C174 v1.20
C. 174, pp. 42-44.¶
Maandag den {17870108} 8 Jann: 1787.
‘S voormiddags alle præsent behalven de Heer g’Eligeerd Secunde Johannes Izaac Rhenius
Aangezien gisteren morgen wanneer S Comp:s geld kisten, dewelke ten getale van 26 per het Schip den Arend voor Indiaas Hoofdplaatze gedestineerd, en bij aankomst van dien Bodem overeenkomstig de reeds in A:o 1728 gestelde ordre der Edele Hoog Agtb: Heeren Seeventhienen, op de gewone wijze onder het opzigt der ordinaire Gecommitteerdens alhier aan Land gebragt en geborgen zijnde, weederom tot het vertrek van ged: Bodem uit het ter berging van zodanige geld kisten gedestineert vertrek gehaald en na Boord zouden werden gebragt, een derzelve, zijnde genummert 141, vermist en verduistert bevonden geworden; Soo is, vermits deeze zaak een allezints Spoedig en nauwkeurig onderzoek vordert, tot hetwelke den het Fiscaals Ampt waarneemenden Adjunct Gabriël Exter door ziekte zig verhindert vind, goedgevonden en verstaan den oppercoopman en Lidt deezes Raads de Heer M: Jacobus Johannes le Sueur expresselijk te qualificeeren, om in deezen het officie Fiscaal waar te neemen, en daaromtrend alles betragten, het geen met de pligten van dat Ampt over een komt ten einde, of de vermiste kist en het geld weeder te agterhalen of d’ E Compagnie te doen schadeloos stellen, mitsgaders in allen gevalle, de geene die zig door opzet verzuim ofte agteloosheid daar aan mogt hebben schuldig gemaakt desweegens na merite te actioneeren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Ronnenkamp
C. 174, pp. 45-108.¶
Woensdag den {17870117} 17 Jann:ij 1787
‘S voormiddags alle præsent
Ter Tafel gebragt zijnde de schriftelijke berigten en Consideratiën, door de Heeren M: Jacobus Johannes le Suëur en Tobias Christiaan Rönnenkamp ieder in het bijzonder ingediend op het geene ter Sessie van den 19:e April des even afgeweekenen Jaars van hun E E: is gevorderd geworden, en welke berigten intusschen bij de Heeren Leeden ter Lecture zyn rond geweest, luidende
Aan den wel Edelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop ende den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E Achtbaren Politicquen Raad
‘Wel Edele Gestr Heer en E Achtb: Heeren’
‘Uw E Gestr en E Achtb: omme te coopereeren en voldoen aan de voor deeze Colonie zo gunstige en heilzame oogmerken der Heeren Meesteren, met betrekkinge tot den beteren vertier van ‘S Lands overtollige Producten, van het onderget: mede Lidt deezer Vergadering in sijn qualiteit als keldermeester hebbende gelieven te requireeren desselfs Consideratiën en bedenkingen nopens de middelen die zouden kunnen strekken, om die gunstrijke dispositie ook met betrekking tot een der aanzienlijkste Takken van voortbrengselen van dit Land, den wijn namelijk hoe eer zo beeter te bewerkstelligen zal dezelve thans ter pligtschuldige voldoening aan dat requisit de Eere hebben Uw E Gestr en E Achtb: voor te dragen dat hem onder het lijden Syner gedagten geene geringe Zwarigheeden zijn te voren gekomen, die schoon al niet eene geheele verhindering egter aan dies dadelijke bewerkstellinge gering delay zullen toebrengen dezelven needrigst aan het verligt oog Uwer Wel Edele Gestr: en E Achtb zullende submitteeren.’
‘Daar men nu alvorens het direct uitvoeren van het Plan door de Heeren Meesteren geordonneerd om namelijk bij overvloedige gevallen en mindere vertier der Producten naar buiten het geen de Landman na de gewone Leverantie aan d E Comp:ie zal komen over te houden, volgens de door Commissarissen des Raads van Justitie gemaakte, en deeze Regeeringe goedgekeurde prijzen, voor Reekening der Maatschappij in te slaan, voor al zal dienen bedagt te zijn, om zodanige wijnen behoorlijk te bergen en ter verdere verzending bekwaam te maaken, zal dan in d’ eerste plaats de grote Schaarsheid aan het benodigt vaatwerk geen gering obstacul zyn om hetzelve zo spoedig in train te brengen: ‘t zeedert den fatalen oorlog en dat d’ E Comp:ie daarna in de noodzakelyk is geweest, om ter transporteering der voor de Indië en dit Gouvernement geprojecteerde Ladingen, zig meest al van gehuurde vaartuigen te moeten bedienen, is men hier voor het groter gedeelte verstoken gebleeven van den jaarlijxen aanbreng van leedige Leggers en daar door merkelijk ten agteren geraakt dewijl de gewone verstrekking daarvan evenwel is gebleeven zo aan onze eigen Scheepen en ter vervoer der wijnen voor de Indische Etablissementen, als daar na aan de uitkomende en retourneerende ‘S Lands Scheepen: En om dit eenigzints te remplaceeren, hebben Uw E Gestr en E: Achtb: op needrig voorstel van den ondergeteek: den Heeren Meesteren wel gelieven te verzoeken, om boven het gewoon getal der Leggers die men van de uitkomende Scheepen pleegd te ligten, dit Gouvernement te willen voorzien van 300 nieuwe Leggers, waaraan egter maar gedeeltelijk door de Camer Zeeland is voldaan geworden hebbende haar Wel Edele Groot Achtb: de Heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam ons gelieven aan te schreiven en te bedeelen, de onmogelijkheid om vermits het gebrek aan Scheeps ruimte aan dat versoek te kunnen laten voldoen, ons mits dien qualificeerende ter remedering van dit gebrek te mogen gebruik maaken van de uitgezonden pijpenduijgen, ende benodigde Leggers te laten opslaan; En Schoon Uw E: Gestr: en E Achtb: om den onderget: in staat te stellen, aan die ordre te kunnen voldoen, hem gratieus hebben gelieven te accordeeren een vermeerdering van vier kuijpers en men weesendlijk in dit even afgeweeken boekjaar een groter getal van Leggers heeft in gereedheid gebracht, als men immer is gewoon geweest, heeft men egter, door het dagelijx aangroeiend werk voor de verschillende Departementen in dit gouvernement, niet in allen deele aan het oogmerk kunnen voldoen, zo dat men thans nog met een aantal van ruijm 300 Leggers behept is, die byna ten eenemale onbequaam zyn en alleen maar door het heerschend gebrek worden aangehouden.’
‘Het manquemant aan nodige berg plaatsen voor die wijnen zal in de tweede plaats ook in aanmerking moeten komen, zijnde de Pakhuijzen die men thans aan handen heeft nauwlijx toerijkende tot berging der wijnen, voor den gewonen omslag benodigd, vooral wanneer men zo als Uw E Gestr en E Achtb: te regt de noodzakelykheid daarvan hebben gelieven te noteeren, voortaan der jaarlijxen inslag der wijnen zo ruim neeme dat d’ E Comp:ie bij een misgewas of door andere toevallen exteerende Schaarsheid van dat vogt, niet andermaal in die nadeelige omstandigheid vervalle om de gewone prijzen op de wijnen en brandewijnen gesteld, tot haar merkelijke bezwaar te moeten verhogen.’
‘En daar het vooral zal aankomen dat men by verzending van wijnen na het Vaderland op derselver goede qualiteit en deugdzaamheid bedagt is, wil men dit allezints favorabel project geen contrarie effect doen sorteeren zoude mede geen geringe hinderpaal konnen zijn, de slordige behandeling sommige wijngaardeniers, want het anders zeer te vreesen is zoo daaromtrend maar eens iets kome te haperen, of eenige gegronde klagten vallen, deezen source van vertier van dat aanzienlijk product voor altoos zal worden gestopt, daar anders een steeds bloeijende Tak van welvaart voor deeze Colonie zoude konnen zijn, dan hierin zo gemakkelijk de nodige voorziening niet te doen zijnde, zal het daarom alleen wenschelijk zijn, dat elk hunner wil hij syn eigen nut en voordeel niet verwaarlosen meer en meer zal worden geanimeert om ook voortaan meerderen vleit en attentie, meerdere zindelykheid in het behandelen en bereïden syner wijnen aan te wenden nu hij verneemd welke voordeelige Schikkingen de Heeren Meesteren wel hebben gelieven aan te wenden om ook in dit Articul mede te werken tot den verderen bloei en welvaart deezer Colonie, en zal de onderget: daarom tot wegneminge der twee hier voor geopperde zwarigheeden de Vreihied neemen, Uw E Gestr en E Achtb: in de eerste plaatze in bedenkinge te geeven, de noodzakelijkheid om ter allereersten een aanvang te maken met het in gereedheid brengen van het benodigt Vaatwerk waartoe eene tweede vermeerdering van werkslieden niet te ontbeeren is, wil men het dagelijx werk, dat meer en meer toeneemd niet verzuimen ondertusschen dat de onderget: zoude kunnen werden gequalificeert om van de uitkomende scheepen zo veele Leggers, als maar immers mogelijk zijn zal en zonder ongerief aan de berging van’t benodigt drinkwater op die kielen toe te brengen, te missen zullen zijn, boven het gewoon getal te ligten: En nademaal onderget: onmogelijk in staat zyn zal om dit vergroot werk, met de gewone kelder bediendens na vereisch en met behoorlijke attentie te kunnen verrigten, zo is dezelve genoodzaakt Uw E Gestr: en E Achtb: te moeten proponeeren, voor eerst de aanstelling van een Perzoon die denzelven en deezen moeielyken dienst ter adsistentie zoude kunnen zijn, en welken om eenigzints meer ontzag onder de mindere bediendens te kunnen oeffenen, den titul van eerste Suppoost in ‘S E Comp:s wijnkelder zoude kunnen werden toegevoegd met den Rang van boekhouder ende gagie van ƒ40 p:m:d als mede een vermeerdert getal van Ses a Acht slaven.’
‘Zullende tot remeediering van het tweede gebrek voornamentlijk in aanmerking komen, het terrain waarop de zogen:de zijde Spinnerij geplaatst is, begreepen in syne gantsche uitgestrektheid en daar onder de Huijzen, door den Capitian militair Burgers en derden geweldiger bewoond: waar op een gebouw van drie Etages zoude dienen te werden geconstrueert, welkers Twee bovensten zouden moeten dienen tot berging der granen, ende kelders voor de wijnen en waar door dat dubbel nut zoude worden aangebragt dat hetzelve, als in het midden van het vlek zynde, bij eenen onverhoopten vyandelyken aanval naar het gering oordeel van den ondergeteek: in diergelijke zaken, minder geexponeerd zoude zijn aan het vuur der vijanden, dan het groter gedeelte der granen en wyn Maguazijnen der E Comp:ie die langs het Strand geschaard staan.’
‘Maar dewijl met het uitvoeren van dit project hetwelke, hoe ook moge uitvallen, altoos als was het maar tot momenteel voordeel der Colonisten zal verstrekken, het Intrest der E Comp:ie ook eenigzints in het oog zal dienen te werden gehouden, zal het eindelijk de vrage zijn of men de hiervoor geproponeerde middelen, die geene geringe kosten zullen naar zig sleepen, op een vooruitzicht op zo onzeekere omstandigheeden rustende, zal komen en mogen bewerkstelligen: ten ware men zoude mogen veronderstellen dat de Hoog gebiedende Heeren Meesteren met deeze Schikkinge niet zo zeer eenig direct voordeel hebben beoogd, en zo de te makene onkosten maar eenigzints wierden gebalanceert aan het oogmerk genoegzaam zoude weezen voldaan indien daar door den Ingezeetenen van andere middelen van vertier hunner producten konde werden gediverteerd: Dan dit een en ander aan de Serieuse overweeginge Uwer W E: Gestr en E Achtb: zullende Overlaten, zal d’ onderget: in hope aan hoogst derselver gehonoreerde intentie te hebben voldaan, deesen laten dienen voor needrige Consideratie.’
’/: was geteekend :/’
‘J: J: Le Suëur /: in margine :/ Overgegeeven in Rade den 11 8bre 1786.’
Aan den Wel Edelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie
‘Wel Edele Gestr Heer en E Achtb Heeren.’
‘Haar Wel Edele Hoog Achtb: de Heeren Majores in het Patria, ingevolge hoogst derselver allergunstige, tot heil en welzijn dezer Colonie strekkende dispositie, Uwe Wel Edele Gestr: en E Achtb: hebbende gelieven te qualificeeren, om van de Producten deezes Land onder andere ook al het Graan der Landbouwers hetwelk zijlieden aan de Vreemde Naties Scheepen niet zouden kunnen vertieren en dezelve nog mogten komen over te hebben na dat de Maatschappij daarvan zo voor haren ommeslag en gebruik hier ter plaatze, als ter verzending naar India en Europa , zoude weezen voorzien van voorsz Landlieden die verlangen zouden dezelve aan de Maatschappij te leeveren, voor reekening van d’ E Comp:ie te ontfangen, heeft het Uwe Wel Edele Gestr en E Achtb: hierop behaagd van den ondergeteek: in syne qualiteit als Dispencier, naar dictamen van derselver gevenereerd besluit sub 19 April laatstleeden genomen, niet alleen te vorderen desselfs Consideratiën hoedanige Magazijnen hetzij ‘S Comp:s weegen opgerecht, of van particulieren zouden behoren te werden ingehuurd, om de voorsz: qualificatie der Heeren Meesteren ter Executie te kunnen brengen en welk van beide met het meeste belang der Maatschappij overeenkomen zoude, gelyk mede op welke wyze al verder om aan de meeninge tot het inslaan der Producten te beantwoorden best zoude kunnen werden te werk gegaan, maar ook dat terwijl het van een onvermydelyke noodzakelykheid geworden was, dat men daarvan ten minsten voor een jaar in voorraad voorzien zij , hij Dispencier mitsdien bij desselfs voorsz berigt teffens zoude hebben op te geeven, welke maatreegulen zouden kunnen werden genomen, om aan dit heilzaam oogmerk ten meesten dienste der E Comp:ie, en zodanig als haar minste bezwaren kan te voldoen, en dat daar beneevens ook het welzijn van den Landman en der Ingezeetenen aan deeze Hoofdplaatze zoude moeten werden betracht.’
‘Weshalven den ondergeteek ter pligtschuldige volbrenging van het voorsz aan hem gedemandeerde zig aanvankelijk bepalende tot het geen het huishoudelijke betreft, de Eere zal hebben dienaangaande te zeggen, dat de ondervinding hebbende geleerd, in welke zorgelijke en kommerlijke omstandigheeden men geraken kan, wanneer het aan de mogelykheid ontbreekt, om in de Magazijnen der E Comp:ie aan handen te houden zo veel koorn als tot den hoe langer hoe meer aangroeienden ommeslag ten deesen gouvernemente, noodzakelijk werd vereischt den ondergeteek: overzulx met Uwe Wel Edele Gestr en E Achtb: volkomen van begrip is, dat ‘er in tijds voor een noodwendigen voorraad behoorlijk werde gezorgd, waartoe hij vermeend, dat thans een gepaste geleegendheid te vinden zyn zal overmits men, volgens de algemeene gerichten, een buiten gewoon opulenten koorn oogst van ‘S Heemelse dierbare gunst en zeegen te verwagten heeft, terwijl ‘S E Comp:s Maguazijnen met het einde deezer of uitterlijk in den beginne der aanstaande maand, zullen komen leedig te vallen als zullende het koorn dat thans nog resteerd als dan weezen verorberd, zal het dus aan geen ruimte ontbreeken om dadelijk een aanzienlijke quantiteit Tarwe te kunnen inslaan tot welkers ontfangst den ondergeteek: zig na zoveel te beeter in staat gesteld vind, dewyl hij boven en behalven de Drie Maguazijnen aan het zee Strandt, nog in gebruik heeft gekreegen de zolderinge van het dubbelde Pakhuis, ter zijden het woonhuijs van den Luthersche Predikant staande, hetwelk onlangs van den burger Chirurgijn Johannes Jacobus van den Berg ten behoeve van d E Comp:ie is ingekogt, en welke zo evengem: drie Maguazijnen, naar gemaakte Calculatie, de quantiteit van 20‘000 Mudden en op voorsz Zolderinge 8000 Mudden koorn plus minus, zullend kunnen werden geborgen, vind den onderget: zig voorts verpligt, voor Uwe Wel Edele Gestr: en E Achtb: open te leggen of en in hoe verre die ruimte tot het inslaan der benodigde Granen zo voor het aanstaande als het daarop volgende Jaar ofte voor den tijd van de eerst komende Twee Jaren toereikende zyn zal.’
‘’T zeedert dat den ondergeteek in het bekleeden van desselfs teegenswoordige bedieninge is gesteld, heeft denzelven ondervonden, dat ‘er tot den generalen ommeslag der E Comp:ie ter deezer plaatze en voor d Equipagie harer inde Tafelbaaij en baaij Fals aangeweest zynde Scheepen, zo wel eigen als gehuurde item voor die de hier gepasseerde ‘S Lands Scheepen van Oorloge, van Maand tot Maand, hoewel niet altoos eguaal dog door malkanderen gereekend, de quantiteit van omtrend 1000 Mudden Tarwe is opgegaan, zo dat de consumptie van Een rond Jaar op 12000: mudden zal dienen te werden bepaald, terwijl daarbij nog gevoegd zijnde eene hoeveelheid van bijna 16000: Mudden, dewelke men ter verzending naar India komt te benodigen wanneer naar ouder gewoonte den Eisch van Batavia werd bereekend op 750 Lasten, ofte 13875 Mudden, en die van Ceilon op 1850 Mudden tezamen uitmakende 15725 Mudden, vloeit gevolgelijk hier uit voort, dat S E Comp:s Maguazynen met 27 á 28000 Mudden Tarwe zo tot eigen gebruik, als tot den afscheep naar voorsz Etablissementen voor het toekomende Jaar 1787 Zullen behorend te werden aangevuld, en vervolgens nog met 12000: Mudden tot een voorraad van A:o 1788, invoegen den gantschen inslag van Tarwe in 40000 Mudden zoude komen te bestaan, omtrend welkers berginge den ondergeteek: zig niet verleegen vind, aangezien de Granen voor India gedestineert, Slegts voor een tijd, ofte alleen zo lange tot dat ter verzendinge derzelve in de Scheepen de nodige ruimte gevonden werd, in de Maguazynen bewaard blijft, en dat wijders van de Tarwe voor het Gouvernement dienende, de dagelyxe verstrekkingen moetende werden gaande gehouden, dit een en ander van tijd tot tijd zoveel ruimte in voorsz Maguazijnen opleevert, als tot den successiven ontfangst nodig weezen zal;’
‘den ondergeteek: Sustineerende dat wanneer Uwe Wel Edele Gestr: en E Achtb: mogten gelieven goed te vinden, hem tot het inslaan der boven gementioneerde quantiteit van 40000 Mudden Tarwe te qualificeeren de Landbouwers als dan nog granen genoeg zullen over hebben om niet alleen de gepriviligeerde Broodbakkers tot voortzetting hunner neeringe, maar ook dezulke der Ingezeetenen aan deeze Hoofdplaatze, die gewoon zijn zig van het benodigde Coorn tot onderhoud van derselven huishoudingen te voorzien daar mede insgelijx te kunnen voorzien, inde alhoewel volgens opgaaf der geenen, die meenen des te weesen bewust daartoe al meede eene aanzienlyke quantiteit van Circa 30000 Mudden werd gerequireerd, stelt men egter vast, dat er door de Considerable meenigte van het in te ougstene Coorn, in den omtrek der Districten uit welke de Leverantiën ordinair werden gedaan dan nog ruim zo veel Coorn overschieten zal, als de Landlieden zo tot eigen Consumptie als om hun zaad koorn wederom in den grond te kunnen brengen benodigt zijn zullen.’
‘Ondertusschen is het niet te denken en nog minder te verwagten, dat de Landbouwers hoe abundant hun voorraad van granen ook zijn moge, zig in reedelijkheid zullen laten vinden of toonen gewillig en bereid te zijn, om aan d’ E Comp:ie het benodigde koorn teegens betalinge der van ouds daarop gestelde prijzen te leeveren, waartoe zijlieden zig nogthans behoorden verpligt te achten, al ware het maar eenig en alleen daarom, dat de Comp:ie nooit heeft getracht die prijzen te verminderen, of schoon zij in de tijden of Jaren toen voorm: Landbouwers door overvloedige gewasschen zig genoodzaakt hebben gevonden het koorn, het welk dezelve naar gedane Leverantiën in S Comp:s Maguazijnen toenmaals nog overig hadden aan particulieren voor minder als de helft van het geene de Comp:ie daarvoor had betaald, te moeten verkopen, daartoe zeer gemakkelijk geleegendheid zoude hebben kunnen vinden; het is eerder waarschijnlijk dat zijL niets onbeproefd zullen laten om de granen zo veel mogelijk verre boven ‘S Comp:s prijs te houden zo als eenige der Caabsche Ingezeetenen die door gebrek gedrongen, de nu dagelijx opgebragt werdende nieuwe Tarwe hebbende moeten inkopen, dit reeds zyn komende ondervinden, om welke zo even geallegueerde motiven den onderget: /: onder verbeeteringe :/ van oordeel zoude zijn, dat de Prijzen der granen voor ditmaal eenigzints boven de bepalinge, edog onder gewone kortinge der gerechtigde Thiendens voor d’ E: Comp:ie zullen dienen te werden verhoogd, als vermeinende dit het eenigste middel te zijn, om de voorwaardsgem: quantiteit Tarwe van de Landlieden Successivelijk magtig te werden; Terwijl wanneer men dit doende het voorgestelde oogmerk om ten eenemale buiten verleegendheid en in voorraad te geraken mochte komen te bereiken, Uwe Wel Edele Gestr en E Achtb vervolgens in den toekomende Jare in hope dat de voorzienigheid ons in’t vervolg voor misgewasschen genadelijk zal gelieven te bewaren des geraden vindende, de pryzen der Granen als dan weederom op den vorigen of ouden voet zouden kunnen brengen, het geen zo veel te facieler zal kunnen geschieden, bij aldien de ondernomene Culture van Tarwe der Opgezeetenen omstreex de Mosselbaaij wonende, van een gewenscht Success mogte werden agtervolgt.’
‘Den ondergeteek: zig flatteerende hiermede afgehandelt te hebben al het geene dit Gouvernement met relatie tot den inslag der Granen in ‘t bijzondere is concerneerende, zal hij als nu ten belange van’t favorable besluit der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren om de overtollige Granen der Landbouwers in de door haar Wel Edele Hoog Achtb: voorgeschreeven gevallen, S Comp: weegen te ontfangen, voor zo verre de teegenswoordige omstandigheeden daartoe betrekkelijk zijn, de vreiheid neemen ter needer te stellen dat, hoe gezeegend den uitslag van de recolte der granen ook zij, de Landbouwers echter daarvan geen over grote quantiteit zal komen te resteeren, in Suppositie, dat zijl: naar eerst en vooraf voor zig zelfs gezorgd te hebben, getrouwelijk zullen komen opbrengen, zo veel koorn als navolgens de hiervoren gedane opgave, zo ten dienste der Maatschappij, als ten gebruike der Caabsche Ingezeetenen, noodwendig werd gerequireerd, invoegen den Landman van de voorsz: gunstige dispositie van wel opgem: Heeren Majores voor eerst niet zal kunnen jouisseeren, inmiddels vordert des ondergeteek: pligt Uwe Wel Edele Gestr en E Achtb naar sijn gering begrip al mede aan de hand te geeven welke maatreegulen zullen dienen te werden beraamd en in’t werk gesteld om aan ‘S Meesters intentie te voldoen, wanneer de geleegendheeden zig zullen komen aan te bieden, de Landlieden van derselver overhebbende Producten, inzonderheid de granen, te ontlasten.’
‘Het eerste requisit daartoe is onteegenspreekelijk dit dat ‘er Maguazijnen tot berging der granen voor handen moeten zijn, dan dezelve thans ontbreekende zoude zeekerlijk in Cas van benodigtheid het gereedste middel weesen, die van particulieren in te huuren, dog waaromtrend zig de volgende inconvenienten principaalijk opdoen, als eerstelijk dat men dezelve niet altoos, of wel als gezegd, op het tijdstip dat ‘er gebruik van gemaakt werden moete, vinden of bekomen kan, ten Tweeden dat men daarinne al reusseerende, de Pakhuijzen der particulieren doorgaans eenige wijnige uitgezondert, zo groot niet gevonden worden, als nodig is, om in ieder derselve een naamwaardig quantieit granen te kunnen bergen, en ten derden, dat men dikwils gevaar loopt om zo dra den tijd waarover in huur gekomen zijn g’Expireert is, dezelve weederom te moeten ontruimen, gemerkt het zomtijds gebeurd dat den een of ander der Eigenaars in dien tusschen tijd in de geleegendheid geraakt, daarvan zelfs gebruik te maken, van alle deeze hinderpalen om niet te spreeken van de considerable huurpenningen die daar voor zoude moeten werden betaald, zoude men altoos bevreid zijn wanneer Uw E: Gestr: en E Achtb: geliefden goed te vinden de gerequireerde Maguazynen ‘S Comp: weegen te doen construeeren in welkers opzicht de onderget: met den Heer Keldermeester le Suëur van gevoelen is dat daartoe het Terrain van de zogenaamde oude zijde Spinnerij ongemeen wel geleegen en best voegelijk konde werden g’Emploijeerd, zo als sijn Edele bij desselfs ingediende Consideratiën heeft komen te proponeeren, en zouden deze Maguazijnen in der tijd ongemeen wel te stade komen, wanneer het eens zo verre konde werden gebragt om ingevolge het voorgestelde plan van des ondergeteek: Predecesseur de Heer van Schoor van jaar tot Jaar voor reekening der Maatschappij in te slaan, alle de Tarwe die het Land in’t generaal op leeverd ten einde uit dien voorraad zo wel aan de Ingezeetenen ter deezer plaatze, als van de hier passeerende vreemde Naties Scheepen naar mate zulx buiten eijgen ongerief zoude kunnen geschieden, het benodigde te verstrekken, en bij te zetten, zo ende in diervoegen als gem: Heer van Schoor bij desselfs aan den Wel Edelen Gestr: Heere Gouverneur, op syn vertrek van hier naar Neederland overgeleeverd Schriftelyk bericht, heeft opgegeeven terwijl door het ten uitvoer brengen van’t geciteerde Plan en de voordeelen, die daaruit voor d’ E Comp:ie zouden werden genoten, har dan ook allengskens ten goede zoude komen en gerembourseerd werden de Considerable kosten die ter aantimmeringe van voorsz Maguazijnen zullen moeten werden gedaan en welken aangaande den onderget: de vreiheid neemd Uwe Wel Edele Gestr en E Achtb: Eerbiedig in Consideratie te geeven of het niet best en raadzaamst zoude zijn, de Constructie derselve even gelijk met den verderen uitleg van het Nieuwe Hospitaal /: om reedenen die Uwe Wel Edele Gestr en E Achtb: daartoe hebben bewogen :/ is gepractiseerd, al mede aan particulieren te besteeden, nadat alvorens de oude en ten eenemale bouwvallig gewordene gebouwen op het voorsz terrain der zyde Spinnerij staande, aan de meestbiedende ten afbreuke Publicquelijk zullen weesen verkogt, het geen volgens des ondergeteek: Sustenue voor d’ E Comp:ie vrij voordeeliger zal uitkomen, dan wanneer dezelve door haar eijgen Ambagtslieden en werksvolk wierden afgebroken, ten aanzien dergelijke afbreuken ordinair boven derselven reëele waarde werden betaald, zo als men bij andere geleegendheeden te meermalen heeft ondervonden.’
‘Den onderget: flatteerd zig dat Uwe Wel Edele Gestr en E Achtb: in desselfs voorsz propositie om den aanbouw van Pakhuysen of Maguazijnen voor het inhuren derselve van particulieren te prefereeren, genoegen zullen komen te neemen te meer, dewijl de noodzakelijkheid niet vordert, dit werk immediaat of dadelijk bij der hand te neemen, want in de onaangename situatie waarin men zig ten reguarde van het als nog existeerend groot gebrek aan koorn bevind, in de eerste plaatze dienende te werden gezorgd, om de leedige Maguazijnen der E Comp:ie daarvan weederom te voorzien, vervalt dus aan den anderen kant, immers voor teegenwoordig het vooruitzicht om de Landbouwers te doen genieten de voordeelen, dewelke de respective Bewinds Heeren en Meesteren geneegen zijn, henlieden in Cas van verleegendheid met derselver Producten, gracieuselijk toe te voegen, zo als hiervoren reeds is geremarqueerd, des de aantimmeringen der meerm: Maguazijnen uit hoofde evengezegd, zo zeer niet presseerende vermeend den onderget: inmiddels van de uitterste noodzakelykheid te weesen om den uitvoer van Tarwe of eigentlijk meel en hard brood door vreemdelingen, met alle rigueur tegen te gaan en dezelve daar mede niet te gerieven, dan voor zo veel zijlieden ter vervorderinge hunner voijagiën onontbeerlyk benodigt zijn, aangezien men in de præsente dringende Circumstantiën, niet voorzigtig genoeg zyn kan, zig zelfs buiten verleegendheid te houden.’
‘Den ondergeteek als de Eere hebbende een meede Lidt deeser vergaderinge te weesen, lecture gehad hebbende van het Rapport der naar de Mossel- en Plettenbergs Baaijen afgezonden geweest zijnde Gecommitteerdens vind denzelven de door hen gemaakte Schikkinge om de Tarwe die de ginder woonagtig zijnde Ingezeetenen nu staan in te ougsten, voor eerst in de Hut of Barak die voor de aldaar gedestineerde Bezettingen of Commando Militairen eigentlijk is geschikt te ontfangen en op te leggen ter tijd toe, dat hetzelve over zee van daar zal kunnen werden afgehaald welke zijn overlegd en begreepen; dog aanbelangende derselver voorstel, om zo tot het continueel bewerken en schoonhouden van het graan, als tot het afscheepen van hetzelve eenige LyfEijgenen derwaards te zenden, ten einde dat werk onder opzicht van een bequaam Perzoon te laten verrigten, zoude den onderget: /: onder Correctie :/ van gevoelen zijn, dat het beeter zoude weezen, daartoe een zeeker getal Hottentotten, dewelke aan dien arbeid gewend, en ongetwijffelt aldaar of elders te bekomen zijn zullen wierden gehuurd, en wel voornamentlijk om reeden dat Slaven tot het behandelen van koorn geenzints zo handig als de Hottentotten zijnde, men bovensdien gevaar loopt dat dezelve als daartoe dikwils geneegen, vooral wanneer ze zo verre van de hand zijn, de geleegendheid zullen komen waarneemen zig te absenteeren, en te gaan opdrossen en zulx gebeurende zoude daartoe het werk notoir verwaarloosd en het koorn vervuild, ja zelfs met ongedierte en kalanders bezet kunnen geraken, dan by aldien de Soldaten van het voorsz: Commando bij leedige uuren en tijden, dat zyl: wagt vrij zijn, zig beurtelings tot het bearbeiden van het Graan onder toezicht van derselven officier of een der onder officiers, wilden laten emploijeeren, zoude dit project naar des onderget: begrip voor alle andere te præfereeren zijn, en dezelve daarvoor een extra ordinair douceur kunnen werden toegelegd, door welk middel dan ook zoude zyn uitgewonnen de kosten, die anderzints tot het maken van een woninge voor den opzigter en syn volk zullen moeten werden aangewend: Terwijl op den tijd der inscheepinge eenige Hottentotten in huur zouden kunnen werden genomen, om het graan te brengen en te dragen naar het Vaartuig waarmede hetzelve naar boord moet werden getransporteerd.’
‘Edog zo wanneer Uwe Wel Edele Gestr en E Achtb: liever mogen verkiesen, een opzigter met het benodigd werksvolk in voorsz: Mosselbaaij te plaatzen, in dat Cas behoren de maatreegulen te werden genomen om hunL: zowel als de Militairen van leevensmiddelen te voorsien, terwijl wat aangaat het Bakken van brood voor derzelver dagelijxe Consumptie, daartoe zoude men zig van’t aldaar in voorraad zijnde Graan kunnen bedienen, gemerkt het denkelijk aan geen geleegendheid ontbreekt, hetzelve bij een der digst bij de Post wonende Landbouwers tot Meel te laten malen zulx het ‘er principaal op aankomt om hun: aan de verder benodigde Provisiën te helpen waartoe niet ondienstig zoude zijn, aan den opzigter den aanleg van een moestuin en inkoop van Slagtvee te permitteeren om het Volk daar mede te Spijzigen, en zoude als dan syn verschot, of het kostende van het vee, aan denselver uit S E Comp:s Cassa dienen te werden betaald: ondertusschen vermeend den onderget: met de billykheid over een te komen, dat aan gem: Opzigter om hem tot het getrouw waarneemen van sijn dienst zoveel te meer te encourageeren, al mede eenig voordeel zoude behoren te werden toegevoegd, zo als door opged: Gecommitt:s ten faveure van den opzigte in de Plettenbergs Baaij is uitgevonden, en provisioneel gereguleerd om de een met de andere eenigermaten gelijk te stellen, te meer dewijl denzelven in allen gevalle wanneer ‘er door desselfs agteloosheid en verzuim eenige Schade of bederf aan het Graan mogte werden toegebragt desweegens altoos verantwoordelijk en tot schade vergoedinge gehouden en verpligt zal moeten zijn.’
‘Zijnde inmiddels omtrend het oprechten van het gebouw of Maguazyn in de Mosselbaaij , waarvan meegem: Gecomm: onder approbatie van Uwe Wel Edele Gestr en E Agtb de aanbesteeding reeds hebben gedaan, by den ondergeteek: in opmerkinge gekomen dat de lengte en wydte van hetzelve tot berginge van Circa 6000 Mudden Tarwe waarop de Lading voor een Schip van 150 voeten werd gecalculeert, bepaald zijnde het nogthans beeter ware geweest, het bestek daarvan wat groter te neemen, om zo wanneer het onverhooptelijk quam te gebeuren dat het Schip ter afhalinge van Tarwe derwaards gezonden door het een of ander ongelukkig toeval verhindert wierd, ter gezette tijd of wel in’t geheel niet in voorsz: baaij aan te komen en het koorn als dan een Jaar langer in het Maguazijn zoude moeten blyven leggen, men in dien gevalle nog geleegendtheid en ruimte zoude hebben om weederom nieuw koorn in te slaan, waartoe anders geen kans zijn zal, of men zoude de Soldaten Barak weederom tot hulp moeten neemen, welke aanmerkinge den ondergeteek gemeend hebbende Uwe Wel Edele Gestr en E Agtb voor oogen te moeten stellen laat hij voorts aan derselver allezints door dringend oordeel gedefereerd of het nodig zij, ten dien oorzake in de Constructie van het voorsz: Maguazijn eenige veranderinge of nadere Schikkinge te maken, dog versoekt den ondergeteekende dat hetzelve van Houte blinden of zogenaamde jalousie vensters, moge werden voorzien, dewijl dezelve zeer nodig zijn, om door die vensters de versche lugt gestadig in’t Maguazyn te brengen ten einde de Tarwe min of meer koel en voor het broeien bewaard te houden.’
‘Den onderget: vertrouwende door het hierinne ter neder gesteld aan de geeerde intentie Uwer Wel Edele Gestr: en E Achtb: behoorlijk te hebben voldaan, heeft hij voor’t overige d’ Eere dezen te laten dienen voor ootmoedig bericht.’
’/: was get :/ T: C: Rönnenkamp /: in margine :/ overgegeven in Rade den [.....] Xbre 1786.’
En in aanmerkinge genomen weesende dat , hoe zeer de bijzonder gunstige dispositie der Hoog Edele Heeren Majores, vervat bij hoogst derzelver aanschreivens van den 28:e Julij 1785; zig daarheen strekt om de overvloedig Producten deezes Lands van de Ingezeetenen die geneegen mogten zijn, dezelve aan d’ E Comp:ie te leeveren / in te slaan, en na Europa te doen vervoeren; onder welke Producten voornamentlijk de Tarwe en Wijnen begreepen zijn, daar ongeacht het teegenswoordig ingeougst werdend Graan Gewasch zeer gezeegend komt te slagen, dog de zeedert eenige Jaren geheerscht hebbende schaarsheid in’t bijzonder gedurende het laatst Voorgaande Jaar, allen Voorraad bij de Ingezeetenen heeft doen Consumeeren het geen een ieder op een nieuwe aanvullinge doet bedagt zijn, mitsdien den overvloed der Tarwe niet verwagt kan werden tot dien overmate te zullen zijn gesteegen dat men, om den Landman daarvan te ontlasten boven dien nog ten minsten voor dit Jaar nodig zal hebben, zig van dat extra ordinair middel van uitvoer te bedienen: Dan dat aangezien op eenen Oogst van wijnen, die in het voorleeden Jaar heeft plaats gehad, en tot welkers vertier aan de part:e wijnkopers alhier de Wyngaardeniers nog geleegendheid gehad hebben na de vertoning van de Vrugt des wijnstoks, ook dit Jaar den Landman zig met eene overvloedige vendange vleien kan, en het wijnige vertier aan de vreemde Natiën geduurende het gepasseerde Jaar den voorraad der wijnen bij de part:ie wynkopers niet zeer kan hebben doen verminderen, waar door dezelve in staat zouden kunnen zijn gesteld, om op nieuw eenen inslag van wynen te doen, van die Consideratie dat men daar meede, alle voorzorgen zoude vinden ontruimd dewelke na d’ Intentie der Heeren Meesteren dienen te werden genomen, om tot het overtollige van dat product zig van den gestelden extra ordinaire uitweg te bedienen, waar door dan ook noodzakelijk geworden is, in tyds op die preparatiën bedagt te zyn, dewelke dienen moeten om zodanige overvloedige wijnen ter verzendinge te kunnen inslaan. Terwyl uit het voorsz: bericht van ged: Heer le Suëur nader is gebleeken, dat zig daartoe in’t byzonder drie zwarigheeden opdoen, als Namentlijk gebrek aan Vaatwerk, manquement aan de nodige bergplaats en de slordige behandelinge der wijjen onder de wijngaardeniers, Ten belange van welke twee eerstgem: door meergem: Heer le Suëur eenige middelen werden opgegeeven, dewelke egter voornamentlijk haar inzigt hebbende op den omslag die in het vervolg tot den ontfangst en verzending der wijnen op den duur werden vereischt, dog niet ontruimen kunnen de moeite die ‘er op dit tijdstip gevonden werd, om te prævenieeren de doleantiën die van de zyde der Wijngaardeniers zeeker zouden werden ontmoet ingevalle men op den aanstaanden tijd tot den inslag hunner overvloedige wijnjen buiten Staat zouden zijn, aan de daar heen Strekkende bestellingen der Heeren Superioren te beantwoorden:
Zo is na overweeging van het geene om in de gemelde gebreeken voor het momenteele te voorzien, immers in zo verre zulx doenlijk zal werden bevonden, best gedagt en verstaan, dat dewijl het niet raadzaam zijn zal, de wijnen die men uit de aanstaande vendange verwagt, en dus nieuw ingeslagen zouden moeten werden dadelijk te verzenden, maar daartoe prieferabel zijn, en wel altoos zullen moeten g’Emploijeerd werden, de zulke die reeds Een a Twee Jaren alhier hebben overgeleegen, om dat dezelve indien tusschen tijd, na den aart der Inlandsche Wijnen eene merkelijke veranderinge tot hare verbeeteringe hebben ondergaan ook bij de verkopinge in’t Patria zo veel te meer voordeel afleeveren kunnen overzulx van den voorraad zijnde wijnen na de Scheeps geleegendheid die ‘er voorkomen zal, en na mate dat men in staat zal zijn om het vaatwerk dat daartoe zal werden vereischt weeder geremplaceerd te bekomen zo veel na ‘t Patria zullen werden verzonden, als men zal bevinden zo na mogelijk te equipareeren aan het geene boven het ordinaire, zo tot S Comp:s omslag als om aan d’ Indiasch Eisschen te voldoen, de Wyngaardeniers zouden wenschen, dat nog als overvloedig ‘S Comp:s weegen wierde ingeslagen, ten einde hier door eenigermate te remedieeren het gebrek aan ruimte die tot eenen zodanigen inslag nodig is en dat voor zo verre zulx als als dan daartoe niet voldoende zoude mogen weesen, gem: Heer le Suëur als Keldermeester zal weesen gequalificeert om in de ontbreekende ruimte op de best mogelijke wijze provisioneel door het inhuuren van part:re Pakhuijzen, ofte anderzints te voorzien: Terwijl voorts, om mede uit het gem: gebrek aan Vaatwerk te werden gered, voor zo verre daartoe als het eenige aan handen zijnde middel zoude kunnen dienen het ligten derselve van de passeerende ‘S Comp:s Scheepen ook daarvan zal werden gebruik gemaakt onder eene zorgvuldige vermijding dat zulx niet verder ga als buiten ongerief der Scheepen tot het nodige drinkwater voor d’ Equipagiën zal kunnen geschieden, Zullende ten einde te kunnen weeten hoeveel men van zodanige overvloedige wijnen zoude wenschen dat ‘S Comp: weegen wierden ingeslagen, aan de wijngaardeniers bij publicatie van de voorsz: provisioneel genomene maatreegulen de nodige kennisse werden gegeeven, met byvoeging dat zij voor het einde van de Maand Maart aanstaande zullen moeten opgeeven hoe veel wijnen ieder van hun aan d’ E Comp:ie te leeveren zal hebben om alzo daaruit in tijds te kunnen opmaken welke quantiteit na aftrek van het geene zo tot S Comp:ie omslag in dit Gouvernement als ter voldoeninge aan d’ Eisschen voor d’ Indiën werd vereischt, en het geene zij ook aan de particuliere wijnkopers niet zouden kunnen, afzetten nog te verzending na het Vaderland, op den door de Heeren Majores beraamden voet S Comp:s weegen zoude dienen te werden ingeslagen om daartoe de verdere nodige middelen te kunnen in het werk Stellen.
En is verders om zo wel in de op handen komende perstijd, als naderhand altoos de zodanige de wijngaardeniers, welkers behandelinge in het perssen en verder prepareeren der wijnen niet met de vereischte attentie en zorgvuldigheid gepaart gaat, tot meerder oplettendheid en het verbeeteren hunner wijnen te animeeren, verstaan, dat na eene door Commissarissen uit den Raad van Justitie voor af gemaakte bepalinge der prijzen, op de differente Soorten der wijnen, zodat daarbij na de intentie van Hoogst ged: Heeren Meesteren, en de Colonist een ordentelijk voordeel komt te genieten, en de Comp:ie van de hulp die zij dezelve wel zoude willen bewijzen, niet een al te drukkend bezwaar hebbe, vervolgens bij den ontfangst der wijnen, na mate dat het geene men leeverd bevonden word de vereischte hoedanigheid niet te hebben, de prijsen onder ieder zoort derselve op dat geleeverde ook daarna zal werden vermindert terwijl alzulke wijnen als men ondeugend en ter verzending onbequaam bevonden zal, geheel zullen werden afgekeurd en van de hand geweesen.
Zynde om in het gebrek aan berg plaats en vaatwerk tot het inslaan van de gem: wijnen voor het toekomende zo veel mogelyk te voorzien, ten welken belange ged: Heer le Suëur bij desselfs berigt omtrend de middelen die sijn E proponeerd als dewelke geene geringe kosten na zig zullen Sleepen aan het einde die remarque voorsteld of men namentlijk dezelve op een vooruitzicht op zo onseekere omstandigheeden rustende, zal kunnen en mogen bewerkstelligen, met het geene verders daarop volgd, in Consideratie genomen dat dewijl de Heeren Meesteren om wijze reedenen begeeren dat de overvloedige Producten teegens eenen billijken prijs van den Landman zullen werden ingeslagen, het te laat zoude zijn, wanneer men, om aan dat oogmerk te voldoen, ende klagten der Ingezeetenen te stillen, op het tijdstip dat zulx zoude moeten werden uitgevoerd, zig nog van de Maguazijnen, nog van vaatwerk voorzien vond, gelijk hoewel de hier boven beraamde voorzorgen thans misschien wel eenigzints voor dit jaar bijkomen, maar met eenen ook voor het vervolg van geen Effect meer zullende kunnen weesen, mits dien daar toe in tijds de nodige voorsorgen zullen dienen te werden beraamd.
Dan vermits, zo wel meergem Heer le Suëur als Keldermeester, als voormelde Heer Rönnenkamp in de qualiteit van Dispencier, eenparig van oordeel zijn, dat om die wijnen en ook de Granen die men op de buiten gewone wijze van de Ingezeetenen zoude willen inslaan, te kunnen bergen, men als het beste en zeekerste middel de nodige Maguazijnen ‘S Comp:s weegen zoude dienen te doen Construeeren en dat daartoe het Terrain van de zogen:de oude zijde Spinnerij ongemeen wel geleegen en best voegelijkst konde werden g’Emploijeert, is hier omtrend aan de eene zijde in agting genomen, dat men zig voor als nog van dat gebouw bedienen moet om voor zo lange het Hospitaal niet volkomen in gereedheid zal zyn gebracht, een gedeelte der zieken in het zelve te plaatzen, zuls men door dies gemis in groot ongerief zoude geraken, intusschen dat wanneer de bij aanbesteeding onderhanden zynde vleugel van het Capitale gedeelte der Hospitaal voltooijd zal zijn de andere Vleugel van het zelve met de kerk meede op dezelve wijze bij aanbesteeding zoude kunnen werden opgebouwd, en dat dan het gedeelte, hetwelk anderzints voor de kerk dienen zoude, des noods zal kunnen werden g’Emploijeerd om eene goede quantiteit wijnen en granen te bergen waar door provisioneel te vermijden is, het voorsz: ongerief, waar in men door het Slegten van het gem: gebouw der zijde Spinnerij hoewel oud en bouvallig zijnde, zoude vervallen het welke ook in der tijd met beeter succes te onderneemen zal zijn, het Construeeren van bequame Maguazijnen op het door dat en andere oude gebouwen geoccupeerd werdend Terrain, tot het welke anderzints nog bij aanbesteeding nog door ‘S Comp:s Arbeiders voor het teegenwoordige mits het menigvuldig onderhanden zijnde werk, geen mogelijkheid te vinden zoude zijn, en dat aan de andere zijde, zo wanneer ook het gem: gedeelte der Hospitaal of de kerk als dan tot dat einde niet voldoende zal werden bevonden men voor zo lange tot de ontbreekende ruimte zal kunnen tragten van particuliere de nodige Pakhuisen in te huuren, of op de best mogelijke wijze te voorzien in welken tusschen tijd ook nader te ontwaren zal zijn, in hoe verre al ofte niet het opbouwen der Maguazijnen op het voorsz terrain dienstig ofte noodzakelijk weesen mogt.
Terwijl omtrend het gebrek van het nodige Vaatwerk voor de wijnen als welk gebrek na mate dat de abundantie van dat Product groot zij, ook meer en meer toeneemd, zonder dat men eenig middel aan de hand heeft om zig uit de verleegendheid daar van anders als door een toevoer uit het Patria te redden, aan de Heeren Majores nader zal werden vertoond dat eene spoedige en gestadige uitzending van een goede quantiteit zo na mogelijk zal werden gecalculeert en geeischt, met Eerbiedig versoek dat daar aan mag werden voldaan.
En is de verdere door meerm: Heer le Suëur bijgebragte vereischtens tot den vermeerderden omslag begreepen te zijn van dien aart, dat daar omtrend in de tijd na dat het de omstandigheeden vorderen Zullen, altoos de nodige bestellingen kunnen werden beraamd
Zijnde verders met betrekking tot het geene ged: Heer Rönnenkamp in sijn E berigt is komen ter needer te stellen in d’ eerste plaatze om de te meermalen geconsidereerde noodzakelijkheid dat men voor Een Jaar in advans van Tarwe in S Comp:s Maguazijnen voorsien blijve, goedgevonden zijn E: te qualificeeren, zo daar toe als tot het voldoen aan de Indiasche Eijsschen de opgegeevene quantiteit van 40‘000 Mudden in te slaan, zonder dat voor als nog raadzaam geoordeelt is, ten dien einde den ordinairen prijs der Tarwe te verhogen, dewijl eene nadere duurte van het Brood, die van alle andere leevensmiddelen niet alleen tot groot bezwaar voor de Comp:ie maar ook tot drukking van het gros der Ingezeetenen, op den teegenswoordigen voet zoude doen Continueeren, en dat in de teegenswoordige omstandigheeden zeeker te verwagten is, dat zo wanneer van Comp:s weegen eene vermeerdering van den prijs der Tarwe wierde toegestaan zulx al schielijk de zodanige der Ingezeetenen die zig op hoop van particulier gewin in een voorraad van hetzelve tragten te stellen, aanzetten zoude, om ter bereiking van hun oogmerk evenwel ten kosten der andere Ingezeetenen dien prijs al meer en meer gelijk men zulx ongeacht hiertoe voor als nog geen aanleiding gegeeven is op dit tijdstip ziet gebeuren te dien klimmen: uit welken hoofde dan ook dit middel buiten eene volstrekte noodzakelykheid zorgvuldig behoord te werden vermeid te meer gemerkt men om de gem: reedenen twijffelen moet, of zulx wel iets toebrengen zal om de bedoelde quantiteit Tarwe voor de Comp:ie magtig te worden, daar inteegendeel met meer reeden te verwagten is, dat door de Executie van het gestatueerde en voor als nog niet opgeheevene verbod teegen den uitvoer van Tarwe, Meel en hard brood, den voorraad binnen deeze plaatze toeneemende, en den prijs van het Brood voor de Ingezeetenen op hare nu weeder wel geproportioneerde mate gehouden werdende, zo veel te beetere het voorsz oogmerk zal kunnen werden bereikt:
mitsg: in de tweede plaatze verstaan, zo wel uit hoofde van de onwaarscheinlijkheid door ged: Heer Rönnenkamp geallegueert dat men voor eerst nodig hebben zoude ingevolge d’ordre der Heeren Meesteren tot den uitvoer van de overvloedige Granen, zig van de gracieuselijk gepermitteerde extra ordinaire geleegendheid te bedienen, als ter zake van het in Cas eene onverwagte overvloed hierboven overdagt middel tot berging der Tarwe gesurcheert te houden de maatregulen die daartoe in der tijd van dienst zouden moeten zijn
Terwijl in de derde plaatze, met opzigt tot de geene die in de Mosselbaaij zouden moeten dienen om het koorn door het gestadig omarbeiden teegen de schadelijke Insecten te præserveeren als slegts voor den korten tusschen tijd van drie a vier Maanden tot dat hetzelve van daar afgehaald werd Zullende moeten geschieden, waartoe men meend dat zeer bezwaarlijk de Hottentotten die zig doorgaans Continueel bij de Landlieden in dienst vinden te bekomen zoude zijn best gedagt en verstaan is daar toe te Emploijeeren de Zoldaten die in de gem: Baaij Successivelijk in bezetting zullen komen te leggen voor zolange dezelve Wagtvrij zijn om desweegens na mate van den tijd die ieder hunner daar aan besteeden zal hetzij bij uuren of dagen, teegens [.....] Stuivers ‘S daags te werden betaald, ten welken requarde meergem: Heer Rönnenkamp gequalificeerd is, niet alleen met den Heer Coll: Gordon tot deze betalinge de nodige Schikkingen te maken, maar om ook verder na een perzoon om te zien, die over dat werk, zo wel als over den ontfangst en afscheep der Tarwe toezicht zal kunnen houden ten einde vervolgens op die wijze te kunnen werden aangesteld, als men met ‘S Meesters Intrest, ende meeste besparinge zal vinden te behoren.
Zijnde in de vierde plaatze verstaan, het voor eerst bij den opbouw van een Maguazijn in de Mosselbaaij te laten berusten tot dat men nader zal hebben beproefd in hoe verre meerder geleegendheid tot het bergen van Tarwe aldaar van noodzakelijkhied zal zyn, als wanneer zulx ondervonden zijnde na de Constructie van het op te bouwene Maguazijn, hetzelve door bijvoeging van een ander Stuk zal kunnen werden verlengd.
En zal werden gezorgd om het gem: Maguazyn in de Mosselbaaij te doen voorsien van ramen met zodanige Schuins overhangende Plankjes als dienen kunnen om de lugt te doen doorspeelen en het inslaan van den reegen te beletten.
Voorts bij deeze geleegendheid in overweeging genomen zijnde, het plan door den gerepatrieerden Heer Adriaan van Schoor ontworpen en bij zijn E: vertrek van hier in geschrifte aan den Heere Gouverneur overgegeeven, ten doel hebbende om ‘S Comp:s weegen in te slaan al het Coorn dat hier te Lande werd ingeoogst en van hetzelve, zo wel d’ Ingezeetenen te gerieven, als de Indien te voorzien mitsg: het overvloedige na Europa te verzenden, zo is ten dien opzigte geconsidereert dat hoe zeer ook zo om in eene vaste verzeekering te kunnen weezen van den voorzorgen die men bij een Schraal of abundant gewasch tot heil der Ingezeetenen en het voordeel der E Comp:ie te neemen heeft, wenschelijk ware dat zulx konde werden geExecuteerd, egter behalven den zo zeer gehaten dwang die daar meede gepaart zoude moeten gaan om al het Coorn aan d’ E Comp: voor een gezetten prijs te leeveren, de Ingezeetenen hier toe niet te brengen zullen zijn, dan wanneer na verloop van verscheide Jaren onder eene duurzame vreede die den uitvoer voor Vreemde Natiën Continueel doet afneemen, de Landlieden geen mogelijkheid bespeuren, om hun Tarwe anders te kunnen quijt worden; en is niet te min verstaan het gem: Plan van de Heer van Schoor zo als het legt, alleen onder bijvoeging van de voorsz: Consideratie de Heeren Meesteren onder het oog te brengen.
En nadien door den Heere Gouverneur van den Equipagiemeester alhier is gevordert eene opgave van zodanige Vaartuigen, als van dienst zullen moeten zijn, tot het afhalen en Transporteeren der Tarwe uit de Mosselbaaij en het Hout uit de Plettenbergs baay herwaards, en uit de door ged: Equipagiemeester daarop ingedient bericht gebleeken is dat zo tot het voorsz Traject als andere diensten best te Emploijeeren is en ter deeser plaatze noodzakelijk zullen dienen te werden aangehouden, Twee Hoeker Scheepen en dat ook in’t byzonder tot den Slaven handel vereischt werden een Freguat Schip gebouwd op de wijze door hem Equipagiemeester opgegeeven mitsg: dat het permanent Freguat Schip de Meermin eerlang ter vertimmering naar’t Vaderland zal dienen te werden gezonden, waardoor men dan mits het verongelukken van het Hoeker Schip Catwijk aan Rhijn , alhier geheel van Vaartuigen zal weesen ontbloot zo is noodzakelijk geacht bij eerste geleegendheid onder overzending van het voorsz door den Equipagiemeester gedaan bericht, uit het Patria te Eijsschen Twee zodanige Hoeker Scheepen als denzelven Equipagiemeester opgegeeven heeft ende Heeren Superiore daarbij te verzoeken dat een Freguat na de gedetailleerde Constructie moge werden aangetimmert en in het aanstaande Jaar teegen het als dan na het Patria te versendene Schip de Meermin te verwisselen
De Wel Edele Hoog Achtb: Heeren Zeeventhienen bij hoogst derselven Brieff in dato 20 April des voorleeden Jaars hebbende gelieven te gelasten, dat tot nader aanschreivens onder de bepalinge bij een overgezonden Extract van haar Hoog Edelen resolutie onder dezelve dato gemaakt, van de ter rheede alhier verscheinende Scheepen, eenige Manschappen zouden werden geligt zo om te dienen voor het guarnisoen alhier, als om daar uit te formeeren het Maguazijn van Volk voor Indiën; Terwijl men zig alhier ontbloot bevind van eenen vereischten voorraad van geweeren en verdere Wapenen, tot het armeeren en dresseeren dier Manschappen: En in achting genomen zijnde dat voorheen met de Manschappen, die van de passeerende Scheepen door indispositie ofte anderzints hier verbleeven, tot derselver vertrek ook aan land wierden gebracht, derselver geweeren en verdere wapenen dog dat de Hoge Indiasche Regeering by hoogst derselver aanschreivens in dato 20 8bre 1785 op het voorstel daartoe van hier gedaan, hebben gelieven te approbeeren, dat tot voorkominge der abuisen die bij het afgeven van Militaire Wapenen aan de overheeden der uitkomende Scheepen wierden begaan en die telkens niet anders dan door veel Schreivens over en weeder moesten geredresseert worden de geweeren en verdere Wapenen aan alle de Militairen die aan deeze plaatse verbleeven, binnen Scheeps boord wierden gelaten, gelijk zeedert ook altoos in observantie gebleeven is, dog dat men door het aanhouden van de voorwaards gem: Manschappen thans noodzakelijk van geweeren en wapenen voor deselve moet weesen voorzien, zo is best gedagt en besloten voorthaan met de Manschappen die van ‘S Comp:s Scheepen volgens d’expresse monsterrollen derselve alhier zullen kunnen verblijven ook weeder een gelijk getal geweeren en derselver verdere wapenen te ligten, en dat hier over om de voorsz: reedenen de approbatie der Hoge Indiasche Regering zal werden verzogt.
Vermits men bij het op den 5:e deezer aan het Huis van den burger Adjudant Francois de Nekker, in den avond ontstane brant, door dewelke dat huis ten eenemaal in de Assche gelegt is geworden, heeft ontwaard dat, hoewel den iever van een meenigte daarbij toegeschotene Menschen, zeer veel toegebracht heeft, om te beletten dat het vuur ook de weedersijdsch daar naast staande dak huisen niet vernield, en verdere verwoesting veroorzaakt hebbe, egter eene zodanige Confusie in het beezigen der brandspuiten die wel voornamentlijk beletten moesten dat de Vlammen zig niet verder verspreiden heeft geheerscht, dat by aldien door ‘S Heemels gunstige beschikkinge het weer niet geheel stil en bedaard was geweest, maar inteegendeel een Z O:te of andere wind bijgekomen was, dien iever der meenigte zonder een dadelijk en spoedig Emploij der brandspuiten geenzints zoude hebben kunnen verhinderen dat op dat tijdstip de ysselykste vernielinge in dit vlek ware ontstaan, waaromme het dan ook ten uittersten noodzakelijk geworden is, de ordre tot het blussen van brand op eenen beeteren voet te brengen. Zo is goedgevonden en verstaan, Commissarissen uit den Raad van Justitie te qualificeeren, om met ende beneevens het Collegie van Brandmeesters te revideeren en examineeren het Placcaat in den jare 1762 op dat stuk g’Emaneert en aan deezen Rade op te geeven, alle zodanige verbeeteringen dewelke niet alleen bij alteratie ofte ampliatie van dat placcaat, maar ook anderzints tot de beste en spoedige Executie der middelen die tot de brandblussing dienen moeten en ook de verbeeteringen van die middelen zelve zouden kunnen werden ingevoerd en aangewend.
En nadien met het ingehuurd Schip Rhijnoord door den Cap:n van dien bodem Laurens Smit alhier zijn aangebragt Twee Mans Slaven, dewelke van d’ oostersche Natie zijnde onder het verbod leggen van herwaards niet te mogen werden overgevoerd en dat de verschrikkelijke gevolgen die men uit het gedogen van zodanige Mans Slaven alhier heeft beproefd, vorderen met alle zorgvuldigheid daar tegen te waken ten welken einde ook bij ons Eerbiedige Schreivens aan de Hoge Indiasche Regeering in dato 3 D:bre des gepasseerden Jaars versoek is gedaan dat het den overvoer van diergelijke Slaven verbiedene billiet moge werden gerenoveerd, dog ged: Capitain Smit is komen te betuigen, deese renovatie bij sijn vertrek van Indiasch Hoofdplaatze nog niet te zijn geschied en dus volkomen ignorant te zijn van een zodanig verbod waarom het dan ook eene hardigheid voor hem weesen zoude, bij aldien na inhoude van dat billiet de voorsz: Slaven wierden geconfisqueert; Zo is, om evenwel verzeekerd te zijn dat de meergem: Slaven op de eene ofte andere Clandestine wijze niet in deeze Colonie verblijven, best gedagt en verstaan dezelve onder bekendstelling op de Monsterrolle van het Schip de Maria , met dien bodem naar Batavia te laten overvaren, onder Eerbiedig versoek aan de Hoge Indiasche Regeeringe dat het hoogst deselve behagen moge die Slaven zo wanneer meerm: Cap:n Smit in de termen is, van de voorsz: ignorantie te kunnen pretendeeren aan zijne gemagtigdens aldaar te doen overgeeven, met eene dispositie omtrend de kosten van het Transport na hoogst derzelver believen, dan wel dat haar Hoog Edelens ten opzigte van dezelve Slaven anderzints zodanig gelieven te beschikken als vinden zullen te behoren. En dat even hetzelve met gelijk versoek zal werden geobserveerd omtrend zodanige Twee Slaven Jongens als door den Vaandrig te Batavia Johan Christiaan Sauerland aan het Lidt dezes Raads de Heer M: Jacobus Johannes le Sueur en den oud Coopman Joh:s Van Echten herwaards zijn overgezonden geworden.
Door den Eerw: Predikant bij de gemeente in’t Land van Waveren , Joh:s Ab:m Kuijs bij Request verzoek gedaan zijnde om vermits d’ Expiratie van sijn verbonden tijd behoudens qualiteit en gagie, neevens sijne Huisvrouw en Kinderen, met een der verwagt werdende retourscheepen deeses jaars te mogen repatrieeren; is zulx aan den zelven geaccordeert en zal mits dien aan de Wel Edele Hoog Achtb: Heeren Majores Eerbiedig werden verzogt, dat een ander Predikant voor dit Gouvernement mag werden uitgezonden ten einde de voorsz: gemeente weeder van een Leeraar te kunnen voorzien.
Vervolgens is op het daartoe door den Landdrost van Graaffe Rijnet , Maurits Herman Otto Woeke meede in geschrift gedaan verzoek, na overweeging der bygebrachte motiven, aan denselven gepermitteerd om den gezw: Clercq ter Secretarije van Justitie alhier te qualificeeren tot het beleggen der Enquesten en het waarneemen van alle zodanige Zaken als hij Landdrost ex officio voor den Raad van Justitie alhier te verrigten hebben zal.
Gelijk ook op het ingekomen Schriftelijk verzoek van den Landdrost en Krijgsraad der gem: Colonie Graaffe Rijnet verstaan is, de burgerlijke Exercitie aldaar Jaarlijx met den 1.9bre te doen begin neemen de welke dan even als in de andere buiten Districten gedurende Ses dagen zal moeten Continueeren om op den achtsten dag de revue te doen geschieden.
En is na resumptie der ingeleeverde Nominatie van Weesmeesteren alhier, uit de Twee voorgestelde Perzonen daartoe verkoren, Adam Gabriël Muller, ten einde voor den tijd van Twee Jaren bij dat Collegie zitting te hebben.
Zijnde verders aan den burger Cap:n Petrus Jesse Moller op syn ten dien einde gedaan versoek geaccordeert de vernieuwing der Erfpagt voor Vijfthien Jaren van een Stuk Land, groot Twaalff Morgen annex desselfs Plaats gen:d het oude Westhoff onder Tijger bergen , onder dit Caabse District geleegen, welk land als zodanig op den 29. 9bre 1771 aan den vorigen bezitter de gem: plaats den burger Joseph Wolmerans uitgegeeven is geweest.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Ronnenkamp
C. 174, pp. 109-119.¶
Woensdag den {17870117} 17 Jann:y 1787.
‘S namiddags ten half Ses Uuren
Heeden voormiddag het retour Schip de Schelde door Contrarie wind verhindert geworden zynde de ordinaire legplaatze op deze Rheede te bereiken en dus daar buiten het Anker hebbende laten vallen, mitsg: van daar ingevolge het geresolveerde ter vergaderinge van den 27. December Jongstleeden, door Twee Leeden des Raads afgehaald en alhier in een wenschelijken Staat van gezondheid aangeland weesende, den wel Edelen Groot Achtb: Heer Adriaan Boesses, Raad Extra ordinair van India, mitsg:s Commissaris over dit Gouvernement, die op het Zeehoofd door den Edelen Heer Gouverneur neevens alle gequalificeerdens zo van S Comp: Dienaren als uit den burger Stand, gerecipieert en vervolgens tusschen de in het geweer Staande Burgerije mitsg: het Regiment van Meuron na het Casteel /: binnen het welk ook het Corps van den Heer Collonel Gordon in ordre gerangeert stond :/ begeleid wierd; is syn wel Edele Groot Achtb: aldaar in desselfs hoge Caracter door alle de voorschreeven gequalificeerdens en zo meede door de respectiven officieren uit de gemelde onderscheidene Corpsen gecomplimenteert. Na welker vertrek zijn wel Edele Groot Achtb: dadelyk Sessie in deezen Rade nam, en daar in open leide de Commissie waarbij door Haar Hoog Edelens de Hoge Indiasche Regeering tot Commissaris over dit Gouvernement is benoemd en aangesteld geworden, luidende
M:r Willem Arnold Altingh, Gouverneur Generaal en Raaden van weegens den Staat der verEenigde Neederlanden en de Neederlandsche G’Octroijeerde Oost Indische Comp:ie in India!
‘Allen den geenen die deezen zullen zien ofte horen leezen Salut; doen te weeten.’
‘Nademaal in Raden van India op den 5 7bre laatstl: goedgevonden is ter occasie dat thans als Admiraal over de Retourvloot naar Neederland Staat te vertrekken, de Heer Raad Extra ordinair van Neederlands India Adriaan Boesses door sijn Edele teffens te doen visiteeren het Caabsche Gouvernement ten einde naar de Intentie der Heeren principalen, niet alleen al zeedert den jare 1656 af hiertoe geleegen hebbende, maar ook bij hoogst derselver brief van den 24 Maart 1695 nader ten opzigte der van hier repatrieerende Leeden deser Tafel uitgedrukt aan haar Edele Hoog Agtb: bij sijn arrivement in Neederland te kunnen doen, een distinct bericht van den toestand der zaken aldaar.’
‘Zoo is ‘t dat wij gem: Heer Boesses om denzelven daartoe des te beeter in Staat te stellen, door deezen onzen openen brieff en Commissie authoriseeren en Committeeren als onzen expressen Commissaris ten voorm: gouvernemente met zodanige macht en authoriteit als aan de Commissie bevorens geaccrocheert is geweest, om uit onzer Name gedurende zijne aanweesen aldaar het opper gezag waar te neemen en voorts met Advijs van den Gouverneur en Raad aldaar zodanige ordres te stellen, als in al zulke Commissie toestaat en betaamt mitsg: voor den dienst van de Comp: onder de nadere approbatie deezer Regeering of aan de Heeren onze principalen zal werden nodig geoordeelt.’
‘Gebieden en beveelen wij dierhalven den Gouverneur Cornelis Jacob van de Graaff of die geene die ter verschijninge van den gem: Heer Boesses het gezag aldaar zoude mogen voeren nevens den Raad ten voorm: Gouvernemente mitsg:s en verdere onderdanen en of buiten den dienst van d’ E Comp:ie onder derselver gehoorzaamheid aan de Caab bescheiden zijnde niemand uitgezondert den meergem: Heer Boesses als onzen Commissaris te erkennen te Eeren te respecteeren en te gehoorzamen, als ook tot de uitvoering van deze sijne Commissie alle hulpe en bijstand met raad en daad na vermogens te bewijzen, op den Eed waar mede een iegelijk aan de Generale Neederlandsche G’octroijeerde Oost Indische Comp:ie verbonden is alzo wij zulx ten dienste derselve ende tot nakominge der ordres onzer voorsz: Heeren principalen zodanig bevonden hebben te behoren.’
’/: onderstond :/ Gegeeven in’t Casteel Batavia op het Eyland Groot Java den 17 October 1786: /: lager den Gouverneur Generaal van Neederlands India /: was geteekend :/ W: A: Alting /: ter zijde stond :/ S Comp: Cadet in rode lacque gedrukt /: en daar onder :/ ter ordonnantie van welmelde hun hoog Edelheeden /: en geteekend :/ D: D: van Haak p:l Secret:s’
Waarop sijn Wel Edele door den Edelen Heer Gouverneur van weegens het geheele Lichaam des Raads zo met desselfs gelukkig aankomst ter deezer plaatze als gedistingueert Caracter wierd gefiliciteert onder verzeekering dat men zig verheugde een Heer van sijn Wel Edele verdiensten geduurende den tijd van desselfs verblijf alhier aan het Hoofd deezer Regeering gesteld te zien en onze behandelinge der Zaken aan sijn Edele te zullen mogen open leggen en verdere betuiging hoe men zig flatteerde dat sijn Edele uit die behandeling ontwaren zoude dat wij nog moeite nog vleit gespaard hadden, om in d’ eerste plaats het groot poinct de eenigheid namentlijk in deeze importante Colonie, zo veel mogelijk te doen herleeven en waarin wy dan ook Gode zij dank in zo verre ware geslaagt als syn Wel Edele hier teegenswoordig zijnde van nabij zoude kunnen nagaan, mitsg:s in de Tweede plaatze, zo veel zulx in onze magt en vermogen was geweest het defensie weesen alhier te verbeeteren en de grondslag leggen om hetzelve in der tijd tot den zo zeer gewenschten Staat te verkrijgen dat voorts met geen minderen iever was behartigt zo wel al wat omtrend het finantie weesen deezes Gouvernements met het meeste voordeel en Vrugt uit te voeren was geweest, al het geene te bevordering van het geluk en den voorspoed der Burgerije en verdere opgezeetenen dezes Lands verstrekken konde
Verzoekende wijders dat sijn wel Edele ons met desselfs ordres en salutaire raadgeevingen voor het toekomende zoude willen vereeren onder Eerbiedige verzeekeringe dat wij Sijn Wel Edele Hoge Waardigheid steeds respecteeren en desselfs beveelen Schuldpligtig nakomen zoude.
Het geen wel opgem: Heer Commissaris en Admiraal der Retourvloot met alle affexie en vriendelijkheid geliefde te beantwoorden onder betuiging dat hem niets aangenamer kunnende weesen als ter deezer plaatze te zijn aangekomen in een tijd dat men de eenigheid alhier zag herleeven, Sijn wel Edele ook zeer gaarne wenschte te kunnen mede werken om voor zo veel daar aan nog zoude mogen ontbreeken dezelve nader en volkomen te bevestigen. Dat betreffende de verbeetering van het defensie weesen Sijn Edele reeden had in een Seekere vertrouwen te berusten, dat omtrend hetzelve niets wierd verzuimt maar in teegendeel alles wat mogelijk is toegebragt en verder uitgeoeffend zoude werden door een permanent hoofd Gebieder, die in de Neederlanden door Sijne kunde reeds veel roem had verkreegen en van dewelke met de daar neevens gepaartgaande werkzaamheid, de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren om de aangeleegendheid dezer possessie zig al het gewenschte Vrugt beloven konden. Dat daar de Maatschappij door de geleedene heevige Rampen van den laatsten oorlog thans meer dan ooit den iever en waakzaamheid hare Ministers en Bediendens op alle Plaatzen nodig hadden omtrend al het geene het redres harer finantiën betroff, syn wel Edele met het uitterste genoegen vernam dat men zig tot het zelve ook alhier benaarstigde en niet twijffelde of sijn wel Edele zoude ook daarvan in de visitatie de blyken en preuven komen te ontmoeten. En dat eindelyk belangende het heil en den voorspoed der burgers en verdere opgezeetenen, niet als met de grootste aangenaamheid bij syn Wel Edele zoude werden ontwaard, dat zulx bij de Regeering alhier wierd ter harte genomen. En geliefde Sijn Wel Edele verder daarbij te voegen dat desselfs Commissie met geen meerder Vrugt voor de Maatschappij en Vermaak voor zig zelfs zoude kunnen uitvoeren, dan wanneer ook reciproque door wel gemelde Heer Gouverneur en de verdere Leeden des Raads met derselver welmeenende Raad mogt worden ondersteund.
Waarna meer wel gemelde Heer Commissaris en Admiraal geliefde over te leggen de zeer geëerde Letteren door Hoogst gedagte Heeren der Hooge Indiasche Regeeringe aan Sijn wel Edele, mitsgaders den Heere Gouverneur en deezen Raad gerigt gedateert 20 October 1786, welke geleezen zijnde, is verstaan de beantwoordinge der zelve tot nader uitgestelt te laten.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] A: Boesses
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 120-123.¶
Woensdag den {17870124} 24: Jann:y 1787.
præsent den wel Edele Groot Achtb Heer Commissaris Adriaan Boesses mitsg: den Edelen Heer Gouverneur en alle de Leeden.
Den Capitain ter zee Jacob Weedelaar den welken in gevolge van de Hoge Indiasche Regering bij hem geobtineerde permissie om behoudens qualiteit en gagie te mogen repatrieeren met het ingehuurd part: Schip devan Batavia alhier aangekomen en verbleeven is, ten einde met een der Comp:s retourneerende Scheepen zyn Rheis naar Neederland voort te zetten bij Request verzoek gedaan hebbende, om mits gebrek aan geleegendheid met ‘S Comp:s eigene Scheepen zijne gem: reize, neevens desselfs huisvrouw en kind in diervoegen behoudens qualiteit en gagie, als zulx door hoogst gem: Indiasche Regeering aan hem is toegestaan, te mogen vervorderen met het ingehuurd part: Schip Rhijn Oord , zo is zulx aan denzelven geaccordeert, mits zig gedragende naar de Cherte partij door d’ E Comp:ie met de Rheeders van dien bodem aangegaan. En is verstaan, dat desselfs gagie heeft Stil gestaan van den 1 8bre jongstL:, dat van voorm: Schip Jacoba Maria en Lucia Theresia alhier is verbleeven tot heeden dat weeder op het voorsz Schip Rhijn Oord zal overgaan.
Onder hoedanige mits van zig naar de Cherte partij te moeten reguleeren ook aan de jonge Dogter Anna Christina Langenberg op haar Schriftelijk verzoek is toegestaan, om zig onder het opzigt van voorsz: Zee Cap:n Weedelaar met ged: Bodem Rjhijn Oord na Neederland te rug te mogen begeeven.
Zijnde ook aan den Cap:n van meerm: Bodem Rhijn Oord , Laurens Smit, daartoe insgelijx bij Request versoek gedaan hebbende gepermitteerd met zig naar het Vaderland te mogen mede neemen Syne alhier gehuuwde Huisvrouw Maria Magdalena Janssen.
En is aan den met het ingehuurd part: Schip Maria uitgevarene ondercoopman Leonard Robbert Jacob van Hasselt, op sijn mede bij Request gedaan versoek gepermitteerd om mits syne indispositie ter herstelling Sijner gezondheid tot nadere Scheepsgeleegendheid onder Stilstand van gagie alhier te mogen overblijven.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] A: Boesses
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 124-152.¶
Vrijdag den {17870126} 26 Jann:ij 1787.
‘S voormiddags præsent den Wel Edelen Groot Achtb: Heer Commissaris Adriaan Boesses, mitsg: den Edelen Heer Gouverneur en alle der Leeden.
Door de Heer Collonel Robbert Jacob Gordon wierd in Rade overgegeeven een korte remonstrantie nopens den Staat der Infanterie Wapenen in dit Gouvernement luidende woordelijk als volgt
‘Den ondergeteek: heeft d’ Eere bij deeze geleegentheid van het aanweezen van den Edelen Heer Commissaris Boesses in dezen Rade nogmaals Sijne grievende bekommering voor te dragen, over den allerslegtsten Staat van de Infanterij wapenen of zogenaamde Wapenkamer in dit Gouvernement, hij verzoekt dus ten ernstigsten dat tot eene spoedige voorzieninge hier in en ter sijner dekking en verantwoording als hoofd van ‘S Comp:s Militie dit volgende in de Notulen mag worden geinsereert en aan de Heeren Majores overgezonden, namentlijk dat toe hij in de Maand Maart 1780 Sijn Post als pro Interim aanvaarde, hij ten eersten de wapenen onderzogt en dezelve in een zeer slegten Staat bevond, dat hij zulx den toenmalige Edelen Heer Gouverneur van Plettenberg voordroeg, met aandrang tot verkrijging van solide Wapenen, even als onze Hollandsche Gardes Regimenten Infanterij, egter met deeze kleine en hier te lande aller nodigste verbeeteringe te weeten dat de notebomen Laden omtrend de beugel wat steeviger dienden te zijn, door dien dit Hout door deze hete en droge lugtstreek meer tot Splijten geneegen is als in Europa en dus de kolven door de behandeling van het geweer ligt afbreeken, dat den Edelen Heer Gouverneur hem na eenigen tijd grote hoop gaaff, dewijl denselven de tijding ontfangen had, dat ‘er voor eerst reeds Twaalf Hondert geweeren als ‘er geeischt waren, gekist en in gereedheid lagen om hier na toe gezonden te werden, zijnde zulx zeeker door de opkomende Oorlog verhindert geworden dewijl men er verders niet van gehoord heeft. Den ondergeteekende heeft dus hier neevens nog te observeeren, dat dewijl ‘er thans een sterker Guarnisoen alhier is, en een pijpiniere van Soldaten Staat te komen, men in dit importante Gouvernement ten minsten Ses Duijzend goede geweeren even als die van de Infanterij van den Staat, alhier op de Wapenkamer in voorraad diende te hebben, gecalculeert na de nodige Sterkte van het guarnisoen en de burgerij’
’/: was geteek: :/ R: J: Gordon hoofd der militie /: Cabo den 25 Jann:ij 1787.’
Na welkers lecture en overweeging van de aangeleegendheid dat op de wapenkamer alhier een voorraad van wapenen gevonden werd, geproportioneerd na de sterkte zo van het Guarnisoen als van de Burgerije nadien de laatste zig wel voorzien vindende van hare eigene wapenen, egter mede een reserve behoord te hebben, waaruit zij voor zodanige hunner geweeren die onder het gebruik in Cas van nood defect komen te geraken, dadelijk weeder van andere kunnen werden voorzien, den Heere Gouverneur geliefde te declareeren dat aan de Wel Edele Groot Achtb Heeren Bewindhebberen tot de Secreete Commissie laatst in het gepasseerde Jaar 1786 niet alleen was berigt dat van de 1200 stux Snaphanen, om dewelke reeds in het Jaar 1780 was verzogt en dewelke volgens de daarop ontfangene aanschreivens ook wierden te gemoed gezien, nog geen alhier ontfangen waren, maar ook nader versoek was afgegaan, om alhier na mate dat de Sterkte van het Guarnisoen toeneemen zoude van een Voorraad geweeren te mogen werden voorsien, om uit deselve wanneer het ogenblik zulx vorderde, en het Guarnisoen en de Burgerije voor de defect rakende weeder te kunnen wapenen:
Zo is best gedagt aan het versoek van voorsz: Collonel Gordon te voldoen en dat van zijn E voorsz: Remonstratie bij eerste bequame geleegendheid aan de Heeren der Secreete Commissie, zal werden gebruik gemaakt, mitsg: hoogst dezelve op het Eerbiedigst nader verzogt om de spoedige voorzieninge der Wapenkamer van eenen noodzakelyken voorraad aan geweeren.
Na het welke door den Heer Gouverneur aan den wel Edelen Heer Commissaris wierd open gelegd dat door ged: Heer Collonel Gordon aan Sijn Edele te kennen gegeeven was, hoe de vermeerdering van het Guarnisoen in zo verre hetzelven slegts tot de teegenswoordige Sterkte was gebragt en het bijkomend dessein der Heeren Majores om alhier aan te houden eene pepeniere of Maguazijn van Militairen voor d’ Indiën, niet alleen vorderde dat wil men aan d’ eene zijde in Staat zijn om de Militairen van het guarnisoen Steeds onder een goede discipline houden, en de vereischte attentie en accuratesse op hunne dagelijx vermeerderen Wagtposten doen onderhouden en aan de andere zijde ook zodanige Militairen die het Maguazijn zoude moeten uitmaken, behoorlijk doen dresseeren, en in de dagelijxe Exercitiën Continueeren tot dit een en ander een geproportioneerd getal officieren wierd vereischt
Dat wel bij besluit deezes Raads in dato 4 Aug: des voorleeden Jaars zo door de bevordering van den Cap:n de Lille tot Major als om den geheel debilen Staat en hogen ouderdom, van den Cap: Warneck, mitsg: de Zwakheid en ouderdom van eenige andere officieren op gunstige approbatie der Heeren Meesteren waren aangesteld Twee Capitains en nog een Cap:n Lieut:, dan dat zeedert ingevoerd zijnde de dagelijkse beweegingen en Exercitiën der Militairen, de bijeenkomst der wagt Parade, het vermeerderen en uitzetten van veele noodzakelijke wagtposten, het Exerceeren en dresseeren der Recruten van het Maguazijn, hij Heer Collonel bij dien dienst hetwelk door sijn E Corps als door het Regiment van Meuron thans op eenen egualen voet wierd verrigt, en onvermydelijk moest werden onderhouden nader ondervonden had, dat het teegenswoordig getal der Cap:n Lieut:, gemerkt de zwakheid en ouderdom mitsg: dagelijks tusschenkomende ziekte van Sommige bij syn E: Corps gehorende Capitains, dewelke telkens verhindert wierden dien dienst waar te neemen, laat Staan dat dezelve zig in Staat zouden bevinden om Expeditiën uit te voeren tot dewelke active en gezonde Lighamen wierden vereischt daartoe volstrekt niet toerijkende was en dat daar bovendien het getal der Capitains en Capitain Lieut: bij het Regiment van Meuron en dat van het Corps van hem Heer Gordon in evenreedigheid van ieders sterkte grotelijx differeerde zulx d’ officieren van sijn E Corps, die tot verscheide detachementen in het bijzonder moesten werden g’Emploijeerd en des niet te min in proportie van het vorige Guarnisoen hunne tourbeurten tot den dagelyxen dienst waarneemen moesten, moedeloos maakte in Steede van zig aangespoord en opgewekt te vinden, tot het betonen van eenen noodzakelijken lust en iever in den dienst bij welken ongeEvenreedigden en moeijelijken dienst dan ook nog eenige dier officieren tot het dresseeren der Recruten voor het Maguazijn moesten werden g’Emploijeerd.
Dat gem: Heer Coll: dierhalven aan hem Heere Gouverneur hadde voorgedragen de onvermydelijke noodzakelijkheid om op nieuws eene promotie te doen van drie Capitain Lieutenants, bij zijn E: Corps en eene optreeding en aanstelling van drie ander mindere officieren tot denselver plaatsvulling.
Dat meergem: Heer Collonel Gordon ook al verder bij hem Heere Gouverneur had geinsteert op de aanstelling van nog een onder Major, denwelken thans by de geene die ter vergaderinge van den 17 Maij des voorL: Jaars in dien post was gesteld, wierd vereischt gelijk men als ter dier tijd wel reeds geoordeeld hebbende dat de verrigtingen van dat Ampt op den gereegelden voet tot welken den militairen dienst toen stond te werden gebracht en zeedert ook ingevoerd is, door geene een perzoon alleen waar te neemen zoude zijn, egter daarmeede heeft gesupercedeert tot tijd en wijle dat den dagelijxen dienst volkomen op den vereischten Militairen voet ingevoerd weezen zoude:
Dat hij Heere Gouverneur hoezeer ook van de noodzakelijkheid der voorsz: door ged: Heer Collonel Gordon gedane propositiën en instantiën gepersuadeert egter om de verkeerde opvattingen der teegens het onvermijdelijken van dien by degeene dewelke de uitgestrekheid van de locale positie alhier niet kennen, zoude kunnen werden gemaakt zo dra van de aanstaande komst van welopgemelde Edelen Heere Commissaris geinformeerd geworden was, gesupercedeert had, eene voorstellinge daarvan aan deezen Rade te doen, op dat meergem: Wel Edelen Heere Commissaris zig van nabij daarop zouden mogen informeeren en het meerder gerustheid der Heeren Meesteren in hetzelve te werk te gaan na het geene syn Wel Edele zoude oordeelen voor het belang der Maatschappij te behoren, met verzoek dat zyn wel Ed na bevinding en het gevoel hier van de propositie aan den Raad zoude gelieven te doen.
Op het welke wel opgemelde Heere Commissaris betuigd, dat sijn Edele zig gedrongen vond, inde teegenwoordige omstandigheeden der Maatschappij de besparinge voor haar ten aller Striksten te betragten en ook niet konde aflaten deesen Rade aan te beveelen om zulx steeds in het oog te houden, hoe wel nog geen reeden gevonden had zig van hare zijde over het teegendeel te beklagen, dat het gevoel van deese pligt syn Wel Edele wel schromelijk maakte, om eene propositie aan den Raad te doen, dewelke in den eersten opslag bij de Heeren Meesteren zoude moeten voorkomen als direct daar teegen aan te gaan, dan dat sijn Wel Edele niet minder begreep welke belang de Maatschappij bij de defensie deeser plaatze had, en hoe den gereegelden militairen dienst, daar mede onafscheidelijk gepaart ging. Dat dierhalven dewijl syn Wel Edele uit eene korttijdige bijwoning en naspeuring van den dienst alhier en de persuasive reedenen door ged: Heer Coll: Gordon bijgebragt maar ook voor al dan de overtuiging van den Heere Gouverneur zelve, als eene Compleete kunde en doorzicht daarin hebben, komende zig wel voor zo veel sijn Wel Edele betroff gepersuadeert vond dat om de goede ordre in gem: dienst na vereisch te onderhouden, de bedoelde promotie niet te menageeren zoude zijn, en dierhalven dezelve aan den Raad quam voor te dragen.
Dan dat zijn wel Edele alle de Leeden niet minder aanbeval om derselven Advijs in deesen uit te brengen na dat zij zulx uit eigen overtuiging van ieders pligt zouden vermeenen te moeten doen.
En door de gezamentlijke Leeden daarop eenparig betuigd zijnde dat een ieder van hun ten vollen bewust was, hoe eenige der Capitains zig tot active diensten volstrekt buiten staat bevonden, dat den Militairen dienst, zo als die voor heen wierd waargenomen, en bij dewelke door manquement aan officieren veel moest werden verwaarloost, in verre na niet te compareeren was bij het geene daar inne thans wierd geobserveerd dat zij zig mede volkomen overtuigd vonden, dat al het geene daaromtrend nieuw was ingevoerd niet alleen noodzakelijk was, maar dat door de locale situatie deezer plaatze en het omleggend gebergte dan wanneer het Guarnisoen met believen der Heeren Meesteren, Successivelijk zoude werden vermeerdert nog veel meerder ommeslag tot het bewaken van alle accessen zouden werden vereischt. En dat daar de dagelijxe zorgvuldige en attente Occupatiën van den Heere Gouverneur de leevendigste preuven gaven van het gevoel met het welke sijn Wel Edele Steeds over de aangeleegendheid deese possessie voor de Maatschappij, Ja voor de Repbulicq zelve, is aangedaan aan het welke gem: Heer Collonel Gordon ook met allen mogelijken iever beantwoorde, zij alle als van militaire kunde ontbloot weesende geen de minste reeden hadden om te twijfelen of het door den Heere Gouverneur aan sijn Wel Edele geproponeerde voorstel van meergem: Heer Collonel Gordon was allezints overeenkomstig met het belang der Maatschappij.
Zo heeft men met eenparigheid van stemmen niet kunnen ontgaan op approbatie van hoogst ged: Heeren Majores aan te stellen den Capitain onder het Regiment van Meuron Andre Urbain Henrij Niepe, tot onder Major bij het Guarnisoen, op gelijken voet /: alleen op de Emolumenten en provisioneel zonder eenig verder Tractement :/ als ter vergaderinge van den 17 Maij de A:o pass:o omtrend den onder Major Bleumer is geschied.
mitsg: tot Cap Lieut:, de Lieutenants Johan Fredrik Wilsnach Bernardus Cornelis van Balen en Johannes Blesser, met de maandelijxe gagie van ƒ60.-
Voorts in plaats van dezelve tot Lieut:s de Vaandrigs Thomas Schoemacher, Lambert Floris van Wijnbergen en Christiaan Lodewijk Kandler met de gagie van ƒ50 ter Maand.
En laastelijk ter vervullinge van dezelve nog op expresse voorstellinge van den Heere Gouverneur tot Vaandrigs, de Cadets Robbert Gordon, Ferdinand Hendrik Schultz en Frans Reijnhard Bresler, met een Maand geld van ƒ40 ieder en alle onder een nieuw verband van Vijff Jaren.
En wierd vervolgens door den burger krijgsraad bij Request te kennen gegeeven, dat onder de Inwoonderen deezer plaatze gehorende een aantal van zodanige Perzonen dewelke, Schoon buiten Slavernije geboren, maar niet uit gewettigde Huwelijken voort gesproten zijnde al van ouds hunnen dienst neevens de burgers niet hebben kunnen presteeren, en egter ook niet te brengen zijn onder de zulke, die zig direct uit Slaafsche dienstbaarheid ontslagen vinden en nopens Constante gewoonte tot den dienst bij de brandspruiten werden gebruikt gem: krijgsraad mitsdien reeds lange bedagt was geweest om een middel, door hetwelke deese nog tot de eerste nog tot de tweede Classe der Inwoonderen gehorende Menschen, op eene gevoeglijke wijze hunnen dienst ter algemeene bescherminge en ter nutte der Maatschappij zoude kunnen toebrengen en geoordeeld had dat van de weerbare Mannen onder dezelve zoude kunnen werden opgerecht een Vrij Corps ofte Compagnie op zodanigen voet, als gem: krijgsraad bij een neevens het gem: Request gevoegd plan as komen voor te dragen met versoek dat daarop zodanig mogt werden besloten als deesen Raade oordeelen zoude te behooren:
Zoo is, na resumptie en overweeging van het voorsz: Request en bijgevoegd plan goedgevonden en verstaan dien voordragt van gem: krijgsraad te approbeeren, en dezelve teevens te qualificeeren om bij affixie van Billietten op eene met de billijkheid overeenkomende geld boete de geene onder de voorsz: Classe der Inwoonderen, die in staat zijn zullen de Wapen te voeren, te stellen onder de verpliging van zig binnen zeekeren te bepalene Convenablen tijd bij den Secretaris der Burgerije te doen enrolleeren, ten einde vervolgens onder het voorsz: bedoelde Vrij Corps te werden gebragt, ende diensten te verrigten die men oordeelen zal dat Corps kunnen opleggen.
Zullende overeenkomstig het voorsz: Plan de officieren en onder officieren bij dat Corps bestaan uit die geene die in eenen enkelen graad minder onder de Burgerije dienst doen, zo dat de oudsten Lieutenant der Burgerije zal zijn Cap:n den oudsten Sous Lieut: van gem: burgerije Lieut: effectief en den oudsten Vaandrig derselven Burgereije Sous Lieut: onder dat Corps, mitsg: den Vaandrig bij hetzelve uit de Burgers nieuw werden aangesteld, welken laatsten dan weeder na sijn ancienniteit onder de officieren der Burgerije invallen zal.
En zullen voorts de Vier oudste Corporaals uit de burgerije zyn sergeanten by het gem: Corps mitsg: den Vaandel Jonker by verkiesing van den Capitain, en de Corporaals mede provisioneel bij verkiesing van den Cap:n op approbatie van de Regeering werden aangesteld.
Met dien verstande nogthans dat de gem: officieren niet altoos aan dat Corps zullen blyven geattacheert, maar nadat het openvallen van een der officiers plaatsen, het zij onder de burgerije of onder dat Corps, zulx zal meedebrengen de verwisseling derselve zal moeten geschieden, na de bepaling hiervoren gemaakt.
En is verders verstaan het meergem: Corps onder Eede te neemen, en dat hetzelver de Exercitie verrigten ende revue passeeren zal, op den gewonen tijd dat zulx door en omtrend de Burgers geschied: terwijl hetzelve bij het rangeeren der burgerije onder de wapenen zig altoos zal moeten plaatzen aan de linker vleugel van d’ Infanterije, en de togten en wagten verrigten, in diervoegen als zulx door gem: krijgsraad nader zal werden gereguleert.
Door den koopman en geweezen pro Interim Opperhoofd van Kassimbasaar , de Heer Leonard Verspijk, die van Bengalen onder eene aldaar gepasseerde verbintenisse van ter deezer plaatze de dispositie der Hoge Indiasche Regeeringe over syn E: te zullen afwagten, herwaards overgekomen en behoudens Rang en qualiteit alhier verbleeven is, in geschrifte te kennen gegeeven zijnde dat zig aan haar Hoog Edelens hoogstgem: Indiasche Regeering bij Request geaddresseerd en om sijne directe verlossing versogt had, met versoek thans dat vermits syn E: hoopte dat tot het toestaan van desselfs vertrek de nodige qualificatie zoude gekomen zijn aan hem permissie mogt werden verleend om neevens sijn Vrouw op een der retourbodems de reize naar Neederland voort te zetten, met weeder Coursneeming sijner gagie, mitsg: meede voering der ordinaire bagagie, ende zulx ter zake den verbonden tijd als koopman reeds tweemalen had uitgedient.
Ten welken belange den Wel Edelen Groot Achtb Heer Commissaris dezer Gouvernements aan dezen Raade geliefde te Communiceeren, dat ingevolge de door de Wel Edele Groot Achtb: Heeren Zeeventhienen daartoe verleende Concessie door de Hoge Indiasche Regeering bij provisie, tot dat het nader goedvinden van hoogst gem: Heeren Majores vernomen zoude zijn, besloten was, om de Dienaren om de west van India bescheiden te laten thuis varen onder het stellen van dubbelde Borgtogt buiten zodanige precautie, als de Ministers na ieders Staat zouden oordeelen.
Zoo is Conform het præadvis van welopgem: Heer Commissaris, goedgevonden en verstaan aan gem: Heer Verspijk zyn versoek te accordeeren in zo verre denzelven zal kunnen aantonen de gem: dubbele Borgtogt te Bengalen voor syn vertrek vandaar te hebben gesteld, ofte wel dat sijn E: bij ontstentenisse van eenig bewijs dien aangaande deselve borgtogt alhier nog kome te Stellen.
Den alhier van het Deensch Schip Lucia Æmerentia overgebleevenen Lieut: in Engelsche Comp:s dienst Purefoij bij Request verzoek gedaan hebbende om met het ingehuurd particulier Schip Rhyn Oord van hier naar Neederland te mogen vertrekken zoo is ter Consideratie dat dien officier zo wel als andere van deselve Natie, die van het gem: Deensch Schip hier nog agter gebleeven zijn, door manquemant aan directe Scheeps geleegendheid, zig anderzints genoodzaakt zouden vinden tot veel embaras nog langer alhier te vertoeven, best gedagt en verstaan den Capitain van het Schip Rhijn oord te qualificeeren om aan denzelven de Passagie op dien Bodem te verleenen, en daar inne te werk te gaan na den inhoude der Cherte partije, door d’ E Comp:ie met de Rheeders van dien bodem gesloten.
Voorts is op de door Commissarissen uit den Raad van Justitie zo bij geschrifte als bij monde gedane voordragten besloten aan den burger Cap:n Gerhardus Munnik geene privilegie te verleenen om in desselfs Thuin geleegen in deese Tafelvalleij de Bakneering te drijven ten aanzien, behalven het geene gem: Commissarissen daartoe hebben bijgebragt, de Thuinen geene Steedelijke Lasten dragen maar dat aan gem: Munnik het privilegie om brood te Bakken zal werden vergund, zo wanneer denzelven geinclineert weesen mogt die neering even als alle andere Bakkers uit kragte hunner privilegiën, bij der hand te neemen, in een binnen dit Vlek staande Huis: mitsg: goedgevonden de Weescamer alhier te qualificeeren om aan gemelde Commissarissen af te geeven een Lijst der overleedenen in de buiten Districten Zeedert Vijf Jaren herwaards, en daar mede vervolgens Jaarlijx te Continueeren ten einde te dienen tot narigt van dezelve Commissarissen in het formeeren der Burger-Rollen.
Zijnde ook verstaan de Heeren Leeden deezes Raad M:r Jacobus Johannes Le Suëur en Tobias Christiaan Rönnenkamp te Committeeren om neevens voorsz: Commissarissen de novo inspectie te neemen van alle de Waterlleidingen der Thuijnen in deeze Tafelvalleij , en daaromtrend onder approbatie dezes Raads te maken zodanige nadere Schikkingen, als bevinden zullen nuttig en noodzakelijk te weesen.
Terwijl ook dezelve Heeren Leeden gequalificeerd zijn tot het ondersoeken der middelen die best dienen kunnen om te prævenieeren en te beletten het misbruik dat bij de geene, welkers Thuinen aan de Houte Buizen der water leidingen geleegen zijn gemaakt werd, van de tot nog toe aan dezelve toegelaten Vreiheid om alleen het drinkwater tot hun gebruik in de nabyheid aldaar uit de gem: Houte Buizen te mogen tappen, en daarop te gelijk zodanige ordre te stellen als hun E: E: vinden zullen te behoren.
Bij welke geleegendheid aan bovengem: Heer Collonel Gordon op zijn E: verzoek is geaccordeert in de houte Buis der Waterleiding, die door desselfs Thuin loopt tot weeder opzeggens toe te mogen doen Steeken een ordinaire Legger kraan om het nodige drinkwater door dezelve van nabij te kunnen hebben mits van dat Water geen ander als het gem: gebruik werd gemaakt, en dezelve kraan altoos van een goed Slot voorzien zal moeten zijn, door welk Slot zo wel het openen der kraan, als het uittrekken derzelve uit de Buis, anders als met voorkennisse en bewilliging van hem Heer Gordon zal moeten werden belet.
Waarna op het door den burger Coenraad Werner bij Request gedaan versoek aan denzelven in Eijgendom is verleend een stuk huis Erfs, geleegen in deze Tafelvalleij teegen de voet der Leeuwenberg , aan de overzijde van de aldaar getrokkenen Sloot, mits op voet als zulx voor andere op de wijze uitgegeevene en daar naast geleegene Erven is geschied, door den zelven aan d’ E Comp:ie de erkentenisse werde opgebragt te weeten voor het bij hem zeedert A:o 1783. reeds in gebruik geweest zijnde gedeelte
ter groote van 80 quadraat roeden 13 d:o voeten en 40 gelijke duijmen a 2 15/16 Stuijv:s de voet | ƒ2117:9: |
mitsg: voor het tot de rooijing met de Straat bij gemeetene gedeelte, groot 23 quadraat Roeden, 30 voeten en 72 duimen, a 5 7/8 Stuijver de voet | d:o 1227:3: |
makende te Zamen | ƒ3344:12: |
ter groote van 80 quadraat roeden 13 d:o voeten en 40 gelijke duijmen a 2 15/16 Stuijv:s de voet | ƒ2117:9: |
mitsg: voor het tot de rooijing met de Straat bij gemeetene gedeelte, groot 23 quadraat Roeden, 30 voeten en 72 duimen, a 5 7/8 Stuijver de voet | d:o 1227:3: |
makende te Zamen | ƒ3344:12: |
ofte Rijxdaalders 1114:44., omme meede even als omtrend de vorige Erven van die zoort is bepaald, in drie eguale paaijen ofte Termijnen, zo Contant als op een Custing in ‘S Comp:s Cassa te werden voldaan.
Den Heere Gouverneur gaf vervolgens te kennen dat aan sijn Wel Edele bij aankomst van het voor Twee dagen alhier gearriveerd Retourschip d’ Eenparigheid Rapport geschied zijnde, dat aan Boord van hetzelve Schip de kinderziekte op de herwaards reize had geregeerd, en dat van de geene die door dezelve ziekte waren aangetast geworden zig nog eenige niet volkomen hersteld bevonden, zijn Wel Edele met overleg en goedvinden van opgem: Wel Edelen Heer Commissaris dadelijk en provisioneel een militaire Wagt op een der Landsboots voor dien bodem had doen plaatzen met de Strikste ordres om alle Communicatie met gem: Bodem te beletten, zoo is in consideratie genomen zijnde, de onmogelijkheid om op den duuren deese provisioneele voorzorge aan de Intentie te doen beantwoorden, best gedagt even als in het Jaar 1773: met het Schip Zuidbeeveland om gelijke reedenen is geschied de overheeden van ged: Bodem d’ Eenparigheid te ordonneeren, om zig met dien bodem bij eerste bequame geleegendheid naar het Robben Eijland te begeeven, en hunne zieken op hetzelve te ontscheepen in diervoegen als zulx onder bequame precautiën teegens de besmetting der op dat Eyland bescheidene Manschappen best ter uitvoer te brengen zal zijn, ten einde ook aldaar door behulp der Lands boots al het nodige tot de reparatie van het Schip en het geene tot de verdere reize zal moeten verstrekken, te werden toegebragt: Terwijl daarbij verstaan is, te interdiceeren en verbieden dat zig niemand zal hebben te onderstaan, voor zo lange meergem: bodem ‘d Eenparigheid aan het ged: Eyland geleegen ofte dit verbod niet opgeheeven zal zijn met de vissers Jollen ofte andere Vaartuigen na het gem: Eyland veel minder na dat Schip te Varen, op pœne dat de geene die hier teegen komt aan te gaan, daar over aan den Lijve ofte anderzints na bevinding van Zaaken, zal werden gestraft.
Zijnde wijders mits d’ Experatie van hunne resp:ve verbanden eene verhoging van maandelijxe gagie geaccordeert aan den opper Chirurgijn in de Baaij Fals Jan Godlieb Mader onder een nieuw drie jaarig verband tot ƒ45 p: Maand, en aan den Organist der gereformeerden kerke alhier Johan Fredrik Modeman, onder een gelijk nieuw verband van drie jaren, tot ƒ24 ‘S Maands
Voorts uit een Rapport van zeekundigen en den Baas der Scheeps Timmerlieden, dewelke gecommitteerd geworden zijn tot d’ Examinatie van de grote Mast en boeg spriet die van het afgelegd Schip ‘T Huis te Spijk aan Land zijn gebracht, gebleeken zijnde, dat bij visitatie van de gem: rondhouten, ten overstaan van den Equipagiemeester, dezelve over het geheel vermulmd en verrot, mitsg: tot geen ander gebruik als tot brandhout t’ emploijeeren waren, zo is verstaan, dezelve tot het laatstgem: einde ten dienste van ‘S Comp:s Pot Ovens te laten verstrekken.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jare voorsz:
[Signed:] A: Boesses
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 153-155.¶
Dingsdag den {17870206} 6 Februarij 1787.
by omvrage alle præsent
Aan den Eerw: Predikant in het Land van Waveren Johannes Abraham Kuijs ter vergaderinge van den 17 Jann:y jongstL: op desselfs hierom bij Request gedaan versoek toegestaan geworden, zijnde om mits d’ Expiratie van Sijn Eerw: verbonden tijd zig met een der retourscheepen deezes Jaars naar het Vaderland te mogen begeeven, zo is thans ten einde de godsdienst bij de voorsz: gemeinte niet kome stille te staan, goedgevonden en besloten de resp:ve Predikanten bij de gemeintens van Drakensteijn en in’t Zwartland , Robert Nicolaas Aling en Petrus Johannes van der Spuij te demandeeren om bij beurten, na de Schikking die bij hun Eerw: daaromtrend gevoeglijkst zal te maken zijn, den Predik dienst en de bediening der H: Bondzegulen bij de opgemelde gemeinte in het Land van Waveren waar te neemen tot tijd en wijle dat de Vacature van het Leeraars Ampt aldaar weeder zal weezen vervuld, zullende hier van zo wel aan voorschreeven Predikanten Aling en van der Spuij als aan den kerkenraad in meermelde Land van Waveren, per Missive de vereischte kennisse werden gegeeven, met last aan laatstgemelde om aan dezelve Twee Predikanten zodanige behulpzaamheeden te bewijzen en toe te voegen, als hun Eerw:s in het waarneemen van derselver voorschreeven dienst zullen komen te benodigen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jare voorsz:
[Signed:] A: Boesses
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 156-220.¶
Vrijdag den {17870209} 9 Februarij 1787.
‘S voormiddags present den Wel Edelen Groot Achtb: Heer Commissaris Adriaan Boesses mitsg:s den Edelen Heer Gouverneur, en alle de Leeden.
Bij overweeging dat voor zo lange de Scheepsoverheeden niet speciaal geinformeerd worden van de voorzorgen die dezelve bij hunne verscheininge alhier te neemen hebben, ingevalle de kinderziekte op de herwaards reize zig binnen den een of ander Bodem mogt hebben geopenbaard, men deeze Colonie altoos blootgesteld zal vinden aan de droewige gevolgen die uit een versuim dier overheeden tot eene onmiddelijke voorzorge van hunne zeide bij de aankomst alhier kunnen ontstaan nadien weer of wind zomtijds beletten kan de ordre te stellen, om de Communicatie met zodanige Schip aanstond af te snijden, zo is besloten haar Hoog Edelens de Hoge Indiasche Regeeringe zeer Eerbiedig te verzoeken, dat op alle retourscheepen een vaste ordre mag werden gegeeven om wanneer de voor deeze Colonie ten uittersten gevaarlijke kinderziekte op de herwaards reize binnen zodanigen Bodem mogt hebben geheerscht ofte zig iemand aan die ziekte laboreerende, nog daarop bevinden mogt, wanneer wind en weer zulx toelaten mogt, onder het vertonen van een daartoe te beramene zein in Steede van op deeze Rheede ten Anker te komen, zig na het Robben Eijland te vervoegen, ten einde aldaar van al het nodige te werden verzorgt, dog weer en wind niet toelatende om het gem: Eijland te bezeilen, evenwel niet op de ordinaire Rheede, maar onder hetzelve zein even buiten de Scheepen ten Anker te gaan, en intusschen te beletten, dat buiten die van de Landsschuit niemand, hetzij met Scheeps Schuiten van de wal of van de andere Scheepen die ter deezer Rheede leggen mogten, of Vissers Jollen aan Boord kome nog ook van Boord zig begeeve maar ook Schuit en Boot van het Schip zelve, binnen Boord te houden tot dat alhier ordres zullen zijn gesteld om onder de geschikte voorbehoudzels teegens de besmetting het Schip van het nodige te voorsien.
Waarna g’Examineerd is geworden een Lijst door den Cassier der E Comp:ie en titulair Lidt deezes Raads de Heer Gerhardus Hendrik Cruijwagen geformeerd, van de differente geld Sommen die men deezer Jare ter remisse naar het Vaderland opgegeeven heeft, uit dewelke gebleeken is dat onder het Considerabel bedragen van Circa drie millioenen tot welke die aangebodene geld Sommen geklommen zijn, zig bevinden differente parthijen, van dewelke te vertrouwen is, dat dezelve dusdanig onder eene begroting van het geene men wel wenschen zoude dat aangenomen wierd, opgegeeven geworden zijn, op dat bij eene reductie daarvan evenwel dat geene zoude mogen overblijven het geen men te tellen eijgentlijk geneegen en voorneemens, is dog ook aan de andere zijde in die aanteekeningen zodanige geld Sommen voorgekomen zijn, van Perzonen, omtrend dewelke men zeeker verwagten moet dat zig absoluut buiten Staat weesen zoude, indien de telling daarvan wierde toegestaan al zulk bedragen tot die remisen op te brengen, daar ondertusschen ook een ander gedeelte niet meer ter remise opgegeeven heeft als zij waarlijk geneegen zijn en op te brengen in Staat weezen zouden.
Door al het welke geen geringe hindernisse wierd bevonden te zijn veroorzaakt in het bepalen der generale Somma, die men onder gunstige approbatie der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, ten einde de Ingezeetenen ware het mogelijk uit hunne verleegendheid ten dien opzigte te redden, ondernemen zoude in ‘S Comp:s Cassa op Assignatiën te ontfangen.
Zo is, ten einde hier inne met de vereischte zeekerheid te werk te gaan, en te vermijden dat den een niet boven den ander werde geprefereerd, na overweeging, goedgevonden bij Publicatie een iegelijk te waarschouwen, om uitterlijk binnen agt dagen na dezelve Publicatie, of voor aanstaande Zaturdag den 17 deezer Maand, nader in ‘S Comp:s Cassa op te geeven, het eigentlijk bedragen van het geene een ieder van hun geneegen en is staat is op Assignatie te tellen.
En vermits het bedragen van het geene per Assignatie aan te neemen, dus nader staat te werden bepaald, daar door verre zal komen te surpasseeren het montant dat na de bepalinge door hoogstgem: Heeren Meesteren daar omtrend gemaakt gewoonlijk uit dit gouvernement heeft mogen werden getrokken, welkers voldoeninge mitsdien in het Patria op den vervaltijd aan d E Comp:ie wel niet geleegen zoude kunnen komen, zo is verstaan dat in de Assignatie wel expresselijk zal werden bijgevoegd dat indien het de Wel Edele Groot Achtb Heeren Bewindhebberen niet convenieeren mogt, de betalinge op den verval tijd te laten geschieden, hoogst dezelve als dan de voldoeninge na derselve believen zullen kunnen Surcheeren, tot den tijd die daar toe bequaam zal werden geacht om van het bedragen der Assignatie intusschen van den verval tijd of aan de resp:ve Houders deselve te betalen, den Intrest van drie pC:to in’t Jaar.
Waarvan meede aan een ieder tot sijn naricht de bekendmaking geschieden zal zo wel als dat na medio April aanstaande tot welken tijd de telling na de te makene verdeelinge op de resp:ve na en voorjaarsche verkopingen geschieden zal zo wanneer degeene die sijne remise nader zal hebben doen aanteekenen de penningen daartoe als dan in ‘S Comp:s Cassa niet zal hebben opgebragt, ook naderhand van de remise ontstoken en zijne tellinge niet aangenomen werden zal.
Door den Heere Gouverneur wierd wijders in Rade overgelegd een Addres door den Heer Capitain in ‘S Lands dienst A: J: Steffers aan sijn Edele gerigt, het welke om de daarbij bij gebragte reedenen tendeerde, dat aan hem Heer Steffers nevens de bij zig hebbende officiers en gemeenen van het verongelukt ‘S Lands Schip Holland , met de retourscheepen die zig alhier thans aanweezig bevinden, passagie naar Neederland mogt werden verleend waarop na overweeging goedgevonden is aan gem: Heer Steffers bij Missive te antwoorden dat men gaarne aan het gem: versoek willende defereeren, egter niet om heen kan, zijn Edele aan d’ eene zijde onder het oog te brengen dat de voorsz: Retourscheepen met de daarop te Batavia geplaatste passagiers zig zeer belemmerd vinden, en die passagie voor Syn Edele en de verdere Officieren dus zeer ongemakkelijk zoude moeten vallen, dat men daarbij veel reeden heeft te veronderstellen dat bij de komst alhier van ‘S Lands Schip de Princes Louisa , den daarop Commandeerenden Heer Cap:n Graaffe van Regteren wel adsistentie nodig hebben zal tot dewelke Sijn Edele apparentelijk van dienst zal kunnen zijn. En dat men aan de andere zijde Syn Edele informeeren moet dat den van Mauritius hier onlangs na Europa gepasseerden Heer Fransschen Agent Monneron aan opgem: Heere Gouverneur op het zeekerste heeft betuigd dat de Equipagie van het voorm: ‘S Lands Schip Princes Louisa tot op Tagtig Man na op Isle de France verlopen was het geen noodzakelijk mede brengen zal, dat dien Bodem met de nodige Manschappen tot de verdere reize alhier zal moeten werden geadsisteerd.
Dat men Sijn Edele dus in bedenking geeven moet, of ‘S Lands dienst wel meer vordert om Syn Edele vertrek, en dat der verdere officieren na Neederland met deeze Retourscheepen te accelereeren dan wel of daar mede niet meer overeenkomen zoude dat sijn Edele de komst van gem: Bodem of eene andere tijding van dezelve alhier blijft afwagten ten einde des nodig daar aan den vereischten dienst te betonen.
Dat men tevens tot het bemannen van ‘S Comp:s retourbodems zeer bezwaarlijk maar even in staat zyn zullende mitsdien bij de komst van het meergem: ‘S Lands Schip, geen Volk overig hebben zal om hetzelve tot de verdere terug reize daar meede te adsisteeren waarom Syn Wel Edele wel zeer instantig zal werden verzogt, dat de gemeenen onder zyn Edele voor hetzelve lands Schip mogen blyven gedestineert.
Zynde verstaan, voor gem: ‘S Lands dienst de Zeilen en Vlaggen op eene daar van door gem: Heer Steffers geproduceerde Lijst bekend gesteld, in ‘S Comp:s Equipagie Pakhuis alhier in bewaribng te houden tot tijd en wijl ‘S Lands Scheepen arriveeren zullen, dewelke zulx benodigt mogten zijn, en mitsdien den Equipagiemeester te gelasten om dezelve ter Sijner verantwoordinge onder eene aan ged: Heer Steffers te passeerene recepisse in het gem: Pakhuis over te neemen.
Zullende bij de komst alhier van eenige der ‘S Lands oorlog Scheepen kennisse werden gegeeven van de Vier Ankers die bij het Wrak van het bovengem: verongelukte Schip Holland zyn agter gebleeven
Nog wierd door welopgem: Heere Gouverneur in vergaderinge overgelegd, een Brieff door den Eerw: Emeritus Predikant Petrus van der Spuij, het laatst aan Sijn Edele geschreeven in dato 29 der jongst gepasseerde Maand Januarij waarbij ged: Predikant van der Spuij met alle impressement komt te versoeken om Satisfactie te erlangen in de Zaak tusschen denzelven en den burger David Muller gepasseerd, in het breede vermeld bij de Resolutiën deezes Raads van den 27 Maart des voorL: Jaars:
En daarbij door welgem: Heere Gouverneur Successivelijk aan de gezamentlijke Leeden andere vorige Brieven over die materie tusschen Sijn Edelen en ged:e Predikant van der Spuij gewisselt voorheen gecommuniceerd en thans meede te kennen gegeeven zijnde, welke moeite en pogingen onophoudelijk aangewend had, om ware het mogelijk een middel te vinden door hetwelke die zaak tusschen meergem: Predikant van der Spuij en burger Muller zodanig mogt werden ontruimd, dat door den Considerablen aanhang die men wel weet dat van de Drakensteinse gemeente uit eene heevige verbitteringe teegens hem Predikant van der Spuij zig daaronder vermengd, uit dezelve niet op nieuw eenige gevolgen, die onvermydelijk haren invloed op de rust in de Colonie of kerkelijke gemeentens hebben moeten zouden mogen ontstaan, dan dat Sijn Edele ongeagt alle die aangewende moeite en arbeid zo direct als door middel van den Landdrost van Stellenbosch en Drakenstein het niet verder had kunnen brengen als van meerm: D: Muller te verkrijgen eene presentatie om zig voor den kerkenraad op Stellenbosch te sisteeren en aldaar in presentie van ged: Landdrost te verklaren dat hij op Zondag den 26 der voorsz: Maand Maart van Sijn woonplaats zig na Stellenbosch had begeeven om sijn kind in de kerk aldaar te laten dopen, zonder intentie gehad te hebben, om de openbare Godsdienst zo min als de gemeente te stooren.
Zo is, nadat hier over Serieuselijk was gedelibereerd, goedgevonden en verstaan, alvorens die betuiging door hem Muller tot effect te doen brengen daarvan aan ged: Predikant van der Spuij Communicatie te geeven, ten einde te vernemen of bij denzelven daarinne genoegen genomen, en die zaak hier meede getermineert gehouden werden zoude onder betuiging dat wij niet verbergen kunnen, hoe zeer het te dugten is, dat eene Calmte en rust nu maar wijnig tijds in de kerken en in deeze Colonie genoten op nieuw zoude moeten werden gestoort, zo wanneer ‘er Stappen wierden gedaan die wij als Regenten om derselver Schromelijke gevolgen ons verpligt vinden te vermijden en dat ons dierhalven niets aangenamers zijn zal dan van Sijn Eerw: te mogen verstaan dat denzelven insgelijx die gevolgen inziende, uit eene bereidvaardigheid tot vergeeving aan de anderen zijde /: op dat uit de daden van eene ofte zommige alleen de onrust en bitterheeden verwekkende procedures zig niet over het geheel verspreiden :/ ook in de voorsz: betuiging van meergem: Muller genoegen neemen ende Zaak daar mede voor afgedaan houden zal.
En dat daar men om die zelfde reedenen zig met een zodanigen uitslag van Syn Eerw:dens zijde meend te mogen vleïen onze deliberatiën over de maatreegulen die bij het Contrarie van dien zouden moeten werden genomen, opgeschort zijn gebleeven tot dat desselfs besluit hier omtrend zal weesen verstaan.
Dan dat zo het weesen mogt dat door Syn Eerw: na eene bedaarde overweeging van dit ons voorstel niet konde werden besloten daar inne genoegen te neemen, en te berusten, van denselven verwagt werd een volleedige voordragt van desselfs bezwaren in de gem: Zaak ten einde na dezelve nauwkeurig ingezien en daarop met den vereischten aandagt nader gedelibereert te hebben, als dan zodanige mesures te neemen als wij oordeelen hadden met onze duure verpligtinge over een te komen.
Na het welke geleesen zijnde een verzoek schrift door Vijf en Twintig Landbouwers dewelke zig meest Wijngaardiers noemen ingediend, houdenden klagten over de belemmeringen die hun door Zommige Bezitters van Plaatzen, geleegen aan de weegen die zij tot het op brengen hunner Producten herwaards passeeren moeten, werden toegebragt, en de ruimte en andere vereischtens tot het uitspannen hunner wagens noodig met versoek dat daaromtrend de opgegeevene ofte andere voorzieninge moet werden gedaan.
Zoo is verstaan, alvorens daarop te disponeeren, Copia van het voorm: verzoek Schrift te Stellen in handen van Commissarissen uit den Raad van Justitie alhier en zo meede in handen van Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein , met last aan dezelve Collegiën voor zo verre de plaatzen bij het Request voorkomende onder dit Caabsche District, of onder dat van Stellenbosch of Drakenstein geleegen zijn, ieder in het hare omtrend de bezwaren door de Supp:lten bijgebragt nauwkeurig onderzoek te doen en vervolgens deezen Raade desweegens en zo meede op de door de Supp:lt versogte redressen te dienen van derselver berigten en Consideratiën.
Zijnde wijders na resumptie van het geformeerde Concept eener Instructie voor den opzichter in de Plettenbergs Baaij goedgevonden dezelve Instructie na het gem: Concept te arresteeren en alleen in Steede van 5 pC:to op het inkoops kostende, gelijk de na de gem: Baaij afgezonden geweest zijnde Gecommitteerdens bij hun berigt komen voor te dragen, om aan ged: opzigter te werden toegelegd ten einde denzelven tot zo veel te meer iever en attentie in het ontfangen en afscheepen van het Hout, en dus tot het behartigen van ‘S Meesters Intrest en voordeel te verbinden en gem: opzigter ook te gemoed te komen, in het geene buiten Syn Schuld ofte toedoen, omtrend het Hout Zoude kunnen ontstaan, besloten aan meergem: opzigter toe te leggen 5 pC:to van de winst, die na aftrek van alle ongelden op het Hout, hetzij bij dies verkoop dan wel voor d’E Comp: zelve g’emploijeerd werdende, over blijven zal om in het laatste geval te werden opgemaakt na de modicque prijzen die de gem: Gecommitteerdens bij eene nevens hier berigt geproduceerde Reekening op den uitkoop hebben gecalculeert: ten einde gem: Opzigter zig daar door mag aangespoort vinden om te gelijk met het betragten van voorm: iever tot ‘S Meesters Intrest, ook syn devoir aan te wenden, dat de Hout Leverantie teegens mindere prijzen werden aangenomen.
Door den Capitain ter Zee en Equipagiemeester Francois Duminij, ter voldoening aan de van denzelven bij besluit in dato 19 April des gepasseerden jaars gerequireerde opgave van alle zodanige goederen en geld Speciën, als tot den Slaven Handel best kunnen dienen desweegens op den 22 Decemb: laatstl: aan den Heere Gouverneur overgeleeverd, en intusschen in rondleezing geweest zijnde, het volgende Berigt
Aan den wel Edelen Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E Achtb: Raad van Politie
‘Wel Edele Gestr: Heer en E Achtb: Heeren’
‘Aan den ondergeteek: Equipagiemeester alhier Francois du Minij ter hand zijnde gesteld Extract Resolutie op den 19 April dezes Jaars in den E Achtb Politicquen Raad genomen en voornamentlijk dicteerende:’
‘Dat nadien bij Uwe Wel Edele Gestr en E Achtb: ten objecte van den Slaven Handel voor d’ E Comp:ie onder anderen mede was te voren gekomen, de noodzakelijkheid om voorzien te weesen van zodanige geld Speciën en Coopmanschappen, als tot dien handel het meeste profijt zouden kunnen opleeveren;’
‘Uwe Wel Edele Gestr en E Achtb: dierhalven hadden goedgevonden van den ondergeteek: Equipagiemeester als in dien Handel ervaren zijnde, te requireeren een nauwkeurig opgaaff van alle zodanige goederen en geld Speciën als tot voorsz: Handel best zullen kunnen dienen.’
‘Zo zal den ondergeteek: ingevolge het zelve Requisit thans d’ Eere hebben in deezen opgave te doen van zodanige Articulen van Coopmanschappen, als voor ieder Handel plaats in’t bijzonder werden gerequireerd na de weetenschap en kunde die den ondergeteek: heeft getrokken uit de ondervinding in de differente Expeditiën, der Slaven Handel op die plaatzen zelve:’
‘In de eerste plaatze dan als het principaalste Articul tot den Slaven Handel in aanmerkinge komende de Contante Speciën die daartoe jeegenwoordig op alle plaatzen zonder onderscheid onvermijdelijk werden gerequireerd, wil men den Handel met hope van succes drijven, en waartoe men nog al geene andere Speciën dan de Silvere gerande Spaansche Matten kan emploijeeren, dewijl dit de algemeen begeerde Munt der onderscheidenen Handel drijvende Natiën komt te weezen.’
‘Werd voorts tot dien Handel nog vereischt de volgende Coopmanschappen als’
‘Den ondergeteekende hier meede aan de g’eerde intentie van Uwe Wel Edele Gestr en E Achtb: pligtschuldig te hebben voldaan, laat deesen dienen voor needrig bericht’
’/: onderstond :/’
‘Cabo de Goede Hoop den 22 December 1786 /: was geteekend :/ F: Duminij.’
Zo is verstaan aan de resp:ve Administrateurs ieder in’t Sijne te demandeeren om in het formeeren der Eysschen uit het Patria en Indiën de Articuls in het oog te houden, die daarbij in’t bijzonder buiten het ordinaire voorkomend om in het vervolg te kunnen aan de hand zijn en ten meesten voordeele der Maatschappij tot den Slaven Handel te werden geëmploijeerd.
Door den Heere Gouverneur verders meede gecommuniceerd zijnde dat wanneer op den 6: deezer hier ter Reede verscheenen was het Spaansch part:r Schip La Pepita , gecommandeert door den Cap:n Nicolaas Bandin, het welk laatst op den 24 8bre van S:t Domingo vertrokken en naar Mosambique gedestineerd is en ged: Capitain zig daar op bij hem Heere Gouverneur had vervoegd, met versoek, dat vermits zijn Schip noodzakelijke reparatiën vorderde en d’ Equipagie eenigen Tijd tot verversching nodig had aan hem mogt werden gepermitteerd om zig ten einde van het een en ander te werden voorzien eenige dagen alhier te mogen ophouden sijn Edele egter aan gem: Cap:n had voorgehouden, dat de Vaart dier Natie voorby deesen uithoek Strijdig was met de tusschen de kroon van Spanjen en de Republicq Subsisteerende Tractaten en dat hij Heere Gouverneur hem dierhalven aan zeggen moest, dat zonder zig alhier op te houden ten eersten weeder zoude hebben te vertrekken, Dan dat vermits door ged: Capitain aan hem Heere Gouverneur daarop te kennen gegeeven wierd, dat het hem niet mogelijk was weeder na Zee te gaan, Zonder het Schip en d’ Equipagie aan het uitterste gevaar t’ exponeeren ten ware hem ten minsten eenig respijt gegeeven wierd om de Capitale defecten waar aan dat Schip laboreerde te repareeren en hij van eenige tot Syne reize volstrekt onontbeerlijke vereijschtens zoude weezen voorzien; Syn Edele om aan de Circulaire ordre nu onlangs van de Hoge Indiasche Regeering tot het teegen gaan van de Vaart der Spanjaarden Stiptelijk te voldoen, van gem: Capitain had gevordert een specificque opgave van de gemelde noodzakelykheeden om weeder te kunnen vertrekken, het geen dien Capitain aangenomen had te zullen doen en dat syn Edele vermeende ordre te moeten Stellen om voor zo verre die petitiën tot sijn vertrek onvermijdelijk zullen bevonden worden, hem daar mede ten allerspoedigsten te gerieven, ten einde denzelven dus onder het afsnijden van allen particulieren handel die alhier zouden willen tendeeren, alle uitvlugten te beneemen om deeze Rheede ten spoedigsten weeder te verlaten. Met welk gevoelen en intentie van opgem: Heere Gouverneur men zig volkomen geconformeerd hebbende, is zulx mits dien tot de uitvoeringe gearresteerd.
Insgelijx wierd door welgopgem: Heere Gouverneur aan de vergaderinge opengelegd, dat syn Edele bij een brief met welke in’t particulier door den Hoog Edelen Groot Achtb Heere M:r Willem Arnold Alting, Gouverneur Generaal van Neederlands India, onder dato 5 November laatstL: verEert geworden was en waarvan een Extract kwam te produceeren, ontwaard hebbende dat aan syn Hoog Edelheid uit de Papieren die den Perzoon van Marinus Simon Van Cruijsselbergen concerneerden, in het zij uit degeene die van hier na Batavia overgezonden dan wel dewelke door denzelven Cruysselbergen aldaar nader ingediend geworden zijn, te voren gekomen was eene imputatie ten nadeele van hem Heere Gouverneurs, zonder dat zulx onderzogt ofte gerepareert geworden was; Sijn Edele zig in de eerste plaatse verpligt vond ten dien belange de gezamentlijke Leeden die ten tijde dat de zaak van meergemelde Cruysselbergen in overweeging genomen en zo uit zonderlinge Consideratie als om de daarin voorkomende duisterheeden politicq afgedaan geworden was, zig present hadden bevonden, af te vragen, of niet, wanneer bij de stukken van dat Proces te voren gekomen was, een gezegde als of Sijn Edele zig bezoedeld had met het ontfangen eener importante geld Somme van den Equipagiemeester alhier, Francois Duminij, voor ofte ter zake van desselfs aanstellinge tot dat Ampt, door sijn Edele aan hun E E: zulx onder het oog gebracht, en afgevraagd geworden was derselver sentiment en Raad of zig van eene zodanige snode beschuldinginge niet behoorde te zuiveren, en zo Ja de wijze op welke dit overeenkomstig Sijn Edele Caracter best zoude kunnen werde uitgevoerd.
Welke vraag door de gem: Leeden eenparig geadvoueerd weezende, betuigden dezelve, dat nadien men maar al te wel gepersuadeert was omtrend eene denkenswijze van welgem: Heere Gouverneur volkomen strijdig en alieen weezende van diergelijke Actens en ook ieder Lidt gesustineerd had dat eene Calumnie uit eene Valsche Veronderstelling geboren, zo als die imputatie mede bragt, niet in Staat zijn konde, om eene nadeelige opvattinge teegens syn Edele te verwekken, veel minder eene Zuiveringe daarteegens noodzakelijk te maaken, men dienvolgens gemeend hebbende dat zulx best met indignatie en veragting te behandelen was, met een goed oogmerk en ook zo veel te meer daartoe geraden had, omdat dezelve imputatie alleen bestond in een gezegde van den in de Zaak van gem: Cruijsselbergen zig gemelleert, en mede verdagt gemaakt hebbenden Perzoon van Phillipus du Bos die bij sijne Examinatie dat gezegde eene veranderinge bijgezet en te kenne gegeeven had, dat hij dit had gehoord zonder de geene te noemen die hem zulx zoude hebben gezegd, en waar door denzelven Bos, die blijken gegeeven had, met welken iever hij zig voor de belangen van den Cap:n Sierveld importeerde, Suspect was geworden van zelve den origineelen excogiteur van dat gezegde te zijn geweest, zodat bij manquement van bewijs voor het teegendeel aan hetwelke men niet twijffelen konde de Calumnie door dat valsche gezegde aan een Hoofd gebieder deezer plaatze toegebragt eene Straffe teegens hem zoude hebben moeten incumbeeren van dewelke welopgem: Heere Gouverneur egter zelve hem du Bos om Sijne jonkheid, mitsg:s onberaden en kwalijk aangewenden iever, tragtede te verschonen, zo dat men meende daar teegen om die reeden voldoende te zullen zijn den Eed van purge, die als toen door voormelde Equipagiemeester Stond te geschieden.
En wierd daarop door welgemelde Heere Gouverneur gedeclareerd, dat Sijn Edele om alle verkeerde opvattingen tot desselfs nadeel, die gelijk Syn Edele met leedweezen ontwaarde, dat niet teegenstaande de bijgebragte Sustenuen der Heeren Leeden, het voorm: gezegde in staat was te verwekken of na te laten, thans noodzakelijk vond zig teegens zulke eene Snode imputatie te zuiveren; hoe zeer hem Heere Gouverneur tot in het binnenste van sijn Ziel ook kwam te treffen zig zonder aanschouw van Syn Caracter het welk daar door moest werden gecompromitteerd, hier toe gedrongen te vinden, teegens het gezegde van een perzoon, omtrend wien men, onaangezien sijn laag en Slegt comportement, alle middelen van verschoninge had geemploijeerd. Dat Sijn Edele dierhalven had doen zamen stellen, de Strikste Vraagpoincten, tot die zaak haar relatie hebbende, dewelke aan den Wel Edelen Groot Achtb: Heer Commissaris overhandigde met verzoek, dat voorm: Equipagiemeester Duminij, die daartoe expresselijk voor de Raad kamer had doen appoincteeren, binnen geroepen, en voor de gantsche Vergaderinge onder Solemneelen Eede op dezelve mogt werden ondervraagt.
Aan welk versoek voldaan, en door gem: Equipagiemeester, de voorsz: Vraag poincten beantwoord, mitsg:s Sijne antwoorden met Solemneelen Eede bevestigd geworden zijnde, gelijk zulx bij de daarvan gepasseerde Acte komt te blijken, is verders mede op expres verzoek van welgem: Heere Gouverneur verstaan, Copia van dezelve Acte aan de Hoge Indiasche Regeeringe over te zenden, en hoogst dezelve te insteeren, dat uit hoofde der nu duidelijk consteerende onschuld van meergem: Heere Gouverneur en dus mede van de notoire Valscheid der voorsz imputatie, het hoogst dezelve behagen mag, de leedenheid deezer zaake in te zien, en den geenen die bevonden zal worden den Excogiteur van die imputatie te zijn, over sijne daar inne gepleegde Calumnie teegens het Caracter van een Gouverneur dezer Colonie na merite te doen Straffen.
Wijders in overweeging genomen zijnde, het door den Soldaat onder het Regiment van Luxemburg , Charles la droite, gedaan versoek, omme ter Consideratie dat hij meede een der geene is die de op het Schip de Jonge Franck met welken bodem alhier is aangeland op de herwaards reize gesmeede Conspiratie heeft ontdekt, en wesweegens hij vreesde de vervolgingen te zullen moeten ondergaan van de zodanige onder het ged: Regiment, die de Straffe der alhier geëxecuteerde muitelingen tragten zullen te revengeeren, mits dien, onder het Regiment van Meuron alhier te mogen werden geplaatst, zo is in dat versoek gecondescendeert, onder die mits nogthans, dat uit het laatstgemelde Regiment door de Heer Major en Commandant een ander bequaam zoldaat in Sijn plaats voor het gem: Luxemburgse Regiment werde geleeverd;
En is, vermits de teegenswoordige gewone tijd der verlossinge van ‘S Comp:s Dienaren, dewelke hun tijd hebben uitgedient, verstaan omtrend dezelve op gelijke wijze als in’t gepasseerde en andere voorgaande Jaren geschied is, te werk te gaan, en dienvolgens aan de geene dewelke zig op nieuw voor een Jaar Zullen willen engageeren, Thien Rijxd:s en de geene hunne die geneegen zal zijn een nieuw verband van drie Jaren aan te gaan, Vijf en Twintig Rijxdaalders tot een Douceur uit ‘S Comp:s Cassa te doen betalen.
Zijnde voorts den Zoldij Boekhouder en Curator ad lites Clement Matthiessen Junior, op desselfs gedaan verzoek gequalificeerd geworden om met een der eerst vertrekkende Scheepen aan de Heer Curator ad lites te Batavia over te zenden drie zodanige Slaven tot de Nalatenschap van den op het retourschip de Schelde overleedenen oppermeester Arend Schreuder gehorende, als bij ondersoek gebleeken is, te zijn van de Oostersche Natie, en dewelke mits dien alhier niet hebben kunnen werden verkogt.
Waarna op voordragt van de Heeren Præsidenten des Raads van Justitie tot gerechts Bode met de gagie van ƒ20 per Maand, onder een Vijff Jarig verband is aangesteld den quartiermeester Willem ten Bengevoort, ende zulx ter zake den Bode van het gem: Collegie Johan Anton Jurgense op sijn gedaan verzoek van die functie ontslagen en toegestaan is, om met een der retourscheepen te mogen repatrieeren.
Uit de Cherte parthijen der uitkomende en voor dit Gouvernement beladene particuliere ingehuurde Scheepen de Jonge Jacob en Dordrecht vervolgens gebleeken weezende, dat het dit Gouvernement Vrij staan zal, de gem: Scheepen van hier te doen voortzeilen naar Batavia of Ceilon ; Zo is vermits men voor als nog alhier niets aan handen heeft, om die Scheepen daar meede in retour te bevragten, en het met ‘S Meesters Intrest niet over een komen zoude dezelve ballast Scheeps weeder te laten terug keeren, best gedagt en verstaan, beide de voorm: Sheepen, na ten spoedigsten alhier te weezen ontlost, verder te doen voortzeilen naar Batavia.
Wijders zijn geresumeerd de Reekeningen der Arme penningen van de hier te Lande zijnde gereformeerde Kerken, luidenden als volgt.
‘
'T Generaal Montant des Capitaals der Caabsche Diaconij Armen van de Hervormde Kerk, bestaande in het volgende | ||
A:o 1786 op p:m Januarij was het Capitaal waarvan afgetrokken werd de ondervolgende te voorenstaande Reekeningen en Crediteuren, als: | ƒ265099:10:- | |
De Bibliotheecq | ƒ3193:10:- | |
Diverse Pupillen &:a | d:o 5967:05:- | d:o 9160:15:- |
blijft overzulx voor't weezentlijke Capitaal | ƒ255938:15:- | |
In dit Jaar bijgekomen | ||
Aan Grafsteeden | ƒ1865:12:- | |
d:o Aalmoesen | d:o 8749:-:- | |
d:o Intresten | d:o 12050:19:- | |
d:o Testamentaire en Liberale Giften | d:o 880:-:- | |
d:o Vonnissen | d:o 708: -:- | |
Verhuurde gestoeltens | d:o 360:-:- | |
d:o Armbussen | d:o 1212:4:- | 25825:15:- |
ƒ281764:10:- | ||
Gaat af | ||
Aan onkosten der Armen | ƒ11013:17:- | |
d:o d:o d:o Kerk | d:o 1984:2:- | 12997:19:- |
blijft onder Ult:o Xbre A:o 1786 | ƒ268766:11:- | |
Bestaande inde volgende Parthijen | ||
Aan Cassa over restant | ƒ21437:16:- | |
d:o obligatiën en kusting brieven | d:o 201160:-:- | |
d:o agterstallige Interessen | d:o 8142:4:- | ƒ230740:-:- |
waarvan detraheere, het geen de onder te meldenen van het even voorgaande als Crediteuren zijn Competeerende, als | ||
De Bibliotheecq | ƒ2617:10:- | |
diverse pupillen &:a over zo veel derselver Reecq: Credit lopen | d:o 5495:9:- | 8112:19:- |
Resteert | ƒ222627:1:- | |
Aan ornamenten der kerk | ƒ1099:10:- | |
d:o de Diaconij aan't Land van Waveren | d:o 23440:-:- | |
d:o d:o d:o d:o Zwartland | d:o 21600:-:- | 46139:10:- |
Somma | ƒ268766:11:- |
'T Generaal Montant des Capitaals der Caabsche Diaconij Armen van de Hervormde Kerk, bestaande in het volgende | ||
A:o 1786 op p:m Januarij was het Capitaal waarvan afgetrokken werd de ondervolgende te voorenstaande Reekeningen en Crediteuren, als: | ƒ265099:10:- | |
De Bibliotheecq | ƒ3193:10:- | |
Diverse Pupillen &:a | d:o 5967:05:- | d:o 9160:15:- |
blijft overzulx voor't weezentlijke Capitaal | ƒ255938:15:- | |
In dit Jaar bijgekomen | ||
Aan Grafsteeden | ƒ1865:12:- | |
d:o Aalmoesen | d:o 8749:-:- | |
d:o Intresten | d:o 12050:19:- | |
d:o Testamentaire en Liberale Giften | d:o 880:-:- | |
d:o Vonnissen | d:o 708: -:- | |
Verhuurde gestoeltens | d:o 360:-:- | |
d:o Armbussen | d:o 1212:4:- | 25825:15:- |
ƒ281764:10:- | ||
Gaat af | ||
Aan onkosten der Armen | ƒ11013:17:- | |
d:o d:o d:o Kerk | d:o 1984:2:- | 12997:19:- |
blijft onder Ult:o Xbre A:o 1786 | ƒ268766:11:- | |
Bestaande inde volgende Parthijen | ||
Aan Cassa over restant | ƒ21437:16:- | |
d:o obligatiën en kusting brieven | d:o 201160:-:- | |
d:o agterstallige Interessen | d:o 8142:4:- | ƒ230740:-:- |
waarvan detraheere, het geen de onder te meldenen van het even voorgaande als Crediteuren zijn Competeerende, als | ||
De Bibliotheecq | ƒ2617:10:- | |
diverse pupillen &:a over zo veel derselver Reecq: Credit lopen | d:o 5495:9:- | 8112:19:- |
Resteert | ƒ222627:1:- | |
Aan ornamenten der kerk | ƒ1099:10:- | |
d:o de Diaconij aan't Land van Waveren | d:o 23440:-:- | |
d:o d:o d:o d:o Zwartland | d:o 21600:-:- | 46139:10:- |
Somma | ƒ268766:11:- |
’/: onderstond :/ Aldus Gedaan en Getransporteerd in Kerkenraden aan Cabo de Goede Hoop ten overstaan van den ondergeteek: als Commissaris Politicq den 22 Januarij 1787. /: was geteek:/ P: Hacker.’
‘
Generale Reek: van het Capitaal der Luthersche gemeente alhier zeedert p:mo Januarij 1786: tot Ultimo December desselvigen Jaars | ||
A:o 1785 ult:o was het restant der Contanten | ƒ3487:5 | |
A:o 1786 zijn bijgekomen | ||
Over afgelegde verbandschriften | ƒ1690:- | |
d:o Interessen van belegde Capitalen | d:o 4146:- | |
d:o d:o van verbandschriften | d:o 1154:14: | |
d:o Liberale giften | d:o 525:- | |
d:o Collecten | d:o 5464:3: | |
d:o Huur penningen van Stoelen en Banken | d:o 3142:8 | |
d:o verkogte Boeken | d:o 427:8 | 16550:1: |
ƒ22037:6: | ||
waarvan afgaat als. | ||
d:o uitgezette Capitalen | ƒ18750: | |
d:o ordinaire en extraordinaire ongelden zo tot melioratie als reparatie van kerk en predikants Huis met den annexe van dien | 6777:12 | |
d:o onderhoud en kleeding der Armen | 1930:8 | |
d:o Tractement van D:s Kolver en Salarissen der mindere bedienden | 4164:- | 31622:4: |
Dus meerder uitgegeeven als ontfangen omme op Nieuwe reecq: te werden belast | ƒ9584:14: | |
De uitstaande Capitalen & bedragen | ||
Aan Scheepenen kennissen kusting brieven | ƒ98932:-: | |
d:o agterstallige Intressen op dezelve | d:o 4830:-: | 103762:- |
verband Schriften | ƒ19736:- | |
agterstallige Renten | d:o 1699:5 | 21435:5: |
ƒ125197:5: | ||
Waarvan afgaat het geen als voorwaards gem: meerder is uitgegeeven als ontfangen | ƒ9584:14: | |
Schuld in Europa wegens diverse ontfangene goedere | d:o 3596:4: | 13181:2: |
Resteerende overzulx onder ult:o Decemb: aan Capitaal | 112016:3 | |
Hierbij gereekend de waarde der kerkelijke goederen, bestaande in de volgende als | ||
Het kerk gebouw en Predikants Huis met den annexe van dien | ƒ110772:3. | |
Aan Silverwerk tot het bedienen van't Avondmaal | d:o 1461:11. | 112233:14 |
So dat de kerkelijke goederen aan Capitaal Rendeeren | ƒ224250:1. | |
Dewelke in Hollands geld bereekenen | ƒ179400:1. |
Generale Reek: van het Capitaal der Luthersche gemeente alhier zeedert p:mo Januarij 1786: tot Ultimo December desselvigen Jaars | ||
A:o 1785 ult:o was het restant der Contanten | ƒ3487:5 | |
A:o 1786 zijn bijgekomen | ||
Over afgelegde verbandschriften | ƒ1690:- | |
d:o Interessen van belegde Capitalen | d:o 4146:- | |
d:o d:o van verbandschriften | d:o 1154:14: | |
d:o Liberale giften | d:o 525:- | |
d:o Collecten | d:o 5464:3: | |
d:o Huur penningen van Stoelen en Banken | d:o 3142:8 | |
d:o verkogte Boeken | d:o 427:8 | 16550:1: |
ƒ22037:6: | ||
waarvan afgaat als. | ||
d:o uitgezette Capitalen | ƒ18750: | |
d:o ordinaire en extraordinaire ongelden zo tot melioratie als reparatie van kerk en predikants Huis met den annexe van dien | 6777:12 | |
d:o onderhoud en kleeding der Armen | 1930:8 | |
d:o Tractement van D:s Kolver en Salarissen der mindere bedienden | 4164:- | 31622:4: |
Dus meerder uitgegeeven als ontfangen omme op Nieuwe reecq: te werden belast | ƒ9584:14: | |
De uitstaande Capitalen & bedragen | ||
Aan Scheepenen kennissen kusting brieven | ƒ98932:-: | |
d:o agterstallige Intressen op dezelve | d:o 4830:-: | 103762:- |
verband Schriften | ƒ19736:- | |
agterstallige Renten | d:o 1699:5 | 21435:5: |
ƒ125197:5: | ||
Waarvan afgaat het geen als voorwaards gem: meerder is uitgegeeven als ontfangen | ƒ9584:14: | |
Schuld in Europa wegens diverse ontfangene goedere | d:o 3596:4: | 13181:2: |
Resteerende overzulx onder ult:o Decemb: aan Capitaal | 112016:3 | |
Hierbij gereekend de waarde der kerkelijke goederen, bestaande in de volgende als | ||
Het kerk gebouw en Predikants Huis met den annexe van dien | ƒ110772:3. | |
Aan Silverwerk tot het bedienen van't Avondmaal | d:o 1461:11. | 112233:14 |
So dat de kerkelijke goederen aan Capitaal Rendeeren | ƒ224250:1. | |
Dewelke in Hollands geld bereekenen | ƒ179400:1. |
’/: onderstond :/ Aldus geformeert aan Cabo de Goede Hoop ult:o Xbre 1786: /: lager :/ Continueerende en aankomende kerkenraden /: was get: / A: L: Kolver Pastor, C: Matthiessen, J: A: Hitzman, O: M: Bergh, C: Paulsen, L: A: Jentze /: in margine:/ afgaande kerkenraden :/ was geteekend:/ J: Karnspek, J: G: Holtzapfel, Charles van Cahman.’
‘
Cassa Reekening der Diaconij Armengelde zo als bevonden op ultimo December A:o 1786. | |
Credit | |
Aan Obligatiën | ƒ900:- |
d:o agterstallige Intressen | d:o 326:- |
Somma | ƒ1226:- |
Cassa Reekening der Diaconij Armengelde zo als bevonden op ultimo December A:o 1786. | |
Credit | |
Aan Obligatiën | ƒ900:- |
d:o agterstallige Intressen | d:o 326:- |
Somma | ƒ1226:- |
‘
Debet | |
Bij het Sluiten der voorige Jaars Reekening is 'er p: restant in Cassa gebleeven | ƒ1940:12. |
onder den godsdienst in den gepasseerden Jaare 1786 gecollecteert | 1181:6. |
Nog weegens Interessen, giften kerken geregtigheeden &:a ontfangen | 657:10: |
Somma | ƒ3779:12: |
Hiervan uitgegeeven aan Alimentatie en diverse benodigtheeden | ƒ1470:14. |
Zo dat 'er aan Contanten dit Jaar in Cassa blijft | ƒ2308:14. |
de neevenstaande Obligatiën en Interessen bedragen | 1226: |
de kerken Ornamenten | 1800:- |
dus resteert het Capitaal der Armen | ƒ5334:14: |
Debet | |
Bij het Sluiten der voorige Jaars Reekening is 'er p: restant in Cassa gebleeven | ƒ1940:12. |
onder den godsdienst in den gepasseerden Jaare 1786 gecollecteert | 1181:6. |
Nog weegens Interessen, giften kerken geregtigheeden &:a ontfangen | 657:10: |
Somma | ƒ3779:12: |
Hiervan uitgegeeven aan Alimentatie en diverse benodigtheeden | ƒ1470:14. |
Zo dat 'er aan Contanten dit Jaar in Cassa blijft | ƒ2308:14. |
de neevenstaande Obligatiën en Interessen bedragen | 1226: |
de kerken Ornamenten | 1800:- |
dus resteert het Capitaal der Armen | ƒ5334:14: |
’/: onderstond :/’
‘Aldus Gedaan en Nagezien in kerke Vergadering aan Stellenbosch den 7 Januarij 1787. /: was geteekend:/ M: Borcherds V:D:M: & præses, A: Faure, J: Groenewald, Joël Ackerman, D: W: Hofman, W: Wium, P: Roux’
‘
primo Januarij 1786 was het generaal montant des Capitaals dezer Drakenst: Diaconij Armen | ƒ14057:8. | |
1 Aan Aalmoesen | 1626:13. | |
2 d:o Intressen | 546: d:o | |
3 d:o Huurbank: geld | 177: d:o | |
4 d:o Kerkhov: ger: geld | 369: d:o | |
5 d:o Testm: givt | 25: d:o | |
6 d:o Arm bussen | 327: d:o | |
7 d:o voor verkogte kerkgoede | 255:12 | 3317:4. |
Gaat af aan onkosten | ||
1 voor de Armen te Drakenstein | 754: | |
2 d:o d:o d:o Waveren | 144:- | |
3 d:o reparatie aan kerk gebouwen en gekogte goederen | 3547:10 | 4450:10 |
dus blijft onder ult:o December 1786 Somma | 12924:7. |
primo Januarij 1786 was het generaal montant des Capitaals dezer Drakenst: Diaconij Armen | ƒ14057:8. | |
1 Aan Aalmoesen | 1626:13. | |
2 d:o Intressen | 546: d:o | |
3 d:o Huurbank: geld | 177: d:o | |
4 d:o Kerkhov: ger: geld | 369: d:o | |
5 d:o Testm: givt | 25: d:o | |
6 d:o Arm bussen | 327: d:o | |
7 d:o voor verkogte kerkgoede | 255:12 | 3317:4. |
Gaat af aan onkosten | ||
1 voor de Armen te Drakenstein | 754: | |
2 d:o d:o d:o Waveren | 144:- | |
3 d:o reparatie aan kerk gebouwen en gekogte goederen | 3547:10 | 4450:10 |
dus blijft onder ult:o December 1786 Somma | 12924:7. |
’/: onderstond :/ Drakenstein den 7 Januarij 1787: / was get:/ R: N: Aling eccles: C: G: Joubert, A: D: Villiers jn:z Daniel le Roex, J: G: D: Plesie’
‘
Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in't Zwartland gehouden den Ult:o Xbre Anno 1786: | ||
1785 Ult:o decemb: was het restant der in Cassa gebleevene Cont: | 1926:3: | |
In dit Jaar bijgekomen aan Aalmoesen | 826:- | |
kerke geregtigheeden en Vrywillige giften | 337:- | 3089:3 |
daarvan gaat af diverse onkosten tot 't repareeren der Kerk, Predikants, Dominis, en Costers woning, alles volgens overgeleeverde Reecq: mitsg:s eenige andere benodigtheeden | 1676:14 | |
Dus blijft onder dato dezes p: rest. | 1412:5 | |
daarenteegen is deze Diaconij aan die van Cabo de goede hoop volgens diverse Scheepenen kennissen Debet | 27000:- | |
Waarvan Subtraheere de bovengem: nu per restant blijvende Contanten | 1412:5. | |
Zo dat deeze kerk nog Debet blijft | 25587:11. | |
ofte aan Hollands Courant geld | 20470:3. |
Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in't Zwartland gehouden den Ult:o Xbre Anno 1786: | ||
1785 Ult:o decemb: was het restant der in Cassa gebleevene Cont: | 1926:3: | |
In dit Jaar bijgekomen aan Aalmoesen | 826:- | |
kerke geregtigheeden en Vrywillige giften | 337:- | 3089:3 |
daarvan gaat af diverse onkosten tot 't repareeren der Kerk, Predikants, Dominis, en Costers woning, alles volgens overgeleeverde Reecq: mitsg:s eenige andere benodigtheeden | 1676:14 | |
Dus blijft onder dato dezes p: rest. | 1412:5 | |
daarenteegen is deze Diaconij aan die van Cabo de goede hoop volgens diverse Scheepenen kennissen Debet | 27000:- | |
Waarvan Subtraheere de bovengem: nu per restant blijvende Contanten | 1412:5. | |
Zo dat deeze kerk nog Debet blijft | 25587:11. | |
ofte aan Hollands Courant geld | 20470:3. |
‘Aldus gedaan, gerekent, en gesloten ter kerke vergadering in het Zwart Land op datum als boven.’
‘
Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in het Land van Waveren onder Ultimo December 1786. | ||
1785 31 December was het restant der in Cassa gebleevene Contanten | ƒ3143:9 | |
In dit Jaar bijgekomen | ||
onder het doen van den Godsdienst gecollecteert | ƒ1083:8. | |
Over betaalde kerkengeregtigheeden en Testamentaire vermakingen | ƒ242:2: | |
Weegens huurbanken ingekomen | 96: | |
Van Swellendam ingekomen | 44:8 | |
uit de Armbus van de Pastorij | 243:10: | ƒ4853:5: |
Daarvan gaat af | ||
weegens diverse benodigtheeden van kerken Predikants woningen mitsg: andere kerkelijke gebouwen te verzien &:a | 951:12 | |
Blyvende dus onder dato deezes per Restant | 3901:9 | |
daarenteegen is deze kerk debet | ||
Aan de diaconij van Cabo de goede hoop volgens div: Scheep: kenn: | 29300:- | |
Waarvan detraheere de bovengem: nu p: restant blijvende Contanten | 3901:9 | |
Zo dat de kerk nog ten agteren blijft | ƒ25398:7 | |
ofte aan Hollands Courant geld | ƒ20318:15 |
Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in het Land van Waveren onder Ultimo December 1786. | ||
1785 31 December was het restant der in Cassa gebleevene Contanten | ƒ3143:9 | |
In dit Jaar bijgekomen | ||
onder het doen van den Godsdienst gecollecteert | ƒ1083:8. | |
Over betaalde kerkengeregtigheeden en Testamentaire vermakingen | ƒ242:2: | |
Weegens huurbanken ingekomen | 96: | |
Van Swellendam ingekomen | 44:8 | |
uit de Armbus van de Pastorij | 243:10: | ƒ4853:5: |
Daarvan gaat af | ||
weegens diverse benodigtheeden van kerken Predikants woningen mitsg: andere kerkelijke gebouwen te verzien &:a | 951:12 | |
Blyvende dus onder dato deezes per Restant | 3901:9 | |
daarenteegen is deze kerk debet | ||
Aan de diaconij van Cabo de goede hoop volgens div: Scheep: kenn: | 29300:- | |
Waarvan detraheere de bovengem: nu p: restant blijvende Contanten | 3901:9 | |
Zo dat de kerk nog ten agteren blijft | ƒ25398:7 | |
ofte aan Hollands Courant geld | ƒ20318:15 |
’/: onderstond :/’
‘Aldus Gedaan en nagezien ter kerk vergadering In’t Land van Waveren den 9 Januarij 1787.’
’/: was geteekend :/’
‘J: A:m Kuijs V: D: M:, J: Theron, Jacob:s Hugo, J: A: Theron pZ, J: D: Waal Corn:Z: Jan Theron jZ: S:k W:m du Toit.’
De welke volgens gewoonte in Copia naar het Vaderland zullen werden afgezonden, zo wel als de meede geresumeerde generale Staat Reekening der Luthersche kerk alhier onder ultimo December 1786:, en de Lijst der Perzonen die geduurende het jongst afgeweekene Jaar bij de laatst gemelde Kerk tot Leedemaaten zijn aangenomen, als meede der bij dezelve gedoopte kinderen: van welke gem: Lijsten der Leedematen en gedoopte Kinderen insgelijx verstaan is, een afschrift aan de gereformeerde Kerk alhier te doen ter hand stellen.
Vervolgens nader geresumeerd zijnde het zeer geëerde aanschreivens van Hoogst gem: Indiasche Regeeringe in dato 20 October 1786, met de Scheepen de Schelde en de Batavier aangebragt, gelijk mede die van den 7 en 27 November daaraanvolgende, met het Zeepaard en de Diamant ontfangen, zo is verstaan dat in observantie zal werden gehouden, de gerenoveerde ordre tot ligting der Vaderlandsche Pacquetten met Brieven, aangebracht werdende met Scheepen die nog moeten vertoeven, om dezelve met den eerst naar Batavia vertrekkende Bodem Successive af te zenden en zo meede tot het narigt geeven aan haar Hoog Edelens bij alle geleegendheeden van de Scheepen en derselver getal die inde Tafelbaaij of Baaij Fals nog geankerd leggen, of van daar vertrokken zijn, even als zulx na het Vaderland geschied.
En zal aan haar Hoog Edelens met Eerbied verder werden gerescribeerd dat aan de t’zamentrekking van het generaal getal der Dienaren en het aan handen zijnde Canon &:a na eene daaromtrend vereischt werdende ordre gearbeid werdende, den Heere Gouverneur niet in gebreeken blijven zal deselve bij een Secreete Brieff aan haar Hoog Edelens open te leggen.
Dan door haar Hoog Edelens aan dit Gouvernement in bedenking gegeeven zijnde, het benoemen eener Commissie van kundige Caabsche Burgers en boeren, om een nauwkeurig onderzoek te doen, na de ware oorzaken der zeedert een Jaar of wat zo considerabel verminderden inzaam van Tarwe, en op te geeven de middelen waar door de Culture weeder opgebeurd en bevordert zoude kunnen worden.
Ten welken belange Haar Hoog Edelens vooraf hebben gelieven te betuigen, met deeze Regeering niet te kunnen vallen in het begrip dat de reeden der mindere gewasschen in zo een korten tijd als door Hoogst dezelve te voren aangetoond was, uit de verergering der Landerijen en eenige Volksvermeerdering zoude zijn ontstaan:
Zo is dienstig geacht, Haar Hoog Edelens met alle Eerbied op dit even aangehaalde nader te elucideeren, alvorens te bepalen of van de benoeming der bedoelde Commissie eenige gewenschte Vrugt zoude mogen werden verwagt.
En zal Haar Hoog Edelens werden versogt goedgunstig te willen Considereeren, dat van dit gantsche Land voor zo verre zig de Possessie der Compagnie in hetzelve uitstrekt, van de erectie deezer Colonie aff, dat gedeelte het welk zeedert bij aanhoudendheid de granen en de wijnen heeft opgeleeverd, al aanstonds Successivelijk ondernomen is, bearbeid, beplant en bezaaijt te werden, en daar dit nu reeds meer dan Een Eeuw heeft gediend, en tot deze Culture natuurlijk op alle Plaatzen eerst de Vrugtbaarste Streeken zijn uitgekozen geworden, het ligt te begrijpen is, dat naderhand van dezelve die inzamelingen niet hebben kunnen geschieden, als in den beginne; En dit te minder om dat, na mate men meer van het Land, het welk eertijds alleen ter wijding van het Vee verstrekte afnam en meede tot den graanbouw onder de Ploeg bragt om het oude te doen rusten, na mate ook deselve wijde voor het vee verminderen moest, en na mate een Boer daar door minder vee bij syn plaats heeft kunnen aanhouden, na mate ook de geleegendheid minder is geworden om de mist zo nodig tot het Vrugtbaar maken der Landerijen te verkrijgen.
Dat behalven dat, dewijl het de Landerijen hier natuurlijk eigen is, om drie off Vier Jaren na den anderen bezaait geworden zijnde, met allerlei onkruid vervult te weezen, hetzelve Land, dat onder den Ploeg is geweest, naderhand geen gras tot voedzel voor de beesten meer voortbrengd, als overdekt wordende met heesters of Struiken, die men hier Renoster Bosjes noemd, dewelke het gras onder dezelve doet verstikken.
Dat gelijk om dezelve quantiteit Granen te winnen die voorheen van een minder gedeelte lands konde werden ingezameld, men thans een zo veel groter uitgestrektheid land nodig heeft: het van zelfs spreekt, dat den Landman meer arbeid aan te wenden heeft, waartoe meerder Ploegen, meerder Jok ossen, meerder Slaven, en over het geheel meerder omslag werd vereischt zijnde hij nu ook verpligt voor de Jok ossen die hij tot de Wagens om Syn Producten op te brengen, nodig heeft en dewelke hij na deesen hunnen arbeid om het gebrek aan weide op Sijn bouwplaats, aldaar niet kan doen overblijven een andere plaats aan te houden of wel tot het weiden en weeder in Staat doen worden derselve met ijmand die een zodanige veeplaats besit, in accoort te treeden, zo dat het geene van deese ossen in dien korten tijd komt al de mest is, die hij voor zyn Landerijen vergaderen kan.
Dat uit dit gezegde, het geen algemeen, en overvloedig bij een ieder, die eenige de minste ervarenis van den Landbouw en kennisse van het Land alhier heeft, genoeg bekend is, op te maken zal zijn, dat thans door den Landman om een quantiteit Tarwe g’evenreedigt aan het geene hij voorheen inzamelen konde, op een groter uitgestrektheid gronds te kunnen in oogsten, ook meerder Zaad moet werden gebruikt, en dat hij zo veel meer brood nodig heeft, voor een groter getal Arbeiders, het geen hem minder doet overhouden om te kunnen verkopen.
Dat om nu ook daarbij te kunnen opmaken hoe het mogelijk is dat, niet teegenstaande eene zo grote abundantie, als volgens het geene Haar Hoog Edelens te regt gelieven aan te merken voorheen heeft plaats gehad, thans eene zo Considerable vermindering der gewasschen werd gevonden, dat men zelfs aan eigen benodigtheid gebrek heeft gehad vooraf zal behoren te werden genoteerd, dat men van hetzelve gebrek, gelijk dat van het voorleeden jare door een volstrekt misgewascht in de Granen ontstaan, voor ruim veertig Jaren de ondervinding in deeze Colonie mede heeft gehad, en dat hier teegen als van het nablijven der tijdige Reegens afhangende geen ander middel kan werden gebruikt, als te zorgen, dat ‘er een Jaar voorraad aan de hand blijve, het zij met zodanigen voorraad in S Comp: Maguazijnen op te zamelen, of wel te verhinderen, dat ‘er te veel het Land werde uitgevoerd
Dat de vermindering van het gewasch, dewelke teegenswoordig doorgaans in teegenstelling van vroeger Jaren toegenomen is, verder niet zo zeer zal moeten werden toegeschreven, aan de inzamelingen der Granen zelve, als wel mede en voornamentelijk aan de voren aangehaalde, en andere daar meede gepaard gaande omstandigheeden, die verhindert hebben dat van dezelve zeedert wijnige Jaaren die abundantie in ‘S Comp:s Maguazijnen is gekomen die men gewoon was, en met welke zig voormaale wel bij enkelde gevallen, wanneer den oogst zeer opulent was, zelfs heeft overkropt gevonden.
Dat wanneer men met elkanderen vergelijkt d’Epoques, in welke den overvloed of de Schaarsheid heeft geheerscht, zig noodlottige wisselvalligheeden openbaren zullen, die door haren invloed op den bloeij en welvaart deezer Colonie ook in Staat hebben kunnen zijn, om zodanige overvloed of Schaarsheid in de granen te veroorzaken.
Dat wanneer in het Jaar 1755: duizenden van Inwoonderen en Slaven door de kinder ziekte waren weg gerukt, en van de besmetting deezer ziekte de geene die Landwaards in woonden bevreid waren gebleeven, men gezien heeft, dat daar aan d’ eene zijde den Landbouw niets had geleeden, en met dezelve de jaargetijden zig op het gunstigste vereenigden, dog aan de andere zijden niet alleen het getal der Inwoonderen vermindert, maar ook geen vertier naar buiten was, den voorraad van Tarwe zig zo zeer heeft vermeenigvuldigt, dat al het geene een uittermaten gezeegend gewasch van het Jaar 1758 opleeverde, en het volgend Jaar 1759 zo overtollig was, dat den Landman zig daar van niet konde ontlasten, en verpligt is geweest Sijn Tarwe zelfs tot Rd:s 6: voor de Thien Mudden te verkopen, of dewijl dit hem de onkosten van Sijn Vragt niet beloonde het overige in de Mijt te doen vergaan, of aan Syn Beestiaal te vervoeren, tot dat in het laatst van hetzelve Jaar 1759 een Fransch oorlogs Esquadre uit d’ Indiën alhier verscheen, het welk aan alles gebrek hebbende, in een ongelooflijke kortheid van tijd en niet teegenstaande een in het volgende Jaar daarop weeder welgeslaagden graan oost, de Tarwe weeder boven haren gewonen prijs bragt, ja zelfs daarna, dan eens daar boven, en dan weeder daar beneeden heeft doen blijven fluctueeren.
Dat de Jaren, die daaraan volgden, doorgaans meede niet ongunstig waren, omtrend het gewasch, dog dat den uitvoer door de vreemde Natiën meer en meer afgenomen en daarop in het Jaar 1767. andermaal de verderflijke kinderziekte in deeze Colonie gevolgd zijnde, waar door nader eene meenigte van Inwoonderen en Slaven is vernield geworden, den voorraad ook weeder toegenomen is, maar dat eenen opengestelden buiten gewonen jaarlijxen uitweg naar het vaderland toen verhindert heeft, dat den Landman niets gelijk bevorens voor sijnen arbeid onbeloond is gebleeven zo dat het overvloedige naliet, van het eene Jaar tot het andere over te blijven, en de prijs van het geene daarop Stond te volgen te benadeelen.
Dat deeze prijs zeedert steeds in eene gereegelde proportie gebleeven zijnde zo dat men zelfs tot op het Jaar 1781: in staat heeft kunnen zijn, om de Indiën van de benodigde Tarwe te voorzien, men egter van toen af geen zodanig gezeegend Jaar omtrend het graan gewasch heeft mogen beleeven, als wel voorheen, en in het teegenwoordige. En dat daar uit af te leiden zal zijn dat is de enkele verscheininge van een fransch Esquader in het laatst van het jaar 1759 in staat geweest, om ongeagt eenen zo onmatigen overvloed als toen plaats had, de Tarwe boven haren gewonen prijs te doen klimmen, alzo ook die aankomst en lang verblijf alhier van considerable vloten Esquaders en auxiliare Troepen zeer noodzakelijk in het Jaar 1781. toen men maar even zo veel overgehouden had, als tot het volgende Jaar toerijken konde, heeft moeten veroorzaken dat ‘er Schaarsheid in de granen ontstond, dewelke niet afneemen konde om dat het gewasch Jaarlijx even zober bleeft daar ondertusschen de aangehouden werdende Troupen, zowel als de Inwoonderen, die zeedert 1767. weeder considerabel toegenomen waren, moesten werden gespijst.
Dat uit dit een en ander verder blijkt, dat hoe gezeegend het gewasch in’t vervolg ook weeder op de Landerijen die voorheen zyn bezaait geweest, uitvallen mag, de meenigte egter der Arbeiders zelve en anderen die daarvan moeten werden gevoed, in vergelijking van het geene men voortijds nodig had, na alle waarschijnlijkheid wel verhinderen zal, dat de inzamelingen van die Landerijen zig voortaan tot het overtollige zullen uitstrekken, Te meer daarvan die tydens af aan, dat den Extra ordinairen uitweg voor dat overtollige na Europa is geopend geworden, den Landman alle bekommernisse ontruimd vindende om syne Producten van granen quijt te worden, zig bij aanhoudendheid en zonder over de onkosten beschroomd te zijn, zo sterk op de Culture daarvan heeft toegelegd als hij bijbrengen konde, waardoor sijne Landerijen dan ook meestendeels zijn uitgeput geworden.
Dat daar men nu op dit tijdstip ondervind dat, niet teegenstaande eenen zeer gezeegenden graan oogst deezes Jaars, het zeer bezwaarlijk zo niet omme gelijk vallen zoude om den ordinairen voorraad voor een rond Jaar in ‘S Comp:s Maguazijnen magtig te worden, zo wanneer men door de ondernemene nieuwe Culture omstreeks de Mosselbaaij, daartoe niet wierde in staat gestelt dit alles niet alleen dient ten naderen bewijze dat de voorenaangehaalde omstandigjheeden de inzamelingen voor d E Comp:ie hebben doen verminderen, maar ook ten betoge dat de voorsz: aangemoedigde agriculture verder Landwaards in ten uittersten noodzakelijk is geworden.
Dat de reedenen en oorzaken der mindere gewasschen in zo eenen korten tijd dat men zig in den eersten opslag zeekerlijk daar over verwonderderen moet, met het gezegde nader opgeheldert en zo men zig vleid duidelijk aangetoond weezende het nu gemakkelijk vallen zal, om te onderzoeken, of eenige Vrugt zoude kunnen worden verwagt van het te werk te stellen eener Commissie van kundige Caabsche Burgers en boeren om op te geeven de middelen waardoor de Culture weeder zoude kunnen worden opgebeurd en bevordert.
Dat men zeeker van eene zodanige Commissie verwagten moet dat dezelve opgeeven zal, de vooren aangehaalde uitgestrektheid van het Land het welke tot de inzameling van die zelfde quantiteit Tarwe dewelke voorheen van eene mindere Stuk Lands konde werden gewonnen thans moet werden aangewend, de vermeerdering van den omslag daartoe vereischt werdende en gevolglijk meede aan de daaruit voort vloeiende Zwaardere onkosten voor den Landbouwer, maar dat men ook geenzints moet twijfelen, of deeze Commissie uit een Lighaam, het welk altoos blyken heeft gegeeven, zig wijnig over de bezwaren der Maatschappij te bekreunen, wanneer derselver Intrest daar door zoude komen te leiden zoude hier uit aanleiding neemen om met alle immers mogelijke reedenen aan te tonen, dat zyn de onkosten met den arbeid zwaarder gewordende prijs van de Tarwe ook behoord te werden verhoogd, wil men den boer in staat stellen, om den omslag in te kopen, en aan te houden, die hij tot de Culture nodig heeft.
Dan dat hier teegen behoord te werden geconsidereert dat die vermeerdering van den omslag niet zo zeer is ontstaan, uit de toen existeerende noodzakelijkheid aan de zijde van de Maatschappij /: van welke men na eene verhoging van den prijs zoude verlangen :/ om den graan bouw te doen toeneemen, en de Landerijen uit te putten, als wel uit de Lust waartoe den Landbouwer zelfs door de zeekerheid van sijn Tarwe te zullen kunnen vertieren, zig opgewekt vond, om sijne inzameling te vermeenigvuldigen, en daar door in het vermogen te geraken, van Sijn omslag te vergroten, en tot het verkrijgen van meerdere voordeelen zo veel Lands meer te bezaaijen, gelijk men dit heeft zien gebeuren.
En daar reeds blijkt dat het met eene vermindering of verflauwing der Culture waardoor de inzamelingen Schraalder zijn geworden, maar dat inteegendeel zelfs, alleen uit eene Vermindering der Culture op de oude Landerijen gedurende een tijd lang om de zelve te doen rusten, te verwagten zoude zijn dat de Landerijen weeder tot den vorigen Staat zouden kunnen komen, derhalven ook uit de verhoging der ordinaire prijs van de Tarwe ‘S Comp: weegen geenzints kan worden verwagt dat men daar meede meerder in ‘S Comp:s Maguazijnen zoude erlangen dewijl d’ Ingezeetenen van dit Vlek tot hun groot bezwaar zig genoodzaakt zouden vinden weeder daarboven te klimmen om hun nooddruft van dat onontbeerlijk voedzel te bekomen, zynde buiten dien niet nodig door eene Commissie de Verbeetering van den Landbouw te doen onderzoeken, dewijl ieder Landbouwer die een plaats bezit zig altoos daarop toelegd, om Sijne Landerijen te leeren kennen, en dezelve naar de bekomene kennisse te bearbeiden, zo met het zaad vroeger of later daar in te brengen, als het braken en bemesten, nadat het Land zwaarder, ligter, zandiger, vogtiger en hoger of lager geleegen is.
En dat indien het al mogelijk was, zo als egter niet kan worden toegestaan, dat eenige burgers en boeren ander plausibeler middelen tot opspeuring en verbeetering der Culture aan de hand konden geeven, het nog de Vraag zoude zijn, of men daarop eenige Staat zoude kunnen maken en zo Ja of die verbeeteringen zoude kunnen werden ingevoerd daar men verwagten moet dat boeren, die zig altoos daarop toeleggen om meerder te winnen dan andere huns gelijken, en die uit de mindere inzamelingen van andere hun meerder voordeel bereekenen, zig niet zeer bereid zullen tonen, om het geene waarin zij, zo dit een geheim weesen mogt excelleeren, aan anderen meede te deelen, en dat daarbij de Boeren hier te Lande van der jeugd af aan, bij dat beroep opgebragt zijnde, ieder hunner de Kunde die hij verkreegen of de proeven die bij hem genomen zijn, liefst volgd, en mistrouwend zo niet afkeerig is om nieuwigheeden door anderen geinventeerd aan te neemen, ten zij eene langdurige ondervinding hem overtuigd, of van het vooroordeel geneezen heeft.
Dat om alle deeze reedenen en de apparentie die men heeft, dat den graanbouw door de vaart meede naar de Mosselbaaij zig verder landwaards in zal aangemoedigt vinden en welke aldaar gewonnen werdende Granen, men in de magt heeft niet alleen aan de Comp:ie te doen blijven, het alzo overtollig, Ja onraadzaam geoordeeld zijnde de meergem: Commissie te bewerkstelligen.
Deeze Consideratiën teegen zodanige Commissie aan haar Hoog Edelens Zullen werden voorgedragen, om daarop hoogst derselver nadere ordre af te wagten onder betuiging dat welopgem: Heere Commissaris de Voorsz: aan sijn Edele gesuppediteerde Consideratiën in het bijzonder met alle mogelijke attentie nagegaan, en met de omstandigheeden deezer Colonie geconfronteerd hebbende dezelve alle zints juist gegrond heeft bevonden, en zig dierhalven ook volkomen daar meede is Conformeerende.
Zullende Haar Hoog Edelens mede nader pligtschuldig werden bedankt, voor de verdubbelde adsistentie nu weeder met de Batavier erlangd dewelke met het geene de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren uit Europa hebben gelieven te zenden ongeacht de aankomst van beide dezelve alhier na de voorsz: gezeegende recolte der granen deezes jaars egter nog tot ontzet zullen moeten verstrekken in de schaarsheid, voor dewelke men in den omslag voor dit Gouvernement anderzints nog geduurende dit jaar zoude hebben moeten vreesen.
Dat den graanbouw omstreex de Mosselbaaij slegts een begin genomen hebbende, om dat de Ingezeetenen aldaar zig nog niet in staat hadden gesteld, om dezelve met kragt voort te zetten, het geene van hier nader bij tot nog toe opgebragt is geworden, meestendeels heeft moeten verstrekken tot voorzieninge der Inwoonderen van dit Vlek welkers voorraad door de vorige Schaarsheid ten eenemaal geconsumeerd geworden was.
En daar den Heere Gouverneur uit haar Hoog Edelens voorsz: zeer gerespecteerde Missive en een daarnevens gevoegd Extract uit de aanschreivens der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, sub 5 Novemb: 1785. hoogst derselver intentie heeft mogen verneemen, omtrend het herwaards overgezonden Stel van de van Mulacca ontfangene Plans tot versterking van het Casteel en van het Fort Tranquera Cum annexis, als meede van de Ceilonsche Fortificatiën, betuigde sijn Edele ten hoogsten sensibel te wezen van het vertrouwen daarbij in hem gesteld, hoe zeer hij gouverneur ook declareeren moet, dat den tijd niet vinden konde, zonder syne dagelijxe beezigheeden ter zijde te stellen, om voor dit Gouvernement hetwelk hem natuurlijk zo veel ter harten ging aan een zoortgelijk point met den vereischten spoed te voldoen, dan dat met alle hem mogelijke attentie de voorsz: Stukken zoude examineeren en daarin gaarne zal effectueeren, het geen immers mogelijk zal zijn, om aan d’intentie der Heeren Meesteren te beantwoorden, voor zo verre zulk een examen met bijvoeging van sijne Consideratiën zonder eene locale kennisse, dewelke daartoe zo zeer werd vereischt, uit te voeren zij, en waarvan mitsdien zodra mogelijk aan Haar Hoog Edelens Eerbiedig berigt zal werden gegeeven.
Gelijk meede verstaan is aan den pro interim Fiscaal Gabriel Exter te doen afgeeven Extract uit haar Hoog Edelens voorsz: Missive en zo mede uit die van den 15 November 1784. voor zo verre betreft, het daar bij gedemandeert onderzoek na de egtheid der klagten gedaan door de drie zoonen van den geweezen Salehakka van Xulabessij, als meede Copia van hun getranslateert klagtSchrift zelve met last aan hem pro interim Fiscaal, om voor gecommitteerde Leeden uit den Raad van Justitie nopens die klagten te doen nauwkeurig onderzoek, mitsg:s van sijne bevinding aan deezen Raade te dienen van berigt, ten einde daarinne verders na Haar Hoog Edelens intentie te werk te kunnen gaan.
Terwijl men hoopt dat bij Haar Hoog Edelens verder genoegen zal werden genomen in de Schikkingen die er gemaakt zijn om de Granen met ‘S Compagnies Scheepen uit de Mosselbaaij te laten afhalen, en uit welke Schikkingen ook blijken zal dat ‘er 10 pC:to Courtage op den prijs van Tarwe bedongen geworden is, voor de Vragt over Zee, deels om dat de Boeren die hun Tarwe over Land direct alhier in ‘S Compagnies Maguazijnen opbrengen, geen aanleiding zouden mogen hebben om uit hoofde van de meerdere kosten die zij daartoe aan te wenden hebben, een hoger prijs voor hun Tarwe te pretendeeren, daar de Leveranciers in de Mosselbaaij hun Tarwe met meerder gemak en minder omslag, aldaar leeveren kunnen, en anderen deels mede om de Comp:e te gemoed te komen in het Support der kosten en de risico der zee, dewelke geleeden moeten werden om de Tarwe van daar herwaards over te brengen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] A: Boesses
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Ronnenkamp
C. 174, pp. 221-241.¶
Woensdag den {17870214} 14 febr:ij 1787.
‘S voormiddags præsent den wel Edelen Groot Achtb: Heer Commissaris Adriaan Boesses, mitsg: den Edelen Heer Gouverneur en alle de Leeden uitgezondert de Heer M:r Jacobus Johannes Le Suëur, als in Commissie zijnde.
Nadien een groot gedeelte der Ingezeetenen die bevorens hunne remisen na het Patria hadden doen aanteekenen, dadelijk na de Publicatie van het op den 9 deezer, ten opzigte der Assignatiën genomen besluit, dezelve hunne aanteekeningen hebben doen roijeeren, en daarinne ook van de meeste der overige staan te werden gevolgt zo dat men in steede van een bedoeld algemeen genoegen over het uitgedagt middel waar door dezelve Ingezeetenen hunne penningen wel voor het grootste gedeelte zoude hebben kunnen remitteeren, juist het teegendeel daarvan komt te ondervinden daar men hetzelve middel waarlijk en alleen met een oogmerk bij der hand zoude hebben genomen om hun te redden uit eene verleegentheid over dewelke onophoudelijk wierd geklaagd, dog het nu blijkt, dat de meeste Ingezeetenen het zig meer aangeleegen laten zijn, om in een minder gedeelte hunner voorgenomene remise te mogen reusseeren, onder eene vaste verzeekeringe van op den verval tijd te zullen werden betaalt, dan wel zo veel meer te kunnen tellen zonder eene precise bewustheid te hebben, wanneer de betalinge daarvan zoude mogen geschieden, om het derangement dat hier meede, ongeacht eene Stipulatie van Interesten in Cas de betalinge niet op den verval tijd mogt komen te geschieden, in hunne affaires zoude moeten ontstaan, aan welke preferentie, en het verlangen dier Ingezeetenen dus geoordeelt zijnde, dat met gevoeglijkheid toegegeeven worden kan, zo als men daaraan ook gaarne wilde voldoen zo is goedgevonden en verstaan, het voorm: ten opzigte der Assignatiën genomene besluit, ende daar van gedane Publicatie weeder in te trekken en dat ter Contrarie in den ontfangst der penningen op Assignatiën, te werk zal werden gegaan op den vorigen gewonen voet, om van het geene men opgeeven zal, zo veel op Assignatiën aan te neemen, als men overeenkomstig ‘S Comp:s belangen en de omstandigheeden der Perzonen en Zaken immers mogelijk vinden zal. Zullende hiervan voor zo veel nodig aan de geene die de opgave hunner remisen reeds hebben gedaan, ofte nader binnen den nu weeder geprolongeerden tijd van Acht dagen en dus uitterlijk voor den 21. deezer zullen willen doen, bij nadere Publicatie kennisse werden gegeeven.
En daar de voorwaards gem: schikkingen ook het gezegde Effect heeft gehad bij de gemagtigdens van Christiaan Daniël Hertz, ten wiens opzigte de Heeren Majores aangeschreeven hadden, om op Syn aan Hoogst dezelve op het Sujet der remise gepresenteerd Request requard te slaan, dog ook dezelve gemagtigdens niet teegenstaande de door den Heere Gouverneur aan hun bij voorraad gegeevene informatie dat deeze Schikkinge Stond te werden verandert, gedeclareerd hebben, evenwel als nu van het remitteeren Sijner penningen af te zien, zo is verstaan, bij aldien dezelve gemagtigdens zynde den gezw: vendu Clercq Carel Albregt Haupt en den oud burger Commissaris Hendrik Pieter Warnecke, binnen voorsz: bepaalde tijd gene nadere opgave mogten komen te doen, van de penn:n die zij aan gem: Hertz zullen willen remitteeren, hier van aan hoogst gem: Heeren Majores ter onzer decharge pligtschuldig zal werden kennis gegeeven.
Door den pro Interim Fiscaal Gabriël Exter, die bij besluit van den 24 November des voorleeden jaars geinjungeerd is geworden, om nopens het verongelukken van het Schip Catwijk aan Rhijn onderzoek te doen ten einde in Cas eenige negligentie ofte wandevoir daartoe aanleiding mogt hebben gegeeven, teegens de Schuldige volgens de pligten van het Fiscaals Ampt te werk te gaan, thans onder bijvoeging eener relaas van den Gezaghebber der gem: Bodem Christiaan de Cerff, een verklaring van Twee daarop meede bescheiden geweest zijnde derdewaaks, en eene Examinatie van Zeekundigen, alle voor Gecommitteerdens uit den Raad van Justitie gepasseerd, ingediend zynde een Vertoog, luidende
Aan de Wel Edele Groot Achtb: Heer Adriaan Boesses Raad extra ordinair van Neederlands India Admiraal van’t retourvloot en Commissaris dezes Gouvernements, ende Wel Edele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop met dies ressorte &:a &:a &:a benevens den Edelen Agtb: Politicquen Raad.
‘Wel Edele Groot Agtb: Gestr: Heeren Edele Achtb: Heeren!’
‘’T heeft Uw E: Groot Achtb: W E: Gestr: en E Achtb: hoog gunstig belieft te behagen den ondergeteek: pro Interim Fiscaal G: Exter te doen in handen stellen een Extract Resolutie genomen in Rade van Politie in’t Casteel de Goede Hoop op Vrijdag den 24 9bre 1786: en denzelven te injungeeren nopens het in de Baaij Fals op de 7 8bre des voorL: jaars teegens de klippen gedreeven en verbrijsseld hoeker Schip Catwijk aan Rhijn nauwkeurig onderzoek te doen, of door de Scheeps overheedens alles is geobserveerd geworden het geen tot behoud of Redding van ‘t Schip konde Strekken, dan wel of daaromtrend eenige negligentie of wandevoir heeft plaats gehad ten einde in zulken gevalle na de pligten van het Fiscaals Ampt te werk te gaan, niet minder zo Spoedig mogelijk te inquireeren en te berigten, of het gemene volk zig aan het een of ander mogt hebben Schuldig gemaakt, waarom zoude vermeenen eenig actie teegens dezelve te moeten institueeren, zynde daar bij meede geresolveerd dat bij aldien bij het onderzoek, berigt en Consideratiën van zeekundigen zouden vereischt worden, daartoe expres moeten fungeeren de Capitain ter zee en Equipagiemeester de Manh: Francois du Minij beneevens zodanige bevelvoerders van aanweezende S Comp:s Scheepen als de Wel Edele Gestr Heer Gouverneur ten dien einde zal komen te benoemen.’
‘Den ondergeteek: het voor sijn indispensable Pligt hebbende gehouden het voorm: zeer geëerde besluit naar de geheelen inhoude te Executeeren, en aan een gedeelte aangaande het gemeene Volk van bovengem: bodem door Syn reeds ingediend Eerbiedig berigt hopende voldaan te hebben, heeft dus ook niet in gebreken kunnen blijven, omtrend het andere poinct rakende de Scheeps overheeden, het gedemandeerde onderzoek te doen, en ten dien einde de als bovengem: daartoe benoemde Cap: ter Zee en Equipagiemeester de Manh: Francois du Miny, beneevens de bijde Capitains ter zee de Manh: Christiaan van Veerden en Nicolaas Kloppers, tot het geeven van dezelve Consideratiën ten overstaan van Heeren Gecomm: uit den E Agtb: Rade van Justitie doen vaceeren, waar dan uit deeze Examinatie komt te blijken dat d’officieren van voorm: bodem in geenderlij wijze zig aan eenig pligtverzuim hebben Schuldig gemaakt, en is in teegendeel van den zelven gelijk van’t overige volk alles gedaan geworden wat tot redding en berging van’t Schip en goederen konde Strekken, zo dat indien ‘er nog iemand zijn zoude die in Schuld ofte gebrek gebleeven was, ‘t alleen de gezaghebber van dit Hoeker Schip moest zijn. En hoewel daaromtrend gem: Zeekundigen bij derselver remarques onder andere die als beantwoord onnodig zoude zijn, hier aan te halen, voornamentlijk niet schynen te approbeeren, dat den gezaghebber bij gebrek van de nodige Ankers een in de Baaij Fals bevindelijk Anker, niet teegenstaande dat dezelve voor Sijn bodem te Zwaar was, niet lange van te voren heeft gezogt aan boord te krijgen, om zig daarvan in tijd van nood zo veel doenlyk te kunnen bedienen, zo word dog zulx niet aangemerkt als op het verongelukken van het Schip daar door veroorzaakt was geworden ofte had kunnen verhindert werden, Terwijl om het Schip niet op syn eigen Anker aan Stukken te zullen Stoten een derde Anker niet meer kost geemploijeert worden, declareerende veel meer dikwils gem: Zeekundigen dat het verongelukken van dien Bodem in zonderheid toe te schrijven is aan de aanhoudende woedende Stormwinden te dier tijd in de Baaij Fals geblaasen hebbende, waardoor het breeken der Touwen is veroorzaakt geworden, en dat zeer mogelijk is dat schoon genomen ‘er van dies kant van den gezaghebber alle mogelijke zeemanschap in’t werk gesteld zij, het Schip egter niet konde behouden werden’
‘Weshalven den onderget: aan’t vorenstaande Advijs ende verdere verklaringen zig te refereeren, de Vreiheid neemende, onder hogere Correctie vermeend R:O: gene actie tegens de Scheeps overheeden van meergem: verongelukte Hoeker Schip Catwijk aan Rhijn met fondament te vermogen te institueeren, maar veel meer aan Uw E Groot Achtb wel Edele Gestr: en E Agtb: Eerbiedig te moeten overlaten wat hoog en weldezelven daaromtrend nader Zullen oordeelen en goedvinden te besluiten.’
‘Waar meede den ondergeteekende verhoopt aan de zeer geëerde intentie van Uw E Groot Achtb: W E Gestr: en E Achtb: te hebben voldaan en d’eere heeft deezen te laten dienen voor Eerbiedig berigt’
’/: was geteekend :/ G: Exter.’
Uit hetwelke is komen te blijken dat buiten den voorm: Gezaghebber geen der verdere opper officieren van voorm: Bodem iets het minste te imputeeren is van het geene waar uit het ongeval den gem: bodem overgekomen is ontstaan, dog dat, ongeacht het Declaratoir der Zeekundigen, aan het einde der voorsz: Examinatie in faveure van gem: Gezaghebber gedaan, en de daar uit gevolgde Sustenue van gem: pro interim Fiscaal dat namentlijk met geen fundament eenige Actie teegens de overheeden van dat verongelukt Schip vermogt te institueeren, gem: Gezaghebber evenwel niet kan werden vrij gekend van eene door de uitneemende vijligheid der Simons Baaij waarin dat Schip ter Anker lag, bij hem ontstaane zorgloosheid om behoorlijk en bij tijds te ieveren, in de precautiën die hij had behoren te neemen, om ingevalle al eens een onstuimige wind ofte zee waar door het Schip in gevaar had kunnen geraken, mogt komen te ontstaan of schoon men van de zodanige als door welke het ongeval veroorzaakt is geworden, bevorens geen geheugen heeft gehad, het Schip als dan door bequame Ankers te doen bevijligd zijn, waartoe hij zig ook wel van het in de voorm: Baaij aan de hand zynde Anker had kunnen bedienen, zo is na overweeging best gedagt, meergemelde Gezaghebber de Cerff onder oversending der Stukken met stilstand van gagie ter dispositie van de hoog Gebiedende Heeren Meesteren na het Patria op te zenden en overigens verstaan de verdere officieren van dien Bodem na de ordre weeder emploijabel te verklaren en derselver gagie van heeden af aan te laten Cours neemen.
Den Capitain Lieutenant van het retour Schip de Twee Gezusters , Willem Janse Cudde, door ziekte buiten staat zynde, met gem: Bodem te vertrekken en sijn dienst op dezelve waar te nemen, waarom ook verzoek heeft gedaan om tot herstelling sijner gezondheid alhier eenigen tijd te mogen vertoeven, zo is op voorsz: Bodem weederom tot Cap:n Lieut: bevordert den Lieut: Cornelis Clement en in plaats van denzelven tot Lieut: den Sous Lieut: Frans van Vlaanderen beide met halvering van gagie, ter nadere approbatie van de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren in het Patria, zijnde voorts op ged: Bodem geplaatst den op het Schip Catwijk aan Rhijn bescheiden geweest zijnde Sous Lieutenant Jan Gerrit Breeman.
Wijders is op derselver ingediende Requesten van de onder te noemene perzonen het volgende geaccordeert te weeten.
Aan den geweesen Predikant der Lutherse gemeente te Batavia, Johannes Brandis, als van het retourschip Stavenisse in het voorleeden jaar hier overgebleeven zijnden, om met sijn Zoontje mede Jan genaamd, en thans oud Seeven Jaren, p: het aanweezend retourschip ‘T Zeepaard syne reize naar het Patria te mogen vervorderen op zodanigen voet met betrekking tot het Transport en kostgeld, als het notulair besluit der Hoge Indiasche Regeering in dato 22 Julij 1785 waarvan Extract geproduceert heeft, is mede brengende.
Aan den meede in het voorL: Jaar van het Ceilons retourschip ‘T Slot ter Hoge , uit hoofde der toenmalige indispositie sijner Huisvrouw alhier agtergebleeven Lieut: Militair Wolfgang van Retberg, om met weeder Cours neeming sijner intusschen Stil gestaan hebbende gagie neevens gezegde sijne Huisvrouw en vier kinderen voor dewelke het Transport en kostgeld reeds op Colombo is voldaan, meede op het voorm: Schip ‘T Zeepaard verder naar het Patria te vertrekken.
Aan den Baas Grutter Johan Hendrik Lange om neevens sijn Zoontje Johan Hendrik Lange oud 9 Jaren onder betaling van het Transport en kostgeld, voor den laatstgem: met een der retour Scheepen deezes Jaars naar het Patria te mogen vertrekken zullende ten belange van den selven Lange op desselfs verder geinsteerde aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren zeer Eerbiedig werden verzogt, dat vermits hij sijne Huisvrouw en overige kinderen alhier agterlaten zal, en hij zig tot deeze Syne t’huis rijze door particuliere affaires gedrongen heeft gevonden terwijl syn Comportement alhier, steeds tot volkomen genoegen heeft verstrekt, het haar wel Edele Hoog Achtb: behagen mag denzelven als geneegen weezende weeder na deeze plaatze te rug te keeren, zulx daarom komende te versoeken, op zodanige voet als het Hoogst deselve behagen zal goedgunstig te accordeeren.
En aan Lambertus van der Woort mits zijn te kennen geeven van in’t Patria tot ondercoopman om in diervoegen op Batavia emplooi af te wagten, te zyn aangesteld, om op een der uitkomende Scheepen na evengem: Indiasche Hoofdplaats te mogen vertrekken en derwaards mede te neemen, sijn Huisvrouw en Zuigend kind, zynde desselfs verder gedaan versoek, om uit hoofde van desselfs bekrompene omstandigheeden bevreijd te mogen zijn van de betalinge der Transport en kostgelden voor gem: syne Huisvrouw en kind aan de Hoge Indiasche Regeering gedefereerd gelaten.
Met het Schip Neederlands Welvaren door de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren op het van hier gedaan verzoek, zo ten einde de rouleerende en afgesleetene papiere Munt Stukken, af te wisselen, als om het vervalschen en conterfijten van de geene die nog in de wandeling blijven moeten, ten uittersten difficiel, zo niet onmogelijk te maken, voor dit Gouvernement, expres uitgezonden weesende een quantiteit gestempeld fijn Carton, van de na te meldene onderscheidene Valeuren te weeten.
1200 p:s | van 2 rd: ieder zijnde | Rd:s 2400: |
1200 d:o | d:o 3 d:o d:o d:o | d:o 3600: |
1200 d:o | d:o 4 d:o d:o d:o | d:o 4800: |
1200 d:o | d:o 5 d:o d:o d:o | d:o 6000: |
800 d:o | d:o 10 d:o d:o d:o | d:o 8000: |
800 d:o | d:o 12 d:o d:o d:o | d:o 9600: |
800 d:o | d:o 15 d:o d:o d:o | d:o 12000: |
800 d:o | d:o 20 d:o d:o d:o | d:o 16000: |
800 d:o | d:o 25 d:o d:o d:o | d:o 20000: |
800 d:o | d:o 30 d:o d:o d:o | d:o 24000: |
800 d:o | d:o 40 d:o d:o d:o | d:o 32000: |
800 d:o | d:o 50 d:o d:o d:o | d:o 40000: |
800 d:o | d:o 60 d:o d:o d:o | d:o 48000: |
makende t'zamen eene Somma van | rd:s 226400: |
1200 p:s | van 2 rd: ieder zijnde | Rd:s 2400: |
1200 d:o | d:o 3 d:o d:o d:o | d:o 3600: |
1200 d:o | d:o 4 d:o d:o d:o | d:o 4800: |
1200 d:o | d:o 5 d:o d:o d:o | d:o 6000: |
800 d:o | d:o 10 d:o d:o d:o | d:o 8000: |
800 d:o | d:o 12 d:o d:o d:o | d:o 9600: |
800 d:o | d:o 15 d:o d:o d:o | d:o 12000: |
800 d:o | d:o 20 d:o d:o d:o | d:o 16000: |
800 d:o | d:o 25 d:o d:o d:o | d:o 20000: |
800 d:o | d:o 30 d:o d:o d:o | d:o 24000: |
800 d:o | d:o 40 d:o d:o d:o | d:o 32000: |
800 d:o | d:o 50 d:o d:o d:o | d:o 40000: |
800 d:o | d:o 60 d:o d:o d:o | d:o 48000: |
makende t'zamen eene Somma van | rd:s 226400: |
Zo is op de door den Wel Edelen Groot Agtb: Heer Commissaris gedane propositie ten einde de gemeente meerder gerustheid en verzeekering te doen hebben, in het onderscheiden der goede Stukken van de geene, die men zoude mogen onderstaan, te conterfijten of in derselver Valeur te vervalschen, verstaan dat door de hand van een daartoe te benoemene Clercq onder het Stempel zal werden gesteld Cabo de goede Hoop, met den datum van heeden, en dat dezelve Clercq alle de Stukken boven het stempel aan de linker zijde zal moeten letteren en nummeren in maniere als volgt te weeten
dat wijders door de Heer Cassier Gerhardus Hendrik Cruijwagen, neevens de Letter en het nummer, ook boven het Stempel aan de regter zijde met syn eigen Schrift de waarde van het Stuk gesteld weezende, voorts alle de stukken onder den voorsz: daarop te stellene datum van weegens deese Regeering zullen werden geteekend, door den Heer Secunde Joh:s Izaac Rhenius, den Heer Dispencier Tobias Christiaan Rönnenkamp en den winkelier Egbertus Bergh.
Waarna men alle deselve stukken dus eerst in staat zijn zullende om voor de nu nog lopende papiere Munt stukken uitgewisseld, en in de wandeling gebragt te werden, provisioneel in de grote geld Cassa overbrengen en bij ‘S Comp:s boeken inneemen zal, om vervolgens wanneer de telling in ‘S Comp:s Cassa op Assignatiën afgelopen, en daardoor op te maken wezen zal, hoeveel van de vorige Papiere munten als dan nog in de Wandeling zullen komen over te blijven, vervolgens tot de afwisseling derselve zodanig te besluiten, als men zal vinden te behoren, en de voorsz: nieuwe Carton stukken te kunnen Strekken.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] A: Boesses
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Ronnenkamp
C. 174, pp. 242-243.¶
Saturdag den {17870217} 17 Febr:ij 1787.
bij omvrage alle present, behalven den Heer ColloneL Gordon
Den van het Hollandsch particulier Schip de Maria op desselfs bij Request gedaan verzoek uit hoofde van indispositie overgebleevenen ondercoopman Leonard Robbert Jacob van Hasselt, thans weederom bij geschrifte hebbende komen te verzoeken, dat vermits bekomene herstelling met het ter Rheede leggend Schip Berkhout desselfs reize na Batavia mogte continueeren, zo is zulx aan gem: van Hasselt toegestaan en zal desselfs stil gestaan hebbende gagie dienvolgens weederom Cours neemen
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] A: Boesses
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 244-246.¶
Dingsdag den {17870220} 20 febr 1787.
bij omvraag alle præsent
Den Eerw: Emeritus Predikant Petrus van der Spuij bij Missive van den 16 deezer in rescriptie op de gedane schrijvens aan denselven ingevolge Raads besluit van den 9 deezer, onder anderen zynde komen te declareeren dat sijn Eerw: om aan het verlangen ende verwagting deezes Raads te voldoen geneegen was te berusten in de betuiging, die den burger David Muller betreffende het voorgevallene in de Stellenbosche kerk op zondag den 26 Maart des voorleeden Jaars aangenoomen heeft voor den Kerkenraad van die gemeente in præsensie van den Landdrost aldaar te doen; zo is omme deeze zaak daar meede als nu haar volkomen beslag te doen erlangen, verstaan den Kerkenraad voormelde te qualificeeren, om hoe eer hoe liever de voorschreeven betuiging van gemelde Muller voor hunne vergaderinge aan te neemen en zo meede qualificatie te verleenen op den Landdrost van Stellenbosch en Drakenstein , ten einde bij die Verrigtinge teegenswoordig te zijn.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] A: Boesses
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 247-249.¶
Woensdag den {17870221} 21 feb:ij 1787.
bij omvrage alle present except den Heer Collonel Gordon.
In den voorleeden Jaare 1786 met het Chinas retourschip Barbestein hier ter plaatze aangeland zijnde den oppermeester Johan George Bode, die in dezelve qualiteit in de Neederlandsche Factorije te Canton bescheiden is geweest met aanschreivens van ‘S Comp:s Ministers aldaar, dat aan denzelven oppermeester Bode hadden gepermitteerd behoudens sijn emploij met stilstand van gagie een Spring Togtje naar herwaards te doen, ten einde ware het mogelijk door de Verandering van lugt te herstellen van de aldaar ongeneeslijke ziekte waar mede hij was aangetast met verzoek om aan gem: Bode te willen accordeeren om ten deezen Gouvernemente te mogen overblijven en bij aldien hij herstelde en weederom mogte verkiesen naar Canton te rug te keeren, als dan aan denzelven passagie te willen verleenen op een van ‘S Comp:s naar Batavia ofte direct naar China gedestineerd Schip, dan wel op dat eener andere Natie, en op welk voorschreivens en het versoek van voormelde oppermeester Bode bij desselfs aankomst aan hem de gezegde permissie is geaccordeert geworden, heeft denselven thans bij Request weederom komen te solliciteeren dat, dewijl van desselfs ziekte in zo verre was hersteld geraakt, dat zig in Staat bevond voorsz: te rug reize aan te neemen, met het zeilvaardig leggend Schip Neederlands Welvaren naar Batavia mogt vertrekken; En is zulx aan deszelven geaccordeert.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] A: Boesses
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 250-263.¶
Vrydag den {17870223} 23 Febr:ij 1787
‘S Voormiddags præsent den Wel Edelen Groot Achtb: Heer Commissaris, mitsg: den Edelen Heer Gouverneur en alle de Leeden.
Door den Heer Keldermeester M:r Jacobus Johannes le Suëur wierd ter vergaderinge overgeleevert een schriftelijk Rapport nopens het vullen der Aamen en proef bottels met Constantia wijn ter verzendinge na het Patria, welk Rapport goedgevonden zijnde in Copia na het Vaderland over te zenden, is teevens verstaan, dat aan de Wel Edele Hoog Agtb: Heeren Seeventhienen zal werden voorgedragen ‘t bij dat Rapport voorkomend nader versoek der Bezitters van Constantia tendeerende om de bygevoegde reedenen dat de Aamen met Constantia wijn bij den aanbreng in het Vaderland niet opgevuld, maar tot den verkoop dag wel gesloten mogten werden gelaten.
Zijnde bij deeze geleegendheid best gedagt om wanneer het voor de kamer Rotterdam repatrieerend Schip Texelstroom niet nog tydig genoeg mogt komen op te dagen, het voor die kamer gedestineerd gedeelte van voorsz: Constantia Wijnen met het aanweezend Delfs Schip d’ Eenparigheid af te zenden.
Door den afgaanden Heer Secunde Pieter Hacker de Heer Dispencier Tobias Christiaan Rönnenkamp en den Pakhuijsmeester Salomon van Echten wierd vervolgens in Rade overgeleeverd een Schriftelijk berigt van de in ‘S Comp:s Cassa nog in weezen zijnde papiere munt Stukken, dewelke volgens de besluiten de datis 27. April en 24 Aug:s 1784. zijn ingewisseld geworden, luidende
Aan den Wel Edelen Groot Agtb: Heer Adriaan Boesses Raad Extra ordinair van NeederL: India, mitsg: Admiraal en Cheff der retourvloot en Commissaris deezes Gouvernements en den Wel Edelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop, met den ressorte van dien, benevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Groot Achtb: Gestr: Heeren en E: E: Achtb: Heeren!’
‘Bij geleegendheid door den Eerstgeteekende afgaande Secunde en Hoofd Administrateur deezes Gouvernements aan desselfs vervanger de Heer Johannes Izaac Rhenius ter presentie der expres daartoe gestelde Gecommitteerdens overgegeeven geworden zijn, alle de Contanten zo in zilvere Speciën, als aan gestempelde papieren Munt in de grote geld Cassa berustende, zodanig als dezelve ter syner verantwoordinge hebben gestaan, in het bij zijn en ten overstaan van de meede geteekendens ordinaire Gecommitteerdens in ‘S E Comp:s geld Cassa teffens exactelijk opgenomen en naar geteld weezende, het Papieren geld van 8 en 6 rijxd:s mitsg: van 48, 36, 24, 12, 6 en 2 Stuivers, hetwelk volgens Politicq Raads besluit de datis 27 April en 24 Aug:s 1784. van tijd tot tijd met zilvergeld is ingewisseld geworden, hebben de ondergeteekendens bevonden dat het voorschreeve ingewisselde Papieren geld komt te bedraagen een Somma van Een Hondert Twee en Zeeventig Duijzend Zeeven Hondert Acht en Sestig en Een halve Rijxd:s zynde dit Montant op de volgende Tijden, bij de Negotie- en Cassa Boeken Successivelijk afgeschreeven te weeten:’
‘
1784. Ult:o Julij | aan Stukk: van 48 tot 2 Stuiv: een bedragen van | Ducat:s 37533 1/3 |
d:o d:o Sept: | d:o d:o 8 en 6 Rd:s en van 48 tot 3 Stuiv: | d:o 56750: 1/2 |
d:o d:o Decemb: | d:o d:o d:o d:o d:o | d:o 16957: 56/72 |
1785 d:o Januarij | d:o d:o d:o d:o d:o | d:o 3937: 28/72 |
maakt t'zamen aan DuCat: tot 72 St: p: Duc:n | 115179:- | |
die gereduceerd zijnde tot rd:s 48 st: ijder komt ovbersulx als boven | Rd:s 172768: 1/2 |
1784. Ult:o Julij | aan Stukk: van 48 tot 2 Stuiv: een bedragen van | Ducat:s 37533 1/3 |
d:o d:o Sept: | d:o d:o 8 en 6 Rd:s en van 48 tot 3 Stuiv: | d:o 56750: 1/2 |
d:o d:o Decemb: | d:o d:o d:o d:o d:o | d:o 16957: 56/72 |
1785 d:o Januarij | d:o d:o d:o d:o d:o | d:o 3937: 28/72 |
maakt t'zamen aan DuCat: tot 72 St: p: Duc:n | 115179:- | |
die gereduceerd zijnde tot rd:s 48 st: ijder komt ovbersulx als boven | Rd:s 172768: 1/2 |
‘van welk een en ander de onderget: de Vreiheid nemen Uwe Wel Edele Groot Agtb: Gestr: en E Agtb: verschuldigd berigt te geeven en daar benevens ootmoedig voor te dragen en te versoeken dat het meergem: verwisselde papieren geld als buiten Cours gesteld, en dus niet meer roulleerende moge werden vernietigd en verbrand, waarop Uwe Wel Edele Groot Achtb: Gestr: en E Achtb: geëerd goedvinden en dispositie afwagtende, hebben de ondergeteekendens inmiddels de Eere zig met diepschuldig Respect te noemen’
’/: onderstond :/ Wel Edele Groot Achtb: Gestr: Heeren en E: E Achtb: Heeren Uwer Wel Edele Groot Achtb: Gestr: en E Achtb: zeer ootmoedige en gehoorzame Dienaren /: was get: / P Hacker, T: C: Rönnenkamp, S: V: Echten. /: in margine :/ Cabo de Goede Hoop den 17 Febr: 1787.’
Waarop verstaan is dezelve Munt Stukken als successivelijk reeds bij ‘S Comp:s Boeken afgeschreeven weezende, en uitmakende eene Somma van Rd: 172768 1/2 ofte Ducatons 115179, te doen vernietigen en verbranden en daar toe expres te Committeeren den Heer Secunde Johannes Izaac Rhenius, mitsg:s gem: Heer Rönnenkamp en Pakhuismeester Van Echten.
Vervolgens bij resumptie van de geformeerde Lijst der differente geld Sommen, die men voor dit Jaar ter remise na het Patria heeft doen aanteekenen, gebleeken weesende dat, wanneer de reductie dier geld Sommen tot op Twee derde minder gebragt, en dus maar een derde daarvan om te tellen toegestaan wierd, alleen dat gedeelte het welk voor d’ Ingezeetenen dienen zoude, als dan op Neegen tonnen gouds is uitkomende ongereekend het geen behalven voor Mevrouwe de weed:we van der Burg den oud burger Lieut: Barend Jacob Artoijs en Christiaan Daniël Hertz onder voorschreivens van hoogstgem: Heeren Majores ook nog voor de Weeskamer alhier, en differente uit dit Gouvernement gerepatrieerde of in dit Jaar te repatrieeren Staande Perzonen, is aangeteekend geworden en al meede een Considerable geld Somma komt te rendeeren.
En daar bij aan d’ eene zijde in Consideratie genomen weesende de onophoudelijke en steeds toeneemende doleantiën der Ingezeetenen, zo over het gebrek aan geleegendheid, om hunne op zware Interesten voortlopende Schulden in’t Vaderland af te doen als over het gevaar waarin zij zig gebracht vinden, om wanneer zij geen middel tot het remitteeren hunner penningen hebben mogen, door manquement aan verder Crediet in het Patria hun handel als derselver eenigste middel van bestaan den bodem geheel ingeslagen en zig ten laatsten volkomen geruineerd te vinden, en dat aan de andere kant, het de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, die zo veele gedistingueerde blijken hebben gelieven te geeven, van het belang hetwelk hoogst dezelve in de welvaart deese Colonie stellen, geenzints aangenaam zoude kunnen zijn, wanneer men veronachtzaamde aan de voorsz: teegenwoordig zeer hoog geklommene doleantiën dier Ingezeetenen te gemoed te komen en door middel eener augmentatie van het vorige Montant der Assignatiën, te verhinderen, het verval waartoe den bloei deezer Colonie zig zoude gebracht vinden. Zoo is, na alles nauwkeurig te hebben overwogen, in een zeeker vertrouwen dat deeze dringende reedenen bij hoogstgem: Heeren Meesteren wel in gunstige aanmerkinge zullen werden genomen goedgevonden en besloten, van d’ Ingezeetenen voor dit Jaar op Assignatiën in ‘S Comp:s Cassa te ontfangen, de voorsz: Neegen Tonnen gouds, als slegts een derde gedeelte uitmakende van het geene zij aangeboden hebben, en dat nog een Ton op Assignatie zal werden aangenomen, van voorm: Weescamer alhier, Mevrouwe de weed:we van der Burg, Artoijs, Hertz, mitsg: de differente gerepatrieerde en nog deesen Jare te repatrieeren Staande Perzonen om onder deselve na gelang van derselver aangeteekende Capitalen ofte dat hunne omstandigheeden zulx vereisschen te werden verdeelt zullende beide die Montanten werden gesplitst in Twee Parthijen, op de resp:ve najaarsche en Voorjaarsche verkopinge van dit en het aanstaande Jaar.
En vermits voorm: Heer Secunde Pieter Hacker te kennen gaf, dat het contingent, het welk sijn E: bij de voorsz: repartitie zoude kunnen toevallen, Slegts een gedeelte Zullende komen uit te maken van het geene syn E: te remitteeren had, en hier door een derangement in syne omstandigheeden veroorzaakt werdende, vermits desselfs geheele Capitaal, om even burgerlijk in het Vaderland te kunnen leeven, aldaar nodig had; zo is op het instantig verzoek van gem: Heer Secunde Hacker aan denzelven toegestaan, om het geene sijne teegenswoordig over te makene penningen het bedragen excedeeren zal, van het geene volgens de voorsz: repartitie zal kunnen tellen, als nu insgelijx in ‘S Comp: Cassa te mogen brengen, en aldaar zonder Interest te laten, ten einde daarvan in het aanstaande Jaar de Assignatiën te ontfangen, op den voet die als dan plaats grijpen zal.
Na het welke op Schriftelijke voordragt van Commissarissen uit den Raad van Justitie goedgevonden is, te approbeeren, de aanstellinge van de Burgers George Diederik Geere en Izaac Hendrik Bouermeester tot aanspreekers bij de begraaffenissen; Terwijl op het daarbij gedaan versoek van dezelve Commissarissen, uit hoofde der Slegte Conduiten van den burger Christiaan Zieteman verstaan is evengem: Zieteman als Mattroos onder eene gagie van ƒ9 per Maand en een verband van Vijff Jaren in ‘S Comp:s dienst te trekken en als zodanige op het permanent Schip de Meermin te plaatzen.
Zijnde wijders op het ingediend Request van Willem Doeckes die als opper Chirurgijn bescheiden is geweest op het omtrend de Baaij Fals verongelukt Lands Schip van Oorlog Holland vermits bij vertrek van het Esquader niet na d’Indiën heeft kunnen volgen, aan denzelven passagie geaccordeert, op een van ‘S Comp: Scheepen na Batavia, ten einde zig vervolgens weeder bij het meergem: Esquader te kunnen vervoegen.
Gelijk ook bij overweeging van het door den op het Schip de Diamant bescheidene Lieutenant Johannes Adolphus van der Putte, schriftelijk gedaan versoek, vermits uit eene daar neevens geproduceerde verklaring der Overheeden van ged: Bodem is komen te blijken, dat door overhaasting en gebrek aan tijd of geleegendheid het branden van sijn gepermitteerde Kist te Batavia agterweeg is gebleeven, aan den zelven toegestaan is, syne gepermitteerde bagagie alhier te doen branden.
Waarna bij Resumptie van het door den burger en Landbouwer aan Drakenstein , Pieter Retief ingeleeverd Request, houdende bezwaren over een stuk Lands hetwelk hij Supp:lt sustineerd, dat in syn præjuditie door den meede burger Philip Poggenpool gekogt is en gepossedeert werd, met verzoek van herstel in de hem Competeerend possessie, of eene zodanige meeting als hij is voordragende, met het geene daar verder op volgt, verstaan is alvorens daarop te disponeeren Copia van het voorsz: Request neevens Extract deezes te stellen, in handen van Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein , ten einde omtrend de premissen van dat Request te doen behoorlijk onderzoek en vervolgens desweegens zo wel als op het alternatief verzoek van dien Supp:lt dezen Rade te dienen van derselver berigt en Consideratiën.
Voorts is, vermits de opengevallene plaats van opperchirurgijn op ‘t permanent Schip de Meermin , daartoe bevordert den ondermeester Jeremias Ligtvoet, met de gagie van ƒ36 p: Maand onder een nieuw verband van drie Jaren, ende zulx nadien uit de overgelegde Attestatie sijner gepresteerde examinatie van desselfs bequaamheid daartoe, is komen te blijken.
Aldus Geresolveert ende Gearresteert In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] A: Boesses
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 264-278.¶
Woensdag den {17870307} 7 Maart 1787.
præsent de Wel Edelen Groot Achtb: Heer Commissaris Adriaan Boesses als door teegenwinden nog verhindert geweest zijnde met de zeilvaardig leggend retourscheepen de reize voort te zetten; mitsg: den Edelen Heer Gouverneur en alle de Leeden, uitgenomen de Heer M:r Jacobus Johannes le Suëur door indispositie.
De Heeren Leeden deeses Raads M:s Jacobus Johannes le Suëur en Tobias Christiaan Ronnenkamp neevens Commissarissen uit den Raad van Justitie ten opzigte van het geene aan hun E: E: zo omtrend de waterlijdingen van de Thuinen in dese Tafel valleij , als met relatie tot de houte buisen der leidingen van het drinkwater opgedragen geworden is, ingediend hebbende deselver Schriftelijk ampel bericht, zo is verstaan hetzelve berigt, alvorens daarop te besluiten, bij de Heeren Leeden te doen rondleesen.
Verders uit eene der Secretarije van Swellendam geformeerde en thans ingekomene aanteekeninge van de Tarwe tot welkers opgaaf d’ Ingezeetenen omstreeks de Mosselbaaij ter leverantie aldaar ingevolge het ter Sessie van den 27 December des voorleeden Jaars genomen besluit bij billietten gewaarschouwd geworden waren, gebleeken weesende dat slegts door Neegen onderscheinene Perzonen is opgegeeven geworden om uit de gem: Baaij te leeveren een quantiteit van 340 Mudden Tarwe, en dat dus door verre de meeste dier Ingezeeternen geen aanteekening is doen geschieden.
Ten welken belange den Heere Gouverneur te kennen gaf, door verscheidenen Perzonen en wel Speciaal door den zig thans aan de Caab bevindende Landdrost van gem: Swellendamsche Colonie Constant Nuldt van Onkruidt, zelve geinformeerd te zijn dat de verre afgeleegendheid der Swellendamse Drostdije van de geene die hunne Granen in de Mosselbaaij leeveren kunnen, dezelve Perzonen verhindert hebbende tot de gem: aanteekeninge zig zelfs ter voorsz: Drostdije te vervoegen de brieven die zommige daartoe afgezonden hadden niet bezorgd zyn geworden, terwijl andere in’t geheel de geleegendheid tot de gevorderde opgave ontbroken had, dog dat niet teegenstaande de gem: daar door veroorzaakte geringe aanteekeningen men egter staat maken konde van de overige Landbouwers uit de Contrije een Vrij groter quantiteit koorn in de Mosselbaaij te zullen ontfangen Schoon, omdat de Culture aldaar slegst een begin genomen had, niet zullende kunnen weesen van die importantie, als men voor het vervolg, wanneer een ieder zig eerst beeter daarop zal hebben kunnen stabileeren, verwagten kan.
En nadien de voorsz: opgave niet aan de verwagting komt te beantwoorden, maar men als nog in’t onzeekere blijft verseeren, hoeveel ‘er tot ‘S Comp:s voorraad alhier wel uit de voorsz: Baaij zal werden ontfangen, waar door zelfs de quantiteit van 12000: Mudden koorn, die slegts tot den omslag van dit Gouvernement voor een rond Jaar werd vereischt niet zoude kunnen werden vervuld daar het geene tot nu toe van nader bij over land ontfangen is, met de Tarw door de Scheepen de Jonge Franc , Dordrecht en Oostzaandam uit het Vaderland aangebragt, niet meer als 11000: Mudden komt te bedragen, laat staan, dat men in staat weesen zoude de bedoelde voorraad voor nog Een Jaar in advans te kunnen op doen, het geen alle zints onmogelijk maak te bepalen, of wel iets daarvan te missen zal zijn, om met het aanweesend provisie Schip de Batavier na Batavia ter voldoeninge op den Eisch te werden afgescheept, schoon wel te hopen is dat ‘er in’t najaar nog een goed deel Tarw uit het Land in ‘S Comp:s Maguazijnen zal werden opgebracht welk Transport thans door de Slegte gesteldheid van het vee heeft moeten ophouden;
Zo is, na hier over gedelibereerd en in Consideratie genomen te hebben, dat het lossen van het gem: provisie Schip als nog door dat de andere uit Europa voor dit Gouvernement beladene Scheepen verhindert werd, best gedagt, het besluit ter beantwoording aan den Bataviaschen Eijsch te surcheeren, tot dat men intusschen bij den ontfangst der Tarwe in de Mosselbaaij het geen nu een begin staat te neemen, nader zal kunnen calculeeren of nog iets ter versending derwaards te missen zal zijn, Terwijl verstaan is, den Perzoon die provisioneel tot den ontfangst der Tarwe in de Mosselbaaij derwaards zal werden afgezonden te gelasten om al het geene men aldaar boven de voorm: aanteekeninge zal komen te leeveren insgelijx ‘S Comp:s weegen aan te neemen en te ontfangen
Den Heer Secunde Johannes Izaac Rhenius mitsg: de Heer Tobias Christiaan Rönnenkamp en den Pakhuismeester Salomon van Echten, daarna overgeleeverd hebbende een Rapport nopens het g’Executeerd besluit van 23:sten Febr: laatsL: tot het verbranden der zig in ‘S Comp:s Cassa nog bevonden hebbende ingewisselde Papiere munt Stukken van 8 en 6 Rd:s mitsg: van 48, 36, 24, 12, 6 en 2 Stv: zo is dat Rapport overgenomen.
Zijnde wijders aan den Wel Edelen Groot Achtb: Heer Commissaris Adriaan Boesses toegestaan om in steede van den mans Slaaff Lanton van Amboina denwelken ter oppassing der kinderen van wijlen den Edelen Heer Raad Extra ordinair van Pleuren, met het Schip de Diamant van Batavia afgevaren, en op de reize overleeden is, onder hetzelve Transport en kostgeld, het welk voor dien Slaaff te batavia is betaald geworden, ter oppassing van het zoontje van opgem: Heer van Pleuren, op den bodem de Schelde van hier te mogen mede neemen, een mans slaaff, gen: Baatjoe van Boegies .
Gelijk ook op de ingeleeverde Requesten van den oppercoopman en geweesen Javase opperhoofd Jan Matthijs van Rhijn, en den oud Fabricq te Batavia Cornelis de Kijzer, aan de eerstgem: toegestaan is, sijn Slave jongen, in Name Pollux van Nias , en aan den laatstgem: om Twee van Batavia overgebrachte Inlandsche kinderen, genaamd Dorothea oud vier en een half en Cornelis, oud Twee Jaren, van hier na het Vaderland te mogen meede neemen, mits betalende het daartoe staande Transport en kostgeld.
En op het meede in geschrifte gedaan versoek van den onder afgeschreeven gagie op het Schip de Diamant bescheidenen Capitain ter zee Nicolaas Acker aan denselven geaccordeert, om mits sijne indispositie alhier te mogen vertoeven en eene nadere geleegendheid op de volgende retour Scheepen af te wagten, om syne reize naar het Vaderland te vervorderen.
den eersten Lieut: bij de Vierde Comp:ie burger Dragonders aan Stellenbosch Thomas Arnoldus Theron Pietersz: insgelijx bij Request verzoek zynde gedaan om van syne voorsz: functie te mogen weesen ontslagen, is ter consideratie van Lighaams Corruptien die denzelven Theron bijbrengt, hem in’t langer waarneemen van dien te verhinderen, het voorsz: verzoek aan denzelven geaccordeert.
Verders geresumeerd zijnde het Request van den burger Capitain Gerhardus Munnik luidende
Aan den Wel Edelen Groot Achtb: Heere Adriaan Boesses Raad Extra ordinair van NeederL: India Admiraal en Cheff der retour Vloot mitsg:s Commissaris van Cabo de Goede Hoop en den Wel Edelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur alhier benevens den E Achtb: Raad van Politie
‘Wel Edele Groot Achtb: Gestr: Heeren en E: E: Achtbare Heeren!’
‘Den burger Capitain Gerhardus Munnik geeft met alle Eerbied te kennen’
‘Hoe hij Supp:lt bij vergadering van den 26 Januarij laatstL: zig p:r Requeste aan Uwe Wel Edele Groot Achtb: Gestr: en E Achtb: geaddresseerd hebbende ter obtenue van een Stuk gronds geleegen tusschen des Supp:lts Thuijn en de nieuw geconstrueerd werdende gebouwen aan het Caabsche Vlek ter schadeloos stelling van het geene hij Supp:lt ter grote van een half morgen kwam te verliesen bij het verschuijven van den ordinairen weg op des Supp:lts Eijgen grond gelijk zulx breeder bij ged: Request stond gededuceerd’
‘Heeft het Uwe Wel Edele Groot Achtb: Gestr: en E Achtb: behaagd op het vooren gem: Request te appostilleeren, dat hoogst deselve in des Supp:lts verzoek voor als nog niet konde treeden uit hoofde dat door hem Supp:lt omtrend de motive van dezelve geen valable bewijzen waren geproduceerd’
‘den Supp:lt nu vermeenende de gerequireerde bewijzen niet anders te kunnen doen blijken dan door het Confronteeren der oude grond Caarten van desselfs Erff teegen een nieuwe Caart van de laatste meeting onlangs door den gezw: landmeeter daarvan gedaan, neemd zeer needrig de Vrijheid zig te keeren tot Uwe WEl Edele Groot Achtb: Gestr: en E Achtb: met instantig verzoek dat het hoogst dezelve goedgunstig mogen behagen, de gezw: Landmeeter met gedagte confrontatie te belasten, en het resultat derselve onder het oog van Uwe Wel Edele Groot Achtb: te brengen op dat de billijkheeden van des Supp:lts verzoek daar door mogt werden aan den dag gelegt, en Uwe Wel Edele Groot Achtb: Gestr: en E Achtb: daarop zodanig zoude kunnen disponeeren als best met hoogst derselver allezints gewone rechtvaardigheid zal komen t’accordeeren’
’/: onderstond :/ ‘T welk doende &:a /: was geteekend :/ G: Munnik /: in margine :/ Cabo de Goede Hoop :/ den 23 febr: 1787.’
Zo is verstaan, den ondercoopman en gezw: Landmeeter Christoff Hieronimus Lijste bij Extract deses te qualificeeren, om de grond der Thuijn van den Supp:lt in hare teegenswoordige legging te Confronteeren, met de daarvan zijnde Origineele Caarten, en van dezelve confrontatie de uitkomst bij een Caartje demonstratif den Supp:lt te inhandigen ten einde bij Supp:lt zig daarvan zal kunnen bedienen, tot zodanig verzoek als denzelven dienstig en raadzaam oordeelen zal aan deesen Rade nader te doen.
Na hetwelke door den Heere Gouverneur overgelegd weesende de gewone lijst der personen dewelke Successivelijk verzoek hadden gedaan omme hunne te goed hebbende maandgelden door middel van Procuratiën in’t Vaderland te mogen laten ontfangen; Zo is goedgevonden aan de respective verzoekers te accordeeren, de gemelde Procuratiën ten fine voorschreeven aan hunne Gemagtigdens te mogen overzenden, na dat dezelve met de annexe zoldij Reekeningen alvorens door den pro Interim Fiscaal zullen weezen onderzogt.
En is laatstelijk geresumeerd de Reekening der Weesgelden zodanig als dezelve onder ultimo Decemberr des jongst gepasseerden Jaars zig ter weescamer hebben bevonden
‘
Generale Reekening der Weescamer onder Ultimo December 1786 | ||
1786 p:mo Januarij was het Capitaal op de Boeken | rd:s 525055:18 | |
en het restant der Contanten op de openstaande boedels | 69242:34 | |
In dit Jaar bijgekomen op de Boeken als. | ||
Aan geprofiteerde renten op d' uitstaande Capitalen | Rd:s 25136:29 | |
d:o Nieuwe bewijzen | d:o 21213:12 | |
d:o ingekomene penn: ten voordeele der Weesen | d:o 72240:26 | |
Op de openstaande Boedel Reekeningen | d:o 67271:10 | 185861:29 |
In dit Jaar afgegaan op de Boeken als | ||
Weegens betaalde bewijzen | Rd:s 9924:22 | |
d:o uitgegeeven Contanten tot voldoening en onderhoud der weesen mitsg: Camer ongelden | 81747:6 | |
op de openstaande Boedel Reekening | 58937:42 | 150609:22 |
Zulx onder dato deser resteerd een Somma van | Rd:s 629550:11 | |
welk evengem: Capitaal in't volgende bestaat namentlijk | ||
In diverse verband Brieven | Rd:s 531970:24 | |
d:o verscheenen Intresten | d:o 20003:33 | |
d:o 't restant der Cont: op de openstaande boedels | d:o 77576:2 | 629550:11 |
Generale Reekening der Weescamer onder Ultimo December 1786 | ||
1786 p:mo Januarij was het Capitaal op de Boeken | rd:s 525055:18 | |
en het restant der Contanten op de openstaande boedels | 69242:34 | |
In dit Jaar bijgekomen op de Boeken als. | ||
Aan geprofiteerde renten op d' uitstaande Capitalen | Rd:s 25136:29 | |
d:o Nieuwe bewijzen | d:o 21213:12 | |
d:o ingekomene penn: ten voordeele der Weesen | d:o 72240:26 | |
Op de openstaande Boedel Reekeningen | d:o 67271:10 | 185861:29 |
In dit Jaar afgegaan op de Boeken als | ||
Weegens betaalde bewijzen | Rd:s 9924:22 | |
d:o uitgegeeven Contanten tot voldoening en onderhoud der weesen mitsg: Camer ongelden | 81747:6 | |
op de openstaande Boedel Reekening | 58937:42 | 150609:22 |
Zulx onder dato deser resteerd een Somma van | Rd:s 629550:11 | |
welk evengem: Capitaal in't volgende bestaat namentlijk | ||
In diverse verband Brieven | Rd:s 531970:24 | |
d:o verscheenen Intresten | d:o 20003:33 | |
d:o 't restant der Cont: op de openstaande boedels | d:o 77576:2 | 629550:11 |
’/: onderstond :/’
‘Ter Weescamer aan Cabo de Goede Hoop Ultimo Xbre 1786: /: lager:/ Continueerende en aankomende Weesmeesteren /: was get:/ J: J: Le Suëur, J: Karnspek, P: J: Truter, C: A: Haupt, A: G: Muller, C: V: Cahman, /: in margine :/ afgaande weesmeesteren /: was get:/ J: M: Horak, J: G: Brink.’
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 279-283.¶
Maandag den {17870312} 12 Maart 1787
alle præsent
Den Wel Edelen Groot Agtb: Heer Commissaris Adriaan Boesses, voor af hebbende gelieven te kennen te geeven dat sijn Edele tot hiertoe door contrarie winden verhindert geworden zijnde met de vier onder desselfs Vlagge gehorende retour Scheepen van het eerste Smaldeel deze Rheede te verlaten, en de reize naar’t Vaderland te vervorderen, geresolveerd was, op dat geen geleegendheid daartoe zoude mogen ontslippen, deese morgen, zig naar Boord te begeeven, betuigde Sijn Edele verders dat zo veel mits de kortheid des tijds mogelijk was geweest had nagegaan het bestier en de directie van dit Gouvernement, en daar inne niets anders te hebben ontdekt, als blijken van den iever met welke men de belangen der Maatschappij in het gemeen en de welvaart deeser Colonie in’t bijzonder behartigde dat dit aan Sijn Edele tot volkomene Satisfactie en blijdschap verstrekkende te meer dewijl aan Syn Edele geene klagten voorgekomen waren dewelke eenig overblijfsel van de weleer uit den burger Staat ontsprotene doleantiën zouden hebben kunnen aanduiden, Syn Edele wijders ten uittersten voldaan was over de goede ordre en den gereegelden voet, tot welke den militairen dienst alhier was gebragt, en zig niet minder konde vleïen, of het overige defensie weesen van deese Plaatze zoude door de ieverige en arbeidzame pogingen van den Heer Gouverneur na de Plans dewelke daarvan door hem Heere Gouverneur ontworpen en aan Sijn Edele vertoond waren geworden, wel in een tot de executie derselve noodzakelijk bestek van tijd gebragt worden, tot den Staat, in welke hetzelve behoord te weesen: Dat sijn Edele over alle deeze ieverige pogingen, en het geene verder tot den bloei en welvaart van dit Gouvernement en deeze Colonie verstrekkende, ‘S Hemels zeegen wenschende den Heere Gouverneur en resp:ve Leeden des Raads voorts bedankte voor alle politessen en Vriendelykheeden, mitsg:s adsistentie in’t manieeeren der zaken aan sijn Edele beweesen, werdende door den Heere Gouverneur aan welgem: Heer Commissaris daarop betuigd, zeer Sensibel te zijn over de flateuse declaratie die Syn Edele weegens de gem: takken van’t bestier en de directie van dit gouvernement in’t gemeen had gedaan, met bijvoeging dat deeze Regeering niet nalaten zoude zo voor het welzijn en het belang der Maatschappij als voor den bestendigen bloei deeser Colonie steeds na hun uitterste vermogen te waken onder eenen volkomen toeleg om daarinne alle zints te beantwoorden aan de intentie en wijze Schikkingen der Heeren Meesteren; Terwijl den Heere Gouverneur en de verdere Raads Leeden opgem: Edelen Heer Commissaris wijders meede hunne dankbaarheid kwam te betuijgen, voor alle de van Syn Edele genotene minzaamheeden en het geene door syn Edele tot ‘S Comp:s belangen alhier was gecontribueert, onder hartelijke toewensching van Godes dierbaarste zeegeningen over Sijn Edele geachte Perzoon en Familie mitsg:s eene gelukkige en voorspoedige reize met de Scheepen onder desselfs Vlagge na de Havenen des lieven Vaderlands.
Na het welke Sijn Edele door het geheele Lighaam des Raads tot op het zeehoofd wierd uitgeleid, onder het verder observeeren van de bevorens beraamde gelijke Ceremoniën en Salut, als bij desselfs arrivement alhier waren in agt genomen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 284-286.¶
Maandag den {17870319} 19 Maart 1787.
bij omvraag alle præsent behalven de Heer Tobias Christiaan Rönnenkamp, als niet aan de Caab zijnde
Vermits het schriftelijk gedaan verzoek van den Schipper op het ingehuurd particulier Schip Oostzaandam , Jacob de Vries, tendeerende dat voor Ses man van Syne Equipagie, en daar onder een Scheeps Timmerman, dewelke op de herwaards reize zijn komen te overleeden, uit dit Gouvernement aan hem weeder drie zeevarenden en een Scheeps Timmerman mogten werden bijgezet is aan denzelven toegestaan de verzogte drie Zeevarenden, en nog een daar en boven met welken denzelven mondeling gedeclareert heeft zig te zullen vergenoegen, in Steede van gemelde Ambagtsman die men, zonder eigen groot ongerief, ter Syner adsistentie alhier niet heeft kunnen missen
Zijnde meede den Adsistent Pieter Laurens Cloete, op Sijn insgelijx bij Request gedaan verzoek ten einde desselfs Vader den oud Heemraad van Stellenbosch Hendrik Cloete in sijn klimmende Jaren en omslagtige affaires tot adsistentie te kunne Strekken, uit den dienst der E Comp:ie ontslagen, en weeder in Syne voorige burgerlijke Vrijdom hersteld.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
C. 174, pp. 287-335.¶
Woensdag den {17870328} 28:e Maart 1787.
‘S voormiddags alle præsent.
Uit de Missive der Wel Edele Groot Achtb Heeren Bewindhebberen ter Camer Zeeland, in dato 18 September 1786, met het Schip de Juffrouw Johanna aangebracht, gebleeken zijnde in welke gevallen de Regimenten van Luxemburg en Meuron zullen kunnen vorderen de præmie die aan de Soldaten bij hun retour in ‘t Vaderland werd betaald, en dat de nodige ordres zouden moeten werden gesteld, en niemand gequalificeerd om bij aldien de Soldaten der gemelde Regimenten volle Vijff Jaren effectivelijk of aan de Caab, of in Indiën gediend hebben, zulx te doen noteeren op de paspoorten die bij meergem: Regimenten uit hoofde van g’Expireerd engagement zullen werden afgegeeven, mitsg: om in Contrarie geval op deselve te stellen, dat weegens præmie niets te vorderen hebben, zo is verstaan den Zoldij Boekhouder Clement Matthiessen Junior tot de voorsz aanteekeningen op de Paspoorten expres te qualificeeren, met last om zig ten dien opzigte na de bovengem: zeer geëerde aanschrijvens preciselijk te gedragen, en dat mitsdien alle Paspoorten die men uit het alhier Guarnisoen houdend Regiment van Meuron voor de uit hetzelve ontslagen werdende Soldaten afgeeven zal, alvorens tot de voorsz: aanteekeningen op deselve aan gem: Zoldij Boekhouder Zullen moeten werden vertoond.
Wijders is goed gedagt, onder afgave van het Extract uit het voorm: zeer gerespecteerde aanschreivens der Wel Edele Groot Achtb: Heeren Bewindhebberen ter Camer Zeeland, betreffende de gecontracteerde Schulden van drie daar bij benoemde officieren uit het ged: Regiment en onder byvoeging van Copia der desweegens gemaakte pretentiën van den Major en Commandant van het ged: Regiment te vorderen, dat dienaangaande nauwkeurig onderzoek, en van het resultât aan deesen Rade ten Spoedigsten berigt werde gedaan, ten einde vervolgens na bevindinge van zaken de nodige ordres te stellen ter voldoeninge aan d’ intentie van hoogst gem: Heeren Bewindhebberen.
De Wel Edele Groot Agtb: Heeren Bewindhebberen ter Camer Rotterdam, bij Missive van den 4 September des voorleeden Jaars met het Schip Canton aangebragt onderrigtinge hebben gelieven te vorderen, waarom zeedert het Jaar 1781. opgehouden heeft de zending van Constantia wijnen tot gebruik van haar Wel Edele Groot Achtb: in de Jagten en Logementen het zij die zending geschied is, van weegens d’ Ingezeetenen die zig met de wijn Negotie erneeren of door den Gouverneur en Secunde alhier;
Is verstaan haar Edele Groot Achtb: daarop met alle Eerbied te rescribeeren, dat de gem: zending nimmer van het voorsz: gedeelte der Ingezeetenen is ontstaan, en ook geenzints gelijk gesustineert is geworden, haren oorsprong heeft gehad, uit eene erkentenisse voor het faveur om ten dienste van ‘S Comp:s Scheepen Caabse in plaats van fransche wijnen t’emploijeeren, om dat de Constantia wijn voortkomende van Twee annex elkanderen geleegene plaatzen, dewelke aan Twee bijzondere Perzonen toebehoren, deeze perzonen in haar particulier geene zodanige erkentenisse voor alle Wijngaardeniers zouden hebben kunnen contribueeren; maar dat deeze zending bij den een of ander der vorige Gouverneurs deese Colonie neevens den Secunde Perzoon van Syn tijd, zonder dat men de ware reeden daarvan nagaan kan, een begin genomen hebbende derselvers opvolgers daarmeede hebben gecontinueerd gehad, het geen dies tijds en lang daarna, wanneer de gem: wijn zelfs voor een geringe prijs van 12 rijxd: het halve Aam particulier te bekomen was, uit derselver inkomsten, die toen ook vrij ruimer als teegenwoordig waren, ten plaisiere der Heeren Meesteren, zonder eenige bezwaar konde worden uitgevoerd:
Dat egter de presente Heeren Gouverneur en Secunde verclaren moeten dat hoe gaarne hun E E: zig tot eene bijzondere Eere de gem: zending zoude willen hervatten en Continueeren, zulx egter om het alte drukkend bezwaar dat daar uit ontstaat, moet werden nagelaten, daar aan de eene zyde thans de Constantia wijn tot 70 Spaansche matten voor het halve Aam particulier betaald werdende, aan de andere zijde de Inkomsten zo van den Gouverneur als Secunde, zo zeer afgenomen en daar en teegen de duurte van allerlei noodwendigheeden zo hoog geklommen zijn, dat zulx niet meer als tot een mediocre bestaan alhier Sufficieerende werd bevonden, veel minder dat den Heere Gouverneur daar uit langer zoude kunnen goed maken de kosten tot Soutien van de waardigheid en den Staat van Sijn Ed: Caracter, daar bovendien alle maaltijden dewelke niet alleen aan de vreemde Natiën en Perzonen van distinctie die nu meer dan ooit en zelfs dagelijx deze plaats bezoeken, maar die ook bij veele andere geleegendheeden gegeeven werden, en van welke een Gouverneur zig niet dispenseeren kan, zeedert dat op aanschreivens der Hoge Indiasche Regeering de kosten daarvan niet meer tot lasten der Maatschappij hebben mogen werden gebracht tot desselfs drukkend bezwaar uit syn Ed:s prive beurs moeten werden betaald.
Zijnde na Resumptie van het nevens de evengem: missive van de Wel Edele Groot Achtb: Heeren Bewindhebberen ter Camer Rotterdam ontfangene Extract uit de Resolutie der Hoog Gebiedende Heeren Seeventhienen in dato 13 April 1786. betreffende het cours neemen van de gagie der Soldaten die op den daar bij gezegde voet na Indiën varen, begreepen dat bij die Resolutie bepaald werdende, de gagie van diergelijke Soldaten niet eerder te zullen ingaan dan na dat in Indiën of aan de Caab, het laatste alleen ingeval dat bij het Guarnisoen alhier geplaatst mogten werden zullen zijn aangeland daar door behoord te werden verstaan dat de gagie van diergelijke Soldaten nog Continueeren zal op te houden, Schoon zelfs alhier in het Hospitaal overgebracht werden, dog nadien het niet alleen eene hardigheid involveeren zoude om, wanneer den Soldaat weeder hersteld weesende, onder de reconvalescenten aan de Linie overgaat, en ten dienste der E: Comp:ie aan de Fortificatiën arbeiden moet, hem dien arbeid met het welke Syn plunje Schielijk geheel afslijt, zonder loon of eenig middel tot Syn onderhoud te doen verrigten, maar dat het allezints teegens S Comp:s belangen, en mitsdien teegens het oogmerk der Heeren Meesteren zoude Strijden, door zodanige harde behandelinge dat volk tot mismoedigheid te doen vervallen;
Waar door hetzelve zig ook zo veel te meer tot desertie aangespoord zoude vinden: Zo is hierop na overweeging verstaan, den Soldaat die op den voorsz: voet uitkomt, wanneer alhier in’t Hospitaal gebragt weesende, na bekomene herstelling onder de Reconvalescenten aan de Linie geplaatst word, van den dag of aan dat zig als zodanig aan het Fortificatie werk g’Emploijeerd vind, tot dat weeder verder naar Indiën mogt werden ingescheept Sijn gagie te laten genieten, en dat dit provisioneel alzo zal werden opgevolgt, tot dat het goedvinden of de ordres der Hoogst ged: Heeren Majores daaromtrend nader zullen weesen verstaan.
En nadien de voorsz: Resolutie van Hoogst ged: Heeren Seeventhienen insgelijx meede brengt, dat Soldaten op denselven voet aangenomen, wanneer hun verband uitgediend hebben, bij hun komst in’t Vaderland een præmie van Hondert Guldens genieten zullen, en dat hoewel daarbij geen mentie van het stil staan of Cours houd en hunner gagie op de te rug reize werd gevonden, dezelve egter niet alleen ingevolge het alhier ontfangen extract uit de missive der Hoog Edele Heeren Seeventhienen aan de Hoge Indiasche Regeering in dato 10 November 1780. maar ook blijkens de monsterrollen der Scheepen, die zeedert de bovengem: nadere Resolutie van den 13: April 1786. uitgevaren zijn, op de te rug reize geen gagie kunnen winnen, waaruit deeze zwarigheeden ontstaan als:
Eerstelijk: of de zodanige van al zulke Soldaten die tot het een of ander Ambagt werden g’Emploijeerd, en na het eindigen van den verbonden tijd komen thuis te varen, even als andere Ambagtslieden een kist meede voeren kunnen, en alzo zonder genieting van gagie of præmie repatrieeren moeten, dan niet.
Tweedens, of Perzonen van hun, die in een verhoogde qualiteit, het zij van Corporaal, Sergeant ofte anderzints repatrieeren, na hun eerste verband te rug komende mede niet meer als de bij de selver engagement toegelegde præmie zullen kunnen pretendeeren, en
Derdens of de geenen der gem: Soldaten die een nieuw verband zullen aangaan, na het uit dienen van derselver Tweede of verdere verbanden thans varende, de gagiën en præmie als ordinair zullen kunnen genieten, dan of deselve daarna evenwel nog zullen moeten begreepen blijven in de termen van hun eerste engagement;
Zo is verstaan dat deze gem: poincten vermits de ruimte van tijd, die ‘er nog overig is, al eer de daarbij veronderstelde gevallen voorkomen kunnen, aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren zullen werden voorgedragen, met onderdanigst verzoek om ten dien belange met zodanige nodige ordres te mogen werden gemunieert als het hoogst deselve behagen zal daar op te beramen.
Door den Landdrost en Heemraden van Graaffe Rijnet bij Missive van dato 4 Xbre laatstL: berigt gedaan zijnde nopens het accoort met den burger Dirk Coetzee de oude getroffen, tot desselfs schadeloos stelling omtrend de Twee Plaatzen, die denselven in leening gehad heeft, en thans tot den aanleg der Drostdije met dies extentie g’Emploijeerd geworden zijn; en zo meede dat de Plaats de Seeven Fonteinen geleegen agter de Renoster Fonteins Berg , op de Sneeuwberg , thans in leening bezeeten weesende bij den meede burger Barend Johannes Forster het bequaamst geacht is om te strekken tot den aanfok ende Conservatie der nodige Paarden, voor den dienst aldaar, zo is goedgevonden het accoort met gem: Coetzee omtrend desselfs Twee Plaatzen aangegaan, te approbeeren, en dat mitsdien te Sijner Schadeloos stelling, de plaats genaamd de Zondags Rivier , welkers opstal hij van den burger Erasmus Smith heeft gekogt, aan hem in eigendom zal werden verleend, zonder betalinge van eenige Recognitie penningen, en dat daarbij insgelijx boven de gewone Jaarlijxe leenings penningen, ten sijnen gebruike zal verstrekken een door Landdrost en Heemraden voorm: nader te benoemene onbewoonde veeplaats, om na Sijn dood ook in diervoegen nog eens over te gaan aan de zodanige Sijner kinderen als hij daartoe verkiesen zal; zullende mede de gem: plaats de Seeven Fonteinen ten einde voorsz: werden ingetrokken, en op het verzoek van voorm: Forster om hem weegens het gemis van dien te gemoed te komen, de Leeningspenningen die daarop als meede op een andere plaats genaamd de Lange Clooff , gel: agter de Sneeuwberg , tot nu toe ten Sijnen lasten Staan, niet werden gereekend, mitsg:s bij de laatstgem: Plaats tot dies verbeteringe annex blijven zeekere fontyn, gen:d Spitze Kop .
Gelijk meede verstaan is t’ approbeeren de door Landdrost en Heemraden voorm: bij derselver brieff van 13 Novemb: des voorL: Jaars voorgedragene appoinctementen uit ‘S Colonies Cassa voor den Chirurgijn en den Substituut Landdrost aldaar weegens de door den eerstgem: in Sijn functie, en den anderen met zijn opzicht hoeden over het werksvolk en de gereedschappen bij gem: Colonie te presteerene bijzonder diensten.
Wijders is op het insgelijx bij Missive gedaan verzoek van Landdrost en krijgsraad te Graaffe Rijnet voorm: tot de Sterkere en noodzakelijke expeditiën teegens de stropende Bosjemans Hottentotten, aan dezelve geaccordeert
Waarna gedelibereerd zynde op het versoek door Landdrost en Heemraden van Swellendam by Missive van den 12:e der gepasseerde Maand Februarij gedaan, tendeerende om van de Weescamer ofte van particulieren op Intrest te mogen negotieeren, een Somma van Rd:s 2000:, ende zulx vermits de Slegte gesteldheid van ‘S Colonies Cassa aldaar, het geen ingevolge de gem: brieff zoude moeten blijken, uit de daar neevens gezondene Cassa Reekening, dog welke Reek: in steede van zodanig ingericht te zijn, als nodig was, om daar uit het nodige ligt te erlangen in teegendeel niet alleen geheel duister en onverstaanbaar bevonden wierd, maar ook verscheiden gelijke Posten, zo in het Debet als Credit der Cassa quam te behelzen, daar men dezelve Posten nogthans niet considereeren konde, als aan den eene zijde ontfangen en aan de andere zijde weeder uit gegeeven te zijn; waardoor het dan ook onmogelijk geworden was, om over de noodzakelijkheid tot het opneemen van het voorsz: Capitaal te oordeelen;
Zo is goedgedagt het besluit op het voorsz: verzoek te houden in Surseance en Landdrost en Heemraden voorm: intusschen aan te schreiven, om den Staat der voorm: Cassa en ook van de fondsen voor deselve op eene behoorlijke en duidelijke wijze aan desen Rade nader open te leggen, en dat aan d’ intentie daar inne best zal kunnen werden beantwood, met het formeeren eener Reekening van den ontfangst en uitgaaf der Cassa, waar bij ieder Post na behoren gedateerd en uitgedrukt werd gevonden: verzeld van byzondere Specificatiën, zo van de nog te goed staande inkomsten, als van het geene inteegendeel zoude moeten werden uitbetaald.
Verders door de Heer Oloff Godlieb de Wet als vendu meester te kennen gegeeven zijnde, dat de teegenswoordige uitgebreidheid van deze Colonie en de ongewone moeite die ‘er aangewend werden moest /: Ja de onmogelijkheid :/ om van veele Perzonen die weegens vendu penningen Schuldig Staan, de betalinge daarvan te verkrijgen, het geen eene gedurige waakzaamheid en oplettendheid vorderde, de functie van beide bodens van politie ten deesen aanzien, alleen niet voldoende was om de penningen te kunnen inzamelen, die ‘er aan d’ onderscheidenen Perzonen, dewelke zulx competeerden moesten worden uitbetaald, met versoek dat ter Consideratie van dien, nog een perzoon om als afslager te kunnen fungeeren, onder Eede mogt worden genomen, tot wiens bezoldinge gem: Heer vendumeester aannam de nodige Schikkingen uit de vendu inkomsten te zullen maken, zo is verstaan dat versoek te accordeeren, zullende mitsdien een zodanige bequaam persoon als meergem: Heer Vendu meester daartoe zal komen voor te dragen onder Eede werden genomen denwelken dierhalven ook even als de overige bodens van burger Collegiën van andere gewone burger diensten zal weesen g’Excuseerd.
Den Heere Gouverneur geliefde laatstelijk aan de vergaderinge te Communiceeren dat bij brieff van den 10 deezer Maand door den burger Jacobus Laubscher aan sijn Edele kennisse gegeeven zijnde, dat ‘er in de S:t Helena Baaij Twee Scheepen voor de mond van de Berg Rivier ten Anker lagen dewelke egter geen Vlagge toonden, Sijn Edele daarop niet alleen aan gem: Laubscher maar ook aan den burger veldwagtmeester van de Contrije daaromtrend herhaalt hadde de ordre in het gepasseerde Jaar aan voorm: Laubscher gegeeven om niemand van de Scheepen die daar aankomen mogten, toe te laten zig landwaards in te begeeven, mitsg:s te verhoeden dat hun eenige provisiën wierd toegebracht, en dat zij dus niets anders als drinkwater bekomen mogten:
Dat door eene expresse met welke de voorsz: ordres afgezonden waren, aan Sijn Edele te rug gebracht zijnde een nadere brief van gem: Laubscher in dato 15 der gem: Maand Maart, behelzende dat de gem: Twee Scheepen daar nog lagen, en dat hij Laubscher uit derselver manoeuvres en het uitbrengen der Schuiten presumeerde dat door deselve de Baaij wierd opgenomen en gepijld, zonder nog een Vlag getoond of een Vaartuig aan Land gezonden te hebben, door Syn Edele ten einde deesen aangaande met eenige meerderen zeekerheid te mogen werden geinformeerd den Sous Lieut: van’t Schip de Meermin Johannes Nothling, ten spoedigsten na de voorsz: Baaij afgezonden geworden was, denwelken ook den 21:e daaraan weeder te rug gekeerd zynde, aan syn Edele gerapporteerd had, dat de voorsz: Twee Scheepen het bij dag gedurig onder zeil hielden, en ‘S morgens Vier Sloepen van deselve op zee gingen, dat een derzelve het naast in de Baaij zijnde, door hem erkente was geworden voor het Engelsch Schip gen:d Romulus , het welk op den 13 Febr: laatstL: uit deezer Tafelbaaij is vertrokken, dat men nu en dan een Schoot van de Schuiten was gewaar geworden, dat men het op de gem: Scheepen Sterk had zien rooken, dog dat geen van beide de Vlag getoon, of nog een Schuit aan land gezonden had, niet teegenstaande het weer zulx volkomen toegelaten had, en ‘er in de Baaij geleegendheid genoeg tot landing voor handen was.
Dat hier uit ten duideliksten kwam te blijken dat de voorm: Scheepen geen andere toeleg dan tot de Walvisch vangst hadden, zo als men ook bij het aanweesen van het voorm: Schip Romulus hier ter Rheede, komende het laatst van S:t Domingo , de gantsche uitrusting van dien bodem daartoe zeer Compendueus ingerigt gevonden had en dat het tweede Schip zeer presumtief te houden was, voor een ander meede aan de Engelsche Natie gehorende genaamd Triomph of London , het welk den 18 Sept: van Torbaaij uitgezeilt, en den 30 December laatstL: van deese Rheede vertrokken, mitsg:s meede tot de Walvisch-Vangst uitgerust was.
Waarop met aandagt gedelibereerd en in agting genomen zijnde met welke moeite het verzelt zoude kunnen gaan, indien men zo wanneer ‘er al mogelijkheid was, om de Walvisch Vangst aan de gem: of andere Scheepen die zulx langs deeze kusten zouden willen onderneemen te beletten en dat ook te verwagten is, dat de geene zelfs die deese Expeditie daartoe bekostigen zeer bezwaarlijk hun Reekening bij deselve zullen kunnen vinden en dierhalven voor’t vervolg daarvan wel zullen komen af te zien, geconsidereerd zijnde niet alleen het gevaar waarmede die vangst alhier verzeld gaat, zo als zulx reeds bij brieff van den 25 Jann:ij 1724 van hier de Heeren Majores voorgedragen is, maar dat ook de visschen aan deeze Kusten in verre na geen zodanige quantiteit Traan uitleeveren, als in het Noorden waarom men zelfs na de voorsz: tijd Comp:s weegen beeter en minder gevaarlijk bevonden heeft de Traan te trekken van de Robben op het Dassen en andere Eijlanden die omtrend de Salhanha Baaij geleegen zijn, terwijl welopgem: Heere Gouverneur teevens betuigd, dat wanneer den Schipper van het voorm: Schip Romulus bij desselfs aanweesen ter deeser Rheede aan Syne Edele verzogt had om op de Walvisschen die hy in deeze Baaij ontdekt had, te mogen uitgaan; Sijn Edele hem zulx niet alleen geweigerd, maar ook aangezegd had zig wel te moeten wagten, om in eenige Baaijen langs deeze kusten de Visscherij te onderneemen:
Zo is best gedagt, het voor eerst hierbij te laten berusten, en onder kennis geeving van dit gebeurde met bijvoeging der voorschreeven Consideratiën aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, van hoogst deselve met alle Eerbied af te vragen, in hoe verre al ofte niet die voorsz: visscherij zo lange zulks buiten de beslotene en geoccupeerde Baaijen door Vreemdelingen ondernemen werden mogt in het toekoomende zoude moeten werden belet.
Wijders wierd door den afgaanden Heer Hoofd Administrateur Pieter Hacker ingediend het kort vertoog der Lasten deses Gouvernements geduurende het gepasseerde Boekjaar 1785-6 nevens die van ‘S Jaars bevorens ofte A:is 1784-5 dewelke bedragen als volgt te weeten.
A:o 1785/6 | A:o 1784/5 | |
Onkosten van Scheepen | ƒ143956:16:- | ƒ215238:16:- |
'T Nieuw Hospitaal | 113:19:- | 4614:-:08 |
Trein en Oorlogs Onkosten | -:-:- | 64945:10:08 |
'T Regiment de Meuron | 312353:12:08 | 296241:04:- |
Randsoenen ordinair | 143113:08:- | 105429:09:08 |
Onkosten ordinair | 76343:13:08 | 68188:01:08 |
Onkosten extra ordinair | 67363:03:08 | 9809:12:08 |
Timmeragie en Reparatie | 54920:14:08 | 41471:-:- |
Fortificatiën | 142859:09:- | 182370:15:08 |
Onkosten van Lyfeigenen | 51793:11:08 | 41536:07:08 |
'T Hospitaal | 35299:13:08 | 23299:17:- |
Reekening van Condemnatie | 6329:17:- | 3603:15:08 |
Onkosten van Chaloupen | 17299:18:- | 11323:12:08 |
Soldijen aan Land | 195264:16:- | 161468:04:08 |
Scheeps Soldijen | 21237:11:08 | 16728:11:08 |
Reekening van Intrest | 29267:03:08 | 33405:12:08 |
'T Regiment Luxemburg | 597:16:08 | 5207:14:08 |
Somma | ƒ1299115:03:08 | ƒ1284912:03:08 |
A:o 1785/6 | A:o 1784/5 | |
Onkosten van Scheepen | ƒ143956:16:- | ƒ215238:16:- |
'T Nieuw Hospitaal | 113:19:- | 4614:-:08 |
Trein en Oorlogs Onkosten | -:-:- | 64945:10:08 |
'T Regiment de Meuron | 312353:12:08 | 296241:04:- |
Randsoenen ordinair | 143113:08:- | 105429:09:08 |
Onkosten ordinair | 76343:13:08 | 68188:01:08 |
Onkosten extra ordinair | 67363:03:08 | 9809:12:08 |
Timmeragie en Reparatie | 54920:14:08 | 41471:-:- |
Fortificatiën | 142859:09:- | 182370:15:08 |
Onkosten van Lyfeigenen | 51793:11:08 | 41536:07:08 |
'T Hospitaal | 35299:13:08 | 23299:17:- |
Reekening van Condemnatie | 6329:17:- | 3603:15:08 |
Onkosten van Chaloupen | 17299:18:- | 11323:12:08 |
Soldijen aan Land | 195264:16:- | 161468:04:08 |
Scheeps Soldijen | 21237:11:08 | 16728:11:08 |
Reekening van Intrest | 29267:03:08 | 33405:12:08 |
'T Regiment Luxemburg | 597:16:08 | 5207:14:08 |
Somma | ƒ1299115:03:08 | ƒ1284912:03:08 |
Uit welkers t’zamen trekking is komen te consteeren, dat de lasten in’t generaal desen Jare ƒ14203:- meerder als A:o pass:o hebben gerendeert, en ieder last post op zig zelven het volgende meer of minder heeft bedragen, als.
meerder | minder | ||
Onkosten van Scheepen bedraage dit boekjaar minder als A:o passato door dien in hetzelve Vijff Scheepen meerder zyn gepasseert, als ook door de in dat Jaar gedane verstrecking van Equipagie goederen en ander benodigdheeden aan de Scheepen Jagt Rust , 'T Huis te Spijk tot wiens uitrusting grote kosten zyn aangewend, het welk in dit afgelopen Jaar geen plaats heeft gehad en eene aanzienlyke vermindering in dese Lastpost veroorzaakt van | -:-:- | ƒ71282:-:- | |
'T Nieuw Hospitaal welkers opbouw thans beloopt ƒ378019:10: gedurende dit Boekjaar is aan deese stigting niets als eenige Reparatiën van weinig aanbelang gedaan, aangezien de arbeiders en Slaven tot dies opbouw in dienst aan de fortificatiën zyn g'Emploijeert geworden op welkers reecq: volgens Politicque Raadsbesluit van den 30:ste Maij JongstL: naar de aanbesteeding van dat gebouw aan particulieren, de verstrekte randsoenen, gereedschappen en betaald huur ten bedrage van ƒ14541:2:8: is overgeschreeven dan alzo de reparatiën in dit Jaar gedaan minder materialen hebben gevordert als in't vorige is deze last Reekening vermindert met | -:-:- | 3500:01:08 | |
Trein en Oorlogs Onkosten deese Reekening door de vreede en en volgens Politicque Raads besluit van evengem: dato vernietigd en de Posten die deselven hebben gevormd, op andere Reekeningen belast zijnde vertoond eene minderheid van | -:-:- | 64945:10:08 | |
'T Regiment de Meuron de vermeerdering van dat Corps staande dit afgelopen boekjaar tot over Duijzend Mannen ende Exhorbitante duurte van het tot brood verstrekte Koorn, hebben dese Reekening vergeleeken met die van A:o pass:o doen vermeerderen met | 16112:08:08 | -:-:- | |
Randsoenen Ordinair deese Lastpost is aanzienlijk verhoogd door de Schaarsheid van Koorn, Rijst en andere leevens behoeftens die tot randsoenen worden uitgereikt, hebbende deselve tot excessive prijzen moeten worden ingekogt om aan 'S Comp:s Dienaaren het nodig voedzel te bezorgen als meede door het versch vleesch wijn en contanten bij ontstentenis van brood aan het guarnisoens volk is uitgereikt en eindelijk door de versterking van het guarnisoen die de verstrekking van randsoenen en kostgelden heeft doen vermeerden | 37683:18:08 | -:-:- | |
Onkosten Ordinair de duurte van de garst tot Paarde voeder maandelijx verstrekt wordende de noodzakelyke meerdere uitgaven van Huishuur, Tractementen &:a en de verstrecking der benodigtheeden aan de nieuw opgerechte Drostdije Graaffe Rijnet hebben dese Reekening verhoogt met | 8155:12:- | -:-:- | |
Onkosten Extra Ordinair deeze Lastpost is buiten gewoon verhoogt door het vernietigen der Reecq: van Trein en Oorlogs Onkosten, alzo de uitgaven die deselve veel eer hebben geformeerd als Servies gelden, douceurs, dedomagementen, &:a staande dit Boekjaar nog in vigueur zyn gebleeven en op deese Reekening zyn belast | 57553:11:- | -:-:- | |
Timmeragie en Reparatie mede verhoogd, door het bouwen van een nieuw wagthuijs in de Rogge Baaij het onderhouden van de aangekogte Pakhuijsen en de nodige Reparatiën aan diverse gebouwen waar door een veel groter quantiteit Hout, kalk &:a is verbruikt als in't voorgaande Boekjaar | 13449:14:08 | -:-:- | |
Fortificatiën is dit boekjaar weederom gedaald zynde in't voorgaande veel materialen benodigt geweest tot het maken der Fortificatie werken om het Casteel en in dit Jaar aan geene werken van aanbelang gearbeid als aan de Nieuwe Batterij Amsterdam | -:-:- | 39511:04:08 | |
Onkosten van Lijf Eijgenen is inteegendeel zo door den aanbreng van 295 Slaven per het Schip de Meermin als de ten voordeel der E Comp:ie gekogte en verkogte Lyf Eijgenen die allen ten lasten deeser Reekening zyn onderhouden geworden | 10257:04:- | -:-:- | |
'T Hospitaal deze Reecq: Sommeert mede meerder als A:o pass:o zijnde deze meerderheid alleen te wijten aan de meermelde duurte van Tarw, Rijst &:a tot alimentatie der Impotenten aan dat Huijs verstrekt | 11999:16:08 | -:-:- | |
Reekening van Condemnatie is ook vermeerdert door de bijkomst van Van eenige Bandieten op het Robben Eijland het groot aantal misdadigers ter deeser plaatze g'Executeert en eindelijk door de dikwilsgem: duurte van leevensmiddelen | 2726:01:08 | -:-:- | |
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuigen het opbouwen en toetakelen van een nieuwe Lands boot genaamd de Caab Staande dit Boekjaar en bij de Specificatie van de maand Februarij belast heeft deese Reecq: verhoogt met | 5976:05:08 | -:-:-: | |
Soldijen aan Land bedragen meerder als in het voorgaande Boek Jaar Spruitende uit de meerdere verstrekte monteering ten bedragen van | ƒ30293:11:08 | ||
de meerderheid van de betaalde goede Maanden | d:o 5808:17:08 | ||
teld | ƒ36102:09:- | ||
waarvan afgaat de minderheid der verteerde heele gagie | d:o 2335:17:08 | ||
vertoonde overzulx eene meerderheid van | 33766:11:08 | -:-:- | |
Scheeps Soldijen mede meerder als in A:o 2784-5 ontstaand zo door de meerdere uitgereikte goede maanden als door de meerdere heele verteerde gagie ten bedrage van | 4509:-:- | -:-:- | |
Reekening van Intrest het aflossen der ten behoeve der E Comp:ie genegotieerde Capitalen in den Maanden Maart en Maij en de ten faveure dezer Reecq: ingekomene Renten hebben deselve doen verminderen met | -:-:- | 4138:09:- | |
'T Regiment Luxemburg de wijnige Recruten van dat Corps gedurende dit boekjaar alhier gepasseerd, hebben eene mindering in de Lasten veroorzaakt van | -:-:- | 4609:18:- | |
Somma | ƒ202190:03:08 | ƒ187987:03:08 |
meerder | minder | ||
Onkosten van Scheepen bedraage dit boekjaar minder als A:o passato door dien in hetzelve Vijff Scheepen meerder zyn gepasseert, als ook door de in dat Jaar gedane verstrecking van Equipagie goederen en ander benodigdheeden aan de Scheepen Jagt Rust , 'T Huis te Spijk tot wiens uitrusting grote kosten zyn aangewend, het welk in dit afgelopen Jaar geen plaats heeft gehad en eene aanzienlyke vermindering in dese Lastpost veroorzaakt van | -:-:- | ƒ71282:-:- | |
'T Nieuw Hospitaal welkers opbouw thans beloopt ƒ378019:10: gedurende dit Boekjaar is aan deese stigting niets als eenige Reparatiën van weinig aanbelang gedaan, aangezien de arbeiders en Slaven tot dies opbouw in dienst aan de fortificatiën zyn g'Emploijeert geworden op welkers reecq: volgens Politicque Raadsbesluit van den 30:ste Maij JongstL: naar de aanbesteeding van dat gebouw aan particulieren, de verstrekte randsoenen, gereedschappen en betaald huur ten bedrage van ƒ14541:2:8: is overgeschreeven dan alzo de reparatiën in dit Jaar gedaan minder materialen hebben gevordert als in't vorige is deze last Reekening vermindert met | -:-:- | 3500:01:08 | |
Trein en Oorlogs Onkosten deese Reekening door de vreede en en volgens Politicque Raads besluit van evengem: dato vernietigd en de Posten die deselven hebben gevormd, op andere Reekeningen belast zijnde vertoond eene minderheid van | -:-:- | 64945:10:08 | |
'T Regiment de Meuron de vermeerdering van dat Corps staande dit afgelopen boekjaar tot over Duijzend Mannen ende Exhorbitante duurte van het tot brood verstrekte Koorn, hebben dese Reekening vergeleeken met die van A:o pass:o doen vermeerderen met | 16112:08:08 | -:-:- | |
Randsoenen Ordinair deese Lastpost is aanzienlijk verhoogd door de Schaarsheid van Koorn, Rijst en andere leevens behoeftens die tot randsoenen worden uitgereikt, hebbende deselve tot excessive prijzen moeten worden ingekogt om aan 'S Comp:s Dienaaren het nodig voedzel te bezorgen als meede door het versch vleesch wijn en contanten bij ontstentenis van brood aan het guarnisoens volk is uitgereikt en eindelijk door de versterking van het guarnisoen die de verstrekking van randsoenen en kostgelden heeft doen vermeerden | 37683:18:08 | -:-:- | |
Onkosten Ordinair de duurte van de garst tot Paarde voeder maandelijx verstrekt wordende de noodzakelyke meerdere uitgaven van Huishuur, Tractementen &:a en de verstrecking der benodigtheeden aan de nieuw opgerechte Drostdije Graaffe Rijnet hebben dese Reekening verhoogt met | 8155:12:- | -:-:- | |
Onkosten Extra Ordinair deeze Lastpost is buiten gewoon verhoogt door het vernietigen der Reecq: van Trein en Oorlogs Onkosten, alzo de uitgaven die deselve veel eer hebben geformeerd als Servies gelden, douceurs, dedomagementen, &:a staande dit Boekjaar nog in vigueur zyn gebleeven en op deese Reekening zyn belast | 57553:11:- | -:-:- | |
Timmeragie en Reparatie mede verhoogd, door het bouwen van een nieuw wagthuijs in de Rogge Baaij het onderhouden van de aangekogte Pakhuijsen en de nodige Reparatiën aan diverse gebouwen waar door een veel groter quantiteit Hout, kalk &:a is verbruikt als in't voorgaande Boekjaar | 13449:14:08 | -:-:- | |
Fortificatiën is dit boekjaar weederom gedaald zynde in't voorgaande veel materialen benodigt geweest tot het maken der Fortificatie werken om het Casteel en in dit Jaar aan geene werken van aanbelang gearbeid als aan de Nieuwe Batterij Amsterdam | -:-:- | 39511:04:08 | |
Onkosten van Lijf Eijgenen is inteegendeel zo door den aanbreng van 295 Slaven per het Schip de Meermin als de ten voordeel der E Comp:ie gekogte en verkogte Lyf Eijgenen die allen ten lasten deeser Reekening zyn onderhouden geworden | 10257:04:- | -:-:- | |
'T Hospitaal deze Reecq: Sommeert mede meerder als A:o pass:o zijnde deze meerderheid alleen te wijten aan de meermelde duurte van Tarw, Rijst &:a tot alimentatie der Impotenten aan dat Huijs verstrekt | 11999:16:08 | -:-:- | |
Reekening van Condemnatie is ook vermeerdert door de bijkomst van Van eenige Bandieten op het Robben Eijland het groot aantal misdadigers ter deeser plaatze g'Executeert en eindelijk door de dikwilsgem: duurte van leevensmiddelen | 2726:01:08 | -:-:- | |
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuigen het opbouwen en toetakelen van een nieuwe Lands boot genaamd de Caab Staande dit Boekjaar en bij de Specificatie van de maand Februarij belast heeft deese Reecq: verhoogt met | 5976:05:08 | -:-:-: | |
Soldijen aan Land bedragen meerder als in het voorgaande Boek Jaar Spruitende uit de meerdere verstrekte monteering ten bedragen van | ƒ30293:11:08 | ||
de meerderheid van de betaalde goede Maanden | d:o 5808:17:08 | ||
teld | ƒ36102:09:- | ||
waarvan afgaat de minderheid der verteerde heele gagie | d:o 2335:17:08 | ||
vertoonde overzulx eene meerderheid van | 33766:11:08 | -:-:- | |
Scheeps Soldijen mede meerder als in A:o 2784-5 ontstaand zo door de meerdere uitgereikte goede maanden als door de meerdere heele verteerde gagie ten bedrage van | 4509:-:- | -:-:- | |
Reekening van Intrest het aflossen der ten behoeve der E Comp:ie genegotieerde Capitalen in den Maanden Maart en Maij en de ten faveure dezer Reecq: ingekomene Renten hebben deselve doen verminderen met | -:-:- | 4138:09:- | |
'T Regiment Luxemburg de wijnige Recruten van dat Corps gedurende dit boekjaar alhier gepasseerd, hebben eene mindering in de Lasten veroorzaakt van | -:-:- | 4609:18:- | |
Somma | ƒ202190:03:08 | ƒ187987:03:08 |
So als ook uit het voorsz: vertoog is komen te blijken dat op de Reecq: van winst en verlies, de winsten en ‘S Lands inkomsten dit Boekjaar t’zamen ƒ15629:12 meerder dan in het gepasseerde, hebben opgeworpen te weeten.
d' A:is 1785-6 | d' A:is 1784-5 | ||||
Winst en verlies | ƒ88655:08:08 | ƒ363845:09:08 | Winst & verlies | ƒ82747:02:08 | ƒ348215:17:08 |
'S Lands inkomsten | d:o 275190:01:- | 'S Lands inkomsten | d:o 265468:15:- |
d' A:is 1785-6 | d' A:is 1784-5 | ||||
Winst en verlies | ƒ88655:08:08 | ƒ363845:09:08 | Winst & verlies | ƒ82747:02:08 | ƒ348215:17:08 |
'S Lands inkomsten | d:o 275190:01:- | 'S Lands inkomsten | d:o 265468:15:- |
Bedragende de winsten ƒ5908:6:- meerder, het geen is voortspruitende uit de favorable verkoop der ingekogte Lijf Eijgenen en diverse goederen, uit ‘S Comp:s Maguazijnen afgezet welke voordeelen op deese reecq: aanzienlijker zouden zyn geweest, indien het groot getal afgestorvene Lijf Eijgenen en verrekt vee zulx niet had verhindert.
Zijnde het provenue van ‘S Lands inkomsten meerder ƒ9721:6 om reedenen van de meerdere betaalde Recognitie van veeposten, ‘S Heeren Gerechtigheid van verkogte vaste goederen en andere Posten die tot deeze Reekening behoren, waar en teegen de pagten de Recognitie van wijnen en Voornamentlijk de Thiendens der ingeoogste Granen, minder opgeworpen hebben als in het voorgaande Boekjaar.
En is ten desen belange verstaan opged: afgaanden Heer Hoofd Administrateur Hacker te qualificeeren om met het sluiten der Boeken te doen voortgaan.
Waarna geresumeerd weesende de verzoek Schriften van de Heeren Keldermeester en Dispencier, mitsg: den Pakhuijsmeester tendeerende om te mogen genieten de ordinaire Jaarlijxe afschreivingen op de goederen dewelke door haarL: geduurende het voorz: Jaar zijn verstrekt geworden welke verzoekschriften aldus waren luidende:
Aan den Wel Edelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur in loco en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E Agtb: politicquen Raad.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Den ondergeteek: keldermeester verzoekt zeer Eerbiedig aan Uwe Wel Edele Gestr: en E Achtb: dat aan hen mag valideeren de volgende afschreiving te weeten.’
’/: onderstond :/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 20 Maart 1787. /: was geteek :/ J: J: Le Suëur’
‘Den Wel Edelen Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie werd Eerbiedig versogt dat aan den onderget: Dispencier mag werden toegestaan de Ordinaire afschreiving van de onderstaande goederen dewelke door Spillagie, lekkagie aanslaan der Muuren, als anderzints onvermijdelijk in een Jaar komen t’ ontstaan, namentlijk’
‘
231 1/4 Mudden | Tarwe op 9417 7/8 mud, als | |
129 1/8 op 4309 mudd: over't jaar gelegen hebben a 3 pC: | ||
1021/8 d:o d:o 5108 7/8 d:o binnen 't jaar gelegen hebben a 2 pC: als | ||
84 mudd: op 4199 7/8 mudd: de ordinaire afschrijving | ||
18 1/8 d:o d:o 909 d:o de alhier ingekogte | ||
350 lb | Tarwemeel op 17497. lb binnen 't jaar zynde 2 pC: die alhier ingekogt zijn | |
2 1/8 | mudd: Rogge op 83 1/4 mudd: te weeten | |
1 3/8 mudd: op 46 mudd: over 't jaar a 3 pC: | ||
3/4 d:o d:o 37 1/4 d:o binnen 't jaar a 2 pC: de alhier ingekogte | ||
21 1/8 | Mudden Garst op 1260 mudd: als: | |
9 1/8 mudd: op 456 7/8 mudd: over 't jaar a 2 pC:t | ||
12 d:o d:o 803 1/8 d:o binnen 't jaar a 1 1/2 pC: als | ||
6 5/8 mudd: op 443 3/8 mudd: de ordinaire afschreiving | ||
5 3/8 d:o d:o 359 3/4 d:o de alhier ingekogte | ||
1/4 | Mud gemeene Gort op 't mudden binnen 't jaar zijnde 1 1/2 pC: | |
18 | d:o d:o Bonen op 361 5/8 mudd: zynde 5 pC:t als | |
15 d:o Mudden op 300 mud de ordinaire afschreiving | ||
3 d:o d:o d:o 61 3/8 d:o de alhier ingekogte | ||
333 | lb Bonen op 6667 lb zynde 5 pC:o | |
4 1/2 | Mudde Erwten op 291 1/8 mud te weeten | |
7/8 mud op 45 3/4 mudde over 't jaar a 2 pC:t | ||
3 5/8 d:o d:o 245 3/8 d:o binnen 't jaar a 1 1/2 pC: als | ||
3 Mud op 196 mudde de ordinaire afschreiving | ||
5/8 d:o d:o 49 3/8 d:o de alhier ingekogte | ||
22746 | lb Rijst op 758223 lb zijnde 3 pC: te weeten | |
12368 lb op 412287: lb de ordinaire afschreiving | ||
10378 d:o d:o 345936 d:o de alhier ingekogte | ||
1864 | lb Biscuit op 121874 lb: te weeten | |
145 lb op 7271. lb over 't jaar a 2 pC: | ||
1719 d:o d:o 114603 d:o binnen 't jaar a 1 1/2 pC: als | ||
842 lb op 56167 lb de ordinaire afschreiving | ||
877 d:o d:o 58436 d:o de alhier ingekogte | ||
411 | lb Poederzuiker op 2055 lb | zijnde 2 pC:t |
2 | d:o Candij zuiker d:o 136 d:o | |
8 | d:o Hop op 858 lb zijnde 1 pC:t | |
43 | lb Peeper op 2093 lb te weeten | |
35 lb op 1558 5/8 d:o over't jaar a 2 1/4 pC: | ||
8 d:o d:o 534 3/8 binnen 't jaar a 1 1/2 d:o | ||
22 | lb: Gaaren katoenen op 1900 lb als | |
6 lb op 308 3/4 lb over't jaar gelegen a 2 pC: | ||
16 d:o d:o 1591 1/4 d:o binnen 't jaar d:o d:o d:o | ||
7 | lb Zeep marseille op 360 lb zynde 2 pC: | |
7 | d:o Wasch gemeene op 315 lb: te weeten | |
3 lb op 113 lb over't jaar a 3 pC: | ||
4 d:o d:o 202 d:o binnen 't jaar d:o 2 d:o | ||
34 | lb Wasch kaarssen op 1741 lb te weeten | |
1 lb op 49 lb over't jaar a 3 pC:t | ||
33 d:o d:o 1692 d:o binnen't jaar d:o 2 d:o | ||
58 3/5 | kannen Olijven Olij op 1891 kannen te weeten | |
4 4/5 kann: op 97 4/5 kann: over 't jaar a 5 pC:t | ||
53 4/5 d:o d:o 1793 1/5 d:o binnen 't jaar d:o 3 d:o | ||
24 2/5 | kann: klappus olij op 806 kanne als | |
3/5 kann: op 12 1/10 kann: over't jaar gelegen zynde 5 pC:t | ||
23 4/5 d:o d:o 793 9/10 binnen 't jaar d:o 3 d:o | ||
156 7/10 | kann: Lijn Olij op 3135 kann: over 't jaar gelegen zynde 5 pC:t | |
91 4/5 | d:o Traan d:o 1837 d:o zijnde 5 pC:t | |
434 | lb Padij op 21703 lb binnen 't jaar zynde 2 pC:t |
231 1/4 Mudden | Tarwe op 9417 7/8 mud, als | |
129 1/8 op 4309 mudd: over't jaar gelegen hebben a 3 pC: | ||
1021/8 d:o d:o 5108 7/8 d:o binnen 't jaar gelegen hebben a 2 pC: als | ||
84 mudd: op 4199 7/8 mudd: de ordinaire afschrijving | ||
18 1/8 d:o d:o 909 d:o de alhier ingekogte | ||
350 lb | Tarwemeel op 17497. lb binnen 't jaar zynde 2 pC: die alhier ingekogt zijn | |
2 1/8 | mudd: Rogge op 83 1/4 mudd: te weeten | |
1 3/8 mudd: op 46 mudd: over 't jaar a 3 pC: | ||
3/4 d:o d:o 37 1/4 d:o binnen 't jaar a 2 pC: de alhier ingekogte | ||
21 1/8 | Mudden Garst op 1260 mudd: als: | |
9 1/8 mudd: op 456 7/8 mudd: over 't jaar a 2 pC:t | ||
12 d:o d:o 803 1/8 d:o binnen 't jaar a 1 1/2 pC: als | ||
6 5/8 mudd: op 443 3/8 mudd: de ordinaire afschreiving | ||
5 3/8 d:o d:o 359 3/4 d:o de alhier ingekogte | ||
1/4 | Mud gemeene Gort op 't mudden binnen 't jaar zijnde 1 1/2 pC: | |
18 | d:o d:o Bonen op 361 5/8 mudd: zynde 5 pC:t als | |
15 d:o Mudden op 300 mud de ordinaire afschreiving | ||
3 d:o d:o d:o 61 3/8 d:o de alhier ingekogte | ||
333 | lb Bonen op 6667 lb zynde 5 pC:o | |
4 1/2 | Mudde Erwten op 291 1/8 mud te weeten | |
7/8 mud op 45 3/4 mudde over 't jaar a 2 pC:t | ||
3 5/8 d:o d:o 245 3/8 d:o binnen 't jaar a 1 1/2 pC: als | ||
3 Mud op 196 mudde de ordinaire afschreiving | ||
5/8 d:o d:o 49 3/8 d:o de alhier ingekogte | ||
22746 | lb Rijst op 758223 lb zijnde 3 pC: te weeten | |
12368 lb op 412287: lb de ordinaire afschreiving | ||
10378 d:o d:o 345936 d:o de alhier ingekogte | ||
1864 | lb Biscuit op 121874 lb: te weeten | |
145 lb op 7271. lb over 't jaar a 2 pC: | ||
1719 d:o d:o 114603 d:o binnen 't jaar a 1 1/2 pC: als | ||
842 lb op 56167 lb de ordinaire afschreiving | ||
877 d:o d:o 58436 d:o de alhier ingekogte | ||
411 | lb Poederzuiker op 2055 lb | zijnde 2 pC:t |
2 | d:o Candij zuiker d:o 136 d:o | |
8 | d:o Hop op 858 lb zijnde 1 pC:t | |
43 | lb Peeper op 2093 lb te weeten | |
35 lb op 1558 5/8 d:o over't jaar a 2 1/4 pC: | ||
8 d:o d:o 534 3/8 binnen 't jaar a 1 1/2 d:o | ||
22 | lb: Gaaren katoenen op 1900 lb als | |
6 lb op 308 3/4 lb over't jaar gelegen a 2 pC: | ||
16 d:o d:o 1591 1/4 d:o binnen 't jaar d:o d:o d:o | ||
7 | lb Zeep marseille op 360 lb zynde 2 pC: | |
7 | d:o Wasch gemeene op 315 lb: te weeten | |
3 lb op 113 lb over't jaar a 3 pC: | ||
4 d:o d:o 202 d:o binnen 't jaar d:o 2 d:o | ||
34 | lb Wasch kaarssen op 1741 lb te weeten | |
1 lb op 49 lb over't jaar a 3 pC:t | ||
33 d:o d:o 1692 d:o binnen't jaar d:o 2 d:o | ||
58 3/5 | kannen Olijven Olij op 1891 kannen te weeten | |
4 4/5 kann: op 97 4/5 kann: over 't jaar a 5 pC:t | ||
53 4/5 d:o d:o 1793 1/5 d:o binnen 't jaar d:o 3 d:o | ||
24 2/5 | kann: klappus olij op 806 kanne als | |
3/5 kann: op 12 1/10 kann: over't jaar gelegen zynde 5 pC:t | ||
23 4/5 d:o d:o 793 9/10 binnen 't jaar d:o 3 d:o | ||
156 7/10 | kann: Lijn Olij op 3135 kann: over 't jaar gelegen zynde 5 pC:t | |
91 4/5 | d:o Traan d:o 1837 d:o zijnde 5 pC:t | |
434 | lb Padij op 21703 lb binnen 't jaar zynde 2 pC:t |
’/: onderstond :/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop Ult:o Aug:s 1786. /: was geteekend:/ T: C: Ronnenkamp.’
Aan den Wel Edelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Achtb: politicquen Raad.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Den ondergeteek: Pakhuijsmeester verzoekt Eerbiedig dat aan hem mag werden toegestaan de ordinaire afschreiving gedurende dit Boekjaar op de volgende goederen onvermijdelijk gevallen te weeten:’
‘
Cramerijen over | ||
12 lb | Alluin op 406 lb over't jaar gelegen hebbende a 3 pC:t | |
24 d:o | Lijm d:o 483 d:o d:o d:o d:o d:o 5 d:o | |
9 3/8 | Stijssel d:o 191 d:o d:o d:o d:o d:o d:o d:o | |
Loot over | ||
8 lb | Plat op 6571 lb | a 1/8 pC: |
21 d:o | Schuit d:o 16792 | |
Kooper | ||
8 3/4 | lb op 7038 1/2 a 1/8 pC:t | |
IJzer | ||
2186 | lb op 145721 over't jaar gelegen hebbende a 1 1/2 pC: | |
Staal | ||
25 | lb op 1727 lb d:o d:o d:o d:o d:o d:o | |
Spijkers | ||
401 | lb op 26760 lb d:o d:o d:o d:o d:o d:o | |
Verwen over | ||
4 1/2 | lb fijne op 150 lb | a 3 pC:t |
243 | d:o ges: grove op 8111 lb | |
Tabak | ||
18 | lb op 599 lb a 3 pC:t | |
Specerijen | ||
2 | lb Nagulen op 202 lb | a 1 pC:t |
1 1/2 | d:o Canneel d:o 157 d:o |
Cramerijen over | ||
12 lb | Alluin op 406 lb over't jaar gelegen hebbende a 3 pC:t | |
24 d:o | Lijm d:o 483 d:o d:o d:o d:o d:o 5 d:o | |
9 3/8 | Stijssel d:o 191 d:o d:o d:o d:o d:o d:o d:o | |
Loot over | ||
8 lb | Plat op 6571 lb | a 1/8 pC: |
21 d:o | Schuit d:o 16792 | |
Kooper | ||
8 3/4 | lb op 7038 1/2 a 1/8 pC:t | |
IJzer | ||
2186 | lb op 145721 over't jaar gelegen hebbende a 1 1/2 pC: | |
Staal | ||
25 | lb op 1727 lb d:o d:o d:o d:o d:o d:o | |
Spijkers | ||
401 | lb op 26760 lb d:o d:o d:o d:o d:o d:o | |
Verwen over | ||
4 1/2 | lb fijne op 150 lb | a 3 pC:t |
243 | d:o ges: grove op 8111 lb | |
Tabak | ||
18 | lb op 599 lb a 3 pC:t | |
Specerijen | ||
2 | lb Nagulen op 202 lb | a 1 pC:t |
1 1/2 | d:o Canneel d:o 157 d:o |
’/: onderstond :/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop Ult:o Aug:s 1786 /: was get:/ S: V: Echten’
Is daarop besloten dat de daarbij aangehaalde minderheeden als niet excedeerende bij de voorsz: Negotie boeken zullen werden afgeschreeven.
Voorts door den Heer aankomende Hoofd Administrateur Johannes Izaac Rhenius met versoek om daar op dispositie t’erlangen in Rade geproduceerd zijnde d’onderstaande Memorie.
‘Memorie van de nabesz: Houtwerken, Glaze Ruijten, IJzer, Clappus Olij &:a, als ‘er uit de volgende Scheepen zo te min, gebroken, als bij pijlinge minder, zo meede de Lijf Eijgenen in de jongst gepasseerde Zes Maanden door de natuurlijke dood overleeden, het vee in gemelde tijd zo verrekt als door het wild gedierte verslonden, alles volgens Verklaringen blijkende, Namentlijk’
‘
Uit het Schip den Onzeekenen | |||
afsz: | 568 | p:s gr deelen van 1 1/2 d:m niet ontfangen dog in steede van dien | |
innemen ende gebroken verkopen | 536 | d:o d:o d:o d:o 1 1/4 waarvan 40 p:s | zo gebroken als defect |
32 | d:o d:o d:o d:o 1 d:o d:o 4 d:o | ||
Verkopen | 27 | d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o a 300 | |
36 | d:o d:o d:o d:o 1 d:o d:o d:o 300 |
Uit het Schip den Onzeekenen | |||
afsz: | 568 | p:s gr deelen van 1 1/2 d:m niet ontfangen dog in steede van dien | |
innemen ende gebroken verkopen | 536 | d:o d:o d:o d:o 1 1/4 waarvan 40 p:s | zo gebroken als defect |
32 | d:o d:o d:o d:o 1 d:o d:o 4 d:o | ||
Verkopen | 27 | d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o a 300 | |
36 | d:o d:o d:o d:o 1 d:o d:o d:o 300 |
‘
Uit het Schip de Vrouw Wijnanda Luberta | ||
afsz: | 3 | d:o Glaze wijnpompjes op 12 p:s in 1 Cas gebroken |
162 | d:o grote ruijten van 12 & 14 d:m op 2640 p:s in 44 Cassen gebroken zijnde alle groen dun glas | |
28 | lb Spaanse Zeep op 500 lb in 2 Cassen bij naweging te min |
Uit het Schip de Vrouw Wijnanda Luberta | ||
afsz: | 3 | d:o Glaze wijnpompjes op 12 p:s in 1 Cas gebroken |
162 | d:o grote ruijten van 12 & 14 d:m op 2640 p:s in 44 Cassen gebroken zijnde alle groen dun glas | |
28 | lb Spaanse Zeep op 500 lb in 2 Cassen bij naweging te min |
‘
Uit het Schip de Dapperheid | ||
afsz: | 1/4 | Vat Theer tot het opvullen van 4 3/4 Vaten verbruikt |
Uit het Schip de Dapperheid | ||
afsz: | 1/4 | Vat Theer tot het opvullen van 4 3/4 Vaten verbruikt |
‘
Uit het Schip den Onzeekeren | ||
verkopen | 2095 | p:s grouwe Moppen op 12050 p:s gebroken, geligt uit 'S Lands Carguazoenen |
Uit het Schip den Onzeekeren | ||
verkopen | 2095 | p:s grouwe Moppen op 12050 p:s gebroken, geligt uit 'S Lands Carguazoenen |
‘
Uit het Schip Berkshoven | ||
verkopen | 6150 | d:o geele klinkers op 2000 p:s gebroken |
Uit het Schip Berkshoven | ||
verkopen | 6150 | d:o geele klinkers op 2000 p:s gebroken |
‘
Uit het Schip d' Arend | ||
verkopen | 7 | d:o IJzere Potten op 50 p:s gebroken |
inneemen | 7 | p:s thuijn Lijnen op 3 p:s meerder ontfangen als de factuur dicteerd |
verkopen | 2756 | d:o grauwe moppen op 20000 p:s gebroken |
Uit het Schip d' Arend | ||
verkopen | 7 | d:o IJzere Potten op 50 p:s gebroken |
inneemen | 7 | p:s thuijn Lijnen op 3 p:s meerder ontfangen als de factuur dicteerd |
verkopen | 2756 | d:o grauwe moppen op 20000 p:s gebroken |
‘
Uit het Schip Maria | ||
verkopen | 3502 | p:s Grauwe moppen op 3000 p:s gebroken |
Uit het Schip Maria | ||
verkopen | 3502 | p:s Grauwe moppen op 3000 p:s gebroken |
‘
Uit het Schip de Jonge Jacob | |||
verkopen | 323 | d:o koorn zakken op 1350 p:s door het broeijen van de Tarw in't Schip verstikt en tot verder gebruik onbequaam bevonden | |
afsz: | 244 | lb ges: IJzer op 33650 lb in 450 staven bij naweeging te min | |
innemen | 8 | p:s notensteenen van 2 v:t over't kruijs en 10 d:m dik | uitgeleeverd die op de factuur niet bekend staan |
7 | d:o Slijpsteenen d:o 3 d:o d:o | ||
7 | d:o d:o d:o 4 d:o d:o | ||
7 | d:o d:o d:o 5 d:o d:o | ||
verkopen | 7500 | d:o grauwe moppen op 30000 p:s gebroken | |
innemen | 38 | d:o greene Balken van 13 & 16 d:m op 80 p:s | meerder uitgeleeverd als op de factuur bekend staan |
98 | d:o d:o d:o 10 d:o 14 d:o d:o 180 d:o |
Uit het Schip de Jonge Jacob | |||
verkopen | 323 | d:o koorn zakken op 1350 p:s door het broeijen van de Tarw in't Schip verstikt en tot verder gebruik onbequaam bevonden | |
afsz: | 244 | lb ges: IJzer op 33650 lb in 450 staven bij naweeging te min | |
innemen | 8 | p:s notensteenen van 2 v:t over't kruijs en 10 d:m dik | uitgeleeverd die op de factuur niet bekend staan |
7 | d:o Slijpsteenen d:o 3 d:o d:o | ||
7 | d:o d:o d:o 4 d:o d:o | ||
7 | d:o d:o d:o 5 d:o d:o | ||
verkopen | 7500 | d:o grauwe moppen op 30000 p:s gebroken | |
innemen | 38 | d:o greene Balken van 13 & 16 d:m op 80 p:s | meerder uitgeleeverd als op de factuur bekend staan |
98 | d:o d:o d:o 10 d:o 14 d:o d:o 180 d:o |
‘
Uit het Schip Dordrecht | ||
afsz: | 735 | lb ges: Ijzer op 50132 lb en 1346 staven bij naweging te min |
2 | flessen gedestilleerde Wateren op 15 flessen in 1 kelder gebroken | |
10 | p:r heele Leggers banden op 1000 p: in 7 bossen | bij telling te min |
8 | d:o d:o Aams d:o d:o 800 d:o 3 d:o | |
30 | d:o halve d:o d:o 1600 d:o 4 d:o | |
verkopen | 237 | d:o koorn zacken op 1350 p:s door't broeijen van de tarwe in't Schip verstikt en tot verder gebruik onbequaam geworden |
1 | Eijke Balk van 3 d:m 30 v:t op 5 p:s defect | |
3 | d:o d:o d:o d:o 2 d:o 24 d:o d:o 5 d:o defect als gebroken | |
7260 | grauwe moppen op 30000 p:s gebroken | |
9 | d:o gr: balken van 3 & 4 d:m op 209 p:s gebroken | |
6 | d:o d:o deelen d:o 1 d:m d:o 126 d:o | |
afsz: | 1 3/4 | Vaten Theer tot het opvullen van 18 1/4 Vaten verbruikt |
Uit het Schip Dordrecht | ||
afsz: | 735 | lb ges: Ijzer op 50132 lb en 1346 staven bij naweging te min |
2 | flessen gedestilleerde Wateren op 15 flessen in 1 kelder gebroken | |
10 | p:r heele Leggers banden op 1000 p: in 7 bossen | bij telling te min |
8 | d:o d:o Aams d:o d:o 800 d:o 3 d:o | |
30 | d:o halve d:o d:o 1600 d:o 4 d:o | |
verkopen | 237 | d:o koorn zacken op 1350 p:s door't broeijen van de tarwe in't Schip verstikt en tot verder gebruik onbequaam geworden |
1 | Eijke Balk van 3 d:m 30 v:t op 5 p:s defect | |
3 | d:o d:o d:o d:o 2 d:o 24 d:o d:o 5 d:o defect als gebroken | |
7260 | grauwe moppen op 30000 p:s gebroken | |
9 | d:o gr: balken van 3 & 4 d:m op 209 p:s gebroken | |
6 | d:o d:o deelen d:o 1 d:m d:o 126 d:o | |
afsz: | 1 3/4 | Vaten Theer tot het opvullen van 18 1/4 Vaten verbruikt |
‘
Uit het Schip Oostzaandam | |||
afsz: | 2 | mudden Tarwe op 2700 mudden te min | |
642 | p:s koornzacken als | ||
verkopen | 640 | p:s op 2700 p:s door het lang leggen in't Schip en't broeijen van de Tarwe verstikt en tot verder gebruik onbek: geworden | |
afsz: | 2 | te min uitgeleeverd | |
verkopen | 1 | p:s Scheepspomp op 4 p:s gescheurd en onbequaam | |
5 | rolle zwaar holl: doek op 13 rollen in 1 Cas | verweert en verrot | |
7 | d:o gemeene d:o d:o d:o 13 d:o d:o d:o | ||
8 | d:o moskovisch d:o d:o in 1 Cas alle verweert en verrot | ||
75 | lb ofte 250 strengen zijlgaren einde laatstgem: Cast mede alle verweert en verrot | ||
5 | p:s gr deelen van 2 1/2 d:m op 100 p:s | gebroken | |
37 | d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o 400 d:o | ||
41 | d:o d:o d:o d:o 1 d:o d:o 400 d:o | ||
1 | d:o d:o balk d:o 6 d:o 8 d:o d:o 50 d:o | ||
4 | d:o d:o d:o d:o 5 d:o 7 d:o d:o 40 zo gebroken als defect | ||
2 | d:o d:o d:o d:o 5 d:o 6 d:o d:o 25 d:o | gebroken | |
5 | d:o d:o d:o d:o 4 d:o 6 d:o d:o 50 d:o | ||
6 | d:o d:o d:o d:o 4 d:o 5 d:o d:o 50 d:o te weeten | ||
verkopen | 3 | d:o gebroken en | |
afsz: | 3 | d:o te min uitgeleevert | |
verkopen | 4 | p:s gr: Balken van 4 & 4 d:m op 50 p:s | gebroken |
3 | d:o d:o d:o d:o 3 d:o 6 d:o 40 | ||
5 | d:o d:o d:o d:o 3 d:o 4 d:o 50 | ||
afsz: | 11 | p:s Smelkroesen op 45 p:s in 1 Vat gebroken | |
verkopen | 1 | d:o Slijpsteen van 4 v:t op 8 p:s defect | |
50 | lb zijlgaren op 250 lb ofte 800 strengen in 1 Cas Verweert & verrot | ||
afsz: | 223 | p:s glase ruijten van 12 & 14 d:m op 3360 p: in 55 Cassen gebroken |
Uit het Schip Oostzaandam | |||
afsz: | 2 | mudden Tarwe op 2700 mudden te min | |
642 | p:s koornzacken als | ||
verkopen | 640 | p:s op 2700 p:s door het lang leggen in't Schip en't broeijen van de Tarwe verstikt en tot verder gebruik onbek: geworden | |
afsz: | 2 | te min uitgeleeverd | |
verkopen | 1 | p:s Scheepspomp op 4 p:s gescheurd en onbequaam | |
5 | rolle zwaar holl: doek op 13 rollen in 1 Cas | verweert en verrot | |
7 | d:o gemeene d:o d:o d:o 13 d:o d:o d:o | ||
8 | d:o moskovisch d:o d:o in 1 Cas alle verweert en verrot | ||
75 | lb ofte 250 strengen zijlgaren einde laatstgem: Cast mede alle verweert en verrot | ||
5 | p:s gr deelen van 2 1/2 d:m op 100 p:s | gebroken | |
37 | d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o 400 d:o | ||
41 | d:o d:o d:o d:o 1 d:o d:o 400 d:o | ||
1 | d:o d:o balk d:o 6 d:o 8 d:o d:o 50 d:o | ||
4 | d:o d:o d:o d:o 5 d:o 7 d:o d:o 40 zo gebroken als defect | ||
2 | d:o d:o d:o d:o 5 d:o 6 d:o d:o 25 d:o | gebroken | |
5 | d:o d:o d:o d:o 4 d:o 6 d:o d:o 50 d:o | ||
6 | d:o d:o d:o d:o 4 d:o 5 d:o d:o 50 d:o te weeten | ||
verkopen | 3 | d:o gebroken en | |
afsz: | 3 | d:o te min uitgeleevert | |
verkopen | 4 | p:s gr: Balken van 4 & 4 d:m op 50 p:s | gebroken |
3 | d:o d:o d:o d:o 3 d:o 6 d:o 40 | ||
5 | d:o d:o d:o d:o 3 d:o 4 d:o 50 | ||
afsz: | 11 | p:s Smelkroesen op 45 p:s in 1 Vat gebroken | |
verkopen | 1 | d:o Slijpsteen van 4 v:t op 8 p:s defect | |
50 | lb zijlgaren op 250 lb ofte 800 strengen in 1 Cas Verweert & verrot | ||
afsz: | 223 | p:s glase ruijten van 12 & 14 d:m op 3360 p: in 55 Cassen gebroken |
‘
Uit het Schip 'T Slot ter Hoge | ||
afsz: | 158 | Cann: klappus Olij op 2328 Cann: in 12 halve leggers pijlende 6 van 3, 4 van 4, en 2 van 5 d:m wan. |
Uit het Schip 'T Slot ter Hoge | ||
afsz: | 158 | Cann: klappus Olij op 2328 Cann: in 12 halve leggers pijlende 6 van 3, 4 van 4, en 2 van 5 d:m wan. |
‘En volgens g’annexeerde Reecq: van den Opziender van ‘S Slaven Logie gesterkt met Secretarieele Verklaringen zijn in de jongst gepasseerde Maanden September, October, November, December, Januarij en Februarij van ‘S Comp:s Lijf Eijgenen door de natuurlijke dood overleeden, te weeten.’
‘
afsz: | 31 | Stuk kloeke Jongens |
1 | d:o School d:o | |
5 | d:o Zuijgende d:o | |
6 | d:o Kloeke Meiden | |
2 | d:o Zuijgende d:o | |
2 | d:o Bandiete Jongens |
afsz: | 31 | Stuk kloeke Jongens |
1 | d:o School d:o | |
5 | d:o Zuijgende d:o | |
6 | d:o Kloeke Meiden | |
2 | d:o Zuijgende d:o | |
2 | d:o Bandiete Jongens |
‘En volgens bijgevoegde Reecq:n van den Landdrost gesterkt met secretarieele beeedigde verklaringen zijn mede in voorsz: tijd van ‘S Comp: beestiaal, zo verrekt, als door’t wild gedierte vernield, te weeten’
‘
afsz: | - | Stux Ezels |
15 | d:o Paarden | |
265 | d:o Runderen | |
7 | d:o Bokken |
afsz: | - | Stux Ezels |
15 | d:o Paarden | |
265 | d:o Runderen | |
7 | d:o Bokken |
’/: onderstond :/ In’t Casteel de Goede Hoop den 28 Maart 1787. /: was geteekend :/ J: I: Rhenius’
So is verstaan de daarbij opgegeevene gestorvene Lijf Eijgenen en het verrekt beestiaal bij de Negotie boeken deses Gouvernements te doen afschrijven en met de gespecificeerde te kort komende mitsg: defect aangebrachte goederen te handelen als in margine van voorsz: Memorie is aangeteekend.
‘Zijnde mede nagezien de reecq: der restant geblevene, mitsg: in de jongst gepasseerde Ses Maanden verkogte zeeguls luidende als volgd.’
‘
Zeeguls d' A:o 1786-7 | ||||||||||||||||||||
Debent | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
rd:s | 1/8 | 1/4 | 1/2 | [3/4.] | 1 | 2 | 3 | 4. | 5. | 6. | 8. | 10. | 12. | 15. | 20. | 25. | 30. | 40. | 50. | 60. |
p:mo febr restant | 1276. | 508. | 414. | 42. | 109. | 66. | 66. | 1. | 33. | 27. | 15. | 54. | 12. | 4. | 16. | 16. | 8. | 2. | 4. | 4. |
den 23 7bre 1786 bijgekomen | 1500 | 1000 | 600. | - | 100 | 50 | - | 100 | - | - | - | - | - | - | 25. | - | - | - | - | - |
d. 10 8bre d:o d:o | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | 50 | - | - | 25 | - | - | - | - | - | - |
d:o 12 Xbre d:o d:o | - | - | - | - | 100 | 100. | - | - | 25 | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
1 febr 1787 | - | 1000. | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Somma | 2776 | 2508 | 1014 | 42. | 309 | 216 | 66. | 101. | 58 | 27. | 65. | 54. | 12. | 29. | 16. | 41. | 8. | 2. | 4. | 4. |
Zeeguls d' A:o 1786-7 | ||||||||||||||||||||
Debent | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
rd:s | 1/8 | 1/4 | 1/2 | [3/4.] | 1 | 2 | 3 | 4. | 5. | 6. | 8. | 10. | 12. | 15. | 20. | 25. | 30. | 40. | 50. | 60. |
p:mo febr restant | 1276. | 508. | 414. | 42. | 109. | 66. | 66. | 1. | 33. | 27. | 15. | 54. | 12. | 4. | 16. | 16. | 8. | 2. | 4. | 4. |
den 23 7bre 1786 bijgekomen | 1500 | 1000 | 600. | - | 100 | 50 | - | 100 | - | - | - | - | - | - | 25. | - | - | - | - | - |
d. 10 8bre d:o d:o | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | 50 | - | - | 25 | - | - | - | - | - | - |
d:o 12 Xbre d:o d:o | - | - | - | - | 100 | 100. | - | - | 25 | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
1 febr 1787 | - | 1000. | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Somma | 2776 | 2508 | 1014 | 42. | 309 | 216 | 66. | 101. | 58 | 27. | 65. | 54. | 12. | 29. | 16. | 41. | 8. | 2. | 4. | 4. |
‘
Credunt | ||||||||||||||||||||
Rd:s | 1/8 | 1/4 | 1/2 | 3/4. | 1. | 2. | 3 | 4 | 5 | 6 | 8 | 10 | 12 | 15 | 20 | 25 | 30. | 40. | 50. | 60 |
Zeedert p:mo feb 1786 tot dato verkopen | 2588 | 1866. | 659. | 23 | 213. | 131. | 30. | 60. | 36. | 3. | 57. | 20. | 4. | 18. | 1. | 27. | 2. | - | - | 1. |
de dato deeses Restant | 188. | 642. | 355 | 19 | 96. | 85. | 36 | 41. | 22. | 24. | 8. | 34. | 8. | 11. | 15. | 14. | 6. | 2. | 4. | 3. |
Somma | 2776. | 2508. | 1014. | 42. | 309 | 216 | 66. | 101. | 58. | 27. | 65. | 54. | 12. | 29. | 16. | 41. | 8. | 2. | 4. | 4. |
Credunt | ||||||||||||||||||||
Rd:s | 1/8 | 1/4 | 1/2 | 3/4. | 1. | 2. | 3 | 4 | 5 | 6 | 8 | 10 | 12 | 15 | 20 | 25 | 30. | 40. | 50. | 60 |
Zeedert p:mo feb 1786 tot dato verkopen | 2588 | 1866. | 659. | 23 | 213. | 131. | 30. | 60. | 36. | 3. | 57. | 20. | 4. | 18. | 1. | 27. | 2. | - | - | 1. |
de dato deeses Restant | 188. | 642. | 355 | 19 | 96. | 85. | 36 | 41. | 22. | 24. | 8. | 34. | 8. | 11. | 15. | 14. | 6. | 2. | 4. | 3. |
Somma | 2776. | 2508. | 1014. | 42. | 309 | 216 | 66. | 101. | 58. | 27. | 65. | 54. | 12. | 29. | 16. | 41. | 8. | 2. | 4. | 4. |
’/: onderstond :/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop Ultimo Februarij 1787.’
’/: was geteekend :/’
‘J: I: Rhenius, S: V: Echten /: in margine :/ Deeze Reekening door ons ondergeteekende gecommittteerde Leeden uit den E Achtb: Raad van Justitie deeses gouvernements, beneevens den pro Interim Fiscaal alhier behoorlijk nagezien en met de restanten geconfronteerd zijnde, is deselve in allen deele accordeerde bevonden.’
’/: onderstond :/’
‘Aan Cabo de Goede Hoop datum ut Supra /: was geteekend J: C: Gie, G: Exter, /: lager :/ mij præsent en geteekend:/ R: J: van der Riet gesw: Clercq.’
En nadien uit die reecq: consteerd dat de in deselve Ses Maanden verkogte Zeeguls een Somma van Rd:s 3928 3/4 komen te bedragen, So is besloten, dat dit montant volgens gebruik in ‘S Comp:s Cassa gebracht zijnde, bij bovengemelde Negotie boeken zal werden ingenomen.
Nog wierd door voorm: Heer Hoofd Administrateur Rhenius in Rade geproduceerd eene Memorie der goederen dewelke zig onder anderen mede hebben bevonden in’t Hoeker Schip Catwijk aan Rhijn in die bij het stranden van dat Vaartuig in de Baaij Fals zo bedorven als absent zijnde geraakt, zijnde die Memorie van volgenden inhoude
‘Memorie van zodanige goederen, provisiën &:a als ‘er op den 7 October A:o pass:o bij het Stranden van de Hoeker Catwijk aan Rhijn van desselfs als toen in hebbende Lading om Caabwaards te vervoeren is bedorwen en absent geraakrt, te weeten.’
‘
afsz: | 17 | Hoeden | Smeekolen, zijnde deze uit de Lading van't Schip Holland | |
2 | Vate | Theer | ||
3 | d:o | Pik | ||
1 | d:o | Harpuijs w:t 6 lb | ||
6 | d:o | Vad:se Lijnen | ||
400 | d:o | Bloknagels | ||
2 | d:o | Enk: Blokken | ||
2 | d:o | Pokhoute Schijven met metale bussen | ||
2 | d:o | Seijn Blokken | ||
2 | bossen | Marlijn | ||
15 | bladen | kurken | ||
1 | p:s | Vijgertros van 100 v:dm | ||
25 | d:o | gr: deelen van 1 1/4 d:m | uit de Lading van't Schip de Vreede en Vreiheid | verloren geraakt |
6 | d:o | Latten d:o 1 & 2 d:o | ||
52 | d:o | Koornzacken | ||
25 | d:o | Zeilnaalden | ||
25 | d:o | Boekebinders Naalden | ||
4 | d:o | Slonjes | ||
25 | Ellen | Pijlaken | ||
1 | lb | Spaans groen of fijne verf | ||
30 | d:o | geel Oker of grove verf | ||
2 | d:o | Vlagge doek rood | ||
2 | d:o | d:o d:o wit | ||
2 | d:o | d:o d:o blaauw | ||
4 1/2 | lb | ruuw garen | ||
2 | riemen | Cardoes Papier | ||
2 | p:s | Halfaamen | ||
verkoopen | 101 | lb | Zeilgaren 3 draats in 2 Cassen, uit de lading van't Schip de Vreede en Vreiheid dewelke bij de stranding door bijgekomen zeewater bedorven zijn |
afsz: | 17 | Hoeden | Smeekolen, zijnde deze uit de Lading van't Schip Holland | |
2 | Vate | Theer | ||
3 | d:o | Pik | ||
1 | d:o | Harpuijs w:t 6 lb | ||
6 | d:o | Vad:se Lijnen | ||
400 | d:o | Bloknagels | ||
2 | d:o | Enk: Blokken | ||
2 | d:o | Pokhoute Schijven met metale bussen | ||
2 | d:o | Seijn Blokken | ||
2 | bossen | Marlijn | ||
15 | bladen | kurken | ||
1 | p:s | Vijgertros van 100 v:dm | ||
25 | d:o | gr: deelen van 1 1/4 d:m | uit de Lading van't Schip de Vreede en Vreiheid | verloren geraakt |
6 | d:o | Latten d:o 1 & 2 d:o | ||
52 | d:o | Koornzacken | ||
25 | d:o | Zeilnaalden | ||
25 | d:o | Boekebinders Naalden | ||
4 | d:o | Slonjes | ||
25 | Ellen | Pijlaken | ||
1 | lb | Spaans groen of fijne verf | ||
30 | d:o | geel Oker of grove verf | ||
2 | d:o | Vlagge doek rood | ||
2 | d:o | d:o d:o wit | ||
2 | d:o | d:o d:o blaauw | ||
4 1/2 | lb | ruuw garen | ||
2 | riemen | Cardoes Papier | ||
2 | p:s | Halfaamen | ||
verkoopen | 101 | lb | Zeilgaren 3 draats in 2 Cassen, uit de lading van't Schip de Vreede en Vreiheid dewelke bij de stranding door bijgekomen zeewater bedorven zijn |
‘Zijnde de na te meldene Carwaten en Rosijnen alhier ingekogt en met het Schip Catwijk aan Rhijn na de Baaij Fals afgescheept geworden ten einde voor de aldaar aan te komene Scheepen te werden verstrekt dog de late aankomt van het gem: Schip aldaar na het vertrek der Scheepen uit de voorsz: Baaij verhindert hebbende daarvan ten dien einde gebruikt te maken, waarom deselve Carwaten en Rosijnen in’t gem: Schip Catwijk aan Rhijn ook verbleeven zijn, om weeder na herwaards te rug te werden gebracht zyn deselve bij het stranden van dat Schip door’t zeewater geheel bedorven geraakt en niet meer te gebruiken bevonden.’
‘
het kostende van dien uit 'S Comp: Cassa te voldoen en op reecq van winst & verlies af te schrijven | 100003 lb Carwaat |
177 d:o Rosijnen |
het kostende van dien uit 'S Comp: Cassa te voldoen en op reecq van winst & verlies af te schrijven | 100003 lb Carwaat |
177 d:o Rosijnen |
‘De na te noemene goederen die bevorens mede ten dienste van de verwagt wordende Scheepen in de Baaij Fals derwaards waren afgescheept, zijn uitvoorsz: Hoeker na dies stranding geborgen en p: ‘t freguat Schip de Meermin herwaards aangebragt bestaande in als volg te weeten’
‘
verkopen | 1 | p:s | Scheepspomp gescheurd | |
als in ten dienste der E Comp:ie t'Emploijeeren zo tot proppen voort geschuit op de batterijen als wel tot 't maken van Land en agter touwen voor de Lands boots bij het Zeehoofd | 2 | d:o | Vijger touw van 8 d:m | op differente plaatsen door 't ophalen over de rotsen geschavield beschadigt en andere door't leggen onder water en bijgekomen ongemakken verstikt dus deselve aan geen Scheepen om daar voor met zeekerheid gebruik te maken kunnen werden verstrekt |
2 | d:o | d:o d:o d:o 20 d:o | ||
8 | d:o | Vijgertrossen d:o 100 v:dm | ||
4 | d:o | d:o d:o 90 d:o | ||
2 | bladen | Wagenschot van 2 d:m gebroken | ||
4 | p:s | ges: Seijn blokken d:o | ||
3 | huijden pomp leer doorweekt voorts verstikt en verrot | |||
3 | p:s | pomp Emmers gebroken | ||
4 | d:o | d:o Schoenen d:o | ||
5 | d:o | Loodt lijnen | mede geschavield en door het leggen onder water en bijgekomene ongemakken verstikt. | |
3 | d:o | ges: /: witte: / lijk | ||
1/2 | d:o | Stuurreeps tros | ||
Van 't verongelukte Hoeker Catwijk aan Rhijn zelve | ||||
5 | d:o | oude Zeilen onder een partij van 14 Stux zo geschavield als gescheurd en ten dienste der E Comp:ie ten eene maal onbequaam |
verkopen | 1 | p:s | Scheepspomp gescheurd | |
als in ten dienste der E Comp:ie t'Emploijeeren zo tot proppen voort geschuit op de batterijen als wel tot 't maken van Land en agter touwen voor de Lands boots bij het Zeehoofd | 2 | d:o | Vijger touw van 8 d:m | op differente plaatsen door 't ophalen over de rotsen geschavield beschadigt en andere door't leggen onder water en bijgekomen ongemakken verstikt dus deselve aan geen Scheepen om daar voor met zeekerheid gebruik te maken kunnen werden verstrekt |
2 | d:o | d:o d:o d:o 20 d:o | ||
8 | d:o | Vijgertrossen d:o 100 v:dm | ||
4 | d:o | d:o d:o 90 d:o | ||
2 | bladen | Wagenschot van 2 d:m gebroken | ||
4 | p:s | ges: Seijn blokken d:o | ||
3 | huijden pomp leer doorweekt voorts verstikt en verrot | |||
3 | p:s | pomp Emmers gebroken | ||
4 | d:o | d:o Schoenen d:o | ||
5 | d:o | Loodt lijnen | mede geschavield en door het leggen onder water en bijgekomene ongemakken verstikt. | |
3 | d:o | ges: /: witte: / lijk | ||
1/2 | d:o | Stuurreeps tros | ||
Van 't verongelukte Hoeker Catwijk aan Rhijn zelve | ||||
5 | d:o | oude Zeilen onder een partij van 14 Stux zo geschavield als gescheurd en ten dienste der E Comp:ie ten eene maal onbequaam |
’/: onderstond :/ In’t Casteel de Goede Hoop den 28 Maart 1787 /: was geteek:/ J: I: Rhenius.’
Waarop is besloten dat met die opgegeevene absent geraakte en bedorvene goederen zal werden gehandelt als in margine dier Memorie Staat aangeteekend. Terwijl bij deese geleegendheid al meede is goedgevonden nadien het Wrak van opgem: Hoeker met geen mogelijkheid weederom van het Strand af te brengen en deselve buiten dien van onderen doorgebroken is, om nadat de rondhouten, het Tuijg en de Zeilen, die zig nog aan dezelve bevinden zullen weesen afgetakeld, als dan hetzelve Wrak te doen Slopen, en het een en ander, daar zulx zal te passe komen ten dienste der E Comp:ie te doen Emploijeeren.
En is laatstelijk mits het aannaderende des tijds tot de gewonen Jaarlijkschen opgaaf der Effecten deeser Coloniers, besloten daarvan bij publicatie van Billietten advertentie te laten doen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 336-390.¶
Dingsdag den {17870403} 3 April 1787.
‘S voormiddags alle præsent.
Bij resumptie nader gedelibereert zijnde op het door de Heeren Leeden deeses Raads M:r Jacobus Johannes le Suëur en Tobias Christiaan Rönnenkamp, beneevens Commissarissen uit den Raad van Justitie, nopens het geene aan hun E: E: bij besluit van den 26 Jann:ij jongstL: gedemandeert geworden was, ter vergaderinge van den 7: der gepasseerde Maand Maart ingebragt berigt, luidende
Aan den Wel Edelen Groot Agtb: Heer Adriaan Boesses, Raad Extra Ordinair van Neederlands India, Admiraal en Cheff der retourvloot, mitsg:s Commissaris ten deesen Gouvernemente en den Wel Edelen Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a, beneevens den E Agtb: Raad van Politie
‘Wel Edele Groot Agtb: Gestr: Heeren en E: E Agtb: Heeren!’
‘Op gedane voordragte en versoek van Commissarissen uit den Raad van Justitie heeft het Uwe Wel Edele Groot Agtb: Gestr: en E Achtb: behaagd bij geëerd besluit van den 26 Januarij jongstL: d’ondergeteek: mede Leeden deeser vergadering M:r Jacobus Johannes le Suëur en Tobias Christiaan Ronnenkamp te Committeeren omme nevens Commissarissen voorm: de novo in spectie te neemen van alle de waterleidingen der Thuinen in deze Tafel Valleij , en daaromtrend, onder Uwe Wel Edele Groot Achtb: Gestr: en E Agtb: geëerde approbatie zodanige nadere Schikkingen te maken als bevonden zouden werden nuttig en noodzakelijk te weesen.’
‘met qualificatie teffens tot het ondersoeken der middelen die best zouden kunnen dienen om te prævenieeren en te beletten, het misbruik dat bij de geene, welkers Thuijnen aan de Houte buijsen der waterleidingen zyn geleegen, werd gemaakt van de vergunning om alleen het drinkwater tot hun gebruik in de nabijheid aldaar uit de gem: houte buisen te mogen tappen, en daar op te gelijk zodanige ordre te Stellen als vinden zouden te behoren.’
‘Van welke Commissie en qualificatie in eene belegde bijeenkomst, aan het voorsz: Collegie van Commissarissen Communicatie zijnde gegeeven is vooraf goedgevonden, dat door de ondergeteek: met adsistentie van Twee Leeden uit dat Collegie oculaire inspectie zoude werden genomen van alle de waterleidingen, zo der part:re Thuijnen als die van ‘S Comp:s Molens en Thuijn, mitsg:s zodanige andere plaatzen meer, als waartoe die waterleidingen moeten dienen, ten einde daar door des te beeter te kunnen oordeelen of en welke nadere en beetere Schikkingen daar omtrend zouden dienen kunnen werden gemaakt’
‘de voorsz: inspectie en waterleidingen van de Thuijnen dus zijnde geschied, heeft men bevonden, de Schikking in den Jare 1774. daar omtrend gemaakt, zodanig in ordre en voldoenend te weeesen, aan het oogmerk dat men niet nodig zoude hebben geoordeelt, daar inne eenige nieuwe veranderingen en Schikkingen te maken.’
‘dan vermits men was geprævenieert, dat sommige Eijgenaars der part:re Thuijnen alhier wel gaarne zoude willen hebben eene veranderinge in de Schikking der Vast gestelde uuren tot het gebruik van’t water voor hunnen Thuijnen bij Resolutie van den 1 Maart 1774 bepaald.’
‘hebbend d’ondergeteek: bij eene tweede bijeenkomst met Commissarissen uit den Raad van Justitie alle d’Eijgenaars der Thuijnen in deeze Tafelvalleij voor zig doen verschijnen, en aan die der Thuijnen boven de Molens leggende voorgehouden, welke veranderingen zijlieden wel zouden begeeren dat inde uuren wierden gemaakt’
‘Waarop door dezelve gezamentlijk wierd voorgedragen, dat wanneer aan hun wierd Vergund in steede van Twee maal daags, te weeten ‘S morgens en ‘S avonds van vier tot Seeven Uuren gelijk bij de vorige Schikking was bepaald geworden, maar eenmaal ‘S daags den tijd van Acht Uuren na den anderen het gebruik van het water te mogen hebbben: het water als dan maar eens daags werdende afgeleid, van hetzelve minder verspild en ook meerder nut tot algemeen gebruik getrokken zoude worden.’
‘Welke propositie als zeer wel gegrond en aanneemelijk voorgekomen weesende, hebben d’ondergeteek:s met overleg van het Collegie van Commissarissen en onder Uwer Wel Edele Groot Achtb: Geërde approbatie gereguleert ende gemaakt eene nadere Schikking en den tijd der vergunning van het Water, in deservoegen te weeten.’
‘het water van de zogenaamde Platte Klip af, komende voor de Thuijnen van Willem Versfeld en Petrus Johannes Hiebner ieder om den anderen dag van ‘S Morgens te Vier tot ‘S middags te Twaalf Uuren, onder die bepaling dat zijL: egter van Zaturdags middag ten 12 Uuren tot de volgende Maandag ‘S Morgens ten 4 Uuren geen gebruik van dat Water Zullen mogen maken, maar hetzelve ongehindert in Sijnen loop moeten laaten.’
‘het water langs de Thuijnen van den burger Lieut: Pieter van Breda aflopende, mede ‘S morgens van Vier tot des middags te Twaalf Uuren. ten behoeve der Thuijnen van Arend Josias van Breda, Jacobus Johannes Tesselaar den burgerraad Johannes Smuts den oud Coopman Johannes van Echten, Johan Adolph Kuulh, Johannes van Sittert en Adriaan Smuts, ende zulx voor ieder op de volgende dagen te weeten.’
‘voor de Thuijn van den burgerraad Johannes Smuts des Zondags namiddag van drie tot Seeven Uuren. Maandags voor Arend Josias van Breda en Jacobus Tesselaar ieder vier uuren van des morgens van Vier tot middags te Twaalf Uuren. Dingsdags op de zelfde tijd en wijze voor den oud Coopman Johannes van Echten en Johan Adolph Kuulh. Woensdags voor Johannes van Sittert en Adriaan Smuts. Donderdags voor Breda en Tesselaar Vrijdags voor Johannes van Echten en Kuulh en Zaturdags ‘S morgens van Vier tot Seeven Uuren en niet langer voor van Sittert en Smuts. het water uit het Tafelgebergte ontspringende en lopende door het Land van opgemelde Pieter van Breda in den Jare 1769 in Eingendom uitgegeeven voor de Thuijnen van evengem: Breda zelve dog mede niet anders dan op den thans bepaalden tijd van ‘S morgens te Vier tot middags ter Twaalf Uuren, en dat hij Breda teffens als bevorens gehouden blijft, het ged: Rivier water gedurende het Zomer Saisoen, eerst langs en vervolgens beneeden waarts met een hoek door syn Thuijn in de gemeene Sloot naar de Molen te laten lopen.’
‘het water uit het Tafelgebergte ter zijde boven de Thuijn van Johan Christaaan Brasler alleen gelyk bevorens. voor de Thuijn van hem Brasler alleen gelijk bevorens.’
‘het water van de Thuijnen aan de beneeden kant van ged: Brasler, zijnde teegenwoordig het Thuijnland van den burgerraad Hendrik Justinus de Wet voor de Thuijnen der burgers Jan Hendrik Hofmijer, Jan Jacobsz, Pieter de Hoge en den burger Cap:n Gerhardus Munnik insgelijx van ‘S morgens te Vier tot middags te Twaalf Uuren beurtelings den eenen dag voor Hofmijer en Jacobse ieder vier en den anderen dag voor Hoge en Munnik insgelijx ieder vier Uuren’
‘En nadien men heeft gezien, dat omtrend het gebruik van het Water voor de Thuijnen beneeden ‘S Comp:s oude Molen leggende, als die van den oud Commissaris Francois van Nierop, den brandmeester Jan Hendrik Frank en de burgers Abraham a de Haan en Jan Jacob Schreuder aan d’eene mitsg: die van den burger Laurens Biel aan de andere zijde van ‘S Comp:s Thuijn geleegen, nimmer bevorens eene vaste Schikkinge gemaakt, nog te eenige ordre is gesteld, maar door de geene boven en het naast aan het water leggende, daaromtrend altoos willekeurig is gehandelt geworden, heeft men vermeend noodzakelijk te weesen dat de Eijgenaars dier Thuijnen even als alle andere insgelijx wierden bepaald aan zeekere gereguleerden Schikking en ordre omtrend het gebruik van het water, des na alvorens daar over met voorm: van Nierop, Frank, de Haan, Schreuder en Biel te hebben gesproken, is gemaakt de volgende Schikkinge omtrend het van het water voor derselver Thuijnen, te weeten.’
‘dat de vier Thuijnen van Van Nierop, Frank, de Haan en Schreuder zullen hebben een Straal van het water beneden de Molen om Maandags te dienen tot gebruik van de Thuijnen van van Nierop en Abraham a de Haan, te weeten de eerstgem: van ‘S namiddags ten Een tot Vijff en laatstgem: van Vijff tot Acht Uuren ‘S avonds. Dingsdag voor de Thuijnen van Frank en Schreuder den eerstgem: van ‘S namiddags ten Een tot Vijff Uuren en den anderen van Vijff tot ‘S avonds ten Acht Uuren ende zulx vervolgens alternative om den anderen dag, uitgenomen des Saturdags tot Zondag des namiddags ten Vier Uuren’
‘dat voorts van het Water dat voortaan langs ‘S Comp: Steenvormerij zal werden afgeleid, en waarvan vervolgens nader mentie zal werden gemaakt, den burger Laurens Biel het gebruik voor Syn Thuijn zal hebben van des namiddags ten drie tot ‘S avonds ten Seeven Uuren uitgenomen des Saturdags en Sondags wanneer hij dat water niet zal mogen op dammen of afleiden’
‘De beschikkinge omtrend het water voor de particuliere Thuijnen dus invoegen als voren gereguleerd geworden zijnde, is men overgegaan om uit te vinden en te beramen zodanige middelen als waar door een ieder konde werden gehouden binnen de palen der ordre, en voorkomen de overtreeding derselve en te beletten het misbruik dat anderzints gelijk d’ ondervinding heeft geleerd weederom omtrend het gebruik van het Water zoude kunnen werden gemaakt.’
‘en waarop in de eerste plaatze is opgemerkt dat de Sluijsjes waar door het water in de Thuijnen boven de Molens leggende wierd afgeleid behoorden te zyn geplaatst binnen in die Thuijnen zelve en zodanig gesecureerd, dat ieder Eijgenaar der Thuijnen alleen verantwoordelijk kan werden gehouden en dus ingevalle van eenige ontdekte overtreeding of misbruik geene Exceptiën gelijk bevorens zullen kunnen werden voortgebragt.’
‘dat voorts de Sluijs waar door de beneeden leggende Thuijnen van Van Nierop, Frank, de Haan en Schreuder het water moeten hebben, mede met een Suffisant Slot zoude moeten weesen voorzien, en de Sleutel daarvan gelaten in bewaringe van den Molenaar der oude Molen, om het water op sijn tijd te kunnen laten lopen, en weder stoppen ende zulx ter Verantwoording van den Zelven Moleanaar bij aldien mogte werden bevonden, dat buiten den bepaalden tijd eenige water voor de Thuijnen werd afgelaten’
‘dat dus niemand van de bovengem: Eijgenaars der part:re Thuijnen, buiten de hun vergunde Uuren het water zoude mogen afleiden, maar hetzelve den overigen tijd van den dag en voor al des nagts vrij en ongehindert moeten laten aflopen na de Gragten in dit Vlek en waartoe een ieder het Sluysje in Syn Thuijn gedurende den tusschen tijd, altoos gesloten zoude moeten houden op een boete van Rd:s 50.’
‘dat voornamentlijk zoude dienen te werden gerenoveert d’ordre bij de vorige Schikkinge gesteld, dat niemand zonder onderscheid wie hij ook zij, de Eijgenaars der part:re Thuijnen, ‘S Comp: Steen en Pottebakkers, den opzichter en de Looijers op ‘S Comp:s Paarden Stal, de part:re Looijers geene uitgezondert voornamentlijk mede de geenen dewelke thans bezig zijn, met het bebouwen der Erven over de Thuijn van Laurens Biel zig zal mogen vervorderen om het meerm: van het gebergte afkomend water van Saturdags morgens ten Zeeven Uuren tot Zondags namiddags te Vier Uuren in’t allerminste in sijn loop af te leiden, ofte op te dammen ten einde dat Water op voorsz: tijd zal kunnen wierden gebruikt tot ververssing van’t Water in de Gragten hier ter Steede, op eene pœne van Rd:s 100: teegen d’ overtreeders dier ordre voor d’eerste maal, en ten tweeden male hier teegens aangaande, boven en behalven die boete van Rd:s voor altoos verstoken te zullen weesen van ‘t voorrecht en de Vergunning op op zijn tijd van het water gebruikt te mogen maken.’
‘Daar nu by deese zelfde geleegendheid als een obejct van het aller uitterste gewigt en aanbelang mede in Consideratie is gekomen de noodzakelijkheid en het algemeene nut dat de Gragten alomme hier ter plaatze principaal geduurende den Zomer tijd met water kunnen blijven gevuld, heeft men gemeend, dat omme het water voornamentlijk des Saturdags overal in de Gragten te kunnen krijgen, de waterleidinge beneeden de oude Molen in drie gedeeltens behoorde te werden verdeelt, als een gedeelte direct door ‘S Comp:s Thuijn aflopende in de Gragten bezeiden de Slaven Logie, een gedeelte boven om de Thuijn agter voor bij het melk hok, ‘S Comp:s Steen vormerije ende Thuijn van Larens Biel, om aldaar door de klyne nieuwe Gracht mede in de grote Gragten voor ‘S Comp:s Thuijn en zo verder te werden afgeleid.’
‘het overige derde gedeelte van het water gelijk het thans Sijn loop heeft, door en langs de Thuijn van Jan Jacob Schreuder en zo vervolgens voorby die Thuijn langs in de Gragt ter Zijden het Huijs en Erf van den burger Matthiam Hoffman, en van daar verder in de onderleggende Gragten.’
‘Dat ook het water tot het gebruik in ‘S Comp:s Paarden Stal dagelijx werdende afgeleid in Steede van hetzelve door de beneeden leggende Erven van Willem Hoppe en verder de Straat af, langs ‘S Comp:s Thuijn te doen aflopen direct in de Gragt ter zyden het Huijs van Jan Adam Hartman diende te werden afgeleid, omme insgelijks voor de beneeden leggende Gragten te dienen: dog dat aan den burger Jonas van Bergen als thans de eenigste Looijer zijnde, die in dat blok woond, zoude kunnen werden vergund, om eens in de week, uitgenomen des Saturdags en Zondags gebruik van dat water voor Syn Looijerije te kunnen maken zonder hetzelve egter verder dan tot op zyn Erff te mogen laten aflopen’
‘Waarbij dan ook nog aan de burger Looijers Hofman, Hartman en Henning ter zijden en beneden de Gragt wonende zoude kunnen blijven vergund, om gelijk bevorens het water uit de Gragt te gebruiken voor hunne Looijerijen, mits ter plaatze alwaar het water tot dien einde werd uitgeleid werden geplaatst een wel voorsien Sluisje met een Suffisant Slot daaraan om op Sijn tijd geopend en weeder gesloten te werden mits al meede het water niet verder dan tot op het Erff van voorm: Henning als het beneedenst zijnde werd afgeleid, dog het geene insgelijx op voorm: pœne des Zaturdags en Zondags niet zoude mogen geschieden.’
‘dat eindelijk om het weesentlijke nut van het water in de Gragten te trekken, een ieder aan die gragten wonende, ter consideratie van’t geprefereerde gerief dat de zodanige boven anderen van dat water kunnen hebben, met believen Uwer Wel Edele Groot Agtb: Gestr: en E Agtb: zoude kunnen werden opgelegd, dezelve Gragten zo verre een ieders huijzinge Strekt, altoos Schoon en Zuiver te houden, en dat een Strenge pænaliteit en Straffe wierde gesteld tegens de Slaven en anderen die eenige Vuilnissen inde Gragten werpen’
‘Ten belange nu der waterleidinge langs de Thuijnen van de burgers Simon Petrus van Blerck en Jean Martin afkomende, bij de genomene inspectie gebleeken zijnde het misbruik dat niet alleen van de Vergunning, om uit eene der aldaar leggende Pompen hun drinkwater te mogen hebben werd gemaakt, maar ook de leccagiën die gedurig aan de Houte buisen ter plaatze alwaar dezelve komen bloot te leggen, werden Veroorzaakt, had men dus met zeer gegronde reedenen aan Uwe Wel Edele Groot Achtb: Gestr: en E Agtb: kunnen voordragen, dat om het vooruitzicht der onaangenaamheeden die men telkens daarvan zal zijn te wagten, voortaan aan niemand meer zodanige vrijheid mogte werden vergund, om hun drinkwater uit de pompen te trekken’
‘dan men heeft om reedenen vermeend dit te moeten laten aan de g’Eerde dispositie Uwer Wel Edele Groot Agtb: Gestr: en E Agtb: met versoek egter, dat wanneer Uwe Wel Edele Groot Agtb: Gestr: en E Agtb: mogten zyn in’t begrip om te blijven permitteeren, dat voorm: Van Blerk en Martin en anderen in de nabyheid aldaar woonende, gelijk voorheen hun drinkwater dog ook niet anders uit de Houte buisen tegens over de Thuijn van Martin leggende zullen moge hebben als dan de Tap in de Pomp daar ter plaatze zal moeten werden voorzien met een ijzere overval en een Suffisant Slot aan het zelve waarvan de Sleutels bij meerm: Van Blerck en Martin in bewaring zullen moeten blijven, die dus ten allen tijden verantwoordelijk zouden moeten zijn, voor het misbruik dat daarvan mogt werden gemaakt.’
‘en dat als dan zoude kunnen werden gepermitteerd dat op een bepaalden tijd van den dag, als des voormiddags van Elff tot Een uur een ieder zyn benodigt water uit de pomp Zoude kunnen doen halen, dog dat zo wel voor, als na die tijd de gem: pomp gesloten moet werden gehouden zonder het water op andere tijden en Uuren van den dag daar uit af te leiden.’
‘dat wanneer bevonden zoude werden eenige misbruik hoegenaamd van deese Concessie te werden gemaakt, de overtreeders niet alleen vervallen te weesen in eene boete van Rd:s 50: maar dat dezelven als dan voor altoos van die gunstige permissie zullen weesen versteeken:’
‘Waarbij men nog eindelijk de Vrijheid neemd Uwe Wel Edele Groot Agtb: Gestr: en E Agtb: voor te stellen dat, vermits het opzicht ende Directie dier waterleidingen altoos heeft behoord aan den Adjudant van S Comp:s militie en den pompenmaker daartoe aangesteld, dezelven zouden behoren te werden gelast zorge te dragen, dat de pompen dagelijx werden onderhouden, en de leccagiën aan deselve van tijd tot tijd gestopt.’
‘of dat anderzints Uwe Wel Edele Groot Agtb: Gestr: en E Agtb: zulx goedvindende de toezicht over de Water leidingen in’t algemeen aan Commissarissen uit den Raad van Justitie werden opgedragen en dat Collegie dus gequalificeert om telkens wanneer zulx zal werden vereischt, den pompenmaker daartoe te kunnen emploijeeren’
‘daar nu het meerm: Collegie van Commissarissen op zig heeft genomen, om wanneer op deese voordragte de Schikkingen daarbij gemaakt door Uwe Wel Edele Groot Achtb: Gestr: en E Agtb: zouden weesen geapprobeert dan wel daaromtrend zodanige andere ordres gereguleert of vastgesteld, als dan aan de eene zijde, een ieder voor zig wel alle mogelyke zorge en attentie te zullen besteeden dat die ordres en Schikkingen tot nut van het algemeen ontworpen en vastgesteld, ook prompt en zonder eenige overtreeding werde nagekomen, dog aan den anderen kant mede nodig geoordeelt zijnde, dat ‘er iemand werden gesteld die ten allen tijden wanneer het werd vereischt konde werden g’Emploijeert toezicht te neemen, of men zig wel aan de gemaakte Schikking en ordres omtrend de waterleidingen komt te gedragen’
‘So hebben Commissarissen vermeend Uwe Wel Edele Groot Agtb: Gestr: en E Agtb: Eerbiedigst te moeten voordragen, dat aan den burger bode, als onder Eede Staande, zodanige qualificatie moge werden verleend, dat uit hoofde van dien, wanneer door hem iemand werd ontdekt die de gestelde ordres en Schikkingen heeft overtreeden, het aangeeven van dien bode daarvan allesints volledig en bestaanbaar genoeg zal werden geconsidereert, om zodanige overtreeders in de gestelde breuken te doen bekeuren ende verdere gestelde pænaliteiten aan deselven te doen Executeeren’
‘met needrig versoek teffens dat omtrend het toewijsen der boetens ten desen objecte bij Uwe Wel Edele Groot Agtb: Gestr: en E Agtb: zodanig reguard moge werden genomen als hoogst deselve na den aart der zake zullen vinden te behoren.’
‘en kunnen d’ondergeteek: eindelijk ook niet af Uwe Wel Edele Groot Agtb: Gestr: en E Agtb: ter kennisse te brengen, hoe hun bij de voorschreeve inspectie der waterlopen ter hunner verontwaardiging gebleeken is, dat den burger Jan Harmen Reedelinghuijs, zo zeer tegens d’intentie Uwer Wel Edele Groot Agtb: Gestr: en E Agtb: en de voorwaarde waarop hem zeeker Stukje Thuijnland zo gracieus door hoogst dezelve is geaccordeert geworden ook al mede door afleidinge uit de gewone Waterloop gebruik van het water dat van S Comp;s Molen afvlied komt te maken, oversulx de vrijheid neemende Uwe Wel Edele Groot Agtb: Gestr: en E Agtb: in Consideratie te geeven om tot voorkoming van verder gebruike en onaangename klagten die daar uit zouden kunnen Spruiten in de hem te gevene Erf grondbrieff te doen stellen, dat gem: Reedelinghuis nimmer off ooit onder wat pretext het ook zoude mogen weesen geen gebruik van het langs dat Erff lopend water zal mogen maken’
‘En hier mede gedenkende aan de geëerde intentie van Uwe Wel Edele Groot Agtb: Gestr: en E Agtb: te hebben voldaan, laten d’onderget:s desen dienen voor bericht.’
’/: onderstond :/ Cabo de Goede Hoop den 17 Jann. 1787. /: was geteek :/ J: J: le Suëur, T: C: Ronnenkamp /: in margine :/ S: v Echten, J: Smuts, J: M: Horak, C: L: Neethling, G: H: Meijer, C Matthiessen, H:J: de Wet, J: M: Bletterman.’
Zo is verstaan de op den 1 Maart 1774. beraamde ordre tot een gereegeld gebruik van het water voor de in deese Tafelvalleij geleegene Thuijnen thans in te trekken, en in teegendeel de bij dat berigt voorkomende nadere Schikkingen dien aangaande, te approbeeren mits welke in’t toekomende het water dat zig aan deeze zijde van het Tafelgebergte ontlaste, ter bevogtiging van deselve Thuijnen, na ieders geleegendheid zal mogen werden gebruikt in maniere als volgt te weeten.
Het water komende van de zogenaamde Platte Klip , ten dienste der Thuijnen van de weed:we Willem Fersveld, en Petrus Johannes Hiebner, ende zulks voor ieder derselve om den anderen dag, van ‘S morgens ten vier tot ‘S middags ten Twaalff Uuren: met die uitzonderinge nogthans dat zijlieden van Saturdags middags om Twaalf- tot de daaraan volgende Maandag morgen ten Vier Uuren van hetzelve op geenderlei wijze eenig gebruik mogen maken, maar het water haren vrijen en onverhinderden loop zullen moeten laten.
Het water langs de Thuijnen van den burger Lieutenant Pieter van Breda nederlopende, voor de Thuijn van Arend Josias van Breda, Jacobus Johannes Tesselaar, den burgerraad Johannes Smuts, den oud koopman Johannes van Echten, Johan Adolph Kuulh, Johannes van Sittert en Adriaan Smuts, om door ieder derselve respective na hunne Thuijnen geleid te mogen worden op de na te meldene dagen en Uuren te weeten
Zondag namiddags van drie tot Seeven Uuren na de Thuijn van gem: burgerraad Joh:s Smuts.
Maandag ‘S morgens van vier tot ‘S middags ten Twaalff Uuren na de Thuijnen van Arend Josias van Breda en Jacobus Tesselaar, om in dien tusschen tijd ieder Vier uuren lang het genot daarvan te hebben.
Dingsdag voor de evengem: uuren en op dezelve wijze na de Thuijnen van ged: koopman van Echten en Johan Adolph Kuuhl.
Woensdag op gelijke voet voor zodanige uuren na de Thuijnen van Johannes van Sittert en Adriaan Smuts.
Voorts nog andermalen ‘S weeks op die zelfde bepalingen en gelyke Uuren na de laatstgem: Ses Thuijnen namentlijk
Donderdag die van meergem: Arend Josias van Breda en Tesselaar.
Vrijdag die van opgem: koopman van Echten en Kuuhl, en
Saturdag die van voorm: van Sittert en Smuts dog deze beide laatstgem: als dan niet langer dan van Vier tot Seeven uuren ‘S morgens
Het water dat door het in den Jare 1769 uitgegeven Land van gem: Lieut: Pieter van Breda afkomt, voor de Thuijn van denselven Breda, om daar van egter dagelijx geen langer gebruik te mogen maken dan van ‘S morgens te Vier tot ‘S middags te Twaalff Uuren; Terwijl even ged: Breda ook gehouden blijfft, om als bevorens, dat rivier water geduurende het droge Saisoen, eerst langs, en vervolgens beneeden waarts, met een hoek door Sijn Thuijn na de Molen te laten aflopen
Het water ter zijde boven de Thuin van Johan Christiaan Brasler afkomende, ten dienste der Thuijn van hem Brasler gelijk bevorens, alleen
Het water van de Fontein, die in de Thuijn van den burgerraad Hendrik Justinus de Wet ontspringt voor de Thuijnen der burgers Jan Hendrik Hofmeijer, Jan Jacobse, Pieter de Hoge en den burger Capitain Gerhardus Munnik, insgelijx van ‘S morgens te Vier tot ‘S middags te Twaalff Uuren, ende zulx beurtelings den eenen dag voor ged: Hofmeijer en Jacobse, ieder vier en den anderen dag voor gem: de Hoge, en Munnik mede ieder vier Uuren, met uitzonderinge van de Zaturdag en Zondag, wanneer dat water onbelemmerd in haren loop neederwaards zal moeten werden gelaten zonder het minste gebruik voor die Thuijnen.
Alle welke voorsz: bezitters der boven de oude Molen geleegene Thuijnen ten einde het misbruik voor te komen, dat door dese ofte geene Strijdig tegens de gem: ten algemeenen dienste gemaakte nadere Schikkingen, van het water zoude kunnen werden gemaakt, gehouden zullen zijn, ieder binnen sijn Thuijn zelve, te doen plaatzen en steeds in goeden Staat te onderhouden, zodanige Sluisjes als tot hunne afleidingen dienen, en voor den overigen tijd gesloten blyven moeten; op dat de Eijgenaars derselve Thuijnen, omtrend het gepleegd werdend misbruik, alleen verantwoordelijk mogen werden gehouden en men ingevalle van overtreedinge bij vervolg geene Exceptiën ofte voorwendzels meer zal behoeven aan te neemen.
Zullende wijders ter bevogtiging der thuijnen dewelke thans bezeeten werden, bij den oud Commissaris Francois van Nierop, den brandmeester Jan Hendrik Frank, mitsg:s de burgers Abraham de Haan en Jan Jacob Schreuder, alle aan d’ eene zijde van S Comp:s Thuijn geleegen zijnde mogen Strekken een Straal van het water beneden de Molen op de volgende tijden en daarbij gevoegde ordre te weeten.
Maandag voor de Thuijnen van ged. Van Nierop en de Haan, de eerste van ‘S middags ten een tot Vijff en de laatste van Vijff tot Acht Uuren ‘S avonds en
Dingsdag voor de Thuijnen van gem: Frank ‘S namiddags van Een tot Vijff en van gem: Schreuder van Vijff tot ‘S avonds ten Acht Uuren.
Ende Zulx alzo beurtelings om den anderen dag uitgenomen des Saturdags tot Zondags na middags ten Vier Uuren.
Terwijl de Sluis, waar door men het evengem: water beneden de Molen na de vier laatsgem: thuijnen aflaten zal, van een Suffisant Slot zal moeten weesen voorzien, en de Sleutel daarvan berusten onder den Molenaar der ged: oude Molen die gehouden zal weesen het gem: Straal water op de voorsz: tijden na de ged: Vier Thuijnen te doen aflopen en vervolgens weeder te stopppen, gelijk ook tot verantwoordinge van hem Molenaar Strekken zal, zo wanneer hier tegen aangegaan of bevonden mogt werden dat buiten den bepaalden tijd eenig water voor die Thuijnen afgelaten zal zijn.
En zal wijders van het water dat voorthaan langs ‘S Comp:s Steenvormerij zal werden afgeleid, den burger Laurens Biel voor Sijn aan de andere zijde van ‘S Comp:s Thuijn geleegen Land gebruik mogen maken van ‘S middags ten drie tot ‘S avonds ten Seeven Uuren uitgenomen mede des Saturdags en Zondags wanneer het water daartoe op geenderlei wijze zal mogen werden opgedampt ofte afgeleid.
Waarbij verder tot beeter preventie van’t misbruik omtrend het water verstaan is te statueeren eene boete van Vijftig Rijxdaalders, omme verbeurt werden bij de zodanige der Eijgenaars van voorsz: Thuijnen die teegens de bovengem: ordre en Schikkingen zal komen aan te gaan, en dus gedurende de Maanden van het droge Saisoen eenige afleidinge van het water anders als op de gezegde Uuren gemaakt, ofte aan hetzelve eenige belemmeringe in haren vrijen loop toegebragt hebben zal, zullende de gem: boete komen voor de helfte aan den officier en voor de andere helfte ten profijte van S Colonies Cassa.
Aangaande welk besluit omtrend de waterleidingen der Thuijnen op dat niemand der geene die zulx Concerneerd, eenige ignorentie zoude mogen pretendeeren, best gedagt is, aan ieder der Eijgenaars geleegen aan het water, waarvan voor zodanige Thuijn gebruik moet werden gemaakt, extract tot sijn narigt te doen afgeeven om altoos over te gaan in handen van de geene, die de Thuijn tot welke dat Extract relatie heeft, in het vervolg zal komen te possedeeren.
En is wijders mede goedgevonden te approbeeren, de bij het meerm: berigt geproponeerde verdeelinge van het water, dat zig des Saturdags en Zondags beneden de oude Molen zal moeten verzamelen, omme aldaar in drie parthijen tot ververssing der Gragten alomme binnen dit Vlek te werden verdeelt, en zal dien aangaande Extract uit dat berigt aan den Molenaar van S Comp:s oude Molen werden ter hand gesteld, met recommandatie om die verdeelinge op de gem: dagen te executeeren en zig precise daarna te gedragen.
Zo als ook geapprobeerd zijnde, het voorstel om de Looijers alhier tot het minste mogelijke ongerieff van het na de Gragten afkomend water ten dienste hunner Looijerijen gebruik te doen hebben, verstaan is, aan een ieder van hun voor zo verre het hem Concerrneert, insgelijx Extract uit het voorsz: berigt te doen inhandigen ten einde, zig Stiptelijk in de observantie van de daarbij gemaakte Schikkinge te houden.
Terwijl al mede om te verhinderen de verkeerde aanwendingen van het water uit de leidingen of Houte buisen langs de Thuijnen van de burgers Simon Petrus van Blerck en Jean Martin, en om als nog te vermeiden het uitterste middel door welke tevens zoude moeten werden afgesneeden, het gebruik dat men uit inschikkelijkheid voor de daaromstreex wonende Ingezeetenen, ten einde hun drinkwater van nader bij en met meerder gemak uit die houte buisen te erlangen, egter als nog wel wil blijven vergunnen, verstaan is de Tap in die houte buisen tegen over de Thuijn van ged: Martin, te doen voorsien van een IJzeren overval en Suffisant Slot en de Sleutels daarvan bij ged: van Blerck en Martin te laten berusten, dewelke dan ook gem: Tap alleen des middags van Elff tot een Uur zullen mogen openen; op dat een ieder daaromtrend sijn benodigde drinkwater als dan uit deselve zal kunnen doen halen mits zij beiden verantwoordelijk blijven, voor het misbruik dat daarvan mogt werden gemaakt: Zullende zo voor als na dien tijd deselve Tap door hun moeten werden gesloten gehouden, en geen gebruik ofte afleidinge van’t water op andere Uuren van den dag mogen werden gemaakt op pœne dat bij eenige voorkomend misbruik deese Vergunninge niet alleen dadelijk voor altoos zal werden ingetrokken, maar de overtreeders daar en boven vervallen zullen zijn in eene boete van Vijftig Rijxdaalders ter verdeelinge als boven.
Gelijk mede best gedagt zijnde, het onderhouden en repareeren der Pompen ofte Houte buisen als nog op den teegenswoordige voet, ‘S Comp:s pompenmaker onder de directie van den Adjudant van ‘S Comp:s Militie aan bevolen te laten, is niet te min goedgevonden, aan Commissarissen uit den Raad van Justitie voorm: op te dragen, zo wel het opzigt daar over ten einde al hetzelve behoorlijk werden verrigt als in het algemeen, de zorge dat de voorsz: beraamde Schikkingen omtrend de waterleidingen in allen deele nauwkeurig werden geobserveert en nagekomen.
En nadien uit het gem: berigt verder gebleeken is, dat den burger Johannes Hermanus Redelinghuijs, Strijdig tegens de Conditiën op welke onder anderen aan denzelven onlangs een Stukje gronds bezijden ‘S Comp:s Thuijn in Eijgendom is vergund geworden, zig reeds heeft komen aan te matigen om uit den gewonen loop van het water aldaar, een afleidinge na de gem: grond te maken, zo is verstaan dat niet alleen in de van dat Stukje gronds te Expedieerene Erfgrondbrieff, de Conditiën tegens het gebruik van het gem: water wel expresselijk zullen werden geinsereert, maar ook daarbij nog voor te behouden, zodanige middelen, als men bij verdere overtreedinge van deze Conditiën nodig achten zal in het werk te stellen en waarvan hij Reedelinghuijs bij Extract deeses zal werden geprævenieert, ten einde zig in’t toekomende door het Stiptelijk nakomen van de meergemelde Conditiën voor schade te kunnen hoeden.
Zullende voorts, ten einde door de bovengem: Schikkingen omtrent het water voor de twee daartoe bepaalde dagen, voortaan eenige weesentlijk nut van hetzelve tot de noodzakelijke opvulling en verversching der Gragten te kunnen behouden, niet alleen de Eijgenaars der gem: Thuijnen en particuliere Looijers, maar ook de Bazen in ‘S Comp:s Thuijn, ‘S Comp:s Steen en Pottenbakkers, den opzigter en Looijers in ‘S Comp:s Stal, en zo mede de geenen die thans met het betimmeren der Erven over de Thuijn van den burger Laurens Biel beezig zijn mitsg: een ieder zonder onderscheid, op het nadrukkelijkste werden geinterdiceert, en verboden, het meergem: water dat zig op Saturdag en Zondag onder de oude molen zal moeten verzamelen in den tusschen tijd dat zulx ten voorsz: einde verstrekken moet, zelfs voor het minste gedeelte af te leiden, ofte in haren loop te stuiten, maar dat in teegendeel de geene, die hetzelve tot de aan hun gepermitteerde afleidingen zouden mogen komen op te dammen, verpligt zullen zijn als dan dadelijk na de gezette Uuren van hun gebruik dezelve dammen door te steeken zo dat het water haren Vrijen en onverhinderden loop hebben kan, op pœne dat de geene die hier teegen zal komen aan te gaan, vervallen zal zijn in eene boete van Een Hondert Rijxdaalders ter verdeelinge als boven. En dat de evengem: boete zal werden verdubbelt ten opzigte der geene, die zig zouden mogen verstouten, om wanneer ‘er binnen dit vlek brandt ontstaat het water na sijn Thuijn af te leiden en hetzelve /: ingevalle zulx al eens voorvallen mogt op een tijd gedurende welke hem het gebruik daarvan is gepermitteerd :/ niet afgekeerd en onverhindert in haren loop gelaten hebben zal.
Terwijl ook een ieder die aan de voorschreeve Gragten woond, gelijk van ouds gebruikelijk is geweest, verpligt zijn zal dezelve Gragten zo verre Sijn huijzinge Strekt, altoos schoon en zindelijk te doen houden; Zullende de geene die hier inne nalatig blijft door Commissarissen uit den Raad van Justitie tot hetzelve eens ten overvloede werden aangemaand, en zo wanneer egter voortvaren mogt, met hetzelve in gebreeken te blijven, het rijnigen en Schoonmaken der Gragten ten sijnen koste werden verrigt.
En nadien men komt te ondervinden, dat in veragting van de hier tegens gestelde ordres allerlei vuilligheeden, ja ook de Balij’s uit de Secreeten dikwerff in de Gragten, ofte wel op de pleinen en elders neder geworpen en uitgegoten worden, het geen niet alleen tot veel stank en verdriet, maar ook tot besmetting der Lugt en het verwekken van ongezondheid verstrekken moet, zo is meede goedgevonden bij Renovatie en ampliatie van de bevorens ten dien opzigte geEmaneerde Placcaten, al mede te interdiceeren en verbieden de balys uit de Secreeten anders als des morgens vroeg met aanbreeken van den dag uit te dragen, en deselve zo min als eenig ander vuilnis, elders als aan Strant in Zee uit te gieten, ofte neder te werpen, op pœne dat de geene die Sijne Slaven ofte andere die men daartoe gebruiken mogt, niet verhindert ofte verboden hebben zal, hier tegen aan te gaan, telkens vervallen zal zijn, in een boete van Twintig Rijxd:s en dat de Slaven daarop agterhaald werdende, indien tegen het bevel van hunne Lijfheeren of Vrouwen mogten komen te overtreeden, strengelijk zullen werden gegeesselt.
Zullende ook geene Slaven ofte anderen zig mogen onderstaan, inde Gragten of elders langs de Straten ofte gemeene weegen in dit vlek hunnen natuurlijke ontlasting ofte gevoeg te doen, op pœne van Arbitrale Correctie
Zo als ook nog bij renovatie van het verbod om eenige lastdieren die nedervallen ofte omkomen mogten, op ‘S Heeren weegen te laten blijven leggen niet alleen nader vast gesteld is, en bevolen werden zal dat zo wanneer eenig lastdier langs ‘S Heeren weegen mogt komen te sterven, het zij den Eijgenaar, hetzij Comp:s bazen der buiten Posten, ofte een ieder die zodanig dier zal hebben aangegaan, verpligt zijn zal, te zorgen dat hetzelve onder de Aarde gedompeld werd, ofte dat bij nalatigheid van dien, vervallen zal zijn in eene boete van Vijftig Rijxd:s maar ook verstaan te interdiceeren en verbieden, de doode krengen en andere huijsdieren op ‘S Heeren Straten en Pleinen ofte in de Gragten te laten leggen ofte needer te smijten, Zullende de geene die het verrekt dier zal hebben toebehoord, hetzelve buiten het vlek moeten laten brengen en hier of daar zodanig in een kuil met aarde doen overdekken dat daarvan geene stinkende lugt nablijven kan, op pœne dat den geenen die hier in komt te overtreeden, verbeuren zal eene boete van Twintig Rijxd:s en dat de Lijf Heeren ofte Vrouwen der daar omtrend misdoende Slaven voor deselve zullen moeten instaan.
Vervolgens in overweeging genomen zijnde, of het provisie Schip de Batavier na dies ontlossing nog eenigen tijd alhier zoude dienen te werden aangehouden, wanneer ‘er zo als men ter Vergaderinge van den 7 Maart laatstleeden op het oog had, eenige hoop weesen mogt, om met hetzelve een Lading Tarwe na Indias Hoofdplaats af te zenden, is ten dien belange geconsidereert dat den gantschen voorraad van Tarwe op heeden volgens eene præcise opgaave van opgem: Heer Rönnenkamp als Dispencier in ‘S Comp: Maguazijnen nog maar 9780. mudden bedraagd, daar onder zelfs begreepen de 5400. mudden uit het Patria ontfangen, en dat vermits hetzelve wel verre van een voorraad in advans voor het aanstaande jaar uit te leeveren slegts alleen na de ordinaire Consumptie voor den ommeslag van dit gouvernement tot eene volgende recolte toerijkende zal kunnen zijn, daarvan mits dien zonder zig zeer onvoorzichtig en onverantwoodelijk op nieuw aan diergelyke facheuse en gevaarlijke omstandigheeden als men in het voorleeden Jaar heeft beproefd te exponeeren, niets het minste ter verzendinge met het voorsz: Schip afgezonderd werden kan, hoe zeer men aan de andere zijde egter deels om aan het duidelijk geconsteert verlangen der Hoge Indiasche Regeeringe tot het weeder gewoonlijk voldoen aan den Eijsch van Tarwe voor Indiën, en om de Colonie bij het daar inne opgesloten faveur voor deselve te Conserveeren en deels meede om ‘S Comp:s kostbare kielen de reize daartoe niet te vergeefs te laten doen, wel gewenscht had, dat de daartoe aangewende ieverige pogingen hadden mogen reusseeren, terwijl de slegte gesteldheid van de Jokossen en de nu aanschietende gewone ploegtijd, geen hoop meer overlaat om van hier omstreeks over Land nog eene naamwaardige quantiteit granen in ‘S Comp:s Maguazijnen te zullen erlangen
Dat verders mede, dewijl ‘er apparent nog eenigen tijd verlopen zal eer men eenig naricht ontfangen kan, hoeveel ‘er van de Ingezeetenen in de Mosselbaaij zal zijn ontfangen, den aannaderenden tijd tot de doorbrake der Noordweste winden, niet toelaat het voorm: Schip om zulx af te wagten, aan het gevaar van deese Rheede bloot te stellen, daar bovendien de quantiteit van het geene men van daar verwagten kan, voor dit Jaar nog zo groot niet zal kunnen zijn of men zal zo wanneer van hetzelve iets te missen vallen mogt, tot dies verzending nog wel geleegendheid genoeg met ‘S Comp:s verwagt werdende uitkomende Scheepen kunnen vinden;
Zo is best gedagt het meergem: Schip de Batavier beladen met het geene overigens van de producten deeses Lands voor Indias hoofdplaatse aan handen zijn zal, derwaards te laten vertrekken en de Hoge Indiasche Regeering onder betuiging van ons leedweesen over het kwalijk reusseeren der aangewende pogingen om aan den Eijsch van Tarwe tot nog toe voor het minste te voldoen en vertoning der voorsz: Reedenen die hebben doen besluiten, het ged: Schip daartoe niet langer aan te houden teevens te verzeekeren, dat wij verder niet nalaten zullen, zo veel immers mogelijk is, waakzaam te zijn, dat buiten het geene tot noodzakelijke provisie voor de Scheepen dienen moet, geen Tarwe nog iets dat uit dezelve voorkomt particulier het Land werde uitgevoerd, als het eenigste middel waar door men het eindelijk eens zo verre hoopt te zullen brengen, dat eenen ruimen voorraad onder de Ingezeetenen ontstaan, en den boer sijne granen weder bij noodzakelijkheid en præferentie aan d’ E Comp:ie leeveren zal. En dat, wanneer ‘er ondertusschen eenige Tarwe van belang uit de Mosselbaaij mogt werden verkreegen, en dat in het najaar, gelijk men zig met grote reedenen vlyt, mede van nader bij eenige quantiteit overland voor de Comp: mogt werden opgebragt, daarvan met de uitkomende Scheepen dewelke voor dit Gouvernement lossen moeten, zo veel naar Batavia zal werden afgezonden, als met eenige mogelijkheid zal kunnen worden gemist met bij te voegene onderdanigst versoek, dat Haar Hoog Edelens op zo veele van tijd tot tijd te zamen gelopene ongelukkige omstandigheeden, die de onmogelijkheid om eenige afscheepinge te doen veroorzaakt hebben, en op welkers ontruiming men voor het vervolg een favorabler vooruitzicht heeft, goedgunstig gelieven aanschouw te neemen, en dat het Haar Hoog Edelens dus behagen moge, de duurzaamheid van den bloei en welvaart deser Colonie steeds te blyven bevorderen.
Den Wel Edelen Gestr: Heer Capitain in ‘S Lands dienst, J: F: Steffers, deesen Rade bij addres hebbende gelieven te communiceeren, dat ter vermijdinge van verdere kosten voor de Lande, en om nog andere bijgebragte reedenen besloten had, de komst van ‘S Lands Schip de Princes Louisa alhier niet langer af te wagten maar met desselfs bij hebbende officieren en gemeenen na het Vaderland te vertrekken, is verstaan Sijn Edele bij Missive te bedanken voor dese vriendelijke communicatie onder betuiging, dat men al wat mogelijk is zal toebrengen om aan Sijn Edele verlangen te voldoen, ten einde de passagie zo voor zig zelfs, als de verdere officieren en gemeenen na het Patria, het zij met het aanweesend Hoeker Schip Texelstroom ofte andere der verwagt werdende ‘S Comp:s retourscheepen op eene gevoeglijke wijze moge geschieden.
En is op voordragt van de Heer vendumeester den burger Johan Christiaan Caruts aangesteld tot derde vendu bode op zodanigen voet als de Resolutie dezes Raads van den 28 Maart laatstleeden is behelzende.
Voorts gerevideert zynde de Negotie en zoldij boeken dezes Gouvernements van’t gepasseerde Boekjaar met ende beneevens de Rapporten der tot derselver Examinatie gestelde geweest zijnde Leeden deses Raads de Heeren Jacobus Johannes le Suëur en Tobias Christiaan Rönnenkamp, uit dewelke is komen te blijken dat in gem: Negotie boeken, niet alleen alle posten van ongelden en andere afschrijvingen met de diesweegens verleende ordonnantiën accordeeren, maar dat ook, buiten des geene afschrijvingen gedaan zijn geworden, gelijk mede dat de Zoldij boeken navolgens de ordre der E Comp: gehouden, de afbetalinge van de Dienaren naar behoren uitgereikt, mitsg: de belastingen daarvan bij de Negotie boeken in diervoegen afgeschreeven zijn, als bij het Rapport van dien Specificq is aangetoond, en laatstelijk dat de Boedel Reecq: van ‘S Comp:s afgestorvene Dienaren, welkers nalatenschappen door den zoldij Boekhouder als Curator ad Lites geadministreerd en verkogt sijn, mede na behoren zijn onderzogt, en bevonden, dat de inschreiving en bereekening daarbij na den Indiasche Standpenningen alhier is gedaan, mitsg:s dat de vendu boeken met de origineele Memoriën der gehoudene vendutiën en deese weederom met de Inventarissen komen te acoordeeren, als mede dat de dood Reecq: der overleeden perzonen over het zuivere provenue hunner nalatenschappen met vermindering van 6 17/18 pC:to voor wissel verlies ingevolge het geëerde aanschrijvens van haar Wel Edele Groot Agtb: de Heeren Majores in’t Patria, de dato 3 April 1778, een ieder voor sijn aandeel gecrediteert geworden zijnde, dat bedragen wijders ter Somma van Ducat:s 3425 2/72 ofte ƒ12330:2: benevens nog DuCatons 255: 44/72: ofte d:o 920:4. weegens het voorsz: wissel verlies door meerm: Curator Ad lites onder Ultimo Augustus laatstleeden in ‘S Comp:s Cassa alhier geteld, en daarvan bij de Negotie boeken behoorlijke verantwoording is gedaan, invoegen daaromtrend in alles Conform de geordonneerde en geampliceerde ordres van haar Wel Edele Groot Agtb: de Heeren der Hoge Indiasche Regeering is gehandelt geworden, weshalven verstaan is, dat de meerm: Negotie boeken volgens usantie zo naar’t Vaderland als naar Batavia en de bovengem: Rapporten nopens d’ Examinatie derselve bovensdien aan de Heeren der Hoge Indiasche Regeering zullen werden gesuppediteerd.
Uit het ingekomen berigt van den Capitain Lieut: en Gezaghebber Hans Barends, mitsg: de verdere officieren van het Freguat Schip de Meermin , nopens derselven Expeditie om op de ontfangen aanschrijvens der Hoog Edele Heeren Seeventhienen, en ingevolge besluit deses Raads van den 12 Xbre laatstl: bij Caab Anguilhas nauwkeurig met het loot op te neemen, de klippen off Reeven, die binnen het op de herwaards overgezondene Caart met rode Lijnen afgeteekend vak, zig mogten bevinden, gebleeken weesende dat na met alle mogelijke accuratesse het Vaarwater overal buiten bewesten, bezuiden en beoosten de gemelde kaap op het in de kaart aangeweesen Vak, zo door kruijspijlingen als met het Loodt, opgenomen te hebben niets anders by hun ontdekt is geworden, als het geene daarvan bij de Zeevaart bevorens reeds bekend is geweest; Zo is verstaan, hiervan onder overzending van het voorschreeven berigt en het daar neevens gevoegd Extract uit het op die voijage door de voorschreeven officieren gehouden Journaal aan de Wel Edele Groot Agtb: Heeren Bewindhebberen ter præsidiale kamer Amsterdam bij eerste geleegendheid kennise te geeven.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 391-394.¶
Saturdag den {17870421} 21 April 1787.
alle præsent behalven den Heer Colonel Gordon.
Zeekere Slavinne in ‘S Comp:s Loge alhier, genaamd Christina van de Caab, die het H: bondzeegul van den Christelijken doop heeft ontfangen op haar hierom bij Request gedaan instantig Suppliq g’Emancipeerd en in Vrijdom gesteld zijnde, mits dat zij tot eene erkentenisse diesweegens, de Somma van Een Hondert Caabsche Guldens in ‘S Comp:s Cassa betale.
Is wijders op de hiertoe al mede in Scriptis gedane verzoeken aan de onderstaande perzonen het volgende geaccordeert, als.
aan den van het uitgekomene Schip Berkhout door indispositie alhier verbleevene Cadet Gerard Rijnier Tijssen om nadien blijkens neevens Sijn Request overgeleeverde verklaring incurabel komt te zijn, met een der gereed leggende Retourscheepen onder afgesz: gage naar Neederland te mogen te rug keeren
aan den mits tijds uiteinde repatrieeren den Sergeant bij het Regiment de Meuron, Jean Matthieu, om naar Neederland mede te neemen, Sijn Huijsvrouw Dina Huysheer en Zoontje insgelijx Jean Matthieu genaamd, ende zulks uit hoofde Sijner behoeftigheid vrij van Transport en kost geld.
aan den met het Schip Stralen naar Neederland voortvarenden Coopman en gewesen pro interim opperhoofd van Cassimbazar , Leonard Verspijk om ter oppassinge van hem en Sijn mede vertrekkende Huisvrouw, te mogen mede voeren, een Slavinne, genaamd Amaril en een Slaven Meisje Julia genaamd, étem Twee Vrije Jongens, met namen Fleur en Job, mits betalende Transport en kostgeld in ‘S Comp:s Cassa voor ged: Slavinne en kind /: het laatstgem: beneeden de 12 Jaren oud :/ na gewoonte voor de heen en weeder reize na Europa en herwaards, dog voor ged: vrije Jongens eenelijk tot naar Neederland.
aan den onderkoopman en geweesen Secunde te Patna , Gosewijn Willem Hendrik de Vriese, die met het gezegde Schip Stralen van Bengalen retourneerd, om insgelijx met zig de reize naar Neederland te laten doen, zeekere alhier woonagtig zijnde Vrije Vrouw, Anna Maria genaamd, onder betalinge in ‘S comp:s Cassa van het Transport en kostgeld alleen derwaards
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 395-397.¶
Maandag den {17870423} 23 April 1787.
alle præsent behalven de Heer Colonel Gordon.
Is aan Juff: Isabella Agnita Heijning weed:w wijlen den Equipagiemeester deses Gouvernements, de Heer Willem Vrugt als mede aan Geertruijda Johanna Heijning, op derselver hiertoe in geschrifte gedane Sollicitatiën toegestaan om onder betaling van Transport en kostgeld met het Bengaalsch retourschip Stralen naar Neederland te vertrekken.
Gelijk mede aan den met denselven bodem uit dit Gouvernement repatrieerden Eerw: predikant Johannes Abraham Kuijs op sijn hier om insgelijks Schriftelijk gedaan versoek, gepermitteerd is geworden, om ter oppassinge van Sijn mede vertrekkende Huijsvrouw en kinderen naar Neederland meede te neemen een vry Vrouws Perzoon genaamd Christina van de Caab, mits daar voor het Transport en kost geld van hier derwaards in ‘S Compagnies Cassa meede voldoende onder welke betaling voor de heen en weeder reize, nog is geaccordeert aan den Capitain op het gedagte Schip Stralen , Jan Paardekoper, om met zig van hier naar Neederland te neemen Sijn Slaven Jonge gen: Philis Leander van Mosambicque .
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 398-406.¶
Woensdag den {17870425} 25 April 1787.
‘S voormiddags alle præsent behalven de Heer M:r Jacobus Johannes le Suëur mits indispositie.
Nadat het generaal Schrijven deezes Gouvernements aan de Hoog Gebiedende Heeren Majores en de verdere depeches voor de drie retourscheepen Stralen , Schoonderlo en Texelstroom waren geresumeerd en geteekend, wierd door den Heer Secunde Johannes Izaak Rhenius, ten belange van het geresolveerde in Vergaderinge van 12 December 1786. om tot het daarmede bedoeld einde ten Negotie Comptoire te doen formeeren eene Specificque opgave van de alhier ontbreekende rendementen, nopens de verzondene en in’t Vaderland verkogte Constantia wijnen, ingeleeverd een berigt en twee daar nevens gehorende Lijsten, luidende dat berigt als volgt.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Agtb: Raad van Politie
‘Wel Edele Gestr: Heer en E Agtb: Heeren!’
‘Den ondergeteek: Hoofd Administrateur van Uwe Wel Edele Gestr: en E Agtb: ontfangen hebbende Extract Resolutie van deze vergadering, Sub dato 12 December A:o pass:o en daarbij gequalificeerd geworden zijnde om het nodig onderzoek te laten doen, niet alleen weegens de afzending der Constantia wijnen door de Leveranciers Cloete en Colijn ter verzending naar Patria geleeverd, maar teffens van de verkoop dier wijnen Successivelijk ingekomene rendementen, ten einde ingevolge het versoek dier planters en het aangeschreevene door de Hoog Gebiedende Heeren Majores in dato p:mo November 1762. aan hen te kunnen doen betalen de toegelegde 10 pC:tos van het geen d E Comp: op voorsz: wijnen boven een Capitaal winst mogte hebben geprofiteerd, heeft dan ook ten Negotie Comptoire laten formeeren de aan deze gevoegde Specificque Lijst van alle de Wijnen door gem: Leveranciers zeedert den Jare 1779 tot 1786 geleeverd, met bijvoeging per welke Scheepen dezelven zijn versonden, en aan welke Camer die wijnen geconsigneert zyn geweest bevenens een Lijst der Vijff rendementen zeedert eerstgem: jare tot heeden ten desen Gouvernemente ingekomen: dan alzo geene van die rendementen met de versending komen te accordeeren, als alleen Twee voor de kamer Rotterdam van de verkoping van 1780 en 1786. gedresseert Zo vermeend den ondergeteek: ook dat van die alleen de uitbetaling der 10 pC:t van de overwinst zoude kunnen werden gedaan. Van de drie Rendementen voor de kamer Amsterdam gedresseert is geene overeenkomstig met de verzending als zynde bij dat van het jaar 1780. gebragt 8 Aams rode en 5 Aams witte wijn van Cloete, mitsg: 3 Aams rode van Colijn, daar egter eerstgem: blykens de Lijst der verzending 7 Aamen Rode en 7 Aamen witte en laatstgem: van beide zoort wijnen 8 Aams ter Expiditie naar Amsterdam hebben geleeverd uit het rendement dier kamer van het jaar 1783. Zullen Uwe Wel Edele Gestr: en E Agtb: ontwaren een verkoop van 16 Aams en 16 Aamen witte wijn van Colijn en een gelijk getal van Cloete welke verkoop met de Lijst der verzending geenzints is overeen te brengen voor al wanneer de wijnen zo als gem: rendement dicteert tot het retour van 1780 hebben behoord.’
‘Hert derde rendement der kamer Amsterdam van 1784 geeft een verkoop te kennen van 13 Aamen witte en 13 Aamen rode wijn, dan alzo hetzelve niet voorsien is, met de merken die ter onderscheiding der Leveranciers gebruikelijk zijn, kan men niet nasporen of de verkogte wijnen door Cloete off Colijn zijn geleeverd, alzo van hun beide wijn in dat jaar aan die kamer zijn verzonden’
‘Uit het een en ander der hierbij gevoegde Lijsten zullen Uwe Wel Edele Gestr: en E Agtb: ontwaren niet alleen dat buiten de beide rendementen der kamer Rotterdam geene met de verzending komen te accordeeren, maar ook dat het grootste gedeelte der Rendementen van de kamer Amsterdam en allen van de verzending aan de kamers Middelburg, Delft, Hoorn en Enchuijsen komen te ontbreeken, en men dus buiten staat is gesteld geweest en nog blijft om aan het versoek der Bezitters van Constantia [.....]’
‘Om hiertoe egter den weg te banen zal den ondergeteek: Uwe Wel Edele Gestr: en E Agtb: versoeken Copia deses, met en benevens Afschriften der overgelegde Lijsten aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren te doen toekomen, met Eerbiedigst versoek dat het hoogst deselven mogten behagen de manqueerende Rendementen ingevolge de Lijst der versending aan de resp:ve kameren af te Eijsschen en herwaards te zenden; als mede dat het hun Wel Edele Groot Agtb: teffens mogten goedvinden de Rendementen van de kamer Amsterdam te laten voorsien met de merken der Leveranciers en de Namen der Scheepen met welken de wijnen aankomen, als de eenigste middelen om de rechtmatige vorderingen van de Leveranciers Cloete en Colijn te kunnen liquideeren en voortaan die betalingen op eene geregelde voet voortezetten’
‘Middelerwijl heeft d’ondergeet: d’Eer desen te laten dienen tot berigt.’
’/: onderstond :/ Wel Edele Gestr: Heer en E Agtb: Heeren, Uwe Wel Edele Gestr: en E Agtb: zeer gehoorzamen Dienaar /: was get :/ J: I: Rhenius /: in margine :/ In’t Casteel de Goede Hoop den 25 April 1787.’
En nadien daar uit komt te blijken niet alleen de reedenen om welke zelfs uit de meeste der ontfangene rendementen geenzints op te maken is geweest, hoeveel de Leveranciers der Constantia wijnen voor hun aandeel in de behaalde overwinsten Competeerd, maar ook dat het grootste gedeelte der rendementen van de kamer Amsterdam en alle van de Verzendingen die volgens de daarbij gevoegde Lijst aan de kamers Middelburg, Delft, Hoorn en Enchuijsen zijn geschied, komen te ontbreeken.
Zo is, ingevolge het versoek van ged: Heer Secunde Rhenius verstaan, Copijen van het voorsz: vertoog en de daarbij overgelegde Lijsten aan de Hoog Gebiedende Heeren Majores over te zenden, met onderdanigst versoek dat om aan het verlangen der Leveranciers van de Constantia wijnen te kunnen voldoen, het Hoogst dezelve gelieven moge ingevolge de Lijst der verzendingen dit Gouvernement te doen voorsien van de manqueerende rendementen der resp:ve verkopingen en dat ook die der verkopingen van de kamer Amsterdam meede mogen aanwijzen, zo wel de merken der Leveranciers, als de Namen der Scheepen in welke de wijnen zijn geladen geweest.
Zijnde wyders aan Cornelis Haringman, Lieutenant ter zee in dienst van den Staat der VerEenigde Neederlanden, en van ‘S Lands Oorlog Schip Hoorn , met permissie om weder na het Patria te retourneeren alhier overgebleeven, op desselfs bij Request gedaan versoek toegestaan, vrij van Transport en kostgeld met het voormelde Schip Stralen passage derwaards te genieten.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 407-412.¶
Maandag den {17870507} 7 Maij 1787.
alle præsent
De Capitain ter zee Jan Jansz: Laurits Commandeerende het provisie Schip de Batavier en Jan Arnold Voltelen als Tweede Cap:n op gem: bodem bescheiden, in qualiteit als Administrateurs over de binnenboord van gem: bodem nagelatene goederen door den overleedenen mede Capitain ter zee Paulus Bast bij Request te kennen gegeeven hebbende, dat evengem: overleedenen Cap:n Bast, die nevens ged: Voltenen door de Hoge Indiasche Regeering behoudens qualiteit en gagie met hunne gepermitteerde bagagiën op het voorm: provisie Schip geplaatst geworden waren, ten einde mits het gebrek aan ruimte op de retourscheepen die van Indiaasch hoofdplaatze onmiddelijk Stonden te vertekken, hunne t’huijs reize in de gem: qualiteiten bij plaatzing op een der retourscheepen van hier verder te mogen vervorderen; onder Sijne goederen nagelaten hadde, vier kisten van die grote als aan t’huijs varende Dienaren van zodanige qualiteit bij het Reglement gepermitteerd waren, na Europa mede te voeren, en te Batavia van weegens den overleedenen zelve gelijk hun zeer wel bekend was, en zij ook des noods met Eede konden bevestigen, met sijne goederen gevuld waren geworden, terwijl alleen het branden van deselve kisten ter opgem: Indiasche Hoofdplaatze niet had kunnen geschieden, om dat niet konde werden geweeten, op welken bodem denzelve met dies Eijgenaar alhier zouden werden geplaatst.
Verzoekende de Supp:lten verders ook, dat dezelve kisten alhier ten behoeve der nagelatene weed:we en Erfgenamen van meergem: overledene Cap:n Bast, mogten werden gebrand en op een der retourscheepen geplaatst.
Waarover gedelibereert en in aanmerkinge genomen weesende, de voorsz: door de Supp:lt bijgebragte omstandigheeden en bijzonder mede dat wanneer geen manquement aan ruimte op retourscheepen te Batavia verhindert had, om ged: Cap:n Bast op een derselve te kunnen laten repatrieeren, maar deselve ter Contrarie op een zodanig Schip geplaatst, en als dan op de herwaards reize overleden weezende, Sijne voorsz: kisten dewelke in zulken gevalle te Batavia ook reeds zouden zijn gebrand geworden, binnen den bodem op welke hij zig aldaar had geplaatst gevonden, hadden moeten verblijven
Zo is goedgevonden het versoek door de Supp:lten gedaan te accordeeren, zullende mits dien na dat door de Supp:lten bij Eede zal weesen verklaart, de voorsz: kisten en daar inne zig bevindende goederen, aan meergem: overleedenen Cap:n Bast en aan geene anderen toe te behoren, en dat ook deselve goederen niet bevonden zullen weesen te zijn, van verbodenen Articulen; de gem: Vier kisten ten behoeven der weed:we en Erfgenamen van meergem: overleedenen Cap:n Bast ofte andere Sijne recht hebbende werden gebrandt en op een der aanweesende retourscheepen geplaatst.
Zijnde wijders op het mede bij request gedaan versoek van den als passagier op het Ceilons retourschip ‘T Hoff ter Linde zig bevindende Capitain ter zee en Punto Gaalschen geweesen Equipagiemeester, Laurens de Lille aan denzelven geaccordeert, om mits de indispositie van desselfs bij zig hebbende Huijsvrouw nevens haar en een onder Sijn opzicht sorteerend kind, genaamd Dirk Mattheus van Ebbenhorst als mede eene Slavinne, genaamd Regina, dewelke tot derselver oppassing mede gevoerd werd, eenigen tijd ter deeser plaatze te mogen vertoeven en alhier eene nadere bequame scheepsgeleegendheid tot het vervorderen hunner t’huijs reize af te wagten.
En is mede op de insgelijx bij geschrifte gedane versoeken van de met voorsz: Bodem ‘T Hoff ter Linde repatrieerenden Joanaschen Resident, Rutger Rijner Keijzer, en Chirurgijn Major van het Luxemburgsche Regiment, Francois Salis de Maraval, aan deselve toegestaan, om ter oppassing hunner familiën, op de reize te mogen meede neemen den eerstgenoemde een Slavinne genaamd Patra, mits betalende het Transport en kost geld van Batavia en weeder te rug, en den tweeden genoemde een vrij vrouws perzoon van deeze plaatze in Name Catharina onder betalinge van gelijke ongelden, voor de heen en weeder reize herwaards.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 413-420.¶
Donderdag den {17870510} 10 Maij 1787.
alle præsent
Wierd door den Heere Gouverneur aan den Raad gecommuniceerd dat met het Schip ‘T Hoff ter Linde aangebragt zijnde, een gedeelte der geprepareerde Azijn welke in’t gepasseerden Jare van het Ceilonsche Gouvernement geeischt geworden was, en welkers preparatie tot een middel tegens de besmette lugt en kwade dampen aldaar was ontdekt en gecommuniceerd geworden door den Chrirurgijn Major van het Luxemburgsche Regiment Francois de Lalis de Maraval, vermits even ged: Chrirurgijn Major zig als Passagier op denselven bodem aanweezig bevond, en dit geleegendheid gaff, om de proeven in’t Hospitaal alhier tot zuivering van de kwade dampen die in hetzelve steeds tot nadeel der zieken kwam te huisvesten, in desselfs teegenwoordigheid te kunnen doen neemen, Sijn Edele ten einde van nabij geinformeerd te worden van al het nut dat daarvan voor ‘t Hospitaal konde werden getrokken, eene Commissie had gedecerneert op den Eersten en tweeden opperchirurgijn van het Hospitaal alhier mitsg: den Chirurgijn Major van het Guarnisoen en den opper Chirurgijn van het Hospitaal in de Baaij Fals .
Dat dezelve Perzonen na het volvoeren van deze hunne Commissie aan Sijn Edele hadden gerapporteerd, dat door den gem: Chirurgijn Major de Maraval onderzogt zijnde, de van Ceilon ontfangen halve Legger met vermengde Azijn, denselven bevonden had, dat mengzel niet meer de vereischte hoedanigheeden te bezitten, maar dat het vat voor een groot gedeelte wan zijnde, het zij door die wannigheid aan wel door andere bijgekomene oorzaken veel van de kragt off geest van het mengzel vervlogen was, dat dierhalven gem; Chirurgijn Major de Maraval uit een flesch met Esprit de Vinaigre antipestilentiel door hem zelfs mede gebragt, genomen hebbende Twee leepels die hij vermengde, onder drie bottels Azijn uit de gem: halve Legger met deze drie bottels de proeve genomen is, in het binnen vertrek van’t Hospitaal, alwaar zig de ergste stank en onreine lugt bevond, welk vertrek ook met zulk eenen ondragelijken Stank opgevuld was, dat zij Gecommitteerdens daar door weederhouden wierden, binnen hetzelve te treeden, dog dat wanneer ged: Chirurgijn de Maraval zig daar binnen begeeven, ende drie voorsz: geprepareerde Bottels uitgegoten had, onmiddelijk de Stank zodanig verdreeven was, dat men daarvan zelfs niets meer konde ontwaren, ongeacht de balijs daarinne met de Stank verwekkende onreinigheeden, opgevuld waren, ende lugt dadelijk na deeze applicatie geheel gezuiverd was.
En nadien daar uit kwam te blijken, dat de van Ceilon ontfangene Azijn van hare vereischte hoedanigheeden tot het bedoeld Effect verloren had, Terwijl welgem: Heere Gouverneur betuigde, dat gem: Chirurgijn Major de Maraval zig geneegen en bereid toonde niet alleen om wanneer hij met behoud van Sijn Tractement, á rd:s 60 p: maand alhier eenigentijd konde overblijven, aan voorm: Chirurgijn Major van het Guarnisoen alhier den medicinae doctor Hendirk le Suëur Sijne ontdekte en te Ceilon conditioneel gecommuniceerde toebereiding, van de Azijn-geest, onder belofte van eene provisioneele geheimhouding compleetelyk mede te deelen maar ook nevens denzelven te arbeiden, en nader onderzoek te doen, in hoe verre dat mengzel door de Aromaticque Planten, waar meede zig deesen uithoek bijzonder verrijkt vind, meer en meer zal kunnen werden volmaakt mitsg: off ook en op welke wijze eene Vermenging van de hier vallende bier off wijn Azijn met Sijn geprepareerde Esprit tot hetzelfde Effect te brengen zal zijn als waartoe te Ceilon de Azijn uit de kokos bomen tot nog toe alleen is g’Emploijeerd geworden.
Waarop in Consideratie genomen zijnde de onwaardeerbare aangeleegendheid voor d’ E Comp: van het bezit eener middel om de gezondheid van het Volk door de zuivering der Lugt op S Comp: Scheepen, waartoe tot nu toe alle mogelijke pogingen met wijnig Succes zijn aangewend geworden te conserveeren, maar ook bijzonder het nut voor het Menschdom in’t gemeen en het onschatbaar voordeel dat in het Hospitaal alhier tot geneezing der zieken kan worden toegebragt, om in dat Huijs en in alle vertrekken binnen hetzelve de lugt zuiver te houden, van de besmetting die meestendeels door de epidemique ziektens van allerlei zoort uit de Scheepen die zo wel van Europa als Indiën aankomen, in hetzelve ontstaat, en dat wanneer men bevonden zal hebben de Inlandsche off hier vallende Azijn, daartoe met het zelfde Effect te kunnen gebruiken als die van Ceilon bij vervolg ook meede het Transport van de Ceilonse zal kunnen werden uitgewonnen en gemenageert
Zo is, om alle dese heilzame oogmerken eenparig begreepen, en geoordeeld dat de aanbiedinge van gem: Chirurgijn Major de Maraval behoorde te werden geaccepteerd en mitsdien in een zeeker vertrouwen dat zulx door de Hoog Gebiedende Heeren Majores gunstig en als wel gedaan zal werden opgenomen, aan denzelven geaccordeert om behoudens Sijn Tractement van Rd:s 60. per Maand, eenige Maanden of wel tot de eerste Scheepsgeleegendheid van het aanstaande Jaar nevens Sijne Huijsvrouw en kind alhier te mogen overblijven.
Wijders door den met het provisie Schip de Batavier behouden qualiteit en gagie herwaards overgekomene Capitain ter zee Jan Arnold Voltelen bij Request verzoek gedaan zijnde om mits gebrek aan geleegendheid op de aanweesende retourscheepen, door welke hij volgens Sijne bij de Hoge Indiasche Regeering bij besluit van den 29 September 1786. geobtineerde licentie zoude kunnen repatrieeren tot het afwagten eener nadere bekwame Scheeps Occagie alhier te mogen verblijven, Zo is in dat verzoek bewilligd, zullende mits dien Sijne gagie ophouden Cours te neemen, van den dag aff dat met voorsz: Bodem alhier is aangekomen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 421-435.¶
Dingsdag den {17870515} 15 Maij 1787.
‘S Voormiddags alle præsent
Geleesen en geresumeerd zijnde de Memorie nopens de tekort en bedorven bevondene goederen op de Lading van het provisie Schip de Batavier nevens de schriftelijke verantwoordinge door den Cap:n van ged: Bodem, Jan Jansz Laurits, desen aangaande overgeleeverd luidende deselve als volgt
‘Memorie van de nabesz: Arack, Rijst &:a uit de Lading van’t provisie Schip de Batavier , zo te min, bedorven als gebroken uitgeleeverd, zo als te zien is bij de verklaring van gecommitt:s desen annex Namentlijk.’
‘
3826 1/2 | Cann: | Arak op 100 Leggers minder, zijnde 41 van 4, 37 van 5, 17 van 6, 1 van 11, 1 van 13, 1 van 15, 1 van 10, 1 van 25 d:m bij pijling wan, zijnde 9 7/8 pC:to Schaars | |
20473 | lb: | Rijst op 594166 lb van 3100 lb de Cojang zo vuil als aangeslagen. | |
25 | lb | Peeper op 2000 lb in 20 Zakken te min | |
6 | d:o | Wasch Ruuw op 400 lb te min | |
117 | d:o | Wasch kaarssen op 2000 lb in 4 kisten bij naweeging minder, zijnde in de kas | |
N:o 1 netto 462 lb 38 lb te min en 5 ijzere Canon kogels | |||
d:o 2 d:o 471 d:o 29 d:o d:o d:o 4 d:o d:o d:o | |||
d:o 3 d:o 477 d:o 23 d:o d:o d:o 2 knuppel d:o | |||
d:o 4 d:o 473 d:o 27 d:o d:o d:o 3 d:o d:o d:o | |||
weegende t'zamen | netto 1883 lb. 117 lb te min en 14 p:s kog:ls t'zamen 128 lb. | ||
29 | p:s | Vlakke porcelaine borden op 500 p:s in 2 Cassen gebroken zynde 5 4/5 pC:to Netto | |
32 | d:o | Holle porcelaine borden op 500 p: in 3 d:o d:o zijnde 6 2/5 pC:to Netto | |
12 | d:o | grote fyne porcelaine kommen op 50 p: in 2 d:o zijnde 24 pC:o Netto | |
47 | d:o | grove fyne porcelaine kommen op 500 p: in 3 d:o d:o zynde 9 2/5 pC:to Netto | |
28 | d:o | porcelaine Assietten op 250 p:s in 2 Cassen gebroken zijnde 11 1/5 pC:o Netto | |
729 | d:o | Estrikken van 16 d:m op 3000 p: | zo hoekig 24 pC:o netto als gebroken 21 13/30 |
643 | d:o | d:o d:o 12 d:o d:o 3000 d:o | |
533 | d:o | Jatij duijgen op 2000 p: als | |
441 | p: gebroken en | ||
92 | te min | ||
56 | p: | molen planken van 1 d:m op 200 p: te weeten | |
30 | p: gebroken | ||
261 | d:o te min | ||
21 | p: | Mole planken van 1 1/2 d:m op 350 p: gebroken daar en teegen | |
76 | p: meerder zijn uitgeleeverd als de factuur komt te melden | ||
73 | p | molen planken van 2 d:m op 200 p: te weeten | |
23 | p:s gebroken | ||
50 | d:o te min | ||
7 | p:s | molen planken van 3 d:m op 150 p: zo defect als gebroken | |
235 | d:o | Jatij planken d:o op 1000 p: gebroken |
3826 1/2 | Cann: | Arak op 100 Leggers minder, zijnde 41 van 4, 37 van 5, 17 van 6, 1 van 11, 1 van 13, 1 van 15, 1 van 10, 1 van 25 d:m bij pijling wan, zijnde 9 7/8 pC:to Schaars | |
20473 | lb: | Rijst op 594166 lb van 3100 lb de Cojang zo vuil als aangeslagen. | |
25 | lb | Peeper op 2000 lb in 20 Zakken te min | |
6 | d:o | Wasch Ruuw op 400 lb te min | |
117 | d:o | Wasch kaarssen op 2000 lb in 4 kisten bij naweeging minder, zijnde in de kas | |
N:o 1 netto 462 lb 38 lb te min en 5 ijzere Canon kogels | |||
d:o 2 d:o 471 d:o 29 d:o d:o d:o 4 d:o d:o d:o | |||
d:o 3 d:o 477 d:o 23 d:o d:o d:o 2 knuppel d:o | |||
d:o 4 d:o 473 d:o 27 d:o d:o d:o 3 d:o d:o d:o | |||
weegende t'zamen | netto 1883 lb. 117 lb te min en 14 p:s kog:ls t'zamen 128 lb. | ||
29 | p:s | Vlakke porcelaine borden op 500 p:s in 2 Cassen gebroken zynde 5 4/5 pC:to Netto | |
32 | d:o | Holle porcelaine borden op 500 p: in 3 d:o d:o zijnde 6 2/5 pC:to Netto | |
12 | d:o | grote fyne porcelaine kommen op 50 p: in 2 d:o zijnde 24 pC:o Netto | |
47 | d:o | grove fyne porcelaine kommen op 500 p: in 3 d:o d:o zynde 9 2/5 pC:to Netto | |
28 | d:o | porcelaine Assietten op 250 p:s in 2 Cassen gebroken zijnde 11 1/5 pC:o Netto | |
729 | d:o | Estrikken van 16 d:m op 3000 p: | zo hoekig 24 pC:o netto als gebroken 21 13/30 |
643 | d:o | d:o d:o 12 d:o d:o 3000 d:o | |
533 | d:o | Jatij duijgen op 2000 p: als | |
441 | p: gebroken en | ||
92 | te min | ||
56 | p: | molen planken van 1 d:m op 200 p: te weeten | |
30 | p: gebroken | ||
261 | d:o te min | ||
21 | p: | Mole planken van 1 1/2 d:m op 350 p: gebroken daar en teegen | |
76 | p: meerder zijn uitgeleeverd als de factuur komt te melden | ||
73 | p | molen planken van 2 d:m op 200 p: te weeten | |
23 | p:s gebroken | ||
50 | d:o te min | ||
7 | p:s | molen planken van 3 d:m op 150 p: zo defect als gebroken | |
235 | d:o | Jatij planken d:o op 1000 p: gebroken |
’/: onderstond :/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 15 Maij 1787.’
’/: was geteekend :/’
‘J: I: Rhenius’
‘Den Wel Edelen Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur in loco &:a &:a’
‘Den ondergeteek: Capitain van het hier thans ter rheede geankert leggende provisie Schip de Batavier , hebbende gelieven te ordonneeren omme behoorlijk te verantwoorden waar door de defecten en minderheeden uit de Lading van gem: bodem voor dit Gouvernement aangebragt zijn ontstaan, zo verklaar ik de oorzaak daarvan te zijn als in margine deses werd aangetoond, Namentlijk’
‘
veroorzaakt eendeels door het indrogen als mede door leccagie welk veroorzaakt is door 't zwaar arbeiden van't Schip. | 3826 1/2 Cann: Arak op 100 Leggers minder zijnde 41 van 4 d:m, 37 van 5, 17 van 6, 1 van 11, 1 van 13, 1 van 15, 1 van 19, en 1 van 25 d:m de pijling wan, zijnde 9 7/8 pC:t | |
veroorzaakt eensdeels door leccagie teegens boord met het zware weer, als mede door spillagie die in't Schip en bij de ontlossing is opgeveegd, als mede door het werken van't Schip is veel Rijst zo teegens en langs boord door de kaymatten en tusschen de balken door gelopen. | 20473 lb Rijst op 594166 lb van 3100 lb de Cojang, zo vuil als aangeslagen. | |
Veroorzaakt door de indroging als mede door de Spillagie der Strooij Zakken. | 25 lb peper te min op 2000 lb in 20 p:s Zakken | |
Veroorzaakt door het afstoten der Stukken bij de in en uitlossing alzo deselve ongebaleert en buiten kasten waren. | 6 lb ruuwe Was op 600 lb te min | |
volgens Verklaring hier bij geannexeert. | 117 lb was kaarssen op 2000 lb in 4 kasten bij naweeging minder zijnde in de Cast | |
N:o 1 Netto 462 lb 38 lb te min en 5 ps ijzere kogels | ||
d:o 2 d:o 471 d:o 29 d:o d:o d:o 14 d:o d:o | ||
d:o 3 d:o 477 d:o 23 d:o d:o d:o 2 knuppel d:o | ||
d:o 4 d:o 473 d:o 27 d:o d:o d:o 3 d:o d:o | ||
veroorzaakt bij de in en uitlossing als mede door verwerken en't dragen der Casten waar door deselve waarschynlijk nu en dan gebroken mogten zijn. | 20 p:s Vlakke porcelaine borden op 500 p:s in 2 Cassen gebroken | |
als boven | 32 p:s holle porcelaine borden op 560 p:s in 3 Cassen gebroken. | |
als boven | 12 grote fijne porcelaine Commen op 50 p:s in 2 Cassen gebroken | |
reeden als boven | 47 grove porselaine Commen op 500 p:s in 3 Caste gebroken | |
reeden als voren | 28 p:s porcelaine Assietten op 250 p:s in 2 Casten gebroken | |
veroorzaakt eensdeels door't werken van't Schip als mede bij de in en uitlossing en verwerken derselve, zo hier als op batavia, alzo deselve Steenen zeer bros waren | 270 p:s Estrikken van 16 d:m op 3000 p:s 643 d:o d:o d:o12 d:m op 3000 d:o | zo hoekig als gebr: |
de diverentie der molen planken is waarschijnlijk veroorzaakt door de schielijke ontfangst op batavia alzo deselven aldaar alle bij ontfangst nie nagemeeten zijn, de gebrokene is, door dien 't kaijaate Hout scheuren eigen is en deselve ongekrampt waren | 56 p:s molen planken van 1 d:m op 200 p:s te min 30 p: gebroken 26 d:o te min | |
veroorzaakt door't verwerken en scheuren 't minder getal door mistelling zo op batavia als hier welke op verscheide tijden ontfangen als afgescheept zijn | 533 p: Jatij duigen op 2000 p: als 441 p: gebroken, 92 d:o te min | |
reeden als boven | 21 p: mole planken van 1 1/2 d:m op 350 p: gebroken daar en tegen 76 p: meerder zijn uitgeleevert als de factuur komt te melden | |
reeden als boven | 73 p: mole planken van 2 d:m op 200 p:s te min 23 p: gebroken 51 d:o te min | |
door de verwerking bij't in en uitlossen | 7 p:s mole planken van 3 d:m op 150 p: zo defect als gebroken | |
reeden als boven | 235 p:s Jatij planken op 1000 p: gebroken |
veroorzaakt eendeels door het indrogen als mede door leccagie welk veroorzaakt is door 't zwaar arbeiden van't Schip. | 3826 1/2 Cann: Arak op 100 Leggers minder zijnde 41 van 4 d:m, 37 van 5, 17 van 6, 1 van 11, 1 van 13, 1 van 15, 1 van 19, en 1 van 25 d:m de pijling wan, zijnde 9 7/8 pC:t | |
veroorzaakt eensdeels door leccagie teegens boord met het zware weer, als mede door spillagie die in't Schip en bij de ontlossing is opgeveegd, als mede door het werken van't Schip is veel Rijst zo teegens en langs boord door de kaymatten en tusschen de balken door gelopen. | 20473 lb Rijst op 594166 lb van 3100 lb de Cojang, zo vuil als aangeslagen. | |
Veroorzaakt door de indroging als mede door de Spillagie der Strooij Zakken. | 25 lb peper te min op 2000 lb in 20 p:s Zakken | |
Veroorzaakt door het afstoten der Stukken bij de in en uitlossing alzo deselve ongebaleert en buiten kasten waren. | 6 lb ruuwe Was op 600 lb te min | |
volgens Verklaring hier bij geannexeert. | 117 lb was kaarssen op 2000 lb in 4 kasten bij naweeging minder zijnde in de Cast | |
N:o 1 Netto 462 lb 38 lb te min en 5 ps ijzere kogels | ||
d:o 2 d:o 471 d:o 29 d:o d:o d:o 14 d:o d:o | ||
d:o 3 d:o 477 d:o 23 d:o d:o d:o 2 knuppel d:o | ||
d:o 4 d:o 473 d:o 27 d:o d:o d:o 3 d:o d:o | ||
veroorzaakt bij de in en uitlossing als mede door verwerken en't dragen der Casten waar door deselve waarschynlijk nu en dan gebroken mogten zijn. | 20 p:s Vlakke porcelaine borden op 500 p:s in 2 Cassen gebroken | |
als boven | 32 p:s holle porcelaine borden op 560 p:s in 3 Cassen gebroken. | |
als boven | 12 grote fijne porcelaine Commen op 50 p:s in 2 Cassen gebroken | |
reeden als boven | 47 grove porselaine Commen op 500 p:s in 3 Caste gebroken | |
reeden als voren | 28 p:s porcelaine Assietten op 250 p:s in 2 Casten gebroken | |
veroorzaakt eensdeels door't werken van't Schip als mede bij de in en uitlossing en verwerken derselve, zo hier als op batavia, alzo deselve Steenen zeer bros waren | 270 p:s Estrikken van 16 d:m op 3000 p:s 643 d:o d:o d:o12 d:m op 3000 d:o | zo hoekig als gebr: |
de diverentie der molen planken is waarschijnlijk veroorzaakt door de schielijke ontfangst op batavia alzo deselven aldaar alle bij ontfangst nie nagemeeten zijn, de gebrokene is, door dien 't kaijaate Hout scheuren eigen is en deselve ongekrampt waren | 56 p:s molen planken van 1 d:m op 200 p:s te min 30 p: gebroken 26 d:o te min | |
veroorzaakt door't verwerken en scheuren 't minder getal door mistelling zo op batavia als hier welke op verscheide tijden ontfangen als afgescheept zijn | 533 p: Jatij duigen op 2000 p: als 441 p: gebroken, 92 d:o te min | |
reeden als boven | 21 p: mole planken van 1 1/2 d:m op 350 p: gebroken daar en tegen 76 p: meerder zijn uitgeleevert als de factuur komt te melden | |
reeden als boven | 73 p: mole planken van 2 d:m op 200 p:s te min 23 p: gebroken 51 d:o te min | |
door de verwerking bij't in en uitlossen | 7 p:s mole planken van 3 d:m op 150 p: zo defect als gebroken | |
reeden als boven | 235 p:s Jatij planken op 1000 p: gebroken |
‘Zullende Uwe Wel Edele Gestr: en E Agtb: uit het in margine deses kunnen beogen waardoor de defecten ende minderheden van gem: Lading hun oorsprong hebben gehad, derhalven verzoekt den ondergeteek: dat hij voor’t gem: niet moge werden belast.’
’/: onderstond :/ Cabo de Goede Hoop den 12 Maij 1787 /: was geteek: / J: J: Lauridtsz:’
Over dewelke gedelibereerd en ten dien belange overwogen zijnde, dat de Cassen waarin het porcelain is afgepakt geweest, tot batavia ongeopend ontfangen en ook zodanig alhier volgens het bruto gewigt zijn uitgeleeverd geworden, en dat het breeken der Estrikken ten principalen door het Sterk arbeiden van het Schip, mitsg:s derselver brose Substantie en eigen zwaarte als hebbende op elkanderen geleegen, veroorzaakt zijnde het bederff der Rijst door bijgekomen leccagie is te wege gebragt; heeft men dierhalven moeten besluiten het een en ander te passeeren en bij de Negotie boeken deses Gouvernements te doen afschrijven; Terwijl ten opzichte van de gebroken bevondene Houtwerken is verstaan, dat nadien niet blijkt, het een en ander door verzuim off agteloosheid der Scheeps overheeden te zijn ontstaan, zulx al mede te passeeren, en deselve Houtwerken en gebroken vloersteenen, bij Publicque vendutie voor het geene zullen komen te gelden te laten verkopen.
Zijnde egter ten belange van de te min uitgeleeverde wax kaarssen en Houtwerken, besloten het bedragen van dien, d’opperhoofden van voorsz: bodem op hunne Zoldij Reecq: in maniere als volgt ge doen belasten, te weeten
Neederland geld | ducatons van 66 Stuiv: Neederl: geld | Indias geld van 80 Stuiv: p: ducaton | |
51 lb wax kaarssen met 1/2 Cap:l advans | ƒ74:11:- | 22 13/22 | ƒ90:07:08 |
92 p:s Jatij duigen met 2 Cap:l advans | d:o 84:09:- | 25 13/22 | 102:07:08 |
26 d:o Jatij Molen planken van 1 d:m met 2 Cap:l advans | d:o 73:11:08 | 22 13/44 | 89:03:08 |
50 d:o Jatij Molen planken van 2 d:m met 2 Cap:l advans | d:o 459:-:- | 139 1/11 | 556:07:- |
ƒ838:05:08 | |||
hierop 25 pC:to verhoging | d:o 209:11:08 | ||
ƒ1047:17:- | |||
bedraagd voor Reecq: van den Cap: Jan Janse Louridts voor sijn 2/3 | 698:11:08 | ||
en den Capitain Lieutenant Johannes van der Plas voor 1/3 | 349:05:08 | ||
Sommeerd als boven | ƒ1047:17:- |
Neederland geld | ducatons van 66 Stuiv: Neederl: geld | Indias geld van 80 Stuiv: p: ducaton | |
51 lb wax kaarssen met 1/2 Cap:l advans | ƒ74:11:- | 22 13/22 | ƒ90:07:08 |
92 p:s Jatij duigen met 2 Cap:l advans | d:o 84:09:- | 25 13/22 | 102:07:08 |
26 d:o Jatij Molen planken van 1 d:m met 2 Cap:l advans | d:o 73:11:08 | 22 13/44 | 89:03:08 |
50 d:o Jatij Molen planken van 2 d:m met 2 Cap:l advans | d:o 459:-:- | 139 1/11 | 556:07:- |
ƒ838:05:08 | |||
hierop 25 pC:to verhoging | d:o 209:11:08 | ||
ƒ1047:17:- | |||
bedraagd voor Reecq: van den Cap: Jan Janse Louridts voor sijn 2/3 | 698:11:08 | ||
en den Capitain Lieutenant Johannes van der Plas voor 1/3 | 349:05:08 | ||
Sommeerd als boven | ƒ1047:17:- |
Terwijl deselve overheeden daar en teegen voor het geene op de Arack, Peeper, Catoen, Zuiker en ruuw wax minder dan de gepermitteerde afschrijving dicteert, zijn te kort gekomen, op hunne zoldij Reecq: het volgende zal werden te goed gedaan, als
Neederl: geld | ducatons van 66 Stuiv: Neederl: geld | Indiasch geld van 80 Stuiv: per ducaton | |
53 1/2 Cann: Arack, zijnde 1/8 pC: ruim uitkoops prijs | ƒ23:03:08 | 7 1/44: | ƒ28:02:- |
15 lb Peeper zynde 2 pC:tos teegens 1/2 Capitaal advans | d:o 2:18:08 | - 39/44: | 3:11:- |
50 p:s Catoene gaaren zijnde 2 pC:tos tegens 1/2 Capitaal advans | d:o 13:04:- | 4:- | 16:-:- |
1049 d:o poeder Zuiker te weeten 901 lb de gevalideerde 3 p:C op 30026 lb 148 overwigt 1049 lb poeder Zuiker | d:o 123:14:- | 37 16/33: | 149:19:- |
6 lb Ruuwe Wax tegens 1/2 Cap:l advans | d:o 5:11:- | 1 15/22: | 6:14:08 |
76 p:s Jatij Molen planken van 1 d:m met 2 Capitaal advans | d:o 581:08:- | 176 2/11: | 704:14:08 |
te zamen | ƒ909:01:- | ||
komt voor reecq: van den Cap: Laurits 2/3 | d:o 606:-:08 | ||
En voor die van de Cap: Lieut: van der Plas 1/3 | d:o 303:-:08 | ||
komt al vooren | ƒ909:01:- |
Neederl: geld | ducatons van 66 Stuiv: Neederl: geld | Indiasch geld van 80 Stuiv: per ducaton | |
53 1/2 Cann: Arack, zijnde 1/8 pC: ruim uitkoops prijs | ƒ23:03:08 | 7 1/44: | ƒ28:02:- |
15 lb Peeper zynde 2 pC:tos teegens 1/2 Capitaal advans | d:o 2:18:08 | - 39/44: | 3:11:- |
50 p:s Catoene gaaren zijnde 2 pC:tos tegens 1/2 Capitaal advans | d:o 13:04:- | 4:- | 16:-:- |
1049 d:o poeder Zuiker te weeten 901 lb de gevalideerde 3 p:C op 30026 lb 148 overwigt 1049 lb poeder Zuiker | d:o 123:14:- | 37 16/33: | 149:19:- |
6 lb Ruuwe Wax tegens 1/2 Cap:l advans | d:o 5:11:- | 1 15/22: | 6:14:08 |
76 p:s Jatij Molen planken van 1 d:m met 2 Capitaal advans | d:o 581:08:- | 176 2/11: | 704:14:08 |
te zamen | ƒ909:01:- | ||
komt voor reecq: van den Cap: Laurits 2/3 | d:o 606:-:08 | ||
En voor die van de Cap: Lieut: van der Plas 1/3 | d:o 303:-:08 | ||
komt al vooren | ƒ909:01:- |
Zullende voorts ten belange der alhier p: het voorm: provisie Schip de Batavier ontfangene Cassen met wax kaarssen aan haar Wel Edele Groot Agtb: de Heeren der Hoge Indiasche Regeering pligtschuldig kennisse werden gegeeven
Dat blijkens verleende Verklaring van de ordinaire Gecommitteerdens Fredrik Godhold Holtzapfel en Hendrik Oostwald Eksteen, die bij het openen der Cassen zijn præsent geweest, in dezelve onder de wax kaarssen gepakt zijn gevonden als
dewelke bij naweeging zyn bevonden te Zamen 128 lb te bedragen.
Terwijl uit een ingeleeverd Declaratoir van den Cap: van het ged: Schip de Batavier , Jan Janse Lauridts en den Cap:n Lieut: Johannes van der Plas, Consteert dat de Cassen met wax kaarssen zo als dezelve te Batavia van Land zijn gekomen aan Boord overgenomen en weg gestuurd en ook zodanig alhier weederom zyn afgeleeverd geworden, en dat die Cassen binnen Boord zijn bezorgd geweest op al zulken Secure plaatze, dat ‘er geen mogelykheid is geweest, dat iemand van het Scheeps volk dezelve zoude hebben kunnen openen en het exteerend bedrog met het inleggen der kogels dus niet binnen Scheeps boord heeft kunnen werden gepleegd
En nadien men egter hier op geen reguard konde slaan, dewijl alhier niet na te speuren is, wat ‘er bij het inpakken der Cassen die uitterlijk wel geconditioneerd zijn bevonden is omgegaan; Zo is verstaan, de Scheeps Overheeden voor de geheele minderheid der uitgeleeverde wax Caarssen volgens de ordre op derselver Reecq: te doen belasten, dog aan deselve over te laten om zig aan haar Hoog Edelens te addresseeren, ten einde in zo verre nader mogt komen te blijken, wat ‘er van deze zaak tot hunner verontschuldiging bijkomen mogt, hoogst derselver gunstige dispositie te erlangen, door welke die belasting weederom gracieuselijk zoude mogen werden ontheft
Ook is nagezien het Rapport van den op het voorm: provisie Schip de Batavier Commandeerenden Cap: Jan Janse Lauridts, nopens de dagelijxe verrigtingen in’t lossen en weeder beladen van dien Bodem, waarop voor appostille zal werden gesteld, dat hetzelve in alles na waarheid opgegeeven zijnde door het volhandig werk, dat men met het ontlossen der voor dit Gouvernement uitgekomenen Comp:s en particuliere ingehuurde Scheepen heeft gehad, en zo mede met de depeches der Successive gearriveerde retourscheepen het ged: Schip de Batavier dus niet eerder heeft kunnen werden afgevaardigt.
Laatstelijk is aan de onder te noemene perzonen op hunne ten dien einde gedane Schriftelijke verzoeken het volgende toegestaan als.
aan den Cap:n ter zee Nicolaas Acker, die volgens geobtineerde permissie van de Hoge Indiasche Regeering te Batavia onder afgesz: gagie per het retourschip de Diamant desen Jare alhier aangekomen en vervolgens met Consent deses Raads eenigen tijd ter deser plaatze overgebleeven is, om thans met het ter rheede vertoevend retourschip de Vrouwe Catharina Johanna desselfs reize naar Europa te mogen vervolgen, ende zulx invoegen als van Batavia is vertrokken met stilstand van gagie, om egter bij vacature in’t Commando op te treeden
aan Joseph du Puis geweesen opper Chirurgijn te Cochim zijnde benevens zijne Huijsvrouw Johanna Lijbregta Zwerus de Landas en een onder hun opzicht Sorteerende Jonge dogter Josepha Christina Zeijser genaamd, per het Ceilons retourschip de PaarL van Punto Gale vertrokken, en na dat door de geleedene rampen met dien Bodem ten Eijlande Mauritius waren aangeland, van daar met het fransch Schip la Cleomene weeder herwaards gesteevend, om met mede neeming Sijner ged: Huijsvrouw en voorsz: dogter de reize naar’t Vaderland te vervorderen, per het opgem: retourschip de Vrouwe Catharina Johanna als mede dat Twee Slavinnen gen: Tjampacco en Leonilda die gez: du Puis met zig herwaards heeft gebracht en waar mede hij zig uit hoofde der voorsz: geleedene teegenspoeden, niet gaarne verder wilde bezwaren, op een van ‘S Comp:s naar Ceilon gedestineerde Scheepen aan Sijne Gemagtigdens aldaar te mogen te rug zenden; Terwijl het transport en kostgeld zo voor desselfs Huisvrouw en meerm: Jonge Dogter tot naar Europa en voor de geciteerde Twee Slavinnen derwaards en te rug, reeds ten Gouvernemente van Ceilon behoorlijk in ‘S Comp:s Cassa is betaald geworden.
aan den inzelvervoegen als voorschreeven du Puis per het gedagte Schip de PaarL van Gale en met den franschen Bodem la Cleomene van Mauritius naar deeze plaatze overgekomene Vaandrig Militair, Salomon Dobberich, om met meermelden Retour bodem de Catharina Johanna , insgelijks van hier verder te mogen repatrieeren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] P Hacker
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 436-477.¶
Vrijdag den {17870518} 18 Maij 1787.
‘S Voormiddags alle præsent
Wierd door den Heer Collonel en Cheff der Militie Robbert Jacob Gordon ingeleeverd een Schriftuur en Twee Bijlagen, luidende
‘Wel Edele Gestr: heer en E Agtb: Heeren!’
‘De ondergeteek: de Eere hebbende gehad bij geleegendheid van het aanweesen van den Edelen Heer Commissaris Boesses in onzen Rade Sijne bekommering te herhalen over den aller slegsten staat van de Infanterij Wapenen in dit Gouvernement, en verzogt hebbende dat tot eene spoedige voorzieninge hier in en ter Sijner dekking en verantwoording hetzelve in de Notulen mogte geinsereert en aan de Heeren Majores overgezonden werden heeft d’Eere dit nu Schriftelijk in te leeveren, beginnende met de volgende Schets van zaken, te weeten dat toen hij in de Maand Maart 1780 de Post als pro interim Hoofd der Militie aanvaarde, hij de wapenen onderzogt en deselven in een zeer slegten staat bevond dat hij zulx den toenmaligen Edelen Heer Gouverneur van Plettenberg voordroeg met aandrang tot verkrijging van goede geweeren en wel even als onze Hollandsche Infanterij Regimenten, egter met de geringe en hier te Lande aller nodigste verbeetering, namentlijk dat de note bome Laden wat Steeviger dienden te zijn omtrend de Kolff door dien dit Hout door deese droge en warme lugtstreek meer tot splijten geneegen zijnde als in Europa , dus de kolven door de behandeling van’t geweer ligt afbreeken’
‘Den Edelen Heer Gouverneur gaff hem na eenigen tijd grote hoop tot de verkrijging van de nodige Wapenen dewijl men hem uit Europa geschreeven had dat ‘er voor eerst Twaalff Hondert diergelijke geweeren als ‘er geeischt waren reeds gekist en gereed stonden om met de eerste geleegendheid na hier versonden te werden, dat zulx zeeker door den opkomenden oorlog verhindert moet zijn geworden, dewijl men ‘er verder niets van gehoord heeft’
‘Den ondergeteek: heeft ook hier nevens nog te observeeren dat dewijl ‘er thans een Sterker Guarnisoen is en een pippiniere van Zoldaten staat te komen, deze geeischte geweeren te wijnig zijn, en men in dit Gouvernement ten minsten Ses Duijzend goede geweeren even als onze Hollandsche Infanterij diende in voorraad te hebben; dewijl het Guarnisoen niet alleen wel gewapend moet zijn, maar dat ‘er in tijd van attacque altoos een aantal goed geweer in voorraad behoord te zijn, door dien ‘er dan geen tijd is om de ontramponeerde geweeren te kunnen vermaken, En dewijl het behoud van de Colonie ‘er van afhangt kan den ondergeteek: ‘er niet te sterk op aandringen om spoedig goed geweer te erlangen, en zal ten dien einde, en om dat onze Heeren en Meesteren niet verder zouden bedrogen worden, hierbij ook aanhalen, dat toen de eerste Recruten voor de pippeniere met hun geweer aan de wal kwamen hij die Wapenen ondersogt, en bevond dat het nieuwe geweer uit Zeeland van 1786. niet onder de goede Wapenen kan gereekend worden, om ‘er niets Sterkers van te zeggen, en zal dus de Vrijheid neemen om een van deze geweeren en eenige anderen in een kas te doen om aan onze Heeren Majores te werden overgezonden, waar uit het onderscheid duidelijk zal blijken, en bevonden worden dat het nieuwe geweer gemerkt C bijna geen kolf dus geen aanslag heeft, te regt en te kort is, insgelijx is ook de loop te kort, zo dat de Man van het agterste gelid dien van’t eerste in Actie dikwils quetzen zal, en dat de Lade over’t geheel zo zwak is, dat men deese Geweeren niet lang zal kunnen gebruiken’
‘De verdere gebreeken blijken uit de Verklaring van den Baas van de Wapenkamer hier annex Sub Littera F.’
‘Het geweer letter A is een geweer van’t Schip Holland , en over het geheel een Sufficant en goed Infanterij wapen; egter was het nog veel beeter indien het een duim langer in de kolff was, en dat de Laadstok van voren niet zo rond en niet zo dun maar even als dien van ons Battaillons geweer gemarqueert letter B was, dewijl die het Caliber en dus de heele pattroon beslaat daar den Zoldaat in’t gezwind Laden indien de Laadstok van voren te dun is, den patroon veeltijds te Stukken stoot, en de Laadstok dan tusschen denzelven en den Patroon raakt, zo dat het grote moeite kost, om den laadstok weeder uit den loop te kunnen krijgen’
‘Het Vierde geweer gemerkt letter D is aangebracht met het Schip Leviathan en heeft den ondergeteek: veel plaisier gedaan. Zijnde alles sterk en wel gemaakt met een excellent Slot en de Staart Schroeff door de nieuwe idee van de stoot plaat voor de Laadstok zeer nuttig en ingenieus en kan men zeggen dat aan dit geweer niets ontbreekt als dat de kolff circa een duim te kort en iets te ligt is en was de loop en Baijonet ieder en paar duim langer, was dit geweer na des ondergeteek: opinie volmaakt.’
‘Den Slegten staat van onze Wapen kamer ten opzigte van’t geweer voorgedragen hebbende moet den ondergeteek: insgelijx het totale manquement van Tenten aanhalen zijnde ‘er zeedert veele jaren niet dan hondert slegte klijne soldaten Tenten op de Wapenkamer geweest dewelken door het continueel gebruik in den laatsten oorlog geheel verrot en onbruikbaar zijn geworden, zo dat het ten uittersten nodig is, om hier insgelijx ten spoedigsten in te voorzien, te meer daar de Tenten van het Regiment van Meuron op zee genomen zijn. Den ondergeteek: heeft d’Eere de navolgende bereekening van Tenten hier nevens sub Littra G: bij te voegen, En eindelijk ook nog U Edelen Gestrengen en E Achtb: te verzoeken aan de Heeren Majores voor te dragen, dat om het plan van een pippiniere Soldaten aan deesen zo wel geleegenen oort, ten besten nutten voor hun dienst te doen strekken dat men de Twintig Soldaten, dewelke van de Scheepen hier moeten verblijven uit de aankomenden mogte kunnen verkiesen, dewijl den onderget: thans circa 80 Man voor de pippiniere bij een heeft daar niet veel activiteit in te brengen is, zijnde veelen oud Sommigen gebroken en anderen met Corruptiën behebt, en dus op buiten Posten in de Indiën meer geschikt daar men in dit bergagtige Land gezonde en sterke Lieden nodig heeft, kunnende men dan ook bij alle voorvallende geleegendheeden op een goed en nuttig Corps staat maken om versonden te kunnen werden daar men deselven nodig mogte hebben’
’/: was geteekend :/’
‘R: J: Gordon Colonel en hoofd van ‘S Comp:s Militie in dit Gouvernement.’
’/: in margine :/’
‘Cabo de Goede hoop den 12 Maij 1787.’
‘Verklare ik ondergeteek: Baas van ‘S Comp:s Wapen Camer alhier.’
‘Dat op den 23 Maart deses jaars van den E manh Heer Robbert Jacob Gordon Coll: en hoofd van ‘S Comp:s militie ordre heb ontfangen zodanige 35 p:s Zeeuwse geweeren die onlangs uit Europa aangebragt zijn t’Examineeren en te probeeren’
‘Dat de gem: Snaphanen door mijn onderget: uit malkanderen zijn genomen en bevonden dat ‘er veele lopen waren, waarvan de Ankers deur gekapt off geveilt waren en’t alooij van de lopen hart en staalrijk ijzer is en dus aan springen onderheevig zo als ‘er ook drie p:s bij een ordinaire proeff gesprongen zijn’
’/: onderstond :/ Cabo de Goede Hoop den 13 April 1787. /: was geteek :/ J: F: Heijdenrych.’
De onderstaande Bereekening tot een officiers Tent die is, indien het Vlaams Linne 1 1/2 Elle breed houd.
Dit is de bereekening welk tot een middelmatige officiers Tent zeer nodig en dienstig in deeze gewesten is, ook zoude men die hier kunnen laten maken om ‘er het regte fatsoen voor dit Climaat aan te kennen geeven.
Korte Bereekening tot Eene Tent | Ofte tot 100 Tenten Generale bereekening |
161 Ellen Vlaams Linnen | 16100. Ellen Vlaams Linnen |
25 d:o Zeildoek | 2500. d:o Zeildoek |
5 d:o blauwe Linnen | 500. d:o blauw linnen |
44 p:s Leinen a 5 Vaamen | 22000. Vamen Leinen |
250 p:s Zoldaten Tenten gelijk het neevensgaande Model terwijl door gebrek aan Ambagts Lieden alhier niet wel kunnen gemaakt werden, maar veel menajeuser in Europa de bereekening is in ieder Tent 8 Man dus de 250. Tenten voor 2000 Man en 500 Tenten voor 4000. Man, dog als dan moet 'er een dubbeld getal officiers Tenten bij gezonden werden, dewijl 'er maar voor 100 officieren bij 2000 Man gereekent is. |
Korte Bereekening tot Eene Tent | Ofte tot 100 Tenten Generale bereekening |
161 Ellen Vlaams Linnen | 16100. Ellen Vlaams Linnen |
25 d:o Zeildoek | 2500. d:o Zeildoek |
5 d:o blauwe Linnen | 500. d:o blauw linnen |
44 p:s Leinen a 5 Vaamen | 22000. Vamen Leinen |
250 p:s Zoldaten Tenten gelijk het neevensgaande Model terwijl door gebrek aan Ambagts Lieden alhier niet wel kunnen gemaakt werden, maar veel menajeuser in Europa de bereekening is in ieder Tent 8 Man dus de 250. Tenten voor 2000 Man en 500 Tenten voor 4000. Man, dog als dan moet 'er een dubbeld getal officiers Tenten bij gezonden werden, dewijl 'er maar voor 100 officieren bij 2000 Man gereekent is. |
Over welkers inhoude met aandagt gedelibereert en door den Heere Gouverneur tevens gedeclareert zijnde, dat sijn Ed: niet alleen ten vollen gepersuadeert was, van de motiven door ged: Heer Collonel ten einde de Wapenkamer van de nodige Infanterij geweeren ten spoedigsten moge werden voorzien bijgebragt, maar dat ook daar en boven nadien bij de Capitulatie van het alhier Guarnisoen houdend Zwitschersch Regiment van Meuron, voor ieder Man slegsts een geweer is gestipuleert, en de geweeren van dat Regiment nu reeds voor een groot gedeelte afgesleeten zijnde noodzakelijk behoorden te werden vernieuwt, ook in tijden van attacq voor de zulke die van dezelve daarbij als dan komen te verlammen off onbruikbaar te werden voor ieder Man van’t gem: Regiment noodzakelijk meede een geweer in voorraad behoord gereed te zijn.
Dat gelijk d’omstandigheeden in tijden van oorlog off bij aankomst der vijanden aan deeze plaatze, ligtelijk een Campement zouden kunnen vereisschen het ook van zelfs spreekt, dat de Troupes in zulken gevalle van Tenten behoorden te weesen voorzien, zonder welke het onmogelijk is alhier eene zodanige Militaire operatie t’ Executeeren; en dat belangende de Recruten tot de pepiniere van Zoldaten voor de Indiën, vermits het de Maatschappije van zeer wijnig nut zoude kunnen zijn, wanneer die pepiniere op den tijd harer uitleevering meestendeels oude of gebrekkige Lieden kwam voort te brengen, dewijl de zulke zeer qualijk tot activiteit te brengen zijn, maar hier door ook werd verhindert de overige met hun te gelijk in de gewone Exercitiën te dresseeren, ofte tot de nodige fatiques te gewennen tot zulk eene pepiniere dierhalven noodzakelijk alleen jonge en robuste Menschen met eene goede verwagting kunnen werden g’Emploijeert.
Zo is goedgevonden en verstaan dat, aangezien reeds ter vergaderinge van den 26 jann:ij laatstl: op de remonstrantie door voorm: Heer Collonel Gordon als toen omtrend het eerste poinct gedaan, het besluit genomen is, daarvan bij Secreete Missive aan de Hoog Gebiedende Heeren Majores, gebruik te maken, en hoogst deselve onderdanigst te verzoeken, om eene spoedige voorzieninge der Wapenkamer van eenen noodzakelijken voorraad aan geweeren;
Dog de hoop dat men intusschen van de dispositiën der Heeren Majores op het geene in het voorL: Jaar door den Heere Gouverneur bij Secreete Missive prealabel omtrend het defensie weesen, van deeze plaatze aan haar Edele Hoog Achtbarens is vertoond geworden, zoude werden geinformeert, ende verwagting dat deze dispositiën zig wel ligtelijk mede zoude kunnen uitstrekken over de Wapenen met welke het guarnisoen behoord te weesen voorzien, raadzaam heeft doen vinden, alvorens ten dien opzichte eenige nadere vertogen te doen, deselve zeer gerespecteerde dispositiën af te wagten:
Daar men zig nogthans tot nu toe van de hoogst geëerde bestellingen der Heeren Majores in de najaarsche Vergaderingen gemaakt, ontstoken vind, en de tijd reeds zo verre verlopen is dat men ligtelijk beroofd zoude kunnen weezen, van eene nadere geleegendheid om hoogst deselve van deze zo gewigtige omstandigheeden alle van dien aart zijnde dat dezelve eene spoedige voorzieninge vorderen, te informeeren.
Uit hoofde van alle deese bedenkelijkheeden bij secreete Missive aan meer hoogstgem: Heeren Majores onder verzending van het voorsz: thans nader ingediend Schriftuur van gem: Heer Gordon, zal werden verzocht dat dit Gouvernement tot eenen noodzakelijken voorraad in de wapenkamer mag werden voorzien van zo veel geweeren na het model door meerged: Heer Coll: Gordon met Litt: D gemerkt, onder de daaromtrend door sijn E: opgegeevene verbeeteringe vervaardigt, als niet alleen tot eene reserve voor het Regiment van Meuron en de Burgerije /: de laatste ten minsten gereekend op een getal van 1500 Man :/ maar ook na de Sterkte warop het overige van’t guarnisoen zoude mogen weesen bepaald, zo tot het actueel wapenen der laatste als om ook ieder man van hun, nog een geweer in voorraad te doen hebben, nodig is en dat daarbij den Heer Coll: de Meuron, die zig thans in’t Patria bevind, mag werden aangespoort om ingevolge het 8:e Articul van Sijne Capitulatie desselfs Regiment welkers geweeren door den tijd gedurende welke dezelve reeds continueel in gebruik zijn geweest afgesleeten zijn, en bij attacq kwalijk van eenigen dienst meer zullen kunnen weezen te vernieuwen
Dat ook aan hoogstgem: Heeren Majores zal werden verzocht, om reeden dat men zig alhier geheel van Campagne Tenten ontbloot vind, en ook die voor het Regiment van Meuron gedestineerd waren, onder weeg op zee genomen zijn geworden; welk regiment egter na het 15:e Articul van haar Capitulatie daar van ‘S Comp:s weegen behoord te werden voorzien, zo spoedig doenlijk zij, voor dit Gouvernement te willen uitzenden, het zijldoek, de Leinen, en het zeil gaarn dat tot het maken van zo veel officiers Tenten als het getal derzelve na de Sterkte van het Guarnisoen weesen zal, werd vereischt, mitsg: ook naa diezelve proportie een bequaam getal zoldaten Tenten, in’t Patria gemaakt na het model het welk ged: Heer Coll: Gordon voor het Climaat alhier heeft doen vervaardigen, en welk model ten dien einde zo wel als de geweeren door Sijn Ed: in desselfs Schriftuur aangehaald aan haar Ed: Hoog Achtb: zullen werden overgezonden.
Dat voorts ten belange van de zoldaten voor de pepiniere aan haar Edele Hoog Achtb: al mede zal werden verzocht dat het hoogst de selve behagen mag, in aanmerkinge te neemen, het wijnige nut dat van die zoldaten bij vervolg voor Indiën zal kunnen werden getrokken om dat behalven de onzeekerheid die ‘er is van niet door de Manschappen dewelke in’t Vaderland aan de Comp:ie gepresenteerd en door deselve in dienst genomen werden, misleid te weesen, veele van deselve ook op de herwaards reize of van verminkt geraken, of andere ongemakken bekomen, die hun zeer kwalijk tot een pepiniere geschikt doen zijn, daar ook boven dien onder de tot deselve pepiniere bij de overgezondene Lijsten benoemde Manschappen zig bevinden die door ouderdom geene fatiques meer kunnen ondergaan, en dat dierhalven om het bedoelde nut van die pepiniere te kunnen erlangen haar Edele Hoog Achtb: gelieven te permitteeren dat het bepaalde getal Manschappen voor deselve na de grote der Scheepen uitgekosen mogen werden van de geene die bij hun komst alhier daartoe best geschikt zullen werden bevonden.
Vervolgens uit een Brieff van den provisioneel opzigter in de Mosselbaaij gebleeken zijnde, dat hoewel men voor dit Jaar geen apparentie had boven de 1200 mudden Tarwe aldaar ‘S Comp:s weegen te zullen kunnen ontfangen, ‘er egter ook geleegendheid weezen zoude, van d’ Ingezeetenen in dien omtrek eenige Erwten, bonen, Rogge en Garst te bekomen, dog dat deselve Ingezeetenen de Leverantie daarvan nog niet hadden begonnen, om dat hun onbekend was, de prijs voor welke deselve Granen ‘S Comp:s weegen zouden werden aangenomen; Zo is, in Consideratie genomen zijnde, de Schaarsheid waar meede men gedurende de eenige Jaren ook ten opzichte van deeze Producten te worstelen heeft gehad, goed gevonden daarvan voortaan mede zo veel van de voorsz: Ingezeetenen in te slaan, als tot eene nodige voorraad dienstig zal zijn, teegens de ordinaire door d’E Comp: daarvoor alhier betaald werdende prijzen, te weeten
ende zulks ten opzigte der Twee Eerste Articulen, vermits omtrend deselve geen aftrek van de thiende tot nog toe heeft plaats gehad, alleen onder korting van Thien pC:tos voor de Vragt en risico over Zee, dog de Rogge en Garst onder rabbat zo van de gewone geregtelijke Thiende als van gelijke 10 pC:tos voor het Transport en pericul herwaards.
Zijnde wijders geleesen een ingediend request, geteekend door Neegen en Twintig Burgers en Ingezeetenen, wonende aan geene zijde van het Rode Zandsche gebergte , luidende.
Aan den Wel Edelen Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop &:a &:a &:a mitsg:s aan den wel Edelen Agtb: Rade van Politie
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: Achtb: Heeren!’
‘Geeven op de Eerbiedigste wijze en onder betuiging van alle ware hoog achting voor U Wel Edele Gestr: en E Agtb: te kennen, de ondergeteek:s alle burgeren en Ingezeetenen wonende aan geene zijde van’t gebergte in’t District van Waveren.’
‘Dat zij Supp:lten zeer gaarne wenschte te konnen blijven continueeren met een deel van de ingeougste Granen gelijk in vorige Jaren bij d E Comp:e ter leevering te doen aanteekenen; dog dat de verandering des tijds hun met schade heeft doen ondervinden’
‘Dat daar zij Supp:lten verre landwaards in wonende zijn, bij de verheid en moeielijkheid der weegen nog is gekomen, de ongemeene hogen prijs der wagenen voor dewelke men thans tot Twee Hondert en 60 á 270 Rijxd:s moet betalen! de Schaarsheid van’t IJzer zo tot wiel beslag en ploegscharen benodigt, hetwelk men dan wel veeltijds bij particuliere Negotianten tot eene buijten gewoon hogen prijs betalen moet! als meede de bij niemand gemist konnende worden Trekossen die ook circa de helft in waarde gereesen zijn!’
‘Dat het dus uit de opgegeevene reedenen ten klaarsten blijkende is, hoe niemand der Landbouweren een eenige Vragt koorn Caabwaard brengen kan, of het geene daartoe word vereischt, als een of Twee Slaven, de wagen, en ossen, behalve de vorens gedane arbijt en kosten tot het winnen der granen belopen hem eene Somma van 700:- ofte Een Duijzend Rijxd:s ja meer!’
‘Dat dierhalve bij Uwel Edele Gestr: en E Agtb: zeer gemakkelyk kan werden nagegaan, zo de Supp:lt hun koorn voor den gewonen prijs vanaf 8 p:s mud aan d E Comp:ie opbrengen hoe zober de winst is, in vergelijking der moeite en kosten die daartoe moet werden aangewend!’
‘Dat de Supp:lt egter voor Uwel Edele Gestr: en E Agtb: openhertig betuigen hunne bereidwilligheid om gelijk bevorens een deel hunner Granen aan d E Comp: te willen leeveren; flateerende zij Supp:lten zig dat by Uwel Ed: Gestr: en E Agtb: als van zelfs in’t oog zal vallen hoe nodig ‘t is dat den prijs dier Granen zo veel worde verhoogt als bij Uwel Ed: Gestr: en E Agtb: na evenreedigheid van de Grote moeite en koste die tot het voort queeken en opvoeren derselve bij zo verre Landwaard inwonende Lieden als de Supp:lten zijn, moet werden aangelegt zullen komen te oordeelen te behoren.’
‘Zoo dat de Supp:lten om evengem: reedenen hun Eerbiedigst zijn keerende tot Uwel Edele Gestr: en E Agtb: met ootmoedige Smeekingen dat het van hoogst derselver gunstig welbehagen zijn mogen den prijs der Granen welke door de Supp:lten van geene zyde het gebergte aan d’ E Comp:ie zal worden geleeverd, zoo veel te willen verhogen, dat zij Supp:lten bij het leeveren derselve aan de E Comp:ie hun behoorlijk bestaan zullen konnen komen te vinden’
’/: onderstond :/ ‘T welk doende &:a /: was get:/ J:s de Wet d’oude, Francoys de Wet, Jan Theron, Jacobus Theron d’oude, Charl Marais Js:, Jan Gijsbert Olivier, Pieter de Bruijn, Joh:s du Plessis d’oude, Jan Theron d’oude, J:n Ab:m Meijer, Charl Theron, Hendrik Francois Moller, Thom:s Arn:s Theron, Jacob:s du Toit, Sch: W du Toit, Petrus Jacob:s du Tooij, Jan Theron prz:, Gab:l Theron, Jacob:s de Pree, Pieter Conradi, weed:we Petrus Joh:s van Heerden, Charl Maraeijs, Jacob:s Hugo, weed:we Paul Foesee, Wouter de Vos, weed:we Johannes du Toit, Andries Francoijs du Toit /: in margine :/ In’t Land van Waveren den 31 Maart 1787.’
Omtrend de premissie van welk Request in aanmerking genomen is dat ofschoon niet kan worden ontkend dat de prijsen, zo der wagens als van de Jokossen, beide tot den Landbouw en in het bijzonder tot het Transport der granen herwaards onontbeerlijk weezende, zeedert wijnige Jaren toegenomen is, zulks egter aan geene oorzaken kan worden geattribueert die aan de zijde van d’ E Comp:ie zijn ontstaan, aangezien de reedelijke prijzen van het ijzer en de Smeekolen, ook zelfs midden in den oorlog, wanneer alles ten uittersten duur geworden was, ‘S Comp:s weegen onveranderlijk zodanig gebleeven zijn, als op welke deeze materiën tot het maken van wagens en verdere voor den Landbouw dienstige gereedschappen, al voor veele Jaren zijn gesteld geweest, en dat, hoewel de Schaarsheid alleen aan zommige zoorten van’t IJzer die de eene tijd meer en de andere tijd minder werd begeert, wel voornamentlijk is veroorzaakt geworden door het geene de Maatschappij zelve in den laatsten oorlog omtrend haar Scheeps vaart geleeden heeft, nogthans uit het geene ten dien opzichte aan de Hoog Gebiedende Heeren Majores vertoond en versogt geworden is, eerlang eenen genoegzamen voorraad van het een en ander en Speciaal meede van ploegscharen, na een expres overgezonden Model zal kunnen werden verwagt.
Dat belangende het Hout tot het maken van Wagens hetwelk zeedert eenige Jaren, na mate dat het getal der wagens in gebruik is toegenomen, schaarser te bekomen geweest en dus duurder geworden is, al meede door de beraamde Vaart na de Plettenbergs baaij en den aanbreng van het in de Bosschen daar omstreex te kappen Hout, met zeer veel apparentie insgelijx eene meerder ruiijmte daar inne kan werden te gemoed gezien, en dit een en ander, zo wanneer maar den vlijt der particuliere arbeiders zig hier mede mag komen te paren binnen wijnige Jaren, noodzakelijk eene verminderinge in den exhorbitanten prijs der wagens te weeg brengen moet.
Dat voorts belangende de Jokossen aangezien de duurte derselve aan den oorlog en het gebrek aan Slagtvee ten tijde derselve, moet werden geattribueert door welke duurte de Comp: neevens, ja boven de gezamentlijke Ingezeetenen, considerabel heeft moeten leiden, en nog steeds in de noodzakelijkheid is, een groot gedeelte der Jokossen teegens excessive hoge prijsen te betalen, hoe zeer mitsdien geenzints van haar kan werden gevergt, uit consideratie daarvan, zo min als om de vorenged: overige reedenen, nog daar en boven hogere prijzen voor de granen te betalen; thans evenwel zo door het eindigen van dien oorlog, als door de genemene maatreegulen om met meerder vrugt den veerooff der Bosjesmans Hottentotten teegen te gaan, neevens andere middelen die steeds worden aangewend om de gem: in’t bijzonder voor den Landbouw nadeelige duurte van’t vee te doen Cesseeren, deese op het oog hebbende goede uitwerkinge nader daarvan kan werden gehoopt en verwagt.
En nadien dus de reedenen door de Supp:lten bijgebragt, en waarop hun versoek zig gegrond vind eenparig is geoordeelt niet te zyn van dat gewigt om uit dien hoofde den prijs der Tarwe zo als die tot hier toe buiten extra ordinaire tijden van gebrek off schaarsheid heeft plaats gehad; en altoos ten uittersten billijk en reedelijk mitsg:s tot het bestaan van den Landman voldoende gevonden is, te verhogen
Zo is ook begreepen dat hun verzoek voor als nog geenzints kan werden ingewilligt, zullende van dit besluit aan den Landdrost van Stellenbosch en Drakenstein, Hendrik Lodewijk Bletterman, de nodige aanschreivinge werden gedaan, ten einde dien aangaande de zodanige der requestranten als hem bij deese ofte geene geleegendheid voorkomen mogten na behoren informatie en elucidatie te geeven.
Zijnde bij deese geleegendheid ter consideratie dat voor als nog geen effect genoten werd, van de qualificatie die aan Landdrost en Heemraden van Graaffe-Rijnet , tot de ruiling van Rundvee bij de aangrenzende Caffers, is verleend geworden, verstaan door de Basen der verste ‘S Comp:s buiten Posten die ruiling weeder te laten voortgang neemen, op den vorigen gewonen voet, waarvan goedgedagt is, den Landdrost van Graaffe Rijnet , Maurits Herman Otto Woeke, kennisse te geeven ten einde te zorgen, dat die ruiling als ten uittersten noodzakelijk zijnde, geenzints door iemand verhindert, maar inteegendeel daar aan alle nodige adsistentie toegebragt werden moge.
Uit een ingekomen Missive van het Ceilons Gouvernement in dato 30 Jann:ij 1787 gebleeken weesende dat bij gedaan ondersoek omtrent Twee vermiste Slaven van de Burgers Andries Christiaan Wijdeman en Jan Hendrik Christoffel Smidt, ingevolge verzoek van hun Ed:s ten dien einde van hier afgegaan alleen een Soldaat bij het Luxemburgse Regiment, die zig du Rasoir noemd, gesuspecteerd werd te zijn de gedrosten Slaaff van ged: Wijdeman, en dat denzelven du Rasoir van’t Regiment is opgeeischt, en op kosten van den geenen, die zegt Sijn meester te zijn, herwaards staat over te komen, op dat de zaak alhier nader zoude mogen werden onderzogt; verzoekende het gem: Gouvernement teevens dat zo bij ondersoek, ged: du Razoir mogte bevonden werden, niet te zijn de LijfEijgen volgens de verdenkingen, die blykens de Stukken tegens hem leggen, denselven met de eerste Scheepen, weder derwaards mag werden te rug gezonden, dog zo hij bevonden word, dien LijfEijgen te weesen, dat als dan Copijen van de bewijsen die het zullen komen aan te tonen, aan hun Ed:s mogen werden gesuppediteert
Zo is verstaan, den pro interim Fiscaal Gabriël Exter te injungeeren om bij aankomst van voorm: zig du Rasoir noemenden Zoldaat alhier denselven dadelijk in goede verseekeringe te doen neemen, en voorts ten opzigte van denselven nauwkeurig en legaal onderzoek te doen, mitsg:s deesen Rade daarop onder bijvoeging der bewijzen te berigten, off ged: du Rasoir allezints en zonder eenige overblijvende dubitatie te houden is, voor den van voorm: burger Wydeman gedrosten Slaaff ofte niet, ten welken einde aan hem pro interim Fiscaal zullen werden overhandigt, Copijen van alle de van Colombo ten dien belange ontfangene Stukken.
En nadien welgem: Ceilonsche Gouvernement mede bij Missive van den 20 Novemb: 1786. te kennen geeft, voor ‘S Comp:s dienst nodig te zijn, dat den Lieut: de Goupeliere, gehorende onder’t Regiment van Meuron, denwelken in A:o 1785. met Congé derwaards is overgegaan, verders nog Een Jaar aldaar overblijft het geen dien officier op versoek van den Edelen Heer Ceilonschen Gouverneur ook aangenomen had te doen, met instantie egter, dat mitsdien sijn verloff voor Een en des mogelijk voor Twee Jaren, mogt werden geprolongeert, het geen door welgem: Gouvernement vriendelijk verzogt werd dat geschieden mogt: ten welken belange uit eene aan deesen Rade geaddresseerde brieff van de Heer Major de Meuron, gedateerd den 10:e deeser, is komen te blijken dat door hem Heer Major als teegenwoordig bij afweesen van de Heer Collonel de Meuron, het Regiment van die Naam Commandeerende, vermits d’ Expiratie van dat verloff, zonder dat gem: de Goupeliere zig weeder bij het Regiment had vervoegt, daarvan aan ged: Collonel kennisse gegeeven en desselfs ordre ten dien oipzigte gevraagt zijnde, hij Heer Major mits dien in de versogte prolongatie niet konde solliciteeren.
Dan waarop door den Heere Gouverneur te verstaan gegeeven wierd, dat niet alleen ged: Lieut: de Goupeliere die aan Sijn Ed: gebleeken was te zijn een perzoon van veel kunde in de Genie door Syn Ed: om het gebrek aan Leeden van die weetenschap te Ceilon en het nut dat mitsdien voor den dienst der Maatschappij aldaar van denselven konde werden genoten, aangespoor was geworden voor eenigen tijd na het voorsz: Gouvernement over te gaan, maar dat ook bij Sijn Ed: uit de ontfangene Plans van’t ged: Eijland, waaraan dien Lieut: volgens informatiën die hij Heere Gouverneur van den Heere Ceilonschen Gouverneur ontfangen had, neevens andere had gearbeid, en uit het geene verder aldaar stond te geschieden, behalven het geene ged: Gouvernement daarvan heeft gedeclareerd, ten duidelijksten was voorgekomen, dat meerged: Lieut: de Goupeliere aldaar voor den dienst der E Comp:e nog wel eenigen tijd nodig zoude zijn.
Zoo is, in agting genomen weesende, dat het getal der officieren van het voorsz: Regiment alhier teegenwoordig nog groot genoeg komt te zijn, om in evenreedigheid van de gemeenen, den dienst bij hetzelve te verrigten, en dat het belang der E Comp:e thans zonder eenige præjuditie aan het Regiment toe te brengen, veel meer nut uit den dienst van ged: de Goupeliere ten Eijlande Ceilon als alhier kan erlangen, mitsdien verstaan, van weegens deesen Rade het Congé voor denselven de Goupeliere zeedert den tijd dat hetzelve g’Expireert is geweest, nog voor Twee Jaren te prolongeeren, zullende aan de Wel Edele Groot Agtb: Heeren Bewindhebberen ter kamer Zeeland, als de bestellingen over het voorsz: Regiment hebbende, onderdanigst werden versogt, dat om de gem: reedenen dit in zulk een Extraordinair geval geprolongeerd Congé mag werden geagreëert en dat het haar Edele Groot Agtb: goedgunstig behagen mag, denselven de Goupeliere in hoogst derselve protectie te neemen, teegens het nadeel dat men zoude mogen onderneemen daaruit ten Synen opzigte te elicieeren
En is verstaan dat ged: Heer Major de Meuron dienaangaande van het nodige bij Extract deeses zal werden geinformeert.
Zijnde wijders op het ingediend Request van Thomas Henrij Price, Capitain van’t aanweesend Deensch Schip de Achilles , den Mattroos Fredrik Christiaan Koning uit den dienst der E Comp:e ontslagen, en aan denzelven gepermitteert, zig op het gem: Deensch Schip als Stuurman in dienst te begeeven; ter zake niet alleen uit eene overgelegde attestatie van den Equipagiemeester alhier is komen te blijken dat ged: perzoon van Christiaan Koning, die wel eer in differente qualiteiten en zelfs in die van Capitain bij de Deensche Natie ter zee heeft gediend gehad, dog door geleedene desasters, tot disfortuin is geraakt, door syne zwakke Lighaams constitutie niet meer Capabel is, de gemeene diensten van een Mattroos te verrigten, en dus zeer bequamelijk kan werden gemist, maar dat men ook ten uittersten billijk heeft gevonden, gem: Cap:n Price, ter Consideratie der bij zyn Request opengelegde omstandigheeden van Syn Scheeps Equipagie met dien persoon te adsisteeren.
Verders is bij overweeging van het door den oud Heemraad van Stellenbosch Hendrik Cloete, als teegenwoordige bezitter van de plaats Constantia , Schriftelijk gedaan versoek tendeerende dat vermits men aan dit Gouvernement door manquement der precise rendementen van de bij d’ E Comp:ie gedane verkopingen der Constantia wijnen, niet in staat is eene bereekening te maken van het geene hem Supp:lt voor syn aandeel volgens het geaccordeerde der Hoog Gebiedende Heeren Majores uit de overwinsten die op syne na het Patria verzondene en aldaar verkogte wijnen zijn behaald geworden, competeerd en hij zig daar door in geen geringe verleegendheid aan gereed geld gesteld vind, aan hem Supp:lt provisioneel op het geene Sijn aandeel in de gem: overwinsten zal komen uit te maken, eene Somma van Rd:s 2000. uit ‘S Comp:s Cassa mag werden verstrekt, in hetzelve verzoek goedgevonden te condescendeeren, mits den Supp:lt ingevolge syne bij het Request gedane presentatie, zig tot de restitutie van dien verbinde ofte wel van zo veel als bevonden werden mogt, bij hem te veel genoten te zijn, ingevalle naderhand zoude mogen werden verstaan, ofte ontdekt dat, ‘tzij in’t geheel ofte ten deele, zodanige restitutie door denselven zal moeten geschieden.
Waarna ter Consideratie dat den ondercoopman en Landmeeter Christoffel Hiernonimus Lijste door desselfs toeneemend lighaams ongemak zig buiten Staat vind, langer de fatiques te ondergaan, die den dienst van syn Ampt hier te Lande versellen, denselven op sijn bij Request gedaan verzoek, behoudens sijn Rang en qualiteit van ondercoopman uit S Comp:s dienst ontslagen en in burger vrydom is gesteld
Gelijk ook aan den Coopman Titulair en opziender van het Hout Maguazijn, Willem Ferdinand van Rheede van Oudshoorn, en den winkelier Egbertus Bergh, op hun meede bij geschrifte gedaan verzoek is geaccordeert geworden om met het retourschip de Catharina Johanna na Neederland te laten vertrekken, het op een Fransch Schip van Mauritius herwaards overgekomen zoontje van den Heer Ceilonsche dessave Fredrik Jacob Belling, genaamd Jan Gerard Belling, hetwelk zig op het ten gem: Eijlande Mauritius vertoevend retourschip de Paarl als Passagier bescheiden heeft bevonden, mits de Supp:lten overeenkomstig hunne in qualiteit als gemagtigdens van ged: Heere Dessave Belling gedane presentatie, verpligt blijven in zo verre bevonden mogt werden, dat het Transport en kostgeld voor het gem: Zoontje te Ceilon nog niet mogt weesen betaald, de voldoeninge daarvan alhier in ‘S Comp: Cassa naderhand te presteeren.
Waarna in overweeging genomen zijnde het mede bij geschrifte gedaan versoek van den burger Frans Hilligers ten einde van d’ E Comp:e onder borgtogt van den Substituut bode van politie Jan de Klerk, en den Baas Metzelaar der E Comp:ie Philip Diel, mitsg: Speciaal hypotheecq van desselfs ‘S Comp:s weegen aan hem afgestane Stuk Huijs Erfs teegens den ordinairen jaarlijxen Intrest van Ses pC:to tot weeder opzeggen toe, onder zig te mogen behouden eene zodanige Somma van ƒ2109:5 Caabs, als hij voor de eerste paaij van’t montant voor welke het gem: Erff bij besluit van den 24 Novemb: pass:o aan hem is gecedeert geworden contant hadde moeten opbrengen, zoo is ter consideratie dat ‘er voor gem: Hilligers door het onder de Ingezeetenen exteerend geld gebrek geen mogelijkheid is, deese Somma bij deselve te negotieeren, in Sijn voorsz: versoek gecondescendeert, mits den Intrest van gem: Capitaal ingang neemen zal met den 24 November voorschreeven.
En nadien door den mede burger Christiaan Fredrik Herbst, aan wien bij besluit van den 12 Xbre des voorl: Jaars teegens eene Somma van ƒ4835. Caabs omme, in diervoegen betaalt t werden, als de gem: resolutie is behelsende, insgelijx een Stuk huijs Erfs in eijgendom is verleend geworden al meede bij Request versoek is gedaan, dat vermits hij zig onmagtig bevond om d’ eerste paaij van dat montant ter Somma van ƒ1611:5, naluid van de meergen: Resolutie voor als nog Contant op te brengen en ook particulier hetzelve niet op Intrest konde werden verkreegen, hij van hetzelve bij wijze van koop geobtineerde Stuk Erfs en Syne verbintenisse, om de voorsz: Somma daarvoor te voldoen, mogt werden ontheeven terwijl den burger Brandmeester Arend van Wieligh bij hetzelve Request daar en teegen kwam te versoeken dat het voorsz; Erff teegens betalinge van de meergem: Somma van ƒ4835. even en in diervoegen als zulks aan ged: Herbst toegestaan is geweest, weederom aan hem in Eijgendom mogt werden Vergunt; Zo is na overweeging van het een en ander, best gedagt de versoeken van beide de Supp:lten te accordeeren.
Zo als ook verders nog aan den burger Anthonij Fick op zijn al meede bij geschrifte gedaan verzoek en daar neevens overgelegd bewijs van Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein , dat de uitgave van een Strookje gronds annex het oude Erff van gem: Anthonij Fick onder het District van Stellenbosch geleegen, niemand tot præjuditie verstrekken konde, hetzelve Strookje Lands ter grote van 54. quadraat Roeden, en 44 dito voeten aan hem Supp:lt in eijgendom is verleend geworden.
Den Heer Secunde Pieter Hacker, ingevolge het door de Hoog Gebiedende Heeren Majores aan Sijn Ed: geaccordeert ontslag aan desselfs vervanger den Heere Johannes Izaäc Rhenius onder ultimo Januarij laatstL: hebbende overgegeeven, alle ‘S Comp:s effecten, dewelke tot desselfs verantwoording hadden gestaan, terwijl door Syn Ed: teffens is gesteld de geordonneerde Borgtogt, ter Somma van 5000. Rd: declareerde laatstelijk ter vergaderinge nevens Syn Ed: Familie met het aanweezend retourschip de Catharina Johanna de reize na het Vaderland te zullen aanneemen: zynde mits dien aan Sijn Ed: op desselfs verzoek toegestaan derwaards meede te neemen een vrije vrouws perzoon Cornelia, en een Slave jonge Charles genaamd mits betalende het daartoe staande Transport en kostgeld, zo voor de heen reize van ged: vrouwspersoon, als voor de heen en te rug reize tot hier ter plaatze van gem: Slave Jongen, mitsg:s ook, om behalven desselfs gewone gepermitteerde Bagagie te doen branden en in ged: bodem te laden, een viervoets kist met porcelain gevult. Waarna gem: Heer Hacker afscheid uit de vergadering genomen hebbende, en door den gantschen Raad tot buiten de Zale en voorts door de Heeren Leeden M:r Jacobus Johannes le Suëur en Oloff Godlieb de Wet tot onder de Puije van het Gouvernement uitgeleid geworden zijnde.
Tot Commissaris Politicq in den Eerw: gereformeerden kerkenraad is benoemd bovengem: Heer Secunde Joh:s Izaac Rhenius. Zijnde mede goedgedagt den Raad van Justitie alhier aan te schrijven dat gem: Heer Hacker als tot hiertoe met het præsidie in dat Collegie bekleed geweest zijnde, thans mede desselfs afscheid aldaar zal kunnen neemen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteert. In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeven
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 478-480.¶
Maandag den {17870521} 21 Maij 1787.
alle præsent, behalven den Heer Collonel Gordon.
Den per het retourschip de Diamant van batavia vertrokkene en ter deser plaatze overgebleevenen Cap:e ter zee Nicolaas Acker, aan wien bij besluit van den 15 deeser Maand is toegestaan geworden, om per het ter deeser Rheede leggend retourschip de Vrouwe Catharina Johanna naar Neederland te reisvorderen, thans nader in geschrifte versoek komende te doen dat vermits het overleiden van den op het zeedert inde Baaij Fals mede van Batavia gearriveerd Schip ‘T Duijfje gecommandeert hebbenden Capitain Willem Kerkhoff, op dien Bodem in’ Commando mogt werden gesteld, ende zulx nadien door hun Hoog Edelens de Heeren der Hooge Indiasche Regeering te Batavia navolgens het neevens den voorschreeven Requeste overgeleeverd Extract van derselven besluit sub dato 27 October 1786. aan hem Capitain Acker onder anderen is geaccordeert dat bij Vacature van het gezag op eenen retourbodem, hij daar in zoude kunnen werden gesteld; Is in dit verzoek gecondescendeert, en zal gezegde Capitain Acker dienvolgens in steede van wijlen voorschreeven Capitain Kerkhoff het Commando op geciteerde retourschip het Duijfje werden opgedragen, ende zulks met weeder Cours neeming Sijner Stil gestaan hebbende gage van dato deeses.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 481-483.¶
Woensdag den {17870530} 30 Maij 1787.
alle præsent
Den Schipper van het bij d’ E Comp:e ingehuurt part:r Schip de Vlissinger , Willem Fredriksze, bij geschrifte aan den Heere Gouverneur te kennen gegeeven hebbende, dat den perzoon van Fredrik Gerritson Lijons, die zig als derde Stuurman op dien Bodem bescheiden bevonden had, en bij de Monsterrolle onder de Naam van F: G: Heijmers bekend stond, eerst uit hoofde van Syn Slegt Comportement op de herwaards reize tot Mattroos gedegradeert, en naderhand, vermits daar door nog geen beeterschap getoond had, in de Boeïen gesloten geworden was. Dat bij de komst ter deeser Rheede, ged: Schipper hem Lijons op sijne beede uit de Boeïen ontslagen hebbende, denselven egter een zodanig brutaal gedrag aangenomen had, dat door de verdere officieren zo voor hun, als voor de geheele Equipagie aan gemelde Schipper verzogt geworden was, meergemelde Lijons aan de wal te zetten, en dat hij Schipper denselven alhier in’t Casteel had doen Transporteeren; Zo is op het voorstel van welgemelde Heere Gouverneur hier over gedelibereert zijnde, best gedagt voorschreeve Lijons, die zig ten deesen Casteele in arrest bevind, als een Sujet van welke men deeze Colonie behoord te ontlasten, met het retourschip de Gouverneur Generaal de Klerk in Sijn laatste qualiteit van Mattroos voor de kost scheeps dienst doende, na het Vaderland op te zenden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 484-485.¶
Woensdag den {17870608} 8 Junij 1787.
bij omvraag.
Door den Cap:n ter zee en geweesen Equipagiemeester tot Punto Gale , Laurens de Lille, aan wien bij besluit van den 7 May laatstl:, op desselfs als toen in geschrifte gedaan verzoek is toegestaan geworden, om uit hoofde der indidpositie Sijner bij zig hebbende huisvrouw, nevens haar en een onder sijn opzicht sorteerend kind, Dirk Mattheus van Ebbenhorst genaamd, als mede eene ter oppassing dienende Slavinne, in Name Regina, van het Ceilons retourschip ‘T Hoff ter Linde , waarmede alhier is aangekomen, af te gaan en eenigen tijd ter deser plaatze over te blijven, thans weederom bij Request verzogt geworden zijnde, om, vermits de herstellinge zijner voorsz: huisvrouw benevens haar het geciteerd kind ende voorsz: Slavinne p:r ‘t in de baaij fals vertoevend retourschip’T Duijfje de reize naar NeederL: te mogen vervorderen, zo is zulx aan denselven g’accordeert.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteert. In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 486-489.¶
Dingsdag den {17870612} 12 Junij 1787.
Is op het door den Schipper Pieter Cornelisse, Commandeerende het ingehuurd particulier Schip de Goede Intentie , Schriftelijk gedaan versoek, aan denzelven toegestaan, met gem: bodem na Batavia te mogen meede voeren desselfs alhier gehuuwde Huijsvrouw, René Jeanne Artus, mits ter gem: hoofdplaatze zig omtrend het kostgeld voor dezelve gedragende na de Cherte parthije, door d’E Comp:ie met de Rheeders van dien bodem aangegaan.
En wijders uit eene door d’ Overheeden van het in de Baaij-Fals vertoevend Chinas retourschip de Gouverneur Generaal de Klerk , aan deesen Rade overgeleeverde Scheeps Resolutie van den 6:e Maart jongstL: gebleeken zijnde, dat dezelve overheeden, wanneer als toen onder het noorder Eijland waren leggende, uit hoofde der zwakheid hunner Equipagie van’t aldaar kruijssend Schip vier perzonen zig ten dien einde aangeboden hebbende provisioneel in dienst der E Comp: hadden g’engageert als mattroosen, ende zulx ter approbatie van de Wel Edele Groot Agtb: Heeren Bewindhebberen in’t Patria, dan wel deesen uithoek aandoende, op de goedkeuring der Regeering alhier; So heeft men best gedagt om, niet alleen ter oorzake van de hiervoren gemelde zwakheid der Equipagie van gezegden bodem maar ook nadien dies overheeden buiten dien hebben gedeclareerd, zig door op China geleedene desertie ontbloot te vinden van genoegzame bequame Zeevarenden, ten einde de reize met volkomene gerustheid te kunnen volbrengen, voorsz: vier perzonen, zijnde genaamd
Johan Morge | van Nieuw jork |
Daniel Seeleven | |
George Spanser | |
Thomas Frije |
Johan Morge | van Nieuw jork |
Daniel Seeleven | |
George Spanser | |
Thomas Frije |
in hunne gemelden dienst als Mattroosen op het gezegde Schip de Gouverneur Generaal de Klerck te laten continueeren, ende zulx ter approbatie van de Wel Edele Heeren Bewindhebberen ter kamer Middelburg, waar voor meermelden Bodem is repatrieerende, mitsgaders tot zodanige gagiën en douceurs als het Hoogst deselve zal behagen gezegde perzonen toe te leggen; Zullende hier van aan wel opgemelde Heeren Bewindhebberen pligtschuldig kennisse werden gegeeven
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 490-492.¶
Donderdag den {17870614} 14 junij 1787.
bij omvraag.
Uit eene door den Heer Secunde Johannes Izaäc Rhenius overgeleeverde Memorie, mitsg: daarbij gevoegde Rapport en verklaring, gebleeken zijnde dat bij overgave van ‘t Schip ‘T Duijfje aan den daarop in Commando getreeden zijnde Capitain Nicolaas Acker door expresse Gecommitteerdens, op de volgens Inventaris tot dien bodem gehorende Equipagie en Victualie goederen, het volgende te kort bevonden is, zo is goedgevonden en verstaan, het bedragen van dien d’ opperhoofden van gem: bodem op hunne zoldij reecq: in maniere als volgt te doen belasten, als.
De Opperhoofden van’t Schip ‘T Duijfje worden op reecq: van zoldijen belast voor de volgende goederen, volgens Inventaris en Verklaring van daartoe expres gecommitteerdens, bij overgaaf te min bevonden Namentlijk.
162 | lb | gezout vleesch teegens uitkoopsprijs | ƒ72:13:- |
2 | Vaten | Bier d:o d:o | 144:-:- |
2 | Aams | fransche off Sec wijn | 48:-:- |
1 | Aam | brandewijn | 36:-:- |
37 | kannen | olijven olij teegens uitkoopsprijs | 67:07:08 |
55 | d:o | Lamp d:o d:o d:o | 43:17:- |
55 | lb | Wasch kaarssen | 87:06:- |
1/4 | last | ofte 4 1/4 mud Tarwe | 27:04:- |
1 | p: | Zwaar Vijger Touw met 2 Capitaal advans | 1045:01:- |
1 | d:o | Roer Haak d:o 2 d:o d:o | 50:08:- |
1 | d:o | Vingerling d:o 2 d:o d:o | 57:17:- |
1 | Stuk | Stengewand d:o 2 d:o d:o | 848:07:08 |
1 | Stel | nieuwe bramseil d:o 2 d:o d:o | 435:01:08 |
8 | p:s | koevoeten teegens uitkoopsprijs | 46:04:- |
1/4 | rol | platloodt d:o d:o | 16:-:- |
40 | lb | verff d:o d:o | 16:-:- |
te zamen | ƒ3041:06:08 | ||
hierop 25 pC:tos verhoging | 760:06:08 | ||
Somma | ƒ3801:13:- | ||
komt voor reecq: van den overleedenen Capitain 2/3 | ƒ2534:08:08 | ||
d:o d:o d:o d:o d:o d:o Capitain Lieutenant 1/3 | d:o 1267:04:08 | ||
als boven | ƒ3801:13:- | ||
bedragende dus voor reecq: van den overleeden Cap:n Willem Kerkhoff Voor Syn 2/3 | ƒ2534:08:08 | ||
en den Cap:n lieut: Uswald voor 1/3 | d:o 1267:04:08 | ||
Sommeert als boven | ƒ3801:13:- |
162 | lb | gezout vleesch teegens uitkoopsprijs | ƒ72:13:- |
2 | Vaten | Bier d:o d:o | 144:-:- |
2 | Aams | fransche off Sec wijn | 48:-:- |
1 | Aam | brandewijn | 36:-:- |
37 | kannen | olijven olij teegens uitkoopsprijs | 67:07:08 |
55 | d:o | Lamp d:o d:o d:o | 43:17:- |
55 | lb | Wasch kaarssen | 87:06:- |
1/4 | last | ofte 4 1/4 mud Tarwe | 27:04:- |
1 | p: | Zwaar Vijger Touw met 2 Capitaal advans | 1045:01:- |
1 | d:o | Roer Haak d:o 2 d:o d:o | 50:08:- |
1 | d:o | Vingerling d:o 2 d:o d:o | 57:17:- |
1 | Stuk | Stengewand d:o 2 d:o d:o | 848:07:08 |
1 | Stel | nieuwe bramseil d:o 2 d:o d:o | 435:01:08 |
8 | p:s | koevoeten teegens uitkoopsprijs | 46:04:- |
1/4 | rol | platloodt d:o d:o | 16:-:- |
40 | lb | verff d:o d:o | 16:-:- |
te zamen | ƒ3041:06:08 | ||
hierop 25 pC:tos verhoging | 760:06:08 | ||
Somma | ƒ3801:13:- | ||
komt voor reecq: van den overleedenen Capitain 2/3 | ƒ2534:08:08 | ||
d:o d:o d:o d:o d:o d:o Capitain Lieutenant 1/3 | d:o 1267:04:08 | ||
als boven | ƒ3801:13:- | ||
bedragende dus voor reecq: van den overleeden Cap:n Willem Kerkhoff Voor Syn 2/3 | ƒ2534:08:08 | ||
en den Cap:n lieut: Uswald voor 1/3 | d:o 1267:04:08 | ||
Sommeert als boven | ƒ3801:13:- |
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp
C. 174, pp. 493-495.¶
Woensdag den {17870620} 20 junij 1787.
alle præsent
Door den Capitain Lieutenant Christiaan de Cerff, die als gezaghebber op het in de Baaij Fals verongelukte Hoeker Schip Catwijk aan Rhijn is bescheiden geweest, en omtrend denwelken in dato 14 Februarij deses jaars op het ten synen opzichte ingeleeverd vertoog van den pro Interim Fiscaal Gabriël Exter is besloten, dat met een der Retourscheepen naar Neederland zoude werden opgezonden, bij Request zeer instantig verzoek zijnde gedaan dat nadien thans p:r het in de Baaij Fals leggend Schip Beverwijk derwaards stond te vertrecken, ter consideratie dat niet teegenstaande dit syn retour wel kwam te geschieden buiten dienst en zonder winning van Maand gelden, hij egter bij het gez: besluit deezes Raads niet is ontstoken geworden van desselfs Rang off qualiteit, overzulx aan hem mogt werden gepermitteert, de gewone bagagie, die de Zee officieren van Sijn qualiteit uit Indiën repatrieerende, meede voeren, zo is begreepen, dat dit verzoek uit hoofde der daar bij geallegueerde reedenen met de billijkheijd overeenstemd, en uit dien hoofde eenparig besloten, om de voorschreeve gevraagde gepermitteerde Bagagie voor opgemelde Capitain Lieutenant de Cerff, met die der andere thans te repatrieeren staande Perzonen, te laten branden
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J I Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] T: C: Rönnenkamp