C180 v1.20
C. 180, pp. 9-10.¶
Zaturdag den {17880927} 27. September 1788.
Alle present, bij omvrage.
Door den Schipper van het uitkomend particulier Schip Berkshoven , Harmen Ruurds per request zijnde verzogt omme vermits hij Suppliant geduurende zijn verblijf alhier, zo door ziekte als desertie Vijf van zijne beste Mattroozen was komen te missen, overzulx na luijd van zijne Cherte partije wederom met Vijf andere Zeevarenden en Specialijk roergangers te worden geadsisteerd, zo is goedgevonden en verstaan den Suppliant dit zijn versoek in te willigen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent C: van Aerssen Secr:s
C. 180, pp. 11-111.¶
Dingsdag den {17881007} 7: Octbr: 1788.
’s voormiddags, alle præsent.
Is op het daaromme per requeste door den Capitain bij de vierde Compagnie Burger Dragonders aan Stellenbosch Daniel Jacobus de Kock; gedaan versoek, uit aanmerking zijner toeneemende hooge Jaaren en Swakheid van gezigt, goedgevonden en verstaan, denselven Daniel Jacobus de Kock van zijne evengemelde Functie als Capitain te ontslaan.
En is voorts vermits het ontslag van den Capitain eener Compagnie Burger Cavallerie alhier Christiaan George Maasdorp, zo tot desselvs plaatsvulling, als de verdere daardoor nodig gewordene veranderingen, goedgevonden, de volgende aanstellingen van burger Krijgs officieren te doen, te weeten:
Terwijle op een door den Burger Krijgs Raad gepræsenteerd request, luijdende:
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien, beneevens den E. Achtbaren Politicquen Raad:
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E. Achtbaare Heeren!’
‘Geeft reverentelijk te kennen President en Leeden van den Burger Krijgsraad deeser St[.....], dat vermits de noodzakelijkheid vorderde dat er meerder Chirurgijns, bij de Burgerije wierden geplaatst, om ingeval van onverhoopte omstandigheeden, te kunnen werden geemploijeerd; zo is door welgemelde Krijgsraad, op approbatie van UWelEdele Gestrenge en E. Achtb; aangesteld tot Chirurgijn bij de Cavallerije Carel Frederik Voigt; dog bij nadere Informatie gebleeken zijnde, dat gemelde Voigt een Compagnies Dienaar is, die alhier onder afgeschreeven gagie was gebleeven; Reedenen waarom de onderget: zig keeren tot UWel Edele Gestrenge en Edele Achtbr:, ootmoedig insteerende, dat het van Uwe Wel Edele Gestrenge en E Achtbare gunstig welbehagen mag zijn, om gemelde Voigt, met het burgerregt te begunstigen, te meer om dat deselve alhier getrouwt is, en Eijgen huijzen bezit.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende &:a /:was geteekend:/ R: J: Gordon, D: Wiezer, P: J: Moller, J: C: Gie, H: A: Truter, J: F: Bernhardi, Jens Janssen, W: Kirsten, A: J: V: der Poel, C:l J:s Gie, Abraham de Smidt, L: P: Biel /: in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 23. Septb:r 1788.’
Goedgevonden is, den daarbij vermelden Carel Frederik Voigt, uit ‘s Compagnies dienst te ontslaan, en in burger vrijdom te stellen, om als Chirurgijn der burgerije te kunnen fungeeren.
Wijders is ter vervulling der door het ontslag van de Capitains der burger Cavallerije aan Stellenbosch Joost Rijnard van As en Daniel Jacobus de Kock, opengevallene Officiers plaatsen, goedgevonden wederom aantestellen:
Waarna geleesen zijnde eene Memorie van remarques, door de onlangs uit de Mossel en Plettenbergs Baaijen , gereverteerd zijnde Gecommitteerdens, den Capitain ter Zee François Duminij en den Winkelier Egbertus Bergh ingediend, omtrend het geene, door de derwaards in hunne Steede afgesondene geCommitteerdens, Jan Frederik Kirsten en Jan Pieter Faure met betrekking tot de behandeling der uit het aldaar verongelukte Schip de Maria geborgene goederen te doen zoude Staan luijdende deselve Memorie
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E. Achtbr: raad van Politie.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E. Achtbr:e Heeren!’
‘D’ ondergeteekende geCommitteerdens over de Mossel en Plettenbergs Baaijen na de Commissie met welkers uitvoering zij d’ Eere hebben gehad door Uwe WelEdele Gestrenge en E Achtbr:e belast te worden gelukkiglijk ten einde gebragt en met opzigt tot de gesalveerde goederen uit de lading van het in laatstgemelde baaij verongelukt Ceijlons retour Schip de Maria , voor derselver vertrek van daar, zodanige Schikkingen gemaakt te hebben, als zij d’ Eere hebben gehad Uw Wel Edele Gestrenge en E: Achtbr:e bij derzelver laatstafgesondene eerbiedige Letteren, van den 8: deezer Maand, pligtschuldig ter kennisse te brengen, voor eenige dagen alhier gereverteerd en als toen ter ordres van den Edelen Heer Gouverneur aan dezelve ter handen gesteld zijnde Copias van zodanige Instructive papieren als ter observance voor de t’ zedert naar buijten vertrokkene GeCommitteerdens zijn ontworpen; met ordre omme alzo door de verandering der omstandigheeden ook eene verandering van Mesures noodzakelijk zoude kunnen geworden zijn, te dienen van derselver Consideratien, welke alteraties in voorsz: Instructies gemaakt, en wat voor andere maatregulen ten meesten dienste der E Comp:ie met relatie tot de reeds geborgene ofte nog te bergene goederen zouden dienen te werden In’t werk gelegd: gebruijken zij de vrijheid in pligtschuldige voldoening aan Uwer Wel Ed: Gestrenge en E Achtbr: voorsz: begeerte als nu bij deesen te zeggen, dat zij hun gevoelen fundeerende op de kennisse welke zij van ‘t locale door d’ondervinding hebben verkreegen, oordeelen dat de GeCommitteerdens, na bij derselver arrivement ginder d’ administratie van dat gedeelte van ‘t Magazijn, waarin het lijwaat is opgeslagen, van den opzigter Meeding, ter wiens verantwoording hetzelve door d’ ondergeteek: is gesteld, in maniere als hun zulx bij hunne Commissie voorgeschreeven word, overgenomen te hebben, het volgende zullen moeten observeeren, als.’
‘Maar vermits den opziender van de Houtloots, als zijn tijd en magt wel nodig hebbende om dat geene het welk aan zijne bijzonder zorge is toevertrouwd behoorlijk gaade te slaan, de GeComm:s in hunne voorsz: operatien nog in persoon nog met Zijne onderhoorige Manschappen niet kan adsisteeren of behulpzaam zijn; dat men die handreijking ook van de Militairen op geene voldoende wijze kan verwagten, wanneer Zij, gelijk daarmeede geenzints behoord te werden gedisContinueerd hunnen dienst in ordre blijven waarneemen, en de GeCommitteerdens dus absolut van de door d’ ondergeteekendens ginder agtergelatene Manschappen van de Linie eenigen /: ten getallen van 6 of 8:/ expresselijk ter hunner dispositie zullen moeten aanhouden, dienden voorsz:e Gecommitteerdens niet alleen daartoe gequalificeerd te werden maar ook g’authoriseerd, om, wanneer zij oordeelen mogten dat het verblijf dier Lieden in de Plettenbergs Baaij van langer duur zullende zijn, zij zig niet langer Gelijk tot nu toe geschied is, onder tenten zullen kunnen behelpen; dan voor deselve een kleijn hut van Stroo of Planken, even als dat der Militairen te mogen laten Construeeren.’
‘Waarmeede gedenkende aan Uwer WelEdele Gestrenge en E Achtbarens Intentie te hebben voldaan laaten d’ ondergeteekendens deesen onderdaniglijk dienen voor rapport.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo de goede Hoop Ult:o febr: 1788. /:was geteekend:/ de Ridder Duminij en E: Bergh’
Is goedgevonden zich daarmeede te Conformeeren, en Copia van deese Memorie aan laatsgem: Gecommitteerdens tot hun narigt te doen toekomen mitsgaders aan hen zodanige qualificatie te verleenen, als bij het Slot van deselve Memorie vermeld Staat, terwijle bij deese gelegentheid teffens ter Tafel gebragt zijnde eene door den Schipper van voortsch:, verongelukte Schip de Maria Pier Seskes aan den Edel Heer Gouverneur overgegeevene Notitie van zodanige Scheepsgoederen als van het zelve Schip geborgen waaren, welke Notitie door welopgem:e heer Gouverneur aan den, als pro Interim Equipage Meester gefungeerd hebbende Capitain ter Zee Jan Arnold Voltelen ter hand zijnde gesteld omme aan zijn Edele optegeeven welke goederen daarvan ten dienste van d’E Comp:ie zoude behoren te worden ingekogt; is daarop door evengemelde Voltelen gediend van het volgende Rapport:
‘Memorie Aan den Wel Edele Gestrenge Heer den Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a’
‘Wel Edele Gestrenge Heer!’
‘Uit de geborgene Goederen van het in de plettenbergs Baaij gestrande fluit Schip de Maria , komt den ondergeteekende onder gunstig welduijden voor, dat ten dienste der Edele Comp:ie konde ingekogt worden, om tot derselver nut in gemelde Baaij, nodig hebbende, of in den tijd kunnende krijgen, de volgende poincten zijn, als:’
‘
2 | pompen | ingeval van benodigheid voor een daar ladend Schip, en die zo deselve bruijkbaar en goed zijn wardeere op | Rijxdaalders | 20-:- |
1 | Marszeil | die tot Tenten &:a kunnende dienen nieuw zijnde, waard | 90:- | |
1 | Kruijszeijl | dog oud zijnde of halfsleeten | 45:- | |
1 | Boot | die zonder zigt niet kan waardeeren | ||
1 | Schuïjt | dog aldaar noodzakelijk | ||
1 | Dreg | van 60 a 70 lb | 8:- |
2 | pompen | ingeval van benodigheid voor een daar ladend Schip, en die zo deselve bruijkbaar en goed zijn wardeere op | Rijxdaalders | 20-:- |
1 | Marszeil | die tot Tenten &:a kunnende dienen nieuw zijnde, waard | 90:- | |
1 | Kruijszeijl | dog oud zijnde of halfsleeten | 45:- | |
1 | Boot | die zonder zigt niet kan waardeeren | ||
1 | Schuïjt | dog aldaar noodzakelijk | ||
1 | Dreg | van 60 a 70 lb | 8:- |
‘Hiermeede hoopt den ondergeteekende aan UWel Edele Gestrenge geEerd bevel en Intentie voldaan te hebben, en noemd zig met de meeste hoogagting en Eerbied’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Gestrenge Heer /:lager:/’
‘UWel Edele Gestr: D’willige en Gehoorsam Dienaar /:was geteekend:/ J: A: Voltelen /:in margine:/ Cabo den 29 Octbr: 1788.’
Waarop goedgevonden en besloten is, de voorsz: Gecommitteerdens in Plettenbergs baaij aan te schrijven, omme de bij dat rapport vermelde artiCulen, uiterlijk tegens de daarbij bepaalde prijzen van gemelde Schipper uit de hand aftekopen, dan, bij aldien hiertoe geene mogelijkheid mogt zijn, als dan te zien, of men ze nog voor die prijzen per publicque vendutie zoude kunnen bekomen, en in dien gevalle daartoe de nodige bergplaatsen te beschikken, tot tijd en wijlen door deesen Raade, omtrend de afhaling, dier goederen, de nodige ordres zullen weesen beraamd en vastgesteld: gelijk wijders, ten opzigte der Canons, draaijbas en Schuijten van voormelde verongelukte Bodem gesalveerd, in aanmerking dat men het geensints raadzaam oordeelde die Schuijten aldaar in handen van partiCulieren te doen vallen, goedgevonden is, meermelde Schipper van die kiel te gelasten, deselve insgelijks op eene daartoe bekwaame plaats te bergen, en bij zijn arrivement alhier aan d E Comp:ie bij ‘t auscatie te verkopen.
Zijnde voorts nog door evengemelde Capitain ter Zee François Duminij en Winkelier Egbertus Bergh gedient van een berigt, in hoe verre de Entrepreneurs van de Houtloots in Plettenbergs en ‘t Graan Magazijn in de Mosselbaaij ; bij de Extructie dier gebouwen hebben voldaan aan den letter van het met hun gesloten Contract, luidende dat bericht:
Aan den WelEdele Gestrengen Heere Cornelis Jacob van de Graaff gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop, en den ressorte vandien &:a &:a &:a benevens den E Achtbaren Politicquen Raad
‘Wel Edele gestrenge Heer E Achtb:re Heeren!’
‘Den Entrepreneur van de Hout Loots in de Plettenbergs Baaij door zijn Gemagtigde alhier aan den Edelen Heere Gouverneur hebbende doen te kennen geeven; dat het voorsz: Gebouw thans voltooijd is, met bijgevoegd versoek, om dierhalven te mogen ontfangen betaling van Zodanige Somma, als hij voor d’ Extructie van dien nog heeft te vorderen: en zijn Wel Edele Gestrenge bij die gelegentheid, aan d’ ondergeteekende Gecommitteerdens hebbende gelieven te gelasten, de regeering te dienen van Schriftelijk rapport, hoedanig zij bij gedane Inspectie, zo de gedagte Houtloos als, het Graan Magazijn in de Mosselbaaij hebben bevonden, gebruijken dezelve de Vrijheid, UWel Edele Gestrenge en E. Achtbr:e in pligtschuldige voldoening aan voorsz: ordre, bij deesen te berigten:’
‘Dat hun bij nauwkeurig gedaan ondersoek is gebleeken; dat den aanneemer van het Graan Magazijn in de Mosselbaaij in alle deelen aan de Conditien van aanbesteeding heeft voldaan, en dit Gebouw dienvolgens ook volkomen overeenkomstig de Intentie is uitgevallen; dog dat den Entrepræneur der Houtloots in de Plettenbergs Baaij daarentegen van de letter van ‘t Contract afgeweeken Zijnde het Plat zodanig gelegd heeft, dat d’ afwatering over de lengte van het gebouw is gemenageert daar deselve volgens de Constante manier van Metzelen hier aan de Caab dwars of over de breedte had moeten komen, waardoor dit Magazijn, hoe zeer andersints meede hegt en Sterk getimmerd, niet zo wel als ‘t Eerstgemelde aan de verwagting voldoed.’
‘Weshalven naar der ondergeteekendens gevoelen, dat zij met Eerbied aan Uwer WelEdele Gestrenge en Edele Achtbr:s verligter oordeel Submitteeren, dan ook wel aan den aanneemen van het Pakhuijs in de Mossel baaij /:daarom versoekende/ met gerustheid zonder eenige bepalingen, kan en behoord afgegeeven te werden, het geen bij voor dies Extructie nog van de E Comp:ne te prætendeeren heeft, maar die afgave met opzigt tot den Entrepræneur van de Houtloots in de Plettenbergs baaij niet anders behoord te geschieden als onder Conditie, dat hij voor de gevolgen welke deese afwijking van de voorgeschreeve bouwordre kan hebben, dog nu niet wel te voorzien zijn, zal instaan; daarvoor onder het Stellen van Suffiçante Cautie zig niet alleen SpeCialijk tot d’ immediate restitutie den aan hem te betalen Somme wanneer die te rug geEijscht zal werden, maar ook generalijk zijn persoon en goederen verbindende, gelijk dit een en ander bij d’afgave der Eerste paaijen aan beijde de voorm:Entrepræneurs in agt genomen is geworden.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo de Goede Hoop den 7: October 1788 /:was geteekend/ de Ridder Duminij & E Bergh.’
Het welk geleezen zijnde is goegevonden en verstaan aan den aanneemer van het Pakhuis in de Mosselbaaij (: zo wanneer hij daarom zal komen te versoeken:) zonder eenige bepaling uit s’ Compagnies Cassa te doen betalen, het geene hij voor dies opbouw nog van d’ E Comp:e, te prætendeeren heeft, edoch met opzigt tot der entrepræneur van den Houtloots in de Plettenbergs baaij , in aanmerking dat denzelven van den letter van het Contract, is afgeweeken, met het plat zodanig te leggen, dat de afwatering in steede van dwars of over de breedte van het gebouw; zo als zulx volgens de Constante manier van Metzelen hier te lande gebruijkelijk is, over dies lengte komt aftelopen, de afgave van de door hem per restant bedongene Penningen, te laaten geschieden, onder Conditie, dat hij voor de gevolgen welke deese afwijking van de voorgeschreevene bouwordre kan hebben, dog nu niet wel te voorsien zijn, zal instaan, daarvoor onder ‘t Stellen van Sufficante Cautie, zig niet alleen SpeCialijk tot de immediate restitutie der aan hem te betalene Somme, wanneer die Zoude mogen te rug geEeïscht worden, maar ook generalijk zijn Persoon en goederen verbinden en zal zijne Gemagtigde tot den ontfangst dier Penningen behoorlijk bewijs van zijne qualificatie aan den Heer Cassier moeten vertoonen.
Waarna door den Heer Hoofd Administrateur Johannes Isaak Rhenius den raade wierd te kennen gegeeven, dat van de dranken, geduurende het gepasseerde wintersaisoen, onder meer andere provisien, ten dienste van de in Baaij Fals ververschende Scheepen, met de Brigantijn de Helena Louisa derwaards gesonden, bij het uitleveren der Ladingen zo veel te min was bevonden, als een daarvan geformeerde Memorie, waaraan geannexeerd waaren Twee verklaringen, kwam te dicteeren, als volgd:
‘Memorie van de volgende dranken, als met de Brigantijn, de Helena Louisa , geduurende het gepasseerde wintersaisoen, onder meerder andere provisien, ten dienste van de in de Baaij Fals verwagt wordende Scheepen, naar derwaards is gesonden, en waarop volgens geannexeerde verklaringen, bij ‘t uitleeveren der Ladingen te min is bevonden; te weeten’
‘
58 | Cannen Caabsche wijn, verbruikt tot het opvullen van 5. leggers Caabse Wijn, gedestineerd voor de directie van Bengalen , om p:r Factuur versonden te worden. |
299 | d:o Caabsche wijn op 30 leggers, tot randsoenen voor de verwagt wordende Scheepen bij pijling minder bevonden, als |
194. | Cannen op 1 leggers zijnde half ledig |
25 | d:o d:o 2 d:o d:o ieder 3 de Can wan |
22: | d:o d:o 1 d:o d:o d:o 4 d:o wan |
17 | Cannen Caabsche brandewijn, op 10. leggers, meede tot randzoenen voor de verwagt wordende Scheepen, bij pijling minder, als |
22 | Cannen op 1 legger zijnde 1 d:m wan |
25 | d:o d:o 2 d:o d:o ieder 3 d:o |
58 | Cannen Arack op 5. leggers, insgelijks tot randzoenen voor de verwagt wordende Scheepen bij pijling te min, te weeten, |
22 | Cann:n op 1 Legger 1 d:m wan |
25 | d:o d:o 2 d:o ieder 3 d:m d:o |
11 | d:o d:o 2 d:o d:o 2 d:o d:o |
58 | Cannen Caabsche wijn, verbruikt tot het opvullen van 5. leggers Caabse Wijn, gedestineerd voor de directie van Bengalen , om p:r Factuur versonden te worden. |
299 | d:o Caabsche wijn op 30 leggers, tot randsoenen voor de verwagt wordende Scheepen bij pijling minder bevonden, als |
194. | Cannen op 1 leggers zijnde half ledig |
25 | d:o d:o 2 d:o d:o ieder 3 de Can wan |
22: | d:o d:o 1 d:o d:o d:o 4 d:o wan |
17 | Cannen Caabsche brandewijn, op 10. leggers, meede tot randzoenen voor de verwagt wordende Scheepen, bij pijling minder, als |
22 | Cannen op 1 legger zijnde 1 d:m wan |
25 | d:o d:o 2 d:o d:o ieder 3 d:o |
58 | Cannen Arack op 5. leggers, insgelijks tot randzoenen voor de verwagt wordende Scheepen bij pijling te min, te weeten, |
22 | Cann:n op 1 Legger 1 d:m wan |
25 | d:o d:o 2 d:o ieder 3 d:m d:o |
11 | d:o d:o 2 d:o d:o 2 d:o d:o |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 1. October 1788 /:was geteek: :/ J: I: Rhenius.’
Na welks lectuure goedgevonden, en verstaan is den Capitain Laurens Smit voor 2/3, en den Capitain Lieutenant [.....] voor 1/3, van die minderheeden op de uitgeleeverde Lading van voorschr: Bodem de Helena Louisa bevonden op derselver respective reekeningen te belasten
bedragende deselve de Somma van | ƒ255:04: - |
gevolglijk ten lasten van den Capitain | ƒ170:03: - |
en van den Capitain Lieutenant | ƒ85: 01: - |
bedragende deselve de Somma van | ƒ255:04: - |
gevolglijk ten lasten van den Capitain | ƒ170:03: - |
en van den Capitain Lieutenant | ƒ85: 01: - |
Gelijk alwijders door evengemelde Heere Hoofde Administrateur wierd geproduceerd eene
‘Memorie van alle zodanige Provisien, dranken en andere goederen meer, als ‘er In’t alhier ter rheede op den 17. Maij 1788, gestrande Provisie Schip Avenhorn zijn afgeladen en waarvan volgens verklaring van Gecomm:de uit het wrak het volgende is gelost geworde, te weeten’
‘
ten dienste van de in Baaij Fals verwagt wordende Scheepen in deesen Bodem onder anderen afgeladen, als | ||
Ten dienste der E Comp:e Te Emploijeeren { | 1. | P:s Masthout van 22 1/2 bij 't lossen gebroken kunnen egter bij 't maaken van een Boegspriet ten dienste der E Comp:ie werden geëmploijeert |
1. | d:o Swaar touw van 17. duijm, wel eenigsints geschavield dog egter nog bruikbaar voor 's Comp:s Scheepen. | |
afschrijven { | 521 | Cannen Caabsche wijn, op 30 Leggers, waarvan 16 van 2, 4 van 3, 1 van 4., 5. van 5., 2 van 6. en 2 van 7.d:m bij bij pijling wan bij dies ontlossing. |
463 | d:o Arack op 5 leggers, als zijnde een geheel weg, en 2 van 5 en 2 van 2 duijm bij pijling minder, bij ontlossing. | |
100 | lb Zijlgaren | } afgescheept & verloren geraekt |
340 | mud: Tarwe Meel | |
340 | p:s koorn zakken tot berging van voorsz: meel afgescheept, waarvan | |
afschrijven | 101 p:s absent geraakt en | |
verkopen | 239 d:o verrot en verstikt wederom ontfangen | |
1358 | Cann:n Caabsche brandewijn, ofte 3 1/2 leggers waarvan | |
Inneemen | 1189 Cann:n | |
169 d:o op 3 1/2 Leggers, als zijnde 7. van 2., 5 van 3. 1 van 4, en 1 halve legger 8 d:m wan geweest, waar onder gereekend zijn de 10. leggers die als bovengezegd, voor de baaij fals ten dienste der Scheepen zijn afgeladen geweest | ||
582: | Cann:n Azijn ofte 1 1/2 Leggers waarvan | |
393 1/2 | Cann:n en | |
188 1/2 | d:o op 6 1/2 leggers, te weeten 3. van 3., 2 van 4., 1 van 5 en 1 halve legger van 11d:m bij pijling te min, zijnde hier onder meede gereekend 5 leggers, die als voren gezegd waaren afgescheept. | |
Inneemen { | 4 | p:s heele leggers, als |
3 | p:s daar voorsz: Brandewijn | |
1 | d:o d:o d:o Azijn d:o d:o is ingeweest | |
2 | p:s halve leggers, als | |
1 | p:s daar voorsz: Brandewijn is ingeweest | |
1 | d:o d:o d:o Azijn d:o d:o | |
5 | Vaten Caabs Spek, tot randzoen van deesen Bodem en de d:o Hoeker de Meermin , afgescheept weder om ontfangen, wegen 682lb, 702 lb, 713 lb: 698 lb en 715 lb zijnde 3510. lb te zamen | |
Verkopen { | 1000 | p:s gonnij zakken in 5 pakken, verrot en verstikt |
1 | heele Legger verloren geraakt met arack voor de Baaij fals afgescheept, Ten dienste van de Plettenbergsbaai , in deesen bodem afgescheept, en niet te recht gekomen, als: | |
afschrijven { | 6 | p:s Snaphanen met houte laadstokken |
6 | d:o Degens, houwers en Plampers. | |
6 | port Epeez: Seemleere | |
8 | p:s groove waakrokken | |
8 | duffeltjes | |
8 | broeken | |
8 | paar kouzen | |
8 | p:r Schoenen | |
180 | lb ges: grove verwen | |
10 | p:s verf quasten | |
1 | ton Swartzel, kleijne | |
Voor de Mosselbaaij afgescheept en verloren geraakt. | ||
afschrijven { | 8 | p:r grove waakrokken |
8 | d:o duffeltjes | |
8 | d:o Broeken | |
8 | p:r kouzen | |
8 | d:o Schoenen | |
8 | d:o deekens, gecattoeneerde kleijne kust | |
8 | d:o Mattrassen en | |
8 | d:o hoofdkussens | |
24 | d:o Boekkebinders Naalden | |
5 | d:o bosschen Schagten | |
1 | lb Zegullack | |
2 | d:o Inktstof | |
10 | boeken gesneeden papier | |
Uit de lading voor batavia in deesen bodem afgescheept. | ||
Na Batavia te zenden | 5 | p:r onbekwaame dommekragten, en wederom ontlost. |
Verkopen en dies provenu ten voordeele van Batavia ten goede te brengen | 300 | p:s lange Gonnijs, ten eenemaal verstikt en bedorven van een getal van 400 p:s wederom ontlost. |
6. | heele Leggers onbek: wederom ontlost. | |
Reeds per 't Schip 't Slot ter Hooge na Batavia gezonden. | 99 | Leggers met Caapsche Wijn, uit 't wrak wederom geborgen; waarvan 94. Leggers van 2 d:m, 2 van 3., 2 van 6. en 1 van 9 d:m bij pijling wan zijnde |
In do Bodem Batavia ten lasten gebragt | 713 1/2 | Cann:n Caabsche Wijn |
Nog uit 't wrak geborgen, het geen tot Scheepsgebruik heeft gediend; als | ||
Verkopen { | 3 | p:s koper kookketels en 4 dekzels |
1 | d:o d:o pan met zijn dekzel | |
2 | d:o ges: Schooten | } wel nieuw dog echter de teer verbrand |
3 | d:o d:o Want | |
1 | p:s Cabelaring | } meede ten dienste der E Comp:ie onbequaam |
1 | d:o Cabeltouw | |
1 | d:o Yzertros | |
1 | parthij van 't afgesloopte staande en lopende want aan enden en brokken | |
5 | p:r vlaggen in soort oud en gescheurd | |
1 | kist met Instrumenten en Medicamenten | |
1 | p:s Brandspuit onbekwaam | |
30 | patroontassen | |
24 | Sabels | |
14 | Snaphanen waarvan | |
6 | p:s goed en | |
Getaxeerd innemen Na Europa te zenden { | 8 | d:o onbequaam |
4 | pistolen onbekwaam | |
Inneemen { | 2 | donderbussen |
Ongetaxeert inneemen { | 18 | Rol Paarden van 6 lb |
18 | Stukken d:o 6 d:o | |
6 | ijzere draaijbassen | |
7 | Witzers en Leepels in soort | |
49 | Wielen tot Rolpaarden | |
117 | knuppel kogels | |
83 | Hand Granaten | |
95: | kogels â 3 lb | |
77 | p:s kogels â 1 lb. | |
625 | d:o d:o d:o 6 lb | |
2 | d:o wangen | |
1 | d:o onbekwaame anker | |
315 | vadem oud kabeltouw | |
245 | p:s Bloks en Juffers | |
6 | d:o pomp Schoenen | |
6 | d:o d:o Emmers | |
4 | d:o Rakken | |
1 | d:o PijlCompas | |
8 | d:o ges: Compassen | |
2 | d:o asimuth Compassen | |
16 | d:o Compas glasen in doosen | |
12 | d:o d:o Roosen d:o d:o | |
2 | p:s kopere passers | |
3 | d:o graadstokken | |
1 | d:o Zeeboek nog goed /: en d' overige boeken geheel nat en bedorven:/ | |
31 | d:o Caarten in soort | |
1 | d:o onbekwame dommekragt | |
1 | d:o Uurglas van 4: Uur | |
Getaxeerd inneemen { | 2 | Uurglasen d:o 1/2 Uur |
1 | log Glaasje van 1/2 minuut | |
1 | log anker wg:t 255 lb: | |
3 | Swaare ankers w:t 3275. lb: 3358., 3743 lb: | |
3 | Ankerstokken | |
220 | lb harpuis in 1/2 Vat | |
150 | d:o pick d:o 1/2 d:o | |
100 | Cann:n Theer d:o 1/2 d:o | |
94 | p:s heele leggers als | |
getaxeerd inn: | 72 p:s goede waarvan egter 42 p:s moeten verkast worden,en | |
Verkopen | 22 onbekwame | |
25 | p:s oude Zijlen, als | |
Verkopen | 12 | p:s ten eenemaal gescheurd, en aan flenters geraakt dus ten dienste der Comp:ie onbekwaam |
Ongetaxeerd Inneemen { | 13 | goede |
1 | p:s boegspriet | |
1 | Scheepsboot |
ten dienste van de in Baaij Fals verwagt wordende Scheepen in deesen Bodem onder anderen afgeladen, als | ||
Ten dienste der E Comp:e Te Emploijeeren { | 1. | P:s Masthout van 22 1/2 bij 't lossen gebroken kunnen egter bij 't maaken van een Boegspriet ten dienste der E Comp:ie werden geëmploijeert |
1. | d:o Swaar touw van 17. duijm, wel eenigsints geschavield dog egter nog bruikbaar voor 's Comp:s Scheepen. | |
afschrijven { | 521 | Cannen Caabsche wijn, op 30 Leggers, waarvan 16 van 2, 4 van 3, 1 van 4., 5. van 5., 2 van 6. en 2 van 7.d:m bij bij pijling wan bij dies ontlossing. |
463 | d:o Arack op 5 leggers, als zijnde een geheel weg, en 2 van 5 en 2 van 2 duijm bij pijling minder, bij ontlossing. | |
100 | lb Zijlgaren | } afgescheept & verloren geraekt |
340 | mud: Tarwe Meel | |
340 | p:s koorn zakken tot berging van voorsz: meel afgescheept, waarvan | |
afschrijven | 101 p:s absent geraakt en | |
verkopen | 239 d:o verrot en verstikt wederom ontfangen | |
1358 | Cann:n Caabsche brandewijn, ofte 3 1/2 leggers waarvan | |
Inneemen | 1189 Cann:n | |
169 d:o op 3 1/2 Leggers, als zijnde 7. van 2., 5 van 3. 1 van 4, en 1 halve legger 8 d:m wan geweest, waar onder gereekend zijn de 10. leggers die als bovengezegd, voor de baaij fals ten dienste der Scheepen zijn afgeladen geweest | ||
582: | Cann:n Azijn ofte 1 1/2 Leggers waarvan | |
393 1/2 | Cann:n en | |
188 1/2 | d:o op 6 1/2 leggers, te weeten 3. van 3., 2 van 4., 1 van 5 en 1 halve legger van 11d:m bij pijling te min, zijnde hier onder meede gereekend 5 leggers, die als voren gezegd waaren afgescheept. | |
Inneemen { | 4 | p:s heele leggers, als |
3 | p:s daar voorsz: Brandewijn | |
1 | d:o d:o d:o Azijn d:o d:o is ingeweest | |
2 | p:s halve leggers, als | |
1 | p:s daar voorsz: Brandewijn is ingeweest | |
1 | d:o d:o d:o Azijn d:o d:o | |
5 | Vaten Caabs Spek, tot randzoen van deesen Bodem en de d:o Hoeker de Meermin , afgescheept weder om ontfangen, wegen 682lb, 702 lb, 713 lb: 698 lb en 715 lb zijnde 3510. lb te zamen | |
Verkopen { | 1000 | p:s gonnij zakken in 5 pakken, verrot en verstikt |
1 | heele Legger verloren geraakt met arack voor de Baaij fals afgescheept, Ten dienste van de Plettenbergsbaai , in deesen bodem afgescheept, en niet te recht gekomen, als: | |
afschrijven { | 6 | p:s Snaphanen met houte laadstokken |
6 | d:o Degens, houwers en Plampers. | |
6 | port Epeez: Seemleere | |
8 | p:s groove waakrokken | |
8 | duffeltjes | |
8 | broeken | |
8 | paar kouzen | |
8 | p:r Schoenen | |
180 | lb ges: grove verwen | |
10 | p:s verf quasten | |
1 | ton Swartzel, kleijne | |
Voor de Mosselbaaij afgescheept en verloren geraakt. | ||
afschrijven { | 8 | p:r grove waakrokken |
8 | d:o duffeltjes | |
8 | d:o Broeken | |
8 | p:r kouzen | |
8 | d:o Schoenen | |
8 | d:o deekens, gecattoeneerde kleijne kust | |
8 | d:o Mattrassen en | |
8 | d:o hoofdkussens | |
24 | d:o Boekkebinders Naalden | |
5 | d:o bosschen Schagten | |
1 | lb Zegullack | |
2 | d:o Inktstof | |
10 | boeken gesneeden papier | |
Uit de lading voor batavia in deesen bodem afgescheept. | ||
Na Batavia te zenden | 5 | p:r onbekwaame dommekragten, en wederom ontlost. |
Verkopen en dies provenu ten voordeele van Batavia ten goede te brengen | 300 | p:s lange Gonnijs, ten eenemaal verstikt en bedorven van een getal van 400 p:s wederom ontlost. |
6. | heele Leggers onbek: wederom ontlost. | |
Reeds per 't Schip 't Slot ter Hooge na Batavia gezonden. | 99 | Leggers met Caapsche Wijn, uit 't wrak wederom geborgen; waarvan 94. Leggers van 2 d:m, 2 van 3., 2 van 6. en 1 van 9 d:m bij pijling wan zijnde |
In do Bodem Batavia ten lasten gebragt | 713 1/2 | Cann:n Caabsche Wijn |
Nog uit 't wrak geborgen, het geen tot Scheepsgebruik heeft gediend; als | ||
Verkopen { | 3 | p:s koper kookketels en 4 dekzels |
1 | d:o d:o pan met zijn dekzel | |
2 | d:o ges: Schooten | } wel nieuw dog echter de teer verbrand |
3 | d:o d:o Want | |
1 | p:s Cabelaring | } meede ten dienste der E Comp:ie onbequaam |
1 | d:o Cabeltouw | |
1 | d:o Yzertros | |
1 | parthij van 't afgesloopte staande en lopende want aan enden en brokken | |
5 | p:r vlaggen in soort oud en gescheurd | |
1 | kist met Instrumenten en Medicamenten | |
1 | p:s Brandspuit onbekwaam | |
30 | patroontassen | |
24 | Sabels | |
14 | Snaphanen waarvan | |
6 | p:s goed en | |
Getaxeerd innemen Na Europa te zenden { | 8 | d:o onbequaam |
4 | pistolen onbekwaam | |
Inneemen { | 2 | donderbussen |
Ongetaxeert inneemen { | 18 | Rol Paarden van 6 lb |
18 | Stukken d:o 6 d:o | |
6 | ijzere draaijbassen | |
7 | Witzers en Leepels in soort | |
49 | Wielen tot Rolpaarden | |
117 | knuppel kogels | |
83 | Hand Granaten | |
95: | kogels â 3 lb | |
77 | p:s kogels â 1 lb. | |
625 | d:o d:o d:o 6 lb | |
2 | d:o wangen | |
1 | d:o onbekwaame anker | |
315 | vadem oud kabeltouw | |
245 | p:s Bloks en Juffers | |
6 | d:o pomp Schoenen | |
6 | d:o d:o Emmers | |
4 | d:o Rakken | |
1 | d:o PijlCompas | |
8 | d:o ges: Compassen | |
2 | d:o asimuth Compassen | |
16 | d:o Compas glasen in doosen | |
12 | d:o d:o Roosen d:o d:o | |
2 | p:s kopere passers | |
3 | d:o graadstokken | |
1 | d:o Zeeboek nog goed /: en d' overige boeken geheel nat en bedorven:/ | |
31 | d:o Caarten in soort | |
1 | d:o onbekwame dommekragt | |
1 | d:o Uurglas van 4: Uur | |
Getaxeerd inneemen { | 2 | Uurglasen d:o 1/2 Uur |
1 | log Glaasje van 1/2 minuut | |
1 | log anker wg:t 255 lb: | |
3 | Swaare ankers w:t 3275. lb: 3358., 3743 lb: | |
3 | Ankerstokken | |
220 | lb harpuis in 1/2 Vat | |
150 | d:o pick d:o 1/2 d:o | |
100 | Cann:n Theer d:o 1/2 d:o | |
94 | p:s heele leggers als | |
getaxeerd inn: | 72 p:s goede waarvan egter 42 p:s moeten verkast worden,en | |
Verkopen | 22 onbekwame | |
25 | p:s oude Zijlen, als | |
Verkopen | 12 | p:s ten eenemaal gescheurd, en aan flenters geraakt dus ten dienste der Comp:ie onbekwaam |
Ongetaxeerd Inneemen { | 13 | goede |
1 | p:s boegspriet | |
1 | Scheepsboot |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 7 October 1788. (:was geteekend:/ J: I: Rhenius.’
En is goedgevonden den Heere Hoofde Administrateur te qualifiCeeren, met die geborgene Goederen te handelen, zo als in deese Memorie, bij ieder onderscheiden ArtiCul in Margine staat aangetekend.
Vervolgens nog door denselven Heere Hoofdadministrateur overgelegd zijnde een verband Schrift, waarbij eenige in en omstreeks de Plettenbergs baaij , woonende Ingeseetenen, zig engageerden, om de bij het op den 13 October 1780. met hun gesloten Contract ongewardeerd gebleevene ArtiCulen, zo van bouw en Wagenmakers als Artillerie hout aan d’ E Comp:e te leeveren, tegens de daarbij gespeCificeerde prijzen, luijdende hetzelve verband Schrift.
‘Wij ondergeteek:s in en omstreeks de Plettenbergs baaij woonende Burgers, neemen onder verband van onse Personen en goederen aan, op deConditien en voorwaarden, bij het Contract, het welk op den 13. October 1786 tusschen de thans wederom hier tegenwoordig zijnde Heeren geCommitteerdens, en ons is gesloten geworden / welk contract wij bij deesen van onze zijde wederom vernieuwen:/ g’ Expresseerd aan de E. Comp:e te leeveren, de volgende als doen ongewaardeerd gebleevene ArtiCulen, zo van Bouw en Wagen Makers als Arthillerie hout, ende zulx voor de daarbij gespecificeerde Prijzen, te weeten:’
‘
Een geelhoute balk van 12 en 14 d:m lang 30 v:t voor | 7 rd:s |
d:o d:o d:o d:o 8 d:o10 d:o d:o 24 d:o d:o | 4 rd:s |
d:o d:o Plank d:o 2 1/2 lang 24 d:o d:o | 20 Schell: |
d:o d:o d:o d:o 2 d:o | |
Wagenmakers hout | |
Een koets Velling | 8 Stvrs |
d:o d:o Naaf | 24 d:o |
d:o d:o As | 7 Schell: |
d:o d:o Langwagen | 24 Stf:rs |
d:o p:r d:o Boomen | d:o d:o |
100 d:o d:o Spaaken | 5 rd:s |
Een malwagen Velling | 4 Stfrs |
Een Malwagen Boom | 24 rd:s |
Arthillerie Hout | |
Een Triquebaals velling van rood Elsenhout voor | 6 Schell: |
100 Assegaaij houte Spaaken | 16 Stuijv: |
een Schamel | 5 [.....] |
een Ijzerhoute As | 1 1/4 rd:s |
d:o paar Tangen | 1 1/2 d:o |
d:o Disselboom | 5 [.....] |
Voor Canon van 36. lb | |
Een ijzerhoute As voor | 1 1/4 rd:s |
van 24 lb | |
d:o Geelhoute Swalp | 8 rd:s |
d:o geel of Saffraan houte Naaff | 6 [.....] |
d:o Velling | 3 d:o |
d:o As | 1 rd:s |
100 Spaaken | 9 rd:s |
van 18 lb | |
Een Swalp voor | 8 rd:s |
d:o Naaf | 6 [.....] |
d:o Velling | 3[.....] |
d:o As | 1 rd:s |
100 Spaaken | 9 d:o |
van 12 lb | |
Een Swalp | 8 rd:s |
d:o Naaf | 6 [.....] |
d:o Velling | 3 [.....] |
Een As voor | 1 Rijxd:s |
100 Spaaken | 9 rd:s |
van 8 lb | |
Een Swalp | 8 rd:s |
d:o Naaf | 4 [.....] |
d:o Velling | 3 [.....] |
d:o As | 1 rd:s |
100 Spaaken | 9 rd:s |
van 6. lb | |
Een Swalp | 8 rd:s |
Een Naaf | 4 [.....] |
d:o Velling | 3 [.....] |
d:o As | 1 Rd:s |
100 Spaaken | 9 Rd:s |
van 4. lb | |
Een Swalp | 8 rd:s |
d:o Naaf | 4 [.....] |
d:o Velling | 3 [.....] |
1 As | 1 rd:s |
100 Spaaken | 9 rd:s |
van 3 lb | |
Een Swalp voor | 8 Rd:s |
d:o Naaf | 4 [.....] |
d:o Velling | 3 [.....] |
d:o As | 1 rd:s |
100 Spaaken | 9 rd:s |
Voor ammunitie wagens | |
Een Schamel | 4 [.....] |
d:o Naaf | 4 [.....] |
d:o Velling | 8 Stuij: |
d:o Disselboom | 4 [.....] |
d:o Lang Wagen | 4 [.....] |
d:o p:r Tangen | 1 Rd:r |
100 Spaaken | 5 |
Tot voorwagens van 24. lb | |
Een Naaf voor | 4 Schell: |
d:o p:r Tangen | 1 rd:s |
d:o Velling | 9 Stijf: |
100 Spaaken | 7 rd:s |
van 18 lb: | |
Een Naaf voor | 4 [.....] |
d:o p:r Tangen | 1 rd:s |
d:o Velling | 9 Stijf: |
100 Spaaken | 7 rd:s |
Een Geelhoute Plank dik 7: breed 36 d:m en lang 7 1/2 voet voor 7 rd:s | |
d:o d:o d:o van 3 1/2 d:m dik lang 20 voeten 3 rd:s |
Een geelhoute balk van 12 en 14 d:m lang 30 v:t voor | 7 rd:s |
d:o d:o d:o d:o 8 d:o10 d:o d:o 24 d:o d:o | 4 rd:s |
d:o d:o Plank d:o 2 1/2 lang 24 d:o d:o | 20 Schell: |
d:o d:o d:o d:o 2 d:o | |
Wagenmakers hout | |
Een koets Velling | 8 Stvrs |
d:o d:o Naaf | 24 d:o |
d:o d:o As | 7 Schell: |
d:o d:o Langwagen | 24 Stf:rs |
d:o p:r d:o Boomen | d:o d:o |
100 d:o d:o Spaaken | 5 rd:s |
Een malwagen Velling | 4 Stfrs |
Een Malwagen Boom | 24 rd:s |
Arthillerie Hout | |
Een Triquebaals velling van rood Elsenhout voor | 6 Schell: |
100 Assegaaij houte Spaaken | 16 Stuijv: |
een Schamel | 5 [.....] |
een Ijzerhoute As | 1 1/4 rd:s |
d:o paar Tangen | 1 1/2 d:o |
d:o Disselboom | 5 [.....] |
Voor Canon van 36. lb | |
Een ijzerhoute As voor | 1 1/4 rd:s |
van 24 lb | |
d:o Geelhoute Swalp | 8 rd:s |
d:o geel of Saffraan houte Naaff | 6 [.....] |
d:o Velling | 3 d:o |
d:o As | 1 rd:s |
100 Spaaken | 9 rd:s |
van 18 lb | |
Een Swalp voor | 8 rd:s |
d:o Naaf | 6 [.....] |
d:o Velling | 3[.....] |
d:o As | 1 rd:s |
100 Spaaken | 9 d:o |
van 12 lb | |
Een Swalp | 8 rd:s |
d:o Naaf | 6 [.....] |
d:o Velling | 3 [.....] |
Een As voor | 1 Rijxd:s |
100 Spaaken | 9 rd:s |
van 8 lb | |
Een Swalp | 8 rd:s |
d:o Naaf | 4 [.....] |
d:o Velling | 3 [.....] |
d:o As | 1 rd:s |
100 Spaaken | 9 rd:s |
van 6. lb | |
Een Swalp | 8 rd:s |
Een Naaf | 4 [.....] |
d:o Velling | 3 [.....] |
d:o As | 1 Rd:s |
100 Spaaken | 9 Rd:s |
van 4. lb | |
Een Swalp | 8 rd:s |
d:o Naaf | 4 [.....] |
d:o Velling | 3 [.....] |
1 As | 1 rd:s |
100 Spaaken | 9 rd:s |
van 3 lb | |
Een Swalp voor | 8 Rd:s |
d:o Naaf | 4 [.....] |
d:o Velling | 3 [.....] |
d:o As | 1 rd:s |
100 Spaaken | 9 rd:s |
Voor ammunitie wagens | |
Een Schamel | 4 [.....] |
d:o Naaf | 4 [.....] |
d:o Velling | 8 Stuij: |
d:o Disselboom | 4 [.....] |
d:o Lang Wagen | 4 [.....] |
d:o p:r Tangen | 1 Rd:r |
100 Spaaken | 5 |
Tot voorwagens van 24. lb | |
Een Naaf voor | 4 Schell: |
d:o p:r Tangen | 1 rd:s |
d:o Velling | 9 Stijf: |
100 Spaaken | 7 rd:s |
van 18 lb: | |
Een Naaf voor | 4 [.....] |
d:o p:r Tangen | 1 rd:s |
d:o Velling | 9 Stijf: |
100 Spaaken | 7 rd:s |
Een Geelhoute Plank dik 7: breed 36 d:m en lang 7 1/2 voet voor 7 rd:s | |
d:o d:o d:o van 3 1/2 d:m dik lang 20 voeten 3 rd:s |
’/:onderstond:/’
‘Aldus Gecontracteerd in de Plettenbergs Baaij den 19: Augustus 1788. /:was geteekend:/ H: Heijns, Cornelis Botha, J: B: Henning, Johan J: Jarling, Johan Jacob Kretzinger, Guilliam Wolfaard, Petrus ter Blans S: E: ter Blans Cornelis van der Wat, Adam Barnhard, Hendrik Barnhard, Carolus Johannes du Plessis /: in Margine:/ Als gecommitteerdens /:geteekend:/ de Ridder Duminij Egbertus Bergh.’
Is goedgevonden en verstaan, in aanmerking dat deeze aanneeming area 25 pC:to beter koop komt te staan, als de voorgaande houtleverantien uit die baaij, zig daarmeede volkomen te Conformeeren; en zal bij ons pligtschuldig verslag van deese onse verrigting aan de Hoog gebiedende Heeren Majores teffens eerbiedig worden onder ‘t oog gebragt, het avantageuse dat in deese Houtleverantie voor het departement van het Artillerie weesen resideert, daar het ten dien einde alhier uit Patria aangebragt wordende Eijken hout dikwils aan zeer veel inconvenienten onderheevig is, en men al meermalen heeft moeten ondervinden, dat het zelve bij de ontscheeping geheel vervuurd is; daar in tegendeel, het hout dat dit land opleverd; tegen de Injurien van de Lugt zodanig verhard is, dat hetselve het Eijken of Ijpen hout tot dienst van de Arthillerie werken verre overtrefd.
Meergemelde Heer Hoofdadministrateur alverders hebbende doen formeeren, drie afzonderlijke Memorien, als eene van zodanige Negotie goederen, als ingevolge het zeer gevenereerd aanschrijvens den Heeren Meesteren de dato 8 Januarij deeses Jaars, ten meesten voordeele der E. Comp:ie na batavia behooren versonden te worden, de tweede van die goederen welke ter nakominge van evengem: ordre, alhier des noods tegen den prijs van inkoop zullen dienen verkogt te worden, en de derde van die koopmanschappen, die na het oordeel van Welgem: Heer Hoofd Administrateur nog onder Ult:o Augustus Jongstleeden bij de Negotie boeken onder de ordinaire koopmanschappen behooren te worden ingenomen luijdende deese Memorien als volgd:
‘Memorie van de volgende, tot Extraordinaire Negotie, uit het Patria herwaards gesondene koopmanschappen, welke den ondergeteekende vermeend, ingevolge het aangeschreevene onzer heeren en Meesteren, bij Hoogst derselver Missive in dato 8 Januarij 1788., ten meesten voordeele der E Comp:ie na Batavia te kunnen zenden, te weeten:’
‘
5 | p: r | Brandewijns | ketels | houdende | 1/2 Leg:r nat | } met hunne helmen en Tinne slangen zonder koelkuijpen |
10 | d:o | d:o | d:o | d:o | 3 halfamen nat | |
5 | d:o | d:o | d:o | d:o | 1 aam nat | |
5 | d:o | d:o | d:o | d:o | 1/2 nat | |
3 | d:o | d:o | d:o | d:o | 1/2 legger nat | |
9 | Brandewijns | ketels | houdende | 3 halfam:n nat | } met hunne helmen Tinne slangen en koelkuijpen | |
4 | d:o | d:o | d:o | 1 Aam nat | ||
3 | d:o | d:o | d:o | 1/2 d:o d:o | ||
202 | kamer bezems | |||||
404 | handstoffers en varkens | |||||
92 | vellen Jugtleer | |||||
60000 | p:s boutteille kurken | |||||
4950 | d:o wit kwasten | |||||
4000 | d:o verf kwasten |
5 | p: r | Brandewijns | ketels | houdende | 1/2 Leg:r nat | } met hunne helmen en Tinne slangen zonder koelkuijpen |
10 | d:o | d:o | d:o | d:o | 3 halfamen nat | |
5 | d:o | d:o | d:o | d:o | 1 aam nat | |
5 | d:o | d:o | d:o | d:o | 1/2 nat | |
3 | d:o | d:o | d:o | d:o | 1/2 legger nat | |
9 | Brandewijns | ketels | houdende | 3 halfam:n nat | } met hunne helmen Tinne slangen en koelkuijpen | |
4 | d:o | d:o | d:o | 1 Aam nat | ||
3 | d:o | d:o | d:o | 1/2 d:o d:o | ||
202 | kamer bezems | |||||
404 | handstoffers en varkens | |||||
92 | vellen Jugtleer | |||||
60000 | p:s boutteille kurken | |||||
4950 | d:o wit kwasten | |||||
4000 | d:o verf kwasten |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 7. October 1788 /: was geteekend:/ J:I:Rhenius’
‘Memorie van de volgende tot Extraordinaire Negotie uit ‘t Patria herwaards gesondene koopmanschappen, die vermits deselve ten dienste der E Comp:ie niet kunnen werden g’Emploijeert voor contant zullen moeten werden verkogt, egter alles onder approbatie van UWel Ed: Gestrenge en E. Achtbr: als’
‘
33 | p:s Zaijen, diverse waarvan 16. p:s gemotteerd. |
100 | d:o Amens Swarte |
69 | d:o Wolle zatijn waarvan 2 p:s gemotteerd |
7 | d:o kopere Hamketels |
9 | d:o d:o visch keetels |
22 | d:o koffij kannen |
33 | p:s Zaijen, diverse waarvan 16. p:s gemotteerd. |
100 | d:o Amens Swarte |
69 | d:o Wolle zatijn waarvan 2 p:s gemotteerd |
7 | d:o kopere Hamketels |
9 | d:o d:o visch keetels |
22 | d:o koffij kannen |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 7. Octbr: 1788 /:was geteekend:/ J:I: Rhenius’
‘Memorie van de volgende tot Extaordinaire Negotie uit ‘t Patria herwaards gesondene koopmanschappen, die zo als ‘t den ondergeteekende /:onder approbatie van UWel Edele Gestrenge en E. Achtbr:s:/ vermeend, dat ‘t voordeligste voor d’ E Comp: zoude zijn, om deselve nog onder Ultimo Augustus Jongstl: bij de Negotie boeken onder de ordinaire koopmanschappen inteneemen vermits men eenige Articulen zeer nodig heeft ten dienste der E Comp:ie en waarvan ook zedert Twee Jaren geen Eijschen zijn gedaan; ook zijn ‘er nog eenige Articulen onder deselve, welke men bij gelegentheid wel voor Contant zoude kunnen van de hand zetten, als:’
‘
200 | lb Zegulgaaren |
120 | d:o Kemelsgaren |
1515 | d:o ruwgaaren |
663 | lb Wit Naaijgaaren |
1 | p:s IJzer Balans om 300 lb te weegen |
104 | d:o koeke Pannen |
127 | lb Spaansgroen |
100 | d:o Berlijns blauw |
545 | d:o Tonnen zwartzel |
310 | p:s Hangsloten |
200 | d:o Grendelsloten |
2000 | d:o blaaden dubbeld blik |
500 | d:o Enkeld blik |
270 | grossen Maat Tabakspijpen |
2 | d:o d:o korte d:o |
3488 | lb Tobak |
865 | groffen kopere knoopen |
200 | quarnituur pinsbekke knopen |
18 | p:s Tinne Soupterrines |
412 | d:o d:o Schotels en Assietten |
1902 | d:o d:o pieringen |
42 | d:o d:o Thee ketels |
72 | p:s Tinnekoffij kannen |
1000 | d:o d:o Leepels |
9 | Stellen koper gewigt van 39 lb |
142 | p:s kopere verlaat kranen |
270 | d:o d:o Bierkranen |
2150 | d:o VrijMetzelaars glaazen |
1500 | d:o Wijnkelken |
7700 | Glaase ruijten van 7 & 9 d:m |
9780 | d:o boeken ges. Papier |
1300 | d:o Avegaars |
3000 | d:o Raspen en Vijlen |
3000 | d:o Graaven |
875 | d:o Koornzikkels |
500 | d:o Nijptangen |
200 | d:o armvijlen |
500 | d:o handbijlen |
98 | d:o tapoen booren |
950 | d:o Schaafbijtels |
200 | d:o Hout omslagen |
25 | d:o Kloofzagen |
74 | d:o kraanzagen |
85 | d:o trekzagen |
1000 | d:o Bijtels ges: |
100 | d:o Dissels of drevelboren |
197 | p:s kraanboren |
100 | d:o Wielboren |
100 | d:o Sponsboren |
200 | d:o Spanzagen |
100 | d:o Dissels |
2 | d:o Ambeelden |
3000 | d:o Bierglaazen |
200 | lb Zegulgaaren |
120 | d:o Kemelsgaren |
1515 | d:o ruwgaaren |
663 | lb Wit Naaijgaaren |
1 | p:s IJzer Balans om 300 lb te weegen |
104 | d:o koeke Pannen |
127 | lb Spaansgroen |
100 | d:o Berlijns blauw |
545 | d:o Tonnen zwartzel |
310 | p:s Hangsloten |
200 | d:o Grendelsloten |
2000 | d:o blaaden dubbeld blik |
500 | d:o Enkeld blik |
270 | grossen Maat Tabakspijpen |
2 | d:o d:o korte d:o |
3488 | lb Tobak |
865 | groffen kopere knoopen |
200 | quarnituur pinsbekke knopen |
18 | p:s Tinne Soupterrines |
412 | d:o d:o Schotels en Assietten |
1902 | d:o d:o pieringen |
42 | d:o d:o Thee ketels |
72 | p:s Tinnekoffij kannen |
1000 | d:o d:o Leepels |
9 | Stellen koper gewigt van 39 lb |
142 | p:s kopere verlaat kranen |
270 | d:o d:o Bierkranen |
2150 | d:o VrijMetzelaars glaazen |
1500 | d:o Wijnkelken |
7700 | Glaase ruijten van 7 & 9 d:m |
9780 | d:o boeken ges. Papier |
1300 | d:o Avegaars |
3000 | d:o Raspen en Vijlen |
3000 | d:o Graaven |
875 | d:o Koornzikkels |
500 | d:o Nijptangen |
200 | d:o armvijlen |
500 | d:o handbijlen |
98 | d:o tapoen booren |
950 | d:o Schaafbijtels |
200 | d:o Hout omslagen |
25 | d:o Kloofzagen |
74 | d:o kraanzagen |
85 | d:o trekzagen |
1000 | d:o Bijtels ges: |
100 | d:o Dissels of drevelboren |
197 | p:s kraanboren |
100 | d:o Wielboren |
100 | d:o Sponsboren |
200 | d:o Spanzagen |
100 | d:o Dissels |
2 | d:o Ambeelden |
3000 | d:o Bierglaazen |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 7 October 1788 /:was geteekend:/ J:I: Rhenius’
Is daarop besloten gemelde Heer Hoofdadministrateur, tot het een en ander te qualificeeren, de gemotteerde goederen te doen verkopen, voor het geen deselve zullen mogen gelden, en de overige goederen die bij de Negotie boeken onder de ordinaire koopmanschappen zullen worden ingenoomen, op de volgende Eijscht te verminderen.
En is voorts door dikwilsgem: Heer Hoofdadministrateur den Raade bekend gemaakt dat zijn E. ingevolge den onlangs uit Patria ontfangene Eijsch, met voorkennisse van den Edelen Heer Gouverneur; van den thans alhier vertoevenden Franschen Capitain vön Schuler hadde ingekogt een quantiteit van 50,000 lb Swart Ebbenhout, tegens een Spaanse Mat ‘t Centum, welke verrigting door den Raad geapprobeerd is.
Hierna geleesen zijnde een versoekschrift door den kortelings alhier aangelanden Capitain Le Clerc ingediend, luijdende :
‘A: Messieurs le Gouverneur & les Conseillers formant la regence du Cap de bonne Esperance.’
‘Monsieur Le Gouverneur & Messieurs’
‘Le Capitain Le Clerc d’ aprés La Resolution que vous avez prise â son Egard sur sa requette du 27 aoust précedent se propose de partir pour L’ Europe .’
‘Quoique Monsieur Le Gouverneur l’aije deja laissé le Maitre de quiller cepaijis ci nonobstant cela le Capitaine Le Clerc ne se borne pas â vous prévenir de son dessein mais il â l’ honnéur de vous prier Monsieur le Gouverneur et Messieurs de lui en donner une permission par ecrit et de vouloir bien faire annéxér â cette meme permission une Copie des lettres que Monsiéur le General Alting et la haute regence de Batavia ont ecrit au Sujet du Capitaine Le Clercq tant au conseil du Cab de bonne Esperance qu ‘a Monsieur Le Gouverneur en particulier ainsi qu ‘une Copie de Celle que Monsieur Le Gouverneur de Ceijlon á ecrit a Monsieur Alting, et dont ce General â donne Connoisance a Monsieur Le Gouverneur du Cap.’
‘Le C:n Le Clerc desirant reparoitre en Hollande aprés de Mes:rs Les Directeurs de la Noble Compagnie d’ une maniere qui puisse non Seulement prevenir le moindre soupçon ou la moindre erreur de leurs part sur saConduite, mais qui puisse méme lui meriter leurs bienvoillance, o se seflatter Mon:r La Gouverneur & Mess:s que vous voudrez bien lui acCorder une demande aussi Justie.’
’/:onder stond:/’
‘Au Cap de bonne Esperance le 27 7br: 1788.’
Is na deliberatie over de daarbij vermelde Poincten; goedgevonden gemelde Capitain Le Clerc te verleenen een Schriftelijke permissie om zijn reis na Europa te vervorderen terwijl voorts ten belange van zijn gedaan versoek omme te mogen hebben Extracten van Zodanige brieven als op zijn Sujet door den Hoog Edelen Heer Gouverneur Generaal van Nederlands India aan den Edel Heer Gouverneur deeser Plaatse partiCulier geschreeven zijn, geoordeelt is, door deesen Raade daartoe geen permissie te kunnen worden verleend, daar zulx alleen dependeert van Welopgem:e Heer Gouverneur dewelke betuigde zig onbevoegd te oordeelen, tot het afgeeven van afschriften of Extracten eener partiCuliere Correspondentie tusschen den oppergebieder van India, ofte eenige andere voorname personen en zijn Edele Existeerende; weshalven verstaan is, aan gem: Capitain Le Clerc geene reedenen te geeven van de Weijgering van dit door hem zo onredelijk gedaan versoek, maar daar van in alle onderdanigheid aan de Hoog Gebiedende Heeren Majores kennis te geeven.
Door den Colonel en Chef der Arthillerie de Heer Philippus Hermanus Gilquin ingediend zijnde een Memorie van navolgenden inhoude
Aan den WelEdel Gebooren gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a
‘Wel Edel Geb: Gestrenge Heer!’
‘Neeme bij deesen Eerbiedig de vrijheid aan Uw WelEd: Geb: Gestr: te repræsenteeren de ongelukkige Situatie waarin zig de laatst aangestelde Jonge Officieren der Artillerie bevinden, die volgens resolutie van den Ed: Achtb: Politicquen Raad de dato 24. Junij 1788. op hunne onder officiers gage en Emolumenten de Ed: O: I: Comp:e in qualiteit van Officiers dienen, het welk voor hun zo drukkend is, dat zonder zig in schulden te steeken, het hun volstrekt onmogelijk vald, in de tegenswoordige tijden alhier langer, naar hunnen staat te kunnen leeven’
‘De waarheid hiervan is zodanig bekend, dat ik mij op UWel Ed: Geb: Gestrengens meede weeten in dien opzigte gerust durven beroepen.’
‘Het is UWel Ed: Geb: Gestrenge niet minder kennelijk welke swaare en Continueele diensten het Artillerie Corps alhier præsteeren moet, en daar het een algemeen gebruik in Europa is, den Artilleristen niet alleen een swaarder tractement dan de andere troupes, maar zelfs Extra ordinair douceurs, onder den naam van daggelden toeteleggen, wanneer deselve aan buijtengewoone werken geEmploijeerd werden, en de Artilleristen van Cabo de Goede Hoop niet alleen van geene deeser prærogativen Jouisseeren, maar derselver Jongste Officieren /:ofschoon hun aanweesen alhier door een ieder die ‘t waare belang der Ed: Comp:ie kend, en In’t oog houd, volstrekt noodzakelijk moet geoordeelt worden:/ daar en boven nog verstooken blijven van ‘t wettige tractement, dat aan hunne graaden van ouds met zo veel æconomie als noodzakelijkheid is toegelegd; zo schijnt mij zulx volstrekt met de bekende Equiteit onzer Heeren en Meesteren te contrasteeren, en zoude dierhalven van Hoogstderselver regtvaardigheid durven hoopen, en niet zonder grond præsumeeren, dat bij aldien UWel Ed. Geb: Gestrenge provisioneel op nadere approbatie van Hoog gemelde Heeren Majores, aan deese laatst geavanceerde Officieren der Artillerie, de ordinaire Tractementen en Emolumenten geliefde te accordeeren, zulx van eene gewenste goedkeuring zoude agtervolgd worden.’
‘Het Corps der Artillerie alhier reeds tot de aanzienlijke Sterkte van 300 man gemeenen toegenomen zijnde, en nog daaglijx staande te augmenteeren, zal het zelve t’ eeniger tijd volkomen aan het heijlzame oogmerk waartoe het geschikt is komen voldoen, zo schijnt de goede ordre, en /:’t zij met eerbied gesegd:) de Menschelijkheid zelve te vorderen, dat ‘er bij tijds gesorgd werde, om aan alle bediendens daar van, in Cas van nood eene seekere en prompte hulpe te konnen toereijken, wanneer zij door de imminente en meenigvuldige gevaaren, waaran Zij In’t presteeren van hunnen dienst, zelfs in vreedens tijden geExponeerd zijn, in de ongelukkige omstandigheeden zijn gebragt, eene onverwijlde hulp niet te konnen ontbeeren.’
‘De ordinaire bediendens van ‘t Hospitaal alhier steeds door een Considerabel aantal zieken, hetwelk in gevaarlijke tijden denkelijk niet zal verminderen, geobtineerd zijnde, en belet werdende, om hunnen dienst In’t toerijken der nodige hulpmiddelen, wijd en zijd op alle gedetacheerde Posten der Artillerie met die promptitude, als de omstandigheeden dikwils verEijschen, uit te oeffenen; zo zoude het onmeedogend, Ja wreed zijn, het behoud der qequeste Artilleristen van de onzeekerheid dier toerijking te doen afhangen en hen, die reeds een gedeelte van hun bloed in den dienst der Ed: Comp:ie vergoten hebben, door gebrek daarvan moedwillig te zien vergaan; dierhalven neeme ik nogmaals de vrijheid, UWel Ed: Geb: Gestr: te SolliCiteeren, om terwijlen de gelegentheid zich aanbied, aan dat præsumptive gebrek alhier te willen remedieeren, met den Persoon van Pallas, dewelke thans buijten Emplooij is, en volgens de getuijgenissen van een ijder, die hem kend, voor zeer bekwaam in de Chirurgie gehouden werd, aan UwelEd: Geb: Gestr: voor te dragen, ten einde denselven, onder inwagting der Hoge approbatie van onse Heeren en Meesters, op een Sortabel tractement, als chirurgijn Major bij de Artillerie deeses Gouvernements aantestellen.’
‘Versoekende voorts nogmaals om aan den Capitain Lieutenant H. van de Graaff dewelke reeds zedert omtrend anderhalf jaar den lastigen dienst van Adjudant bij de Artillerie met UwelEd: Geb: Gestr: voorkennisse en goedkeuring en tot mijn volle genoegen heeft waargenomen, het ordinaire douceur, zo als zulx alhier bij de Infanterie gebruikelijk is, te willen toeleggen.’
‘Waarmeede d’Eer heb mij onderdanigst te noemen /:onderstond:/ WelEd: Geb: Gestr: Heer /:lager:/ UWel Ed: Geb: Gestrengheids zeer gehoorsame en onderdanige dienaar /: was geteekend:/ P: H: Gilquin /:in margine:/ Cabo de Goede Hoop d:n 27 7:br 1788.’
Is goedgevonden de dispositie daarop uitgesteld te laaten tot dat deeze Memorie bij de respective Heeren Leeden zal zijn rondgeleezen.
Wijders geleezen zijnde eene ingekomene Missive van het College van Kerkenrade van Stellenbosch , luidende.
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de Goede Hoop & den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Acht: Rade van Politie
‘Wel Edele Gestrenge Heer en Edele Achtbare Heeren!’
‘Vermits door aanhoudende indispositie de thans fungeerende Koster Johannes Conterman, niet in staat is om de begrafenis en der lijken behoorlijk te kunnen bedienen, hebben wij ons genoodzaakt gevonden, den selven eenen anderen tot adsistentie te adjungeeren, & daartoe verkoren Paul Fick, om dit gedeelte dier bediening, op eene zo wel voor de belangens onzer kerkenbeurs, als voor deese Personen zelve, zeer favorable wijze waar teneemen, met belofte van bij Eerstkomende vacature, den laatstgem: daarom soliciteerende UWelEd: Gestr: en E. Achtbr: ter approbatie te zullen voordraagen, om in die bedieninge alsdan te mogen Continueeren.’
‘Wij hebben de Eer UWelEd: Gestr: en E. Achtb: deese Schikkinge te proponeeren, met ootmoedig versoek dat UWel Ed: Gestrenge en E. Achbr: deselve gelieven te approbeeren.’
‘Waarmeede wij na toewenschinge van de dierbaarste zegeningen des allerhoogsten, in allerleij betrekkingen de Eer hebben ons te noemen.’
’/:onderstond:/ Wel Edele Gestr: Heer en E Achtb: Heeren /:lager:/ UWel Ed: Gestr: & E Achhtb: zeer ootm: dienaren, uitmakende ‘t Eerw: kerkenraad deeser gemeente uit aller Naam en last /:geteekend:/ M: Borcherds Ecc: pres: /:in margine:/ Stellenbosch den 13. 7:br 1788.’
Is goedgevonden en verstaan de daarbij verm:e provisioneele Schikking te approbeeren, en bij vacatuure van het kosters Ampt aan Stellenbosch , op den door kerkenraade aldaar voorgedragene persoon van Paul Vick eene favorable reflectie te slaan.
Waarna door den Heer Colonel von Hughl Commandeerende het alhier Guarnisoen houdend regiment van Wurtemberg gediend wierd van de volgende Memorie
‘Pro Memoire’
‘â Son Excellence Monsier Le Gouverneur du Cap de bonne Esperance.’
‘Il ij a quelque tems que le sousigné Collonel Commandant du Regiment de Wurtemberg , á eu l’honneur, de proposer á son Excellence les raisons, par les quelles il prenoit la liberté, de demander le rang d’officier, pour les portes’ Enseignes du regiment de Wurtemberg . Son Excellence â bien voulu, l’accorder, mais sans aucune augmentation de leur gage. Le soussigné est bien eloigné, de Causer â la la trés noble Compagnie des depenses Extra ordinaire, et non pas conforme a la Capitulation du Regiment; c’est pourquoi les Enseignes sont aussi tenus, de se contenter de leurs gage, stipulée dans la Capitulation; mais quant á les Emmolumens il ne peut se dispenser, d’interceder pour les Enseignes.’
‘Il est absolument impossible, que les dits Enseignes puissent vivre avec le traitement d’un simple Sergeant, il faire leurs Servise, convenant, au rang d’officier.’
‘En Europe deja on avoit fait cette reflection, en leur accordant pendant la traverseé les émolumens, que l’article 5 de la Capitulation ne promet, qu’aux officiers: c’est ce qui engage le Soussigné, de remettre ces circonstances a Son Excellence, et de la prier, de vouloir bien accorder aux Enseignes les Emolumens de sous Lieutenant, ou en Casque son Excellence ne lé Juge as pas âpropos, du moins, permittre que le soussigné addresse cette demande â Messieurs les directeurs de la Noble Compagnie en Hollande, et jusqu’ a ceque la decision soit donnée; le soussigné prie en outre de faire paijer en attendant du regiment les Emolumens de Sous Lieutenant, et ça d’autrant plus, quele sousigné en tous cas est pret, de rembourser ces hauts émolumens, si la tres noble Compagnie contre toutes attente, les resusort.’
‘Outre cela le Soussigné se trouve dans la nécessité de faire une representation, touchante le payement de la Solde.’
‘Au Commencemant de l’arrivée du Regiment on avoit paije la Somme, duë au Regiment, untiers en argent comptant, et deux tiers en papier.’
‘le tresorier du Regiment faisoit la distribution de façon, que le Soldat touchoit la Somme, que lui revient par Mois, en argent, mais á prosent, comme on ne paije qu’un seul quart en Argent, et trois quart en Papier, ce paijement n’est plus practicable, a qui est le Sujet d’une grande Confusion, tant pour les Soldats mimes, tant pour les Capitaïnes, qui paijent les Soldats de leurs Compagnie. âla fin du mois un Soldat qui ne doit rien, reçoit sa Solde sans aucune deduction, un autre 1.2 Rixd:s &:a qu’on ne peut paspaijer enpapier, et si on veut faire le paijement en méme tems aux plusieurs Soldats par un Billet, il est alors trés difficile, ou de trouver quelqu’un qui changeroit un tel billet, oi que les Soldats pourrocent regler la distribution entre eux. Pour eviter toutes ces inConvenients le Soussigné prie tres Humblement, de faire paijer le Regiment Sur le même pied, comme au Comméncement de Son arivée, savoir un tiers en argent, et deux tiers en papier, et pour pouvoir faire une distribution exacte qu’on doit toujours au Soldat, d’ajouter tous les mois un certain nombre de monoije, proportioné á l’etat du paijement d’onze Compagnies.’
’/:onderstond:/’
‘Au Cap de bonne Esperance le 27. aout 1788 /: was geteekend:/ d’ Hugel Colonel.’
Over welks inhoude gebesoigneerd zijnde is goedgevonden en verstaan in het Eerste lid van dat versoek op de door gemelde Heer Colonel voorgestelde Conditien te bewilligen, en met betrekking tot het tweede lid, aangezien men zedert eenigen tijd de betalingen uit ‘s Comp:ies Cassa heeft moeten doen voor drie vierde gedeeltens aan Zilver en Een Vierde aan Papiere Geld, den Heer Cassier te qualificeeren, om voorthaan zo wel het Regiment van Wurtemberg , als alle de overige hier bescheijdene Troupes, met een derde zilvere, en twee derde papiere Munt te betalen, en dewijl hieruit alzo de noodzakelijkheid voortvloeid, dat dit Gouvernement zig steeds voorzien vind, van eene genoegzame quantiteit zilvergeld ten einde deese wijze van betalinge te kunnen Effectueeren; hoewel men andersints heeft vertrouwd, en dienvolgens ook aan de Hoog Gebiedende Heeren Majores bij onse onderdanige Letteren van 5: Januarij deeses Jaars is betuigd dat dit Gouvernement zig zeer wel met het Papiere Geld zoude kunnen redden, wanneer hetzelve Jaarlijks slegts van een zeekere Somma van paijment wierd voorsien, terwijl tevens in aanmerking genomen is, dat Hoogstgedagte Heeren Superioren bij derselver Zeer gevenereerde Letteren van den [.....] hebben gelieven te gelasten; om den Eijsch van Gelden interigten na het benodigde ter betalinge van het regiment Wurtemberg , het geen bij Haar WelEdele Hoog Achtbr. op eene Somma van ƒ300,000:- is begroot, zo heeft men thans nader moeten besluijten, om meer Hoogst Ged:e Heeren Majores eerbiedig te vertoonen en te informeeren dat tot de voorsz: manier van gelijke betalinge, aan alle de troupes en tot het geene anderzints, meede aan Zilvere Specien bij het papiere geld, in de voldoeninge der geleverd werdende Producten, werd gevoegd, dit Gouvernement Jaarlijks ordinair eene Somma van ƒ300,000:- zal benodigt zijn, en mitsdien de Eijschen hier na interigten, mitsgaders haar WelEdele Hoog Agtbarens onderdanigst te versoeken, dat daar dan, als met de betragting van een nauw overleg, en alle mogelijke besparinge geschiedende mag werden voldaan.
Voorts door den Soldij overdrager alhier Johannes Fredrik Kirsten gepræsenteerd zijnde het volgende request
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur & Directeur wegens der VerEenigde Nederlanden geoctroijeerde O: I: Compagnie van Cabo de Goede Hoop, met de ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den WelEd: Achtbr: Politiquen Raad.
‘WelEdele Gestrenge Heer, en WelEd: Agtbr: Heeren!’
‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen, Uwer Wel Edele Gestrenge en Wel Edele Achtbr: onderdanige dienaar, den ondergeteekende Soldij overdrager Johannes Fredrik Kirsten.’
‘Dat, daar UWel Edele Gestrenge en WelEd Achtbr: denselven tot het doen eener reijze na de Plettenbergsbaaij hebben gelieven te committeeren, ten einde de door UWel Edele Gestrenge en Wel Ed: Achtbr:s aan hem opgedrage en veel gerespecteerde ordes, nopens de opgespoelde ‘s Comp:ies goederen van’t aldaar gestrand Schip de Maria te executeeren; voor welk vertrouwen in desselvs Persoon gesteld, hij d’Eer heeft UWel Ed: Gestr: en WelEd: Achtbr: bij deesen zijnen nedrigen dank te betuijgen: hij Supp:lt de vrijheid neemd UWel Ed: Gestr: en Wel Ed: Achtbr: eerbiedigst te vertonen; dat geduurende den tijd zijns afweezens den Post waarmeede thans bekleed is, op dat den dienst der E. Comp:ie na behooren werd verrigt, door een ander Persoon en wel door den Eersten Suppoost Cornelis Cruijwagen als daartoe de VerEijschte capaciteit bezittende noodzakelijk moest worden waargenomen: en teffens dat den Suppliant voor zig geen kans ziende op dat Comptoir nog zijn Fortuin te pousseeren, nog zijne Domesticque zaaken, vermits ‘t Comptoir wijnig of geene revenuen geeft, te verbeeteren; om opgem:e reedenen dan ootmoedigst versoekt; voortaan van ‘t Soldij werk te werden g’Excuseert.’
‘Biedende den Suppliant echter UWel Edele Gestrenge en Wel Edele Achtbr: zijne geringe diensten aan, om in een ander bij vacatuure opentevallen Ampt, ‘t zij in’t Politicque ‘t zij in’t Justieele, waar en wanneer Hoogst dezelven zulx nodig zullen oordeelen, in den dienst der E. Compagnie te werden geEmploijeerd.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende etc:, (: was geteekend:/ J: F: Kirsten (:in Margine:/ Cabo de Goede Hoop, 16. 7:br 1788.’
Is goedgevonden, den Suppliant van zijne voorschreeven bediening van Soldij overdrager te ontslaan, zullende dienvolgens de gage en emolumenten moeten blijven stilstaan, zo wanneer de Commissie, waarin hij zig thans geëmploijeerd vind, zal weesen afgelopen, terwijle hij daardoor nogthans niet zal zijn gedestitueerd van’t aspect, om bij aldien zig eene convenable occasie præsenteerd, wederom in eenige andere bediening te kunnen worden gesteld
En is ter plaatsvulling van evengem:e Kirsten wederom tot Soldij overdrager met den daartoe staanden Rang van onderCoopman, aangesteld den boekhouder en Eerste Suppoost ter Soldij Comptoire Cornelis Cruijwagen, en zulx op approbatie van de Hoog gebiedende Heeren Meesteren
Gelijk in steede van laatstgemelde, wederom tot boekhouder en Eerste Suppoost ten voorsz: Comptoire met de gage van ƒ30 ‘s maand’s is bevordert den aldaar dienst doende Adsistend Johannes Marthinus Wentzel.
Wijders door den Edel Heer Gouverneur te kennen gegeeven zijnde, dat de ondercoopman en opziender van het Houte Magazijn Pieter Diderik Boonacker, dewelke tevens den Post van Commissaris tot de Monstering bekleedt, zig bij zijn Edele geaddresseerd had, met versoek om van deese laatstgem: Post dewelke hij uit hoofde zijner hoogklimmende Jaaren, niet langer na behooren konde waarneemen, geexcuseerd te worden is in aanmerking van deese geallegueerde reedenen goedgevonden denselven Boonacker van evengemelde Charge van Commissaris tot de Monstering te ontslaan, en daartoe wederom aantestellen den onderCoopman en gesw:e Clercq van Commissarissen uit den Raad van Justitie Oloff Martini Bergh; welke bediening wederom vervuld is, door den ter Secretarije van Politie dienst doenden Adsistent Willem Ludolph van Hardenberg, met de Rang van Boekhouder en gage van ƒ30 ‘s Maands, onder deese expresse bepaling, dat gemelde Hardenberg; even als zulx te voorenplaats heeft gehad; als gesw: Clercq ter voorsz: Secretarije van Politie zal moeten dienst præsteeren.
Commissarissen uit den Raade van Justitie overgeleverd hebbende eene Lijst of rolle van de gewoone quotisatie Penn:, zo over ‘s Comp:ies Dienaren als burgeren over dit Caabsche District, voor deesen Jaare 1788 geformeerd nevens een vertoog luijdende
Aan den Wel Edele Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur & Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtbr: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Commissarissen uit den Raad van Justitie volgens Jaarlijxse gewoonte wederom gevaceerd hebbende tot het formeeren eener Nieuwe Quotisatie Rolle voor deesen Jaare. Neemen de Vrijheid Uwe WelEdele Gestrenge en E. Achtbr: bezijden deesen aan te bieden, een Specificque Lijst dier Personen dewelke provisioneelijk onder Uwe WelEdele Gestrenge en E. Achtbarens geEerde approbatie in hunne quotas vermeerderd en verminderd zijn, mitsgaders van de geene, zo dienaaren, Burgeren; als Lieden onder ‘t vrij Corps diens doende, dewelke bevorens niet belast geweest zijnde, thans meede zijn getaxeerd geworden, zodanig als men vermeend heeft, geen het minste beswaar aan ieders omstandigheeden te zullen kunnen toebrengen.’
‘Bij welke voormelde Lijst d’ondergeteekendens ook nog de Eere hebben overteleggen eene Compleete Rolle van alle zodanige Ingezetenen, dewelke tot het betalen van het gewoone Zogenaamde Jaarlijkze hoofdgeld geschat weezende, in derselver gewoone quotas blijven Continueeren.’
‘Commissarissen Uwe WelEdele Gestrenge en E. Achtbarens gunstige dispostie hierop afwagtende teekenen zig met verschuldigd Respect.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E: Achtbr: Heeren /:lager Uwe Wel Edele Gestr: en E. Achtbr: ootmoedige en Gehoorsame Dienaren /:was geteekend/ T: C: Ronnenkamp, Joh:s Smuts J: V: Echten, C: G: Maasdorp, C: Mappa, R: J: V:D: Riet, J: C: Gie, H: I: de Wet /: in margine:/ Cabo de goede Hoop den 5 Sept:br 1788.’
Zo is verstaan ter Examinatie van de gemelde Rolle expresselijk te committeeren de Heeren Leeden deeses Raads M:r Jacobus Johannes Le Sueur en Oloff Godlieb de Wet, met qualificatie, om bij zo verre omtrend de tauxatie van deese of geene der op deselve Rollen bekend staande Persoonen zig eenige bedenkingen mogten voordoen, desweegens van Commissarissen de nodige elucidatie te vorderen, en vervolgens deese Raade te dienen van berigt.
Terwijle meede is nagesien, de door den Heere Hoofd Administrateur Johannes Isaak Rhenius ingediende reekening der verstrekte Zeguls zedert Primo Maart tot Ult:o Augustus deeses Jaars.
‘
Zeeguls d' Anno 1787/8. | ||||||||||||||||||||
Debent | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rijxd:rs | 1/8. | 1/4 | 1/2 | 1/4 | 1. | 2. | 3. | 4. | 5. | 6. | 8. | 10. | 12. | 15. | 20. | 25. | 30. | 40. | 50. | 60. |
Ult:o Frebruarij 1788 restand verbleeven | 1007 | 1426 | 1103 | 15 | 131 | 128 | 102 | 96 | 72 | 14 | 81 | 79 | 25 | 22 | 14 | 11 | 6 | 1 | 4 | 3 |
den 13 maij 1788 bijgekomen | 1500 | |||||||||||||||||||
den 22 Junij 1788 bijgekomen | 1000 | 1000 | 500 | 50 | 100 | 100 | 50 | |||||||||||||
Somma | 3507 | 2426 | 1603 | 65 | 231 | 228 | 152 | 96 | 72 | 14 | 81 | 79 | 25 | 22 | 14 | 11 | 6 | 1 | 4 | 3 |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rijxd:s | 1/8. | 1/4 | 1/2 | 1/4 | 1. | 2. | 3. | 4. | 5. | 6. | 8. | 10. | 12. | 15. | 20. | 25. | 30. | 40. | 50. | 60. |
Zedert pr:o Maart 1788. tot dato deeses verkogt | 2519 | 1602 | 498 | 9 | 154 | 59 | 10 | 34 | 20 | 33 | 14 | 4 | 8 | 2 | ||||||
De d:o deeses restant | 988 | 824 | 1105 | 56 | 77 | 169 | 142 | 62 | 52 | 14 | 48 | 65 | 21 | 14 | 14 | 9 | 6 | 1 | 4 | 3 |
Somma | 3507 | 2426 | 1603 | 65 | 231 | 228 | 152 | 96 | 72 | 14 | 81 | 79 | 25 | 22 | 14 | 11 | 6 | 1 | 4 | 3 |
Zeeguls d' Anno 1787/8. | ||||||||||||||||||||
Debent | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rijxd:rs | 1/8. | 1/4 | 1/2 | 1/4 | 1. | 2. | 3. | 4. | 5. | 6. | 8. | 10. | 12. | 15. | 20. | 25. | 30. | 40. | 50. | 60. |
Ult:o Frebruarij 1788 restand verbleeven | 1007 | 1426 | 1103 | 15 | 131 | 128 | 102 | 96 | 72 | 14 | 81 | 79 | 25 | 22 | 14 | 11 | 6 | 1 | 4 | 3 |
den 13 maij 1788 bijgekomen | 1500 | |||||||||||||||||||
den 22 Junij 1788 bijgekomen | 1000 | 1000 | 500 | 50 | 100 | 100 | 50 | |||||||||||||
Somma | 3507 | 2426 | 1603 | 65 | 231 | 228 | 152 | 96 | 72 | 14 | 81 | 79 | 25 | 22 | 14 | 11 | 6 | 1 | 4 | 3 |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
Rijxd:s | 1/8. | 1/4 | 1/2 | 1/4 | 1. | 2. | 3. | 4. | 5. | 6. | 8. | 10. | 12. | 15. | 20. | 25. | 30. | 40. | 50. | 60. |
Zedert pr:o Maart 1788. tot dato deeses verkogt | 2519 | 1602 | 498 | 9 | 154 | 59 | 10 | 34 | 20 | 33 | 14 | 4 | 8 | 2 | ||||||
De d:o deeses restant | 988 | 824 | 1105 | 56 | 77 | 169 | 142 | 62 | 52 | 14 | 48 | 65 | 21 | 14 | 14 | 9 | 6 | 1 | 4 | 3 |
Somma | 3507 | 2426 | 1603 | 65 | 231 | 228 | 152 | 96 | 72 | 14 | 81 | 79 | 25 | 22 | 14 | 11 | 6 | 1 | 4 | 3 |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop Ultimo Augustus 1788. /:was geteekend:/ J:I: Rhenius’
’/: in Margine:/’
‘Deeze reekening door ons Ondergeteekende Gecommitteerdens, benevens den Pro Interim Fiscaal deeses Gouvernements behoorlijk Nagezien en met de restanten geconfronteerd zijnde is deselve in allen deele accordeerende bevonden /:onderstond:/ In’t Casteel de Goede Hoop p:o 7:br 1788. /:was geteek:/ S: V: Echten, Joh:s Smuts & G: Exter /:lager:/ Mij præsent /:en geteek:/; C: L: Neethling Secret:s’
Waaruit gebleeken zijnde dat de verkogte Zeguls bedraagen eene Somma van Rijx: 2131: :[.....] is verstaan hetzelve montant in ‘s Comp:ies geldkas te laaten overbrengen, en bij de Negotie boeken te doen inneemen.
Zijnde wijders op het, door den Landdrost en den Krijgsraad van Stellenbosch en Drakenstein bij Missive gedaan versoek verstaan aan deselve te laaten verstrekken 1800 lb: buskruit en 2700 p:s vuursteenen, tot de op handen zijnde gewoone burger Exercitie aldaar
Waarna geleesen Zijnde, eene ingekomene Missive van Land drost en Krijgsrade van Graaff: Reinet , over welks inhoude gebesoijgneerd zijnde, is om de daarbij ter neder gestelde reedenen, goedgevonden, de ingeSeetenen der voorsz:e Colonie Graaffe Reinet noch voor dit Jaar van de gewoone burger Exercitie en Wapenschouwing te excuseeren, en aan gemelde Krijgsrade te doen verstrekken de versogte 1200. lb: kruijt, 2400 lb loot en 6000 p:s vuursteenen, mitsgd:s de bij die Missive vermelde provisioneele aanstellingen te approbeeren, zullende bij het attaqueeren der rovende Bosjesmans, bij continuatie moeten worden gevigileerd, dat daarin niet verder worde gegaan, als de beteugeling haarer moedwil onvermeijdelijk zal komen te verEijsschen, terwijle voorthaan op deConsideratien, van Land drost en Krijgsraade voormeld, In’t oog zal worden gehouden, om in ieder contrije alleen Een Veldwagtmeester te laaten fungeeren.
Vervolgens geresumeerd zijnde de door Landdrost en Heemraden van gemelde Colonie Graaff Reinet ingeleverde Nominatie, voor en in plaatse, der aldaar uitgediend hebbende Heemraden, zijn daartoe wederom verkoren Hendrik van der Merwe Schalksz: en Tjaard van der Wald.
Wijders noch gedelibireerd zijnde over den inhoude van eene Missive van het College van Land drost en Heemraden van Graaff Reinet voorn:d luijdende
‘Cabo de Goede Hoop’
Aan den WelEdelen Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur &:a &:a &:a benevens den Edelen Achtbr: Politicquen Rade
‘Wel Edele Gestrenge Heer en Edele Achtb: Heeren’
‘Daar de Situatie deeser Plaats, noodzakelijk vordert, dat den ouden waterloop werde verandert, en ten dien einde een nieuwe dam in de Rivier werde gelegd, die zo Suffisant diend gemaakt te zijn, dat men bij swaare reegens geen verspoelingen of overstromingen der Rivier te vreezen hebbe, egter dit zo noodzakelijk werk, niet alleen met veel moeijte, maar ook aanzienlijke kosten gepaard is, zijn de ondergeteek: op middelen bedagt geweest, waar door zij vermeenden dit werk te faciliteeren, zonder de Colonie op onkosten te brengen.’
‘Ten dien einde heeft den ondergeteek: Landdrost gemeend, dat wanneer d’ Ingeseetenen, bij Billieten vriendelijk wierden uitgenodigd, in deesen de behulpzame hand te bieden, met eenige Slaaven of Hottentotten tot dit werk, zonder betaling of ten minsten tegens een billijk huurloon aan de Colonie te geeven, een ieder zijne bereidwilligheid zoude betoonen, en de Colonie dus in staat gesteld werden, voorsz: noodzakelijk werk op een min kostbare wijze te voltooijen, hebbende den ondergeteekende Landdrost ingevolge zijn oogmerk op den 28 September A:o pass:o eenige billieten onder zijn eijgen handteekening doen affigeeren, van inhoude als UWelEdele Gestrenge en Edel Achtbr: zien kunnen uit nevensgaande Copia g’annexeerd onder N:o 1.’
‘Dan de verwagting waarmeede den ondergeteekende Land drost zig flatteerde op niets uitgedraaijd zijnde, wierd ‘er in vergadering van Heemraden, op Maandag den 14. Januarij Jongstl: op voordragt van den Land drost geresolveerd, uit naam van ‘t Collegie eenige tentatives te doen, om te zien of men d’ Ingeseetenen niet zoude kunnen persuadeeren, uit vrije wille en op een genereuse wijze, dit werk te helpen bevorderen, en wierden tot nakoming deeser Resolutie, Billietten g’affigeerd, waarvan den inhoud onder N:o 2. hierbij overgaat.’
‘Dan dit Laatste versoek even zo min geEffectueerd hebbende als ‘t Eerste, zien zig de ondergeteekendens in de onvermeijdelijke noodzakelijkheid gebragt, op andere middelen te moeten bedagt zijn, te meer daar de Colonie zig volstrekt niet in staat bevind, eenige buijtengewoone Costen te kunnen dragen, dewijl ‘t UWel Edele Gestrenge en Ed: Achtb:r volkomen bewust is wat sware kosten men bij den aanleg deeser Colonie genoodzaakt geweest is te doen, en hoe gering voor als nog s’ Colonies revenuen zijn.’
‘Des neemen d’ Ondergeteekendens de vrijheid UWelEd: Gestrenge en Ed: Achtb nedrigst te Suppliceeren, dat ‘t UWelEd Gestrenge en Ed: Achtbr:s behage de ondergeteekendes te qualificeeren, alle d’ Ingeseetenen deeser Colonie zonder onderscheid, op een zeeker tantum, Hoofd voor Hoofd, na rato van een ieders vermogen, te mogen t’axeeren, egter op zodanige wijze dat de onvermogende en Eenlopende personen niet meer als 4. Schell: en de andere ná rato van 1:2. tot hoogstens 3. rd:s ieder, zullen behoeven op te brengen; Door welk middel de ondergeteekendens vermeenen in staat gesteld te worden, niet alleen den ouden Waterloop te kunnen verleggen, maar in de Rivier ook zodanige dam te maaken die tegens de Swaare regens en overstromingen zal kunnen resisteeren.’
‘Ons met U Wel Edele Gestrenge en Edel Achtbr:e gunstige approbatie flatteerende, hebben wij de Eer met verschuldigden Eerbied en Submissie te verblijven’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Gestrenge Heer en Edele Achtbr: Heeren! /:lager:/ UWelEdele Gestr: en Edele Achtbr: zeer nedrige Dienaren /:was geteekend:/ M: H: O: Woeke L: S: V:D: Merwe, A: P: Burger, J: Joubert, J: G: Tregard, Jan Booijsen en S: Naudé. /:in margine:/ Ter Heemraads vergadering aan Graaffe Rijnet den 5:de Maij 1788.’
Is in aanmerking der algemeene noodzakelijkheid welke in dit versoek resideert goedgevonden en verstaan Land drost en Heemraden voorm:d te qualificeeren, omme alle de Ingeseetenen van evengemelde Colonie, zonder onderscheid, op een Zeeker tantum Hoofd voor Hoofd, na rato van ieders vermogen te táuxeeren, echter in deesen tot een richtsnoer houdende, dat de onvermogende en Eenlopende Persoonen niet meer als Vier Schellingen en de anderen, naar eene geproportioneerde evenredigheid van hunne vermogens van Een, tot uitterlijk drie rijxd:s ieder zullen behoeven op te brengen.
En is voorts op daarom per request gedaan versoek door den Command: der burger Artillerie Johan Hendrik Zin, goedgevonden aan den selven in Erffpagt te accordeeren zeeker Stukje gronds groot 143. quadraat roeden en 108 d:o voeten, ter opbouwing van Een Craal.
Door den Pagter der Caabsche koele wijnen en brandewijnen aan Stellenbosch Fredrik Kannemeijer p:r request zijnde versogt om aldaar nog een bij tap te mogen houden, is goedgevonden dit request te stellen in handen van den Land drost van Stellenbosch en Drakenstein omme daarop te dienen van berigt.
Zijnde wijders aan de op het uitkomend Comp:ies Schip Horssen bescheiden onderCoopman Harmen Carel Schneider en adsistend Cornelis van der Does, op hunne desweegens gedaane Supplicquen, toegestaan omme vermids een facheus acCident den Eerstgem:e door het verbranden zijner beijde handen overkomen, en de Indispositie van de laatstgem: alhier eenigen tijd onder afgeschreeven gage tot hun herstel te mogen verblijven.
Uit een ingekomen Rapport van zeekundigen wegens den toestand van het op den 15. der gepasseerde Maand September uit de baaij Fals alhier aangekomen Ceijlons retour Schip Java luijdende:
Gebleeken zijnde dat de Fokke Mast, Grote Rhae, Fokke Rhâe, Groot Marszeijls rhâe voormars Zeil Rhaa en blinde rhâe zodanig verrot en vervuurd zijn, dat deselve noodzakelijk moeten worden vernieuwd, is goedgevonden de nodige ordres te Expedieeren, dat deese vermasting, ingevolge dit Rapport, met alle mogelijke vlijt worde verrigt, en daardoor die kostbare bodem in staat gesteld, desselvs t’ huijsreize wanneer de gevenereerde ordres van der hoog Gebiedende Heeren Meesteren zulx toelaten te kunnen onderneemen.
En vervolgens noch geleezen zijnde een ingekomen Rapport van Zeekundigen, nopens de gesteldheid der op strand staande Lands boot Tulbach , en de in den voorleeden Jaare alhier agtergelatene Schuijt van het Schip de Schelde luijdende
Aan den WelEdele Gestr: Heer den Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a
‘Wel Edele Gestrenge Heer!’
‘Ingevolge UWelEdel Gestrenge zeer gehonnoreerde Last hebben wij ondergeteek: ter requisitie van den Pro Interim Equipage Meester Jan Arnoudt Voltelen, en geadsisteerd door den Baas der Scheepstimmerlieden alhier Meindert van Eijk ons vervoegd naar de op Strand staande Lands Boodt Tulbach , en denselven ten nauwkeurigst gevisenteerdt, zijnde, bevonden, de volgende gebreeken, als dat bij de Mastdragt dezelve dwars af was en al de krommers en sisters en oplangers meede af de haaken van de buijten huid geheel uit elkander en een duim geweeken, en nergens door ouderdom eenige vastigheid kunnen krijgen, voorts oud en afgevaaren, zo dat deselve ons onherstelbaar voorkomt.’
‘Als meede den A:o 1787 hier agter gelaaten Schuit van het Schip de Schelde bevonden derselver oplangers buikstucken enknien alle dwars af, de buiten huid, Spiegel, agter en voorsteeven ontramponeerd en stuckend, die meede onherstelbaar bevonden, alzo het meer aan moeite en onkosten belopen zoude, indien deselve op te timmeren was, als den opbouw van een geheel nieuw vaartuig van dien aart, zo dat die beijde vaartuigen tot verdere dienst der E. Comp:ie onbekwaam zijn.’
‘Hiermeede hoopen de ondergeteek:e aan UWelEd: Gestr: zeer geacht bevel voldaan te hebben en laaten dit dienen tot nedrig berigt.’
’/:onderstond:/ Wel Edele Gestr: Heer /:lager:/ UWelEdele Gestrenge allergehoorsaamste Dienaren, daaronder ./ als geCommitteerdens /:was geteekend:/ C: V: Vlaanderen, Jan Craaij, W: Van groningen en Laurens Steenboom /:in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 30. 7:br 1788 /: en daaronder:/ Ten mijnen overstaan /en geteekend:/ J: A: Voltelen /:en:/ in mijn bijweesen M: V: Eijk.’
Zo is in aanmerking dat uit gem:e rapport kwam te blijken, dat de beide Vaartuijgen, tot verderen dienst onbequaam, en niet dan met enorme Costen zouden te repareeren zijn, goedgevonden en verstaan deselve te doen Sloopen en het daarvan komende houtwerk tot het branden van s’ Comp:ies Kalkovens te laten gebruiken; zullende voorts in steede van deese afgelegde wederom een Nieuwe Landsboot moeten aangeboud worden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent C: van Aerssen Secr:s
C. 180, pp. 112-161.¶
Dingsdag den {17881014} 14. October 1788.
‘S voormiddags, alle præsent, dempto den Heere Dispencier William Ferdinand van Reede Van oudtshoorn.
Wierd door den burger Louis Kotzé gepræsenteerd een request gemunieerd met eenige bijlagen, luidende ‘t zelve request
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur aan Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien etc: etc: etc: benevens de verdere WelEdele Achtbare Heeren Raden van Politie aan Cabo voorn:d
‘WelEdele Gestrenge Heer! en WelEd: en Achtbr: Heeren!’
‘Geeft met de verEijschte eerbied op ‘t ootmoedigste te kennen, den burger Louis Kotzé.’
‘Hoe aan hem Supp:t ten Jaare 1778 door den toenmaligen WelEdelen Gestrengen Heer Gouverneur den Heer & M:r Joachim van Plettenberg een Plaats in leening is vergund genaamd Bergvliet geleegen aan de BokkeClooff over Bruintjes Hoogte onder de Drosdije Graaffe Reijnet , den Supp:t rust en vreedig wegens desselvs Buuren in de Possesie van die Plaats is geweest tot In’t Jaar 1780 en wanneer door de Caffers de daarom leggende, en meede de plaats van den Supp:t is afgelopen, en hij met zijne daaromstreeks wonende buuren hebben moeten vlugten, wanneer van den Supp:t door de Caffers een zoon en vier Hottentots zijn vermoord & een Honderd Zeven en Negentig Beesten Twee Paarden met een Zadel en Toom zijn weggenomen.’
‘Den Suppliant toen met en benevens zijne verdere buuren alle mogelijke tegenstand hebben geboden en de Caffers daar weder hebben verdreeven, hij toen een van de Eerste is geweest die de novo possessie van zijn gem:e Plaats heeft genomen, na zijn leeven daarvoor hebben gewaagt.’
‘Dat hij verder gerustelijk In’t besit van zijn gemelde Plaats heeft geweest zonder dat eenige Buuren over den Supp:t of over desselvs Plaats, wegens dat deselve iemand te na zoude leggen, eenige klagten zijn ingebragt geworden, tot in’t laatst afgelopene Jaar, wanneer /:volgens voorgeeven van den Heer Landdrost der gem:e Colonie, op aanklagte van des Supp:ts buuren de Burgers Johan en David Botha een Commissie door gem:e Heer Landdrost en Heemraden aldaar is gedaan, die zo als uit annexe verklaring consteerd, de verheid der omleggende Plaatzen met Paarden hebben afgereeden en gejaagd; als toen den Suppliant hebben toegeweesen dat zijn Plaats onbestaanbaar zoude zijn, en zijn buuren te na zoude leggen, gelijk hem Supp:t door gemelde Heer Land drost, blijkens annexe Missive, uit order van UWelEdele Gestrenge is aangeschreeven geworden dat zij gemelde Plaats zoude zijn geroijeerd en diensvolgens gelast deselve ten spoedigsten te ontruijmen.’
‘Dan alzo den Supp:t bereidwillig is, om aan de gevenereerde ordre van zijn overheid te obedieeren, zo vertrouwd den Supp:t egter de vrijheid te hebben wanneer met zulke gewijsdens beswaard vind, met alle Eerbied te mogen wenden tot zijne wettige Souverein, omme des beswaren, met alle Eerbiedigheid voor te mogen dragen, zo als den Supp:t op ‘t ootmoedigste is doende bij deesen,’
‘Hoe hij Suppliant als evengem:e reeds van den jare 1778: zonder eenige klagten van zijn buuren en met levensgevaar bezitter is geweest van zijn gem:e Plaats die hij intusschentijd heeft bebouwd en beplant, om voor hem en zijn Famille daarop zijn nooddruft en levensonderhoud te kunnen genieten, gelijks denselven onder ‘s Heemels gunst, geduurende die tijd van Negen en thien Jaren daarop heeft gehad; ‘t hem Supp:t ten hoogsten ziel grievend moet zijn na verloop van zo veel Jaaren, en alle aangewende moeijtens tot zijn bestaan te hebben gedaan nu in zijn hoge Jaaren uit zijn bestaan en welvaart verstoten te zien.’
‘Reedenen die den Supp:t noodzaken om inne deese zij dringende nood zijn toevlugt te neemen tot UWelEdele Gestrenge en Ed Achtb: en zijne /:zo vertrouwd:/ regtmatige klagten en beswaaren in den boezem van UWEd Gestr: en E. Achtb: vaderlijke harten neder te werpen, met ‘t ootmoedigst versoek dat UWelEdele Gestr: en WelEd: Achtb: ‘t zelve met hoogst derselve gewoone accuratesse gelieven te Examineeren, en den Suppliant gelieven te maintineeren, en te vergunnen dat denselven, op die Plaats waarvan hij reeds zo lange in de possessie heeft geweest nog te mogen blijven Continueeren, om in zijn klimmende Jaaren door geen parthij zugt van zijne buuren tot eene totale armoede gebragt te worden.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ L:s Kotze d’ oude.’
Van welk een en ander verstaaan is Copie te Stellen in handen van den Land drost van Graaff Reinet Maurits Herman Otto Woeke, ten einde daarop onderzoek te doen, en na bevind van Zaaken deesen Raade te dienen van ‘t nodige bericht.
Waarna insgelijx door den Boekhouder en gesw: Clercq van Commissarissen uit den Raad van Justitie Willem Ludolph van Hardenberg wierd gediend van het volgende versoek schrift:
Aan de WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E. Achtbr: Raad van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer! E:E: Achtb: Heeren!’
‘Geeft met verschuldigde eerbied te kennen Uwer WelEdele Gestrenge en E Achtbr: onderdanige Dienaar Willem Ludolph van Hardenbergh door UWelEd: Gestrenge en E. Achtbr: in hoogst derselver vergadering van den 7. deeser, aangesteld tot gesw:e Clercq bij Heeren Commissarissen uit den E. Achtbr: Raad van Justitie deeses Gouvernements, onder voorwaarde zijnen dienst ter Politicque SeCretarije meede te moeten præsteeren; hoe hij Suppliant zig gevleid had, bij deese aanstelling door UwelEd: Gestrenge in E. Achtbr: gunstig te zullen werden gequalificeerd tot het waarneemen van het Notaris ampt aan dat der gesw:e Clercquen ter politicque SeCretarije g’ accordeerd, om hem zonder eenig nadeel voor de E Maatschappije een middel van bestaan te verschaffen, waarvan hij zig beroofd ziende, ook geensints in staat is; zo zig zelfs als zijne Huisvrouwe en twee kinderen te onderhouden, alzo de menigvuldige bezigheeden als geswooren Clercq van Heeren Commissarissen, en den dienst ter Politicque SeCretarije hem voortaan geene ogenblikken zullen overlaten, om eenige particuliere verrichtingen te doen, waarmeede hij zig Schoon Sober tot nu toe heeft moogen erneeren.’
‘Weshalven neemt de Suppliant de vrijheid, zig te keeren tot UWel Edele Gestr: en E Achtbr:, met ootmoedige beede, dat het van hoogst derselver Welbehagen mogte zijn, hem tot het waarneemen van ‘t Notarisampt te qualificeeren, welke qualificatie door de Schikkingen met approbatie van den Heere Secretaris van Aerssen als Chef der gemelde Secretarije, tusschen de aldaar dienst doende Eerste en Tweede gem:e Clercquen, dewelke betuijgd hebben het versoek van den Suppliant zeer billijk te vinden, en oversulx daarin volkomen te acquiesCeeren, en den Suppliant beraamd, geensints kunnen Strekken tot eenige præjuditie van hen die als Notarissen fungeeren, maar alleen den Suppliant aanzetten om bij de oprechte dankbaarheid, die hij UWel Edele Gestrenge en E Achtbr: voor zijne gunstige aanstelling is toedragende, alle desselvs pogingen te voegen, om door eenen onafgebrookenen iever, zig meer en meer in ‘s meesters dienst te bekwamen, zig geheel en al aan deselve toetewijden, en langs dien weg Uwer WelEdele Gestrenge en E. Achtbr: gunst bij voortgang waardig te worden.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /: was geteekend:/ W: L: Van Hardenberg.’
Het welk geleezen zijnde, is om de daarbij geallegueerde allezints billijke redenen en motiven goedgevonden, den Suppliant zijn versoek intewilligen, en denzelven Overzülks te qualificeeren tot de Exercitie van het Notarisampt, bij zijne tegenswoordige bediening.
En is voorts op het daaromme p:r request gedaan versoek van den in den Jaare 1784. alhier uit Nederland in qualiteit van Mattroos gereverteerden Zoon van wijlen den burgerraad Hendrik Oostwald Mulder, in name George Gabriel Mulder, goedgevonden denselven uit ‘s Comp:ies dienst te ontslaan, en wederom in zijn aangeboren burger vrijdom te Stellen.
Wijders, ingevolge resolutie deeses Raads van den 19. Augustus Jongstl: in gekom zijnde zodanige berichten, als van de resp:iee Hoofden der bijzondere departementen deeses Gouvernements gerequireerd zijn, omme op te geeven of een ieder van hun In’t bijzonder het bij besluit van de Hoge Indiasche Regeering de dato 15. Januarij deeses Jaars, meerder gevordert werk, voor de respective kameren van het zuijder en Noorder kwartier met het gewoone getal van de ten hunnen Comptoiren bescheidene Clercquen, zoude kunnen vervaardigen, dan wel of daartoe eene augmentatie van adsistenten zouden behoren plaats te hebben, en in dat laatste geval de quantiteit dier meerder benodigde Pennisten, naar evenredigheid van het werk te bepalen: is uit deselve berichten komen te blijken, dat ter expeditie van die extraordinaire Papieren ter Secretarije van Politie noodzakelijk word verEijscht eene
augmentatie van [.....] | Ses | Adsistenten |
ter Justitiëele Secret:ris | Drie | d:o |
ten Negotie Comptoire | Vijff | d:o |
en ten Soldij Comptoire | Vier | d:o |
augmentatie van [.....] | Ses | Adsistenten |
ter Justitiëele Secret:ris | Drie | d:o |
ten Negotie Comptoire | Vijff | d:o |
en ten Soldij Comptoire | Vier | d:o |
het welk reeds over ‘t geheel zoude uitmaken eene vermeerdering van 18 Adsistenten boven het bepaald getal der alhier dienstdoende Schribenten, is goedgevonden en verstaan, met de Executie deeser zeer geeérbiedigde bevelen te Supercedeeren, en aan de Hoog Gebiedende Heeren Majores mitsgaders aan de Hoge Indiasche regeering, de voorschreeve berichten overtezenden, met ootmoedig versoek dat het Hoogst deselve moge behagen deese regeering door eene qualificatie tot het aanneemem van zodanige benodigd grooter getal adsistenten, in staat te Stellen, om aan deese zeer gerespecteerde beveelen pligtschuldig te kunnen obtempereeren.
En is op het diesweegens bij requeste gedaan versoek door den Lieutenant van ‘t Schip de Meermin Juriaan de Vries verstaan, uit hoofde van des Suppliants zwakheid van gezicht, denzelven te permitteeren omme ter herstelling van gem:e kwaal, alhier eenigen tijd onder afgeschreeven gage te mogen verblijven.
Hierna wederom ter Tafel gebracht zijnde het ter jongsten vergadering ingediend, en zedert bij de Heeren Leeden rondgeleezen vertoog van den Heer Collonel en Chef der Artillerie alhier Philippus Hermanus Gilquin, is goedgevonden hetzelve aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren overtezenden, en de daarbij gedaane zo billijke als noodzakelijke versoeken ten sterksten te appuieeren.
Vervolgens door den Capitain van het gestrande Schip Avenhorn Ailt Arend Tobiaszoon p:r requeste zijnde verzogt copijen der verantwoordingen van des Supp:ts officieren wegens het door hem gecommandeert zijnde Comp:ies Bodem Avenhorn , benevens Extacten uit de dieswegens genomene resolutien door deesen raade daarop genomen: Is goedgevonden den Supp:t de verzogte Copijen en Extract Resolutien te acCordeeren.
Zijnde voorts door den, onder afgeschr: gage gestelden Krankenbezoeker Hermanus ter Hoeven en den Burger Hermanus Dempers gepræsenteerd het volgende request
Aan den Wel Edelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: raad van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Geeven reverentelijk te kennen Uwe WelEdele Gestrenge en E. Achtb: onderdanige Dienaaren de onder afgeschr: gage gestelden krankbezoeker Hermanus ter Hoeven en den Burger Hermanus Dempers.’
‘Dat de Supplianten hunne bezittingen aan den voet van den Leeuwenberg zijn hebbende, door de Considerable en verbaazende afloop van het Regenwater, dat van tijd tot tijd in desselvs onbedwongene afstroming zeer gevaarlijke inkolkingen en Slooten scheuren; waardoor den eerst ondergeteekende met reeden bedugt is, dat zijne anders Sufficante Gebouwde muuren, door het sterk aanlopen van gem:e regenwater, geen Stand zullen kunnen houden; en den tweede geteekende geen ommuuringen op zijn Eijgen grond hebbende, werd daardoor aan zijne geformde en te drogen leggende Steenen, door ‘t vreemd vee, dat veeltijds daarin komt te loopen, veele Schaaden veroorzaakt.’
‘Om welke gevreesde onheijlen en ongemakken te Stuiten, de Supplianten geen ander middel hebben kunnen uitdenken, dan zig te wenden tot Uwe WelEdele Gestrenge en E. Achtbr: met nedrig verzoek ter verkrijging van een gering gedeelte, onbruikbaar uitgeformd of klippig uitgespoeld en misvormd ‘s Comp:ies land, naast en tusschen hunne bezittinge geleegen, om op hetzelve zodanige veranderinge te maaken, die Strekken kunnen, om de anderzints tomeloze woede van het water tegen de gaan, met eene muur tegen inwijding van vreemd vee te omringen, en hunne met vlijt en kosten bekwaam gemaakte Grond te conserveeren.’
‘Dat het wijders Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: goedgunstiglijk gelieve te behagen de Suppl:ten gemelde gedeelte van ‘s Comp:ies grond /:aangeweesen met een geele Lienie in eene hiernevens te produceerene Caart op ordre van den WelEd: Gestrenge Heer Gouverneur door den Landmeeter ten dien fine vervaardigd:/ zo het niet konde zijn in Eijgendom dan wel in Erffpacht te verleenen; of zo Uwe WelEdele Gestrenge en E. Achtbr ten faveure den Supplianten geliefde te disponeeren dit voor een ander niet nuttig en ter ommuuring onwaardig gedeelte gronds tegens betaling in ‘s Comp:ies Cassa van zeekere tantum Penningen g’Evenredigd aan eenige jaaren Erffpagtskosten, en het allooij der Grond in vrijen eijgendom Hooggunstig toetestaan. - door welke zij met te meer zekerheid voor hunne aantewendene Costen het hunne zullen tragten aantewenden, om aan de wandelaaren een beter gezicht en dit District eenige verzieringe toetebrengen.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende etc: /:was geteekend:/ H:s Ter Hoeven en H: Dempers.’
Het welk na dies resumptie goedgevonden is te stellen in handen van het College van Commissarissen uit den Raad van Justitie ten einde zo wel met de Supp:ten als alle andere daarbij belang hebbende, te benamen, zodanige Schickingen, als nodig zullen worden geoordeelt, zo tot het repareeren der Langs hunne Plaatsen lopende weg, als het verder onderhouden derselve, en na bevind van zaaken deezen raade te dienen van bericht.
En is wijders geleezen een request door den burger Andries Godlieb Schaumbe ingediend, luijdende:
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens d’ E Achtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E.E. Achtb: Heeren!’
‘De burger Andries Godlieb Schaumbé neemd de vrijheid Uwe WelEdele Gestrenge en E Achtbr: te kennen te geeven, hoe de Suppliant, /:blijkens geformeerde Figuur deesen annex:/ door den Landmeeter hebbende laaten meeten zeeker strookje Lands ter groote van twee morgen beneeden de zogenaamde Catrijntjes drift der Bergrivier ; geleegen aan de Paerl , vervolgens ter obtenue van hetzelve aan Landdrost en Heemraden van Stellenbosch versoek is komen te doen.’
‘En nademaal blijkens Extract Resolutie van Landdrost en Heemraden voormeld, deesen meede g’annexeerd voormelde stuckje Lands zonder benadeeling van iemand kan werden uitgegeeven; zo keerd de Supp:t zig tot Uwe Wel Edele Gestrenge en E Achtbr ootmoedig versoekende dat ‘t van UwelEdele Gestr: en E Achtb: gunstig welbehagen moge zijn denselven meerm:e Strookje Lands in eijgendom te verleenen, zijnde hij volkomen bereid zig te onderwerpen aan de door Landdrost en Heemraden bepaalde Conditie van aldaar niet meer als twee Paarden tot desselvs gebruik te zullen houden.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a was geteekend:, A G Schaumbé.’
Na welks lecture goedgevonden is gemelde request te stellen in handen van Landdrost en Heemraden aan Stellenbosch en Drakenstein ten einde het verzogt wordend strookje Lands ingevolge resolutie van den 19 Augustus Jongstl: te tauxeeren en van deeze verrichting te doen het nodig bericht.
Gelijk meede door den burger Johannes Bernhardus Buijs gepræsenteerd zijnde het volgende Supplicq.
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E. Achtbr: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E.E. Achtbr: Heeren!’
‘De burger Johannes Bernhardus Buijs versoek hebbende gedaan ter obtenue van zeeker Strookje Gronds tot een Erff, geleegen aan de Paerl omtrend de Plaats van de Burger Isaak Minnaar, en uit het rapport der Heemraden d’ E:E: Pieter Gerhard Wium en Hendrik Louw, die desweegens inspectie hebben gedaan, blijkens Extract resolutie deesen annex, zijnde komen te Consteeren, dat hetzelve zonder iemands præjuditie zoude kunnen worden uitgegeeven; zo neemd de Suppliant de Vrijheid zig te keeren tot Uwe WelEdele Gestrenge en E. Achtbr:, nedrig imploreerende dat UWelEdele Gestrenge en E Achtbr: van die goedheid gelieven te zijn, aan hem gedagte strookje lands tot een Eijgendom te verleenen; verbindende de Suppliant zig altoos een behoorlijke doordrift aan de zogenaamde Paerlsche berg te laaten, en aldaar niet meer dan twee rijd Paarden te houden, en ook ‘t meerm:e Strookje Lands in præsentie van voorsz: Heemraden na derzelver goedvinden te laaten meeten.-‘
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ J: Buijs’
Is goedgevonden hetzelve insgelijks ter fine voorsz: in handen van Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein te stellen, en het verzogte stuk lands teffens ter Præsentie en goed dunken van dezelve te doen meeten.
Terwijle voorts aan den oud Heemraad van Zwellendam Ernst Fredrik du Toit op een dieswegens door zijn gemachtigde, den Burger Johan Willem Zullich, gepræsenteerd request, gemunieerd, met eene Permissie, ten dien einde door Land drost en Heemraden aldaar verleend, goedgevonden is, in eijgendom te geeven zeeker Huijs Erff ter lengte van 60. en diepte van 24. voeten geleegen in het door d’ E. Comp:ie aan de voorsz: Colonie van Zwellendam gegeeven Land, en zulx in veronderstelling, dat door de Uitgift van gem:e Erff geen præjuditie aan de Colonie zal worden toegbracht.
En zo meede door den burger Christiaan Welman verzoek zijnde gedaan om een Stukje lands ter groote van Een morgen annex desselvs Erff aan Drakensteijn geleegen in Erffpagt te mogen hebben, is goedgevonden, den Suppliant zulx toetestaan, mits hetzelve bevorens ten overstaan van Landdrost en Heemraden aldaar werde gemeeten.
Gelijk alwijders noch aan den Lieutenant der Burger Cavallerij van Graaff Reijnet , Willem Louw, op zijn daarom gedaan versoek en geproduCeerde Permissie daartoe van Landdrost en Heemraden der voorn: Colonie, toegestaan is de Erven aldaar in ‘s Colonies Land geleegen, en bekend, onder N:o 9 en 10 in Eijgendom te mogen hebben, mits daarvoor betalende aan ‘s Colonies Cassa van Graaff Rijnet voornoemde Somma van Veertig rijxdaalders.
Laatstelijk door den Heere Kelder Meester M:r Jacobus Johannes Le Sueur geëxhibeert zijnde zodanig bericht, als van zijn E: bij besluit deeses Raads de dato 10. Junij Jongstl: gerequireerd was, ter opheldering van de reflectien welke de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, bij Hoogst derzelve zeer geEerbiedigde letteren van den 8. Januarij deeses Jaars gelieven te maken over het gebrek aan vaatwerk dat alhier in den Jaare 1785 geëxteerd had, en waarom men dies tijds buijten de mogelijkheid geweest was de wijnen die ter belading van het Fregat Schip de Negotie dienen moesten, in gereedheid te brengen, welk bericht gemunieerd was met 3 bijlagen, en dies woordelijken inhoud als volgd.
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Edelen Achtbr: Raade van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer en Edele Achtbr: Heeren!’
‘Het heeft Uwer WelEd: Gestr: en Ed: Achtbr: behaagd, aan het ondergeteekend meede Lid deeser Vergadering, in zijne qualiteit als kelder Meester, te doen ter hand stellen, Extract uit het zeer geEerbiedigt aanschrijven van haar WelEdele Hoog Achtbr: de Heeren Bewindhebberen gecommitteerd ter Illustre Vergadering van Zeeventhienen, Sub dato 8. Januarij deeses Jaars en teffens bij Extract resolutie van den 10. Junij Jongstl: van den selven, als hebbende ter Vergadering betuijgd, door manquement van het nodige vaatwerk buijten staat te zijn, die wijnen, die ter beladinge van het Fregat de Negotie moesten dienen, daartoe in gereedheid te konnen brengen, te vorderen, een zodanig naukeurig berigt, als deese regeeringe konde in staat stellen, om aan Hoogstgem:e Haare Hoog Achtbr:s te konnen doen, zodanige verantwoordinge, als Hoogstdeselven hebben gelieven te vorderen, wegens het niet beladen van evengem:e ingehuurd Fregat de Negotie met hier Landsche Producten, inzonderheid koorn en Wijn, met bijvoeging der nodige op helderingen op de poincten in Welgem:e gevenereerd Schrijven vervat.’
‘De ondergeteekende zal, voor en aleer dat der Pligtschuldige observantie van het zeer geEerbiedigd request der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, UWelEd: Gestrenge en E. Achtbr: zal dienen van zijne Nedrige Consideratie, moeten advanceeren:’
‘Dat bij de besoijgnes deeses Raads over de Expeditie van evengemelde Fregat de Negotie , wel als een wezentlijke swarigheid in de verzending van dien bodem, met eene Lading wijn, na het Vaderland heeft geopperd het gebrek van de daartoe benodigde leggers: maar UWelEdele Gestrenge en E. Achtbr: zullen zig gelieven te rappelleeren, dat bij die gelegentheid, als geene mindere zwarigheid, Uwer WelEdele Gestrenge en E Achtbr: in consideratie gaf, of het zo met de belangens der E. Comp:ie, als het waar en blijvend Intrest der Colonisten zoude strooken, zo wanneer men de overtollige wijnen, zo als dezelven van de Wijngaardeniers wierden aangebragt; en nauwlijks op Schoon Fust overgestooken, versond, zonder dat, na maate der zoorten eenigen tijd in ‘s Comp:ie Pakhuijzen overgeleegen hadden. Nademaal zodanige Jonge en Rauwe wijnen, met uitzondering alhier der zogenaamde roode Steen en maag wijnen / volgens het submis oordeel van den ondergeteekende nimmer in de Smaak zullen vallen, en de Caabsche wijnen dus eens in discredit gebragt geworden zijnde, nimmers of ten minsten in langen tijd niet meer in agtinge konnen worden hersteld, en de kolonisten, hoe zeer zij over een momenteel voordeel hebbende mogen verblijden, niet alleen, maar zelvs de Maatschappij van een tak van Handel, die andersints van eenige Consideratie zoude kunnen worden, mogelijk voor altoos zoude verstooken blijven:’
‘De ondergeteekende neemt teffens de vrijheid zig te refereeren aan zijne op den 11. October 1786. ingediende Memorie deezen Sub L:a A: in Copia versellende, waar in zo vermeend, duidelijk genoeg heeft aangetoond, welke zwarigheeden, na zijn geringe denkbeelden zig opdeeden, om voor eerst het project, om den Colonist van zijn overtollige producten met betrekking tot de Wijnen te ontlasten, met een gewenscht Succes te konnen ter uitvoer brengen, met aanduidindinge teffens der middelen, om zulx door den tijd te Effectueeren: Uwe welEdele Gestrenge en Ed: Achtbr: zelfs moesten te huijveriger zijn, om deeze Expeditie op die wijze ter uitvoer te brengen, om dat men nog In’t onzeekere verseerde, welke zoorten van de Caabsche wijnen, met eenig voordeelig vooruitzigt, na het Vaderland konden werden verzonden, en wel voornamentlijk, of men de Wijnen, zo als deselve bij een voorkomende gelegentheid van verzending; van de Wijngaardeniers wierden aangebragt, zoude mogen voortschikken;’
‘En is het zekerlijk uit die oorzaak, dat UWelEd: Gestrenge en Ed: Achtbr: p:r het meede ingehuurd Fluit Schip de Vreede , in den Jaare 1785 een klijn Cargazoentje wijnen hebben onvergezonden; om te konnen dienen tot een proefje, of het Haar Wel, Edele Hoog Achtbr: mogte behaagen, daarop reguard te neemen, en deeser regeeringe, Hoogst derzelver gevenereerde ordres op dat Chapitre te doen geworden, zonder dat zulx eenig nader gevolg heeft gehad’
‘Wel hebben Hunne Wel Edele Groot Achtbr: de Heeren Bewindhebberen ter præCidiale kamer Zeeland ingevolge besluit der Hoog Gebiedende Heeren Zeeventhienen, onder andere Schikkingen met betrekking tot de zaaken van dit Gouvernement, bij brief van den 28. Julij 1785. aan deeze regeering de voor deese Colonie zo gunstige qualificatie gelieven te geeven, en te gelasten; om alle zodanige ‘s lands Producten /:waaronder ook de Wijnen:/ dewelken de Colonisten, na dat de Maatschappij, voor haaren gewoonen omslag zoude weezen voorzien en ‘t geen zij aan de passeerende vreemde Natien zoude hebben kunnen vertieren, nog zouden over hebben, op zeekere bepalingen, voor reek: der E Comp:ie te ontfangen, en in te Slaan om bij voorkomende gelegentheid, na ‘t Vaderland te konnen worden versonden: dan zij het den ondergeteek: geoorloofd te mogen twijffen, of hunne Wel Edele Hoog Achtbr: wel onderrigt zijn, van onse locale Situatie, en dat dus zekerlijk onbewust zijn, hoe bekrompen men hier voorzien is van de nodige bergplaatzen voor zo groten omslag, Ja zelf dat, gelijk uit het onder Huidigen datum ter deeser tafel door den ondergeteekende ingediend berigt, wegens het Emploij der Pakhuijzen tot berging der wijnen en andere dranken voor den gewoonen omslag zelf nauwlijks Sufficient zijn,’
‘De verdere zo noodzakelijke betimmering van het Hospitaal, reeds te lange onder handen geweest, en na welkers voltooijing met reeden zo zeer wierd verlangd, de niet mindere noodzakelijkheid, om de geprojecteerde Plans ter beeter versterking deezer zo importante bezitting der Maatschappij ter uitvoer te brengen, zijn zeekerlijk oor zaken geweest, die UWelEdele Gestrenge en E Achtbr: hebben verhindert, om voor eerst tot het aanbouwen van meerdere Pakhuijzen, zo tot berging der wijnen als der Graanen te treeden, waartoe ook nog moesten werden afgewagt, de geEerbiedigde approbatie der Hoog Gebiedende Heeren Superioren op de door den Heer Dispencier en den ondergeteekende aan UWelEdele Gestrenge en E Achtbr in den Jaare 1786 gepræsenteerde voorstellen tot deConstructie van een gebouw, dewelke tot beijder gebruik aller bekwaamst zijn zoude.’
‘En hoe zeer UWelEdele Gestrenge het gebrekkige, dat ‘er In’t generaal aan de nodige ruimte in dit Gouvernement heerste, wel eenigsints hebben tragten te remedieeren, door den aankoop van eenige destijds aangeboden bekwame Gebouwen van Particulieren, heeft zulx egter niet in alle deelen aan ‘t oogmerk beantwoord want is men genoodzaakt geweest om drie Pakhuijzen van den gerepatrieerden Heer Dispencier van Schoor, in huur wordende gebruikt, welkers onderste gedeelte tot berging der wijnen diende, terwijl de Zolders ter dispositie waaren van den heer Dispencier aan den koper dier Gebouwen den Wijnhandelaar van den Berg te moeten overgeeven, dus den ondergeteek: door het inruimen van het gebouw, het welk had gediend tot berging van het regiment van Meuron en desselvs omslag, wijnig meerder Plaats heeft gewonnen; en daar deeze regeering door het aankopen van boven gementioneerde gebouwen niet weijnig het ongenoegen der Heeren Meesteren Schijnd te hebben moeten ondervonden zijn zeekerlijk de handen gebonden geworden, om bij voorkomende Gelegentheid zig van zodanig Expedient te bedienen: veel minder konden UWelEd: Gestrenge en E Achtbr: het blijde voorgevoel hebben dat juist ten tijde, op welke voorwaards gemelde Schip de Negotie in’t Vaderland zoude hebben komen arriveeren de Caabsche Wijn die except de Constantia wijn nog wijnig opgang heeft konnen maaken; zo een gewild retour zoude zijn geweest: Men raadpleege dog maar de verkoop Lijsten der Ed: Comp:e Uit deselven zal genoegzaam blijken dat d’ E. Comp:ie zelden groote winsten heeft genoten op onze gemeene wijnen: gelijk dan ook de Vaderlandsche Eijschen nimmer zo groot zijn geweest dat men daaruit de gewildheid onzer Wijnen zoude hebben konnen opmaaken: Wel is waar dat de Caab Madeer per voorwaards gem:e Schip de Vreede verzonden, eene aanzienlijke overwinst heeft opgeworpen, maar die Wijn had den ondergeteekende uit eijgen Liefhebberij eenige Jaaren op groot fust doen beleggen, en kan dit voorbeeld het Idé van den ondergeteekende billijken, dat men wel eenige hoop kan voeden, om met de Caapsche Wijnen eene voordeeligen handel te drijven, maar dat men moet voorzien zijn van eenen goeden voorraad belegene wijnen, dewelke op geen andere wijze te bekomen zijn, dan door de middelen, door den ondegeteekende in bovengemelde Schiftuur voorgeslagen.’
‘Thans UWelEdele Gestrenge en Edele Achtbr:e zullende moeten elucideeren op den inhoude van het gehonoreerd bevel vervat in paragraaph 28. van geciteerde geërbiedigd aanschrijven der heeren Meesteren, gelieven UWelEdele Gestrenge en E Achtbr: het oog te slaan op sub L:a B: hiernevens gevoegd uittrekzel uit de kelder Boeken, met betrekking tot het restant der Leggers, zo als die bevonden zijn t’ zedert de Jaaren 1769/70 tot de Jaaren 1785/6. waaruit het UWelEdele Gestrenge en Ed: Achtbr:s ten duijdelijksten zal Consteeren, dat wel verre, dat in den Jaare 1785/6. waarop hoogstgem:e Heeren Meesteren zig gelieven te bepalen, dat vaatwerk zo overvloedig zoude zijn geweest, in aldien tusschen tijd, Juist in ged:de Jaar 1785., en In’t evenvoorgaande, het restant der Leggers vrij minder is geweest, dan voor het grooter gedeelte in de andere genoteerde Jaaren, schoon den inslag der Wijnen verre heeft gesurpasseerd die, dewelke in den voorgenoteerde jaren, is geschied, wanneer men evenwel geoordeelt heeft allernoodzakelijkst te zijn tot den omslag eenen ruimen voorraad van vaatwerk te moeten aan handen hebben.’
‘Zullende het Uwer WelEdele Gestrenge en E. Achtbr:s uit deesen sub Lit:a C.’
‘Meede verzellende bereekening niet minder evident zijn dat in meer ged:de Jaar 1785. dat geprætendeert groot getal van 1939. Leggers, zelvs nauwlijks toereikend is geweest, tot den gewoonen omslag, te minder dat tot eenig ander Emploij zoude hebben konnen worden gebeezigd, in zo verre zelf, dat men de Leggers der Wijngaardeniers, waarin een gedeelte hunner te leeverene Wijnen hadden opgebragt, eenigen tijd heeft moeten aanhouden.’
‘Verders hebben Hun WelEdele Hoog Achtbr:e gelieven te remarqueeren de restanten der mindere Zoorten van vaatwerk, als halve Leggers, heele en halve aams, der onbewerkte Schooven van differente Caliber, als meede het restant der Pijpen duijgen: Zeekerlijk in de vooronderstelling, dat van eerstgem:e zo wel gebruik wierd gemaakt tot berging der Wijnen als van het gebrekkige kan werden aangevuld door het aanmaken van nieuwe Fusten, en men dus altoos in een genoegzame voorraad van Vaatwerk diende te zijn: dan UWelEdele Gestrenge en Edele Achtbr:s zijn genoegzaam bewust, dat de heele aams Schooven voornamentlijk worden gevraagd en gebezigd tot den overvoer der Constantia Wijnen, en nimmer tot berging van eenige andere Wijnen; terwijl het geen daarvan, als tot dat gebruik niet dienstig zijnde word uitgeschooten, en tot andere diensten inzonderheid tot berging der boter voor de Indien, geemploijeerd, en dat de halve leggers alleen worden gebeezigd, zo dat de dagelijkse benodigdheeden in dit Gouvernement, voor de passeerende Scheepen, en tot berging van Talk, als ook bij gebrek aan aamen tot berging der Boter: de ondergeteekende die ook gaerne van zijn zijde, alle zulke middelen dewelken meende aan deezen nieuwen handel eenigsints vorderlijk te komen zijn, wilde in’t werk Stellen, heeft wel onlangs een klein gedeelte der na ‘t vaderland verzondene Wijnen, op kleijnder vaatwerk doen Steeken, om te beproeven, of zommige Liefhebbers, dewijl het dog elk niet convenieerd voor eijgen gebruik, wijnen op grooten Fust in te kopen niet meer zoude worden geanimeerd, wanneer zommige Wijnen in kleinder Fust wierden aangebragt’
‘Ten belange nu van het Emploij der Leggers Schooven en Duijgen, zal de ondergeteekende alleen repeteeren, ‘t geen reeds in dikwils aangehaald Schriftuur heeft genoteerd, namentlijk dat al ‘t zedert een geruijmen tijd, een groter getal van leggers als men immers bevorens gewoon is geweest, alhier op de Winkel is vervaardigt geworden, ten einde zo veel mogelijk het gebrek van dat Fust te remedieeren en waarmeede voor zo veel het toeneemend dagelijks werk bij den vergroten omslag in dit Gouvernement maar eenigsints permitteerd word gecontinueerd.’
‘Maar zal het eene onmogelijkheid zijn om op deeze wijze de benodigheid van diergelijke vaatwerk voor den gantschen omslag te vervullen weshalven de Vrijheid moet neemen Uw WelEdele Gestrenge en E. Achtbr: de noodzakelijkheid te repeteeren, om dog reverentelijk te blijven insteeren, op de voldoening der van hier gedane Eijschen uit Patria.’
‘Hiermeede hoopt den ondergeteek: aan de gehonoreerde Intentie van UWel Edele Gestrenge en E Achtbr:e te hebben voldaan, en heeft de Eere deeze te doen dienen voor nedrig bericht en consideratie’
’/:Was geteekend:/ J: J: Le Sueur /: in margine:/ In raade overgegeeven October 1788.’
Zo is goedgevonden hetzelve bij de respective Heeren Leeden in rond leezing te neemen.
Waarna noch geleezen zijnde de Twee volgende berichten van de GeCommitteerdens tot het teekenen der thans rouleerende uit Patria omtfangene Cartonne Munt Stukken van 25. tot 10. en van 5. tot 2. rijxdaalders luijdende:
Aan den WelEdele Gestr Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop met den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Edele Achtbr: Politicquen Raad.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en Edele Achtbr: Heeren!’
‘De ondergeteekendens bij Uwe WelEdele Gestrenge en Ed: Achtbr:s besluit in dato 29. Julij deezes Jaars expres gecommitteerd geworden zijnde, tot het teekenen der thans rouleerende uit het Patria ontfangene Cartonne Muntspecien ter waarde van 25 tot 10. rijxdaalders, hebben in opvolging van dien geteekend en dus in gereedheid gebragt, het volgende getal vandeselve Stucken te weeten’
‘
800 p:s van 25. | Rijxd:s | Rd:s | 20000:- |
800 d:o d:o 20 | d:o | d:o | 16000:- |
800 d:o d:o 15 | d:o | d:o | 12000:- |
800 d:o d:o 12 | d:o | d:o | 9600:- |
800 d:o d:o 10 | d:o | d:o | 8000:- |
Rd:s | 65600:- |
800 p:s van 25. | Rijxd:s | Rd:s | 20000:- |
800 d:o d:o 20 | d:o | d:o | 16000:- |
800 d:o d:o 15 | d:o | d:o | 12000:- |
800 d:o d:o 12 | d:o | d:o | 9600:- |
800 d:o d:o 10 | d:o | d:o | 8000:- |
Rd:s | 65600:- |
‘Hebbende de ondergeteekendens d’ Eer deeze te laten dienen voor zeer nedrig rapport.’
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 19 7:br 1788 /:was geteekend:/ O: G: de Wet, R: J: V.D. Riet J: G: Blanckenberg.’
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en dies ressorte etc: etc: etc: benevens den E Achtb: Politicquen Raad.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E. Achtbr: Heeren!’
‘Uwe Wel Edel Gestrenge en E. Achtbarens ons ondergeteekenden expres hebbende gelieven te Committeeren tot het teekenen der thans rouleerende Cartonne Muntspecien ten bedragen van 5. tot 2. Rijxdaalders, zo hebben wij conform dezelve zeer gevenereerde ordre de onderstaande Stucken in gereedheid gebracht, als:’
‘
2400 p:s van 5: | Rd:s | Rd:s | 12000 |
2400 d:o d:o 4 | d:o | d:o | 9600 |
2400 d:o d:o 3 | d:o | d:o | 7200 |
2400 d:o d:o 2 | d:o | d:o | 4800 |
Rd:s | 33600 |
2400 p:s van 5: | Rd:s | Rd:s | 12000 |
2400 d:o d:o 4 | d:o | d:o | 9600 |
2400 d:o d:o 3 | d:o | d:o | 7200 |
2400 d:o d:o 2 | d:o | d:o | 4800 |
Rd:s | 33600 |
‘Waarmeede gedenkende aan de zeer geEerde ordre van UWel Edele Gestrenge en E. Achtbr:s te hebben voldaan laaten d’ ondergeteek: deezen dienen voor zeer nedrig bericht.’
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 19 September 1788. was geteekend:/ W: F: V:R:V: Oudshoorn E: Berg en A: de Waal.’
Waaruit zijnde komen te blijken dat zich thans van die Munt ingereedheid bevinden
800 p:s van 25: | Rijxd:s | Rijxd:s | 20000:- |
800 p:s van 20: | d:o | d:o | 16000:- |
800 p:s van 15: | d:o | d:o | 12000:- |
800 p:s van 12: | d:o | d:o | 9600:- |
800 p:s van 10: | d:o | d:o | 8000:- |
2400 p:s van 5: | d:o | d:o | 12000:- |
2400 p:s van 4: | d:o | d:o | 9600:- |
2400 p:s van 3: | d:o | d:o | 7200:- |
2400 p:s van 2: | d:o | d:o | 4800:- |
makende te zamen de Som:a van | Rijxd:s | 99200:- |
800 p:s van 25: | Rijxd:s | Rijxd:s | 20000:- |
800 p:s van 20: | d:o | d:o | 16000:- |
800 p:s van 15: | d:o | d:o | 12000:- |
800 p:s van 12: | d:o | d:o | 9600:- |
800 p:s van 10: | d:o | d:o | 8000:- |
2400 p:s van 5: | d:o | d:o | 12000:- |
2400 p:s van 4: | d:o | d:o | 9600:- |
2400 p:s van 3: | d:o | d:o | 7200:- |
2400 p:s van 2: | d:o | d:o | 4800:- |
makende te zamen de Som:a van | Rijxd:s | 99200:- |
Zo is goedgevonden voorsz:e nieuwgeteek:n muntspecien in ‘s Compag:s Groote Geld Cassa te doen overbrengen, en bij de Negotie boeken in neemen, en daarentegen van de Oude Pergamente en Papiere Munten weder een gelijk montant zo wanneer hetzelve aan handen is uit gem:e Groote geld Cassa te doen ligten, ten einde door den Heer Secunde Johannes Isaak Rhenius benevens de Gecomm:e over de kleijne geldCassa daarvan ingediend zijnde eene Memorie tot het vernitigen en afschrijven der voorm:e oude Munten zodanige dispositie te neemen als dienstig zal worden geoordeelt.
Aldus Gersolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] Mij præsent C: van Aerssen Secr:s
C. 180, pp. 162-164.¶
Maandag den {17881027} 27 8:br 1788.
Alle Present, bij omvrage
Wierd door den Edel Heer Gouverneur geproduceerd eene Missive door zijn Edele ontfangen van den Resident in Baaij Fals Christoffel Brand, waar bij dezelve voordroeg een verzoek van den Heer Capitain de Tournoue, commandeerende het in gem:e Baaij aanweezend Fransch Esquader binnen, tendeerende omme vermids ‘t zelve Esquader binnen korte dagen stond te vertrekken, voor den Capitain met eenige Officieren van het onder gem:e Esquader behoorende en aldaar verongelukte Freguat La Penelope permissie te erlangen om aan de Caap te verblijven, ten einde met de eerstkomende gelegentheid, naar Europa te kunnen vertrekken, en zo meede om 30. a 35. Man van hetzelve Esquader, die door Swaare Indispositie thans niet wel konden worden meede gesonden, naar de Caap te doen transporteeren, om, naar derselver herstelling met andere Scheepen naar Mauritius te kunnen overgaan; zo is, hoe zeer men ook begreep, dat in de tegenswoordige conjoncture van Tijden, het niet raadzaam Scheen te weezen, eenige Officieren of Troupes der Fransch Natie alhier te doen overblijven, echter om de geringheid van ‘t getal, en om het Fransche Hoff in deese omstandigheeden geen reeden van ongenoegen te geeven, geoordeelt, dat men dit versoek niet gevoeglijk van de hand konde wijzen, en onverzulx goedgevonden en verstaan, daarin te CondesCendeeren, en voorsz:e resident daarvan p:r missive kennisse te geeven.-
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dageen Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent C: van Aerssen Secr:s
C. 180, pp. 165-166.¶
Dingsdag den {17881105} 5: November 1788.
alle Present bij omvrage
Is op het daaromme P:r requeste gedaan verzoek door den Heer Helleman commandeerende ‘t alhier ter reede leggend ‘s Lands Brigantijn van Oorlog de Diana , gelijk meede op zijn E mondelinge betuiging aan den Edel Heer Gouverneur, dat daar deszelvs Equipage een Man kwam te ontbreeken, het derhalven ten uittersten noodzakelijk was, in aanmerking van het gering getal derzelve, zijn E. wederom met een bekwaam Mattroos te adsisteeren; goedgevonden en verstaan; aan denselven te accordeeren, omme den Mattroos der E Comp:ie Gerrit de Goede van Veurne, op desselvs gemelde Bodem in dienst te mogen neemen, wordende deselve Gerrit de Goede oversulx uit ‘s Compagnies dienst ontslagen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent C: van Aerssen Secr:s
C. 180, pp. 167-179.¶
Dingsdag den {17881111} 11 November 1788.
’s voormiddags alle present dempto den Heer Collonel Robbert Jacob Gordon.
Aangezien de tijd van de aanbesteeding der Leverantie van versch vleesch en levendige Schaapen, aan ‘s E Comp:ies passeerende Scheepen, ‘t Hospitaal, Slaven Loge &:a die laatst op den 2: Februarij 1784 voor den tijd van Vijff agter een volgende Jaaren is geschied, thans wederom begind aantenaderen, is dierhalven verstaan, dat van deese nieuwe aanbesteding op den 1. Februarij des aanstaanden Jaars 1789. omme primo Maij daaraan integaan, aan alle ende een iegelijk bij affixie van Billietten kennis zal worden gegeeven, en dat de Conditien desweegens waarin eenige noodzakelijke veranderingen bij deezen Raade nader te bepaalen, zullen moeten gemaakt worden, Een Maand voor de aanbesteeding bij de respective bodens van Politie voor een ieder zullen te zien zijn.
En is wijders door den oud Heemraad van Drakenstein Gerhardus Munnik gediend van het volgende versoek schrift.
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Politicquen Raad deeses Gouvernem:e
‘WelEdele Gestrenge Heer en E. Achtbare Heeren’
‘Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Uwer WelEdele Gestrenge en E. Achtbarens zeer ootmoedigen Dienaar Gerhardus Munnik, hoe hij /:zijnde Diacon en Heemraad aan Drakenstein :/ bij den aanvang der Oorlog met de Engelschen en bij eene gevreesde aanval op deese Colonie door den E Gestrenge Heere Gouverneur van Plettenberg is aangezogt, om het Commando over een op teregten Corps Bastaards en andere Hottentotten te willen op zich neemen, dat hij ondergeteek:de inziende de ConSiderable moeijte en Swarigheiden aan diergelijke oprigtingen en aan het Commando verknogt op alle hem mogelijke wijze bij zijn Edele Gestr: heeft verzogt en aangehouden om van dies post geexcuseert te mogen zijn, te meer daar ‘er zig volgens het eijgen getuigenis zijner WelEdele Gestrenge ‘er zig eenige anders toe aanboden en ter verkrijging dier Post zijn Huis als afliepen, dog daar de keuse van zijn WelEdele Gestrenge op des ondergeteekende Persoon volstrekt gevestigd bleef, heeft hij ondergeteekende zig niet langer met eenige welvoegelijkheid kunnen onttrekken, en heeft dien moeijelijke dienst aanvaard op toezegging en voorwaarde bij raadsbesluit in dato 12. Februarij 1782. bevestigd, om dien Post nederleggende zoude gerangeerd worden nevens de Capitainen der Burgerije, zijnde hem meede door gem:e Heer Gouverneur toegestaan, dat hij na ‘t eijndigen van die gevreesde Oorlog, van die Post ontslagen worden en des versoekende bij vacatuure eener Capitains plaats als Capitein zoude optreeden, daar nu die hatelijke oorlog geeijndigt en in een heugelijke Vreede is verandert, en daar hij ondergeteekende ziet, dat eenige onder hem gediend hebbende officieren van hunne dienst ontslagen zijn, Egter als Officieren van de Burgerij zijn opgetreeden en aangesteld, heeft hij ondergeteekende zig geflatteerd, dat hij zulx besolliciteerende meede als Capitain zou worden geëmploijeerd, ter verkrijging van welke hij zig bij zijn WelEdele Gestrenge den Heere Gouverneur /:ter gelegentheid van het gegeeven ontslag aan den Heere Capitain G:C: Maasdorp geaddresseerd heeft, en van zijn WelEdele Gestrenge ten antwoord bekomen zulx zeer wel te mogen lijden, daar nu den ondergeteek: vermeend, dat hij in zijne bekleede poste en bijzonder in het laatst gevoerd Commando zig als een Man van Eer overEenkomstig zijn verpligting gedragen heeft, en het zij hem vergunt te vertoonen, dat hij zig gehard vindende tegen veele ongemakken, zo tijdig als ontijdig, waar de nood off zelfs de gerugten van dien zulx vorderde, heeft gevigileerd, een woest Corps heeft moeten dresseeren, Ja zelfs tot zijne Schaade een getal van ruim 400. dier Manschappen op zijn eijgen plaats heeft doen Campeeren, en zig laaten ververschen, en dikwils bij gebrek van tijdig ingekomene ordres in neetelige omstandigheede Soldaat en Zeemanschap In’t onzeekere heeft moeten oeffenen.’
‘Het is om alle deese bovengemelde reedenen WelEdele Gestrenge en E. Achtb: Heeren dat de ondergeteek: zig Flatteerde, dat hij meede bij vacatuure eener Capitains plaats meede in aanmerking zoude komen en met deselve gehonoreerd zoude worden, dog thans ziende, dat hij bij deese aanstelling is voorbij gegaan, wend hij zig ten eerbiedigste tot UWelEdele Gestrenge en E Achtbr:, met versoek, dat het UWelEdele Gestrenge en E. Achtbr: gunstig behagen mogen, om hem te ontheffen van ‘t Commando van het Corps bastaards en andere Hottentotten /:te meer daar hij zig al verscheide maalen vind aangevallen van kwalen en Corruptien die hem de Vigilantie in dien post verEijscht grotelijks zoude verhinderen:/ en hem voorts te willen ExCuseeren van die en alle andere burger diensten In’t ontslaan met rang als Capitain der Burgerije, volgende op dien Capitain die in den Jaare 1782 als Jongste dienst deed.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekende:/ G: Munnik.’
Na welks lectuure goedgevonden is, den Suppliant van den post van Commandant over het in den laatsten oorlog opgerechte Corps van Bastaards en andere Hottentotten te ontslaan, en denselven toetevoegen den rang van Capitain der Burger Infanterie.
Waarna door den Edel Heer Gouverneur in raade overgelegd zijnde het volgende Certificaat van den Capitain der Ingenieurs Sebastiaan Willem van de Graaff en den Capitain Lieutenant van evengemelde Corps Louis Michiel Thibault:
‘De ondergeteekende Capitain en Capit:n Lieutenant Ingenieurs, door den Heer Colonel en Directeur der Fortificatien, Philippus Hermanus Gilquin, daartoe expresselijk gelast zijnde, certificeeren en verklaaren bij deesen, dat het laatst aan besteede werk, tot den verderen opbouw van ‘t Nieuwe Hospitaal alhier, afgebouwd, en voorts prijzelijk, ingevolgen den teneur van het daar zijnde bestek, voltrokken geworden is:’
‘Dan dewijl de Heer na te noemene poincten, als het berapen of het geheel afmaken van de zogenaamde roef van ‘t plat, - het witten van de buijten muuren, en het leggen of geheel in order brengen van de trap aan den ingang of te voorpuije, - noch niet volkomen afgemaakt konnende worden; zoude daarvoor eene te bepalene Somme dienen te worden ingehouden, - ofte de aanneemers dienden deswegens behoorlijke Cautie te Stellen, als wanneer het restant van hunne bedongene Penningen zoude konnen worden voldaan; als zijnde het laatste termijn.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo de Goede Hoop den 31 October 1788: /: was geteekend:/ Thibault Cap: Lieut: /:in margine:/ S: W: Van de Graaff, /:lager:/ bij absentie van den Heer Collonel en Directeur der Fortifiçatiën P: H: Gilquin.’
Is goedgevonden en verstaan, dat naardien de aanneemers van den verderen opbouw van ‘t voorsz: Nieuwe Hospitaal, tot dus verre volkomen aan de dieswegens vastgestelde Conditien hebben voldaan, aan hun uit ‘s Comp:ies Cassa de door hun bedongene penningen zal worden voldaan, mits zijl: te vooren behoorlijk Cautie stellen voor het geene aan dat gebouw noch komt te ontbreeken en thans niet ten vollen kan worden afgemaakt, zo als zulx bij gem:e CertifiCaat bekend staat.
Vervolgens door den Pro Interim Fiscaal alhier Gabriel Exter geexhibeerd zijnde een Extract uit de Notulen gehouden in den Raade van Justitie deeses Gouvernements, op den 2. Febr: Jongstl:, mitsgaders een daarbij gedaan declaratoir van gem:e pro Interim Fiscaal, met betrekking tot den persoon van zeekeren Louis Pisani Alinaro waar bij is koomen te blijken, dat deselve Louis Pisani Alinaro alhier als Mattroos in dienst der E. Comp:ie in den Jaare 1780. aangeland zijnde geweest zich vervolgens van hier geabsenteerd dog nu onlangs ingevolgen een van den E Heere Gouverneur op voordragte van den Landdrost van Graaff Reinet , geobtineerd Salvum Conductum, om alhier te komen, en zig wegens zijne evasie te verantwoorden, zig zelve wederom ten deesen Casteele gesisteerd, hebbende, altoos zedert dien tijd hier verre in’t land gebleeven, en dus niet uit het Territoir van de E Comp:ie geweeken is, zonder dat ‘er van iemand der aldaar wonende Ingeseetenen geduurende al dien tijd, eenige klagten Jegens hem zijn ingebracht geworden, zulx gedagte pro Interim Fiscaal, zo om die als andere bij desselvs voorschr: deClaratoir geallequeerde reedenen, heeft verklaard te renuntieëren en aftezien van de instantie door ‘t Officie Fiscaal in den jaare 1782 tegens denselven Louis Pisani Alinaro in Cas van desertie geëntameerd, het welk door voorsz: Rade van Justitie aan deesen Rade is gerenvoijeerd geworden, zo is goedgevonden en verstaan, meerm:e Louis Pisani Alinaro weederom in zijne vorige qualiteit van Mattroos in dienst der E Comp:ie aantenemen, en de daar toe staande gage van ƒ9 p:r Maand van dato deeses te laten cours neemen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent C: van Aerssen Secr:s
C. 180, pp. 180-186.¶
Vrijdag den {17881121} 21. Novbr: 1788.
’s voormiddags alle Present, dempto de Heeren, Colonel Robbert Jacob Gordon en Cassier Oloff Godlieb de Wet.
Is geleezen een request door den burger Christoph Hendrik Niehaus ingediend; waarbij deselve verzogt den Eijgendom van zeeker Strookje lands annex desselvs Plaats aan de Paerl gelegen, met aanbieding om daarvoor tot een erkentenis aan de E Comp:ie te betalen de Somma van Een Hondert Caabsche guldens; welk request verstaan is te Stellen in handen van Land drost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein , ten einde het versochte Stukje lands te waardeeren en van deese hunne verrichting den Raade te dienen van ‘t nodige bericht.
En zo meede door den Vice president van Commissarissen van Civile en Huwelijks zaken Johan Godlieb Brink p:r request versogt zijnde, omme zeeker Stuck lands groot 2 Morgen, en gelegen onder den voet van den Leeuwenbil , waarvan de teekening door hem bij een aan zijn voorsz: request geannexeerde Caart wierd overgelegd, in Erffpagt te mogen hebben, is dit versoek aan hem Suppliant toegestaan.
Waarna op het dieswegens p:r request gedaan versoek door den Eersten Lieutenant der Burger Infanterie alhier Fredrik Bernhardi, goedgevonden en verstaan is, denselven, in aanmerking van zijne lichamelijke Corruptiën behoudens desselvs rang van gemelde zijne Functie te ontslaan
Wijders door den van ‘t Hollandsch Particulier Schip de Vlissinger wegens indispositie alhier verbleevenen passagier Johannes Henricus Rosselt gepræsenteerd zijnde ‘t volgende request.
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Edelen Achtbr: Raade van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E. Achtbr: Heeren!’
‘Met de uitterste Eerbied geeft te kennen den van ‘t Hollandsch particulier Schip de Vlissinger wegens indispositie alhier verbleevenen passagier Johannes Henricus Rosselt van Machelen.’
‘Dat den Suppliant zig van zijn ziekte als nu volkomen hersteld vindende, gaerne wenschte van hier te vertrekken, dierhalven zeer nedrig de vrijheid neemd; UWelEdele Gestrenge en E. Achtbr: te versoeken, met Eerste Scheepsgelegentheid na Europa te retourneeren; Smeekende den Supp:t UWelEdele Gestrenge en Ed: Achtbr: uit dien hoofde ootmoediglijk dat Hoogstdeselven uit Consideratie van zijnen zeer Soberen toestand, den selven goedgunstiglijk van ‘t ordinair Transport en Costgeld gelieven te ExCuseeren.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ Henricus Roselt.’
Na welks lectuur in overweeging genomen zijnde, dat de Supplianten alhier op eene Clandestine wijze is verbleeven, is oversulx goedgevonden denselven te permitteeren bij eerste Scheepsgelegentheid van hier te vertrekken, en vermids zijne onvermogendheid tot het betalen van het gewoone Transport en Costgeld veelligt zijn vertrek zoude kunnen retardeeren, is verstaan, denselven daarvan te ExCuseeren, mits hij gehouden zal zijn op den bodem waarop hij staat bescheijden te worden, voor de kost Scheepsdienst te doen.
Hierna door den Edel heer Gouverneur in Raade geproduceerd zijnde een rapport van den Capitain ter Zee en Equipagie Meester alhier Cornelis Cornelissen, en andere Zeekundigen, waarbij zijnde komen te blijken, dat een der, met het Schip de Vreede , in den gepasseerden Jaare, 1787., alhier aangebragte masthouten van 21. palm, bij dies inspectie bevonden is, van buiten wel ten eenemaal goed en gaaf te zijn, edoch bij het doorzagen, dat in den omtrek van anderhalf duim aan de buiten kant alleen goed hout, en de rest tot In’t hart toe verrot is, zodanig dat hetzelve nergens toe gebruikt kan worden; zo heeft men moeten besluiten gem:e mast hout bij de Negotie boeken te doen afschrijven, en als deffect p:r publicque vendutie verkopen.
Door den Chirurgijn der Colonie Graaff Reinet , Carel Philip Zastron, alwijders onder overlegging van Een Extract uit de Resolutien in Heemraads Vergadering aldaar op den 3. Maart Jongstl: genomen, waarbij aan denselven hiertoe permissie wierd verleend, versogt zijnde, om een Erff aan voorsz: Colonie toebehoorende en bekend onder N:o 29., voor de Somma van Vijff en twintig rijxdaalders aan ‘S Colonies Cassa aldaar te betalen, in Eijgendom te mogen hebben, is dit versoek aan hem toegestaan.
Zijnde vervolgens geleesen een bericht, door den Land drost van Stellenbosch en Drakenstein ingevolge besluit van den 7. October laatst:l ingediend, wegens het versoek door den pachter der Caabsche koele en brandewijnen binnen de Limieten van voorsz: Districten Fredrik Kannemeijer gedaan, omme aldaar nog een bijtap te mogen houden, luidende hetzelve bericht:
Aan den WelEdelen Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dees: &:a &:a &:a benevens den E Achtb: raade van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer en Edele Achtbr: Heeren!’
‘Het heeft Uwe WelEdele gestr: en Edele Achtbr: bij Hoogst derselver besluit van den 7. der Jongst afgeweekene Maand oCtbr: gelieven te behaagen; in handen van den ondergeteekenden te doen stellen, zodanig request, als aan Uwel Edele Gestrenge en Edele Achtbr: door den burger Fredrik Kannemeijer in qualiteit als Pagter der Caabsche koele en brandewijnen, binnen de Limieten van Stellenbosch en Drakenstein is gepresenteerd, ten einde daarop te dienen van Bericht.’
‘Omme hieraan plichtschuldig te voldoen, flatteerd den ondergeteek zig, door een zo kort hem doenlijk egter zakelijk narré van de eijgendunkelijke Mesures van den bovengemelde Pagter in vilipendie van ‘s lands wetten en goede ordre genomen UWel Edele Gestr: en edele Achtbr: te zullen worden geconvinceerd van de nadeelige gevolgen, dewelke uit eene Consessie aan den voormelden Pagter tot het aanstellen van een ander in Zijn plaats, en den Burger Jan Forbiseur tot bijtapper, natuurlijk moeten resulteeren; waartoe den ondergeteekende overgaande, de Eere heeft te Zeggen:’
‘Dat nadat eerst de Broeder van voorsz: Fredrik Kannemeijer met name Petrus kannemeijer, op dingsdag den 2. Septbr: en ‘s daags daaraan gemelde Fredrik kannemeijer den ondergeteek. ter kennisse had gebragt, dat eerstgem:e pagter in de Districten van Stellenbosch en Drakenstein geworden, en laatstgemelde de Dranken in het dorp van Stellenbosch verkopen zoude, den ondergeteekende geïnformeerd geworden zijnde dat ook den Burger Jan Forbiseur Saturdag en Zondag den 6. en 7. daaraan, insgelijks dranken bij de kleijne maat aan zommige Slaaven had verkogt, hij ook in der daad door gemelde pagter als bijtapper was aangesteld en daarvoor ‘s maands rd:s 30 zoude betalen, heeft den ondergeteek, vermits geen de minste kennisse hier van nog van den Pagter nog van zijn broeder den Tapper bekomen had, zulx terstond verboden, wanneer bovengem:e Pagter daags daaraan ofte den 8:e Septbr: voorsz: quasie bij den ondergeteekende om een bijtapper aan te stellen versoek kwam te doen, het geen door den onderget: gezegt zijnde, niet van hem te dependeeren, en hem Pagter voor den Raade van Justitie te zullen actioneeren, dat eijgener aucthoriteit een ander in zijn plaats en zelvs een bijtapper had aangesteld, waarop door denselven Pagter Frederik kannemeijer zeer brusque ten antwoord wierd gegeeven zig dan bij UWel Edele Gestrenge en Edele Achtbr: te zullen addresseeren.’
‘Dat vervolgens op Zondag den 5. der voorsz: maand October, wanneer ‘s Heeren Heijligen Avondmaal in de kerke te Stellenbosch gehouden is, zo dien dag met den avond als Maandag Dingsdag en Woensdag daaraan door zommige der Inwoonderen van ‘t dorp successivélijk klagten tegen den tapper voorm: Petrus Kannemeijer zijnde ingebragt, bestaande: in dat hij niet alleen op voorsz: Zondag tot het derde Klockengeluij, maar direct na geEijndigde Godsdienst aan derselver Slaaven, niet slegts een glas wijn of brandewijn, maar zelvs bij de Pint brandewijn had verkogt, waardoor zelvs een van der klagers Slaaven, zijnde een kledermaker voor dood was te huis gebragt, en andere veele onregeltheeden hadden gepleegd; terwijl den Diacon en Molenaar Johannes Victor /:die zedert dat den ondergeteekende de Eere heeft gehad zijn tegenswoordig Post te bekleeden, geen de minste klagte had ingebragt:) thans meede klagtig kwam te vallen, dat voorm:e Tapper drie van zijne Slaaven, waaronder Twee zijner Capitaalsche Timmerlieden zig bevonden, niet alleen dermaten in den drank had gedebaucheerd, dat deselve buiten Staat waren gesteld eenig ‘t geringste werk te kunnen verrigten, en zelvs als verwoed te keer hadden gegaan, maar dat hij tapper ook door dien weg van een derselven eenkegel Spel doen vervaardigen, en ‘t zelve gedeeltelijk met geld en gedeeltelijk met drank had betaald, en dus aanleijding gegeeven, dat deselve ‘t daartoe benodigde hout van hem ViCtor gestolen hadden, zulx hij Victor eerst en vervolgens de overige voornaamste bewoonders van ‘t Dorp bij den ondergeteekende zig hebben vervoegd, met versoek dat dog voormelde Tapper in zijne allezints ongehoorde handelwijze mogte worden tegengegaan, en dat voor alle dingen geen tweede Tapper zo als zij:l g’ informeerd waaren, dat door den Pagter reeds was aangesteld geweest, In’t Dorp mogte gesteld worden, waarop door den ondergeteekende betuigd zijnde, aan ‘t eerste Lid van ‘t zelve versoek te zullen defereeren, terwijl ‘t laatste niet in zijn vermogen kwam te zijn, deselve alle te raade geworden waaren, aan hem ‘t deesen geannexeerd versoek Schrift daags na dat UWel Edele Gestrenge en Edele Achtbr voorsz: zeer geEerd besluit aan hem te handen is gekomen, ter handen te Stellen, aan ‘t welk den ondergeteekende kortheids halven zig refereerende, de Vrijheid neemd, UWel Edele Gestrenge en Edele Achtbr: gunstige attentie Eerbiedigst daarop te imploreeren.’
‘Dat den ondergeteek: van ‘t voorsz: door den Broeder van gemelde Pagter gehouden gedrag ten sterksten verzeekert, en door denselven ook al ‘t voorsz: eijgenmondig geadvouëert zijnde, hij mitsdien ook vertrouwd, UWel Edele Gestrenge en Edele Achtbr: daaruit ten duidelijksten zullen zijn geConvinCeerd dat den Pagter Petrus Kannemeijer zo door ‘t aanstellen van een ander in zijn Plaats, als ‘t aanstellen van een bijtapper, heeft gevilipendeert ‘s lands wetten, en gehandelt heeft strijdig de voorwaardens waarop hij bij de Jongstgehoudene verpagting van ‘s gemeene Lands middelen en inkomsten, aanneemer gebleeven is van de pagt der Caabsche koele en brandewijn in de Limieten van Stellenbosch en Drakenstein , en te gelijk verbrooken heeft de goede ordre, en dat gevolglijk door geene Consessie tot ‘t aanstellen van een ander in zijn plaats en een bijtapper te verleenen, de goede en brave Dorpelingen zouden zijn en blijven geëxponeerd aan de funeste gevolgen, die daaruit natuurlijk moeten voortvloeijen, de ondergeteek egter niet voorbij kan hierbij te gelijk te remarqueeren te meermalen aan de Pagters van ‘s gemeene Land middelen na daarom bij UWelEdele Gestr: en Edele Agtbr:s behoorlijk versoek gedaan te hebben, te zijn gepermitteerd, een ander in derselver Plaatse te mogen aanstellen.’
‘Welk een en ander de ondergeteekende latende dienen voor nedrig bericht, de vrijheid neemt met diepsten Eerbied zig te onderschrijven, als’
’/:onderstond:/’
‘WelEdele Gestr: Heer en Edele Achtbr: Heeren /:lager:/ UWelEdele Gestr: & E Achtbr ootm: Dienaar /:was geteekende:/ H: L: Bletterman /: in margine:/ overgegeeven in Raade van Politie den 21 Novbr 1788.’
Zo is goedgevonden en verstaan, om de daarbij geallegueerde reedenen het versoek van voorsz:e Kallemeijer als ongerijmd van de hand te wijzen en denselven te ordonneeren zig stiptelijk te gedragen naar den letter der pacht Conditien.
En is Laatstelijk besloten, omme in minderinge op den Eijsch van tarwe voor Batavia, Duijzend Mudden van dat Graan p:r het thans alhier ter reede leggend uitkomend Schip Voorberg derwaards te doen afscheepen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent C. van Aerssen Secr:s
C. 180, pp. 197-198.¶
Dingsdag den {17881125} 25 Novbr: 1788.
alle præsent except den Heer Colonel Gordon
Is op het dieswegens in geschrifte gedaan verzoek gepermitteerd aan Achmet, Prins van Ternaten , door de hooge Indiasche Regeering uit desselvs bannissement ontslagen, en gereed met het aanweezend Schip Voorberg naar Batavia te vertrekken, omme desselfs Famillie bestaande in zijn Huisvrouw Constantia van de Kaap met haare Moeder en Grootm: Dina van de Kaap en Philida van Batavia benevens derselver Kinderen in Naam Salasa Fatima Camies en Abdulla allen van den Caap, mitsg:s nog een vrije Meijd Cita van Bougies en zijnen Slaav Jounga van Ternaten naar Batavia meede te neemen en hij uit hoofde van zijne behoeftige omstandigheeden, die geenzints in twijffel kunnen worden getrocken van ‘t daartoe staande Transport en kostgeld geExCuseerd.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent C. van Aerssen Secr:s
C. 180, pp. 199-200.¶
Maandag den {17881201} 1:ste December 1788.
bij omvrage, alle Present
Is op de dieswegens door den Equipage Meester Cornelis Cornelisz: gedaane voordragt ter plaatsvervulling van den onder afgeschreeve gagie gestelden
Lieutenant ter Zee van het Permanent Fregat Schip de Meermin Jurriaan de Vries, tot die qualiteit verbeeterd den Sous Lieutenant Jaques Gideon Tredoux van ‘s Hage, en zulx onder desselvs loopend verband met de daartoe Staande Gage van ƒ32. ‘s Maands.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent C. van Aerssen Secr:s
C. 180, pp. 201-294.¶
Dingsdag den {17881209} 9. December 1788.
’s Voormiddags, alle Present, dempto den Heer Colonel Robbert Jacob Gordon bij indispositie.
Na resumptie der ingediende Nominatien van Kerkenraden, zo bij de Caabsche Gemeente als bij die van de buijten Districten, wierd goedgevonden is Steede der uitgediend hebbende Leeden, bij deselve wederom de gedane Electie van Ouderlingen te approbeeren, en uit het dubbeld getal Diaconen, de volgende verkiezinge te doen, als
In de Kerk aan de Caap | |
Tot ouderling | Casparus van Eerten |
Tot Diaconen | Hendrik Oostwald Eksteen Junior en Abraham Fleck |
In de Kerk aan Stellenbosch | |
Tot ouderling | Jan de Villiers Jan Pietersz: |
Diacon | Rudolph Cloete |
In de Kerk aan Drakenstein | |
Tot ouderling | Schalk Willem van der Merwe |
Diaconen | Abraham de Villiers Janz: en Gideon Joubert |
In de Kerk In't Land van Waveren | |
Ouderling | Jan Gijsbert Olivier, |
Diacon | Jacobus de Wet de Jonge |
In de Kerk aan 't Swartland | |
Tot Ouderling | Paul Jourdaan |
Diacon | Johannes Herm:s Karsten |
Bij de Lutersche Gemeente | |
Ouderling | Johannes Karnspek |
Tot Diaconen | Andries Lind en Johan George Lochener |
In de Kerk aan de Caap | |
Tot ouderling | Casparus van Eerten |
Tot Diaconen | Hendrik Oostwald Eksteen Junior en Abraham Fleck |
In de Kerk aan Stellenbosch | |
Tot ouderling | Jan de Villiers Jan Pietersz: |
Diacon | Rudolph Cloete |
In de Kerk aan Drakenstein | |
Tot ouderling | Schalk Willem van der Merwe |
Diaconen | Abraham de Villiers Janz: en Gideon Joubert |
In de Kerk In't Land van Waveren | |
Ouderling | Jan Gijsbert Olivier, |
Diacon | Jacobus de Wet de Jonge |
In de Kerk aan 't Swartland | |
Tot Ouderling | Paul Jourdaan |
Diacon | Johannes Herm:s Karsten |
Bij de Lutersche Gemeente | |
Ouderling | Johannes Karnspek |
Tot Diaconen | Andries Lind en Johan George Lochener |
Zullende van deese verkiezingen, kennis worden gegeeven aan alle de gemelde Kerkenraden, en aan die van de resp:ve buiten Districten werden aangeschreeven, te zorgen dat de reekeningen hunner arme Penningen ten Eersten in gereedheid gebracht en herwaards overgesonden worden, alzo wederom deese Jaare geen Commissaris Politicq derwaards zal worden afgevaardigd.
Ook zijn uit de in dubbele getalle genomineerde Persoonen, om naar gebruik in de onderstaande Collegiën dienst te doen, verkoren, als
Tot Weesmeesteren | Arend de Waal Arendsz: Johannes Matthias Bletterman Christiaan Ludolph |
Commissarissen | Carel David Wentzel en Jacobus Johannes Vos |
Tot Heemraden aan Stellenbosch & Drakenstein . | Andries Christoffel van der Bijl Christiaan Joel Ackermann, Hendrik Louw en Jacob de Villiers Jan Pietersz: |
Tot Heemraden aan Swellendam | George Fredrik Rautenbach Laurens de Jager de Jonge |
Tot Weesmeesteren | Arend de Waal Arendsz: Johannes Matthias Bletterman Christiaan Ludolph |
Commissarissen | Carel David Wentzel en Jacobus Johannes Vos |
Tot Heemraden aan Stellenbosch & Drakenstein . | Andries Christoffel van der Bijl Christiaan Joel Ackermann, Hendrik Louw en Jacob de Villiers Jan Pietersz: |
Tot Heemraden aan Swellendam | George Fredrik Rautenbach Laurens de Jager de Jonge |
En is tot vice Præsident in opgem:e College van Commissarissen aangesteld Charles van Cahman, om meede in het zelvende gewoone tijd van Twee Jaren te vaceeren.
Vervolgens wierd door den Edele Heer Gouverneur overgelegd eene Missive door Landdrost en Krijgsraden van Swellendam aan deesen raade gericht; in resCriptie op de geene, bij welke, ingevolge besluit van den 19. Augustus, aan hen is aangeschreeven, omme wanneer de daarbij vermelde Swervende Latitanten, zich in hun district vertoonden, deselve alsdan te apprehendeeren en wederom in handen van de Justitie overtegeeven, en alzo gemelde Landdrost en Krijgsraden zich verontschuldigen aan deese ordres niet te kunnen voldoen, dewijl drie van die Vagabonden zich verre buiten hun district in die van Stellenbosch en Graaff Rijnet zijn onthoudende, zo is verstaan hen aanteschrijven, dat geensints de Intentie deeses Raads is geweest, dat zijl: Personen zouden apprehendeeren, die zig buiten hun District bevonden, zo als zij ook onmogelijk uit den inhoud der Missive aan hen gericht kunnen afleijden, en naar luid der Instructien die tot een richtsnoer voor alle hunne handelingen moeten Strecken vermogen te doen.
Wijders zal aan gemelde Landdrost en Krijgsraad worden aangeschreeven, dat men niet kan voldoen aan hun versoek om voorsien te worden van 1000. lb: Buskruit, en 2000 lb loot en 2000 p:s vuursteenen om in Cas van Nood gebruikt te worden tegens de Conspireerende Hottentotten, alzo uit eene Missive door den Landdrost aan den Edel Heer Gouverneur geschreeven, volkomen Consteerd dat al het geene men in den beginne wel die vreedzame Naturellen tot verraderijen en Conspiratien had aangetigd, echter naderhand is gebleeven daarvan zelvs geen de aller minste Schijn te dragen
En zal eindelijk aan meerm:e Land drost en Krijgsraad werden gemeld, dat ingevolge hun versoek tot tweede Adjudant onder de Burger Dragonders van hun District is aangesteld Philip Rudolph Botha Philipsz:
Wijders geresumeerd zijnde eene Missive van Kerkenraden der Stellenbosche gemeente, om,vermits het overlijden van den Koster aldaar permissie te mogen erlangen, het Huis dat tot logies voor denselve heeft gediend, ten voordeele der Kerk te mogen verkopen, zo is uit aanmerking dat de onlangs aangestelden Koster van het voordeel eener vrije wooning heeft gedesisteerd, dat versoek toegestaan.
En is voorts goedgevonden, op het door hem dieswegens gedaan versoek, overeenkomstig met de gestatueerde ordres, de gagie van den Predikant der Drakensteinse Gemeente Robbert Nicolaas Aling te verhogen tot ƒ110. ‘s maands, ingaande met den 23. deeser lopende Maand, als wanneer de helft van zijn verband met de E Comp:ie zal hebben uitgediend, mits dan ook de nog overige Vijff Jaaren in zijnen dienst continueerende.
Verders geleezen zijnde het volgende request van den Lieutenant Louis Michel Thibault:
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop &:a &:a &:a benevens den Edelen Achtbr: Raad van Politie
‘WelEdelen Gestrengen Heer en Edele Achtbare Heeren’
‘Uwe WelEdele Gestrenge, en Edele Achtbr: onderdanige Dienaar den P:l Capitain Lieutenant Ingenieur Louis Michel Thibault geevt met verschuldigde eerbied te kennen, dat het hem Supp:t niet mogelijk geweest zijnde, een Huis hetwelk eenigsints ter reedelijke bewoning voor hem en zijn huisgezin verstrecken kan, anders als tegens betaling van Rijxd:s 30: a 40.- ‘s maands, te huur te bekomen, hij Suppliant zig dierhalven genoodzaakt heeft gevonden, het woonhuis van den Capitain ter Zee den Manhaften François du Minij voor de Somma van ƒ40,000 Caabs intekopen; een prijs, na de geene tot welke de Mediocre huijzen alhier geklommen zijn, beschouwd, wel reedelijk, dog in aspect van des Suppliants Sobre omstandigheeden, en het inkomen van zijn ampt, zo hoog, dat het zekerlijk niet anders kan zijn, of hij Supp:t zal door de Intresten voor het tot de betaling van dat huijs op te neemen Capitaal, grotelijxs moeten worden gedrukt;’
‘En dewijl hij Suppl:t tot deeze noodzakelijkheid is gebragt geworden door de geringe huur Penningen van Negen rijxdaalders ‘s maands die hij van dE Comp:ie geniet, in tegenstelling van den verbazende huur welke men hier zelvs voor de geringste Huizen door bandieten en andere Vile Persoonen bewoond werdende, betalen moet, daar d’ officieren andersints ‘s Comp:s weegen van geschikte woningen werden voorzien, dog het geen nu Slegts omtrend zommige derzelve plaats grijpen kan; en bovensdien allerleij Leevens behoeftens ter deeser Plaatze ten uittersten duur zijn, zonder dat den Suppl:t gelijk het Uwe WelEdele Gestrenge en Ed Agtbr ten vollen bekend zal zijn, door de moeijelijkheid van zijn dienst, iets bij der hand neemen kan, om zig en zijne huishouden bij het Sobre Tractement als Officier te Soulageeren.’
‘Zo neemd den Suppl:t de Vrijheid zeer ootmoedig te versoeken, dat het Uwe Wel Edele Gestrenge en Ed: Achtbarens behagen mag, ter consideratie van de noodzakelijkheid, door welke hij tot de voorsz:e koop is gedrongen geworden, en zo meede van de verdere hier voren bijgebragte omstandigheeden, hem Suppliant te Excuseeren van de betalinge der gewone gerechtigheid van de bovengemelde Kooppenningen aan de E Compagnie.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &c:a /:was geteekend:/ L: M: Thibault cap:t L:t’
Is hetzelve tot eene nadere vergaderinge in advijs gehouden.
Hierna geleezen zijnde een versoek Schrift van den Vrij Swart Isaak; Is aan hem gepermitteerd, met de zijnen p:r het ter vertrek naar Batavia gereed leggend Schip de Twee Gezusters derwaards te vertrekken, en zijn versoek om van de gewoone Transport en Costgelden bevrijd te zijn, aan de Hoge Indiasche regeering gedefereerd gelaaten.
En alwijders geleezen zijnde het volgend Supplicq, door den Bootsmans Maat van ‘s E Comp:s Equipage werf Johan Jurgen Wotskij
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de goede Hoop en dies ressorte &:a &:a &:a benevens den E Achtbr: Raad van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer en EE Achtbr: Heeren!’
‘Geeft met nedrigheid te kennen Uwer WelEdele Gestrenge en E Achtbr: zeer Gehoorzame Dienaar den op ‘s Comp:s Equipage Werf bescheidene bootsmansmaat Johan Jurgen Wotskij van Liebau, in den Jare 1767. met het Schip Keukenhof als bosschieter alhier gearriveerd; Hoe hij Suppl:t door een zwaare Zakbreuk aan de linker zijde : blijkens g’annexeerde attestatie van den Medicine Doctor Le Sueur, zig volstrekt buiten staat bevind desselvs dienst langer te continueeren.’
‘Den Suppliant keerd zig dierhalven tot UWelEdele Gestrenge en Ed: Achtb: ootmoedig SolliCiteerende dat UWel Edele Gestr: en E Achtbr: van die goedheid gelieven te zijn, hem, zo ter Consideratie van ‘t gemelde gebrek, als dat bereids den ouderdom van Sestig Jaaren heeft bereikt, van de welke hij den tijd van een en Twintig Jaaren met alle iever en trouwe de E Compagnie heeft gediend met behoud van desselvs volle gage en emolumenten ten uit ‘s Comp:ies dienst te largeeren.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ Johan Jurgen Wotskij.’
Zo is uit aanmerking van ‘s Mans hooge Jaaren, de gebreeken waaraan hij laboreerende is, en de tijd die hij de E Comp:ie heeft gediend, besloten, hem ingevolgen het Generaal reglement met ƒ10 ‘s maands te gageeren.
Vervolgens wierden geresumeerd de Pachtconditien der Slagterije in den Jaare 1784 vervaardigt ter ordre van den Edelen Heer Gouverneur aan de respective Leedes Raads ter rondleezing gesonden, met versoek derzelver Consideratien daarbij te voegen ten einde bij de aanstaande aanbesteeding van het versch Vleesch en levendige Schapen zodanige veranderingen te maken, als men ten meeste voordeele der E Comp:ie zou vinden te behooren; en wierd bij deese gelegentheid door welgemelde Heere Gouverneur overgelegd een vertoog van Commissarissen uit den E Achtbr: Raad van Justitie aan deese raade gericht luidende:
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de goede Hoop en dies ressorte &:a &:a &:a benevens den E Achtbr: Raad van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer en EE Achtbr: Heeren!’
‘Ter gelegentheid; dat naarvolgens de dieswegens g’ affigeerde Billieten, door Uwe Wel Edele Gestrenge en E. Achtbr: eerlang wederom staat aanbesteed te worden de leverantie van Versch Vleesch en leevendige Schaapen, ten behoeve van ‘S Comp:ies Scheepen, Hospitaal Slaven Loge &c:a, bij de ondergeteek: Commissarissen uit den Raad van Justitie, in aanmerking genomen weesende, het nadeel dat zo wel voor de E Comp:ie, als voor de bewoonders deeser Plaatze, is geocCasioneerd en ontstaan, uit de Permissie die de resp:ive gecontracteerde ‘s Comp:ies Slagters, tot hiertoe hebben gehad, omme hun Vleesch ook, uit derzelver Huijzen, nevens desulke der burgers die de Slagterije tot hun bestaan bij der hand komen te hebben, aan partiCulieren te verkopen; neemen zij dierhalven de Vrijheid, Uwe WelEdele Gestrenge en E. Achtbr:s ten dien belange op ‘t eerbiedigst te vertoonen; en wel in de eerste plaatse:’
‘Dat geciteerde Slagters, de voorsz: leverantie, doorgaans voor een Civiele prijs aanneemende, dog des niet te min aanzienlijke voordeelen daarvan genietende, deselve zich egter, daarmeede niet laten vergenoegen, maar ter Contrarie begeerig na grooter winsten, en om die te behaalen, het beste en vetste vleesch van hun geslagte vee, in’t particulier aan de gaande en komende Man, tegens vrij hoger prijs als d’ E Comp:ie voor het haare betaald, konnen te verkopen, waaruit dan notoir voortvloeid, dat het Slegste en magerste, insonderheid beesten vleesch met rijkelijk bonken en knooken, door hunl: voor ‘s E Comp:ie ommeslag werd geleveerd; ‘t welk zo evident en zeeker is dat men geen voorbeelden behoeft aantehalen om de waarheid daarvan te betogen, en te bewijzen, hoe nadeelig deese handelwijze den geContracteerde Slagters, voor de E Comp:ie moet zijn, en ook wezendlijk is.’
‘En dat aan de andere kant, hieruit ook ongemeen veel nadeel voor andere burger Slagters komt te proflueeren, zulks heeft de ondervinding genoeg geleerd; t’ is bekend dat het allerbeste en swaarste vee door ‘s Comp:ies Slagters buiten heen, wijd en zijd ingekogt, en op de aan hun vergunde plaatzen in de groene Cloof , ter wijde gebracht werdende, zijl: dus altijd van goed vee voorzien zijn, het geen hunL: In’t verkopen, vrij meerder winsten te weege brengd, als derselver meede Slagters, die zig dikwils met minder, of veel ligter, Ja somtijds door hun uitgeschooten vee moetende laaten vergenoegen, buiten des ook weinig of geen gelegentheid hebben, om hetzelver op daartoe bekwaame plaatzen te doen wijden ter tijd toe, dat hun vee verslagt en verdebiteerd zijn kan, omtrend welk een en ander nog in Consideratie komt, dat ‘s Comp:ies Slagters van het vetste en beste vleesch /:als voorwaards gezegd:/ voorzien weezende, en dus tot dies verkoop den grootsten toeloop hebbende, de partiCuliere Slagters daarentegen, willen zij hun vleesch kwijt worden, oversulx dikwils genoodzaak zijn, hetzelve voor een mindere prijs, als voorsz:e Comp:ies Slagters willekeuriger wijze op het haare komen te Stellen, van de hand te zetten; en dit is reeds zo verre gegaan, dat deese en geene van gemelde PartiCuliere Slagters, tot derselver middel van bestaan, geen nering genoeg hebbende, naar het maken van Considerable onkosten, met Slagten hebben moeten uitscheijden, om zig niet totaal te ruineeren: Intusschen zijn veele goede Ingeseetenen, door het voorsz:e eijgendunkelijk gedoente der geContracteerde Slagters, in’t begrip gevallen, dat zijl: er op uit zijn, of ten doelwit hebben, om zig met ‘er tijd, van de Slagterije, zo wel voor d’ E Comp:e als partiCulieren geheel en al meester te maaken, en aan zig te brengen, omme hunne beursen nog meer te vullen, en langs dien weg, niet alleen hunne meede Slagters te onderdrukken, maar bovensdien ook de Schamelen en van middelen genoegsaam ontbloote gemeente, dewelke door de aanhoudende duurte van ‘t vleesch, er nu al reeds zeer weijnig genot van hebben kan, tot de onvermeijdelijke noodzakelijkheid te brengen het zelve Schier In’t geheel te ontbeeren.’
‘En nadien Commissarissen te gemoed zien, dat hieruit in der tijd veelder hande inconvenienten en nadeelige gevolgen, zullen kunnen komen te ontstaan, hebben zij zig dierhalven verpligt geacht, dit alles onder het doorzigtig oog van UWel Edele Gestr: en E Achtbr: te brengen, en hoogstdeselve daarbenevens met het meeste respect in Consideratie te geeven, of Uwe WelEdele Gestr: en E. Achtbr: om de geallegueerde reedenen en motiven niet zouden kunnen goedvinden aan de geContracteerde Slagters, den particulieren verkoop van vleesch te verbieden, en dit previlegie voorthaan, alleen aan andere burger Slagters toetestaan, het geen volgens het submis gevoelen van Commissarissen, een gepast middel zoude zijn, om het vee van de Landlieden, met meerder Faciliteit, in teffens beter koop, als hetzelve tegenswoordig komt te gelden, magtig te worden, en waardoor gevolgelijk dan ook, de prijzen van het vleesch merkelijk zouden komen te daalen en verminderen: dan zo wanneer Uwe WelEd: Gestrenge en E Achtbr: naar derzelver verligte kunde, niet raadzaam oordeelen mogten, de voorsz:e propositie van Commissarissen te amplecteeren, in dien gevalle versoeken zij zeer nedrig, dat het als dan van Uwer WelEdele Gestrenge en E Achtbr: goede geliefte moge zijn, om bij de aanstaande aanbesteeding der leverantie van vleesch, de respective aanneemers daarvan, dien aangaande zodanige Conditien voor te schrijven, en middelen te beraamen, als Uwe WelEdele gestrenge en E Achtbr: met de belangens der E Comp:, en het welzijn der Ingeseetenen alhier, nodig agten zullen.’
‘Middelerwijl dat Commissarissen alverder de vrijheid neemen, omme ten opzigte van den Perzoon van Christiaan Zieteman, dewelke in dato 23. Februarij des voorl: Jaars, ter zaaken van desselvs buijtenspoorig gedrag, op hun versoek, voor Mattroos, in ‘s E Comp:ies dienst getrokken, en als zodanig op ‘t alhier permanent Freguat Schip de Meermin geplaatst geworden is, ter kennisse van Uwe WelEdele Gestr: en E Achtbr: te brengen; dat Commissarissen op desselvs zedert gehoudene Conduite, nauwkeurig gelet, en nopens zijne beterschap niet alleen goede getuijgenisse bekomen hebbende, maar ook dat hij heeft beloofd, zig in’t vervolg zodanig te zullen gedragen, dat er nimmer wederom eenige klagten over hem zullen kunnen werden gedaan; het een en ander Commissarissen heeft bewogen Uwe WelEdele Gestrenge en E. achtbr: mits deesen reverentelijk te versoeken, om voorm:e Ziedeman uit voorsz:e dienst der ‘E Compagnie te ontslaan, en onder afschrijvinge zijner verdiende gage, met desselvs voorig burger vrijdom te begunstigen.’
‘Hebbende Commissarissen voor ‘t overige de Eere, zig met de opregtste gevoelens van hoogagting te noemen.’
’/:onderstond:/’
‘WelEdele Gestrenge Heer en E.E. Achtbare Heeren /:lager:/ Uwer WelEdele Gestr: en E: Achtb: zeer ootmoedige en gehoorzame Dienaren /:was geteekend:/ T: C: Ronnenkamp, Joh:s Smuts, S: V: Echten, C: G: Maasdorp, G: H: Meijer, R: J: V:D: Riet, J: C: Gie, H: J: de Wet. - /:in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 28. Novbr: 1788.’
Over welks inhoude gedelibireerd zijnde is verstaan, onvermindert de attentie welke Commissarissen in deesen betoond hebben, waarvan deselven zich echter hadden kunnen despenseeren, in de bij gem:e vertoog vervatte Consideratien niet te kunnen treeden, alzo de E Comp:ie uit veranderingen van die aart, bij de Conditien van aanbesteeding, in plaatze van voordeelen, aanmerkelijke Schaade zou komen te lijden, en zulx wel om de volgende reedenen:
Eerstelijk, om dat het eene onbetwistbare waarheid is, dat wanneer de Gecontracteerde Slagters wierd g’interdiceerd vleesch aan Particulieren te leeveren, zij de Schaade, die zij door het missen van die oude en Constante previlegie zouden moeten ondergaan, aan d’ E Comp:ie zouden tragten te verhalen, en deselve het vleesch &:a veel duurder doen betalen, als wanneer zij vrijheid hebben, om bij mangel van debiet aan vreemdelingen, dat niet zelden, vooral bij tijden van Vreede gebeurd, het voorhanden zijnde vee aan de burgers uitteslagten.
Ten tweede, om dat die previlegie, wel verre van, zo als Commissarissen vermeenen oorsaak te zijn van de duurte van het Slagtvee, veeleër geschikt is, om hetzelven op eene modicquen prijs te brengen, alzo de meeste Ingeseetenen deeser Plaatse, verzeekerd bij de gecontracteerde Slagters bestendig goed vleesch te kunnen bekomen, genoopt worden, dat voedzel bij preferentie van hen te kopen, en hierdoor belet word, dat de gecontracteerde Slagters, bij den inkoop van Vee veel minder te vreesen hebben, van de naijver der Burger Slagters, als wanneer deese de Ingeseetenen alleën van Vleesch mogende voorzien, hen bij den inkoop van vee tot gevaarlijke mededingers zoude Strekken.
Ten derden, om dat wanneer ‘er eenige reedenen van misnoegen over het vleesch, dat door de Gecontracteerde Slagters aan de E. Comp:ie geleever wordt, plaats mogten vinden, het altoos de voornaamste plicht van den Boekhouder in’t Slagthuis is, om niet alleen bij ‘t weegen en afleeveren van het verstrekt wordend vleesch te adsisteeren, maar ook zorgvuldig te waaken, dat dat vleesch van goede en deugdzame qualiteit is, en wanneer hij daaromtrend de minste reedenen tot klagten mogt vinden, zig alsdan bij Commissarissen over het Slagthuis, uit Twee Leeden deeses Raads bestaande, te addresseeren, welke, zijne klagten rechtmatig vindende, naar luid van de PachtConditien, het afgekeurde vleesch ten profijte van ‘s Comp:ies Slaaven, zonder eenige forma van proCes verbeurd verklaaren.
Ten Vierden. om dat de gecontracteerde Slagters, wel verre van het Slegste vleesch, met rijkelijk bonken en knooken, zo als Commissarissen zich uitdrukken, aan dE Comp:ie te leeveren, altoos het slegste dat meestal zig nog goed bevind aan vreemdelingen leeveren, die, genoodzaakt hun vleesch bij hen te kopen, zig nimmer over hunne handelingen beklagen.
En eindelijk om dat men met reeden van de gecontracteerde Slagters kan verwagten, zo als door de ondervinding ook ten volle is bevestigd, dat de ingeseetenen, hoe zeer zulx ook strijdig is, met het gevoelen van Commissarissen uit den Raad van Justitie, bij de Gecontracteerde Slagters van veel deugdzamer vleesch en tot beeter Prijzen worden voorzien, als bij de Particulieren Slagters, waartoe de vrije wijde in de groene Cloof alwaar het magerste Vee door hen word agtergelaten; niet weinig Contribueerd, en men, door hem die previlegie te laaten houden, met regt mag hoopen, bevrijd te zullen blijven, van de hatelijke klagten, die uit het willekeurig gedrag der Burger Slagters zouden moeten resulteeren.
En is ingevolgen deeser remarques, goedgevonden en verstaan de Conditien der aanbesteeding van het versch vleesch, levendige Schaapen &:a te vervaardigen, om in de naaste vergadering geresumeerd te worden;
Ook wierd uit aanmerking dat de Heer Rönnenkamp zedert desselvs des approbatie als Lid deeses Raads, ook niet meerder als Commissaris over het slagthuis konde ageeren, en zulx dus daar het lid deezer vergadering den Heer M:r Jacobus Johannes Le Sueur alleen was waargenomen, daartoe verzogt en gequalificeerd het meede lid deeses Raads den Heer Oloff Godlieb de Wet.
Vervolgens geleezen zijnde eene Memorie door den Heer Von Hugel, Collonel van het regiment van Wurtemberg in gediend, over Ses Soldaten van dat Corps die aan zijn edele versoek hadden gedaan van hier te mogen vertrekken naar Batavia, eenige op hoop van beter fortuin, andere om zich bij hunne aldaar zijnde bloedverwanten te mogen vervoegen, zo is aangemelde Colonel gepermitteerd, gemelde Ses Persoonen in dienst der E Comp:ie te brengen, en in plaatze van deselve een gelijk getal Soldaten van de aan de Lienie voor handen zijnde gereconvallesCeerdens, onder zijn regiment te trekken.
Voorts door voormelde Heeren M:r Le Sueur en van Reede van Oudshoorn ingedient zijnde een bericht door beide, en twee door laatstgemelde alleen, ter opvolging van het aan hun E gedemandeerde, en bij de geEerbiedigde Missive van de Hoog Gebiedende Heeren Majores van den 8. Januarij deeses Jaars gerequireerde bericht over het emplooij der voorhanden zijnde Pakhuijzen, en welke anderen tot nut der E. Compagnie nog zouden behooren te worden aangebouwdt, luidende deezen geschriften als volgd.
Aan den WelEdelen Gestrenge Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Edelen Achtbaren Raadt van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer en Edele Achtbr Heeren’
‘Uwe WelEdele gestrenge en E Achtbr: van de ondergeteekende meedeleeden deezer Vergadering in hunne respecten qualiteiten van Keldermeester en Dispencier, bij Extract Resolutie van 17. Junij pass:o hiernevens gevoegd, hebbende gelieven te vorderen eene accurate opgave, welke en hoedanige gebouwen deselven vermeenden absolute nodig te hebben tot berging der ter hunner verantwoordinge staande goederen, ten einde te konnen dienen ter eerbiedige Justificatie van de door dit Gouvernement gedaanen aankoop van vier Pakhuisen voor een Somma van ƒ103000. Indische valuatie zal de eerstgeteekenden de eere hebben Uwer WelEd: Gestrenge en Ed: Achtb: kortelijk te berigten, dat eijgentlijk geen der vier gementioneerde Pakhuisen zijn gekogt geworden om te dienen tot gebruik van den Keldermeester, als zijnde de Pakhuizen en Gebouwen van den Burger Johannes Jacobus van den Berg ingekogt, en in het bovenste gedeelte van dit vlek geleegen geëmploijeerd geworden tot inkwartiering der Artilleristen en berging van een gedeelte der Artillerij, en een Pakhuis en Zoldering van wijlen den Ingenieur Kloete gekogt, overgegeeven ter dispositie van den Dispencier, terwijl de Pakhuisen voorheen toebehoord hebbende aan de wed:wee wijlen den Schipper der E Comp: Hendrik Schreuder, en van deselve ingehuurd tot berging der Fransche hulptroupen, en naderhand door bovengem:e van den Berg gekogt, en wanneer deese die gebouwen niet langer begeerde te verhuuren om te dienen tot berging van Militairen door denzelven weder zijn verkogt aan de E Comp:e, hebben gediend, eerst tot inkwartiering van het Legioen van Luxemburg , en naderhand van het regiment van Meuron, tot dat, wanneer meermelde vanden Berg, het woonhuis en daar agter staande Pakhuisen van den gerepatrieerden Dispencier den Heer Van Schoor hebbende gekogt, en hij die Pakhuisen en daarboven zijnde Solders, welk een en ander zo tot berging der wijnen, als Granen der E Comp:ie van welgem:e Heere van Schoor waren iingehuurd geweest, als tot eijgen gebruik benodigd hebbende, kwam te rug te vorderen, en aan het regiment van Meuron, een der afgewerkte vleugels van het Hospitaal konde worden ingeruimd, die Gebouwen zijn gebruikt geworden in steede van evengem:e Pakhuisen van den Heere van Schoor, tot berging van wijn en graanen, tot welk emplooij thans nog dienen; Terwijl de tweede geteekende de vrijheid neemende zig te gedragen aan het geen de Heer eerstgeteekende heeft komen te avanCeeren, kortsheids halven daarbij alleen sal voegen, dat het bovengem:e Pakhuis van wijlen den Lieut:nt Ingenieur Cloete ingekogt, en welk gebouw benevens nog eene Zoldering, welke men genoodzaakt is geweest nog te moeten huuren, diend tot berging der rogge, garst en Meel, de Plaats heeft moeten vervullen van de zogenaamde zijdespinnerij, welk Gebouw heeft moeten worden geëmploijeerd tot een gedeeltelijke berging der Zieken: zullende Uw WelEdele Gestrenge en E Achtbr: uit de deesen verzellende specificque opgave der Pakhuisen en Zolderingen door de ondergetekendens tot berging van al het geene, dat tot haare administratie behoord,wordende gebruikt, konnen zien, dat deselven nauwlijks Sufficient zijn voor de daaglijkzen omslag.’
‘Hiermeede hopende aan het gevenereerd oogmerk Uwer WelEdele Gestr: en E. Achtbr: te hebben voldaan, hebben de ondergeteek: de eer deesen te laaten dienen voor nedrig berigt.’
’/:was geteekend:/ J: J: Le Sueur en W: F: V: Reede van Oudshoorn /:in margine:/ in Raade overgegeeven October 1788.’
Aan den wel Edele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Edele Achtbr: Politicquen Raad.
‘WelEdele Gestrenge Heer! en Edele Achtbr: Heeren!’
‘Het heeft UWel Edele Gestrenge en E Achtb:r behaagd, bij besluit sub dato Zeventhiende Junij Jongstleeden, op uitdrukkelijke begeerte van haar WelEdele Hoog Achtbr: de Heeren Majores In’t Patria, van te willen zijn onderrigt, dat daar de meerderen Populatie en het sterker Guarnisoen ook eene meerderheid van Tarwe vordert, op hoe veel die quantiteit te bepalen zijn zoude, wanneer men met dat onöntbeerlijk voedzel een Jaar in voorraad weesen wilde, en wat bergplaats bij de thans aan handen zijnde Magazijnen wijders daartoe verEijscht, zoude worden genomen, den ondergeteekende in zijn Qualiteit als Dispencier te gelasten deese Raade daarvan te dienen van bericht, zo heeft den ondergeteekende ter pligtschuldige volbrenging van het voorsz: aan hem gedemandeerde de Eer dienaangaande te zeggen, dat daar hij geensints bij eijgene ondervinding konde weeten, vermits den korten tijd, dat hij in deese zijne administratie is gesteld, wat men aan tarwe voor een rond Jaar nodig zoude hebben, hij dierhalven verpligt geweest zijnde zijn toevlugt te neemen tot de Boeken van ‘t Laatstgepasseerde Jaar, daaruit ontdekt heeft, dat van de 30799. muddens, die van de landlieden zijn ingekogt geworden, van deselve tot den generaalen ommeslag der E Comp:e ter deeser Plaatse en voor de Equipage haarer in de Tafelbaaij en Baaij Fals aangeweest zijnde Scheepen item voor die der hier gepasseerde ‘s Lands Scheepen van Oorloge waaren verorbert 17892. muddens terwijl het resteerende gedeelte na de Indien was verzonden van welk bepaald getal van 17892:- 2000. mudd:s voor randzoen aan diverse posten in steede van Rijst verstrekt geworden zijnde, is ‘t allerapparentst, dat men daarmeede Jaarlijks zal dienen te Continueeren, aangezien het Provisie Schip ordinair van Batavia na herwaards gesonden werdende met geene mogelijkheid in staat is, voor dit Gouvernement al de rijst aantebrengen, dewelke tot den van tijd tot tijd toegenomene beslommering alhier verEijscht word; en het vertier dierhalven met veel minder dan op 18000:- Muddens te bepalen zijnde, vloeit daaruit gevolgelijk voort, dat, wil men een Jaar hiermeede in voorraad zijn, daartoe noodwendig andermaal 18000:- muddens gerequineerd worden; welke 36000: mudd:s gevoegd bij de nog omtrend 16000 mud: die men ter verzendinge naar India komt benodigd te hebben, wanneer naar ouder gewoonte den Eijscht van Batavia werd bereekend op 750: Lasten ofte 13875: mudd: en die van Ceijlon op 1850: mudd: te zamen uitmakende 15725. mudd:s, spreekt het consequentelijk van zelve, dat ‘s Comp:ies Magazijnen met 51: á 52000: mudd: Tarwe, zo tot eijgener gebruik, als tot afscheep van voorsz: Etablissementen dienen aangevuld te weezen, al eer men reekenen kan, voor dit Gouvernement, met uitsluiting van de Indien, een Jaar in voorraad te zijn.’
‘Hoe wenschelijk het ook waare, te meer uit aanmerking der nog dagelijks accresseerende Manschappen en der thans aanweesende Troupes, dat men tot die quantiteit hier voren bepaald hoe eerder hoe liever konde geraken, ten einde de maatschappije bij eenen slegten koorn oogst, het geen God verhoede; niet weder geExponeerd worde aan het betalen van exorbitante en nooit gehoorde prijzen, waaraan dezelve nog niet lange geleeden, bloot gesteld is geweest, twijffeld den ondergeteekende egter, of men tot die bepaalde voorraad wel eensklaps al kunnen geraken, aangezien bij een opulent gewas, door de Landlieden van de 80000. mudd:s plus minus die door hun gewonnen en Caabwaards getransporteerd worden, daarvan wel 35000. mudd: Zo aan de gepræveligeerde bakkers, ter voortzetting hunner neering, als aan andere particuliere Ingeseetenen tot eijgen huis Consumptie worden verkogt; welke swarigheid egter niet wegneemd, dat zo niet in een, men in twee goede Jaaren tot die bepaalde quantitieit van 51 â 52000: mudd:s zoude kunnen komen dat den ondergeteek: onder eerbiedige Correctie ook vermeijnd het meeste met ‘s Comp:ies intrest te zullen strooken, alzoo op eenmaal moetende werden ingeslagen, men heel veel difficulteit zoude ontmoeten, om hetzelve voor den bepaalden prijs van vier en twintig rijxdaalders na aftrek der geregtelijke tiende in te kopen.’
‘Den ondergeteekende zig flatteerden hiermeede afgehandelt te hebben al het geen men van dezelve met betrekking tot de quantiteit van Tarwe, hoe groot die voorraad voor een aanstaande Jaar zoude dienen te zijn, gevordert heeft, zal nu vervolgens overgaan, om de ruimte, die ‘er thans aan handen is, bepaald hebbende, UWelEd: Gestrenge en E Achtbr:s wijders optegeeven, wat bergplaats ‘er te kort zoude schieten en verder nodig weesen zoude voor het meerdere, dat hij verpligt weezen zal op bekomene qualificatie van UwelEd: Gestr: en E Achtbr:s inteslaan.’
‘Aangaande dan het Eerste poinct namentlijk de ruimte, die ‘er thans aan handen is, daaromtrend heeft d’ondergeteekende d’Eer, schoon zulx UWelEdele Gestrenge en E Achtbr:s genoeg bekend is, egter andermaal ter kennisse te brengen dat dezelve bestaat in drie Pakhuisen van drie Etagien ieder, ten tijde van den WelEdelen Gestrengen Heer Rijk Tulbach; /:H: M:/ gebouwt, dewelke binnenswerks lang zijn 142 1/2 en breed 16 1/3 voeten, zijnde de bovenste verdiepingen door de Snijdingen der Muuren, eenige duimen breeder, en in een Zoldering van het dubbelde Pakhuis ter zijde van het woonhuis van den Luterschen Predikant staande, ‘t welk te vooren aan den Burger Chirurgijn Johannes Jacobus van den Bergh toebehoord heeft en van denselve ten dienste der E Comp:ies is ingekogt, waarvan de lengte 201 3/4 en breedte 41 1/2 voeten bedraagd, in welke drie Magazijnen na gemaakte Calculatie de quantiteit van 20000. mudd:s en op voorsz:e Zoldering 7000. mudd: en dus in alle deselve te zamen 27000. mudd:s koorn kunnen werden geborgen.’
‘Dat ofschoon in de gemelde Pakhuisen niet meerder te gelijker tijd kan opgelegd worden als het reeds bepaald getal van 27000: muddens, doordien men het zorgvuldig diend te bewaaren, zo voor het aanslaan, als wel Calander en andere schadelijke insectens, dat in dit heet Climaat geene geringe attentie meriteerd; vind den ondergeteek: zig egter niet geEmbarrasseerd om daarinne te ontfangen al het graan, dat men voor een rond Jaar voor dit Gouvernement zo wel, als ter verzending naar Batavia en Ceijlon ten bedragen van Circa 34000: muddens te zamen verpligt is inteslaan; alzo d’ insameling niet op eene ende deselfde tijd, maar successivelijk geduurende eenige Maanden geschiedende, ‘er intusschen gelegentheid is om te kunnen verzenden dat geene, dat uit India geeijst word, welk middel dan te weegen brengd, dat de nodige ruimte genoegsaam overig blijft voor dat gedeelte, ‘t geene ten dienste van dit Gouvernement voor het lopend Jaar diend aanghouden te worden.’
‘Ten opzigten nu van het tweede poinct te weeten de bergplaats, welke er zoude verEijscht worden tot de 18000. muddens die men voor een Jaar in voorraad zoude willen zijn; deselve is niet veel minder te bepalen dan op nog drie Pakhuisen, ieder van drie verdiepingen hoog, gelijk als er thans ter berging van tarwe aan het Zeestrand staan, kunnende deselve wel egter eenige weinige voeten korter weesen, also in de bevorens gem:e drie Magazijnen 20000: muddens kunnen geborgen en in de te construeerene maar 18000 muddens dienen weggelegt te worden: terwijl d’ opbouwing derzelve het beste zoude dienen te geschieden, ‘t zij op het terrain van de zogenaamde oude zijde Spinnerij, dan wel op dat gedeelte van het niet betimmerd veld dat tegen de nieuw gemaakte gragt bij de Lutersche Kerk voorbij lopende, komt aanteschieten; dewijl die Plaatsen het convenabelste zijnde, de Magazijnen aldaar bij vijandlijke attacque niet zo zeer aan het vuur zouden g’ Exponeerd staan, als wel een groot gedeelte der thans aan handen hebbende, dewelke zig digt aan Zee koomen te bevinden.’
‘En daar tot het gaade slaan en bewerken van een quantiteit van 18000: mudd:s Koorn meerder als ordinair na rato ook Suppoosten zullen verEijscht worden; zo heeft den ondergeteekende te gelijk nagegaan, wat Manschappen hij daartoe wel nodig hebben zoude, en is hem gebleeken, dat wil men die voorraad even zoo blijven conserveeren voor bederf, als men gewoon is het ordinaire aan handen hebbende te doen, den ondergeteekende Dispencier als dan noodzakelijk bij het volk, dat hij werkelijk ten dien einde ter zijner dispositie heeft, nog diend toegevoegd te worden een Europeesche Bottelier en twaalf Slaven; alzoo d’ Eerst gemelde als opzigter dienende te fungeeren, de laatstgenoemde tot het bearbijden van dat Graan behorengehouden te worden.’
‘Hiermeede vertrouwende aan de geEerde intentie van UWelEdele Gestr: en E Achtbr: te hebben voldaan, laat den ondergeteekende dit overigens dienen voor nedrig berigt.’
’/:was geteekend:/’
‘W: F: V: Reede Van Oudtshoorn /:in margine:/ overgegeeven in Raade den [.....] 1788.’
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a benevens den E. Achtbr: Politicquen Raad.
‘Wel EdeleGestrenge Heer en E. Achtbaare Heeren!’
‘Uit aanmerking van des ondergeteek:s bevorens langjarige gepresteerde dienste als opziender van ‘s Comp:ies HoutMagazijn alhier, UWelEdele Gestrenge en E Achtbr: hem uit dien hoofden het geschikst geoordeeld hebbende, om van denselven te vorderen een zodanig volledig berigt, als ter nadere elucidatie van haar WelEdele Hoog Achtbr: de Heeren Superiores in’t Patria; ten aanzien van het Europeesch Houtwerk, wat de reedenen geweest zijn, dat men deselve aan handen hebbende, die ter dier tijd heeft verkogt; Terwijl men onmiddelijk na dien verkoop door eenen nieuwen buitengewoonen Eijsch de verlegentheid om zoortgelijke bouwmaterialen voor ‘t onvoltooijde Hospitaal hadde te kennen gegeeven, verEijscht wierd; zal den ondergeteek: in plichtschuldige obedientie aan die zeer gevenereerde ordre de Eere hebben dienaangaande te avanceeren, dat, daar het houtwerk tot Extra ordinaire Negotie ontfangen per Publicque opveilinge reeds aan den Man was gebragt, en bij het verkopen van het terrain van het oude Hospitaal, zo wel als van twee onbetimmerd leggende blokken gronds, een ieder bij gebrek aan hout bevreesd was; zig bij die occagie van een Stuk huis Erff te voorsien, heeft het UWel Edele Gestrenge en E Achtb:, omme de Scrupuleusheid dier Lieden daar omtrend voortekomen, en teffens te bewerken, dat voor de gemelde Erven meerder geld gemaakt wierd, behaagd, bij besluit ten dien einde genomen, den ondergeteekende in zijn qualiteit te gelasten, om een gedeelte hout, dat, zo ten dienste van het Gouvernement, als voor contant aan Particuliere Ingeseetenen te Cedeeren uit Nederland was geeijscht in werkelijk ontfangen, p:r Vendutie te verkopen: En Sustineerd den ondergeteekende, zo hij meend niet ongegrond, daarvan de reedenen te zijn geweest het volgende, als:’
‘Dog betrekkelijk den Eijsch, die men kort daarop aan haar WelEdele Hoog Achtbr:s na Europa afgevaardigd heeft, om op nieuw te mogen worden voorzien van dat gedeelte Hout, dan wel van die Sorteeringen, van hetzelve, het geene men om reedenen voorm:d verkogt hadde; zij het den ondergeteek: onder eerbiedige Correctie gepermitteerd, te zeggen, dat dit, als of hetzelve zoude hebben moeten dienen ter verdere voltooijing van het te meermalen gemeld Ziekenhuis, en niet ten dienste van het Gouvernement in den brief aan Haar WelEdele Hoog Achtbr: ingerigt, blijkens Copia Eijsch hiernevens gevoegd, abusivelijk is gesteld: want op de weijnige Greene deelen van 2 1/2 en 2 duim na, geene dier houtwerken tot dat Capitaal Gebouw t’ emploijeeren geweest zijnde, heeft men de verlegendheid bij die periode te kennen gegeeven, welke ‘er wezendlijk te dier tijd aan Swaar hout voor ‘t Hospitaal was, en welk gebrek bij den ordinairen Jaarlijkschen Eijsch d’ A:o 1785 gementioneerd, vervolgens in de Maand Maart 1787. (:dus circa drie vierendeel Jaars, na het afzenden Uwer WelEdele Gestrenge en E: Achtb: onderdanigst Schrijvens aan het illuster College der Hoog Edele Heeren Zeventienen,) is gesuppleerd verkeerdelijk geplaatst’
‘In het vertrouwen, dat het alhier ter neder gestelde, aan het zeer geEerd requisit van UWelEdele Gestrenge en E Achtbr: zal hebben voldaan, neemt den ondergeteekende middelerwijl de vrijheid deesen te doen dienen voor ootmoedig berigt. /:was geteekend:/’
‘W: F: V: Reede van Oudshoorn /:in margine:/ overgegeeven in Raade den [.....]1788.’
Zo is beslooten deeze berichten aan de overige Leeden des Raads in rondleezing te zenden, en dezelve vervolgens aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren te Suppediteeren, met en benevens zodanig berigt,als gemelde Heer Le Sueur bereids ter Sessie van den 14. October Jongstl: heeft ingediend, en een verklaring der restanten bij ‘t sluiten der afgelopen Negotie boeken, ofte onder Ult:o Augustus jongstleeden door expresse Gecommitteerdens opgenomen dewelke zijn Edele versogt daarbij te voegen, ten einde Hun WelEdele Hoog Actbr: daaruit niet alleen kennelijk worde, de groote ruimte die ten deese gouvernemente word verEijscht tot berging der benodigde voorraad van wijnen, maar ook de dringende noodzakelijkheid, van de eerbiedige gedaane Eijschen van langs hoe meer onontbeerlijk vaatwerk, vooral wanneer het plan, om de overtollige prducten der landbouwende Colonisten, ter versending naar Patria, intekopen, met zo veele vaderlijke zorgen, tot welzijn van dit Land en desselvs op en Ingeseetenen door Hun WelEdele Hoog Achtbr: beraamd, ten uitvoer zal worden gebragt.
Zullende men zich aan al het gunt bij deese berichten ter needer is gesteld bij het geeven der door Hun WelEdele Hoog Achtbr:s gevorderde elucidatien, eerbiediglijk refereeren
Waarna geleezen zijnde een Vertoog door den Veld Prediker van het Wurtembergsche Regiment Jean Frederic Spænlin ingediendt, luidende als volgd.
‘Mémoire, adressé á son Exc: Mr: le Gouverneur & au Noble Conseil Politique de la ville et du Cap de bonne Espérance par Jean Fréderic Spænlin ce 1. Novembre 1788.’
‘Qu’il me soit permes de m’approcher de l’Assemblée de ces Illustres Péres dans le cercle desquels se font les delibérations importantes sur le bien de l’Etat, la félicité publicque, la prospérité des Familles & le bien - être de l’individu.’
‘Je ne mij avance pas pour allarmer leur tribunal par des plaintes; personne ne m’a fait des injustices.’
‘Je n’ij viens pas n’on plus pour demander des graces: Je suis content. l’homme qui n’étudie pas l’art d’être heureux a peu de frais ne sera jameus heureux.’
‘Ce sont des interêts plus nobles, qui m’engagent a vous supplier Messieurs! de vouloir bien prêter l’oreille â une proposition, dont l’objet, j’ose l’avancer, â été trouvé chez tous les Peuples civilesés et dans les États les plus florissants digne de l’attention & des deliberations publiques. Cet objet renferme des observations sur l’Educationde la Jeunesse de cette Colonie.’
‘L’emploi dont je suis revètu et dont je saurai soutenir la dignité en tout Cas en tout temps, & en toutlieu:’
‘Son affiniteé avec tout ce qui influe sur les moeurs des lumières particulieures que j’ose me flattea d’avoir acquises dans ce genre, pour l’avoir cultivé depuis longtemps & mème pratiqué au Païs de vaud, ou j’ai eu l’honneur d’élever les jeunes Comtes de Saint Georges à la satis faction de leurs illustres Parens:’
‘l’idee flatteuse de pouvoir contribuer en quelque façon au contentement des familles, au bonheur de leurs enfans et mème avec le temps â la prosperité de cet Établissement dans lequel il â plû á mon Serinissime Souverain de me placer pour quelque temps.’
‘Toutes ces circonstances m’ont enfin engagé à communiquer mes ideës & mes reflexions sur ce sujet aux administrateurs de la felicité Sociale & publique, aux vrais tuteurs des pepiniers d’une Nation future.’
‘Je passe Messieurs! Les obligations que la Morale et la religion dictent aux hommes de cultiver leurs dispositions Spirituelles, d’etendre leurs lumieres et dévélopper leurs capacité Jusqu ‘au degré de perfectibilité dont ils sont susceptibles.’
‘Il suffira d’alliguer en peu de mots les avantages d’une bonne education.’
‘L’Homme bien élevé & bien instruct devient, selon les circonstances, bon epoux, bon Pére, bon Fils, bon Citoijen, bon Negociant, bon Militaire, bon Magistrat. Tout ce qu’il est ‘il l’est bien: tout ce qu il fait, il lê fait bien: par tout ou il est il est ê sa place.’
‘Il a une source inepuisable de bonheur en lui méme: il jouït de mille agrémens inConnus aux autres: dans la prospérité il est modéré, équitable, bien faisant: dans l’adversité, il â des rescources pour parer les coups de la Fortune pour en réparer l’injustice:’
‘Ami de l’humanité, il veut être utile â ses semblables: homme éclaré, de bon sens & de connoissances, il peut leur rendre service & cet.’
‘Mais ce n’est pas tout.’
‘les avantages qui resultent d’une bonne Éducation, et particulièrement des instituts publics, ou se forment l’esprit, et le coeur de la Jeunesse, ne se bornent pas â l’individu, mais s’étendent plus loin.’
‘Ces instituts peuvent avour une influence prodigieuse sur la totalité du bonheur social, sur la felicité entiére de l’etat.’
‘C’est par la que le premier Citoijen jusqu’au dernier recoivent leur formation fondamentale:’
‘C’est par la que se decide le Caractere national, qui rend la constution politicque plus ou moins parfaite et le Gouvernement plus ou moins defectueux, en depit des codes législatoires.’
‘Il s’ensuit de la, que pour rendre un état florissant, heureux en dedans respectable oeudehors,’
‘“il faut commencer par formèr le coeur & l’Esprit de ses individus, d’aprés un plan uniforme bien conçu et bien soutenu, c’est â dire dans des institus d’education, derigés par des gens eclairés, instruits & routinés.”’
‘Permettéz Messieurs! que je fasse l’application de ces principes avec ma franchise ordinaire!’
‘Il ij â longtemps que je fais des observation sur la bonne Bourgeoissie du Cap, avec toute l’impartialité & l’attention dont je suis capable.’
‘J’aurois mille reflexions â faire la dessur mais comme c’est une matiere epineuse surtout pour un étranger, passons cela:’
‘Ce que J’ai â dire, regarde la bonne Jeunesse du Cap.’
‘La plupart de cette Jeunesse â reçu de la nature de bonnes dispositions de coeur & desprit, une dose suffisante de bon - sens, de genie et de talens, qui n’attendent que la main d’un habille Maitre pour en faire tous ce qu’on voudroit.’
‘c’est la JustiCe que je leurs rends avec plaisir, et cet eloge est d’autant moins suspect que j’ai l’esprit trop republicain, l’ame trop fière, pour flatter personne.’
‘En revanche on me pardonnera la modetie remarque, que ces bones dispositions pourroit etre mieux développées, mieux derigées; mieux nourries.’
‘En reveur Solitaire, je me Suis fait qu’elque fois le plaisir innocent, de voler dans l’avenir sur les ailes de l’imagination:’
‘J’ai vû les bons habitans du Cap bien élevés bien instruits, laborieux, industrieux, attachés á leurs bon & doux Gouvernement, se soumettant sans repugnance á des loix Salutaires, chere haut leur bonheur dans le bien publicq, respectable en dedans et en dehors; donnant l’exemple â d’ áutres Coloniers.’
‘Se c’etoit un Songe, c’etoit au moins un Songe bien pardonnable â un homme, qui connoissant le Monde, ne se repait de Chimères que rarement & pour oublier les maux de l’humanité.’
‘Mais cela pourroit devenir plus d’un Songe: cela pourroit étre réalisé, du moins enpartie.’
‘Et comment?’
‘Permettez vous, respectables Magistrats!’
‘Permettez vous, bons & honnettes Bourgeois du Cap!’
‘Permettez vous, Jeunes Gens, les delices & l’espoir de vos parent et de votre patrie!’
‘Permettez que je vous dise tout le secret en peu de mots:’
‘“Aidez la Nature!’
‘“Secondez ses vues!!’
‘“Favorisez ses intentions!!!’
‘“Profitez de ses dispositions!!!!’
‘“le reste s’accommodera par lui meme!’
‘Mais direz vous, ce n’est rien de nouveau, il ij á longtemps que nous le savons, que nous le pratiquons.’
‘Je n’en doute aucunement, que vous le savez aussi bien et mieux, que moi:’
‘Mais la pratique! - la pratique! -‘
‘Tout le monde en convent qu élle â éte, jusqu’ ici tres difficile.’
‘Venons aux détails!’
‘1: Il ij â des Peres de Famille qui ignorent eux même l’existence, l’utilité & la necessité des sciences différentes, dont on ne sauroit se despenser sans donner dans la Barbarie d’une Nation Sauvage, qui neconnoit d’autres felicité que celle de boire, de manger et de dormir: Ces Gens lá ne comprennen pas, que des Connoissances, qu’ils n’ont pas eux mêmes, pourroit etre necessaires â leurs Enfans, pour les rendres plus Capables de la felicité publicque pour Juger plus fainement & plus Juste de leurs devoirs, pour pouvoir faire face aux besoins & aux occurences varieés d’une vie active, et pour ne pas rester trap au dessous du niveau des autres nations Cullivées & eclairées avec les quelles on traite avec les quelles on Commerce.’
‘Ces gens. lâ se persuadent d’avoir d’onne ‘â leurs Enfans une education achevée, quand ils ont dépensé quelqu ‘argent pour leur avoir fait apprendre un peu â lire, ecrire & calculer.’
‘2. d’autres plus éclairés ont une idée confuse de ce qu’on pourroit appendre aux enfans: ils cherchent dont des Maitres. c’est bon: c’est souvent tout ce qui dépend d’eux â faire’
‘Mais qui sont ils ces Maitres la?’
‘A Dieu ne plaise queje veuille les mépriser ou déCréditer! Pas du tout!’
‘Il en est parmi eux des gens instruits & honnétes qui par malheur ou par quelque faute de Jeunesse sont tombés dans cet état d’abaisement. Que faire?’
‘Il faut vivre, il faut gagner sa vie: ces pauvres malheureux devienment maitres d’Ecole, sont regardés & sauvent traités commes des EsClaves affranchis Cela choque leur ambition: ils se sentent faits pour quelque chose de mieux: le chagrin les devore: ils cherchent â se débarrásser de ces chaines: aussitot qu’ils trouvent des moijens de gagner leurs vie sans ce mêtier ingrat & fatigant, ils quittent leur état de maitre d’Eçole, regardant ce temps passe comme les Israëlites l’esclavage d’Egijpte.’
‘Les autres maitres, sans s’atacher â une maison particuliere, donnent des leçons pêle-mêle sur tout ce qu’ils savent & ne savent pas, mais rarement sur des choses qu’il importe aux Enfans d’apprendre.’
‘Plusieurs de ces prétendu Maitres de l’une et de l’autre sorte sont des avanturiers et des charlatans sans mérite, sans Connoissances, sans moeurs, qui tourmentent les Enfans sans leurs enseigner rien d’utile, ou qui jus est, qui leurs apprennent des choses mauvaises.’
‘3. Je passe à la troisieme classe des habitans de cet établissement la plus éclairée & la mieux instruite.’
‘Santant bien les defauts de l’education ordinaire d’ici ils envoyent leurs enfans en Europe pour ij être élevés et instruits en tout ce qui faut a un honnête Homme, pour acquérir un esprit cultivé et orné des connoisanCes nécessaires & utiles. C’ est le seul expedient qu’ on puisse prendre: mais il est dangereux â plusieurs egards.’
‘Je ne parle pas des périls et des inConvénients du voijage.’
‘N’ij a- t- il pas tout â creundre pour un jeune homme, abandonné á lui même, à la fouge de ces passions, â la Séductions de mauvais Camarades, sans être arrété pas les tendres exhortations de sa famille présente.’
‘Il est adressé à un bon correspondant. - fort bien: mais ce correspondant, n’auroit il rien a faire que de veiller sur la conduite de son confié? â- t-‘il- l’ intéret et les sentiments d’une pére? est-il- tóujours â porté peut-être qu’il a lui même des enfans gâtés. Un bon Correspondant, quoi qu ‘on en dise n’est pas toujours propre â deriger la condute & les etudes d’un Jeunehomme’
‘etComment voulesvous quun jeune homme, qui sans une parfaite connoissance des Sciences preparatoires va â l’université, apprennez 4. ou 5. ans, ce qu’il auroit facilement appris en 2 ou 3 s’il avoit eu auparavant plus d’occasion de s’instruire?’
‘Un homme bien élevé & bien instruit peut se passer de l’université dans la plupart des Emplois de cet établissement. s’il veut pousser plus loin ses études ou que sa charge demande un savant proprement dit, envoijez le en Europe ! mais envoijez le dans un âge un peu plus mur, envoijez le bien instruit & bien fondé dans les connoissances préparatoires! Alors, je vous en reponds, il apprendra en 3. ans â l’université tout ce quil lui faut.’
‘Tirons - en quelques conséquences!’
‘Je parle à vous, Peres et Merés!’
‘Ecoutez mon babil avec Patience!’
‘1:o Se vous avez le bonheur de trouver un bon maitre pour vos enfans, il ne restera pas longtemps, ét vous se zez obligé d’enprendre un nouveau qui par un autre méthode prendra beaucoup de temps ou gatera ce que le promier à bien fait.’
‘2:o Un seul homme ne sait pas tout: par conséquant vos enfans n’apprendront rien de bien des choses nécessaires & utile, ou ils ne l’apprendrons qu’avec des fraix immenses.’
‘3:o Si vous avez le malheur de Choisir un mauvais maitre (:ce qu’on ne peut pas toujours prévoir:) le domage causé par- là â vos enfans est fort - important il souvent irreparable’
‘4: Si vous voulez et pouvez envoijez vos fils à une université Européenne il vous importe infiniment, quils soyent imbûs de bons principes de morale & qu’ils sachent â fond les Sciences préparatoires par ex: le Latin, l’histoire, la geographie la logique pratique, les premiers principes de la Philosophie & des mathématiques’
‘5:o Si vous ne voulez ou ne pouvez pas les envoijer en Europe , la plupart de ces mêmes Sciences leur sont nécessaires, du moins utiles.’
‘6. s’il ij avoit donc un moijen de procurer â vos Enfans des connoissantes sufficantes, sans les envoijer en Europe , et de preparer par faitem: ceux qui, pour pousser leurs etudes, voudroient fréquenter une université Européene; il en resulteroit des avantages considerables pour les Familles, pour la bonne Jeunesse et pour tout le Cap.’
‘Les Péres et les Méres aurocent le plaisir de garder leurs Enfans sous leurs ijeux, de les garantir par leurs conseil & leurs exhortations de plusieurs fautes et extravagances d’une jeunesse bouillante, de les voir élevés d’aprés un plan suivi, d’être temoins de leurs progrés dans les connoissances.’
‘La bonne Jeunesse pourroit apprendre tout ce qu’elle voudroit tout ce qui seroit Convenable â son age & a sa destination: elle seroit instruite d’apres une bonne méthode; avançant dune Connoisance â l’autre suivant leur ordre naturel: elle pourroit prendre des leçons de Maitres bien choisis et bien surveillés, qui bien instruit eux mêmes, reuniroient des connoissances solides â des moeurs irreprochables’
‘Les habitants du cap jouiroient de l’agréable perspective de pouvoir garder beaucoup d’argent, d’attirer de bons & habiles maitrés en tout genre, d’avoir en peu de temps une jeunesse morigénée, capable de remplir avec honneur tous les Emplois’
‘Je passe sous Silence quantité d’autres avantages, plus ou moins réels, plus ou moins eloignés.’
‘Mais ou est donc cet institut & ou en est le plan?’
‘Rs: Dans ma tëte & dans celle de quelqu’uns de mes amis.’
‘Est-il practicable?’
‘Rs: Certainement: Souvenez vous, Messieurs! Je vous en Supplie, que Je suis un Allemand â qui sa reputation tient au coeur, c’est â dire, que mes projets ne sont pas imaginaires: ils sont bien conçus, bien calculés. Outre cela comme J’ai derigé l’education et les études de Mess: les Jeunes Comtes de St: Georges et que l’on m’a offert des Places semblables en Allemagne et à Genève , à Paris , à Londres , à Moscou ; Je me flatte de ne pas manquer entierrement des talens nécessaires pòur une entreprise de cette nature.’
‘Coute ra-t ‘il beaucoup?’
‘Rs: Non: un peu plus que vos Maitres vous content: et les plus habilles de ces Maitres, après avoir été bien examinés, pourront ètre emploijes, quand ils voudront à mon institut honorablement traités & genereusement paijés.’
‘Ne faudra t’il pas de grandes avances?’
‘Rs: Non; mes conditions paroitront moderéss à tout ceux qui sentent l’importance de cette affaire.’
‘Nos Enfans apprendront - ils quelque chose de Solide?’
‘Rs: vous en Jugerez vous mèmes, par un examen publicq, qui se fera tous les ans, ou peut etre tous les six mois.’
‘Qu apprendront-ils?’
‘Rs: cela dependera de leurs application’
‘Que pourront-ils apprendre?’
‘Rs: comme on prendra des Elevés de Six Jusqu’a 15 el si l’institut reusset bien à 20 ans, on donnera aux enfans des maitres Hollandois pour apprendre à èpelerlire & ecrire.’
‘Ensuite entreront dans mon plan’
‘l’Allemand, le François l’anglois (& l’Italien:)’
‘le Latin (:& S’il ij a des amateurs, le grec:)’
‘l’Arithmétique & la Géometrie;’
‘la Geographie selon ses differentes branches;’
‘l’Histoire ançienne & moderne, en particulier’
‘l’ Histoire des Provinces-unies,’
‘l’Histoire de commerce, l’Histoire naturelle;’
‘la Morale et le droit de la Nature’
‘la tenance des Livres et des comptes,’
‘les belles-Lettres,’
‘le plus utile et le plus facile de la Philosophie de la S &cétéra’
‘Aucasque les circonstances permettront de donner â mon institut une plus grande étude, on pourroit avec le temps ij Joindre des leçons sur presque toutes les parties de La Philosophie x des Mathematicques, sur le Commerce x la navigation, sur le droit publicq, (-peut etre même sur les prinCipales parties, de la Jurisprudence:)’
‘Quand a la Religion, on s’arrangera la dessus â l’aimiable avec messiers les Ministres d’ici, & en cas que l’on ne pourroit en Convenir, on la separera tout a fait de cet institut.’
‘Qu’and aux leçons mèmes, elles seront données en hollandois, & en Allemand ou en François â ceux, qui auront fais les progrès necessaires dans ces deux langues.’
‘Je s’entend de lui-même, qu’on aurasoin deprocurer aux éléves des Maitres de Musique, de dessein de Peinture & cés’
‘Mème un manêge ne seroit pas impossible â etablir.’
‘Comme les très - Nobles & genereux seigneurs de la Chambre des dix- Sept, ou, en leurs non de la Chambre de Middelbourg, selon la teneur de notre Capitulation; sou haitent l’établissement d’une Ecole militaire et de genie, & que cette école ne peut être formée ni subsister sans un institut anterieur que lui fraije le chemin, les dits Seigneurs par cette seule sirconstance ont declaré Clairement & d’avance leur sentiment sur un institut semblable au mien, qui je le repète, pour ra avoir une étandue plus ou moin grande Selon les circonstances.’
‘Au reste ce mémoire n’est proprement qu’une tres humble demande, si son Excellence M:r Le Gouverneur et le Noble Conseil politicque veulent bien avoir la grace de favoriser un institut publicq de cette nature.’
‘Si la’ reponse est favorable, je communiquerai la chose â la bonne bourgoissie du Cap, pour fonder ses intentions dans cette matiere importante, & ensuite je me pourrai resondre à faire le voijage d’ Europe , pour avoir l’Honneur de præsenter mon plan, â mes très nobles seigneurs de la Chambre des Dix-Sept & â S:A:S: Monsgnr: Le Prince d’Orange, & pour emener une bibliotheque suffiçante à l’execution de mon dessein.’
‘Excusez Messieurs! les défauts de mon stile: il ne s’agit pas d’un morceau d’Eloquence.’
‘Regardez Je vous en Supplie; messieurs! cette declaration comme une marque non-équivoque de la droiture de mes intentions, et de ma bonne volonté d’éntrer en ce qui depend de moi dans les vues Sublimes & bien Faisantes de la très Noble Compagnie, & de rendre Services à la bonne Bourgeoissie du Cap’
‘Si j’ai le bonheur d’être honoré de la Confiance publicque, je ferai tout mon possible pour la meriter’
‘Si non, ma felicité est independante de cet institut. La confience d’avirvouluêtre utile me consolerois, me recompenseroit.’
‘J’ai l’honneur d’être avec le plus profond respect’
‘Messieurs!’
‘Votre Très humble & très obéisant Serviteur /:Signe:/ Jean Fredrik Spænlin Docteur en Philosophie, ministrie ordonné et Consacré premier aumonier du regiment de Virtemberg .’
En gelet zijnde op de dringende noodzakelijkheid, van de goede opvoeding der Jeugd in een Land, waarin het tot dus verre zo zeer aan gelegentheid daartoe heeft ontbroken, zo is best gedagt, hoe zeer men ook tegens de moeijelijke uitvoering van dit wijd uitgestrekt plan opzag dat vertoog te stellen in handen van den Heer Commissaris Politicq en de Eerwaarde Predikanten als Scholarchen, en aan hun Eerwaardens te demandeeren, omme na overweeging van die noodzakelijkheid, deeze Raade te berichten of en in hoe verre dit Plan ten meesten nutte van het algemeen ten uitvoer zou kunnen worden gebracht, dan wel zodanige andere middelen aan de hand te geeven, als hun Eerw:s zullen oordeelen geschikst te zijn om aan het alhier heerschend gebrek eener goede opvoeding voor de Jeugd, zo veel doenelijk te remedieeren.
Eindelijk geleezen zijnde eene request door Gerrit Le Roux pachter van de Sleet der wijnen en brandewijnen aan ‘t Rondebosje en Baaij Fals , tendeerende dat aan de zogenaamde buiten Posten geene Cantines mogten werden gehouden, zo is verstaan in het versoek des Suppliants niet te treeden, eensdeels om dat nimmer eenige aanneemer van die Pacht klagtig is gevallen over deese Cantines, die ook den Pachter als daarvan voor den aanneem benevens alle andere Inwoonders bewust, niet nadeelig kunnen zijn, maar in alle deelen zeer noodzakelijk zijn tot voorkoming van alle ongeregeltheeden en handhaving van behoorlijke discipline.
Waarna noch door den Heere Hoofdadministrateur Johannes Isaak Rhenius en den Heer Colonel en chef van de Arthillerije Phillipus Hermanus Gilquin geëxhibeerd wierd zodanig bericht, als van hun E:E: bij besluit deezes Raads van den 17. Junij Jongstl:. Is gerequieerd, of en in hoe verre de verdubbeling der kostgelden van den ambachtslieden, die aan deselve provisioneel voor den tijd van een Jaar zijn toegelegd, thans daar de noodzakelijkste levensbehoefte namentlijk het brood, wederom tot den vorigen prijs is gekeerd, met aanschouw tot de andere noodwendigheeden, meede zoude kunnen worden gebragt tot de vermindering die te vooren plaats heeft gehad luidende dat bericht
Aan den WelEdelen Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien etC:a etC:a etc:a benevens den E Achtb: raade van Politie deezes Gouvernements
‘WelEdele Gestrenge Heer! en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Het heeft UWEd: Gestrenge en E: Achtbr: bij resolutie van den 17 Junij 1788. behaagd de ondergeteekende teCommitteeren tot een nauwkeurig onderzoek, of en in hoe verre de verdubbeling der kostgelden van de ambachtslieden, dewelke door UW Ed: Gestr: en E. Achtb: aan dezelve provisioneel voor den tijd van een Jaar zijn toegelegd, thans daar de noodzakelijkste levens behoefte, namentlijk het Brood, wederom tot den vorigen prijs is gekeerd, met aanschouw tot de andere noodwendigheeden, meede zal kunnen worden gebragt tot de vermindering die bevorens heeft plaats gehad; en UWEd: Gestr: en E Achtb: dieswegens te dienen van berigt en Consideratien.’
‘Ter voldoening aan dezelve Resolutie neemen de ondergeteekendens de vrijheid te remarqueeren.’
‘En vermits zulks niet dan ten uitersten schadelijk voor de belangens van de’
‘Edele Compagnie kan geoordeeld worden; zo neemen de ondergeteekende met alle verschuldigde Eerbied en deferentie de vrijheid UWEd: gestr: en E: Achtb: ten deezen aanzien in consideratie te geeven of UW Ed: Gestr: en E Achtb: niet zouden kunnen goedvinden onder deductie van alle bovenstaande reedenen en onder aantoning der hardigheid, die ‘er in resideerd, dat een Mensch die zijn Vaderland en al wat hem waard is verlaat, om op hoop van fortuin de E Comp:ie in ver afgelegene gewesten te gaan dienen, wel verre van zijn lot hierdoor te verbeeteren zig in nog grotere Elende dompeld, dan de geene die hij meende te ontwijken, aan het goedgunstig welbehagen der hoog gebiedende Heeren Majores voortedragen de verhoogde kostgelden der Ambagtslieden provisioneel te laaten continueeren, tot dat betere tijden of omstandigheeden toelaten zullen zonder præjuditie van den dienst der E. Comp:ie alles ten deesen opzigte wederom op den vorigen voet te brengen.’
‘Waarmeede de ondergeteek: vermeenende aan de intentie van U WEd: Gestr: en E Achtb: te hebben voldaan, de Eere hebben zig met gedistingueerde veneratie te teekenen./:onderstond:/ WelEdele Gestrenge Heer! en E:E: Achtb: Heeren! /: lager:/ UWEd: Gestr: en E. Achtb: ootmoedige Dienaren /:was geteekend:/ J: I: Rhenius en P: H: Gilquin.’
Zo is goedgevonden hetzelve aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren overtezenden, en met opzigte der door deese Regeering diesaangaande te geevene elucidatien, zig daaraan onderdaniglijk te refereeren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
C. 180, pp. 295-309.¶
Donderdag den {17881218} 18. Decb:e 1788.
Extraordinaire Vergadering alle præsent excepto den Heer Colonel Gordon bij indispositie.
Is geleezen een request door den Koopman titulair en Land drost der Colonie Zwellendam Constant van Nult onkruid gepresenteerd, luidende:
Aan den Wel Edele Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur wegens de VerEenigde Nederlandsche geoctroijeerde oost Indische Compagnie aan Cabo de Goede Hoop met den Ressorte van dien, benevens de EE Achtb: Heeren Raden van Politie aldaar etc:a etc:a etc:a
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen UWelEdele Gestrenge en E:E: Achtbare onderdanige en gehoorzame dienaar den Landdrost van Zwellendam Constant van Nult Onkruidt’
‘Hoe den Suppliant wel genegen zoude zijn een keer na Europa te doen, waartoe den Suppl:t werd gepermoveerd, eensdeels door een dienst van ruim Twintig Jaren aan de E Comp:ie gepresteerd, en welke den Suppliant niet twijffeld of heeft altoos zijn uitterste pligt betragt, gelijk gebleeken is A:o 1777/8 op zijne gedaane reise ter Slaven handel na het Arabierse eiland Sangubar welke togt den Suppliant als Commis alleen zonder eenige adsistentie wierd toevertrouwd, uit hoofden van des Suppliants in den Jaare 1768/9 op zijne togt naar Madagascar gegeevene proeve zijner vigilantie in het inhandelen der Slaven.’
‘Op welke reisen met swaare dissasters en menigvuldige moeijelijkheedens doormengd den Suppliant altoos het waare Intrest van zijne Heeren en Meesteren heeft beoogd en dus zonder eenige aanmerkelijke voordeelen voor zig zelfs te doen, dat daarenboven den Supp:lt in den Jaaren 1781 van zijne laatste naar ‘t Portugeesche Eijland Uijbo of Cirimba ter Slaven handel gedaane togt bekomene dodelijke ziekte noch niet ten vollen hersteld zijnde door den WelEdele Gestrenge Heere Gouverneur M:r Joachim van Plettenberg geordineert wierd om eenige maanden in de Mosselbaaij Post te moeten houden ten einde aldaar de door het Fransch Esquader onder ‘t Commando van de Compte de Orvée ter verkenninge gedaan werdende Seinen te observeeren’
‘Welke Commissie den Supp:t Ses Maanden op zijn eijgene onkosten heeft moeten waarneemen, waarna het den Supp:t gelukt is, zijne tegenswoordige bediening te obtineeren in gedagten zijnde, dat hij als nu daardoor instaat zoude zijn gesteld van een bestaan evenreedig met het honorabel Caracter te zullen vinden.’
‘Maar wel verre van daar heeft zig den Suppliant genoodzaakt gezien, gemelde bediening met qualiteit en gage van Boekhouder â 30 p:r Maand vier Jaaren te moeten waarneemen en ‘s Jaarlijks een aanzienlijke Somma in te schieten, voorts dat der Huislijke omstandigheeden den Suppliant ten einde aan zijn talrijk Huisgezin van kinderen tot nutte Leeden der Burger Maatschapppij op te kweeken, en waartoe ‘t Suppliants vermogens beswaarlijk toerijkende bevonden worden, aanspooren, om dienaangaande met desselvs in Europa zijnde Famillie te consuleeren dan vermits den Suppliant zonder UWelEd: Gestrenge en E:E: Achtb: gunstige permissie daartoe geenzints bevoegd is. Zo neeme den Suppliant de vrijheid zich allerootmoedigst te wenden tot UWelEdele Gestrenge en E:E: Achtb: met onderdanigst versoek.’
‘Dat het van UWelEdele Gestrenge en E:E: Achtbr: welbehagen mogen zijn den Suppliant te permitteeren zich met het thans ter Rheede leggende Ceijlons retour Schip Java gevoerd door den E Manhafte Capitain Jan Craaij, behoudens qualiteit en gagie benevens Twee zijner Kinderen vrij van Kost en Transport gelde naar Europa te mogen begeeven mitsgaders dat UWelEdele Gestrenge en E:E: Achtb: den Suppliant met een gunstig voorschrijven aan de Hoog Gebiedende Heeren & Meesteren in’t Patria gelieven te vereeren ten einde den suppliant na dat zijne affaire in Europa gereguleerd waaren wederom op een favorable wijze tot groot vergenoegen van den Suppliants vrouw en uitgebrijde famillie na herwaards kunnen retourneeren’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &c:a /:was geteekend:/ C:Van Nult Onkruidt.’
Over welks inhoude gedelibereerd zijnde, is verstaan den Suppliant te permitteeren, omme met het thans alhier ter rheede leggend Ceijlons retour Schip Java ; behoudens qualiteit en gage, mitsgaders vrij van Transport en kostgeld naar Nederland te mogen overvaren, en twee zijner kinderen te mogen meede neemen, voor dewelke hij Suppliant echter gehouden zal zijn, het daartoe staande transport en kostgeld bevorens alhier in ‘s Comp:s Cassa te betalen, zullende ten belange van het tweede lid van des Supp:s versoek hetzelve aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren eerbiediglijk worden voorgedragen, omme ingevalle de Supp:t bij Haar WelEdele Hoog Achtb: desselvs Sollicitatien mogt aanwenden, om wederom herwaards te retourneeren als dan na Hoogstderzelver believen reguard daarop te willen Slaan ter Consideratie van zijne hier agtergebleevene Huisvrouw en nombreuse famillie.
En naardien bijgevolg de gemelde bediening van Landdrost der Colonie Swellendam is komen te vaceeren, zo is tevens goedgevonden, aan den Boekhouder en SeCretaris aldaar Menso Blankstein op te dragen, om het gedagte ampt van Land drost zo lange waarteneemen, tot dat door deezen Raade over de formeele vervulling van hetzelve nader en finaal zal weezen gedisponeerd, zullende gemelde SeCretaris derhalven alle Crimineele Zaaken door voorschr: afgaanden Landdrost geëntameerd moeten poursuiveeren, mitsgaders al dat geene verrichten ‘t welk ‘t ampt van Officier der Justitie betreft en in het waarneemen der Civile zaken communicatief te werk gaan, met den naast aan de hand zijnden fungeerenden Heemraad, terwijle de preseance voor zo lange in de vergadering van Heemraden bij den oudsten Heemraad en in die van den Krijgsraad door den oudsten Capitain zal moeten worden bekleed; en voorts door evengemelde SeCretaris in presentie van Twee Heemraden van voorschr af gaanden Landdrost onder behoorlijke recepisse, overgenomen worden alle sodanige ‘s Comp:s en ‘s Colonies Effecten, als onder de verantwoording van gedagte Landdrost hebben gestaan gelijk meede al zulke Chartres en papieren als tot desselvs ampt relatief zijn; al het welk de Secretaris onder zijn berusting zal moeten houden, ommme hetzelve aan den nieuw aankomenden Landdrost wederom in voegen voorschr: te verantwoorden en overtegeeven, en zal van dit een en ander zo wel aangemelde Secretaris als aan de resp:e Collegië van Heemraden en Krijgs Officieren de nodige kennis worden gegeeven.
Waarna geleezen zijnde een bericht van den Capitain ter zee en Equipage meester Cornelis Cornelisz: en verdere zeekundigen nopens de gesteldheid van het alhier ter rheede leggend permanent Fregat Schip de Meermin beneffens een rapport gegeeven door den gezachhebber van gem:e Bodem Arij Stijne, en daaruit zijnde komen te blijken, dat dat Schip, ingeval hetzelve alhier langer moest blijven, als dan zoude moeten gekield en van een geheele Nieuwe Spijkerhuid voorzien werden, weshalven gem Zeekundigen van oordeel waaren, dat het voor de EComp:ie meest voordeelig zoude weezen, dat meermelde Fregat de Meermin naar Europa wierd gezonden, om aldaar van een nieuwe dubbelhuid te worden voorzien, ‘t welk alhier zeer zeeker niet alleen met groote kosten, en veel tijdverzuim, maar daar en boven door het gering getal der Scheepstimmerlieden aan dit Gouvernement, niet anders dan op eene gebrekkige wijze zoude kunnen geschieden, waarentegen de verEijschte reparatie veel beter en Secuurder In Europa konde worden geëffectueerd; zo is in aanmerking van de bij dat bericht aangevoerde reedenen en motiven raadzaamst geoordeelt, omme gemelde Schip de Meermin tot desselvs zo noodzakelijke reparatie, naar Europa te doen vertrekken, met zodanige lading als men ter bevragting van hetzelve zal aan de hand hebben en de nodige ordres le expedieeren om hetzelve tot de reise in staat te Stellen.
Terwijle laatstelijk door den Edel Heer Gouverneur in Raade wierd geproduCeerd het volgende deClaratoir door de Scheepsoverheeden van het thans alhier ter Reede leggend Uitkomende particulier Schip de Vrouwe Catharina Johanna verleend, luidende
‘Wij ondergeteekende opper en onder Officieren thans beschijden op ‘t alhier ter rheede leggende Fluitschip de Vrouwe Catharina Johanna gecommandeert door den Capitain ter Zee den ManH: Jacob Meijer verklaaren mits deesen ter requisitie van gemelde Heer Capitain hoe waar en waaragtig is.’
‘Dat ‘er zig onder ons onderget: zo opper: als onder officieren veele bevinden die staande de lange geduurd hebbende reize uit ‘t Patria herwaards swaare ziektens en thans ook nog niet volkomen hersteld zijn waardoor wij onder Correctie, vermeene ‘t een onvermijdelijk requisit zij, dat dezelven geduurende hun aanweezen alhier een behoorlijke tijd werden vervrischt, en zo veel mogelijk volkomen hersteld het welk egter binnen den korten tijd die ons bepaald is omme onze onderhebbende Bodem weeder zijlvaardig te maken, en onze reize te vervorderen, niet kan geschieden zonder gevaar te lopen van weeder in te storten, en dat volgens berigt van den opperchirurgijn, ‘er niet alleenig op de reise, eenige van onze onderget: opper en onder officieren met Schuurbuit behebt zijn, maar thans nog zijn, dus te vreezen staat dat naauwlijks agt â veertien dagen in zee zijnde, weder daarin te vervallen, zo dat niet in staat zoude zijn, om de reise naar Batavia met ‘s E Comp:ies Bodem te volbrengen, maar bij de minste obstaculen ter Zee denzelven aan groote gevaaren zoude bloot gesteld zijn; Alle reedenen die men vertrouwd naar billijkheid ons ondergeteekd:s te authoriseeren met deesen aller ootmoedigst te versoeken, dat het bepaalde termijn van 14. dagen binnen welke tijd wij onderget:s zoude moeten Zee kiezen (:hoewel in den bepaalden tijd wel klaar kunnende zijn:) behoorlijk mag werden verlang, zo als gezegd tot welzijn van ons ondergeteek niet alleen, maar ook tot behoud van ‘s Comp:s dierbare Bodem zelve.’
‘hebbende dus in teeken der waarheid deesen eijgenhandig onderteekend, en zijn bereid ‘t zelven ten allen tijden met Solemneelen eede te bevestig’
’/:onderstond:/ Actum aan Boord van ‘s E Comp:s Bodem voorn:d den 16 DeCbr: 1788 /:was geteekend J: Meijer, I: Sijsen. Carel Scholter, J: L: Tosch, A: P: Muller, en E Gieke.’
Het welk na dies lectuure goedgevonden is te stellen inhanden van den opper meester van ‘s Comp: hospitaal alhier, omme ten overstaan van den Eq[.....]page meester, het daarbij geposseerde naauwkeurig te onderzoeken, en van de bevinding daarvan deeze Raade te dienen van het nodige berigt.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V:Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent C. van Aerssen Secr:s
C. 180, pp. 310-322.¶
Dingsdag den {17881230} 30. X:br 1788
‘S Voormiddags, alle Præsent, dempto den Heer Colonel Robbert Jacob Gordon, bij Indispositie.
In overweeging genomen zijnde, dat het, ingevolge de zeer gerespecteerde ordres der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, bij Hoogstderzelver geEerde Letteren van den 28. Julij 1785 opgerigte College van Commissarissen uit den Raad van Justitie provisioneel op den 19. April des laatstverweeken Jaars in functie is gesteld, en aan het zelve gedemandeerd die Zaaken; welke door hun WelEdele Hoog Achtb: alstoen teffens goedgevonden is te bepaalen, tot dat door deesen Raade dienaangaande en het geene verders aan dat College optedragen nodig zoude worden geacht, nader eene behoorlijke Instructie tot naricht van hetzelve zoude weezen geformeerd, is thans de hoge noodzakelijkheid hiervan hoe langs hoe meer ingezien, en dienvolgens verstaan, den Heere Secunde Johannes Isaak Rhenius benevens de Heeren Leeden deezes Raads M:r Jacobus Johannes Le Sueur en Oloff Godlieb de Wet tot het ontwerpen eener zodanige Instructie expresselijk te Committeeren, ten einde dezelve bij deezen Raade volgens het plan van evengemelde Heeren, finaal zal kunnen worden gearresteerd; en naardien hun EE:s tot een werk waartoe zoveele accuratesse en Exactitude noodwendig zal worden verEijscht buijten twijffel kennis zullen behoren te dragen van het geene door voorsz:e College zedert dies erectie is verrigt, en voorheen ook alleenlijk tot de functie van Burgerraden heeft behoord, mitsgaders Visie te neemen, van die Papieren en documenten, welke onder den Secretaris van hetzelve als anderzints berustende zijn, is tevens goedgevonden meerm:e Heeren Rhenius Le Sueur en De Wet tot alle de Resolutien en stukken van dat College acces te verleenen, en Commissarissen bij requisit van dit een of ander, tot de afgave daarvan ‘t zij in Copie dan wel in originali, edoch in’t Laatste geval onder belofte van restitutie bij Extract deeses te gelasten.
En is wijders goedgevonden ingevolge het geresolveerde bij deese Vergadering van den 7. October Jongstl:, den Capitain ter Zee François Duminij en den Capitain Lieutenant Arij Stijne expresselijk te committeeren omme de Schuiten van het in Plettenbergs Baaij verongelukt particulier Ceilons retour Schip de Maria te tauxeereren en van deese hunne verrigting te dienen van ‘t nodige rapport.
Gelijk meede inaanmerking genomen zijnde, de zeer modicque Prijs van Tachtig Guldens Hollands courant, voor welke de Schipper van voorm:e verongelukte Bodem Pier Seskes, ieder der drie gesalveerde Ses Ponder Stukken Canon van dat Schip aan de E Comp:ie te koop aanbood; terwijle hij de Draaijbas voor de Somma van Vijf en Twintig Guldens wilde afstaan; Zo is met de belangens der Maatschappij ‘t meest overeenkomstig geoordeeld, alle de gemelde Stukken voor de voorsch: geEijschte prijsen, zonder eenige verdere t’auxatie, overteneemen.
Vervolgens wierd door Michel Simon zich noemende inwoonder van Mauritus , gepresenteerd het volgende Request.
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien etc:a etc:a etc:a benevens den E Achtb: Raade van Politie.
‘Wel Edele Gestrenge Heer! en E Achtb: Heeren!’
‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen UWEd: Gestrenge en E: Agtb: zeer onderdanige dienaar Michiel Simon, Inwoonder van Mauritus , hie hij Supp:t zig genoodzaakt heeft gevonden met de Fransche Pacquet Boot N:o 4: de reise herwaards te moeten doen, tot het invorderen eener aanzienlijke Somma voor zijne reekening onder eenige Ingeseetenen alhier berustende, en zig in de onmogelijkheid bevond, om met het Papiere geld daarvoor ontfangen wederom naar Mauritius te keeren.’
‘Reedenen waarom den Suppliant zig is keerende tot UWelEd: Gestrenge en E: Achtb: met ootmoedig versoek dat het van hoogstderselver welbehagen mogt zijn, hem te permitteeren twee â drie Maanden ten deesen Gouvernemente te verblijven, ten einde gem:e fondsen in klinkende Specien te kunnen verwisselen of naar andere middelen om te zien, om dezelve naar Mauritius te remitteeren.’
’/:onders:/ ‘T Welk doende &:a was get:/ Simon’
Uit welks inhoude gebleeken zijnde, dat de Suppliant alhier buiten eenige permissie en dus op een Clandestine wijze is overgebleeven, zo is goedgevonden en verstaan, desselvs versoek van de hand te wijzen, en hem Suppliant te ordonneeren, om met de eerste Scheepsgelegendheid van hier te vertrekken.
Waarna door den op den 18. deeser naar Nederland gelicentieerden koopman tit:r en geweesen Landdrost van Zwellendam Constant van Nult Onkruid wierd gediend van ‘t volgende versoek Schrift
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien etc:a etc:a etc:a benevens den E Achtb: rade van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer! en Edele Achtbare Heeren!’
‘Geeft met verschuldigd respect te kennen Uwer WelEdele Gestrenge en E Achtb: zeer nedrige Dienaar Constant van Nult Onkruidt;’
‘Hoe de Suppliant op ‘t in Uwer WelEdele gestrenge en E. Actb: illustre vergadering op gisteren ingediendt Request, tendeerende omme met twee van zijne Zoonen, behoudens qualiteit en gage naar ‘t vaderland te mogen vertrekken, gunstig fiat heeft erlangd.’
‘Dan, nademaal ingevolge vandien, het den Supp:lt maar zoude gepermitteerd zijn de bagage tot de qualiteit als onderCoopman staande, overtevoeren; zo neemd deselve de vrijheid Uwe WelEdele Gestrenge en E Achtb: nedrig te Solliciteeren, zo uit hoofde dat niet alleen den rang en titul van Coopman heeft, maar ook nademaal de in’t Jaar 1785 gerepatrieerde Landdrost van Stellenbosch Martinus Adrianus Bergh /:wanneer ingevolge de ordres der Hoog Gebiedende Heeren Majores, de respective Landdrosten van de titul en rang van Coopman, nog niet Jouisseerden: door UWelEdele Gestrenge en E Achtb: is gepermitteerd geworden, de bagage als een Coopman behoord, meede te voeren, dat het van Uwer WelEdele Gestr: en E Achtb gunstig welbehagen moge zijn, insgelijks aan den Suppl: het meede neemen der bagage aan gem:e qualiteit toekomende te accordeeren /:onders:/ ‘T Welk doende &:a /:was geteek:/ C:V: Nult Onkruid’
Het welk geleezen zijnde, is goedgevonden om de daarbij geallegueerde reedenen en motiven, den Suppliant toetestaan omme de bagage staande tot de qualiteit van Coopman te mogen meede neemen.
Door den Burger Jacobus Johannes van den Bergh alwijders p:r requeste zijnde verzogt omme zijnen Zoon insgelijks genaamd Jacobus Johannes van den Bergh oud negen Jaaren ter erlanging eener verdere goede educatie, met het ter vertrek gereed leggend Hollands particulier Schip de goede Verwagting , naar Nederland te mogen overzenden, is verstaan den Suppliant zijn versoek te acCordeeren, mits hij gehouden zal zijn zig te gedragen naar de inhoud van de Cherte Parthij dier Bodem
Terwijle wijders door de Vrijswarten Lucas van de Caab en August van Balij insgelijks p:r requeste zijnde verzogt, om met het naar Batavia zeijlvaardig leggend Schip de Vrouwe Catharina Johanna derwaards te mogen vertrekken, de eerstgemelde met meede neming van zijn Vrouw en kind, genaamd Hanna en Damon van de Caap, en de tweede met zijn Vrouw en Twee kinderen, in naame Rosalinda Mina en Azan van de Caap, zo is goedgevonden dit versoek te accordeeren; dan, in overweging genomen zijnde het verder verzogte bij de beide Supplianten, omme vermids hunne bekrompene omstandigheeden, van het gewoone Transport en Kostgeld vrij te zijn is verstaan hetzelve aan de Hoge Indiasche regeering gedefereerd te laaten.
En is voorts aan den Sous Lieutenant van het Schip Java Nicolaas van Winkel, op zijn deswegens p:r requeste gedaan versoek gepermitteerd, omme ter herstelling van zijne debile gesondheid, eenigen tijd onder afgeschr: gage te mogen hier blijven.
Waartegens door den van het Schip Horssen vermids indispositie alhier verbleeven onderCoopman Harmen Carel Sneider, almeede p:r requeste te kennen gegeeven zijnde; thans wederom zo verre hersteld te zijn, dat hij zijne reise na Batavia konde poursuiveeren, en overzulx daartoe permissie versogt, is goedgevonden dit versoek intewilligen, en zijn tot dus verre stilgestaan hebbende gage wederom te doen Cours neemen.
Zijnde laatstelijk door den Heer Cassier Olof Godlieb de Wet overgeleeverd een pertinente Lijst van zodanige Personen, als meer dan drie jaaren, op hunne Plaatsen en Landerijen wegens de daarop gehegte Jaarlijkse recognitie te kwaad staan, met versoek dat deselve ingevolge resolutie deeses Raads van den 11. Maij 1757: mogt werden gesteld in handen van het officie Fiscaal, mitsgd:s van de resp:ve Landdrosten den buijten districten, ten einde deselve komen te zorgen, dat de bij gem:e Lijst geCiteerde Personen voorsz:e agterstallen van reCognitie penn:e zonder eenig verder delaij ins Comp:ie Cassa op te brengen en betalen is verstaan hierop zodanig dispositie te neemen als gem:e heer Cassier kwam te versoeken en de resp:e officieren daartoe bij Extract deeses te gelasten.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:e
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V:Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent C. van Aerssen Secr:s