C160 v1.20
C. 160, pp. 4-25.¶
Dingsdag den {17810710} 10 Julij 1781.
‘S voormiddags alle præsent uijtgenomen d’ E: Equipagiemeester Damiën Hugo Staring.
Vermits het aannaderen van den tijd der Verpagting van ‘S Lands-gemeene middelen en Inkomsten deeses Gouvernements, is goedgevonden, dezelve Verpagting wederom op ult:mo der aanstaande Maand Aug:s ende Sulx op den gewoonen Voet te laten geschieden, en daarvan de nodige Billietten te doen affigeeren.
D’ E: E:s Cooplieden Adriaan van Schoor en M:r Jacobus Johannes Le Suëur, neevens de fungeerende- en Oud Burgerraaden, ingevolge en ter voldoening van het geresolveerde onder den 28:ste der jongst voorl maand, gevaceerd hebbende tot het regulen der prijsen, waarvoor de Leevensmiddelen voortaan, alhier zouden kunnen werden verkogt, zo wierd diesaangaande door deselve ingediend, het Onderstaande Rapport.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’
‘Het heeft Uwe Wel Edele Gestr en E: Agtb:s behaagd, aan de Twee Ondergeteekende Leeden deeses Raads, bij Politicq Raads besluijt van den 28:ste der even afgeweekene Maand Junij te demandeeren, om met ende neevens de fungeerende en præsente Oud-Burgerraaden, alhier te beraamen en te reguleeren, die prijsen op alle Eetwaaren en andere in de Huijshoudingen onvermijdelijk nodig zijnde Lands producten, waarvoor dezelve geduurende den tegenswoordigen Oorlog aan d’ Ingezeetenen alhier zouden kunnen werden geleeverd, ten eijnde een ijgelijk, en vooral de behoeftige Gemeente, door baatzugt van anderen, geen gebrek in de benodigde Leevensmiddelen en andere onontbeerlijke Zaaken komen te lijden.’
‘Weshalven d’ Ondergeteekendens ter voldoening aan dat besluijt en daarop door welgemelde Heere Gouverneur op hun gedecerneerde Commissie, op den 2:de deeser Maand Julij, met Burgerraaden voormeld gevaceerd en met elkanderen overwogen hebbende, al het geene men heeft vermeijnd te kunnen dienen, tot bereijking van het in deezen bedoeld Oogmerk, en waaromtrent onder anderen voornamentlijk in opmerking gekomen zijnde, dat nadien de algemeene duurte der Eetwaaren en andere Landsproducten, principaal niet anders kan en moet werden geattribueerd, dan dat dezelve Zonder eenige vaste bepalinge tegens excessief hoge prijsen aan de hier aankomende vreemde Natien werden gedebiteerd, waardoor dan veele, deezer Ingezeetenen, geanimeerd door de Winsten en voordeelen daarmeede te behaalen, diversse der voornaamste Articulen dier Producten inkoopen en opleggen, om deselve bij voorkomende geleegentheeden, aan Vreemdelingen wederom van de hand te Zetten, en dus natuurlijk Schaarsheijd en duurte voor d’ Ingezeetenen werd veroorzaakt, daar integendeel, zo wanneer geduurende deeze jegenswoordige tijds omstandigheijd, den vercoop van Landsproducten aan de Vreemde Natiën, zo wel als die aan d’ Ingezeetenen, alhier op eene gelijke prijze wierde bepaald, men als dan met gegronde reeden, niet Zo Zeer voor de voorsz inconveniënten van Schaarsheijd en duurte zouden hebben te dugten.’
‘d’ Ondergeteekend:s overSulx onder hoog wijser Oordeel vermeijnende, dat geduurende den jegenwoordigen Oorlog zo wel diende te werden bepaald, de hoogste prijsen, waarvoor eenige der voornaamste hierLandse Producten, aan Vreemdelingen geleeverd, als waarvoor dezelve aan onse Ingezeetenen zullen mogen werden verkogt; neemen deselve dierhalven de vrijheijd, Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s Eerbiedigst voor te dragen, tot welke uijtterste prijsen, Zo wel het eene als andere, zouden kunnen werden gereguleerd, en vastgesteld, bestaande voornamentlijk in de volgende Articulen en daarbij gespecificeerde Prijsen, namentlijk.’
‘Omtrent welke gestipuleerde prijsen der voormelde Landsproducten, de Ondergeteekendens verder de vrijheijd neemen, aan Uwe Wel Edele Gestr en E: Agtb:s voor te dragen, dat die der Wijnen, zouden kunnen werden bepaald, niet eerder in te gaan, dan met p:mo Septbr: aanstaande, ten eijnde de resp:ve Wijnkopers bij het inslaan der Wijnen, zig Zullen kunnen reguleeren, navolgens de uijtkoops prijsen, in deezen gereguleerd, terwijl daarentegen de prijsen der overige Articulen met den Eersten zoude kunnen aanvang neemen.’
‘Met welk een en ander d’ Onderget:s verhoopende aan de geëerde intentie’
‘Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s te hebben voldaan, laaten deesen dienen voor nedrig berigt.’
’/:Onderstond:/’
‘Overgegeeven in Rade van Politie den 10 Julij 1781. /:was geteekend:/ A: V: Schoor, J: J: LeSuëur /:lager:/ my præsent /:geteekend:/ J: M: Horak E: G: Clercq. /:in margine:/ als fungeerende en oud Burgerraaden. /:en geteekend:/ C: G: Maasdorp, A: G: Muller, J: D: Wieser, Jan Serrurier, J: F: W: Bottiger A:s Brink, Joh:s van Sittert G: H: Meijer, Joh:s Smuts.’
Waarop Goedgedagt en beslooten is, de prijsen waarvoor de in het voorsz Rapport vermelde hiervallende Producten, geduurende den tegenswoordigen Oorlog aan de’ Ingezeetenen, mitsgaders de hier aankomende Vreemde Naties- Scheepen, zullen mogen werden verkogt, te bepaalen als volgd, te weeten.
de Tarwe op Neegen Caabse Guldens p:r Mudde, ofte dertig Rijxd:s de Thien Mudden.
Fijn Tarwe Meel, het Pond tot Twee stuijv:s en de Honderd Ponden voor vier Rijxd:s
Garst, à Een en Een Halve Rijxd:s p:r mudde.
d’Ordinaire Caabse Wijn, door de respect:ve Wijnkopers aan de vreemde Natiën niet hoger dan tot Vijf en Veertig Rd:s p:r Legger, d’ Impost van Vijf Rijd:s voor ijder Legger daar onder begreepen
Mitsgaders aan d’ Ingezeetenen niet boven Vijf Rijxdaalders het halfaam.
Brandewijn, tot Vijf en Sestig Rijd:s p:r Legger hier onder meede bereekend, de Impost van Vijf Rijxd:s voor den Pagter.
het Geslagt Vleesch tot Een Stuijver het pond Schaapen- en Twee Stuijvers het pond RundVleesch.
Talk, à Agt Rijxd:s de honderd Ponden.
Staart-Vet, de Vier Ponden voor Ses Stuijv:s
Ordinaire Spijs Boter tot Neegen Stuijv:s het Pond.
Caabse Zeep, tot Agt Stuijv:s het Pond.
Zullende dierhalven aan een ijgelijk bij Placcaat werden g’interdiceerd, om de voorsz: Landsproducten, tegens hoger of meerdere prijsen te verkopen, ofte op eenige andere wijze te veraliëneeren, op pœne dat behalven de Confiscatie van het verkogte, zo wel den koper- als verkooper Zullen weezen vervallen in een boete van Een duijzend Caabse Guldens, te verdeelen een derde voor den aanbrenger, een derde voor den Armen, en een derde voor den Officier die de Calange zal doen, ende Sulx Zo menigmaal Zullen werden bevonden contrarie deezes te hebben gehandeld: Terwijl al verder is verstaan, dat de meermelde gestelde Prijsen, op de alle de bovenstaande Articulen terstond na de Publicatie van het voorsz: Placcaat, dog die der Wijnen met den 1:ste September deezes Jaars, mitsgad:s van het Vleesch, met p:mo Jann:ij van het aanstaande Jaar 1782, Zullen ingaan.
Thans meede ingekomen Zijnde, het van Landdrost en den Burger Krijgsraad van Stellenbosch en Drakensteijn gevorderd berigt, vermeld bij Resolutie van den 1:ste Maij deezes Jaars, waarbij niet alleen breedvoerig is ter nedergesteld de door haar gemaakte Schikking, zo wel ten opzigte der Manschappen, die tot het doen der Picquet-Wagten, herwaards zijn gecommandeerd, als der geener, dewelke tot dekking van’t Land zijn geordonneerd geworden, buijten te blijven; maar ook te gelijk zo klaar als voldoenend is aangetoond, de onredelijke en van alle waarheijd ontbloote klagten, door verscheijdene der voorsz Manschappen voortgebragt, nopens de incongruentie dewelke volgens haare begrippen, omtrent de voorsz: Schikking des Krijgsraads zoude hebben plaats gehad, Zo is eenpariglijk verstaan, alle dezelve Schikkingen ten vollen t’ approbeeren en mitsdien als Sodanig te doen stand grijpen: invoegen dus niet als met de uijtterste indignatie heeft kunnen werden beshcouwd, het geene daartgegens door de Teekenaars van het dieswegens ingeleeverd Request, is voortgebragt, het geen men egter voor ditmaal wel heeft willen passeeren, in vertrouwen, dat Zijl: zig in’t vervolg voor diergelijk onbehoorlijk gedoente, zorgvuldig wagtende, de Ordres van meerm: Krijgsraad, allesints met de verschuldigde gehoorzaamheijd zullen opvolgen en naarkomen.
Verders in aanmerkinge genomen weezende, dat door het intrekken der Passen van’t Volk op ‘S Comp:s Paarden Stal, mitsgad:s der Werk-Lieden in’t Ambagts-Quartier bescheijden, dezelve nu komen te missen, het geen daarvan bevoorens maandelijx onder hun is verdeeld geworden, en dat de diensten dier Manschappen thans merkelijk verswaard zijnde, zijlieden teffens geen geleegendheijd hebben, buijten de Werk-tijd, iets voor hun te kunnen verdienen; dierhalven aan dezelve, om bij de præsente duurte van genoegzaam alle Leevensmiddelen, behoorlijk te kunnen bestaan, iets meerder behoorde te werden toegevoegd, zoo is verstaan, aan de volgende op voorsz: Paarden-Stal bescheijden zijnde en diversse dienst doende Persoonen, te weeten
mitsgad:s aan de Smits, Huijs- Timmerlieden, Kuijpers en Wagenmakers in’t Ambagts-Quartier bescheijden, het kostgeld van Een en Een halve Reaal van agten, gelijk Zij tot nu toe hebben genoten, met een halve Reaal te verhoogen, en dus aan deselve Perzoonen, geduurende den tegenwoordigen Oorlog, maandelijks twee Reaalen voor kostgeld te laten verstrekken.
En nadien de op ‘S Comp:s Equipagie-Werf bescheijden Zijnde Mattroosen, zeer instantig hebben komen te verzoeken, om in steede van het maandelijks randsoen, wederom kostgeld te mogen genieten, dog dat het selve om de tegenswoordige duurte der Leevensmiddelen, mogte werden verhoogd, zo is ter consideratie dat deselve, buijten haar ordinair Werk bij Continuatie in’t behandelen van het Canon op de Battereijen werden g’exerceerd, en haare diensten dus meede niet wijnig verswaard zijnde, oversulx om die Menschen tot beetere aanmoediging ook iets diende te werden toegevoegd, en dat bij aldien aan deselve, in plaatse van 1 1/2 Reaal van Agten, meede Twee Reaalen kostgeld wierde betaald, Sulx als dan voor d’ E: Comp:ie nog voordeeliger als het verstrekken van Randsoenen aan dezelve, zoude uijtkomen, verstaan: dat aan de Bootsmansmaat, 1 OnderZijlmaker, 6 Quartierm:rs en 90: Mattroosen, voor Zo lang den præsenten Oorlog zal duuren, maandelijx ijder Twee Reaalen voor kost-geld zal werden verstrekt.
Vermits uijt het heeden ingediend Berigt van Landdrost en Heemraaden aan Stellenbosch , komt te blijken, dat de daarbij vermelde Plaats van den Landbouwer Willem Esterhuijzen, van al oude tijden herwaards, door desselfs voor-Ouders bebouwd en bewoond is geweest, zonder dat ‘er ooijt is vernomen, dat deselve daarin gestoord ofte verontrust geworden zijn, en dat wijders, in Zoo verre het hun konde geheugen, de voorsz: Plaats door de Grootmoeder van hem Esterhuijsen, vervolgens door Zijn Ouders, en naderhand een geruijmen tijd, door hemselven bewoond en bezeeten is geweest; Is dierhalven goedgedagt meermelden Willem Esterhuijsen, in de possessie van bovengem: Plaats genaamd Onrust te confirmeeren, en het selve Stuk Lands dienvolgens door den Landmeeter te laten meeten, en daarvan vervolgens een behoorlijke Caart en Erf-Brief aan meermelde Esterhuijsen te verleenen.
Met het deezen Morgen gearriveerd Oostëndisch Scheepje de Prins van Lingen , alhier aangebragt zijnde het geagt aanschrijvens der Edele Heeren Bewindhebberen ter Præsidiale Camer Amsterdam, gedateerd 25: decbr: des voorl: en 12: Jann:ij deeses Jaars, behelzende de Vijandelijke Declaratie door de Kroon van Engeland tegens onse Republicq gepubliceerd, en dat men zig mitsdien alhier, in behoorlijk staat van defentie zoude moeten stellen; zo is besloten, dat van het geene ten deezen opzigte reets voor den ontfangste van het ged:e aanschrijvens is in’t werk gesteld, bij eerst voorkomende goede geleegendheijd aan de Hoog Edele Heeren Seeventhienen pligtschuldig kennisse zal werden gegeeven: Terwijl de door welmelde præsidiale Camer herwaards gezondene en aan de Heeren der Hooge Indiasche Regeering gerigte Brieven, insgelijx bij d’ eerste occasie die zig daartoe zal voordoen, naar Batavia zullen werden voortgezonden.
Dewijl door de groote verstrekking van Masthouten, die men aan de Franssen heeft moeten doen, thans geene der voorsz Swaare Rondhouten meer bij dit Gouvernement in voorraad Zijn, heeft men dierhalven moeten besluijten daarvan, en zo meede der insgelijx hoogst nodig zijnde Smee-koolen en Pijpe duijgen, een nadere Eijsch uijt ‘t Vaderland te doen.
Boven het welke uijt hoofde der buijten gewoone Uijtgaaf van Contanten, die men in de præsente tijdsomstandigheeden genoodzaakt is geweest te doen, en onvermijdelijk verder zullen moeten werden gedaan, ook is beslooten, welgemelde Heeren Majores meede te verzoeken, ons ingsgelijks ten Spoedigsten nog de Somma van ƒ300‘000:- te weeten ƒ200‘000:- in Ducatons en ƒ100‘000:- in Spaanse Reaalen te doen toekomen.
Aldus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
C. 160, pp. 26-30.¶
Maandag den {17810723} 23 Julij 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Na dat den Heere Gouverneur vooraf hadde gecommuniceerd, dat op gisteren hadde ontfangen een Missive van den Posthouder in de Saldanhabaaij , houdende berigt, dat daags bevoorens, ofte den 21:ste deeser, voor de mond der evengem Baaij, waaren gezien 13 Scheepen, van dewelke ‘er een, een rode Vlagge van de Vlaggestok had laten waaijen; Terwijl zig nog 16 à 17 andere Scheepen, omtrent 1 1/2 Mijl westwaards, buijten of voor ged Baaij quamen te vertoonen, en dezelve gaande weg naderden, en dat hij Heere Gouverneur hiervan momentelijk aan de Overheeden der in de Houtbaaij leggende Scheepen de Morgenster , Amsterdam , Batavia en d’ Indiaan , kennisse had doen geeven, met Ordre dat de wijl voorsz: Scheepen voor geen andere dan Vijandelijke moesten worden gehouden, zij zig dierhalven op hun hoede houden, en ingevalle voorsz: Scheepen in de Hout-Baaij mogten verschijnen, en haar onderhebbende Bodems attacqueeren, een kloekmoedige wederstand te bieden: Zo wierd vervolgens door zijn Edele geproduceerd een Missive, op heeden door gemelde Overheeden herwaards geschreeven; waarbij dezelve naar op eene ingewikkelde wijze, de Swakke bemanning der Scheepen komende voor te stellen, om ordre verZoeken, wat door hun te doen, ingevalle de overmagt des Vijands zo groot mogte zijn, dat aan dezelve geen wederstand konde werden geboden; Weshalven naar hierover gehoudene deliberatie, eenpariglijk is beslooten, voormelde Overheeden aan te Schrijven en te gelasten, om momentelijk op den ontfangst dier Ordre, haare tegenwoordige Legplaats te verlaaten, en na deese Caabse Rheede op te komen, mitsgaders haar Cours zo na en digt onder de Wal te neemen, als immers mogelijk zal zijn, en bij ontmoeting van Schip of Scheepen, van alle haare onderhebbende Bodems Fransse Vlaggen, en van het Ship de Morgenster , als door den Oudsten Schipper gecommandeerd werdende, bovensdien ook een witte Stander van de groote Top te laten waaijen.
dat Zijl: voorts, wanneer de Hout-baaij Zullen hebben verlaten, eenige vijandelijke Scheepen mogten komen te ontmoeten, zonder deselve te kunnen ontzeijlen, als dan haare voorsz: Onderhebbende Bodems in eene der tusschen de meermelde Houtbaaij en deeze Tafelbaaij leggende kleijne Baaijen ofte inhammen zullen moeten op’t Strand setten en in brand steeken.
dog dat ingevalle alvorens deeze aan hun gegeevene Ordres, door haar konden werden in’t werk gesteld, in meermelde Houtbaaij Schip of Scheepen mogte aankomen, tegens dewelke zig niet konden defendeeren, zijl: als dan ook, haare onderhebbende Scheepen Zullen hebben in brand te steeken en met derselver Manshcap herwaards opkomen.
Aldus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 31-34.¶
Donderdag den {17810726} 26: Julij 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Op eergisteren den 24: deezer, alhier over den Landweg uijt de Saldanhabaaij aangebragt zijnde, het Smertelijk berigt, dat van de aldaar geleegen hebbende ‘S Comp:s Scheepen een was verbrand, en de andere niet meer gezien wierden, als meede dat den Hoeker de Zon en de Snelheijd aldaar nog lagen, dog de Vijandelijke Scheepen alle op voorsz: 24: de voorsz: Baaij wederom hadden verlaten; van welk fataal geval, ten eersten kennisse gegeeven weezende, aan de Overheeden der in de Houtbaaij leggende Scheepen de Morgenster , Amsterdam , d’ Indiaan en Batavia met herhaalde Ordres om ten Spoedigsten herwaards op te komen; produceerde den Heere Gouverneur thans een nadere Missive op gisteren door gemelde Overheeden herwaards geschreeven, behelzende, dat zij op het bekomen aanschrijvens van den 23:ste deezer om ditheen te komen, dadelijk Ordre hadden gesteld, om de Scheepen toe te tuijgen, ten eijnde haare Legplaats te verlaaten, dog dat het Volk hierop voor de Boeg was gekomen en Swarigheijd gemaakt had, van daar te vertrekken, nadien uijt hoofde van de Swakke bemanning der Scheepen, buijten staat waaren, zig bij ontmoeting eeniger Vijandelijke Scheepen tegen dezelve te kunnen defendeeren Sulx Zij Overheeden in eene dieswegens gehoudene breeden Raad, hadden moeten resolveeren, om Terwijl behalven het aan Land gescheepte Canon, ook de daartoe gehoorende ammunitie op de aldaar opgeregte Batterij was gebragt, deselve Batterije tot het uijtterste te defendeeren, waarop beslooten is, voorsz: Overheeden nader bij Missive te gelasten, om met haare onderhorige Manschappen zig te begeeven op de gementioneerde Batterij, ten eijnde dezelvbe bij verschijning des Vijands, te defendeeren, dog egter op ijder Schip een vertrouwd Perzoon en eenige Manschappen te laten, om wanneer de Vijandelijke Scheepen, ongeagt het Vuur der Batterije tegens dezelve mogte indringen, en ‘er dus geen middel mogte zijn, om de Scheepen te kunnen bewaaren, dezelve als dan in brand te steeken, en daarop met al’t Volk herwaards op te komen.
Sijnde egter in opzigte van’t meede in meerm: Houtbaaij leggend’ en bij dit Gouvernement gehorend’ Freguat Jagtrust verstaan, hetselve ten eersten na deeze Caabse Rheede te doen opkomen.
Aldus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 35-50.¶
Vrijdag den {17810803} 3 Augustus 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Dewijl naar dat de in de Saldanhabaaij verscheenen geweest zijnde Engelsse Vloot dezelve Baaij op den 24: der jongst gepasseerde Maand Julij wederom heeft komen te verlaaten; op den 26:ste, 27:ste en 28:ste dito daaraan, de Wind zeer sterk uijt het N: W:ten heeft gewaaijd, en de voorsz: Vijandelijke Scheepen, Sedert niet meer zijn vernomen, Sulx het uijt dien hoofde zeer waarschijnlijk is, dat dezelve het met voorsz: Wind, niet langer op deeze Custen hebbende durven houden, de Cours Zullen hebben gesteld naar de Eijlanden van Madagascar of Anzuanij , om zig aldaar te ververschen en vervolgens naar India voort te steevenen, heeft men dierhalven als vertrouwende met de hier Zijnde Fransse Troupes; mitsgad:s ons Guarnisoen en de Caabse Burgerije, genoegzaam in staat te zijn, een vijandelijke aanval zo lang te wederstaan, tot dat de Land-Militie wederom hier zal kunnen zijn, besloten, zo wel de resp:ve Picquetten uijt dezelve Land-Militie, als de Manschappen dewelke Sedert den 23 Julij jongstl dat de Seijnen tot een generaal opontbod zijn gedaan, Successive van buijten zijn opgekomen; op den 10 deeser maand wederom te dimitteeren; ten eijnde de zo hoog noodzakelijk zijnde Landbouw te kunnen voortsetten.
Dog nadien zig onlangs een en andermaal in de mond der Houtbaaij , nu eens een en dan wederom Twee Scheepen hebben laten Zien, die men uijt haare Manoeuvres, en dat door een derselver op het Freguat Jagtrust , wanneer het selve, om naar deeze Caabse Rheede op te komen, was uijtgeloopen, jagt is gemaakt geworden, moet vast stellen vijandelijke Scheepen te zijn, die waarschijnlijk tot de Engelsse Vloot behoord hebbende, uijt dezelve zullen weezen gedetacheerd om hier voor de Wal te kruijssen: Zoo is, bij overweeging van’t gevaar dat onse in voorsz Houtbaaij leggende Scheepen, vermoedelijk van dezelve te dugten hebben, en de wijnige moed dewelke onder het Volk werd bespeurd, om den Vijand wederstand te bieden; verstaan, d’ Overheeden van onse geciteerde Scheepen, de novo te gelasten, om wanneer ‘er geen Schip of Scheepen meer voor de Houtbaaij in Zee werden vernomen, als dan ten eersten naar deeze Caabse Rheede op te komen, mitsgaders om het Canon dat van de Scheepen aan Land gebragt en op de aldaar opgeregte Battereije is geplaatst, daarop te laten, en over te geeven aan den Schipper Justinus van Gennep, of die van zijnentwegen het Commando op voorsz Batterij zal voeren.
Vervolgens wierd door den Heere Gouverneur geproduceerd, zeekere Relaas door de Schippers der in voorm: Saldanhabaaij geleegen hebbende Retour Scheepen Hoogcarspel , Middelburg , Honcoop de Paarl en de Dankbaarheijd , Gerrit Harmeijer, Justinus van Gennep, Axel Landt, Dirk Cornelis Plokker en Hendrik Steedsel verleend, behelsende de omstandigheeden, waardoor dezelve bij verschijning der Vijandelijke Scheepen in ged:e Saldanhabaaij zijn genoodzaakt geworden, de voorsz: bij haar gevoerde Scheepen te verlaten, zijnde het voorsz: Relaas van inhoude als volgd.
‘Relaas gegeeven ter requisitie van den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg, Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a door de Schippers der in de Saldanhabaaij geleegen hebbende Chinase en Bengaalse Retour Scheepen Hoogcarspel , Middelburg , Honcoop , de Paarl en de Dankbaarheijd , Gerrit Harmeijer, Justinus van Gennep, Axel Land, Dirk Cornelis Plokker en Hendrik Steedsel, zijnde van den volgenden inhoude.’
‘Dat zij Relat:ten ingevolge d’ ordre met hunl: bovengemelde onderhebbende Bodems in voorsz: Saldanhabaaij ten Anker leggende, op den 21: der even verweekene Maand Julij des morgens ten half Thien Uuren, door een Seijn van de Postberg , in gedagte Baaij hadden vernomen de aankomst van eenige Scheepen met Fransse Vlaggen,’
‘dat een Uur daarna ofte ten half Elf Uuren, Sesthien dier Scheepen, bereijds tot in’t gezigt der Baaij, alwaar der Relatanten Bodems geankerd lagen, genaderd weezende, deselve terstond voor Vijandelijke Scheepen waaren verkend, dewelke dan ook kort daarop Engelsse Vlaggen vertoonden en de voorste derselve wierden onderscheijden voor Scheepen van Linie, terwijl van Land wierd gerapporteerd, dat nog een getal van 17: Scheepen, agter de Noordhoek der Baaij waaren leggende.’
‘dat zij Relat:ten zig dus tegens Sodanige grooten overmagt van vijandelijke Scheepen niet bestand vindende, daarop hadden geresolveerd, hunl: onderhebbende Bodems gezamentlijk op Strand te zetten, ten eijnde dies Equipagiën in veijligheijd te stellen en vervolgens Zooveel de wijnige tusschen tijd zoude komen toe te laten, de Scheepen selve te ruineeren:’
‘dat terwijl der Relat:ten Bodems op strand wierden gezet, en men bezig was, dies Equipagie te Sauveeren, reets drie vijandelijke Scheepen kort bij d’ onsen ten Anker gekomen weezende, van dezelve inmediaat eenige Chaloupen in’t water wierden gezet, dewelke dan ook vermits de vijandelijke Scheepen wat verder als ‘S Comp:s Scheepen om de Noord waaren leggende, onse Schuijten die tot Transport van’t Volk, af- en aan-voeren, bijkans zouden hebben afgesneeden.’
‘dat al het Volk van der Relat:ten Bodems afgescheepte zijnde, en waartoe maar wijnig tusschen tijds overig was, Zijnde Sulx des te moeijelijker geweest vermits de Boots van drie der Scheepen aan de Post waaren leggende om Brood en Vleesch te haalen, en het Volk dus niet anders als met de Schuijten konde werden getransporteerd; de Rel:ten voordat een ijder hunner zijnen Bodem quam te verlaten, dezelve te vernielen getragt, en ook werkelijk in den brand gestoken hadden; waarna zij Relat:ten zig meede gesauveerd, en op den middag de Klokke omtrent Twaalf Uuren, bij de overige Manschappen aan Land gekomen waaren; waarop zijl Zig als toen gezamentlijk verder van daar hebben moeten retireeren, dewijl van de Vijandelijke Scheepen Sterk op hun wierd gecannoneerd; des zij Relat:ten van’t verdere aldaar voorgevallene niets anders ofte meer hebben vernomen ofte gezien, dan dat eene der Comp:s Scheepen op ‘t Strand is verbrand:’
‘hebbende Zij Relat:ten vervolgens eenelijk getragt, met hun Volk ten Spoedigsten na herwaards op te komen.’
’/:Onderstond:/’
‘Aldus Gerelateerd In’t Casteel de Goede Hoop den 2: Aug:s 1781’
’/:was geteekend:/ G: Harmeijer, J: V: Gennep, A:l Land, D: C: Plokker, Hendrik Steedsel.’
En nadien voormelde Schippers tot Slot van het voorsz: door haar gerelateerde zeggen, ten opzigte der ged: Scheepen, na het verlaten derselve, niets anders meer gezien ofte vernomen te hebben, dan dat een derselve, op ‘t Strand sittende, was verbrand, en dat men wijders uijt de sedert ingekomene berigten, is geinformeerd geworden, dat ‘er thans in voorsz: Saldanhabaaij , het Wrak van maar een verbrand Schip werd gevonden, het welk volgens dezelve berigten, en het geen uijt de merken op de in deeze Tafel-Baaij aangespoelde goederen komt te blijken, is geweest het Schip Middelburg , en men uijt dien hoofde moet vast stellen, dat de overige Vier Scheepen, te weeten Hoogcarspel , Honcoop , de Paarl en de Dankbaarheijd in ‘S Vijands handen zijn gevallen, en wel indiervoegen, dat dezelve door hun hebben kunnen werden weggevoerd; Zoo is verstaan het meerm Relaas te stellen in handen van den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers, ten eijnde exact onderzoek te doen of en in hoe verre de meerm Scheeps Overheeden, hunl: pligt behoorlijk hebben opgevolgd, en naar gekomen Zijn, d’ Ordres, betreffende het geene door hun voor het verlaten haarer Scheepen, zoude hebben moeten werden in agt genomen, en werkstellig gemaakt, en bij bevinding van het contrarie, dezelve voor den Raad van Justitie deeses Gouvernements te actioneeren; Zullende dierhalven aan zijn E: werden afgegeeven, authenticque Copia’s van meerm: Instructie, mitsg:s der Brieven, dewelke Zo uijt Naam ende van wegens deezen Rade in’t gemeen, als door den Heere Gouverneur in’t bijzonder, aan meermelde Scheeps Overheeden geschreeven en van haar ontfangen zijn.
Sijnde voorts door welgemelden Heere Gouverneur meede overgelegd een Missive, op gisteren door zijn Edele ontfangen van den Ondercoopman en Posthouder in de Baaij Fals Christoffel Brand, behelzende, dat hij ingevolge het bekomen aanschrijvens van hem Heere Gouverneur, den Heer Chef d’ Escadre de Suffrin, hadde onderhouden, zo wel ten opzigte der gestelde Ordres omtrent de in de Baaij Fals leggende Deensse Scheepen, als om eene der onder zijn E: berustende Oorlog Scheepen te doen uijtloopen, ten eijnde de Sedert enige dagen hier voor de wel vernomene Engelsse Freguatten te verjagen ofte te neemen, en dat gemelde Heer de Suffrin zig hierop gedeclareerd had, dat het ophouden der voorsz Deensse Scheepen, meest was dienende, dat de tegenswoordige toestand deeser Plaats door gemelde Deensse Scheepen niet aan den Vijand mogte werden bekend gemaakt, dog dat ingevalle hij Heere Gouverneur Sulx mogte goedvinden, als dan aan de Scheepelingen der voorsz Deense Scheepen, wel wederom zoude kunnen werden gepermitteerd aan de Wal te komen, en betreffende om een van zijn E: Scheepen op de kruijssende Freguatten af te Zenden, dat zodra weer en wind Zoude toelaten, hij Heer de Suffrin selve met vier zijner Scheepen zoude uijt zeijlen om te zien of geene dier Engelssen, door zijn E: zoude kunnen werden opgeloopen.
Boven het welke nog door den Heere Gouverneur wierden overgelegd Twee verzeegelde Protesten, door de Capit:ns Jens Clement en Jurgen Kröyer, voerende de meermelde Deensse Scheepen de Prins Frederica en Coppenhagen , voor den Geswooren Clercq ter Justitieele Secretarije Hendrik Lodewijk Bletterman en Getuijgen gepasseerd, tegens de haar gedaane interdictie, om uijt de Baaij-Fals te vertrecken; en is nadat de voorsz: gezeegelde Pacquetten waaren geopend en geleesen geworden; verstaan, hiervan te zijner tijd onder overzending van authenticque Copias derselven, aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren in’t Vaderland kennisse te geeven.
ALdus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 51-56.¶
Dingsdag den {17810814} 14: Aug:s 1781.
‘S voormiddags alle præsent uijtgenomen d’ E: Coopman en Keldermeester M:r Jacobus Johannes Le Sueur.
Vermits thans niet meer kan werden getwijffeld, of de in de Saldanhabaaij verscheenen geweest zijnde Engelsse Vloot, zal deesen Uijthoek reets zijn gepasseerd, en dus komen te cesseeren de reedenen waarom men genoodZaakt is geweest, de in de Baaij Fals leggende Deensse Scheepen de Princes Frederica en Coppenhagen , niet van daar te laten vertrecken, is dierhalven met toestemming van den Heer Chef d’ Escadre de Suffrin, verstaan, het voorsz embargo wederom op te heffen en aan gedagte Twee Deensse Scheepen, mitsg:s het in dees Tafel-Baaij leggend Oostëndisch Scheepje de Prins van Ligne te permitteeren, om zodra het Fransch Scheepje Le grand Bourg deeze Rheede zal hebben verlaten, haare resp:ve voijageën meede te vervorderen.
En is voorts, op het verzoek van den Franssen Commissaris de Marine de Heer Percheron, om voor ‘S Konings reecq: met nog Agt Honderd a duijzend Mudden Tarw, mitsgaders Twee à drie Honderd Mudden Erweten en een gelijke quantiteijt Boonen te mogen werden geriefd, beslooten de voorsz 800 à 1000 Mudden Tarw tegen ƒ8:- en bovensdien nog 200 à 300 mudden Erwten tegens Rd:s 5 1/2, mitsgad:s een gelijke quantiteijt Boonen, tot 4 1/2 Rd:s p:r mud, uijt ‘S E: Comp:s Maguazijnen te doen verstrekken.
Gelijk meede is goedgedagt, het bedragen van Rd:s 232:19 stv:s, heen komende, wegens het geene tot onderhoud der gearresteerde en op ‘S Comp:s Post ‘T Vissershok geplaatste Engelschen, door den op gedagte Post bescheijdenen Baas Hendrik Langejan aan dezelve is verstrekt, uijt ‘S Comp:s Cassa te laten voldoen.
Uijt eene dieswegens overgelegde verklaring van Gecommitteerde Zee- en Scheeps-Timmer Lieden zijnde komen te consteeren, dat Twee op de Equipagie-Werf alhier gehoorende Land-Schuijten, bij gedaane Visitatie zijn bevonden, thans reets ten eenemaal afgevaaren en tot verdere dienste onbequaam te weesen, is oversulx goedgevonden, gemelde Twee Vaartuijgen te sloopen en bij de Negotie-Boeken deeses Gouvernements te doen afschrijven.
Den Ritmeester bij de Tweede Comp:ie burger Dragonders aan Stellenbosch , Johan Bernard Hofman, op zijn hierom bij Request gedaan verzoek, ter consideratie van desselfs hoog klimmenden Ouderdom, van het waarneemen dier functie, zo wel als alle verdere Burgerlijke Officiën, ontslagen geworden zijnde, is in steede van denselven, wederom tot Ritmeester aangesteld, den Oudsten Eersten Lieutenant bij de voorsz Dragonders Jan de Villiers Jan Pietersz:, in wiens plaatse den Tweeden Lieutenant Eduard Wium, als Eersten Lieutenant zullende moeten optreeden, is wijders den Cornet Stephanus Janssen Weijers tot Tweeden Lieutenant, en den Adjudant Samuel Johannes Cats, tot Cornet geadvanceerd.
Sijnde laatstelijk aan den Burger Christoffel Huijske, op desselfs al meede in Scriptis gedaan Supplicq en g’exhibeerde Attestatie van Landdrost en Heemraaden aan Stellenbosch dat Sulx tot niemands præjiuditie is strekkende, in Eijgendom gegeeven, een Stuk Lands tot een Erf, groot Een Morgen, Een Honderd drie en Sestig Quadr:t Roeden, en Twee dito Voeten, geleegen annex desselfs Oude Erf, omme daarop alleen een Woonhuijs en verdere nodige Gebouwen te kunnen construeeren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 57-62.¶
Maandag den {17810821} 20 Aug:s 1781.
‘S voormiddags alle præsent uijtgenomen d’ E: Equipagiemeester Damiën Hugo Staring.
Uijt den inhoude eener Missive Sub 16:de deeser door den Landdrost en Burger Krijgsraad van Stellenbosch en Drakensteijn aan deezen Rade gerigt, met bijzondere indignatie gezien zijnde, het onbetamelijk gedrag door den Perzoon van Johannes Roos, in voorsz: Krijgs-Vergadering gevoerd en desselfs obstinate wijgering, om aan haare Ordres te voldoen; Zoo is verstaan, denselven Roos van de Qualiteijt van Corporaal, die hem door meermelde Krijgsraad is toegevoegd geweest, te degradeeren tot gemeen Rotgezel, om als Sodanig voortaan Zijnen dienst allesints zonder de minste tegenkanting te presteeren.
Sijnde voorts op het dientwegen bij Missive gedaan verzoek van M:r Thomas Hintsman, die als Passagier met het Schip de Dankbaarheijd van Bengalen alhier is gearriveerd, en sedert de ontfangene tijding der rupture tusschen Engeland en onze Republicq ontstaan, zig met voorkennisse deezes Raads in Hottentots Holland bij den Burger David Malaen heeft onthouden, geaccordeerd, om uijt hoofde der ophanden zijnde verlossing van desselfs hoog swangere Huijsvrouw, met haar hier aan de Caab te mogen komen, onder Conditie egter om niet alleen naar haare bevalling zig wederom naar buijten te begeeven; en ten dien Eijnde zijne goederen daar te laten, maar ook insonderheijd, om geduurende desselfs aanweesen ter deezer Plaatse, zig steeds in huijs te houden, en op geenerleij wijze eenige ongeoorloofde Correspondentie te voeren.
Waarna door den E: Equipagiemeester Damiën Hugo Staring, wierd voorgedragen, dat het Volk, het welk op de in de Saldanhabaaij geleegen hebbende, en aldaar zoo verbrand als in ‘S Vijands handen gevallene Retour-Scheepen Middelburg , Hoogcarspel , Honcoop , de Paarl en de Dankbaarheijd is bescheijden geweest, zig een en andermaal gezamentlijk bij hem had vervoegd en op het instantigst verzogt, dat haare bij d’ E: Comp:ie verdiende en te goed behoudene Maandgelden, alhier aan hun afbetaald, en het geene zij vervolgens zoude komen te verdienen, maandelijks aan haar mogte verstrekt worden.
dat ook op ‘S Comp:s Equipagie-Werf bescheijden zijnde Manschappen, insgelijx verzoek hadden gedaan, dat haar Gagie in Steede van drie maal in’t Jaar, meede maandelijx aan hun mogte werden uijtgereijkt: waarop goedgedagt en besloten is, dat de Soldij-Boeken der gementioneerde Retour-Scheepen, dewelke alhier ten Soldij Comptoir zijn berustende, met den 21: Julij deezes Jaars, dat het daarop bescheijden geweest zijnde Volk, haare Bodems hebben moeten verlaten, Zullen afgeslooten en het ged: Volk bij de Soldij Boeken deezes Gouvernements zal werden ingenomen, mitsgad:s haare Gagie van voorsz: datum wederom Cours neemen.
dat voorsz: Manschappen wegens het Soldo haarer te goed hebbende maandgelden, p:r Slot van reecq: bij de ged: Soldij Boeken deezes Gouvernements gecrediteerd en derselver te goed gemaakte Gagie aan haar onder Ult:mo deezer maand, werden afbetaald.
En dat wijders aan het Zeevarend’ Volk, zo op de Equipagie werf, als verders hier aan Land, mitsgaders op de thans ter Rheede leggende Scheepen, dienst doende, haare te goed hebbende Soldijen, ook maandelijx zal werden afbetaald, uijtgenomen de geene die nog met Transporten beswaard zijn, omtrent dewelke naar de ordres zal moeten werden gehandeld.
ALdus GeresoLveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
C. 160, pp. 63-77.¶
Maandag den {178108227} 27: Aug:s 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Aangezien men, uijt hoofde van het ingekropen misbruijk bij veele deezer Ingezeetenen, om haare Paarden, Runderen en ander Vee op de verbodene Pleijnen en plaatsen te doen loopen, noodzakelijk heeft geoordeeld gehad, het daartegens bij Billiet van den 28:ste Octob:r 1762: gedaan verbod, bij een nader en op den 22:ste Maart deeses Jaars, gepubliceerd Billiët te renoveeren, dog bij geleegendheijd dat de Land-Militie, onlangs heeft moeten werden opontboden, en deselve groot gebrek aan Voeder voor haare Paarden quam te leijden, die Consideratie wel hebbende willen gebruijken, aan voorsz: van buijten opgekomene Manschappen toe te laten, haare Paarden op de bovengemelde andersints verbodene plaatsen te laten wijden, men egter tot geen geringe ergernis moet ondervinden, dat ofschoon de reeden waaromme de voorsz: conniventie dies tijds heeft plaats gehad, thans komen op te houden, daaromtrent evenwel op nieuw misbruijk werd gemaakt; Soo is tot weering van dien, goed gevonden, bij Publicatie en affixie van Billiëtten t’interdiceeren en verbieden, dat niemand desselfs Paarden, Runderen of ander Vee, op de tusschen het Casteel en de Huijsen van de Caab leggende Pleijnen, daaronder meede begreepen de opene Plaats tusschen evengemelde Fortresse en het nieuwe Hospitaal te laten loopen, op pœne van Vijf Rijxd:s voor d’ Eerste, Thien voor de Tweede en Vijf en Twintig Rijxd:s boete voor de derde rijze, en dat de Paarden en andere Beesten, die op voorsz: verbodene plaatsen gevonden zijnde, op ‘S E Comp:s Stal, mitsgad:s in de Craalen neevens het Slagt-huijs zullen weezen gebragt, niet eerder daaruijt zullen werden gelaten, voor dat voor ijder Paard of ander Beest, door den Eijgenaar nog Vijfthien Stuijvers Sluijtgeld zal weezen betaald; boven het welke de geene die zig zouden mogen verstouten, om de Paarden of Beesten, die op voorsz: verbodene plaatsen zullen zijn gevonden, en door de Caffers opgevangen, of naar ‘S Comp:s Stal en de ged: Craalen werden gedreeven, haar deselve t’ ontweldigen, behalven het verdubbeld bedragen der Boetens, Sodanig als deselve hierboven zijn uijtgedrukt, nog als Stoorders der gemeene rust en moedwillige Overtreeders onser beveelen, Zullen werden gestraft: Terwijl het verder geinterdiceerde bij voorsz: Billiët van den 22: Maart deeses Jaars, is verstaan, te laten in zijn geheel.
Door den Franssen Commissaris van ‘S Konings Marine, de Heer Percheron aan den Heere Gouverneur te kennen gegeeven zijnde, dat zig de geleegendheijd thans quam op te doen, om van het in de Baaij Fals leggend’ Deensch Schip Prins Carel , te kunnen bekomen, alsulke diversse Equipagie goederen, als bij het zig hier bevindend’ Esquadre Oorlog-Scheepen van hooggemelde Zijne Majesteijt, hoogst nodigst wierden vereijscht, met bijgevoegd verzoek, om ten dien eijnde, door zijn Edele met de Somma van Agthien duijzend Spaanse Reaalen, tegens een Wisselbrief op de Koninglijke Thesorie te Parijs, te werden geadsisteerd, nademaal den Cap:n van’t gemelde Deensch Schip, betuijgd had, voorsz: Equipagie Goederen, niet dan voor Contante penningen, ende Sulx nog wel bepaaldelijk in Spaanse Realen te kunnen afstaan; zo wierd ten dien opzigte door welgemelden Heere Gouverneur in consideratie gegeeven, of men, terwijl zijn Edele thans niet alleen geen Contanten aan handen had, maar buijten des ook geen middel wist, eene naam waardige Quantiteijt Spaanse Reaalen te kunnen bekomen, en dus buijten staat was, om in zijn privé, de Heer Percheron in deesen te kunnen gerieven, niet zoude kunnen goedvinden, aan denselven te doen afgeeven de in ‘S Comp:s groote geld Cassa berustende Somma van 11282 Spaanse Reaalen dewelke tot den Slaven handel uijt ‘t Patria gepetitioneerd zijnde, thans egter gemerkt dien handel, mits den tegenswoordigen Oorlog niet konde werden gedreeven, aldaar buijten gebruijk quamen te leggen, en dus gevoeglijk konden werden gemist, waarop overwogen zijnde, dat vooral in de præsente conjuncture van tijd, het van d’ uijtterste aangeleegendheijd is, om aan het voorsz Esquadre zijner Aller Christelijkste Majesteijt, alle hulp en adsistentie toe te brengen, ten eijnde het selve zig allesints in staat kan stellen, derselver operatiën voor’t wederzijdsch belang, verder te kunnen voortzetten, eenpariglijk is verstaan, aan opgemelde Heer Percheron de Somma van Twaalf duijzend Spaanse Reaalen, tegens Extraditie eener Wisselbrief op de Koninglijke Thesorie te Parijs , uijt ‘S E Comp:s Cassa te laten verstrekken; zullende ten dien eijnde de boven geciteerde in de groote Cassa berustende Somma van 11282 Spaanse Reaalen, in de dagelijkse of kleene Cassa overgebragt, en het geene tot de volle Somma van 12000: der voorsz: Reaalen komt t’ ontbreeken, door den Cassier van d’ Ingezeetenen moeten in gewisseld werden.
Ende gemerkt door den Capt:n van het in de Baaij Fals leggend’ Deensch particulier Schip Coppenhagen Jurgen Kröijer, is te kennen gegeeven, dat nadien desselfs Opper- en Onder-Stuurman, waaren in dien toestand, dat dezelve niet wederom konden t’ Scheep gaan, hij Capt:n dus in de uijtterste verleegendheijd was, om desselfs reijse van hier naar Europa te kunnen vervorderen, met bijgevoegd instantig verzoek, om met Twee Officieren van voorsz: Qualiteijt te mogen werden geadsisteerd; Zoo is bij overweeging, dat vermits door het ongeval aan de in de Saldanhabaaij geleegen hebbende Retour Scheepen de Paarl , Honcoop , Middelburg , Hoogcarspel en de Dankbaarheijd overgekomen, de op die kielen bescheijden geweest zijnde Stuurlieden, zig thans alhier buijten emploij komen te bevinden, en dus gevoeglijk kunnen werden gemist, verstaan, den Opperstuurman en Derdewaak van’t ged: Schip de Paarl in naamen Hermanus Kikkert van den Burg op Texel en Laurens Steenboom van Wisbij uijt ‘S E: Comp:s dienst t’ ontslaan, en op het voormelde Deensch -Schip Coppenhagen te laten overgaan.
Nadien thans bij d E: Comp:ie in’t geheel geen gietloot meer aan handen is, en men het selve ten hoogsten komt te benodigen, niet alleen tot het gieten van Snaphaan kogels, zo voor het Guarnisoen en de Land-Militie; als de aanweezende Fransse hulp-Troupes, heeft men dierhalven moeten besluijten, om van het in de Baaij-Fals leggend’ uijtkomend Deensch particulier Schip Prins Carel de quantiteijt van 11533 lb Loot, tegens 10 1/8 Rd:s, de 100 ponden te laten inkoopen, om ten dienste voorsz: te werden gebruijkt.
Dewijl het montant van ƒ22169:18:8 Hollandsgeld, welke van den Coopman Baars ter vergoeding aan d’ E Comp:ie is opgelegd, en waarvoor denselven ingevolge het op den 15 Maij deeses Jaars genomen besluijt, behoorlijke cautie is gesteld, door hem in ‘S Comp:s Cassa alhier is voldaan; is dierhalven goedgedagt, den Secretaris deezes Raads te qualificeeren, om de door voorsz E: Baars gepasseerde Acte van Borgtogt te roijeeren.
Sijnde voorts door den Heere Gouverneur geproduceerd, een bij zijn Edele ontworpene Instructie voor den Boekhouder M:r Jan Jacob Serrurier, nopens het geene waarnaar zig in’t overbrengen der aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren gerigte Brieven zal hebben te gedragen; welke Instructie geleesen en geapprobeerd zijnde, aan denselven ter observance zal werden overgegeeven.
Door den in den voorl: Jaare van Madrass alhier aangelanden en met permissie deezer Regeering ter deezer Plaatse verbleevenen, dog bij de ontfangen tijding der ontstaane vreede breuk tusschen Engeland en onzen Staat, in arrest genomen en op ‘S Comp:s Post het Vissershok geplaatsten M:r Richard Lewin zeer instantig p:r Missive verzoek gedaan zijnde, om ter Zaake van de wijnige Commoditeijt, die hij met desselfs Huijsvrouw en Domesticquen aldaar quam te genieten, door de veelheijd der andere Engelssen aan wien men op gelijke wijze, voorsz: Post tot hun verblijf had aangeweesen, zig ergens in de nabijheijd deeser Plaatse te mogen onthouden; is best gedagt, gem M:r Lewin te plaatsen op S Comp:s Post de Ganse Craal , met stricte Ordres, om zig op geenerhande wijze van daar te begeeven.
Waarna het den Heere Gouverneur geliefde aan de resp:ve Leeden des Raads, het volgende in Substantie te communiceeren.
‘Mijne Heeren!’
‘De naauwe betrecking, die steeds tusschen een Gouverneur en de Leeden des Politicquen Raads diende te resideeren, en ter krenking van welke ik niet gaarne iets wilde doen, bepaalde mij bij deezen, aan de Heeren bekend te maken, dat voornemens zijnde geweest, bij Request mijne dimissie uijt ‘S Comp:s dienst te vragen, de onverwagt opgekomene Engelsse Oorlog Sulx verhinderd heeft in’t werk te stellen, nadien bedagt, dat sulx geduurende denselven geen plaats konde hebben, behoudens mijne Eer en Reputatie, die ongeschonden in mijn Vaderland hoope over te brengen; dat wijders de overweeging van de onzeekerheijd, hoe lange Sulx nog zal aanloopen, en den tijd welke noodwendig verloopen moet, aleer men alhier van een zeer te wenschene verandering der publicque Zaaken, in Europa onderrigt werd mij heeft doen besluijten, bij deeze geleegendheijd van het vertrek van den Boekhouder Serrurier na Patria, mijnen Broeder bij een particulieren Brief te verzoeken, en zo veel des noods, te qualificeeren, ter obtenue van een favorabel ontslag, Request mijnentwegen te præsenteeren, Zodra den toestand der Zaaken toelaten zal, sulx in te leeveren, zonder dat die demarche aan verkeerde of lage beweeg oorzaaken kan werden toegeschreeven en het is hiervan, dat de Heeren berigt geeve, ten eijnde daarvan zullen kunnen maken Sulk een gebruijk, als een ijgelijk voor zig zal raadzaam oordeelen, daar het vertrek van de Grand Bourg nog wel 2 à 3 dagen zal aanloopen.’
Waarvan is verstaan, in deeservoegen aanteekening te houden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 78-84.¶
Vrijdag den {17810831} 31 Aug:s 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Vermits men tot bijzondere Ergernis moet ondervinden, dat Sommige deezer Ingezeetenen zig niet ontzien, om van de gemeene Fransse Militairen af te koopen ofte op eene andere wijze haar afhandig te maken de kleeding tot derselver Lichaamen behoorende, en dus doende aan voorsz Militairen op eene ongeoorloofde wijze komen te bezorgen de middelen, om zig in den drank en het pleegen van ongereegeldheeden te buijten te gaan; Zoo is, om hiertegen te voorzien, goedgevonden, aan alle ende een ijgelijk, ‘t zij ‘S E Comp:s Dienaaren, Burgers, ofte andere Persoonen, niemand uijtgezonderd, bij Publicatie en affixie van Billietten te interdiceeren en verbieden, Zig op geenerleij wijze t’ onderstaan, om van bovengem Fransse Militairen eenige kleederen ofte andere tot haare Lichaamen behoorende Zaaken, af te koopen, in te ruijlen, te beleenen, of iets daar op te crediteeren, op pæne dat de geene, dewelke hierop Zullen werden agterhaald, zonder aanzien van Perzoon, ofte forme van Proces, boven het missen der verkogte, verruijlde ofte beleende kleederen, en andere Zaaken, Zullen weezen vervallen, d’ eerstemaal in een boete van Rd:s 15, de Tweede reijze Rd:s 25;, en voor de derde maal dieswegens arbetralijk werden gestraft, en de Lijf-Heeren voor haare Slaven moeten instaan, en verantwoorden: Terwijl bovensdien bij renovatie en ampliatie der Successivelijk bevoordens gestatueerde beveelen, aan een ijgelijk zal werden verboden, om niet alleen van ‘S E: Comp:s gemeene Militairen geen monteeringen of andere tot haare Lichaamen behoorende Zaaken, maar ook niet, ‘t zij van ‘S Comp:s Ambagts-Lieden of andere gemeene bezoldelingen desgelijx ook niet van de gemeene Zeevaarende, ‘t zij hier aan Land of op de Scheepen bescheijden, derselver kleeding, mitsg:s Hembden, koussen of Schoenen, op wat wijze het zoude mogen zijn, afhandig te maken, alles meede op pæne der boetens hier bovengemeld; welke boetens in alle gevallen Zullen werden verdeeld, een derde voor den aanbrenger en de overige Twee derde parten voor den Heer Officier.
Vervolgens geresumeerd Zijnde Zeekere Specificque Reekening van den Burger Jacobus Laurens Bierman, wegens de verteerde kostpenn:gen door het detachement uijt de Swellendamse Land-Militie, dewelke tot dekking der Hout-baaij op de plaats van hem Bierman is gelegd geweest, als meede voor het door hem verstrekte voeder voor de Paarden van het gedagte detachement, te Samen ten bedrage van Neegen Honderd Neegen Rijxd:s en Vier Schell:, zoo is verstaan, dit montant uijt ‘S E: Comp:s Cassa aan meermelde Bierman te laten voldoen.
En is wijders door den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers te kennen gegeeven, dat de aan Zijn Ed: in handen gestelde Zaak, betreffende de klagte van den Burger Lieutenant George Hendrik Bunding, tegen den Boekhouder en Geheijmschrijver van den Heere Gouverneur Jan Fredrik Kirsten, door bemiddeling van hem Heer Fiscaal in der minne was getermineerd en bijgelegd.
Waarna naar voorgaande klokke geklep en uijtroeping van den Bode, volgens jaarlijx gebruijk getreeden Zijnde tot de publicque Verpagting der gemeene middelen en Inkomsten deezes Gouvernements navolgens de dieswegens geaffigeerde Billiëtten, zo zijn dezelve ingemeijnd geworden door alsulke PerZoonen, en ter Sodaniger prijsen, als hier onder staat uijtgedrukt te weeten.
't Moutbier. | ||
Willem Hurter | ƒ2300:- | |
Brandewijnen. | ||
Eerste Quart Jan Andries Bam | ƒ8200:- | } d:o 37100:- |
Tweede d:o Marten Batemen | d:o 9300:- | |
Derde d:o Jan Simon Keijser | d:o 9900:- | |
Vierde d:o Willem de Kruger | d:o 9700:- | |
VaderLandse Bieren en Wijnen | ||
Willem de Kruger | d:o 800:- | |
Caabse Wijnen. | ||
Eerste Quart Matthias Pieter Taute | ƒ7950:- | } ƒ32875:- |
Tweede d:o d:o d:o d:o | d:o 8025:- | |
Derde d:o Hendrik Andreas Truter | d:o 8400:- | |
Vierde d:o d:o d:o d:o | d:o 8500:- | |
Welke Vier Perceelen van de Pagt der Caabse koele Wijnen, Vervolgens na den inhoude der Pagt-Conditiën weder opgeveijld en afgeslagen weezende, zijn dezelve ingemeijnd geworden door den Burger Daniel Hugo, invoegen hij generalen Pagter der voorsz: Wijnen is gebleeven voor de Somma van | ƒ45000:- | |
Caabse Wijnen &:a aan 't ronde Bosje en in de Baaij fals . | ||
Jan Guillam van Helsdingen | d:o 7100:- | |
Koele en Brandewijnen aan Stellenb: en Drakensteijn: | ||
Frans Zebrits | d:o 625:- | |
d' Impost op de Wijn, Aracq en Brandewijn aan Vreemde Natien geleeverd werdende. | ||
Willem van Reenen | d:o 32700:- | |
So dat de geheele pagtpenningen bedragen | ƒ125625:- |
't Moutbier. | ||
Willem Hurter | ƒ2300:- | |
Brandewijnen. | ||
Eerste Quart Jan Andries Bam | ƒ8200:- | } d:o 37100:- |
Tweede d:o Marten Batemen | d:o 9300:- | |
Derde d:o Jan Simon Keijser | d:o 9900:- | |
Vierde d:o Willem de Kruger | d:o 9700:- | |
VaderLandse Bieren en Wijnen | ||
Willem de Kruger | d:o 800:- | |
Caabse Wijnen. | ||
Eerste Quart Matthias Pieter Taute | ƒ7950:- | } ƒ32875:- |
Tweede d:o d:o d:o d:o | d:o 8025:- | |
Derde d:o Hendrik Andreas Truter | d:o 8400:- | |
Vierde d:o d:o d:o d:o | d:o 8500:- | |
Welke Vier Perceelen van de Pagt der Caabse koele Wijnen, Vervolgens na den inhoude der Pagt-Conditiën weder opgeveijld en afgeslagen weezende, zijn dezelve ingemeijnd geworden door den Burger Daniel Hugo, invoegen hij generalen Pagter der voorsz: Wijnen is gebleeven voor de Somma van | ƒ45000:- | |
Caabse Wijnen &:a aan 't ronde Bosje en in de Baaij fals . | ||
Jan Guillam van Helsdingen | d:o 7100:- | |
Koele en Brandewijnen aan Stellenb: en Drakensteijn: | ||
Frans Zebrits | d:o 625:- | |
d' Impost op de Wijn, Aracq en Brandewijn aan Vreemde Natien geleeverd werdende. | ||
Willem van Reenen | d:o 32700:- | |
So dat de geheele pagtpenningen bedragen | ƒ125625:- |
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd mitsgad:s Gedaan en Uijtgevoerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 85-88.¶
Dingsdag den {17810904} 4: Septbr 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Geliefde den Heere Gouverneur te kennen te geeven, dat den Burger Weesmeester Hendrik Justinus de Wet, aan zijn Edele hadde g’ exhibeerd een Commissie /:thans door zijn Edele in Rade overgelegd:/ waarbij door Zijne Majesteijt den Koning van Deenemarken , tot Consul der Deensse Natie aan deeze Plaats is benoemd, en dat denselven teffens hadde verzogt, om uijt kragte van dien, als Sodanig alhier te mogen fungeeren, Zonder egter te hebben kunnen doen blijken, dat hieromtrent het vereijschte Consent van de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren was verzogt ende geobtineerd: Weshalven bij overweeging van dien, best geoordeeld en dienvolgens beslooten is, in dit door hem gedaan verzoek niet te treeden, en het selve oversulx te declineeren; Sullende egter een Authenticq Afschrift van voorsz: Commissie, aan hooggemelde Heeren Meesteren gesuppediteerd, en daarop derselver geEerde dispositie en ordre werden afgewagt.
Seekeren M:r [ ..... ] Weston, in den voorleeden Jaare als Passagier met het Deensch Konings Schip Infods Retten alhier aangeland zijnde, ten eijnde vervolgens verder na India voort te steevenen en als nu verzoek komende te doen, zig te mogen begeeven op het thans ter Rheede leggend Koninglijk Deensch Schip Wagerin , en daarmeede naar Tranquebar te navigeeren; Soo is goedgedagt, Zo veel deeze Regeering aangaat, daarinne te condescendeeren.
Sijnde voorts aan de respective aanneemers der jongst verpagte Brandewijns perceelen; item der Vaderlandsche Bieren en Wijnen, mitsgaders die der Caabse Koele- en brande-wijnen aan’t Ronde Bosje en in de Baaij Fals , op derselver diesweegens gepræsenteerde Requesten, geaccordeerd, om tot beeter voortzetting haarer neering, de verzogte bij tappers te mogen aanstellen.
ALdus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 89-92.¶
Dingsdag den {17810911} 11 Septbr 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Van wegens den Burger Krijgsraad alhier van de Caab in geschrifte klagte zijnde gedaan geworden over het Slegt gedrag van den Burger Willem Hesselink, en het niet presteeren zijner Burgerlijke diensten, Sedert een geruijmen tijd herwaards, met verzoek, dat denselven ter dier oorzaake van hier mogte werden verzonden: Soo is verstaan gemelde Willem Hesselink als een onnut Burger naar ‘t Vaderland te dimoveeren, om geduurende de reijze voor de kost Scheeps dienst te doen, Sullende denselven inmiddels indiervoegen op eene der ter Rheede leggende Scheepen werden geplaatst.
Sijnde voorts door den Heer Gouverneur overgelegd de Wisselbrief door den Franssen Commissaris van ‘S Konings Marine de Heer Percheron ten behoeve der E: Comp:ie verleend, ter Somma van 75000 Livres in voldoening der aan hem opgeschotene 12000: Sp: Reaalen, Zullende dierhalven van ged: Wissel de p:mo met ons eerstdaags p:r het Deensch Schip Coppenhagen af te gaane Schrijvens, en de Secunde p:r volgende Scheeps Occasie, aan de Heeren Meesteren overgezonden, dog de derde Wissel hier aangehouden worden; Terwijl wijders aan gemelden Heer Percheron op desselfs dieswegens gedaan verzoek de quantiteijt van Sestig Leggers Witte Wijn à 45 Rd:s p:r Legger voor ‘S Konings reecq: uijt ‘S E Comp:s Wijnkelder ende Sulx in Contante betaling Zullen werden verstrekt.
Nog wierd door welgem: Heer Gouverneur geproduceerd een Missive van den Cap:n van’t Deensch Konings Schip Wagerin aan Zijn Edele geschreeven, behelsende verzoek om te mogen weeten de reeden, waarom de in de Baaij Fals leggende Scheepen zijner Natie de Princes Frederica en Coppenhagen , dus lang aldaar waaren opgehouden; op welke missive welgem Heere Gouverneur heeft betuijgd, aan gemelde Cap:n het vereijschte antwoord te Sullen doen toekomen.
Sijnde laatstelijk aan den bij Resolutie van den 20:ste Augs jongstl: vermelden M:r Thomas Hinchman, voor zoo verre het deese Regeering betreft, toegestaan, met het ged: Schip de Princes Frederica na Europa te vertrekken.
ALdus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 93-97.¶
Dingsdag den {17810918} 18 Septemb:r 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Door den Heere Gouverneur te kennen gegeeven zijnde, hoe dat Burgerraaden, ten tijde dat alhier Successivelijk waaren opgekomen de Detachementen uijt de Land-Militie der buijten Districten, zo wel om het maandelijx piquet te houden, als die bij het generaal opontbod, ter deezer Plaatse waaren aangekomen, meermaalen bij zijn Edele waaren klagtig gevallen, over dat verscheijde Inwoonderen van hier, wijgerden de bij haar gebillietteerde Perzoonen t’ accepteeren ofte van Huijsvesting en kost te voorzien, van welke een Specificque Lijst geformeerd, en aan hem Heere Gouverneur hadden overgegeeven, met verzoek, dat hieromtrent bij de Regeering Sodanig mogte werden voorzien als ter vermijding van alle disordres die voor het vervolg uijt Sulk eene willekeurige handelwijze der Ingezeetenen deeser Plaatse te wagten Zouden Zijn, en ter maintineering van haarl: Caracter, geoordeeld zoude werden nodig te Zijn; Zo wierd uijt overweeging dat bij het inquartieren der buijten Lieden bij d’ Ingezeetenen deeser Hoofdplaatse, op den Voet zoo als tot dus verre gebruijkelijk is geweest, steeds een groote onevenredigheijd plaats vind, daar de vermogendste Lieden dikwils eguaal werden gesteld, met de Sulken die maar een Sober bestaan hebben, best geoordeeld eene gantsch andere en na omstandigheijd van tijd en plaatse beter geschikte manier van inquartiering in te voeren, en geduurende den tegenswoordigen Oorlog te doen stand grijpen, te meer daar bij een Subiet opontbod der Landsmilitie, het niet wel mogelijk is, om voor te komen, dat bij de inquartiering op den Ouden Voet ingerigt, niet hier of daar eenige abuijsen plaats greepen: en wierden de Heeren M:r Willem Cornelis Boers en Adriaan van Schoor, Leeden deezer Vergaderinge verzogt en gecommitteerd, om neevens de fungeerende- en Oud-Burgerraaden t’ overleggen, op wat wijze het inquartieren der Land-Militie van buijten, zo wel die maandelijx alhier op Piquet zal moeten leggen, waarmeede met p:mo November aanstaande, weder een aanvang zal worden gemaakt, als die bij het doen der Seijnschooten ter verdeediging deezer Colonie moet opkomen, het welvoegelijkste zal werden ingerigt, invoegen dat deese Last volgens d’ intentie deeser Regeering, zo veel doenlijk, op eene eguale wijze bij de Inwoonders werde gedragen, omme vervolgens van hunne Consideratiën deesen Raade te dienen van berigt, ten eijnde door dezelve als dan deswegens Sodanig te worden beslooten, als het best met de natuur der Zaaken, overeenkomende zal werden bevonden; en zal aan voorsz Heeren Commissarissen meede ter handen werden gesteld, de hiervooren geciteerde Lijst van wijgeragtige Ingezeetenen, omme daarvan het nodige gebruijk te kunnen maken.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 98-176.¶
Dingsdag den {17811009} 9 October 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Bij Resolutie van den 18 der jongst gepasseerde Maand September goedgevonden zijnde de Heeren M:r Willem Cornelis Boers en Adriaan van Schoor te verzoeken en te committeeren, om met ende neevens de fungeerende- en Oud-Burgerraaden te reguleeren op hoedanige wijze men ten opzigte van het inquartieren der Land-Militie, bij deeze Caabse Inwoonderen een ander en naar omstandigheijd van tijd en plaats beeter geschikte manier van inquartiering zoude kunnen invoeren, en geduurende den tegenswoordigen Oorlog doen stand grijpen, wierd op heeden door opgemelde Heeren Gecommitt:s nopens derselver verrigting ingediend, het volgend Schriftelijk berigt.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg, raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’
‘Van Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s welbehagen geweest zijnde, bij besluijt van den 18 der even afgeweekene maand Septbr:, d’ Ondergeteek:de meede Leeden deezer Vergadering, te verzoeken en committeeren, omme neevens fungeerende en Oud Burgerraaden, te overleggen, op wat wijze het inquartieren der Land-Militie van buijten, zo wel die maandelijks alhier op Piquet zal moeten leggen, en waarmeede met p:mo November aanstaande weder een aanvang zal moeten werden gemaakt, als die bij het doen der Seijnschooten ter verdeediging deezer Colonie moet opkomen, het welvoegelijkste zoude kunnen werden ingerigt, invoegen deeze Last, volgens d’ intentie van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s zoo veel doenlijk, op een Eguale wijze bij d’ Inwoonders wierde gedragen: zo hebben d’ onderget:s d’ Eere dienaangaande te berigten’
‘dat zij, ter voldoening aan die Commissie met de drie fungeerende- en enige Oud-Burgerraaden, hebbende gevaceerd, na rijpe deliberatie van alles, wat ten dien opzigte scheen in consideratie te kunnen komen, eenparig hebben begreepen, dat op wat wijze men ook het inquartieren bij Billietten zoude willen tragten te doen blijven stand houden, op denselven of diergelijken voet, als tot hiertoe gebruijkelijk is geweest, zig daaromtrent egter altoos deselve inconvenienten als bevoorens zouden komen op te doen, en dat ‘er dus tot voorkoming van alle disordres en onevenredigheijd omtrent dat poinct, geen gepaster of geschikter middel Scheen te kunnen werden g’emploijeerd, als wanneer de Regeering zoude kunnen goedvinden, om niet alleen alle d’ Ingezeetenen zoo Comp:s Dienaaren als Burgeren, welke onder het Caabse District Sorteeren /:uijtgezonderd al Sulke uijt de Burgerije, dewelke Wagten, Commando’s en Piquetten, waarneemen of daarvoor betaalen moeten:/ maar ook teffens, uijt hoofde van een bijna gelijk belang, het welk de nabijgeleegende Ingezeetenen in de mogelijkheijd van een prompte en vigoureuse defensie behooren te stellen, alle die Ingezeetenen van Stellenbosch en Drakensteijn , welke aan dees’ Zijde van’t Hottentots Hollands - Stellenbosch - en Drakensteijnsche - mitsgaders Roode Zandse Gebergtens , aan de vier en Twintig Rivieren en zoo in’t ronde woonagtig Zijn, en die meede niet tot het doen van eenige Wagten, Commandos en Piquetten behoeven herwaards op te komen, na rato van ijders vermogen, wierden getaxeerd, tot het opbrengen om de Vier Maanden van Zeeker tantum van Penningen, en aan de fungeerende Burgerraaden te demandeeren, omme van den ontfangst en uijtgaaf van dien, te houden, een behoorlijke Notitie, mitsgad:s daarvan te formeeren een aparte Cassa, ten eijnde daaruijt aan de Detachementen der Land Militie die buijten Districten, zo wel van het maandelijks Piquet, als die bij een gereraal opontbod moeten opkomen, de benodigde Logies- en kost-penningen, te verstrecken, te weeten, voor ijder man van het maandelijx Piquet 10 Rijxd:s p:r maand, en aan ijder die bij een generaal opontbod zoude genoodzaakt zijn op te komen, en de nodige adsistentie van Burgerraaden zouden komen verzoeken, een Caabse Gulden daags, om zijg selven te kunnen inquartieren, bij wien Sulx zouden komen goed te vinden.’
‘D’ Ondergeteekendens in gemoede overtuijgd zijnde, dat eene dergelijke Taxatie, geschiedende op eene wijze, geproportioneerd naar een ijders uijtwendig vermogen in bezittingen, en dus naar mate van’t belang, het welk een ijder in de Conservatie van dezelve vermogens en bezittingen moet stellen, de eenige, de eenvoudigste, de natuurlijkste en gepastste remedie Zoude kunnen zijn, om alle verdere klagten zo van disproportie, als van onvermogen, geheel en al uijt den weg te ruijmen, en dat dus door dezelve zoude kunnen werden bereijkt, het allesints billijk en regtmatig Oogmerk van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, hebben zij dan ook, hoe zeer de bloote Letter van de voorsz: Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s Resolutie Sulx niet ten klaarsten dicteerde, egter in het Eerbiedig vertrouwen, dat Sulx door Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s aan geene andere Oogmerken zoude werden geattribueerd, als alleenlijk, om aan de waare en regt geaarde intentie van de Regeeringe te voldoen, de vrijheijd genomen, om te treeden tot het regulen der benodigde Quotisatie-gelden, en mitsdien zo veel als mogelijk is geweest, naar het Plan van de Jaarlijkse hoofd- of Quotisatie-Rolle, dewelke tot dat eijnde is geproduceerd en gevolgd geworden, te formeeren twee differente Lijsten, Zoo van ‘S E: Comp:s Dienaaren en derselver Weed:wen als van alle de Burgeren, welke met gevoeglijkheijd zijn geoordeeld hiertoe te hebben kunnen contribueeren, zo als d’ Ondergeteek:s de vrijheijd neemen, dezelve beijde Lijsten aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, bij deezen aan te bieden, ten eijnde daarvan in Cas de voorsz: geproponeerde Schikkingen de gunstige approbatie mogte wegdragen, zig als dan daarna zodanig te kunnen reguleeren, als Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s zouden komen goed te vinden.’
‘En gelijk dan uijt deselve Lijsten komt te consteeren, dat de Penningen, waarop de voorsz: Comp:s Dienaaren en derselver Weeduwen zijn getaxeerd geworden,’
‘
komen te bedragen een montant van | Rd:s 781:24:- |
en die der Burgeren een montant van | d:o 2880:-: |
en dus te Samen een Somma van | Rd:s 3661:24:- |
komen te bedragen een montant van | Rd:s 781:24:- |
en die der Burgeren een montant van | d:o 2880:-: |
en dus te Samen een Somma van | Rd:s 3661:24:- |
‘Zo vertrouwen d’ Ondergeteekendens, dat wanneer Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s zouden gelieven goed te vinden, om aan het Collegie van Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Drakensteijn t’ injungeeren, om eene diergelijke taxatie invoegen voorsz, te doen, over alle d’ Ingezeetenen, dewelke aan dees’ zijde der Hottentots Hollands - Stellenbosche en Drakensteijnsche , mitsgaders Roode Zands gebergtens , aan de Vier en Twintig Rivieren , en zoo in’t ronde woonagtig zijn, en die niet tot het doen van eenige Wagten, Commando’s en Piquetten behoeven herwaards op te komen, als aan het selve montant gevoegd bij het geene door Burgerraaden van d’ Ingezeetenen van dit Caabse District zal werden ingezameld, genoegzaam toereijkend zal werden bevonden, omme geduurende den tijd van Vier Maanden, aan ijder Man uijt de maandelijkse Detachementen der Land-Militie, de voorsz: Thien rijxd:s p:r maand voor Logies, kostpenningen en onderhoud voor Zijn Paard te betaalen, en teffens in een Extra geval van een generaal opontbod, aan ijder van buijten opkomend Perzoon, Sesthien Stuijvers daags te kunnen toeleggen.’
‘En hiermeede dan vertrouwende, dat voortaan zullen weezen en blijven uijt den weg geruijmd, alle disordres en Sodanig Soort van klagten, als door Burgerraaden nopens dees’ en geene Perzoonen, dewelke gewijgerd hebben, de bij hun gebilliëtteerde Perzoonen t’ accepteeren, aan den Wel Edele Gestr: Heer Gouverneur zijn geaddresseerd geworden, en dat dus daarmeede in alle opzigten zal zijn voldaan aan het Oogmerk en d’ intentie deezer Regeering, neemen d’ Ondergeteekendens de vrijheijd, deezen te doen dienen, voor derselver pligtschuldig en nedrig Rapport: Terwijl zij met betrekking tot al sulke Perzoonen, dewelke staan genoteerd op de Lijst door Burgerraaden aan den Edelen Heer Gouverneur overgegeeven, en aan d’ Ondergeteek:s meede ter hand gesteld, Zo wel van die geenen, die derselver onvermogen tot reeden van wijgeringe hebben bijgebragt, als wel voornamentlijk van desulken, dewelke op een min of meer indecente wijze, daartegens in oppositie zijn gekomen, aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s gedefereerd willen laten, omme Sodanig besluijt te neemen, als Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s met den aard der Zake zelve, en tot maintiën van het Caracter van Burgerraaden, in het uijtvoeren der Ordres van den Wel Edelen Gest: Heere Gouverneur Zullen goedvinden te behooren.’
’/:Onderstond:/’
‘Overgegeeven in Raade van Politie den 9 Octob:r 1781 /:was geteekend:/ W: C: Boers, A: V: Schoor /:in margine:/ Als fungeerende- en Oud-Burgerraaden /:en geteekend:/ C. G. Maasdorp, A. G. Muller, J: D: Wieser, Jan Serrurier, J: F: W: Böttiger, Joh:s van Sittert, Joh:s Smuts, C: v: d: Poel, G: H: Meijer.’
Waarop naar attentive resumptie van’t voorsz: Rapport en daarneevens overgelegde Lijsten der Taxatie, Sodanig als bovengemelde Heeren Boers en van Schoor, met ende neevens de fungeerende Burgerraaden Christiaan George Maasdorp, Adam Gabriël Muller en Jan Daniël Wieser, mitsg:s d’ Oud Burgerraaden Jan Serrurier, Jan Fredrik Willem Böttiger, Johannes van Sittert, Johannes Smuts, Cornelis van der Poel en Gerrit Hendrik Meijer eenpariglijk hebben vermeijnd, dat Sulx op de gevoeglijkste wijze zoude kunnen en behooren te geschieden; is verstaan, dezelve gedaane Taxatie ten vollen t’ approbeeren, en mitsdien Burger-Raaden te qualificeeren om de voorsz: Taxatie gelden te doen ophaalen en daarmeede geduurende den tegenwoordigen Oorlog alle vier Maanden te continueeren, Sullende dierhalven aan alle ende een ijgelijk der hier aan de Caab woonagtig zijnde Perzoonen, zoo ‘S Comp:s Dienaaren als Burgeren als meede de Sodanige die onder het selve District Sorteeren en niet herwaards behoeven op te komen, hiervan niet alleen bij Publicatie en affixie van Billiëtten, de nodige advertentie gedaan, maar dezelve teffens ook werden gelast, om het geene waarop zij getaxeerd Zijn, prompt en zonder de minste tegenkanting ofte oppositie te betalen, op pæne dat de geene die deeze ten algemeenen welzijn gestelde Ordres niet behoorlijk Zullen naarkomen en gehoorZaamen, daartoe zonder eenige conniventie, door middelen en wegen van regten Zullen werden geconstringeerd.
Boven het welke op’t meede voorgedragene bij’t voorsz: Rapport is goedgedagt, dat door alle Sodanige Ingezeetenen van Stellenbosch en Drakensteijn , dewelke aan dees’ Zijde van’t Hottentots Hollands - Stellenbosche - en Drakensteijnsche - mitsgaders Roode Zands-Gebergtens , aan de Vier en Twintig Rivieren en Zoo in’t ronde woonagtig zijn, en meede niet tot het doen van eenige Wagten, Commando’s en Piquetten behoeven herwaards op te komen, insgelijx ten fine voorsz:, zeeker Tantum van Penningen zal moeten werden opgebragt; Weshalven Landdrost en Heemraaden der geciteerde buijten Districten zullen werden geinjungeerd, om van alle de Sodanige, mede een behoorlijke en na rato van ijders vermogen geschikte Taxatie te doen, en dezelve Taxatie vervolgens deezen Raade ter approbatie toe te zenden.
Terwijl bij den Heere Gouverneur en de resp:ve Leeden deeses Raads, is goedgevonden, dat tot de meerm: inquartiering, ijder de Somma van Thien Rijxd:s p:r maand, en door de Vrouwe Douarriere van den Heere Gouverneur van Reede van Oudshoorn, Twintig Rijxd:s, mitsg:s door de Weed:we wijlen den Equipagiemeester en meede Lidt deezes Raads d’ E: Willem Vrugt, en de Weed:we wijlen den Eerw: Predikant Johannes Appeldoorn, ijder Thien rijxd:s alle Vier maanden zal werden gefourneerd
Alle welke penningen, zo wel, als die door meerm: Landdrost en Heemraaden staan geincasseerd te worden; ook zullen werden afgegeeven aan Burgerraaden, die niet alleen van den ontfangst en uijtgaaf dier penningen Zullen moeten houden een behoorlijke Notitie, maar daarvan ook formeeren een aparte Cassa, ten eijnde daaruijt aan de Detachementen der Land-Militie uijt de buijten Districten, zo wel van het maandelijks Piquet, als die bij een generaal opontbod moeten opkomen, de benodigde Logies en kostpenn:gen te verstrecken, ende Sulx voor ijder man van het maandelijx Piquet Thien Rijxd:s p:r maand, en aan ijder die bij een generaal opontbod zal genoodzaakt zijn op te komen en de nodige adsistentie van Burgerraaden komen verzoeken, Een Caabse Gulden daags, om zig selven te kunnen inquartieren, bij wien zij Sulx Zullen komen goed te vinden.
Invoegen nu door voorsz: genomene Maatregulen, werd vertrouwd, dat voor’t vervolg zullen weezen weggenomen alle disordres, en Zo meede de klagten en prætexten, waarop deeze en geene perzoonen hebben gewijgerd, de bij hun gebilliëtteerde Manschappen t’ accepteeren, en dat inzonderheijd voortaan niemand zal onderstaan, zig tegens Burgerraaden, ‘t zij ten deezen opzigte, of in andere Zaaken, derselver Ampt betreffende, op eene onbetamelijke wijze te gedragen; en men dus niet genoodzaakt zal weezen, daaromtrent als dan te neemen en in’t werk te stellen, de middelen die men om de Sodanige in hun pligt te houden, zal vinden te behooren.
En zijn opgemelde Heeren Boers en Van Schoor, na dat voor derselver in deezen genomene moeijte waaren bedankt verders verzogt en gecommitteerd, om als nu ook, neevens de meermelde fungeerende Burgerraaden wederom na te zien, de Quotisatie-Rolle der voorsz: onder dit Caabse District Sorteerende zo ‘S Comp:s Dienaaren als Burgeren en derselver resp:ve Weed:wen mitsgad:s, de bij gemelde Rolle bekend gestelde, en nog niet gecontribueerd hebbende Perzoonen, behoorlijk te belasten, ende Sulx ingevolge en ter voldoening van’t geene bij Resolutie van den 16 December des gepasseerden Jaars is vastgesteld.
Dewijl men niet dan tot bijzondere ergernis moet ondervinden, dat de bij het op den 10: Julij deezes Jaars, g’ emaneerd Placcaat gestelde Ordres, volgens welke de daarbij benoemde Leevensmiddelen, en andere in de Huijshoudingen onontbeerlijke Zaaken, niet hoger ofte boven de bepaalde prijsen zullen mogen werden verkogt, niet allesints van die uijtwerkinge Zijn, als men daarvan met reeden heeft moeten verwagten, het welk alleen is t’ attribueeren aan het onbetamelijk gedoente Sodaniger baatzugtige Perzoonen, die zig door allerhande Sinistre practijcquen van de voorsz: Leevensmiddelen en andere onvermijdelijke behoeftens, meester makende, die vervolgens komen in en agter te houden, met Oogmerk om dezelve naderhand aan de hier aankomende vreemde Natiën weder af te zetten, Zoo is, ten eijnde de goede en vooral behoeftige Ingezeetenen het Effect onser voorwaardsgemelde en ten algemeenen welzijn gestelde Ordres, te doen genieten, goedgevonden bij publicatie en affixie van Billiëtten, t’ interdiceeren, en verbieden, dat niemand, eenige der bij het voorsz: Placcaat gespecificeerde Producten, deeses Lands, en in’t bijzonder geen Boter, Caabse Zeep, Talk ofte gemaakte kaarssen, nog ook geen Schapen Staarten, ‘t zij gezouten, gesmolten, ofte anderzints toebereijd, aan de Scheepelingen der hier aankomende Scheepen, ‘t zij die der E: Comp:ie ofte Vreemde Natiën zal mogen verkoopen, veraliëneeren, ofte op eenige andere wijze afZetten, ten eijnde van hier vervoerd te worden, zonder daartoe alvorens een Schriftelijke permissie van den Heere Gouverneur te hebben verzogt, ende geobtineerd, welke permissie zij gehouden Zullen zijn, aan den Heer Fiscaal te vertoonen; op pæne, dat de geene, die contrarie deezes zullen komen te handelen, behalven de verbeurte Sodaniger Producten, als zij zonder voorsz: Licentie zullen hebben verkogt, veraliëneerd ofte getragt af te leeveren, nog zullen zijn vervallen in een boete van Vijf en Twintig Rijxd:s, alles ten behoeve van den Heer Officier, en zoo meenigmaal daarop zullen weezen agterhaald.
Sijnde wijders door eenige Drakensteijnse Ingezeetenen ingeleeverd het volgend Request.
Den Wel Edelen Gestrengen Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgaders Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den Wel Edelen Groot Agtb: Rade van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en Wel Edele Groot Agtb: Heeren!’
‘Neemen bij deezen wij Ondergeschreevenen, Ingezeetenen en Colonisten van Stellenbosch en Drakensteijn eerbiedigst de vrijheijd Uwe Wel Edele Gestr: en Wel Edele Groot Agtb:s op de nedrigste wijze te remonstreeren, hoe wij Ondergeteekende met groot Leetweesen zijn aangedaan, over de onlangs gepubliceerde Placcaat der gepasseerde maand Julij, waarin gespecificeerd werd de prijsen van ‘S Lands Producten, dewelke daarin op een verlaagden prijs gesteld werden, als wel voornamentlijk de Wijnen, die de Wijnverkoopers bevoolen werden niet hooger te verkoopen, dan voor Vijf Rijxd:s het halfaam of Veertig Rijxd:s de Legger, en aan de Vreemde Natiën tegens Vijf en Veertig Rijxd:s een gelijke Legger, waaronder begreepen is, de Vijf Rijxd:s aan de vreemde Pagter: zo dat den Wijnverkooper gehouden is, voor de selve gezette prijs van Vijf Rd:s, het half aam af te leeveren, aan den Vreemdeling gelijk aan den Burger, over welke Schickinge’
‘Uwe Wel Edele Gestr: en Wel Edele Groot Agtb:s behaagde aan te merken, dat zij Sulx hadden goedgevonden, om het verloop van vreemde vertier voor te komen; een zeer wijs Oogmerk, en die ten allen tijden het doelwit van alle braave Regenten behoore te zijn; dog het behage Uwe Wel Edele Gestr: en Wel Edele Groot Agtb:s ons nedrige Suppl:ten, een gunstig Oor te willen verleenen, ter voorstellinge van ons gevoelen, en Zo we vertrouwen regtmatige gevoelen daarover; wij oordeelen dan, dat het gevolg welke Uwe Wel Edele Gestr: en Edele groot Agtb:s uijt een hogen prijs /:als bij voorbeeld Veertig Rijxd:s aan ons Wijngaardeniers voor een Legger Wijn te betaalen:/ trekt, wel in den eersten opslag aanneemelijk is, maar wanneer we onder Zoeken, dat dien selfden prijs, welke we voor onze Wijnen, het laatst gepasseerde Jaar gehad hebben, Sulx niet veroorzaakt hebben, blijkt het, dat dit gevoelen een vooroordeel zij, daar en boven zijn de vreemde Natiën nog niet tegen de prijsen gekant, welke den Wijnkoper een tamelijke Winst aanbrengt, het Zal ook altoos het belang der Wijnkopers zijn, in overeenstemminge der Wijngaardenier, niet meerder voor Zijne Wijnen te geeven, als waarop zij hopen, en zig verzeekeren kunnen, een redelijke Winst te kunnen opleggen, de twijffelagtigheijd hiervan nu aangetoond hebbende, gaan we over, Uwe Wel Edele Gestr: en Wel Edele Groot Agtb:s verder nedrig te vertoonen, dat wanneer men in aanmerking neemt, de Swaare Onkosten en Uijtgaaven die den Landman doen moet, ter bearbijdinge van zijnen grond en ter onderhouding van Zijn Leeven, men ook regtmatig moge besluijten, dat de prijs van Zeven en Twintig Rijxd:s /:in deeze duure en zeer woekeragtige tijden:/ in welke hij, op het hoogst genomen, voor een Legger Wijn als dan zoude ontfangen, niet toereijkende kan zijn, om dezelve opgenoemde Onkosten goed te maken, als daar is Legger Duijgen, het honderd Vijftig Rijxd:s, ‘t Stuk Legger banden Twee en dertig Stuijvers, het Ijzer bij particuliere Cooplieden, dewijl d’ E: Comp:ie niet verstrekt, derthien Rijxd:s het honderd pond, zo dat een ordinaire Wagen, die voor enige Jaaren Honderd en Vijftig à Honderd en Sestig Rijxd:s gold, tegenswoordig Twee Honderd gelijke Rijxd:s moet gelden, het Vat Theer, voor Negen Rijxd:s, kost tegenswoordig Vijf en Twintig Piasters, het Rol Zijl, in vroeger tijden meede Neegen Rijxd:s, geld thans 25 Rijxd:s, het Stuk Carsaaij van 30 tot 35 Rijxd:s, Ja 40 Rijxd:s, alte maal Zaaken, welke den buijten man niet ontbeeren kan, en welke vermeerderde prijsen ‘er van den Landbouw dien voornamen tak van allerhande bloeij en Welvaard, zeekerlijk zeer veel benadeelen moeten, te meer, wanneer Uwe Wel Edele Gestr: en Wel Edele Groot Agtb:s gelieve op te merken, dat een plaats welke alleen 25: à 30 Leggers Wijn opgeeft, thans Twaalf duijzend Guldens of daaromtrent gelden moet, een bewijs, Wel Edele Gestr: Heer en Wel Edele Groot Agtb: Heeren, niet dat den Landbouw zo zeer bloeijd, en den Inwoonder verrijkt is, als wel dat de Ingezeetenen vermeenigvuldigen, en niet weeten waarheen, daar en boven geld thans een Ledige Legger Twintig Rijxd:s een baarsse Slaaf Twee Honderd Rijxd:s, een Jok-Os Agt gelijke Rijxd:s, een Spade of Graaf, een Ducaton, gelijk dit ook de prijs is van een Pik, een Wijngaard-mes vier à Ses Schellingen, alle welke dingen zo hoog in prijs loopen, dat den armen Wijngaardenier, jaarlijks eenige Honderden Guldens zoude te kort Schieten, om Zijne Uijtgaven te gemoed te komen; Soo is ‘t, dat wij nedrige vertoonders om alle de voorgemelde reedenen, vermeenen de vrijheijd te kunnen neemen ons demoedig te wenden, tot Uwe Wel Edele Gestr: en Wel Edele Groot Agtb:s met nedrige Smeekinge, dat het Uwe Wel Edele Gestr: en Wel Edele Groot Agtb:s gunstig moge behagen, het Articul der Wijnen, van’t voorgemelde Placcaat te vernietigen en kragteloos te maken, om dat het te gemoed gezien werd, dat den wenschelijken vreede, die Europa en de andere deelen der Wereld mogelijk eerlange zal bescheijnen, onze Producten op een zeer lagen prijs zal brengen.’
‘En terwijl wij dit hoopen en wenschen, dat namentlijk Uwe Wel Edele Gestr: en Wel Edele Groot Agtb:s aangedaan door eene Landsvaderlijke Zorge, besluijten zullen; aan onse beede te voldoen, hebben wij d’ Eere, ons met waaren Eerbied op het demoedigste te noemen.’
’/:onderstond:/’
‘Uwe Wel Edele Gestr: en Wel Edele Groot Agtb:s aller Ootmoedigste en gehoorzaamste Dienaaren. /:was geteekend:/ Francois du Toit, J:s H: Redelinghuijs, Gerrit Victor, David van der Merwe, Johannes Stephanus du Toit, Carel Christoffel Frik, Guilliam du Toit, Steph:s du Toit, Andries Bernardus du Toit, Josua Charl Cillié, D:l Malan, Charl du Plesie, G:e S:s Haubtfleesch, Daniël Retief, Gabriël Rossouw, Petrus Jacobus Malherbe, Hermanus Bosman, Hermanus Bosman de Jonge, Jacobus Retief, Petrus Retief, Daniël Rossouw, Pieter Cellie, Pieter Rossouw, J:b De Villiers, D: d: Villiers J:p:Z:, J:s Roos, Francois Roos, Pieter Le ries, Johannes Nieuwout, Anna Catharina Nieuwout Weed:we van Jan Minnaar, Pieter Ciljé d’ oude, Jozua Le Roux Weed:we D: Theron, de Weed:we Roelof van der Merwe, de Weed:we Pieter Le Roux Pietersz:, Adriaan Louw Jacobusz, Gabriël du Toit, Ignatius Marais, Abraham Jozua Le Roux, de Weed:we Johannes Marais, Pieter Le Roux, Carel Jacobus du Plessie, Pieter Swanepoel de jonge, Daniël Jacobs, J: P: Theron, Johannes Ricke, Weed:we Isaac Nieuwout, Jacobus Roux, Carel Simonettij, Weed:we Jan Cellié, Weed:we Pieter Marais, J: D: Villiers, J:n de Villiers d’ oude, Willem Petrus van Niekerk, Sijbrand Vermeulen, C: Groenewald, Johannes Minnaar./:in margine:/ Drakensteijn den 27 Aug:s 1781’
Waarop is verstaan, dat nadien het regulen der prijsen, zo wel op de Wijnen als alle andere Lands producten, is geschied tot welzijn van het algemeen, en dat uijt dien hoofde in deesen geen reflectie op’t particulier belang van bijzondere Perzoonen kan werden geslagen, dierhalven voor appostille op’t voorsz: Request te doen stellen, dat in der Suppl:ten verzoek niet kan werden getreeden.
Gelijk meede is geleesen geworden, zeeker Request door den Oud Burger Capitain Albert van der Poel gepræsenteerd, luijdende als volgd.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Titul Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgaders Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop &:a beneevens den Wel Edelen Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: E: Agtb: Heeren!’
‘Den Ondergeteekende Oud Burger Capitain en Oud Weesmeester Albertus van der Poel, neemt de vrijheijd, om Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s bij deezen op d’ Eerbiedigste wijze te vertoonen hoe dat door hem op den 30: Aug:s passo met gedragen voorkennisse van den Edelen Heer Gouverneur, aan den Bode van Politie, Carel Kirchman, is overgegeeven, en terstond door denselven ingeleeverd geworden, een Onderdanig Request van desselfs Zoon Albertus Johannes van der Poel, verzoek inhoudende, hoe dat denselven door de gunst en goedheijd van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s onder meer andere Perzoonen, aangesteld Zijnde, als Vaandrig van eenen der Compagniën Burger Infanterij alhier, waarvoor hij ook des daags daaraan met ende beneevens den Ondergeteek:de bij Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s derselver dankbetuijging hebben afgelegd, hij egter naar wijnige dagen, daarna heeft moeten ondervinden, dat door de t’ Samenspanning van eenige hem ongunstige meede Burgers, dezelve hadden gewijgerd, hem als sodanig t’ accepteeren, of erkennen, onder voorwendigen van niet genoegzaame Ouderdom, waarom hij dan ook, wegens het verwijt dat zijn Capitain Cornelis van der Poel, ter Zaake van zijne voordragte, in præsentie der met hem bij den Edelen Heere Gouverneur geappoincteerd geweest Zijnde, verdere Burger Capitains en Lieutenants, van zijn Edele heeft ondergaan, oversulx op begeerte van den Ondergeteekende tot voorkominge van Scheuringe en Tweedragt, mitsgad:s verdere onheijlen onder de Burgerije vooral bij deeze tegenwoordige omstandigheijd van den Oorlog, te rade geworden is, maar om desselfs honorabel ontslag te verzoeken, gelijk hem ook zijn demissie des daags daaraan, op verzoek van Zijn evengenoemden Capitain, door den Edelen Heere Gouverneur is gegeeven geworden, en dewijl hij Sedert dien tijd, tot Zijn innig leetweezen, had moeten ondervinden, dat voormelde en andere qualijk gesinde PerZoonen, zig niet alleen op een Smadende wijze daarover maar ook wel insonderheijd, wijl hij desselfs Zitplaats in de Kerk, in de Bank der Burger Officiers, neevens meer zijn’s gelijken heeft genomen, hebben komen te mocqueeren, en op te houden daar hij dog reets desselfs Een en Twintigste Jaar gepasseerd zijnde, dus vermeende te hebben bereijkt den competenten Ouderdom tot het bekleeden van voormelde Burgerlijke Officie, waarvan niet alleen voorbeelden exteeren, gelijk blijkbaar en te belogen is in veele PerZoonen, Selfs van minder Ouderdom, maar dat hij ook vertrouwd, dat ‘er op zijn handel en wandel niets te Zeggen valt, het welk hem deeze gunstige aanstelling zoud onwaardig maken, Zoo nam hij dierhalven in allen Eerbied de vrijheijd, zig te wenden tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, met Ootmoedig verzoek, dat het van derselver gunsige welbehagen mogte weezen, om tot wegneeming van alle verkeerde begrippen, en Lesive moquanteriën hem te willen honoreeren met een gunstige blijk van desselfs voor aan gehaalde aanstelling en honorable ontslag.’
‘Maar nadien den ondergeteekende, na eenigen tijd wagtens, op dat voorn:d Request, geen antwoord of uijtsluijting bequam, zonder te kunnen bevroeden, waar aan Sulx wel mogte toe te schrijven weesen, en dus niet anders opmaken konde, dan dat het meergemelde Request volgens toebijtinge van den Edelen Heer Gouverneur enkel en alleen was aan een zij gelegd tot Speculatie, te meer, om dat hij op de herhaalde verzoeken, om Schriftelijk bescheijd bij den Raad en Secretaris deeses Gouvernements d’ E: Heer Bergh, van zijn Edele telkens had ten antwoord bekomen, dat geen Request van dien aard, was ter Tafel gebragt, nogte geleezen, veel minder daarop besluijt gevallen, Zoo is d’ Onderget:de daarop na nog een poos wagtens te raade geworden, om zig weder te vervoegen bij den Edelen Heer Gouverneur, om te verzoeken verlof tot het inleeveren van een Tweede Request, als wanneer hij tot antwoord bequam, ja jij selfs, waarijt den Onderget:de dus konde opmaken, dat het eerste was te rug gehouden, om dat het niet door hem, maar door Zijn voornoemden Zoon onderteekend was, en den Edelen Heere Gouverneur dus gaarne had, dat het voorn: versoek, of door hem als Vader of Voogd selve gedaan, of met zijn waardigheijd ondersteund wierd, weshalven den Ondergeteek:de Suppl:t als nu de vrijheijd neemt, niet tegenstaande hij zijn meergemelde Zoon, tot het doen van dat verzoek van genoegzaame maat en wigt agt, Sulx in opvolginge van die begeerte te doen, eerbiedig aan den Edelen Agtb: Raad in’t bijzonder verzoekende bij deezen, dat het van haar Edelens gunstige welbehagen moge weezen, op het voormelde verzoek van den Suppl:t den desselfs Zoon, als nu gunstige aandagt te willen slaan, en daarop te willen verleenen Sodanige voldoenende bescheijd en bewijs van Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s eens gedaane wettige aanstellinge, en daarop gegeeven eerlijk ontslag, als waardoor de Supplianten beijde in’t vervolg mogen blijven buijten hoonende Smaat en bespottinge.’
’/:Onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a &:A /:was geteekend:/ A: V: D: Poel. /:in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 9 Octbr: 1781.’
Ten belange van welk verzoek-Schrift den Heere Gouverneur geliefde te kennen te geeven, dat op het diesweegens door de gezamentlijke Burger Officieren gedaan verzoek, dat hunl: Corps met een meerder getal Officieren mogte werden versterkt, door zijn Edele aan de resp:ve Capitains was gedemandeerd, aan hem Heere Gouverneur voor te dragen en op te geeven, Sodanige PerZoonen als daartoe het naaste en bequaamste mitsg:s aan de Burgerije aangenaam Zouden Zijn, dog dat onder dieselfde PerZoonen op de voordragte van des Suppl:ts Broeder den Capitain Cornelis van der Poel, desselfs Neef en Zoon van den Suppl:t in deezen, genaamd Albertus Johannes van der Poel tot Vaandrig benoemd geworden zijnde, hieruijt onder de Burgerrije was ontstaan een algemeen misnoegen en onwilligheijd, om in de præsente criticque tijds omstandigheeden, te staan onder het Commando van een perzoon die behalven zijn Jonge Jaaren nog nimmer eenige Burgerlijke diensten had gedaan, het geen door verscheijde Officieren, wanneer zij alle ten dien eijnde bij zijn Edele waaren verscheenen, in de tegenwoordigheijd van meerm: Capt:n Cornelis van der Poel was geaffirmeerd; waarop den door denselven een ander, te weeten den oudsten Sergeant Johannes Verlee, was voorgedragen, die daarop tot Vaandrig aangesteld, mitsgaders in Eed genomen, en hier door alles onder de Burgerrije tot stilstand gebragt zijnde, het oversulx aan zijn Edele niet wijnig vreemd was voorgekomen, de beweeging, dewelke nu door den Suppl:t ter Zaake voorsz: wierde gemaakt; En is hierop mits de voorsz: door den Heere Gouverneur geallegueerde reedenen, verstaan, gedagten tot Vaandrig benoemden Albert Johannes van der Poel, provisioneel te laten buijten functie en aan den Suppl:t Extract van dit besluijt, met het gedeclareerde van welopgemelde Heere Gouverneur te doen ter hand stellen.
Hierna door voorwaards gem: Heere Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers ingeleeverd zijnde, het volgend Schriftelijk vertoog.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den Edelen Agtbaaren Politicquen Raad.
‘Wel Edele Gestr: Heer en Ed: Agtb: Heeren!’
‘Vertoond met verschuldigden Eerbied M:r Willem Cornelis Boers, Independent Fiscaal deezes Gouvernements.’
‘Dat Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s hebben gelieven goed te vinden, om bij derselver Resolutie, in dato 3 August:s deezes Jaars, in handen van den Vertoonder te stellen Sodanig Relaas, als ter requisitie van den Wel Edelen Gestr: Heere Gouverneur, door de Schippers der in de Saldanhabaaij geleegen hebbende Retour Scheepen Hoogcarspel , Middelburg , Honcoop , de Paarl en de Dankbaarheijd , op den 2:de Aug:s daar bevoren was overgeleeverd geworden, ten eijnde Exact onderzoek te doen, of en in hoe verre de Scheeps-Overheeden van de voorsz: Bodems, henlieder pligt behoorlijk hebben betragt, en naargekomen Zijn de Ordres, betreffende het geene door henlieden voor het verlaten hunner Scheepen, zoude hebben moeten werden in agt genomen en werkstellig gemaakt, en bij bevinding van het contrarie, dezelve voor den Raad van Justitie deeses Gouvernements t’ actioneeren.’
‘dat de vertoonder dezelve Commissie bekomen hebbende, ten eijnde in’t zeekere te kunnen oordeelen, over de observantie of non observantie van de pligten, welke aan dezelve Overheeden bij eene Schriftelijke ordre, of Instructie van wegens deezen Rade, aan dezelve overhandigd, zijn voorgeschreeven geworden, de resp:ve Stuurlieden en anderen op de voorsz: Bodems bescheijden zijnde geweest, ten overstaan van gecommitteerde Leeden uijt den Rade van Justitie, heeft gedaan hooren op sodanige Articulen, als tot dat eijnde aan de zelve Gecommitteerde Leeden, zijn overgegeeven geworden.’
‘dat uijt de responsiven op deselve Articulen gegeeven, aan den vertoonder is komen te blijken, dat Sommige van deselve Overheeden, maar gedeeltelijk en anderen in’t geheel niet hebben geobserveerd gehad, dat geen, het welk aan henl: bij dezelve Schriftelijke Instructie is voorgeschreeven geworden, en dat daarentegen door de Overheeden van het Schip Middelburg , niet alleen compleetelijk is voldaan geworden, aan den Stricten Letter van dezelve Instructie, maar dat selfs daaren boven na het volbrengen van de Pligten in deselve Instructie vervat, derselver Schip voor het verlaten van dien, Sodanig is in brand gestoken, dat het selve tot aan het Water toe is afgebrand, en het Wrak van dien, zig als nog indiervoegen, in de Saldanhabaaij bevind.’
‘dat de Vertoonder met betrekking tot de eerstgemelde, dewelke aan het Voorschrift van derselver Instructie niet hebben voldaan, zeer wel Zullende weeten t’ executeeren, de Intentie van welgemelde Resolutie van deezen Raade, egter ten reguarde van d’ Overheeden van’t Schip Middelburg , die na alvorens compleetelijk aan meergemelde Instructie te hebben voldaan; nog bovensdien derselver Schip hebben in den brand gestoken, Sodanig, dat het selve tot aan het water toe is afgebrand geworden, zig niet bevoegd oordeeld, om na het bekomen eener dergelijke generaale Commissie, omme op het gedrag van alle de Overheeden dier Scheepen zonder onderscheijd te moeten inquireeren, het gedrag van d’ Overheeden van’t Schip Middelburg op zijn begrip alleen af in allen opzigten t’ approbeeren, en dus dezelve eijgener authoriteijt van alle verdere perquisitie bevrijd te laten, maar tot vermijding van allerhande Soort van reflectiën, waaraan het zelden manqueerd, raadzaamst heeft geoordeeld te verzoeken om de verdere intentie en het begrip Van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s daaromtrent te mogen verneemen.’
‘Weshalven de Vertoonder zig keerd tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, met den vereijschten Eerbied verzoekende, dat Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s nader gelieven te declareeren, of dezelve oordeelen, dat na het voldoen aan alle de pligten, welke aan d’ Overheeden der Scheepen, bij derselver Instructie zijn voorgeschreeven geworden, door de Overheeden van’t Schip Middelburg , met het in den brand steeken van derselver Schip, en de gevolgen en aankleeven van dien, is voldaan, aan de intentie van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, en aan de pligten dewelke Zijlieden hebben te observeeren gehad, en of mits dien Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s het gedrag door dezelve Overheeden, ten dien opzigte gehouden, geheel en al approbeeren, en dus dezelve Overheeden, daarvoor gelieven te stellen, buijten alle verder onderzoek van het Officie Fiscaal; dan wel of’
‘Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s het selve disapprobeerende, de cognitie deswegens al meede aan den Rade van Justitie gedefereerd gelieven te hebben gelaten.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ W: C: Boers.’
Soo is, na dat ten opzigte van dies inhoude in overweeging was genomen, dat d’ intentie waarom aan den Wimpelvoerder over de voorsz: in de Saldanhabaaij geleegen hebbende Scheepen, bij de hem ter hand gestelde Instructie is gelast geworden, de Zeijlen der Scheepen te doen afslaan, dezelve te bergen in den Hoeker de Snelheijd , en het in brand steeken van dit Vaartuijg met de voorsz: Zeijlen, als meede om de Scheepen niet te verlaten dan na dat de Masten zouden zijn gekorven, is geweest, om door het een en ander voor te komen, dat dezelve niet door den vijand zouden kunnen werden vervoerd, en dat door het in brand steeken van’t Schip Middelburg , is geëffectueerd dat dien Bodem, niet alleen niet door den Vijand heeft kunnen werden weg gevoerd, maar dat denselven zig ook niets van de Lading heeft kunnen ten nutte maken; verstaan, de Overheeden dier kiel ter Zaake voorsz: niet actionabel te zijn.
Vermits, ongeagt de Schikkingen dewelke bij besluijt deezer Tafel, van den 20 April 1779 zijn gemaakt, ten eijnde uijt den weg te ruijmen de disputen; dewelke tusschen de Burger Vaandrigs Johannes Jacobus Tesselaar en Pieter van Breda mitsgad:s den Perzoon van Willem Verseveld, nopens de Limieten hunner in deese Tafelvalleij leggende Thuijnen, waaren ontstaan, deselve geschillen tusschen de Twee Laatstgen:de nopens de Limieten en strekking hunner voorsz: Thuijnen, nog al immer zijn blijven duuren, en men dus bij Continualie met de klagten van de een en ander werd g’ incommodeerd; Soo is, om daarvan eenmaal bevrijd te Zijn, best gedagt en dienvolgens beslooten, dat de bevoorens aan gem: Pieter van Breda en Willem Versseveld uijtgegeeven Erfgrondbrieven zullen zijn en blijven vernietigd, en dat van de Thuijn van hem Breda, zal werden geformeerd een nieuwe grondbrief en Caart, wel ter selfder groote van 41 Morgen en 34 Quadraat Roeden, dog met Sodanige verandering in de Strekking, als de daarvan door den Landmeeter geformeerde en thans in Rade nageziene Figuur, komt aan te toonen, met dit Servituut egter, dat het driehoekig stukje gronds, tusschen het Land van gem Breda en dat van Versseveld leggende, en in voorsz: Figuur met L:a A: geteekend, zal moeten blijven leggen onbebouwd en onbepoot, mitsgaders op geenerleij wijze, iets op of aan het selve moge werden gedaan, waardoor aan gemelde Versseveld, ofte desselfs regt verkrijgende, enige belemmering zoude kunnen werden toegebragt, om hunl. benodigt drinkwater op de bepaalde tijden uijt de in de Thuijn van ged: Breda leggende Fonteijn te kunnen haalen.
dat ook van de Thuijn van gem Versseveld, dewelke volgens de nu gedaane hermeeting, en het Land het welk op desselfs dieswegens gedaan verzoek, daarbij is gevoegd, thans groot is, Neegen Morgen, 257 Quadraat Roeden, 74: dito Voeten en 75 gelijke duijmen, insgelijx zal werden verleend een nieuwe grondbrief en Caart, volgens de daarvan op heeden meede ingediende Figuur door den Landmeeter geformeerd.
Terwijl wijders, ten einde voortaan omtrent het Water geen disputen meer zo wel tusschen dezelve Breda en Versseveld als bovengem: Tesselaar, en de Bezitters van de beneeden leggende Thuijn, thans door den Burger Lieutenant Jan Hendrik Ekkert bezeeten werdende, mogen ontstaan, is goedgedagt, te maken de volgende bepaling: te weeten, dat het Stukje grond, het welk aan gemelde Tesselaar in dato [.....] is uijtgegeeven, ten Eeuwigen dage zal zijn en blijven belast met een Servituut, om het Water daarover na de Thuijn van ged: Ekkert te laten passeeren, door een behoorlijke grip of Waterloop, zonder het selve op eenigerhande wijze te mogen verhinderen of uijtleijden. En voorts op het voorsz: thans aan meermelde Versseveld uijtgegeevene nieuwe Land
dat ingevalle hij Versseveld ofte zijne Successeurs aan gementioneerden Ekkert zoude willen bedisputeeren, gebruijk te maken van den Waterloop welke op den 8:ste Jan:ij 1762 door desselfs Prædecesseur [....] Smuts, aan den Prædecesseur van dikwerf gemelde Ekkert, te weeten den Oud Burger Lieutenant Albert van der Poel is geconcedeerd, en welke Concessie op den 9 Jann:ij daaraan volgende, door dezelve Smuts en van der Poel, Schriftelijk is onderteekend geworden; en bij uijtterlijk gewijsde van den Regter, mogte werden begreepen, dat voorm: Versseveld ofte zijne regt verkrijgende des niettegenstaande niet verpligt konden werden, om gedagte Waterloop in diervoegen over desselfs Land te permitteeren, Zoo als Sulx thans komt te geschieden, als dan in dat geval meerm: Versseveld ofte zijne regt verkrijgende, gehouden en verpligt zullen zijn te gedogen, dat als dan door denselven Ekkert ofte zijn regt verkrijgende, een behoorlijke grip of waterloop zal mogen werden gegraaven, en het Water daar door onverhinderd naar Zijn Thuijn zal kunnen loopen over den grond dewelke thans aan hem Versseveld is uijtgegeeven.
Door het Eerw: Collegie van Kerkenrade alhier aan Cabo bij Request verzoek gedaan Zijnde, dat nadien den onder desselver Curateele Sorteerende Jochem Langeveld, zig sedert een geruijmen tijd herwaards, zeer buijtenspoorig heeft komen te gedragen, denselven oversulx als Mattroos of Soldaat in dienst der E: Comp:ie mogte werden getrocken, Soo is goedgedagt, denselven Jochem Langeveld, als Mattroos met ƒ9:- ter maand onder een Vijf Jarig verband, in ‘S Comp:s dienst te neemen, en als Sodanig voor eerst op een der bij dit Gouvernement gehoorende Vaartuijgen te plaatsen, en vervolgens bij arrivement van een uijtkomend’ Schip naar India te verzenden.
Het op den 7: April deezes Jaars van hier naar Ceijlon afgezonden Snaauw Scheepje de Postillon het welk den 27:ste Junij Colombo verlaten, en in passant het Eijland Mauritius aangedaan hebbende, den 22: Aug:s wederom van daar ditheen is gesteevend, op gisteren ter deezer Rheede gereverteerd en met het selve alhier aangebragt zijnde een Missive van den Heere Gouverneur en Raad van het gedagte Ceijlons Gouvernement, gedateerd 27:ste Junij; Zoo is, naar Lecture van gem: Missive, verstaan, daarop p:r het naar Tranquebar te vertrecken staand’ Deensch Konings Schip Wagerin in antwoord te laten afgaan, dat men niet in gebreeken zal blijven, om de van hier gevorderde Landsproducten, Zo na mogelijk te voldoen, dog dat Sulx ten opzigte der Equipagie goederen volstrekt onmogelijk Zijnde, men egter hoopt dat het Schip de Held Wolthemade meede sedert behouden te Ceijlon zal mogen weezen aangeland, en het Tweede nog voor dat Gouvernement uijt het Vaderland gedestineerd Schip alhier in’t kort meede zullende komen aan te landen, voorm: Ceijlonse Regeering dus uijt derselver verleegendheijd ter Zaake voorsz: Zullen zijn en verder werden gered.
Terwijl men voorts, sodanig montant van Rd:s 3000:-, als door voorsz: Schipper Duminy, van voorm: Regeering is ontfangen, door denselven alhier in ‘S Comp:s Cassa zal laten voldoen.
Vervolgens wierd door den Heer Hoofd Administrateur Pieter Hacker, met verzoek, om daarop dispositie te erlangen, in Rade geproduceerd d’ onderstaande Memorie.
‘Memorie van het nabeschr: Ijzer, Houtwerken, Metzelsteenen, Bier, Olijven Olij, Clappus Olij en wat dies meer zij, uijt de volgende Scheepen, Zo te min, gebroken, als bij pijling minder, als meede de Lijf Eijgenen in de Ses Jongst gepasseerde Maanden, door de natuurlijke Dood overleeden, het Vee in gemelde tijd, zo verrekt als door het wild gedierte vernield, en eijndelijk diversse Goederen Sedert p:mo Septbr A:o pass:o tot Ult:mo Aug:s in de resp:ve Pakhuijsen onbruijkbaar bevonden, alles volgens verklaringe blijkende, Namentlijk’
‘
Uijt de Herstelder . | |||
Afschr: { | 4 1/2 | gros Lange Tabaks Pijpen op 20 Gros in 1 Cas L:a G: gebroken. | |
912 | lb: ijzer gesort: op 81000 lb bij naweeging te min | ||
Verkoopen { | 1: | p:s gr: Balk van 6:en 8 d:me op 37 p:s | } gebrooken |
3: | d:o d:o d:o d:o 4: d:o 5 d:o d:o 38: d:o | ||
5: | d:o d:o Sparren d:o 15: d:o 18 V:t d:o 50: d:o | ||
18: | d:o d:o Ribben d:o 2: d:o 3: d:m d:o 100: d:o | ||
15: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 3: d:o d:o 150: d:o | ||
30: | d:o d:o Latten d:o 1 1/2 d:o 2: d:o d:o 150: d:o | ||
20: | d:o d:o d:o d:o 1: d:o 2: d:o d:o 200: d:o | ||
30: | d:o d:o d:o d:o 1: d:o 1 1/2 d:o d:o 250: d:o | ||
15: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2: d:o 1 1/2 d:o d:o 150: d:o | ||
3: | d:o d:o Deelen d:o 3 1/2: d:o 4: d:o d:o 50: d:o | ||
14: | d:o d:o d:o d:o 2 1/2 d:me d:o 400: d:o | ||
18: | d:o d:o d:o d:o 2: d:o d:o 580: d:o | ||
23: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o d:o 550: d:o | ||
51: | d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o 900: d:o | ||
40: | d:o d:o d:o d:o 1: d:o d:o 500: d:o | ||
43: | d:o gezaagde Deelen d:o 400: d:o | ||
Uijt 't Hof ter Linde . | |||
Afschr: | 2 1/2 | Vaten Theer, tot het opvullen van 17 1/2 Vaten verbruijkt. | |
Uijt de Held Woltemade | |||
Verkoopen { | 2 | p:s Juffers lang 30 à 36 V:ten op 45 p:s gebroken | |
3: | d:o Sparren l:g 15: d:o 18 d:o d:o 25: p:s gebroken | ||
Afschr: { | 2: | d:o Eijke planken van 3 d:me op 5 p:s te min, zijnde volgens opgave der Scheeps-Overheeden, in Nederland niet meer ontfangen | |
Uijt Catwijk aan Rhijn . | |||
Verkoopen { | 4: | p:r ijzere Potten gesort:d op 50 p:s | } gebroken |
25: | d:o Amst:se Coornschopen d:o 175 d:o | ||
Afschr: { | 7: | d:o Potlode Smeltkroese d:o 48 d:o | |
37: | d:o Drinkglasen gesort:d d:o 250 d:o | ||
Verkopen { | 2: | d:o Juffers van lang 30 à 36 V:ten op 80 d:o | |
Afschr: { | 2 3/4: | Vaten Theer tot het opvullen van 17 1/4 Vaten verbruijkt. | |
10 | p:s Houte Botteliers Pompen op 50 p:s te miin | ||
49 | lb Spaanse Zeep op 841 lb te min | ||
169 1/5 | Cann: Lijn Olij op 40 halve Aamen pijlende 31 van 2, 5 van 3, 3 van 4: en 1 van 5 d:m wan. | ||
49 3/5 | Cann: Olijven Olij op 12 halve Aamen, waar van 8 van 2: en 4: van 3 d:me wan | ||
3/15 | Flessen gedistileerde Wateren op 1 kelder gebroken, | ||
1236 | Cann: Anker Bier op 100 Vaten, pijlende 52 van 3, en 48 van 4 d:me wan | ||
Afsch: en tot oud Cabeltouw te gebruijken { | 1 | p:s groote draaij reep dik 8 d:men | } bijna op het midden geschavield, en dus tot verder ten eenemaal onbequaam. |
1 | d:o Focke d:o d:o d:o 7 d:o | ||
het een van 't ander inneemen en afschr: { | 6 | p:ren Ploegen gesort:de, gevonden in steede van 6 p:s Veerploegen | |
Uijt Amsterdam . | |||
Afschr: { | 27: | Cannen Clappus Olij op 342 Cann: in 4: heele Aamen, pijlende 3 van 4: en 1: van 5 d:men wan, zijnde 7 7/8 prC:to ruijm | |
Uijt de Morgenster . | |||
Afschr: { | 36: | Cann: Clappus Olij op 498 Cann: in 5 heele en 1 halve Aam, pijlende de heele Aamen 3 van 4 en 2 van 5 d:m wan, zijnde 7 1/4: prC:to Schaars. | |
't Gouvernement Ceijlon weder te rug reekenen { | 1 | p:s Sloepsdreg, wegende naar gissing 50 lb met dies Touw door d' Overheeden van 't Schip Amsterdam alhier agter gelaten, en ingevolge genomen besluijt in rade van Cijlon op den 13: 8ber 1780 in aanreekening bij Colombose Factuur van den 7:9ber 1780 herwaards aangereekend, alhier niet te vinden. | |
In't Negotie-Pakhuijs. | |||
Afschr: { | 79 | lb Tabak bij 't naweegen van 72 Rollen in 2: Cassen te min, p:r 't Schip Ceres aangebragt. |
Uijt de Herstelder . | |||
Afschr: { | 4 1/2 | gros Lange Tabaks Pijpen op 20 Gros in 1 Cas L:a G: gebroken. | |
912 | lb: ijzer gesort: op 81000 lb bij naweeging te min | ||
Verkoopen { | 1: | p:s gr: Balk van 6:en 8 d:me op 37 p:s | } gebrooken |
3: | d:o d:o d:o d:o 4: d:o 5 d:o d:o 38: d:o | ||
5: | d:o d:o Sparren d:o 15: d:o 18 V:t d:o 50: d:o | ||
18: | d:o d:o Ribben d:o 2: d:o 3: d:m d:o 100: d:o | ||
15: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 3: d:o d:o 150: d:o | ||
30: | d:o d:o Latten d:o 1 1/2 d:o 2: d:o d:o 150: d:o | ||
20: | d:o d:o d:o d:o 1: d:o 2: d:o d:o 200: d:o | ||
30: | d:o d:o d:o d:o 1: d:o 1 1/2 d:o d:o 250: d:o | ||
15: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2: d:o 1 1/2 d:o d:o 150: d:o | ||
3: | d:o d:o Deelen d:o 3 1/2: d:o 4: d:o d:o 50: d:o | ||
14: | d:o d:o d:o d:o 2 1/2 d:me d:o 400: d:o | ||
18: | d:o d:o d:o d:o 2: d:o d:o 580: d:o | ||
23: | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o d:o 550: d:o | ||
51: | d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o 900: d:o | ||
40: | d:o d:o d:o d:o 1: d:o d:o 500: d:o | ||
43: | d:o gezaagde Deelen d:o 400: d:o | ||
Uijt 't Hof ter Linde . | |||
Afschr: | 2 1/2 | Vaten Theer, tot het opvullen van 17 1/2 Vaten verbruijkt. | |
Uijt de Held Woltemade | |||
Verkoopen { | 2 | p:s Juffers lang 30 à 36 V:ten op 45 p:s gebroken | |
3: | d:o Sparren l:g 15: d:o 18 d:o d:o 25: p:s gebroken | ||
Afschr: { | 2: | d:o Eijke planken van 3 d:me op 5 p:s te min, zijnde volgens opgave der Scheeps-Overheeden, in Nederland niet meer ontfangen | |
Uijt Catwijk aan Rhijn . | |||
Verkoopen { | 4: | p:r ijzere Potten gesort:d op 50 p:s | } gebroken |
25: | d:o Amst:se Coornschopen d:o 175 d:o | ||
Afschr: { | 7: | d:o Potlode Smeltkroese d:o 48 d:o | |
37: | d:o Drinkglasen gesort:d d:o 250 d:o | ||
Verkopen { | 2: | d:o Juffers van lang 30 à 36 V:ten op 80 d:o | |
Afschr: { | 2 3/4: | Vaten Theer tot het opvullen van 17 1/4 Vaten verbruijkt. | |
10 | p:s Houte Botteliers Pompen op 50 p:s te miin | ||
49 | lb Spaanse Zeep op 841 lb te min | ||
169 1/5 | Cann: Lijn Olij op 40 halve Aamen pijlende 31 van 2, 5 van 3, 3 van 4: en 1 van 5 d:m wan. | ||
49 3/5 | Cann: Olijven Olij op 12 halve Aamen, waar van 8 van 2: en 4: van 3 d:me wan | ||
3/15 | Flessen gedistileerde Wateren op 1 kelder gebroken, | ||
1236 | Cann: Anker Bier op 100 Vaten, pijlende 52 van 3, en 48 van 4 d:me wan | ||
Afsch: en tot oud Cabeltouw te gebruijken { | 1 | p:s groote draaij reep dik 8 d:men | } bijna op het midden geschavield, en dus tot verder ten eenemaal onbequaam. |
1 | d:o Focke d:o d:o d:o 7 d:o | ||
het een van 't ander inneemen en afschr: { | 6 | p:ren Ploegen gesort:de, gevonden in steede van 6 p:s Veerploegen | |
Uijt Amsterdam . | |||
Afschr: { | 27: | Cannen Clappus Olij op 342 Cann: in 4: heele Aamen, pijlende 3 van 4: en 1: van 5 d:men wan, zijnde 7 7/8 prC:to ruijm | |
Uijt de Morgenster . | |||
Afschr: { | 36: | Cann: Clappus Olij op 498 Cann: in 5 heele en 1 halve Aam, pijlende de heele Aamen 3 van 4 en 2 van 5 d:m wan, zijnde 7 1/4: prC:to Schaars. | |
't Gouvernement Ceijlon weder te rug reekenen { | 1 | p:s Sloepsdreg, wegende naar gissing 50 lb met dies Touw door d' Overheeden van 't Schip Amsterdam alhier agter gelaten, en ingevolge genomen besluijt in rade van Cijlon op den 13: 8ber 1780 in aanreekening bij Colombose Factuur van den 7:9ber 1780 herwaards aangereekend, alhier niet te vinden. | |
In't Negotie-Pakhuijs. | |||
Afschr: { | 79 | lb Tabak bij 't naweegen van 72 Rollen in 2: Cassen te min, p:r 't Schip Ceres aangebragt. |
‘Volgens bijgevoegde Reekeningen van den Opziender van ‘S Comp:s Slaven Logie, gesterkt met Secretariale Verklaringen zijn in de jongst gepasseerde maanden Maart, April, Maij, Junij, Julij en Augustus van ‘S Comp:s Lijf Eijgenen door de Natuurlijke Dood Overleeden, te weeten.’
‘
Afschr: { | 16: | kloeke Jongens |
1: | School d:o | |
15: | kloeke Meijden | |
1: | School d:o | |
2: | Zuijgende d:o | |
3: | Bandiete Jongens |
Afschr: { | 16: | kloeke Jongens |
1: | School d:o | |
15: | kloeke Meijden | |
1: | School d:o | |
2: | Zuijgende d:o | |
3: | Bandiete Jongens |
‘En volgens geannexeerde reecq:gen van de Landdrosten gesterkt met Secretariale beEedigde Verklaringen, /:excepto die van de Baasen der Posten de Riet valleij aan de Buffeljagts Rivier en ‘t Oute-Niqualand , die vermits de tijds omstandigheeden niet Caabwaards hebben kunnen komen, tot het geeven dier verklaringen en het beEedigen derselve, zal sulx in de aanstaande Maand Febr: werden gedaan,:/ zijn in voorsz: tijd van ‘S Comp:s Beestiaal, Zoo verrekt als door het Wild Gedierte vernield geworden.’
‘
Afschr: { | 972: | p:s Runderen |
59: | d:o Paarden | |
3: | d:o Ezels | |
5: | d:o Bokken. |
Afschr: { | 972: | p:s Runderen |
59: | d:o Paarden | |
3: | d:o Ezels | |
5: | d:o Bokken. |
‘De volgende Goederen zijn geduurende dit Boekjaar ofte Sedert primo September A:o pass:o tot Ult:o Aug:s deezes Jaars bij diversse Administrateurs onbequaam en onbruijkbaar bevonden, te weeten.’
‘
In't Negotie Pakhuijs. | |||
Verkopen { | 4: | p:s Pijlaken gemotteerd | } p:r den Hoeker Catwijk aan Rhijn aangebragt |
24: | d:o Mans Bolkvangers | ||
4: | d:o Jongens d:o | ||
14: | d:o Mans wolle packen | ||
4: | d:o Jongens d:o d:o | ||
8: | d:o Mans Linne d:o | ||
3: | d:o Jongens d:o d:o | ||
20: | p:ren Wolle koussen | ||
6: | d:o Linnen d:o | ||
39: | p:s Hembden | ||
9: | p:ren Schoenen | ||
2: | p:s Waakrokken | ||
In 'S Comp:s Wijnkelder. | |||
tot het maken van diversse Vaatwerken ten dienste deeses Gouvernements te emploijeeren { | 103 | p:s heele Leggers Onbequaam, als | |
10 | p:s uijt het Gouvernement | ||
13 | d:o van de Hoekers in ruijling | ||
6 | p:s van 't Schip Hoogcarspel | } alhier verbleeven | |
9 | d:o d:o d:o de Paarl | ||
15: | d:o d:o d:o Honcoop | ||
14: | d:o d:o d:o Middelburg | ||
36: | d:o d:o d:o de Dankbaarheijd | ||
8 | p:s Halve Leggers onbequaam van de Hoekers in ruijling ontfangen. | ||
Inneemen { | 91: | p:s Heele Leggers bequaam, als | |
13 | p:s van 't Schip Hoogcarspel | } alhier verbleeven | |
22 | d:o d:o d:o de Paarl | ||
21 | d:o d:o d:o Honcoop | ||
14 | d:o d:o d:o Middelburg | ||
21 | d:o d:o d:o de Dankbaarheijd | ||
In 'S Comp:s Hospitaal. | |||
Verkoopen { | 7: | p:s Siften | } Onbequaam |
6: | d:o Tinne Gangbeckens | ||
9: | d:o Klisteer Spuijten | ||
1: | d:o Coopere Staartpan | ||
18: | p:s Schaaren | ||
24: | Laat Lancetten | ||
8: | d:o Hegt Naalden | ||
2: | d:o gewigt doosjes | ||
Op de Wapencamer. | |||
Verkoopen { | 55 | p:s Granadiers Houwers | } Onbequaam |
65 | d:o Pattroon Tassen | ||
Bij 't Equipagie Pakhuijs. | |||
Verkoopen { | 50 | p:s Leere Brand Emmers, die door langduurig gebruijk, onbequaam Zijn geworden. | |
Afschr: { | 2 | p:s Landschuijten ten eenemaal afgevaren | |
Op 'S Comp:s Stal | |||
Verkopen { | 14: | p:ren Paarde Stangen | } onbequaam |
14: | d:o Stiegbeugels | ||
bij d' Arthillerie | |||
Verkopen { | 1: | p:s Voorwagen voor't Canon | } onbequaam |
1: | d:o Affuijt van 1 lb | ||
In 'S Comp:s Hout-Maguazijn. | |||
Verkopen { | 6 | p:s Jatij Molen planken van 1 1/2 d:men | } dewelke door een felle Z: O:te wind 'snagts tusschen den 23 en 24 Maart jongste van hunne stapels zijn gewaaijd, en gebroken geraakt. |
21: | d:o d:o d:o d:o d:o 1 d:o | ||
In't Dispens. | |||
Verkopen { | 1561 | p:s Gonnij Zakken verrot en onbequaam Als meede nog volgens opgaaf van den E: Dispencier. | |
Op de onkost reecq. van de Scheepen belasten. { | 420 | p:s koorn Zakken, die tot het overbrengen van Meel na de Saldanhabaaij aan de nate noemene Scheepen Zijn geleend geworden, en door het verbranden en neemen der Engelssen Zijn verlooren gegaan, als. | |
93 | p:s met 't Schip Middelburg verbrand | ||
95 | d:o d:o d:o d:o Hoogcarspel | } door de Engelschen genomen | |
72 | d:o d:o d:o d:o de Paarl | ||
86 | d:o d:o d:o d:o Honcoop | ||
74 | d:o d:o d:o d:o de Dankbaarheijd |
In't Negotie Pakhuijs. | |||
Verkopen { | 4: | p:s Pijlaken gemotteerd | } p:r den Hoeker Catwijk aan Rhijn aangebragt |
24: | d:o Mans Bolkvangers | ||
4: | d:o Jongens d:o | ||
14: | d:o Mans wolle packen | ||
4: | d:o Jongens d:o d:o | ||
8: | d:o Mans Linne d:o | ||
3: | d:o Jongens d:o d:o | ||
20: | p:ren Wolle koussen | ||
6: | d:o Linnen d:o | ||
39: | p:s Hembden | ||
9: | p:ren Schoenen | ||
2: | p:s Waakrokken | ||
In 'S Comp:s Wijnkelder. | |||
tot het maken van diversse Vaatwerken ten dienste deeses Gouvernements te emploijeeren { | 103 | p:s heele Leggers Onbequaam, als | |
10 | p:s uijt het Gouvernement | ||
13 | d:o van de Hoekers in ruijling | ||
6 | p:s van 't Schip Hoogcarspel | } alhier verbleeven | |
9 | d:o d:o d:o de Paarl | ||
15: | d:o d:o d:o Honcoop | ||
14: | d:o d:o d:o Middelburg | ||
36: | d:o d:o d:o de Dankbaarheijd | ||
8 | p:s Halve Leggers onbequaam van de Hoekers in ruijling ontfangen. | ||
Inneemen { | 91: | p:s Heele Leggers bequaam, als | |
13 | p:s van 't Schip Hoogcarspel | } alhier verbleeven | |
22 | d:o d:o d:o de Paarl | ||
21 | d:o d:o d:o Honcoop | ||
14 | d:o d:o d:o Middelburg | ||
21 | d:o d:o d:o de Dankbaarheijd | ||
In 'S Comp:s Hospitaal. | |||
Verkoopen { | 7: | p:s Siften | } Onbequaam |
6: | d:o Tinne Gangbeckens | ||
9: | d:o Klisteer Spuijten | ||
1: | d:o Coopere Staartpan | ||
18: | p:s Schaaren | ||
24: | Laat Lancetten | ||
8: | d:o Hegt Naalden | ||
2: | d:o gewigt doosjes | ||
Op de Wapencamer. | |||
Verkoopen { | 55 | p:s Granadiers Houwers | } Onbequaam |
65 | d:o Pattroon Tassen | ||
Bij 't Equipagie Pakhuijs. | |||
Verkoopen { | 50 | p:s Leere Brand Emmers, die door langduurig gebruijk, onbequaam Zijn geworden. | |
Afschr: { | 2 | p:s Landschuijten ten eenemaal afgevaren | |
Op 'S Comp:s Stal | |||
Verkopen { | 14: | p:ren Paarde Stangen | } onbequaam |
14: | d:o Stiegbeugels | ||
bij d' Arthillerie | |||
Verkopen { | 1: | p:s Voorwagen voor't Canon | } onbequaam |
1: | d:o Affuijt van 1 lb | ||
In 'S Comp:s Hout-Maguazijn. | |||
Verkopen { | 6 | p:s Jatij Molen planken van 1 1/2 d:men | } dewelke door een felle Z: O:te wind 'snagts tusschen den 23 en 24 Maart jongste van hunne stapels zijn gewaaijd, en gebroken geraakt. |
21: | d:o d:o d:o d:o d:o 1 d:o | ||
In't Dispens. | |||
Verkopen { | 1561 | p:s Gonnij Zakken verrot en onbequaam Als meede nog volgens opgaaf van den E: Dispencier. | |
Op de onkost reecq. van de Scheepen belasten. { | 420 | p:s koorn Zakken, die tot het overbrengen van Meel na de Saldanhabaaij aan de nate noemene Scheepen Zijn geleend geworden, en door het verbranden en neemen der Engelssen Zijn verlooren gegaan, als. | |
93 | p:s met 't Schip Middelburg verbrand | ||
95 | d:o d:o d:o d:o Hoogcarspel | } door de Engelschen genomen | |
72 | d:o d:o d:o d:o de Paarl | ||
86 | d:o d:o d:o d:o Honcoop | ||
74 | d:o d:o d:o d:o de Dankbaarheijd |
’/:Onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 9: 8ber 1781 /:was geteekend:/ P: Hacker.’
Waarop verstaan is, de daarbij op gegeevene gestorvene Lijf Eijgenen en verrekt Beestiaal, bij de Negotie-Boeken deezes Gouvernements te doen afschrijven, en met de gespecificeerde te kort komende, mitsgaders defect aangebragte goederen, te handelen, als in margine van voorsz: Memorie is aangeteekend.
Sijnde voorts meede nagezien de Reekening der restant gebleevene mitsgaders in de Jongst gepasseerde Ses Maanden verstrekte Zeguls, Luijdende als volgt.
‘
Zeguls D' A:is 1780/1 | ||||||||||||||||||||
Debent. | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | 1/8 | 1/4 | 1/2 | 3/4 | 1: | 2: | 3: | 4: | 5 : | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60 |
P:mo Maart 1781 restant verbleeven | 20: | 1251: | 849: | 56: | 103: | 81: | 67: | 47: | 33: | 45: | -: | 14: | 25: | 24: | 28: | 8: | 2: | 3: | 5: | 4 |
voorsz: datum bijgekomen. | 2000: | 800: | 500: | -: | 300: | 100: | -: | 100: | -: | -: | 100: | 50: | -: | -: | -: | 50: | -: | -: | -: | -: |
Somma | 2020: | 2051: | 1349: | 56: | 403: | 181: | 67: | 147: | 33: | 45: | 100: | 64: | 25: | 24: | 28: | 58: | 2: | 3: | 5: | 4: |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | 1/8 | 1/4 | 1/2 | 3/4 | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60 |
Sedert p:mo Maart tot dato deeses verkogt | 1282: | 789: | 380: | 16: | 159: | 59: | 13: | 34: | 23: | 1: | 16: | 22: | 4: | 2: | -: | 12: | 1: | -: | -: | -: |
de dato deezer restant | 738: | 1262: | 969: | 40: | 244: | 122: | 54: | 113: | 10: | 44: | 84: | 42: | 21: | 22: | 28: | 46: | 1: | 3: | 5: | 4 |
Somma | 2020: | 2051: | 1349: | 56: | 403: | 181: | 67: | 147: | 33: | 45: | 100: | 64: | 25: | 24: | 28: | 58: | 2: | 3: | 5: | 4: |
Zeguls D' A:is 1780/1 | ||||||||||||||||||||
Debent. | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | 1/8 | 1/4 | 1/2 | 3/4 | 1: | 2: | 3: | 4: | 5 : | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60 |
P:mo Maart 1781 restant verbleeven | 20: | 1251: | 849: | 56: | 103: | 81: | 67: | 47: | 33: | 45: | -: | 14: | 25: | 24: | 28: | 8: | 2: | 3: | 5: | 4 |
voorsz: datum bijgekomen. | 2000: | 800: | 500: | -: | 300: | 100: | -: | 100: | -: | -: | 100: | 50: | -: | -: | -: | 50: | -: | -: | -: | -: |
Somma | 2020: | 2051: | 1349: | 56: | 403: | 181: | 67: | 147: | 33: | 45: | 100: | 64: | 25: | 24: | 28: | 58: | 2: | 3: | 5: | 4: |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rd:s | 1/8 | 1/4 | 1/2 | 3/4 | 1: | 2: | 3: | 4: | 5: | 6: | 8: | 10: | 12: | 15: | 20: | 25: | 30: | 40: | 50: | 60 |
Sedert p:mo Maart tot dato deeses verkogt | 1282: | 789: | 380: | 16: | 159: | 59: | 13: | 34: | 23: | 1: | 16: | 22: | 4: | 2: | -: | 12: | 1: | -: | -: | -: |
de dato deezer restant | 738: | 1262: | 969: | 40: | 244: | 122: | 54: | 113: | 10: | 44: | 84: | 42: | 21: | 22: | 28: | 46: | 1: | 3: | 5: | 4 |
Somma | 2020: | 2051: | 1349: | 56: | 403: | 181: | 67: | 147: | 33: | 45: | 100: | 64: | 25: | 24: | 28: | 58: | 2: | 3: | 5: | 4: |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop Ultimo Augustus 1781. /:was geteekend:/’
‘P: Hacker /:en daar onder:/ deeze Reekening door ons Onderget:s Independent Fiscaal en gecommitteerde Leeden uijt den E: Agtb: Raad van Justitie deeses Gouvernements behoorlijk nagezien en met de restanten geconfronteerd Zijnde, is dezelve in allen deelen accordeerende bevonden, datum ut Supra. /:geteekend:/ W: C: Boers, G: H: Cruijwagen, S: V: Echten /:lager:/ mij præsent. /:en geteekend:/ C: L: Neethling Secret:s’
En nadien uijt voorsz: Reecq: consteerd, dat de in deselve Ses maanden verkogte Zeguls een Somma van Rd:s 1888 en 4: Schell: bedragen, Zoo is besloten, dat dit montant volgens gebruijk, in ‘S Comp:s Cassa gebragt zijnde, bij bovengem:de Negotie-Boeken zal werden ingenomen.
Laatstelijk is op het dieswegens bij Request gedaan verzoek, van den Ondercoopman en Secertaris van Justitie Christiaan Ludolph Neethling, aan denselven in eijgendom uijtgegeeven een Stukje Lands tot een Erf, geleegen in den Dorpe van Stellenbosch , tusschen het nieuwe Kerkhoff en Molenwater, groot Twee Honderd Quadraat Roeden en Zeven en Negentig dito Voeten; terwijl uijt de aan’t voorsz: Request geannexeerde Attestatie van Landdrost en Heemraaden blijkt, dat met d’ uijtgave van’t voorsz Stukje Lands aan niemand eenig nadeel zal werden toegebragt.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 177-178.¶
Woensdag den {17811010} 10 Octob:r 1781.
Den Burger Johannes Smook aan wien het aanrijden van Berg- en Metzel-Klippen, mitsg:s andere Bouwstoffen voor het onder handen zijnde nieuwe Hospitaal voor den tijd van drie Jaaren is aanbesteed geweest, thans verzoek komende te doen, daarvan te mogen werden ontslagen, Zo is, na dat Sulx bij de Heeren Leeden des Raads in omvrage was gebragt, goedgevonden daarin te condescendeeren, mitsgad:s den aanvoer van ged: materialen, wederom voor drie Jaaren, tot dieselfde prijsen en op gelijke Conditiën als waarvoor dezelve bij opgem: Smook is aangenomen geweest, over te laten aan den meede Burger Jacobus Johannes Vos, en Sodanige Perzoon ofte Perzoonen, als hij met hem zal komen t’ associeeren, dewelke zig dan ook deswegens bij eene behoorlijke Acte Zullen moeten verbinden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 179-180.¶
Vrijdag den {17811012} 12 October 1781.
alle præsent uijtgenomen den E Equipagiemeester Damiën Hugo Staring.
Vermits het Overlijden van den Bode van Politie Carel Kerkman, goedgevonden zijnde, als Sodanig te laten optreeden den Substituut dito Claas Jacobsz: van Volderwijk, met vermeerdering van gagie tot ƒ30:- p:r m:d, onder een nieuw drie Jarig verband, is wijders, in plaatse van den laatstgem: wederom tot Substituit Bode van Politie aangesteld, den Schrijver bij het nieuwe Hospitaal Jan de Klerk van Amsterdam, met de gagie à ƒ20:- maandelijx, onder desselfs lopend verband.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 181-183.¶
Dingsdag den {17811016} 16 October 1781,
‘S voormiddags alle præsent.
Door den Edelen Heere Gouverneur geproduceerd zijnde een Missive, door den zig thans op ‘S E: Compagnies Post de Ganse Craal bevindende M:r Richard Lewin, aan zijn Edele en deezen Raade gerigt; Zoo is goedgevonden op het daarbij gedaan Verzoek, aan de Huijsvrouw van gedagte M:r Lewin te permitteeren, om alhier aan de Caab te komen, ten eijnde haare Craam ten Huijse haarer Ouderen uijt te houden, dog het verder verzoek van voorsz: M:r Lewin, om insgelijx herwaards op te komen, niet toe te staan.
Sijnde voorts in steede van den geweesen Schrijver bij ‘S E: Comp:s nieuwe Hospitaal Jan de Klerk, die onlangs tot Substituut Bode van Politie is bevorderd, wederom aangesteld, den Kok in dit Gouvernement Carolus Brouwers van Mastrigt, ende Sulx onder zijn lopend verband en winnende Gagie van ƒ20:- maandelijks, omme daarvoor den dienst als Schrijver zo wel bij het oude als nieuwe Hospitaal beijde, waar te neemen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 184-192.¶
Donderdag den {17811018} 18 October 1781
‘S voormiddags alle præsent.
Bij de Heeren Leeden rond geleesen en thans wederom ter Tafel gebragt weezende, een Missive door den Landdrost, mitsgaders Heem- en Krijgsraaden van Stellenbosch en Drakensteijn uijt derselver Sub dato 2: deezer gehoudene gecombineerde Vergadering aan deesen Raade gerigt, en luijdende als volgd.
‘Cabo de Goede Hoop.’
Aan den Wel Edelen Gestrengen Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsg:s Gouverneur en Directeur van Cabo voormeld en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en Edele Agtbaare Heeren!’
‘De Ondergeteekende Landdrost beneevens Heem- en Krijgs-raaden in hunne Vergaderingen geleezen hebbende het ingekomen Rapport van den Lieutenant en Eerste Commandant over de Velden in’t Oosten Adriaan van Jaarsveld, gedateerd den 20: Julij deeses Jaars, waaruijt is komen te blijken, dat eenige Caffers Capitains, daarbij met naamen uijtgedrukt, zig neevens de hunnen op nieuw aan dees’ zijde van de groote Visch-Rivier onder het verblijf van onze Ingezeetenen ingedrongen hebbende, den Commandant een getal gewapende Manschappen en Hottentotten bij een gezameld en daarop eerst bij herhaling door vermaningen en bedrijgingen alle pogingen aangewend had, om deselve Caffers, overeenkomstig het met die Natie aangegaan verdrag, weder na de overzijde van de gemelde Rivier te doen te rug keeren, mitsgaders verders, dat wanneer Sulx vrugteloos bevonden wierd, en de Ingezeetenen zig ten opzigte van dezelve Caffers, in groot gevaar quamen te bevinden, hij Commandant zig genoodzaakt had gevonden, geweld te gebruijken in op deselve Caffers te doen losbranden; bij welke geleegendheijd verscheijde van die Natie omgekomen en een deel van hun Vee overmeesterd geworden zijnde, men voortgevaaren was, ook nog andere Caffers, die, behalven hun aan dees’ zijde der groote Visch-Rivier genomen verblijf, daar en boven d’ Ingezeetenen van hun Vee hadden beroofd, insgelijx gewapenderhand t’ attacqueeren, en weder anderen met vrugt, alleen door bedrijgingen, van deeze zijde der meerm:de Rivier te verdrijven: wijders meede dat het bij de voorsz: onderscheijdene actien, van die Natie bemagtigd Hoorn-Vee op een aantal van 5300:- uijtkomende, waaronder zig verscheijden bevonden, die de Caffers bevorens van d’ Ingezeetenen hadden geroofd en ontmerkt, door den Commandant, na rijp overleg met de resp:ve Veld Wagtmeesters en Corporaals,om de daarbij gemelde reedenen onder de gezamentlijke Manschappen, die zig op dezelve Expeditie bevonden hadden, was verdeeld geworden; Sodanig nogthans, dat ingevalle deeze verdeeling niet mogt werden geapprobeerd, men zig in staat quam te bevinden, om het selve Vee weder uijt te leeveren; Zo hebben de Ondergeteekendens na overweeging van het een en ander, bestgedagt en goedgevonden, het voorsz: Rapport aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s pligtschuldig te præsenteeren, gelijk dezelve d’ Eere hebben, bij deezen te doen, met zeer eerbiedig verzoek, dat hoewel d’ Ondergeteekend:s onder’
‘Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s wijzer oordeel, vermeenen, door den Commandant in het geweldig verdrijven der Caffers, buijten de bepaalde Limieten, na dat zij daartoe vooraf ernstig aangemaand geworden Zijnde, zig dien overeenkomstig niet hadden willen gedragen, ingevolgen de aan hem verleende Instructie te werk te zijn gegaan, het van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s welbehagen zijn moge, omtrent het gedrag van den Commandant, zo in het attacqueeren der Caffers, als het geene verder daarbij voorgevallen is, inzonderheijd meede ten opzigte der gemaakte verdeeling van het overmeesterd Vee onder d’ Ingezeetenen, Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s approbatie te verleenen, dan wel Sodanig anders te disponeeren, als Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s oordeelen Zullen te behooren.’
‘Waarmeede de ondergeteekendens d’ Eere hebben, met het diepst Respect te blijven.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Gestrenge Heer en Ed: Agtb: Heeren! UW Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s zeer onderdanige en gehoorzaame Dienaaren /:was geteekend:/ P: G: de Wet, J:b Marais, H: O: Laubscher, P: G: Wium, J:b de Villiers, H: Groenewald, J: R: V: As, P:s A:s Mijburgh, S: J: Weijers, J: C: Groenewald, J:e Kats /:in margine:/ Ter gecombineerde Vergadering van Heemraaden en Krijgs-Officieren aan Stellenbosch den 2: Octob:r 1781.’
Soo is, gemerkt uijt het daarneevens overgezondene Rapport van den Lieutenant Adriaan van Jaarsveld, als Eersten Commandant in de ten Oosten leggende Velden, komt te blijken, dat de daarbij genoemde Hoofden der Caffers zig niet alleen tegens de met hun gemaakte Conventie, in groote menigte aan dees’ Zijde der groote Visch Rivier tusschen de bewooningen onzer Ingezeetenen ingedrongen, maar aldaar zo met het roven van Vee, als het mishandelen der Wagters, tot openbaare Vijandelijkheeden zijn overgeslagen, zonder op de aan hun gedaane herhaalde aanmaning zig wederom rugwaards over ged: Visch-Rivier te hebben willen begeeven, Sulx gem: Commandant van Jaarsveld heeft moeten komen tot dat uijtterste, om dezelve door geweld daartoe te noodzaaken, dierhalven verstaan, het verrigte door meerm: Commandant van Jaarsveld, als geschied zijnde conform zijn Instructie t’ approbeeren; dog de dispositie ten opzigte van het van meerm: Caffers ontnomene, en onder de Manschappen van het Commando verdeelde Vee, te houden in State.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 193-202.¶
Saturdag den {17811020} 20: Octobr: 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
De Vergadering door den Heere Gouverneur thans Extra Ordinair belegd zijnde, gaf Zijn Edele in dezelve te kennen, dat wanneer op Woensdag den 17 deezer, hier ter Rheede was verscheenen, het Deensch particulier Schip de Hoop , het welk volgens opgave van den daarop commandeerenden Capt:n Ulrick Lodberg, den 28: Junij deezes Jaars van Madrass dit heen was vertrocken, Zijn Edele gemelde Capitain had doen aanzeggen, alle de Documenten desselfs Schip en Lading betreffende, aan Land te brengen, en daarop den Ondergeteekende Equipagiemeester Damiën Hugo Staring en Schipper Justinus van Gennep had gecommitteerd, deselve papieren naauwkeurig te examineeren, dewelke naar verrigting van dien, aan hem Heere Gouverneur hadden overgeleeverd het onderstaande Rapport
Aan den Wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsg:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a
‘Wel Edele Gestr: Heer!’
‘D’ Ondergeteekendens, in opvolging van het door Uwe Wel Edele Gestr: bij een Schriftelijke Commissie aan hun gedemandeerde, van den Capt:n Lodberg, voerende het alhier ter Rheede Leggend’ Schip de Hoop , uijt naam ende van wegens Uwe Wel Edele Gestr: gevorderd hebbende visie der Papieren en Documenten, dien Bodem en dies Lading betreffende, en daarop door ged:e Cap:n Lodberg aan d’ Ondergeteek:s g’ exhibeerd weezende, eenige Papieren tot het een en ander betrekkelijk, hebben d’ Onderget:s bij Examinatie dier Papieren bevonden, dezelve te bestaan in’
‘D’ Ondergeteekendens dus verhoopende hiermeede aan het geEerd bevel van Uwe Wel Edele Gestr: te hebben voldaan, laten deezen dienen voor nedrig berigt.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo de Goede Hoop den 20 Octbr 1781 /:was geteekend:/ D: H: Staring, J: V: Gennep’
Uijt welk Rapport zijnde komen te blijken, dat alle de voorsz: Documenten zig in vereijschte Ordre bevinden, zoo is verstaan, het gementioneerde Schip de Hoop , alhier te admitteeren en toe te staan zig van de benodigde Ververschingen te mogen voorzien.
dan dewijl volgens het bevorens gedaan rapport, van ged: E: Staring, niet alleen de gantsche Equipagie van meermelden Deenssen Bodem, zig in een zeer desolaten toestand komt te bevinden, als dermaten van’t Scorbut aangetast zijnde, dat naauwlijx in staat geweest zijn, het Schip ter Rheede te brengen, maar dat ook den Capt:n en Stuurlieden, insgelijx zeer Swak en Ziek zijn, en gemelde Capt:n uijt dien hoofde zeer instantig had doen verzoeken; dat desselfs Impotenten aan Land mogte zenden.
En dat zig wijders op het selve Schip meede bevonden eenige Engelssen, zo mans als Vrouws-Perzoonen, van distinctie, dewelke daarmeede als Passagiers van Madrass waaren vertrocken, en al meede zeer Ziek en Swak Zijnde, insgelijx hadden verzogt, om t’ haarer herstelling aan Land te mogen komen.
Soo gaf den Heere Gouverneur in Consideratie, hoedanig in opzigte der voorsz verzoeken, zoude behooren te werden gehandeld, waarover gedelibereerd zijnde, goedgevonden en beslooten is, aan meermelde Deenssen Capt:n t’accordeeren, desselfs voorsz Impotenten, en daar onder den Opperstuurman als een der Swaarste Zieken, aan de Wal te mogen zenden, dog dat dewijl de Ondervinding te meermalen heeft geleerd, dat diergelijke Slegt gestelde Scheepen hunl: gebrek aan Volk, op allerhande wijze tragtende te vervullen, daartoe doorgaans veel van ons Volk tot deserteeren werd gedebaucheerd, oversulks daartegens zoo veel mogelijk te voorzien, en mitsdien die Ordres te stellen, dat voorschreeve Zieken, zig niet zullen mogen begeeven uijt het Huijs ofte Huijsen waarin zij zullen werden geplaatst.
dat ook de Vaartuijgen van het meermelde Schip de Hoop niet over en weder zullen mogen vaaren, en het drinkwater en andere ververssing dagelijks met ‘S Compagnies Vaartuijgen aan Boord zal werden gebragt.
Terwijl voorts, om te beletten dat door gemelde Engelsse Passagiers op geenerlij wijze, eenige nadeelige Correspondentie werde gevoerd, is beslooten om van dezelve alleen aan de bovengemelde Twee Juffrouwen in naamen M:rs Wood en [.....] te permitteeren, om neevens haare kinderen en Inlandse Diensboden aan de Wal te komen, ende Sulx almeede onder die bepaling van zig niet buijten haare Logementen te begeeven.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 203-218.¶
Dingsdag den {17811023} 23: Octobr: 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Ten opzigte der door de Regeering van Ceijlon van hier gepetitioneerde quantiteijt van 450‘000 lb Tarw, thans nader overwogen zijnde, de hooge noodzakelijkheijd om het voorsz: voor d’ E: Comp:ie van Zoo veel importantie zijnde Gouvernement, van het voorsz: Graan te voorzien, te meer dewijl het zeer te vreesen is, dat mits den præsenten Oorlog met d’ Engelschen, Ceijlon geen Rijst van Batavia, veel min Tarw uijt Bengalen of van elders te wagten heeft; is dierhalven voor den meesten dienst der E: Comp:ie eenpariglijk beslooten, om het bij dit Gouvernement gehoorend Freguat Jagtrust , hoe zeer het selve bij de tegenswoordige tijds gesteldheijd, alhier diende aan handen te blijven, t’ emploijeeren, om de voorsz: Tarw, mitsgaders zoo veel der meede g’ eijschte Wijnen, als het selve bequamelijk zal kunnen inneemen, naar Ceijlon over te voeren; Sullende het ged: Freguat ten dien eijnde met alle mogelijke Spoed in gereedheijd gebragt; en voor een reijze van Ses Maanden werden gevictualieerd.
Terwijl voorts is goedgedagt het gemelde Freguat van hier vertreckende, het Eijland Mauritius te doen aangieren, om van daar de route buijten het ordinair Vaarwater, in ‘S E Comp:s Instructie vermeld, naar Ceijlon te neemen; en mitsdien den E: Equipagiemeester Damiën Hugo Staring mitsg:s de Schippers Gerrit Bergh, Justinus van Gennep, Jan Willem Mecau en Francois du Miny, te committeeren, om ten overstaan van den Schipper van het voormelde Freguat Cornelis Andriessen, t’ overleggen, en vervolgens te dienen van berigt, welke Cours aan gemelde Schipper en verdere overheeden, zoude behooren te werden voorgeschreeven, om in het tegenwoordig Saisoen van hier naar het evengemelde Eijland Mauritius te steevenen, en de route die van daar buijten het gewoone Vaarwater naar Ceijlon zoude moeten werden genomen, alles ten eijnde zo veel mogelijk, t’ ontgaan het gevaar, om op deese Voijagie Schip of Scheepen des Vijands t’ ontmoeten; Boven het welke ook aan den Heer Gouverneur van het gemelde Eijland Mauritius , zal werden verzogt, het dikwerfgemelde Freguat, ingevalle daartoe geleegendheijd mogte zijn, zoo verre mogelijk, te doen convoijeeren; ofte andersints, wanneer meermelde Overheeden Sulx nodig mogte oordeelen, en dieswegens verzoek doen, met een Stuurman in de voorsz buijten gewoone te neemene Courssen ervaren, te adsisteeren, mitsgaders de Overheeden van Jagtrust , ook te voorzien van de nodige Seinen, ter verkenning der Fransse Scheepen ofte Esquadres, die zij zouden mogen komen t’ ontmoeten.
gelijk al verder is verstaan, dat dewijl het meermelde Freguat Jagtrust bij dit Gouvernement niet kan werden ontbeerd, den Heere Gouverneur en Raad te Colombo zullen werden verzogt, het selve ten Spoedigsten wederom herwaards te zenden, en ons daarmeede in retour te doen toekomen de Gonnij-Zacken, waarin de bovengem:de af te steekene Tarw, zal werden gedaan.
En nadien thans in ‘S Comp:s Dispens geen Hollandse Boter aan handen is, heeft men dierhalven moeten besluijten, den Ondercoopman en Negotie Overdrager Jan Fredrik Kirsten, te qualificeeren, om het geene daarvan tot Victualie van meerm:de Freguat Jagtrust werd vereijscht, van de particuliere Ingezeetenen tegens 9 Stuijvers het lb in te koopen.
Vervolgens is geleesen d’ Onderstaande Missive, door den Capitain van het ter Rheede leggende Deensch particulier Schip de Hoop , op gisteren aan deezen Rade gerigt.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur tot Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’
‘Het langdurig Stormagtig weder, dat ik gehad heb geduurende mijne reijze uijt Indiën, Sedert den 28 :ste Junij tot den 17: deezer, wanneer ik ter deezer Rheede geankerd ben, heeft mijne geheele Scheeps Equipagie in Sulke Ziekelijke omstandigheijd gebragt, waar door ik binnen korten tijd, 8 mannen heb verlooren, en 16 in eene miserabele omstandigheijd, met voorkennis van Uwe Wel Edele Gestr: aan de Wal gebragt; Egter met geene andere kwaalen behebt als Scheurbuijk, welke Ziektens zijn, die Zee-Lieden ordinair onderheevig zijn, onder welk getal zig meede mijn Opperstuurman bevind, die thans bedlegerig aan de Wal is, en de rest van’t Scheeps-Volk, nog aan boord zijnde, tot wijnige diensten bequaam, zo door hun klijn getal, als wel om boven aangehaalde OorZaaken, waarbij nog komt de nodige reparatie aan mijn Bodem, die door desselfs lang verblijf in Indien, niet in staat is, de reijze verder voort te zetten, ten Zij deselve boven water noodzakelijk werd gecalvaat, welke alle reedenen Zijn; die mij moveeren, mij onderdanigst te wenden, tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s met ootmoedige beede mij met deeze zo noodwendige hulpe t’ adsisteeren, bestaande in de volgende articulen, als.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren! Uw Wel Edele Gestr: DWDienaar /:was geteekend:/ Ulrick Lodberg. /:in margine:/ In’t Schip de Habet , leggende geankerd ter Rheede van Cabo de Goede Hoop den 22: October 1781.’
Waarop goedgedagt en beslooten is, aan gemelde Cap:n Lodberg, ter consideratie van desselfs debilen toestand te permitteeren, t’ zijner herstelling aan Land te mogen komen, mits dat Sulx en het verder over en weder vaaren, naar desselfs onderhebbenden Bodem, niet als met een onzer Vaartuijgen zal mogen geschieden, en dat door hem geduurende desselfs vertoef aan Land, werde in agt genomen, en strict geobserveerd, de bepalingen die aan hem ten dien belange Zullen werden voorgeschreeven, dog in het verder verzogte betreffende d’ adsistentie van Timmerlieden en Volk, om het Schip te calfateeren en het nodige Scheepswerk te verrigten niet te treeden.
Soo als ook naar Lecture eener nadere Missive van den op ‘S E: Comp:s Post de Ganse Craal geplaatsten M:r Lewin, waarbij desselfs bevorens gedaan verzoek, om neevens zijne Huijsvrouw zig van daar Caabwaards te mogen begeeven, komt te vernieuwen, is verstaan bij het op den 16:de deezer genomen besluijt te persisteeren, waar van den Heere Gouverneur heeft aangenomen aan gemelde Mr: Lewin kennisse te geeven.
dog is aan den Opperstuurman en geweezen Equipagiemeester te Souratte Johannes Boelen, die als Passagier met het Ceijlons Retour Schip de Morgenster alhier is aangeland, geaccordeerd, om desselfs voorgenomene reijze naar Europa , met het voorwaardsgemelde Deensch Schip de Hoop te mogen vervorderen.
Sijnde laatstelijk de PerZoonen van Francois de Wet tot Eerste en Willem Wium tot Tweede Adjudant bij de Cavallerij der Land militie aan Stellenbosch ende Sulx beijde met rang als Cornets aangesteld.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 219-221.¶
Saturdag den {17811027} 27 Octobr: 1781.
‘S voormiddags alle præsent uijtgenomen d’ E: Coopman en Dispencier Adriaan van Schoor.
De bij Resolutie van den 20:ste deezer vermelde met het Deensch Schip de Hoop alhier aangelande Engelsse Passagiers genaamd G: Taswell en M: M: Barnewal, thans meede in geschrifte komende verzoek te doen, om uijt hoofde hunner indispositie, geduurende het vertoef van opgemelden Bodem alhier aan Land te mogen komen; Soo is goedgedagt Sulx aan dezelve t’ accordeeren, mits zig direct van het Strand begeevende na de aan de Wijnberg geleegene plaats van den Brandmeester Charles von Cahman, die aangenomen heeft, gemelde M:rs Taswell en Barnewall aldaar te logeeren; Zullende aan dezelve egter werden aangekondigd, zig op geenerhande wijze van daar te verwijderen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 222-237.¶
Dingsdag den {17811030} 30:ste Octbr: 1781
‘S voormiddags alle præsent.
Door den Oudsten fungeerenden Burgerraad Christiaan George Maasdorp, heeden morgen aan den Heere Gouverneur gepræsenteerd zijnde een Request, het welk aan hem was gebragt, door eenige Burgers, die het selve neevens een groot aantal anderen hadden Onderteekend, heeft zijn Edele, het ged:e Request in Rade overgelegd, weezende van inhoude als volgd.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den Wel Edelen Agtb: Raad van Politie deeses Gouvernements.
‘Wel Edelen Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren!’
‘Wij Ondergeteekendens neemen met Eerbied, de vrijheijd, om aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s te vertoonen, hoe dat wij hebben ervaaren, dat door ordre van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s de Ingezeetenen in’t generaal bij sitting van Gecommitteerde Leeden, uijt UwelEdelens Agtb:ren Raade, beneevens de fungeerende en Oud Burgerraaden, zijn getaxeerd geworden, tot het opbrengen van een Swaare Somma gelds ijder, tot onderhoudinge van het in de aanstaande maand November vewagt werdende Commando uijt de Burgerrije der buijten Districten, dewelke alhier zullen moeten dienen tot verdubbelinge der Wagt posten, geduurende den tegenswoordigen Oorlog, en nademaal wij verneemen, dat Sulx voor ons veel te drukkende zoude vallen, om reedenen dat de Ambagten, haare neringe en handteeringe, genoegzaam in verval is, en bovensdien niet alleen Jaar in, Jaar uijt, zoo enkelde als dubbelde Wagten moeten doen, maar ook, ingeval van vijandelijke aanval, selfs met ende beneevens de Militairen, op de gevaarlijkste plaatsen tot bescherminge van deeze Plaats, ons moeten bloot stellen in geweer en Wapenen.’
‘dog dat wij nooijt hebben betoond eenige onwilligheijd ofte tegenzin te hebben gehad, in het welzijn van het algemeen, gelijk gebleeken is, hoe dat wij eenige Maanden onse Slaven hebben gegeeven tot het opwerpen van veschansingen en Fortificatie Werken, als meede bij verzoek, de Wagens en Paarden tot het rijden van Palmieten en bagagie Goederen der Franschen uijt de Baaij Fals , zonder enige betalinge daarvoor te genieten, en ook al Vier maanden lang beurt wisseling een Burger van de buijten Districten hebben in quartier gehad, waardoor wij meenen, genoegzaam te hebben getoond, niet onwillig te weezen, tot het dragen van alle billijke Lasten, die deeze tegenswoordige omstandigheijd en redelijkheijd van ons komt te vorderen.’
‘Zoo vinden wij dierhalven ons genoodzaakt, om van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s te verzoeken, bij deezen, dat het Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s mogen behagen, die Taxatie wederom in te trecken, en het Placcaat te vernietigen, mitsg:s ons geen meerder Laste, als bevoorens en wel laatst met den Oorlog tegens Vrankrijk geschied is, op te leggen, niet alleen om dat den handel reets stil moeten staan, doordien geen Coopwaaren met de Scheepen worden aangebragt, dat onse principaalste tak van bestaan alhier is, maar de Lasten tot dagelijx onderhoud van ons Huijsgezinnen zo al veel Swaarder zijn, en het welk alles moet verondersteld werden, meer en meer te Zullen toeneemen, na mate den Oorlog lang duurd.’
‘Alwaaromme wij dan verzoeken dat UwEd Gestr: en E: Agtb:re moge behagen, van op het ons verzoek, gunstig aandagt gelieven te willen slaan.’
‘Alzo wij anders te gemoed zien, om allengskens ten eenemaale tot Armoede te geraaken, door het Stil staan van onse dagelijxe broodwinning, wanneer wij op Wagten en Posten moeten leggen; terwijl wij niet in gebreeken zullen blijven, om bij verschijning van den Vijand, tot verdediging van deeze onse Plaats, dezelve op onse behoorlijke Posten, manmoedig als brave Burgers tegen te gaan; terwijl wij teffens verzoeken, dat UwEd Gestr: en E: Agtb: ook mogen behagen, om ten eijnde, bij onverhoopten aanval, een genoegzaam aantal van Manschappen in de nabijheijd bij der hand te hebben eenige Burgers der buijten Burgereije, bij de Lieden in de nabijheijd Zo van deeze Plaats als van Stellenbosch en Drakensteijn , /:mits dat zij dan zo lang van Commando’s mogen vrij blijven:/ te willen inquartieren, waardoor dan ook haare Paarden minder afgemat en beeter in staat gehouden worden, om bij generaale opontbod aanstonds spoedig Caabwaards te kunnen komen, dies wij dan op ons verzoek een gunstig antwoord en Schikking zullen blijven te gemoed zien, en inmiddels met alle Eerbied verblijven.’
’/:onderstond:/’
‘UwEdelens Gestrenge en E: Agtb: nedrige Dienaaren. /:was geteekend:/ J:s F: Dreijer, J:s D: Waal A:z H: P:r Warnecke, J: A: Hilzman, S: J: Wiedt, W: V: Reenen, J: Verlee, A: V: Breda, G: H: Bunding, J: C: Lotter, J: J: Theron, Johann:s Casper Morgenthaal, D: G: V: Reenen, J:k D: Vlamingh, Johannes Andries Bam, A: G: H: Teubes, E: C: Zimmerling, M: Hofman, H: Memeling, Andries Heijns, Mattias van Eijsen, Daniel de Waal, Dirk de Jong, Hendrik Heijns, Johannes Combrink, P: Meijer, J:s A:s Grundling, J: E: Heijdenreijk, P: Zeeman, Franciscus J:s Bestbier, P:s Theron, Samuël Fred:k Botha, M:l Pentz, J:s M:s Hertzog, H: P: Taute, Joh:s de Jong, J: P: Voges, J: G: Steijtler, P: D: Kock, J: Bremiker, Daniël Rood, Jacobus Mos, Jacobus Hegter, Louis Mostert, Andries Zeeman, J: J: Le Roes, J: T: Vlotman, M:s Smuts, F: D: Nicker, Gre: Pentz, Hans Jacob Greef, Willem Nieuwstad, D: H: Mellet, Joh:s Boonsaaijer, Zacharias Hermann Andries Willem Beck, Simon Johannes Faasen, Coenraad Hendrik Faasen, F: X: Jurgens, F: Brand, Martinis L: Smith, H: J: de Melander, A: V: Wielligh, S: van Breda, Johan Jacob Meijer, Bertr: J:s Mart: Eerhardie, J: A: Hartman, Abraham a de Haan, Johan Valintin Weber, Gert Romondt, Jacob Mostert, Hend:k Fred:k Cromhout, J:s Brink, J: G: van Reenen, Johannes Jacobus Le Roux, H: Ehlers, J:s G: Brink, L:s Biel d’ oude, Laurens Biel Junior, H: O: Eksteen p:zoon, H: de Waal, F: Hurlingh, Jan Daniël Herhold, Tobias Rogiers, J: W: Hurter, Johannes Roep, J: M: Elser, G: Wolhuter, Johan Christiaan Wijkardt, J: V: Schoor, J: A: Michel, P: Malet Senior, J: H: Helberg, J:s H:s Pieterse, D: Beukers, P: Heuningh, J: G: Bantjes, J: C: Schietekat,J: G: V: Helsdingen, Hend:k Brand, A:s D:l Grové, Jacobus Heuningh, Jan de Goede, C: P: Brand. /:in margine:/ Cabo de Goede Hoop, den 13 Octob:r 1781.’
Uijt den inhoude van welk Request, tot geen geringe verwondering blijkt, dat onaangezien de daarbij vermelde Taxatie, na ijders vermogen, en allesints zo dragelijk als immers mogelijk was, is geschied, en men dus met reeden had moeten verwagten, dat door een ijgelijk met alle bereijd willigheijd zoude zijn betaald, dat geene, waarop zijl: zijn getaxeerd geworden, daarvan egter nu het tegendeel moet ondervinden, nadien door voorsz: Teekenaars, op eene gantsch ongegronde wijze, tegens voorsz: ten algemeenen welzijn gemaakte Schikking werd gedoleerd; Terwijl het voorz: Request ook is onderteekend, door eenige, die als nog niet in die Termen Zijnde, om eenige belastingen te dragen, dus ook niet eens Zijn getaxeerd geworden; Sulx uit dit een en ander moet werden gesupponeerd, dat veele der Teekenaars van’t voorsz: Request, niet onderregt van het dragelijk tantum van Penningen, waarop zij getaxeed Zijn, zig daartegens alleen komen te beswaaren, door instigatie van andere qualijk geintentioneerde Subjecten, die niet te vreeden, met voor zig selven bij alle gelegendheeden, haar tegen de door deeze Regeering ten algemeenen wel Zijn gestelde Wetten en Ordonnantiën te verzetten, en die waare het mogelijk illusoir te maken; maar daartoe ook andere goede Ingezeetenen weeten te misleijden, dezelve van hunne Schuldige gehoorzaamheijd zoeken af te trekken, en dus doende het Vuur van Twist en Tweedragt meer en meer komen aan te blaasen; Weshalven goed gedagt en besloten is, tot narigt van Sodanige Teekenaars van het meermelde Request, die vermoedelijk niet weeten voor hoe lang en tot wat dragelijk tantum van Penningen, Zijl: Zijn getaxeerd geworden, in eene dieswegens expres te publiceerene en te affigeerene Placcaat te doen bekend stellen, de naamen van alle de voorsz: doleerende PerZoonen: Sodanig dezelve het meermelde Request agter den anderen hebben onderteekend, en daarneevens te voegen, het geene waarop zij getaxeerd zijn, waar door een ijgelijk van hun zullende kunnen zien, dat wel verre door voorsz: taxatie enigsints te weezen beswaard, daaromtrent integendeel naar ijders vermogen en met het uijtterste menagement is te werk gegaan, deselve oversulx de nova op het ernstigst zullen werden geordonneerd, om de voorsz: Penningen; waarop zij getaxeerd zijn, en sodanig dezelve in’t bovengem: Placcaat, nevens haare naamen, zullen weezen uijtgedrukt, prompt en zonder enige de minste verdere oppositie te betaalen aan de geene, die dezelve uijt naam van Burgerraaden van haar Zullen komen invorderen, en ophaalen; op pœne dat tegens d’ onwillige naar Teneur der dieswegens op den 12:de deezer gedane advertentie, in regten zal werden geprocedeerd.
Aldus GeresoLveerd ende gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 238-243.¶
Dingsdag den {17811106} 6 Novbr 1781.
‘S voormiddags alle præsent
Ten aanzien door de buijten gewoone uijtgaaf van Penningen, die men in de tegenswoordige tijds omstandigheijd heeft moeten doen, de bij dit Gouvernement aan handen geweest zijnde Contanten op zeer wijnig na, ten eijnde zijn geraakt, en het daarbij zeer onzeeker is, of er eenig naamwaardig montant p:r Assignatie in ‘S E: Comp:s Cassa staat te werden geteld, Sulx men behalven het geene ‘er voor de Ordinaire en buijtengewoone uijtgaven werd vereijscht, ook nog van een aanzienlijk tantum van Penningen diende voorzien te Zijn, om daar uijt de op handen zijnde Leverantie van Tarwe /:waarvan den Ougst zig zeer favorabel voordoed:/ te kunnen voldoen; is dierhalven verstaan, den Heer Hoofd Administrateur Pieter Hacker te qualificeeren, om de benodigd zijnde Contanten, ten behoeve der E: Comp:ie van de Ingezeetenen alhier op te neemen, tegens een half proC:to ‘S maands ofte zoo veel minder als dezelve Zullen kunnen werden genegotieerd; egter maar ter tijd toe bij verschijning der uijtkomende Scheepen, het benodigde geld uijt de zelve zal kunnen geligt, en daarmeede de voorsz: opgenomene Contanten wederom afgelost worden.
Thans meede getreeden zijnde ter dispositie over het vee, ‘t welk bij de Laatst voorgevallene actie met de Caffers, van dezelve ontnomen en provisioneel onder de Manschappen van het Commando is verdeeld geworden; zoo is verstaan, haar het ged:e Vee, voor ditmaal te laten behouden, zonder dat hieruijt egter enige consequentie voor het vervolg zal mogen werden getrocken, veel min Sulx te doen dienen tot een Basis, waarop door onse Ingezeetenen eenig querel tegens de voorsz: Caffers zal mogen gezogt, en Zijlieden dus van het haare berooft worden.
Aan d’ Officieren van het bij dit Gouvernement gehoorend Freguat Jagtrust , toegestaan weezende, mits hun op handen zijnde vertrek naar Ceijlon , procuratien te mogen passeeren, om derselver bij D’ E: Comp:ie te goed behoudene maandgelden in’t Vaderland te mogen laten ontfangen, Soo is bij die geleegentheijd verstaan, om aan alle verdere Dienaaren, die Sulx meede zullen komen te verzoeken, insgelijx te permitteeren, de voorsz: Volmagtschappen als nu te mogen passeeren.
En nadien den op het ged:e Freguat Jagtrust bescheijden zijnde Chirurgijn Christoffel Bernhard Le Suure, door desselfs continueele debauches in den drank en’t verwaarloosen zijner dienst, niet langer in dien Post kan werden gelaten, heeft men dierhalven moeten besluijten, hem te deporteeren tot Zijn vorige qualiteijt van Soldaat à ƒ9:- ter Maand, om als Sodanig van hier naar’t Vaderland te werden weg gezonden.
Laaatstelijk geliefde den Heere Gouverneur te communiceeren, dat den Oud Heemraad en titulair Capt:n der Burgerije alhier Gerrit Munnik, zig op gisteren bij zijn Edele hadden vervoegd, en te kennen gegeeven, dat hij op het bekomen berigt, van bij de gedaane taxatie van Penningen, dewelke in steede van de inquartiering der Landmilitie was ingevoerd, op een considerable hoge Somma te weezen gesteld, uijt dien hoofe het Request dat daartegens door diversse Perzoonen was opgemaakt, meede onderteekend had, dog dat hij t’ sedert beeter g’ informeerd en met voorsz: Taxatie volkomen te vreeden zijnde, verzogte dat desselfs naamteekening onder het voorsz: Request mogte werden te niet gedaan, en hierop zijne gedagte handteekening in præsentie van Zijn Edele, met de penne had doorgehaald.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 244-254.¶
Dingsdag den {17811113} 13 Novbr 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
Door den Landdrost mistgaders fungeerende en Oud Heemraaden van Stellenbosch en Drakensteijn , ingevolge en ter voldoening van het Sub 9:de der even afgeweekene maand October bij deezen Rade genomen besluijt, de daarbij geordonneerde Taxatie behoorlijk gedaan zijnde, zo wierd door den Heere Gouverneur geproduceerd, d’ onderstaande Missive, door dezelve ten dien belange onder den 7: deezer maand, aan deeze Regeering gerigt.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinair van Nederlands India, mitsgad:s Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘Wel Edelen Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’
‘Ingevolge Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s zeer g’ Eerde ordre, vervat bij derselver Extract Resolutie Sub dato 9:de October Jongstl; omme door Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Drakensteijn , de Ingezeetenen der gemelde Districten, dewelke aan dees’ zijde van de Hottentots Hollandse - Stellenbosche - en Drakensteijnse mitsgaders Rode Zandse Gebergtens , aan de Vier en Twintig Rivieren , en zo in’t ronde woonagtig zijn, en niet tot het doen van eenige wagten, Commando’s en Picquetten aan de Hoofd-plaats behoeven op te komen, na rato van een ijders vermogen, te werden getaxeerd, tot het opbrengen van zeeker Tantum van Penningen, ten eijnde daaruijt gedeeltelijk te kunnen vinden de ongelden, die tot het inquartieren der Land-Militie bij de Caabse Inwoonderen, noodzakelijk zoude moeten werden gedaan, zo hebben d’Ondergeteekende Landdrost en Heemraaden zo fungeerende als Oude, op heeden de voorsz: Ingezeetenen na rato van ijders vermogen zo veel na te gaan was, in diervoegen getaxeerd, als bij de dieswegens geformeerde Lijst staan aangeteekend, bedragende dezelve een Somma van Rd:s 791: en 6 Schell:; welke Taxatie-Lijst, de Onderget:dens d’ Eere hebben, Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s approbatie toe te Zenden, met zeer nedrig verzoek, dat ingeval Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s de voornoemde Taxatie mogten goedkeuren, het van hoogst derselver welbehagen zijn moge, de Ondergeteekendens te qualificeeren, van tijd tot tijd, dan wel om de Vier maanden eens Zitting te houden, tot den ontfangst der voormelde penningen, ‘t welk telkens bij Billietten, gelijk ten opzigte van’t Schapen- en Beesten-geld alhier in gebruijk is, zoude kunnen werden gedaan.’
‘Waarmeede verhoopende aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s zeer gerespecteerde Ordre te hebben voldaan, hebben de Ondergeteekendens d’ Eere, met de uijtterste Submissie te zijn.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren! Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s zeer Onderdanige en gehoorzaame Dienaaren. /:was geteekend:/’
‘O: G: De Wet, J:bs Conterman, P: D: Villiers de Oude, P: G: Wium, J:b De Villiers, H: Groenewald, J:b De Villiers J:Z., J:s A:s Mijburgh, J:n De Villiers, H: Cloete, T: A:s Theron, Pieter du Toit d’ Oude, W: C: Coetzer, J: B: Hofman, J: D: Villiers J: p:, Stephanus du Toit, H:dk Louw, J: d: Villiers A:Z.’
’/:in margine:/’
‘Ter Vergadering van Heemraaden aan Stellenbosch den 7 Novbr: 1781’
Waarop is verstaan, gemelde gedaane Taxatie, zodanig als dezelve bij de dieswegens meede overgezondene Lijst is uijtgedrukt, t’ approbeeren; en het voorsz: Collegie mitsdien te qualificeeren, om van tijd tot tijd, dan wel om de Vier Maanden eens, sitting te houden tot den ontfangst der penningen, waarvan telkens Billiëtten, gelijk zulx ten opzigte van het Schapen- en Beesten geld gebruijkelijk is, de nodige advertentie zal werden gedaan.
Terwijl voorts goedgedagt en beslooten is, dat Sodanige der onder voorsz: Districten van Stellenbosch en Drakensteijn sorteerende Ingezeetenen, dewelke wel over het bepaald Gebergte woonen, zig egter onder het bereijk der alarm-Seinen bevinden, en volgens expresse Ordres ofte Schikkingen, g’ eximeerd zijn, om bij een generaal opontbod herwaards op te komen, insgelijx ten fine voorsz zullen moeten werden getaxeerd.
Sullende meerm: Taxatie ook in’t District van Swellendam moeten geschieden, en ten dien eijnde aan Landdrost en Heemraaden aldaar, werden afgegeeven Extracten, zo van dit, als het onder voormelde 9 Octbr: Jongstl: genomen besluijt, ten eijnde zig daarna te reguleeren.
Verders overwogen zijnde, dat bij verschijning des Vijands alhier, dezelve hunne attacque ongetwijffeld, het eerst tegens de ter Rheede leggende Scheepen zullen dirigeeren, en dat de Situatie deezer Tafelbaaij Sodanig is, dat de Scheepen niet Zo na onder het Geschut der Battereijen kunnen leggen, om door dezelve ten vollen te kunnen werden gedefendeerd; is dierhalven raadzaam geoordeeld, en dienvolgens besloten, om ten eijnde de in de Ceijlonse Retourscheepen Amsterdam en de Morgenster afgeladene 3000 Baalen Caneel, als bijzonder van veel Waarde voor de Compagnie zijnde, te conserveeren, dezelve uijt evengem:de kielen te doen ontlossen, en hier aan Land te laten brengen; waartoe dan, gemerkt ‘er in ‘S Compagnies Pakhuijsen geen ruijmte tot derselver berging werd gevonden, een of meer Pakhuijsen, van d’ Ingezeetenen zullen werden ingehuurd.
Gelijk meede is verstaan, om de rijst dewelke zoo aan evengemelde Twee Ceijlonse Bodems, als aan de Bataviase Scheepen d’ Indiaan , en Batavia , tot victualie van het volk is meede gegeeven, door den langen tijd dat dezelve in voormelde Scheepen is afgeladen geweest, reets considerabel door de Calanders is doorvreeten, voor verder bederf te bewaaren, insgelijx aan Land te doen brengen, ten eijnde behoorlijk te kunnen werden gelugt.
Laatstelijk is op’t dientwegen door den Kerkenraad der Lutherse Gemeente gepræsenteerd Request, en om de reedenen daarbij vermeld, goedgedagt, om ten dienste haarer Kerk, het daar annex leggend’ Stuk Erfs, ter groote van drie en Tachtig Quadraat Roeden en Een Honderd En Twaalf dito Voeten, aan dezelve in Eijgendom te verleenen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 255-279.¶
Vrijdag den {17811116} 16 Novbr 1781.
‘S voormiddags alle præsent.
In deezen buijten gewoon belegde Vergadering wierd door den Heere Gouverneur te kennen gegeeven, dat op gisteren in den voormiddag de Clokke negen Uuren, bij zijn Edele waaren verscheenen, den Oud Commissaris van Civile en Huwelijx Zaaken Hendrik Pieter Warneke, den Burger Lieutenants Jan de Waal Arendsz: en Servaas van Breda, mitsg:s den Burger Jan Andries Grundling, dewelke zoo voor zig selven, als uijt naam van alle de Teekenaars van het Request, bij Resolutie van den 29: ste October jongstl: vermeld en wiens naamen om de daarbij aangehaalde reedenen, met het Tantum van Penningen waarop zijl: ingevolge het op den 18 Septbr: bevorens genomen besluijt, waaren getaxeerd geworden, in het op den deezer gepubliceerd placcaat, heeft doen bekend stellen; zeer instantig verzoekende, dat het voorsz: geaffigeerd Placcaat, dog mogte werden weggenomen, dewijl vermeenden dat zij door dies inhoude bij haare meede Burgeren zouden werden aangezien als Lieden die qualijk gezind waaren, en zig niet wilden onderwerpen, aan alsulke Wetten en Schikkingen, als bij deeze Regeering ten algemeenen welZijn wierden gemaakt, daar dog niemand van hun zig dus verre in het dragen eeniger Lasten tot dat eijnde strekkende, onwillig betoond had, met plegtige belofte zoo voor hun, als alle overige Teekenaars van het voorsz Request, om promptelijk te zullen voldoen de quotas waarop zij waaren getaxeerd, en bij zoo verre ‘er ijmand van hun mogte zijn, die vermeenen zoude, te hoog gesteld te zijn, Sulx op eene betamelijke wijze te zullen voordragen.
dat hij Heere Gouverneur hier op aan gemelde Hendrik Pieter Warnecke, Jan de Waal Arendsz; Servaas van Breda en Jan Andries Grundling hadde geantwoord, dat daar men van haare zijde met te gehoorzaamen moeste beginnen, zijn Edele hunl: belofte wel wilde aanneemen, ingevalle zijl: in’t positive konden verclaaren uijt naam van alle de Teekenaars van’t Request, te spreeken, het geen door haar op een Stellige wijze verzeekerd zijnde, hij Heere Gouverneur haarl: verders had voorgehouden, dat eene betaling door de een voor den ander niet konde voldoen, overzulx door een ijder in’t bijzonder desselfs aandeel zoude moeten werden voldaan, en dat bij aldien in allen gevalle op zijn Edelens voordragte, bij deezen Rade, het besluijt tot wegneeming der voormelde geaffigeerde Placcaaten mogte werden genomen, egter daar onder niet zoude kunnen werden begreepen, alsulke der meermelde geaffigeerde Placcaaten, die men zoude bevinden op d’ een of andere wijze mishandelt te zijn, veel min op eenige wijze te doen aanroeren, het placcaat dat tegens de Kerkmuur aangeplakt Zijnde, op de allerschandelijkste wijze is gemutileerd geworden: welk gedoente Zijl: betuijgden insgelijx ten hoogsten te verfoeijen, en daarom niets meer te wenschen, dan dat deeze verregaande baldadigheijd en moedwil mogte ontdekt, en de daders dieswegens opentlijk konden gestraft worden; en laatstelijk nog gantsch zeer hadden verzogt, dat het door hun gepræsenteerd origineel Request, aan hun mogte te rug gegeeven, ofte andersints verbrand worden, en deeze geheele Zaak dus gehouden worden als nooijt gebeurd.
Weshalven welgemelden Heere Gouverneur vervolgens in consideratie gaf, of en in hoe verre men zoude vermijnen, reflectie op de voorsz: verzoeken te slaan; waarop overwogen zijnde, dat het oogmerk, waarom men het voorsz: Placcaat met bekendstelling van de naamen der Teekenaars van het meerm: Request, heeft doen publiceeren en affigeeren, alleen is geweest, om daardoor de verkeerde indrukselen, die aan haar nopens de gedaane taxatie haarer Perzoonen mogten zijn gegeeven, weg te neemen, en langs dien weg voor te komen de moeijlijkheeden en extremiteijten waartoe men onvermijdelijk zoude moeten komen, ingevalle voorsz: Perzoonen verder onwillig bleeven, te voldoen de penningen waarop zij getaxeerd zijn; daar nu door haare plegtige belofte, om voorm: penningen dadelijk en zonder eenige verdere oppositie te betaalen, aan d’ intentie deezer Regeering staande voldaan te werden, dus wel eenige inschikkelijkheijd omtrent haare bovengemelde verzoeken konde werden plaats gegeeven, oversulx goed gedagt en besloten is, de door voorsz: Teekenaars gedaane belofte, om de Penningen waarop zij getaxeerd zijn, prompt en zonder de minste tegenkanting te voldoen, t’ accepteeren, en mitsdien de affigeerde afschriften van het Placcaat, dewelke op geenerleij wijze geschonden zijn, te doen bedecken, met op of over dezelve heen te doen plakken, Sodanige Billietten, als ‘er, ‘t zij van vrijwillige verkoopingen of andere publicq te makene zaaken, voor handen zijn, dog daar entegen de afschriften van het meermelde Placcaat, die maar eenigsints zullen werden bevonden, mishandelt te zijn, en inzonderheijd het bovengem:de dat op een allerverfoeijelijkste wijze is geschonden, onaangeroerd te laten, en dat wijders het Origineel Request gecachetteerd, mitsgaders van andere Papieren afgezonderd, ter Politicque Secretarije zal werden geseponeerd.
Waarna door welgem: Heer Gouverneur wierd overgelegd een Request door de fungeerende Burgerraaden Christiaan George Maasdorp en Adam Gabriel Muller, aan zijn Edele overhandigd, hebbende tot bijlage een Extract uijt de Notulen, gehouden in den Burger Krijgsraad alhier Sub dato 7 deeser maand, luijdende beijde als volgd.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Politicquen Raad.
‘Wel Edelen Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’
‘Geeven met vereijschte Eerbied te kennen Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s Onderdanige Dienaaren Burgerraaden deezer Colonie, hoe dat tot verscheijde reijzen door de Burger Weed:we van Daniel Langeveld, aan hun is te kennen gegeeven, dat op voordragte van den Eerwaarden Kerkenraad haaren Zoon den Burger Jochem Langeveld in ‘S E: Comp:s dienst was aangenomen, om van hier verzonden te werden, waarop Burgerraaden zo veel mogelijk onderzoek hebben gedaan, naar het gedrag van gemelde Langeveld, gelijk uijt de verzellende aanteekening onder Zitting van den 30:ste October jongstl: blijken kan, dat er verscheijde Luijden zijn, die aantoonen, dat hij zig wel gedragen heef, dus d’ Onderget:s genoodzaakt vinden, de Zaak aanneemende hun te wenden tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s, te meer, vermits d’ E Krijgsraad aan wien de Weed:we Langeveld, haar insgelijx geaddresseerd heeft, volgens almeede geannexeerde Extract Notul van gemelde Vergadering, als verzoekende dat Burgerraaden, daar over mogte requestreeren.’
‘Soo is ‘t dat wij, uijt overweeging van het een en ander, Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s bij deezen zeer nedrig insteeren, dat vorengen:de Langeveld, wederom uijt ‘S E Comp:s dienst ontslagen en in Burger vrijdom mag werden gesteld.’
’/:Onderstond:/’
‘’T welk doende &:a.’
‘Extract uijt de Notulen der E: Burger-Krijgsraad aan Cabo de Goede Hoop’
‘Woensdag den 7 Novbr: 1781.’
‘De Weed:we den Burger Jacobus Langeveld aan deeze Vergadering te kennende hebbende gegeeven, hoe dat haar Zoon den Burger Jochim Langeveld, voor eenige tijd op het verzoek van’t wel Eerw: Collegie van Kerkenrade alhier, buijte haar kennis of gedaane klagten, in ‘S E Comp:s dienst was genomen, om eerstdaags na Batavia te werden verzonden, verzoekende zeer ootmoedig dat het den E: Krijgsraad mogte behagen en haar devoir aan te wenden, dat gemelde haare Zoon, weder in zijn vorige Burgerregt en vrijdom hersteld wierde.’
‘Waarop E: Krijgsraad goedgedagt heeft, dit verzoek te stellen in handen van E: Burgerraaden met verzoek zig daarover bij Requeste te addresseeren aan den Wel Edele Gestr: Heere Gouverneur en E: Agtb:re Raad deezes Gouvernements.’
’/:onderstond:/’
‘Accordeerd /:was geteekend:/ C: A: Logen Scriba.’
Naar Lecture van welk Request en Extract Notul, den Heere Gouverneur geliefde te kennen te geeven, dat nadien den Capitain en Hoofd der Militie alhier d’ E: Robbert Jacob Gordon, als Præsident des voorm: Krijgsraads, van het voorgevallene in die Vergadering, aan zijn Edele verslag hebbende gedaan, onder anderen ook nopens het bovengemelde door de Weed:we Langeveld gedaan verzoek had berigt, dat haar was aangezegd, om dewijl dit een Zaak was van Burgerraaden, het selve dierhalven aan hun voor te dragen; hij Heere Gouverneur, vermits dit besluijt des Krijgsraads geensints conform was, met het bovengemelde door Burgerraaden overgegeeven Extract Notul, oversulx gedagte E: Gordon, dieswegens had onderhouden, die hierop onmiddelijk van den Scriba der Burgerije Christiaan Anthonij Logen, had gevorderd een Extract van het besluijt, in den Krijgsraad, nopens het voorsz: gedaan verzoek van de Weed:we Langeveld, en daarop ook dadelijk aan zijn Edele had overhandigd, Sodanige aanteekening als door bovengem: Logen in’t bijweesen van d’ E Gordon uijt het origineel Notulboek was getrocken; Terwijl meerm: Logen vervolgens aan hem Heere Gouverneur had overhandigd een bij hem onderteekend Extract uijt meerm: Notulen des Krijgsraads thans meede door zijn Edele geprocuceerd en aldus luijdende
‘Extract uijt de Notulen der E: Burger Krijgsraad aan Cabo de goede Hoop’
‘Woensdag den 7: Novb: 1781.’
‘de weed: den Burger Jacobus Langeveld aan deeze Vergadering te kennen hebbende gegeeven; hoe dat haar Soon den Burger Jochim Langeveld voor eenige tijd op versoek van ‘t Wel Eerw: Collegie van Kerkenraden buijten haar kennis of gedane klagten in ‘S E Comp:s dienst was genomen, om eerstdaags na Batavia te worden verzonden, versoekende dierhalven den E: Krijgsraad haar devoir aan te wenden, dat gem: haarer Soon, weder in zijne vorige Burger Vrijdom mogte hersteld worden.’
‘Waarop den E: Krijgsraad goed gedagt heeft, als zijnde een Zaak van E: Burgerraden, dierhalven haar verzoek aan dezelve moeten voordraagen.’
’/:onderstond:/’
‘Accordeerd. /: was geteekend:/ C: A: Logen Scriba.’
Ende ten aansien bij de te laatste Extract, het Besluijt des Krijgsraads in deezen voegen is aangeteekend.
Waarop den E: Krijgsraad goedgedagt heeft, als zijnde een Zaak van d’ E Burgerraden, dierhalven haar Versoek aan dezelve moes te voordragen; niet alleen is conform met het vorenaangehaalde Rapport van d’ E: Gordon, maar dat ook de voorsz: door hem aan den Heere gouverneur vertoonde aanteekening in zijn præsentie uijt het origineel Notulboek des Krijgsraads getrocken, en het zoo even gem Extract door ged scriba Loogen, als met hetzelve accordeerende is geteekend, overzulx voor valabel moetenden worden gehouden, het dus onbegrijpelijk voorkomt hoe dat in’t door Burgerraden overgelegd Extract, ‘t welk insgelijx onder dien zelfden datum van den 7 deezer maand door meerm: Scriba Logen is onderteekend substantieelijk heeft kunnen worden ter neder gesteld “Waarop d’ E: Krijgsraad goedgedagt heeft dit versoek te stellen in handen van d’ E: Burger Raden met versoek zig doorover bij Request t’ aadresseeren aan den Wel Edelen Gest: Heere gouverneur en E: agtb: politicquen Raad deezes Gouvernements” Soo is verstaan den meerm: aanteekening, mitsg:s beijde voors: Extract Notulen te stellen in handen van meerm: E: Gordon, ten eijnde dezelve te brengen in den Burger Krijgsraad en met dezelve deesen Rade vervolgens te dienen van Schriftelijk berigt, hoedanig op wat wijze en door wien het meerm aan Burgerraden afgegeeven, en zoo zeer met d’ origineel gehoudene Notul verschillend Extracte is voor den dag gekomen en afgegeeven, Sullende inmiddels en ter tijd toe het voorsz: Berigt zal weesen ingekomen, met de dispositie op een andere Notul des Burger Krijgsraads, behelsende d’ aanstelling eeniger onderofficieren, worden gesupercedeerd.
Terwijl al verder is goedgedagt, het bovengem door Burgerraden ingediend Request te stellen in handen van den Heer Independent FisCaal, M:r Willem Cornelis Boers, om hetselve in quantiteijt als Commissaris Politicq te brengen in’t Eerw: Collegie van Kerken Rade alhier ten eijnde de belangen die zij daartegen zullen vermeinen te hebben behoorlijk te kunnen inbrengen.
Sijnde laatstelijk door den Heer gouverneur overgelegd de Copie van zodanige Missive, als door haar Hoog Edelens de Heeren der hooge Indiase Regeering aan den gouverneur generaal der Eijlanden Mauritius en Bourbon den heer Vicomte de Souillac sub dato 13 Julij des voorl Jaars geschreeven en welk Copia, met het van daar gereverteerd Hoeker Schip Catwijk aan Rhijn , aan welgem Heer gouverneur toegesonden zijnde, aldus was luidende.
‘Au Chateau de Batavia le 13 Juill. 1781.’
‘A son Excellence Monsieur Francois Vicomte de Souillac Chev:r de S:t Louis , Capitaine de Vasseau, Commandant generals des Isles de France et de Bourbon .’
‘Monsieur’
‘Nous avons l’honneur de donner avis à votre Excellence, que selon les avis que nous avons recus, il a plu à sas Majesté Brittanique de declarer aux Provinces unies le 21: de Decemb: 1780, et que tout de Suite la Hostilités ont Commencé en Europe par la prise d’un Vaisseau de guerre que sa S. Majesté et de plusieurs navires marchands de notre Nation, et puisque nous suppasone que la guerre aura deja penetré dans L’ Inde, nous avons donné ordre a nos Ministres et Emploijés, et a tous les Sujets de notre Compagnie, non seule ment d’ étre sur leur garde, et de se mettre en etat de deffense, mais ausi de traiter la Nation anglaise partout ou ils pourront, et autant qu i’l seron dans leur pouvoir comme Ennemie et de leur faire tous les Dommages possibles tant parterre que par mer Eté puis que sa S. Majesté le Roy de France est de puis longtemps dans une guerre, oúver te avec la Couronne d’ angleterre , et qu’ainsi les Francais et la hollandais se trouvente dans la meme situation, et que les anglais sont devenu Ennemy commun des deuxs rations, nous avone fait reflexion que nos Interest mútuels demendent, que pour parvenir a notre But, de repousser, d’attacques, et de Vainere cet Ennemy commun, il est necessaire de nous engager reciproquement, dans cette Vue nous avons non seulement recommande a nos Ministres et Emploijes d entretenir avec la Nation Francaise la meilleure Correspondance, que sort utile et ne cassaire aux Interests des deux Nations de les resistor et de leur fournir tout secours raisonnable, comme nos allies, mais aussi nous avons donné plein pouvoir a Mons:r Falck gouverneur de Ceilon d’entrer en aliance avec votre Excellence, les Chefs de la Nation Francaise aux Indes et les Chefs de V:aux de guerre ou avec ceux qui ont les pouvoirs necessaires de concerter ensemble sur les moyens, par les quels on pourroit faire le plus de tort aux Ennemies, soit par mer soit par Terre, de faire un Plan d’un commun accord qu ‘on puisse execúter avec nos forces reunis, sort en prennant leurs v:aux, et leurs Charges, soit en occupant, et en se rendant maitre de leurs Colonies, Comptoires et Etablissements qui se trouvont aux Indes ou partelles voijes qu ‘on croira les plus propres et les plus salutaires nous nous flattons que votre Excellence sera dans la meme opinion, et ‘S apercevra de ce qu ‘il ij a de salutaire dans cette proposition, nous ne dou tons pas que votre Excellence ne sera deja memies des ordres necessaires de la part de Sa Majesté le Roy de France en ce Cas nous croyons qu ‘il sera necessaires que votre Excellence ay s la conté d’envoyer le plutot possible une personne de qualité et de Confiance, qui soit munies des Instructions necessaire, au gouverneur de Ceilon Falck a Colombe afen de Concerter et de ressoudre ensemble, sur les points et les articles qu’ils croirront necessaires et utiles pour reunir nos Interets receproques contre l’ Ennemie commun. En attendant nous prions dieux qu’ il vous aye en sa sainte garde.’
’/:onderstond:/’
‘Monsieur de Votre Excellence les tras affectionnes Serviteurs et amis le Gouvern general et conseillers des Indes /:get:/ Alting & a /:lager:/ conform a l’ original /:get:/ le V:e de Souillac’
En hierop verstaan meerm: Copia missive ter politicque Secretarij te doen seponeeren
Aldus geresolveerd ende gearresteerd In’t Casteel de goede Hoop Ten dage en Jare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 280-292.¶
Dingsdag den {17811120} 20 Novbr: 1781.
‘S voormiddags alle præsent
Is op heeden door ‘t Collegie van Weesmeesteren deeser Steede ingeleeverd het volgend Request
Aan den Wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgad:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb:ren Rade van Politie.
‘Wel Edele gestr: Heer en E: Agtb: Heeren’
‘Geeven met de meeste eerbied te kennen Weesmeesteren deeser Steede:’
‘dat op Saturdag den 17 deezer maand zijnde komen t’ overlijden de Huisvrouwe van Thomas Hinschman, als Passagierse op eene van onze E: Comp:s Scheepen uijt Bengalen aangeland, de Præsident van der Supp:lten Collegie geinformeerd geworden zijnde dat Abraham Chiron Boekhouder in dienst der E: Comp: bij wien dezelve Huijsvrouwe van voorn: Thomas Hinschman tot op eenige weinigen dagen geleeden gelogeerd was geweest, van intentie was de nodige ordres op des zelfs begraaffenissen te stellen en teffens in bewaaring te neemen alle de Goederen en Effecten soo door haar met er dood ontruijmd, als door haren Man alhier agter gelaaten, zig wel terstond bij gem: Abraham Chiron had geaddresseerd gehad, ten eijnde te moogen verneemen, op welk Fundamente dezelve Abraham Chiron pretendeerde bevoegd te zijn zig met denzelven nagelaten Boedel en goederen te melleeren, en van denselven Abraham Chiron tot antwoord bekoomen hebbende dat hij daartoe zoo uijt hoofde van de Papieren door denzelven Thomas Hinschman aan hem overhandigd, als uijt kragte van zodanige Papieren, als onder de nagelaatene Goederen van dezelve zijne Huijsvrouwe waaren gevonden, vermeende volkomen geregtigd te zijn, zig wel provisioneel, om geene onnodige Confusion in het doen begraven van deszelfs doode Lichaam te verwecken, daarmeede in zoo verre heeft geconsenteerd gehad, dan dat van ‘t een en ander aan der Supp:lten Vergadering door denzelven hunnen Præsident op heeden de nodige ouvertuure gedaan zijnde, de Supp:lten onder eerbiedige reverentie begrijpen, dat hoe zeer misschien wel op Fundament van den Letter van der Supp:lten Instructie zou kunnen worden gesustineerd dat de bereddering van Boedels en Nalatenschappen, met er dood ontruijmd en agtergelaaten door Vreemdelingen welke alhier passeeren, strict genomen niet aan hunne zorge was toebetrouwd, en dat zij dus ook met geen het minste regte de allergeringste ouvertuure of elucedatie, veel min eene verpligtinge tot de dadelijke aanvaardinge van dien zouden kunnen sustineeren, des alles egter niet teegen staande de oirspsronk de natuurlijke aart en eijgenschap van der Supp:lten Collegie schijnen meede te brengen, dat door hen zoo wel voor het Intereste van Vreemde onmondige kinderen en geinteresseerde Erfgenamen, dewelke zouden kunnen sustineeren regt te hebben op de nalatenschappen van Vreemde Passagiers, dewelke alhier zonder de noodige voorzorge daaromtrend gemaakt te hebben koomen t’ overlijden, als voor het Interesse van de onmondige geinteresseerden in de Boedels van die geene, welke alhier hun Domicilium hebben gehouden, behoord te worden gewaakt.’
‘dat de Supp:lten in dat begrip verseerende, en egter uijt hoofde van de duijsterheijd hunner Instructie ten dien opzigten, zonder Uw Wel Ed Gestr en E: Agtb:s uijtdrukkelijke qualificatie niet gaarne met het een of ander van die Natuur willende melleeren, het raadsaamst hebben geoordeeld, zig zoo tot Conservatie van het regte der onmondige en andere absenten geinteresseerdens, als om te voldoen aan de verpligting waar onder zij zig oordeelen te leggen, te keeren tot UEd: Gestr: en E: Agtb:s, met ootmoedig versoek, dat het Uw Wel Ed Gestr en E: Agtb:s mooge behaagen omme denzelven Abraham Chiron t’ ordonneeren aan Uw Wel Ed Gestr en E: Agtb:s als oppervoogden, te geeven Visie en exhibitie van alle zodanige Papieren, waarop hij zijn gepretendeerde regt van Executeur en Voogd der minderjaarigen, zal kunnen goed vinden te fundeeren, en na examinatie van dezelve, indien daar uijt mogte komen te blijken, dat daarbij op eene legale en in regten bestaanbaare wijze zoo ten opzigte van het executuurschap als omtrend de Voogdije der minderjarige Erfgenamen, ten zijnen opzigte was gedesponeerd geworden, als dan aan de Supp:lten dien reguard en tot hunne securiteijt te verleenen eene behoorlijke acte van dechargen.’
‘En ingevalle dezelve Papieren en doCumenten mogten worden bevonden van die legale en bestaanbaare Kragte te zijn gedestitueerd als dan voor het Interest van de onmondige en andere absente geinteresseerdens te desponeeren, zoo en indiervoegen, als UWel Ed: Gestr en E: Agtb:s tot meeste nut en Securiteijt van dezelve zullen oordeelen te behooren.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:lager:/ Uijt Naam en Laste van Weesmeesteren voormeld. /:was geteekend:/ T: C: Rönnenkamp Secret:s /:in margine:/ Ter WeesCamer aan Cabo de Goede Hoop den 19 Novb: 1781.’
Waarna door den Heere Gouverneur wierd overgelegd een Missive Sub 15: Septbr: pass:o door den in ‘t bovengem: Request vermelden M:r Hintsman voor deszelfs Vertrek uijt de Baaij Fals aan den Boekhouder Abraham Chiron geschreeven.
als meede een Brief door denzelven Chiron ontfangen van den alhier overgebleevene en zeedert gestorvene Huijsvrouw van ged: M:r Hintsman.
Bij welke eerstgem: Brief door voorsz: M:r Hintsman eijgenhandig geschreeven mitsg:s onderteekend in præsentie van den onderCoopman en Posthouder in de Baaij Fals , Christoffel Brand den Lieutenant Militair Johan Arnoudt Bleumer, en den opper Chirurgijn Jan Michaël Zeijd die zulx met hunne handteekeningen ook hebben bekragtigd op eene ampele wijze, & uijtgedrukte, hoedanig door ged: Chiron, zoo wel omtrend de hier gelatene goederen van hem M:r Hintsman, als ook bij overlijden van deszelfs Huijsvrouw met hunlieder kinderen zoude moeten werden gehandelt.
Terwijl deszelfs evengem: zeedert overleedene Huijsvrouw bij haare voorsz: afsterven de schickingen haare mans omtrend het een en andere heeft komen te bekragtigen.
Weshalven bij overweeging van alle de voorsz: omstandigheeden, en inzonderheijd de Clausul, volgens welks alle ampts persoonen door meerm: M:r Hintsman van d’ administratie hunner goederen en Voogdije der kinderen zijn
gesecludeert, zonder dat deszelfs overleedene Huijsvrouw zulx op eeniger hande wijze heeft komen teegen te spreeken is verstaan de voorsz: documenten te houden voor voldoende, en mitsdien Weesmeesteren voorm: van alle op en aanspraak weegens het niet aanvaarden der administratie der goederen en Voogdije over de kinderen van dikwerfgem: M:r Hintsman te dechargeeren, sullende de voorwaardsgem: origineele Brieven overzulx aan bovengem: Chiron worden gerestitueerd; na dat alvoorens van dezelve zullen weesen genomen authenticque Copias om ter Secretarije van politie te werden bewaard.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 293-314.¶
Vrijdag den {17811207} 7 decemb: 1781.
‘S voormiddags alle præsent
Gaf den Heere Gouverneur te kennen dat wanneer op den 17: october passato alhier was gearriveerd het deens particulier Schip de Hoop , en dat hetselve gelijk sulx aan deesen Rade ten vollen bekend was, zig ten opzigte zoo van het Schip als d’ Equipagie in dusdanigen slegten toestand quam te bevinden, dat men genoegsaam verzekerd konde zijn, dat gem: kiel in een geruijmen Tijd niet van hier konde vertrecken, zijn Edele overzulx niet noodzakelijk geoordeelt had daarteegens eenig maatregulen voor te slaan dog dat thans van den E Equipagiemeester Staring berigt bekonen hebbend dat het voorsz: Schip van deszelfs gebreeken hersteld en het Volk meede tot voorige gezondheijd geraakt was en den Capitain van hetzelve nu preparatie maakte om teegen den 15 deezer Maand deeze Rheede te verlaten hij Heere Gouverneur vermeende het thans tijd te zijn om gezamentelijk te besoigneeren hoedanig omtrend het voorm Deens Schip de Hoop behoorde te worden gehandelt, te meer dewijl door den hier aanweesenden Franschen Commissaris van ‘S Konings Marine de Heer Percheron op gisteren aan zijn Edele was overgegeeven de volgende Memorie
A Monsieur le Gouverneur et a Messieurs du Conseil superieur du Cap de bonne Esperance.
‘Monsieurs!’
‘Si le bruit qui se repand et qú ‘on m’assure etre fondé a quelque realité, je dois croire quele V:au le Habet portant Pavillon Danois qui est dans votre rade de puis plus de six Semaines metral sous voile incessament pour se rendre a sa destination.’
‘Vous n’ ignores pas Messieurs que la Chargemente de ces Navire a ete fait a Madrast qu il est absolument pour le compte des Anglais; qu ‘on apris le precaution d’ embarquer deux Officiers de terre et de Mer; qui ont pour mission principale de remettre au gournement anglais les paquets secrets dont ils sont chargé especialement de rendre Compte de la situation de cette puissance dans l’ Inde.’
‘dans une Conversation particuliere que jai eu avec Monsieur le Gouverneur il ij a quelques Jours je lui de demontre l’ avantage que nous pourrions tirer en nous procurant de vive force les pacquets Secrets qui sont dans les mains de M: Taswell, j’ ai ajoute queles loix de la guerre et le droit des Nations authorisoit une recherce exact des Papiers d’ un Ennemij mais il a eté retenu par lacrainte d’etre désaprouvé en Europe ‘
‘Ou je me trompe forte Messieurs ou je vous de vue persuades et frape de la Verite qu ‘on ne pouvoit permettre a ce vau de continuer son Voijage, vous en aves donne La preuve en ordonnante un Embargo sur son departe, ainsi que sur la descente a Terre de Passagers anglais’
‘Cette sage precaution continue devoit oprer la plus grande surete sur nos Interets communes.’
‘Si de pais on a cedde a des considerations generales ou a des Sollicitations particulieres permettre aux S:rs Taswell & Barnwel l ‘un Cap:ne de Port de Madrast et l’ autre Cap:ne d’ Infanterie de descendre a terre et domeurer pres du Cap ou ils peui ent entretenir une Correspondance criminele tandes que des anglais beaucoup moins dangereux pais qu ils etoient venus de Cap dans un tems oul’on ignorois la guerre avec cette Puissance ont eté eloigne autant qu on a pu le faire.’
‘I ‘l ne m’ appertient pas Messieurs de vous demander les motifs de cette difference mais comme il est de mon honneur et de mon de voir de mettre sous vos Ijeuix le danger den laisser sortir de votre Rade un V:au que tant de raisone nous rende Suspect Je dois aussi vous en fairel enter toutes les consequences.’
‘Nous ne devons pas douter quele Cap:ne du V:au Danois ne mette tout en usage pour se procurer la liberte den sorter de Votre Rade pour gagner S:te Helene ou les Officiers anglais de barqueront sans doute pour je rembarques sur les Corvettes destinees a faire parvenir des Nouvelles en Europe .’
‘Vous conceves bien Messieurs, qu ‘on ne manquera pas de donner avis que vous ete’s icij sans force maritime la Chefs de S:te Helene profiteronte de ces lumieres pour envoijer quelques Fregattes ou Cutter pour croiser et intercepter tous les Batimens qui chercheroient a entrer ou sortie du Cap:en pous sera l’ audace peut etre jus qu a venir insulter vos Vaisseaux et les notres a l’ encre ou les bruler sous nos Yeux quels moyens avons nous déviter ce malheur, je n’ en vois aucun si ce n’ est d envoyer inmediatement a bord du V:au le Habet une garde soit des Troupes hollandaises soit de francoiser qui repons dront des mouvements qu ‘on pourroit faire pour nous echapper’
‘Je croirois tres expedient aussi de ‘s assurer de passagers anglois hommes et Femmes a fin qu ils n’ aiente aucune Correspondance avec qui que ce soite du Cap’
‘Voila Messeurs toutes mes reflexions que je soumets a vos Lumieres et au desir que je vous connois pour le bien general et pour pouvoir rendre Compte au Ministre des representations que je vous faite a cet egard je vous Supplie de vouloir bien me donner acte de la presente requéte.’
’/:onderstond:/’
‘Fait au Cap de bonne Esperance 4 Decembre 1781. /:was geteekend:/ Percheron.’
Waarop gedelibereerd en overwoogen zijnde, dat gelijk de maatregulen dewelke ter sessien van den 23: en 27: der ged:e maand October zijn genoomen, en waarbij is verstaan de met hede voorn: Deens Schip hier aangelande Engelsse Passagiers, niet te permitteeren, zig hier aan de Caab te mogen onthouden, maar dezelve haar verblijf te doen neemen op de plaats van den Brandmeester Von Kahman met stricte ordre, om zig op geener hande wijze van daar te begeeven, principaal ten oogmerk heeft gehad om daar door des te beeter aan dezelve te beneemen de geleegendheijd om naderhand iets ten nadeele deezer Plaatse den Vijand aan de hand te geeven ofte helpen uijtvoeren, het geval zeedert heeft g’ exteerd dat de fransse Transport Scheepen le Necker en le Seiere , door een hier voor de wal gekruist hebbend’ Engels oorlogs Schip in’t gezigt deezer Tafelbaaij zijn genoomen invoegen dat wanneer men het voorn: Schip de Hoop van hier liet vertrecken, grootelijx zoude ten dugten zijn, dat hetselve ‘t zy het Eijland S:t Helena aanloopende dan wel in zee Schip of Scheepen der Engelssen ontmoetende dezelve dus Kundschap zouden bekoomen, dat zig thans geen ten oorlog toegeruste Fransse Scheepen tot deezer Rheede komen te bevinden en daarop ongetwijffeld niet zouden nalaten op nieuw hier voor de Wal te komen Kruijssen, waardoor dan zoo wel ‘S Comp:s hier verwagt wordende Scheepen, als die onzer bovengem: geallieerde groote gevaar zouden loopen in ‘S Vijands handen te vallen; buijten en behalven nog het geweld en de Vijandelijkheeden die door dusdanige Scheepen aan de thans aanweesende Vier retour bodems der E: Comp: zelfs hier ter rheede zouden kunnen werden gepleegd, Soo is dierhalven eenpariglijk beslooten het dikwerfgem: Deens Schip de Hoop voor eersten tot dat diesweegens nader zal weesen gedisponeerd, niet van hier te laten vertrecken en mitsdien gedagten E Equipagiemeester Staring te gelasten om daartoe in’t werk te stellen zodanige middelen als zal oordeelen nodig te zijn om hetzelve buijten staat te stellen in Zee te konnen steeken; terwijl al het Volk aan boord zal moeten blijven zonder wederom aan Land te moogen komen; En sal verder verstaan Extract authenticq van dit Besluijt aan voorengem: Heer Percheron te doen afgeeven.
Sijnde hierna nagesien eene Lijst der onder de Districten van Stellenbosch en Drakenstein sorteerende Perzoonen, dewelke wel over het bepaalde gebergte woonen de zig egter onder het allarm sein komen te bevinden, dog bij expressen ordres en Schickingen g’ eximeerd zijn om bij een generaal opontbod herwaards op te komen en onversulx ingevolge het onder den 13: Novbr jongstleeden genomen Besluijt meede onder de daarbij vermelde Taxatie zijn gebragt zoodanig als zulx bij voorsz: Lijst is uijtgedrukt; en is hierop verstaan, voorsz Taxatie t’ approbeeren, en met het ontfangen der Penningen ter Somma van Rijxsd: 234:2:- te doen handelen als met opzigte der voorige Taxatie is geordonneerd.
Vervolgens is naar Lectuure der onderstaande Missive sub 4 deezer uijt de Burger Krijgsraad van Stellenbosch voormeld aan deeser Rade gerigt
‘Cabo de goede Hoop.’
Aan den Wel Edelen gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg raad Extra Ordinaris van Nederlands India, mitsgad:s Gouverneur en Directeur van Cabo voorm: met ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb:ren Politiquen Raad.
‘Wel Edele Gestr: Heer en Ed: Agtbare Heeren!’
‘Bij ‘t resumeeren van eenige Rapporten der Veldwagtmeesters die niet onder de Veld Commandanten komen te sorteeren en welker Districten meede aan de geduurige roverijen der Bosjemans Hottentotten bloot staan, gezien hebbende dat dezelve tot nodige resistentie dier Rovers, van het benodigde busCruijt en Loot zijn ontbloot, terwijl men alhier ook geen het minste Voorraad meer aan handen is hebbende om hun volgens derzelver Versoek weeder behoorlijk op nieuw daarvan te voorsien:’
‘Soo neemen wij de vrijheijd Uwe Wel Edele Gestr: en Ed: Agtb: zeer needrig te versoeken, dat het hoogst dezelve gelieven mooge ons 1000 lb BusCruijt 2000 p:s Vuursteenen en 2000: lb: Loot te doen erlangen; ten eijnde daarvan zoo wel aan de voorm: Wagtmeesters successivelijk de nodige verstrecking te doen, als in andere voorkomende gevallen des noods vereijschte werdende van hetzelve gebruijk te maaken.’
‘Gelijk wij teffens eerbiedigst versoeken, dat het Uw Wel Edele Gestr: en Ed: Agtb:e behagen moge onze gedane aanstellinge van de Corporaals Johannes Jacobus Hamman en Albertus Petrus Meijburg tot Wagtmeesters, den eerstgem: onder de Comp: Dragonders van den Cap:t Pieter Gerhard Wium, en den laatstgen:den onder die van den Cap:t Jan de Villiers JP:z t’ approbeeren.’
‘Waarmeede wij met ‘t diepst respect d’ Eer hebben te zijn.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Gestrenge Heer en Ed: Agtb:re Heeren. Uw Wel Ed: gestr en E: Agtb:r zeer onderdanige en gehoorsame dienaaren. /:was geteekend:/’
‘O: G: de Wet, J: R: V: As, P: W: de Vos, H: P: Laubscher, J: A: Theron de jonge Jacob de Villiers J: P: Z:, S: J: Cats. /:in margine:/ Ter Krijgsvergadering aan Stellenbosch den 4 December 1781.’
goedgedagt om ten fine voorsz: te laten verstrecken
mitsg:s de door haar gedane aanstelling der bij gemelde Missive vermelde Persoonen tot onder officieren bij de Land Militie aldaar, te approbeeren.
door den Landdrost, mitsg:s de Collegien van Heemraden en Krijgs Officieren der Colonie Swellendam herwaards gesonden zijnde d’ Instructie, bij dezelve voor den Cornet en Veld Commandant Daniel Willem Keune geconcipieerd, soo is naar dees Lectuure verstaan, ged: Instructie meede goed te keuren en de voormelde gecombineerde Collegien aan te Schrijven, dezelve Indiervoegen aan voorn:den Veld Commandant te zijner narigt en observance af te geeven.
Terwijl wijders op het diesweegens gedaan Versoek van den Lieutenant onder de Landmilitie aldaar Louis van Wijk, denzelven van zijne functie ontslagen zijnde voorts wederom de volgende officieren zijn aangesteld, als
tot Lieutenant
Christiaan de Jager andriesz:
tot Cornet in plaatse van den bevoorens ontslagenen
Christoffel Snijman den adjudant Pieter Hendrik Fereira
en wederom tot adjudant
Douwe Gerbrand Stein jacobusz:
mitsg: tot staandaarjonker
Pieter du Plessis danielsz:
gelijk meede naar resumptie eener Reecq: van’t geene door den Baas van ‘S Comp:s Post het Vissershok zeedert p:mo Septbr tot ult:o Novemb: jongstleeden ten behoeve der aldaar gearresteerde Engelschen is verschooten, goedgedagt en beslooten is, het bedraagen dier reecq: ter Somma van Rijxdaalders 324:3:1: uijt ‘S Compagnies Cassa te laten voldoen.
Zijnde laatstelijk ten versoeke van voorwaards gemelde Fransse Commissaris de Marine de Heer Percheron vestaan, aan denzelven ten behoeve van ‘S Konings dienste 43 p:s leedige Leggers met een Capitaal advans over te laaten.
Aldus geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 315-369.¶
Dingsdag den {17811211} 11 decbr: 1781:
‘S voormiddags alle present.
Wierd door den Heer Gouverneur ter Tafel gebragt zodanig berigt uijt den Burger Krijgsraad alhier in dato 3: deeser geteekend bij d’ E: Robbert Jacob Gordon beneevens Twee Capitains van gemelde Krijgs Vergadering, verzeld van twee mede in scriptis gestelde verantwoordingen van den Scriba en adjunct Schrijver der Burgerije Christiaan Anthonij Logen en Johannes Adrianus Vermaak, als aan zijn Edele was overhandigt geworden, bij ged:e Capitain Commandant deeze guarnisoens d’ E Gordon, als præsident van geciteerde krijgs Vergadering, ingevolge en ter voldoening van het aan hem gedemandeerde bij Resolutie van deeze Tafel in dato 16 Novemb: jongstleeden rakende de twee gantsch zeer contrariëerende, dog door gem: Logen beijde geauthentiseerde Extracten uijt de Notulen in die Vergadering genomen sub dato 7: deeser, nopens den onder curateele van Kerkenrade alhier sorteerende Burger Jochem Langeveld: luijdende als volgd.
‘Maandag den 3: decbr: 1781:-‘
‘den E: Burger Krijgsraad op de voordragte van hun Præsident gedelibereerd hebbende nopens de Papieren dewelke hun door den Wel Edelen Gestr: Heer gouverneur en E: politicquen Raad zijn ter hand gesteld, om daarop te dienen van Berigt Schriftelijk hebben d’ eer zulx met verschuldigd respect te doen, en voor eerst te berigten, dat de Notul buijten hunne kennis is overgegeeven, ook nog niet geresumeerd was; den Eerste Scriba Logen gevraagd zijnde hoe het quam dat de eerste Notul verschilde met het Boek en de Tweede Notul heeft zulke ten lasten van de Tweede Scriba Vermaak gelegd en den Tweede Scriba Vermaak zulx weder ten lasten van den Eersten Scriba Logen, dus om duijdelijker ijdere Zaak open te leggen, tot berigte, hebben zij bijden dezelven in onze præsente opgeschreeven, dewelke wij haar neevens met vereijschte Respect d’ Eere hebben tot berigten te leeveren.’
’/:was geteekend:/ R: J: Gordon præsident J: D: Wieser, C: G: Maasdorp.’
‘dat mons:r Vermaak bij mij is gekomen gevraagd hebbende om een Extract uijt de Notulen gehouden in E: Krijgsvergadering den 7: Novemb: laatstleeden, welke geweigerd hebben af te geeven om dat dezelve niet ware geresumeerd, dog wel wilde op een Cartebeltje afgeeven, zoo als in’t Resolutie boek stond aangeteekend, ‘t welke ook geaccepteerd heeft, dog nader des avonds om Neegen Uuren bij mij koomende zijde uijt naam van de Heer Maasdorp moeste hebben een formeele Notulen en verhaalde mij dat gehoord hadde dat geresolveerd was in E: Krijgsvergadering om de Zaak van de weed:we Langeveld te stellen in handen van E: Burgerraden om zig bij Request te addresseeren aan den E: Agtb:ren Politiquen Raade waarop gezeijd hebben, zulks niet gehoord te hebben, maar wel konde zijn, dewijl alte met niet alte wel konde hooren, maar dat vermits de Resumptie niet was gepasseerd, denkende dat wel zoude kunnen bijvoegen.’
‘Waarop de Notul indiervoegen hebbe afgegeeven en vraagde aan bovengem: mons: Vermaak is dan zoo de intentie geweest. waarop van Ja dagten, ook niet denkende dat daar door in ‘t minst eenige ongenoegen zoude uijt voortkomen.’
’/:geteekend:/ C: A: Loogen.’
‘dat door de Heer Maasdorp is gezegd geworden om een Request op te maken aan de Vergadering van Politie, en daarbij over te leggen een Extract uijt de Notul van de Krijgs-Vergadering, waarop aan den Scriba Logen gevraagd heef om een Extract en van hem ontfangen een Cartelbel, dewelke aan den Heer Maasdorp vertoond, en door zijn Ed gezegt dat een Extract in behoorlijke ordre zoo als de zaak gepasseerd was moest worden overgelegd, waarop de Heer Maasdorp eenige disCourssen uijt de Vergadering verhaald heef, en onder anderen dat bij aldien den Scriba niet genoteerd en had hij als dan nadere Informatie bij den Heer Smuts konde bekomen ‘t welk ik gezegd heb, waarop den Scriba mij een Extract verleend heef en gevraagd of het goed was, dog waarop ik niet heb kunnen antwoorden vermits ik de Vergadering niet bijgewoond en had.’
‘Waarmeede denke aan d’ intentie voldaan te hebben om deesen te laten dienen van Berigt.’
’/:was geteekend:/ J: A: Vermaak adj: Scriba’
Na lectuure waarvan voorgekoomen is dat nietteegenstaande bij het Besluijt deezes Raads, op eene distincte wijze is gevordert berigt, hoe, op wat wijze, en door wien, het met het origineele Notulboek zoo zeer verschillende Extracte is in de Wareld gekomen, dit berigt niets anders ofte meer komende te behelsen, dan dat gem: Extract niet in de krijgsvergadering geresumeerd zijnde geweest, ook zonder deszelfs voorkennissen was afgegeeven; met gedraging wijders aan de overgelegde quasi verantwoordingen der beijde Scriba’s dies aangaande, als welke den Schuld daarvan over en weder op elkanderen waaren leggende, dies geensints als voldoende aan’t geinjungeerde van deesen Rade kan en mag werden aangemerkt: dan na dien uijt de Bijlagen komt te blijken dat den Scriba Logen, wiens post het is, om van ‘t geene in de krijgs Vergadering werd verhandelt niet alleen getrouwe aanteekening te houden, maar ook te zorgen dat alle Zodanige Copijen ofte Extracten als onder zijne Handteekening daarvan worden afgegeeven volkomen conform zijn met het geresolveerde en in het origineel Notul boek aan geteekende; zig niet ontsien heeft daaromtrend van zijnen onvermijdelijken pligte af te wijken, met aan den Burger Ritmeester Christiaan George Maasdorp, een geauthentiseerd Extract af te geeven ten eenemaal strijdig met het geene, in de Vergadering van krijgsofficieren was beslooten, waardoor teegens alle goede trouw en pligt betragting handelende, veroorzaakt, dat bij vervolg, weinig of geen geloof aan zijne handteekening kan werden gegeeven, zonder dat zijne voorgedragene verantwoording hem in deesen kan verschoonen, dewijl zeer wel heeft geweeten of ten minsten had behooren te weeten, dat door niemand van hem konde worden gevergd den Extract Notul contrarij met het geene in de Krijgs Vergadering was beslooten, en door hem zelven in ‘t Notulboek aangeteekend: waartoe bij den adjunct Scriba Vermaak ook eene overboodige ijver en bereidwilligheijd schijnt betoond te zijn, om ofschoon in die Vergadering niet præsent zijnde geweest, aan ged:e Logen te detailleeren disCourssen die over de zaak van Jochim Langeveld aldaar zouden zijn voorgevallen, en aan hem, volgens zijn voorgeeven door den Burger Ritmeester Maasdorp verhaald geworden, maar door van zijn kant meede heeft gecontribueerd, dat bovengeciteerde en volkomen met de ware toedragt van zaken verschillend Extract gesmeed en afgegeeven geworden, waar van het onbegrijpelijk voorkomt dat ged Ritmeester Maasdorp heeft kunnen gebruijk maken, met hetzelve niet alleen in qualiteit als Burgerraad, aan den Heer gouverneur aan te bieden en over te geeven, maar zelfs op expresse afvrage of de daarin verhandelde zaak, zig werkelijk zodanig als daarin getailleerd was hadden toegedragen, een affirmeerend antwoord te geeven, ten bijweesen van den mede burgerraad Adam Gabriel Muller, daar hij nogtans in de krijgs Vergadering præsent zijnde geweest niet konde ignoreeren, dat het aldaar genomen besluijt, niet was gevallen ingevolge den inhoud van meergemelde Extract aan hem zoo onverantwoordelijk en rukeloos door den Scriba Logen gesuppediteerd: Soo is ter voorkoming in’t vervolg van dusdanige onbehoorlijke en van alle goede Trouwe afwijkende handelingen, om het nu geene ergere benaming te geeven, goedgevonden en verstaan
dat den Scriba der Burgerkrijgsraad, van al’t geene beslooten zal worden, kort en zakelijk in het origineel Notulboek aanteekening houdende, daarvan eene Notul zal hebben te formeeren en dien in de eerstvolgende Vergadering doen resumeeren: Bevorens welke resumptie niet en zal vermogen eenige Extracten van zijne aanteekening af te geeven, als op expresse ordere des Præsidents, als wanneer zodanig een Extract bij gemelde Præsident ofte bij diens absentie bij de Twee oudste Capitains, die bij het neemen der Resolutie present zijn geweest voor gezien zal moeten werden geteekend; en dat wijders den Scriba Logen wegens deszelfs in deesen gepleegde malversatie en eijgendunkelijk gedrag in krijgs Vergadering zal werden gereprimendeerd, met aankondiging dat wanneer in’t toekoomende weder iets diergelijx zal komen te begaan, ofte contrarij zijnen pligt te handelen, na rigeur van Wetten zal werden gestraft en met recommandatie teffens aan den adjunct Schrijver Vermaak om meede bij vervolg meer voor- en omzigtigheijd te gebruijken als in ‘t præsente geval heeft plaats gehad.
En zal Extract deezes aan den Burger Krijgsraad worden afgegeeven om in ‘t origineel Notulboek te werden geinsereerd.
Terwijl als nu ook getreeden zijnde ter dispositie op de Notul meden op voorsz: 7 Novebr: in bovengem: krijgs Vergadering gehouden behelzende de provisioneele aanstelling van den Corporaal Adriaan Smuts tot Veld Sergeant en van Pieter Lands wederom tot Corporaal is goedgedagt die aanstellingen t’ approbeeren
Hierna door den Heere gouverneur te kennen gegeeven zijnde dat wanneer op de bekomene Tijding van den Oorlog door Engeland aan onze Republicq gedeclareerd, de resp:ve Compagnien der Caabse Burgerije, ijder met nog een Sous Lieutenant waren versterkt geworden, en het getal met die der Reserve en Invalides dus in 32 persoonen quam te bestaan, zijn Edele provisioneel die Schikking had gemaakt dat er in de Burger Krijgs Vergadering alleen de Capitains en Eerste Lieutenant zouden zitten nadien dezelve als dan nog 16 Leeden komende uijt te maken, dit getal ten vollen sufficieerde om de voorkomende zaaken altoos in ordre te kunnen afdoen; Soo is verstaan, zig met de voorsz: door welgem: Heere Gouverneur gemaakte provisioneele Schikking te Conformeeren, en met dien het Eerste articul van ‘t Reglement sub dato 6 Septbr: 1768 voor de Burger krijgs Vergadering beraamd, in zoo verre altereeren dat voorsz krijgs Vergadering voortaan in de Capitains en Eerste Lieutenants der ordinaire Compagnien Cavallerie en Infanterie, mitsg:s die der Reserve en Invalides zal blijven bestaan.
Sullende wijders van dit meeden Extracten authenticq aan dikwerfgem: krijgs Vergadering werden af gegeeven.
En is meede op het voordragen van den Heere Gouverneur beslooten omme met p:mo maart aanstaande wederom een detachement van 100 Dragonders uijt de Swellendamse Land Militie te laten opkomen, ten eijnde geduurende die maand alhier piquet te houden.
Bij Resolutie van den 16: Novbr jongstl: goedgevonden zijnde, om het door Burgerraden gepræsenteerd Request met Relatie tot den op het Versoek van kerken Rade alhier in dienst der E Compagnie getrockenen Jochem Langeveld, te stellen in handen van den Heer Independent Fiscaal, M:r Willem Cornelis Boers, om hetselve in zijn E qualiteit als Commissaris Politicq, te brengen in voorsz: Kerkenrade ten eijnde de belangen die zij zouden vermeijnen daarteegen te hebben behoorlijk te kunnen inbrengen, soo wierd door ged. Heer Boers van weegens meerm: Kerkenraad ingediend het volgende Schriftuur.
Aan den Wel Edelen gestr: heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinaris van Nederlands India, mitsg:s gouverneur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: raad van politie.
‘Wel Edele gestr: Heer en Ed: Agtb:re Heeren!’
‘de Heer Independent FisCaal M:r Willem Cornelis Boers heeft in qualiteit als Commissaris politicq ingevolge Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:s Resolutien in dato 16 Novemb: 1781: aan ons Collegie overhandigt zodanig Request als door Burgerraden deezer plaatse aan Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:s is gepræsenteerd geworden, met betrecking tot den persoon van Jochem Langeveld die bevoorens onder de Directie van ons Collegie heeft gesorteerd gehad, dog nu onlangs op versoek van hetzelve Collegie bij Resolutie van Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:s Vergaderinge, is genomen in dienst der E: Comp: om als zodanig met een der E: Comp:ies Scheepen van hier versonden te werden, ten eijnde om de belangen die wij teegens dezelve Requeste zouden vermeinen te hebben, behoorlijk te kunnen inbrengen:’
‘Ter voldoeninge aan dezelve Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:s zeer gevenereerde Intentie, zullen wij den vrijheijd neemen, daaromtrend preliminair quo ad formam te remarqueeren, dat wij niet dan met d’ uitterste vewonderinge daar uijt zijn ontwaar geworden, dat dezelve Burgerraden zig daarbij hebben gearrogeerd de bevoegdheijd om niet alleen op de wettigheijd van het gedrag van den Eerwaarden Kerkenrade, maar zelfs op de gefundeerdheijd of ongefundeerdheid van een politicque Resolutie genomen in eene Vergaderinge dewelke alhier te Lande den Souverain zelve direct repræsenteerd, te mogen inquireeren en op fundamente quasi van gepleegde inequiteit tot vernietiging van dien, zeer onbevoegdelijk een aller ongepast versoek te doen, ter dien aart voor Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:s zelve overlatende voorts qou ad materiam d’ eere zullen hebben, alleenlijk tot naders en overbodige Justificatie van ons aller eerst gedaan verzoek, aan Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:s kortelijk te doen remarqueeren, dat uijt een accurate en onpartijdige Confrontatie van de Documenten, welke door den zelve Burgerraden aan derzelver Requeste zijn geannexeerd geworden met den inhoud van de Resolutien onzer Vergadering in dato 3 Maij 1779:, 4: Septb:r 1780, 1:ste en 23: October 1781 welke wij de vrijheijd neemen hierneevens te voegen zeer spoedig zal kunnen werden gezien wat er van den gereserveerden en verdraaijden inhoud van het een en ander, ‘t welk door meergem: Burgerraden is overgeleeverd geworden te denken zij, en op welk eens ingratieuse wijze het Eerw: Collegie van Kerkenraden van ongeoorloofde mishandelingen is gesugilleerd geworden, tot zaken dat het zelve als een ongehoorsaam en quaadwillig subject aan Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:s zoude hebben voorgedragen eenen Jongeling, die zoo als bij dezelve Request van Burger Raden, geheel en al bezijden de waarheid word gezegd, dat hij zig wel zou hebben gedragen.’
‘’T is immers Wel Edele gestr: Heer en E: Agtb: Heeren, uijt den inhoud van dezelve Resolutiën buijten alle teegenspraak dat dezelve Jochem Langeveld, reets in de maand maij van den Jare 1779 zonder zig aan het gezag van den Kerkenrade te steuren, zijner Leermeester of baas, bij wien hij ingevolgen eene behoorlijke conventie van den Kerkenrade met deszelfs Baas gemaakt voor eenige Jaren, om het ambagt te leeren was besteed geworden, zonder de minste kennisse van den Kerkenraad, eijgener autoriteijt, heeft verlaten, en zig selve even als of hij bevoegd was, om over zijn persoon, zonder de minst tusschenkomst zijner Voogden te desponeeren bij een anderen Baas heeft besteed of verhuurd gehad.’
‘dat hoe onaangenaam het ook was voor den Kerkenraad, in zijne nog zoo jonge Jaren reeds eene zoo verregaande onbeschaamd en ongehoorsaamheijd in hem te moeten ontdecken, hetzelve zijn onbetamelijk gedrag egter niet anders als mondeling is gecorrigeerd geworden, en zijn gedaan Versoek aan hem onder eene ernstige recommandatie van alle maanden de helft van zijne winnende gagie, aan den ontfanger Diacon op te brengen, is geaccordeerd geworden; dat hoe toegeevend en inschickelijk het gedrag van den Kerkenraad ten dier tijd ten zijnen opzigte is geweest, en hoe billijk men ook had moeten verwagten, dat hem zulx tot dankbaarheid en erkentenisse zoude hebben opgewekt ter Contrarie den Kerkenraad op den 4 Septb 1780 en dus maar een groote Jaar daarna zig weederom in de droevige noodzakelijkheijd heeft bevonden, om denzelven Jochim Langeveld, met nog Twee andere jongelingen, die onder hunne Curateele sorteerden en die het fenijn van ongehoorzaamheid, van hem reeds scheenen te hebben ingesoogen, voor hunne Vergaderinge te doen verscheinen, en hem Jochem Langeveld andermaal zoo over dezelfde willekeurige handelwijze, in ‘t verlaten van zijnen Leermeester zonder de minste kennisse van den kerkenraad, als over het niet opbrengen van de helfte zijner verdiende gagie te reprimendeeren, met expresse aanzegginge reeds in dien tijd, dat wanneer hij aan de billijke beveelens van den kerkenraad niet beeter quam t’ obedieeren, men genoodzaakt zou zijn hem met believen van den Edelen Heer gouverneur in dienst der E Comp: t’ engageerd en naar Indien te doen vertrecken.’
‘Was nu het gevolg van deeze gereitereerde allesints zagt en gemodereerde handelwijze, van den kerkenraad met een verbeeterd gedrag van het behoorlijk opbrengen van de helft zijner verdiende gagie /:zoo als betaam had:/ beantwoord geworden men zou hem zeer goed gunstig alle de vorige onbetamelijkheeden hebben vergeeven en hem als regt geaarde Vader wederom in den Schoot der Liefde hebben gekoesterd, om hem in der tijd tot een nuttig Lid van de zameleevinge te kunnen doen verstrekken; maar neen Wel Edele gestr: en E: Agtb: Heeren, hij bepaald zig thans niet meer bij ongehoorzaamheid maar volgd bij eene onbeschaamde overtreeding onzer heilzame Lessen en beveelen, een slegt losbandig en brooddronken gedrag, besteed zijn geld /: ‘t welk hij gedeelteijk tot zijn eijgen nut en profijt bij de kerk behoorde op te brengen, om voor hem aldaar bewaard te worden, tot dat hij den ouderdom van 25: Jaren zou hebben bereijkt:/ in drank en gaat zig daarin reeds in zijne jonge Jaaren tot zoo verre te buijten dat men hem verscheide malen dronken langs de straaten ziet swieren, en dat hij niet bij tijde door anderen daarin verhindent zijnde geworden in zijne dronkenschap tot compleete straatschendinge zou zijn vervallen, zoo als dit alles uijt het genoteerde bij onze Resolutie van den 1: en 23: octbr: 1781: zeer accuraat en omstandig kan werden gezien.’
‘Nadat hij dan indiervoegen de meenigvuldige zoo publicq als in ‘t privaat aan hem gedoene bestraffingen had in den wind geslagen; nadat men zag dat er van hem niets als een dronken leediglooper en straat slijper was te verwagten, die vroeg of laat, zig zelve en de zijne niet dan schande konde aandoen, heeft den Kerkenraad als getrouwe Vaders zoo tot zijn eijgen verbeetering als tot een Exampel en afschrik van anderen zig in de noodzakelijkheijd bevonden, om met hun innig leetweesen tot dien stap te komen, waartoe hunne lang getergde en straffeloos verwaarloosde Zorge en goedheijd hen noopte.’
‘En men laat vervolgens zeer gerust aan het oordeel van het gantsch publicq over, of het niet ten uijttersten hard en grievend moet vallen voor een Collegie als deese Kerkenraad die zig zonder vaniteit gerust durft beroemen met de meeste Vlijt altoos te hebben gade geslagen, de arme Voorwerpen, welke aan hunne liefdadige zorge zijn toebetrouwd geworden, om na zoo veel vrugteloose gedane vriendelijke vermaningen en dreijgende bestraffingen, zig nog bij een publicq Request, gepræsenteerd aan het hoogste Collegie van dit gouvernement door Leeden aan wien nimmer eenige authoriteijt is gedemandeert geworden om op het gedrag van den Kerkenraad te moeten ondersoeken, gesuspecteerd te zien, als of zij de gestrengste Strafoeffeningen boven Vriendelijke vermaningen præfereerden, en in plaatse van het tijdelijk welzijn hunner pupillen te bevorderen tot Contrarie hun onherstelbaar verderf tragteden uijt te werken. Trouwens men vleijd zig aan den kant der Kerkenrade dat deeze overbodige voordragt van de eenvoudige Waarheid van alles wat er zeedert bijna drie Jaren herwaards voorgevallen Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:s reeds compleetelijk zal hebben overtuijgd dat men eene diergelijke denigratie nimmer heeft gemeriteerd gehad, en men vertrouwd dus ook op dien zelfden grond zeer billijk dat het gantsch onnoodig is aan Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb:s verder te doen remarqueeren, dat eene dispositie conform aan het verzogte van het Requeste van Burgerraden, niets anders tot zijn gevolg zoude kunnen hebben, als een verder veragting van de heilzame beveelen van den Kerkenraad, eene openbare vertreeding van het respect en agting, welke onze pupillen met welker zorge wij zeer dikwerf van de eerste kindsheijd af zijn belast geweest natuurlijker wijze aan ons zijn verschuldigt, en eene volkome verbreeking van alle subordinatie dewelke in deeze gewesten, na den aart der zaken ten hunner opzigten, zonder dergelijke remedien, nimmer kan worden gemainctineerd, en die ook zeedert de erectie deezer Colonie, altoos zonder de minste opposistie van ijmand indiervoegen is gehandhaafd geworden.’
‘En hiermeede aan Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb zeer g’ eerde intentie vermeenende voldaan te hebben, hebben wij na Uwe Wel Edele gestr: en E: Agtb, die dierbaarste van Jehovas zeegeningen te hebben toegewenscht, d’ eere met den meesten Eerbied te zijn.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Gestr Heer en E Agtb:re Heeren! Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s zeer onderdanige en gehoorsame dienaren. /:lager:/ Uijt Naam en Last van Kerkenrade voormeld. /:was geteekend:/ H: V: Sittert Scriba /:in margine:/ Overgegeeven in Rade van Politie den 11: decemb 1781.’
‘Extract Resolutie genomen in Kerkenrade aan Cabo de goede Hoop op Maandag den 3: maij 1779.’
‘Wijders verscheen den onder deeze Diaconij staanden Jongeling Jochem Langeveld die ingevolge besluijt van den 2 Novbr 1778: als knegt voor Rd:s 9: p:r maand bij den Burger Carel Willem Tieleman besteld was, en zeedert eenigen tijd zonder voorkennisse van gedagte Tieleman bij den Burger Jan Bek, zig als knegt voor rd:s 12 ‘S maands verhuurd hadde, onder het voorwenden van eenige tusschen henlieden gepasseerde discrepantie, en ter voorkoming van dien al meede zeer instantig verzogt om bij de laatstgem te mogen verblijven; Soo is hierop gemelde Langeveld over zijn qualijk doen gecorrigeerd, en zijn verzoek onder ernstige reCommandatie van in’t toekomende zorge te dragen van zulx niet meer t’ onderneemen met aanbeveeling om alle maanden aan den Diacon ontfanger prompt Rd:s 6: te bezorgen ingewilligd.’
‘Extract Resolutie genomen in Kerkenrade aan Cabo de goede Hoop op Maandag den 4 Septb. 1780,’
‘Waarna de Pupillen Christoffel Langeveld, Jacobus Diederik Mulder en Jochem Langeveld, dewelke voor deeze Vergadering geroepen en verscheenen weesende vermits in het opbrengen van de aan hun opgelegde gedeelte der door dezelve verdiend werdende knegtsloonen nalatig komen te blijven, en op hun prive van der zelver Werksbaasen zonder eenige voorkennis zijn afgegaan; waarover Zijlieden niet alleen scherpelijk zijn gereprimendeert en aangezegd geworden, om hetzelve in ‘t vervolg promptelijk aan den Diacon ontfanger op te brengen, maar ook dat Kerkenrade in een contrarie geval, wanneer zijl aan de van dit Collegie ontfangene billijke beveelen niet beeter quamen t’ obedieeren genoodsaakt zullen zijn hun met believen van den Edelen Heer Gouverneur in dienst der E: Comp t’ engageeren en zodanig naar Indien te laten vertrecken.’
‘Extract Resolutie genomen in Kerkenrade aan Cabo de goede Hoop op Maandag den 1 october 1781.’
‘Wijders wierd door den Burger Daniel Langeveld aan deesen Rade bekend gemaakt dat wanneer zig op gisteren ten Huise van den meede Burger Simon Petrus de Kok was bevindende deszelfs Broeder Jochem Langeveld aldaar meede binnen quam zeer sterk door den drank bevangen zijnde, waarover hij deszelfs Broeder gecorrigeerd hadde dog door denzelven terstond aan gepakt en ook dadelijk eenige slagen toegebragt wierd, als wanneer voorsz: de Kok tusschen bijde komende, gem: Jochem Langeveld de deur had uijtgeset, getuijgende denzelven verder deszelfs evengem Broeder dikwils dronken langs de straten te hebben zien gaan.’
‘Ook gaf den Coster der Kerke te kennen, dat wanneer door den Eerw Heer Præses was gesonden ter opspeuringe van gemelde Jochem Langeveld, denzelven eijndelijk naar lang zoekens in de Herberg bij Jacob Bruijns hadde gevonden.’
‘Extract Resolutie genomen in Kerkenrade aan Cabo de goede Hoop op Dingsdag den 23 october 1781.’
‘Waarna gem. Broederen Diaconen rapporteeren, dat dezelve de burgers Daniel Langeveld en Simon Petrus de Kok bij hun hadden laten roepen, als wanneer gem. Langeveld bij deszelfs gezegde ‘t geen bij Resolutie van den 1 deeser staat uijtgedrukt persisteerde; Terwijl voorsz de Kok getuigde dat al het geene door meerm Daniel Langeveld was opgegeeven zodanig te zijn als hetzelve zig hadde toegedragen, met bijvoeging indien hij Jochem Langeveld niet had teegen gehouden, hij zijne glasen zoude hebben ingeslagen.’
’/:onderstond:/’
‘Accordeerd met d’ origineele Resolutien voor zoo verre het g’ extraheerde aangaat. /:was geteekend:/ H: V: Sittert scriba.’
Waarop is verstaan, om ten opzigte der voorsz: in dienst neeming van den onder meerm: Kerkenraad gesorteerd hebbende Jochem Langeveld niet verder te resilieren dan dat denzelven in steede van hem naar Batavia te demoveeren, zal werden versonden naar ‘t Vaderland, wanneer ook te gelijk aan de Hoog gebiedende Heeren Meesteren zullen worden gesuppediteerd, het voorsz door Burgerraden gepræsenteerd Request en de daarop door Kerkenrade ingediende Schriftelijke belangen neevens de verdere daartoe relative papieren; ten eijnde het Haar Edele Hoog Agtb:s evident zal kunnen komen te blijken de onbevoegde oppositie die in deesen van de kant van Burgerraden is gemoveerd.
Zijnde vervolgens door den Heere gouverneur overgelegd een verzeegeld Protest door den Capitain Ulrich Lodberg voerende het ter rheede leggend Deens particulier Schip de Hoop , voor den gesw: Clercq ter Justitieele Secretarije Hendrik Lodewijk Bletterman en getuijgen gepasseerd nopens het bij deeze Regeering genomen Besluijt, om gem: Bodem niet van hier te laten vertrecken ende daarop in’t werk gestelde middelen, om denzelven buijten staat te stellen in zee te steeken, en is na dat het voorsz: gezeegelde pacquet was geopend en geleesen geworden, verstaan, hiervan t’ zijner tijd onder overzending van dien aan de Hoog gebiedende Heeren Meesteren in’t Vaderland kennisse te geeven.
Voorts is na lectuure der ingediende Nominatien van Kerkenraden, zoo hier aan Cabo, als in de buijten districten, goedgevonden, de gedaane electie van ouderlingen t’ approbeeren, en voorts uijt het dubbeld genomineerd getal tot diaConen te verkiesen, de volgende personen te weeten
In de Kerk hier aan Cabo
Johannes Smuts tot ouderling in steede van den afgaanden Johannes van Sittert
Casparus van Eerten en Johannes van Sittert junior tot Diaconen voor de af te treedene Andries van Sittert en Anthonij Berrange.
In de Stellenbosche Kerk
Jan de Villiers J: P: z tot ouderling in plaatse van den afgaanden Philip Wouter de Vos en
Paul Roux tot Diacon in steede van Samuel Johannes Cats.
In de Kerk van Drakenstein .
Johannes Petrus Roux tot ouderling in plaats van den afgaanden Pieter Blignault en tot Diaconen
Petrus Johannes de Villiers en David van der Merwe in steede van Abraham Jozua Le Roux en Daniël Rossouw
In de Kerk in ‘t Land van Waveren
Jan gijsbert Olivier tot ouderl: en Thomas arnoldus Theron tot diacon, den eerstgem in steede van Jacobus Hugo, en laatst gemelde voor Johannes de Waal CornelisZ:
In de Swartlandse Kerk
Hendrik van der Westhuizen tot ouderling in plaatse van den afgaanden Matthijs Michielsz Basson en Christoffel Lombard tot DiaCon in steede van Everhard Johannes Laubscher.
Terwijl wijders op de ingeleeverde Nominatie van Kerkenrade der Lutherse gemeente in steede van de afgaande Diaconen Johan Michael Zeijd en Hendrik Schrader wederom tot Diaconen bij die kerk zijn verkooren Clement Matthiesen jun: en Christiaan Paulsen.
Sullende de Kerkenraden der buijten districten verders werden aangeschreeven, dat dewijl er deezer Jare wederom geen Commissaris politicq naar derwaards staat af te gaan, zij dierhalven zullen moeten zorgen dat de Reekeningen harer arme penningen ten eersten in gereedheijd gebragt en herwaards overgesonden worden
Ook zijn uijt de in dubbelden getale genomineerde Persoonen, om na gebruijk in d’ onderstaande Collegie dienst te doen verkooren als
Tot Burgerraaden
Johannes Smuts en Jan Hendrik Munnik in steede van Christiaan George Maasdorp en Jan Daniel Wieser
Tot Weesmeesteren
Johan Adolph Kuuhl d’ oude Pieter Diederik Boonacker en Christiaan George Maasdorp van dewelke den eerstgemelde Johan Adolp Kuuhl maar Een Jaar lang, dat ten onlangs in Burger Vrijdom getreden Hendrik Justinus de Wet nog had moeten continueeren ‘S Comp:s weegen aanblijven en de Twee andere in steede van den afgaanden Barend Hendrik van Reede van Oudtshoorn en Hendrik le Sueur voor den ordinairen Tijd zullen moeten dienst doen.
Tot Commissarissen van Civile en Huwelijx Zaaken.
Hendrik Lodewijk Bletterman en Pieter Meiring in plaatse van d’ af te treedene Hendrik Justinus de Wet en Johannes van Schoor
En is in steede van den E: Coopman en Keldermeester M:r Jacobus Johannes le Sueur die op zijn verzoek van het Præsidie in dat Collegie is ontslagen, wederom tot Præsident verkooren den Coopman mitsg:s Lidt en SeCretaris deezer Raade d’ E: Oloff Martini Bergh.
Tot Heemraden aan Stellenbosch en Drakenstein .
Philip Wouter de Vos Andries Christoff van der Bijl Philippus Albertus Meijburgh Stephanus du Toit Pz: in plaatse van Jacobus Conterman, Hendrik Ootwald Laubscher Jacob Marais de oude en Pieter de Villiers d’ oude
Tot Heemraden aan Swellendam .
Jan andries Holtzhousen d’ oude en Hilgart Muller ter plaatsvullinge der uijtgediende Jacobus Stein en Daniel du Plessis
Wijders door den Heer Hoofd administrateur Pieter Hacker overgelegd zijnde zeeker Verbaal, belegd te Mauritius noopens zodanige 6: p:s masthouten als men om met dies ontlossing geen vertraging aan d’ expeditie derwaards van den Hoeker Catwijk aan Rhijn toe te brengen in dezelve heeft laten verblijven, met last aan dies overheeden om ingevalle de Franssen gem Rondhouten tot Konings dienst mogte benodigen, dezelve als dan aan hun over te laten dog van dewelke, blijkens het voorsz: Verbaal niet meer dan 2 p:s goed en de overige 4 gedeeltelijk verrot en gebroken bevonden zijn soo is verstaan het gedagte Verbaal te stellen in handen van den E: Equipagiemeester Staring ten eijnde met de kundige Zeelieden en den Baas der Scheeps Timmerlieden van ‘S Comp:s Werf alhier zoo veel mogelijk na te gaan en op te geeven, tot wat Prijzen dezelve de Franschen zouden behooren te werden aangereekend.
Ende ten aansien men nu al zeedert een geruijmen Tijd herwaards van geen Hollandse Boter ‘s voorsien geweest, is dierhalven goedgedagt den onderCoopman en Negotie overdrager Jan Fredrik Kirsten te qualificeeren om de voors Compagnies ommeslag alhier benodigd zijnde Boter successive teegens 9 Stuijvers het Pond van d’ Ingezeetenen in te koopen.
Sijnde voorts den onderCoopman en Land-drost van Stellenbosch en Drakenstein Oloff Godlieb de Wet, in steede van den onlangs overleedene onderCoopman Petrus Ludovicus le Sueur tot Pakhuijsmeester aangesteld; Terwijl nopens de vervulling van het voorschreeve Landdrost ampt bij nadere geleegendheijd zal werden gedisponeerd.
Laatstelijk is den Baas van ‘S Compagnies Post de Clapmuts Johan Martin Smalbergen, ter Consideratie dat d’ E Compagnie den Tijd van Dertig Jaren gediend, en thans den ouderdom van [.....] Jaren heeft bereijkt met ƒ12: p:r m:d gegageerd.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 370-388.¶
Dingsdag den {17811218} 18 Xbr: 1781:
‘S voormiddags alle præsent.
Wierd door den Heer Hoofd administrateur Pieter Hacker ingediend het kort Vertoog der Lasten deezes Gouvernements, geduurende dit Boekjaar 1780/1, neevens die van ‘S Jaars bevoorens, ofte d’ A:is 1779/80 dewelke bedragen als volgd, te weeten
d' A:is 1780/1 | d' A:is 1779/80 | |
'T Nieuwe Hospitaal | ƒ63899:03:-: | ƒ69734:15:08: |
Onkosten van Scheepen | d:o 155930:15:-: | d:o177791:16:-: |
Randsoenen Ordinair | d:o 8 5458:14:-: | d:o 81899:04:08: |
Onkosten Ordinair | d:o 47776:09:-: | d:o 41619:07:-: |
Onkosten Extra ordinair | d:o 4759:06:-: | d:o 2817:12:-: |
Timmeragie en Reparatie | d:o 41362:07:08: | d:o 30370:01:08: |
Fortificatien | d:o 15087:11:-: | d:o 9870:09:-: |
Onkosten van 'S Comp:s Lijf Eijgenen | d:o 29667:04:08: | d:o 30094:10:08: |
'T Hospitaal | d:o 6430:12:08: | d:o 1352:11:-: |
Reecq: van Condemnatie en Confiscatie | d:o 4788:12:08: | d:o 4810:15:08: |
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuigen | d:o 11468:14:-: | d:o 16279:12:08: |
Scheeps Zoldijen | d:o 22204:05:08: | d:o 22680:01:08: |
Zoldijen aan Landt | d:o150290:17:08: | d:o115529:06:08: |
Trein en Oorlogs onkosten | d:o 50728:10:08: | d:o -:-:-: |
Onkosten aan de hulp Troupen van zijn aller Christelijkste Majesteit | d:o 43304:09:-: | d:o -:-:-: |
Somma. | ƒ733157:11:08: | ƒ604850:03:-: |
d' A:is 1780/1 | d' A:is 1779/80 | |
'T Nieuwe Hospitaal | ƒ63899:03:-: | ƒ69734:15:08: |
Onkosten van Scheepen | d:o 155930:15:-: | d:o177791:16:-: |
Randsoenen Ordinair | d:o 8 5458:14:-: | d:o 81899:04:08: |
Onkosten Ordinair | d:o 47776:09:-: | d:o 41619:07:-: |
Onkosten Extra ordinair | d:o 4759:06:-: | d:o 2817:12:-: |
Timmeragie en Reparatie | d:o 41362:07:08: | d:o 30370:01:08: |
Fortificatien | d:o 15087:11:-: | d:o 9870:09:-: |
Onkosten van 'S Comp:s Lijf Eijgenen | d:o 29667:04:08: | d:o 30094:10:08: |
'T Hospitaal | d:o 6430:12:08: | d:o 1352:11:-: |
Reecq: van Condemnatie en Confiscatie | d:o 4788:12:08: | d:o 4810:15:08: |
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuigen | d:o 11468:14:-: | d:o 16279:12:08: |
Scheeps Zoldijen | d:o 22204:05:08: | d:o 22680:01:08: |
Zoldijen aan Landt | d:o150290:17:08: | d:o115529:06:08: |
Trein en Oorlogs onkosten | d:o 50728:10:08: | d:o -:-:-: |
Onkosten aan de hulp Troupen van zijn aller Christelijkste Majesteit | d:o 43304:09:-: | d:o -:-:-: |
Somma. | ƒ733157:11:08: | ƒ604850:03:-: |
Uijt welkers te zaamen treckinge is komen te Consteeren dat de Lasten in het generaal deesen Jaare ƒ128307:8:8: meerder als A:o passato hebben gerendeert en ijder Last Post op zig zelven het volgende meerder of minder heeft bedragen als.
meerder | minder | |||
'T Nieuwe Hospitaal welkers opbouw thans komt te kosten ƒ344517:18: onder welk montant meede is begreepen, het beloop der materialen &:c, staande dit boekjaar daartoe verbruijkt ter Somma van ƒ63899:3: 't welk naar aftrek van 't geen in A:o pass:o op dat Huijs te vooren is geweest thans ten agteren komt te staan | d:o -:-:-: | ƒ5835:12:08: | ||
Onkosten van Scheepen, dit Jaar minder als in 't gepasseerde bedragende is veroorsaakt door dien in dit Boekjaar Vijf Scheepen minder als in A:o passato hier zijn aangeweest en dezelve ook zoo swaare reparaties niet hebben nodig gehad als wel in den voorleeden Jaren de retourscheepen Alkemade en Venus mitsg:s het uijtkomende Schip Diana | d:o -:-:-: | d:o 21861:01:-: | ||
Randsoenen ordinair daarenteegen meerder beloopende is gecauseerd doordien bij deeze zorgelijke oorlogstijden niet alleen het getal der guarnisoen houdende Militairen heeft moeten werden versterkt, dienvolgens het aan hun verstrekt wordend Brood en uijtgereijkte kostpenn: een meerder bedragen uijtleeveren maar ook de aan de Linie bescheidene reCruten en gereconvalesceerdens meer verorberd hebben | d:o 3559:09:08: | d:o -:-:-: | ||
Onkosten ordinair in dit Jaar ook meer als in 't voorl: monteerende komt voornamentlijk voort door het verstrekte BusseCruijt zoo aan d' Ingezeetenen tot het doen van een expeditie teegens de Stroopende Bosjesmans, als tot het maken van Scherpe Patronen en 't afblaasen der Canons mitsg:s tot salutschooten bij't arrivement en vertrek van hier aangeweest zijnde Vreemde Naties Scheepen, gelijk ook tot het doen van Seinchoten voor 't geheele Land, en tot het drie dubbel beproeven van Canons, item door de gedaane uijtreiking van nieuwe Snaphanen met Ijsere Laadstokken, Pattroon Tassen &:a aan't guarniesoen en de buijten Posten, en dat er twee maanden huijshuur voor Vier Vaandregs meer is betaald; en eijndelijk nog door dat de Smeekoolen dit Jaar den prijs van 't voorleeden Jaar overtreffen | d:o 6157:02:-: | d:o -:-:-: | ||
Onkosten Extra ordinair meerder Sommeerende spruijt voort door het betaalden tot den inkoopen en 't laten maken van kleederen voor den nieuw aangestelde Justitie dienaren en het verstrekte ten dienst van de Lijfwagt van den Edelen Heer gouverneur in loco Item huur van een Stal en het maken van Chabracken voor dezelve als mede meerder betaalde Tractement aan de gerelegeerdens | d:o 1941:14:-: | d:o -:-:-: | ||
Timmeragie en Reparatie ook meerder renderende als A:o pass:o is veroorsaakt uijt het ten koste gelegde tot den opbouw van een Wagthuijs op't Zeehoofd, en van de Wapen Camers winkel; het voltooijen van de nieuwe Loots der Scheeps Timmerlieden den herbouw der woningen voor den Bootsman, quartiermeester en dienaren van de Justitie bij d' Equipagie Werf en de Constructie van 't Thuijniers huijs in 'S E: Comp:s Thuin alhier | d:o 10992:06:-: | d:o -:-: | ||
Fortificatien meede hoger beloopende heeft zijn oorsprong uijt hoofde van het in dit Jaar meer verwerkte ijzer, staal, smeekolen &:a meer verbruijkt houtwerk tot het maken en repareeren van affuijten, Beddingen op de Batterijen, en't inkopen van 8 voorwagens en 2 affuijt wielen, Item het meer verstrekte tot verbeetering der Fortificatie Werken, mitsg:s nog huur van 40: slaven meer die aan gemelde FortifiCatien gearbeijd hebben | d:o 5217:02:-: | d:o -:-:-: | ||
Onkosten van 'S Comp:s Lijf Eijgenen beloopen in dit Jaar minder uijt Hoofde der minder verstrekte Provisien | d:o -:-:-: | d:o 427:06:-: | ||
'T Hospitaal staat dit Jaar meer ten agteren als in't voorgaande voortspruijtende door dat de uijtgereijkten geneesmiddelen aan de daarin geleegen hebbende Impotenten derzelver verteerde heele gagie overtreffen | d:o 5078:01:08: | d:o -:-:-: | ||
Reecquening van Condemnatie rendeert thans minder als A:o pass:o door de minder uijt 'S Comp:s Cassa betaalde Justitieele onkosten, en schoon genomen de verstrekte Provisien aan den groter getal bannelingen op 't Robben Eijland meerder bedragen, zoo surpasseerd zulx egter een minderheijd uijt hoofde dit getal thans afgenomen is | d:o -:-:-: | d:o 22:03:-: | ||
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuijgen zijn in dit Jaar mede minder dan in't voorgaande, om reeden der minder gedane verstrecking van Touwerk in de reparatie aan dezelve zooveel niet komt te monteeren maken de overzulks een minderheijd van | d:o -:-:-: | d:o 4810:18:08: | ||
Scheeps Zoldijen ook minder bedragende ontstaat ten principale door den in dit Jaar aan de Scheepelingen minder verstrekte goede maanden, en als schoon de belasting op Reecq van Zoldijen weegens te kort komende goederen in dit Jaar hoger loopt , zoo is egter de verteerde guastos in 't Hospitaal minder hoe wel de verstrekte Zeguls &:a meerder bedraagen, zoo toond zig egter de minderheijd te zijn van | d:o -:-:-: | ƒ475:16:-: | ||
Zoldijen aan Landt beloopen daar en teegen in dit Jaar meer als A:o pass:o veroorsaakt door dat daarop in dit Jaar belast is de monteering voor d' Infanteristen | 1819:11:08: | |||
100 p:s Hembden | 124:12:-: | 1944:03:08: | ||
de meer verstrekte goede maanden aan d' alhier guarnisoen houdende Militairen | ƒ50530:09:08: | |||
Item de betaalde Subsidie kostpenningen | d:o 603:11:-: | |||
mitsg:s de meer verteerde heele gagie der in 't Hospitaal geleegen hebbende Impotenten | d:o 2651:13:-: | |||
Komende overzulx de meerderheijd van | d:o 34761:11:-: | d:o -:-:-: | ||
Trein en oorlogs onkosten, bij deeze hachelijke en zorgelijke omstandigheeden nodig geweest zijnde voor Lands defentie Zorge te dragen, en zig in staat te stellen den Vijand af te keeren, Sommeer aan zig zelf met al't geene daar toe nodig geweest is een montant van | d:o 50728:10:08: | d:o -:-:-: | ||
Onkosten aan de Troupes van zijn allerchristelijke Majesteit ons uit Patria ter hulp toegesonden zijnde hebben dezelve ook hun nodig onderhoud moeten hebben, het welk hun uijt 'S Comp:s maguazijnen en Pakhuijsen is verstrekt geworden, gelijk mede het subsistentie der officieren een bedragen van ƒ11305:11:-: en voor huijshuur ƒ831:12:-: mitsg:s tot den Inkoop van andere behoeftens het benodigde uijt 'S Comp:s Cassa is uijtgereijkt | ƒ43304:09:-: | d:o -:-:-: | ||
Somma. | ƒ161740:05:08: | ƒ33432:17:-: |
meerder | minder | |||
'T Nieuwe Hospitaal welkers opbouw thans komt te kosten ƒ344517:18: onder welk montant meede is begreepen, het beloop der materialen &:c, staande dit boekjaar daartoe verbruijkt ter Somma van ƒ63899:3: 't welk naar aftrek van 't geen in A:o pass:o op dat Huijs te vooren is geweest thans ten agteren komt te staan | d:o -:-:-: | ƒ5835:12:08: | ||
Onkosten van Scheepen, dit Jaar minder als in 't gepasseerde bedragende is veroorsaakt door dien in dit Boekjaar Vijf Scheepen minder als in A:o passato hier zijn aangeweest en dezelve ook zoo swaare reparaties niet hebben nodig gehad als wel in den voorleeden Jaren de retourscheepen Alkemade en Venus mitsg:s het uijtkomende Schip Diana | d:o -:-:-: | d:o 21861:01:-: | ||
Randsoenen ordinair daarenteegen meerder beloopende is gecauseerd doordien bij deeze zorgelijke oorlogstijden niet alleen het getal der guarnisoen houdende Militairen heeft moeten werden versterkt, dienvolgens het aan hun verstrekt wordend Brood en uijtgereijkte kostpenn: een meerder bedragen uijtleeveren maar ook de aan de Linie bescheidene reCruten en gereconvalesceerdens meer verorberd hebben | d:o 3559:09:08: | d:o -:-:-: | ||
Onkosten ordinair in dit Jaar ook meer als in 't voorl: monteerende komt voornamentlijk voort door het verstrekte BusseCruijt zoo aan d' Ingezeetenen tot het doen van een expeditie teegens de Stroopende Bosjesmans, als tot het maken van Scherpe Patronen en 't afblaasen der Canons mitsg:s tot salutschooten bij't arrivement en vertrek van hier aangeweest zijnde Vreemde Naties Scheepen, gelijk ook tot het doen van Seinchoten voor 't geheele Land, en tot het drie dubbel beproeven van Canons, item door de gedaane uijtreiking van nieuwe Snaphanen met Ijsere Laadstokken, Pattroon Tassen &:a aan't guarniesoen en de buijten Posten, en dat er twee maanden huijshuur voor Vier Vaandregs meer is betaald; en eijndelijk nog door dat de Smeekoolen dit Jaar den prijs van 't voorleeden Jaar overtreffen | d:o 6157:02:-: | d:o -:-:-: | ||
Onkosten Extra ordinair meerder Sommeerende spruijt voort door het betaalden tot den inkoopen en 't laten maken van kleederen voor den nieuw aangestelde Justitie dienaren en het verstrekte ten dienst van de Lijfwagt van den Edelen Heer gouverneur in loco Item huur van een Stal en het maken van Chabracken voor dezelve als mede meerder betaalde Tractement aan de gerelegeerdens | d:o 1941:14:-: | d:o -:-:-: | ||
Timmeragie en Reparatie ook meerder renderende als A:o pass:o is veroorsaakt uijt het ten koste gelegde tot den opbouw van een Wagthuijs op't Zeehoofd, en van de Wapen Camers winkel; het voltooijen van de nieuwe Loots der Scheeps Timmerlieden den herbouw der woningen voor den Bootsman, quartiermeester en dienaren van de Justitie bij d' Equipagie Werf en de Constructie van 't Thuijniers huijs in 'S E: Comp:s Thuin alhier | d:o 10992:06:-: | d:o -:-: | ||
Fortificatien meede hoger beloopende heeft zijn oorsprong uijt hoofde van het in dit Jaar meer verwerkte ijzer, staal, smeekolen &:a meer verbruijkt houtwerk tot het maken en repareeren van affuijten, Beddingen op de Batterijen, en't inkopen van 8 voorwagens en 2 affuijt wielen, Item het meer verstrekte tot verbeetering der Fortificatie Werken, mitsg:s nog huur van 40: slaven meer die aan gemelde FortifiCatien gearbeijd hebben | d:o 5217:02:-: | d:o -:-:-: | ||
Onkosten van 'S Comp:s Lijf Eijgenen beloopen in dit Jaar minder uijt Hoofde der minder verstrekte Provisien | d:o -:-:-: | d:o 427:06:-: | ||
'T Hospitaal staat dit Jaar meer ten agteren als in't voorgaande voortspruijtende door dat de uijtgereijkten geneesmiddelen aan de daarin geleegen hebbende Impotenten derzelver verteerde heele gagie overtreffen | d:o 5078:01:08: | d:o -:-:-: | ||
Reecquening van Condemnatie rendeert thans minder als A:o pass:o door de minder uijt 'S Comp:s Cassa betaalde Justitieele onkosten, en schoon genomen de verstrekte Provisien aan den groter getal bannelingen op 't Robben Eijland meerder bedragen, zoo surpasseerd zulx egter een minderheijd uijt hoofde dit getal thans afgenomen is | d:o -:-:-: | d:o 22:03:-: | ||
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuijgen zijn in dit Jaar mede minder dan in't voorgaande, om reeden der minder gedane verstrecking van Touwerk in de reparatie aan dezelve zooveel niet komt te monteeren maken de overzulks een minderheijd van | d:o -:-:-: | d:o 4810:18:08: | ||
Scheeps Zoldijen ook minder bedragende ontstaat ten principale door den in dit Jaar aan de Scheepelingen minder verstrekte goede maanden, en als schoon de belasting op Reecq van Zoldijen weegens te kort komende goederen in dit Jaar hoger loopt , zoo is egter de verteerde guastos in 't Hospitaal minder hoe wel de verstrekte Zeguls &:a meerder bedraagen, zoo toond zig egter de minderheijd te zijn van | d:o -:-:-: | ƒ475:16:-: | ||
Zoldijen aan Landt beloopen daar en teegen in dit Jaar meer als A:o pass:o veroorsaakt door dat daarop in dit Jaar belast is de monteering voor d' Infanteristen | 1819:11:08: | |||
100 p:s Hembden | 124:12:-: | 1944:03:08: | ||
de meer verstrekte goede maanden aan d' alhier guarnisoen houdende Militairen | ƒ50530:09:08: | |||
Item de betaalde Subsidie kostpenningen | d:o 603:11:-: | |||
mitsg:s de meer verteerde heele gagie der in 't Hospitaal geleegen hebbende Impotenten | d:o 2651:13:-: | |||
Komende overzulx de meerderheijd van | d:o 34761:11:-: | d:o -:-:-: | ||
Trein en oorlogs onkosten, bij deeze hachelijke en zorgelijke omstandigheeden nodig geweest zijnde voor Lands defentie Zorge te dragen, en zig in staat te stellen den Vijand af te keeren, Sommeer aan zig zelf met al't geene daar toe nodig geweest is een montant van | d:o 50728:10:08: | d:o -:-:-: | ||
Onkosten aan de Troupes van zijn allerchristelijke Majesteit ons uit Patria ter hulp toegesonden zijnde hebben dezelve ook hun nodig onderhoud moeten hebben, het welk hun uijt 'S Comp:s maguazijnen en Pakhuijsen is verstrekt geworden, gelijk mede het subsistentie der officieren een bedragen van ƒ11305:11:-: en voor huijshuur ƒ831:12:-: mitsg:s tot den Inkoop van andere behoeftens het benodigde uijt 'S Comp:s Cassa is uijtgereijkt | ƒ43304:09:-: | d:o -:-:-: | ||
Somma. | ƒ161740:05:08: | ƒ33432:17:-: |
Gelijk meede uijt het voorsz: Vertoog is komen te blijken dat de reecq: van Winst en Verlies dit Boekjaar heeft bedraagen als volgd, te weeten
A:o 1780/1 | A:o 1779/80 | ||
is gewonnen | ƒ53681:19:08: | gewonnen | ƒ45846:09:08: |
en Verlooren | d:o 72137: 09:08: | Verlooren | d:o 58552:-:08: |
dus 't verlies groter als de Wins | ƒ18515:09:08: | dus 't verlies groter also de Winst | ƒ12705:11:-: |
overzulx aan winst | ƒ -:-:-: | ƒ-:-:-: | |
'S Lands | ƒ190678:02:08 | 'S Lands | ƒ188030:06:-: |
Inkomst | ƒ190678:02:08: | Inkomst | ƒ188030:06:-: |
A:o 1780/1 | A:o 1779/80 | ||
is gewonnen | ƒ53681:19:08: | gewonnen | ƒ45846:09:08: |
en Verlooren | d:o 72137: 09:08: | Verlooren | d:o 58552:-:08: |
dus 't verlies groter als de Wins | ƒ18515:09:08: | dus 't verlies groter also de Winst | ƒ12705:11:-: |
overzulx aan winst | ƒ -:-:-: | ƒ-:-:-: | |
'S Lands | ƒ190678:02:08 | 'S Lands | ƒ188030:06:-: |
Inkomst | ƒ190678:02:08: | Inkomst | ƒ188030:06:-: |
Invoegen Winst en Verlies dit boekjaar meerder dan in’t voorleedene ten agteren staande, is sulx veroorsaakt zoo door het groot getal gestorvene Lijf Eijgenen, ‘t laatst van Zanzibar aangebragt, en het meerder verrekt Beestiaal, als de meerdere spillagie en leccagie op diversse goederen Provisien en dranken.
Beloopende ‘S Lands Inkomsten daarenteegen meerder dan in A:o pass:o voortkomende, door de meerdere ingekomene recognitie voor opgebragte Wijnen, en het meerder montant der pagtpenn:
Terwijl aan den anderen kant de betaalde Heeren geregtigheijd voor verkogte Vaste goederen recognitie penn: van Leeningsplaatsen Thuijn - en bouw land verkogt Zeegels betaalde Transport en kost gelden geleeverde Runder beesten voor agterstallige recognitie der Leeningplaatsen, mitsg:s de Thiende der Ingeougste granen minder hebben bedraagen.
En is ten deesen belange voorts verstaan op ged: Heer Hoofd administrateur te qualificeeren, om met het Sluijten der Boeken te doen voortgaan.
Waarna geresumeerd weesende de Versoekschriften van d’ E E dispencier en Keldermeester, mitsg:s den Pakhuismeester tendeerende om te mogen genieten d’ ordinaire jaarlijx afschrijvingen op de goederen dewelke door haarl: geduurende het voorleeden Jaar zijn verstrekt geworden, welke versoekschriften aldus waaren Luijdende.
den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinaris van Nederl: India, mitsg:s gouverneur Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb:re Raad van Politie, word eerbiedig verzogt, dat aan den ondergeteekende DispenCier mag worden toegestaan, d’ onderstaande Goederen dewelke door Spillagie Leccagie, aanslaan der muuren als andersints onvermeijdelijk in Een Jaar komen t’ ontstaan, namentlijk.
‘
759 1/8 | Mud Tarw op 33259 1/8 mud, te weeten |
282 1/8 mud op 9405 mud, voor 1 Jaar geleegen hebbende a 3 prC:to | |
477: mud op 23853 5/8 binnen 1 jaar a 2. PrC:to | |
10 5/8 | Mud Rogge op 355 1/2: mud, als |
10 1/2 mud op 351: 7/8 mud over 1 Jaar a 3 prC:to | |
1/8 d:o d:o 3 5/8 d:o binnen 1 Jaar d:o 2: d:o | |
39 1/4: | mud Garst op 2394: mud te weeten |
13 3/4 mud op 688 3/8 mud over 1 Jaar a 2: prC:to | |
25 1/2 d:o d:o 1705 5/8: d:o binnen 1 Jaar d:o 1 1/2 d:o | |
1 1/8 | Mud: gem: gordt op 73 1/2 mud, te weeten |
1/4 mud op 12: mud over 1 Jaar a 2: prC:to | |
7/8 d:o d:o 61 1/2 d:o binnen 1 Jaar d:o 1 1/2 d:o | |
63 1/4 | Mud Bonen op 1266 3/4 mud, zijnde 5: prC:to |
29 3/8 | d:o Erweten d:o 1471 7/8 d:o over 't jaar d:o 2: d:o |
11414 | lb Rijst op 380469 ob: zijnde 3: prC:to |
624 | lb Biscuit op 35052: lb als |
392 lb op 19600 lb over 1 Jaar a 2 prC:to | |
232 d:o d:o 15452 d:o binnen 1 jaar d:o 1 1/2 d:o | |
1016: | lb Poeder Zuijker op 50805: lb zijnde 2: d:o |
194: | lb Candij Zuijker op 9709 lb zijnde 2 prC:to |
8: | lb Hop op 780 lb zijnde 1 prC:to |
38 1/4 | lb Peeper op 1709 1/3 lb op 1 jaar a 2 1/4 prC:to |
21: | lb Gaarn Catoene op 1439 lb te weeten |
14 lb op 700 lb over 1 Jaar a 2 prC:to | |
7: d:o d:o 739 d:o d:o binnen 1 jaar d:o 1 d:o | |
53 | lb Wax Caarssen, oop 2269 lb, te weeten |
23 lb op 782 lb over 1 Jaar a 3 prC:to | |
30 d:o d:o 1487 d:o binnen 1 Jaar d:o 2 prC:to | |
8 | lbZeep op 412 lb zijnde 2 prC:to |
61 3/5 | p:s cann Olijven Olij op 1539 Cann: als |
38 4/5 Cann op 777 1/5 Cann op 1 Jaar a 5: prC:to | |
22 4/5 d:o d:o 761 4/5 d:o binnen 1 jaar d:o 3 d:o | |
59 | Cann Clappus Olij op 1181 1/2 Cannen over 1 Jaar a 5 prC:to |
82 9/10 | Lijn Olij op 2101: Cannen, te weeten |
49 4/5 Cann op 997 1/5 Cann op 1 jaar a 5 prC:to | |
33 1/10 d:o d:o 1103 4/5 d:o binnen 1 Jaar d:o 3 d:o | |
170 3/10 | Cann Traan op 3407 Cann zijnde 5 prC:to |
759 1/8 | Mud Tarw op 33259 1/8 mud, te weeten |
282 1/8 mud op 9405 mud, voor 1 Jaar geleegen hebbende a 3 prC:to | |
477: mud op 23853 5/8 binnen 1 jaar a 2. PrC:to | |
10 5/8 | Mud Rogge op 355 1/2: mud, als |
10 1/2 mud op 351: 7/8 mud over 1 Jaar a 3 prC:to | |
1/8 d:o d:o 3 5/8 d:o binnen 1 Jaar d:o 2: d:o | |
39 1/4: | mud Garst op 2394: mud te weeten |
13 3/4 mud op 688 3/8 mud over 1 Jaar a 2: prC:to | |
25 1/2 d:o d:o 1705 5/8: d:o binnen 1 Jaar d:o 1 1/2 d:o | |
1 1/8 | Mud: gem: gordt op 73 1/2 mud, te weeten |
1/4 mud op 12: mud over 1 Jaar a 2: prC:to | |
7/8 d:o d:o 61 1/2 d:o binnen 1 Jaar d:o 1 1/2 d:o | |
63 1/4 | Mud Bonen op 1266 3/4 mud, zijnde 5: prC:to |
29 3/8 | d:o Erweten d:o 1471 7/8 d:o over 't jaar d:o 2: d:o |
11414 | lb Rijst op 380469 ob: zijnde 3: prC:to |
624 | lb Biscuit op 35052: lb als |
392 lb op 19600 lb over 1 Jaar a 2 prC:to | |
232 d:o d:o 15452 d:o binnen 1 jaar d:o 1 1/2 d:o | |
1016: | lb Poeder Zuijker op 50805: lb zijnde 2: d:o |
194: | lb Candij Zuijker op 9709 lb zijnde 2 prC:to |
8: | lb Hop op 780 lb zijnde 1 prC:to |
38 1/4 | lb Peeper op 1709 1/3 lb op 1 jaar a 2 1/4 prC:to |
21: | lb Gaarn Catoene op 1439 lb te weeten |
14 lb op 700 lb over 1 Jaar a 2 prC:to | |
7: d:o d:o 739 d:o d:o binnen 1 jaar d:o 1 d:o | |
53 | lb Wax Caarssen, oop 2269 lb, te weeten |
23 lb op 782 lb over 1 Jaar a 3 prC:to | |
30 d:o d:o 1487 d:o binnen 1 Jaar d:o 2 prC:to | |
8 | lbZeep op 412 lb zijnde 2 prC:to |
61 3/5 | p:s cann Olijven Olij op 1539 Cann: als |
38 4/5 Cann op 777 1/5 Cann op 1 Jaar a 5: prC:to | |
22 4/5 d:o d:o 761 4/5 d:o binnen 1 jaar d:o 3 d:o | |
59 | Cann Clappus Olij op 1181 1/2 Cannen over 1 Jaar a 5 prC:to |
82 9/10 | Lijn Olij op 2101: Cannen, te weeten |
49 4/5 Cann op 997 1/5 Cann op 1 jaar a 5 prC:to | |
33 1/10 d:o d:o 1103 4/5 d:o binnen 1 Jaar d:o 3 d:o | |
170 3/10 | Cann Traan op 3407 Cann zijnde 5 prC:to |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de goede Hoop ult:o Augustus 1781: /:was geteekend:/’
‘A: V: Schoor.’
Aan den Wel Edelen gestr: heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en Ed: Agtb:re Heeren!’
‘Den ondergeteekende Keldermeester versoekt zeer eerbiedig aan Uwe Wel Edele Gestr en E: Agtb:s dat aan hem mag valideeren de hier onder gespecificeerde afschrijving te weeten’
‘
2054 1/2 | Cann aracq op 20547: Cann: die onder dato deezes restant verblijven a 10 prC:to |
37302 1/2 | Cann Caabse Wijn op 373029 1/2 Cann die onder dato deeze meede restant verblijven a 10 prC:to |
4677 | Cann Caabse Brandewijn op 46772 Cann die onder dato deezes insgelijx Restant verblijven a 10 prC:to |
30 1/2 | Cann Wijntint, op 307 Cann dewelke almede onder dato deezes Restant verblijven a 10: prC:to |
2054 1/2 | Cann aracq op 20547: Cann: die onder dato deezes restant verblijven a 10 prC:to |
37302 1/2 | Cann Caabse Wijn op 373029 1/2 Cann die onder dato deeze meede restant verblijven a 10 prC:to |
4677 | Cann Caabse Brandewijn op 46772 Cann die onder dato deezes insgelijx Restant verblijven a 10 prC:to |
30 1/2 | Cann Wijntint, op 307 Cann dewelke almede onder dato deezes Restant verblijven a 10: prC:to |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de goede Hoop Ult:o Aug:s 1781 /:was geteekend:/ J: J: le Sueur’
Aan den Wel Edelen gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb:ren Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en Ed: Agtb:re Heeren!’
‘Den ondergeteekende Pakhuismeester spreekt zeer eerbiedig dat aan hem mag worden toegestaan de ordinaire afschrijving op de onder te noemene goederen geduurende dit Boek Jaar onvermijdelijk gevallen te weeten.’
‘
Cramerijen. | ||
6 1/2 | lb alluin op 221 5/8 lb over het Jaar geleegen hebbende a 3 prC:to | |
24 | lb Lijm op 483 lb | } a 5 prC:to |
5 | d:o Stijfsel d:o 108 | |
Kooper | ||
9 7/8 | lb op 7926: lb a 1/8 prC:to | |
Ijzer. | ||
2244 | lb als | |
1744 lb op 116286: lb over 1 Jaar geleegen hebbende a 1 1/2 prC:to | ||
500 d:o d:o 50039 lb binnen 1 Jaar aangebragt. | ||
Staal | ||
22 | lb op 1188 lb over 't Jaar geleegen hebbende a 1 1/2 prC:to | |
Spijkers | ||
585 | lb op 39064: lb d:o d:o d:o d:o | |
Verwen | ||
1 1/4 | lb Fijne op 43 lb | } a 3: prC:to |
105 7/8 | d:o ges: grove d:o 3532 d:o | |
Loot | ||
11 7/8 | lb Plat op 9533 lb | } a 1/8 prC:to |
31: | d:o Schuijt d:o 24827 d:o | |
Tabak | ||
29 1/2 | lb op 986 lb a 3 prC:to | |
Specerijen | ||
1 3/8 | lb Nooten op 148 1/4: lb | } a 1 prC:to |
1 1/4 | d:o Nadelen d:o 132 3/4 d:o | |
1 3/4 | d:o Foulij d:o 182 d:o | |
1 1/2 | d:o Canneel d:o 151 3/4 d:o |
Cramerijen. | ||
6 1/2 | lb alluin op 221 5/8 lb over het Jaar geleegen hebbende a 3 prC:to | |
24 | lb Lijm op 483 lb | } a 5 prC:to |
5 | d:o Stijfsel d:o 108 | |
Kooper | ||
9 7/8 | lb op 7926: lb a 1/8 prC:to | |
Ijzer. | ||
2244 | lb als | |
1744 lb op 116286: lb over 1 Jaar geleegen hebbende a 1 1/2 prC:to | ||
500 d:o d:o 50039 lb binnen 1 Jaar aangebragt. | ||
Staal | ||
22 | lb op 1188 lb over 't Jaar geleegen hebbende a 1 1/2 prC:to | |
Spijkers | ||
585 | lb op 39064: lb d:o d:o d:o d:o | |
Verwen | ||
1 1/4 | lb Fijne op 43 lb | } a 3: prC:to |
105 7/8 | d:o ges: grove d:o 3532 d:o | |
Loot | ||
11 7/8 | lb Plat op 9533 lb | } a 1/8 prC:to |
31: | d:o Schuijt d:o 24827 d:o | |
Tabak | ||
29 1/2 | lb op 986 lb a 3 prC:to | |
Specerijen | ||
1 3/8 | lb Nooten op 148 1/4: lb | } a 1 prC:to |
1 1/4 | d:o Nadelen d:o 132 3/4 d:o | |
1 3/4 | d:o Foulij d:o 182 d:o | |
1 1/2 | d:o Canneel d:o 151 3/4 d:o |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de goede Hoop ult:o aug:s 1781 /:was geteekend:/ Bij indispositie van den Pakhuijsmeester A: D: Waal.’
Is daarop beslooten, dat de daarbij aangehaalde minderheeden, als niet exedeerende bij de voorsz: Negotie Boeken zullen worden afgeschreeven.
Aldus geresolveerd ende gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorschreeven
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 389-397.¶
Maandag den {17811224} 24 Xbre 1781:
‘S voormiddags alle præsent.
Heeden door den Heere Gouverneur ter Tafel gebragt zijnde de volgende Missive bij den Franssen Commissaris de Marine de Heer Percheron sub 20 deeser aan zijn Edele geschreeven.
‘Au Cap de bonne Esperance le 20: 9br 1781.’
‘Monsieur!’
‘J ai ordre de M:r de Souillac &:a Chevreau de vous prior de vouloir bien accorder la Flute le Catwik aan Reijn , pour porter a l’ Isle de France la Viande salee et quelques Legres de Vin que jai icij appartenant au Roij L’expedition qui s est faite pour l’ Inde a emploijé toutes les flutes du Roi, et par la M:r les administrateurs se trou vent dans l’ inpossibilité d’ en envoijer pour prendre icij ces deux objects dont la Colonie a le plus grand besoin.’
‘Si aux sollicitations de ces Messieurs, vous me permette Monsieur, de joindre la mienne pour vous porter a nous rendre ce service, je vous en supplie en mon particúlier comme une Chose interessante pour le service du Roi J’ ai l’ honneur d’ etre tres respectueusement.’
’/:onderstond:/’
‘Monsieur votre tres humble et tres obeissant serviteur /:was get:/ Percheron’
Soo is, gemerkt het wedersijds belang in allen opzigte vordert dat van onze zijde alles werde gecontribueerd, het geen kan dienen tot bevordering der operatiën, dewelke van weegens zijne aller Christelijkste Majesteit teegens de Croon van Engeland reeds zijn ondernoomen en vorder staat te geschieden; eenpariglijk beslooten, voorn: Hoeker Catwijk aan Rhijn aan gemelde Heer Percheron over te laten, om nogmaals ten dienste van hooggem: zijne Majesteit te werden g’ emploijeerd onder Conditien.
dat hetselve Vaartuijg alhier ten spoedigsten afgeladen en naar Mauritius geexpedieert zijnde, aldaar meede Zonder het minste tijd verzuijm ontlost, en daar op ten eersten wederom herwaards zal moeten gesonden worden zonder ten voorsz Eijlande aangehouden of tot eenige andere expeditie te worden gebruijkt.
dat de resico weegens het verlies van voorsz: hoeker ‘t zij door Schipbreuk, brand of bij den Vijand te worden genomen, dan wel andere aan hetzelve over te koomene ongevallen, zal zijn en blijven voor reecq: van hoogem: zijne Fransse Majesteit, ende zulx tot de somma van Vijftig duijzend Liv:s Tournois waarop meerm: Hoeker met dees ap en dependentien is gewaardeert Welk alles nader zal worden gestipuleerd en vasgesteld, bij een Contract in forma ‘t welk tusschen den Heer gouverneur en de Heer Percheron, op de nadere approbatie onzer Hoog gebiedende Heeren en Meesteren in ‘t Patria zal werden opgeregt en wederzijds onderteekend.
Ook zijn op heeden gerevideerd de Negotie en Zoldij Boeken deezer Gouvernements van het gepasseerde Boekjaar, met ende beneevens de Rapporten der tot derzelver Examinatie gesteld geweest zijnde Leeden deezes Raads d E E Adriaan van Schoor en M:r Jacobus Johannes le Sueur, uijt dewelke is komen te blijken, dat in gemelde Negotie Boeken, niet alleen alle Posten van ongelden en andere af schrijvingen met de dees weegens verleende ordonnantien accordeeren, maar dat ook buijten des geene afschrijvingen gedaan zijn geworden, gelijk meede dat de Zoldij boeken, navolgens de ordre der E Comp gehouden, d’ afbetalinge van de Dienaren naar behooren uijtgereikt, mitsg de belasting daarvan bij de Negotie Boeken indiervoegen afschreeven zijn, als bij het Rapport van dien, specificq is aangetoond: en laatstelijk dat de Boedel Reekeningen van ‘S E: Comp:s afgestorvene Dienaaren, welkers nalatenschappen door den Soldij Boehouder als Curator ad lites geadministreerd en verkogt zijn, meede na behooren onderzogt en bevinden sijn dat de inschrijving en bereekening daarbij na den Indiaschen standpenning alhier, is gedaan mitsg:s dat de Vendu Boeken met d’ origineele Memorien der gehoudende Vendutien en deesen weederom met d’ Inventarissen komen t’ accordeeren, als meede, dat de dood Reecq:en der overleedene Persoonen voor’t zuijver provenue hunner nalatenschappen met vermindering van 6 17/18 prC:to voor Wissel verlies, ingevolge het g’eerd aanschrijvens van haar Wel Edele Groot Agtb: de Heeren Majores in’t Patria de dato 3 apr:l 1778 een ijder voor zijn aandeel gecrediteerd geworden zijnde dat bedragen wijders ter Somma van DuCat:s 1609:37 stv:s ofte ƒ5794:5:-: beneevens nog duCat:s 120:7: stv:s ofte ƒ432:7:- weegens het voorsz: Wissel Verlies door meerm: Curator ad lites onder ult:o Aug:s laatstl: in ‘S E: Comp:s Cassa alhier geteld, en daarvan bij de Negotie boeken behoorlijk verantwoording is gedaan invoegen daaromtrend in alles Conform de geordonneerde en geamplieerde ordres van Haar Wel Edele groote Agtb:s de Heeren der hooge Indiase Regeering is gehandeld geworden, Weshalven verstaan is dat de meerm Negotieboeken volgens usantie zoo naar ‘t Vaderland, als na Batavia en de bovengem: Rapporten nopens de examinatie derzelve, bovensdien aan den Heeren der hoge Indiase Regeering worden gesuppediteerd.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeven
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] D: H: Staring
C. 160, pp. 398-407.¶
Maandag den {17811231} 31: Xbre 1781.
‘S voormiddags alle præsent behalven d’ E: Equipagiemeester Damien Hugo Staring.
Opgemelde E: Staring ter voldoening van het Besluijt, onder den 11: deeser genomen, neevens den Schipper Isaac Louis de Bellon en den Baas der Scheeps Timmerlieden van ‘S Comp:s werf alhier Philip van den Berg, zoo na mogelijk hebbende nagegaan, tot wat prijzen aan de Franssen zouden behooren te worden aangereekend, zodanige 6 p:s masthouten als men heeft goedgevonden in den Hoeker Catwijk aan Rhijn te laten verblijven, om door de Franssen te Mauritius voor ‘S Konings dienst te mogen werden g’emploijeerd, hebben dezelve diesweegens ingediend het volgend Rapport
Aan den Wel Edelen gestr: heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinaris van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a, beneevens den E: Agtb Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb:re Heeren!’
‘Het is van Uwer Wel Edele Gest en E: Agtb:s welbehagen geweest aan den ondergeteekenden Equipagiemeester alhier ter hand te stellen zeeker Verbaal belegd te Mauritius nopens zodanige Ses p:s Masthouten als om met dies ontlossing geen vertraging aan d’ expeditie derwaards van den Hoeker Catwijk aan Rhijn toe te brengen, alhier in dezelve zijn gelaten, omme ingevalle de Franschen gemelde Rondhouten tot ‘S Konings dienst mogte benodigen dezelve als dan aan hun over te laten dog van dewelke blijkens het voorm Verbaal niet meer dan 2 p:s goed, en d’ overige Vier gedeeltelijk verrot en gebrooken bevonden zijn, met Last aan den onderget omme met deskundige Zeelieden en den Baas der Scheeps Timmerlieden van ‘S E: Comp:s Werf alhier zooveel mogelijk na te gaan en op te geeven, tot wat Prijzen dezelve de Franschen zouden behooren te werden aangereekend’
‘Den ondergeteek:den dan, om aan ‘t hem gedemandeerde te voldoen, met den Schipper op voorsz: Hoeker Catwijk aan Rhijn , Louis de Bellon, en den Scheeps Timmermans baas Philip van den Berg overlegd , en zoo veel mogelijk nagegaan hebbende de gebreeken, die zig volgens den Inhoude van het Verbaal zelve, aan den hier voren gementioneerde Ses Masthouten, hebben komen te bevinden, en daar uijt in d’ eersten plaatse hebbende gesien dat belangende Twee dier Rondhouten d’ eene lang 68: V:ten dik 21: d:m en d’ andere 70: V:t lang en 19 1/2 d:m dik de defecten derzelve, blijkens het gedagte Verbaal simpelijk hierin bestaan dat van d’ eerstgem de kern een wijnig gestarnt zijn, en 1 1/2 d:m spint, en de tweede eenelijk 1 1/2 d:m spint zoude hebben, en dies van zoo zeer gering, ja eijgentlijk van geen het minste belang zijnde, d’ ondergeteek:de dierhalven, onder gunstige welduijding, van begrip zijn, dat die Twee Masthouten niet anders dan als in geval komen gaaf en goed kunnende en moetende werden aangemerkt dezelve dus dan ook naar volle Waarde zoude kunnen werden bereekend.’
‘dan belangende de Vier andere Masthouten, d’ ondergeteekendens oordeelende, dat gelijk de opgegeevene defecten aan dezelve d’ een van minder d’ andere weeder van meerder belang zijnde en dus ook de Prijsen daarna dienende te werden gecalculeerd vermeinen dezelve onder Correctie, dat ged: Rondhouten, na mate der manquementen in ‘t Verbaal aangehaald, de waarde dezelver in maniere als volgd, zouden kunnen werden bereekend namentlijk.’
‘Een masthout lang 67: Voeten 5 duijm en 19 1/2 d:m middellijns aan ‘t dikke Eijnd, hebbende 1 1/2 d:m spint de kern gestarnt en Twee knoesten op 4: d:m diepte, en op 13: v:t van ‘t dunne Eijnd verrot.’
‘Een dito 70 V:t lang, 24: d:m middelijns aan ‘t dikke Eijnd, hebbende 1 1/2 d:m spint 16 V:ten van ‘t dikke Eijnd af eenige verrotte knoesten van drie en een half d:m diepte en op 53 V:ten van ‘t dikke Eijnde afgebroken.’
‘beijde voor Twee derde der ordinaire Prijzen.’
‘Een p:s masthout lang 66: V:ten en 6: d:m houdende 23 1/2 d:m middellijns aan ‘t dikke Eijnde waarvan volgens opgave in ‘t Verbaal de Kern gestarnt en 12 a 15 : V:ten van ‘t dunne End af, Vijf Knoesten 3 1/2 a 5 d:m diep en 1 1/2 d:m spint, zijnde op 39 Voeten van’t dikke Eijnd gebarsten en hebbende een kromte of bogt van circa 14 a 15: d:m op het derde zijnder lengte.’
‘Een dito meede van 66: Voeten lengte en 22 d:m middelijns aan ‘t dikken Eijnd, zijnde van ‘t midden der lengte vol knoesten waarvan twee van 25 V:t van’t dunne Eijnde af op 5 à 6: d:m diepte verrot zijn hebbende bovensdien nog 1 1/2: d:m spint en op 50 V:ten van ‘t dikke Eijnde een breuk’
‘beijde teegens de helfte der waarde.’
‘Waarmeede vertrouwende, aan de g’ eerde Intentie van Uw Wel Edele Gestr: en E: Agtb:s te hebben voldaan laaten d’ ondergeteekendens deezen dienen voor needrig Berigt.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo de Goede Hoop den 31: December 1781: /:was geteekend:/’
‘D: H: Staring, J: L: de Bellon, P: V: D: Bergh’
Waarop is verstaan den Heer Hoofd administrateur Pieter Hacker te qualificeeren om voorsz Masthouten naar derzelver bij ‘t ged Rapport op gegeevene Waarde met een advance van 50 prC:t de Franssen te doen aanrekenen
Zijnde voorts op ‘t diesweegens bij Request gedaan Versoek van den Zoldij overdrager Johan David Storm, goedgedagt, denselven behoudens Rang als p:l onder Coopman uijt ‘S Comp:s dienst t’ ontslaan en in zijn plaats wederom tot Zoldij overdrager aan te stellen den adsistend Clement Matthiesen jun:, met verhoging van qualiteit als Boekhouder en de gagie van ƒ30: ter maand.
Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: V: Plettenberg
[Signed:] P: Hacker
[Signed:] W: C: Boers
[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s
[Signed:] A: V: Schoor
[Signed:] J: J: Le Suëur