C159 v1.20
C. 159, pp. 2-67.¶
Marginaliën d’ A: o 1781.
den 9: Jann:ij
Ontfangst eener Missive van den Heer Schout bij Nagt Edward Hughes
dewelke in Copia aan de Heeren Majores zal werden gesuppediteerd.
Verleende permissie aan eenige Perzoonen om onder Zeekere bepalingen hier aan Strand Tenten te mogen opslaan en houden.
geaccordeerde aan den Raad van Justitie Ceva, om met Stilstand van gagie tot nadere Scheepsgeleegendheijd hier over te blijven.
zijnde aan de Caabse Colonie tot het opregten eener nieuwe Coorn Wind-Molen, een Stuk Lands in Eijgendom verleend
den 17 Januarij
Lecture van het geagt aanschrijvens der Hooge Indiasche Regeering de dato 30 Octob:r des voorl: Jaars.
Zullende de voor Bengalen uijtkomende Scheepen voortaan conform dat aan schrijvens gedepecheerd
en het geordonneerde, hoedanig het getal der gevorderde Packen bij d’ Eijsschen bekend te stellen, behoorlijk opgevolgd
als meede sulx maar eenigsints kunnende geschieden, een Schip of Vaartuijg ter afhaling van Provisien naar Batavia gezonden.
en haar Hoog Edelens Eerbiedigst werden bedankt, voor de genomene maatregulen, om ons van de nog ontbreekende Houtwerken te voorzien.
terwijl het aangeschreevene nopens den hier zijnden Stads Doctor Maas en den Scheepen Swanevelder behoorlijk agtervolgd.
en de op dit Gouvernement getrokkene Wissels voldaan.
mitsgad:s omtrent de gesequestreerd geweest zijnde penn:gen van den Coopman Douglas conform het geordonneerde zal werden gehandeld
aanstellinge van Twee Brandmeesters in den Dorpe van Stellenbosch .
den 23 Jann:ij
Ontfangst der Circulaire Missive van Batavia, nopens het overlijden van Sijn Hoog Edelheijd de Klerk, en de verkiesing van den Edelen Heer Alting, als Gouverneur Generaal
Zijnde den Eed van trouwe en obedientie aan Zijn Hoog Edelheijd, door den Edelen Heere Gouverneur en resp:ve RaadsLeeden afgelegd.
en de publicque voorstelling op den 20 febr:ij aanstaande, bepaald.
waarvan de resp:ve Collegiën mitsgaders Gequalificeerdens, Zoo p:r Missives als door den Bode zullen werden verwittigd.
Op wat wijze die voorstelling op Stellenbosch en Swellendam zal moeten geschieden
Mits het overlijden van den Schipper op’t retour Schip ‘t Loo , het Commando aan dies Opperstuurman als Gezaghebber opgedragen weezende.
Zijn wijders op dien Bodem nog eenige advancementen gedaan.
Verzoek van M:rs Lewin en Topping om passagie p:r den voorzijlder ter overbreging eeniger depeches naar Europa .
het welk om de bezijdengenoemde Consideratiën en onder Zeekere Conditiën geaccordeerd zijnde.
is aan den Capitain van’t Fransch Scheepje le Languedocq gepermitteerd, het selve p:r publicque Vendutie ter Sloopinge te doen verkopen.
reedenen waarom den uijtvoer van Talk Zo lang d’ E: Comp:ie van het benodigde niet zal weesen voorsien, zal werden verboden.
resumptie van de reecq:gen der hier te lande Zijnde Vijf Kerken.
dewelke in Copia naar’t Vaderland Zullen werden overgezonden
ingediend Request door de resp:ve gereformeerde en Luthersche Kerkenraaden.
Zijnde de daarbij voorgedragene Schikking omtrent de alimentatie der Armen uijt Wederzijdse Gemeentens geapprobeerd.
den 30 ste Jann:ij
de aanstellinge in den Burger Krijgsraad van Dirk Beukes tot Corporaal goedgekeurd.
dog die van Hendrik Hermanus Bos tot Sergeant, om nevensgemelde reedenen gedisapprobeerd.
verleende qualificatie aan Landdrost en Heemraaden tot Swellendam om nog Rd:s 1000: voor reecq: der Colonie te negotieeren.
aan den Burger Daniel Rossouw gepermitteerd zijnde naar’t Vaderland te vertrecken.
is voorts aan de Weed:we Eksteen geaccordeerd haaren klijn Zoon derwaards over te Zenden.
en aan Johanna Arendse om een Slavinne in vrijdom te stellen.
den 6: Febr:ij
den Predikant Christiaan Fleck als derden permanenten Leeraar bij deeze Caabse Kerk geplaatst
Het Request van den burger Craus om School te mogen houden, te stellen in handen van E: E: Scholarchen
Zijnde aan den Predikant Bode toegestaan Zijn Zoontje naar Nederland over te zenden.
Verzoek van den Burger Daniël Verwij, om derwaards te vertrekken,
het geen aan denselven, mits zijn Huijsvrouw meede neemende, geaccordeerd zijnde,
Is aan d’ Executeurs des Testaments van wijlen den Schipper van der Sloot gepermitteerd desselfs Lijf Eijgen in vrijdom te stellen.
Ceremonieel der voorstelling van den Hoog Edelen Heere Willem Arnold Alting als Gouverneur Generaal van Neederlands India
naar Lecture van zeeker Request des Raads van Justitie alhier
is deselve Raad gequalificeerd, om de nodige Procureurs voor derselver Regtbank t’ admitteeren.
den 20 febr:ij
en de geformeerde Instructie voor deselve geapprobeerd.
Welke verdere Ordres dienaangaande nog Zullen werden gesteld.
resumptie van de reecq der weesgelden onder ult:o decbr: pass:o
Verleende permissie aan den Heer raad van Justitie Ceva.
en den Doctor Maas, om p:r het Schip de Dolphijn naar Batavia te vertrecken
mitsgad:s aan den E: Coopman de Vries om een Slaven Jongen naar Nederland meede te neemen.
en aan de Burgers Visser en Koch, omme te mogen repatrieeren.
gepræsenteerd Request door den Burger Hendrik Hermanus Bos, waarbij versoekt naar’t vaderland te mogen vertrekken.
wat hierop door den Heer Fiscaal Boers gedeclareerd.
en dierhalven op’t ged:e Request is geappostilleerd.
op het dieswegens gedaan verzoek door den Engelssen Major Webber
is aan denselven p:r ‘t retour Schip Popkensburg passagie naar Europa geaccordeerd.
en toegestaan twee Bediendens met Zig meede te neemen.
verleende permissie aan den Boekhouder Storm om ter obtenue van de qualiteijt en gagie als ondercoopman aan de Heeren Seeventhienen request te mogen præsenteeren.
Zeeker request door door eenige Leedemaaten der Drakensteijnsche Gemeijnte gepræsenteerd.
Zal, vermits daarinne voorkomen diversse lesive en injurieuse uijtdrukkingen tegens den Predikant van der Spuij, ter politicque Secretarije werden geseponeerd.
en dewijl de Scheuring en oneenigheeden onder die gemeijnte meer en meer komen toe te neemen.
Zullen d’ Eerw: Predikanten der andere nevensgemelde vier Kerken werden gequalificeerd met opged:e D:s van der Spuij te confereeren.
en vervolgens moeten dienen van berigt of en door welke middelen deselve Zullen kunnen werden uijt den weg geruijmd.
dan Sulx niet doenlijk zijnde, een Schikking te beraamen, ten eijnde aan de nog ongedoopte kinderen, bij die gemeijnte dit H: Bond Zegul werde toebediend.
Uijtgave van een Stuk Lands in Eijgendom aan den Burger Jozephus Anthonius Bekker.
de nevensgemelde quantiteijt bedorven Bussekruijt ter vermalinge naar Batavia te zenden.
verleende permissie aan Zeekeren M:r Jozeph Cator.
en den oud Scheepen van de Polder om ijder een Slaven Jonge naar Nederland meede te neemen.
den 9 Maart
wegens de te doene Schouwing der Straaten en wegen, zal bij Billiëtten præadvertentie werden gedaan.
den 13 Maart.
naar Lecture eener missive van den franssen Gouverneur de Heer de Souillac
is goedgevonden de verzogte passagie naar Nederland voor den daarin vermelden Heer de Tronjoly, aan denselven t’ accordeeren.
Op voordragte van Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch
Zijn omtrent de Bastaard Hottentotten bij d’ Ingezeetenen ten platten Lande woonagtig de nevensgem:de Ordres gesteld.
aanstelling van Johan Michaël Seijd tot opperChirurgijn in de Baaij Fals
den Burger Crause door E: E: Scholarchen g’examineerd zijnde, is aan denselven het School houden gepermitteerd
den 20 Maart
Op het dieswegens gepræsenteerd Request door den Eerw: Predikant Petrus van der Spuij.
is denzelven behoudens volle gagie van het Predik ampt ontslagen
Sullende het behoud Zijner Emolumenten aan de Heeren Majores eerbiedigst werden voorgedragen.
en den Predikdienst aan Drakensteijn , door de bezijdengem: Predikanten beurtelings om de Vier Weeken waargenomen.
mitsg:s den Kerkenraad aldaar, werden aangeschreeven, op de Predikants Wooning etc: goede toezigt te houden
Verzoek van Stellenbosche Kerkenrade tot het doen eener Collecte.
om welke reedenen daarinne niet heeft kunnen werden gecondescendeerd.
overgeleeverd Request door den Burger Willem Esterhuijsen.
het welk is gesteld in handen van Landdrost en Heemraaden aan Stellenbosch om daarop te dienen van berigt.
Memorie nopens de te kort en bedurven bevondene goederen op de Lading van ‘t provisie Schip de Dolphijn met de verantwoording van den Schipper dier kiel.
hoedanig daarop is gedisponeerd.
voor hoeveel de Soldij reecq: der overheeden belast,
en daar entegen ten goede zal werden gebragt.
welke marginale aanteekening op het ingediend Rapport nopens de dagelijxe verrigtingen in’t lossen en weder beladen van opgemelden Bodem te stellen.
renovatie van het Billiet houdende interdictie, om eenig Vee op de verbodene pleijnen en plaatsen alhier te laten loopen.
bij het welk meede zal werden g’interdiceerd, om met Wagens of Karren, om of over de Pompen op het pleijn te rijden
nogte eenig Linnen aldaar uijt te Waschen ofte Spoelen.
aanstellinge van den Adsistent en Landmeeter Pieter Cloete tot Extra ordinair Ingenieur.
den 31 Maart.
Ontfangst eener Missive van den Heer van Berkenrode Ambassadeur wegens onsen Staat aan’t Hof van Vrankrijk .
Wat ten dien belange door den Edelen Heere Gouverneur aan de resp:ve Raadsleeden voorgehouden en daarop door deselven gezamentlijk is verzeekerd geworden
Zullende het Freguat de Herstelder met die ontfangene tijdinge naar Batavia afgezonden.
en de Heeren der Hooge Indiasche Regeering om eenig ontset van Bussekruijt werden verzogt.
gelijk meede over Mauritius een Missive aan ‘S Comp:s Ministers te Ceijlon g’ expedieerd.
en den Heere Franssen Gouverneur zal werden verzogt, dezelve Zo ras doenlijk derwaards af te zenden.
terwijl een detachement van 150 Mannen uijt de Stellenbosche Landmilitie, ten Spoedigsten herwaards, zal moeten werden gecommandeerd.
den 2: April
beraamde middelen mits den præsenten Oorlog met Engeland .
de Bezettelingen en Bandieten ten Robben Eijlande , Zullen herwaards opkomen
en het Vee aldaar zijnde, meede moeten werden opgebragt.
Van de Bezettelingen Zullen een Corporaal en Twee gemeenen op’t Eijland gelaaten.
en door deselve bij verschijninge des Vijands aldaar, het Canon vernageld en de Gebouwen in brand werden gestooken.
hoedanig met de aldaar geconfineerde Europeese Ballingen Zal werden gehandeld.
Welke Ordres aan den Landdrost tot Stellenbosch mitsg:s de Posthouders in de Baaij fals en Saldanhabaaij zullen werden gegeeven.
het maandelijx Pas- of Servies-geld der Militairen uijt dit Guarnisoen, om de bezijdengemelde reedenen, tegenwoordig niet meer opgebragt.
dog het selve teffens bij voorsz: Militairen niet wel kunnende werden ontbeerd.
Zal het montant van dien, door het Hoofd van de Militie, moeten afgegeeven, en als dan daarop nader besluijt werden genomen.
Verschijninge alhier van’t Engelsch Snaauw Scheepje the Betsey .
het welk door de Franssen overmeesterd.
dog op gedaane reclame aand’ E Comp:ie afgestaan zijnde.
ten eersten met de tijding van den ontstaanen Oorlog naar Ceijlon zal werden afgezonden.
Zijnde daarop tot Schipper aangestelde den Perzoon van Francois du Miny
en het ged:e Scheepje, de Postillon hernaamd
Terwijl de Ministers te Ceijlon Zullen werden verzogt, het selve ten Spoedigsten weder herwaards te rug te zenden.
deliberatie over de middelen tot Securiteijt van ‘S Comp:s aanweezende RetourScheepen en dies kostbaare Ladingen.
Zullende dezelve van haar Ladingen en Zeijlen ontlost, en naar de Saldanhabaaij werden afgezonden.
hoedanig tot beveijliging dier kielen aldaar met dezelve zal moeten werden gehandeld.
de resp:ve Comp:gnie burger Militie met nog eenige meerdere Officieren hebbende moeten werden versterkt.
Zijn de neevensgemelde PerZoonen daartoe aangesteld.
Verzoek der Capitains van de Comp:nien de reserve en Invalides, om hunne bedieningen met elkanderen te verwizzelen.
met voordragte van nog eenige Officieren bij ged:e Compagniën.
die daartoe aangesteld zijnde
is het verzoek dier Twee Capitains meede geaccordeerd.
alle Bastaarden- andere- Hottentotten met Schietgeweer kunnende omgaan, Zullen meede tot defentie deezer Plaats gebruijkt.
en aan d’ Ingezeetenen ten Platten Lande bij affixie van Billiëtten werden gelast, deselve herwaards op te Zenden.
gelijk meede, om zoo veel vooraad van Biscuijt als doenlijk in gereedheijd te brengen.
en de quantiteijt daarvan aan de Heer Fiscaal en de resp:ve Landdrosten op te geeven.
in deeze criticque tijds gesteldheijd dagelijks eenige pressante Zaaken van gewigt staande voorte Vallen.
Zal door den Edelen Heere Gouverneur daarop de facto die nodige ordres gesteld, en vervolgens aan deezen Rade kennisse werden gegeeven.
ingediende Memorie door den Heer Hoofd Administrateur.
en besluijt daarop.
Overgeleeverde reecq wegens de verkogte Zeeguls.
dies bedragen in ‘S E: Comp:s Cassa te laten overbrengen.
den 4 April
Het Battaillon Militairen alhier tot 400 Mannen onder het geweer gecompleteerd weezende.
Zijn bij het selve de neevensgemelde Officieren aangesteld.
Zullende nopens de toegevoegde gagie aan den Cap:n von Heijden de Speciale approbatie der Heeren Majores werden verzogt.
den 10 April
genomen besluijt om uijt het Schip de Diamant eenig loot en buskruijt
mitsg:s nog eenige andere hierneevensgem:de Articulen te doen ligten.
gestelde prijzen op het Leevend en geslagt Vee, het welk door de gecontracteerde Slagters, voor het Corps Hottentotten zal werden geleeverd.
mits de jegenswoordige Schaarsheijd en duurte der Leevensmiddelen
zijn de gemeene Soldaaten, Arthilleristen en Corporaals, invoegen als bezijdengemeld in bezolding verhoogd.
Welke Schickingen omtrent derzelver gagiën en verbanden zijn gemaakt
en op wat wijze haare resp:ve Soldijen maandelijx Zullen werden uijtgereijkt.
eenige hier Zijnde Engelsse Passagiers hun verblijft op ‘S Comp:s Post het Vissershok te doen houden, al
alwaar den Capitain en verdere Officieren van het veroverd Snaauw Scheepje the Betseij meede geplaatst.
dog de gemeenen op de aanweezende Retour Scheepen Zullen werden verdeeld.
Overgelegd Request van den geweesen Stellenboschen Cornet Bleumer
het welke aan den Raad van Justitie ter onderZoek zal werden in handen gesteld.
reedenen waarom de huwelijx proclamatiën van verre landwaards in wonende perzoonen, geduurende deesen Sorgelijken tijd, maar alleen in de Kerk hier ter Hoofdplaatse Zullen werden afgekondigd.
den opgaaf der Burger Effecten in deese tijds omstandigheeden, meede niet wel kunnende plaats hebben.
Zal de betalinge van het gewoone Schaapen en Beesten-geld etc: na den opgaaf in den voorl: Jaare moeten geschieden
Het dobbelen en grof Speelen zal bij renovatie op ‘t Scherpste bij Placcaat werden verboden.
Lecture van het vertoog des Raads van Justitie jegens den Perzoon van Christoffel Bartholomeus Tafel.
die een maand te water en brood gezeeten, vervolgens als Soldaat van hier zal werden verzonden.
aanstellinge van den Burger Lehman tot Brandmeester.
den 20: April
besluijt om het Bengaals Schip de Mercuur naar Batavia te laten vertrecken.
en het Ceijlon’s Schip de Held Wolthemade tot p:mo Julij aanstaande, in de Saldanhabaaij te doen vertoeven.
van waar het selve als dan direct de reijze naar Ceijlon zal voortzetten.
omme aan de Heeren Majores eenige berigten, nopens den Staat der Zaaken alhier, te doen toekomen.
Zal men den Super Carga Karnebeek ter overbrenging dier advisen, met het nevensgem:de Deensch Schip naar Europa laten vertrecken.
en denselven werden gelast van den jegenwoordigen toestand deezer Plaatse, mondeling berigt te doen.
Terwijl aan ged:e Karnebeek ook het hier bezijdengemelde Casje met Papieren Zal werden meede gegeeven.
met ordre dat niets van het een of ander in ‘S Vijands handen kome te geraaken.
den Heer Gouverneur communiceerd in rade het voorgevallene alhier, met het Keijzerlijk Schip de Groot Hertog van Toscanen .
het welk verdagt gehouden werd, onder Valsche Vlagge te vaaren, en voor reecq: der Engelschen te zijn beladen.
wat nopens het selve tusschen welgemelden Heere Gouverneur en den Franssen Capit:n Mons:r Coudrai is voorgevallen.
hebbende ged: Capit:n Coudray op zijn privé de Documenten van dat Schip g’examineer
en zig vervolgens van’t selve meester gemaakt.
wat naderhand bij arrivement alhier van den Franssen Commandant de Heer Maurville, tusschen denselven en den Heer Gouverneur is verhandeld.
declaratie van gedagte Commandant om het voorsz: Schip meede te voeren en voor goede prijs te doen verklaaren.
waartegens den Heere Gouverneur in geschrifte heeft geprotesteerd.
dog ged:e Commandant des ongeagt, bij zijn voorneemen Zijnde blijven persisteeren.
heeft welgemelden Heere Gouverneur een gelijke Protestatie aan den Franssen Gouverneur Generaal te Mauritius laten afgaan.
en alle de over en weder gewisselde Brieven en verdere Papieren tot die Zaak betrekkelijk ter politicque Secretarije doen Seponeeren.
gedaane vrage en declaratie van den Heer Independent Fiscaal Boers op dat Sujet.
Schriftelijk advis door den E: Coopman Le Suëur, ten belange dier Zaak ingeleeverd.
en wat dienaangaande, door den E: Equipagiemeester Staring is betuijgd geworden.
Terwijl overige E: E: Raads Leeden in de gedaane protestatiën van den Heere Gouverneur hebben berust.
ingediend berigt en bijlagen des Raads van Justitie op’t Request van den geweesen Cornet Bleumer.
die ter obtenue van de bij hem verzogte gratie aan de Heeren der Hooge Indiasche Regeeringe gerenvoijeerd.
en intusschen als Subalterne Officier bij de Stellenbosche Land- Militie zal kunnen werden g’emploijeerd.
Schickingen des Krijgsraads aan Stellenbosch nopens de Manschappen meede tot het doen der maandelijxe Picquet Wagten te commandeeren geconformeerd zijnde.
Is het leggen van een klijne Picquet Wagt in Hottentots Holland .
en een detachement in’t Stellenbosche Dorp meede geapprobeerd.
den 27: April
het Servies of Pasgeld volgens opgave van d’ E Capit:n Gordon, maandelijx Rd:s 636 1/8 komende te bedragen
Zal dat montant geduurende den Jegenswoordigen Oorlog uijt ‘S Comp:s Cassa betaald.
en regulier alle maanden onder de Hoofd en Subalterne, mitsgad:s onder officieren en gemeene Soldaaten verdeeld.
mitsgad:s de gewoone Soldijen der onder Officieren en Soldaaten maandelijx aan dezelve werden afbetaald.
Schriftelijk verzoek en voordragte van den Chef der Arthillerie d’ E: Gilquin.
Op het welke besloten is het Corps d’ Arthillerie volgens dat voorstel augmenteeren
welke advancementen en aanstellingen daarbij zijn gedaan.
Terwijl aan het selve maandelijx rd:s 303: voor Laboreer of Servies geld is toegelegd
het welk uijt ‘S Comp:s Cassa betaald en invoegen als bezijden gemeld onder dit Corps zal werden verdeeld.
met het Schip de Dankbaarheijd , eenige Engelsse Passagiers van Bengalen hier gearriveerd weesende
is aan deselve gepermitteerd zig ergens ten Platten Lande te mogen begeeven
den 1 Maij.
de Justitieele Vergadering zal voortaan in de voltooijde nieuwe RaadZaal aan de Caab gehouden.
dog de Crimineele Sententiën van de puije ten deesen Casteele werden afgeleesen.
Zullende het Collegie van Commissarissen, meede in voorsz: Raad Camer vergaderen
en de nodige nieuwe Meubilen in ged:e Zaal ‘S Comp:s wegen werden ingekogt.
Overgelegd Request, uijt naam van eenige Drakensteijnse Ingezeetenen, houdende eenige beswaarnissen jegens den Stellenboschen Krijgsraad.
het welk in handen van den Landdrost en gemelde Krijgsraad zal werden gesteld
de verdere verwagt werdende RetourScheepen zullen naar de Houtbaaij gezonden
op de Westhoek aldaar een Batterije van 20 st: Canon werden aangelegd.
nevensgemelden Engelsschen Passagier meede aan’t Vissershok te plaatsen
den 3 Maij.
Ontfangene tijding met het Retour Schip Amsterdam , dat het selve op het Rif van Anguilha’s Vijf Engelsche Retour Scheepen heeft ontmoet
welke Swarigheeden zig opdoen, ingevalle dezelve de Baaij Fals mogten inloopen.
Waaromme den Posthouder aldaar zal werden gelast, bij verschijninge dier Scheepen dezelve wederom te doen vertrekken.
en ingevalle des ongeagt mogten tendeeren binnen te zeijlen en Volk aan Land te zetten, Sulx met geweld te beletten.
waartoe Vijftig Soldaaten uijt dit Guarnisoen, met derselver Officieren naar ged:e Baaij Zullen werden gedetacheerd
Zullende den Capitain van’t neevensgem:de ginder leggend Deensch Schip werden gelast, geen de minste Communicatie met de de Engelschen te houden.
en den Hoeker de Zon , bij arrivement aldaar op strand moeten werden gehaald.
Terwijl den Heer Fiscaal Boers tot het doen uijtvoeren van alle disordres zig in perzoon naar meermelde Baaij zal begeeven.
den 15 Maij
Gepræsenteerd Request door den Coopman en geweesen Opperhoofd te Jaggernaikpoeram Pieter Baars
aan wien tot de betalinge der nevensgemelde Somma, onder behoorlijke Cautie, uijtstel is verleend.
ontslag van den Capitain bij de Comp:ie Burger Infanterie aan Stellenbosch Jozias de Kok.
en aanstellinge van een ander Capitain en Verdere Officieren bij die Comp:ie
Zijnde den Lieutenant bij de Tweede Comp:ie Cavallerie aldaar, meede ontslagen.
En een ander Lieutenant en Cornet aangesteld
den Boekhouder de Wet behoudens zijne Qualiteijt als Weesmeeter in Burger vrijdom gesteld zijnde
Zal denselven nog tot Ult:mo December deeses Jaars, ‘S Comp:s wegen bij ged:e Collegie blijven fungeeren.
aanstellinge van drie aanspreekers bij de Begravenissen.
uijtgaaf van een Stuk Erf aan den Landbouwer Jacobus Pienaar.
den 24: Maij
Verschijning in de Baaij fals van’t Fransch Konings Schip le Serapis .
Waarmeede ontfangen Zijnde, de tijdinge der geslotene alliantie tusschen de Kroon van Vrankrijk en onzen Staat.
en dat binnen korten een Fransch Esquadre met eenige Troupes tot dekking deeser Plaats herwaards stond gezonden te werden.
is den Heer Gouverneur, om het een en ander selve van den Capit:n van dat Schip te verneemen, in Perzoon naar de Baaij fals geweest.
Onverwagte komste alhier van den geweesen Fransse Agent de Heer Percheron
Missive door ‘S Konings Minister te Parijs de Heer Marquis de Castries aan den Heere Gouverneur gerigt,
staande den daarin vermelden Heer Intendant Chevreau heeden of morgen hier t’ arriveeren.
die onder zig heeft een Missive der Heeren Bewindhebberen onser Comp:ie
Zullende voor en al eer op de brief van de Heer de Castries eenige besluijt te neemen, de komste van opgemelde Heer Chevreau.
en den ontfangst der Missive van de Heeren Bewindhebberen, werden afgewagt.
op gedaane klagten door den Burger Lieutenant Bundig, wegens eenige beleedigingen hem door den Geheijm Schrijver Kirsten aangedaan.
is die Zaak gesteld in handen van den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers.
den 25: Maij
Arrivement in de Baaij Fals van het Fransch Freguat la Fine , waarop zig de Heer Intendant Chevreau komt te bevinden.
welke distinctie en honneurs aan zijn E: bij desselfs opkomst en verblijf alhier Zullen werden beweezen.
en Zal denselven ‘S Comp:s wegen werden gedefroijeerd.
den Edelen Heer Gouverneur produceerd eene Missive van den Heer Marquis de Castries.
Zullende alvoorens nopens den daarbij vermelden Heer Percheron iets te reegulen, de komste alhier van de Heer Chevreau werden afgewagt.
den 26 Maij.
Missive van d’Overheeden der in de Saldanhabaaij leggende Vijf Retour Scheepen
behelzende d’ inconveniënten die zig opdoen omtrent het opregten eener Batterije en het plaatsen der Scheepen navolgens Instructie.
alwaar omme van het opregten dier Batterije afgezien.
en het veijlig plaatsen der Scheepen aan gedagte Overheeden overgelaaten zijnde.
egter de ordre nopens het afslaan en bergen der Zeijlen etc: is gelaten in zijn geheel.
den 30: Maij.
Ontfangst eener Missive van d’ Edele Heeren Bewindhebberen ter præsidiale Camer Amsterdam
als meede eene van de Heer Calmette Haar Hooge Mog: Ambassadeur aan het Deensche Hof
neevens een Extract uijt het Register der Resolutiën hunner Hoog Mogende
Zullende bij de maatregulen ter defentie deezer plaats, gecontinueerd en alle verdere daartoe vereijschte middelen in’t werk gesteld werden
den Hoeker Catwijk aan Rhijn ter overbrenging van Tarwe etc: voor ‘S Konings reecq: naar Mauritius aan den Heer Intendant Chevreau bijgezet zijnde.
Zal ter volladinge van hetselve nog 800: à 1000: mudden Tarw uijt ‘S Comp:s Maguazijnen aan de Franschen werden verstrekt.
den 5: Junij
den Heere Gouverneur geeft te kennen de noodzaakelijkheijd, waarom in deesen tijd altoos een bequaam Militair Officier diende bij zig te hebben.
daartoe voordragende den hier verbleevenen Commandeur der Militairen Wijnbergen
en dat Zijn Edele van de Lijfwagt voor de resp:ve Gouverneurs geschikt zal dienen gebruijk te maken
aanstellinge van opged: Wijnbergen tot Vaandrig en Adjudant bij welgemelden Heere Gouverneur
Terwijl voor zijn Edele een Sergeant Corporaal en 12 Gemeenen tot een Lijfwagt te paard gehouden.
en voor dezelve de benodigde Paarden en daartoe behoorende monture Comp:s wegen ingekogt
mitsg:s aan die Manschappen, om bezijden vermelde reedenen, meer gagie als ordinair zal werden toegevoegd.
Zeekere Verklaring door d’ Officieren van het Deensch Schip de Ganges ter zaake als bezijden gemeld verleend, zal ter Politicque Secretarije werden geseponeerd
d’ acte van Cautie van den Coopman Baars g’ examineerd en geapprobeerd.
gepræsenteerd Request aan ‘S Comp:s gecontracteerde Slagters wegens het gebrek aan Slagtbaar rund Vee
Zullende de resp:ve Veld Commandanten bij de Ingezeetenen ten platten Lande moeten worden opgenomen, hoe veel zij daarvan leeveren kunnen.
en welke prijsen daarvoor Zullen werden bepaald.
wat dien aangaande verder aan voorsz Veld Commandanten en Corporaals zal werden gelast.
Uijtgave van een Stuk Lands in Eijgendom aan den Burger Francois Marais
den 6: Junij
Lecture eener Missive van den Super Carga en Capitain van’t in de Baaij fals leggend Deensch Schip de Princes Frederica
Zullende voor als nog in de daarbij verzogte visitatie der Documenten van dat Schip niet getreeden
en Sulx tot nader ordres aan den Capit:n van’t Fransch Freguat le Serapis meede niet werden toegelaten, te doen.
den 16: Junij
op het berigt van den Franssen Cap:n Roche, dat het nevensgem: Deensch Comp:s Schip voor reecq: der Engelschen Zoude weesen afgeladen.
zijn de Papieren van dat Schip bij eene daartoe expres belegde Commissie onderzogt
dewelke zig in de vereijschte ordre komende te bevinden.
Zal dien Bodem ingevalle eeniger vijandelijke onderneemingen der Franschen werden geprotecteerd.
den 28 Junij
het Leenen of uijtborgen van geld aan de hier zijnde Fransche gemeene Militairen bij affixie van Billietten t’ interdiceeren
reedenen, waarom d’ E: E:s van Schoor en Le Suëur zijn gecommitteerd, om neevens fungeerende en oud Burgerraaden te regulen de prijsen op alle Eetwaaren, geduurende deesen Oorlog.
Ontslag van den Lieutenant bij de Burger Dragonders aan Swellendam Christoffel Snijman.
Uijtgave van een Stuk Lands in Erfpagt aan den Landbouwer David Malan d’ oude
den 3 Julij
bij de jongste gedaane Zeijnen tot een generaal opontbod, veele der Ingezeetenen wel den meesten Spoed herwaartds opgekomen.
dog daarentegen ook niet wijnige derselve agtergebleeven weezende.
zijn dierhalven de deswegens bevoorens gestelde Ordres bij placcaat gerenoveerd en geamplieerd.
eene der aanweezende ligte Fransche Scheepen uijt het Esquadre van de Heer Suffren met depeches naar Europa staande te vertrekken.
Zullen met hetselve de nodige advisen van hier aan de Heeren Majores afgezonden.
en de Brieven aan den Hollandsen Consul te Cadix geaddresseerd.
mitsg:s tot dies overbrenging den Boekhouder Serrurier werden g’ emploijeerd.
voordragte van den Heer Gouverneur om het vertrek der neevensgemelde Twee Deensse Scheepen uijt de Baaij Fals te beletten
waarop aan den Capit:ns van hetselve zal werden verboden, Zonder Speciaal Consent deeser Regeering, niet van daar uijt te Zeijlen.
waaromtrent de nodige adsistentie van den Chef van’t Fransch Esquadre de Heer d Suffren verzogt.
en de voorsz: Deensche Capitains tot hunl: narigt, daarvan Zullen werden geprevenieerd.
ontslag van den Burger Lieutenant Michiel Casparus Eksteen.
en aanstelling van een ander Lieutenant en Vaandrig bij de Burgerije
den 4: Julij.
Lecture eener Missive van den Landdrost en Krijgsraad aan Swellendam
aanstelling van den daarbij voorgedragenen Perzoon van Daniël Willem Keune tot Veld Commandant aldaar.
Voor denwelken een behoorlijke Instructie geformeerd en deesen Rade ter approbatie zal moeten werden toegezonden.
Zijnde aan het gedagte Collegie overgelaten het neemen der vereijschte maatregulen tegens den inval der Caffers.
den 10: Julij
wegens de aanstaande verpagting Billietten t’ affigeeren.
ingediend Rapport van E: E: Gecommitt:s die tot het regulen der prijsen op de Eetwaaren etc: hebben gevaceerd.
bepalingen dier prijsen geduurende den jegenswoordigen Oorlog.
Zullende de meerdere of hogere prijsen daarvoor bij Placcaat werden verboden.
wanneer die voorsz: gestelde prijsen ingang zullen moeten neemen
berigt van den Landdrost en Stellenbosch Krijgsraad op de klagten van Sommige gecommandeerde Manschappen
dewelke bevonden zijnde onredelijk en van alle waarheijd ontbloot te weezen.
Zijn de daaromtrent gemaakte Schikkingen bij dat Collegie geapprobeerd
terwijl het onbehoorlijk gedoente dier klagers voor dit maal gepasseerd Zijnde
Zijl: egter in’t vervolg daarvoor wagten en de ordre van der Krijgsraad Zullen moeten opvolgen en nakomen.
reedenen waarom het kostgeld van het Volk op ‘S Comp:s Stal ende Werklieden op’t Ambagts Quartier verhoogd
en aan de Mattroosen op de Werf in steede van het maandelijx randzoen meede verhoging van kostgeld is toegelegd.
op het ingediend berigt van Landdrost en Heemraaden aan Stellenbosch en om de daarbij aangehaalde reedenen
Zal aan den Burger Willem Esterhuijsen van desselfs Plaats Onrust genaamd, een nieuwe Caart en Erfgrondbrief werden verleend.
ontfangst van het geagt aanschrijvens der Edele Heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam, behelzende de Oorlogs Declaratie der Engelssen jegens onze Republicq.
Zullende van al het geene tot defentie deezer plaats reets is in’t werk gesteld aan de Heeren Zeventhienen Kennisse gegeeven.
en de Brieven voor Batavia ontfangen, derwaards werden voort gezonden.
mits het gebrek aan Masthouten, Smeekoolen en pijpe duijgen zal daarvan een naderen Eijsch uijt Vaderland gedaan.
als meede de Heeren Majores om nog ƒ300‘000 aan Contanten werden verzogt.
den 23: Julij
bekomene tijding uijt de Saldanhabaaij , nopens de verschijning aldaar van eenige Vijandelijke Scheepen.
waarvan momentelijk aan d’ Overheeden der in de Houtbaaij leggende Scheepen kennisse gegeeven Zijnde.
met ordre, zig op hun hoede te houden en ingevalle eener attacque, als dan kloekmoedig wederstand te bieden.
dog dezelve hiertegens eenige Swarigheeden hebbende geopperd
Zullen gemelde Overheeden dierhalven werden gelast naar deeze Caabse Rheede op te komen.
en bij ontmoeting eeniger vijandelijke Scheepen het niet kunnende ontzeijlen
ofte inmiddels uijt de Houtbaaij selve werdende geattacqueerd, als dan de Scheepen op strand te Zetten en in brand te steeken.
den 26 Julij
op nader ingekomen berigt uijt de Saldanhabaaij dat van de daar geleegen hebbende vijf Retour Scheepen, eene was verbrand en d’ andere Vier niet meer wierden gezien
en dat de vijandelijke Scheepen die Baaij wederom hadden verlaaten.
is aan d’ Overheeden der in de Houtbaaij leggende Scheepen, herhaalde ordres afgezonden, om ten spoedigsten herwaards op te komen
het welk egter om reeden als bezijden gemeld niet heeft kunnen geschieden
Wat dierhalven aan gedagte Overheeden nader bij Missive zal werden gelast.
Zullende egter het aldaar meede leggend Freguat Jagtrust , ten eersten na herwaards moeten opkomen.
den 3 August:s
dewijl gepræsumeerd werd dat d’ Engelsse Vloot reets deeze Custen zal hebben verlaten.
zal dierhalven de opontbodene Land militie op den 10:de deezer weder werden gedimitteerd.
terwijl de in de Houtbaaij leggende Scheepen herwaards Zullen moeten opkomen.
Relaas der Schippers van de in de Saldanhabaaij geleegen hebbende Vijf Retour-Scheepen nopens het voorgevallene aldaar met de vijandelijke Scheepen.
waaruijt Zo wel als uijt andere berigten blijkende, dat het Schip Middelburg op’t Strand aldaar verbrand.
dog de overige vier in ‘S Vijands handen Zullen weezen gevallen.
is ‘t ged:e Relaas derhalven gesteld in handen van den Heer Independent Fiscaal Boers.
die Exact onderZoek zal moeten doen of en in hoeverre voorsz: Overheeden aan hun pligt en d’ ordres hebben voldaan.
Zullende daartoe aan Zijn E: Copia’s der neevensgemelde Papieren werden afgegeeven
den Heer Gouverneur legd over een missive van den Posthouder in de Baaij fals Christoffel Brand.
waarin aan zijn Ed: berigt, het geen met den Chef d Esquadre de Heer Suffren nopens het ophouden der aldaar leggende Deensche Scheepen
en het uijtzenden van een der Fransche Oorlog Scheepen op de hier voor de Wal kruijssende Engelsche Freguatten is verhandeld.
ingeleeverde Protesten door de Capitains der Deensche Scheepen de Princes Frederica en Coppenhagen , tegens de aan hun gedaane Interdictie om uijt de Baaij Fals te vertrecken.
Waarvan onder overzendinge van Copia’s authenticque aan de Heeren Majores kennisse zal werden gegeeven.
den 14 Aug:s
besluijt om het embargo der Deensche Scheepen de Princes Frederica en Coppenhagen , om reedenen als nevensgemeld wederom op te heffen.
en aan dezelve mitsgad:s het Scheepje de Prins van Ligne te permitteeren haare resp:ve voijagiën te mogen vervorderen
aan den Heer Commissaris Percheron zal nog eenige quantiteijt Tarwe, Erwten en Boonen uijt ‘S Comp:s Maguazijnen voor ‘S Konings reecq: verstrekt.
en aan den Baas van’t Vissershok het door hem verschootene voor d’ Engelsche Arrestanten uijt ‘S Comp:s werden betaald
Twee afgevaarene en onbequaame Lands Schuijten bij de Negotie boeken te doen afschrijven.
Ontslag van den Ritmeester bij de Tweede Comp:ie Burger Dragonders aan Stellenbosch Jan Bernhard Hofman
Welke Officieren bij die Comp:ie Zullen moeten optreeden.
uijtgave van een Stuk Lands in Eijgendom aan den Burger Christoffel Huijske
den 20 Aug:s
Op de gedaane klagten van den Landdrost en Burger Krijgsraad aan Stellenbosch over den Perzoon van Johannes Roos
is denselven wegens zijn onbetamelijk gedrag en obstinate wijgering, om aan d’ ordres van dat Collegie te voldoen, van Corporaal tot gemeen Rotgezel gedegradeerd
Verzoek van Zeekere M:r Hintsman, om uijt hoofde der Swangerheijd zijner Huijsvrouw tot na haare verlossing hier aan de Caab te mogen komen.
het welk onder Conditie als ter Zijden gemeld aan denselven is geaccordeerd.
voordragte door den E: Equipagiemeester nopens de afbetaling der maandgelden aan het Volk op de in de Saldanhabaaij geleegen hebbende Scheepen bescheijden geweest.
als meede die der Manschappen op de Equipagie Werf.
Sullende de Zoldij-Boeken van voorsz Scheepen onder den 21: Julij pass:o afgesloten en de gagie van het volk van dien datum wederom cours neemen.
mitsg:s deselver goedgemaakte gagie, onder Ult:mo dier maand, aan haar werden afbetaald.
Terwijl aan al het Zeevaarend’ Volk, alhier dienst doende, haare Soldijen, maandelijx zal werden uijtgereijkt.
den 27 Aug:s
Het placcaat, houdende verbod, om eenig Vee op de pleijnen alhier te laten loopen, nu onlangs gerenoveerd.
dog Sulx aan de opontbodene Land-militie mits gebrek aan Paarde Voeder, voor enigen tijd toegelaten weezende.
Zullen daarvan de nodige Billiëtten werden geaffigeerd.
welke pænaliteijten jegens d’ Overtreeders daarvan Zullen werden gesteld .
Verzoek van den Franssen Commissaris de Heer Percheron om tot den inkoop van diversse Equipagie goederen, met eenig geld op Wissel te werden g’adsisteerd.
wat ten dien opzigte door den Heer Gouverneur in consideratie is gegeeven.
en daarop genomen besluijt, om aan ged:e Heer Percheron 12000 Spaanse Reaalen uijt ‘S Comp:s Cassa te laten verstrecken.
Zijnde aan den Capitain van’t Deensch Coppenhagen , op desselfs verzoek, Twee Stuurlieden bijgezet.
Wegens het gebrek aan giet-loot zal van het Deensch Schip Prins Carel , neevensgemelde quantiteijt werden ingekogt.
den Coopman Baars de hem opgelegde Somma van ƒ22169:18:8 in ‘S Comp:s Cassa hebbende voldaan.
is den Secretaris deezes Raads gequalificeerd, om de daarvan gepasseerde acte van Borgtogt weder te roijeeren.
de door den Heer Gouverneur voor den Boekhouder Serrurier geformeerde Instructie geleesen en geapprobeerd.
M:r Richard Lewin zal op zijn verzoek, van ‘S Comp:s Post het Vissershok , naar die aan de Ganse-Craal werden verplaatst.
den Heer Gouverneur communiceerd voorneemens te zijn, desselfs ontslag bij de Heeren Majores te vragen.
den 31 Aug:s
Het opkopen ofte afhandig maken der kleedinge van de Fransche Militairen.
als meede die van ‘S Comp:s gemeene Soldaaten, Ambagts- Lieden etc. zal bij placcaat werden verboden.
naar resumptie eener reecq: van den Burger Jacobus Bierman, wegens Verteerde kostpenn: etc: door het Swellendamse Commando in de Houtbaaij .
is verstaan het montant van dien, aan denselven uijt ‘S Comp:s Cassa te laten voldoen.
den Heer Fiscaal Boers geeft te kennen, dat de Zaak tusschen den Burger Lieutenant Bunding en den Boekhouder Kirsten is bijgelegd.
Verpagting van ‘S Lands gemeene middelen en Inkomsten.
den 4: Septbr:
den Burger Weesmeester de Wet verzoek doende om als benoemde Consul der Deensche Natie aan deeze plaats te mogen fungeeren.
dog niet blijkende, hieromtrent bij de Heeren Majores consent is verzogt, ende geobtineerd.
zal het ged:e verzoek gedeclineerd en daarop hoogst derselver g’ Eerde dispositie en ordres werden afgewagt.
Verleende Concessie aan M:r Weston, om met het Deensch Schip Wagerin naar Tranquebar te navigeeren.
geaccordeerde bijtappers aan de resp:ve Pagters.
den 11:de Septbr:
op gedaane klagten van wegens den Burger Krijgsraad over het slegt gedrag van den Burger Willem Hesselink.
Zal denselven als een onnut Burger van hier werden gedimoveerd.
Wisselbrief door den Franssen Commissaris de Heer Percheron verleend.
Van dewelke de prima en Secunda aan de Heeren Majores overgezonden, dog de derde hier zal werden aangehouden.
Zullende aan ged:e Heer Percheron 60 Leggers witte wijn, tegens contante betaling uijt ‘S Comp:s wijnkelder werden verstrekt
den Capitain van het Deensch Konings Schip Wagerin , wegens het ophouden der neevensgem: twee Scheepen Zijner Natie alhier reedenen vorderende.
Zal den Heer Gouverneur aan denselven daarop het vereijschte antwoord doen toekomen
Verleende permissie aan eenen M:r Hinchman, om met het Deensch Schip de Princes Frederica naar Europa te vertrecken
den 18 Septbr:
klagten van Burgerraaden, over dat verscheijde Ingezeetenen alhier, wijgeren de bij hun gebilliëtteerde Perzoonen, uijt de maandelijxe Picquetten te accepteeren.
met verzoek dat daarin mag werden voorzien.
waarop, om reedenen, als bezijden gemeld, beslooten is, een gantsch andere en beetere manier van inquartiering in te voeren
Zijnde de Heeren Boers en Van Schoor gecommitteerd, om neevens fungeerende- en Oud-Burgerraaden te overleggen, op wat wijze Sulx best zal kunnen geschieden.
den 9 Octbr:
de Heeren Boers en Van Schoor met Burgerraaden tot het reguleeren der wijze van inquartiering der maandelijxe Piquetten etc: hebbende gevaceerd
Is het berigt daarvan met de daarneevens overgelegde Taxatie Lijsten geresumeerd, en de gedaane Taxatie geapprobeerd.
Zullende Burgerraaden werden gequalificeerd, de voorsz: Taxatie gelden te doen ophaalen.
en daarvan bij Billiëtten de nodige advertentie werden gedaan.
met last aan een ijder, om het geene waar op zijn getaxeerd prompt te betaalen
Terwijl door d’ Ingezeetenen onder Stellenbosch en Drakensteijn sorteerende en in de neevensgemelde Contreijen woonende, meede zeeker Tantum van penningen opgebragt.
en Landdrost en Heemraaden aldaar, Zullen werden g’ïnjungeerd, over dezelve meede een geschikte Taxatie te doen.
hoe veel door den Heer Gouverneur en de Heeren Raadsleeden tot meermelde inquartiering p:r maand.
mitsgad:s door de bezijdengem:de resp:ve Weed:we alle vier maanden gefourneerd.
en hoedanig met die Taxatie penn:gen zal werden gehandeld.
Zijnde opgemelde Heeren Boers en Van Schoor verder gecommitteerd, tot het nazien en regulen der jaarlijxe Quotisatie Rollen
den uijtvoer van Landsproducten, zonder Speciale permissie van den Heer Gouverneur zal om reedenen als neevensgemeld, nader bij Placcaat werden verboden.
ingeleeverd Request door Sommige Drakensteijnse Ingezeetenen, waarin jegens de vastgestelde prijsen op de Wijnen doleeren.
wat daarop voor appostille is gesteld.
Lecture van het Request van den oud Burger Capitain Albert van der Poel, waarin voordraagd de Zaak van desselfs Zoon Albert Johannes van der Poel.
kennisgeevinge door den Heer Gouverneur nopens het geene bij de aanstellinge van gem: des Suppl:ts Zoon als vaandrig onder de Burgerije is voorgevallen.
met de reedenen, waarom in Sijn Plaats een ander Vaandrig heeft moeten werden aangesteld.
Waarop beslooten is, opgemelde Albert Johannes van der Poel, provisioneel te laaten buijten functie.
Vertoog van den Heer Independent Fiscaal Boers wegens het gedrag der Overheeden van’t Schip Middelburg in de Saldanhabaaij .
dewelke met het verbranden van dien Bodem aan de intentie der ordre hebbende voldaan
zijn dezelve verclaard deswegens niet actionabel te weezen.
reedenen waarom d’ Erfgrondbrieven der Thuijnen van Pieter van Breda en Willem Versfeld vernietigd
en van de Thuijn van gemelde Breda een nieuwe grondbrief zal werden geformeerd wel ter voorige groote, dog met eenige verandering in de Strekking
mitsg:s onder Zeekere Servituut.
gelijk meede aan opged:e Versfeld een nieuwe Erfgrondbrief en Caart van zijn Thuijn zal werden verleend.
Zijnde tot voorkoming van alle disputen, omtrent het water, de nevensgemelde bepalingen gemaakt.
op het hierom bij Request gedaan verzoek door het Eerwaarde Collegie van Kerkenrade alhier aan Cabo
is derselver pupil Jochem Langeveld, mits zijn buijtensporig gedrag, voor mattroos in dienst genomen, om als sodanig naar India te werden verzonden.
te rug komst van het Scheepje de Postillon van Ceijlon .
waarmeede is aangebragt een Missive van den Heer Gouverneur en Raad aldaar
wat men ten belange der daarbij gevorderde Landsproducten en Equipagie goederen, in antwoord zal laten afgaan.
Zullende men door den Schipper du Minij de Rd:s 3000: van voorm: regeeringe ontfangen, alhier in ‘S E: Comp:s Cassa laten voldoen.
geproduceerde Memorie door den Heer Hoofd Administrateur.
hoedanig daarover is gedisponeerd.
resumptie der reecq: van den ontfangst en uijtgaaf der Zeguls.
Welkers bedragen in ‘S Comp:s Cassa zal werden overgebragt.
Uijtgave van een Stukje Land in’t Stellenbosche Dorp tot een Erf aan den Ondercoopman Neethling.
den 10 Octob:r
den Burger Johannes Smook op zijn verzoek van het aanrijden van Bouw-materiaalen voor het nieuwe Hospitaal, ontslagen Zijnde.
is het selve wederom voor drie Jaaren aan den Burger Jacobus Vos aanbesteed.
den 12 Octbr:
aanstellinge van den Substitut Bode Claas Jacobse tot Bode van Politie in steede van den overleedenen Kirchman.
en van Jan de Klerk wederom tot Sustitut Bode voor ged:e Jacobse
den 16 Octob:r
aan de Huijsvrouw van M:r Lewin gepermitteerd zijnde, haare Craam ten huijze van haare Ouderen alhier uijt te houden.
is egter het verzoek van ged:e M:r Lewin om meede herwaards op te komen niet toegestaan.
aanstellinge van een anderen Schrijver bij het nieuwe Hospitaal.
den 18 Octob:r
Missive van den Landdrost, mitsg:s Heem- en Krijgs-raaden van Stellenbosch en Drakensteijn
behelzende dat de Caffers tegens de met hun gemaakte conventie, op nieuw aan dees zijde der Visch Rivier doorgedrongen en tot openbaare vijandelijkheeden waaren overgeslagen.
des dezelve na herhaalde vergeefse aanmaning, door den Veld Commandant aldaar, met geweld hebbende moeten werden terug gedreeven.
is het verrigte door ged:e Commandant als volgens zijne Instructie geschied weezende, geapprobeerd.
den 20 Octbr:
den Heer Gouverneur communiceerd dat zijn Ed: de Documenten van het ter Rheede leggend Deensch Schip de Hoop heeft laten examineeren.
rapport van daartoe gesteld geweest zijnde gecomm:s
zijnde de voorsz: documenten in vereijschte Ordre bevonden, en het ged:e Schip oversulx geadmitteerd.
Verzoek van den Cap:n van dien Bodem om zijne impotenten hier aan Land te mogen zenden
en van eenige zig daarop bevindende Engelsse Passagiers, om t’ haarer herstellinge meede aan de Wal te mogen komen.
Zijnde het verzoek van den Capitain aan den zelven geaccordeerd.
Zullende voorsz: Zieken zig egter, om de bezijdengem: reedenen binnen ‘S Huijs moeten gehouden
en het benodigde drinkwater &:a dagelijx met een van ‘S Comp:s Vaartuijgen aan boord van het meerm: Deensch Schip werden gebragt.
terwijl aan twee Juffr: onder voorm: Engelsse Passagiers zal werden gepermitteerd aan Land te komen.
en die zig insgelijx niet buijten haare Logementen Zullen mogen begeeven.
den 23 Octob:r
deliberatie over de hooge noodzakelijkheijd om het Ceijlons Gouvernement van de g’eijschte Tarwe te voorsien.
en besluijt, om tot dies overbrenging het Freguat Jagtrust t’ emploijeeren
het welk eerst op Mauritius aangeéren en van daar de route buijten het ordinaire Vaarwater naar Ceijlon zal neemen.
en waartoe door den Equipagiemeester en eenige Schippers de Courssen Zullen moeten werden gereguleerd.
Zullende den Heer Gouverneur te Mauritius werden verzogt, het ged:e Freguat te doen convoijeeren.
dan wel met een Stuurman in de buijten gewoone Courssen ervaaren, t’ adsisteeren.
mitsg:s van de nodige Seinen ter verkenning der Fransche Scheepen te voorzien
terwijl de Ceijlonse Regeering meede zal werden verzogt, het voorm: Freguat ten Spoedigsten weer herwaards te zenden.
mits gebrek aan Hollandse Boter zal tot Victualie van ‘t selve Caabse Boter werden ingekogt
Lecture eener Missive van den Capit:n van’t Deensch Schip de Hoop .
aan wien ter consideratie van zijn debilen toestand, onder Zeekere bepalingen gepermitteerd zijnde, aan land te mogen blijven
is egter de verzogte adsistentie van Timmerlieden van de hand geweesen
het nader verzoek van M:r Lewin, om nevens zijne Huijsvrouw Caabwaards te komen als voren gedeclineerd.
Zijnde aan den geweesen Equipagiemeester te Souratte Boelen geaccordeerd met het opgem: Deensch Schip de Hoop na Europa over te vaaren
aanstellingen van Twee Adjudanten bij de Burger Cavallerie aan Stellenbosch .
den 27: Octob:r
de neevensgem: Engelsse Passagiers permissie erlangd hebbende, om mits indispositie hier aan Land te komen.
Zullen zij zig egter direct na buijten op de Plaats van den Brandmeester Van Cahman moeten begeeven, zonder zig van daar te verwijderen.
den 30: Octob:r
Overgelegd Request van Sommige Caabse Burgers, waarbij zig over de ingevoerde taxatie gelden, tot betaling der maandelijxe Picquetten etc: beswaaren.
welke Taxatie, als allesints naar ijders vermogen, en zoo dragelijk immers mogelijk, geschied weezende.
men dus met reeden Supponeeren moet, dat veele der Teekenaars deswegens qualijk onderregt zijn.
en zig alleen door instigatie van andere qualijk gezinden, daartegens komen te beswaaren.
tot narigt van welken bij Placcaat zal werden bekend gesteld, op hoe veel een ijder van hun is getaxeerd
en deselve teffens daarbij op’t ernstigst geordonneerd, die penningen prompt en zonder verdere oppositie te betaalen.
den 6 Novbr:
Vermits de penn:gen in S Comp:s Cassa op zeer wijnig na ten eijnde zijn geraakt.
is verstaan de benodigde Contanten ten behoeve der E: Comp:ie tegens 1/2 prC:to ‘S maands van particulieren op te neemen.
dispositie over het Vee, ‘t welk bij de laatste Actie met de Caffers van dezelve onder onse Ingezeetenen is verdeeld geworden.
d’ Officieren van’t Freguat Jagtrust permissie erlangd hebbende, Procuratiën van hunl: Soldij Reekeningen te passeeren.
zal Sulx aan de verdere Dienaaren, des verzoekende, meede weezen gepermitteerd.
mits het slegt gedrag van den Chirurgijn Le Suure, is denselven tot Zijn vorige qualitiejt van Soldaat gedeporteerd.
den Oud Heemraad Gerrit Munnik, door misleijding, het nevensgemelde Request meede onderteekend.
dog Sedert des aangaande beeter onderregt, heeft desselfs naamteekening onder het selve met de penne wederom doorgehaald.
den 13 Novbr:
missive van Landdrost en Heemraaden aan Stellenbosch ten belange der geordonneerde Taxatie van Sommige Ingezeetenen aldaar gedaan.
dewelke volgens de meede overgezondene Lijst geapprobeerd zijnde
is het ged:e Collegie tot den ontfangst dier penningen gequalificeerd.
Zullende de Sodanige meede onder voorsz: Districten Sorteerende Perzoonen als hierneevens gemeld staan insgelijx moeten werden getaxeerd.
en de meerm: Taxatie ook onder het Swellendamse District moeten geschieden.
de Caneel Baalen in de aanweezende Ceijlonse Scheepen, Zullen uijt deselve gelost en hier aan Land gebragt.
mitsg:s tot dies berging, een of meer Pakhuijsen van d’ Ingezeetenen werden gehuurd.
gelijk meede de rijst van al de hier zijnde Retour Scheepen, insgelijx aan Land zal werden gebragt, om gelugt te worden.
uijtgave van een Stuk Erfs aan Kerkenrade der Lutherse Gemeente
den 16 Novbr:
gedaan verzoek door eenige Perzoonen dat het bezijden vermelde Placcaat weder mogte werden weggenomen.
met de reedenen, die zij daarvoor hebben bij gebragt.
Wat daarop door den Heer Gouverneur ten antwoord gegeeven.
en aan dezelve teffens is voorgehouden geworden
deliberatie daarop gevallen.
en besluijt om de gedaane belofte der voorsz: Supplianten t’ accepteeren.
Sullende mitsdien d’ Afschriften van het ged: Placcaat, dewelke ongeschonden zijn, met andere Billiëtten overdekt
dog die bevonden mogten worden, mishandeld ofte geschonden te weezen, onaangeroerd werden gelaaten.
Terwijl het origineele Request der Teekenaars ter Politicque Secretarije afzonderlijk zal blijven bewaard.
Request van Burgerraaden, nevens een Extract Notul des Krijgsraads belangende het in dienst neemen van den Burger Jochem Langeveld.
Welk verslag door den Capit:n Gordon als Præsident nopens het besluijt des ged: Krijgsraads in deesen is gedaan.
Zijnde het selve geensints conform met de voorsz overgegeevene Extract Notul
andere en Tweede Notul des Krijgsraads deselve Zaak aangaande, aan den Heer Gouverneur overhandigd.
het welke gantsch zeer verschillend van’t eerste, dog evenwel conform het Rapport van opgem: Capit Gordon.
mitsgaders in desselfs præsentie uijt het Origineel Notulboek des Krijgsraads getrocken zijnde.
om die reedenen voor valabel moet werden aangemerkt.
des het onbegrijpelijk voorkomende; hoe dat de voorsz: Twee zo zeer verschillende Notulen van eenen datum hebben kunnen werden afgegeeven
Zullen dezelve beijde werden gesteld in handen van voorsz Cap:n Gordon, om met den Krijgsraad deswegens te dienen van berigt.
Terwijl inmiddels met de dispositie op een ander Notul van dat Collegie houdende aanstelling eeniger Onderofficieren zal werden gesupercedeerd.
en het voorm Request van Burgerraaden overgegeeven aan Kerkenrade om daartegens te dienen van haare belangen.
Copia eener Missive door de Heeren der Hooge Indiasche Regeering geschreeven aan de Heer de Souillac, Gouverneur Generaal te Mauritius
die ter Politicque Secretarije zal werden geseponeerd.
den 20: Novbr:
Lecture van zeeker Request door Weesmeesteren ingeleeverd, nopens de Nalatenschap van de Weed:we van eenen M:r Hinchman.
mitsg:s van Twee daartoe Specteerende Brieven
besluijt om den Boekhouder Chiron in de hem geadscribeerde Administratie te continueeren.
den 7: Decbr:
den Capit:n van het Deensch Schip de Hoop thans preparatie makende, om binnen wijnige dagen deese Rheede te verlaten
Vraagd den Heere Gouverneur voor hoedanig omtrent dien Bodem diend te werden gehandeld.
Memorie deswegens door den Franssen Commissaris de Heer Percheron overgegeeven.
welke remarques ten dien belange zijn voorgekomen.
besluijt om het meerm: Deensch Schip de Hoop , voor als nog niet van hier te laten vertrecken.
en den E: Equipagiemeester te gelasten, daartoe de vereijschte middelen in’t werk te stellen.
Zullende aan ged:e Heer Percheron Extract van de besluijt werden afgegeeven.
resumptie en approbatie der Lijsten van alsulke Perzoonen, onder Stellenbosch Sorteerende, die meede onder de Taxatie der inquartiergelden zijn gebragt.
Missive van den Burger Krijgsraad aan Stellenbosch .
aan wien het daarbij verzogte buskruijt etc: zal werden verstrekt.
Zijnde de gedaane aanstellinge van onderOfficieren bij de Landmilitie aldaar geapprobeerd
d’ overgezondene Concept Instructie voor den Veld Commandant in’t Swellendamse district geresumeerd en geapprobeerd.
ontslag van den Lieutenant Louis van Wijk.
en aanstelling van enige Officieren bij de Swellendamse Land- Militie.
het verschotene door den Baas aan het Vissershok ten behoeve der aldaar geplaatste Engelschen, zal aan denselven uijt S Comp:s Cassa voldaan
en aan den Heer Percheron 43 p:s Leedige Leggers met een Capitaal advans werden overgelaaten
den 11 decbr
Heer Gouverneur brengt ter Tafel het gevorderde berigt uijt den Krijgsraad.
neevens twee verantwoordingen van den Scriba en Adjunct Scjhrijver der Burgerije, rakende de Twee Zoo zeer contrarieerende Extract Notulen uijt ged:e Krijgsraad.
dewelke egter in’t geheel niet voldoende zijn bevonden.
gepleegde malversatie van den Scriba Logen in deeze Zaak.
in wat Ligt het gedrag van den Adjunct Scriba Vermaak is beschouwd.
als meede van den Burgerraad Maasdorp
besluijt hierop gevallen
wat den Scriba des Krijgsraads voortaan zal hebben t’ observeeren.
Terwijl den Scriba Logen over desselfs in deesen gepleegde malversatie in den Krijgsraad zal gereprimendeerd
en van dit besluijt Extract werden afgegeeven, om in’t Origineel Notulboek des Krijgsraads te werden g’insereerd.
approbatie der gedaane aanstellinge van een Veld Sergeant en Corporaal bij de Burgerrije.
uijt welke en hoeveel Leeden den Burger Krijgsraad voortaan zal bestaan.
besluijt om met p:mo Maart aanstaande 100: Man Swellendamse Dragonders tot een picquet alhier te laten opkomen
ingediend Schriftuur van Kerkenraade alhier op het Request van Burgerraaden rakende den Burger Jochem Langeveld.
die in steede van naar Batavia, naar het Vaderland zal werden gezonden.
met overzending van alle tot hem relatief zijnde Papieren.
Den Capitain van het Deensch Schip de Hoop tegens het hem opgelegde Embargo Schriftelijke Protest hebbende ingeleeverd.
Zal daarvan onder overzending van Copie authenticq aan de Heeren Majores kennisse werden gegeeven.
Verkiezing van nieuwe Leeden in de respect:ve Collegiën.
overgelegd verbaal te Mauritius belegd, belangende Sodanige Ses p:s Masthouten als met den Hoeker Catwijk aan Rhijn , na derwaards zijn meede gevoerd.
waar uijt blijkende dat van dezelve maar Twee goed, en de andere Vier gedeeltelijk verrot en gebroken bevonden zijn.
is het selve verbaal gesteld in handen van den E: Equipagiemeester, om met deskundigen na te gaan, tot welke prijsen dezelve zouden kunnen werden bereekend.
mits gebrek aan Hollandse Boter zal er Caabse Boter tegens 9 stuijvers het lb, van d’ Ingezeetenen werden ingekogt.
aanstelling van den Landdrost de Wet tot Pakhuijsmeester, in steede van den overleedenen Le Suëur.
toegelegd gagement aan den Baas Smalberger.
den 18 decbr:
resumptie van het kort vertoog der Lasten deezes Gouvernements, van het jongste Boekjaar neevens die van het vorige.
hoeveel ijder Lastpost op sig selve meer of minder heeft bedragen, met de reedenen van dien.
rendement der Winsten en Inkomsten.
staande winst en verlies dit Boekjaar meer dan het voorige ten agteren.
dog beloopen ‘S Lands Inkomsten daaren tegen meerder
verleende qualificatie tot het sluijten der Negotie Boeken.
verzoek van de resp:ve Administrateurs om de gewoone afschrijving te mogen genieten.
dat aan hun is geaccordeerd.
den 24: decbr:
Schriftelijk verzoek van de Heer Percheron om den Hoeker Catwijk aan Rhijn , tot Transport van eenige Provisie voor Mauritius .
het welk onder Conditien als bezijden gemeld is geaccordeerd.
revisie der Negotie en Zoldij Boeken deezes Gouvernements, met de Rapporten wegens derselver Examinatie.
die volgens gebruijk, zo naar het Vaderland als Batavia Zullen werden gezonden.
den 31 Decbr:
Rapport van den E: Equipagiemeester Staring en des kundigen, dewelke hebben nagegaan de defecten, en gecalculeerde prijsen der neevens gemelde Ses Masthouten
Zijnde den Heer Hoofd Administrateur gequalificeerd, dezelve tot de daarbij opgegeevene Waarde de Franschen aan te reekenen.
den Soldij Overdrager Storm, behoudens rang als p:l Ondercoopman uijt den dienst ontslagen zijnde
is den adsistent Clement Matthiese Jun:r, weder tot Soldij Overdrager met de qualiteijt en gagie als Boekhouder aangesteld.
C. 159, pp. 68-76.¶
Dingsdag den {17810109} 9 Jann:ij 1781.
‘S voormiddags alle præsent, uijt genomen den E: Equipagiemeester Damien Hugo Staring
Op den 16: Decbr: Jongstl: ter deezer Rheede zijnde komen t’ arriveeren, het Engelsch Konings Freguat the Nymph , is met het selve alhier aangebragt, de volgende Missive van den Heer Schout bij Nagt Edward Hughes, als het Opperbevel voerende, over zijn Groot Brittannische Majesteijts zig thans in India bevindend Esquader.
Sir and Gentlemen!
‘I have receive by the way of Negapatnam the Letter you did me the honor to write me under date the 16:th Jann:ij, of this year, containing an account of the verbal process which Mons:r Louis de Bourbon Master of the French Merchant Ship la Mouche had delivered to you, signed bij him self and his Officers.’
‘The First Article of Mons:r de Bourbon’s Process, is told you with great truth for his Majestys Sloop The Nymph , which was stationed to look out to the Northward, did chase the French Vessel la Mouche , on the morning of the 1:th novemb:r last, when she was in the offing and at a distance from Table Bay ; but so soon as I perceived the said sloop fired at the Mouche within what I thought the bounds of Neutrality, I made her Signal to leave off Chase, which was immediately obeyed’
‘The 2:d Article of M:r de Bourbon’s Process was as he represents, but I wish you to believe Sir and Gentlemen, that the unprovoked Fire from the India Company’s Ship Ceres in the Mouche gave me the truest concern, as well as the greatest contempt for the ignorance of the Officer of that Ship, who perpetrated or even Suffered so mean and unjustifiabel an act; but the Nature of our Naval Service is Such, that it was perfectly out of my power to punish this act, for the Ships of British Merchants, sailing under the Convoy of Ships of War are not bound or amenable to the Naval Articles of War, the commanding officer of a British Squadron can only complain to the Board of Admirality of their misconduct on any occasion; had the Shot fired from the India Company’s Schip Ceres killed any of the People on board the Mouche , the Perpetrators would have been Surrendered up to legal justice, but as happily they did no damage, all I can do is to complain accordingly.’
‘It makes me extreamly happy that you express your selves fully convinced that I had no intention to Shew any disrespect to the Flag of their High Mightynesses Your Souvereigns, for during my stay at the Cape of Good Hope, I have ever paid the highest attention to the Rights of their High Mightynesses; but I realy cannot conceive what reparation the Master of The French Vessel la Mouche can reasonably expect from me, as nothing unusual has happened to him except the Shot fired from the Ceres , which I have already said is out of my power to resent, as the Ceres is a Merchant Ship the property of British Subjects trading to the East Indies and M:r Raymond Snow the Commander of her Sailed under the Ordres of the Court of Directors of the English East India Company. I have the honor to be with great Respect.’
’/:Onderstond:/’
‘Sir and Gentlemen! Your most Obedient humble Servant /:was geteekend:/ E:d Hughes /:in margine:/ Superb of Negapatnam the 2: September 1780.’
Waarop is verstaan, dat van den ontfangst en inhoude van voorsz: Missive, pligtschuldig kennisse zal werden gegeeven aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren in’t Vaderland, aan wien ged:e Missive teffens in Copia Authenticq zal werden gesuppediteerd.
Voorts is, na dat de geconcipieerde Ordonnantie voor de geene, dewelke Zullen inclineeren, om bij het Zeehoofd en in de Zogenaamde Roggebaaij Tenten op te slaan, om daarin voor de gaande en komende man Coffij en Thee te Schinken, mitsgaders eetbaare waaren te verkoopen, was nagezien en geapprobeerd, goedgedagt aan de Perzoonen thans daarom verzoek doende, het een en ander te permitteeren, onder alsulke bepalingen als bij gemelde Ordonn: staan uijtgedrukt.
Sijnde vervolgens op het dieswegens bij Request gedaan verzoek, van het met het ter Rheede leggend Schip Trompenburg uijtgekomenen Ordinaris Lidt in den Raad van Justitie tot Batavia M:r Willem Anne Ceva, aan denselven geaccordeerd, om mits de Swaare indispositie van desselfs Huijsvrouw, met Stilstand van Gagie tot nadere Scheeps geleegendheijd alhier te mogen overblijven.
Laatstelijk is op het insgelijx bij Request gedaan verzoek van Burgerraaden deezer Plaatse, aan de Caabse CoLonie in Eijgendom verleend een Stuk Lands, groot Vijfthien Morgen, Vier honderd drie en Veertig Quadraat Roeden, leggende annex het Land van d’ oude Wind-MooLen, ten eijnde daarop een nieuwe Coorn-Wind-Moolen te doen opregten.
Aldus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] 6 Aug: 1781
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
C. 159, pp. 77-82.¶
Woensdag den {17810117} 17 Jann:ij 1781.
‘S voormiddags alle præsent, uijtgenomen den E: Equipagiemeester Damien Hugo Staring, mits indispositie.
Is op heeden geresumeerd het geagt aanschrijvens van Haar Wel Edele Groot Agtb: de Heeren der Hooge Indiasche Regeering tot Batavia, gedateerd 30: Octob:r des voorl: Jaars, en met het op gisteren ter deezer Rheede gearriveerde Provisie Schip de Dolphijn aangebragt, waarop in allen Eerbied zal werden gerescribeerd.
dat wanneer het wederom mogte voorvallen dat de door de Hoog Gebiedende Heeren Majores voor Bengalen geprojecteerde Scheepen, zo laat aan dit
Gouvernement mogten opdagen, dat dezelve voor het verloopen van ‘t Saijsoen die Reijze niet konnen vervorderen, als dan Sodanigen Bodem, alhier niet zal aangehouden, maar hoe eerder hoe beeter naar Batavia gedepecheerd worden.
dat men niet zal afzijn Haar Hoog Edelens Ordres, om in’t vervolg bij de van hier gedaan werdende Eijsschen, niet het getal der Pakken dat voor Twee Jaaren werd gevorderd, maar alleen de benodigtheeden voor het eerst volgende Jaar, te Samen te trecken, en Zo meede het geordonneerde nopens de van hier gepetitioneerd werdende Thuijn-Zaaden, behoorlijk te doen observeeren; dat men ook niet in gebreeken zal blijven, om ingevalle Sulx omtrent de voor dit Gouvernement uijt het Vaderland gezonden werdende Scheepen en Vaartuijgen, maar eenigsints gevoeglijk zal kunnen geschieden, Sodanigen Bodem ter afhaling der ten behoeve deezer Plaatse geëijschte Goederen en Provisiën naar Batavia te zenden, met dankzegging wijders voor de Maatregulen die Haar Hoog Edelens hebben gelieven te neemen, ten eijnde ons de verzogte Swalpen en verdere op onsen Jongsten Eijsch nog ontbreekende Houtwerken, te kunnen laten toekomen.
dat het aangeschreevene zo ten opzigte van den in het voorl: Jaar herwaards gelicentieerden Stads Doctor Gerhardus Maas, als het onlangs met het Schip BeekvLiet overgekomene Lidt in’t Collegie van Scheepenen tot Batavia Jan Jacob SwaneveLder, behoorlijk agtervolgd, mitsgaders het montant der door Haar Hoog Edelens op dit Gouvernement getrockene Wissels, aan de resp:ve houders derselver voldaan, en voorts met de in ‘S Comp:s Cassa alhier gesequestreerd geweest zijnde Somma van Agt Duijzend Rijxdaald:s, van den gerepatrieerden Coopman Douglas, ook conform hoogst derselver beveelen zal gehandeld worden.
Sijnde voorts na resumptie eener Missive; door Land-drost en Heemraaden van Stellenbosch en Drakensteijn Sub dato 4: der even afgeweekene maand Decbr: aan deezen Rade gerigt, goedgedagt, om, ten eijnde niet alleen bij Continuatie alle mogelijke voorzorgen tegens het ontstaan van brand in’t Dorp aldaar, werden gebruijkt, maar ook, om bij dusdanig onverhoopt voorval de daar bij vereijschte Ordres des te beeter te kunnen stellen, en doen uijtvoeren, op’t verzoek en de voordragte van’t voorsz: Collegie, tot Brandmeesters aan te stellen, de Stellenbosche Burgers en Inwoonders Johannes Victor en Lambert Fick, dewelke dan, navolgens de diesweegens gestelde Ordres, bij Placcaat van [.....] waarvan aan meermelde Landdrost en Heemraaden, Copie zal werden toegezonden, als Sodanig Zullen moeten fungeeren.
Aldus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
C. 159, pp. 83-110.¶
Dingsdag den {17810123} 23 Jann:ij 1781.
‘S voormiddags alle præsent
Met het aanweezend provisie Schip de Dolphijn , alhier meede ontfangen Zijnde, de geEerde Circulaire Missive van Haar Wel Edele Groot Agtb: de Heeren der Hoge Indiasche Regeering tot Batavia, gedat:d 30: 7ber des verweekenen Jaars, en behelzende, dat nadien zijn Hoog Edelheijd den Heere Gouverneur Generaal Reinier de Klerck, den 1:ste der even afgeweekene maand, was komen t’ overlijden, en dat des daags daaraan, in zijn Edelheijds Plaatse tot die Swaarwigtige en eminente waardigheijd was verkooren, den Heere toenmaligen Eersten Raad en Directeur Generaal M:r Willem Arnold Alting, met order wijders, welgem: zijn Edelheijd als Gouverneur Generaal, en zonder uijtbreijding van Publicque Solemniteijten of meerder omslag, als bij de voorstelling van wijlen den Heere Gouverneur Generaal de Klerk /:L: M:/ zijn geobserveerd en in agt genomen, den volke alhier publicq voor te stellen; Soo is, na dat alvoorens door den Heer Gouverneur en alle de resp: Leeden des Raads, hoofd voor hoofd, den meede ontfangenen Eed van trouw en obedientie, met het uijtspreeken der Solemneele Woorden, Soo waarlijk helpe mij God Almagtig, was afgelegd, voorts beslooten, om ter pligtschuldige voldoening aan bovengem:de geEerd aanSchrijvens, de voorstelling van bovengem:de zijn Hoog Edelheijd op den 20:ste der aanstaande Maand Febr:ij, des morgens de Klokke Negen Uuren ten deesen Casteele te laten geschieden, op gelijke wijze als sulx bij de voorstelling van den laatst Overleedenen Heer Gouverneur Generaal de Klerk heeft plaats gehad, en ten dien eijnde de resp:ve Collegien van Justitie, Weesmeesteren, Commissarissen van Civile en Huwelijx Zaaken, desgelijx de Kerken-Raaden der Gereformeerde en Luthersche Gemeentens hier aan Cabo neevens de verdere gequalificeerde ‘S Comp:s Dienaaren, in geene Collegie Sessie hebbende, de Officieren zo van ‘S Comp:s Militie, het Corps d’ Arthillerie en Genie als die der Burgerije, de Predikanten der Kerken ten platten Lande en eijndelijk de Schippers der ter Rheede leggende uijtkomende Scheepen der E: Comp:ie, met de daarop bescheijdene Gequalificeerdens, zoo p:r Missive als door den Bode te doen verwittigen en aanzeggen, om op voorsz: 20: febr:ij en het Uure hier bovengem: ten deesen Casteele voor de Raadzaal te verscheijnen, ten eijnde aan te hooren in welkervoegen aan een ijgelijk desselfs Schuldige trouw en obedientie aan hoogstged:e Heere Gouverneur Generaal zal werden voorgehouden: Sullende de Landdroste, neevens de Heemraaden en Officieren der Land-Militie aan Stellenbosch en Swellendam , worden aangeschreeven, welopgemelde zijn Hoog Edelheijd zodra doenlijk in eene daartoe expres te beleggene gecombineerde Vergadering van Heemraaden en Krijgs-Officieren ter resp:ve Drostdijen voor te stellen, ten welken eijnde aan dezelve zal werden toegezonden, d’ Acte van Authorisatie tot voorsz: voorstellinge, mitsgaders den Eed van trouw en obedientie bij Hoogstged: Heeren der Hooge Indiasche Regeering beraamd en vasgesteld, met ordre, dat gemelde Acte en Eed in voorsz: gecombineerde Vergadering opgeleezen weezende, daarop eerst door den Landdrost en vervolgens door alle de Leeden en den Secretaris, zal werden verclaard, hooggem: Heere Gouverneur Generaal, als hunnen Opper-Gebieder te zullen erkennen en gehoorzaamen, ende Sulx op den voorsz: daartoe staanden Eed, dewelke zal werden geconsidereerd, als of de Solemneele Woorden Zoo Waarlijk helpe mij God Almagtig, bij een ijder waaren uijtgesprooken, en dat dit alles nogmaals wel zonder eenig verder Ceremonieel of omslag zal moeten geschieden, egter ook wederom voor dit maal en Zonder de minste gevolgtrekking voor den aanstaande; Terwijl na volvoering van het voorsz, een aparte Resolutie geformeerd, en daarvan een geteekend Afschrift zal moeten werden opgezonden, ten blijke, dat in alles behoorlijk is voldaan.
Den Schipper van’t Retour Schip ‘T Loo , Jan van der Sloot alhier zijnde komen t’ overlijden, is het Commando op dien Bodem als Gezaghebber opgedragen, aan den daarop bescheijden Zijnde Opperstuurman Jan Fredrik Zeegers, aan wien ged:e kiel, met dies ap- en dependentie, oversulx volgens d’ Ordres der E: Comp:ie behoorlijk is overgegeeven.
En zijn voorts op meermelden Bodem de volgende advancementen gedaan, als.
den Onderstuurman Matthijs Koster tot Opperstuurman, met de gehalveerde Gagie van ƒ40:- ter maand.
den Derdewaak Johan Jurgen Dreijer tot Onderstuurman met halveering van maandgeld tot ƒ26:-
Ook is geleezen het onderstaande Request door Zeekere M:rs Thomas Lewin en Michiel Topping, gepræsenteerd.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb: Heeren!’
‘Vertoonen in alle Submissie d’ onderget:s M:r Thomas Lewin en Michael Topping; hoe zij Suppl:ten door den Heer Edward Hughes, als Schout bij Nagt het Opperbevel over zijne Groot Brittannische Majesteijts Zee magt in Indië voerende, gechargeerd zijnde met het overbrengen eenige gewigtige depeches, betreffende ‘S Konings dienst Zoo voor Zijn Majesteijts Ministers van Staat, als aan de Admiraliteijt te London , ten dien fine met het onlangs wederom van hier vertrocken Freguat the Nimph van Madrass ter deeser Plaatse zijn gearriveerd.’
‘dan nadien het zeer onzeeker is, of en wanneer ‘er eenige Retour Scheepen der Engelsche Natie uijt India alhier staan aan te komen, waarmeede zij Suppl:ten de reijze verder na Europa zouden kunnen vervorderen, en aan den anderen kant de depeches, waarmeede zij Suppl:ten zijn belast, zijn van dat alleruijtterste gewigt en aanbelang, dat dezelve een Spoedige Expeditie komen te requireeren; neemen de Suppl:ten oversulx de vrijheijd Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s nedrigst te verzoeken, aan hun met het Eerstdaags van hier te vertrekken staande voorzeijlend Retour Schip der Nederlandse Oost Indische Comp:ie de Vrouwe Anthonetta Coenrardina , passagie naar Europa te verleenen, en daarbij teffens nog t’ accordeeren om bij ontmoeting in’t Canaal van een Engelsch Schip of ander Vaartuijg op het zelve te mogen overgaan, om dus de voorsz: depeches, met des te meerder Spoed te kunnen bestellen, als meede dat aan de Suppl:ten wijders nog moge werden gepermitteerd, een Domesticq Peter Dempster genaamd, ter hunner oppassing meede te neemen; Zijnde de Suppl:ten voor’t overige bereijd, het daartoe staande Transport en kostgeld alhier behoorlijk in S E Comp:s Cassa te voldoen.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ Tho: Lewin, Mich:l Topping.’
Ten opzigte van welk verzoek, door den Heere Gouverneur g’exhibeerd zijnde, een Missive, bij zijn Edele ontfangen van den Heere Edward Hughes Schout bij Nagt en Opperbevelhebber zijner Majesteijts zig thans in India bevindend Esquadre, waarbij de verzogte passagie, ten fine voorsz: meede werd verzogt; Soo is bij overweeging dat dit verzoek, niet wel met gevoeglijkheijd kan werden gerefuseerd, oversulx beslooten, aan ged: M:rs Thomas Lewin en Michaël Topping, inselvervoegen als sulx in A:o 1778 omtrent de Heeren Burke en Wadsworth is geschied, t’ accordeeren, met het voorzeijlend RetourSchip de Vrouwe Anthonetta Coenrardina naar Nederland over te vaaren, onder Conditie dat het daartoestaande Transport en kostgeld, alhier in ‘S Comp:s Cassa werde voldaan, en dezelve buijten de tot hun Lichaam gehoorende bagagie geen de minste andere Goederen komen meede te voeren.
Gelijk meede op ‘t insgelijx bij Request gedaan verzoek van den Capt:n van het ter Rheede leggend’ Fransch particulier Scheepje Le Languedocq , Faure de Rennoir aan denselven is gepermitteerd, om het selve Scheepje Le Languedocq als ten eenemaal irreparabel zijnde, met dies ap- en dependentie voor reecq: van dies Reeders bij publicque Vendutie ter Sloopinge te mogen doen verkoopen.
En dewijl onaangezien de prijs van het Vet ofte de Talk die d’ E: Comp:ie ten haaren dienste zo in dit Gouvernement als voor India van de Ingezeetenen heeft komen te benodigen, Successive en nog laast in den voorl: Jaare, tot Seeven Rijxd:s de honderd Ponden in prijs is verhoogd, daarvan egter niets naamwaardigs aan d’ E: Comp:ie is geleeverd geworden, en men uijt dien hoofde moet te gemoed Zien, de nu wederom voor Indiën gedaane petitiën, niet te Zullen kunnen voldoen, bij aldien ten dien eijnde niet in tijds de nodige voorzieninge wierde in’t werk gesteld; Is dierhalven beslooten, aan alle ende een ijgelijk der Zoo ten platten Lande als hier aan Cabo woonagtig zijnde Ingezeetenen, bij publicatie en affixie van Billiëtten, te verbieden, om Zo lang d’ E: Comp:ie van de bij haar benodigt zijnde Talk, ten minsten tot de quantiteijt van Twintig duijzend Ponden, niet zal weezen voorzien, ‘t zij aan de resp:ve hier aankomende vreemde Natiën, dan wel aan de Scheepelingen van ‘S E Comp:s Scheepen, eenige de minste quantiteijt Staart ofte niervet te verkoopen, of wel op eenige andere wijze te leeveren, op pœne dat de geene die hiertegens komen aan te gaan, niet alleen in een boete van Een Honderd Rijxd:s Zullen weezen vervallen, maar dat ook al de Talck ofte het Vet, dewelke zij invoegen voorsz: aan eenige particulieren zullen hebben verkogt, dan wel getragt te leeveren, ten behoeve der E: Comp:ie, zal werden geconfisqueerd.
Hierna zijn geresumeerd de Reekeningen der Arme penningen van de hier te Lande Zijnde Vijf Kerken, monteerende als volgd.
‘
'T Generaal montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij Armen. | ||
Bestaande in't volgende, | ||
A:o 1780 p:mo Januarij was't Capitaal | ƒ236501:02 | |
Waarvan gaat af de Bibliotheecq als Crediteur ofte vooren staande Reekening | d:o 2345:08 | |
Resteerd voor't Capitaal onder p:mo Januarij 1780 | ƒ234155:14 | |
In dit Jaar bijgekomen. | ||
Aan Aalmoesen | ƒ6400:- | |
d:o Verhuurde Gestoeltens | d:o 468:- | |
d:o Vrij tegeevene Lijf-Eijgenen | d:o1200:- | |
d:o Intresten | d:o 9859:03 | |
d:o Grafsteeden | d:o 3114:08 | |
d:o Armbossen | d:o 997:01 | |
d:o Testamentaire Giften | d:o 40:- | |
d:o Winst en verlies | d:o 275:12 | d:o 22354:04 |
ƒ256509:18 | ||
Gaat af. | ||
Aan Onkosten der Kerk | d:o 14674:13 | |
d:o d:o d:o Armen | d:o 15680:12 | d:o 30355:05 |
Blijft onder ult:mo December 1780 | ƒ226154:13 | |
Bestaande in de volgende Parthijen. | ||
Aan Cassa over restant | ƒ7068:06 | |
d:o Obligatiën en Custing-brieven | d:o 165235:19 | |
d:o Agterstallige Intresten | d:o 10184:08 | ƒ182488:13 |
Waarvan detraheere 't geen de Bebliotheecq van't even voorgaande is competeerende | d:o 2473:10 | |
Resteerd | ƒ180015:03 | |
Aan Ornamenten van de Kerk | ƒ1099:10 | |
d:o de Diaconij van't Land van Waveren | d:o 23440:- | |
d:o d:o van't Swartland | d:o 21600:- | d:o 46139:10 |
Somma | ƒ226154:13 |
'T Generaal montant des Capitaals deeser Caabse Diaconij Armen. | ||
Bestaande in't volgende, | ||
A:o 1780 p:mo Januarij was't Capitaal | ƒ236501:02 | |
Waarvan gaat af de Bibliotheecq als Crediteur ofte vooren staande Reekening | d:o 2345:08 | |
Resteerd voor't Capitaal onder p:mo Januarij 1780 | ƒ234155:14 | |
In dit Jaar bijgekomen. | ||
Aan Aalmoesen | ƒ6400:- | |
d:o Verhuurde Gestoeltens | d:o 468:- | |
d:o Vrij tegeevene Lijf-Eijgenen | d:o1200:- | |
d:o Intresten | d:o 9859:03 | |
d:o Grafsteeden | d:o 3114:08 | |
d:o Armbossen | d:o 997:01 | |
d:o Testamentaire Giften | d:o 40:- | |
d:o Winst en verlies | d:o 275:12 | d:o 22354:04 |
ƒ256509:18 | ||
Gaat af. | ||
Aan Onkosten der Kerk | d:o 14674:13 | |
d:o d:o d:o Armen | d:o 15680:12 | d:o 30355:05 |
Blijft onder ult:mo December 1780 | ƒ226154:13 | |
Bestaande in de volgende Parthijen. | ||
Aan Cassa over restant | ƒ7068:06 | |
d:o Obligatiën en Custing-brieven | d:o 165235:19 | |
d:o Agterstallige Intresten | d:o 10184:08 | ƒ182488:13 |
Waarvan detraheere 't geen de Bebliotheecq van't even voorgaande is competeerende | d:o 2473:10 | |
Resteerd | ƒ180015:03 | |
Aan Ornamenten van de Kerk | ƒ1099:10 | |
d:o de Diaconij van't Land van Waveren | d:o 23440:- | |
d:o d:o van't Swartland | d:o 21600:- | d:o 46139:10 |
Somma | ƒ226154:13 |
’/:onderstond:/’
‘Aldus Gedaan en Getransporteerd in Kerkenrade aan Cabo de Goede Hoop, ten overstaan van mij Onderget:de als Commissaris Politicq den 22: Jann:ij 1781 /:was geteekend:/ W: C: Boers.’
‘
Cassa Reekening der Armen Gelde Zoo als bevonden is, op Ult:mo December 1780. | |
Bij het sluijten der vorige Jaars Reekening is 'er p:r restant in Cassa gebleeven | ƒ1407:04 |
Onder den Godsdienst in't Jaar 1780 gecollecteerd | d:o 890:07 |
Nog wegens Intresten, Giften en kerke-Geregtigheeden Ontfangen | d:o 528:06 |
Somma | ƒ2826:01 |
hiervan uijtgegeeven aan Alimentatien en diversse benodigtheeden | d:o 1624:08 |
Zo dat 'er aan Contanten dit Jaar in Cassa blijft | ƒ1201:09 |
d' Obligatien bedragen | d:o 900:- |
de agterstallige Intresten | d:o 254:- |
de kerke Ornamenten | d:o 1800:- |
Zo dat het Capitaal der Armen bedraagt | ƒ4155:09 |
ofte holl: Courr:t | ƒ3324:09 |
Cassa Reekening der Armen Gelde Zoo als bevonden is, op Ult:mo December 1780. | |
Bij het sluijten der vorige Jaars Reekening is 'er p:r restant in Cassa gebleeven | ƒ1407:04 |
Onder den Godsdienst in't Jaar 1780 gecollecteerd | d:o 890:07 |
Nog wegens Intresten, Giften en kerke-Geregtigheeden Ontfangen | d:o 528:06 |
Somma | ƒ2826:01 |
hiervan uijtgegeeven aan Alimentatien en diversse benodigtheeden | d:o 1624:08 |
Zo dat 'er aan Contanten dit Jaar in Cassa blijft | ƒ1201:09 |
d' Obligatien bedragen | d:o 900:- |
de agterstallige Intresten | d:o 254:- |
de kerke Ornamenten | d:o 1800:- |
Zo dat het Capitaal der Armen bedraagt | ƒ4155:09 |
ofte holl: Courr:t | ƒ3324:09 |
’/:onderstond:/’
‘ALdus Gedaan en nagezien in Kerke-Vergadering aan Stellenbosch den 7: Januarij 1781. /:was geteekend:/ P: Kuijs, J: C: Groenewald, P: W: De Vos,’
‘J: R: V: As, W: A: Krige, S: J: Cats, A: C: V: D: Bijl.’
‘
'T Generaal montant des Capitaals deeser Drakensteijnse Diaconij Armen, bestaat in't volgende. | ||
A:o 1780 p:mo Jann:ij was't Capitaal | ƒ11718:02 | |
In dit Jaar bijgekomen. | ||
Aan Aalmoesen | ƒ803:- | |
d:o Intresten | d:o 708:- | |
d:o kerk hofs Geregtigheeden | d:o 220:- | |
d:o Testamentaire en Librale Giften | d:o 175:- | |
d:o Huurbanken | d:o 64:- | |
d:o Armbusschen | d:o 47:- | ƒ2017:- |
ƒ13735:02 | ||
Gaat af. | ||
Aan Onkosten der Armen van Drakensteijn | ƒ700:- | |
d:o Van Waveren | d:o 699:- | |
d:o kerk en desselfs Gebouwen | d:o 149:- | d:o 1548:- |
Blijft onder ult:o Xber 1780 | ƒ12187:02 | |
Bestaande in de volgende Parthijen, als | ||
Aan Cassa over restant | ƒ1387:02 | |
d:o Obligatien en Scheepenen kennissen | d:o 10800:- | |
Somma | ƒ12187:02 |
'T Generaal montant des Capitaals deeser Drakensteijnse Diaconij Armen, bestaat in't volgende. | ||
A:o 1780 p:mo Jann:ij was't Capitaal | ƒ11718:02 | |
In dit Jaar bijgekomen. | ||
Aan Aalmoesen | ƒ803:- | |
d:o Intresten | d:o 708:- | |
d:o kerk hofs Geregtigheeden | d:o 220:- | |
d:o Testamentaire en Librale Giften | d:o 175:- | |
d:o Huurbanken | d:o 64:- | |
d:o Armbusschen | d:o 47:- | ƒ2017:- |
ƒ13735:02 | ||
Gaat af. | ||
Aan Onkosten der Armen van Drakensteijn | ƒ700:- | |
d:o Van Waveren | d:o 699:- | |
d:o kerk en desselfs Gebouwen | d:o 149:- | d:o 1548:- |
Blijft onder ult:o Xber 1780 | ƒ12187:02 | |
Bestaande in de volgende Parthijen, als | ||
Aan Cassa over restant | ƒ1387:02 | |
d:o Obligatien en Scheepenen kennissen | d:o 10800:- | |
Somma | ƒ12187:02 |
’/:was geteekend:/’
‘P: V: D: Spuij, J: P: Roux, P: D: Villiers, D: V: D: Merwe, Abraham Jozua Le Roe, Daniël Rossouw, J:a Joubert, S: W: V: D: Merwe.’
‘
Reekening nopens den Staat der Armen Cassa, in't Land van Waveren onder Ult:mo Decemb:r 1780. | ||
31 Decemb:r 1779 was't restant der in Cassa gebleevene Contanten | ƒ818:07 | |
In dit Jaar bijgekomen. | ||
Onder het doen van den Godsdienst gecollecteerd | d:o 825:11 | |
Over betaalde Kerken Geregtigheeden en Testamentaire Vermakingen | d:o 226:12 | |
wegens huurbanken ingekomen | d:o 81:- | |
van Swellendam ingekomen | d:o 107:10 | ƒ2059:08 |
Daarvan gaat af. | ||
Wegens diversse benodigtheeden van kerk en Predikants Woning mitsg:s andere kerkelijke Gebouwen te verzien &:a | d:o 1355:08 | |
Blijvende dus onder dato deezes p:r restant | ƒ704:08 | |
Daar en tegen is deeze Kerk debet aan de Diaconij van Cabo de Goede Hoop, volgens diversse Scheepenen kennissen | ƒ29300:- | |
Waarvan detraheere de bovengemelde nu per restant blijvende Contanten | d:o 704:- | |
So dat de Kerk thans aan die van Cabo de Goede Hoop debet blijf | ƒ | ƒ28596:- |
oft aan holl: Courr:t geld | ƒ22876:16 |
Reekening nopens den Staat der Armen Cassa, in't Land van Waveren onder Ult:mo Decemb:r 1780. | ||
31 Decemb:r 1779 was't restant der in Cassa gebleevene Contanten | ƒ818:07 | |
In dit Jaar bijgekomen. | ||
Onder het doen van den Godsdienst gecollecteerd | d:o 825:11 | |
Over betaalde Kerken Geregtigheeden en Testamentaire Vermakingen | d:o 226:12 | |
wegens huurbanken ingekomen | d:o 81:- | |
van Swellendam ingekomen | d:o 107:10 | ƒ2059:08 |
Daarvan gaat af. | ||
Wegens diversse benodigtheeden van kerk en Predikants Woning mitsg:s andere kerkelijke Gebouwen te verzien &:a | d:o 1355:08 | |
Blijvende dus onder dato deezes p:r restant | ƒ704:08 | |
Daar en tegen is deeze Kerk debet aan de Diaconij van Cabo de Goede Hoop, volgens diversse Scheepenen kennissen | ƒ29300:- | |
Waarvan detraheere de bovengemelde nu per restant blijvende Contanten | d:o 704:- | |
So dat de Kerk thans aan die van Cabo de Goede Hoop debet blijf | ƒ | ƒ28596:- |
oft aan holl: Courr:t geld | ƒ22876:16 |
’/:onderstond:/’
‘ALdus Gedaan en nagezien ter Kerk-Vergadering In’t Land van Waveren den 4: Januarij 1781. /:was geteekend:/ J: A: Kuijs v: d: M, J: du Toit,’
‘J: Hugo, J:s de Wet, Johannes Jordaan, J: D: Waal, Jan Theron’
‘
Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in't Swartland , gehouden ult:mo Xber 1780. | ||
ult:o Xber 1779. Was 't restant der in Cassa gebleevene Contanten | ƒ392:08 | |
In dit Jaar bijgekomen. | ||
Aan Aalmoesen | d:o 1150:06 | |
d:o Kerke-Geregtigheeden en vrijwillige Giften | d:o 337:08 | ƒ1880:06 |
Daarvan gaat af. | ||
diversse Onkosten tot het repareeren der kerk, Predikants, Domenies en kosterswoning, alles volgens over geleeverde reecq: mitsg:s enige andere benodigtheeden | d:o 1714:08 | |
dus blijft onder dato deeses p:r restant | ƒ165:14 | |
daar en tegen is deeze Diaconij aan die van Cabo de Goede Hoop volgens diversse Scheepenenk: debet | ƒ27000:- | |
Waarvan Subtraheere de bovengemelde nu per restant blijven de Contanten | d:o 165:14 | |
So dat deeze Kerk nog debet blijft | d:o 26834:02 | |
ofte aan holl: Courr:t geld | ƒ21467:06 |
Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in't Swartland , gehouden ult:mo Xber 1780. | ||
ult:o Xber 1779. Was 't restant der in Cassa gebleevene Contanten | ƒ392:08 | |
In dit Jaar bijgekomen. | ||
Aan Aalmoesen | d:o 1150:06 | |
d:o Kerke-Geregtigheeden en vrijwillige Giften | d:o 337:08 | ƒ1880:06 |
Daarvan gaat af. | ||
diversse Onkosten tot het repareeren der kerk, Predikants, Domenies en kosterswoning, alles volgens over geleeverde reecq: mitsg:s enige andere benodigtheeden | d:o 1714:08 | |
dus blijft onder dato deeses p:r restant | ƒ165:14 | |
daar en tegen is deeze Diaconij aan die van Cabo de Goede Hoop volgens diversse Scheepenenk: debet | ƒ27000:- | |
Waarvan Subtraheere de bovengemelde nu per restant blijven de Contanten | d:o 165:14 | |
So dat deeze Kerk nog debet blijft | d:o 26834:02 | |
ofte aan holl: Courr:t geld | ƒ21467:06 |
’/:onderstond:/’
‘ALdus Gedaan, gereekend en gesloten te Kerk-Vergadering In’t Swartland den 1: Jann:ij 1781. /:was geteekend:/ D: Goldbach, P: V: D: Bijl, M: H: Basson, Marten Slabber, C: Lombard, E: Joh: Laubser, Pouwel Jordaan’
Welke Reekeningen volgens gebruijk in Copia naar’t Vaderland Zullen werden overgezonden.
Verders van wegens de resp:ve Kerkenraaden der Gereformeerde en Luthersche Gemeentens alhier, ingediend zijnde, het volgend’ Request.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb: Heeren!’
‘Vertoonen met Schuldige Eerbied Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s Ootmoedige Dienaaren Kerkenraden der Gereformeerde en Luthersche Gemeentens alhier: dat de noodzakelijkheijd hebbende komen te vorderen, om met malkanderen te reguleeren en vast te stellen, hoedanig en op wat wijze hunne Armen t’ onderhouden; de Vertoonders, nadat alvorens door de resp:ve Pridikanten in eene dientwegen gehad hebbende vriendelijke bijeenkomst en conferentie, een Concept plan daar af was ontworpen en geformeerd geworden, hierop in haare op gisteren gehoudene Vergaderingen, met eenparigheijd van Stemmen wedersijds hebben geresolveerd, het gemelde Plan t’ approbeeren en de voorschreeve alimentatie dienvolgens te laten geschieden in deeservoegen, als.’
‘1.’
‘Alle de Leedemaaten Zullen moeten werden gealimenteerd door de Kerke waarvan zij Leeden zijn geworden.’
‘2.’
‘Alle vrijgegeevene, ‘t zij toebehoord hebbende aan Gereformeerde, ‘t zij aan Luthersche, zullen moeten werden gealimenteerd zonder onderscheijd door de Gereformeerde Kerke, egter onder die Voorwaarde, dat ze geen Leeden der Luthersche Kerke zijn, en dit zijnde, zullen zij aangemerkt worden als Art: 1: bepaald is.’
‘3.’
‘Geen bejaarde Slaven op Belijdenis te dopen of dezelve teffens tot Leedemaaten der Gemeente aan te neemen, op dat ze ook geregtigd zijn tot het gebruijk van des Heeren H: Avondmaal, en als dan moet zij, in Cas van armoede gealimenteerd worden, door de Kerk waarvan zij Leeden zijn’
‘4.’
‘Omtrent de gecombineerde Huijshoudens, waarvan een van beijden Luthersch Lidmaat is, zal in cas van Armoede, door de resp:ve Kerkenraaden een Commissie werden gedecerneerd, omme gezamentlijk het onderhoud te reguleeren, en door ijder de geregte helfte van dien, ingevolge de daaromtrent te makene Schikkingen, gefourneerd moeten werden, zonder eenig reguard te neemen daarop, of en in welke Kerken de kinderen gedoopt zouden mogen zijn.’
‘5.’
‘Ingevalle dat in dergelijke gecombineerde Huijshoudens de Vader of Moeder zou komen te sterven, zal als dan het gantsche Huijshouden gealimenteerd worden, door den geenen, van wiens Kerke de Langstleevende Lidmaat is; Zonder aanzien van Doop als vooren.’
‘6.’
‘In diervoegen zal meede gealimenteerd moeten werden een huijshouden tot Armoede komende te vervallen, na dat een van beijden het zij Vader of Moeder, reets overleeden mogte zijn.’
‘7.’
‘Even ook alzo door die Kerke tot welke de langstleevende heeft behoord gehad, Zullen moeten werden gealimenteerd Sodanige kinderen welke na het overlijden van hunne beijde Ouders, tot Armoede zouden mogen vervallen, Zonder eenig reguard te neemen op die Kerke, waar in zij gedoopt zouden mogen zijn.’
‘Van welke onderling gemaakte Schikking, de Vertoonders d’ Eere hebben, Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s de verschuldigde kennisse te geeven, onder Eerbiedig verzoek, dat dezelve, met Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s gunstige goedkeuringe moge werden verEerd.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a uijt naam van Kerkenraden voormeld /:was geteekend:/ J: F: Bode V:D:M: et Sijn Præses A: L: Kolver Pastor. /:in margine:/ Exhibitum in rade van Politie den 23 Jann:ij 1781’
Soo is verstaan de bij gedagte Kerkenraaden gemaakte Schikkingen nopens de alimentatie der Armen uijt wederzijdsche Gemeentens, Sodanig als Sulx bij het voorschreeve verzoek-Schrift is ter neder gesteld, t’ approbeeren; Sullende die selve Schikkingen dienvolgens voor beijde voorschreeven Kerkenraaden strekken tot een permanente Ordre en Regelement, om zig daaraan punctuelijk te gedragen.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 111-115.¶
Dingsdag den {17810130} 30 Jann:ij 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Heeden geresumeerd weezende zeeker Extract uijt de Notulen, Sub dato 17 deezer Maand, gehouden in den Burger Krijgsraad alhier aan Cabo, waarbij de Burgers Hendrik Hermanus Bos, tot Sergeant en Dirk Beukes tot Corporaal in de Tweede Comp:ie Infanterije zijn aangesteld, heeft men zig de aanstelling van evengem:de Beukes laten welgevallen, dog ten opzigte van gedagte Bos gereflecteerd zijnde, dat door den Heere Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers nom: Officie tegens denselven in cas van gepleegde atroce verbale injurie tegens den Landdrost van Swellendam Daniël van Rijneveld, actie voor den Raad van Justitie alhier is g’institueerd, oversulx verstaan de aanstelling van gemelde Bos, tot Sergeant, niet t’ approbeeren, en gedagte Krijgsraad aan te Schrijven, daartoe een ander aan deezen Rade voor te dragen.
En nadien uijt een Missive van Land-drost en Heemraaden van Swellendam voormeld, mitsgaders de daarneevens gevoegde Specificatie, komt te blijken, dat tot voldoening van het kostende der aldaar voltooijde Gebouwen, de Somma van nog Een duijzend Rijxd:s werden benodigt, zoo is goedgedagt, het gemelde Collegie op haar dieswegens gedaan verzoek te qualificeeren, dit bedragen wederom voor reecq: der CoLonie te negotieeren.
Sijnde voorts op het bij Request gedaan verzoek door den Burger Daniël Rossouw aan denselven permissie verleend, om onder betaling van het daartoe staande Transport en kost-geld, met een der Retour-Scheepen van de laatste Bezending deeses Jaars, naar’t Vaderland te mogen overvaaren.
Gelijk meede, op de insgelijx per Request gedaane Verzoeken aan d’ onderstaande Perzoonen, het volgende is toegestaan, als.
Aan de Weed:we wijlen den oud Burgerraad Hendrik Oostwald Eksteen, om haar kleijn Zoon gen:d George Gabriël Muller ter erlanging eener goede Educatie met het aanweezend Retour Schip Oud Haarlem na Nederland over te zenden, mits de gewone Transport- en kost-penn:gen door haar in ’ S Comp:s Cassa alhier, behoorlijk werde voldaan.
Aan Johanna Adriana Arentse, om haare Slavinne gen:d Rozelinde van de Caap uijt Slavernije t’ ontslaan, en in vrijdom te stellen, onder Conditie, dat behalven de betaling aan de Diaconij alhier, der daartoe gestelde Somma van Vijftig Rijxd:s door haar ook behoorlijk Cautie zal moeten werden gesteld, dat voorsz Slavinne binnen den tijd van Thien Jaaren niet tot lasten van ged:e Diaconij zal komen te vervallen, nog dezelve om enige alimentatie verzoeken.
ALdus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
C. 159, pp. 116-122.¶
Dingsdag den {17810206} 6: Febr:ij 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Met het ter Rheede Leggend Fluijt Schip de Hoop , alhier aangeland zijnde den Predikant Christiaan Fleck, die door de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren ten dienste der hervormde Kerken deezes Gouvernements in’t algemeen, is aangesteld, is verstaan, denselven als derde permanente Leeraar hier aan Cabo te plaatsen, waarvan aan den Kerkenraad der Gereformeerde Gemeente alhier p:r Missive de vereijschte kennisse zal werden gegeeven.
Hierna door den Burger Johannes Hendrik Craus, bij Request versoek gedaan zijnde, om als Schoolmeester te werden geadmitteerd, is goedgedagt het selve Request te stellen in handen van E: E:s Scholarchen, ten eijnde den Suppl:t nopens zijne bequaamheijd in het onderwijzen der Jeugd, geëxamineerd hebbende, deezen Rade te dienen van berigt.
Ook is aan den Predikant Johannes Fredericus Bode, toegestaan, om desselfs Zoontje gen:d Cornelis Jan Bode, Oud 13 Jaaren, met een der Retour-Scheepen, onder betaling der gewoone Transport- en kost-penn:gen, naar Nederland te mogen over zenden.
Gelijk meede door den Burger Daniël Verwij p:r Request verzoek wierd gedaan, om met het ter Rheede leggend’ Retour-Schip ‘T Loo naar ‘t Vaderland te mogen vertrecken, ter verrigting eeniger affaires, waartoe desselfs præsentie vereijscht wierd, dog dewijl men ten opzigte van dit verzoek, genoegzaam is g’ informeerd, dat den Suppl:t deeze Reijze alleen staat t’ onderneemen om eenige Papieren, voor de misnoegde Burgers naar’t Vaderland over te brengen, en daarop ten eersten wederom herwaards te rug te keeren, is dierhalven noodzakelijk geoordeeld en dienvolgens beslooten, om bij deese tegenswoordige tijds omstandigheijd applicabel te maken, het ter neder gestelde, bij de gevenereerde Missive der Hoog Edele Heeren Zeeventhienen Sub dato 17: Aug:s 1728 aan de Heeren der Hooge Indiasche Regeering gerigt, en dit Gouvernement in Extract bedeeld, dicteerende:
dat aan niemand permissie Zoude werden gegeeven, naar’t Vaderland over te gaan, die Zijne Familie in Indiën hebbende, voorneemens zoude weezen derwaards te retourneeren, maar dat die Luijden gehouden zouden Zijn, haare Vrouwen en kinderen meede te neemen. Sullende dien conform op het voorsz: door hem Verwij gepræsenteerd Request, voor appostille werden gesteld Fiat de verzogte passagie naar’t Vaderland, met Sodanig ‘S E Comp:s Retour-Bodem, als bij den Heere Gouverneur zal werden goedgevonden, mits den Suppl:t ingevolgen d’ Ordres der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, desselfs Huijsvrouw met zig kome meede te neemen.
Waarna op het hierom bij Request gedaan verzoek door den Gezaghebber en Opperstuurman van’t ter Rheede leggend Ceijlons Retour-Schip ‘T Loo Jan Fredrik Seegert en Matthijs Koster, als Executeurs des Testaments, en Redderaars des Boedels, van wijlen den op dien Bodem overleedenen Schipper Jan van der Sloot, is gepermitteerd, omme ingevolge Zeekere dispositie van wijlen evengemelden Schipper, desselfs Lijf Eijgen, Maij van Maccasser genaamd, t’ emancipeeren en in vrijdom te Stellen, mits gehouden Zijnde, om niet alleen de daarop gestelde Somma van Vijftig Rijxdaalders aan de Diaconij Armen alhier, te betaalen, maar bovensdien de vereijschte Cautie te stellen, dat gemelde Vrij te geevene Slaaf, binnen den daartoe bepaalden tijd van Thien Jaaren, niet tot Lasten der Diaconij kome te vervallen, nog deselve om eenige alimentatie verzoeken.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 123-153.¶
Dingsdag den {17810220} 20: Febr:ij 1781.
‘S voormiddags alle præsent
Ingevolge en ter voldoening aan het zeer geEerd aanschrijvens van Haar Wel Edele Groot Agtb:s de Heeren der Hoge Indiasche Regeering tot Batavia, bij Resolutie van den 23: Jann:ij deeses Jaars vastgesteld zijnde, om de voorstelling van den Hoog Edelen Heere M:r Willem Arnold Alting als Gouverneur Generaal van Nederlands India op heeden te laten geschieden, en weswegen ten dien dage door den Heere Gouverneur en resp:ve Leeden des Raads, den daartoe staanden Eed van trouw en obedientie, in Rade was afgelegd, Zo zijn deesen morgen de klokke Negen uuren alhier in’t Casteele op de Voorzaal bij een gekomen, de resp:ve Collegiën van Justitie, Weesmeesteren, Commissarissen van Civile en Huwelijx Zaaken, desgelijks de Kerkenraaden van de Gereformeerde en Luthersche Gemeentens neevens de verdere Gequalificeerde ‘S Comp:s Dienaaren in geene Collegie sessie hebbende, d’ Officieren Zo van ‘S Comp:s Militie, het Corps d’ Arthillerie en Genie, als die der Burgerije, mitsg:s de Predikanten der Kerken ten Platten Lande, en eijndelijk de Schippers der ter Rheede leggende uijtkomende Scheepen, met de daarop bescheijdene Gequalificeerdens; waarop naar het luijden der Klok, de Deuren der Raadzaal geopend en de voorsz: Vergaderde Perzoonen in evengem:de RaadZaal binnen geroepen en door den Heer Raad Extra Ordinaris van Indie en Gouverneur deezer PLaatse M:r Joachim van Plettenberg aan dezelve wierd voorgehouden, dat, nadien de Eminente waardigheijd van Gouverneur Generaal van Nederlands India, was komen te vaceeren, door het overlijden van zijn Hoog Edelheijd den Heere Reijnier de Klerk aan wien zij alle nog maar een korte tijd geleeden, trouw en hulde hadden geswooren, en die hoog aanzienlijke digniteijt, volgens het voorsz: geEerd aanschrijvens van welopgem: Heeren der Hooge Indiasche Regeering, wederom was opgedragen, aan den Hoog Edelen Heere M:r Willem Arnold Alting, deese bijeenkomst over Sulx was belegd, om gemelde zijn Edelheijd als Gouverneur Generaal ten deezen Gouvernemente voor te stellen, en een ijgelijk ten dien eijnde met vereijschten aandagt zoude hebben aan te hooren, het voorleesen der Acte van Authorisatie en formulier van den Eed, door Hoog gemelde Hooge Regeering beraamd en verleend; welke Acte en het formulier van den Eed hierop door den Coopman en Secretaris van Politie Oloff Martini Bergh opgeleezen zijnde, vervolgens door den Heere Gouverneur de volgende aanspraak wierd gedaan.
Mijn Heeren en Vrienden zo ‘S Comp:s Dienaaren als uijt den Burgerstand Dewijl uijt evengemelde opene Commissie nu is gebleeken, dat in Rade van India is goedgevonden en verstaan, tot Gouverneur Generaal van Nederlands India te verkiezen en te installeeren den Hoog Edelen Heere M:r Willem Arnold Alting, zal een ijder uwer verpligt zijn, welgemelde zijn Hoog Edelheijd voor desselfs wettigen Gouverneur Generaal aan te neemen, te erkennen, te respecteeren en te gehoorzamen; Sullende een ijgelijk gereekend worden, het voorgeleezene Formulier des Eeds met het uijtspreeken der Solemneele Woorden, Zo waarlijk helpe ons God Almagtig, werkelijk te hebben bekragtigd, en verder continueeren in die Termen en Sodanige Functiën als hun zijn toegevoegd, en dat op den Eed aan de generaale Maatschappij, Zo bij intreeding zijner Bediening als aanneeming in S Comp:s dienst afgelegd, ‘t zij in Nederland, ‘t zij in deese Gewesten: Terwijl de Formalie ofte Ceremonieelen ommeslag, bij publicque voorstelling van een Hoofd-Gebieder gebruijkelijk, voor dit maal, dog zonder enige consequentie voor den aanstaanden niet Zullen werden te werk gesteld, nadien het volgens welbehagen der Hoge Regeering is, dat deese voorstelling geschiede, zonder verdere uijtbreijding van Solemniteijten.
Naar het eijndigen welker aanspraak alle de voorsz: bij een vergaderde Collegiën en bijzondere PerZoonen, wederom vertrocken Zinjde, daarop voorts tot bekendmaking deezer voorstelling aan het Publicq, 21 Canon Schooten van’t Casteel gedaan, mitsgad:s het Geschut van alle der ter Rheede leggende Scheepen, gelijkelijk wierden los gebrand.
Den Raad naar voorsz: volbragte voorstelling vergaderd gebleeven zijnde om te disponeeren over diversse ter Tafel gebragte Zaaken; Soo wierd aanvankelijk door den Heer Secunde Pieter Hacker als Præsident des Raads van Justitie gepræsenteerd, Zeeker Request door zijn E: en de Leeden des gem:de Justitieelen Raads aan deeze Regeering gerigt, en luijdende als volgd.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb: Heeren!’
‘Vertoonen met verschuldigde Eerbied, de Præsident en Leeden van den Rade van Justitie deezer Gouvernements:’
‘dat Zij met geen minder Leetweesen als ergernisse van tijd tot tijd hebben moeten ondervinden, dat door het dagelijks hoe langs hoe meer accresseerend getal der Ingezeetenen deezer Colonie en particuliere van deeze Hoofdplaatse ook teffens op eene extravagante wijze zijnde komen te vermeerderen, de Questiën en verschillen, en de daaruijt ontstaane Procedures, welke tusschen dezelve Ingezeetenen voor dezelve Rade zijn geventileerd geworden, door de onkundigheijd en nonchalance van de resp:ve Procureurs welke in deselve procedures hebben gepostuleerd, niet alleen zeer veel nadeel en Schade aan de principaale parthijen, welke daarbij geinteresseerd waaren, is toegebragt, maar dat ook teffens den Raad van Justitie daar door zeer dikwerf met lastige, onordentelijke en in alle opzigten gebrouilleerde Procedures is g’incommodeerd geworden.’
‘dat tot vermijdinge van dit een en ander, bij denselven Rade wel reets over eenigen tijd was geresolveerd geworden, om met goedvindinge en aggreatie van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: alleenlijk een zeeker bepaald getal Procureurs voor derselver Regtbank te admitteeren, ten eijnde dezelve door de dagelijkse maniantie van Zaaken de nodige kennisse en het behoorlijk instrueeren der Processen door den tijd te doen erlangen, dan dat zij Vertoonders zig egter verbeelden dat aan hetselve zo heijlzaam en nuttig Oogmerk, nimmer completelijk zal kunnen werden voldaan, ten zij dezelve Procureurs, ook dadelijk bij derselver aanstelling, werden voorzien van een behoorlijke Instructie, waarna Zijlieden zig Zullen behooren te gedragen.’
‘dat de Vertoonders, in het bezef van de volstrekte noodzakelijkheijd van dien, wel hebben geprojecteerd gehad, Sodanige poincten en Articulen, welke zijlieden hebben geoordeeld, bij provisie van het meeste gewigt te Zijn, dat door de zelve Procureurs stiptelijk behoorden te werden agtervolgd en nagekomen, dan dat zij Vertoonders ook teffens terstond hebben begreepen, dat tot te meerder klem en nadruk, mitsgaders tot eene exacter observantie noodzakelijk wierde gerequireerd, dat dezelve Poincten en Articulen, door U Wel Ed: Gestr: en Ed Agtb: na behoorlijke Examinatie wierden geapprobeerd, en in de forme van eene Instructie voor dezelve Procureurs gebragt Zijnde, door henlieden d’ observantie daarvan, ook Jaarlijx met Solemneelen Eede wierde beloofd.’
‘Mits welke de Vertoonders de vrijheijd neemen, sig met den vereijschten Eerbied te keeren tot U Wel Ed: Gestr: en Ed: Agtb; met ootmoedig verzoek, dat het U Wel Ed: Gestr: en E: Agtb:s goedgunstiglijk behagen moge, de Vertoonders te qualificeeren, om Zoo veel Procureurs voor henlieder Regtbank te admitteeren, als Zij naar tijds omstandigheeden Zullen oordeelen te behooren, en teffens de hierneevens gevoegde geprojecteerde Articulen of Instructie voor de resp:ve Procureurs, welke voor den Rade van Justitie Zullen werden geadmitteerd, te approbeeren, en door Hoogst derselver authoriteijt daaraan te geeven, Sodanige verbindende kragt, dat alle ende een ijgelijk, welke daarbij geconcerneerd is, tot de dadelijke prestatie en nakoming van dien, na Regten, behoorlijk kan werden geconstringeerd.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ P: Hacker, W: C: Boers, O: M: Bergh, A: V: Schoor, L: C: Warneck, T: C: Ronnenkamp, P: L: Le Sueur, J: F: Kirsten, G: H: Cruijwagen, S: V: Echten, C: G: Maasdorp, A: G: Muller, J: D: Wieser’
Waarop naar Lecture van’t voorsz Request is verstaan, den raade van Justitie voormeld, te qualificeeren, om zo veel Procureurs voor derselver Regtbank t’ admitteeren, als zij naar tijds omstandigheijd zal oordeelen te behooren, en verders goedgedagt, de meede overgelegde concept Instructie, in allen deelen te approbeeren, en dezelve mitsdien te doen dienen tot een Reglement en ordre voor ged:e Procureurs, om zig stiptelijk daaraan te gedragen, Sullende dezelve Procureurs wijders, gehouden zijn, dadelijk bij derselver admissie, en voorts alle Jaaren op den eersten Regtdag in’t Jaar, wanneer zij teffens verpligt zullen zijn hunne continuatie te verzoeken, in handen van den Heer Præsident des Raads van Justitie af te leggen, den Eed, sodanig als dezelve agter voorsz: concept Instructie is gevoegd, mitsg:s ook Sufficante Borgen te stellen ter Somma van Een Honderd Ducatonnen, voor de Schade, welke ijmand door haar verzuijm, onweetendheijd ofte fauten zoude kunnen komen te lijden. Sullende het dienvolgens aan niemand die voor den Raad van Justitie deeses Gouvernements eenig Proces zal willen entameeren of defendeeren, en dus zo min den aanlegger als Verweerder vrijstaan, zonder adsistentie van eenen der geadmitteerde Procureurs, in denselven Raad te verschijnen, veel min eenige notulen ter Rolle te doen dicteeren, op pœne dat die geene, die zonder derselver adsistentie zoude willen compareeren, zal werden gehouden als of hij in’t geheel niet hadde gecompareerd, en dat mitsdien ook tegens hem zal werden verleend, Sodanig default, verstek of ander profijt, als waartoe den aard der Zaake, naar de gebruijkelijke practijk zal weesen gesitueerd; Terwijl ook aan den anderen kant, niemand meer als eene Procureur te gelijk, zal mogen gebruijken; van welk een en ander aan een ijgelijk bij Publicatie en affixie van Billietten, de nodige advertentie zal werden gedaan.
Sijnde hierna nagezien, de generaale Reekening der Weesgelden, Sodanig als dezelve onder ultimo December des gepasseerden Jaars ter Weescamer is bevonden, Luijdende als volgd.
‘
Generaale Reecq:g der Weescamer, onder Ult:o Xber: 1780 | ||
1780. | ||
P:mo Jann:ij was 't Capitaal op de Boeken | rd:s 367430:17 | |
En het restant der Contanten op d' openstaande Boedels | d:o 61592:42 | rd:s 429023:11 |
In dit Jaar bijgekomen op de Boeken, als. | ||
Aan geprofiteerde renten op d' uijtstaande Capitaale | rd:s 14143:07 | |
d:o nieuwe Bewijsen | d:o 3448:- | |
d:o ingekomene penningen ten voordeele der Weesen | d:o 35644:16 | |
Op de Openstaande Boedel Reekeningen | d:o 43835:27 | d:o 97071:02 |
rd:s 526094:13 | ||
In dit Jaar afgegaan op de Boeken, te weeten Wegens betaalde bewijsen | rd:s 10871:29 | |
d:o Uijtgegeevene Contanten tot voldoening en Onderhoud der Weesen mitsg:s Camer Ongelden | d:o 31401:40 | |
Op d' openstaande Boedel Reekeningen | d:o 23969:46 | d:o 66243:19 |
Resteerd onder dato deeses een Somma van | Rd:s 459850:42 | |
Welk evengem: Capitaal in't volgende bestaat, Namentlijk. | ||
In diversse Verbandbrieven | rd:s 367343:04 | |
d:o verscheenen renten | d:o 11049:15 | |
d:o het restant der Contanten op d' openstaande Boedels | d:o 81458:23 | d:o 459850:42 |
Generaale Reecq:g der Weescamer, onder Ult:o Xber: 1780 | ||
1780. | ||
P:mo Jann:ij was 't Capitaal op de Boeken | rd:s 367430:17 | |
En het restant der Contanten op d' openstaande Boedels | d:o 61592:42 | rd:s 429023:11 |
In dit Jaar bijgekomen op de Boeken, als. | ||
Aan geprofiteerde renten op d' uijtstaande Capitaale | rd:s 14143:07 | |
d:o nieuwe Bewijsen | d:o 3448:- | |
d:o ingekomene penningen ten voordeele der Weesen | d:o 35644:16 | |
Op de Openstaande Boedel Reekeningen | d:o 43835:27 | d:o 97071:02 |
rd:s 526094:13 | ||
In dit Jaar afgegaan op de Boeken, te weeten Wegens betaalde bewijsen | rd:s 10871:29 | |
d:o Uijtgegeevene Contanten tot voldoening en Onderhoud der Weesen mitsg:s Camer Ongelden | d:o 31401:40 | |
Op d' openstaande Boedel Reekeningen | d:o 23969:46 | d:o 66243:19 |
Resteerd onder dato deeses een Somma van | Rd:s 459850:42 | |
Welk evengem: Capitaal in't volgende bestaat, Namentlijk. | ||
In diversse Verbandbrieven | rd:s 367343:04 | |
d:o verscheenen renten | d:o 11049:15 | |
d:o het restant der Contanten op d' openstaande Boedels | d:o 81458:23 | d:o 459850:42 |
’/:onderstond:/’
‘Ter Weescamer aan Cabo de Goede Hoop ult:o Xber 1780 /:lager:/ continueerende en aankomende Weesmeesteren, /:was geteekend:/ W: C: Boers, H: Le Sueur, B: H: v: Rheede, J: M Bletterman, H: J: de Wet, J: C:d Gie, /:in margine:/ afgaande Weesmeesteren, /:en geteekend:/ A: G: Muller, C: Brand, P: D: Boonacker.’
En is op de dieswegens bij Request gedaane verzoeken, aan d’ Onderstaande Perzoonen, het volgende geaccordeerd als.
aan het Ordinair Lidt in den E: agtb Raad van Justitie tot Batavia M:r Willem Anne Ceva, om mits de herstelling van zijne Huijsvrouw, hunlieder reijze met het Provisie Schip de Dolphijn naar Batavia te mogen vervorderen; Sullende dierhalven de Stil gestaan hebbende Gagie van gemelde M:r Ceva, van dato deezes wederom Cours neemen.
aan den Oud Stads Doctor ter evengemelde Indiasche Hoofd plaatse Gerhardus Maas, om in desselfs evengemelde Qualiteijt, insgelijx met het voorsz: Schip de Dolphijn derwaards te rug te keeren.
Aan den met het RetourSchip Beekvliet repatrieerenden Coopman Jan de Vries, om met zig na Nederland te mogen meede neemen, desselfs Slaven Jonge gen:d Mercuur van Macasser , mits het Transport en kost-geld voor denselven, gereekend van Batavia naar Nederland en van daar wederom te rug, alvorens in ‘S Comp:s Cassa alhier, zal moeten werden voldaan.
Aan de Burgers Johan George Visser en Johan Fredrik Koch, om onder betaling der daartoe staande Transport- en kostpenningen, den eersten met het Fregat de Herstelder , en laatstgem: met een der Retourscheepen van de Tweede Bezending, te repatrieeren.
Sijnde voorts door den Burger Hendrik Hermanus Bosch, meede p:r Request verzogt, met het ter Rheede Leggend’ Retour-Schip ‘T Loo , naar Nederland te mogen vertrecken, ten eijnde aldaar eenige affaires zo wel hem selven, als anderen betreffende, te verrigten; en nadien door den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers, wierd gedeclareerd, dat zijn E: Nomine Officie tegens gem Bosch, in Cas van atroce verbale injurie tegens den Landdrost van Swellendam Daniel van Rijneveld gepleegd, reets actie voor den raad van Justitie alhier, hadde g’institueerd, is dierhalven verstaan, op het voorsz: door hem gepræsenteerd Request het volgende t’ appostilleeren.
aan den Suppl:t werd gepermitteerd, met een van ‘S Comp:s Scheepen te mogen repatrieeren, mits agtervolgens de ordre der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, desselfs Huijsvrouw en kinderen, met zig meede te neemen, en dat wijders, ten opzigte van Sodanig Proces, als door den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers, nomine Officii, tegens den Raad van Justitie deeses Gouvernement is g’entameerd; voor de voldoening aan de regterlijke Uijtspraak, welke Casuquo daarop zoude kunnen vallen, behoorlijke Cautie werde gesteld.
Vervolgens wierd door den alhier mits indispositie overgebleevenen Engelsch Major James Webber gepræsenteerd het volgend’ Request.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg, Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb: Heeren!’
‘Vertoond met vereijschten Eerbied James Webber, Major in Engelschen dienst; hoe den Suppl:t in den voorl: Jaare met het Engelsch Konings Schip the Belle Isle , uijt India gearriveerd zijnde, mits Swaare indispositie, met voorkennisse en toestemming van welgem Heere Gouverneur ter deezer Plaatse verbleeven is,:’
‘Dan den Suppl:t Schoon nog niet ten vollen van zijne Ziekte hersteld zig egter thans in Zoo verre wederom in staat bevindende, de reijze naar Europa te kunnen onderneemen, dog het teffens zeer onzeeker zijnde, of en wanneer ‘er wel eenige Scheepen van zijn Natie, alhier staan aan te komen, waarmeede hij geleegendheijd zoude kunnen hebben, over te vaaren, en den Suppl:t evenwel gaarne wenschte, hoe eer hoe liever van hier te vertrekken, ten eijnde voor het invallen van het Winter Saijsoen in Europa , zig naar Engeland te kunnen begeeven, principaal, dewijl dat Jaar getijde, hem Suppl:t op zijne reijze treffende, Sulks voor desselfs Ziekelijke en swakke Lichaams Constitutie, volgens de verzeekering der over hem alhier gepractiseerd hebbende Doctoren zeer gevaarlijk, Ja selfs dodelijk zoude kunnen zijn; Soo neemt den Suppl:t de vrijheijd, Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: nedrigst te verzoeken, dat dog om de voormelde reedenen aan hem moge werden gepermitteerd, om met eene der aanweezende en eerst van hier te vertrekken staande Retour-Scheepen der Nederlandsche Oost Indische Comp:ie naar Europa te mogen overvaaren, Sijnde hij Suppl:t bereijd, de Transport- en kost-penn:gen voor Logies en Tractement in de Cajuijt alhier behoorlijk in ‘S Comp:s Cassa te betaalen.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ Ja:s Webber.’
Op het welk ter consideratie van de daarin vermelde reedenen goedgedagt is, aan gemelde Majoor Webber de verzogte passagie met het Retour Schip Popkensburg t’ accordeeren, en op het teffens mondeling door denselven gedaan verzoek ter Zijner oppassinge te mogen meede neemen, een Europeesch Bediende John Daierd, mitsgad:s een vrij Swarte Domesticq Robert Felix genaamd, mits de gewoone Transport en kostpenn:gen, Zoo voor hem selven als ged:e meede te neemene Bediendens, alhier behoorlijk in ‘S Comp:s Cassa werde voldaan.
Sijnde wijders aan den Boekhouder en Soldij Overdrager Johan David Storm gepermitteerd, Request aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren ter obtenue van de Qualiteijt en Gagie van Ondercoopman, onder ‘S Comp:s Papieren te mogen overzenden, Sullende dit verzoek, met een favorabel voorschrijvens werden geappuijeerd.
Door de Burgers en Ingezeetenen aan Drakensteijn Johannes Roos, Pieter Retief en Stephanus Francois Joubert, uijt naam ende van wegens verscheijdene andere Leedemaaten der Gemeente aldaar, gepræsenteerd zijnde, zeeker Request, Soo is, gemerkt in het selve diversse lesive en injurieuse expressiën tegens den Eerw: Predikant der voorsz Drakensteijnsche Gemeente D:os Petrus van der Spuij zijn voorgekomen, verstaan, het gedagte Request, ter Politicque Secretarije te Seponeeren.
Maar nadien men met leetweesen moet ondervinden, dat de Scheuring mitsgad:s verregaande Twisten en oneenigheeden, dewelke dus lang onder de Gemeente aan Drakensteijn hebben plaats gehad, nog al immer meer komen toe te neemen, en het uijt dien hoofde, zeer te vreesen is, dat den Godsdienst aldaar ten laatsten in’t geheel tot verval geraken, en de verkondiging van ‘S Heeren dierbaar Woord, de andersints daaruijt voortkomende heijlzaame Vrugten voor die Gemeente, niet meer zal kunnen voortbrengen; Soo is, bij overweeging der hoge noodzakelijkheijd, om hierin na behooren te voorzien, best gedagt en dienvolgens beslooten, d’ Eerw Predikanten Zoo hier aan de Caab als aan Stellenbosch , In’t Land van Waveren en in’t Swartland te qualificeeren, om met ende neevens den aan Drakensteijn voornoemd staanden Eerwaarden Predikant Petrus van der Spuij te confereeren, mitsgaders deezen Rade vervolgens te dienen van berigt, en derselver Consideratiën of en door welke middelen, op de voorsz: oneenigheeden op de gevoeglijkste wijze uijt den weg geruijmd, en de Zo zeer gewenschte Rust en Vreede onder de ged:e Drakensteijnse Gemeente wederom eenmaal zoude kunnen werden hersteld; dog bij Zo verre dit Salutair Oogmerk niet ten vollen mogte zijn te bereijken, in Sulk geval egter, onder de approbatie deeses Raads de best doenlijkste Schikking te beraamen, volgens welke aan Sodanige kinderen, als mits de voorsz: Twisten tot hiertoe van den Doop zijn verstooken gebleeven, dit Heijlig Bond Zegul behoorlijk mogen werden toegediend.
Laatstelijk is aan den Burger Anthonius Jozephus Becker in Eijgendom verleend een Stuk Lands groot Ses Morgen, Twee Honded Vijf en Sestig Quadraat Roeden en Vijf en dertig dito Voeten, en leggende omtrent de Plaats genaamd Goed Geloof, aan hem Suppl:t en den meede Burger Jan Hendrik Greijbe, gemeenschappelijk toebehoorende, mits voor ijder Morgen Jaarlijks vier Schellingen in ‘S Comp:s Cassa werde betaald.
ALdus Gedaan en Uijtgevoerd mitsg:s Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 154-157.¶
Dingsdag den {17810227} 27: Febr:ij 1781.
alle præsent
Vermits uijt eene dieswegens door den Chef der Arthillerij d’ E: Philippus Hermanus Gilquin, aan den Edelen Heer Gouverneur overgeleeverd Rapport en daarbij gevoegde Verklaringe van den Extra Ordinair Lieutenant der Arthillerie Johannes Fischer en den Extra Ordinair Vuurwerker Salomon Öhms, consteerd, dat zig in S Comp:s kruijt kelder alhier is bevindende de quantiteijt van Agt duijzend Ponden Bussekruijt, dewelke ten eenemaal kragteloos en dus onbruijkbaar komt te weezen; is dierhalven goedgevonden, het selve met het aanweezend’ Schip ‘T Hof ter Linde , ter vermalinge naar Batavia over te Zenden.
Sijnde voorts aan zeekeren M:r Jozeph Cator, die als Passagier met het ter Rheede leggend Retour-Schip Diana van BengaLen naar Europa komt over te vaaren, op desselfs hierom bij Request gedaan verzoek, gepermitteerd, om ter Zijner oppassinge van hier naar Nederland meede te neemen, ten eijnde hem verder naar Engeland te verzellen, een Slaven Jonge Pedro genaamd, voor welken dierhalven het daartoe staande Transport- en kost-geld, voor de Reijze van Bengalen naar ‘t Patria in S E Comp:s Cassa zal moeten werden voldaan.
Gelijk meede aan den met het Schip Concordia repatrieerende Oud Scheepen te Batavia Jan van de Polder, is toegestaan omme insgelijx, onder betalinge der gewoone Transport- en kostpenningen, voor de heen en weder Reijze van Batavia naar’t Vaderland en van daar te rug, een Slaven Jonge Maij genaamd, met zig te mogen meede neemen.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 158-160.¶
Vrijdag den {17810309} 9 Maart 1781.
alle præsent excepto den Heer Secunde Pieter Hacker.
Is goedgevonden en verstaan alle ende een ijgelijk deezer Caabse Ingezeetenen zoo wel Dienaaren der E: Compagnie als Burgeren bij affixie van Billietten te præadverteeren; dat den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers, neevens Gecommitteerdens op Maandag den 23:ste der aanstaande Maand April alhier in deeze Tafelvalleij Schouwing Sullende doen van alle Straaten en Wegen; een ijder dierhalven; de Morskuijlen, Vuijlnis Nesten, mist- en Sandhoopen, mitsgaders in de weg leggende Losse klippen, van voor desselfs Huijs zal hebben weg te maken, op pœne dat de nalatige Zonder conniventie Zullen werden gemulcteerd, in Sodanige Boeten, als bij het Generaal Placcaat daarop gesteld zijn, en dat het ongedaane voor haare Reekening zal werden weggereeden.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 161-168.¶
Dingsdag den {17810313} 13 Maart 1781.
‘S voormiddags alle præsent
Heeft den Heere Gouverneur heeden ter Vergaderinge geproduceerd de onderstaande Missive, bij Zijn Edele ontfangen van den Heer de Souillac Gouverneur Generaal Zijner Fransse Majesteijts Etablissementen L’ Isle de France en Bourbon
à L’ Isle de France le 6 Jann:r 1781
‘Monsieur!’
‘J’ai l’honneur de vous prevenir que M:r de Tronjoly Brigadier des Armées Navales et cydevant commandant l’Escadre de la Majesté dans les mers de l’Inde doit passer incessemment au Cap de Bonne Esperance, d’ou il se propose faire son retour en Europe le déffaud des Vaisseaux en partance de cette Colonie pour France le force aprendre cette Voye, et il se flatte que vous voudrez bien ne pas y mettre d’obstacles; Je me goins à lui Monsieur, pour vous prier instemment de lui en accorder L’agrement et de joindre même vos recommandation auprès du Capitaine Sur le Bord de qui il passera. Ses affaires exigent la plus grande Celerité pour Son retour, il a l’honneur d’etre connu de vous, Monsieur, et vous vous ferez Surement un plaisir de donner à un Officier de cette distinction tous les agremens qui dependront de vous. Je partuyerai Sa reconnoissance et je rechercherai avec empressement les occasions de la manifeste.’
‘J’ai l’honneur d’etre avec la plus haute consideration.’
’/:onderstond:/’
‘Monsieur! Votre três humble it très obeissant Serviteur. /:was geteekend:/ Le C:l de Souillac’
Naar Lecture welker Missive overwogen Zijnde, dat de daarbij verzogte passagie voor de Heere du Tronjoly als hooggemelde zijne Majesteijts dienst rakende, niet wel met gevoeglijkheijd kan werden gerefuseerd: Is dierhalven verstaan om wanneer gemelde Heer du Tronjoly alhier zal weezen gearriveerd, als dan aan denselven te permitteeren, met een der eerst daarop vertrekkende Retour-Scheepen na Nederland te mogen vertrecken.
Sijnde vervolgens meede geresumeerd zeeker Request door Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Drakensteijn , Sub dato 7 Aug:s pass:o aan deezen Rade gerigt, waarbij door dezelve werd te kennen gegeeven, dat nadien ‘er onder der Ingezeetenen Slaven veele werden gevonden, wier weesen en gedaanten niet wel van dat der Bastaard-Hottentotten t’ onderscheijden zijnde, dusdanige Slaven hierdoor geleegendheijd vinden, om voor Bastaards Hottentotten te passeeren, en Jaaren lang, drossende rond te Swerven, voor ende alëer dezelve kunnen werden ontdekt, met verzoek wijders, dat het deezen Rade mogte behagen in dit quaad te voorzien, door Sodanige meddelen, als Zijl: bij het voorsz: Request quamen voor te dragen; Soo is best gedagt en dienvolgens beslooten, dat alle de ten platten Lande woonende Ingezeetenen gehouden Zullen Zijn, de bij haar woonende Bastaard Hottentotten ‘S jaarlijx bij de naast woonende Veld Commandanten, Veldwagtmeesters of Corporaals, haare naamen te laten opgeeven, die vervolgens meede des Jaars een behoorlijke Lijst van dezelve Bastaard Hottentotten, en bij wien dezelve woonen, aan de resp:ve Landdrosten Zullen moeten overleeveren; ten eijnde daarvan bij alle geleegendheeden het nodige gebruijk te kunnen maken; Terwijl hiervan bij affixie van Billiëtten, de nodige advertentie zal werden gedaan.
Den OpperChirurgijn in de Baaij-Fals Daniël Brand zijnde komen te overlijden; is in steede van denselven wederom tot OpperChirurgijn in ged:e Baaij aangesteld; den Perzoon van Johan Michaël Seijd van Saxen Meinungen, die reets bevorens in qualiteijt als OpperChirurgijn bij d’ E Comp te Canton in China in dienst geweest, en in den Jaare 1773, met stilstand van gagie p:r het Engelsch Schip The Earl of Lincoln alhier aangeland en Sedert verbleeven is; ende Sulx onder desselfs bevorens genotene Gagie van Vijftig Guldens p:r maand, mitsg:s een nieuw drie Jarig verband, alles ter g’Eerde approbatie der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren in’t Patria
En dewijl uijt het ten deezen opzigte d E: E: Scholarchen ingediend berigt consteerd, dat den burger Johannes Henricus Craus bij gedane Examinatie was bevonden, de vereijschte bequaamheijd tot het onderwijzen der Jeugd, te bezitten, is dierhalven goedgedagt aan denselven het Schoolhouden alhier etc permitteeren.
Aldus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 169-196.¶
Dingsdag den {17810320} 20 Maart 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Wierd door d’ Eerw: Petrus van der Spuij Predikant bij de Gemeijnte aan Drakensteijn , gepræsenteerd het volgend Request.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E. Agtb: Heeren!’
‘Geeft zeer reventelijk te kennen Petrus van der Spuij van Cabo de Goede Hoop, in den Jaare 1746 met ‘t Schip Dieshoek als Predikant voor dit Gouvernement aangeland zijnde, van dien tijd af, tot in A:o 1752 bij deeze Caabse Gemeijnte, en van’t evengemelde Jaar 1752 tot nu toe bij die van Drakensteijn als permanent Leeraar heeft gestaan;’
‘dat hij Suppl:t dus den tijd van ruijm Vier en dertig Jaaren, het Predikampt altoos naar uijtterste vermogen waargenomen hebbende, daarinne van herten gaarne nog langer zoude wenschen te continueeren.’
‘dog dat hij Suppl:t door Zijne toeneemende Jaaren, en verscheijde Lichaams Corruptien, principaal door een groote verswakking in zijn geheugen, Zig buijten staat bevind, het voorsz: Predikampt langer te kunnen waarneemen.’
‘des den Suppl:t genoodzaakt is, zig te keeren tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, met ootmoedig verzoek, hem om voorsz: reedenen van den Predikdienst t’ ontslaan, en dat het Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s verders goedgunstig moge behagen, Zoo ter consideratie van des Suppl:ts lange Jarige diensten, als dat hij den Oudsten Predikant van geheel Nederlands Indiën komt te weezen, desselfs voorsz ontslag behoudens Zijne Gagie en Emolumenten t’ accordeeren.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ P: V: D: Spuij.’
Waarop goedgedagt is, gemelde D:o van der Spuij van het Predikampt te ontslaan, en ter consideratie zijner veeljarige diensten, Voorbeeld in Leeven en Stigting in Leere desselfs volle gagie te laten behouden, van welk een en ander, aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren pligtschuldig kennisse gegeeven, en aan Haar Edele Hoog Agtb:s teffens het door gemelde D:o van der Spuij verder gedaane verzoek om ook de bevorensgenootene Emolumenten te mogen blijven behouden, zal voorgedragen werden; Terwijl Zijn Eerw: op’t geneegenst zal werden bedankt, wegens de onvermoeijde ijver en Trouwe, met dewelke desselfs Swaarwigtig Ampt altoos heeft waargenomen.
Sullende voorts, ten einde den Godsdienst in voorsz: Drakensteijnse Gemeijnte niet kome stille te staan, den Predikdienst aldaar, door de Predikanten hier aan de Caab, neevens die in’t Swartland , aan Stellenbosch en In’t Land van Waveren beurtelings om de vier Weeken waargenomen, en insonderheijd de H: Bondzeegelen op de gewoone tijden werden uijtgereijkt, ende Sulx ter tijd toe, de præsente Vacature van het Leeraar-Ampt aan Drakensteijn , wederom zal vervuld zijn, van welke Schikking Zo wel de voorsz: respect:ve Predikanten, als den Kerkenraad aan Drakensteijn , p:r missive Zullen werden verwittigd, en meerm: Kerkenraad bovensdien aangeschreeven werden, om Sorge te dragen dat ‘er op des Predikants Woning met dies ap- en dependentie steeds goede toezigt werde gehouden en dezelve dus in geen verval geraaken.
Waarna is geleesen d’ onderstaande Missive van Kerkenrade aan Stellenbosch
Wel Edele Gestr: Heer en Edel Agtb: Heeren!
‘Wij neemen de vrijheijd, Uwel Ed: Gestr: en E: Agtb:s ootmoedig voor te dragen de zeer Slegte gesteldheijd van onse Kerk en arme-Penningen, wel is waar Edel Gest: en E: Agtb: dat de Kerk thans buijten Schuld is, maar hier door Zijn de Penningen merkelijk opgekort, en d’ uijtgaven groter geworden, moetende nu ons eijgen Armen selfs onderhouden, waarbij komt de Onkosten van de Brand Spuijt, zo dat Wel Edele Gestr: en E: Agtb: Heeren onze quijnende kerk Zugt en bid om adem te haalen, wij wenden ons dan tot haare Voedsterheeren, en verzoeken dat het ons mogen gegund worden een Collecte te doen, onder de Leedemaaten deeser kerke en die geene, die alhier den openbaaren Godsdienst bijwoonen.’
‘Het behage U Wel Edele Gestr: en E: Agtb: hierop een gunstig Oog te vestigen, waarmeede wij naar toebidding van Jehova’s beste Zeegeningen, ons in U Wel Ed Gestr: en E: Agtb: goede protectie aanbeveelende, d’ Eere hebben ons te noemen.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Gestr: Heer en Edel Agtb: Heeren! UwEd Gestr en Edel Agtb:s onderdanige Dienaars /:was geteekend:/ P: Kuijs, P: W: D: Vos, S: J Cats,’
‘A: C: V: D: Bijl. /:in margine:/ Stellenbosch den 14: Maart 1781.’
Op welke Missive is verstaan, aan gem Kerkenraad in antwoord te laten afgaan; dat nadien volgens de laatst door hun overgeleeverde Reekening haarer arme penn:gen, onder ult:o Xber: des voorl: Jaars 1780:, nog aan Contanten in Cassa Zijn gebleeven ƒ1201:9 stver:s Hollands, en dat wijders, nu sedert Twee Jaaren het aan de Caabse Diaconij debet geweest zijnde Capitaal van ƒ4000:- is afgelegd, en de Stellenbosche Kerken Cassa dus buijten Schuld zijnde, zig notoir in beeter staat moet bevinden, te meer, daar nog onlangs het stuk Lands van de Colonie aan Stellenbosch voor de Pastorij tot de Somma van ƒ600:- heeft kunnen werden ingekogt, men dierhalven voor als nog in’t doen der verzogte Collecte niet heeft kunnen condescendeeren, als vertrouwende, dat haare Kerkelijke middelen veel eer toeneemen zullen, wanneer omtrent deselve allesints een goede Œconomie wierd betragt.
Wijders door den Burger Willem Esterhuijsen gepræsenteerd Zijnde, het volgend’ Request.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg, Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgad:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’
‘Vertoond met d’ uijtterste Submissie en Eerbied Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s zeer nedrigen Dienaar den Landbouwer Willem Esterhuijsen: hoe wijlen des Suppl:ts Grootvader van Moeders zijde, den Burger Hans Carelsz:, reets voor Tachtig en meer Jaaren geleeden van d’ E: Comp:ie hebbende vergund gekreegen zeeker stuk Lands geleegen onder ‘t District van Stellenbosch genaamd Onrust , het ged:e Land door hem van tijd tot tijd bepoot, beplant, mitsg:s betimmerd, en dus tot een reguliere plaats gebragt zijnde, des Suppl:ts VoorOuders over Sulx ook altoos op die Plaats gewoond, en geduurende al dien tijd, in’t vreedige bezit van dezelve zijn gebleeven; waarna de voorsz Plaats door wijlen des Suppl:ts Vader Willem Esterhuijsen, aan hem Suppl:t voor een zeekere Somma afgestaan zijnde, hij Suppl:t dan ook /:gelijk Sulx door de resp:ve geweezene landdrosten van Stellenbosch en Drakensteijn , meede zoude kunnen werden getuijgd:/ reets meer dan Twintig Jaaren in de geruste possessie van die Plaats is geweest, zonder dat hij Suppl:t egter, ongeagt alle aangewende moeijte en gedaan onderzoek, heeft kunnen ervaaren, of daarvan wel een Caart en Erfgrond-brief is geformeerd ende verleend:’
‘Weshalven den Suppl:t eijndelijk te rade geworden is, bij welopgem: Heere Gouverneur te verzoeken, om de voorsz Plaats te mogen doen hermeeten; het geen geschied, en de meermelde Plaats, blijkens het door den Landmeeter geformeerde en deezen geannexeerde Caartje, bevonden zijnde, groot te weesen Twee en dertig Morgen en Vier Honderd en Twintig Quadraat Roeden; Soo is ‘t dat den Suppl:t, als nu de vrijheijd neemt, zig te wenden tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, met ootmoedig verzoek, dat het dezelve goedgunstig moge behagen, hem Suppl:t in den Eijgendom en possessie van dikwilsgem: Plaats te confirmeeren en aan hem daarvan volgens de nu gedaane meeting, een nieuwe Caart en Erfgrondbrief te verleenen.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ Willem Esterhuijsen.’
Soo is verstaan het selve Request te stellen in handen van den Landdrost en Heemraaden aan Stellenbosch ten eijnde geëxamineerd hebbende, de middelen door den Suppl:t tot Fundament van desselfs verzoek geallegueerd, deesen Rade dienaangaande vervolgens te dienen van berigt.
Sijnde vervolgens geleesen de Memorie nopens de te kort en bedorven bevondene goederen op de Lading van het provisie Schip de Dolphijn , neevens de Schriftelijke verantwoording door den Schipper van ged:e Bodem Nicolaas Jevie, deezen aangaande overgeleeverd, luijdende als volgd.
‘Memorie van de na besz: Arak, Rijst, Houtwerken, en Metzelsteenen &:a uijt de Lading van’t provisie Schip de Dolphijn bedorven, gebroken als te min, gelijk te zien is bij de Verklaring van Gecomm:s hier annex, namentlijk.’
‘
3116 1/2 | Cann: Aracq op 80 Leggers bij pijling minder als zijnde 2: van 3:, 48 van 4:, 18 van 5, 4 van 6:, 2 van 8, 1 van 10, 2 van 12., 1 van 13, 1 van 23 en 1 van 27 d:men Wan, zijnde de Leggers doorgaans slegt en vol Wormgaten, zijnde 10 1/16 proC:to Sch:s | |
33438 | lb Rijst op 542500: lb ofte 175 Coijangs, te weeten | |
15972 lb bedorven | ||
17466 d:o te min | ||
4: | lb Peeper op 1995: lb te min, Zijnde 1/5: prC:to ruijm. | |
619 | d:o Candij Zuijker op 10270 lb, in 50 halve Cannassers te min, Zijnde 6 prC:to ruijm | |
4: | d:o Wax ruuwe op 400 lb te min Zijnde 1 prC:to netto. | |
17: | d:o Wax-kaarssen op 3000 lb in 6 Cassen bij naweeging te min | |
5000 | p:s Caaijmatten op 8000 p:s te min | |
3715 | d:o Estricken van 16 d:me, op 13000 p:s Zo met hoeken af, als in't geheel gebroken, Zijnde 28 1/2 prC:to ruijm. | |
20: | p:s Molen planken, dik 3 d:men op 260 p:s | } gebroken |
43: | d:o Jatij planken d:o 500: d:o | |
136: | d:o d:o duijgen d:o 3000: d:o |
3116 1/2 | Cann: Aracq op 80 Leggers bij pijling minder als zijnde 2: van 3:, 48 van 4:, 18 van 5, 4 van 6:, 2 van 8, 1 van 10, 2 van 12., 1 van 13, 1 van 23 en 1 van 27 d:men Wan, zijnde de Leggers doorgaans slegt en vol Wormgaten, zijnde 10 1/16 proC:to Sch:s | |
33438 | lb Rijst op 542500: lb ofte 175 Coijangs, te weeten | |
15972 lb bedorven | ||
17466 d:o te min | ||
4: | lb Peeper op 1995: lb te min, Zijnde 1/5: prC:to ruijm. | |
619 | d:o Candij Zuijker op 10270 lb, in 50 halve Cannassers te min, Zijnde 6 prC:to ruijm | |
4: | d:o Wax ruuwe op 400 lb te min Zijnde 1 prC:to netto. | |
17: | d:o Wax-kaarssen op 3000 lb in 6 Cassen bij naweeging te min | |
5000 | p:s Caaijmatten op 8000 p:s te min | |
3715 | d:o Estricken van 16 d:me, op 13000 p:s Zo met hoeken af, als in't geheel gebroken, Zijnde 28 1/2 prC:to ruijm. | |
20: | p:s Molen planken, dik 3 d:men op 260 p:s | } gebroken |
43: | d:o Jatij planken d:o 500: d:o | |
136: | d:o d:o duijgen d:o 3000: d:o |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 20: Maart 1781. /:was geteekend:/ P: Hacker.’
Den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van PLettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, Gouverneur in Loco &:a &:a &:a den Ondergeteek:de Schipper van’t hier thans ter Rheede geankerd leggende provisie Schip de Dolphijn , hebbende gelieven t’ ordonneeren, omme behoorlijk verantwoording te doen, waar door de Effecten op de Lading van bovengemelden Bodem voor dit Gouvernement aangebragt, zijn ontstaan, Zo verclaare ik, de oorzaak daarvan te zijn, als in margine deeses staat aangehaald, bestaande in en als volgd
‘
deeze minwigt is door vogtigheijd en Smelting veroorzaakt | 619: lb Candij Zuijker op 10270 lb te kort |
denkelijk door indrogen veroorzaakt, vermits de Baalen wel geconditioneerd zijn uijtgekomen | 4: lb peeper op 1995 lb te min |
het bederf is principaal ontstaan door bijgekomen Zee Water het welk door swaar zeijlen en overkomende Zeeën door de Lijfnaaden is ingedrongen, en op de reijze niet heeft kunnen ontwaard werden, dan bij dies ontlossing, gelijk dan ook met de volheijd van tusschen deks leggende goederen geen naauwkeurige visitatie kan gedaan werden, middelerwijl dat ook door 't breeken der Stroozacken, Spillagie is veroorzaakt, en dat bij het overscheepen zo na boord als meede bij het lossen en overvoeren ter deezer Rheede met de Vaartuijgen wel Spillagie is voortgekomen. | 33438 lb Rijst op 542500 lb te weeten |
15972 lb bedorven | |
17466 d:o te kort | |
is ontstaan door't dikmaals zo hier als elders verwerkende afgebroken. | 4 lb Wax gemeene op 400 lb te min |
is veroorzaakt 't min gewigt vermits deselve nat van den Chinees is afgekomen en in de Cassen Zijn ingedroogd, dus daaraan geen Schadelijke handgreepen is gepleegd. | 17: lb Wax kaarssen op 3000 lb te min |
niet ontfangen | 5000 p:s Caaijmatten op 8000 p:s te kort |
voortvloeijende vermits de steenen op malkanderen hebben geleegen, en de onderste door de Swaarte is gebroken, egter Zo in kleijne Stucken als gebroken uijtgeleeverd | 3715: p:s Estricken van 16 d:men op 13000 p:s gebroken |
deeze minwigt is door vogtigheijd en Smelting veroorzaakt | 619: lb Candij Zuijker op 10270 lb te kort |
denkelijk door indrogen veroorzaakt, vermits de Baalen wel geconditioneerd zijn uijtgekomen | 4: lb peeper op 1995 lb te min |
het bederf is principaal ontstaan door bijgekomen Zee Water het welk door swaar zeijlen en overkomende Zeeën door de Lijfnaaden is ingedrongen, en op de reijze niet heeft kunnen ontwaard werden, dan bij dies ontlossing, gelijk dan ook met de volheijd van tusschen deks leggende goederen geen naauwkeurige visitatie kan gedaan werden, middelerwijl dat ook door 't breeken der Stroozacken, Spillagie is veroorzaakt, en dat bij het overscheepen zo na boord als meede bij het lossen en overvoeren ter deezer Rheede met de Vaartuijgen wel Spillagie is voortgekomen. | 33438 lb Rijst op 542500 lb te weeten |
15972 lb bedorven | |
17466 d:o te kort | |
is ontstaan door't dikmaals zo hier als elders verwerkende afgebroken. | 4 lb Wax gemeene op 400 lb te min |
is veroorzaakt 't min gewigt vermits deselve nat van den Chinees is afgekomen en in de Cassen Zijn ingedroogd, dus daaraan geen Schadelijke handgreepen is gepleegd. | 17: lb Wax kaarssen op 3000 lb te min |
niet ontfangen | 5000 p:s Caaijmatten op 8000 p:s te kort |
voortvloeijende vermits de steenen op malkanderen hebben geleegen, en de onderste door de Swaarte is gebroken, egter Zo in kleijne Stucken als gebroken uijtgeleeverd | 3715: p:s Estricken van 16 d:men op 13000 p:s gebroken |
‘Sullende Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s uijt het geen in margine deeser gesteld is, kunnen beoogen, waar door de defecten der voorsz: goederen hunnen oorspronk hebben gehad, om welke reedenen den Ondergeteek:de op de Eerbiedigste wijze verzoekt, als een Dienaar dewelke d’ E: Comp:ie Seedert hij dezelve bediend heeft, altoos trouw en Eerlijk heeft behandeld, dat hij voor de gemelde Defecten der voor aangevoerde Goederen, niet moge werden belast.’
’/:onderstond:/’
‘In’t Schip de DoLphijn den 20 Maart 1781. /:was geteekend:/ N:s Jevie.’
Waarop overwogen Zijnde, dat het breeken der Estricken, wederom ten principaale door derselver brosheijd en Swaarte veroorzaakt zijnde, het bederf der Rijst alleen is ontstaan door Leccagie, waaromtrent egter geen negligentie bij de Scheeps Overheeden heeft plaats gehad, heeft men dierhalven moeten besluijten, het een en ander te passeeren en bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements te doen afschrijven; Terwijl ten opzigte van de gebroken bevondene Houtwerken is verstaan, dat nadien niet blijkt, Sulx door eenig verzuijm of agteloosheijd der Scheeps Overheeden te Zijn ontstaan, dit almeede te passeeren, en dezelve neevens de gebrokene Vloersteenen, p:r publicque Vendutie voor het geene Zullen komen te gelden te laaten verkoopen.
Gelijk meede nopens de 5000 p:s Caaijmatten, die volgens getuijgenisse der Scheeps-Overheeden tot Batavia niet ontfangen en alhier ook niet in’t Schip Zijn gevonden, is verstaan, dezelve Batavia te doen te rug reekenen.
Sijnde egter ten belange van de te min uijtgeleeverde Rijst, Candij-Zuijker, Wax-kaarssen en Aracq, beslooten, de Opperhoofden van voorschreeven Bodem, op haare Soldij Reekeningen, in maniere als volgd te doen belasten; te weeten:
Nederl:s geld | Ducatons van 66 stv:s Nederl: geld | Indias geld van 80 stv:s ducaton | |
17466 lb Rijst tegens 1/2 Capitaal advans | ƒ647:13:08: | p:s 196 35/132 | ƒ785:01:08: |
311 d:o Candij Zuijker, Zijnde | |||
3 prC:to ruijm tegens 1/2 | |||
Cap:l advans | d:o 73:-:08: | d:o 22 17/132 | d:o 88:10:08: |
17: d:o Wax kaarssen tegens | |||
1/2 Capitaal advans | d:o 26:18:08: | d:o 8: 7/44 | d:o 32:13:-: |
12 1/2: Cann: Aracq, zijnde | |||
1/16 prC:to Sch:s tegens | |||
uijtkoops prijs | d:o 5:08:08: | d:o 1 85/132 | d:o 6:11:08: |
ƒ912:16:08: | |||
hierop 25 prC:to verhoging, zijnde | d:o 228:04:08: | ||
komt | ƒ1141:01:-: | ||
bedraagd voor reecq: van den Schipper Nicolaas Jevi voor 2/3 | ƒ760:14:-: | ||
en voor die van den Opperstuurman Bosman voor 1/3 | d:o 380:07:-: | ||
Sommeerd | als boven | ƒ1141:01:-: |
Nederl:s geld | Ducatons van 66 stv:s Nederl: geld | Indias geld van 80 stv:s ducaton | |
17466 lb Rijst tegens 1/2 Capitaal advans | ƒ647:13:08: | p:s 196 35/132 | ƒ785:01:08: |
311 d:o Candij Zuijker, Zijnde | |||
3 prC:to ruijm tegens 1/2 | |||
Cap:l advans | d:o 73:-:08: | d:o 22 17/132 | d:o 88:10:08: |
17: d:o Wax kaarssen tegens | |||
1/2 Capitaal advans | d:o 26:18:08: | d:o 8: 7/44 | d:o 32:13:-: |
12 1/2: Cann: Aracq, zijnde | |||
1/16 prC:to Sch:s tegens | |||
uijtkoops prijs | d:o 5:08:08: | d:o 1 85/132 | d:o 6:11:08: |
ƒ912:16:08: | |||
hierop 25 prC:to verhoging, zijnde | d:o 228:04:08: | ||
komt | ƒ1141:01:-: | ||
bedraagd voor reecq: van den Schipper Nicolaas Jevi voor 2/3 | ƒ760:14:-: | ||
en voor die van den Opperstuurman Bosman voor 1/3 | d:o 380:07:-: | ||
Sommeerd | als boven | ƒ1141:01:-: |
Terwijl dezelve Overheeden daarentegen voor het geene op de hier onder gespecificeerde Goederen, minder dan de gepermitteerde afschrijvinge dicteerd is te kort gekomen, op haare Soldij reecq:gen het volgende zal werden te goed gedaan, als.
Nederl:s geld | Ducatons van 66 stv:s nederl: geld | Indias geld van 80 stv:s ducaton | |
36: lb peeper zijnde 1 4/5 prCto Sch:s | |||
tegens 1/2 Capitaal advans | ƒ8:09:08: | p:s 2 5/44 | ƒ10:05:08: |
40 d:o Cattoene gaarn Zijnde 2 prC:to | |||
tegens 1/2 Capitaal advans | d:o 21:03:-: | d:o 6 9/22 | d:o 25:12:08: |
8 d:o Wax ruuwe Zijnde meede | |||
2 prC:to netto tegens 1/2 Capitaal | |||
advans | d:o 11:18:-: | d:o 3 20/33 | d:o 14:08:08: |
1572 lb Poeder Zuijker, als. | |||
1506 lb zijnde de gevalideerde | |||
3: prC:to op 50221 lb | |||
66: d:o aan Overwigt | |||
1572 lb Poeder Zuijker, tegens | |||
Uijtkoops prijs | d:o 275:02:-: | d:o 83: 4/11 | d:o 333:09:-: |
Telt te Samen | ƒ383:15:08: | ||
OverSulx voor reecq: van bovengemelde Schipper Jevi voor desselfs 2/3 | ƒ255:17:-: | ||
mitsg:s den Opperstuurman Bosman wegens zijn 1/3 | d:o 127:18:08: | ||
komt als vooren | ƒ383:15:08: |
Nederl:s geld | Ducatons van 66 stv:s nederl: geld | Indias geld van 80 stv:s ducaton | |
36: lb peeper zijnde 1 4/5 prCto Sch:s | |||
tegens 1/2 Capitaal advans | ƒ8:09:08: | p:s 2 5/44 | ƒ10:05:08: |
40 d:o Cattoene gaarn Zijnde 2 prC:to | |||
tegens 1/2 Capitaal advans | d:o 21:03:-: | d:o 6 9/22 | d:o 25:12:08: |
8 d:o Wax ruuwe Zijnde meede | |||
2 prC:to netto tegens 1/2 Capitaal | |||
advans | d:o 11:18:-: | d:o 3 20/33 | d:o 14:08:08: |
1572 lb Poeder Zuijker, als. | |||
1506 lb zijnde de gevalideerde | |||
3: prC:to op 50221 lb | |||
66: d:o aan Overwigt | |||
1572 lb Poeder Zuijker, tegens | |||
Uijtkoops prijs | d:o 275:02:-: | d:o 83: 4/11 | d:o 333:09:-: |
Telt te Samen | ƒ383:15:08: | ||
OverSulx voor reecq: van bovengemelde Schipper Jevi voor desselfs 2/3 | ƒ255:17:-: | ||
mitsg:s den Opperstuurman Bosman wegens zijn 1/3 | d:o 127:18:08: | ||
komt als vooren | ƒ383:15:08: |
Voorts geleezen weezende het Rapport, dat door meerm: Schipper Nicolaas Jevie aangaande de dagelijxe verrigtingen in’t lossen en weder beladen van het voorwaards geciteerde Provisie Schip de Dolphijn is verleend geworden; heeft men hierop goedgevonden in margine van het selve te doen aanteekenen, dat de daarin aangehaalde dagelijxe verrigtingen, weegend het ontlossen en weder beladen van’t ged:e Schip de Dolphijn , allesints met de Waarheijd conform zijn ter nedergesteld; en dat uijt hoofde van de felle Z:d O:te Winden, die t’ sedert het arrivement van dien Bodem, Schier dagelijx alhier hebben gewaaijd, en de Rheede voor klijne Vaartuijgen meesten tijds onvaarbaar geweest Zijnde, hierdoor veroorzaakt is, dat meermelde kiel niet eerder heeft kunnen werden gedimitteerd.
En nadien van tijd tot tijd wederom is ingekropen het misbruijk, dat veele Ingezeetenen haare Paarden, Runderen en andere Vee, op de verbodene pleijnen en plaatsen laten loopen, en dezelve pleijnen hierdoor grotelijx werden bedorven; Zoo is verstaan, tot weering van dien, bij renovatie en interpretatie van het daartegens bij Billiët van den 28 Octob:r 1762 gedaan verbod, wederom bij publicatie en affixie van Billiëtten t’ interdiceeren en verbieden, dat niemand zig zal mogen vervorderen, desselfs Paarden, runderen of ander Vee, op de tusschen het Casteel en de Huijsen van de Caab leggende pleijnen, daaronder meede begreepen de opene Plaatssen tusschen evengemelde Fortresse en’t nieuwe Hospitaal te laten loopen; op pœne van Vijf Rijxd:s voor d’ Eerste, Thien voor de Tweede en Vijf en Twintig Rijxd:s boete voor de derde reijze, en dat de Paarden en andere Beesten die op voorsz: verbodene Plaatsen gevonden Zijnde, op ‘S Comp:s Stal, mitsg:s in de Craalen neevens het Slagt-Huijs zullen weesen gebragt, niet eerder daaruijt Zullen werden gelaaten, voor dat voor ijder Paard of ander Beest door den Eijgenaar nog Vijfthien Stv:s sluijtgeld zal weezen betaald; Terwijl al het ander Vee insonderheijd de Bokken, en Varkens, gelijk meede de op voorsz: Pleijnen gevonden werdende Ganssen, en ander pluijm-Vee, als insgelijx zeer schadelijk voor de grasvelden Zijnde, door een ijgelijk Zullen mogen gedood en verbeurd gemaakt werden.
Boven het welke bij het selve Billiët ook aan een ijgelijk zal werden verboden, om met Wagens ofte Karren, over ofte omme de op het PLeijn staande Fonteijnen, ofte zogenaamde Pompen te rijden, gelijk meede niemand, het zij bij de voorschreeven Fonteijnen ofte Pompen, nog ook op eenige der PLeijnen, dan wel voor haare Huijsen, Zullen vermogen eenig Linnen of iets anders uijt te wasschen, te spoelen, te bleeken, of om te droogen op te hangen, alles insgelijks op een boete van Vijf Rijxdaalders voor de Eerste, Thien voor de Tweede en Vijf en Twintig Rijxdaalders voor de derde Reijze, alles ten behoeve van den Heer Officier.
En is laatstelijk den Adsistent en Landmeeter Pieter Cloete van Cabo de Goede Hoop op de voordragte van den Directeur over ‘S Compagnies Fortificatiën d’ E: Philippus Hermanus Gilquin, tot Ingenieur Extra Ordinair met de Rang als Vaandrig, en de gagie van ƒ40:- ter maand, onder een Vijf Jarig verband aangesteld.
ALdus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 197-204.¶
Saturdag den {17810331} 31:ste Maart 1781.
‘S voormiddags alle præsent
Wierd door den Heere Gouverneur te kennen gegeeven, dat zijn Edele de Vergadering thans Extra Ordinair had doen beleggen, ten einde aan de resp:ve Leeden derselve, te communiceeren, een Missive, deezen Morgen bij hem Heere Gouverneur, met het op heeden hier gearriveerde Fransch Konings Fregat la Sïlphïde , ontfangen, van den Heere Lestevenon van Berkenrode Ambassadeur van Haar Hoog: Mog: aan het Hof van Vrankrijk , welke Missive daarop door welgem: Heere Gouverneur wierd overgelegd weezende van inhoude als volgd:
Parijs den 29 xber 1780.
‘Hoog Edele Geboore Heer!’
‘Ik profiteer van de geleegendheijd van een aviso door het Ministerie van den Koning van Vrankrijk , naar L’ Isle de France gedepecheerd, om U Hoog Edele Geboore te verwittigen, dat den 20:ste deezer maand, een Declaratie van Oorlog der Engelschen tegens de Republicq, tot London is gepubliceerd geworden;’
‘daar het zeer mogelijk is, dat de vijandelijke operatiën, de Caap de Goede Hoop, onder anderen, Zouden kunnen treffen, heb ik van mijn pligt geagt, U h: E:d Geb: van dit evenement, Zoo ras doenelijk, kennis te geeven, ten eijnde de nodige maatregulen door U: h: Ed: Geb: wijze en voorzigtige directie, hoe eerder Zo beeter genomen kunnen werden.’
‘Ik heb de Eere met d’ uijtterste hoogagting te Zijn.’
’/:onderstond:/’
‘Hoog Edele Geboore Heer! U: h: Ed: Gebooren’s Ootmoedige en Onderdanige Dienaar. /:was geteekend:/ Lestevenon van Berkenroode.’
Naar Lectuure welker Missive met attentie gebesoigneerd en in overweeging genomen Zijnde, dat dezelve als direct van welopgem: Haar Hoog Mog: Ambassadeur komende, de daarin geadviseerde Oorlogs-Declaratie door de Kroon van Engeland aan onze Republicq gedaan, dierhalven, geensints in twijffel kan werden getrocken, en de noodzakelijkheijd dus vorderd, om zig alhier dadelijk in staat van defentie te stellen, Zoo is, na dat door den Heere Gouverneur aan de resp:ve Leeden des Raads was voorgehouden, dat zijn Edele in die vaste verwagting was berustende, dat een ijgelijk bij deeze haggelijke tijds omstandigheeden het zijne tot wel zijn deezer Colonie zoude contribueeren, en hierop door ged: Leeden eenparig was verzeekerd, om gelijk bevoorens zoo ook nu haar Eer Eed en pligt te zullen betragten en naarkomen, vervolgens op de propositie van zijn Edele besloten, dat ten eijnde Haar Wel Edele Groot Agtb:s de Heeren der Hoge Indiasche Regeering tot Batavia ten alder spoedigsten kennisse van dit evenement te doen erlangen, het Freguat de Herstelder , naar gedagte Hoofdplaats zal werden afgezonden: Sullende, ten eijnde aan deese Expeditie geen de minste vertraging toe te brengen, de Tarw en Wijnen waarmeede hetselve bereijds voor het Vaderland is afgeladen, daarin werden gelaaten, Sulx het ged: Fregat daardoor in staat zal weesen, al op Morgen deeze Rheede te kunnen verlaten.
dat nadien het zeer onzeeker is, of en wanneer mits voorsz: ontstaanen Oorlog, de uijt het Vaderland verwagt werdende Scheepen, alhier Zullen opdagen, welgem: Heeren der Hoge Indiase Regeering dierhalven zullen werden verzogt, ons eenig ontset van Buskruijt te willen doen toekomen.
dat voorts, ten einde ‘S Comp:s verdere Etablissementen in Indië insgelijx op het Spoedigste van voorsz: Oorlogs Declaratie mogten werden verstendigd, met het voorwaardsgeciteerd Frans Freguat, het welk binnen 2 à 3 dagen van hier naar Mauritius staat te vertrekken, zal werden gerigt een Missive aan den Heer Gouverneur en Raad te Ceijlon , met verzoek om het daarbij gegeeven advies, ook aan ‘S Comp:s Ministers te Nagapatnam en Cochim meede te deelen; Terwijl den Heere Fransch Gouverneur te Mauritius voormeld, zal werden verzogt, ged: Missive voor het Ceijlons Gouvernement so ras doenlijk derwaards te willen bezorgen.
dat voorts aan de resp:ve Landdrosten van Stellenbosch en Swellendam , zal werden geordonneerd, met alle mogelijke Spoed, uijt de Land-Militie dier Coloniën herwaards te Zenden, te weeten uijt de Districten van Stellenbsoch en Drakensteijn , een detachement van Een Honderd, en uijt dat van Swellendam , van Vijftig Dragonders te paard met derselver volle Wapenen, mitsg:s nog uijt ijder District een detachement van gelijke sterkte, te doen gereed houden, om op d’ eerste ordre, insgelijks herwaards op te komen.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 205-233.¶
Maandag den {17810402} 2:e April 1781.
‘S voormiddags alle præsent
Den Raad heeden wederom bijeengekomen weezende, ter beraming van Sodanige middelen als mits den præsenten Oorlog met Engeland verders zouden dienen te werden in’t werk gesteld, zo is verstaan
dat den Posthouder op’t Robben Eijland illico bij Missive zal werden gelast, om met de Hoekers de Zon en de Snelheijd , dewelke ten dien Eijnde ten eersten derwaards zullen vertrecken, defacto herwaards op te zenden, alle de Bannelingen, dewelke zig op’t gem: Eijland bevinden, te weeten d’ Europeesen Los en zonder keetenen, dog de Inlanders en Slaven, voor al de geene, die wegens Swaare Misdaaden aldaar gebannen Zijn, welgeboeijd en verzeekerd, Terwijl gemelde Posthouder met desselfs onderhoorige Manschap insgelijx zal moeten opkomen, en op de voorsz: Ballingen goede toezigt houden.
dat alle de Schaapen en ander Vee insgelijx herwaards Sullen moeten werden opgebragt, gelijk meede het Canon van de aldaar opgeregte Batterije.
dat wijders van voorsz: bezetting op het ged:e Eijland aldaar Zullen werden gelaaten, een Corporaal en Twee gemeenen, aan dewelke den Posthouder zal moeten gelasten, om zodra den Vijand deeze Plaats zal komen te naderen, het Canon dat tot het doen der Seijnen werd gebruijkt, te vernagelen, en de Gebouwen in brand te Steeken, ten eijnde den Vijand zig het een en ander niet zoude mogen ten nutte maken.
Sullende voorts aan de voorsz: ten gemelde Eijlande geconfineerde Europeesche Ballingen, belofte werden gedaan, dat ingevalle zij zig ter plaatsen, alwaar men hun zal emploijeeren, trouw en wel komen te gedragen, als dan van hun verder Bannissement zullen werden gereleveerd, ende Sulx, om niet alleen van dit Volk nog eenigen dienste op de Scheepen of elders daar men best oordeelen, maar ook met haare bewaaring niet geëmbarasseerd te Zijn.
dat bij vernieuwing der bevoorens gestelde Ordres en Reglementen aan den Landdrost van Stellenbosch , den Posthouder in de Baaij Fals , mitsg:s den Posthouder in de Saldanha-Baaij , zal werden gelast, om d’ Ingezeetenen in’t Hottentots Hollands mitsgaders in en omtrent de Baaij Fals mitsgaders Saldanha - en S:t Helena-Baaijen woonende, uijt naam ende van wegens deese Regeering op’t nadrukkelijkste t’ ordonneeren, dat Zodra aldaar enige Scheepen, welke Vlaggen die ook vertoonen, zullen komen te verschijnen, deselve Ingezeetenen momentelijk met al hun Vee, te weeten Paarden, Beesten, Schaapen en Varkens, Landwaards in zullen moeten trecken, als meede alle de op haare Plaatsen gevonden werdende Eetbaare Waaren van daar te voeren, op pœne dat de geene die hierin nalatig zullen werden bevonden met de Dood Zullen werden gestraft.
Gelijk wijders zodra ‘er eenige Scheepen omtrent voorsz: Saldanha - en S:t Helena-Baaijen zullen werden vernomen, den aldaar posthoudende Corporaal, op’t alderspoedigste ijmand te Paard zal moeten afzenden, om daarvan alhier kennisse te geeven; het geen inselvervoegen door den Posthouder in de Baaij Fals , wanneer van daar enige Scheepen werden ontdekt, zal moeten werden in agt genomen.
En nadien alle de onder het alhier Guarnisoen houdend Bataillon sorteerende Soldaaten, dewelke met behoorlijke passen zijn gelicentieerd, mits ‘S maandelijx
ijder de Somma van Vier Rijxd:s op brengende, thans meede in’t Casteel zijn getrocken; Zoo is, bij overweeging dat het voorsz: Pas- of Servies-geld, volgens het aloud gebruijk pro rato is verdeeld geworden, Soo wel onder de Hoofd-mitsgaders Subalterne- en Onder-Officieren als gemeene dienst doende Militairen, als alleen van haare gewoone bezolding en het geringe kostgeld, vooral in de tegenwoordige duurte der Leevensmiddelen en andere onvermijdelijke behoeftens niet kunnende bestaan, en het voorsz: Serviesgeld oversulx bij voorsz: Militairen niet kan werden ontbeeren; dierhalven beslooten, dat door het præsente Hoofd van ‘S Comp:s Militie alhier d’ E: Robbert Jacob Gordon exact zal moeten werden opgegeeven, het montant van het voorsz: Serviesgeld, ten einde daarop nopens het dedomagement van dien, behoorlijk besluijt zal kunnen werden genomen.
Geevende den Heere Gouverneur vervolgens te kennen, dat op gisteren alhier zijnde komen te verschijnen het Engelsch Comp:s Snaauw Scheepje The Betsey , komende van S:t Helena , het selve momentelijk op desselfs arrivement door de Chaloupen der aanweezende Fransse Scheepen, aangeklampt en overmeesterd was geworden.
dat hij Heere Gouverneur het ged: Vaartuijg, als weezende genomen onder de Vlagge en het Canon der Batterie Chavonnes, dierhalven had doen reclameeren, voor ende ten behoeve der E: Compagnie, van den Commandant der aanweezende Fransse Scheepen Mons:r du Coudray de K’bert, dewelke hierop hadde verklaard, het voorsz: Scheepje aan ons te zullen afstaan:
Waarop door welgem: Heere Gouverneur verders wierd voorgesteld, dat of wel ingevolge het geresolveerde ter jongste Vergadering, met ‘t Fransch Freguat La Silphïde , over Mauritius stond af te gaan een Missive, aan den Heer Gouverneur en Raad te Colombo , tot kennisgeeving van den ontstaanen Oorlog tusschen Engeland en onze Republicq, het egter onzeeker was, welke vertraging de Expeditie dier Missive zoude kunnen ondergaan, en dus veelligt wel een Maand tijds zoude kunnen komen te differeeren, dat de tijding van voorsz gewigtige gebeurtenisse eerder op Ceijlon of Cochim zoude kunnen werden overgebragt, met een Vaartuijg dat ten dien eijnde direct van hier wierd afgezonden, en of dierhalven daartoe niet het ged Snaauw Scheepje The Betsey , als een zeer wel bezeijld Vaartuijg weezende, diende te werden g’ emploijeerd; ‘t welk eenpariglijk voor ‘S Comp:s belangen van de uijtterste noodzakelijkheijd geoordeeld Zijnde, is hierop verstaan, hetselve Snaauw-Scheepje the Betseij op’t alderspoedigste naar Ceijlon af te zenden, en het Commando over het selve, op te dragen aan den Perzoon van Francois du Miny die enige Jaaren desselfs Domicilium alhier gehouden en diversse Scheepen als Capitain bij de Fransschen gevoerd hebbende, zeer goede ervarendheijd van het Indische Vaarwater verkreegen heeft, en dus bequaamst geoordeeld is, om tot deeze Expeditie te werden gebruijkt; welken volgende goedgedagt is, denselven in dienst en Eed der E: Comp:ie aan te neemen, als Schipper met ƒ60:- ter maand, en het dikwerfgem: Scheepje the Betsey te hernoemen de Postiljon .
Sullende ged:e Schipper du Miny wijders werden gelast, om bij al dien hem de geleegendheijd mogte voorkomen, om de Malabaarsse Cust eerder dan het Eijland Ceijlon aan te doen, als dan naar Cochim te steevenen, in welk geval den Heere Gouverneur en Raad aldaar, zullen werden verzogt, desselfs onderhebbend’ Vaartuijg, met alle mogelijke Spoed verder naar Ceijon te laten vertrecken; Terwijl bij voorsz: aan het laatstgem:de Gouvernement af te gaane Missive zal werden aangehaald, dat het dikwerfgem: Vaartuijg, in de præsente conjunctuur van tijd, noodwendig bij dit Gouvernement gerequireerd werdende, men het selve oversulx ten eersten alhier wederom Zal te rug verwagten.
Verders gedelibereerd zijnde over de middelen volgens welke ‘S Comp:s ter Rheede leggende Scheepen en haare kostbaare Ladingen, op de best mogelijkste wijze zouden kunnen werden gesecureerd, Soo is op het dientwegen ingediend advijs van den E: Equipagiemeester Staring en de Schippers van ged: Scheepen, verstaan,
dat dezelve Scheepen met alle mogelijken Spoed van haare Ladingen in de Cajuijt en tusschen Deks, als het meest waardigst zijnde, mitsgaders de Zeijlen, uijtgenomen de geene, dewelke op de Rhaas zitten, zullen werden ontlost, ten eijnde dus doende, de Scheepen te ligten, en ruijmte tusschen Deks te maken en het Geschut aldaar te plaatsen.
dat na verrigting van dien, deselve dadelijk Zullen moeten vertrekken naar de Saldanhabaaij , en daarin opwaards Zeijlen tot bij het Schapen Eijland , alwaar zij zig zullen moeten rangeeren in eene regte Linie agter den anderen, ende Sulx Zoo digt mogelijk geslooten, brengende al hun Geschut over eenen kant aan de buijten zijde tot een generaale Batterije van defensie.
dat de Zeijlen zullen werden afgeslagen en geborgen in een der Hoekers, die binnen de Scheepen zoo veel mogelijk zal moeten inkorten, om ingevalle onse Scheepen /:dat God verhoed:/ door den Vijand stonden overmeesterd te werden, ged:e Hoeker met de daarin geborgene Zeijlen der Scheepen in brand te steeken en te verlaaten.
dat wanneer de Scheepen na een manmoedige defensie te hebben gedaan, zouden moeten werden verlaaten, Sulx evenwel niet Zal mogen geschieden dan na dat de Masten zullen gekorven zijn.
dat aan de buijtenkant der Scheepen, een halve Maan van haare rondhouten zal werden geslagen, en dezelve vast gelegd voor ligte Ankers of dreggen, ten eijnde het aankomen van brandscheepen te beletten.
dat uijt het Geschut der Scheepen, door derselver Opperhoofden, zullen werden geformeerd Twee Batterijen van’t Canon van 8 lb bals, die men eenigsints zal kunnen missen, van welke Batterijen de eene zal werden gelegd op d’ eene kant der Hoetgens-Baaij en d’ andere aan de buijtenste hoek der Overwal om het inkomen der Vijandelijke Scheepen te beletten.
dat een der Schippers over de Scheepen, en op ijder Batterije insgelijx een Schipper, dewelke daartoe door den Heere Gouverneur Zullen werden benoemd, het Commando zal voeren.
dat alles sodanig in voorsz: Saldanhabaaij gereguleerd en in order gebragt zijnde, de Manschappen die enigsints te missen zijn, van daar over den Landweg herwaards zullen moeten werden opgezonden, om te dienen tot defentie deeser Hoofdplaatse.
Waarna welgemelde Heere Gouverneur te kennen gaf dat d’ Officiers der Burgerije alhier, zijn Edele eenparig hadden verzogt, dat, ten eijnde haare onderhoorige Manschappen, te beeter bij vijandelijke attacque te kunnen aanvoeren, de resp:ve Compagn:ien zo Cavallerie als Infanterie, als meede die der Reserve en Invalides, met nog enige Officieren mogten werden versterkt en dat hij Heere Gouverneur aan bovengem: Officieren gedemandeerd hebbende, om Zijn Edele daartoe de naaste en bequaamste Perzoonen voor te dragen, hierop door haar de volgende als Sodanig waaren opgegeeven, te weeten:
In de Eerste Compagnie Cavallerije onder den Ritmeester Christiaan George Maasdorp.
In de Tweede Compagnie Cavallerije onder den Ritmeester Jan Hendrik Munnik.
In d’ Eerste Compagnie Infanterie onder den Capit:n Jan Daniël Wieser.
In de Tweede Comp:ie Infanterie onder den Capit:n Cornelis van der Poel.
In de derde Comp:ie Infanterie onder den Capitain Johannes Smuts.
In de Vierde Campagnie Infanterie onder den Capitain Petrus Jesse Moller
Terwijl door den Capit:n van de Compagnie de reserve Jan Anthonij Hitsman en die der Invalides Gerrit Hendrik Meijer verzogt Zijnde, haare voorsz: Bedieningen met elkanderen te verwisselen, voorts tot Officieren in die beijde Compagnien, de volgende Officieren waaren voorgedragen, als.
In de Comp:ie de Reserve.
In de Comp:ie d’ Invalides.
Waarop goedgedagt en beslooten is, alle de voorsz: Perzoonen, conform de bovengem voordragte te bevorderen en aan te stellen, mitsgad:s het verzoek van gedagte Capitains Meijer en Hitsman insgelijx t’ accordeeren, Sulx den Eerstgemelde voortaan als Capitain over de Comp:ie de reserve en laatstgemelde als Capitain over die der Invalides zal fungeeren.
Verders is overweeging genomen weezende dat ‘er onder de Basterd en naturele Hottentotten, dewelke zig ten platten Lande, bij onze Ingezeetenen komen te onthouden, veele werden gevonden, die expert met het Schietgeweer weeten om te gaan, en van dewelke men gevolgelijk vooral met het bezetten en defendeeren der defilees zeer goede diensten zal kunnen hebben, is dierhalven op het voorstel van den Heere Gouverneur verstaan, aan een ijgelijk der ten platten Lande woonende Ingezeetenen, bij affixie van Billiëtten te geLasten om alle de Bastaard- en andere- Hottentotten, dewelke in haare dienst zijn, en met het Schietgeweer weeten om te gaan, ten Spoedigsten herwaards te Zenden, ten eijnde te kunnen werden g’emploijeerd daar Sulx nodig zal werden bevonden, en aan dezelve des doenlijk, meede te geeven het geweer, dat zij gewoon zijn geweest te behandelen, welke Geweeren ‘S Comp:s weegen wederom aan d’ Eijgenaars zullen werden gerestitueerd of goed gedaan.
En dewijl onder andere Voorzorgen die in de præsente tijds omstandigheijd reets zijn gebruijkt, en nog verder staan gebruijkt te werden, als eene der voornaamste moet werden geconsidereerd, dat ‘er alomme een goede parthij Biscuit in voorraad zij, heeft men dierhalven noodzakelijk geoordeeld, alle de voorsz ten platten Lande woonende Ingezeetenen, bij Billiëtten te gelasten, met alle mogelijken Spoed, zoo veel Biscuit ingereedheijd te brengen, als hun doenlijk zal zijn, en de door hun gemaakte quantiteijt onder zig te houden, ter tijd daarover bij deezen Rade nader zal weezen gedisponeerd, mits een ijder intusschen gehouden blijve, namentlijk die onder dit Caabse District sorteeren bij den Heer Independent Fiscaal, en die der buijten Districten, bij de resp:ve Landdrosten op te geeven de quantiteijt van het Biscuijt, dat zij in gereedheijd gebragt en onder zig hebben, op pœne dat de geene die bevonden zullen werden, hierin nalatig te zijn geweest, regoureuselijk zullen werden gestraft.
Sijnde naar het afdoen van al het vorenstaande, door den Heere Gouverneur te kennen gegeeven dat dewijl ‘er in de præsente criticque tijds gesteldheijd, dagelijx staan voor te vallen, Zaaken, die van dat gewigt Zijnde, dat daarop momentelijk en zonder het minste uijtstel de vereijschte Ordres diende te werden gesteld, zonder dat de tijd zoude toelaten de Vergadering ten dien eijnde te beleggen, zijn Edele oversulx bij het voorkomen van dusdanige presseerende Zaaken maar zoude voortgaan met daarop defacto de nodige Ordres te stellen, en daarvan vervolgens ter Vergadering kennis te geeven.
Door den Oppercoopman en Hoofd-Administrateur de Heer Pieter Hacker op heeden overgegeeven Zijnde, de volgende Memorie.
‘Memorie van de nabesz: glase ruijten, Clappus Olij &:a uijt de onderstaande Scheepen, Zoo te min als gebroken, de Foulij in’t Negotie-Pakhuijs te kort, als meede de LijfEijgenen, in de jongst gepasseerde Ses Maanden door de Natuurlijke Dood overleeden, en het Vee in gemelden tijd zoo verrekt als door het Wild gedierte vernield, alles volgens Verklaringen blijkende, namentlijk.’
‘
Uijt Ceres . | ||
Afschr: { | 2: | p:s Chalons Laaken in 1 Cas L:as M: M: niet gevonden, dog in steede van dien |
Inneemen { | 1: | d:o Groene Trijp lang 58 Ellen |
100: | d:o Boekbinders-Naalden | |
Afschr: { | 234: | d:o Glase ruijten van 12: en 14 d:men op 1800 p:s gebroken |
Uijt 'T Loo . | ||
Afschr: { | 16 | Cann: Clappus Olij op 242 1/2: Cannen in 5 halve Aamen, pijlende ijder 2: d:men wan zijnde 6 5/8 proC:to Sch:s |
In't Negotie-Pakhuijs. | ||
Afschr: { | 13 1/4 | lb Foulij bij het openen van een Zoekel n:o 25:, bij naweeging minder |
Uijt d' Arthillerie. | ||
na Batavia zenden { | 8000 | lb Buskruijt, in de kruijtkelders bedorven bevonden. |
Uijt Ceres . | ||
Afschr: { | 2: | p:s Chalons Laaken in 1 Cas L:as M: M: niet gevonden, dog in steede van dien |
Inneemen { | 1: | d:o Groene Trijp lang 58 Ellen |
100: | d:o Boekbinders-Naalden | |
Afschr: { | 234: | d:o Glase ruijten van 12: en 14 d:men op 1800 p:s gebroken |
Uijt 'T Loo . | ||
Afschr: { | 16 | Cann: Clappus Olij op 242 1/2: Cannen in 5 halve Aamen, pijlende ijder 2: d:men wan zijnde 6 5/8 proC:to Sch:s |
In't Negotie-Pakhuijs. | ||
Afschr: { | 13 1/4 | lb Foulij bij het openen van een Zoekel n:o 25:, bij naweeging minder |
Uijt d' Arthillerie. | ||
na Batavia zenden { | 8000 | lb Buskruijt, in de kruijtkelders bedorven bevonden. |
‘Volgens bijgevoegde Reekeningen van den Opziender van ‘S Comp:s Slaven Logie, gesterkt met Secretarieele Verklaringen, zijn in de jongst gepasseerde Maanden September, October, November en December 1780, mitsgaders Jann:ij en Februarij deeses Jaars, door de Natuurlijke Dood overleeden, te weeten.’
‘
Afschr: { | 45 | Kloeke Jongens |
15 | School d:o | |
28: | kloeke Meijden | |
13 | School d:o | |
1: | Zuijgende d:o | |
1: | Bandiete Jongen |
Afschr: { | 45 | Kloeke Jongens |
15 | School d:o | |
28: | kloeke Meijden | |
13 | School d:o | |
1: | Zuijgende d:o | |
1: | Bandiete Jongen |
‘En volgens geannexeerde Reek:gen van de Landdrosten, gesterkt met Secretariale beEedigde Verklaringen zijn meede in voorsz: tijd van ‘S Comp:s Beestiaal zo verrekt als door’t wild gedierte vernield.’
‘
Afschr: { | 353: | Stux Runderen |
14 | d:o Paarden | |
4 | d:o Bocken |
Afschr: { | 353: | Stux Runderen |
14 | d:o Paarden | |
4 | d:o Bocken |
’/:Onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop de 2 April 1781 /:was geteekend:/ P: Hacker.’
Is verstaan de daarbij vermelde gestorvene Lijf Eijgenen en het verrekt Beestiaal der E: Comp:ie bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements te doen afschrijven: terwijl met de overige daarbij vermelde goederen, indiervoegen zal werden gehandeld, als in margine der voorsz: Memorie staat aangeteekend.
Gelijk laatstelijk door ged Heer Hoofd Administrateur meede is ingeleeverd de reecq: wegens de Zeguls, die sedert primo September des voorl: tot Ult:mo Febr:ij deezes Jaars zijn verkogt, luijdende als volgd.
‘
Zeguls D' A:is 1780/81. | ||||||||||||||||||||
Debent | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | 1/8 | 1/4 | 1/2 | 3/4 | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60 |
P:mo 7ber 1780 restant verbleeven | 774: | 1573: | 844: | 70: | 55: | 67: | 84: | 89: | 43: | 49: | 27: | 33: | 26: | 4: | 28: | 41: | 4: | 3: | 5: | 4 |
den 4: 7ber 1780 bijgekomen. | 1500: | 1000: | 500: | -: | 300: | 100: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | 25: | -: | -: | -: | -: | -: | -: |
Somma p:s | 2274: | 2573: | 1344: | 70: | 355: | 167: | 84: | 89: | 43: | 49: | 27: | 33: | 26: | 29: | 28: | 41: | 4: | 3: | 5: | 4 |
Credunt. | ||||||||||||||||||||
Rds | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | ||||||||||
Rd:s | 1/8 | 1/4 | 1/2 | 3/4 | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60 |
Sedert primo 7ber 1780 tot dato verkogt | 2254: | 1322: | 495: | 14: | 252: | 86: | 17: | 42: | 10: | 4: | 27: | 19: | 1: | 5: | -: | 33: | 2: | -: | -: | -: |
de dato deeses restant. | 20: | 1251: | 849: | 56: | 103: | 81: | 67: | 47: | 33: | 45: | -: | 14: | 25: | 24: | 28: | 8: | 2: | 3: | 5: | 4 |
Somma p:s | 2274: | 2573: | 1344: | 70: | 355: | 167: | 84: | 89: | 43: | 49: | 27: | 33: | 26: | 29: | 28: | 41: | 4: | 3: | 5: | 4 |
Zeguls D' A:is 1780/81. | ||||||||||||||||||||
Debent | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | 1/8 | 1/4 | 1/2 | 3/4 | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60 |
P:mo 7ber 1780 restant verbleeven | 774: | 1573: | 844: | 70: | 55: | 67: | 84: | 89: | 43: | 49: | 27: | 33: | 26: | 4: | 28: | 41: | 4: | 3: | 5: | 4 |
den 4: 7ber 1780 bijgekomen. | 1500: | 1000: | 500: | -: | 300: | 100: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | -: | 25: | -: | -: | -: | -: | -: | -: |
Somma p:s | 2274: | 2573: | 1344: | 70: | 355: | 167: | 84: | 89: | 43: | 49: | 27: | 33: | 26: | 29: | 28: | 41: | 4: | 3: | 5: | 4 |
Credunt. | ||||||||||||||||||||
Rds | van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | ||||||||||
Rd:s | 1/8 | 1/4 | 1/2 | 3/4 | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60 |
Sedert primo 7ber 1780 tot dato verkogt | 2254: | 1322: | 495: | 14: | 252: | 86: | 17: | 42: | 10: | 4: | 27: | 19: | 1: | 5: | -: | 33: | 2: | -: | -: | -: |
de dato deeses restant. | 20: | 1251: | 849: | 56: | 103: | 81: | 67: | 47: | 33: | 45: | -: | 14: | 25: | 24: | 28: | 8: | 2: | 3: | 5: | 4 |
Somma p:s | 2274: | 2573: | 1344: | 70: | 355: | 167: | 84: | 89: | 43: | 49: | 27: | 33: | 26: | 29: | 28: | 41: | 4: | 3: | 5: | 4 |
’/:Onderstond:/’
‘In’t CasteeL de Goede Hoop ult:o Febr, 1781. /:was geteekend:/ P: Hacker. /:in margine:/ Deeze Reekening door ons Ondergeteekende Independent Fiscaal en Gecommitteerde Leeden uijt den E: Agtb: Raad van Justitie alhier behoorlijk nagezien en met de restanten geconfronteerd zijnde, is dezelve in allen deelen accordeerende bevonden, datum Utsupra. /:en geteekend:/ W: C: Boers, O: M: Bergh, S: V: Echten. /:lager:/ mij præsent /:geteekend:/ C: L: Neethling Secret:s.’
En nadien uijt voorschreeve Reekening komt te consteeren, dat de in voorschreeve Ses Maanden verkogte Zeeguls, een Somma van Rijxdaalders
2965 2/8:- bedragen, Soo is verstaan, dat dit Montant in ‘S E: Compagnies Cassa overgebragt zijnde, bij de boven genoteerde Negotie-Boeken, zal werden ingenomen.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 234-236.¶
Woensdag den {17810404} 4:e April 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Door den Capitain Commandant van ‘S Comp:s Militie alhier d’ E: Robbert Jacob Gordon bij eene aan den Heere Gouverneur gepræsenteerde Memorie vertoond zijnde, dat hem door zijn Edele was gelast geworden, om het alhier Guarnisoen houdend Bataillon tot 400: Mannen onder het geweer te completeeren, dog dat het tegenwoordig getal Officieren niet Sufficient quam te zijn, om het selve Bataillon in de tegenswoordige tijds omstandigheijd behoorlijk te dirigeeren; Soo is, ten eijnde in dit gebrek te voorzien eenpariglijk goedgedagt, op de teffens door ged:e E: Gordon gedaane voordragte, de volgende Officieren bij het meermelde Bataillon te bevorderen en aan te stellen, als
den Capt:n Lieuten:t Philip van Heijden tot Capt:n met ƒ100 's m:ds | |
den Lieutenant Fredrik Burger. - tot Capit:n Lieuten:t d:o ƒ60 d:o | |
den Vaandrig Johan Wilhelm Lutgens | } tot Lieuten:ts ƒ50 d:o |
den Vaandrig Johan David Warneke | |
den Sergeant Johan Hendrik Bode | } d:o Vaandrigs ƒ40: d:o |
den Sergeant Johan Christiaan Fulker | |
den Sergeant Thomas Schoemaker | |
den Sergeant Frans Mulder |
den Capt:n Lieuten:t Philip van Heijden tot Capt:n met ƒ100 's m:ds | |
den Lieutenant Fredrik Burger. - tot Capit:n Lieuten:t d:o ƒ60 d:o | |
den Vaandrig Johan Wilhelm Lutgens | } tot Lieuten:ts ƒ50 d:o |
den Vaandrig Johan David Warneke | |
den Sergeant Johan Hendrik Bode | } d:o Vaandrigs ƒ40: d:o |
den Sergeant Johan Christiaan Fulker | |
den Sergeant Thomas Schoemaker | |
den Sergeant Frans Mulder |
Terwijl in opzigte der gagie van ged Capit:n van Heijden overwogen zijnde, dat wanneer het gelijke Tractement van ƒ100:- aan de Capit:ns Lodewijk Christoffel Warneke en Carel Matthijs Willem de Lille is toegevoegd geworden hierop de Speciale approbatie der Heeren Meesteren is verzogt; Is dierhalven besloten, dat als nu ook op gelijke wijze aan Haar Edele hoog agtb: in faveure van ged Capit:n van Heijden zal werden geschreeven.
Aldus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 237-262.¶
Dingsdag den {17810410} 10 April 1781.
‘S voormiddags alle præsent behalven den E: Equipagiemeester Staring, mits occupatie.
Vermits thans in ‘S Compagn:s Pakhuijs geen Loot aan handen is, en het zelve noodzakelijk tot het gieten van kogels voor’t Guarnisoen en de Burgerije, zoo hier aan de Caab, als in de resp:ve buijten Districten werd gerequireerd, is dierhalven verstaan, de quantiteijt van 20240 lb Schuijt- of hand-loot uijt de Lading, mitsgaders 4000 lb Buskruijt van’t Scheepsgebruijk uijt het aanweezend’ Schip de Diamant te doen ligten, boven het welk, uijt hoofde van het gebrek aan de volgende Articulen, insgelijx uijt het Carguazoen van voornoemden Bodem zullen werden geligt
En is voorts ten opzigte van’t Leevend en geslagt Vee, dat ten behoeven van’t opgeregte Corps Bastaard-Hottentotten, door de gecontracteerde Slagters staat verstrekt te worden, beslooten, om het een en ander als een Extra Ordinaire Leverantie Zijnde, geduurende den tijd, dat voorsz: Bastaard Hottentotten zullen werden aangehouden, tot de volgende prijsen aan ged Slagters te doen betalen,
Voor een Leevend Rund-beest Ses Rijxdaald:s
d:o d:o d:o Schaap Thien Schellingen, mitsgad:s voor’t lb geslagt Rundvleesch een Stuijver.
Gelijk meede bij overweeging dat de Leevensmiddelen, die al Sedert enigen tijd herwaards, door de hier aangeweest zijnde Esquadres Engelsse en Fransse Konings-Scheepen, merkelijk in prijs zijn gesteegen, bij de tegenswoordige tijdsgesteldheijd nogal duurder staan te werden, Sulx ‘S Comp:s gemeene bezoldelingen met haare Gagie van ƒ9: 10 en 11 p:r m:d niet kunnen bestaan, heeft men dierhalven moeten besluijten, de gemeene Militairen in’t alhier Guarnisoen houdend Bataillon, desgelijx de handlangers bij d’ Arthillerie, de Fortificatie-werkers, alle tot ƒ13:- mitsgad:s de Corporaals van ƒ14:- tot ƒ 16:- p:r m:d in gagie te verhogen; en Sulx met p:mo deezer maand te laten ingaan; Sullende de geene, die nu reets hun verbonden tijd hebben uijtgediend, en in geen nieuw verband begeeren te treeden, wanneer van voorsz: p:mo deezer af, drie Jaaren voor de voorsz verhoogde Gagie, te weeten de gemeene à ƒ13:- en de Corporaals à ƒ16:- zullen hebben gediend, niet hoger werden verbeeterd; en die dewelke thans onder haar lopend verband als vooren zijn verhoogd, ook niet als drie Jaaren na de Expiratie van’t selve verband, meede van p:mo deezer gereekend, eenig meerder of hoger bezolding genieten.
En is voorts verstaan, dat aan de voorsz: thans in gagie verbeeterde Dienaaren, haare resp:ve Soldijen maandelijx zal werden uijtgereijkt, ende Sulx met opzigte tot de geene, dewelke nog met Transporten belast zijn, in maniere als volgd, te weeten.
de vermeerderde Gagie à ƒ4:- p:r m:d makende in't Jaar | ƒ48:- |
voor d' Ordinaire goede Maanden | d:o 36:- |
te Samen | ƒ84:- |
de vermeerderde Gagie à ƒ4:- p:r m:d makende in't Jaar | ƒ48:- |
voor d' Ordinaire goede Maanden | d:o 36:- |
te Samen | ƒ84:- |
‘t geen in 12 Maanden verdeeld zijnde, een ijder dus ƒ7:- p:r m:d zal genieten, om daarvoor alle vier m:de met ƒ28:- belast te worden.
Dewijl behalven de bij Resolutie van den 27: Xber des voorl: Jaars vermelden M:r Lewin, zig alhier nog bevinden eenige Engelsse Passagiers, dewelke uijt hoofde haaren indispositie, ter deezer Plaatse hebben moeten verblijven; Zoo is, ten eijnde aan dezelve de geleegendheijd te beneemen, om met haare Natie, een voor ons nadeelige Correspondentie te voeren, verstaan, dezelve hun verblijft doen houden op ‘S Comp:s Post ‘T Vissershok , mits op hun Woord van Eer beloovende, zig niet van daar te begeeven.
Terwijl ten belange der Equipagie van’t genomen Engelsch Snaauw Scheepje the Betsey is verstaan, dat den Capit:n en Officieren op gelijke wijze aan ‘T Vissershok zullen geplaatst, dog de gemeenen tot nader ordre op de aanweezende Retour-Scheepen verdeeld werden, om aldaar voor de kost Scheepsdienst te doen.
Door den Heer Gouverneur vervolgens ter Vergadering overgelegd Zijnde, het onderstaande Request door den geweesen Cornet in een der Comp:ien Dragonders uijt de Land-Militie aan Stellenbosch Diederik Jacob Bleumer aan zijn Edele gepræsenteerd.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a
‘Geeft zeer Eerbiediglijk te kennen, Diederik Jacob Bleumer, dat hij Ondergeteek:de in de Situatie der Zaaken, waarin wij ons thans bevinden, het van zijn pligte geoordeeld heeft, zig aan Uw Ed Gestr: te præsenteeren en te offereeren zijn Perzoon en alle Zijne vermogens; om in deeze omstandigheijd, zoo veel in hem is, tot de algemeene defentie deezer Colonie te contribueeren, verzoekende onderdanigst, dat het U Wel Ed: Gestr: gelieve te behagen, hem bij de Burger Cavallerij van Stellenbosch in zijne voorgaande qualiteijt te willen plaatsen, ofte Sodanig een gebruijk van zijn Perzoon te willen maken, als Uw Ed Gestr tot meeste nut der algemeene defentie van derselver Colonie, zal oordeelen te behooren, kunnende UW Ed: Gestr: verzeekerd zijn, dat hem nooijt aangenaamer tijdstip zal voorkomen, als waarin hij zal mogen toonen, met welke Sentimenten hij omtrent deeze Regeering en’t algemeene welzijn bezield is.’
‘Ik heb d’ Eere met de verschuldigste Eerbied en het diepste ontsag te zijn.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Gestr: Heer! UW Ed: Gestr: zeer nedrige en gehoorzaame Dienaar. /:was geteekend:/ D: J: Bleumer. /:in margine:/ Cabo den 4: April 1781.’
Soo is verstaan het ged:e Request te stellen, in handen van den Raad van Justitie alhier, ten eijnde hetselve g’examineerd hebbende, deeze Regeering vervolgens te dienen van berigt en Consideratiën.
Waarna door den Coopman en Keldermeester M:r Jacobus Johannes Le Suëur als Præsident van’t Collegie van Commissarissen van Civile en Huwelijx Zaaken, wierd te kennen gegeeven, dat onder de Luijden, die Successivelijk van buijten opkomen, om zig in den Egten staat te laten bevestigen, veelen werden gevonden, die zeer verre Landwaards in woonende, het voor dezelve in de præsente Conjunctuuren van tijden, ten hoogsten beswaarlijk quam te vallen, dat dezelve niet kunnen werden getrouwd, voor dat, volgens gebruijk, de derde of laatste proclamatie ook in’t Land van Waveren , onder welk kerkelijk District de meeste dier verre in’t Land woonende Menschen Sorteeren, was afgekondigd, d’ Attestatiën daarvan door den Prædikant herwaards opgezonden, en daarop de qualificatie van Commissarissen om dezelve te trouwen, wederom bij den Predikant was ontfangen, met verzoek dierhalven, dat het deezen Rade mogte behagen, daarin Sodanig te voorzien, als dezelve om de voorsz: verre woonende Ingezeetenen, in deezen te gemoed te komen, zouden vinden te behooren; Soo is hierop goedgedagt en beslooten, dat de Huwelijx Proclamatiën van al Sulke verre Landwaards in woonende Perzoonen, zoo lange de tegenwoordige Sorgelijke tijds omstandigheeden Zullen duuren, alleen in de kerk hier ter HoofdPlaatse Zullen werden afgekondigd, ende Sulx in deezervoegen, te weeten d’ Eerste proclamatie voor- en de Tweede naar de voormiddags-Predikatie, mitsgaders de derde of laatste, des namiddags voor de Predikatie.
Sullende Commissarissen voorts, wanneer de meerm: huwelijx proclamatiën alhier onverhinderd zijn afgekondigd, Sulx p:r Missive aan den in’t Land van Waveren staanden Predikant moeten doen verwittigen, met bijvoeging, om de daarbij vermelde perzoonen, dadelijk in den Huwelijken staat te bevestigen.
En nadien den opgaaf van d’ Effecten der Coloniers, dewelke naar gewoonte onder ult:mo deezer, mitsgad:s den 1: en 2:de Maij aanstaande, zoude moeten geschieden, als nu in deeze tegenswoordige tijds gesteldheijd geen plaats kan hebben; Soo is ten eijnde de respect:ve Coloniën van Stellenbosch en Swellendam , intusschen niet mogen verstooken blijven van de vereijschte middelen, om daaruijt haare gewoone en andere onvermijdelijk nodig zijnde uijtgaven te kunnen goed maken; verstaan, de Land drosten en Heemraaden aldaar te qualificeeren, om op den daartoe gebruijkelijk zijnde tijd te vaceeren, tot den ontfangst van het gewoone Schaapen-Beesten-mitsgad:s Hoofd-geld der Ingezeetenen, het geen een ijgelijk gehouden zal weezen, te betaalen, naar den opgaaf haarer Effecten, in den voorleeden Jaare gedaan: Terwijl de Sodanige wier Effecten Sedert dien tijd mogten zijn komen te verminderen, Sulx op eene Satisfactoire wijze zullen moeten doen blijken aan voorsz: vaceerende Landdrosten en Heemraaden, door dewelke van dit een en ander, aan de onder haare CoLoniën sorteerende Ingezeetenen bij affixie van Billiëtten, de nodige advertentie zal moeten werden gedaan.
Gemerkt het dobbelen en grof Speelen, niet alleen sedert enige tijd herwaards, Sterk in Swang heeft gegaan, maar dat ook tot bijzondere ergernis is voorgekomen, dat dit quaad bij de tegenswoordige Sorgelijke tijdsomstandigheijd nog meer is doorgebrooken, waardoor veele Huijshoudingen, bedorven, de jonge Lieden gedebaucheerd, en dus aan de welmeenende Ingezeetenen gegronde reeden van aanstoot werd gegeeven; Soo is, tot weeringe van voorsz onbehoorlijk gedoente, noodzakelijk geoordeeld en dienvolgens beslooten, bij renovatie en ampliatie der daartegens bij het vigeerend generaal Placcaat gestelde Ordres, aan alle ende een ijgelijk, het dobbelen en grof Speelen, op’t Scherpste te interdiceeren en verbieden, op pœne dat de geene die hier op zullen werden agterhaald, behalven de verbeurte van het opgezette of gewonnen geld, nog zullen weezen vervallen in een boete van Vijf en Twintig Rijxd:s voor de eerste, Vijftig voor de Tweede, en Honderd Rijxd:s voor de derde reijze; Terwijl niet alleen de Herbergiers en Tappers maar ook alle andere Perzoonen, die het dobbelen en Speelen in haare Huijsen hebben gedoogd, zonder enige conniventie in een dubbele boete Zullen werden gemulcteerd en de Herbergiers en Tappers voor altoos van de Tapneering verstoken zijn.
Verders is geleezen het onderstaand vertoog des Raads van Justitie alhier
Aan den Wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgad:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie deezes Gouvernements.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’
‘Vertoonen met veel Eerbied den Præsident en Leeden van den Raad van Justitie deeses Gouvernements.’
‘hoe op den 15 deezer loopende maand Maart, door den Burger Jan Hendrik Eelers en desselfs Huijsvrouw Johanna Catharina Nel, in onse Vergaderinge klagten ingebragt Zijn, over hunnen door voorsz: Johanna Catharina Nel, bij wijlen haaren Eersten Man Jan Christoffel Tafel, verwekten nog minderjaarigen Zoon Christoffel Bartholomeus Tafel, dewelke van tijd tot tijd wel aan de ordres zijner Ouders onwillig en ongehoorsaam geweest was, dog Sodanig, dat Zijlieden altoos gehoopt hadden, dat denselven tot inkeer komen en gehoorzaam werden zouden.’
‘dat gemelde Christoffel Bartholomeus Tafel, egter in zijn onbehoorlijk doen voortvaarende, op Sondag den 11: deezer, alle paalen van kinder pligten te buijten gegaan zijnde, zijne brutaliteijt Zo verre den teugel gevierd had, dat hij, ‘S morgens door zijne Moeder gelast zijnde, na de kerk te gaan, ook uijt het Huijs vertrocken, egter niet eerder als ‘S middags de Klokke ruijm half Een Uuren t’ huijs gekomen was, en dus op een tijd, dat zijne Ouders met Eeten bijkans gedaan hadden.’
‘dat de Moeder van gemelde Tafel, daarover t’ onvreeden geweest zijnde, dus tot haaren Zoon had gezegd: dat de kerk voor hem gesloten was; op welk gezegde voorsz Tafel nogthans niets geantwoord, maar zig aan Tafel gezet en gegeeten had.’
‘dat voorsz Tafel, na dat met Eeten gedaan had, Sig voor de Deur op stoep begeeven, en aldaar een groot Leeven en getier over het voorsz Zeggen zijner Moeder, gemaakt had; onder anderen gezegd hebbende: dat hij ‘S weeks over werken moetende, den Sondag voor zig hebben wilde, misgaders dat hij niet verstond, dat zijne Moeder hem, in præsentie van vreemde Menschen berispen zoude.’
‘dat zijne Moeder Sulk getier niet langer dulden kunnende, sig na vooren begeeven, en tot haaren Zoon gezegd had, dat hij Stil Swijgen moeste, dog dat denselven in steede van dien, zijne Moeder had toegevoegd: dat hij verdoemde om te Swijgen, het moest nu buijgen of barsten, Sulx die Vrouw hem over Zijne brutaliteijt had bedreijgd, van hem met de hand een klap toe te bringen, edog dat gemelde Tafel toen tot die assurantie gekomen was, om zijne Moeder met de hand eene stoot voor de borst te geeven.’
‘dat die vrouw daarop in huijs gegaan zijnde, voorsz haar Man Eelers, om zijne vrouw te hulp te komen, als doen van uijt de gaanderij na vooren gegaan weezende, voorsz: zijnen Stiefzoon gelast had, om stil te Swijgen, dog dat meermelde Tafel in plaatse van dien, zijnen Stief-Vader onder het uijtten van Vloek-woorden, niet alleen toegevoegd had, dat hij Sulks verdoemde te doen, maar gewild had, dat zijn Stiefvader Swijgen moest, Sulx gemelde Eelers over dat brutaal gedoente, voorsz zijnen Stief-Zoon met de hand een klap had pogen toe te brengen, denwelken gemelden Tafel egter ontweeken was: hebbende denselven voorsz zijnen Stief-Vader teffens brutalijk toegevoegd: Vader slaat mij niet, want de Galg staat dan voor mij klaar, en ik geef ‘er ook niet om.’
‘dat zijne Ouders om alle moeijelijkheeden te ontwijken, hun in de voorste Camer begeeven hebbende, gemelde hun Zoon insgelijx, al tierende, meede in de Camer gekomen was, en onder vloeken en raasen, tot twee maalen toe zijn hoed genomen, en die in drift en quaadheijd voor zijn Moeders Voeten, op de grond nedergeworpen had, teffens gewild hebbende, dat zijne Ouders moesten gaan verzoeken, dat hij in dienst der E: Comp:ie aangenomen en van hier verzonden werden mogte.’
‘dat wanneer voorsz: Tafel ‘s daags voor deeze ingebragte Ouderlijke klagten, zijne Ouders op eene Zeekere wijze als om Excuus hadde verzogt, denselven nogthans wel duijdelijk daar bij gevoegd had, dat zo hij bij hun of onder hun brood blijven moest, het tog nimmer goed gaan Zoude, alles breeder blijkende, bij de deesen bijgevoegde in onze Rade gehouden Notulen.’
‘Dewijl nu Zulke verregaande ongehoorzaamheijd en brutaliteijt van een kind tegens zijne Ouders gepleegd geenzints ongecorrigeerd blijven kunnen, heeft den Raad van Justitie goedgevonden, voorsz: Christoffel Bartholomeus Tafel, dewelke thans den Ouderdom van 21: Jaaren bereijkt, voor den tijd van een maand te water en brood te setten, en vermits zijne Ouders verzogt hebben, dat voorsz: hun Soon als Soldaat in dienst der E: Comp:ie mogt aangenomen en van hier verzonden werden.’
‘Soo neemt den Raad van Justitie de vrijheijd, dit verzoek mits deezen, aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s reventelijk voor te dragen, in die hoop, dat Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, dewijl hetselve strekken kan tot een afschrik van andere ongehoorzaame kinderen, in dat verzoek zullen gelieven te condescendeeren.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ P: Hacker, O: M: Bergh, A: V: Schoor, L: C: Warneck, T: C: Rönnenkamp, P: L: Le Suëur, J: F: Kirsten, G: H: Cruijwagen, S: V: Echten, C: G: Maasdorp, A: G: Muller, J: D: Wieser.’
Waarop is verstaan, dat den in het ged:e Schriftuur vermelden Christoffel BarthoLomeus Tafel, na dat ingevolge het dispositief des gemelden Justitieelen Raads, een maand lang te water en brood zal hebben gezeeten, voor Soldaat á
ƒ9:- ter m:d in dienst der E: Comp:ie genomen en van hier na Batavia zal werden verzonden.
Laatstelijk is in steede van den metterwoon na buijten vertrockenen Petrus Michiel Eksteen wederom tot Brandmeester aangesteld, den Burger Daniel Fredrik Lehman.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
C. 159, pp. 263-290.¶
Vrijdag den {17810420} 20 April 1781.
‘S voormiddags alle præsent
Ten opzigte van het ter Rheede leggend en naar Bengalen gedestineerd Schip de Mercuur , in overweeging genomen weezende, het oogschijnlijk gevaar, waaraan dien Bodem zoude weezen g’ exponeerd, ingevalle denselven in de præsente tijds omstandigheeden, derwaards wierd afgezonden, is dierhalven voor S E Comp:s belangen raadsaamst geoordeeld, en dienvolgens beslooten, het ged:e Schip de Mercuur in gezelschap van het meede uijtkomend’ Schip de Vriendschap naar Batavia te laten vertrecken.
Gelijk ook, ten eijnde het meede ter Rheede Leggend’ en naar CeijLon moetend’ Schip de Held Wolthemade , insgelijx zo min mogelijk, aan eenige vijandelijke ontmoetingen te pericliteeren, naar ingenomen advijs zo van den Ondergeteekende Equipagiemeester en de Schippers van alle de aanweezende ‘S Comp:s Scheepen, als inzonderheijd van den opgemelden Bodem commandeerenden Schipper Swerus VroLijk, is besloten, het gedagte Schip de Held Wolthemade van hier te zenden naar de Saldanhabaaij , om aldaar tot het Laatst van Junij, of het begin van Julij naastkomende, te vertoeven, en naar Expiratie van dien tijd, gemelde Baaij te verlaten, en de reijze van daar direct naar Ceijlon te vervorderen, mitsgad:s de Cours eerstelijk naar de Eijlanden van S:t Paulus en Amsterdam en vervolgens bewesten de Maldives heen te stellen, voorts de Malabaarse Cust op’t Loot aan te doen, en daarna de reijse direct naar Ceijlon voort te setten, zonder op Tutucorijn ten Anker te gaan.
En nadien het uijt hoofde der præsente zeer Critique tijds gesteldheijd zeer onzeeker is, of en wanneer men geleegendheijd zal hebben, om p:r eijgen Scheeps occasie aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren te kunnen Schrijven, en de voorzigtigheijd ook niet permitteerd, om met de hier aanweezende Deensse of Sweedse Scheepen eenige berigten van den Staat der Zaaken, hoe min gedetailleerd ook, aan welgemelde Heeren Majores te laten afgaan; Zonder genoegzaam verzeekerd te weezen van de goede bestellinge dusdaniger advisen, of dat dezelve bij Vijandelijke ontmoeting, niet in haar handen komen te geraaken; heeft men dierhalven op de propositie van den Heere Gouverneur best gedagt, om ingevolge de dieswegens bij zijn Edele en den Commandant van’t aanweezend Deensch Konings Schip Infods Retten , de Heer Gerner gemaakt arrangement, den op het Retour-Schip Middelburg bescheijdenen Super Carga bij den Chinasen handel Egbert van Karnebeek, met het Deensch Comp:s Schip de Koning van Deenemarken naar Europa te laten vertrecken, ter overbrenging aan hoogstgem: Heeren Meesteren eener Missive, waarin kortelijk zal werden geadviseerd, het aanhouden alhier der aangekomene RetoursScheepen en de Maatregulen t’ haarer beste beveijliging genomen; Terwijl men ten opzigte der in’t werk gestelde middelen ter defentie, in cas eener vijandelijke attacque sig zal refereeren aan het mondeling berigt, het welk gemelde Carga Van Karnebeek is gelast, aan welgemelde Haar Edele Hoog Agtb:s te doen,
Sullende bovensdien aan denselven van Karnebeek nog werden ter hand gesteld een Castje met Papieren door ‘S Compagn:s Ministers te Canton aan d’ Edele Heeren Bewindhebberen, gecommitteerd tot den directen Vaart en handel op China gerigt, en p:r ‘t Schip Honcoop alhier aangebragt, met ordre om voor de goede bestelling van’t selve, Zo wel als de voorsz door ons afgezondene Missive de uijtterste Zorge te dragen, en wel insonderheijd dat dezelven op geenerleij wijze in ‘S Vijandshanden komen te geraaken.
Sijnde hierna door den Heere Gouverneur gecommuniceerd, dat het op den 21: Maart deezes Jaars met een Toscaanse VLag en Pas ter deezer Rheede gearriveerde Schip de groot Hertog Van Toscaanen , al van den beginne van desselfs verscheijning alhier, door de Franssen verdagt gehouden Zijnde, voor reecq: der Engelschen te weezen afgeladen, dit vermoeden sedert door het Suspecte gedrag van den op voorsz Bodem commandeerenden Capitain zig noemende Andreas de Vaughino, meer en meer was toegenomen, Sulx den Capitain van het Fransch Konings FluijtSchip l’ Elephant M:r de Coudray, zig bij hem Heere Gouverneur hadde vervoegd, en zijn Edele voorgehouden, dat nadien het thans tusschen de Kroon van Vrankrijk en onze Republicq, niet alleen was geworden een gemeene Zaak, om d’ Engelssen alle afbreuk te doen, maar inzonderheijd wederzijds belang onvermijdelijk vorderde, dat men het voormelde zogenaamd Toscaans Schip niet van hier liet vertrecken, ten eijnde daardoor voor te komen, dat het selve niet naar Indiën retourneerende, aldaar de tijding der door de Engelschen aan ons gedeclareerden Oorlog quam over te brengen, het geen ontwijfelbaar tot groote præjuditie onser Etablissementen moeste verstrekken.
dat hij Heere Gouverneur hierop, bovengemelden Capitain Andreas de Vaughino bij zig had doen ontbieden, en desselfs Pas ofte Zeebrief geëxamineerd hebbende, bevonden had, dat dezelve door zijne Hoogheijd den Groot Hertog van Toscaanen , onderteekend en waarneevens volgens usantie, een groot Zegul was gedrukt, dog dat aan zijn Edele bij deeze Examinatie, wel eenige bedenkelijke omstandigheeden waaren voorgekomen, egter niet sodanig, om voorsz Pas ofte Zee-brief voor onegt te hebben kunnen verclaaren.
dat hij Heere Gouverneur Sulx aan ged Mons:r de Coudray, wanneer zig ter Zaake voorsz: wederom bij zijn Edele had vervoegd, te kennen hebbende gegeeven, denselven hierop hadde gerepliceerd, dat dewijl van de onegtheijd der Documenten van’t meermelde Schip genoegzaam verzeekerd was, hij dierhalven als Konings Officier visie van dezelve zoude neemen.
dat vermits de præsente tijds omstandigheeden gevoegd bij de met reeden bekleede Suspitien der Franssen niet toelieten, de bij haar voorgenoomene Visie te beletten, ofte daartegens te protesteeren, zijn Edele aan ged Mons:r de Coudray had te gemoed gevoerd, dat Sulx doende, hetselve alleen ter zijner resico zoude moeten geschieden, en dat dierhalven de gevolgen eener qualijk geplaatst vermoeden voor reecq: der Franschen Zoude loopen.
dat voormelde Mons:r de Coudray hierop ten eersten was getreeden tot het examineeren der Documenten, van het gementioneerd Schip de Groot Hertog van Toscaanen , en zonder hem Heere Gouverneur ten deezen belange nader te hebben onderhouden, zig van het selve Schip had meester gemaakt.
dat vervolgens ter deezer Rheede was komen t’ arriveeren het Fransch Konings Freguat la Pourvoyeuse gevoerd bij de Heer de Maurville, dewelke vermits het Commando over alle de aanweezende Fransse Konings- en particuliere Scheepen had overgenomen, door hem Heere Gouverneur nopens het voorgevallene, met het meermelde Zogenaamde Toscaansch Schip, onderhouden zijnde; denselven aan Zijn Edele hadde gedeclareerd, dat dewijl naar de visitatie der Documenten van gemelde Bodem was bevonden, dat dezelve behalven de caduciteijt van desselfs Pas ofte Zeebrief, inderdaad voor reecq: der Engelssen in Bengalen was g’equipeerd en afgelaaden, hij Heere de Maurville, oversulx, ingevolge de Ordonnantie Zijn’s Konings verpligt was, hetselve Schip met zig naar Isle de France te voeren, om aldaar bij zijne Majesteijts Admiraliteijt voor goede prijs te werden verclaard.
dat hij Heere Gouverneur niet hadde nagelaten, op voorsz: Declaratie van ged Heer de Maurville in geschrifte te protesteeren, te meer nadien door bovengem: Capitain Andreas de Vaughino was verclaard, dat onder de Lading van’t gementioneerde Schip de Groot Hertog van Toscanen , zig ook quamen te bevinden, diversse goederen aan perzoonen van onze Natie toebehoorende.
dog dat, nadien meerm: Capitain de Maurville bij desselfs voorneemen, om het voorsz: Schip de Groot Hertog van Toscanen , met zig meede te neemen, bleef persisteeren, zijn Edele gelijke Schriftelijke Protestatie aan den Gouverneur Generaal van Isle de France & Bourbon de Heer Marquis de Zouillac had laten afgaan, en alle de voorsz met Franssen gewisselde Brieven neevens eene bij zijn Edele geformeerde en onderteekende Memorie; waarbij het geval, Sodanig het selve zig van den beginne af aan heeft toegedragen, omstandig is gedetailleerd, doen Seponeeren ter Politicque Secretarije, met ordre aan den Secretaris, om aan de resp:ve Heeren Leeden, des begeerende, daarvan visie te verleenen.
Op welke door welgem: Heere Gouverneur gedaane communicatie, door den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers, aan zijn Edele wierde gevraagd, of het dan effective waarheijd was, dat de Franssen zig hadden meester gemaakt, van hetselve Toscaans Schip, en dat zij van intentie waaren het selve van hier te vervoeren, ‘t geen door zijn Edele met Ja beantwoord zijnde, ged Heer Boers verder avanceerde
dat hij het visiteeren en in possessie neemen van een Schip, leggende onder de protectie van de Vlag en Fortresse van dit Gouvernement, considereerde als een openbaare Schending van’t regt der Volkeren, en een violatie van’t Territoir en de Vlag van Haar Hoog Mog: en dienvolgens daartegens niet alleen wel expresselijk protesteerde, maar ook teffens van begrip was, dat het vervoeren van het selve Schip van onder onze Vlagge, terwijl het nog tijd was, des noods, met geweld behoorde te werden belet.
Hebbende den E: Coopman en Keldermeester M:r Jacobus Johannes le Suëur, ten deezen opzigte, het volgend Schrifelijk advijs ingeleeverd
‘Op de Communicatie door den Edelen Heere Gouverneur, op heeden in onse Vergadering gedaan, wegens zeekere tusschen hem Heere Gouverneur en den Heer de Maurville Commandant der ter Rheede leggende Fransse Scheepen over en weder gehoudene demelees, betrecking hebbende, op het meede alhier aanweezende Scheepje de Groot Hertog van Toscaanen , onder Toscaanse Vlagge alhier gearriveerd, en op vertooning eener Groot Hertoglijke Passe; geadmiteerd, welk kieltje ged Commandant, als Suspect onder vercierde Passe te vaaren, had gemeend, te mogen in verzeekering neemen, en thans na Mauritius staat over te voeren, vermeend den Ondergeteekende te mogen en moeten inbrengen, dat zonder zig te willen inlaten, in’t geen in deeze Zaak, waarvan ten eenemaale ignorant is geweest, is verhandeld geworden, zig verpligt reekend, ten sterksten te moeten disavouëeren het geweld door meerm: Franssen Commandant aan een neutrale Vlagge en op een Neutrale Rheede gepleegd, als niet willende aanspreekelijk zijn, voor de onaangenaame gevolgen, die wel ligt uijt sulk ongepermitteerd gedoente, voor d’ E Comp:ie zoude kunnen resulteeren, dan egter, de Zaak reets zo verre gevorderd zijnde, oordeeld dezelve dat het thans te laat is, en mogelijk ook de tijds omstandigheeden niet wel Schijnen te permitteeren, om dit Schending van het Territoir der E: Comp:ie voor het tegenwoordige met geweld te vindiceeren, hij verzoekt dat dit ter zijner decharge, in de Resolutie van heeden, mag werden g’insereerd.’
’/:was geteekend:/ J: J: Le Suëur. /:in margine:/ den 20: April 1781.’
gelijk meede door den E: Equipagiemeester Damiën Hugo Staring op de voorsz: door den Heer Gouverneur gedaane communicatie, wierd betuijgd:
dat dewijl het neemen van het dikwerfgem: Schip de Groot Hertog van Toscanen was geschied, tegens alle regt en reeden, het wegvoeren van dien Bodem oversulx niet behoorde te geschieden, vermeenende egter, dat de tegenswoordige tijds omstandigheeden niet toelieten Sulx met geweld te beletten.
Terwijl de overige Leeden het gedoente der Franssen insgelijx disapprobeerende, voor’t overige in de daartegens door den Heere Gouverneur gedaane protestatie hebben berust.
Wijders wierd door den Heer Secunde Pieter Hacker als Præsident des Raads van Justitie, overgegeeven het van denselven Rade gerequireerd berigt en haar consideratiën op ende ten belange van’t Request door den geweezen Cornet der Burger Land-Militie aan Stellenbosch Diederik Jacob Bleumer, aan den Heer Gouverneur gepræsenteerd, luijdende het gedagte berigt, als volgd
Aan den Wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinair van Nederlands India, mitsgad:s Gouverneur in Loco; beneevens den E: Agtb: Politicquen Raad deezes Gouvernements.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’
‘Ter voldoeninge aan Uwel Edele Gestr en E: Agtb:s zeer gerespecteerde Resolutie, in dato 10: deeser loopende maand April, waarbij Uwe Wel Edele Gestr en E: Agtb:s hebben gelieven te stellen in handen van den Ondergeteekende, Sodanig addres als door Diederik Jacob Bleumer aan den Wel Edelen Gestr: Heere Gouverneur is overgeleeverd geworden, omme daarop te dienen van derselver Consideratiën; zullen de ondergeteek:de bij deesen d’ Eere hebben, Uwe Wel Edele Gestr en E: Agtb:s kortelijk te doen remarqueeren, dat denselven Jacob Diederik Bleumer in den Jaare 1777: door den toenmaligen Landdrost van Stellenbosch en Drakensteijn , geaccuseerd zijnde van gepleegd overspel, op fundament van dien, tegen hem is Eijsch gedaan en geconcludeerd, dat hij zou worden verclaard vervallen te zijn van zijne Burgerlijke en Militaire Officiën en prærogativen, en onbequaam, om ooijt weder eenige derselver te kunnen bekleeden, mitsgaders een maand lang te water en te brood te werden opgeslooten, met Condemnatie in een boete van Een Honderd Rijxd:s ten profijte van den voorn:de Landdrost, alles ingevolge den Teneur van de Statutaire Wetten van Nederlands India, op die materie g’ emaneerd.’
‘dat het Defect van volleedig bewijs, zo en indiervoegen als het selve naar regten tot eene complete condemnatie in cas crimineel word gerequireerd, de adjudicatie van denselven geheelen Eijsch ende conclusie zo als dezelve was leggende, niet hebbende gepermitteerd, alleenlijk het Eerste en laatste Lid van denselven Eijsch ende Conclusie, bij Sententie van deezen Rade in dato 22: Maij 1777 aan den voormelden Landdrost is geaccordeerd geworden, met ontsegginge van het Tweede of middelste gedeelte van dien, waarbij ook nog tot eene incarceratie voor den tijd van een maand was geconcludeerd geworden, zoo als Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s al hetselve uijt de ten deezen geannecteerden Eijsch en Conclusie, mitsgaders daarbij gevoegde Sententie Zullen kunnen zien.’
‘dat de Ondergeteek:de aldus het fundament van klagten aan den eenen, en hunne notoire verpligting, omme het voorschrift van den klaaren Zin en Letter van de Statutaire Wetten te moeten observeeren, aan den anderen kant, aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s hebbende voorgedragen, voor het overige zeer gaarne aan het verligter Oordeel van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s willen overgelaten hebben, of dezelve door hem Diederik Jacob Bleumer gepleegde daad, voor zo verre dezelve door hem is geadvoueerd geworden, op zig selve beschouwd, is van dien aard, dat ook zonder d’ expresse bepalinge der voorsz: Statutaire Wetten, daarop een privatie zijner Eerampten en bedieningen natuurlijker wijze zoude hebben moeten volgen, dan of de geringe natuurlijke connexie, welke het een met het ander is hebbende, hem, vooral in deese tijds omstandigheeden, enigen hoop zou kunnen overlaaten, om zig te mogen flatteeren met een gunstige dispositie op het voorsz: verzoek, door hem aan den Wel Edele Gestr: Heere Gouverneur gedaan; Terwijl de Ondergeteek:s zig verbeeldende, hiermeede aan de intentie van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s te hebben voldaan, d’ Eere hebben, zig met de meeste consideratie te noemen.’
’/:Onderstond:/’
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren! Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s zeer nedrige Dienaaren /:was geteekend:/ P: Hacker, L: C: Warneck, T: C: Rönnenkamp: P: L: Le Suëur, J: F: Kirsten, G: H: Cruijwagen, S: V: Echten, C: G: Maasdorp, A: G: Muller, J: D:e Wieser. /:in margine:/ In’t Casteel de Goede Hoop den 17: April 1781.’
Over den inhoude van welk berigt en daarneevens gevoegde bijlagen gebesoigneerd zijnde, best gedagt en dienvolgens beslooten is, gem: Diederik Jacob Bleumer, ter obtenue van de bij hem verzogte gratie, te renvoijeeren aan Haar Hoog Edelens de Heeren der Hoge Indiase Regeering tot Batavia; Zullende ten dien eijnde aan hem van het meermelde berigt des justitieelen Raads, mitsgaders de daartoe gehoorende bijlagen, copias afgegeeven, en denselven intusschen, hangende de deliberatie van welgem: Heer Hoog Edelens als Subaltern Officier onder de Land-Militie aan Stellenbosch , kunnen g’emploijeerd werden.
Laatstelijk door den Heere Gouverneur overgelegd zijnde een Missive Sub 17:de deezer door den Landdrost van Stellenbosch en Drakensteijn Olof Godlieb de Wet en den Burger Krijgsraad aldaar, aan zijn Edele gerigt; Zoo is goedgevonden zig te conformeeren met de door dezelve gemaakte Schikking volgens welke, om de reeden bij gemelde Missive vermeld, uijt de Compagnie d’ Invalides 50 en uijt die der Infanterije 30: Mannen zullen werden gecommandeerd, om alhier meede Wagt te houden, om maandelijx door een gelijk getal, uijt ijder der voorsz Corpsen te werden afgelost.
Gelijk meede is geapprobeerd, dat ‘er een klijne Piquet Wagt van Agt Mannen onder een Wagtmeester in Hottentots Holland gelegd, en een Detachement van 18: Mannen, alle Stellenbosche Dorpelingen uijt de Cavallerije Invalides en Infanterije werden genomen, ten eijnde van dezelve alle Nagten door een Corporaal en Ses gemeenen, de Wagt, Zoo bij het kruijt Maguazijn, als elders te doen houden.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
C. 159, pp. 291-303.¶
Vrijdag den {17810427} 27 April 1781.
‘S voormiddags alle præsent
In conformiteijt van het Sub 2:de deezer genomen besluijt op heeden door het Hoofd van ‘S E: Comp:s Militie alhier d’ E: Robbert Jacob Gordon, bij een Schriftelijk berigt vertoond zijnde, dat het Serviesgeld, het welk door de bevorens met passen gelicentieerd geweest zijnde Soldaaten, is opgebragt, maandelijx heeft bedragen een Somma van 636 1/8 Rijxd:s, zoo is verstaan, dit montant, geduurende den tegenswoordigen Oorlog, ‘S maandelijx uijt ‘S Comp:s Cassa, aan het Hoofd der Militie te laten verstrekken, om door denselven regulier alle maanden indiervoegen aan de Hoofd- en Subalterne- mitsgaders onder-Officieren en gemeene Soldaaten te werden verdeeld, als bij het bovengem:de berigt is gespecificeerd; Terwijl op de voordragte van ged:e E: Gordon, meede is beslooten, dat de gewoone Soldij der Onder Officiers en Soldaaten in plaats van alle Vier Maanden, insgelijx zo lang den præsenten Oorlog zal duuren, maandelijx aan dezelve Zullen werden afbetaald.
Hierna is geleesen een Schriftelijk Verzoek en voordragt van den Directeur over ‘S Comp:s Fortificatiën en Chef der Arthillerie alhier, Phillippus Hermanus Gilquin, luijdende als volgd.
Aan den Wel Edelen Gestr Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgad:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &: &: &:
‘WeL EdeLe Gestr: Heer!’
‘De Critique tijds omstandigheeden waarin wij ons thans bevinden, ten hoogsten vorderende, dat het Corps Arthilleristen in deese Colonie, ‘t welk ik d’ Eere hebbe te commandeeren, eenigsints op een respectabeler Voet gebragt werde, Zo neeme eerbiedigst de vrijheijd aan UW Ed: Gestr: te proponeeren, dat het selve moge werden geaugmenteerd tot Vijftig Bosschieters, Ses Canonniers, Vier Constapelsmaats of Corporaals, Twee Constapels of Sergeanten, Twee Vaandrigs of Extra Ordinair Vuurwerkers, een Lieutenant of Ordinair Vuurwerker en een Capitain Lieutenant; hebbende d’ Eer hierneevens aan UW Ed: Gestr: te præsenteeren eene Lijst der geene die bij deeze geleegendheijd zouden behooren geavanceerd te werden.’
‘En vermits de Arthillerije Bediendens, zo wel als de Fortificatie Werkers, Klipbreekers en Ambagtslieden, die in de Arthillerie Winkels arbeijden, thans buijten gemeene fatigues moeten uijtstaan, en hunne middelen van bestaan verminderd zijn, behalven dat de prijs der Levensmiddelen dagelijx toeneemt; Zoo verzoeke dat’
‘UW Ed: Gestr: uijt consideratie hiervan, aan dezelve een Extra Ordinair Douceur, onder de naam van Laboreer- of Servies-geld gelieve toe te leggen, en dat wel in de volgende proportie, als Vier Stuijv:s daags aan een gemeene Bosschieter of Arbeijder, Agt stuijvers aan een Corporaal, Twaalf aan een Sergeant of Constapel, Agthien aan een Vaandrig, Vier en Twintig aan een Lieutenant, en dertig Stuijvers aan een Capitain Lieutenant, waarvan hier neevens meede een Lijst gaat.’
‘Ook neem ik de vrijheijd aan UW Ed: Gestr: te verzoeken, dat uijt aanmerking der verre distantiën, alwaar d’ Extra Ordinaire Ingenieurs g’emploijeerd werden en de daaruijt volgende noodzakelijkheijd waarin zij zig bevinden, van altoos een goed rijd-paard bij zig te moeten hebben, aan ijder derselve /:Zoo als Sulx in’t Vaderland gebruijkelijk is:/ een paarde-geld van Een Ducaton daags moge werden toegelegd.’
‘Het is UW Ed: Gestr: ten vollen bekend, of deeze gevraagde douceur-gelden; Zoo door den Swaaren en ijverigen arbeijd, als het uijtstaan van ongemeene fatigues &:a rijkelijke verdiend werden, Weshalven ik het onnodig oordeele UW Ed: Gestr: de billijkheijd daarvan voor te stellen; hebbende ik d’ Eer met de volmaakste Eerbied te zijn.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Gestr: Heer UWel Edele Gestrengheijds zeer gehoorzaame en onderdanigen Dienaar /:was geteekend:/ P: H: GiLquin /:in margine:/ In’t Casteel de Goede Hoop den 5 April 1781.’
‘Lijst der geene, dewelke tot eenig avancement voor gedragen werden.’
‘Den Extra Lieutenant Visser tot Capitain Lieutenant.’
‘den Extra Ordinair Vuurwerker van Öhms tot Lieutenant en Ordinair Vuurwerker.’
‘de Constapels Laurens Cornelissen en Ruts tot Vaandrigs of Extra Ordinair Vuurwerkers.’
‘de Constapelsmaats Schildbach en Langerman tot Constapels, en de Canonniers J: Snijders, Kempfer en D: Barbier tot Constapelsmaats’
’/:was geteekend:/ P: H: GiLquin. /:in margine:/ In’t Casteel de Goede Hoop den 5 April 1781.’
‘
Lijst en Reekening van't dagelijks montant der gevraagde Douceur gelden. | |
Stuijv:s | |
Voor 97: gemeene Bosschieters of Arbeijdslieden à 4 stver:s daags . | 388:- |
Voor Ses Corporaals à 8 stver:s daags | 48:- |
Voor drie Sergeanten à 12 stver:s daags | 36:- |
Voor Twee Vaandrigs à 18 stver:s daags | 36:- |
Voor Een Luijtenant à 24 stver:s daags | 24:- |
Voor Een Capit:n Lieuten:t à 30 stver:s daags | 30:- |
Paarde geld voor Twee Extra Ordinaire Ingenieurs à 72 stver:s | 144:- |
706 Stver:s | |
ofte Rijxdaald:s 14: Schell: 5: Stver:s 4. |
Lijst en Reekening van't dagelijks montant der gevraagde Douceur gelden. | |
Stuijv:s | |
Voor 97: gemeene Bosschieters of Arbeijdslieden à 4 stver:s daags . | 388:- |
Voor Ses Corporaals à 8 stver:s daags | 48:- |
Voor drie Sergeanten à 12 stver:s daags | 36:- |
Voor Twee Vaandrigs à 18 stver:s daags | 36:- |
Voor Een Luijtenant à 24 stver:s daags | 24:- |
Voor Een Capit:n Lieuten:t à 30 stver:s daags | 30:- |
Paarde geld voor Twee Extra Ordinaire Ingenieurs à 72 stver:s | 144:- |
706 Stver:s | |
ofte Rijxdaald:s 14: Schell: 5: Stver:s 4. |
’/:was geteekend:/’
‘P: H: Gilquin. /:in margine:/ In’t Casteel de Goede Hoop den 5: April 1781.’
Waarop, na dat over de poincten bij het voorsz: Schriftuur voorgesteld, met attentie was gebesoigneerd, eenpariglijk is beslooten, het Corps d’ Arthillerie alhier t’ augmenteeren en te brengen tot Vijftig Bosschieters, Ses Canoniers, Vier Constapelsmaats ofte Corporaals, Twee Constapels ofte Sergeanten, Twee Vaandrigs ofte Extra Ordinaire Vuurwerkers, Een Lieutenant ofte Ordinaire Vuurwerker en Een Capitain Lieutenant, en mitsdien onder het selve Corps, de volgende advancementen en aanstellingen te doen, als.
Terwijl aan’t meerm: Corps d’ Arthillerie voor Laboreer of Servies-geld, geduurende den præsenten Oorlog maandelijx tot een douceur uijt ‘S E: Comp:s Cassa zal werden verstrekt de Somma van drie Honderd en drie Rijxd:s dewelke præcise alle maanden op de volgende wijze, zal werden verdeeld, als
Aan den Capt:n Lieutenant | Rd:s 12:- |
Aan den Lieutenant | d:o 10:- |
Aan Twee Vaandrigs ijder rd:s 8: | d:o 16:- |
Aan Twee Constapels d:o d:o 6: | d:o 12:- |
Aan Een Sergeant bij de Fortificatie-Werkers | d:o 6:- |
Aan de Vier Constapelsmaats ijder 4 1/2 rd:s | d:o 18:- |
Aan Twee Corporaals bij de Fortificatie werkers ijder rd:s 4 1/2. | d:o 9:- |
Aan Ses Canoniers ijder rd:s 3: | d:o 18:- |
Aan 91 gemeenen, waaronder gereekend de Fortificatie werkers, klip-breekers en Ambagtslieden in d' Arthillerie-Winkels ijder rd:s 2: | d:o 182:- |
Aan de Twee Extra ordinaire Ingenieurs tot paarde geld ijder rd:s 10: | d:o 20:- |
komt als boven | rd:s 303:- |
Aan den Capt:n Lieutenant | Rd:s 12:- |
Aan den Lieutenant | d:o 10:- |
Aan Twee Vaandrigs ijder rd:s 8: | d:o 16:- |
Aan Twee Constapels d:o d:o 6: | d:o 12:- |
Aan Een Sergeant bij de Fortificatie-Werkers | d:o 6:- |
Aan de Vier Constapelsmaats ijder 4 1/2 rd:s | d:o 18:- |
Aan Twee Corporaals bij de Fortificatie werkers ijder rd:s 4 1/2. | d:o 9:- |
Aan Ses Canoniers ijder rd:s 3: | d:o 18:- |
Aan 91 gemeenen, waaronder gereekend de Fortificatie werkers, klip-breekers en Ambagtslieden in d' Arthillerie-Winkels ijder rd:s 2: | d:o 182:- |
Aan de Twee Extra ordinaire Ingenieurs tot paarde geld ijder rd:s 10: | d:o 20:- |
komt als boven | rd:s 303:- |
En dewijl zig op het aanweezend Bengaals Retour-Schip de Dankbaarheijd komen te bevinden, eenige Engelschen met haare Familiën, aan dewelke door ‘S Comp:s Ministers in gemelde Directie, met het voorm: Schip passagie naar Nederland is verleend, zoo is om die selfde reedenen, als bij Resolutie van den 10: deezer zijn aangehaald, best gedagt, aan dezelve te permitteeren, om zig ergens ten platten Lande op sodanige plaats ofte Plaatsen als bij den Heere Gouverneur zal werden goedgekeurd, te begeeven, mits al meede op hun woord van eer verzeekering geevende, van zig op geenerleij wijze van daar te verwijderen.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t CasteeL de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 304-318.¶
Dingsdag den {17810501} 1 Maij 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Vermits thans zijn voltooijd de nieuwe Gevangenhuijsen met dies ap- en dependentie, en in het voor-Front van’t selve is opgebouwd een ruijm vertrek en verdere appartementen, alles in die ordre, dat aldaar de Justitieele Vergaderingen zeer gevoeglijk gehouden, en de Gevangenen ook nader bij de hand zijn, om voor den Raad gebragt of door Gecommitteerdens te werden gehoord; Soo is verstaan dat de Vergadering van Justitie voortaan in voorsz: nieuwe Raadzaal zal werden gehouden, en het verhoor der Gevangenen ook aldaar zal moeten geschieden: Terwijl zo wel voor het aangaan der Vergadering als bij het doen der gewoone Publicaties, de ten dien eijnde boven voorsz: nieuwe Raadzaal geplaatste Klok zal werden geluijd; Zullende egter de crimineele Sententiën des gemelden Raads, als bevoorens ten deezen Casteele van de puije des Gouvernements werden afgeleezen.
Gelijk meede goedgedagt is, dat door het Collegie van Commissarissen van Civile en Huwelijx Zaaken, haare gewoone Vergaderingen, insgelijx in meermelde nieuwe Justitieele Raad-Camer zal gehouden werden.
En nadien door den Heer Secunde Pieter Hacker als Præsident des voormelden Raads van Justitie is te kennen gegeeven, dat de thans bij gemelden Rade in gebruijk zijnde Tafel en daartoe gehoorende kleeden, Zoo wel als de Stoelen en kussens, door langheijd van tijd thans ten eenemaal onbruijkbaar zijn geworden; is dierhalven goedgedagt zijn E: te qualificeeren om in steede van voorsz: onbruijkbaar gewordene en verder nodig zijnde Meubilen andere nieuwe ten dienste der Justitieelen Raad-Zaal te laten inkopen, Zullende het kostende derselver, uijt ‘S Comp:s Cassa werden betaald.
Wijders door den Heere Gouverneur in Rade overgelegd zijnde, Zeeker Request, door den Burger en Inwoonder aan Drakensteijn Petrus de Villiers Jacobsz:, uijt naam van verscheijde andere Ingezeetenen aldaar die ten getale van Zeventig Perzoonen, het ged:e Verzoek-Schriïft meede hebben onderteekend, aan zijn Edele overhandigd en Luijdende als volgd.
Aan den Wel Edelen Gestr Heer M:r Joachim van PLettenberg Raad Extraordinair van Nederlands India, beneffens Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &: &: &: en de verdere E: E: Agtb: Heeren Politicque Raaden.
‘Geeft reverentelijk te kennen, Uwer Wel Edele Gestr: en E: E: Agtb: nedrige Dienaaren, CoLonisten en vrij Burgeren in de Districtie van Stellenbosch , Drakensteijn enz: hoe dat wij ondergeteekende tot onse uijtterste verwondering en beswaarnis, is ontwaar geworden, dat door den E: Krijgsraad van Stellenbosch op den 17 laatstleeden, is beslooten, en vast gesteld, alle Burgers zonder onderscheijd, ja selfs de regeerende Heeren Heemraaden, beurtswijze op de Wagt te commandeeren, als meede de Invalide of afgeschreevene Burgers, waaronder zijn stok oude, kreupele en Lamme, zonder onderscheijd te commandeeren, Ja selfs staat ‘er PerZoonen op de Lijst om gecommandeerd te worden, die voor Vijf Jaaren en meer, al is overleeden, daar ‘er nogthans een aanzienlijk getal Compagnies Dienaaren zo geligte Perzoonen als die op haare passen gaan, in’t District van Stellenbosch , Drakensteijn enz zig bevinden, in haare handteering onverhinderd werd gelaaten, daar de Burgers tot een getal van Honderd en Tachtig, sorteerende onder het Gebied van Stellenbosch , welk meestendeels Landbouwers zijn, te gelijk in eene rijs /:als meede waar Twee en meer perzoonen in een Huijs woond, ja selfs Vader en twee Zoons:/ te gelijk op de Wagt werd gecommandeerd, daar nogthans de Wagten in drie aparte Commando’s is verdeeld, zodat door dien weg, den Landbouw niet naar behooren zal kunnen werden waargenomen, waar door het Land merkelijke nadeel aan mondbehoeftens zoude komen te leijden, ja selfs wanneer het quam te gebeuren, dat alhier eenige Hollandse Scheepen Zouden aankomen om Graanen of andere benodigtheeden, tot verversching voor de Scheepen, Ledig van hier zoude moeten vertrekken.’
‘Ook kunnen wij niet nalaaten Uwel Edele Gestr: en E: E: Agtb:s de onvermijdelijke nood /:van huijsvrouw en kinderen:/ onder het oog te brengen, die wij onder een groote menigte van onbeschaafde Heijdenen, moeten laten, en niet meer dan Honderd en Thien Oude gebrekkelijke Mannen tot dekking werd gelaten, daar ‘er van evengem: getal, Sommige voor enige Jaaren al is overleeden, ende uijtgestrektheijd der plaatsen, welk meergem: getal oude Mannen moeten dekken, eenige honderd mijlen in zijn omtrek bevat, waar op eenige onzer Ondergeteek:de zig bij de Veld-Wagtmeesters heeft vervoegd en verzogt, dat ze den Landdrost van Stellenbosch onder het Oog moeste brengen, hoe noodzakelijk het is, dat ‘er een genoegzaame getal bequaame Burgers tot bevijliging van Huijsvrouw en kinderen mogte blijven, waarop den Veld-Wagtmeester zig in den Krijgsraad heeft vervoegd, dog daar niets heeft verkreegen; Ook heeft enige onbequaame Burgers behoorende onder de Compagnie Invalides, zig bij den Landdrost van Stellenbosch vervoegd, wegens haarluij onbequaamheijd om Wagten te kunnen doen, dog zonder eenige de minste uijtwerking heeft moeten heenen gaan, Zo dat wij Ondergeteekende uijt alle de vorige aangehaalde Stukken ons ten uijttersten verpligt vinden, en gedrongen werden, tot Uwel Ed: Gestr: en E: E: Agtb:s te keeren /:gelijk doed bij deezen:/ Eerbiedigst verzoekende, dat hierin mogte werden voorzien, als wel voornamentlijk voor en al eer den generaalen opontbod zal geschieden, een genoegzaam getal bequaame Burgers /:bij naame genoemd:/ tot dekking van huijsvrouw en kinderen zal werden t’ huijsgelaaten, op dat wij Ondergeschreevene des te geruster en vrijmoediger den Vijand mogte tegenstaan, het welk wij met d’ uijtterste vlijt als getrouwe Burgers tot bevijliging van ons Land en volgens onze gedaane Eed, als trouwe Onderdaanen zal tragten te volbrengen; Vertrouwende dat alle gegronde reeden en billijkheijd bij Uwel Ed: Gestr: en E: E: Agtb:s gunstig appoinctement ende fiat.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo den 1 Maij 1781. /:was geteekend:/ Jan Cellié, Pieter le Riche, Johannes Nieuwout, Daniel Cellié, Abraham Cillié Jansz:, Petrus Engelbregt, Johannes Roos, Andries Bernardus du Toit, Johannes Stephanus du Toit, Carel Christoffel Frick, Andries Carolus du Toit, Guilliam du Toit, Stephanus du Toit, Petrus Stephanus du Toit, David van der Merwe, Johannes Ricke, U: P: Wyrseman, Josua Charl Cilliers, Francois Maraïs, Charl Marais, Philip Minnaar, Daniël Retief, D: Malan, Dan:l du Plessis, Francois Retief, Jacobus Johannes Malan, Petrus Retief, Gideon Malherbe, Gabriel Rossouw, J: P: Louw, Jacobus Retief, Pieter Cilliers, Jozua Le Roux, Pieter Cilliers Jansz:, Isaac Minnaar, Daniël Rossouw, Petrus Jacobus Malherbe de Jonge, J: P: Roux, Philippus le Roux, Abraham Barend de Villiers, Jacobus Jonker, Jan Roux, Petrus de Villier,s Jacobzoon, J:s Krige, Phlippus Minnaar Jansz:, Jacob de Villiers PZ:, David de Villiers A Zoon, Jacobus Roux, Jozua Pieter Cillié, Jacob de Villiers J:bZ:, Willem Joubert, Petrus de Villiers A:Zoon, Jan Abraham Meijer, Isaac de Villiers A:Z:, Daniël Joubert, Francois Roux, Pieter van de Westhuijsen, Jacobus Petrus Patinger, J: A: Krugel, Johannes Rossouw, Isaac van der Merwe, P: D: Villiers, D: de Villiers J:n Zoon, P:r Roux, J: Marais J:bZ:, J: De Villiers D Zoon, Pieter Marais J:bZ:, Pieter Marais Pieter Zoon, David Muller, Daniel Krijnouw.’
Soo is best gedagt, om alvorens daarop te disponeeren, het ged Request te stellen in handen van den Landdrost en Krijgsraad van Stellenbosch en Drakensteijn , ten eijnde deezen Raade ten opzigte van het selve, te dienen van berigt en consideratiën.
Bij nadere exacte opneeming der Houtbaaij , bevonden zijnde, dat in dezelve ten minsten 3 à 4: Scheepen, tegen alle winden volkomen veijlig en beschut kunnen leggen, is dierhalven op de propositie van den Heere Gouverneur beslooten, om de verdere hier nog verwagt werdende Retour-Scheepen derwaards te zenden; Zullende, ten eijnde gemelde Scheepen aldaar, tegens alle vijandelijke aanvallen te beschermen, op de Westhoek derselve Baaij, werden aangelegd een Batterie van 20 Stucken Canon, welk Geschut van de voorsz: aldaar te vertoevene Scheepen genomen, en op evengemelde Batterije zullen werden geplaatst.
En is Laatstelijk verstaan, om Zeekeren M:r Thomas Weston, die als Passagier met het Deensch Konings Schip Infods-Retten ter deezer Plaatse is aangeland, met voorneemen van hier verder naar Madras te navigeeren, desselfs verblijf bij de andere Engelssen te doen houden op ‘S Compagnies Post het Vissershok .
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t CasteeL de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 319-323.¶
Donderdag den {17810503} 3 Maij 1781.
‘S voormiddags alle præsent
Dewijl door het heeden morgen hier gearriveerd Ceijlons Retour-Schip Amsterdam , op’t Rif van Anguillas zijn ontmoet, Vijf Engelsse Comp:s Retour- Scheepen, die waarschijnlijk de Baaij Fals zullen tragten in te loopen, en dat ten deezen belange in overweeging is genomen, dat de præsente omstandigheijd niet komt toe te laten, om van de Manschappen die tot defentie deezer Hoofdplaatse onvermijdelijk alhier bij een moeten werden gehouden, zo veel te detacheeren, als ‘er om voorsz: Scheepen te vermeesteren zouden werden vereijscht, buijten en behalven dat men naar het neemen dier Scheepen zig omtrent het bewaaren der Gevangenen niet dan ten uijttersten verleegen zoude bevinden; Soo is oversulx op het voorstel van den Heere Gouverneur best gedagt, en dienvolgens besloten, den Posthouder in voorsz: Baaij Fals aan te Schrijven, dat wanneer voormelde Engelsse Scheepen Zullen weezen gekomen in’t gezigt der Baaij om dezelve in te loopen, als dan momentlijk door hem Posthouder, den onder hem bescheijdenen Sergeant met een Schuijt, dezelve Scheepen zal te gemoed gezonden en p:r Missive werden aangekondigd, dat zij ingevolge d’ ordre, hem Posthouder door deezen Rade toegezonden, de meermelde Baaij Fals niet zullen hebben in te loopen, maar ten eersten van daar te vertrecken, deweijl andersints Vijandelijk Zullen werden gehandeld, en ingevalle dezelve des ongeagt de Baaij mogten binnen Zeijlen, niemand van hun Volk aan Land te laten komen, tot Zoo verre, dat wanneer zij Sulks met geweld zouden willen tendeeren, het selve dan ook met geweld te beletten, ten welken eijnde dan ook is besloten, een aantal van Vijftig Soldaaten uijt het Guarnisoen, onder een Capitain, Lieutenant en Vaandrig, naar meerm Baaij Fals te detacheeren.
Sullende gemelde Posthouder Brand wijders, den Capit:n van ‘t aldaar leggend Deensch Schip de Princes Frederica op’t nadrukkelijkste moeten gelasten, geen de minste Communicatie met voorsz Engelsse Scheepen te houden, op pœne van op geenerleij wijze eenige adsistentie meer te Zullen genieten en voor alles verantwoordelijk te blijven.
Terwijl ten belange van den Hoeker de Zon , die thans zeijlrhee legt, om de provisiën en andere in gedagte Baaij benodigd zijnde goederen, derwaards over te brengen, is beslooten dat voorsz: Hoeker, momentelijk op desselfs arrivement ginder ontlost en vervolgens zo na mogelijk, Ja selfs, des doenlijk zijnde, op’t strand zal moeten gehaald werden.
En is den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers verzogt en gecommitteerd zig in perzoon na dikwerfgem: Baaij-Fals te begeeven, ten eijnde te zorgen dat alles behoorlijk en conform d’ intentie deeses Raads werde uijtgevoerd.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t CasteeL de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 324-332.¶
Dingsdag den {17810515} 15: Maij 1781.
‘S voormiddags alle præsent behalven den E: Coopman en Keldermeester M:r Jacobus Johannes LeSuëur.
Is geleesen zeeker Request door den met Stilstand van gagie zig ter deezer Plaatse onthoudende Coopman en geweesen Opperhoofd te Jaggernaikpoeram Pieter Baars gepræsenteerd, luijdende als volgd.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’
‘Geeft met verschuldigd Respect te kennen Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s nedrigen Dienaar, den oud Coopman en geweesen Opperhoofd te Jaggernaikpoeram Pieter Baars:’
‘Hoe hij Suppl:t tot zijn bijzonder Leetweezen heeft gezien, dat uijt hoofde van een ontdekt erreur, in de Chormandelse Negotie boeken van A:o 1775/76:, met opzigte tot het Comptoir Jaggernaikpoeram , hem is opgelegd, als geweesen Opperhoofd aldaar, door Haar Hoog Edelens, een vergoeding van ƒ22169:18:8., en welk bedragen door de Chormandelse Regeering, ‘t Gouvernement alhier is aangereekend, ten eijnde door den Suppl:t alhier in ‘S E: Comp:s Cassa te werden voldaan.’
‘Den Suppl:t actueel ontbloot zijnde van Contanten, zoude egter niet in gebreeken blijven, om aan deeze ordre te voldoen, door dezelve ten Spoedigsten effect te doen Sorteeren, Zoo de tijds omstandigheeden alhier; hem omtrent de middelen van’t bekomen van Contanten voor het tegenwoordige, niet ten eenemaal daartoe destituut stelde, het geen onnodig is, aan de bewustheijd van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s te detailleeren: in deeze dringende omstandigheijd is’t, dat den Suppl:t zijn toevlugt moet neemen tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s genereuse consideratie, met ootmoedig verzoek, den Suppl:t hoog gunstig te willen accordeeren, eenig dilaij tot het voldoen van’t hem opgelegde in natura, door hem inmiddels te belasten, bij de Negotie-Boeken deezes Gouvernements, voor dat montant, onder het stellen van Sodanige Cautie, als daartoe voldoenende zullen bevonden werden.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ P: Baars.’
Waarop is verstaan aan gemelde Coopman Baars, nopens het tellen in ‘S E: Comp:s Cassa alhier, der aan hem ter vergoeding opgelegde Somma van ƒ22169:18:8: uijtstel te verleenen tot ult:o Aug:s deezes Jaars, zullende intusschen ten dien eijnde, door hem behoorlijk cautie ten genoegen deezer Regeering moeten werden gesteld.
Den Capitain der Burger Infanterie aan Stellenbosch Josias de Kok, uijt hoofde zijner hooge Jaaren en onvermogen om dien dienst langer te kunnen verrigten, op zijn dieswegens gedaan verzoek ontslagen zijnde, heeft men in desselfs plaats wederom als Capitain over ged:e Comp:ie doen optreeden den Eersten Lieuten:t Daniël Jacobus de Kok.
Tot Eersten Lieutenant, den Tweeden dito Jacob de Villiers Jan Pietersz: Tot Tweeden Lieutenant den Vaandrig Jan de Villiers Abrahamsz. mitsgaders tot Vaandrig bevorderd den Burger Andries Jenssen.
Boven het welk nog is goedgedagt den Tweeden Lieutenant in de tweede Comp:ie Cavallerie aan Stellenbosch voormeld, Nicolaas van As van die bediening t’ ontslaan, en in desselfs plaats als Tweeden Lieutenant te laten optreeden den Cornet Dirk Hofman, en wederom tot Cornet te bevorderen, den Standaar Jonker Hendrik Cloete.
Voorts is den Boekhouder Hendrik Justinus de Wet, op desselfs dieswegens bij Request gedaan verzoek uijt ‘S Compagnies dienst ontslagen, en behoudens desselfs qualiteijt als Lidt in’t Collegie van Weesmeesteren, in Burger vrijdom gesteld, zullende denselven in’t gedagte Collegie blijven fungeeren tot ult:mo December deezes Jaars, Sulx de geene die als dan in zijn plaats, ‘S Compagnies wegen als Weesmeester zal werden verkooren, maar een Jaar lang zal moeten dienen.
Ook zijn, zoo in steede van den overleedenen Dirk van der Schijf en Jan Hendrik Bouermeester, die mits zijne aanhoudende indispositie, heeft moeten werden ontslagen, en ‘er buijten des tot het waarneemen dier dienst wierd vereijscht tot aanspreekers bij de begravenissen aangesteld de Burgers Johan George Lokkenaar, Godlieb Willers en Dirk van der Schijf de jonge.
Laatstelijk is aan den Landbouwer Jacobus Pienaar thans hierom meede bij Request verzoek doende, een Stuk Erfs, groot Twee Morgen, Een quadraat Roede en Twee dito Voeten, geleegen in de Wagenmakers Valleij in Eijgendom uijtgegeeven.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t CasteeL de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 333-340.¶
Donderdag den {17810524} 24: Maij 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
De Vergadering heeden door den Heere Gouverneur Extra Ordinair belegd Zijnde, gaf zijn Edele in dezelve te kennen, dat op laatstl: Sondag den 20:ste deezer, in de Baaij-Fals was verscheenen het Fransch Konings Schip Le Serapis , gecommandeerd door den Chev:r de Roche, die aan den Ondercoopman en Posthouder in gem: Baaij Christoffel Brand berigt had, dat ‘er tusschen de Kroon van Vrankrijk en Haar Hoog Mog: een of- en de-fensive alliantie geslooten, mitsgad:s in’t korte een Fransch Esquader oorlog Scheepen met een aanzienlijke aantal Troupen herwaards gezonden stond te worden, ten eijnde deeze Plaats, tegen alle Vijandelijke onderneemingen der Engelschen te beschermen,.
dat hij Heere Gouverneur zodra hem Sulx door ged:e Posthouder p:r Missive was gerapporteerd, zig in allen Spoed, naar geciteerde Baaij-Fals begeeven had, om ged:e Cheval:r de Roche, hierover in perzoon te spreeken, en het een en ander van denselven nader vernomen hebbende, nog dienselfden avond wederom hier was gereverteerd:
dat daarop des avonds de klokke Thien uren, op een gantsch onverwagte wijze alhier was aangekomen, den geduurende den vorigen Oorlog tusschen Vrankrijk en Engeland , zig tot het waarneemen der Zaaken van eerstgemelde Kroon, een geruijmen tijd ter deezer Plaatse onthouden hebbende Heer Percheron, die den 16 Maart deezes Jaars van Brest was vertrocken, met het Konings Freguat la Fine , van’t welke hij, wanneer hetselve zig op 12 à 15 Mijlen van deeze Baaij quam te bevinden, met een Schuijt was afgestooken.
dat door ged:e Heer Percheron, aan hem Heere Gouverneur was ter hand gesteld, de volgende Missive, door ‘S Konings Minister te Parijs den Heere Marquis de Castries aan zijn Edele gerigt.
Versailles le 3 Mars 1781
‘Le Roi étant, Monsieur, dans L’intention de joindre ses Forces à celles des Etats Generaux pour preserver la Colonie du Cap de bonne Esperance de toutte entreprise de la part de la Nation Britannique , j’ai l’honneur de vous prævenir que M:r Chevreau Intendant de L’ Isle de France est chargé de pouvoir, pour conferer avec vous, et régler par une convention tout ce qúi sera relatif aux Subsistances et aux Secours que vous serez dans le Cas de faire délivrer aux Vaisseaux et Escadres de La Majesté, ainsi qu’ à Ses Troupes. Je voús prie en consequence, de lui donner toutte confiance, et d’étre persüadé que tous les Engagemens qu’il aura pris d’apres les Instrúctions que lui ont èté expediées, seront executés avec la plús grande exactitude.’
‘J’ai l’honneur d’etre avec une consideration très distinguée Monsieur, Votre Tres humble et trés Obeissant: Serviteur’
’/:was geteekend:/ Castries.’
Naar Lecture welker Missive, welgem: Heere Gouverneur verder geliefde te continueeren; dat nadien den daarin vermelden Heer Intendant Chevreau zig op het gemelde Freguat la Fine quam te bevinden, en apparent nog heeden of wel op Morgen, in de Baaij-Fals stond t’ arriveeren, en door bovengem: Heer Percheron aan zijn Edele verzeekering was gedaan, dat de Heer Chevreau onder zig had, een Missive van Haar Wel Edele Hoog Agtb:s de Heeren Bewindhebberen onser Comp:ie, hij Heere Gouverneur oversulx, ten belange van het voorsz: bekomene Schrijvens van den Heer Marquis de Castries, niet wel iets konde doen, of ten besluijte voordragen, voor ende aleer de Heer Chevreau alhier aangeland en uijt de voorsz: onder zijn Ed: berustende Missive, onzer welopgem: Heeren Meesteren, derselver intentie en ordres zoude vernomen Zijn, dog dat Zijn Edele evenwel nodig hadde geoordeeld, het een en ander deesen Raade voorlopig te communiceeren, en is hierop goedgedagt daarvan bij deezen aanteekening te houden.
Verders wierd door welgemelden Heere Gouverneur geproduceerd Zeeker Schriftuur, door den Lieutenant der Tweede Comp:ie Burger Infanterie alhier George Hendrik Bunding, den 23:ste deeser aan den Burger-Krijgsraad overgegeeven, behelzende klagten, wegens de beleediging die hem Bunding, op Vrijdag avond van den 11:de dito bevorens, wanneer het Commando op’t Burger Wagthuijs hadde gehad, aldaar door den GeheijmSchrijver van welgem: Heere Gouverneur den Boekhouder Jan Fredrik Kirsten zoude weezen aangedaan; waarop best gedagt is, het voorsz: klagschrift te stellen in handen van den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers, ten einde om de rust en eensgezindheijd onder de Ingezeetenen, vooräl in de præsente tijds omstandigheijd, zo veel mogelijk te bewaaren, de Zaak bij een minnelijk vergelijk uijt den weg te ruijmen, dog andersints daaromtrent navolgens desselfs Ampt en pligt te werk te gaan.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t CasteeL de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 341-345.¶
Vrijdag den {17810525} 25 Maij 1781.
‘S voormiddags alle præsent, uijtgenomen den E: Equipagiemeester Damiën Hugo Staring, mits occupatie
Vermits het Fransch Konings Freguat La Fine zig thans in de mond der Baaij-Fals komt te bevinden, en men g’ informeerd is, welke distinctie en honneurs, bij de Franschen werden geobserveerd, omtrent den Heer Intendant Chevreau, die zig op het gemelde Freguat komt te bevinden; Soo is op de propositie van den Heere Gouverneur verstaan, dat gemelde Heer Chevreau, tot wiens afhaling, door zijn Edele reets een rij-tuijg naar geciteerde Baaij Fals is afgezonden, bij het inkomen der Barierre met 9 Canon Schooten van de Couvre Face Imhoff gesalueerd, en in het Casteel, bij het passeeren der Hoofd-Wagt, het geweer gepræsenteerd en Twee rouffels zullen geslagen, mitsgaders een Schildwagt worden gesteld voor desselfs Logement, alwaar meerm: Heer Chevreau, gedurende zijn vertoef alhier, ‘S Comp:s weegen zal werden gedefroijeerd.
Vervolgens door den Heer Gouverneur geproduceed zijnde de onderstaande Missive, bij zijn Edele met het bovensgm: Freguat la Fine ontfangen van den Heer Marquis de Castries.
á Versailles le 22 Fevrier 1781
‘J’ai l’honneur Monsieur de vous prevenir, que le Roi ayant bien voulu élever Mons: Percheron au grade de Commissaire des Colonies, il retourne au Cap de bonne Espérance pour procurer aux Vaisseaux et Escadres de Sa Majesté qui relacheront dans cette Colonie, les Secours dont ils auront besoin en vivres et refraichissements, il sera pareillement chargé de faire passer à l’ Isle de France Les approvisionnemens, dont Les Administrateurs lui commettront l’expedition.’
‘La Conduite qu’il a tenue pendant le tems qu’il a resté précedemment au Cap, et la bien veillance que vous lui avez temoignée, me donnent la Confiance que vous voudrez bien agréer ma recommandation en Sa faveur. Je vous prie de lui accorder les facilites qui dependront de vous pour la Suitte des operations, dont il est chargé.’
‘Les circonstances actuelles rendent encore sa mission plusimportantes, puis que le Succés des Armes du Roi intéressé plus particulierement les Etats Généraux, et que sa Majesté est dans l’intention d’employer ses forces pour protéger, contre les entreprises de L’Ennemi commun, les Etablissements de la Republique.’
‘J’ai L’honneur d’étre avec une consideration tres distinguée, Monsieur, votre très humble et très Obeissant Serviteur.’
’/:was geteekend:/ Castries.’
Soo is goedgedagt, om met het geene ten opzigte van den bij ged:e Missive vermelde Heer Percheron zal dienen te werden gereguleerd, te supercedeeren, tot dat de Heer Chevreau zal weezen gearriveerd.
ALdus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
C. 159, pp. 346-353.¶
Saturdag den {17810526} 26 Maij 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Heeft den Heere Gouverneur heeden ter Vergadering overgelegd, d’ onderstaande Missive, bij zijn Edele ontfangen van d’Overheeden der thans in de Saldanhabaaij leggende ‘S E: Comp:s Retour-Scheepen.
Aan den Wel Edelen Groot Agtb: Heer de Edel Heer J: van PLettenberg, Gouverneur van Cabo de Goede Hoop
‘Wel Edele Groot Agtb: Heer!’
‘Wij hebben d’ Eer Uwel Ed: groot Agtb: te informeeren, dat wij op den 17 deeser ons vervoegd hebben op’t Marcus Eijland , in de Mond van deeze Baaij geleegen, om een bequame plaats te vinden tot maken ven een Batterije, dat door de continueele branding en Swaare Rolling tegens gemelde Eijland, zeer moeijlijk zoude vallen, om het Swaar Geschut en Land te brengen, van daar hebben wij ons vervoegd op de punt of Westhoek van de Hoedekens-Baaij , daar op de punt van het Gebergte plaats zoude kunnen gevonden werden, voor een Batterije, Edog zo verre van de voorwal of klippen, dat een Canon van 8 lb bals wijnig over dezelve zoude kunnen gebragt werden en Sulx van geene vrugt zoude zijn, en distantie tusschen gemelde Eijland en de Hoek is een halve Zeemans mijle wijdt, en de Oosthoek van de Hoedekens-Baaij en voorgemelde Eijland, 3/4 mijlen, Zoo dat Uwel Ed: Groot Agtb: Selfs zal kunnen oordeelen, indien de geleegendheijd al goed was, de distantie te wijd is, om voor diergelijke Caliber van Canon, het inkomen te kunnen beletten; tusschen bovengemelde datum en den 20:ste deeser, hebben wij geen geleegentheijd gehad, om iets van belang door de ruwe Noorde winden, verzeld met reegen te kunnen verrigten, als op dato 20:ste en 21:ste deezer, doen hebben wij de Baaij aan d’ Oost kant van’t Schapen Eijland gepeijld, en daar wel een kil van 3 1/2: à 4: Vademen Water bevonden, ter lengte van 1/4 mijl, en Sulx met half geteij bereekend, so dat het dan met laag Water, geen drie Vadem blijft, en de kleinste van onze Scheepen over de 18 Voet diep gaat, en dan de rolling van de Zee en de korte distantie van de Wal, dien voor het aldergrootste genomen, de Z: O:t hoek van’t Schaapen Eijland N: N: W:t 2 Cabel lengte, en de Oost hoek van de baaij Z: Z: O: een Cabel Lengte, daar 4: Vadem Water was, van daar midden Vaarwater gaande, Circa 1/2 Cabel lengte, bevonden 3 Vadem, hadden doen de Z: O:t hoek van het Schapen Eijland Z: O:t en de Vlakke rug van het vaste Land in de Hoedens-Baaij in malkanderen op een Compas dat 18 gr: NWR: peijlden, vermits nu deeze kil en de diepte niet bequaam is, dat wij onze Scheepen behoorlijk daar alle zoude kunnen leggen, en wij hier Steeds een veijlige Baaij, en met onze Scheepen in goede ordre geschaard hebben, om eenig Vijandelijk gewelt te kunnen keeren, Soo geeven wij Sulx in UwelEd: wijze raads besluijt, te beoordeelen of het niet best was alhier de tijd af te wagten, en anders begeerende, Zullen wij UEdelens hoog g’ Eerde Ordres bij eerste geleegentheijd verwagten, waarop wij ons verlaten, met toewensching, van alles goeds, tot welzijn van Land en Volk, verblijven wij met alle hoogagting.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Groot Agtb: Heer UwelEdelens Onderdanige en gehoorzaame Dienaaren. /:was geteekend:/ G: Harmeijer J: V: Gennep, S: Vrolijk, A:l Land, Hendrik Steedsel, D: C: Plokker /:in margine:/ In’t Schip Hoogcarspel den 23:ste Maij 1781, geankerd in de Saldanhabaaij .’
Waarop naar dat over den inhoud der voorsz: Missive met attentie was gebesoigneerd en in aanmerking genomen, de inconveniënten, dewelke zig zo wel omtrent het opregten der Batterijen op Sodanige plaatsen, als bij de voor gedagte Scheeps-Overheeden geformeerde Instructie zijn bepaald, als om de Scheepen agter het Schaapen Eijland te leggen, hebben komen voor te doen; heeft moeten werden beslooten van het opregten dier Batterijen af te zien, en aan het goed overleg derselver Scheeps Overheeden over te laten, haar onderhebbende Bodems, indiervoegen te plaatsen, als t’ haarer meeste en beste beveijliging zal kunnen geschieden, mitsgaders om van de Manschap der Scheepen, enige herwaards op te zenden, dan wel de zelve alle tot defentie der Scheepen aan te houden, dog het verder ter neder gestelde bij bovengemelde Instructie, zo nopens het afslaan der Seijlen als het bergen derselver in den Hoeker de Snelheijd , om die, wanneer de Scheepen mogten werden overmeesterd, te doen in brand steeken, te laten in zijn geheel.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t CasteeL de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 354-364.¶
Woensdag den {17810530} 30 Maij 1781.
‘S voormiddags alle præsent, uijtgenomen den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers, mits indispositie.
Is geleesen de volgende Missive door d’ Edele Heeren Bewindhebberen ter præsidiale Camer Amsterdam, aan deeze Regeering gerigt, zijnde gedateerd 25: decbr: des voorl: Jaars, en per het op gisteren in de Baaij Fals gearriveerd Deensch Schip de Ganges , alhier aangebragt.
Aan den Raad Extra Ordinair van Neederlands Indiën en Gouverneur M:r Joachim van Plettenberg beneevens den Raad.
‘aan Cabo de Goede Hoop’
‘Erntfeste, wijze Voorzienige, zeer Discreete!’
‘Door onze Correspondent in London geinformeerd geworden zijnde, dat het Gouvernement van Engeland goedgevonden heeft haaren Ambassadeur bij Hun Hooge Mogende de Heeren Staaten Generaal te rappelleeren, en geresolveerd om represailles op alle Hollandsche Scheepen te gebruijken, hebben wij gemeend geen geleegentheijd te moeten verzuijmen, UE: van deeze gebeurtenis kennis te geeven,’
‘UE: teffens aanbeveelende, om in deeze haggelijke tijds omstandigheeden Sodanige voorzigtige maatregulen te neemen, als UE: na de omstandigheeden oordeelen Zullen nodig te weeSen, ook bekomen UE: hierneevens een Missive aan Generaal en Raden geaddresseerd, welker Spoedige depeche UE bij deezen werd gerecommandeerd.’
‘Wij beveelen UE: in Godes bescherminge en blijven na groetenisse.’
’/:onderstond:/’
‘UE: Goede Vrienden. /:lager:/ de Bewindhebberen van de Oost Indische Comp:ie ter Camer Amsterdam En ter Ordonnantie van dezelve. /:was geteekend:/ F: W: Boers, D: A: Meerman V: Goes. /:in margine:/ Amsterdam den 25 decbr: 1780.’
Naar Lecture welker Missive nog door den Heere Gouverneur wierd gecommuniceerd, een Missive, bij zijn Edele ontfangen van den Heer Bosc de la Calmette, Haar Hoog Mog: Minister bij het Hof van Deenemarken , gedagteekend 7 Jann:ij deezes Jaars, en hebbende tot bijlage Extract uijt hooggemelde Haar Hoog Mog: Resolutie van den 26:ste december bevoorens, bijde Luijdende als volgd.
Hoog Edele Hoog Welgebooren Heer!
‘Ofschoon ik niet d’ Eere heb, de Perzoon van U Hoog Edele Hoog Welgebooren te kennen, agt ik niet des te min van mijn pligt, in mijn qualiteijt van Minister van den Staat, de eerste de beste occagie waar te neemen, om de Eere te mogen hebben, U Hoog Edel Hoog Welgeboore t’ informeeren van de gesteldheijd der Zaaken, in dit deel der Wareld: En wel, dat Engeland onlangs aan onze Republicq den Oorlog heeft verklaard waarvan gisteren met de Post confirmatie hebbende bekomen en teffens nog een Resolutie van Haar Hoog Mog: van den 26:ste laatstl; tot deese droevige tijding relatief, neeme ik de vrijheijd, ‘er een Copije van hierneevens te voegen, om dat U Hoog Ed: Hoog Welgeb:, indien niet reets ‘er direct van is g’informeerd, de nodige maatregulen, die tot verdeediging tegens d’ Engelschen nodig zoude mogen oordeelen, hoe eerder zoo beeter werkstellig zal konnen maken.’
‘Ik heb d’ Eere mij met veel agting te noemen,’
’/:Onderstond:/’
‘Hoog Edele, Hoog Welgeboore Heer! Uwe Hoog Edele Hoog Wel Geboore’s zeer Ootmoedige Dienaar /:was geteekend:/ C: F: Bosc de la Calmette Extra Ordinairis Envoijé van wegens den Staat der VerEenigde Neederlanden aan’t Hof van Zijn Koninglijke Majesteijt van Deenemarken &:a &:a &:a . /:in margine:/ Coppenhagen den 7: Jann:ij 1781.’
Extract uijt het Register der Resolutiën van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der VerEenigde Neederlanden.
‘Martis den 26:ste Decbr: 1780’
‘Waarop gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verstaan: dat aan alle de Ministers, Consuls, Agenten en Commissarissen van Haar Hoog Mog zal worden aangeschreeven, om aan alle Schippers van Scheepen van de Onderdaanen van den Staat ter Coopvaardij vaarende, uijt naam van Haar Hoog Mog t’ ordonneeren, om te blijven ter plaatse, daar zij zig bevinden, en van daar zonder nader ordre van Haar Hoog Mog: althans niet anders als na deeze Landen te verzeijlen; op pœne van nulliteijt van de assurantie op de Scheepen, en de Ladingen hier te Lande gedaan, en van responsable en aanspreekelijk te weezen, voor de Schade van de Ladingen, indien dezelve door haar vermeetelheijd en désobedientie in Schade gebragt zouden mogen worden, en Sulx tot tijd en wijlen, dat Haar Hoog Mog: de nodige mesures hebben kunnen neemen, om haar te doen afhaalen, en hun de vereijschte protectie te bezorgen, om geen reeden hoegenaamd, op pœne als vooren, het Canaal te passeeren, maar herwaards willende, agter Engeland om te Zeijlen, en alzo herwaards te retourneeren.’
’/:geteekend:/ Van Hardenbroek, Accordeerd met voorsz: Register. Fagel’
En is hierop beslooten om bij de maatregulen dewelke reets zijn genomen, ten eijnde deeze Plaats op de best mogelijkste wijze te stellen in staat van defentie tegens alle vijandelijkheeden, die door d’ Engelschen zouden mogen werden, ondernomen, te continueeren, en zo wel met opzigte tot deeze CoLonie als ‘S Comp:s Scheepen in’t werk te stellen, ‘t geen de præsente Sorgelijke tijds omstandigheeden zal komen te vereijsschen.
Wijders door den Franssen Commissaris generaal, de Heer Chevreau, te kennen gegeeven Zijnde dat wanneer de Tarw en andere hier nog restant gebleevene, mitsgaders voor ‘S Konings Reekening ingekogte goederen, zouden weezen afgescheept, in den Hoeker Catwijk aan Rhijn , die om voorschreeve Tarw en andere goederen naar Mauritius te vervoeren, aan gemelde Heer de Chevreau is bijgezet, ‘er als dan nog een ruijmte in het gemelde Vaartuijg zoude overblijven, met verzoek, dat ten eijnde de plaats alwaar de voorschreeve Tarw Staat afgelaaden te worden, behoorlijk te kunnen volstuuwen, met de daartoe vereijschte quantiteijt die mitsdien tusschen de 800: à 1000: Mudden zoude bedragen, te mogen worden geriefd, zo is goedgevonden de gedagte Quantiteijt van 800: à 1000 Mudden van’t voorschreeve Graan, ten fine als gemeld, aan de Franssen uijt ‘S E: Compagnies Maguazijnen tegens de Ordinaire prijs van ƒ8:- de Mudde, te laten verstrecken.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t CasteeL de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 365-376.¶
Dingsdag den {17810605} 5 Junij 1781.
‘S voormiddags alle præsent behalven den E: Coopman en Keldermeester M:r Jacobus Johannes Le Suëur, mits indispositie.
Op het te kennen geeven bij den Heere Gouverneur, dat, gemerkt wanneer alhier zullen weezen aangekomen de Fransse Troupen, dewelke tot defentie deezer Colonie zijn gedestineerd, ‘er ongetwijffeld dagelijx staan voor te komen, alsulke Zaaken, die tusschen zijn Edele en de Chefs dier Troupes zullen moeten werden afgehandeld, Zulx, omme de nodige ordres over en weder te brengen, hij Heere Gouverneur daartoe noodwendig diende bij zig te hebben een Officier, die behalven de vereijschte ervarendheijd en activiteijt, ook de Fransse Taal behoorde magtig te zijn, en dat zijn Edele gelet hebbende op de bequaamheijd des Perzoons van Lambertus Floris van Wijnbergen, die als Commandeur der Militairen, op’t Schip de Mercuur bescheijden geweest, en mits indispositie alhier verbleeven is, vermeijnde de vereijschte diensten van dezelve te mogen verwagten:
dat zijn Edele wijders, in de præsente tijds omstandigheijd, ook noodwendig zoude dienen gebruijk te maken, van de Lijfwagt, die altoos voor de resp:ve Gouverneurs is geschikt geweest, en dat om van dezelve des te beeter en meerder dienst te kunnen hebben, dezelve te paard zouden behooren te dienen, en niet onder het Bataillon begreepen te zijn.
Waarop goedgedagt en dienvolgens beslooten is, bovengem: Wijnbergen aan te stellen tot Vaandrig met de daartoe staande gagie van ƒ40 ter maand, om als Adjudant bij den Heere Gouverneur te fungeeren, en dat buijten het getal van 400 Coppen in reijen en geleederen, waarin het alhier Guarnisoen houdend’ Bataillon thans komt te bestaan, tot de gewoone Lijf-wagt van welgemelde Heere Gouverneur Zullen werden gehouden, een Sergeant, Corporaal en Twaalf gemeene, dewelke te Paard Zullende dienen, dierhalven de voor dezelve benodigde Paarden ingekogt en de daartoe behoorende monture, als Zadels, Carabijnen, Pistoolen &:a ‘S Comp:s wegen aangemaakt en verstrekt werden; Terwijl bij overweeging der voorsz: Manschappen zig geduurig paraat, en toezigt op haare Paarden moetende houden, overzulx in opzigte haaren bezolding, met geen Infanterist kunnen werden eguaal gesteld, dierhalven verstaan is, aan den Sergeant ƒ24:, den Corporaal
ƒ18: en aan de gemeenen ƒ16:- voor derselver maandelijxe gagie zal werden toegevoegd.
Wijders door welgemelden Heere Gouverneur geproduceerd weezende, zeekere geregtelijke, mitsgad:s beEedigde verklaring door d’ Officieren van het in dato 18 August:s 1779: uijt de Baaij-Fals vertrokkene Deensch Comp:s Schip de Ganges , ter requisitie van den Capitain van het gem: Schip, Emanuël Junge verleend, behelzende dat ‘er het zij bij de uijtreijse of het retour van meermelden Bodem, zig geen Slaaf of Slaaven van eenige Ingezeetenen deeses Gouvernements, in dezelve hebben verstoken, en daarmeede vervoerd Zijn, Soo is verstaan, voormelde depositie ter Politicque Secretarije te seponeeren.
Sijnde hierna, g’ examineerd de Acte van Cautie door den Coopman Baars, in conformiteijt van het geresolveerde, onder den 15: der jongst voorl: maand gepasseerd, welke acte volkomen Sufficant geoordeeld zijnde, dierhalven als sodanig is geaccepteerd.
VervoLgens wierd door ‘S Comp:s gecontracteerde Slagters gepræsenteerd, het volgend Request
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’
‘Geeven zeer reverentelijk te kennen, de Ondergeteekende ‘S E: Comp:s gecontracteerde Slagters:’
‘dat het Rund-Vee, ‘t welk al sedert eenigen tijd, vrij Schaars is geworden, nog al immer moeijelijker te bekomen zal zijn, door de buijten gewoone Consumptie, dewelke daarin, zoo door het aanhoudend’ vertoef der in de Saldanha - en Hout-Baaij leggende ‘S Comp:s Scheepen, als de dagelijkse verstrecking aan de Bastaard-Hottentotten &:a werd gemaakt, waarbij nog komt, dat volgens de aan haar gedaane opgave, door den aanweezenden Commissaris generaal der Franssen de Heer Chevreau, ook een importante quantiteijt zoo Leevend’ als geslagt Rund-Vee, ten dienste van ‘S Konings Scheepen werd gerequireerd, Sulx de Suppliant met reeden bedugt Zijn, het benodigde Vee niet bij de Ingezeetenen te Zullen kunnen bekomen; Weshalven zij de vrijheijd neemen, eerbiedigst te verzoeken, dat het Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s moge behagen, om in dat te vreesene gebrek te voorzien, en mitsdien aan de Supplianten te permitteeren, om ingevalle zij in deezen niet bij de Ingezeetenen zullen kunnen te regt raaken, als dan het bij haar benodigd Rund-Vee te mogen inruijlen van de Caffers, dewelke dermaten van slagtbaar Rund-Vee voorzien zijn, dat zij als ‘t waare daarmeede geen weg weeten, en al Sedert lang geneegen zijn geweest, het selve met d’ onze te trocqueeren.’
’/:Onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a. /:was geteekend:/ D: G: V: Reenen, J: G: V: Reenen, Jan Smook.’
Waarop is beslooten, de resp:ve Landdrosten en Heemraaden van Stellenbosch en Swellendam p:r Missive te gelasten, om ten aller eersten ordre te stellen, dat door de onder haare Districten sorteerende Veld Commandanten, Veldwagtmeesters en Corporaals, zoo spoedig doenlijk, bij de Ingezeetenen werden opgenomen, de quantiteijt van het slagtbaar rund-Vee, dat een ijder van hun aan voorsz: Slagters zal kunnen leeveren, en waarvoor aan haar, de koeijen tegens Vier en die Ossen tegens Ses Rijxd:s zullen werden betaald.
dat dezelve Veld-Commandanten, Veld-Wagtmeesters en Corporaals vervolgens meede ten spoedigsten aan Landdrosten zullen moeten overzenden, behoorlijke Lijsten, vervattende de Naamen der Ingezeetenen, en de quantiteijt van’t Rund-Vee, dat zij te verkoopen hebben, welke Ingezeetenen wijders, op het ernstigst Zullen moeten werden voorgehouden, dat omtrent de voorsz: te doene opgave, geen agterhoudentheijd kome plaats te hebben, maar integendeel allesints ter goeder trouwe werde gehandeld, op dat men niet genoodzaakt zal zijn, het benodigde Vee andersints bij de Caffers te laten inruijlen.
Laatstelijk is aan den Burger Francois Marais op desselfs hierom bij Request gedaan Supplicq in Eigendom gegeeven een Stuk Lands, geleegen tusschen het Zogenaamde Dal Jozaphats en de Wagenmaker’s Valleij , groot drie Morgen, Vijf Honderd Twee en Tachtig Quadraat Roeden en Vijf en Zeventig Voeten, onder Conditie, dat daarvoor Jaarlijx Twee Rijxdaald:s aan d’ E: Compagnie zal moeten werden betaald.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t CasteeL de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 377-383.¶
Woensdag den {17810606} 6: Junij 1781.
‘S voormiddags alle præsent, uijtgenomen den E: Coopman en Keldermeester M:r Jacobus Johannes LeSuëur, mits indispositie.
Is geleesen een Missive, door den Super Carga en Cap:n van het in de Baaijfals geankerd leggend Deensch Schip de Princes Frederica aan deezen Rade gerigt, luijdende als volgd.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’
‘Wij neemen ons hiermee de vrijheijd, aan Uwe Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren te schrijven; zijnde geobligeerd Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s te bemoeijen, als het de securiteijt van ons Schip de Princesse Frederica , haar Carguazoen en de Equipagie betreft.’
‘daar gaat hier een gerugt, dat de hier leggende Fransse Capitain Heer Chevallier Roche van de Serapis , een Soup,con heeft, als of het Deensch Schip de Princesse Frederica , een Engelsch Schip en voor Engelsche Reekening geladen is, hoewel dat het Schip zijnde van een Hollandsche Burger de Heer Carel Blume te Chinzurah in Bengelan gekogt, voor reecq: van de Heeren Edward Stevenson, C: A: Fabritius, Niels Rijberg, Frederich de Koning en N: L: Reursen, waarvan d’ Eerste te Tranqulbar resideerd hebbende, en den 23:ste Maart laatste Jaar overleeden is, en de vier overige Heeren te Coppenhagen resideeren en Burgers en Onderdaanen van zijn Koninglijke Deensche Majesteijt Zijn; Het Schip in Carguasoen zijn t’ Amsterdam , Antwerpen en London verassureerd, volgens een Brief die ik J: C: Metzendorff van de bovengemelde Heeren in dato Coppenhagen den 22: Novbr: p:r Cap:n Ole SeLvog ‘t Schip Ganges Laatste Week ontfangen hebbe; en waarvan ik Uwe Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren, een vidimeerse Copije zenden zoude, wanneer hier een Notaris Publicus te hebben was.’
‘Onze gehoorzaame Request aan Uwe Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren is: onze Documenten te laaten examineeren, en ondervindende als wij verzeekerd zijn; dat Sulx regt en in order zijn, ons te protecteeren, zo lang als wij hier met het bovengemelde Schip Princesse Frederica in deeze Baaij leggen, en na ondervinding van Sulx, te handelen.’
‘Wij hebben d’ Eer met Respect en alle hoogagtinge te Zijn.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren! Uwe Wel Edele Gestr:en E: Agtb:s zeer gehoorzaame en onderdanigste Dienaars. /:was geteekend:/’
‘J: C: Metzendorff Surper Carga, J: CLementz Capitain. /:in margine:/ Baaij Fals den 5: Junij 1781.’
Waarop bestgedagt en dienvolgens beslooten is, voor als nog niet te treeden in de verzogte visitatie der Documenten, het voorsz: Schip en Lading betreffende, dog den Ondercoopman en Posthouder in gemelde Baaij Fals Christoffel Brand aan te Schrijven, dat ingevalle meermelden Deensse Super Carga en Capitain zig bij hem mogten addresseeren, en te kennen geeven, dat den Capitain van’t thans meede in voorsz: Baaij-Fals leggende Fransch Konings Freguat Le Serapis , mogte tendeeren, haare voorsz: Documenten t’ examineeren, hij Posthouder zig defacto bij gemelden Franssen Cap:n zal hebben te vervoegen, en denselven uijt naam deezer Regeering insinueeren, daarmeede te Supercedeeren, tot dat men aan hem Posthouder ten deezen belange, nadere Ordres zal hebben laten toekomen.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 384-387.¶
Saturdag den {17810616} 16 Junij 1781.
‘S voormiddags alle Præsent.
Is op heeden door den Heere Gouverneur aan de Resp: Leeden deeser vergadering ter kennisse gebragt, dat den Capitain van het thans in de Baaij Fals Leggend Frans Konings freguat Le Serapis Mons: Roche den 13: deeser aan Sijn Edele had bekend gemaakt , dat dewijl geinformeert was, dat het meede in voorsz: Baaijfals geankert Leggend Deens Particulier Schip de Princes Fredrica , voor Reecq: der Engelssen was afgelaaden hij dierhalven voorneemens was, het gedagte deens Schip als een goede prijs weg te neemen.
dat hij Heere Gouverneur gem: Heer Roche hierop had ten antwoord gegeeven dat hoe Seer Sijn Edele vermeende het teegendeel waar te sijn, egter om daar van ten vollen verseekert te weesen alle de documenten van het voorsz: Schip exactelijk Soude doen Visiteeren en dien Conform den E: Equipagiemeester Damien Hugo Staring en den Ondercoopman en Posthouder in de Baaij Fals Christoffel Brand op eergisteren bijeen Schriftelijke Commissie gelast hebbende om voorsz: papieren naauwkeurig te ondersoeken, deselve hierop van haare verrigting aan hem Heere Gouverneur op gisteren hadde overgeleevert Sodanig Schriftelijk Rapport als thans ter Vergadering quam over te leggen.
Welk Rapport geleesen en daaruijt gebleeken weesende dat de documenten het voorsz: Schip de Princes Fredrica in dies inlading betreffende, Zig allesints in de vereijschte ordre komen te bevinden en het ged:e Schip oversulx is in de termen, van ten vollen van onse Protectie te Jouisseeren is dierhalven verstaan voormelde Posthouder Brand p:r Missive te gelasten, om ingevalle meermelde mons: Roche iets Vijandelijks teegens het bovengem: deens Schip Zoude willen tendeeren als dan ten teeken dat het Selve aldaar is leggende onder onse Protectie een Schoot met Scherp over het evengemelde Frans Schip te laaten doen, en dat Voorts, bij aldien het voorsz: deens Schip, incas van attacque door de Franssen, het Zo na onder de wal mogte Setten, dat men d’ aanvallers met het het handgeweer Soude kunnen bereijken, haare onderneeming als dan ook met geweld Sal moeten te keer gegaan, en daartoe door hem Posthouder d’ adsistentie van het ginder Sijnde detachement Militairen uijt dit Guarnisoen gevordert werden.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 388-394.¶
Donderdag den {17810628} 28: Junij 1781.
‘S voormiddags alle præsent
De Heer Conway Brigadier en Commandant en Chef der Troupes dewelke door zijne Koninglijke Majesteijt van Vrankrijk tot defentie deezer Colonie herwaards zijn gezonden; verzoek hebbende komen doen, dat bij deeze Regeering de nodige ordres mogte werden gesteld, waardoor de Ingezeetenen alhier wierden geprævenieerd, zig te onthouden van het leenen en uijtborgen van geld aan de gemeene Militairen dier hulptroupes, Soo is goedgevonden, aan een ijgelijk bij publicatie en affixie van Billiëtten, te verbieden, om aan meerm: Fransse Militairen, Zoo wel die geene dewelke zig bereijds hier bevinden, als nog verder staan aan te komen, geen de minste penningen boven de Waarde van Een Schelling, te leenen of uijt te borgen, op pœne van nulliteijt en dat diergelijke prætentiën op geenerleij wijze zullen aangenomen, of iets het allerminste zal betaald worden.
En nadien door de buijten gewoone consumptie, dewelke door de Sedert eenigen tijd herwaards ter deezer Plaatse aangeweest zijnde Sterke Esquaders Engelsse en Fransse Konings Scheepen, mitsgad:s Deensche en Sweedse Comp:s en andere vreemde Naties Scheepen, in alle de Lands-producten is gemaakt geworden, de Leevensmiddelen en andere in de Huijshoudingen onvermijdelijk vereijschte behoeftens, natuurlijker wijze, van tijd tot tijd, Schaarser geworden, en de prijsen derselver dienvolgens ook hebben moeten toeneemen; Terwijl veele baat zugtige Lieden zig van die Schaarsheijd bedienende, en haar van de hiervallende Leevensmiddelen en andere onontbeerlijke Zaaken, door allerhande practijcquen meester maakende, dezelve tot Sulke buijtenspoorige prijsen komen te demanueeren, dat daardoor d’ Ingezeetenen in’t generaal, en insonderjheijd de behoeftige Lieden, grotelijx werden gedrukt, alwaaromme Burgerraaden zig bij den Heere Gouverneur hebben vervoegd, met instantig versoek dat hierin mogte werden voorzien; Soo is op de propositie van zijn Edele, best gedagt, d’ E: E: Cooplieden mitsgad:s Leeden in deezen Rade Adriaan van Schoor en M:r Jacobus Johannes Le Suëur te committeeren, om met ende beneevens de fungeerende- en Oud-Burgerraden, te beraamen en te regulen, de prijsen op alle Eetwaaren en andere in de Huijshoudingen onvermijdelijk zijnde Landsproducten, waarvoor dezelve, geduurende den tegenwoordigen Oorlog, zullen kunnen werden geleeverd, en van derselver consideratien en Schikkingen, van behoorlijk berigt in geschrifte te dienen, ten eijnde hierop door deezen Rade Sodanig besluijt zal kunnen werden genomen, als dezelve ten algemeenen nutte zal oordeelen te behooren.
Door den Lieutenant onder de Tweede Comp:ie Burger Dragonders aan Swellendam Christoffel Snijman, bij Request te kennen gegeeven zijnde, dat hij Suppl:t bij desselfs toeneemende Jaaren, met dusdanige Lichaams gebreeken was behebt geraakt, waardoor het hem zeer beswaarlijk viel te Paard te rijden, en zig dus buijten staat quam te bevinden, zijn voorsz: dienst langer na behooren te kunnen verrigten, met bijgevoegd verzoek wijders, omme ter consideratie van dien, van desselfs opgemelde functie te mogen werden ontslagen; Soo is goedgevonden, des Suppl:ts vezoek t’ accordeeren.
Sijnde voorts aan den Landbouwer David Malan d’ oude, hierom insgelijx bij geschrifte verzoek doende, voor den tijd van Vijfthien Jaaren in Erfpagt vergund, een Stuk Bouwland, geleegen bij desselfs oude Land, en Plaats gen:d Kuijpers-Craal in de koebergen onder dit Caabse District, groot Ses Morgen en Een Honderd en Thien Quadraat Roeden, onder die mits, dat sulx niet kome te strekken tot præjuditie zijner Gebuuren, en dat daarvoor Jaarlijx, d’ ordinaire recognitie penningen van Vier Schellingen voor ijder Morgen aan d’ E: Comp:ie zal moeten werden betaald.
ALdus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 159, pp. 395-404.¶
Dingsdag den {17810703} 3: Julij 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Wierd door den Heer Gouverneur te kennen gegeeven, dat wanneer op den 20:ste der jongst gepasseerde Maand, zijn gedaan geworden de Zeijnen, tot algemeen opontbod voor alle ende een ijgelijk der Ingezeetenen deezes Lands, veele derselver Ingezeetenen hierop, defacto en wel met de meeste Spoed, in volle Wapenen alhier zijn verscheenen, en dus met ‘er daad hebben betoond haare bereijdwilligheijd, om als Eer en Eed Lievende Burgers, het Land tegens den Vijand te beschermen, en van dewelke men dan ook met reeden mag verwagten, dat dezelve bij gelijke of andere voorvallen, in haaren Zo duur beswooren Eed, en trouwe zullen volharden; dog dat daarentegens ook, niet wijnige in steede van neevens haare meede Burgeren, het hunne tot behoud van’t Land op te zetten, als onwaardige bloodaards en veragters der ten algemeene welzijn gestelde ordres, zijn agtergebleeven, ‘t geen selfs aan de bovengem: welmeenende Ingezeetenen, geen gering misnoegen, tegens voorsz hun Eed en pligt niet betragt hebbende Perzoonen, heeft veroorzaakt; Sulx zijn Edele vermeijnde het van de uijtterste noodzakelijkheijd te zijn, dat hierin zonder uijtstel wierde voorzien, te meer, nadien d’ omstandigheijd der tijden en Zaaken, als nog Sodanig waaren, dat de verschijning des Vijands dagelijx te wagten Zijnde, als dan de voorsz: Seijnen tot een algemeen opontbod op nieuws zullen moeten werden gedaan.
En is hierop verstaan, de dieswegens bevoorens gestatueerde Ordres te renoveeren ende t’ amplieeren, conform Sodanig Placcaat, als naar de præsente tijds omstandigheijd ontworpen zijnde, door welgemelde Heere Gouverneur wierd overgelegd, en het selve Placcaat dienvolgens dadelijk naar het Scheijden der Vergadering, te doen publiceeren, en alomme affigeeren.
Vermits door den Chef d’ Escadre, der thans in de Baaij Fals leggende Fransse Konings Scheepen Heer de Suffrin, met of tegens medio deezer maand, ter overbrenging der depeches aan hooggemelde Zijn Majesteijts Minister een der onder het voorm: Escadre gehoorende ligte Scheepjes, staat afgezonden te werden; Soo is, bij overweeging der hoge noodzakelijkheijd, om de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren van den tegenwoordigen toestand der Zaaken ten deezen Gouvernemente t’ informeeren, zig van deeze voorkomende geleegendheijd te bedienen; op de propositie van den Heere Gouverneur, beslooten, de nodige advisen met het voormelde te vertrecken staande Fransch Scheepje aan welgem: Heeren Majores te laten afgaan; zullende, nadien de voorsz: depeches voor’t Fransche Hof door het gedagte met dezelve af te zenden Scheepje, te Cadix zullen werden afgegeeven, om van daar over Land verder te werden g’ expedieerd; oversulx het van hier af te gaane Schrijvens, aan den aldaar wegens den Staat resideerende Consul, werden geadresseerd: Terwijl wijders, tot meerder gerustheijd voor de goede bestelling der voorsz: Brieven, en in zonderheijd dat dezelve niet in ‘S Vijands handen geraaken, nog goedgevonden is, tot dies overbrenginge te emploijeeren den Boekhouder Jan Serrurier, wiens Gagie, dewelke Sedert den 20: Jann:ij deeses Jaars, is afgeschreeven geweest, men dierhalven met p:mo deezer wederom zal doen Cours neemen.
Vervolgens wierd nog door den Heere Gouverneur voorgesteld, dat dewijl zig thans ook in meerm: Baaij-Fals komen te bevinden de particuliere Deensse Scheepen de Princesse Frederica en Coppenhagen , dewelke beijde naar Europa gedestineerd zijnde, het zeer te dugten was, dat dezelve het Eijland S:t Helena zouden aandoen, en de Engelssen dus langs dien weg, zo wel van den præsenten Staat der Zaaken in dit Gouvernement, als van het zig thans hier bevindend Fransch Esquader kundschap bekomen, en of het dierhalven niet van de uijtterste aangeleegendheijd was, daartegens door gepaste maatregulen te voorzien, waar over gedelibereerd weezende, op zijn Edele ‘s teffens gedaane propositie is beslooten, dat den Ondercoopman en Posthouder in voorsz Baaij-Fals Christoffel Brand, zal werden gelast, zig ten eersten te vervoegen bij de Cap:ns der bovengem: Twee Deensse Scheepen, en dezelve uijt naam ende van wegens deeze Regeering, te verbieden uijt meerm: Baaij-Fals te vertrecken, zonder daartoe alvorens Speciaal consent te hebben erlangd:
dat wijders, geconsidereerd men sig in voorsz: Baaij Fals ontbloot bevind van de middelen, om ingevalle de gementioneerde Scheepen des ongeagt zoude willen onderneemen, van daar te vertrecken, haar Sulx te beletten, aan bovengem: Heer Chef d’ Esquader de Suffrin zal werden verzogt, ons in deezen t’ adsisteeren, en de sterke hand te bieden, ten eijnde meermelde Deensse Scheepen niet in weerwil van’t voorsz: verbod, komen te vertrecken, en welke adsistentie men dan ook, uijt hoofde van het in deeze Zaak resideerend algemeen belang, met reeden van zijn Edele moetende verwagten, voorsz: Posthouder Brand alvorens zal werden gelast, de Capitains der dikwilsgemelde Deensse Scheepen, hiervan te prævenieeren, ten eijnde zig te wagten voor alle Schade, die haar zoude kunnen overkomen, ingevalle zonder geobtineerde permissie zouden onderneemen, uijt haare tegenwoordige Leg-plaats te vertrecken.
Den Tweeden Lieutenant onder de Derde Compagnie Burger Infanterie alhier Michiel Casparus Eksteen, op desselfs hierom bij Request gedaan verzoek, uijt hoofde van Lichaams gebrek, van het verder waarneemen dier functie hebbende moeten werden ontslagen, is in Steede van denselven, wederom tot Tweeden Lieutenant bij voorsz: Compagnie bevorderd den Vaandrig Jens Janssen, in steede van denwelken, den Supernumerair Vaandrig Andries Grové, als effectueel Vaandrig zal moeten dienst doen.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh
[Signed:] R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring