C150 v1.20
C. 150, pp. 46-54.¶
Maandag den {17720106} 6: Jann: 1772.
‘S voormiddags alle preSent, dempto den E: Equipagiemeester Jacob Rijzik door Indispositie.
De Schippers Leendert van Coopstad en Lambertus Arnout Halfman, uijt de Saldanhabaaij gereverteerd weesende, en aldaar ingevolge de op hun gedecerneerde Commissie, neevens den schipper Silvester, mitsg:s den baas van den Berg en verdere Scheepstimmerlieden, ten overstaan der officieren van Damzigt , de gebreeken aan Stuurboord zijde der Kiel van laatstgem: bodem Exact gevisiteerd hebbende, is op heeden geleesen, het dientweegen door deselve ingediend Rapport, waar uijt Consteert, dat het met de Voorsz: gebreeken dermaten gesteld is, dat deselve in voorsz: Saldanhabaaij , niet weederom kunnen werden gerepareerd, dewijl de Kiel niet alleen over ‘t geheel beschadigd is, maar dat ook daar van aan ‘t agterste gedeelte, de lengte van 10: Voeten neevens een gedeelte der Sandstrook weg zijnde, de knoop aldaar oversulx komt bloot te leggen. dat bij d’ eerste lassing van vooren, de bouten derselve ten eenen maal omleggen, en sommige van binnen tot 2 1/2: d:men door de Kiel na boven gestooten zijn, Sonder dat ‘er egter eenige ontsetting in de naad der Sandstrook of de naad der lassing te zien is, en dat voorts, wanneer de Kiel bij deese Lassing opgeslegt was, ‘er buijten de Sandstrook nog 3 d:m houts zoude overblijven.
dat wijders de Reparatiën die door den baas der Scheepstimmerlieden aan meerm: Stuurboord zijde der Kiel sijn gedaan, en bestaan hebben, in drie Planken, van dewelke ‘er eene ter lengte van 22: Voeten en 8: d:m dik, over het Slemphout en gedeeltelijk tegen de Kiel gelegd zijn, niet kunnen dienen tot verband, maar alleen tot versorging teegen de leccagie, die zig in de Kruijtkamer heeft geopenbaard; sulx voorsz: gebreeken, volgens het algemeen gevoelen der bovengem: Zee- en Scheepstimmer-lieden, onmogelijk in meerm: Saldanhabaaij , kunnen werden hersteld, te minder nadien de Schade der lassing henlieden was voorgekomen, te wesen van die natuur, dat het Schip in Zee komende, de bouten zouden kunnen Loswerken, de lassing en Sandstrooksnaden ontsetten, en derhalven het verband van ‘t Schip daar door Los gerakende, den bodem oversulx /:vermits de lassing der Kiel zig Juijst komt te bevinden op die plaats, daar het Schip wel ‘t meest geleeden heeft:/ aan te groten gevaar Soude werden g’exponeerd.
Maar nademaal bij gem: baas van den Berg werd gesustineerd, dat de Voorsz: loswerking der bouten niet mogelijk zijn soude, of eenige leccagie kunnen veroorsaaken, dewijl het Saadhout, de Sandstroken, de buijten vlakplanken, binnen weegering en teffens de binnen kimgang, niets in ‘t minste souden ontset zijn.
en dat daar en teegens, teegen dit gevoelen van voorm: Scheepstimmermansbaas, geciteerde Schippers komen te betuijgen, dat hoe zeer ‘er geene ontsetting aan het Schip bespeurd was, het hunl: egter onbegrijpelijk was voorgekomen, dat het Schip door de geleedene Swaare Stoting, niet over ‘t geheel zoude hebben geleeden, terwijl d’ omleggen, de bouten selve tot in ‘t vaste hout der kiel waaren ingedreeven, en mogelijk door de ontlossing van ‘t Schip, zig alles weederom in en tot elkanderen konde hebben geslooten, zonder het Selve egter met het oog te kunnen nagaan; Sulx om het selve t’ ontdecken, ‘er verschijde planken, en wel principaal de Sandstrooken, souden dienen los gemaakt te werden; het geen egter al meede in voorsz: Saldanhabaaij ondoenlijk komt te zijn, door dien het Schip, door d’ invloeijing van ‘t Water, den tijd die daar toe verEijscht werd, niet over zijde konde werden gehouden: is dierhalven best geoordeeld, en dienvolgens beslooten, meerm: baas Philip van den Berg, neevens d’ Opper Timmerlieden van Damzigt en Vreedelust , mitsg:s die van den thans mede in voorsz: Saldanhabaaij geankerd leggenden hoeker de Snelheijd , over den landweg herwaards te laten opkomen, als wanneer het voorsz: door hun, neevens bovengem: Schipper Van Coopstad en Halfman verleend Rapport, Sal werden gesteld in handen van Soo veel andere aanweesende Zee- en scheepstimmer lieden, als daar toe Sullen kunnen vaceeren, ten eijnde in ‘t bij Sijn van ged: Schippers CoopStad en Halfman, mitsg:s den baas van den Berg, en de hiervoorengemelde drie Timmerlieden, het zelve Rapport op ‘t naauwkeurigste t’ Examineeren, en deesen Raade vervolgens te dienen van berigt, of de Reparatiën, zodanig als deselve bereijds in de Saldanhabaaij aan gem: Kiel zijn bewerkstelligd, als de geene die volgens het gevoelen van meerm: baas Philip van den Berg, daar aan ter deeser Rheede, nog verder souden kunnen en dienen gedaan te werden dermaten Suffiçant Souden zijn, dat gem: bodem Damzigt , zonder dies weegenS eenig gevaar te dugten te hebben, en dus met volkomen gerustheijd, van hier na ‘t Vaderland Soude kunnen vertrecken.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 55-68.¶
Woensdag den {17720115} 15:e Jann: 1772.
‘S Voormiddags alle present, uijtgenomen den E: Equipagiemeester Jacob Rijzik, mits indispositie.
Wierd door den Heer Gesaghebber te kennen gegeeven, dat zijn Ed: in Conformiteijt van het Jongst op den 6e deeser genomen beSluijt, de Schippers der aan weesende Scheepen Vreedesteijn , de Princes van Orange , de Both en Westfriesland , Adriaan de Keijzer, Carsten Eggers, Damien Hugo Starring en Gerrit Springer, bij schiftelijke Commissie hadde geordonneerd, omme geadSisteerd met den Oud baas der Scheepstimmerlieden van ‘S Comp:s werf alhier Albert van Kempen, mitsg:s den Opper timmerman van ijders onderhebbenden bodem, op het naauwkeurigste te Examineeren, het Rapport dat door de Schippers Leendert van Coopstad, Lambertus Arnout Halfman en Willem Silvester, mitsg:s den baas der Scheeps Timmerlieden van ‘S Comp:s werf Philip van den Berg en verdere Scheeps Timmerlieden is verleend, nopens de gebreeken, die zig aan de kiel van het Retourschip Damzigt komen te bevinden, en de bedenkelijkheeden, die ‘er nopens het herstellen dier gebreeken waren gevallen; en dat voorsz: Commissie behoorlijk volbragt zijnde, voorm: gecommitt:s aan zijn Ed: hadden overgeleeverd het volgende Schriftelijk berigt.
Aan den E: Agtb: Heer M:r Joachim Van Plettenberg, Gesaghebber deeses Gouvernements.
‘E: Agtb: Heer!’
‘Het is van U E:d Agtb: welgehagen geweest, d’ ondergeteek:e Schippers der ter rheede leggende Scheepen Vredesteijn , de Princes van Orange , de Bodt en Westfriesland , Adriaan de Keijzer, Carsten Eggers, Damiën Hugo Starring en Gerrit Springer, bij schriftelijke Commissie de dato deezer, Expesselijk te Committeeren, omme geadsisteert met den oud Baas der Scheeps Timmerlieden van ‘S E: Comp:s werf alhier Albert van Kempen en den Opper Timmerman van ijders onderhebbenden bodem, mitsg:s ten overstaan der Schippers van de meede aanweesende Scheepen Schagen en Zuijdbeveland , Leendert van Coopstad en Lambertus Arnout Halfman, mitsg:s den baas der Scheeps Timmerlieden van ‘S Comp:s werf alhier Philip van den Berg, item de deesenthalven expres herwaards ontbodene OpperTimmerlieden der thans in de Saldanhabaaij vertoevende Scheepen Damzigt en Vredelust en die van den hoeker de Snelheijd , op het naauwkeurigst t’ examineeren, het Rapport dat door bovengem: Schippers van Coopstad en Halfman, als meede den Schipper van voorm: bodem Vreedelust , Willem Silvester, mitsg:s ged: baas van den Berg, met ende neevens de Officieren van ‘t geciteerde Schip Damzigt ende drie laatstgem: Timmerlieden is verleend, weegens de gebreeken, die zig aan de Kiel van meerm: bodem Damzigt komen te bevinden, ende bedenkelijkheeden, die ‘er nopens t’ herstellen dier gebreeken zijn gevallen, ten eijnde te kunnen ervaaren, of de reparatiën zodanig als deselve bereits in de Saldanhabaaij , aan gem: kiel zijn bewerkstelligd, als de geene die volgens het gevoelen van meerm: baas Philip van den Berg, daar aan bij ‘t Arrivement van voorm: bodem Damzigt ter deeser Caabser rheede nog verder souden kunnen en dienen gedaan te werden, dermaten Suffiçant Sullen zijn, dat gem: bodem Damzigt , zonder dieswegens eenig gevaar te dugten te hebben, en dus met volkomen gerustheijd van hier na ‘t Vaderland Soude kunnen vertrecken.’
‘D’ ondergeteek:s in pligtschuldige opvolginge dier seer gerespecteerde ordre, immediaat en Sonder tijd verlet, bij een gekoomen Sijnde, hebben aanvanckelijk het ged: rapport bij der hand genomen, mitsg:s na Examinatie van het Selve bevonden, dat de Swarigheeden, die daar bij in opsigte van ‘t repareeren der defecten van het Schip Damsigt werden ter needer gesteld bevonden, buijten eenige teegenspraak gegrond Zijn, en dat dienvolgens de reparatiën in de Saldanhabaaij aan gem: bodem alreede gedaan; soo min als de geene die den Scheepstimmermansbaas Philip van den Berg vermeijnd, ter deeser rheede daaraan nog te kunnen doen, en dewelke hier inne zouden bestaan, omme van binnen in ‘t Schip over de Lasch bouten der kiel, die doorgestooten zijn, ijzere plaaten te leggen, en op de vaste kiel te Spijkeren, dat egter seer beswaarlijk in ‘t werk te stellen, en ook in ‘t minste niet ter bereijkinge van het bedoelde oogmerk dienende is, geensints Suffiçeerende zijn, om, het voorseijde Schip Damzigt , naar verrigting van dien, met volkomen gerustheijd, en sonder het selve aan oogschijnlijk gevaar te pericliteeren, weederom Zee te doen bouwen, sijnde d’ ondergeteek:s ter Contrarie van gevoelen, dat om het Schip daar toe in Staat te Stellen, noodwendig de Eerste Lasch van de kiel, onder de halsklamp diend ter deegen bezorgt en gebout, mitsg:s voorts de holte van de Kiel, met Swaare stucken houts aangelegd te worden, ten eijnde daar ter plaatse wederom kragt en dikhout te brengen, om de Lasch t’ onderSteunen, dewijl het Schip wel Vier Voeten in zijn kiel doorgesakt zijnde, door dat middel weeder een goede of zogen:de loose kiel daar onder zoude krijgen, wanneer het Schip dus doende, enigsints weederom versterkt zoude werden; dan nademaal zulx het Schip /:dat men op zijn kiel leggende, werk heeft gehad, met Vijf Pompen en twee brandspuijten lens te houden, zodanig over sijde te winden, dat de onderste Sandstrook boven Water bloot komt te leggen, het welk egter in voorsch: Saldanhabaaij , en nog veel minder ter deeser Caabser Rheede niet kan geschieden, vinden d’ ondergeteek:s zig dierhalven tot leedweesen verpligt, eenpariglijk te seggen, dat ‘er verders geen Reparatiën meer, aan dikwilsgenoemden bodem Damzigt , met eenig Succes en vooruijtzigt, om denselven gerustelijk na ‘t Vaderland te laten vertrecken, kunnende werden gedaan, gem: bodem oversulx om de hiervooren aangehaalde reedenen, ende tot voorkominge van meerdere nodeloose kosten, Sal dienen te werden afgelegd ende gesloopt.’
‘Waar meede gedenkende aan het voorsz: hoog geagt bevel behoorlijk te hebben voldaan, neemen wij de vrijheijd, deesen te laten dienen voor needrig Rapport.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo de Goede Hoop den 13 Jann: 1772: /:lager:/ Als Gecomm:s /:was geteekent:/ A:s de Keijzer, C:n Eggerts, D:H; Staring, G:t Springer, Albert van Kempen, Francis Persinie, Pieter Witkop, Jan Spiegelenburg, Lambregt Sluijmers. /:in margine:/ Ten onsen Overstaan /:en geteekent:/ L:t van Coopstad, L:A: Halfman, P: v:d: Bergh, Chriesten Count, + /:daar omme stond:/ dit is het van Wilm Lang, Meijndert van Eijk.’
Welk berigt hier op met attentie geleesen, en ten dien belange overwoogen Sijnde, dat ‘er in de Saldanhabaaij , verders niets meer aan het Schip Damzigt kunnende werden gedaan, het belang der E: Comp: oversulx vorderd, om het Schip Vreedelust aldaar niet langer te doen vertoeven; Soo is, na dat den E: Equipagiemeester Rijzik aan den Eerstgeswooren Clercq, die om desselfs gevoelen in deesen te verstaan; staande de Vergadering bij zijn E: was gesonden, betuijgd had, insgelijx van meeninge te zijn, dat een langer verblijf in geciteerde Saldanhabaaij van ged: bodem Vreedelust , thans onnodig quam te zijn; beslooten, den Schipper dier kiel Willem Silvester te doen aanschrijven, om met d’ eerste goede geleegendheijd herwaards op te komen, om vervolgens de reijse na Batavia te kunnen vervorderen: Terwijl voor ‘t overige nog goedgedagt is, om het voorsz: op heeden ingediend berigt, zoo wel als het Rapport, tot welkers Examinatie voorwaardsgem: Commissie is gesteld geweest, voor geCommitt:de Leeden uijt den Raad van Justitie alhier, te doen recolleeren en beEedigen, als wanneer ten opsigte van meerm: bodem Damzigt , een naderen finaal besluijt Sal werden genoomen.
Den burger Constapel Pieter Zeeman, ter zake van desselfs Lichaams Corruptiën, op zyn hierom gedaan versoek, van ‘t waarneemen dier functie ontslagen geworden zijnde; zoo is in Steede van denselven wederom als zodanig aangesteld, den meede burger Willem Hop.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 69-72.¶
Saturdag den {17720125} 25: Jann: 1772:
alle Present.
Aan de met het Schip Hoolwerf van Batavia alhier aangelande oud Directeur van Bengalen , de Heer George Lodewijk Vernet, en geweesen eerste Laborant ter gem: Indiase hoofdplaatse Johannes Van Leeuwen, gepermitteerd geworden zijnde, omme uijt hoofde van derselver Indispositie, neevens hunne bij zig hebbende familiën, tot nadere Scheepsgeleegentheijd ter deeser plaatse over te blijven; is vervolgens ook aan den met het ged:te Schip Hoolwerf repatrieerenden oud burger Lieutenant tot Batavia Johan Hendrik Beeke, op desselfs hierom gedaan versoek, geaccordeert, ten zijnen dienste met zig naar het Vaderland meede te neemen, een Slaven Jonge genaamt Fortuijn van de Cust, voor denwelken het daar toe Staande Transport en Costgeld, gereekent van Batavia naar NeederLand, en van daar weederom derwaarts te rug in ‘s E: Comp:s Cassa alhier behoorlijk zal moeten werden voldaan.
En dewijl op zodanige Seeven Leggers met Arak, als p:r het dikwilsgen:de Schip Hoolwerf , van Batavia voor deeze plaats zijn aangebragt, de Quantiteijt van 117: Kannen, minder als de gepermitteerde afschrijvinge dicteerd, is te kort gekoomen; zoo is verstaan, het bedragen van dien aan d’ overheeden dier bodem met ƒ50:13:-, te weeten, den Schipper Gerrit van der Gragt voor zijn 2/3: aandeel ƒ33:15:8: en den OpperStuurman Charles Smit weegens desselfs 1/3 p:r ƒ16:17:8: te doen vergoeden.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 73-113.¶
Vrijdag den {17720131} 31: Jann: 1772.
‘S Voormiddags present de Wel Edele Groot Agtb: Heeren Raden Extra ordinair van India en Admiraals der Retourvloot deeses Jaars, M:r Pieter Cornelis Hasselaar en Johannes Vos. item, den E: Agtb: Heer Gezaghebber M:r Joachim van Plettenberg, en alle de leeden.
Na dat welopgemelde Edele Heere Hasselaar en Vos, op het diesweegens gedane versoek des Heer Gesaghebbers, in deese Vergadering hadden gelieven te verschijnen, om daar in ingevolge haar Edelens caracter te præsideeren, soo wierd door gedagten Heer Gezaghebber, die nu weederom sessie op des Secundes plaatse hadde genomen, ter Tafel gebragt het bevoorens reeds ingediende Rapport, door de Schippers Leendert van Coopstad en Lambertus Aarnout Halfman, mitsg:s den Schipper Willem Silvester, en de Officieren van Damzigt neevens den baas der Scheepstimmerlieden van ‘S Comp:s werf alhier Philip van den Bergh, met nog drie andere Scheeps Timmerlieden verleend, noopens de gebreeken van het gedagte schip Damzigt in de ondoenlijkheijd om deselve in de Saldanhabaaij weederom volkoomen te kunnen repareeren.
Voorts meede het berigt der Schippers van de aanweesende Scheepen Vredestein , de Princes van Orange , de Bodt en Westfriesland , Adriaan de Keijzer, Carsten Eggers, Damiën Hugo Staring en Gerrit Springer, mitsg:s den oud baas der ScheepsTimmerlieden alhier Albert van Kempen, neevens nog vier Opperscheepstimmerlieden, gesamentlijk gecommitteerd geweest zijnde, tot Examinatie van het bovengem: Rapport.
Welke beijde Schriftuuren hier op nogmaals geleesen en ten dien belange met attentie gebesoigneerd wesende’ zoo is bij overweeging dat met de Voorsz: gecommitteerd geweest zijnde Seeven Schippers, ook van de Twee baasen en Seeven Scheeps Timmerlieden, den baas van Kempen neevens Ses timmerlieden, alle eenpariglijk van gevoelen zijn; dat de reparatiën die bereijds aan het gedagte Schip Damzigt in de Saldanhabaaij zijn bewerkstelligd, Soo wel als die dewelke daar aan volgens het gevoelen van den baas van den Bergh, nog ter deeser rheede zouden kunnen werden gedaan, in geenen deele Suffiçant genoeg Souden weesen, om Voorsz: bodem Sonder oogschijnelijk gevaar van hier naar ‘t Vaderland te kunnen laaten vertrecken, en dat wijders de reparatiën die, om denselven daar toe in Staat te Stellen noodwendig werden vereijschd, alhier uijt hoofde der in ‘t Voorsz rapport aangehaalde inconvenienten, ten eenemaal onuijtvoerlijk komen te zijn, dierhalven beslooten het meerm: Schip Damzigt uijt de Saldanhabaaij ter deeser Caabse rheede te doen opkomen, en het selve vervolgens te doen afleggen en Sloopen; Sullende behalven de Ankers en ‘t geschut, ook de Rondhouten, mitsg:s het Staande en loopend Touw- en blok werk, nevens de Zeijlen die nog goed en bruijkbaar zijn, als sodanig bij de Boeken werden ingenomen, om Successivelijk aan de des benodigd zijnde ‘S Compagnies Scheepen te werden verstrekt; Gelijk meede verstaan is, om van het houtwerk dat ‘er bij de Sloping des hols van ‘t Schip zal afkomen, de planken tot beddingen onder ‘t geschut op de resp: batterijen, en ‘t overige, ‘t zij balken of knies, daar deselve Sullen te passe koomen meede ten dienste der Comp: te doen Emploijeeren, dog daar en teegen het Cajuijts neevens Koks en botteliers goed, volgens gebruijk bij Publicque Vendutie te doen verCoopen.
Waar na door d’ E: E:s major en hoofd van ‘S comp:s Militie alhier Hendrik van Prehn en Soldij boekhouder Dirk Westerhoff, als hebbende ingevolge en ter voldoening van het in dato 15: Octbr: pass:o genomen besluijt, met adsistentie van den Eersten OpperChirurgijn deses Gouvernements Johannes van der Riet, den Lieutenant Ingenieur Carel David Wentzel, en den opsigter over ‘s Comp:s gebouwen Johannes Bresler, het door haar Wel Edele Groot Agtb: de Heeren bewindhebberen ter Camer Amsterdam herwaards gesondene plan en ampele beschrijving van het alhier op te bouwene nieuwe Hospitaal, naauwkeurig geExamineerd, nopens derselver bevinding en daar omtrent voorgekomen remarques, op heden is ingediend het volgende Rapport.
Aan den Ed:le Agtb: Heer M:r Joachim van Plettenberg, Gezaghebber deezes Gouvernements, beneevens den E: Agtb: Politicquen Raad.
‘Ed:le Agtb: Heer en Heeren!’
‘Bij Uwer Wel Edele Agtb: g’Eerd besluijt van den 15: 8ber Jongstl: in handen der ondergeteekende, als Commissarissen van ‘S E: Comp:s hospitaal alhier gesteld zijnde, het door haar Wel Edele Groot Agtb: de Heeren bewindhebberen ter Camer Amsterdam, p:r ‘t Schip Vreedelust herwaards gezondene Plan, en ampele beschrijving van ‘t ter deeser Plaatse aantebouwene nieuwe Hospitaal, ten fine het een en ander met adsistentie van den Eersten OpperChirurgijn Johannes Van der Riet, den Lieutenant Ingenieur Carel David Wentzel en den opsigter van ‘s E: Comp:s gebouwen Johannes Bresler; op ‘t nauwkeurigste te examineeren, en Uw Wel Edele agtb:s vervolgens omtrent dies bevinding, en de daar op vallende Remarques, te dienen van berigt: Zoo neemen d’ ondergeteekende de vrijheijd dienaangaande te zeggen, dat zij ‘t geheele plan des te Construeerenden nieuwen Hospitaals, wiers aanleg tot berging van 1450: Persoonen is geformeert; Exactelijk ondersogt hebbende, hun by die geleegentheijd, verschijde Remarques zijn te vooren gekoomen, die d’ ondervinding en gesteldheijd van ‘t Land alhier, betoogelijk aan de hand geeft; en om deselve Uw Wel Edele Agtb:s naar verEijsch voor Oogen te stellen, gebruijken de Ondergeteekende de vrijheijd, Sulx op de volgende wijze poinctueelijk te doen: als.’
‘Eerstelijk, dat alhoewel na ‘t voorsz: Plan, ‘t gebouw in zijn geheel genomen, ruijmte genoeg bevat, om ‘t getal der Persoonen, dewelke tot heeden toe, alhier ten Hospitale gelijkelijk zig hebben bevonden, te kunnen plaatsen, Egter niet ten vollen geschikt is, om alle de Elendelingen, die door peijnen en swaare Ziektens afgemat zijn, en alsoo weegens hun Lichaams gesteldheijd, geen na boven transporteering kunnen veelen, bekwamelijke plaatsing te bezorgen, ter oorzake ‘t beneeden gebouw tot huijsvesting van 450: Persoonen bepaalt zijnde, en ‘t getal dier miserabele Persoonen, welke zig alhier ten Hospitale meer dan eens gelijkelijk hebben bevonden, ‘t voorsz: getal verre heeft overtroffen, van te beknopten ruijmte is, dierhalven eene grootere ruijmte verEijscht, en wel van die uijtgestrektheijd, dat ‘er ten minsten genomen 600: Personen kunnen geplaatst worden, om dus twee Zaalen leedig te kunnen hebben, ‘t gunt geduurende ‘t somergetij van de uijtterste noodzakelijkheijd is, ten eijnde de Zieken ter verfrissing en mitsdien ter spoediger herstelling, bij parthijen te kunnen verplaatsen, en dus de Zieken Zaalen van tijd tot tijd te Zuijveren, zoo vermeijnen de ondergetekende neevens derselver adjuncten, dat, om ‘t Voorsz: tot groot Soulaas der Zieken Strekkende gemak, te kunnen vinden, ‘t geheele gebouw 80: Voeten voorwaards op ‘t groote voorplijn zoude behooren te Springen, waar door niet alleen de Voorsz: ruijmte gevonden, en op ‘t daar door zoo veel grooter werdende agterpleijn, aan weederzijden een Vleugel zoude kunnen werden geconstrueerd, maar ook ‘t agterplijn voor de Zieken zeer bequaam werden, om zig aldaar, als buijten ‘t oog van andere Menschen, dagelijx zonder verstooring, van hunne onzuijverheeden en ongedierte te ontlasten, en gevolgelijk ‘t voorplijn zoo veel te geschikter, en reijnder voor de aldaar passeerende menschen en verderen omslag te kunnen houden.’
‘Tweedens, dat de Wooning van den Eersten Opper Chirurgijn, volgens ‘t voorsz: Plan, te verre agterwaarts, en van ‘t voorpleijn is geplaatst, om, als zijnde teffens binnen Regent van ‘t Hospitaal, met voeg op alles te kunnen letten, en bij voorvallende Zaaken, schielijk bij de hand te zijn, mitg:s als met een oog te kunnen ontwaaren, ‘t gunt ten Hospitale, ‘t zij onder de mindere Bedienden, of op ‘t voorpleijn, bij den ingang van ‘t Ziekenhuijs komt voor te vallen, waarom de Ondergeteekende, en hunne geadjungeerendens Sustineeren, dat de Wooning van den Eersten OpperChirurgijn, op d’ eene zijde van ‘t voorplijn, en die des tweeden Oppermeesters en Boekhouder, daar teegens over, aan de andere zijde geplaatst behoorden te worden, op dat die Supposten al meede Spoedig bij de Werken zijn kunnen.’
‘Ten Derden, dewijl voor den OpperZiekenvader in ‘t voorm: Plan, gantsch geen wooning gedestineerd gevonden word, denselven egter een Suppoost is, van denwelken het bestier der dagelijxe huijshouding, ‘t bedienen, zuijveren en rijnigen, niet alleen der Zieken, maar ook van ‘t geheele gebouw, zoo wel als ‘t in ordre houden der andere Ziekenvaders, mindere bediendens en Slaven, in de Eerste hand afhangt, en denselven nog bovensdien deeze en geene benodigtheeden, onder zijne bewaring houden moet, zoude oversulx voor denselven, al meede een bekwame en welgeplaatste woning behooren geapproprieërt te werden.’
‘Ten Vierden, werd ten behoeve van den Apotheecq eene grootere ruijmte verEijscht, terwijl de wooning des Apothecars, billijk na bij ‘t Laboratorium zoude dienen te zijn.’
‘Ten Vijfden, agten d’ ondergetekende en hunne geassisteerdens, noodzakelijk te weesen, dat ‘er twee vertrecken van eene verEijschte grootheijd, buijten ‘t Ziekenhuijs g’approprieërd wierden, waarin de van boord of elders aangebragt werdende Zieken, tot voorkoming van alle onzuijverheijd en besmetting in ‘t Hospitaal, gewasschen, gezuijvert en voorschoont worden konden, terwijl ‘er ook een groot vertrek of Pakhuijs, zouden behooren gebouwt te werden, waar in de kisten, kooij Goederen &:a der van boord aankomende Zieken, provisioneelijk geplaatst moeste worden, zoo om een besmetting in de Zieken zalen te vooren te komen, als om teffens in ‘t selve, de leedig rakende kadels, beddegoed en andere Goederen te kunnen bewaaren.’
‘Op ‘t voorsz: Plan, aan de N:d W:t zijde van ‘t voorplijn, een gebouw voor de Epidemique Zieken gedestineert zijnde: zoo vermeijnen d’ ondergeteekende en hun geadsisteerdens.’
‘Ten Sesden te mogen remarqueeren, dat ‘t voorsz: gebouw tot voorkoming van besmetting, zoo van de Hospitalieren zelfs als voor de Caabse bewoonderen, beeter geplaatst zoude kunnen werden, aan de overzijde, ofte aan de Z:o O:t kant, alzoo als dan de uijtwasemingen van de voorsz: besmettelijke Ziekte, bij ‘t waaijen van een Zuijd Ooste wind, over ‘t voorplijn Zeewaards, en bij ‘t doorkoelen van een N:d W:te wind, naar ‘t gebergte gedreeven werden zoude, daar in tegendeel ‘t voorsz: gebouw geplaatst werdende aan de N:d W:t zijde, de besmettelijke Lugt bij een Z:d O:te wind, op de Zieken zalen, en verdere gebouwen van ‘t Hospitaal gedreeven werden zoude.’
‘Ten Sevenden, zyn bij ‘t voorm: Plan, de Kadels der Impotenten in twee aan twee gedeelt, en mitsdien tot legging van Twee personen een dus gekoppelde kaden geschikt, dog hoe zeer diergelijke Kadels en zoo veel te meer in ‘t Climaat deses lands, tot overlast der Zieken strecken zoude; is ligtelijk te bevroeden, te meer zoo meen daar neevens aangemerkt, Eensdeels, dat een dier Zieken woelig of onrustig zijnde, den naast hem op dien zelven kadel leggende Ziekeling, geensints rust hebben kan, en anderendeels, dat ‘t bij diergelijke gemeenschappelijken leggingen, ondoenlijk is, om de Zieken van ongedierte te zuijveren, mitsg:s behoorlijk te kunnen rijnigen, gevolglijk het reconvalesceeren der Impotenten, daar door zeer vertraagt werden zoude, dierhalven daar omtrent al meede eene verandering behoort gemaakt te werden.’
‘Zullende wijders, en ‘t welk t’ ondergeteekende, als een agste Remarque ter needer stellen, ten eijnde in ‘t Hospitaal, alle onzuijvere lugt, zoo veel doenlijk is, te weeren, op de best voeglijkste plaatsen, een bedekt gang van ‘t Hopsitaal naar buijtenwaarts uijtgaande, dienen gemaakt te werden, om daar door de Baliën der Secreeten uijt ‘t Hospitaal te brengen, vermits de Schaarsheijd en gebrek aan Water, d’ Excrementen met geen mogelijkheijd door de in ‘t Voorsz: Plan ontworpene rioelen zijn af te lijden.’
‘En wat voorts betreft de in meergemelde Plan, gedestineerde vertrecken, zoo voor de van tijd tot tijd opkomende Hottentots, als de ten dienste der Zieken, en ‘t doen van ‘t verdere werk in ‘t Hospitaal beschijdene Slaven, zoo Sustineeren de ondergeteekende en derSelver Adjuncten, Sulx onnodig te zijn om reedenen, de Slaven tot beeter gerief en bediening der Zieken bij nagtelijker tijd in de Ziekenzaalen, ter hulpe van de Wagt doende en oppas der Zieken gestelde Ziekenvaders, bequamelijk verspreijd en geplaatst behooren te worden, en ‘t ten opsigte der Hottentotten, ten Eenemale onvoeglijk zijn soude; die menschen dewelke volgens hunne landswijze, gewoon zijn, met hunne Vrouwen en kinderen in Tenten ofte hutjes te leeven, bovensdien door hunne Schamele omstandigheeden, woeste en morsige leevenswijze, zoo wel, als door ‘t smeeren hunner Lichaamen, met allerhande SterkStinkende kruijden en vettigheeden ten belang der Zieken niets dan onaangenaamheeden en onhebbelijkheijd verwekken zoude.’
‘De ondergeteekendens neemen de vrijheijd, deeze hunne voorsz: remarquen, Uw Wel Edele Agtb: eerbiedig voor te dragen, met bijvoeging van een op fondament der voorm: Remarques, alhier geformeerd Plan des Hospitaals, waar bij ter obtineeringe van de bovengem: veranderingen, en zoo de ondergetekendens /:onder beeter oordeel:/ Sustineeren, verbeeteringen dermaten geplaatst zijn, als sulx naar de Situatie van ‘t Terrein, en de Constitutie van ‘t land, volgens de beste begrippen der ondergeteekendens heeft kunnen geSchieden.’
‘Uijt ‘t zelve zal Uw Wel Edele Agtb: des gelievende blijken, dat het geheele Gebouw, ‘t welk ten opsigte van zijn bestek, in deselve lengte, als ‘t uijt ‘t Vaderland aangebragte Plan, aantoont, is blijvende ter verheijd van tagtig Voeten meerder voorwaards, of op ‘t groote plijn geplaatst Staat.’
‘Als meede dat met d’ intrecking van ‘t Terrein, die in ‘t Evengem: plan, ten weederzijden, zoo tot des Eersten Oppermeesters wooning, als d’ afgezonderde Plaats, van de met swaare Chirurgicaale accidenten besette Persoonen zijn gedestineerd; de Vleugelen die in ‘t project der ondergeteek:s aan de agter zijde, aan weerskanten ontworpen zijn, eene uijtgestrektheijd ter lengte van 115: Voeten hebben verkreegen, en dat de ruijmte daar door tot berging der Zieken, zoo aanmerkelijk vermeerdert werd, dat ‘er altoos /:ten ware bij uijtterste noodsakelijkheeden:/ twee zalen ledig gehouden kunnen werden, om de Zieken te verplaatsen, en dus de Zalen beurtsgewijze te zuijveren en reijnigen: Zullende voorts, in de voorsz: Ziekensalen der onderste Etage, een getal van 624: Persoonen kunnen gelogeert werden; zoo wanneer namentlijk, in steede van de gekoppelde kadelen, ieder Zieke, een aparte kadel van 28: duijmen, in plaatse van 30: duijmen bekomt, en tusschen ieder kadel een Spatium van 18: duijmen gelaaten werd, terwijl tot verkrijging van meerdere ruijmte, ‘t vertrek van sodanige Persoonen, dewelke met Swaare Chirurgicaale toevallen zijn beset, aan den regter agtervleugel, eenlijk met een Schijdsmuur van de Zieken zalen afgesondert, en van den Vleugel der Slinker agterzijde, inselvervoegen een vertrek voor de Zieken officieren geSepareerd is, ‘t welk de ondergeteek:s en hunne geassisteerdens, Sustineeren, voor deselve ruijm genoeg te zullen zijn; en heeft men dierhalven de grootheijd der kadelen daar in gelaten, Sodanig als deselve bij ‘t Vaderlandsche Plan gesteld zijn, middelerwijl dat door de voorsz: verplaatsing van ‘t Hospitaal, op ‘t groote voorgeleegen pleijn, ‘t agterplijn zo als bovengem:t is, voor de Zieken zeer bequaam zijn soude, hun dagelijks buijten ‘t oog en beschouwing van andere menschen, van alle ongedierte en vuijlnissen te kunnen reijnigen en wasschen, mitsg:s op ‘t voorpleijn een zuijver Lugt en zindelijkheijd onderhouden werd.’
‘En vermits om reedenen hiervoren geallegueerd, de woning van den Eersten OpperChirurgijn in ‘t Vaderlandsche Plan, te verre agterwaards geplaatst is, zoo is de woning voor denselven in dit project gesteld op ‘t voorpleijn, en wel aan de Slinker zijde, ter plaatse alwaar in ‘t Vaderlandsche Plan, de Vier gesepareerde wooningen, van den Tweeden Opper en andere meesters, mitsg:s Apothecar en Boekhouder gevonden werden: terwijl de woningen van den Tweeden Oppermeester en Boekhouder, daar regt teegen over of aan de N:d W:t zijde ontworpen zijn, en voorts het vertrek ‘t welk in ‘t voorsz: Plan tot een faculteijd kamer gedestineerd is, tot een wooning voor den Opperziekenvader bestemd, en nadien ‘t selve, zoo wel als de daar neevens geplaatste Apotheecq, eene meerdere ruijmte verEijscht, heeft men, om eene gelijkheid in de gebouwen van agteren te behouden, de aan weederzijde dier vertrecken gestelde keukens, neevens ‘t Portaal, insgelijx moeten vergrooten, en ‘t een en ander met 12: Voeten verlengt.’
‘Mitsgaders tot een faculteijt kamer geprojecteert, een vertrek naast de wooning des Eersten opperChirurgijns: en wijders ‘t gebouw voor d’ Epedimique Zieken, om reedenen bovengem: aan de Z:O:t kant des voorplijns, beneeden des Eersten oppermeesters wooning verplaatst; alhoewel nu door de gemaakte Schicking en verandering, van ‘t te Construeerenden Hospitaals, volgens ‘t project der ondergeteekendens en hunne geadjungeerdens, het voorsz: gebouw, in dieselfde groote, als ‘t bij ‘t Vaderlandsche Plan is gesteld, niet heeft kunnen blijven, maar in teegendeel een verkorting van 33: Voeten moeten lijden; blijft ‘t selve egter ten opsigte der Ziekenzaalen van d’ Epedemique zieken, in die eijgenste groote, als sulx bij ‘t Even gem: Plan is geprojecteerd, als zijnde eenelijk daar van afgenomen, de daar aan geleegene, en ten behoeve van ‘t Voorm: gebouw gedestineerde vertrecken.’
‘Vervolgens is, in steede van ‘t voorm: gebouw, aan de NW:t zijde, een pakhuijs door een Schijdsmuur in tweën gedeelt: ontworpen, tot provisioneele berging van de Kisten en kooij Goederen der aankomende Zieken, mitsg:s Kadels &:a’
‘Terwijl al verders voor een welgelegen woning des Apothecars is geagt, te kunnen dienen, en mitsdien daar toe geprojecteerd geworden, de naast ‘t Laboratorium onder N:o 3 en 5: aan de agterkant van ‘t agterpleijn in ‘t Vaderlandsche Plan getekende vertrecken, mitsg:s uijt aanmerkinge van de beletzelen, hier vooren bijgebragt, ‘t ondoenelijk is, de Excrementen door rioelen afte lijden, zoo zijn, tot Conservatie van een zuijvre lugt in ‘t Hospitaal, omtrent de plaatze der appartementen, onderaardsche of verwulfde gangen ter diepte van 6: en breete van 3 1/2: Voeten ontworpen, omme de vuijlesbaliën daar door buijtenwaards te kunnen brengen.’
‘En vermits, ingevolge ‘t door d’ ondergeteekendens diesweegens hier vooren geremarqueerde de aan wederzijde der voorpoorte, ofte den ingang door de Ringmuur van ‘t hospitaal, in ‘t Vaderlandsche Plan geplaatste vertrecken, tot herberging der opkomende Hottentotten, en in ‘t Ziekenhuijs bescheijdene Slaaven, ten eenemale onnodig zijn: hebben d’ ondergeteekendens en hunne adjuncten, als een allernoodzakelijkst point, zijnde, in dies Steede aldaar geprojecteerd twee Kameren, in de groote van 30: Voeten, omme in die kameren de ten Hospitale ingebragte Impotente Persoonen; alvorens in de Zieken Zaalen werden gebragt, te wasschen en zuijveren, mitsg:s te verschoonen ten eijnde daar door zoo veel mogelijk alle besmetting te vooren te koomen.’
‘Voor ‘t overige neemen d’ ondergeteekendens de vrijheijd, zig ten opsigte van de boven verdieping des Hospitaals te refereeren, aan ‘t Vaderlandsche Plan N:o 2: invoegen dan ook, de vergrooting daar in gevallen, door de gemaakte verandering in de beneeden Etage, zo de ondergeteekendens Sustineeren, daar na behoorden ingerigt te werden.’
‘Dan om Uw Wel Edele Agtb:s ten reguarde van der ondergetek:s voorsz: remarques, en ontwerp des te beeter voor oogen te Stellen, hebben dezelve d’ Eere het met assistentie hunner geadjungeerdens geformeerd Plan, beneevens den Index en bijgevoegde Specificatie, hier bij over te leggen.’
‘Waar meede zo d’ ondergetekendens verhoopen aan ‘t geEerd besluijt van Uw Wel Edele Agtb:s te mogen hebben voldaan, over sulx de vrijheijd neemen, deese te laten dienen voor needrig berigt; Terwijl met d’ uijtterste hoogagting blijven.’
’/:onderstond:/’
‘Ed:le Achtbare Heer en Heeren. UWEd: Agtb:s zeer nedrige en gehoorzame Dienaren. /:was geteekent:/ H: V: Prehn, D: Westerhoff. /:in margine:/ overgegeeven in Rade van Politie den 31:e Jann: 1772.’
Nevens welk rapport meede overgelegd zijnde een uijtvoerig plan, waar bij de voorgedragene veranderingen distinct zijn aangetoond; Soo is, bij overweging dat deselve veranderinge allesints geConsidereerd en geschickt weesende, na de Constitutie deeses Lands dus van een absolute noodsakelijkheid komen te zijn, over sulx eenpariglijk goedgevonden en beslooten, zig met het voorsz: rapport te Conformeeren, sullende dienvolgens de remarques met de Voorsz: noodsakelijke veranderingen sodanig als die bij het ged: Rapport zijn ter needer gesteld, aan welgem: Heeren bewindhebberen ter Camer Amsterdam, onder oversending van ‘t bovengem: alhier geformeerde nieuwe plan, bij ons eerstdaags af te gaan Eerbiedig schrijvens, werden voorgedragen, met onderdanig versoek, dat het haar Edele Agtb: gelieve te behagen, deeze Regeering te Qualificeeren met den opbouw van het voorsz nieuwe Hospitaal ten Spoedigsten voorttevaren, en dat ten dien eijnde de Materialen, op de diesweegens geformeerde Memorie gespecificeerd, insgelijx Spoediglijk herwaards mogen werden gesonden, te meer, nadien het presente hospitaal sig thans dermaten Slegt gesteld bevind, dat aan het selve geen Reparatiën meer kunnende geschieden, men dienvolgens werks genoeg heeft, om het Selve nog voor een korten tijd voor eene Subite instorting te besorgen.
En zijn voor ‘t overige opgem: E: E: van Prehn en Westerhoff, voor derselver in deesen genomene moeijte bedankt geworden.
Laatstelijk wierd door eenen m:r Maule aan wien in den voorl: Jaare is toegestaan van het Engels Retourschip the van Cittard alhier overteblijven, gepresenteerd het volgende Request.
Aan den E: Agtb: Heer M:r Joachim van Plettenberg, Gesaghebber deeses Gouvernements, beneevens den E: agtb: Raad van Politie.
‘E: Agtb: Heer en Heeren!’
‘Vertoond ootmoediglijk U E: E: agtb: nedrigen Dienaar Charles Maule: hoe den Suppl:t met ende beneevens desselfs huijsvrouw in name Janet Hunter, in de maand Febr: des voorl: Jaars 1771 met het Engels Comp:s schip the van Cittart , als Passagier van Madrass vertrocken, mitsg: op den 10 Maij daaraan volgende in de baaij Fals gearriveert zijnde, ter sake der doenmalige sware Indispositie zijner huijsvrouwe met toestemminge van U E: E: Agtb:s ter deser plaatse zijn verbleeven, met Intentie, omme zodra Sij wederom tot vorige gesondheijd soude weesen geraakt, hunlieder reijse als dan met het een of ander hier aankomend retourschip zijner Natie, naar Europa voortte setten; waar toe den Suppl:t egter voorals nog geen Occagie hebbende kunnen vinden, en het ook onseeker zijnde, of en wanneer deselve sig sal komen aantebieden; zoo neemt den Suppl:t de vrijheijd zig te keeren tot UE:E: Agtb:s met ootmoedig versoek, dat deselve van die goedheijd gelieven te zijn, aan hem Suppl:t en desselfs voorsz huijsvrouw, met een der ter rheede leggende retourscheepen der E: Comp:e passagie naar Neederland te verleenen, ten eijnde vervolgens van daar naar Engeland te kunnen geraken, en dat wijders ook aan den Suppl:t moge werden gepermitteerd desselfs bij sig hebbende bagagie in Twee kisten d’ eene lang 3: Voeten 9: duijmen, mitsg:s breed en diep 2: Voeten, en d’ andere lang 4 Voeten 4 d:men breed en diep 2: Voeten 1: d:m binnenswerks, rijnlandse maat, met zig derwaarts mede te nemen; Sijnde den Suppl:t bereijd het daar toe staande Transport en Costgeld, omme in de Cajuijt te werden gelogeerd ende getracteerd in ‘s E: Comp:s Cassa alhier behoorlijk te betalen.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a.’
Naar Lectuure van welk versoekSchrift, in overweeging genoomen weezende, dat gelujk den Suppl:t niet dan door eene hooge Noodsakelijkheid ter deeser plaatse heeft moeten overblijven, het over Sulx zeer hard voor hem zoude zijn, om alhier op een onseekere Voet d’ aankomst van een Retourschip zijner Natie te blijven afwagten, waar door denselven naar het depart der aanweesende retourscheepen der E: Comp: veel ligt geen geLeegentheijd meer zoude vinden naar Europa te geraaken; heeft men dierhalven moeten besluijten, aan gem: M:r Maule, de versogte Passagie zoo voor hem als zijn huijsvrouw en het meede neemen der in desselfs request vermelde Twee Kisten met een der ter Rheede leggende retourscheepen t’ accordeeren, mits alvoorens het gewone Transport en Costgeld in ‘S Comp:s Cassa alhier zal moeten werden voldaan.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] P:C: Hasselaer
[Signed:] Johannes Vos
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik:
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 114-129.¶
Donderdag den {17720206} 6: febr: 1772:
‘S Voormiddags alle present.
Syn op heeden geresumeerd geworden, de Reekeningen der arme Penn: van de hier te lande zijnde Vijff Kerken, waar van den ontfangst en uijtgaaf geduurende het voorl: Jaar hebben bedragen, als volgt.
‘
'T Generaale Montant des Capitaals deezer Caabse Diaconij armen bestaande in de volgende te weeten. | ||
A:o 1771: P:o Jann: was 't Capitaal | ƒ214671:12: | |
In dit Jaar bijgekoomen. | ||
Aan Aalmoesen | ƒ5109:-: | |
d:o Grafsteeden | d:o 1368:16: | |
d:o Intresten | d:o 7929:09: | |
d:o Armbossen | d:o 721:10: | |
d:o Testamentaire en liberale gifte | d:o 9189:04: | |
d:o Verhuurde gestoeltens | d:o 460:04: | |
d:o Winst en verlies | d:o 1529:18: | |
d:o 26308:01: | ||
ƒ240979:13: | ||
Gaat af. | ||
Aan Onkosten der Armen | ƒ12259:10: | |
d:o d:o der Kerk | d:o 16747:07: | |
d:o 29006:17: | ||
Blijft onder Ult:o Xber 1771 | ƒ211972:16: | |
bestaande in de volgende parthijen. | ||
Aan Cassa over Restant | ƒ11994:15: | |
d:o Obligatiën en Custingbrieven | d:o 137074:-: | |
Aan agterstallige Intresten | d:o 11164:11: | |
ƒ160233:06: | ||
Ornamenten van de kerk | ƒ1099:10: | |
de Diaconij van Stellenbosch | d:o 5600:-: | |
d:o d:o d:o 't Land van Waveren | d:o 23440:-: | |
d:o d:o d:o 't Swartland | d:o 21600:-: | |
d:o 51739:10: | ||
Somma | ƒ211972:16: |
'T Generaale Montant des Capitaals deezer Caabse Diaconij armen bestaande in de volgende te weeten. | ||
A:o 1771: P:o Jann: was 't Capitaal | ƒ214671:12: | |
In dit Jaar bijgekoomen. | ||
Aan Aalmoesen | ƒ5109:-: | |
d:o Grafsteeden | d:o 1368:16: | |
d:o Intresten | d:o 7929:09: | |
d:o Armbossen | d:o 721:10: | |
d:o Testamentaire en liberale gifte | d:o 9189:04: | |
d:o Verhuurde gestoeltens | d:o 460:04: | |
d:o Winst en verlies | d:o 1529:18: | |
d:o 26308:01: | ||
ƒ240979:13: | ||
Gaat af. | ||
Aan Onkosten der Armen | ƒ12259:10: | |
d:o d:o der Kerk | d:o 16747:07: | |
d:o 29006:17: | ||
Blijft onder Ult:o Xber 1771 | ƒ211972:16: | |
bestaande in de volgende parthijen. | ||
Aan Cassa over Restant | ƒ11994:15: | |
d:o Obligatiën en Custingbrieven | d:o 137074:-: | |
Aan agterstallige Intresten | d:o 11164:11: | |
ƒ160233:06: | ||
Ornamenten van de kerk | ƒ1099:10: | |
de Diaconij van Stellenbosch | d:o 5600:-: | |
d:o d:o d:o 't Land van Waveren | d:o 23440:-: | |
d:o d:o d:o 't Swartland | d:o 21600:-: | |
d:o 51739:10: | ||
Somma | ƒ211972:16: |
’/:onderstond:/’
‘Aldus Gedaan en getransporteerd in Kerkenraade aan Cabo de Goede Hoop ten overstaan van mij Ondergeteekende als Commissaris Politicq den 20:e Januarij 1772.’
’/:was geteekent:’
‘J: V: Plettenberg.’
‘
Cassa Reekening der Armengelde, zo bevonden is op Ult:o Decbr: 1771. | |
Debet. | |
Uijtgegeeven aan Alimentatien en diversse benodigdheeden &:a | ƒ1802:11: |
In Leen van haar Eerw: den Kerkenraden van Cabo | ƒ7000:-: |
Credit | |
bij het Sluijten der vorige Jaars reek: is 'er aan Contanten per restant in Cassa gebleeven | ƒ2881:13: |
Onder de Godsdienst in 't jaar 1771: ontfangen | d:o 902:10: |
nog wegens Intressen giften Kerkegeregtigheeden &:a | d:o 762:-: |
Somma | ƒ4546:07: |
de Uijtgaaf hier van afgetrocken | d:o 1802:12: |
soo blijft dit Jaar aan Contanten in Cassa | ƒ2743:11: |
d' uijtstaande Capitalen bedragen | d:o 1520:-: |
d' agterstallige Intressen | d:o 736:05: |
d' Kerke ornamenten | d:o 1766:-: |
Somma | ƒ6766:-: |
afgetrocken van de Neevenstaande | d:o 7000:-: |
blijft aldus diaconies Cassa debet | ƒ234:-: |
gereduceert tot hollands | ƒ187:04: |
Cassa Reekening der Armengelde, zo bevonden is op Ult:o Decbr: 1771. | |
Debet. | |
Uijtgegeeven aan Alimentatien en diversse benodigdheeden &:a | ƒ1802:11: |
In Leen van haar Eerw: den Kerkenraden van Cabo | ƒ7000:-: |
Credit | |
bij het Sluijten der vorige Jaars reek: is 'er aan Contanten per restant in Cassa gebleeven | ƒ2881:13: |
Onder de Godsdienst in 't jaar 1771: ontfangen | d:o 902:10: |
nog wegens Intressen giften Kerkegeregtigheeden &:a | d:o 762:-: |
Somma | ƒ4546:07: |
de Uijtgaaf hier van afgetrocken | d:o 1802:12: |
soo blijft dit Jaar aan Contanten in Cassa | ƒ2743:11: |
d' uijtstaande Capitalen bedragen | d:o 1520:-: |
d' agterstallige Intressen | d:o 736:05: |
d' Kerke ornamenten | d:o 1766:-: |
Somma | ƒ6766:-: |
afgetrocken van de Neevenstaande | d:o 7000:-: |
blijft aldus diaconies Cassa debet | ƒ234:-: |
gereduceert tot hollands | ƒ187:04: |
’/:onderstond:/’
‘Aldus Gedaan en nagesien in Kerke vergadering aan Stellenbosch den 27: Jann: 1772: /:was geteekent:/ J: Appeldoorn, J: Conterman, W: Morkel, A: Faure, P:W: D: Vos, Jan de Villiers J:P:Z:, J:C: Groenewald.’
‘
't Generale montant des Capitaals deezer Drakensteijnse diaconie armen bestaat in 't volgende. | ||
A:o 1771: P:o Jann: was 't Capitaal | ƒ11777:06: | |
In dit jaar bijgekomen aan Aalmoesen | ƒ923:04: | |
Aan Intresten | d:o 624:-: | |
d:o Kerkhofsgeregtigheeden | d:o 397:08: | |
d:o huurbanken | d:o 254:12: | |
d:o Armbussen | d:o 15:-: | |
d:o Testamentaire en liberale giften | d:o 17:-: | |
d:o 2231:08: | ||
ƒ14008:14: | ||
Gaat af. | ||
Aan Onkosten der armen van drakenstein | ƒ559:08: | |
d:o van Waveren | d:o 553:-: | |
d:o de Kerk en desselfs gebouwen | d:o 905:14: | |
d:o 2018:06: | ||
blijft onder Ult:o December 1771 | ƒ11990:08: | |
bestaande in de volgende partijen, als. | ||
Aan Cassa over restant | ƒ940:08: | |
d:o Obligatiën en ScheepeKennissen | d:o 11050:-: | |
Somma | ƒ11990:08: | |
gereduceert tot holl: ƒ9592:8: |
't Generale montant des Capitaals deezer Drakensteijnse diaconie armen bestaat in 't volgende. | ||
A:o 1771: P:o Jann: was 't Capitaal | ƒ11777:06: | |
In dit jaar bijgekomen aan Aalmoesen | ƒ923:04: | |
Aan Intresten | d:o 624:-: | |
d:o Kerkhofsgeregtigheeden | d:o 397:08: | |
d:o huurbanken | d:o 254:12: | |
d:o Armbussen | d:o 15:-: | |
d:o Testamentaire en liberale giften | d:o 17:-: | |
d:o 2231:08: | ||
ƒ14008:14: | ||
Gaat af. | ||
Aan Onkosten der armen van drakenstein | ƒ559:08: | |
d:o van Waveren | d:o 553:-: | |
d:o de Kerk en desselfs gebouwen | d:o 905:14: | |
d:o 2018:06: | ||
blijft onder Ult:o December 1771 | ƒ11990:08: | |
bestaande in de volgende partijen, als. | ||
Aan Cassa over restant | ƒ940:08: | |
d:o Obligatiën en ScheepeKennissen | d:o 11050:-: | |
Somma | ƒ11990:08: | |
gereduceert tot holl: ƒ9592:8: |
’/:was geteekent:/’
‘P: v:d: Spuiij, R: V:D: Merwe, Isac Nel, J: Coetser, J: Louw [.....] J: de Villiers J: Zoon, Johannes de Pree.’
‘
Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in 't Land van Waveren , onder Ult:o December 1771: | ||
1770: [.....] 31 Xbr: was 't restant der in Cassa gebleevene Contanten | ƒ1674:13: | |
Onder het doen van den Godsdienst gecollecteert | d:o 582:02: | |
Over betaalde Kerkengeregtigheeden | d:o 144:-: | |
Van Swellendam ingekomen | d:o 62:08: | |
Aan bijsondere Collecte, of liberale gifte ingekomen | d:o 127:02: | |
ƒ2590:09: | ||
daar van gaat af. | ||
Wegens diverse benodigdheeden van Kerk en predicants wooninge en andere kerkelijke gebouwen te versien: mitsg:s het verdekken van de Kerk en kostershuijs | d:o 1900:04: | |
blijvende dus onder dato deeses p:r restant | ƒ690:05: | |
daar en teegen is deese kerk Debet. | ||
Aan de Diaconij van Cabo de Goede Hoop, volgens diversse Scheepenen Kennissen | ƒ29300:-: | |
Waar van detraheere de boovengem: nu p:r restant blijvende Contanten | d:o 690:05: | |
Zoo dat de kerk thans nog Debet blijft | d:o 28609:11: | |
ofte aan hollands Courr:t geld | ƒ22887:15: |
Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in 't Land van Waveren , onder Ult:o December 1771: | ||
1770: [.....] 31 Xbr: was 't restant der in Cassa gebleevene Contanten | ƒ1674:13: | |
Onder het doen van den Godsdienst gecollecteert | d:o 582:02: | |
Over betaalde Kerkengeregtigheeden | d:o 144:-: | |
Van Swellendam ingekomen | d:o 62:08: | |
Aan bijsondere Collecte, of liberale gifte ingekomen | d:o 127:02: | |
ƒ2590:09: | ||
daar van gaat af. | ||
Wegens diverse benodigdheeden van Kerk en predicants wooninge en andere kerkelijke gebouwen te versien: mitsg:s het verdekken van de Kerk en kostershuijs | d:o 1900:04: | |
blijvende dus onder dato deeses p:r restant | ƒ690:05: | |
daar en teegen is deese kerk Debet. | ||
Aan de Diaconij van Cabo de Goede Hoop, volgens diversse Scheepenen Kennissen | ƒ29300:-: | |
Waar van detraheere de boovengem: nu p:r restant blijvende Contanten | d:o 690:05: | |
Zoo dat de kerk thans nog Debet blijft | d:o 28609:11: | |
ofte aan hollands Courr:t geld | ƒ22887:15: |
’/:onderstond:/’
‘Aldus gedaan en nagesien ter Kerkvergadering in ‘t land van Waveren , datum Utsupra.’
’/:was geteekent:/’
‘R: Harders, V:D:M:, Pieter Theron, Jacobus de Wet, H:s Möller, Pieter du Plesie.’
‘
Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in 't Swartland , gehouden den Ult:o Xber Anno 1771: | ||
1770: | ||
Ult:o Xber: Was het Restant der in Cassa gebleevene Contanten | ƒ666:04: | |
In dit Jaar bijgekomen | ||
aan Aalmoesen | d:o 445:12: | |
Kerke geregtigheeden en willige giften | d:o 454:08: | |
ƒ1566:08: | ||
daar van gaat af diverse onkosten tot het repareeren der Kerk, Predikants, Krankbesoekers en Costershuijs alles volgens overgeleverde Reecq: mitsg:s eenige andere benodigtheedens | d:o 1472:12: | |
Dus blijft onder dato deses p:r restant | ƒ93:12: | |
Daar en teegen is deese Diaconij aan die van Caap de Goede Hoop volgens diversse Scheepen Kennissen Debet | ƒ27000:-: | |
Waar van detraheere de bovengemelde nu p:r restant blijvende Contanten | d:o 93:12: | |
Soo dat deese kerk nog debet blijft | ƒ26906:04: | |
ofte aan hollands Courr:t geld | ƒ21525:-: |
Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in 't Swartland , gehouden den Ult:o Xber Anno 1771: | ||
1770: | ||
Ult:o Xber: Was het Restant der in Cassa gebleevene Contanten | ƒ666:04: | |
In dit Jaar bijgekomen | ||
aan Aalmoesen | d:o 445:12: | |
Kerke geregtigheeden en willige giften | d:o 454:08: | |
ƒ1566:08: | ||
daar van gaat af diverse onkosten tot het repareeren der Kerk, Predikants, Krankbesoekers en Costershuijs alles volgens overgeleverde Reecq: mitsg:s eenige andere benodigtheedens | d:o 1472:12: | |
Dus blijft onder dato deses p:r restant | ƒ93:12: | |
Daar en teegen is deese Diaconij aan die van Caap de Goede Hoop volgens diversse Scheepen Kennissen Debet | ƒ27000:-: | |
Waar van detraheere de bovengemelde nu p:r restant blijvende Contanten | d:o 93:12: | |
Soo dat deese kerk nog debet blijft | ƒ26906:04: | |
ofte aan hollands Courr:t geld | ƒ21525:-: |
’/:onderstond:/’
‘Aldus gedaan en nagesien ter kerkenvergaderinge in het Swartland datum den 19: Januarij A:o 1772:’
’/:was geteekent:/’
‘J:J: Bode V:d: Cap: h:t P:s, P: V:D: Bijl, Hugo Lambrechts, Paul Retif, Joh:s van Aarde, Andries Stevanes Gous, Andries Gobreght.’
in opsigte welker Reecq:gen verstaan is, dat deselve volgens gebruijk, Copieelijk naar ‘t Vaderland sullen werden overgesonden.
Voorts nagesien weesende, de versoekschriften en daar aan geannexeerde procuratiën en Soldij reecq: van al sulke Persoonen, als op eene diesweegens geformeerde Lijst genoteerd Staan, tendeerende, om deselve aan haare gemagtigdens in ‘t patria te mogen oversenden, zoo is ten dien belangen beslooten, dat gem: Procuratiën en Reek:gen sullen werden gesteld in handen van den E: provisioneel fiscaal Oloff Martini Bergh, ten eijnde deselve volgens d’ ordres der E: Comp: t’ Examineeren.
Sijnde wijders naar lectuure der diesweegens ingediende Memorie, goedgevonden, dat het geen op d’ Arak p:r d’ ondergenoemde retourScheepen van Batavia aangebragt, minder als de gepermitteerde afschrijvinge dicteerd is te kort gekoomen, aan d’ overheeden derselve op haare Zoldij Reekeningen zal werden te goed gedaan, in deeser voegen; als.
die van Azia , | ||
200 1/2: kann: Aracq, zynde 6 1/2: p:rC:to Schaars, tegens uijtkoops prijs, namentlijk | ||
Voor reecq: van den Schipper 2/3: | ƒ57:17:08: | |
d:o d:o d:o d:o Opperst: 1/3: | d:o 28:19:-: | |
ƒ86:16:08: | ||
die van de Vr: Geertruijda . | ||
112: Kann: Arak, zijnde 3 5/8 p:rC:to Sch:s, als. | ||
2/3: voor den Schipper | ƒ32:06:08: | |
1/3 d:o d:o Opperstuurm: | d:o 16:03:08: | |
d:o 48:10:-: | ||
die van Ouwerkerk , | ||
121 1/2: Kann: Aracq, zijnde 3 15/16: p:rC:to Sch:s, als. | ||
voor den Schipper 2/3 | ƒ35:01:08: | |
d:o d:o Opperstuurman 1/3: | d:o 17:10:08: | |
ƒ52:12:-: | ||
die van 'T huijs de Bijweg . | ||
172: Kann: Aracq zijnde 5 9/16: p:rC:to Sch:s, als. | ||
2/3: voor den Schipper | ƒ49:13:-: | |
1/3: d:o d:o Opperst.: | d:o 24:16:08: | |
d:o 74:09:08: |
die van Azia , | ||
200 1/2: kann: Aracq, zynde 6 1/2: p:rC:to Schaars, tegens uijtkoops prijs, namentlijk | ||
Voor reecq: van den Schipper 2/3: | ƒ57:17:08: | |
d:o d:o d:o d:o Opperst: 1/3: | d:o 28:19:-: | |
ƒ86:16:08: | ||
die van de Vr: Geertruijda . | ||
112: Kann: Arak, zijnde 3 5/8 p:rC:to Sch:s, als. | ||
2/3: voor den Schipper | ƒ32:06:08: | |
1/3 d:o d:o Opperstuurm: | d:o 16:03:08: | |
d:o 48:10:-: | ||
die van Ouwerkerk , | ||
121 1/2: Kann: Aracq, zijnde 3 15/16: p:rC:to Sch:s, als. | ||
voor den Schipper 2/3 | ƒ35:01:08: | |
d:o d:o Opperstuurman 1/3: | d:o 17:10:08: | |
ƒ52:12:-: | ||
die van 'T huijs de Bijweg . | ||
172: Kann: Aracq zijnde 5 9/16: p:rC:to Sch:s, als. | ||
2/3: voor den Schipper | ƒ49:13:-: | |
1/3: d:o d:o Opperst.: | d:o 24:16:08: | |
d:o 74:09:08: |
Vervolgens is aan d’ onderstaande Persoonen, op derselver hierom in Scriptis gedaan Supplicq, tot den overvoer naar het Vaderland der daar bij verm: Leijfeijgenen permissie verleend, als.
aan den Eerw: predikant Johannes Fredericus Boode, ter oppassinge van het met het aanweesend’ Schip de Vr: Geertruijda , overvarend Zoontje van den tot Batavia renoveerenden OnderCoopman Adriaan van Haeften, /:meede Adriaan genaamt:/ een Slavenjonge, in name Leander van Macassar.
aan de met eevengem: bodem de vr: Geertruijda alhier aangelande Juffr: Juliana Magdalena Serff, weed: wijlen m:r Fredrik Johan Mandt, omme ter haarer oppassinge mede te neemen een Slavinne gen:t Theresia van Ineas, en
aan den op het admiraals Schip Azia beschijdenen Secretaris der retourvloot Floris Foeijt, ten zijnen dienste een mansslaaf in name Philander van Macassar.
onder Conditie egter, dat voor gem: Slaven de daar toe staande Transport en Costpenn:, gerekent van Batavia naar ‘t Vaderland, en van daar wederom derwaards te rug, in’s E: Comp:s Cassa alhier, behoorlijk werden betaald.
Laatstelijk door den burger George Knoop, al mede bij request versoek gedaan, zijnde, dat aan hem het schoolhouden ter deser plaatse, mogte werden vergund, is daar op goedgedagt, dat het selve sal werden gesteld, in handen van Kerkenrade alhier, omme den Suppl:t nopens zijne bequaamheijd in ‘t onderwijsen der Jeugd g’Examineerd hebbende, desen rade vervolgens dienaangaande te dienen van berigt.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik:
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 130-146.¶
Dingsdag den {17720225} 25 feb: 1772:
‘S Voormiddags alle present.
Op het diesweegens bij request gedaan versoek van den E: Coopman en Keldermeester Pieter Hacker, en den Oud OnderCoopman Jan Fredrik Timmendorff, als Executeurs des Testaments van wijlen den Edelen Heere Gouverneur deeser plaatse Rijk Tulbagh, is aan deselve gepermitteert, p:r het aanweesend’ retourSchip de Bartha Petronella , aan de Heer Nicolaas Warin, Scheepen der Stad Amsterdam , in een Cas lang 4 Voet 5: d:m breed 1 v:t 6: d:m en hoog 8: d:m binnenswerks rijnlandse maat, te mogen oversenden, zodanig schiet en sijdgeweer met desselfs Port d’ Epeez, en eenige handrottings, als door wijlen gedagten Heere Gouverneur Tulbagh gebruijkt en gedragen geworden is; gelijk meede de in desselfs boedel gevondene Twee familie Schilderijen en een Bijbel met Coper beslag, ten eijnde het een en ander door gem: heer Warin, vervolgens, Conform de begeerte des overleedenen, aan deszelfs broeder de Heer Johannes Tulbagh, Capitain ten dienste van haar hoog Mogende de Heeren Staten Generaal der VerEenigde Neederlanden tot Bergen op den Zoom woonagtig, zoude kunnen werden besorgd.
Door de op bovengem: bodem de Bartha Petronella beshijdene Timmerman George Christiaan Visser, nevens de bootsmans- en Schiemans-maats Zacharias Eek en Frans van Gulik, mede inscriptis te kennen gegeeven zijnde, hoe de Suppl:ten ten tijde dat gesegden kiel ter Bataviase rhede was leggende, door volhandig Scheepswerk en het daar op gevolgde Schielijk vertrek, dier bodem naar de Cust Cormandel , en andere beletselen meer, geen geleegentheijd gehad hebbende aan Land te koomen, ten eijnde hunne gepermitteerde Kisten te doen branden, zijl: dus zonder deselve van Batavia waren vertrocken, met bijgevoegd ootmoedig Supplicq, dat om reedenen voorm: voor haarl: de hun gepermitteerde kisten ter deeser plaatse mogten werden gebrand, is dierhalven na overweeging van Saken goedgevonden, het voorsz: versoek der Suppl:ten t’ accordeeren.
Sijnde wijders aan den Schipper Steven Booms, den OnderCoopman Frans Carel Grave van Randwijk, den geweesen Consumptie boekhouder te Calpettij Joan Joachim Sweedberge en den Derdewaak Bastiaan Herhold, die alle van diverse Retourbodems, mits indispositie ter deeser plaatse zijn overgebleeven, op derselver hierom gedane instantie, gepermitteerd, derselver reijse als nu met het voorwaartsgem: Schip de Bartha Petronella naar ‘t Patria voortteSetten.
Soo als ook aan de meerderjarige dogter Elizabeth Margaretha Wagener, geboortig van Bareijth , dewelke in den jaare 1767: met het Schip Tulpelburg uijt het Vaderland tot haaren Oom, den alhier woonagtig zijnden burger Jan Marten Vogel is overgekomen, om reedenen en motiven als bij der Suppl:te diesweegens gepresenteerd versoekschrift vermeld, is toegestaan, p:r het meede ter rheede leggend Schip ‘T Huijs Om , naar Europa te mogen te rug keeren; mits alvoorens in ‘s E: Comp:s Cassa alhier betalende het daar toe staande Transport en Costgeld, om in de Cajuijt gelogeerd en getracteerd te werden.
En dewijl bij nadere resumptie der Procuratiën en Zoldij reekeningen is komen te blijken, dat deselve volgens d’ ordre der E: Comp: door den E: p:l Fiscaal Oloff Martini Bergh, ondersogt en welbevonden zijn, is dierhalven verstaan, d’ Eijgenaars der Voorsz: reekeningen te permitteeren, om deselve aan haare resp: gemagtigdens in ‘t Patria overtezenden.
Hier na is geproduceerd ende geleesen, de Memorie nopens d’ uijtleeveringe der Goederen, p:r de Scheepen Landskroon , de Jonge Thomas , Aschat , ‘T Huijs Om , de Vr: Elisabeth en Vreeburg van Batavia ten dienste deeses Gouvernements ontfangen, zijnde van den volgende inhoude.
‘Memorie van de nabesz: Lijwaten, Peeper, Arak &:a, p:r de onderstaande Scheepen van Batavia voor dit Gouvernement aangebragt, zo beschadigt, te kort gebroken als bij Pijling minder bevonden, gelijk blijkt bij de verClaring van geCommitteerdens hier annex; namentlijk.’
‘
Uijt Landskroon . | |
29: | p:s Wit Vlaggedoek op 100: p:s in Een pak |
N:o 110: beschadigd door bijgekomene nattigheijd. | |
54: | d:o Guinees fijn gebl:t op 400: p:s in 10 Packen beschadigt als voorsz: als |
21: p:s in de Pak N:o 752: | |
13: d:o d:o d:o d:o 753: | |
20: d:o d:o d:o d:o 789: | |
15: | p:s baftas Witte breede heele op 80 p:s in Een pak n:o 367: aangeStoken. |
25: | lb Peeper op 1015: lb bij naweeging te kort. |
38: | p:s Jatijplanken op 500 p:s gebroken. |
220 1/2: | Kann: Arak op 8: Leggers bij Pijling minder, als 6: v:n 4:, 1: v:n 5: en 1 v:n 7: d:m wan, zijnde 7 1/8: pC:to Schaars. |
40: | lb Cattoene Gaarn, sijnde de gevalideerde 2: P:r C:to |
Uijt de Jonge Thomas . | |
206: | Kann Arak op 8 leggers bij pijling minder als 5: v:n 4: en 3 v:n 5: d:m wan zijnde 6 5/8 pC:to r:m |
Uijt Aschat . | |
138: | Cann: Arak op 8: Leggers bij pijling minder, als 4 v:n 3 en 4: v:n 4: d:m wan zijnde 4 7/16 P:rC:to R:m |
Uijt 't Huijs Om . | |
128 1/2: | Cann: op 8: Leggers bij pijling minder, als 5: v:n 3: en 3: v:n 4 d:m wan, zijnde 4 1/8 prC:to R:m |
Uijt de Vr: Elisabeth | |
135: | Cann: op 7:Leggers bij Pijling minder als 2: v:n 3:, 5 v:n 4 d:m wan zijnde 5: prC:to Sch:s |
Uijt Vreeburg | |
132: | Cann: op 6: leggers bij Pijling minder alle 6: v:n 4 d:m wan zijnde 5 11/16 pr:C:to sch:s |
Uijt Landskroon . | |
29: | p:s Wit Vlaggedoek op 100: p:s in Een pak |
N:o 110: beschadigd door bijgekomene nattigheijd. | |
54: | d:o Guinees fijn gebl:t op 400: p:s in 10 Packen beschadigt als voorsz: als |
21: p:s in de Pak N:o 752: | |
13: d:o d:o d:o d:o 753: | |
20: d:o d:o d:o d:o 789: | |
15: | p:s baftas Witte breede heele op 80 p:s in Een pak n:o 367: aangeStoken. |
25: | lb Peeper op 1015: lb bij naweeging te kort. |
38: | p:s Jatijplanken op 500 p:s gebroken. |
220 1/2: | Kann: Arak op 8: Leggers bij Pijling minder, als 6: v:n 4:, 1: v:n 5: en 1 v:n 7: d:m wan, zijnde 7 1/8: pC:to Schaars. |
40: | lb Cattoene Gaarn, sijnde de gevalideerde 2: P:r C:to |
Uijt de Jonge Thomas . | |
206: | Kann Arak op 8 leggers bij pijling minder als 5: v:n 4: en 3 v:n 5: d:m wan zijnde 6 5/8 pC:to r:m |
Uijt Aschat . | |
138: | Cann: Arak op 8: Leggers bij pijling minder, als 4 v:n 3 en 4: v:n 4: d:m wan zijnde 4 7/16 P:rC:to R:m |
Uijt 't Huijs Om . | |
128 1/2: | Cann: op 8: Leggers bij pijling minder, als 5: v:n 3: en 3: v:n 4 d:m wan, zijnde 4 1/8 prC:to R:m |
Uijt de Vr: Elisabeth | |
135: | Cann: op 7:Leggers bij Pijling minder als 2: v:n 3:, 5 v:n 4 d:m wan zijnde 5: prC:to Sch:s |
Uijt Vreeburg | |
132: | Cann: op 6: leggers bij Pijling minder alle 6: v:n 4 d:m wan zijnde 5 11/16 pr:C:to sch:s |
Waar op gedelibereerd en ten dien belange in Consideratie genomen weesende, dat de Lijwaatpacken, dewelke in Landscroon zijn afgeladen geweest, volgens overgelegde verClaringe van Expres daar toe gestelde geCommitt:s, behoorlijk afgestuuwt en gegarneert bevonden zijnde, dierhalven de bevondene defecten aan Sommige dier Lijwaaten geensints aan eenig pligtversuijm of agteloosheijd der Overheeden dier kiel, kunnen werden geattrïbueert; heeft men dienvolgens moeten besluijten, sulx neevens de, met gem: bodem stuckend aangebragte Jatijplanken, vermits al meede niet blijkt, dat het breeken derselve door negligentie der Voorsz: Scheepsoverheeden is te weege gebragt, te passeeren: Terwijl voorts verstaan is, dat zoo aan ged: Opperhoofden, als ook aan die der andere Scheepen, op haare Reecq: van Soldije zal moeten werden te goed gebragt, dat geene ‘t welk zijl: op d’ Aracq en ‘t Cattoen, minder als bij het reglement op de geordonneerde afschrijvingen is bepaald, zijn te kort gekoomen, ende sulx in maniere als volgt, te weeten.
den Schipper van Landskroon Andries Lind voor 2/3: | ||
over 89 1/2: Cann: Aracq, zijnde 2 7/8: pC:to sch:s | ƒ25:16:08: | |
d:o 40: lb Cattoen gaarn d:o 2: d:o d:o | d:o 7:01:08: | |
ƒ32:18:-: | ||
den OpperStuurman Hendrik Elders voor 1/3: | ||
over 89 1/2: Cann: Aracq | ƒ12:18:08: | |
d:o 40: lb Cattoengaarn | d:o 3:10:08: | |
d:o 16:09:-: | ||
den Schipper van de Jonge Thomas Cornelis Pietersz: voor 2/3: | ||
weegens 104: Cann: Aracq Sijnde 3 3/8 p:C:to Sch:s | ƒ30:-:08: | |
den Opperstuurman Willem Bruelle voor 1/3: over als vooren | d:o 15:-:-: | |
ƒ45:-:08: | ||
Den Schipper van Aschat Jan Abel, voor dezelfs 2/3: | ||
over 172: Cann: Aracq zijnde 5 9/16: pC:o Sch:s | ƒ49:13:-: | |
den Opperstuurman Jurriaan Willems Greebling voor zijn 1/3 | d:o 24:16:08: | |
ƒ74:09:08: | ||
den Schipper van 'T Huijs Om , Michiel Hamelo voor 2/3: | ||
wegens 181 1/2: Cann: Aracq zijnde 5 7/8: pC:o Sch:s | ƒ52:08:-: | |
den Opperstuurman Swerus Vrolijk, voor 1/3: over als gesegd | d:o 26:04:-: | |
d:o 78:12:-: | ||
den Schipper van de Vr: Elisabeth , Pieter van der Werth, voor 2/3: | ||
over 136: Cann: Aracq zijnde 5 pC:to ruijm | ƒ39:05:-: | |
den OpperStuurman Jan anthonij Vincent, voor 1/3: wegens als vooren | d:o 19:12:08: | |
d:o 58:17:08: | ||
Den Schipper van Vreeburg Jan Caatman voor 2/3: | ||
over 100 1/2: Cann: Aracq, sijnde 4 5/16 pC:o ruijm | ƒ29:-:08: | |
den Opperstuurman Jan Fredrik Schuts voor Sijn 1/3: | d:o 14:10:-: | ƒ43:10:08: |
den Schipper van Landskroon Andries Lind voor 2/3: | ||
over 89 1/2: Cann: Aracq, zijnde 2 7/8: pC:to sch:s | ƒ25:16:08: | |
d:o 40: lb Cattoen gaarn d:o 2: d:o d:o | d:o 7:01:08: | |
ƒ32:18:-: | ||
den OpperStuurman Hendrik Elders voor 1/3: | ||
over 89 1/2: Cann: Aracq | ƒ12:18:08: | |
d:o 40: lb Cattoengaarn | d:o 3:10:08: | |
d:o 16:09:-: | ||
den Schipper van de Jonge Thomas Cornelis Pietersz: voor 2/3: | ||
weegens 104: Cann: Aracq Sijnde 3 3/8 p:C:to Sch:s | ƒ30:-:08: | |
den Opperstuurman Willem Bruelle voor 1/3: over als vooren | d:o 15:-:-: | |
ƒ45:-:08: | ||
Den Schipper van Aschat Jan Abel, voor dezelfs 2/3: | ||
over 172: Cann: Aracq zijnde 5 9/16: pC:o Sch:s | ƒ49:13:-: | |
den Opperstuurman Jurriaan Willems Greebling voor zijn 1/3 | d:o 24:16:08: | |
ƒ74:09:08: | ||
den Schipper van 'T Huijs Om , Michiel Hamelo voor 2/3: | ||
wegens 181 1/2: Cann: Aracq zijnde 5 7/8: pC:o Sch:s | ƒ52:08:-: | |
den Opperstuurman Swerus Vrolijk, voor 1/3: over als gesegd | d:o 26:04:-: | |
d:o 78:12:-: | ||
den Schipper van de Vr: Elisabeth , Pieter van der Werth, voor 2/3: | ||
over 136: Cann: Aracq zijnde 5 pC:to ruijm | ƒ39:05:-: | |
den OpperStuurman Jan anthonij Vincent, voor 1/3: wegens als vooren | d:o 19:12:08: | |
d:o 58:17:08: | ||
Den Schipper van Vreeburg Jan Caatman voor 2/3: | ||
over 100 1/2: Cann: Aracq, sijnde 4 5/16 pC:o ruijm | ƒ29:-:08: | |
den Opperstuurman Jan Fredrik Schuts voor Sijn 1/3: | d:o 14:10:-: | ƒ43:10:08: |
Sijnde wijders ook nagesien de reecq: der Weesgelden, zodanig als deselve onder Ult:o December laatstleeden ter Weescamer zijn bevonden, luijdende als volgt.
‘
Generale Reekening der Weeskamer onder Ultimo DeCember 1771: | ||
1771 | ||
p:o Jann: was 't Capitaal op de boeken | Rd:s 301697:17: | |
d:o d:o d:o 't restant der Contanten op de openst: boedels | d:o 8054:17: | |
In dit Jaar bijgekoomen. | ||
Op de Boeken, als. | ||
over verscheene renten op de op | ||
Intrest uijt Staande Capitalen | d:o 9046:05: | |
d:o Nieuwe bewijsen | d:o 7791:-: | |
d:o de tot voordeel der Weesen ingekomene penningen | d:o 24113:34: | |
Op de openstaande boedel reekeningen | d:o 7043:30: | |
d:o 47994:21: | ||
Rd:s 357746:07: | ||
In dit Jaar afgegaan. | ||
Op de Boeken, als. | ||
over betaalde bewijsen | Rd:s 5820:39: | |
d:o uijtgegevene Contanten tot voldoening en onderhoud der weesen, mitsg:s Camer ongelden | d:o 43463:46: | |
op de openst: boedel reekeningen | d:o 10965:12: | |
d:o 60250:01: | ||
Resteert onder dato deeses een Somma van | Rd:s 297496:06: | |
Evengem: Capitaal bestaat. | ||
in diverse verbandbrieven | rd:s 256777:14: | |
d:o verscheene Intresten | d:o 9313:26: | |
d:o 't restant der Contanten op de boeken | d:o 27272:22: | |
d:o d:o d:o d:o d:o d:o d:o openstaande boedels | d:o 4132:35: | |
d:o 297496:06: |
Generale Reekening der Weeskamer onder Ultimo DeCember 1771: | ||
1771 | ||
p:o Jann: was 't Capitaal op de boeken | Rd:s 301697:17: | |
d:o d:o d:o 't restant der Contanten op de openst: boedels | d:o 8054:17: | |
In dit Jaar bijgekoomen. | ||
Op de Boeken, als. | ||
over verscheene renten op de op | ||
Intrest uijt Staande Capitalen | d:o 9046:05: | |
d:o Nieuwe bewijsen | d:o 7791:-: | |
d:o de tot voordeel der Weesen ingekomene penningen | d:o 24113:34: | |
Op de openstaande boedel reekeningen | d:o 7043:30: | |
d:o 47994:21: | ||
Rd:s 357746:07: | ||
In dit Jaar afgegaan. | ||
Op de Boeken, als. | ||
over betaalde bewijsen | Rd:s 5820:39: | |
d:o uijtgegevene Contanten tot voldoening en onderhoud der weesen, mitsg:s Camer ongelden | d:o 43463:46: | |
op de openst: boedel reekeningen | d:o 10965:12: | |
d:o 60250:01: | ||
Resteert onder dato deeses een Somma van | Rd:s 297496:06: | |
Evengem: Capitaal bestaat. | ||
in diverse verbandbrieven | rd:s 256777:14: | |
d:o verscheene Intresten | d:o 9313:26: | |
d:o 't restant der Contanten op de boeken | d:o 27272:22: | |
d:o d:o d:o d:o d:o d:o d:o openstaande boedels | d:o 4132:35: | |
d:o 297496:06: |
’/:onderstond:/’
‘Ter Weescamer aan Cabo de Goede hoop Ult:o Decbr: 1771 /:lager:/ Continueerende en aankomende Weesmeesteren. /:was geteekent:/ J: V: Plettenberg, P:J: de Wit, C:D: Wentzel, A:s v:n D:r Poel, J:A: Kuuhl, J:A: La Febre, /:in margine:/ Afgaande Weesmeesteren /:en geteekent:/ Joh:s van Sittert, G:s H:k Cruijwagen.’
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
C. 150, pp. 147-149.¶
Donderdag den {17720305} 5:e Maart 1772.
alle present.
Door Alida Petronella de Haan, weed: wijlen den Eersten Laborant te Batavia Johannes van Leeuwen, dewelke p:r het retourschip Hoolwerf hier is aangeland, bij request seer instantig versogt zijnde, om, mits het overlijden van haren gem: man, met het aanweesend Schip Zuijdbeveland wederom naar voorsz: Indiase hoofdplaatse te mogen retourneeren; zoo is verstaan, sulx aan deselve t’ accordeeren: gelijk meede op ‘t diesweegens door kerkenrade gedaan versoek, aan haar Eerw:s is gepermitteerd, om seekere onder derselver Curateel Sorteerende dogter in name Catharina Kalmeijer, mede met ged: bodem Zuijdbeveland , Transport vrij naar Batavia te laten overvaaren.
Sijnde wijders goedgevonden den p:r het Schip Bodtland uijtgekomenen Krankbesoeker Jacobus de Coo, hier aantehouden, om den dienst als voorleeser en Krankbesoeker in ‘t district van Swellendam waarteneemen, in plaatse van den als zodanig aldaar gefungeert hebbenden Christoffel Keurigheim, die mits zijn hogen ouderdom voorsz dienst niet langer hebbende kunnen verrigten, over sulx daar van heeft moeten werden ontslagen.
Aldus geresolveert, ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 150-184.¶
Dingsdag den {17720310} 10 Maart 1772:
’s Voormiddags alle present, behalven den E: Coopman en Negotie overdrager Otto Luder Hemmij, bij Indispositie.
Het bij resolutie van den 19: maart des voorl: Jaars aan den Major en hoofd van ‘s Comp:s Militie alhier d’ E: Hendrik van Prehn neevens den Lieutenant Ingenieur Carel David Wentzel en Resident in de Baaij fals Jan Fredrik Kirsten gedemandeerd nader ondersoek nopens het Effect der geproponeerde batterijen in de voorsz: baaij fals , ter bequamer tijd hebbende moeten werden uijtgesteld, dog als nu behoorlijk verrigt zijnde, is daar van op heeden ingediend, het onderstaande Rapport.
Aan den E: Agtb: Heer M:r Joachim van Plettenberg, Gezaghebber deeses Gouvernements, beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘E: Agtb: Heer en Heeren!’
‘Aan den ondergeteekende Major en hoofd van ‘s E: Comp:s Militie alhier Hendrik van Prehn, gedemandeert zijnde, omme met adsistentie der meede getekendens Lieutenant Ingenieur Carel David Wentzel en OnderCoopman en Resident der Baaij Fals , Jan Fredrik Kirsten, niet alleen exact nader ondersoek te doen, nopens het Effect der in voorsz: Baaij fals geprojecteerde twee Batterijen van 10 â 12: stukken Canon ijder, maar ook ten opsigte der verdere bij haar Wel Edele Hoog Agtb: de Heeren Majores in ‘t Patria, ten deesen subjecte gevallene Remarques, te dienen van een ampel schriftelijk berigt, ten eijnde als dan aan welopgem: Heeren en Meesteren de door hoogst deselve geordonneerde Eclairsissementen met soo veel naauwkeurigheijd als immers mogelijk is, zoude kunnen werden gesuppediteerd; zoo sullen d’ ondergeteekendens, het voorsz: ondersoek met d’ uijtterste oplettendheijd volbragt hebbende, als nu de vrijheijd neemen, ten belange van ‘t een en ander bij deesen pligtschuldig ter needer te Stellen.’
‘En wel eerstelijk, aanbelangende de Battereijen, omtrent dewelke d’ onderget: bevonden hebben, dat deselve zig teegens een vijandelijke attacque van eenige kloeke oorlogscheepen niet genoegsaam souden kunnen defendeeren of daartegen met volkoomen nadruk ageeren, nademaal een vijand op diversse plaatsen buijten het bereijk van ‘t Canon dier battereijen kan landen, en de batterij die bij de hier neevensgevoegde Caart onder L:a is aangeweesen, dus immediaat geattacqueert en vermeesterd zoude kunnen worden, ten waare sulx door een genoegsaam aantal van Manschappen konde werden belet, dan nadien het Casteel de Goede Hoop meer dan Agt Uuren gaans van de Baaij fals geleegen is, en ‘er bovensdien van ‘t daar in leggend Guarnisoen geene manschappen te missen zijn, zonder zig Selfs ten eenemaal te verswacken, zoude men dierhalven tot defensie dier Batterijen, geen andere manSchappen dan d’ ordinaire in Voorsz: Baaij Fals beschijden zijnde Persoonen kunnen Emploijeeren, die egter maar een gering getal van 35: Coppen komen uijttemaken, en dus niet vermogens zijn, om meerm: batterijen te kunnen defendeeren; Egter zoude de Batterij ter zijden de wooninge des Residents te Construeeren, en bij Voorsz: Caart Sub L:a A: aangeweesen, aldaar noodwendig dienen te werden geplaatst, om zoo wanneer ‘er het een of ander qualijk geintentioneerd Schip, het zij Caper, Zeerover, of diergelijke de Simonsbaaij quam binnen lopen, ten eijnde of ‘s Comp:s aldaar leggende Scheepen t’ overvallen of te beschadigen, dan wel de Maguasijnen te berooven, en zig langs dien weg met geweld van provisiën en andere benoodigtheeden te voorsien, men als dan in Staat zoude kunnen zijn, om met het Canon dier batterije aan een dusdanig qualijk geintentioneerd Schip, niet alleen het Landen met Boots of andere klijne Vaartuijgen aan de Waterplaats te beletten, maar ook de Maguasijnen der E: Comp: te decken, ten welken fine voorsz: Batterije met Twaalf Stucken Swaar geschut behoorde voorsien te werden: Sonder dat deese geproponeerde Batterije bij verschijning van eenige kloeke en wel bemande oorlogScheepen, en dat deselve haare Manschappen reets aan Land hadde geset, egter in Staat zoude zijn, aan voorsz: vijandelijke Troupen het voorttrecken naar deese Hoofdplaats te beletten, sulx hier toe dan een detachement uijt de besetting deeses Casteels zoude moeten werden gebruijkt, dat egter gelijk voorwaarts is gezegd, beswaarlijk te missen zijnde, daar en boven, wanneer men al zig daarvan moeste ontrieven, een gantschen dag noodig zoude hebben, om van hier naar Voorsz: Baaij te koomen.’
‘En dewijl nu Seedert eenige jaaren herwaarts, Successivelijk diversse vreemde Naties Scheepen, meerm: Baaij fals komen te frequenteeren, en dat wanneer zig aldaar geen Scheepen der E: Comp: bevinden, het salut dier Scheepen bij manquement van geschut, niet heeft kunnen werden opgenoomen, waar over door de Bevelhebbers derselve, te meermalen is gedoleert en niet selden moeijelijkheeden zijn ontstaan, zoude dierhalven dit inConvenient door het opregten van Voorsz: Batterije onder L:a A: meede gevoeglijk kunnen werden weggenoomen.’
‘Belangende wijders de grond, waar op men voorneemens is, de batterijen te plaatsen, deselve is doorgaans rotsig en voor een klijn gedeelte een Strand van klippen; Terwijl agter de te makene batterijen Steenrotsen met Sandheuvelen bedekt, volgen, waar naast een Smallen wagenweg, en vervolgens een opgereegelde hoogte naar ‘t gebergte is oplopende.’
‘De dieptens der Baaij bij ‘t hier neevens gevoegde plan, exactelijk bekend gesteld, en d’ oevers derselve, gelijk eevengem: klipagtig zijnde, invoegen de in de Baaij Fals Staande gebouwen, het gedreun van ‘t geschut volkomen kunnen weederstaan, vind men wijders buijten de klippen, schoone sandgrond; en souden kloeke Scheepen op Circa drie Cabels-lengte de Batterijen kunnen naderen; Terwijl de Schuijten of andere klijne Vaartuijgen op veele plaatsen buijten het bereijk van ‘t Canon en principalijk aan gints Sijde der batterij L:a B: kunnen landen, zoo als hier vooren reets is aangemerkt.’
‘De onkosten die tot het opregten der meerm: geprojecteerde twee Batterijen zullen moeten werden gemaakt, zijn voor d’ E: Comp: van geen, immers van zeer wijnig belang, aangesien van de Materialen daar toe benoodigt, maar eenige wijnige d’ E: Comp: iets zouden te Staan koomen; sulx de swaardste ongelden in deesen, zouden bestaan, in het kostende van ‘t Canon en ‘t onderhout van een Constapelsmaat en Vier busschieters, die tot het bedienen van ‘t geschut, aldaar noodsakelijk behoorden te weesen, en in Cas van nood, door ‘t ordinaire postvolk zouden kunnen werden geadsisteert: en dewijl ‘er in de nieuwe Logementen, dewelke onlangs in de baaij fals zijn opgeset, en waar in het voorsz: Postvolk thans gehuijsvest is, voor nog ten minsten 100: Coppen, bequame Lijfberginge kan werden gevonden, zoude dierhalven alleen voor opgem: Constapelsmaat en Busschieters, op een der Batterijen een Soort van een Wagthuijs moeten werden gemaakt, ten fine, omme op alles behoorlijke toesigt te kunnen hebben.’
‘Sullende de ondergeteekend:s verders ten opsigte der in de baaij Fals Staande gebouwen en maguasijnen, mitsg:s hoe veel deselve zoude mogen waardig weesen, noteeren, dat Voorsz: gebouwen Seedert eenige Jaaren herwaarts, met Considerabel veel moeijte, ten gerieve van ‘s E: Comp:s Scheepen en volk opgetimmert zijnde, thans kooment te bestaan, als, Eerstelijk in een ruijm en lugtig Hospitaal, zijnde een vierkant gebouw, welkers flanken ijder 130: rijnlandse Voeten kome n te bestaan; Terwijl voorts, behalven een Slagthuijs dat apart naar de Strand kant is staande, aldaar nog werden gevonden, de Maguasijnen, broodbackerij, Smits- en Timmer-manswinkels, gelijk meede, de Logementen van het post en ander volk, alle op eene rij, onder een dubbelde verdiepinge getimmert, ter lengte van 450: d:o voeten; zijnde buijten des aan het Strand een Zeehoofd van quadraat Steenen opgemetseld; alle welke gebouwen, gelijk meede de woninge des Residents en diversse mindere timmeragiën naar gemaakte Calculatie, d’ E: Comp: boven de Tweemaal honderd Duijsend Guldens waardig zijn, als zijnde ongereekend een ongelooflijke meenigte van klipsteenen, dewelke met tot het leggen der fondamenten is benodigt geweest, tot den opbouw derselve verbruijkt, de quantiteijt van 2500‘000: p:s gebacken Steenen 24500: halve aamen Kalk en 2200: p:s groote vierkant gehouwen Steenen, voorts nog, een meenigte klijnder Steenen tot het Zeehoofd, om niet te Spreeken van de houtwerken, het Yser, Loot en meer andere bouwstoffen, sulx wanneer alles ten naauwkeurigsten zoude moeten werden nagegaan, het kostende dier gebouwen, de voorsz: Somma van ƒ200‘000:- verre soude komen te surpasseeren.’
‘Waar bij d’ ondergeteek: dan nog voor ‘t overige Sullen voegen, dat ‘er noodsakelijk een kruijtkelder op de batterij L:a A: diend te werden gemaakt, eensdeels omme het pulver, dat met ‘s Comp:s Scheepen, ten behoeve deeses Gouvernements Successivelijk werd aangebragt, in deselve te kunnen bergen, tot zoo lang dat het zelve uijt de Baaij Fals herwaarts kan werden getransporteerd, en ten tweeden, om het buskruijt der Scheepen die in de Baaij Fals moeten lossen, in voorsz: Kruijtkelder ter bewaringe te brengen, tot ‘er tijd dat het selve weederom naar boord van ‘t Schip kan werden te rug gebragt.’
‘Waar meede d’ ondergeteek:ds vermijnende aan Voorsz: gevenereerde ordre behoorlijk te hebben voldaan, hebben zij d’ Eere deesen te laaten dienen voor Eerbiedig Rapport, en voorts met verschuldigde Eerbied te blijven.’
’/:onderstond:/’
‘E: Agtb: Heer en Heeren. Uwer E:E: Agtb: seer ootmoedige Dienaaren. /:was geteekent:/ H: V: Prehn, C:D: Wentzel, J:F: Kirsten, /:in margine:/ Overgegeeven in Raade van Politie, den 10:e Maart 1772.’
Waar op beslooten is, het voorsz: Rapport zoo wel als het daar neevens ter nadere demonstratie overgegeevene Nieuw geformeerd plan, in Copia aan de Hoog Gebiedende Heeren en Meesteren in ‘t Patria over te Senden, met bijgevoegd Eerbiedig versoek, dat ingevalle het hoogst deselve mogte behagen, deeze Regeering te Qualificeeren, met het opregten der in Voorsz: Rapport aangehaalde batterije voorttevaren, haar Edele Hoog Agtb: teffens van die goedheijd gelieven te zijn, ons niet alleen het daar toe gerequireerde Canon van 24: lb bals te laaten toekoomen, maar dat ook derselver herwaarts sending indiervoegen mag geschieden, als sulx bij het eerbiedig Schrijvens deeser Regeering de dato 1:e febr: 1768: is versogt geworden.
Vervolgens geresumeert weesende, zeekere Memorie, luijdende als volgt.
‘Memorie van ‘t nabesz: Ijzer, Zeep, houtwerken, Wijntint &:a uijt de onderstaande Scheepen zoo te kort, gebrooken als bij pijling minder, de LijfEijgenen in de Ses jongstgepasseerde maanden door de Natuurlijke dood overleeden en ‘t Vee in gemelden tijd soo verrekt als door ‘t wildgedierte vernielt alles volgens verClaringen blijkende, Namentlijk.’
‘
Uijt Popkensburg | |||
afsz: | 257: | lb gesort: Yzer op 20000 lb bij naweeging te kort. | |
Verkoopen | 2: | p:s Ysere potten op 48: p:s gebrooken. | |
Afsz: | 57: | lb Marsiliaanse Zeep op 500 lb in een Kas N:o 37: te kort. | |
-2/15: | Kelder fransse brandewijn op Een Kelder gebrooken. | ||
9 1/5: | Cann: Wijntint op Een halfaam bij pijling 4: d:m wan bevonden. | ||
Verkopen. | 9: | p:s gr: deelen van 1 1/2: d:m op 150: p:s | gebrooken |
19 | d:o d:o Latten d:o 1 en 1/2: d:o d:o 100: d:o | ||
Uijt Botland | |||
Verkoopen | 1: | p:s gr: deel van 2 1/2 d:m op 100: p:s | gebrooken |
4: | d:o d:o d:o d:o 2: d:o d:o 250: d:o | ||
15: | d:o d:o d:o d:o 1 1/4: d:o d:o 200: d:o | ||
3: | d:o d:o ribben d:o 3 en 3 d:o d:o 25: d:o | ||
4: | d:o d:o Latten d:o 2 d:o 3 d:o d:o 50 d:o | ||
Uijt de Princes van Orange . | |||
Verkopen | 1: | p:s gr: deel van 2 1/2 d:m op 50: p:s | gebrooken |
1: | d:o d:o d:o d:o 2: d:o d:o 100: d:o | ||
6: | p:s gr: deelen van 1 1/4: d:m op 100 p:s | ||
8: | d:o d:o d:o d:o 1: d:o d:o 250 d:o | ||
4: | d:o d:o d:o d:o 30 â 36 v:t d:o 75 d:o | ||
Uijt Vreedestijn . | |||
Verkopen. | 1: | p:s gr: balk van 5 en 7 d:m op 35: p:s | gebroken. |
1: | d:o d:o rib d:o 3 d:o 6: d:o d:o 30: d:o | ||
8: | d:o d:o latten d:o 1d:o 1 1/2: d:o d:o 50: d:o | ||
14: | d:o d:o d:o d:o 1d:o 2: d:o d:o 50: d:o | ||
6: | d:o d:o rib d:o 1 1/2 d:o 1 1/2: d:o d:o 50: d:o | ||
18: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 2: d:o d:o 100: d:o | ||
2: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 3: d:o d:o 50: d:o | ||
16: | d:o d:o deelen d:o 1 1/2: d:o d:o 250: d:o | ||
6: | d:o d:o d:o d:o 1 1/4: d:o d:o 200: d:o | ||
12: | d:o d:o d:o d:o 1: d:o d:o 500: d:o | ||
35: | d:o Gesaagde deelen d:o d:o 200: d:o | ||
Uijt de Bodt . | |||
Verkopen | 1: | p:s gr: deel v:n 2: d:m op 100 p:s gebrooken | |
7: | p:s gr: deelen van 1 1/4: d:m op 50: p:s | gebroken | |
6: | d:o d:o d:o d:o 1: d:o d:o 250: d:o | ||
2: | d:o Juffers van 30 â 36 v:t d:o 75 d:o | ||
Uijt de Vrouwe Geertruijda | |||
Verkopen. | 2: | p:s Jatij molen planken van 3: d:m op 80: p:s gebrooken. | |
72: | d:o d:o d:o d:o d:o 1 1/2: d:o d:o 550: d:o d:o | ||
18: | d:o d:o d:o d:o d:o 1: d:o d:o 100: d:o d:o | ||
60: | d:o d:o Planken op 520: p:s gebroken. | ||
Uijt 't Huijs te Bijweg . | |||
Verkopen. | 306: | p:s Jatij planken op 1650: p:s gebrooken | |
Uijt 's Lands Welvaren . | |||
Afsz: | 1: | Mans slaaf op 17: Stux volgens verklaaring van de Scheeps Overheeden, ziekelijk aan boord gesonden, en op de Reijse na herwaarts overleeden. |
Uijt Popkensburg | |||
afsz: | 257: | lb gesort: Yzer op 20000 lb bij naweeging te kort. | |
Verkoopen | 2: | p:s Ysere potten op 48: p:s gebrooken. | |
Afsz: | 57: | lb Marsiliaanse Zeep op 500 lb in een Kas N:o 37: te kort. | |
-2/15: | Kelder fransse brandewijn op Een Kelder gebrooken. | ||
9 1/5: | Cann: Wijntint op Een halfaam bij pijling 4: d:m wan bevonden. | ||
Verkopen. | 9: | p:s gr: deelen van 1 1/2: d:m op 150: p:s | gebrooken |
19 | d:o d:o Latten d:o 1 en 1/2: d:o d:o 100: d:o | ||
Uijt Botland | |||
Verkoopen | 1: | p:s gr: deel van 2 1/2 d:m op 100: p:s | gebrooken |
4: | d:o d:o d:o d:o 2: d:o d:o 250: d:o | ||
15: | d:o d:o d:o d:o 1 1/4: d:o d:o 200: d:o | ||
3: | d:o d:o ribben d:o 3 en 3 d:o d:o 25: d:o | ||
4: | d:o d:o Latten d:o 2 d:o 3 d:o d:o 50 d:o | ||
Uijt de Princes van Orange . | |||
Verkopen | 1: | p:s gr: deel van 2 1/2 d:m op 50: p:s | gebrooken |
1: | d:o d:o d:o d:o 2: d:o d:o 100: d:o | ||
6: | p:s gr: deelen van 1 1/4: d:m op 100 p:s | ||
8: | d:o d:o d:o d:o 1: d:o d:o 250 d:o | ||
4: | d:o d:o d:o d:o 30 â 36 v:t d:o 75 d:o | ||
Uijt Vreedestijn . | |||
Verkopen. | 1: | p:s gr: balk van 5 en 7 d:m op 35: p:s | gebroken. |
1: | d:o d:o rib d:o 3 d:o 6: d:o d:o 30: d:o | ||
8: | d:o d:o latten d:o 1d:o 1 1/2: d:o d:o 50: d:o | ||
14: | d:o d:o d:o d:o 1d:o 2: d:o d:o 50: d:o | ||
6: | d:o d:o rib d:o 1 1/2 d:o 1 1/2: d:o d:o 50: d:o | ||
18: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 2: d:o d:o 100: d:o | ||
2: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 3: d:o d:o 50: d:o | ||
16: | d:o d:o deelen d:o 1 1/2: d:o d:o 250: d:o | ||
6: | d:o d:o d:o d:o 1 1/4: d:o d:o 200: d:o | ||
12: | d:o d:o d:o d:o 1: d:o d:o 500: d:o | ||
35: | d:o Gesaagde deelen d:o d:o 200: d:o | ||
Uijt de Bodt . | |||
Verkopen | 1: | p:s gr: deel v:n 2: d:m op 100 p:s gebrooken | |
7: | p:s gr: deelen van 1 1/4: d:m op 50: p:s | gebroken | |
6: | d:o d:o d:o d:o 1: d:o d:o 250: d:o | ||
2: | d:o Juffers van 30 â 36 v:t d:o 75 d:o | ||
Uijt de Vrouwe Geertruijda | |||
Verkopen. | 2: | p:s Jatij molen planken van 3: d:m op 80: p:s gebrooken. | |
72: | d:o d:o d:o d:o d:o 1 1/2: d:o d:o 550: d:o d:o | ||
18: | d:o d:o d:o d:o d:o 1: d:o d:o 100: d:o d:o | ||
60: | d:o d:o Planken op 520: p:s gebroken. | ||
Uijt 't Huijs te Bijweg . | |||
Verkopen. | 306: | p:s Jatij planken op 1650: p:s gebrooken | |
Uijt 's Lands Welvaren . | |||
Afsz: | 1: | Mans slaaf op 17: Stux volgens verklaaring van de Scheeps Overheeden, ziekelijk aan boord gesonden, en op de Reijse na herwaarts overleeden. |
‘Volgens bijgevoegde Reekenings van den opsiender van ‘s Comp:s Slaven Logie, gesterkt met Secretariale verclaringen zijn in de Jongst gepasseerde maanden September, October, November en December 1771: mitsgaders Januarij en Februarij deeses jaars, van ‘s Comp:s slaven door de Natuurlijke dood overleeden.’
‘
afsz: | 4: | Kloeke Jongens. |
11: | d:o Meijden. | |
1: | Bandiete Jonge. |
afsz: | 4: | Kloeke Jongens. |
11: | d:o Meijden. | |
1: | Bandiete Jonge. |
‘En volgens g’annexeerde Reekeningen van de Landdrosten gesterkt met Secretariale b’Eedigde verclaaringen zijn mede in Voorsz: tijd van ‘S Comp:s beestiaal, zoo verrekt, als door ‘t wild gedierte verslonden.’
‘
afsz: | 331: | stux Runderen. |
19: | stux Paarden. | |
5: | d:o Ezels. | |
21: | d:o Bocken. |
afsz: | 331: | stux Runderen. |
19: | stux Paarden. | |
5: | d:o Ezels. | |
21: | d:o Bocken. |
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 10 Maart 1772: /:was geteekent:/ J: V: Plettenberg.’
is daar op verstaan, dat met de daar bij vermelde gestorvene Slaven en verrekt Beestiaal der E: Comp:, mitsg:s de te kort komende en gebrooken aangebragte Goederen, sal werden gehandelt indiervoegen als in margine der Voorsz: Memorie Staan aangeteekent.
Zijnde ook wegens den ontfangst en uijtgaaff der Zeguls overgeleevert, d’ onderstaande Reekening.
‘
Zeeguls d' A:o 1771/2 | ||||||||||||||||||||
Debent | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | ||||||||||
R:s | -1/8: | -1/4: | -1/2: | -3/4: | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
P:mo 7ber 1771: restant verbleeven | 1018: | 853: | 663: | 50: | 54: | 60: | 31: | 75: | 45: | 9: | 4: | 52: | 23: | 20: | 9: | 30: | 7: | 4: | 3: | 4: |
den 4:e 8ber 1771: bijgekomen | 1000: | 1000: | 400: | -: | 200: | 100: | -: | 50: | -: | -: | 25: | -: | -: | -: | -: | 25: | -: | -: | -: | -: |
Somma | 2018: | 1853: | 1063: | 50: | 254: | 160: | 31: | 125: | 45: | 9: | 29: | 52: | 23: | 20: | 9: | 55: | 7: | 4: | 3: | 4: |
Credunt | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | ||||||||||
Rij:s | -1/8: | -1/4: | -1/2: | -3/4: | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
Zedert P:o 7ber 1771, tot dato deeses vercogt | 1527: | 1020: | 427: | 8: | 138: | 69: | 16: | 37: | 20: | 4: | 9: | 12: | -: | 1: | -: | 25: | -: | -: | 1: | -: |
de dato deeses Restant | 491: | 833: | 636: | 42: | 116: | 91: | 15: | 88: | 25: | 5: | 20: | 40: | 23: | 19: | 9: | 30: | 7: | 4: | 2: | 4: |
Somma | 2018: | 1853: | 1063: | 50: | 254: | 160: | 31: | 125: | 45: | 9: | 29: | 52: | 23: | 20: | 9: | 55: | 7: | 4: | 3: | 4: |
Zeeguls d' A:o 1771/2 | ||||||||||||||||||||
Debent | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | ||||||||||
R:s | -1/8: | -1/4: | -1/2: | -3/4: | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
P:mo 7ber 1771: restant verbleeven | 1018: | 853: | 663: | 50: | 54: | 60: | 31: | 75: | 45: | 9: | 4: | 52: | 23: | 20: | 9: | 30: | 7: | 4: | 3: | 4: |
den 4:e 8ber 1771: bijgekomen | 1000: | 1000: | 400: | -: | 200: | 100: | -: | 50: | -: | -: | 25: | -: | -: | -: | -: | 25: | -: | -: | -: | -: |
Somma | 2018: | 1853: | 1063: | 50: | 254: | 160: | 31: | 125: | 45: | 9: | 29: | 52: | 23: | 20: | 9: | 55: | 7: | 4: | 3: | 4: |
Credunt | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | ||||||||||
Rij:s | -1/8: | -1/4: | -1/2: | -3/4: | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
Zedert P:o 7ber 1771, tot dato deeses vercogt | 1527: | 1020: | 427: | 8: | 138: | 69: | 16: | 37: | 20: | 4: | 9: | 12: | -: | 1: | -: | 25: | -: | -: | 1: | -: |
de dato deeses Restant | 491: | 833: | 636: | 42: | 116: | 91: | 15: | 88: | 25: | 5: | 20: | 40: | 23: | 19: | 9: | 30: | 7: | 4: | 2: | 4: |
Somma | 2018: | 1853: | 1063: | 50: | 254: | 160: | 31: | 125: | 45: | 9: | 29: | 52: | 23: | 20: | 9: | 55: | 7: | 4: | 3: | 4: |
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ultimo Februarij 1772.’
’/:was geteekent:/’
‘J: V: Plettenberg. /:Lager:/ Deeze Reekening door ons ondergeteek: provisioneel Fiscaal en Gecommitteerdens uijt den E: Agtbr: Raad van Justitie alhier behoorlijk nagesien en met de restanten geconfronteerd zijnde, is deselve in allen deelen accordeerende bevonden, datum UtSupra. /:geteekent:/ O:M: Bergh, P: Hacker, P:L: Le Suëur. /:daar onder: mij Present. /:en geteekent:/ C:L: Neethling Secret:s’
Waar uijt komende te Consteeren, dat de verkogte Zeguls geduurende de gepasseerde Ses Maanden een Somma van rd:s 2143 3/8: hebben bedragen, zal dit Montant à Usu in ‘s E: Comp:s Cassa overgebragt, en bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements behoorlijk moeten werden ingenomen.
Voorts is den Cap:n van d’ Eerste Comp: burger dragonders aan Stellenbosch Adriaan van Brakel, op zijn hierom bij request gedaan versoek en de uijt aanmerkinge van desselfs klimmenden ouderdom en toenemende Lichaams Corruptiën van ‘t waarneemen dier functie ontslagen.
En gelijk ter Sessie van den 7: Jann: deeses Jaars geleesen geworden zijnde, het Schrijvens van Kerkenraade aan Drakenstein van daags bevoorens ofte den 6: dier maand, behelsende hoe vier Leedematen haar gemeijnte in namen Tieleman Roos, Pieter Siljé, Jan Nieuwout en Pieter le Riche, in Kerkelijke Vergadering aldaar waaren verscheenen, en versoek hadden gedaan, dat den verkoren Ouderling Thomas Arnoldus Theron, als sodanig niet mogte worden bevestigd; nademaal denselven, als een ergerlijk Persoon, voorsz: bediening onwaardig quam te zijn, men voorts bij lectuure der neevensbovengem: missive gevoegd geweest zijnde schriftelijke beschuldiging, door bovengem: Vier Persoonen tegens gedagten Theron ingebragt, heeft bevonden, dat deselve alleen quamen te behelsen, zaken die uijt Particuliere geschillen ontstaan, reets over lange vergeeten, of in der minne waaren afgedaan, en dus in geenen deele van dat gewigt, om van Voorsz: Kerkelijke bediening te weeren, een Persoon, die volgens Constante gebruijk op een wettige wijse door den Kerkenraad verkooren, en bij deesen Raade geapprobeert geworden was; hier op over Sulx aan bovengem: Kerkenrade was aangeschreeven, om met de gewone voorstelling van meerm: Thomas Arnoldus Theron als Ouderling bij de gemeijnte voorttegaan, en denselven vervolgens ook, naar kerkelijk gebruijk te bevestigen, terwijl aan Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Drakenstein , als tot wiens Judicatuure eijgentlijk behoorde dat geene ‘t welk bij de voorsz: Papieren ten laste van meerm: Theron is voortgebragt, was gedemandeert, om naar Exact gedaan ondersoek nopens d’ oorsaken der geresene disputen tusschen dikwerfgem: Theron en zijne buuren, vervolgens daar omtrent zodanige ordres te Stellen, als waar door alle oneenigheeden voor ‘t vervolg ten eenemaal zouden mogen werden uijt den weg geruijmt: zoo geliefde den Heere Gesaghebber thans ten deesen belange te kennen te geeven, dat of schoon zijn Ed: verwagt had, dat met de Voorsz: gestelde ordres, de Zaak behoorlijk zoude weesen afgehandeld, het teegendeel hier van egter was ondervonden, nademaal voorsz: Tieleman Roos, Pieter Siljé, Jan Nieuwout en Pieter le Riche, in de op den 11: der voorsz: maand Januarij gehoudene Kerkelijke Vergadering aan Drakenstein ontboden weesende, aan deselve was voorgeleesen de voorsz: Missive deeses Raads, en daar op aan een ijder van hun in ‘t bijsonder afgevraagd, of zij geneegen waaren den verkorenen Thomas Arnoldus Theron voor Ouderling t’ erkennen, en Sig met denselven wilden versoenen, waar toe de geCiteerde Vier Persoonen in geenen deele hebbende willen treeden, Kerkenrade sig oversulx genoodsaakt hadden gevonden, haarl: zoo wegens d’ ongehoorzaamheijd aan de beveelen deeses Raads, als hunl: wettige overheid, als nopens hunne onversoenlijkheid en de daar door gegeevene ergernisse t’ excommuniceeren: dan nadien hij Heere Gesaghebber vermeinde, dat het gedoente van meerm: Tieleman Roos C:S: meer aan een verkeerden ijver en dwaling van oordeel, dan eene quade intentie soude kunnen werden toegeschreeven; en dat aan den anderen kant meerm: Thomas Arnoldus Theron reets versoek hadde gedaan, dat aan hem mogte werden afgegeeven, de voorwaarts aangehaalde teegens hem ingebragte Schriftelijke beschuldigen, ten eijnde zig diesweegens niet alleen door den weg van regten te kunnen Suijveren, maar ook weegens zijn soo hooglijks geschondene Eer en goede naam behoorlijke Satisfactie t’ erlangen, deese Proceduuren ontwijfelbaar nog meerder onlusten en grote verwijderingen onder Voorsz: gemeinte Soude komen te veroorsaaken, wierd dierhalven door zijn Ed: in Consideratie gegeeven, of het niet raadsaam zoude zijn, het een of ander Convenabel middel in ‘t werk te Stellen, waar door de verdere voortgang dier geresene onlusten op een minnelijke wijse uijt den weg geruijmt, ende rust en vreede onder de Voorsz: Drakensteijnse gemeinte weederom behoorlijk konde werden hersteld: waar over gebesoigneert zijnde, goedgevonden en beSlooten is, d’ E: E: Cooplieden en mede leeden deser Vergadering Oloff Martini Bergh, Adriaan van Schoor en Jacobus Johannes le Suëur, te versoeken en te Committeeren, om bovengem: Nieuw verkoren ouderling Thomas Arnoldus Theron, mitsg:s desselfs partijen Tieleman Roos, Pieter Siljé, Jan Nieuwout en Pieter le riche, voor sig te doen verschijnen, en deselve te disponeeren, voorsz: tedieuse saak, door een minlijk vergelijk te termineeren, ten eijnde alle verdere opschuddingen onder de drakensteijnse gemeijnte vermeid, en deselve in teegendeel in een gewenschte rust en vreede soude mogen geConserveert blijven; ‘t geen door deselve met veel bereijdwilligheid is aangenomen.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
C. 150, pp. 185-187.¶
Donderdag den {17720319} 19 Maart 1772
alle Present.
Vermits den tijd tot het opneemen der burger Effecten weederom begint te naderen, is dierhalven goed gevonden, zulx volgens het gewoone gebruijk, zoo hier aan de Caab als aan Stellenbosch , op Donderdag, Vrijdag en Saturdag, den 30:e April, mitsg:s 1:e en 2:e Maij aanstaande, ten overstaan van den E: provisioneel Fiscaal neevens gecommitteerde leeden uijt den Raad van Justitie alhier, mitsg:s van Landdrost en heemraden in Voorsz: buijten district, te laaten geschieden en daar van de noodige Billiëtten te doen affigeeren.
Sijnde wijders verstaan, omme de Stuurlieden en verdere Officieren van ‘t Schip Damzigt , ten aanzien deselve, mits het afleggen en Sloopen dier Kiel, alhier niet meer werden benodigt, met de presente Retourbodems naar ‘t patria te laaten vertrecken.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] H: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 188-222.¶
Dingsdag den {17720331} 31:e Maart 1772:
’s Voormiddags alle præsent, uijtgenoomen den E: Zoldij boekhouder Dirk Westerhoff, mits occupatie.
Wierd door den Heer Gesaghebber gecommuniceert, dat gisteren tegens den avond ter deeser Rheede was komen te verschijnen het Spaans Koningsfreguat La Venus , het welk den 23:e December des voorl: Jaars van Cadix is vertrocken, en dat nog alvoorens het gem: freguat t’ anker hadde laaten vallen, den daar op Commandeerenden Cap:n Juan de Langoran y Huarte, met een zijner Officieres, aan hem Heer Gesaghebber hadde toegesonden een Missive, die zijn Edele hebbende doen Translateeren, thans neevens het Origineel in Rade quam te produceeren; behelsende dat hij Cap:n de Langoran door den Koning desselfs Souverain gelast zijnde, sig met het Voorsz: freguat la Venus te begeeven na de haven van Manilha , hij den Steeven derwaards hadde gewend, dog dat hij na eene reijse van 99: dagen, mitsg:s veel Stilte en Contrarie winden te hebben ontmoet, zig thans in verleegentheijd om Water, brandhout en mondbehoeftens voor desselfs Equipagie quam te bevinden, en uijt dien hoofde, Conform d’ intentie van den Koning zijn Meester, deese baaij was ingeloopen, versoekende ten opsigte van voorsz: benodigtheeden door hem Heere Gezaghebber te mogen werden voorsien, of dat aan hem andersints de vrijheijd mogte werden verleend, om ten opsigte van dies besorging self te mogen ageeren, en sig dus in staat te stellen, desselfs Voijagie te kunnen vervolgen; en dat behalven de ververssing voor desselfs Equipagie, hij Cap:n eenige Rondhouten quam te benodigen, waar meede versogte te mogen werden geadsisteerd, met aanbieding, deselve defacto te Sullen voldoen: voegende bij dit een en ander, dat hij ter Consideratie van de goede harmonie, die ‘er tusschen zijne Majesteit desselfs Souverain en haar Hoog Mogende Subsisteerde, volgens welke de Scheepen der Republicq, alle gerieflijkheeden in de havens van Spanje quamen te genieten, hij Cap:n Sig van een gelijk goed onthaal aan deese plaats verseekert hield.
Waar op in overweeging genomen weesende, dat de ordres der heeren Majores in ‘t Patria, vervat bij derselver gevenereerde Missive van den 14:e Octbr: 1768:, positive dicteeren, geen Spaanse Scheepen in eenige baaijen van dit Gouvernement te admitteeren, veel min hun eenige gerieflijkheeden toe te Staan, maar deselve af te wijsen; en dat uijt den inhoude der voorwaardsgemelde Missive van voorsz: Cap:n de Langoran geensints Consteert, dat desselfs onderhebbenden bodem, ‘t zij aan Schip of Equipagie, zig komt te bevinden in eene omstandigheijd, dat men sonder deselve Equipagie aan een oogschijnlijk leevensgevaar bloot te Stellen, niet zoude kunnen weijgeren, hun eenige hulp toe te brengen.
dat ook, in opvolging der Voorsz: ordre, der heeren Meesters, het in dato 3. April 1770: ter deeser rheede verscheenen Spaans Konings freguat Astrea , alhier meede niet geadmitteerd weesende, welopgem: haar Edele Hoog Agtb:, ten opsigte onser met dien bodem gehoudene behandelinge, bij derselver geagt aanschrijvens van den [.....] Octbr: 1770: gelieven te seggen, zulx te zijn geschied Conform hoogst derselver intentie, en daarom verhoopten, dat men in ‘t vervolg van diergelijke ongeoorloofde besoeken zoude bevrijd blijven: terwijl haar Wel Edele Groot Agtb: de Heeren der Hooge Indiase Regeering, voorsz: onse dispositie bij derselver geEerde Letteren van den 16:e October 1770:, meede niet alleen hebben geapprobeert, maar deese Regeering buijten des nog Serieuselijk aanbevoolen, om wanneer in ‘t vervolg weeder een of meerder Spaanse Scheepen, alhier mogten verschijnen, inselver voegen te werk te gaan.
Soo is om alle de voorsz: reedenen verstaan, om uijt het Lichaam deeser vergadering, den Heer Major en hoofd van ‘s Comp:s Militie Hendrik van Prehn, en den E: Coopman en Cassier M:r Jacobus Johannes le Suëur te Committeeren, om geadsisteert met den Eerstgeswooren Clercq ter Politicque Secretarije Tobias Christiaan Rönnenkamp, Sig defacto te vervoegen aan boord van het dikwerfgem: Spaans konings freguat la Venus , ten eijnde uijt naam ende van weegens deesen Rade, den op het Selve Commandeerenden Cap:n de heer de Langoran aan te kondigen, dat dewijl het den Spanjaarden, volgens de Tractaaten van Munster en Utrecht , niet is geoorloofd, langs den uijthoek van Cabo de bona Esperança, naarde OostIndiën te vaaren, het voorsz: freguat la Venus over Sulx, alhier niet konde werden geadmitteert, en dierhalven ten Eersten weederom van deese Rheede zoude moeten vertrecken, zonder dat aan hem iets anders ofte meerder, dan het genot van Water en brandhout konde werden toegestaan: Welk besluijt door Voorsz: Commissie ter uijtvoer gebragt weesende, hebben, haar E: E:s, den Raad ten dien eijnde Expres bij een gebleeven weesende, in deselve het volgende verslag gedaan.
Dat door den Capitain Heere de Langoran, op de voorsz: aan hem gedane denunciatie, substantieelijk was geantwoord.
dat dewijl voor soo veel hem bewust was, de Heeren Staaten Generaal der VerEenigde Neederlanden, met zijne Catholijke Majesteijt desselfs Souverain, bij Continuatie in goede harmonie en vriendschap waren leevende, hem dierhalven ten hoogsten surpreneerde het Voorsz: besluijt deeser Regeering, om de versogte gerieflijkheeden, die alle hollandse Scheepen zonder onderScheijd, in de spaanse havens waren genietende, te weijgeren aan een Konings Schip, dat alleen gedestineerd zijnde, ter overbrenging van Troupen naar Manilha , sig oversulx op geenerlij wijse was bemoeijende met eenige Commercie of iets diergelijk, waar door aan de Neederlandsche OostIndische Comp: eenig nadeel konde werden toegebragt.
dat d’ Etablissementen van hoogstged: zijne Majesteit buijten Europa , omringd zijnde met die van de Neederlandsche OostIndische Comp:, haare Scheepen in voorsz: Etablissementen komende, altoos alle gerieflijkheeden, boven andere aldaar hadden gevonden; gelijk ook de nodige hulp en bijstand nog nooijt was gerefuseerd aan eenige Natie, die sig in ‘s Konings Coloniën, in verleegentheijd hadden komen te bevinden.
dat volgens Sustenue van hem Capitain, de hem voorgehoudene Tractaten principalijk waaren Spreekende van handeldrijvende Scheepen, en niet van de geene, die direct aan de Kroon van Spanje gehooren, en vrijheid hebben, sig in de havenen van alle Wareld deelen te laten vinden, werwaards deselve door zijne Majesteit werden gesonden, dog dat bij aldien men den inhoude dier Tractaten, al op spaanse Scheepen zonder onderscheijd wilde appliceeren, de Strictheijd derselve nogthans Soude kunnen werden geinterpreteerd tot soo verre, dat d’ admissie omtrent zijn Schip en volk alhier konde plaats hebben; gelijk deselfe bij andere Natiën, in welke gevallen ook wierd gevonden, tot bewijs van dien bijbrengende, dat hij op zijne laatste t’ huijs reijse uijt India, te S:t Helena ter ververssinge aangeweest zijnde, d’ Engelssen hem in alles hadden geadsisteert, niet teegenstaande ‘er doenmaals tusschen gem: Natie en die van spanjen , heevige geschillen waren gereesen, en het zig liet aansien, deselve eerlange tot een openbaaren oorlog souden komen uijttebersten.
dat men aan het Capitain het genot van water en brandhout hebbende geaccordeerd, hij sulx geensints als eene gerieflijkheijd konde aanmerken, en het selve ook niet als zodanig Considereeren Soude, ten waare men hem de verSogte leevensmiddelen, die hij meede ten hoogsten benodigd was, ook quam toe te staan; vragender wijse daar bij voegende, of men zijn Volk door weijgering van Vivres, vermits hij Cap:n nog maar voor ten langsten drie maanden Provisiën aan boord was hebbende, en de reijse buijten twijffel langer zoude vallen, eijndelijk van honger wilde laten vergaan of omkoomen? want dat een mensch van Water alleen, zijn leeven niet konde ophouden.
dat hij Capitain in verscheijde gevallen, aan de hollandse Natie, uijt bijsondere agting voor deselve, veelerhande diensten beweesen hebbende, Sig daar voor thans zeer Slegt gerecompenseerd vond, dog dat hij des ongeagt, bij alle voorkoomende geleegentheeden, daar meede zoude voortvaaren, en aan derselver Scheepen, die hij in Zee of elders mogt komen t’ ontmoeten, in Cas van nood naar vermogen de behulpsame hand bieden, invoegen hij hun in geen verleegentheijd Sullende laten, deselve oversulx van zijnen kant, niet gelijkvormig met de handelwijse in desselfs teegenwoordige dringende omstandigheeden, aan hem betoond, Souden werden getracteerd.
dat hij Capt:t uijt naam van zijne Catholijke Majesteijt desselfs Souverain, nogmaals seer vriendelijk en op ‘t Ernstigste, om admissie en de benodigde bijstand was aanhoudende; dog dat bij aldien de Regeering mogte goedvinden, bij derselver wijgering te blijven persisteeren, hij als dan de beslissinge deeser saak, soo wel als de vergoeding der Schade, die door deese wijgering, aan desselfs onderhebbenden bodem Soude kunnen werden te weege gebragt, aan het oordeel van weedersijdsch resp: souverainen Stellende, ingevalle voormeld, zig naar ‘t geene hem door Voorsz: Commissie was aangesegd, zoude gedragen, en desselfs reijse soodra immers mogelijk van hier vervorderen.
Terwijl laatstelijk door dikwilsgen:de Cap:n de Langoran nog is versogt geworden, dat door Voorsz: Commissie alle desselfs geallegueerde beswaarnissen, ten zijnen besten op het kragtigste, aan de Regeering mogte werden voorgedragen; dog dat bij zoo verre hier omtrent geen favorabel besluijt konde werden genomen, hem daar van als dan, met bekendstellinge, welke van de versogte benodigtheeden gerefuseerd wierden, schriftelijke blijk mogte werden verleend, ten eijnde zig daar van na goedvinden te kunnen bedienen.
In opsigte van alle welke door meerm: Spaansen Capitain gedane protestatiën overwogen weesende, dat in deselve geene motiven te vinden zijn, die deesen Raade soude kunnen noodsaaken, om van derselver hier bovengem: besluijt af te gaan; is dierhalven meede eenparig besloten, daar bij te blijven persisteeren, en dienvolgens meerm: Cap:n de Langoran, door voorwaardsgem: Eerst geswooren Clercq op nieuws te doen aanseggen, dat desselfs onderhebbenden bodem alhier niet kunnende werden geadmitteerd, hij dierhalven deese Rheede weederom op ‘t Spoedigste soude moeten verlaaten; en dat om hem hier toe des te beeter in staat te Stellen; het aan hem geaccordeerde drinkwater en brandhout, met ‘s Comp:s Vaartuijgen, aan boord van desselfs onderhebbend’ freguat zal werden gebragt, invoegen ‘er dan ook niemand van desselfs Equipagie, aan land zal vermogen te koomen.
Waar na door de Cooplieden en meedeleeden deeser Vergaderinge, d’ E: E:s Oloff martini Bergh, Adriaan Van Schoor en Jacobus Johannes le Suëur, wierd te kennen gegeeven, dat zij ingevolge ende ter voldoeninge der op hun, bij Resolutie van den 10:e deeser maand gedecerneerde Commissie, den 16: dito daar aan hadden gevaceerd, om de tusschen den onlangs verkooren Ouderling bij de Drakensteijnse gemeijnte Thomas Arnoldus Theron, en de burgers Tieleman Roos, Pieter Siljé, Jan Nieuwout en Pieter le Riche, ontstaane geschillen, in der minne bij te leggen en uijt den weg te ruijmen; en ten dien eijnde aanvankelijk voorsz: Thomas Arnoldus Theron hadden voorgehouden, om ingevolge de heijlsaame intentie deeses Raads, sig met zijne parthijen te verdragen, mitsg:s niet alleen het voorgevallene te vergeeten, maar ook van zijne Sijde voortaan te vermeijden, het geene aanleijding tot twist en oneenigheeden konde geeven, en dus langs dien weg, voor ‘t vervolg in vreede en Vriendschap te leeven; waarop door gedagten Theron in Consideratie was gegeeven, hoe smertelijk ‘t hem in zijnen thans toeneemenden ouderdom quam te vallen, dus in zijn Eer en goede naam geschonden, mitsg:s betigt te zijn met saken, waar van Sommige nooijt gebeurd, en andere al over Lange in ‘t vriendelijke waren bijgelegd en afgedaan: dat hij Theron wijders in den tusschentijd van A:o 1742:, tot teegenwoordig, driemaal als Diacon gefungeerd, en nu voor de Tweede reijse als Ouderling was verkooren, Sonder dat ‘er ooijt ijmand het allerminste tot zijn laste hadde ingebragt; met bijvoeging wijders, dat ongeagt deese onverdiende en ten hoogsten grievende behandelinge, hem door voorsz: Tieleman Roos C:S: aangedan, hij egter bereijdwillig was, zig te voegen na het Statutair oogmerk deeser Vergadering, en de Schicking, die ten dien belange door hun geComm:s soude werden gemaakt.
dat zij geCommitt:s hier op ged:te Theron hebbende laaten af, en desselfs parthijen, bovengem: Tieleman Roos, Pieter Siljé, Jan Nieuwout en Pieter le Riche, weederom doen binnen treeden, en haarl: hier op meede hadden voorgehouden, met wat ongenoegen aan deesen Raade was voorgekomen d’ opschudding, die door haarl: op eene gantsch onbillijke wijse, tegens de verkiesing en aanstelling van bovengem: Theron als Ouderling waren veroorsaakt, dog dat ingesien zijnde, dat zij door onbesuijsde drift en passie bestierd, op de gevolgen hunner qualijk beradene handelwijse, niet bedaard hadden gereflecteerd, deesen Raade het voorgevallene voor hun aan den besten kant willende beschouwen, daarom uijt het midden van haar, de bovengem: drie leeden hadden benoemd, om de gereesene dispuitten door middel van assopiatie uijt den weg te ruijmen, en dus voortekomen de verdere onlusten en moeijlijkheeden, die andersints zoo voor hunne persoonen in ‘t bijsonder, als voor de gemeijnte aan Drakensteijn in ‘t Generaal, uijt diergelijke twisten onvermijdelijk stonden te volgen, met vermaning dierhalven, om allen opgevatten haat tegens meerm: Theron te laaten vaaren, en zig met hem te versoenen, waar toe haarl: teffens verseekering wierd gedaan, denselven Theron van zijnen kant bereijdwillig te Sullen vinden.
Op het welk door ged: Tieleman Roos, die het woord voerde, was voortgebragt, dat zijl: ten belange hunner onderlinge geschillen tegens gem: Theron sig well met hem souden kunnen en willen versoenen, en voortaan ook als een broeder der gemeijnte met denselven in vriendschap leeven, dog dat, dewijl de ten zijnen lastenleggende Saaken, tot te grooten ergernis en aanstoot voor veele der Leedematen waren Streckende, zijl: hem dienvolgens na gemoede niet als opsigter over de gemeijnte konden erkennen, Sustineerende dierhalven, met d’ Excommunicatie hunner Persoonen, door den Kerkenraad ten hoogsten verongelijkt en ten toon gesteld te zijn, en dat zij in allen gevalle in deesen niets konden doen, sonder alvorens het d’ oude of afgegaane leeden des Kerkenraads gesprooken, en hun advijs daar omtrent ingenomen te hebben, als besorgd zijnde, dat wanneer zijl: tot deese voorgeslagene versoening, waar bij Theron als ouderling Soude Continueeren, quamen over te gaan, haarl: sulx bij die Leedematen, dewelke meede over desselfs gedrag geErgerd waren, ten hoogsten qualijk Souden werden afgenoomen, waar bij dan door Jan Nieuwout in ‘t bijsonder Substantieelijk was gevoegd: dat zij dit doende, niet onder het oog der gemeijnte Souden durven verschijnen.
dat hier op aan hun was vertoond, dat derselver beschuldigingen tegens Theron, gantsch niet gefundeerd, nog van dat gewig te bevonden zijnde, dat van de reets gedane approbatie, als na gewoonte op de verkiesing des Kerkenraads geschied, Soude hebben moeten werden afgezien, die KerkenVergadering dierhalven was aangeschreeven, met de voorstelling en bevestiging voorttegaan; invoegen zijl: in deesen niet alleen teegen eene handelinge des Kerkenraads quamen aan te druijsschen, maar Sig ook direct teegens de besluijten deeses Raads, als hunl: wettige overheijd te versetten en aantekanten.
En betreffende de aan hun te werk gelegde Kerkelijke Censure; dat zijl: behoorden te Considereeren, dat dewijl zij zig nog tot versoening met meerm: Theron, nog tot het gehoorsamen aan de beveelen hunner wettige overheijd, hadden willen laaten beweegen, zij oversulx door den Kerkenraad, niet buijten bestraffinge hadden kunnen werden gelaten; dog dat bij aldien zijl:, als thans van de omstandigheijd der Saak en de heijlsame intentie des Raads nader onderregt zijnde, sig daar na quamen te voegen, de aan hun te werk gelegde Censure als dan weederom opgeheeven, en de rust en vreede onder de gemeijnte, als voren soude hersteld zijn, en dat zijl: tot de uijtvoering van diergelijken allerbillijkste Saak, geen voorafgaande goedkeuring nodig hadden van de oude leeden des Kerkenraads, die als reets uijt hunne bedieningen getreeden weesende, over Sulx niet anders dan Particuliere Leedematen konden werden aangemerkt, van wien sij voor ‘t overige behoorden verseekerd te sijn, dat deselve boven andere, de Vreede onder de gemeijnte Souden tragten te bevorderen, en mitsdien ten vollen goedkeuren, alles wat door hem Tieleman Roos C:S:, overeenkomstig met de goede intentie deeses Raads, en het welzijn der gemeijnte Soude gedaan zijn.
dat nadien op deese voorstelling der Persoon van Tieleman Roos, het woord Steets voerende, hardneckig op zijn Stuk bleef staan, door Jan Nieuwout wijnig, en door Pieter Siljé /:een oud afgeleefd man:/ mitsg:s Pieter le Riche niets was voortgebragt, dierhalven aan gem: Roos was voorgehouden, dat dewijl men hem uijt zijne Conduite in deesen, grootelijks moeste verdenken, den Autheur deeser beweegingen te zijn, hij dierhalven wel soude doen, sig met zijne Voorsz: drie meede Standers, die Seekerlijk door onnoselheijd en onkunde, in dit labijrinth waren gebragt, anders te beraden, en ten dien eijnde te Samen eens buijten de Vergaderzaal te treeden.
dat zijl: Sulx gedaan, en naderhand weederom binnen gestaan zijnde, gem: Roos als doen gelijk bevoorens, het woord steets voor hun alle voerende, hadde betuijgd, dat zij volgens hunl: gewisse handelende, niet konden overgaan, meerm: Theron als Ouderling t’ erkennen.
Waar op hun weederom onder ‘t ooge was gebragt, d’ ongefundeertheijd hunner saak, nademaal gelijk haar reets bevoorens was aangetoont, Sommige hunner beschuldigingen bereijds overlange afgedaan weesende, d’ andere op Particuliere geschillen uijtliepen, en dat bovensdien door Theron niet alleen waren geproduceerd, diversse attestatiën van voornaame Ledematen der Drakensteijnse gemeijnte, behelsende alle getuijgenissen van het goed leevensgedrag van meerm: Theron, maar ook nog bijzonderlijk een attestatie van den Diacon Jacobus Louw, dicteerende, dat hij tot het geeven eener verklaaring ten nadeele van Theron door Tieleman Roos was aangeset: van alle welke papieren aan gem: Roos C:S: visie en lectuure verleend zijnde, hunl: wijders voor ‘t laatst was voorgehouden, de langduurige, verdrietige en kostbaare proceduuren, die hier uijt onvermijdelijk souden komen t’ ontstaan, en hoe seer de rust en Vreede der gemeijnte, daar door nog meerder Stonden verstoord te werden: dog dat dit alles, en wat nog meer ten deesen Subjecte was bijgebragt, op het opiniatre gemoed dier luijden geen het minste Effect kunnen te weeg brengen, Sij oversulx hadden moeten werden gedimitteerd.
Weshalven, na dat voorsz: E: E: Oloff Martini Bergh, Adriaan van Schoor en Jacobus Johannes le Suëur, voor derselver genomene moeijte waren bedankt geworden, heeft moeten werden beslooten, de Saak tusschen meermelden Thomas Arnoldus Theron, mitsg;s Tieleman Roos, Piter Siljé, Jan Nieuwout en Pieter le Riche, haaren Cours voor den raad van Justitie alhier te laaten neemen, ten welken eijnde aan ged: Theron, op desselfs diesweegens gedaan versoek, niet alleen sullen werden te rug gegeeven, de door hem ten zijnen faveure ingewonne verklaringen, maar ook aan denselven ter hand gesteld, de papieren, die door desselfs geciteerde parthijen ten zijnen laste opgesteld, mitsg:s aan Kerkenrade van Drakensteijn sijn overgegeeven.
Door den OnderCoopman en Eerste gesworen Clercq ter Politicque Secretarije Tobias Christiaan Rönnenkamp, en den oud Ouderling der Swartlandse kerk Pieter van der Bijl, als Executeurs des Testaments en Redderaars des boedels, van den onlangs overleedenen mede oud Ouderling der Voorsz: gemeijnte Michiel Basson, inScriptis te kennen gegeeven zijnde; hoe de Suppl:ten, bij de gedane opneeminge en inventarisatie des gem: boedels, in ervaaringe waaren gekomen, dat seekeren tot denselven gehoorende Slaven jonge gen:t Adonis van Bougis, nu bereijds een geruijmen tijd geleeden, over te meermalen gepleegde ongereegeltheeden en misdrijven gestraft zijnde, als doen getragt Soude hebben zijnen geweesen Lijfheer, wijlen Voorsz: Basson aan te vallen, en de hand aan denselven te leggen, gem: Slaaf daar op immediaat Caabwaards gebragt en aan ‘S Heeren geweldiger in bewaarder hand was overgegeeven; met bijvoeginge wijders, dat nademaal geCiteerden Slaven Jonge, bij ontstentenisse van genoegsame bewijsen, niet te regt hadde kunnen werden gesteld, en het aan den anderen kant voor de Erfgenamen van wijlen meerm: Basson zeer gevaarlijk soude kunnen weesen, wanneer denselven wederom op vrije Voeten wierde gelaten, de Suppl:ten dierhalven in haare gesegde Qualiteijt ootmoedigst waaren versoekende, dat het deesen Raade behagen mogte, dikwilsgen:de Slaaf Adonis van Bougis, voor de kosten, dewelke geduurende sijn detentie sijn gevallen, ten behoeve der E: Comp: aanteneemen, en dat denselven tot seekerheijd der daar in belang hebbende, ad vitam op ‘t Robben Eijland mogte werden geplaats. Soo is na overweging van saken goedgevonden, het Voorsz: versoek soals het legd, te accordeeren.
Sijnde wijders aan de ondergen:de persoonen, op derselver dieswegens al meede in geschrifte gedaan Supplicq, de volgende landerijen in Eijgendom gegeeven; als.
aan den boekhouder en Secretaris van Stellenbosch en Drakensteijn Abraham Faure, een stukje lands gelegen in den dorpe van Stellenbosch , groot twee morgen en een honderd Vijff en twintig quad: roeden.
Aan den Voorleeser en Schoolmeester bij de gemeijnte van Stellenbosch , Christiaan Krijnouw, een stukje lands gelegen aan ‘t voorm: dorp annex desselfs oude land, sijnde groot Een honderd agt en negentig quadraat roeden en Een honderd twintig dito Voeten.
Soo als ook aan den voorleeser en Schoolmeester der gemeijnte van Drakensteijn Johannes Krugel, hierom insgelijx bij request versoek doende, een stuk thuijnlands gelegen annex het land der kerke aldaar, vermits uijt de daar nevens overgelegde attestatie des Kerkenraads Consteert, dat den uijtgaaf van dien, geensints tot nadeel van Voorsz: kerk is streckende, ter groote van Twee morgen, en drie honderd quad:t roeden, in Eijgendom is vergund.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 223-252.¶
Saturdag den {17720411} 11:e April 1772:
’s Voormiddags alle præsent, behalven den E: Zoldij boekhouder Dirk Westerhoff, mits indispositie.
Is geleesen een Missive, door den Cap:n de Langoran, Commandeerende het als nog hier aanweesend’ Spaans Konings freguat La Venus , op gisteren door denselven met een zijner Officieren, aan den Heeren Gesaghebber toegesonden, luijdende als volgt.
‘M:ui M:r mio Despues de once dias que hace escribi â VS. manifestandole et fin, de mi entrada en esta Bahia, y rogandole diese sus providencias para que esta Frag:ta de S.M.C. fuese tratada con la hospitalídad que los Navios de guerra de las demas Naciones, parece habia sobrado tiempo para responderme Los Susecon que aqui vinieron nombrandose Disputados del Conseso despues de haberme oido, vieron la necesidad de suntarle de nuevo. Bolvio’ des pues vno que dixo ser el Secretario, quien aunque me informó de la deliberacion, conorió que las nuevas reproducciones mias Se debian considerar en el Coseso, y me ofreció tendria las respuesta, que aun no hé recibido.’
‘La que yo exiso esla de VS:, que es â quien he pedido la hospitalidad para la Fregata del Rey mi Amo. VS. como Governador patentado por los Estados gen:ls es el que há de responder de sus operaciones, â quien yo me diriso, y quien queda responsable de las conseqüencias que produsca ou determinacion. El Conseso puede tener sus miras particulares que no comprehendo; pero las de VS. por su representacion es regular sean conformes â las leyes de la hospitalidad; pues que no solo hà de responder de su conducta â la Compañia, sino â S:S: A:A: P:P: de quien nodudo tendra VS. complera aprobacion de la buena acogida que VS. dé â la Fragata de S. M. C.’
‘Estoi tan informado de los talentos X VS. y de ou caracter, que no dudo obrará segun le inspire su proprio conocimiento.’
‘Dios guê â VS. m:s a:s como desco. Abordo de la Fragata la Venus fondeada en la Bahia de Tabla: â 10: de Abril X 1772.’
’/:onderstond:/’
‘B.L:M. de VS. Su mras atento Servidor /:was geteekent:/ D:n Juan de Langara y Huarte. /:lager:/ S:r Goben:r de la Bahia de Tabla.’
Waar op, na dat alvoorens meede was geleesen geworden, het door opgem: Heere Gesaghebber teffens overgelegd Translaat der Voorsz: Missive, goedgedagt en dienvolgens beslooten is, dat aan ged: Cap:t de Langoran, ten eijnde denselven met zijn onderhebbenden bodem, maar van hier quijt te raken, zal werden afgegeeven een geabreviéerd Extract uijt het besluijt het welk ten belange van meerm: Spaansen bodem, onder den 31:e der evengepasseerde maand Maart, bij deesen Raade is genoomen.
Vervolgens is gereSumeerd geworden, het geagt aanSchrijvens der Edele Heeren bewindhebberen ter Camer Amsterdam, de dato 6: Novbr: des voorl: Jaars, het welk met het op gisteren gearriveerde Schip Honcoop , alhier is aangebragt, behelsende, dat haar Edele Groot Agtb: door de hoog Edele heeren Zeeventhienen gequalificeerd geworden zijnde, uijt dit Gouvernement te vorderen sodanage producten en verdere goederen, als waar meede het schip Schoonsigt , het welk door ged: Camer Amsterdam, mitsg:s de fluijt of ander Vaartuijg, het welk door de Camer Zeeland, herwaarts Stond afgevaardigd te werden, bij hun retour zouden kunnen werden beladen, dierhalven ingevolge de Voorsz: qualificatie, hadden geformeerd sodanigen Eijsch, als neevens haar Edele Groot Agtb: voorsz: Missive quamen af te zenden, ten eijnde des te eerder door ons de noodige schickingen konden werden gemaakt, om voorm: eijsch op de best mogelijkste wijze te voldoen: Waar op in overweeging genomen zijnde, dat nademaal den Jongsten graan Ougst, gelijk Sulx bij onse jongste Eerbiedige Letteren, van den 1:e der eeven afgeweekene maand Maart, pligtschuldig aan de Hoog Gebiedende Heeren en Meesteren is geadviseerd, maar mediocre is uijtgevallen, en men hier door voor als nog niet aan handen heeft de Quantiteijt van Tarw, die zoo voor d’ ordinaire Consumtie en vastgestelden voorraad voor dit Gouvernement, als ter voldoeninge der van Batavia en Ceijlon gedane Eijsschen werd gerequireert, het over sulx zeer onseeker is, of men wel in Staat zal zijn, om aan Voorsz: allergoedgunstigste en voor deese Colonie vanzoo veel importantie zijnde dispositie, te sullen kunnen voldoen; heeft men, ten eijnde evenwel in deesen naar uijtterste vermogen te vigileeren, en om ware ‘t mogelijk, ten minsten met de terugsending van een der beijde bodems te Reusseeren, over Sulx noodsakelijk geoordeeld en dienvolgens moeten besluijten, om bij Publicatie en affixie van billietten, niet alleen allen uijtvoer, ‘t zij met ‘S Comp:s of der resp:e Vreemde Natiës Scheepen, van Tarw, Rog, Garst, mitsg;s biscuit ofte meel, te verbieden, maar ook d’ ingeseetenen t’ ordonneeren, om ten spoedigsten, en wel uijtterlijk voor d’ Expiratie deeser maand, ten Negotie Comptoire alhier te komen opgeeven, welke Quantiteijt Tarwe, Rog en Garst zijlieden, boven het geene reets hebben laaten aanteekenen, nog aan d’ E: Comp: souden kunnen leeveren, om dus te kunnen weeten, wat ‘er van het een en ander nog zal zijn te bekomen, en of men in Staat zal weesen, om een der meerm: twee Scheepen, weederom van hier te kunnen laten Retourneeren.
Boven het welke ten belange der bij meerm: Eijsch meede gevorderde Wijnen, Brandewijn, huijden, Wolle, mitsg:s talk ofte Vet, ook goedgedagt en beslooten is, dat nademaal zoo door een mindere vendange der Wijnen in ‘t Voorl: Jaar, als het groot vertier, dat de hier aangeweest zijnde Vreemde Natiës Scheepen daar in hebben gemaakt, de legger ordinaire Witte Wijn, thans op 60: Rd:s komt te Staan, dierhalven de bij voorsz: Eijsch gepetitioneerde witte en roode Wijnen, ditmaal uijt de in ‘S Comp:s kelder p:r restant zijnde, teegens d’ ordinaire prijsen Sullen werden afgezonden: Terwijl aan den E: Coopman en Keldermeester Pieter Hacker gedemandeert zijnde, om de gevorderde Brandewijnen te zien magtig te werden, mits deselve voor al van de begeerde Qualiteijten komen te weesen, voorts Soo van ‘s Comp:s gecontracteerde Slagters als de burgerSlagters, zal werden ingekogt soo veel Talk /:waar van den Uijtvoer insgelijx bij billiët Sal werden verboden:/ als deselve aan handen sullen hebben, ende sulx teegens Vijff Rijxd:s de honderd ponden, aan welke geContracteerde Slagters ook zal werden afgegeeven Extract uijt meerm: Eijsch, voor soo verre de gepetitioneerde huijden betreft, ten eijnde daar van al meede zoo veel mogelijk, aan de E: Comp: te besorgen.
Gelijk al verder den Landdrost aan Swellendam Joachim Fredrik Mentz, p:r missive sal werden gelast, om ter bequamer tijd, een parthijtje der hier vallende Wolle te besorgen, en verdagt te blijven, dat dewijl deselve tot een Monster na Neederland Sal werden overgesonden, men dus ook in Staat zal moeten zijn, om ingevalle de Heeren Meesteren daar van naderhand, een naamwaardige parthije sullen komen t’ Eijsschen de wolle in dieselfde Qualiteijt te kunnen oversenden.
Sijnde wijders door den Heer gesaghebber geproduceerd een Missive, door den Eerw: Predikant aan Drakensteijn Petrus van der Spuij, sub dato 9:e deeser aan zijn Ed: gerigt, neevens sodanige twee geschriften, als op den 27: der jongst verweekene, mitsg:s 7: der presente maand, door de in voorsz: Missive vermelde Leedematen der Drakensteijnse gemeijnte, aan zijn Eerw: zijn overgegeeven, Luijdende als volgd.
‘Cabo de Goede Hoop.’
Aan den Wel Edelen agtb: Heer M:r Joachim Van Plettenberg, Gesaghebber deeses Gouvernements met den Ressorte van dien &:a &:a
‘Wel Edele Agtbare Heer!’
‘Ik hebbe het van mijn indispensabelen pligt gereekent UWel Edele Agtbare te kennen te moeten geeven, hoe op den 27:e der gepasseerde maand, eenige leedemaaten uijt het district van de Wagemakersvalleij behoorende tot deese Drakensteinse gemeijnte, met namen Hermanus Bosman, Josua Joubert, Frans du Toit, de beide broeders François en Daniel Retif, en andere meer, zig bij mij vervoegt hebben, en mij een geschrift hier neevens gaande sub Nom: 1: overhandigt hebben: ‘t geen van mij geleesen zijnde, in deeservoege is beantwoord geworden; dat de beschuldigingen waar meede Tieleman Roos met de zijnen, Thomas Arnoldus Terron naderhand beswaart hebben, geen Kerkelijke zaak was, maar ter Judicatuure Stond van den Agtbaren raad van Justitie; naar welkers uijtspraak, de Kerkenraad weeten zoude hoe zij zig omtrent Theron te gedragen hadde, hun wijders tot Vreede en eensgesintheid aanmanende: dog wat de Smaad betrof, waar toe zij in hun geschrift zeiden, dat hunne geliefde meede broederen gesteld waren geworden, van hun ten onregte alsoo genoemd wierde; nadien hun sekerlijk onbekend moeste zijn, op wat gronden die Censuur Steunde: want dat immers de zodanigen niet konde gezegt worden tot een smaad gesteld te zijn, die zig weijgerde te onderwerpen aan ‘t bevel van hun wettigen overigheid, die bij herhaling den verkooren ouderling geapprobeert hadden; dewijl hun Wel Edele Agtbarens, zoo wijnig als den Kerkenraad, de beswaarnissen tegens Theron als Ouderling ingebragt, van dat gewigt bevonden hadde, om denselven van ‘t ouderlingschap te weeren; en dat zij dit regt insiende volkomentlijk moesten overtuijgt zijn, dat der sodaniger Censuur billijk en wettig was: dat zij insgelijx de Kerkelijke straffe niet ontgaan konde, die onversoenelijk waren, en in haat en nijd teegens hunne naasten leefden, en de Oorsaak waren van zoo groot een scheuring der gemeinte: waar op men mij repliceerde, of zij verpligt waaren te gehoorsaamen aan ‘t bevel der overigheijd, wanneer die hun iets belasten strijdig met Gods woord? ‘t geen mij deede vragen, of dan de overheid hun in deeze Zaak iets bevoolen hadde, Strijdig met de Woorden Gods? dog niemand hunner gaf mij eenig antwoord, zijnde deeze gantsch oproerige en aanstotelijke uijtdrukkingen op dat pas door mij ernstiglijk bestraft geworden, hun aantoonende dat dit hun gedoente gantsch niet Strookte met dat woord, welke zij Steeds in den mond hadde, door dien zij in het zelve onderweesen weeder, om de magten over hun geSteld onderworpen te zijn; en dat die zig teegen de magt Stelt de ordonnantiën Gods wederstaan; dat men al dikwils Gods wil, met de zijnen vermengde, het geweeten met de Swakheijd der Zinnen, de volstandigheid met hardneckigheijd, en dat niemand konde gezegt worden Gods woord te doen, die zijn eige driften volgt, en de Wet van God en het bevel der overheid, ‘t geen daar op gegrond is aan een zijde Stelt.’
‘Daar na hebben zij zig den 7:e deeser maand ten Tweede male bij mij vervoegt, mij overhandigende het geschrift in de bijlagen Sub N:o 2:, te vinden; na welkers gedaane Lectuur hun afgeweesen hebben met te zeggen, dat de geschillen met Theron reets Kerkelijk waaren afgehandelt, gelijk hun niet onbewust konde zijn, dog dat die zelve geschillen, naderhand verseld waaren geworden met eerroovende beleedigingen, welke zo se waaragtig bevonden wierden, hem niet slegts infaam, maar strafbaar maakte; ‘t geen te ondersoeken niet tot het ampt der Kerkelijken, gelijk zij vermeende maar tot de regtbank der Justitie behoorde, en dat dierhalve de kerkenraad aan hun versoek niet konde voldoen; niet raadsaam vindende mij verders omtrent het overige in dat geschrift vermelt, met hun in te laten; nadien ‘er dog de minste verwagting is om de zodanige te geneesen, die geen andere bescherminge voor hun Uijtsinnigheid hebben, als een Uijtsinnige hoop, en doolend gewisse.’
‘Waar meede de Eere hebbe om mij met de hoogste Eerbied te noemen.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Agtbaare Heer, Uwel Edelens Agtbaare onderdanigsten Dienaar /:was geteekent:/ P: v:d: Spuij /:in margine:/ Drakenstein den 9:e April 1772.’
‘Nom. 1.’
‘Wij alle die hier persoonelijk zijn als meede die in onse Districtie woonagtig zijn zijnde Leedemaaten behoorende tot deese Drakensteinse gemeente, uijtmakende het getal van over de Seeventig persoonen verclaren en betuijgen eenpariglijk Thomas Arnoldus Teron de oude voor geen Ouderling en opsiender der gemeente te wille erkenne wegens zijn aanstotelijke en ergerlijke gedrag waar door hij sig den Ampte van een opsiender heeft onweerdig gemaakt volgens het geen tegens hem getuijgt word van eerlijke burgers en meede broeders der gemeente namentlijk Pieter le Ries, Pieter Selie, Tielman Roos, Jan Nuwoud en het geen hem van haarlieder zijn te laste gelegd daar van een groote gedeelte zijnen ongristelijke vuijle gedoente door den heer landdrost en heemraden zijn waaragtig bevonde ende nadien gemelde Teron beteringe des leevens belooft so willen wij hem daar op wel als lidtmaat en broeder der gemeente erkenne maar geensints tot opsiender blijve in dit stuk door gemoeds overtuijging en volgens des Heeren onveranderlijke woord eens gesind met onse geliefde meede broederen die al reede hier door tot eenen Smaat gestelt zijn tot onse Leetweesen en waar door meenig teer hartige Christen tot den Heere Sugt, van waar wij onse hulpe verwagten moet.’
‘N:o 2.’
‘Volgens de woorden van den Eerw: Heer Petrus van der Spuij, betuijgende aangaande den teegenstant der gemeijnte, en het niet te willen erkennen van den Ouderling hier in niets konnende te weeg brengen, en zulx van den Raad van Justitie zal moeten afwagten, de gemeijnte hieer op versoekt, aan den Eerwaarden Heer van der Spuij beneevens de Kerkenrade, dese hindernis ofte teegenstant, dat hier in onse Kerk mogte ingewickelt zijn, door den Eerw: Heer van der Spuij en kerkenraade mogten worde weggeruijmt en van Ampts weegen, het geschil weegens den ouderling Thomas Arnoldus Theron, seer sekerlijk mag verhandelen, den Eerw: Heer van der Spuij, ook verders betuijgt heeft, de Vier broeders der gemeijnte, gesensureert, om datse de Overheijd zijn ongehoorsaam geweest, en den Opsiender niet heeft willen Erkennen de gemeijnte in sulx de Gebiedende Stemmen der overheede in ‘t Kerkelijke, zoo als van den Eerwaarden Heer Van der Spuij, in dit stuk gedreeven is, niet overtuijgt vint te gehoorsame, volgens Gods woord en Conscientie.’
Waar op na Lectuure der Voorsz: Missive van bovengem: Predikant van der Spuij, ende aan zijn Eerw: overgegeevene Seer aanstootelijke geschriften, best geoordeeld is, dat nadien door den Ouderling Thomas Arnoldus Theron, reets proces in Cas van injurie, tegens de persoonen van Tieleman Roos, Pieter Siljé, Jan Nieuwout en Pieter le Riche gemoveerd zijnde, die saak dienvolgens thans lites pendent voor den Raad van Justitie deeser plaatse komt te zijn, over Sulx sal moeten werden afgewagt, hoedanig deselve aldaar Sal werden gedecideerd.
Hier na al meede geleesen weesende seeker request, door den oud burgerraad Jacobus van Reenen, in de volgende bewoordingen gepresenteerd.
Aan den E: Agtb: Heer M:r Joachim van Plettenberg, Gesaghebber deesees Gouvernements, beneevens den E: Agtb: Politicquen raad.
‘E: Agtb: Heer en Heeren!’
‘Geeft met verschuldigde Eerbied en onderdanigheijd te kennen, UE: Agtb: needrigen Dienaar, den oud burgerraad Jacobus Van Reenen; hoe hij Suppl:t ter verrigting eeniger affaires, waar toe desselfs teegenwoordigheijd volstrekt gerequireert werd, Seer gaarne na ‘t Vaderland Soude willen vertrecken; Weshalven den Suppl:t de vrijheid neemt UE: Agtb:s ootmoedig te versoeken, hem te willen permitteeren, om neevens desselfs Zoon gen:t jacob oud 12: Jaaren, onder betaling van ‘t daar toe Staande Transport en Costgeld, om in de Cajuijt gelogeerd en getracteerd te werden, met een der nog verwagt werdende RetourScheepen derwaarts te mogen overvaaren; dan aangesien den Suppl:t vastelijk voorneemens is, omme met gunstige toestemminge van UE: Agtb:s uijt Europa na deese Plaatse te rug te keeren; Soo versoekt hij al verder seer needrig, dat UE: Agtb:s van die genereusiteijt gelieven te zijn, hem Suppl:t t’ accordeeren desselfs huijsvrouw en verdere kinderen alhier te mogen laten verblijven; in welken gevalle den Suppl:te bereijd is, om sijn besit en dusdanigen staat onder desselfs gem: huijsvrouw te laten, dat deselve daar van sal kunnen bestaan. /:onderstond:/ ‘T Welk doende &:a /:was getekent:/ J: V: Reenen.’
Is daar op verStaan, aan denselven t’ Accordeeren, om neevens desselfs bij het Voorsz: versoekschrift gem: Zoon, p:r een der nog verwagt werdende RetourScheepen, onder betalinge van het gewoone Transport en Kostgeld in de Cajuijt, na ‘t Vaderland te moogen vertrecken.
Laatstelijk is goedgevonden, in Steede van den onlangs ontslagenen Adriaan van Brakel, weederom tot Capitain over de thans vacante Compagnie burger Dragonders aan Stellenbosch , aan te Stellen, den Eersten Luitenant Joost Rijnhard van As;
En voorts ter plaatsvullinge van denselven als Eerste Lieutenant te laaten optreeden, den Tweeden dito Philip Wouter de Vos; voor denwelken den Cornet Hendrik Oostwald Laubscher, tot Tweede Lieutenant geadvanceerd weesende, is wijders in desselfs plaats tot Cornet bevorderd, den Standaar Jonker Nicolaas Van As.
Aldus geresolveert, ende gearresteert, In ‘t Casteelde Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 253-255.¶
Donderdag den {17720416} 16 april 1772
alle present.
Door den heer Conway, Major in franssen dienst, te kennen gegeeven zijnde, dat sig op het in de Baaij Fals vertoevend’ frans Coonings Schip le Citoyen , drie Compagniën Troupen van ‘t regiment de Clark koomen te bevinden, om naar Europa te werden getransporteerd; met bijgevoegd zeer instantig versoek, dat aan hem mogte werden gepermitteerd, gem: troupen over den Landweg herwaarts op te brengen, ten eijnde deZelve vervolgens, ten fine Voorsz: in de hier vertoevende Fransse Conings Scheepen L’ Union en L’ Actionaire te kunnen doen embarqueeren; zoo is goedgevonden sulx aan gem: Heer Conway t’ accordeeren; Waar van aan den Resident der baaij fals Jan Fredrik Kirsten, bij Missive de verEijschte Kennisse zal werden gegeeven, met ordre wijders, omme niet alleen gemelde manschappen, door ijmand van desselfs besettelingen, tot een Gids te doen versellen, maar ook soo veel in hem zal zijn, sorge te dragen, dat ‘er geene disordres komen voortevallen.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 256-283.¶
Dingsdag den {17720421} 21: April 1772.
’s Voormiddags alle present.
Vermits de Hoog Gebiedende Heeren en Meesteren in ‘t Patria, bij derselver zeer gevenereerde Missive de dato 18:e Octbr: des voorl: Jaars, dewelke p:r het op den 18:e deeser gearriveerde Schip Kroonenburg alhier is aangebragt, deese regeering hebben gelieven te bedeelen, hoogst derselver favorable dispositie in opsigte der herwaarts zending door de Camer Amsterdam van het schip Schoonzigt , mitsg:s nog een fluijt of ander Vaartuijg, bij de Camer Zeeland ter overbrenging van ManSchappen voor dit gouvernement, mitsg:s om, behalven sodanige Quantiteijt van Rogge, Garst, Wol, Wijnen, Brandewijn, huijden en Talk, als de Camer Amsterdam dienstig zoude oordeelen te petitioneeren, met Tarw beladen weederom te Retourneeren; Soo is verstaan, om p:r het aanweesend Ceijlons retourschip Borsselen , welgem: Heeren Meesteren pligtschuldig ter kennisse te brengen, de maatregulen die ten deezen belange door ons ter Sessie van den 11:e deeser maand zijn genomen, met bijvoeging, dat nadien niet eerder dan na d’ Expiratie der ged:te thans lopende maand zal kunnen werden geweten hoedanige Quantiteijt Tarwe men nog zal kunnen magtig worden, en of men hier door in Staat zal zijn, om een der Voorsz: twee Scheepen weederom van hier te kunnen laten retourneeren, men dierhalven niet in gebreeken zal blijven, haar Edele Hoog Agtb: hier van bij volgende Scheepsgeleegentheijd het verschuldigde nader berigt te laten toekomen; Terwijl wijders nopens de Voorsz: p:r Schoonzigt aangebragte manschappen, best geoordeelt en dienvolgens beslooten is, dat na dat alvoorens daar van zullen zijn genomen de Militairen, die tot Completeering van het Guarnisoen alhier werden verEijschd, mitsg:s nog zoo veel manschappen, te weeten Soldaten en Mattroosen, als men tot Supplement der Dooden en Sieken van de aanweesende Scheepen Kroonenburg en Groenendaal zal koomen te benodigen, wijders van ‘t overige Volk soo veel zal werden aangehouden, als ‘er noodwendig bij den opbouw van het Nieuwe Hospitaal, tot Klippebreekers, mitsg:s Opperlieden bij de Metzelaars sullen moeten werden geEmploijeerd.
Sullende voorts ten opsigte van ‘t geordonneerde bij meerm: Missive, aangaande het zoo even aangehaalde geprojecteerde Nieuwe hospitaal alhier, te weeten, dat indien men op het door de Camer Amsterdam herwaards gezondene plan niet mogte hebben enige bedenking die de uijtvoering daar van zoude kunnen beletten, ofte immers doen opschorten, ende nodige Materialen aan handen waaren, als dan met den aanleg van dat gebouw zonder vertoef een begin zoude moeten worden gemaakt; hoogstgem: Heeren Majores hier op eerbiedig werden gerescribeerd, dat nademaal ten deesen belange bij ons gedienstig Schrijvens de dato 10:e febr: deeses Jaars aan d’ Edele Heeren Bewindhebberen ter gem: Camer Amsterdam breedvoerig is gedemonstreerd, welke onvermijdelijke veranderingen in het bovengem: plan dienen te werden gemaakt, men dierhalven de vrijheijd heeft moeten neemen, zig daar toe te refereeren, dog dat vermits de ringmuur van het meerm: gebouw zal kunnen blijven zodanig als deselve bij ‘t ged: plan is aangeweesen, over sulx met het leggen der fondamenten en het ophaalen der geciteerde ringmuur ten Eersten een aanvang zal werden gemaakt.
En is al verder beslooten, hoogstgem: Heeren Meesteren bij het voorsz: aftegaane Schrijvens eerbiedigst te bedanken dat het hoogstdeselve goedgunstig heeft behaagt aan d’ E: E: Dirk Westerhoff en Otto Luder Hemmij den Titul en rang van Coopman te accordeeren: dan dewijl haar Edele Hoog Agtb: ten opsigte der door ons gedane aanstelling van ged: E: E: Westerhoff en Hemmij, tot leeden in den Politicquen Raad, gelieven te zeggen! dat deese gedaane vergrooting des Raads hoogst deselve niet noodsakelijk was voorgekomen, en haar Edele Hoog agtbr: best oordeelden, dit Collegie te laten op den ouden Voet, met bijvoeging onse nadere Consideratiën dien aangaande te sullen verwagten, zoo is beslooten, welgem: heeren Meesteren ten deesen Subjecte Eerbiedigst onder ‘t ooge te brengen, dat nademaal gem: E: E: Westerhoff en Hemmij wanneer tot meede Leeden in deese Politicque Vergadering zijn verkooren, werkelijk den daar toe Staanden Eed hebben afgelegd, en zij dus Circa drie Jaaren als Zodanig Sessie gehad hebbende, het over sulx voor haar nu seer hard zoude vallen, de Vergadering weederom te moeten quiteeren, met bijgevoegd onderdanig versoek, dat het hoogst deselve dierhalven goedgunstiglijk mogt behagen, meerm: E: E: Westerhoff en Hemmij, als eene Sequele van de gunst en goedheijd waar meede haar Edele Hoog Agtb: deselve hebben gelieven te honoreeren, verder Sessie in deeze Vergadering te willen laaten behouden.
Boven het welke welopgem: Heeren Majores meede zeer Eerbiedig zullen werden bedankt zoo voor de aan ons gegeevene Communicatie nopens de aanstelling van de Heer Pieter reede van Oudshoorn, tot Oppercoopman en Secunde deeses Gouvernements, als dat haar Edele Hoog Agtb: de goedheijd hebben gehad op onse gedane voordragte, den Persoon van Andries Hanssen weederom als Schipper met de Gagie van ƒ60:- ter maand aanteStellen, en in die Qualiteijt, met den hoeker de Zon herwaards te zenden.
Door den E: Equipagiemeester Rijzik te kennen zijnde gegeeven, hoe dat de resp: hier aankomende Vreemde Natiës Scheepen gewoon zijn, het anker ter deeser rheede maar te laaten vallen, daar het hun goed-dunkt, en deselve dus veeltijds kort voor of neevens ‘s Comp:s Scheepen komen te leggen, waar uijt bij opkomend hard weer, ligtelijk groot nadeel aan ged:te scheepen der E: Comp: zoude kunnen werden toegebragt, te meer, wanneer Voorsz: Vreemde Scheepen /:gelijk dikmaals gebeurd:/ uijt India komende, van Slegte Cabeltouwen voorsien zijn: soo is tot preventie der daar uijt te dugten zijnde onheijlen, verstaan, dat de resp: hier aankomende Vreemde Scheepen voortaan gehouden zullen zijn, ten anker te komen ter plaatse dewelke hun door den Equipagiemeester zal werden aangeweesen, en bij zoo verre deselve het anker reets voor desselfs komst aan boord, mogte hebben laaten vallen, zijl: des niettemin wanneer sulx nodig werd geoordeeld, ‘t selve weeder zullen moeten ligten, en met het Schip gaan leggen, ter plaatse dewelke den Equipagiemeester haarl: zal komen aan te wijsen.
Sijnde wijders in Rade ingediend d’ onderstaande Memorie, nopens de te kort komende, mitsg:s defect bevondene Goederen, op de lading van ‘t Provisie Schip Velzen , luijdende als volgd.
‘Memorie van de nabesz Rijst, Zuijker, Waxkaarssen, Arak, Estricken &:a uijt ‘t Provisie Schip Velzen soo bedorven, te kort, gebrooken als bij Pijling minder bevonden, gelijk te sien is bij de verclaring van geCommitteerdens hier annex, namentlijk’
‘
15746: | lb Rijst op 150: lasten ofte 465000: lb als. |
9546: lb bedorven bevonden. | |
6200: d:o te kort. | |
101: | lb Poeder Zuijker op 20407 lb: in 51: Cann:s bij naweging over. |
57: | lb Waxkaarssen op 2000: lb. in 4: Cassen bijnaweeging te kort. |
191 1/2: | Cann: Arak op 10: leggers bij Pijling minder als 3 v:n 3: en 7: van 4 d:m wan, zijnde 4 15/16: pC:o Sch:s |
56: | p:s Jatij molenplanken van 1 1/2 d:m op 880: p:s gebrooken. |
1: | p:s hijpaal op 50 p:s door 't afbreeken van de Cop is gesonken. |
1316: | p:s Estricken van 16 d:m op 2000 p:s gebrooken, zijnde 65 4/5: p:r C:o |
1536: | p:s Estricken van 12: d:m op 3000 p:s gebrooken zijnde 51: 1/5 p:rC:o |
15746: | lb Rijst op 150: lasten ofte 465000: lb als. |
9546: lb bedorven bevonden. | |
6200: d:o te kort. | |
101: | lb Poeder Zuijker op 20407 lb: in 51: Cann:s bij naweging over. |
57: | lb Waxkaarssen op 2000: lb. in 4: Cassen bijnaweeging te kort. |
191 1/2: | Cann: Arak op 10: leggers bij Pijling minder als 3 v:n 3: en 7: van 4 d:m wan, zijnde 4 15/16: pC:o Sch:s |
56: | p:s Jatij molenplanken van 1 1/2 d:m op 880: p:s gebrooken. |
1: | p:s hijpaal op 50 p:s door 't afbreeken van de Cop is gesonken. |
1316: | p:s Estricken van 16 d:m op 2000 p:s gebrooken, zijnde 65 4/5: p:r C:o |
1536: | p:s Estricken van 12: d:m op 3000 p:s gebrooken zijnde 51: 1/5 p:rC:o |
’/:onderstond:/ In ‘t Casteel de Goede Hoop den 21:e April 1772: /:was geteekent:/ J: V: Plettenberg.’
Waar na ter Vergaderinge ontboden zijnde den Schipper van opgem: bodem Christiaan Schreuder, ten eijnde wegens de Voorsz: defectueuse en te min uijtgeleverde Goederen desselfs verantwoordingen te doen, heeft denselven daar op overgeleeverd, ‘t volgende Schriftuur; als.
‘Den E: Agtb: heeren M:r Joachim van Plettenberg, OpperCoopman en Gesaghebber deses Gouvernements &:a &:a &:a, den onderget: Schipper van ‘t Schip Velzen , hebbende gelieven t’ ordonneeren, omme behoorlijk te verantwoorden, waar door de minderheeden en defecten op de lading van voormelden bodem voor dit Gouvernement aangebragt zijn ontstaan, zoo verclare ik d’ oorsaak daarvan te zijn als in margine deeses Staat aangehaald, bestaande dezelve in ‘t volgende, te weeten.’
‘
Zijnde deese 9546 lb rijst niet in des Ondergeteekenden bodem aan 't bederven geraakt, maar wel zodanig hem overgeleevert van de overheeden van 't Schip waar door de rijst op Batavia aangebragt is, gelijk dan ook deese 6200: lb niet anders als door 't verwerken verspilt zijn, des dan de Schuld van de Spillagie de Ondergeteekende niet bij te leggen is. | 15746: | lb Rijst op 150: Lasten ofte 465000: lb: als. |
9546 lb bedorven bevonden | ||
6200: d:o te kort | ||
de Kassen waar inde Waxkaarssen aangebragt zijn, wel geConditioneert bevonden, des de minderheeden in 't gewigt niet anders als door een verkeert gewigt geCauseert zijn, zijnde de Cassen ongeopent Ontfangen. | 57 | lb: Waxkaarssen op 2000 lb: in 4: Cassen bij Naweeging te kort. |
is veroorsaakt door Slegte fust en 't werken van 't Schip | 191 1/2: | Kann: Arak op 10: Leggers bij pijling minder als 3: van 3: en 7 van 4 d:m wan, zijnde 4 15/16: P:rC:to Sch:s |
door 't verwerken over en weer aan land brengen &:a | 56: | p:s Jatij molen planken van 1 1/2: d:m op 880: p:s gebrooken. |
vermits door 't afbreeken van de Cop de balk uijt de Strop geschooten is deselve gesonken. | 1: | p:s Hijpaal op 50: p:s door 't afbreeken van de Kop gesonken. |
dewijl 't breeken der Estricken als een seer broose Substantie so bij 't overneemen als afscheepen na land en 't meenigvuldige werken van 't Schip is veroorsaakt. | 1316: | p:s Estricken van 16 d:m op 2000 p:s gebrooken, zijnde 65 4/5: p:rC:to |
1536: | d:o Estricken van 12 d:m op 3000 p:s gebrooken zijnde 51 1/5: p:rC:to |
Zijnde deese 9546 lb rijst niet in des Ondergeteekenden bodem aan 't bederven geraakt, maar wel zodanig hem overgeleevert van de overheeden van 't Schip waar door de rijst op Batavia aangebragt is, gelijk dan ook deese 6200: lb niet anders als door 't verwerken verspilt zijn, des dan de Schuld van de Spillagie de Ondergeteekende niet bij te leggen is. | 15746: | lb Rijst op 150: Lasten ofte 465000: lb: als. |
9546 lb bedorven bevonden | ||
6200: d:o te kort | ||
de Kassen waar inde Waxkaarssen aangebragt zijn, wel geConditioneert bevonden, des de minderheeden in 't gewigt niet anders als door een verkeert gewigt geCauseert zijn, zijnde de Cassen ongeopent Ontfangen. | 57 | lb: Waxkaarssen op 2000 lb: in 4: Cassen bij Naweeging te kort. |
is veroorsaakt door Slegte fust en 't werken van 't Schip | 191 1/2: | Kann: Arak op 10: Leggers bij pijling minder als 3: van 3: en 7 van 4 d:m wan, zijnde 4 15/16: P:rC:to Sch:s |
door 't verwerken over en weer aan land brengen &:a | 56: | p:s Jatij molen planken van 1 1/2: d:m op 880: p:s gebrooken. |
vermits door 't afbreeken van de Cop de balk uijt de Strop geschooten is deselve gesonken. | 1: | p:s Hijpaal op 50: p:s door 't afbreeken van de Kop gesonken. |
dewijl 't breeken der Estricken als een seer broose Substantie so bij 't overneemen als afscheepen na land en 't meenigvuldige werken van 't Schip is veroorsaakt. | 1316: | p:s Estricken van 16 d:m op 2000 p:s gebrooken, zijnde 65 4/5: p:rC:to |
1536: | d:o Estricken van 12 d:m op 3000 p:s gebrooken zijnde 51 1/5: p:rC:to |
‘Zullende Uw E: Agtbaaren uijt het in margine deeses gestelde klaarlijk de waaragtige Reeden kunnen b’oogen, waar door de minderheeden en defecten der Voorsz: Goederen haaren oorspronk hebben, om welke reedenen den ondergeteekenden op d’ Eerbiedigste wijze versoekt, als een Dienaar die d’ E: Comp: seedert dat hij deselve gediend heeft; altoos trouw en eerlijk heeft behandeld, dat hij voorgemelde minderheeden en defecten der bovengenoemde Goederen niet moge werden belast.’
’/:was geteekent:/’
‘C: Schreuder. /:in margine:/ In ‘t Schip Velzen den 20:e April 1772:’
Over den inhoud welker papieren, met attentie gebesoigneerd, en dienaangaande in overweeging genomen weesende, dat de Cassen, waar in de Waxkaarssen zijn afgepakt geweest, door de Scheepsoverheeden tot Batavia, opgeopend ontfangen, en ook sodanig alhier, volgens het bruto gewigt uijtgeleeverd zijn, en dat het breeken der met gem: bodem meede herwaards gezondene Estrikken, soo door het sterk arbeijden van het Schip, bij geleeden swaar weer, als derselver brose Substantie, is veroorsaakt, heeft men dierhalven moeten besluijten, het een en ander, neevens de Stuckend aangebragte Jatij molen planken, vermits niet blijkt, dat sulx door negligentie der voorseijde Scheepsoverheeden is te weege gebragt, zoo wel als de hier niet ontfangene hijpaal, die volgens overgeleeverde Verclaring, door het breeken der Cop bij het overheijssen uijt ‘t Schip, overboord gevallen en gesonken is, te passeeren; en aan den anderen kant het bedragen der bedurven en te kort bevondene Rijst, ged: Opperhoofden op hunnen Zoldij reecq: met een half Capitaal advans ten lasten te doen brengen, als.
den Schipper Christiaan Schreuder. | ||
over 15746: lb: Rijst voor 2/3: | ƒ321:02:08: | |
den Opperst: Jan Thiel. | ||
wegens als evengesegd voor 1/3: | d:o 160:11:-: | |
ƒ481:13:08: |
den Schipper Christiaan Schreuder. | ||
over 15746: lb: Rijst voor 2/3: | ƒ321:02:08: | |
den Opperst: Jan Thiel. | ||
wegens als evengesegd voor 1/3: | d:o 160:11:-: | |
ƒ481:13:08: |
Terwijl de voorsz: gebrookene molenplanken en Estricken, bij publicque Vendutie, voor het geene deselve sullen mogen gelden, sullen werden verkogt.
Gelijk al verders is verstaan, het geene dat op d’ Aracq en poeder Zuijker, minder als de gepermitteerde afschrijvinge dicteerd, is te kort gekomen, tegens uijtkoopsprijs, mitsg:s de gevalideerde 3: p:rC:tos op d’ ontfangene Wax, met een half Capitaal advans, deselve overheeden op haare Voorsz: Zoldijreecq: zal werden te goed gedaan in deeser voegen, namentlijk.
den Schipper Schreuder voor 2/3: | ||
over 196 1/2: Cann: Arak | ƒ56:14:08: | |
d:o 710: lb poeder Zuijker | d:o 82:16:08: | |
d:o 6: d:o Wax | d:o 3:12:08: | |
ƒ143:03:08: | ||
den Opperst: Thiel, voor 1/3: | ||
over 196 1/2: Cann: Arak | ƒ28:07:-: | |
d:o 710: lb Poeder Zuijker | d:o 41:08:08: | |
d:o 6: d:o Wax | d:o 1:16:-: | |
d:o 71:11:08: | ||
ƒ214:15:-: |
den Schipper Schreuder voor 2/3: | ||
over 196 1/2: Cann: Arak | ƒ56:14:08: | |
d:o 710: lb poeder Zuijker | d:o 82:16:08: | |
d:o 6: d:o Wax | d:o 3:12:08: | |
ƒ143:03:08: | ||
den Opperst: Thiel, voor 1/3: | ||
over 196 1/2: Cann: Arak | ƒ28:07:-: | |
d:o 710: lb Poeder Zuijker | d:o 41:08:08: | |
d:o 6: d:o Wax | d:o 1:16:-: | |
d:o 71:11:08: | ||
ƒ214:15:-: |
En is voorts, naar Lectuure van het Rapport, dat door meerm: Schipper Christiaan Schreuder, nopens de dagelijxe verrigtingen, in ‘t lossen en weeder beladen van het voorwaardsgem: provisie Schip Velzen is verleend geworden, goedgevonden, in margine van het selve rapport te doen aanteekenen; dat de daar in aangehaalde dagelijxe verrigtingen, allesints met de waarheijd Conform zijn ter needer gesteld, en dat gem: Kiel voor ‘t overige, niet eerder heeft kunnen werden gedimitteerd, uijt hoofde van ‘t volhandig werk, dat men met het afvaardigen der Successivelijk van hier vertrockene Retourscheepen der E: Comp: heeft gehad.
Door den in A:o 1767: met permissie van de Heeren der hooge Indiase Regeering van Batavia herwaards overgekoomenen inlands-burger Petrus van Rijnwijk, bij Request zeer instantig versogt geworden zijnde, om ter verrigting zijner affaires, met meede neeming van desselfs alhier getrouwde huijsvrouw Helena van Smittenberg, p:r het voorwaarts gem: Provisie Schip Velsen , weederom derwaards te mogen retourneeren; Soo is verstaan, sulx aan denselven t’ Accordeeren; ten welken eijnde het ordinaire Transport en Costgeld, door hem Van Rijnwijk, in ‘s Comp:s Cassa alhier sullende moeten werden voldaan; is voorts Soo ter Consideratie dat zijne voorm: huijsvrouw, uijt hoofde van haaren behoeftigen toestand, Transport en Kostvrij, uijt het Vaderland dit heen is overgekomen, als het onvermogen van gem: Rijnwijk, beslooten, gem: Helena van Smittenberg thans meede van de betalinge der gewoone Transport en Costpenn: t’ Excuseeren.
En dewijl door den Cap:n van ‘t onlangs hieraangeweest zijnde frans freguat la Thetis Mons:r de Frobriant, alhier is overgegeeven seeker Slaaf genaamd Frans van Ceijlon, die zig, wanneer hij Cap:n hem met desselfs voorsz: bodem, te Batavia hadde bevonden, daar in heeft weeten te versteeken, dog bij ontdecking in verseekering genomen en indiervoegen ook te Mauritius bewaard, mitsg:s vervolgens van daar herwaards is gebragt; is dierhalven, nadien gem: fugatief heeft betuijgd, te zijn een lijfEijgen van eenen Jan Haksteen, meesterknegt der Scheepstimmerlieden te Batavia voorm:, best geoordeeld en dienvolgens gearresteerd, denselven met bovengeciteerden bodem Velzen , in verseekering derwaards overtesenden; hebbende ged: Cap:t Trobriant voor den overvoer of het bewaaren van meerm: Slaaf niets koomen te pretendeeren.
Werdende vervolgens door den ter politicque Secretarije beschijdenen adsistent M:r Gijsbert Hemmij, seer instantig versoek gedaan, dat aan hem mogte werden gepermitteerd, met een der nog verwagt werdende Patriase Scheepen, naar Batavia over te vaaren; ‘t welk met stilstand van Gagie aan denselven is geaccordeert.
Soo als ook aan den burger Johannes Smit Jurriansz: ten zijnen versoeke is toegestaan, omme desselfs Zoon, in name Andries oud 18: Jaaren, p:r het ter rheede leggend’ Ceijlons retourschip Borsselen , na het Vaderland te mogen oversenden; mits betalende Transport en Costgeld, om op den overloop te werden gelogeerd ende getracteerd.
De Persoonen van Pieter Matthijs Astrop van Hadersleben en Johan Truijks van Straalsond, p:l Onderstuurlieden, mitsg:s Jan Rijntjes van Dantzig en Willem de Bruijn van Amsterdam, Mattroosen, dewelke in den Jaare 1770:, van den hier permanenten hoeker de Snelheijd , wanneer denselven naar de baaijen van S:t Augustijn en Rio de la Goa , ter opspeuringe der vermiste Bengaalse Retourscheepen Vaillant en Enchuijsen is afgezonden geweest, in gem: baaij van Rio de la Goa agtergelaten, en na het uijtstaan van veel Elende en gevaar, eerst te Inhambanij, vervolgens te Mosambique , van daar te Diu , Souratta , en Eijdelijk te Ceijlon ter houw gekomen zijn, als nu p:r het Retourschip Borsselen , van laatstgem: plaatse alhier aangeland zijnde, zoo is bij overweeging, dat het aan hun overgekomen ongeval, wanneer ten verkenning van ‘t land waren afgesonden, en dus in den dienst der E: Comp: is geschied; verstaan, dat de Gagiën der Voorsz: stuurlieden en Mattroosen, sodanig als zij die bevoorens hebben gewonnen, aan deSelve zal werden te goed gedaan, te reekenen Seedert den dag, dat zijlieden invoegen Voorsz:, op de Cust omtrent Rio de la Goa zijn agtergelaaten: en nadien bovengem: p:l Onderstuurlieden Pieter Matthijs Astrop en Johan Fuijks, die diensten geduurende den tijd, dat op Voorsz: hoeker zijn beschijden geweest, tot genoegen hebben koomen te presteeren, is over Sulx goedgedagt, deselve als nu daar toe te bevorden, met verhooging van besolding tot ƒ24:- p:r Maand, onder hunne lopende verbanden.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 284-288.¶
Vrijdag den {17720424} 24:e April 1772
alle present.
Door den met het deesen Jaare van hier vertrockene Retourschip Hoolwerf , van Batavia ter deeser plaatse aangelanden, en met Stilstand van Gagie alhier overgebleevenen oud Directeur van Bengalen de Heer George Lodewijk Vernet, in scriptis te kennen gegeeven zijnde, hoe hij door schrijvens, bij desselfs aanweesen alhier van daar ontfangen, was geinformeerd geworden, dat zijne presentie in Bengalen , ten hoogsten wierde gerequireert, bij aldien hij in zijne particuliere Saaken geen Considerable schade wilde lijden, met bijgevoegd versoek, dat ‘er ter dier oorsaake aan hem mogte werden gepermitteerd, ter verrigting zijner affaires, met d’ Eerstvoorkoomende geleegendheijd derwaards te vertrecken; Soo is goedgevonden, sulx aan zijn E:d /:desselfs Gagie als voorheen afgeschreeven blijvende:/ t’ Accordeeren; Terwijl voorts op de verdere gedane instantie van gem: Heer Vernet, nog aan denselven is toegestaan, omme desselfs huijsvrouw Juffr: Helena Adriana Borwater, neevens hunlieder Twee kinderen, met namen Johanna Gijsberta en Clive George, p:r het aanweesend’ Ceijlons retourschip Borsselen , naar ‘t Vaderland te moogen laaten overvaaren.
En is wijders op het gedaan berigt van den Cap:t Richard Peirce, voerende het in de Baaij Fals geankert leggend’ Engels Comp:s Schip the Earl of Asburnham , dat hij het voorl: Jaarsse naSchip Duijv en Brug , in dato 25: Jann: pass:o, op de NB:te van 36: gr: en lengte van 31: min:, ontmoet hebbende, aan het selve eenige Victualiën van gesouten Vleesch, Spek, beschuijt en andere Provisiën bijgeset, en den Gesaghebber van gem: Kiel Coenraad Louwe, voor dies bedragen een handschrift of Schuldbrief, ter Somma van 298: Spaance Realen, thans bij gem: Engelsse Cap:t vertoont werdende, aan hem hadde ter hand gesteld, beslooten, dit Montant, ten versoeke van ged: Cap:n Peirce, aan denselven uijt ‘S E: Comp:s Cassa alhier te laaten voldoen, mits bij den ontfangst van dien, de Voorsz: Schuldbrieff behoorlijk quiteerende.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 289-291.¶
Dingsdag den {17720428} 28 April 1772:
alle present.
Aan den met het aanweesend’ Ceijlons Retourschip Borsselen , naar ‘t Patria overvaarenden geweesen Directeur van de fransse O:I: Comp: te Souratta de Heer jean Anquetil de Briancourt, op zijn diesweegens gedaan Supplicq, gepermitteerd geworden zijnde, desselfs p:r het frans Schip le Citoyen , van Mauritius ter deeser plaatse aangelanden Zoon /:in name Antoine Anquetil:/ met sig derwaards te moogen meede neemen; is voorts op desselfs verder gedaan versoek, ende bij overweeginge, dat door de Regeering van Ceijlon , aan gem: Heer de Briancourt, vrij Transport naar Neederland is verleend, blijkens authenticq Extract Missive, door voorsz: Ceijlonse regeering aan de Gaalsse Ministers, in dato 27:e Jann: deeses Jaars geschreeven, en bij zijn E:d vertoond; oversulx verstaan, denselven van de betaling der ordinaire Transport en Costpenn:, voor zijn gem: Zoon, insgelijx te ExcuSeeren.
Aldus Geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 292-294.¶
Vrijdag den {17720501} 1: Maij 1772.
alle Present.
Door d’ Overheeden van het ter Rheede leggend Schip de Paauw , overgeleeverd zijnde seekere verklaaring, behelsende, dat zijlieden geduurende de reijse uijt ‘t Vaderland na herwaards, hadden ondervonden, dat gem: bodem door de bovenlast, niet alleen te rank zijnde, om behoorlijk zeijl te kunnen voeren, maar ook met het bijleggen te swaar werkende dezelve dus genoodsaakt waaren geweest, hun geschut tusschen deks te Strijken, met bijgevoegd versoek, dat om het Schip te beeter op Zee te kunnen houden, van het zelve eenig Canon alhier mogte afgenoomen en bewaard blijven, tot desselfs Retour uijt India, ten eijnde als dan in gem: kiel weederom te werden overgescheept; Soo is om de geallegueerde reedenen verstaan, van meerm: bodem de Paauw , thien Stucken geschut, te weeten.
met derselver Ropaarden te doen ligten en hier aantehouden.
Aldus geresolveert, ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 295-322.¶
Vrijdag den {17720515} 15:e Maij 1772:
’s Voormiddags alle present.
Vermits de uijtkomende Scheepen de Jonge Samuel en Willem de Vijfde , op den 10: en 13: deezer maand de Tafelbaaij alhier zijn ingelopen, niet teegenstaande de ordres der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren dicteeren, dat dezelve baaij niet zal mogen werden aangedaan, wanneer d’ Overheeden der Scheepen genoegsaam zullen kunnen voorsien, deselve niet voor den 15:e Maij weederom te kunnen verlaaten, zoo is ten deesen belange door gem: overheeden op de van hun gevorderde verantwoording vertoond, te weeten: Eerstelijk door die van de Jonge Samuel , dat wanneer in dato 8:e deezer Lopende maand Maij het land van Africa in ‘t gesigt hadden bekomen, zijl: zig als doen niet alleen beneeden de Baaij fals quamen te bevinden, zonder deselve mits de met Swaare Storm buijen verselde W:N:W:te Winden en dat het Land met een dikke neevel beset wat te kunnen besteevenen, maar dat ook den Opper.- en Onder-stuurman dier Kiel waaren koomen t’ overlijden, ‘t Scorbut sterk onder ‘t volk begon toeteneemen, en boovensdien de boegSpriet gekraakt, en het voorstenge stag gebrooken weezende, het voorSchip zig oversulx zeer reddeloos quam te bevinden, zulx zij overheeden om alle de Voorsz: reedenen hadden moeten besluijten meerm: Tafelbaaij in te loopen; Terwijl d’ overheeden van ‘t Schip Willem de Vijfde , zig in de noodsakelijkheijd om zulx te doen hebben bevonden uijt hoofde dan den Schipper en Opperstuurman dier kiel beijde overleeden weezende, de groote mast niet alleen gekraakt was, maar zig aan deselve ook diverse breuken hadden geopenbaard, invoegen zij overheeden in dien toestand het niet langer op Zee hebbende durven houden, oversulx raadsaamst geoordeeld hadden deeze Tafelbaaij als de naaste onder schoot geweest zijnde in de Loopen.
Waar op overwogen zijnde, dat behalven de Voorsz: Motiven die d’ Overheeden van de Jonge Samuel hebben genoodsaakt de Tafelbaaij in te loopen gem: kiel in ‘t Vaderland ook met masthouten voor dit Gouvernement is afgeladen geworden, dewelke onvermeijdelijk ter deeser Caabse Rheede moeten werden ontscheept, zoo dat bij aldien gem: bodem de Baaij Fals al was binnen geloopen, men denselven dog ten dien eijnde van daar herwaarts zoude hebben moeten doen opkoomen.
dat wijders d’ omstandigheeden waar in zig het Schip Willem de Vijfde heeft bevonden, meede niet hebben toegelaaten het Langer op Zee te houden, maar in teegendeel d’ overheeden van dien bodem genecessiteert, om tot voorkooming der andersints met reeden te dugten geweest zijnde rampen deeze Tafelbaaij in te loopen, alwaar dezelve bij het presente sagt en handsaam weer met des te meerder Spoed in Staat van vertrek zal kunnen werden gebragt, te meer nadien de groote mast dier Kiel door expres geCommitteerde Zee en Scheepstimmerlieden gevisiteert weesende, met het opleggen van Wangen weederom volkomen kan werden verholpen, heeft men dierhalven het gedrag der Overheeden van meerm: Scheepen de Jonge Samuel en Willem de Vijfde nopens het aandoen deeser Tafelbaaij moeten approbeeren; Zullende voor ‘t overige met het ontlossen der Masthouten uijt Eerstgem: kiel alle mogelijke spoed gemaakt, en ‘t Schip Willem de Vijfde insgelijx zonder het minste tijd versuijm weeder in staat van vertrek werden gebragt.
En nadien gelijk bevoorens is aangehaald den Schipper van het zelve Schip Willem de Vijfde Cornelis Klingwal op de herwaarts reijse is komen t’ overlijden, en dat thans ten deesen belange door den daar op beschijdenen Adsistent bij den Chinasen handel Daniël Amand Teschemacher bij request versoek wierd gedaan, dat in plaatse van gem: overleedenen een ander en des mogelijk op China bevaaren zijnden Schipper mogt werden aangesteld, zoo is ter Consideratie dat den Schipper van het meede aanweesend’ Schip Schoonzigt Jan Rondekrans, daar toe niet alleen het gevoeglijkst kan werden gemist, maar dat denselven door de Heeren der hooge Indiase Regeering in A:o 1770: ook als zodanig op ‘t Schip de Both is geplaatst geweest, voor den dienst der E: Comp: best geoordeeld en dienvolgens beslooten, het Commando van meerm: bodem Willem de Vijfde aan gem: Schipper Rondekrans op te dragen, aan wien het Schip dan ook volgens d’ ordre der E: Comp: met dies inlading, Contanten &:a door Expresse geCommitt:s zal werden overgegeeven; Terwijl de verdere opengevallene Officiers plaatsen op het gedagte Schip, door voorn: Adsistent Teschemacher ingevolge d’ instructie door d’ Edele Heeren geCommitteerde bewindhebberen tot den Chinasen handel voor de resp: Commercie Dienaaren beraamd, met de naast in rang volgende Persoonen p:l gesuppleert geworden zijnde, overSulx in dien opsigte alhier geen verandering heeft behoeven te werden gemaakt.
Dewijl ook den Schipper van het in de Baaij Fals geankert Leggend Schip Ritthem , Michiel Godfried Lehman geduurende de herwaarts reijse is komen t’ overlijden, is dierhalven het gesag van opgem: bodem aan den OpperStuurman Jan Fredrik Lindeman, mitsg:s het Commando op Schoonsigt aan den Opperstuurman Pieter Thijssen opgedragen; aan wien Voorsz: twee Scheepen al meede volgens d’ ordres der E: Comp: sullen werden overgegeeven.
Nademaal ten opsigte van het op den 11: der gepasseerde maand genomen besluijt en het daar op geaffigeert billiët, waar bij aan de Landbouwers is gelast, te komen opgeeven, welke Quantiteijt graanen zijl: behalven het geene reets ter Leeveringe aan d’ E: Comp: hadden laten aanteekenen nog zouden te missen hebben, thans bevonden werd, dat al het Coorn ‘t welk eenigermaten ter versending naar Neederland kan werden ontbeerd, eenelijk in de Quantiteijt van Circa 150: Lasten komt te bestaan, soo dat wanneer hier bij nog wierd gevoegd de gepetitioneerde Wijnen, mitsg:s de ter preuve geEijschte Rogge en Garst, neevens soo veel Talk als men Staat maakt te zullen bekomen, dit alles met malkanderen dan nog maar de Quantiteijt van omtrent 200: Lasten, en dus geen behoorlijke lading voor het voorwaartsgem: Schip Schoonzigt sal kunnen uijtmaken, zoo geliefde den heere Gesaghebber in Consideratie te geeven dat vermits het om Voorsz: reedenen geensints met den dienst der E: Comp: soude quadreeren, ingevalle tot het vervoeren der bovengem: Producten het ged: Schip Schoonzigt wierde geëmploijeert, voor al in een tijd daar men zig in India ten opsigte van Scheepen en Volk in groote verleegentheid komende te bevinden, dien bodem oversulx aldaar ten hoogsten soude benodigen, en dat aan den anderen kant den hoeker de Zon nu weederom hier zijnde, de Voorsz: Tarw en verdere producten dus gevoeglijker met het gedagte Vaartuijg konden werden getransporteert, te meer nadien men zoo door de laatst met denselven op Madagascar ingeruijlde Slaven als de geene die ons op de van hier gedanen Eijsch door ‘s Comp:s Ministers in Bengalen met de Jongst van daar gearriveerde Retourscheepen zijn toegesonden geworden, eenigermaten uijt het gebrek aan Voorsz: dienstbare menschen gered zijnde, het afsenden van bovengem: hoeker naar Madagascar oversulx tot in den aanstaanden jaare soude kunnen uijtgesteld blijven;
Waar op met attentie gedelibreert zijnde, voor den meesten dienst der E: Comp: best geoordeeld en dienvolgens besloten is, het gementioneerde Schip Schoonzigt ingevolge de geEerde Qualificatie door de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren in het Present geval aan ons verleend, naar Batavia te laten vertrecken, mitsg:s tot Transport der meerm: te missen zijnde graanen, bestaande in
het bevoorens geCiteerde hoekerschip de Zon t’ Emploijeeren: maar nadien door den mediocren uijtslag van den jonsten graan ougst de Prijs daar van Successivelijk dermaten is komen te steijgen, dat bereijts voor den ontfangst van den door hoogstgem: Heeren Meesteren herwaarts gezondenen Eijsch der meerm: Producten door d’ ingeseetenen selve, voor de Vragt Coorn van 10: Mudden Rx: 33:- en meerder, mitsg:s voor een mudde Garst ƒ4:- ende Rogge naar advenant is betaald geworden, en dat ook Soo door een mindere Vendange der Wijnen in het voorl: Jaar als het groot vertier dat de hier aangeweest zijnde Vreemde Naties Scheepen daar in hebben gemaakt de Legger ordinaire Witte Wijn thans op 60: Rx:s komt te Staan, en met dierhalven genoodsaakt is geweest ditmaal voor de gem: Producten de volgende Prijsen te moeten besteeden, als.
Voor de Tarw. p:r mudde | ƒ6:8: holl:s geld. |
d:o d:o Rogge d:o d:o | d:o 5:12: d:o d:o |
d:o d:o Garst d:o d:o | d:o 3:04: d:o d:o |
d:o d:o Witte Steenwijn p:r legger | d:o 96:-: d:o d:o |
d:o d:o Roode Wijn | d:o 192:-: d:o d:o |
d:o d:o Talk d' 100 lb | d:o 12:-: d:o d:o |
Voor de Tarw. p:r mudde | ƒ6:8: holl:s geld. |
d:o d:o Rogge d:o d:o | d:o 5:12: d:o d:o |
d:o d:o Garst d:o d:o | d:o 3:04: d:o d:o |
d:o d:o Witte Steenwijn p:r legger | d:o 96:-: d:o d:o |
d:o d:o Roode Wijn | d:o 192:-: d:o d:o |
d:o d:o Talk d' 100 lb | d:o 12:-: d:o d:o |
is ten deesen opsigte verstaan welopgem: Heeren en Meesteren eerbiedigst te berigten, dat de voors: teegenwoordige duurte der bovengem: Producten door de aangehaalde buijten gewoone toevallen veroorsaakt weesende, men zig egter genoegzaam verseekert houd om in den aanstaande bij een favorabeler uijtslag van het graangewasch, het Koorn zoo wel als de Rog en Garst, mitsg:s de Wijnen bij een beetere Vendange niet alleen voor de bij meerm: Eijsch bepaalde, maar zelfs tot mindere prijsen te sullen kunnen inkoopen, te meer wanneer het haar Edele Hoog Agtb; mogte behagen het vertrek der Scheepen die hoogst deselve in ‘t vervolg zullen gelieven te destineeren tot het overvoeren van manschappen naar deese plaats en om vervolgens met Tarwe en andere Producten beladen weederom te retourneeren, indiervoegen te dirigeeren, dat deselve bij een ordinaire reijse in ‘t begin der maand December hier kunnen zijn, dewijl het als dan voor de Landlieden het geleegendste zijnde haare Producten Caabwaarts aantevoeren, men als dan ook te beeter in Staat zal zijn, deselve op een Spoedige wijse te kunnen ontheffen van de granen, de zij, naar dat alvoorens zal weesen ingeSlagen, dat geene ‘t welk zoo ten behoeve deeses Gouvernements als ter versending voor India werd vereijscht nog sullen hebben overgehouden, waar van zij andersints gewoon zijn sig hoe eerder hoe beeter t’ ontdoen, en dat ook ten opsigte den Wijnen door ons in tijds zullen werden genomen en in ‘t werk gesteld de verEijschte maatregulen om zoo veel daar van met de meerm: te rug te keerene Scheepen zal moeten werden afgezonden ook tot de gestipuleerde en Selfs tot mindere Prijsen te kunnen inslaan.
Dat voorts ten belange der Talk men ook vertrouwt daar van in ‘t vervolg Jaarlijx een goede Quantiteijt teegens de geordonneerde prijs van Rd:s 5:- de 100 lb: te sullen kunnen bekomen, en dat of Schoon de wijnige brandewijn die men alhier nog zoude hebben kunnen magtig werden, geensints van de verEijschte hoedanigheid geweest en uijt dien hoofde daar van ditmaal niets ingekogt zijnde, men egter hoope heeft, daar omtrent in den aanstaande insgelijx: aan de geEerde intentie van haar Wel Edele Hoog Agtb: te zullen kunnen voldoen, te meer dewijl men niet in gebreeken is gebleeven om het door de Præsidiale Camer amsterdam herwaarts gesondene berigt nopens het stoken van Brandewijn onder de resp: ingeseetenen te distribueeren, ten eijnde zig daar na in het Stooken van dat Licqueur te reguleeren.
Booven het welke nog aan welopgem: Heeren Meesteren eerbiedigst zal werden te kennen gegeeven, dat hoe gaarne wij ook hadden gewenscht om de door hoogst deselve gedanen Eijsch van huijden te voldoen, daar van egter niets zal kunnen werden overgezonden, nademaal alle de hier vallende huijden naauwlijx toerijkend zijn, tot het geene men daar van in deeze Colonie self komt te benodigen, soo wel tot de Loijerijen als het veelerhande onvermijdelijk gebruijk, dat daar van bij de Landlieden werd gemaakt, en dat ook de huijden die ‘s Comp:s gecontracteerde Slagters gehouden zijn aan deselve te leeveren, meede niet verder Strecken dan tot het geene ‘er ten behoeve der Resp: passeerende Scheepen der E: Comp: werd gerequireert.
Vermits men zoo door de in de maanden Maart en April deeses Jaars p:r Assignatie in ‘S Comp:s Cassa getelde Penn:, als dat ook onsen jongsten geldeijsch volgens het nu ontfangen aanschrijvens der Heeren Meesteren, ten vollen Staat te werden voldaan, alhier meerder Contanten aan handen zal komen te hebben, als tot den ordinairen uijtgaaf voor een rond Jaar werd gerequireert, is dierhalven verstaan zodanige Neegen kisten met 34000: p:s Ducatonnen als met het Schip Schoonzigt ten behoeve deeses Gouvernements zijn aangebragt, en die men naar gemaakte Calculatie bevonden heeft te sullen kunnen missen, p:r gem: bodem naar Batavia overtesenden.
Sullende voorts den Resident in de baaij fals p:r missive werden gelast, om twee kisten met bhaar goud die door de Edele Heeren bewindhebberen ter Camer Zeeland, p:r het schip Ritthem herwaarts gezonden dog voor het Cormandels Gouvernement gedestineerd zijn, van evengem: bodem te ligten, en onder desselfs berusting te houden, ten eijnde vervolgens met het verwagt werdend en naar Ceijlons gedestineerd’ Schip Geijwensch , derwaarts te werden voortgeschikt.
Vervolgens is op de bij Requeste gedane versoeken aan de onderstaande Persoonen ijder een stuk huijs erfs in het Nieuw afgestoken blok 3: in Eijgendom uijtgegeeven; als.
Terwijl voorts verstaan is, dat tusschen het blok N:o 11: en dat van N:o 12, de groote van twee blocken Erfs, niet uijtgegeeven, maar onbetimmerd Sullen werden gelaten, om ten algemeenen nutte, tot een Markt of pleijn te dienen.
Door den E: Coopman en Keldermeester Pieter Hacker, versoek gedaan zijnde om als Commissaris over ‘s E: Comp:s Tuijnen te mogen werden ontslagen, zo is goedgevonden sulx aan denselven, als meede aan den OnderCoopman en opsigte over ‘s Comp:s houtmaguazijn en Slaven Logie Carel Maximiliaan Adleda, die ged: E: Hacker ter adsistentie in ‘t Voorsz: Commissarisschap is toegevoegd geweest, en als nu meede versoek komt te doen daar van ontheft te zijn, t’ Accordeeren; en is na dat meerm: E: Hacker voor desselfs gedaane diensten in deesen was bedankt geworden, weederom als Commissaris over ‘s E: Comp:s Tuijnen versogt en gecommitteert den E: Coopman en Cassier M:r Jacobus Johannes Le Suëur.
Ook is op het diesweegens bij Request gedane versoek door den Cap: van een der Compagnien burger Dragonders aan Swellendam Gerrit Hendrik Meijer Esaiasz: goedgevonden denselven van Voorsz: bediening t’ ontslaan, zullende voorts den Landdrost van geciteerde district Joachim Fredrik Mentz, p:r missive werden gelast te berigten, welke Persoonen de naaste en bequaamste komen te zijn om zoo in Steede van boovengemelde Meijer, als ter vervulling van de verdere opentevallene Officiersplaatsen te werden geavanceert.
En nadien uijt het ingekoomen berigt van den Kerkenraad deezer plaatse Consteerd, dat den burger George Knoop, de vereijschte Capiciteijten tot het onderwijsen der Jeugd is besittende; is dierhalven beslooten, aan hem het Schoolhouden alhier te Permitteeren.
Sijnde Laatstelijk de Soldaten Johannes Bloemendaal van Wilst in ‘t Brandenburgse, Bernard Roodman van Sleesiën en Dirk Hassing van Amsterdam, uijt aanmerkinge van derselver langjarige diensten en hoogen Ouderdom, op hun hierom gedaan ootmoedig Supplicq, conform d’ ordre, met ƒ7:- maandelijx gegageert.
Aldus geresolveert Ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 323-334.¶
Dingsdag den {17720526} 26: may 1772:
’s Voormiddags alle present.
Na dat door den Heer Gesaghebber was geproduceert een Missive door den Landdrost van Stellenbosch en Drakenstein Lucas Sigismundus Faber, sub dato 23:e deeser aan zijn Ed: gerigt, behelsende dat een Complot hottentotten die op de Veeplaats van den Landbouwer Adriaan Louw geleegen in de agterste Roggevelden hebben gewoond, den meede Landbouwer Jan Hendrik Teutman, neevens desselfs huijsvrouw en dogter Moorddadig om ‘t leeven gebragt, mitsg:s zoo van daar als eenige andere plaatsen een parthij Vee geroofd hebbende, met het selve in ‘t gebergte geweeken waaren, dog dat dit Complot door den Veld corporaal Willem van Wijk Arijsz:, neevens eenige manschap nageset en agterhaald weesende, wijders in een Spelonk wierden beset gehouden, zonder egter daar uijt te kunnen werden verdreeven, Weshalven door gem: Veld Corporaal om enige handgranaten, mitsg:s een in ‘t werpen derselver bedreeven Persoon was versogt geworden; geliefden welgem: Heer gesaghebber voorts te kennen te geven, dat wanneer zijn Ed: de Voorsz: Missive op gisteren door den Landbouwer Andries Hatting hadde ontfangen, ten Eersten een Corporaal neevens Vijff grenadiers uijt dit Guarnisoen behoorlijk met hand granaten voorsien, met de Wagen van gem: Hatting hadde afgezonden, ten eijnde bovengem: Veld Corporaal van Wijk in ‘t Attacqueeren van ‘t Voorsz: moorddadig Complot t’ adsisteeren; maar dewijl zijn Ed: teffens uijt geCiteerde Missive des Landdrots hadde ontwaard, dat de plaats alwaar meerm: Roovers zig thans ophouden, vrij ontoegankelijk komt te zijn, hij Heer Gesaghebber oversulx meerm: Veld Corporaal van Wijk wel uijtdrukkelijk P:r Missive hadde doen gelasten, dat ingevalle de meerm: Roovers met het werpen van handgranaten Souden moeten werden aangetast, hij van Wijk, voorsz: Corporaal op de voorsigtigste wijse met raad en daad zoude hebben aan de hand te gaan, ten eijnde het Attacqueeren, der geciteerde booswigten allesints zoude kunnen geschieden, met verwagting van een goeden uijtslag, en zonder de Voorsz: militairen bloot te Stellen op plaatsen alwaar zijl: haare Vijanden niet kunnende beschadigen zelf in gevaar zouden zijn, met welke gestelde ordres de gesamentlijke Raadsleeden eenpariglijk hebben betuijgd zig ten vollen te Conformeeren, onder dankzegginge aan welgem: Heer Gesaghebber voor de dieswegens gedane Communicatie.
En nadien volgens eene thans meede door welgem: Heer Gesaghebber in raade overgelegde Missive, dewelke door den Landdrost van Swellendam Joachim Fredrik Mentz sub dato 16:e deeser maand aan zijn E: gerigt zijnde, egter niet eerder dan op gisteren hier is aangebragt, de onder het Voorsz: district Sorteerende Landbouwers Jacobus de Buijs en Jacobus Fredrik van Staden, tot dien ongehoorden moetwil hebben durven overgaan, om gedagten Landdrost in desselfs wooning niet alleen op de verregaandste wijze met vloeken en schelden te injurieeren, maar ook met Stooten en Slaan feijtelijk aan te randen; Ja Selfs, dat ten laatsten door Voorsz: Jacobus de Buijs desselfs met een Kogel geladen geweest zijnde geweer op ged:ten Landdrost is gelost geworden; Soo is ten opsigte van dit ten hoogsten strafwaardig attentaat, verstaan, den E: Coopman en Secretaris deeses Raads Oloff Martini Bergh, als het fiscaals ampt provisioneel waarneemende, te demandeeren, des aangaande naauwkeurig ondersoek te doen, en voorsz: Jacobus de Buijs en Jacobus Fredrik van Staden, ter dier Saake ten strengsten in regten te vervolgen; Terwijl voorts overwogen zijnde, dat het voor de rust der Swellendamse Colonie van de hoogste aangeleegendheijd zij, dat meerm: twee gevaarlijke Subjecten, hoe eerder hoe beeter werden geapprehendeerd, oversulx ook goedgedagt en dienvolgens beslooten is, bovengem: Landdrost Mentz p:r Missive te doen gelasten, om ingevalle ‘er middel zoude zijn, om Sulx op een Secuure wijse ter uijtvoer te brengen, als dan meerm: Jacobus de Buijs en Jacobus Fredrik van Staden, in goede verseekering te neemen, en sodanig herwaards op te zenden.
Ende ten aansien de ballingen op ‘t Robben Eijland van tijd tot tijd dermaten in getale zijn toegenoomen dat deselve niet wel langer met genoegsame seekerheijd door de aldaar geplaatste besetting van een Sergeant, 2: Corporaals en 20: Soldaaten kunnen werden bewaard, is dierhalven verstaan dat de Voorsz: besetting met nog Vier Soldaten zal werden versterkt.
Sijnde wijders op het bij request gedane versoek van den Substitut Landdrost tot Stellenbosch Johan Godlob Joon, beslooten, dat in sijn faveur aan haar Wel Edele Hoog Agtb: de Heeren 17:en zal werden geschreeven, ten eijnde desselfs huijsvrouw Johanna Eleonora Haasin, thans tot Breslau woonagtig, bij bequame Scheepsgeleegentheijd, onder betaling van het daar toe Staande Transport en Costgeld herwaards moge overkoomen: Terwijl daar neevens aan d’ Edele Heeren bewindhebberen ter Camer Enchuijsen, waar door gem: Joon is uijtgevaaren, ook op het Eerbiedigst zal werden versogt, dat de door hem ten behoeve zijner geCiteerde huijsvrouw gemaakte maand Ceêl van drie maanden Gagie Jaarlijx, als dan mag werden geroijeert.
Laatstelijk nog geleezen weezende, zeeker versoekschrift, door de Landbouweresse Judith van Eeden weed: Hendrik Swanepoel gepresenteerd, houdende supplicq, dat meede in haar faveur aan het Ministerium tot Colombo mogte werden geschreeven, ten eijnde zij door dies bewerking mogte geraken tot het weeder besit van den daar bij vermelden haar in Eijgendom toebehoorenden slaaf gen:t Manna van Bougies, die in den voorl: Jaare, ten verkoope na Ceijlon gezonden, dog op desselfs voorgeeven, dat hij geen Slaaf, maar een vrij persoon quam te zijn, heeft te wege gebragt, dat denselven bij dispositief des Justitieelen Raads tot Colombo , in vrijdom is gesteld, tot dat het Contrarie Soude werden geprobeerd, het welk bij de, het voorsz: request geannexeerde stucken komende te geschieden; is dierhalven verstaan, dat het gem: Ministerium, bij ons p:r het in de baaij fals vertoevend’ Ceijlons schip Geijnwensch aftegane schrijvens, vriendelijk sal werden versogt, de voors: Suppl:te, ter sake als bovengem: de behulpsame hand te bieden, ten eijnde meerm: lijfEijgen, ten haren behoeve publicq verkogt, dan wel weederom herwaards moge gesonden werden.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten daage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 335-342.¶
Dingsdag {17720714} 14:e Julij 1772:
’s Voormiddags alle present, uijtgenomen d’ E: E: van Schoor, Rijzik en Westerhoff.
Vermits de Hoog Gebiedende Heeren en Meesteren in ‘t Patria bij derselver zeer gevenereerde Missive van den 18:e October des voorl: Jaars, onder anderen, spreekende van het door de præsidiale Camer Amsterdam herwaards gezondene plan van het alhier optebouwene Nieuw Hospitaal, ten dien belange hebben gelieven ter needer te stellen, dat indien men op het voorsz: plan niet mogte hebben eenige bedenking die de uijtvoering daar van soude kunnen beletten, off immers behooren op te schorten, het hoog deselve aangenaam zoude zijn, dat met den aanleg van dat gebouw zonder vertoef een begin wierde gemaakt; soo is, bij overweeging, dat of schoon omtrent de Constructie van het geciteerde nieuwe hospitaal self, wel zodanige veranderingen en bedenkelijkheeden zijn voorgekoomen, die van dat gewigt geoordeeld zijn, gem: presidiale Camer daar van kennisse te geeven, en derselver nadere ordres te moeten afwagten, egter de ringmuur van het Voorsz: Hospitaal, met de gebouwen die aan de agterzijde teegens het selve moeten aangebouwd werden, geen verandering zullen behoeven te ondergaan; en dat oversulx in den tusschen tijd dat de Voorsz: nadere dispositie der presidiale Camer zal werden ingewagt, aan het leggen der fondamenten en het ophaalen der ged:te ringmuur zal kunnen werden gearbeijd, verstaan, daar meede ten Eersten een aanvang te doen maken; Sullende mitsdien, behalven 12: Coppen waar meede het getal der ordinaire klipbreekers zal werden vermeerderd, nog alleen tot den opbouw van het ged: Nieuwe Hospitaal en dus afgesonderd van de ordinaire in dit Gouvernement beschijdene ambagtslieden werden geEmploijeerd:
Terwijl wijders naar een bequaam persoon zal werden omgezien, om als Mandoor het opsigt over Voorsz: ambagtslieden te hebben.
Maar nademaal het niet wel doenlijk is, om d’ Estricken in die considerable Quantiteijt als deselve voor het meerm: hospitaal werden gerequireerd van Batavia te kunnen bekomen, te meer als men nagaat de groote meenigte die daar van gemeenlijk gebrooken werden aangebragt, is dierhalven best geoordeeld en dienvolgens besloten, gaande weg een goede parthij gehouwene Vloersteenen in de baaij fals , ten dienste van het hier op te bouwene Nieuwe hospitaal te laten aanmaken.
Sijnde voorts op de gedane voordragte van den Landdrost tot Swellendam Joachim Fredrik Mentz, goedgevonden, zoo in steede der ontslagene Capitains Jacobus Botha Theunisz: en Gerrit Hendrik Meijer, als ter vervullinge der verdere daar door vacerende Officiersplaatsen, de volgende Persoonen onder de landmilitie van ‘t voorsz: district t’ advanceeren, in deeservoegen, te weeten.
Over d’ Eerste Comp:ie Dragonders.
d:o de tweede d:o d:o.
in vertrouwen dat deselve sig allesints veerder als wackere en getrouwe Officiers sullen komen te gedragen.
En dewijl den tijd der verpagting van ‘s Lands gemeene middelen en Inkomsten weder begind op handen te Schieten, is dierhalven goed gedagt, sulx op den gewonen voet, onder Ult:o Aug:s aanstaande te laten geschieden, mitsg:s tot advertentie van dien, billiëtten te doen affigeeren; sullende teffens ook aan een ijgelijk al meede bij affixie van billiëtten kennisse werden gegeeven, dat na den 15: der voorsz: maand Aug:s de verstrecking van Goederen uijt de resp: pakhuijssen der E: Comp: sal ophouden, so lange tot dat deselve pakhuijsen, volgens gewoonte, door expresse geComm:s sullen weesen opgenoomen.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten daage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 343-345.¶
Dingsdag den {17720804} 4: Aug:s 1772:
’s Voormiddags alle present.
Dewijl de Quantiteijt der Wijnen, die de resp: Wijngaardeniers voor als nog, ter leeveringe aan d’ E: Comp: hebben opgegeeven, geensints is toereijkende tot het geene men, zoo tot provisie voor de Scheepen als ter versending na ‘t Vaderland en India, komt te benoodigen; heeft men dierhalven noodig geoordeeld en dienvolgens beslooten, aan alle de Voorsz: Wijngaardeniers, bij affixie van billiëtten t’ ordonneeren, om voor d’ Expiratie deeser loopende maand Aug:s, ten Negotie Comptoire alhier een nadere opgave te doen, welke quantiteijt zijl:, behalven het geene reets hebben laten aanteekenen, nog aan d’ E: Comp: sullen kunnen leeveren, met bijgevoegde Serieuse reCommandatie, daar omtrent ter goeder trouwe te werk te gaan, ten eijnde men bij faute van dien, niet genoodsaakt moge zijn, andere Mesures te neemen, die als dan sullen werden verEijscht, om d’ E: Comp: in deesen opsigte te stellen buijten verleegentheijd.
Aldus geresolveerd, ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 346-355.¶
Dingsdag {17720818} 18 Aug:s 1772:
’s Voormiddags alle present.
De resp: Leeden deeses Raads ten versoeke des Heer Gesaghebbers zig gesamentlijk met zijn Ed: begeeven hebbende naar het terrain waar op het Nieuw geprojecteerde Hospitaal Staat te werden gebouwd; Soo is bij besigtiging van ‘t zelve gebleeken, dat het ged: Hospitaal aan de Z:O:t zijde genoegsaam aan of teegens de besijden leggende en van tijd tot tijd zeer diep uijtgelopene Sloot sullende komen te Strecken, dierhalven zoo wel de fondamenten der ringmuur, als de Sijdmuuren van ‘t gebouw zelve, aan Voorsz: Z:O:t zijde hoofdsakelijk sullen dienen gesecureerd te werden tegens het nadeel dat daar aan door de geduurige inkalving der grond naar de kant van ‘t geciteerde Nieuwe Hospitaal, andersints in der tijd zoude kunnen werden toegebragt; Weshalven dan na Serieuse overweeging op wat wijze een inConvenient van zoo veel belang best zoude kunnen uijt den weg geruijmt en de daar uijt te dugtene ongemacken op de Secuurste wijse voorgekoomen werden, absolut noodsakelijk geoordeeld is, om door een doorgraving Circa ter lengte van [.....] Voeten, de loop van ‘t Water in bovengem: diep uijtgeloopene Sloot niet alleen een behoorlijke distantie van het te Construeerene gebouw af te leijden, maar ook de Sloot selve aan de Sijde naar ‘t ged: nieuwe hospitaal met een Sufficante muur van Swaare Klipsteenen opgemetseld te voorsien; dan geConsidereerd met het doorgraven en verleggen van Voorsz: Sloot, als een zeer Swaren arbeijd zijnde, Considerabel veel tijd zoude werden t’ Soek gebragt, ingevalle hier toe wierde gebruijkt de reets bij de metselaars geplaatste Opperlieden, nademaal men om ten dien opsigte op het menagieuste te werk te gaan, daar toe van de minste Gagie winnende Manschappen genoomen hebbende, deselve oversulx meerendeels uijt halfwassene persoonen bestaan; waar bij nog komt, dat zoo het doorgraaven en verleggen van Voorsz: Sloot al door geCiteerde Opperlieden wierde verrigt, als dan het leggen der fondamenten en het ophaalen der ringmuur zoude moeten Stille staan; heeft men dierhalven op de propositie des Heer Gesaghebbers, eenpariglijk voor den meesten dienst der E: Comp:ie moeten besluijten, om ten eijnde met den arbeijd aan eevengem: ringmuur te kunnen doen Continueeren, en teffens de Voorsz: onvermijdelijk nodig zijnde doorgraving en verlegging der bovengem: Sloot op ‘t Spoedigste te doen verrigten, daar toe t’ Emploijeeren een aantal van 30: Kloeke en diergelijke arbeijd gewoon zijnde Slaaven, die ten dien eijnde teegens 5: rijxd:s p:r maand van de Particuliere ingeseetenen sullen werden gehuurd.
En nadien door de aan ‘t Voorsz: nieuwe Hospitaal arbeijdende Persoonen, thans in 20: Metselaars en 40: Opperlieden bestaande, klagte is gedaan, dat het aan hun verstrekt werdende randsoen te wijnig zijnde, zijl: daar meede niet konde toekoomen, Soo is goedgedagt, dat in ‘t vervolg behalven het ordinaire brood, maandelijx aan deselve tot randsoen zal werden verstrekt:
welk randsoen voor 60 Personen bepaald zijnde, voorts na mate ‘er meerder of minder Coppen aan ‘t meerm: Nieuwe hospitaal sullen arbeijden, ook zal moeten vermeerderd ofte verminderd werden.
Voorts geleesen weesende seeker request van den adjudant der burger Dragonders aan Stellenbosch Hendrik Louw, houdende versoek, dat vermits hij een plaats ofte hofsteede onder dit Caabse district gekogt en zig reeds met ‘er woon op deselve had komen te begeeven, hij dierhalven van ‘t waarneemen zijner Voorsz: functie mogte werden ontslagen, zoo is goedgevonden sulx aan hem te Accordeeren; sullende door den Landdrost van ‘t ged: district Lucas Sigismundus Faber bij bequame gelegentheijd moeten werden opgegeeven welken persoon in de plaats van Voorsz: Louw gevoeglijkst weder tot Adjudant zoude dienen te werden aangesteld.
Verders is op het daar toe al meede in Scriptis gedaan Supplicq van den burger Jan Guilliam van Helsdingen, verstaan, om desselfs Slaven jonge gen:t Panijn van Mandhar, die onlangs door den Justitieelen Raad deeser plaatse, voor den tijd van Vijftig Jaaren op ‘t robben Eijland is gebannen geworden, voor de gevallene proCeskosten bij d’ E: Comp: in Eijgendom aanteneemen.
Sijnde laatstelijk aan d’ ondergenoemde persoonen, op derselver diesweegens insgelijx bij geschrifte gedane versoeken, elk een stuk huijs Erfs in ‘t nieuw afgestooken blok N:o 12: in Eijgendom verleend, te weeten.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 356-358.¶
Maandag den {17720831} 31: Aug:s 1772.
’s Voormiddags alle Present.
Na voorgaande klocke geklep en uijtroeping van den bode, op heeden volgens Jaarlijx gebruijk getreden sijnde, tot de publicque Verpagting der gemeene middelen en inkomsten deses Gouvernements, navolgens de diesweegens geaffigeerde billiëtten; So zijn deselve ingemeind geworden door al Sulke persoonen, en tot sodanige prijsen, als hier onder staat uijtgedrukt, te weeten.
'T Moutbier | ||
Johannes Roep | ƒ2150: | |
Brandewijnen. | ||
1: quart Maarten Baartman | ƒ6500: | |
2: d:o Jan Jacob Schreuder | d:o 6650: | |
3: d:o d:o d:o d:o | d:o 6550: | |
4: d:o d:o d:o d:o | d:o 6625: | |
d:o 26325: | ||
Vaderlandse Bieren en Wijnen | ||
Jan Jacob Schreuder | d:o 1500: | |
Caabse koele Wijnen. | ||
1:e quart Jan Jacob Schreuder | ƒ7150: | |
2:e d:o Siewert Jacobs Wiedt | d:o 7450: | |
3:e d:o d:o d:o d:o | d:o 7525: | |
4:e d:o Pieter Broedersz | d:o 8000: | |
ƒ30125: | ||
Welke Vier perceelen van de pagt der Caabse Coele Wijnen, vervolgens naar den inhoude der pagtConditiën, weeder opgeveijld en afgeslagen weesende, sijn deselve ingemeijnd geworden door den burger Pieter Broedersz:, invoegen hij Generalen Pagter der voorseijde Wijnen is gebleeven voor een Somma van | d:o 32300: | |
Caabse Wijnen &:a aan 't Rondebosje en Baaij Fals . | ||
Jan Daniel Holst | d:o 3275: | |
Koele en Brandewijn aan Stellenbosch en Drakensteijn . | ||
Hendrik Meijer | d:o 500: | |
d' Impost op de Wijn, Arak en brandewijn, aan Vreemde Natiën geleevert werdende. | ||
Marten Melk | d:o 6000: | |
zo dat de geheele pagtpenn: bedragen | ƒ72050: |
'T Moutbier | ||
Johannes Roep | ƒ2150: | |
Brandewijnen. | ||
1: quart Maarten Baartman | ƒ6500: | |
2: d:o Jan Jacob Schreuder | d:o 6650: | |
3: d:o d:o d:o d:o | d:o 6550: | |
4: d:o d:o d:o d:o | d:o 6625: | |
d:o 26325: | ||
Vaderlandse Bieren en Wijnen | ||
Jan Jacob Schreuder | d:o 1500: | |
Caabse koele Wijnen. | ||
1:e quart Jan Jacob Schreuder | ƒ7150: | |
2:e d:o Siewert Jacobs Wiedt | d:o 7450: | |
3:e d:o d:o d:o d:o | d:o 7525: | |
4:e d:o Pieter Broedersz | d:o 8000: | |
ƒ30125: | ||
Welke Vier perceelen van de pagt der Caabse Coele Wijnen, vervolgens naar den inhoude der pagtConditiën, weeder opgeveijld en afgeslagen weesende, sijn deselve ingemeijnd geworden door den burger Pieter Broedersz:, invoegen hij Generalen Pagter der voorseijde Wijnen is gebleeven voor een Somma van | d:o 32300: | |
Caabse Wijnen &:a aan 't Rondebosje en Baaij Fals . | ||
Jan Daniel Holst | d:o 3275: | |
Koele en Brandewijn aan Stellenbosch en Drakensteijn . | ||
Hendrik Meijer | d:o 500: | |
d' Impost op de Wijn, Arak en brandewijn, aan Vreemde Natiën geleevert werdende. | ||
Marten Melk | d:o 6000: | |
zo dat de geheele pagtpenn: bedragen | ƒ72050: |
Aldus gedaan en uijtgevoerd, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
[Signed:] Mij present T:C: Rönnenkamp E:g:Clercq
C. 150, pp. 359-371.¶
Dingsdag den {17720901} 1: Sept: 1772:
’s Voormiddags alle present.
Geliefde den Heer Gesaghebber te kennen te geeven, dat niet teegenstaande bij het diesweegens Sub dato 4: der eeven afgeweekene maand Aug:s geaffigeerd billiët, de resp: Wijngaardeniers op het Ernstigst waren gelast en aanbevoolen, een nadere opgaave te doen noopens zodanige Quantiteijt Wijnen, als zijl: buijten het geene reets ter leeveringe hadden opgegeeven, nog Souden te missen hebben; egter tot sijn Ed: bijzondere verwondering door veele niets naamwaardigs, mitsg:s door andere in ‘t geheel niets ter leeveringe was opgegeeven; ‘t geen des te onbetamelijker quam te zijn, nadien onder de Voorsz: Wijngaardeniers eenige werden gevonden die sig niet hebben komen t’ ontsien, om, of Schoon blijkens de onder Ult:o April gehoudene Generale opneem Rolle, een importante quantiteijt Wijnen hebben gewonnen, evenwel niets van belang ter Leeveringe aan d’ E: Comp: hebben aangeboden; sulx hij Heere Gesaghebber, ten einde d’ E: Comp: door dusdanig baatsugtig gedoente de Wet niet gesteld, maar deselve inteegendeel behoorlijk met de benodigde Wijnen soude mogen geriefd werden, had doen formeeren een Lijst, waar bij zodanige persoonen die men volgens haare gewonne Wijnen bevonden heeft zig in deezen niet naar hunnen pligt te hebben gequeeten, nog waaren gesteld op zoo veel meer als door hun gevoeglijk souden kunnen werden gemist, en die zijn Ed: vermeende, dat door Voorsz: Persoonen ten Spoedigsten en wel preferabel voor Particulieren hier aan de Caab voor d’ E: Comp: diende te werden opgebragt: waar op gebesoigneerd zijnde, zoo is, na dat de Voorsz: bij welgem: Heer Gesaghebber geformeerde Lijst volkoomen was geapprobeert, verders goedgevonden en besloten, dat daar van, zoo wel aan den E: p:l fiscaal, als den Landdrost van Stellenbosch en Drakenstein , ijder zal werden ter hand gesteld Copia der Voorsz: Lijst, en deselve officieren mits deesen te demandeeren, om zodanige persoonen, die onder ijders district Sorteeren, en ter leevering van een meer dan bij haar opgegeevene Quantiteijt wijnen hebben moeten werden gesteld, voor Sig te ontbieden, en deselve niet alleen voor te houden, het regtvaardig Misnoegen, dat zijl: met hunlieder betoonde agterhoudendheid aan deesen Raade hebben koomen te geeven, maar ook van deselve te vorderen de reedenen waarom zijl: ingevolge hunlieder indispensabelen pligt niet hebben voldaan aan den inhoude van ‘t Voorwaartsgem: billiët van den 4: Aug:s Jongstl:, dicteerende, dat voor d’ Expiratie dier maand, een nadere opgave haarer te missen hebbende Wijnen souden hebben te doen; en deselve Persoonen alverder uijtdrukkelijk te ordonneeren, om de voorsz: Quantiteijt wijnen waar op zijl: zijn gesteld, ten Spoedigsten herwaards op te brengen, Sonder alvoorens iets voor Particulieren op te rijden, en wel zorge te dragen, dat deselve komen te zijn van de verEijschte deugd, op pæne dat alle zodanige Wijnen als men zal bevinden die Qualiteit niet te besitten, en daarom niet sullen werden ontfangen, hier aan de Caab aan geen particuliere wijnCopers of andere Persoonen afgeleevert, maar door den opbrenger of Eijgenaar weeder naar zijn Woonplaats sullen moeten te rug gebragt werden.
En dewijl met reeden te dugten is, dat de sodanige der Voorsz: Wijngaardeniers, die, in Steede van Sig ingevolge hunl: indispensablen pligt, ten uijttersten bereijdwillig te betoonen d’ E: Comp: in deesen te gerieven, egter /:als boven gesegd:/ niets, of niets naamwaardigs hebben komen op te geeven, ook verders niet sullen nalaaten, alle Sinistre practijcquen te gebruijken, om haare agtergehoudene Wijnen herwaards op te brengen, om deselve in prejuditie der E: Comp: aan particulieren te demanueeren; Soo is, om diergelijk te meermalen gepleegd vuijl en baatsugtig gedoente teegen te gaan, alverder goedgevonden, bij placcaat t’ interdiceeren en verbieden, dat niemand zig zal hebben te vervorderen, eenige Wijnen op een anders naam op te brengen, en aan de patrouille wagt aan te geeven, of verders aan ijmand afteleeveren, op verbeurte eener boete van Een duijsend Guldens Indische Valuatie, door de geene die hier tegens koomen aan te gaan; in welke pænaliteit niet alleen meede Sullen vervallen zijn, die zig tot het oprijden, aangeeven of afleeveren van Wijnen, op verkeerde of andere namen dan der geene aan wien deselve werkelijk toebehooren, zullen hebben laten gebruijken, maar ook desulke, die eenige op een andermansnaam opgebragte Wijnen van de Landbouwers of Wijngaardeniers sullen hebben gekogt, ten welken einde dan ook, op dat ‘er geen uijtvlugt voor ‘t Voorsz: onbehoorlijk gedoente moge overblijven, alle de Landbouwers of Wijngaardeniers uijtdruckelijk Sullen werden gelast, dat ingevalle zij haare Wijnen niet selfs komen op te brengen, of Sulx door een tot hun huijsgesin behoorend vertrouwd Persoon kunnen laaten verrigten, deselve als dan gehouden zullen zijn, aan de daar toe geEmploijeerd werdende Slaven meede te geeven, een briefje, vervattende de naam en woonplaats door wien en van waar, mitsg:s hoe veel Leggers en aan wien deselve hier aan de Caab moeten werden afgeleeverd, invoegen een ijgelijk hieromtrent dan ook voor desselfs Slaaven zal moeten instaan en verantwoorden: Terwijl de hiervorengestelde boete zal werden verdeeld als volgd, te weeten, een derde voor d’ E: Comp:, een derde voor den aanbrenger, en Een derde voor den Officier die de calange zal koomen te doen; blijvende voor ‘t overige het geStatueerde bij Placcaat van den 31:e Aug:s 1762: ten opsigte van alle andere producten die op een ander naam opgebragt, aangegeeven ofte afgeleeverd sullen zijn, in desselfs geheel.
Den Lieutenant van de derde Comp: burger infanterie alhier Johan Christoffel Flek, op zijn diesweegens bij Request gedaan Supplicq ende ter Consideratie van desselfs Lighaams Corruptiën, van ‘t waarneemen dier functie ontslagen geworden zijnde, is goedgevonden inSteede van denselven tot Lieutenant te advanceeren, den Vaandrig Cornelis van der Poel, en voorts in plaatse van deesen den burger Johannes Matthias Bletterman, tot Vaandrig aanteStellen.
Ook is in steede van den onlangs ontslagenen Hendrik Louw, weeder tot adjudant van de burger Dragonders aan Stellenbosch bevorderd, den Corporaal Eduard Wium.
Sijnde wijders aan den burger Jan Daniel Holst, hierom in Scriptis versoek doende, gepermitteerd, om de door hem bij de jongste Verpagting van ‘s Lands gemeene middelen en Inkomsten, aangenomene pagt der Coele en brandewijnen aan ‘t ronde bosje en in de Baaijfals , aan den meede burger Jan Simon Keijser voor de geregte helft te mogen overlaten, en sig oversulx met denselven t’ associeeren: Terwijl bovensdien so aan gem: Holst als aan de resp: pagters der Vaderlandse bieren en Wijnen, mitsg;s sterke dranken, in dit Caabse district, is toegestaan, te mogen aanstellen, de bijtappers in hunne dieswegens overgeleverde Requesten vermeld, gelijk sulx breder te sien is bij de Notulen van hedigen datum.
Laatstelijk is verstaan aan den Landdrost en burger Krijgsraad van Swellendam , op derselver hierom bij Missive gedaan versoek 900 lb busCruijt, en 1000 p:s Vuursteenen soo tot het verrigten van de aanstaande Exercitiën der Coloniers in den wapenhandel, als het doen der Wapenschouwing aldaar te laten verstrekken.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 372-390.¶
Dingsdag den {17720915} 15:e Sept: 1772.
’s Voormiddags alle present, dempto den E: Coopman en Keldermeester Pieter Hacker, mits occupatie.
Door den OnderCoopman en Secretaris der Weescamer Johannes Henricus Blanckenberg, bij Request zeer instantig versogt geworden zijnde, om ter oorsake van desselfs aanhoudende swacke Lighaams gesteldheijd, behoudens zijnen Rang als oud Lid in den Raad van Justitie alhier, waar in denselven verscheijde Jaaren heeft Sessie gehad, uijt den dienst der E: Comp: te mogen werden ontSlagen; is goedgevonden ende verstaan, sulx aan hem t’ Accordeeren zijnde vervolgens op het voordragen van den Heer Gesaghebber in desselfs plaatse weederom tot Secretaris van Weesmeesteren aangesteld den meede OnderCoopman en Adjunct Fiscaal Oloff Godlieb de Wet: Terwijl voorts nog goedgedagt is, den boekhouder en gesw: Clercq ter politicque Secretarije Marthinus Adrianus Bergh te qualificeeren, om bij Provisie den dienst als adjunct fiscaal waarteneemen, en als zodanig te fungeeren; gelijk denselven daar toe gequalificeerd werd bij deezen.
Ook is op het diesweegens al meede in Scriptis gedaan Supplicq van den Oud Burgerraad Andries Brink, beslooten, denselven uijt Consideratie van desselfs hoogklimmenden ouderdom, en toeneemende Lichaams-qualen, in vervolg van tijd, van het verder waarnemen van alle burgerlijke Officiën t’ Excuseeren.
Sijnde wijders ten versoeke van den E: Coopman en Negotie overdrager Otto Luder Hemmij, aan denselven een reepje Erfs, geleegen in deese Tafelvalleij annex desselfs huijs en Erf in ‘t Blok IV: en aldaar N:o 1:, groot Vier en Zeeventig quad:t roeden en Vier en Twintig dito Voeten, in Eijgendom vergund.
Waar na geresumeerd weesende, zeekere Memorie, luijdende als volgd.
‘Memorie van ‘t nabesz: Ijzer, Zeep, hop, graauwemoppen, klinkers, houtwerken &:a, uijt de onderstaande scheepen soo te kort gebrooken als tot opvullen verbruijkt, de Foullij en Tabak in ‘t Negotie pakhuijs bij naweeging te kort, als meede de LeijfEijgenen in de Ses jongst gepasseerde maanden door de Natuurlijke dood overleeden, ‘t Vee in gem: tijd zo verrekt als door ‘t wild gedierte vernielt, en eijndelijk verschijde Goederen, ‘t zeedert P:o 7ber A:o pass:o tot Ultimo Augustus in de resp: Pakhuijsen onbequaam en onbruijkbaar bevonden, alles volgens verklaringen blijkende, Namentlijk.’
‘
Uijt Kroonenburg | |||
Afsz: | 814: | lb: gesort: Ijser op 73121: lb bij naweeging te kort. | |
Verkopen | 3: | p:s Amsterd : Graven op 165: p:s in Een Cas L:a E: gebroken. | |
Afsz: | 135: | lb Zeep op 2261: ld in 4 Kassen L:a N:N: tot q:q: bij naweeging te kort. | |
76: | Kann: Lijn Olij op 10: halfamen bij pijling minder als 5 v:n 3: en 5: v:n 4 d:m wan. | ||
Verkopen | 4910: | p:s Grauwe moppen op 10000 p:s gebroken | |
3040: | d:o Geele Klinkers d:o 10000: d:o d:o | ||
1: | d:o Eijke plank v:n 2 1/2 d:m op 15 p:s d:o d:o | ||
1: | p:s gr: balk v:n 5 en 7: d:m op 20: p:s gebroken | ||
2: | d:o Latten d:o 1 1/2 d:o 3 d:o d:o 25: d:o d:o | ||
2: | d:o d:o d:o 1 d:o 2 d:o d:o 25: d:o d:o | ||
6: | d:o d:o d:o d:o 1 d:o 1 1/2 d:o d:o 75: d:o d:o | ||
7: | d:o deelen d:o 1 1/2: d:o d:o 100 d:o d:o | ||
Afsz: | 1/15: | Kelder gedisteleerde Wateren, op 1: Kelder gebrooken. | |
5 3/4: | Vaten Theer tot opvullen van 29 1/4: Vaten verbruijkt. | ||
Uijt de Son . | |||
Afsz: | 62: | lb gesort: yzer op 5008 lb bij naweeging te kort. | |
Verkopen | 1: | p:s gr: rib van 4 en 4 d:m op 30 p:s | gebrooken |
13: | d:o d:o deelen d:o 1: d:o d:o d:o 200: p:s | ||
1435: | d:o gr: Moppen op 4000 p:s | ||
23517: | d:o Leijdse Steenen d:o 80000 p:s | ||
Uijt de Jonge Samuel | |||
Verkopen | 12: | p:s Sparren v:n 15 a 18 v:t op 150 p:s gebroken. | |
20 | p:s Juffers van 30 à 36: v:t op 150 p:s gebroken | ||
Uijt Schoonzigt . | |||
Afsz: | 68: | lb gesort: Yzer op 5000: lb bij weeging te kort. | |
Verkopen | 23 | p:s g:r deelen v:n 1 d:m op 227: p:s gebroken | |
1536: | d:o gr: Moppen d:o 4000: d:o d:o | ||
52437: | d:o d:o leidse steenen d:o 170'000 d:o d:o | ||
Uijt Ijsselmonde . | |||
Afsz: en tot inpacken der geweeren, na Madagascar , ten dienste van den Slaven handel t' Emploijeeren | 40: | p:s Gonnijs op 3000: p:s verrot en verstikt | |
Uijt 't Huijs ter Meije | |||
Verkoopen | 63: | bossen Schagten op 450: bossen bij 't openen van Een Cas L:a U verstikt. | |
Afsz | 3: | p:s Smeltkroesen op 40: p:s in Een Cas L:a W: gebrooken | |
1195: | lb gesort: Yzer op 96879: lb bij weging te kort | ||
Verkopen | 7: | p:s Amsterd: Graven op 335: p:s bij 't openen van twee Cassen L:a A: en C: gebroken. | |
Afsz: | 29: | lb hop in 2: balen bij factuur 544 lb C:to Tarra 5 lb, egter bij naweging bevonden de Tarra 34: lb: dus 29: lb: tekort. | |
-2/15: | Kelder Brandewijn op Een Kelder gebrooken. | ||
Verkopen | 2: | p:s Sparren v:n 15 a 18 v:t op 75 p:s gebroken | |
2: | d:o Juffers d:o 30 d:o 36: d:o d:o 75: d:o d:o | ||
5195: | d:o Gr: moppen op 1000: d:o d:o | ||
4225: | d:o gele Klinkers d:o 100000: d:o d:o | ||
7: | p:s gr: balken v:n 11 en 13 v:n op 25 p:s | Verstikt en Vermolmt | |
4: | d:o d:o d:o d:o 9 d:o 11 d:o d:o 13: d:o | ||
3: | d:o d:o d:o d:o 8 d:o 10 d:o d:o 13 d:o | ||
5: | d:o d:o d:o d:o 6 d:o 8 d:o d:o 15 d:o | ||
4: | d:o d:o d:o d:o 5 d:o 7 d:o d:o 15: d:o | ||
1: | d:o d:o Lat d:o 1 1/2 d:o 3 d:o d:o 25: p:s | gebrooken | |
3: | d:o d:o d:o d:o 1 d:o 2 d:o d:o 25: d:o | ||
5: | d:o d:o d:o d:o 1 d:o 1 1/2 d:o d:o 75: d:o | ||
4: | d:o d:o deelen d:o 1 1/2 d:o d:o 50: d:o | ||
Afsz: | 6: | Vaten Theer tot opvullen van 29: Vaten verbruijkt. |
Uijt Kroonenburg | |||
Afsz: | 814: | lb: gesort: Ijser op 73121: lb bij naweeging te kort. | |
Verkopen | 3: | p:s Amsterd : Graven op 165: p:s in Een Cas L:a E: gebroken. | |
Afsz: | 135: | lb Zeep op 2261: ld in 4 Kassen L:a N:N: tot q:q: bij naweeging te kort. | |
76: | Kann: Lijn Olij op 10: halfamen bij pijling minder als 5 v:n 3: en 5: v:n 4 d:m wan. | ||
Verkopen | 4910: | p:s Grauwe moppen op 10000 p:s gebroken | |
3040: | d:o Geele Klinkers d:o 10000: d:o d:o | ||
1: | d:o Eijke plank v:n 2 1/2 d:m op 15 p:s d:o d:o | ||
1: | p:s gr: balk v:n 5 en 7: d:m op 20: p:s gebroken | ||
2: | d:o Latten d:o 1 1/2 d:o 3 d:o d:o 25: d:o d:o | ||
2: | d:o d:o d:o 1 d:o 2 d:o d:o 25: d:o d:o | ||
6: | d:o d:o d:o d:o 1 d:o 1 1/2 d:o d:o 75: d:o d:o | ||
7: | d:o deelen d:o 1 1/2: d:o d:o 100 d:o d:o | ||
Afsz: | 1/15: | Kelder gedisteleerde Wateren, op 1: Kelder gebrooken. | |
5 3/4: | Vaten Theer tot opvullen van 29 1/4: Vaten verbruijkt. | ||
Uijt de Son . | |||
Afsz: | 62: | lb gesort: yzer op 5008 lb bij naweeging te kort. | |
Verkopen | 1: | p:s gr: rib van 4 en 4 d:m op 30 p:s | gebrooken |
13: | d:o d:o deelen d:o 1: d:o d:o d:o 200: p:s | ||
1435: | d:o gr: Moppen op 4000 p:s | ||
23517: | d:o Leijdse Steenen d:o 80000 p:s | ||
Uijt de Jonge Samuel | |||
Verkopen | 12: | p:s Sparren v:n 15 a 18 v:t op 150 p:s gebroken. | |
20 | p:s Juffers van 30 à 36: v:t op 150 p:s gebroken | ||
Uijt Schoonzigt . | |||
Afsz: | 68: | lb gesort: Yzer op 5000: lb bij weeging te kort. | |
Verkopen | 23 | p:s g:r deelen v:n 1 d:m op 227: p:s gebroken | |
1536: | d:o gr: Moppen d:o 4000: d:o d:o | ||
52437: | d:o d:o leidse steenen d:o 170'000 d:o d:o | ||
Uijt Ijsselmonde . | |||
Afsz: en tot inpacken der geweeren, na Madagascar , ten dienste van den Slaven handel t' Emploijeeren | 40: | p:s Gonnijs op 3000: p:s verrot en verstikt | |
Uijt 't Huijs ter Meije | |||
Verkoopen | 63: | bossen Schagten op 450: bossen bij 't openen van Een Cas L:a U verstikt. | |
Afsz | 3: | p:s Smeltkroesen op 40: p:s in Een Cas L:a W: gebrooken | |
1195: | lb gesort: Yzer op 96879: lb bij weging te kort | ||
Verkopen | 7: | p:s Amsterd: Graven op 335: p:s bij 't openen van twee Cassen L:a A: en C: gebroken. | |
Afsz: | 29: | lb hop in 2: balen bij factuur 544 lb C:to Tarra 5 lb, egter bij naweging bevonden de Tarra 34: lb: dus 29: lb: tekort. | |
-2/15: | Kelder Brandewijn op Een Kelder gebrooken. | ||
Verkopen | 2: | p:s Sparren v:n 15 a 18 v:t op 75 p:s gebroken | |
2: | d:o Juffers d:o 30 d:o 36: d:o d:o 75: d:o d:o | ||
5195: | d:o Gr: moppen op 1000: d:o d:o | ||
4225: | d:o gele Klinkers d:o 100000: d:o d:o | ||
7: | p:s gr: balken v:n 11 en 13 v:n op 25 p:s | Verstikt en Vermolmt | |
4: | d:o d:o d:o d:o 9 d:o 11 d:o d:o 13: d:o | ||
3: | d:o d:o d:o d:o 8 d:o 10 d:o d:o 13 d:o | ||
5: | d:o d:o d:o d:o 6 d:o 8 d:o d:o 15 d:o | ||
4: | d:o d:o d:o d:o 5 d:o 7 d:o d:o 15: d:o | ||
1: | d:o d:o Lat d:o 1 1/2 d:o 3 d:o d:o 25: p:s | gebrooken | |
3: | d:o d:o d:o d:o 1 d:o 2 d:o d:o 25: d:o | ||
5: | d:o d:o d:o d:o 1 d:o 1 1/2 d:o d:o 75: d:o | ||
4: | d:o d:o deelen d:o 1 1/2 d:o d:o 50: d:o | ||
Afsz: | 6: | Vaten Theer tot opvullen van 29: Vaten verbruijkt. |
‘
Uijt Nieuwrhoon . | ||
Verkopen | 7: | p:s gr: deelen van 1 1/2 d:m op 318 p:s gebrooken. |
9: | d:o d:o d:o d:o 1: d:o d:o 103: d:o d:o | |
Uijt Geijnwensch . | ||
Verkopen | 5: | p:s gr: deelen v:n 1 1/2 d:m op 82: p:s gebroken |
6: | d:o d:o d:o d:o 1 1/4: d:o d:o 350: d:o d:o | |
in 't Negotie Pakhuijs | ||
Afsz: | 2: | lb: Foelij bij 't openen van Een Soekel N:o 191 bij naweeging te kort. |
87: | d:o Tabak bij Naweegen op 72 rollen in 2: Kassen L:a R: en S: te kort p:r 't Schip Alkemade in 't Jaar 1770: aangebragt. |
Uijt Nieuwrhoon . | ||
Verkopen | 7: | p:s gr: deelen van 1 1/2 d:m op 318 p:s gebrooken. |
9: | d:o d:o d:o d:o 1: d:o d:o 103: d:o d:o | |
Uijt Geijnwensch . | ||
Verkopen | 5: | p:s gr: deelen v:n 1 1/2 d:m op 82: p:s gebroken |
6: | d:o d:o d:o d:o 1 1/4: d:o d:o 350: d:o d:o | |
in 't Negotie Pakhuijs | ||
Afsz: | 2: | lb: Foelij bij 't openen van Een Soekel N:o 191 bij naweeging te kort. |
87: | d:o Tabak bij Naweegen op 72 rollen in 2: Kassen L:a R: en S: te kort p:r 't Schip Alkemade in 't Jaar 1770: aangebragt. |
‘Volgens bijgevoegde reekenings van den Opsiender van ‘S Comp:s Slaven Logie gesterkt met Secretariale Verclaringen, Sijn in de Jongst gepasseerde maanden Maart, April, Maij, Junij, Julij en Augustus, van ‘S Comp:s Slaven door de Natuurlijke dood overleeden, als.’
‘
Afsz: | 6: | Kloeke Jongens |
1: | d:o Meijd | |
1: | Roi de la Goa d:o | |
2: | Bandiete Jongens. |
Afsz: | 6: | Kloeke Jongens |
1: | d:o Meijd | |
1: | Roi de la Goa d:o | |
2: | Bandiete Jongens. |
‘En volgens g’annexeerde Reekeningen van de Landdrosten gesterkt met Secretariale beEedigde verklaringen zijn meede in Voorsz: tijd van ‘S Comp:s Beestiaal zoo verrekt als door ‘t wild gedierte verslonden.’
‘
Afsz: | 971: | stux Runderen. |
33: | Paarden. | |
3: | Ezels | |
37: | Bocken |
Afsz: | 971: | stux Runderen. |
33: | Paarden. | |
3: | Ezels | |
37: | Bocken |
‘De volgende Goederen sijn geduurende dit Boekjaar ofte seedert p:o 7ber A:o pass:o tot Ult:o Augustus deeses Jaars, bij diverse administrateurs onbequaam en onbruijkbaar bevonden, Namentlijk.’
‘
In 't Negotie Pakhuijs. | |||
Verkopen | 24: | p:s Coorn Wannen verstikt | |
13: | d:o broeken | gemotteerd | |
13: | p:en Coussen | ||
6: | d:o Schoenen vande rotten beschadigt | ||
In de Wijnkelder. | |||
Verkopen | 19: | p:s heele Leggers | onbequaam |
18: | d:o halve d:o | ||
In 't houtmaguasijn. | |||
Verkopen | 3: | p:s Juffers v:n 30 à 36: v:t vermolmt | |
2: | p:s gr: deelen van 2 1/2: d:m | gebrooken van 't Schip Damsigt weederom uijt de Saldanhabaaij te rug gebragt. | |
2: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2: d:o | ||
28: | d:o d:o d:o d:o 1 1/4: d:o | ||
30: | d:o d:o d:o d:o -3/4 d:o | ||
1: | d:o d:o d:o Balk d:o 4 en 5: d:o | ||
In 't Hospitaal. | |||
Verkopen | 6: | p:s Steekbeckens | onbequaam |
5: | p:s Clisteer Spuijten | ||
4: | p:s Siften | ||
1: | d:o gewigt doosje | ||
5: | d:o Copere staartpannen | ||
1: | d:o Tinne mond Spuijtje | ||
11: | d:o Incisie Schaaren | ||
1: | d:o Mes. | ||
20: | d:o Laatlancetten | ||
1: | d:o Scheermes | ||
Op de Wapenkamer. | |||
Verkopen | 400: | p:s GranaatSacken | onbequaam |
400: | d:o Patroon tassen | ||
70: | d;o Granadierhouwers | ||
150: | d:o Port d' Epees Seemleere | ||
Op 'S Comp:s Stal. | |||
Verkoopen | 14: | p:s paarde Stangen onbequaam | |
Bij d' Arthillerij. | |||
afsz: en tot pot en Steen Ovens te gebruijken | 1: | p:s affuijt tot 24 lb:s | onbequaam |
1: | d:o d:o d:o 6 d:o |
In 't Negotie Pakhuijs. | |||
Verkopen | 24: | p:s Coorn Wannen verstikt | |
13: | d:o broeken | gemotteerd | |
13: | p:en Coussen | ||
6: | d:o Schoenen vande rotten beschadigt | ||
In de Wijnkelder. | |||
Verkopen | 19: | p:s heele Leggers | onbequaam |
18: | d:o halve d:o | ||
In 't houtmaguasijn. | |||
Verkopen | 3: | p:s Juffers v:n 30 à 36: v:t vermolmt | |
2: | p:s gr: deelen van 2 1/2: d:m | gebrooken van 't Schip Damsigt weederom uijt de Saldanhabaaij te rug gebragt. | |
2: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2: d:o | ||
28: | d:o d:o d:o d:o 1 1/4: d:o | ||
30: | d:o d:o d:o d:o -3/4 d:o | ||
1: | d:o d:o d:o Balk d:o 4 en 5: d:o | ||
In 't Hospitaal. | |||
Verkopen | 6: | p:s Steekbeckens | onbequaam |
5: | p:s Clisteer Spuijten | ||
4: | p:s Siften | ||
1: | d:o gewigt doosje | ||
5: | d:o Copere staartpannen | ||
1: | d:o Tinne mond Spuijtje | ||
11: | d:o Incisie Schaaren | ||
1: | d:o Mes. | ||
20: | d:o Laatlancetten | ||
1: | d:o Scheermes | ||
Op de Wapenkamer. | |||
Verkopen | 400: | p:s GranaatSacken | onbequaam |
400: | d:o Patroon tassen | ||
70: | d;o Granadierhouwers | ||
150: | d:o Port d' Epees Seemleere | ||
Op 'S Comp:s Stal. | |||
Verkoopen | 14: | p:s paarde Stangen onbequaam | |
Bij d' Arthillerij. | |||
afsz: en tot pot en Steen Ovens te gebruijken | 1: | p:s affuijt tot 24 lb:s | onbequaam |
1: | d:o d:o d:o 6 d:o |
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de goede Hoop den 15 7ber 1772 /:was geteekent:/ J: V: Plettenberg.’
is daar op verstaan, dat met de daar bij vermelde gestorvene Lijf Eijgenen, neevens het verrekt beestiaal der E: Comp:, mitsg:s de te kort komende, en defect aangebragte, item in de resp: Pakhuijsen onbruijkbaar bovendene Goederen, indiervoegen zal werden gehandeld, als in margine der Voorsz: Memorie is aangeteekent.
Gelijk al verders weegens den ontfangst en uijtgaaf der Zeeguls met de Restanten van dien, is ingeleeverd d’ OnderStaande Reekening.
‘
Zeeguls d' A:o 1771/2: | ||||||||||||||||||||
Debent. | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | -1/8: | -1/4: | -1/2: | -3/4: | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
Ult:o Feb: 1772: restant verbleeven | 491: | 833: | 636: | 42: | 116: | 91: | 15: | 88: | 25: | 5: | 20: | 40: | 23: | 19: | 9: | 30: | 7: | 4: | 2: | 4: |
den 20 Maart 1772 bijgekoomen | 1500: | 700: | 500: | -: | 100: | 50: | 50: | -: | 50: | 25: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: |
Somma | 1991: | 1533: | 1136: | 42: | 216: | 141: | 65: | 88: | 75: | 30: | 20: | 40: | 23: | 19: | 9: | 30: | 7: | 4: | 2: | 4: |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | -1/8: | -1/4: | -1/2: | -3/4: | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
Zeedert p:o maart jongstl: tot dato verkogt | 1462: | 820: | 396: | 23: | 120: | 85: | 15: | 32: | 18: | 3: | 12: | 8: | 1: | 3: | 1: | 9: | -: | -: | -: | -: |
de dato deezes Restant | 529: | 713: | 740: | 19: | 96: | 56: | 50: | 56: | 57: | 27: | 8: | 32: | 22: | 16: | 8: | 21: | 7: | 4: | 2: | 4: |
Somma | 1991: | 1533: | 1136: | 42: | 216: | 141: | 65: | 88: | 75: | 30: | 20: | 40: | 23: | 19: | 9: | 30: | 7: | 4: | 2: | 4: |
Zeeguls d' A:o 1771/2: | ||||||||||||||||||||
Debent. | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | -1/8: | -1/4: | -1/2: | -3/4: | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
Ult:o Feb: 1772: restant verbleeven | 491: | 833: | 636: | 42: | 116: | 91: | 15: | 88: | 25: | 5: | 20: | 40: | 23: | 19: | 9: | 30: | 7: | 4: | 2: | 4: |
den 20 Maart 1772 bijgekoomen | 1500: | 700: | 500: | -: | 100: | 50: | 50: | -: | 50: | 25: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: |
Somma | 1991: | 1533: | 1136: | 42: | 216: | 141: | 65: | 88: | 75: | 30: | 20: | 40: | 23: | 19: | 9: | 30: | 7: | 4: | 2: | 4: |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | -1/8: | -1/4: | -1/2: | -3/4: | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60: |
Zeedert p:o maart jongstl: tot dato verkogt | 1462: | 820: | 396: | 23: | 120: | 85: | 15: | 32: | 18: | 3: | 12: | 8: | 1: | 3: | 1: | 9: | -: | -: | -: | -: |
de dato deezes Restant | 529: | 713: | 740: | 19: | 96: | 56: | 50: | 56: | 57: | 27: | 8: | 32: | 22: | 16: | 8: | 21: | 7: | 4: | 2: | 4: |
Somma | 1991: | 1533: | 1136: | 42: | 216: | 141: | 65: | 88: | 75: | 30: | 20: | 40: | 23: | 19: | 9: | 30: | 7: | 4: | 2: | 4: |
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ult: Augustus 1772: /:was geteekent:/ J: V: Plettenberg.’
’/:lager:/’
‘Deeze Reekening door ons ondergeteek:e provisioneel Fiscaal en GeCommitteerdens uijt den E:agtb: raad van Justitie alhier, behoorlijk nagesien, en met de restanten geconfronteert zijnde, is dezelve in allen deelen accordeerende bevonden datum Ut Supra /:geteekent:/ O:M: Bergh, Otto Lud:r Hemmij, L:C: Warneck /:daar onder:/ Mij Præsent /:en geteekent:/ C:L: Neethling Secret:s.’
Uijt dewelke koomende te ConSteeren, dat de verkogte Zeeguls geduurende de Jongst gepasseerde Ses Maanden, een Somma van Rd:s 1652:- hebben bedragen; zal dit montant volgens gebruijk, in ‘s E: Comp:s Cassa overgebragt, en bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements behoorlijk moeten werden ingenoomen.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 390-399.¶
Dingsdag den {17720922} 22 Sept: 1772:
‘S Voormiddags alle præsent, behalven den Heer Major Hendrik van Prehn en E: soldij Boekhouder Dirk Westerhoff.
Wierd door den oud Heemraad aan Stellenbosch Marten Melk, neevens desselfs huijsvrouw Anna Margaretha Hop, mitsg:s Anna Christina Muller, wed: wijlen den meede oud Heemraad Hendrik Hop, ter Vergadering gepresenteerd het volgende Request.
Aan den E: agtb: Heer M:r Joachim van Plettenberg, Gesaghebber deeses Gouvernements, beneevens den E: Agtb: raad van Politie.
‘E: E: Agtb: Heer en Heeren.’
‘Geeven met verschuldigde Eerbied en onderdanigheijd te kennen, Uwer E: E: Agtb: seer needrige Dienaar en Dienaresse, den oud Heemraad Maarten Melk en desselfs huijsvrouw Anna Margaretha Hop, mitsg:s Anna Christina Muller weed: wijlen den meede oud Heemraad Hendrik Hop, als moeder en Voogdesse over haare minderjarige kinderen, bij gesegde haar overleedene man verwekt; zijnde d’ eerste en derde Suppl:ten behuwde broeder en suster, dog zij Tweede Suppl:te een ijgen Suster, en dienvolgens naaste bloedmagen van den Landbouwer Christiaan Fredrik Hop: hoe denselven Hop, wiens Swakheijd van verstand genoeg, ja volkomen bekend seedert eenige jaaren herwaarts, merkelijk zijnde komen te verErgeren, thans daar door is geraakt in eene leevenswijse en omstandigheden, waar van de gevolgen voor denselven, in der tijd niet anders als ten hoogsten dangereus kunnen weesen; gemerkt hij op zijne Zaaken geen de minste ordre Stellende, en voornamentlijk de beheeringe van desselfs Woonplaats en daar toe behoorende ommeslag, geheelijk verwaarloosende, daar bij al zijn gesag en authoriteijt over zijne Slaaven heeft verlooren, in zoo verre dat deselve hem in ‘t minste niet ontsiende of voor denselven eenig ontsag hebbende, op de plaats ten zijnen aansien, veele baldadigheeden pleegen, mitsg:s bij Nagt en ontijden alderhande geboefte tot zig locken, te samen suijpen en dobbelen, en overdag in Steede van hun Lijfheers- werk te verrigten, bij de Rivier houtskoolen gaan branden, en deselve met de Wagens en Vee van gem: Hop, herwaards opbrengende, op zijn Naam verkoopen, het geld voor zig houden, en vervolgens in Maniere als gesegd, t’ soek brengen; invoegen der Suppl:ten gem: broeder, door deese en meer andere buijtenspoorigheeden en Schelmstucken der Slaven, op een dieragtige wijse van ‘t zijne beroofd werdende, daar door eijndelijk en ten laatsten geheelijk tot Armoede soude koomen te vervallen: om het welk te verhoeden, ende ook om voortekoomen d’ onheijlen waar voor gesegden Hop, zoo wel als desselfs buuren door het voorsz; onbetamelijk gedoente van desselfs Slaven, blijkens de deesen bijgevoegde Twee veerClaringen zijn bloot gesteld, en waar van de Suppl:ten desnoods, van gem: buuren nader bewijs sullen kunnen magtig werden; zoo nemende Suppl:ten, te gemoed siende, dat het met derselver meerm broeder, hoe langer hoe slegter sal werden, de vrijheid, zig te keeren tot U E: E: agtb: met oogmoedige beede, dat deselve van die goedheijd gelieven te zijn, over den Persoon van dikwilsgen:de Hop, en desselfs thans hebbende, mitsg:s bij Erffenisse nog te verkrijgene Goederen, zodanig te disponeeren als U E: E: Agtb:, tot preventie van desselfs totale ruin, naar derselver hoog wijs oordeel, zullen vinden te behooren. /:onderstond:/ ‘T Welk doende &:a /:was geteekent:/ Mertin Melk, Anna Margarita Hop, Anna Christina Muller weed: Hop. /:in margine:/ Exhibitum in Raade van Politie, den 22: Sept: 1772:’
Over den inhoude van welk request, ende daar bij overgelegde verklaringen, met attentie gebesoigneerd Sijnde, is hier op best en raadsaamst geoordeeld, den Raad van Justitie deeser plaatse te qualificeeren, om de aan den burger Christiaan Fredrik Hop toebehoorende soo losse als vaste Goederen, publicquelijk te doen verkopen, en de daar van geprovenieerde penn:, ten zijnen behoeve onder haare administratie te houden, en omtrent den Persoon van gem: Hop selve, sodanige schickingen te maken en in ‘t werk te stellen, als ten zijnen meesten nutte sullen werden bevonden te behooren.
En nadien den bij de gemeijnte aan Stellenbosch gestaan hebbenden Predikant Johannes Appeldoorn, op Eergisteren is komen t’ overlijden; is dierhalven verstaan, om hier van aan de heeren Majores in ‘t patria, bij onse p:r het aanweesend’ Engels Comp:s Schip the Colebrook aftegane Eerbiedige letteren, de verschuldigde kennisse te geeven, met bijgevoegd ootmoedig versoek, om in Steede van wijlen ged: D:o Appeldoorn, weederom een ander Predikant voor dit Gouvernement herwaards te willen senden: Terwijl voorts, ten einde den Godsdienst bij voorsz: gemeijnte, intusschen niet zoude mogen Stille Staan, maar behoorlijk waargenomen werden, goedgevonden is; dat den predikant aan Drakenstein Petrus van der Spuij, bij missive zal worden gelast, om gelijk sulx in diergelijke gelegentheid altijd gebruijkelijk is geweest, den dienst in gem: Kerk van Stellenbosch alternative, of na dat het selve best en gevoeglijkst sal kunnen geschieden, waar te neemen, ende sulx tot dat die gemeijnte, weder van een permanenten Leeraar sal voorsien, of daar omtrent nader of anders gedisponeert zijn; van ‘t welke aan den Eerw: Kerkenrade van Stellenbosch kennisse sal werden gegeeven, met bijgevoegde ordre, dat aan geCiteerden Predicant van der Spuij, het bovengem: aangaande, alle nodige behulpsaamheeden sullen moeten beweesen en toegevoegd werden.
Aldus geresolveert, ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 400-422.¶
Vrijdag den {17720925} 25: Septbr: 1772:
’s Voormiddags Extraordinaire Vergadering, alle present, behalven den heer Major en hoofd van ‘s E: Comp:s Militie Hendrik van Prehn, bij absentie.
Wierd door den heer Gesaghebber ter Vergadering overgelegd een verseegeld papier, heeden morgen door de Drakensteinse ingeseetenen Pieter Marais en soo [.....] voor hun als uijt naam van meer andere inwoonderen van ‘t Voorsz: district, aan zijn Ed: overgegeeven; welk Papier geopend weesende, voorts bevonden wier aldus te luijden:
‘Smeekschrift Eerbiedig opgedragen en overgegeeven aan den Edelen E: E: agtbaaren Heere d’ Ed: E: E: Agtbaare Heer Gesaghebber M:r Joachim van Plettenberg President &:a &:a &:a als meede aan de Ed: E: E: Agtbare Heeren Raaden van den Politicquen Raad in ‘t Casteel de Goede Hoop &:a &:a &:a’
‘Wel Edelen E: E: Agtb: Heere en E: E: Agtbare Heeren:’
‘Wij ondergeschreevene Leedematen der Paarl en drakensteijnse gemeijnte, neemen met alle Eerbied de vrijmoedigheijd, deese geringe letteren aan Uwel Ed: E: E: agtb: en E: E: agtb:s overte geeven: also op ‘t needrigste te kennen geevende, hoe wy Suppl:ten met groot leedweesen zijn aangedaan, wegens den droevigen toestand waar in sig thans onse gemeijnte bevind, door dien de geschillen die in onse Kerk sijn opgereesen, zoo door het aanstootelijk ergerlijk gedrag van den verkooren ouderling Thomas Arnoldus Terron, als meede over het ongehoorde en teegens Gods woord Strijdende gesensureerde meede broederen, tot dus verre, ‘t welk ons zeer ter herten gaat, nog niet uijt den weg geruijmt zijn, door dien in dien tijd al twee maal het Hijlig en hoogwaardig Avondmaal des Heeren is gehouden geworden, ende niet hebben durven naderen, ende ook niet kunnen soo lange het mogte blijven aanhouden: daar onses dunkens de geschillen door de Vier gesensureerde ten Lasten van gem: Terron op goede gronden en met geloofwaardige bewijsen is aangetoont, het welk meede komt te blijken bij de gedane Commissie van den E: Landdrost en geCommitteerde Heemrade, dat al het geene onse Vier gesensureerde meede broederen in hunne p:r Memorie ingeleeverde beschuldiginge aan Kerkenrade gedaan ten laste van gemelden Terron, bij gem: Commissie van den E: Landdrosten en gecommitteerde heemraaden is ondersogt geworden en Selve van hem Terron beleeden door hem gedaan te zijn, en dewijl de Vier gesensureerde onse meede broederen deese saak kerkelijk hebben aangeklaagt en van hun tot hier toe ‘t ook daar voor kerkelijk gehouden hebben, en hunne klagte zo als reets gemeld is bij de Commissie van den E: Landdrost en andere hier toe gegeevene geloofwaardige getuijgenissen is bewaarheijd geworden.’
‘Also dan Ed: E: E: Agtb: en E: E: Agtbarens dewijl in de Kerke Gods op aarden immers ten allen tijden is gebruijkelijk geweest om ergerlijke en aanstootelijke mannen tot meede voorstanders de Kerke volgens derselver formulieren te weijden, en wat is er dog dierbaarder, wanneer nog mannen gevonden worden die omtrent sulk een Saak nog een wakent ooge hebben, opdat ‘t in de Kerke alles in een Christelijke order, volgens de formulieren mag toegaan. Maar in teegendeel onse Vier meede broederen zijn hier over op een ongehoorde wijse afgesneede geworden: Waar op sommige so oud Kerkenrade als ook andere Leedematen onser gemeijnte tot Twee onderschijdene reijse bij zijn E: Eerwaarde de heer van der Spuij zijn geweest, zijn E: Eerw: versogt en teffens overtuijgende bewijsen voorgehouden dat de geschillen Kerkelijk mogten verhandeld worden, en zulx hunlieden van zijn E: Eerw: ten eenemaal is afgeslagen, met betuijging dat zijn E: Eerw: daar in niets konde doen, maar het van den E: E: Agtbaren Raad van Justitie moesten afwagten, en tot dus verre van zijn E: Eerw: de geschillen der Kerke alleen op den uijtslag der Processe te laten berusten, en niet alleen tot onze groote Smerte moeten ondervinden, dat de Vier gesensureerde onse meede broederen van onse broederlijke gemeinschap afgesneeden blijven, maar daar en boven buijten alle verwagting voor de Justitieele Regtbank getrocken, daar se in ‘t minste geen part of deel aan hebben, en genoodsaakt zijn geworden hun in Regten te verweeren en tot hunne verdediginge meeningvuldige bewijsen Secretariaal heeft moeten gepasseert worden.’
‘Also door dusdanige Processe onder onse gemeijnte nog dagelijx veel onrust en moeijlijkheeden veroorsaakt en een ijder zijn beroep niet na behooren kan waarneemen, en den Landbouw bij sulke ongeleegene tijden moeten Staaken, en tot dus verre nog niets tot welstand onser Kerke bevorderd zien, So dat onse drakensteinse gemeijnte nu reeds een geruijme tijd in Soo een danige droevige toestand is geweest, het zo blijvende niets anders te gemoet sien, als een geheele verwijdering in onse dierbare gemeijnte: Want E: E: Agtb: en E: Agtb: het valt seer hard en ondragelijk dat deese Kerkelijke geschillen door dusdanige langduurige proceduren uijt den weg zoude moeten werden geruijmt, en hier uijt niet anders kunnen zien als tot dien eijnde aangelegt om hier door onse wettige Heeren en Meesteren verkeerde denkbeelden te geeven; en bij die geleegendheijd een weg te baanen, om de Saak die in sig selve Sonnen klaar is, met allerhande uijtvlugten Sleepende te houden, en veel ergernisse baard also een geheele ondergang der gemeijnte daar is aanhangende.’
‘Niet twijffelende of UEd: E: agtb: en E: E: Agtb: sullen deesen Saak, zo door de gedane Commissie van den E: Landdrost en geCommitteerde Heemraden, als ook door de overvloedige bewijsen die Secretariaal ter Requisitie van de Vier gecensureerde bijgebragt genoegsaam en voldoende blijken hebben, uijt welke UEd: E: E: Agtb: en E: E: Agtb: de oorsake tot die gereesene geSchillen sullen ontdecken, vermits de droevige gesteldheijd onser gemeijnte ons aanspoort om deese Middelen ter hand te neemen.’
‘Dierhalven wenden wij needrige Supplianten ons tot UEd: E: agtb: en E: E: Agtb: met een needrig en ootmoedig versoek, dat deese saak weederom mag kerkelijk gewend worden, en dat UEd: E: Agtb: en E: E: Agtb: goedgunstelijk gelieve te behagen, om ons met een gunstig ooge te aanschouwen, onse Eerbiedige versoek goedgunstelijk te Accordeeren, om een geCombineerde kerkelijke Vergadering te doen beleggen, om aldaar te beoordeelinge van de daar toe beroepe Kerkelijke E: E: Eerwaardens persoonen te mogen open leggen, of zoo een bloeijende gemeijnte als die van Drakensteijn in Conscientie kan werden opgelegt, om soo een aanstootelijk en ergerlijk Persoon als Thomas Arnoldus Terron komt te zijn tot opsiender der kerke te moeten behouden, daar ‘er onder de gemeijnte nog veele luijden zijn, op wiens gedrag en wandel niets te seggen valt, onder wiens opsigt wij so als in voorige dagen, of verleedene tyden, so onder het gehoor van den openbaaren Godsdienst als tot des Heeren Hijlig Avondmaal mogen toenaderen, van welkers gebruijk wij moeten verstoken zijn, als de Vier gecensureerde Leedematen op wiens leeven en wandel niets te seggen valt, en door een nooijt gehoorde versmadinge van onse broederlijke gemeijnschap sijn afgesneden geen volkomen Satisfactie word gegeeven, en als broederen en waardige Ledematen van onse Christelijke gemeijnte wederom zal zijn erkent en aangenoomen.’
‘Dat ‘er meede ondersoek mag werden gedaan aangaande het Sensureeren der Vier leedematen onse meede broederen, om te Sien of sulke luijden die volgens Gods woord ende formulieren der Kerke hunnen pligt komt te betragten, hebben verdient om van onse broederlijke gemeijnschap afgesneden te worden, Wij dan bidden en Smeeken den bestierder van ‘t geheel al, dat UEd: E: E: agtb: en E: E: Agtb:s herte geneijgt moge weerden tot welzijn van Gods kerke, daar wij ook in ‘t minste niet aan twijffelen of UEd: E: E: agtb: en E: A: agtb: sullen de sake van onsen droevigen toestand te herten neemen, op dat dien breuke wederom moge geneesen worden, tot Lof en Prijs van den Oppersten en opregten Herder der Kerke.’
‘Wij dan nogmaals op ‘t onderdanigste en allerneedrigste tot UEd: E: E: agtb: en E: E: agtb: ons wendende met deesen UE: E: agtb: en E: E: Agtb:s gunstiglijk smekende want dog Ed: E: agtb: en E: agtb:s tot wien sullen wij needrige Suppl:ten in deese droevige dagen ende tijden onsen toevlugt anders neemen als tot onse Wettige overheeden, die onse Vaderen en voorgesette Heeren en Meesteren zijn: en also kinderlijk Smeeken, op dat alles in Rust en Vreede weederom moge bevestigt worden, dewijl door deese geleegendheijd ontrooft zijnde van met onse broederen in Rust en enigheid des Heeren bond Tafel te naderen:’
‘Eijndelijk smeeken wij ondergeteekende met alle needrigheijd om UEd: E: E: agtb: en E: E: Agtb: bescherminge, teegens het geene ons soude mogen overkoomen van qualijk geintentioneerden, uijt hoofde der tijkeninge van dit smeekschrift.’
‘Terwijl wij ons een goed gunstige Resolutie zo dra doenlijk getroostende; wij met alle onderdanige en Schuld pligtige Eerbied onderteijkenen. /:onderstond:/ Wel Ed: E: E: Agtbaren Heere en Wel Ed: E: E: Agtb: Heeren U Wel E: Edlens onderdanige dienaars en dienaressen.’
’/:lager:/ getekendens /:was geteekent:/ J: D: Villiers, J:b Marais, P: de Villiers, D:Z:, Pieter Marais, J: d: Villiers, David de Villiers J:Z:, Maria Bastijaensz:, Johanna de Villiers, Elisabeth Hugot, Elisabeth de Villiers, François Petrus Greef, Andries Muller, P:J: de Villiers, Susanna Maria de Villiers, P: Marais P:Z:, Anna Margarita Krige, Johanna Aletta Marais, Catharina Margaretha Marais, Susanna Marais, Maria E: Boijens, J: Patinger, Magrita de Goede, Franciena Groenewald, Johannes Jacobus de Goede, Pieter Strijdom, Catarina Susanna Vermeulen, Maria van der Westhuijsen, Geertruij du Toit, Magadalena van Hoeting, Johanna de Villiers, David de Villiers A:Z:, Catrina Boijens, Catrina Margaretha de Villiers, Johannes de Villiers, Anna Margaretha de Villiers, Elisabeth Strijdom, Maria Glaudin du buijsson, Maria Cronier, Daniel Jacobs, Maria Nortie, Ingenatius Maree, Margerita Roux, Pieter Roux, Sara Marc, Sara Susanna roux, Jan Roux, Ester Nortje, Johannis Roux, Maria Roux, Magdalena Cillie, Anna le Roux, Sara Delport, Magdalena Catarina Maree, Gabriël du Toit, Gloudina du Toit, Andries Stephanus du Toit, Gloudina van Hoeting, Pieter le Roux P:Z:, Josua le Roux, Susanna Erasmus, Susanna le Roux, W: Nel. Jansz:, Susanna Lombard, Susanna du Rand, Pieter Joubert G:z:, Johannes Roos, Elisabeth Roux, Isaac de Villiers J:Z:, Anna roos, Johannes Arnoldus Ruijgrok, Jan Minnaar, Anna Catharina Nieuwodt, Anna Minnaar, Johanna Nieuwoudt, Sara rossouw, Ragel Roux, Daniel Rossouw d:z:, Isaac Nieuwoudt, Dorothea Elisabeh Hertogh, Carel Christoffel Frick, Stephanus du Toit, Sara Susanna Möller, Johannes Stephanus du Toit, Martha Joubert, maria hendrina du Toit, Frans Andries hameester, Maria Magdalena du Toit, Giliam du Toit, Maria van Bilion, Philippus Barnardus Wolvaart, Josua Chaarl Cillie, Maria Marais, Susanna Roux, J:a Joubert, Maria Johanna Hugot, P:F: Marais, Charel Marais, Philip Minnaar, Rachel Minnaar, Johanna Minnaar, Elisabeth Minnaar, Geertruij Marais, D: Malan, Jacobus Johannes van der Merwe, Lowies Pinaar, Fransina Pinaar, Gesina Maria GrootLeusche, R:l Blignault, G:F: Haubtvleesch, Lowis Jacobsz:, Daniel le Roux, Helena de Koning, Maria le Roux, Jan Gabriel de Plesie, Gabriel Rossouw, Petrus Rossouw, G:Z:, Daniel Rossouw p:z Elisabet Joubert, Anna Margrita Carels, Catharina Carels, M: d: Villiers, Petrus Retief, Jacobus Retief, Anna Maraais, Petrus Roux, Margaretha de Villiers, C:A: Cornelisz:, Francooijs Rossouw, Margerita Joubert, Daniel Hugo, Francois Retief de Jonge, Margeretha Joubert, Jacobus Johannis Malan, A:A: Retief, Pieter du Toij, J:P: Louw, Beatrix Olivier, Jacobus Roux, Maria Johanna Roos, Jacob de Villiers A:Z:, Anna Hugo, Paul Roux, Jacob de Villiers J:P:Z:, Helena Maria du Toit, Debora du Toit, françois Retif, Gideon Malerbe, Jan Cellie, Elisabeth Cellie, Charl du Plesie J: Francina Pinaer, Willem Carel van der merwe, Anna Susanna van der Merwe, Francois du Toit, Maria Retief, J: Le Ries, Daniel Retief, Hester Marais, Petrus J: Malerbe, Gabriel Rossouw, Maria E: Malerbe, Hermanus Bosman, Maria Marais, Hermanus Bosman de Jonge, Aletta Bosman, Elisabeth Bosman, Debora Joubert, J:W: Dojema, Susanna de Villiers, Maria Sovia Volschenk, Magdalena du plesie Joh:s N:s Buijs, Jacobus Petorus, Kriel, Ester Roux, Stephanus Petrus Jordaan, J:P: Roux, Magdalena Retief, Johanna Rossouw, Anna Mennaar, Jacob Momberg, Henrietta Willemina Wiederholdt, Cornelia Johanna van Straten, Jacob de Villiers J:Z:, Magdalena Boijens, Rachel Strijdom, Elisabeth Joubert, Elisabeth de Villiers.’
’/:in margine:/’
’ Drakenstein den 21: august 1772. Ten belange van welk schriftuur verstaan is, op het selve te doen apostilleeren, dat vermits nopens de beschuldigingen die tegens den ouderling Thomas Arnoldus Terron sijn voortgebragt, en waar uijt de ontstane onlusten onder de gemeijnte aan Drakenstein haare Source hebben genomen, als een Juridicque questie sijnde, reets sedert eenigen tijd voor den Raad van Justitie deser plaatse werd geprocedeerd, dierhalven op der Suppl:ten versoek voor als nog niet konde werden gedisponeerd.’
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 423-425.¶
Maandag {17721026} 26 8bre 1772
alle Present.
Vermits den Tijd van de Generaale Wapenschouwing der Land-Militie aan Stellenbosch , begind te naderen; is dierhalven goedgevonden, den Heer Major Hendrik van Prehn, neevens den E: Coopman en Negotie overdrager Otto Luder Hemmij, tot bijwooninge van dien te Committeeren.
Voorts is, op het diesweegens in Scriptis gedaan versoek bij den oud burgerraad Petrus Johannes de Wit, aan denselven in Eijgendom gegeeven, een stuk Bouwlands, geleegen onder dit Caabse district aan de Wijnberg , annex dessels plaats gen:t Stellenburg , groot Sesthien Morgen Netto, onder conditie egter, om daar voor Jaarlijx d’ ordinaire Recognitie penn:gen van een halve Rijxd:s voor ijder morgen, aan d’ E: Comp: te betalen.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten daage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] P: Rijzik
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 426-251.¶
Dingsdag den {17721124} 24 Novbr: 1772:
’s Voormiddags alle present, demptis d’ E: E:s Pieter Hacker, Jacob Rijzik en Jacobus Johannes le Suëur, door indispositie.
Is op heeden nagezien geworden het kort vertoog der lasten deeses Gouvernements, geduurende dit boekJaar 1771/2: dewelke komen te bedragen als volgd, namentlijk
1771/72: | 1770/71: | |
Oncosten van Scheepen | ƒ143881:06:-: | ƒ146894:11:08: |
Randsoenen Ordinair | d:o 72419:07:-: | d:o 72472:15:-: |
Oncosten d:o | d:o 36927:03:-: | d:o 32061:17:08: |
d:o Extra d:o | d:o 4799:14:-: | d:o 3373:12:08: |
Timmeragie en Reparatie | d:o 11715:02:08: | d:o 11124:18:-: |
Fortificatiën | d:o 1118:06:-: | d:o 1988:09:-: |
Oncosten van 's Comp:s LeijfEijgenen | d:o 18950:18:-: | d:o 21823:19:-: |
Reecq: van Condemn: en Confiscatie | d:o 4801:-:08: | d:o 4379:03:08: |
Oncosten van Chaloupen &:a | d:o 8532:05:-: | d:o 14127:12:08: |
Scheeps Zoldijen | d:o 16786:11:-: | d:o 13234:07:-: |
Zoldijen aan Land | d:o 155297:05:-: | d:o 130529:09:08: |
Somma | ƒ475228:18:-: | ƒ452010:15:-: |
1771/72: | 1770/71: | |
Oncosten van Scheepen | ƒ143881:06:-: | ƒ146894:11:08: |
Randsoenen Ordinair | d:o 72419:07:-: | d:o 72472:15:-: |
Oncosten d:o | d:o 36927:03:-: | d:o 32061:17:08: |
d:o Extra d:o | d:o 4799:14:-: | d:o 3373:12:08: |
Timmeragie en Reparatie | d:o 11715:02:08: | d:o 11124:18:-: |
Fortificatiën | d:o 1118:06:-: | d:o 1988:09:-: |
Oncosten van 's Comp:s LeijfEijgenen | d:o 18950:18:-: | d:o 21823:19:-: |
Reecq: van Condemn: en Confiscatie | d:o 4801:-:08: | d:o 4379:03:08: |
Oncosten van Chaloupen &:a | d:o 8532:05:-: | d:o 14127:12:08: |
Scheeps Zoldijen | d:o 16786:11:-: | d:o 13234:07:-: |
Zoldijen aan Land | d:o 155297:05:-: | d:o 130529:09:08: |
Somma | ƒ475228:18:-: | ƒ452010:15:-: |
Uijt welk vertoog dan komt te blijken, dat de Lasten in ‘t Generaal, deesen Jaare ƒ23218:3:- meerder als A:o pass:o bedragen hebbende, ijder lastpost in ‘t bijsonder het volgende meerder of minder heeft komen te rendeeren, als.
meerder | minder | |||
Oncosten van Scheepen, belopen thans minder als A:o pass:o uijt hoofde van de in dit Jaar minder gedane Reparatiën, aan 's E: Comp:s uijt en t' huijsvaarende Scheepen | ƒ3013:05:08: | |||
Randsoenen Ordinair, Sijn in dit jaar meede minder als in 't gepasseerde Jaar, principalijk veroorsaakt door het ophouden van 't genootene Randsoen door twee Predikants Weeduwen, waar en tegen deselve egter zijn vermeerderd geworden door eenige Provisiën de arbeijders van 't Nieuwe hospitaal, in een maand verstrekt, dus minder | d:o 53:08:-: | |||
Oncosten Ordinair belopen in dit Jaar meer als A:o pass:o uijt oorsaak der meer verstrekte arbeijds gereedschappen aan de Water en pel moolen, 's Comp:s tuijnen, het bedragen der Granaat Sakken, Cardonriemen &:a ten dienst van 't Guarnisoen, het meer verschootene bussekruijt bij d' aankomst en vertrek van de heeren Extraordinaire Raden van India Hasselaar en Vos, en hier meer aangeweest zijnde vreemde Scheepen, als in 't gepasseerde Jaar, mitsg:s de betaalde Contanten uijt 's E: Comp:s Cas aan een grooter getal gegageerde Dienaaren, beneevens de noodsakelijk meer verstrekte Smeekoolen en hout werken &:a het welk met den ander monteerd ... | d:o 4865:05:08: | |||
Oncosten Extra Ordinair zijn ook meer als in het voorl: Jaar, voornamentlijk door de betaalde gelden, uijt 's E: Comp:s Cas, tot het defroijement voor de Tafels der opgem: heeren Raden van India, als Admiraals der Retourvloot | d:o 1426:01:08: | |||
Timmeragie en Reparatie is thans insgelijx meer als in 't voorleeden Jaar, door het optimmeren in dit Jaar van een Nieuw gebouw aan de Linie, ende verstrekte kopere kraanen ten diensten van de Waterleijding | d:o 590:04:08: | |||
Fortificatiën, dies Onkosten zijn in dit jaar minder als in 't voorl: Jaar, veroorsaakt door de als doen gemetselde Kruijtkelder en Sterre Schans, mitsg:s door een gemaakte groote kopere Keetel ten dienst der Arthillerije, en door de minder verbruijkte Smeekoolen | d:o 870:03:-: | |||
Oncosten van 's Comp:s LijfEijgenen sijn ook minder als A:o pass:o, en principalijk ontstaan door de doen maals wegens gebrek aan Pijlaken, noodsakelijk verstrekte Carsaaij tot winter kleederen, waar door in dit Jaar maar een gedeelte van Pijlaken is verstrekt geworden en dus minder | d:o 2873:08:-: | |||
'T Hospitaal, Staat in dit boekJaar te vooren, uijt hoofde van de verteerde heele Gagie der daar in geleegen hebbende Impotenten, een Somma van | ƒ15884:13:-: | |||
en met de in den voorl: Jaare overgeschooten | d:o 39173:10:-: | |||
een montant van | ƒ55058:03:-: | |||
Reekening van Condemnatie en Confiscatie, behoort thans meer als A:o pass:o, om reedenen der in dit Jaar meerder verstrekte provisiën en Winterkleederen, aan een grooter getal bannelingen, het meer betaalde uijt 's Comp:s Cassa voor Justitieele onkosten, en het maken van een Nieuwe Galg en Raderen | d:o 421:17:-: | |||
Oncosten van Chaloupen en mindere Vaartuijgen sommeeren minder als in 't gepasseerde Jaar, ter oorsaak van de doenmaals getimmerde nieuwe landsboot en de in dit Jaar gedane mindere Reparatiën aan 's Comp:s landsboots en schuijten &:a | d:o 5595:07:08: | |||
Scheeps Zoldijen bedragen daar en tegen naar aftrek van de minder betaalde Actens der Scheepelingen en minder verstrekte goede maanden aan diversse scheepelingen meer in dit als in 't voorl: Jaar, doorde in deesen Jaare meer verteerde guastos in 't hospitaal, ende meer te kort gekoomene en op reekening van Zoldijen belaste Goederen, dus | d:o 3552:4:-: | |||
Zoldijen aan Land monteeren thans ook meer, door de in dit jaar aan 't Guarnisoensvolk verstrekte, en op derselver Zoldij reecq: belaste monteering, ter Somma van | ƒ23178:02:08: | |||
mitgs: wegens de ten hospitale meer als A:o pass:o verteerde guastos | d:o 8562:19:08: | |||
ƒ31741:02:-: | ||||
Waar van egter weeder afgaat de in desen Jaare meer verstrekte goede maanden | ƒ6488:10:08: | |||
als ook de minder uijtgereijkte Subsidie kostpenn: | d:o 484:16:-: | |||
d:o 6973:06:08: | ||||
d:o 24767:15:08: | ||||
Somma | ƒ35623:08:-: | ƒ12405:05:-: |
meerder | minder | |||
Oncosten van Scheepen, belopen thans minder als A:o pass:o uijt hoofde van de in dit Jaar minder gedane Reparatiën, aan 's E: Comp:s uijt en t' huijsvaarende Scheepen | ƒ3013:05:08: | |||
Randsoenen Ordinair, Sijn in dit jaar meede minder als in 't gepasseerde Jaar, principalijk veroorsaakt door het ophouden van 't genootene Randsoen door twee Predikants Weeduwen, waar en tegen deselve egter zijn vermeerderd geworden door eenige Provisiën de arbeijders van 't Nieuwe hospitaal, in een maand verstrekt, dus minder | d:o 53:08:-: | |||
Oncosten Ordinair belopen in dit Jaar meer als A:o pass:o uijt oorsaak der meer verstrekte arbeijds gereedschappen aan de Water en pel moolen, 's Comp:s tuijnen, het bedragen der Granaat Sakken, Cardonriemen &:a ten dienst van 't Guarnisoen, het meer verschootene bussekruijt bij d' aankomst en vertrek van de heeren Extraordinaire Raden van India Hasselaar en Vos, en hier meer aangeweest zijnde vreemde Scheepen, als in 't gepasseerde Jaar, mitsg:s de betaalde Contanten uijt 's E: Comp:s Cas aan een grooter getal gegageerde Dienaaren, beneevens de noodsakelijk meer verstrekte Smeekoolen en hout werken &:a het welk met den ander monteerd ... | d:o 4865:05:08: | |||
Oncosten Extra Ordinair zijn ook meer als in het voorl: Jaar, voornamentlijk door de betaalde gelden, uijt 's E: Comp:s Cas, tot het defroijement voor de Tafels der opgem: heeren Raden van India, als Admiraals der Retourvloot | d:o 1426:01:08: | |||
Timmeragie en Reparatie is thans insgelijx meer als in 't voorleeden Jaar, door het optimmeren in dit Jaar van een Nieuw gebouw aan de Linie, ende verstrekte kopere kraanen ten diensten van de Waterleijding | d:o 590:04:08: | |||
Fortificatiën, dies Onkosten zijn in dit jaar minder als in 't voorl: Jaar, veroorsaakt door de als doen gemetselde Kruijtkelder en Sterre Schans, mitsg:s door een gemaakte groote kopere Keetel ten dienst der Arthillerije, en door de minder verbruijkte Smeekoolen | d:o 870:03:-: | |||
Oncosten van 's Comp:s LijfEijgenen sijn ook minder als A:o pass:o, en principalijk ontstaan door de doen maals wegens gebrek aan Pijlaken, noodsakelijk verstrekte Carsaaij tot winter kleederen, waar door in dit Jaar maar een gedeelte van Pijlaken is verstrekt geworden en dus minder | d:o 2873:08:-: | |||
'T Hospitaal, Staat in dit boekJaar te vooren, uijt hoofde van de verteerde heele Gagie der daar in geleegen hebbende Impotenten, een Somma van | ƒ15884:13:-: | |||
en met de in den voorl: Jaare overgeschooten | d:o 39173:10:-: | |||
een montant van | ƒ55058:03:-: | |||
Reekening van Condemnatie en Confiscatie, behoort thans meer als A:o pass:o, om reedenen der in dit Jaar meerder verstrekte provisiën en Winterkleederen, aan een grooter getal bannelingen, het meer betaalde uijt 's Comp:s Cassa voor Justitieele onkosten, en het maken van een Nieuwe Galg en Raderen | d:o 421:17:-: | |||
Oncosten van Chaloupen en mindere Vaartuijgen sommeeren minder als in 't gepasseerde Jaar, ter oorsaak van de doenmaals getimmerde nieuwe landsboot en de in dit Jaar gedane mindere Reparatiën aan 's Comp:s landsboots en schuijten &:a | d:o 5595:07:08: | |||
Scheeps Zoldijen bedragen daar en tegen naar aftrek van de minder betaalde Actens der Scheepelingen en minder verstrekte goede maanden aan diversse scheepelingen meer in dit als in 't voorl: Jaar, doorde in deesen Jaare meer verteerde guastos in 't hospitaal, ende meer te kort gekoomene en op reekening van Zoldijen belaste Goederen, dus | d:o 3552:4:-: | |||
Zoldijen aan Land monteeren thans ook meer, door de in dit jaar aan 't Guarnisoensvolk verstrekte, en op derselver Zoldij reecq: belaste monteering, ter Somma van | ƒ23178:02:08: | |||
mitgs: wegens de ten hospitale meer als A:o pass:o verteerde guastos | d:o 8562:19:08: | |||
ƒ31741:02:-: | ||||
Waar van egter weeder afgaat de in desen Jaare meer verstrekte goede maanden | ƒ6488:10:08: | |||
als ook de minder uijtgereijkte Subsidie kostpenn: | d:o 484:16:-: | |||
d:o 6973:06:08: | ||||
d:o 24767:15:08: | ||||
Somma | ƒ35623:08:-: | ƒ12405:05:-: |
Gelijk meede uijt het Voorsz; vertoog is komen te blijken, dat op de Reecq: van Winst en verlies, in ‘t geciteerde jongst afgelopene Boekjaar, meerder als in ‘t voorige is ten voordele gekomen, te weeten.
d' A:o 1771/72 | d' A:o 1770/71 | |||
Winst en Verlies | ƒ29:07:08: | ƒ163648:12:08: | ƒ2016:14:08: | ƒ157556:11:08: |
'S lands inkomsten | d:o 163619:05:-: | d:o 155539:17:-: |
d' A:o 1771/72 | d' A:o 1770/71 | |||
Winst en Verlies | ƒ29:07:08: | ƒ163648:12:08: | ƒ2016:14:08: | ƒ157556:11:08: |
'S lands inkomsten | d:o 163619:05:-: | d:o 155539:17:-: |
Sulx de Winsten en ‘s Lands inkomsten thans een Somma van ƒ6092:1:- meerder komen te beloopen: sijnde nogthans de Winsten op zig Selfs, als nu een montant van ƒ1987:7:- minder als ‘S Jaars bevoorens, het welk principalijk is veroorsaakt, door de wijniger advancen op de Zoldijen, en den geringen aanteel van het beestiaal, item de mindere Winsten op de verkogte Negotie Goederen, als meede door dien ‘er een grooter aantal lijfEijgenen gestorven, en ‘er ook meerder beestiaal is komen te verrecken.
Terwijl daar en teegen ‘S lands inkomsten dit Jaar ƒ8079:8:- meerder komende te bedragen, sulx hoofdsakelijk is gecauseert, door de in deesen Jaare betaalde Recognitie, voor aangebragte Cassen Wijn en pijpen bier, mitsg:s de meerder ingekomene Recognitie penn: van Eijgendoms plaatsen en opgebragte Wijnen, desgelijx voor ‘s heeren geregtigheid van verkogte vaste Goederen, en betaalde transport en kostpenn: door eenige met ‘s E: Comp:s Scheepen, van hier vertrockene persoonen, en eijndelijk dat ‘er deesen Jaare meerder thiendens van d’ ingeougste granen zijn ingekoomen.
En is ten deesen belange voorts verstaan, dat met het sluijten der Negotie boeken zal werden voortgevaaren.
Waar na door d’ E: E: Keldermeester en Dispencier Pieter Hacker en Adriaan Van Schoor, mitsg:s den Pakhuijsmeester Petrus Ludovicus le Suëur, ingediend zijnde, de volgende versoekschriften.
Aan den E: Agtbr: Heer M:r Joachim Van Plettenberg, Gesaghebber deeses Gouvernements, beneevens den E: agtb: Raad van Politie.
‘E: E: Agtb: Heer en Heeren!’
‘Den onderget:e Keldermeester versoekt zeer Eerbiedig aan Uw E: Agtb: dat aan hem mag Valideeren de hier onder gespecificeerde afschrijving, teweeten.’
‘
2432 1/2: | Cann: Arak, op 24325 1/2: Cann:, dewelke onder dato deeses restant verblijven à 10 PC:to. |
23127 1/2: | Cann: Caabse Wijn, op 231279 Cann:, die onder dato deeses meede restant verblijven à 10 PC:to |
43 1/2: | Cann: Caabse brandewijn op 436: Cann:, dewelke onder dato deeses meede restant verblijven op 10: PC:to. |
35 1/10: | Cann: Wijn Tint, op 351 1/10: Cann:, die onder dato deeses insgelijx restant verblijven à 10 PC:to. |
2432 1/2: | Cann: Arak, op 24325 1/2: Cann:, dewelke onder dato deeses restant verblijven à 10 PC:to. |
23127 1/2: | Cann: Caabse Wijn, op 231279 Cann:, die onder dato deeses meede restant verblijven à 10 PC:to |
43 1/2: | Cann: Caabse brandewijn op 436: Cann:, dewelke onder dato deeses meede restant verblijven op 10: PC:to. |
35 1/10: | Cann: Wijn Tint, op 351 1/10: Cann:, die onder dato deeses insgelijx restant verblijven à 10 PC:to. |
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop,’
‘Ult:o Aug:s 1772.’
’/:was geteekent:/’
‘P: Hacker’
‘Den E: Agtb: Heer M:r Joachim van Plettenberg, Gesaghebber deeses Gouvernements, beneevens den E: agtb: Raad van Politie, werd Eerbiedig versogt, dat aan den onderget: Dispencier mag werden toegestaan, d’ ordinaire afschrijving van d’ onderstaande Goederen, dewelke door Spillagie, Leccagie, aanslaan der muuren, als andersints, onvermijdelijk in Een Jaar komen t’ ontstaan; Namentlijk.’
‘
544 5/8: | mud: Tarwe, op 23168 7/8: mud, als | |
244 1/4: mud op 8145 1/8: mud, over 't Jaar gelegen hebbende à 3 PC:to | ||
300 3/8: d:o d:o 15023 3/4: mud, binnen 't Jaar à 2 PC:to | ||
8 7/8: | mud Rog, op 389 5/8: mud, als. | |
3 5/8: mud, op 123 3/4: mud, over 't Jaar à 3 PC:to | ||
5 1/4: d:o d:o 265 7/8: d:o binnen d:o d:o d:o 2 d:o | ||
36 3/8: | mud Garst op 2181: mud, als. | |
15 1/8: mud op 756 3/8: mud over 't Jaar à 2 pC:to | ||
21 1/4: d:o d:o 1424 5/8: d:o binnen d:o d:o d:o 1 1/2 d:o | ||
1 7/8: | mud gemeene Gort, op 126 5/8: mud, teweeten | |
-1/8: mud op 4 5/8 mud, over 't Jaar à 2 pC:to | ||
1 3/4: d:o d:o 122. d:o binnen d:o d:o d:o 1 1/2: d:o | ||
-5/8: | mud fijne gort, op 38: mud, als. | |
-1/8: mud op 3 3/4: mud, over 't Jaar à 2 pC:to | ||
-1/2: d:o d:o 34 1/4: d:o binnen d:o d:o d:o 1 1/2 d:o | ||
36 1/4: | mud bonen op 726 3/8 mud zijnde 5: pC:to | |
16 1/8: | d:o Erweten d:o 808 1/4: d:o over 't Jaar à 2 pC:to | |
11624: | lb Rijst, op 387466: lb Sijnde 3 pC:to | |
782: | lb: biscuit, op 48500: lb, te weeten. | |
220: lb op 11008 lb over 't Jaar à 2 pC:to | ||
562: d:o d:o 37492 d:o binnen d:o d:o 1 1/2 d:o | ||
236: | lb poeder Zuijker op 11805 lb | zijnde 2 prC:to |
120: | d:o Candij Zuijker d:o 6030 d:o | |
12: | d:o Hop op 1233: lb: Sijnde 1: prC:to | |
30 3/4: | lb: Peeper, op 1369: lb: over 't Jaar à 2 1/4: pC:to | |
28 1/2: | lb Gaaren Cattoene op 2051: lb: als. | |
16 1/4: lb op 817: lb: over 't Jaar 2 pC:to | ||
12 1/4: d:o d:o 1234 d:o binnen d:o d:o d:o 1 d:o | ||
11: | lb Waks op 384: lb | over 't Jaar @ 3: pC:to |
48: | d:o Wakskaarssen op 1600 lb | |
40: | d:o Zeep Marcell : d:o 1996: d:o Sijnde 2 pC:o | |
53 3/5: | Cann: Olijven Olij op 1072 1/2: Cann | over 't Jaar @ 5 pC:to |
56 1/2: | d:o Clappus olij d:o 1130: d:o | |
76 7/10: | Cann: Lijn olij, op 1602: Cann:, te weeten. | |
71 4/5: Cann: op 1437 7/10: Cann: over 't Jaar @ 5: pC:to | ||
4 9/10: d:o d:o 164 3/10: d:o binnen d:o d:o d:o 3: d:o | ||
149 1/2 | Cann: Traan, op 2991 Cann: sijnde 5: pC:to |
544 5/8: | mud: Tarwe, op 23168 7/8: mud, als | |
244 1/4: mud op 8145 1/8: mud, over 't Jaar gelegen hebbende à 3 PC:to | ||
300 3/8: d:o d:o 15023 3/4: mud, binnen 't Jaar à 2 PC:to | ||
8 7/8: | mud Rog, op 389 5/8: mud, als. | |
3 5/8: mud, op 123 3/4: mud, over 't Jaar à 3 PC:to | ||
5 1/4: d:o d:o 265 7/8: d:o binnen d:o d:o d:o 2 d:o | ||
36 3/8: | mud Garst op 2181: mud, als. | |
15 1/8: mud op 756 3/8: mud over 't Jaar à 2 pC:to | ||
21 1/4: d:o d:o 1424 5/8: d:o binnen d:o d:o d:o 1 1/2 d:o | ||
1 7/8: | mud gemeene Gort, op 126 5/8: mud, teweeten | |
-1/8: mud op 4 5/8 mud, over 't Jaar à 2 pC:to | ||
1 3/4: d:o d:o 122. d:o binnen d:o d:o d:o 1 1/2: d:o | ||
-5/8: | mud fijne gort, op 38: mud, als. | |
-1/8: mud op 3 3/4: mud, over 't Jaar à 2 pC:to | ||
-1/2: d:o d:o 34 1/4: d:o binnen d:o d:o d:o 1 1/2 d:o | ||
36 1/4: | mud bonen op 726 3/8 mud zijnde 5: pC:to | |
16 1/8: | d:o Erweten d:o 808 1/4: d:o over 't Jaar à 2 pC:to | |
11624: | lb Rijst, op 387466: lb Sijnde 3 pC:to | |
782: | lb: biscuit, op 48500: lb, te weeten. | |
220: lb op 11008 lb over 't Jaar à 2 pC:to | ||
562: d:o d:o 37492 d:o binnen d:o d:o 1 1/2 d:o | ||
236: | lb poeder Zuijker op 11805 lb | zijnde 2 prC:to |
120: | d:o Candij Zuijker d:o 6030 d:o | |
12: | d:o Hop op 1233: lb: Sijnde 1: prC:to | |
30 3/4: | lb: Peeper, op 1369: lb: over 't Jaar à 2 1/4: pC:to | |
28 1/2: | lb Gaaren Cattoene op 2051: lb: als. | |
16 1/4: lb op 817: lb: over 't Jaar 2 pC:to | ||
12 1/4: d:o d:o 1234 d:o binnen d:o d:o d:o 1 d:o | ||
11: | lb Waks op 384: lb | over 't Jaar @ 3: pC:to |
48: | d:o Wakskaarssen op 1600 lb | |
40: | d:o Zeep Marcell : d:o 1996: d:o Sijnde 2 pC:o | |
53 3/5: | Cann: Olijven Olij op 1072 1/2: Cann | over 't Jaar @ 5 pC:to |
56 1/2: | d:o Clappus olij d:o 1130: d:o | |
76 7/10: | Cann: Lijn olij, op 1602: Cann:, te weeten. | |
71 4/5: Cann: op 1437 7/10: Cann: over 't Jaar @ 5: pC:to | ||
4 9/10: d:o d:o 164 3/10: d:o binnen d:o d:o d:o 3: d:o | ||
149 1/2 | Cann: Traan, op 2991 Cann: sijnde 5: pC:to |
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de goede Hoop Ult:o Aug:s 1772: /:was geteekent: A: V: Schoor.’
Aan den E: Agtbr: Heer M:r Joachim van Plettenberg, Gesaghebber deeses Gouvernements beneevens den E: agtb: raad van Politie.,
‘E: E: Agtb: Heeren!’
‘Den Ondergeteek: Pakhuijsmeester versoekt seer Eerbiedig dat aan hem mag Valideeren, d’ ordinaire afschrijving, op de hier ondergenoemde Goederen, geduurende dit boekjaar onvermeijdelijk gevallen, bestaande in ‘t volgende, als.’
‘
Cramerijen. | ||
33 | lb Alluijn op 1113 lb: over 't Jaar gelegen hebbende a 3 pC:to | |
19 1/2: | lb Lijm op 393 lb | à 5 P:C:to |
11: | d:o Stijfsel d:o 219 d:o | |
Loot. | ||
6 5/8: | lb Plat op 5312: lb | a 1/8 d:o |
7 3/4: | d:o Schuijt d:o 6204: d:o | |
Cooper. | ||
5 3/4: | lb op 4682 1/2 lb | d:o 1/8 d:o |
Yzer. | ||
1107: | lb ges. als. | |
434: lb op 28998: over 't jaar gel: hebbende a 1 1/2: pC:o | ||
673: d:o d:o 67371: binnen 1 Jaar aangebragt d:o 1: d:o | ||
Staal | ||
11 1/4: | lb: als. | |
3 3/4: lb op 259 1/2: lb: over 't Jaar gelegen hebbende a 1 1/2 pC:o | ||
7 1/2: d:o d:o 768 1/2: d:o binnen 't Jaar aan gebragt d:o 1: d:o | ||
Spijkers. | ||
249: | lb op 16650: lb over 't Jaar gelegen hebbende à 1 1/2: d:o | |
Verwen. | ||
-1/2: | lb fijne op 34: lb binnen 't Jaar aangebragt d:o 2: d:o | |
97: | lb: ges. grove op 3234: lb over 't Jaar gel: hebbende à 3: d:o | |
Tabak. | ||
14: | lb op 477: lb d:o d:o d:o d:o d:o d:o 3 d:o | |
Specerijen. | ||
1 1/8: | lb: Nooten op 120: lb | @ 1 PC:to |
1: | d:o Nagelen d:o 104 5/8: d:o | |
1 1/2: | d:o Foulij d:o 158 3/4: d:o | |
1 1/8: | d:o Caneel d:o 119: d:o |
Cramerijen. | ||
33 | lb Alluijn op 1113 lb: over 't Jaar gelegen hebbende a 3 pC:to | |
19 1/2: | lb Lijm op 393 lb | à 5 P:C:to |
11: | d:o Stijfsel d:o 219 d:o | |
Loot. | ||
6 5/8: | lb Plat op 5312: lb | a 1/8 d:o |
7 3/4: | d:o Schuijt d:o 6204: d:o | |
Cooper. | ||
5 3/4: | lb op 4682 1/2 lb | d:o 1/8 d:o |
Yzer. | ||
1107: | lb ges. als. | |
434: lb op 28998: over 't jaar gel: hebbende a 1 1/2: pC:o | ||
673: d:o d:o 67371: binnen 1 Jaar aangebragt d:o 1: d:o | ||
Staal | ||
11 1/4: | lb: als. | |
3 3/4: lb op 259 1/2: lb: over 't Jaar gelegen hebbende a 1 1/2 pC:o | ||
7 1/2: d:o d:o 768 1/2: d:o binnen 't Jaar aan gebragt d:o 1: d:o | ||
Spijkers. | ||
249: | lb op 16650: lb over 't Jaar gelegen hebbende à 1 1/2: d:o | |
Verwen. | ||
-1/2: | lb fijne op 34: lb binnen 't Jaar aangebragt d:o 2: d:o | |
97: | lb: ges. grove op 3234: lb over 't Jaar gel: hebbende à 3: d:o | |
Tabak. | ||
14: | lb op 477: lb d:o d:o d:o d:o d:o d:o 3 d:o | |
Specerijen. | ||
1 1/8: | lb: Nooten op 120: lb | @ 1 PC:to |
1: | d:o Nagelen d:o 104 5/8: d:o | |
1 1/2: | d:o Foulij d:o 158 3/4: d:o | |
1 1/8: | d:o Caneel d:o 119: d:o |
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de goede hoop Ult:o Augustus 1772: /:was geteekent:/ P:L: Le Suëur.’
Soo is na dies Lectuure goedgevonden, de daar bij vermelde, en op derselver administratiën gevallene minderheeden, als de gepermitteerde P:rC:tos niet Exceerende, te laten Valideeren, en dienvolgens bij de Voorsz: Negotieboeken deeses Gouvernements te doen afschrijven.
En nadien d’ Edele Heeren bewindhebberen ter Camer Zeeland bijderselver geagt aanschrijvens de dato 29: Junij deeses Jaars, ‘t welk met het aanweesend’ Schip Renswoude alhier is aangebragt, deesen regeering hebben gelieven te Communiceeren, dat haar Edele agtb: het schip Ouwerkerk soo spoedig doenlijk souden doen in gereedheijd brengen, ter overvoering dit heen, so wel van een gedeelte der materialen voor ‘t nieuw optebouwene Hospitaal als van manschappen voor dit Gouvernement, met ordre wijders, om na de ontscheeping der voorsz: Goederen, gem: bodem weederom met Tarw en andere producten beladen te laaten retourneeren; Soo is, om aan deese ordre pligtschuldig mitsg:s ten meesten voordele der E: Comp: te kunnen voldoen, best geoordeeld en dienvolgens beslooten, den E: Coopman en dispencier Adriaan Van Schoor te qualificeeren, om van de Landbouwers ten Civielsten prijse intekoopen soo veel Coorn, rog en Garst als ‘er tot belading van meerm: Schip Ouwerkerk zal werden verEijscht.
Door den oud Commissaris van Civiele en Huwelijx saken Michiel Smuts, den oud brandmeester Jan Hendrik Gintsenberg, mitsg:s den Secretaris aan Stellenbosch Abraham Faure en den burger Christman Joël Ackerman, als gesamentlijke Voogden over den minderjarigen Christiaan Ackerman te kennen gegeeven zijnde, dat evengem: Ackerman dagelijx in alle ongebondendheeden komen te uijttespatten, wijders door gene vermaningen nogte bestraffingen konde werden te regt gebragt; met bijgevoegd seer instantig versoek dat dierhalven hier omtrent door deesen raade goedgunstiglijk mogte werden voorsien, soo is goed gedagt denselven Christiaan Ackerman weederom voor desselfs vorige qualiteit van Soldaat met ƒ9:- p:r m:d in dienst der E: Comp: te trecken, mitsg:s in het Guarnisoen deeses Casteels te plaatsen.
Dewijl ook uijt de door den Coopman en Secretaris deeses raads d’ E: Oloff Martini Bergh, in desselfs functie als p:l fiscaal ingewonne mitsg:s heeden overgelegde stukken is gebleeken, dat seekeren Johan Hendrik Tummel die in dato 1: febr: 1769: met het burgerregt alhier is begunstigd geworden, seedert eenigen tijd herwaards desselfs werk heeft gemaakt met gints en herwaards ten plattenlande rond te swerven, en sig aldaar met bedriegerijen en andere quaade practijcquen op te houden, zoo is al meede best geoordeeld en dienvolgens beslooten, ten einde de colonie van dusdanig onnut Subject te Suijveren, denselven Johan Hendrik Tummel insgelijx voor desselfs vorige Qualiteit van boss:r a ƒ10: ter maand in dienst der E: Comp: te trecken, om als sodanig met een der Eerstvertreckende retourscheepen naar ‘t Vaderland te werden versonden, sonder van het douceur of de premie voor de t’ huijs Reijse te mogen gaudeeren.
Wijders wierd door voorwaardsgem: Christman Joël Ackerman gepresenteerd, het volgende request.
Aan den E: Agtb: Heer M:r Joachim Van Plettenberg, Gesaghebber deeses Gouvernements beneevens den E: agtb: raad van Politie.
‘E: Agtb: Heer en Heeren!’
‘Vertoond met schuldige Eerbied en onderdanigheijd Uwer E: Agtb:s gantsch needrigen Dienaar, den burger Christman Joël Ackerman, dat wanneer in dato 21: Maart 1763: door d’ E: E: burgerraden deser plaatse gereguleerd, mitsg:s door U E: Agtb:s vervolgens geapprobeerd geworden is eene schicking, volgens welke het van de Tafelberg afstromende Water, ‘t welk ‘t Eerst door de Tuijn van den burger Lieutenant Michiel van Breda komt te loopen, door de Eijgenaars der langs dit Water leggende Tuijnen mag werden gebruijkt, den Suppl:t egter daar van geen aandeel heeft bekomen, niet teegenstaande des Suppl:ts Tuijn onmiddelijk tusschen de tuijnen van Joseph Coel, doenmaals wijlen den oud Commissaris van Civiele en huwelijx saken Marthinus Schoester toebehoorende, en die van den burger Vaandrig Michiel Smuts is leggende, ‘t geen den Suppl:t moet vooronderstellen geschied te zijn, dewijl aan den voorigen besitter van sijn Suppl:ts Tuijn, te weeten, den geweesen brandmeester Jan Hendrik Gintsenberg, door wijlen den Edelen Heer Gouverneur Tulbagh was vergund, om uijt de houte Waterleijdingen der E: Comp:, die ter dier tijd gedeeltelijk over sijn Suppl:ts Tuijn quamen te leggen, het nodige Water te mogen hebben, welke Waterleijdingen naderhand indiervoegen verlegd zijnde, dat den Suppl:t hier van geen gebruijk meer konde hebben, heeft hij dit gebrek tragten te vervullen, met het voor hem onontbeerlijke Water, met Considerabel moeijte uijt de Rivier te scheppen; waarvan den Suppl:t egter, op de klagten van de Eijgenaars der onderleggende Tuijnen, te weeten, dat sij hierdoor benadeeld wierden, weederom heeft moeten afsien; en ten aansien het hier door met den Suppl:t dus gelegen is, dat hij van ‘t gebruijk van ‘t Water verstoken Sijnde, over sulx, voor al in ‘t Somer Saijsoen, het nodige bestaan voor hem en zijn huijsgesin uijt desselfs Tuijn niet kan vinden, zoo neemt hij de vrijheid sig in allen ootmoet te keeren tot UE: Agtb:s met gantsch demoedig versoek, dat UE: Agtb:s sulx goed gunstiglijk in Consideratie neemende, gelijk ook dat desselfs Tuijn niet alleen meede langs het voorsz: Water, maar ook tusschen twee andere tuijnen, die daar van ‘t gebruijk hebben, komende te leggen, het den Suppl:t ten uijttersten hard en Schadelijk valt, sig daar van verstoken te zien, voorts van die goedheijd gelieven te zijn, om ten opsigte der gemaakte verdeeling nopens ‘t gebruijk van ‘t meerm: Water, sodanige verschicking te maken, waar bij aan den Suppl:t het genot daar van, neevens de andere besitters der beneeden leggende Tuijnen, goedgunstiglijk moge werden toegevoegd. /:onderstond:/ ‘T Welk doende &:a’
Waar op verstaan is, burgerraden deeser plaatse te demandeeren om in opsigte der in dato 21: Maart 1763: gemaakte bepaling behelsende hoedanig het van ‘t gebergte afkomend’ Water, ten behoeve der daar in aangehaalde tuijnen mogte werden gebruijkt, als nu sodanig verschicking te maken, volgens welke gem: Ackerman daar aan insgelijx sal kunnen participeeren.
Sijnde Laatstelijk op het diesweegens door den Cap:n der Eerste Comp: burger Infanterie alhier Jan Serrurier gepresenteerd request en om de reeden daar in vervat, beslooten, denzelven zoo wel van Voorsz: Militaire functie als andere burgerlijke Officien t’ ontslaan.
Aldus geresolveert ende gearresteerd, In ‘t Casteel de goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 452-463.¶
Dingsdag den {17721208} 8: Decbr: 1772:
’s Voormiddags alle present behalven den E: Equipagiemeester Jacob Rijzik, bij indispositie.
Op heeden geresumeerd sijnde, d’ ingediende Nominatien van Kerkenrade, soo hier aan Cabo als in de buijten districten; is goedgevonden de gedane electie van ouderlingen te approbeeren, en verders uijt het dubbeld genomineerd getal, tot Diaconen te verkiesen, de volgende persoonen, te weeten.
in de Kerk hier aan Cabo.
Petrus Ludovicus le Suëur tot ouderling, in plaatse van den afgaanden M:r Jacobus Johannes le Suëur.
Hendrik Pieter Möller en Johannes Smuts tot Diaconen, voor de uijtgediende Gerhardus Hendrik Cruijwagen en Adam Gabriël Muller.
in de Stellenbosche kerk.
Dirk de Vos, tot ouderling in Steede van Willem Morkel en Willem Nel Isaacsz: tot diacon, in plaatse van Jan de Villiers J:p:Z:
in de Kerk van Drakensteijn .
Jacob marais tot Ouderling, voor den aftetreedenen Pieter Loret. Jeremias Coetser en Isaac Nel, tot diaconen in steede van David de Villiers J:P:Z: en Jacobus Louw Adriaansz:
In de Kerk in ‘t land van Waveren .
Gerrit Hendrik Meyer tot ouderling, in plaatse van Jacobus de Wet, en Jan Gijsbert Olivier tot Diacon voor den afgaanden Pieter du Plessis.
in de Swartlandse Kerk.
Hendrik van der Westhuijsen tot ouderling en Matthijs Michielsse Basson tot Diacon, den Eersten in plaatse van Hugo Lambregts, en den anderen voor Andries Gouts.
Sullende kerkenrade van Stellenbosch , Drakensteijn , ‘t land van Waveren en ‘t Swartland , daar beneevens werden aangeschreeven, dat, dewijl de noodsakelijkheid sulx komt te verEijsschen, zijl: dierhalven in ‘t kort en ter verEijschter tijd, een Commissaris Politicq uijt deese vergaderinge sullen te wagten hebben, om het opneemen van de Reekeningen der Armegelden, en wat verders in de voorsz: Kerkenraaden mogte voorvallen, of van noodsakelijkheid zal werden gevonden, bij te woonen en te verrigten, waar toe voor deese reijs benoemd en aangesteld is, den E: Coopman en Keldermeester Pieter Hacker.
Voorts zijn uijt de in dubbelden getale genomineerde Persoonen, om na gebruijk in de onderstaande Collegiën dienst te doen, verkooren als.
tot Burgerraden.
Petrus Johannes de Wit, Hendrik Oostwald Eksteen, in steede van d’ uijtgediende Johannes Meijnderts Cruijwagen en Jacobus van der Spuij.
tot Weesmeesteren.
Christoffel Brand, Jacobus van der Spuij en Hendrik le Suëur, in plaatse van d’ afgaande Carel David Wentzel, Petrus Johannes de Wit en Albert van der Poel.
Tot Commissarissen van Civiele en Huwelijx Saken.
Johannes Steijn en Christiaan George Maasdorp, ter plaatsvullinge van d’ af te treedene Hendrik Pieter Möller en Honoratus Mainier.
Tot Heemraden van Stellenbosch en Drakensteijn .
Jan Bernard Hofman, Pieter Gerhard Wium, Jan Blignault en Andries Brink Junior, in steede van Nicolaas Vlok, Dirk de Vos, Pieter du Toit en Wentzel Christoffel Coetser.
Tot Heemraden van Swellendam .
Laurens de Jager d’ oude en Marthinus le Grange in plaatse van d’ uijtgediende Gerrit Hendrik Meijer Esaiasz: en Jacobus Botha Theunisz:
Sijnde wijders goedgevonden, in steede van den onlangs ontslagenen Jan Serrurier, weederom tot Capitain over de thans vacante Comp:ie burger infanterie alhier te bevorderen, den oudsten Lieutenant Paulus Henricus Eksteen, en in desselfs plaats als Lieutenant te laten optreeden, den Vaandrig Ernst Philip Sparenberg, mitsg:s in Steede van denselven tot Vaandrig t’ advanceeren, den Corporaal Johannes de Waal Arendsz:.
Vervolgens wierd door de heer Percheron, Agent der Marine zijner Koninklijke Majesteit van Vrankrijk , gepresenteerd het onderstaande Request.
a Monsieur le Baron de Plettenberg Gouverneur et Messieurs du Conseil Superieur du Cap de bonne Esperançe.
‘Messieúrs’
‘Vous avéz eté informé des Ouragant passé á l’ Isle de france en fevrier et Avril dernier; vous avéz Seules ravages qu’ ils ont fait tant dans le Port que sur les recoltes; ce qui a reduit la colonie dans le plus extreme besoin, M: M: le Ch:vl de Ternay et Maillart Gouverneur pour le Roy et Intendant, viennent de m’expedier le V:au le Conquerant avec ordre de voús prier au nom du Roy de france , de permettre que ce V:au fasse son chargement en blé le plus promptement possible pour se rendre a Sa destination, Je n’ai pu me procurer cette cargaison chez les particuliers; J’ai donc recourse a vous Messieurs bien persuadé, que vous voudréz bien vous preter a nos besoins et me faire delivrer des Magazins de la Compagnie la Quantité de deux mille a deux mille Cinq cens Meudres de blé, Jamais Messieurs Service ne fut plus important que dans l’occasion presente, et je ne manquerai pas d’ informer Monseigneur le ministre avec la quelle vous avéz bien voulû vous preter a Secourir les Sujets du Roy de france ; et c’est en son nom Messieurs que je vous prie de vouloir bien me faire part de l’arrete que vous voudréz bien prendre a cet egard. Je fonde toutes mon Esperance dans le desir de nous Servir, qui vous est Si naturel, et que j’ai prouvé chaque Jour depuis que je Suis chargé de la Mission de l’approvisionnement de la colonie de l’ Isle de france et des V:aux de Sa Majesté.’
‘fait au Cap de bonne Esperançe le 5 X:bre 1772:’
’/:geteekent:/’
‘Percheron’
‘Agent de la Marine du Roy.’
Ten belange van welk versoekschrift overwogen zijnde, dat het thans bereijds ingeougst werdend’ graarn gewasch, door des Heeren Zeegen, zeer favorabel uijtgevallen zijnde, de versogte Quantiteijt Tarwe oversulx met gevoeglijkheid sal kunnen werden gemist; is dierhalven beslooten, aan Voorsz: heer Percheron 2500: mudden koorn uijt ‘s Comp:s maguazijnen te laten volgen, ende sulx tegens ƒ8 1/2: p:r mudde, om in contanten gelde alhier, in ‘S Comp:s Cassa te werden voldaan.
Laatstelijk is op het dieswegens in Scriptis gedaan Supplicq van den burger Wilhelmus de Gruger, aan denselven een stukje thuijnlands, leggende annex desselfs Tuijn in deese Tafelvalleij groot 297: quad:t roeden en 72: dito Voeten in Eijgendom verleend.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij
C. 150, pp. 464-469.¶
Dingsdag den {17721215} 15: Decbr: 1772:
‘S Voormiddags alle præsent, Excepto den E: Equipagiemeester Jacob Rijzik, mits indispositie.
De Negotie boeken deeses Gouvernements van het jongst afgelopen boekjaar, neevens het Rapport door de tot derselver Examinatie gesteld geweest zijnde leeden deeses Raads, d’ E: E:s Pieter Hacker en Dirk Westerhoff verleend, op heeden volgens d’ ordres gerevideerd zijnde, soo is uijt deselve komen te blijken, dat in deselve boeken, niet alleen alle posten van ongelden en andere afschrijvingen, met de dies weegens verleende ordonnantiën accordeeren, maar dat ook buijten dien, geene afschrijvingen zijn gedaan geworden; gelijk voorts uijt het mede ingediend rapport van d’ E: E:s Pieter Hacker en Adriaan van Schoor, als geCommitteerde Examinateure der Zoldijboeken, is aangetoond, dat deselve boeken in de verEijschte forme, navolgens d’ ordre der E: Comp: gehouden, d’ afbetaling der Dienaren na behoren uijtgereijkt, mitsg;s de belastingen daar van bij de Negotie boeken, indiervoegen afgeschreeven zijn, als in ‘t Voorsz: Rapport Specificq is ter needer gesteld; en laatstelijk dat de Boedel reekeningen van ‘s Comp:s afgestorvene dienaren, welkers nalatenschappen door den Zoldijboekhouder als Curator ad lites geadministreert en verkogt zijn, meede na behooren onderzogt weesende, bevonden is, dat alle dezelve nalatenschappen behoorlijk geinventariseert zijn, en dat de Vendu boeken met de origineele Memorien en deese weederom met d’ inventarissen accordeeren, gelijk meede dat het provenu dier nalatenschappen te zamen een Somma van Rd:s 1686:9: stvr:s ofte ƒ4046:17:- hollands, door voorm: Curator ad lites onder Ult:o Aug:s jongstl: alhier in ‘s E: Comp:s Cassa geteld, en voorts alles Conform d’ ordres van haar Wel Edele Groot Agtb: de Heeren der hoge Indiase regeering behandelt geworden is: Weshalven verstaan is, dat de meerm: Negotie en Zoldijboeken, volgens gebruijk, Soo na ‘t Vaderland als na Batavia, en het geciteerd Rapport nopens dies Examinatie, bovensdien aan welgem: Heeren der hooge Indiase regeering sullen werden gesuppediteert.
Voorts is aan den burgerraad Jacobus van der Spuij, op zijn hierom bij Request gedane instantie, een stukje Erfs, geleegen in deese Tafelvalleij , annex desselfs huijs en Erf, ter groote van 19: quad:t roeden 132: dito Voeten en 118: gelijke duijmen, in Eijgendom vergund.
En nadien door den oud Commissaris van Civiele en huwelijx saken Hendrik Feersen van desselfs tuijn is afgestaan een stuk gronds ter groote van 14: quadraat roeden 69: dito Voeten en 114: gelijke duijmen, ten eijnde de Straat besijden of langs het nieuw op te bouwene hospitaal in een eguale linie sal kunnen werden getrocken, Soo is tot een equivalent van dien aan hem uijtgegeeven een ander stuk gronds insgelijx aan desselfs bovengem: thuijn Streckende groot 6: quadraat roeden, 130: d:o Voeten en 72: gelijke duijmen: Terwijl voorts ter Consideratie dat het voors: door ged: Feersen afgestane stuk gronds vrij groter is als het geene denselven in dies plaatse bekomt, is verst[.....] d’ uijtgave van het selve over sulx te doen, sonder dat de andersints daar op vallende ongelden wegens ‘t Zegul, meetloon, mitsg:s ‘t Expedieeren der Erfgrondbrief ter Secretarije sullen behoeven te werden betaald.
Aldus geresolveert ende gearresteert, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten daage en Jaare Voorsz:,
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] H: V: Prehn
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] O.M. Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J:J: Le Suëur
[Signed:] D: Westerhoff
[Signed:] Otto Lud:r Hemmij