Skip to content

C167 v1.20

C. 167, pp. 16-37.

Dingsdag den {17840615} 15 Junij 1784

‘S voormiddags alle Præsent

Is geleesen het onderstaande Versoekschrift door de met het Schip de Morgenster van Ceijlon retourneerende en gezamentlijk in het Legioen de Luxemburg gediend hebbende officieren gepresenteerd.

‘Au Cap de bonne Esperance ce 11 Juin 1784.’

‘A Monsieur, Monsieur le Baron de Plettenberg Gouverneur du Cap de bonne Esperance, et a Mess:s Conseillers du Conseil Superieur.’

‘Mess:rs les officiers de la Legion de Luxembourg qui Sont de retour de l’ Isle de Ceilan ont l’honneur de representer a Mons: le Baron de Plettenberg et a Mess:rs les Conseillers qu’ils ont recus au moment de leur depart de pinta de Galle l’avance de deux Mois par ordre de Mons: de Lij Gouverneur de cette ville, et que se voijant forceés de fournir aux frais d’ une relache dispendieuse et de pourvoir aux besoine et Choses necessaires, indispensable Sur les veaux de la Comp:ie pour une traverseé aussilongue, ils se voyent dans l’Impossibilite phisique de le faire, Si leur demande énoncée dans ce Memoire ne leur etoit pas accordée M:rs de Luxembourg osent reclamer d’apres la necessité ou ils se trouvent le mois espire et des deux Mois Suivants; ils ont recu a Gale , Mars et Avril et ils demandentMai Juin et Juilletou une Somme equivalente, quils S’ engagent a rembourser a la Noble Comp:ie trois Mois apres leur arrivé dans leur Patrie, dans le Cas ou la Chambre dix Sept ne Consentiroit pas au remboursement de ces avances et resuseroit le payement des Mois de traverseé de puis le Jour de l’Embarquement jus ques au Moment de l’arrivée en france ce qui seroit sans Exempel, la noble Comp:ie ayant toujours été dans l’usage d’accorder cette Somme Comme Chose due, ou en forme de gratification a tous les officiers qui ont été dans Son Service’

’/:was geteekend:/’

‘Le V:to des Essarts Cap:ne, Fonnon Lieut:, Closet Lieut:, de Fonpertuis, Colombard du Fray Cap:ne, Croisille, Chailly de belle Crois,’

en daarop in aanmerking zijnde genomen, dat het gem: officieren vrij hard zoude vallen om in den bekrompenen toestand waarin zij zig komen te bevinden de rhijze van hier verder naar het Vaderland te moeten doen, zonder iets te genieten tot goedmaking haaren onkosten ter deeser Plaatze en om zig van het allernoodzakelijkste tot de verdere Rhijze te kunnen voorzien, heeft men dierhalven moeten besluijten aan den Capitain Lieut en Subalterne elk drie Maanden gagie op reecq: van Soldye te laten verstrekken, waarvan aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren pligtschuldig kennisse sal werden gegeeven.

Sijnde hierna door de fungeerende burgerraaden ingediend een Request hebbende tot bijlage zeeker aan haar gepresenteerd Request door Sommige der gepræviligeerde Broodbackers en andere Perzonen zig alle hebbende geërneerd met het bakken van zoete koek en andere kleen gebak, en behelzende haar beswaarnissen teegens de bij deesen Raade gedane Interdictie dat ‘er in de præsente grote Schaarsheid van Tarw door niemand eenig kleen gebak sal mogen gemaakt en verkogt worden; ten belange welker Schriftuuren gantsch onijgentlijk en Vreemd is voorgekomen, niet alleen dat daar een ijder Ingezeeten van wat Staat of Conditie hij ook zijn moge de Vrijheid heeft Zijne versoeken en voordragten direct aan deesen Raade te rigten, de Teekenaars van het ged: versoek Schrift zig in het præsente geval aan Burgerraaden hebben komen t’ addresseeren maar dat dezelve Burgerraaden het ged: aan haar gepresenteerd Request hebben geaccepteerd, niet teegenstaande haare onbevoegdheid hiertoe zo duijdelijk by Resolutie deeses Raads de dato 7 November 1780: is aangetoond, en van welk besluijt ter dier tijd een behoorlijk Extract afgegeeven zijnde, zij oversulx daarvan niet ignorant kunnen zijn; weshalven dan eenparijglijk is verstaan aan voorm: Burgerraaden weederom te rug te geeven het voorsz: van haar gepræsenteerd Request, met last de voorsz: Teekenaars van hetzelve aan te zeggen zig met haare vermeende beswaarnissen volgens de goede ordre en het constant gebruijk direct aan deese Regeering t’ addresseeren door dewelke als dan daarop zodanig sal werden gedisponeerd, als dezelve naar billijkheid, en overeenkomstig het algemeen best zijn Sal vinden te behoren

Voorts is op het diesweegens bij Request gedaan versoek van eenen Francois Thebaut als Jongmattroos, met het Freguat de Meermin alhier aangeland, verstaan, denzelven met afgez: gagie naar neederland te laten retourneeren.

Wijders wierd door den heer Secunde Pieter Hacker ingevolge en ter voldoening van het aan zijn E: geinjungeerde bij Resolutie van den 27 April pass:o ingediend het volgende berigt

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinair van Neederl: India mitsg:s Gouverneur aan Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Agtb: Raad van Politie

‘Wel Edelen Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Den ondergeteek: Secunde en hoofd administrateur deeses Gouvernements omme so veel mogelijk te voldoen aan Uwer wel Edele Gestr: en E: Agtb: zeer geEerd besluijt van den 27 April Jongstl: heeft de Eere Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: te berigten, dat hij ten eijnde t’ ontwaaren op hoedanige wijze in de waereld gekomen zij Sodanig project als door den teegens woordigen Negotie overdrager Casparus van Eerten eijgenhandig geschreeven is, van de goederen, die in a:o 1783 in het toenmaals hiervertoevende Pruijssisch Schip de Croonprints van Pruijssen , voor reecq: der E: Comp:ie Zouden werden afgescheept voor Gecommitteerdens uijt den E: Agtb: Raad van Justitie Exact gehoord ende ondervraagt hebbende Soo den E: Equipagie Meester Justinus van Gennep den dien bodem doenmaals gevoerd hebbenden Schipper Dirk Huijzing den Negotie Overdrager Casparus van Eerten mitsg:s de ordinaire Gecommitt:s Johan Adolph Kuulh, en Fredrik Godhold Holtzapfel egter ongeagt alle mogelijke navorsching in’t ontdekken van den geenen die het voorsz: project opgegeeven ofte gemaakt heeft, niet heeft gereusseerd aangezien den E: Equipagiemeester blijkens het bij dat verhoor gegeeven declaratoir deesen Authenticq versellende verseekert dat zo dra hij van den Wel Edelen Gestr: Heer Gouverneur ordre bekomen had tot het laden van voorsz: Schip de Croonprints van Pruijssen , hij van Gennep daar over met den Schipper van dien bodem Dirk Huijssing So wel als de ordinaire Gecommitt:s gesproken, en van gemelde Gecommitt:s eene opgave van de Zig onder hun bevindende goederen gevorderd had ten eijnde te Zien, welke van die goederen in’t Schip moesten worden afgeladen, hebbende ook voorts de Factuur van ‘t Schip ‘T Huijs te Spijk van den toenmaligen Negotie overdraager wijlen Jan Fredrik Kirsten gevraagd en bekomen, omme te Zien, wat voor Stuk goederen zig daar onder bevonden, en wat volume deselve waren, dog vermits de kortheid des tijds en hij dezelve Factuur niet had vermogen te houden Slegts eenige klijnigheeden daar uijtgetrokken had, sonder meer te weeten waarin die bestaan hebben, gelijk hij Equipagiemeester dan ook niet weete nog hem geheugd eenig projek van de Lading gemaakt ofte aan iemand overgegeeven te hebben, hebbende eeniglijk eenige particulier aanteekeningen ofte Projecten voor Zig gemaakt om die tot Sijn particuliere gebruijk te beesigen; Terwijl den Schipper Dirk Huizing betuijgd van een project niets te weten, en dat hij wel in ‘S Comp:s Pakhuijs was geweest om na de Pakken te Zien Zonder meer te weten, op wiens ordre hij Sulx heeft gedaan, en dat ook zelfs een opgave gedaan had, van Pakken, om eene gladde laag in ‘t ruijm te hebben dog niet meer te weeten hoeveel deselve geweest waren, werdende door de ordinaire Gecommit: gezegt dat zij niets van het project weeten, en na dat het Schip volladen was, geweest, van die Lading eene Notitie aan den ondergeteek: volgens gewoonte over gegeeven hadden voegende dezelve daar nog bij dat wanneer den E: Equipagiemeester in ‘t Thuijn huijs alwaar de kasten met Thee gestaan hebben aldaar bij hun gekomen was en henl: gezegd had, met het afscheepen van Thee uijt te Schijden alzo het Schip vollaaden was, den Edelen Heer Gouverneur die in ‘t Thuijn huijs wonende juijst daarbij was gekomen, en over dat zeggen zeer verwondert geweest was, overmits den E: Equipagiemeester aan Sijn Wel Edele Gestr: hadde gezegd dat het voorsz: Schip alle de Thee Casten inneemen Zoude, en toen nog drie Camers vol overbleeven. En heeft den thans Negotie overdrager Casparus van Eerten getuijgt, dat of Schoon hij het ter Politicque Secretarije berustende project geschreeven heeft, hij egter niet weet ter wiens ordre hij Sulx heeft gedaan nog ook niet of hij Sulx opgemaakt dan maar Slegts gecopieert heeft vermijnende nogthans dat Sulx ter ordre van wijlen den toenmaligen negotie overdrager Jan Fredrik Kirsten moet zijn gedaan, welk voorsz: gedeclareerde aan ieder der declaranten præsenteerd met Eede te Staven, behalven alleen den E: Equipagiemeester voor zo verre betrefd het opgeeven ofte niet opgeeven bij geschrifte van ‘t project der Lading alzo den zelven daarvan niets zeekers getuijgen konde.’

‘Schoon nu uijt het voorenaangehaalde met geen genoegzame grond van Seeker heid zoude kunnen werden aangetoond, door wien eijgentlijk de project Lading voor het Schip de Croonprins van Pruijssen is ontworpen Schijnb: het egter niet onduijdelijk uijt de gegeevene Verklaaring dat den E: Equipagiemeester Justinus van Gennep en den Schipper Dirk Huijssing de voornaame Schikking en maneance daartoe moeten hebben gehad, alzo eerstelijk den Equipagiemeester van Gennep zelve betuijgd door den Edelen Heer Gouverneur te zijn gelast geweest om met den Schipper Huijzing te Spreeken over de Lading die hij zoude Vermeijnen te kunnen inneemen, en waartoe dan ook onder anderen de Factuur van ‘t Schip ‘T Huijs te Spijk sal hebben gediend om daaruijt te neemen de Stuk goederen ende volume derselve, te meer, daar voormelde Equipagiemeester in het zelfde declaratoir ten Tweeden maale Spreekt van eenige aanteekeningen en projecten schoon bij die als maar tot een lose Calculatie voor hem zelven gediend hebbende wil tragten te doen aanmerken.’

‘en dat ten Tweeden den Schipper Huijzing verclaard selve in de Pakhuijzen te zijn geweest, om na dat quantiteit der goederen te zien ten welken eijnde Seekerlijk daarvan in zijn Schip soude kunnen Laaden, en het geen den Ondergeteekende wijders verondersteld geensints uijt eijgen motif maar wel ter ordre te Sullen Sijn geschied, schoon dien Schipper dies bewustheid ignoreerd’

‘behalven dat blijkt uijt de attestatie der Twee Ordinaire Gecommitteerdens Johan Adolph Kuulh en Fredrik Godhold Holtzapfel: dat wanneer den Edelen Heer Gouverneur hadde Vernoomen dat het Schip de Croonprints van Pruijssen was vollaaden, Sijn Edele desselfs Verwondering daar over aan den Equipagiemeester van Gennep had te kennen gegeeven met bijvoeging der ‘er nog zo veeL Cassen met Theeals drie Camers vol:/ waaren overgebleeven, daar hij Equipagiemeester den Heer Gouverneur had gezegd dat al de Thee Cassen in ‘t Schip de Croonprints Soude werden afgeladen:’

‘dit ondersteld den ondergeteekende immers klaar genoeg aan te duijden, dat het project van den Equipagiemeester van Gennep en den Schipper Dirk Huijzing is geweest, om alle de Cassen met Thee dewelke diestijds in ‘S Comp:s Thuijnhuijs hebben gestaen in het Schip de Croonprins te Laaden vermits sulx door den Equipagiemeesteraan den Heer Gouverneur was gezegd

‘Betreffende nu eijndelijk het project selve, dat blijkens Resolutie van den 28 Jannuarij 1783 door den Ondergeteekende in Vergaderinge is overgelegd, Sal denselven nog kortelijk remarqueeren dat vermits het ten allen tijden alhier in gebruijk is geweest So wanneer ‘er papieren zijn die door den Secunde als Hoofd administrateur in raade moeten werden overgegeeven, dezelve als dan door den Negotie Overdrager kort voor ‘t aangaan der Vergadering, Ja! Somwijlen op het ogenblik Selve, aan den Secunde hier in ‘t CasteeL werden ter hand gesteld, hij ondergeteekende dus niet anders kan præsumeeren, dan dat het zelve project het welk eijgentlijk maar een Cartebel op een half blad Papier geschreeven en ongeteekend is, door wijlen den Negotie overdrager Jan Fredrik Kirsten ten dage der vergadering kort voor of bij het aangaan derselve, aan hem ondergeteekende Sal weesen ter hand gesteld, en dus ingeleeverd Sonder dat hij ondergeteek: /:gelijk hij op zijn woord van Eer durfd verseekeren, so wel diestijds als thans heeft geweeten, op wiens aangeeven dat het zelve project ten Negotie Comptoire is ten papiere gebragt.’

‘Daar het Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: nu ten vollen bekend is hoe zeer veele beezigheeden de Post van Hoofadministrateur aan den Secunde verschaft, en die nog werden beswaerd door het Præsidie in den Raad van Justitie, voornamentlijk nu Teegenswoordig en reets geduurende een geruijmen tijd agter een, door de ongewoonen en ongehoorde menigvuldige Proceduures van welke veeltijds 20 tot 30 ten getale te gelijk voor die Regtbank werden geventileerd en die dus de stoffe tot dagelijxe beezigheeden vermeenigvuldigen, en Somwijlen Schier als overkroppen: So vertrouwd den ondergeteek: ook billijk, dat van hem niets meerder Sal werden gevordert, als Sijn geheugen aangaande eene gebeurtenisse van Zo een lang verlopen tijd, hem toelaten daar van nog te kunnen opgeeven.’

‘En diend deesen dus voor needrig berigt.’

’/:onderstond:/’

‘In’t Casteel de Goede Hoop den 15 Junij 1784 /:was geteekend:/ P: Hacker’

Waarop nadat het voorschreeve berigt geleesen en door den Heer Gouverneur en ged: Heer Secunde was te kennen gegeeven, derselver Resp:ve verantwoordingen, omtrend het verschil tusschen het overgezonden project der Lading van het Pruijssisch particulier Schip de Croonprins van Pruijssen , en de weesentlijk in dien Bodem afgeladene goederen p:r d’ eerst vertrekkende retourscheepen, onder ‘S Comp:s Papieren aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren te Zullen oversenden; is dierhalven verstaan het voorsz: thans ingediend berigt van meerm: Heer Secunde als dan ook teffens aan haar Edele Hoog Agtb: te Suppediteeren

Hebbende den Heer Gouverneur laatstlijk te kennen gegeeven, dat ten eijnde de depeches der in de Baaij Fals leggende Retourscheepen te verhaasten en de hindernissen die zig daaromtrend mogten komen op te doen, des te beeter uijt den weg te ruijmen, Sijn Edele zig in Perzoon naar ged: Baaij stond te begeeven, en dierhalven de waarneeming der Zaaken, dewelke geduurende desselfs afweesen Souden koomen voor te vallen, aan de Heer Secunde Pieter Hacker quam op te draagen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 38-105.

Saturdag den {17840619} 19 Junij 1784

‘S Voormiddags alle Præsent

D’ heeren M:r Jacobus Johannes le Suëur en Philipus Hermanus Gilquin, nevens d’ ondercooplieden en Leeden in den Raad van Justitie alhier, Tobias Christiaan Ronnenkamp, Olof Godlieb de Wet, en Salomon van Echten, dewelke bij Resolutie van den 21:sten der Jongst gepasseerde Maand Maij zijn Gecommitteerd geworden om alle de door de Heeren Meuron en Sandol Roij Respectivelijk Collonel en Lieut: Collonel van ‘t alhier in guarnisoen leggend Switzers Regiment van eerstgem: Naam ingediende Schriftelijke beschuldigingen van d’ eene en Justificatiën aan den anderen kant op het naauwkeurigst t’ Examineeren, mitsg:s tegens de tot dezelve gehorende stukken te Confronteeren deese op hun gedecerneerde Commissie naar Verschijden deswegens gehoudene Zittingen volbragt en van derselver bevinding een ampel rapport aan deesen Raade gerigt, den heer Gouverneur hebbende ter hand gesteld, mitsg:s hierop door sijn Edele wegens de moeijte en acceleriteit in deesen geadhibeerd bedankt geworden zijnde heeft welopgem: Heer Gouverneur het ged: Rapport thans ter Vergadering overgelegd, luijdende hetzelve als volgd.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinair van Neederl: India mitsg:s Gouverneur en Directeur van Cabo de goede hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Agtb: Raad van Politie

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘de ondergeteekendens, ter Pligtschuldige volbrenginge der Commissie die Uwel Edele Gestr: en E: Agtb: ingevolge derselver gereveneerd besluijt Sub 21 der Jongst afgewekene Maand Maij, hen in Extract bedeeld aan deselve hebben gelieven te defereeren en op te dragen, zig eenige dagen agter een bezig gehouden hebbende, omme met alle mogelijke Exactitude en oplettentheid t’ Examineeren de Schrifturen en Documenten, dewelke door den Heere Lieut: Collonel de Sandol Roy, met betrekking tot de ingebragte beschuldigingen Jeegens desselfs Chef den Heere Collonel Grave de Meuron, aan den eenen, en door den selven Heere de Meuron, tot wederlegginge derselve aan den anderen kant Successivelijk aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: gepresenteerd en overgeleeverd geworden zijn; zullen zij dierhalven d’ Eere hebben derselver bevindingen dienaangaande van Poinct tot Poinct, voor Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: Eerbiedig open te leggen, en mits dien de Vrijheid neemen te zeggen’

‘dat aanbelangende het eerste Lidt der beswaarnissen van den Heere Lieut: Coll: de Sandol door den Heere de Meuron volkomen geavouëerd werdende, de te rughoudinge van Vier Stuijvers op ijder gulden van Twintig deese wijze van betalinge, volgens welke de Soldaten, hunne bezoldingen Slegts in guldens van Sesthien Stuijvers komen te genieten, naar ons begrip direct aanloopt, teegens den duijdelijken Letter van ‘t 6 Art: der Capitulatie door sijn Edele met de Heeren Gecommitteerden der E: Comp:ie te Parijs opgeregt ende gesloten; als zijnde daar bij bepaald dat de Maandgelden der Resp: Officieren OnderOfficiers en Soldaten ten sodanige getale als hetzelve Articul meede breedvoerig komt te dicteeren, door d’ E Comp:ie in Hollandse waarde de gulden tot Twintig Stuijvers Courant gereekend, zonder eenige terug houdinge of afkortinge zullen werden voldaan, waaruijt dan ook notoir voortvloeid, dat de uijtbetalinge daarvan inzelvervoegen zal moeten geschieden dan aan den anderen kant, vermenen d’ ondergeteek:s dat daaromtrend in Consideratie behoord te komen het Certificaat door ged: Chef op zijn ridderlijk woord en trouwe gegeeven, mitsg:s bij desselfs Justificative Memorie overgelegd; Seekerlijk met oogmerk, om daar meede te willen probeeren, eens deels, dat het voorsz: beneficie op de betaling der Soldijen in ligt geld door welgopgem: Heeren Gecommitt:s aan syn Ed: is geaccordeert geworden; en ten tweeden dat hij om de daar voor bijgebragte reedenen, heeft gemeend, een zodanig dedomagement te kunnen of moogen pretendeeren.’

‘dat wijders bij het 8 Articul van voorsz: Capitulatie aan den Heere Coll: de Meuron eene Somma van ƒ25000: Jaarlijx toegelegd zijnde, omme daar voor het Regiment alle Twee Jaaren te kleden, desselfs wapenen te onderhouden en hetzelve in plaatse der afgestorvene en gedeserteerde, met de nodige Recruten te vervullen, het de Ondergeteekendens dus toeschijnt, dat zijn Ed: geen regt heeft, den Soldaat het kostende van desselfs Monteeringe en Wapenen, So min als het repareeren derselve, op sijn discompte of Reekening te Stellen, kunnende d’ ondergeteek:s evenwel niet ontveisen dat hoe klaar en Evident het gem: Art: hun ook voorkomt derselver Oordeel hier over nogthans enigzints in Suspens werd gehouden door het daarop volgende Art: waarbij expresselijk is gestipuleerd, dat de Propriétair van ‘t Regiment, de Onder Officiers, Soldaten, en Tambours, voor de bij de vorige Articulen 6 en 8 bepaalde geld Sommen op afreekeningen houden zal, in diervoegen als onder de Switsers in Fransschen dienst gebruijkelijk is, gelijk deselven ook niet durven vast Stellen, of op deese afreekeninge, de Monteeringe van den Soldaat naar Inhoude van ‘t 29: Art: van de Capitulatie der Switsers in voorm: dienst ten Synen lasten kan en mog werden gebragt, zo als de heer de Meuron dit Articul Schijnt te willen hebben uijtgelegd en verstaan, dan wel of sulx allen omtrend minder of klijne benodigdheden dier Militairen, moet Plaats hebben en ‘t geen dat deese onzeekerheid nog groter maakt, is ‘t Slot van ‘t ged: 9:de Art: het welk zig nopens het kleeden en Wapenen derselve, op de bij ‘t voorgaande 8:e Art: gemaakte bepaalingen, weeder beroept; ondertusschen is ‘t Zeeker dat de Heer de Meuron is verseerende in een denkbeeld als of de voorsz: ƒ25000: eenig en alleen tot het Jaarlijx aanwerwen van Recruten, mitsg:s onderhoud der Wapenen, en bij Consequentie, in geenen deele tot kledinge der Soldaten, moeten dienen en die Penningen Zelfs niet eens tot goedmakinge der kosten van eerstgem: Twee Articulen, toereikende zoude zijn; uijt welken hoofde hij dan ook bij desselfs aan hoogstged: Heeren Gecommitteerdens dient weegen ingediend Vertoog, daar over Zeer heeft komen te doleeren, en versogt om ter zijner Schadeloosstellinge omtrend die Twee Art:s op dienselfden voet als den Heere Prince van Luxemburg te mogen werden gesteld dog waarinne haar Edelens niet hebbende gelieven te treeden, egter aan hem de Vrijheid gelaten deswegen in ‘t vervolg representatiën te doen, het geen niet blijkt te zijn geschied.’

‘Middelerwijl dat d’ ondergeteekendens ten belange der remarques, die door de Heer de Sandol in Sijn antwoord op d’ eerste Memorie van de Heer de Meuron, over het 2 Art: der Capitulatie zijn gemaakt niet om heen kunnen te observeeren dat hoe Zeer hij Heer de Meuron ook zoekt te beweeren dat hetzelve Art: niet tot de kledinge en het armeeren der Soldaten maar eenelijk tot het oprechten en transporteeren van ‘t Regiment naar Isle de Ré betrekkinge heeft, en sijn Ed: Zig gevolglijk bevoegd acht, haarl: de klederen en wapenen te bereekenen, het eerste Art: der Capitulatie egter, het teegendeel daar van Schijnt aan te duijden, dewijl daar bij is geconveniëerd, dat het Regiment voor de aan den Heere Meuron toe gelegde Somma van 336000 Livres Fransch geld Compleet, gekleed en gearmeerd, zal moeten zijn, en waar uijt men dan ook zoude kunnen opmaken, dat deese eerste kleedinge en Wapenrustinge door de Maatschappij gedragen zijnde de Heer de Meuron dienvolgens, het kostende van ‘t een en anderen de Soldaten ten onregte op Reekening heeft gesteld.’

‘Betreffende nu d’ accusatie van de Heer de Sandol, dat de Heer de Meuron de Monteeringe zijner Soldaten hun nog eens zo hoog zou doen betalen, als waar Voor die der alhier guarnisoen houdende Militairen der E Comp:ie werden aangereekend, dezelve vinden wij immers voor als nog, geheel ongefundeert, de heer de Meuron betuijgd, zelve nog niet te weeten, hoe veel die Zullen komen te Staan; invoegen over dies pretence duurte thans niet kan worden geoordeelt, nogthans is het te verwonderen, dat aangezien de Soldaten reets voor ‘t passeeren der Revuë in Frankrijk gekleed, en gewapend zijn geworden, de Heer de Meuron de prijs daarvan nu niet zoude weesen bekend; of het moet zijn, dat de Avarij die de daartoe gerequireerde benodigdheeden, op de rhijze hebben ondergaan, daarinne een noodzakelijke Veranderinge komt te Vorderen: intusschen is ons uijt d’ overgelegde Model afreekening voorgekomen, dat den Soldaat maandelijx drie Guldens van sijne gagie voor desselfs Monteeringe moet laten Staan; Sulx wanneer deese manier van descompte of afreekeninge, voor of met het Vertrek uijt Europa , is ingevoerd, denselven dies betalinge als dan ruijm voor uijt heeft gepresteerd.’

‘Moetende d’ ondergeteekendens voorts in opzigte van ‘t geene de Heer de Sandol wegens het slegt Spijzingen der Soldaten, en dat deselve door de tegenwoordige buijten gewone duurte der Leevensmiddelen, bijna van honger Sterven, heeft goedgevonden te opperen, betuijgen; deese beschuldinge ten eenemaal van waarheid te zijn ontbloot nademaal uijt het door den Heere de Meuron geproduceerde Copie Contract op den 26 Februarij deses Jaars, met de Fourniseurs dier behoeftens Petrus Jacobus en Cosmus Joseph Rademan nader aangegaan, komende te Consteren dat van gem: datum af, aan ijder Man een quart Pond vleesch en eenmaal Soup ‘S daags, meeder dan zijl: ‘t zeedert den 16 Augustus bevorens hadden genoten werd verstrekt, het dagelijks randsoen of voedsel des Soldaats, door de augmentatie dus bestaat in anderhalf Pond Brood, Een Pond Vleesch en Twee met Brood, groentens &: gekookte Soupen Voor ‘S middags en avonds; hoe is het dan mogelijk dat ijmand, zulx genuttigende, van honger zou kunnen Vergaan? en wat belangd de betalinge van voorsz: Fourniseurs waar Over de Heer Sandol teffens doleerd; daartoe werden in d’ eerste Plaats geEmploijeerd, de 7072 Stuijvers Cost en Servies gelden, der Soldaaten en Vervolgens gedeeltelijk, de gagiën der geene, die permissie hebben op zig zelfs of bij d’ Ingezeetenen te arbeiden, gelijk blijkbaar is, uijt de Reekening der resp:e Capitains, aan dewelke de directie daarvan is overgegeeven en toevertrouwd.’

‘Intusschen vinden de Ondergeteek:s onnodig, in een wijdlopig detail te treeden over de aanreekeningen der differente klijne articuls, die aan de Soldaten werden uijtgereikt waarvan eenige zeekerlijk wat hoog komen te Staan; als niet grondig kunnende nagaan, of het den Heere Collonel de Meuron doenelijk zij, deselve Zo wel als de Schoenen die volgens decalaratie van syn Ed: omtrend een maand voor de inleeveringe zijner Justificatie gedateerd 24 April laatstl: van 64: tot 52 Stuijvers het Paar heeft vermindert voor Civiler Prijzen te laten Verstrekken; zo als het hun ook onmogelijk is, met zeekerheid na te speuren, of het gebruijk het welk de heer de Meuron naar aanwijzing van desselfs antwoord op de Tweede Memorie van de Heer de Sandol heeft gemaakt, van de Lijwaten dewelke ten behoeve van het Regiment uijt het Negotie Pakhuijs der E Comp:ie voor Inkoops Prijs zijn gefouneerd, alleZints over een komt en voldoende is aan ‘t oogmerk waartoe dezelve hebben moeten dienen.’

‘Omtrend de beschuldiginge van de Heer de Sandol, over den dienst van het Regiment als waare daartoe te wijnig volk præsent, komt het ons voor dat gemerkt zijn Ed: op ‘t geene de Heer Meuron, ten dien Subjecte bij zijne Memorie Justificatief heeft koomen te avanceeren, bij desselfs Replicq op deselve Justificatie niets anders bijbrengt of dit poinct verder onaangeroerd laat, deselven mitsdien daarinne berustende Stilswijgend bekend deesen blaam in alle desselfs uijtgestrektheid, gem: Heere de Meuron onregtvaardig te hebben aangewreeven.’

‘dog aanbelangende de notabele accusatie dat de Heer de Meuron nu een geruijmen tijd geleeden Soldaten over voorgenomen desertie aangeklaagd, om dat zig daarvan niet hebben willen laaten overtuijgen, Zoude hebben doen Tortureeren zodanig dat een derselve daags naar de Pijniginge was gestorven; Verclaren d’ ondergeteek:s zig te moeten Excuseeren hunne gevoelens over de Formaliteiten derzelve te uijtten, als Ignoreerende de maniere van Procedeeren bij de Switzerse Regimenten in Cas Subject gebruikelijk, des zij daar omtrend alleenlijk kunnen aanmerken, dat de Regtspleginge ter dier gelegendheid gehouden, niet komt te quadreeren, met de wetten der E: Compagnie waarna zig egter dit Regiment volgens de Capitulatie Art: 22, Schijnt te moeten gedragen: Ondertusschen dat ons uijt de Certificaaten zo van den Capitain en opperrechter van ‘t Regiment de Heer Jequier, als van den Chirurgijn mayor S: Reijne en den burger Scriba Loge als Entrepreneur van ‘t Hospitaal is komen te blijken dat zeeker Soldaat in Name Philippe Chaler op den 3 Junij 1783: de Torture hebbende moeten ondergaan, den 11: dito daaraan ziek in ‘t gem: Hospitaal gebragt, en aldaar den 28 of 29 derselve Maand en dus eerst 25 à 26 daagen daar na is komen te overlijden; indien deese nu d’ ongeluckige is, die de Heer de Sandol opgeeft, ‘S daags naar ‘t Pijnigen te zijn gestorven, dan moet men zeggen dat hij in Sijne aanklagte in dat opzigt zeer onvoorzigtig en verkeerd is te werk gegaan, betuijgende de Heer de Meuron in de Memorie Sijner Verdeediginge, en de Heer Jequier, bij desselfs bovengerepte Certificaat, ten belange der voorsz: Procedures dat d’ eerste Institutie derselve op aangeeven en versoek van de Heer Sandol als doenmalige Major van ‘t Regiment zijn gehouden.’

‘Wat verders aangaat de Twee Soldaten waaraan de Heer Collonel de Meuron hun afscheid heeft gegeeven, en die volgens desselfs opgave, gesterkt door Twee attestatiën van den Chirurgijn Beijsser, met verouderde of Slepende qualen behebt gevolglijk tot het langer verrigten hunner dienste, buijten Staat waren geraekt vinden wij te zijn geschied, om d’ E Comp:ie van ‘t onderhoud dier onnutte of onbequame Sujetten t’ ontlasten; Edog! In hoe verre de Heer de Meuron Verpligt is van diergelijke Congées aan den Heer Lieut: Coll: de SandolL te doen kennisse hebben /:zo als pretenteerd:/ kunnen wij niet beoordeelen, nogte ook niet of de reedenen die de Heer de Meuron hebben bewogen, voor ‘t Congedieëren van geciteerde Twee Persoonen, een Somma van 200: Piasters te accepteeren te billijken zijn’

‘En hier meede afgehandelt hebbende alle de beswaar poincten bij de Eerste Memorie van de Heer de Sandol vervat, blijft ons nu nog over te Spreken van Twee Propoosten, die denselven bij zijn antwoord op de Justificatie van de Heer de Meuron, zo over de betalinge van ‘t Supplement der gagiën van de Cadetten, aan dewelke den Edelen Heer Gouverneur eene Verhoginge derselve van ƒ9 tot ƒ20’

‘p:r Maand heeft gelieven toe te voegen, als meede over de pretense onbillijkheid van de Heer de Meuron omtrend de Impotenten die Slegts een zeekeren tijd in ‘t Hospitaal komen te leggen, en waarvan Sijn Ed: Zig derselven Cost- en dienst gelden, zou toeeigenen, heeft komen te voeren; des wij ten deesen belange Zullen noteeren: dat de Heer de Meuron, op ‘t eerste Propoost repliceerende Verclaard, dat de Cadets haare Maandelijxe bezoldiginge hebben ontfangen met eene augmentatie die hen met de Sergeanten gelijk steld; en dat het Verschil, ‘t welk uijt deese betaalinge, en vergelijk van ‘t geene Sijn Edele ontfangt ontstaat haar tot gemoedkominge der Costen van derselven onderhoud afzonderlijk met die der Troupen op Reekening of discompte werd gebracht; dog welke berekeninge volgens zeggen van de Heer de Sandol bij een ingeleeverd nader Schriftuur niet eerder dan na d’ overgave van desselfs bovengem: antwoord, zou hebben plaats gehad; Terwijl de Heer de Meuron nopens het voorsz: Tweede Propoost, niets anders avanceerd, als dat het Hospitaal alleen de Regeering, of d’ Administratie der Tresorie van ‘t Gouvernement in ‘t bijzonder aangaat; ende Heer de Sandol desselfs bekommeringe dienaangaanden zou kunnen Stillen Ondertusschen blijkt uijt het zo even aangehaalde Schriftuur dat sijn Ed: in deesen ziet, op de ordre die omtrend de in ‘t Hospitaal komende Militairen der E Compagnie werd geobserveerd, aan de welke, wanneer zij niet langer als Veerthien dagen, of minder ziek blijven, hun Cost en Servies geld werd geaccordeert, en denselven dus een diergelijke terughoudinge van de Heer de Meuron ongepermitteerd vind.’

‘dan nadien Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: ons hebben gelieven te qualificeeren om ingevalle bij Examinatie der Papieren ons mogten voorkomen zaken die eenig nader Licht quamen te vorderen ons als dan diesweegens te doen Elucideeren, door Twee Capitains van ‘t Regiment, waarvan d’ eene door den Heer Collonel de Meuron en d’ andere door den Lieut: Collonel de Heer de Sandol zouden werden benoemd; hebben wij nodig g’oordeelt ons daar van te moeten bedienen, ten eijnde waare het mogelijk omtrend de duijsterheid van deese en geene der Voorwaardsgem: accusatiën, de nodige ophelderingen te bekomen; welken volgende wij dan ook, na dat hiertoe door den Heer Collonel de Meuron, den Heer Capitain La Tourette en door den Heer Lieut: Collonel de Sandol desselfs Broeder de Heer Cap: de Sandol waren uijtgekosen, aan deselve hebben voorgelegd zodanige Vraagstukken als wij d’ Eere hebben Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: hiernevens aan te bieden; uijt welkers daarnevens gestelde Responsiven over ende weeder daarop gegeeven wij egter geen andere ouvertures hebben verkregen, als eerstelijk dat de fourniseurs der Spijsen in maniere als hier voren gezegd, werden betaald; ten Tweeden dat aan de Soldaten, de Schoenen teegenswoordig voor Agt Schellingen Vier Stuijvers het Paar, mitsg: de volgende benodigdheeden voor de daarop gesteld Prijzen, te weeten Een Hembd a 9 Schell: en de kousen, zo witte als blaauwe het paar voor 6 Schell: werdende verstrekt opgem: Cap:n Sandol zig voor omtrend Ses Maanden geleeden bij den Heer Collonel de Meuron had vervoegd, om over de duurte der Schoenen en andere Fournitures op ordre der Resp:ve Capitains te klagen; en ten derden dat aan de Zieke Soldaten hun maandelijx inkomen naar opgave van ged: Cap: de Sandol in ‘t geheel zou werden ingehouden; weshalven wij ter zake zijl: ons, op d’ overige Questiën geen voldoenend’ berigt konden geeven door voorm: Capitain la Tourette aan den Heere Coll: de Meuron hebben laten verzoeken, Visie van allen de Boeken en Papieren die tot Éclaircissement der voor als nog te Examinerene Poincten, wierden gerequireerd; gelijk deselve dan ook, in een nadere Comparitie ten dien fine voor ons open gelegd zijnde, hebben wij in d’ eerste plaats ontwaard dat de discomptes der Soldaten desselfs begin met den 1 Maij 1782 genomen hebbende dezelve daarbij is ten lasten gebragt al ‘t geene Zijl voor de Uuijtreise, en naderhand zo aan kleederen als anderzints hebben genoten; en waaromtrend de Cap:n de Sandol van weegens de Heere Lieut: Collonel de Sandol quam te remarqueeren, dat de bezoldingen dier Militairen naar den teneur van het 10 Art: der Capitulatie van den dag dat ter gefixeerde Verzamel Plaatse zijn gearriveerd had moeten werden betaeld, dog dat zulx eerst ingegaan zijnde met primo November daarbevorens wanneer de Monsteringe hebben gepasseerd; deselve bovensdien van hun tractement, niet meer als Ses guldens ‘S Maands ontfangen en de Heer de Meuron Zig van de resteerende drie Guldens meester had gemaakt, in welkers opzigte als meede betreffende het Art: der Cadets, hier onder nader sal werden gesproken.’

‘Vervolgens hebben wij Concernerende de Verteeringe der Zieken in ‘t Hospitaal bevonden; dat den Soldaat geduurende desselfs Impotentie, zijne gagie met dies verhoginge, mitsg: Cost en Servies gelden moet missen, maar dat door de Heer de Meuron van voorsz: bezoldinge, Twee derde parten, zijnde Vier Stuijvers daags p:r Man aan d’ E: Comp:ie werd gerembourseerd, en hij oversulx daarvan met gedragen Concent van den Edelen Heer Gouvern: van ijder Man dagelijx Twee Stuijvers overhoud; Terwijl de bereekeninge der gem: guastos met de Lijsten van de Vierde Comp:ie teegens die van ‘t Soldij comptoir geconfronteerd zijnde; hebben wij omtrend de geld Sommen geen anderen differentie gevonden als alleen dat de Collonel Heere de Meuron de bereekeninge over de Volle gagie Cost en dienst gelden naar proportie van den tijd dat de zieken in ‘t Hospitaal hebben gelegen komt te doen; dog waar en teegen men niet heeft kunnen ontdekken, door wiens toedoen d’ abuijsen die ons in ‘t berekenen van voorsz: tijd zijn te voren gekomen mogten weesen veroorzaakt; althans dit is zeeker dat d’ opgaven ten voorsz: Zoldij Comptoire daarvan gedaan, met de Lijsten der gem: Comp:ie merkelijk komen te verschillen’

‘En gelijk Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: uijt de voorwaards geciteerde beantwoorde Vraag poincten van den Cap:n la Tourette meede Zullen koomen te beoogen, welke Provisionele Informatiën denselven ons nopens het gebruijk van het Surplus der Verteeringen van de Impotenten Soldaten, heeft gegeeven; vinden wij ons dierhalven verpligt Uwe Wel Edele Gestr: en E Agtb: ten dien Subjecte te berigten: dat de Heer de Meuron door opged: Cap:n la Tourette, aan ons heeft laten vertoonen Een Boek waar inne opgeteekend Staande de Consideratiën die Sijn Ed: hebben bewogen omme ten voordeele der Soldaten dewelke op het eijnde van hun Engagement, in den dienst niet zouden willen Continueeren, te formeeren of op te rechten, een Seekere Massa van Penningen; wij bij Examinatie van het gem: Boek, dit fonds bevonden te hebben bestaen in de Maandelijxe Cost en Servies gelden der Soldaten, gereekend á 2 1/3 Stuijver ‘S daags Zo als Uwel Edele Gestr: en E: Agtb: uijt een Voorbeeld het welk uijt het voorm: Boek getrokken, en meede hier bezijden is gevoegd, by geliefte nader Zal komen te Consteeren.’

‘Ondertusschen dat wij aangaande de doleantiën door den Heere Lieutenant Collonel de Sandol zo met betrekking tot de betalinge van de Maandgelden der Soldaten als ook nopens het Surplus der Cadetten bezoldinge zijn voort gebragt, de Vrijheid Zullen neemen ter needer te Stellen: dat de wijl wij van het een en ander uijt de Boeken en Documenten van den Heere Collonel de Meuron, niets zeekers hebben kunnen gewaar worden als alleenig dat d’ afreekening der Cadets naar dictamen der Verstrek Lijsten, niet vroeger dan met de Maand April d: A:o Stanti, zijn ingevoerd; Sulx ons onder ‘t gunstig welnemen Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb: heeft doen resolveeren, omme hier over bij ged: heer de Meuron, de nodige ophelderinge vriendelijk Solliciteeren; dan of schoon d’ ondergeteek: uijt het door sijn Ed: daarop gegeeven antwoord het welk deesen insgelijx komt te Versellen de nodige Elucidatiën daaromtrend, niet hebben erlangd, hebben zij egter daar uijt genoegzaam kunnen opmaaken, dat van Primo Novemb: 1781 tot den 1 Maij 1782 aan de Soldaten yder ƒ6: ‘S Maands betaald geworden zijnde, de manqueerende of overige ƒ3: door hem heere de Meuron, ten zodanige fine als denzelven daarbij komt op te geeven zijn te rug gehouden; en zoomeede dat van het Surplus van de gagie der Cadets van ƒ9: tot ƒ20: Maandelijx een ander Emplooij is gemaakt als waartoe het zelve Schijnt te Zijn geaccordeert.’

‘Eijndelijk naar Verhandelinge van al het voorenstaande door den Eerst ondergeteek: M:r Jacobus Johannes Le Suëur aan de meede geteek: gecommuniceerd zijnde dat op versoek door dikwelgen:de Heer Collonel de Meuron aan de heeren Gedeputeerdens der E: Comp:ie gedaan omme Zo als volgens Sijn Ed: in Holland gebruijkelijk zoude zijn, de gagiën der Verstorvene Soldaten nog Twee Maanden daarna te doen voortlopen, tot Schade Vergoedinge van ‘t door hun veroorzaakt werdend verlies welgem: heeren Gedeputeerdens daarinne waren komen te bewilligen, met bijvoeginge wijders dat Sijn Ed in Politicque Vergaderinge had aangenomen, zig daarop te Inquireeren; zo hebben wij vermits bij Resumptie van seekere, door ged: heer de Meuron, aan den Edelen heere Gouverneur gepræsenteerd Schriftelijk addres, onder anderen ook is gebleeken, dat evengem: zijn Edele in naarvolginge van ‘t voorsz: Plan Edog! Onder approbatie van de hoog Gebiedende Heeren Majores in ‘t Vaderland daartoe de nodige ordres heeft gelieven te geeven, nodig geagt Sulx hier bij te noteeren’

‘D’ Ondergeteek:s voor ‘t overige vertrouwende deese Zeer intricate en Epineuse Commissie met de GeEerde Intentie Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb: Overeenkomstig te hebben g’Executeerd en onze verrigtingen ten deesen met derselver gunstige approbatie Zullen mogen werden Verëerd; neemen zij dierhalven, na Alvorens ten belange der Personaliteiten, die hen beijde door Parthijen over ende weeder ingediende Schriftuuren zijn te voren gekomen, te hebben aangehaald; dat zij gemeend hebben, dezelve met Stilswijgen te moeten passeeren, en zig alleen aan d’ Explicatie der weedersijdsche beschuldigingen te binden, de Vrijheid deesen te laten dienen voor ootmoedig Rapport.’

’/:onderstond:/’

‘Cabo de Goede Hoop de 18 Junij 1784.’

’/:was geteekend:/’

‘J: J: Le Suëur, P: H: Gilquin, T: C: Ronnenkamp, O: G: de Wet, S: van Echten,’

Uijt welk Rapport dan hoofdzakelijk is voorgekomen en wel in d’ eerste Plaats dat ten opzigte van het door denselven voort gebragte dat namentlijk, een der Soldaten van ‘t Regiment genoegzaam onmiddelijk op en door de hem g’inflingeerde Torture zoude zijn komen t’ overlijden, uijt de diesweegens door den heer de Meuron g’Exhibeerde Certificaat was gebleken, dat seeker soldaat in Naame Philip Chaler op den 5 Junij 1783 de Torture hebbende moeten ondergaan den 11: dito daaraan Ziek in ‘t hospitaal gebragt en aldaar den 28 of 29 derselver Maand en dus eerst 25 a 26 dagen daarna was gestorven.

dat zij Gecommitteerdens ten Tweeden omtrend diversse andere Poincten de Verlangde Elucidatie van de ten dien eijnde voor hun verschenen Cap:ns niet hadden kunnen erlangen.

En dat in de derde Plaatse ten belange der betaling van de Soldijen der onder officieren en Soldaten van het Regiment teegens 16 Stuijvers p:r gulden de heer de Meuron op het Sterkst had verseekerd dat hem sulx door de Wel Edele heeren Gedeputeerde Bewindhebberen te Parijs was geaccordeerd.

dat zij Gecommitteerdens ten Vierden betreffende de Verteering der Impotenten in het hospitaal hadden bevonden dat den Soldaat geduurende Sijne Ziekte desselfs gagie met dies verhooging mitsgaders Cost en Servies gelden moest missen dog dat door den Heer de Meuron van voorsz: bezolding weederom Twee derde Parten zijnde Vier Stuijvers ‘S daags p:r Man aan d’ E: Comp:ie werd gerembourseerd en hij oversulx daarvan met gedragen Consent van den Edelen heer Gouverneur dagelijx Twee Stuijvers p:r Man quam over te houden.

dat ten Vijfde de bereekening der gem: quastos met de Lijsten van de vierde Comp:ie teegens die van ‘t Soldij Comptoir alhier geconfronteerd zijnde, door omtrend geen ander differenten waaren gevonden dan alleen, dat de Heer de Meuron die bereekening over de volle Gagie Cost en Servies gelden had gedaan naar Proportie van den tijd dat de Zieken in ‘t hospitaal hadden geleegen, waaromtrend d’ ordre en het gebruijk bij d’ E Comp:ie alhier komt meede te brengen dat alle Dienaaren in ‘t hospitaal komende dadelijk hunne Costgelden niet langer blijft voortloopen dan wanneer zij het zelve Gasthuijs voor den Agtsten dag weederom koomen te verlaten sonder dat zij Gecommitteerdens hadden kunnen ontdekken door wiens toedoen waaren veroorzaakt d’ Abuijsen die haar in het bereekenen van voorschreeven tijd waaren te vooren gekomen nadien het allezints klaarlijk was gebleeken, dat d’ opgave ten voorsz: Soldij Comptoire gedaan met de Lijsten der gem: Comp:ien merkelijk quamen te verschillen.

En dat wijders ten Sesden met betrekking tot de betalinge der Maandgelden van de Soldaten Seedert den dag van hun engagement tot dat de bereekening harer Soldijen is geschied als ook noopens die van het Surplus der Cadetten bezoldinge uijt voorsz: Boeken en Verdere documenten van den heer de Meuron niets met Seekerheid had kunnen werden nagegaan als alleen ten opsigte van den tijd dat d’ afreekening der voorsz: Cadetten was ingevoerd en zij Gecommitteerdens dierhalven deesen aangaande de nodige ophelderingen van ged: heer de Meuron hadden gevraagd en dat ofschoon uijt het van sijn Ed: bekomen Schriftelijk antwoord geen voldoende Elucidatie hadden erlangd genoegzaam was op te maaken dat van p:mo Novemb: 1781 tot den 1 Maij 1782 aan de Soldaten ijder ƒ6 ‘S Maands betaald geworden zijnde de manquerende of overige drie door meerm: heer Collonel de Meuron tot zodanige fine als bij desselfs voorsz: Schriftelijk antwoord was aangehaeld waren ingehouden, en zo meede dat van ‘t Surplus van de Gagie der Cadetten van ƒ9 tot ƒ20 Maandelijx een ander Emplooy was gemaakt als waartoe hetzelve Schijnt te zijn geaccordeert.

So is bij overweeging van alle d’ omstandigheden die aan meerm: Commissie bij ‘t doen der aan deselve geordonneerde Examinatie en Confrontatiën der resp:ve van meerm: heeren de Meuron en Sandol over en weeder ingebragte beschuldigingen en Justificatiën zijn voorgekomen, en dat gem: heer Sandol niet alleen versoek heeft komen te dien om weegens deese zijne beswaarnissen naar ‘t Vaderland te Vertrekken, maar zig desweegens ook bereids in geschrifte aan de hoog Gebiedende heeren Meesteren heeft geaddresseerd aanwien door de heer Coll: de Meuron desselfs belangen mede sijn voorgedragen verstaan de voorsz: aan deesen Rade bijdersijds overgeleeverde Memoriën met alle de daartoe gehorende documenten als mede het voorsz: rapport, der tot dies Examinatie gestelde Gecommitt: desgelijx de ten belange deeser Zaak Sub datis 29 April, 4: 21: en 25 Maij laatsleeden mitsg:s op heeden genomene besluijten deeses Raads in Copia Authenticq aan welgem: heeren Meesteren over te Senden, ten eijnde deese bij het voorsz: Rapport ten regten intricaat en Epineus genoemde Zaak in diervoegen te decideeren als haar Edele hoog agtb: naar derselven hoog wijs oordeel zullen vinden te behoren, dan waaromtrend door den Heer Collonel Gordon wierd geallegueerd

dat hij ziende de tournure van deese zaak zig ‘er verder niet meede konde bemoeijen vindende zig geen Competente Regter in deese zaak, en als nu aan den Heere Gouverneur dewelke de directie van deese Troupen, en nu alle de Stukken voor en teegen voor sijn Edelens Ooge had overliet, om te Zorgen dat Regt ende Geregtigheid geschiede overeenkomstig met den inhoud der Capitulatie en omme alle abuijzen uijt te roeijen moetende alleenlijk maar remarqueeren dat in de tweede Memorie van den Collonel Meuron weeder een Citatie van ‘S Comp: Troupen onder de directie van hem Heer Collonel Gordon abusivelijk was gemaakt, namentlijk dat die geene dewelke met Transporten beswaard uijt ‘t Vaderland hier komen niet meer genieten dan hen Cost en dienst geld, hij hierbij voegde de notitie van ‘S Comp: Thesorier /:verstaande hier meede den Soldij Boekhouder van Echten:/ om alle Verkeerde Vermoedens voor te komen en aan te toonen, dat de Soldaten dewelke met Transporten beswaard uijt Europa komen alleen maar de helft hunner gagie voor die Schuld laten Staan, tot dat deselve voldaan is, en dat hij verders niet voorbij konde als hoofd van ‘S Comp:s Militie te Remarqueeren, dat het niet billyk maar onnodig was dat de Soldaten van ‘t Regiment van Meuron een half pond brood daags meer genieten als de zijne het welk Jalousie verwekken en tot detriment van den dienst Zoude kunnen Strekken, te meer daar de onze meer als eens zo Sterk quaamen te dienen.

Gelijk den E: Coopman en keldermeester M:r Jacobus Johannes le Suëur voor desselfs sentiment in deesen heeft doen aanteekenen.

dat daar bij deese Vergadering begrepen wierd dat hij of schoon mede Gecommitteerd geweest tot het ondersoek der gewisselde Schriftuuren tusschen den heer Coll: de Meuron en desselfs Collonel en Second de heer Sandol Roy zig egter niet konde onttrekken Sijn Advijs te geeven in ‘t geene door denselven ter dier materie verder soude werden beslooten Sijn E: dierhalven vermeende, dat dewijl uijt het Schriftelijk Rapport door die Commissie ingebragt was gebleeken, dat de voornaamste Poincten van beswaar door ged: heer Lieut Coll: Sandol teegens Sijnen Chef ingebragte afhangelijk zijn van de decisie der Heeren Meesteren alle de van weerzijde ingebragte Stukken, en bijlagen, zoo wel als d’ eerste Memoriën door beide die heeren aan haar Edele hoog Agtb: de heeren Bewindhebberen direct gerigt aan hoogst deselve Eerbiedigst moesten werden overgesonden, Terwijl onder afwagting van hoogst derselven gevenereerde dispositie Sommige Articulen van beswaar die ter dadelijke præjuditie van eenen derden individu Verstrekten Zouden kunnen werden geremedieerd, als daar waaren die der in ‘t hospitaal komende Impotenten wien men ten onregte inhield het geen hun toequam en den Cadets door den heer Gouverneur aan ‘t Regiment toegestaan.

Waar na mits het inkomen van ‘t voorsz: rapport ingevolge het ten dien Opzigte geresolveerde onder den 21 Maij Jongstl: getreeden Zijnde ter dispositie van het door meerm: heer de Sandol gedane versoek om uijt desselfs arrest te mogen werden ontslagen, en ten dien eijnde door den heere Gouverneur van de Resp:ve Leeden deeser Vergadering gevraagd Zijnde derselver Sentimenten Sodanig Zij Zouden vermeinen dat daaromtrend zoude behooren te werden gehandelt, So werd door deselve hunne Advijzen het volgende uijtgebragt als.

den Heer Secunde Pieter Hacker

dat de heer Sandol uijt desselfs arrest zoude werden ontslagen mits zig tot vermijding van alle disordres niet met ‘t Regiment bemoijende, en zig ten dien eijnde na Stellenbosch of elders op ‘t Land ten genoegen deser Regeering retireerende, tot dat de decisie der heeren Majores nopens desselfs Zaak alhier sal weesen ingekomen, en dat hem heer Sandol wijders in sijne keuse sal werden gelaten naar ‘t Vaderland te vertrecken

den Heer Collonel Robert Jacob Gordon

dat het uijt sijn vorige aangehaalde bleek dat den E: heer Gouverneur nu moest Weeten wat hy te doen had, door dien hij Coll: Gordon g’Eyscht zijnde wel syn sentiment kon Zeggen dog dat hij zig geen Competente Regter in deese Zaak erkende.

den E: Coopman en Secretaris Oloff Marhtini Bergh.

dat nadien de Zaak in questie tusschen gem: heer Sandol met desselfs chef den Coll: de Meuron door ‘d over en weder ingediende Schriftuuren van beschuldiging en Justificatie nu waren gekomen tot dien trap dat ingevalle gem: heer Sandol bij ‘t Regiment bleef dienen daaruijt niet dan de gevaarlijkste gevolgen te dugten waren, en dat oversulx het ontslag van denselven niet ongelimiteerd kunnende geschieden, hij dierhalven van gevoelen was, om gem: heer Sandol wel uijt desselfs arrest t’ ontslaan egter onder expresse Conditie van sig bij Provisie van den dienst bij ‘t Regiment t’ onthouden en zig op geenerhande wijze met het selve te bemoeijen, en hierom in Sijne optie te laaten om ingevolge desselfs aan den heer Gouverneur gedaan Versoek naar ‘t Vaderland te vertrekken dan wel zig elders op ‘t Land te begeeven op Zodanige Plaats als hij tot desselfs verblijf sal komen te verkiesen en bij welgem: heer Gouverneur en deesen Raade werden geaggrëerd en aldaar de decisie der heeren Majores ten belange deeser Zaak af te wagten.

den E: Coopman den dispensier Adriaan van Schoor

dat de heer Sandol uijt desselfs arrest behoorde te werden ontslagen; dog tot voorkoming van alle disordres, bij ‘t Regiment geen dienst bij ‘t zelve te doen, ten tijd toe de Zaak bij de heeren Meesteren sal werden gedecideert.

den E: Coopman en Keldermeester M:r Jacobus Johannes le Suëur

dat ten opzigte van ‘t voorsz: ontslag van den heer L:t Coll: Sandol moeste betuijgen ten hoogsten huiverig te zijn en Schoorvoetende over te gaan om sijne gevoelens te uijtten in een Zaak van die aangeleegendheid en Consequentie.

dat in de laatste bij een komst deser Vergadering wanneer geraadpleegd wierd, over de doleantie van meerm: L:t Coll: over zijn arrest en instantie om ontslag uijt het selve hij E: le Suëur van Sentiment was, dat deesen Raade denselven in sijne detentie niet konde laaten verblijven om een andere reeden of oorzaak dan waarom hem door sijn Chef het arrest was geordonneerd geworden, en dezelve dus te meer daar de heer Collonel de Meuron op het Requisit deeses Raads geen voldoenend antwoord had gelieven te geeven moeste werden ontslagen, en dat daar hij E: le Suëur in ‘t beloop en onderzoek van voorschreeven Stukken in Verscheidene Poincten de daarin vervatte beswaar van gedagte heer de Sandol Roij niet van alle grond ontblood waren voorgekomen, hij dierhalven geen ogenblik zoude hæsiteeren bij dat gevoelen te Persisteeren dan wel liever het onderzoek over dit arrest als zelfs volgens het oordeel van den Collonel de Meuron Pure Militair zijnde gedemandeerd laaten aan den Souverainen Krijgsraad dat Regiment volgens het 22 Articul der Capitulatie Competeerende zo niet ten deesen opzigte door meermelde Chef in een sijner brieven genoegzaam was te kennen gegeeven zig beswaarlijk aan d’ uijtspraak van die Regtbank te zullen onderwerpen, en den heer Gouverneur ten belange van het onbepaald ontslag had gelieven te declareeren zijne vreese voor de gevaarlijkste gevolgen en Verseekering der reeds Subsisteerende Twee dragt en Cabale onder de Respective Officieren van dat Corps dus hij E: le Suëur en wel voornamentlijk om de laatst bijgebragte Reedenen; van sijn voorig gevoelen in zo verre devieerde dat nu voor Advijs quam uijt te brengen, dat dikwilsgemelde Lieutenant Collonel Sandol Roij uijt Sijn Arrest zoude worden ontslagen met insinuatie van zig voor eerst van den gewoonen dienst bij het Regiment t’ onthouden en de hoog uijtspraak der Heeren Majores blijven afwagten Zonder evenwel dat sal werden geagt daardoor eenigzints in Sijn Eer en goede Naam te zijn aangetast, dan wel dat hem meede vrij gelaaten werde om ingevolge sijn gevraagde en reeds geobtineerde Permissie, om Sijn Doleantie onder het oog van hoogst derselve te brengen zig met een der aanweesende Retourscheepen naar het Vaderland te mogen begeeven.

Terwijl den heere Gouverneur ten opzigte deeser Zaak te kennen gaf dat daar sijn Edele ten vollen onderregt was welke naadeelige influentie en Verdeeldheid dezelve bereids onder het Corps Officieren van het voorm: Regiment had te weeg gebragt en ‘er oversulx niet dan de nadeeligste gevolgen voor het ged: Corps konden werden te gemoed gezien ingevalle den Heer Lieutenant Collonel Sandol zonder zodanige onvermijdelijk nodig zijnde Limitatiën als waar door alle gevreesde onheilen konden werden voorgekomen uijt desselfs Arrest wierde ontslagen hij heer Gouverneur oversulx meede van begrip was, dat gem: heer Sandol wel uijt desselfs Arrest konde werden ontslagen mits hem bij Provisie van den dienst bij het Regiment kome t’ onthouden en zig op geenerlij wijze met hetzelve bemoeijende mitsg:s hem heer Sandol de keuse te laaten om ingevolge desselfs voorheen gedaan verzoek naar het Vaderland te Vertrekken dan wel zig alhier op ‘t Land op zodanige Plaats als hij sal komen te verkiesen, en bij deese Regeering werden goedgekeurd te begeeven en aldaar de decisie der heeren Majores omtrend de zaak in questie blijven inwagten: het geen dan indiervoegen bij pluraliteit van Stemmen besloten zijnde voorts bij de in deesen gevoteerd hebbende Leeden Unaniem is Verstaan dat dikwerf gem: heer de Sandol voor het ontslag uijt desselfs Arrest op zijn woord van Eer sal moeten beloven niets het allerminste Strijdig met de aan de heer Meuron als desselfs Chef Verschuldigde Subordinatie te onderneemen of daar teegens te handelen.

Laatstelijk geleesen zijnde Zeeker Request door den in het Legioen de Luxemburg gediend hebbende Capitain la Brousse gepræsenteerd en luijdende als volgt.

‘Requette et Representations q’au L’honneur de présenter a Monsieur le Gouverneur et Messieurs du Conseil M: de la Brousse Cap:ne au Regim:t de Luxembourg

‘Messieurs’

‘L’affaire pour la quelle J’ai L’honneur de vous presenter ma Requette, vous paroitra de Nature a mériter votre attention.’

‘Quand je Suis entré dans le Régiment de Luxembourg mon Intention étoit de continuer un travail que J’ai commencé et de m’occuper en Afrique a la récherche de choses qui puissent etre utile tant a la France qu a la hollande puis quelle est son allué, J’ai promis a la Reine que je lui enverois des Fleurs parce qu’un officier attaché a Sa Maison qui a passé au Cap a assure a Sa Majestée qui’l y en avoient de fort Jolies pour vous mettre a même de Juger que je vous accuse vrai Messieurs, et vous donner une idée de la Conduite que J’ai toujours tenue, J’ai été Chargé de differents Services du Roy je men Suis acquitté avec autant de Zele que desinteressement je puis vous montrer les Certificats que le Marechal de Broglie et differents Commandants pour le Roy m’ont donne’s qui me font honneur. Sa Majesté Régnante ayant établie une Commission Roijale pour des opérations rélatives a Son Service ma honnorée de la qualité d’homme de Confiance de cette Commission: Sans mon gout pour l’histoire naturelle je ne serois pas venu au Cap, J’ai cru que má qualité d’officier au regiment de Luxembourg suffiroit pour avoir toute la protection necessaires pour les recherches que je voulois faire en Affrique, pensant d’ailleurs que toute Personne qui se donne cette peine est bien recu par tout parce quelle travaille generalement pour tous le genre humain. Si je n’avois pas été dans cette Confiance, le Roy auroit fait demander pour moi a leurs hautes Puissances le Titre necessaire a ce Sujet la Lettre qui ma été écrite de Versaille que J’ai l’honneur de vous montier Messieurs vous convaincra que tous ce que je vous accuse est la plus exacte Verité’

‘Le Prince de Luxembourg ne me connoissoit pas, et navoit pas aupres du Ministre tous le Credit quil auroit deSiré y avoir il a écouté un Calomniateur méprisable qui S’ est permis des propos Contre moi que le Prince a d’ abord cru, mais il est bien detrompé a present il avoit chargé M: le Marquis de Longuerue de Connoitre de cette affaire et de mé faire rendre Compte, il ne Savoit pas que j’avois rendu le dernier a M: Le Marquis de Montredon qui le lui avoit caché M: de Longuerue a adressé au Prince Copies de toutes mes décharges tant d’ Europe que d’icij, et il a dit a M: le Compte de Meuron que je n’avois aucun tort, il vous les Certifiera Mess:rs le Prince Comme vous pouvés bien le penser Sachant d’ailleurs que le Roij est Instruit de l’Injustice quil m’a fait aura pris des arangemens avec la Noble Comp:ie a mon Sujet vraisemblablement que M: le nouveau Gouverneur les aportent. J’aurois l’honneur de vous observer Mess:rs que Conformement a la Capitulation le Regiment de Luxembourg Se Conduira comme le porte l’ordonnance Francoise Consequament un officier est toujours sensé attaché a Son Corps, tant et Si longtems qu’onne la pas Jugé Indigne d’y etre par un Conseil de guerre qui doit etre ténu ace Sujet je n’ai point donné ma demission M: de Stettenhoffen et ces autres mes:rs qui Sont ici vous le diront de meme.’

‘J’ai rendu Compte au Ministre et a M: le Comte de VaudrueiL de cet evennement et du depart du Corps ce qui mavoil donne le tems de parcourir la Campagne, que j’avois deja plus de 600 Especes de Jolies Fleures qu’ils pouvoient l’anoncer a la Reine mais attendu que ces Fleures avoient été arachées avant que les oignons ne fussen murs, que je les planterois au Cap cette année affin de les avoir en parfaite maturité, que sans la quelle précaution il en periroit plus des trois Quarts Ils en ont rendu Compte a la Reine.’

‘Quand j’ai été dans les terres jus qu’a 20 Lieux du Cap je nétois pas onstruit qu’ on ne pouvoit pas passe 4 a 5 Lieux Sans l’agrement de M: le Gouverneur, quand je l’ai apris je la lui ai demandé il me la refusé, et je nai pas été depuis a plus de deux Lieux, mais j’ai écrit au Ministre le 15 Fevrier dernier de faire demander pour moy toutes les permissions necessaires, il est certain quil me les Enverra.’

‘J’ai planté dans un grand Terrein que ma preté un nomme M: Franck toutes les Fleures de la Reine, j’ai Clos ce terrein, ce la ma Couté, vous penseres ai Sément Mess: que pour avoir pu rassembler autant de Fleures, ce n’est pas sans avoir beaucoup dépensé, ayant continuellement 3 et 4 Perzonne que je paye, Si vous me forcies a partir, je Serois obligé d’aracher ces Fleures il y auroit de quoi en remplir 4 grosses mallers, comme les oignons vegetent aprésent, Ils sont sponqieux les uns déchesseroient sans conserver aucune Consistance, et les autres pouriroient voules vous dons Mess:rs auter a Sa Majesté le plaisir qu’elle se propose d’avoir, jose vous representer qu’elle mérite des Egards, votre Nation et principallement vous mess:rs avés l’obligatien au Roy de vous avoir Secouru, et mis a l’abri des mauvais traitemens que vos Ennemis vous auroient fait’

‘La demande que j’ai l’honneur de vous faire pour prendre Soin de ces fleurs jus qua leur parfaite maturités vous parcitra sans doute juste et vous pouves vous faire un mérite au pres ete leurs Majestées de me l’avoir accordée, apres le quel tems, Si vous n’avés pas recu des ordres de me donner aZile Et protection, et que je ne sois pas Content de l’arangement du Prince de Luxembourg , je remettrai ces Fleures encaissées a M: Percheron qui les Envera ala Reine, et moi je partirai pour me rendre a L’ Isle de France ou je dois aller en attendant que je passe oule Ministre m’ordonnera de me rendre, je n’ai absolument d’autre envie de rester au Cap qu á Cause de ces Fleures Si vous ne voulés pas me permettre Mess:rs d’alter dans les Ferres pour en chercher d’autres je me Conformerai a vos volontés, je vous demenderois seulement la permission de me promenet d’icy a deux ou trois Lieux aijant besoin de prendre beaucoup d’ Exercise, et une fois a Fals beij pour ij ramasser des Coquillages un prisonier de guerre en demanderoit pas moins’

‘Je ne vous demande ny apointemens n’y passage a l’ Isle de France jus qu’a ce que vous ayes recu des ordres pour me payer je ne Suis point inquiet de cet objet, mais je Suis tres embarassé d’une grande quantité d’outils de toutes especes que le Corps a laissé icy pour que je les vendent au meilleur prix possible pour me rembourcer d’une somme de 550 Rd:s que j’ai bien voulu avancer pour l’achat deces outils, affin de faire l’vantage du Reg:e, comme M: M: Beaudraps et Stellenhoffen le Certifient par la reconnoissance qu’ils m’ont donnés, je Suis obligé de payer 3 rijxd:s par Mois de loyer pour les loger je n’ai encore pu en vendre que pour fort peu de Choses j’attende egalement sur ce sujet une décision d’ Europe parcequil faut que je soit rembourcé d’autant mieux que ce que j’en ai fait na été que pour rendre service au Corps, il seroit absolument Injuste que je ne sois pas payé au Cap et encore plus Injuste de m’obliger d’ abandonner ces outils en me forcant de partir sans me donner letems de me reconnoitre cequi demande aussi votre attention Mess:r j’aurai encore l honneur devous observer Mess:r au Sujet de l’ordre que vous aves de ne point souffrir d’Etrangers au Cap ne peut me Concerner pour deux raisons l:er cest que je Suis toujours attaché au Corps de Luxembourg comme vous le voyés detaillé au haut de la 3 page de ma representation la 2:e Si vous ne voules pas me régarder en cette qualite, vous ne pouves vous refuser de meConsiderer comme un officier Francois avec la nation du quel vous êtes alliëe, et sans porter atteinte au droits des gens le forcer de sortir de votre païs quand ils y conduit bien et surtout quand il vous declare quiL attend ordres du ministre pour sa destination Ulterieure dans tous les païr ouj’aiteté, j’ai toujours mérité la protection des grands de Personnes en place et des Egards de tous les honnetes gens.’

‘J’ai lieu desperer Mess:rs qu apres que vous aurés fait attention a mes justes representations vous aures la bonté de m’accorder ma demande vous aves bien permis ad es anglais et dernierement a un francais d’ aller dans les terres ij arboriser, et faire des Collection d’oiseaux, il pariotroit étomanta S: M: Si vous me refusies la même permission, et encor plus étomant si vous me forcies de m’embarquer a présent pour m’empecher de prendre soin, et même d’etre la Cause de la perte de Fleurs qui sont a la Reine vous devés bien croire Mess:rs que cela seroit regardé comme une mauvaise volonté de votre part envers le Roy qui en demanderoit la raison et pour moi des de domagemens et aussi pour raison dela dépense que vous m’occasionneries pour mon retour si cest pour revenir suivre lésset des arrangemens que le Prince de Luxembourg apris avec la Noble Comp:ie a mon sujet enfin pour d’ autres pertes réelles en nemedonnant pas letems necessaire pour arranger mes affaires le tems que je Vous demande n’est pas long au plus 3 Mois d’ailleur l’arrive de M: le nouveau Gouvern: nous instruira de tout je renorai Compte Sur le Champ au Ministre de votre bonne volonté vous pouvés meme lui envoijer Copie de la présente Si vous le voulés bien.’

’/:onderstond:/’

‘J’ai l’honneur d’être avec respect Mess:s Votre tres humble et tres obeissant serviteur /:was get:/ la Brousse’

So is ter Consideratie der in’t ged: versoekschrift gedane sterke Verzekering dat de alhier door den Supp:lt ingeZamelde Planten en gewassen, alle syn gedestineerd voor haare Majesteit de Kooninginne van Frankrijk voor wien deZelve door den heer Commissaris Percheron aan ‘t Fransse Hof Zullen werden afgeZonden, en hij la Brousse desselfs versoek ten eijnde voorsz: Verzameling behoorlijk te bezorgen alleen komt te bepalen tot de Komst van den nieuw g’Eligeerd heer Gouvern:r van de Graaff door wien hy mede Verzekerd dat men ten sijnen opzigte nadere Informatiën Zouden bekomen; Verstaan sulx aan hem t’accorderen mits zig niet zonder daartoe alvorens permissie van den heer Gouverneur te hebben g’obtineerd buijten de Caab en in ‘t geheel niet verre in’t Land sal mogen begeeven.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 106-116.

Dingsdag den {17840629} 29 Junij 1784

‘S Voormiddags alle præsent uijtgenoomen den Edelen Heer Gouverneur M:r Joachim van PLettenberg als thans in de Baaij Fals Zijnde

Heeft den Heer Secunde Pieter Hacker ter vergadering overgelegd een Missive aan deesen Raade gerigt door den Heer Lieutenant Collonel Sandol Roij, en Luijdende als volgt.

‘Messieurs!’

‘J’ai l’honneur de vous demander une copie des resolutions détaillées, avec les information prises par la commission que vous aves nommé au sujet de mes observations sur la conduite de M:r de Meuron; comme il est essentielle a ma cause que j’aie Communication de toutte les Lettres et ecrits, qui vous ont été remis a ma charge je vous prie messieurs d’avoir la bonte de me les faire passer affin que je puisse me dirriger sur cet objet Je suis avec Respect’

’/:onderstond:/’

‘Messieurs! Votre tres humble et tres obeissant Serviteur /:geteekend:/ de Sandol roij L:t Colonel /:in margine:/ Au cap Le 28: Juin 1784:’

Waarop is verstaan aan gem: Heer Sandol Roij te doen afgeeven alle Sodanige Stucken als tot Zijne defentie behooren en ten dien einde door Zijn E: Zullen werden benodigt dog wat betreft het meede versogte en door d’ E E: gecommitteerdens ingeleeverd Rappot als staande nu eerst aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren te werden afgesonden niet t’ accordeeren.

Hebbende den Heer Collonel en Hoofd der Militie Robbert Jacob Gordon na dat hij eerst had verklaard Sig verder met deese Saak niet te bemoeijen, dog door de heeren Leeden deeser vergadering op sijn verder advijs geinsteert sijnde deesen aangaande doen aanteekenen.

dat hij het versoek van de Heer Sandol roij allesints billijk vond en uijt dien hoofde vermeende, dat hem de versogte papieren behoorde te werden afgegeeven.

Voorts geleesen wesende ‘t onderstaende Request van den Cap:n Laurens Smit voerende ‘t in de baaij fals g’ankerd leggend pruissisch part: Schip prins hendrik waarbij versoekt om behalven eenige Equipagie goederen, medicamenten &:a ook nog met 16 sacken gordt 100 lb hard brood en 2 Vaaten vleesch, volgens een Lijst ‘t voorsz: request geannexeerd, ten dienste van desselfs Bodem en Equipagie alhier Compagnies weegen te mogen werden voorsien.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinair van neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Achtb: Heeren!’

‘Den onderget: Capitain Laurens Smidt voerende ‘t in de Baaij fals geankerd leggend pruyssisch Comp: Schip Prins Heinrich vaarende en belaaden voor Reecq: der neederlandsche Oost-Indische Comp:ie neemd de vrijheijd Uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb: needrigst te versoeken, dat aan hem ten dienste van desselfs evengem: Bodem en dies Equipagie Comp: weegen mogen werden verstrekt, Sodanige Victualiën, medicamenten en andere goederen als hij Supp:lt tot de verdere Rheijse van hier naar Neederland hoogst benoodigt komt te weesen en gespecificeerd staan, op de Lijst die den Supp:lt de Eer heeft neevens deesen over te leggen.’

‘en dat ingevalle hij met de gem: versogte provisien, van gordt, Brood en vleesch Comp: weegen niet mogte kunnen werden geriefd het als dan aan hem moge weesen gepermitteerd die Articuls in Quantiteit als op den Lijst bekend gesteld, alhier van particulieren in te koopen en in Sijn Supp:lts voorn: bodem af te scheepen.’

’/:onderstond:/’

‘’T welk doende &:a /:was geteekend:/ L: Smith.’

So is verstaan aan ged: Capitain Smidt Comp:s weegen te doen Verstrecken, al ‘t geen men van het geEijschte aan Handen en te missen heeft en verder aan denselven tot den inkoop van het overig benodigde van particulieren alhier, mitsg:s tot den afscheep der versogte provisien vrijheid te verleenen.

Waarna ingediend zijnde, het onderstaand Request van Johannes Henricus Fischer die als adsistend in den dienst der E: Comp:ie te Houglij in Bengalen is bescheijden geweest en aldaar in den oorlog door d’ Engelssen krijgsgevangen gemaakt.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinair van neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Politicquen Raad.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Achtb: Heeren!’

‘Vertoond met schuldigen Eerbied den ondergeteekende Johannes Henricus Fischer, sijnde als adsistend bescheiden geweest in dienst der E: Comp:ie te Houglij in Bengalen alwaar in den oorlog door de Engelschen is krijgsgevangen gemaakt.’

‘hoe hij Supp:lt als krijgsgevangen op sijn woord ontslaagen, paspoort hebbende bekoomen van ‘t Engels Ministerie in Bengalen sig hierop met geobtineerd Consent van den Directeur der neederlandse maatschappije aldaar de Heer Johannes Mattheus Ross hadde begeeven naar Ceilon ten einde met eene voorkoomende geleegendheid van daar naar herwaards en vervolgens verder naar Europa te kunnen vertrecken.’

‘gelijk hij Supp:lt dan ook in den voorleeden Jaare met het freguat Jagt Rust van Ceijlon hier ter plaatse is aangeland.’

‘en nadien hij Supp:lt als nu van hier de reijse naar Europa met ‘S E: Comp: retourschip de Ganges wenschte voort te setten So neemd hij de vrijheid van Uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb:e daartoe needrigst permissie te versoeken en dat ‘t wijders van derselver gunste mooge zijn, hem Supp:lt ter Consideratie van desselfs jeegenswoordigen behoeftigen toestand als een krijsgevangen dienaar der E: Compagnie van de betaalinge der gewoone Transport- en kost gelden gratieuselijk t’ Excusseeren.’

’/:onderstond:/’

‘’T welk doende &:a /:was geteekend:/ J:s H:s Fischer’

Soo is naar Lectuure van het selve Request verstaan, aan den Suppliant te accordeeren met het Retourschip de Ganges van hier naar Neederland te vertrecken, terwijl denselven ter Consideratie van Zijnen jeegenswoordigen Staat, als een krijgsgevangen Dienaar der E: Compagnie en de omstandigheeden waarin Zig ter dier oorsaake komt te bevinden van de betaaling der gewoone Transport en kost penningen is GeExcusseerd.

Laatstelijk door den Burger Willem Fredrik ter Horst meede bij Request versoek gedaan zijnde dat aan hem het Schoolhouden alhier mogte werden Gepermitteerd is daarop goed gevonden hetselve Request te Stellen in handen van den Heer Commissaris Politicq Pieter Hacker mitsgaders de Eerwaerde Predikanten der hervormde gemeinte hier aan Cabo en den thans burgers weegen fungeerenden ouderling, ten einde in derselver qualiteit als Scholarchen den Suppliant nopens Zijne bequaamheid in ‘t onderwijsen der jeugd geExamineerd hebbende deezen Raade te dienen van Berigt.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 117-125.

Donderdag den {17840701} 1 Julij 1784

‘S voormiddags alle present behalven den Edelen Heer Gouverneur M:r Joachim van Plettenberg en E: Secretaris Bergh.

Heeft den Heer Secunde Pieter Hacker heeden in vergadering overgelegd eene Missive bij forme van Protest door den Heer Lieutenant Collonel Sandol Roij aan deesen Raade gerigt en op gisteren aan hem heer Secunde ter hand gesteld, Luijdende als volgd

‘Messieurs!’

‘J’aij l’honneur de vous remercies de la Copie qui vous m’aves envoijé des ecrits qui vous ont été remis Par M: de Meuron, Ils Sont d’ autant plus essentiels a ma cause que dans le nombre se trouve 1:o le n:o 12 signe J’equior grand juge absolument contraire a ce qui se passa Le 2: Juin 1783, au sujet des malheureux mutiles a la Suitte des informations illegales prises re jour La par ordre de M:r de Meuron, mais non point a ma requette cette assertion Sur mon compte si peu conforme a la verite da fait, merite un Examen et de recherches, qui prouverons que je suis en bute a la méchanceté la plus noire et la moins delicatte; je disie formellement qui que ce soit de produir une requette de ma part sur cet objet et declare même Sur ma parole d’ honneur, n’en avoir ete informé qua pres le cris public et le blâme general des habitants de cette Colonie; j’aij donc, de toutte maniere lieu de me pleindre puis que L’ onpousse le des ordre jus qua se servir de mon nom, sans auccuun ordre de ma part.’

‘Le numero 15 questions faites a m:s les capitaines, prouve tous les subterfuges quel’on est obligés d’ emploijer, pour palier l’interet qu’il ij a dans touttes les manoeuvres de M:r de Meuron, La 2: Question se resond d’elle même, comment les soldats pouroient ils acheter quelques chose en ville puisque m:r de Meuron qui est pagé au commencement du mois, ne délivre le pret, qu’il a de’ja modificé que quant le mois est éches et qu’il a fait deffendre a tout officier, fourier et sergent, de rien fournir a la troupe a Compte de Son pret, La 4: question sur les 33. 3R 5 St: 1/3 qui se delivre tous les 28 jours, n’est pas claire, il falloit a joutter que s’on défalquoit toutte les petites fournitures faitte a la troupe Par m:r de Meuron et demander si les dits 3 - 3R 5 1/3 etoit tout ce qui revenoit en pret aux soldats.’

‘Je ne sais ce que sinesie le n:o l6 signé Chev: de Meuron Ballot major, quant les Capitainnes sont directement des pleintes au Collonel Sur la chéreté des fournitures, que dans une assemble de capitaines l’onsigne que les pleintes ont été faites dans le tems que m:r de Meuron en convient, que veutron de plus et aquoi peut Servir le n:o 16 Signé Le chev: de Meuron Ballot Major, ce ne sera certainement pas une preuve que les representations n’ont pas été faittes puis que mr: de Meuron en est convenu devant tous les capitainnes.’

‘Sur votre decision messieurs, a ce que fis point un Service que vous ne pouvies m’interdir que pour crime de L’eze majeste assassinat ou malversation et sur votre refus de ne point me donner communication des informations prises par La Commission que vous aves nommée vous me donnee Lieu de presumer, que je suis inculpé asses fortement, pour que cela nuise ama reputation comme dans pres que touttes les Lettres que j’aij eu l’honneur de vous ecrir, j’aij proteste sur ma de’tention p:o parce quelle etoit injuste 2:o par ce quelle ne me permetoit pas de me procurer tous les renseignements que j’avois besoin et sans les quels il etoit impossible a la commission d’operer d’une maniére légale; vous voudres bien messieurs recevoir par cette Lettre une protestation Generale Sur tous les faits dont les informations n’auront pas été prises d’une maniere juridique et que jaurois prouvé si l’on m’avoit permis d’agir et de fuivre mon affaires comme m:r de Meuron, je protesté encore contre toutte espéce de finiatures, soit de Mess:rs Les Officiers foit des Sergents, Caporeaux ou soldats, parce que l’influence de la qualité de chef ne permet pas aux subordonnes d’exposer librement une facon de pencer qui pourroit nuire a leur Collonel leur attiner des d’esagrements, et qui seroit contraire au nouveau serment que m:r de Meuron vient de se permettre d’ordonner a mess:rs Les officiers qui n’avoient point encore juré on a ceux qui avancoient en grade, sous penne d’un mois de citadelle Sil refusoient de le pretter entre le mains de m:r Jequier grand juge’

‘Je suis avec respect.’

’/:onderstond:/’

‘Messieurs! votre tres humble et tres obeissant Serviteur /:was geteekend:/ de Sandol Roy L:t Collonel. /:in margine:/ Au Cap Le 30: Juin 1784:’

Welk Schriftuur geleesen weesende is daarop provisioneel beslooten Copia van hetselve aan den heer Collonel grave de Meuron te doen afgeeven en hier van ten Spoedigsten p:r expresse naar de Baaij Fals aan den Heer Gouverneur onder oversending van het origineel protest kennisse te geeven, met Eerbiedig versoek deesen Raade met desselfs hoog wijs præadvijs in deesen allesint neetelige en onaangenaame saak te willen voorligten: Terwijl den Heer Collonel en Hoofd der Militie Robbert Jacob Gordon naar alvorens te hebben verclaeren Sig verder met deese Saak niet te bemoeijen dog door de Heeren Leeden deeser vergadering op sijn verder advijs geinsteerd Zijnde hieromtrend het volgend Schriftelijk advijs heeft ingeleeverd.

‘den Collonel Gordon, houd Zig al weeder aan Zijn geZegde, dat hij namentlijk Zig geen Competenten regter in deese Saak bevind en dat den Edelen Heer Gouverneur nu diend Zorg te draagen dat regt ende Geregtigheijd geschieden, volgens den inhoud der Capitulatie van dat Regiment.’

’/:onderstond:/’

‘Cabo de Goede Hoop den 1 Julij 1784. /:was geteekend:/ R: J: Gordon.’

Waarvan insgelijx Copia aan welgemelde Heere Gouverneur Sal werden toegesenden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 126-130.

Vrijdag den {17840702} 2 Julij 1784:

Is bij de resp: Heeren Leeden des Raads geleesen de onderstaande Missive, heeden van den Edelen Heer Gouverneur uijt de Baaij Fals ontfangen in Antwoord op de brief gisteren aan Zijn Edele gerigt.

Aan de wel Edele agtb: Heeren Leeden der vergadering Van Politie aan Cabo de goede Hoop

‘Wel Edele Achtbaere Heeren!’

‘Op heeden morgen hebbe mij verEerd gevonden met uwE: Agtb: Schrijvens van gisteren, ten welkers rescriptie dient dat ik mij volkoomen Conformeere met de genomene Resolutie om aan den Heer Lieut:t Collonel Sandol Roij af te geeven, Copiaas van Sodanige Stucken als tot Zijne defensie behooren, en ten dien einde door Syn E: Sullen weesen benoodigt, met ontsegging van het meede versogte Rapport door E E: gecommitteerdens aan de vergadering ingeleeverd daar ik meede van gevoelen ben, dat Sodanige een Schriftuur aan geene der parthijen kan werden gesuppediteerd, maar ter elucidatie aan de Heeren majores moet werden gesonden - vorders denke ik dat over deese saak geen papieren meer dienden te werden geaccepteerd, dewijl anders de Zaak tot in het oneindige kan werden uitgerekt, en de overvloed van Schriftuuren niet als verwarring kan baaren.’

‘Het origineel Protest Zende hier neevens weeder te rugge om bij de overige documenten, ter Secretarije te werden geseponeerd. daar de N: W: wind op heeden is begonnen door te waaijen, hoope ik dat Jagt Rust binnen korten sal binnen loopen, als wanneer met de Expeditie der Retourscheepen alle mogelijke haast sal maaken daar het reeds verloopen Jaargetij een Spoedig vertrek vordert.’

‘met alle verschuldigde agting hebbe ik de Eer te Zijn.’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele Agtb: Heeren. Uwel Ed: Achtb: onderdanigen Dienaar.’

’/:was geteekend:/ J: V: Plettenberg. /:in margine:/ Fals Baaij 2 Julij 1784:’

Waaruijt Consteerd dat welgemelde Heere Gouverneur bij deselve Missive noopens het van Zijn Edele versogte Pre advijs heeft gelieven ter needer te Stellen meede van gevoelen te Sijn dat het Rapport door d’ E E: Gecommittteerdens in de Saak van de Heeren de Meuron en Sandol Roij aan deesen Raade ingediend aan geene der Parthijen konde werden gesuppediteerd, maar Copias van het selve aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren ter Elucidatie overgesonden met bijvoeging wijdens dat over gemelde Zaak geen papieren meer souden dienen geaccepteerd te werden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 131-134.

Saturdag den {17840703} 3 Julij 1784

‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den Edelen Heer Gouverneur m:r Joachim van Plettenberg thans in de Baaij Fals zijnde, en den E: Secretaris Bergh mits indispositie.

Dewijl uijt de sub [....] deeser door de Heer Collonel Grave de Meuron ingediende memorie onder anderen is voorgekomen, dat de procedures, dewelke door den Heer Chiquier als opper regter van het Regiment teegens de bewuste vijf getortureerde Soldaaten geEntameerd; waren te werk gelegd op eene ordre die door hem van den Heer Lieutenant Collonel Sandol Roij, wanneer als major fungeerde Zoude Zijn ontfangen daar nogthans gemelde Heer Sandol bij desselfs in dato 1 deeser ingediend Schriftuur ten Sterksten betuijgd, dat het geposeerde door bovengem: opper Regter volstrekt Contrarie komt te Zijn, met het geene omtrend de getortuurde Soldaten is gepasseerd op de ordres van den Heer Collonel de Meuron en geensints op eenig requisit van hem Lieutenant Collonel

dat dit ten Zijnen nadeele So Strijdig met de waarheid, voortgebragte, een Exact ondersoek quam te vorderen, als waaruijt soude blijken, hoe zeer hij op een allerboosaardigste wijse wierd aangevallen.

dat hij wijders opentlijk wie het ook mogte Zijn, Sommeerde te berde te brengen, een Requisit door hem ten belange deeser saak uijtgevaardigd, declareerende inteegendeel op desselfs woord van Eer van het geval selve niets geweeten te hebben, dan door het algemeen gerugt en verfoeijing der Ingeseetenen deeser Colonie.

En dat hij heer Sandol des te meer reeden van klagen hadde, nadien men de ongereegelde behandeling dier Saak Soo verre quam te trecken, met Sig te bedienen van Zijn Naam, Sonder dat ‘er van Zijnent weegen eenige ordres waaren gegeeven.

Sulx men ten opsigte van het voorschreeve geaffirmeerde door ged:e Opper Regter en de Negative van den Heer Sandol noodwendig nader geinformeerd diend te sijn, is dierhalven verstaan den Heer Collonel de Meuron aan te Schrijven dadelijk die ordre te Stellen dat voorsz: door den opper Regter geallegueerde ordre van den Heer Lieutenant Collonel Sandol deesen Raade ten Spoedigsten werde gesuppediteerd.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 135-138.

Maandag den {17840705} 5: Julij 1784

‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den Edelen Heer Gouverneur M:r Joachim van Plettenberg thans in de Baaij Fals zijnde

Door den Heer Secunde Pieter Hacker heeden in vergadering overgelegd Zijnde, eene Missive op gisteren door den Heer Collonel Grave de Meuron aan deesen Rade gerigte waarbij onder anderen door denselven werd geallegueerd, dat by deese Regeering soude weesen gedecideert, dat den Heer Lieutenant Collonel Sandol Roij een van Twee hebbende te kiesen gehad, ‘t Zij naar Europa te vertrecken, of Sig Ses uuren van de Colonie te verwijderen desselfs woord van Eer had gegeeven, om met d’ eerste geleegendheid te vertrecken, dan nadien Sulx geensints d’ intentie deeses Raads geweest, nog van Zijn E: gevergd en alleen in Zijne optie is gelaaten, om Sig ergens op ‘t Land te retireeren, ter tijd toe de Saak in Europa Zoude Zijn gedecideerd, of volgens sijn eijgen bevorens gedaan versoek, derwaards te vertrecken, gedagte Lieutenant Collonel dit Laatste heeft koomen te verkiesen, is dierhalven verstaan, gedagte Heer Collonel de Meuron de verwondering deeses Raads over het voorschreeven bij Zijn E: geallegueerde te kennen te geeven: gelijk het meede niet minder vreemd is voorgekomen dat voor als nog aan deesen Raade niet is toegesonden de Schriftelijke ordre die men moet vaststellen bij den opper Regter Chiquier van den Lieutenant Collonel Sandol te Zijn ontfangen om daarop procedures teegens de vijff getortureerde Soldaaten te beginnen nadien uijt de Procedures in de Saak van den Chevr de La Retrie gevoerd, is gebleeken, dat deselve niet dan op dusdanige Schriftelijke ordre van den Major Zijn Entameerd; al waaromme dan ook is beslooten meermelde Heer Collonel de Meuron te gelasten, als nu nadere ordres te Stellen, dat voorschreeve ordre door bovengemelde opper Regter dadelijk aan hem Heer Collonel werd ter hand gesteld, die men dan Sonder het minste uijtstel van Zijn E: Sal verwagten.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh

[Signed:] R:t en Seret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 139-140.

Dingsdag den {17840706} 6 Julij 1784:

‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den Edelen Heer Gouverneur M:r Joachim van Plettenberg als sig thans in de Baaij Fals bevindende en den E: Secretaris Bergh mits indispositie.

Vermits door de teegenswoordige meenigvuldige en pressante beesigheeden is gecommitteerd in de op gisteren aan den Heer Collonel Grave de Meuron afgegane missive van Seeker voornaam Poinct der meeninge deeses Raads Elucidatie te geeven; is dierhalven goedgedagt Zijn E: bij forme van een naschrift op bovengemelde Missive t’ informeeren, dat de gevraagde verseekering van de Heer Lieutenant Collonel Sandol Roij alleen is geschied, met dat heilsaam oogmerk om alle personeele Rencontres tusschen hem Heer Collonel en gemelde Heer Sandol te vermeijden en voor te koomen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 141-145.

Woensdag den {17840707} 7 Julij 1784:

‘S voormiddags alle present uijtgenoomen den Edelen Heer Gouverneur M:r Joachim van Plettenberg en den E: Secretaris Bergh Laatstgemelde bij indispositie.

Daar men, ‘t Zij uijt de herhaalde aan den Heer Collonel de Meuron gedane vraagen, nog uit de Successivelijk aan Zijn E: gerigte Brieven, desgelijx meede niet uijt het Attestaat van den Opper Regter van ‘t Regiment eenig voldoende antwoord ofte nodige Elucidatie gelijk men verwagt had, heeft bekoomen en de Heer Lieutenant Collonel Sandol Roij in desselfs Protesten Sterksten negeerd eenige Ordres het Zij Schriftelijk ‘t Zij mondeling gegeeven te hebben tot het Entameeren der Procedures gehouden in de Saak der getortureerde Soldaaten van het voorschreeve Regiment heeft men dierhalven moeten besluijten de heer Collonel de Meuron p:r missive t’ ordonneeren, ged:e opperregter op nieuw te gelasten om op den Eed bij ‘t aanvaarden van Zijn ampt gedaan met duijdelijke woorden te declareeren, op welke wijse het sij Schriftelijk, het Zij bij monde hij opper Regter door voormelde Heer Sandol als doenmaalige major is gelast geworden, voorschreeve Prodecures te beginnen, en deesen Raade daar van sonder eenig dilaij de nodige bewijsen te doen toekomen: Waarop men heeft vermeend te meer te moeten aandring en, dewijl Soo uijt de Procedures gehouden in de Saak van den Sous Lieutenant de la Retrie als volgens het aveu van den Heer de Meuron en de Procedures dewelke teegens eenige Zoldaaten van het meermelde Regiment weegens het fabriqueeren van valsche munten, gevoerd, consteerd, dat in deselve gelijk de goede ordre ook Schijnt te vereijsschen, wel deegelijk Schriftelijke formaliteijten hebben plaats gehad, en gedagte Heer de Meuron in desselfs Laatste Brief ook Stellig Zegt dat alle d’ informatiën der getortureerdens, Zijn genoomen a La Requete van den Major.

Terwijl voorts bij gemelde Missive aan den Heer Meuron de verwondering deeses Raads sal werden te kennen gegeeven, dat omtrend d’ aanhaling van ‘t Exempel in de Saak van den officier de La Retrie Zig komt uijt te druckenil est fauxdat de Heer Sandol eenige Schriftelijke Ordre in die Saak heeft gegeeven, en dat men op het Slot van desselfs meermelde Missive niet heeft kunnen voorbij gaan te Remarqueeren, dat men niet heeft kunnen denken, in de noodsaake te Zijn gesteld geweest om een vriendelijk Requisit in een Formeele Ordre te hebben moeten veranderen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 146-148.

Maandag den {17840712} 12 Julij 1784

de respective Heeren Leeden des Raads, alle Present.

Den Heer Collonel Grave de Meuron hebbende overgegeeven eene Memorie behelsende, het van Zijn E: gevorderde Berigt op de klagten die weegens het Fransche Hoff aan Haar Hoog mog:e noopens de bewuste vijff Soldaeten, onderdaanen van Zijn allerchristelijkste majesteit Zijn gedaan, So is naar Lectuure van het voorsz: Berigt geoordeelt de Saak te weesen van dat gewigt, om daar op niet in afweesen van den Heer Gouverneur te disponeeren, te meer daar men geinformeert is dat Zijn Edele ten eersten naar het Vertrek der Retourscheepen herwaards staat te rug te komen.

Weshalven best gedagt en dienvolgens beslooten is, welgemelde Heere Gouverneur hiervan per Missive pligtschuldig te prievenieeren om ingevalle het meermelde Berigt nog met het ginder vertoevend Pruijssisch Schip Prins Hendrik aan de Heeren Meesteren Zoude moeten werden versonden, alvoorens over deese Saak selve onder Sijn Edele preseance Zoude kunnen werden gedisponeerd:

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t CasteeL de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 149-155.

Woensdag den {17840714} 14 Julij 1784

de respective Heeren Leeden des Raads alle present.

Door den Capitain Keetel Jacobsz: voerende het ter Rheede Leggende Pruijssisch asiatisch Schip Prins Willem Fredrik von Preussen en den daarop bescheijdenen Carga d’ E: N: Claussen aan den heer Secunde Pieter Hacker overhandigt en thans door Zijn E: ter vergadering geproduceert Zijnde, een Memorie houdendende versoek om ten behoeve van hunlieder voormelden Bodem alhier te moogen inkoopen en uijtvoeren de volgende provisiën, als

Mitsgaders nog eenige Kleene benoodigtheeden meede voor de Rheise.

Heeft men geconsidereerd ‘t groot gebrek aan Coorn en meel alhier aan voorm:en Cap:n en Carga het inkoopen en uijtvoeren alleen van Twee duijsend en vijff hondert Ponden van het voorsz: gemaal kunnen accordeeren, dog haar met de versogte Erwten en Rijst uijt hoofde dat d’ E: Compagnie daar van thans in’t geheel niet is Voorsien, niet kunnen gerieven, Terwijl ten opsigte der overige articulen aan deselve de Vrijheid is gelaaten, die bij particulieren te mogen inkoopen en vervolgens uijtvoeren.

Vervolgens wierd door den Heer Secunde Pieter Hacker weederom in Vergadering overgelegd de volgende Missive door den Heere Gouverneur op gisteren uijt de Baaij Fals aan deesen Raade gerigt.

Aan de wel Edele Agtbaare Heeren Leeden des Raads van Politie deeses Gouvernements

‘Wel Edele Agtbaare Heeren!’

‘So door het onverwagt te rug keeren der Retour scheepen, als het ontlossen van het fluitschip vreede en vrijheid verhinderd werdende om Caabwaards te komen sal mijns gedagtens, ten eersten Copia dienen te werden gemaakt der ingeleeverde memorie van den Heere Collonel de Meuron, ten einde deselve nog na Patria kan werden geZonden aan onse Hoog Gebiedende Heeren Meesteren p:r het pruijssisch fluijtschip Prins Hendrik ‘t welk denke dat in het begin der aanstaande maand de reijse sal aanneemen, en het Zeekerlijk onse Heeren aangenaam Zal Zijn indien de Heer Meuron Zig ontschuldigen kan nopens de klagten, door het fransche Hoff teegens hem ingebragt.’

‘Sodra de vreede en vrijheid ontlost sal sijn waar aan sterk gewerkt werd, sal ik den Schipper Huijzing aanZeggen om na de Caab te gaan ten einde het Contract behoorlijk werde geteekend, was ik hier niet present geweest, Zoude hij waarschijnlijk de Resolutie hebben genoomen van met de fluit na de Tafel Baaij te Zeilen, aldaar te ontlossen en als dan ballast Scheeps na Europa te Retourneeren nadien het Contract niet formeel geslooten Zijnde hij meende daarvan meester te Zijn, So om het fluitschip schielijk in gereedheid te brengen, van na Batavia te vertrecken en dat het haalen van ballast hier seer beswaarlijk valt, hebbe ik den Schipper Huijsing voorgeslagen om Sijn onderlaag van Steenen, Smeekoolen &:a in te houden en na Batavia meede voeren die Zulx gaarne aangenoomen heeft daar deese Schicking veel werk en tijd sal uitwinnen en wij die Effecten wel kunnen missen.’

‘met alle agting hebbe ik de Eer te Zijn’

’/:onderstond:/’

‘wel Edele Agtb: Heeren! Uwel Ed: agtb: ond Dienaar/ geteekend:/’

‘J: V: PLettenberg /:in margine:/ Fals Baaij den 13 Julij 1784’

Welken volgende het van den Heer Collonel de Meuron gevordert en door Zijn E: ingediend berigt met dies bijlaagen p:r ‘t binnen kor uijt voorsz: Baaij fals te vertrecken Staande pruijssisch fluit Schip Prins Hendrik in Copia authenticq aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren Sullende werden gesuppediteerd, is voorts noodsaakelijk geoordeelt, en dienvolgens beslooten daarbij te bvoegen de procedures dewelke teegens de vijff getortureerde persoonen Zijn gevoerd: Sullende dierhalven hier van p:r missive aan gedagte Heer Collonel Meuron kennisse werden gegeeven; met ordre om voorsz: Proces Stucken deesen Rade weeder ten Spoedigsten te doen toekoomen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 156-166.

Dingsdag den {17840720} 20 Julij 1784:

‘S Voormiddags alle present uijtgenoomen den Heer Secunde Pieter Hacker mits Indispositie.

Mits het op handen sijn van den tijd der verpagting van de gemeene middelen en Inkomsten deeses Gouvernements goedgevonden Sijnde, deselve weederom op den gewoonen Voet onder Ultimo der aanstaande maand Augustus te laaten geschieden, is voorts verstaan om nadien door de goede vendange het grootste gedeelte der wijnen welke d’ E: Comp:ie so tot den ommeslag van het gouvernement als provisie haarer hier passeerende Scheepen, mitsgaders ter versending naar India komt te benodigen, bereids door de wijngaardenier ter Leevering is opgegeeven de pagt van den Impost der Brandewijnen &:a door de vreemde Natiën van hier vervoerd werdende, insgelijx op Ultimo Augustinus aanstaande te doen opveijlen en mitsdien den uijtvoer der Wijnen weederom open te Stellen.

Hierna Sijn geleesen eene Missive door Sijn Excellentie den Heer Baron van Horst Minister van Staat Zijner koninglijke Majesteit van Pruijssen aan den Heer Gouverneur en een dito aan de gesamentlijke Leeden deeser vergadering beijde sub dato 29 november des voorl: Jaars gerigt en Luijdende als volgd.

‘Monsieur Le Baron.’

‘Ce sent les liens de l’amitié presque la plus ancienne, parmi les souverains de l’ Europe , qui reunissent la Republique des Sept Provinces Unies, et la Maison de Pruisse cest encore precessement dans ce tems ci que ces liens, paroissent, se reserrer plus etroitement que j’amais, et d’avoir S’etendre parmices deux Nations dans toutes les parties de l’univers.’

‘Le Roi, mon Maitre Surtout par cette consideration a cru devoir envoijer un agent de commerce, au cap de Bonne Esperance qui fut en état de donner les conseils et aides necessaires aux navues Prussiens qui parront a L’avenir ij abonder, comme ceux des autres Nations amies et allieés’

‘C’est le S:r Gabriel de Moller qui ausa l’honneur, de lui remettre La presente, que je Viens de recommander a Sa protections et Conte dans cette qualité, et comme votre Excellence m’a deja donné plusieurs marques de sa bien veillance, j’ose La Lui demander encore bien instament á cette occasion me flattant aussi, de l’obtenir a titre de compatriote, ce que je dois juger par l’Illustre nom, que porte votre Excellence,’

‘je ne puis que lui ofrir le Sentimens d’une gratitude parfaite comme ceux de la plus haute consideration avec La qu’elle j’ai l’honneur d’etre.’

‘Monsieur Le Baron de Votre Exellence votre tres humble et tres obeissant Serviteur /:was geteekend:/ Aph: Baron de Horst Ministre d’etat de S: M: Le Roi de pruisse /:in margine:/ Berlin Le 29: november 1783: /:de Superscriptie was :/ a Son Excellence. Monsieur Le Baron de Plettenberg, Gouverneur du Cap de Bonne Esperance pour La Compagnie des Indes de Leurs hautes puis, sances Mess:rs Les Etats Generaux des provinces Unies au cap de bonne Esperance’

‘Messieurs!’

‘C’est l’amitie constante et parfaite que regne entre nos souverains en Europe qui Sur tout me porte a vous demander avec une confiance entiere de bien vouloir honorer de votre protection Le S:r Gabriel de Moller, envoij é par Le Roi, mon Maitre, au cap de bonne Esperance en qualité d’ agent de commerce J’ose me flatter Messieurs que vous sereZ d’autant plus enclins, a accorder La priere faite a cet égard puis que d’autres nations amies et alliees ont pareillement au cap des agens de commerce, établis, pour donner aux Vaisseaux de leurs nations Les Secour necessaires et pour les conduire dans Les cas, ou ils seroient obliges, á en demander au Gouvernement.’

‘Ce qui de plus me fait esperer que vous aurez La Conté, Messieurs, de condescendre dans tous les cas possibles a cette demande c’est, que presentement l’on arrange toutes ces Expeditions dans Le paijs de prusse de maniere que bien loin de aporter prejudice au commerce de La Republique elles serveront au contraire a l’etendre et a le faciliter Sur tout en cas de quelque guerre en Europe .’

‘Vous voudreZ en même tems me permettre d’assurer de ces sentimens de La plus haute Consideration avec les quels j’ai L’ honneur d’etre.’

‘Messieurs. / votre tres humble et tres obeissant serviteur /:geteekend:/ Aph: Baron de Horst Ministre d’Etat de S: M: Le Roi de Prusse /:in margine:/ Berlin Le 29: 9bre 1783’

Waarop overwoogen Sijnde, dat de ordres der hoge Gebiedende Heeren Meesteren komen te dicteeren alhier niemand in eenig publicq Caracter te erkennen, ten Zij daar toe regt streex bij haar Edele Hoog Agtb: versoek gedaan, en daarop gedisponeert Sal Sijn, heeft men dierhalven in het bij voorsz: Missive versogte om den persoon van Gabriël von Moller als agent der Commercie van hoog gem: Zijne Majesteits Onderdaanen in deese Collonie te doen Resideeren, niet kunnen treeden, waar van aan ged:e Heer Minister door den Heer Gouverneur mitsgaders de resp: Leeden des Raads p:r missive de vereijschte kennis sal werden gegeeven.

Ook wierd door den onder coopman en Pro Interim fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier gepresenteerd het volgende Request.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg, Raad Extra Ordinair van neederlands India mitsgaders Gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien, beneevens den Edelen Agtbaaren Rade van politie deeses Gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en Edele Agtbare Heeren’

‘Vertoond met den gepasten Eerbied de onderget: provisioneel Fiscaal, M:r Jan Jacob Serrurier dat aan hem Zijnde ter hand gesteld Extract Resolutie genomen in Rade van Politie des Casteels de goede Hoop op Woensdag den 14: Julij 1784: inhoudende dat welgem: Raad had verstaan den Vertooner te injungeeren, om behoorlijk ondersoek te doen, door welke omstandigheeden het was Veroorsaakt dat het Ed: Comp:s fluijtschip de Hoop op den 7: deeser teegens het uijtsteekend Rif van den Leeuwen Staart is gestrand en of hier omtrend ook eenig wandervoir of pligtversuijm aan de Sijde der Scheeps Overheeden heeft plaats gehad, ten einde in Sulken geval volgens desselfs ampt en pligt te werk te gaan, den Vertoner Zo in opvolging van Zijnen pligt als tot nakoming der bovengem: Resolutie de vrijheijd neemd Uw Ed Gestr: en Edele Agtb: te versoeken, dat het van derselver welbehagen Zijn moge, eene commissie van Zeekundigen te benoemen, ten einde na alles wat tot het Stranden van het bovengem: Fluit Schip aanlijding mogte hebben gegeeven, Zig exact te informeeren en voorts derselven in te dienen Rapport te stellen in handen van den vertoner op dat hij daar door voorgeligt Zijnde in Staat mag worden gesteld, omme met fundament te kunnen nagaan in hoe verre door de Scheeps overheeden in deesen alles is gedaan wat hun pligt van hun vorderde, dan wel of derselver gehoudene Conduite hun Subject maakt om desweegens voor den Vertoner amptshalven te worden geactioneert.’

’/:onderstond:/’

‘’T welk doende &:a:/ was geteekend:/ J: J: Serrurier /:in margine:/ Overgegeeven in Rade van Politie den 20: Julij 1784’

Het welk geleesen en daarop beslooten Sijnde dat Soo dra tot het doen van het voorsz: ondersoek verEijschte Zeelieden alhier aan handen Sullen weesen daartoe een Commissie door den heer Gouverneur Sal werden g’Expedieert, is voorts verstaan dat ged: pro interim fiscaal sal werden g’injungeert Sig t’inquireeren of ‘t gemeene volk Sig aan ‘t een of ander mogte hebben Schuldig gemaakt, waarom hij soude vermeenen eenige actie teegens deselve te moeten institueeren

Sijnde Laatstelijk beslooten het wrak van het voorm: fluijtschip de Hoop neevens het geene daarvan op ‘t Strand is aangespoeld en niet ten behoeve der E: Compagnie sal kunnen werden gebruijkt op overmorgen den 22: deeser maand p:r publicque Vendutie te doen verkoopen en daarvan de nodige billietten te doen affigeeren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 167-176.

Dingsdag den {17840727} 27 Julij 1784:

‘S Voormiddags alle present uijtgenoomen den Heer Secunde Pieter Hacker mits Indispositie.

Door eenige Ingeseetenen deeser Steede Zig bevoorens met het backen van Soete Koekjes Krakelingen en ander diergelijk kleen gebak hebbende geEerneerd op heeden ingeleeverd Zijnde het volgend Request.

Aan den wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg, Raad Extra Ordinair van Neederlands India, mitsg:s Gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Achtb: Heeren!’

‘Geeven in alle verschuldigde onderdanigheijd te kennen, d’ onderget: Burgers en Ingeseetenen deeser plaatse:’

‘hoe Sij Supp:lt Sig reets Seedert eenige Jaaren herwaards hebben erneerd, met het backen van Soetekoek, krakelingen en ander klijn gebak waar uijt hebben gehad het eenigste bestaan voor hunlieder HuijsgeZin.’

‘dat uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb: omme te voorsien in een gevreesd gebrek aan Coorn voor deese Colonie in ‘t algemeen hebbende gelieven goed te vinden, bij Billiet van den 18 Maij deeses jaers aan een ijder der Gepreviligeerde broodbackers ofte andere bijsondere Persoonen te verbieden het backen van Koek, Krakelingen &:a de Supp:lten dus tot hunner allergevoeligste smerte door dit verbod, sig hebben verstooken gevonden van het gewoone en eenigste middel van bestaan; tot aller uijtterste Schade en nadeel voor hun en derselver huijsgesin en welkers gevolgen Seedert het voorsz: verbod al Seer drukkend Zijn geweest, na dien behalven eene geheele neeringloosheid in de huijshoudingen der Supp:lten een ijder van hun Zig reets heeft voorsien gehad van het benodigt fijn meel, het welk dus ingevalle voorsz: verbod blijve continueeren, aan alle Soorten van bederf bloot gesteld moet blijven leggen, tot nog grooter Schade en nadeel voor de Supp:lten.’

‘daar nu Uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb: met het verbod om geen klijn gebak meer te vervaardigen en verkoopen, seeker in ‘t Ooge hebben gehad, om daar door voor te komen ‘t gebrek aan brood voor de caabsse Ingeseetenen en de Supp:lten egter onder gunstige welduijding niet alleen vermeijnen maar Uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb: ook Eerbiedigst, durven Verseekeren, dat de geringe quantiteit fyn meel die tot het backen van Soetekoek &:a werd verbruijkt, geen Zo naamwaardige Consumptie in ‘t Coorn veroorsaakt, dat Sulx meede als een principaale oorsaak eener gevreesde Schaarsheid en gebrek Soude kunnen werden geconsidereerd en het welk Schijnd reeden te hebben gegeeven tot het voorsz: verbod, Zo vlijen Zig de Supp:ten dat uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb: dit alles in d’omstandigheid waarinne de Supp:lte Zig komen te bevinden gunstig in Consideratie Sullen gelieven te neemen, des de Supp:lte needrigst versoeken dat het Uwe wel Edele Gestr: en E Agtb: moge behagen het voorsz: verbod van den 18:e Maij weeder in te trecken en aan de Supp:lt te permitteeren omme als bevoorens in derselver Costwinningen met het backen en verkoopen van Soete koek, krakelingen en andere klijn gebak te Continueeren.’

’/:onderstond:/’

‘’T welk doende &:a / was geteekend:/ J: Reedelinghuijs, weduwe Sanderus, P: A: Wiederman, P:r Drago, J: H: Kreuger, Joh:s Jacobus Le Roes de Jonge, Theodorus Heegers, A: de Nekker.’

So is gereflecteerd Zijnde op de Motiven van der Supp:lten beswaarnissen bij het voorsz: Supplicq ter needer gesteld, verstaan om ten einde het fijne meel, dat door haarl: bereids Voor dato der interdictie waarbij het backen van kleen gebak is verboden, was ingekogt en Zij oversulx nog aan handen hebben door het lang Leggen niet moge kome te bederven, en dus ten eenemaal ten onbruijke geraken der Supp:lten versoek in So verre t’ accordeeren, dat het aan hun Zal Zijn gepermitteerd, het voorsz: aan handen hebbend meel tot het Backen van meermelde kleen gebak te mogen emploijeeren.

En vermits volgens het gedaan Berigt van den ondercoopman en Pro Interim Fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier het aan hem gedemandeert Ondersoek of en in hoe verre ten opsigte van het verongelucken van ‘t fluijtschip de Hoop aan de Sijde der overheeden van gem: Bodem eenige wandevoir ofte pligtversuijm mogte hebben plaats gehad voor als nog mits ontstenisse der verEijschte Zeekundigen om de gehoudene Journaalen ter fine voorsz: exact na te gaan niet had kunnen werden werkstellig gemaakt, dog dat aan hem pro interim Fiscaal niets was voorgekoomen, waarop teegens ijmand der overige Scheepelingen mitsgaders de onder Officieren en gemeene Scheepelinge eenige Actie konde Institueeren, Is dierhalven ten opsigte van deselve bestaande in

en dus te Samen in 28: Coppen beslooten alle deselve volgens het geordonneerde van haar wel Edele Groot Agtb: de Heeren der Hoge Indiasche Regeering tot Batavia bij Missive de dato 30 nov: 1722: weederom Emploijabel te verclaaren en in den dienste der E: Compagnie aan te neemen, voor Sodanige gagie als Zijlieden bevoorens hebben gewonnen gehad en deselve besolding met den 8: deeser maand ofte daags naar dat gedagte fluitschip is komen te verongelucken weeder te doen Cours neemen.

Sijnde voorts door den Cap:n van het ter rheede Leggend frans Scheepje La Creole te kennen gegeeven dat hij een Carguasoen Slaven te Mosambique hebben ingehandelt met deselve naar Mauritius was vertrocken, dog door disfortuijn van weer en wind genoodsaekt Sijnde geweest, deese plaats te moeten aandoen als nu te rade was geworden, van hier naar S:t Domingo te Steevenen, dog Sig door gebrek aan de nodige Vivres, so voor Sijn Equipagie als d’ ingehandelde Slaaven, buijten Staat bevond, om het Zij derwaards ofte na Mauritius te vertrecken; met Seer instantig versoek dierhalven om Sig alhier van d’ onvermijdelijk benoodigde Provisiën dewelke slegts in 8500 lb hard brood en 2000 lb meel quaamen te bestaan, te moogen voorsien, Soo is ten einde het voorm: Scheepje maar hoe eerder hoe beeter te kunnen quijt worden verstaan aan ged:n Capitain te permitteeren voorsz: quantiteit biscuijt en meel in te koopen en van hier meede te neemen.

En nadien thans niet meer komen t’ Exteerende Reedenen waarom d’ Ingeseetenen So van dit Caebse als de respective buijten districten nu eenige Jaaren van de ordinaire militaire Exercitiën hebben moeten werden g’Excusseert is dierhalven beslooten gem: Exercitiën op dieselfde tijden als bevoorens in gebruijk is geweest, weederom te laaten geschieden.

Sijnde voorts, op het desweegens bij request gedaan versoek, aan den Burger Pieter Cilliers Jansz: in Eijgendom gegeeven Een Stuk Lands ter groote van Een morgen en Een Hondert thien quadraat roeden geleegen aan de groene berg onder het Drakensteinse District, mits voor het selve Jaarlijx aan d’ E: Compagnie 24 Stuijvers betaelende

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 177-184.

Woensdag den {17840818} 18: Aug:s 1784.

‘S namiddags Extra Ordinaire Vergadering, alle present, uijtgenoomen den Heer Collonel en Hoofd der Militie Robbert Jacob Gordon.

Gaf den Heer Gouverneur te kennen dat wanneer op den 14: deeser hier ter rheede was gearriveerd, het bij d’ E: Compagnie afgehuurd particulier pruijssisch Schip de vier gebroeders en den E: Equipagiemeester Justinus van Gennep, Sig onmiddelijk naar dien bodem begeeven had, ten einde deselve volgens d’ ordre en het gebruijk op te neemen den daarop Commandeerenden Schipper Samuel Nuske hem onder anderen had gerapporteerd, dat van Sodanige Twee kisten met goud, die hij in ‘t Vaderland ter Bestelling voor Batavia had ontfangen, eene op de rheise was absent geraakt, Sonder ongeagt alle gedaane nasoeking te hebben kunnen ontdekt veel min gevonden worden.

dat hij Heer Gouverneur hierop dadelijk ordre hebbende gesteld, dat ‘er geene vaartuijgen aan het Schip komende, of van het selve Souden moogen afvaaren, vervolgens de aan Land komst van ged:e Schipper had afgewagt, om de Saak van hemselve nader te verstaan, dog denselven tot op eergisteren niet verscheenen den pro Interim Fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier neevens Twee Leeden met den Secretaris van Justisie had gecommitteerd Zig te vervoegen aan boord van het voorm: Schip de vier gebroeders ten einde Sig t’inquireeren hoedanig het met het geval mogte geleegen Zijn, dewelke weederom aan Land Sijnde gekoomen aan hem Heere Gouverneur hadden overgegeeven, Sodanige Species facti, als door meerm: Schipper Nuske neevens de verdere Officieren van het Schip opgesteld en onderteekend thans door Zijn Edele werde overgelegd, behelsende den tijd en wijse dat beijde de goudkisten die te L’Orient aan Land Zijn gesonden geweest, weederom aan boord gebragt, en aldaar geborgen geworden Zijn: welk papier geleesen weesende, is verstaan te Stellen in handen van opgem: pro Interim fiscaal, ten einde omtrend voorsz: absent geraekte kist met goud, op het naauwkeurigst ondersoek te doen, en hier omtrend indiervoegen te Vigileeren, als hij voor het Intrest der E: Compagnie Sal vinden te behooren.

En nadien het gedagte Schip de Vier gebroeders van nog maar een anker is voorsien, Zijnde die waarvoor dien bodem thans is Leggende, en voorm: Schipper Nuske oversulx Seer instantig komt te versoeken, om geconsidereerd het groot gevaar waaraan het Schip Soude weesen g’Exponeerd, ingevalle den NW:te winden weederom dusdanig mogten doorkoomen, als men deselve op den [.....] deeser heeft gehad, So is verstaan aan gem: Schipper een Swaar anker van [.....] lb te laaten verstrecken.

Laatstelijk wierd door den Ondercoopman en Posthouder in de Baaij Fals Christoffel Brandt, den ondercoopman en pro Interim fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier en den burger Lieutenant Jan Hendrik Ekkart gepræsenteerd het volgende Request.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinair van neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Geeven reverentelijk te kennen Uwer wel Edele Gestr: en E: Agtb: needrige Dienaren den Ondercoopman en Posthouder in de Baaij Fals Christoffel Brandt den meede Ondercoopman en ad Interim Fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier en den Burger Lieutenant Jan Hendrik Ekkert.’

‘hoe Zij Supp:lten Zijn Eijgenaars en bewooners der drie Huijsen en Erven dewelke Zijn geleegen in deese Tafelvalleij , Streckende aan en langs het terrain waarop heeft gestaan S E: Comp:s Oude Hospitaal.’

‘Dat soo verre der Supp:lten evengemelde Erven Zijn Streckende is leggende een Strookje grond in Vroegere Jaaren gediend hebbende tot een algemeene Smalle Straat, of steegje dog het welk geoordeelt Zijnde, hiertoe mits de nabijheid der opgaande groote Straat niet volstrekt dienstig te weesen, naderhand is getrocken aan de grond van het voorsz: oude Hospitaal, Sonder dat dit Strookje Lands egter voor d’ E: Comp:ie bebouwd geworden nog tot eenige andere dienst is g’Emploijeerd geweest en daar door dus eenelijk is vergroot geworden het aldaar geweest Zijnde Thuijntje voor den Eersten Opperchirurgijn.’

‘de Supp:lten neemen derhalven de vrijheid needrigst te versoeken dat het van Uwer wel Edele Gestr: en E: Agtb: welbehagen moge Zijn een ijder van hun met een Strookje van meerm: thans leedig leggende grond, Soo verre denselver Erven Zijn Streckende en tot Sodanige groote als Uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb: Zullen gelieven goed te vinden te beneficeeren, en aan hun in Eijgendom te verleenen.’

’/:onderstond:/’

‘’T welk doende &:a /:was geteekende:/ C:l Brand, J: J: Serrurier,’

‘J: H: Ekkert.’

Waarop is goedgevonden om van de grond dewelke voormaals tot een Steeg ofte doorgang tusschen het oude Hospitaal en de wooningen thans door de Supp:lten beseeten werdende, heeft gediend, aan hun ijder een Stukje ter breedte van haare Erven, mitsgaders ijder diep [.....] Voeten in Eijgendom uijt te geeven, met deese bepaaling dat in de gebouwen dewelke Sullen werden geconstrueert op de Erven aan ged: ondercoopman Brandt en Burger Lieutenant Ekkert verleend ten geenen dage eenige Taphuijsen Sullen mogen werden gesteld.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 185-190.

Dingsdag den {17840824} 24 Aug:s 1784.

‘S voormiddags alle present.

Vermits de hoog Gebiedende Heeren Meesteren, met het Jongst gearriveerde Schip Stavenisse, ten behoeven deeses Gouvernements, hebben gelieven uijt te Senden, het bedragen van ƒ350‘000 aan enkelde guldens, Schellingen en dubbel Stuijvers en men hier door in Staat is gesteld geworden, weederom een gedeelte der alhier geslagene papiere munten, te kunnen doen inwisselen, is dierhalven op de propositie van den Heere Gouverneur beslooten, de papiere munten van Ses en Agt Rijxdaalders, teegens de voorsz: ontfangene enkelde guldens volgens de alhier op deselve gestelde waarde van Vier en Twintig Stuijvers te laaten Verwisselen en daarmeede op Dingsdag den 7 der aanstaande maand September een aanvangste doen maaken, mitsgaders den Ondercoopman Pieter Diederik Boonacker en den boekhouder van ‘S Comp:s Slagthuijs Benjamin Leijdler, weederom te Committeeren om daartoe des Dingsdags, en Vrijdags Voormiddags van neegen tot Elf en den namiddags van Twee tot Vier Uuren te vaceeren en waarvan aan een ijgelijk bij publicatie en affixie van billietten de nodige kennisse sal werden gegeeven, en So meede dat de meerm: Papiere munten van Ses en Agt Rijxdaalders met d Expiratie van Twee maanden naar de Publicatie van het voorsz: Billiet niet meer gangbaar sullende Zijn dus ook niemand gehouden Zal weesen deselve aan te neemen, dog al het ander geslagen papieren geld, in volle waarde blijven.

Ende ten aansien onder den Schipper van het particulier pruijssisch Schip de vier gebroeders Sig geen factuur of Cognoscement van het in dien bodem afgeladene Goud komt te bevinden, en ‘er dus buijten d’ affirmatie van ged:e Schipper dat in beijden de kisten de Somma van ƒ [.....] aan Ducaaten soude weesen afgepakt, geen de minste blijk voor handen is, of het voorm: bedragen dan wel meer of minder in deselve kisten is gedaan nog ook hoedanig hetselve in ijder is verdeeld en Soo meede niet hoedanig d’ absent geraakte kist genommerd ofte gemerkt is geweest, heeft men dierhalven om Sulx te kunnen weeten moeten besluijten, om de onder voorsz: Schipper berustende en aan de Heeren der hooge Indiasche Regeering gerigte brieven pacquetten t’ openen, waarvan aan haar Hoog Edelens de verschuldigde kennis sal werden gegeeven.

Vervolgens gaf den Heer Gouverneur te kennen, dat bij arrivement alhier der Fransse Hulptroupen van den burger Johannes Pieterssen was ingehuurd desselfs Huijs en Erf welk eerst bij ‘t detachement van Ostrasie naderhand bij ‘t Legioen van Luxemburg en Laatstelijk bij het Regiment van Meuron tot een corps de Garde was gebruijkt dog nu ontruijmd Sijnde, Sig in dusdanige slegte staat quaam te bevinden, dat daar aan Considerabel veel Reparatie werdende verEijscht, gem: Pietersen in steede van die Reparatie tot dedomagement wel met een Somma van Eenduijsend Caebsse guldens Soude te vreeden Sijn.

dat het voorsz: huijs hierop door den Heer Secunde Pieter Hacker en den Heer Major Gilquin neevens ‘S Comp:s Baasen der Timmerlieden en Metselaars naauwkeurig besigtigd Sijnde, was geoordeeld dat de daar aan te doene Reparatie d’ E: Comp:ie veel meer dan de voorschreeve ƒ1000 soude te staan koomen, weshalven Eenpariglijk best geoordeeld en dienvolgens beslooten is, tot schadeloostelling van gem: Pieterssen ter Saake als gesegd de voorsz: Somman van ƒ1000 uijt ‘S Comp:s cassa te doen betaalen

Sijnde voorts bij de Landmilitie aan Stellenbosch de volgende officieren aangesteld, als.

den Cornet Joachim Andreas Jenssen tot Tweede Lieutenant in Steede van Stephanus Jansz: Weijers die thans onder het Swellendamse District woonagtig is.

den burger Johannes de Waal Cornelisz: weederom tot Cornet in plaatse van evengemelde Janssen

den Wagtmeester Johannes Albertus Laubscher tot Vaandrig bij de Compagnie Infanterie

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 191-205.

Dingsdag den {17840831} 31 Aug:s 1784.

‘S Voormiddags alle Present.

Thans ingekomen Zijnde, het schriftelijk Berigt van Expres gecommitteerde ZeeLieden, dewelke hebben g’Examineerd de Journaalen gehouden bij den Gesaghebber Sax en de Stuurlieden van het verongelukte Fluijtschip de Hoop en welk berigt was luijdende als volgd.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinair van neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a

‘Wel Edele Gestr: Heer!’

‘Den onderget: Capitain ter Zee en Equipagiemeester deeses Gouvernements Justinus van Gennep, neevens de meede geteekende Schippers Cornelis Andriesse en Cornelis van vlaanderen opvolgende Uwe wel Edele Gestr: gevenereerde Schriftelijke Commissie hebben g’Examineerd de Journaalen gehouden bij den Gesaghebber Sijbrand Sax ende Stuurlieden van ‘t fluijtschip de Hoop ter ervaringe of en in hoe verre ten opsigte van ‘t verongelukken van dien Bodem aan de Seijde van ged: gesaghebber en Stuurlieden eenig wandevoir of Pligtversuijm mogte hebben plaets gehad; en bij deselve Examinatie bevonden.’

‘dat Wanneer het ged: fluijtschip de Hoop op den 16: der gepasseerde maand Junij van deese Caabse Rheede was t’ Zeil gegaan, om ingevolge dies destinatie naar de Baaij fals te steevenen, in Zee komende reets Swaare Leccagie in’t Schip was ontdekt geworden.’

‘dat de wind dagelijx met een Storm uijt den Z:O: aanhoudende de Lijfnaaden van’t Schip door het swaar werken Zig aan alle Kanten geopend; en de Leccagie daar door hand over hand was toegenoomen, dat men met gestadig Pompen had moeten tragten het Schip boven water te Houden:’

‘dat het Scheeps volk door dag en Nagt te moeten arbijden met het Pompen en het waater uijt het Schip te hoosen, afgemat en eijndelijk mismoedig geworden Zijnde, en weer & wind Steeds Contrarie blijvende de Scheeps overheeden, Sig dus in de noodsaake hadden gesien om op den 28: Junij het besluijt te moeten neemen de eerste haven de beste te moeten kiesen, en de saldanhabaaij als het naaste onder schoot leggende te tragten te beseilen;’

‘dat ingevolge dat besluijt de Cours naar de Saldanhabaaij Zijnde gesteld, egter wanneer tot op de distantie van een mijl van de Zuijd of Stompen hoek dier Baaij geadvanceerd Zijnde men deselve door opkomende Stilte en noorde winden mits de Slegte gemanierdheid van ged: fluitschip in’t Zeilen niet hadde kunnen te bovenkoomen.’

‘dat voorsz: Scheeps overheeden met Volle Seekerheid voor uijtsiende dat ingevalle men door Contrarie winden genoodsaakt bleef nog eenige daagen Langer op Zee te swerven, met een Slegt en Swaar Lek Schip, dat bijkans niet meer na d’ ordre konde werden geregeerd, men niets anders te wagten hadde, dan dat het Schip eindelijk met alle de daarop Sijnde Sielen soude hebben moeten te gronde gaan, oversulx in die dringende Omstandigheeden geen andere uijtkomst voor Sig hadden dan weederom naar deese Tafelbaaij te rug te keeren te meer dewijl wind en Weer hun diestijds daartoe gunstig scheen en ‘t aanhoudende voorstel en de Instantiën der gesamentlijke Equipagie hun daartoe als het waare quame te dringen.’

‘dat derhalven de Cours naar deese Tafelbaaij gesteld en op den 7 der gepasseerde maand Julij de baaij genadert dog door Stilte verhinderd geworden Sijnde deselve te beseilen was de fluit ‘S nagts door de Sterke Stroomen en westelijke hooge deijningen voortgedreeven tot tusschen de Leeuwe Staart en ‘t Robben Eiland , van welke Laatstgem: plaatse men door de donkere digt betrockene Lugt met Reegen het seinvuur niet konde verkennen en des men door de stilte de Hoek van de moelje niet kunnende te boven komen en de fluit door de aanschietende deijningen en hooge Zeën hoe langer hoe nader na de wal werdende geset, sonder dat het met alle aangewende pogingen mogelijk was het Schip weeder slaags te krijgen en uijt de wal te Stuuren; de Scheepsoverheeden dus genoodsaakt waren geweest, aldaar op Vuijle gronden t’ ankeren.’

‘dat het eerste anker uijtgebragt Zijnde het Touw niet lang daar na op de klippen door geveijld en gebrooken weesende de Touwen van het Tweede en derde Anker die men vervolgens hadde laaten vallen, insgelijx inselvervoegen als het eerste waaren komen te breeken, en de fluijt voor en aleer het Laatste anker konde werden uijtgebragt, reets door de Swaare brandingen aan de grond had gestooten en vervolgens op de klippen was beset geraakt, sonder dat ‘er ongeagt d’ adsistentie der vaartuijgen die men op herhaalde noodseinen eindelijk hier van de wal had afgesonden, eenig middel was geweest het Schip te redden.’

‘D’ ondergeteekend: dus hebbende nagegaan en g’Examineerd alle d’omstandigheeden waar in Zig d’ overheeden van’t ged: fluit schip de Hoop Seedert hun vertrek van deese Caabse Rheede hebben bevonden, met een Seer onbeseild en ongemanierd Schip met teegen winden Sukkelende en daar en boven met Soo een Swaare Leccagie behebt en het geen dagelijx So Seer quam toe te neemen dat men tot behoud van Schip en Zielen geen ander uijtkomst voor Sig Sag, dan d’ eerste haven de beste te moeten besteeven, hebbende dus in d’eerste plaatse niet kunnen vinden dan dat ged:e Scheeps overheeden met ‘t aandoen deeser Baaij niet anders dan na beste Zeemanschap in diergelijken allerdringensten nood hebben gehandeld, Terwijl in de Tweede plaatse het verongelucken van het fluijt Schip niet aan eenig wandevoir of pligtversuijm van den Gesaghebber en Stuurlieden maar principaal Zo als reets meer is gesegd, kan en ook moet werden geattribueerd aan de ongemanierdheid van een Vaartuijg als het selve fluijt Schip, dat door de deijningen en Sterke Stromen Voort gesleept werdende niet meer na den Eijsch van Zeemanschap heeft kunnen werden gestierd nog te geregeerd.’

‘Gedenkende hier meede aan Uwer wel Edele Gestr: g’Eerde ordre pligtschuldig te hebben voldaan, laaten de onderget: deesen dienen voor needrig Berigt.’

’/:onderstond:/’

‘Cabo de goede Hoop den 27 aug:s 1784: /:was geteekend:/’

‘J: V: Gennep C:s andriesz: C:s van vlaenderen’

Soo is verstaan Copia authenticq van het selve Berigt aan den pro Interim fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier te dien afgeeven.

Vervolgens geleesen weesende het Relaas van den Schipper, opper- en onder Stuurlieden van het freguat Scheepje Jagt Rust , Cornelis Andriesz: Abraham Christoffel Hoffman en Hendrik Vlugger behelsende een verhaal op hoedanige wijse en om welke oorsake het bij dit Gouvernement gehoord hebbend afgelegd Hoeker Schip de Snelheid uijt de Saldanhabaaij opgebragt, omtrend ‘S E Comp: post de Ganse CraaL was gestrand en bij welke geleegendheijd van het voorsz: Freguat Jagt Rust was verlooren geraakt.

Soo is verstaan d’ evengem: absent geraakte ankers en Touwen bij de Negotie boeken deeses Gouvernements te doen afschrijven.

En nadien uijt eene ingediende Verclaaring van Gecomm: Zee en Scheeps Timmerlieden Consteerd, dat de Schuijt van’t alhier afgelegde Schip Amsterdam , ten eenemaale oud en afgevaaren en irreparabel komt te weesen, sal dat vaartuijg werden afgelegd ende gesloopt.

Wijders geresumeerd weesende de onderstaande Missive van den Landdrost en burger krijgsraad aan Swellendam .

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra Ordinair van neederlands India Gouverneur en Directeur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie aldaar

‘Wel Edele Gestr: Heer! en E: E: Agtb: Heeren!’

‘Den gewoonen voorraad van buskruijd alhier door de verstreckingen aan de veld Corporaals grotendeels verconsumeerd Zijnde, neemen wij de Vryheid aller onderdanigst te versoeken dat het Uwe wel Edele Gestr: en E: Agtb: gelieve te behaagen ten dienste deeser Colonie, goedgunstiglijk te laaten Verstrecken’

‘Waarmeede Uwel Edele Gestr: en E: E: Agtb: in Godes dierbaare bescherminge beveelende, wij met diep respect d’ Eere hebben te weesen.’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: E: Agtb: Heeren, Uwel Ed: gestr: en E: E: Agtb: Seer onderdanige en gehoorsaame Dienaaren /:was geteekend:/ C: V: N: Onkruijd, E: Meijer, H: Muller L: de Jager, S: J: Weijers George Friederik Rautenbag, G: H: Ferreira /:in margine:/ Swellendam den 17 Junij 1784:’

Is daarop goedgevonden aan het ged:e Collegie de versogte 900 lb Buscruijt en 1000 p:s vuursteenen te laaten verstrecken, om vervolgens onder de veld commandanten en wagtmeesters in de verre geleegene Districten dier Colonie te werden uijt gedeeld.

Waarna na voorgaande klocken geklep en uijtroeping van den Bode volgens Jaarlijx gebruijk getreeden Zijnde, tot de publicque verpagting der gemeene middelen en Inkomsten deeses gouvernement, navolgens de diesweegens geaffigeerde Billietten, Zijn deselve in gemeijnd geworden, door al sulke Persoonen, en tot Sodanige prijsen; als hier onder staan uijtgedrukt te weeten.

'T Moutbier
Jan de Goede ƒ2500:-:-
 
Brandewijnen.
Eerste quart Jan Simon Keijser ƒ13500:-
Tweede d:o Marten Bateman d:o 14100:-
derde d:o Jan Christiaan bam d:o 14200:-
Vierde d:o Willem de kruger d:o 14150:- 55950:-
 
Vaderlandse Bieren en Wijnen
Jan Jacob Schreuder 650:-
 
Caabse Wijnen
Eerste quart Matthias Pieter Taute ƒ11200:-
Tweede d:o d:o d:o d:o d:o 12300:-
derde d:o d:o d:o d:o d:o 13100:-
vierde d:o d:o d:o d:o d:o 13000:-
  ƒ49600:-
welke vier Perceelen der caabsse koele wijnen vervolgens naar den teneur der pagt conditiën weeder opgeveild en afgeslaagen weesende sijn deselve ingemeijnd door den Burger Jacobus Johannes van den Bergh invoegen denselven generaalen Pagter der voorsz: Wijnen is gebleeven voor een Somma van d:o 71500:-
 
Caabse wijnen &:a aan't ronde Bosje en in de Baaij Fals
Jan Andries Bam d:o 6500:-
 
Koele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakenstein
Hendrik Weeber d:o 1825:-
 
d' impost op de wijn aracq en Brandewijn aan vreemde Natiën geleeverd werdende
Evert Heugh d:o 25400:-
So dat de geheel pagt penn: tesamen bedrage ƒ164325:-
'T Moutbier
Jan de Goede ƒ2500:-:-
 
Brandewijnen.
Eerste quart Jan Simon Keijser ƒ13500:-
Tweede d:o Marten Bateman d:o 14100:-
derde d:o Jan Christiaan bam d:o 14200:-
Vierde d:o Willem de kruger d:o 14150:- 55950:-
 
Vaderlandse Bieren en Wijnen
Jan Jacob Schreuder 650:-
 
Caabse Wijnen
Eerste quart Matthias Pieter Taute ƒ11200:-
Tweede d:o d:o d:o d:o d:o 12300:-
derde d:o d:o d:o d:o d:o 13100:-
vierde d:o d:o d:o d:o d:o 13000:-
  ƒ49600:-
welke vier Perceelen der caabsse koele wijnen vervolgens naar den teneur der pagt conditiën weeder opgeveild en afgeslaagen weesende sijn deselve ingemeijnd door den Burger Jacobus Johannes van den Bergh invoegen denselven generaalen Pagter der voorsz: Wijnen is gebleeven voor een Somma van d:o 71500:-
 
Caabse wijnen &:a aan't ronde Bosje en in de Baaij Fals
Jan Andries Bam d:o 6500:-
 
Koele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakenstein
Hendrik Weeber d:o 1825:-
 
d' impost op de wijn aracq en Brandewijn aan vreemde Natiën geleeverd werdende
Evert Heugh d:o 25400:-
So dat de geheel pagt penn: tesamen bedrage ƒ164325:-

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 206-211.

Dingsdag den {17840907} 7 Septb: 1784

‘S Voormiddags alle præsent.

Door den Heere Gouverneur thans ter vergadering geproduceerd zijnde een plan van het Terrein van het oude Hospitaal, so is verstaan het selve aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren over te senden, en daarop derselver geEerde dispositie af te wagten of en welke gebouwen het haar Edele hoog Agtb: soude mogen behaagen op het ged: terrein voor d’ E: Comp:ie te doen construeeren dan wel in Erven verdeeld Zijnde publicq te doen vercoopen.

Wijders wierd door den oud Commissaris van Civiele en Huwelijx Saaken Rogier Bernhardus van Blerk p:r request versoek gedaan, om te mogen hebben, het privilegie om sig alhier met het inslaan en debiteeren van wijnen bij de groote maat te moogen erneeren.

dan nadien ten opsigte van dit Versoek, vreemd is voorgekoomen, dat daar des Supp:lts gantsche besit nu nog maar circa [.....] Jaaren ten behoeven van desselfs Crediteuren p:r Executie verkogt Zijnde geworden, desselfs Schuld Eijsschers eene importante Somma Zijn te kort gekoomen, en hij van Blerk ter dien oorsaake, in gijsselinge is gesteld geweest, denselven in dien kort voorleeden tijd weederom so veeL Soude weesen geprospereerd, om de wijncoperije met de daartoe gehoorende omslag te kunnen bij der hand neemen en het dierhalven niet ondienstig was om alvorens hierop wierd gedisponeerd, te weeten op welke Conditiën denselven door Sijne Crediteuren uijt de voorsz: gijsseling is ontslaagen is dierhalven verstaan, het voorsz: door hem gepresenteerd request, den Heer Secunde Pieter Hacker als President des Raads van Justitie in handen te Stellen, om deesen aangaande te dienen van Berigt, ten einde het Selve ingekoomen weesende als dan bij deselve behoorlijk nader besluijt sal kunnen werden genoomen.

Vervolgens op de diesweegens aan den Heere Gouverneur gedaane voordragte, door den Heer Major Gilquin als Inspecteur over ‘S Comp:s gebouwen &:a in aanmerking sijnde genoomen, dat den Baas en opsigter over de Huijs Timmerlieden en Smits bij’t nieuwe Hospitaal Johannes Jacobus Rademan en den Baas en Opsigter over de Metselaers en Steenhouwers bij hetselve Hospitaal bescheijden Jan Coenraad Hessenbosch een geruijmen tijd herwaards buijten haare voorsz: permanente diensten, ook tot bij sondere genoegen hebben waargenoomen d’ Eerstgemelde het opsigt over d’ ambagtslieden bij d’ arthillerie en Laatstgenoemde over het Metselwerk der Fortificatiën mitsgaders het dagelijks nasien en aanteekenen der aangevoord werdende Boustoffen en de Billijkheid dierhalven vorderd, dat deselve diesweegens eenig douceur komen te genieten, Soo is op de propositie van welgemelde Heere Gouverneur verstaan aan gemelde Baasen Rademan en Hessenbosch voor het waarneemen van voorschreeve bijsondere diensten van primo April deeses Jaers af en Soo vervolgens maandelijx dubbeld, Cost geld en verdere Emolumenten te laaten verstrecken.

En dewijl het thans door E E: Scholargen ingediend Berigt, ten deesen opsigte Consteerd, dat den Burger Willem Fredrik ter Horst bij gedaane Examinatie is bevonden de verEijschte Bequaamheid tot het onderwijsen der Jeugd te besitten, is dierhalven goedgedagt aan denselven het Schoolhouden alhier te permitteeren.

Sijnde voorts aan de Respective aanneemers der Jongst verpagte Brandewijns Perceelen, item der VaderLandse Bieren en wijnen, mitsgaders der Caabsse Koele en Brandewijnen aan ‘t Ronde bosje en in de Baaij Fals op derselver diesweegens gepresenteerde Request geaccordeert om tot beeter voortsetting hunner neering de versogte bijtappers te mogen aanstellen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 212-226.

Donderdag den {17840909} 9 Septb: 1784:

‘S Voormiddags alle present.

Den pro Interim fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier ingevolge en ter voldoening van het aan hem gedemandeerde bij Resolutie van den 18 Aug:s Laatstl: neevens Twee Leeden met den Secretaris uijt den Justitieelen Raad alhier alle mogelijke recherches hebbende in’t werk gesteld, naar het kistje met goud ‘t welk in’t Vaderland voor Batavia in het Schip Les quatre Freres afgescheep Zijnde, in hetselve is vermist geworden, heeft denselven diesweegens op heeden ingediend het volgende vertoog.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Gouverneur van Cabo de goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a mitsgaders aan den E: Agtbaaren Raad van Politie deeses Gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Vertoond met den gepasten Eerbied de ondergeteekende provisioneel Fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier, dat aan de ondergeteekende Zijnde ter hand gesteld Uwel Ed: Gestr: en Edele Agtb: Zeer geEerde Resolutie genomen op Woensdag den 18: Augustus deeses Jaers 1784: bij welke den onderget: word gedemandeerd om weegens seekeren kist met Goud welke van weegens de Neederlandse Oost-Indische Compagnie was ingeladen in het Schip Les quatre Freres en op de Reijse van L’orient na herwaards absent is bevonden, op ‘t nauwkeurigst Ondersoek te doen en hier omtrend indiervoegen te Vigileeren als hij Voor het Intrest der E: Compagnie Sal vinden te behooren.’

‘De Onderget: thans de Eer heeft onder het verligt oog van Uwe Ed: Gestr: en Ed: Agtb: te brengen, Sodanige Enquesten als door hem in opvolging van welgem: Resolutie Zijn ingewonnen, Terwijl den onderget: onder het gunstig welduijden van’

‘Uwel Ed: Gestr: en Ed: Agtb: eerst kortelijk het geval in questie sal voordraagen, omme daarna Sodanig middel waar door de Ed: Comp:ie in der tijd sal kunnen worden Schadeloos gesteld, aan Uw wel Ed: Gestr: en E: Agtb: te proponeeren, als hij onder Eerbiedige Submissie aan derselver wijser oordeel vermeend te behooren.’

‘Het is dan den onderget: onder Correctie voorgekoomen, dat de beide geld kisten welke van weegens de neederlandsche Oost Ind: Comp:ie Zijn gelaaden geweest in het bij gem: Ed: Comp:ie afgehuurde Pruijssisch Schip Les quatre Freres , gevoerd bij den Schipper Samuel Nuske, bij het arrivement van dien bodem in de haven van L’orient wel gecontioneerd aldaar Zijn aangebragt, en ten huijse van den Pruijssischen Consul ter bewaaring gedeponeerd van waar deselve door den gem: Schipper in Persoon op den 1 Meij weederom aan boord gebragt door den opperstuurman ten aansien van de gantsche Equipagie Ontfangen, en door vier Mattroosen Sijn gedraagen geworden in de Cajuijt, in welke den Schipper in persoon op dat ogenblik præsent was, door wien dan ook die beijde kisten eijgenhandig en Sonder behulp van iemand Souden Zijn geplaetst in Zeekere kas Staande aan’t Voeten Eijnde van Sijne Slaapsteede.’

‘dat de voorn: Schipper daarop en wel dienselven dag nog na de wal gegaan Sijnde, aldaar was verbleeven tot daags daar aan Zijnde den 2 Maij wanneer hij Zig aan boord begeeven had, met intentie om te Zeijlen, en doen nog na het voorgeeven van hem Schipper de beijde geldkisten op deselve plaats had gevonden.’

‘dan dat hij door Stilte geen Zeijl hebbende konnen maaken, weederom naar den wal was geretourneerd en aldaar verbleeven tot op den 3 Maij, wanneer ‘t hem gelukt was met een gunstige opkoomende wind onder Zeijl te gaan, Sonder toen gelijk hij te Voren bij sijn komst van de wal aan boord Soude gedaan hebben na die geldkisten te hebben omgesien, welke hij scheen te Vertrouwen dat nog op deselve wijse in de kas souden Staan, als deselve door hem daar Soude ter needer gesteld Zijn, in welke gedagten hij dan ook Schijnd te hebben blijven berusten tot op den 13 Maij wanneer hij Schipper voor Sig iets uijt de kas noodig hebbende eerst ontwaarde dat een dier Twee goud kisten aldaar niet meer aanweesig was,’

‘Dat gem: Schipper dit terstond aan den opperstuurman en verdere Scheeps officieren ter kennis gebragt hebbende deselve daarop gesamentlijk ‘t gantsche Schip door hadde gevisiteerd, sonder egter het minste van die Goudkist te hebben konnen ontdekt of met eenige waarschijnlijkheid te hebben konnen nagaan, door wien en op welke wijse die vermiste Goudkist Van Zijn plaats genoomen en weggevoerd soude Sijn gelijk ook de onderget: bij het inquireeren na Voorn: Vermiste goudkist neevens Heeren gecomm:s uijt den Ed: Agtb: Raad Van Justitie voor wien hij de hier neevens gevoegde informatiën heeft ingewonnen met geene Seekerheid heeft kunnen indageeren door wien en op welke wijse de voorn: goudkist genoomen en ontvreemd Soude Sijn, hoe seer ook alle officieren en gemeenen van het Schip Les quatre Freres , blijkens hun Schriftelijk declaratoir aan Uwel Ed: Gestr: en E: Agtb: Sub dato 29 Augustus overhandigd geene swaarigheid hebben gemaakt, om den persoon van Matthijs Pieter Holm opperstuurman op gen: bodem als den dieff der gem: goudkist te Denuntieeren Zo vermeend egter de Vertoner Ratione Officie; dog wat ook van de waarheid dier accusatie Zijn moge egter geene voldoende bewijsen, tot Staving van hun geavanceerde geproduceerd Zijnde, nog ook door den onderget: hierop inquireerende hebbende kunnen gevonden worden men ook in deeser van den generalen Regel niet Sal kunnen afwijken, en dus den gem: opperstuurman niet sal kunnen belasten met iets dat den Rechten ten genoegen niet is beweesen geworden.’

‘Dan daar het egter ten vollen consteerd dat beijden goud kisten van weegens de Generaale neederlandsche Compagnie wel geconditioneerd is het gem: Schip Les quatre Freres Zijn ingelaaden geworden en daarvan door den Schipper behoorlijk Cognoscement is verleend, en denselven dus aanspreekelijk is en blijft voor meer gemelde absente goudkist.’

‘So vermeend den Verthoner om in de Laatste plaats te voldoen aan bovengem: Seer geEerde Resolutie van Uw Ed: gestr: en Ed: Agtb: en die E: Comp:ie provisioneel alhier Schadeloos te Stellen weegens het gemis dier goudkist welke ingevolge het Cognoscement te Batavia behoorde te worden uijtgelaaden; Dat hoe Zeer gem: kist wel is waar, hier door den Schipper niet verantwoorde behoefde te worden, en hij volstaat met deselve ingevolge den inhoude van het cognoscement op Batavia uijtleeveren dat regt de vertoner daar het egter thans reeds blijkt dat die goudkist vermist word en men deselve niet teegenstaande alle aangewende moeijte niet heeft konnen vinden en het dus niet mogelijk is, dat die kist hier vermist wordende en absent blijvende, op Batavia Zal konnen worden uitgeleeverd, het den verthoner /onder Submissie aan het wijser oordeel van Uwel Ed: gestr: en E: Agtb: is voorgekomen, dat geen ander middel tot Schadeloos Stelling der E: Comp: bij provisie in’t werk kan worden gesteld als dat van weegens Uwel Ed: gestr: en E: Agtb: uijt naam van welgem: Ed: Oost Ind Comp:ie Solemneel worde geprotesteerd teegens alle kosten, Schaden en Interessen welke d’ E: Comp: door het gemis dier kist met goud Soude kunnen lijden, en het selve Protest te doen Exploicteeren, aan meergem: Samuel Nuske als teekenaar van het cognoscement, en dus in de eerste plaats Responsabel voor gem: goudkist, en verders aan denselven Schipper en de overige opper- en onder officieren als van weegens de pruijssische handelings directie te Berlijn als Rheeders van ‘t gem: Schip Les quatre Freres , gesteld over dien bodem, en dus representeerende de gemelde Rhedereij, en Responsabel voor die goederen welke in het Schip Les quatre Freres Zijn ingelaaden geweest.’

‘Terwijl den onderget: vertrouwende aan de Intentie van Uwel Ed: Gestr: en E: Achtb: hiermeede voldaan te hebben, aan derselver gewoone prudentie overlaat, om in deesen wijders Zodanig verder te handelen als deselve tot meeste voordeel der Ed: Comp:ie sullen vermeenen te behooren.’

’/:onderstond:/’

‘’T welk doende &:a /was geteekend:/ J: J: Serrurier /:in margine:/ Overgegeeven in Rade van Politie September 1784.’

En nadien uijt hetselve Vertoog Consteerd dat ongeagt alle aan gewende devoiren het voorsz: absent geraakt kistje niet is gevonden, nog ook heeft kunnen werden nagespoord, waar, wanneer en op wat wijse het selfve is t’ soek geraakt, is dierhalven verstaan gem: fiscaal t’ Injungeeren om met een gelijke Commissie van Twee Leeden en den Secretaris des raeds Van Justitie in name ende van weegens deese Regeering nopens het voorsz: t’ Zoek gemaakt kistje met goud, op de Solemneelste wijse teegens den Schipper Samuel Nuske neevens d’ opper en onder officieren, als gesamentlijk representeerende de Rheeders van ‘t meerm: Schip Les quatre Freres in geschrifte te protesteeren teegens alle Schade, kosten en Intresten, hier door bij de neederlandse Oost-Indische Comp:ie bereids geleeden ofte nog te leijden, met Reservatie om ter dier saake alle sodanige middelen als haar Edele Hoog Agtb: de Heeren Bewindhebberen derselve Compagnie om de Maatschappije in deeser t’ endemneeren, en Schadeloos te Stellen, Sullen dienstig agten t’ emploijeeren, daar en so als Zij Zulx Sullen goedvinden, en te raade worden welk protest indiervoegen door meerm: Fiscaal en gecommitteerdens aan boord van het dikwerff gem: Schip Les quatre freres geExploicteerd Zijnde daar van door hun vervolgens sal moeten werden opgesteld, en geteekend een pertinent verbaal ten einde neevens de verdere origineele documenten, deese saak betreffende aan Hoog gem: Heeren Bewindhebberen te werden gesuppediteerd.

Terwijl voorts gebesoigneerd Zijnde of men het overgebleevene goud kistje op het gementioneerde Schip Les quatre Freres Zoude laaten verblijven, dan wel met een andere Bodem naar Batavia oversenden, So is bij overweeging dat het seer præsumptif is dat beijde de in meerm: Bodem gescheepte goud kistjes door de Reeders op het selve Schip sullen weesen geassureerd, waar door dan in gevalle het voorsz: overgebleevene kistje op een anderen bodem wierde geplaatst en aan Sodanig Schip een onverhoopt ongeval mogte overkoomen, waardoor het selve meede niet mogte te regt koomen d’ E: Compagnie als dan in groote moeijelijkheijd met gedagte Reeders Soude geraaken oversulks Raadsaamst geoordeelt en dienvolgens beslooten het dikwerfgemelde hier aangebragte kistje met goud weederom op het Voorschreeve Schip Les Quatre Freres te plaatsen en dien Bodem daarmeede naar Batavia te laaten vertrecken.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 227-239.

Donderdag den {17840921} 21 Septb: 1784.

‘S voormiddags alle present.

Den pro interim fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier, in Conformiteit van het aan hem g’injungeerde bij besluijt van den 31: augustus jongstleeden exact ondersoek hebbende gedaan of ‘er ten opsigte van het teegens het uijtsteekend rif des Leeuwenbergs verongelukt fluijt Schip de Hoop eenig wandevoir of Pligtversuijm bij den Schipper en Stuurlieden van gemelde kiel mogte hebben plaats gehad; heeft denselven diesweegens op heeden ingediend het volgende Vertoog.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg, Raad Extra Ordinair van neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a beneevens den Edelen Agtbaren Rade van Politie deeses Gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en Edele Agtb: Heeren!’

‘Vertoond met den gepasten Eerbied de onderget: provisioneel Fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier dat aan hem vertooner Zijnde ter hand gesteld Conform Uwel Ed: gestr: en E Agtb seer geEerde Resolutie van den 31 Augustus Laatstleeden Copie van Sodanig berigt, als door den Capiteijn ter Zee, en Equipagiemeester van Gennep beneevens de Schippers Cornelis Andriessen en Cornelis van vlaanderen weegens ‘t Verongelucken van ‘S E: Comp: fluijtschip de Hoop was geformeerd, en aan den wel Ed: Gestr: Heer Gouverneur gepresenteerd geworden, de vertooner bij Examinatie van het Selve Berigt, heeft ontwaard dat het Zeekundig gevoelen van voornoemde Equipagiemeester en Schippers in deesen was dat den Scheeps overheeden van het fluijtschip de Hoop waaren geweest in allerdringenste nood, en in deselve niet anders als na beste Zeemanschap hebben gehandeld en dat dus het verongelucken van het selve Fluijtschip aan geen wandevoir of pligtversuijm aan den kant dier Scheepsoverigheeden kan worden toegeschreeven en gemerkt den Vertoner Ratione officie niets is Voorgekoomen waarom hij Zig met het Voornoemde berigt niet Soude kunnen conformeeren en hij dus onder Correctie vermeend amptshalven geene actie teegens de voornoemde Scheeps overheeden te hebben, So neem de Vertooner de vrijheid Uwel Ed: Gestr: en Ed: Agtb: hiervan de verEijschte kennis te geeven met Eerbiedig versoek, dat het van derselver wel behaagen Zijn moge, omtrend Voornoemde Scheeps Overheeden Sodanig nadere dispositie te neemen als Uwel Edele Gestr: en E: Agtb: na derselver bekende Aquiteid Sullen Vinden te behooren.’

’/:onderstond:/’

‘’T welk doende &:a /was geteekend:/ J: J: Serrurier /:in margine:/ Overgegeeven in Raade Van Politie den 21 September 1784.’

En nadien uijt het selve vertoog consteerd, dat volgens het Rapport van den E: Equipagiemeester van Gennep en de neevens hem gecommitteerde Schippers bij naauwkeurige Examinatie der door gem Schipper en Stuurlieden gehoudene Journaalen was bevonden, dat de selve overheeden met hunne voorsz: onderhebbenden bodem waaren geweest in een allerdringensten nood, en in dien toestand niet anders als na beste Zeemanschap hadden gehandelt, en dat wijders aan gemelden pro Interim fiscaal ook niet sijnde voorgekoomen, dat het verongelucken van’t ged:e fluijtschip aan eenig versuijm of negligentie der voorm: overheeden was t’ attribueeren, hij oversulx ter dier Saake geene actie teegens deselve konde institueeren, Is dierhalven verstaan den Schipper Sijbrand Sax neevens de opper- en onderstuurlieden van het dikwerfgem: fluijtschip de Hoop weederom Emploijabel in ‘S Comp: dienst te verclaaren en derselven Stil gestaan hebbende gagien inselvervoegen als die der Overige Scheepelingen van dien bodem met den 8: Julij deeses Jaars Sijnde daags naar dies Stranding weederom te doen Cours neemen.

Waarna door den Heer Secunde Pieter Hacker ingevolgen het aan Zijn E: gedemandeerde bij het op den 8: deeser genoomen besluit op het als doen gepresenteerd Request van den oud Commissaris van Civiele en Huwelijx saaken Rogier Bernhardus van Blerk heeden ingediend Zijnde het diesweegens gerequireerd berigt des Raads van Justitie luijdende als volgd

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van PLettenberg Raad Extra Ordinaris van Neederlands India, en Gouverneur van Cabo de goede Hoop met den Ressorte van dien beneevens den E: Achtb Raad van Politie alhier

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: E Agtb: Heeren!’

‘Uwer wel Edele Gestr: en E: Agtb: welbehagen geweest Sijnde, in handen van den onderget: præsident van den Agtb Rade van Justitie alhier te Stellen het door den oud Commissaris van Civiele en Huwelijxe saaken Rogier Bernhardus van Blerk aan Uwel Ed: Gestr: en E: Agtb: gepresenteerd Request, ten eijnde te dienen van berigt, op hoedanige wijse en onder welke conditiën gen: van Blerk uijt de gijselinge waarin denselven ten requisite van Sommige Sijner Crediteuren is geset geweest ontslagen geworden is.’

‘Soo heeft den onderget: præsident d’ Eer te berigten, dat Sulx met genoegen dier Crediteuren op de volgende Conditiën is gedaan, als.’

‘1: dat gem: van Blerk niet sonder Consent Zijner Crediteuren Sig uijt deesen Lande sal vermoogen te begeeven.’

‘2: dat Zijl: Crediteuren altoos hun regt en pretentie behouden, op dat geene wat Zij op Zijner Boedel te kort gekomen Zijn.’

‘3: dat hij van Blerk beloove Zig te Sullen bevlijtigen, om hun door den tijd te voldoen.’

‘4: dat hij van ‘t geene komt te verdienen alle Twee of drie Maanden aan den Secretaris van Justitie de helft Soude moeten afleggen in mindering Zijner Schulden en dat Selfs aan de geenen met wie denselven Sig mogten gageeren aangesegt werden Soude om de helft Zijner verdiensten, aan gem: Secretaris te overhandigen, hebbende voorsz: van Blerck ook beloofd, na uijterste vermoogen aan de voorsz: Conditien te voldoen.’

‘Waarbij den onderget:e nog voegen moet, dat van de bij Vonnis van præferentie en Concurrentie op den Boedel te kort gekomene Rijxdaalders 29297:27 vervolgens bij eene nadere uijtdeelinge Zijn afbetaald Rd:s 502:20 Stuijv:s terwijl den Secretaris van welgen: Raade over Seedert ingekoomene maandelijxe Slaaven huur en ingecasseerde Schuld weeder onder Zijn berusting heeft Rd: 549 1/2 om bij meerdere intekoomene penn: pond ponds gelijk onder de Crediteuren gedestribueert te werden.’

‘Met welk een en ander de onderget: vermeijnende aan de Seer geEerde Intentie Uwer wel Edele Gestr: en E: Agtb: te hebben voldaan, neemt denselve de vrijheid met verschuldigde Hoogagting te blijven.’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele Gestr: Heer en E E: Agtbare Heeren Uwer wel Edele Gestr: en E agtb: Seer ootmoedigen dienaar. /was geteekend:/ P: Hacker /:in margine:/ overgegeeven in Raade van Politie den [.....] Septb: 1784’

Soo is verstaan, het door ged:e van Blerk gedaan Versoek ter obtenue van het previlegie tot het inslaan en debiteeren van Caabsse wijn bij de groote maat toe te staan, om aanvang te neemen, met het begin van de maand Januarij des aanstaanden Jaers, op welken tijd de Continuatie van het voorsz: previlegie voor de Resp: Wijnkoopers in’t generaal doorgaans werd geExpedieerd, mits er in dien tusschentijd niets kome te geschieden, waar door de voorsz: aan hem van Blerk verleende Consessie van geen gevolg Soude kunnen Zijn en sulx in diervoegen op het meermelde request te doen appostilleeren.

Sijnde wijders op het diesweegens bij request gedaan versoek van den Burger Vaandrig Titulair Jeremias Auret aan denselven in Eijgendom uijtgegeeven Twee Stucken gronds geleegen in de Baaij fals ter weedersijden annex desselfs Huijs en Erf aldaar te Saamen groot in haaren grond Een morgen Een honderd Een en Seeventig quadraat Roeden Agthien Voeten en neegen gelijke duijmen dan ten aansien de principaale Reeden waarom voorschreeve grond bij den Suppliant versogt en aan hem is uijtgegeeven is deesen, dat desselfs Voorschreeven Huijs en Erf op een considerable afhellend terrein gebouwd sijnde het Zij van ter Sijde of van agteren geene ruijmte heeft om iets te kunnen bergen, Soo verre dat den Supp:lt genoodsaakt is Zijn wagens voor Zijn deur uijt en in te Spannen en die vervolgens genoegsaam in de daarbij loopende weg te moeten Laaten Staan het geen tot groot ongemak Soo voor hem Selver als andere die gedagte weg moeten passeeren komt te Strecken is dierhalven verstaan d’ uijtgave van voorschreeve Twee Stucken gronds te doen onder deese bepaaling, dat deselve Sullen moeten dienen tot Erven of openen Plaatsen om daar in Zijne wagens en andere omslag te brengen invoegen op de Rooijing ofte in een gelijke Linie met het voorfront van het huijs geen gebouwen om tot wooningen te dienen Sullen mogen geset worden.

Gelijk Laatstelijk meede op het hierom in Scriptis gedaan versoek door den Landbouwer Carel Pieter Rogge aan denselven in Eijgendom is uijtgegeeven een Stuk Huijs Erf ter Lengte van Een hondert en Twintig en diepte van Vijftig Voeten, Sijnde geleegen aan de oversijde van de Klip Rivier omtrend de drostdije van Swellendam .

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaere voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 240-251.

Dingsdag den {17841012} 12 8bre 1784.

‘S Voormiddags alle Præsent

Door d E E Cooplieden Adriaan van Schoor en M:r Jacobus Johannes Le Suëur als meede Leeden deeser Vergadering uijt deselve Gecommitteerd geweest, omme volgens Jaarlijks gebruijk met fungeerende BurgerRaden te Reguleeren en formeeren de Quotisatie gelden voor deeze Jaare 1784 ingediend Zijnde het onderstaande berigt

Aan den Wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinair van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb Raad van Politie

‘Wel Edele Gestr: Heer en E Agtb: Heeren!’

‘D’ ondergeteekende Cooplieden en meede Leeden uijt Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb: Vergadering Gecommitteerd volgens Jaarlijx gewoonte weederom hebbende gevaceerd met ende beneevens fungeerende burgerraaden deeser Plaatze tot het nazien en formeeren eener nieuwe quotisatie Rolle Zo van S Comp:s Dienaren als Burgeren voor deesen Jaare 1784 ten einde te reguleeren de Vermeerdering of Vermindering dewelke naar de Constitutie en Veranderingen van tijde en ieders omstandigheeden naar hunne gedagten Zoude behooren plaats te hebben, mitsg: te taxeeren en belasten alle zodanige der Dienaren en en burgers, die te voren nimmer zijn getaxeerd ofte belast geweest, hebben derhalven provisioneelijk en onder Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: geeerde approbatie de Verandering daaromtrend mitsg:s de nieuwe belasting van de geenen die nog nimmer belast zijn geworden, zodanig gereguleerd en bepaald als men met reedelijkheid, mitsg: met de gesteldheid van ieders vermogen, Zo verre Sulx immers met eenige mogelijkheid heeft kunnen werden nagegaan, heeft Vermeend het meest overeenkomstig te weesen, gelijk Zulx bij eenen deesen geannexeerde Lijst Specefice is opgegeeven en aangeteekend; Terwijl d’ ondergeteek:s de finale dispositie hieromtrend aan Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: overlatende d’ eere hebben met de meeste Eerbied Zig te noemen’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb: ootmoedige dienaren. /:was geteekend:/ A: V: Schoor, J: J: Le Sueur, H: Le Suëur, J: H: Munnik J: Karnspek /:lager:/ mij præsent /:geteek:/ J: M: Horak E:g: Clercq /:in margine:/ In’t Casteel de Goede Hoop den 27 7bre 1784.’

So is na resumptie van hetzelve berigt, en de daar neevens overgelegde Lijst van voorsz: Taxatie verstaan, dezelve Taxatie ten vollen t’ aprobeeren, en mitsdien burgerraden voorm: tot den ontfangst dier quotisatie gelden volgens de vorengem: Lijst te qualificeeren.

Waarna meede geresumeerd weesende eene Missive van den Landdrost en Krijgsraden van Stellenbosch en Drakenstein als volgd.

Cabo de Goede Hoop

Aan den Wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Pettenberg Raad Extra ordinair van Neederl:s India, mitsg:s Gouverneur en Directeur van Cabo voorm: en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb Rade van Politie deeses Gouvernements.

‘Wel Edele Gestr: Heer en E Agtb: Heeren!’

‘De generale Burger wapenschouwing den Eersten der aanstaande Maand November alhier aan Stellenbosch zullende geschieden neemen wij de Vrijheid Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: zeer needrig te Versoeken ons tot de Exercitie en optrek zo der resp: Compagniën Dragonders als van de Comp: Infanterij, Vijfthien Hondert Ponden buscruit en Seeven en Twintig Hondert p:s Vuursteenen goedgunstig te laaten toekomen’

‘Ende ten aanzien door de Veld Commandanten onlangs versoeken zijn gedaan, om tot nodige resistentie der Steeds rovende Bosjesmans Hottentotten in de wijd geleegene velden, van het daar toe verEischt werdende kruijt te mogen werden voorsien, waarvan thans alhier geen Voorraad meer aan handen is: Zo Versoeken wij dierhalven Zeer ootmoedig dat het Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: gelieven moge ons boven de voorsz: ammunitie nog Duijzend Ponden buskruijt te doen erlangen; ten einde daarvan zo wel aan de gem: Commandanten als de veldwagtmeesters die na de geleegendheid hunner bewoningen, niet onder dezelve komen te sorteeren en welkers destricten egter meede aan de geduurige Roverijen dier bosjesmans bloot staan Successivelijk van hier de nodige Verstrekkingen te kunnen doen’

‘TerwijL wij voor’t overige Eerbiedigst versoeken, dat het Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: behagen moge onze gedane aanstellinge der na te noemene Perzonen t’ aprobeeren als.’

‘Tot Wagtmeesters’

‘onder de Comp:ie Dragonders van den Capitain Joost Rijnhard van As.’

‘de Corporaals Johannes Jacobus Hendriksz: en Johannes Otto mitsgaders’

‘onder dito Comp:ie van den Capitain Philippus Albertus Meijburg’

‘den Standaar jonker Wouter de Vos Philipsz:’

‘Tot Sergeants’

‘Onder de Comp:ie Infanterij’

‘De Corporaals Jacobus Petrus Theron en Jan Christiaan Roode’

‘Waar meede na Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: in Jehovas veijlige Hoede te hebben aanbevolen wij met het diepst Respect blijven’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: onderdanige en gehoorzame Dienaren. /:was geteekend:/ D: V: Ryneveld, P: P: Vium, D: J: de Kock, P: A: Meijburg, D: W: Hoffman, J: D: Villiers, J: C: Groenewald, S: J: Cats, J: P: Cloete, H: Laubscher /:in margine:/ Ter Krijgs Vegadering aan Stellenbosch den 6 October 1784.’

Is goedgevonden aan ‘t ged: Collegie volgens het Versoek te doen verstrekken

tot de aanstaande burger Exercitie en Wapenschouwing aan Stellenbosch mitsgaders nog 1000 lb bussekruijt omme aan de resp:e Commandanten en wagtmeesteren in de wijd geleegene velden te worden Verstrekt ter Resistentie der rovende Bosjesmans Hottentotten

Vermits uijt hoofde der Schaarsheid en gebrek aan Roode Maagwijnen dezelve thans teegen de voorige Prijzen niet zijn te bekomen, is derhalven verstaan den Coopman en Keldermeester M:r Jacobus Johannes Le Suëur te qualificeeren, om eenige Leggers van die wijnen tot 100 Rd:s p:r Legger voor d’ E Compagnie in te kopen.

Sijnde voorts aan den Burgerraad Jan Hendrik Munnik op desselfs hierom bij Request gedaan versoek in Eijgendom gegeeven een Stuk Lands geleegen in de Simons Baaij ter groote van Een Morgen, 562 quadraat Roeden 17 dito voeten, en 4 gelijke duijmen.

En is laatstelijk door den Burgerresse Susanna de Villiers laatst weeduwe wijlen Jan Wibrandris Dooijema meede gepræsenteerd Seeker Request waarbij Versoekt om in Erfpagt te mogen hebben een Stuk Lands leggend aan het eene gedeelte van haar Supp:lte Plaats de Ruijte Valleij genaamd, en geleegen aan de PaarL Diamant ter groote van 6 Morgen en 4 Quadraat Roeden welk Request is gesteld in handen van Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Drakenstein om te dienen van berigt of d’ uijtgave van evengemelde versogte Stuk Lands ook tot præjuditie van iemand der gebuuren aldaar zoude mogen strekken.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 252-286.

Dingsdag den {17841109} 9 Novem 1784.

‘S voormiddags alle Præsent

Door het Eerw: Collegie van Kerkenraade der Lutherse gemeente alhier gepræsenteerd Zijnde een Versoekschrift luijdende als volgd

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinair van NeederL: India, mitsg:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Geeven met diepschuldige Eerbied te kennen de ondergeteekendens uijtmakende den Kerkenraad der Lutherse gemeijnte deezer Plaatze’

‘dat de Supp:lten reeds bij de erectie van hunnen Kerk, door het grootste gedeelte hunner Leedematen aangezogt geworden zijnde dat een bequaam Perzoon /:daartoe geinclineert zijnde:/ mogte worden aangesteld tot het houden van een lees- en Schrijf School; Zo neemen de Supp:lten mits deesen de Vrijheijd hun te keeren tot Uwel Ed: Gestr: en E: Agtb: met ootmoedig Versoek aan de Supp:lten ingevolge het aan deselver gemeente tot Batavia, bij Resolutie van hun hoog Edelens de dato 29 Julij 1746 geaccordeerde, meede gunstig te permitteeren, dat de Supp:lten aanstellen een Perzoon van hunne gemeente tot het houden van een lees- en Schrijf School ter onderwijzing van de Jeugd.’

’/:onderstond:/’

‘’T welk doende &:a /:was geteekend:/ Andreas Lutgerus Kolver Pastor, J: A: Hitsman, C: L: Neethling, H: L: Bletterman, Jens Janssen, C: A: Permans, D: Lehman /:in margine:/ Exhibitum in Senatu den 9 nov: 1784.’

So is gemerkt aan die van deselve gezindheid te Batavia bij besluijt van haar Hoog Edelens de Heeren der Hoge Indiasche Regeering de dato 29 Julij 1746 een Perzoon van hunne gemeijnte tot het houden van een lees- en Schrijf School ter onderwijzing der Jeugd is g’accordeerd, oversulx ook Verstaan in der Supp:lten bovengem: Versoek meede te Condescendeeren, en mits dien aan deselve te permitteeren een persoon van hare gemeijnte tot het houden van een lees- en Schrijf School ter onderwijzing der Jeugd aan te Stellen.

Waarna door den ondercoopman en pro interim Fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier ingediend Zijnde het onderstaande Vertoog.

Aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinair van NeederL: India, mitsg: Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Agtb: Raad van Politie

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Vertoond met den gepasten Eerbied d’ onderget: prov:l Fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier dat Johan Wilhelm Godlieb Soldaat in dienst der E: Comp:ie en Sodanig beschijden aan ‘S E Comp: Stal alhier op den 4 November des gepasseerden Jaars van daar gefugeerd, en als deserteur bij den Vertoner R:O: was aangegeeven,’

‘Dat dezelve Johan Wilhelm Godlieb zig zeedert dien tijd hebbende opgehouden in het Quartier van het toenaanweesend Regiment van Pondicherij en bij het selve Regiment Zonder egter eenig engagement daar te hebben aangegaan als kleedermakers dienst gedaan hebbende bij ‘t vertrek van hetzelve naar l’ Isle de France op den 7 April laatstleeden zig als Soldaat bij het hier Guarnisoen houdend Regiment van Meuron had geengageerd, onder den Naam van Godlieb Puntz en daar dan ook in die qualiteit dienst had gedaan tot op den 6 Augustus laatstleeden wanneer hij uijt Zijn Quartier absent gebleeven was, en na eenige dagen onswervens op den 13 dier Maand zig had vervoegd aan den Post der E: Comp:ie de Schuur en aldaar bij den Baas Jan Andreas Rauch zig had aangemeld als deserteur met versoek om door denselven Baas op zijn Verlate Post terug gebragt te werden en teffens desselfs voorspraak als berouw hebbende van Sijne gepleegde desertie bij sijne Chefs te mogen genieten’

‘Dat voorm: Baas Rauch in opvolging van’t versoek denselven door eenen van het Post volk met welke hij gewillig meede ging, had doen gelijden ten deesen Casteele en zelve zig meede derwaards begeeven hebbende in nakoming van zijne belofte de behoorlijke kennis had gegeeven van het geen tusschen hem en den bovengem: Godlieb was gepasseerd, dewelke aldaar in de Hoofdwagt verbleven Zijnde, kort daaraan van daar was getransporteerd geworden in ‘t Quartier van het Regiment van Meuron als wanneer de Vert: kennis gekreegen hebbende van al ‘t geen met relatie tot gem: Godlieb was voorgevallen, denselven R:O: van daar gereclameert en in ‘S Heeren Gevangenis had doen overbrengen met intentie omme in Conformiteit der wetten Amptshalven teegens denselven zodanige Crimineele actie te institueeren als hij in gemoede zoude vermeenen gehouden te zijn. Dat den Vert: hieromtrend werkzaam zijnde, hem deswegens Verscheide notabele reflexiën waren te binnen gekomen en inzonderheijd of men niet zoude handelen teegen het heilzaam oogmerk der hooge Indiasche Regeering gemanifesteerd bij ‘t Placcaat van A:o 1746in’t welk vrijdom der ordinaire Straffe word beloofd voor die geenen die uijt berouw van hunne gepleegde desertie op hunnen verlaten Post te rug zoude keerenindien de vert: de ordinaire train van Justitie volgende /:als wanneer het den vert: /: onder Correctie:/ is voorgekomen dat uijt aanmerking van verscheijdene in deesen Zeer aggraveerende omstandigheeden deselve Soldaat veel ligt onwaardig zoude kunnen worden geoordeelt aan de voorgestelde gratie:/ R:O: eens een Sententie obtineerde overeenkomstig den Strikten inhoud der wetten het welk zeer aparent bij de meenigte Zoude worden geconsidereerd als blotelijk weegens Zijne Simpele desertie en dus in weerwil der beloofde gratie alzo te geschieden, en daar door anderen die uijt berouw Zouden willen te rug keeren van dit voorneemen Zoude afschrikken’

‘Dat den vert: uijt overweeging van dit een en ander zig heeft verpligt gerekend omme Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: het voren ter needer gestelde voor te draagen en daarvan te maken een object van deselver Politicque deliberatiën met Eerbiedig Versoek dat hoogst deselve de Zaak daartoe gedisponeerd vindende Zodanige Resolutie weegens denselven Johan Wilhelm Godlieb Zullen gelieven te neemen waar door de zelve wel niet geheel en al Vrij blijft van Sijne wel verdiende Straf en dus tot een Exempel van impuniteit eener bekende gepleegde misdaad zoude Verstrecken en egter tevens het vorengem: heilzaam oogmerk der hoge Indiasche Regeering niet direct worde teegen gegaan.’

’/:onderstond:/’

‘’T welk Doende &:a /:was geteekend:/ J: J: Serrurier /:in margine/ Overgegeeven in Rade van Politie den 9 November 1784.’

So is na dat diesweegens Serieuselijk was gedelibereerd en in aanmerking waren genomen de motiven waarom ged: Fiscaal heeft Vermeend zig met desselfs voorsz: vertoog aan deesen Raade te moeten addresseeren ten eijnde bij deselve nopens den gedetineerden soldaat Johan Wilhelm Godlieb ter Zake Sijner desertie politicquelijk mogte werden gedisponeerd Verstaan denselven Johan Wilhelm Godlieb voor den tijd van Twee Jaaren te bannen op ‘t Robben Eijland om aldaar Zonder loon aan ‘S Compagnies gemeene werken t’ arbeiden en naar Expiratie van dien tijd als een onnut Subject voor de kost, Scheeps dienst doende naar het Vaderland te werden opgezonden.

Ook wierd door den aanneemer van de generale pagt der Caabse wijnen Johannes Jacobus van den Berg het Volgende Request gepræsenteerd.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinair van neederL: India, mitsg:s Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Met diepschuldig Respect geeft te kennen den aanneemer der generaale Pagt der Caabse Coele wijnen den Burger Jacobus Johannes van den Berg dat van het ogenblik af aan dat hij Supp:lt de Pagt aangenomen hebbende, Considerabel benadeeld word door den Vrijbrouwer en accijs pagter der Caabse Moutbieren Dirk Gijsbertus van Reenen, dewelke Zig niet ontzien heeft om voorbetagtelijk ende met opzet den Supp:lt sijne gepræveligeerde Herbergieren en bijtappers de Huijzen op te vullen van de Caabse Moutbier waar door hij Supp:lt in Sijn Pagt Considerabel bevind benadeeld te zijn, En hoe zeer hij Supp:lt alle goede en Billijke Schikkingen tot voortzetting zijner neering beraamde en alle morserijen en Sluijkerijen tragten voor te komen daar door alles werd te leur gesteld en in gevaar word gebragt Zo als voort teegenswoordige dagelijx tot sijn leedweesen ondervindende wanneer hij Supp:lt gaat ondersoeken in de Huijzen der gepræviligeerde Herbergieren en Bijtappers hoedanig Zij met de wijnen komen te leeven tot voorkoming van vervalsshing derselve, dat als dan eenige van de Sodanige Herbergiers en bijtappers op eene onbehoorlijke wijze, hem Supp:lt als Generale Pagter drijgementen en Scheldwoorden toevoegen ende wijnen te rug Zenden en publicquelijk van andere wijnkopers wijnen inslaan, en Continueeren met openbare biljard speel gelag en dans Huijzen te houden, En alzo sulx ten eenemaal teegens alle Placcaaten en wetten Strijdig is, zoo heeft den Supp:lte om alle hier voor aangehaalde reedenen genoodzaakt gevonden zig daarover verscheide malen te beklagen bij Sijn Ed: de Heer M:r Jan Jacob Serrurier als het Fiscalaat pro Interim waarneemende, dog hetzelve van Sodanige ongepermitteerde Tappers werd gecontinueerd onder de naam van biertappers die meenigvuldig in getallen zijn, Zoo heeft den Supp:lt tot sijn leedweesen op Vrijdag den 29 8bre laatstl: moeten gedogen en aanzien, dat allen de Schilder en uijthang borden van den Supp:lt Sijne Bijtappers en Herbergieren, Zeedert den Supp:lt Sijne aangenoomene Pagt nieuwelijx door goede meeningen en inzichten in gebruijk gebragt meest allen wierden afgenomen en binnens huijs gebracht door gem: Tappers en Herbergieren met gevolg dat den een voor en den ander na alle desselfs restanten van wijnen van gem: bijtappers en Herbergieren aan den Supp:lt wierden te rug gezonden het welk den Supp:lt Sijne generaale Pakhuijs opvulde, met volle, half volle half amen, en kelder vlessen met wijn, tot grote Verwondering van de omstanders het welk mij Supp:lt, het welk mij Supp:lt na de reeden deede Vragen aan meerm: Herbergieren en bijtappers tot antwoord kreeg van deselve dat zij allen geroepen waaren door den Vrijbrouwer en Accijs Pagter der Caabse Moutbieren ten sijnen Huijze en van hem een biertap hadden gekreegen en dus mij bedankte voor de Tap Eenige andere tappers verhaalde in teegenwoordigheid van den Geregts Bode Anthon Jacob Jurgers dat zij voor de Tweede maaL diezelfde dag geroepen waaren ten Huijze van den Vrijbrouwer en Accijs Pagter der Caabse Moutbieren Dirk Gijsbertus van Reenen dat zij die bijtappers waren van den aanneemer der brandewijns Perceelen Vrijheijd hadden verkreegen, om bier te mogen tappen van hunne Pagters en in Zulke gevallen door den generaale Pagter verklaagd mogten worden, bij de E Heer Fiscaal dat zij dan moesten maken dat de zaak voor het agtb: Collegie van Justitie mogten komen dat gem: van Reenen haar als dan Zoude adsisteeren of ondersteunen waarvan den Supp:lt de behoorlijke bewijsen meenigvuldig in getallen ingewonnen heeft’

‘Den Supp:lt dus ontbloot zijnde van Herbergieren en bijtappers en geen geleegendheijd kunnende vinden door Schaarsheijd van Huijzen en Exsessive hoge prijzen van huur deselve Sijn Pagt Circa doed Stil Staan ten volstrekte ruien te gemoed ziet en vreeze Sijn Pagtpenn: niet te kunnen opbrengen en desselfs borgen beginnen te Spreeken van hunne Borgtogt ontheft te werden En dewijl den Supp:lt de Pagt Conditiën van den accijs der Caabse Moutbieren wel doorleesen en overwogen hebbende en daar uijt duijdelijk blijkt dat zo min den Vrijbrouwer als den Accijs Pagter der bier in geenen deele dus bevoegd Schijnt te weesen zodanige Stappen te mogen doen om Taphuijsen willekeurig te zetten, En Vermits den aanneemer der brandewijns Perseelen als ook der Vaderlandsche Dranken hunne gepræviligeerde Huijzen hebben, zo sustineerd den Supp:lt uijt sijne door Uwel Edele Gestr: en E: Agtb: verleende Pagt Conditiën, dat alle de overige Publicque Herbergieren, Speel en biljart Huijzen daar eenige gelaggen werden gespeeld en gemaakt, aan Sijn Pagt te behoren tot voortzetting Sijner neeringe en bij de wijngaardeniers besprooken wijnen te Verdebiteeren.’

‘Om deese en meer andere reedenen vind den Supp:lt sig genoodzaakt Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: te Smeeken om Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: wijze en voorsienige hulpe en bijstand in Sijne aangenomene wijn plagt gemaintineerd te worden en Sijne geleedene Schaade te verhalen’

‘Den Supp:lt viind zig nog gedrongen te keeren tot Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: ootmoedigst versoekende om Twee Man uijt den dienst der E Comp:ie te mogen ligten of op een Pas verleend te werden vermits hij Supp:lt in sijne Pagt en groote ommeslag van dien een weesentlijke hulp benodigt is, en dewijl het Schijnt dat d’ Ingezeetenen van dit Gewest niet gemakkelijke tot eenige dienstbaarheijd over te halen zijn.’

‘Zo vleid Zig den Supp:lt Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: Edelmoedige gunsten in deesen te mogen obtineeren die de Eer heeft Zig te noemen’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren UWel Ed: Gestr: en E: Agtb: onderdaanige dienaar /:was get:/ J: J: van den Berg /in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 9 November 1784.’

Waarop best gedagt en dienvolgens besloten is hetzelve versoekschrift te Stellen in handen van den pro Interim Fiscaal om behoorlijk ondersoek te doen, wat er zij van de klagten van voorm: Generale wijn Pagter weegens het Important nadeel dat hem door den brouwer en Pagter van het Caabse Moutbier Dirk Gijsbertus van Reenen, door de wijze van debiteeren en Vertappen van het gezegde bier omtrend het slijten der wijnen, Zoude werden toegebragt en bij so verre die klagten mogten weesen Conform de waarheid dan wel gefundeerd op goede reedenen denselven als dan bij Sijn goed Recht te maintineeren en dus te zorgen dat meerm: generale wijn pagt geenzints door eenige ongepermitteerde handelwijze tot instal kome te geraken.

Vervolgens geleesen weesende zeeker Request van Burgerraaden luijdende als volgd.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinair Van Neederlands India, mitsgaders Gouverneur en Directeur beneevens den E: Agtb: Politiquen Raad Van Cabo de Goede Hoop

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘D’ ondergeteek: Burgerraaden neemen de Vrijheijd Uwe Wel Edele Gestr: en E Agtb: op’t Eerbiedigst ter kennisse te brengen, hoe al zeedert eenen geruijmen tijd door de Pagters der beiden Colonies Molens in dit Caabse District klagten Zijn ingebragt geworden over de ongepermitteerde handelwijze der beiden ‘S Comp: Molenaars die zig niet ontzien om teegens het deugdelijk verbod op eene clandestine wijze niet alleen voor Sommigen Particulieren Ingezeetenen, maar voor al voor de Bakkers Koorn en andere graanen te malen waardoor niet alleen niet wijnig in hun regt wierden benadeelt en verkort, maar selfs bij voortduuring buijten staat zouden werden gesteld de uijtgeloofde Pagtpenningen ter gezetter tijd of wel in’t geheel te kunnen opbrengen ja waardoor zelfs zoude werden veroorzaakt dat zo daar in niet in tijds wierd voorsien niemand uijt vreese van op diergelijke wijze te zullen werden benadeelt, lust zoude hebben om het Recht dier dwang Molens te Pagten waardoor dan ook de Colonie welkers schulden door den opbouw van een Tweede Molen niet wijnig zijn g’accresseerd zekerlijk van een aanmerkelijke Tak hunner inkomsten, die door de Swaare uijtgaven van Inheften als anders reeds zeer bekrompen omkoomen, zoude worden beroofd: d’ ondergeteek: vinden zig dierhalven verpligt Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: authoriteit t’imploreeren met onderdanigst Supplicq dat het Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: moge behagen de Placcaten teegens diergelijke handelwijze te renoveeren voor al zo ‘S Comp:s Molenaars als alle andere Particulieren Ingezeetenen in dit district, die met gunstige permissie van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: molens op hunne plaatzen hebben gerigt te verbieden voortaan voor niemand ‘t zij Particulier burger of gepræviligeerde Broodbakkers eenige de minste graanen zonder eenige uijtzonderring op hunne Molens te malen, ten zij alleen bij geleegendheijd dat ‘S Colonies Molens onverhoopt door eenige desasters buijten staat mogten geraken om tot gerief der resp: Ingezeetenen te kunnen maalen en door burgerraaden daartoe de nodige permissie en qualificatie van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: sal zijn erlangd geworden ofte anders zodanige gunstige voorzieninge te doen waardoor het nadeel dat anderzints de burgerlijke Inkomsten zullen komen te leiden, zoude kunnen werden geprævenieerd’

‘En om in het vervolg zo veel mogelijk alle geleegendheeden tot diergelijke morshandel voor te komen, neemen deselve ook nog de Vrijheid Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: te versoeken dat voortaan aan elk en een ijgelijk mag werden g’interdiceerd eenig ros of hand molens in hunne huijzen of Tuijnen te mogen hebben. D’ondergeteek: Capteeren deese geleegendheijd ook nog om Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: onder het oog te brengen de regtmatige klagten en gegrond misnoegen van verscheide Ingezeetenen alhier die zo lange bloot gesteld zijn geweest aan de onreedelijke en willekeurige handelwijze van het grootste gedeelte der gepræviligeerde Broodbakkers die, schoon volgens den duijdelijken inhoude harer bak ordonnantie verpligt om elk gaande en komende Man zonder eenige onderschijd op de gestelde uuren met brood te moeten gerieven zig niet alleen niet ontzien dat onontbeerlijk voedsel te weigeren, onder ‘t frivool voorwendsel van alleen voor hunne kalante te bakken, maar zig selfs veroorloven om den aanloop te vermeiden alleen een gedeelte van een Vengster en wel aan de binnen zijde met het gewoon teeken hunner neering te beschilderen welken gesloten houden wanneer niet goedvinden eenig brood te bakken, of ten minste meerder dan het dagelijxe sleet haarer zogenaamde Calanten, daar nu Sulke ongepermitteerde handelwijze niet alleen strijdig is, teegens de zo heilzaame ordres Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb: maar ook geleegendheid geeft tot ongenoegen onder de goede Ingezeetenen zo neemen d’ ondergeteek: needrigst de Vrijmoedigheijd, Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: te versoeken om ook hier in bij de aanstaande te Vernieuwene Bak ordonnantie de nodige voorsieninge te doen en teffens aan het hoog wijs oordeel van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: voor te draagen of tot voorkooming van het laatstgenoemde beswaar niet een geschikte middel zoude zijn, dat daarbij wierde gevoegd dat elk gepræviligeerde broodbakker verpligt sal zijn, om boven de voordeur van Zijn woonhuijs of winkel te plaatzen een uijthangbord met zoodanig teeken voorsien, waaraan men kan zien wat neering daar in werd gedreven.’

‘In de hope van een gunstig apointement in deezen te zullen erlangen hebben wij d’ Eer ons met het diepst Respect te noemen’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren UWEd: Gestr: en E: Agtb: ootmoedige Dienaaren /:was geteek:/ H: Le Suëur J: H: Munnik J: Karnspek’

’/:in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 26 October 1784.’

Is daarop verstaan d’ E E van Schoor en Le Suëur te versoeken en te Committeeren om neevens burgerraaden behoorlijke Schikkingen te beraamen volgens welke het willekeurig gedoente der Bakkers omtrend het Bakken en Verkopen van het Brood eenmaal weggenomen en afgesneeden werdende, deselve op de best mogelijkste wijze, onder verpligting kunnen werden gebragt en gehouden om de Ingezeetenen buijten verleegendheijd te laten en dat aan den anderen kant door het malen op particuliere Molens geen inbreuk of nadeel aan de Resp:ve dwang Molens werde toegebragt, Terwijl door den Heer Gouverneur aan d’ E: van Schoor is opgedragen naauwkeurig te letten en zorge te dragen, dat ‘er op ‘S Comp:s Molens geen Coorn ‘t zij van Bakkers of ander particuliere Perzonen werd gemaalen ten waare dat door eenig manquement aan de voorsz: dwang Molens in deselve niet zoude kunnen werden gemaalen en in dat geval door den Edelen Heer Gouverneur Speciaal ordre sal werden gesteld om ten gerieve der Bakkers of andere Ingezeetenen op de voorsz: Comp: Molens te doen maalen.

Sijnde voorts door den oppercoopman en Hoofdadministrateur de Heer Pieter Hacker op heeden ingediend een memorie van diversse ammunitie goederen, Provisiën, Specerijen, Tabak houtwerken &:a bij ontlossing uijt de daarbiij vermelde Scheepen, zo te min als gebrooken bevonden, als meede de LijfEijgenen in de ses Jongst gepasseerde Maanden overleeden, het Vee in gem: tijd zo verrekt als door ‘t wild gedierte verslonden, en eijndelijk verscheidene goederen zeedert p:mo 7bre des voorL: tot Ult:o aug:s deezes Jaars in de Resp: e Pakhuijzen alhier onbequaam, en onbruijkbaar bevonden met het geen verders bij voorsz: Memorie in’t breede is gespecificeerd; naar lectuure welker Memorie is besloten, dat de gestorvene Slaaven en het verrekt Beestiaal bij de Negotie boeken deeses Gouvernements zullende werden afgeschreeven, voorts met de te kort en defect bevondene goederen in diervoegen sal werden gehandelt als in margine van dezelve Memorie is aangeteekend.

Terwijl meede is nagezien de Reecq: der verstrekte Zeeguls zeedert p:mo September des voorl: tot Ult:o Februarij deeses Jaars


Zeguls D' A:o 1783-4.
 
Debent
  van van van van van van van van van van
Rd:s 1/8 1/4 1/2 3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60
P:mo Maart 1784 restant verbleeven 1894: 1957: 774: 20: 195: 73: 26: 82: 23: 30: 50: 41: 2: 4: 25: 34: 10: 2: 4: 4
den 27 Maij 1784 bygekoomen 1000: 500: 500: 50: 100: 50: 50: 50: 50: -: -: 25: 25: 25: -: 25: -: -: -: -:
Somma 2894: 2457: 1274: 70: 295: 123: 76: 132: 73: 30: 50: 66: 27: 29: 25: 59: 10: 2: 4: 4
 
Credunt.
  Van van van van van van van van van van
Rd:s 1/8 1/4 1/2 3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60
zeedert p:o Maart Jongstl tot dato deser Verkogt 2024: 1364: 659: 8: 145: 83: 13: 79: 25: 14: 43: 27: 4: 8: 3: 16: -: -: -: -:
de dato deeses restant. 870: 1093: 615: 62: 150: 40: 63: 53: 48: 16: 7: 39: 23: 27: 22: 43: 10: 2: 4: 4
Somma 2894: 2457: 1274: 70: 295: 123: 76: 132: 73: 30: 50: 66: 27: 29: 25: 59: 10: 2: 4: 4

Zeguls D' A:o 1783-4.
 
Debent
  van van van van van van van van van van
Rd:s 1/8 1/4 1/2 3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60
P:mo Maart 1784 restant verbleeven 1894: 1957: 774: 20: 195: 73: 26: 82: 23: 30: 50: 41: 2: 4: 25: 34: 10: 2: 4: 4
den 27 Maij 1784 bygekoomen 1000: 500: 500: 50: 100: 50: 50: 50: 50: -: -: 25: 25: 25: -: 25: -: -: -: -:
Somma 2894: 2457: 1274: 70: 295: 123: 76: 132: 73: 30: 50: 66: 27: 29: 25: 59: 10: 2: 4: 4
 
Credunt.
  Van van van van van van van van van van
Rd:s 1/8 1/4 1/2 3/4 1: 2: 3: 4: 5: 6: 8: 10: 12: 15: 20: 25: 30: 40: 50: 60
zeedert p:o Maart Jongstl tot dato deser Verkogt 2024: 1364: 659: 8: 145: 83: 13: 79: 25: 14: 43: 27: 4: 8: 3: 16: -: -: -: -:
de dato deeses restant. 870: 1093: 615: 62: 150: 40: 63: 53: 48: 16: 7: 39: 23: 27: 22: 43: 10: 2: 4: 4
Somma 2894: 2457: 1274: 70: 295: 123: 76: 132: 73: 30: 50: 66: 27: 29: 25: 59: 10: 2: 4: 4

’/:onderstond:/’

‘In’t Casteel de Goede Hoop Ultimo Augustus 1784. /:was geteekend:/’

‘P: Hacker. /:in margine:/ Deeze Reekening door ons Ondergeteekende Gecommitt: uijt den E: Agtb: Raad van Justitie en den pro Interim Fiscaal alhier behoorlijk nagezien en met de Restanten geconfronteerd Zijnde is deselve in allen dele accordeerende bevondenen. In’t Casteel de goede Hoop datum ut Supra. /:was geteekend:/ O: G: de Wet, S: V: Echten, J: J: Serrurier /:lager:/ my præsent /: geteekend:/ C: L: Neethling Secret:’

Uijt welke komende te Consteeren, dat de verkogte Zeeguls bedragen een Somma van Rds: 3046: 4 zo is verstaan dit montant in ‘S Comp:s groote geld Cassa te laten overbrengen, en bij de Negotie boeken te doen inneemen.

Laatstelijk is aan den oud burger Lieut: Johannes Louw J: P: Z: op desselfs hierom bij Request gedaan versoek voor den tijd van vijfthien Jaaren in Erfpagt uijtgegeeven een Stuk Lands leggende annex sijne Plaats Stellenburg genaamd, in de Tijgerbergen geleegen, ter groote van 3 Morgen 477 quad Roeden en 91 d:o voeten waarvoor Jaarlijx Vier Schell:n voor ieder Morgen en dus Vier Rijxd: in’t geheel in ‘S Comp:s Cassa sal moeten werden betaald

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 287-297.

Dingsdag den {17841123} 23 Nov: 1784.

‘S voormiddags alle Præsent

Is geleesen het onderstaande Request door den Boekhouder en Secretaris van Stellenbosch en Drakenstein Abraham Faure gepresenteerd.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinair van neederL:s India, mitsg:s Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Neemd in allen Eerbied de Vrijheijd te Vertoonen Uwer Wel Edele Gestr: en E: Agtb: ootmoedigen Dienaar den Secretaris van Stellenbosch en Drakenstein Abraham Faure van Cabo de goede Hoop’

‘hoe hij Supp:lt reeds in den Jaare 1763 als hier in dienst der E Comp:ie is aangenomen als voorleeser bij de Stellenbosche gemeijnte waarna hij in a:o 1761 is aangesteld in Sijn Teegenswoordige bediening als Secretaris der voorm: Coloniën met de qualiteit en gagie als Boekhouder.’

‘des hij Supp:lt nu ruijm den tijd van Agt en Veertig Jaaren agter een, en zo hij zig flatteerd Steeds met den verEischten ijver en trouwe tot genoegen sijner Resp:ve Hoge en mindere Gebieders d’ E Comp:ie heeft gediend; dog waarinne hij Supp:lt mits sijne verre gevorderde ouderdom als hebbende reeds 68 Jaaren bereikt en bijkomende Lighaams Corruptiën niet vermogens is langer te kunnen Continueeren:’

‘Uijt welken hoofde hij Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: dan ook needrigst versoekt hem uijt voormelden dienst t’ ontslaan.’

‘Daar nu d’ inkomsten van het voorsz: Secretariaat maar soberlijk, en deselve neevens de gagie van ƒ30 ‘S Maands met de daartoe gehoorende Emolumenten maar even toereikend zijn tot het Jaarlijx onderhoud voor hem Supp:lt en sijn talrijk Huijsgezin, en om welke oorzaake hij Supp:lt in allen dien geruijmen tijd, dat in die bedieninge is geweest, niet zo veel heeft kunnen overgaaren waaruijt hij thans in den oudendag een middel van bestaan voor zig en zijne Familie kan vinden; zo neemd hij de vrijheijd al verder op het needrigst te Solliciteeren dat sulx bij Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: in gunstige Reflexie moge komen daar bij teffens Considereerende Sijn Supp:lt lang Jaarige diensten en dat Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: derhalven om die reedenen aan hem Supp:lt desselfs versogt ontslag behoudens zijn gagie en Emolumenten gelieven t’accordeeren’

’/:onderstond:/’

‘’T welk doende &:a /:was get:/ A: Faure’

Waarop in Consideratie Zijnde genomen dat het geene den Supp:lt ten opzigte Sijne talrijke Familie en desselfs soberen toestand om deselve behoorlijk te kunnen Sustenteeren deesen Raade ten vollen bekend is, en den Supp:lt indesselfs veeljaarige diensten altoos bijzonder genoegen heeft gegeeven is derhalven eenpariglijk besloten denselven op de nadere approbatie der hoog Gebiedende Heeren Meesteren behoudens Sijne gagie en Emolumenten uijt den dienst der E Comp: t’ ontslaan zullende derhalven de voorsz: Motiven aan hoog gem: haar Edele Hoog Agtb: behoorlijk voorgedragen en om derselven gratieuse goedkeuring op’t Eerbiedigst werden Versogt.

Sijnde voorts in steede van gem: Abraham Faure weederom tot Secretaris aan Stellenbosch en Drakenstein aangesteld, den ter Secretarije van Justitie beschijdenen Adsistent Anthonij Faure ende sulx met bevordering tot de qualiteit van Boekhouder met ƒ30 ter Maand.

Waarna door den Heer Gouverneur wierd overgelegd eene Missive op gisteren bij sijn Edele ontfangen van den Commissaris sijner aller Christelijkste Majesteits Marine de Heer Percheron luijdende als volgd.

‘Au Cap de bonne Esperance le 22 9:bre 1784.’

‘Monsieur!’

‘J’ai l’honneur de vous remettre cij joint les états de dépenses qui ont éte faittes par votre Vaisseau le Huijs te Spijk pendant son séjour a l’ Isle de France , M:rs les Administrateurs qui me les ont adressés me prescrivent d’ en recevoir le montant que je vous prie de me donner en lettre de change sur la Comp:ie d’ Hollande telle que celles que je vous ai remises pour les avances que vous m’aves cij devant faittes pour le Compte du Roij’

‘J’ai l’honneur d’etre avec une Consideration distingue’

‘Monsieur’

‘Votre tres humble & tres obeissant Serviteur /:Signe:/ Percheron.’

Naar lectuure welker Missive meede g’Examineerd weesende de daar neevens overgelegde Specificque Memorie van het kostende der Reparatiën, dewelke te Mauritius aan het retourschip ‘T Huijs te Spijk zijn gedaan, zoo is na dat ten dien belange door welgem: Heere Gouverneur nog was betuijgd, dat volgens de aan Sijn Edele gedane affirmatie van den Schipper Christiaan van Veerden voerende het ged: Schip ‘T Huijs te Spijk dat hij de voorsz: reparatiën dagelijx hebbende bezigtigd dezelve allezints goed en Sufficant waren gedaan dierhalven besloten van’t bedragen van voorsz: Memorie ter Somma van Livres 38947: 14: 10 te verleenen een wisselbrief omme naar Ses Maanden zicht door de Wel Edele Hooge Agtb: Heeren Bewindhebberen der Neederlandsche Oost Indische Compagnie aan d’ ordre van opgem: Heer Commissaris Percheron te werden betaald

Gelijk laatstelijk meede is geleesen het onderstaande Request door den Capitain van het ter Rheede leggend Engelsch Conings Freguat the Juno aan deesen Rade gepræsenteerd

‘Juno in Table Baij the 22 Nov: 1784’

‘Honble Gentlemen’

‘His Britanick Majestij’s Ship onder mij Command being much in want of the Provisions Specified in the margin and as it will be almost impossible for her to proceed to Europe without them I take the Libertij to request your permission for purchasing that supply’

‘Beingh given to onderstand that there is a Scarcity of Flour and bread I have since M:r de Wilh’s application to you reduced the quantity of that Articles’

‘As I hope to be able to leave this place in eight or ten days I request your answer, and am,’

‘Honble Gentlemen’

‘Your most obedient humble Servant /:get:/ V: Montaju’

Waarop bij overweeging dat de Landlieden op het vooruijtzicht van uijt het thans bereids Rijp geworden Zijnde graan gewasch een goede Ougst te Zullen bekoomen gaande weg dat geene het welk zij anderzints tot eijgen Consumptie en Zaad Coorn hadden moeten bewaren is en werd aangevoerd, is verstaan den uijtvoer der voorsz: bij ged: Engelssen Cap:n Verzogte Provisiën t’accordeeren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 298-305.

Saturdag den {17841127} 27 9:bre 1784.

‘S voormiddags alle præsent

Nadat op heeden was geresumeerd het g’agt aanschrijvens der Edele Heeren Bewindhebberen ter præsidiale Camer Zeeland de dato 1 Julij deeses jaars, behelzende onder anderen dat het sijn doorlugtigste Hoogheid den Heer opperbewindhebber had goedgedagt uijt de Nominatie der Vergadering van Seeventhienen geformeerd, en aan hoogst deselve aangeboden t’Eligeeren tot oppercoopman en Independent Fiscaal deeses Gouvernements, den ondercoopman en pro Interim Fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier, die welgem: Heeren bewindhebberen verders komen te gelasten om naar prestatie van den gewoonlijken Eed te stellen in de possessie van desselfs voorsz: bediening zo gaf den Heer Gouverneur te kennen dat om aan deese ordre pligtschuldig te voldoen de Vergadering thans Extra ordinair had doen beleggen, waarop gem: Heer Serrurier die ten dien einde in het naakste apartement des raadsaals was geapoincteerd binnen verzogt en aan zijn E: door welgem: Heere Gouverneur desselfs promotie bekend gemaakt zijnde, betuijgde denselven hierop dat aan d’eene zijde ten uijttersten getroffen over d’ uijtsteekende gunst hem in deesen door hooggem: Heeren meesteren beweesen, zijn egter aan den anderen kant ook welwas penetreerende hoe swaar het hem zoude Vallen de last en moeijte aan deese gewigtige Post verknocht te torsschen, vooral wanneer hierin niet de protectie van de Heer Gouverneur ende geneegene bijstand der Heeren Leeden deeser Vergadering quam te genieten, en om dewelke dan gantsch zeer was Solliciteerende, waarop gem: Heer Fiscaal zo door welgem: Heer Gouvern: als de resp:ve Leeden met desselfs voorsz: bevordering gefiliciteerd zijnde, vervolgens nadat de resp:ve Eeden zo tot het Fiscaal Ampt als die van mede Lidt inde Politicque en Justitieele Vergadering Staande had afgelegd, op de tot hiertoe Vacant gebleevene Stoel door den gerepatrieerden Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers bekleed geweest Sessie heeft genoomen: Terwijl voorts de Charge van Capitain over de Compagnie Pennisten als altoos aan het Fiscaals Ampt geaccrocheerd geweest: bij deesen meede aan gemelde Heer Serrurier is opgedraagen.

Wel opgemelde Edele Heeren Bewindhebberen ter Præsidiale Camer neevens derselver voorschreeve geagte Missive deeze Regeering meede hebbende gelieven toe te zenden Copia der Missive en Extract uijt het Register der Resolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der verEenigde Neederlanden in dato 14 Junij deeses Jaars waarbij werd gerequireerd, berigt op eene daarneevens gevoegde pro Memorie en bijlaagen houdende klagten door het Hof van Vrankrijk gedaan, over het gedrag van den Collonel Meuron ten opzigte van zeekeren Jongeling genaamd Clemence gehouden met ordre om zoo dra moogelijk het nodige onderzoek over de voorschreeve zaak te laten doen en het hierop ingekoomen berigt aan de Hoog Edele Heeren Seeventhienen te doen toekoomen, welke Copia Missive en Resolutie van haar Hoog Moogende aldus waren luijdende

‘Extract uijt het Register der Resolutiën van de hoog Mog: Heeren Staten Generaal der VerEenigde Neederlanden’

‘Luna den 14 Junij 1784.’

‘De Griffier Fagel heeft aan haar hoog Mog: voorgedragen en bekend gemaekt dat de Heer Beranger waarneemende de zaken van Sijne Majesteit den koning van Vrankrijk , bij hem was geweest en aan hem overgeleeverd had een pro Memoria houdende klagten over ‘t gedrag door den Coll: Meuron in dienst van de Neederlandsche Oost Indische Comp:ie ten opzigte van Seeker Jongeling genaamd Clemence gehouden, Volgende de voorsz: pro Memorie hierna geinsereert’

‘Fiat Insertio’

‘Waarop gedelibereert zijnde, is goedgevonden en Verstaan dat Copie van gemelde pro Memorie gezonden sal worden aan Bewindhebberen van de Oost Indisch Compagnie ter Præsidiale Camer in Zeeland, om derselver berigt daarop aan haar Hoog Moogende te laaten toekomen: Zorge dragende dat alle Proceduures hangende haar hoog Mog: deliberatiën over het voorschreeve Subject worde gehouden in Staate en Surcheance’

‘Was geteek:/’

‘D: J: Heeckeren Accordeert met voorsz: Register /:was geteek:/ H: Fagel.’

So is verstaan Copia van de daarbij vermelde pro Memorie en daartoe gehoorende bijlagen door den Heer Beranger Chargé d’ affaire zijner allerchristelijkste Majesteit in ‘S Hage aan haar Hooge Mogende ingeleeverd te doen ter hand stellen aan opgem: Heer Collonel de Meuron ten einde deesen Raade ten spoedigsten te berigten hoedaanig het met deeze zaak geleegen zij, en bij zo verre daaromtrend eenige Proceduures geentameerd en nog onafgedaan zoude mogen zijn, deselve hangende haar Hoog Mog: deliberatiën over het voorsz: Subject te laaten in State en Surcheance

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] J: J: Serrurier

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 306-343.

Dingsdag den {17841207} 7 Xbre 1784.

‘S voormiddags alle Præsent

Den Schipper van het van Mauritius alhier gereverteerd Retourschip ‘T Huijs te Spijk Christiaan van Veerden door den Heere Gouverneur gelast geworden zijnde om neevens desselfs Stuurlieden exact op te geeven den præsenten toestand van voorm: Bodem en hoedanig deselve geduurende de Rheize met opzigte tot de ten voorsz: Eijlande daaraan gedane reparatiën, was bevonden, hebbende deselve hierop diesaangaande aan sijn Edele ingediend het volgende Schriftelijk Rapport.

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinair van Neederlands India, mitsg: Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a

‘Wel Edele Gestr: Heer!’

‘Na dat d’ ondergeteekende Schipper Christiaan van Veerden , opperstuurman G: J: van de Kerkhof, opper Timmerman J: A: Pantjes, onder Timmerman Hend:k van Outhuijsen, met het Comp:s Schip ‘T Huijs te Spijk hun bescheiden bodem van ‘t Eijland Mauritius alhier ter rheede den 15 November 1784. zijn gearriveerd, hebben d’ Eer Uwe Wel Edele Gestr: te berigten hoedanig dien bodem op de Rhijs hebben bevonden, onder water digt en boven water door de vertimmering op Mauritius daaraan gedaan, volkomen geslooten &:a vast maar noodzakelijk manqueerd aan dien bodem een nieuwe weigering van binnen in het Ruijm gelegt te werden, dien ten eenemaal is verrot en vergaan, als meede hoog benoodig, dat de tusschen en bovendeks voor een groote gedeelte vernieuwd werden dewijle niet meer in Staat Zijn om door Calfaten digt gemaakt te werden zoodanig om met zeekerheijd een drooge Laading met het Schip te kunnen transporteeren dan wel in een kleijne quantiteit dien agter de groote mast kan geborgen werden’

‘Dienende deese voor needrig Rapport’

’/:onderstond:/’

‘Cabo de goede Hoop den 16 9:bre 1784 /:was geteek:/ C: V: Veerden, G: W: d: Kerkhof, Jan Arend Pantjes, H: V: Outheusden.’

Het welk geleesen weesende is verstaan Copia daarvan te Stellen in handen van den Capitain ter Zee en Equipagiemeester d’ E: Justinus van Gennep om neevens andere door hem daarbij te neemene deskundige Lieden het ged: Rapport naauwkeurig t’ Examineeren en vervolgens te dienen van berigt of het meerm: Schip ‘T Huijs te Spijk met gerustheijd een Laading ‘t Zij Tarw of wijnen sal kunnen ingeeven, en daarmeede naar India gezonden werden om vervolgens verder met met nut en voordeel voor d’ E Comp:ie aldaar te kunnen dienen

Aan den Brouwer en Pagter der Caabse Moutbieren Dirk Gijsbertus van Reenen op sijn diesweegens gedaan versoek, Copia Verleend zijnde van het sub 9 November JongstL: ingediend Request van den Generale Pagter der Caabse wijnen Jacobus Johannes van den Berg, heeft ged: Van Reenen hierop heeden het volgende Schriftuur ingediend

‘Verantwoording gedaan maken en overgegeeven aan den Wel Edelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinair van Neederlands India mitsg: Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E Agtb: Politicquen Raad deeses Gouvernements door en Van weegens den Cap:n Lieut: der Burger Cavallerie Dirk Gijsbertus van Reenen als Brouwer van ‘t Caabs Moutbier op en jeegens zeeker Request door den Generalen Pagter der Caabs Coele wijnen en deese Tafelvalleij Jacobus Johannes van den Berg’

‘Den Generalen Pagter Jacobus Johannes van den Berg desselfs Request in den hoofde deeses Vermeld op den 9 deeser loopende Maand November in den E: Agtb: Politicquen Raad ingeleeverd hebbende, is ingevolge geEerd besluijt van dien datum het zelve Request gesteld in handen van den ondercoopman de E: M:r Jan Jacob Serrurier als pro Interim het Fiscalaat waarneemende ten eijnde ondersoek te doen aangaande de voorgebrachte beswaarnissen van den Generaalen wijn Pagter ten lasten van den ondergeteek:n als Brouwer van ‘t Moutbier.’

‘den ondergeteekenden hiervan onderregt heeft niet nagelaten zig terstond te addresseeren bij voorm: E pro Interim Fiscaal ten einde van sijn Ed: te erlangen directe informatie van den inhoud van ‘t Request ende daarbij ingebragte beswaarnissen van den Generalen Pagter om zig daar Teegens behoorlijk te kunnen verantwoorden, des den ondergeteek: dan ook van voorm: E pro Interim Fiscaal heeft versogt te mogen hebben Copia van ‘t zelve Request dog met welk versoek gerenvoteerd tot den wel Edelen Gestr: Heer Gouverneur heeft den ondergeteek: van sijn Wel Edelen Gestr: gunstig de versogte Copia g’obtineerd.’

‘Quaadaardigheid en afgunst zijn de beweegreeden en gefingeerde Leugens het Zamenstelsel van’t Request van den Generalen Pagter waarmeede hij onbeschaamd genoeg heeft durven treeden onder het oog van ‘S Lands hoge Overigheijd en daarbij den ondergeteek: ten lasten leggen Zaken die hij nimmer Sal kunnen demonstreeren dog welkers bewijzen den onderteekenden billijk vertrouwd dat aan hem mogen werden gereserveerd gelaten.’

‘d’ onderteekenden aangenomen hebbende zig in geschrifte teegens den inhoude van het Request des Generalen Pagters te verdeedigen sal Zulx op de eenvoudigste en klaarste wijze tragten te doen’

‘Zo ras den onderteekenden door het overlijden van desselfs schoonvader den voorigen Brouwer Willem Hurter in possessie is geraakt van de Plaats de Papenboom ende daar annexe Brouwerij van’t Caabse Moutbier, heeft hij al zijn meeste vlijt eerst en hoofdzakelijk daar heen gewend, en geene kosten nog moeiten gespaard, om alles te contribueeren wat maar eenigzints konde Strekken tot verbeetering zijner Bierbrouwereij, ten einde een ieder Ingezeetenen goed en deugdzaam Bier te voorsien en dus na best Vermogen te voldoen aan de ordre van ‘S Lands hoge Overigheijd vervat in de respective pagt conditiën van’t Moutbier op de pœnaliteiten der daarbij gestatueerde Boetens’

‘Ofschoon onderteekenden nu niet opstonds zijn goed oogmerk hieromtrend heeft kunnen bereiken en dat geduurende den laatsten oorlog de beletzelen in de ordinaire scheepsvaart der E Comp: als zo veele oorzake zijn geweest dat zig heeft ontstoken gezien van de benodigde Hop het voornaamste ingredient tot de Bierbrouwerije; heeft den onderteekenden echter geen moeite ontzien nog kosten gespaard om in dat gebrek door andere weegen te voorsien waarin dan zo gelukkig is geslaagd dat een genoegzame voorraad van Hop heeft bekomen en dus eindelijk daardoor in Staat gesteld Zulk goed bier te brouwen als nimmer te vooren is geweest, blijken daarvan is het goed Vertier dier drank in’t generaal zeedert een geruijmen tijd’

‘den onderteekenden dus Steunende op de voorrechten zo wel aan den brouwer als Pachter of Accijsbeurder van’t Moutbier Zeedert de Vroegste tijden vergunt die bij hen ook steeds onafgebroken en ongestoord zijn genoten en welke voorrechten dicteerendat alle ende een iegelijk deeser Ingezeetenen die wil vrij sal mogen Koorn of Moutbier uijt de Brouwerij haalen en hetzelve aan een ieder zonder onderscheid ‘t zij bij de kleine of groote Maat weeder uijt te slijten of te Verkopen, tot zodanige Prijzen als een iegelijk der Tappers gevoegelijkst zal oordeelen op zijn bier te Stellen &:aheeft dan ook altoos aan een ieder die wilde van zijn Bier verkogt en geleeverd, welkers debiet na maate de deugd deeser drank als een natuurlijk gevolg meer en meer heeft toegenomen, Zonder dat den onderteekenden ooit of immer iemand heeft gedwongen Bier bij hem te kopen veelmin gelijk de Wijnpachter zig beswaard voorbedagtelijk en met opzet de Huijzen van eenige gepræviligeerde Tappers Herbergieren en bijtappers met Caabse Moutbier opgevuld en daardoor de wijn Pachter getragt te benadeelen. Ter Contrarie Het is den generalen wijn Pagter Jacobus Johannes van den Berg die terstond bij den aanneem van den Generalen Pacht der wijnen door allerhande gefingeerde weegen en middelen inbreuk heeft trachten te doen op de voorrechten van den brouwer en Accijsbeurder van’t moutbier, voorrechten die ten allerklaarsten en duijdelijkste in de aangehaalde Pagt Conditiën Staan uijtgedruckt en die dus geene naadere uijtlegging nodig hebben. Ja! begeert den wijnpachter nog kragtiger en overtuijgender blijken te hebben van de gunstige Previlegiën en Voorrechten aan den brouwer en Accijsbeurder vergunt. Hij ziet na het vigeerdend generaal Placcaat in den Jaare 1751 gerenoveerd, en daaruijt de voornaamste Artikels, alleen de Pagters en Tappers betreffende hij sal op Artikel 10 vinden:dat een Pagter eeniglijk de wijnpagt hebbende wel uijtdrukkelijk Verboden is, eenige andere dranken ‘t zij Vaderlandsche Bieren wijnen brandewijnen of andere gedestileerde wateren te verkopen en sulx nog wel NB niet teegenstaande een ongequalificeerde Permissie van den andere Pagters daartoe mogte hebben bekomen op pœne van Een duijzend guldens.Terwijl het 12 artikel van gemeld Placcaat een gelijk Verbod aan de brandewijn pachters omtrend het vertappen van wijnen &:a onder dezelfde pœnaliteiten dicteert; zonder dat daarbij iets het geringste werd gevonden betreffende eenige verbod aan den brouwer en Pagter van’t Moutbier dewelken dus door de gunst en goedheid van ‘S Lands hoge Regeering zonder eenige Verandering zijn gelaten en gehandhaaft bij ‘t genot van hunne previlegiën te weeten:’

dat alle ende een iegelijk deeser Ingezeetenen die wil vrij sal mogen Moute of koornbier uijt de brouwerij halen, en hetzelve aan een ieder zonder onderscheid ‘t zij bij de kleijne of groote Maat weederom uit te Slijten en te vertappen &:adeese wettige prævilegie nu zo van brouwer als Pagter heeft den Generalen wijn pachter Jacobus Joh:s van den Berg door alle practijken getracht te ondermijnen en waare het mogelijk de geheele bierbrouwerij ende Pagt van’t Moutbier tot instal te brengen.’

‘dus heeft hij immers vol van allerlei chimerique inbeeldingen en zig dwaaslijk aanmatigende een authoriteit een generalen Pagter in’t geheel niet voegende door dreigementen van boetens en andere drang reedenen aande bier tappers Verboden geen bier meer te Vertappen met de dienaaren der Justitie verseld dagelijx de Huijzen der biertappers aflopende, de zelven op allerhande wijzen vexeerende, en dus in haare neeringe hinderende waarvan de gevolgen Zijn geweest dat eenige dier Tappers door vreese ingenomen de reeds ontfangenen bieren aan den brouwer terug gezonden en anderen van deselve geen bier meer hebben willen ontfangen’

‘Zodanig is geweest het gedrag van den Jeegenswoordigen generalen Pagter Johannes Jacobus van den Berg waarbij zig deselven zo dwaas als verkeerdelijk heeft durven aanmatigen zeekere authoriteit en gezach, volgens d’ ondergeteekendens sustenuë alleen den Souverain van den Lande Competeerende die alleen bevoegd is, wetten te Stellen en boetens te Statueeren; Terwijl van het officie Fiscaal eenelijk dependeert de Handhaaving dier wetten, het executeeren der boetens teegens d’ overtreeders mitsg: maintiën van een ieder Zonder onderscheid bij Sijne voorrechten en privilegiën’

‘op dat Fundament was het dan ook dat den ondergeteekenden verneemende de handelwijze van den generalen Pagter met opzigt tot de gewoone Biertappers die zig diesweegens beswaarden zig op stonds heeft vervoegd bij den E pro Interim Fiscaal aan Sijn Edele voordragende den inbreuk van den generalen Pachter op de Voorrechten Zo van den brouwer als Accijs pachter met dat gevolg dat na eenige onderhandelingen tusschen den wijnpachter en den ondergeteekenden eindelijk is bepaeld geworden dat een ijgelijk der Tappers Vrijheijd Zoude hebben en behouden wijn voor den generalen Pagter, brandewijn voor den Pagters derselven of bier voor den brouwer of Accijs beurder te Vertappen mits een ieder zig tot een dier dranken bepaalende’

‘of schoon nu den ondergeteekende heeft vertoont, hoe dat die Schikking meest Zoude komen te Strekken ten nadeele van de Wijnpagter vermits de verscheijdendheijd der dranken, voornamentlijk Bier en Wijn het meeste voordeel voor den Generalen Pagter gebragt en gevolgelijk moest Strekken tot een merkelijk groter debiet van des Pagters wijnen waaromme men dan ook altoos op de Schilden of uijthang borden der Publicque Taphuijzen had gezien de adverte van Vrij Wijn en Bier en dat inteegendeel de Tappers maar tot eene drank ‘t zij bier of Wijn werdende bepaald Zulx misschien ten gevolge zoude hebben dat de meeste der Tappers gewoon bij de wijn, bier te Vertappen de Tap van bier boven die der wijnen Zoude Verkiesen, en daarin blijven Continueeren is die voorsz: Schikking egter in Effect gebleeven, en heeft den ondergeteekenden ter vermijding van alle brouilleriën met den wijn pagter zig deselven dan ook laaten welgevallen’

‘den ondergeteekenden heeft daarop bij zig ontboden alle de geenen die gewoon waaren Bier bij hem te haalen en te Vertappen; en aan desselven gecommuniceerd de hiervorengem: Schikking omtrend het Tappen der Bieren en wijnen aande Luijden volle Vrijheid en keuse latende tot welke dier dranken zig wilden bepalen op’t welk de meeste hebbende gedeclareerd zig bij de biertap te willen houden, heeft den ondergeteekenden gelijk bevorens aan hem zijne bieren afgeleeverd’

‘Zie daar den geheelen waaragtigen toedragt en Zamenhang van’t geval dat den Wijnpachter Jacobus Johannes van den Berg op eene zo quaataartige als gefingeerde wijze ten nadeel van den ondergeteekenden heeft afgeschetst en opgeeft als eene gepræmediteerden toeleg tot benadeeliging van sijn wijnpagt’

‘Wat is nu het gevolg geweest van die gemaakte Schikkingen tusschen de resp:ve Tappers Billijk had men mogen Verwagten van den Generalen wijnpagter dat hij eene Schikking uijt Sijn eijgen Voorstel gebooren, en waaraan Zich den ondergeteekenden als brouwer of Schoon tot merkelijke præjuditie in zijne prævilegiën Strekkende hadde onderworpen insgelijx zoude hebben opgevolgd, Neen Verre van dit. Het bedoeld oogmerk van den generalen Pagter was geenzints bereikt om den Brouwer en accijs beurder van het Moutbier genoegzaam in derselven neering te onder te brengen want ziende dat de meeste der Tappers de voorkeur aan het Bier hadden gegeeven en geen gelaagen voor den wijnpagter wilden houden, wierden ‘er weederom anderen practijken vereischt om die Lieden in derselven neering te Stremmen en waartoe dan voor den generalen Pachter het geschikste scheen te weesen om die Luijden dagelijx nog meer te vexeeren hen te verbieden Billard of Muzicq ten hunne huijzen te houden die goede Luijden Schrick en Vreese aanjaagende met voor te geeven dat sulx teegens alle wetten was Strijdende, gelijk hij generalen Pagter dit zelven in zijn Request voortbrengd, daar hij immers niet kan aantonen eene ordre of wet, waarbij is Verboden dat niemand anders als den Tappers van den Generalen wijnpagter Billard en Muzicq in hunne Huijzen zouden mogen hebben, eenelijk weet den ondergeteekenden dat er een verbod legd op het Caartspel en dobbelsteenen in de Taphuijzen zonder meer door welke handelwijzen van den generalen Pagter, dan ook eenige der Biertappers eenvoudig genoeg om geloof te slaan aan die bedreigingen, en even zo onkundig als den Pagter Selven vande gestatueerde wetten en ordonnantiën zig hebben laten afschrikken met het biertappen te Continueeren’

‘den Generalen Pagter dan blijvende Continueeren op dusdanige wijze de geenen die Bier tappen allerlei vexatiën aan te doen, en die zig hierover bij den ondergeteekenden als Brouwer beswaarden met vraage hoedanig zig hierin te gedraagen heeft den ondergeteek: zo voor zig als brouwer als uijt Naam van de Accijs beurder Jan de Goede de voorsz: Tappers ander maal voorgehouden de hiervoren gemelde aangehaalde Schikking en bepaaling omtrend de Tapperijen en hen teffens aangezegd dat zo lang ‘S Lands Regeering den Brouwer en Pagter liet in’t genot hunner previlegien en daarinne geene Veranderingen maakten, zijl Zonder zig te bekreunen de bedreigingen van den Generalen Pagter in derselver Neering gelijk bevorens gerustelijk moesten blijven Continueeren en Zoo veel Bier uijt de Brouwerij halen en weeder uijttappen als zijL Selven zouden goedvinden en dat den ondergeteekenden Zig verantwoordelijk Stelde voor allen ongeleegendheeden en nadeelen die daaruijt Scheenen te werden gevreesd.’

‘dus niet Zo als den Generalen Pagter zo prematuur als Frivool in desselfs Request opgeeft dat den ondergeteek: die Luijden Zoude hebben geanimeerd Zig met het officie Fiscaal in proceduures te melleeren! Neen Zodanige twistzugt vind Zig beeter geplaats in’t Hart van den jeegenwoordigen Generaalen wijnpagter Jacobus Johannes van den Berg’

‘Tot overtuijgende bewijzen van desselfs handelwijze dienen Vijf Stuks onderhandsche verklaringen ter requisitie van den ondergeteek: verleend door Hend:k Benkes, Emanuel Rol, Abraham Storm, Catharina Petronella Barendse Huijsvrouw van Barend Barendse en Engela Bruijns, weeduwe Swart Stem drie Insinuatiën gedaan aan Carel Goor, Johannes Kok en Daniel Beets, met de relaasen van den gerechtsbode en dan nog drie brieven als eene door opgem: Hendrik Benkes en twee door Johannes Schreuder aan den ondergeteek: geschreeven alle tot bijlagen van deese Verantwoording dienende, en genommerd van n:o 1 tot 11 en Sal den ondergeteek: hier nog eens herhaalen dat het eenigste but en doelwit van den generalen Pagter met Jalousie en laage afgunst bezield is, geweest en nog blijft de benadeeling van den brouwer en Accijs beurder van’t Moutbier voor wien alleen hij zo het Schijnt zijne quaadaartige pijlen heeft gescherpt want dat verscheidene bijtappers der Brandewijn perceelen altoos hebben getapt en nog blijven voortvaaren bij de brandewijnen voor den Generaalen Pagter nog wijnen te Vertappen, blijkt uijt eenige dier voorm: bijlagen dog dit iets Zijnde den ondergeteek: niet rakende en hij zig geenzints bevoegd vindende tot ondersoek van Zaken van dien aart heeft dit hier maar eenelijk te passe gebragt om aan te toonen in hoeverre de wijn Pagter zig verpligt reekend, gehouden te weesen aan de gemaakte schikkingen en op te volgen den inhoud der wetten en Placcaaten waarin hij Sijne kundigheijd tragt te toonen.’

‘Betreffende nu het klagend voorgeeven van den Generalen wijnpagter Jacobus Johannes van den Berg en desselfs Request dat de meeste Tappers en Herbergieren de Schilden en uijthangborden voor hunne Huijzen weggenomen hem Generalen Pagter met Scheld woorden en dreigementen bejeegend de restanten der wijnen t’huijs gezonden en niet langer den Tap voor hem hadden willen houden bij aldien dit is geschied, moet hij Generalen Pagter Zulx geenzints Stellen ten lasten van den brouwer van’t moutbier in teegendeel laat hem eens agt geeven op Sijn eigen gedrag en handelwijze omtrend Luiden die even als hij Generalen Pagter Zelven Zijn Vrije burger Luijden en Ingezeetenen die van ‘S Lands hoge Overigheijd hebben geobtineerd de voorrechten waarvan een ieder mag jouiseeren om met alle burgerlijke Traficquen Zig te mogen erneeren en dus Vrijheid hebben te mogen kiesen al Zulke kostwinningen als een iegelijk best Convenieerd’

‘Wie van die Luijden Zoude Zig dan door den onrustigen en kwelzieken geest van een eenigen generalen Pagter de wet willen doen Stellen onder den dekmantel van goede meeninge en Inzichten zo als dien Pagter Sulx uijtdrukt’

‘dit is nu al’t geen den ondergeteek: heeft vermeend te moeten bijbrengen ter sijner verdeediging, teegens het geen den Generalen Pagter in Sijn Request ten lasten van den Brouwer van het Moutbier heeft geposeerd’

‘den Verderen inhoud van ‘t Zelve Request vermeende den ondergeteek: dat niet onduidelijk dicteert zeeker ontwerp dat den Generalen Pagter reeds voor zig heeft als hij zig beklaagd zijne Pagtpenningen niet te Zullen kunnen opbrengen, van het ontheffen van Borgtogten &:a, als Zo reele preambulas waarmede de regeering reeds tragt te preocupeeren en waarvan den Text zig mogelijk indertijd nader sal ontwikkelen, dog men kan geenZints twijfelen aande goede projecten en Vaste vooruijtzichten van winsten van den generale Pagter bij den aanneem dier Pagt voor eene Somma van ƒ71500 tot welke hooge Prijs nimmer bevorens is aangenomen geweest, dit anders Zijnde sal de geheele waereld moeten getuijgen dat den generalen Pagter dwaaslijk heeft gehandelt, wanneer hij op losse gronden en misschien eenelijk om anderen daarin den loef af te Steeken de Pagt tot Zo eene hogen prijs heeft aangenomen.’

‘den ondergeteek: Sal eindigen met needrige beede aan den wel Edelen Gestr: Heer Gouverneur en E Agtb: Raad dat hij als brouwer van’t Moutbier moge blijven in’t genot zijner gunstig geobtineerde voorrechten en bij deselven werden gehandhaaft’

’/:was geteek:/’

‘D: G: Van Reenen /:in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 26 9:bre 1784.’

Waarop best gedagt is, om alvoorens op voorsz: over en weeder ingediende Schriftuuren een formeel besluijt te neem en waarbij de van weederzijde voortgebragte klagten en bezwaarnissen voor ‘t vervolg uijt den weg geruijmd, en een ieder dus bij Sijn goed recht gemaintineerd werdende, teffens behoorlijk sal kunnen werden gezorgd dat de Pagter zelve tot geen instal komen te geraaken den Heer Independent Fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier te demandeeren om neevens d E E meede Leeden deeser Vergaderinge Adriaan van Schoor en M:r Jacobus Johannes le Suëur die daartoe bij deesen Zijn Versogt en gecommitteerd, voorm: Jacobus Johannes van den Berg en Dirk Gijsbertus van Reenen voor Zig t’ ontbieden en deselve te disponeeren om ten opzigte van hulieder geschillen voor den tijd dat de bij haar aangenomene Pagter Zullen weesen g’Expireerd, zig met elkanderen in der minne te Verdragen.

Vervolgens is naar lectuure der ingediende Nominatiën van kerkenraden zo hier aan de Caab als in de buijten Districten goedgevonden de gedaane Electie van Ouderlingen t’approbeeren en Voorts uijt het dubbeld genommineerd getal tot Diaconen te verkiesen de volgende personen als

In de Kerk hier aan Cabo

Oloff Godlieb de Wet tot ouderling in Steede van den afgaanden Salomon van Echten

Hendrik Oostwald Eksteen Hendriksz: en Abraham Fleck tot diaconen voor de af te treedene Johannes Meijnders Cruijwagen Junior en Johannes Brink de Jonge

In de Stellenbosche Kerk

Abraham Faure tot ouderling voor den uijtgedienden Johannes Albertus Meijburg

Dirk Wouter Hofman tot Diacon in plaatze van den afgaanden Christiaan Joël Ackerman

In de Kerk aan Drakenstein

David de Villiers J:P:Z tot ouderling in Steede van den afgaanden Stephanus du Toit

Abraham de Villiers AbrahamSZ en Jacobus du Prees tot diaconen voor de uijtgediende Daniël Rossouw en Gideon Joubert

In de Kerk van’t Land van Waveren

Jacobus Theron tot ouderling en Jan de Waal tot Diacon d’eerst gemelde in Steede van Hendrik Francois Moller en laatstgem: voor Schalk Willem du Toit

In de Swartlandse Kerk

Hendrik van der Westhuijsen tot ouderling voor den afgaanden Pieter van der Bijl

Jacobus Slabber tot Diacon in plaatze van Christoffel Lombard

Terwijl wijders op d’ingeleeverde Nominatie der Luthersche gemeente in Steede van den afgaanden ouderling Jan Anthon Hitzman, ende Diaconen Hendrik Lodewijk Bletterman en Jens Janssen weederom inde Kerk zijn verkoren Johannes Karnspek tot ouderling Fredrik Gothold Holtzapfel en Charles van Cahman tot Diaconen

Terwijl den Coopman en Secretaris deeses Raads d E Oloff Marthini Berg als belijdenis der voorsz: augsburgsche Confessie doende, en uijt dien hoofde in alle Successive besluijten met relatie tot die gemeente genomen niet gestemd hebbende zig ook heeft geexcuseerd in deesen voteeren

Sullende de Kerkenraden der buijten districten verder werden aangeschreeven dat dewijl ‘er deesen Jaare weederom geen Commissaris Politicq naar derwaards staat af te gaan zij dierhalven Zullen moeten Zorgen dat de reecq: harer arme penningen ten eersten in gereedheijd gebragt en herwaards overgezonden worden

Ook zijn uijt het in dubbelen getale genommineerde perzonen, om na gebruijk in d’ onderstaande Collegiën dienst te doen Verkoren als

Tot Burgerraaden

Johannes Smuts en Jan Coenraad Gie in plaatze van d’ afgaande Hendrik le Suëur en Johannes Karnspek

Tot Weesmeesteren

Hendrik Lodewijk Bletterman Johannes Karnspek en Johan Godlieb Brink in Steede van Adam Gabriël Muller, Abraham Chiron en Hendrik Justinus de Wet.

Hebbende den Heer Independent Fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier ten opzigte deeser verkiesing van weesmeesteren betuijgd daarin om reedenen ditmaal niet gevoeglijk te kunnen voteeren zonder egter iets ten nadeele der voorgedragene Persoonen te hebben,

Tot Commissarissen van Civiele en huwelijx zaken

Petrus Johannes Truter en Johannes Pieter Kirsten in plaatse van de afte treedene Jan Fredrik Kirsten en Anthonij berange

Tot Heemraden aan Stellenbosch en Drakenstein

Andries Christoffel van der Bijl Jan de Villiers AbrahamSZ: Jacob de Villiers J:P:Z

Adriaan Louw AdriaanSZ: ter plaatvullinge van d’afgaande Joost Rijnhard van As

Hendrik Oostwald Laubscher Hendrik Louw en Josua Joubert GideonSZ

Tot Heemraaden aan Swellendam

Laurans de Jager de Jonge en Petrus Pienaar voor d’uijtgediende Jan Andries Holtzhauzen en Hillegert Muller

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten Jaare en Daage voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] J: J: Serrurier

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 344-353.

Vrydag den {17841217} 17 X:bre 1784.

‘S Voormiddags alle præsent

Den Heer Independent Fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier neevens d E E meede Leeden deezer Vergadering Adriaan van Schoor en M: Jacobus Johannes Le Suëur ingevolge en ter voldoening aan de bij besluit van den 9 deeser op hun gedecerneerden Commissie naar alvorens te hebben gehoord den Pagter der Caabse Coele wijnen Jacobus Johannes van den Berg, en den Brouwer en Pagter van den Accijs Van’t Caabse Moutbier Dirk Gijsbertus van Reenen ten opzigte der door hun te debiteerene en uijt te Slijtene dranken ter tijd toe de bij hun aangenomene resp: Pagten Zullen weesen g’Expireerd onder de nadere aprobatie deeses Raads hebbende gemaakt Zodanige Schikkingen als waar door gem: Resp:ve Pagters buijten verdere dispuuten blijvende de Pagten Zelve tot geen instal Zoude komen te geraaken hebben ged: E: E: Gecommitteerdens diesweegens ingediend het volgende Rapport

Aan den wel Edelen Gestr: Heer M:r Joachim van Plettenberg Raad Extra ordinair van NeederL:s India, mitsg:s Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Agtb: Politicquen Raad

‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’

‘Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: de ondergeteek:s meede Leeden deeser Vergadering hebbende gelieven ter hand te Stellen Zeeker Request dezelven gepræsenteerd door den Generalen Pagter der Caabsche Coele wijnen Jacobus Johannes van den Berg benevens de daarop gedane rescriptie van den Brouwer en Accijs beurder van het Caabsch Moutbier den Cap:n Lieut: der burger Cavallereij Dirk Gijsbertus van Reenen ten eijnde naar ondersoek dier beijde Schriftuuren en het hooren der Partijen Zodanige Schikkingen te beraamen, waar door Zonder nadeel voor’t Intrest der E: Comp:ie of præjuditie der beijde Pagters in hun particulier, alle onaangenaame disputen geduurende den tijd hunner pagting zouden kunnen werden uijt den weg geruijmd, hebben deselve thans d’ Eere het resultat van deeze hunne Commissie Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: aan te bieden, hier in bestaande dat behoudens het Regt aan den generalen Pagter der Caabse Coele wijnen om Zo veel Tapperijen te mogen aanstellen, als het voortzetting zijner neering Sal goedvinden en Zo verre daar door geene atteinte aan de goede ordre en Publicque Rust wierd toegebragt het den Pagter van’t Caabse Moutbier onder de gunstige goedkeuringen van deesen Raade Sal zijn gepermitteerd of met of Zonder Schild of uijthangbord in drie Huijzen door hem op te geeven de Bieren uijt de Caabsche brouwerij bij gelagen te laten Verslijten en Vertappen op deselve wijze als aan eenige andere Pagter of Tapper is geaccordeerd; Terwijl het aan den brouwer der Caabsche Moutbier sal vrij Staan, om ingevolge den inhoud Sijner Pagt Conditiën Sijne Bieren door een ieder zonder onderscheid bij de grote of klijne maat te laten verkopen zonder evenwel dat de geenen die zig met het uijtslijten dier bieren komen te erneeren, Vrijheijd zullen hebben eenige gelagen te zetten, veel min muzicq of zo genaamde Speelhuijzen te mogen houden, met welke provisioneele Schikking de beijde Partheijen volkomen gecontenteerd zijn en aangenomen hebben zig daarna te Zullen gedragen.’

‘Waarna den Generalen Pagter Jacobus Johannes van den Berg eenige reflexiën opperde nopens sommige Huijzen welkers bewooners zig erneerden met het houden van Billard- of Trok Tafels met versoek dat daaromtrend eenige ordre of bepaaling wierde gesteld dewijl vermeende dat onder ‘t pretext van dit Spel ook wel clandestine wierd getapt, waardoor niet wijnig in Sijn regt van Generalen Pagter Soude werden benadeelt waaromtrend alleen hebben aangenomen Zulx ter deeser Tafel te brengen welkers dispositie dan zoude hebben af te wagten’

‘Ondertusschen dat d’ ondergeteek: niet afkennen bij deese geleegendheijd Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: onder’t oog te brengen, dat hun bij ‘t Examineeren der beijde Pagt Conditiën, zo die der Caabse Coele wijnen als van’t Moutbier, in’t laatste ons eenige duijsterheeden zijn voorgekomen, die wel een duijdele Explicatie benodigt hadden en Vooral teegens eene volgende verpagting dienden te werden g’Elucideerd wil men niet aan diergelijke of mogelijk onaangenamer moeijelijkheeden werden bloot gesteld’

‘Waarmede Verhopende aan de geEerde intentie van Uwe Wel Edele Gestr: en E: Agtb: te hebben voldaan hebben wij d’ Eere deesen te laten dienen voor Eerbiedig Rapport’

’/:onderstond:/’

‘Cabo de Goede Hoop den [.....] X:bre 1784 /:was geteek:/’

‘J: J: Serrurier, A: V: Schoor, J: J: le Suëur.’

Waarop naar lecture van het ged: Rapport is verstaan de daarbij gemaakte Schikkingen ten vollen t’approbeeren, des opgem: Heeren Gecommitteerdens voor deselver in deesen genomene moeijte zijn bedankt geworden.

Ende ten aanzien door voorm: Heer Independent Fiscaal meede werd te kennen gegeeven dat door gementioneerden Generale Pagter te meermalen klagten bij sijn E waren gedaan dat het misbruijk het welk verscheiden Lieden Billard en trek Tafels in hare Huijzen houdende quamen te maken met door dit middel wijnen en andere dranken bij de kleene Maat en het Zetten van gelagen te debiteeren zonder dezelve wijnen bij hem te haalen het geen t’ sijner merkelijken nadeels quam te strekken, zo is verstaan t’interdiceeren en Verbieden dat voortaan niemand dan die dewelke hiertoe een Schriftelijke permissie van gem: Heer Fiscaal Zal hebben geobtineerd Billard of Trek Tafels in Sijn Huijs sal vermogen te houden om op deselve voor geld of gelds waarde te laten Speelen op pœne eener boete van Vijftig Rd:s á usu te Verdeelen; Terwijl voorts alle ende een ijgelijk zig met Tappen en uijtventen van wijnen bieren mitsg:s Sterke dranken bij de kleene Maat, en het zetten van gelaagen erneerde, gehouden Zullen zijn boven de deuren hunner Taphuijzen een Schild of Bord uijt te hangen ende Sulx onder gelijke pœnaliteiten van Vijftig Rijxdaalders voor die geene die hieromtrend nalaatig Zullen werden bevonden welke Boete insgelijx naar gewoonte Sal werden Verdeelt.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] J: J: Serrurier

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 354-364.

Dingsdag den {17841221} 21 Xb:re 1784.

‘S voormiddags alle præsent

P:r het op gisteren ter deeser Rheede gearriveerd Schip Eekel en Linde alhier aangebragt en op heeden geleesen weesende het gevenereerde aanschrijvens der Hoog Edele Heeren Seeventhienen de dato 1 Maij deeses Jaars, Zo is ten eijnde behoorlijk te kunnen voldoen aan de door Hooggem: Heeren Meesteren gevorderde Verantwoording waarom de alhier gesequestreerd geweest zijnde dog naderhand weederom ontheevene gelden van den gerepatrieerden Coopman Abraham Douglas ter somma van Rd:s 8000 alhier niet p:r assignatie in S Comp:s Cassa waren g’accepteerd maar aan den oud Chirurgijn van ‘S Comp:s Hospitaal Coenraad Nelzon zoude zijn afgegeeven verstaan aan gem: Nelzon te doen ter hand Stellen Extract uijt het voorsz: geEerd aanschrijvens, ten eijnde deesen aangaande te dienen van berigt. Terwijl het geordonneerde ten opzigte van haar Edele Hoog Agtb dispositie omtrend Zeekere 15000 Rd:s welke onder de Weescamer te batavia ten behoeven van voorm: Abraham Douglas of Donglas zoude berusten pligtschuldig sal werden opgevolgd en naargekomen

Gelijk mede op het ter needer gestelde bij ged: Missive dat betrekkelijk Zeekere Strandroof die door eenige Caabsche burgers en Hottentotten op d’aanrading van Jacob van Reenen en Zeekeren Kok omtrend het Deensch Schip Nicobar zoude gepleegd zijn haar Edele Hoog Agtb: ernstige begeerte is, dat naar voorsz: Zaak een allernaauwkeurigst onderzoek zoude moeten gedaan, en teegens de Schuldige met alle rigeur en Zonder Coniventie werden geprocedeert is besloten dat dewijl gem: Zaak op de diesweegens gedanen Eisch ende conclusie van den Landdrost van Stellenbosch en Drakenstein Daniël van Rijneveld betreffende de daarin getrampeerd hebbende Ingezeetenen eenigen tijd geleeden voor den Raad van Justitie deeses gouvernements is afgedaan, dog ten opzigte van gem: Jacob van Reenen nog Litispendent voor gem: Rade komt te Zijn dierhalven Extract van dit door welgem: Heeren Meesteren gedaan aanschrijvens neevens Copia Copice der door haar Edele Hoog Agtb: mede herwaards gezondene Memorie en bijlage van den Heer de S:t Saphorin aan Haar hoog Mog: gepræsenteerd aan ged: Justitieelen Raade t’harer narigt Zullen werden afgegeeven.

Zijnde ten deezen opzigte door den Heer Independent Fiscaal M: Jan Jacob Serrurier Verclaard dat nadien gem: Jacob van Reenen een volle Neef van Sijn E quam te zijn hij Heer Fiscaal zij oversulx hebbende moeten excuseeren Zo in voorsz: teegens denselven geinstitueerde Crimineele Actie des Landdrost als in een ander voor den Justitieelen Rade hangend Proces te voteeren oversulx in desen ook niet gevoegelijk konde adviseeren.

dat voorts volgens haar Ed: hoog agtb: genomen besluijt de Regimenten van Meuron en Luxemburg gebragt zijnde tot repartitie aan de Camer van Zeeland oversulx Conform het geordonneerde de Papieren tot voorsz: Troupes betrekkelijk aan gem: Camer Zullen overgesonden, en hiervan bij eerste bequaame geleegendheijd aan den Heere Gouverneur en Raade tot Ceilon kennisse sal werden gegeeven.

dat het geordonneerde om alle de brieven van Particulieren ter Secretarije alhier te doen bezorgen en aldaar behoorlijk gepakt en verdeelt zijnde vervolgens naar Neederland te werden versonden, mitsg: om op zeekere Convenable tijd voor de Zeildag der Scheepen aan een eijgelijk advertentie te doen van den tijd binnen welke de Brieven ter Secretarije Zullen moeten werden besorgd haar Edele Hoog Agtb: wijders op het Eerbiedigst zullen werden bedankt voor de gunstige approbatie onzer dispositie waarbij de gagie van den ondergeteek: Collonel en Hoofd van ‘S Comp:s Militie alhier Robbert Jacob Gordon van ƒ150 tot ƒ200 ‘S maands is verhoogd

als meede dat het haar Ed: hoog Agtb: ook heeft behaagd de door ons gedane bevordering van den Capitain Lieut: Fredrik Burger tot Capitain met ƒ100: en Van de Vaandrigs Jan Fredrik Wilsenag en Bernardus Cornelis van Balen tot Lieut:t met ƒ50: ter Maand insgelijx goed te keuren

en eijndelijk voor het avancement van den Negotie overdrager Casparus van Eerten tot ondercoopman met de daartoe Staande gagie van ƒ40 ‘S Maands

dan ten aanzien bij welgem: Heeren Meesteren niet meede is gedisponeerd op onze bij Missive van den 15 April 1782 in faveure van den Landdrost van Swellendam Constant van Nuld Onkruijd den geheimschrijver van den ondergeteek: Gouverneur Jan Fredrik Kirsten en den Zoldij overdrager Clement Matthiessen om meede tot ondercooplieden met de gagie van ƒ40 te mogen werden begunstigd, is dierhalven besloten dat welgem: Heeren Meesteren op het Eerbiedigst nader Zullen werden versogte op de voorsz: voorgemelde Perzoonen gedane Versoeken mede favorabel requard te willen neemen

Maar gemerkt hooggem: Heeren Meesteren ten opzigte der goederen dewelke bij de Van hier Overgezonde Extra Ordinairen Eijsch Zijn gepetitioneerd om alhier ten behoeve der E Comp:ie te werden Verkogt bij derselver voorsz: Missive hebben gelieven ter needer te Stellen dat haar Edele Hooge Agtb: waren Verwagtende dat alle deselve goederen tot aanzienlijke hoge Prijzen immers geen mindere dan die van een Capitaal advans van de hand zouden kunnen werden gezet, en men ten deesen belange hoogst deselve bij onze onderdanige missive van den 16 deser Maand voorlopig hebbende geprævinieerd van de reedenen waarom men niet gelijk voormaals konde te gemoede zien de voorsz: goederen op een voordeelige wijze voor d’ E Comp:ie te kunnen aan den Man brengen thans hierbij komt dat diversse der reeds aangebragte goederen dermaten hoog bij de Factuuren zijn aangereekend dat er geen mogelijkheid Sal weesen dat dezelve Jeegens een Capitaal advans zullen kunnen werden Verkogt is dierhalven best geoordeelt en dienvolgens besloten den Heer Secunde en Hoofd Administrateur Pieter Hacker te demandeeren deezen Raade te dienen van berigt en Consideratiën of en welke der voorsz: ontfangene goederen Zo niet met een Capitaal advans immers tot aanzienlijke Prijzen boven den inkoop zouden kunnen werden Verkogt en omtrend welke anderen die apparentiën, met de reedenen waarom geen plaats Zullen kunnen hebben, en hoedanige middelen Sijn E: Zoude Vermeinen dat in allen gevalle tot een voordeelige Verkoop derselve Zoude dienen te werden in’t werk gesteld, om als dan daarop zodanige besluijt te neemen, als men ten meesten voordeele der E Comp:ie sal vinden te behooren.

Zijnde vervolgens door den Heer Independent Fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier te kennen gegeeven dat onlangs bij de begravenis van de weed:we wijlen den burgerraad Hend:k Oostwald Eksteen tot desselfs Verwondering had ontwaard dat sijn E: Slegts met den Titul van den E: Heer Serrurier was afgeleesen daar nogthans desselfs Prædecesseur altoos den E Agtb: Heer Independent Fiscaal was getituleerd, het welk hij Heer Fiscaal Zo om de reeden, als ook ter zake met den Heer Secunde gelijk in Caracter was Staande, vermeende hem insgelijx te Completeeren met versoek dierhalven dat de Bidders ofte aanspreekers bij de begravenissen mogten werden gelast daarop te letten, dat sijn E voortaan als Zodanig wierd afgeleesen, waarop is verstaan om de titulature van den præsenten Heer Fiscaal Independent bij provisie te laten op den voet zoo als omtrend den Heer Fiscaal Boers heeft plaats gehad, ten welken eijnde de Bidders ofte aanspreekers zullen werden gelast zig daar na te gedraagen Terwijl met eenen geresolveerd is, om omtrend alle de Leeden deeser Regeering voor eens een vast opstel ofte voorschrift te Vervaardigen om van’t Zelve bij vervolg altijd gebruijk te doen maken

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] J: J: Serrurier

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur

C. 167, pp. 365-395.

Dingsdag den {17841228} 28 X:bre 1784.

‘S voormiddags alle Præsent

Op eergisteren den 26 deeser hier ter rheede g’arriveerd zijnde het bij d’ E Comp:ie ingehuurd Hoekerschip Eijk en Woude is met het zelve aangebragt het geagt aanschrijvens der Edele Heeren Bewindhebberen ter præsidiale Camer Middelburg de dato 12 Julij des voorl Jaars 1784: en neevens hetzelve ontfangen eenige gedrukte Exemplaren van het Tractaat van Vreede tusschen haar Hoog Mog: de Heeren Staten Generaal der verEenigde Neederlanden en Sijne Majesteit den koning van groot Brittanniën gesloten te Parijs den 20 Maij laatstl: dewelke door welgem: Heeren Bewindhebberen herwaards Zijn gezonden om te Strekken tot informatie deeser Regeering en ten eijnde daarvan Zodanig gebruijk te maken als men Zoude Vermeijnen te behoren, Zo is verstaan voorsz: Exemplaren ter Secretarije te doen Seponeeren

Sijnde voorts geresumeert de Cherte parthijen van het insgelijx bij d’ E Comp:ie afgehuurd Hoekerschip de Jonge Jacob waarop is besloten dat gemerkt ‘er thans geene goederen hoegenaamd aan handen zijn om dien Bodem daar meede te beladen en naar’t Vaderland te rug te Zenden denselven over Sulx te laten Vertrekken naar Batavia

Waarna meede is geleesen een nadere Missive van welgem: Præsidiale Camer gedateerd 20 Aug:s van’t zelve jongstl verweekene Jaar en op heeden p:r het Schip Castor aan gebragt houdende aanschrijvens dat den Ridder d’ Hugonet die door den Prins Van Luxemburg in plaatze Van den overleedenen Marquis de Longuerue tot Collonel Commandant van desselfs Regiment was aangesteld neevens den Lieutenant Pottier de Maizerois en een goed aantal recruten voor hetzelve op ‘t Schip ‘T Lam waren geplaatst met bijgevoegde ordre dat voor derselver verdere voortzending na Ceilon bij de eerste bequame geleegendheijd alhier de nodige zorge zoude moeten werden gedragen waaraan dan pligtschuldig sal werden voldaan. Terwijl van de aan gem: Collonel gedane verstrekking op reecq: van desselfs gagie en Emolumenten desgelijx van’t geene Zo aan denselven als aan bovengem: Lieut: de maizerois en de beide Cadetten tot defroijement is toegelegd bij ‘t vertrek van meerm: Persoonen aan den Gouverneur en Raad tot Colombo de verEischte kennisse sal werden gegeeven.

En nadien uijt het geciteerd nader aanschrijvens van welm: Edele Heeren bewindhebberen ter voorm: Præsidiale Camer meede is gebleeken d’ordre die haar Edele Agtb: omtrend het alhier in guarnisoen leggend Zwitzers Regiment van Meuron hebben gelieven te Stellen, Zo is verstaan Extract daarvan te doen ter hand Stellen aan den Heer Collonel Grave de Meuron ten eijnde zorge te dragen dat de Lijsten van desselfs Reg:t Zodanig als die bij voorsz: Missive werden gerequireerd precise Twee malen des Jaars aan den Heere Gouverneur werden overgegeeven om deselve aan meerwelm: Heeren Bewindhebberen te Suppediteeren.

Vervolgens wierd door den Heer Gouverneur ter Tafel gebragt het van den Heer Grave de Meuron Collonel van’t alhier in guarnisoen leggend Zwitzers Regiment van dien Naam gevordert berigt op de pro Memorie door den Heer Berranger Charge d’ affaire zijner aller Christelijkste Majesteits in ‘S Hage aan haar hoog mog: ingeleeverd welk berigt met de daarneevens ingediende bijlagen geleezen en ten dien belange door wel gem: Sijn Edele geproponeerd zijnde, om deselve als vermeenende voldoende te zijn alle in Copia Authenticq aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren over te zenden hebben de resp:ve Heeren Leeden des Raads hierop geadviseerd als volgd te weeten

den Heer Secunde Pieter Hacker om dezelve over te zenden

den Heer Independent Fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier “dat indien bij deesen Rade wierde verstaan volkomen voldaen te zijn aan d’intentie der Heeren Meesteren met enkel het antwoord van de Heer Meuron met de daartoe gehorende bijlagen voor het gerequireerde onderzoek aan te neemen en te houden Sijn E ‘er niets tegen had, dat het zelve wierde overgezonden.”

den Heer Collonel en Hoofd van ‘S Comp:s Militie alhier Robbert Jacob Gordon “dat zig aan het in deesen uijtgebragte advis des Heers Fiscaals quam te gedragen”

den E Coopman en Secretaris Oloff Marthini Bergh “om het voorsz: berigt met de daarneevens overgelegde Stukken in Copia aan de Heeren Meesteren over te Zenden”

den E Coopman en Dispencier Adriaan van Schoor “dat vermits het meermelde berigt bij den Heer Gouverneur voor voldoende wierde gehouden dierhalven hetzelve met de bijlagen over te zenden”

den E Coopman en Keldermeester M:r Jacobus Johannes le Suëur “om het meerm: berigt zo als het legt met dies bijlagen over te zenden”

Welkenvolgende het dikwerf gemelde berigt neevens de daartoe gehorende Stukken alle in Copia Authenticq aan Hoog gemelde Heeren Meesteren Zullen werden gesuppediteerd

Hierna wierd door opgemelde Heer Independent Fiscaal Serrurier ingeleeverd het volgend Vertoog

‘Wel Edele Gestr: Heer en Heeren’

‘Na mijne aanstelling tot oppercoopman en Independent Fiscaal deeses Gouvernements had ik mij gevleid dat het Præsidium der weescamer het welk seedert het vertrek van den Heer Fiscaal Boers door den Heer Van Schoor is waargenomen aan mij zoude werden gedefereerd, dan dat ik mij tot nog toe in mijne verwagting te leur gesteld ziende de Vrijheijd neem mij bij deesen aan Uwe Wel Edelens t’ addresseeren, met versoek dat voorm: Præsidium der Weescamer aan mij sal werden gedefereerd en den Heer Van Schoor voor deeze zo wel gedragene last pligtig sal werden bedankt.’

‘de reedenen op dewelke dit versoek is gegrond zijn’

‘1. dat niet alleen door den Heer Boers wien ik d’ Eer het op te volgen voormelde Præsidium is bekleed geweest en ik door onzen Heeren Meesteren tot desselfs Successeur zonder eenige bepaling of Verandering ben benoemd geworden maar ook’

‘2. dat zeedert den aanmerkelijken tijd van omtrend een halve Eeuw namentlijk anno 1737 mijne prædecesseurs daar meede zijn bekleed geweest in plaats van de Heeren Secundes die het Præsidium van den Raad van Justitie zeedert dien tijd onafgebroken hebben bekleed waarteegen niet obsteerd dat de Heer Bergh bij het aanvaarden van’t Gouvernement door den Heer van den Hengel in die Verwarde tijd eens het Præsidium der weescamer heeft bekleed, daar het zeeker is, zeedert dien tijd alle mijne prædecesseuren tot nog toe zonder interruptie en teegenspreeken van iemand in de Possessie van voorm: Præsidium zijn gesteld’

‘3. dat aan den Heer Boers terstond na sijn receptie als Independent Fiscaal meede Zonder teegenspreeken van iemand het voorsz: Præsidium is overgegeeven door den teegenswoordigen Heer Gouverneur van Plettenberg en toen nietteegenstaande eene drie jarige Vacature van het Fiscalaat verstaan is het præsidium der weescamer aan geene der andere Heeren Leeden te defereeren en eijndelijk’

‘4. dat selfs /:gelijk den ondergeteek: onder Correctie meend wel g’informeerd te zijn/ in alle de Gouvernementen en Comptoiren in gantsch Indiën de Fiscaal Schoon in minder Rang als die aan mij is opgedragen hetzelve Præsidium bekleeden’

’/:was geteek:/’

‘J: J: Serrurier /:in margine:/ Cabo 21 December 1784’

Het welk geleesen weesende den E Coopman en dispencier Adriaan van Schoor desselfs teegenbelangen meede in Scriptis quam over te leggen weesende van volgenden inhoude

‘Den ondergeteek: meede Lidt deses Raads versoekt dat het volgende mag worden aangeteekend’

‘dat daarbij voor het Vertrek van den Heer Independent Fiscaal M:r Willem Cornelis Boers naar Neederland bij Politicq Raads besluijt niet ad Interim maar Zonder eenige bepaling is aangesteld geworden als Præsident van’t Collegie der weescamer en oversulx dit Præsidium over te neemen gelijk dan ook tot heeden als zodanig heeft gefungeert, het derhalven ongemeen vreemd is, dat den ‘t Zeedert tot Fiscaal Independent in dit Gouvernem: aangestelden Heer M:r Jan Jacob Serrurier in plaatze gelijk men billijk moeste Verwagten van met het in dit Gouvernement geobtineert zo important Emploi /:om het welk te torsschen sijn Ed: Zo als Zig wel heeft uijtgelaten, het gewigt daarvan Swaarder quam te gevoelen als zig had voorgesteld:/ voor eerst geheel Content te zijn, als nu Vrij præcipitant en met Zo veel ijver kan goedvinden en t’ insteeren dat quasi op het voorbeeld zijner prædecesseuren, het voorsz: præsidium aan hem zoude werden gedefereert en den onderget: daar voor bedankt’

‘dat den ondergeteek: om zig van te grote onverschilligheid en lage toegeevendheijd in deesen te disculpeeren Vermeend Verpligt te zijn in overweeging te geeven dat de Vierleedige gronden op dewelke de Heer Serrurier Zijne Sustenue fundeert, eenige geene voldoende Consequentiën uijtleeveren, en anderen op Verkeerde onderrechtinge zijn abusief als’

‘1. dat alhoewel de Heer Boers Præsident der weescamer geweest en Vervolgens de Heer Serrurier in dies plaatze te weten tot oppercoopman en Independent Fiscaal gesuccedeert is, en wel gelijk sijn E aan merkt zonder eenige bepalinge of uijtzondering het echter gantsch niet is decisoir, dat dan gevoeglijk ja zelve zonder dat ‘er desweegens eene vacature was de Heer Serrurier ook Præsident der weescamer zijn moet, en indien dit argument na het begrip van den Heer Serrurier Sulk eene Sterke extentie permitteerde, dan zoude Sijn Wel Edele meede als Commissaris Politicq gelijk de Heer Boers tot Sijn vertrek is gebleven kunnen begeeren te worden aangesteld Vermeenende te mogen Vast Stellen dat indien onze Heere Superieuren /:die weegens den ondergeteek: aanstelling tot het meerm: Præsidium het verEischte berigt reets waren overgezonden meede van des Heer Fiscaals begrip geweest waren den ondergeteek: als dan waarschijnlijk geexcuseert en daar en tegen Sijn Ed: hier mede hadden doen Chargeeren’

‘2. dat de Heer Serrurier niet wel is onderricht dat namentlijk de Heer Bergh bij het aanvaarden van dit Gouvernement door den Heer Van den Hengel het præsidium der weescamer zoude hebben bediend nademaal den Heer van den Hengel niet toen, maar naar het overgeeven sijns gezachs en na Verkreege tijdinge zijner demissie desselfs ontslag als Præsident der weescamer begeerd hebbende de Heer Bergh daarop eerst tot het waarnemen van dit Præsidium is aangesteld, waarin tot desselfs overlijden is blijven Continueeren, nietteegenstaande de kort daarop gevolgde aankomst van den Heer van Rheede van Oudshoorn als Fiscaal die wanneer had gesustineert dat des weescamers Præsidium aan het Fiscaals Ampt verknocht moeste blijven ongetwijfeld als dan niet zo Complaisant en toegevend zoude zijn geweest, dat Stilswijgende te laten geworden, en te blijven afwagten dies Vacature, moetende de Heer Serrurier meede niet te wel zijn onderrecht, dat hij den tijd dier aanstelling Zegt te Zijn verward geweest als zijnde de aanstelling van den Heer Bergh geschied, met en tot veel genoegen zo der Regeering Zelve, als van het algemeen het welk dog inzonderheijd omtrend de Administratie der weesgelden, reeden hebben groot belang te Stellen.’

‘3. Dat wel is waar na den aankomst van den Heer Boers dewijl den wel Edelen Gestr: Heer Gouverneur Van Plettenberg toen eerst van dit præsidium, waarin zijn wel Edele Gestr: dus lange op speciaal versoek der toen aanweesende Heeren weesmeesteren, hadde gecontinueert, afzag, hetzelve hierop is goedgevonden den Heer Boers op te dragen maar nimmer is gelijk de Heer Serrurier zig uijtdrukt toen Verstaan of goedgevonden dat aan geen der andere Hoogen Leeden dit Præsidium zoude werden gedefereert en eijndelijk’

‘4. dat de door den Heer Serrurier Verkreegene informatie, te weeten dat in alle de Gouvernementen en Comptoiren in gantsch Indiën, de Fiscaals Schoon in minder rang als sijn Ed: het weescamer Præsidium zouden bekleeden, verre na niet Compleet Strookt, met het geen den ondergeteek:n daaromtrend is onderrecht namentlijk dat wel hier en daar in India de Fiscaals doorgaans Cooplieden in rang deese Præsidiums bedienen maar dat ook na omstandigheeden van Zaken en tijden deselve meede aan de Raadsleeden worden opgedragen; dat dit eene Zo wel als ‘t andere sal men gaarne tusschen beide laten dewijl na der ondergeteek: geringe bevatting diergelijke voorbeelden niet ten richtsnoere in dit Gouvernement kunnen dienen, maar Sulx aan een wel ingerigte Regeering /:die als van nabij kunnen beoordeelen het geen na omstandigheeden het nuttigst en Convenabelst is:/ behoorde te worden gelaten; ondertusschen hier nog bijvoege dat het zeer particulier is dat den thans tot Fiscaal aangestelden Heer Serrurier zo Sterk op dit Præsidium is geanimeerd te meer daar het nog nimmer gedecideert is, dat hetzelve absoluut Zonder de minste teegenspraak aan het officie Fiscaal moet sijn en blijven geaccrocheerd, en dat nog minder dat alhoewel een en anderen bevorens reets aangesteld en het tot algemeen genoegen waarneemende nogthans zulx aan eenen aangekomen Fiscaal cedeeren moet behalven dat ‘er nog veele reflexiën kunnen worden geopperd, of het in eene Colonie als deezen zo volstrekt nuttig en nodig is, dat de Fiscaals alleen alle andere uijtgesloten blijvende altoos het meerm: Præsidium waarnemen moeten.’

‘Dat den ondergeteek: om deeze en meer andere reedenen, onder Correctie’

‘Vermeend dat hem die de Eer heeft gehad, meer dan den geruijmen tijd van veertig Jaaren in differente Posten met alle candeur Zo hij sig flatteerd te hebben mogen fungeeren grootlijx injustitie zoude geschieden dat in den aangestelden Post als præsident van het Collegie der weescamer als nu nolens et volens zig zoude moeten zien ontzet’

’/:onderstond:/’

‘Overgegeeven in Rade van Politie den 21 December 1784. /:was geteekend:/ A: V: Schoor’

Naar lectuure van welk Schriftuur de Sentimenten der Resp:ve Heeren Leeden door den Heer Gouverneur gevergd zijnde waren deselve van Advijs als volgd te weten

den Heer Secunde Pieter Hacker dat het præsidium der Weescamer zoude blijven aan de Heer van Schoor.

den Heer Collonel en Hoofd van ‘S Comp: Militie Robbert Jacob Gordon dat de Heer van Schoor het præsidium zoude blijven bekleeden ter tijd toe de Zaak bij de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren sal weesen gedecideert

den Heer Secretaris Bergh ad idem

Terwijl door den E Coopman en Keldermeester M:r Jacobus Johannes le Suëur het volgende Schriftelijk advijs wierd ingeleeverd.

‘Ten belangen van het different tusschen den Heere Independent Fiscaal M:r Jan Jacob Serrurier en den Heer Dispencier Adriaan Van Schoor over het præsidie der weescamer welke eerstgem: als volgens Sijn Ed meeninge altoos geaccrocheerd geweest aan ‘t officie Fiscaal voor zig heeft komen te Vraagen vind den ondergeteek: meede Lidt deeser Vergadering zig verpligt voor en aleer zijn advijs daarover komt uijt te brengen te moeten beleiden, dat door eene reeks van elkanderen opgevolgde voorbeelden ten minsten geduurende den tijd van Veertig Jaaren ook in het bijna algemeen prejuge heeft geverseerd dat het præsidie van dat Collegie gehecht bleef aan’t Ampt van Fiscaal Independent te meer nog daar het laatste Exempel Sulx Schijnd te verivieeren daar anders de Leeden deeser Vergadering: ‘t zij met de VerEischte Eerbied gezegd :/ reeden zouden hebben zeer te doleeren dat den Edelen Heer Gouverneur Hun geduurende Zo een geruijmen tijd dat het Fiscalaat is leedig gebleeven ten minsten maar provisioneel wierd waargenomen van dat faveur heeft verstoken gelaten en het præsidie der weeskamer behouden Schoon het oppergebied deeser Colonie had aanvaard, waarmede, zo het hem toeschijnt, die præseance niet Conpatible is, en sulx zonder Twijfel om geen andere reeden, dan om dezelve aan de Verwagt werdende Heeren Fiscaals te kunnen overgeeven.’

‘dan na ‘t doorbladeren der retroactan ter Secretarije berustende heeft dezelve tot sijne Verwondering ontwaard, dat men voorheen aan gantsch teegenstrijdig gevoelen heeft geamplecteerd gehad ende de Leeden des Raads excepto den Heer Secunde als het præsidie der Justitie bekleedende daartoe gerechttigd g’oordeelt, gelijk dan ook wijlen den Heer Winkelier Marthinus Bergh bij’t vertrek van den gerepatrieerden Independent Fiscaal M:r Daniël van den Hengel, bij pluraliteit van Stemmen direct is aangesteld geworden tot zonder eenige bepaling van die plaats aan een opvolgenden Fiscaal Independent te zullen moeten overgeeven welke waardigheijd dan ook tot aan Sijne dood heeft blijven bekleeden, schoon wijlen den Heere Gouverneur Van Reede van Oudshoorn ged: Heer van den Hengel als Fiscaal was gesuccedeert en ter dier tijd reeds aanweesig was, welke eerst naar de dood van meerm: Heer Bergh, in diens Steede tot Præsident Van meerm: Collegie is aangesteld geworden waarom dan ook vermeend dat d’aanstellinge van den Heer Van Schoor in Sijne kragt moet blijven Terwijl ondertusschen de door gemelde Heeren Serrurier en Van Schoor gewisselde Schriftuuren, naar’t Patria kunnen werden verzonden of het de Hoog Agtb: Heeren Gebiederen behaagen mogte omtrend dit Sujet eenige Verandering te maaken’

’/:was geteek:/’

‘J: J: le Suëur /:in margine:/ 28 December 1784.’

Den Heer Gouverneur van Plettenberg insgelijx verclaard hebbende van gevoelen te zijn dat de Heer Van Schoor als Præsident moeste blijven Continueeren en het zelve dus met eenparige Stemmen beslooten zijnde, is voorts verstaan hiervan bij eene aparte Missive aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren pligtschuldig kennisse te geeven, ende voorsz: Schriftuuren van ged: Heeren Serrurier en Van Schoor neevens het Schriftelijke Advijs van d’ E le Suëur aan haar Edele Hoog Agtb: werden overgezonden Teegens welk besluijt meerm: Heer Fiscaal Serrurier betuijgde desselfs nadere teegenbelangen ter volgende Vergadering te Zullen inleeveren.

Sijnde voorts op de propositie van welgem: Heere Gouverneur goedgevonden weederom gelden p:r Assignatie in ‘S Compagnies Cassa t’accepteeren op den gewoonen voet en volgens d’ordre om teegens 67 Stuijvers den Ducaton in’t Vaderland te werden voldaan, terwijl na gemaakte calculatie van het geen men voor den omslag van dit Gouvernement geduurende het aanstaande Jaar Sal komen te benodigen het montant der voorsz: te tellene gelderen plus minus te bepaalen

Door den Heer Secunde Pieter Hacker te kennen gegeeven Zijnde de Stribbelingen die men geduurig met de Schippers der Hollandsche part: Scheepen nopens de Prijs van het alhier aan hun Verstrekt werdend Vleesch quam te hebben met versoek oversulx te mogen weeten waaraan Zig in deese te gedraagen, Zo is verstaan dat de particuliere Hollandsche Scheepen dewelke voor reecq: der E Comp:ie zijn afgeladen het bij haar benodigt vleesch en leevend vee tot gelijke Prijzen als ‘S Comp:s Scheepen zullen genieten dog de part: Scheepsen die niet in dit geval zijn het vleesch en leevend vee tot de Markt prijzen zullen moeten betalen

Verders wierd door den Heere Gouverneur geproduceert eene Missive bij zijn Edele ontfangen van sijn Excellentie de Heere Minister zijner aller Christelijkste Majesteits marine Marquis de Castries gedateerd Versailles den 21 Julij 1784 welke Missive geleesen weesende door sijn Edele aan den Secretaris Bergh wierd ter hand gesteld om daarvan een authenticque Copia te formeeren en ter Secretarije te Seponeeren

Op het hierop bij Request gedaan Versoek door den Boekhouder van ‘S Comp: Equipagie Pakhuijzen Abraham Chiron is denselven uijt den dienst der E Comp:ie ontslagen en aan hem permissie verleend omme neevens desselfs Huijsvrouw en verdere Familie met het aanweezend Sweeds part: Schip den Swarten Arend naar Neederland te Vertrekken: Zullende derhalven desselfs gagie onder dato deezes werden afgeschreeven

En is wijders aan den burger Casparus Rijneke hierom meede in Scriptis Versoek doende in eijgendom uijtgegeeven een Stukje Lands tot een Erf geleegen onder ‘t District van Drakenstein in de Fransche Hoek ter groote van Een Morgen en Een hondert Twee en Twintig quad:t Roeden omme aldaar sijn Smits Ambagt voort te zetten.

Gelijk laatstelijk nog aan den ondercoopman en Landdrost aan Stellenbosch en Drakenstein Daniel Van Rijneveld daartoe insgelijx bij Request verzoek doende is geaccordeerd, onder ‘S E Compagnies Papieren naar het Vaderland aan de Heeren Majores over te zenden een ootmoedig versoekschrift ter obtenue van de qualiteit en gagie als Coopman, en welk versoek des Supp:lt met gunstig voorschrijvens deezer Regeering sal werden g’appuijeerd.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: V: Plettenberg

[Signed:] P: Hacker

[Signed:] J: J: Serrurier

[Signed:] R: J: Gordon

[Signed:] O M Bergh R:t en Secret:s

[Signed:] A: V: Schoor

[Signed:] J: J: Le Suëur