Skip to content

C179 C180 v1.20

C. 179, pp. 315-317 en C.180, pp. 2-9.

Dingsdag den {17880916} 16. Septbr: 1788.

’s voormiddags Extraordinaire vergadering alle præsent.

Wierd door den Heere Secunde Johannes Isaak Rhenius, benevens de Heeren Leeden deezes Raads M:r Jacobus Johannes Le Sueur en William Ferdinand van Reede Van Oudshoorn, als hiertoe bij besluit van den 9 deezer Maand, expresselijk gequalificeerd, overgegeeven de volgende Memorie van Consideratiën omtrend het geene door de Gecommitteerdens tot de berging der lading van het in Plettenbergs Baaij verongeluckte particulier Schip de Maria in hunne gemelde Commissie zal behooren te worden verrigt.

Na dat de Heeren Kirsten en Faure als nieuw aangestelde Gecommitteerdens na de Plettenbergs Baaij voorsien weesen zullen van een Schriftelijke Commissie regeerings weegen, die hun in Staat zullen stellen de goederen van het verongelukte Particulier schip de Maria in voorsz: Baaij van dies aldaar bevindende Gecommitteerdens de Heeren Duminij en Bergh in zo verre die bereids zijn aangespoeld, overteneemen, geeven d’ondergeteekendens in bedenking, of het niet noodzalijk zijn zoude, dat men omtrend die Lijwaaten het volgende observeerde.

‘Dat, wanneer de Stukken na die sorteering volgens Inventaris overgenomen zijn, men vervolgens Continueerde om het nog ongespoelde verder te doen Spoelen en bij de vorige droog Weg teleggen; het geen insgelijks zal dienen gedaan te worden met dat geene, dat bij vervolg nog door de zee Staat op Strand geslaagen te worden: Kunnende en voor Slavenhuur, en voor het opreijden der Pakken mitsgaders der Linnens, dat geene aan Geld besteed worden, waarvoor de Heeren Duminij en Bergh zulks veracCordeert hebben, ten zij men tot voordeel der Maatschappij eene modiquer prijs daarvoor konde bedingen.’

‘2.de Daar de gecouleurde Lijwaten alleenlijk gedrog heel veel Swaarigheid lopen om wederom op die wijze ingepakt, te verrotten; [.....]len de ondergeteekendens, dat dezelve insgelijks als het witte Linnen zullen dienen gewassen te worden, te meer omdat het, eens in Zee water geleegen hebbende, nimmer droog word.’

‘3.de Zal het dienstig weesen, dat het Linnen andermaal een paar Uuren in de Zon te droogen gelegd word, voor dat men het toevouwd en Emballeerd; alzo de ondervinding meermalen geleerd heeft; dat zulx niet geschiedende; of wel de minste vogtigheid daar zijnde, het gepakte Lijwaat spoedig komt te verrotten.’

‘4.de Diend er Zorge gedraagen te worden, dat de goederen nauwkeurig gesorteerd, zoort bij zoort gepakt worden, om alle verwarringen diesaangaande voor te komen.’

‘5.de Behoord tot binnen Emballage g’Emploijeerd te worden het ontramponeerd gesauveerd linnen en het zelve zal, even als het goede eerst in Zoet water moeten uitgespoeld worden, eer men het tot voorsz: einde gebruikt.’

‘6.de Na dat vervolgens de Pakken, met touw of lijn gegord zullen zijn, moet de buijtenste Emballage gemaakt worden van het gonje, in welke het Lijwaat opgespoeld is geweest: de oude merken aan de binnenkant brengende, kan men als dan op de Schoone of buitenste zijde de Nommers der Pakken, het getal en de Sorteering der goederen merken.’

‘7.de Wanneer onder die Massa, Lijwaat zig mogte bevinden, die de Heeren onbekend zijn, diend als dan een klein lapje Linnen uit ieder Baal genomen te worden, en deselve even als de pak gemerkt zijnde, bij de Factuur te werden geborgen.’

‘8.ste Daar het niet apparent is, dat men zo veel gonje zal in handen hebben, als na evenredigheid van de quantiteit van Linnen tot Emballage nodig weezen zal, konde het mankeerende, zeer gemakkelijk gesuppleerd worden, uit de Zeijlen van het verongelukte Schip, die niet te hoog in prijs lopende voor de Comp:ie konde worden ingekogt, en konde dit insgelijks worden geobserveerd ten aanzien van het oude ongeteerd touwerk tot gorring der Pakken.’

‘9.de Word het nieuw Zeijldoek en de Lijn alleenlijk meede gegeeven, om zig daarvan bij Hoge noodzakelijkheid te bedienen en zullen deselve niet gebruikt wordende, dan wel een gedeelte daar van overSchietende na de Caab te rug dienen te werden gebragt, gelijk meede dat gedeelte Zeijlgaarn &:a dat resteeren zal.’

‘10.de Zal men alle Zorgvuldigheid dienen te gebruiken, dat de pakken eenmaal in ordre gebragt, deselve in de pakhuisen geen leccagie ondergaan, om welk voortekomen bij regenagtig weeder eene nauwkeurige visentatie diend gehouden te worden.’

‘11.de Worden de Spijkers en verdere Timmermans gereedschappen meede gegeeven, of men deselve nodig mogte hebben, wanneer het aldaar in de Plettenbergs baaij Staande pakhuijs niet groot genoeg zijn mogte om alle de goederen daarinne te leggen, om ‘er een houte loos ter berging van het resteerende goed meede op te zetten.’

‘12.de Zal men alle voorzorg dienen te gebruiken, dat de goederen niet gestolen worden, en is ‘t dierhalven allernoodzakelijkst, dat deselve zo Spoedig mogelijk onder het Slot worde gebragt, dan wel aan de Militaire Wagt, zulx niet Schielijk genoeg kunnende geschieden overgegeeven worden.’

‘13.de Diend bij alle gelegentheeden aan de Gouverneur en raad kennisse te werden gegeeven in hoe verre men met deese Commissie is gevordert, die baaij niet verlatende dan op voorkennisse deeser Regeering.’

‘Met voorschreeve remarques te hebben gemaakt laaten de ondergeteekendens aan de Gecommitteerdens wijders overig dat geene te doen, het welk zij oordeelen zullen overeenkomstig met ‘s Compagnies belangen verder nodig te weesen, en zal bij de te rug komst aan hun uit ‘s Compagnies Cassa werden gerestitueerd, dat bedraagen, het welk zij verpligt zullen geweest zijn geduurende de reijze tot hunne noodzakelijke onderhoud uittegeeven mits daarvan overleeverende eene Specifique reekening.’

’/:onderstond:/’

‘Cabo de Goede Hoop den 16. September 1788. /: was geteekend:/’

‘J: I: Rhenius J: J: Le Sueur en W: F: V: Reede van Oudtshoorn:’

Welk een en ander bevonden zijnde, volkomen met de belangens der E. Maatschappij overeen te komen, is goedgevonden en verstaan, Copie daarvan te Stellen in handen van voorsz: Gecomitteerdens, ten einde de daarbij gemaakte Schickingen tot derselver narigt te doen strekken.

Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:

[Signed:] C: J: van de Graaff

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: de Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] Mij præsent C: van Aerssen Secr:s