Skip to content

C158 v1.20

C. 158, pp. 2-31.

Marginalias d’ A:o 1780.

den 4 Jann:ij.

Declaratie des Heer Fiscaals dat op de neevensgem: twee Boss:rs geen actie konde institueeren.

welke oversulx wederom emploijabel in ‘S E: Comp:s dienst verklaard zijn.

Zullende egter met een Domestique Straffe werden gecorrigeerd.

een kuijper en een Leggermaker van de uijtkomende Scheepen te ligten

den 18 Jann:ij.

Op de gedaane klagten van’t Volk van’t Schip Venus jegens den Schipper Gerrit ten Sonder

Is die Zaak ter onderzoek in handen van den Heer Independent Fiscaal gesteld.

en mits de buijten gewoone lange reijze van’t Schip Diana .

Zullen de Journaalen van dies Overheeden aan Zeekundigen ter Examinatie werden overgegeeven.

hoedanig de Militairen hun verbonden tijd uijtgediend hebbende, voortaan in gagie te verhoogen.

Het jaarlijx getal der Leggers met witte wijnen voor de resp:ve Cameren zal om bezijden gemelde reedenen op de aanweezende retour-Scheepen werden verdeeld.

resumptie van de reecq: der hier te lande zijnde Vijf kerken.

die volgens gebruijk naar’t Vaderland zullen werden gezonden.

de gepræsenteerde Soldij procuratien ter onderzoek in handen van den Heer Independent Fiscaal gesteld.

approbatie der aanstellinge van een koster der Stellenbosche Kerk

verleende permissie aan den repatrieerenden Sabandhar Boers tot het meede neemen van Zeekeren Vrijswart

de hermeetinge van de plaats van den Burger Jozephus Anthonius Becker gedaan weesende

Zal daarvan, conform deese laatste meetinge aan denselven een nieuwe Erfgrondbrief werden verleend

den 21 Jann:ij:

op het daartoe gedaan Supplicq van den Capt:n van’t fransch Scheepje le grand Bourbon

is aan denselven gepermitteerd dien bodem mits dies irreparabelen toestand alhier p:r publicque Vendutie ter Slopinge te mogen doen verkopen

den 8: febr:ij

besluijt om uijt ‘S Comp:s groote geld Cassa een Somma van 60‘000 Rijxd:s naar Batavia over te zenden.

de Souratse Lijwaaten voortaan over Ceijlon direct van’t eerstgemelde Comptoir staande gepetitioneerd te worden.

zal sulx in gevalle als ter zijdengem: met de Chormandelse goederen meede geschieden.

reedenen waarom goedgevonden is, het Freguat Jagtrust , wederom ter inhandeling van Slaven voor d’ E Comp:ie af te zenden

en dien handel op de Cust van Africa te doen onderneemen.

Request door den Tweeden Schipper Jan Paardekoper aan wien het commanda op ‘t retour Schip de Held Wolthemade is opgedragen

Consideratie, waarom men het selve andersints aan den Opperstuurman van dien Bodem als Gezaghebber zoude hebben laten verblijven.

van’t welke bij missive aan de Heeren Majores aftegaan, kennisse zal werden gegeeven.

Lecture eener Missive door de Capt:ns der neevensgem: twee Engelsse aan deesen Rade gerigt.

declaratie van den Commandant van’t aanweezend Fransch Esquadre van niets vijandelijks tegens ged Twee Engelsse Scheepen te Zullen onderneemen.

en waarvan de voorm: Engelsse Capit:ns ter haarer geruststellinge door zijn Ed:le zijn verwittigd.

wat ten opzigte der door dezelve verzogte protectie onser Vlagge door welgemelde Heere Gouverneur zal werden geantwoord

ingediend berigt van den Heer Independent Fiscaal en Gecommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie alhier.

zijnde de daarbij gemaakte bepalinge en Schikking der weijde van de plaats van Van Kamptz geapprobeerd.

Waarvan bij affixie van Billiëtten advertentie zal werden gedaan.

aan Zeekeren franssen Zee-Officier passagie naar Nederland verleend

aanstelling van Twee Lieutenants bij de burger Comp:nien de reserve en Invalides.

geaccordeerde aan eenige perZoonen ter overvaring naar ‘t Vaderland en het meede neemen van Slaven.

den 10: Febr:ij

Verzoek van eenen M:r Platel tot afgave der hem toebehorende en te Bengalen in’t Schip de Mercuur geplaatste Contanten.

het welk aan hem geaccordeerd weesende is voorts aan den Burger Michiel Christiaan Vos gepermitteerd naar Nederland te vertrecken.

den 22: Febr:ij

den Heer Lieutenant Collonel Hendrik van Prehn, uijt ‘S E: Comp:s dienst ontslagen zijnde.

Is den Cap:t Gordon tot p:l Hoofd der Militie alhier aangesteld.

den ondercoopman Kirsten zal thans als actueel Lidt Sessie in den Raad van Justitie neemen.

Lecture van’t berigt nopens d’ Examinatie der Journaalen bij de Overheeden van’t Schip Diana gehouden.

waarbij verklaard werdende dat desselfs langdurige reijze, niet aan eenig wandevoir van dies Overheeden konde werden geattribueerd.

en daarop door den Heer Independent Fiscaal betuijgend Zijnde, geen actie Jegens den Schipper en Stuurlieden te kunnen institueeren.

Zal van dit alles aan de Heeren Majores kennisse werden gegeeven.

Vertoog door op gend: Heer Fiscaal, nopens zeekeren gedetineerden Franssen matt:s Olivier Montré, in Rade ingediend.

tegens den welken bij gebrek van voldoende bewijzen, geen Crimineel proces kan werden g’institueerd.

des zal denselven uijt zijne detentie ontslagen en onder de bezijden vermelde Conditie aan den Franssen Commandant werden overgeleeverd.

den Secretaris der Retourvloot Von Lieberher conform de ordres, met het Schip Holland van hier niet zijnde komen te vertrecken.

verzoekt den Heer Fiscaal, te mogen weeten, of en in hoe verre dieswegens eenige Actie tegens denselven Zoude dienen t’ institueeren

Consideratiën daarop gevallen

en besluijt om gemelde von Liebeher buijten qualiteijt en winning van gagie met een ander volgend’ Schip te laten vertrecken.

geaccordeerde aan den Vaandrig militair Buissine, om onder afgesz: gagie neevens zijne Familie te mogen repatrieeren

met voorschrijvens aan de Heeren Majores om hem in Cas hier neevensgem:d als Vaandrig Militair te laten te rug keeren

Request van eene M:r Hickey, tendeerende omme met een van ‘S Comp:s Scheepen naar Nederland te mogen overvaaren

het welke ter consideratie der daarbij aangehaalde reedenen aan hem toegestaan zijnde.

Is het selfde verzoek aan den Engelssen Botanicus Paterson meede geaccordeerd.

ende Sulx met meedeneeming Zijner alhier gedaane inSameling van Planten gewassen etc:

aan welke Persoonen meer permissie is verleend, met de aanweesende Scheepen te mogen repatrieeren

Uijtgave van eenige Landereijen in Eijgendom.

resumptie van de reecq: der Weesgelden, onder Ult:o Xber: pass:o

Zijnde aan ‘S Comp:s Dienaaren vergund derselver gagiën door hunne Gemagtigdens in Nederland te mogen laten ontfangen.

den 2: Maart

gepræsenteerd Request door den tot Hoofd der Militie alhier aangestel, den Capit:n Gordon.

Sullende de Heeren Majores werden verzogt, dat denselven daarin bevestigd.

en aan hem, om ter zijden gem reedenen moge werden toegevoegd die Selfde qualiteijt en Gagie als d’ E: Van Prehn heeft gehad.

Berigt van den Heer Fiscaal, nopens de klagten door het Volk van ‘t Schip Venus jegens den Schipper Ten Sonder gedaan.

en dat ged:e Ten Sonder van den raad van Justitie alhier, geobtineerd had, dat de Zaaken buijten Procedures moge werden afgedaan

na Lecture der Verzoek-Schriften van Landdrost en Heemraaden mitsgad:s die van Kerkenrade aan Stellenbosch

is in den gedaanen verkoop van het daarbij vermelde Stuk Lands bewilligd.

den Adsistent Bletterman tot Geswooren Clercq ter Justitieele Secretarije aangesteld

en den persoon van M:r Jan Jacob Serrurier als Boekhouder met ƒ30 m:d in dienst der E Comp:ie aangenomen.

hoeveel d’ Overheeden van’t retour Schip Venus wegens de aangebragte aracq op reecq: van Soldije te doen belasten.

den 21 Maart

Ingediend Rapport nopens d’ Examinatie en bevinding der gebreeken aan het fluijt Schip Noordbeek .

de welke meest alle van dat belang zijnde, dat ged:e Fluijt Sodanig met geen mogelijkheijd kan Zeebouwen.

Zal men dezelve voor eerst in de Saldanhabaaij doen overwinteren.

en vervolgens om te werden gerepareerd, wederom ter deeser Caabser Rheede laten opkomen.

nadere besoigne van het naar Bengalen gedestineerde Schip Diana en besluijt om het selve wel met medio April aanstaande van hier af te vaardigen.

dog eerst den Steeven naar Nagapatnam te doen wenden,

Zullende de goederen voor ‘t gedagte Chormandels Gouvernement met gemelden Bodem werden overgezonden.

beraamden tijd tot het opneemen der Effecten deeser Coloniers.

resumptie der neevensgem: Memorie

en dispositie daarop.

Ingediende reecq van den ontfangst en uijtgave der Zeguls.

Welkers bedragen in ‘S Comp:s Cassa zal werden overgebragt.

op het hierom bij Request gedaan verzoek van de Weed:we Soermans

Is verstaan haar Slaven Jonge Geduld van Boegies voor d’ E Comp:ie in Eijgendom aan te neemen, en opt RobbenEijland te plaatsen.

bevordering van den Sergeant Blesser tot Vaandrig.

en aanstelling van den Boekhouder Blankenberg tot Geswooren Clercq ter Weescamer.

mitsgad:s van een Diacon bij deese Caabse Gemeijnte.

gecommuniceerde door den Heere Gouverneur nopens Zeeker Protest van den repatrieerenden von Liebeher wat het selve in zig komt te behelsen.

Om welke reedenen zijn Edele dienstig hadde geagt het effective voorgevallene alhier met ged:e von Liebeher ten papiere te stellen.

welk Protest en de Schriftelijke annotatie van welgem: Heere Gouverneur ter Politicque Secretarije Sullen werden bewaard.

den 28: Maart.

Besluijt om de voorstelling van zijn Hoog Edelheijd de Klerk als Gouverneur Generaal op zeekere convenabelen tijde te bepaalen.

op hoedanigen wijze Zijn Hoog Edelheijd door den Heer Gouverneur en de resp:ve Leeden des Raads is erkend.

Sullende de voorstellinge op den 2 Maij aanstaande, geschieden.

Waarvan alle de resp:ve Collegiën, mitsg:s gequalificeerdens zo per Missive als door den Bode Zullen werden verwittigd.

reedenen waarom Landdrost en Heemraden van Swellendam Zullen werden aangeschreeven die voorstelling aldaar te laten geschieden.

Resumptie der Memorie wegens d’ uijtleevering der Lading van’t fluijt Schip Noordbeek van Batavia aangebragt.

hoedanig daarover is gedisponeerd.

voor hoeveel de Soldij reecq:gen der Overheeden te belasten.

en wat hun daarentegen te vergoeden.

aanstellinge van den Burger Petrus Keeve tot koster, in steede van den Overleedenen van der Schilde.

den 5: April

Verkiezing van een ander Heemraad aan Drakensteijn ter plaatsvullinge van den overleedenen Andries Brink

en verleende permissie aan den Commandeur der Militairen Litsius, om neevens zijn Huijsvrouw te mogen repatrïeeren

den 18 April

Op het gepresenteerd verzoek-Schrift van Weesmeesteren alhier

Zal bij Billietten werden g’ interdiceerd, om voortaan buijten Speciaal Consent van haare Gecomm:s, enige Goederen op de Weescamer’s Vendutiën ter verkope te brengen.

aan den Capt:n Gordon geaccordeerd, omme de Huijd en het Sellet eener Cameleo Pardalis, aan den Heer Professor Allemand te Leijden over te zenden.

Wat verder aan dees’ en geene Perzoonen toegestaan.

en om welke reedenen Mons:r de la Fons, gepermitteerd is, met een van ‘S Comp:s Scheepen naar Nederland over te vaaren.

den 2: Maij.

Ceremonieel der voorstelling van den Hoog EdeLen Heere Reijnier de Klerk als Gouverneur Generaal van Nederlands India.

in welker voegen Sulx ter Drostdije aan Swellendam zal geschieden.

en waarvan na volvoering, een aparte Resolutie geformeerd, en aan deezen Rade zal moeten werden toegezonden.

den 19: Maij.

de Custen alhier, zoo verre ‘S E: Comp:s Possessie is strekkende opgenomen weezende

Sullen de daarvan geformeerde Caarten aan de Heeren Majores overgezonden

en Haar Edele hoog Agtb:s werden verzogt, om de bevordering van den daartoe g’ emploijeerd geweest zijnden Landmeeter Leiste, met de reedenen van dien.

gepresenteerd Request door den Gezaghebber van’t Fluijt-Schip Noordbeek Wouter ten Gelder om behoudens gagie te mogen repatrieeren.

‘t welk om de daar bij geallegueerde reedenen aan denselven toegestaan zijnde.

Is wijders aan d’ Executeurs des Testaments van wijlen M:r [.....] Ribault geaccordeerd zijne kleederen etc: aan desselfs Erfgenaamen over te Senden.

en aan den Heer Fiscaal Boers en den Weesmeester LeSuëur de verzendinge eeniger Naturaliën naar’t Vaderland toegestaan.

mitsgad:s aan den Adsistent Wodarch gepermitteerd, met afgeschreeven gagie, neevens zijn Huijsvrouw en kind te repatrieeren.

reedenen waarom aan den Opperstuurman van de Vr: Everhardina het laten branden van desselfs gepermitteerde kisten, alhier is toegestaan.

den Adsistent Kirsten als Geheijm-Schrijver van den Heere Gouverneur tot Boekhouder bevorderd

aanstelling van den Lieutenant Möller tot Capitain over de derde Comp:ie Burger Infanterie alhier in wiens plaatse den geweezen Stellenboschen Lieutenant Johannes de Waal Arendsz wederom als Sodanig zal moeten invallen

Uitgave van eenige Landerijen in Eijgendom de prijs der Talk voor d’ E: Comp:ie tot Seven Rijxd:s de 100 ponden verhoogd.

den 31: Maij.

Verzoek van den Commandant der in de Baaij Fals leggende Fransse Scheepen, om de benodigde adsistentie voor d’ Equipagiën dier kielen.

en dat aan’t aldaar leggend Engelsch Vaartuijg The Betsey het uijtlopen mogte werden verboden.

den 19 [.....] Maij.

welk eerstgem: Verzoek geaccordeerd.

dog het tweede van de hand zal werden geweesen

den 3:[.....] Maij. [Junij]

Geaccordeerde aan bezijdengen:de Franssen Raads Heer, om met het Schip de Ganges na Nederland voorttevaaren.

den 27:[.....] Maij. [Junij]

ontslag van den Lieuten:t onder de Burger Infanterie alhier, Hendrik Oostwald Eksteen PZ

en aanstelling van een ander Lieutenant en Vaandrig bij de zelve Infanterie

mitsg:s van eenige Officieren onder de Comp:ien Burger Dragonders aan Stellenbosch

Zijnde de Weed:we Nicolaas Leij in steede van wijlen de weed:we Heems, met het Doodgravers Officie gebeneficeerd

gepræsenteerd Request door Jan Hakscher, die als Passagier van Batavia alhier is overgekomen

aan den welken geaccordeerd is, wederom naar derwaards te rug te keeren.

Wat ten Zijnen opzigte de Heeren der Hoge Indiasche Regeering onder het Oog zal werden gebragt.

den 4: Julij

Wegens d’ aanstaande Verpagting na gewoonte Billiëtten t’ affigeeren

op het dientwegen ingediend versoekschrift van kerkenrade alhier

is dezelve gequalificeerd, om de Zitbanken der Regeeringe zo wel als die der Leeden van Justitie etc: te verplaatsen

den 25: Julij

Reedenen waaromme besloten is, de Militairen van’t aanweezend’ Schip de Bovenkerkerpolder te ligten, en de zelve met de Morgenster na Ceijlon te Zenden.

op de gedaane Rapporten, der resp:ve Landdrosten, dat neevensgem Perzoonen, op eijgen Authoriteijt met een Sterk Commando tegens de Caffers uijtgetrocken.

dezelve geattacqueerd, een vrij groot getal dood geschooten en zig van een considerabele quantiteijt hoorn-Vee meester gemaakt hebben.

is verstaan ged:e Landdrosten t’ ordonneeren, daarna exact onderzoek te doen en de Schuldigen voor den Raad van Justitie te actioneeren

den Capt:n van’t Engelsch Schip The Ceres zig wegens het bezijden vermelde voorval hebbende moeten verantwoorden.

heeft denselven Sulx bij Missive aan den Heer Gouverneur gedaan.

waarop goedgedagt is, die verantwoordinge aan te neemen, en daarvan aan de Heere Majores kennisse te geeven.

beraamde Ordres, op wat wijze ‘S Comp:s Dienaaren die voortaan in Burger Vrijdom Sullen werden gesteld, haar bij de Burger-Boeken Zullen moeten laten inschrijven

gemaakte verschikkingen onder de bepaalde AmbagtsLieden aan ‘t nieuwe Hospitaal bescheijden.

den 8 August:s

de bezijden vermelde ‘S Comp:s Woningen ten deezen Casteele niet langer zonder de daartoe vereijschte reparatiën gelaten

en voor d’ oude bouwvallige Wapen kamers Winkel, een geheel nieuw Gebouw moetende werden opgezet.

zal het daartoe vereijschte Timmer- en metzel- werk aan particulieren werden aanbesteed.

Zeekeren gevonnisde Slaven Jonge van den Landbouwer Pieter Heijntjes voor de gevallene kosten bij d’ E Comp:ie in Eijgendom aangenomen.

den 22 Aug:s

den Edelen Heere Gouverneur produceerd het ontwerp van nieuwe krijgs articulen voor het Militair Guarnisoen alhier

dewelke allesints zeer geschikt en wel ingerigt geoordeeld zijnde

Sullen de zelve oversulx als een permanente Ordre en reglement voor het selve Militair Guarnisoen blijven dienen.

reedenen, waarom, en ten welken fine aan den Heer Fiscaal Vier Europeesche Dienaaren der Justitie Sullen werden toegevoegd.

dewelke in uniforme gekleed en deselfde gagie en kostgeld, als de ordonnantie-Ruijters Zullen genieten.

Zeekere Twee door den Heer Fiscaal aangeklaagde Mattroosen voor de kost Scheeps dienst doende, naar het Vaderland op te zenden.

den 27: Aug:s

den Engelssen Commandant Barbor, de Vlagge deezer Fortresse niet hebbende gesalueerd.

heeft den Heere Gouverneur dieswegens doen onderhouden.

Schriftelijk Rapport door den Cap:n de Lille, dieswegens aan den Heere Gouverneur overgeleeverd.

deliberatien ten belange deezer Zaak.

en besluijt om tegens de betoonde minagtinge aan de Vlagge van Haar Hoog Mogende plegtig in geschrifte te protesteeren.

mitsg:s om aan ged:e Commandant Barbor geen distinctie, of honneurs te laten volgen.

welk Protest door eene Justitieele Commissie aan meermelde Heer Commandant Barbor zal werden ter hand gesteld.

[..... Marginalias van 31 Augustus - 24 Oktober ontbreek .....]

den 24: Octob:r

en Vier Perzoonen tot Commandanten in de Oost- en Noord-lijke Velden aangesteld.

mitsgad:s de aanstellinge en verdeelinge der nodige Veld-Wagtmeesters aan voorsz: gecombineerde Vergadering overgelaten.

dewelke ten eersten de nodige Instructiën voor de bovengem:de Commandanten &:a formeeren, en ter approbatie aan deezen Rade Zullen moeten toesenden

Terwijl het verzogte buskruijt en Loot Comp:s wegen, zal werden verstrekt

benoemde Gecommitt:s, tot bijwoning van den Burger optrek aan Stellenbosch

Uijtgave van een Stuk Huijs Erfs in de Baaij Fals aan den Burger Jeremias Auret.

den 7: Novbr:

gepræsenteerd Request door den Heer Secunde Pieter Hacker als President des Raads van Justitie behelzende dat Burgerraaden zig hebben aangematigd de authoriteijt, om niet alleen aan hun te doen præsenteeren Requesten en daarop te disponeeren.

maar selfs ook aan anderen op te dragen eene magt, die zij selve nimmer hebben gehad

welke onbevoegde handelwijze geoordeeld zijnde te weesen een openbaare Inbreuk in’t regtmatig gezag deezer Regeering

en dat door dusdanig temerair gedoente, de heerschende oneenigheeden onder de Ingezeetenen nog al meer en meer werden voortgezet.

Zal den Raad van Justitie werden geïnterdiceerd op voorsz: Procuratie eenig reguard te slaan.

met ordre, om niet te gedogen, dat uijt hoofde van dezelve, enige Procedures voor haare Regtbank werden geventileerd

blijvend een ijder in Zaaken die haar personeel betreffen, egter de vorige vrijheijd behouden.

en heeft den E: Secretaris Bergh, om neevensgem: reedenen, in deesen niet gevoteerd.

Uijtgave van een Stukje Huijs Erfs bij de Drostdije van Swellendam aan den Burger Johan Reeder.

den 14 Novbr

Zeekere door Burgerraaden ongequalificeerd geformeerde quotisatie Rolle gesteld in handen van de Heeren Boers en LeSuëur

den Heer Gouverneur op desselfs gedane Landtogt, de Visch-Rivier tot een Scheijdinge tusschen onse Ingezeetenen en de Caffers hebbende gereguleerd

dog de Caffers Contrarie haare belofte evenwel wederom over die Rivier getrocken Sijnde,

Is goedgevonden de voorsz Visch-Rivier als nu nader tot een Limiet Scheijding te bepaalen.

Sullende de Caffers in Cas van onwilligheijd, met geweld werden genoodzaakt, zig aan d’ overzijde dier Rivier te houden.

den 12 Decbr.

Electie van nieuwe Kerken dienaaren bij de resp:ve gereformeerde Gemeijntens alhier.

den 16 decbr:

Rapport van de Heeren Boers en LeSuëur nopens d’ Examinatie der quotisatie Rolle aan hem overgegeeven

dewelke gecommitteerd zijn, om neevens Burgerraaden, de nodige belastingen te reguleeren

en waartoe in’t vervolg Jaarlijx een of meer Leeden uijt deesen Raad Zullen werden benoemd.

Verleende qualificatie aan Landdrost en Heemraaden tot Stellenbosch om ‘S Colonies Plaats Welgevallen te mogen verkopen.

mitsgaders om aan ged:e Landdrost en zijne Successeurs tot een Equivalent Jaarlijx 300 Rijxd:s te doen genieten.

Zullende de voorsz Plaats hermeeten en daarvan een nieuwe Caart werden geformeerd.

de door het gedagte Collegie neevens krijgs-Officieren geconcipieerde Instructie voor de Veld Commandanten bij de resp:ve Raadsleeden te doen rond leesen.

Uijtgave van een Erf, aan den Burger Carel Fredrik Paret.

aan de Lutherse Gemeente het opregten eener Kerkenraad toegestaan

en d’ Electie van daartoe van Vier ouderlingen en een gelijk getal diaconen geapprobeerd.

Sullende het ged:e kerkelijk Collegie in’t vervolg uijt Twee Ouderlingen en Vier Diaconen bestaan

d’ electie en nominatie derselve op de nevens vermelde tijd en wijze moeten geschieden.

verkiezinge van nieuwe Leeden in de resp:ve Collegien

resumptie van het kort vertoog der Lasten deezes Gouvernements van’t Jongste Boekjaar, neevens die van het voorige.

hoe veel ijder Last Post op zig selve meer of minder heeft beloopen met de reedenen van dien.

rendement der Winsten en Inkomsten

Oorzaaken van het minder bedragen derzelve.

verleende qualificatie tot het sluijten der Negotie-Boeken.

verzoek van de resp:ve Administrateurs om de gewoone afschrijvingen te mogen genieten.

dat aan hem is geaccordeerd.

den 27 Decbr:

d’ Instructiën voor de Veld Commandanten bevonden zijnde, allesints met d’ Intentie deezes Raads te quadreeren

Zullen aan dezelve ter haarer narigt, en observantie werden meede gegeeven.

de Heeren Boers en Le Sueur nevens Burgerraaden gevaceerd hebbende tot het quotiseeren van S Comp:s Dienaaren en Burgeren.

dog ten opzigte der laatstgem:de geene naamwaardige verandering voorgevallen zijnde

is de geformeerde en overgelegde Lijst van ‘S Comp:s Dienaaren geapprobeerd

en Burgerraaden gequalificeerd, om de quotisatie penn:gen derzelve, zo wel als die der Burgers te doen op-halen

Sulx de Jaarlijxe belastingen indiervoegen moeten geschieden, als bij besluijt van den 16:de deezer is vast gesteld.

ontfangst bij den Heere Gouverneur der nevensgem:de twee fransse en Engelsse Brieven.

en gegeeven antwoord aan de brengers van dien, de Heeren Monneron en Lewin.

Waarmeede deesen Raad zig heeft geconformeerd.

Lecture eener Missive van den Heer Schout bij Nagt Hughes in antwoord op’t van hier aan zijn Edele afgezonden Schrijvens.

dewelke in Copia aan de Heeren Majores zal werden gesuppediteerd.

revisie der Negotie- en Soldij-boeken deeses Gouvernements, met de Rapporten wegens d’ Examinatie derselve

die volgens gebruijk, zo naar’t Vaderland als Batavia Zullen werden gezonden.

C. 158, pp. 32-36.

Dingsdag den {1780104} 4: Jann:ij 1780.

‘S voormiddags alle præsent

Vermits ten opzigte der Persoonen van Evert Andriessen van Flekkenveur en Hendrik Julsteijn van Stokholm, die beijde als Bosschieters, op het in de maand Julij des voorl: Jaars in de Baaij Fals geleegen hebbend uijtkomend’ Schip ‘T Huijs Om bescheijden geweest zijnde, van’t selve absent gebleeven, dog nu wederom met het Deensch Comp:s Schip ‘T Casteel van Dansburg hier aangeland zijn, door den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers is te kennen gegeeven, dat zijn E: voorsz: Persoonen g’examineerd hebbende, dezelve hadden betuijgd: dat zij met permissie haarer Officieren in de Baaij-Fals aan Land gegaan, dog door den drank overmatig bevangen geraakt waaren en meenende, met de Boot hunnes bescheijdenen Bodems derwaards te rug te keeren, in voorsz: dronkenschap in de Barcas van’t voorsz: Deensch Schip geraakt, dewelke onmiddelijk daarop en terwijl zijl: in Slaap waaren gevallen, was onder zeijl geraakt; Sulx zijl, wanneer weeder waaren ontwaakt, t’ hunner verbaastheijd zig op meerm: Deenschen Bodem hadden bevonden.

dat zijl: vervolgens met dezelve waaren gekomen op Tranquebar , dog als nimmer eenig voorneemens tot desertie gehad hebbende, op dit selve Schip verbleeven, en dus weder ter deeser Plaatse waaren aangeland.

Invoegen hij Heer Fiscaal tegens voorsz Perzoonen, geen actie in Cas van moedwillige desertie konde institueeren; Soo is dierhalven besloten, dikwerfgemelde Evert Andriessen van Fleckenveur en Hendrik Julsteijn van Stokholm wederom in derselver vorige qualiteijt van Bosschieters à ƒ12: p:r m:d emploijabel in ‘S E: Compagnies dienst te verklaaren, en mitsdien haare gagie, die Sedert den dag dat van het bovengemelde Schip ‘T Huijs Om zijn absent gebleeven, heeft komen te cesseeren, als nu van heeden af wederom te laaten Cours neemen; Sullende dezelve egter, dewijl de Zaak in allen gevallen uijt hunlieder overstallige dronkenschap is voortgesprooten, en Zij dus niet in’t geheel buijten Schuld te houden Zijn, met een Domesticque Scheeps Straffe gecorrigeerd, en op een der ter Rheede leggende uijtkomende Scheepen geplaatst werden.

Sijnde voorts op het te kennen geeven van den Coopman en Keldermeester d’ E: LeSuëur, dat het werk op ‘S Comp:s Cuijpers-Winkel mits gebrek aan de aldaar vereijschte Arbeijders, niet konde werden aan de gang gehouden, beslooten, een Cuijper, mitsgaders een Legger-maker van de hier ter Rheede leggende Scheepen de Vrouwe Anthonetta Coenrardina en ‘T Loo te ligten en hier aan Land te houden.

Aldus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] H V Prehn

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 37-49.

Dingsdag den {17800118} 18 Jann:ij 1780.

‘S voormiddags alle præsent

Vermits bij verschijning alhier, van’t te Rio de la Goa vertoefd hebbend Retour Schip Venus , door het daarop bescheijdene Volk hevige klagten zijn ingebragt, nopens de quaade behandeling, die zij in’t algemeen zo wel te Rio de La Goa voormeld, als geduurende de herwaards reijze, van den Schipper en Stuurlieden hadden moeten ondergaan; is dierhalven aan den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers gedemandeerd, deswegens behoorlijk onderzoek te doen.

Gelijk ook bij overweeging der buijten gewoone lange reijze van het meede aanweezend en tot een Tweede directen Bodem voor BengaLen uijtgezondene Schip Diana , besloten is, dat door den E: Equipagiemeester Damiën Hugo Staring, neevens de Schippers der præsente Scheepen Zullen werden g’ examineerd, de door d’ Overheeden van bovengemelde kiel gehoudene Journaalen, ter ervaring, of dezelve de hun meede gegeevene Instructie en Zeijlaas Ordre behoorlijk hebben opgevolgd, mitsg:s of en door welke onvermijdelijke toevallen genoodzaakt zijn geweest, Rio de Janeiro te moeten aandoen.

Sijnde voorts bij geleegendheijd van de op handen zijnde Verlossing der hun verbonden tijd uijtgediend hebbende Dienaaren verstaan, om in conformiteijt van het nu van Batavia ontfangen Extract uijt de Notulen van’t geresolveerde in Rade van Indie, Sub dato 7: Septbr: 1779, de Soldaaten, dewelke een nieuw verband zullen willen ingaan, van ƒ9: tot ƒ13, mitsg:s die dewelke reets ƒ11 en 13 ‘S maands winnen tot ƒ16:- en de Corporaals direct van ƒ14 tot ƒ18 in gagie te verbeeteren.

En ten aanzien ‘er deezen Jaare maar Vijf Retour Scheepen voor d’ eerste Bezending van Batavia zijn aangelegd, is dierhalven goedgedagt, dat het getal der Leggers met witte Wijn, dewelke men gewoon is Jaarlijx van hier aan de resp:ve Cameren te zenden; om tot gebruijk op d’ uijtgaande Bodems te dienen, thans over de aanweezende Retours Scheepen zullen verdeeld, en daarmeede werden afgezonden.

Vervolgens zijn geresumeerd de reecq:n der Arme Penningen van de hier te Lande zijnde Vijf Kerken, luijdende al volgd


'T Generaale Montant des Capitaals deezer Caabse Diaconij Armen.
Bestaande in't volgende.
A:o 1779 P:mo Januarij was't Capitaal   ƒ232515:18:
In dit Jaar bijgekomen.
Aan Aalmoessen ƒ5530:-:
d:o Grafsteeden d:o 1186:04:
d:o Armbossen d:o 796:16:
d:o Verhuurde Gestoeltens d:o 518:08:
d:o Intresten d:o 10062:10:
d:o Testamentaire en Liberaale Giften d:o 240:-:
d:o Winst en verlies d:o 396:11:
d:o Vrij gegeevene Lijf Eijgenen d:o 240:-: d:o 18970:09:
d:o de Bibliotheecq   d:o 2345:08:
Gaat af.
Aan Onkosten der Armen ƒ15438:05:-:
d:o d:o der Kerk d:o 1892:08:-: ƒ17330:13:
d:o de Bibliotheecq als Crediteure of te Voorenstaande Reekening d:o 2345:08: d:o 19676:01:
Blijft onder Ult:mo December   ƒ234155:14:
Bestaande in de volgende Parthijen.
Aan Cassa over restant ƒ7526:03:-:
d:o Obligatiën en Custing brieven d:o 172711:17:-:
d:o Agterstallige Intresten d:o 10123:12:-: ƒ190361:12:-:
Waarvan detraheere 't geen de Bibliotheecq van't bovenstaande is competeerende d:o 2345:08:-:
Resteerd   ƒ188016:04:-:
d:o Ornamenten van de Kerk ƒ1099:10:-:
d:o de Diaconij van't Land van Waveren d:o 23440:-:-:
d:o de Diaconij van't Swartland d:o 21600:-:-: d:o 46139:10:-:
Somma   ƒ234155:14:-:

'T Generaale Montant des Capitaals deezer Caabse Diaconij Armen.
Bestaande in't volgende.
A:o 1779 P:mo Januarij was't Capitaal   ƒ232515:18:
In dit Jaar bijgekomen.
Aan Aalmoessen ƒ5530:-:
d:o Grafsteeden d:o 1186:04:
d:o Armbossen d:o 796:16:
d:o Verhuurde Gestoeltens d:o 518:08:
d:o Intresten d:o 10062:10:
d:o Testamentaire en Liberaale Giften d:o 240:-:
d:o Winst en verlies d:o 396:11:
d:o Vrij gegeevene Lijf Eijgenen d:o 240:-: d:o 18970:09:
d:o de Bibliotheecq   d:o 2345:08:
Gaat af.
Aan Onkosten der Armen ƒ15438:05:-:
d:o d:o der Kerk d:o 1892:08:-: ƒ17330:13:
d:o de Bibliotheecq als Crediteure of te Voorenstaande Reekening d:o 2345:08: d:o 19676:01:
Blijft onder Ult:mo December   ƒ234155:14:
Bestaande in de volgende Parthijen.
Aan Cassa over restant ƒ7526:03:-:
d:o Obligatiën en Custing brieven d:o 172711:17:-:
d:o Agterstallige Intresten d:o 10123:12:-: ƒ190361:12:-:
Waarvan detraheere 't geen de Bibliotheecq van't bovenstaande is competeerende d:o 2345:08:-:
Resteerd   ƒ188016:04:-:
d:o Ornamenten van de Kerk ƒ1099:10:-:
d:o de Diaconij van't Land van Waveren d:o 23440:-:-:
d:o de Diaconij van't Swartland d:o 21600:-:-: d:o 46139:10:-:
Somma   ƒ234155:14:-:

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gedaan en Getransporteerd in Kerkenrade aan Cabo de Goede Hoop, ten overstaan van mij Ondergeteekende als Commissaris Politicq den 17: Jann:ij 1780 /:was geteekend:/ W: C: Boers.’


Cassa Reekening der Diaconij Armen Geld zoo als bevonden is op Ult:o December 1779
Bij het sluiten der voorige Jaars Reekening is 'er p:r Restant In Cassa gebleeven ƒ445:09:-:
Onder den Godsdienst in't Jaare 1779 gecollecteerd d:o 943:08:-:
Nog wegens Intresten, Giften en Kerke Geregtigheeden d:o 790:12:-:
Somma ƒ2179:13:-:
Hiervan uijtgegeeven aan alimentatie en diversse Benodigtheeden d:o 772:09:-:
So dat 'er aan Contanten dit Jaar in Cassa blijft ƒ1407:04:-:
d' Obligatien' bedragen d:o 900:-:-:
d' agterstallige Intresten d:o 242:-:-:
de Kerke Ornamenten d:o 1800:-:-:
Soo is het Capitaal der Diaconie Armen groot Somma ƒ4349:04:-:
ofte Hollands Courrt ƒ3479:08:-:

Cassa Reekening der Diaconij Armen Geld zoo als bevonden is op Ult:o December 1779
Bij het sluiten der voorige Jaars Reekening is 'er p:r Restant In Cassa gebleeven ƒ445:09:-:
Onder den Godsdienst in't Jaare 1779 gecollecteerd d:o 943:08:-:
Nog wegens Intresten, Giften en Kerke Geregtigheeden d:o 790:12:-:
Somma ƒ2179:13:-:
Hiervan uijtgegeeven aan alimentatie en diversse Benodigtheeden d:o 772:09:-:
So dat 'er aan Contanten dit Jaar in Cassa blijft ƒ1407:04:-:
d' Obligatien' bedragen d:o 900:-:-:
d' agterstallige Intresten d:o 242:-:-:
de Kerke Ornamenten d:o 1800:-:-:
Soo is het Capitaal der Diaconie Armen groot Somma ƒ4349:04:-:
ofte Hollands Courrt ƒ3479:08:-:

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gedaan en nagezien in Kerken Vergaderinge aan Stellenbosch den 9: Jann:ij 1780. /:was geteekend:/ P: Kuijs, J:s Conterman, J:s Groenewald,’

‘P: W: D: Vos, J: C: Groenewald, W: A: Krige S: J: Cats.’


'T Generaale Montant des Capitaals deezer Drakensteijnsche Diaconij Armen, bestaat in't volgende.
A:o 1779 p:mo Januarij was't Capitaal   ƒ11912:02:-:
In dit Jaar bijgekomen.
Aan Aalmoessen ƒ694:-:-:
d:o Intresten d:o 645:-:-:
d:o Kerkhofs Geregtigheeden d:o 277:-:-:
d:o Testamentaire en Liberaale Giften d:o 187:-:-:
d:o Huurbanken d:o 84:-:-:
d:o Armbossen d:o 36:-:-: d:o1923:-:-:
  ƒ13835:02:-:
Gaat af.
Aan Onkosten der Armen van Drakensteijn ƒ601:-:-:
d:o d:o d:o d:o van't Land van Waveren . d:o 857:-:-:
d:o d:o der Kerk en desselfs Gebouwen d:o 659:-:-: d:o 2117:-:-:
Blijft onder Ult:o decbr: 1779 ..   ƒ11718:02:-:
Bestaande in de volgende parthijen, als
Aan Cassa ƒ918:02:-:
d:o Scheepen kennissen en Obligatien d:o10800:-:-:
  Somma ƒ11718:02:-:
  ofte holl Court ƒ9374:10:-:

'T Generaale Montant des Capitaals deezer Drakensteijnsche Diaconij Armen, bestaat in't volgende.
A:o 1779 p:mo Januarij was't Capitaal   ƒ11912:02:-:
In dit Jaar bijgekomen.
Aan Aalmoessen ƒ694:-:-:
d:o Intresten d:o 645:-:-:
d:o Kerkhofs Geregtigheeden d:o 277:-:-:
d:o Testamentaire en Liberaale Giften d:o 187:-:-:
d:o Huurbanken d:o 84:-:-:
d:o Armbossen d:o 36:-:-: d:o1923:-:-:
  ƒ13835:02:-:
Gaat af.
Aan Onkosten der Armen van Drakensteijn ƒ601:-:-:
d:o d:o d:o d:o van't Land van Waveren . d:o 857:-:-:
d:o d:o der Kerk en desselfs Gebouwen d:o 659:-:-: d:o 2117:-:-:
Blijft onder Ult:o decbr: 1779 ..   ƒ11718:02:-:
Bestaande in de volgende parthijen, als
Aan Cassa ƒ918:02:-:
d:o Scheepen kennissen en Obligatien d:o10800:-:-:
  Somma ƒ11718:02:-:
  ofte holl Court ƒ9374:10:-:

’/:was geteekend:/ P: v: d: Spuij, J:s P:s Roux, Pieter Blignault, J:a Joubert, S: W: v: d: Merwe, P:s de Villiers, D: v: d: Merwe, Abraham Josua Le Roux, Daniël Rossouw.’


Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in't Land van Waveren onder Ult:o decbr: 1779 .
den 31:ste decbr: was't restant der in Cassa gebleeven Contanten ƒ358:02:-:
In dit Jaar bijgekomen.
Onder 't doen van den Godsdienst gecollecteerd d:o 865:07:-:
Over betaalde kerken Geregtigheeden en Testamentaire Vermakingen d:o 491:14:-:
van Swellendam ingekomen d:o 131:08:-: ƒ1846:15:-:
daar van gaat af
Wegens diversse benodigtheeden van kerk en Predikants wooningen mitsg:s andere kerkelijke Gebouwen te Overzien   ƒ1028:08:-:
Blijvende dus onder dato deezes p:r restant   ƒ818:07:-:
Daarentegen is deeze Kerk Debet aan de Diaconij van Cabo de Goede Hoop volgens diversse Scheepenen kennissen ƒ29300:-:-:
Waarvan detraheere de bovengem: nu p:r restant blijvende Contanten d:o 818:07:-:
Soo dat de kerk thans aan die van Cabo de Goede Hoop Debet blijft   ƒ28481:09:-:
  ofte aan Hollands Courrt geld ..... ƒ22785:05:-:

Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in't Land van Waveren onder Ult:o decbr: 1779 .
den 31:ste decbr: was't restant der in Cassa gebleeven Contanten ƒ358:02:-:
In dit Jaar bijgekomen.
Onder 't doen van den Godsdienst gecollecteerd d:o 865:07:-:
Over betaalde kerken Geregtigheeden en Testamentaire Vermakingen d:o 491:14:-:
van Swellendam ingekomen d:o 131:08:-: ƒ1846:15:-:
daar van gaat af
Wegens diversse benodigtheeden van kerk en Predikants wooningen mitsg:s andere kerkelijke Gebouwen te Overzien   ƒ1028:08:-:
Blijvende dus onder dato deezes p:r restant   ƒ818:07:-:
Daarentegen is deeze Kerk Debet aan de Diaconij van Cabo de Goede Hoop volgens diversse Scheepenen kennissen ƒ29300:-:-:
Waarvan detraheere de bovengem: nu p:r restant blijvende Contanten d:o 818:07:-:
Soo dat de kerk thans aan die van Cabo de Goede Hoop Debet blijft   ƒ28481:09:-:
  ofte aan Hollands Courrt geld ..... ƒ22785:05:-:

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gedaan en nagezien ter Kerk vergadering In’t Land van Waveren den 3: Jann:ij 1780. /:was geteekend:/ T: A: Kuijs V: D: M:, H: F: Möller, J: Du Toit, J: Hugo, Francois de Wet, Johannes Jordaan, Johannes de Waal’


Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in't Swartland gehouden Ult:o Xber 1779 .
Ult:o Xber 1778 Was't restant der in Cassa gebleevene Contanten ƒ399:13:-:
In dit Jaar bijgekomen
Aan Aalmoessen d:o 947:03:-:
d:o kerke Geregtigheeden en Vrijwillige Giften. d:o 490:-:-: 1837:-:-:
Daarvan Gaat af.
Diversse Onkosten tot het repareeren der kerk; Predikants-Dominies en kosters Wooning, alles volgens overgeleeverde reecq mitsg:s eenige andere benodigdheeden   d:o 1444:08:-:
dus blijf onder dato deezes p:r restant   ƒ392:08:-:
Daarentegen is deeze Diaconij aan die van Cabo de Goede Hoop volgens diversse Scheepenen kennissen Debet ƒ27000:-:-:
Waarvan Substraheere de bovengem: nu per restant blijvende Contanten d:o 392:08:-:
Soo dat deeze kerk nog Debet blijft   d:o 26607:08:-:
Ofte aan Hollandse Courr:t Geld   ƒ21286:-:-:

Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in't Swartland gehouden Ult:o Xber 1779 .
Ult:o Xber 1778 Was't restant der in Cassa gebleevene Contanten ƒ399:13:-:
In dit Jaar bijgekomen
Aan Aalmoessen d:o 947:03:-:
d:o kerke Geregtigheeden en Vrijwillige Giften. d:o 490:-:-: 1837:-:-:
Daarvan Gaat af.
Diversse Onkosten tot het repareeren der kerk; Predikants-Dominies en kosters Wooning, alles volgens overgeleeverde reecq mitsg:s eenige andere benodigdheeden   d:o 1444:08:-:
dus blijf onder dato deezes p:r restant   ƒ392:08:-:
Daarentegen is deeze Diaconij aan die van Cabo de Goede Hoop volgens diversse Scheepenen kennissen Debet ƒ27000:-:-:
Waarvan Substraheere de bovengem: nu per restant blijvende Contanten d:o 392:08:-:
Soo dat deeze kerk nog Debet blijft   d:o 26607:08:-:
Ofte aan Hollandse Courr:t Geld   ƒ21286:-:-:

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gedaan, gereekend en gesloten ter Kerk Vergaderinge In’t Swartland , den 1: Jann:ij 1780 /:was geteekend:/ D: Goldbach, Paul Retif, P: v: d: Bijl, M:s M: Basson, A: S: Gous, C: Lombard, E: F: Lobser.’

Dewelke volgens gewoonte, in Copia naar’t Vaderland Zullen werden overgezonden.

Gelijk meede ten opzigte van Sodanige Persoonen, thans verzoek doende om de Soldij reecq: haarer te goed behoudene gagie, door middel van Procuratiën naar’t Vaderland over te maken, verstaan is, dezelve Reecq:gen en Procuratien ter onderzoek, in handen van den Heer Fiscaal te stellen.

Sijnde voorts op het dieswegens gedaan verzoek en voordragte des Kerkenraads te Stellenbosch , de door dezelve gedaane aanstelling van den Burger Johannes Conterman tot Koster der Kerk aldaar, g’approbeerd.

Ook is aan den met het Schip Stavenisse repatrieerenden Oppercoopman en Geweezen Sabandhar te Batavia, den Heer Carel Jan Boers, toegestaan om ter zijner oppassinge te mogen meede neemen een vrije Swart genaamd Philip van

[.....] mits het Transport en kostgeld voor den selven, alhier in ‘S Compagnies Cassa behoorlijk werde voldaan.

Dewijl ingevolge het geaccordeerde aan den Burger Jozephus Anthonius Becker bij besluijt van den 16 November des Voorleeden Jaars, de hermeeting van zijn Plaats Goed Geloof onder dit Caabse District Leggende, Sodanig als dezelve Jeegenwoordig is betimmerd en gecultiveerd, tot al Sulken groote van Sestig Morgen en Vijf Honderd en Tachtig Quadraat Roeden, als d’ Oude Erfgrondbrief komt te dicteeren is gedaan; is dierhalven goedgevonden, conform deeze Laatse gedaane Meeting en de daar van door den Landmeeter gemaakte demonstrative Figuur ter groote als gemeld een nieuwe Caart en Erfgrond te doen formeeren, en aan gemelde Becker te verleenen.

Aldus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] H V Prehn

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 50-51.

Vrijdag den {17800127} 27 Jann:ij 1780.

Bij de Heeren Leeden des Raads ter lecture rondgebragt zijnde een Request, door den Capit:n Robinet de la Serve, voerende het Fransch particulier Scheepje le Grande Bourbon gepresenteerd, en behelzende dat hetselve Scheepje, blijkens het voorsz: Request geannexeerde declaratoir, door den Chef d’ Esquadre der aanweezende fransse Konings Scheepen de Heer de Tronjolij nevens nog twee Officieren van ‘S Konings Marine mitsg:s d’ E: Equipagiem:r Damien Hugo Staring verleend, ten eenemaal afgevaren en irreparabel zijnde, dus buijten Staat quam te zijn wederom in Zee te gaan, met bijgevoegd verzoek, dat aan hem Capt:n de la Serve mogte werden gepermitteerd, het meerm: Scheepje le Grand Bourbon , met de daarin staande Masten, bij publique Vendutie ter Sloping te mogen doen verkoopen, Soo is goedgedagt Sulx t’ accordeeren.

Aldus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] H V Prehn

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 52-73.

Dingsdag den {17800208} 8 Febr: 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Dewijl het restant der Contanten in ‘S Comp:s groote geld Cassa, gevoegd bij het geene ‘er p:r Assignatie op het Vaderland staat geteld te worden, meerder komt te bedragen, als ‘er voor eerst tot den gewoonen uijtgaaf werd vereijscht; Zoo is, bij overweeging, dat van voorsz: Contanten gevoeglijk eene Somma van 60‘000 rd:s kan werden gemist, te meer, nadien ingevalle van benodigdheijd, dit montant naderhand, wederom van d’ uijtkomende Scheepen kan geligt worden; goed gedagt en dienvolgens beslooten, op dien voet, de Somma van Rijxd:s 30‘000:, met het aanweezend’ Schip de Wackerheijd , en een gelijk bedragen met het meede ter Rheede leggend’ Schip Hoogcarspel , bijde aan gecartelde Ducatons naar Batavia te zenden.

Ende ten aanzien de Souratse Lijwaaten, die bevoorens voor dit Gouvernement van Batavia zijn g’eijscht geworden, ingevolge het aangeschreevene door Haar Hoog Edelens de Heeren der Hooge Indiasche Regeering, voortaan over Ceijlon direct van’t eerstgemeld Comptoir staan gepetitioneerd te worden; Soo is ter deezer geleegendheijd beslooten, Sulx inselvervoegen te doen plaats hebben met de Chormandelse Goederen, wanneer na een te makene overslag omtrent het getal der packen, die gemelde Goederen komen uijt te maken, zal werden bevonden, dat dezelve bequamelijk in’t jaarlijx direct van daar naar Nederland afgezonden werdend’ Schip sullen kunnen werden ingenomen.

Thans meede overwogen zijnde, dat bij de te rugkomst van’t Freguat Jagtrust van Madagascar , met het selve niet meer dan 59: Slaaven in Soort van daar zijn aangebragt, invoegen dien handel niet naar wensch is komen te reusseeren en het gebrek aan Lijf Eijgenen bij D’ E: Comp:ie nog immer blijft aanhouden, heeft men dierhalven moeten besluijten, het gedagte Freguat Jagtrust wederom ter inruijling van Slaaven af te zenden; Terwijl op d’ ingekomene berigten dat de Franssen van Mauritius en Bourbon , mits de tusschen haare Natie en d’ Engelssen ontstaanen Oorlog, de Cust van Africa thans niet bevaaren, best gedagt is, d’ Overheeden van Jagtrust te gelasten om den Slavenhandel op voorsz: Afrikaanse Cust tot aan Sansibar te verrigten.

Sijnde voorts door den met het Retour Schip Holland van Batavia vertrokkenen Tweeden Schipper Jan Paardekoper gepræsenteerd, het volgend Request.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgad:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren!’

‘Geeft zeer reverentelijk te kennen Jan Paardekoper, als Tweeden Schipper bescheijden op ‘t ter Rheede leggend Retour Schip Holland , dat den Suppl:t van Haar Hoog Edelens, de Heeren der Hooge Indiasche Regeering tot Batavia geobtineerd hebbende, om behoudens qualiteijt en gagie als Tweede Schipper te repatrieeren, het welgem: Haar Hoog Edelens teffens heeft behaagd het voorsz: ontslag in diervoegen aan den Suppl:t t’ accordeeren, om bij vacature in commando op een der Retour Scheepen te werden gesteld; gelijk Uwe Wel Edele Gestr: en E Agtb:s sulx bij gelieft uijt het deezen geannexeerde Extract uijt de Notulen van’t geresolveerde in Raade van India, op den 19 Octob:r 1779 zullen kunnen beoogen.’

‘Ende ten aanzien mits het overlijden van den Schipper Arij van der Deuren het commando op’t Retour Schip de Held Wolthemade als nu komt te vaceeren; Soo neemt den Suppl:t de vrijheijd, Uwe Wel Edele Gestr: en E Agtb:s zeer Eerbiedig te verzoeken daarmeede te mogen werden begunstigd.’

’/:onderstond:/’

‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ J: Paardekoper.’

Extract uijt de Notulen van’t geresolveerde in Raade van Indie

‘op Den 19 October 1779.’

‘Den Schipper Jan Paardekoper word toegestaan met een der Retour Scheepen behoudens qualiteijt en gagie als Tweede Schipper te repatrieeren en om bij vacature in commando op een der Retour Scheepen gesteld te worden.’

’/:onderstond:/ Accordeerd. /:was geteekend:/ A: D: Bock Secret:s.’

Waarop beslooten is, om agtervolgens het door de Heeren der Hooge Indiasche Regeering, in faveure van gemelde Paardekoper genomen besluijt het commando op’t Retour Schip de Held Woltemade aan hem op te dragen en gemelden Bodem na d’ ordre der E: Comp:ie door expresse Gecommitt:s aan denselven te doen overgeeven: Terwijl in consideratie genomen weesende dat den op het gedagte Schip de Held Wolthemade bescheijden Sijnde Opperstuurman Hermanus Broers, het gezag op dien Bodem genoegzaam van het begin der reijze heeft gevoerd en daarbij een nugteren en ervaaren Zeeman zijnde, men oversulx niet zoude hebben gehæsiteerd het commando aan hem te laaten verblijven, is dierhalven goedgedagt, dat bij de aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren af te gaane Missive, daarvan indiervoegen mentie zal werden gemaakt.

Waarna door den Heere Gouverneur wierd overgelegd, d’ onderstaande Missive door den Capit:n der thans in de Baaij fals geankerd Leggende Engelsse Comp:s Scheepen The Southampton en The Nassau aan zijn Edele en deezen Raade gerigt.

Hon:ble Sir & Sirs!

‘We have here the honor to acquint you, that the situation and distress of the Ships which we command, the Southampton en Nassau , belonging to the Hon:ble the English East India Company has hitherto prevented us from having the honor of waiting personnally on the Governor of the Cape Town, to we have not failed to do so, and to report our Ships in due Form, to your representative here, Commandant Brandt as we doubt not he has informed your Honors of.’

‘Being informed that there is now in Table Bay , a very considerabel French Naval Force, we do hereby claim, require, and demand for our Ships and Crews the protection of the High and Mighty States of Holland, during our Stay in this your Port, Should the whole or any part of the French Force now laying in Table Bay , or cruizing on this Coast, attempt any violence, or to act offensively against this Ships which we command, and which appertain to the Subjects of his Britannic Majesty.’

‘We have the Honor to be with very great Respect.’

’/:onderstond:/ Honb:le Sir & Sirs! Your most Obedient humble Servants /:was geteekend:/ John Lennox, Arthur Gore. /:in margine:/ False Bay 5 th February 1780.’

Naar Lecture welker Missive welgem: Heere Gouverneur te kennen gaf, dat nadien den Commandant van het ter deezer Rheede leggend Esquadre Fransse Konings Scheepen de Heer de Tronjoly, zijn Edele op een stellige wijze had verzeekerd omtrent bovengemelde Engelsse Scheepen, geduurende hun vertoef in de Baaij Fals , niet vijandelijks ofte Strijdig met de Hospitaliteijt, dewelke aan zijne Scheepen en haare Equipagien alhier reets was en nog dagelijx wierd beweezen, te Zullen onderneemen, hij Heere Gouverneur de meermelde Engelsse Capitains t’ haarer geruststelling hier van hadde verwittigen; waarinne bij deeze Raade volkomen genoegen genomen zijnde, is voorts beslooten: dat ten opzigte der door meermelde Engelsse Capitains verzogte protectie onser Vlag voor haar Scheepen en Volk tegens alle Vijandelijkheeden, die zij van het Fransch Esquader mogen te dugten hebben, aan deselve door welgemelde Heere Gouverneur zal werden geantwoord, dat ingevalle contrarie de bovengemelde door den Heer de TronjoLy gedaane verzeekering door desselfs onderhebbende Scheepen zoude werden gehandeld, men als dan niet zal nalaaten aan dikwerfgemelde Engelsse Scheepen te doen genieten die bescherming dewelke de tusschen onze Republicq en de Kroon van Engeland Subsisteerende goede Harmonie, quam te vorderen.

Vervolgens door den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers neevens Gecommitteerde Leeden uijt den Raad van Justitie alhier ingediend zijnde het volgende berigt.

‘Berigt gedaan maken ende aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg, Raad Extra Ordinaris van Neederlands India mitsgad:s Gouverneur, beneevens den verderen E: Agtb: Politicquen Raad alhier overgegeeven uijt den Naam ende van wegen den Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers Gerhardus Hendrik Cruijwagen en Christiaan George Maasdorp, Gecommitteerde Leeden uijt den Agtb:ren Raade van Justitie.’

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren!’

‘Ter voldoening aan Uwe Wel Edele Gestr: en Ed: Agtb:s Resolutie in dato 7 Xber: 1779:, waarbij U Wel Ed: Gestr: en Ed: Agtb:s hebben goedgevonden, de Ondergeteekend:s te qualificeeren, omme de Scheijdinge der algemeene en particuliere weijde, van de Plaats of Hofsteede geleegen agter de Cloof van de Tafelberg , thans in Eijgendom toebehoorende aan Fredrik Willem van Campts, als in Huwelijk hebbende Anna Maria Koekemoer, laatst Weeduwe van wijlen den Oud commissaris van Civiele en Huwelijx Zaaken Johan Joachim Lodewich Warnich, te bepaalen, en tot dat ijnde op Sodanige Plaatsen, als nodig en gevoeglijkst zal geoordeeld werden, door den Eijgenaar te doen oprigten, al sulke Bakens als d’ Ondergeteekendens zouden komen goed te vinden, omme na verrigtinge van dien, bij Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s te stellen Ordres voor een ijgelijk, omme zig na de bovengemelde te maken bepaalingen te reguleeren; hebben d’ Ondergeteekende, na d’ effective hoegrootheijd der grond, welke aan de Eerste Eijgenaars dier Plaats of Hofsteede, Successivelijk in Eijgendom is uijtgegeeven, te hebben doen opmeeten, en voorts het verdere Terrain met de meeste attentie doenlijk te hebben g’ inspecteerd bepaald en aangeweezen, drie Plaatsen, waarop d’ ondergeteekende ingevolge hunne voorsz qualificatie hebben geordonneerd dat drie differente Bakens of Scheijdspaalen Zullen moeten werden opgemetzeld. En gelijk dezelve Bakens of Scheijdspaalen zoo verre buijten den weezendlijken Eijgendoms grond van den voornoemden van Kampsz Zullen moeten worden gesteld, dat aan de eenen kant eene Casueele geringe uijtweijdinge aan denselven van Kampsz, geene regtmatige Schade zal kunnen toebrengen, en aan den anderen kant voldoende wijding voor de geringe quantiteijt Koebeesten der Caabse Ingezeetenen word overgelaaten, Zoo vertrouwen de Ondergeteekendens, dat daardoor alle Stoffe van klagten, voor het toekomende geheel en al zal werden uijt den weg geruijmt, en dus in alle opzigten voldaan aan het Oogmerk, het welk Uwe Wel Edele Gestr: en Ed: Agtb:s met het decerneeren van deeze Commissie hebben gehad; Terwijl d’ Ondergeteekendens voor’t overige d’ Eere hebben zig met de meeste veneratie te noemen.’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren! Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s Dienstwillige Dienaaren. /:was geteekend:/ W: C: Boers, G: H: Cruijwagen, C: G: Maasdorp. /:in margine:/ In’t Casteel de Goede Hoop den 7: Februarij 1780.’

Soo is, na dat de daarbij vermelde bepaaling en Scheijding der algemeene en particuliere weijde van de Plaats van Fredrik Willem van Kampsz, als in Huwelijk hebbende Anna Maria Koekemoer laatst Weeduwe wijlen Johan Joachim Lodewijk Warnich was geapprobeerd, verstaan, daarvan bij affixie van Billiëtten de nodige advertentie te doen ten eijnde de in deeze Tafel Valleij woonende Ingezeetenen, Zullen kunnen weeten op welken afstand, dezelve haare Koebeesten, omtrent de voorsz: plaats Zullen vermogen te laten weijden, op pœne dat de Sodanige, wier Vee binnen de voorsz: bepalinge zal werden gevonden, telkens in een boete van 10: Rd:s ten behoeve van den Heer Fiscaal zullen weezen vervallen.

Seeker Fransch Zee-Officier genaamd Louis Marais van Rouen, die mits indispositie, in den voorl: Jaare van’t Konings Schip L’ Orient ter deezer Plaatse heeft moeten verblijven, en Sedert desselfs herstelling, bijnaar den tijd van Agt Maanden de geleegendheijd heeft afgewagt, om met een Schip zijner Natie, van hier naar Europa te vertrekken, Sonder dat dezelve tot nog toe is voorgekomen; is dierhalven op desselfs instantig verzoek, aan hem passagie met het Retour Schip Alkemade verleend, mits alvorens het gewoone Transport- en kost-geld in ‘S Comp:s Cassa alhier werde voldaan.

Verders is goedgevonden om den oudsten Vaandrig bij de Comp:ie de Reserve Hendrik de Waal, als Tweede Lieutenant in de zelve Comp:ie te laten optreeden; en in plaats van den Overleedenen Hermanus van Wielligh, den Burger Jan Carel Winterbach tot Tweeden Lieutenant bij de Comp:ie d’ Invalides aan te stellen. Gelijk meede op de dieswegens bij Request gedaane verzoeken, aan d’ ondergenoemde Perzoonen, het volgende is geaccordeerd, als.

Aan den Ondercoopman en Fiscaal der Retour-Vloot Jan Wichert Wichertszoon, met zig naar Nederland te mogen meede neemen, een Slaven Jonge genaamd Benjamin van Batavia, voor dewelke alvoorens het Transport- en kost-geld, gereekend voor de Reijze van daar naar het Vaderland, en wederom te rug alhier in ‘S Compagnies Cassa zal moeten werden betaald:

Aan de Burgers Pieter Munk en Christiaan Greuning, om onder betaaling der gewoone Transport en kostpenningen, mitsgaders Logies in de Cajuijt, de Eerstgemelde p:r het Freguat de Herstelder en laatstgenoemden, met een ander der aanweezende Retour-Bodems te repatrieeren.

Aan den als Commandeur der Militairen met het Schip ‘T Loo uijtgekomenen George Wilhelm Litsius, om vermits door eene op de herwaards reijze bekomene borstquaal niet in staat is, naar Batavia voort te vaaren, oversulks met afgeschreeven gagie wederom naar’t Vaderland te rug te keeren.

ALdus Geresolveerd ende Gearresteerd. In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 74-82.

Donderdag den {17800210} 10 Febr:ij 1780.

Door eenen M:r William Platel die als Passagier met het ter Rheede leggend Retour Schip de Mercuur van Bengalen is vertrocken, aan den Heere Gouverneur overhandigt en door zijn Edele bij de respect:ve Leeden des Raads ter Lecture rond gezonden zijnde het volgend Request.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg, Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsg:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren!’

‘Seer reverentelijk geeft te kennen William Platel, zijnde als Passagier bescheijden op het thans hier ter Rheede leggend’ Hollands RetourSchip de Mercuur .’

‘Dat door den Edelen Heere Johannes Matthias Ross Directeur en de Heer Pieter Brueijs Oppercoopman en Secunde wegens de Nederlandsche Oost Indische Comp:ie te Hougly in Bengalen , van den Portugeeschen Coopman Maurinus Craanenburg zijn aangenoomen Vijf kisten, te Samen inhoudende Twee en t’ Zeventig Duijzend Zilvere Sicca Ropijen, om met het bovengemelde Schip de Mercuur te verzonden en geconsigneerd te worden, aan d’ Edele Groot Agtb: Heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam, en vervolgens wederom te werden overgegeeven aan bovengem:de Maurinus Cranenburg, zijne ordres ofte endossement, waarvoor de bepaalde Vragt van Veerthien Honderd en Veertig Sicca Ropijen in ‘S Compagn:s Cassa te Hougly voormeld, behoorlijk voldaan zijnde, de daarvan aan meermelde Craanenburg verleende Cognoscementen, vervolgens door hem op den Suppl:t zijn g’endosseerd; gelijk Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s Sulx alles uijt een der voorsz: afgegeevene Cognoscementen ofte verband-Schriften, deezen geannexeerd, des gelievende nader zullen kunnen beoogen.’

‘Dan ten aanzien den Suppl:t te raade is geworden, om over het voorsz: geld ter deezer Plaatse te disponeeren; Zoo neemt hij de vrijheijd zeer Eerbiedig te verzoeken, dat de bovengem: Vijf kisten, inhoudende te Samen de Somma van Twee en Zeventig duijzend Ropias, aan hem Suppl:t als den wettigen houder der daarvan verleende Cognoscementen, moge werden afgegeeven.’

’/:onderstond:/’

‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ W:m Platel.’

‘Wij Ondergeteekende Directeur en Hoofd Administrateur bekennen bij deezen ontfangen te hebben van den Portugeeschen Coopman Maurinus Cranenburg Vijf Kisten, gem:t M:C. N:o 1 tot 5 inhoudende 72‘000 Zegge Twee en Zeventig Duijzend Silvere Sicca Ropijen.’

‘Welke Vijf kisten na dies forma en inhoud aangenomen zijn, om onder betaling van Twee proC:to per ‘t Schip de Mercuur , thans gevoerd bij Daniel Deune als Schipper, verzonden en geconsigneerd te worden, aan de Edele Groot Agtb:re Heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam, om met believen van Haar Edele Groot Agtb:re weder overgegeeven te worden aan bovengem: Maurinus Craanenburg zijne Ordres ofte Endossement, dan wel aan den wettigen houder deezes, nademaal de bepaalde vragt van veerthien Honderd en Veertig Sicca Ropijen alhier in S Compagn:s Cassa betaald, en aan het generaal behoorlijk verantwoord is.’

‘T ‘Oirkonde hebben wij deesen met ‘S Comp:s Zegul en onse handteekening bekragtigd, mitsgaders in margine van dit Verband-Schrift doen stellen het selfde merk en Zegul van den Eijgenaar, dat op de Vijf Kisten te vinden is, om bij de afleevering tegens elkander geconfronteerd en dus verzeegeld overgegeeven te worden.’

‘En zijn hiervan gemaakt en verleend drie eensluijdende Afschriften, waarvan een voldaan zijnde, de overige kragteloos blijven.’

’/:onderstond:/’

‘Houglij den 12 November A:o 1779 /:was geteekend:/ J: M:s Ross, Pieter Brueys /:in margine:/ ‘S Comp:s Cachet in rooden Lacque gedrukt /:lager:/ Voor mij aan de Heer William Platel Gemagtigdens of Erve, om de Waarde hiervan te ontfangen van en daar het uijt kragte deezes behoord. Hougly in BengaLen den 12: November 1779. /:geteekend:/ M:s Cranenburg.’

Soo is, gemerkt uijt het aan voorsz: Verzoekschrift geannexeerd Cognoscement inzonderheijd consteerd, dat voor den overvoer der daarbij gespecificeerde Vijf Kisten, inhoudende te zamen de Somma van Twee en Zeventig duijzend Silvere Ropia’s, de deswegens bepaalde Vragt van 1440 Ropias effectivelijk in ‘S Comp:s Cassa te Hougly is voldaan, oversulx beslooten, het voorsz: montant van 72‘000 Ropias aan bovengem: M:r Platel te doen afgeeven; Sullende hiervan een behoorlijke Recepisse verleend, en deselve vervolgens in Originali, mitsgaders het voorsz: Request en annexe Cognoscement, in Copia Authenticq aan de Hoog Gebiedende Heeren Majores in’t Patria gesuppediteerd werden.

Sijnde voorts op het hierom bij Request gedaan verzoek van den Burger MichieL Christiaan Vos, aan denselve geaccordeerd, met een der ter Rheede leggende Retour-Scheepen, onder betaling van het gewoone Transport en kostgeld, om in de Cajuijt gelogeerd en getracteerd te werden naar’t Vaderland te vertrecken.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd. In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 83-109.

Dingsdag den {17800222} 22 Febr:ij 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Den Heer Lieutenant Collonel en Hoofd van ‘S Comp:s Militie alhier Hendrik van Prehn, op zijn dieswegens gedaan verzoek, mits tijds Expiratie, behoudens qualiteijt en gagie uijt den dienst der E: Comp:ie ontslagen zijnde, om indiervoegen, neevens desselfs Familie, met het ter Rheede leggend Retour-Schip de Held Wolthemade te patrieeren, is in desselfs Plaats ter nadere approbatie der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, wederom tot Hoofd der Militie aangesteld, den oudsten Cap:n Robbert Jacob Gordon, aan den welken dierhalven de Wapen-Camer met alle het aldaar berustende Schiet- en Zijd-geweer, mitsgad:s verdere Militaire Fournituuren door expresse Gecommitteerdens ter Administratie zal werden overgegeeven; Terwijl gemelde E: Gordon bovensdien ook als Præsident in den Burger-Krijgsraad alhier, is benoemd.

En nadien door het voorsz: ontslag van opgemelde Heer van Prehn is komen te cesseeren, de reeden, waarom den Ondercoopman Jan Fredrik Kirsten, volgens het aangeteekende bij Resolutie van den 24: Maart 1778, geen Sessie in den Raad van Justitie alhier, heeft kunnen neemen; is dierhalven verstaan, denselven Ondercoopman Kirsten, thans als actueel Lidt, volgens desselfs anciënniteijt en in conformité van het voorsz: besluijt, Sitting en Stem in gemelden Raad te doen hebben.

Vervolgens is geleesen een Schriftelijk berigt des E: Equipagiemeesters Damien Hugo Staring neevens [.....] Schippers der ter Rheede leggende Scheepen verleend, nopens de door hun gedaane examinatie der Journaalen, gehouden bij den Schipper en Stuurlieden van het meede aanweezend en naar Bengalen gedestineerd’ Schip Diana , waarbij dezelve ten besluijte haarer daarbij aangehaalde remarques, verclaaren, dat de langduurige reijze van gemelden Bodem, niet aan enige verkeerde manœuvres ofte Wandevoir dier Scheeps-Overheeden konde, maar integendeel moeste werden geattribueerd, aan diversse geconcureerd hebbende tegenspoeden, waardoor gemelde Overheeden Somwijlen genoodzaakt waaren geworden, eenige verandering in de Zeijlagie hun bij Instructie voorgeschreeven te maken; Sulx door den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers, betuijgd zijnde, geen actie tegens voorsz: Schipper en StuurLieden te kunnen institueeren, dierhalven verstaan is, dat van dit alles aan hoog gemelde Heeren Majores, onder overzending in Copia van ‘t geciteerd berigt en daartoe gehoorende Bijlagen, behoorlijk kennisse zal werden gegeeven.

Ook wierd door den Heer Independent Fiscaal ingediend het volgend’ Schriftelijk vertoog.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgaders Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb:ren Politicquen Raad.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Vertoond met de vereijschte Eerbied M:r Willem Cornelis Boers Independent Fiscaal deezes Gouvernements.’

‘Dat op Woensdag den 26: der gepasseerde Maand Januarij in de Tapperij alwaar de Prins van Friesland uijthangt, eenige disputen zijn ontstaan, tusschen een parthij Hollandsche en Fransche Mattroosen, het gevolg daarvan is geweest, dat Sommige van deselven onder elkanderen hand gemeen geworden zijnde, Zeeker Hollandsch Matroos genaamd Fokke Damme op’t Retour Schip Hinloopen zijnde bescheijden geweest, onder het gevegt, met een Mes deerlijk is gequestst geworden, zonder dat door ijmand, die aldaar præsent is geweest, gezien is geworden, door wien dezelve aan hem toegebragt is geworden.’

‘Dat zeeker Fransch Mattroos genaamd Olivier Montré, bescheijden op’t Fransch Konings-Schip L’ Orient , kort daarop, het zeer sterk op een loopen hebbende gezet, en zo daardoor, als uijt hoofde van andere omstandigheeden meer, wordende aangezien voor den præsumptiven Autheur van dezelve quetsinge, door de præsente menigte, terstond is agtervolgd, geapprehendeerd en alzoo in de Gevankenisse alhier is overgebragt geworden.’

‘Dat de vertoonder van het een en ander kennisse hebbende bekomen, wel terstond daarop alle Enquesten heeft ingewonnen, welke te bekomen waaren, mitsgaders ook daarna denselven Gevangen op hetselve fait, en d’ omstandigheeden van dien, wel naauwkeuriglijk door Heeren Gecommitteerdens uijt den Agtb: Raade van Justitie heeft doen ondervragen, op Sodanige Articulen, als tot dat eijnde door den Vertoonder waaren geformeerd geworden, dan dat de Gevange bij Zijne daarop gegeevene responsiven het selve fait bij continuatie heeft blijven ontkennen.’

‘Dat hoe zeer wel aan den eenen kant de voorsz: ontkentenisse van den Gevangen den vertoonder beneemt de faculteijt, omme tegens denselven Extra Ordinaire Eijsch te doen; Zoo wel als het defect van behoorlijk en voldoende bewijs, gevoegd bij den Aard der misdaad, en de Straffe, welke daarop casu quo geappliceerd zou kunnen worden, naar het begrip van den Vertoonder niet gevoeglijk Schijnt te permitteeren, omme tegens denselven tot Scherper Examen te procedeeren, veel min om sig met denselven in een ordinair proces in te laaten, en ‘er dus niets anders overig zou zijn, dan dat hij Gevangen zou behooren te worden gerelaxeerd, het egter aan den anderen kant aan den Vertoonder is voorgekomen, dat de nadeelige præsumptiën, welke tegens den Gevangen uijt de voorgemelde Enquesten zijn ontstaan, om meer dan eene reeden Schijnen te requireeren, dat bij de relaxatie van denselven, teffens werden genomen de nodige præcautiën, om te beletten dat den Gevangen, zig niet weder in deeze Colonie kome te vertoonen.’

‘Dat de vertoonder de volstrekte noodzakelijkheijd daarvan bezeffende, het van zijnen indispensabelen pligt heeft geoordeeld, dit een en ander te moeten brengen, onder het penetrant oog van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, niet twijffelende, of Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s Zullen wel de moeijte gelieven te neemen, omme volgens derselver gewoone attentie en voorzigtigheijd Sodanige middelen te beraamen, als tot volkomen Securiteijt en tot vermijdinge van alle dangereuse gevolgen Zullen worden nodig geoordeeld.’

’/:onderstond:/’

‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ W: C: Boers’

Waarop beslooten is, om vermits ged:en Heer Fiscaal geen voldoenend bewijs heeft kunnen inwinnen, om tegens den gedetineerden Franssch Mattroos genaamd Olivier Montré een Crimineel Proces t’ institueeren, denselven oversulx uijt zijne detentie t’ ontslaan en aan den Commandant der aanweezende Fransse Konings Scheepen Mons:r de Tronjoly te doen overleeveren, onder Conditie egter, dat, uijt aanmerking der nadeelige præsumptiën, die ‘er omtrent het geval van meermelden Olivier Montré zijn voorgekomen, denselven zig niet wederom hier aan Land nog verders in deeze Colonie kome te vertoonen.

Waarna door meermelden Heer Fiscaal wierd te kennen gegeeven, dat bij het doen der Monstering op’t Retour-Schip Holland , uijt de Monsterrol gezien had, dat bij dezelve onder anderen meede was bekend gesteld, den Secretaris der Retour-Vloot Bogislaus Fredericus von Liebeher, die met het Fluijt-Schip Noordbeek van Batavia hier aangeland Zijnde, ingevolge het aanschrijvens van Haar Hoog Edelens de Heeren der Hooge Indiasche Regeering en het daarop door den Heere Gouverneur verleende Ordonnantie, met het bovengemelde RetourSchip Holland had moeten repatrieeren.

dog dat na het vertrek van gemelden Bodem en de verdere onder desselfs Vlagge Sorteerende Scheepen, gemelde von Liebeher, zig bij hem Heer Fiscaal vervoegd en bekend gemaakt had, dat hij uijt hoofde der indispositie zoo wel van hem als van zijne Huijsvrouw, de reijze met het meermelde Schip Holland niet had kunnen vervorderen, en waarvan door hem waaren vertoond, een Attestatie door den Medecina Doctor Brand, nopens zijne eijgene onpasselijkheijd, en een Tweede Verklaring, betreffende de Ziekte zijner Huijsvrouw door den Opper-Chirurgijn van’t gedagte Fluijt-Schip Noordbeek verleend, met bijvoeging, dat hij van hunlieder voorsz: toestand, aan den Commandeur der Retour-Vloot d’ E: Benjamin van der Spek, als voerende het meermelde Schip Holland , kennisse gegeeven, en deezen aangenomen had, daarvan aan welgemelden Edelen Heere Gouverneur en hem Heer Fiscaal Rapport te doen, ‘t geen hij Liebeher egter tot desselfs groote Surprise verstaan had, dat door bovengemelden Commandeur aan den Edelen Heere Gouverneur op eene gantsch andere wijze, en aan hem Heer Fiscaal in’t geheel niet was geschied; Terwijl denselven voorts in gemoede betuijgde, dat het door den Heere Gouverneur verleende Ordonnantie nimmer door den Commandeur van der Spek, aan hem was vertoond geworden; Sulx hij Heer Fiscaal als nu verzogt te weeten, of en in hoe verre, deezen Raade zoude vermeijnen, dat door hem eenige actie tegens voorsz: Secretaris von Liebeher zoude kunnen en dienen g’ institueerd te werden.

Waarop in overweeging genomen weezende, dat of wel uijt de voorsz: omstandigheeden Scheijnt te blijken, dat hij Von Liebeher, desselfs voorsz: bescheijdenen Bodem, niet bij eene moedwillige overtreeding der dieswegens gestelde Ordres, heeft laten ontvaaren, hij egter als nu Zijn dienst als Secretaris der Vloot niet kan præsteeren, als ten dien eijnde bij den Commandeur derselven hebbende moeten zijn; Is dierhalven verstaan, desselfs gagie met den 17:de deeser loopende maand Februarij, wanneer het meermelde Schip Holland van hier is t’ zeijl gegaan, te doen afschrijven, en hem von Liebeher indiervoegen, buijten qualiteijt, met een ander te volgene Schip naar Nederland te laten vertrecken.

Sijnde voorts aan den ten deezen Casteele bescheijdenen Vaandrig Militair Wilhelm Buissine, op zijn hierom bij Request gedaan verzoek, geaccordeerd, om onder afgeschreeven gagie, neevens desselfs Huijsvrouw genaamd Johanna Jozina Keeve en hunlieder Zoontje, p:r ‘t Freguat de Herstelder naar Nederland te vertrecken.

En nadien door gemelde Buissine verders is te kennen gegeeven, dat hij deeze Reijze hoofdzakelijk stond te onderneemen, om de Nalatenschap zijner overleedene Ouders, met desselfs meede Erfgenaamen te deelen, en zijne verdere in Europa uijtstaande Zaaken perzoonlijk te reguleeren en af te doen, en hij na dies verrigting wel zoude verlangen, herwaards te rug te keeren, met bijgevoegd verzoek, dat door ons in zijn faveur aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren mogte werden geschreeven, ten eijnde in’t voorsz: geval, het hoogst dezelve goedgunstiglijk mogte behagen, hem wederom als Vaandrig Militair, naar dit Gouvernement te laten te rug keeren; Is dierhalven, ter consideratie van het goed Comportement van meerm: Buissine, en dat in zijne resp:ve diensten, dewelke den tijd van 15 Jaaren in’t guarnisoen alhier heeft gepresteerd, steeds genoegen gegeeven heeft, beslooten, welopgemelde Heeren Majores te verzoeken, op het voormelde door hem gedaan verzoek, favorabel Reguard te willen neemen.

Werdende hierna door eenen M:r William Hicky gepresenteerd het volgend Request.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg, Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb:ren Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Geeft reverentelijk te kennen, W: Hickey, Sijnde als Passagier met het thans in de Baaij-Fals geankerd leggend’ Engelsch Comp:s Schip The Nassau alhier aangeland.’

‘Hoe den Suppl:t reets in de maand April des voorl: Jaars, met het ged:e Schip the Nassau van Bengalen de reijze naar Europa ondernomen, dog door tegenspoeden niet eerder dan op den 15 November daar aan van Trinconomale hebbende kunnen vertrecken, den Commandeerenden Capitain van het opgemelde Schip The Nassau vervolgens, zo mits de slegte gesteldheijd van dien Bodem, door de lang duurige reijze veroorzaakt, als uijt gebrek aan drinkwater, mitsgaders de Ziektens onder d’ Equipagie grasseerende, zig genoodzaakt hebbende gevonden, de Baaij Fals te moeten binnen lopen, aldaar, Zoo om de voorsz: als andere reedenen, onvermijdelijk nog eenigen tijd lang zal moeten blijven vertoeven; des hij Suppl:t bedugt, dat door den reets verre verloopenen tijd, van bijkans een geheel Jaar, zeekerlijk merkelijk nadeel in desselfs affaires, waaromme principaal de reijze naar Europa komt te doen, zal hebben geleeden, en een langer uijtstel en traineeringe Somwijlen tot eene totale ruine voor hem zoude kunnen weezen, de vrijheijd neemt, zig te wenden tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s met nedrig verzoek aan hem Suppl:t te willen accordeeren, om ter Spoediger voortzetting zijner reijze, met een van ‘S E: Comp:s Retour-Scheepen te mogen overvaaren, en behalven een Coffer, waarinne niet anders dan eenige kleederen en het Linnengoed, tot zijn Lichaam behoorende, zijn afgepakt, nog met zig te mogen meede neemen, een Casje met papieren; zijnde hij Suppl:t voor ‘t overige nog bereijd, het Transport- en kost-geld voor zijne overvaard, om in de Cajuijt te mogen werden gelogeerd ende getracteerd, alhier in ‘S E: Comp:s Cassa te betaalen. /:onderstond:/ ‘T Welk doende &:a /:was geteekend:/ William Hickey.’

Waarop uijt aanmerking der bij het ged: Request aangehaalde reedenen, aan hem de verzogte passagie met een van ‘S Comp:s ter Rheede leggende Scheepen is toegestaan, mits het daartoe staande Transport en kostgeld, alhier in ‘S

Comp:s Cassa voldaan, en de door hem opgegeevene goederen, behoorlijk Zullen moeten gebrand worden.

Gelijk meede op het te kennen geeven door Zeekeren M:r William Paterson, die in de Maand Maij 1777, met het Engelsch Comp:s Schip The Houghton , uijt Engeland ter deezer Plaatse is aangeland, en zig op de hiertoe aan hem verleende permissie, Sedert met het insamelen van kruijden, planten en Gewaschen, ten dienste van het Britsch Museum te London heeft beezig gehouden, dat nadien het Oogmerk zijner afzending had volbragt, nu gaarne wenschte ten Spoedigste te retourneeren, zonder dat ‘er voor eerst geleegendheijd zoude zijn, om met een Engelsch Schip van hier te kunnen komen; is verstaan, aan gemelde M:r Paterson te accordeeren, om onder betaling van het Ordinaire Transport- en kost-geld, met het Retour-Schip de Held Wolthemade na Nederland over te vaaren, en behalven de kleederen en het Linnen tot zijn Lichaam behoorende met zig te mogen meede neemen, drie Cassen met pelterijen, Planten, Gewaschen, insecten en andere Naturaliën, mits dezelve voor d’ afscheepinge gevisiteerd zijnde, vervolgens ook behoorlijk Zullen moeten werden gebrand.

En is voorts aan den Boekhouder en Geswooren Clercq ter Justitieele Secretarije Christiaan Liebregt Kloege, mitsgad:s de Burgers Nicolaas Springer en Emanuel Brouw geaccordeerd, met de aanweezende retour Scheepen te repatrieeren, ende Sulx met opzigte tot de twee laatstgemelde onder betaling van het daartoe staande Transport- en kost-geld, te weeten voor ged:e Springer om neevens desselfs Huijsvrouw Dorothea Sophia van de Caab, in de Cajuijt, en voor gementioneerden Brouw, om op den overloop gelogeerd en getracteerd te werden.

Ook zijn op de hiertoe bij Request gedaane Verzoeken, de volgende Landerijen in Eijgendom uijtgegeeven, als.

aan den Burger Jozephus Anthonius Bekker, een Stuk Bouwlands leggende annex zijn Plaats genaamd Goed-Geloof , ter groote van Ses Morgen, drie en Vijftig quadraat Roeden en Vijf dito Voeten, waarvoor jaarlijx de gewoone recognitie van Vier Schellingen van ijder Morgen, aan D ‘E: Comp:ie zal werden betaald.

aan den Burger Ignatius Marais, een Stuk Erfs, geleegen in de Fransse Hoek onder ‘t District van Drakensteijn , als zijnde bijde door hem ingediende bescheijden, gebleeken, dat Sulx voor geene van desselfs Buuren, tot eenig nadeel is verstrekkende.

Vervolgens is nagezien de generaale Reekening der Weesgelden Sodanig als dezelve onder Ult:mo December des gepasseerden Jaars, ter Weescamer zijn bevonden.


Generaale Reekening der Weescamer onder Ult:mo Xber 1779.
1779.
P:mo Jann:ij Was't Capitaal op de Boeken Rds 349841:39
en't restant der Contanten op d' openstaande Boedels d:o 55704:37 rd:s 405546:28
In dit Jaar bijgekomen op de Boeken, als.
Aan geprofiteerde renten op d' uijtstaande Capitaale rd:s 14052:25
d:o nieuwe Bewijzen d:o 5021:19
d:o Ingekomene penn:gen ter voordeele der Weesen d:o 32180:23
op d' openstaande Boedel Reekeningen d:o 32289:42 d:o 83544:13
  Rd:s 489090:41
In dit Jaar afgegaan op de Boeken te weeten.
Wegens betaalde Bewijzen rd:s 4999:20
d:o uijtgegeevene Contanten tot voldoening en onderhoud der Weesen mitsg:s Camer Ongelden d:o 28666:21
op d' openstaande Boedel-Reekeningen d:o 26401:37 d:o 60067:30
Resteerende onder dato deeser, een Somma van   Rd:s 429023:11
Welk evengem: Capitaal in't volgende bestaat, namentlijk.
In diversse Verband brieven   Rd:s 356908:30
d:o verscheenen Intresten   d:o 10521:35
d:o 't restant der Contanten op d' openstaande Boedels d:o 61592:42 d:o 429023:11

Generaale Reekening der Weescamer onder Ult:mo Xber 1779.
1779.
P:mo Jann:ij Was't Capitaal op de Boeken Rds 349841:39
en't restant der Contanten op d' openstaande Boedels d:o 55704:37 rd:s 405546:28
In dit Jaar bijgekomen op de Boeken, als.
Aan geprofiteerde renten op d' uijtstaande Capitaale rd:s 14052:25
d:o nieuwe Bewijzen d:o 5021:19
d:o Ingekomene penn:gen ter voordeele der Weesen d:o 32180:23
op d' openstaande Boedel Reekeningen d:o 32289:42 d:o 83544:13
  Rd:s 489090:41
In dit Jaar afgegaan op de Boeken te weeten.
Wegens betaalde Bewijzen rd:s 4999:20
d:o uijtgegeevene Contanten tot voldoening en onderhoud der Weesen mitsg:s Camer Ongelden d:o 28666:21
op d' openstaande Boedel-Reekeningen d:o 26401:37 d:o 60067:30
Resteerende onder dato deeser, een Somma van   Rd:s 429023:11
Welk evengem: Capitaal in't volgende bestaat, namentlijk.
In diversse Verband brieven   Rd:s 356908:30
d:o verscheenen Intresten   d:o 10521:35
d:o 't restant der Contanten op d' openstaande Boedels d:o 61592:42 d:o 429023:11

’/:onderstond:/ Ter Weescamer aan Cabo de Goede Hoop Ult:o Xber 1779. /:lager:/ continueerende en aankomende Weesmeesteren. /:was geteekend:/ W: C: Boers, A: G: Muller, C:l Brand, P: D: Boonacker, B: H: V: Rheede,’

‘H: Le Suëur. /:in margine:/ afgaande Weesmeesteren. /:geteekend:/ Joh:s Smuts, T: A: Kuuhl.’

En dewijl bij nadere resumptie der Procuratiën en Zoldij Reekeningen, is komen te blijken, dat dezelve door den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers, onderzogt, en welbevonden zijn; heeft men dierhalven aan dies Eijgenaars gepermitteerd, om dezelve aan haare Gemagtigdens in Nederland te mogen overzenden.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 110-124.

Donderdag den {17800302} 2 Maart 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Door den onlangs tot Hoofd over ‘S Comp:s Militie alhier aangestelden Capitain Robbert Jacob Gordon, op heeden gepræsenteerd zijnde het volgend’ Request.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb:ren Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Geeft reverentelijk te kennen, Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s nedrigen Dienaar Robbert Jacob Gordon van Doesburg, hoe hij Suppl:t in A:o 1776 door de Hoog Edele Heeren Seventhienen als Capitain Militair voor dit Gouvernement uijtgezonden, en als Sodanig in het daarop gevolgd Jaar 1777 met ‘t Schip Willem de Vijfde ter deezer Plaatse aangeland, mitsgaders nu onlangs door de gunst en goedheijd Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, in Steede van den repatrieerenden Heer Lieutenant Collonel Hendrik van Prehn, ter nadere approbatie van welgemelde Heeren Majores, tot Hoofd van ‘S E: Comp:s Militie alhier aangesteld geworden zijnde; zeer gaarne een nedrig verzoekschrift onder S ‘E: Comp:s Papieren, aan hoogstged: Heeren Seeventhienen Zoude overzenden, en daarbij van Haar Edele Hoog Agtb:s te Solliciteeren, hem in de voorsz: Charge als Hoofd der Militie alhier, onder dieselfde qualiteijt en rang, als waarinne opgedagte Heer van Prehn die Post heeft bekleed, te willen confirmeeren; Weshalven zoo neemt den Suppl:t de vrijheijd, zig te wenden tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, met nedrig Supplicq, hem daartoe goedgunstig permissie te verleenen, als meede, dat Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, van die goedheijd gelieven te zijn, dat verzoek van den Suppl:t met een favorabel voorschrijvens te willen appuijeeren.’

’/:onderstond:/’

‘’T Welk doende &:a. /:was geteekend:/ R: J: Gordon.’

Soo is hierop goedgedagt, dat nadien gemelde Capitain Gordon komt te zijn een Officier, aan wien voorsz: Post met volle gerustheijd heeft kunnen werden toevertrouwd, te meer, dewijl denselven het Land zoo verre doorreijsd hebbende, als bevoorens nooijd door ijmand is gedaan, dus daarvan een grondige ervarendheijd verkreegen heeft, de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren dierhalven op’t Eerbiedigst Zullen werden verzogt, de voorsz: door ons gedaane aanstelling van gedagte Capitain Gordon t’ approbeeren, en het hoogst dezelve verders ook moge behagen, om, dewijl het 10:de Artikel der door Haar Edele Hoog Agtb:s voor den Major der Arthillerie beraamde Instructie dicteerd, dat denselven in alle Zaken die den Militairen dienst concerneeren, Zal staan onder de beveelen van het Hoofd en Chef der Militie, oversulx aan meerm: Capitain Gordon te confereeren den Titul en Rang van Lieutenant Collonel, met dieselfde gagie en Emolumenten, als door desselfs Prædecesseur d’ E: van Prehn is genoten geweest.

Voorts wierd door den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers te kennen gegeeven, dat ingevolge en ter voldoening aan het besluijt deezes Raads de dato 18 Jann:ij pass:o behoorlijk hebbende geëxamineerd de klagten die door het Scheeps-Volk van ‘t Retour Schip de Venus , tegens den daarop commandeerenden Schipper Gerrit ten Sonder waaren ingebragt, hem Heer Fiscaal uijt de diesweegens ingewonne Stukken was gebleeken, dat gem:de Schipper ten Sonder zig al vrij verre, zoo omtrent een harde behandeling aan het Volk, als het inhouden haarer randsoenen in’t algemeen, en het niet verstrecken van het geene voor de Zieken in’t bijzonder was gerequireerd, te buijten gegaan had, zulx hij Heer Fiscaal ten eijnde desselfs Actie, tegens gedagten Schipper Ten Sonder t’ institueeren, alle de voorsz: ingewonnen Stukken en bewijzen in Raade van Justitie overgelegd en teffens in geschrifte dagvaardiging in Perzoon tegens denselven verzogt en ook geobtineerd had.

dan dat gemelde Ten Sonder zig p:r Request aan gemelde Justitieelen Raade geaddresseerd, en daarbij zeer instantig verzogt had, dat, ter Consideratie van Sodanige reedenen als bij het gedagte Verzoekschrift ter needer gesteld, en hij Sustineerde t’ zijner verschooning meliteerende waaren, de Zaak mogte werden verklaard civil en composibel.

dat hij Heer Fiscaal zig hierop aan de door hem overgelegde Stukken gerefereerd en teffens verclaard hebbende, dat ingevalle den Justitieelen Raade voormeld, mogte vermijnen, dat de Zaak van meermelde Schipper Ten Sonder buijten Crimineel Proces zoude kunnen werden gehouden, hij Heer Fiscaal zig als dan tegens het voorsz: gedaan verzoek, niet zoude opponeeren; ged: Raade van Justitie het Supplicq van dikwerfgem:de Schipper Ten Sonder hadde toegestaan en de Zaak Civil en composibel verclaard zijnde, dus was getermineerd, van welk een en ander zijn E: pligtshalven d’ Eere had, deezen Raade behoorlijk verslag te doen.

En is hierop goedgedagt Sulx in deeservoegen te doen aanteekenen.

Sijnde voorts geleezen de volgende VerzoekSchriften, door Landdrost en Heemraaden, mitsgad:s het Collegie van Kerkenraade aan Stellenbosch gepræsenteerd.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgaders Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb:ren Politicquen Raad deeses Gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘D’ Ondergeteekende Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Drakensteijn , onder Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s gunstige welduijding, met het Eerw: Collegie van Kerkenraade alhier aan Stellenbosch over een gekomen zijnde, Zeeker Stukje Lands, ‘t geen van de Bouwplaats der Drostdije, door den nieuwen loop der Riviere afgescheijden en gedeeltelijk agter ‘t Thuijnland van de Pastorije geleegen is, aan haar Eerw:s te verkoopen voor de Somma van Ses Honderd Guldens Indische Valuatie; Zoo neemen d’ Ondergeteekendens de vrijheijd, Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s welbehagen zijn mag, de gedaane verkoop van’t voorsz: Stuk Lands, t’ approbeeren, en d’ Ondergeteekende wijders, tot het doen van dies Transport en Opdragt in forma, goedgunstiglijk te qualificeeren.’

’/:onderstond:/’

‘’T Welk doende &:a. /:was geteekend:/ O: G: De Wet, P: G: Wium, P:s A:s Mijburg, J: De Villiers J: P: Z:, H:k Louw, J: R: V: As, J: D: Villiers, Abr:, W: C: Coetzer. /:in margine:/ Ter Vergadering van Heemraaden aan Stellenbosch den 6: December 1779.’

Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!

‘Wij neemen de vrijheijd, Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s voor te dragen, hoe wij van Zints en meeninge zijn, zeeker Stuk Land voor Reekening van de Kerk te kopen, indien het de goedkeuring van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s wegdrage, waarmeede wij ons vleijen, naardien Sulx tot geen gering voordeel voor de Stellenbosche Pastorij strekken zoude, in hoope dat Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, hierop gelieve te reflecteeren, hebben wij d’ Eere met de uijtterste onderdanigheijd te zijn. /:Onderstond:/ Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren’

‘Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s onderdanigste Dienaars. /:was geteekend:/’

‘P: Kuijs, J:s Groenewald, W: A: Krige, S:e Joh:s Cats. /:in margine:/ Stellenbosch den 20: Febr:ij 1780’

Waarop goedgevonden is in de gedaane verkoop van’t bij voorsz: Verzoekschriften vermelde Stuk Lands te bewilligen, en bovengem: Collegiën oversulx te qualificeeren, daarvan Transport en opdragt te mogen doen en ontfangen.

In steede van den onlangs gerepatrieerden Christiaan Liebregt Kloege wederom tot Boekhouder en Geswooren Clercq ter Secretarije van Justitie met ƒ30. ter maand bevorderd zijnde, den Adsistent Hendrik Lodewijk Bletterman van Cabo de Goede Hoop, is wijders den Perzoon van M:r Jan Jacob Serrurier meede van deeze Plaatse geboortig, en in den voorleeden Jaare als Passagier alhier te rug gekomen, ook als Boekhouder met ƒ30:- per maand, onder een Vijf Jaarig verband in dienst der E: Comp:ie aangenomen, om als Sodanig ter gemelde Justitieele Secretarije dienst te doen.

Laastelijk is op eene diesweegens ingediende Memorie van den Heer Hoofd-Administrateur, verstaan, het bedragen van 676: Cannen Aracq op Agt Leggers van dien drank, per het Retour-Schip Venus , van Batavia, voor dit Gouvernement aangebragt, meerder als de gepermitteerde afschrijving dicteerd, te kort gekomen, ter Somma van ƒ443:10:-: Indiasch geld, op Reekening der Scheeps Overheeden dier kiel, te weeten, den Schipper voor 2/3 met ƒ354:16:-: en den Opperstuurman voor 1/3 met ƒ88:14:-: op haare Soldij Reekeningen te doen belasten.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 125-152.

Dingsdag den {17800321} 21 Maart 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Het alhier van Batavia gereverteerd Fluijt-Schip Noordbeek , op het te kennen geeven van dies Overheeden, dat zig aan ‘t Selve verscheijdene Swaare gebreeken quamen te bevinden, door den E: Equipagiemeester Damiën Hugo Staring, mitsgaders den Baas der Scheeps-Timmerlieden van ‘S Comp:s Werf alhier Philip van den Berg exact gevisiteerd zijnde, hebben dezelve van hunne bevinding op heeden ingediend het volgend Rapport

Aan den Wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg, Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgad:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a.

‘Wel Edele Gestr: Heer!’

‘Het door d’ Edele Heeren Bewindhebberen ter Camer Middelburg in den Jaare 1778 tot den afhaal van Landsproducten uijtgezondene Fluijt-Schip Noordbeek in A:o pass:o met Tarwe en andere goederen beladen, van hier naar Batavia afgevaardigd, mitsgaders naar overbrenging zijner Lading door de Heeren der Hooge Indiasche Regeering met goederen en provisien voor dit Gouvernement wederom na herwaards te rug gezonden, en op den 17 Febr:ij Jongstl: alhier gereverteerd Zijnde, heeft het Uwe Wel Edele Gestr: op de ingebragte beswaarnisse der Overheeden van geciteerde Fluijt-Schip, dat het selve met diversse gebreeken zoude weezen behebt, behaagd, den ondergeteekende Equipagiemeester te demandeeren met de vereijschte naauwkeurigheijd t’ onderzoeken, en vervolgens te dienen van berigt, in hoedanigen Staat ged: Fluijt-Schip zig komt te bevinden, en of het selve wederom ter overbrenging eener geprojecteerde Lading, voor Batavia zoude kunnen werden aangelegd; Weshalven den ondergeteekende in pligtschuldige opvolginge dier ordre, na dat voormelde FluijtSchip Noordbeek van desselfs aangebragte Lading ten eenemaal was ontlost, geadsisteerd met den Baas der Scheeps-Timmerlieden van ‘S E: Comp:s Werf alhier Philip van den Berg, in præsentie van den op ged: Fluijt bescheijdenen Gezaghebber en Opperstuurman, dat Vaartuijg zo wel in- als uijtwendig met d’ uijtterste Exactitude opgenomen en gevisiteerd hebbende, zijn daarop aan’t selve de volgende defecten ontdekt; als.’

‘In’t Scheepsruijm af en aan’t groote Luijk aan Bakboords-Zijde Ses-en aan Stuurboords-Zijde, drie-kniën in stucken zijnde nieuwe breuken.’

‘de voorste Balk van’t selve groote Luijk in’t midden tot op de helft gekraakt en de Tweede Balk in’t midden dwars afgebrooken.’

‘de Tweede Balk agter het voorluijk aan Stuurboordszijde meerendeels en de agterste Balk van’t groote Luijk op’t boven dek ten eenemaal afgebroken welk laatste met opleggen van Wangen te Batavia eenigermaaten gerepareerd zijnde, egter niet voldoende komt te weezen.’

‘Boven het welke de boven haak van’t Roer meede dwars afgebrooken en de voorste vaste boeg-planken boven het Berghout tot op het Boord toe aan Weerskanten van de Steeven los en rank gewerkt zijnde, het geheele boven Schip wijders op differente plaatsen ontzet, en de Rusten en Puttings meede eene geheele reparatie vereijsschen; Terwijl voorts aan de Watergang en Lijfnaaden kan werden bespeurd, dat het Schip in Swaare Stormen considerabel veel moet hebben geleeden; vermits het greene bevoerzel of beschutsel, door Sterken invloed, van het Dek door en doorwaterd en nat komt te weezen, het welk in gevalle het ruijm, in Steede van Houtwerken, waaraan de doorwatering juijst geen nadeel heeft kunnen toebrengen, met andere goederen, door bijkomende nattigheijd, bederf onderhevig, waare belaaden geweest, Sulx merkelijke Schade aan de Lading zoude hebben veroorzaakt.’

‘Nadien nu de boven aangehaalde defecten meest alle van dat belang zijn, dat het meerm: Fluijt-Schip Noordbeek in dusdanige gesteldheijd met geen mogelijkheijd Zee bouwen en dus niet wederom met een Lading voor Batavia kan werden aangelegd, en de daaraan te doene reparatiën aan den anderen kant noodwendig veel tijd komen te vereijschen, is den Ondergeteekenden dierhalven, onder Uwe Wel Edele Gestr: g’ Eerde welduijding van gevoelen, best te weezen, dat het geciteerde Fluijt-Schip Noordbeek na de Saldanhabaaij wierde gezonden, om aldaar t’ overwinteren, na verloop van welken tijd de vorengemelde gebreeken, aan het selve hier ter Rheede op de best mogelijkste wijze verholpen, en gedagte kiel wederom in Zoo verre in Staat zoude kunnen werden gebragt, dat bij aldien daartoe geleegendheijd is, in’t aanstaande Voorjaar met een Lading Tarw voor ‘t Patria zal kunnen retourneeren, ten eijnde aldaar verder en volkomen te werden gerepareerd.’

‘Waarmeede gedenkende aan d’ intentie van Uwe Wel Edele Gestr: pligtschuldig te hebben voldaan, Soo diend deezen voor nedrig Rapport.’

’/:onderstond:/’

‘Cabo de Goede Hoop den 18 Maart 1780 /:was geteekend:/ D: H: Staring,’

‘P: v: d: Berg. /:in margine:/ Ter onzer præsentie. /:geteekend:/ W: de Gelder, Corn:s Bruijnooge’

En nadien uijt den inhoude van’t voorsz: Rapport consteerd, dat voorsz: gebreeken meest alle van dat belang zijn, dat het meermelde Fluijt Schip Noordbeek in dusdanige gesteldheijd, met geen mogelijkheijd kan Zee bouwen, en dus niet wederom met een Lading Tarw voor Batavia kunnende werden aangelegd, de daaraan te doene reparatiën aan den anderen kant ook onvermijdelijk veel tijd komen te vereijsschen, heeft men dierhalven moeten besluijten, gemelde Kiel na de Saldanhabaaij te zenden, om aldaar t’ overwinteren, en vervolgens met het Somer Saijsoen weder ter deezer Rheede te doen opkomen, als wanneer de voorwaardsgemelde defecten op de best mogelijkste wijze verholpen, en gemelde kiel wederom in staat zal werden gebragt, om wanneer den Coorn-Ougst in den aanstaanden Jaare weder naar wensch zal weezen uijtgevallen, als dan met een Lading Tarw voor’t Patria te retourneeren, ten eijnde aldaar verder ten vollen te werden gerepareerd.

Gelijk meede ten opzigte van’t Schip Diana , het welk bij Resolutie van den 27: Xber pass:o is beslooten, tot in de Maand April alhier te doen vertoeven, thans nader overwogen zijnde, dat de Ganges niet wel eerder dan in de maand October kan werden besteevend, en dat ingevalle gemelden Bodem op dien tijd direct van hier naar Bengalen wierd afgezonden, dezelve op nieuw aan Suckeling zoude werden bloot gesteld; hierom best gedagt en dienvolgens beslooten is, voorsz: kiel, ten eijnde dezelve in’t Winter Saijsoen aan geen gevaar ter deeser Rheede te exponeeren, wel op medio der bovengemelde Maand April van hier af te vaardigen, dog dies Overheeden te gelasten, den Steeven naar Nagapatnam te wenden, waar van aan den Heer Gouverneur en Raad aldaar p:r Missive zal werden kennisse gegeeven, met verzoek, het meerm: Schip Diana , op den bequaamsten tijd naar Bengalen te laten vertrecken; Terwijl men zig voorts van dees’ Occasie zal bedienen, om de door het gedagte Cormandels Gouvernement gepetitioneerde goederen, die anderzints over Ceijlon zoude moeten afgaan, met gemelden Bodem over te zenden.

Vermits den tijd tot het opneemen der Burger Effecten wederom begind aan te naderen, is dierhalven goedgevonden, Sulx op den 29:ste April mitsgaders 1:ste en 2 Maij aanstaande, hier aan de Caab te deesen Casteele en vervolgens op den 4:, 5:de en 6:de der Laastgemelde Maand Maij aan Stellenbosch ten Huijze van den Landdrost aldaar, te laten geschieden, waarvan na gewoonte Billiëtten zullen werden geaffigeerd.

Waarna is geleezen zeekere Memorie, door den Heer Hoofd Administrateur in Rade ingediend, luijdende als volgd.

‘Memorie van’t nabesz: Ijzer, Houtwerken, Metzelsteenen &:a uijt de onderstaande Scheepen, zoo te min als gebrooken, de Foulij in’t Negotie Pakhuijs te kort, als meede de Lijf-Eijgenen in de Jongst gepasseerde Ses Maanden, door de natuurlijke Dood overleeden, en het Vee in gemelde tijd zoo verrekt als door het Wild gedierte vernield, alles volgens verklaaringen blijkende, Namentlijk.’


Uijt Overduijn .
Afsch: 163: lb gesort:d ijzer op 13340 lb bij naweeging te min
Verkopen { 36334: p:s graauwe Leijdse Steenen op 100'000 p:s } gebroken
7: d:o gr: Deelen van 2 d:m d:o 100: d:o
Uijt Willem Fredrik .
Verkopen { 10985: d:o graauwe Leijdse Steenen op 31000 d:o } gebroken
62: d:o gr: deelen van 1 1/4 d:men d:o 420 p:s zoo gebrooken als defect.
Uijt Bodtland .
Afschr: 549 lb gesort:d ijzer op 41500 lb bij naweeging te min.
Verkopen { 15: p:s gr: Latten van 1: en 2 d:m op 200 p:s } gebroken
10: d:o d:o Deelen d:o 2: d:o d:o 200: d:o
40: d:o gezaagde d:o l:g 12: Voeten d:o 250: d:o
Uijt 'T Loo .
Verkopen { 1: p:s Slijpsteen van 4: Voeten op 15 p:s beschadigd
7720: p:s graauwe Moppen op 15000 p:s } gebroken
3250: d:o geele Klinkers d:o 15000 d:o
2: d:o Eijke planken van 2 d:m d:o 10: d:o
Uijt de Venus .
  284 p:s Gonnij Zacken op 15000 p:s te weeten.
Verkoopen { 134: p:s verrot en onbequaam
Op de onkost reecq: van deezen Bodem belast { 150 d:o volgens Verklaring der Scheeps-Overheeden op de reijse verbruijkt
Uijt de Herstelder .
Afschr: 426 p:s groote ruijten van 12 à 14 d:m op 3200 p:s
Verkopen { 25840: d:o graauwe Moppen op 50000 d:o } gebroken
16315: d:o klinkersteenen d:o 50000 d:o
1: d:o gr: balk van 5 en 7 d:m d:o 75: d:o
5: d:o d:o d:o d:o 5: d:o 6: d:o d:o 50: d:o
1: d:o Rib d:o 4: d:o 4: d:o d:o 25: d:o
7: d:o Latten d:o 2: d:o 3: d:o d:o 100: d:o
5: d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 3: d:o d:o100: d:o
18: d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 2: d:o d:o 100: d:o
25: d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 1 1/2: d:o d:o 200: d:o
1: p:s gr: Deel van 2 1/2 d:men op 100 p:s
8: d:o d:o d:o d:o 2: d:o d:o 100: d:o
57: d:o d:o d:o d:o 1: d:o d:o 300: d:o
Uijt de Wackerheijd .
Verkopen { 1: p:s Eijke plank van 2 d:m op 10: d:o } gebroken
In't Negotie Pakhuijs.
Afschr: { 30 1/2: lb Foulij bij het openen van een Zoekel N:o 89 bij naweeging minder.

Uijt Overduijn .
Afsch: 163: lb gesort:d ijzer op 13340 lb bij naweeging te min
Verkopen { 36334: p:s graauwe Leijdse Steenen op 100'000 p:s } gebroken
7: d:o gr: Deelen van 2 d:m d:o 100: d:o
Uijt Willem Fredrik .
Verkopen { 10985: d:o graauwe Leijdse Steenen op 31000 d:o } gebroken
62: d:o gr: deelen van 1 1/4 d:men d:o 420 p:s zoo gebrooken als defect.
Uijt Bodtland .
Afschr: 549 lb gesort:d ijzer op 41500 lb bij naweeging te min.
Verkopen { 15: p:s gr: Latten van 1: en 2 d:m op 200 p:s } gebroken
10: d:o d:o Deelen d:o 2: d:o d:o 200: d:o
40: d:o gezaagde d:o l:g 12: Voeten d:o 250: d:o
Uijt 'T Loo .
Verkopen { 1: p:s Slijpsteen van 4: Voeten op 15 p:s beschadigd
7720: p:s graauwe Moppen op 15000 p:s } gebroken
3250: d:o geele Klinkers d:o 15000 d:o
2: d:o Eijke planken van 2 d:m d:o 10: d:o
Uijt de Venus .
  284 p:s Gonnij Zacken op 15000 p:s te weeten.
Verkoopen { 134: p:s verrot en onbequaam
Op de onkost reecq: van deezen Bodem belast { 150 d:o volgens Verklaring der Scheeps-Overheeden op de reijse verbruijkt
Uijt de Herstelder .
Afschr: 426 p:s groote ruijten van 12 à 14 d:m op 3200 p:s
Verkopen { 25840: d:o graauwe Moppen op 50000 d:o } gebroken
16315: d:o klinkersteenen d:o 50000 d:o
1: d:o gr: balk van 5 en 7 d:m d:o 75: d:o
5: d:o d:o d:o d:o 5: d:o 6: d:o d:o 50: d:o
1: d:o Rib d:o 4: d:o 4: d:o d:o 25: d:o
7: d:o Latten d:o 2: d:o 3: d:o d:o 100: d:o
5: d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 3: d:o d:o100: d:o
18: d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 2: d:o d:o 100: d:o
25: d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 1 1/2: d:o d:o 200: d:o
1: p:s gr: Deel van 2 1/2 d:men op 100 p:s
8: d:o d:o d:o d:o 2: d:o d:o 100: d:o
57: d:o d:o d:o d:o 1: d:o d:o 300: d:o
Uijt de Wackerheijd .
Verkopen { 1: p:s Eijke plank van 2 d:m op 10: d:o } gebroken
In't Negotie Pakhuijs.
Afschr: { 30 1/2: lb Foulij bij het openen van een Zoekel N:o 89 bij naweeging minder.

‘Volgens bijgevoegde Reekeningen van den opziender van ‘S Comp:s Slaaven Logie, gesterkt met Secretariaale Verklaringen, zijn in de Jongst gepasseerde Maanden, Septbr:, October, November en December 1779:, mitsg:s Januarij en Februarij deezes Jaars door de Natuurlijke dood overleeden, te weeten.’


Afschr: { 9: Kloeke Jongens
1: School d:o
2: Zuijgende Jongens
6: kloeke Meijden
3: Zuijgende d:o
3: Bandiete Jongens
1: d:o Meijd

Afschr: { 9: Kloeke Jongens
1: School d:o
2: Zuijgende Jongens
6: kloeke Meijden
3: Zuijgende d:o
3: Bandiete Jongens
1: d:o Meijd

‘En volgens geannexeerde Reekeningen van de Landdrosten gesterkt met Secretariaale BeEedigde Verklaringen, zijn meede in voorschreeven tijd van ‘S Compagnies Beestiaal, zoo verrekt als door het Wild Gedierte verslonden, als.’


Afschr: { 24: p:s Paarden
2: d:o Ezels
280: d:o Runderen
10: d:o Bocken.

Afschr: { 24: p:s Paarden
2: d:o Ezels
280: d:o Runderen
10: d:o Bocken.

’/:onderstond:/’

‘In’t Casteel de Goede Hoop den 21 Maart 1780. /:was geteekend:/ P: Hacker.’

In welkers opzigte is beslooten, dat de daarbij vermelde gestorvene Lijf Eijgenen, en het verrekt Beestiaal der E: Compagnie bij de Negotie-Boeken deezes Gouvernements Zullende werden afgeschreeven, men voorts met de verdere bij gemelde Memorie gespecificeerde en alhier zoo gebrooken als te min aangebragte Goederen Sodanig zal doen handelen als in margine derselve staat aangeteekend.

Soo als ook weegens den ontfangst en uijtgaaf der Zeeguls, mitsgaders de restanten van dien, is ingeleeverd, de onderstaande Memorie.


Zeguls D' A:is 1779/80
 
Debent
  van van van van van van van van van van
Rd:s 1/8 1/4 1/2 3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60
P:mo 7ber 1779 restant verbleeven 726: 950: 858: 3: 157: 92: 62: 44: 31: 6: 50: 48: 4: 14: 28: 46: 4: 3: 5: 4
den 20: 7ber 1779 bijgekomen. 2000: 2000: 600: 50: 150: 50: 50: 50: -: 50: -: -: 25: -: -: -: -: -: -: -:
Somma 2726: 2950: 1458: 53: 307: 142: 112: 94: 31: 56: 50: 48: 29: 14: 28: 46: 4: 3: 5: 4
 
Credunt
  van van van van van van van van van van
Rd:s 1/8 1/4 1/2 3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60
Sedert p:mo 7ber Jongstl: tot dato verkogt 1987: 1433: 538: 23: 226: 89: 18: 53: 20: 4: 30: 22: 2: 3: -: 34: -: -: -: -:
de dato deezes restant. 739: 1517: 920: 30: 81: 53: 94: 41: 11: 52: 20: 26: 27: 11: 28: 12: 4: 3: 5: 4
Somma 2726: 2950: 1458: 53: 307: 142: 112: 94: 31: 56: 50: 48: 29: 14: 28: 46: 4: 3: 5: 4

Zeguls D' A:is 1779/80
 
Debent
  van van van van van van van van van van
Rd:s 1/8 1/4 1/2 3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60
P:mo 7ber 1779 restant verbleeven 726: 950: 858: 3: 157: 92: 62: 44: 31: 6: 50: 48: 4: 14: 28: 46: 4: 3: 5: 4
den 20: 7ber 1779 bijgekomen. 2000: 2000: 600: 50: 150: 50: 50: 50: -: 50: -: -: 25: -: -: -: -: -: -: -:
Somma 2726: 2950: 1458: 53: 307: 142: 112: 94: 31: 56: 50: 48: 29: 14: 28: 46: 4: 3: 5: 4
 
Credunt
  van van van van van van van van van van
Rd:s 1/8 1/4 1/2 3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60
Sedert p:mo 7ber Jongstl: tot dato verkogt 1987: 1433: 538: 23: 226: 89: 18: 53: 20: 4: 30: 22: 2: 3: -: 34: -: -: -: -:
de dato deezes restant. 739: 1517: 920: 30: 81: 53: 94: 41: 11: 52: 20: 26: 27: 11: 28: 12: 4: 3: 5: 4
Somma 2726: 2950: 1458: 53: 307: 142: 112: 94: 31: 56: 50: 48: 29: 14: 28: 46: 4: 3: 5: 4

’/:onderstond:/’

‘In’t Casteel de Goede Hoop Ult:mo Februarij 1780. /:was geteekend:/’

‘P: Hacker /:in margine:/ Deeze Reekening door ons Ondergeteekende Independent Fiscaal en Gecommitteerde Leeden uijt den E: Agtb: Raad van Justitie alhier, behoorlijk nagezien en met de restanten geconfronteerd zijnde, is dezelve in allen deelen accordeerende bevonden. datum Utsupra./:geteekend:/ W: C: Boers, O: M: Bergh, S: V: Echten /:lager:/ mij præsent /:en geteekend:/ C: L: Neethling Secret:s’

Uijt dewelke zijnde komen te consteeren, dat de verkogte Zeeguls, geduurende de Jongst gepasseerde Ses Maanden, de Somma van Rd:s 3065 7/8: hebben bedragen, Zal dit montant, volgens gebruijk in ‘S E: Comp:s Cassa overgebragt, en bij de Negotie-Boeken deezes Gouvernements, behoorlijk werden ingenomen.

Door de Weed:we wijlen den Burger Capitain Pieter Soermans gepræsenteerd zijnde het volgend Request.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgad:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren’

‘Geeft met Schuldige Eerbied te kennen, Uwer wel Edele Gestr: en E: Agtb:s nedrige Dienaresse Aletta Suzanna Eksteen, Laatst Weed:we wijlen den Burger Capitain alhier Pieter Soermans; hoe zij Suppl:te reets sedert eenigen tijd herwaards, aan’t gedrag van eenen haarer Slaaven Jongens, Geduld van Boegies genaamd, hebbende kunnen bespeuren, dat denselven het een of ander boos opzet in den Zin heeft, het geen haar dus grotelijx voor ged:e Slaaf doed bekommerd zijn; Weshalven de Suppl:te te raade is geworden, zig te wenden tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s met ootmoedig verzoek, dat het dezelve goedgunstig moge behagen, tot præventie van alle te dugtene onheijlen, zoo voor de Suppl:te selve, als haare Familie, opgemelde Slaven Jonge Geduld, voor d’ E: Comp:ie in Eijgendom aan te neemen, en indiervoegen te verzeekeren, dat zij Suppl:te en de haare, buijten alle vrees voor denselven moge zijn.’

’/:onderstond:/’

‘’T Welk doende &:a.’

Soo is uijt hoofde der in het gemelde Verzoekschrift ter needer gestelde reedenen goedgedagt en beslooten, den daarbij vermelden Slaven Jonge Geduld van Bougies genaamd, voor d’ E: Comp:ie in Eijgendom aan te neemen, en op’t Robben Eijland te plaatsen.

En is voorts ter g’ Eerde nadere approbatie van Haar Wel Edele Hoog Agtb:s de Heeren Majores in’t Patria, in steede van den onlangs gerepatrieerden Wilhelm Buissine, wederom tot Vaandrig ten deezen Casteele bevorderd, den Sergeant Johannes Blessers, met de daartoe staande bezolding van ƒ40 ‘S maands.

Sijnde wijders op verzoek en voordragte van den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers, als Præsident der Weescamer alhier, goedgedagt, in Steede van den overleedenen Johannes Knockers, wederom tot Geswooren Clercq ter Weescamer voormeld, aan te stellen, den aldaar dienst doende Boekhouder Johannes Gijsbert Blankenberg.

Desgelijx is op de dieswegens door het Eerw: Collegie van Kerkenraade deezer Plaatse ingediende Nominatie, in Steede van wijlen opgemelde Johannes Knockers, wederom tot Diacon verkooren, Petrus Johannes Truter, ten eijnde als Sodanig, voor den tijd dewelke gedagte Knockers nog moest dienst doen, te fungeeren.

Laatstelijk wierd door den Heere Gouverneur te kennen gegeeven, dat wanneer op den 13 deezer Maand, het Retour-Schip de Venus , maar even van deeze Rheede was vertrocken, door een onbekend Perzoon aan een van zijn Edelens Bediendens, was afgegeeven een Brief, aan hem Heere Gouverneur en deezen Raade gerigt, dewelke zijn Edele vervolgens geopend hebbende, in dezelve hadde gevonden, een Protest van den met het gedagte Schip de Venus gerepatrieerden Boekhouder en Gesw: Clercq ter generaale Secretarije te Batavia Bogislaus Fredrik von Liebeher, waarbij denselven vermeijnd, grotelijx benadeeld te zijn, door het Sub dato 22: Febr:ij jongstl: bij deezen Raade genomen Besluijt, volgens welke uijt hoofde der daarbij aangehaalde reedenen, op meermelden Bodem de Venus was geplaatst, om daarmede zijne reijze met Stilstand van gagie naar Nederland te vervorderen.

dan dat, dewijl het voorsz Protest allesints was opgevuld met loutere onwaarheeden en quaadaardige Verdraaijingen van’t geene omtrent desselfs voorgewende Ziekte en het laaten ontvaaren van’t Schip Holland , waarop zijn dienst als Secretaris der Vloot had moeten presteeren, was gepasseerd, en gemelde Von Liebeher, volgens het ter needer gestelde bij voorsz Protest, niet alleen een afschrift van’t selve aan de Heeren der Hoge Indiasche Regeering had overgezonden, maar ook in den Breeden Scheepsraad zoude vorderen, om als Secretaris der Vloot te fungeeren, hij Heere Gouverneur oversulx dienstig had geagt, de Zaak Sodanig als dezelve zig effectivelijk met meermelde von Liebeher had toegedragen, ten papiere te stellen, ten eijnde, ingevolge tegens verwagting, ‘t zij bij de Heeren Meesteren in’t Vaderland, ofte welgem:de Heeren der Hooge Indiasche Regeering enig reguard mogte werden geslagen op het voorsz: Protest, of Sodanige andere klagtschriften, als hij von Liebeher nog mogte goedvinden te præsenteeren, als dan d’ ongefundeerdheijd van dien en de billijkheijd der ten zijnen opzigte bij deezen Raade genomene dispositie, evidentelijk Zoude kunnen komen te blijken.

En is, na dat het dikwerfgemelde Protest, mitsgaders gedagte Schriftelijke annotatie van den Heere Gouverneur, waaren geleezen, goedgedagt, dat dezelve ten fine voorsz:, ter Secretarije Zullen werden bewaard, en daarvan in deezervoegen aanteekening te houden.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 153-167.

Dingsdag den {17800328} 28 Maart 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Bij den ontfangst der g’ Eerde Circulaire Missive van Haar Wel Edele Groot Agtb:s de Heeren der Hooge Indiasche Regeering tot Batavia, de dato 25 Junij des voorleeden Jaars, dewelke met het op den 17: Febr:ij jongstleeden vertrockene RetourSchip Holland alhier is aangebragt; besloten zijnde, om de daarbij geordonneerde voorstelling van Zijn Hoog Edelheijd den Heere Reijnier de Klerk als Gouverneur Generaal, op zeekeren convenabelen tijd te bepaalen; Soo is op heeden na dat alvorens door den Heere Gouverneur en de resp:ve Leeden deezes Raads, op den Eed door een ijder bij het aanvaarden van zijn Ampt gepresteerd, was verclaard, Hooggemelde Zijn Hoog Edelheijd, voor desselfs wettigen Gouverneur Generaal aan te neemen, t’erkennen, te respecteeren en te gehoorzaamen; verstaan, de voorsz: geordonneerde voorstelling van Hooggemelde zijn Hoog Edelheijd op den 2: Maij naastkomende te laaten geschieden, en ten dien eijnde de resp:ve Collegiën van Justitie, Weesmeesteren, Commissarissen van Civile en Huwelijx Zaaken, desgelijx den Kerkenraad hier aan Cabo, neevens de verdere gequalificeerde ‘S Comp:s Dienaaren, in geene Collegiën Sessie hebbende; de Officieren zoo van ‘S Comp:s Militie, het Corps Arthillerie en genie, als die der Burgerrije mitsgad:s den Landdrost neevens Heemraaden en Krijgs-Officieren van Stellenbosch en Drakensteijn , de Predikanten der Kerken ten platten Lande, en eijndelijk de Schippers der ter Rheede leggende ‘S Comp:s Scheepen met de daarop bescheijdene Gequalificeerdens, zoo p:r Missives, als door den Bode te doen verwittigen en aanzeggen, om op voorsz: 2: Maij des morgens de Klokke Neegen Uuren ten deezen Casteele voor de Raadzaal te verschijnen, ten eijnde aan te hooren, in welkervoegen aan een ijgelijk desselfs Schuldige trouw en obedientie aan hoogstged:e Heere Gouverneur Generaal zal werden voorgehouden.

Sullende voorts mits den verren afstand der Swellendamse Colonie, den Landdrost en Heemraaden werden aangeschreeven; in welker voegen gedagte voorstelling ter Drostdije aldaar zal moeten geschieden.

Wijders zijn op heeden geresumeerd de Memorie nopens de te kort en bedurven bevondene Goederen op de Lading per het Fluijt-Schip Noordbeek van Batavia voor dit Gouvernement aangebragt, neevens de Schriftelijke verantwoordinge, door den Gezaghebber van gedagten Bodem Wouter ten Gelder, deezen aangaande overgeleeverd, luijdende als volgd.

‘Memorie van de nabesz: Aracq, Rijst, Porcelain, Rottang, Houtwerken en Metzelsteenen &:a uijt de Lading van’t Provisie Fluijt-Schip Noordbeek , bedorven, gebrooken, als te min, gelijk te zien is, bij de verklaring van Gecomm:s, hier annex; Namentlijk.’


1444: Cannen Aracq op 50 Leggers, bij pijling minder als zijnde 39: van 4:, 4: van 5:, 3 van 6, 2 van 7:, 1: van 8, en 1: van 13 d:men wan, zijnde 7 7/16 prC:to ruijm.
5: p:s halve Aams-Schooven, in't geheel niet te vinden.
63: lb Wax-kaarssen op 1000lb in 4: Cassen bij naweeging te min.
40: Bossen rottang op 1500 boss: verstikt en verrot
195: lb Candij-Zuijker, op 8101 lb in 19 Cannassers bij naweeging minder, zijnde 2 3/8 pC:t ruijm
14923: lb rijst op 465000 lb of 150 Coyangs bedorven
21: p:s porcelaine Assietten op 88 p:s in 1 Cas gebroken, zijnde 23 7/8 prC:to Schaars
58: d:o Porcelaine groote fijne kommen op 212 p:s in gem: Cas gebrooken, zijnde 27 3/8 prC:to Schaars
2: p:s Windboomen op 25 p:s te min
1861: Estricken van 16 d:men op 3000 p:s gebroken zijnde 62 prC:o ruijm.
4452: p:s Estricken van 12 d:men op 10000 p:s gebroken, zijnde 44 1/2: prC:to ruijm.
2: p:s Jatij Swalpen van 4 en 5: d:m lang 30 V:ten op 40 p:s te weeten.
  1: p:s gebrooken
  1: d:o verrot
15: Jatij-Molen planken van 1 d:m op 270 p:s gebroken
64: p:s Jatij-Planken op 500 p:s te weeten
  57:p:s gebrooken
  7: d:o te min
103: p:s Jatij duijgen op 1500 p:s als
  55: p:s gebrooken
  48: d:o te min

1444: Cannen Aracq op 50 Leggers, bij pijling minder als zijnde 39: van 4:, 4: van 5:, 3 van 6, 2 van 7:, 1: van 8, en 1: van 13 d:men wan, zijnde 7 7/16 prC:to ruijm.
5: p:s halve Aams-Schooven, in't geheel niet te vinden.
63: lb Wax-kaarssen op 1000lb in 4: Cassen bij naweeging te min.
40: Bossen rottang op 1500 boss: verstikt en verrot
195: lb Candij-Zuijker, op 8101 lb in 19 Cannassers bij naweeging minder, zijnde 2 3/8 pC:t ruijm
14923: lb rijst op 465000 lb of 150 Coyangs bedorven
21: p:s porcelaine Assietten op 88 p:s in 1 Cas gebroken, zijnde 23 7/8 prC:to Schaars
58: d:o Porcelaine groote fijne kommen op 212 p:s in gem: Cas gebrooken, zijnde 27 3/8 prC:to Schaars
2: p:s Windboomen op 25 p:s te min
1861: Estricken van 16 d:men op 3000 p:s gebroken zijnde 62 prC:o ruijm.
4452: p:s Estricken van 12 d:men op 10000 p:s gebroken, zijnde 44 1/2: prC:to ruijm.
2: p:s Jatij Swalpen van 4 en 5: d:m lang 30 V:ten op 40 p:s te weeten.
  1: p:s gebrooken
  1: d:o verrot
15: Jatij-Molen planken van 1 d:m op 270 p:s gebroken
64: p:s Jatij-Planken op 500 p:s te weeten
  57:p:s gebrooken
  7: d:o te min
103: p:s Jatij duijgen op 1500 p:s als
  55: p:s gebrooken
  48: d:o te min

’/:onderstond:/’

‘In’t Casteel de Goede Hoop den 28: Maart 1780. /:was geteekend:/ P: Hacker.’

Den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg, Gouverneur in Loco &:a &:a &:a , den Ondergeteekenden Schipper van’t Fluijt-Schip Noordbeek , hebbende gelieven t’ ordonneeren, omme behoorlijk te verantwoorden, waar door de defecten op de Lading van voorsz: Bodem voor dit Gouvernement aangebragt, ontstaan Zijn; zoo verclaare ik, de oorzaak daarvan te zijn, als in margine deezer staat aangehaald, bestaande in als volgd.


De Aracq is om dat op nieuwe Leggers gestooken is geweest aan't teeren gegaan en gelijk bij dat vogt wel, meer gebeurd, de minderheijd veroorzaakt mogelijk ook door Leccagie van't Vaatwerk en daar in zig bevindende Worm-gaten. 1444: kannen Aracq op 50 Leggers, bij pijling minder, als zijnde 39 van 4:, 4: van 5 3: van 6:, 2 van 7:, 1: van 8:, en 1: van 13 d:me wan.
Zijn in't Schip niet te vinden en ook niet ontfangen, door dien men daar geen ordonn: van hebbe gehad 5: p:s halve Aams Schoven, in't geheel niet te vinden
De kassen waarin de kaarssen zijn afgepakt geweest zijn wel en onbeschadigt uijtgeleeverd, dog komt in't gewigt te kort, zoo is Sulx waarschijnlijk niettegenstaande alle goede toezigt door Schadelijke handgreep gepleegd. 63: lb Wax-kaarssen op 1000lb in 4: Cassen bij naweeging te min
Deeze zijn door de Swaare Leccagie en broeijing verstikt en verrot geraakt. 40: Bossen rottang op 15 bossen verrot en verstikt
door de Vogtigheijd en broeijen aan't smelten geraakt. 195 lb Candij-Zuijker op 8101 lb, in 19 Cannassers bij naweeging minder.
de bederving van de quantiteijt rijst veroorsaakt door de Swaare Leccagie en sterke broeijing blijkens verklaring, 't geen men op de reijze niet heeft kunnen ontwaaren, door de volheijd van 't Schip. 14923 lb Rijst op 465'000 lb of 150 p:s Coyangs bedorven
't breeken der Porcelijn betuijgd den onderget:de dat buijten zijn verzuijm is geschied, en heeft dezelve zo afgescheept als se op Batavia ontfangen zijn, dog denkelijk niet wel ingepakt, waar door het breeken is veroorzaakt deeze zijn overboord graakt den 3 Jann:ij 1780 blijkens verklaring. 21: p:s porcelaine Assietten op 88 p:s in 1 Cas gebrooken
58: d:o d:o groote fijne kommen op 212 p:s in gemelde Cas gebrooken
2: p:s Windboomen op 25 p:s te min
dat zoo veel Estricken zijn gebroken, veroorzaakt door de broosheijd en het menigvuldig verwerken in't ruijm 1861 p:s Estricken van 16 d:men op 3000 p:s gebrooken
4452: d:o d:o d:o 12 d:o d:o 10000 d:o d:o
Alle houtwerken der Lading onder de rijst en pakken geleegen hebbende, zijn verrot en gebrooken door de Swaare boven Last en Leccagie. 2: d:o Jatij Swalpen van 4 en 5 d:m lang 30 V:ten op 40: p:s als.
1: p:s gebrooken
1: d:o verrot
de Jatij Planken zijn overboord geraakt den 3: Jann:ij 1780 volgens verklaring. 15: p:s Jatij: Molen planken van 1 d:m op 270 p:s gebroken
64: d:o d:o Planken op 500 p:s te weeten
57: p:s gebrooken
7: d:o te min
deeze Duijgen zijn meede den 3: Jann:ij 1780 uijt de ruste over boord geraakt. 103: p:s Jatij duijgen op 1500 p:s van dewelke
55: p:s gebrooken
48: d:o te min

De Aracq is om dat op nieuwe Leggers gestooken is geweest aan't teeren gegaan en gelijk bij dat vogt wel, meer gebeurd, de minderheijd veroorzaakt mogelijk ook door Leccagie van't Vaatwerk en daar in zig bevindende Worm-gaten. 1444: kannen Aracq op 50 Leggers, bij pijling minder, als zijnde 39 van 4:, 4: van 5 3: van 6:, 2 van 7:, 1: van 8:, en 1: van 13 d:me wan.
Zijn in't Schip niet te vinden en ook niet ontfangen, door dien men daar geen ordonn: van hebbe gehad 5: p:s halve Aams Schoven, in't geheel niet te vinden
De kassen waarin de kaarssen zijn afgepakt geweest zijn wel en onbeschadigt uijtgeleeverd, dog komt in't gewigt te kort, zoo is Sulx waarschijnlijk niettegenstaande alle goede toezigt door Schadelijke handgreep gepleegd. 63: lb Wax-kaarssen op 1000lb in 4: Cassen bij naweeging te min
Deeze zijn door de Swaare Leccagie en broeijing verstikt en verrot geraakt. 40: Bossen rottang op 15 bossen verrot en verstikt
door de Vogtigheijd en broeijen aan't smelten geraakt. 195 lb Candij-Zuijker op 8101 lb, in 19 Cannassers bij naweeging minder.
de bederving van de quantiteijt rijst veroorsaakt door de Swaare Leccagie en sterke broeijing blijkens verklaring, 't geen men op de reijze niet heeft kunnen ontwaaren, door de volheijd van 't Schip. 14923 lb Rijst op 465'000 lb of 150 p:s Coyangs bedorven
't breeken der Porcelijn betuijgd den onderget:de dat buijten zijn verzuijm is geschied, en heeft dezelve zo afgescheept als se op Batavia ontfangen zijn, dog denkelijk niet wel ingepakt, waar door het breeken is veroorzaakt deeze zijn overboord graakt den 3 Jann:ij 1780 blijkens verklaring. 21: p:s porcelaine Assietten op 88 p:s in 1 Cas gebrooken
58: d:o d:o groote fijne kommen op 212 p:s in gemelde Cas gebrooken
2: p:s Windboomen op 25 p:s te min
dat zoo veel Estricken zijn gebroken, veroorzaakt door de broosheijd en het menigvuldig verwerken in't ruijm 1861 p:s Estricken van 16 d:men op 3000 p:s gebrooken
4452: d:o d:o d:o 12 d:o d:o 10000 d:o d:o
Alle houtwerken der Lading onder de rijst en pakken geleegen hebbende, zijn verrot en gebrooken door de Swaare boven Last en Leccagie. 2: d:o Jatij Swalpen van 4 en 5 d:m lang 30 V:ten op 40: p:s als.
1: p:s gebrooken
1: d:o verrot
de Jatij Planken zijn overboord geraakt den 3: Jann:ij 1780 volgens verklaring. 15: p:s Jatij: Molen planken van 1 d:m op 270 p:s gebroken
64: d:o d:o Planken op 500 p:s te weeten
57: p:s gebrooken
7: d:o te min
deeze Duijgen zijn meede den 3: Jann:ij 1780 uijt de ruste over boord geraakt. 103: p:s Jatij duijgen op 1500 p:s van dewelke
55: p:s gebrooken
48: d:o te min

‘Sullende uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s uijt het geen in margine deezer ter neder gesteld is, kunnen beoogen, waar door de Defecten der voorsz: Goederen, hunnen Oorspronk hebben, om welke reedenen den Ondergeteek:de op d’ Eerbiedigste wijze verzoekt, als een Dienaar, dewelke d’ E: Comp:ie Sedert hij dezelve bediend heeft, altoos trouw en Eerlijk heeft behandeld, dat hij voor de gemelde defecten der vooraangeroerde Goederen, niet mag werden belast.’

’/:onderstond:/ In’t Fluijt-Schip Noordbeek den 28: Maart 1780. /:was geteekend:/ W: d: Gelder .’

‘Wij Ondergeteekende Officieren Cornelis Bruijnooge Opperstuurman, Hendrik de Lange Onderstuurman, Michiel Jurgens Derdewaak, Jan Jansz Bootsman.’

‘Alle in bovengemelde qualiteijten bescheijden op’t E Comp:s FluijtSchip Noordbeek , verklaaren ter requisitie van den Gezaghebber d’ E: Wouter de Gelder, dat op den 3 Januarij 1780, met een Swaare Orcaan, verscheijden Duijgen, Planken en Windboomen Balken, uijt de rusten zijn over boord gevallen; welke gemelde Houtwerken men niet konde bergen, doordien het ruijm tusschen deks, en boven het dek zoo vol was, hadden doen meede een hooge en Swaare Zee en kreegen doen veel Zee-Water over, en moesten bij Continuatie pompen, waar door veel Leccagie’

‘is veroorzaakt en door de Swaare broeijing, de rijst bedorven.’

‘Al’t geen wij Ondergeteekende verklaaren de zuijvere waarheijd te zijn, en Sulx gerequireerd werdende, met Eede te bevestigen.’

’/:onderstond:/’

‘In’t Fluijt Schip Noordbeek ter Rheede Cabo de Goede Hoop den 28: Maart 1780. /:was geteekend:/ C:s Bruijnooge, Hend:k de Lange, Michaël Jurgens, Jan Janssen’

Waarop gedelibereerd, en ten dien belange overwogen zijnde, dat de Cas waarin het Porcelain is afgepakt geweest, tot Batavia ongeopend ontfangen, en ook Sodanig alhier, volgens het bruto gewigt uijtgeleeverd zijnde, het breeken der Estricken, voorts ten principaale zoo door de broose Substantie dier Steenen, als het verwerken derselve, bij het inscheepen en weder ontlossen is veroorzaakt, en dat wijders het bederf van de Rijst, mitsg:s het verstikken der bind-Rottings, ontstaan is door Swaare Leccagie en broeijing in’t Schip, zonder dat Sulx aan eenige negligentie der Scheeps-Overheeden kan werden toegeschreeven, heeft men dierhalven moeten besluijten, het een en ander te passeeren, en bij de Negotie-Boeken deezes Gouvernements te doen afschrijven: Terwijl al verder nopens de Vijf halve Aams Schooven, die volgens betuijging van den Gezaghebber Ten Gelder in desselfs hiervooren gemelde verantwoordinge tot Batavia niet ontfangen en alhier ook niet in ‘t Schip zijn gevonden, is verstaan, dezelve gedagte Indiasche Hoofdplaatse te doen te rug reekenen.

Gelijk wijders ten opzigte der defect en gebrooken bevondene houtwerken goedgevonden is, dat nadien niet blijkt, dat hieromtrent eenige verzuijm ofte agteloosheijd bij de Scheeps-Overheeden heeft plaats gehad, Sulx insgelijx te passeeren, en dezelve nevens de gebrokene Vloersteenen p:r publicque Vendutie voor’t geene Zullen komen te gelden, te laten vercoopen.

Terwijl egter wegens de te kort komende Wax-kaarssen en Houtwerken, gem:de Scheeps-Overheeden in maniere als volgd, op haare Soldij reecq:gen zullen werden belast; namentlijk

  nederl: geld. Duc:s van 66 st: nederl geld Indiasch geld van 80 Stver:s p:r ducaton
63 lb: Wax-kaarssen tegens 1/2 Capit:l advans ƒ77:15:08: p:s 23 25/44 ƒ94:05:08:
2 p:s Windboomen tegens
2 Capitaalen advans d:o 11:03:-: d:o 3: 25/66 d:o 13:10:08:
7 d:o Jatij-planken d:o d:o d:o 4:13:08: d:o 1: 5/12 d:o 5:13:08:
48: d:o d:o Duijgen d:o d:o d:o 32:-:-: d:o 9 23/33 d:o 38:16:-:
hierop 25 prC:to verhooging     ƒ152:05:08:
Zijnde     d:o 38:01:08:
    komt ƒ190:07:-:
bedraagd voor reecq: van den Gezaghebber Wouter ten Gelder wegens zijn 2/3     ƒ126:18:-:
voor die van den Opperstuurman Cornelis Bruijnooge voor 1/3     d:o 63:09:-:
Sommeerd   als boven ƒ190:07:-:
  nederl: geld. Duc:s van 66 st: nederl geld Indiasch geld van 80 Stver:s p:r ducaton
63 lb: Wax-kaarssen tegens 1/2 Capit:l advans ƒ77:15:08: p:s 23 25/44 ƒ94:05:08:
2 p:s Windboomen tegens
2 Capitaalen advans d:o 11:03:-: d:o 3: 25/66 d:o 13:10:08:
7 d:o Jatij-planken d:o d:o d:o 4:13:08: d:o 1: 5/12 d:o 5:13:08:
48: d:o d:o Duijgen d:o d:o d:o 32:-:-: d:o 9 23/33 d:o 38:16:-:
hierop 25 prC:to verhooging     ƒ152:05:08:
Zijnde     d:o 38:01:08:
    komt ƒ190:07:-:
bedraagd voor reecq: van den Gezaghebber Wouter ten Gelder wegens zijn 2/3     ƒ126:18:-:
voor die van den Opperstuurman Cornelis Bruijnooge voor 1/3     d:o 63:09:-:
Sommeerd   als boven ƒ190:07:-:

Waarentegen het bedragen dat op de hier onder gespecificeerde Goederen minder is te kort gekomen, als de gepermitteerde afschrijvinge dicteerd, dezelve Overheeden op haare voorsz Reecq:gen van Soldij, op de volgende wijze zal werden te goed gedaan; als.

  Nederl: geld. Ducat:s van 66 st: nederl geld Indiasch geld van 80 Stv:s p:r ducaton
496 Cannan Aracq zijnde 2 9/16 prC:to sch:s tegens uijkoops prijs ƒ214:15:08: p:s 65 1/12 ƒ260:06:08:
40 lb peper, zijnde 2 prC:to tegens 1/2 Capitaal advans d:o 7:10:-: d:o 2 3/11 d:o 9:02:-:
20 d:o Cattoene gaarn, zijnde 2 prC:o meede met 1/2 Cap:l advans d:o 7:14:08: d:o 2: 15/44 d:o 9:07:-:
1340: d:o Poeder Zuijker, als
  900 lb: zijnde de gevalideerde 3 prC:to op 30017 lb
  440 d:o aan overwigt
  1340 lb poeder Zuijker tegens uijtkoops prijs d:o 234:10:-: d:o 71: 2/33 d:o 284:05:-:
48: lb Candij Zuijker zijnde 5/8: prC:to Sch:s tegens 1/2 Capit:l advans d:o 9:06:-: d:o 2: 9/11 d:o 11:05:08:
Telt te Samen     ƒ574:06:-:
Oversulx voor reecq: van opgemelden Gezaghebber
Ten Gelder voor zijn 2/3 part     ƒ382:17:08:
mitsgad:s den Opperstuurman Bruijnoge voor desselfs voor 1/3     d:o 191:08:08:
Telt te Samen     ƒ574:06:-:
  Nederl: geld. Ducat:s van 66 st: nederl geld Indiasch geld van 80 Stv:s p:r ducaton
496 Cannan Aracq zijnde 2 9/16 prC:to sch:s tegens uijkoops prijs ƒ214:15:08: p:s 65 1/12 ƒ260:06:08:
40 lb peper, zijnde 2 prC:to tegens 1/2 Capitaal advans d:o 7:10:-: d:o 2 3/11 d:o 9:02:-:
20 d:o Cattoene gaarn, zijnde 2 prC:o meede met 1/2 Cap:l advans d:o 7:14:08: d:o 2: 15/44 d:o 9:07:-:
1340: d:o Poeder Zuijker, als
  900 lb: zijnde de gevalideerde 3 prC:to op 30017 lb
  440 d:o aan overwigt
  1340 lb poeder Zuijker tegens uijtkoops prijs d:o 234:10:-: d:o 71: 2/33 d:o 284:05:-:
48: lb Candij Zuijker zijnde 5/8: prC:to Sch:s tegens 1/2 Capit:l advans d:o 9:06:-: d:o 2: 9/11 d:o 11:05:08:
Telt te Samen     ƒ574:06:-:
Oversulx voor reecq: van opgemelden Gezaghebber
Ten Gelder voor zijn 2/3 part     ƒ382:17:08:
mitsgad:s den Opperstuurman Bruijnoge voor desselfs voor 1/3     d:o 191:08:08:
Telt te Samen     ƒ574:06:-:

Sijnde laatstelijk, mits het overlijden van den Koster Christiaan van der Schelde hiertoe wederom aangesteld den Burger Petrus Keeve, met toevoeging eener maandelijkse Gagie van ƒ14, onder een verband van Vijf Jaaren.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 168-170.

Woensdag den {17800405} 5: April 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Den met den aanvang deezes Jaars aangestelden Heemraad aan Drakensteijn Andries Brink de Jonge, onlangs zijnde komen t’overlijden, zoo is op de dieswegens ingediende Memorie van Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Drakensteijn wederom tot Heemraad in plaatse van bovengemelde Andries Brink, verkoren, Jacob Marais d’ Oude.

Waarna op het bij Request gedaan verzoek van den met het Schip ‘T Loo , als Commandeur der Militairen uijtgekomene George Wilhelm Litsius, aan denselven is geaccordeerd, om met afgesz: gagie, neevens desselfs alhier getrouwde Huijsvrouw Abigaël Terleman p:r het Hoeker-Schip Catwijk aan Rhijn te mogen repatrieeren, en ten dienste van de zelve meede te neemen een Slavin genaamd Regina van Boegies, mits het Transport en kostgeld voor desselfs Huijsvrouw om in de Cajuijt gelogeerd en getracteerd te werden, en dat voor gedagte Slavin voor de heen en weder Reijze, tot aan deeze Plaats, behoorlijk in ‘S Compagnies Cassa alhier werde betaald.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd. In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 171-180.

Dingsdag den {17800418} 18 April 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Door het Collegie van Weesmeesteren deezer Steede, op heeden gepræsenteerd zijnde, het volgende verzoekschrift.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgaders Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop met den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb:re Politicquen Raad.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren!’

‘Geeven met Schuldige Eerbied te kennen, Weesmeesteren deezer Steede; hoe dat t’ sedert eenigen tijd herwaards, op de Vendutiën die van de Goederen der Boedels aan derselver Camer gedevolveerd, zijn gehouden, door particulieren ten verkoope gepræsenteerd geworden zijnde, allerhande Meubilaire- en andere-Goederen, mitsgaders Slaven en Slavinnen, men zig daarmeede, dog in’t bijzonder met het Vee, het welk door deeze en geene buijten Lieden, ten selven fine, op de verkopingen ten Platten Lande, was gebragt, merkelijk belemmerd heeft gevonden, te meer, dewijl in’t opveijlen van ‘t selve, niet hebbende kunnen werden bewilligd, uijt hoofde van het nadeel, dat daar door aan de Wees-Camers-Vendutiën zoude zijn geoccasioneerd, Sommige der buijten-Lieden zig daarover te onvreeden getoond, Ja selfs getragt hebben, den verkoop van hun Vee door te dringen; gelijk men daarvan nog onlangs ondervindinge heeft gehad: dan aangezien diergelijke onredelijke ontmoetingen, in het toekomende tot hinder en stremminge van voorsz: Vendutiën, grotelijks aanleijdinge zouden kunnen geeven: Zoo neemen de Suppl:ten, ten eijnde zoo veel in hun is, daartegens te vigileeren, de vrijheijd, zig mits deezen te keeren tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, met ootmoedig verzoek, dat om de voorwaards ter neder gestelde Motiven, het van hoogst derselver goedvinden en welbehagen moge zijn, ten deezen aanzien niet alleen t’ ordonneeren, dat op de Vendutiën der Weescamer, voortaan geen particuliere Goederen, hoe genaamd, dan met volkomen agrement en bewilliginge van Weesmeesteren, tot het bijwoonen derselve gecommitteerd, en voor zoo verre Sulx, na hun oordeel, buijten eenige præjuditie der gemelde Vendutiën zal kunnen geschieden, Zullen mogen werden verkogt; maar ook dat hiervan, tot narigt van een ijgelijk, door affixie van Billietten, advertentie mag werden gedaan.’

’/:onderstond:/’

‘’T Welk doende &:a /:lager:/ Uijt Naam en Last van Weesmeesteren voormeld. /:was geteekend:/ T: C: Rönnenkamp Secret:s.’

Soo is, tot wegneeming van het verkeerd begrip, waarin veele Ingezeetenen verseeren, als of het aan haar zoude vrijstaan, om op de Vendutiën, dewelke van weegens de Weescamer werden gehouden, ook ter verkooping te mogen brengen, goederen die zij gaarne zouden willen van de hand setten, Sonder dat alsulke Goederen ofte haare Perzoonen, enige de minste betrecking tot de Weescamer zijn hebbende, verstaan, bij affixie van Billiëtten t’ interdiceeren, dat voortaan niemand zig zal mogen vervorderen, om op eenige Vendutiën, door ofte van wegens de Weescamer staande gehouden te werden, eenige Goederen van wat benaaming die ook mogen zijn, ter verkooping te brengen, zonder tot Sulks alvoorens van de bij der voorsz Vendutiën vaceerende Gecommitteerde Weesmeesteren en den Secretaris Speciaal consent te hebben geobtineerd, veel min gedagte Commissie dieswegens in’t minste te vermoeijelijken, op pœne dat de geene, dewelke hiertegens Zullen aangaan, na merites der Zaaken zullen werden gecorrigeerd.

Sijnde voorts op het in Scriptis gedaan verzoek van den Capt:n en Hoofd van ‘S Compgn:s Militie alhier, Robert Jacob Gordon, aan denselven geaccordeerd, om met een der aanweezende Retour-Scheepen, aan de Heer Allamand Professor in de Philosophie te Leijden, over te zenden, om ten dienste van’t Cabinet van Natuurlijke Zeldzaamheeden van zijne DoorLugtigste Hoogheijd, den Heer Erfstadhouder, aan hoogst denselven te werden gepræsenteerd, de Huijd en het Scellet eener Cameleopardalus gepakt in Twee Cassen, d’ eene lang 6:, en breed 3 1/2 Voeten en d’ andere lang 8 en breed 3: Voeten.

Gelijk meede op haare ten dien fine gepræsenteerde Requesten, aan de Ondertenoemene Perzoonen, het volgende is toegestaan, als.

Aan Jacomina Verhagen, weed:we van den alhier overleedenen Medicina Doctor en Stads Apothecar te Batavia, Johannes Paulus Hofman, met wien zij van evengemelde Hoofd plaatse alhier is aangeland, met intentie de reijze naar Nederland te vervorderen, om mits het overlijden van gemelde haaren Man, en dat zij Suppl:te niet inclineerd te patrieeren, dierhalven neevens haare Dogter genaamd CaroLina Hofman, met het aanweezend Schip de Dolphijn naar Batavia te rug te keeren; Terwijl ter consideratie dat de Transport- en kost-penningen voor de reijze naar ‘t Vaderland, voor hun alle op Batavia is voldaan geworden; de zelve als nu voor de te rug reijze, daarvan t’ excuseeren.

Aan Fredrik Willem Walter, als Adsistent met het aanweezend en naar Bengalen gedestineerde Schip Popkensburg hier aangeland, om, ten eijnde de hem aanbestorvene Erffenisse zijner Ouderen, van de Weescamer te Samarang, te kunnen ontfangen, met het meede ter Rheede leggend’ Schip Middelburg naar Batavia te mogen vertrecken.

Boven het welke ook aan eenen Mons:r Francois de La Fons, die in den voorleeden Jaare met het Fransch -Schip Le Friton , van Mauritius /:werwaards evengemelden Bodem wederom is geretourneerd:/ ter deezer Plaatse is overgekomen, met intentie om met een ander Schip zijner Natie, de reijze naar Vrankrijk te vervolgen, dog waarop tot nu toe te vergeefs gewagt hebbende, ook daartoe geene geleegendheijd, met de intusschen hier aan geweest zijnde Sweedse en Spaanse Scheepen heeft kunnen vinden, is gepermitteerd, met een van ‘S Comp:s ter Rheede leggende Scheepen naar Nederland over te vaaren; mits het gewoone Transport- en kost-geld alhier in ‘S Comp:s Cassa behoorlijk betalende, wijders door hem geen andere bagagie dan een reijs-Coffer, met desselfs kleederen en Linnen zal mogen werden meede genomen.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd. In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 181-189.

Dingsdag den {17800502} 2: Maij 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Bij Resolutie van den 28: Maart pass:o vastgesteld zijnde, om de voorstelling van den Hoog Edelen Heere Reijnier de Klerk als Gouverneur Generaal van NederLands India, op heeden te laaten geschieden, ten welken eijnde de resp:ve Collegiën van Justitie, Weesmeesteren, Commissarissen van Civile en Huwelijx Zaaken, desgelijx den Kerkenraad hier aan Cabo, neevens de verdere Gequalificeerde ‘S Comp:s Dienaaren in geene Collegiën Sessie hebbende, d’ Officieren zoo van ‘S Comp:s Militie, het Corps Arthillerie en genie, als die der Burgerije, mitsgad:s de Landdrost neevens Heemraaden en Krijgs-Officieren van Stellenbosch en Drakensteijn , de Predikanten der Kerken ten platten Lande, en eijndelijk de Schippers der ter Rheede leggende ‘S Comp:s Scheepen, met de daarop bescheijdene Gequalificeerdens, zoo op het dieswegens aan dezelve p:r Missive gedaane aanschrijvens als verwittiging door den Bode, des Morgens de Clokke Neegen Uuren, ten deezen Casteele op de Voorzaal van’t Gouvernement bij eengekomen weezende, zo wierden na het luijden en kleppen der Klok, de Deuren der Raadzaal geopend, en de voorsz: vergaderde Perzoonen in evengemelde Raadzaal binnen geroepen, en daarop door den Heere Raad Extra Ordinaris van Indië en Gouverneur deezer Plaatse M:r Joachim van Plettenberg aan dezelve voorgehouden, dat nadien deeze bijeenkomst was belegd, om ingevolge het g’Eerd aanschrijvens van Haar Hoog Edelens, de Heeren der Hooge Indiasche Regeering, zijn Edelheijd den Hoog Edelen Heere Reinier de Klerk, als Gouverneur Generaal, ook ter deezer Plaatse voor te stellen, een ijder dierhalven met de vereijschte aandagt zoude hebben aan te hooren, het voorleesen der Acte van Authorisatie, deswegens door welgemelde Hooge Regeering verleend; welke Acte hierop door den Coopman en Secretaris van Politie Oloff Martini Bergh opgeleezen zijnde, vervolgens door den Heere Gouverneur, de volgende aanspraak wierd gedaan.

Mijn Heeren en Vrienden, zo ‘S Comp:s Dienaaren als uijt den Burgerstand.

‘Uijt den inhoude der zo even opgeleesene opene Commissie gebleeken zijnde, dat het zijn DoorLugtigste Hoogheijd, den Heere Prince van Orange en Nassau &:a &:a &:a, als Opper-Bewindhebber der Nederlandse Oost-Indische Maatschappije behaagd heeft, uijt de aan Hoogstdezelve door de Wel Edele Hoog Agtb: Heeren Seeventhienen gepræsenteerde Nominatie, te verkiezen tot de hoog aanzienlijke waardigheijd van Gouverneur Generaal van Nederlands India, den Hoog Edelen Heere Reijnier de Klerk, zal een ijder Uwer dierhalven verpligt zijn, gemelde zijn Hoog Edelheijd voor desselfs wettigen Gouverneur Generaal aan te merken, te erkennen, te respecteeren en te gehoorzaamen: wordende een ijder verder gecontinueerd in die Termen en Sodanige Functiën, als hun zijn toegevoegd, en dat wel op den Eed die’

‘aan de generaale Comp:ie zo bij intreding zijner Bediening, als desselfs aanneeming in Comp:s dienst, reets heeft afgelegd, zoo in Nederland als in deeze Gewesten, bij dewelke een ijgelijk inzonderheijd meede gereekend word, den tegenswoordigen Heere Gouverneur Generaal Reijnier de Klerk, trouw en gehoorzaamheijd toe te Sweeren, zoo en als of den daartoe staanden Eed werkelijk hadde afgelegd; welke plegtigheijd voor ditmaal, zonder de minste gevolgtrecking, voor den aanstaande geen plaats zal hebben, gelijk meede de Formalie ofte ceremonieele omslag bij Publicque voorstelling van een Hoofd-Gebieder anderzints gebruijkelijk, niet zullen worden te werk gesteld, dewijl het Hoogstgemelde Heeren der Hooge Indiasche Regeering behaagd heeft te bepaalen en aan te Schrijven, dat deeze voorstelling zonder verdere uijtbreijding van Solemniteijten zoude geschieden.’

Naar het eijndigen welker aanspraak, alle de voorsz: bijeen vergaderde Collegiën en bijzondere Perzoonen wederom vertrocken zijnde, daarop voorts tot bekendmaking deezer Voorstelling, aan het Publicq, 21 Canon-Schooten van’t Casteel gedaan, mitsgaders het geschut van alle de ter Rheede Leggende Scheepen gelijkelijk wierden losgebrand.

Terwijl voorts ter consideratie van de verre afgeleegendheijd der Swellendamse Colonie, den Landdrost en Heemraaden van’t gedagte District zijn aangeschreeven welopgemelde zijn Hoog Edelheijd zodra doenlijk, in eene daartoe expres te beleggene gecombineerde Vergadering van Heemraaden en Krijgs-Officieren ter Drostdije aldaar, voor te stellen, en wel in deezer voegen, dat door den Landdrost, na dat op den Eed, door hem bij het aanvaarden van zijn Ampt gedaan, zal hebben verclaard, hooggemelden Heere Gouverneur Generaal als zijn Opper-Gebieder te erkennen en te Zullen gehoorzaamen, vervolgens aan voorschreeven Heemraaden en Krijgs-Officieren voor te houden, dat dezelve gezamentlijk werden gecontinueerd in die Termen en Sodanige Functiën, als hun Zijn toegevoegd, mitsgaders op de Eeden

door den ijder bij het intreeden hunner diensten afgelegd, en dat dit alles wel Zonder eenig verder Ceremonieel of omslag zal moeten geschieden, egter alleen voor ditmaal en Sonder de minste gevolgtrekking voor den aanstaande; mitsgaders om na volvoering van het voorschreeve, een aparte Resolutie te formeeren en daarvan een geteekend Afschrift aan deezen Raade toe te Zenden, ten blijke dat in alles behoorlijk is voldaan.

ALdus Gedaan en Uijtgevoerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 190-203.

Vrijdag den {17800519} 19 Maij 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Den Heere Gouverneur bij overweeging dat de alhier berustende Caarten van deeze Cust van Africa, zoo verre ‘S Comp:s Possessie is streckende, in’t algemeen zeer gebrekkig quamen te zijn, dezelve Cust door den Geswooren Landmeeter en Caartenmaker Christoffel Hieronimus Leiste, op het naauwkeurigste hebbende laaten opneemen, en daarvan een nieuwe generaale Caart doen formeeren, is goedgedagt, dezelve, neevens de daarin leggende Baaijen, als de Saldanha-Baaij , Baaij-Fals , de Hout- Mossel- en Van Plettenberg’s Baaijen , dewelke afzonderlijk in groot bestek gebragt, en neevens bovengemelde Caart, thans door welgemelden Heere Gouverneur in Raade vertoond zijnde, aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren in’t Vaderland over te zenden, ten eijnde daarvan naar hoogst derselver g’Eerd goedvinden, gebruijk te werden gemaakt.

Terwijl voorts, in aanmerkinge genomen weezende, dat gemelde Landmeeter Leiste, daarmeede Sedert drie Jaaren herwaards is geoccupeerd geweest, en ten dien eijnde niet alleen verscheijdene Swaare Togten verre Landwaards in heeft moeten doen, maar ook behalven de daarbij geleedene Fatiques, alle de op die reijsen gevallene kosten selve heeft gedragen; oversulx op de propositie des Heer Gouverneurs is beslooten, hooggemelde Heeren Meesteren te verzoeken, dat dezelve van die goedheijd gelieven te zijn, voorsz: Landmeeter Leiste, tot recompens van’t een en ander tot ƒ40:- ter Maand in gagie te verhogen, en hem teffens daarbij met de Qualiteijt van Ondercoopman of Vaandrig bij de genie te begunstigen.

Waarna door den Gezaghebber van’t Fluijt-Schip Noordbeek Wouter ten Gelder is gepræsenteerd het volgend’ Request.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim Van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsg:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb:re Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren’

‘Geeft reverentelijk te kennen Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s nedrigen Dienaar Wouter ten Gelder.’

‘dat hij Suppl:t in A:o 1778 door haar Wel Edele Groot Agtb:s de Heeren Bewindhebberen ter Camer Middelburg, als Gezaghebber geplaatst geworden zijnde, op het thans ter Rheede Leggend’ Fluijtschip Noordbeek , gedistineerd geweest, om naar overbrenging van Manschappen en Goederen voor dit Gouvernement, wederom met een Lading Tarwe en andere hierLandse Producten te retourneeren, hij Suppl:t hierop in de Maand Jann:ij des gepasseerden Jaars 1779 met gedagte Fluijt, ter deezer Plaatse is komen te arriveeren.’

‘dat de te rug reijze van gemelde Fluijt Noordbeek , mits het toenmalige gebrek aan eene genoegzaame quantiteijt Tarwe, ter verzending naar’t Patria geen gevolg hebbende kunnen neemen, en het selve Vaartuijg inmiddels door Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s ter overbrenging eener Lading van het voorsz: Graan naar Batavia aangelegd geworden zijnde, hij Suppl:t met ged:e Fluijt Noordbeek de reijze naar derwaards gedaan, en het geciteerde Vaartuijg vervolgens door de Heeren der Hooge Indiasche Regeering, met goederen en Provisiën voor deezen Gouvernemente, wederom na herwaards te rug gezonden, weezende, hij Suppl:t daarmeede op den 7: Febr:ij deezes Jaars, ter deezer Rheede is gereverteerd: Zijnde hij Suppl:t in die hoope en verwagting geweest, om eerlang met zijn voorm: onderhebbenden Bodem naar Nederland te Zullen kunnen retourneeren:’

‘dan nadien Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, mits de meenigvuldige Swaare gebreeken, dewelke aan meermelde Fluijt Noordbeek , na desselfs ontlossing alhier, zijn ontdekt geworden, hebben moeten besluijten, dat Vaartuijg in de Saldanha-Baaij te laten overwinteren, en het oversulx voor den Suppl:t niet dan ten hoogsten nadeelig kan zijn, ingevalle door een langer vertoef ter deezer Plaatse, zoude werden verstooken van die geleegendheijd, om ter obtenue van verder advancement in den dienst der E: Comp:ie bij welopgemelde Edele Heeren Bewindhebberen Sollicitatiën te doen, Zoo neemt hij de vrijheijd, Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, zeer Eerbiedig te verzoeken, om hem Suppl:t van het Commando op dikwilsgemelde Fluijt Noordbeek t’ ontslaan, en behoudens zijn Qualiteijt en gagie, mitsgaders het meede voeren zijner gepermitteerde Goederen, p:r het ter Rheede leggend’ Retour-Schip de Vrouwe Everhardina , te laten retourneeren.’

’/:onderstond:/’

‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ W: d: Gelder.’

Waarop, ter consideratie der in’t gedagte Verzoekschrift geallegueerde reedenen, is beslooten, gemelden Gezaghebber Wouter ten Gelder van’t Commando op voorsz: Fluijt-Schip Noordbeek t’ontslaan, en behoudens Qualiteijt en gagie, mitsgaders het meede voeren zijner gepermitteerde Bagagie, met het Zeijl rhêe leggend Retour-Schip de Vrouwe Everhardina te laten repatrieeren.

Sijnde voorts aan den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers en den E: Coopman en Dispencier Adriaan van Schoor, als Executeurs des Testaments van den met het Schip Middelburg als Ordinaris Lidt in den Edelen Agtb: Raad van Justitie te Batavia, uijtgekomen en alhier overleedenen M:r Gerard Ribaut, geaccordeerd, om drie kisten, waarvan Twee ijder 5 Voeten lang, mitsg:s 2: Voeten hoog en wijd zijn, en de derde lang 4 1/2, mitsg:s hoog en en wijd 1 1/2 Voeten, met de kleederen, het Linnen, en de Boeken van gemelden M:r Ribaut, aan desselfs Erfgenaamen te mogen overzenden.

Boven het welke aan gedagte Heer Fiscaal Boers, in’t bijzonder is toegestaan, het verzenden van een kistje met Naturaliën aan de Heer M:r Fredrik Willem Boers, Eerste Advocaat van de Comp:ie; Sullende den Weesmeester Hendrik Le Suëur insgelijx een Casje met Natuurlijke Zeldzaamheeden aan de Heer Petrus Camper Professor tot Amsterdam mogen laaten afgaan.

Ook is aan den ten Soldij Comptoire alhier bescheijdenen Adsistent Erich CareL Wodarch toegestaan, om met afgeschreeven gagie te repatrieeren, en met zig meede te neemen, desselfs Huijsvrouw Agatha Meijer en hunlieder Zuijgend kind; terwijl deselve uijt hoofde van derselver behoeftigen toestand, van de betaling der gewoone Transport- en kost-penningen zijn g’ excuseerd.

Vervolgens uijt Zeekere Verklaring door den Schipper en Officieren van’t Retour-Schip de Vrouwe Everhardina verleend, zijnde komen te blijken, dat mits het Subiet vertrek van Batavia, van den op gemelden Bodem bescheijdenen Opperstuurman Christiaan Bernard Mulder, desselfs gepermitteerde bagagie, ten gemelden Hoofdplaatse niet zijn gebrand geworden; Zoo is op het dientwegen door denselven bij Request gedaan verzoek, goedgedagt, het selve alhier te laaten geschieden.

Wijders is den bij den Heere Gouverneur als Geheijmschrijver dienst doende Adsistent Jan Fredrik Kirsten, tot Boekhouder met ƒ30:- ter maand bevorderd.

Gelijk meede in steede van den overleedenen Capt:n over de Derde Comp:ie Burger Infanterie Ernst Philip Sparenberg, tot Capitain is aangesteld, den oudsten Lieutenant Petrus Jesse Möller, in wiens plaatse goedgevonden is, den geweesenen Eersten Lieutenant in de Vierde Compagnie Dragonders aan Stellenbosch Jan de Waal Arendsz., als desselfs Domicilium thans hier aan Cabo hebbende, wederom als Lieutenant, in Steede van evengem: Moller, te laaten invallen; Sullende na desselfs anciënniteijt, in rang, op den tegenwoordigen Oudsten Lieutenant Johannes Matthias Bletterman volgen.

Sijnde nog aan de onder te noemene Perzoonen, de volgende Landereijen als blijkens de door haar g’exhibeerde bewijzen van Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Drakensteijn , niet tot eenig nadeel van haare Na-Buuren komende te strecken, in Eijgendom uijtgegeeven, als .

Aan den Landbouwer Pieter Jacob Minnaar een Erf ter groote van drie Morgen en Vier quadr:t roeden, geleegen tusschen het zogenaamde Dal Jozaphats en de Wagenmakers-Valleij .

Aan den Landbouwer Roeloff van der Merwe Carelsz insgelijks een Erf ter groote van drie Morgen netto, zijnde aan de klijne Valleij, omtrent de Plaats van Jozua Joubert geleegen, onder Conditie, dat op voorsz uijtgegeevene Erven, geen Vee zal mogen werden gehouden.

Laatstelijk is op het te kennen geeven door den Heer Secunde en Hoofd-Administrateur Pieter Hacker, dat de respective Slagters met de prijs van 6 Rijxdaalders voor de Honderd Ponden Talk, niet wel kunnende uijtkomen, uijt dien hoofde daarvan genoegzaam geen naamwaardige quantiteijt aan de Compagnie wierde geleeverd; beslooten, ten eijnde in dien opzigte buijten verleegendheijd te blijven, de Prijs der Talk tot Seeven Rijksdaalders voor de Honderd Ponden te verhoogen.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 204-209.

Woensdag den {17800531} 31 Maij 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Geliefde den Heere Gouverneur in Raade overte Leggen Twee Brieven, bij zijn Edele op gisteren en Eergisteren den 29 en 30:ste deezer, ontfangen, van den Commandant der thans in de Baaij-Fals leggende Fransse Konings- en particuliere Scheepen Mons:r de Bouvet, behelzende d’ eerste Verzoek, om voor d’ Equipagie zoo wel van desselfs onderhebbenden Bodem L’ Ajax , als de overige onder desselfs convoij Sorteerende Scheepen te mogen genieten, de benodigde ververssing en Provisiën, en dat derselver Zieken ginder in’t Hospitaal mogten werden gelogeerd; Terwijl bij voorsz: Tweede Brief komt te insteeren, dat, dewijl g’informeerd was, dat het meede in voorsz Baaij Fals leggend Engelsch Pacquet-Boot The Betsey , een en andermaal ter kruijssinge was uijtgeweest, aan het selve mogte werden verbooden, geduurende zijn aanweezen, van daar uijt te loopen, nademaal dagelijx nog eenige andere onder desselfs Convoij gehoorende Scheepen was verwagtende, dwelke hij gehouden was, met al zijn vermogen te beschermen, met bijvoeging wijders, dat ingevalle, het ged: Engelsch Vaartuijg, dusdanig door hem uijt Naam zijn’s Konings gevorderd verbod niet quam op te volgen, als dan voor de vijligheijd zijner Scheepen zelve te zullen Zorgen, en aan het selve Vaatuijg het uijtloopen te beletten.

Over den inhoude welker Brieven geraadpleegd zijnde, beslooten is, dat door welopgemelden Heere Gouverneur aan gementioneerden Mons:r de Bouvet, per Missive zal werden geantwoord, dat de verzogte adsistentie voor d’ Equipagie zijner Scheepen, door dezelve zal werden genooten, Zoo veel de tijd en plaats alwaar dezelve zig bevinden, komen toe te laaten, dog dat dagelijx in voorsz: Baaij Fals , meede werden verwagt, verscheijde van ‘S E: Comp:s Scheepen, die bereijds Sedert een geruijmen tijd uijt Neederland vertrocken weezende, dus vermoedelijk, insgelijx een groot getal Zieken Zouden aanbrengen, Sulx het gedagte Hospitaal daarmeede stond bezet te raaken, en het dierhalven niet doenlijk is, de Zieken der voorwaards gemelde Fransche Scheepen in het Selve te kunnen doen logeeren.

dat wijders, betreffende het begeerde verbod aan het Engelsch Scheepje The Betseij , om geduurende het vertoef van hem Mons:r Bouvet, uijt de Baaij-Fals te zeijlen, de goede Harmonie dewelke tusschen onze Republicq en de Kroon van Engeland is Subsisteerende, zoo wel als de hier Steeds Strikt geobserveerd werdende, Neutraliteijt, niet permitteerde, dat een diergelijk verbod aan het meermelde Engelsch Vaartuijg gedaan, en integendeel van d’ Equiteijt van hem Mons:r de Bouvet verwagt werd, dat ‘er niets tot præjuditie van het regt onzer Vlagge of Possessie zal werden gedaan, onder protestatie wijders, tegens alle de nadeelige gevolgen, die uijt eene contrarie handeling zouden komen te resulteeren, en verdere bijvoeging, dat den Capitain van het dikwerfgemelde Engelsch Vaartuijg, door hem Heere Gouverneur zoo wel van het door gedagten Mons:r de Bouvet begeerde verbod, als het anwoord hierop aan hem gegeeven, zoude werden verwittigd, ten eijnde daaromtrent Sodanige Mesures als hem zoude goeddunken, te neemen.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 210-212.

Saturdag den {17800603} 3: Junij 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Door zeekeren Mons:r La Grenee geweesen Franschen Raadsheer te Pondicherry , bij Request te kennen gegeeven zijnde, dat hij van de Regeering des Eijlands Ceijlon permissie hadde geobtineerd, om neevens Twee zijner Bediendens, onder betaling van het gewoone Transport en kost-geld, p:r het aanweezend’ Retour-Schip de Ganges herwaards over te vaaren, met intentie, om bij aldien hij ter deezer plaatse, een Schip zijner Natie dan wel zeeker Keijzerlijken Bodem, die van Macau stond te vertrecken, mogte aantreffen, zijne reijze daarmeede verder naar Europa te vervolgen, dog dat Sedert zijn aanweezen, te vergeefs op dusdanig eene geleengendheijd hadde gewagt, en zig dus in de uijtterste verleegendheijd komende te bevinden, om van hier naar Europa te geraaken, dierhalven op het instantigst verzogt, dat aan hem tot voortzetting zijner reijze, neevens een Bediende gen: Bello de Perigord, verder passagie met het bovengemelde Schip de Ganges mogte werden verleend; Soo is goedgedagt, Sulx aan hem Mons:r de la Grenee t’accordeeren; mits het Transport- en Cost-geld, voor zijn Perzoon, om in de Cajuijt, en desselfs voorsz Bediende om op den overloop gelogeerd en getracteerd te werden, in ‘S Comp:s Cassa alhier behoorlijk zal moeten werden voldaan.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 213-219.

Dingsdag den {17800627} 27: Junij 1780.

‘S voormiddags alle præsent

Den Lieutenant onder de Eerste Compagnie Burger Infanterie alhier Hendrik Oostwald Eksteen, op desselfs hierom bij Request gedaan verzoek, uijt hoofde zijner Lichaams-gebrekkelijkheijd, van dien dienst hebbende moeten werden ontslagen, is in Steede van denselven wederom tot Lieutenant bevorderd, den Oudsten Vaandrig Jan Hendrik Ekkert, ter plaatsvullinge van welken tot Vaandrig is aangesteld den Wagtmeester bij de Cavallerije Servaas van Breda.

Gelijk meede goedgevonden is, om in plaatse van den onlangs overleedenen Albertus Johannes Meijburg wederom als Eersten Lieutenant bij de Vierde Compagnie Burger Dragonders aan Stellenbosch , te laaten optreeden den Tweeden Lieutenant bij gem:de Comp:ie Thomas Arnoldus Theron de Jonge; Terwijl voorts, zoo voor evengemelden Theron, als den onlangs als Lieutenant onder de Derde Compagnie Infanterie alhier aan Cabo geplaatsten Sous Lieutenant Johannes de Waal Arendsz:, wederom tot Tweede Lieutenants onder de voorsz: Stellenbosche Land-Militie, zijn bevorderd, de Cornets Pieter Gerhard van der Bijl en Adriaan van Brakel, in welkers plaatse tot Cornets geadvanceerd zijnde, den Adjudant Rudolph Johannes Laubscher en den Wagtmeester Johannes Casparus Groenewald, is wijders den meede Wagtmeester Samuël Johannes Cats, in steede van ged: Laubscher, wederom tot Adjudant aangesteld geworden.

En vermits door het overlijden van Maria Möller, weed:we wijlen den Ondercoopman Marthinus Heems, het Doodgravers Officie is komen open te vallen, is goedgevonden, daarmeede wederom te beneficeeren, Geertruijda van der Lith, weed:we wijlen den Boekhouder en Ordinaire Gecommitteerde Nicolaas Leij.

Waarna geleezen zijnde het Onderstaande Request door den als Passagier met het Retour-Schip Stavenisse van Batavia ter deezer Plaatze overgekomenen Jan Harscher gepræsenteerd.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim Van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsg:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb:re Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Geeft met verschuldigd Respect te kennen, Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s nedrigen Dienaar Johan Hendrik Harscher, Burger te Batavia; hoe den Suppl:t in de maand Januarij deezes Jaars, met het Retour-Schip Stavenisse alhier aangeland zijnde, thans zeer gaarne met het in de Baaij-Fals geankerd leggend’ Schip d’ Indiaan , naar opgemelde Indiasche Hoofdplaatse, zoude willen te rug keeren; Weshalven hij de vrijheijd neemt, Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s te verzoeken, hem daartoe goedgunstig permissie te verleenen.’

’/:onderstond:/’

‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ J:n H:dk Harscher.’

Is hierop goedgedagt en beslooten, aan den Suppliant t’ accordeeren, per het opgedagte Schip d’ Indiaan , wederom naar Batavia te rug te keeren, en denselven ter consideratie dat door het verlies zijner Goederen, dewelke zig in’t verongelukte Schip Mentor hebben bevonden, is geraakt, in een behoeftigen toestand, van de betaling van’t gewoone Transport- en kost-geld t’ excuseeren; dan nadien ten opzigte van ged: Harscher, door den Heere Gouverneur wierd te kennen gegeeven, dat denselven, wanneer in de maand Novbr: 1777 met ‘t Schip ‘T Huijs te Spijk , uijt ‘t Vaderland alhier was aangeland, al ten eersten heeft getragt, buijten den dienst der E: Comp:ie, ter deeser Plaatse te verblijven, dog Sulx hem door zijn Edele afgeslagen geworden zijnde, hij hierop in weerwil van dien, de voorsz: passagie na herwaards, van de Heeren der Hooge Indiasche Regeering heeft gesolliciteerd, ten eijnde zig langs dien weg hier te blijven ophouden: is dierhalven goedgedagt Sulx aan welgem:de Haar Hoog Edelens t’ adviseeren.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 220-224.

Dingsdag den {17800704} 4: Julij 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Vermits den tijd der Verpagting van ‘S Lands gemeene Middelen en Inkomsten, wederom begind aan te naderen; is dierhalven verstaan, het selve op Ult:mo der aanstaande Maand Augustus, wederom op den vorigen Voet te laaten geschieden, en daarvan naar gewoonte de nodige Billiëtten te doen affigeeren.

Wijders door het Eerw: Collegie van Kerkenraade alhier, op heeden ingediend zijnde, het volgend Verzoekschrift.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim Van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb Raad van Politie deezes Gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Geeft reverentelijk te kennen het Collegie van Kerkenraade deezer Steede; dat’

‘Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s op het door dezelve in A:o pass:o gedaane verzoek, blijkens hoogst derselver Sub dato 11 October 1779 genomen, en aan ons in Extract toebedeelde Resolutie hebbende gelieven te permitteeren, omme de Kerk, conform het als doen dieswegens ingediend Plan, te vergroten en uijt te leggen; en dewijl het werk thans ten principaale is verrigt, heeft het den Kerkenraad bij deeze Occasie, niet ondienstig geagt, de Zit-plaatsen Zoo van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, als den E: Agtb:re Raad van Justitie op een welvoegende wijze meede te doen veranderen, ten eijnde, daar door meerder ruijmte voor de Gemeente te bekomen.’

‘dan aangezien Kerkenraade deeze alteratie, niet gaarne zonder volkomen goedkeuring van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s zoude willen onderneemen; zo gebruijken de Supplianten de vrijheijd, zig wederom tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s te wenden, met Eerbiedig verzoek, dat het van derselver welbehagen moge Zijn, Kerkenraade, tot de verandering van voornoemde Zit-plaatsen, qualificatie te verleenen.’

’/:onderstond:/’

‘’T Welk doende &:a, /:lager:/ Uijt Naam en Last van Kerkenraade voormeld. /:was geteekend:/ P:s J:s Truter Scriba.’

Soo is om de reedenen bij het ged: verzoekschrift geallegueerd, goedgedagt, Kerkenraade voormeld te qualificeeren, om met communicatie van den Heer Commissaris Politicq, de Zit-Banken zoo van deeze Regeering als die der Leeden van Justitie &:a op een convenable wijze te verplaatsen.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 225-236.

Dingsdag den {17800725} 25 Julij 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Ten opzigte van het ter Rheede Leggend uijtkomend en naar Bengalen gedestineerd Schip de Bovenkerkerpolder is overweeging genomen weezende, dat, aangezien door het laat vertrek van gemelden Bodem uijt het Vaderland, het Saijsoen thans voor denselven te verre is verloopen om Nagapatnam aan te doen, ten eijnde desselfs Militairen aldaar af te geeven, en dat men het laatst voor Ceijlon uijtgekomene Schip Amsterdam van hier heeft moeten laten vertrecken, zonder daarop eenige Militairen uijt hoofde van het doenmalig gebrek derselven te hebben kunnen plaatsen; Is dierhalven voor den meesten dienst der E: Comp:ie best gedagt en dienvolgens besloten de voorsz: Militairen van’t ged: Schip de Bovenkerkerpolder daarvan af te ligten, ten eijnde met het dagelijx verwagt werdend’ Schip de Morgenster naar Ceijlon te werden voortgezonden.

Wijders uijt de door de resp:ve Landdrosten van Stellenbosch en Swellendam aan den Heere Gouverneur gesuppediteerde en thans door zijn Edele in Rade overgelegde Rapporten gebleeken weezende, dat op d’ingekomene berigten, dat de Caffers diversse der verafgeleegene Plaatsen onzer Ingezeetenen aangedaan, eenige Menschen om het Leeven gebragt en het aldaar gevondene Vee zouden hebben weggevoerd, uijt het District van Stellenbosch den Veldwagtmeester Jozua Joubert, en uijt dat van Swellendam den Adjudant der Land-Militie aldaar Petrus Hendrik Fereira, zonder egter daartoe alvoorens Speciaale Ordres ‘t zij van de voorsz Landdrosten in’t Particulier, of van dezelve met den krijgsraad in’t algemeen te hebben bekomen, met een Sterk Commando uijt de daaromstreex woonende Ingezeetenen waaren uijtgetrocken, de voorsz: Caffers nagespoord, geattacqueerd, en niet alleen een vrij groot getal derselve dood geschooten, maar bovensdien ook zig van een Considerable Quantiteijt Hoorn-Vee meester gemaakt en onder elkanderen verdeeld hadden; Is dierhalven verstaan, meermelde Landdrosten t’ ordonneeren, om hierna exact onderzoek te doen, en bij bevinding dat daaromtrent buijten eene dringende noodzakelijkheijd en op eene Strafwaardige wijze mogte gehandeld zijn, als dan de Schuldige voor den Raad van Justitie t’ actioneeren.

Waarna welgemelden Heere Gouverneur te kennen gaf, dat zijn Edele berigt hebbende bekomen, dat op den 15:de deezer in de Baaij-Fals was verscheenen, het Engelsch Comp:s Schip The Ceres , zijn Edele immediaat den Posthouder in ged: Baaij Christoffel Brand, hadde gelast, den op het voorsz: Engelsch Schip commandeerenden Capit:n Raymond Snow aan te kondigen, dat alvoorens de gewoone gerieflijkheeden aldaar te verwagten, zig zoude hebben te verantwoorden omtrent het geene in de maand Novemb:r des gepasseerden Jaars tusschen desselfs voorsz onderhebbenden Bodem en het Fransch Scheepje la Mouche ter deezer Caabse Rheede was voorgevallen, en dat hij Heere Gouverneur hierop van bovengemelde Capitain Snow had ontfangen, de volgende Missive.

To The Honb:le Joachim van Plettenberg.

‘Sir!’

‘In answer to your request respecting what past between me and a French Snow in the Month Of October, last when The Ceres was in the Table Bay , the following is the fait viz:’

‘During the time The Ceres was exercising her great Guns, a Snow without Colours was chased inclose to us by his Majesty’s Sloop Nymph , who kept a continual runing fire.’

‘In the mean time our people was Scouring their Guns, the Snow alongside of us, run up French Colours, when a Gun to my great Surprise was fired but absolutely without my ordres or Consent.’

‘I am with Respect /:onderstond:/ Sir! Your most Obedient humble Servant. /:was geteekend:/ R:d Snow Commanding the Ceres /:in margine:/ Cape of Good Hope.’

‘18 th July 1780.’

Waarop in aanmerking genomen Zijnde, dat volgens de betuijging van meerm: Capt’n Snow, de Schoot die uijt een der Stukken van ged: Schip Ceres op’t Fransch Scheepje La Mouche gelost, en volgens het daarvan door de Franssen opgesteld Proces verbaal met Scherp zoude gedaan zijn; bij het exerceeren met Canon volstrekt buijten zijne Ordre of bewilliging was geschied, heeft men dierhalven goedgedagt, de voorsz: verantwoording van dikwerfgem: Engelssen Capt:n aan te neemen, en daarvan, onder overzending eener Authenticque Copia aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren pligtschuldig kennisse te geeven.

En nadien te meermalen is voorgekomen, dat d’ Ordres voor ‘S E: Comp:s in Burger vrijdom gestelde Dienaaren, om haar als Sodanig bij de Burgerije te laten inschrijven, niet naar behooren werden geobserveerd, Soo is om hierin te voorzien, en dat ook de Inschrijvingen Selve in de vereijschte ordre komen te geschieden, verstaan, dat aan alle ‘S Comp:s Dienaaren, die voortaan in Burger vrijdom zullen werden gelargeerd, en niet behoudens den rang en het fatsoen dewelke zij in ‘S Comp:s dienst hebben gehad, werden ontslagen; behalven de gewoone vrij-brief, nog een Extract uijt de Notulen, geschreeven op een Zegul van Ses Stuijvers, en dicteerende derselver ontslag uijt ‘S Comp:s dienst, zal werden afgegeeven: welk Extract de geene die haar Domicilium onder dit Caabse District willen houden, binnen de reets bepaalden tijd, van Ses Weeken Zullen moeten vertoonen aan Burgerraaden, dewelke deeze aan haar gedaane vertoning op het voorsz: Extract in Steede van op de vrijbrief, behoorlijk bekend gesteld en als Sodanig onderteekend hebbende, de gedagte in vrijdom gestelde Perzoonen het selve vervolgens zullen moeten afgeeven aan den Scriba der Burgerije, om daarop als Burgers te werden ingeschreeven, waarvan hij gehouden zal zijn, aan haar ter hand te stellen een recepis, ten blijke dat het meermelde Extract bij hem ontfangen, en de inschrijving behoorlijk is geschied.

dat wijders de in vrijdom gestelde Perzoonen, die voorneemens zijn, haar onmiddelijk in een der buijten Districten ter neder te Zetten, het voorsz Extract uijt de Notulen zullen moeten vertoonen aan de resp: Landdrosten en na dat hetselve door haar in voegen voorsz zal weezen onderteekend, vervolgens brengen bij den Secretaris van het selfde District, om aldaar te werden ingeschreeven; waarvan dan ook insgelijx een recepis, ten fine als boven is gezegd, zal moeten werden afgegeeven; op pœne wijders, dat de geene dewelke zullen hebben verzuijmd, zig binnen voorsz: gepræfigeerden tijd, als Burgers te hebben laten inschrijven, in de bij het Reglement van den 6 Septemb:r 1768: gestelde boete van Thien Rijxd:s zullen weezen vervallen.

Sijnde wijders op de voordragte van den Heer Major Gilquin als Inspecteur over ‘S Comp:s Gebouwen, goedgedagt, om onder de aan het Nieuwe Hospitaal bescheijden zijnde en op het getal van 90: Coppen bepaalde Ambagts-Lieden de volgende verschikking te maken, en voor het vervolg vast te stellen, als

2: Mandoors
40: Metzelaars, waaronder zullen Sorteeren Een klad-Schilder, Twee Steen-houwers en een Mandoor.
38: TimmerLieden, onder dewelke Zullen zijn begreepen Twee Beeld-houwers en een Wagen-maker.
Voorts nog
2: Mandoors
4: Smits
1: Schrijver
1: Kok en
2: Oppassers bij de Materiaalen
te Zamen 90: Coppen
2: Mandoors
40: Metzelaars, waaronder zullen Sorteeren Een klad-Schilder, Twee Steen-houwers en een Mandoor.
38: TimmerLieden, onder dewelke Zullen zijn begreepen Twee Beeld-houwers en een Wagen-maker.
Voorts nog
2: Mandoors
4: Smits
1: Schrijver
1: Kok en
2: Oppassers bij de Materiaalen
te Zamen 90: Coppen

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 237-240.

Dingsdag den {17800808} 8: Aug:s 1780

‘S voormiddags alle præsent, uijtgenomen den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers, mits indispositie

Vermits onder de Gebouwen in’t Casteel, de Wooning van het Hoofd der Militie, met de daaraan Schietende vertrekken, dienende tot de Politicque Secretarije, als meede de Logementen thans door den Capt:n Warnecke bewoond, werdende, desgelijx de aan de zelve annex zijnde Werks Winkel der Wapencamer als Sedert veel Jaaren zeer bouwvallig geweest zijnde, niet langer zonder de daaraan vereijschte reparatie kunnen werden gelaaten, en voor gedagte bouwvallige Werks-Winkel, mitsgad:s Woning voor den Meester-knegt der Wapen-Camer een geheel nieuw Gebouw opgezet en bovensdien meede een considerable reparatie aan des Secundes Wooning moet gedaan werden, Sonder dat het een en ander eenig langer uijtstel leijden kan, heeft men dierhalven moeten besluijten, dat ten eijnde met het ter hand neemen van dit Werk, geen vertraging van het verdere onder handen zijnde, werde veroorzaakt, het daartoe vereijschte Timmer- en Metzel-Werk, aan de particuliere Ingezeetenen aan te besteeden even en inselvervoegen als Sulx volgens besluijt van den 14 September 1779. is verstaan met de vernieuwing der Gevangenhuijsen en verdere daar aan gehoorende Gebouwen te Laaten geschieden.

En is voorts op het dieswegens ingediend Request door den Land-bouwer Pieter Heijntjes goedgedagt desselfs Slaven Jonge genaamd Fortuijn van Bengalen, die bij Vonnisse des Raads van Justitie deeses Gouvernements onder anderen voor den tijd van Vijf en Twintig Jaaren op het Robben Eijland is gebannen, voor de Justitieele Onkosten voor d’ E: Compagnie in Eijgendom aan te neemen.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 241-248.

Dingsdag den {17800822} 22 August:s 1780.

‘S voormiddags alle præsent

Door den Heere Gouverneur te kennen gegeeven zijnde, dat nadien de Sedert veele Jaaren voor het Militair Guarnisoen t’ zaam gestelde krijgs-Articulen in veele Opzigten niet quamen te voldoen, om het voorsz: Guarnisoen na de zelve, in behoorlijke discipline te houden, zijn Edele aan den E: Capt:n Robbert Jacob Gordon, als het præsente Hoofd der Militie alhier, hadde gedemandeerd, om, zoo uijt de Successivelijk bij Haar Hoog Mog:de Heeren Staaten Generaal der VerEenigde Nederlanden g’emaneerde en thans nog in vollen vigeur onderhouden werdende krijgs-wetten, als den Articulbrief onlangs voor ‘S Comp:s Militie in Indiën gestatueerd, te formeeren een behoorlijk Reglement, allezints zoo veel mogelijk naar de Constitutie deezes Gouvernements gerigt, en dat hierop door ged: Capitain Gordon, aan hem Heere Gouverneur was ter hand gesteld sodanig ontwerp, als thans ter Vergadering quam over te Leggen.

Waarop overwoogen zijnde de hooge noodzakelijkheijd om door goede wetten en reglementen een behoorlijke en Stricte discipline onder het Militair Guarnisoen deezes Gouvernements t’ onderhouden, waartoe het voorsz: door welgem: Heere Gouverneur overgelegd ontwerp is geoordeeld allesints zeer geschikt en wel ingerigt te zijn; Is dierhalven verstaan, hetselve als een permanente Ordre en Reglement bij het dikwerfgemelde Militair Guarnisoen alhier, van poinct tot poinct te doen agtervolgen en naarkomen, Sullende ten dien eijnde deese nieuw geformeerde krijgs-Articulen het voorsz: Guarnisoen alhier van tijd tot tijd, duijdelijk werden voorgeleesen.

Waarna gemelden Heere Gouverneur verders te kennen gaf, dat, gelijk van aloude tijden af, aan ‘S Heeren Geweldigers tot Geregts-Dienaars zijn toegevoegd geweest de Sogen:de Caffers, die doorgaans hebben moeten werden genomen uijt Indische Ballingen, en dus veeltijds Subjecten, in India geschavotteerd, het deezen Raade niet onbekend konde zijn, met hoedanige Weerzin en misnoegen Steeds in’t algemeen is beschouwd, dat de voorsz Caffers, die behalven het publicq geesselen op de Geregtsplaats, die selfde Straffe meede dagelijx voor den Tronk aan de Slaven komen t’ oeffenen, ook werden gebruijkt, om ‘t zij een Burger of Europees Dienaar der E: Comp:ie te brengen in apprehensie, en waartoe dan niet kan werden g’ eviteerd, dat, ofschoon de delicten van al sulke in detentie gestelde Perzoonen geen Corporeele Straffe ten gevolge hebben, en dezelve naderhand weder op vrije Voeten werden gesteld, er egter, volgens het begrip van’t algemeen altoos een Zeekere flettrisure als in handen der voorsz: Caffers geweest zijnde, voor haar en haare Familie komt over te blijven, Sulx hij Heere Gouverneur deesenthalven met den Heer Independent Fiscaal, M:r Willem Cornelis Boers gesprooken hebbende, Zijn Ed: hierop verzogt had, dat overSulx daaromtrent op d’ een of andere wijze mogte werden voorzien: Soo is hierop best geoordeeld en dienvolgens beslooten, dat aan ged:e Heer Fiscaal zullen werden toegevoegd, Vier Europeesche Dienaaren der Justitie, om wanneer ‘er ‘t zij Burger of Dienaar der E: Comp: die ‘t zij door ordre van zijn E: ofte van wegens het geregt, in detentie moet werden gebragt, daartoe te werden geemploijeerd; welke Justitie Dienaaren, ten eijnde als Sodanig te werden gekend, in uniform zullen werden gekleed, en voorts op den Voet als de onder de Landdrosten dienende Ordonnantie-Ruijters ƒ14:- tot gagie en 1 1/2: Realen voor kost-geld Zullen genieten.

Verders wierd door ged: Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers te kennen gegeeven, dat zig op’t onlangs vertrockene Schip de Bovenkerkerpolder hadden bevonden Twee Mattroosen in namen Nicolaas Rodrigue en Manuël Maleree, bijde geboortig van Cadix , die wegens attentaat van Sodomie aangeklaagd zijnde, door den Scheepsraad van bovengemelden Bodem in detentie gesteld en indiervoegen alhier waaren aangebragt.

dat hij Heer Fiscaal voorsz: gedetineerdens hierop voor Gecommitteerde Leeden uijt den Justitieelen Rade op interrogatoriën, thans door zijn E: in Raade overgelegd, gehoord, en wegens het hun ten lasten gelegde, verder naauwkeurig onderzoek gedaan had:

dan dat zijn E: mits gebrek aan convincante bewijzen geen actie tegens hun hebbende kunnen institueeren, egter vermeende, de Zaak te weezen van dien aart, dat dezelve niet wel verder in ‘S Comp:s dienst behoorden te werden g’ emploijeerd; Weshalven raadzaamst geoordeeld is, voorsz: Nicolaas Rodrigue en Manuël Maleree te plaatsen op’t Robben Eijland , om vervolgens met d’ eerste van hier vertreckende Retour Scheepen als onnutte Subjecten voor de kost Scheepsdienst doende, naar’t Vaderland te verzenden; Sullende mitsdien derselver gagie werden afgeschreeven met den 20 Maij deezes Jaars, wanneer binnen boord van het bovengem: Schip de Bovenkerkerpolder in hegtenis zijn gesteld.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 249-268.

Sondag den {17800827} 27: August:s 1780.

‘S voormiddags Extra Ordinaire Vergadering, alle præsent.

Wierd door den Heere Gouverneur ter Vergadering voortgebragt, dat wanneer op Eergisteren den 25: deezer, hier ter Rheede waaren komen t’ arriveeren zijner Groot Brittannische Majesteijts Scheepen van Oorlöge The Belle Isle , The Asia en The Rippon , neevens de onder dezelver Convoy sorteerende Neegen Scheepen der Engelsse Oost Indische Comp:ie zijn Ed: vastelijk verwagt en ook niet anders had mogen verwagten, dan dat den Commandant over alle die Scheepen de Heer Robbert Barbor, ingevolge d’ usantie, dewelke zo wel bij hooggemelde zijne Groot Brittannische Majesteijts Scheepen, als die van alle andere Europeesche Mogendheeden, altoos en onafgebrooken is g’observeerd geworden, het behoorlijk Salut aan de van deeze Fortresse waaijende Vlagge van Haar Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal onze Souverainen zoude zijn gedaan geworden:

dan dat het selve tot op gisteren den 26: niet zijnde komen te geschieden, hij Heere Gouverneur ged Heer Commandant Barbor door den Capitain Militair deezes Casteels Carel Matthijs Willem de Lille op de Civielste wijze met desselfs arrivemint alhier met zijn Majesteijts Esquadre had doen complimenteeren, en als dus verre te vergeefs gewagt hebbende, dat hem door den Heer Barbor volgens usantie een Officier zoude zijn toegezonden, om over het Salut te Spreeken, teffens had laten afvragen; wanneer zijn Ed: voorneemens was, het voorsz Salut aan Haar Hoog Mogende Vlagge te doen, ten eijnde de nodige Ordres te stellen om het selve Salut met gelijke Schooten te doen beantwoorden, met verdere Last aan gemelde Capitain de Lille, om aan de Heer Barbor nog te kennen te geeven, de verwondering van hem Heere Gouverneur, dat hij Heere Barbor was aan Land gekomen, zonder Sulx vooraf te hebben later verwittigen, nadien ingevalle Sulx was geschied, men niet zoude hebben nagelaaten, zijn Ed: met het gebruijklijk honneur te laten recipieeren:

dat hij Heere Gouverneur staat makende op voorsz: civiliteijt een Satisfactoir antwoord van de Heer Barbor te Zullen hebben bekomen, integendeel tot desselfs groote Surprise van ged: Capit:n de Lille hadde ontfangen, het volgend’ Schriftelijk Rapport.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim Van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgad:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a

‘Wel Edele Gestr: Heer!’

‘Den Ondergeteekende Capt:n Militair Carel Matthijs Willem de Lille, op heeden van Uwe Wel Edele Gestr ontfangen hebbende Schriftelijke Commissie, zig te begeeven bij den Heere Capt:n Barbor, Commandant van’t op gisteren ter deeser Rheede gearriveerd’ Engelsch Esquadre, ten einde gedagte Heere Commandant Barbor, uijt naam van Uwe Wel Edele Gestr: te complimenteeren, en met desselfs behouden arrivement alhier ter Rheede met ‘S Konings Esquadre te feliciteeren; verders te zeggen, dat Uwe Wel Edele Gestr: te vergeefs gewagt hebbende na een Officier van hem Heer Commandant Barbor, om over het Salut te Spreeken, aan hem Heere Commandant liet vragen, wanneer zijn Ed: voorneemens was, het gewoone Salut aan de Vlagge van de Heeren Staaten der VerEenigde Nederlanden te doen, ten eijnde de nodige ordres te kunnen stellen, dat van de Wal met eguale Schooten wierde bedankt; Zijnde dit Ceremonieel steeds door de aanweezende Heeren Engelsse Admiraals en Commandanten opgevolgd; heeft den Ondergeteekende immediaat op den ontfangst dier Commissie, zig begeeven naar boord van het Engelsch Commandeurs-Schip The Belle Isle , dog den Heer Commandeur Barbor aldaar niet aangetroffen, en g’ informeerd zijnde, dat zijn E: reets naar Land was vertrocken, op nadere ordre van Uwe Wel Edele Gestr: zig vervoegd aan het Logement van opgemelden Heere Commandant, ten Huijse van de Weed:we wijlen den Oud Burgerraad Petrus Johannes de Wit, alwaar den Ondergeteekende desselfs Commissie woordelijk na dies inhoude aan den Heer Commandeur Barbor open gelegd hebbende, daarop van zijn E: het volgende antwoord in Substantie bekomen heeft:’

‘Ik ben den Heer Gouverneur Van Plettenberg zeer verpligt voor het Compliment uijt zijnen naame aan mij afgelegd:’

‘Ik heb wel opstonds na mijn arrivement een Officier naar Land gezonden, dog geensints met die intentie, om wegens het Salut te Spreeken, dewijl niet voorneemens ben de Vlagge alhier te Salueeren; considereerende ik deselve niet anders dan een particuliere Comp:s of Coopmans-Vlagge, Schoon deselfde Couleuren en Teekens eener Staaten Vlagge hebbende:’

‘En bij aldien ik elders een Staaten Vlagge ontmoete, verwagte ik als dan dat dezelve eerst ‘S Konings Vlagge Salueeren, waarna ik dat Salut behoorlijk beantwoorden zal, vermits de Hollandsche Natie verpligt is, de Vlagge van alle andere Europische Mogendheeden, ‘t eerst te Salueeren:’

‘en wat aan belangd de vorige Engelsse Admiraals en Commandanten, die bij hun arrivement alhier de Vlagge hebben gesalueerd, ben ik van gevoelen, dat die Officieren niet veel kennisse der Ordres in den dienst moeten hebben gehad, dewijl ik kan aantoonen, Last van mijnen Souverain te hebben, om geen Forten van Vreemde Staaten te Salueeren, dog wel Staat het aan Capitains op ‘S Konings Scheepen mijner Natie vrij, uijt eijgen motive en beleefdheijdshalven Salut te doen, mits het selve met Eguale Schooten wierde beantwoord:’

‘en indien ik konde besluijten het gevorderde Salut te doen, in dat geval zoude ik mij absoluut bloot stellen, om bij arrivement in Engeland deswegens publicque affronten te moeten ondergaan, dewijl ik wel verzeekerd ben, dat geen der Engelsche Capitains onder het Esquadre van den Heer Admiraal Hughes Sorteerende, bij derselver arrivement alhier, eenig Salut zullen doen.’

‘Hebbende voormelden Heere Commandant Barbor, wijders nog op de door Uwe Wel Edele Gestr: aan den ondergeteek:de gegeevene mondelinge boodschap, te weeten dat Uwe Wel Edele Gestr: verwonderd was, dat hij Heer Commandant aan Land was gekomen, zonder dat Uwe Wel Edele Gestr: daarvan vooraf eenige kennisse hadde bekomen, dewijl Uwe Wel Edele Gestr: andersints niet zoude hebben gemanqueerd, hem Heer Commandant met de gewoone Statie te recipieeren; ten antwoord gegeeven:’

‘dat hij Commandant wel aan Land was gekomen, om eenen zijner Vrienden een goed Logement, alwaar hij Commandant selve dagte zijn verblijf te neemen, aan te wijsen, dog voorneemens was geweest, zig wederom naar boord te begeeven, en dat wanneer hij Uwe Wel Edele Gestr: aan’t Strand ofte op’t Zeehoofd mogte komen t’ ontmoeten, hij zig als dan van herten gaarne met Uwe Wel Edele Gestr: naar’t Casteel begeeven, en bij die geleegendheijd voor Uwe Wel Edele Gestr: in desselfs privé Character als Baron van Plettenberg, dog geensints als Gouverneur, en ook niet voor dit Fort, of desselfs Vlagge, het Salut zoude laten doen.’

‘Terwijl meermelde Heer Commandant Barbar nog eijndelijk gedeclareerd en den Ondergeteekende wel Expresse verzogt heeft, Uwe Wel Edele Gestr: te communiceeren, hoe hij Commandant hebbende vernomen, dat alhier reets zijnde gespargeerd, dat, bij aldien hij Commandant wijgerig bleef de Vlagge behoorlijk te Salueeren, denselven als dan geen deminste gerieflijkheeden van ververssingen als andersints, voor Zijn Esquadre en d’ overige Scheepen onder desselfs Convoy behoorende, zoude genieten; hij Commandant dierhalven begeerde, dat tot weeringe van diergelijke Spargementen, door Uwe Wel Edele Gestr: de nodige ordres wierden gegeeven, ofte dat hij Commandant andersints genoodzaakt zoude weesen, daartoe selfs middelen te beraamen en in’t werk te stellen.’

‘Den Ondergteekende dus deezen latende dienen voor Eerbiedig Rapport, neemt denselven voorts de vrijheijd, zig in alle Submissie te Subscribeeren, als’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele Gest: Heer! Uwe Wel Edele Gestr: ootmoedige en gehoorzaame Dienaar. /:was geteekend:/ C: M: W: de Lille /:in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 26: Augustus 1780.’

Naar Lecture van welk Rapport den Heere Gouverneur, de resp:ve Leeden des Raads in consideratie gaf, hoedanig als nu nopens het voorsz: gedoente van ged: Commandant Barbor zoude dienen te werden gehandeld.

Waarop overwogen zijnde, dat aangezien denselven heeft kunnen goedvinden, met desselfs voorsz: handelwijze te betoonen een openbaare minagtinge aan de Vlagge van Haar Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der VerEenigde Neederlanden, dierhalven ingevolge d’ Ordres van Haar Hoog Edelens de Heeren der Hoge Indiasche Regeering, vervat bij derselver besluijt van den 6: Octob:re 1750, aan de onder het bevel van gedagten Commandant Barbor Sorteerende Scheepen, buijten het genot van Water en Brandhout geen de minste andere gerieflijkheeden zoude behooren te werden geaccordeerd, dog dat hiertegens weder in aanmerking moeste werden genomen, dat nademaal het voorsz: Salut, niet alleen door alle de Bevelhebbers van zijn Groot Brittannische Majesteijts hier aangeweest zijnde Esquadres, als in A:o 1748 door de Heer Edward Boscawen, in A:o 1749 door de Heer Thomas Griffin, in A:o 1764 door de Heer Samuël Cornish, maar in zonderheijd nog in’t gepasseerde Jaar 1779 door S:r Edward Hughes, onder wiens Vlagge neermelde Commandeur Barbor zig selven bevonden heeft, is gedaan geworden, en men uijt dien hoofde vastelijk moet vertrouwen, dat de voorsz: handelwijse van meermelden Commandant Barbor, in geenen deele kan quadreeren met de hoogst geEerde intentie zijner Brittannische Majesteijt, geconsidereerd d’ Alliantie en Vriendschap tusschen dezelve zijne Majesteijt en Haar Hoog Mog: Subsisteerende, te minder, daar ingevolge de Ordres van Haar Wel Edele Hoog Agtb: onse Hoog Gebiedende Heeren Meesteren in’t Patria, ten allen tijden alhier overbodige adsistentie en gerieflijkheeden aan hooggemelde zijn Majesteijts Scheepen zijn beweezen.

Waarbij nog komt, dat niet alleen de Capit:ns der bevorensgemelde konings Scheepen The Asia en the Rippon het gedrag van meermelden Commandeur Barbor opentlijk disapprobeeren, maar ook die van alle de meede bevoorens geciteerde Comp:s Scheepen hebben aangeboden, het Salut voor haar allen, door haaren bijzinderen Commandeur te laten doen,

Sulx dat, bij aldien ingevolge de voorsz ordre van welgemelde Heeren der Hoge Indiasche Regeering, aan de voorsz: onder het Commando van meermelde Heer Barbor sorteerende Scheepen, buijten het genot van Water en Brandhout, alle verdere gerieflijkheeden wierde ontzegt, niet alleen een considerable nadeel aan den dienst van hooggemelde zijne Majesteijt, mitsg:s der Engelsse Oost Indische Comp:ie, zoude werden toegebragt, en het oversulx een groote hardigheijd zoude zijn, met indiervoegen te ressenteeren het geen door gemelde Commandant Barbor uijt loutre caprice is geschied, en wesweegen men met reeden moet vast stellen, dat denselven zig ten hoogsten verantwoordelijk gesteld hebbende, dus notoir d’indignatie van hooggemelde Zijne Majesteijt zal hebben g’incurreerd.

Terwijl bij dit alles geen mindere reflectie diende te werden genomen, dat met aan de voorsz: Engelsse zoo Konings- als Compagn:s Scheepen, de bij haar benodigd zijnde provisiën en andere noodwendigheeden te refuseeren, een important nadeel aan d’ Ingezeetenen, met van deeze voor haar zoo favorable Occagie niet te kunnen profiteeren, om haare producten op eene avantagieuse wijze af te zetten, zoude toegebragt, en dus aan dezelve bij de tegenwoordige tijds gesteldheijd, oorzaake tot misnoegen en murmureeren werden gegeeven.

Soo is dierhalven om alle de voorsz: motiven verstaan, op een plegtige wijze in geschrifte te protesteeren, tegens de minagting aan de Vlagge van Haar Hoog Mog:de Heeren Staaten Generaal der VerEenigde Neederlanden, door dikwerfgem: Commandant Robert Barbor toegebragt, met reservatie voor welgemelde Haar Hoog Mog: om dieswegens Sodanige Satisfactie te vorderen, als hoogst dezelve Sullen vinden te behooren.

Met verdere aankondiging wijders, dat men ter Zaake voorschreeven, aan hem Heer Barbor niet zal kunnen laten volgen, en hij dus ook niet heeft te verwagten die distinctie in honeurs, met dewelke men andersints gewoon is, de Bevelhebbers van zijn Majesteijts Esquadres te behandelen.

Sullende het voorschreeven Schriftelijk Protest, door een Commissie van Twee Leeden en den Secretaris des Justitieelen Raads alhier, meermelden Commandant Barbor aan boord van het door hem gevoerd werdend Schip The Belle Isle werden ter hand gesteld.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 269-279.

Dingsdag den {17800831} 31 Aug:s 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

De Gecommitteerde Leeden met den Secretaris des Raads van Justitie ingevolgde en ter voldoening aan het onder den 27: deezer genomene besluijt, het daarbij vermelde Protest van wegens deeser Regeering aan den Commandant der ter Rheede leggende Engelsse Konings en Comp:s Scheepen de Heer Robert Barbor gerigt, aan boord van het door denselven gevoerd werdend’ Schip The Belle Isle hebbende afgegeeven, hebben dezelve dieswegens ingeleeverd het volgende Schriftelijk Rapport

Aan den Wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim Van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb Raad van Politie

‘Wel Edele Gestr: Heer! en E: Agtb: Heeren!’

‘Het heeft Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s behaagd, aan d’ Ondergeteek:de Leeden uijt den E: Agtb: Raad van Justitie deeses Gouvernements ter handen te stellen, zeeker met ‘S E: Comp:s Cachet in roden Lacque bezeegeld Pacquet, beschreeven als volgt.’

‘Protest door ende van wegens M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van NeederLands India, mitsg:s Gouverneur wegens der VerEenigde NeederLanden geoctroijeerde Oost Indische Compagnie aan Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien, beneevens den Politicquen Raad, gedaan aan de Heer Robbert Barbor, Commandant zijner Groot Brittannische Majesteijts thans hier aanweezende Scheepen van Oorloge The Belle Isle , The Asia en The Rippon .’

‘met ordre, omme zig met het ged:e bezeegeld Pacquet, te vervoegen, aan Boord van’t ter Rheede leggend’ Engelsch Konings-Schip The Belle Isle , en het selve uijt naam ende van wegens Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s aan den voorsz Heere Commandant Robbert Barbor, of wel bij afweezen van zijn Ed:, aan den op gem:de kiel het gezag voerenden Officier over te geeven: in opvolginge van welk zeer gerespecteerd bevel, de Ondergeteek:de zig dan ook immediaat aan Boord van het selve Konings Schip The Belle Isle , begeeven, en aan den Officier die hun quam te recipieeren, verzogt hebbende den gemelden Heere Commandant Robbert Barbor te mogen spreeken; dan op bekomen informatie van denselven Officier, dat de Heere Barbor zig niet aan Boord, maar aan Land was bevindende, hebben de Ondergeteekendens, op hun verzoek te voorschijn gekomen weezende, den op het meermelde Engelsch Konings’ Schip The Belle Isle , thans het Commando voerenden Eersten Officier, het selve bezeegelde Pacquet daarop, ter Zaake der voorsz: absentie van opged:en Heere Commandant Barbor aan geciteerden Eersten Officier inhandigd; die het selve van d’ Ondergeteekend:s aangenomen en ter hunner præsentie, aan een der andere- of minder-Officiers van gemelden Bodem, heeft gelast, opstonds daar meede naar Land te vaaren, en aan dikwilsgem:de Commandant Barbor over te geeven.’

‘Waarmeede gedenkende aan de g’ Eerde Intentie van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s pligtschuldig te hebben voldaan, laten wij deesen dienen voor Eerbiedig Rapport.’

’/:onderstond:/’

‘Cabo de Goede Hoop den 30 Aug:s 1780. /:was geteekend:/’

‘T: C: Rönnenkamp, G:s H:k Cruijwagen. /:lager:/ mij præsent /:en geteekend:/’

‘H: L: Bletterman Geswo. Clercq.’

En is hierop besloten van al het voorgevallene met gedagten Commandeur Barbor aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren in’t Patria uijtvoerig berigt te doen, en het voorsz: Protest, mitsgaders de bovengemelde Rapporten Zoo van voorsz: Justitieele Commissie als van den Capt:n de Lille, in Copia Authenticq aan Haar Ed: Hoog Agtb:s te Suppediteeren.

Sijnde vervolgens op het dieswegens gepræsenteerd Request door den Eersten OpperChirurgijn Johannes van der Riet, besloten, denselven behoudens den rang en het fatsoen als Oud Eersten OpperChirurgijn uijt ‘S E: Comp:s dienst t’ontslaan en in desselfs plaatse weder als Eersten Opper-Chirurgijn te laten optreeden, den Tweeden Oppermeester Pieter Domus, met verhoging van Gagie tot

ƒ60 p:r maand, voorts tot Tweeden Opper Chirurgijn, den onlangs als Passagier uijt het Vaderland hier aangekomenen Hendrik van Amstel, die d’ E: Comp:ie bevoorens een geruijmen tijd als Oppermeester gediend hebbende, daartoe de vereijschte bequaamheijd komt te bezitten.

Waarentegens op de gedaane klagten van den Heer Secunde Pieter Hacker als

Præsident des Raads van Justitie, dat den Geregts-Bode Bogislaus Diederik Stol, nu al een geruijmen tijd, desselfs dienst ten eenemaal heeft komen te verwaarloosen, tot Zoo verre, dat aan hem niet meer konde werden toevertrouwd het ophaalen der penn:gen van de geregtelijk verkogte Goederen geprovenieerd, heeft moeten werden beslooten, gemelde Stol te stellen buijten qualiteijt en gagie, om indiervoegen naar’t Vaderland te werden opgezonden.

Sijnde in desselfs plaatse wederom tot Geregts-Bode aangesteld, den Soldaat Anthon Jacob Jurgens van Hamburg met verhoging van gagie tot ƒ14:- ter maand.

Vervolgens na voorgaande klok geklep en uijtroeping van den Bode op heeden volgens jaarlijx gebruijk, getreeden zijnde tot de publicque Verpagting van de gemeene middelen en Inkomsten deezes Gouvernements, navolgens de dieswegens geaffigeerde Billiëtten, zoo zijn dezelve ingemeijnd geworden, door alsulke Perzoonen en tot Sodanige Prijsen, als hieronder Staat uijt gedrukt, te weeten.

'T Moutbier.
Jan Jacob Schreuder   ƒ2250:
 
Brandewijnen.
Eerste quart Jan Simon Keijser ƒ6000: } d:o 29300:
Tweede d:o Johannes Guilleaume V:n Helsdingen d:o 7000:
Derde d:o Jan Christiaan Bam d:o 7650:
Vierde d:o Marten Baartman d:o 8650:
 
Vaderlandse Bieren en Wijnen:
Jan Jacob Schreuder   d:o 1300:
 
Caabse Wijnen.
Eerste quart Johannes Guilleaume van Helsdingen ƒ6100:
Tweede d:o d:o d:o d:o d:o d:o 6400:
Derde d:o d:o d:o d:o d:o d:o 6700:
Vierde d:o d:o d:o d:o d:o d:o 7000:
  ƒ26200:
Welke Vier perceelen van de Pagt der Caabse koele wijnen vervolgens na den inhoude der Pagt-Conditiën weder opgeveijld en afgeslagen weezende, zijn dezelve ingemeijnd geworden, door den Burger Daniel Hugo invoegen hij Generaalen Pagter der voorsz: Wijnen is gebleeven voor een Somma van d:o 34600:
 
Caabse Wijnen & aan't ronde Bosje en in de Baaijfals .
Johannes Guilleaume van Helsdingen   d:o 5400:
 
Koele- en brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn
Jan Roep   d:o 400:
 
d' Impost op de wijn arak en brandewijn aan vreemde Natien geleeverd werdende.
Marten Melk   d:o 34300:
So dat de geheele Pagtpenningen bedragen   ƒ107550:
'T Moutbier.
Jan Jacob Schreuder   ƒ2250:
 
Brandewijnen.
Eerste quart Jan Simon Keijser ƒ6000: } d:o 29300:
Tweede d:o Johannes Guilleaume V:n Helsdingen d:o 7000:
Derde d:o Jan Christiaan Bam d:o 7650:
Vierde d:o Marten Baartman d:o 8650:
 
Vaderlandse Bieren en Wijnen:
Jan Jacob Schreuder   d:o 1300:
 
Caabse Wijnen.
Eerste quart Johannes Guilleaume van Helsdingen ƒ6100:
Tweede d:o d:o d:o d:o d:o d:o 6400:
Derde d:o d:o d:o d:o d:o d:o 6700:
Vierde d:o d:o d:o d:o d:o d:o 7000:
  ƒ26200:
Welke Vier perceelen van de Pagt der Caabse koele wijnen vervolgens na den inhoude der Pagt-Conditiën weder opgeveijld en afgeslagen weezende, zijn dezelve ingemeijnd geworden, door den Burger Daniel Hugo invoegen hij Generaalen Pagter der voorsz: Wijnen is gebleeven voor een Somma van d:o 34600:
 
Caabse Wijnen & aan't ronde Bosje en in de Baaijfals .
Johannes Guilleaume van Helsdingen   d:o 5400:
 
Koele- en brandewijnen aan Stellenbosch en Drakensteijn
Jan Roep   d:o 400:
 
d' Impost op de wijn arak en brandewijn aan vreemde Natien geleeverd werdende.
Marten Melk   d:o 34300:
So dat de geheele Pagtpenningen bedragen   ƒ107550:

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd mitsg:s Gedaan en Uijtgevoerd` In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 280-284.

Dingsdag den {17800905} 5 Septbr: 1780.

‘S Voormiddags alle present.

Vermits Sedert eenigen tijd herwaards verscheijdene Ingezeetenen alhier, Zig hebben aangematigd de vrijheijd, om op het Strand aan de Zogen:de Rogge-Baaij mitsgaders omtrent het Zee-hoofd, Tenten op te slaan, en daarin zelve aan de af- en aan-vaarende gemeene Schepelingen, gelijk meede aan de van buijten opkomende en derwaards gaande Slaven, Vrugten en andere Eetwaaren te verkopen, mitsg:s Coffij en thee te Schenken, ofte het een en ander door haare Lijf Eijgenen te laten verrigten; Soo is, bij overweeging, dat, ingevalle Sulx op de tegenwoordige ongelimiteerde wijze bleef continueeren, eene deure tot allerhande ongereegeldheeden zoude werden geopend, oversulx nodig geoordeeld en dienvolgens beslooten, bij affixie van Billiëtten t’ ordonneeren, dat die geenen, dewelke zig voortaan op voorsz: wijze Zullen willen erneeren, of daarin eenig bestaan zoeken, gehouden zullen zijn, om met p:mo Jann:ij des aanstaanden Jaars 1781, daartoe Speciaal consent bij den Heere Gouverneur te verzoeken, als wanneer door zijn Edele aan haar zal werden verleend een behoorlijke Ordonnantie ofte permissie-brief, om voorsz: kostwinning tot het eijnde van het bovengemelde aanstaande Jaar te mogen drijven, ende Sulx onder Sodanige verdere Bepaalingen, als bij voorsz: Ordonnantie zal werden uijtgedrukt: Terwijl de geene die geneegen mogte zijn, in meermelden Neering te continueeren, Jaarlijx om de vernieuwing van voorschreeven permissie zullen moeten verzoeken op pœne eener boete van Vijf en Twintig Rijksdaalders voor den Heer Officier, zoo menigmaal door haar tegen den inhoude van voorsz: Ordonnantie zal werden gehandeld.

Sijnde voorts aan de respective aanneemers der Jongst verpagte Brandewijns perceelen, Item der Vaderlandse Bieren en Wijnen, mitsgaders die der Caabse koele en Brandewijnen aan’t Ronde Bosje en in de Baaij-Fals , op derselver dieswegens gepræsenteerde Requesten geaccordeerd, om tot beeter voortzetting hunner neering de verzogte Bijtappers te mogen aanstellen.

Gelijk wijders aan den Burger Simon Petrus van Blerk op desselfs hierom almeede in Scriptis gedaan verzoek, in Eijgendom is uijtgegeeven, een Stukje Lands annex desselfs Thuijnland, geleegen in deeze Tafelvalleij , het Roode Hek genaamd, ende Sulx ter groote van Vijf Honderd Een en Vijftig Quadraat Roeden in Neegen en Neegentig dito Voeten.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 285-307.

Dingsdag den {17800919} 19 Septbr: 1780

‘S voormiddags alle præsent.

Heeft den Heer Hoofd Administrateur Pieter Hacker, met verzoek van daarop dispositie t’ erlangen, in Rade geproduceerd, d’ onderstaande Memorie.

‘Memorie van’t nabesz: Ijzer, Houtwerk, Metzelsteenen, Bier, Olijven Olij, Clappus Olij en Lijn Olij etc: uijt de volgende Scheepen, zoo te min, gebroken, als bij pijling minder, als meede de Lijf Eijgenen in de Ses jongst gepasseerde maanden, door de natuurlijke dood Overleeden, het Vee in gemelden tijd, Zoo verrekt, als door het Wild gedierte vernield, en eijndelijk diversse Goederen Sedert p:mo 7ber A:o pass:o tot Ult:o August:s, in de resp:ve Pakhuijsen onbruijkbaar bevonden, alles volgens Verklaringen blijkende, namentlijk.’


Uijt Catwijk aan Rhijn .
Afschr: 956 lb Ijzer gesort:d op 80'000 lb bij naweeging te min
Verkopen. 2: p:s Eijke Planken van 2 1/2 d:m op 40 p:s gebroken.
Uijt de Princes van Orange .
Afschr: { 33: Cannen Clappus Olij op 480 Cannen in 5 halve Aamen, waarvan 4: van 4:, en 1 van 5 d:m bij pijling wan, zijnde 6 7/8 prC:t netto
Uijt 'T Huijs Om .
Afschr: { 84: Cannen Clappus Olij op 1063 Cann: in 3 bierpijpen en 12 halve Aamen, pijlende de bierpijpen ijder 2 d:men en de Halve Aamen ijder 3 d:men wan, zijnde 8 prC:tn Schaars.
Uijt Middelburg .
Afschr { 785: p:s glaase ruijten v:n 12 en 14 d:me op 6000 p:s bij 't openen
348: d:o d:o d:o d:o 7 d:o 9 d:o d:o 2842 d:o van 29 Cassen gebrooken.
Uijt Popkensburg .
Verkopen. { 6: p:s beslagen Schoppen op 100 p:s
5: d:o Ijzere Potten d:o 50: d:o gebroken
afsch: { 88 4/5 Cann: Lijn Olij op 15 halve Aamen bij pijling 9 van 3:, en 6 van 4 d:m wan
53 3/5: Cann: Olijven Olij op 10 halve Aamen, pijlende 8 van 3: en 2 van 4 d:me wan
224 Cann: Bier, op 15 Vaten, Lelie, Vijfhoek en Mijbooms pijlende 9 van 3:, 5 van 4: en 1 van 11 duijmen wan
Uijt Behemoth .
Verkopen { 9: p:s Amsterdamse Graven op 400 p:s } gebroken
21: d:o Coornschoppen d:o 125 d:o
3: d:o Juffers van 30 à 36 V:te d:o 50 d:o
5: d:o Sparren d:o 15 d:o 18 d:o d:o 50 d:o
Afschr: { 2/15 kelder fransse brandewijn d:o 1 kelder
5 3/4 Vaten theer tot opvullen van 34 1/4 V:te verbruijkt
58 4/5 Cann: Olijven Olij, op 10 halve Aamen bij pijling minder, als zijnde 4: van 2;, 5 van 3: en 1 van 6 d:men wan bevonden.
Uijt d' Indiaan .
Verkopen { 32 p:s Coornschoppen op 125 p:s
2: d:o Juffers van 30 à 36 V:ten d:o 50 d:o
2: d:o Sparren d:o 30 d:o 36 d:o d:o 50 d:o gebroken
4: d:o d:o d:o 15 d:o 18 d:o d:o 50 d:o
Afschr: { 6 1/4 Vaten Theer tot het opvullen van 33 3/4 Vaten verbruijkt.
267: Cann: Bier op 25 Vaten Anker, pijlende 20 van 3;, 3 van 4;, en 2: van 5 d:m wan.
2/15 kelder gedistileerde Wateren op 1 kelder gebroken
66 2/5 cann: Olijven Olij op 10 halve Aamen, zijnde 8 van 3:, en 2 van 4 d:men bij pijling wan geweest.
139 3/5 Cann: Lijn Olij op 30 halve Aamen, waar van 18 van 2:, 11 van 3: en 1 van 6 d:men bij pijling wan geweest.
Uijt de Morgenster .
Verkopen { 1: p:s gr: Balk van 5: en 7 d:men op 18 p:s } gebroken
4: d:o d:o d:o d:o 5: d:o 6: d:o d:o 75: d:o
1: d:o d:o d:o d:o 4: d:o 6: d:o d:o 50: d:o
9: d:o d:o Deelen d:o 1 1/2 d:o d:o 150: d:o
8: d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o 100: d:o
47: d:o d:o d:o d:o 1 d:o d:o 500: d:o

Uijt Catwijk aan Rhijn .
Afschr: 956 lb Ijzer gesort:d op 80'000 lb bij naweeging te min
Verkopen. 2: p:s Eijke Planken van 2 1/2 d:m op 40 p:s gebroken.
Uijt de Princes van Orange .
Afschr: { 33: Cannen Clappus Olij op 480 Cannen in 5 halve Aamen, waarvan 4: van 4:, en 1 van 5 d:m bij pijling wan, zijnde 6 7/8 prC:t netto
Uijt 'T Huijs Om .
Afschr: { 84: Cannen Clappus Olij op 1063 Cann: in 3 bierpijpen en 12 halve Aamen, pijlende de bierpijpen ijder 2 d:men en de Halve Aamen ijder 3 d:men wan, zijnde 8 prC:tn Schaars.
Uijt Middelburg .
Afschr { 785: p:s glaase ruijten v:n 12 en 14 d:me op 6000 p:s bij 't openen
348: d:o d:o d:o d:o 7 d:o 9 d:o d:o 2842 d:o van 29 Cassen gebrooken.
Uijt Popkensburg .
Verkopen. { 6: p:s beslagen Schoppen op 100 p:s
5: d:o Ijzere Potten d:o 50: d:o gebroken
afsch: { 88 4/5 Cann: Lijn Olij op 15 halve Aamen bij pijling 9 van 3:, en 6 van 4 d:m wan
53 3/5: Cann: Olijven Olij op 10 halve Aamen, pijlende 8 van 3: en 2 van 4 d:me wan
224 Cann: Bier, op 15 Vaten, Lelie, Vijfhoek en Mijbooms pijlende 9 van 3:, 5 van 4: en 1 van 11 duijmen wan
Uijt Behemoth .
Verkopen { 9: p:s Amsterdamse Graven op 400 p:s } gebroken
21: d:o Coornschoppen d:o 125 d:o
3: d:o Juffers van 30 à 36 V:te d:o 50 d:o
5: d:o Sparren d:o 15 d:o 18 d:o d:o 50 d:o
Afschr: { 2/15 kelder fransse brandewijn d:o 1 kelder
5 3/4 Vaten theer tot opvullen van 34 1/4 V:te verbruijkt
58 4/5 Cann: Olijven Olij, op 10 halve Aamen bij pijling minder, als zijnde 4: van 2;, 5 van 3: en 1 van 6 d:men wan bevonden.
Uijt d' Indiaan .
Verkopen { 32 p:s Coornschoppen op 125 p:s
2: d:o Juffers van 30 à 36 V:ten d:o 50 d:o
2: d:o Sparren d:o 30 d:o 36 d:o d:o 50 d:o gebroken
4: d:o d:o d:o 15 d:o 18 d:o d:o 50 d:o
Afschr: { 6 1/4 Vaten Theer tot het opvullen van 33 3/4 Vaten verbruijkt.
267: Cann: Bier op 25 Vaten Anker, pijlende 20 van 3;, 3 van 4;, en 2: van 5 d:m wan.
2/15 kelder gedistileerde Wateren op 1 kelder gebroken
66 2/5 cann: Olijven Olij op 10 halve Aamen, zijnde 8 van 3:, en 2 van 4 d:men bij pijling wan geweest.
139 3/5 Cann: Lijn Olij op 30 halve Aamen, waar van 18 van 2:, 11 van 3: en 1 van 6 d:men bij pijling wan geweest.
Uijt de Morgenster .
Verkopen { 1: p:s gr: Balk van 5: en 7 d:men op 18 p:s } gebroken
4: d:o d:o d:o d:o 5: d:o 6: d:o d:o 75: d:o
1: d:o d:o d:o d:o 4: d:o 6: d:o d:o 50: d:o
9: d:o d:o Deelen d:o 1 1/2 d:o d:o 150: d:o
8: d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o 100: d:o
47: d:o d:o d:o d:o 1 d:o d:o 500: d:o

‘Volgens bijgevoegde Reekeningen van den Opziender van ‘S Comp:s Slaven Logie, gesterkt met Secretariale Verklaringen, zijn in de Jongst gepasseerde Maanden Maart, April, Maij, Junij, Julij en Augustus van ‘S Comp:s Slaven door de Natuurlijke dood overleeden, te weeten.’


Afschr: { 58: Kloeke Jongens
10: School d:o
8: Zuijgende d:o
31: Kloeke Meijden
5: School d:o
10: Zuijgende d:o
14: Bandiete Jongens
1: d:o Meijd

Afschr: { 58: Kloeke Jongens
10: School d:o
8: Zuijgende d:o
31: Kloeke Meijden
5: School d:o
10: Zuijgende d:o
14: Bandiete Jongens
1: d:o Meijd

‘En volgens g’ annexeerde Reekenings van de Landdrosten gesterkt met Secretariale BeEedigde Verklaringen zijn meede in voorsz: tijd van ‘S Comp:s Beestiaal Zoo verrekt als door het Wild gedierte vernield.’


Afschr: { 1260: Stuks Runderen
36: d:o Paarden
13: d:o Bocken

Afschr: { 1260: Stuks Runderen
36: d:o Paarden
13: d:o Bocken

‘De volgende Goederen zijn geduurende dit Boek-jaar ofte Sedert p:mo 7ber A:o Pass:o tot ult:mo Aug:s deezes Jaars, bij diversse Administrateurs onbequaam en onbruijkbaar bevonden, namentlijk.’


Verkopen. { In't Negotie-Pakhuijs.
22 p:r groote Waakrokken } gemotteerd.
22: d:o klijne d:o
20: d:o Broeken
50: p:ren koussen
24: p:s Mans Bolkvangers } p:r 't HoekerSchip Catwijk aan Rhijn aangebragt.
4: d:o Jongens d:o
14: d:o Mans wolle packen
4: d:o Jongens d:o d:o
24: d:o Mans Linne d:o
5: d:o Jongens d:o d:o
25: p:ren Wolle koussen
25: d:o Linne d:o
45: p:s Hembden
14: p:ren Schoenen
In de Wijnkelder.
137: p:s heele Leggers, onbeq: als
9 p:s, uijt het Gouvernement
128: d:o } van diversse Scheepen en de Hoekers in ruijling ontfangen
41 p:s halve leggers onbeq:
Op 'S Comp:s Stal.
14: p:ren Paarde Stangen onbeq:
In 'S comp:s Hospitaal.
4: p:s tinne Gangbeckens } onbequaam
6: d:o Copere en ijvore mondspuijtjes
10: d:o Siften in Soort
18: d:o Incisie Schaaren
4: d:o Tinne Waterflessen
1: d:o Scheermes
1: Copere Staartpan
4: klisteere Spuijten
20: Laat Lancetten
1: groote Copere Comfoir
In't Dispens.
1430: p:s Gonnij Zakken ongetaxeerde, door Langdurig gebruijk onbeq: geworden
In't Equipagie-Pakhuijs.
253: p:s Leedere Brand-Emmers meede door Langdurig gebruijk onbeq: geworden.
Op de Wapen-Camer.
50 p:s port d' EpéeZ Zeemleere } onbequaam
20 d:o Pattroon Tassen
32 d:o Granadeers houwers
26 p:ren ijzere Spooren, door de roest onbruijkbaar geworden.
Bij d' Arthillerie.
2: p:s Affuijten à 6 lb
2: d:o d:o d:o 18 d:o onbeq: d:o
76: d:o Morgensterren
155 3/8 lb Steen-Olij, die door langduurigheijd van tijd onbruijkbaar geworden is.

Verkopen. { In't Negotie-Pakhuijs.
22 p:r groote Waakrokken } gemotteerd.
22: d:o klijne d:o
20: d:o Broeken
50: p:ren koussen
24: p:s Mans Bolkvangers } p:r 't HoekerSchip Catwijk aan Rhijn aangebragt.
4: d:o Jongens d:o
14: d:o Mans wolle packen
4: d:o Jongens d:o d:o
24: d:o Mans Linne d:o
5: d:o Jongens d:o d:o
25: p:ren Wolle koussen
25: d:o Linne d:o
45: p:s Hembden
14: p:ren Schoenen
In de Wijnkelder.
137: p:s heele Leggers, onbeq: als
9 p:s, uijt het Gouvernement
128: d:o } van diversse Scheepen en de Hoekers in ruijling ontfangen
41 p:s halve leggers onbeq:
Op 'S Comp:s Stal.
14: p:ren Paarde Stangen onbeq:
In 'S comp:s Hospitaal.
4: p:s tinne Gangbeckens } onbequaam
6: d:o Copere en ijvore mondspuijtjes
10: d:o Siften in Soort
18: d:o Incisie Schaaren
4: d:o Tinne Waterflessen
1: d:o Scheermes
1: Copere Staartpan
4: klisteere Spuijten
20: Laat Lancetten
1: groote Copere Comfoir
In't Dispens.
1430: p:s Gonnij Zakken ongetaxeerde, door Langdurig gebruijk onbeq: geworden
In't Equipagie-Pakhuijs.
253: p:s Leedere Brand-Emmers meede door Langdurig gebruijk onbeq: geworden.
Op de Wapen-Camer.
50 p:s port d' EpéeZ Zeemleere } onbequaam
20 d:o Pattroon Tassen
32 d:o Granadeers houwers
26 p:ren ijzere Spooren, door de roest onbruijkbaar geworden.
Bij d' Arthillerie.
2: p:s Affuijten à 6 lb
2: d:o d:o d:o 18 d:o onbeq: d:o
76: d:o Morgensterren
155 3/8 lb Steen-Olij, die door langduurigheijd van tijd onbruijkbaar geworden is.

’/:onderstond:/’

‘In’t Casteel de Goede Hoop den 19 7ber 1780 /:was geteekend:/ P: Hacker.’

Waarop verstaan is de daarbij opgegeevene gestorvene Lijf Eijgenen en verrekt Beestiaal bij de Negotie-Boeken der E: Comp:ie te doen afschrijven, en met de gespecificeerde te kort komende, mitsgaders defect aangebragte Goederen te handelen als in margine van voorsz Memorie is aangeteekend.

Waar naar meede is nagezien de Reekening der restant gebleevene, mitsgaders in de Jongst gepasseerde Ses Maanden verstrekte Zeguls; Luijdende als volgd.


Zeguls D' A:is 1779 en 1780.
 
Debent
  van van van van van van van van van van
Rd:s 1/8 1/4 1/2 3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60
P:mo Maart 1780 restant verbleeven 739: 1517: 920: 30: 81: 53: 94: 41: 11: 52: 20: 26: 27: 11: 28: 12: 4: 3: 5: 4
den 3 Maart jongstl. bijgekomen. 1500: 1000: 500: 50: 200: 100: -: 100: 50: -: 30: 25: -: -: -: 40: -: -: -: -:
Somma 2239: 2517: 1420: 80: 281: 153: 94: 141: 61: 52: 50: 51: 27: 11: 28: 52: 4: 3: 5: 4
 
Credunt
  van van van van van van van van van van
Rd:s 1/8 1/4 1/2 3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60
Sedert p:mo Maart 1780 tot dato verkogt 1465: 944: 576: 10: 226: 86: 10: 52: 18: 3: 23: 18: 1: 7: -: 11: -: -: -: -:
de dato deeses restant. 774: 1573: 844: 70: 55: 67: 84: 89: 43: 49: 27: 33: 26: 4: 28: 41: 4: 3: 5: 4
Somma 2239: 2517: 1420: 80: 281: 153: 94: 141: 61: 52: 50: 51: 27: 11: 28: 52: 4: 3: 5: 4

Zeguls D' A:is 1779 en 1780.
 
Debent
  van van van van van van van van van van
Rd:s 1/8 1/4 1/2 3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60
P:mo Maart 1780 restant verbleeven 739: 1517: 920: 30: 81: 53: 94: 41: 11: 52: 20: 26: 27: 11: 28: 12: 4: 3: 5: 4
den 3 Maart jongstl. bijgekomen. 1500: 1000: 500: 50: 200: 100: -: 100: 50: -: 30: 25: -: -: -: 40: -: -: -: -:
Somma 2239: 2517: 1420: 80: 281: 153: 94: 141: 61: 52: 50: 51: 27: 11: 28: 52: 4: 3: 5: 4
 
Credunt
  van van van van van van van van van van
Rd:s 1/8 1/4 1/2 3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60
Sedert p:mo Maart 1780 tot dato verkogt 1465: 944: 576: 10: 226: 86: 10: 52: 18: 3: 23: 18: 1: 7: -: 11: -: -: -: -:
de dato deeses restant. 774: 1573: 844: 70: 55: 67: 84: 89: 43: 49: 27: 33: 26: 4: 28: 41: 4: 3: 5: 4
Somma 2239: 2517: 1420: 80: 281: 153: 94: 141: 61: 52: 50: 51: 27: 11: 28: 52: 4: 3: 5: 4

’/:onderstond:/’

‘In’t Casteel de Goede Hoop ult:o Aug:s 1780. /:was geteekend:/ P: Hacker,’

‘L: C: Warneck, T: C: Rönnenkamp /:in margine:/ Deeze Reekening door ons Ondergeteek:de Independent Fiscaal en Gecommitteerde Leeden uijt den E: Agtb: Raad van Justitie alhier, behoorlijk nagezien, en met de restanten geconfronteerd zijnde, is dezelve in alle deelen accordeerende bevonden, datum utsupra. /:en geteekend:/ W: C: Boers. /:lager:/ mij præsent /: geteekend:/ C: L: Neethling Secret:s’

En nadien uijt voorsz: Reecq: consteerd, dat de in voorsz: Ses Maanden verkogte Zeeguls een Somma van 2214 5/8 Rijxd:s bedragen, Soo is besloten, dat dit montant volgens gebruijk in ‘S E: Comp:s Cassa gebragt zijnde, wijders bij bovengemelde Negotie-Boeken zal werden ingenomen.

Sijnde voorts geleezen het onderstaande Verzoek-Schrift, door Landdrost en Heemraaden aan Stellenbosch gepræsenteerd.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim Van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop met den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Rade van Politie

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Geeven met verschuldigde Eerbied te kennen, de Ondergeteekende Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Drakensteijn .’

‘dat door het gedeeltelijk dempen en opvullen van den Ouden Loop der Rivier, voor de Drostdije op Stellenbosch zijnde gebragt een omtrek gronds tot een pleijn, men, om zoo veel mogelijk, het gebrekkige daaraan te verbeeteren, bedagt is geweest, zeeker ommuurt hoekje Erfs van den Burger Philip Hartog, in eene Schuijnse Punt na het gemelde plein Strekkende, tot vergrooting van het selve te doen dienen.’

‘Dat de Ondergeteekendens al meede, dewijl door ongeluckige toevallen van brand, den nog drukkenden last dier Schulden van de Colonie, een en andermaal grotelijx is vermeerdert geworden, hun Zorg hebbende laten gaan, om tot verhoeding van dien, eenen toeloop van Water na de Drostdije te brengen, waarvan de Gebouwen derselve Drostdije, door het voor enige Jaaren gemaakte noodzakelijke afwending der Rivier, te zeer is verwijdert geworden, dezelve om aan het een en ander te voldoen, in hunne Vergadering van den 12: Junij deezes Jaars met voormelde Hartog provisioneel zijn getreeden in een accoord, dat, daar denselven van zijn kant geneegen was, en aannam, van het voorsz: ommuurt hoekje Erfs afstand te doen en het selve tot vergrooting van het opgemelde Pleijn te laten strecken, en Zoo meede over zijn Erf te gedogen een afleijding uijt het Molen water na ende ten dienste der Drostdije daar en tegen van ‘S CoLonieswegen onder Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s approbatie, in vergoeding van diens aan hem zoude werden gecedeerd, een reepje Lands, van de Plaats Coetsenburg aan de boven zijde annex zijn Erf geleegen.’

‘dat dienvolgens ook eenigen tijd daaraan door den Landmeeter ten overstaan van Gecommitteerdens, het gemelde reepje Lands van de Plaats Coetsenburg af, en voormelde Hartog aan zijn Erf Zullende werden toegemeeten, dog men, dewijl alvorens daartoe te treeden, op verzoek van denselven Hartog, zijn geheele Erf insgelijx gemeeten wierd, bij die geleegendheijd quam t’ ontdekken, dat het gemelde Erf niet in de Strekking volgens de aanwijzing en Figuur der daarvan zijnde Caart, maar veel meer na den Ouden loop der Rivier aangelegd en betimmerd geworden was, Sodanig dat het selve Erf, in eenen Schuijnsen en irregulieren Hoek naar het thans voor de Drostdije vervaardigt Pleijn komt uijt te Schieten, de voorsz: Gecommitt:s dierhalven ten eijnde dat Erf volgens de waare aanwijzing der Caart te doen rooijen, met de Straaten en overige Erven van’t Dorp, met meerm: Hartog provisioneel zijn overgegaan tot een nadere en beetere overeenkomst, tendeerende, om met toevoeging van een Stukje Lands, deels van de voorsz: Plaats Coetsenburg en deels nog volkomen woest, Oost- en Noord-waarts annex het selve geleegen, dat Erf te brengen in die Situatie, dat het selve met de tusschen blijvende ruijmte van eene gemeene Straat agter het Kerkhoff heen Schieten zoude, met insigt om het bebouwde gedeelte van dat Erf, het welk thans de irreguliere Hoek of punt na het Pleijn uijtmaakt, daarvan te doen wegvallen en te laten dienen tot eene aanzienlijke vergroting van het selve Pleijn, waardoor dat Pleijn te beeter zoude werden geschikt, tot eene bequaame en ruijme plaatsing van de Burgerije, bij geleegendheijd van den jaarlijksen optrek: dit egter met dien verstande, dat, dewijl alle de Gebouwen van gemelde Hartog, en zoo meede een gedeelte van desselfs Wijngaard, op dien uijtschietenden en weg te vallenen hoek van zijn Erf zijn gevestigd en staande, dus de dadelijke ontruijming van het een en ander, niet als tot zijne groote Schade zoude kunnen geschieden, hij Hartog van het nieuw aan te meeten Stukje Lands metten eersten gebruijk maken, mitsgaders de voorsz: Gebouwen en Wijngaard hem intusschen meede ten nut en dienste zijn zoude, ter tijd dat dezelve in verval komen te geraaken, dewelke als dan door hem of de opvolgende Bezitters van dat Erf zouden moeten werden ontruijmd, zonder intusschen nog ook daarna, weder iets nieuws aldaar, of in dies plaatse te mogen stellen of opregten, maar dat denselven Hartog van dat deel Erfs volkomen ontregtigd en onterft zijn en blijven Zoude.’

‘dat Gecommitteerdens wijders in deese Schikkinge provisioneel berust, en de meeting dienvoegens ook hebbende laten verrigten, ten eijnde dieswegens Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s zeer g’Eerde approbatie te imploreeren en af te wagten, terwijl meergem: Hartog middelerwijl had beloofd en aangenomen, ‘t zij als een gevolg van dien, dan wel op Fundament van’t vorige op den 12: Junij voorsz: met denselven aangegaan accoord, het ommuurt hoekje Erfs, neevens zijn Woonhuijs na de kant van ‘t Pleijn, ten Spoedigsten te ruijmen, en ook over zijn Land te Zullen gedogen een uijtleijding van’t Molenwater ten dienste der Drostdije, en door de selve Gecommitteerdens van de voorsz nadere over eenkomst, vervolgens ter onser Vergaderinge zijnde gedaan behoorlijk Rapport, neemen de Ondergeteekendens die zig daarmeede volkomen hebben geconformeerd, de vrijheijd, bij deezen zig te keeren tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s met zeer ootmoedig verzoek dat het van hoogst derselver welbehagen zijn moge, de voorsz: nadere provisioneele Schikkinge en aanmeetinge goedgunstelijk t’ approbeeren’

’/:onderstond:/’

‘’T Welk doende &:a. /:was geteekend:/ O: De Wet, J: R: V: As, J: D: Villiers, J:s Conterman, J:b Marais, P: D: Villiers d’oude. /:in margine:/ Stellenbosch Ter Vergadering van Heemraaden den 7: Aug:s 1780’

Waarop goedgedagt is, de in het ged: Verzoek-Schrift ter nedergestelde provisioneele Schikking tusschen Landdrost en Heemraaden voormeld, met den Stellenboschen Burger Philip Hartog gemaakt, volgens welke door denselven tot vergroting van het plein voor de Drostdije een gedeelte van desselfs Erf tegens het voorgedragene Equivalent zoude werden afgestaan, t’approbeeren, en het voorsz: Collegie mitsdien te qualificeeren om voorsz: provisioneele Schikking, door een behoorlijk en formeel accoord met ged:n Hartog in stand te brengen.

Gelijk meede op het dieswegens insgelijx bij Request gedaan verzoek van den Boekhouder en Secretaris te Stellenbosch voornoemd Abraham Faure, aan denselven in Eijgendom is uijtgegeeven een Stukje Lands, groot Een Morgen, Vijf Honderd Een en Veertig Quadraat Roeden en Tachtig dito Voeten, leggende annex het thans door hem bezeeten werdend en in den Dorpe aldaar leggend Erf; Terwijl uijt de aan het voorsz: Request geannexeerde attestatiën van Landdrost en Heemraaden blijkt, dat met de uijtgave van’t voorsz: Stukje Lands, aan niemand eenig nadeel zal werden toegebragt.

Sijnde laatstelijk op ‘t al meede bij Request gedaan verzoek van den Burger Pieter Jurriaan van der Heijde goedgedagt, om wegens de motiven in’t ged:e Verzoek-Schrift vervat, desselfs Slaven Jonge in naame Panay van Bougies voor d’ E Comp:ie in Eijgendom aan te neemen, en leevenslang te confineeren op’t Robben Eijland .

ALdus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 308-313.

Donderdag den {17800921} 21 Septbr: 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Door den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers als Præsident der Weescamer, heeden morgen aan den Edelen Heere Gouverneur te kennen gegeeven zijnde, hoe zijn Ed: informatie bekomen hadde, dat alhier ten Huijse van den Burger Johan Wilhelm Rudolph was overleeden zeekere Jeanne Caillotte, geboortig van la Hulpe en Weed:we wijlen Toussaint Jozeph Ponchelet eertijds in Franschen dienst te Pondichery , van waar Zij over Madrass met het Engelsch Comp:s Schip The Ganges gecommandeerd bij Capt:n Richardson ter deeser Plaatse aangeland, en voorneemens was geweest, verder na Europa te vertrekken:

dat gedagte Jeanne Caillotte kort voor haar overlijden, alhier hebbende getesteerd, bij dat Testament tot Erfgenaamen hadde g’institueerd haare Twee Zoons, in naamen Jozeph en Francois Ponchelet, dewelke Zig te Pondicherry komen te bevinden; Terwijl den hiervorengemelden Burger Johan Wilhelm Rudolph door d’ overleedene als Executeur van haar voorsz: uijtterste Wille, met Seclusie van Weesmeesteren alhier was benoemd geworden:

dog dat, nadien in’t gedagte Testament aan niemand de Voogdije over de voorsz: Twee Erfgenaamen als minderjarige kinderen zijnde, was opgedragen, hij Heer Boers vermeijnde, dat, geconsidereerd voren geciteerde Jeanne Caillotte als een Vreemdelinge alhier overleeden en haare minderjaarige Erfgenaamen uijtlandig zijnde, oversulx in de gedagte ontbreekende Voogdijschap alhier diende te worden voorsien, ende Sulx ter vermijdinge van alle moeijelijkheeden, mitsgaders op- en aan-Spraake, die in der tijd van den kant dier minderjarige Erfgenaamen ofte nabestaande der Overleedene, nopens de Administratie van dusdanigen Vreemden Boedel Zoude kunnen werden gemaakt, met bijgevoegd verzoek wijders, dat Weesmeesteren over Sulx door deeze Regeering mogte werden gequalificeerd, de Voogdije over de meermelde onmondige uijtlandige Erfgenaamen van wijlen voormelde Jeanne Caillotte te aanvaarden, ten eijnde als Sodanig voor de belangen en het Intrest dier minderjarige te kunnen vigileeren:

heeft den Heere Gouverneur voorschreeve Zaak in alle desselfs omstandigheeden bij omvrage doen voordragen aan de respective Leeden des Raads, bij dewelke hierop is goedgedagt, ende beslooten, de ontbreekende Voogdije over de meermelde minderjarige Erfgenaamen van bovengemelde Jeanne Caillotte te suppleeren, met het Collegie van Weesmeesteren alhier te qualificeeren, om als Sodanig te treeden in de Nalatenschap der Overleedene, en van den bovengemelden aangestelden Executeur Johan Wilhelm Rudolph te vorderen, behoorlijken staat en Inventaris der meermelde Nalatenschap, en daaromtrent verder sodanig te handelen, als voor het Intrest der dikwilsgemelde Weesen, zullen vinden te behooren.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 314-323.

Saturdag den {17801007} 7: Octbr: 1780.

‘S voormiddags alle præsent uijtgenomen den Edelen Heere Gouverneur M:r Joachim van Plettenberg.

De Vergadering door den Heer Secunde Pieter Hacker, thans extra Ordinair belegd zijnde, gaf zijn E: in deselve te kennen, dat welopgemelden Heere Gouverneur op gisteren naar de Groene Cloof vertrocken zijnde, op Eergisteren aan hem Heer Secunde had ter hand gesteld, een Missive door den Capitain van het ter Rheede leggend’ Engelsch Compagnies Schip The Earl of Mansfield aan zijn Edele gerigt, en het Schriftelijk antwoord door hem Heere Gouverneur aan ged:e Capitain gegeeven luijdende als volgd.

To The Honble Joachim van Plettenberg.

‘Honb:le Sir!’

‘Having arrived at your Post, contrary to my intentions in the present state of public affairs, entirly owing to my Sickly Situation, and as my departure may be prolonged from the Same Cause, I wish to know from you, as the President of a Neutral Settlement how far your protection does extend to me, in case I may have occasion to require it, from any Sudden appearance, or arrival of any of the Enemys fleet of Ships, whether in either of those Cases You can grant me, Safely, till clear our to Sea according to my I did of all Neutral Powers.’

‘I have the honour te be.’

’/:onderstond:/’

‘Hon:ble Sir! Your most humble & most Obedient Servant. /:was geteekend:/ W: Fraser Comm:r of the E:l of Mansfield English E: Ind: Man. /:in margine:/ Cape of Good Hope 5 th Octob: 1780.’

Wel Edele Heer!

‘In antwoord op Uwe Ed:s Letteren van heeden, diend, dat alhier eene Stricte Neutraliteijt tusschen de Natien der in Oorlog zijnde Mogendheeden wordende g’observeerd, UwEd: op de Protectie der Nederlandsche Vlagge ter deezer Rheede, kan staat maken, ingeval onverwagt en onverhoopt, door deeze of geene alhier tegens uw onderhebbenden Bodem iets Vijandelijx mogte werden ondernomen, ofte gedaan, waardoor het regt onser Possessie konde werden geturbeerd; waar onder meede begrijp Sodanige Hostiliteijten, als onder het bereijk van ons Geschut zouden werden gepleegd.’

‘Waarmeede d’ Eere hebbe te zijn.’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele Heer! UwEd:s Onderd: Dienaar. /:was geteekend:/’

‘J: V: Plettenberg /:in margine:/ In’t Casteel de Goede Hoop den 5 October 1780.’

Naar Lecture welker beijde missive door opgemelde Heer Secunde wierd overgelegd, de volgende nadere Brief op gisteren door voormelden Engelssen Capitain aan den Heere Gouverneur en deezen Raade gerigt.

To the Hon:ble Joachim van Plettenberg Præsident & Council at the Cape of Good Hope

‘Honb:le Sir & Sirs!’

‘Not having Sufficiently explained my meaning, in the Letter I did my self the honour of addressing to the Governour Yesterday, when I requested to know what protection he would grant to me; whilst I remained here, and likewise what I might expect upon my departure, incase any of the Enemys Ships Should be in the Road of the Cape of Good Hope at that time; I am therefore to request, of your Hon:ble Board, a reply to the following question. Viz:t Wether in case of my being left, in this Port in the Situation above mentioned; /:and afther having given your hon:ble Board public Notice of my intended time of Sailing:/ any Ship or Ships of the Enemy’s will be forbid or prevented from following me out to Sea, till a certain limitted time, by you prescrib:d; which I have alwise understood to be the universal custom in Europe, when any Ships of the Powers at War, are in a Neutral Port, in the Same predciament. I humbly intreat as Speedy an answere as possible, which is of the utmost consequence to.’

’/:onderstond:/’

‘Hon:ble Sir and Sirs! Your most Ob: & most humble Servant /:was geteekend:/ W:m Fraser. Comm:r of the English E: I: Man Company Ship E:l of Mansfield /:in margine:/ Cape of Good Hope 6: Octbr: 1780.’

Uijt den inhoude welker nadere Brief van ged:e Engelssen Capt:n met verwondering gezien zijnde, dat denselven, na dat nopens de protectie voor desselfs onderhebbenden Bodem ter deezer Rheede zig op Eergisteren den 5: deeser maand p:r Missive aan den Heere Gouverneur in’t bijzonder had geaddresseerd, die Zaak thans met deesen Rade komt te poursuiveeren, Sulx men met reeden Zoude verpligt zijn, denselven wegens de daarbij verzogte interpretatie aan welgemelden Heere Gouverneur te renvoijeeren; dan ten deezen opzigte uijt het voorschreeve Schriftelijk antwoord van welopgemelden Heere Gouverneur, van het verhandelde tusschen Zijn Edele en voorsz: Capitain, g’informeerd zijnde; Is dierhalven besloten, denselven op zijne voorschreeve nadere Brief insgelijks p:r missive t’ antwoorden, dat of Schoon de door den Heere Gouverneur aan hem gedaane verzeekering nopens de veijligheijd voor desselfs onderhebbenden Bodem ter deeser Rheede, geen nadere interpretatie quam te vereijsschen, hij Capitain egter gerust konde zijn, dat wanneer het geval, waarvan hij bij desselfs meermelden tweeden Brief komt te gewagen, mogte exteeren, men als dan niet in gebreeken zal blijven, conform de alhier ten allen tijden geobserveerd werdende Stipte Neutraliteijt, mitsgaders de tusschen zijne Groot Brittannische Majesteijt en onze Republicq Subsisteeren de Tractaaten en insonderheijd de Ordres onzer Heeren Principaalen te handelen.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 324-334.

Dingsdag den {17801024} 24: Octb:r 1780.

‘S voormiddags alle present, uijtgenomen den E: Coopman en Keldermeester M:r Jacobus Johannes LeSuëur.

De Hoog Gebiedende Heeren Majores in’t Patria bij derselver zeer g’ Eerde Letteren van den 14 April deeses Jaars, dewelke p:r het op den 14: deezer gearriveerde Schip Groenendaal alhier zijn aangebragt, deeze Regeering hebbende gelieven te bedeelen, dat Haar Edele Hoog Agtb: op’t dientwegen van hier gedaane verzoek provisioneel in Zo verre hadden willen reflectie neemen, en mitsdien aan d’ Officieren en verdere Dienaaren, direct uijt dit Gouvernement repatrieerende, toegestaan hunne gepermitteerde kisten met de alhier vallende Maagwijnen te mogen vullen, dog teffens hadden goedgevonden dat dezelve kisten met Wijnen bij den aanbreng in Neederland, in ‘S Comp:s Maguazijnen opgeslagen, en dezelve Wijnen op ‘S Comp:s gewoone verkoping voor reecq: van de geenen aan welke de Brandbrieven der voorsz: kisten zijn houdende, ofte derselver regt verkreegen hebbende, zoude verkogt werden; en dat Haar Edele Hoog Agtb:s aan zig gereserveerd hielden, om van het provenu dier Wijnen en de uijtkeering van dien, Sodanige Somma bij wijze van Recognitie, ten behoeve van d’ E: Comp:ie in te houden en af te trekken, als bij hoogst deselve redelijk en billijk zoude werden geoordeeld; Soo is verstaan van het voorsz g’Eerd aanschrijvens Extracten te doen afgeeven, aan de Gecommitt:s tot het branden der kisten van de repatriëerende Perzoonen gesteld, omme zig daarna te reguleeren; met ordre wijders, om bij het verleenen der brandbrieven van voorsz: kisten, te letten dat dezelve Brandbrieven aan geen andere PerZoonen werden afgegeeven, dan aan de Sulken, aan welke de voorsz: Wijnen in Eijgendom zijn toebehoorende.

Sullende hooggemelde Heeren Meesteren wijders so wegens de herwaards Zending van D:s Christiaan Flek ten dienste der Kerken in dit Gouvernement in’t algemeen, en de verleende qualificatie om denselven bij een der thans openstaande kerken te plaatsen, als ook voor de goedgunstige communicatie nopens de aanstelling van D:s Andreas Rutgerus Kolver tot Predikant der Luthersche Gemeente alhier eerbiedigst werden bedankt.

En nadien welopgemelde Haar Edele Hoog Agtb:s den geweezen Landdrost van Swellendam Pieter Diederik Boonacker hebben gelieven te begunstigen, met de Qualiteijt en rang van Ondercoopman, is dierhalven besloten, de daartoe staande Gagie van ƒ40:- ter maand, te doen cours neemen, met voorsz: 14: deeser maand, wanneer het bovengem: g’ Eerd aanschrijvens der Heeren Meesteren alhier is ontfangen.

Sijnde voorts goedgedagt om ter gedeeltelijke Suppleering van Sodanig montant van 40‘000 Ducatons, als ingevolge het Sub dato 8: Febr:ij deezes Jaars genomen besluijt, uijt den voorraad der Contanten in ‘S Comp:s groote geld Cassa naar Batavia zijn overgemaakt, als nu uijt het aanweezend uijtkomend’ Schip Groenendaal Vijf kisten met heele Zilvere Ducatons, bedragende, met het opgeld à 2 1/2 prC:t ƒ64575:- te Ligten en hier aan te houden.

Wijders is geresumeerd zeekere Missive door Landdrost en Heemraaden, mitsg:s Krijgs-Officieren van Stellenbosch en Drakensteijn Sub dato 10 deeser maand, aan deesen Rade gerigt behelzende.

dat nadien d’ onlusten, dewelke tusschen onse agter de Bruijns hoogte woonende Ingezeetenen, en de thans aan de overzijde der groote Visch Rivier zig onthoudende Caffers ontstaan, onlangs tot openbaare Vijandelijkheeden uijtgeborsten waaren, zijl: dierhalven in haare dieswegens expres belegde gecombineerde Vergadering Serieuselijk hadden gedelibereerd, over de noodzakelijkheijd om onse voormelde Ingezeetenen Zoo veel immers doenlijk en op de Spoedigste wijze te secureeren, tegens het gevaar, waarmeede deselve wegens het gebeurde wierden gedreijgd, en daarop Sodanige middelen hadden beraamd, als bij haare voorsz Missive quamen voor te dragen.

Waarop verstaan is, voorsz: Landdrost en Heemraaden mitsgaders Krijgs-Officieren te rescribeeren, dat hoe zeer men met haarl: van begrip is, dat, geconsidereerd de verre afgeleegendheijd der door onze Ingezeetenen belegde Velden, en daar uijt voortkomende inconvenienten en obstaculen, de voorsz: door haar beraamde Maatregulen, niet allesints en ten vollen aan het bedoeld oogmerk Zoude kunnen voldoen men egter had goedgedagt t’ amplecteeren, de middelen ten dien fine geproponeerd.

en dierhalven ook uijt de voorgedragene perzoonen de volgende aanstellingen gedaan, als

In de ten Oosten leggende Velden.

Adriaan van Jaarsveld tot Commandant met de rang van Lieutenant.

en t’ sijner adsistentie in dezelve Velden David Schalk van der Merwe met de rang van Cornet

In de Noordelijke Velden.

Carel Marais tot Commandant met de rang van Lieutenant

en tot adsistentie van gem: Marais in dezelve Noordelijke Velden. David de Villiers Davidsz: met rang van Cornet.

Terwijl ten opzigte van de aanstelling en verdeeling der nodige veld Wagtmeesters, best gedagt is, Sulx aan meerm: Landdrost neevens Heemraaden en krijgs-Officieren over te laten.

En nadien het van d’ uijtterste noodzakelijkheijd is geoordeeld, dat de voorsz Commandanten en de t’ hunner adsistentie benoemde Officieren, als de nog aan te stellene Veldwagtmeesters van behoorlijke Instructien werden voorzien, waarna Zig bij voorkomende gevallen kunnen reguleeren, zullen de meermelde Collegiën werden gelast, met den Eersten dusdanige Instructien te formeeren, en dezelve deezen Raade ter approbatie toe te Zenden.

Gelijk meede beslooten is, om de bij voorwaardsgemelde Missive gedaane Petitie van

‘S Comp:s wegen te laten verstrekken.

Voorts zijn ter bijwooning van den Optrek en Wapenschouwing der Land-Militie aan Stellenbosch dewelke naar gewoonte onder Ult:o deezer maand staat te geschieden; gecommitteerd d’ E: E: Coopman en Keldermeester M:r Jacobus Johannes Le Suëur en Equipagiemeester Damien Hugo Staring.

En is laatstelijk op het dieswegens bij Requeste gedaane verzoek van den Burger Jeremias Auret, aan denselven in Eijgendom uijtgegeeven, een Stuk Huijs Erfs geleegen in de Simons-Baaij groot drie Honderd Vier en Twintig Quadr:t roeden.

ALdus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 335-352.

Dingsdag den {17801107} 7: Novbr: 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Wierd door den Oppercoopman en Secunde de Heer Pieter Hacker als Præsident des Raads van Justitie, heeden ter Vergadering gepræsenteerd, het volgend Request.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim Van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Vertoonen met de vereijschte Eerbied de Ondergeteekendens, Præsident en Leeden van den Raad van Justitie alhier.’

‘Dat op den 6: October deeses jaars 1780 voor den Secretaris van onsen Rade Christiaan Ludolph Neethling en Getuijgen, door de thans fungeerende Burgerraaden Cornelis van der Poel, Christiaan George Maasdorp en Gerrit Hendrik Meijer is gepasseerd zeekere Acte, waarbij dezelve, na alvoorens te kennen te hebben gegeeven, dat zijl: gelet hebbende op het door eenige Burgeren zoo voor zig selve als uijt den Naam ende van wegens een gedeelte hunner meede Burgeren deezer Colonie, op den 9 der jongst afgeloopene maand September, aan hunlieden gedaan, en op den 3:de der daaraan volgende maand October gerenoveerd Schriftelijk Supplicq, oversulx na daarover gehoudene deliberatiën, niet hadden willen refuseeren, om Twee Perzoonen uijt den Burgerstaat te verkiesen, ten eijnde Sodanige Verklaringen in te winnen, als zij, ingevolge de henl: gegeeven worden Zullende Last zouden nodig oordeelen, vervolgens hebben verclaard daartoe te verkiesen en aan te stellen de Burgeren Dirk Weesberg en Jan Andreas Grundeling, Specialijk omme uijt den naam ende van wegens de bovengemelde Suppl:ten in der minne te verzoeken of door middelen van regten in te winnen, Sodanige Verklaringen of Getuijgenissen, als gerade worden, of henlieden door de het voorsz: Supplicq aan dezelve Burgerraaden gepræsenteerd hebbende Burgeren, Zullen worden opgegeeven, met belofte van approbatie en ratificatie als naar Stijle.’

‘Dat uijt kragte van dezelve alzo gepasseerde procuratie, niet alleen tegen den 2:de deezer Lopende maand door de daarbij Geconstitueerdens Dirk Weesberg en Jan Andreas Grundeling, zijn gedagvaard geworden Vier differente Parthijen tot het geeven van getuijgenisse der Waarheijd, en dat ook teffens reets verscheijde andere Parthijen tot Secretarije door henlieden zijn opgegeeven geworden, om tegens eenen volgenden regtdag wederom geciteerd te kunnen worden, maar dat men bovensdien ook reets als Gemagtigdens van dezelve Burgerraaden heeft getragt in te winnen deeze en geene Secretariale Attestatiën en tot dat eijnde ook reets dadelijk de Contenue van dien, aan den Secretaris deezes Raads heeft opgegeeven gehad.’

‘dat hoe zeer het aan den eenen kant is ontegenspreekelijk, dat de Post en Pligt van de resp:ve Leeden van den Raad van Justitie eenvoudig bestaat in het handhaven van regt en geregtigheijd, en volgens de zuijverste regels van dien te decideeren de Zaaken, welke door de resp:ve parthijen ter hunner cognitie werden gebragt, zonder dat bij dezelve immer of ooijt in de aller geringste consideratie kunnen of vermogen te komen de Perzoonen selve, welke in dezelve procedures zijn geconcerneerd; het egter aan den anderen kant, is niet minder Zeeker en incontestabel, dat deselve Raad van Justitie in geenen deele is bevoegd, omme voor hunnen Regtbank ongesteurd te laten voortloopen Sodanige procedures, waar door misschien naderhand bij Consequentie Zou kunnen geconsidereerd worden geimpiëteerd te zijn geweest, op het regtmatig Gezag en autoriteijt dier politicque Regeeringe aan wien het Opperste Gebied van deeze Colonie is toebetrouwd geworden.’

‘dat de Ondergeteekendens na Examinatie der voorsz: Procuratie en na rijpelijk deswegens met den anderen te hebben gebesoigneerd, hebben begreepen, dat de dispositie, welke door dezelve Burgerraaden op de aan hunlieden iterativelijk’

‘gepræsenteerde Supplicquen, en de uijt kragte van hunne daarop verleende favorabele reflexie gepasseerde procuratie mogelijk Zouden kunnen worden geconsidereerd van dien aart, dat op dezelve deese of geene reflexie door Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s zou kunnen worden gemaakt, en dat de Ondergeteekendens ook om die reeden, en om zig niet aan de regtmatige reproches van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s te Zien bloot gesteld, met eenparigheijd van Stemmen hebben beslooten, omme Zo van het een als van het ander de nodige communicatie aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s te geeven en te gelijker tijd, hoogstderselver wijze Consideratiën te imploreeren, terwijl om, hangende de Serieuse deliberatiën van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s nog aan d’ eene nog aan de andere zijde, eenige de aller geringste atteinte of præjuditie toe te brengen, alle deselve respective Litispendente Zaaken, provisioneel zijn gehouden in State, en den Secretaris is g’interdiceerd, omme voor als nog eenige diergelijke Verklaringen of andere Actens ter requisitie van de voorsz: Gemagtigdens te passeeren.’

‘Mits welken d’ ondergeteekend:s dan ook bij deezen de vrijheijd neemen, zig met den meesten Eerbied te keeren tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s met ootmoedig verzoek dat het aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s goedgunstig gelieve te behagen, omme zig, met betrekking tot derzelve reets g’entameerde en nog verder t’ entameeren Procedures mitsgad:s tot het inwinnen van dezelve Secretariale of andere Verklaringen te verklaaren. of de Raad van Justitie dezelve en alle ander Procedures welke men ujt kragte van dezelve Procuratie zou kunnen goedvinden t’ entameeren, gerustelijk en bevoegdelijk hunnen voortgang kan laaten hebben, en of desselfs Secretaris en Gecommitteerdens des gerequireerd, bevoegdelijk kunnen passeeren en doen beEedigen alle Sodanige Verklaringen en andere Actens, als men insgelijx uijt kragte van dezelve Procuratie gepasseerd en beEedigd zou willen hebben; En eijndelijk, dat, ingevalle Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s mogten goedvinden, dezelve Procedures voor den Raad van Justitie hunnen voortgang te doen hebben, Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s als dan de goedheijd gelieven te hebben, om op de eene of andere manier, welke met den aart der Zaaken meest over eenkomstig zal werden bevonden, te remedieeren aan’t gebrek van Burgerraaden, ‘t welk in dien gevalle geduurende de deliberatiën over die Zaaken, waarin dezelve als directe parthijen moeten worden geconsidereerd, en dus zig uijt de Vergadering der Justitie dienen te retireeren, natuurlijker wijze telkens zou moeten exteeren.’

’/:onderstond:/’

‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ P: Hacker, W: C: Boers, A: V: Schoor, L: C: Warnek, T: C: Ronnenkamp, P: L: Le Suëur, ‘S: V: Echten.’

Uijt den inhoude van welk Schriftuur, met d’ uijtterste bevreemding ontwaard zijnde, dat de thans fungeerde Burgerraaden Cornelis van der Poel, Christiaan George Maasdorp en Gerrit Hendrik Meijer zig hebben kunnen emancipeeren, tot het doen eener Uijtstap, waarvan alhier nimmer eenig voorbeeld heeft g’ exteerd; nademaal d’ instructive Memorie in A:o 1662:, door den Heere Commandeur Jan van Riebeeck, aan desselfs Successeur de Heer Zacharias Wagenaar nagelaten, wel duijdelijk dicteerd, dat, om over der vrijlieden fauten te helpen besoigneeren en Sententieeren, Twee van de Schikkelijkste Vrije-Lieden, tot Burgerraaden waaren aangsteld, om, wegens der Vrijlieden Zaaken iets te doen weezende, in Rade Sessie te hebben, en dat Burgerraaden dus, Sedert d’ erectie deeser Colonie, nooijt anders dan als g’ assumeerde Leeden in den Raad van Justitie hebben gefungeerd, ende Sulx nog wel bepaaldelijk, wanneer in gemelden Raad van Justitie, Zaaken tusschen Burgers en Burgers, ofte tusschen dezelve en ‘S Comp:s Dienaaren zijn geventileerd geworden, zonder dat aan dezelve Burgerraaden, immer eenige Authoriteijt is verleend, waaruijt de bovengemelde thans fungeerende, met het allerminste fundament, veel min nog met Zoo veel ostentatie, als in’t præsente geval heeft plaats gehad, zouden hebben kunnen Sustineeren te zijn bevoegd geweest, om aan hunlieden te doen præsenteeren enige Requesten, en daarop niet alleen te disponeeren, maar selfs nog uijt kragte van die dispositie, aan andere op te dragen eene magt, die Zij Zelve nimmer hebben gehad; Soo is, bij overweeging dat voorsz: gantsch onbevoegde handelwijze der meermelde præsente Burgerraaden in’t ontfangen en disponeeren op Requesten, Sodanig als Sulx verder in’t voorwaardsgem:de door den Raad van Justitie ingeleeverd Schriftuur is vermeld, niet alleen inder daad is een openbaare inbreuk in het regtmatig gezag en Authoriteijt deezer Regeering, maar dat door dusdanig temerair gedoente, de thans onder deeze Caabse Ingezeetenen reets te veel plaats hebbende Twisten en oneenigheeden nog al meerder werden aan- en voort- gezet; oversulx eenpariglijk verstaan, den Raad van Justitie deezes Gouvernements t’ interdiceeren, om op de door Burgerraaden gepasseerde Procuratie, waarbij de perzoonen van Dirk Weesberg en Johannes Andries Grundling, als Gemagtigdens

der Burgerije zijn benoemd, eenig het minst requard te Slaan, en voorts t’ ordonneeren dat men niet zal hebben te gedogen, dat uijt hoofde van dezelve, eenige Procedures hoe ook genaamd, voor den Raad van Justitie worden geventileerd, zo min als dat eenige notarieele Verklaringen belegd, ofte alsulke attestatiën, die door gedagte pretense Gemagtigdens, mogten weezen ingewonnen, beEedigd werden; maar dat ter Contrarie, de procedures, dewelke uijt kragte van dien, reets t’ hunner Tafel zijn gebragt geworden, dadelijk uijt de Rolle Zullen werden geligt; Sullende egter de Burgers en andere Ingezeetenen, ongestoord blijven behouden, die Selfde vrijheijd, die zij altoos hebben gehad, om tot vordering van Zaaken, die haar Personeel betreffen, of waarin Zij Zouden kunnen Sustineeren enig regtmatig belang te hebben, de Citatiën en dagvaardingen haarer Parthijen, mitsg:s de Verklaringen, ‘t zij tot het geeven van getuijgenis der Waarheijd, als andersints, naar regtelijke Stijl en practijk te doen exploicteeren en beleggen; en in’t generaal, tot conservatie van hun goed regt, alle Sodanige Procedures te entameeren en middelen van regten te gebruijken, als zij te raade werden Zullen.

En heeft den Coopman en Secretaris mitsg:s meede Lidt deezes raads d’ E: Oloff Martini Bergh, op desselfs betuijging, dat vermits enige der Citatiën die door bovengem: Weesberg en Grundling, ter Justitieele Rolle waaren opgegeeven, hem waaren toucheerende, hij dierhalven, wanneer parthijen in Raade van Justitie waaren binnen gestaan, zig uijt de Vergadering hadde geretireerd, oversulx ook in deezen niet gevoteerd.

Sijnde wijders, aan den Burger Johan Reeter thans hierom bij Request verzoek doende, een Stukje Huijs Erfs, geleegen bij de Drostdije aan Swellendam , ter breedte van 60:, en diepte van 24: Voeten, in Eijgendom uijtgegeeven.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 353-357.

Dingsdag den {17801114} 14 Novbr 1780.

‘S voormiddags alle præsent.

Den Heere Gouverneur geproduceerd hebbende zeekere Quotisatie-Rolle, van wegens Burgerraaden aan zijn Edele ter approbatie gepræsenteerd, nopens de door haar gedaane Taxatie van ‘S Compagn:s Dienaaren en derselver Weed:wen: en daarneevens te kennen gegeeven zijnde, dat hij Heere Gouverneur uijt dezelve Lijst hadde gezien, dat niet alleen Sommige van deselve Dienaaren en Weed:wen, daarbij voor’t eerst getaxeerd, maar ook de belasting van diversse andere verhoogd waaren, Sonder dat door gemelde Burgerraaden daartoe behoorlijke qualificatie was verzogt; is dierhalven op het voorstel van welgemelden Heere Gouverneur, best gedagt, voorsz: Quotisatie Rolle te stellen in handen van den Heere Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers en den E: Coopman en Keldermeester M:r Jacobus Johannes LeSuëur, ten eijnde die t’ examineeren, en van derselver bevinding, mitsg:s de Consideratiën, welke zij daarop Zouden mogen hebben, deezen Rade ten Spoedigsten te dienen van berigt, om als dan daar op Sodanig nader besluijt te neemen, als men zal vinden te behooren.

Verders door den Heere Gouverneur te kennen gegeeven Zijnde, dat zijn Edele bij desselfs in A:o 1778 verre Landwaards in gedaane reijze, met de Hoofden der Caffers was overeengekomen, dat, om alle disputen met onse daaromtrent woonende Ingezeetenen te vermeijden, de Visch Rivier tot een Scheijding tusschen deselve zoude dienen, en gemelde Caffers dienvolgens met haar Vee, niet over gedagte Rivier herwaards, in de door onze Ingezeetenen belegde Velden, zoude vermogen te trecken, en de onsen aan den anderen kant ook aan dees’ zijde dier Rivier zouden verblijven; dan dat voorsz: Caffers contrarie haare aan Zijne Edele gedaane Sterke belofte, evenwel voorsz: Visch Rivier overgetrocken, en met haar Vee Selfs tot op de Plaatsen onzer Ingezeetenen waaren komen leggen, en waar door de met gemelde Caffers gereesene Onlusten, ten principaale waaren ontstaan; Soo is goedgedagt en dienvolgens beslooten, de meermelde Visch-Rivier , als nu nader tot een Limiet-Scheijding tusschen onse Ingezeetenen en de Caffers te bepaalen, en Sulx in d’ Instructie voor den Veld Commandant in’t geciteerde verre afgeleegene District bekend te stellen, met ordre aan denselven, om ingevalle de dikwerfgem:de Caffers haare aan welgem: Heere Gouverneur gedaane belofte, niet goedwillig zouden willen nakomen, en zig wederom aan d’ andere Zijde der Visch Rivier begeeven, deselve als dan met geweld daar toe te noodzaaken.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] D: H: Staring

C. 158, pp. 358-361.

Dingsdag den {17801212} 12 Decbr. 1780.

‘S voormiddags alle præsent uijtgenomen den Edelen Heere Gouverneur M:r Joachim van Plettenberg en den E: Equipagiemeester Damiën Hugo Staring beijde mits indispositie.

Heeden geresumeerd weezende de Nominatiën van Kerken Raaden der respect:ve Gereformeerde Gemeentens, is goedgevonden de gedaane Electie van Ouderlingen t’ approbeeren en uijt het dubbeld voorgesteld getal tot Diaconen te verkiesen, de volgende Perzoonen, te weeten

In de Kerk hier aan Cabo.

Pieter Domus tot Ouderling in plaatse van den afgaanden Johannes van der Riet.

Arend de WaaL en Daniël de WaaL tot Diaconen voor d’ uijtgedienden Petrus Johannes Truter en Pieter de Waal.

In de Stellenbosche Kerk.

Joost Rijnhard van As tot Ouderling in plaatse van Jacobus Groenewald en Andries Christoffel van der Bijl tot Diacon in steede van Willem Adolph Krigo.

In de Kerk van Drakensteijn .

Pieter de Villiers tot Ouderling voor den af te treedenen Johannes Petrus Roux. Jozua Joubert en Schalk Willemse van der Merwe tot Diaconen in plaatse van Petrus Johannes de Villiers en David van der Merwe.

In de Kerk in’t Land van Waveren .

Jacobus de Wet tot Ouderling en Jan Theron Jacobsz: tot Diaconen d’ eerste in steede van Jacobus du Toit en den anderen voor Johannes Jordaan.

In de Swartlandse Kerk.

Marten Slabber d’ oude tot Ouderling in plaatse van Pieter van der Bijl en Paul Jordaan tot Diacon voor den afgaanden ChristoffeL Lombard

Sullende voorsz: Kerkenraaden wijders werden aangeschreeven, dat dewijl ‘er deesen Jaare wederom geen Commissaris Politicq naar de buijten Districten staat af te gaan, Zij dierhalven Zullen moeten bezorgen, dat de Reek:ge haarer arme penningen, ten eersten in gereedheijd gebragt en herwaards overgezonden werden

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 158, pp. 362-398.

Saturdag den {17801216} 16 Decbr: 1780.

‘S voormiddags alle præsent behalven den E: Equipagiemeester Damien Hugo Staring, mits indispositie.

Den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers en den E: Coopman en Keldermeester M: Jacobus Johannes Le Suëur, ter voldoening aan’t geresolveerde onder den 14: Novbr: jongstl: g’examineerd hebbende de Lijst der Quotisatie van ‘S E: Comp:s Dienaaren en derselver Weeduwen, Sub dato 5: Octob:r bevoorens, door Burgerraaden gedaan en ter approbatie aan den Heere Gouverneur overgegeeven, hebben hun E: E: dientwegen op heeden ingeleeverd, het volgend Rapport.

Rapport, gedaan maken en aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinair van NeederLands India, mitsgad:s Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop, beneevens de verdere Leeden van den Ed: Agtb:ren Politicquen Rade, overgegeeven door ofte van wegens den Independent Fiscaal deeses Gouvernements M:r Willem Cornelis Boers en M:r Jacobus Johannes LeSuëur Keldermeester alhier, meede Leeden van welgem:den Politicquen Rade

‘Wel Edele Gestrenge en E: Agtb: Heeren!’

‘Ter voldoeninge aan de intentie van Uwe Wel Ed: Gestr: en Ed: Agtb:s Resolutie van den 14: Novbr: deeses Jaars, waarbij UWel Ed: Gestr: en E: Agtb:s hebben gelieven goed te vinden, in handen van de Ondergeteekendens te stellen, zeekere Zogenaamde Quotisatie-Rolle der E: Comp:s Dienaaren en derselver Weeduwen over den Jaare 1780:, op den 5 Octbr: deeses Jaars door Burgerraaden geformeerd, en uijt den naam van dezelve Burgerraaden, aan den Wel Edelen Gestr: Heere Gouverneur ter approbatie quasi gedaan, præsenteeren, ten eijnde dezelve Quotisatie Rolle t’ examineeren, en van derselver bevindinge en Consideratien, welke zij daarop mogten hebben, aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, ten spoedigsten de vereijschte Communicatie te geeven, Zullen de Ondergeteekend:s de vrijheijd neemen, daaromtrent kortelijk te remarqueeren, dat, gelijk het heffen van Lasten, Impositiën, Schattingen en welke andere benamingen men ook daaraan Zou gelieven te geeven, waardoor d’ Ingezeetenen van eenen Staat, ‘t zij in hunne perzoonen, of Goederen worden beswaard, natuurlijker wijze volgens de Constitutie van eene welgereguleerde Regeeringsforme, door niemand anders bevoegdelijk kan geschieden, als door die geenen in wier handen het Opperste Gezag, of direct of bij Repræsentatie is toebetrouwd geworden, en alle andere belastingen, met betrekkinge tot de resp:ve Ingezeetenen, in geenen deele als verbindend kunnen werden geconsidereerd, ook even Zo de vermeerderinge of verminderinge dier Impositiën of belastingen op dat selfde fundament, door niemand anders kan werden g’ effectueerd, als door die geenen, die in hunnen boezem zijn hebbende, de origineele bevoegdheijd tot het introduceeren en heffen der Schattingen of belastingen selve, de Ondergeteekendens uijt dien hoofde zig ook niet genoeg hebben kunnen verwonderen, dat Burgerraaden, aan wien nimmer eenig dergelijk Opper-Gezag is toebetrouwd geworden, bij de voorn: Quotisatie-Rolle hebben kunnen goedvinden, omme ten reguarde van Sommige die nog nooijt gecontribueerd hebben eene geheel nieuwe belastinge te fixeeren en te bepaalen, en met betrecking tot anderen der contribueerende en daarbij vermelde Compagn:s Dienaaren, derselver gewoone en bij deeze Regeering selve vast gestelde Contributie te vermeerderen ofte verminderen, en deselve alzo gantsch onbevoegdelijk geformeerde of veranderde Quotisatie Rolle aan den Wel Edelen Gestr: Heere Gouverneur ter approbatie te præsenteeren, even als of door dezelve daarop volgende approbatie zou kunnen werden gerectificeerd eene handelwijze, dewelke van desselfs origine af, niet anders als ten eenemaal irregulier en wederregtelijk kan werden geconsidereerd.’

‘dat dezelve hunne verwonderinge over het voorsz: door Burgerraaden in deesen gehouden gedrag, niet wijnig is vermeerderd geworden, na eene exacte Examinatie van al dat geen, het welk altoos, zo bij het introduceeren als bij het vermeerderen van dezelve belastinge en particulier nog bij de laatste verhoginge in den Jaar 1776: is gepractiseerd geworden, als waaruijt dezelve Burgerraaden Selfs met den eersten opslag van het Oog, hunne volstrekte onbevoegdheijd, daartoe zeer ras hadden kunnen en behooren te penetreeren.’

‘Dat voorts nog uijt de Simpele overgifte van de Quotisatie Rolle der E: Comp:s Dienaaren, zonder enige de minste mentie te maken van de belastinge waarop de verdere Burgers en Ingezeetenen zijn getaxeerd geworden, aan de Ondergeteek:s niet onwaarschijnelijk is voorgekomen, dat Burgerraaden zouden kunnen zijn gevallen in dat abusive begrip, als of het reguleeren van de selve belastingen, en het vermeerderen of verminderen van dien, een poinct zou zijn, waaromtrent zij als Burgerraaden, zonder eenige de minste kennisse der Regeering, gerustelijk zouden kunnen disponeeren naar hun welgevallen; En dat de Ondergeteekendens tot weeringe of Stuijtinge van dergelijke Sustenuën en practijken, dewelke niet wijnig præjudiciabel zouden zijn, aan het regt matig Gezag deezer Regeeringe, om die en andere reedenen meer /:onder Correctie:/ zouden weezen van begrip, dat dezelve aldus op den 5: Octbr: deezes Jaars, door Burgerraaden gantsch onbevoegdelijk geformeerde Quotisatie Rolle, aan henlieden behoorde te werden te rug gegeeven, en dat door deezen Raade een Commissie behoorde te werden gedecerneerd, op een of meer Leeden van dien, omme met ende beneevens Burgerraaden, alle die geenen, zo wel ‘S Comp:s Dienaaren als Burgers, die nog nimmer gecontribueerd hebben, onder approbatie van deezen Raade, Sodanig te belasten, en die geenen, welker belastingen behoorde vermeerderd of verminderd te worden, onder approbatie als vooren, insgelijx Sodanig te vermeerderen of te verminderen, als Zou worden bevonden te behooren, en dat, om alle Confusiën voor’t vervolg voor te komen, jaarlijx daarmeede in dienvoegen behoorde te werden gecontinueerd; refereerende zij Onderget:s zig egter niet te min tot het wijzer Oordeel van Uwe Wel Edele Gestr: en Ed: Agtb:s; Terwijl zij hiermeede aan Hoogst derselver intentie hoopende voldaan te hebben, d’ Eere hebben, zig met den meesten Eerbied te noemen.’

’/:Onderstond:/’

‘Wel Edele Gestr: en E: Agtb: Heeren! Uwe Wel Edele Gestr: en Ed: Agtb:s dienstwillige Dienaaren /:was geteekend:/ W: C: Boers, J: J: Le Sueur.’

En nadien bij het geene ter Sessie van den 14 Novbr: ten deesen belange reets is geremarqueerd, als nu ook bij het voor Schreeve thans ingediend Rapport, nader en ampel wierd aangetoond, niet alleen het verkeerd begrip van Burgerraaden, volgens welke dezelve zijn getreeden tot het doen der bovengem: Quotisatie van ‘S Comp:s Dienaaren en derselver Weeduwen, zonder daartoe alvorens bij deeze Regeering expresselijk te zijn gequalificeerd geweest, maar dat ook bij de Overgave der ged:e Quotisatie Rolle der ‘S Comp:s Dienaaren, geen de minste mentie is gemaakt van de belasting waarop de verdere Burgers en Ingezeetenen zijn getaxeerd geworden, en hieruijt dus meede niet onduijster blijkt, dat Burgerraaden ten opzigte van dat poinct, ook zijn gevallen in de Suppositie, als of zij omtrent het regulen van dezelve belasting, en het vermeerderen of verminderen van dien, zonder eenige de minste kennisse der Regeeringe, op hun eijgen hadden kunnen te werk gaan; is dierhalven verstaan opgemelde Heeren Boers en LeSuëur nader te verzoeken, en te committeeren, om met ende beneevens Burgerraaden, alle de geene, Zoo wel ‘S Comp:s Dienaaren als Burgers, die nog nimmer gecontribueerd hebben, onder approbatie van deezen Rade Sodanig te belasten, en die geene welker belastingen behoorde vermeerderd of verminderd te worden, onder gelijke approbatie insgelijx Sulker wijze te verhogen of te verminderen als dezelve Zullen vinden te behooren; Terwijl voorts tot voorkoming van alle Confusiën voor’t vervolg, Jaarlijx met het begin van October, een of meer Leeden uijt deezen Raade Zullen werden benoemd, om neevens de fungeerende Burgerraaden, tot het reguleeren der meermelde belasting Zoo van ‘S Comp:s Dienaaren als Burgers en derselver resp:ve Weeduwen te vaceeren.

Door Landdrost en Heermraaden aan Stellenbosch en Drakensteijn deezen Rade bij missive voorgedragen zijnde dat de ondervinding had doen zien, dat de Plaats genaamd Welgevallen , dewelke tot Subsistentie in de huijshouding der resp:ve Landdrosten uijt ‘S CoLonies middelen is ingekogt, niet aan het bedoelde Oogmerk quam te voldoen, met bijgevoegd verzoek, dezelve plaats oversulx wederom van de hand te mogen zetten, waartoe zig thans een avantagieuse occasie had voorgedaan; Soo is verstaan het voorm: Collegie te qualificeeren, ged:e Plaats Welgevallen voor de Somma van ƒ15000:- te mogen verkopen, en daar entegens volgens derselver propositie aan den Landdrost tot een equivalent voor de gerieflijkheeden in zijne Huijshouding daar uijt getrocken, voortaan aan hem en desselfs Successeurs, uijt ‘S CoLonies Cassa te doen genieten de Somma van drie Honderd Rijxdaalders ‘S Jaars, Sullende Voormelde Plaats, dewijl door het verleijden der Rivier, zig thans niet meer in de vorige Situatie komt te bevinden, oversulx hermeeten en daarvan een nieuwe Caart geformeerd worden, ten eijnde dus behoorlijk te kunnen werden getransporteerd.

Wijders door meermelde Landdrost mitsgaders Heemraaden en Krijgs-Officieren, in conformiteijt van het geresolveerde onder den 24: October deezes Jaars, de daarbij geordonneerde Instructie voor de Commandanten en Wagtmeesters in de wijd geleegene Velden, geconcipieerd en deezen Rade toegezonden zijnde, is goedgevonden dezelve bij de resp:ve Leeden te doen rondleesen.

Sijnde voorts aan den Burger Carel Fredrik Paret in Eijgendom uijtgegeeven een Erf, ter groote van Twee Morgen Lands geleegen in ‘t Land van Waveren , om zig daarop ter needer te zetten, en desselfs metier als Chirurgijn ten dienste der Ingezeetenen aldaar, te oeffenen: Terwijl uijt het door hem teffens g’exhibeerde getuijgenis van Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch , komt te blijken, dat de uijtgave van het voorsz: Erf, niet tot præjuditie der daaromtrent leggende Plaatsen is Strekkende.

Waarna op het dientwegen gepræsenteerd Request door de Gemagtigdens der Luthersche Gemeijnte alhier, tendeerende de opregting eener Kerkenraad, en dat dezelve om de daarvan geallegueerde reedenen, voor eerst in Vier Ouderlingen en een gelijk getal Diaconen mogte bestaan, goedgedagt is, Sulx aan dezelve t’ accordeeren, en mitsdien haare electie van Tobias Christiaan Ronnenkamp, Jan Fredrik Willem Böttiger, Jan Fredrik Kirsten en Marten Melk tot OuderLingen, mitsgad:s van Fredrik Gothold Holtzapfel, Jan Michaël Seijd, Charles van Cahman en Christiaan Hendrik Schrader tot Diaconen te approbeeren.

En nadien meede goedgedagt is, dat het ged:e Kerkelijk Collegie in’t vervolg zal bestaan in Twee Ouderlingen en Vier Diaconen, zullen ‘er dienvolgens met het eijnde des aanstaanden Jaars 1781. van de bovengemelde Ouderlingen de Perzoonen van Jan Fredrik Kirsten en Marten Melk moeten aftreeden, gelijk meede van de voorsz: vier Diaconen, ter selvertijd den Tweeden en laatstgem: te weeten, Johan Michaël Seijd en Christiaan Hendrik Schrader insgelijx Zullen afgaan, in welkers plaatsen door voorsz: Luthersche Kerkenraad, op den tijd dat Sulx bij die van onse hervormde Gemeijnte komt te geschieden, Vier andere genomineerd en aan deezen Rade Sullen moeten gepræsenteerd werden, om daaruijt de verkiezing van Twee andere Diaconen te kunnen doen: Terwijl voorts van de aan te blijvene Ouderlingen den Perzoon van Jan Fredrik Willem Bottiger met het eijnde van’t Jaar 1782 aftreedende, en als dan, mitsgaders vervolgens jaarlijx op den hier bovengem: tijd, en sulx alternative uijt de Dienaaren der E: Comp:ie en Burgers een Ouderling g’eligeerd, en ter approbatie deezer Regeering, aan dezelve zal moeten werden voorgedragen.

En zijn al verder uijt de in dubbelen getale genomineerde Perzoonen, om na gebruijk in de Volgende Collegien dienst te doen, verkooren, als

Tot Burgerraaden

Adam Gabriël Muller en Jan DanieL Wieser, in steede van Cornelis van der Poel en Gerrit Hendrik Meijer.

Tot Weesmeesteren

Hendrik Justinus de Wet, Johannes Matthias Betterman en Jan Coenraad Gïe in plaatse van Christoffel Brand, Adam Gabriel Muller en Pieter Diederik Boonacker.

Tot Commissarissen van Civile en Huwelijks Zaaken

Abraham Chiron en Jan Godlieb Brink ter plaatsvulling van Casparus van Eerten en Jan Adolph Kuuhl.

Tot Heemraaden aan Stellenbosch en Drakensteijn

Pieter Gerhard Wium Jacobus GroenewaLd Jacob de Villiers d’ Oude en Jacob de Villiers Jansz voor d’ uijtgediende Joost Rijnhard van As, Jan de Villiers Abrahamsz; Paul Roux en WentseL Christoffel Coetser.

Tot Heemraaden aan Swellendam

Ferdinand Albregt Bierwerd Christiaan de Jager Andriesz in plaatse van Jan Andries Holtshausen en Hillegert Mulder.

Door den Heer Hoofd Administrateur Pieter Hacker overgeleeverd zijnde het kort vertoog der Lasten deeses Gouvernements geduurende dit Boekjaar 1779/80: nevens die van ‘S Jaars bevoorens ofte d’ A:is 1778/79:, dewelke bedragen als volgd, te weeten.

  1779/80 1778/79
T Nieuwe Hospitaal ƒ69734:15:08 ƒ39119:10:08
Onkosten van Scheepen d:o 177791:16:- d:o 170171:07:08
Randsoenen Ordinair d:o 81899:04:08 d:o 78679:16:-
Onkosten Ordinair d:o 41619:07:- d:o 36999:02:-
Onkosten Extra Ordinair d:o 2817:12:- d:o 3867:19:-
Timmeragie en reparatie d:o 30370:01:08 d:o 22372:01:-
Fortificatiën d:o 9870:09:- d:o 6355:17:08
Onkosten van 'S Comp:s LijfEijgenen d:o 30094:10:08 d:o 27465:12:08
'T Hospitaal d:o 1352:11:- d:o 2376:08:-
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuijgen d:o 16279:12:08 d:o 8396:-:08
Reecq: van Condemnatie & Confiscatie d:o 4810:15:08 d:o 4241:02:08
Scheeps Soldijen d:o 22680:01:08 d:o 9380:-:08
Soldijen aan Land d:o115529:06:08 d:o 95844:04:08
Somma ƒ604850:03:- ƒ505269:02:-
  1779/80 1778/79
T Nieuwe Hospitaal ƒ69734:15:08 ƒ39119:10:08
Onkosten van Scheepen d:o 177791:16:- d:o 170171:07:08
Randsoenen Ordinair d:o 81899:04:08 d:o 78679:16:-
Onkosten Ordinair d:o 41619:07:- d:o 36999:02:-
Onkosten Extra Ordinair d:o 2817:12:- d:o 3867:19:-
Timmeragie en reparatie d:o 30370:01:08 d:o 22372:01:-
Fortificatiën d:o 9870:09:- d:o 6355:17:08
Onkosten van 'S Comp:s LijfEijgenen d:o 30094:10:08 d:o 27465:12:08
'T Hospitaal d:o 1352:11:- d:o 2376:08:-
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuijgen d:o 16279:12:08 d:o 8396:-:08
Reecq: van Condemnatie & Confiscatie d:o 4810:15:08 d:o 4241:02:08
Scheeps Soldijen d:o 22680:01:08 d:o 9380:-:08
Soldijen aan Land d:o115529:06:08 d:o 95844:04:08
Somma ƒ604850:03:- ƒ505269:02:-

Is wijders uijt dies t’ samentrekkinge komen te consteeren dat de Lasten in’t generaal deesen Jaare ƒ99581:1:-: meerder als A:o pass:o bedragen hebbende, ijder Last-post in’t bijzonder het volgende meerder of minder heeft komen te rendeeren, als.

    meerder minder
'T Nieuwe Hospitaal, welkers opbouw als nu komt te kosten een Somma van ƒ270618:15:- onder welke montant meede is begreepen het beloop der Bouwstoffen &:a die daartoe in dit Jaar zijn g'emploijeerd, ten bedragen van ƒ69734:15:8:, oversulx naar aftrek van't geen in den voorl: Jaare aan dat Huijs is te koste gelegd, thans een meerderheijd komt te vertoonen van ƒ30615:05:- ƒ-:-:-
 
Onkosten van Scheepen zijn in dit Jaar meer als A:o pass:o, niettegenstaande hier vier Scheepen minder zijn aangeweest, uijt hoofde van de afgegeevene provisiën en dranken aan de Scheepen Alkemade , Venus en Diana , wegens derselver langduurige reijze, en door de verstrekte Zeijldoek aan gemelde Bodems tot het maken van verscheijde nieuwe Zeijlen d:o 7620:08:08 d:o -:-:-
 
Randsoenen Ordinair ook meerder in dit als in't gepasseerde Jaar beloopende, is hoofdzakelijk ontstaan, door de voor 't grootste gedeelte gedaane verstrekking van Caabse Wijn, tot randsoenen bij gebrek van Vaderlands Bier, mitsgad:s door hogere prijs van't Versch Vleesch d:o 3219:08:08 d:o -:-:-
 
Onkosten Ordinair bedragen in deezen Jaare ook meerder als A:o pass:o, door het afgegeevene buskruijt, zoo tot d' Exercitie der Arthilleristen, als van de Burgerije alhier en in de buijten Districten, zoo ook aan de Baaij-Fals tot het doen van Salut en Wagtschooten, 't welk in den voorl: Boekjaare niet is verstrekt geworden, als meede door de noodzakelijk meer verbruijkte Houtwerken, Equipagie-Goederen &:a d:o 4620:05:- d:o -:-:-
 
Onkosten Extra Ordinair minder lastdragende als in't gepasseerde Jaar, komt voornamentlijk voort door de toenmaals gedaane betaling aan den Wel Edelen Gestr: Heere Gouverneur in Loco, ter vergoeding der Onkosten van Zijn Wel Edele Gestr: op den gedaanen Land-Togt, zo meede door't verstrekte buskruijt en Loot aan d' Ingezeetenen van Stellenbosch , tot het doen van Commando's tegens de Stropende Bosjesmans Hottentotten d:o -:-:- d:o 1050:07:-
 
Timmeragie en Reparatie, dit Jaar meerder rendeerende als A:o pass:o, is veroorzaakt, door het bekostigde tot den opbouw van de Raadzaal, Gevangen huijzen, Geweldigers Wooning &:a aan't Westelijk gedeelte der Werf d:o 7998:-:08 d:o-:-:-
 
Fortificatien, het meerder bedragen deezer Reecq: is voortgekomen door de uijtgereijkte huur aan 30 Slaaven meer die in dit Jaar 8 1/2 maanden langer als A:o pass:o aan de Vestingwerken gearbeijd hebben, mitsgaders het betaalde rijloon van klippen voor de Fortificatien om't Casteel &:a en het meer verwerkte Ijzer tot reparatie der Affuijten en Gereedschappen voor d' Arthillerie en Fortificatie werken d:o 3514:11:08 d:o -:-:-
 
Onkosten van 'S Comp:s Lijf Eijgenen beloopen thans ook meerder als A:o pass:o uijt oorzaak van de in deezen Jaare meer verstrekte provisiën aan een grooter getal Slaaven, zoo meede door de verhoogde prijs van 't aan dezelve Verstrekte Versch Vleesch d:o 2628:18:- d:o -:-:-
 
'T Hospitaal in dit Jaar minder ten agteren Staande als A:o pass:o komt voort door de meerder verteerde heele Gagiën der daarin geleegen hebbende Impotenten d:o -:-:- d:o 1023:17:-
 
Reecq: van Condemnatie en Confiscatie, Sommeerd thans hoger als A:o pass:o door de in dit Jaar meerder verstrekte provisien aan een grooter getal Bannelingen op't Robben Eijland d:o 569:13:- d:o -:-:-
 
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuijgen rendeeren in dit Jaar ook meer, door de aan de Landsboots noodzakelijk verstrekte Trossen en Cabeltouwen Zoo tot groote- en kleene-dreggen, als Noord-West Touwen, het welk in den voorl: Jaare bij ontstentenis van dien niet heeft kunnen werden afgegeeven d:o 7883:12:- d:o -:-:-
 
Scheeps Soldijen beloopen in deesen Jaare insgelijx meerder, vermits de verstrekte goede Maanden aan't Volk op diversse Scheepen en het op de Soldij Reekeningen der Scheeps-Overheeden belaste montant van te kort bevonden provisien &:a als meede de Guastos grooter zijn gevallen d:o 13300:01:- d:o -:-:-
 
Soldijen aan Land, rendeeren in dit Jaar al meede meerder; voortspruijtende door de verstrekte monteering aan't Guarnisoens Volk ter Somma van ƒ20968:06:- en door de meerder verteerde Guastos in dit Jaar d:o 616:09:-
  ƒ21584:15:-
Waarvan gesubstraheerd werden de Twee volgende minder belopen hebbende Posten als.
de verstrekte goede maanden ƒ1712:03:08
d:o d:o Subsidie kostpenn:gen d:o 187:09:08
  d:o 1899:13:- d:o 19685:02:- d:o -:-:-
  Somma ƒ101655:05:- ƒ2074:04:-
    meerder minder
'T Nieuwe Hospitaal, welkers opbouw als nu komt te kosten een Somma van ƒ270618:15:- onder welke montant meede is begreepen het beloop der Bouwstoffen &:a die daartoe in dit Jaar zijn g'emploijeerd, ten bedragen van ƒ69734:15:8:, oversulx naar aftrek van't geen in den voorl: Jaare aan dat Huijs is te koste gelegd, thans een meerderheijd komt te vertoonen van ƒ30615:05:- ƒ-:-:-
 
Onkosten van Scheepen zijn in dit Jaar meer als A:o pass:o, niettegenstaande hier vier Scheepen minder zijn aangeweest, uijt hoofde van de afgegeevene provisiën en dranken aan de Scheepen Alkemade , Venus en Diana , wegens derselver langduurige reijze, en door de verstrekte Zeijldoek aan gemelde Bodems tot het maken van verscheijde nieuwe Zeijlen d:o 7620:08:08 d:o -:-:-
 
Randsoenen Ordinair ook meerder in dit als in't gepasseerde Jaar beloopende, is hoofdzakelijk ontstaan, door de voor 't grootste gedeelte gedaane verstrekking van Caabse Wijn, tot randsoenen bij gebrek van Vaderlands Bier, mitsgad:s door hogere prijs van't Versch Vleesch d:o 3219:08:08 d:o -:-:-
 
Onkosten Ordinair bedragen in deezen Jaare ook meerder als A:o pass:o, door het afgegeevene buskruijt, zoo tot d' Exercitie der Arthilleristen, als van de Burgerije alhier en in de buijten Districten, zoo ook aan de Baaij-Fals tot het doen van Salut en Wagtschooten, 't welk in den voorl: Boekjaare niet is verstrekt geworden, als meede door de noodzakelijk meer verbruijkte Houtwerken, Equipagie-Goederen &:a d:o 4620:05:- d:o -:-:-
 
Onkosten Extra Ordinair minder lastdragende als in't gepasseerde Jaar, komt voornamentlijk voort door de toenmaals gedaane betaling aan den Wel Edelen Gestr: Heere Gouverneur in Loco, ter vergoeding der Onkosten van Zijn Wel Edele Gestr: op den gedaanen Land-Togt, zo meede door't verstrekte buskruijt en Loot aan d' Ingezeetenen van Stellenbosch , tot het doen van Commando's tegens de Stropende Bosjesmans Hottentotten d:o -:-:- d:o 1050:07:-
 
Timmeragie en Reparatie, dit Jaar meerder rendeerende als A:o pass:o, is veroorzaakt, door het bekostigde tot den opbouw van de Raadzaal, Gevangen huijzen, Geweldigers Wooning &:a aan't Westelijk gedeelte der Werf d:o 7998:-:08 d:o-:-:-
 
Fortificatien, het meerder bedragen deezer Reecq: is voortgekomen door de uijtgereijkte huur aan 30 Slaaven meer die in dit Jaar 8 1/2 maanden langer als A:o pass:o aan de Vestingwerken gearbeijd hebben, mitsgaders het betaalde rijloon van klippen voor de Fortificatien om't Casteel &:a en het meer verwerkte Ijzer tot reparatie der Affuijten en Gereedschappen voor d' Arthillerie en Fortificatie werken d:o 3514:11:08 d:o -:-:-
 
Onkosten van 'S Comp:s Lijf Eijgenen beloopen thans ook meerder als A:o pass:o uijt oorzaak van de in deezen Jaare meer verstrekte provisiën aan een grooter getal Slaaven, zoo meede door de verhoogde prijs van 't aan dezelve Verstrekte Versch Vleesch d:o 2628:18:- d:o -:-:-
 
'T Hospitaal in dit Jaar minder ten agteren Staande als A:o pass:o komt voort door de meerder verteerde heele Gagiën der daarin geleegen hebbende Impotenten d:o -:-:- d:o 1023:17:-
 
Reecq: van Condemnatie en Confiscatie, Sommeerd thans hoger als A:o pass:o door de in dit Jaar meerder verstrekte provisien aan een grooter getal Bannelingen op't Robben Eijland d:o 569:13:- d:o -:-:-
 
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuijgen rendeeren in dit Jaar ook meer, door de aan de Landsboots noodzakelijk verstrekte Trossen en Cabeltouwen Zoo tot groote- en kleene-dreggen, als Noord-West Touwen, het welk in den voorl: Jaare bij ontstentenis van dien niet heeft kunnen werden afgegeeven d:o 7883:12:- d:o -:-:-
 
Scheeps Soldijen beloopen in deesen Jaare insgelijx meerder, vermits de verstrekte goede Maanden aan't Volk op diversse Scheepen en het op de Soldij Reekeningen der Scheeps-Overheeden belaste montant van te kort bevonden provisien &:a als meede de Guastos grooter zijn gevallen d:o 13300:01:- d:o -:-:-
 
Soldijen aan Land, rendeeren in dit Jaar al meede meerder; voortspruijtende door de verstrekte monteering aan't Guarnisoens Volk ter Somma van ƒ20968:06:- en door de meerder verteerde Guastos in dit Jaar d:o 616:09:-
  ƒ21584:15:-
Waarvan gesubstraheerd werden de Twee volgende minder belopen hebbende Posten als.
de verstrekte goede maanden ƒ1712:03:08
d:o d:o Subsidie kostpenn:gen d:o 187:09:08
  d:o 1899:13:- d:o 19685:02:- d:o -:-:-
  Somma ƒ101655:05:- ƒ2074:04:-

Gelijk meede uijt het voorsz: vertoog is komen te blijken, dat de Reekening van Winst en Verlies, mitsgaders die van ‘S Lands Inkomsten, hebben gerendeerd als volgd, te weeten.

A:o 1779/80 A:o 1778/79
is gewonnen ƒ45846:09:08: gewonnen ƒ44092:03:-
en verlooren d:o 58552:-:08: verlooren d:o 41648:19:-
dus 't verlies grooter als de winst ƒ12705:11:-
Oversulx aan winst ƒ-:-:- alzo de winst ƒ2443:04:-
'S Lands Inkomsten ƒ188030:06:- 'S Lands Inkomsten ƒ195168:10:08
  d:o188030:06:-
Inkomsten d:o188030:06:-   d:o 192725:06:08:
A:o 1779/80 A:o 1778/79
is gewonnen ƒ45846:09:08: gewonnen ƒ44092:03:-
en verlooren d:o 58552:-:08: verlooren d:o 41648:19:-
dus 't verlies grooter als de winst ƒ12705:11:-
Oversulx aan winst ƒ-:-:- alzo de winst ƒ2443:04:-
'S Lands Inkomsten ƒ188030:06:- 'S Lands Inkomsten ƒ195168:10:08
  d:o188030:06:-
Inkomsten d:o188030:06:-   d:o 192725:06:08:

Welke mindere Winsten zijn veroorzaakt door het grooter verlies op een ruijm aantal LijfEijgenen der E: Comp:ie die aan de Gal-koortsen en andere Ziektens, alhier zijn komen weg te sterven, als meede dat ‘er meerder Runder beesten verrekt zijn.

Beloopende ‘S Lands-Inkomsten insgelijx minder een Somma van

ƒ4695:-:8 ten principaalen voortkomende door de mindere betaalde recognitie Penningen voor Landerijen, Erfpagt- Thuijn- en Bouw-Land, Item het minder bedragen der pagt-penn:gen, Transport- en kost-gelden, mitsgaders geleeverde Runder beesten voor Vee-Plaatsen, hebbende egter de betaalde Contanten voor de Leenplaatsen, ‘S Heeren Geregtigheijd voor vaste Goederen, Zo wel als de recognitie der opgebragte Wijnen, en de Contanten der Verkogte Zeguls meerder als ‘S Jaars bevorens bedragen.

En is ten deezen belange verstaan, opged:e E: Heer Hoofd-Administrateur te Qualificeeren, om met het Sluijten der Negotie Boeken te doen voortvaaren.

Laastelijk geresumeerd weezende, de Verzoek-Schriften van d’ E: E:s Dispencier en Keldermeester, mitsgad:s den Pakhuijsmeester, tendeerende, om te mogen genieten d’ ordinaire Jaarlijkse afschrijvingen op de Goederen, dewelke door haarl: geduurende het voorl: Jaar zijn verstrekt geworden, welke verzoek-Schriften aldus waaren luijdende.

Den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim Van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van NeederLands India, mitsgad:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb Raad van Politie, werd Eerbiedig verzogt, dat aan den Ondergeteekende Dispencier mag werden toegestaan, d’ Ordinaire afschrijving van d’ onderstaande Goederen, dewelke door Spillagie, Leccagie, aanslaan der Muuren, als andersints, onvermijdelik in een Jaar komen t’ ontstaan, Namentlijk.


660 1/2 Mudden Tarwe op 29989 5/8: Mudden, als
  182 1/8 Mudd: op 6070 5/8 mudd: over 't Jaar geleegen hebbende à 3 prC:to
  478 3/8: d:o d:o 23919: d:o binnen 't Jaar à 2: prC:to
4 3/8: Mudd: Rog, op 168: Mudden, te weeten
  3 1/8: Mudd: op 104: mudd: over 't Jaar à 3 prC:to
  1 1/4 d:o d:o 63 3/4 d:o binnen d:o d:o 2: d:o
29 3/8: Mudd: Garst, op 1805: Mudden, te weeten
  9 3/8: Mudd: op 472 3/4: mudd: over 't Jaar à 2 prC:to
  20: d:o d:o 1332 1/4 d:o binnen 't Jaar d:o 1 1/2 d:o
1 1/4 Mudd: gemeene Gordt, op 88: Mudden als
  1/4 Mudd: op 16 1/4: mud over 't Jaar à 2 prC:to
  1: d:o d:o 71 3/4 d:o binnen 't Jaar d:o 1 1/2 d:o
1 1/2 Mudd: fijne Gordt op 97 mudd: als
  1/8 Mudd: op 3 3/4: mudd: over 't Jaar à 2 prC:to
  1 3/8 d:o d:o 93 1/4 d:o binnen 't Jaar d:o 1 1/2 d:o
43 1/8: Mudden Boonen op 863 7/8 mudd: zijnde 5 prC:to
21 3/8: d:o Erwten d:o 1073 1/2 d:o over't Jaar à 2 d:o
15778: lb Rijst op 525931: lb zijnde 3 prC:to
823: d:o Beschuijt op 52492 lb te weeten.
  146: lb op 7315 lb over 't Jaar à 2 prC:to
  677: d:o d:o 45177: d:o à 1 1/2 prC:to
596: lb Poeder Zuijker op 29800 lb zijnde
177: d:o Candij d:o d:o 8848 d:o 2 prC:to
4: d:o Hop op 468: lb zijnde 1: prC:to
35 1/2 d:o Peper op 1671 1/2 lb, als.
  33 lb op 1479 1/2 lb over 't Jaar à 2 1/4 prC:to
  2 1/2 d:o d:o 192 d:o binnen 't Jaar d:o 1 1/2 d:o
27 1/4: lb Gaarn Catoene op 1491 1/2 lb, te weeten
  24 1/2 lb op 1218 3/4: lb over 't Jaar à 2 prC:to
  2 3/4 d:o d:o 272 3/4 d:o binnen 't Jaar d:o 1: d:o
8 lb Wax, op 272 lb over 't Jaar à 3 prC:to
70: d:o Waxkaarssen op 2382 lb: als
  69 lb op 2297 lb over 't Jaar à 3 prC:to
  1: d:o d:o 85: d:o binnen 't Jaar d:o 2: d:o
8 lb Zeep, op 418 lb, zijnde 2 prC:to
14 1/2 Cannen Olijven Olij op 484 1/2 Cannen binnen 't Jaar à 3 prC:to
53 1/10: Cannen Clappus Olij op 1117 1/2 Cann: te weeten
  49 Cannen op 980 7/10: Cannen over 't Jaar à 5 prC:to
  4 1/10: d:o d:o 136 8/10 d:o binnen 't Jaar d:o 3: d:o
33 7/10: Cann: Lijn-Olij op 1121: Cannen, als
  3/10 Cannen op 5 9/10: Cannen over't Jaar à 5 prC:to
  33 4/10: d:o d:o 1115 1/10 binnen 't Jaar d:o 3: d:o
231 2/5 Cannen Traan op 4628 Cannen Zijnde 5 prC:to

660 1/2 Mudden Tarwe op 29989 5/8: Mudden, als
  182 1/8 Mudd: op 6070 5/8 mudd: over 't Jaar geleegen hebbende à 3 prC:to
  478 3/8: d:o d:o 23919: d:o binnen 't Jaar à 2: prC:to
4 3/8: Mudd: Rog, op 168: Mudden, te weeten
  3 1/8: Mudd: op 104: mudd: over 't Jaar à 3 prC:to
  1 1/4 d:o d:o 63 3/4 d:o binnen d:o d:o 2: d:o
29 3/8: Mudd: Garst, op 1805: Mudden, te weeten
  9 3/8: Mudd: op 472 3/4: mudd: over 't Jaar à 2 prC:to
  20: d:o d:o 1332 1/4 d:o binnen 't Jaar d:o 1 1/2 d:o
1 1/4 Mudd: gemeene Gordt, op 88: Mudden als
  1/4 Mudd: op 16 1/4: mud over 't Jaar à 2 prC:to
  1: d:o d:o 71 3/4 d:o binnen 't Jaar d:o 1 1/2 d:o
1 1/2 Mudd: fijne Gordt op 97 mudd: als
  1/8 Mudd: op 3 3/4: mudd: over 't Jaar à 2 prC:to
  1 3/8 d:o d:o 93 1/4 d:o binnen 't Jaar d:o 1 1/2 d:o
43 1/8: Mudden Boonen op 863 7/8 mudd: zijnde 5 prC:to
21 3/8: d:o Erwten d:o 1073 1/2 d:o over't Jaar à 2 d:o
15778: lb Rijst op 525931: lb zijnde 3 prC:to
823: d:o Beschuijt op 52492 lb te weeten.
  146: lb op 7315 lb over 't Jaar à 2 prC:to
  677: d:o d:o 45177: d:o à 1 1/2 prC:to
596: lb Poeder Zuijker op 29800 lb zijnde
177: d:o Candij d:o d:o 8848 d:o 2 prC:to
4: d:o Hop op 468: lb zijnde 1: prC:to
35 1/2 d:o Peper op 1671 1/2 lb, als.
  33 lb op 1479 1/2 lb over 't Jaar à 2 1/4 prC:to
  2 1/2 d:o d:o 192 d:o binnen 't Jaar d:o 1 1/2 d:o
27 1/4: lb Gaarn Catoene op 1491 1/2 lb, te weeten
  24 1/2 lb op 1218 3/4: lb over 't Jaar à 2 prC:to
  2 3/4 d:o d:o 272 3/4 d:o binnen 't Jaar d:o 1: d:o
8 lb Wax, op 272 lb over 't Jaar à 3 prC:to
70: d:o Waxkaarssen op 2382 lb: als
  69 lb op 2297 lb over 't Jaar à 3 prC:to
  1: d:o d:o 85: d:o binnen 't Jaar d:o 2: d:o
8 lb Zeep, op 418 lb, zijnde 2 prC:to
14 1/2 Cannen Olijven Olij op 484 1/2 Cannen binnen 't Jaar à 3 prC:to
53 1/10: Cannen Clappus Olij op 1117 1/2 Cann: te weeten
  49 Cannen op 980 7/10: Cannen over 't Jaar à 5 prC:to
  4 1/10: d:o d:o 136 8/10 d:o binnen 't Jaar d:o 3: d:o
33 7/10: Cann: Lijn-Olij op 1121: Cannen, als
  3/10 Cannen op 5 9/10: Cannen over't Jaar à 5 prC:to
  33 4/10: d:o d:o 1115 1/10 binnen 't Jaar d:o 3: d:o
231 2/5 Cannen Traan op 4628 Cannen Zijnde 5 prC:to

’/:onderstond:/’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop Ult:o Augustus 1780 /:was geteekend:/’

‘A: V: Schoor.’

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim Van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsg:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a, beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Den Ondergeteekenden Keldermeester verzoekt zeer Eerbiedig aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, dat aan hem mag valideeren, de hier onder gespecificeerde afschrijving, te weeten.’


1626 Cannen Aracq op 16262 Cannen, die onder dato deezes restant verblijven à 10 prC:to
34978: d:o Caabse Wijn, op 349780 1/2 Cannen, dewelke onder dato deezes restant verblijven à 10 prC:to
2687 1/2 d:o Caabse Brandewijn op 26877 1/2 Cannen die onder dato deezes meede restant verblijven à 10 prC:to
52: d:o Wijn-Tint, op 529 Cannen, dewelke onder dato deezes ingelijks restant verblijven à 10 prC:to

1626 Cannen Aracq op 16262 Cannen, die onder dato deezes restant verblijven à 10 prC:to
34978: d:o Caabse Wijn, op 349780 1/2 Cannen, dewelke onder dato deezes restant verblijven à 10 prC:to
2687 1/2 d:o Caabse Brandewijn op 26877 1/2 Cannen die onder dato deezes meede restant verblijven à 10 prC:to
52: d:o Wijn-Tint, op 529 Cannen, dewelke onder dato deezes ingelijks restant verblijven à 10 prC:to

’/:onderstond:/’

‘In’t Casteel de Goede Hoop Ult:mo Aug:s 1780 /:was geteekend:/’

‘J: J: Le Suëur’

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim Van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India mitsgad:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren!’

‘Den Ondergeteekende Pakhuijsmeester verzoekt zeer Eerbiedig, dat aan hem mag werden toegestaan, d’ Ordinaire afschrijving op de ondertenoemene Goederen, geduurende dit Boekjaar onvermijdelijk gevallen, bestaande in’t volgende, als.’


Cramerijen.
12 1/2: lb: Alluijn, als
  6 1/4 lb op 208 1/8: lb over't Jaar geleegen hebbende à 3 prC:to
  6 1/4: d:o d:o 316: d:o binnen 't Jaar aangebragt d:o 2: d:o
21 7/8 lb Lijm op 438 lb } à 5 prC:to
13: d:o Stijfsel d:o 262 d:o
Loot.
15 5/8: lb plat op 12552 lb à 1/8
Coper
7 1/8 lb gesort:d op 5736 1/2 lb à 1/8 lb
Ijzer.
3783 lb gesort:d als
  3653 lb op 243523 lb over 't Jaar geleegen hebbende à 1 1/2 prC:to
  130 d:o d:o 13083 d:o binnen 't Jaar aangebragt d:o 1: d:o
StaaL.
39 lb op 2639 lb over't Jaar geleegen hebbende à 1 1/2 prC:to
Spijkers.
417: lb gesort: Ijzere op 27811 lb d:o d:o d:o 1 1/2 d:o
Verwen.
1 1/2: lb fijne op 54 lb } à 3 prC:to
98: d:o gesort: grove op 3269 d:o
Specerijen
1 3/4 lb Nooten op 180 1/8 lb } à 1 prC:to
1 3/8 d:o Nagelen d:o 137 5/8: d:o
2 1/8 d:o Foulij d:o 219 7/8
1 3/8 d:o Canneel d:o 143 3/8 d:o

Cramerijen.
12 1/2: lb: Alluijn, als
  6 1/4 lb op 208 1/8: lb over't Jaar geleegen hebbende à 3 prC:to
  6 1/4: d:o d:o 316: d:o binnen 't Jaar aangebragt d:o 2: d:o
21 7/8 lb Lijm op 438 lb } à 5 prC:to
13: d:o Stijfsel d:o 262 d:o
Loot.
15 5/8: lb plat op 12552 lb à 1/8
Coper
7 1/8 lb gesort:d op 5736 1/2 lb à 1/8 lb
Ijzer.
3783 lb gesort:d als
  3653 lb op 243523 lb over 't Jaar geleegen hebbende à 1 1/2 prC:to
  130 d:o d:o 13083 d:o binnen 't Jaar aangebragt d:o 1: d:o
StaaL.
39 lb op 2639 lb over't Jaar geleegen hebbende à 1 1/2 prC:to
Spijkers.
417: lb gesort: Ijzere op 27811 lb d:o d:o d:o 1 1/2 d:o
Verwen.
1 1/2: lb fijne op 54 lb } à 3 prC:to
98: d:o gesort: grove op 3269 d:o
Specerijen
1 3/4 lb Nooten op 180 1/8 lb } à 1 prC:to
1 3/8 d:o Nagelen d:o 137 5/8: d:o
2 1/8 d:o Foulij d:o 219 7/8
1 3/8 d:o Canneel d:o 143 3/8 d:o

’/:onderstond:/’

‘In’t CasteeL de Goede Hoop Ult:mo Augustus 1780. /:was geteekend:/’

‘P: L: Le Suëur.’

Is daarop beslooten, dat de daarbij aangehaalde minderheeden, als niet excedeerende, bij de voorzeijde Negotie-Boeken Zullen werden afgeschreeven.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 158, pp. 399-417.

Woensdag den {17801227} 27: Decbr: 1780.

‘S voormiddags alle præsent, behalven d’ E: Equipagiemeester Damien Hugo Staring, mits indispositie.

Den door Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch voor de Commandanten en Veld-Wagtmeesters in de wijdst geleegene Districten geformeerde Instructie, heeden wederom ter Tafel gebragt Zijnde, Zoo is, gemerkt de zelve allesints naar d’ intentie deezes Raads komt te quadreeren, verstaan, gemelde Instructie in dier voegen aan gemelde Commandanten en Wagtmeesters t’ haarer narigt en observantie te doen afgeeven.

Wijders wierd door den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers en den E: Coopman en Keldermeester M:r Jacobus Johannes Le Suëur te kennen gegeeven, dat haar E: E:s in conformiteijt van het besluijt ter jongster Vergadering Sub 16:de deeser genomen, neevens de fungeerende Burgerraaden hebbende gevaceerd, tot het quotiseeren van alle de geene Zoo wel ‘S Comp:s Dienaaren als Burgeren, die nog nimmer hadden gecontribueerd, ten dien opzigte geen, of immers geen naamwaardige verandering omtrent de belasting der Burgers had behoevene te werden gemaakt; en betreffende ‘S E: Comp:s Dienaaren en derselver Weeduwen, dat dezelve indiervoegen waaren getaxeerd, als op eene daarvan geformeerde en thans overgelegde Lijst was bekend gesteld, waarop goedgedagt is, dezelve Quotisatie t’ approbeeren, en mitsdien Burgerraaden te qualificeeren, om dezelve volgens voorsz Lijst, van meermelde S E: Comp:s Dienaaren en derselver Weeduwen, te doen invorderen, als meede om de Quotisatie penn:gen der Burgers en verdere Ingezeetenen, dewelke nog niet mogten ontfangen zijn, insgelijx te doen ophaalen: Terwijl voorts de Jaarlijkse belasting Zoo wel van ‘S Comp:s Dienaaren als de Burgers en verdere Ingezeetenen, mitsg:s derselver resp:ve Weed:wes, indier voegen zal moeten geschieden, als aan het eijnde van’t voorsz: besluijt van den 16: deezer is vastgesteld.

Vervolgens zijn door den Heere Gouverneur ter Vergaderinge overgelegd twee Missives, d’ eene met het Fransch Konings Snaauw Scheepje la Mouche , door den Gouverneur en Intendant van het Eijland Mauritius , en de andere door den Gouverneur en Raad wegens d’ Engelsse Oost Indische Comp:ie te Madrass met het konings Freguat The Nymph aan zijn Edele geschreeven; welke beijde Missives aldus waaren luijdende.

Au Port Louis Isle de France le 21: 8bre 1780

‘Monsieur’

‘D’ après l’ avis que nous avons recu de la mort de M: de Montigny, agent de la Nation Francoise au Cap de bonne Esperance, nous nous Sommes déterminés à choisir le S:r Louis Monneron pour exercer cette charge et en remplir les fonctions importantes. La bonne harmonie qui regne entre la Couronne de France et les Etats Genereaux de Hollande, nous donnent lieu de nous flatter que vous voudrez bien agré er La Residence Au Cap, et auredites le Caractère d’ Agent que nous lui avons donnés provisoirement, nous vous en prions avec instance Monsieur, ain si que de vouloir bien obtenir de M: M:rs les membres de la Regence, recommandation en sa faveur.’

‘Nous avons attribués au S:r Monneron les mêmes pouvoir que ceux accordés par la Cour à M:r de Montigny, C’estadire qu’il est autorisé de notre part à donner Ses traites Sur les Tresoriers Généreaux de la Marine pour acquiter les dépenses que les Circonstances occasioneront dans le lieu de votre Gouvrenement, tant pour les besoins des Escadres ou V:aux du Roi, que pour ceux dont nous pourrons lui faire la demande pour le Service de nos Colonies.’

‘Nous avons déja eu occasion Monsieur de prévenir le Ministre de France de cet arrangement, ainsi des motifs qui y ont donné lieu, et nous aurons l’ honneur de voús faire parvenir les lettres de recommandation qu ‘il aura obtenues des Etats Genereaux et de l’ honnorable Comp:ie de Hollande, en faveur du S:r Monneron.’

‘Nous avons l’ honneur d’ etre avec la plus haute consideration’

’/:onderstond:/’

‘Monsieur. Votre Très humbles et très Obeissants Serviteurs /:was geteekend:/ Le Chev:e de Souillac, Taucaule’

To the Honble Baron van Platenburgh Governor for the Netherlandish East India Company &:a &:a &:a

‘Cape of Good Hope.’

‘Sir!’

‘Having judged it expedient to send an English Gentleman M:r Richard Lewin, to remain with your permission at the Cape of Good Hope, we request that you will do us the favor to receive him in the Character of Resident in behalf of the English and pay attention to Such representations as he may have occasion to make to you in that Character.’

‘We have the honor te be’

’/:onderstond:/’

‘Honble Sir, Your most obedient humble Servants. /:was geteekend:/ John Whitechill, Charles Smith Hector Munro, Sam: Johnson /:in margine:/ Fort S:t George 16:th October 1780.’

Naar Lecture welker Brieven welgem: Heere Gouverneur geliefde te communiceeren dat zijn Edele aan de daarin vermelde Heeren Monneron en Lewin had te kennen gegeeven, dat aangezien de Regeering alhier ten haaren opzigte geen ordres ofte aanschrijvens van onse Hoog Gebiedende Heeren Meesteren in’t Vaderland, had bekomen, Zij overSulx in de haar geadscribeerde qualiteijten alhier niet konden werden geadmitteerd, waarmeede de gezamentlijke Leeden des Raads eenparig hebben betuijgd, zig ten vollen te conformeeren.

Waarna geleesen zijnde de volgende Brief door den Heer Edward Hughes, Schout bij Nagt van zijn Groot Brittannische Majesteijts thans in India zijnde Esquader, aan deezen Raade gerigt, in antwoord van ‘t geene aan zijn Edele p:r Missive van den 10 Jann:ij deeses Jaars is geschreeven, nopens de hostiliteijten Zo door het dikwerfgem: Freguat the Nymph , als het Engelsch Comp:s Schip The Ceres , aan het voorwaardsgemelde Scheepje La Mouche gepleegd.

Sir and Gentlemen.

‘I have received by the way of Negapatnam the Letter you did me the honor to write me under date the 16 th January of this Year, containing an account of the verbal Process which Mons:r Louis de Bourbon Master of the French Merchant Ship la Mouche had delivered to you, signed by himself and his Officers.’

‘The first Article of Mons:r de Bourbons Process is told You, with great truth, for his Majesty’s sloop The Nymph , which was stationed to look out to the Northward, did chase the French Vessel la Mouche on the morning of the 1:st of November last, when She was in the offing, and at a distance from Table Bay ; but So Soon as I perceived the said Sloop fired at The Mouche , within what I thought the bounds of Neutrality, I made her Signal to leave of Chase, which was immediately obeyed.’

‘The 2:nd Article of M:r D: Bourbon’s was as he represents, but I wish you to believe Sir & Gentlemen, that the unprovoked fire from the India Company Schip Ceres on the Mouche , gave me the truest concern, as well as the greatest contempt for the Ignorance of the Officer of that Ship, who perpetrated or even Suffered so mean and unjustifiabel an act, but the Nature of our Naval Service is such, that it was perfectly out of my power to punish this Act, for the Ships of British Merchants, sailing under the Convoy of Ships of War, are not bound or amenable to the Naval Articles of War, the Commanding Officer of a British Squadron can only complain to the board of Admirality of their misconduct on any occasion; had the Shot fired from the India Company’s Ship Ceres killed any of the people on board the Mouche , the Perpatrators would have been Surrendered up to legal Justice; but as happily they did no damage all I can do is to complain accordingly’

‘It makes me extreamly happy that You express Your selves fully convinced, that I had no intention to shew any disrespect to the Flag of their High Mightnesses Your Souvereigns, for during my stay of the Cape of Good Hope, I have ever pay’d the highest attention of the Rights of Their high Mightynesses; but realy cannot conceive what reparation the Master of the Mouche can reasonably expect from me, as nothing unusuall has happened to him except the Shot fired form the Ceres , which I have already said, is out of my power to resent, as the Ceres is a Marchant Ship the property of British Subjects trading to the East Indies, and M:r Raymond Snow the Commander of her, sailed under the Orders of the Court of Directors of the Englsh East India Company. I have the honor to be with great reguard.’

’/:onderstond:/’

‘Sir & Gentlemen! Your most Obedient humble Servant. /:was geteekend:/ Edw:d Hughes. /:in margine:/ Superb, off Negapatnam the 2:nd September 1780.’

Van’t welke verstaan is, aan hoogstgem: Heeren Meesteren, onder overzending van Copia der voorsz: Missive pligt Schuldig kennisse te geeven.

Ook zijn op heeden gerevideerd de Negotie- en Soldij-Boeken deeses Gouvernements van’t gepasseerde Boekjaar met ende beneevens de Rapporten der tot derselver Examinatie gesteld geweest zijnde Leeden deezes Raads, d’ E: E:s Adriaan van Schoor en M:r Jacobus Johannes Le Suëur, uijt dewelke is komen te blijken, dat in gemelde Negotie-Boeken, niet alleen alle Posten van Ongelden en andere afschrijvingen, met de dieswegens verleende ordonnantiën accordeeren, maar dat ook buijten des geene afschrijvingen zijn gedaan geworden, gelijk meede dat de Soldij-Boeken navolgens d’ ordre der E: Comp:ie, gehouden, d’ afbetalingen van de Dienaaren naar behooren uijtgereijkt, mistgaders de belastingen daarvan bij de Negotie-Boeken indiervoegen afgeshreeven zijn, als bij het Rapport van dien, Speceficq is aangetoond: en laatstelijk dat de Boedel-Reekening van ‘S E Comp:s afgestorvene Dienaaren, welkers Nalatenschappen, door den Soldij Boekhouder als Curator Adlites geadminstreerd en verkogt zijn, meede na behooren onderzogt weezende, bevonden is, dat de inschrijving en bereekening daarbij na den Indiaschen Standpenning alhier is gedaan, en dat de Vendu-Boeken met de Origineele Memoriën der gehoudene Vendutiën, en deezen wederom met de Inventarissen komen t’ accordeeren; voorts, dat de Dood-Reekeningen der overleedene Perzoonen, voor het zuijver provenue hunner Nalatenschappen met vermindering van 6 17/18 prC:to voor Wissel-Verlies, ingevolge het g’ Eerd aanschrijvens van Haar Wel Edele Hoog Agtb:s de Heeren Majores in’t Patria de dato 3 April 1778:, een ijder voor desselfs aandeel gecrediteerd geworden zijnde, dat bedragen wijders, ter Somma van Ducatons 400: 24 Stv:s ofte ƒ1441:4:- neevens nog Ducatons 29:66 Stv:s ofte ƒ107:14:-, wegens het voorsz: Wissel-Verlies, door geciteerden Curator Adlites onder Ult:mo Augustus laatstleeden, in ‘S E: Comp:s Cassa alhier geteld, en daarvan bij de Negotie-Boeken, behoorlijk verantwoordinge is gedaan; invoegen omtrent het een en ander conform de geordonneerde en geampliceerde Ordres van Haar Wel Edele Groot Agtb:s de Heeren der Hoge Indiasche Regeering is gehandeld geworden; weshalven verstaan is, dat de meermelde Negotie- en Soldij-Boeken volgens usantie, Zo naar’t Vaderland, als naar Batavia en de bovengementioneerde Rapporten nopens d’ examinatie derselve, bovensdien aan welgemelde Heeren der Hooge Indiasche Regeering zullen werden gesuppediteerd.

ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] W: C: Boers

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur