onse Vergaderinge verScheenen is Maria Regina Otto huijsvrouw van den alhier woonenden Burger Adriaan Smuts, te kennen geevende: hoe gemelde haaren man; ongeagt te meermalen over zijn onbetamelijke gedrag, door den vorigen zoo wel als tegenwoordigen Heer landdrost, Scherpelijk is gereprocheert geworden, en telkens onder betuijging van Leetweesen, belofte heeft gedaan van voortaan een beeter Levenswijse te zullen voeren, egter zeedert eenigen tijd herwaards zig weederom zodanig aan het debaucheeren in Sterken drank had overgegeeven, dat hij /:gelijk voorheen:/ niet alleen het wijnige dat met zijn Wagenmakers handwerk nu en dan verdiend, in den drank quam te verteeren, maar ook all’ het geene zij Suppliante tot hoognodig onderhoud van hun huijsgesin maar konde bijbrengen, haar met geweld zogt te ontneemen, ten eijnde Sulx alleenlijk aan zijnen verfoeijlijken Zuijplust op te offeren, zonder naar eenige reedenen of vermaningen meer te willen hooren, terwijl hij zig niet quam te ontsien, niet alleen haar Suppl:te, Ja Selfs vreemde ende ter goeder naam en faam Staande Lieden, Steeds met Eerrovende Scheld en Lasterwoorden te bejeegenen, maar ook tot dadelijkheeden over te gaan, en haar mitsg:s hunne beijde bij den anderen in huwelijk verwekte en nog in huijs zijnde Kinderen, met al wat maar ‘t eerst in handen krijgen konde, te slaan of naar ‘t hoofd te werpen, in welke mishandelingen zij zig teegens ged:n haaren onbeSuijsden man wel eenigsints konde verweeren, en denselven in zijn kwaad opset tegengaan, gelijk ook verSchijde malen geschied was, dog dat hunne Kinderen bij haar absentie Somtijds, om hem in zijn Woede en ‘t gevaar van door Scherp of Schietgeweer getroffen te worden, t’ ontwijken, de vlugt ten huijsen uijt moesten neemen, zoo als zulx bij de buuren bekend, en het nog onlangs gebeurd was: dat hij in dronkenschap de Kinderen hebbende willen Slaan, vermits deselve daar op zig ter vlugt in een kamer begeeven en dies deur van binnen toegesloten hadden, als doen eerste met een bijl in de deur gekapt, vervolgens een Moker genoomen en deselve daar meede opengeSlagen had; terwijl gem: kinderen in tusschen door een Vengster gesprongen en dus zijne handen ontsnapt waren; gelijk hij Smuts naderhand ook, wanneer zij Suppliante zig weederom t’ huijs bevond in zijn dolle drift met een gelade Snaphaan naar die Kinderen, dewelke op de agterplaats bij elkanderen Stonden, had willen Schieten, dog bemerkende dat de Steen van dat geweer afgenomen was /:’t welk zij door haar Zoon bevorens had laten doen:/ had hij voorts dien Snaphaan naar hun toegeworpen zodanig dat daar door de Kolf van ‘t Selve afgebroken was; alle het welke zij Suppl:te des gerequireerd werdende, nader zoude kunnen verifieeren.’

‘Weshalven zij Suppl:te in geduurige vrees en bekommering leevende dat door dusdanig onchristelijk en buijtensporig gedrag haares Mans in der tijd eenige droevige ongelucken mogten ontstaan, zig genoodsaakt vond haar toevlugt tot dit E: Collegie te neemen, ootmoedig versoekende, dat ter beveijliging en beetere Subsistentie van haar en haare kinderen, daar in moge voorsien en zij oversulx van de bijwooning van haares mans ontSlagen werden.’

‘Zoo is ‘t, dat wij Ondergeteekendens na overweeging der boven aangehaalde dringende motiven, ende ter voorkominge van verdere onheijlen die daar uijt Soude kunnen resulteeren de vrijheijd neemen, Uwe Wel Edele Groot agtb: en E: Agtb: het vorenstaande, als ons ten principale bekend en met de waarheijd overeenkomende, Eerbiediglijk voor te dragen, met onderdanigst versoek, dat voorsz: Adriaan Smuts om bovengem: reedenen, als een onnut burger van hier mag werden gedimoveert.’

’/:onderstond:/’

‘’T Welk doende &:a.’

’/:was geteekend:/’

‘L:S: Faber, Pieter Loret, J:B: Hofman, P: Roux, A: V: Brakel, J: De Villiers, J:D: Kock, R: V: D: Merwe.’

’/:in margine:/’

Stellenbosch ter Vergadering van Heemraden, den 19e Novbr: 1770:.’

Naar Lectuure van welk Schriftuur raadsaamst geoordeelt en dienvolgens beslooten is, den daar bij vermelden burger Adriaan Smuts tot voorkoming der onheijlen die andersints uijt desselfs buijtensporige Leevenswijse te dugten zijn, voor Soldaat in diens der E: Comp: aanteneemen, en naar India te versenden; Sullende den Landdrost van ‘t gedagte Stellenbossche district oversulx bij Missive werden aangeschreeven, gem: Smuts ten Eersten in goede verseekering herwaards op te zenden, ten eijnde invoegen Voorsz: op het aanweesend en binnen korte dagen te vertrecken Staande uijtkomend Schip Blijdorp , te kunnen werden geplaatst.

En nadien uijt het diesweegens voor geCommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie alhier ten overStaan van den Heer Independent Fiscaal M:r Joachim van Plettenberg verleend Declaratoir van den Schipper, Opper en Onderstuurman van het eevengem: Schip Blijdorp is komen te blijken, dat de Persoonen van

die op het te Bona Vista verongelukte Schip Leijmuijden beschijden geweest, en p:r voors: bodem Blijdorp van S:t Jago ter deeser plaatse overgebragt zijn, zig aan geene der binnen boord van ‘t ged: verongelukte Schip gepleegde buijtenspoorigheeden hebben Schuldig gemaakt, is dierhalven verstaan, gedagte Persoonen te weeten, de twee Eerstgem: als Mattroosen en de twee Laatstgen:de als soldaten à ƒ9:- maandelijx, weederom in dienst der E: Comp: aanteneemen, en van hier naar India te laten vertrecken.

Sijnde al verder goedgedagt om den adsistent Willem Christoffel Engert die uijt hoofde van desselfs doenmalige Indispositie van ‘t Schip de Bartha Petronella , alhier heeft moeten verblijven, dog thans weederom tot vorige gesondheijd is geraakt, al meede met dikwerfgem: bodem Blijdorp naar Batavia te laten overvaren; Sullende mits dien desselfs Stil gestaan hebbende Gagie van dato deeses weeder Cours neemen.

Wijders geresumeerd zijnde, d’ ingediende Nominatiën van Kerkenrade, zoo hier aan Cabo als in de buijten districten, is goedgevonden, de gedane Electie van Ouderlingen ‘t approbeeren, en verders uijt het dubbelde genomineert getal, tot Diaconen te verkiesen, de volgende Persoonen, te weeten.

In de Kerk hier aan Cabo.

M:r Jacobus Johannes Le Suëur, tot Ouderling, in plaatse van den afgaanden Johannes van der Riet. Gerhardus Hendrik Cruijwagen en Adam Gabriel Muller tot Diaconen, voor d’ uijtgediende Pieter Domas en Rogier Bernhardus van Blerck.

In de Stellenbosche Kerk.

Willem Morkel tot Ouderling in Steede van Hendrik Cloete, en Jan de Villiers J:P:Z: tot Diacon, in plaatse van Albertus Johannes Meijburg.

In de Kerk van Drakensteijn .

Pieter Loret tot Ouderling voor den aftetreedenen Paul Roux, David de Villiers Jan Pietersz: en Jacobus Louw Adriaansz: tot diaconen, in Steede van Jan Petrus Roux en Pieter Joubert.

In de Kerk in ‘t Land van Waveren .

Jacobus de Wet tot Ouderling in plaatse van Jacobus Terron, en Pieter du Plessis tot diacon voor den afgaanden Gerrit Hendrik Meijer.

In de Swart Landse Kerk.

Hugo Lambregts tot Ouderling, en Andries Gous tot Diacon, den Eersten in plaatse van Hendrik van der Westhuijsen, en den anderen voor Pieter Johannes Louw.

Sullende Kerkenrade van Stellenbosch , Drakensteijn , ‘T Land van Waveren en ‘T Swartland , daar beneevens werden aangeSchreeven, dat dewijl de noodsakelijkheijd zulx komt te vereijschen, zijl: dierhalven in ‘t kort en ter verEijschter tijd, een Commissaris politicq uijt deese Vergaderinge zullen te wagten hebben,om het opneemen van de Reekeningen der arme gelden, en wat verders in de Voorsz: Kerkenraden mogte voorvallen, of van noodsakelijkheijd zal werden gevonden, bij te woonen en te verrigten; waar toe voor deese Reijs benoemd en aangesteld is, den E: Soldij boekhouder Dirk Westerhoff.

Voorts zijn uijt de in dubbelden getale genomineerde Persoonen, om na gebruijk in de onderstaande Collegiën dienst te doen, verkoren, als.

Tot Burgerraden.

Johannes Meindert Cruijwagen en Johannes van Cittert, in Steede van d’ uijtgediende Hendrik Oostwald Möller en Jacobus Alexander La Febre.

Tot Weesmeesteren.

Carel David Wentzel, Petrus Johannes de Wit en Albert van der Poel, in plaatse van d’ afgaande Marthinus Adrianus Bergh, Johan Fredrik Willem Bottiger en Jacobus Alexander la Febre.

Tot Commissarissen van Civiele en Huwelijx Saaken.

Hendrik Pieter Möller en Honoratus Mainier, ter plaats vullingen van de aftetreedene Jan Adolph Kuuhl d’ oude en Jan Coenraad Gie.

Tot Heemraden van Stellenbosch en Drakensteijn .

Nicolaas Vlok, Dirk de Vos, Pieter du Toit en Wentzel Christoffel Coetzer, in Steede van Marten Melk, Johan Bernhard Hofman, Pieter Loret en Paul Roux.

Tot Heemraden van Swellendam .

Gerrit Hendrik Meijer Esaiasz: en Daniel Plessis, in plaatse van d’ uijtgediende Hermanus Steijn en Laurens de Jager.

Laatstelijk is den als Constapel op de nieuwe batterij beScheijdenen burger hendrik Elshout, als dien dienst mits desselfs aanhoudende Indispositie niet Langer kunnende waarneemen, op zijn verSoek daar van ontSlagen.

Aldus Geresolveerd, ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] Otto Lud: Hemmij

C. 148, pp. 330-332.

Dingsdag den {17701218} 18: Decbr: 1770:

‘S Voormiddags alle present, Exceptis den E: Equipagiemeester Jacob Rijzik, mits indispositie.

De Negotie boeken deeses Gouvernements van het Jongst afgelopen boekJaar, nevens het rapport, door de tot derselver Examinatie gesteld geweest sijnde leeden deeses Raads, d’ E: E:s Pieter Hacker en Dirk Westerhoff verleend, op heeden volgens d’ ordres gerevideerd sijnde, soo is uijt deselve komen te blijken, dat in deselve boeken, niet alleen alle posten van ongelden en andere afschijvingen, met de diesweegens verleende ordonnantiën Accorderen, maar dat ook buijten dien, geene afschrijvingen zijn gedaan geworden; gelijk voorts uijt het meede ingediend Rapport van d’ E: E: Pieter Hacker en Adriaan van Schoor, als geCommitteerde Examinateurs der soldij boeken, is aangetoond, dat deselve boeken in de verEijschte forme, navolgens d’ ordre der E: Comp: gehouden, d’ afbetaling van de Dienaren na behooren uijtgerijkt, mitsg:s de belastingen daar van bij de Negotie boeken, indiervoegen afgeschreeven zijn, als in ‘t voorsz: Rapport Specificq is ter neder gesteld; en laatstelijk dat door den Zoldijboekhouder, als Curator ad lites, omtrent het Inventariseeren, verkoopen, en inboeken der nalatenschappen van ‘S E: Comp:s dienaren, mitsg:s hen in Cassa tellen van het volle bedragen van dien, ter Somma van Rds: 3920:24: ofte ƒ9409:4: holl:s, in alles Conform d’ ordres van haar Wel Edele Groot Agtb: de Heeren der hoge Indiase Regeering is gehandeld geworden; Weshalven verstaan is, dat de meerm: Negotie en Zoldijboeken, volgens gebruijk soo na ‘t Vaderland als naar Batavia, en het geciteerd rapport nopens dies Examinatie, bovensdien aan welgem: Heeren der hoge Indiase regeering, Sullen werden geSuppediteerd.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:

[Signed:] R: Tulbagh

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] H: V: Prehn

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor.

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] Otto Lud:r Hemmij