C182 v1.20
C. 182, pp. 23-24.¶
Maandag den {17890309} 9. Maart 1789.
bij omvrage, alle præsent.
Is op de dieswegens per requeste gedaane versoeken goedgevonden te accordeeren:
Aan den alhier passeerenden oud Weesmeester van Batavia Jan Samuel Fredrik Schiffel, omme zijne dogter Maria Charlotta Agatha Schiffel, benevens eene vrije Meijd genaamd Philida, en een Jongen genaamd Basta, onder betaling van het gewoone Transport en kostgeld met het Schip Demerarij naar Batavia te verzenden.
Aan den koopman Johan Carel Lodewijk Ekhard, om benevens zijn aangenomen Zoontje, met het particulier Schip Wirthlust naar Europa te mogen reisvorderen mits zich gedragende naar De Cherte partij van die Bodem.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 25-26.¶
Woensdag den {17890311} 11. Maart 1789.
Bij omvrage, Alle Present.
Is goedgevonden, op ‘t alhier ter rheede leggend provisie Schip De Schelde , vermids het overlijden van den Capitein dier Bodem Matthijs Bosman, wederom op dezelve als gezacht hebber aantestellen, den aldaar bescheijdenen Cap: Lieutenant Coenraad Blom.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorschreeven.
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 27-57.¶
Vrijdag den {17890318} 13 Maart 1790.
‘S voormiddags alle present, dempto den Heer Dispencier William Ferdinand van Reede van Oudshoorn
Op heeden ter resumptie genomen zijnde de zeer geeerbiedigde Missive door de welEdele Hoog Achtb: Heeren Zeventienen, Sub dato 16: Meij des voorleeden Jaars, aan dit gouvernement geschreeven, en bij hetzelve op den 19:e December daar aan ontfangen, dewelke zedert bij de respective Heeren Leeden deeses Raads is rondgeleezen, en waarop de deliberatie tot dus verre heeft moeten uitgesteld blijven, uit hoofde der menigvuldige bezigheeden, waarmeede men geduurende al dien tijd is geobrueerd geweest, zal men niet in gebreeke blijven, de zeer gerespecteerde ordres, daarbij vastgesteld punctuelijk natekome en te observeeren;
Terwijl deese Regeering oordeeld, niet omheen te mogen, Hun WelEdele Hoog Achtbarens derselver nedrige dank te betuigen voor de zo flatteuse reflectien welke het Hoogstdezelve behaagd heeft te maken, met betrekking tot de maatregulen door ons in’t werk gesteld, om den Groote Majoor, Plaats Majors, en Commis der Magazijnen te persuadeeren om provisioneel inderselver respective posten te blijven fungeeren, tot dat de Criticque omstandigheeden zouden zijn geCesseerd, of tot het ontfangen van Hun WelEdele Hoog Achtb: nadere ordres dienaangaande, daar hun WelEdele Hoog Achtb: onmiddelijk daarop hebben laaten volgen, dat, dat besluit Hoogstderzelver bijzondere goedkeuring heeft mogen wegdragen!
De zo gratieuse manier waarop het Hun WelEdele Hoog Achtb: alwijders gelieft, aan dit Gouvernement Hoogstderzelver geëerde Intentie voor ‘t vervolg te declareeren, niet minder aan ons tot eene Sonderlinge SatisfaCtie hebbende mogen Strekken, zullen wij ons altoos tot eene groote eere reekenen, deeze beveelen in allen opzichte plichtschuldig te obedieeren, en daardoor trachten, ons deese favorable attentie van Hun WelEdele Hoog Achtb: ten allen tijden waardig te maaken.
En daar Hun WelEdele Hoog Achtbarens als een gevolg van dien, hebben gelieven goed te vinden de voornoemde Officieren thans effectivelijk aantestellen in de voorschr: Posten met de gagien en Emolumenten daartoe Staande, is bij deesen Raade in overweeging genomen, dat dit Guarnisoen nimmer te vooren van een Groot Majoor zijnde voorsien geweest, men overzulx in dit geval niet beter konde doen, als zijn toevlugt te neemen tot zodanige Cijnosure, als daaromtrend bij de Hooge Indiasche Regeering, bij Resolutie van den 23. Augustus 1783. is vastgesteld, en aan dit Gouvernement in Copia toegezonden waarbij het tractement van een Groot Majoor word bepaald op de Gagie van een Majoor, dat is op ƒ150. ‘s Maands; en daar men tevens in aanmerking nam, dat gem:e Post van Groot Major, in dit Land vooral niet in behoorlijke ordre kan worden waargenomen, ten zij den geene die deselve bekleed, zig noodwendig voorsie van drie Rijdpaarden en een Domesticq, het welk hier op zijn allerminst gereekend alle Jaaren aan denselven eene depence van Rijxdaalders 300. of ƒ720:-: Hollands Courant veroorzaakt, zo is geoordeelt dat dit tractament van ƒ150: ‘s maands aandengroot Major deeses Guarnisoens wel mogt worden toegelegt, dan, vermids men hieromtrend de zeer geëerde approbatie van Hoogstgedagte Heeren Meesteren zal moeten verwachten, is bij de meerderheid goedgevonden en verstaan, den Groot major boven de gage en Emolumenten die hij tot dus verre van de E Comp: als Capitein heeft getrokken, nog te doen genieten de voorschr: Som van ƒ150: ‘S maands, met de Emolumenten tot den Post van Majoor staande, terwijle hij Groot Majoor, zig onder behoorlijke Cautie ten genoegen van deese Regeering zal moeten verbinden, om ingeval hun WelEdele Hoog Achtb:, mogten oordeelen dat aan denzelven, minder hadde behooren te worden toegelegd, het meerder ontfangene wederom aande E Compagnie te zullen restitueeren.
Terwijle alwijders op denzelven voet, al zulx omtrend de gage en Emolumenten aan den Groot Majoor toegelegd, Plaats heeft, goedgevonden is, den Plaats Majoor Jan Arnold Bleumer, in aanmerking dat dezelve insgelijks, den dienst niet na behooren kan præsteeren, zonder ten minsten twee paarden en een oppasser te houden, de gage en Emolumenten van een Capitein â ƒ80: ‘s maands te doen genieten, boven het geene hij tot dus verre bij de E Compagnie heeft getrokken, zig almeede onder Cautie verbindende, omme ten allen tijde des gerequireerd werdende, het te veel ontfangene aan de E Comp: te kunnen restitueeren
En is voorts, omme van de geëerde beveelen van Hoogst gedagte Heeren en Meesteren in geenen deele aftewijken, hoezeer deesen Raade ook ten volle overtuijgd is geworden, dat de dagelijkse Guarnisoens dienst, voor al in dit Gouvernement, onmooglijk door een Plaats Majoor kan waargenomen worden, zo als zulx ook reeds volgens Resolutie deeses Raads van dato 26. Januarij 1787. eerbiedig aan Haar Edele Hoog Achtb: voorgesteld, en om Hoogst derzelver gunstige approbatie verzogt geworden is, echter om reedenen, dat Hun WelEdelen Hoog Achtbarens bij Hoogstderzelver voornoemde zeer geëerde Missive maar van eenen Plaats Majoor gelieven mentie te maaken, verstaan, om de thans dienst doende tweede Plaats Majoor Kibourg, provisioneel te laaten Continueeren op denselven voet, als hij tot dus verre, dien Post heeft waargenomen, tot dat op de door deesen Raade dientweegen nadere te doene eerbiedige voordragte, de intentie der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren aan dezelve kennelijk zal zijn geworden.
En daar Hun WelEdele Hoog Achtbarens alwijders den Post van een Commies der Magazijnen insgelijks hebben gelieven te ratifiCeeren op den voet en het tractament zoals die bij resolutie deezer Vergadering van den 17. Meij 1786 onder Hoogst derzelver geëerde approbatie is bepaald geworden, zal men dat tractament overzulks ook wederom doen Cours neemen, van den dag, dat meerm: zeer geëerbiedigde aanschrijving alhier is ingekomen.
Terwijle men voor’t overige niet in gebreeken zal blijven Hun WelEdele Hoog Achtb: zo uit naam van deeze regeering, als van de voorschr: en verder bij § 15. van voorm: zeer geëerde Missive vermelde geratificeerde Officieren plichtschuldig dank te betuijgen, wegens de zo gracieuse dispositie bij Hun WelEdele Hoog Achtb: ten deezen aspecte genomen, en daarbij aan hoogstdezelve in alle onderdanigheid ter kennisse brengen, dat, vermids verscheidene dier Officieren, die wegens hogen Ouderdom en Lichaams Corruptien niet meer in Staat waaren den dienst na behoren te presteeren, en ter plaatsvulling van dewelke men destijds genoodzaakt is geweest deeze promotie te doen, thans successivelijk afgestorven zijn men dus ook deselve niet wederom door nieuw aangestelde heeft geremplaceerd.
En nadien Hun WelEdele Achtbr: bij de 18.§ van Hoogstderzelver meermelde zeer geëerd aanschrijven, onder toezending van een Request van G: Uswald, houdende versoek om ontheffing van belastingen wegens te min uitgeleeverde goederen, van deeze regeering gelieven te vorderen, berigt, op de faiten daar inne vermeld, voor zo verre men daarop eenige ophelderingen zouden mogen kunnen geeven. is verstaan Copia van dat Request te stellen in handen van den Heer Hoofd Administrateur Johannes Isaak Rhenius ten einde te dienen van zodanig berigt.
Gelijk meede het insgelijks door hun WelEdele Hoog Achtb: aan deezen Gouvernemente toegezonden Request van den Capitein Lieutenant Adrianus Gijsbertus van Kervel tendeerende omme te versoeken de qualiteit en gage van Capitein effectief, goedgevonden is te stellen in handen van ‘t Hoofd der Militie den Heer Colonel Robbert Jacob Gordon, ten einde te berichten in hoe verre daarop van weegens deeze Regeering eenige dispositie kan vallen.
Terwijle alwijders met opzichte tot het Request van Noel du Bose ten behoeve van zijnen zoon Philippus du Bosé aan Haar WelEdele Hoog Achtbr: gepresenteerd, verstaan is, zich te refereeren aan de resolutie bij deeze Vergadering ten dien belange genomen Sub dato 16. Jannuarij Jongstleeden.
Waarna geleezen zijnde de zeer gevenereerde Letteren van de WelEdele Groot Achtb: Heeren Bewindhebberen ter kamer Zeeland de dato 21. Augustus 1788. waarbij Hun WelEdele Groot Achtb: gelieven te requireeren de informatien, en elucidatien van deeze Regeering, op de klagten door den Chirurgijn van Luxemburgh J. de Mareval bij Hoogstdezelven ingebragt, dat hij bij zijn retour, op ordre van deeze Regeering zich alhier eenigentijd hebbende moeten ophouden, niet betaald was als een Chirurgijn Major bij ‘s E. Compagnies Troupes, te weeten, tegens ƒ60: s’ maands, maar dat hij niet meer ontfangen had dan ƒ50:- waarom hij van Hun WelEdele Groot Achtb: versogt hadde de voldoening van ƒ10: ‘s maands zolange hij in het regiment gediend of verder in s’ Comp: dienst geweest had; welken aangaande HunWelEdele Groot Achtb: begeeren te weeten op wat grond en om welke reedenen, de betaling in diervoegen, zo wel geduurende den tijd dat ‘t Regiment alhier in Guarnisoen heeft geleegen, als dat men hem bij zijn retour alhier heeft doen verblijven, geschied zij? zo is verstaan, ten einde aan deesen zeer geëerbiedigde ordres pligtschuldig te voldoen, den Soldij Boekhouder bij Extract deezes te gelasten, om hieromtrend te dienen van een zodanig volleedig bericht als Hun WelEdele Groot Achtb: in deezen tot de vereijschte opheldering kan verstrekken.
Zullende het geene wijders bij gemelde zeer gehonoreerde letteren is aangeschreeven, in alle onderdanigheid punctueelijk worden nagekomen en geobserveerd.
En is vervolgens ter deliberatie getreeden over de poincten vervat in de geEerbiedigde Missive door de Hooge Indiasche Regeering sub dato 28. Octber Jongstl: aan deeze Regeering gericht uit welkers 10.§ gebleeken zijnde hoogstderzelver gunstige goedkeuring over de alhier gestelde ordres, zo tot het nader doen opneemen van de Mossel en Plettenbergsbaaijen en het verbeeteren van de daarvan zijnde Caarten, als tot het doen van onderzoeken en berigten, op welke wijze Scheepen en vaartuijgen aldaar bekwaamst en veijligst kunnen ten anker komen en vertuijgd worden, terwijle Hun Hoog Edelens gelieven te gelasten, om eene Copije van die verbeeterde Caarten aan Hoogstdezelve te doen toekomen: zal men daarop in alle onderdanigheid resCribeeren, dat tot de opneeming van deeze Baaijen van de Landzeijde een Officier der Arthillerie geCommitteerd zijnde geweest gem:e Officier door ziekte was belet geworden aan deeze Ordre tot dus verre bij gebrek van nadere gelegentheid te kunnen voldoen, dan dat men nu hoopt deeze Commissie wederom eerlang ter Executie te zullen kunnen brengen, en daar door in staat gesteld worden om aan Haar Hoog Edelens geëerde beveelen plichtschuldig te kunnen voldoen.
En daar hun hoog Edelens bij de 19:de § gelieven te vorderen elucidatie van deeze Regeering waarom de minderheid op de arack inkoops, op de reekening der overheeden van het Schip Avenhorn is belast geworden, zo is goedgevonden Extract deezes te stellen in handen van den Heer Hoofd administrateur ten einde daarop te berichten.
Zullende aan Hun Hoog Edelens plichtschuldig worden ter kennisse gebracht dat de 450. Stuks Linnen Peperzakken die de Chinasche Super Cargas in 1787 met het schip Zoutman naar Hoogstderselver residentie plaats hadden afgezonden, en aldaar niet ontfangen, maar volgens de meening dier bedienden aan de Caap aangebracht waaren, alhier insgelijks niet zijn ontfangen.
Het hoog beloop der Lasten en de aanzienlijke meerderheid derzelven boven die van het voorige Jaar waarvan Hun Hoog Edelens inde 37 § van gem:e zeer geëerbiedigde Letteren gewag maaken, Hoogstderzelver bijzondere attentie naa zich trekkende, zal mede vrijheid gebruijken Hun Hoog Edelens ten deezen aspecte in allen onderdanigheid te berichten dat deeze meerdere uitgaave eeniglijk te attribueeren is, aan de merkelijke augmentatie van het Guarnisoen die alhier hoe langer hoe meer Plaats heeft, daar het Regiment van Wurtemberg alleen reeds eene Considerable Somma absorbeert, en de excessive duurte der Levensmiddelen dewelke zedert den laatsten oorlog alhier niet is gedimunieerd veel min gecesseerd aanlijding heeft gegeeven tot de meerdere toelage van Emolumenten aan de alhier dienst doende ambachtslieden, waaromtrend deese Vergadering reeds ter Sessie van den 17 Junij des gepasseerden Jaars heeft getragt eene billijk en naar tijdsomstandigheeden geevenredigde reductie te weege te brengen; weshalven als toen besloten is den Heer Hoofdadministrateur en Chef der Arthillerie te Committeeren tot een nauwkeurig onderzoek of en in hoe verre de nog exteerende Prijs der Vivres alhier eenige vermindering of wel totale vernitiging van deeze verhoging van Kostgelden zoude kunnen lijden, en deeze Raade na bevind van Zaaken te dienen van derzelver Consideratien en berigt, waarop door gem: Heeren op den 9:e december Jongstl in Raade is geproduceert een Schriftelijk bericht waarvan men d’ Eere zal hebben Hun Hoog Edelens een Copia aantebieden onder eerbiedige referte aan het daarbij geposeerde; en Hun Hoog Edelen teffens in alle onderdanigheid betuigen, dat wij geen middel of gelegentheid zullen laaten voorbij gaan, omme alle zorge aan te wenden tot het geen maar eenigzints tot besparing van de E Maatschappij kan verstrekken waartoe deeze Regeering ook reeds eenige poincten aan de Hoog gebiedende Heeren Meesteren heeft geproponeerd, omtrend eene vermeerdering der Inkomsten van dit gouvernement, op ‘t welk men eerbiedig de beschikkingen van Hun WelEdele Hoog Achtb: te gemoed ziet.
Zijnde wijders, met opzigte tot het geen door Hun Hoog Edelens bij de 46. § van voorschr: geëerde Missive aangaande de Soldaten van het Regiment van Luxemburg Huet en Tomma bedeeld word, verstaan den Secretaris deeses Raads te qualificeeren omme de daarbij geordonneerde restituten van 20. Rijxd:s aan die Soldaten op Batavia verstreckt van den Lieutenant Collonel de Raijmond uit de Cassa van het voornoemde Regiment afteëijschen.
Hun Hoog Edelens laastelijk bij § 62. aan deeze Regeering gelievende te gelasten omme vermits den naar Nederland verlosten ondercoopman Lambregt van de Woordt en zijne Huisvrouw Helena Wilhelmina Aspeling ingevolge Besluit bij Hoogstdeselve Sub 16: September laatstl: genomen het kosten Transport geld naar Nederland moeten voldoen, overzulx de kamer Voor welke zij van hier zullen repatrieeren daarvan kennis te geeven, zal daar aan plichtschuldig worden geobediëerd, wanneer gemelde Van der Woord alhier komt aantelanden.
Waarna op versoek van den Capitein van het Schip de Meermin Laurens Steenboom, de welke verklaarde zwarigheid te maaken, om zonder Oppermeester de rijs na Europa te aanvaarden, goedgevonden is, den oppermeester van ‘t Schip ‘t Duifje genaamd Gerard Diederik Hemelop van Amsterdam in die zelve qualitijt op evengem:e Bodem te verplaatzen en de dispositie omtrend deselvs præmie aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren gedefereerd te laaten.
Wijders door den Heer Gouverneur den Raade te kennen gegeeven zijnde dat zijn Ed: van den op het Robben Eiland commandeerende Capitein Lieutenant Kiebourg rapport hadde bekomen, dat de aldaar agtergebleevene Zieke manschappen van het Regiment van Luxemburg op eenige wijnige na volkomen hersteld waaren, terwijl die overblijvende zieke aan zodanige qualen laboreerden, als waarvan zij op ‘t Robbeneijland niet konden geneezen worden, gemerkt de traage voortgang van hunne herstelling, en het thans meer en meer aannaderend koude Saisoen, het welk hen niet toeliet onder de Tenten ten voorschr: Eijlande te blijven Campeeren, weshalven zijn Ed: voordroeg om de herstelde Manschappen met het Schip ‘t Fortuijn van Dort te laaten reijsvorderen en de gedagte Zieken alhier tot hun herstel ten Hospitale te laat verblijven; tot dat ‘er zig tot hun vertrek op de eene of andere wijze eene Convenable gelegentheid kwame op tedoen; in welke propositie van welopgem: Heere Gouverneur door alle de Heeren Raadsleeden eenstemmig wierd gecondesCendeert.
Door den eersten heeren Geweldiger Jan Hendrik Matthijzen wierd vervolgens gepræsenteerd ‘t volgende Request.
Aan den WelEdelen Gestr Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur &:a &:a &:a van Cabo de goede Hoop en Ressorte van dien . Mitsgd:s de WelEdele Achtb: Heeren Raden van Politie deeses Gouvernements
‘WelEdele Gestrenge Heer en WelEdele Achtb: Heeren!’
‘Geeft met alle verschuldigde Eerbied op het ootmoedigste te kennen den Eersten ‘s Heeren Geweldiger Jan Hendrik Matthijssen.’
‘Hoe den Suppliant A:o 1776 wegens indispositie van den ten dien tijde fungeerende Eerste en Tweede geweldiger, ter hunner adsistentie is aangesteld tot derde geweldiger, en vervolgens door ‘t overlijden van deselve in de vacante plaatsen is geavanceerd, zo dat hij reeds ten Jaare 1783 tot eerste Geweldiger is gevordert en aangesteld.’
‘Dog de Functie als eersten geweldiger door meerm:e Indispositie van het begin zijner aanstellinge als derde heeft moeten waarneemen.’
‘Den Supp:t flatteerd zich onberoemd gesproken zijn gem:e dienst met alle Vlijt en tot genoegen van UWelEdele Gestr: en E Achtb: te hebben waargenomen, en wegens zijne daartoe bezittende Capaciteit om zich zelven niet te vleijen :/ zal den Suppl:t liefst overlaten aan ‘t wijzer oordeel van UWelEdele Gestr: en E Achtb: welke geduurende dien reeks van tijd genoegdoende bewijzen waardoor zulks UWelEdele Gestr: en Ed Achtb: zal gebleeken zijn, daarbij komt dat den Suppl:t verscheijde taalen magtig is, en in zo verre zijn ampt zulks permitteerde ook als vertolker heeft gefungeerd.’
‘En wijl ‘t aan den Supp:t gebleeken is, dat Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: de trouwe Vlijt en naarstigheid in andere Dienaren der E Compagnie gunstig hebben gelieven te belonen, met de zulke met zodanige eertijtels, als de waardigheid van den Persoon, en desselvs bediening meriteerde te beneficeeren.’
‘En den Supp:t zo vertrouwd /: wegens zijn betoonde vlijt en desselvs Comportement wel op eene gunstige beloning zoude mogen hopen, te meer nog wanneer UWelEdele Gestr: en E Achtb: een oog gelieven te vestigen en in reguard neemen, de extra groote gevaare die in’t uitvoeren van Expeditien aan zijn ampt verknogt zijn waarvan verscheide exempelen reeds exteeren; bij UWelEdele Gestr: en E Achtb: te wel bekend, om deselve te Specificeeren hoe menigmaal den Supp:t in ‘t grootste levensgevaar en ten dood toe is gekwest geweest.’
‘Alle’t welke den Supp:t te meerder vrijheid geeft om op eene gunstige beloninge te durven hopen’
‘Reedenen waarom den Supp:t de vrijheid neemd met de verEijschte hoogagting zich te keeren tot UWelEdele Gestrenge en WelEdele Achtb: ootmoedigst versoekende dat ‘t UWelEdele Gestrenge en WelEdele Achtb: gunstig gelieven te behagen den Suppliant met den Titul van Schout te beneficeeren met behouding als opziender der gevangenhuijzen.’
‘/onderstond/’
‘’T Welk doende &:a was geteekend/ Jan Hendrik Matthijzen.’
Over welks inhoude gebesoijgneerd en door den Heer Independent Fiscaal gedeClareerd zijnde, dat, zijn Edele zich thans, uit hoofde van de noch zo recente aanvaarding van zijn Ed: Ampt genoodzaakt vond dit versoek van gemelde Matthijssen te moeten appuijeeren, wijl zijn Edele anderzints bevreesd was, en zig bijna verzekerd hieldt, dat hij Matthijssen, om zijn ontslag uit s’ Compagnies dienst zoude versoeken, het geen zijn E. zoude priveeren van een Man op wien zijn E. vermeende in de uitoefening van zijn bediening staat te konnen maaken, weshalven zijn E: verzogt dat op dit versoek van hem Matthijssen een gunstig reflectie mogt worden geslagen;
Zo is, om de bijgebrachte reedenen van Welopgemelde Heere Fiscaal, bij meerderheid van Stemmen goedgevonden, aan hem Matthijssen den titul van Onderschout toetevoegen, en zulx eenelijk om het gemeen des te meer ontsag voor hem inteboezemen, terwijle hij Matthijzen voor ‘t overige gehouden zal zijn, den selven dienst te presteeren als hij tot dus verrre heeft gedaan.
En is wijders geleezen een Request van den met het Schip Demerarij alhier aangelanden Adsistent der Ed: Compagnie Thieleman Johannes van der Sande
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van den Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer en EE Achtb: Heeren!’
‘Geeft met allen eerbied te kennen Uwer WelEdelen Gestr: en E Achtb: zeer gehoorsame en onderdanige Dienaar Tieleman Johannes van der Sande adsistend in dienst der E Compagnie p:r ‘t Schip Demerarij aangeland, gedestineerd naar Batavia, om volgens de gevenereerde ordres van de Hoog Gebiedende Heeren Bewindhebberen aldaar in de Medicinale winkel te worden geëmploijeerd; hoe hij Suppliant geduurende de rijze en bij desselvs aanweezen alhier, tot zijn innig leedweezen heeft moeten ondervinden, hoe wijnig zijne Zwakke Lichaams gesteldheid geschikt is, om in heete Climaten een beroep te kunnen oeffenen, waartoe in Europa zelfs eene robuste Constitutie word vereijscht, en zich dus niet durft vleijen dat de Edele Maatschappij eenige Vrugten zou kunnen genieten van de ijver waarmeede hij zich aan haare dienst heeft toegewijd.’
‘Reedenen om welke den Suppliant de vrijheid neemd Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: nedrig te versoeken hem gunstig permissie te verleenen, met ‘t Schip de Meermin dan wel een ander na Europa vertrekkende Bodem te mogen repatrieeren, op zodanige voet als Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: naar Hoogstderzelver verligt oordeel zullen vinden te behoren.’
‘/onderstond/’
‘’T Welk doende /: was geteekend:/ T: J: van der Sande’
Waarover gebesoijgneerd zijnde is goedgevonden den Supp:t ingevolgen zijn versoek toetestaan, omme behoudens zijn qualiteit onder afgeschr: gage naar Europa te mogen retourneeren.
Gelijk meede aan den Burger Gerrit Hendrik Badenhorst, op het door hem insgelijks p:r Requeste gedaan versoek is gepermitteerd; om met het partiCulier Schip Handellust naar Nederland te mogen vertrekken, mids hij zig gedrage naar de Cherte partij van dien Bodem
Terwijle alwijders goedgevonden is aan de vrijswarten Harp van Batavia en October van MadagasCar toetestaan, omme met het Schip Demerarij naar Batavia te mogen vertrekken, de eerstgem: onder medeneeming van zijn Wijf in naame Hesje van de Caap en haar kind Saartje van d:o en de tweede met zijn wijf gend: Ousie van Macasser en haare kinderen in Naame Engela Babia en Jarca alle van de kaap, benevens zijn Suppliants slaaf genaamd August van Macassar zullende het verder bij hen verzogte omme vermids hunne bekrompene omstandigheeden van den betaling der gewoone Transport en kostgelden te weezen geëxcuseerd aan het geëerd goedvinden van de Hooge Indiasche Regeering worden gedefereerd
Vervolgens geleezen zijnde eene Missive van Heemraaden van Swellendam , behelzende een bericht dat zijlieden ingevolge Resolutie van den 29. Julij 1788. de nieuwgezette gebouwen ter Drostdije aldaar, benevens de daaraan gedaane reparatien gevisiteerd hebbende, en bevonden dat zulx volgens presentatie van den geweesen Landdrost Constant van Nult Onkruijd, behoorlijk was geëfftueerd geworden, zijlieden dus ook konden gedogen dat de bevoorens overgezonden reekening ter Somma van Rijxdaalders 2897:44: aan gemelde Landdrost wierde te goed gedaan.
Zo is goedgevonden daarin te condesCendeeren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeven
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
C. 182, pp. 58-61.¶
Dingsdag den {17890316} 16 Maart 1789.
Bij omvrage alle Present.
Door den van Batavia alhier aangelanden Capitein Le Clercq gepresenteerd zijnde het volgende request
‘A son Excellence’
‘Monsieur van de Graaff Gouverneur et â Messieurs Les Conseillers formant La Regence du Cap de bonne Esperence.’
‘Monsieur le Gouverneur et Messieurs’
‘D’arres la Resolution que vous avez prise au mois d’octobre precedent d’accorder au S:r Le Clercq une permission par ecrit pour se rendre en Europe il â l’honneur de vous prier de vouloir avoir bien a la bouté de la lui faire expectier et d’ij Joindre un ordre pour pouvoir passer â bord de Navire La Fortune et pour ij Jouir â l’egard de Son logement en sa qualité de Capitaine dans les Troupes de la Noble Compagnie des avantages qui lui sont dues.’
‘Le S:r Le Clercq á l’honneur de vous prier en Outre qu’il vous plaise Monsieur Le Gouverneur et Messieurs, de lui faire remettre une Note authentiseé qui puise certifier á messieurs Le Directeurs de La Noble Comp:e qui de puis La 14. Aout 1788. qu’il est arive au Cap de bonne Esperance il n’a reçu aucune partie deCes appoinctements.’
’/:was geteekend/ Le Clercq /:onderstond:/ Au Cap de bonne Esperance le 14. Mars 1789.’
Zo is goedgevonden den Suppliant te permitteeren om met ‘t particulier Schip ‘T Fortuin van Dort naar Europa te kunnen overvaren, mids hij zich omtrend het Transport en kostgeld gedrage naar de Chertepartij van dien Bodem, zullende aan hem Supp:t een Certificaat worden verleend, dat men hem onbevoegd hebbende geoordeeld, om geduurende zijn verblijf alhier eenige appoinctementen van d’E Comp: te kunnen trekken, deselve oversulx ook niet heeft toegelegd.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 62-103.¶
Vrijdag den {17890320} 20 Maart 1789.
‘S voormiddags alle present dempto den Heer Colonel Gordon bij indispositie
Wierd door den Boekhouder en Secretaris van de Colonie Graaffe Rijnet Johan Jacob Fredrik Wagener gepresenteerd het volgende Request
Aan den WelEdelen Gestr Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Achtb: Raad van Politie
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E Achtb: Heeren’
‘Geeft referentelijk te kennen Uwe WelEdele Gestr. Ed: Achtb: zeer nedrige Dienaar den SeCretaris aan Graaffe Rijnet Johan Jacob Fredrik Wagener’
‘Dat den Supp:t de E Comp:e in deeze Landen Seventien agtereenvolgende Jaaren gediend hebbende eindelijk op den 6 Januarij 1786. door gunst van Uwe WelEdele Gestrenge en E Achtb: tot voorschr: Ampt was bevordert geworden en dus nu 20. Jaaren de Maatschappij had gediend.’
‘Dat den Suppliant in de laatste 3. Jaaren die hij te Graaff rijnet heeft doorgebracht een Facheus toevallige Ziekte had gecontracteerd namentlijk de Colicq’
‘Dat den Suppliant genecessiteerd zijnde ten minsten eenmaal in’t Jaar een reise naar deeze hoofdplaats te doen, zo tot verrigting van zijn ampt als zijne Huijslijke bezigheeden, op deeze reise door ‘t gebruik van Slegt water, mitsgaders koude ongemak en andere fatiques tot zijn leedweezen ondervonden heeft dat de Quaal dewelke den Suppliant inCommodeert, op den weg doorgaans hoe langer hoe meer toeneemd.’
‘Dat de Supp:t op deese verre rijze in den tijd van Achtien Dagen, niet meer als een enkelde Plaats die bewoond is rencontreerende, zich dikwerf in de akelige Situatie bevind van, bij manquement van gereede hulp, in een Woest en onbewoond Land ellendig omtekomen.’
‘Dat den Supp:t echter noch niet de Jaaren bereikt hebbende, om zich den dienst der E Maatschappije ten eenemaal te ontrekken, en ook geen middelen bezit om zich op een andere wijs te kunnen erneeren, bovens dien zich ook flatteerd dat zijn quaal niet ongeneesbaar is; Zoo. neemd de Suppliant de vrijheid Uwe WelEdele Gestrenge en Ed Achtb: om gem: reedenen eerbiedigst te versoeken, om hem van zijn voormelde ampt als Secretaris van Graaff Rijnet te ontslaan en des mogelijk hier aan de Caap dan wel in een der nabij gelegene Colonien behoudens zijn qualiteijt te emploijeeren, tot al zulke dienst als UWelEdele gestr: en E. Achtb: zullen agten den Suppliant bekwaam te zijn.’
’/:onderstond:/ ‘T Welk doende &:a /:was geteekend:/ J: J: F: Wagener.’
Waarover gedelibereerd zijnde, is om de aangevoerde reedenen, en motiven van den Supp:t goedgevonden in zijn versoek te CondesCendeeren, en hem overzulx behoudens zijn qualitijt met afschrijving van gage van zijn voorschr: Post als SeCretaris der Colonie Graaff Reinet te ontslaan.
Terwijl wijders verstaan is, in Steede van gem:e Wagenër, wederom provisioneel tot Secretaris van Graaff Rijnet aantestellen den ter SeCretarije van Politie dienst doende adsistent J: Honoratus Maijnier met de rang en qualiteit van Boekhouder â ƒ30. ‘s maands.
Waarna door den Heere Gouverneur geCommuniceerd wierd den inhoude eener Missive door den Landdrost van Graaff Rijnet Maurits Herman Otto Woeke aan zijn Ed: gericht, houdende dat de Natie der Caffers onder de Ingeseetenen aldaar veele beweegingen maakte, en dat zich Vier Capiteins derzelve aan deeze zijde van de Groote VischRivier met een menigte hunner Manschappen bevonden, dewelke vooral veel moedwil kwamen te pleegen; dat gem:e Landdrost reeds eenige middelen prealabel had in ‘t werk gesteld, om waare het mogelijk door een Commando, onder den Burger Capitain Kuhne deselve wederom over de gem: Groote Visch Rivier te drijven, en dit niet lukkende, om zich zelven als dan in persoon, benevens geCommitteerde Heemraden en krijgs Officieren noch voor den aanvaL, zo als ged: Landdrost zig bij die Missive uitdrukt /derwaards te begeeven, en te beproeven of zij, na vriendelijke voorslagen zoude willen luisteren terwijl alwijders uit het vervolg van dezelve Missive kwam te blijken dat hij Landdrost ook reeds arrangementen had genomen tot een dadelijke aanval, met bijgevoegd versoek aan welopgem:e Heer Gouverneur omme met Hondert Man Militairen uit het Guarnisoen alhier te mogen werden geadsisteerd, zonder het welk hij Landdrost het volgen, dat het nimmer goed konde gaan, en hij zich van de gevolgen die uit de ontstentenisse der afzending van een dergelijk Militair detachement zoude kunnen resulteeren, excuseerde en verzogt, daar voor niet aansprakelijk te mogen zijn; daar hij Landdrost nog bovendien in twijffel trok, of wel het geduld der Ingeseetenen, de komst der voorschr: Militairen zou kunnen verbijden, en of dezelve niet genoodzaakt zoude zijn, om de brutaliteit van den Caffers Capitein in name Langa, en zijn onderhorige Manschappen, met geweld te keer te gaan, terwijl hij Landdrost voor’t overige zijn Sustenue deClareerde, dat namentlijk de oorlog met die Natie onvermijdelijk was.
All ‘t welk serieuselijk overwogen zijnde zo is goedgevonden aan voorschr: Landdrost ‘s Raads ongenoegen te kennen te geeven over de door hem zo prematuur gemaakte beschikkingen in eene Zaak van zo verre importantie; en daar het van de uitterste noodzakelijkheid wierd geoordeeld om tegen een zo drijgend gevaar ‘t welk zulke droevige gevolgen konde na zich sleepen, zonder eenig tijd versuijm zodanige effacieuse middelen in ‘t werk te stellen als waardoor men het zelve nog bijtijds konde dempen, of voorkomen, is alwijders besloten, om den voorschr: van desselvs ampt ontslagen SeCretaris dier Colonie den Boekhouder Johan Jacob Fredrik Wagener benevens den provisioneel in desselvs ampt aangestelden SeCretaris Honoratus Maijnier ten eersten derwaards aftezenden, en expresselijk te committeeren, en den Landdrost te gelasten, omme zo wel met dezelve, als met de respective Collegien van Heemraden en KrijgsOfficieren Communicatief te werk te gaan in het uitvoeren van de beveelen des Raads en het verder beraamen van alzulke maatregulen als waartoe dezelve gequalificeerd zullen worden zonder in deezen eenigen verdere stappen tedoen, buite het voormelde genomene Consent van de regeering zullende gem:e Landdrost alvoorts op ‘t Scherpst worden aangemaand, om ten opzichten eener Natie welker vreedzamen aart allezints bekend is, in het tegenwoordig geval, niet terstond geweld met geweld te keeren maar integendeel de zachtste weg als de veijligste inteslaan; terwijle aan een zijde gesteld de onmogelijkheid om in de tegenswoordige Conjunctuure van tijden eenige gedeelte Militairen hoe kleijn ook van ons swak Guarnisoen aftezonderen, en zo verre van de hand te zenden; ingevalle al eens de zaak vorderen mogt, om geweldige middelen bijder hand te neemen, de enorme kosten tot het Transport, en het aanhouden dier Manschappen aldaar, zulks dan nog niet als in de alleruiterste nood, zoude doen onderneemen; hoe zeer men zich ook gepersuadeerd kan houden, dat van deselven, gemerkt de wijduitgestrektheid, die de kaffers beslaan, indien niet in’t geheel geen, ten minsten zeer wijnig vrugt zoude kunnen werden getrokken, dan daar men ondertusschen veronderstellen moet, dat het blijven omswerven van eenige Caffers aan deeze zijde de groote Visch rivier , desselvs oorspronk moet hebben uit het denkbeeld, als of zij tot eenig prætentie, op deeze of geene streek lands binnen onze Limieten nog waaren gerechtigd gebleeven, en het in dat geval best is, die gewaande pretentien op de vriendelijkste wijze, geheel en voor altoos uit de waereld te ruijmen, zal men met gezegde geComm:e aan den voorschr: Landdrost teffens doen toekomen, eenige koper en Snuisterijen bij die Natie ‘t meest geagt en gewild, met last om daarvan gebruijk te maken ten einde van de onderscheijdene Capiteins die zig aan deeze zijde langs de groote Visch rivier onthouden bij minzame onderhandeling, op de plechtigste wijze die tijd en gelegentheid best aan de hand zullen geeven de gezegde prætentien dier natie als ‘t waare af te kopen en tevens te bedingen, dat zij ten spoedigsten aan de overzijden, buijten onze limieten trekken, en zig voor altoos onthouden zullen, met het geen verder als tot Conservatie der bedoelde rust en vreede dienen kunnende, te Contracteeren zal zijn, hen daar benevens doende begrijpen, de gevaarlijke gevolgen, waaraan zij zich met hun swerven aan deeze zijde der groote Visch rivier bloot stellen, ter zelver tijd ook de Ingeseetenen die zo veel mogelijk daarbij tegenswoordig zullen moeten werden geroepen ‘s Raads wegen op ‘t ernstigste aantebeveelen, om zig geheel en al van de Verruijling met de Caffers te onthouden, en zig op geenerleij wijze onder wat voorwendzel zulx ook zoude mogen zijn aan de overzijde van de groote Visch rivier te begeeven, zullende meermelde landdrost hen tevens bij ieder onderhandeling of getroffen accoord met de Caffers capiteins, het daartegens geëmaneerd Placcaat moeten voorleezen, en ter handhaving van dat Placcaat zorgvuldig waakzaam hebben te zijn. van welk een en ander aan ged: Landdrost bij Missive de nodige kennisse zal worden gegeeven.
Wijders noch geleezen zijnde eene Missive van Landdrost en Heemraden van Graaff Rijnet voorn: aan deese Regeering gericht, waarbij dezelve kwaamen te appuijeeren de versoeken vervat bij zeekere twee eensluijdende Requesten door eenige Ingeseetenen dierColonie gepræsenteerd, omme te weesen ontheft zo van de gewoone betaling, als van de aan hunne Leningsplaatsen gehegten agterstal van reCognitie Penningen aan de E Comp: verschuldigt, omtrend welke requesten, bevorens op deselve te disponeeren, goedgevonden is, aan Landdrost en Heemraden aanteschrijven omme aan deesen Raade te Suppediteeren eene Specificque Lijst van zodanige personen en Ingeseetenen onder derselver district als door de Strooperijen van de Bosjesmans als anderzints het meest benadeeld zijn, en daarneevens in een zodanige behoeftige Staat geraakt zijn dat zij volstrekt tot de betaaling dier gerechtigheid onbekwaam zijn, ten einde daarop zodanig reguard te slaan als de omstandigheeden zullen komen te vereijsschen
Vervolgens wierd door den Heere Independent Fiscaal Johan Nicolaas Steven van Lijnden geëxhibeerd het volgende vertoog
Aan den WelEdelen Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a benevens den WelEdelen Achtbr: Raad van Politie deezes Gouvernements.
‘WelEdele Gestrenge Heer en Edele Achtbr: Heeren!’
‘Het heeft aan UWelEdele Gestr: en E Achtb: bij derzelver dispositie van den 16. Januarij deses Jaars behaagd in handen van den toen pro Interim Fungeerende Fiscaal, te Stellen den Perzoon van Philipus du Bose, omme tegens denzelven zodanige procedures te entameeren, als de merites van de in die dispositie breeder genarreerde en door een Request van Noël du Bose vader van gem: Philipus du Bose, aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren gepræsenteerd, zo Serieus gewordende Zaak, zoude komen te vereijsschen gelijk dezelve pro Interim Fiscaal hem Philipus du Bose, dan ook in civiel arrest heeft doen neemen: en naardien de adstructie dier Zaak onontbeerlijk kwam te vorderen, visie van het gem:e Request van Noël du Bose mitsgaders van alle Zodanige Stukken, als tot de voorschr: Zaak relatief ter SeCretarije waaren berustende; zo hebben UWelEd: Gestr: en EE: Achtb: verder goedgevonden van dit een en ander inhanden van voorn:de Pro Interim Fiscaal copie te doen stellen, omme daarvan in der tijd het nodig gebruik te kunnen maken.’
‘De ondergeteekende als Independent Fiscaal deezes Gouvernements alhier gearriveerd zijnde, en onder andere Stukken, het Officie Fiscaal concerneerende bovengem: Copie Request en verdere documenten in handen hebbende gekreegen, heeft na rijp Overleg vermeend, alvorens tegens Philipus de Bose voorn:d eenige procedures te entameeren, hoe zeer dezelve anderzints vertrouwd daartoe genoegzame grond voor handen te hebben vooraf evenwel aan UWelEdelegestr: en E.E. Achtb: te moeten exponeeren, de Consideratien welke aan den ondergeteek: bij het onderzoek dier zake zijn voorgekomen en welke hij van dien aart meent te zijn, dat dezelve de bijzondere attentie van UWelEdele gestr: en EE Achtb: meriteeren.’
‘De ondergeteekende begrijpende dat het onnodig zal zijn, in een formeel debat der in den bovengem:e Requeste zo abusivelijk en onwaar geënarreerde Facta te treeden, waartoe de overgelegde Stukken genoeg zullen dienen, zal alleen aanvankelijk remarqueeren, dat het buiten allen twijffel is dat voorn: Philipus du Bose bij ieder onpartijdig rechter nooit zal kunnen echappeeren eene Condemnatie waardoor eene volkomen Satisfactie aan uWelEdele Gestr: zou worden geprocureerd; daar hij in zijn responsiven op de aan hem voorgestelde vraagpoincten A:l 20. volmondig erkend heeft schuld te zijn aan de atrose belediging welke hem ten lasten worden gelegd, en het uit de omstandigheeden duijdelijk blijkt dat hij Philipus du Bose niettegenstaande de betoning van berouw in gem: responsivenad Art:l 22, en de Edelmoedigheid van UWelEdele gestr:, echter steeds heeft blijven voeden een quaadaardig opzet om den oppergebieder deezer Plaatze te lædeeren, en met zijn kwaadaartig uitgedagte en valschelijk verdigde Calumnien expost is blijven voortvaaren.’
‘Het zoude derhalven aan den ondergeteekende niet mogelijk vallen om door den weg van rechten aan UWelEdele Gestr: te bezorgen een satisfactie geëvenredigd aan de injurie welkers atrociteit altijd getoetst word aan de eer en het aanzien van den beledigden Persoon, en in dit geval zekerlijk voor den belediger niet dan pernicieuse gevolgen na zig sleepen.’
‘Dan de ondergeteekende heeft uit het gementioneerde Request van Noël du Bose ontwaard dat men bij hetzelve niet alleen Heeren Meesteren heeft tragten in’t begrip te brengen als of UWelEdele Gestr: zig aan wreedheid hadde schuldig gemaakt, en hij Philipus du Bose geheel onschuldig en dus ten onregte aan poursuites was bloot gesteld geweest, maar ook dat men de integriteit van den rechter hier ter plaatse niet alleen maar zelfs in gants Oost Indien, in een zeer dubbelzinnig aspect heeft willen doen voorkomen.’
‘Beschuldigingen WelEdele Gestrenge Heer en Edele Achtb Heeren, die, zo ras men de tot deeze zaak betrekkelijke papieren, en de handelwijze in deselve gehouden, maar alleen Fügitive Oeculo inziet, alle van zelve vervallen niet alleen maar die ook de Hoogst indignatie der Heeren Majores overzulks in geenen deele zullen kunnen ontgaan; terwijl het den ondergeteekenden ten uittersten verwondert heeft, hoe men heeft durven onderneemen hoogstderselver gewigtige besoignes daarmeede te interrumpeeren.’
‘Daar nochthans van den eenen kant aan den onder geteekende, zo uit het gedrag en de gemanifesteerde denkenwijze van UWelEdele Gestr:, als uit de SucCessive disCoursen, met Uwe Edele Gestr: op het Sujet in quæstie gehouden, ten klaarsten is gebleeken, dat UWelEdele Gestr: wel verre van door partiCuliere wraakzugt in dit geval gedreeven te worden, integendeel door desselvs edelmoedig gedrag gehouden in’t ten zijde stellen van die middelen, door welken reeds inden beginne eenen eclattante voldoening zoude zijn erlangd geworden ten klaarsten aan den dag heeft gelegd, dat de oorzaak om welk Philipus du Bose bij zijne te rug komst alhier in handen van den pro Interim FisCaal is ingesteld geworden, eeniglijk hier in is geleegen om namentlijk door de Continuatie van de Injurie insgelijks met indignatie te passeeren, geene reflectien te doen gebooren worden, waaruit niet zo zeer voor UWelEdele Gestr: die ten eenemaal zuijver is, als wel voor deeze zo importante Colonie onaangename, Ja zelfs gevaarlijke gevolgen zouden hebben kunnen resulteeren.’
‘Terwijl de ondergeteekende zig van den anderen kant gepersuadeert houdt, dat men niet dan met ter zijde stelling van den Eerbied, welken men aan een rechter verschuldigd is, en met het hoogst onregt aan den integriteit van den Edelen Achtb: raade van Justitie eenige de minste affeinte zou kunnen toebrengen.’
‘Deeze zijn de reedenen WelEdele Gestrenge Heer en E.E. Achtb: Heeren, welken den ondergeteekenden gepermoveert hebben, om alvorens uit kragte van UWelEd: Achtb: geërde resolutie van den 16: Januarij J:L: eenige poursuites tegens Philippus du Bose te entameeren, zich vooraf aan UWelEd: Gestr: en EE Achtb: te addresseeren, en aan deselve in eerbiedige Consideratie te moeten geeven, of het ter vermijding van alle nadeelige reflectiën zo ten opzichte van den Raade van Justitie als of deselve in de zaak van Philipus du Bose tot de uitterste wreedheeden bekwaam waare geweest, als met betrekking tot UWelEdele gestr: als of deselve uit een beginzel van wraakgierigheid een misbruik hadde gemaakt van de aan UWelEdele Gestr: toebetrouwde Auctoriteit; of het, zegt de ondergeteekende, om deeze en verdere bij wettig gevolg daaruit voortvloeijende Consideratien, aan UWelEdele Gestr: en E.E. Achtb: niet zou kunnen behagen, ten einde aan deezen temerairen Suppliant de maat vol te meeten, in deeze zaak te Condescendeeren in’t versoek van Noel du Bose in’t Vaderland gedaan, om namentlijk met een der eerste retour Scheepen den persoon van Philipus de Bose op te zenden naa ‘t Vaderland, en te gelijk aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren te doen toekomen, alle zodanige Stukken, als tot de Zaak in questie relatief ter SeCretarije zo van Politie als Justitie zijn berustende; met instantig versoek wijders aan Hoogstgedagte Heeren Meesteren, dat deeze zaak door hoogstdeselve moge worden gesteld inhanden van /:zo als Noel du Bose zich uitdrukt onpartijdige rechters, ten einde aan Philippus du Bose, na rijp onderzoek Schuldig bevonden wordende, zodanige Straffe worde geinjungeert, als waardoor Heeren Meesteren, naar derselver wijsheid zullen oordeelen aan UWelEdele Gestr te kunnen worden geproCureert die Satisfactie welke meest geschikt zal worden bevonden ter bewaaring van het aanzienlijk Character, welk UWelEdele Gestr: de eer heeft te bekleeden, en bij welks maintenue ‘t zij met eerbied gezegd, zo Wel Heeren Meesteren als een iegelijk der Ingeseetenen deezer Colonie ten hoogsten zijn geinteresseerd.’
‘De ondergeteek: houd zig gepersuadeert, dat hier door volkomen over eenkomstig met de edelmoedige denkenwijze van UWelEdelen gestr: zal worden gehandelt; en heeft voorts de eere deeze zijne Consideratien aan het nader goedvinden en beter oordeel van UWelEdele Gestr: en EE. Achtb: te onderwerpen.’
’/:onderstond:/ Cabo de goede Hoop den 18. Maart 1789 /was geteekend:/’
‘J: N: S: van Lijnden’
Het welk geleezen en door den Heere Gouverneur gedeClareerd zijnde ten uittersten Sensibel te zijn aan de zo flatteuse uittdrukkingen door gedagte Heer Independent Fiscaal in dit Vertoog met betrekking tot zijn Ed. gebeezigd, dat zijn Edele oversulks ook dit Stuk, door iemand van wiens integriteit en probitijt een ieder overtuigd is, met zo veel Edelmoedigheid uit gebragt, in dit geval de grootste Satisfactie moest verschaffen, weshalven zijn Ed: ook betuijgde volkomen voldaan te zijn, en geene verdere poursuites te begeeren Jeegens een persoon met wien zijn Edele zich nimmer voor eenige rechtsbank paralel konde stellen, en wiens vile en lage imborst bij onse heeren gebieders wel ras uit het geen omtrend hem alhier gepasseerd is, zonne klaar zoude blijken; zo is op deeze deClaratie van welopgem:e Heere Gouverneur goedgevonden en verstaan zig te Conformeeren met depropositie van ged: Heere FisCaal en dienvolgens den persoon van Philipus du Bose met een van ‘s Compagnies retour Scheepen op te zenden naar het Vaderland en te gelijk aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren te doen toekomen alle zodanige Stukken als tot de Zaak in questie relatief ter Secretarije zo van Politie als van Justitie zijn berustende, omme daarvan zodanig gebruik te kunnen maken als Hun WelEdele Hoog Achtb: zullen vinden te behoren
Door den Lieutenant Colonel van het Regiment van Luxemburg de Heer Raijmond; alwijders aan deezen rade gericht zijnde de volgende Missive
‘A son Excellence’
‘Son Excellenve Monsieur van de Graaff Gouverneur du Cap de bonne Esperence et de dependence, et a Messieurs lesConseillers de Le haute regence de cette Ville.’
‘Monsieur le gouverneur et Messieurs’
‘Le Compte definitif qui ma été solvé par la Regence de Ceijlon , pour les recruër amines au Corps au Corps par M:r Le Chevalier d’ Hugonet, n’a Souffert d’autre difficulte, que de differer Jusqu ‘a l’arrive du Regiment au Cap de bonne Esperence ainsi que J’en suis Convenu avec mons:r Van de Graaff, Gouverneur de Ceijlon , les rembourcement de ce qui est du au prince, par les Soldats nommes Nicolas Beaumont Jean Louis Le Franc, Adrien Hincelin et Jean Pierre Roussel ses hommes etant demmeures â l’opital du Cap, lors du depart de la recrue et attendu qui n’ont pas rejoint le regiment.’
‘J’ai appris que les deux premiers etoit morts deux mois aprés et que les deux autrés avoient été emploijês aux traveaux publicq des lignes, dont Haincelin s’est affranchi par la desertion, et ou le Malheureux Roussel, en â uneCuise casseé par la chute d’une poutre â la veille â ce que l’on m’a assuré, des repasser en Europe.’
‘C’es quatres hommes , Monsieur Le Gouverneur et Messieurs, etoient redavables au prince de Luxembourg des mémes avances que leurs Camarades et le temps qu’ils ont existés au service de la Noble Compagnie, â été plus que Sufficant pour les metre â meme de faire ce rembourcement que consiste’
‘
Savoir | Flor: | Sols | demi |
Pour l'abillement donné a paris par le prince | 34: | 12 | - |
pour l'abillement donné par Messieurs les Commissaires de la Noble Comp:e a [.....] aunsi qu'il â étè d'rifage pour taxtes les recrues pas se d'ans L'Inde, soit anterieur et soit posterieures | 36: | 2 | - |
fourniture a bord | 8: | 12: | - |
Ce que fait pour 4: Hommes | 317: | 4: | - |
A deduire | |||
2 Mois d'avance a' Flissinge â 9: Flor: | 72: | d:o | - |
reste Florin:s | 245: | 4: | - |
Savoir | Flor: | Sols | demi |
Pour l'abillement donné a paris par le prince | 34: | 12 | - |
pour l'abillement donné par Messieurs les Commissaires de la Noble Comp:e a [.....] aunsi qu'il â étè d'rifage pour taxtes les recrues pas se d'ans L'Inde, soit anterieur et soit posterieures | 36: | 2 | - |
fourniture a bord | 8: | 12: | - |
Ce que fait pour 4: Hommes | 317: | 4: | - |
A deduire | |||
2 Mois d'avance a' Flissinge â 9: Flor: | 72: | d:o | - |
reste Florin:s | 245: | 4: | - |
‘Que Je reclame avec d’autant plus de Contrance Monsieur Le Gouverneur et Messieurs que Je ne puis pas Supposer raisonnablement, que vous eussiez fait faire leur de Compte â ces hommes, sans avoir præalablement prisConnoissance du Commandant du Corps, s’ils n’avoit de ja été paijez’
‘Je suis desolé, Monsieur Le Gouverneur et Messieurs de vous importuner pour un objet d’ aussi peut de Consequence, mais il tient au bien du Corps; et J’espere que vous me permettrez d’emploijer â la defence de ses interêts le même Zele d’Emploijer à soutenir ceux de la Noble Compagnie.’
‘Je Suis avec un profond respect Monsieur Le Gouverneur et Messieurs Votre très humble et tres obeissant Serviteur /was geteekend:/ Ch: de raijmond.’
Zo is goedgevonden daar van te stellen Copia in handen van den Soldij Boekhouder deezes Gouvernements omme daarop te dienen van bericht
Terwijl voorts nog geleezen zijnde eene Missive van evenged:e Lieutenant Collonel de Raijmond luijdende als volgd.
‘A Son Excellence’
‘Son Excellence Monsieur van de Graaff Gouverneur du Cap de bonne Esperance et dependenCes, et a Messieurs les Conseillers de la haute regence de cette ville’
‘Monsieur Le Gouverneur & Messieurs’
‘J’ai reçu l’extract de la lettre que vous m’avez fait l’honneur de Communiquer, de M:r M:r de la haute Regence de Batavia, qui â concerne une repetition de 20. Rixd:s sur la Caisse du Regiment, pour pareille avance fait â Batavia avant leur depart pour l’ Europa aux nommés Huet et Thoma, ci devant Soldats au Regiment de Luxembourg.’
‘Cette reclamation me paroit d’autant moins fondée, que ces deux hommes aijant été atteints et Convaincur par le Conseil de Justice de Colombo d’avon pris de la poudre dans une poudriere de la Comp:e, et Condemnes depasser â Batavia pour ij recevoir leur dernier Jugement, le Regiment en â des ce Moment fait l’abandon, leur á solde ce qui leur Revenroit ette’s â detuits de sa force’
‘d’apres cet expossé Mons:r Le Gouverneur et Messieurs vous devez étré convaince de la legitimé de mon refus de paijer ce â quoi je ne pourrois tout au plus Souscrire, que dans l’hijpotese que les deux hommes fussent rentres au Regiment, par le Conseil Superieur de Batavia, et que l’avance de 20. Rijxd:s leur eut été faite â cette Consideration.’
‘Je suis avec unprofond respect’
‘Monsieur le gouverneur et Messieurs Votre tres humble et tres obeissant serviteur /:signe/ Ch: de Raijmond /:duCoté:/ Cap de bonne Esperance le 19: Mars 1789’
Zo is verstaan, dat vermids de daarbij voorm:e Perzonen Van Huet en Thoma
zich niet weder bij het regiment hebben vervoegd gem:e Lieutenant Colonel ook geen rembourseering kan doen van het hun op Batavia voorgeschotene zullende hier van aan de Hooge Indiasche Regeering pligtschuldig kennis worden gegeeven.
Waarna door den Burger Johannes Petrus Marais wierd gepresenteerd het volgende Request
Aan den WelEdelen Gestr Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer en E.E: Achtb: Heeren!’
‘Geeft met alle onderdanigheid te kennen Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: zeer ootmoedige en getrouwe Dienaar Johannes Petrus Mareez burger aan Stellenbosch . Dat hij Suppliant bij resolutie van Heemraads Vergadering aldaar, Sub dato 7. Januarij 1788 waarvan hij de Vrijheid neemd het Extract deeze te doen vergezellen, permissie heeft bekomen van den WelEdelen Gestr: Heer Gouverneur in loco &:a &:a &:a in eigendom te verzoeken zeeker strookje Lands, ter groote van Twee Morgen, geleegen aan Ribeeks Casteel ; dat dit Versoek door Welopgem:e Heer Gouverneur hooggunstig toegestaan zijnde, en hij Verlof verkreegen hebbende zig diesaangaande bij requeste aan UWelEdele Gestr: en E Achtb: te addresseeren, zich heeft vervoegd ter Politicque SeCretarije bij de toenmaligen eerst gesw:e Clercq Johannes Martinus Horak dat deeze hem heeft geweezen naar den gesworenen Clercq Olof Martini Bergh die hem Supp:t niet alleen beloofde het verzogte request te zullen vervaardigen, maar ook de Erffgrondbrief van gemelde Strookje lands bezorgen, hem daarvoor afvragende rd:s 17.6.2. die dan ook terstond zijn Voldaan, dat den Suppliant zedert dien tijd verscheiden malen gem:e Horak en Bergh heeft verzocht en laten verzoeken, om de Erffgrondbrief in questie te obtineeren, doch dezelve nimmer heeft kunnen bekomen, onder voorwendzel dat geen van beijden tijd had die optezoeken; dat den Suppliant zich thans wederom ter politicquen SeCretarije vervoegd hebbende van de thans aldaar zijnde eerste gesworen Clercq, tot zijn innigst leedweezen heeft moeten verneemen, hoe niet alleen de Erffgrondbrief niet is gedresseert, maar ook nimmer een Request van den Supp:t in Uw WelEdele gestr: en E Achtb: Vergadering was geëxhibeerd geworden, en dat ter gem:e SeCretarije zich omtrend die zaak niets was bevindende, als het deeze Verzellend Extract resolutie, en de Caart door den gesworen landmeeter op ordre van meerwelgem: Heere Gouverneur den 5. Februarij 1788. vervaardigd, en die den Suppliant de vrijheid neemd aan deeze meede te annexeeren.’
‘Reedenen om welke den Suppliant genoodzaakt is zig te keeren tot UWelEdele Gestr: en E Achtb: met ootmoedige beede dat het Hoogstderzelver Welbehagen zijn moge hem dat strookje Lands in eijgendom te willen vergunnen, en uit hoofde van de geallegueerde reedenen, hem te excuseeren van de betaling der reCognitie bij Uwer WelEdele Gestr: en E Achtb: gevenereerde besluiten op het uitgeeven van Landerijen bepaald; alzo hij vermeend dat niets aan UWelEdele gestr: en E Achtb: zal kunnen doen blijken dat eenige versuim in deeze heeft plaats gehad aan de zijde des Suppliants die te meer op UWelEdele gestr: en E Achb: gunstige ontheffing durft hopen, om dat het verzogte strookjes Lands door hem alleen is gebezigd tot het bouwen van een huijs, alwaar zijn Smitsambagt tot onderhoud van zig zelfs en de Zijnen, zonder hulp van Slaven of iemand ter Wereld voortzet, en dat het Sober bestaan, ‘t welk hij daardoor niettegenstaande zijne ijverige pogingen bekomt, hem buijten staat stellen om zonder Contracteeren van Schulden, de bepaalde reCognitie in ‘s Comp:ies Cassa te kunnen brengen’
’/:Onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ Johannes Petrus Mareez’
Over welks inhoude rijpelijk gedelibereerd en daar bij in aanmerking genomen zijnde, de reedenen die door den Suppliant bijgebragt zijn, is uit dien hoofde goedgevonden voor dit maal het verzogte Stuk Lands vrij van betalinge van enige erkentenisse aan den Suppliant in eijgendom te CondesCendeeren
En is wijders op de desweegens per Requeste gedaane versoeken van de Adsistenten der E Compagnie Thieleman Johannes van der Sande, en Cornelis van der Does, aan deselven gepermitteerd om met het particulier ingehuurd Schip Handellust naar Europa te mogen overvaren.
Vervolgens geleezen zijnde een vertoog van Commissarissen uit den Raad van Justitie, luijdende
Aan den WelEdelen Gestr Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de goede Hoop en dies Ressorte &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer en E,E, Achtb: Heeren!’
‘Vermids de burgers deezer Plaatse George Diederik Geere en Jacobus Kriger zig onlangs naar de Colonie Graaffe Rijnet ter woon hebben begeeven, en dus van domicilium verandert zijn, waardoor derzelver aansprekers plaatzen bij de Begraffenissen alhier zijn komen te vaceeren; neemen Commissarissen derhalven de vrijheid Uwe WelEdelen Gestr: en E. Achtb: inplaatse van deselve tot aanspreekers voortedragen, de meede Burgers David Hendrik Mellet en Johannes Ernestus Weesbergh.’
‘Gelijk Commissarissen al verders de vrijheid neemen, omme ten opzigte van den persoon van Christiaan Ziedeman, dewelke in dato 23. Febrarij des Jaars 1787, ter zake van desselvs buijtensporig gedrag, op hun Versoek voor Mattroos in dienst der E Comp:ie getrokken, en als zodanig op ‘t permanent Fregat Schip de Meermin geplaatst geworden is, ter kennisse van Uwe WelEdele gestrenge en E Achtb te brengen, dat Commissarissen op desselvs zedert gehouden gedrag naauwkeurig hebbende gelet nopens desselvs beterschap niet alleen goede getuigenis hebben bekomen, maar ook dat hij heeft beloofd zig in’t vervolg zodanig te zullen gedragen, dat er nimmer wederom eenige klagten over hem zullen kunnen worden gedaan weshalven Commissarissen Uwe WelEdelen gestr: en E Achtb: Reverentelijk verzoeken voorm:e Ziedeman uit den dienst der E Comp:e te ontslaan en onder afschrijving zijner verdiende gage met desselvs vorige burger Vrijdom te favoriseeren.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a was geteekend:/ T: C: Ronnenkamp, Joh:s Smuts, S: v: Echten, C: G: Maasdorp, C: Mappa, R: J: V:D: Riet, G: H: Meijer, J: C: Gie en H: J: de Wet.’
Waarop goedgevonden is, in den daarbij vermeld versoeken van Commissarissen te CondesCendeeren, en overzulks de Burgers David Hendrik Mellet en Johannes Ernestus Weesberg aantestellen tot aanspreekers bij de begravenissen alhier, mitsgaders den persoon van Christiaan Ziedeman uit ‘s Comp: dienst te ontslaan en onder afschrijving van zijn verdiende gage wederom in burger vrijdom te stellen.
Waarna door den Tweeden Adjunct FisCaal M:r Johannes Andreas Truter p:r requeste zijnde verzogt om bij de WelEdele Hoog Achtb Heeren 17:nen om de qualiteit en gage van onderCoopman te mogen Requestreeren, en dit zijn Supplicq favorabel voortedragen, is goedgevonden den Suppliant zulx toetestaan.
En is vervolgens op het dieswegens p:r requeste, gedaan versoek van Laurens Jansen Schipper van ‘t partiCulier retour Schip de goede Hoop , goedgevonden dezelve te adsisteeren met een ondertimmerman van de Equipagie Werff.
Terwijl alvoorts op het dieswegens insgelijks p:r Requeste gedaan versoek van den Capitein ter Zee Laurens Smit verstaan is denselven uit hoofde van zijne Indispositie onder afgeschreeven gagie te Stellen.
En is alwijders, mits het aannaderen des tijds tot de gewoone Jaarlijkse opgaave der Effecten deezer Coloniers besloten darvan bij Affictie van Billietten advertentie te doen.
Waarna door den Heere Secunde Johannes Isaak Rhenius als president van den Raad van Justitie wierd geexhibeerd een vertoog van gem:e Raade van Justitie houdende versoek omme te mogen werden geinfomeerd hoedanig zig te gedragen met opzigte tot den Boedel van den geauffugeerde Cornet der Burger Cavallerij David Malan Davidsz: agter gelaten en nadien den SeCretaris deeses Raads M:r Cornelis van Aerssen in zijn Qualiteit van Vendu meester vrijheid verzogt nevens dat vertoog te mogen voegen zodanige Consideratien en belangens, als hij ter Conservatie van de prærogatives aan zijn gemelde Ampt geaccrocheerd, vermijnde aan deeze Raade te kunnen Suppediteeren, zo is verstaan in dit verzoek te CondesCendeeren en in tusschen het voorschreeve vertoog, bij de Respective Heeren raadsleeden in Rondleezing te nemen.
Terwijl laatstelijk uit eenen Missive van Land drost en Heemraaden van Graaff Rijnet , gebleeken zijnde, dat vermids den Heemraad en Burger Lieutenant aldaar Tjaard van der Wald, zig met er woon stond te begeeven onder de Colonie Zwellendam , hij van der Waldt overzulx verzogt van die Twee Posten te mogen weesen ontslagen, zo is goedgevonden denzelven Tjaard van der Wald ingevolge zijn versoek te ontslaan, en weederom in desselvs Plaats tot Heemraad uit eene teffens overgezondene Nominatie te verkiezen en aantestellen den Perzoon van Willem Louw.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 104-111.¶
Dingsdag den {17890324} 24.’ Maart 1790. [sic]
Bij omvraage, alle præsent dempto de Heer Collonel Gordon.
Geresumeerd zijnde de door den Heer Hoofdadministrateur Johannes Isaak Rhenius ingediende Memorie, nopens de goederen, dewelke op de lading van het provisieSchip de Schelde te min, en gebroken zijn uitgeleeverd, met de daar aan geannexeerde verklaringen van geCommitteerdens, en de geexhibeerde verantwoording dienaangaande, van den gezachhebber op gemelde Bodem Coenraad Blom, zijnde van na volgende inhoude
Aan den WelEdelen gestrengen Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur in Loco &:a &:a &:a den onderget. Gezachhebber van ‘t Schip de Schelde hebbende gelieven te ordonneeren, omme behoorlijk te verantwoorden waardoor de Defecten en minderheeden op de Lading van voorm:e Bodem, voor dit Gouvernement aangebracht zijn ontslaan, zo verklare ik dit oorzaak daarvan te zijn als in margine deeses Staat aangehaald, bestaande in als volgt. Namentlijk:
‘
Wegens de onbekwaamheid der 7. leggers Arak hebbe deselve op Batavia wel vol ontfangen en goed weggestuuwd en welke stuagie voor de ontlossing alhier door twee geCommitteerdens bezigtigd geworden zijnde den Capit:n van Groningen en Steenboom; dog de Lekkagie is zeeker veroorzaakt door 't veel werken van 't Schip en de Slegtheid der fusten | 7. | p:s Leggers met Arak onbekwaam aangebragt | |
Veroorzaakt door 't veel werken van 't schip als bovengem:e zijnde alles wel gestuwd geweest | 4036: | Cannen Aracq op 100. Leggers minder als zijnde daarvan 63. van 6. 19 van 5. 6. van 6. 1. van 7. 4 van 8. 1 van 9. 1 van 10. 1. van 12. 1 van 5. 1. van 22. en van 25. en 1. van 27. duim bij pijling wan bevonden | |
De vuil en aangeslagentheid der 33910 lb Rijst is veroorsaakt door een Lekkagie in de agtersteven Naad, doordiens 't water in de onderste walegang heeft gestaan en welk water vervolgens is doorgeraakt op de rijst.de te min uitgeleverde Rijst komt door grote slegtigheid der Stroozakken, dewelke door 't afscheepen in de Landsboots en 't transporteeren van 't zeehoofd, naar 't Casteel meer een meer gebroken werd, en 't groote Spillage geeft hebbende 't getal der zakken Rijst die op Batavia heb ingenomen wederom alhier gelost. | 96727. | lb rijst op 620,000 ofte 200. Cojangs van 3100: lb ieder Cojang als | |
33910. | lb zo vuil als aangeslagen | ||
62817 | d:o te min uitgeleeverd. | ||
Is veroorsaakt door de slegtheid der Zakken. - | 11 | lb Peper op 2000. lb in twintig dubbelde middelbaare stroozakken en bij Naweeging te min. | |
hebbe desselve op Batavia niet ontfangen. | 26. | P:s Windboomen niet uitgeleeverd. | |
Is veroorzaakt door voormelde Lekkagie aan den Steeven Naad en onder 't leedig lekken van 2 Aamen Randzoen Olij dewelke op de Pakken waarin deselve waaren is nedergedroopen, zijnde 'er 136. p:s dewelke los aan Boord waaren gaaf met Rijst aan de Wal gesonden dewelke uit bijna ten eenemaal aan Stukken gebrooken stroozakken, in deselve overgestord zijn. | 216. | P:s Gonnij Zakken ordinair fijn op | |
4136. | p:s verrot en onbruikbaar | ||
310 | p:s Jatij Planken op 2000. p:s gebrooken | ||
Komt door 't dikwils verwerken bij 't inneemen der Lading op Batavia. En doordien deselve op de steenen en onder de Leggers arak hebben geleegen | |||
Veroorsaakt door 't werken van 't Schip als meede door de swaarte der overige Lading, vermolmd en aan Stukken geraakt, gelijk ook door dikwils verwerken alhier ter Reëde, hebbende deselve zo lang aan Boord moeten houden tot dat 't Schip met Ballast wederom watervast wast. | 1865. | p:s Estricten van 16 duijm op | |
6000: p:s als | |||
103. p:s te min | |||
1762. zo hoekig als gebrooken | |||
1900. | p:s Estricten van 12 duijm op | ||
6000 p:s te weeten: | |||
511 p:s te min | |||
1389: zo hoekig als gebrooken. | |||
Veroorsaakt door voormelde Lekkagie aande Steeven Naad, hebbende het water doorgedrongen tot in't Kruijdgat. | 500 | lb Bussekruijt ofte 10 Vaatjes a 50. lb ieder op 2700 lb of te 54. vaatjes â 50. lb. Ieder met water afgesmolte Bussekruijd half aangevuld, tot het minste gebruik onbequaam, en tot geen ander nut als aan Strand gedraagen te worden, onder de andere 44. vaatjes bevinden zig ook nog eenige dewelke niet anders als tot Salut Schotens kunnen gebruikt worden, edog voor goed aangenomen zijnde, terwijl in dat geval(:wat sterker Lading) deselve dienst kan doen:) | |
Veroorzaakt door voormelde Lekkagie en door de Sterke | 20 | Bossen rottingen op 1500. Bossen verstikt | |
Brueijing van 't Schip Veroorzaakt door voormelde Lekkagie van Olij als meede door een Lekkagie van water in de tusschen dekspoort welk water is doorgelopen langs 't onderdek, alwaar geen pakken lagen. | 49 | p:s quinees Fijn gebleekt, Binula patnanis, in Soort in 3. pakken van 40. p:s ider pak, als | |
40. | p:s in een pak N:o 49. ten eenemaal aangeslagen en door de olij nat geworden. | ||
Weet nietwaaruit dit voorspruit als hebbende 't luijkensluijten zelfs gepast en nooit iemand bij deese Pakken geattrappeerd. | 4 | p:s in een pak | } bevonden te zijn opengescheurt |
21 te min | |||
5 | d:o d:o een d:o | ||
96 te min d:o | |||
Deselve zijn de geheele rijs op een goede plaats gesteld geweest en heb 'er Zelfs 2. maal na gezien 's weeks niet kunnen ontdekken er ooijt iets aande Cassen beschadigd isgeworden, als zijnde deselve door mij in eijgen | 5 | lb Noten MusCaat in 2. kisten N:o 1., 2. op 119 lb te min als hebbende | |
N: 1 Bruto gewog: 1/19 lb tarra 49. Netto 62 lb: Noten | |||
d:o 2 Bruto d:o 127. lb tarra 46. d:o N:o 52 lb: Noten. | |||
Persoon, zo als op Batavia aan Boord ontfangen heb, wederom afgescheept kunnende de minderheid geene andere oorsaak hebben als dat het minder gewicht door de hitte is voortspruijtende | 1 | d:o Garioffel Nagelen in voorschr: 2 Kisten bij naweeging te min als hebbende | |
N:1 Bruto gewogen 141 lb: Tarra 49. d:o | |||
Netto 30. lb: Nagelen | |||
d:o 2. Bruto 127. lb: tarra 46. d:o | |||
Netto 29 lb: Nagelen | |||
Heeft bij bovengem:e Noten en Nagelen gestaan en heeft alhier bruto gewogen 89 lb: tarra 17 1/2 lb: Netto 71 1/2 lb daar 't zelve volgens Factuur van Batavia moest wegen Bruto 91 lb:, zo denke de Tarra, aldaar van gem:e Zoekeltje Foulie is vergeeten aftetrekken, zijnde 't zelve afgeleverd als 't ontfangen is, en 't manqueerende lb ræfunieere als bovengemeld ingedrogen te zijn | 18 | en 1/2 lb: Foulie Raap of tweede zoort op | |
90 lb: foulie, en 't zoekeltje moest weegen bruto, volgens factuur 91 lb en heeft bruto gewogen 89. lb: tarra | |||
17 1/2 | lb: Netto 71 1/2 lb: dus te min | ||
18 1/2 | lb: |
Wegens de onbekwaamheid der 7. leggers Arak hebbe deselve op Batavia wel vol ontfangen en goed weggestuuwd en welke stuagie voor de ontlossing alhier door twee geCommitteerdens bezigtigd geworden zijnde den Capit:n van Groningen en Steenboom; dog de Lekkagie is zeeker veroorzaakt door 't veel werken van 't Schip en de Slegtheid der fusten | 7. | p:s Leggers met Arak onbekwaam aangebragt | |
Veroorzaakt door 't veel werken van 't schip als bovengem:e zijnde alles wel gestuwd geweest | 4036: | Cannen Aracq op 100. Leggers minder als zijnde daarvan 63. van 6. 19 van 5. 6. van 6. 1. van 7. 4 van 8. 1 van 9. 1 van 10. 1. van 12. 1 van 5. 1. van 22. en van 25. en 1. van 27. duim bij pijling wan bevonden | |
De vuil en aangeslagentheid der 33910 lb Rijst is veroorsaakt door een Lekkagie in de agtersteven Naad, doordiens 't water in de onderste walegang heeft gestaan en welk water vervolgens is doorgeraakt op de rijst.de te min uitgeleverde Rijst komt door grote slegtigheid der Stroozakken, dewelke door 't afscheepen in de Landsboots en 't transporteeren van 't zeehoofd, naar 't Casteel meer een meer gebroken werd, en 't groote Spillage geeft hebbende 't getal der zakken Rijst die op Batavia heb ingenomen wederom alhier gelost. | 96727. | lb rijst op 620,000 ofte 200. Cojangs van 3100: lb ieder Cojang als | |
33910. | lb zo vuil als aangeslagen | ||
62817 | d:o te min uitgeleeverd. | ||
Is veroorsaakt door de slegtheid der Zakken. - | 11 | lb Peper op 2000. lb in twintig dubbelde middelbaare stroozakken en bij Naweeging te min. | |
hebbe desselve op Batavia niet ontfangen. | 26. | P:s Windboomen niet uitgeleeverd. | |
Is veroorzaakt door voormelde Lekkagie aan den Steeven Naad en onder 't leedig lekken van 2 Aamen Randzoen Olij dewelke op de Pakken waarin deselve waaren is nedergedroopen, zijnde 'er 136. p:s dewelke los aan Boord waaren gaaf met Rijst aan de Wal gesonden dewelke uit bijna ten eenemaal aan Stukken gebrooken stroozakken, in deselve overgestord zijn. | 216. | P:s Gonnij Zakken ordinair fijn op | |
4136. | p:s verrot en onbruikbaar | ||
310 | p:s Jatij Planken op 2000. p:s gebrooken | ||
Komt door 't dikwils verwerken bij 't inneemen der Lading op Batavia. En doordien deselve op de steenen en onder de Leggers arak hebben geleegen | |||
Veroorsaakt door 't werken van 't Schip als meede door de swaarte der overige Lading, vermolmd en aan Stukken geraakt, gelijk ook door dikwils verwerken alhier ter Reëde, hebbende deselve zo lang aan Boord moeten houden tot dat 't Schip met Ballast wederom watervast wast. | 1865. | p:s Estricten van 16 duijm op | |
6000: p:s als | |||
103. p:s te min | |||
1762. zo hoekig als gebrooken | |||
1900. | p:s Estricten van 12 duijm op | ||
6000 p:s te weeten: | |||
511 p:s te min | |||
1389: zo hoekig als gebrooken. | |||
Veroorsaakt door voormelde Lekkagie aande Steeven Naad, hebbende het water doorgedrongen tot in't Kruijdgat. | 500 | lb Bussekruijt ofte 10 Vaatjes a 50. lb ieder op 2700 lb of te 54. vaatjes â 50. lb. Ieder met water afgesmolte Bussekruijd half aangevuld, tot het minste gebruik onbequaam, en tot geen ander nut als aan Strand gedraagen te worden, onder de andere 44. vaatjes bevinden zig ook nog eenige dewelke niet anders als tot Salut Schotens kunnen gebruikt worden, edog voor goed aangenomen zijnde, terwijl in dat geval(:wat sterker Lading) deselve dienst kan doen:) | |
Veroorzaakt door voormelde Lekkagie en door de Sterke | 20 | Bossen rottingen op 1500. Bossen verstikt | |
Brueijing van 't Schip Veroorzaakt door voormelde Lekkagie van Olij als meede door een Lekkagie van water in de tusschen dekspoort welk water is doorgelopen langs 't onderdek, alwaar geen pakken lagen. | 49 | p:s quinees Fijn gebleekt, Binula patnanis, in Soort in 3. pakken van 40. p:s ider pak, als | |
40. | p:s in een pak N:o 49. ten eenemaal aangeslagen en door de olij nat geworden. | ||
Weet nietwaaruit dit voorspruit als hebbende 't luijkensluijten zelfs gepast en nooit iemand bij deese Pakken geattrappeerd. | 4 | p:s in een pak | } bevonden te zijn opengescheurt |
21 te min | |||
5 | d:o d:o een d:o | ||
96 te min d:o | |||
Deselve zijn de geheele rijs op een goede plaats gesteld geweest en heb 'er Zelfs 2. maal na gezien 's weeks niet kunnen ontdekken er ooijt iets aande Cassen beschadigd isgeworden, als zijnde deselve door mij in eijgen | 5 | lb Noten MusCaat in 2. kisten N:o 1., 2. op 119 lb te min als hebbende | |
N: 1 Bruto gewog: 1/19 lb tarra 49. Netto 62 lb: Noten | |||
d:o 2 Bruto d:o 127. lb tarra 46. d:o N:o 52 lb: Noten. | |||
Persoon, zo als op Batavia aan Boord ontfangen heb, wederom afgescheept kunnende de minderheid geene andere oorsaak hebben als dat het minder gewicht door de hitte is voortspruijtende | 1 | d:o Garioffel Nagelen in voorschr: 2 Kisten bij naweeging te min als hebbende | |
N:1 Bruto gewogen 141 lb: Tarra 49. d:o | |||
Netto 30. lb: Nagelen | |||
d:o 2. Bruto 127. lb: tarra 46. d:o | |||
Netto 29 lb: Nagelen | |||
Heeft bij bovengem:e Noten en Nagelen gestaan en heeft alhier bruto gewogen 89 lb: tarra 17 1/2 lb: Netto 71 1/2 lb daar 't zelve volgens Factuur van Batavia moest wegen Bruto 91 lb:, zo denke de Tarra, aldaar van gem:e Zoekeltje Foulie is vergeeten aftetrekken, zijnde 't zelve afgeleverd als 't ontfangen is, en 't manqueerende lb ræfunieere als bovengemeld ingedrogen te zijn | 18 | en 1/2 lb: Foulie Raap of tweede zoort op | |
90 lb: foulie, en 't zoekeltje moest weegen bruto, volgens factuur 91 lb en heeft bruto gewogen 89. lb: tarra | |||
17 1/2 | lb: Netto 71 1/2 lb: dus te min | ||
18 1/2 | lb: |
‘Zullende UWelEd: Gestr: en E. Achtb: uit in margine deeses ter neder gestelde klaarlijk de waaragtige reedenen kunnen beögen, waardoor de minderheden en defecten, der voorschr: goederen, haar oorsprong hebben, om welke reedenen de ondergeteekende, op de eerbiedigste wijze versoekt, als een Dienaar die de E Comp:e zedert dat hij deselve gedient heeft altoos trouw en Eerlijk heeft behandelt dat hij voor gem:e minderheden en defecten der bovengem:e goederen, niet moge werden belast’
’/:onderstond:/ In’t Schip de Schelde 23. Maart 1789’
’/:was geteekend/ C: Blom.’
Omtrend welk een en ander in aanmerking genomen zijnde dat het aan de Rijst onstaan bederf, door een lekkagie agter aan de Steeven Naad, van het Schip veroorzaakt is, dat ook deese lekkagie benevens ‘t veel werken van het Schip het bederf aan de Arak heeft te weege gebracht, terwijl de voorschr Lekkagie aan ‘t Schip, en het leedig lekken van twee aamen randzoen olij, de verrotting en verstikking der Gonnij zakken heeft veroorzaakt, en het breeken der Estrikken deels aan het werken van het Schip, deels door de Swaarte der overige Lading, onder anderen bestaan hebbende, in de Jatij Planken, waardoor ook, mitsgaders door het dikwils verwerken bij het inneemen der Lading op Batavia 310. p:s derselve gebrooken zijn, te attribueeren is, heeft men dierhalven moeten besluiten, het een en ander te passeeren, en bij de Negotie Boeken deeses Gouvernements te doen afschrijven, en zo meede de gebrookene Houtwerken als geenzints aan versuim of agteloosheid der Scheeps Overheeden kunnende geattribueerd worden te passeeren, zullende deselve gebrokene Houtwerken en vloersteenen bij publicque Vendutie, voor zo veel als nog zouden mogen gelden worden verkogt, Dan, ten aanzien der te min uitgeleverde Arak, Bindrottingen, Peper, Houtwerken, Estricten en rijst, is verstaan, het bedragen van dien, de opperhoofden van meergemelden Bodem op hunne Soldij reek: in manier als volgd te doen belasten, namentlijk
Neerl Geld | Duc: van 66 Stuij N: Geld | Indiasch Geld van 80 Stuij p:r DuC: | ||
156 | Cannen Arak zijnde 3/4 pC:o tegens uitkoop prijs | ƒ67:11:- | p: 20: 31/66 | 81:17:08: |
70 lb: | Peeper zijnde 3 1/2 pC:o N:o tegens uitkoopprijs | d:o 30:16:-: | d:o 9 1/3 | 37:06:08: |
3 13/16 d:o | Noten MusCaten zijnde 3 1/5 prC:t Sch: tegens uitkoop prijs | d:o 28:12:- | d:o 8 2/3 | 34:13:08: |
3/8 d:o | Guarroffel Nagelen, zijnde 2/3 pC schr:s tegenstuk: | d:o 1:19:08: | 79/132 | 2:08:- |
17 1/2 d:o | foulie of raap 2 Zoort, zijnde 19 1/4 pc n:w teg: uitkpr: | d:o 173:05:- | 52 1/2 | 210:-:- |
20 p:s | windbomen, met 2 Capitaal advans | d:o 91:16:-: | 27 9/11 | 111:05:08: |
9 d:o | Guinees fijn gebleekt Bimilipatn : tegens 1/2 Cap: advans | 227:09:08: | 68 41/44 | 275:14:08: |
103 d:o | Estricten van 16 d:m zijnde 1 1/10 pC:o r:m tegens uitkprijs | 87:07:08: | 26 21/44 | 105:18:- |
511 d:o | d:o d:o 12 d:o d:o 8 1/2 d:o d:o d:o d:o | 76:13:- | 23 5/22 | 92:18:- |
62807 lb | Rijst tegens markt prijs â rd: 2 1/8 tCento zijn Duct:e | 889 11/12 | 3559:13:08 | |
ƒ4511:15:- | ||||
Hierop 25 pC:o verhoging zijnde | d:o 1127:19 | |||
Te zamen | ƒ5639:14:- | |||
Komt voor reekening van den Capitijn 2/3 | ƒ3759: 16: | |||
Cap:n Lieut: 1/3 | d:o 1879: 18: | |||
Als gemeld | ƒ5639: 14: |
Neerl Geld | Duc: van 66 Stuij N: Geld | Indiasch Geld van 80 Stuij p:r DuC: | ||
156 | Cannen Arak zijnde 3/4 pC:o tegens uitkoop prijs | ƒ67:11:- | p: 20: 31/66 | 81:17:08: |
70 lb: | Peeper zijnde 3 1/2 pC:o N:o tegens uitkoopprijs | d:o 30:16:-: | d:o 9 1/3 | 37:06:08: |
3 13/16 d:o | Noten MusCaten zijnde 3 1/5 prC:t Sch: tegens uitkoop prijs | d:o 28:12:- | d:o 8 2/3 | 34:13:08: |
3/8 d:o | Guarroffel Nagelen, zijnde 2/3 pC schr:s tegenstuk: | d:o 1:19:08: | 79/132 | 2:08:- |
17 1/2 d:o | foulie of raap 2 Zoort, zijnde 19 1/4 pc n:w teg: uitkpr: | d:o 173:05:- | 52 1/2 | 210:-:- |
20 p:s | windbomen, met 2 Capitaal advans | d:o 91:16:-: | 27 9/11 | 111:05:08: |
9 d:o | Guinees fijn gebleekt Bimilipatn : tegens 1/2 Cap: advans | 227:09:08: | 68 41/44 | 275:14:08: |
103 d:o | Estricten van 16 d:m zijnde 1 1/10 pC:o r:m tegens uitkprijs | 87:07:08: | 26 21/44 | 105:18:- |
511 d:o | d:o d:o 12 d:o d:o 8 1/2 d:o d:o d:o d:o | 76:13:- | 23 5/22 | 92:18:- |
62807 lb | Rijst tegens markt prijs â rd: 2 1/8 tCento zijn Duct:e | 889 11/12 | 3559:13:08 | |
ƒ4511:15:- | ||||
Hierop 25 pC:o verhoging zijnde | d:o 1127:19 | |||
Te zamen | ƒ5639:14:- | |||
Komt voor reekening van den Capitijn 2/3 | ƒ3759: 16: | |||
Cap:n Lieut: 1/3 | d:o 1879: 18: | |||
Als gemeld | ƒ5639: 14: |
Waartegen aan deselve opperhoofden voor het geene op de Poeder Zuijker, Wasch kaarsen en Catoene gaarens minder dan de gepermitteerde afschrijving toe staat te kort gekomen is, op gemelde hunne Soldij reekening het volgende zal werden te goede gedaan te weeten.
Ned geld | DuC van 66 Stuijv Nederl Geld | Indias geld van 80 st p Ducaton | ||
1558. lb | Poeder Suijker als | |||
1220 lb | de gevalideerde | |||
3 pC:o | ||||
op 40073-lb | ||||
356 d:o aan overwigt | ||||
1558 lb | Poeder zuijker tegens inkoops prijs | ƒ272:13:- p | 82: 41/66 | ƒ330:09:08: |
15 lb | wasch zijnde 3 pC:o tegens 1/2 Cap: advans | 12:18:-: | 3 10/11 | 15:12:08 |
60 d:o | Caarsen d:o 3 d:o d:o 1/2 d:o d:o | 68:17:- | 20 19/22 | 83:09:-: |
40 d:o | Catoene gaaren d:o2 pC:o advans d:o | 15:10:-: | 4 23/33 | 18:16:-: |
Tezamen | ƒ448 07:-: | |||
Komt voor reekening van den Cap: 2/3? | ƒ298:18:- | |||
d:o d:o d:o d:o d:o [.....] 1/3 | d:o 149:09- | |||
Als boven | d:o 448:07:-: |
Ned geld | DuC van 66 Stuijv Nederl Geld | Indias geld van 80 st p Ducaton | ||
1558. lb | Poeder Suijker als | |||
1220 lb | de gevalideerde | |||
3 pC:o | ||||
op 40073-lb | ||||
356 d:o aan overwigt | ||||
1558 lb | Poeder zuijker tegens inkoops prijs | ƒ272:13:- p | 82: 41/66 | ƒ330:09:08: |
15 lb | wasch zijnde 3 pC:o tegens 1/2 Cap: advans | 12:18:-: | 3 10/11 | 15:12:08 |
60 d:o | Caarsen d:o 3 d:o d:o 1/2 d:o d:o | 68:17:- | 20 19/22 | 83:09:-: |
40 d:o | Catoene gaaren d:o2 pC:o advans d:o | 15:10:-: | 4 23/33 | 18:16:-: |
Tezamen | ƒ448 07:-: | |||
Komt voor reekening van den Cap: 2/3? | ƒ298:18:- | |||
d:o d:o d:o d:o d:o [.....] 1/3 | d:o 149:09- | |||
Als boven | d:o 448:07:-: |
Terwijl ten belange der door voorm: gezachthebber ingebrachte reedenen, omtrend de ontstaane en excedeerende, importante minderheeden op de Arak, Rijst &, aan de Hoge Indiasche Regeering wordt overgelaaten, daar op zodanig gunstig reguard te slaan, als Hoogstdeselve zouden mogen oordeelen te kunnen plaats hebben, en van Haar Hoog Edelens believen af zal hangen.
En wijders nagezien het Rapport van den op het voorm:e Provisie Schip de Schelde Commandeerende Gezachhebber Coenraad Blom, nopens de dagelijkse verrigtingen, in’t lossen en weeder beladen van dien Bodem, waarop voor appostille zal worden gesteld, dat hetzelve in alles na waarheid opgegeeven zijnde, door het volhandig Werk, dat men tot het ontladen, der voor dit Gouvernement uitgekomene. S’ Comp: en PartiCuliere ingehuurde Scheepen, heeft gehad, en zo meede, met de depeches der sucCessive gearriveerde RetourScheepen, het gedagte Schip de Schelde dus niet eerder heeft kunnen worden afgevaardigt.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 112-133.¶
Vrijdag den {17890403} 3. April 1789.
S’ voormiddags alle present dempto den Heer Colonel Gordon.
Volgens resolutie deezer Vergadering van den 24. Februarij Jongstleeden op Heeden vastgesteld en gearresteerd, zijnde, den navolgenden Eed voor de ordinaire geCommitteerdens ter deezen Gouvernemente.
Ik belove en sweere de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal van de VerEenigde Nederlanden als mijne Hoogste en Souveraine overheid zijne Doorluchtigste Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nassau, Erffstadhouder Capitein en Admiraal Generaal als mijne Opperbewindhebber en Gouverneur Generaal, de Edele Heeren Bewindhebberen van de Generale Nederlandsche Geoctroijeerde Oost Indische Comp:ie mitsgaders den Edelen Heer Gouverneur en Raad alhier aan Caab de Goede Hoop, gehouw en getrouw te zullen weezen het ambt van ordinaire Gecommitteerde wel waarneemen, alle de Geldkisten goederen en Effecten der E Compagnie die mij geordonneert worden te ontfangen en aftescheepen, behoorlijk overleeveren, van de geene die door mij worden ontpakt, niets bederven of vervreemden, zorge dragen dat zulks ook niet door anderen geschied, de geenen die zig daarin mijns wetens te buijten gaan, zonder aanzien van Personen aanklagen, en van alle defecten en minderheeden, die ten mijnen overstaan op de Scheepsladingen als andersints worden uitgeleeverd, waaragtig rapport en verslag te doen, en mij voorts in alles wat mij zal mogen worden toevertrouwd gedragen, als een opregt en getrouw Dienaar betaamd, zonder mij daarvan te laten afkeeren, om eenig gewin, profijt, haat ofte gunst van iemand, wie het zoude mogen weezen.
Is goedgevonden deezen Eed door de thans in Functie zijnde ordinaire
Gecommitt:s te doen afleggen, en zulks in’t vervolg telkens te observeeren, met opzigt tot die geenen die daar toe in der tijd zullen worden aangesteld.
Waarna door den met het Schip de Helena Louisa alhier aangelanden oppermeester Jan Morel wierd gepresenteerd het volgend request
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Edelen Achtb: Raad van Politie deezes Gouvernements.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E Achtbare Heeren’
‘Geeft met alle verschuldigde Eerbied te kennen Uwer WelEdele Gestrenge en E Achtb: onderdanige Dienaar Jan Morel, hoe hij Suppliant in den Jaare 1786. in dienst der E Comp:ie in qualitijt als oppermeester is uitgevaaren, met het partiCulier Schip de Eensgezindheid , en in den Jaare 1787 door de Hoge Indiasche Regeering uit den dienst ontslagen en permissie verkreegen om in gem:e zijne qualiteit te mogen vaaren in dienst van den Heer Jan Boers alhier met het Scheepje de Helena Louisa aangeland, dat den Suppliant ten deezen Gouvernemente aangekomen, de Bodem waarop hij beschijden was, direct heeft moeten zien verkopen, en niettegenstaande alle aangewende pogingen, geene bekwame geleegentheid heeft mogen vinden naar Europa te rug te vaaren waarin de Ziekte die hij heeft moeten ondergaan ook niet tot een geringe hinderpaal heeft gestrekt’
‘Dat den Suppliant aldus aan deezen uithoek verbleeven, vermeend aan de zelve een bestendig bestaan te zullen kunnen vinden, te meer daar zig gelegentheid voor hem opdoet, om door het Huwelijk met een fatzoenlijke weduwe zig op eene goede wijze te kunnen etabliseeren.’
‘Om alle welke reedenen den Suppliant de vrijheid neemd zig met gepaste eerbied te keeren tot UWelEdele Gestr: en E Achtb: met ootmoedige beede dat het van Hoogstderzelver welbehagen zijn moge hem het burger Vrijdom deezer plaatse gunstig te verleenen of hem langs eenen anderen weg op eene bestendige geruste wijze alhier te laten remoreeren, zullende het eenigst doelwit des Supp:tl steeds zijn, om door een deugdzaam gedrag en het Stipt opvolgen zijner Pligten zig die gunst van UWelEdele Gestr: en E Achtb: waardig te maken.’
‘/onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ Jan Morel.’
Waar over gebesoijgneerd zijnde is verstaan den Supp:t bij provisie te permitteeren; om alhier in den Staat, waarin hij zig thans bevind te mogen verblijven, ten einde in der tijd naar mate zijner Conduite hem zulks zal waardig maken, op deezen Requeste zodanig te disponeeren, als zal worden bevonden te behoren
Zijnde insgelijks door den op het Schip Schoonderlo in qualiteijt als Jonge Mattroos bescheijdenen Johannes Gustaaf Aspeling, p:r Requeste verzogt, om hem Suppliant met zijn aangebooren Burger Vrijdom deezen Plaatse te begunstigen, zo is goedgevonden hem dit zijn verzoek toetestaan, mits hij vooraf restitueere de Maandgelden die hij van de E Comp:ie geduurende zijne Trajet herwaards, zo genoten als verdiend heeft mitsgaders betale het gewoon Transport en kostgeld voor zijn passage.
En is wijders op het dieswegens per Requeste gedaan versoek van den ter
Secretaris van Justitie dienst doenden adsistend Willem Bergh, goedgevonden denselven te accordeeren, omme met een der eerst retourneerende ‘s Comp:e Scheepen behoudens zijn qualitijt en daartoe staande Bagage, naar Nederland te mogen vertrekken; en bij de Hoog Gebiedende Heeren Majores zijn versoek te appuijeeren, omme hem Suppliant, zo wanneer hij daartoe wederom mogt inclineeren, gunstige permissie te verleenen, omme naar de Indiën of wel deeze zijne geboorte plaats, en zijne voorschr: qualitijt te retourneeren
Vervolgens door den burger Stephanus Hofmeijer en Hilletje Smuts wed:we wijlen den meede Burger Willem Versveld gepresenteerd zijnde het volgende Request
‘Wel Edele Achtbare Heeren Raden van Politie, resideerende binnen Cabo de goede Hoop &:a &:a’
‘Met alle Schuldige Eerbied hebben de ondergeteekende Stephanus Hoffmeijer en Hilletje Smuts, wed:we wijlen den Burger Willem Versveld:/ Burger en Burgeresse van Cabo de Goede Hoop thans woonagtig in de Tafelvalleij d’ Eere UWelEdele Achtb: reverentelijk onder ‘t oog te brengen, hoe de Supplianten geduurende een geruijmen tijd zijn geoccupeert en lastig gevallen door den Molenaar van de E Compagnies Gortmolen, met gestadig het water van de platte klip afkomende te keeren, Ja zelfs op die tijd dat aan de Supplianten /: volgens Extract uit de Resolutien van UWelEdele Achtb: in dato 3 April 1787. het water geaccordeert is.’
‘Dat gemelde Molenaar in vorige Jaaren zelfs aan de Supplianten heeft geaccordeert, om ‘s Namiddags gebruik van gesz:e Water te maken (:maar nu zo het Schijnd niet te beweegen is:/ te meer door dien het grootste gedeelte van de Caap in’t gesz:e water wascht, en dus de Supp:t niet meer kunnen rekene dan een paar Uuren des morgens daarvan te kunnen gebruik maken, alzo het water dat van de platte klip komt, door de menigvuldige Wassers word afgedamt en tegen gehouden, zo dat zomtemets ‘s morgens om Agt en Negen Uuren geen water meer is lopende, en door dien weg de groente in de Tuijnen moeten laten verdorren en verbranden buijten nog het inConvenient te hebben dat zomtijds zodanig door den ZO Wind worden geteijsterd, ‘t welk zo voortgaande aan de Supp:ten een bepaalden ondergang en ruine voor oogen steld waarom de Supp:ten tot prevenieering van het zelve, met alle ootmoedigheid zig zijn keerende tot UWelEdele Achtb: met de allerdemoedigste beden, om aan de Supplianten toe te staan, ieder om den anderen Dag ‘s avonds van 5. tot 7 Uuren een Straal water te mogen hebben om tot gietwater te kunnen gebruijken: Zullende de Supp:ten ingevalle hunne beede door UWEAchtb: wierden g’approbeert, zig verbinden om alle avonden een paar Slaven naar de platte klip te stuuren omde als dan gemaakte dammen der Wassers open te breeken, waar door de E Compagnies Molens ook meer water bekomt’
‘Kunnende de andere Tuijniers geen de minste oppositie of tegenwerping omtrend de Supplianten hunne bede doen uit reden geen Thuijnen bij het meergemelde water geinteresseert zijn dan de Supp:e zelver, zo als UWEd: Agtb kunnen zien in d Resolutie hier voren gemeld.’
‘Waarop UWEd: Achtb: zeer gunstige desisie ben soliciteerende.’
‘/Onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend/ S: J: Hoffmeijer, Versveld.’
Zo is goedgedagt Copije van het zelve te stellen in handen van het Lidt deeses Raads M:r Jacobus Johannes Le Sueur benevens Commissarissen uit den Raad van Justitie ten einde te examineeren en te berigten wat van deeze zaak zij ? en of en in hoe verre in dezelve eenige nadere ofte andere Schikking zoude kunnen werden gemaakt, als bij Resolutie deezer Tafel van den 5 April 1787. is vastgesteld geworden.
Door ‘t College van Weesmeesteren alhier aan deezen Raade gepræsenteerd, en bij de Heeren Leeden in rondleezing genomen zijnde, zeeker ampel vertoog, houdende de daarbij in’t breede gedetailleerde beswaaren, tegens zodanig decreet, als door den Raad van Justitie alhier Sub dato 22. December Jongstleeden is genomen, met opzigte tot zeekere onder handsche Testamentaire Dispositie door wijlen den Burger Martinus Melk en zijne Huijsvrouw Anna Elisabeth Kriel opgericht, en ten Fine van Examinatie door bovengem: Weeskamer aan evenged: Justitieelen Raade geëxhibeerd; zo is in aanmerking niet alleen dat deeze Zaak zelve door meerged: Raade van Justitie finaal is afgedaan, maar ook dat intusschen daarenboven nog over dit zelve Subject, door en van wegens voorsz: Anna Elisabeth Kriel, wed:we Martinus Melk tegens haare meede Executeuren Jan Andries Horak en Jan David Beijers, voor dikwils gemelde Raade proces gemoveerd en voldongen zijnde, zij wed:we Melk, als Succumbante tegen het daar inne gevelde Vonnis appel heeft geinstitueerd aan den Edelen Achtb: Raade van Justitie tot Batavia , geoordeelt, geene obstaculen, of hindenissen aan den weg van regten in deezen te kunnen of mogen toebrengen, en dierhalven goedgevonden en verstaan op het gem: Vertoog van de Weeskamer geen besluit te neemen, maar het zelve ter SeCretarije te doen Seponeeren.
Wijders door den Heere Hoofde Administrateur Johannes Isaak Rhenius met versoek om daarop dispositie te erlangen, in Raade geproduceert zijnde de onderstaande
‘Memorie van de na beschr: Lijn, en Olijven Olij, Bier, Houtwerken, Ijzer &:a zo te min, gebroken, als bij pijling minder, als meede de Lijff Eijgenen in de Jongstgepasseerde Maanden September October, November, en December des voorL: Jaars, mitsgaders Januarij en Februarij deezes Jaars door de natuurlijke dood overleeden, en ‘t Vee ingem: tijd zo verrekt als door ‘t Wildgedierte verslonden, alles volgens verklaringen blijkende namentlijk’
‘
Uit 't Schip de Dapperheid | |||
Inneemen | 2 | paar Gebraaijde Kouzen in 1 Cas N:o 1 op 350. p:r meerder bevonden | |
afschr: { | 198 | Cann: Lijn Olij op 25. Halve Aamen bij pijling te min, als zijnde 10. van 3. en 15. van 4. d:m bij pijling wan bevonden. | |
Verkopen { | 29 | p:s greene deelen van 1 1/2 d:m op 400. p:s | |
10 | d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o 150. d:o gebr: | ||
7 | d:o d:o d:o d:o 1 d:o d:o 100. d:o | ||
Uit 'T Schip Berkshoven | |||
Verkopen { | 5311 | p:s geele Klinkersteenen op 20,000 p:s | } gebroken |
7340 | d:o graauwe Moppen d:o 20,000 d:o | ||
Uit Schip 'T Duijfje | |||
9490: | graauwe Moppen op 20,000 p:s | } Gebroken | |
5820. | geele klinkersteenen d:o 20000 d:o | ||
3 | Schuijts roeijriemen d:o 50 d:o | ||
Uit 't Schip de Twee Gezusters | |||
Afschrijven | 611 | lb: Ijzer gesorteerd op 37000. lb: in 1798 Staven te min | |
Verkopen | 15 | p:s Ijzere Potten op 155. p:s gebroken | |
afschr: | 2 | Slootplaten d:o 100 d:o te min | |
afschr: | 556 | glaaze ruijten van 12. 14 d:m op 4000 p:s in 16 Cassen gebroken | |
137 | p:s Cann: Olijven Olij op 658 3/4 Stoop in 22. halve Aamen bij pijling minder, als zijnde 15. van 3. 5 van 5. en 2. van 4. d:m wan bevonden | ||
1 | p:s Stukvatsduig op 25 p:s te min | ||
Verkopen | 6 | rollen swaar en ligt hollands Zeijldoek op 18. rollen in 3. Cassen verweerd en aangeslagen | |
afschr: { | 3/4 | Vat teer tot 't opvullen van 14. en 1/4. Vaten verbruijkt | |
162 | p:s kogels van 24. lb: op 730 lb: te min | ||
35 | d:o d:o d:o 3 d:o d:o 1000 d:o te min | ||
Verkopen | 27480 | Lijdsche Steenen op 66000 p:s gebroken | |
afschr: | 100 | p:s houte Blok nagels op 229 p:s in een Cas te min, zijnde egter 't afpak briefje maar van 129 p:s meldende | |
Uit 't Schip Noord Holland | |||
afschr: | 130 | lb: Ijzer gesorteerd op 10,000 lb in 108 Staven te min | |
verkopen { | 9960: | p:s graauwe Moppen op 50000. p:s gebroken | |
16 | d:o greene deelen van 2 d:m op 450 d:o | ||
19 | d:o gezaagde deelen d:o d:o 300 d:o gebroken | ||
Uit 't Schip 't Zeepaard | |||
afschr: | 256 2/5 | Cannen lijnolij, op 20. halve aamen, houdende ieder 66 mingelen zijnde te zamen 11. halfaamen waarvan 3 van 4, 12. van 5. en 5 van 6. duijm bij pijling wan bevonden. | |
Uit 't Schip Josephus de Tweede | |||
Verkopen | 58 | p:s Attoers Everdoek op 200. p:s om 5 pakken min of meer aangeslagen. | |
Uit 't Schip Vreedenburg | |||
afschr: | 3253. | Cannen bier ankers op 15000. Cannen of 125 vaten als zijnde 10. van 3. 56. van 4. 8 van 5. 4. van 6, 2 van 7. en 2 van 10. d:m bij pijling wan mitsgaders 12 vaten zuur die uitgestort zijn en 1 vat leedig bevonden. | |
Uit 't Schip Demerarij | |||
Verkopen { | 7290. | p:s graauwe Moppen op 20000. p:s | } gebroken |
6060. | d:o geele klinkersteenen d:o 20000 d:o | ||
8. | greene deelen van 2 duijm op 300 p:s defect en gebroken | ||
Uit 't Schip de Diamant | |||
500. | Ellen Swarte Cocarde Lint | ||
14. | lb: blaauw naaijgaaren | ||
96 | Ellen Vlaamsch Linnen op 2535 Ellen in 4 Cassen aangeslagen | ||
356 1/2 | d:o Carsaaij donkerblaauw, op 6342 Ellen in 20 Cassen ten eenemaal verrot en verstikt | ||
47 | Ellen rood Laken in 't Cas ten eenemaal verrot en aangeslagen | ||
Uit 't Schip de Jonge Jacob | |||
4 3/4 | Vaten theer tot 't opvallen van 46 1/4 vaten verbruikt | ||
834 1/10 | Cann: olijven Olij op 30. halve aamen als zijnde daarvan 8 van 6. 6 van 9, 3 van 10. 4 van 16 en 2 van 12 d:m wan mitsgaders 5 p:s geheel ledig en maar 2 vol bevond | ||
573 1/2 | Cann: Lijn Olij op 30. halve Aamen waarvan 12 van 4, 8 van 6, 5 van 8. 1 van 10. en 1 van 12. d:m bij pijling wan, en 3. geheel ledig bevonden | ||
88 | lb: Marseilliaansche Zeep op 1092 lb in 3 kisten bij naweeging minder | ||
2 | flessen brandewijn Fransche op 15 flessen of een kelder gebroken | ||
2 | d:o gedistilleerde wateren d:o d:o | ||
Uit de Wijnkelder | |||
17 | p:s heele leggers op den 30 januarij Jongstl: 's avonds ten 5. Uuren door 't zinken van de Boot de Kaap hier ter rheede uit gem: Boot geslagen en door de felle Z.O. wind niet hebben kunnen werden gevist, en na Zee gedreeven zijn de daardoor ten eenemaal verlooren geraakt |
Uit 't Schip de Dapperheid | |||
Inneemen | 2 | paar Gebraaijde Kouzen in 1 Cas N:o 1 op 350. p:r meerder bevonden | |
afschr: { | 198 | Cann: Lijn Olij op 25. Halve Aamen bij pijling te min, als zijnde 10. van 3. en 15. van 4. d:m bij pijling wan bevonden. | |
Verkopen { | 29 | p:s greene deelen van 1 1/2 d:m op 400. p:s | |
10 | d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o 150. d:o gebr: | ||
7 | d:o d:o d:o d:o 1 d:o d:o 100. d:o | ||
Uit 'T Schip Berkshoven | |||
Verkopen { | 5311 | p:s geele Klinkersteenen op 20,000 p:s | } gebroken |
7340 | d:o graauwe Moppen d:o 20,000 d:o | ||
Uit Schip 'T Duijfje | |||
9490: | graauwe Moppen op 20,000 p:s | } Gebroken | |
5820. | geele klinkersteenen d:o 20000 d:o | ||
3 | Schuijts roeijriemen d:o 50 d:o | ||
Uit 't Schip de Twee Gezusters | |||
Afschrijven | 611 | lb: Ijzer gesorteerd op 37000. lb: in 1798 Staven te min | |
Verkopen | 15 | p:s Ijzere Potten op 155. p:s gebroken | |
afschr: | 2 | Slootplaten d:o 100 d:o te min | |
afschr: | 556 | glaaze ruijten van 12. 14 d:m op 4000 p:s in 16 Cassen gebroken | |
137 | p:s Cann: Olijven Olij op 658 3/4 Stoop in 22. halve Aamen bij pijling minder, als zijnde 15. van 3. 5 van 5. en 2. van 4. d:m wan bevonden | ||
1 | p:s Stukvatsduig op 25 p:s te min | ||
Verkopen | 6 | rollen swaar en ligt hollands Zeijldoek op 18. rollen in 3. Cassen verweerd en aangeslagen | |
afschr: { | 3/4 | Vat teer tot 't opvullen van 14. en 1/4. Vaten verbruijkt | |
162 | p:s kogels van 24. lb: op 730 lb: te min | ||
35 | d:o d:o d:o 3 d:o d:o 1000 d:o te min | ||
Verkopen | 27480 | Lijdsche Steenen op 66000 p:s gebroken | |
afschr: | 100 | p:s houte Blok nagels op 229 p:s in een Cas te min, zijnde egter 't afpak briefje maar van 129 p:s meldende | |
Uit 't Schip Noord Holland | |||
afschr: | 130 | lb: Ijzer gesorteerd op 10,000 lb in 108 Staven te min | |
verkopen { | 9960: | p:s graauwe Moppen op 50000. p:s gebroken | |
16 | d:o greene deelen van 2 d:m op 450 d:o | ||
19 | d:o gezaagde deelen d:o d:o 300 d:o gebroken | ||
Uit 't Schip 't Zeepaard | |||
afschr: | 256 2/5 | Cannen lijnolij, op 20. halve aamen, houdende ieder 66 mingelen zijnde te zamen 11. halfaamen waarvan 3 van 4, 12. van 5. en 5 van 6. duijm bij pijling wan bevonden. | |
Uit 't Schip Josephus de Tweede | |||
Verkopen | 58 | p:s Attoers Everdoek op 200. p:s om 5 pakken min of meer aangeslagen. | |
Uit 't Schip Vreedenburg | |||
afschr: | 3253. | Cannen bier ankers op 15000. Cannen of 125 vaten als zijnde 10. van 3. 56. van 4. 8 van 5. 4. van 6, 2 van 7. en 2 van 10. d:m bij pijling wan mitsgaders 12 vaten zuur die uitgestort zijn en 1 vat leedig bevonden. | |
Uit 't Schip Demerarij | |||
Verkopen { | 7290. | p:s graauwe Moppen op 20000. p:s | } gebroken |
6060. | d:o geele klinkersteenen d:o 20000 d:o | ||
8. | greene deelen van 2 duijm op 300 p:s defect en gebroken | ||
Uit 't Schip de Diamant | |||
500. | Ellen Swarte Cocarde Lint | ||
14. | lb: blaauw naaijgaaren | ||
96 | Ellen Vlaamsch Linnen op 2535 Ellen in 4 Cassen aangeslagen | ||
356 1/2 | d:o Carsaaij donkerblaauw, op 6342 Ellen in 20 Cassen ten eenemaal verrot en verstikt | ||
47 | Ellen rood Laken in 't Cas ten eenemaal verrot en aangeslagen | ||
Uit 't Schip de Jonge Jacob | |||
4 3/4 | Vaten theer tot 't opvallen van 46 1/4 vaten verbruikt | ||
834 1/10 | Cann: olijven Olij op 30. halve aamen als zijnde daarvan 8 van 6. 6 van 9, 3 van 10. 4 van 16 en 2 van 12 d:m wan mitsgaders 5 p:s geheel ledig en maar 2 vol bevond | ||
573 1/2 | Cann: Lijn Olij op 30. halve Aamen waarvan 12 van 4, 8 van 6, 5 van 8. 1 van 10. en 1 van 12. d:m bij pijling wan, en 3. geheel ledig bevonden | ||
88 | lb: Marseilliaansche Zeep op 1092 lb in 3 kisten bij naweeging minder | ||
2 | flessen brandewijn Fransche op 15 flessen of een kelder gebroken | ||
2 | d:o gedistilleerde wateren d:o d:o | ||
Uit de Wijnkelder | |||
17 | p:s heele leggers op den 30 januarij Jongstl: 's avonds ten 5. Uuren door 't zinken van de Boot de Kaap hier ter rheede uit gem: Boot geslagen en door de felle Z.O. wind niet hebben kunnen werden gevist, en na Zee gedreeven zijn de daardoor ten eenemaal verlooren geraakt |
‘En volgens geannexeerde reekeninge van den opziender van S Comp: Slaven Logie gesterkt met Secretarieele verklaringen, zijn in de Jongstgepasseerde Maanden September, October, November en December des afgeweekene mitsgaders Januarij en Februarij deezes Jaars door de natuurlijke dood overleeden - te weeten’
‘
13 | Stuks kloeke jongens |
1 | School Jongen |
1 | kloeke Mijden |
1 | School d:o |
1 | Zuijgende d:o |
1 | Bandiete Jongen |
13 | Stuks kloeke jongens |
1 | School Jongen |
1 | kloeke Mijden |
1 | School d:o |
1 | Zuijgende d:o |
1 | Bandiete Jongen |
‘En volgens bijgevoegde reekeningen van den Landdrost en resident in de Baaij Fals gesterkt met Secretarieele beeedigde verklaringen zijn meede in voorsz: tijd van ‘s Comp:ie Beestiaal, zo verrekt als door ‘t wildgedierte vernield - te weeten’
‘
270. | Stuks rundvee |
20 | Paarden |
1 | Ezel |
5 | Bokken |
270. | Stuks rundvee |
20 | Paarden |
1 | Ezel |
5 | Bokken |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 3 April 1789 /:was geteekend:/ J: I: Rhenius’
Zo is verstaan de daarbij opgegeevene gestrorvenen Lijfeijgenen, en het verrekt Beestiaal bij de Negotie Boeken deezes Gouvernements te doen afschrijven, en met de gespecificeerde te kort komende, mitsgaders defect aangebrachte goederen te handelen als in margine van die Memorie is aangeteekend.
Zijnde meede nagezien de reekening der restant gebleevene mitsgaders in de Jongstgepasseerde Ses maanden verkogte Zeguls, Luidende
‘
Zeguls D' Anno 1788/9 | ||||||||||||||||||||
Debent | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
rijxd:s | 1/8 | 1/4 | 1/2 | 3/4 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 8 | 10 | 12 | 15 | 20 | 25 | 30 | 40 | 50 | 60 |
988 | 824 | 1105 | 56. | 77. | 169 | 142 | 62 | 52 | 14 | 48 | 65 | 21 | 14 | 14 | 9 | 6 | 1 | 4 | 3 | |
1500 | 1500 | - | - | 100 | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | |
- | - | - | - | - | - | - | 50 | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | |
- | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | 25 | - | - | - | - | |
- | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | 25 | - | - | - | - | |
1500 | - | - | - | - | - | - | - | - | - | 50 | - | - | - | - | - | - | - | - | - | |
3988 | 2324 | 1105 | 56 | 177 | 169 | 142 | 112 | 52 | 14 | 98 | 65 | 21 | 14 | 14 | 59 | 6 | 1 | 4 | 3 | |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
rijxd: | 1/8 | 1/4 | 1/2 | 3/4 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 8 | 10 | 12 | 15 | 20 | 25 | 30 | 40 | 50 | 60 |
2970 | 1690 | 581 | 32 | 168 | 100 | 12 | 92 | 28 | 2 | 48 | 25 | 7 | 10 | 1 | 21 | - | - | - | - | |
1081 | 634 | 524 | 24 | 9 | 69 | 130 | 20 | 24 | 12 | 50 | 40 | 14 | 4 | 13 | 38 | 6 | 1 | 4 | 3 | |
3988 | 2324 | 1105 | 56 | 177 | 169 | 142 | 112 | 52 | 14 | 89 | 65 | 21 | 14 | 14 | 59 | 6 | 1 | 4 | 3 |
Zeguls D' Anno 1788/9 | ||||||||||||||||||||
Debent | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
rijxd:s | 1/8 | 1/4 | 1/2 | 3/4 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 8 | 10 | 12 | 15 | 20 | 25 | 30 | 40 | 50 | 60 |
988 | 824 | 1105 | 56. | 77. | 169 | 142 | 62 | 52 | 14 | 48 | 65 | 21 | 14 | 14 | 9 | 6 | 1 | 4 | 3 | |
1500 | 1500 | - | - | 100 | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | |
- | - | - | - | - | - | - | 50 | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | |
- | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | 25 | - | - | - | - | |
- | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | 25 | - | - | - | - | |
1500 | - | - | - | - | - | - | - | - | - | 50 | - | - | - | - | - | - | - | - | - | |
3988 | 2324 | 1105 | 56 | 177 | 169 | 142 | 112 | 52 | 14 | 98 | 65 | 21 | 14 | 14 | 59 | 6 | 1 | 4 | 3 | |
Credunt | ||||||||||||||||||||
van | van | van | van | van | van | van | van | van | van | |||||||||||
rijxd: | 1/8 | 1/4 | 1/2 | 3/4 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 8 | 10 | 12 | 15 | 20 | 25 | 30 | 40 | 50 | 60 |
2970 | 1690 | 581 | 32 | 168 | 100 | 12 | 92 | 28 | 2 | 48 | 25 | 7 | 10 | 1 | 21 | - | - | - | - | |
1081 | 634 | 524 | 24 | 9 | 69 | 130 | 20 | 24 | 12 | 50 | 40 | 14 | 4 | 13 | 38 | 6 | 1 | 4 | 3 | |
3988 | 2324 | 1105 | 56 | 177 | 169 | 142 | 112 | 52 | 14 | 89 | 65 | 21 | 14 | 14 | 59 | 6 | 1 | 4 | 3 |
’/:onderstond:/ In’t Casteel de Goede Hoop Ult:o Febr:ij 1789. - /was geteekend:/ J: I: Rhenius.’
‘Deeze reekening door ons ondergeteekende Independent Fiscaal en Gecommitt:s uit den Edelen Achtb:r rade van Justitie deezes Gouvernements behoorlijk nagezien en met de restanten geconfronteerd zijnde is dezelve in allen deele accordeerende bevonden.’
‘/onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 14: Maart 1789. /:was geteekend./ J: N: S: van Lijnden R: J: v:D: Riet, C: G: Maasdorp, /lager:/ Mij Present /:geteekend:/ W: S: van Rijneveld Gesw: Clercq.’
Uit welke reekening gebleeken zijnde dat de in dezelve Ses Maanden verkogte Zeguls een Somma van rd:s 3437 3/8 komen te bedragen, zo is besloten dit montant volgens gebruik in ‘s Comp:ies Cassa gebragt zijnde, bij de Negotie boeken te doen inneemen.
Waarna door den Heere Gouverneur den raade geCommuniceerd zijnde dat den Heer Capitein ter Zee Van Halm Commandeerende ‘t alhier ter reede leggend Oorlogs Fregat de Ceres , op het door hem Heere Gouverneur præalabel gedaan versoek, om het verder Convooij van het partiCulier Transport Schip der Luxemburgsche Troupes ‘T Fortuijn van Dort , op zig te willen neemen, gedeclareerd hadde tegens den 8: deezer Maand zijlree te zullen weezen, en overmids gemelde Bodem als dan ook inStaat gesteld zal zijn, de verdere reijze aan te neemen, Zo is verstaan; Ged:de Heer van Halm bij missive te versoeken om dat Schip tot in de Haven van L’orient te Convoyeeren.
Na het welk door den Heere Independent Fiscaal M:r Johan Nicolaas Steven van Lijnden aan deezen Raade wierd te kennen gegeeven, dat de Personen van Jan Hilgerson van Delft en Hendrik Swart van Leeuwaarden beijde Mattrozen in dienst der E Comp: de eerstgem: met ‘t Schip Beverwijk , en de Tweede met de Africaan uitgekomen, hunne bescheijdene plaatsen verlaten en zig op eene Clandestine wijze, zonder kennis van de Capitain /:zo zij zeijden:/ op het particulier Schip de Vlugge Trekvogel begeeven hadden, met welke bodem zij ook alhier uit Indien gearriveerd waaren, dan dat zij bijde alhier aan de Wal gekomen zijnde, wederom waaren opgedrost, en zig in’t gebergte begeeven hadden, alwaar zij voor omtrend Veertien dagen waren opgevangen, en in arrest gebragt: dat vermids den Capitein met zijn Bodem de Vlugge Trekvogel , van te voren reeds van hier vertrokken was, en ‘er dus omtrend de Desertie van deeze Twee personen alhier, geen nader onderzoek konde gedaan worden, hij Heer Independent Fiscaal best hadde geoordeelt, deezen Raade te verzoeken om gemelde Persoonen van Jan Hilgersom en Hendrik Swart, ter dispositie der Hoge Indiasche Regeering naar Batavia, als de locus delicti, te renvoijeeren, zo is verstaan, zig ten deezen opzigte met de propositie van gedagte Heer FisCaal te Conformeeren en dus deeze Twee personen op een der eerst van hier naar Batavia op vertrek leggende Scheepen te plaatsen.
Laatstelijk door den Capitein ter Zee en Equipagie meester alhier Cornelis Cornelisz: geproduceert zijnde een dagverhaal van al ‘t geene omtrend ‘s Comp: ingehuurde en ‘s Lands Scheepen ter deezer plaatse zedert 1. Januarij tot den 1. van deeze Maand April is verrigt geworden, benevens een naauwkeurige aanteekening van weer en wind; zo is goedgevonden van dit relaas Copia te zenden, zo aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren als aan de Hooge Indiasche regeering.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t [.....]
C. 182, pp. 134-136.¶
Maandag den {17890406} 6. April 1789.
bij omvrage alle present dempto den Heer Colonel Gordon.
Door den Heer Gouverneur aan de Heren Raadsleeden ter kennisse gebragt zijnde,
de menigvuldige en onophoudelijke Instantien van den Lieutenant Colonel de Raijmond Commandeerende ‘t Regiment van Luxemburgh , omme ten einde ‘t vertrek van ‘t in’t Schip ‘T Fortuijn van Dort geëmbarqueerd staande te worden gedeelte van dat Regiment, zo veel mogelijk te accellereeren, wederom met eene zeekere Somme Gelds te werden bijgestaan, in mindering van het geene gem. Regiment nog vande E Compagnie te pretendeeren heeft, dat hij Heere Gouverneur om hier in eene gepaste Sijnosure te observeeren, met overleg van den Soldij Boekhouder deezes Gouvernements, eene bereekening hadde gemaakt, volgens welke zijn E had bevonden dat men nog gerust eene Somma van Vijftien Hondert rijxdaalders ter goeder reekening aan ged: Lieutenant Colonel de Raijmond zoude kunnen ter hand Stellen, waarmeede gem: Lieutenant Collonel hadde betuijgd, zig te zullen vergenoegen, en afzien van het versoek dat hij bij opgem: Heere Gouverneur hadde gedaan om te mogen hebben de Somma van Twee Duijzend rijxdaalders, dat zijne Edele dierhalven de Heeren Leeden voorsloeg omdat montant van 1500: rd:s op gelijke voet als volgens resolutie deezer Tafel van den [.....] de Laatste Vijftien Duijzend rijxd:s ten behoeve van voorm: regiment uit ‘s Comp:s Cassa waaren betaald geworden, thans wederom te doen Strekken, in mindering van het geene hetzelve regiment bij de afreek: in Europa te goed zoude hebben bevonden, zo is in aanmerking van deeze geallegueerde drangreedenen van meerm: Heer Gouverneur eenparig besloten daarin volkomen te CondesCendeeren.
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 137-138.¶
Dingsdag den {17890414} 14:de April 1789.
Bij omvrage, alle Present uitgenomen den Heer Colonel Gordon.
Door den Landdrost van Stellenbosch en Drakenstein Hendrik Lodewijk Bletterman p:r request zijnde verzogt omme vermids het Lid van den Raad van Justitie Rijno Johannes van der Riet bij resolutie deezer Vergadering van den 6: Maart Jongstl: is ontslagen geworden van de waarneming der Zaken van hem Supp:t voor gem: raade van Justitie werderom door ijmand anders te mogen werden geadsisteerd; weshalven hij Supp:t daartoe kwam voortedragen den tweeden adjunct fisCaal M:r Johannes Andreas Truter; zo is verstaan gem: M:r Johannes Andreas Truter, ingevolge des Supp:ts versoek te qualificeeren, omme wanneer den Suppl:t ten fine voorschr: zelve niet zal kunnen vaCeeren, het beleggen der Justitieele Enquesten en Voortzetten van des Supp:ts Crimineele procedures voor hem Supp:t waarteneemen.
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare Voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 139-152.¶
Dingsdag den {17890421} 21: April 1789.
’s voormiddags alle Present, demptis den Heere Secunde Johannes Isaak Rhenius en den Heer Colonel Robbert Jacob Gordon beide bij indispositie
Wierd door den Heere M:r Johannes Le Sueur als president van den Weeskamer ingediend het volgende Request
Aan den Edelen Gestrengen Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop met den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Edelen Achtbaren Rade van Politie deezes Gouvernements
‘Wel Edele Gestrenge Heer en Edele Achtb: Heeren!’
‘Weesmeesteren deezer steede tot hun leedwezen blijkens aan hun gratieus geaccordeert Extract Resolutie Uwer WelEdele Gestr: en E Achtb: hebbende moeten ontwaaren dat hun eerbiedig vertoog, aan Hoogstdezelve op den 10. Januarij laatstl: gepræsenteerd, en waarin zij vermeenen, op gronden van rechten ontegenzeggelijk het defectueuse en de volstrekte nullitijd van zeeker door wijlen den Burger Marthinus Melk, en desselvs nagelaten Huijsvrouw Maria Elisabeth Kriel, opgericht onderhandsch Testament, tegens het dispositief van den meerderheid des Raads van Justitie te hebben aangetoond, die favorable reussite, als zij hebben vermeend te mogen verwagten, niet heeft mogen erlangen, en daar door in de noodzakelijkheid gebragt geworden zijnde, ter maintenue van’t regt haarer kamer, zig meede appellanten te Stellen, tegens ‘t naderhand door Welgem: Raad van Justitie op ende Jegens voorsz: wed:we Melk geslagen vonnis, en verders te proCedeeren tot eenhoger gerechtshof, namentlijk dat des Raads van Justitie des Casteels Batavia, vind zig andermaal genooddwongen, zig op ‘t eerbiedigst tot UWelEdele Gestr: en E Achtb:te moeten vervoegen, met onderdanigst Supplicq, dat het van Hoogst derzelver welbehagen zijn moge, dat aan de Supplianten worde te rug gegeeven het Origineel Testament hier voorgemeld bij het Vertoog aan UWelEd: Gestr: en E Achtb:gepræsenteerd, geaccrocheerd, als weezende een essentieel en allernoodzakelijkst stuk bij de door de Supp:te verder te prosequeerende prosedures, Terwijl het UweWelEdele Gestr: en E Achtb: ten vollen bekend is, dat bij Welopgem: Raade van Justitie tot Batavia, geen vonnissen worden geslagen dan op origineele Stukken.’
’/:Onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:lager:/ uit naam en last van Weesmeesteren voorm:d:/ was geteekend:/ T: C: Ronnenkamp Secret:s /:in margine:/ Uit de Weeskamer aan Cabo de goede Hoop den 21. April 1789.’
Het welk geleezen, en gelet zijnde op de Motiven, daar bij geallequeerd, is verstaan den Secretaris deezes Raads te qualificeeren om het daarin vermelde origineel Testament aan de Supp:ten te rug te geeven.
Wijders geleezen zijnde een verzoek Schrift van Burgerraaden alhier, houdende klagten over het Slegt gedrag van den Burger Christiaan Hendrik Wilken, en versoek om denselven overzulks in ‘s Compagnies dienst te trekken en naar Batavia te verzenden, Zoo is goedgevonden daarop voor appostille te verleenen, dat, de dispositie op hetzelve word uitgesteld gelaten tot dat dit versoek door het eenparige College van Commissarissen uit den raad van Justitie zal zijn gedaan.
Waarna door den geweesen Officier van ‘t regiment van Meuron de La Goupilliaire wierd gepresenteerd het volgende Supplicq
‘A Son excellence Mons:r van de Graaff Gouverneur du Cap de bonne Esperance et â’
‘Mess:rs Les Conseillers de la Regence’
‘Monsieur Le Gouverneur & Messieurs’
‘Le S:r Chevallier de La Goupeliere Comme officier du Regiment de Meuron aijant obtenu de votre consentement au mois de Novembre quatre vingt cincq un congé de Six mois pour passer â L’Isle de Ceijlan ou il devoit etre emploije; s’il rendit, et ij Cit retenu par le Gouvernement pour ij Servir en qualité de Capitaine Ingenieur, ce qui L’empecha de rejoindre son Corps. il en previent Son Chef par la premiere Occasion et lui demanda une prolongation de Conge pour le mettre a meme de Contumer du Travaux qui avoient pour but le bien du Service de La Noble Compagnie, ce qui lui fut refusé mais acCorde par cette regence Sur la demande qui lui en fut faite par le gouvernement de Ceijlan, Cette consideration, ces Services et la regula rité de SaConduite ne l’aijant point garanti de la perte de Son Emploij augu’el il fut nommé pour n’avoir point rejoint en Son temps; il s’est trouve faute de resistence dans L’ Inde dans la Nescessité de repasser en Europe , il s’est rendu pour cet effet en cette Colonie avec ordre de la regence de Colombo qui lui donna un passage sur le Batiment particulier Le Joseph Second en etant debarqué de l’ agrement de Son Excellence mons:n Le Gouverneur il â l’ Honneur de Lui demander ainsi qu’a Messieurs Le Conseillers de la regence unpassage sur un des vaisseaux de La Compagnie qui partent inCessamment pour L’ Europe afin qui puisse se rendre â sa destination.’
‘Le Supp:t demande, et prie Son Excellence Mons:r Le Gouverneur ainsi que Messieurs les Conseillers de la regence de vouloir bien prendre en Consideration la perte de Son etat, dont il n’ â été privé qu’en se rendant recommandable â la Noble Compagnie, et les depenses auguelles il le ete entraine par les voyages; il qui en Consequence il lui soit accordé trois mois d’appoinctements pour aleger les frais de Son emberquement.’
’/:Was geteekend:/’
‘Chevalier de La Goupeliere.’
Waar over gebesoijgneerd zijnde, zo is verstaan alleen daarin te bewilligen, dat hij Supp:t met een der Eerst vertrekkende ‘S Compagnies Scheepen naar Nederland over vare, en het overige gedeelte van zijn versoek Schrift van de hand te wijzen.
En is op het hieromme p:r requeste gedaan versoek door Louis Jacques Rocques, onlangs als passagier van Mauritius met het Frans Schip Le Motoir de Narbonne hier aangeland, toegestaan, omme met een der hier ter rheede Leggende ‘S Compagnies dan wel ingehuurde Scheepen naar Nederland te mogen overvaaren, mids hij gehouden zal zijn, in het eerste geval bevorens in ‘s Compagnies Cassa alhier te betalen eene Somma van Een Hondert en Tachtig rijxd:s voor Transport en Kostgeld, en in’t laatste geval zig te gedragen naar de Cherte Partij van Zodanigen particulieren Bodem, daar hij de reijze meede onderneemen zal.
Vervolgens gedelibereerd zijnde over een verzoek Schrift door den alhier overgebleevene Lieutenant van het regiment van Luxemburg Migot de La Combe ingediend, zijnde het zelve bij dies resumptie bevonden te weezen van navolgenden inhoud:
‘Mons:r Le Gouverneur & Messieurs’
‘D’ apres l’ordre que vient de donner le Chef du Regiment de Luxembourg au Soussigné d’ aller rassembler les Soldats Restes aux hospitaux de Ceijlan pour les Conduire en Europe , il se croit authorisé à vous Supplier de vouloix bien approuver le Congé de ses maitres, dont il sera muni en cet effet, et de lui faire, paijer ses appointements et emoluments de ce Jours Jusqu ‘a la fin de Juillet, Epoque â la qu’elle il prevoit l’arrivée du Vaisseau transportant le dernier detachement â l’orient, il est d’autant plus droit â cet dite de Justice Mons:r Le Gouverneur et Messieurs Le Gouverneur et Messieurs qu ‘etant oblige de passer sur un Vaisseau particulier á ses depende, la Somme qui resultera â sa demande ne sera qu’ un bien leger dedomagement aux frais que cette mission tendent au bien du Service lui va Causer’
‘Le Tribunal auqu’el il â l’honneur de addresser est trop eclairé pour qui soit utile de vous alter Mons:r Le Gouverneur et Mess:r tout a qui pourroit venir à l’appui de á reClamation il se borne à ce qui est ecrit convaincu que votre Justice et le plaisir que vous sentes â la rendre lui sera plus Favorable qui Sa plume’
’/:Onderstond/’
‘J’ai l’honneur d’ être avec un profond respect Monsieur Le Gouverneur et Messieurs votre tres humble et Tres obeisant Serviteur /:was geteekend:/’
‘Migot de la Combe L:t faisant Fonction d’ Aide Major au regiment de Luxembourg in margine:/ Ce 9.e Avril 1789 au Cap.’
Zo is verstaan in dit verzoek van den Suppliant niet te kunnen treeden.
En zijn wijders geleezen de requesten van den Chevalier de Troger Lieut:t en van Charles Lion Chirurgijn beijde van het regiment van Meuron, houdende verzoek om zo ter verrigting van hunne particuliere affaires alhier, als tot herstel van hunne gezondheid, hier eenige tijd te mogen overblijven, waarop goedgevonden is deeze versoeken van de Supplianten van de hand te wijzen.
Na het welk verstaan is aan den Bode van de Colonie Graaff Rijnet Johan Christiaan Helm, op zijn hieromme per requeste gedaan versoek in Eijgendom te verleenen zeeker Erff in ged: Colonie geleegen, en gen:d 30. onder Conditie, dat hij daar voor in ‘s Colonies Cassa zal betalen zodanige Somma gelds, als hij met ‘t College van Landdrsot en Heemraden aldaar provisioneel heeft geaccordeert, en ter welks obtenue, hij van hetzelve College permissie heeft erlangd, om zig aan deeze Vergadering te mogen addresseeren.
Waarna door den Burger Jacob Philip Marais insgelijks p:r requeste zijnde verzogt, omme den Eijgendom van zeeker Strookje Lands, groot in zijnen Grond Een Morgen, Twee Hondert Ses en Seventig Quadraat roeden Twee Voeten welks uitgave hij Suppliant uit een bij deezen requeste overgelegd Extract resolutie van het College van Landdrtost en Heemraden tot Stellenbosch en Drakenstein de dato 6. Aug:s 1787. kwam te betogen, niet te kunnen strekken, tot prejuditie van iemand, zo is verstaan dit request te Stellen in handen van Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein voorm:d ten fine van Tauxatie hoe groot de erkentenis zoude behooren te weesen, die hij Suppliant aan de E Comp: zoude moeten voldoen, voor dies Eijgendom, onder zodanige bepalingen als bij voorschr: Extract breeder vermeld zijn.
En is wijders in overweeging genoomen de noodzakelijkheid om de Colonie van Zwellendam wederom van een Landdrost in Steede van den naar Nederland gelicentieerden Constant van Nult Onkruijd te voorzien weshalven gelet zijnde op de kundigheeden die den Boekhouder en Secretaris van Stellenbosch en Drakenstein Anthonij Alexander Faure noodwendig geduurende den tijd, dat hij deeze bediening heeft waargenomen in het behandelen der zaaken van de buijten districten moet hebben verkreegen, zoo is goedgevonden den zelven Anthonij Alexander Faure onder gunstige approbatie der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren tot Landdrost van voorn:e Colonie van Zwellendam aantestellen met de daartoe staande rang en titul van Koopman, en ter plaatsvulling van den zelven wederom tot Secretaris van Stellenbosch en Drakenstein te benoemen den ter politicque SeCretarije dienst doenden adsistend Jan Pieter Faure met de qualiteit en gage van Boekhouder â ƒ30. ‘s maands.
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare Voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 153-154.¶
Woensdag den {17890422} 22: April 1789.
Bij omvrage alle Present.
Is aan den van ‘t Schip Voorschoten alhier verbleeven Bootsman Leendert Bruine thans ingem: Qualiteit op het Schip de Gouverneur Valk bescheijden op zijn diesweegens bij requeste gedaan Verzoek toegestaan om zijne Huijsvrouwe in name Maria Geertruijda Schippers met zig naar vaderland te mogen neemen, latende egter het versogte van den Supp:t omme vermids zijne bekrompene Omstandigheeden van de betaling van het gewoon Transport en Kostgeld bevrijd te zijn aan de geëerde deCisie van de Hoge Gebiedende Heeren Meesteren omme het zelve des gebiedende van des Suppliants te goed hebbende maandgelden en premie te deCourteeren.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 155-156.¶
Vrijdag den {17890424} 24 April 1789.
bij omvrage alle present.
Is aan den Lieutenant Carel Fredrik von Stettin en den vaandrig Joseph von VisCovij beijde van het regiment van Wurtemberg , op derzelver gedaane versoeken g’accordeert om met het thans ter reede leggend Schip de Gouverneur Valk naar Nederland te mogen overvaaren.
Wijders door den onderm: van gem: Schip de Gouv: Valck Wilhelmus Arnoldus Swart, en de Schiemansmaat op dien Bodem Gijsbertus van Wieringen p:r requeste verzogt zijnde omme vermids zij Supp:ten op Ceijlon van de gelegentheid zijn ontstoken geweest omme hunne gepermitteerde Kisten te laten branden, overzulx daartoe hier de nodige permissie te mogen erlangen, zo is verstaan der Supp:ten versoek te acCordeeren.
En is laatstelijk op het daaromme p:r request gedaan versoek van Pedro van de Cust, aan denselven toegestaan, om met het thans aanweesend Deensch Schip de Matilda Maria naar Bengalen te mogen overvaren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten Daage en Jaare voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 157-159.¶
Woensdag den {17890429} 29 April 1789
Bij omvrage alle present.
Door den Heere Gouverneur aan de Heeren raads leeden voorgeslagen zijnde om het thans alhier ter reede aanweezend uitkomend Comp:e Schip de Jonge Franck , vermids hetzelve geene lading voor Batavia in heeft na de Plettenbergs Baaij te zenden, ten einde van daar aftehaalen, de geborgene goederen uit het in de Baaij verongelukte partiCulier Schip de Maria , benevens zodanige Houtwerken, als zig aldaar in ‘s Comp:s Magazijn bevinden, en de Scheepsruijmte nog zal toelaaten, te kunnen inlaaden, zo is in aanmerking dat zig thans geene andere gelegentheid aan handen bevind, en ondertusschen het Saisoen zoude verlopen, dat voorsz: Baaij bevaarbaar is, goedgevonden en verstaan, in deeze propositie van den Heere Gouverneur te CondesCendeeren, en overzulks de recognitie goederen die in gem: Bodem voor Batavia zijn gelaaden alhier te ontladen, en te bewaaren tot dat dezelve naar Batavia zal kunnen rijsvorderen.
Dan vermids gem: PlettenbergsBaaij niet voor de Maand Junij kan worden aangedaan, terwijl het ondertusschen geensints raadzaam is, voornoemde Bodem tot desselvs bekwaame afreijze daar heen ter deezer reede te laaten vertoeven, zo is tevens besloten, dien Bodem met het expireeren der gewoone legtijd op deeze Reede de reijze naar de Baaij fals te doen aanneemen, omme aldaar zodanige nadere Ordres en Instructien aftewagten als aan dies overheeden wegens dit Gouvernement zullen worden afgevaardigt.
Zijnde bij deeze geleegentheid tevens goedgevonden, om met ged: Schip de Jonge Frank naar ged: Baaij fals aftescheepen al zulke provisien en Scheeps behoeftens als men daar komt te benodigen
En is wijders door den Heer M:r Abraham Sebastiaan van de Graaff raad in de Vroedschap der Stad Dortrecht , op zijn Ed: dieswegens p:r requeste gedaan versoek toegestaan om met het Chinaasch retour Schip de Goede Trouw zijn Ed:e rijs naar Nederland voorttezetten.
Aldus Geresolveert ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 160-161.¶
Vrijdag {17890501} 1: Meij 1789.
Bij omvrage alle present
Is aan den Capitein ter Zee Laurens Janssen onlangs als passagier met ‘t ingehuurd Schip Handellust van Batavia gearriveerd, op het door hem daartoe p:r requeste gedaan versoek toegestaan, om met het thans ter reede leggend China’s retour Schip Blitterswijk zijn rijs naar Nederland te mogen vervolgen mits alvorens alhier in ‘s Compagnies Cassa betalende het gewoon Transport en kostgeld.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd. In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 162-164.¶
Woensdag den {17890506} 6: Meij 1789.
bij omvrage alle present
Door den Heer Hoofdadministrateur Johannes Isaak Rhenius geproduCeert zijnde de volgende
‘Memorie van de nabesz: Clappus Olij, uit de lading van Ceijlon voor dit Gouvernement, volgens verklaring van geComm:s alhier te min uitgeleeverd, te weeten’
‘
215 4/5 | Cannen Clappus Olij, of 1164. Cann: in 10. heele en 4. halve aamen bij pijling minder bevonden, als zijnde de heele aamen 3 van 3, 2: van 4. 1 van 5. 1 van 6. 1. van 7. 1 van 9 en 1 van 10. d:m wan en de halve aamen 2 van 4. 1 van 5: en 1 van 6. zijnde 18 1/2 pC:o ruijm |
215 4/5 | Cannen Clappus Olij, of 1164. Cann: in 10. heele en 4. halve aamen bij pijling minder bevonden, als zijnde de heele aamen 3 van 3, 2: van 4. 1 van 5. 1 van 6. 1. van 7. 1 van 9 en 1 van 10. d:m wan en de halve aamen 2 van 4. 1 van 5: en 1 van 6. zijnde 18 1/2 pC:o ruijm |
’/: onderstond :/ In’t Casteel de goede Hoop den 27. April 1789 /:was geteekend:/ J: I: Rhenius’
Zo is verstaan, ingevolge de daarbij gevoegde bereekening, de overheeden van voorm: Bodem de Gouverneur Falck op hunne respective Soldij reekeningen te doen belasten, komende dus ten lasten van den Capitain ƒ85:19:8. en van den Capitain Lieutenant ƒ42:15:-:
Waarna op het daarom p:r requeste gedaan versoek van den Landdrost der Colonie Zwellendam Anthonij Alexander Faure goedgevonden is den tweeden Adjunct FisCaal M:r Johannes Andreas Truter; te qualifiCeren om bij absentie van den Supp:t desselvs Persoon te kunnen repræsenteeren, in alle Crimineele proCeduures die hij Supp:t genoodzaakt zal zijn ex officio voor den raad van Justitie alhier te entameeren voor hem waarteneemen en uittevoeren.
En is wijders op het diesweegens almeede p:r request gedaan versoek van Augustinus Boers provisioneel Sous Lieutenant op het Schip de Batavier aan denzelven geaccordeert, omme tot herstel van zijn gezondheid alhier eenigen tijd te mogen overblijven.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd, In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 165-166.¶
Maandag den {17890511} 11. Maij 1789.
bij omvrage alle present.
Is het door den Capitein ter zee Anthonij Franciscus Steffers Commandeerende de thans alhier ter reede leggende Pacquet Boot de Maria Louisa , hieromme bij requeste gedaan versoek, toegestaan omme zijne Huijsvrouwe in Naame Christina Burgerdina Brand, onder betaling van ‘t gewoon transport en kostgeld met zig naar Nederland te mogen overvoeren.
En is wijders door den met het Schip de Gouvern: Falck alhier gearriveerden Lieutenant van het regiment van Meuron Cheval de Troges te kennen gegeeven dat vermids hem zijnen gem: bodem was ontzeijld hij overzulks verzogt om met het thans op vertrek naar Europa gereedleggend Ceijlons retour Schip de Batavier zijne reijze te mogen vervolgen, zo is verstaan hem Suppliant dit zijn versoek te accordeeren
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 167-242.¶
Dingsdag den {17890519} 19. Meij 1789.
‘S voormiddags alle Present demptis den Heer Colonel Robbert Jacob Gordon en den Heer Cassier Olof Godlieb de Wet.
Wierd door de onlangs uit de Plettenbergsbaay gereverteerde geCommitteerdens tot het verder salveeren en bergen der Lading van het aldaar gestrand Schip de Maria , Jan Fredrik Kirsten en Jan Pieter Faure, ingediend een ampel rapport, wegens het door hen in hunne voorschr: Commissie verrigte, luijdende dat rapport als volgd
Aan den Wel Edelen Gestrengen Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van deesen &:a &:a &:a benevens den Edelen Achtbare rade van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer en Edele Achtbare Heeren!’
‘d’ ondergeteekende geCommitteerdens tot het verder Sauveeren en bergen der Lading van het in Plettenbergs Baaij gestrand particulier Schip de Maria na het volbrengen der Commissie, waarmeede Uwe WelEdele Gestrenge en E Achtb: dezelve hebben gelieven te belasten, met hoogst desselvs verlof gem: Baaij op den 23: der gepasseerde Maand Februarij hebbende verlaten en na een lange en moeijelijke rijze, veroorzaakt door ‘t oplopen der rivieren op den 20: deeser gelukkig alhier gearriveerd zijnde hebben de Eer UWelEdele Gestr: en E Achtb: aantebieden een omstandig verslag van zaaken, tot gem:e hunne Commissie betrekkelijk.’
‘Dan daar zijl: bij brief van den 11. en 12. October laatsleden, voornamentlijk voorbodig en ampel rapport gedaan hebben op welke wijze zig bij het behandeling der lijwaaten hadden gedragen, zo wel als wegens het verkopen van het wrak het Vaatwerk als andersints, het inkopen der Effecten volgens UWelEdele Gestr: en E Achtb: geëerde beveelen vervat bij aanschrijvens van den 7 en 8. October ap:o gepaart met derzelver Consideratien nopens de hen meede gegeevene Instructien der Heeren geCommitteerde raadslieden neemen zij de Vrijheid zig aan dies inhoud te refereeren en zullen thans de Eer hebben Uw WelEdele Gestr: en E Achtb: te presenteeren een exacte Lijst der Lijwaten, Aloë; Caneel, Catoen en anderen goederen ter gezegde Baaij onder opzigt en ter verantwoording van den Vaandrig Militair Hans Aboë daargelaaten bestaande in’
‘
22215. | Stukken lijwaten in 502 baalen gepakt |
4 | Cassen gom mirrhe |
1 | Cas Aloë |
1 | d:o roode aarde, niet bij het factuur van het Schip de Maria bekend |
7 | d:o Caneel |
11 | d:o Catoene gaaren |
1 | pijp Clappus Olij |
86 | bondels Sappanhout bimas |
22215. | Stukken lijwaten in 502 baalen gepakt |
4 | Cassen gom mirrhe |
1 | Cas Aloë |
1 | d:o roode aarde, niet bij het factuur van het Schip de Maria bekend |
7 | d:o Caneel |
11 | d:o Catoene gaaren |
1 | pijp Clappus Olij |
86 | bondels Sappanhout bimas |
‘Terwijl de ingekogte Effecten bij g’annexeerde Lijst omstandig gespecificeerd aan den opzigter Jan Fredrik Meeding als de andere Equipagie Goederen in bewaaring hebbende zijn overgegeeven’
‘Daar door het wasschen de gewoonlijke kenmerken, zo als pappen vouwen als anderzints, de naamen van eenige Sorteeringen van Lijwaaten d’ondergeteekendens dubieus waaren, hebben zij om desweegens geene abuijzen te begaan, te meer daar zij uit de hun toegezondene factuuren niets konden ontwaaren, als zijnde alleen een uittrekzel bij wijze van korte Factuur, waarbij nog langte nog breedte nog eenige andere kenmerken bekend stond, van ieder soort waarvan een zeeker aantal voorhanden was, een enkeld Stuk uitgenomen, en p:r AS ten getalle van 52 Stukken, na herwaards gebragt, die aan den boekhouder van het Negotie pakhuijs Arend de Waal als des kundig zijnde hebben vertoond, waardoor zij thans in staat zijn gesteld de verschillende geemballeerde Soorten van Lijwaaten optegeeven’
‘Gelijk zij ook van die zoorten waarvan alleen zeer wijnig zijn geborgen geworden, kleene lapjes tot staat hebben afgesneeden, dewelke egter gen: de Waal niet heeft kunnen bekennen, weshalven met den Naam van verschillende lijwaaten op de geannexeerde Lijsten zijn bekend gesteld.’
‘Zijnde alle de Lijwaaten te zaamen geeïnballeerd in 202. Gonnij en 270. zijldoekse baalen’
‘Buijten verwagting het Gonnij, dat men met veel zorg van alle kanten had doen bij een zoeken, in lang na niet zo verre hebbende gerijkt , als men zig in den beginne hadde voorgesteld , en van het ingekogt oud zeijl, na dat de Lijwaaten ingepakt waaren, dat met zeer veel moeite heeft kunnen volvoerd worden, hoe wel de ingezeetenen daar omstreeks d’ondergeteek: toen zij op ‘t laatst van deeze stof meede begonnen gebrek te krijgen na hunne vermogens met zijldoek onder belofte van restitutie geadsisteerd hebben, niets meer resteerende bleef derhalven niets meer overig, om het Canneel en Catoen in Zijldoek of Gonnij te pakken, en gemerkt zulx even goed en voeglijk en minder kostbaar in Cassen konden geborgen worden, hebben zij van de Ingeseetenen ginder een parthij Planken van 1. duijm vermids die in’t houtloots lagen te dik waaren, om tot dergelijke Fusten geëmploijeerd te worden, tot het maken van Cassen tot het bezorgen deezer twee objecten ingekogt.’
‘Dan heeft men bij gebrek van goed gewigt niet kunnen bepaalen hoe veel ponden ieder Cas inhoud, en zig moeten vergenoegen het getal der Cassen te Specificeeren hebbende het Caneel veel van haare waarde verlooren, en een zoutagtige Smaak getrokken, dat meede plaats vind omtrend het Catoen, dat vermids het plat van het Magazijn, na een lange en aanhoudende reegen, van meer als drie weeken doorweekt, zo schielijk en geweldig begon te lekken, dat alle middelen die met mogelijkheid konde worden in’t werk gesteld om het lekken te beletten te vergeefs waaren de vogtigheid in’t Catoen getrokken zijnde, de zoutagtige deelen deede Smelten, en op nieuw wederom zo nat wierd, als of eerst uitzee was getogen, wierden zij genoodzaakt hetzelve te doen wasschen, dat dan ook ten gevolge heeft gehad, het geen d’ ondergeteek:e met reeden vreesden en zij de eer hebben gehad, bij hunne eerbiedige van den 19 December d’ Anno Pass:o aantehalen.’
‘Wat aanbelangd d’ Aloë en Mirrhe welke Gommen zeer veel door het zeewater heeft geleeden weshalven dan ook de oude Cassen te slegt waaren om tot het maaken van nieuwe te kunnen werden geëmploijeerd heeft men doen maaken Cassen van 1 1/4 duijm geelhoute deelen uit ‘s Compagnies Houtloos geligt.’
‘De baalen zo wel als de Cassen zijn alle gem:kt SM/PB VOC /:Schip Maria PlettenbergsBaaij / de Baalen gemerkt van No:1 tot 502 en beschreeven met zo veel als ijder derzelve aan Stukken inhoud, en bij aldien UWelEd: Gestr: en E Achtb: mogte gelieven te besluijten de Lijwaaten van daar direct naar Europa te verzenden, zoude zij ondergeteekendens met hoogstderzelver beleeven aan den Vaandrig Militair Hans Aboë, een Lijst kunnen doen geworden waarna dezelve alsdan vollens zoude kunnen worden beschreeven het welk egter niet nodig zal zijn wanneer na herwaards werden gebragt als wanneer het merken alhier kan gedaan werden.’
‘Onder dezelve Pakken bevinden zigmet gescheurde en lappen, zo witte als blaauwe Lijwaten aangevuld, die de rijze naar Europa niet kunnen verdragen als meede eenige met Swaar gevlekt en aangeslagene duijdelijk bij g’annexeerde Factuur bekend gesteld.’
‘De Cassen van N:o 1. tot 24. en beschreeven met dies inhoud, except de Cas roode aarde, dat de ondergeteek:e niet hebben gekend en alleen gemerkt N:o 6.’
‘Hoewel d’ ondergeteek: alles hebben aangewend om ‘s Loods plat digt te krijgen gelijk ook den Burger Jaarling aanneemer van dat gebouw, kort voor de regen, een geheel nieuwe pleijstering op het zelve had gelegd, wierd het plat gelukkig toen eerst wanneer de Lijwaaten reeds geëmballeerd waaren door den aanhoudende regen zo lek, dat men om de Lijwaaten te bewaaren genoodzaakt wierd over de baalen en Cassen, piramide wijs opgestapeld een planken afdak van Circa 70 voeten te Slaan, daartoe bezigende 1 1/4 duijm geelhoute deelen van Comp:ies voorraad, zonder dat het Houtwerk als alleen met Cabelgaaren aan een gebonden zijnde, gevaar loopt van eenige Schaade te kunnen ondergaan, waartoe men te meer genoodzaakt was omdat het Plat, over al even sterk lekkende het verstapelen der baalen bij lekkage niet mogelijk en zonder vrugt zoude zijn geweest daar thans voor ‘t nat werden verseekerd leggen, hebbende men bij het opslaan van het planken afdak, alle zorge gedraagen, om het waterdigt te maken, gelijk men ook bij regenagtig weer gezien heeft dat aan het oogmerk beantwoorden.’
‘Kort voor het vertrek van de ondergeteek:s van daar wierd door den Burger Thomas Ignatius Fereira gerapporteerd dat aan Strand van de Citzij kamma circa agt dagen verder als de plettenbergs baaij eenig vaatwerk die tot de lading van de Maria hadden behoord was komen opdrijven, met aanbieding teffens dezelve tegens de Somma van rijxd:s 50 over te neemen, dog waarin zij onderget: niet zijn getreeden, maar denzelven aangeschreeven, het vaatwerk door twee onpartijdige personen te doen taxeeren, en dies bedragen ten genoegen van den WelEdelen Gestrengen Heer Gouverneur in ‘S Comp:s Cassa te voldoen, als wanneer hem wierd toegestaan hetzelve na zig te neemen.’
‘Hier meede gedenkende aan Uwe Wel Edele Gestr: en Ed: Achtb: veel geëerbiedigde ordres te hebben voldaan, hebben zij de eer deezen met verschuldigt respect te onderteekenen, als’
’/:onderstond: WelEdele Gestr: Heer en Ed: Achtb: Heeren /:lager:/ Uwer WelEdele Gestr: en Ed: Achtb: onderdanige en gehoorzame Dienaren /:was geteekend:/ J: F: Kirsten en J: P: Faure /: in margine:/ Cabo de goede Hoop den 26 Maart 1789.’
Het welk geleezen zijnde is verstaan, alle de daarbij vermelde verrigtingen te approbeeren, en vermids deeze hunne Commissie thans is komen te expireeren, zo is in aanmerking genomen dat de tijd thans weder op handen is, dat den Capitein ter Zee Francois Duminij en den onderCoopman en Winkelier Egbertus Bergh zig zullen moeten begeeven na voorn: Plettenbergs Baaij , ten einde aldaar wederom in ‘t werk te Stellen en te Effectueeren al ‘t geene tot den afscheep van het in ged:te Baaij en ‘S Comp:s Magazijn aanhanden zijnde hout, herwaards word vereijscht,en dierhalven bij deeze geleegentheid al verder besloten gem: GeCommitt:s Duminij en Berg, tevens te qualificeeren, om de voorschr: geborgene goederen uit het Schip de Maria , volgens de daarvan geformeerde en bij evengem: rapport overgelegde Lijst, waarvan aan hen ter hunner Speculatie Copia zal worden ter hand gesteld, van den Vaandrig Hans Aboë, onder wiens bewaring dezelve op het vertrek der voorm: afgegaane gecommitt:s zijn gelaaten, overteneemen, en insgelijks na deeze Hoofdplaats te zenden, tot welke beijde eijnders in overweging genoomen zijnde, dat de ruijmte, en het bij besluit deezer vergadering van den 29. April Jongstl:, naar meerm: Baaij aangelegde Schip de Jonge Franck niet voldoende zal zijn, heeft men dus moeten overgaan, om het permanent Schip deezes Gouvernements ‘T Duifje almeede tot een rijze derwaards te despiCieeren, en overmids de meerged: Capitein François Duminij op deezen Bodem inCommando is gesteld, dewelke uit hoofde der frequente reijzen, welke hij deeze Baaij reeds heeft bezogt, van dies Situatie reeds meer ervarendheid heeft verkreegen, als de tot dus verre daarvan geformeerde zeekaarten aan de hand kunnen geeven, heeft men overzulks best gedagt voorm: Twee Scheepen geCombineerd met den anderen, onder het Commando van evenged: Capitein Duminij de reijze uit Baaij Fals derwaards te laaten onderneemen, en aan de overheeden dier Bodems daar toe de nodige ordres en Instructien te expedieeren: zullende dierhalven gem: Capitein Duminij wanneer hij inde Plettenbergs baaij zal zijn aangekomen, met ende benevens meergeCiteerde OnderCoopman Bergh zijne Commissie moeten waarneemen en overzulx met den anderen al zulke arrangementen en Schikkingen in’t werk Stellen, als tot eene spoedige belading van deeze beijde kielen vereijscht word, zo dat dezelve uitterlijk op den 10. Augustus eerstkomende de te rug reijze weder invoegen voorschr: zullen kunnen onderneemen, ten welken einde aan de overheeden van ged: Twee Scheepen zal worden gelast, om zo veele manschappen, als zij van hunne respective Bodems, zonder den noodzakelijken Scheepsdienst te verzuijmen, maar immers zullen kunnen missen, tot adsistentie in deeze Spoedige belading bij te zetten, en wanneer dezelve ten uitvoer zal worden gebragt, als dan ieder van zijn inhebbende Lading te teekenen Twee CognosCement Factuuren om aan deeze regeering te werden afgezonden onder welke lading meede zal moeten begreepen zijnde in gem: Baaij aanweezig zijnde drie Ses lb Stukken kanon uit meerged: Schip de Maria gesalveerd, en door deezen gouvernemente van den Schipper dier Bodem ingekogt, terwijle van de overige zig aldaar bevindende, zo bij puplicque Vendutie als by Tauxatie gekogte goederen, de zulke almeede herwaards zullen moeten worden overgezonden, die aldaar van geen noodzakelijkheid komen te zijn, en de zodanige welke ged: geCommitt:s zullen oordeelen, aldaar vannut te kunnen zijn, bij de Inventarissen bij de posten worden ingenoomen, en in ged: baaij aangehouden, gelijk ook, niet alleen de aldaar meede zig bevindende draaijbas, daar ter plaatze zal moeten verblijven, maar zal de zelve nog daar en boven met een tweede van hier gesuppleerd worden.
Waarna door den Heer Gouverneur den Raade wierd GecommuniCeerd, den inhoude eener Missive door zijn Ed: van den resident in Baaifals Christoffel Brand ontfangen, houdende berigt van het ongelukkig Stranden van het partiCulier retour Schip ‘t Drietal Handelaars , in den nagt tusschen den 16: en 17. deezer, ontrend de zogen: Swarte Klip , voorgevallen, mitsgaders de arrangementen welke ged: resident dadelijk hadde int werk gesteld, tot adsistentie van deeze noodlottige kiel, en zulks met overleg van de Heeren Capitein Frijkenius en Lieutenant Claris, Commandeerende de thans in Baaij fals leggende ‘s Lands Scheepen de Beschermer en de Pijl , welke heeren ook volgens den inhoud eener zeer gedienstige Missive door den Eerstgemelden aan den Heere Gouverneur gerigt niet tardeerden om van hun Ed: kant al wat in derzelver vermogen stond aantewenden, om ged: Resident, in deeze zijne pogingen met alle ijver te Secundeeren, terwijl welopgem: Heer Gouverneur tevens te kennen gaf, dat zijn Ed: terstond op het ontvangen van deeze facheuse tijding, alle zodanige ordres hadde gesteld, als zijn Ed: in dat droevig tijdstip hadde gemeend te behooren, en ten dien einde zonder eeninge tijdverzuim het Strand door een Militaire wagt laten bewaken, en den Equipagie Meester derwaards afgezonden om aldaar te onderzoeken en bewerkstelligen al het gunt nog tot behoud van Schip en Lading zoude kunnen worden geeffectueerd, dan dat hij Heere Gouverneur op gisteren avond eene Missive van gem: Equipagie Meester had bekomen, dewelke, Schoon voorlopig, egter niets gunstigs omtrend Schip en Lading behelsde, als hebbende het Schip bij het arrivement van hem Equipagie Meester reeds 15. voeten water bij de pompen, en zijnde de kiel reeds gebroken, weshalven ‘er geene hoop meer overig zijnde om het Schip weder van Strand te krijgen men dus heeft moeten resolveeren, om hoe eer hoe liever, door derwaards af te zendene gecommitteerdens de lading te doen lossen , en naar deeze plaatze transporteeren; terwijle men verder omtrend dit treffend ongeval, ende oorzaaken daarvan een Zodanig legaal onderzoek zal laaten doen, als overeenkomstig met den aart der zaken en den inhoud der Cherte partij van dien Bodem moet en kan geschieden.
En is wijders door den Heer Hoofdadministrateur Johannes Isaak Rhenius in Raade geproduCeert de volgende:
‘Lijst van alle zodanige Pacquetten met oud vervuijld en gemutileerd gestempelde papiere munt als SucCessivelijk in’s Comp: dagelijkse of kleijne geldCassa ontfangen, en van daar in den zelven groote Cassa zijn overgebragt met aanwijzinge in welke muntspesien komen te bestaan, mitsgaders het generaal getal en bedragen derzelve welk versleeten en gemutileerd papiere geld als thans niet meer bruikbaar zijnde met goedvinden en believen van den WelEdelen gestr: heer Gouverneur en E Achtb: Raade van Politie zoude kunnen werden verbrandt als’
‘
1 Pacquet | rd:s 3500:-: |
1 d:o | d:o 3450:-: |
2 d:o van rd:s 3000 | d:o 6000:-: |
1 d:o | d:o 2873:24 |
1 d:o | d:o 2585:-: |
1 d:o | d:o 2334:-: |
1 d:o | d:o 2020:-: |
3 d:o van rd:s 2000 | d:o 6000:-: |
1 d:o | d:o 1920:-: |
1 d:o | d:o 1850:-: |
1 d:o | d:o 1833:-: |
1 d:o | d:o 1700:-: |
1 d:o | d:o 1600:-: |
2 d:o van rd:s 1500 | d:o 3000:-: |
1 pacquet | d:o 1450:-: |
1 d:o | d:o 1425:-: |
1 d:o | d:o 1372:-: |
1 d:o | d:o 1360:-: |
1 d:o | d:o 1356:-: |
1 d:o | d:o 1330:-: |
7 d:o van rd:s 1200 | d:o 8400:-: |
1 d:o | d:o 1284:-: |
1 d:o | d:o 1299:-: |
1 d:o | d:o 1235:-: |
1 d:o | d:o 1158:-: |
1 d:o | d:o 1154:-: |
1 d:o | d:o 1125:-: |
1 d:o | d:o 1040:-: |
1 d:o | d:o 1022:-: |
1 d:o | d:o 1079:-: |
1 d:o | d:o 1059:-: |
1 d:o | d:o 1020:-: |
1 d:o | d:o 1018:-: |
1 d:o | d:o 1027:-: |
4 d:o van rd:s 1100 | d:o 4400:- |
66 d:o van 1000 | d:o 66000:- |
1 Pacquet | rd:s 3500:-: |
1 d:o | d:o 3450:-: |
2 d:o van rd:s 3000 | d:o 6000:-: |
1 d:o | d:o 2873:24 |
1 d:o | d:o 2585:-: |
1 d:o | d:o 2334:-: |
1 d:o | d:o 2020:-: |
3 d:o van rd:s 2000 | d:o 6000:-: |
1 d:o | d:o 1920:-: |
1 d:o | d:o 1850:-: |
1 d:o | d:o 1833:-: |
1 d:o | d:o 1700:-: |
1 d:o | d:o 1600:-: |
2 d:o van rd:s 1500 | d:o 3000:-: |
1 pacquet | d:o 1450:-: |
1 d:o | d:o 1425:-: |
1 d:o | d:o 1372:-: |
1 d:o | d:o 1360:-: |
1 d:o | d:o 1356:-: |
1 d:o | d:o 1330:-: |
7 d:o van rd:s 1200 | d:o 8400:-: |
1 d:o | d:o 1284:-: |
1 d:o | d:o 1299:-: |
1 d:o | d:o 1235:-: |
1 d:o | d:o 1158:-: |
1 d:o | d:o 1154:-: |
1 d:o | d:o 1125:-: |
1 d:o | d:o 1040:-: |
1 d:o | d:o 1022:-: |
1 d:o | d:o 1079:-: |
1 d:o | d:o 1059:-: |
1 d:o | d:o 1020:-: |
1 d:o | d:o 1018:-: |
1 d:o | d:o 1027:-: |
4 d:o van rd:s 1100 | d:o 4400:- |
66 d:o van 1000 | d:o 66000:- |
‘
11 pacq: van 900 | rd:s 9900:-: | 1 Pacquet van | rd:s 795:-: |
1 d:o | d:o 925:-: | 1 d:o d:o | 767:-: |
1 d:o | d:o 974:-: | 1 d:o d:o | 776:-: |
1 d:o | d:o 932:-: | 1 d:o d:o | 736:-: |
1 d:o | d:o 949:-: | 1 d:o d:o | 778:-: |
1 d:o | d:o 945:-: | 1 d:o d:o | 790:-: |
1 d:o | d:o 990:-: | 1 d:o d:o | 715:-: |
1 d:o | d:o 944:-: | 1 d:od:o | 793-: |
2 d:o van rd:s 910 | d:o 1820:-: | 1 d:o d:o | 779:-: |
1 d:o | d:o 920:-: | 1 d:o d:o | 773:-: |
1 d:o | d:o 857:-: | 1 d:o d:o | 786:-: |
1 d:o | d:o 825:-: | 1 d:o d:o | 761:-: |
1 d:o | d:o 876:-: | 1 d:o d:o | 785:-: |
1 d:o | d:o 872:-: | 1 d:o d:o | 727:-: |
1 d:o | d:o 880:-: | 1 d:o d:o | 770:-: |
22 van d:o 800 | d:o 17600:-: | 1 d:o d:o | 787:-: |
8 d:o d:o 750 | d:o 6000:-: | 56 van rd:s 600 d:o | 33600:- |
12 d:o d:o 700 | d:o 8400:- | 1 d:o d:o | 650:-: |
1 d:o | d:o 828:- | 1 d:o d:o | 687:-: |
1 d:o | d:o 896:- | 1 d:o d:o | 666:-: |
1 d:o | d:o 862:- | 1 d:o d:o | 655:-: |
1 d:o | d:o 850:- | 1 d:o d:o | 692:-: |
1 d:o | d:o 780:- | 1 d:o d:o | 694:-: |
1 pacquet van | rd:s 647:-: | 1 paquet van rd:s d:o | 513:-: |
1 d:o d:o | d:o 667:-: | 35 d:o van rd:s 400 d:o | 14000:-: |
1 d:o d:o | d:o 663:-: | 2 d:o van rd:s 414 d:o | 828:-: |
1 d:o d:o | d:o 620-: | 2 d:o van rd:s 420 d:o | 840:-: |
1 d:o d:o | d:o 673:-: | 1 d:o d:o | 437:-: |
72 van rd:s 500 | d:o 36000:-: | 1 d:o d:o | 465:-: |
2 van d:o 525 | d:o 1050:-: | 1 d:o d:o | 423:-: |
3 van d:o 360 | d:o 1680:-: | 1 d:o do | 438:-: |
2 van d:o 537 | d:o 1074:-: | 1 d:o d:o | 450:-: |
2 van d:o 530 | d:o 1060:-: | 1 d:o d:o | 475:-: |
2 van d:o 550 | d:o 1100:-: | 1 d:o d:o | 488:-: |
1 d:o d:o d:o | d:o 577:-: | 1 d:o d:o | 453:-: |
1 d:o d:o d:o | d:o 540-: | 1 d:o d:o | 416:-: |
1 d:o d:o d:o | d:o 575-: | 1 d:o d:o | 491:-: |
1 d:o d:o d:o | d:o 509-: | 1 d:o d:o | 426:-: |
1 d:o d:o d:o | d:o 564-: | 1 d:o d:o | 479:-: |
1 d:o d:o d:o | d:o 511-: | 1 d:o d:o | 449: -: |
1 d:o d:o d:o | d:o 504-: | 1 d:o d:o | 428: -: |
1 d:o d:o d:o | d:o 536-: | 1 d:o d:o | 429: -: |
1 d:o d:o d:o | d:o 515-: | 1 d:o d:o | 455: -: |
1 d:o d:o d:o | d:o 501-: | 1 d:o d:o | 432: -: |
1 d:o d:o d:o | d:o 554-: | 1 d:o d:o | 458: -: |
1 d:o d:o d:o | d:o 502-: | 2 d:o van rd:s 403 d:o | 806:-: |
1 d:o d:o d:o | d:o 582-: | 1 d:o d:o | 415: -: |
1 d:o d:o d:o | d:o 598-: | 1 d:o d:o | 404: -: |
1 Pacquet van | rd:s 413:-: | 1 pacquet van rd:s | 345:-: |
1 d:o d:o | d:o 478:-: | 1 d:o d:o d:o | 343:-: |
1 d:o d:o | d:o 448:-: | 1 d:o d:o d:o | 392:-: |
1 d:o d:o | d:o 409:-: | 1 d:o d:o d:o | 335:-: |
44: d:o van rd:s 300. | d:o 13200:-: | 33 d:o van rd:s 200 d:o | 6600:-: |
2 d:o d:o d:o 374 | d:o 748:-: | 4 d:o d:o d:o 260 d:o | 1040:-: |
3 d:o d:o d:o 337 | d:o 1011:-: | 2 d:o d:o d:o 264 d:o | 528:-: |
3 d:o d:o d:o 350 | d:o 1050:-: | 2 d:o d:o d:o 292 d:o | 584:-: |
3 d:o d:o d:o 376 | d:o 1128:-: | 2 d:o d:o d:o 250 d:o | 500:-: |
2 d:o d:o d:o 379 | d:o 758:-: | 2 d:o d:o d:o 297 d:o | 594:-: |
3 d:o d:o d:o 389 | d:o 1167:-: | 2 d:o d:o d:o 217 d:o | 434:-: |
1 d:o | d:o 367:-: | 1 d:o d:o | 228:-: |
1 d:o | d:o 330:-: | 1 d:o d:o | 288:-: |
1 d:o | d:o 325:-: | 1 d:o d:o | 213:-: |
1 d:o | d:o 387:-: | 1 d:o d:o | 272:-: |
1 d:o | d:o 393:-: | 1 d:o d:o | 249:-: |
1 d:o | d:o 375:-: | 1 d:o d:o | 252:-: |
1 d:o | d:o 354:-: | 1 d:o d:o | 211:-: |
1 d:o | d:o 347:-: | 1 d:o d:o | 230:-: |
1 d:o | d:o 359:-: | 1 d:o d:o | 279:-: |
1 d:o | d:o 394:-: | 1 d:o d:o | 280:-: |
1 d:o | d:o 312:-: | 1 d:o d:o | 210:-: |
1 d:o | d:o 309:-: | 1 d:o d:o | 236:-: |
1 d:o | d:o 396:-: | 1 d:o d:o | 253:-: |
1 d:o | d:o 368:-: | 1 d:o d:o | 235:-: |
1 d:o | d:o 365:-: | 1 d:o d:o | 240:-: |
1 Pacquetten van | rd:s 280:-: | 1 paquett van rd:s | 8:24 |
1 d:o | d:o 239:-: | 4 d:o van rd:s 600 d:o | 2400:- |
1 d:o | d:o 299:-: | 2 d:o d:o d:o 500 d:o | 1000:- |
1 d:o | d:o 237:-: | 1 d:o d:o | 240:- |
1 d:o | d:o 100:-: | 1 d:o d:o | 1117:- |
1 d:o | d:o 162:-: | 1 d:o d:o | 254- |
1 d:o | d:o 140:-: | 1 d:o d:o | 432:- |
3 d:o van rd:s 150 | d:o 450:-: | 1 d:o d:o | 484:- |
1 d:o | d:o 187:-: | 1 d:o d:o | 400:- |
1 d:o | d:o 196:-: | 1 d:o d:o | 823:- |
1 d:o | d:o 165:24: | 1 d:o d:o | 231:- |
1 d:o | d:o 152:-: | 1 d:o d:o | 868:- |
1 d:o | d:o 176:-: | 1 d:o d:o | 900:- |
1 d:o | d:o 192:-: | 1 d:o d:o | 510:- |
1 d:o | d:o 194:-: | 1 d:o d:o | 476:- |
1 d:o | d:o 138:-: | 1 d:o d:o | 300:- |
1 d:o | d:o 99:-: | 1 d:o d:o | 372:- |
1 d:o | d:o 54:-: | 1 d:o d:o | 335:- |
1 d:o | d:o 75:-: | 1 d:o d:o | 415:- |
1 d:o | d:o 72:-: | 1 d:o d:o | 667:- |
1 d:o | d:o 62:44 | Somma rd:s | [.....] |
11 pacq: van 900 | rd:s 9900:-: | 1 Pacquet van | rd:s 795:-: |
1 d:o | d:o 925:-: | 1 d:o d:o | 767:-: |
1 d:o | d:o 974:-: | 1 d:o d:o | 776:-: |
1 d:o | d:o 932:-: | 1 d:o d:o | 736:-: |
1 d:o | d:o 949:-: | 1 d:o d:o | 778:-: |
1 d:o | d:o 945:-: | 1 d:o d:o | 790:-: |
1 d:o | d:o 990:-: | 1 d:o d:o | 715:-: |
1 d:o | d:o 944:-: | 1 d:od:o | 793-: |
2 d:o van rd:s 910 | d:o 1820:-: | 1 d:o d:o | 779:-: |
1 d:o | d:o 920:-: | 1 d:o d:o | 773:-: |
1 d:o | d:o 857:-: | 1 d:o d:o | 786:-: |
1 d:o | d:o 825:-: | 1 d:o d:o | 761:-: |
1 d:o | d:o 876:-: | 1 d:o d:o | 785:-: |
1 d:o | d:o 872:-: | 1 d:o d:o | 727:-: |
1 d:o | d:o 880:-: | 1 d:o d:o | 770:-: |
22 van d:o 800 | d:o 17600:-: | 1 d:o d:o | 787:-: |
8 d:o d:o 750 | d:o 6000:-: | 56 van rd:s 600 d:o | 33600:- |
12 d:o d:o 700 | d:o 8400:- | 1 d:o d:o | 650:-: |
1 d:o | d:o 828:- | 1 d:o d:o | 687:-: |
1 d:o | d:o 896:- | 1 d:o d:o | 666:-: |
1 d:o | d:o 862:- | 1 d:o d:o | 655:-: |
1 d:o | d:o 850:- | 1 d:o d:o | 692:-: |
1 d:o | d:o 780:- | 1 d:o d:o | 694:-: |
1 pacquet van | rd:s 647:-: | 1 paquet van rd:s d:o | 513:-: |
1 d:o d:o | d:o 667:-: | 35 d:o van rd:s 400 d:o | 14000:-: |
1 d:o d:o | d:o 663:-: | 2 d:o van rd:s 414 d:o | 828:-: |
1 d:o d:o | d:o 620-: | 2 d:o van rd:s 420 d:o | 840:-: |
1 d:o d:o | d:o 673:-: | 1 d:o d:o | 437:-: |
72 van rd:s 500 | d:o 36000:-: | 1 d:o d:o | 465:-: |
2 van d:o 525 | d:o 1050:-: | 1 d:o d:o | 423:-: |
3 van d:o 360 | d:o 1680:-: | 1 d:o do | 438:-: |
2 van d:o 537 | d:o 1074:-: | 1 d:o d:o | 450:-: |
2 van d:o 530 | d:o 1060:-: | 1 d:o d:o | 475:-: |
2 van d:o 550 | d:o 1100:-: | 1 d:o d:o | 488:-: |
1 d:o d:o d:o | d:o 577:-: | 1 d:o d:o | 453:-: |
1 d:o d:o d:o | d:o 540-: | 1 d:o d:o | 416:-: |
1 d:o d:o d:o | d:o 575-: | 1 d:o d:o | 491:-: |
1 d:o d:o d:o | d:o 509-: | 1 d:o d:o | 426:-: |
1 d:o d:o d:o | d:o 564-: | 1 d:o d:o | 479:-: |
1 d:o d:o d:o | d:o 511-: | 1 d:o d:o | 449: -: |
1 d:o d:o d:o | d:o 504-: | 1 d:o d:o | 428: -: |
1 d:o d:o d:o | d:o 536-: | 1 d:o d:o | 429: -: |
1 d:o d:o d:o | d:o 515-: | 1 d:o d:o | 455: -: |
1 d:o d:o d:o | d:o 501-: | 1 d:o d:o | 432: -: |
1 d:o d:o d:o | d:o 554-: | 1 d:o d:o | 458: -: |
1 d:o d:o d:o | d:o 502-: | 2 d:o van rd:s 403 d:o | 806:-: |
1 d:o d:o d:o | d:o 582-: | 1 d:o d:o | 415: -: |
1 d:o d:o d:o | d:o 598-: | 1 d:o d:o | 404: -: |
1 Pacquet van | rd:s 413:-: | 1 pacquet van rd:s | 345:-: |
1 d:o d:o | d:o 478:-: | 1 d:o d:o d:o | 343:-: |
1 d:o d:o | d:o 448:-: | 1 d:o d:o d:o | 392:-: |
1 d:o d:o | d:o 409:-: | 1 d:o d:o d:o | 335:-: |
44: d:o van rd:s 300. | d:o 13200:-: | 33 d:o van rd:s 200 d:o | 6600:-: |
2 d:o d:o d:o 374 | d:o 748:-: | 4 d:o d:o d:o 260 d:o | 1040:-: |
3 d:o d:o d:o 337 | d:o 1011:-: | 2 d:o d:o d:o 264 d:o | 528:-: |
3 d:o d:o d:o 350 | d:o 1050:-: | 2 d:o d:o d:o 292 d:o | 584:-: |
3 d:o d:o d:o 376 | d:o 1128:-: | 2 d:o d:o d:o 250 d:o | 500:-: |
2 d:o d:o d:o 379 | d:o 758:-: | 2 d:o d:o d:o 297 d:o | 594:-: |
3 d:o d:o d:o 389 | d:o 1167:-: | 2 d:o d:o d:o 217 d:o | 434:-: |
1 d:o | d:o 367:-: | 1 d:o d:o | 228:-: |
1 d:o | d:o 330:-: | 1 d:o d:o | 288:-: |
1 d:o | d:o 325:-: | 1 d:o d:o | 213:-: |
1 d:o | d:o 387:-: | 1 d:o d:o | 272:-: |
1 d:o | d:o 393:-: | 1 d:o d:o | 249:-: |
1 d:o | d:o 375:-: | 1 d:o d:o | 252:-: |
1 d:o | d:o 354:-: | 1 d:o d:o | 211:-: |
1 d:o | d:o 347:-: | 1 d:o d:o | 230:-: |
1 d:o | d:o 359:-: | 1 d:o d:o | 279:-: |
1 d:o | d:o 394:-: | 1 d:o d:o | 280:-: |
1 d:o | d:o 312:-: | 1 d:o d:o | 210:-: |
1 d:o | d:o 309:-: | 1 d:o d:o | 236:-: |
1 d:o | d:o 396:-: | 1 d:o d:o | 253:-: |
1 d:o | d:o 368:-: | 1 d:o d:o | 235:-: |
1 d:o | d:o 365:-: | 1 d:o d:o | 240:-: |
1 Pacquetten van | rd:s 280:-: | 1 paquett van rd:s | 8:24 |
1 d:o | d:o 239:-: | 4 d:o van rd:s 600 d:o | 2400:- |
1 d:o | d:o 299:-: | 2 d:o d:o d:o 500 d:o | 1000:- |
1 d:o | d:o 237:-: | 1 d:o d:o | 240:- |
1 d:o | d:o 100:-: | 1 d:o d:o | 1117:- |
1 d:o | d:o 162:-: | 1 d:o d:o | 254- |
1 d:o | d:o 140:-: | 1 d:o d:o | 432:- |
3 d:o van rd:s 150 | d:o 450:-: | 1 d:o d:o | 484:- |
1 d:o | d:o 187:-: | 1 d:o d:o | 400:- |
1 d:o | d:o 196:-: | 1 d:o d:o | 823:- |
1 d:o | d:o 165:24: | 1 d:o d:o | 231:- |
1 d:o | d:o 152:-: | 1 d:o d:o | 868:- |
1 d:o | d:o 176:-: | 1 d:o d:o | 900:- |
1 d:o | d:o 192:-: | 1 d:o d:o | 510:- |
1 d:o | d:o 194:-: | 1 d:o d:o | 476:- |
1 d:o | d:o 138:-: | 1 d:o d:o | 300:- |
1 d:o | d:o 99:-: | 1 d:o d:o | 372:- |
1 d:o | d:o 54:-: | 1 d:o d:o | 335:- |
1 d:o | d:o 75:-: | 1 d:o d:o | 415:- |
1 d:o | d:o 72:-: | 1 d:o d:o | 667:- |
1 d:o | d:o 62:44 | Somma rd:s | [.....] |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 19: Meij 1789. /:was geteekend:/ T: C:Rönnenkamp, S: van Echten’
Uit welke lijst zijnde komen te blijken dat de voorschr: afgesleeten Muntstukken bestaan in eene Somma van rijxd:s 388231:- Zo is verstaan na dat dit montant bij ‘S Comp: Boeken zal zijn afgeschreeven, de gem: Papiere Munt Stukken te doen vernietigen en verbranden en daar toe expes te Committeeren den Heer SeCunde Johannes Isaak Rhenius benevens de geCommitt:s over de kleijne geld Cassa.
Door evenged: Heer Hoofd Administrateur al verders zijne geëxhibeert een ampel vertoog, houdende de reedenen waarom men tot dus verre met het vervaardigen van het Negotie werk dat Jaarlijks zo aan de Hoog gebiedende Heeren Majores als aan de Hooge Indiasche Regeering van hier pleegt te werden verzonden niet in gereedheid hadde kunnen komen, mitsgaders eene voordragt om dat werk in vervolg van tijd, met meerder Spoed en regularitijt te kunnen ten uitvoer brengen, wierd dat vertoog bij dies resumptie bevonden van navolgenden inhoude
Aan den WelEdele Gestrenge heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Ed. & Achtb: Raade van Politie
‘Wel Edele Gestrenge Heer E Achtbr: Heeren’
‘De Tijd genadert zijnde, dat het generaal verslag van zaaken van dit gouvernement naar Nederland moet worden gedepecheerd, en daartoe voornamentlijk gehoorende de Specificque Journaal en grootboek de Negotie met derzelver bijzondere bijlagen, die alle jaarlijks ten Negotie Comptoire en dus onder ‘t opzigt van den onderteekende Hoofd Administrateur worden Vervaardigt, zo agt hij zig verpligt Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: ontrend die Boeken en papieren van ‘t afgeloopen Boekjaar het volgende voortedragen.’
‘Dat op den 4: Augustus van ‘t Jaar 1744. ten verzoeke van den toenmaligen Hoofd administrateur de Heer Rijk Tulbagh in Raade van Politie is genomen eene resolutie omme eene aanzienlijke quantiteit koopmanschappen ten bedragen van ruijm Vijf en Twintig Duijzend rd:s als toen verkogt, nog bij de als toen nog lopende Negotie Boeken van Anno 1743/4 inteneemen ofschoon die Penningen niet eerder als in Januarij 1745. konden worden Ontfangen waaruit dan ook heeft moeten vootvloeijen dat de Cassa reekening van de Maand Augustus van evengemelde Boekjaar niet eerder heeft kunnen werden gesloten als in de Maand Januarij 1745. en dat dus ook met het Sluijten der voorm: Negotie Boeken geen aanvang heeft kunnen werden gemaakt, als Maanden na dat dat Boekjaar was afgelopen.’
‘Dat den onderteekende vermeend dat deeze Resolutie slegts in het toenmalige geval had dienen te bestaan, dog bij onderzoek heeft ontwaard, dat dezelve van dien tijd af als aan een vaste rigtsnoer voor ‘t toekomende Stiptelijk is opgevolgd, en oorzaak geworden van veele kwaade en tegens alle ordre van Boekhouden Strijdende Sijnosure, zo als den onderteekende bij de beantwoording der ten deezen Gouvernemente ontfangene Consideratien op de Caapsche Negotie Boeken de eer zal hebben breedvoerig te betogen.’
‘Dat zints voorm: Resolutie is gearressteerd en de Baaij Fals door ‘s Comp:s Scheepen is aangedaan geworden, men tot een Vaste regel ten deezen gouvernemente heeft gehouden, om alle goederen aldaar aangebragt wordende direct bij de Negotie boeken op derzelver respective reekeningen te doen inneemen en de onderscheijdene administrateurs daarvoor verantwoordelijk te Stellen, die zulks ook bestendig hebben ingenomen, dog door een weluitgedagte voorzorg, nimmer hunne boeken hebben gesloten, voor dat die goederen schoon somtijds inde Maanden DeCember of Januarij bij hen waaren ontfangen, ten einde de defecten en verliesen die alzulke goederen bij derselver Transport van Baaij Fals herwaards zouden kunnen ondergaan niet voor hunne reek: wierden gesteld.’
‘Dat deeze handelwijze tot nu toe geoeffend oorsaak is geweest, dat men by het vervaardigen en Sluiten der Negotie boeken van ‘t Jongstafgelopen Boekjaar 1787/8 niet naar behoren heeft kunnen voortvaaren, alzo verscheijde goederen door de Hoog Gebiedende Heeren Majores voor dit Gouvernement bestemd, in Baaij Fals zijn aangebragt en men tot dies vervoer na de Hoofd plaatze bij gebrek aan andere bekwaame vaartuijgen niets anders heeft kunnen bezigen als het Scheepje de Helena Louisa met ‘t welke de laatste dier goederen in de Maand November Laatstl: ter deezer reede zijn aangebracht.’
‘Dat de langwijlige aanbreng van die goederen, en de vertraging in’t lossen van dezelve, veroorzaakt door de noodzakelijkheid om s’ Comp:s passeerende Scheepen met de Landsboots preferentelijk te gerieven, dan oorzaak zijn geweest, dat de Memorie nopens de in Baaij Fals aangebragte defecte en gebrokene goederen, niet eerder als in de Maand December heeft kunnen werden gedresseerd, en dat de Vendutie dier defecte en gebrokene goederen niet eerder als in’t laatst vandie Maand heeft kunnen werden gehouden.’
‘Dat het een en ander dus de Heer Cassier dus in de onmogelijkheid heeft gesteld, om de Cassa reek van de Maand Augustus te Sluijten, als na dat zijn Ed: de ordonn: van de Vendutie op den 27. DeC: gehouden had ontfangen, welks bedragen in opvolging der voornoemde Resolutie bij die Cassa reekening moest worden ingenomen.’
‘Dat door deeze zo tegenstrijdige beschikking de Cassa reekening van de Maand Augustus 1788 eerst op den 23. Maart van dit lopende Jaar ten Negotie Comtoire is ontfangen, en dat de ondergeteekende daardoor niet tegenstaande alle desselvs pligtschuldige en Welmeende pogingen, zig tot nu toe buijten staat heeft bevonden het ordinaire Negotie werk te laaten brengen in zodanige Staat als vereijscht word, om hetzelve naar Patria te verzenden, alzo na dat die Cassa reek: geboekt, eerst kan gedagt worden aan ‘t Formeeren der Winstreek:, waarop moet volgen de betoging van de gevallene lasten, en de nodige qualificatie van UWelEd: Gestr: en Ed: Achtb: om zo wel de lastposten als de te vooren staande reekening op ‘t Comptoir generaal te vereffenen; alle werken die eene onafgebrooken Assiduiteit vorderen, en die zo wel als deConfrontatie met de respective administrateurs, en het dresseeren der rendementen benevens veele andere Hoogstnoodzakelijke Verrigtingen door den Negotie overdrager alleen moeten worden ten uitvoer gebragt, die in weerwil van allen aangewenden ijver en vlijt tot nu toe dat werk niet te boven heeft kunnen komen.’
‘Den onderteekende zig overtuigd vindende van de noodzakelijkheid om, ten einde het regtmatig ongenoegen van de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren dat men van wegens dit gouvernement aan hun WelEdele Hoog Achtb: verslag doet van de generale Staat der zaaken, heeft zig ook verpligt geagt aan Uw WelEdele Gestr: en E Achtb: te moeten voordragen de reedenen waarom het werk tot dat verslag Specteerende, en zijne zorge toevertrouwd niet bij hetzelve kan worden gevoegd, en vleijd zig dat die reedenen zo wel bij onze Hooge Gebieders, aan wien hij is verzoekende dat dezelve mogen worden voorgedragen, als bij UWelEd:e Gestr: en E Achtb: hem zullen vrijspreeken van de nalatigheid en ijverlooshied die hij vermeend dat zijne Stilswijgendheid indeeze hem zoude hebben geimputeerd, verzeekerende Uwe Wel Edele Gestr: en E Achtb: dat hij zal zorgen dat ‘t geen met voorsz: Negotie Boeken nog ten agteren is met verdubbelde Vlijt werde ingehaald, ten einde de ordinaire Boeken, nevens het verslag derzelve zo Spoedig mogelijk aan onze Gebieders te kunnen Suppediteeren.’
‘Den onderteekende kan bij deeze gelegentheid ook niet af zijn Uw Wel Edele Gestr: en E Achtb: te verzoeken, met hem zodanige middelen te beraamen en te arresteeren als geschikst zullen worden bevonden om eenmaal uit den weg te ruijmen alle zodanige tegenstrijdige reegelen als in de manier van Boekhouden ten deezen Gouvernemente zijn geadopteerd, en waardoor men nooit zo als de goede ordre noodzakelijk komt te vorderen wanneer zulks mogt worden vereijscht, de staat der bezittingen van de Edele Maatschappij alhier kan blootstellen als een der voornaamste middelen tot dat gewigtig eijnde, vermeend den onderteekende aan UWelEd: Gestr: in overweeging te moeten geeven, of het niet noodzakelijk zoude zijn, bij de Negotie boeken een apparte reekening te formeeren voor de Baaij Fals , en daarop ten faveure van ‘t Comptoir generaal te belasten alle zodanige goederen en Coopmanschappen als door de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren en de Hoog Indiasche regeering aan dit gouvernement g’ addresseert en aldaar ontscheept worden, omme wanneer dezelve ‘t zij ten deele ‘t zij in’t geheel niet voor Ult:o Augustus naar deeze Hoofdplaats mogten kunnen worden vervoerd, als dan bij ‘t Sluijten der Boeken op die reekening te kunnen werden verEffend en bij de nieuwe Boeken te blijven voortlopen, wanneer die goederen in’t volgend Boekjaar ter deezer rheede aangebragt, en aande daartoe gestelde administrateurs overgaande op hunne bijzondere reekening kunnen belast worden, en de reekening op dewelke zij tot die tijd geloopen hebben, daarvan ontheft worden.’
‘Den onderteek:e daartoe qualificatie afwagtende zal Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb:e intusschen verzeekeren, dat alles wat in zijn vermogen is, zal aanwenden om aan Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: SucCessivelijk zodanige Consideratien te Suppediteeren, als maar eenigzints kunnen strekken om ‘s Meesters dienst op eene bestendige wijze gereegeld te vervorderen, en blijken kunnen geeven, dat hem niets meer ter harte gaat als het Stipt nakomen, van de pligten die het ampt waarmeede de Hoog gebiedende Heeren Meesteren hem gunstig hebben gelieven te bekleeden van hem komen te vorderen.’
‘Den onderteek: heeft de eer zig met alle Eerbied te noemen.’
’/:onderstond:/’
‘WelEdelen Gestr: Heer en Ed: Achtb: Heeren /:lager:/ Uwer WelEdele gestr: en E Achtb: onderdanige en gehoorzame Dienaar /:was geteek: J: I: Rhenius, /:in margine/ In’t Casteel de Goede Hoop den 15: Maij 1789.’
Waarover rijpelijk gebesoijgneerd, en daarbij in overweeging zijnde genomen, dat hoe plausibel de reedenen, en motiven door gem: Heer Hoofd Administrateur bijgebragt, ook mogen zijn, en hoe zeer men zig ook kan verzeekerd houden, dat dit retard van ‘t Negotie werk niet aan eenig pligtverzuijm te wijten is, men egter niet zoude durven overgaan om langer te wagten met aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren pligtschuldig verslag te doen van den staat der zaaken ten deezen Gouvernemente, zullende dus het negotie werk zo dra het zelve in Gereedheid zal weezen, met een der nog verwagt wordende particuliere retourscheepen moeten worden overgezonden, wanneer men tevens de vrijheid zal gebruijken Hun WelEdele Hoog Achtb: een afzonderlijk verslag omtrend dezelve te Suppediteeren
Zijnde alvoorts bij deeze gelegentheid in aanmerking genomen de Schadelijke gevolgen die uit eene zodanige aanhoudende behandeling van zaaken over ‘s meesters dienst zouden moeten resulteeren, is op voordragt van meerm: Heer Hoofd administrateur, besloten zijn Ed: te qualifiCeeren, om voortaan alle goederen die ten dienste deezes Gouvernements, zo door de Hoog Gebiedende Heeren Majores als door de Hooge Indiasche Regeering herwaards gezonden, en in Baaij Fals ontfangen worden, op eene apparte reek: inteneemen, onder den titul van diverse Goederen in Baaij Fals , welke goederen ‘t zij ten deele, ‘t zij in’t geheel bij die reek: zullen moeten blijven voortlopen, tot dat ter deezer Reede gearriveerd, aan de respective Hoofd administrateurs worden uijtgeleeverd, en als dan SpeCificq bij ieder afzonderlijke reekening ingenomen.
En is wijders verstaan tot het Examineeren der Negotie en Soldij boeken, neevens het Lid deezes Raads den Heere M:r Jacobus Johannes Le Sueur te Committeeren het meede Lid van deeze Vergadering den Heere Willem Ferdinand van Reede van Oudtshoorn.
Vervolgens geleezen zijnde een request door den Soldij Boekhouder Clemens Matthiessen in zijne qualiteijt als Curator ad Lites gepresenteerd en gemunieerd met twee bijlaagen, luijdende hetzelve request als volgd.
Aan den WelEdelen Gestrengen Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Geeft met behoorlijke eerbied te kennen Uwer WelEdele Gestr: en E. Achtb: zeer gehoorzame en onderdanige Dienaar Clemens Matthiessen Junior, Curator ad lites ten deezes Gouvernemente, dat hij bij dispositif van den E Achtb: Raad van Justitie alhier deeze in Extract vergezellende, gequalificeerd is geworden, om de begeerte van den Ingenieur Loeve voor eenige weeken ter deezes plaatse overleeden, en aan beamptschrijver en getuijgen gedicteerd ten uitvoer te brengen, dat een der voornaamste begeerten vanden Stervende Loeve is geweest, zijner Slaaff genaamd Julij van Nagapatnam in vrijdom te Stellen, zo als UWel Ed: Gestr: en E Achtb: zulx uit het deeze verzellend Extract declaratoir van den gesw: Clercq ter Justitieele SeCretarije Willem Stephanus van Rijneveld bij geliefte zullen kunnen ontwaaren.’
‘Reedenen om welke den Onderteekende zig is keerende tot Uwe WelEdele gestr: en E Achtb: met versoek dat het van Hoogst derzelver Welbehagen zijn moge hem te permitteeren gem: Lijfeijgenen uit zijn Slavernij te ontslaan en in Vrijdom te Stellen.’
‘Dan aangezien die Slaaff geneegen is, naar zijn geboorte land te rug te keeren, verzoekt den onderteekenaar daartoe van UWelEdele gestr: en E Achtb: qualificatie te mogen erlangen, en uit dien hoofde bevrijd te mogen blijven zo vande betaling der bepaalde Somma van rd:s 50 aande Dijaconij armen als van de gewoone Borgtogt, alzo het niet te vermoeden is, dat de Diaconij door hem ooit om eenige alimentatie zal worden aangesproken.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ C: Matthiessen.’
Waarop goedgevonden is, den Suppliant in zijne voorsw: Qualiteit te permitteeren, den bij deezen requeste vermelde Slaaff in naame Julij van Nagapatnam in Vrijdom te te Stellen en hem Suppliant zo van de betaaling der bepaalde Somma van rd:s 50. aan de gereformeerde Diaconij armen deezer Steede, als van het Stellen der Gewoone Borgtogt te excuseeren.
Waarna door den Soldaat Thomas Jeeger gepresenteerd zijnde het volgende versoekschrift.
Aan den WelEdelen gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Ed: Achtb: Raade van Politie
‘Wel Edele Gestrenge Heer en Edele Achtb: Heeren!’
‘Geeft met alle mogelijke eerbied te kennen Uwer WelEdele Gestr: en E Achtb: zeer getrouwe en onderdanige Dienaar Thomas Jeeger van Kunibergen Soldaat in dienst der E Compagnie hoe hij in die Jaare 1785 Suspect gehouden zijnde over het plegen van diefstal door den E Achtb: raad van Justitie bij vonnisse van den 28. Junij van gem. Jaar ten Robben Eijlande is geConfineerd geworden tot tijd en wijlen dat van het Feijt waarvan hij gesuspecteerd was nader bewijzen zoude zijn ingekomen, met afschrijven van des Supp: gage zedert den 10. Maart 1785. dat hij in Hegtenis is geraakt.’
‘Dat hij Suppliant ten Robben Eijlande den Uitslag van de tegens hem geëntameerde proCedures geduldig heeft afgewagt, tot den 1 Maart van dit lopende jaar 1789: - wanneer welgem: Raade heeft goedgevonden, op het uit naam van den Supp:t gepresenteerd request, hem uit zyn Confinement te ontslaan, omby bekwaame gelegentheid in zijne Vorige qualiteit naar Europa verzonden te worden.’
‘Dat den Supp:t vermeende door laatstgem: Vonnis van den E Achtb: raad van Justitie niet alleen ontheft te zijn van de Suspicie die op hem is gevallen geweest, maar ook volkomen hersteld in de qualiteit waarin hij de Edele Maatschappij zints Vijftien Jaaren heeft mogen dienen.’
‘Reedenen om welke den Suppliant zig is keerende tot WelEdele Gestr: en E Achtb: ootmoedig smeekende dat het van Hoogst derzelver welbehagen zijn moge hem zijn verdiende gage zedert den 10: Maart 1785 tot den 19 Maart van dit Jaar te Goed te laaten Schrijven en Vervolgens te laten Continueeren.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ T: Jeeger’
Zo is in aanmerking van de daarbij geallegueerde reedenen goedgevonden den Supp: ingevolge zijn verzoek zijn verdiende gage zedert den 10 Maart 1785 tot den 19 Maart van dit Jaar te goed te laaten Schrijven, en vervolgens Continueeren, en den Soldij Boekhouder van dit Gouvernement daar toe bij Extract deezes te qualificeeren.
En zo meede ingekomen zijnde een request van den Soldaat Jan Jacob Werlen luijdende
Aan den WelEdelen Gestrenge Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Achtb: Politicquen Raad
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E Achtbaare Heeren!’
‘Geeft met de uitterste Eerbied te kennen Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: zeer nedrigen dienaar Jan Jacob Wehrlen van Straatsburg als Soldaat in ‘t Jaar 1787. met het Schip Berkhout alhier aangeland en in gem: Qualiteit ten deezen Gouvernemente bescheijden, dat hij Supp:t bij zijn vertrek uit Europa aldaar hebbend agtergelaaten desselve Huisvrouw Eva Margareta Petri en dogtertje Margaretha Magdalena Werlen gen:d hij dezelve thans zeer gaarne, als door zijn kleedermakers Ambagt hen genoegzaam kunnende alimenteeren bij zig ter deezer Plaatse verlangde te hebben.’
‘Daar hij Suppliant nu dieswegens een onderdanigst verzoek Schrift aan de WelEdele Hoog Achtb: Heeren 17: wilde presenteeren, en onder ‘s Compagnies papieren overzenden, zo neemd dezelve de Vrijheid Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: op ‘t ootmoedigst te verzoeken, hem daartoe de nodige permissie te verleenen, terwijl dezelve zig nog verder verstout Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: te SupliCeeren op gem: Verzoekschrift met Hoogstderzelver gunstig aanschrijven te willen appuijeeren.’
’/:onderstond:/ ‘T welk doende &:a /:was geteekend:/ J: Wehrlen.’
Zo is verstaan den Suppliant zijn gedaan verzoek te acCordeeren, en hem dus permissie te verleenen, om aan de WelEdele Hoog Achtb: Heeren 17:nen onder ‘s Comp:ies Papieren een Verzoek schrift te mogen overzenden ter obtenue van’t geene bij deezen requesten breeder vermeld is.
Wijders geleezen zijnde het volgend request door den provisioneel eerste gesw: Clercq ter SeCretarije van Politie George Fredrik Goetz gepresenteerd.
Aan den WelEdelen Gestrenge Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Ed: Achtb: Politicquen Raad.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en Edele Achtb: Heeren!’
‘Met alle verschuldigde Eerbied geeft te kennen Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: getrouwe en onderdanige Dienaar George Fredrik Goetz van Amsterdam’
‘Dat hij Suppliant in den Jaar 1778. in deeze Colonie p:r het Schip de Held Woltemade in qualiteit van Botteliers maat aangeland, door Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: na eenige tijd ten Negotie Comptoire dienst gedaan hebbende zig op den 5. Junij 1783 heeft mogen zien bevorderen tot Adsistend met ƒ20. ter Maand en vervolgens op den 5. Meij 1785. tot Boekhouder omme als zodanig te worden geëmploijeerd bij de Expeditie en Slavenhandel in dat Jaar en de volgende met de Scheepen de Meermin en ‘t Meeuwtje gedaan en gedreeven.’
‘Dat den Suppliant zints zijn retour van die togt wederom desselvs dienst ten Negotie Comptoire heeft waargenomen, en zig heeft mogen vereerd vinden met het vertrouwen van Uw Wel Edele gestr: en E Achtb: om de SeCreete boeken der Arthillerie voorraad te houden, tot dat Uw WelEdele gestr: en E Achtb: hem op den 8. Julij van ‘t gepasseerde Jaar gunstig hebben gelieven aantestellen tot proviSioneel Eerste gesw: Clercq ter politicque Secretarije.’
‘Dat den Suppliant zeer gaarne een nedrig request aan de WelEdele Hoog Achtb: Heeren 17:en zou willen presenteeren, en onder ‘s Compagnies papieren overzenden, ten einde Hoogst dezelve te SolliCiteeren met de tot het ampt dat hij provis: waarneemd staande qualiteit en gage van ondercoopman te werden begunstigd.’
‘Derhalven neemd den Suppliant de vrijheid zig te keeren tot Uw WelEdele gestr: en E Achtb: ootmoedig verzoekende hem daartoe de nodige permissie te verleenen en hetzelve request te appuijeeren met een zodanige Favorable voorschrijven bij welopgem: Heeren Meesteren als Uwe WelEd: Gestr: en E Achtb: zullen oordelen dat de ijver en het gedrag van den Suppliant komen te meriteeren.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ G:F: Goetz.’
Is goedgevonden den Suppliant dit zijn Versoek toetestaan, en het door hem overtezenden Supplicq aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, met zodanig gunstig voorschrijvens te appuieeren als zijn Suppliants onafgebrooken ijver en applicatie in’t waarneemen zijner voorschreeve Bediening komt te meriteeren.
Door den Burger Casper Leopold Donkel al voorts ingediend zijnde, van een versoek schrift, gemunieerd met een Extract resolutie genomen in Vergadering van Heemraden aan Stellenbosch , Sub dato 4. Maij 1789. is dat request bij dies resumptie bevonden van navolgenden inhoude
Aan den WelEdelen gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de goede Hoop enden ressorte vandien &:a &:a &:a benevens den Ed: Achtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en Edele Achtb: Heeren!’
‘Uwe WelEdele Gestrenge en E. Achtb: needrige Dienaar Casper Leopold Donkel, neemt de vrijheid onderdanigst te versoeken, dat Hoogst dezelve van die goedheid gelieven te zijn aan den Suppliant een Strookje Lands ter groote van Eene Morgen in’t Land van Waveren geleegen in eijgendom te vergunnen het welk aan den Suppliant blijkens annexe Extract Resolutie ter Vergadering van Heemraden aan Stellenbosch de dato 4 Maij deezes Jaars, onder de daarbij bepaalde Conditien, reeds is vergund geworden, om ter obtenue vandat Strookje bij Uwe WelEdele gestr: en E Achtb: te mogen versoek doen, zullende de possessie daarvan eenelijk Strekken, tot voortzetting van des Supplit:s Smits ambagt, ten gerieve vande aldaar passeerende Lieden, zonder dat nogtans aanderzelver Vrijheid in’t uitspannen, hunner wagens als anderzints door den Suppliant eenige hinder zal werden toegebragt.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ C: L: Donkel’
Waarop goedgevonden is Copia van hetzelve request te Stellen inhanden van Landdrost en Heemraden van Stellenbosch voornoemd, ten einde te tauxeeren hoeveel den Suppliant voor den Eijgendom van het verzogte Stuk lands, onder de bij de voorschr: resolutie vermelde bepalingen voor een erkentenis aande E Comp:ie zal behooren te betalen, en daarvan aan deezen raade te dienen van berigt.
Vervolgens geresumeerd zijnde een request door den Burger Brandmeester Fredrik Arnold Heijneman in qualiteit als gemagtigden van de Burgers Tobias Mijnhard de Jonge en Carel Hendrik Richter gepresenteerd, waarbij geannexeerd was een extract Resolutie genomen in Heemraads Vergadering aan Graaffe Reinet op den 30 Maart 1788 welk request was luijdende als volgt.
Aan den WelEdelen gestrenge Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte vandien &:a &:a &:a benevens den Ed: Achtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Den Burger brandmeester Fredrik Arnold Heijneman in qualitijt als gemagtigde van de Burgers Tobias Mijnhard de Jonge en Carel Hendrik Richter neemd de Vrijheid Uwe WelEdele gestr: en E Achtb: nedrigst te versoeken dat hoogst dezelve van die goedheid gelieven tezijn aan opgem:e zijne principalen in Eijgendom te Verleenen zodanige drie erven als aan hunL: blijkens Extract Resolutien genomen in Heemraads Vergadering aan Graaffe Rijnet den 3 Maart 1788: - deezen geannexceerd vergund is geworden, onder betaling van de daarbij getaxeerde prijzen, van Uwe WelEdele gestr:en E Achtb: te mogen SolliCiteeren’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a was geteekend:/ F A Heijneman qq’
Zo is verstaan aan des Suppliants prinCipalen Tobias Mijnhard de Jonge en Carel Hend:k Richter de verzogte Erven in eijgendom te vergunnen mits daarvoor in ‘s Colonies Cassa van Graaffe Rijnet voorm:d betalende de bij voorsz: Extract Resolutie gespecifiCeerde prijzen.
En is wijders geleezen een Request door den adsistend Daniel Jacob de Neuffville ingediend luijdende ‘t zelve als volgd.
Aan den WelEdelen gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte vandien &:a &:a &:a benevens den E: Achtb: Politicquen Raad
‘Wel Edele gestrenge Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Den adsistend indienst der E Comp:e Daniel Jacob de Neuffville Suppliceerd zeer eerbiedig van Uwe WelEdele gestr: en E Achtb: permissie te mogen obtineeren om met eene hem best Convenable gelegentheid behoudens qualiteit onder afschrijving van gage met een der uitkomende ‘s Comp:s Scheepen naar zijn geboorteplaats Batavia te retourneeren met meede neeming zijner alhier gehuuwde huijsvrouw in naame Frederica Barbara Weedel; en nadien den Suppliant wegens zijne bekrompene toestand, buijten de mogelijkheid is, om ‘t ordinair transport en kostgeld voor opgem: zijnen Huijsvrouw te kunnen voldoen, versoekt den suppliant almeede respectieuselijk van de betaling daarvan gratieuselijk te werden geexcuseerd.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ D: J: De Neufville.’
Waarover gebesoijgneerd zijnde, is in aanmerking van het door den Suppliant geduurende zijn aanweezen alhier gehouden goed gedrag, verstaan, den Suppliant ingevolge zijn versoek te accordeeren, om behoudens zijne qualiteit, onder afgeschreeven gagie met meede neeming van zijne Huijsvrouw Frederica Barbara Weedel naar Batavia te mogen vertrekken, laatende echter de dispositie ontrend het door hem te betaalde Transport en Kostgeld, aan het geëerd goedvinden van de hooge Indiasche Regeering
Wijders door den Burger Simon George Weedel gepresenteerd zijnde het volgende Supplicq
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabode goede hoop en den Ressorte vandien &:a &:a &:a benevens den E: Achtb: Politicquen Raad.
‘Wel Edele gestrenge Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Den burger Simon George Weedel verzoekt zeer nedrig dat Uwe WelEdele gestr: en E Achtb: hem gunstig permissie gelieven te verleenen, omme met de eerstkomende en hem best Convenieerende gelegentheid naar Batavia te mogen vertrekken, en met zich ter zijner oppassing derwaards meede te voeren een Slaven Jongen genaamd Isaak van Bengaalen zijnde hij Suppliant berijd, het gewoon Transport en kostgeld zo voor zich zelven als gem: Slaaf bevorens in’s Compagnies Cassa te betaalen, hebbende den Suppliant tot dit versoek door Heeren Weesmeesteren deezer Steede onder welkers directie is staande permissie geobtineerd.’
’/: onderstond :/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ S:G: Weedel’
Is na dies lecture verstaan den Suppliant zijn verzoek te acCordeeren, mits alhier in ‘s Comp:ies Cassa betalende ‘t gewoon Transport en Kostgeld, zo voor hem zelve als voor de door hem meede te neemene Slaaff.
Waarna door den Soldij Boekhouder Clemens Matthiessen, wierd geexhibeert zodanig berigt, als van hem bij Resolutie deezer Tafel van den 20 Maart Jongstleeden was gevordert, waaraan geannexeerd waaren, Vijf bijlaagen, zijnde dat berigt, bij dies resumptie bevonden te zijn van navolgende teneur
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabodegoede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Achtb: Raad van Politie
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E Achtb: Heeren’
‘Het heeft Uwe welEdele gestr: en E Achtb: behaagd bij Hoogst derselver besluijt van den 20: Maart Jongstleeden aan den ondergeteekende in handen te stellen Copia eener Missive van den Lieutenant Colonel van ‘t Regiment Luxemburg de Heer Raijmond de dato 19. Maart voorn:d waarbij denzelven van de E Comp: komt te reClameeren, Een Somma van ƒ245:4. het welk Vier Soldaten van voorm: Regiment in naamen’
‘dewelken wegens ziekte van ‘t Schip ‘t Lam aan deezen uitthoek verbleeven zijn, p:r rest nog aan de Heere Hertog van Luxemburg wegens ontfangen kleeding Stukken &:a ten agteren waaren, met ordre omme daarop te dienen van berigt.’
‘Ter pligtschuldige voldoening deezer geëerde ordre heeft den ondergeteekende de Eer te berigten dat voormelde personen geduurende de tijd dat alhier ten hospitaale zijn gealimenteerd geworden geen gagie hebben gewonnen gelijkstandig met ‘S Compagnies troupen alhier vervolgens hersteld zijnde, is aan hunl: geduurende de tijd dat SucCessivelijk aan de Linie hebben dienst gedaan Ter ordre van den WelEdelen gestr: Heer Gouverneur deezer plaatse uit hoofde van hunnen behoeftigen toestand, ‘s maandelijks hunne gagie uitgekeerd zo als UwelEd: gestr: en E Achtb: des gelievende zal kunnen beogen, uit de deezen geannexeerde Copia quittantie van Beaumont en Roussel, zijnde de eerste p:r Stavenisse en de andere p:r de diamant als onbekwaam naar Europa vertrokken en van hunne afbetalinge aan de Hoog gebiedende Heeren Majores pligtschuldig kennisse gegeeven blijkens deeze diverse Extract Soldij Memorie, zijnde aan Johan Louis Le frank niets uitbetaald om reeden maar eenige daagen buijten ‘t Hospitaal is geweest, en door Adien Hainselin Twee Maanden genoten, voor zo lange aan de Linie heeft dienst gedaan welke twee laatstgem: vervolgens gedeserteerd zijn zonder iets bij de E Comp:ie verdienden te goed gemaakt te hebben om reedenen alhier ten Comptoire bij der toenmaligen Soldij boekhouder Salomon van Echten niets is bekend gemaakt van eenige regiments Schulden, heeft men daarop bij de voorm: afbetalinge geen reflectie kunnen slaan, maar hun de verdiende Maandgelden wanneer in dienste der E Comp: zijn geemploijeerd geweest volkomen uitbetaald, ingevalle dierhalven den Heere Hertog eenig nadeel hierbij komt te lijden, kan zulx niet aan eenige pligtversuijm ofte Negligentie der Soldij boekhouders alhier toegeschreeven werden, maar alleenlijk daaraan dat bij hun agterblijven alhier door de Heer Colonel d’ Hugonet die ‘t detachement was Commandeerende, ofte desselve quartiermeester geen mentie hoegenaamd van eenige Schuld is gemaakt, nog van de Vier hier voren gem: personen, nog van meer anderen die van ‘t Schip ‘t Lam alhier zijnde verbleeven en meede SucCessive gedesentreerd waar van den Eerbiedigen Teekenaar aan de Heeren der Ceijlonse regeering Sub dato 18 Julij 1786. een Naamlijk heeft ingezonden Conform ‘t gevraagde bij derselver brief Sub dato 23 Junij 1786 - met aanwijzing waar gem: personen verder belant zijn, waarvan meede d’ Eere heb deeze Copia bij te voegen.’
‘Verhopende hier meede aande geëerde Intentie van Uwe WelEdele gestr: en E Achtb: te hebben voldaan laat hij deeze dienen voor nedrig berigt, en hebbe de Eer met diep hoogagting mij te teekenen.’
’/:onderstond:/’
‘WelEdele Gestr: Heer en E Achtb: Heeren /:lager:/ Uwe WelEdele gestr: en E Achtb: onderdanige en gehoorzame Dienaar /:was geteekend:/ C: Matthiesen /:in Margine:/ In ‘t Casteel de goede Hoop den 18. Meij 1789.’
Over het welk gebesoijgneerd zijnde zo is ter Consideratie dat de Colonel d’ Hugonet, als Commandeerende ‘t detachement waaronder de voorschr: Manschappen in naamen Nicolaas Beaumont, Jean Louis Le Frank, Adrien Hainselien, en Jean Pierre Roussel, kwaamen te Sorteeren of desselvs Quartiermeester geen mentie hoegenaamd van eenige door deeze Soldaaten te kwaad gebleevene Regiments Schulden, heeft gemaakt, oversulks ook geoordeelt in de betaling van de door den Heer L:t Colonel de Raijmond gereClameerde Somma van ƒ245:4. - voor het tegenswoordige niet meer te kunnen treeden.
Zijnde hierna aldoor evenged: Soldij Boekhouder Matthiesen nog gediend van een berigt, ter elucidatie van de klagten door den Chirurgijn Majoor van het Luxemburgs Regiment Maraval bij de WelEdele groot Achtb: Heeren Bewindhebberen ter Camer Zeeland, met opzigte tot de door hem volgens zijn Sustenue, alhier te min ontfangene gagie, ingebragt, luidende dat berigt
Aan den welEdelen gestrengen Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo Goede Hoop en den ressorte vandien &:a &:a &:a benevens de E Achtb: raad van Politie.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E Achtbaare Heeren!’
‘Den nedrigen tekenaar in deselvs qualiteit als Soldij Boekhouder door UWel Edelegestr: en E Achtb: gelast zijnde omme te dienen van berigt op de door den Chirurgijn Majoor van ‘t Regiment Luxemburg J. de Maraval bij Haar Wel Edelegroot Achtbr:e de Heeren Bewindhebberen ter kamer Zeeland ingebragte klagten, dat geduurende den tijd onder voorm: Regiment hadde dienst gedaan tegens ƒ50. insteede van ƒ60. ‘s maands was afbetaald geworden en uit dien hoofde een Surplus van ƒ10. ‘s maands komt te reClameeren, heeft de Eere daarop met verschuldigde Eerbied te berigten dat de afbetaling van voorgem: Regiment geschied is, volgens de aan den gerepatrieerden WelEdelegestr: Heer Gouverneur M:r Joachim van Plettenberg door de Heeren Gradman en Kneicht ingezondene plan van afbetalinge waarvan den Eerbiedigen Teekenaar de Eere heeft deeze Copia te annexeeren, en waaruit Uw WelEdelegestr: en E Achtb: des gelievende zal komen te blijken dat den Chirurgijn Majoor door voorm: Heeren Commissarissen in Europa tegen ƒ50. p:r Maand is afbetaald geworden zijnde deselve’
‘Vervolgens op die bezolding gebleeven en voor zo verre den ondergeteekende bekend is ook daar meede Content geweest, zonder door eenige voorstel hoegenaamd gemaakt te hebben dat hem eenige beloften waaren gedaan, dat hij alhier meerder gage zoude genieten, als in Europa hadde ontfangen, zo meede kan den zelven ter ondersteuning zijner pretentie geenzints allegueeren dat hij niet gelijkstandig met een ChirurgijnMajoor van s’ EComp:ies Troupen was behandeld geworden, terwijl eerstelijk geduurende den tijd dat voormelde Regiment alhier heeft Guarnisoen gehouden geen Chirurgijn Majoor bij het Battailons alhier geweest is nog ook teenswoordig bevind, Tweedens volgens het generaal Reglement omtrend de bevordering der Dienaaren der E Comp: Tit 8 § 4. Een Chirurgijn Major bij zijn aanstelling ƒ50 p:r Maand zijn toegelegd.’
‘Verhopende hier meede aan UWelEdele gestr: en E Achtb: volleedig en klaar aangetoond te hebben dat meergem: Chirurgijn Major de Maraval in desselvs genoten tractement van ƒ50 ‘s maands geensints is verkort en op dien zelvde voet als zijne advanCen in Europa heeft genoten, in overeenkomstig het generaal reglement, omtrend de bevordering van ‘S EComp: dienaaren is afbetaald geworden, zo hebbe de Eer deeze te laaten dienen voor Nedrig bericht.’
’/:onderstond:/’
‘WelEdelegestrenge Heer en E Achtbr Heeren /:lager:/ UWelEdelegestr: en E Achtb: onderdanigste en gehoorzaamste Dienaar /:was geteekend:/ C: Matthiessen /: in margine:/ In’t Casteel de goede Hoop den 18. Maij 1789.’
Het welk geleezen zijnde is verstaan Copia van dat berigt aan Wel opgem: Haar WelEdele Groot Achtb: de Heeren Bewindhebberen ter kamer Zeeland over te zenden, onder eerbiedige referte van het daarbij geposeerde
Na het welk door den Heere Independent Fiscaal M:r Johan Nicolaas Steven van Lijnden te kennen wierd gegeeven dat ofschoon door deeze Regering reeds iterative Malen tegens het grof Speelen en dobbelen door Publicatien en PlacCaten was voorzien geworden, het trekken van Loterijen thans ter deezer Plaatze egter noch zo sterk in swang ging, dat bij aldien het zelve niet bij tijds gestuijt wierd, daaruit niet ander dan groote ongeregeltheeden, en de allernadeeligste gevolgen voor de algemeene Zamenleeving zoude te duchten zijn, weshalven zijn Ed: verzogt door een interdictie tegen het gem: Loterije Speelen, in staat ten ordre gesteld, omme het zelve te kunnen beletten, zo is goedgevonden en verstaan aan een iegelijk bij publicatie het uitvijlen van eenige Goederen, bij weege van Loterije op ‘t Scherpst te interdiCeeren en verbieden, op pœne dat de geenen die hierop zullen worden agter haald, buijten en behalven de verbeurte van de ter Uitloting aangebodene Goederen, nog zullen weezen vervallen in eene boete van Rijxd:s 25. ten behoeve van den Heer Officier hoedanige boete almeede zullen hebben verbeurd, die geenen die in zodanige Loterijen een of meer Loten zullen hebben genomen, zullende de geene die onvermogend zijn gem:e Boete te kunnen betaalen Strengelijk met laarsing of spitsroeden worden gestraft, terwijl voorts eenijgelijk, zo herbergiers en Tappers, als anderen die hetzelve Loterij Speelen in hunne huijzen zullen hebben toegelaaten, zonder Conniventie in eene dubbele boete vervallen en de herbergiers of tappers voor altoos van de tapneering verstoken zullen zijn.
En is vervolgens geleezen een request door den Secretaris des Raads van Justitie Christiaan Ludolph Neethling gepresenteerd luijdende het zelve als volgt.
Aan den WelEdelen gestrengen Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Wel Edele Achtb: Politicquen Raade deezes Gouvernements
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E. Achtbaare Heeren!’
‘Met verschuldigde Eerbied geeft te kennen Uwer WelEdele Gestr: en E Achtb: Nedrigen Dienaar Christiaan Ludolph Neethling thans Fungeerende Secretaris van den E Achtbr: Raade van Justitie deezes Gouvernements.’
‘Hoe den Supp:t in den Jaare 1740. - in den dienst der E Comp: getreeden zijnde, zedert dien tijd alhier ten Gouvernemente in verscheijdene qualiteiten aan de Penne, zo hij vertrouwd ten genoegen zijner Heeren Gebiederen met, behoorlijke Vigilantie dienst gepresteerd heeft’
‘dan nademaal zo door de Hooge Jaaren als andere hem Suppliant overvallende Corruptien zijne vermogens hem merkelijk komen te begeeven, dermaten dat hij dien swaaren post, niet nabehooren gadeslaan, nog de Zaaken van Justitie met de vereijschte promptitude waarneemen kan, zo neemd den Suppliant de Vrijheid zig te keeren tot Uw WelEdelegestr: en E Achtb: met ootmoedige versoek dat ‘t om reedenen voorsz: van Uwe WelEdelegestr: en E Achtb: welbehagen zijne moge hem iemand als adjunct SeCretaris te willen toevoegen, op dat de Zaaken der Justitie na vereijsch gade geslaan kunnen worden.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende &:a /: was geteekend:/ C:L: Neethling, /:in margine:/ overgegeeven in Raade van Politie den 19. Maij 1789.’
Over welks inhoud gedelibereerd zijnde is daar bij in aanmerking genomen het geen hier omtrend zo door de Heeren SeCunde Johannes Isaak Rhenius als præsident van ged: Raade van Justitie, als door den Heere Independent FisCaal M:r Johan Nicolaas Steven van Lijnden, wierd tekennen gegeeven, welke beijde Heeren dit versoek van den Supp:t ten sterksten kwaamen te appuijeeren, en betuijgde dat het van de uitterste noodzakelijkheid was, onmiddelijk te voorzien dat de behandeling der Justitieele Zaaken op eenen geregelden voet gebragt wierd, wijl men van tegenwoordigen SeCretaris, dewelke zo door Lichaams Corruptien en ouderdom, als door een assidue en Langjaarige getrouwe waarneeming van deeze zijnen laborieusen dienst, geheel afgesloofd was, met geene mogelijkheid meer konde vergen, die promptitude en Vigilantie, waardoor hij zig te voren tot ongemeen genoegen van deeze regeering, zo zeer hadde gedistingueerd, daar dezelve thans, hoe zeer ook berijd om in allen deelen naar te komen de pligten, waartoe hem ‘s Meesters dienst verbonden, al zeer dikwils door den drukkenden Last van zijn Hoog Gesteegene Jaaren, buijten staat was, om daaraan naer verEijsch te kunnen voldoen, waardoor het werk der Justitie ten deezen gouvernemente noodwendig eene merkelijke vertraging moest ondergaan, alzo dengesw: Clercq der Justitie zig menigwerf bij Commissien in de buijten Districten moest laaten vinden, en men dus in zaaken die tot zijn retour niet konden worden uitgesteld, zig niet weijnig geëmbarrasseerd vond, in het administreeren der Justitie; gelijk zulx noch onlangs plaats had gevonden, inhet passeeren van zeeker relaas, van eenen Godfried Fredrik Koch, ter Requisitie van ‘t Officie Fiscaal, wanneer de SeCretaris Schoon wel bij die Commissie tegenswoordig, echter door zwakheid buijten staat zijnde om te leezen, zijne Functie door den Adjunct Fiscaal moest laaten waarneemen, terwijl nog voorts het geval had geëxteerd, dat er een Justieele Schouwing van een persoon, die zig verhangen had, zonder adsistenitie van SeCretaris of gesw: Clercq van Justitie hadden moeten geschieden, en dus daarvan geene behoorlijke aantekeninge hadde kunnen gehouden worden; welk een en ander, benevens nog Verscheijdenen andere Reedenen, door evenged: Twee Heeren ingebracht, deezes Raade van de onvermijdelijke noodzakelijkheid heeft overtuijgd dat aan het voorschr: Versoek van de Suppliant en zonder eenig uitstel wierde voldaan, Weshalven gelet zijnde op de Capacitijten van den actueel als gesw: Clercq ter Justitie en SeCretarije fungeerenden Boekhouder Willem Stephanus van Rijneveld, verstaan is denzelven, onder gunstige approbatie der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren aantestellen tot adjunct SeCretaris van den Raade van Justitie, met den Rang van OnderCoopman, terwijl men voorts zal omzien naar een bekwaam Persoon om deezen in Zijnen Post van gesw: Clercq te vervangen; en daar door zo veel mogelijk tragten voortekomen, de nadeelige gevolgen, welke uit eene Stremming inden loop de Justitie voor het algemeen welzijn alhier natuurlijk zoude moeten gebooren worden.
‘
En is laatstelijk geresumeerd de reekening der Weesgelden, zodanig als dezelve onder Ult:o DeCember des gepasseerde Jaars zig ter Weeskamer hebben bevonden luijdende dezelve | ||
1788 primo Junij was 't Capitaal op de Boeken | Rd:s 610034:40 | |
't restant der Contanten op de openstaande Boedels | d:o 87427:37 | |
Rd:s 697462:29 | ||
In dit Jaar bijgekomen op de Boeken als | ||
Aan geprofiteerde renten op de uitstaande Capitaalen | d:o 23055:02 | |
d:o Nieuwe bewijzen | d:o 20062:36 | |
d:o Ingekomene penningen ten voordeel der Weezen | d:o 38621:34 | |
Op de openstaande Boedel reekeningen | d:o 118580:09 | |
d:o 200319: 33 | ||
Rijxd:s 897782:14 | ||
In dit Jaar afgegaan op de Boeken te weeten | ||
Over betaalde bewijzen | d:o 6226:01 | |
Uitgegeevenen Contanten tot voldoeningen onderhoud der Weezen en Camer ongelden | d:o 72530:02 | |
op de openstaande boedel reekeninge | d:o 69122:08: | |
147878:11 | ||
Invoegen onder dato deezer resteerd de Somma van welk bovengem: Capitaal uit volgende bestaat namentlijk | Rd:s 749904:03 | |
In diverse Verbandbrieven | d:o 590392:44 | |
Verscheijdene renten | d:o 22625:17 | |
't restant der Contanten op de openstaande Boedels | d:o 136885:38 | |
Rd:s 749904:03 |
En is laatstelijk geresumeerd de reekening der Weesgelden, zodanig als dezelve onder Ult:o DeCember des gepasseerde Jaars zig ter Weeskamer hebben bevonden luijdende dezelve | ||
1788 primo Junij was 't Capitaal op de Boeken | Rd:s 610034:40 | |
't restant der Contanten op de openstaande Boedels | d:o 87427:37 | |
Rd:s 697462:29 | ||
In dit Jaar bijgekomen op de Boeken als | ||
Aan geprofiteerde renten op de uitstaande Capitaalen | d:o 23055:02 | |
d:o Nieuwe bewijzen | d:o 20062:36 | |
d:o Ingekomene penningen ten voordeel der Weezen | d:o 38621:34 | |
Op de openstaande Boedel reekeningen | d:o 118580:09 | |
d:o 200319: 33 | ||
Rijxd:s 897782:14 | ||
In dit Jaar afgegaan op de Boeken te weeten | ||
Over betaalde bewijzen | d:o 6226:01 | |
Uitgegeevenen Contanten tot voldoeningen onderhoud der Weezen en Camer ongelden | d:o 72530:02 | |
op de openstaande boedel reekeninge | d:o 69122:08: | |
147878:11 | ||
Invoegen onder dato deezer resteerd de Somma van welk bovengem: Capitaal uit volgende bestaat namentlijk | Rd:s 749904:03 | |
In diverse Verbandbrieven | d:o 590392:44 | |
Verscheijdene renten | d:o 22625:17 | |
't restant der Contanten op de openstaande Boedels | d:o 136885:38 | |
Rd:s 749904:03 |
’/:onderstond:/’
‘Ter Weeskamer aan Cabo de goede Hoop Ult:o deC: 1788. /:lager Continueerende en Aankomende Weesmeesteren /geteekend/ J: J: Le Sueur, E: Berg, J: H: Munnik, A: de Waal, J: M: Bletterman, C: Ludolph /:inmargine:/ Afgaande Weesm: /:en geteek: A: Mulder, C: A: Haupt, C: van Cahman’
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeven
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 243-246.¶
Donderdag den {17890521} 21: Maij 1789.
‘S voormiddags Extraordinaire Vergadering Alle present.
Wierden gerevideert de Soldij Boeken deezes Gouvernements, van het gepasseerde
Jaar 1787/8. benevens het rapport vande Heeren M:r Jacobus Johannes Le Sueur en William Ferdinand van Reede van Oudtshoorn, als tot dies Examinatie gesteld zijnde, uit de welke kwam te blijken, dat deselve volgens de ordre der E Compagnie gehouden zijn, en dat de afbetaling aan de Dienaren, na behooren is Verrigt, zo als deselve dan ook nevens de Vertierde guastos &:a volgens het genoteerde daar van bij de Negotie Boeken gedaan, zijn afgeschreeven en belast, bedragende als volgt.
Aan 't Negotie boek over Monteering &:a | ƒ40306:02:- | |
't Guarnisoen Winkelboek | d:o 197232:09 | |
Hospitaal | d:o 65433:15 | |
'T Schip de Meermin | ||
Over betaalde Soldijen | ƒ4025:12: | |
Wegens Verteerde guastos | d:o 507:06:13 | ƒ4532:18:13: |
'T Scheepje de Helena Louisa | ||
Over betaalde Soldijen | ƒ376: | |
wegens verteerde guastos | d:o 219:01:02- | d:o 595:01:02 |
Aan 't Negotie boek over Monteering &:a | ƒ40306:02:- | |
't Guarnisoen Winkelboek | d:o 197232:09 | |
Hospitaal | d:o 65433:15 | |
'T Schip de Meermin | ||
Over betaalde Soldijen | ƒ4025:12: | |
Wegens Verteerde guastos | d:o 507:06:13 | ƒ4532:18:13: |
'T Scheepje de Helena Louisa | ||
Over betaalde Soldijen | ƒ376: | |
wegens verteerde guastos | d:o 219:01:02- | d:o 595:01:02 |
Dat wijders de boedel reekeningen van ’ s Compagnies afgestorvene Dienaren welke nalatenschappen door den soldij Boekhouder als Curator ad Lites geadministreerd en verkogt zijn, meede na behooren onderzogt zijnde, bevonden was, dat de inschrijving en bereekening daar bij na de Indiasche Standpenning alhier is gedaan, mitsgaders dat de vendu Boeken met de origineele Memorien der gehoudene Vendutien en deeze met de Inventarissen accordeeren, als meede dat de doodreekening de Overleedene personen voor het zuijver rendement hunner nalatenschappen met vermindering van 6 17/18 pC:o voor wisselverlies volgens ‘t zeer geëerd aanschrijven der Hoog Edele Heeren Superioren in patria de dato 3 April 1778 een ieder voor zijn aandeel zijn geCrediteerd en dat bedragen ter Somma van DuCatons 601 41/72 ofte ƒ2165:13: benevens nog eene Somma van Duc:s 44 64/72 ofte ƒ161:12: voor wisselverlies door voorm: Curator ad lites onder Ult:o Augustus Jongstl: alhier in’s Comp:s Cassa is geteld, en daarvan behoorlijk bij de Negotie boeken verantwoording gedaan, in voegen daar ontrend in alles naar de Gerenoveerde en geemplieerde Ordre der Hoge Indiasche Regeering is gehandeld geworden.
En is dier halven verstaan de meergedagte Soldij boeken volgens Usantie zo na ‘t Vaderland als na ‘t Batavia, en het bovengem: Rapport, nopens de Examinatie derzelve bovendien aan de Heeren der Hoge Indiasche Regeering te Supediteeren.
Aldus Geresolveerde ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare Voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: De Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 247-248.¶
Vrijdag den {17890522} 22:ste Maij 1789.
‘S Voormiddags Extraordinaire Vergadering, alle present, dempto den Heer Colonel Gordon.
Den Heere Gouverneur deeze Vergadering Expresselijk hebbende doen beleggen, om onze Eerbiedige Letteren, aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, onder huijdigen datum houdende het Generaal verslag van Zaken deezes Gouvernements voor zo verre men daarmeede in gereedheid heeft kunnen komen, te resumeeren en te teekenen, is zulx door de presente Heeren Leeden verrigt.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare Voorschreeven
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: De Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 249-251.¶
Maandag den {17890525} 25. Maij 1789.
bij omvrage alle present
In overweeging van de noodzakelijkheid omme de goederen die uit het verongelijkte Schip ‘T Drietal Handelaars , worden gesalveerd, en herwaards overgezonden, met alle mogelijke Zorge en Spoed voor verder bederf te preserveeren, is verstaan de kooplieden Salomon van Echten en Rijno Johannes van der Riet, benevens den onder Coopman Jan Fredrik Kirsten Expresselijk te Committeeren, omme onder het opzigt van den Heer Hoofd administrateur Johannes Isaak Rhenius alhier over te neemen en te ontfangen, alle zodanige goederen als uit het voormeld Verongelukt Schip zullen weezen gered en gesalveerdt, mitsgaders door de derwaards afgevaardigde GeCommitteerdens naar deeze Plaats zullen worden voortgeschikt, daarvan te houden pertinente aanteekening, en met dezelve goederen, ‘t zij uit doen Spoelen der Lijwaaten, bergen en verder bezorgen derzelve, en der overige aangebragte goederen, als anderzints zodanig te handelen, als zij naar gelang van zaaken, met overleg van ged: Heer Hoofdadministateur, het meest overeenkomstig met de belangens der E Maatschappij zullen vinden te behooren, en voorts na gedaane Verrigtingen daarvan te dienen van een Schriftelijk rapport.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare Voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 252-257.¶
Donderdag den {17890604} 4:de Junij 1789.
‘S voormiddags Extra Ordinaire Vergadering, alle Present; dempto den Heere Colonel Gordon.
Nadat op heeden in Raade geresumeerd was de zeer geëerbiedigde Missive van de WelEdele Groot Achtbaare Heeren Bewindhebberen ter Presidiale kamer Amsterdam de dato 5. Februarij 1789. waar bij Hun WelEdele Groot Achtb: deezen Gouvernemente gelieven te informeeren van de Commissie door zijne Doorluchtige Hoogheid op de Heeren Capitains ter Zee Vaillant en Verheull en Luitenant Colonel Grævestein gedeCerneerd, ter inspectie van ‘s E. Compagnies staat van defensie in Indiën, zijn gem: Heeren Vaillant, Verhuell en Grævestein behoorlijk volgens de ordres, met de gewoone honneurs gereCipieerd.
En is bij deeze geleegentheid door den Independent Fiscaal M:r Johan Nicolaas Steven van Lijnden onder overlegging van eene verklaring door de Officieren en Deksofficieren van ‘t alhier in Baaij fals leggend uitkomend Chinas Schip Doggersbank ter Requisitie van den Capitein dier Bodem verleeden, bericht, dat aan Boord van dat Schip op den 17: Maart Jongstl: in de Constapels kamer brand was ontstaan, veroorzaakt door het Breeken van een kelder Vitriol Olie, toebehoorende aan den oppermeester Eldert van Santen, die overal een ontzachelijke rook en hitte verwekte, zulx dat de Opperhoofden van evengem: Bodem, om alle verdere ongelukken voortekomen en niet Schip en lading met zo veel Zielen aan het verschrikkelijk uitwerkzel van het Buskruit te resiqueeren, besloten hadden, hetzelve Buskruit, zo tot Scheepsgebruik als tot overvoer na dit Gouvernement in die kiel afgelaaden overboord te werpen, waardoor eene quantitijt van 9656: lb: Buskruit waaronder zich 5000 lb voor dit Gouvernement bevond, is verloren geraakt.
En vermits de zeer gerespecteerde beveelen van de Hoog gebiedende Heeren Meesteren, nu onlangs ontfangen, dit gouvernement verplichten, om met het afvaardigen der Uitkomende Scheepen, naar de West van Indiën en bijzonderlijk na China gedestineerd, alle mogelijke Spoed te maaken, betuijgde voorschr: Independent Fiscaal daar door inde onmogelijkheid te zijn, om ten opzichte vandit voor d’ EComp:s zo schadelijk geval, iet wes te kunnen entameeren, aangezien de Enquesten, welke zijn E tendien einde zoude Moeten inwinnen, notoir een langer Verblijf vandien Bodem aan deezen Uithoek, zoude VerEijsschen, en dezelve hiertoe veelligt de reize na China zoude kunnen misschen.
Weshalven zijn E versogt dat degem:e Verklaring aan de Heeren der Hooge Indiasche Regeering mochte worden gesuppediteerd, ten einde hun WelEdele groote Achtb: bij arrivement te Batavia van dien Bodem, aldaar omtrend deeze Zaak door ‘t Officie FisCaal een zodanig onderzoek zouden kunnen laaten doen als Hoogst dezelve zoude vinden te behooren: in welke proposite van ged: Heer Fiscaal verstaan is te CondesCendeeren.
Zijnde vervolgens noch door evengem: Heer Fiscaal den Raade te kennen gegeeven dat zich op ‘t alhier in Baaij Fals aanweezend uitkomend Schip Schaagen , in de qualitijt van Commandeur der Soldaten quam te bevinden Zeekere Hendrik Hermanus Bosch voorheen Burger deezer Plaatze, edoch bij vonnisse van den Raad van Justitie deezes Gouvernements de dato 6 Aug:s 1784.uit deeze landen en den ressorte van dien gebannen, welke Persoon niet teegenstaande het voorschr: Jegens hem geslagen Vonnis zich dorst emanCipeeren om zig wederom in dit gouvernement te vertoon, even als of degemelde, door hem op eene Sub: en Obreptive wijze erlangde qualiteit; van de Hoog gebiedende Heeren Meesteren hem daartoe previligeerde dat deeze Violatie van bannissement in zig behelsde eene Verregaande Vilipendie van de Justitie, en dus nimmer door den rechter uit wiens Judicatuure hij Bosch ten eeuwigen dage gebannen is, op pœne van Swaarder Straffe, zo wanneer hij daar in terug mogt komen met onverschillige Oogen konde worden aangezien, weshalven zijn E verzogt dat het deeze Regeering behagen mogte, hier in zodanig te voorzien als tot maintien van de Justitie in deeze Landen nodig zoude worden geoordeeld; zo is verstaan denselven Hendrik Hermanus Bosch provisioneel teStellen buijten functie, en dusdanig zijne reijze na Batavia te laten vervorderen, en aan de Hooge Indiasche Regeering in Copia overtezenden alle de Stukken en papieren tot die zaak relatief, ten einde Haare Hoog Edelens verders, zodanig over den voorn:d Hendrik Hernamus Bosch zullen kunnen disponeeren als na regt en billijkheid zullen vinden te behooren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare Voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: De Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 258-259.¶
Maandag den {17890622} 22: Junij 1789.
bij omvrage alle present
Door den Schipper Simon Krijgsman voerende het in Baaij Fals leggend partiCulier Schip de Vrouwe Johanna Jacoba gediend zijnde van het volgende Request
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raade van Politie
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Den Schipper van het in Baaij Fals geankerd en tot vertrek leggend ingehuurd Schip de Vrouwe Johanna Jacoba , neemd de vrijheid zeer nedrig te versoeken dat het van Uwe WelEd: gestr: en E Achtb: goede gelief te zijn mogen hem Supp:t nadien op de herwaards reijze een man van desselvs Equipage is komen te overlijden, met een bevarene Mattroos te adsisteeren; zijnde den Supp:t berijd het geene op de reek: van den zodanige op S E Comp: boeken mogte te quaad staan alhier in ‘s E Comp:s Cassa te betalen.’
’/:onderstond:/ ‘t Welk doende &:a /:was get:/ S: Krijgsman.’
Is goedgevonden den Supp:t met een bevaren Mattroos te adsisteeren, mits hij gehouden zal zijn ingevalle zodanige Persoon bij de Comp:s Boeken, mogte te quaad Staan, het zelve bedragen bevorens alhier ins Comp:s Cassa te betalen
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare Voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: De Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 260-297.¶
Dingsdag den {17890623} 23: ste Junij 1789.
’s voormiddags alle present dempto den Heer Colonel Gordon.
Is geleesen een Request door den met ‘t verongelukte partiCuliere Schip ‘t Drietal Handelaars van Batavia alhier aangelanden onderCoopman Gualterus Petrus Theodorus van Rossum, ingediend, gemunieerd met een Copia Extract Resolutie genomen in Raade van Indiën den 7: Novbr 1788. luijdende het zelve Request
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de goede Hoop enden ressorte vandien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raade van Politie WelEdele Gestrenge Heer en E Achtb: Heeren
‘Geeft eerbiediglijk te kennen Gualterus Petrus Theodorus van Rossum, onlangs met het in Simons baaij gestrande PartiCulier Schip het Drietal Handelaars alhier aangeland, hoe de Hooge Indiasche Regeering te Batavia bij welderzelver besluit van 7: Novbr: des afgeweeken Jaars 1788: goedgevonden hebben, den Suppliant weegens zeekere aldaar voor gevallene affaire onder afschrijving van gage met een der te vertrekken Staande Companies RetourScheepen naar Nederland op te zenden, van welke, van welke dispositie den Suppliant de vrijheid neemd UWelEdele Gestr: en Ed: Achtb: copia hier nevens aan te bieden.’
‘Dat den Suppliant vervolgens onder bekomen en zig bereids vaardig bevonden hebbende met het toen zijlree leggend Schip de Standvastigheid te vertrekken daarop nader bij zijn HoogEdelheid wierd gerequireerd, van wien den Suppliant bevel ontving, tot een nader onderzoek aldaar te moeten overblijven, waaraan door den Suppliant plichtschuldig voldaan zijnde is hij eindelijk inde noodzakelijkheid gebragt geworden, als te Batavia geen Souree hebbende, om langer kunnen Subsisteeren, op zijne private kosten, met opgem: PartiCuliere Bodem ‘t Drietal Handelaars naar Europa te vertrekken.’
‘Reedenen om welke den Suppl:t UWelEd: Gestr: en E. Achtb: bij deezen zeer nedrig SuppliCeerd dat Hoogstdezelve aan hem vrijheid gelieven te geeven om met het in Baaij Fals te vertrekken staande ingehuurd Schip Gaternisse zijne rijze te vervolgen.’
‘/onderstond:/ ‘T Welk doende &:a /:was geteekend:/ G: P: T: van Rossum.’
Over welks inhoude ter deliberatie getreeden zijnde, geliefde den Heer Gouverneur den Raade te kennen te geeven, dat Zijn Edele zich verpligt oordeelde bij deeze gelegentheid de Heeren Raadsleeden te CommuniCeeren, de zijn Edele zig deeze met eene Missive van de Hooge Indiasche Regeering partiCulier aan zijn Edelen gerigt, betrekking tot voornoemde OnderCoopman Van Rossum hadde verëert gevonden, waarbij Hun Hoog Edelens hem Heere Gouverneur geliefden aanteschrijven, dat vermids gem: Van Rossum buiten hoogstderzelver Speciale permissie en niettegenstaande den Schipper van bovengemeld verongelukt Schip ‘t Drietal Handelaars gelast was, denzelven niet meede te neemen, echter met gem: Bodem van Batavia was vertrokken, hij Heere Gouverneur gequalificeerd wierd, om niet alleen een exact onderzoek te doen, op welke wijze gedagte van Rossum met dien Bodem van Batavia vertrokken was, en of dies Schipper op order van iemand buiten Hun Hoog Edelen denselven aan zijn Boord hadde overgenomen, maar ook om, wanneer ‘er zulk een order gegeeven was, daarvan Copijen te ligten, en onder overzending derzelven, zoo wel aan de Wel Edelen Groot Achtb: Heeren Bewindhebberen ter kamer Amsterdam als aan Haar Hoog Edelens ten eersten van het resultaat van dit onderzoek; de nodige kennis te geeven, voor welke CommuniCatie welopgem: Heer Gouverneur bedankt zijnde is ten dien aspecte in aanmerking genomen, dat deeze aanschrijving slegts in zig behelsde een onderzoek op welke wijze ged: Van Rossum, buijten Speciaal consent van Haar Hoog Edelens zig hadde durven emancipeeren de reijze met meerm: Schip ‘T Drietal Handelaars naar Nederland te onderneemen, zonder dat Hun Hoog Edelens aan dit Gouvernement eenige ordre of qualificatie gaaven, om den Persoon van voorsz: Van Rossum, alhier aantehouden, veel min naar Batavia wederom op te zenden, waarbij gevoegd zijnde, dat indien het Facheus ongeval dien Bodem alhier overgekomen, niet hadde geëxteerd, gedagte van Rossum zich als dan aandeeze Regeering niet hadde behoeven te addresseeren, om permissie te erlangen, tot het voortzetten zijner rijs met een ander Bodem; welk een en ander in naauwe overweeging genomen zijnde, is door de meerderheid geoordeeld, dat men in geenen deele bevoegd was, de ondernomene rijs van meerm: Van Rossum uit hoofde van voorschr: aanschrijving te slaaken, Weshalven verstaan is den Suppliant zijn gedaan versoek te AcCordeeren, en hem overzulks passage te verleenen op het ingehuurd Schip Gaternisse , mids hij gehouden zal zijn, zich te gedragen naar de Cherte partij van dien Bodem terwijle de Heer Gouverneur deClareerde, de aan zijn Edele opgedragen Last punctueelijk en zonder Uitstel te zullen executeeren, en daarvan plichtschuldig aan Haar Hoog Edelens verslag te zullen doenen.
Waarna door de alhier overgebleevene Officieren van ‘t Regiment van Luxemburg , de Finiels, Tonnon en du Platel het volgend versoek schrift wierd geëxhibeerd
‘A Messieurs! Messieurs Les President & Conseillers de La Haute Regence de Cap de bonne Esperance.’
‘Messieurs.’
‘Votre deliberation du 30. Janvier de Cette Anneé enprononçant sur le Tractement dont nous devons Jouir au Cap, â fondé sa desision sur les usages etablis dans cette Colonie’
‘Etré reduite à moins de la moitie de leurs appoinctemens, est une affaire tres importante pour de Militair, qui’ n’ont que ce moijen de Subsister hors de leurs patrie, pour ne pas desiner d’étre instruits der Coutumes, qui les Condamnent aussi durement.’
‘En Concequence nous avous l’honneur de vous prier de vouloir bien faire delivier Copie des Instructions et ordre de la Compagnie, qui ont [.....]’
‘votre deliberation du 30. Janvier 1789. ainsi que le Tableau du tractement, qui est acCordé dans cette Colonie aux Capitains de la guarnison ayant Compagnies et aux Lieutenants et aux Sous Lieutenants emploijes aux Service de la place’
‘Dans Cette attente nous avons L’honneur détré trés respectuéusement’
’/:onderstond:/ Messieurs /:lager:/ Votres tres humbles & trés obeissant serviteur /:was geteekend:/ de Finiels Capit. Comm: /:in margine:/ Au Cap le 10. de Juin 1789.’
Het welk geleezen zijnde, is verstaan, in het versoek van de Supplianten niet te kunnen treeden, en hen voor ‘t overige te renvoijeeren tot de motiven, welke vermeld staan, bij de door hen geCiteerde resolutie deezer Tafel van den 30: Jann:e Jongstleeden, waarvan den Lieutenant Colonel de Raijmond, Extract is ter hand gesteld.
Wijders ter deliberatie getreeden zijnde over het volgende Supplicq door den Capitein Jean Andrée de Maurras ingediend, luijdende
‘A Son Excellence, Son Excellence Monsieur De van de Graaff Gouveneur du Cap et dependences et â Messieurs du Conseil’
‘Mons:r Le Gouverneur, Messieurs’
‘Jean André de Maurras Capitaine au Service la Noble Comp: des Indes Orientales Hollandoise, à l’ honneur de vous représenter qu’il est aux service de la Republique de puis le 17 Novbr: 1784, â été licentie le 15. Avril 1786. á ête pensioné de la republicque d’une pension annuelle de 350. florins par an; Son âge, et le zéle, l’obligerent à demander de continuer le Service, ce qui lui fut accordé en faisant le Sacrifice de sa pension. La Noble Comp:ie le fixa au Cap pour le dépot de Recruës du Regiment de Luxembourg jusqu’a nouvel ordre. Aujourdhuij ce Regiment est Reformée; Le S: Maurras n’a jamais èté compris dans Le tableau du Regiment, étant directement au Service de La Noble Comp:ie et aux ordres de la Regence de Cap’
‘Guidé par cette idée, guideé par son tres profond respect pour votre Excellence ainsi que pour Messieurs de Conseil; J’ai criedevour l’Informer de ma Situation qui seroit des plus Cruélles si on n’avoit pas égard à l’ordre envoije d’ Europe meConcernant aprés n’avoir rien négligé, pour me rendre capable de Service Utilement la Noble Compagnie.’
‘J’ai quarant cept ans, Se l’on me l’aisse sans emploij, apres avoir Sacrifie pour le Service une modique pension qui me tenoit lieu de tout, je me vois fanns recource malheureux le reste de mes Jours:’
‘Votre Excellence, et Messieurs du Conseil, Connoissant mon Zéle ardent pour la Republicque; mon trés profond respect, ma Veneration particuliere pour les vertus De Son Altesse Sérénissime MonSeigneur Le Prince d’ Orange. Ce Seroit avec le plus Sensible regret que je me verois forcé de quitter Son service mais Je n’ij suis Contraint on ne pourrà pas me reprocher d’étre ingrat, el de n’avoir pas fait tout ce qui dependoit de moi pour être reConnsaut.’
‘C’est le Prince qui m’a fait Officier en 1784. et qui j’y doit mon ètat et mon Existence.’
‘En Concequence il à l’ honneur de Supplier votre Excellence ainsi que Messieurs du Conseil de vouloir bien lui Conserver Ses appointemens, Comme porte Sa mission jusqu ‘a nouvel ordre, et de l’emploijer par la Suite dans Son grade tel qui â été l’intention de la Noble Compagnie en lui faisant faire le Sacrifice de sa pension.’
‘Dans l’espoir de cette grace le Suppliant â l’honneur d etre avec un tres profond respect:’
’/:onderstond:/’
‘De votre Excellence, Messieurs, votre tres humble et tres obeissant Serviteur /Signé/ J: A: de Maurras.’
Zo is goedgevonden den Copia van het gem: Request over te zenden aan de WelEdele groot Achtb: Heeren Bewindhebberen ter kamer Zeeland, met onderdanig Verzoek, dat het hoogst dezelve mogen behagen, deeze Regeering aante schrijven, hoe men met den Suppliant in deezen zal hebben te handelen; daar dezelve alhier is gezonden tot nadere ordre, en het Regiment van Luxemburg thans geliCentieerd is, terwijl het goed Comportement dat hij geduurende zijn Verblijf alhier heeft gehouden hun WelEdelen groot Achtb: bijzondere Attentie meriteerd, zullende dierhalven zijn Gage en Emolumenten blijven voortlopen, tot dat Hun WelEdelegroot Achtb: geëerde ordres dientwegen zullen zijn ingekomen.
Door den Heer Independent FisCaal Mr Johannes Nicolaas Steven van Lijnden, alvoorts den Raade gecommuniCeerd zijnde, dat de Bootsman op het in Baaij fals leggende Schip de Jonge Frank , Jan de Gent, zich op eene verregaande brutale wijze tegens de Officieren van dien Bodem hadde gedraagen, blijkens eenige Verklaringen die zijn Edele dieswegens had ingenomen, verzoekende dat deeze Regeering, omtrend gem: Bootsman de Gent, zodanig mogt disponeeren, als den Aart der Zaake was meede brengende; zo is verstaan, om onder onverzending van de gem: Verklaringen in Copia aan der Heeren der hoge Indiasche Regeering, denzelven Bootsman Jan de Gent, te degradeeren, tot Mattroos, om indie qualiteit dienst te presteeren, zoo lange Hun Hoog Edelens zulks zullen komen goed te vinden.
Na het welk door evenged: Heer Independent Fiscaal nog wierd geëxhibeerd het volgende vertoog
Aan den WelEdelen Gestr: Heer en E Achtb: Heeren Gouverneur en Raaden van Politie aan Cabo de goede Hoop.
‘WelEdele Gestr: en Achtb: Heeren!’
‘De ondergeteekende geinformeerd zijnde, dat niettegenstaande bij iterative publicatien van UW Ed: en Achtb: en noch laatstelijk bij de van den 10. Octbr: 1776, aan een ijgelijk bevolen is” In persoon te verschijnen voor den Independent Fiscaal en de respective Landdrosten, die nevens Heeren geComm:s tot de aanteekening der Jaarlijkse opgaave op de gewoone tijden, zo hier aan de Caap als aan Stellenbosch en Zwellendam zullen vaCeeren, op dat wanneer zulks bij voorschr: Officieren noodzakelijk zal worden geoordeeld, zij den Eed dat de opgaave ter goeder trouwe is verricht aanstonds door de Opgeevers zullen doen presteeren.”’
‘“En dat ‘er geene Briefjes van Opgaave meer zullen worden aangenomen, dan alleen van de zodanige die op eene voldoende wijze zullen hebben doen blijken, de reedenen waarom zij niet in persoon hebben kunnen verschijnen,”’
‘Alles op pœne van Arbitraire Correctie; voor die geene, dewelke hier aan niet na behooren zullen hebben voldaan;’
‘Egter eene meenigte Ingeseetenen kan goedvinden daaraan in geenen deelen te obediëeren, met niet alleen niet in persoon te Compareeren, maar zelfs ook geen zodanig briefje in hunlieder plaats te zenden, veel minder te daigneeren, eenige de minste laatstaan valable reedenen hunner non Comparitie, aan de daartoe vaCeerende Commissie open te leggen;’
‘Alhoewel men niet in gebreeken gebleeven is, omme Jaarlijks Morelocoque Solito het Publicq daartoe aantemaanen en te præadverteeren,’
‘Zich overzulks niet ontziende deeze allezints klare en duijdelijke ordres van hunne wettige Regeering opentlijk te vilipendeeren, en de genoemde Commissie te vergeefs dagen agter een na hen te doen wagten;’
‘Dat het getal van deeze wederstreevige Ingeseetenen van Jaar tot Jaar groter word en nu bij de laatste gehoudene Sessie in de gepasseerde Maand Maij zo merkelijk is aangegroeid, dat ingeval daarinne niet werde voorzien het te duchten zoude zijn, dat deeze nu reeds zo gebrekkige opgaave, wel haast ten eenemaal te niet zoude loopen:’
‘Zo heeft den ondergeteekende, wiens pligt het is een waakend oog te moeten houden op de Executie der Placcaten en ordonnantien deezes Gouvernements vermeent ook hier inne niet langer te mogen Stil zitten, maar integendeel de overtreeders over deeze hunne moetwillige nalatigheid te moeten doen Corrigeeren.’
‘Dan WelEdele en Achtb: Heeren aangezien de aangehaalde ordonn:, zonder bepaling der Straffe tegens de Contraventeurs, alleenlijk van een arbitraire Correctie vermelt en den ondergeteekende een Vijand is, van alle willekeurige en eijgen dunkelijke handelwijzen, ofschoon hij mogelijk uit gemelden hoofde wel bevoegd was alle deeze persoonen eene Zeekere virulete aftevorderen, zo heeft hij egter liever verkozen, zig dies aangaande præalabel aanden Achtb: Raad van Justitie, bij Vertoog indato 6: deezer Maand te addresseeren, met Verzoek omme vermids debepalingen der Straffe aan’tarbitrum Indiaswas overgelaaten, dezelve te willen expruneeren, ten einde als dan zodanige Ingeseetenen tot voldoeninge daaraan te kunnen doen Sommeeren, de onwillige voor welgedagte Raade te kunnen doen dagvaarden, en tegens dezelve na Stijl en practijcq te proCedeeren, opwelk vertoog gedelibereert zijnde, door den Heere president, uit naam van Wel gem: Vergadering in mondeling antwoord aan den ondergeteekenden is toegevoegd, dat hun Ed: en Achtb:quorium no est Condere leges, swarigheid maakten omme hier omtrend eenige bepalingen te doen, en liefst Zagen, dat den ondergeteek: zig hier over bij UWelEd: en Achtb: vervoegden, en teffens uit Naam der Burgerraden aan hoogst dezelve inConsideratie gaf, of UWel Ed: en Achtb: niet zouden kunnen goedvinden, te gelijk te Statueeren, dat alle ‘s Compagnies Dienaaren, zo wel met, als onder afgeschr: Gagie alhier aan Cabo remoreerende, meede in’t vervolg, na het daartoe geordonneerde Voorskrift Jaarlijks hunne opgaave zullen moeten doen? ten einde dus daardoor een Volkomen Effect van het oogmerk der bovengem: Ordonn: tekunnen bekomen.’
‘Den Ondergeteekende de Eer hebbende zich hier van te acquitteeren bij deezen, verzoekt zeer ootmoedig UWelEd: en E Achtb: dispositie hierover te mogen verneemen’
’/:onderstond:/’
‘Actum Cabo de Goede Hoop den 11: Junij 1789. /:was geteekend:/ J: N: S: van Lijnden.’
Waarover gebesoijgneerd zijnde, is goedgevonden de arbitraire Correctie bij voorschr: Placcaat van den 4: 8br: 1776. tegens de geenen die nalatig zijn om in persoon te Compareeren, tot het opgeeven hunner Effecten, ofte van de reedenen hunner non Comparitie voldoende bewijzen in te brengen, gestatueerd; te bepalen op 5. Rijxdaalders voor de Eerste maal, 10 voor de tweede, en 20 voor de derde rijs, alles ten behoeve van den Officier.
E n is wijders geresumeerd een vertoog van meermelde Heer Independent Fiscaal ingediend luijdende.
Aan de WelEdele en Achtb: Heeren Gouverneur en Raaden van Politie aan Cabo de Goede Hoop.
‘Den ondergeteekende Independent Fiscaal deezes Gouvernements; voor eenige dagen bij publicque geruchten vernomen hebbende, dat ‘er in de laatst gehoudende vergadering van den Burger Krijgsraad deezer Plaats, iets zoude zijn voorgevallen, waaromtrend zijn Officie tot maintien der Justitie, goede ordre , en bewaaring der rust diende werkzaam te zijn, vond geraden omme den Secretaris van die Krijgsraad bij zich te ontbieden en van denzelven aftevorderen de Registers ofte Notulen van die Vergadering, ofte eene verklaring en opgaave van het geene aldaar voorgevallen was, wanneer niet zonder groote verwondering tot antwoord bekwaam, dat hij SeCretaris bij ‘t aanvaarden zijner bediening onder Eede hebbende moeten beloven eene Stipte geheimhouding van al’t geene in die gemelde Krijgsraad zoude voorvallen het hem overzulks bedenkelijk voorkwam, of aan die Requisitie wel mogte voldoen, dan dat zich daaromtrend zoude informeeren, en als dan zijn antwoord nader komen brengen.’
‘Gelijk ook effectueelijk eenige daagen daarna te rug gekomen is, en aan den ondergeteekende heeft gedeClareert, dat hoe meer ‘er op gedagt hadde, hoe meer hij in zijne gemoed swarigheid vond, uit hoofde van zijnen gepræsteerden Eed omme aan’t gerequireerde te mogen of te kunnen voldoen.’
‘Daar het nu WelEdele en Achtb: Heeren s’ de pligt van een iegelijk is, om wanneer daartoe gevordert word, getuijgenis der waarheid te geeven, en aan de Justitie zodanige facto en bewijzen te openbaaren en te Suppediteeren, als maar eenigzints in zijn vermogen is, voor al wanneer hij daartoe door een Officier word gerequireerd, en 2:e de Instructie van den independent Fiscaal, Hem tot zijne wet en richtsnoer door de Hoog Gebiedende Heeren Majores inpatria voorgeschreeven, articulo 14. rotundis verbi komt te dicteeren,de Independent Fiscaal zal Acces, Visie en Lectuure hebben tot en van alle Registers, boeken, brieven Reekeningen en papierenNBgeene uitgezondert;’
‘Zo zullen UWelEdele en E Achtb: ligtelijk kunnen bevroeden, hoe Surprenant dit refus van bovengem: SeCretaris der Burger krijgsraad aan den ondergeteekende heeft moeten voorkomen, te meer wanneer hij hetzelve op een door hem gepresteerden Eed heeft tragten te fundeeren!’
‘Eene Eed WelEdele en E Achtb: Heeren, welke inval dezelve revera, het door den SeCretaris opgegeevene bevat, dus involveert eene Zamensweering omme den loop der Justitie te Stremmen en zo veel mogelijk te illudeeren; en dat wel door eene Burger Krijgsraad, zekerlijk tot geheele andere eindens geformeerd!’
‘Eene Eed waardoor dus doende de grootste euveldaden ongestraft zouden kunnen blijven en verholen.’
‘Eene Eed die alle goede ordre, regt en billijkheid zoude inverteéren, de krijgsraad der kaapsche Burgerije volkomen independent vanalles, Ja van den Souverein zelve, zoude maaken, en dus gevolgelijk de allernadeeligste en gevaarlijkste gevolgen na zig zoude moeten Sleepen!’
‘Gevolgen die den ondergeteekende liefst aan de penetratie van UWelEdele en Achtb: zelve zal overlaaten!’
‘En eindelijk eene Eed die de directe geëxpresseerde ordres van de Hoog Gebiedende Heeren en Meesteren in bovengemelde Instructie ten eenemaal vilipendeert en tegen gaat.’
‘Zo vind zig den ondergeteekende verpligt dit geval ter kennisse van UWelEdele en Achtb: te moeten brengen en aan hoogstdeselve in eerbiedige Consideratie te geeven, of het niet dienstig zoude zijn ter vermijding die dan zeekerlijk zonder het Consent en aven van UWelEd: en Achtb: moet zijn Uitgedagt, tot voor kominge van alle nadeelige en facheuse gevolgen, die daaruit gelijk bereids getoond is, noodwendig zullen moeten proflueeren, te annulleeren en te Casseeren, en de geene die dezelve mogte hebben gepresteerd, van de verpligting daar aan, voor nu en ‘t vervolg te ontheffen, ofte anderzints hierinne zodanig te resolveeren en te handelen als UWelEd: en Achtb: tot maintien der Justitie, goede ordre en rust aandeeze plaats, voorts ook tot maintien van des ondergeteekendens welhebbend regt en aucthoriteit, aan deezen zijnen post verknogt zullen oordeelen te behooren.’
’/:onderstond:/’
‘Actum Cabo de Goede Hoop de 10. Junij 1789. /:was geteekend:/ J: N: S: van Lijnden.’
Waarop in aanmerking van het bij dat Vertoog geposeerde,goedgevonden is den Burger Krijgsraad bij Extract deezes te gelasten, omme niet alleen de thans door voorschr: Heer Independent Fiscaal gerequireerd wordende Stukken, af tegeeven, maar ook in vervolg van tijd visie of Copije te verleenen van alzulke papieren en documenten, als zijn Een desselvs qualiteit, zal komen te benodigen,en van den SeCretaris van ged: College afte eijschen.
Waarna verstaan is, op versoek van het Lidt deezes Raads de Heer M:r Jacobus Johannes Le Sueur, als præsident van de Weeskamer deezer Steede, van dezelve kamer in ‘s Comp:s Cassa te ontfangen eenen Som van Rd:s 1265: 23: om p:r Assignatie aan de weeskamer tot Batavia te remitteeren, tegens zodanig agio als daar toe staat.
Vervolgens is goedgevonden, de Compagnie Infanterie onder het Battaillon van de Heer Collonel Gordon die door het overlijden van den Capitein Fredrik Burgers is komen te vaCeeren, te begeeven aan der onlangs alhier uit Europa gearriveerden, en bij gem: Battailon bescheijden Heer Lieutenant Collonel Anthonij Hamel.
Terwijle alwijders op voordragt van den gereformeerde kerkenraad van deeser steeden besloten is, de plaats van koster der gereformeerde Kerk alhier, de door het overlijden van Petrus Keeve is opengevallen, wederom provisioneel te doen vervullen door den Persoon van Pieter Keeve, met het daartoe Staande trachtement van ƒ14. p:r Maand, onder een Vijf Jaarig verband
En is voorts door den Heer Gouverneur den Raade ter kennisse gebracht, dat zijn E ter gelegentheid van het examineeren van den Staat en het huishoudelijke van ‘t Nationale depot van Soldaten, of de zogenaamde pepenieren voor de Indien gedestineerd, zich hadde laten opgeeven de navolgende poincten, als
Dat ten dien belange aan hem Heere Gouverneur waaren ter hand gesteld zodanige Stukken, als zijn Edele teffens aan deezen Raade kwam over te leggen.
Dat zijn Edele vermijnde noodzakelijk te zijn, dat door de Commissie bij Resolutie deezer Tafel van den 6. Februarij Jongstleeden gedeCerneerd, om het gehouden gedrag van den Capitain de Sandolroij, nopens de betalinge en maadelijkse afreekeninge van de voorschr: Soldaten der Pepinieres naauwkeurig nategaan; ook noch de volgende Poincten in de vermelde Stukken vervat behoorden te worden nagegaan en geëxamineerd; en bij derzelver generaal rapport insgelijks ten dien réguarde, derzelver bevinding en Consideratien Schriftelijk behoorden te worden gevoegd, ten einde nu, en voor ‘t vervolg, aan deezen Raade tot elucidatie te kunnen Strekken, als
Terwijle eindelijk door zijn Ed: wierd geproduCeerd een Extract van een gedaan onderzoek, ‘t welk nopens ‘t gedrag vanden Soldaat Flemming heeft moeten geschieden, en waarin de Sergeant Koenze meede betrokken is, welk extract zijn Ed: voorsloeg om tot naricht van Voorschr: Commissie, omtrend die poincten van onderzoek, insgelijks aan dezelve ter hand te doen Stellen, ten einde daar van zodanig gebruik te maaken, als zoude worden bevonden te behoren.
Welk een en ander in overweging genomen zijnde is verstaan, zich met deeze propositie van Welopgem: Heere Gouverneur te Conformeeren, en overzulks aan gem: Commissie alle de voorschr: Stukken te doen inhandigen, met last en qualificatie op dezelve, omme tot een SpeCiaal onderzoek van de hier voren geallequeerde poincten te treeden, en daarvan, bij het doen van derzelver Generaal rapport nopens het voorschr: aan haar Sub 6:o Febr: Jongstl: gedemandeert examen, insgelijks aan deeze vergadering te dienen vanderselver berigt en Consideratien
Waarna door den Burger Jan Pieter Furstenberg, als gemagtigde van den meede Burger Johan Godlob Stegman wierd gepresenteerd ‘t volgende Request.
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Politicquen Raad.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Geeft nedrig te kennen Uwe WelEdele Gestr: en E: Achtb: zeer onderdanige Dienaar den Burger Jan Pieter Furstenberg in Qualiteit als generale gemachtigde van den meede Burger Johan Godlob Stegman.’
‘Hoe opgemelde zijne principaal met voorkennisse van den WelEd: Gestr: Heer Gouverneur heeft laaten meeten zeeker Stukje Lands inhoudende een Waterput annex desselvs plaats aan de paarl geleegen, groot in zijnen grond twee quadraat roeden en agt en veertig d:o voeten, nader blijkende bij de deezen geannexeerde, en door den Landmeeter daar van geformeerde Caart.’
‘En nademaal bij het deezen meede verzellend Extract Resolutie van Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein komt te blijken, dat de uitgifte van gemelde Stukje Lands tot niemands præjuditie kan Strekken, zo verzoekt der Suppliant qq zeer ootmoedig dat het van Uwe WelEdele gestr: en E Achtb: goede gelief te zijn moge aan gem: des Suppliants prinCipaal het meerm; Stuckje Lands in Eijgendom te verleenen, zijnde dezelve bereid zig te Submitteeren aan alle zodange voorwaarden als Uwe WelEdele Gestr: en E: Achtb: daaromtrend zullen gelieven te bepalen.’
’/:onderstond:/ ‘T Welk doende &:a /:was geteekend:/ J:P: Furstenberg. qq.’
Het welk geleezen zijnde, is verstaan Copia van het zelve te Stellen in handen van Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein ten einde te tauxeeren hoe veel de Supp: voor de obtenue van het verzogte Stukje gronds, aan d’ E. Comp: tot een erkentenisse zoude behoren te betalen, en na bevind van zaaken deeze Vergadering te dienen van Rapport.
Zijnde voorts door den Schipper van ‘t PartiCulier Schip Gaternisse Hans Claassen gediend van het volgende versoekschrift.
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Geeft in alle onderdanigheid te kennen Uwer WelEdelen gestr: en E Achtb: zeer nedrigen Dienaar den Schipper van het Hollands partiCulier Schip Gaternisse Hans Claassen, dat op de herwaards Reijze Vijf Man vandesselvs Equipage heeft verlooren; Weshalven den Supp: zeer nedrig verzoekt, dat Uwe WelEdele Gestr: en E. Achtb: hem met een Bootsmansmaat Een ondertimmerman en drie bevarene Mattroozen gelieven te adsisteeren.’
’/:Onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ Hans Claassen.’
Zo is goedgevonden den Suppliant ingevolge zijn verzoek te adsisteeren met een Bootsmansmaat, een ondertimmerman en drie bevaren Mattroosen, mits het getal van zijn Equipage hierdoor niet kome te exedeeren, dat geene, waarmeede hij uit Patria vertrokken is.
En is wijders geleezen een request door den Vice præsident van Commissarissen van Civile en Huwelijks Zaken Charles van Cahman, gepresenteerd, luidende:
Aan den WelEdele gestrengen Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop, en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Edelen Achtb: Raad van Politie deezes Gouvernements.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E Achtbare Heeren!’
‘Uwe WelEdele Gestrenge en E Achtb: nedrigen Dienaar Charles van Cahman, neemd de vrijheid zeer eerbiedig te versoeken, dat aan hem vrijheid mag werden verleend zeekere Slavinne in naame Maria van Bengalen onder betaling van het daartoe staande Transport en kostgeld met het in Baaij Fals te vertrekken Staande Schip Spaaren na Bengalen te mogen versenden.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ Charles van Cahman.’
Waarop besloten is den Suppliant zijn gedaan verzoek te accordeeren, en overzulks onder betaling van het daartoe staande Transport en Kostgeld, aan de Slavin Maria van Bengalen passage te verleenen op het derwaards tot vertrek gereed leggend ‘S E Comp:e Schip Spaaren .
Hier na is gereSumeerd een Request door den Burger Vaandrig Abraham de Smit in qualitijt als gemachtigde van den Landdrost van Graaff rijnet Maurits Herman Otto Woeke, en van de Burgers Frans La Buscagne en Jan Steenvat ingediend, waarbij geannexeerd waaren drie Extract Resolutien in Heemraads Vergadering van Graaff reinet op den 3. Maart 1788.en 5 Januatij 1789. Successivelijk genomen, luidende dat request als volgt:
Aan den WelEdele Gestrenge Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Politicquen Raad.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E E Achtb: Heeren!’
‘Den Burger Vaandrig Abraham de Smit in qualiteit als gemagtigde van den koopman en Landdrost aan Graaffe Rijnet Maurits Herman Otto Woeke, en der Burgers Frans La BusCagne: en Jan Steenvat, Suppliceerd Uwe WelEdele Gestr: en E. Achtb: zeer ootmoedig dat hoogst derzelve van die Goedheid gelieven te zijn, aan opgem: zijne principalen in eijgendom te verleenen zodanige Drie Erven genommerd N:o 11. en 14. en waar van eene geleegen ten Noorden van de Watermolen aan Graaff Reinet voormeld, als aan henL: bij Resolutien van den 3 Maart 1788. en den 5. Januarij 1789. in heemraads vergadering aldaar genomen, en waarvan Extracten deezen annex vergund is geworden, van Uwe WelEdele gestr: en E Achtb: te versoeken, onder Conditie dat door dezelve voor ijder Erff, de daarbij gestelde Somma, ins Colonies Cassa werden voldaan.’
’/:onderstond:/ ‘T Welk doende &:a /:was geteekend:/ A: de Smidt:’
En is verstaan de daarbij verzogte Erven aan des Suppliants voormelde pp: in eijgendom te Consedeeren, mits daar voor ieder ins’ Colonies Cassa aan Graaff reinet voornoemd, betalende, de bij voorschr: Extract Resolutien vermelde Somme Gelds.
Zijnde laatstelijk door den Burger Cornet François de Nekker gepresenteerd het volgende Request.
Aan den WelEdele Gestrenge Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur van Cabo de goede Hoop, en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Geeft eerbiediglijk te kennen Uwe WelEdele Gestrenge en E Achtb: nedrige Dienaar François de Nekker; hoe hij Supp:t het ongeluk hebbende gehad dat in den beginne des Jaars 1787. desselvs woonhuijs naast het Burger Wagthuijs indeese Tafelvaleij geleegen, tot aan den grond, door een Subiet ontstane Brand, in de Assche is gelegd geworden, zonder dat er ongeagt alle aangewende devoiren en mogelijke Menschen hulp wijnig of niets van desselvs goederen heeft kunnen werden gered, waardoor onder anderen de Caarten en Erffgrondbrieven van dat Stuckje Gronds waarop desselvs woning heeft gestaan meede zijn komen te verbranden; en daar hij Suppliant op de Fundamenten van dien woning weder een Nieuwe heeft doen ophaalen en dezelve onlangs heeft verkogt aan den Boekhouder in ‘s Comp:s dienst Petrus Johannes de Wit, vind hij zig mitsdien in de onmogelijkheid, daarvan behoorlijk transport en overdragt te doen, weshalven hij Uw Ed: Gestr: en E Achtb: thans nedrig Suppliceerd, dat Hoogst dezelve aan hun qualificatie gelieven te verleenen, om het meergerepte huis, ingevolge den inhoude van een door den gesw: Landmeeter daar van op nieuw geformeerde en deezen g’annexeerde Caart aan opgem:de Wit te mogen Transporteeren. /:onderstond:/ ‘t welk doende &:a /:was geteekend:/ F: De Necker.’
Het welk geleezen zijnde, is, om de daarbij ter nedergestelde reedenen goedgevonden, den Supp: ingevolge zijn versoek te permitteeren om het in voorschr: Request gerepte Huijs volgens de daar van op nieuw geformeerde en daarbij geannexeerde Caart te mogen transporteeren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeve.
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: De Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 298-300.¶
Zaturdag den {17890627} 27:ste Junij 1789.
Bij omvraag alle present.
Is geleezen het volgend Request van den Schipper Jan Gerard Scholten voerende ‘t particulier Schip de Geertruijda Petronella
Aan den WelEdele Gestrenge Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur van Cabo de goede Hoop en dies Ressorte benevens den E Achtb: Politicquen Raad.
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E: E: Achtb: Heeren!’
‘Den Schipper Jan Gerhard Scholten voerende het in de Baaij Fals leggend particulier Schip de Geertruij en Petronella , genoodzaakt zijnde eenige van zijne Manschappen per indispositie alhier ten Hospitale agtergelaaten, neemd overzulks de vrijheid UWelEdele Gestr: en E Achtb: nedrig te Solliciteeren dat met een aantal van 3.a 4. bevaarene Mattrozen geadsisteerd moge worden.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende &:a was geteekend:/ J: G: Scholte.’
Waarop verstaan is, den Suppliant zijn versoek te accordeeren, en hem overzulks te adsisteeren met 3. â vier bevarene Mattroozen, mits het getal van zijn Equipage daar door niet kome te excedeeren, dat geene waarmeede hij uit Europa is vertrokken.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: De Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn
C. 182, pp. 301-303.¶
Dingsdag den {17890630} 30. Junij 1789:
bij omvraag alle present .
Geresumeerd zijnde een Request door den Schipper Simon Krijgsman voerende het partiCulier Schip de Vrouwe Johanna Jacoba ingediend, luijdende
Aan den WelEdele gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen Uwe WelEdele Gestrengen en E. Achtb: zeer gehoorzame en Onderdanige Dienaar Simon Krijgsman, Schipper van het in Baaij Fals aanweezend Particulier Schip de Vrouwe Johanna Jacoba , dat van desselvs Equipage een getal van Vijf Man zig in gem: Baaij ten Hospitale komen te bevinden, zonder eenige hoop dat dezelve zullen weezen hersteld, ten tijde dat den Supp:t zig heeft voorgesteld, de reijze naar Nederland te onderneemen.’
‘Reedenen om welke den Suppl:t zig is keerende tot UWelEd: gestr: en E Achtb: met ootmoedige Beede dat het hoogstdezelve mogte behagen hem wederom te willen adsisteeren met zo veele Zeevaarende, als hij genoodzaakt zal weezen door ziekte agterlaten, buiten en behalven de geene die UWelEdele Gestr: en E Achtb: hem reeds goedgunstig hebben gelieven toe testaan, in plaatse van Een Mattroos op de reijse van Batavia naar deeze Uithoek overleeden.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ S: Krijgsman’
Zo is verstaan, den Suppliant ingevolge zijn versoek, wederom te adsisteeren met zo veele bevaarene Manschappen, als hij genoodzaakt zal zijn door ziekte alhier ten Hospitaale te laaten, buiten en behalven den Mattroos, die aan hem Supp:t bij Resolutie van den 22: deezer reeds is toegestaan.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschreeven.
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: De Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn