C183 v1.20
C. 183, pp. 2-4.¶
Dingsdag den {17890707} 7:Julij 1789.
bij omvrage alle present.
Alzo volgens den inhoud van de Cherte partij van ‘t onlangs uit patria alhier gearriveerd partiCulier Schip de Eensgezindheid , de verdere destinatie van dien Bodem word gelaten aan de decisie van dit Gouvernement, omme zich daaromtrend binnen Acht dagen na desselvs komst Schriftelijk te deClareeren, is in overweeging genomen, dat om dien bodem te lossen, dezelve noodwendig met ‘t begin van de ordinaire legtijd na deeze Caabsche rheede zal moeten zijlen, weshalven goedgevonden is, den Schipper van die kiel Simon Kooter voor te slaan of hij niet zoude kunnen overgaan, om van de voormelde Conditie bij zijn Cherte partij bepaald in zo verre aftezien, dat dit Gouvernement, in steede van zig thans over zijne destinatie te deCideeren zulk bij zijn aankomst alhier dan wel wanneer men met lossen een begin zal hebben gemaakt zouden kunnen doen, als wanneer men door de alsdan verwagt wordende Scheepen ‘t Duijfje en de Jonge Frank uit de Plettenbergsbaaij hieromtrend met meer zekerheid te werk zal kunnen gaan, en besluijten of de noodzakelijkheid ook vorderen zal deeze bodem met de geborgene Lading van het verongelukt Schip de Maria , en zodanige andere goederen, als daar nog bij zouden kunnen gevoegd worden, wederom naar Nederland te doen retourneeren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
C. 183, pp. 5-14.¶
Dingdag den {17890714} 14: Julij 1789.
’s voormiddags alle present dempto den Heer Collonel Gordon
Door den Heere Secunde Johannes Isaak Rhenius als President van den Raad van Justitie, te kennen gegeeven zijnde, hoe het te meermalen kwam tegebeuren, dat wanneer door ged: Raade Citatien p:r Missive moeste werden geëxpedieerd, aan deeze en geene Ingeseetenen, woonagtig in de verafgeleegene Buijten districten, men uit onzeekere verseerde, onder welke Landdrost deselve kwamen te Sorteeren, en daardoor niet zelden die Citatien te rug gezonden, en deprocedures tot merkelijke præjuditie van de Justitie gedelaijeerd werden, weshalven zijn Edele versogt, dat hier in op de een of andere Convenable wijze mogt worden voorzien, zo is verstaan Landdrost en Heemraden der respective buijten districten gelasten, om voortaan alle Jaaren, van de herwaards te zenden opgaaf Rollen der Burger Effecten; een afschrift zo ver de naamen der opgeevens aangaat te formeeren, en bij voorschr: Rolle te voegen, welke lijsten Jaarlijks aan de Secretarije van Justitie zullen worden afgegeeven, ten einde daaruit te kunnen ontwaren onder welke Jurisdictie een iegelijk zijn domicilium houdt.
Waarna door den Schipper Jan Kleijn gevoerd hebbende het gestrande partic: Schip ‘t Drietal Handelaars gepresenteerd wierd het volgende Request luidende.
Aan den Wel Edelen Gestrengen Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en dies Ressorte &:a &:a &:a benevens den E Achtb Raade van Politie deezes Gouvernements
‘WelEdele Gestrenge Heer E:E: Achtb: Heeren!’
‘Geeft met alle verschuldigde Eerbied te kennen Uwer welEdele gestr: en E Achtb: zeer onderdanige Dienaar Jan Kleijn Schipper van ‘t in Baaij fals gestrand particulier Schip Het Drietal Handelaars , hoe hij benevens zijn Equipage naarvolgens hunnen Eed en pligt alles wat in hun vermogen is geweest hebben aangewend om zo wel de in die Bodem voor reek: der Ed: Maatschappij afgeladene goederen als het geene zich voor reek: van hunne rheeders aan Boord heeft bevonden, te bergen, zonder de vreeslijke gevaaren te ontsien, waaraan zij in ‘t oeffenen van hunnen pligt dagelijks zijn blootgesteld geweest.’
‘Dat den Suppliant zig op den 6. deezer Maand heeft begeeven naar Boord, benevens den OnderCoopman Olof Bergh, door UWelEdele gestr: en E Achtb: tot berging der lading geCommitteerd, en den Derde Stuurman Jacob Jacobsz:, en tot zijn innigst leedweezen bij naauwkeurige Visitatie bevonden dat verscheijdene Balken van ‘t Onderdek van agteren weg waaren, en de resteerende tot aan de groote Mast alle los, mitsgaders dat ‘t tusschen dek aan’t voorluik was ingevallen.’
‘Dat den Suppliant verder door middel van lange haaken het geheele ruim heeft gevisiteerd en langs hetzelve tot aan’t voorluik niets als zand heeft bevonden, dog aan de voorkant van ‘t voorluik naar gissing nog een Baal lijwaten, en eenige Stukken en Brokken Lijwaaten die in de Baal waaren gesponnen.’
‘Dat den Suppliant benevens de geene die hem vergezellen als toen nog eenige Stukken en brokken Lijwaten hebben geborgen, dog deeze hunne verrichtingen hadden moeten Staken door de Welgegronde Vrees dat het bovendek zou neervallen, en zich dus genoodzaakt hebben gezien een Schip te verlaten van welke lading met geen mogelijkheid iets meerder kon worden gesalveerd.’
‘Dat den Suppliant in de vaste verzeekering daarvan, vermeend zijn Equipage niet langer tot lasten van zijne Rheeders te kunnen houden, aan welke het onderhoud, en de Maandgelden van dat Volk geen de minste voordeelen kan aanbrengen, Reedenen om welke den Supp:t de Vrijheid neemd zich te keeren tot UWelEd: Gestrenge en E Achtb: met ootmoedig versoek hem te willen permitteeren zijne Equipage aftedanken en uit dienst van de Rheeders te ontslaan.’
‘Versoekende den Supp:t alwijders dat door Uw Ed: Gestr: en E Actb: aan hem mogt worden gepermitteerd om het wrak van voorm:e Schip het Drietal Handelaars benevens alle zodanige goederen als hij heeft geborgen, ten voordeele van de Rheeders of de geene die het zoude mogen aangaan publicq te verkopen.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende &:a /:was geteekend/ J. Kleijn.’
Het welk geleezen zijnde is goedgevonden, omme den Capitein ter zee Equipagemeester Cornelis Cornelisz: benevens de meede Capteins ter zee Christiaan van Veerden en Laurens Smit expresselijk te Committeeren, omme zig te begeeven ter plaatze alwaar het ged: Schip verongelukt is, aldaar naauwkeurig te examineeren en nategaan of ‘er nog eenige mogelijkheid is, iets van dies Lading te kunnen Salveeren of bergen, zo Ja! daarvan en van de manier waarop zulks gevoeglijk zouden kunnen geschieden, exacte opgave te doen, en van dit een en ander te dienen van Rapport in geschrifte, terwijle intusschen de dispositie op het voorschr: Request uitgesteld word gelaaten, tot dat dit Rapport zal weezen ingekomen.
En is wijders geleezen een Request door den Oud Heemraad van Stellenbosch David de Villiers iingediend, luijdende
Aan den WelEdelen Gestrengen Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Actb: Raad van Politie deezes Gouvernements.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Uwe WelEdele gestrenge en E Achtb: nedrige Dienaar den Oud Heemraad aan Stellenbosch David de Villiers Jan Pieterzoon, met voor kennisse van den WelEdelen Gestrenge Heer Gouverneur, ten overstaan der Heemraden Josua Joubert en Schalk Willem van der Merwe hebbende laaten meeten zeeker Stukje lands geleegen onder ‘t District van Drakenstein in’t Dal Josaphats aan de Ronde Berg breeder blijken de bij het met L:a A geteekende en met geel afgezette inde deezen g’annexeerde Caart door den Landmeeter daarvan geformeerd, zo neemd den Suppliant de Vrijheid UwEdele Gestrenge en Ed: Achtb: ootmoedig te Suppliceeren, dat ‘t van Hoogstderzelven goede geliefte zijn moge gemelde Stukje Lands aan hem in Eijgendom te verleenen, zullende hij Suppliant ter vergoeding voor het zelve het in gem:e Caartje met B. geteekend en in’t groen afgezette Strookje ter dispositie van de E Comp:ie laaten leggen, mitsgaders zig Submitteeren aan alle zodanige Conditien als UwEd: Gestr: en E Achtb: zullen gelieven te bepalen.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende &:a /:was geteekend:/ D: De Villiers: Janpieterz:’
Waarop goedgevonden is, Copia van dit request te Stellen in handen van Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein , ten einde te onderzoeken of de uitgaave van het door den Suppliant verzogte Stuk Lands, ook eenigsints præjuditiabel zoude kunnen zijn, aan iemand der daaraan grenzende Buuren, en zo niet als dan te tauxeeren hoe veel de Suppliant daarvoor tot een erkentenis aan de E. Comp:ie zoude behoren te betalen, wordende desselvs aanbod om voor hetzelve een ander Strook Land ter dispositie van de E: Compagnie te laten leggen van de hand geweezen.
Vervolgens is geresumeerd een dagverhaal door den Capitein ter zee en Equipage meester Cornelis Cornelisz: geëxhibeerd, van al het geene door hem omtrend ‘s Comp:s ingehuurde en ‘s Lands Scheepen, geduurende de Jongstverlopende drie Maanden April, Meij en Junij is verricht geworden, benevens een naauwkeurige aanteekening van Weer en Wind; en is verstaan daarvan Copijen te zenden zo aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, als aan de Hoge Indiasche Regeering.
Aldus Geresolveerd ende gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
C. 183, pp. 15-56.¶
Dingsdag den {17890728} 28:ste Julij 1789.
’s voormiddags alle present, dempto de Heeren Collonel Gordon en Dispencier van Reede van Oudtshoorn.
Is geleezen een Request door den Burger Jan de Goede ingedient, van navolgenden inhoude
Aan den WelEdelen Gestrengen Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestrenge Heer! en E. Achtb: Heeren!’
‘Geeft met alle verschuldigde Eerbied te kennen UWelEdele Gestrenge en E Achtb zeer getrouwe en onderdanige Dienaar Jan de Goede Burger alhier, dat hij Suppliant zig in den Jaare 1771. ter woon begeeven heeft in zeeker Huis geleegen aan de weg naar ‘t Rondebosje en aldaar bekend onder den Naam van de Driekoppen , in ‘t welk zints onheugelijke tijden de tapneering voor de voorbijgangers was gehouden geworden, om aldaar direct de Neering te drijven, voor reek: van Jan Bruijns toenmalige bezitter van dat huijs.’
‘Dat in den voorsz: Jaare 1771. gemelde Bruijns dat huijs verkogt hebbende aan Tobias Rogiers, den Suppliant daarin zijne Tapneering heeft voortgezet, voor reek: van gem: Rogiers, die zo wel als opgem:e Bruijns Jaarlijks met de Pagters van de Sleet der wijnen in Baaij Fals en aan ‘t Rondebosje overeengekomen is om zeeker tantum van penningen aan hem te betalen, voor de previligie om met uitsluiting van andere in dat Huijs Wijnen Brandewijnen te debiteeren.’
‘Dat den Suppliant in die Neering heeft gecontinueerd tot den Jaare 1776. wanneer de voorm:de Pagt is ingemeind geworden doorJan Wilkens die bezitter van de Plaats Molenvliet , waarvan het woonhuijs recht over de Driekoppen is geleegen, al daar dat Jaar zelfs heeft getapt, doch dat naderhand die pacht wederom in handen van anderen gekomen zijnde, de Supp:t gerust in zijn Neering is blijven Voortvaaren tot den Jaare 1781. wanneer hij ziende dat de Tapneering met goed overleg gedreeven aan hem en zijn talrijk huisgezin het nodig levensonderhoud kon bezorgen, te raade wierd het Huijs daar hij woonde van Tobias Rogier te kopen, voor eene Somma van Seven Duijzend guldens in het vast vertrouwen dat aandat Huijs en het daarover leggend Huijs van de plaats Molenvliet de uitsluijtende prævilegie van Tappen was vergund.’
‘Dat den Suppliant zonder in dat vast vertrouwen te verseeren nimmer zou hebben overgegaan, om tot ondergang van zig zelfs en zijn behoeftig huisgezin voor eene aanzienlijke Somma van ƒ7000:-:-: een huis te kopen ‘t welk uit hoofde van desselvs Ouderdom en Slegte instructie hoegenaamd geen waarde heeft, te meer dewijl zich bij hetzelve geen enkeld Strookje Land bevind dat aan desselvs bewooner eenige de minste vrugten kan doen genieten.’
‘Dat den Suppliant dan ook in dat vertrouwen en om bestendig verseekerd te weezen dat niemand hem in zijne affaires zal kunnen prejudiceeren, in den Jaare 1783. het Huijs van de Plaats Molenvliet heeft gekogt voor eene Somma van ƒ3600:- meede zonder daar eenig Bouwland bij te hebben, alleen uit noodzakelijkheid omdat het Huijs de Drie koppen zijn talrijk huisgezin niet kon herbergen en in de hoop, dat dan ook niemand in Staat zijn zoude hem in’t drijven zijner neering te onderkruijpen’
‘Dat den Suppliant ook zints den Jaare 1781. daarin gerust heeft mogen blijven Continueeren en Jaarlijks met de respective pagters een accoord gemaakt om hem voor de vrijheid van ‘t tappen te betaalen eene Somma van ƒ1000:-:-tot ƒ1200: ‘s Jaars, zonder dat ooit een hunner eenige difficulteiten heeft gesteld, of eenig tentames gedaan op eenige andere plaats te laaten Tappen zekerlijk ook in’t vast vermoeden, dat het Huis de Driekoppen tot die nering was bestemd met uitsluiting van alle andere huijzen.’
‘Dat de ondervinding ook ten allen tijden dat vermoeden heeft ondersteund, alzo de regeering en de respective Landvoogden deezer Volksplanting de dikwerf aan diverse Ingeseetenen rondom het Rondebosje woonachtig, verboden hebben in hunne huijzen wijnen, of sterke dranken te mogen verkopen, schoon zulks aan hun door den pachter was vergund, ‘t welk den Supp:t wanneer UWelEdele gestr: en E. Achtb: hem zulks geliefden te ordonneeren, nader zal kunnen bewijzen uit verklaringen die gem:e Bruijns en Rogiers hem niet zouden kunnen weijgeren, en waarbij zou blijken dat eerstgem:e zelfs Tapper zijnde niet op zijn eijgen woonplaats eenige wijnen of sterke dranken heeft mogen verdebiteeren, maar zulks aan de Driekoppen heeft moeten laaten doen.’
‘Dat den Supp:t echter tot zijn innigst leedweezen, en drukkende Schaade heeft moeten zien hoe bij de laatste verpachting de Sleet der wijnen en Brandewijnen in Baaij Fals en het Ronde Bosje is ingemeind geworden door den Burger Roux voor reek: van den Burger Lieutenant Johannes Paulus Eksteen pietersz:, die zonder met den Suppliant over de tap aan de Driekoppen in eenige onderhandeling te treeden, direct aan’t einde van’t Land van zijn woonplaats en dus over beijde Huijzen van den Supp:t een Riete hut heeft laaten opzetten waarin door middel van een Soldaat of ander Huurling zijne wijnen en Brandewijnen laat vertappen, zonder dat den Supp:t kan bevroeden, wat gem:e Eksteen tot dat Besluit heeft doen overgaan, dewijl den Supp:t zeer gaerne om niet tot den Bedelzak te geraaken zeekerlijk aan de Eijschen van gemelde Eksteen hoe onbillijk dezelve ook hadden mogen zijn, zou hebben voldaan, indien hij zich slegts had verwaardigt hem eenige propositien te doen:’
‘Dat deeze handelwijze van ged: Eksteen den Supp:t geduurende dit gantsche Jaar heeft verstoken van de middelen van Sustentatie van zijn talrijk huijsgezin, dat daardoor op den oever vandesselvs ondergang is geraakt en zekerlijk nog ongelukkiger zou zijn geworden zo niet meedogende vrienden den Supp:t met zo veel penningen hadden geadsisteerd, als hij niet alleen tot Sustentatie van zijne Huijshouding onvermijdelijk benodigd was, maar ook tot de betaling der Intressen van deCapitaalen, die hij op zijne huijzen nog debet is, en zonder welkers betaling, hij die zekerlijk had moeten verkopen, tot veel lager prijsen, als hij daar voor héeft betaald, alzoo door de handelingen van Eksteen ieder in het denkbeeld is gekomen dat het vermoeden door den Suppl:t en de meeste der kaapse Ingezeetenen omtrend het Huis de drie Koppen gevoed, niet als een louter hersenschim is.’
‘Dat ook door deeze handelwijse van Ecksteen reeds aanleiding heeft gegeeven tot veele ongeregeldheeden en snoode bedrijven zoo in de Hut zelve als langs ‘s Heeren weegen, die geene als gevaarlijke uitwerkselen kunnen hebben, die den Suppl:t echter niet breedvoerig zal verhandelen zo in het vast vertrouwen dat derzelve reeds ter kennisse van dien WelEdelen Agtb:Heere Independent Fiscaal zijn gekoomen als om aan UWelEdele gestr: en E: Achtb: het denkbeeld te beneemen, dat de Jalousie bestierster zijner penne is.’
‘Dat den Suppl:t gedurende eene reeks van Achtien Jaaren dat hij gemelde Huizen heeft bewoond zorgvuldig gewaakt heeft dat nimmer door de aldaar aankomende Mattroosen Soldaaten of Slaaven tot zijnent eenige ongeregeldheeden wierden gepleegd maar bij alle gevallen aan allen alle hulp en adsistentie geboden die zijn zwak vermogen hem toelieten en waaromtrend hij het eenstemmig getuigen van alle Ingezeetenen durft inroepen.’
‘Alle reedenen om welke den Suppl:t de vrijheid neemt zich te keeren tot UWelEdele Gestr: en E: Achtb: met nedrige beede dat het van hoogstderzelven welbehagen zijn mooge bij de Conditien van de aanstaande verpachting aan gemeld Huis de drie Koppen de prævilegie tot de Tapneering te willen accordeeren en eene Somma te bepaalen die door den Suppliant of de toekomende bezitters van dat Huis Jaarlijx ‘t zij aan d’ Edele Maatschappije, ‘t zij aan de Pachters van de Sleet der wijnen in Baai fals , tot eene erkentenis zal moeten werden betaald of naar hoogstderzelver alöm geroemde doch nooit volpreezen wijsheid zodanige middelen te beraamen en vaststellen als UWelEdele Gestr: en E Achtb: in deeze zullen vinden te behooren.’
‘Hoopende de Suppl:t van UWelEdele Gestr: en E: Achtb: zoo vaak betoonde Vaderlijke zorgen dat hoogstdezelve het zich niet tot oneer zullen reekenen, door derzelver gezach de totaale ondergang te Verhoeden van een talrijk Huisgezin, wiens Vader altoos in gehoorzaame getrouwheid zijn deugd in een oprechte dankbaarheid zijne glorij zal zoeken’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was geteekend:/ Jan de Goede’
Over welk request met rijpen raade gedelibereerd, en daar bij in aanmerking genomen zijnde dat, hoe zeer de Suppl:t en zijn voorzaaten, zeedert een geruimen tijd herwaards de tapneering in zijn voorsz:e Huisen hebben geexerceerd, zonder daar inne door iemand te zijn verhinderd, echter door hem geene voldoende bewijzen zijn te berde gebracht, volgens welke men daar van een uitsluitend recht aan zijn voorsz:ee huizingen zoude kunnen toekennen, en het dus tot præjudice der Ed: Comp:ie zoude kunnen strekken, de tijdelijke pachters van den sleet der wijnen in Baaijfals en aan het Rondebosje hier in te zien te bepaalen, zoo is verstaan, in dit verzoek van den suppliant niet te kunnen treeden echter teffens ter voorkoming van alle ongeregeldheden, die uit eene willekeurige handel wijze van de pachters in der tijd door het stellen van taphuizen; zouden kunnen geboren worden; als een regel voor het vervolg te bepaalen, dat voortaan in alle ordinaire Jaarlijxsche pacht Conditien der gemeene landsmiddelen, zal worden uitgedrukt, dat de pachters geene taphuisen zullen vermogen te stellen buiten speciaal Consent van deeze regeering, en hier van het publicq bij de billetten, welke nu wederom tot de op handen zijnde verpachtingen, staan te worden vervaardigd te adverteeren:
Door den gesworen landmeeter Jan Willem Wernich alwijders gediend zijnde van het volgende Requeste
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie dezes Gouvernements.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E Achtbaare Heeren!’
‘Geeft Eerbiediglijk te kennen Uwer Wel Edele gestr: en E: Achtb needrigen dienaar Jan Willem Wernich hoe hij suppl:t gaarne tot het bezaeijen van Paardenvoeder in Eigendom zouden willen hebben zeeker Strookje woestland, ter groote van Twee Morgen, geleegen aan de zogenaamde diepe rivier , blijkens eene daar van geformeerde Caart deezen annex; En nadien de vergunning van dat land uitwijzen eene verklaring van den Baas van ‘s Comp:s post de Schuur , tot niemands præjuditie strekken kan, zoo neemt hij de vrijheid UWelEd: Gestr: en E Achtb: zeer needrig om dies possessie te solliciteeren, bereid zijnde voor het zelve, zodanige erkentenis aan de E Comp:e te betaalen als hoogstdezelve zullen goedvinden te bepaalen:’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende etc:a /:was geteek:/ J:W: Wernich.’
Zoo is besloten Copija van dit Request te stellen in handen van geCommitteerde leeden uit den raad van Justitie, ten einde ten overstaan van den Heer Independent Fiscaal deezes Gouvernements, te tauxeeren, hoe veel den suppl:t voor het verzogte stuk land tot eene erkentenis aan de E Comp:e zoude behooren te betaalen.
Vervolgens gedelibereerd zijnde over den inhoude van een Request door den quartiermeester Arend Arie Therien gepræsenteerd luidende.
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en dies Ressorte &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Politicque Raad
‘WelEdele Gestr: Heer en EE Achtb Heeren!’
‘Geeft met gepasten Eerbied te kennen Uwer WelEdele Gestr: en E Achtb: zeer nedrigen dienaar Arend Arie Terien van Gottenburg in qualiteit als quartiermeester bescheiden geweest op ‘s E Compagnies Equipage Werff alhier hoe hij suppl:t blijkens verklaring van den gezaghebber Lieuten:t en opperchirurgijn van de Bodem de Helena Louisa beneevens attestaat van den opperchirurgijn deezes Gouvernements Hendrik Le Sueur op den 1:e Maart Jongstl:, wanneer men bezig was met gemelde bodem de Helena Louisa te vertuijen door het ophaalen van het zwaar touw zig zodanig had geforceerd, dat het ongeluk heeft gehad, daar door een swaare breuk te bekoomen.’
‘Nademaal nu dit accident gevoegd bij des Suppl:ts klimmende Jaaren hem volstrekt buiten staat steld, de E: Comp:e met die trouwe en ijver als voorheen volgens Eed en pligt te dienen, zoo keert hij zig ootmoedig tot UwelEd: Gestr: en E Achtb: suppliceerende dat om meergem:e redenen, als meede dat de Comp:e reeds agthien Jaaren komt te dienen het UWelEd: Gestr: en E Achtb: gunstig mooge behagen, hem Supplt: a Uzu te gageeren, dan wel volgens derzelver alom bekende goedheid en æquiteit omtrend hem zodanig te besluiten als UWelEd:e gestr: en E Achtb: hier omtrend zullen goedvinden te behooren.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende etc:a /:was geteek:/ X.’
Is goedgevonden den Supp:t uit hoofde van zijn ongemak in dienst der E Comp:e bekomen, te stellen onder afgeschreven gage; dan vermids het aan deeze regeering niet staat om aan hem dieswegens eenige præmie toe te leggen, is aan hem Vrijheid vergund omme des verkiesende, als onbequaam te repatrieeren, ten einde zodanige præmie van de Hooggebiedende Heeren Meesteren te kunnen verzoeken.
Wijders wierd door den Burger Frans Stapelberg geexhibeerd het volgende Request.
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E Achtb: raad van Politie
‘WelEdele Gestr:e Heer en E Achtb Heeren!’
‘Geeft met eerbied te kennen UwerWelEdele Gestr: en E Achtb: zeer nedrigen dienaar Frans Stapelberg hoe hij suppl:t met voor kennisse van welopgem:e Heer Gouverneur heeft laaten meeten zeeker stuk Land geleegen naar de Leeuwenberg , groot in zijnen grond Twee Honderd Negen en vijftig quadraat roeden en 4 d:o voeten breeder blijkende bij de daar van door den Landmeeter geformeerde en deesen g’annexeerde Caart.’
‘En nademaal de uitgaaf van ‘t voorm:e Stuk Land tot niemands præjudici kan strekken zoo keerd den Suppl:t zig tot UWelEdele Gestr: en E Achtb:, ootmoedig versoekende dat UWelEdele Gestr: en E. Achtb: van die goedheid gelieven te zijn meermelde stuk Land aan hem in erfpagt te verleenen’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende etc:a /:was get:/ F: Stapelberg’
Het welk geleezen zijnde is verstaan den supplt: het daar bij verzogte Stuk land in erffpagt te verleenen.
En is voorts geleezen Een Request door den Landdrost van Zwellendam Anthonij Alexander Faure ingediend luidende
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Ed: Achtb: Raad van Politie dezes Gouvernements
‘WelEdele Gestr: Heer en E Achtb Heeren.’
‘Geeft Eerbiediglijk te kennen UweWel Edele Gestr: en E: Achtb: nedrigen dienaar Anthonij Alexander Faure van Cabo de Goede Hoop, zijnde in A:o 1777 als Soldaat aan de penne in s’ Comp:e dienst aangenomen, en op den 3:e Septbr: 1782, mits expiratie van zijn verbonden tijd, onder een nieuw vijfjaarig Verband in gage verhoogd, vervolgens in November 1785 onder zijn Loopend verband tot Boekhouder en Secretaris van Stellenbosch en Drakenstein met ƒ30 - per maand bevorderd, en nu onlangs door de gunst van UWelEdele Gestr: en E Achtb: aangesteld tot Landdrost der Colonie Swellendam .’
‘Hoe hij Suppl:t zeer gaarne een humbel request aan haar WelEdele Hoog Achtb: de Heeren Zeventhienen zoude willen presenteeren en onder s’ Comp:s papieren overzenden ten einde Hoogstdezelve te solliciteeren om met de qualiteit en gage van onderkoopman te werden begunstigd; mitsdien de vrijheid neemt Uwe WelEdele Gestr: en E: Achtb: zeer nedrig te suppliceeren hem daartoe permissie te willen verleenen, en het zelve request met welderzelver favorabele voorschrijven aan Hoogstgedagte Heeren Zeeventhienen te appuijeeren.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende etc: /:was getekend/ A:A: Faure’
Waar op besloten is, den Supplt: ingevolge zijn verzoek te accordeeren, omme ter obtenue van de qualiteit en gage van onder koopman, onder ‘S Comp: Papieren een Request aan de WelEdele Hoog Achtb: Heeren Zeventienen te mogen overzenden, en het zelve Request met Favorable voorschrijvinge van deeze Regeering te appuieeren.
Waar na door den Capitijn ter Zee en Equipagiemeester Cornelis Cornelisz: en den meede Capiteins ter Zee Christiaan van Veerden en Laurens Smith, gediend wierd van een Schriftelijk Rapport, wegens de aan hen op den 14:e deezer opgedragene Commissie, omme te examineeren de gesteldheid van het verongelukt Schip ‘t Drietal Handelaars , en of er van dies Lading noch ietwes te salveeren zoude weezen, welk rapport bij Resumptie bevonden is van navolgende inhoude.
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien etc:a etc:a etc:a
‘WelEdele Gestrenge Heer!’
‘De ondergeteekendens door UWelEd: Gestr: expresselijk gecommitteerd zijnde omme zig te begeeven ter plaatse alwaar het particulier Schip Het Drietal Handelaars is verongelukt, ten eijnde aldaar naauwkeurig op te neemen en na te gaan of er nog eenige moog’lijkheid zoude zijn iets van de lading uit dien bodem te kunnen bergen;’
‘En hebben de geteekendens in opvolging dier ordres zig derwaards vervoegd en bevonden, het voorsz:e Schip in spaanders verbrijseld, zijnde daar van op dien plaats alwaar het zelve geleegen heeft thans niet meer te zien dan slegts een Stuk van de voorsteven dewelke apparentelijk aan de Kiel vastzit, en het overige gedeeltelijk wijd en zijd op ‘t Strand gespoeld, als meede van de lading ook een weinig losse Coffij en eenige korrels nagelen aangedreeven waaren; En hebben wij de brandingen aldaar zoo sterk bevonden dat geen moog’lijkheid is wat middel men ook aanwende om iets meer van de Laading te kunnen bergen dan wat de zee nog mogte opgeeven.’
‘Dan vermits uit het request, welk door den Capitain van opgem:e bodem aan UWelEd: Gestr: gepræsenteerd, en aan ons geCommuniceerd is geworden, blijkt, dat ter vermijdeinge van verdere onkosten voor deszelfs Rheeders, zijn Equipagie mogte afdanken en uit den dienst der Rheeders te ontslaan, ons voorkomt dat terwijl door voorsz:e verbrijseling van het Schip, ‘t grootste gedeelte van ‘t volk om de verspreijde stukken van ‘t wrak bij een te zamelen aldaar voor een tijd nog diende aangehouden te worden’
‘Waar mede gedenkende aan UWelEd: Gestr: geEerde intentie te hebben voldaan laaten de ondergeteekendens deeze dienen voor nedrig Rapport.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo de Goede Hoop d:n 18: Julij 1789 /:was geteekend:/ C:: Cornelisz:, C:v: Veerden, L: Smit.’
Waar uit dan zijnde komen te blijken, dat het voorm:e Schip geheel aan Spaanderen geslagen, en van het geene zich nog in ‘t zelve bevondt, niets als een weinig losse Coffij en eenige korrels Nagelen, aan land gedreeven was, zonder dat er door de sterke brandingen, eenige mogelijkheid meer over was, om ietwes te kunnen salveeren dan het geen de zee noch mogte opgeeven, zoo is verstaan den Schipper van dien bodem Jan Kleijn ingevolge het door hem op den 14:e deezer per Requeste gedaan verzoek, toe te staan, om de Wijd en Zijd verspreide stukken van het wrak beneevens het geen van het toebehooren van voorsz: Bodem geborgen is, voor Reekening van zijne Rheeders, of de geene die het zoude mogen aangaan publiecq te doen verkopen, uitgezonderd het geborgene geschut, het welk alhier in goede bewaring zal worden genomen, omme daar ontrend zodanig nader te disponeeren, als zal worden bevonden te behoren, zullende voorn: Schipper met opzichte tot zijn Equipagië indiervoegen moeten handelen, als hij voor zijne rheeders zal vermijnen te kunnen verantwoorden.
En is wijders geleezen een vertoog van den Landdrost der Colonie Swellendam Anthonij Alexander Faure, omtrent de slegte en verwarde toestand waarin gemelde Landdrost bij de aanvaarding van deze zijne bediening, den staat van ‘s Colonies Cassa, effecten en Chartres aldaar hadde bevonden luidende.
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien etc:a etc:a etc:a beneevens den E Achtb: Raad van Politie deezes Gouvernements.
‘WelEdele Gestrenge Heer! en Ed: Achtbaare Heeren!’
‘De ondergeteekende zig op den 24.e Maart Jongstl: door Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb gunstige dispositie met het Ambt van Landdrost der Colonie Swellendam bekleed gevonden, en zich direct na zijne aanstelling derwaards gespoed hebbende, ten einde het een en ander provisioneel te bezichtigen en te reguleeren, dog thans weder van daar gereverteerd zijnde, vind zig in de onvermijdelijke noodzakelijkheid Uwe WelEdele Gestr: en E: Achtb: omtrend zijne bevinding bij het examineeren van alzulke zaaken die tot zijn gesegde post een volstrekte betrekking hadden, bij deezen een plichtschuldig verslag te doen, en mitsdien tot hoogstderzelver kennisse te moeten bringen.’
‘Dat aan hem bij deszelfs arrivements aldaar, in eene daar toe expres belegde gecombineerde vergadering na resumptie der g’ Eerbiedigde Missive Uwer WelEdele Gestr: en E Achtb: omtrend de ondergeteekendens electie tot meermelde post van Landdrost door den Secretaris dier Colegie S:r Menso Blankenstein was overgegeeven eene notitie van ‘s Colonies effecten, onder declaratie dat dezelve meest alle defect, en onbruikbaar waaren, gelijk hem zulks door den gerepatrieerde Landdrost de Heer Onkruid waren nagelaten, dewelke dadelijk door den ondergeteekende g’ Examineerd zijnde, wierden bevonden het grootste en voornaamste gedeelte zodanig ontramponeerd dat dezelve nimmer tot gebruik meer in staat zullen kunnen werden gebragt, leggende voor eerst s’ Colonies bladtafel die bij de vergadering moet dienen, en dus in de raadkamer gehoorde, in de keuken op vier palen gesteld, de stoelen uit anderhalf dozijn moetende bestaan, in stukken en brokken op de zolder, het Ledikant niet minder onbruikbaar in het slaven vertrek, en zoo na rato alle s’ Colonies’ overige meubilaire goederen. Belangende de Chartres en papieren dewelke door een afgaande Landdrost altoos aan deszelfs vervangers moeten werden agtergelaaten om tot een regel en rigtsnoer in de menigvuldige en dagelijks voorvallende zaken te moeten dienen, kan hij UWelEd: Gestr: en E. Achtb: plegtigst verzeekeren, dat dezelve thans aldaar nogmaar eenelijk bestaan in een ordonnantie boek, een placcaat boek, eenige losse ordonnantien en quitantien van betaalde agterstallen op veeplaatsen, en een brieven boek, alleen van zodanige brieven als van wegens deeze Regeering aan wijlen de Heer Horak ten tijde dat dezelve aldaar Landdrost was zijn toegezonden’
‘Terwijl d’ ondergeteekende UWelEd:e Gestr: en E: Achtb: nogthans des begeerende een bewijs zal kunnen produceeren dat aan voorn:e Heer Onkruid bij het aanvaarden van deszelfs ambt, door wijlen de Heer Rijneveld, als afgaande Landdrost dier Colonie, in behoorlijke ordre zijn overgegeeven, niet alleen alle inkomende brieven deszelfs ambt concerneerende, maar ook de ingebondene minuten van alle zodanige brieven als door hem Rijneveld in zijn prædecesseurs zoo aan deeze Regeering als aan particuliere Ingezeetenen over differente materiën zijn afgezonden, beneevens nog meer andere papieren die den ondergeteekende vermeend bij ‘t aanvaarden van zijn præsente bediening hoogstnodig te hebben, en waar van hoegenaamd geen overschot meer te vinden is.’
‘Uwe WelEd: Gestr: en E: Achtb: kunnen zig wijders omtrent de situatie van ‘s Colonies’ gebouwen aldaar geen alte ongunstig denkbeeld vormen, waar van des ondergeteekendens wooning, om van de andere niet eens breedvoerig te spreeken, zig dermaaten vervallen en verwaarloosd bevind, dat dezelve ongetwijffeld door de swaare regens die aldaar in de jongst verweekene maand zijn gevallen reeds voor een gedeelte in een puinhoop zoude zijn gelegd, indien direct bij zijn aankomst ginder, niet met alle mogelijke vlijt en Ijver de continueele inwaateringen en leccagiën langs alle gêvels en kielen had doen stoppen, en zo veel de geleegendheid en aanhanden zijnde materiaalen het maar eenigsints hebben toegelaten doen repareeren: niet beeter is het gesteld WelEd: Gestr: Heer en E: Achtb: Heeren met de nieuw geconstrueerde Stal en zogenaamde Menagerie, welk laatstgemelde reeds is ingestort mitsgaders de overige gebouwen dier Colonie, waar van het grootste deel reeds van hunne daken zijn ontbloot en genoegsame blijken opleeveren dat er zedert ettelijke Jaaren herwaards de aan dezelve zo hoognodig vereijschte reparatien niet zijn geschied.’
‘Bij alle deeze ongunstige berigten vind den ondergeteekende zig nog tot zijn innig leedweezen verpligt UWelEdele Gestr: en E: Achtb: te developpeeren den staat van ‘s Colonies’ Cassa, zo als dezelve hem bij een naauwkeurig Onderzoek is te voren gekomen. Uit eene staat en reekening dier Cassa op Ult:o December laatsl: gesloten komt te blijken dat de Colonie is te quaad gebleeven eene Somma van Rd:s 4446:23:- en in een post binnen Lijns, over zo veel de Heer Onkruid aan verschotene penn:e Competeerd, een Somma van R:s 3612:38:- uit welke duistere bereekening de ondergeteekende voor als nog geen volkomene elucidatie heeft kunnen erlangen echter met veel grond kan opmaken dat het met ‘s Colonies finantien aldaar beklaagelijk moet gesteld zijn, te meer, wanneer hij bij die te kort komende penn:e voegd de drie Jaaren Intressen op een Capitaal van ƒ22000:- die dezelve ter weeskamer nog ten agteren staat, midsgaders de Vier Jaaren aan de Colonie van Stellenbosch debiteerende Cloofpenn:e terwijl de ponton houder en ‘s Colonies bode al meede seedert eenige Jaaren hunne verdiend, gagie niet hebben ontfangen, en aan den Substituut insgelijks van tijden herwaards zijne Competeerende Justitieele kosten niet zijn betaald: Het is den onderget: niet minder vreemd voorgekomen op dezelve reek:s een post bekend gesteld te zien van Rd:s 226 over door zijn E verschotene penn:e aan den ponton houder weegens reparatien aan dezelve, daar gemelde ponton houder den ondergetekende echter in volle vergadering heeft betuigt daar van geen stuiver te hebben ontfangen.’
‘Uit dit eenvoudig Exposé zullen UWelEdele Gestr: en E Achtb: zoo de ondergeteekende eerbiedig vertrouwd gemakkelijk begrijpen, dat de ondeerget: ter vermijding van alle nadeelige gevolgen en om gezegde verantwoording van een anders administratie niet op den hals te haalen genoodzaakt is de voorzigtigheid tot baat te neemen, en die middelen in’t werk te stellen door welke hij eerbiedig vermeend alle onaangenaamheeden die uit den tegenwoordige staat der Colonie zoude mogen resulteeren te kunnen vermijden.’
‘Hij neemd derhalven de vrijheid zig te keeren tot UWelEdele Gestr: en E Agtb: met needrigst versoek dat het van derzelver welbehagen zijn moge, in dezen Creticque omstandigheeden der Colonie, zodanige middelen te beraamen waar door de ondergeteekende zonder aan de gevaren van de administratie zijner prædescesseurs onderhevig te worden gemaakt, den door UWelEd:e Gestre: en E: Achtb: aan hem toevertrouwden post mogen aanvaarden, ‘t zij door het Committeeren van daar toe bequaam geoordeeld werdende persoonen, die na eene naauwkeurige inspectie aan den ondergeteekende behoorlijk overgave kunnen doen van al ‘t geen de Colonie Concerneert, ‘t zij door het daarstellen van zodanige en andere gepaste maatregulen als UWelEdele Gestr: en E Achtb: naar hoogstderzelver wijsheid ter beveiliging van hem ondergeteekenden en tot welzijn der Colonie meest geschikt zullen oordeelen; terwijl hij UWelEdele Gestr: en E. Achtb: overigens kan betuijgen, dat hem niets meer ter harte gaat dan het getrouw behartigen zijner pligten, ten einde door een onafgebrooken ijver en trouw zich UWelEdele Gestr: en E Achtb: gunst en protectie meer en meer te kunnen waardig maaken.’
‘De ondergeteekende heeft inmiddels de eer zig met het diepst respect te noemen’
‘/onderstond:/’
‘WelEd: Gestr: Heer en E Achtbare Heeren, /:lager:/ U WelEd: Gestr: en E Achtb: zeer onderd:e en trouwschuldige dienaar /was geteekend/ A:A: Faure /:in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 7:e Julij 1789.’
Waar op beslooten is den Heer Secunde Johannes Isaac Rhenius, en het lid deezes Raads de Heer Oloff Godlieb de Wet, te versoeken en te commiteeren, omme zich in de aanstaande Maand October naar de drosdije van Zwellendam te begeeven, ten einde na dat de Burger Landmilitie aldaar voor hun Ed: de revue zal hebben gepasseerd, naauwkeurig te examineeren alles wat eenige relatie kan hebben tot ‘s Colonies Cassa effecten en papieren, omme daar van aan deezen raade te dienen van derzelver bericht en consideratie in geschrifte, terwijle intusschen tot dien tijd toe de finaale dispositie op het vertoog van voorn:e Landdrost zal blijven uitgesteld, en aan het Collegie van Landdrost en Heemraaden aldaar worden aangeschreeven, omme zig zorgvuldig te wagten, om van het geen de gerepatrieerde Landdrost Constant van Nult onkruid uit s’ Colonies Cassa noch te prætendeeren mogt hebben, in het geheel of ten deele eenige betaalinge te doen, tot nadere ordres.
Laatstelijk in aanmerking genomen zijnde, dat er tegenwoordig langs ‘t strand alhier en wel voornamentlijk van ‘s Comp:e slagthuis af tot aan en in de Zandduinen toe, worden gevonden een groot aantal van honden, die, niemand toe behoorende, zich niet alleen bij Continuatie daar onthouden, maar ook in gaten en holen komen te nestelen, en voort te teelen, en dus aan de Ingeseetenen dezer plaatse veele Schade en overlast toebrengen, Zoo is, ter voorkominge van alle ongemakken, die bij een verderen voortgang dieswegens te dugten zijn, goedgevonden bij affictie van billieten, aan een iegelijk te permitteeren om van den 1:e tot den 15: der aanstaande Maand Augustus, alle dezelve in ‘t wild loopende honden vrijelijk te mogen doodschieten of doodslaan, en van kant te helpen, weshalven een ieder teffens zal worden gewaarschouwd zijn Honden gedurende dien tijd in huis te houden, dan wel een kneppel aan den hals te binden ten eijnde zich dus doende voor Schade te hoeden.
Aldus Gedaan ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop de datum voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
C. 183, pp. 57-87.¶
Dingsdag den {17890804} 4:e Aug: 1789
‘S voormiddags alle præsent dempto den Heer Colonel Gordon.
Wierd door den Capitein ter zee Christiaan van Veerden, en den Oud Commissaris van Civiele en Huwelijks zaken Daniel Fredrik Lechman, in qualiteit als Codicillaire gemachtigdens van den overledenen Capitein ter zee Matthijs Bosman gepræsenteerd het volgend Request.
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E. Ach[.....] Raad van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer. en E: Achtb: Heeren!’
‘Geeven met alle verschuldigde eerbied te kennen UWelEdele Gestr: en E: Achtb: zeer gehoorzaame en onderdanige Dienaaren Christiaan van Veerden Capitein ter Zee in dienst der E: Comp:e en Daniel Fredrik Lheman oud burger Commissaris van Civiele en Huwelijkszaken, als Codicillaire gemachtigdens van den overleedene Matthijs Bosman in leeven Capitein ter zee in den voorleedene Jaare 1788, alhier aangeland met het provisie Schip de Schelde .’
‘Dat de Soldij reekening van hem Bosman na deszelfs overlijden is belast geworden met eene Somma van ƒ3759:16:- over het bedragen van twee derde van Zodanige goederen als op de lading van gem:e bodem te min is uitgeleeverd geworden, en in tegendeel gecrediteerd voor eene Somma van ƒ298:18 over zijn aandeel in ‘t geen op eenige articuls te veel is uitgeleeverd.’
‘Dat deeze belasting ten gevolge heeft gehad dat de Soldij Reekening van voorm:e Bosman p:r Saldo ten quaade staat met eene Somma van ƒ3524:5:8: dewelke door den Soldij Boekhouder word gerequireerd, dat door de Suppl:ten ingevolge s’ Comp:e Ordonnantien in s’ Comp:s Cassa zal worden gebragt.’
‘Dat de suppl:ten zich verzeekerd houden dat omtrend voorsz: belasting waar in den Capt:n Luitenant Coenraad Blom naar gewoonte heeft moeten deelen zekerlijk door hem Blom eerbiedige repræsentatien zullen werden gedaan aan de Hoge Indiasche Regeering te Batavia en misschien daarop door hun WelEdele Groot Agtb: een gunstig Reguard worden geslaagen.’
‘Dat de Suppl:ten zig vleijen wanneer daar omtrend eene favorable dispositie mogt worden genoomen, zulks meede ten voordeele zal strekken van den boedel en Erfgenamen van wijlen opgem:e Bosman en dus deszelfs Soldij Reekening, na rato van de belasting wederom zal mogen worden ontheft.’
‘Redenen om welke de Suppl:ten zich met gepaste Eerbied zijn keerende tot UWel Edele Gestr: en E: Achtb: ootmoedig verzoekende dat het hoogstdezelve mogt behaagen de hooge Indiasche Regeering te solliciteeren aan dit gouvernement kennis te geeven van de dispositie die hun WelEdele Hoog Achtb: omtrend den gezaghebber Blom zullen gelieven te neemen, en den boedel en Erfgenaamen van wijlen den Capitein Bosman te laaten Jouisseeren van alle de voordeelen die uit een gunstig besluit over die belasting zoude kunnen ontstaan.’
‘Verzoekende de Suppl:ten alwijders dat Uwe WelEdele Gestr: en E: Achtb: hen gelieven te excuseeren van de betaling van ‘t Saldo dat de overleedene Bosman te kwaad is gebleeven tot tijd en wijlen dat het geEerde besluit van hunne Hoog Edelens ten deeze gouvernemente zal weezen ingekomen zijnde de Suppl:ten bereid om voor dies prompte voldoening zig bij Secretarieele Acte in Solidum te verbinden onder zodanige verbanden als Uwe WelEdele Gestr: en E. Achtb: zullen goedvinden te bepaalen.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende &:a /:was geteek:/ C:n van Veerden, D: F: Lehman qq’
Het welk geleezen zijnde, is verstaan, den Suppl:ten in hunne voorsz:e qualiteit te injungeeren, om het montant van ƒ3524:5:8 hollands Courant, waar meede de Soldij Reekening van wijlen voorn:e Capitein Bosman belast is, alhier in s’ Comp:s Cassa te brengen, wordende echter aan hen vrij gelaaten, daar ontrent zodanige addresse aan de Hooge Indiasche Regeering te doen, als zij geraden zullen vinden.
Waar na door den Burger Hendrik Vos het volgend verzoekschrift wierd geëxhibeerd
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raade van Politie.
‘WelEdele Gestr: Heer! en E. Achtb: Heeren!’
‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen Uwer WelEdele Gestr: en E: Achtb: zeer gehoorzaame en onderdanige Dienaar Hendrik Vos, burger alhier, hoe hij met voorkennis van Welopgemelde Heere Gouverneur heeft laaten meeten zeeker stuks Huis Erff gelegen aan de overzijde van het zogenaamde boeren plain groot 61 quadraat roeden, en 108 gelijke voeten blijkens de Caart door den Landmeeter daar van geformeerd en aan UWelEdele Gestr: en E: Achtb: overgelegd, weshalven den Suppliant met gepaste Eerbied van UWelEdele Gestr: en E Achtb: is verzoekende, hem dat erf in eigendom te willen vergunnen, tot het extrueeren van zodanige gebouwen, als hij geraaden zal vinden daar op te stellen, en tot zodanige prijs, als UWelEdele Gestr: en E Achtb: zullen goedvinden te bepaalen, welk hij echter is verzoekende dat niet egaal mag worden gesteld met zodanige Erven, wier gelijke grond weinig arbeid vorderen, alzoo het Erff, door hem verzocht, niet alleen geheel onegaal komt te zijn maar ook al meest al rotsen vertoond,die hij niet, dan met veel moeijte en nog groter kosten kan planeeren.’
‘Ook verzoekt den Suppl:t UWelEdele Gestr: en E Achtb: hem bij de vergunning van dat Erff, teffens te laten Jouisseeren van de faciliteit, om dies bedragen in drie gelijke paaijen in s’ Comp: Cassa te betaalen’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende etc:a /:was geteek:/ H: Vos’
Van welk request verstaan is te stellen Copija in handen van gecommitteerde leeden uit den Raad van Justitie, omme ten overstaan van den Heer Independent Fiscaal deezes Gouvernements te tauxeeren, hoeveel den Suppl:t voor het verzochte stuk Erff, naar mâte van dies deugdzaamheid aan d’ E Comp:e tot eene erkentenis zoude behoren te betaalen
Vervolgens wierd door den Heer Jan Everwijn Drillinger Capitein ter zee in dienst van den staat gedient van het volgende Request.
Aan den WelEdele Gestr:e Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien etc:a etc:a etc:a benevens den E Achtb: Raad van Politie
‘WelEdele Gestr: Heer! en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Den onderteekende Jan Everwijn Drillinger Capitein ter zee indienst van den staat der vereenigde Nederlanden, met s’ Lands Schip van Oorlog de Amphitrite aan deeze Uithoek g’arriveerd, en bij indispositie verbleeven, is UWelEdele Gestrenge en EE Achtb: verzoekende hem te willen permitteeren met het in Baaijfals ter vertrek gereed leggend Schip de Dapperheid te mogen vertrekken, beneevens zijnen knegt Jan Kaijser en een kind genaamd Bernardus Verhoeven aan zijne zorge opgedragen; zijnde hij bereid om zich omtrend het Transport en kost geld te gedragen naar de Cherte parthij van die bodem.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende etc:a /:was geteek:/ J: E: Drillinger’
Waar op goedgevonden is, het daar bij verzogte toe te staan.
En is wijders geleezen een Rapport door den onderkoopman Oloff Marthini Bergh, den Boekhouder der Equipagiewerff Petrus Johannes Truter en de ordinaire gecommitteerden Hendrik Oostwald Eksteen en Johan David Kuuhl ingediend, wegens derzelver verrichtingen; omtrend de aan hen gedemandeerde berging der lading van het verongelukte Schip ‘t Drietal Handelaars luidende dat rapport.
‘Den WelEdelen Gestrengen Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a d’ ondergetekendens expres hebbende gelieven te committeeren om hun te begeeven, naar het strand van Muijzenburg , alwaar het Particulier Schip ‘T Drietal Handelaars is verongelukt, en aldaar zoo veel maar immers van de lading van gem:e Bodem te redden zal weezen, te bergen, en onder derzelver bewaring te neemen, daar van aanteekening te houden, en die geborgene goederen, met daar toe van hier expresselijk af te zendene wagens herwaards over te zenden: Zoo verklaaren wij , in opvolging deezer g’ Eerde ordre, ons derwaards begeeven en zulks verrigt te hebben, en de successivelijk geloste, dog meest aldaar aan het strand opgespoelde, hier onder volgende goederen, dewelke alle nat zijn geweest, van tijd tot tijd Caapwaards aan de alhier expresselijk tot den ontfangst gecommiteerde leeden uit den E Achtb: Raad van Justitie deezes Gouvernements Salomon van Echten en Rijno Johannes van der Riet, mitdsgaders den onderkoopman Jan Fredrik Kirsten opgezonden te hebben bestaande dezelve in als volgt; Namentlijk’
‘
7 | Pakken diverse Guinees Lijwaat, zo opgespoelt als in't Schip Opgevischt | |
105 | P: diverse guinees Lijwaat en Moerissen, los opgespoelt. | |
2 | Pakken Bethilles, in't Schip opgevischt | |
158 | P: Bethilles, los opgespoeld. | |
3 | Pakken diverse Roemaals en Paliacaats | } Zoo in't Schip opgevischt als los opgespoeld. |
859 | P:s diverse roemaals Paliacaats en Chelassen | |
600 | P:s defecten stukken en brokken diverse Lijwaat, los opgespoeld | |
2 | Zakken, waar ingevuld diverse los opgespoelde lappen en gescheurde vodde Lijwaaten in Soort. | |
1 | Kistje open en defect opgespoeld waar in een overblijfsel natte Indigo. | |
295 | Zakken, waar ingevuld, het opgespoeld Sappan hout | |
27 | Kisten met Handrottingen uit het schip gelost inwelke volgens d' opschrifte | |
50700 p:s waar van een kist open en defect is opgespoeld, beschreeven | ||
950 P:s van dewelke maar 876 P:s Handrottingen zijn opgevischt, dus 74 P:s te min | ||
116 | Zakken, waar in gevuld, de in't Schip opgeschepte Garioffel Nagulen, mede nat geweest. | |
113 1/2 | d:o Waar in gevuld, d' aan strand gespoelde en bij elkanderen gezamelde garioffel nagulen, met Coffijboonen, wat Peper en schelpen vermengd. |
7 | Pakken diverse Guinees Lijwaat, zo opgespoelt als in't Schip Opgevischt | |
105 | P: diverse guinees Lijwaat en Moerissen, los opgespoelt. | |
2 | Pakken Bethilles, in't Schip opgevischt | |
158 | P: Bethilles, los opgespoeld. | |
3 | Pakken diverse Roemaals en Paliacaats | } Zoo in't Schip opgevischt als los opgespoeld. |
859 | P:s diverse roemaals Paliacaats en Chelassen | |
600 | P:s defecten stukken en brokken diverse Lijwaat, los opgespoeld | |
2 | Zakken, waar ingevuld diverse los opgespoelde lappen en gescheurde vodde Lijwaaten in Soort. | |
1 | Kistje open en defect opgespoeld waar in een overblijfsel natte Indigo. | |
295 | Zakken, waar ingevuld, het opgespoeld Sappan hout | |
27 | Kisten met Handrottingen uit het schip gelost inwelke volgens d' opschrifte | |
50700 p:s waar van een kist open en defect is opgespoeld, beschreeven | ||
950 P:s van dewelke maar 876 P:s Handrottingen zijn opgevischt, dus 74 P:s te min | ||
116 | Zakken, waar in gevuld, de in't Schip opgeschepte Garioffel Nagulen, mede nat geweest. | |
113 1/2 | d:o Waar in gevuld, d' aan strand gespoelde en bij elkanderen gezamelde garioffel nagulen, met Coffijboonen, wat Peper en schelpen vermengd. |
‘Zijnde van ‘t overige der lading, verder niets geborgen nog aan land gespoeld, als alleenlijk, eenige geborsten en verscheurde ledige Coffij balen, en leedige Salpeeter zakken, terwijl ‘t grootste gedeelte der Nagulen, Peper, Coffijboonen en andere goederen meer, door dien de lading agter ‘t Schip, alwaar het zelve tot de kiel open was, is uitgeslagen, meest met d’ Ebbe zeewaarts moet gedreeven zijn, en dus wijd en zijd in zee verspreid, en ten eenemaal verloren geraakt.’
‘Hier meede gedenkende aan de zeer geEerde Intentie van UWelEd: Gestr: te hebben voldaan laaten d’ ondergeteek:s deezen dienen voor needrig rapport.’
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop d:n 3:e Aug: 1789 /:was geteekend:/ O: M: Bergh, P: J: Truter H: O: Eksteen, D: Kuuhl.’
Waar uit zijnde komen te blijken, dat, opgeacht alle daar toe aangewende pogingen van de prætieuse lading van het voorm:e Schip ‘t Drietal Handelaars , niets meer heeft kunnen worden geborgen als het geene bij dit rapport vermeld staat, is goedgevonden het zelve restant der lading alhier in ‘s Comp:s Pakhuisen op te slaan, tot dat daar ontrent nader zal weezen gedisponeerd
Hier na wierd door den Heer Independent Fiscaal Johan Nicolaas Steeven van Lijnden geproduceerd zodanige acte als ter zijner requisitie was gepasseerd; weegens de examinatie, door daar toe expresselijk gecommitteerde zeekundigen, ten overstaan van twee gecommitteerde leeden uit den Raade van Justitie gedaan, nopens het gehouden gedrag van den Schipper Jan Kleijn, en de Stuurlieden Cornelis Adriaansen en Jacob Jacobs, bij geleegendheid van het stranden van ‘t partiC:e Schip ‘t Drietal Handelaars , uit welke acte zijnde komen te blijken; dat daar gem:e Scheepsoverheden door het dikke weer verhinderd waaren geworden, om attent te kunnen peilen, de voorzichtigheid dus van hen hadde gevorderd, om na dat zij hadden gegist, de klippen aan de Zuidwesthoek van de Baaijfals gepasseerd te zijn, meer Westelijk aan te boegen, ten einde alsoo zij geene vaste pijling konden hebben, onder de Westwal op behoorlijke diepte te ankeren, en dat dierhalven aan de hier tegenovergestelde handelwijse van ged:e Scheepsoverheeden dit facheus evenement moet worden toegeschreeven; zoo is verstaan Copia van deeze acte te zenden aan de Hooggebiedende Heeren Meesteren, omme daar van zodanig gebruik te kunnen maaken, als hun WelEdele Hoog Achtb: zullen vinden te behooren.
Wijders wierd door evengemelde Schipper Jan Klein gepræsenteerd het volgend Request
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Achtb: Politicquen raad.
‘WelEdele Gestrenge Heer! en E:E: Achtbaare Heeren!’
‘Den Schipper Jan Klein gevoerd hebbende ‘t particulier Schip ‘t Drietal Handelaars op bekomene permissie van UWelEdele Gestr: en E Achtb: de verspreide stukken van ‘t wrak van opgem:e bodem verkogt hebbende, en dus beneevens deszelfs onderhoorige manschappen niets meerder aan deeze uithoek te verrigten hebbende, is aan UWelEd: Gestr: onderdaniglijk verzoekende hem beneevens deszelfs nog overig zijnde Equipagie permissie te verleenen met de in Baaijfals op hun vertrek staande particuliere scheepen de reis naar ‘t Vaderland te doen, zullende de Suppl:t met dies Schippers zodanige maatregulen omtrend het transport en kostgeld neemen, als hij voor de betalingen hem toevertrouwd zal vinden te behooren.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende etc:a /was geteek:/ Jan Klein.’
Het welk geleezen zijnde is goedgevonden den suppl:t ingevolgen zijn versoek te accordeeren, omme, beneevens zijn nog overig zijnde Equipage, met de thans in Baaijfals leggende particuliere retourscheepen de reis naar Nederland te onderneemen, mids zich ontrent het transport en kostgeld verdragende met de respect:en bevelhebbers van die Bodems.
Laatstelijk geliefde de Heer Gouverneur den raade ter kennisse te brengen, dat de Heer Colonel van Hughel Commandeerende ‘t alhier guarnizoen houdend Regiment van Wurtenberg eenigen tijd geleeden aan zijn Ed: had ter hand gesteld eene Memorie, tendeerende omme te verzoeken, dat, ingevolge de teneur der Capitulatie van ged:e Regiment, aan het zelve, naar evenredigheid van dies sterkte, mogt worden toegelegd een gelijke Somma gelds ‘s Maands voor koksgelden, als het Bataillon van den Heer Colonel Gordon geniet, dat hij Heer Gouverneur gem:e Heer Colonel hadde verzogt, hier meede zoo lange te superCedeeren, tot dat hier omtrent de opinie van de Heeren uitmakende de Militaire Commissie door zijne Doorluchtige Hoogheid den Heere Prince van Orange op requisitie van Haar Hoogmogende uitgezonden, zoude wezen ingekomen;
Dat deeze Heeren op dit Sujet hadden gelieven te remarqueeren, dat de Eisch van meermelde Colonel Hun EE. zeer billijk was te vooren gekomen, zo dat ‘er zeer billijke reedenen tegen moesten weezen, dat dezelve niet gaaf geaccordeerd wierde, dat hij Heere Gouverneur hier op hadde best gedagt Copia van deeze Memorie, met de daar op gemaakte aanmerkingen van welopgemelde Heeren gecommitteerdens, in Raade te produceeren, welke Stukken bij dies lecture van navolgende inhoude wierden bevonden te zijn
‘Copie’
‘D’une Memoire au tres noble Conseil de la regence d:d: 15 Fevrier 1789.’
‘
Rectrie d: 15 April | } 1789. |
et 4 Junie |
Rectrie d: 15 April | } 1789. |
et 4 Junie |
‘Il ya deux mois, que le sous signé a pres la liberté, de remetre a Son Excellence, Monsieur le gouverneur une Memoire du Contenue Suivant’
‘“Le sous signé Colonel Commandant du Regiment de Wurtemberg a eu l’Honneur de presenter une Memoire in dato du 22 December 1787. pour demander a l’instan des autres troupes la gratification - dont Jouit le Bataillon de Gordon pour un nombre de cuisiniers, proportion, né a’ l’effectif du regiment de Wurtemberg Il a plu au Noble conseil, d’accorder au commencement pour cet object 150 Rijxd:s par mois, et dans la suite apres l’arrivee du second Bataillon d’augmentar iCette somme de 150 Rijxd:s.’
‘“Il sera permis au sous signé de faire quelques reflexions sur cette gratificatien.’
‘“Il est connu: que le’ Bataillon de Gordon dant la force est actuellement sans Compter Mess:s Les officiers 574. hommes, touche sous titre d’une gratification pour Les Cuisiniers 150 Rd:s par mois, et Comme le nombre de regiment de Wurtemberg , sans ij Compredre les officiers et ceux qui ont ce grade, consest’
’/ n:o le 15: Fevrier / 1581 Tetes, il est de l’equite d’accorder au regiment suivant cette proportion, au lieu de 300 - 412 Rijxd:s par mois et ca d’aittant plus, que’
‘a) la Caputilation dans l’artcle 19: promet au regiment tout ces avantages, dont jouissent les autres troupes de la Compagnie.’
‘b) le noble Conseil a trouve bon de faire diminuer les 300 Rijxd:s aus fitôt, qu’un detachement considerable etoit â muisenburg .’
‘“Le sous signé á prouvé jusque âpresent, qu’il a observé l’equité la plus exacte, en tout ce qu’il avoit demandé’
‘“En adoptant c’et axiome le sous signé prend la liberté, desuplier le noble Conseil, de vouloir bein accorder aus regiment sous titre d’une augmentation pour la nourriture du soldat sur le même pied, que le Bataillon de Gordon en Jouit, une Somme proportionée a l’Etat effectif au reste le sous Signé est d’accord, que cette Somme sera de menuee, ou augmentie chaque mois â proportien l’etât effectif, et des detachements, qui peuvent varier d’une mois a l’autre Fait au Cap de bone esperance le 15: Fevr: 1789.’
‘comme le sous signé ná pas in coucu l’honneur, de recevoir une resolution favorable, il prend la liberté de repeter sa premier demande, n’en doutant point, que le noble conseil fera paijer cette augmentation de l’epoque, par la quelle il etoit fonde de la demande’
’/:onderstond:/’
‘Fait au Cap de bonne esperance le 27 Jullet 1789 /:was get:/ D’ Hughel Colonel’
‘Extract’
‘Des observations, presentees a messieurs les Commissaires militaires par M:r le Colonel Commandant du Regiment de Wurtemberg D Hugel d: 16 Juni 1789’
’s’ y.’
‘III etc:a De meme le regiment doit être traité en egalité par faite par rapport a sesKostgelder, d’apres son Etat effectivement præsent, abject, qu’on a dêtaillé et calcuté dans une Promemoire particulier cij soint etc:a’
‘Extract.’
‘Uit de aanmerkingen van de militaire Commissie op deobservationsLit: D: aan haar overgegeeven door de Colonel Commandant van Wurtemberg de Heer von Hugel’
‘T: J: et:’
‘III etc:a wegens het geen verder in dit articul voorkomt omtrent de’
‘kostgelder, en dat daar van in de promemeria Lit E: gezegd word, komt het voor, dat den Ed: Achtbaare Raad op dezelve promoria een antwoord aan den Colonel Commandant diende te geeven.’
‘De ondergeteekende oordelen egter dat den Eisch van den Colonel Commandant zeer billijk voorkomt, en dat er zeer billijke reedenen teegen moeten weezen, dat dezelve niet gaaf geaccordeerd word etc:a’
’/:onderstond:/’
‘Den origineele Conform /:was geteekend:/ T d Hugel Colonel.’
Waar over gebesoigneerd zijnde is goedgevonden ged:e Heer Colonel van Hugel de koksgelden toe testaan, na rato van de aanweezende sterkte van het voorsz:e regiment van Wurtemberg , in deeze meerdere betalinge boven het geen zijn Ed: voor dat articul reeds genooten heeft, te doen suppleeren, van den dag af aan dat gerechtigd is geweest, om dit surplus te kunnen eischen, zullende de Soldijboekhouder bij extract deezes worden gelast, om hier van eene nette bereekening op te maken, en nu en voortaan, pro rato van de sterkte van ged:e Regiment voor zoo veel manschappen als hier wezendlijk præsent zullen zijn, het voorsz: douceur voor de koks te bereekenen, omme dien Conform aan meerm:e Colonel te worden voldaan
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop de datum voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn.
C. 183, pp. 88-91.¶
Zaturdag den {17890808} 8. Aug:s 1789
bij omvrage alle present.
Door den Schipper Simon Kooter voerende het particulier Schip de eensgezindheid , gepresenteerd zijnde het volgende Request
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E Achtb: raad van Politie dezes Gouvernements
‘WelEdele Gestrenge Heer E Achtbaare Heeren!’
‘Simon Kooter Schipper van ‘t particulier ingehuurd Schip de Eensgezindheid door UWelEd: Gestr: en E: Achtb: tot het Transporteeren van Troupes naar Batavia aangelegt, suppliceerd Eerbiediglijk, dat aan hem bij zijn vertrek van hier mogen werden ter hand gesteld Twee Hondert Mexicaanen omme door hem in Straat Sunda ten nutte van het Transport aan verversching besteed, en ter ordre van de Hoog Indiasche Regeering bij zijn Komst te Batavia te werden verantwoord of wederom gerestitueerd.’
‘Wijders verzoekt den Suppliant UWelEdele Gestr:e en E: Achtb: hem met 2 bevaaren Matroosen te willen adsisteeren, in steede van Twee die hij op reise heeft verlooren.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was get:/ Simon Kooter’
Zoo is goedgevonden den Suppl:t uit s’ Comp:s Cassa alhier toe te leggen de waarde van Twee Hondert Spaansche Reaalen aan Ducatons, omme in straat sunda voor de bij hem aan boord zijnde Troupes tot ververschingen te worden besteed, en bij zijn arrivement te rheede Batavia aldaar verantwoord of wederom gerestitueerd te worden; gelijk meede bewilligd is in zijn verzoek met 2 bevaaren Mattroosen te worden geadsisteerd; in steede van twee die hij op de herwaards rijse heeft verlooren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop datum voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: le Suëur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn.
C. 183, pp. 92-103.¶
Dingsdag d:n {17890811} 11:e Aug:s 1789.
s’ voormiddags Extraordinaire vergadering
In overweeging genoomen zijnde, dat de onkosten die noodzakelijk zijn gedaan, en nog zullen moeten worden aangewend, tot verzorging der Troupes die naar Batavia worden verzonden, als meede de wapenen, ammunitie van Oorlog en verdere behoeftens die aan die Troupes, en voornamentlijk de daar bij geplaatste Artillerie zullen moeten worden meede gegeeven, met geen gevoeglijkheid kunnen werden gebracht, ten lasten van dit Gouvernement, aangesien die kosten eenlijk worden veroorzaakt door te voldoen aan de geëerde beveelen bij den Edelen Heer Gouverneur van de Hoge Indiasche regeering ontfangen, geensints tot eenig direct nut van dit etablissement, maar wel ter handhaving van s’ Comp:s wettige rechten in zodanig possessiën als werwaards de Hooge Indiasche Regeering dat secours zal gelieven te despicieeren, en dat dus ook die kosten dienen te worden gebracht ten lasten van zodanige Gouvernementen, die door die Troupes zullen worden ontzet, verdeedigt of versterkt, zoo is beslooten al het geene aan gemelde Troupes zo van Provisien Maandgelden, wapenen Arthillerie goederen &:s is verstrekt, of nog verstrekt zal worden en meede gegeeven, bij Factuur Indias Hoofdplaatse aan te reekenen, met eerbiedig verzoek aan de Hoge Indiasche regeering goedgunstig requard te willen slaan op de over groote quantiteit Rijst, die men genoodzaakt is geweest, tot spijzing der afgezonden wordende Troupes extra te verstrekken, en derhalven bij eerste occasie die quantiteit te willen Suppleeren.
Na het welke door den Heere Secunde Johannes Isaak Rhenius is ingediend het kort vertoog der Lasten deezer Gouvernements geduurende het laatste Boekjaar 1787/8 neevens van het vorige Jaar 1786/7 dewelke bedraagen, als volgt.
d A:o 1787/8 | d A:o 1786/7 | |
Onkosten van Scheepen | ƒ191460:02:08 | ƒ189186:10:08 |
'T Nieuwe Hospitaal | d:o 135517:19:-: | d:o 104926:14:08 |
'T Switsersch regim: de Meuron | d:o 204664:13:08 | d:o 339229:04:08: |
'T Regiment Luxemburg | d:o 4088:17:-: | d:o 1421.07.08. |
'T regiment Wurtemberg | d:o 249392.10.08. | d:o - . |
Randzoenen Ordinair | d:o 179128. 11. - . | d:o 204717. 14. - |
Onkosten Ordinair | d:o 89773. 09. - . | d:o 88934: 17:08: |
Onkosten Extra Ordinair | d:o 101235:19:-: | d:o 84914:18:08: |
Timmeragie en reparatie | d:o 73039:17:-: | d:o 69556:07:-: |
Fortificatie | d:o 209089:17:-: | d:o 156847:17:08: |
Onkosten van s' Comp:e Lijfeigenen | d:o 43076:05:-: | d:o 68365:19:08: |
'T Hospitaal | d:o 29146:14:08: | d:o 42511:18:-: |
Reecq:e van Condemnatie | d:o 6204:11:-: | d:o 12364:18:-: |
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuigen | d:o 19941:07:-: | d:o 11044:09:08: |
Soldijen aan Land | d:o 250377:-:-: | d:o 195877:07:08: |
Scheepszoldijen | d:o 21579:12:08: | d:o 15850:03:08: |
Rekening van Intrest | d:o -:-:-: | d:o 750:18:08: |
Somma | ƒ1798717:05:08: | ƒ1586501:06:-: |
d A:o 1787/8 | d A:o 1786/7 | |
Onkosten van Scheepen | ƒ191460:02:08 | ƒ189186:10:08 |
'T Nieuwe Hospitaal | d:o 135517:19:-: | d:o 104926:14:08 |
'T Switsersch regim: de Meuron | d:o 204664:13:08 | d:o 339229:04:08: |
'T Regiment Luxemburg | d:o 4088:17:-: | d:o 1421.07.08. |
'T regiment Wurtemberg | d:o 249392.10.08. | d:o - . |
Randzoenen Ordinair | d:o 179128. 11. - . | d:o 204717. 14. - |
Onkosten Ordinair | d:o 89773. 09. - . | d:o 88934: 17:08: |
Onkosten Extra Ordinair | d:o 101235:19:-: | d:o 84914:18:08: |
Timmeragie en reparatie | d:o 73039:17:-: | d:o 69556:07:-: |
Fortificatie | d:o 209089:17:-: | d:o 156847:17:08: |
Onkosten van s' Comp:e Lijfeigenen | d:o 43076:05:-: | d:o 68365:19:08: |
'T Hospitaal | d:o 29146:14:08: | d:o 42511:18:-: |
Reecq:e van Condemnatie | d:o 6204:11:-: | d:o 12364:18:-: |
Onkosten van Chaloupen en mindere Vaartuigen | d:o 19941:07:-: | d:o 11044:09:08: |
Soldijen aan Land | d:o 250377:-:-: | d:o 195877:07:08: |
Scheepszoldijen | d:o 21579:12:08: | d:o 15850:03:08: |
Rekening van Intrest | d:o -:-:-: | d:o 750:18:08: |
Somma | ƒ1798717:05:08: | ƒ1586501:06:-: |
§ 26. Uit welkers ‘t zamen trekking mitsg:s die der lasten d A:o 1786/7 aan komt te Consteeren dat de lasten in ‘t generaal deezen Jaare ƒ212215:19:8: meerder als A:o P:o bedragen, hebbende ieder lastpost op zig zelven het volgende meer of minder heeft komen te rendeeren te weeten:
Meerder | Minder | ||
Onkosten van Scheepen die in dit boekjaar meerder als het voorgaande bedraagen niet tegenstaande het getal der gepasseerde kielen bij na evenredig is zijn ontstaan uit de verstrekte provisiën en andere noodwendigheeden aan 't regiment Meuron voor de reis na Ceilon , waar van het bedragen op deeze reecq:e belast is, als meede het geen tot Suppleering der Victualien, Buskruit &:a door het Schip de Draak op deszelfs langdurige reise van Ceilon herwaards verbruikt en in den Zwaare Storm overboord geworpen en bedorven geraakt, heeft moeten aangewend worden. | ƒ2273:12:-: | ||
'T Nieuwe Hospitaal welkers opbouw thans komt te kosten ƒ588464:3:8 is in dit boekjaar meede een groter lastpost als in het voorL: door dien men genoodzaakt is geweest, een groot gedeelte van dat gebouw aan particulieren ter voltooing aan te besteeden, en daar door de betaling der aanneemings penningen en verstrekking der nodige meterialen heeft moeten geschieden. | d:o 30591:04:08: | ||
'T Switsersch Regiment de Meuron bedraagt in tegendeel thans minder als in A:o p:o door het overvoeren aangehaalde vertrek van dat Corps. op een klein gedeelte na in de maand Februarij, weshalven de verstrekkingen van Soldijen, Emolumenten en andere toelaagen van het zelve noodzakelijk heeft moeten verminderen | ƒ134564:-:-: | ||
'T Regiment Luxemburg meede meerder belopende ontstaat voornamentlijk door de betaalde soldijen Emolumenten &:a aan eenige tgt dat Corps behoorende officieren om verscheieden reedenen hier verbleeven | d:o 2667:09:'08 | ||
'T Regiment Wurtemberg thans een nieuwe lastpost formeerende is veroorzaakt door de aankomst van het zelve alhier in October en volgende maanden dus de betaling der verdiende zoldij en Emolumenten en andere vereischtens aan 't zelve sedert dien tijd heeft moeten geschieden en een vermeerdering te weeg gebragt van | d:o 249392:10:08 | ||
Randzoenen Ordinair dit Jaar minder bedragende niet tegenstaande de vermeerderde Kostgelden en randsoenen door de Versterking vanhet garnisoen is alhier toe te schrijven aan de vermindering der duurte van de Tarwe, Boonen, Erweten en rijst, tot onderhoud van s' Comp:s dienaaren verbruijkt, die in A:o 1786 weegens den slegten graan oogst en de Schaarsheid der levensmiddelen teegens zeer hooge prijsen heeft moeten ingekogt worden, dog zeedert het begin van't Jaar 1787, tot den voorige prijs gedaalt zijnde een aanmerkelijke verligting hebben veroorzaakt van | 34589:03:- | ||
Onkosten Ordinair daar en teegen meerder belopende, is voor 't grootste gedeelte ontstaan door de meerder verstrekte Huishuur aan de Nieuw aangestelden officier bij 't Battaillon en 't Corps Arthilleristen mitsg:s door 't betaalde Transp:t der noodwendigheeden voor de Militaire Commandos na de wijd geleegen baaijen die men verpligt is geweest aan particuliere te besteeden. | 838:11:08: | ||
Onkosten Extra ordinair ook meerder bedragende spruit meestendeels uit de verstrekte Snaphaansteenen, Buskruid en loot, aan de Colonie van Stellenbosch in voorraad, om bij voorvallende geleegendheid te dienen en aan die van Graaff Reinet tot een Expeditie tegens de stropende Bosjesmans Hottentots, de meerder betaalde Serviesgelden door de versterking van 't Guarnisoen veroorzaakt, en eindelijk de verstrekte wijn aan 't Corps Arthilleristen voor het doen van Extra diensten | d:o 16321:-:08 | ||
Timmeragie en Reparatie thans meede een grooter lastpost vertoonende, komt voort uit de meerdere gedaane reparatien aan s'Comp: gebouwen en wel voornamentlijk in 't Casteel waar aan een grooter gedeelte Kalk besteed is | d:o 3483:10:-: | ||
Fortificatie meede meerder is ontstaan door de groote quantiteit Kalk ter verbetering de werken om 't Casteel en de verdere opbouw van de batterij Amsterdam verbruikt, als meede voor het betaalde rijloon van Materialen voor de geprojecteerde Batterij in de rogge baaij | d:o 52241:19:08: | ||
Onkosten van s' Comp:e Lijfeigenen minder als in a:o p:o rendeerende is mede ontstaan door de vermindering der prijsen van de voorsz: ingekogte provisien aan deselven tot voedsel verstrekt | d:o 289:14:08: | ||
'T Hospitaal ingelijks minder belopende is veroorzaakt door de meerdere verteerde Maandgelden der manschappen staande dit Boek Jaar in dit Huis g'alimenteert in de verminderde prijzen van de aan hun verstrekteTarwe en Rijst | d:o 13365:08:08: | ||
Reekening van Condemnatie teld ook minder door de dikwils aangehaalde daling der prijsen van de verstrekte Tarwe en Rijst tot spijzing der Caffers en bannelingen verbruikt en de mindere uit betalingen voor Crimineele Executien | d:o 6160:07:-: | ||
Onkosten van Chaloupen en mindere vaartuigen Integendeel meerder monteerende is voortvloeiende uit den opbouw en toetakeling van een nieuwe Landsboot genaamd d' Anna Geertruijda dat in A:o pass:to niet geschied is | d:o 8896:17:08: | ||
Zoldijen aan Land, bedraagen meede meerder als in A:o p:o te weeten.door de meerdere verstrekking van goede Maanden | ƒ10894:07:- | ||
van Monteering | ƒ26736:06:- | ||
d:o verteerde heele gagie | ƒ16871:19:08: | ||
Vertonende dus een meerderheid van, | d:o 54499:12:08: | ||
Scheeps Zoldijen ook hooger gereezen zijnde is veroozaakt door de meerder Uitgerijkte goede Maanden en verteerde gagie | d:o 5729:09:- | ||
Reekening van Intrest in A:o p:o door de aflossing van den nog overgeblevene Capitaalen vernietigd, en thans een post van advans formeerende, is door een vermindering in de Lasten voorgekomen van | d:o 750:18:8: | ||
Somma | ƒ [.....] | [.....] |
Meerder | Minder | ||
Onkosten van Scheepen die in dit boekjaar meerder als het voorgaande bedraagen niet tegenstaande het getal der gepasseerde kielen bij na evenredig is zijn ontstaan uit de verstrekte provisiën en andere noodwendigheeden aan 't regiment Meuron voor de reis na Ceilon , waar van het bedragen op deeze reecq:e belast is, als meede het geen tot Suppleering der Victualien, Buskruit &:a door het Schip de Draak op deszelfs langdurige reise van Ceilon herwaards verbruikt en in den Zwaare Storm overboord geworpen en bedorven geraakt, heeft moeten aangewend worden. | ƒ2273:12:-: | ||
'T Nieuwe Hospitaal welkers opbouw thans komt te kosten ƒ588464:3:8 is in dit boekjaar meede een groter lastpost als in het voorL: door dien men genoodzaakt is geweest, een groot gedeelte van dat gebouw aan particulieren ter voltooing aan te besteeden, en daar door de betaling der aanneemings penningen en verstrekking der nodige meterialen heeft moeten geschieden. | d:o 30591:04:08: | ||
'T Switsersch Regiment de Meuron bedraagt in tegendeel thans minder als in A:o p:o door het overvoeren aangehaalde vertrek van dat Corps. op een klein gedeelte na in de maand Februarij, weshalven de verstrekkingen van Soldijen, Emolumenten en andere toelaagen van het zelve noodzakelijk heeft moeten verminderen | ƒ134564:-:-: | ||
'T Regiment Luxemburg meede meerder belopende ontstaat voornamentlijk door de betaalde soldijen Emolumenten &:a aan eenige tgt dat Corps behoorende officieren om verscheieden reedenen hier verbleeven | d:o 2667:09:'08 | ||
'T Regiment Wurtemberg thans een nieuwe lastpost formeerende is veroorzaakt door de aankomst van het zelve alhier in October en volgende maanden dus de betaling der verdiende zoldij en Emolumenten en andere vereischtens aan 't zelve sedert dien tijd heeft moeten geschieden en een vermeerdering te weeg gebragt van | d:o 249392:10:08 | ||
Randzoenen Ordinair dit Jaar minder bedragende niet tegenstaande de vermeerderde Kostgelden en randsoenen door de Versterking vanhet garnisoen is alhier toe te schrijven aan de vermindering der duurte van de Tarwe, Boonen, Erweten en rijst, tot onderhoud van s' Comp:s dienaaren verbruijkt, die in A:o 1786 weegens den slegten graan oogst en de Schaarsheid der levensmiddelen teegens zeer hooge prijsen heeft moeten ingekogt worden, dog zeedert het begin van't Jaar 1787, tot den voorige prijs gedaalt zijnde een aanmerkelijke verligting hebben veroorzaakt van | 34589:03:- | ||
Onkosten Ordinair daar en teegen meerder belopende, is voor 't grootste gedeelte ontstaan door de meerder verstrekte Huishuur aan de Nieuw aangestelden officier bij 't Battaillon en 't Corps Arthilleristen mitsg:s door 't betaalde Transp:t der noodwendigheeden voor de Militaire Commandos na de wijd geleegen baaijen die men verpligt is geweest aan particuliere te besteeden. | 838:11:08: | ||
Onkosten Extra ordinair ook meerder bedragende spruit meestendeels uit de verstrekte Snaphaansteenen, Buskruid en loot, aan de Colonie van Stellenbosch in voorraad, om bij voorvallende geleegendheid te dienen en aan die van Graaff Reinet tot een Expeditie tegens de stropende Bosjesmans Hottentots, de meerder betaalde Serviesgelden door de versterking van 't Guarnisoen veroorzaakt, en eindelijk de verstrekte wijn aan 't Corps Arthilleristen voor het doen van Extra diensten | d:o 16321:-:08 | ||
Timmeragie en Reparatie thans meede een grooter lastpost vertoonende, komt voort uit de meerdere gedaane reparatien aan s'Comp: gebouwen en wel voornamentlijk in 't Casteel waar aan een grooter gedeelte Kalk besteed is | d:o 3483:10:-: | ||
Fortificatie meede meerder is ontstaan door de groote quantiteit Kalk ter verbetering de werken om 't Casteel en de verdere opbouw van de batterij Amsterdam verbruikt, als meede voor het betaalde rijloon van Materialen voor de geprojecteerde Batterij in de rogge baaij | d:o 52241:19:08: | ||
Onkosten van s' Comp:e Lijfeigenen minder als in a:o p:o rendeerende is mede ontstaan door de vermindering der prijsen van de voorsz: ingekogte provisien aan deselven tot voedsel verstrekt | d:o 289:14:08: | ||
'T Hospitaal ingelijks minder belopende is veroorzaakt door de meerdere verteerde Maandgelden der manschappen staande dit Boek Jaar in dit Huis g'alimenteert in de verminderde prijzen van de aan hun verstrekteTarwe en Rijst | d:o 13365:08:08: | ||
Reekening van Condemnatie teld ook minder door de dikwils aangehaalde daling der prijsen van de verstrekte Tarwe en Rijst tot spijzing der Caffers en bannelingen verbruikt en de mindere uit betalingen voor Crimineele Executien | d:o 6160:07:-: | ||
Onkosten van Chaloupen en mindere vaartuigen Integendeel meerder monteerende is voortvloeiende uit den opbouw en toetakeling van een nieuwe Landsboot genaamd d' Anna Geertruijda dat in A:o pass:to niet geschied is | d:o 8896:17:08: | ||
Zoldijen aan Land, bedraagen meede meerder als in A:o p:o te weeten.door de meerdere verstrekking van goede Maanden | ƒ10894:07:- | ||
van Monteering | ƒ26736:06:- | ||
d:o verteerde heele gagie | ƒ16871:19:08: | ||
Vertonende dus een meerderheid van, | d:o 54499:12:08: | ||
Scheeps Zoldijen ook hooger gereezen zijnde is veroozaakt door de meerder Uitgerijkte goede Maanden en verteerde gagie | d:o 5729:09:- | ||
Reekening van Intrest in A:o p:o door de aflossing van den nog overgeblevene Capitaalen vernietigd, en thans een post van advans formeerende, is door een vermindering in de Lasten voorgekomen van | d:o 750:18:8: | ||
Somma | ƒ [.....] | [.....] |
Zo als ook uit voorsz: Negotie boeken komt te consteeren de reecq:g van Winst en Verlies dit Boekjaar heeft bedraagen als Volgt, te weeten
d' Anno 1787/8 | } ƒ363845:09:08 | d' Anno 1786/7 | } ƒ 414446:11:08 |
aan Winsten | ƒ 61691:06:08 | Winst en verlies | ƒ160386:14 |
'S Lands inkomsten: | 283084:16:08 | 'S Lands Inkomsten | ƒ254059:17:08 |
Ontf: Intressen | d:o 3602:19:- | Ontf: Intressen | -:-: |
d' Anno 1787/8 | } ƒ363845:09:08 | d' Anno 1786/7 | } ƒ 414446:11:08 |
aan Winsten | ƒ 61691:06:08 | Winst en verlies | ƒ160386:14 |
'S Lands inkomsten: | 283084:16:08 | 'S Lands Inkomsten | ƒ254059:17:08 |
Ontf: Intressen | d:o 3602:19:- | Ontf: Intressen | -:-: |
Zynde wijders uit dat vertoog koomen te blyken dat de winsten en ‘S Lands Inkomsten te saamen dit Boekjaar een Somma van ƒ50601:02:-: minder dan in het gepasseerde Boekjaar hebben opgeworpen te weeten d’ A:o 1786/7 d A:o 1787/8.
Zijnde de vermindering der winsten volgens dat vertoog te wijten aan het verlies der goederen te Ceilon in het schip de Paarl voor dit Gouvernement afgescheept aan het stranden van het Schip Avenhorn , en aan het bedragen van de Erven in het voorgaande Boekjaar verkogt en op deeze rekening gebragt; terwijl de verhoging van s’ Lands Inkomsten ten principaale is spruitende, uit de meer en meer toeneemende verhooging der Pachtpenningen.
En is verstaan de Heeren Le Sueur en van Oudtshoorn te verzoeken de gereed zijnde Negotie boeken naar gewoonte te Examineeren, en van dies bevinding aan deezen raade bij geschrifte rapport te doen.
Waar na geresumeerd zijn geworden de verzoekschriften van de Heeren Keldermeester en dispencier mitsg:s van den Pakhuismeester ten einde te moogen genieten de jaarlijkse afschrijvingen op de goederen dewelke door dezelve geduurende het laatste Boekjaar zijn verkogt of verstrekt geworden; en is aangezien die minderheeden niet de bepaling excedeeren, goedgevonden dezelve naar de ordres bij voorsz:e Negotie boeken te doen afschrijven.
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop de datum voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
C. 183, pp. 104-141.¶
Dingsdag den {17890818} 18: Aug: 1789.
‘S voormiddags alle present, dempto den Heere Gordon.
Het Schip de Jonge Franck van deszelfs tocht naar Plettenbergsbaai behouden te ruggekomen, en aan brengende de Goederen van het in die Baai veröngelukt Schip de Maria , beneevens een partij inlandse Houtwaaren, zoo is verstaan die Bodem ten spoedigste te doen lossen, en na dies ontlading daar in weeder te doen afscheepen alle de recognitie goederen daar uit ten deeze Gouvernemente gelost, mitsgaders.
en zoo veele Oliphants tanden als men aan handen zal hebben, ‘t een en ander zo in voldoening van de Jongste Eisch als bij anticipatie op den verwacht wordende Eisch, om daar meede dat schip deszelfs destinatie naar Batavia te doen vervorderen.
Vervolgens wierd geresumeerd een geschrift door Burgerraaden deezer steede luidende
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Achtbaren Rade van Politie deezes Gouvernements.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E Achtbaare Heeren!’
‘Geeven met alle verschuldigde reverentie te kennen de ondergeteekende’
‘Burgerraaden deezer steede.’
‘Hoe zij in de vergadering van Commissarissen uit den Raad van Justitie gehouden, den 13 der gepasseerde Maand Junij, Een Extract uit de resolutie genoomen bij UWelEd: Gestr: en E Achtb: de dato 21: April 1789, hebben zien produceeren vervattende het appostil op den requeste, het welk door de ondergeteekende Burgerraden noopens den Burger Christiaan Hendrik Wilken aan UWelEd: Gestr: en E Agtb: is gepresenteerd, in welke Apostil gezegd word,dat de dispositie op het voorschreven request word uitgesteld gelaaten, tot dat dit verzoek door het eenpaarig Collegie van Commissarissen, uit den Raad van Justitie zal zijn gedaan.’
‘En aangezien UWelEdele Gestr: en E Achtbaare niet alleen te meer maalen op zodanige requesten van Burger raaden, hebben gelieven te disponeeren; zelfs ook nog, na dat reeds het Collegie van Commissarissen was opgeregt; maar het ook naar de gedagten van de ondergeteekenden, de meening van onze Heeren en Meesteren niet is, om aan dezelve Commissarissen, eenig meerder regt toe te kennen, als de bepaalingen, door hun WelEdele Groot Achtb, bij de brief van 28 Julij 1785 gemaakt, zoo serieus en duijdelyjk komt te dicteeren.’
‘Neemen de ondergeteekende Burger Raaden derhalven bij deezen de vrijheid UWelEd: Gestr: en E: Achtb: ter kennisse te brengen; dat zij behoudens alle eerbied aan UWelEd: Gestr: en E Achtb: verschuldigt, diesweegens hunne beswaaren, bij eerste occasie zullen brengen ter kennisse, van de Heeren Majores zonder welke voorkennis, van UWelEdele Gestr:e en E Achtb: de ondergeteekende Sustineeren; daar toe niet wel te kunnen treeden, hoopende de ondergeteekenden, op dezelve addresse, eene gunstige, en dus voor dit Land, en de Ingezeetenen heilzaame decisie te zullen obtineeren’
‘/onderstond/’
‘’T welk doende /was geteekend:/ Joh:s Smuts, C: G: Maasdorp. G: M: Meijer, J:n C:d Gie. H: De Wet: /:in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 29 Julij 1789.’
En dewijl dat geschrift niet anders kan aangemerkt worden als eene bloote kennis geeving van een zeer vermeetel bestaan der teekenaaren, zoo is beslooten daarvan geen ander gebruik te kunnen maaken als het zelve ter secretarije te seponeeren.
Waar na geleezen is een Request aan deeze Raade ingedient door den geweezen Gezachhebber Daniel Haas van volgende inhoud.
Aan den WelEdele Gestr: Heer! Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: raad van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Met de meeste Eerbied geevt te kennen Uwer WelEdele Gestr: en E Achtb: nedrigen Dienaar Daniel Haas’
‘hoe hij suppl:t d’ E Comp:e reeds zeedert het begin des Jaars 1766, in onderscheidene graaden ter zee heeft gedient, waar van de Zeventhien laatste Jaaren is geweest in de qualiteit van gezaghebber op de alhier permanente vaartuigen hebbende hij suppl:t in dien omtrek van tijd, gelijk het Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: niet onbekend kan zijn verscheide zeer fatiguante en gevaarlijke tochten moeten doen, waar door hij niet weijnig in zijn gezondheid is gekrenkd geworden, terwijl hij Suppl:t bij dit al, tegenwoordig aan zodanige verzwakking van het gezicht laboreerd, dat hij zig geheel buiten staat komt te bevinden; de Edele Maatschappije van eenige dienst meer ter zee te kunnen zijn, om welke reedenen hij zig demoedig keerd tot UWel Edele Gestr: en E Achtb: met humble beede, hem uit hoofde zijner aangehaalde Lichaamsgebreeken uit den dienst der E. Comp:e te ontslaan, en met het burgerrecht deezer plaatse te favoriseeren; en dat het hoogstdezelve wijders behage moge den Suppl:t bij zijn ontslag zodanige rang toe te voegen, als UWel Edele Gestr: en E Achtb: g’evenredigd zullen vinden aan de post waar mede hij door hoogst dezelve zo gunstig is bekleed, en in welker waarneeming hij Eerbiedig vertrouwd UWelEdele Gestr: en E Achtb: steeds alle reedenen van genoegen te hebben gegeeven.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende &:a /en geteek:/ D. De Haas’
Zoo is, uit aanmerking van s’ Mans langjaarigen diensten en onbesprooken gedrag, goedgevonden hem uit den dienst der Edele Maatschappij te ontslaan en te stellen in Burgervrijdom, en om hem daar in te doen bekleeden een rang geëvenaart aan die welke hem in den dienst is waardig gekeurd, verstaan hem toe te voegen de Rang van Capt:n Lieutenant der Burgerij.
Daar na wierd geresumeerd een Request van Hendrik Cloete Junior, Luitenant der Burgercavallerie, en bevonden van volgende inhoud.
Aan den WelEdele Gestr: Heer! Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer! Achtbaare Heeren!’
‘Geeft met alle verschuldigde Eerbied te kennen, UWelEdele Gestr: en E Achtb: zeer gehoorzaame en onderdanige dienaar Hendrik Cloete Junior, luitenant der Stellenbosche Burger Cavallerie.’
‘Dat wanneer s’ Nachts tusschen den 16:e en 17: October van ‘t Jongst verloopen Jaar, het Fransch Konings fregat la Penelope in Baaijfals was koomen te stranden, en deeze fatale tijding op de plaats Constantia wierd gebracht, hij zich beneevens zijn Vader direct naar de strandplaats heeft begeeven, en alle hunne verschuldigde pogingen hebben aangewend om de aan boord zijnde Manschappen te helpen Sauveeren, en hen alle hulp bijstand en verkwikking te bieden, die hunne zwakke vermogens ende toestand van de plaats eenigzints kwamen toe te laaten;’
‘Dat het den Suppl:t heeft mogen gelukken diverse persoonen door de toegebrachte adsistentie, niet alleen aan de woedende Golven te ontrukken, maar ook te bevrijden van een wissen dood, die zij door gebrek aan voedsel en koestering op een woest strand hadden moeten ondergaan.’
‘Dat onder deeze zich heeft koomen te bevinden Een kind genaamt Francois Maturaillon geboortig van Brest oud 7 Jaaren, die aan boord van die bodem als Scheepsjongen was geengageerd geworden.’
‘Dat den Suppliant neevens zijne Famielle bij het redden van dat waarachtig voorwerp van meededogen, deszelfs ongelukkig noodlot hebben beklaagd, en zich voorgesteld om wanneer daar toe gelegendheid mogt zyn, ‘t zelve aan zijn deerniswaardige toestand te onttrekken, en daar van een nuttig lid der zameleeving te vormen.’
‘Dat den Suppliant met dat vooruitzicht zich heeft vervoegt bij den Ridder Pujet de Bras, Capitein van het gemeld verongelukt Schip, en aan hem voorgesteld of wanneer den Suppliant daar toe hooggunstige permissie van UWelEdele Gestr: en E: Achtb: mogt erlangen, hij wel zou willen inclineeren om dat rampspoedig kind aan deezen uithoek onder toezicht van den Suppliant te laaten.’
‘Dat gemelde Ridder aan den Suppliant heeft toegestaan daar toe van UWelEd: Gestr: en E: Achtb: verlofte verzoeken, onder verzeekering dat de ouders van dat kind zich in de jammerlijkste armoede bevonden, en daar door zich genoodzaakt hadden gezien hem nog zo jong reeds zijn bestaan te laaten zoeken.’
‘Dat den Suppliant dus sedert den Maand October dat ongelukkig kind bij zich heeft gehouden, en neevens zijn eigen kinderen niet alleen van het nodige voorzien maar ook zodanige lessen en onderwijzingen laaten geeven, als langs welke men mag hoopen dat zijne Mannelijke Jaaren tot welzijn van Land Volk en zich zelven kunnen strekken.’
‘Dat meermelde kind niet alleen aan de goede verwachting die men van hem hadt opgevat volkomen beantwoord, maar ook door zijne erkentelijkheid , gehoorzaamheid en Leerzaamheid, betoond, niets beter te wenschen als onder het vaderlijk opzicht van den Suppliant te mogen opgroeien.’
‘Reedenen waar om den Suppliant zich met alle eerbied is keerende tot UWelEdele Gestr: en E: Achtb: ootmoedig verzoekende dat hoogstdezelve hem gunstig gelieve te permitteeren, dat kind tot voorsz:e Eindens bij zich te mogen houden; zijnde hij bereid omme te beletten dat het niet tot last van Kerk of Maatschappije mogt komen te zijn. zich bij secretarieele acte te verbinden dat zo lang hij suppliant leeve, dat kind of man in der tijd nooit de diaconie om eenig onderhoud zal aanspreeken, als meede om wanneer het zelve kind, door deszelfs ouders mogt worden opgeëischt het zelve als dan vrij en zonder eenig beswaar van kosten te laaten vervoeren ter plaatse waar die ouders zulx mogte komen te begeeren.’
‘/onderstond:/’
‘’T welk doende &:a /en geteek:/ H: Cloete Junior’
Waarop is verstaan en beslooten uit hoofde van het loflijk voorneemen des Suppliant, hem zijn versoek te accordeeren, en het by dat request vermeld ongelukkig kind, onder zijn opzicht te laaten, op zodanige voorwaarden, als hij zelfs heeft voorgeslagen, en wel inzonderheid dat wanneer dat kind tot deszelfs mondige Jaaren zal zijn gekomen; hij ingevolge het recht der meerderjarige niet meerder van den Suppliant zal dependeeren.
Waar op geleezen zijnde de Requeste ingedient door den Burger Jan Smit Jurriaansz:n luidende
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E: Achtb: Heeren!’
‘Geeft met verschuldigde eerbied te kennen Uwer WelEdele Gestr: en E: Achtb: zeer gehoorzaame en onderdanige dienaar Jan Smit Jurriaansz: hoe hij Suppliant in den Jaare 1770 ten behoeve van zijn toen Minderjarige zoon Andries Smit heeft gekogt zeekere Huis en Erf in het vertrouwen dat hij Suppl:t op de eigendom van het zelve altoos een onwedersprekelijk regt zoude behouden’
‘Doch dat hij Suppl:t na het overlijden van gem:e zijnen zoon zig omtrend de bezitting van dat Huijs en erf een zeer onaangenaam procedures heeft moeten zien gewikkeld die door den E Achtb raad van Justitie deezes Gouvernements ten nadeele van den Suppl:t zijn geternuneerd geworden; dat den Suppl:t van het vonnis van gemelde raade appel hebbende verzogt en geobtineerd naar den E: Achtb: raade van Justitie des Casteels Batavia, aldaar heeft mogen triumpheeren, en volgens Sententie definitif, deeze in Copia Authenticq verzellende, moeten werden hersteld in de bezitting van gemelde Huis en Erff, door hem ten behoeven van zijnen minderjarige zoon gekogt.’
‘Dat den Suppliant zich op den 14 Meij deezes Jaars heeft geaddresseerd aan den E: Achtb: raad van Justitie deezes Gouvernements en geeischt dat aan voorn:e Sententie definitief moet worden voldaan, en dat daar op bij welgemelde raade blijkens Extract uit de Civile regstsrolle is goedgevonden omme de Weeskamer deezer steede, mits het abintestato overlijden van den Suppl:t gemelde zoon en zijne huisvrouwe gerequireerde in deeze te injungeeren om aan den Supp:tvan het questieus huis en Erff te doen transport en opdragt naar Costume Locaal.’
‘Dat den suppl:t ter obtenue daar van zig heeft vervoegt ter politicque secretarije, doch van den eerstgesw:e Clercq heeft verstaan dat deeze zwarigheid vond aan hem het gevorderde Transport te doen als na dat door den suppl:t ‘s Heeren gerechtigheid den 40:ste penning in ‘s Comp:s Cassa zou weezen gebracht, alzoo dezelve vermeende dat aan de woorden bij de rechtsrolle gebeezigd geene andere uitlegging gegeeven kon worden, als om het Transport te doen, op zodanige voet als men gewoon is van den verkooper aan de kooper te doen, en dat tot zulk een Transport vereijscht word dat het verkogte door den verkooper behoorlijk is gevrijd en door den kooper de gerechtigheid aan den Heer of d’ E Comp:e is betaald geworden.’
‘Dat den Suppl:t echter vermeend dat het Transport het welk de weeskamer gehouden is aan hem te doen, niet zo strict in de gewoone termen kan vallen, dat hij daar door gehouden zou zijn, wederom, en als het waare tweemaal voor een en ‘t zelve goed, dat van geen eigenaar is veranderd den Heer deszelfs regt te betaalen.’
‘Reedenen om welke den Suppl:t zich is keerende tot Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb. Ootmoedig verzoekende dat het hoogstdezelve mogt behaagen den eerste gesw:e Clercq te qualificeeren aan hem het Transport in quæstie te doen, zonder in s’ Comp:s Cassa eenige geregtigheid te betaalen, alsoo uit het deese versellend Certificaat van den Heer Cassier aan UWelEdele Gestr: en E Achtb zal blijken dat de 40:ste penning door hem in den Jaare 1770 behoorlijk is voldaan.’
‘/onderstond:/’
‘’t Welk doende &:a / en geteek/ J: Smit Jurriaansz:’
En daar over gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verstaan hem te excuseeren van de betaaling van s’ Heeren Gerechtigheid voor ‘t Huis dat de weeskamer deezer steede aan hem moet transporteeren, naar luid van de sententie definitief van den Achtb raade van Justitie des Casteels Batavia, en wel om dat hij bij die sententie word erkend als wettige eigenaar van het Huis in questi, waar voor hij bij dies inkoop het gewoonen ‘s Heeren Recht in s’ Comp:e Cassa heeft betaald; en hij dus, daar geen verandering van eigenaar plaats heeft, ook niet gevoeglijk voor een en het zelfde goed den Heer of de E Comp:ie tweemaal des zelfs gerechtigheid kan voldoen.
Alwijders geleezen zijnde een verzoekschrift van den onder afgeschreeven gagie gestelden dragonder Christiaan Velbron van volgende inhouden.-
Aan den WelEdele Gestr: Heer! Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop, en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Edelen Achtbaaren Raade van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer! en Edele Achtbaare Heeren’
‘Geevt met de meeste Eerbied te kennen Uwer WelEdele Gestrenge en Ed: Achtb: zeer gehoorzaame en onderdanige Dienaar den onderafgeschreeven gage gestelden Dragonder bij de Lijfwagt van UWelEd: Gestr: Christiaan Velbron hoe hij met voorkennis van opgemelde Heere Gouverneur heeft laaten meeten zeeker Stuks Huis Erffs geleegen aan de overzijde van het zogenaamde Boeren Pleijn , groot 61 quadraat roeden, en 108 gelijke voeten blijkens de Caart door den Landmeeter daar van geformeert, en aan UWelEd: Gestr: en Ed: Achtb: overgelegd, weshalven den Suppliant met gepaste eerbied van UWelEdele Gestr: en E Achtb: is verzoekende hem dat Erff in eigendom te willen vergunnen, tot het extrueeren van zodanige gebouwen, als hij geraaden zal vinden daar op te stellen en tot zodanige prijs, als UWelEdele Gestrenge en Ed: Achtb: zullen goedvinden te bepalen.’
‘/onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /en getek:/ C: Velbron’
Zo is goedgevonden het verzochte stuk Huis Erfs door gecommitteerdens uit den Raad van Justitie; ten overstaan van den Heer Independent Fiscaal, te laaten examineeren, en taxeeren, om zich in dies uitgaave naar die taxatie te kunnen gedraagen.
Waar na in aanmerking is genoomen, dat men zich door het gering getal van permanente scheepen ten deeze Gouvermente en het interessant gebruik dat daar van heeft moeten worden gemaakt, inde noodzaaklijkheid heeft bevonden, de voor de E Comp:e zoo voordeelige als nuttige Traanbranderij op het Eiland de Vondeling , zedert den Jaare 1785 te staaken, en daar thans die hinderpaalen ten deele Cesseeren, door het aanweesen van het Scheepje de Heléna Louisa , zo is beslooten ‘t zelve te laaten dienen tot Transport van een Sergeant en 35 Gemeenen om op voormeld Eiland de benodigde traan te branden; terwijl den Heere Hoofdadministrateur bij deeze word gequalificeerd om de nodige provisiën dranken en behoeftens aan die Manschappen naar gewoonte te laaten verstrekken.
Eindelijk wierd geresumeerd eene Missive van Landdrost en Heemraden van de Colonien Stellenbosch en Drakenstein van volgende inhoud.
Aan den WelEdele Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den Edelen Achtbaren Politicquen raad aldaar.
‘WelEdele Gestrenge Heer! en Edele Achtbaare Heeren!’
‘Vertoonen met verschuldigde eerbied den ondergeteekende Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein ‘
‘Dat in de Maand April des gepasseerden Jaars 1786, tusschen den Burger Pieter Cilliers Jansz: en den oud Diacon S:r Daniel Rossouw Pietersz: verschil ontstaan zijnde over zekere waterloop, afkomende uit een Clooff tusschen de, aan deeze zijde der groenenberg geleegene Plaatsen, van evengem: Rossouw, als toen op verzoek van parthijen een Commissie ten overstaan van den Eerstgeteekende Landdrost was gedecerneert geworden, ten einde hier van oculaire Inspectie te neemen, en de plaats van opgemelde Rossouw door een der gesw:e Landmeeters te doen meeten.’
‘Dat de vertoonders in derzelver vergaderinge van den 12:e Junij daar aan, het, door gecommitteerde Heemraden ten dien belange overgeleeverd Rapport gehoord en bij gewijsde verklaard hebbende, dat voorm:e Daniel Rossouw het water in quæstie van Maandag morgen te ses tot Donderdag morgen ter gelijker uuren, en voorsz:e Cilliers het zelve van Donderdag morgen te Ses tot Maandag morgen insgelijks ter zelver uuren zal mogen opdammen en gebruiken, zodanig nogthans, dat gedurende den tijd dat gem:e Rossouw het water komt op te dammen en te gebruiken, hij verpligt zal weezen, immer zo veel drinkwater aan meerm:e Cilliers te laten aflopen als hem doenlijk zal zijn, en dat voorts meerm:e Rossouw tot aan den dam, boven de door hem aangelegde wijngaard, en Cilliers van daar tot aan deszelfs plaats de watergrep opruimen, en schoon zal moeten houden, met Compensatie van alle de kosten; heeft zeeker Ingezeeten deezer Colonie Bernardus de Vaal, als gemagtigde van opgemelde Rossouw zig over dit vonnis beswaard vindende, daar van geappelleerd na den Ed: Achtbaaren Raad van Justitie deezes Gouvernements.’
‘Dat voorts bij g’ Eerde Missive van Welopgemelde Achtb: Raade van Justitie de dato 12 Februarij 1787. de vertoonders aangeschreeven zijnde, dat hun E Achtb:, bevorens de quæstieuse zaak tusschen Rossouw en Cilliers voor welgem:e derzelver Raade in Appel hangende ten difinitive te termineeren, besloten hebben uit derzelver vierschaar Twee Leeden te Committeeren, ten eijnde beneevens den Landdrost en daartoe reeds gevaceert hebbende Heemraden te neemen oculaire Inspectie van de waterloop inquæstie, zijn dezelve Heemraaden ten overstaan vanden Eerstgeteekende Landdrost, ingevolge deeze g’Eerde aanschrijvens ten bepaalden tijde ook aldaar verscheenen, wanneer door opgemelde Heeren geCommitteerdens uit den Raade van Justitie van het een en ander Inspectie is genomen.’
‘Dat welgemelde Rade van Justitie, wel verre van voorsz:e gewijsde der vertoonders bij vonnis in Cas d’Appel te annulleeren, het zelve in tegendeel geapprobeerd en alleenlijk in zoo verre gealtereerd hebben, dat den Appellant voorm:e Daniel Rossouw, het water in quæstie vier Dagen en den geappelleerden Pieter Cilliers Jansz: maar drie Daagen in de week zal mogen gebruiken.’
‘Dat de vertoonders eenigen tijd daarna van ter zijde g’informeerd zijnde geworden, dat voorm:e de Vaal zig in zeer veragtelijke bewoordingen ten opzigte van het gewijsde van het Collegie van Landdrost en Heemraaden in ‘t Publiecq zou hebben uitgelaaten, als toen hebben vermeend verpligt te zijn, daar omtrend zig nader te moeten informeeren; ten welke eijnde op derzelver aanschrijvens in vergadering van den 6. April en 4:e Meij deezes Jaars, verscheenen zijnde, de Burgeren Francois du Toit, Daniel Malan, Jacobus Retief en Johannes Arnoldus Ruijgrok, hebben dezelve als toen onder anderen gedeposeert dat bij geleegentheid dat zijlieden en eenige hunner meede Burgeren zig hadden begeeven na eene door gem:e Rossouw gedempte waterleiding, om dezelve; ingevolge het door Landdrost en Heemraden gewijsde en door welgem:e Raade van Justitie geapprobeerde weder op te graaven, meerm:e de Vaal, die als toen daar bij gekomen was in ‘t generaal aan hunL: had gevraagd, wie hun daar toe had ordre gegeeven, en ten antwoord hebbende bekomen; dat zijL: volgens het vonnis van Landdrost en Heemraden te werk gingen, heeft gem:e de Vaal zig niet ontsien tot vilipendi van dit Collegie te repliceeren, dat het Vonnis van Landdrost en Heemraden was van Nul en geener waarde, zo als UWelEd: Gestr: en Ed: Achtbaare zulx /:des gelievende:/ uit de deeze geannexeerde onder præsentatie van Eede verleende verklaringen nader zullen kunnen beogen.’
‘En daar deergelijke door meerm:e Bernardus de Vaal, als een onder deeze Jurisdictie Sorteerende burger in ‘t openbaar tot versmading van dit Collegie gebezigde disréspectueuse bewoordingen van zeer nadelinge gevolgen zouden kunnen zijn; zo neemen de vertoonders de Vrijheid zig te keeren tot UWelEd: Gestr: en Ed: Achtb: met ootmoedig versoek, dat het van derzelver welbehage moge zijn tot herstel van het door gem:e de Vaal geschonden gezagh van het Collegie van Landdrost en Heemraden, mitsg:s tot beteugeling en weering van de Gevolgen van dien, zodanige voorzienige te doen, als UWelEd: Gestr: en Ed: Achtb: zullen oordeelen te behooren.’
‘/onderstond/’
‘’T welk doende &:a /was get:/ H: Bletterman I: de Villiers J: Z:, E Wium, J: W: V D: Merwe A: C: V: D:r Bijl, H Louw. J: P: Ackermann Jacob de Villiers jp:e’
‘Wij ondergeteek: alhier g’appoincteerd zijnde, ten eijnde getuijgenis der Waarheid te geeven van zodanige Læsive uitdrukkingen als den Burger Bernardus de Vaal bij zeekere publicque geleegentheid ten Laste van ‘t Collegie van Landdrost en Heemraden zoude hebben geuit;’
‘Verklaaren ter requisitie van voorsz:e Collegie waar en waaragtig te zijn:’
‘Dat wij ondergeteek voor Circa 5 Maanden zonder den Juisten dag te kunnen bepalen, met eenige onzer meede Burgeren op verzoek van den Burger Pieter Cilliers Jansz: hebben begeeven na de watergrep of waterleiding van gem:e Cilliers die door den Burger Daniel Rossouw was gedempt, ten einde dezelve gezamentlijk te doen opruimen, daar als toen gekomen zijnde de Burgers Bernardus de Vaal, Daniel Roux en Joh:s Kruger, den Eerstgem:e bij zig hebbende zeekere vonnis van den E Achtb: Raade van Justitie geveld in de zaak tusschen evengemelde Rossouw en Cilliers, bij zijn komst aldaar in ‘t Generaal afvroeg, wie hun daar toe ordre had gegeeven, hem de Vaal door Een hunner was geantwoord, dat zij volgens Vonnis van Landdrost en Heemraden te werk gingen; waar op gem:e de Vaal Substantieelijk repliceerde,dat het Vonnis van Landdrost en Heemraden was van Nul en geener waarde.’
‘Welk voorenstaande wij verklaaren met Solemneele Eede nader gestand te doen.’
‘/onderstond:/’
‘Aldus Gepasseerd ter Heemraads vergadering aan Stellenbosch den 6:e April 1789, /was geteek:/ Francois du Toit D Malan.’
‘Wij Ondergeteekende alhier g’appoincteerd zijnde, ten Eijnde getuijgenis der Waarheid te geeven van zodanige Læsive uitdrukkinge als den Burger Bernardus de Vaal bij zeekere publicque gelegentheid ten Laste van ‘t Collegie van Landdrost en Heemraden zoude hebben g’uit’
‘Verklaaren ter requisitie van voorn:e Collegie waar en Waaragtig te zijn’
‘Dat wij ondergeteek: voor Circa 5 Maanden zonder den Juisten dag te kunnen bepaalen met eenige onzer meede Burgeren Pieter Cilliers Jansz: hebben begeeven na de Watergrep of Waterleiding van gem:e Cilliers die door den Burger Daniel Rossouw was gedempt ten einde dezelve gezamentlijk te doen opruimen waar als toen gekoomen zijnde de Burgers Bernardus de Vaal, Daniel Roux, en Joh:s Kruger, den eerstgem:e bij zig hebbende zeeker Vonnis van den E Achtb: Raade van Justitie geveld in de zaak tusschen evengemelde Roussouw en Cilliers, bij zijne komst aldaar in ‘t generaale afvroeg wie hun daartoe ordre had gegeeven, hem de Vaal door een hunner was geantwoord, dat zij volgens vonnis van Landdrost en Heemraaden te werk gingen; waarop gemelde de Vaal Substantelijk repliceerde, dat het vonnis van Landdrost en Heemraden was van Nul en geener waarde.’
‘’T Welk vorenstaande wij verklaar en met Solemneele Eede nader gestant te doen.’
’/:Onderstond:/’
‘Aldus gepasseert ter Heemraads Vergadering aan Stellenbosch den 4: Maij 1789 /was get:/ Jacobus Retief Johannes Arnoldus Ruijgrok’
Over welkers inhoud rijpelijk gedelibereerd zijnde, zo is uit aanmerking van den vermetelde uitdrukkingen door den Burger Bernardus de Vaal gebeezigd, omtrend een Collegie, waaraan hij alle gehoorzaamheid verschuldigd is, goedgevonden die brief te stellen in handen van den Heer Independent Fiscaal omme daar van ex officio zodanig gebruik te maken als zijn Ed: zal vinden te behooren.
Aldus Gedaan en Geresolveerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare Voorsz:e
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
C. 183, pp. 142-144.¶
Maandag den {17890831} 31 Aug 1789
alle present dempto den Edelen Heer Gouverneur bij indispositie en den Heere Gordon.
Na voorgaande klokken geklep, en uitroeping van den bode, wierd
getreeden tot de gewoone Jaarlijksche verpagting der gemeene middelen en Inkomsten deezes Gouvernements, en zijn dezelve op de daar omtrend bepaalde Conditien door alzulke persoonen ingemeind geworden, als hier onder staat uitgedrukt, te weeten.
'T Moutbier | ||
Jacob Schreuder | ƒ3450:-:-: | |
Brandewijnen. | ||
Eerste quart Jacob Wispeler | ƒ12500. | } ƒ52000:-:-: |
Tweede d:o Daniel Hugo | d:o 13000 | |
Derde d:o Jan Christiaan Bam | d:o 13100 | |
Vierde d:o Daniel Hugo | d:o 13400 | |
VaderL: Bieren en Wijnen | ||
Jacob Wispeler | ƒ2000:-:-: | |
Caabse Wijnen | ||
Eerste quart Bart: Eijbergen | ƒ20000 | } ƒ80000:-:-: |
Tweede d:o d:o d:o | d:o d:o | |
Derde d:o d:o d:o | d:o d:o | |
Vierde d:o d:o d:o | d:o d:o | |
Welke vier perceelen van de pagt der Caabsche Coele Wijnen, wijders na den teneur dier pagt Conditien, wederom opgeveild en afgeslagen zijnde, zijn dezelve ingemeind geworden door den burger Daniel Hugo die daar van generaale pagter is gebleeven voor een Somma van | ƒ140 000:-:- | |
Caabsche wijnen & aan 't Rondebosje en Baaijfals | ||
Johannes Paulus Eksteen Pieterszoon | d:o 13000:-:-: | |
Koele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakenstein | ||
de Wed:e Jan Rijnders | d:o 1300:-:-: | |
Den Impost op de wijn Aracq en Brandewijn aan vreemde Natien geleeverd wordende. | ||
Bart: Eijbergen | d:o 10800:-:-: | |
Zo dat de pagtpenningen in 't geheel beloopen | ƒ222650-:-: |
'T Moutbier | ||
Jacob Schreuder | ƒ3450:-:-: | |
Brandewijnen. | ||
Eerste quart Jacob Wispeler | ƒ12500. | } ƒ52000:-:-: |
Tweede d:o Daniel Hugo | d:o 13000 | |
Derde d:o Jan Christiaan Bam | d:o 13100 | |
Vierde d:o Daniel Hugo | d:o 13400 | |
VaderL: Bieren en Wijnen | ||
Jacob Wispeler | ƒ2000:-:-: | |
Caabse Wijnen | ||
Eerste quart Bart: Eijbergen | ƒ20000 | } ƒ80000:-:-: |
Tweede d:o d:o d:o | d:o d:o | |
Derde d:o d:o d:o | d:o d:o | |
Vierde d:o d:o d:o | d:o d:o | |
Welke vier perceelen van de pagt der Caabsche Coele Wijnen, wijders na den teneur dier pagt Conditien, wederom opgeveild en afgeslagen zijnde, zijn dezelve ingemeind geworden door den burger Daniel Hugo die daar van generaale pagter is gebleeven voor een Somma van | ƒ140 000:-:- | |
Caabsche wijnen & aan 't Rondebosje en Baaijfals | ||
Johannes Paulus Eksteen Pieterszoon | d:o 13000:-:-: | |
Koele en Brandewijnen aan Stellenbosch en Drakenstein | ||
de Wed:e Jan Rijnders | d:o 1300:-:-: | |
Den Impost op de wijn Aracq en Brandewijn aan vreemde Natien geleeverd wordende. | ||
Bart: Eijbergen | d:o 10800:-:-: | |
Zo dat de pagtpenningen in 't geheel beloopen | ƒ222650-:-: |
Aldus Gedaan en Gericht In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorsz:e
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
C. 183, pp. 145-150.¶
Vrijdag den {17890904} 4: September 1789.
bij omvraag alle present, dempto de Heer Gordon.
Harmen Ruurds, Schipper van het particulier Schip Berkshoven , bij besluit deezes Raads van 24 der Jongstverloopen Maand, permissie verzocht en geobtineerd hebbende tot ‘t aanneemen van zo veele bevaaren Mattroozen als hij staande de reise van Batavia herwaards hadt verlooren of genood zaakt was door ziekte aan deeze Uithoek te laaten verblijven, op heden te kennen gegeeven hebbende dat zich noch onder de Gereconvalesceerdens aan de Linie, noch ten Hospitaale kwaamen te bevinden zodanige Manschappen van de gepasseerde Retourscheepen waar uit hij de aan hem ontbreekende neegen bevaaren Mattroosen zou kunnen aanneemen, met verzoek hem een zodanig getal toe te staan van de geenen die op de Equipagiewerf zijn bescheiden, waar in men heeft moeten Condescendeeren, en ingevolge de Cherte partij daar op, op expres bevel, doen overgaan Neegen Mattroosen, die schoon hun verbonden tijd niet ten volle uitgedient hebben, de t’ huisreise alleen hebben willen onderneemen, onder Conditie en verzeekering dat zij hunne volle premie zoude genieten, waar van dus ingevolge de ordres de eene helft door der Edele Maatschappij en de weder helft door de rheders van die Bodem zal worden gedraagen.
Door den Capitijn van het Schip de Jonge Franck verzoek gedaan zijnde, om aan het zeevaarend Volk op die Bodem bescheiden te laaten verstrekken twee maanden Gagie in avance, om hen in staat te stellen zich daar door te voorzien van diverse benodigdheeden voor de reize van hier naar Batavia, en zulks alleen ter Consideratie van de moeielijke tocht die met dat Schip naar Plettenbergsbaaij was gedaan, met verder versoek dat de Soldaaten die zich aan boord van die Kiel voor Batavia bevinden insgelijks twee Maanden Gagie mogten genieten, zoo is het eerste Lid van dat versoek eenparig toegestaan, doch ten aanzien van het laatste in aanmerking genoomen, dat de Soldaaten op die Bodem bescheiden bij de E Comp:e zijn geëngageert onder Conditie dat hunne Maandgelden eerst bij hun aankomst in Indien zouden ingaan; waar door zij dus verstooken zouden blijven om eenige aanspraak tot den ontfangst van penningen alhier te kunnen maaken, doch teffens aan de andere kant overwoogen de reëele incongruïteit die zou bestaan in de onëvenreedige behandelingen van onderscheidene dienaaren, gezamentlijk op een schip bescheiden, en die zich, op last deezes Raads, in de noodzakelijkheid hebben gezien eenen reize te moeten doen, waar door hun arrivement ter plaatse hunner destinatie Maanden is geretardeerd en de behoeftens hen door de E: Comp:e voor de uitreise toegeschikt geabsorbeerd zijn geworden, en dus bij de meerderheid des Raads bestaande uit den Edele Heer Gouverneur en de Heeren Rhenius, van Lijnde, Le Sueur, en van Rheede van Oudshoorn ter voorkoming van alle desordres en mistroostigheid die uit eenen Contrairie behandenling onder die Soldaaten zouden kunnen ontstaan; beslooten hen meede twee Maanden gagie in advance te laaten verstrekken; waar van bij vertrek van gemeld Schip de Jonge Franck eerbiedig kennis zal worden gegeeven aan de hooge indiase Regeering, met ootmoedig versoek het geen door die menschen alhier zal zijn genooten, te Batavia op hunne Soldij rekeningen te willen laaten belasten.
En is nog wijders geresolveerd, om de zeeven en twintig kisten met Handrottings uit het gestrand Schip Het Drietal Handelaars geborgen, in het Schip Berkshoven te doen aflaaden, voor Reekening van dies eigenaars, dezelve Consigneerende aan de kamer Delft, met aanrekening van het geen tot reparatie van die kisten alhier is verbruikt geworden.
En is eindelijk aan den, mits indispositie alhier verbleevene Sous Lieut:t van’t Schip de Batavier Augustus Hendricus Boers op zijne dieswegens p:r requeste gedaan verzoek toegestaan, om met het PartiC:r Schip Berkshoven te moogen repatrieeren, mits zig omtrent het Transport en Kostgeld van de Cherte parthij van die Bodem gedragende.
Aldus Gedaan en Geresolveerd In’t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare voorsz:e
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
C. 183, pp. 151-159.¶
Maandag den {17890914} 14:e Septb: 1789,
bij omvraage alle present, dempto den Heere Colonel Gordon.
De noodzakelijkheid om het vertrek van het ingehuurd Schip de Eensgezindheid zo veel moogelijk te verhaasten deesen raade hebbende doen besluiten om de Hoeden Smeekolen daar in voor dit Gouvernement afgelaaden in die Bodem te laaten verblijven, en daar uit ontstaan zijnde een zoo groot gebrek aan die Brandstoffen dat men zich binnen kort verpligt zou zien S’ Comp:s Smitswinkel te doen stilstaan, zo is besloten uit de Pacquetboot de Luchtbol van de daar in voor Batavia afgeladen Smeekolen zoo veel te doen ligten, als men zonder aanmerkelijk ophouden van dat vaartuig zal kunnen bekoomen, en benodigt zullen zijn om de pressante werken vooräl in de Smitswinkels van de Arthillerie te kunnen voortzetten.
Vervolgens zijn geleezen de drie volgende Rapporten van de gecommitteerdens tot het teekenen van de uit patria ontfangene nieuwe Cartonne munstukken luidende dezelve.
Aan denwelEdelen Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en directeur aan Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den verderen E Achtbaaren Politicquen Raade deezes Gouvernements.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E: Achtbaare Heeren!’
‘Uwe welEdele Gestr: en Edele Achtb: de onderget: hebbende gelieven te Committeeren, tot het teekenen der Carton papiere gestempelde munten, hebben dezelven de Eere, aan hoogstdezelven te rapporteeren, dat daar van door hun voor zo verre de differente kalibers aan denzelven gedemandeert, zijn vervaardigt geworden, de navolgende stukken als,’
‘
800 | p:s van 30 rd:s | rd:s 24000:- |
800 | d:o d:o 40 d:o | d:o 32000:- |
Rijxd:s 56000:- |
800 | p:s van 30 rd:s | rd:s 24000:- |
800 | d:o d:o 40 d:o | d:o 32000:- |
Rijxd:s 56000:- |
‘/onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 14:e Septb:r 1789 /was geteek:/ J: J: Le Suëur, Mappa, O M Bergh.’
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en directeur aan Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien etc:a etc:a etc:a beneevens den verderen E: Achtb: Politicquen Râde dezes Gouvernements.
‘WelEdele Gestrenge Heer. en E. Achtbaare Heeren!’
‘Uwe WelEdele Gestr: en Edele Achtb: de onderget: hebbende gelieven te Committeeren, tot het tekenen der Carton papiere gestempelde munten, hebben dezelven de Eere, aan hoogtdezelven te rapporteeren, dat daar van door hun, voor zoo verre de differente Calibers aan denzelven gedemandeert, zijn vervaardigt geworden, de navolgende Stukken, als’
‘
800 | P:s van 10 rd:s | rd:s 8000:-:- |
800 | d:o d:o 12 d:o | d:o 9600:-:- |
800 | d:o d:o 15 d:o | d:o 12000:-:- |
800 | d:o d:o 20 d:o | d:o 16000:-:- |
800 | d:o d:o 25 d:o | d:o 20000:-:- |
Rijxd:s 65600:-:- |
800 | P:s van 10 rd:s | rd:s 8000:-:- |
800 | d:o d:o 12 d:o | d:o 9600:-:- |
800 | d:o d:o 15 d:o | d:o 12000:-:- |
800 | d:o d:o 20 d:o | d:o 16000:-:- |
800 | d:o d:o 25 d:o | d:o 20000:-:- |
Rijxd:s 65600:-:- |
’/: Onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop d:n 14:e Septb:r 1789 /:was geteek:/ O: G: de Wet, R: J: VD Riet C: Blankenberg.’
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop, en den ressorte van dien et:a etc:a etc:a benevens den E Achtb: Raad van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer! en E Achtbaere Heeren!’
‘UWelEdele Gestrenge en E Achtbaarens ons ondergeteekendens expres hebbende gelieven te Committeeren tot het teekenen der thans rouleerende Cartonne munt specien, ten bedragen van 5 tot 2 rijxd:s zoo hebben wij Conform dezelve zeer gevenereerde, ordre de onderstaande stukken in gereedheid gebragt, Als.’
‘
2400 | P:s van 5 rd:s | rijxd:s 12000:-:-: |
2400 | d:o d:o 4 d:o | d:o 9600:-:-: |
2400 | d:o d:o 3 d:o | d:o 7200:-:-: |
2400 | d:o d:o 2 d:o | d:o 4800:-:-: |
rijxd:s 33600:-:-: |
2400 | P:s van 5 rd:s | rijxd:s 12000:-:-: |
2400 | d:o d:o 4 d:o | d:o 9600:-:-: |
2400 | d:o d:o 3 d:o | d:o 7200:-:-: |
2400 | d:o d:o 2 d:o | d:o 4800:-:-: |
rijxd:s 33600:-:-: |
‘Waar meede gedenkende aan de zeer geeerd ordre van UWelEdele Gestrenge en E Achtb: te hebben voldaan, laaten de ondergeteekendens deeze dienen voor zeer nedrig bericht.’
‘/Onderstond/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 14:e Sept:r 1789. /was geteek:/ W: F: v: Reede van Oudtshoorn E. Bergh, A: d Waal.’
Uit welks inhoude gebleeken zijnde dat thans door gedagte gecommitteerdens van die munt wederom vervaardigt zijn
800 Stukken | van 40 rd:s | rd:s 32000:- |
800 d:o | d:o 30 d:o | d:o 24000:- |
800 d:o | d:o 25 d:o | d:o 20000:- |
800 d:o | d:o 20 d:o | d:o 16000:- |
800 d:o | d:o 15 d:o | d:o 12000:- |
800 d:o | d:o 12 d:o | d:o 9600. :- |
800 d:o | d:o 10 d:o | d:o 8000:- |
2400 d:o | d:o 5 d:o | d:o 12000:- |
2400 d:o | d:o 4 d:o | d:o 9600:- |
2400 d:o | d:o 3 d:o | d:o 7200:- |
2400 d:o | d:o 2 d:o | d:o 4800:- |
te saamen uitmakende | rd:s 155200:- |
800 Stukken | van 40 rd:s | rd:s 32000:- |
800 d:o | d:o 30 d:o | d:o 24000:- |
800 d:o | d:o 25 d:o | d:o 20000:- |
800 d:o | d:o 20 d:o | d:o 16000:- |
800 d:o | d:o 15 d:o | d:o 12000:- |
800 d:o | d:o 12 d:o | d:o 9600. :- |
800 d:o | d:o 10 d:o | d:o 8000:- |
2400 d:o | d:o 5 d:o | d:o 12000:- |
2400 d:o | d:o 4 d:o | d:o 9600:- |
2400 d:o | d:o 3 d:o | d:o 7200:- |
2400 d:o | d:o 2 d:o | d:o 4800:- |
te saamen uitmakende | rd:s 155200:- |
Zo is verstaan deeze nieuwe geteekende Muntstukken in S’ Comp:s Groote Geld Cassa te doen overbrengen en bij de Negotie Boeken inneemen.
Aldus Gedaan en Geresolveerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn.
C. 183, pp. 160-163.¶
Dingsdag den {17890922} 22:e Sept:r 1789
bij omvrage alle præsent, dempto den Heere Gordon.
Wierd door den Heere J: O: Vaillant, Capitein ter zee in S Lands dienst, versoek gedaan, omme van weegens dit Gouvermement te werden geadsisteerd met een derde Meester, Agt Mattroosen en Een Soldaat; ter Completeering der Equipagie van S Lands fregat de Zephir en de Chaloup de Havik , en is ingevolgen het bevel van de Hooggebiedende Heeren Meesteren, om de Militaire Commissie waar van opgemelde Heeren Vaillant Hoofd is, alle mogelijke adsistentie te bieden, goedgevonden en verstaan die manschappen op gemelde Scheepen in leening te doen overgaan, met stilstand van gagie, omme op dezelve te dienen zo lange als welopgem: Heere Vaillant zal oordeelen dezelve benodigt te zijn; dan dewijl voorsz:e Manschappen weegens hunne gemaakte Transporten ten agteren staan, zo zal den Soldij Boekhouder bij Extracte deezes werden gelast en gequalificeert; de afgeslootene reekeningen dier manschappen aan meergem:e Heere Vaillant te inhandigen, en zijn Ed: teffens verzocht worden, omme zo veel van de maandgelde welke die Perzoonen bij de admiraliteit zullen verdienen in te houden, als gevoeglijk kan geschieden, en dies bedragen ‘t zij alhier of in Indiën in S’ Comp:s Cassa te willen laaten tellen, ten einde de Houders der Transporten buiten schaden te stellen.
Door den Heer Staringh Commandant van s’ Lands Escader in Indiën, meede aan deeze raade verzoek gedaan zijnde, omme met eenige zeevarende te werden geadsisteerd; zoo is al meede beslooten op de scheepen onder zijn Ed: bevel staande, zodanige matroosen te plaatsen als zij zullen koomen te benodigen, en zulks met stilstand van gage bij wijze van leeninge tot Batavia, alwaar voor de prolongatie van die leening, of om het finaal ontslag van die menschen bij de Hoge Indiasche Regeering verzoek zal moeten worden gedaan,
Nog wierd den Soldaat Fredrik Eugenius Nerger, op zijn dieswegens bij requeste gedaan verzoek, en ten aanzien dat zijn verbonden tijd binnen eenige maanden stond te Expireeren uit den dienst der E: Comp:e ontslaagen, en gepermitteerd in s Lands dienst over te gaan.
En wierd Eijndelijk beslooten om uit de lading van het aanweezend Schip de Draak , zoo veel Smeekolen te ligten als men allernoodzaakelijkst komt te benoodigen om S Comp:e werken en voor al de Smitswinkel van de Arthillerie niet te doen stilstaan.
Aldus Gedaan ende Geresolveerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:en
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn.
C. 183, pp. 164-176.¶
Vrijdag den {17891002} 2.e October 1789.
S’ voormiddags Extraordinaire vergadering, alle præsent dempto den Heere Colonel Gordon.
Wierd door den Edelen Heere Gouverneur te kennen gegeeven: dat zijn Ed: de vergadering expres hadt laaten beleggen, om aan dezelve voor te dragen dat zich in S’ Comp:s Dispens volgens schriftelijke opgave van den Heere Dispencier van Rheede van Oudtshoorn niet meerder als 1778 Mudden Tarwe bevond, en de Rijst op weinig na zo tot de gewoone Randsoenen als aan de passeerende Scheepen was verstrekt geworden;
Dat die Schaarsheid aan Tarwe was te wijten aan de geringe quantiteit in het voorjaar in S Comp:s Magazijnen geleeverd, van dat Graan, waar voor door de particuliere en Bakkers direct naar den oogst meerder is betaald als de prijs waar voor men gewoon is de Tarwe voor de E Comp:e te ontfangen; dat die hooge prijs wel verre van in het tegenwoordige jaargetij, meede tot het oprijden van Granen geschikt, te daalen nog zodanig was gesteegen, dat deezer dagen voor de vracht Tarwe die de E Comp:e voor rd:s 24:- ontfangt, door de Bakkers rd:s 42: was betaald; dat men zich hierom geenzints dorst te vleijen, dat eenige Tarwe door de Landbouwers aan d’ E Comp: zou worden geleeverd zonder dat zij daar toe wierden gedwongen door middelen die men alleen in de alleruitterste noodzakelijkheid diendt te bezigen; dat zijn Ed: zich echter op de ingewonnen informatien verzeekerd hield dat men voor geen brood gebrek aan deeze Plaatse hadt te vreezen, dewijl de bakkers zich, door het behoorlijk mainteneeren van het verbod op de uitvoer van het Meel gesteld, als overlaaten vinden van gebuidelt Meel, tot welkers debiet zij onmooglijk gelegentheid kunnen vinden, en bovendien hunne zolders van eene genoegzaame voorraad Tarwe zijn voorzien; dat de schaarsheid van Rijst niet tegenstaande alles ten behoeve der E: Comp:e is ingekogt, wat men heeft kunnen bekoomen, haare oorsprong verschuldigt is aan de buiten gewoone verstrekkingen die hebben moeten worden gedaan zo aan de scheepen de Eensgezindheid en de Juffrouwe Johanna , als aan diverse uitkomende Scheepen die in steede van voor negen maanden slechts voor vier maanden zijn geaproviandeert geworden; dat echter voormelde voorraad van 1778 Mudden naar gewoonte verstrekt wordende niet langer zou kunnen reiken als tot den 8: November, en men dus voor ruim anderhalve maand te kort zoude koomen, zo niet bij tijds door deezen Raade zodanige provisioneele Maatregulen wierden genomen en bewerkstelligt langs welke men de bezetting deezer plaatse tot de nieuwe recolte op de gewoone voet zou kunnen voorzien, van het onontbeerlijk brood dat hen S Comp:s wegen moet worden verstrekt.
Over welk voorstel van den Edelen Heer Gouverneur met gepaste aandacht gedelibereerd is geworden, en daar bij voornamentlijk in aanmerking genoomen, dat, of schoon de voorraad van Tarwe die S’ Comp:s weegen aanhanden is, niet toereikende komt te zijn, om daar uit de geenen die door haar alhier moeten worden gevoed het ordinair Randsoen Brood te kunnen verstrekken, men zich echter gerust kan stellen, dat de voorraad bij de particuliere Bakkers opgelegt toereikende komt te zijn, om buiten de Ingezeetenen daar uit ook de bezetting ten deele te kunnen spijzigen; en derhalven beslooten omme van heden af het weeklijks randsoen Brood van 7 1/2 lb voor ieder Kop te bepaalen op de helft of op 3 3/4 lb, en de overige helft van dat randsoen aan de respective Heeren Chefs der alhier garnisoen houdende Corps, de Oppermeester van ‘s Comp:s Hospitaal, de opziender van de Slavenlogie en andere met de huishouding van S’ Comp:s dienaaren, gechargeerde lieden, provisioneel in geld te doen verstrekken, en daar voor weeklijks uit S Comp:s Cassa te laaten betaalen 3 1/2 Stuiver per kop, waar voor het ontbreekende gedeelte van het gewoon Randsoen bij de Burgerbakkers waarschijnlijk zal kunnen worden bekoomen, als de eenigste weg om zonder de dierbaare belangen deezen raade toebetrouwd uit het oog te verliezen, alle reedenen tot misnoegen, onder de landbouwende Ingezeetenen voor te komen, die natuurlijk uit het oeffenen van gepaste middelen om voorraad te verkrijgen zoude ontstaan, tot dat men door eene vaste verzeekering van den op goede gronden verwacht wordende ruimen graanoegst in staat zal worden gesteld, besluiten te neemen die voor altoos uit den weg zullen kunnen ruimen, de schrikkelijke vreese om dit important etablissement aan gebrek van brood te zien bloot gesteld.
Vervolgens wierd den Heere Dispencier gequalificeerd om met overleg en Communicatie van den Heere Hoofdadministrateur voor reekening van de E Comp:e in te koopen zo veel Rijst als zijn Ed: zal kunnen bekoomen en tot uitreiking der ordinaire Randsoenen niet te ontbeeren zal zijn.
Hier na wierd door de Heeren M:r Jacobus Johannes Le Sueur en William Ferdinand van Rheede van Oudtshoorn overgelegt het Rapport over de bevinding der afgeslooten Negotieboeken van 1787/8; En beslooten die boeken beneevens dat Rapport per het aanweezend schip De Draak naar Batavia te verzenden, en per eerstkomende geleegendheid naar Patria.
Voorts wierd geresumeerd een Request van Christiaan Ludolph Neethling, secretaris van den Raad van Justitie en bevonden van volgende inhoud
Aan den WelEd: Gestrengen Heere Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur van Cabo de Goede Hoop &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raade van politie deezes Gouvernements.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E:E: Achtbaare Heeren!’
‘Met plichtschuldige Eerbied geeft te kennen Uwer WelEdele Gestr: en E Achtb: zeer nederigen Dienaar, den thans fungeerende secretaris van den Achtb: Raade van Justitie Christiaan Ludolph Neethling, hoe hij in den Jaare 1740, bij de kamer Amsterdam, als soldaat in dienst der E Comp:e getreeden, en als zodanig met het Schip Amsterdam alhier aangeland zijnde, vervolgens als adsistend ter Secretarije van politie is geplaatst, aldaar bij de zeeven Jaaren dienst gedaan heeft, daar na tot boekhouder en geswooren Clercq ter Secretarije van Justitie, en na verloop van ruim Vijf Jaaren tot Eerstgeswooren Clercq ter politicque Secretarije, mitsgaders meer als drie Jaaren daar na tot Secretaris van welgem:e Achtb: Raade van Justitie aangesteld, en door de gunstige voorspraak van de Regeering deezer Landen door de WelEdele Groot Achtb: Heeren Superiores tot onderkoopman geadvanceerd geworden is, Zijnde den Suppl:t na den dienst als secretaris van justitie Circa Dertig jaaren waargenomen te hebben, eijndelijk na ruim Vier Jaaren voorleeden, door de goede gunst Uwer WelEdele Gestr: en E: Achtb: aangesteld tot secretaris der Weeskamer en teffens bevordert tot Lid in den Achtb: Raade van Justitie alhier, met den aan dit Lidschap geaccrocheerde qualiteit en rang van Koopman; alle welke posten den Supp:t zoo hij vertrouwd tot genoegen Uwer WelEd: Gestr: en E Achtb: geduurende den tijd van negen en Veertig Jaaren, met verschuldigde ijver, vigilantie, en trouwe waargenoomen heeft.’
‘Dan nademaal den Suppl:t zoo vermits zijn ouderdom, ‘t geen 72 Jaaren bereikt als door de hem toegevallene Corrupties, zeedert eeige maanden zig buiten staat bevond, den swaaren post van secretaris van Justitie, waar toe den suppl:t in opvolging der zeer geEerde ordre der Hoog gebiedende Heeren superiores voor nu ruijm twee Jaaren, heeft moeten recedeeren, langer na vereijscht te kunnen waarneemen, heeft zulx dan UWelEdele Gestr: en E Achtb: ook goedgunstig gepermoveert den Suppl:t een adjunct secretaris toe te voegen; maar den Suppl:t thans door meerder hem zeedert toegevallene Corruptie reeds twee maanden lang bedlegerig gehouden zijnde, zo ziet den Suppl:t zich genooddwangt Uwe WelEdele Gestr: en EE Achtb: ootmoedig te versoeken om hem gratieuselijk uit den dienst der E Comp:e te willen ontslaan, op dat hij zijn overigen levenstijd, alhier in rust moge genieten.’
‘Maar overmits den Suppl:t nooit een Lucrative post gehad heeft, die hem tot onderhoud in den ouderdom en zijne talrijke Famielie bestaanbare middelen opgeleevert hebben; zo versoekt den Suppl:t ootmoedig dat het van UwerWelEdele Gestr: en E Achtb: goede gunst zijn moge, om hem gedurende de korten leevenstijd die de voorsienigheid hem nog vergunne moge, tot zijn subsistentie na het voorbeeld van andere, de Comp:e Lange Jaaren gedient hebbende dienaaren, te laaten behouden zijne gage, kostgelden, Emolumenten, mitsg:s den aan’t Lidschap van Justitie geaccrocheerden rang en qualiteit van koopman’
‘/Onderstond:/’
‘’T Welk doende /en get:/ C: Neethling’
Over welke Requeste gedelibereerd zijnde, zo is verstaan gedachte Neethling wel uit den diens der E Comp:e te kunnen ontslaan, doch geensints onder de voorwaarden door hem verzocht, dewijl deezen raade zich door geene ordres kan toekennen ‘t vermogen om hem zijne gagie en Emolumenten te laaten behouden; en dus beslooten dat verzoekschrift, in advijs te houden en aan voorsz:e Neethling te doen afvraagen of hij zijn ontslag verkrijgende van dat gedeelte zijns verzoeks zou willen desisteeren, onder verseekering dat van weegens deezen Raad aan de Hooggebiedende Heeren Meesteren bij eerste geleegendheid verzoek zal worden gedaan, hem het verzochte faveur te willen verleenen, ‘t welk hij zich door eene onafgebroken ijver in den dienst der Maatschappij, door eene oprechte getrouwheid en door een deugzaam gedrag niet onwaardig heeft gemaakt.
Aldus Gedaan en Geresolveerd in’t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:e
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
Schoon de derde geteekende zowel als zijne medeleeden, met uitzondering van den zig van hier geretireerd hebbenden Heere Fiskaal van Lijden gedifficulteerd heeft gehad de resolutien van de Jaaren 1789, 90, te onderteekenen, wanneer bekend was geworden, dat dies afschriften geauthentiçeerd na het Vaderland waren verzonden, en waaraan de redenen en motivene eerbiedig onder ‘t oog onzer hooge Gebiederen zijn gebracht: zoo heeft dezelve echter, om moogelijke verwarringen te prævenieeren , als nu beslooten, die resolutien te onderteekenen, met uitzondering van die, welken genoomen zijn p:s 2 Januarij, 13 en 23 April, ‘s 15 en 23 Junij 1 en 2 Julij, en 28 Septb: 1790. Met deeze reserve echter van niet te willen gehouden weezen aanspraakelijk voor Erreurren of besluiten, dewelken tegens de zeer gevenereerde beveelen van wel hoogst opgem: Heeren Meesteren, ofte der Hooge Indiasche regeeringe mogten genomen zijn. 20 Nov:br 1793.
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O:G: de Wet
Zonder te willen avoueeren dan Wel disavoueeren of deze resolutien aldus genoomen zijn, terwijl inde Eerste plaats mijne Memorie mij niet toelaat en inde Tweede het niet wel van mij te vergen is, dat ik mij zaken zal Vertegenswoordigen, die zoo lange tijd geleeden gebeurt zijn, heb ik egter omalle confusie en disordres welke door het ongetekend laaten deezer resolutien zouden kunnen worden veroorzaakt; voorte komen, dezelve ondertekend, onder die expresse voorwaarde egter van voor die besluijten niet aansprakelijk te willen zijn gehouden. Cabo, d 12:de decbr: 1793.
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
C. 183, pp. 177-219.¶
Dingsdag den {17891006} 6:e October 1789
S voormiddags, alle present, dempti de Heeren Gordon en de Wet.
Wierd door den edelen Heer Gouverneur aan den Raad gecommuniceerd, dat zijn Ed: ingevolge het geresolveerde ter Sessie van den 2:e deezer, zich hadt informeeren, of den Secretaris van den Raad van Justitie Christiaan Ludolph Neethling wilde desisteeren van de voorwaarden op welke hij zijn ontslag uit den dienst had verzocht, om namentlijk zijne Gagie en Emolumenten te mogen behouden, en van gemelde Neethling tot antwoord bekoomen; dat zijne aanhoudende ongesteldheid hem niet langer permitteerde zich met eenige zaaken, den dienst betreffende te kunnen meleeren, hij overzulks vuurig verlangende uit denzelve te moogen worden ontslaagen op zodanige Voet als deezen Raade zou oordëlen, dat hij zich waardig hadt gemaakt; zo is in overweeging genoomen dat hij Neethling zich in een bijna Vijftig jaarige dienst en voor al in de moeielijke post van Secretaris van Justitie altoos tot bijzonder genoegen van zijnen gebieders getrouw van zijne pligten heeft gekweeten, en derhalven beslooten hem behoudens deszelfs rang uit den dienste te ontslaan, en aan hem te laaten behouden de Gagie en Emolumenten die hij tot dus verre heeft genooten, onder voorwaarden, dat noch het een noch het ander aan hem zal worden bereekend of betaald voor dat zal weezen ingekomen het antwoord van de Hoog gebiedende Heeren Meesteren op de favorable voordracht die door deezen Raade aan hun WelEdele Hoog Achtb: dienaangaande zal worden gedaan.
Vervolgens wierd in Consideratie genoomen de noodzakelijkheid om de vacante plaats van secretaris van Justitie wederom ten spoedigste te vervullen, en gelet zijnde op de bekwaamheeden en assiduiteit die den Adjunct Secretaris van dien Raad Willem Stephanus van Rijneveld in het waarneemen van dat ampt heeft betoond, best gedagt en beslooten hem Rijneveld provisioneel aan te stellen tot Secretaris van Justitie, en zulks onder zijne winnende Gagie en loopend verband, met den tot dat ampt staande rang van Onderkoopman, en zulks ter geëerde approbatie van onsen hooggebiedende Heeren Majores die van wegens dezen raade eerbiedig zullen worden verzocht, deeze aanstelling hoog gunstig te willen approbeeren.
Hier na wierden geresumeerd twee Requesten door den Secretaris van de Colonie Zwellendam , Menso Blankenstein gepæsenteerd, van volgende inhouden.
Aan den WelEdelen Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur van Cabo de Goede Hoop met den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Ed: Achtb: Raad van Politie aldaar.
‘WelEdele Gestrenge Heer! E:E Achtbaare Heeren!’
‘Vertoont UWelEd: Gestr: en EE Achtb: met diep respect UWelEdele Gestr: en EE Achtb: zeer nedrigen dienaar den secretaris der Colonie Swellendam Menso Blankenstein, hoe den suppl:t gedurende den tijd van meer dan Twintig Jaaren de E Comp:e gediend; en van dezelve over de Zestien Jaaren ‘t voorn: Secretariaat waargenomen hebbende, den suppl:t wegens het klimmen zijner jaaren, en lichaamsgesteldheid zich niet in staat bevind, om wegens de zware fatique, zoo door het doen der meenigvuldige Commissien, als het passeeren der acten bij dezen en geenen, aan gemelde bedieninge annex veroorzaakt wordende, dezelve voortaan behoorlijk en tot genoegen van UWelEdele Gestr: en EE Achtb: gelijk den suppl:t zich flatteert tot noch toe te hebben gedaan, waar te neemen; en egter des suppl:ts omstandigheeden niet zodanig gesteld zijn, dat den suppl: geheel en al buiten den dienst der E Comp:e zijn bestaan kan hebben; en dus zijne noch overige dagen en behoeftigheid zoude moeten door en ten einde brengen zoo neemt de suppl:t de vrijheid zich onderdanigst tot UWelEd: Gestr: en EE Achtb:s te wenden met allernedrigst verzoek ten einde het UWelEdele Gestr: en EE Achtb: goedgunstig gelieve te behagen den Suppliant uit Consideratie zijner langduurige dienst behoudens zijne qualiteit, gage en Emolumenten van zijne bedieninge als secretaris der Colonie Swellendam te ontslaan; en bij voorkomende gelegenheid met de een of andere bedieninge ‘t zij alhier aan Cabo de Goede Hoop of in de nabijheid van hier te favoriseeren; ofte dienaangaande ten faveure van den Suppl:t zodanig gratieuslijk te disponeeren, als UWelEd: Gestr: en E:E: Actb: zullen gelieve goed te vinden.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende etc:a /en geteek:/ M: Blankstein’
Aan den WelEdelen Gestrengen Heere Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur van Cabo de Goede Hoop met den ressorte van dien etc:a etc:a etc:a benevens den E: Achtb: Raad van Politie aldaar.
‘WelEdele Gestrenge Heer! E:E: Achtbaare Heeren!’
‘Vertoont UWel Edele gestr: en EE Achtb: met diep respect UWelEd: Gestr: en EE Achtb: zeer nedrigen dienaar den Secretaris der Colonie Swellendam Menso Blankstein; hoe den suppl:t geduurende den tijd van vier maanden het ampt van Landdrost dier Colonie op ordre van UWelEd:e Gestr: en EE Achtb: pro interim hebbende waargenoomen; overzulx van het maandelijks aan de Landdrosten betaald wordende paarde voeder ter somma van twee en dertig Rijxd:s zoude wenschen te jouisseeren; dan zonder Speciaal Consent van UWelEd:e Gestr: en EE Achtb: den suppl:t die penningen niet kunnende toucheeren; zoo neemt den suppl: de vrijheid zich aller ootmoedigst tot UWelEd: Gestr: en EE Achtb: te wenden met submis verzoek ten einde het UWelEd: Gestr: en EE Achtb: goedgunstig gelieve te behagen den E Achtb: Heere Cassier te qualificeeren omme uit S’ E Comp: Cassa aan den Suppl:t te betalen eene Somma van een Honderd Agt en Twintig Rijxd:s in voldoeninge van gezeide vier Maanden paarde voeder ofte zodanig hier in te disponeeren als UWelEd: Gestr: en EE Achtb: zullen gelieven goed te vinden’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende etc:a /en get:/ M. Blankstein’
en is beslooten hem Blankstein zijn ontslag uit den dienst der E Comp:s bij ‘t eerste dier Requesten verzocht provisioneel te kunnen geeven, den derhalven zijne Gagie van heden af te laaten afschrijven, onder voorwaarden dat hij ten genoegen van deezen raade zal hebben te stellen Suffisante Cautie voor het deficit dat door zijn toedoen aan ‘S Colonies Cassa zou moogen worden gevonden en gehouden zal zijn zich tegens den Burger optrek naar Zwellendam te begeeven, omme aldaar ten overstaan van de Heeren Rhenius en de Wet, bij besluit van den 28 Julij jongstleden tot het opneemen dier drostdije gecommitteerd, zoo aan den Landdrost als aan de aankomende Secretaris over te geeven, alle zodanige Chartres en Papieren als tot die Drostdije gehoorende, en hij onder zijne berusting heeft gehad, mitsgaders omme aan opgemelde Heeren gecommitteerdens zodanige verantwoording af te leggen en elucidatien te geeven, als hun Ed: van hem zullen komen te vorderen.
En is wijders op het tweede dier Requesten beslooten de daar bij verzochte Rd:s 128 voor 4 Maanden Paardevoeder aan hem Blankstein uit S Comp:s Cassa te laaten betalen, en zulks om reedenen dat hij geduurende de vier maanden, dat hij het Drostampt ad interim heeft waargenomen, zekerlijk dezelve uitgaaven van Paardevoeder heeft moeten doen, tot welkers vergoeding die maandelijkse betaaling aan de respective Landdrosten bij besluit van deezen vergadering is toegelegt.
Vervolgens wierd in plaatse van opgem:e Blankstein wederom tot secretaris van de Colonie Zwellendam aangesteld den secretaris bij ‘t Collegie van Commissarissen uit den Raad van Justitie, Willem Ludolph van Hardenbergh, een persoon van de vereischte bekwaamheeden om dien post bekleeden en zulks onder zijne thans winnende gagie en loopend verband, terwijl tot het waarneemen van den dienst waar uit hij Hardenbergh is ontslagen, zijn gequalificeerd geworden de geswooren Clercquen ter politicque Secretarij George Fredrik Goetz, en Pieter Hendrik Faure.
Hier na wierd door den Edelen Heer Gouverneur overgelegt eene bereekening van den inkoop en verkoop van het Timmer en Wagenmakers Hout door de Scheepen de Jonge Franck en het Duijfje uit Plettenbergsbaai alhier aangebracht en in S Comp:s Houtmagazijn opgeslagen, zijnde van volgende inhoud.
Berekening op ‘t Hout met de Scheepen de Jonge Franc en ‘t Duijfje uit de Plettenbergs baaij alhier aangebragt.
Inkoops kostende | Veronderstelde uitkoops | Prijs | |
380 p:s geelhoute Balken van 5 a 7 Duijm dik a 2 Rijxd:s ijder | Rd:s 760:- | a 5 Rijxd:s 't p:s | Rd:s 1900 |
320 d:o d:o d:o 6 en 8 d:m a 2 Rd:s | d:o 640:- | d:o 7 d:o d:o | d:o 2240 |
200 d:o d:o d:o 7 en 9 d:o d:o 3 1/4 d:o | d:o 650:- | d:o 9 d:o d:o | d:o 1800 |
100 d:o d:o d:o 10 d:o 12 d:o d:o 5 d:o | d:o 500:- | d:o 14 d:o d:o | d:o 1400 |
1200 d:o d:o Planken van 5/4 d:m dik, a 10 st. | d:o 1500:- | d:o 3 d:o d:o | d:o 3600 |
2000 d:o d:o Duigen a 12 Rd:s 't Cento | d:o 240:- | d:o 24 d:o 'tCento | d:o 480 |
1663 d:o Voeten Stinkhout a 2 st de voet | d:o 415:06: | d:o 26 Stf:s 't p:s | d:o 900:06: |
1500 d:o Wagen Vellingen d:o 8 Stf:s d:o ijder | d:o 250:- | d:o 16 d:o d:o | d:o 500 |
4000 d:o d:o Spaken d:o 5 Rd:s de % | d:o 200:- | d:o 10 rd:s de % | d:o 400 |
80 d:o d:o Naven d:o 4 st ijer | d:o 40:- | d:o 1 d:o ijder | d:o 80 |
120 d:o d:o Assen d:o 7 d:o d:o | d:o 105:- | d:o 1 1/2 d:o d:o | d:o 180 |
120 d:o d:o Schamels d:o 4 d:o d:o | d:o 60:- | d:o 1 d:o d:o | d:o 120 |
60 d:o d:o Draaijborden d:o 3 d:o d:o | d:o 22:04 | d:o 6 st | d:o 45 |
240 d:o d:o Rongen 5 Rd:s de 100 | d:o 12:- | d:o 12 Rd:s 'tCento | d:o 26:04 |
120 d:o d:o Disselboomen a 4 st 't p:s | d:o 60:- | d:o 1 d:o 't p:s | d:o 120 |
240 d:o gezaagde Leerboomen d:o 4 d:o d:o | d:o 120:- | d:o 9 st | d:o 270 |
30 d:o Voortange tot ossenwagens a 7 st | d:o 26.02 | d:o 1 1/2 Rd:s | d:o 45 |
60 d:o d:o tot Paardewagens 4 d:o | d:o 30:- | d:o 1 d:o | d:o 60:- |
120 d:o Agter Tangen d:o 7 d:o 't p:r | 52:04 | d:o 14 st 't paar | d:o 105 |
35 d:o Buijkplanken d:o 2 1/2 Rd:s ijder | 87:04 | d:o 5 Rd:s 't p:r | d:o 175 |
28 d:o Koets Vellingen d:o 8 Stf:s | d:o 4.06: | d:o 20 Stf:s d:o | d:o 11:06 |
60 d:o d:o Speeken d:o 5 Rd:s de % | 3:- | d:o 12 rd:s 't Cento | d:o 7:02 |
8 d:o d:o Naven d:o 4 st ijder | d:o 4:-: | d:o 1 d:o ijder | d:o 8: |
3 d:o d:o Assen d:o 7 d:o d:o | d:o 2:05 | d:o 14 st | d:o 5:02 |
80 d:o Malwagen Vellingen a 4 St: | d:o 6:02 | d:o 8 Stf:s | d:o 12:04 |
Bedraagd Ink:o | d:s 5792:01 | Uitkoops Rijxdaalders | d:o 14492:-:-: |
Waar bij gevoegd zijnde het bedragen van 't Arthillerij Hout monteerens. | 751:04 | d:o d:o | d:o 1500:- |
Komt dan in aller Ink:s | Rd:s 6543:05 | en Uitkoops: | Rd:s 15992:- |
Den Inkoop van de Uitkoop Afgetrokken | d:o 6543:05 | ||
Komt aan Winst | Rd:s 9448:03 | ||
Dat is Circa 146 prC:t |
Inkoops kostende | Veronderstelde uitkoops | Prijs | |
380 p:s geelhoute Balken van 5 a 7 Duijm dik a 2 Rijxd:s ijder | Rd:s 760:- | a 5 Rijxd:s 't p:s | Rd:s 1900 |
320 d:o d:o d:o 6 en 8 d:m a 2 Rd:s | d:o 640:- | d:o 7 d:o d:o | d:o 2240 |
200 d:o d:o d:o 7 en 9 d:o d:o 3 1/4 d:o | d:o 650:- | d:o 9 d:o d:o | d:o 1800 |
100 d:o d:o d:o 10 d:o 12 d:o d:o 5 d:o | d:o 500:- | d:o 14 d:o d:o | d:o 1400 |
1200 d:o d:o Planken van 5/4 d:m dik, a 10 st. | d:o 1500:- | d:o 3 d:o d:o | d:o 3600 |
2000 d:o d:o Duigen a 12 Rd:s 't Cento | d:o 240:- | d:o 24 d:o 'tCento | d:o 480 |
1663 d:o Voeten Stinkhout a 2 st de voet | d:o 415:06: | d:o 26 Stf:s 't p:s | d:o 900:06: |
1500 d:o Wagen Vellingen d:o 8 Stf:s d:o ijder | d:o 250:- | d:o 16 d:o d:o | d:o 500 |
4000 d:o d:o Spaken d:o 5 Rd:s de % | d:o 200:- | d:o 10 rd:s de % | d:o 400 |
80 d:o d:o Naven d:o 4 st ijer | d:o 40:- | d:o 1 d:o ijder | d:o 80 |
120 d:o d:o Assen d:o 7 d:o d:o | d:o 105:- | d:o 1 1/2 d:o d:o | d:o 180 |
120 d:o d:o Schamels d:o 4 d:o d:o | d:o 60:- | d:o 1 d:o d:o | d:o 120 |
60 d:o d:o Draaijborden d:o 3 d:o d:o | d:o 22:04 | d:o 6 st | d:o 45 |
240 d:o d:o Rongen 5 Rd:s de 100 | d:o 12:- | d:o 12 Rd:s 'tCento | d:o 26:04 |
120 d:o d:o Disselboomen a 4 st 't p:s | d:o 60:- | d:o 1 d:o 't p:s | d:o 120 |
240 d:o gezaagde Leerboomen d:o 4 d:o d:o | d:o 120:- | d:o 9 st | d:o 270 |
30 d:o Voortange tot ossenwagens a 7 st | d:o 26.02 | d:o 1 1/2 Rd:s | d:o 45 |
60 d:o d:o tot Paardewagens 4 d:o | d:o 30:- | d:o 1 d:o | d:o 60:- |
120 d:o Agter Tangen d:o 7 d:o 't p:r | 52:04 | d:o 14 st 't paar | d:o 105 |
35 d:o Buijkplanken d:o 2 1/2 Rd:s ijder | 87:04 | d:o 5 Rd:s 't p:r | d:o 175 |
28 d:o Koets Vellingen d:o 8 Stf:s | d:o 4.06: | d:o 20 Stf:s d:o | d:o 11:06 |
60 d:o d:o Speeken d:o 5 Rd:s de % | 3:- | d:o 12 rd:s 't Cento | d:o 7:02 |
8 d:o d:o Naven d:o 4 st ijder | d:o 4:-: | d:o 1 d:o ijder | d:o 8: |
3 d:o d:o Assen d:o 7 d:o d:o | d:o 2:05 | d:o 14 st | d:o 5:02 |
80 d:o Malwagen Vellingen a 4 St: | d:o 6:02 | d:o 8 Stf:s | d:o 12:04 |
Bedraagd Ink:o | d:s 5792:01 | Uitkoops Rijxdaalders | d:o 14492:-:-: |
Waar bij gevoegd zijnde het bedragen van 't Arthillerij Hout monteerens. | 751:04 | d:o d:o | d:o 1500:- |
Komt dan in aller Ink:s | Rd:s 6543:05 | en Uitkoops: | Rd:s 15992:- |
Den Inkoop van de Uitkoop Afgetrokken | d:o 6543:05 | ||
Komt aan Winst | Rd:s 9448:03 | ||
Dat is Circa 146 prC:t |
En is na naauwkeurige examinatie van de prijzen daar bij tot den verkoop bepaald, goedgevonden en verstaan die berekening te approbeeren, en aan de Ingezeetenen bij publicatie kennis te geeven van de prijzen, waar voor die Houtwaaren zullen worden verkogt, en wierd tot meerder gemak voor hen die dezelve zullen komen te benodigen den opziender van ‘t Houtmagazijn gequalificeerd met die verkoop tegens Contante betaaling voort te gaan, en daar van maandelijks aan den Heere Hoofdadministrateur behoorlijke Rekenschap te doen, om het provenu daar van op schriftelijke ordonnantie van den Edelen Heere Gouverneur in S’ Comp:s Cassa te doen betalen.
Voorts wierd door den Edelen Heer Gouverneur den Raade gecommuniceerd dat den Baas van S’ E Comp:Post de Schuur aan zijn Ed: Rapport hadt gedaan, hoe den oud Burgerraad Jacobus van Reenen had kunnen goedvinden, het water van de Berg, aan welkers voet zijn woonplaats is geleegen afkomende, uit deszelfs ouden loop te verleeden, naar de Comp:s Tuin Rustenburg ; die daar door gevaar zou loopen van te kunnen verspoelen; dat zijn Ed: daar op gedachte Baas had gelast zich nader en naauwkeurig te informeeren, naar de oorzaaken die voorsz: van Reenen tot deeze ongeoorloofde handelwijze hadde kunnen moveeren, en daaromtrent ontfangen het volgend Schriftelijk Rapport.
‘De ondergeteekende zig ter ordre van den WelEdelen Gestrengen Heere Gouverneur begeven hebbende ter plaatse van den Oud burgerRaad S:r Jacobus van Rheenen heb ik denzelven uit naame van opgemelde zijn WelEdele Gestr: gelast, om ‘t water, dat bevorens van deszelfs plaats in een Sloot langs de plaats van den Burger Lieutenant Johannes Eksteen pleeg te loopen; dog om s’ Comp:s plaats Rustenburg verleid was, weder in zijn oude loop te brengen, op dat gedagte plaats der E Comp: niet langer aan ‘t gevaar van ‘t water wierde bloot gesteld heeft gemelde van Rheenen mij geantwoord, dat hij de uitleiding niet had gedaan, maar deszelfs Schoonzoon bovengemelde Eksteen, met bijvoeginge, wanneer deeze gemaakte uitleiding zo bleef, en de regens Continueerde, dat dan S’ Comp:s plaats gevaar liep van te verspoelen.’
‘Van deze mijne verrigtinge heb ik behoorlijk rapport gedaan aan den WelEdelen Gestrenge Heer Gouverneur welke mij heeft gelast, mij te begeeven na de plaats van den Lieutenant Joh:s Eksteen, en uit zijn Ed: naam te ordonneeren om de waterleijding weder te dempen en het water zijn oude loop te laaten, waar op dezelve heeft komen te antwoorden, dat onmogelijk al het water dat van boven kwam konde ontfangen, dewijl zijn Schoonvader van Reenen van bijde zijne plaatsen dat voorheen verspreid had geloopen bij een had gebragt, en hem zoo op zijn dak had gezonden, waar door niets dan Schade te wagten had, en dat om alle verdere disputen voor te komen verzocht dat een Commissie uit den Raad van Justitie mogte komen om dit dispût uit den weg te ruimen.’
’/:Onderstond:/’
‘Aan ‘S E Comp: Post de Schuur den 15:’ Septb:r 1789 /:en get:/ J Rauch’
Waar uit gebleeken zijnde dat den oud Burgerraad Jacobus van Reenen deszelfs schoonzoon den BurgerCornet Johannes Paulus Ecksteen pieterszoon beticht het water in questie uit deszelfs ouden loop te hebben verleid, en dat deeze betuigt zulks door opgemelde zijnen behuuw vader te zijn geschied; zo is bestgedacht Copia van dat Rapport te stellen in handen van Gecommitteerdens uit den Raad van Justitie omme ten overstaan van den Heer independent Fiscaal na te gaan de oorzaaken waar aan de verandering van den loop van dat water is te wijten, en alzulke Schikkingen te beraamen en provisioneel te doen executeeren, als zij zoo tot beveiliging van S’ Comp:s Tuin als van de plaats van voorsz: Ecksteen zullen vinden te behooren, om daar van aan deezen Raade verslag te doen in geschrifte
Wijders wierd geresumeerd een bericht van Commissarissen uit den Raad van Justitie: luidende.
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff. Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien benevens den E Achtb Raad van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer! en Edele Achtbaare Heeren!’
‘UWelEdele Gestr:e en Ed: Achtb: behaagd hebbende in handen van de ondergeteek:s te stellen, Copia’s van zodanige requesten. als door den Capit:n ter zee Francois du Minij, den Brandmeester Jan Hendrik Frank, den Diacon Adriaan Smuts, den Landmeeter Jan Willem Wernich, mitsg:s den Burger Hendrik Vos en den onderafgeschreeve gage gestelden dragonder Christiaan Velbron, in hoogst derzelver vergaderingen zijn ingediend, ter erlanging van eenige Strooken Lands en Erven in Eigendom, met qualificatie die verzochte Stukken Lands en Erven te bezichtigen en voorts te tauxeeren hoe veel een ijder van hen tot een erkentenisse aan d’ E Comp:e daar voor zoude behoren te betaalen; zoo hebben de ondergeteekendens in nakoming van dien d’ Eere bij deezen te berichten, dat zij het Land door opgemelde Capitein du Minij’
‘
verzocht, hebben gewaardeert op | Rd:s 200:-:- |
dat van dem Brandm:r Frank op | d:o 50:-:- |
dat van den Diacon Smuts op | d:o 150:-:- |
dat van den Landmeet:r Wernich op | d:o 50:-:- |
verzocht, hebben gewaardeert op | Rd:s 200:-:- |
dat van dem Brandm:r Frank op | d:o 50:-:- |
dat van den Diacon Smuts op | d:o 150:-:- |
dat van den Landmeet:r Wernich op | d:o 50:-:- |
‘mitsgaders de twee stukken Huis Erfs van opgem:e Vos en Velbron, gelegen in deeze tafelvalleij aan den Voet van den Leeuwenberg ijder ter groote van 61 quad.s roeden en 108 d:o voeten uit aanmerking van de moeite en kosten die door hen zullen moeten worden aangewend, alvorens de dieptens en kuilen die die Erven komen te bevatten tot het extrueeren van eenige gebouwen kunnen werden bekwaam gemaakt, en in evenredigheid van de erkentenisse die voorheen door den burger Capit: Bunding, mitsg:s de Burgerren Herbst en Hilgers voor derzelven in die zelfde blokken gelegene Erven aan d’ E: Comp: zijn betaald, de voet op vier Stuijv:s hebben getauxeerd, het welk dus over het geheel genomen zo wel voor het Erf van meerm:e Vos, als dat van opgem:e Velbron, beide inhoudende de bovengemelde groote van 61 quad: roeden en 108 d:o voeten uitmaakt.’
‘Terwijl de ondergeteekendens meede niet om heen kunnen ten belange van het door meerm:e Capitein du Minij verzochte Strook Lands hoogstdezelve ter kennisse te brengen dat zij bij dies inspectie hebben ontwaard, dat aan het water, afkomende van de thuijn van den oud Commissaris Rogier Bernardus van Blerck /:het welk nogthans alleen des winters plaats heeft:/ geen andere loop kan werden gegeeven dan door een gedeelte van het nieuw verzogte Land, zonder dat aan het Land van hem van Blerk door het op stuiten van het zelve water niet eenige Schaade werde toegebragt, weshalven de ondergeteek:s /:onder Correctie:/ van oordeel zijn, dat meermelde Capitein du Minij bij het bebouwen off ommuren van dikwilsgem: Strook Lands, zig zal moeten verpligten om vooral des winters, het van de Thuijn van meerm:e van Blerk afvloeïend water in deszelfs Thuin te ontfangen, en eenen vrijen afloop te vergunnen.’
‘De ondergeteek: vermeenen hier mede aan de geEerde Intentie van UwelEd: Gestr: en Ed: Achtb: te hebben voldaan en laten deezen dienen voor nederig bericht’
‘/onderstond/’
‘Cabo de Goede Hoop den 1 Septbr: 1789 /was getekend/ J: N: S: van Lijnden, Joh: Smuts, R: J: W: De Riet J: C: Gie.’
Waar op beslooten is de door hen bezichtigde en getauxeerde Strooken lands en Erven in eigendom te vergunnen aan de geenen die daarom verzoek hebben gedaan, onder zodanige servituten en tot zodanige prijzen als zij bij dat Bericht opgeeven, en derhalven tot eene erkentenis in S Comp:s Cassa te laaten voldoen.
Door den Capitein ter zee Francois Duminij | Rd:s 200:-: |
d:o d:o burgerbrandmeester Jan Frank | d:o 50:- |
d:o d:o burgerdiacon Smuts | d:o 150:- |
d:o d:o Landmeeter Jan Willem Wernick | d:o 50:- |
Door den Capitein ter zee Francois Duminij | Rd:s 200:-: |
d:o d:o burgerbrandmeester Jan Frank | d:o 50:- |
d:o d:o burgerdiacon Smuts | d:o 150:- |
d:o d:o Landmeeter Jan Willem Wernick | d:o 50:- |
terwijl de Burger Hendrik Vos en den onderafgeschreeven gagie gestelden Dragonder Christiaan Velbron ingevolge hun verzoek voor de bij gemeld Bericht opgegeeven Erven aan d E Comp:e zullen moeten opbrengen ieder eene Somma van ƒ2223:-:- indiase waarde en zulks in drie Paaïen naar Costume locaal, en zo als ontrent de voorheen verkogte Erven heeft plaats gehad.
daar na wierd geresumeerd een Request van opgemelde burger Vos van volgende inhoud.
Aan den WelEdele Gestr: Heer. Cornelis Jacob van de Graaff. Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Achtb: Raad van Politie deezes Gouvernements.
‘WelEdele Gestrengen Heer! en E: Achtbaare Heeren!’
‘UWelEd: Gestr: en E Achtb: zeer ondanige en Gehoorzaame Dienaar Hendrik Vos, Burger alhier, van UWelEd: Gestr: en E Achtb: gunstig geobtineerd hebbende, een der Vier Erven aan de overzijde van het Boere plein , ter ordre van UWelEdele Gestr: en E Achtb: gemeeten, is van hoogstdezelve met alle mogelijke Eerbied verzoekende, hem met nog Een dier Erven te begunstigen, geleegen achter ‘t geene den Suppl:t thans komt te bezitten, en wel zulks op dezelfde voorwaarden, en dezelfde prijs, als hij ingevolge taxatie van de gecommitteerde leeden uit den E: Actbr: raad van Justitie voor het eerste dier Erven gehouden, is te betalen en naar te koomen.’
’/:Onderstond:/’
‘’T Welk doende etc:a /en geteek:/ H:k Vos.’
En beslooten den Suppliant om hem in de kosten, die hij door eene nieuwe inspectie en tauxatie door Commissarissen zou moeten draagen te soulageeren, te gelasten, een Certificaat te bezorgen van den gesw:e Landmeeter Jan Willen Wernich, waar bij nader zal kunnen blijken of het Erf door hem thans verzocht van geen meerder komt te zijn als het geene door hem reeds is geobtineerd.
Ook wierd geresumeerd een verzoekschrift door den Burger Helmont Luttig de Jonge aan deezen raade gericht luidende
Aan den WelEd: Gestrenge Heer! Cornelis Jacob van de Graaff. Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Gestrengen Heer! en E: Achtbaare Heeren!’
‘Geeft met schuldige Eerbied te kennen Uwer WelEdele Gestr: en E Achtb: zeer nedrigen dienaar den Burger Helmont Luttig de Jonge hoe hij Suppl:t gærne ‘in eigendom wenschte te hebben, zeeker stuk lands tot een Erf geleegen aan de Paerl onder het district van Drakenstein ; ten einde op het zelve ten gerieve der daar omstreex woonende gebuuren deszelfs schrijnwerkers ambacht voort te zetten; weshalven den Suppl:t de vrijheid neemt zich te wenden tot UWelEdele Gestr: en E Achtb: met ootmoedig verzoek dat ‘t gemelde stukje Lands; waar van een kaartje inhoudende dies strekking en groote door den Landmeeter daar van geformeerd, neevens deezen eerbiediglijk word overgelegd, aan hem in eigendom moge werden vergund: zullende UWelEd: Gestr: en E Achtb: uit ‘t geannexeerde Extract Resolutie van Landdrost en Heemraaden tot Stellenbosch kunnen beoogen, dat de uitgave van ‘t gedagte Erf tot niemands præjuditie is strekkende en dat dierhalven aan den Suppl:t is gepermitteerd om ter erlanging van ‘t zelve bij UWelEd: Gestr: en E Achtb: te mogen verzoeken.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende etc:a /:en get:/ H: Luttig’
En daar op beslooten het verzochte Erf door Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch te tauxeeren, om zich in dies uitgaave daar naa te kunnen reguleeren.
Nog wierd op het volgend Geschrift van de Wed:e Hercules du Preez, luidende.
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien etc:a etc:a etc:a benevens den E: Achtb: Politicque Raad.
‘WelEdele Gestrenge Heer! en E:E: Actb: Heeren!’
‘Geeft zeer nedrig te kennen Elisabeth Theron, weduwe van wijlen den Burger Hercules du Preez.’
‘Hoe de Supp:te op bekomene permissie van den WelEdelen Gestr: Heer Gouverneur ten overstaan van den Heer Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein hebbende laaten meeten zeeker haar Suppl:ts woonplaats waar van de Caart en Erfgrondbrief zedert onheugelijke tijd t’ zoek geraakt zijnde, men bij die meeting bevonden had dezelve te strekken, ZZO: aan de door haar thans bewoond werdende plaats, W:Z:W: aan ‘t Land van de Wed:e Jan de Villiers D:Z: N:N:W: naar ‘t woeste veld O:N:O: door de Bergrivier naar ‘t Drakensteinse gebergte en groot te zijn 60 Morgen netto, alles blijkens de daar van door den Landmeeter geformeerde en deezen geannexeerde Caart.’
‘En daar de Suppl:te ged:e plaats aan haaren zoon den Burger Jacobus du Preez heeft gelegateerd, en dezelve mitsdien gaern wenschte te transporteeren; neemd zij dierhalven de vrijheid UWelEd:e Gestr:e en E Achtb: nedrigst te suppliceeren, dat het van welderzelver welbehagen zijn moge, opgemelde door den Landmeeter op nieuw geformeerde Caart goedgunstig te approbeeren, mitsgaders onder bepaling van zodanige Conditien, als de deezen geannexeerde Extract resolutie van Landdrost en Heemraden van Stellenbosch dicteeren aan haar een nieuwe Caart en Erfgrondbrief te verleenen.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende etc:a /en geteek:/ A:m Faure qq’
goedgevonden en verstaan haar op nieuw een Erfgrondbrief te verleenen van de plaats die zij bezit, en zulks onder zodanige servituten als door Heemraden van Stellenbosch bij hun Rapport van dat Request geannexeerd worden opgegeeven.
Voorts wierd geleezen een verzoekschrift van den Quartiermeester Hendrik Tiele, luidende
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Gestrengen Heer! en E:E: Achtbaare Heeren!’
‘Geeft met gepasten Eerbied te kennen Uwer WelEdele Gestr: en E Achtb: zeer nedrige dienaar den quartiermeester Hendrik Tiele van Tendorff, hoe hij Suppl:t reeds zig in den Jaare 1755, in dienst der Edele Maatschappije begeeven, vervolgens in den jaare 1761, in India en ‘t Jaar daar aanvolgende aan dit Gouvernement is g’arriveerd, tot dat door de gunstige dispositie van UWelEd: Gestr: en E Achtb: den 28 Meij 1782 tot quartiermeester a ƒ20- is bevorderd’
‘Daar hij Suppl:t nu reeds den tijd van 34 jaare van dezelve 27 alhier aan Cabo heeft doorgebragt, de E Comp: met alle zêle alhier heeft gediend, en hij zig teegenswoordig door een ouderdom van 62 Jaaren en verval van kragten buiten staat vind hier in met zijne gewoone trouwe te Continueeren; zoo keerd den Suppl:t zig tot UWelEd: Gestr: en E Achtb: needrig smeekende dat UWelEd:e Gestr: en E Achtb: van die goedheid gelieven te zijn, hem in Consideratie van ‘t een en ander a Usu met ƒ10 per maand te gageeren.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende &:a /was geteek:/’
Waar op beslooten is uit aanmerking van de reedenen door den Suppl:t bij gebracht, hem volgens de ordre te gageeren.
Waar na door den Mattroos Hermanus Hunels wierd gepresenteerd het volgende request, gemunieerd met drie Bijlaagen.
Aan den WelEdele Gestr: Heer! Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie dezes Gouvernements.
‘WelEdele Gestrenge Heer! E Achtbaare Heeren!’
‘Uwer WelEdele Gestr: en E Achtbr: aller nedrigsten Dienaar de Mattroos Hermanus Hunels van Leijden, geeft met gepaste Eerbied te kennen, dat hij Suppl:t met de Generaal Maatsuiker alhier aangeland, en mits indispositie ten Hospitaal verbleeven zijnde, van daar op de linie uitgemonsterd, vervolgens op het Fregat Schip de Meermin geplaats is geworden, en met het zelve de reijze naar Plettenbergsbaaij heeft gedaan.’
‘Dat hij Suppliant in voormelde Baaij door de aldaar present zijnde gecommitteerde tot het sauveeren der goederen uit het verongelukte Schip de Maria geschikt, van zijne bodem geligt zijnde, ten einde meede de nodige arbeid te kunnen verrigten, het ongeluk heeft gehad, na dat het werk aldaar was gedaan, en het te rug keeren na de Caab, met een der geladene wagens na bij de Rivier de dauconma , Circa een dag rijzens van de plettenbergs baaij , om te slaan, waar door niet alleen zijn Slinker Arm en schouder is komen te breeken, maar het Schouderblad insgelijks ten eenemaal uit het lid geraakt het welk bij gebrek van bequame Chirurgijns in een zo verre afgeleegen district, van dat voor hem zoo smertelijk gevolg is geweest, dat hoe zeer gemelde breuken wel zijn geheeld, hij het gebruik van gemelde zijnen arm zo goed als verlooren heeft, vermits dezelve dewijl de Schouder te eenemaal is ontwrigt, is verstijft en bij het lijfafhangd, zullende UWelEd: Gestr: en E: Achtbr: het een en ander des gelievende uit de deeze g’annexeerde verklaringen van den luitenant bij het Wurtembergse regiment Winkelman, en den onderkoopman Kirsten kunnen ontwaaren.’
‘Nademaal dan nu door dit ongeluk de Suppl:t niet alleen blijkens g’acrocheerde verklaring van den opperchirurgijn van ‘t Hospitaal buiten staat is gesteld den dienst der E: Comp:e te verrigten, maar ook voor zig zelfs de nodige substitentie te verkrijgen.’
‘Zoo keerd den Suppl:t zig tot UWelEd: Gestr: en E Achtb: aller ootmoedigst Smeekende dat UWelEd: Gestr: en E Achtb: met mede dooge aangedaan over des Suppl:t zoo smartelijke omstandigheid hem niet alleen uit S’ E: Comp: dienst gelieven te largeeren maar ook toe te leggen de gratificatie van Vijff hondert guldens bij ‘t regelement voor ‘t verlies van de Slinke arm gesteld, als hebbende hij het gebruik derzelve in de actueelen dienst der E: Comp: verlooren.’
‘De Suppliant verstout zig verder UWelEdele Gestr: en E Achtb: te suppliceeren, hem permissie te verleenen, omme zig landwaards in ter woon te mogen begeeven bij den Burger Wessel Vosloo, dewelke uit medelijden aangedaan over des Suppl:ts zoo smertelijk geval van die goedheid is geweest hem daar omtrend de verEischte propositie te doen.’
‘/Onderstond/’
‘’T Welk doende &:a /en geteek:/ Hermanus Hunes’
Uit welke Stukken gebleeken zijnde dat den Suppliant in den actueele dienst der Edele Maatschappij, het gebruik van zijnen linkerarm ten eenemaale heeft verlooren, waar door hij is beroofd geraakt, op de eene of andere wijze met zijner handen arbeid, eenig bestaan te kunnen erlangen, en daarom beslooten deszelfs gagie van heeden af te laaten afschrijven, en aan hem ingevolge de jongste articulbrief tot vergoedinge van het gebrek door hem bekoomen uit S’ Comp:s Cassa te doen betaalen de daar toe staande Somma van Vijf Hondert Hollandsche Guldens.
Voorts geresumeerd zijnde het dagverhaal door den Equipagiemeester geduurende de Jongstverloopen drie maanden gehouden, ‘t welk bij eerste geleegendheid naar Batavia zal worden verzonden.
Na al ‘t welke door den Heere Hoofdadministrateur te kennen wierd gegeeven, hoe de verre afstand van Plettenbergsbaai niet permitteerde om aan de Manschappen zoo op Commando aldaar leggende, als aan het Postvolk het ordinair randsoen vleesch te laaten verstrekken door de Gecontracteerde slachters, en de onmoogelijkheid waarin zich die menschen bevinden om voor het geen hem daar voor tot nu toe uit S Comp:e Cassa is voldaan het nodige vleesch te kunnen koopen, met verzoek dat daar in door deezen raade mogt worden voorzien; zo is goedgevonden en verstaan hen het ordinaire Randsoen vleesch voortaan te laaten betaalen tegens twee zwaare stuivers het pond, waar voor zij zich het benodigde in den omtrek van Plettenbergsbaai zullen kunnen bezorgen.
Nog wierd door den Heere Hoofdadministrateur voorgedragen, hoe zints eenige tijd de Goederen S Comp:e weegen publicq opgeveild tegens Contante betaaling, waar van verkogt geworden, en de Boekhouders in de respective administratien gechargeerd met den ontfangst der penningen bij de afgaave van de verkogte Goederen, waar door de vendubodes waaren ontslagen van’t incasseeren der vendubrieven en dus van een gedeelte der moeite die zij zich andersints hebben moeten geeven, en waar voor zij geparticipeerd hebben in de 4 pC:t avans die volgens S Comp:s inrichtingen van de verkogte winst geevende goederen worden betaald, met verzoek dat dewijl het geen door de Bodes eertijds omtrent die vendutien alleen is verricht thans tusschen hen en opgemelde Boekhouders is verdeelt, ook een verdeeling mogt worden gemaakt in het geen zij eertijds van die verkooping hebben getrokken, waar op uit aanmerking van de billijkheid die in dat verzoek resideert, goedgevonden is, het ordinair Salaris van den Bode wegens die vendutiën in twee egaale parten te verdeelen, en daar van het eene deel door de bodes te doen genieten en de wederhelft door den Boekhouder van zodanige administratie als waartoe de verkogte goederen hebben behoord.
Daar na wierd geresumeerd het volgende vertoog van Commissarissen uit den raad van Justitie.
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff. Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer! en E: Achtb: Heeren!’
‘Commissarissen uit den Raad van Justitie volgens Jaarlijkse gewoonte wederom gevaceerd hebbende tot het formeeren eener nieuwe Quotisatie Rolle voor deezen Jaare neemen de vrijheid Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb bezijden deezen aan te bieden, een specifique lijst dier persoonen dewelke provisioneelijk onder UWelEdele Gestr: en E Achtb: geeerde approbatie in hunne quotis vermeerderd en vermindert zijn, mitsgaders van de geene zo dienaaren Burgeren als lieden onder het vrij Corps dienst doende, dewelke bevorens niet belast geweest zijnde, thans meede zijn getaxeert geworden zodanig als men vermeend heeft geen het minste beswaar aan ijders omstandigheeden te zullen kunnen toebrengen.’
‘Bij welke voorm:e Lijst d’ ondergetekendens ook nog de Eere hebben over te leggen eene Complete Rolle van alle zodanige Ingezeeten, en dewelke tot het betalen van het gewoone zoogenaamde Jaarlijxe hoofdgeld geschat weezende, in derzelver gewone Quotis blijven Continueeren.’
‘Commissarissen Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: gunstige dispositie hier op afwagtende, teekenen zig met verschuldigd Respect.’
‘/onderstond/’
‘WelEdele Gestr: Heer en E Achtb Heeren /lager/ Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: ootmoedige en gehoorzaame Dienaaren /was geteekend/ T: C: Ronnenkamp. Joh:s Smuts S: v: Echten, G: H: Meijer. C. Mappa, H: Gie R VD Riet. H:r De Wet /: in Margine/ Cabo de Goede Hoop d:n 4: Septb:r 1789.’
en beslooten dat vertoog nevens de daar bij vermelde quotisatie lijsten ter examinatie te stellen in handen van den Heer Independent Fiscaal Johan Nicolaas Steven van Lijnden, en den Heer keldermeester M:r Jacobus Johannes le Sueur, om daar op deezen raade te dienen van hun Ed: bericht.
Aldus Gedaan en Geresolveerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:e
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn.
aan mijn aantekening met referte bij de Resolutie vanden 2: de October 1789.
C. 183, pp. 220-221.¶
Zaturdag den {17891010} 10. October 1789
Bij omvrage alle præsent dempto den Heere Gordon.
Werd bij de burger Infanterie alhier de volgende verplaatsingen gedaan, als.
Tot luitenant bij de tweede Compagnie ter plaatsvulling van den ontslagen Fredrik Jacob Bernhardi den luiten: bij ‘t vrij Corps Andries Grove, Tot Luitenant bij ‘t vrij Corps den Sous Lieutenant bij de tweede Comp:e Wilhelmus Hendrik Kirsten Tot Sous Lieuten:t bij de tweede Compagnie, den Sous Lieuten:t bij ‘t vrijCorps Fredrik Schickerling. Tot Sous lieutenant bij ‘t vrij Corps den Vaandrig bij de derde Comp: Matthiam Hoffman Tot Vaandrig bij de derde Compagnie, den Vaandrig bij ‘t vrij Corps Abraham de Smith, en tot vaandrig bij ‘t vrij Corps Lambert van Sittert, vaan Jonker bij de tweede Comp:
Aldus Gedaan en Geresolveerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:e
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
met referte aan mijn aantekening op de resolutie van den 2:de October 1789.
C. 183, pp. 222-270.¶
Dingsdag den {17891013} 13 October 1789
S’ voormiddags, alle præsent dempto den Heere Gordon.
Wierd gedelibereerd over de noodzakelijkheid om bij tijds zodanige middelen te beraamen, langs welke men zou kunnen hoopen dat de E Comp: na den verwacht wordende nieuwe Graanoegst, van eene genoegzaame voorraad Tarwe zou kunnen worden voorzien, zo tot ‘t verstrekken der gewoone Randsoenen van Brood en Meel als tot voldoening van de eisschen die men van indias Hoofdplaats Ceilon en andere etablissementen staat te ontfangen, en daar bij overwoogen; dat daar de Continueele regens in dit reeds gevorderd saisoen, eene zeer ruimen recolte belooven, den Landman overzulks ook niet weigerend of nalatig zal zijn, zijne Tarwe aan den E Comp:e te presenteeren en te leeveren, tot de billijke prijs van ƒ8:- kaaps de mud, die hem daar voor is toegelegd, te meer, daar het stipt toezicht dat door de Burgerbakkers noch Koorn noch Meel werd afgescheept, hen in de onmogelijkheid moet stellen, om al het Graan dat door de Landbouwers kaapwaards zal worden gebracht te kunnen inslaan; en is derhalven best gedacht en beslooten om de koornbouwende Ingeseetenen deezer Colonie bij affixie van Billieten te gelasten, omme, zo als het Constant gebruik voor heen is geweest, doch door hen zints eenige Jaaren is verzuimd geworden, van het begin tot ultimo Januarij ten Negotie Comptoire op te geeven de quantiteiten Tarwe, rogge en Garst, die Zij aan de E: Comp:e zullen kunnen leeveren, en zulks indiervoegen dat daar op staat kan worden gemaakt, ten einde vroegtijdig te kunnen jugeeren of die quantiteiten zullen toelaaten opgemelde indiasche Eisschen te voldoen; terwijl wijders met afwijking van het besluit op den 14: November 1769 bij deezen raade genoomen, is goedgevonden en verstaan, de leverantie der Graanen te doen ingaan, met het begin der Oegst, de Magazijnen tot dies opleg geschikt dagelijks te doen openstaan, met het openen der Barriere tot zons ondergang, en de leverantie in de onderste etages der Maguazijnen te laaten geschieden, ten einde de Leveranciers die daar van bij voorsz:e Billietten zullen worden verwittigd, in alle opzigte niet alleen alle reedenen tot misnoegen te ontneemen, maar ook alle mogelijke faciliteiten toe te brengen, en is den Heere dispencier gerecommandeerd exacte aanteekening te houden van al de Tarwe die door de respective Landbouwers zal worden aangebracht, voor dat de opgaave zal zijn geschied, om hen dezelve te doen valideeren in mindering van de quantiteiten die zij ter leverantie zullen koomen op te geeven.
Hier na wierd geresumeerd een vertoog van de Heeren Johannes Isaac Rhenius M:r Jacobus Johannes Le Sueur en Olof Godlieb de Wet luidende.
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop, met den ressorte van dien etc:a etc:a etc:a benevens den Edelen Achtb: Raade van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer! en Edele Achtbaare Heeren!’
‘Uwe WelEdele Gestr: en Edele Achtb: bij derzelver besluit van den 30 DeCemb:r 1788, goedgevonden hebbende, de ondergeteekende leeden deezes Raads expres te Committeeren tot het ontwerpen van eene zodanige Instructie als tot narigt zoude moeten dienen, voor het Collegie van Commissarissen uit den raadt van Justitie, het welk ingevolge de door de WelEdele Hoog Achtb: Heeren Majores in dato 28 Julij 1785. gedane aanschrijvens alhier opgerecht en in functie is gesteld geworden, hadden dezelve ten grondslage van dien kunnen bepalen alle zodanige bizondere zaaken, als Haar WelEdele Hoog Achtb: Speciaal hebben gelieven op te geeven, dat aan dat Collegie konde worden opgedragen, met bijvoeging alleen van het geene tot een rigtsnoer verstrekken moet in het reguleeren der veranderingen, het waarneemen der dagelijkse zaaken, de form van betalinge, mitsgaders het administreeren en afleggen van behoorlijke reekening aangaande den ontfangst en uitgaaf der penningen, indien niet uit het geene nu een en andermaal Ja zelfs noch onlangs bij Uwe WelEd: Gestr: en Ed: Achtb: vergadering ondervonden is, hoe namentlijk Burgerraaden zig van het gem:e Collegie van Commissarissen afzonderende, op zig zelfs en alleen aan Uwe WelEd: Gestr: en E. Achtb: bij herhaaling requesten hebben gepresenteerd, tot het dimoveeren van zig Slegt Comporteerende Burgers, en daarmeede betonen te verseeren in het begrip als of ‘er buiten de zaken, het voorm:e Collegie van Commissarissen betreffende, nog het een of ander; en wel voornamentlijk met betrekking tot de Burgerije op zig zelfs, overgelaten was, of overblijven moest waar meede zij zïg als Burgerraaden alleen te bemoeien hadden, hoe zeer zij Burgerraaden zelfs, al aanstonds in het begin der opregting van dat Collegie, van het tegendeel overtuijgd zijn geweest, en een zodanig request tot het in dienst neemen en verzenden naar Indiën van den Burger Jacobus Stahl om zijn onbetamelijk gedrag gezamentlijk met de andere leeden van het Collegie, na voorafgaande beraadslaging der zaak, op den 19 Julij 1786, hebben gepresenteerd gehad indien niet, zeggen de onderget: bij hun hier uit waaren opgekoomende persuatien dat het noodzakelijk was, bij aldien er zaaken waaren die nog op zig zelfs aan Burgerraaden in eene afzonderlijke betrekking van het Collegie van Commissarissen verblijven moesten, zulks bij de Instructie te bepalen, welke die behoorden te zijn, dog ingevalle van het tegendeel en dat dan Commissarissen nu volkomen verbleeven zijn, alle verrigtingen die en tot de Burgerij en tot S’ Comp:e Dienaaren, als gezamentlijke Inwoonderen van deezen uithoek beschouwt, haar relatie hebben, als dan bij die zelvde instructie zoude dienen te werden afgesneeden alle zodanige verkeerde denkbeelden, als men daar omtrent nog zoude mogen forceren of opvatten het geen de onderget: also in disputabel heeft doen nodig achten, om voor af, tot het volvoeren van dat werk wel in te zien en te overweegen, de reede en het oogmerk om welke het zelve Collegie is opgeregt geworden, ten einde zulks kennende, met zekerheid te kunnen bepalen, wat derzelver functie meede brengen moet, en welke zaaken mitsdien al ofte niet aan dezelve behoren te worden opgedragen en gedemandeert.’
‘Een onderzoek hier van heeft de ondergeteekendens gebragt tot de bevinding dat tot de voorsz: aanstelling eener Commissie van S Comp:e Dienaren en Burgerraaden uit den raadt van Justitie oorzaak en aanleiding gegeeven hebben, eenige poincten voorkomende onder de klagten door eenige Caabse Burgers in den Jaare 1779 aan, Hoogstgem:e Heeren Meesteren voorgedragen, en wel onsonderheid de 9, 10 en 11: de Articuls die daar bij tot redres waaren verzogt geworden, als in het gemeene getendeert hebbende, niet alleen tot de aanstelling van een grooter getal Burgerraaden, als te voren heeft g’exteerd gehad, en het opdragen van een meerdere authoriteit aan dezelve, maar ook dat den Raad van Justitie mogt bestaan uit een gelijk getal Burgerraaden en leeden van s’ Comp:s Dienaaren.’
‘Omtrent welke poincten in het bijzonder wanneer Haar WelEd: Hoog Achtb: in den Jaare 1783 dit gouvernement in het generaal hebben gelieven aan te schrijven hoedanig besluit op het Sujet der Memorie, die de gemelde klagten en poincten behelsde genomen was, Hoogst dezelve zig hebben gereserveert gehad, derzelver deliberatien nader te bepalen’
‘Waar op vervolgens in het Jaar 1785. bij Haar WelEd: Hoog Achtb: onder andere Zaken die uit de nadere klagten van Jacobus van Reenen C:S: voortgesproten waaren, eene dispositie genomen, en bij Hoogstderzelver voren gedenoteerde zeer gevenereerde Letteren dit gouvernement aangeschreeven geworden is uit dewelke blijkt dat deeze onse Hooge gebiederen, in de poincten bij de boven aangevoerde articuls vervat een zodanig redres hebben begeert en geordonneert, als de desweegens op eenen anderen voet, bij dezelve articuls gedaane voordragten, moeten doen houden voor vervallen: immers brengen dezelve aanschrijvens niet alleen meede eene volkomeme reforme bij den Raadt van Justitie, zo dat bij hetzelve thans een gelijk getal Burgerraaden en andere leeden uit s Comp: dienaaren permanent Zitting hebben, maar ook eene bepaalde schikking, ingevolge welke aan Commissarissen uit dien raad, insgelijks uit een eguaal getal van Leeden zo van Burgerweegen als van S Comp:s dienaaren bestaan moetende, opgedragen zijn geworden, juist en specificq zodanige zaaken als den Heere Gouverneur van Plettenberg bij deszelfs aan Hoogstgem:e Heeren Meesteren nopens het klagtschrift der voorm:e Caabse Burgers gesuppediteerd berigt en Memorie, opgegeeven had, dat aan Burgerraaden in de Suppositie dat haar WelEdele Hoog Achtb: goedvinden zouden, dezelve nog afzonderlijk in functie te doen blijven, zoude kunnen of behooren te worden gedemandeert.’
‘Hier uit meenen de ondergeteekendens te moeten besluiten dat, vermits het onse Heeren en Meesteren goedgedagt heeft in plaats van een meerder getal Burgerraaden, zo als bij de Memorie van Jacobus van Reenen C: S: verzogt en voorgedragen was, toe testaan, in teegendeel Commissarissen uit den raad van Justitie uit een gelijk getal zo van S Comp: dienaaren als van de burgerlijke leeden te doen verkiesen, en in plaats van de zaken, welke door den Heere Gouverneur van Plettenberg voor het departement van Burgerraden opgegeeven waaren, aan dezelve Burgerraaden afzonderlijk te defereeren, die zaken ter Contrarie te stellen tot het bestier en directie van de meermalen genoemde Commissarissen, Hoogstderzelver intentie en meening, ook wel expresselijk meede brengt, dat Burgerraaden mitsdien, zo min met relatie tot het geene buiten den Raad van Justitie als in dien Raad, hun pligt meede brengt, verder niet meer afzonderlijk zullen mogen fungeeren, maar steeds met de leeden vans Comp:s weegen Conjunctim te werk moeten gaan, in eene eenparige behartiging van het geene de Ingezetenen betreft; als dewelke evengelijk de gem:e Collegien van Justitie en Commissarissen uit dezelve meede uit S Comp:e Dienaaren en Burgers onder elkanderen zijn vermengt en bestaan als zijnde ook het beste en zekerste middel, om onder deeze beijde Classen van Inwoonderen voor te komen, die verwijdering uit dewelke men zo veele onaangename verschillen heeft zien geboren worden, dewelke bij de Hooggebiedende Heeren Meesteren zelve zijn bevonden van dat gewigt, dat Hoogstdezelve, zig daar meede niet weinig hebben moeten vermoeielijke, om, door gepaste dispositien van welke de bovenaangehaalde geen der minste is, zo wel de verderffelijke gevolgen van dien voor deeze Colonie van haar af te wenden, als de verdere verwijderingen en verschillen voor het vervolg te ontruijmen en voor te koomen.’
‘Dan WelEd: Gestr: Heer en Ed: Achtb: Heeren, hoe zeer de ondergeteekendens voor zig zelfs op deeze bijgebragte gronden, onder Correctie van oordeel zijn, het meergem:e Collegie van Commissarissen in het zo even opgegeeven aspect te moeten beschouwen meenen dezelve dat zulks noghtans in den last welke aan hun opgedragen is, geensints zal mogen verstrekken tot een basis, om daar op van weegens hunne Committenten te werk te gaan, in zo verre UWelEd: Gestr: en E Achtb hier omtrent zoude moogen verseeren in eenig ander begrip, maar dat om geene Strijdigheidin het uitvoeren der Commissie met het oogmerk van dien te doen ontstaan, het allesints betamelijk en nodig zij, deezen aangaande alvorens van Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: derzelver meening en intentie te vernemen, en het is ook om die zelfde reede en tot een zodanig einde en oogmerk dat de ondergeteekendens de vrijheid neemen bij deezen zeer needrig te verzoeken, dat het Uwe WelEd: Gestr: en E Achtb: gelieve mogen te bepalen, of de ondergeteek: in het formeeren de bovengem:e Instructie in diervoegen te werk zullen moeten gaan, dat aan meergem: Commissarissen in het gemeen en zonder eenige uitzonderinge opgedragen werde, het geen zo wel de burgerije als S Comp:e Dienaaren, in hoedanigheid van gezamentlijke inwoonderen deezer plaatse en dus als leeden van een Societeit, behoudens de bijzondere voorregten dewelke door de Hoog gebiedende Heeren Meesmeesteren aan de eerste zijn toegestaan, betreft; dan wel of Burgerraden nog in eenige afzonderlijke betrekking zullen moeten worden aangemerkt en of mitsdien aan dezelve eenige zaken, en welke de Burgerije Concerneerende ter separate behandelingen zullen moeten werden overgelaaten.’
‘/onderstond:/’
‘’T Welk Doende &:a &:a /was get:/ J: I: Rhenius, J: J: Le Sueur, O: G: De Wet /:in Margine:/ Overgegeeven in Rade van Politie den 2 7:ber 1789.’
Over welk vertoog aandachtig is gedelibereerd, en in aanmerking genomen, dat nademaal men uit het bijgebragte niet anders kan opmaaken, als dat alle zaaken eertijds door Burgerraaden alleen uitgevoerd, thans tot de gezamentlijke leeden van Collegie van Commissarissen het behooren, dus ook Burgerraaden niet meerder in eenige afzonderlijke betrekking kunnen worden geConsidereerd, weshalven beslooten is voormelde Heeren Rhenius, Le Sueur en de Wet te qualificeeren, omme, bij het ontwerpen, der instructie voor Commissarissen uit den Raad van Justitie, dat Colegie te beschouwen als ingesteld, omme buiten en behalven het geen volgens bevel van de hooggebiedende Heeren Meesteren aan het zelve moet worden gedemandeerd, ook te verrichten al het geen eertijds door Burgerraaden is verricht geworden;
vervolgens behaagde het den Edelen Heer Gouverneur den raade te Communiceeren dat de eerwaarde Predikanten deezer Hoofdplaatse zijn Ed: approbatie hadden verzocht, om.
Eerstelijk bij den openbaare Godsdienst des voormiddags na het Gebed den Bedenzang te laaten zingen en
Ten Tweeden, om de Godsdienst oeffening des namiddags, in plaatse van zo als tot nu geschied van p:mo December tot Ult:o Februarij om half vier uuren te laaten aangaan, hier meede te beginnen met primo November en te continueeren tot Ultimo Maart, en dat zijn Ed: aangezien het eerste Lid van dit verzoek niets behelsde, als het geen in de meeste Vaderlandsche kerken in gebruik is, en het tweede naar zijn Ed: inzien veele menschen zou kunnen beweegen om in de maanden November en Maart, waarin de hitte zich dikwils kort na den middag hevig doedt gevoelen, de Godsdienst oeffeningen bij te woonen, in deeze Schikkingen gereedelijk had geCondescendeert; voor welke Communicatie zijn Ed: bedankt geworden zijnde, wierd vervolgens door den Heere Hoofdadministrateur Johannes Isaac Rhenius ingedient de volgende Lijst, van al zulke vuile, oude en gemutileerde papiere Munten als Successivelijk in S’ Comp:s kleine geld kassa waaren ontfangen, en van daar in de groote geld Cassa overgebragt, luidende
‘Lijst van alle zodanige Pacquetten met oud, vervuild en gemutileerd gestempelde Papieren munt, als successivelijk in S’ Comp:s dagelijkse of kleijne Geld Cassa ontfangen, en van daar in derzelver Groote Cassa zijn overgebragt, met aanwijzinge, in welke munt Specien komen te bestaan, mitsgaders ‘t Generaal Getal en ‘t bedragen derzelve, welk versleeten en gemutileerd Papieren geld als thans niet meer bruikbaar zijnde met goedvinden en besluiten van den WelEdelen Gestrengen Heere Gouverneur en E: Achtb: Raade van Politie zoude kunnen werden verbrand, als.’
‘
Een | Pacquet | van | Rd:s 1500:- |
d:o | d:o | d:o | d:o 1479 1/2 |
d:o | d:o | d:o | d:o 1400 |
Achtien | Pacquetten | d:o Rd:s 1000 | d:o 18000:- |
Een | d:o | d:o 750:- | |
d:o | d:o | d:o 203:- | |
d:o | d:o | d:o 800:- | |
d:o | d:o | d:o 603:- | |
d:o | d:o | d:o 473:- | |
d:o | d:o | d:o 457:- | |
d:o | d:o | d:o 721:- | |
d:o | d:o | d:o 197:- | |
d:o | d:o | d:o 133:- | |
d:o | d:o | d:o 200:- | |
d:o | d:o | d:o 400:- | |
d:o | d:o | d:o 236:- | |
d:o | d:o | d:o 270:- | |
d:o | d:o | d:o 456:- | |
d:o | d:o | d:o 600:- | |
d:o | d:o | d:o 260:- | |
d:o | d:o | d:o 471:- | |
d:o | d:o | d:o 300:- | |
d:o | d:o | d:o 500:- | |
d:o | d:o | d:o 300:- | |
d:o | d:o | d:o 100:- | |
d:o | d:o | d:o 500:- | |
d:o | d:o | d:o 656:- | |
d:o | d:o | d:o 615:- | |
d:o | d:o | d:o 121:- | |
d:o | d:o | d:o 707:- | |
d:o | d:o | d:o 163:- | |
d:o | d:o | d:o 144:- | |
d:o | d:o | d:o 519:- | |
d:o | d:o | d:o 452:- | |
Een | Pacquet | van | d:o 200:- |
Een | d:o | d:o | d:o 400:- |
d:o | d:o | d:o | d:o 806:- |
d:o | d:o | d:o | d:o 600:- |
d:o | d:o | d:o | d:o 500:- |
d:o | d:o | d:o | d:o 300:- |
d:o | d:o | d:o | d:o 754: 3/4 |
d:o | d:o | d:o | d:o 650:- |
d:o | d:o | d:o | d:o 176:- |
Somma | rd:s 39081 1/4 |
Een | Pacquet | van | Rd:s 1500:- |
d:o | d:o | d:o | d:o 1479 1/2 |
d:o | d:o | d:o | d:o 1400 |
Achtien | Pacquetten | d:o Rd:s 1000 | d:o 18000:- |
Een | d:o | d:o 750:- | |
d:o | d:o | d:o 203:- | |
d:o | d:o | d:o 800:- | |
d:o | d:o | d:o 603:- | |
d:o | d:o | d:o 473:- | |
d:o | d:o | d:o 457:- | |
d:o | d:o | d:o 721:- | |
d:o | d:o | d:o 197:- | |
d:o | d:o | d:o 133:- | |
d:o | d:o | d:o 200:- | |
d:o | d:o | d:o 400:- | |
d:o | d:o | d:o 236:- | |
d:o | d:o | d:o 270:- | |
d:o | d:o | d:o 456:- | |
d:o | d:o | d:o 600:- | |
d:o | d:o | d:o 260:- | |
d:o | d:o | d:o 471:- | |
d:o | d:o | d:o 300:- | |
d:o | d:o | d:o 500:- | |
d:o | d:o | d:o 300:- | |
d:o | d:o | d:o 100:- | |
d:o | d:o | d:o 500:- | |
d:o | d:o | d:o 656:- | |
d:o | d:o | d:o 615:- | |
d:o | d:o | d:o 121:- | |
d:o | d:o | d:o 707:- | |
d:o | d:o | d:o 163:- | |
d:o | d:o | d:o 144:- | |
d:o | d:o | d:o 519:- | |
d:o | d:o | d:o 452:- | |
Een | Pacquet | van | d:o 200:- |
Een | d:o | d:o | d:o 400:- |
d:o | d:o | d:o | d:o 806:- |
d:o | d:o | d:o | d:o 600:- |
d:o | d:o | d:o | d:o 500:- |
d:o | d:o | d:o | d:o 300:- |
d:o | d:o | d:o | d:o 754: 3/4 |
d:o | d:o | d:o | d:o 650:- |
d:o | d:o | d:o | d:o 176:- |
Somma | rd:s 39081 1/4 |
‘/onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop Ult:o Aug: 1789 /was geteek:/ T:C: Rönnenkamp, S: van Echten.’
Waar op verstaan is de Kooplieden Tobias Christiaan Ronnenkamp en Salomon van Echten als gecommitteerdens over de kleine Geld Cassa, bij deeze expres te Committeeren, om dezelve vuile en versleeten papieren Munten te verbranden, en zulks ten overstaan van Welgem: Heeren Hoofdadministrateur die bij deeze word gequalificeerd om dat geld ten bedragen van Rd:s 39081 1/4 bij de Negotie boeken deezes Gouvernements te laaten afschrijven.
Voorts wierd door denzelven Heere Hoodadministrateur overgelegt de volgende Memorie van diverse Goederen uit de Ladingen van de uitkomende Scheepen zo te min als te veel ontfangen, mitsgaders over de Slaaven en het Vee zedert primo Maart tot Ultimo Augustus afgestorven en verrekt, of zints een geruime tijds absent geraakt, luidende.
‘Memorie van ‘t na besz: Ijzer, olijven olij, Lijnolij, Houtwerken & uit de volgende Scheepen, zo te min, gebrooken, als bij pijling minder, Tabak in ‘t Negotie pakhuis bij naweeging minder als mede de Lijfeigenen in de Zes Maanden, of zeedert p:o Maart tot Ult:o Aug:s deezes Jaars door de Natuurlijke dood overleeden ‘t vee ingemelde tijd zoo verrekt als door ‘t wildgedierte vernield en eijndelijk verscheide goederen zeedert voorsz: tijd in de resp:e pakhuijzen onbruikbaar en onbekwaam bevonden, als meede van ‘t geene bij deezen meerder omstandig word aangetoond; alles volgens verklaringen blijkende, namentlijk’
‘
Uit 't Schip Nederlands Welvaaren . | |||
afsz: | 981 | lb Ijzer ges: op 78553 lb in 2493 Staaven, bij naweeging te min | |
Verkoopen: | 10240 | p:s graauwe Leijdsesteenen, op 30'000 p:s gebrooken. | |
Uit 't Schip de Jonge Frank | |||
Verkoopen { | 134 | lb zijlgaaren op 569 lb verrot en verslikt | |
17 | p:s Koornschoppen op 100 p:s gebrooken. | ||
1 | d:o donker blaauw Carsaaij op 160 p:s in 20 Kassen ten eenemaal bedorven. | ||
afsz: { | 5 3/4 | Vaten Theer, tot 't opvullen van 22 1/4 vaten verbruikt | |
148 | lb Witkrijt op 800 lb te min. | ||
Verkoopen | 12 | p:s Theerkwasten, op 50 p:s verstickt en verrot | |
afsz: | 792 | Cann: Bier op 7200 Cann: of 60 vaaten uit de Brouwerij de ( te min, als zijnde 30, van 2, 20 van 3, 3 van 4, 3 van 5 en 1 van 6 duijm bij pijling wan, mitsgaders 2 vaten leedig, en 1 vat zuur en weggeworpen. - | |
afsz: { | 2/15 | Kelders gedisteleerde Wateren op 1 Kelder of 15 flessen | } gebrooken |
1/15 | d:o Brandewijn fransche d:o 1 d:o d:o 15 d:o | ||
16 | p:s heele leggers banden d:o 1310 p:s in 5 Bossen | } te min | |
70 | d:o halve aamsbanden d:o1290 d:o d:o 2 d:o d:o | ||
70 | lb Marceilliaanse Zeep op 1000 lb in 2 Cassen bij naweeging te min. | ||
295 3/5 | Cann: Lijnolij op 1100 2/5 Cann: of 687 3/4 Stopen in 23 halve Aamen minder, als zijnde 7 van 3, 8 van 4, 3 van 5, en 2 van 6 duim bij pijling wan, mitsgaders 3 halve aamen te min uitgeleevert. | ||
338 | d:o Olijven olij, op 1455 Cann:e in 30 halve aamen bij pijling minder, als zijnde 3 van 3, 16 van 4, 17 van 5, 1 van 6 en 1 van 7 d:m bij pijling minder, zijnde echter. | ||
Inneemen | 8 | halve aamen Olijven olij, meerder uitgeleevert dan de factuur komt te Melden | |
afsz: | 462. | Cann: Raap olij op 1873 3/5 Cann: of 1171 Stoopen, in 40 halve aamen, waar van 20 van 3, 10 van 4 en 5 van 5 Duijm bij pijling wan, mitsgaders 5 Halve Aamen te min uitgeleeverd. Blijkt overzulks dat 3 Halve aamen Lijn olij en 5 halve aamen raapolij te min zijn uitgeleevert waar en tegen echter 8 Halve aamen olijven olij meerder zijn uitgeleevert. | |
verkopen | 13300 | p:s Lijdsche Steenen op 3400 p:s | } gebrooken |
d:o | 6627 | p:s Graauwe Moppen 25000 d:o d:o | |
Uit 't Schip de Geertruijda Petronella | |||
In de Baaij fals aangeland, en per 't brigantijn Scheepje de Helena Louisa na herwaards getransporteerd; bij dies ontfangst alhier. | |||
6 | p:s Guinees fijn gebleekt, op 40 p:s in 1 pak N:o 41 te min, als zijnde 't zelve bevonden open gesneeden te zijn. | ||
Uit 't Schip Spaaren In de Baai fals aangeland en per voorsz: Bodem de Helena Louisa herwaards aan gebragt. | |||
afsz: | 249 3/5 | Cann:e Olijven olij op 1455 Cann: of 30 halve aamen waar van 15 van 4 en 9 van 5 duijm bij peiling wan bevonden. | |
Uit 't Schip Zuijderburg meede in Baai fals aangeland en per voorsz: Kiel herwaards gebracht | |||
verkoopen | 42 1/2 | Ellen of 1 p:s donker blaauw Carsaaij op 6311 3/4 Ellen of 154 p:s in 19 Kassen, defect | |
Uit 't Schip Broederslust meede in Baaifals gearriveerd en per gem:e Kiel herwaards aangevoerd | |||
verkoopen | 26 | p:s Koornschoppen op 150 p:s in 2 Kassen gebrooken | |
Afsz: | 1 | d:o Hoosvat op 10 p:s te min in die kas L:a E | |
verkoopen | 1 | Uurglas van 2 Uuren op 4 p:s gebrooken. | |
1 | d:o d:o 1/2 d:o d:o 8 d:o d:o | ||
Uit 't Schip de Meermin uit de plettenbergs baaij | |||
verkoopen { | 3 | Geelhoute planken van 1 1/4 d:m op 320 p:s gebrooken | |
1 | d:o duig op 400 p:s gebrooken | ||
5 | d:o Wagenvellingen ƒ1850 d:o | ||
Uit 't Schip 't Duijfje uit de plettenbergsbaai | |||
verkoopen | 24 | p:s Geelhoute planken van 1 1/4 d:m op 1000 p:s gebrooken | |
Uit 't Schip de Jonge Frank uit de plettenbergsb: | |||
verkoopen | 2 | geelhoute planken van 1 1/4 d:m op 200 p:s gebrooken | |
Uit de Paketboot de Vlijt | |||
1 | Kist N:o 21 met zeijlen, voor 't regiment de Meuron volgens aanschrijvens der Heeren Meesteren in dezen bodem afgelaaden, echter volgens verKlaring der Scheepsoverheeden niet ontfangen | ||
Uit 't Schip d' Eensgezindheid , in de baaijfals | |||
afsz: { | 5 | p:s gr: deelen van 2 d:m in Europa te min ontfangen | } Alles volgens verklaring der Scheepsoverheeden |
4 | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o in Europa te min ontfangen | ||
4 | d:o heele Leggers Schooven in Europa te min ontfangen | ||
1 | d:o Eike plank van 8 en 10 d:m met het uitsetten uit de Lastpoort door de Strop geslipt en gezonken | ||
P:r 't Schip de Batavier van Ceilon | |||
400 | p:s deekens gecattoeneerde groote Cust | ||
verkoopen | 10 | pakken waar van 40 p:s in't geheel aangeslagen in 1 pak N:o 254 en | } onaangereekent herwaards gezonden |
Inneemen teegens | ƒ2185:01:08 | 360 goede | |
ƒ1530:08- | 440 p:s dekens geCattoeneerde kleijne Cust in 11 pakken | ||
P:r 't Schip de Maria van Ceilon | |||
afsz: | 230 | p:s haneCaatjes gem: gebl: | bij 't Stranden van dien bodem in de plettenbergsbaai verlooren geraakt |
140 | d:o d:o fijn d:o |
Uit 't Schip Nederlands Welvaaren . | |||
afsz: | 981 | lb Ijzer ges: op 78553 lb in 2493 Staaven, bij naweeging te min | |
Verkoopen: | 10240 | p:s graauwe Leijdsesteenen, op 30'000 p:s gebrooken. | |
Uit 't Schip de Jonge Frank | |||
Verkoopen { | 134 | lb zijlgaaren op 569 lb verrot en verslikt | |
17 | p:s Koornschoppen op 100 p:s gebrooken. | ||
1 | d:o donker blaauw Carsaaij op 160 p:s in 20 Kassen ten eenemaal bedorven. | ||
afsz: { | 5 3/4 | Vaten Theer, tot 't opvullen van 22 1/4 vaten verbruikt | |
148 | lb Witkrijt op 800 lb te min. | ||
Verkoopen | 12 | p:s Theerkwasten, op 50 p:s verstickt en verrot | |
afsz: | 792 | Cann: Bier op 7200 Cann: of 60 vaaten uit de Brouwerij de ( te min, als zijnde 30, van 2, 20 van 3, 3 van 4, 3 van 5 en 1 van 6 duijm bij pijling wan, mitsgaders 2 vaten leedig, en 1 vat zuur en weggeworpen. - | |
afsz: { | 2/15 | Kelders gedisteleerde Wateren op 1 Kelder of 15 flessen | } gebrooken |
1/15 | d:o Brandewijn fransche d:o 1 d:o d:o 15 d:o | ||
16 | p:s heele leggers banden d:o 1310 p:s in 5 Bossen | } te min | |
70 | d:o halve aamsbanden d:o1290 d:o d:o 2 d:o d:o | ||
70 | lb Marceilliaanse Zeep op 1000 lb in 2 Cassen bij naweeging te min. | ||
295 3/5 | Cann: Lijnolij op 1100 2/5 Cann: of 687 3/4 Stopen in 23 halve Aamen minder, als zijnde 7 van 3, 8 van 4, 3 van 5, en 2 van 6 duim bij pijling wan, mitsgaders 3 halve aamen te min uitgeleevert. | ||
338 | d:o Olijven olij, op 1455 Cann:e in 30 halve aamen bij pijling minder, als zijnde 3 van 3, 16 van 4, 17 van 5, 1 van 6 en 1 van 7 d:m bij pijling minder, zijnde echter. | ||
Inneemen | 8 | halve aamen Olijven olij, meerder uitgeleevert dan de factuur komt te Melden | |
afsz: | 462. | Cann: Raap olij op 1873 3/5 Cann: of 1171 Stoopen, in 40 halve aamen, waar van 20 van 3, 10 van 4 en 5 van 5 Duijm bij pijling wan, mitsgaders 5 Halve Aamen te min uitgeleeverd. Blijkt overzulks dat 3 Halve aamen Lijn olij en 5 halve aamen raapolij te min zijn uitgeleevert waar en tegen echter 8 Halve aamen olijven olij meerder zijn uitgeleevert. | |
verkopen | 13300 | p:s Lijdsche Steenen op 3400 p:s | } gebrooken |
d:o | 6627 | p:s Graauwe Moppen 25000 d:o d:o | |
Uit 't Schip de Geertruijda Petronella | |||
In de Baaij fals aangeland, en per 't brigantijn Scheepje de Helena Louisa na herwaards getransporteerd; bij dies ontfangst alhier. | |||
6 | p:s Guinees fijn gebleekt, op 40 p:s in 1 pak N:o 41 te min, als zijnde 't zelve bevonden open gesneeden te zijn. | ||
Uit 't Schip Spaaren In de Baai fals aangeland en per voorsz: Bodem de Helena Louisa herwaards aan gebragt. | |||
afsz: | 249 3/5 | Cann:e Olijven olij op 1455 Cann: of 30 halve aamen waar van 15 van 4 en 9 van 5 duijm bij peiling wan bevonden. | |
Uit 't Schip Zuijderburg meede in Baai fals aangeland en per voorsz: Kiel herwaards gebracht | |||
verkoopen | 42 1/2 | Ellen of 1 p:s donker blaauw Carsaaij op 6311 3/4 Ellen of 154 p:s in 19 Kassen, defect | |
Uit 't Schip Broederslust meede in Baaifals gearriveerd en per gem:e Kiel herwaards aangevoerd | |||
verkoopen | 26 | p:s Koornschoppen op 150 p:s in 2 Kassen gebrooken | |
Afsz: | 1 | d:o Hoosvat op 10 p:s te min in die kas L:a E | |
verkoopen | 1 | Uurglas van 2 Uuren op 4 p:s gebrooken. | |
1 | d:o d:o 1/2 d:o d:o 8 d:o d:o | ||
Uit 't Schip de Meermin uit de plettenbergs baaij | |||
verkoopen { | 3 | Geelhoute planken van 1 1/4 d:m op 320 p:s gebrooken | |
1 | d:o duig op 400 p:s gebrooken | ||
5 | d:o Wagenvellingen ƒ1850 d:o | ||
Uit 't Schip 't Duijfje uit de plettenbergsbaai | |||
verkoopen | 24 | p:s Geelhoute planken van 1 1/4 d:m op 1000 p:s gebrooken | |
Uit 't Schip de Jonge Frank uit de plettenbergsb: | |||
verkoopen | 2 | geelhoute planken van 1 1/4 d:m op 200 p:s gebrooken | |
Uit de Paketboot de Vlijt | |||
1 | Kist N:o 21 met zeijlen, voor 't regiment de Meuron volgens aanschrijvens der Heeren Meesteren in dezen bodem afgelaaden, echter volgens verKlaring der Scheepsoverheeden niet ontfangen | ||
Uit 't Schip d' Eensgezindheid , in de baaijfals | |||
afsz: { | 5 | p:s gr: deelen van 2 d:m in Europa te min ontfangen | } Alles volgens verklaring der Scheepsoverheeden |
4 | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o in Europa te min ontfangen | ||
4 | d:o heele Leggers Schooven in Europa te min ontfangen | ||
1 | d:o Eike plank van 8 en 10 d:m met het uitsetten uit de Lastpoort door de Strop geslipt en gezonken | ||
P:r 't Schip de Batavier van Ceilon | |||
400 | p:s deekens gecattoeneerde groote Cust | ||
verkoopen | 10 | pakken waar van 40 p:s in't geheel aangeslagen in 1 pak N:o 254 en | } onaangereekent herwaards gezonden |
Inneemen teegens | ƒ2185:01:08 | 360 goede | |
ƒ1530:08- | 440 p:s dekens geCattoeneerde kleijne Cust in 11 pakken | ||
P:r 't Schip de Maria van Ceilon | |||
afsz: | 230 | p:s haneCaatjes gem: gebl: | bij 't Stranden van dien bodem in de plettenbergsbaai verlooren geraakt |
140 | d:o d:o fijn d:o |
‘De volgende gebrooken, onbequaamen en gemotteerde goederen zijn zeedert p:mo Sept:r 1788. tot Ult:o aug:s deezes Jaars, bij diverse administratien onbequaam en onbruikbaar bevonden te worden.’
‘
In 't Equipagie pakhuis | |||
verkoopen { | 16 | p:s Spieren en 11 d:o Onderpalmen ten Eenemaal verrot en vervuurd, 't welk apparent door de broeijing weegens de lange reise van 't Schip de Vreede waar meede dezelve in den Jaare 1787, alhier zijn aangebragt, moet zijn veroorzaakt, en de vervuuring inwendig geweest, 't geen bij den Aanbreng niet kon gezien worden, maar vervolgens zo bij 't bewerken, als naderonderzoek, thans zodanig bevonden dat dezelve ten dienste der E Comp: tot niets deugdelijk is, of g'Emploieerd kan worden, als meede. | |
2 | d:o Ankerstokken vaderlandsche, bij doorzaagen in 't Hart meede vervuurd en verrot, en dus ook ten dienste der E Comp:e onbequaam | ||
15 | d:o Oude zeijlen, dewelke gediend hebben tot Tenten ten diensten van de op 't Robben Eiland gecampeerd geweest zijnde Troupen van het Regiment Luxemburg die aldaar, verrot, verscheurd en verweerd zijn geraakt, dus tot verdere diensten der E Comp: ten eenemaal onbequaam | ||
In 't Negotie Pakhuis | |||
Afsz: | 178 | lb Tabak op 96 Rollen in 2 Cassen en N:o 228 en 229 p:r 't Schip de Vlugge Trekvogel in A:o 1785. alhier aangebragt te min bevonden | |
verkoopen { | 4 | p:s Pijlaaken | } gemotteerd |
12 | d:o Groote waakrokken | ||
5 | d:o Kleijne d:o | ||
11 | d:o Duffeltjes | ||
11 | d:o Broeken | ||
35 | paar Kousen | ||
48 | d:o Schoenen verstikt | ||
In de Wijnkelder | |||
verkoopen { | 112 | p: Heele Leggers, als | |
18 | p: uit de wijnkelder | ||
10 | d:o van 't Schip Berkshoven | ||
12 | d:o d:o d:o Voorschooten | ||
7 | d:o d:o d:o de Vrouwe Susanna | ||
9 | d:o d:o d:o d:o Johanna | ||
14 | d:o d:o d:o de drie Gebroeders | ||
9 | d:o d:o d:o 'T Fortuijn | ||
5 | d:o d:o d:o de Batavier | ||
16 | d:o d:o d:o d:o Meermin | ||
3 | d:o d:o d:o 'T Duijfje | ||
3 | d:o d:o d:o de Helena Louisa | ||
3 | d:o d:o d:o d:o Schelde , met arak van Batavia aangeb: | ||
2 | d:o d:o d:o de Linie | ||
1 | d:o d:o d:o d:o Batterije de Chavonnes | ||
6 | p: Halve leggers te weeten | ||
2 | p: van 't Schip de Vrouwe Susanna | ||
2 | d:o d:o d:o d:o drie gebroeders | ||
2 | d:o d:o d:o d:o Meermin | ||
8 | Vaten in Soort van de Helena Louisa | ||
In 't Dispens | |||
verkoopen { | 1019 | p:s Koornzakken | } Onbequaam, dewelke ten deele bij de groot Commandos' aan Muijzenberg , Zaldanhabaai , S' Helena, Mossel en plettenbergsbaaij en elders, geduurende de 12 Maanden ten deele bij 't lossen der goederen van 't gestrand schip het Drital Handelaars , mitsgaders aan S Comp:s Scheepen tot bijstand in den ontfangst van haare provisien tot derselver reise als meede bij 't Transport der provisien zo met S Comp:s Scheepen als per as naar de Baaij fals , verscheurd en onbruikbaar geraakt, en voortst door de Rotten en muisen doorvreeten en vernield geworden zijn. |
1665 | d:o Gonnijzakken | ||
In de Arthillerie | |||
2 | p:s Canon Bokken | ||
13 | d:o Rampaarden | ||
6 | d:o Rolpaarden a 8 lb | ||
Op de Wapenkamer | |||
27 | p:s Soldaten Tenten | ||
74 | d:o Sabels | ||
In 't Hospitaal | |||
8 | p:r Serpentijnsteene vijssels | ||
7 | d:o Tinne Gangbekkens | ||
4 | d:o Wondspuijten | ||
3 | d:o Medicinaale Gewigtdoosjes | ||
6 | d:o Tinne Klisteerspuiten | ||
10 | d:o Lancetten | ||
12 | d:o Incisie schaaren | ||
3 | d:o Kopere Staartpannen | ||
8 | d:o haire Ziften | ||
2 | d:o Ijzere potten. |
In 't Equipagie pakhuis | |||
verkoopen { | 16 | p:s Spieren en 11 d:o Onderpalmen ten Eenemaal verrot en vervuurd, 't welk apparent door de broeijing weegens de lange reise van 't Schip de Vreede waar meede dezelve in den Jaare 1787, alhier zijn aangebragt, moet zijn veroorzaakt, en de vervuuring inwendig geweest, 't geen bij den Aanbreng niet kon gezien worden, maar vervolgens zo bij 't bewerken, als naderonderzoek, thans zodanig bevonden dat dezelve ten dienste der E Comp: tot niets deugdelijk is, of g'Emploieerd kan worden, als meede. | |
2 | d:o Ankerstokken vaderlandsche, bij doorzaagen in 't Hart meede vervuurd en verrot, en dus ook ten dienste der E Comp:e onbequaam | ||
15 | d:o Oude zeijlen, dewelke gediend hebben tot Tenten ten diensten van de op 't Robben Eiland gecampeerd geweest zijnde Troupen van het Regiment Luxemburg die aldaar, verrot, verscheurd en verweerd zijn geraakt, dus tot verdere diensten der E Comp: ten eenemaal onbequaam | ||
In 't Negotie Pakhuis | |||
Afsz: | 178 | lb Tabak op 96 Rollen in 2 Cassen en N:o 228 en 229 p:r 't Schip de Vlugge Trekvogel in A:o 1785. alhier aangebragt te min bevonden | |
verkoopen { | 4 | p:s Pijlaaken | } gemotteerd |
12 | d:o Groote waakrokken | ||
5 | d:o Kleijne d:o | ||
11 | d:o Duffeltjes | ||
11 | d:o Broeken | ||
35 | paar Kousen | ||
48 | d:o Schoenen verstikt | ||
In de Wijnkelder | |||
verkoopen { | 112 | p: Heele Leggers, als | |
18 | p: uit de wijnkelder | ||
10 | d:o van 't Schip Berkshoven | ||
12 | d:o d:o d:o Voorschooten | ||
7 | d:o d:o d:o de Vrouwe Susanna | ||
9 | d:o d:o d:o d:o Johanna | ||
14 | d:o d:o d:o de drie Gebroeders | ||
9 | d:o d:o d:o 'T Fortuijn | ||
5 | d:o d:o d:o de Batavier | ||
16 | d:o d:o d:o d:o Meermin | ||
3 | d:o d:o d:o 'T Duijfje | ||
3 | d:o d:o d:o de Helena Louisa | ||
3 | d:o d:o d:o d:o Schelde , met arak van Batavia aangeb: | ||
2 | d:o d:o d:o de Linie | ||
1 | d:o d:o d:o d:o Batterije de Chavonnes | ||
6 | p: Halve leggers te weeten | ||
2 | p: van 't Schip de Vrouwe Susanna | ||
2 | d:o d:o d:o d:o drie gebroeders | ||
2 | d:o d:o d:o d:o Meermin | ||
8 | Vaten in Soort van de Helena Louisa | ||
In 't Dispens | |||
verkoopen { | 1019 | p:s Koornzakken | } Onbequaam, dewelke ten deele bij de groot Commandos' aan Muijzenberg , Zaldanhabaai , S' Helena, Mossel en plettenbergsbaaij en elders, geduurende de 12 Maanden ten deele bij 't lossen der goederen van 't gestrand schip het Drital Handelaars , mitsgaders aan S Comp:s Scheepen tot bijstand in den ontfangst van haare provisien tot derselver reise als meede bij 't Transport der provisien zo met S Comp:s Scheepen als per as naar de Baaij fals , verscheurd en onbruikbaar geraakt, en voortst door de Rotten en muisen doorvreeten en vernield geworden zijn. |
1665 | d:o Gonnijzakken | ||
In de Arthillerie | |||
2 | p:s Canon Bokken | ||
13 | d:o Rampaarden | ||
6 | d:o Rolpaarden a 8 lb | ||
Op de Wapenkamer | |||
27 | p:s Soldaten Tenten | ||
74 | d:o Sabels | ||
In 't Hospitaal | |||
8 | p:r Serpentijnsteene vijssels | ||
7 | d:o Tinne Gangbekkens | ||
4 | d:o Wondspuijten | ||
3 | d:o Medicinaale Gewigtdoosjes | ||
6 | d:o Tinne Klisteerspuiten | ||
10 | d:o Lancetten | ||
12 | d:o Incisie schaaren | ||
3 | d:o Kopere Staartpannen | ||
8 | d:o haire Ziften | ||
2 | d:o Ijzere potten. |
‘En volgens g’annexeerde Reekeningen van den opziender van s Comp:s Slaaven logie gesterkt, met Secretarieele verklaaringen, zijn in de Jongst gepasseerde Maanden Maart, April, Meij, Junij, Julij en Aug:s deezes Jaars, door de Natuurlijke dood overleeden, als meede absent geraakt; te weeten.’
‘
afsz: { | 12 | Stuks kloeke Jongens, als |
10 Stuks overleeden | ||
2 d:o seedert 3 a 4 Jaaren Absent. | ||
1 | Stuks Zuijgende Jongen | } overleeden |
5 | d:o kloeke meidens | |
5 | d:o Zuigende d:o | |
2 | d:o Bandieten Jongens |
afsz: { | 12 | Stuks kloeke Jongens, als |
10 Stuks overleeden | ||
2 d:o seedert 3 a 4 Jaaren Absent. | ||
1 | Stuks Zuijgende Jongen | } overleeden |
5 | d:o kloeke meidens | |
5 | d:o Zuigende d:o | |
2 | d:o Bandieten Jongens |
‘En volgens bijgevoegde Reekeningen van den Landdrost en Resident in de Baaifals gesterkt met Secretarieele beedigde Verklaringen, zijn meede in gemelde tijd van s Comp:s Beestiaal, zoo verrekt, als door ‘t wildgedierte vernield en absent geraakt te weeten.’
‘
afsz: { | 1361 | Stuks Runderen, als |
1345 Stuks verrekt en | ||
16 d:o Absent geraakt, zeedert 2 Jaaren | ||
51 | d:o p:s Paarden | } verrekt |
3 | d:o d:o Ezels | |
4 | d:o d:o Bokken |
afsz: { | 1361 | Stuks Runderen, als |
1345 Stuks verrekt en | ||
16 d:o Absent geraakt, zeedert 2 Jaaren | ||
51 | d:o p:s Paarden | } verrekt |
3 | d:o d:o Ezels | |
4 | d:o d:o Bokken |
‘/Onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop d:n 13: Octob:r 1789’
‘/was geteekend:/ J: I: Rhenius.’
met mondeling verzoek dat daar op mogt worden gedisponeerd, en is derhalven zijn Ed: gequalificeerd daar meede zodanig te handelen als in margine van die Memorie is opgegeeven, terwijl omtrent 6 Stukken Guinees fijn gebleekt Cust, door de Opperhoofden van het scheepje de Helena Louisa bij hun retour uit Baaifals te min uitgeleeverd, is verstaan dies bedragen op hunne Soldij reekeningen ingevolge de ordres met 25 prC:t verhoging in maniere als volgt te doen belasten
De opperhoofden van de Brigantijn de Helena Louisa werden op Reecq. van Zoldijen ten Laste Gebragt
Nederlands Geld | Ducat:s a 66 Stijv:s | India's Geld a 80 Stf:s | |
6 p:r Guinees Fijn gebt: Cust | ƒ169:13: p:r | 51 9/22 | ƒ205:13:- |
Hier op 25 prC:t Verhooging | d:o 51:08:08 | ||
te saamen | ƒ257:01:08 | ||
Komt voor Reecq:e van den Gezaghebber - 2/3 | ƒ171:07:08: | ||
Komt voor Reecq: van den Capit:n Lieuten: 1/3 | d:o 85:14:- | ||
Geld als boven | ƒ257: 01:08: |
Nederlands Geld | Ducat:s a 66 Stijv:s | India's Geld a 80 Stf:s | |
6 p:r Guinees Fijn gebt: Cust | ƒ169:13: p:r | 51 9/22 | ƒ205:13:- |
Hier op 25 prC:t Verhooging | d:o 51:08:08 | ||
te saamen | ƒ257:01:08 | ||
Komt voor Reecq:e van den Gezaghebber - 2/3 | ƒ171:07:08: | ||
Komt voor Reecq: van den Capit:n Lieuten: 1/3 | d:o 85:14:- | ||
Geld als boven | ƒ257: 01:08: |
Voorts wierd geexamineerd de volgende Reekening van de Zeguls van p:mo Maart tot Ult:o Augustus Jongstleeden verkogt.
‘Lijst der verkogte Zeguls Zedert P:o Maart, tot Ult:o Augustus 1789.’
‘
3161 P: a 1/8 Rd:s id:r | Rd:s 395.01. |
1732 d:o d:o 1/4 d:o d:o | d:o 433:- |
532 d:o d:o 1/2 d:o d:o | d:o 266:- |
19 d:o d:o 3/4 d:o d:o | d:o 14:02 |
169 d:o d:o 1 d:o d:o | d:o 169:- |
72 d:o d:o 2 d:o d:o | d:o 144:- |
12 d:o d:o 3 d:o d:o | d:o 36:- |
73 d:o d:o 4 d:o d:o | d:o 292:- |
35 d:o d:o 5 d:o d:o | d:o175:- |
1 d:o d:o 6 d:o d:o | d:o 6:- |
38 d:o d:o 8 d:o d:o | d:o 304:- |
19 d:o d:o 10 d:o d:o | d:o 190:- |
8 d:o d:o 12 d:o d:o | d:o 96:- |
13 d:o d:o 15 d:o d:o | d:o 195:- |
2 d:o d:o 25 d:o d:o | d:o 50:- |
Somma | Rd:s 2765:03 |
3161 P: a 1/8 Rd:s id:r | Rd:s 395.01. |
1732 d:o d:o 1/4 d:o d:o | d:o 433:- |
532 d:o d:o 1/2 d:o d:o | d:o 266:- |
19 d:o d:o 3/4 d:o d:o | d:o 14:02 |
169 d:o d:o 1 d:o d:o | d:o 169:- |
72 d:o d:o 2 d:o d:o | d:o 144:- |
12 d:o d:o 3 d:o d:o | d:o 36:- |
73 d:o d:o 4 d:o d:o | d:o 292:- |
35 d:o d:o 5 d:o d:o | d:o175:- |
1 d:o d:o 6 d:o d:o | d:o 6:- |
38 d:o d:o 8 d:o d:o | d:o 304:- |
19 d:o d:o 10 d:o d:o | d:o 190:- |
8 d:o d:o 12 d:o d:o | d:o 96:- |
13 d:o d:o 15 d:o d:o | d:o 195:- |
2 d:o d:o 25 d:o d:o | d:o 50:- |
Somma | Rd:s 2765:03 |
’/:Onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop ultimo Aug:s 1789’
’/:was getekend:/ O: G: de Wet’
en beslooten dies Rendement van Rd:s 2765. 3. - bij de kleine Geldkassa naar gewoonte te doen inneemen.
Wijders wierd geresumeerd een geschrift van diverse Burgerseinmannen luidende
Aan den WelEdele Gestr:e Heer Gouverneur Cornelis Jacob van den Graaf beneffens Den E: Achtbaaren Politiquen Raad.
‘WelEdele Gestrenge Heer en Edelen Achtb: Heeren!’
‘Wij ondergeteekende zijn Mannen versoeke zeer ootmoedig, in Cas van onverhoopte rupture na het doen der zijnen g’ Informeerd te zijn hoe ons te zullen gedraagen, terwijl onse Instructie wel dicteerd als dan Caabwaards te koomen’
‘Dan wij vinden ons onder gunstige welduiding, in dezelve Instructie beswaard terwijl daar bij alleenlijk bepaald is dat oude lieden buiten zullen verblijven, om van den een naar den anderen plaats te rijden, ten einde voor te koomen daar door de zig aldaar bevindende slaaven geene brutalitijden, werden gepleegd ofte iets nadeeligs onder nomen, dan WelEd: Gestr: Heer en E: Achtb: Heeren hoe zal zulks door lieden die reets in die gevorderde Jaaren zijn en aan lichaamsgebreeken laboreeren worden verrigt, daar bij komt nog dat men voor elk dier oude lieden, die voor hunne buuren waaken zullen, ten minsten Vijftig Mans Slaaven tellen kan, en onder welke men al meede zoude moeten recqueeren het restant kruit die tot de zijnen gedient heeft.’
‘Dierhalven vinden wij ons verpligt WelEdele Gestr: Heer en E Achtb: Heeren zullen wij niets onse dierbaarste Panden ten Proij van zoo een groot aantal slaaven overgelaaten vinden, ons te wenden tot UwEdelen Gestr: en E Achtb: met demoedig verzoek of het van derzelver welbehagen zijn mag het in diervoegen te schikken dat buiten de zijn Mannen zelfs bij ieder derzelve nog twee Persoonen van wien men dienst vergen kan te voegen, die daar omstreeks woonen om geduurende de afwesigheid van die Persoonen die hunnen dienst aan deeze Hoofd plaats ofte elders presteeren moet, op het een en anders toezigt te hebben, ofte zodaanig orders als UWelEd: Gestr: en E Achtb: naar derzelver verligt oordeel zullen vinden te behooren.’
‘/onderstond:/’
‘’T welk doende zoo Blijven /:lager/ WelEdelen Gestrenge Heer en E: Achtbaare Heeren UWelEdelens onderdanige en gehoorzaame Dienaaren /was geteekend/ Melt van der Spuy, Jacobus Slabber, Pieter van der Bijl, Willem Basson, Jan Hend:k Rust, Johannes Basson J: Z: Gijsbert van de Westhuijsen, Johannes Lambrechts en Johan Jacob Meijer.’
en daar op beslooten Copia Authenticq daar van te stellen in handen van den Burgerkrijgsraad alhier, en die van Stellenbbosch , ten einde deezen Raade te berichten of en in hoeverre zij vermeenen dat aan het verzoek der Supplianten zou kunnen worden voldaan.
Hier na wierd geleezen een bericht door Landdrost en Heemraden van Stellenbosch en Drakenstein over zeekere Stukje Lands ter groote van 5 1/6 Morgen door den Burger Christoph Hendrik Niehaus in eigendom verzocht, en door hem Landdrost en Heemraaden getaxeerd op Rd:s 155:- en is derhalven goedgevonden en verstaan dat strookje Gronds aan hem Niehaus onder betaling der gemelde Somma in eigendom te geeven.
Hier na wierd geresumeerd het volgend verzoekschrift van den oud Burgerraad Johannes Karnspek.
Aan den WelEdele Gestr Heer Cornelis Jacob van den Graaff. Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien etc:a &:a &:a benevens den E Achtb Raad van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Den oud Burgerraad Johannes Karnspek neemt eerbiedig de vrijheid Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: ter kennisse te brengen hoe den Suppl:t met voorweeten van den WelEdele Gestr: Heer Gouverneur heeft laaten meeten zeekere stuks lands ter groote van Vier Morgen Vijf hondert agt en veertig quadraat roeden en sestig gelijke duijmen, waar van door den Landmeeter is geformeert Een Caart, die den Suppl:t de Eer heeft ter Speculatie van UWelEdele Gestr: en E Achtb: deeze te annexeeren.’
‘En wijl d’ uitgaaf van dat Stukje Lands niemand kan prejuditieeren, zo is ‘t uit dien hoofde dat den Suppl:t zich reverentelijk keert tot Uwe WelEdele Gestr: en E: Achtb: met humble Sollicitatie dat het van welderzelver goedheid gelieve te zijn, gemeld stukje Lands den Suppl:t in eigendom te verleenen, op alle zodanige Conditien en bepalingen, als Uwe WelEdele Gestr en E Achtb: zullen goedvinden te behooren.’
‘/onderstond/’
‘’T Welk doende &:a /was geteek:/ J: Karnspek’
en besloten Copia daar van te stellen in handen van Gecommitteerdens uit den Raad van Justitie, omme ten overstaan van den Heer independent Fiscaal te examineeren of de uitgaave van het verzochte Stukje Lands aan niets hinderlijk kan zijn, en zo neen, op te geeven voor hoe veel zij vermeenen, dat ‘t zelven aan hem Karnspek in eigendom kan worden afgestaan.
Nog wierd door den Soldaat Nicolaas Goelde gepræsenteerd het volgend Request.
Aan den WelEdele Gestr Heer Cornelis Jacob van de Graaff. Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en dies Ressorte &:a &:a &:a beneevens den E Achtb Raad van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer! en E: Achtb: Heeren!’
‘Geeft met schuldige Eerbied te kennen Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: nedrigen dienaar Nicolaas Goelde vande Keurpaltz: Hoe hij suppl:t in den Jaare 1773 met het Fluitschip de Hoop in qualiteit als Soldaat alhier aangeland, zig altoos bevlijtigd heeft, met alle zêle en trouwe de E Comp:e geduurende den tijd van elf Jaaren te dienen tot dat door de gunstige dispositie van Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: in ‘t Jaar 1785 van gage is afgeschreeven geworden.’
‘Daar hij Suppl:t egter seedert dien tijd zig nimmer de belangen der E:Comp:e onttrokken, maar altoos zijne uitterste pogingen aangewend heeft, om dezelve van eenige dienst te kunnen zijn, zoo in ‘t bijwoonen van meest alle de gedaane Commissien naar de Caffers, ten einde door deszelfs verkreegene kunde in die taal als tolk de ontstaane geschillen te helpen vereffenen, als in andere voorkomende geleegendheeden, zoo keerd de Suppl:t zig tot UWelEd: Gestr: en Achtb: ootmoedig imploreerende nademaal reeds voor elf Jaaren alhier gehuuwd is kinderen geprocreëerd heeft, en in ‘t bezit van zodanige middelen is gesteld, dat zig genoemsaam in staat bevind, zijne famielle ordentelijk te kunnen alimenteeren, dat UWelEdele Gestr; en E Achtb: van die goedheid gelieven te zijn, hem uit den dienst der E Comp:e te ontslaan, en met het burgerrecht te begunstigen.’
‘Zullende de Suppl:t ten allen tijde tragten zig deeze gunst, waar het ook mooge zijn in het aanwenden zijner pogingen ten dienste der E Comp:e waardig te maaken.’
‘/onderstond:/’
‘’T welk doende & /was geteek:/ Johan Nicolas geëlde’
en beslooten hem uit den dienst der Edele Compagnie te ontslaan en te stellen in Burgervrijdom, zoo uit aanmerking van de Loflijke Getuigen omtrent zijn goed gedrag ingekoomen, als om hem aan te moedigen getrouw voor te vaaren om de Commissiën die Successivelijk naar de verafgeleegene Caffers moeten worden gedespiciëerd als Tolk te blijven adsisteeren.
Eindelijk wierd ingevolge het verzoek van Landdrost en Krijgsofficieren aan Stellenbosch , beslooten tot de op handen zijnde burgerexercitie aldaar te laaten verstrekken 1800 lb Buskruit en 2700 p:s vuursteenen.
Wordende nog laatstelijk geresumeerd het volgende verzoekschrift door den burger Jacobus Everhardus Smith ingediend, luidende
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Achtb: Raad van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer! en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Geeft reverentelijk te kennen Uwer WelEdelen gestrenge en Ed: Achtb: zeer nedrigen Dienaar den burger Jacobus Everhardus Smith; hoe hij suppl:t met voorkennis van den WelEdelen Gestr: Heer Gouverneur heeft laaten meeten zeeker Stuk land ter groote van Twee Morgen gelegen in dit Caabs district, van ‘t welk UWelEdele Gestr: en E Achtb: des gelievende nader inspectie zullen kunnen neemen uit een door den Landmeeter daar van geformeerde en deezen g’annexeerde Caart.’
‘En daar d’ uitgaaff van voorm:d Stukje Lands tot niemands prejuditie kan strekken zo verzoekt den Suppliant op ‘t eerbiedigst dat het van UWelEdele Gestrenge en Edele Achtbaare goede geliefte zijn moge het zelve stuk lands aan hem in eigendom te vergunnen op zodanige Conditien en prijzen als UWelEdele Gestr: en Edele Achtb: daar omtrend zullen gelieven te bepalen.’
‘/onderstond:/’
‘’T Welk doende etc:a /:was get:/ J: E: Smit’
en besloten Copia van het zelve te stellen in handen van Commissarissen uit den raad van Justitie omme ten overstaan van den Heer Independent Fiscaal te examineeren of de uitgaave van het verzochte stukje Lands aan niets hinderlijk kan zijn, en zo neen, op te geeven, voor hoe veel zij vermeenen dat het zelve aan hem Smit in Eijgendom kan werden afgestaan.
Aldus Gedaan en Gearresteerd.
In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
met referte aan mijn aantekening bij de Resolutie van den 2: do October 1789.
C. 183, pp. 271-371.¶
Maandag d:n {17891019} 19 Octob:r 1789
Extra ordinaire vergadering s’ voormiddags, alle præsent dempto den Heere Gordon.
Wierd door den Heer Gouverneur den raade te kennen gegeeven, hoe onder verscheidene propositiën door de onlangs van hier vertrokkene militaire Commissie, ‘er ook eene was tot het oprichten van eenen Krijgsraad voor het nationaale Corps alhier in Guarnisoen, en het daarbij plaatsen van eenen Auditeur militair , dat zijn Ed: reeds voor lange van de nuttigheid en noodzaakelykheid daar van om verscheidenen reedenen en motiven bij zich zelve overtuigd geweest zijnde, tot maintiën eener Strikte discipline en goede ordre onder de troupes van het nationaal Guarnisoen deeze propositie per Copiam zonder tijd verzuim hadde gesteld, in handen van den Heer independent Fiscaal, met verzoek omme zijn Ed: omtrent dat poinct te dienen van deszelfs Consideratien en advijs, of en in hoe verre men het daar bij verlangde oogmerk met een gewenscht Succes zoude kunnen bereiken? en ook gelijke Copia aan de Hoofden van dat nationaale Corps hadde afgegeeven, omme insgelijks derzelver gedachten daaromtrent te verneemen, en daar op hadt ontfangen de hier na volgende recriptiën die zijn Ed: teffens ter tafel vandeezen raade was overleggende.
Aan den WelEdelen Gestrengen Heer C:J: van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop & Ressorte etc:a etc:a
‘WelEdele Gestrenge Heer!’
‘De ondergeteekende Independent Fiscaal van dit UWelEdele Gestr: aanbevolen Gouvernement, ontfangen hebbende een Extract van zodanige Consideratien als door de Hoog Edele Gestrenge Heeren Militaire Commissarissen zijn overgegeeven, houdende de questie,of het niet noodzakelijk zoude zijn, om aan de Nationaale Troupes alhier, eene Krijgsraad te vergunnen, en daar bij een Auditeur toe te voegen? met verzoek omme UWelEd: Gestr: omtrent dat poinct te dienen van deszelfs Consideratien en advies, of en in hoe verre men het daar bij verlangde oogmerk met een gewenscht succes, zoude kunnen berijken?’
‘Heeft de eere, omme daar aan, voor zo veel in zijn vermogen is, te voldoen, UWelEd: Gestr: kortelijk voor te draagen.’
‘Dat boven en behalven de Redenen van misnoegen, welke tusschen de militaire moet ontstaan; wanneer het eene Corps bij Capitulatie eene eigene krijgsraad is geaccordeert, en het andere niet, te regt door Heeren Commissarissen geallegeert,’
‘Het den ondergeteekende is voorgekomen, dat de meerdere uitgestrektheid, deezer steeds aanwassende Colonie, en daar bij de Grooter vermeerdering van het guarnisoen, ook eene meerderen omslag en arbeid in alle de Departementen heeft te weege gebragt, in welke dat van het Justitie weezen mede rijkelijk heeft geparticipeert, waar aan dus door het oprigten van zodanig eene geproponeerde krijgsraad geene kleine verligting zoude worden toegebragt.’
‘Dat het eenen indisputable waarheid is, dat de Krijgskunde particuliere eigenen wetten vordert, en dus de Militaire, in dienst zaaken, volgens andere wetten gejugeerd moeten worden, dan politicque personen.’
‘Dat het ook aan den Politiquen Regter niet te vergen is, alle die wetten grondig te kennen, en hij overzulks geconsidereert mag worden, buiten staat te zijn, omme de op te leggene straffen in militaire delicten, na merites te kunnen adaptéren, nogte het voor of nadeel dat uit zodanigen geval, voor het Krijgsweezen moet ontstaan, na de juiste waarde te kunnen Schatten.’
‘Dat het door de Militaire zelve altoos als een voorregt is gereekent hunne eigene Regters te mogen hebben, en zij daar inne eene soort van ambitie hebben gesteld.’
‘En terwijle het nu zeeker gaat, dat die menschen zullen zij hunnen pligt na behooren betragten, ‘t aller stonden hun leven veil hebben voor hunnen souverein, de gevaren tarten en de dood onverschrokken onder de oogen zien, voornamentlijk door Eere en ambitie, de eenigste en voornaamste ja onfeilbaarste Drijfveer der Helden, moeten worden geregeert en aangezet, moet men ook zoo veel mogelijk dezelve daar in zoeken te gemoet te koomen en tragten te inciteeren; welk bût den ondergeteekenden zig vleit, dat al meede hier door voor een gedeelte zoude kunnen worden bereikt.’
‘Dat de militaire discipline en zo nodige Subordinatie, zonder de welke geene Militie kan bestaan, maar die als basis is, waar op de gantsche Krijgskunde gevestigt, en waar door de rust en veiligheid, in een met troupes voorziene Guarnisoen, bewaard word, door dien weg niet weinig gesterkt ende verzeekert zoude worden.’
‘Het welke de droevige ondervinding, in deeze, door gods goedheid thans gelukkig gepasseerde Troubles, op sommige Plaatsen in de Republicq volkomen heeft bevestigt, wanneer men zo veel mogelijk getragt heeft de militaire Jurisdictie door allerhande middelen en wegen te verkorten en afbreuk te doen, het volk van Oorlog van hunnen Competenten regter af te trekken, Eed en pligt te doen verzaaken, en hun de Schuldige gehoorzaamheid aan derzelver wettige gebieders te doen vergeeten.’
‘Omme alle welke reedenen den ondergeteekende van gevoelen zoude zijn, Dat het formeeren van zodanig eenen Krijgsraad, niet alleen nuttig, en voor de Maatschappije voordeelig, maar in de tegenswoordige omstandigheid, waar inne deze uithoek zig bevind, als allernoodzakelijkst geconsidereert mag worden.’
‘Sprekende het voor ‘t overige van zelve, dat, zal ‘er eenen Krijgsraad zijn, ‘er ook een Persoon moet weezen, die van Officie wegen voor dezelve ageert, in de zaaken na stijle en practijck der militie, voordraagt.’
‘Waar mede den ondergeteekende vertrouwt dequæstio au? dat is of ‘er zodanig eene Krijgsraad alhier kan en diende te weezen, te hebben afgehandelt’
‘Zullende het ‘er nu verder op aankomen omme dequæstio quomodo? dat is omme de verrigtingen zo van dien Krijgsraad zelve, als van den daar bij toe te voegenen auditeur, te bepalen:’
‘Waar omtrent den ondergeteekende van Oordeel is, dat men met alle omzigtigheid diende te werk te gaan, ten einde zo veel mogelijk alle disputen, misverstanden en Conflictie van jurisdictie, die door onzekerheid ofte duisterheid daar uit zouden kunnen ontstaan, voor nu en in ‘t vervolg te voorkoomen.’
‘Ter voldoeninge aan de motiven; tot het oprigten dier krijgsraad zo door Heeren Commissarissen, als door den ondergeteekenden bijgebragtten hier vooren aangehaalt, zal het na zijne gedagten genoeg weezen, ingevalle aan den Krijgsraad word gegeeven de faculteit omme te jugeeren overpure militaire DelicteHet geene allesints overeenstemt met de Capitulatie van het Regiment van WurtembergArticulo 22: houdende.’
‘“Le Regiment aura son Conseil de Guerre, pour les Delitspurement Militaires, bien entendue que les peines de Morts ne doivent être executées, que d’apres l’approbation du Gouvernement: etdans tous les autre Cas, le Regiment se Conformera aux Loix et aux Usages de la Compagnie”’
‘Waar van Heeren Majores ook niet geheel alieen schijnen te zijn: zoo als blijkt uit hoogstderzelven missive geschreeven aan Gouverneur en Raaden alhier de dato 28 Julij 1785.in Verbes,.’
‘“Dat de Garnisoens, dat ispure militaire Delictenvan de Artilleristen, even als die van de andere Troupen van het Guarnisoen,gestraftmoeten worden, met voor kennis van den Gouverneur, terwijl de op gelegde militaire straf, geexecuteerd moet worden door het Corps, onder het welke de gedelinqueert hebbende behoort.’
‘Door depure militaire Delictennu, verstaan, de Rechtsgeleerden, gelijkArrius Menander in lib 1 de re milit in l 2. ƒƒ de re milit Groenewegen de ll: abrog, ad l: 6 C: de jurisd: omm:e Jud vromans de For. Comp Lib:s Par: 9 N:o 13. Voet de jur: Milit Cap. 7 N:o 9.’
‘Bijnkershoek qûæst. Jur: priv: L:s. C 13. de For milit in Causis delict.’
‘Van Hasfeld onderrigt: over de milit: Jurisd: C:s § 11en eene menigte andere,Zodanige Delicten die de militairen Committeeren als militaire, en waar aan zig niemant, of hij moet een militair zijn, kan schuldig maaken.’
‘Als daar zijn, Desertie, het gaan loopen in een slag, overloopen na den vijand, overloop van de eene Compagnie onder de andere zonder paspoort, het verliezen van wapenen ofte veralieneren van dien, het verlaaten van zijn post, ‘t Slapen op dezelve, een die om te recognosceéren ofte te fourageeren zijnde uitgezonden weg blijft, een die uit de loopgraaven weg gaat, een die van de Wagt gaat, een die op zijn tijd met verlof uitzijnde weg blijft; een die de Wal overklimt, of die over de muur het leger inkoomt, een die de gragt doorwaat of zwemt, voortz ongehoorzaamheid, opstand of zamensweeringe tegens zijnen veldheer en andere opper ofte onderofficieren, dronckenschap, dissolutie en wat diergelijke soorten meer zijn, alle gedetailleertin lege 3 ƒƒ de re militair.’
‘Waar van weldegelijk onderscheiden worden de gemeene ofteCommunia Delicta, welke door persoonen die geen militairen zijn, ook begaan kunnen worden,’
‘Als doodslag, Overspel, vrouwenkragt, vervalsching der munte, Brandstigting, Geweld, valsheid, Straatschenderijen, huisbraak, dieverije en wat dies meer is.’
‘Deeze Krijgsraad dus alleenlijk over pure militaire delicten, zullende vonnissen zouden alle de overige delicten en Contraventien teegens de gestatueerde wetten, Placcaaten en ordonnantien ter judicature van den Ordinairen dagelijksen Regter, als van Ouds verblijven, en gevolgelijk de militaire persoonen in alle andere zo civiele als Crimineele zaaken, apprehensibel, Convenibel, justitiabel en executabel zijn bij den Civilen Regter, gelijk zulks reeds in den Jaare 1651 op den 25 Maart bij resolutie van de gemeene Bondgenooten is vastgesteld, na dat de Heeren Staaten van Gelderland en Utrecht op den 30: Jann: Ea en die van Overijssel op den 7:e Feb: daar van in die algemeene vergaderinge de propositie reets hadden gedaan. Waar uit dan ook volgt dat geene Politicque ofte Burgerlijke Persoonen, nog in Civile nog in Crimineele zaaken hoegenaamt, immer voor dezelve zullen mogen geConvenieert ofte aangesprooken worden’
‘Dat in Civile zaaken alle Politicque ofte Burgerlijke Persoonen iets te eischen hebbende van Militaire, ofte ook Militaire van Politicque, hunne actien zullen moeten institueeren voor den ordinairen Civilen Regter; en dat de Militaire verpligt zullen weezen hun aldaar te verandwoorden ofte hunne Parthijen te Conveniéren.’
‘Dat twee Militaire in Civiele zaaken, als over hetmeum et tuum, wegens Erffenissen of versterfenissen, Testamentaire Dispositien, huuren, pagten, Coop, vercoop, schuldbekentenissen, geleende penningen etc:a etc: iets van den anderen te eischen hebbende, zulks meede zullen moeten doen voor den ordinaris Civielen Regter: denwelken dus alleen de judicatuure over het matrimonieele zal moeten verblijven.’
‘Maar dat, zo wanneer Militaire met Militaire eenige quæstien zouden mogen hebben over haare soldije, gages, klederen, wapenene, voedzel, dekzel en diergelijke, het zelve beschouwt zijnde als pure militaire huijshoudelijke domestique zaaken, door de krijgraad zoude behoren te worden getermineert.’
‘Verder neemd den ondergeteekende, onder Correctie, dat in Cas van provocatien en Duellen tusschen Militaire, dezelve voor den Krijgsraad, edog tusschen Militaire en Burgerlijke of Politicque Personen, dezelve als dan beide,propter Continentiam Causievoor den Civielen Regter Conveniebel zoude moeten zijn.’
‘Het eerste, onder meerdere andere reedenen, om dat ér dikwils omstandigheeden bij kunnen koomen, die zodanig eene Provocatie of Duell, hoe wel in ‘t generaal onder deCommunia Delictagerekent, egter onder depure militaire delictenrangeeren zouden: en het laatste Conform het Placcaat van de Heeren Staten van Holland en Westvriesland tegens Duellen d:d: 22: Maart 1657. te vinden bijM:r S: van Leeuwen man: van Proced: onder de bijlagen pag: 428.’
‘Wat nu wijders aanbelangt, de wijze op welke zodanig eene Krijgsraad diende geconstitueert te zijn, de plaats waar, de tijden op welke vergaderen moet, als mede de bepaling der kosten van Parthijen, de remuneratie der Heeren Leeden en Auditeur, hunne Rang, Getal præsidie, wijze van Raadspleging etc: etc: zo zal den ondergetekende, vermeenende zulx van zijn Departement niet te weezen, zig hier over met verder behoeven uit te laaten.’
‘Den Auditeur betreffende, is den ondergetekende van gevoelen, dat hier toe behoorde te worden verkoozen een bekend persoon, ter goeder naam en faam staande, nugteren en bequaam, ten minste eenen superficiele kennis van de Romeinsche Regten bezettende, voortz in de krijgskunde eenigzints en in de Krijgswetten en particuliere Militaire huijshoudinge, volkoomen ervaren.’
‘Dat den Auditeur enkel en alleen inpure militaire Delictenen hier vooren reetz geEnumereerde zaaken, zoude mogen Agéren.’
‘Dat van alle andere hem voorkomende zaaken, en Delicten, de militaire of ook de Burgers betreffende, zoude behooren kennis te geeven aan den Independent Fiscaal, met overgave der Delinquanten en bewijs stukken die hij mogt voor handen hebben, den hem dus tot bevordering der Justitie op allerhande wijzen behulpzaam zijn.’
‘Dat hij geene justitieele of Notarieele actens hoe genaamt, het zij van volmagten, obligatien of schuldbekentenissen, Huwelijkse voorwaarden of Contracten, Testamentaire of Codicillaire dispositien, transporten, Donatien, Cessien, Trans actien, Huur of pagt cedullen, Coopbrieven, nogte alle verdere Soortgelijke, veel min Inventarisatien of vendutien, zoude mogen pleegen ofte doen, ‘t zij van verstorvene ofte nog levende, ook geene Condschappen nogte attesten inwinnen of laaten recolleeren, dan alleen in pure militaire delicten, en dat alleen van militaire personen.’
‘Maar dat wanneer burgerlijke persoonen; inpure militairedelicten mede betrocken waaren, waar van hij eenige verklaringen nodig had;’
‘Hij dezelve bij de ordinaris Justitie zoude moeten zoeken; gelijk ook alle andere in zaaken voor den ordinaris Richter geventileert, wordende, aldaar zoude moeten ingewonnen ende gegeeven worden.’
‘Dat echter om voor te komen, dat S Lands dienst, door ‘t dikwils op ongelegene tijden vorderen van zodanige Condschappen en verklaringen van militaire dienstdoende persoonen, en wanneer dezelve daartoe ‘t zij van weegens ‘t Officië Fiscaal ‘t zij van wegens particuliere wierden gerequireert ende geciteert, het gevoegelijkst zoude zijn, dat zodanige Citatien, niet aan de persoonen zelve, ingevalle het onder officieren ofte gemeene mogten zijn, waar aan den Auditeur, dan wel aan den Commanderende Officier van het Corps, waar onder gehoorden, door den Bode van Justitie wierden geExploiteert: welke als dan verplgt zouden moeten weezen te zorgen, dat aan het gerequireerde behoorlijk wierde voldaan, en de geeischte getuigen, zig ter bekwamer tijd en plaatse kwaamen te sisteeren.’
‘Al het voorstaande nogtans met deeze verstande, dat ingevalle of het officie Fiscaal of Parthijen, tot gemak en verligting van Heeren Commissarissen en den secretaris van den Achtb: Raad van Justitie, dan wel om andere reedenen, mogten præfereeren hunne benodigde Condschappen en verklaringen van Militaire Persoonen, door den Auditeur en voor krijgsCommissarissen te doen inwinnen, hun dit zal worden vrijgelaaten en hij auditeur verpligt zal weezen, des gerequireert wordende, zulks na behoren te præsteren;wanneer teffens aan den Raad van Justitie diende geinjungeert te worden, dezelve aan te neemen, en in judicando daar op regt te doen.’
‘Eijndelijk om zo veel mogelijk alle Cavillatien, disputen en Conflicten van jurisdictie te vermijden en af te snijden, behoorde in voorkomende gevallen, welke aan eenige dubieteit onderworpen ware, of dezelve wel onder de Classis der pure militaire delicten gerangeert mogten worden. den Auditeur of wel andere daar bij gejuterresseerde, de decisie daar omtrent bij den Edelen en Achtbaren Raad van Politie te verzoeken.’
‘Edog vermits door de Hooggebiedende Heeren Meesteren ter vergadering van Zeventhienen bij Instructie van den Jaare 1785, aan den Independent Fiscaal de administratie der Justitie, zonder de minste exceptie ofte onderscheid van Politique oftemilitairePersoonen is ende blijft opgedragen en aanbevolen, en zulks bij den5: articul in verbis‘
‘“Den independent Fiscaal zal hebbende Directie en het beleid van alle, zo civiele als Crimineele zaken, Omme de actien te institueren, en voortsz ten uiteinde te vervolgen, zodanig als hij volgens zijn Eed zal oordeelen te behooren,”’
‘zo vermeend den ondergeteekende aan UWelEd: Gestr: nog kortelijk te moeten voordragen, eenige Consideratien en reflexien, door welke hij van gevoelen is, dat geprævenieert zoude kunnen worden, dat zijn ampt in deszelfs wel hebbend regt, op geenerleij wijze wierde verkort.’
‘In de Eerste plaatz dan zouden de leeden van die Krijgsraadqua judicesmitsgaders den aan te stellenen auditeur, even als de respective Landdrosten, in cas van protractie van Justitie, exces en beswaar, Corruptie, vexatie, mesuses ofte nalatigheid en pligtversuim in hunlieden officie, respectievelijk door den independent Fiscaal moeten zijn en blijven Calangabel.’
‘2:e zoude de concessie aan den krygsraad omme de plano en by arrest alleen te jugeeren en vonnissen, over pure militaire Delicten, ook geensints moeten obstéren dan den 14:e Articul van de hier voren geciteerde Instructie, houdende’
‘“De independent Fiscaal zal accesvisie en lecture hebben, tot en van alle Registers, boeken, brieven, Rekeningen en papierengeene uitgezonderd.”’
‘En dus zoude hij telkens zulks begeerende, opening moeten hebben van de notulen wegens het gebesoigneerde in die krijgsraad, van de processale Stukken of papieren, middelen, bewijzen, interlocutoire en definitive vonnissen in zaaken voor dezelve gevlooten.’
‘3:e Zoude aan hem de faculteit behooren gelaaten te worden omme ingevolge den sesden articul van duckgemelde Instructie luidende.’
‘“En zal hij independent Fiscaal, daar zulks van noden zal weezen; zig mogen voegen met Parthijen, dewelke in dat geval niet zullen mogen dienen van eenige Schrifture, stukken of munimenten, voor en al eer hij Fiscaal daar van zal hebben gehad visie.,”’
‘Omme in Cas van Provocatie oft Duel tusschen militaire Personen, gelijk hier voren is gezegt door den Krijgsraad beoordeeld zullende worden, zig met den Auditeur voor dezelve te voegen.’
‘4:e insgelijks diende aan hem vrijgelaaten te worden, omme telkens wanneer eenige Rapporten van den auditeur bekwam, van andere niet pure militaire zijnde ligte en de geringe Delicten en misgrijpingen, derzelve ter behandeling aan hem auditeur, en dus ter judicature van den Krijgsraad te kunnen overgeeven en cederen.’
‘5:e En Eindelijk gelijk almede in Crimineele zaaken door de respective Landdrosten gedirigeert, de Executien der geslagene vonnissen ten overstaan van den Independent Fiscaal moeten geschieden, zo zoude ook alhier de Executien der sententien van den Krijgsraad, na alvorensmore solitodoor den Heere Gouverneur te zijn gefiatteerd, welke involveerden eenepoena mortisof dat een Militair geen Militair konde blijven, bij voorbeeld Cassatie met infamie of wanneer den Delinquant aan den scherpregter of Caffers ter onderganing van Lijf of doodstraffe wierde overgegeeven, en welke dus eenen fletrissure na zig sleepten, op gelijke wijze, ten zijnen overstaan moeten worden gedaan.’
‘Maar aanbelangende de militaire straffen geene doodstraffen zijnde; door militaire aan militaire geappliceert wordende, als daar zijn die van degradatie, spitsroeden, cordons, Lonten, stokslagen etc:a omme van andere en ligtere niet te spreeken, derzelver Executie zoude alleen aan den Krijgsraad ofte wel aan Commissarissen van dien benevens den auditeur kunnen en behooren gelaaten te worden.’
‘Den ondergeteekende zig flatterende, met dit een en ander ter nedergestelde aan UWelEd: Gestr: intentie, voor zo veel hem aangaat, te zullen hebben voldaan, heeft de Eere UWelEd: Gestr: deeze voor desselfs Consideratien en advies eerbiedig over te geeven.’
‘/onderstond/’
‘Aldus S: M: geadviseert op Cabo de Goede Hoop den 28 Augustus 1789 /was geteekend/ J: N: S: van Lijnden.’
Dat zijn Ed: zoo door de motiven waar op de vooraangehaalde propositie van den Heeren Militaire Commissarissen was gegrond, als door het advies van den Heer Independent Fiscaal, ten sterkste was bevestigt geworden in het denkbeeld van de absolute noodzakelijkheid tot het dadelijk daarstellen van zodanigen Krijgsraad, en te gelijk dit laatste zijn Ed: bij lecture zoo gedetailleerd en van dien aart was voorgekomen, dat het zelve zeer wel tot een richtsnoer en instructie voor die op te richte krijgsraad, als ook voor de verrichtingen van den daarbij aan te stellene Auditeur zoude kunnen dienen, terwijl zijn Ed moest vertrouwen dat op dien voet de politicque juridictie, welkers intacte conservatie te gelijk met de directie en het beleid van alle zo civile als Crimineele zaaken, zoo wel als de voorstand en bescherming van de hoogheid en authotiteit van den nederlandsche Staat aan die geene bij instructie was aanbevoolen, welke dat adres hadde opgesteld, in geenen deelen daar door zoude koomen te lijden ofte worden verkort.
Alle het welke door den Heere Gouverneur voorgedragene rijpelijk overwogen, en in consideratie genomen zijnde, hoe het aanschrijven van Heeren Majores vervat in de Missive van de Præsidiaale Camer Amsterdam in dato 5 Februarij deezes Jaars, wel degelijk dicteerde eene qualificatie omme de veranderingen en verbeeteringen welke nodig zullen voorkomen in ‘t huishouden van ‘t militaire weezen dadelijk in executie te brengen, ‘t welk word gerepeteerd, bij ‘t zesde artikel van de instructie voor Heeren militaire Commissarissen en die macht wel degelijk aan de Hoofden der respective bezittingen verleend, terwijl ook die zelvde instructie aan de Commissie de faculteit geeft, omme zodanige veranderingen en verbeteringen aan den militairen staat toe te brengen, als de meerdere kunde die in Europa is aan de hand geeft: en alzoo die propositie door welgem:e Heeren militaire Commissarissen blijkens eene door den Heere Gouverneur voorgebrachte Missive, is voorgedraagen als tot maintien van de militaire subordonatie onöntbeerlyk, en waar teegens in eene Colonie als deeze geene billijke bedenkingen kunnen worden ingebracht, en daarom het niet dadelyk bewerkstelligen daar van ook ter verantwoording van deezen raad door hun Ed: was overgelaaten, waar uit dus ten klaarsten de bevoegdheid niet alleen maar ook de verpligting voor den Gouverneur en raaden daar toe kwam te manifesteeren, is na gehoudene deliberatie met eenparigheid van stemmen goedgevonden en beslooten aan de nationaale Troupes alhier eenen krijgsraad, beneevens eenne auditeur militair toe te voegen, op den voet zo als dezelve bij het voormeld advies van den Heer independent Fiscaal word bepaald en voor gesteld.
Voorts wierd tot ‘t waarneemen van de Post van auditeur militaire gequalificeerd den adjunct Fiscaal Gabriel Exter, die daar toe de vereischte capaciteiten voor kwam te bezitten, en zulks zonder genot van eenige gage, tot tijd en wijlen dezelve bij Heeren Meesteren zoude zijn vergunt en bepaald.
Alles nochtans alleen bij provisie en op approbatie en confirmatie van de Hooggebiedende Heeren Meesteren, waar bij teevens de aanstelling van den persoon van Gabriel Exter tot auditeur militair als het geschikste daar toe in deeze Colonie thans voorhanden zijnde Subject op de favorabelste wijze zal worden voorgedragen, met verdere eerbiedige voorstelling, omme aan denzelven van heeden af goedgunstiglijk te willen accordeeren de rang, gage en Emolumenten die hoogstdezelve aan den auditeur militair bij het regiment van Wurtemberg hebben vergunt.
Vleiënde zich deezen raade met het blijde vooruitzicht dat door deeze genoomene resolutie de belangens der Edele Maatschappij merkelijk zullen kunnen worden bevoordeelt, in zo verre hier door aan de reeds lange gemanifesteerde begeertens van een aanzienlijk getal menschen, die in hunne eige afzonderlijke richters te hebben den grootsten prijs en roem te stellen zal zijn voldaan en zij daar door meer en meer zullen worden aangespoord, omme den tijd uit zijnde nieuwe verbanden in te gaan en hunne beste Jaaren aan den dienst der E Comp: toe te wijden.
Vervolgens wierd goedgevonden en verstaan van deeze provisioneele Schikking bij Extract deezer de nodige kennis te geeven, aan het Hoofd der Militie, den Colonel en Chef der arthillerie den Colonel commandant van het Regiment van Wurtemberg , thans het Garnisoen Commandeerende, den Groot Major en den Capitijn Commandant van het nationaal depôt, mitsgaders aan bovengemelde Gabriel Exter, zullende daarbij worden geinsereerd dat gedeelte van het advies van den Heer independent Fiscaal waar bij de verrichtingen zo van den Krijgsraad zelve als van den auditeur zijn bepaald, om voor beide provisioneel te strekken tot een Instructie met reserve van dezelve ten alle tijde zodanig te veranderen te amplieeren ofte altereeren, als de Hooggebiedende Heeren Majores zullen goedvinden, of bij voorkomende onvoorziene voorvallen bij deezen raade noodig geoordeelt zal worden, echter zal bij afgave van Extract uit dat advies de agter de periode beginnende, alle het voorenstaande nochtans met deeze verstande, dat ingevalle het officie Fiscaal &:a voorkomende woorden, wanneer teffens aan den Raad van Justitie diende geinjugeert te worden dezelve aan te neemen en in judicando daar op recht te doen, worden geommitteerd en uitgelaten.
Hier na wierd geresumeerd een request door Elizabeth Malan Huisvrouw van den fugitive Burger Cornet David Malan van volgende inhoud.
Aan den welEdele Gestrenge Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop, en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raade van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer! en EE Achtbare Heeren!’
‘In alle submissie neemt de vrijheid te kennen te geven Uwe WelEdelen Gestr: en E:Achtb: nedrige dienaresse Elizabeth Malan huisvrouw van den Burger David Malan.’
‘Hoe zij Supp: dagelijks beseffende het ongelukkig lot dat haren voorm: Man heeft getroffen, en bij Continuatie ondervindende het merkelijk nadeel, dat zij moet lijden in dien d’administratie van haare goederen werde gelaten zo als dezelve tot nog, door een gewijsde van den E Achtb: Raad van Justitie alhier, blijft voortduren, dus zij Suppl: Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: in gemoede durff verseekeren, indien daar in bij tijds door Hoogstderzelver Vaderlijke zorge niet werde voorzien, dat zij zig binnen korte tijd van het meeste en voornaamste gedeelte harer goederen zal vinden berooft.’
‘Om deeze reedenen heeft de Supp: zig reeds met een ootmoedig Supplicq geaddresseerd aan Welmelde E Achtb: raade van Justitie, dat haare man mogte werden gerelereerd van het tegens hem geveld vonnis en ontfangen in een ordinair proces om zig per procuratien te kunnen defendeeren; met verder Supplicq dat het welgem:e raade behage moge, haar in de vrije beheeringe des boedels te stellen, als waar toe zij bij een onderhandse acte van haren man is gequalificeerd waar op zij die gunstige dispositie heeft moge zien vallen dat op het eerste gedeelte van haar verzoek is ingewilligd; terwijl het laatste gedeelte van haar supplicq omtrent d’administratie des Boedels, door welgem:e rade niet kon de werden gedecideert.’
‘De Suppl:t inmiddels bij geruchte kennelijk zijnde geworden, dat het den E Achtb: raad van Justitie behaagd, dat gedeelte van des Supp: verzoek ter dispositie in handen van UwelEdele Gestr: en E Achtb: te brengen, ten einde daar op naar Hoogstderzelver goedvinden te besluiten, om welke reedenen zij zig thans verstout te keeren tot Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: ootmoedig smeekende op haare reeds aangehaalde ongelukkige en deerniswaardige omstandigheeden, waar in zij zig thans gedompeld vind, een gunstig oog te willen slaan, en de volle administratie van haaren dagelijx meer en meer ten agteren gaande goederen, aan haar op te dragen, ten einde voor te komen die rampspoedige gevolgen, waar aan zij andersints onvermijdelijk zal zijn blootgesteld, terwijl zij Supp: zig niet alleen nog met veele schulden beswaard vind, van dewelke zij thans onvermogend blijft de renten te kunnen opbrengen, maar daar bij met drie kinderen die, te gelijk met haar de kommerlijkste armoede zullen moeten ondervinden, kunnende zij Suppl: nog wijders niet omheen UWelEdele Gestr: en Agtb: onder het oog te brengen en een voorbeeld aan te haalen hoe het wel meermalen is komen te gebeuren dat de boedels en administratie van diergelijke bij vonnis van bannissement gecondemneerde persoonen gelijk die van Swanepoel, van Zijl en Wiese in de volle beheeringe en administratie van derzelver nagebleevene huijsvrouwen zijn gelaten’
‘/onderstond/’
‘’T Welk doende etc: /en get:/ E Malan Huisvrouw van D: Malan D v: Soon.’
en teffens ter Tafel gebracht ‘t volgend breedvoerig vertoog van den raad van Justitie deezes Gouvernements, gemunieert met twee Bijlaagen
Aan den welEdele Gestrenge Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E Achtb: Raade van Politie deezes Gouvernements.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E Achtbaare Heeren!’
‘Vertoonen reverentelijk den Præsident en leeden van den Raade van Justitie deezes Gouvernements.’
‘Dat den Cornet der Burger dragonders aan Stellenbosch David Malan davidsz:, in de nagt tusschen den 11 en 12 Augustus des jongst verloopen Jaars 1788. voorzien van een Schietgeweer, Kruid, Loot en voorraad van Kleederen, van zijn plaats Vergeleegen in stilte vertrokken zijnde, zig begeeven heeft naar de wooning van den onderhouder der Hottentots HolLandsche Cloof in naame van Jan de Vos, bij wien zig toen ter tijd de Slavin Zara, toebehoorende den Burger Jurgen Radijn, met welke slavin, gerepten Malan te vooren reeds, volgens daar van zijnde ontwyffelbare blijken, vleeschelijke Conversatie gehouden had, bevond.’
‘Dat hij Malan zig met en beneevens dezelve Slavin Zara fugetief gesteld, en Landwaards in begeeven heeft, zonder, niet tegenstaande reeds bij affictie van Billiëten eene vrijwillige verkooping op zijn voorsz:e Plaats Vergeleegen tegens den 18: van dezelve maand gepræfigeerd was, egter eenige de minste ordre omtrenf zijne zaaken gesteld te hebben.’
‘Dat de Landdrost der Colonien Stellenbosch en Drakensteijn Hendrik Lodewijk Bletterman, op de klagten, dieswegens door de Huijsvrouw van denzelven Malan bij hem ingebragt, hier van aan de vertoonders kennis gegeeven hebbende, de Vertoonders daarop van hunnen pligt hebben geagt, en onvermijdelijk noodzakelijk geoordeeld, om nadien, gelijk hier vooren gezegt is, door denselven Malan geene den minsten last aangaande zijnen Boedel, of de te houdene vendutie, was agtergelaaten, derhalven de voorsz: verkooping te doen opschorten en bij provisie den gemeenschaplijke Boedel van gerepten Malan en zijne Huijsvrouw Elizabeth Malan, door gecommitteerde leeden uit derzelver vergaderinge, ten overstaan van gemelde Landdrost, te doen Inventariseeren,en onder behoorlijke Sequestratie neemen.’
‘Dat voorsz: Landdrost daarop hebbende ingewonnen zodanige bewijzen; als ter adstructie van deeze zaak dienstig waaren, dezelve in vergaderinge van de vertoonders heeft geproduceert, en versogt, gelijk hij ook heeft geobtineert, decreet van dagvaarding in persoon op voorsz: David Malan en de sulx bij Edictie en klokken geslag op een termijn van vier weeken, om zig wegens zijne malitieuse desertie, diefte eener slavin en gepleegd overspel te komen.’
‘Dat intusschen de Huijsvrouw van voorsz:e Malan op den 4 September van gemelde Jaare 1788 bij requeste aan de vertoonders heeft verzoek gedaan, dat, terwijl de Crediteuren van haaren gem:e Man eenparig waaren overeengekomen en bewilligd hadden om, onder voldoende Cautie, derselver Capitalen in den Boedel te laaten verblijven, en de voorsz: door de vertoonders gedaane annotatie haarer goederen, Haar in de behoorlijke administratie des Boedels zeer kwam te belemmeren, Haren Boedel derhalven daar van mogte worden ontheft, en aan haar gepermitteerd, om met voorsz: gemeenschappelijken Boedel zodanig te werk te gaan, als zij ten meesten voordeele voor haar en haare kinderen zoude dienstig agten: te gelijk overleggende eene onderhandsche acte waarbij de Burgers David Malan de oude, Stephanus Malan, Jacob Malan en Johannes Andries Grundeling verklaarden zig bij ontheffing der Sequestratie, voor den geheelen Boedel als Borgen te interponeeren.’
‘Dat gelijk nu de vertoonders zig verpligt agtten, om in deeze Criticque Zaak met de uitterste omzigtigheid en præcautie te moeten te werk gegaan, en zij dus ook van hunne zijde vermeenden gehouden te zijn, om vooral zorge te dragen, dat voor het eindigen deezer zaake door de Huijsvrouw van den zelven Malan niets van den gemeenschappelijken Boedel wierde veraliëneerd: de vertoonders derhalven ook op het voorsz:e door de Huijsvrouw van meergemelde David Malan gedaan verzoek, den Boedel hier boven vermeld, wel hebben ontheft van de gedaane Sequestratie, maar egter teffens goedgevonden en verstaan de voorsz: zig als Borgen geinterponeerd hebbende Burgers David Malan de oude, Stephanus Malan, Jacob Malan, en Johannes Andreas Grundeling te qualificeeren, om met ende beneevens de Huijsvrouw van gemelde David Malan Davidsz: den gemeenschappelijken Boedel te administreeren tot den uit einde deezer zaak; met die bepalinge egter, dat zij alvorens zouden hebben te stellen Suffisante Cautie zoo voor de behoorlijke administratie des Boedels, als ook dat daar van niets zoude worden veraliëneert nog vervreemd, met bijgevoegde qualificatie om s Lands producten ten meesten voordeele des Boedels te kunnen verkoopen, mits van alles behoorlijk reekening houdende.’
‘Dat inmiddels door gemelde Landdrost op ende jegens den defaillant en latitant David Malan davidsz: naar stijl en Practijcq voortgeprocedeert zijnde, de Huijsvrouw van meergeciteerde Malan zig vervolgens /: na dat op den 27 November des voormelden jaars 1788, reeds aan den R:O: Eijsscher, vermits de nonComparitie van den ged: was geleend het derde default en voor het profijt van dien een vierde Edictale dagvaarding ex Superabundanti, om over ses weeken te zien dienen; van Intendit:/ op den 11 December nader bij aan de vertoonders geaddresseerd, en onder overlegging eener onderhandsche procuratie gedateerd Visch Rivier den 5 November 1788, door haaren man geteekend, versoek gedaan heeft dat ingevolge en na den inhoude van dezelve onderhandsche procuratie aan Haar en den Oud Boekhouder Hermanus Augustinus Vermaak tot het verkoopen en redderen des Boedels de nodige qualificatie mogt worden verleend.’
‘Dan, dat de vertoonders hier uit hebbende ontwaard de verregaande hardnekkigheid en Contumatie van gemelde David Malan davidsz: om, namentlijk, ongeagt de Successivelijk gedaane Edictale indagingen, om zig bij zijnen Rechter te komen purgeeren en verantwoorden, Ja niet tegenstaande, ook volgens het eijgenzeggen van de Huisvrouw van Hem Malan, van de allereerste geexpedieerde dagvaarding, door een Expresse aan haaren man behoorlijk kennisse was gegeeven geworden, zig als nog vlugtig en Latiteerende te houden; de vertoonders dus ook aan denselve door voorsz: Malan aan zijne Huijsvrouw toegezondene onderhandsche procuratie geensints die legaliteit en Egtheid hebben kunnen toekomen, welke ‘er van eene procuratie, uit kragt van welke ijmand uit naam van zijn Constituant ageeren kan word vereijscht: daar tog, behalven de gegronde reflectien welke er met betrekking tot de geloofwaardigheid van voorsz: procuratie zelve vallen, de regten leeren dat een procuratie onder de hand gemaakt, van niemand behoefd geloofd te worden, en men met dezelve geensints in regten en daar buijten kan ageeren, zo dat de vertoonders dus op dezelve in rechten allesints onbestaanbaare en suspecte procuratie geen reguard hebben kunnen slaan, maar ter Contrarie nodig hebben geoordeeld, het voorsz; request met dezelve overgelegde procuratie te Stellen in handen van den officier ten einde van ‘t een en ander, bij het proces zodanig gebruik te maaken als denselven zoude vinden te behooren.’
‘Dat meergem:e Malan op de als nog ten overvloede tegens een termijn van zes weeken geexpedieerde laatste dagvaarding ten dage dienende niet is geCompareerd, maar zig voortvlugtig gehouden hebbende, bovengem:e Landdrost als toen op den 8: Januarij J:L: in raade heeft overgelegd dezelfs Intendit met de verificatie van dien, en daar bij geconcludeert, dat den ged:e de faillant en Latitant zal worden gedeporteerd van zijne qualiteit als Cornet der burger Cavallerij aan Stellenbosch en voorts ten eeuwige dage uit dit Land en den ressorte van dien gebannen, op poene van, zoo wanneer in handen van Justitie mogt komen te geraaken als dan zwaarder en aan den Lijve te zullen worden gestraft.’
‘Dat voorts, na dat het voorsz: proces tusschen gem:e Landdrost en den voortvlugtende Cornet David Malan davidsz: in staat van wijzen was gebracht, meergemelde Huisvrouw van denzelven Malan zig op den 19 der Jongst verL: maand Februarij, met en beneevens drie der ingevolge het besluit van den 4 September over haaren Boedel benoemde administrateuren in naamen David Malan de oude Stephanus en Jacob Malan, aan de vertoonders heeft geadresseerd, en met overlegging van het mutueel Testament door haaren man met haar in dato 14 November 1773, voor den toenmaalige Secretaris van Stellenbosch en Drakenstein Abraham Faure, en zekere getuigen opgeregt, bij requeste heeft te kennen gegeeven hoe zij tans haaren gem:e man David Malan niet anders als reeds te zijn overleeden kunnende considereeren, derhalven ook vermeende, uit kragte der voorsz: tusschen henL: opgeregte Testamentaire dispositie den Boedel in qualiteit als Erfgenaame en Executrice te kunnen aanvaarden, met verzoek tevens, dat vermits het bij de vertoonders hier bovengem:e genomen besluit van den 4: September Laatstl: haar daar in zoude kunnen obsteeren, de vertoonders haar derhalven Speciale permissie geliefde te verleenen, om den Boedel bij publicque verkooping te gelde te maaken, vervolgens na denzelven tot Liquiditeit te hebben gebragt het aandeel haarer onmondige kinderen onder behoorlijke Cautie onder haare administratie te blijven behouden, ten eijnde dezelve tot hunne mondige dagen behoorlijk te kunnen alimenteeren en opvoeden.’
‘Welk versoekschrift de vertoonders voor als toen hebben in advijs gehouden.’
‘Dat wanneer vervolgens bij de vertoonders ter Tafel gebragt zijn, de Stukken en munimenten gedient hebbende in het voorsz: door den Landdrost der Colonie Stellenbosch en Drakenstein op ende jegens meergem:e voortvlugtigtenden Cornet David Malan davidsz: geentameerd proces, en zij vertoonders dus na nauwkeurige Lecture, en overweeging van het geene ten deezen reflectie meriteerde, daar inne sodanig difinitif vonnis hebben geveld, als zij vermeenden met het door gemelde Malan gepleegde Compatibel te zijn: de vertoonders ter dier geleegendheid teffens meede met opsigt tot den Boedel van voorsz: Malan hebben bij der hand genomen en gedelibereerd over den inhoude van het voorsz: in hunne vergadering op den 19. Februarij Jongstl: door de Huisvrouw van denzelven Malan C:S: gepresenteerd request en den daar bij tevens overgelegden Testamente tusschen denzelven Malan en zijne Huijsvrouw in dato 14 Februarij 1773 opgeregt.’
‘Dan dat, hoe zeer het ook ontwijffelbaar zeker is, dat voorsz: Malan door zijne gepleegde misdaaden, en de daarop gevolgde Sententie voor Civiel of Burgerlijk dood behoord gehouden te worden, aan de vertoonders egter, onder verbeetering is te vooren gekoomen, dat, terwijl geen Testament Effect Sorteerd voor dat den Testateur naturaliter is overleeden, de Huijsvrouw van gerepten Malan derhalven ook de voordeelen, haar bij het bovengem:e Testament gemaakt, niet zal kunnen genieten voor en al eer haarer gemelden man David Malan deese zijne uitterste dispositie; zonder daarinne verandering te maaken, met een natuurlijke dood zal hebben bekrachtigd; Te minder om dat, en ingevolge de thans geusiteerde Practijcq, En uit hoofde van de resolutie welke UWelEd:e Gestr: en E Achtb: op den 11:e december 1787, hebben genomen, op het vertoog, door den Raad van Justitie alhier in dato 27 November van dat Jaar, belangende den Boedel van den, bij eene definitieve Sententie ten Robben Eilande gebannen Burger Jan Smit van Dilburg, aan UWelEd:e Gestr: en E Achtb: gepresenteerd, zodanige voortvlugtige of gebannen evenwel de magt en het vermogen behoud, om over zijn goed naar zijn welgevallen op eene geoorloofde en Legale wijze te kunnen disponeeren.’
‘Om welke reedenen de vertoonders dus in het door bovengemelde Huijsvrouw van den voortvlugtenden David Malan bij voorsz: requeste gedaan verzoek, geensints hebben kunnen treeden; maar veel eer vermeend, in allen gevallen te zijn verpligt en gehouden om, terwijl gemelde Malan voortvlugtig blijft, zonder dat op zijne zaaken behoorlijke ordre is gesteld of nagelaaten, en hij zig door het pleegen van voorsz: misdaaden de Justitie heeft Subject gemaakt, derhalven , of den Boedel van hunnent weegen te doen te gelde maaken, en na, de daarop gevestigde schulden te hebben afgelost, en den Boedel tot behoorlijke liquiditeit gebragt, mitsgd:s de kosten van Justitie voldaan, de helft daar van aan de Huisvrouw van gerepten Malan als haar wettig aandeel te doen uitkeeren, en de wederhelft ten behoeve en alimentatie der kinderen aan de administratie van weesmeesteren over te geeven.’
‘Of, de zuijvere helft des gemeenschappelijken Boedels onder hunne sequestratie te houden tot tijd en wijlen den gevlugten weder in komt, dezelve redimeerd, of daar over op een legaale wijse beschikt;’
‘Welke redemptie alleenlijk zoude kunnen plaats hebben wanneer den voortvlugtenden zig van de Hem ten lasten gelegde misdaaden purgeerd, of dat hij, niet weder inkoomende elders gestraft word met de dood, dan wel zijne natuurlijke dood Sterft, waar door dus zijn aandeel zoude kunnen overgaan op en vrij gelaaten worden aan - deszelfs Erven ofte Rechtverkrijgende.’
‘gelijk de vertoonders ook vast stellen dat een schikking op die wijse in navolging van het bij UwelEdele Gestr: en E Achtb:, in dato 12 October 1762 met betrekking tot de nalatenschap van den alhier om het leeven gebrachten Michiel Zwaan genomen besluit, ook ten aspecte van den door voorsz: Malan agtergelaaten Boedel te maaken, geensints zoude aanloopen tegens de intentie welke UWelEd: Gestr: en E Achtb: bij derzelver voorwaards gemelde Resolutie van den 11 December 1787. hebben gemanifesteerd gehad: daar dezelve resolutie hoofdzakelijk handeld over iemand die geen kinderen had nagelaaten, en, hoewel gecondemneerd, egter aanweesig, en dus in staat was, over zijn goed te beschikken; Ja daar UwelEd:e Gestr: en E Achtb: bij dezelve resolutie wel is waar hebbende gelieven te statueeren, dat, nadien eenen der voornaamste reedenen welke de Confiscatie van goederen door Haar Hoog Moog:e bij placcaat van A:o 1778 in de Colonien van de generaliteit ten eenemaale hebben doen aboleeren en afschaffen, deeze geweest is: op dat vrouw en kinderen of na bestaande bloedvrienden van den delinquant, schoon zelfs onschuldig, niet zouden meede deelen in de straffe die zodanige delinquant word opgelegd, om die reedenen ook een delinquant of geCondemneerde, volkomen vrijheid zal werden gelaaten, om naar zijn welgevallen over zijne goederen te beschikken; daar bij egter ook te gelijk aan den regter, als de oppervoogdije bekleedende, het vermoogen hebben toegekend, om, bij toevallige omstandigheeden welke ander als uit hoofde van misdaad de bezorging der goederen indiervoegen noodzakelijk maaken, zodanige boedels te administreeren.’
‘Dan WelEdele Gestr: Heer en E Achtb: Heeren; hoe zeer de vertoonders ook bij eenen naauwkeurige overweeging van de laatstgem:e Resolutie, geConfronteerd, met die van den 12: October 1762 het geval van voorsz: Jan Smit van dilburg geensints kunnen overeenbrengen, met het geene tans nopens den Boedel van voorsz: David Malan in aanmerking komt, geconsidereerd dat gemelde Smit, schoon ook gecondemneerd zijnde, alhier tegenswoordig bleef, en geene kinderen naliet, mitsgaders ook in staat was, om op eene in rechten bestaanbare wijze over zijn goed te beschikken;’
‘En in tegendeel in het geval van den aufugeerden David Malan, dewelke zig als nog de handen der Justitie tragt te onttrekken, niet alleen zijn nagelaaten diverse onmondige kinderen, mitsgaders eene Vrouw met dewelke gemelde Malan een geruijme tijd voor zijne aufuqie in de grootste oneenigheid heeft geleefd, maar teffens ook geene behoorlijke en legaale ordre omtrend zijne zaaken gesteld is; Invoegen dat, uit hoofde van het aanmerkelijk verschil welke er tusschen die bijde gevallen plaats heeft, hier op van geen geringe applicatie zoude kunnen gemaakt worden, het geen onder anderen gevonden word bij bovengemelde geEerde Resolutie van 11 DeCemb: 1787. alwaar gesegd word.’
‘“Voor zo lange den regter als de oppervoogdije bekleedende zig andersints niet verpligt vind om bij het volstrekt aflijvig wordenofte afweesig zijn van iemand die zijn Persoon den gerechte heeft Subject gemaakten over zijne goederen zelve geen dispositie of zorge heeft nagelaaten ofte gesteld, na die termen van het besluit van den 12 October 1762, dan wel in Cas van notoire insolventie over de goederen ten behoeve van de geene die daar toe regt heeft, het zij zelve toesigt en administratie te voeren, dan wel andere daartoe te qualificeeren,”’
‘Zo hebben de vert:s egter zeer gehæsiteerd om uit hoofde der verschillende omstandigheeden welke in het præsente geval, met betrekking van meergemelde David Malan te samen loopen, in deezen tot een finale decisie te treeden, voor en aleer zij, even als ten tijde voorsz:, ten aanzien van den gebannen Burger Jan Smit van Dilburg is geschied, ook hier op UWelEd:e Gestr: en E Achtb: geEerd advijs zoude hebben geimploreerd; Terwijle de vert:s tevens voor UWelEd: Gestr: en E Achtb geenzints kunnen Ontveinsen, dat, zo weijnig reedelijk het hun voorkomt, om een delinquant, die wegens misdaad aan den Lijve gestraft word; in de vrije dispositie over zijn goed eenige hinder toe te brengen, het de vert:s ook even wijnig redelijk toeschijnd, om de vlugt of het Schuilen van iemand die zig de handen der Justitie tragt te onttrekken met zo een faveur en avantage te begunstigen, dat denzelven het vermogen behoud om zonder iemands tegenzeggen zijn aandeel uit den Boedel vrij en onbezwaard te kunnen reclameeren of opeisschen’
‘’T is dus om de hier voren aangehaalde redenen en motiven dat de vert:s zig wenden tot UWelEd: Gestr: en E. Achtb: met gepasten Eerbied versoekende dat het UWelEd: Gestr: en E Achtb: welbehagen zijn moge, bij eene interprætatie van het voorsz: in dato 11 December 1787, genomen besluit, de vertoonders ook teffens te willen voorschrijven een regel en rigtsnoer naar welke zij zig bij het exteeren van zodanige gevallen als het tegenswoordige, zullen hebben te gedragen.’
‘/onderstond/’
‘’T Welk doende &: /was geteek:/ J: I: Rhenius J: N: S: van Lijnden, T: C: Ronnenkamp Joh: Smuts C: G: Maasdorp, S v: Echten G: H: Meijer. R J VD Riet J: G: Gie. C: Mappa. H. De Wet /in margine/ overgegeeven in rade van politie aan Cabo de Goede Hoop den Maart 1789.’
en daar bij geleezen een request van den Secretaris deezes raads M:r Cornelis van Aerssen in desselfs qualteit als vendumeester, op bekomene pemissie van deeze vergadering, ingediend, luidende
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien etc: etc: etc: benevens den Edelen Achtb: Raade van Politie deezes gouvernements
‘WelEdele Gestrenge Heer! en Edelen Achtbaare Heeren!’
‘Ingevolge de door UWelEdele Gestr: en Ed: Achtb: zeer gracieuselijk verleende permissie aan den ondergeteekende Vendumeester deezes Gouvernements, omme in zijne gemelde qualiteit zijne belangens te mogen voegen, bij zodanig vertoog, als door den Achtbr: Raade van Justitie alhier in dato 6: Maart Jongstl:, met opsigt tot de beheering des Boedels van den g’aufugeerden Burger Cornet David Malan Davidsz: aan Uwe WelEdele Gestr: en Ed: Achtb: is gepræsenteerd geworden, proponeert de ondergeteekende zich door een kort narré van de prærogativen, die hij (onder Correctie van UWelEd: Gestr: en Ed: Achtb: wijzer oordeel: vermeend aan zijn post, als publicq en eenig Vendumeester der vrijwillige verkopingen, die ten deezen Gouvernemente worden gehouden, inzonderheid in het præsente geval geaccroheerd te zijn, UWelEd: Gestr: en Ed: Achtb: prætieuse attentie met geene wijdlopigheeden te fatigueeren, nog ook te refuteeren de zeer Solide gronden en argumenten die door welopgemelde Raade van Justitie in deezen zijn bij gebracht: alleen zal hij trachten; zo veel mogelijk is, aan het bedoeld oogmerk te voldoen, en UWelEd: Gestr: en Ed: Achtb: ootmoedig Solliciteeren, hem bij die prærogativen, zo voor hem, als voor zijne Successeuren te willen maintineeren.’
‘Het geval is hier, dat bovengem:e David Malan, zo als de ondergeteek: uit het vertoog van den Achtb: Raad van Justitie meend te kunnen opmaken, als een gevolg van de door hem gepleegde malversatien, onder anderen met bannissement staat te worden gestraft; zonder dat aan hem dieswegens de poene des doods zal worden geinfligeerd, als wanneer ook het geproduceerde Testament, deszelfs kragt erlangende, en alle twijffeling ten deezen aspecte ophield, maar vermids hij zig nog in leeven is bevindende, of schoon wel door zijn bannissement als Civiliter dood kunnende beschouwd worden, is den ondergeteekende ook ten volle met evenged:e Raad van Justitie van oordeel, dat men hem Malan de middelen niet kan of mag beneemen om in der tijd op een legale en in rechten bestaanbaare wijse over zijne goederen te mogen disponeeren; en des noods versoek te doen, omme van het tegens hem geslagen vonnis van bannissement te worden gereleveerd, ten einde zich voor zijnen Competenten Rechter te mogen purgeeren! welke purge al of niet voldoende aangenomen wordende resulteerd hier eene notabele vraag, of hij Malan als dan in het geval zijnde, om, niet tegenstaande de jegens hem geentameerde procedures, in navolging van het geene UWelEdele Gestr: en Ed: Achtb: op den 11 December 1787. in de zaak van Jan Smit van Dilburg hebben gelieven te decideeren, op eene wettige wijze al zulke gemagtigdens over zijne boedel te kunnen aanstellen als hem goed zal dunken, of hij Malan daartoe als dan overzulx ook geene volkomene facultijt zoude hebben en voorts bij aldien zulxs mogt komen te exteeren, het heen gantsch niet onmogelijk is, aan wien als dan de verkoping van zijne goederen zoo hij daar toe wilde overgaan, zoude inCumbeeren immers aan niemand anders, als aan den publicquen Vendumeester van dit Gouvernement.’
‘Nu zal de ondergeteek: alleen maar op’t eerbiedigst UWelEdele Gestr: en Ed: Achtb: in Consideratie geeven, of UWelEd: Gestr: en E Achtb: niet zelve zouden Sustineeren, dat de ondergeteek: en bij gevolgtrekking ook zijne Successeure merkelijk in de hen Competeerende leges en in komsten zouden weezen verkort, zo wanneer een zodanige voort vlugtende, na dat den Secretaris van den raad van Justitie of de weeskamer, het Salaris van dergelijke verkopingen hadden getrokken, weder om kwam opdagen, en over zijn bezit verkoos te disponeeren! dit vertrouwd de ondergeteek: dat bij UWelEd: Gestrenge en E: Achtb: geene bedenkelijkheid zal lijden, maar dat UWelEd: Gestr: en Ed: Achtb; in tegendeel deponderance van deeze reflectie overweegende, niet zullen hæsiteeren, omme bij het exteeren van diergelijke gevallen, zodanige ordres te stellen, als waar door de vendumeesteren in der tijd nimmer zullen kunnen worden gepræjudicieerd.’
‘De ondegeteek: vertrouwd te meer eene zodanige beschikking van UWelEd: Gestrenge en Ed: Achtb: bekende equitijt te mogen verwachten, daar hij in deezen de vrijheid neemd, UWelEd: Gestr: en Ed: Achtb: te herinneren de decisie bij UWelEd: Gestr: en Ed: Achtb: aanzienelyke vergadering op den 11 Novbr: 1758 op de ingebrachte beswaaren van den toenmalige vendumeester genomen, en zedert door geene nadere Resolutie gealtereerd ofte geannulleerd. “dat, namentlijk voortaan door ofte bij den Justitieelen Raade geene ‘t zij vaste of losse goederen, meer zullen mogen worden verkogt als eenelijk uit hoofde van verkregene Executien, mitsgaders die van Persoonen, dewelke ‘t beneficie van Cessie geobtineerd, en daar bij reëelen boedel afstand zullen gedaan hebben:” Een klaare blijk WelEdele Gestr: Heer en Edele Achtbaare Heeren: dat des ondergeteekendens prædeCesseuren zich altoos met het patrocinium van UWelEdele Gestr: en E: Achtb: in het Conserveeren van de voorrechten aan derzelver Post geaccrocheerd, hebben mogen vereerd zien, en dat UWelEdele Gestr: en Ed: Achtb: toen reeds schijnen te hebben gewild, dat, zoo wanneer ‘er merkelijke dubiteiten over het publicq verkoopen van deeze of geene goederen mogte ontstaan, de vendumeesters daar toe in de eerste plaats zullen gerechtigd weezen.’
‘De ondergeteek: vermeend dus op deeze gronden WelEdelen Gestrenge’
‘Ed: Achtb: te mogen imploreeren dat het van Welderzelver goede geliefte zijn moge, omme voortaan, als een Vorma en rigtsnoer voor het vervolg vast te stellen en te beraamen; het geene de ondergeteek: als een natuurlijk gevolg uit UWelEdele Gestrenge en Ed:Achtb: geEerde deCisie, in de zaak van Jan Smit van Dilburg meent te kunnen afleiden, dat de boedels van zodanige persoonen, die zich door de vlugt absent hebben gemaakt zonder op hunne zaaken wijs te hebben gesteld, en dus in ‘t geval verseeren, om t’ eeniger tijd nog daar aan naar hun welgevallen te kunnen remidieeren, Vrouw en kinderen agterlatende, op aanwijsing van de Vrouw, na dat de goederen alvoorens ter haarer requisitie onder presentatie van Eede, behoorlijk zullen zijn geinventarisseerd, door de vendumeesters in der tijd te gelden mogen gemaakt, en de daar van geproflueerde penningen, ‘t zij aan den Achtb: rade van Justitie ofte aan de Eerwaarde weeskamer deeser Steede, dan wel aan zodanige andere als UWelEdele Gestr: en Ed Achtb: zullen komen goed te vinden, afgegeeven en ter hand gesteld worden.’
‘De ondergeteek:s durft zich vleijen dat het UWelEd: Gestr: en E. Achtb behagen zal, dat zijn versoek met een favorabel oog te beschouwen, en zal zich dus alleen bij het ter nedergestelde bepalende, met alle submissie voor het toekomende zich onderwerpen aan het geene UWelEdele Gestr: en E Achtb: in deezen zullen gelieven te deCideeren en voor te schrijven’
‘/Onderstond/’
‘’T Welk doende &: /en get:/ C: van Aerssen /in margine/ Overgegeeven in Raade van Politie den [.....] 1789.’
Alle stukken die bij de respective Heeren Leeden des raads ter rondleezing zijn geweest en over welkers inhoud rijpelijk gedelibereerd geworden zijnde, zoo is goedgevonden en verstaan, omme provisioneel uit den weg te ruimen, alle de verschillen die zo vaak over de administratie van vlugtende of andere Crimineele geactioneerde persoonen in deeze Colonie zijn ontstaan, en altoos ter deCisie aan deezen raade worden voorgedragen, tot eene provisioneele regel en richtsnoer te bepaalen.
Eerstelijk dat zo wanneer een vluchtend of ander Crimineel geactioneerd persoon, wiens boedel niet insolvent is verklaard, vrouw en kinderen of Man en kinderen komt na te laaten, als dan de bij die kinderen overblijvende Moeder of Vader de faculteit zal hebben om alle goederen, zo roerende als onroerende Contanten en Effecten geene uitgezondert, die tot de gemeenschappelijke Boedel zullen behooren, zelfs te mogen administreeren, en als vrij eijgen goed moogen verkoopen of veralieneeren, doch dat prealabel een vader of moeder die zich in dat geval komt te bevinden gehouden zal zijn, zoo dra door den officier eenig Crimineel proces tegens de vluchtende of andersints Schuldige mogt werden geentameerd, alle de goederen gerechtelijk te laaten inventariseeren en door twee onbesprooke mannen uit de nabestaande van de fugitive en geactioneerde, of bij ontstentenis van dien twee andere ter goeder naam en faam staande persoonen ten genoegen van den Raad van Justitie te benoemen, laaten tauxeeren, om uit die tauxatie te kunnen vinden het geen de kinderen voor Vaders off Moeders bewijs is Competeerende, waar over gemelde twee persoonen als toeziende Voogden zullen moeten ageeren; alles nochtans onder die mits en Conditie, dat de Vader ofte Moeder dadelijk na de gedaane tauxatie verpligt zal weezen, voor het gementioneerde bewijs en tot securiteit van de onmondigen te stellen Sufficiënte Cautie, ten genoegen van voorn: Raade van Justitie, ende zulx tot der kinderen mondige dagen huwelijken of andere gepermitteerde Staaten toe.
Ten Tweede, dat zoo wanneer een Man en Vrouw te zaamen dan wel Weduwnaars of weduwes mochten koomen te vlugten, of anders Crimineel geactioneerd worde, met agterlating van onmondige kinderen, als dan derzelver Boedels zullen worden gesteld in handen van de weeskamer deezes Gouvernements, omme door die kamer naar luid van de vigeerende Instructie te worden geadministreerd, en
Ten Derden dat zo wanneer ijmand mogt komen te vlugten, of andersints Crimineel geactioneerd mogt worden, en in derzelver Boedels wierden gevonden gestoole goederen of andere die onder een ongeoorloofde woeker mogte weezen verpand, als dan die Boedels, ingevolge het besluit deezes Raads van d: 12: October 1762. door den raad van Justitie aanvaard en geadministreerd zullen moeten worden.
En zal van dit besluit zo aan den Raad van Justitie als aan de weeskamer worden afgegeeven extracten in forma, om zich daar na te gedraagen, en ook teffens van het eerste Lid deezer bepaling worden afgegeeven Extract in forma aan de Huisvrouw van David Malan, ten einde zich daar na te gedragen, en bij den raade van Justitie, ingevolge van dien, met gepaste eerbied te versoeken, ontheffing van de sequestratie waar in den gemeenschappelijke boedel van haar en haare geciteerde Man door dezelve is genoomen, ten einde die Boedel, onder de voorgestelde voorwaarden te administreeren zodanig als zij zal vinden te behooren.
Eindelijk wierd geresumeerd, een vertoog van den Heer Independent Fiscaal Johan Nicolaas Steeven van Lijnden en bevonden van volgende Inhoud.
‘Propositie aan die WelEdele en Achtbare Heeren Gouverneur & Raaden van Politie.’
‘WelEdele & Achtbaare Heeren!’
‘Commissarissen uit den Achtb: Raad van Justitie, welke in de gepasseerde Maand Maij de Schouwe over de Straaten en wegen alhier mede hebben gevoert, op de ordinaris vergadering gehouden den 3:e deezer te kennen hebbende gegeeven, dat alle menagement was gedaan, en ‘er geene, dan ten uitterste noodzakelijke, zaaken waaren geciert geworden, egter sommige nalatige Personen tot dus verre in gebreeken waaren gebleeven, met vilipendie dier gegeevene ordres, daar aan te voldoen: met versoek dat hier inne voorsien, en eene vasten voet mogt worden beraamt, waar door men securiteit konde hebben, dat dezelve in ‘t vervol punctueel zouden worden gexecuteerd. -‘
‘Zo heeft den ondergeteekende vermeent in de eerste plaats te moeten ondersoeken, of er eenige ordonnantien ofte Placcaaten van de Regeering alhier voorhanden waaren, waar door aan het voorgemelde defaut konde worden geremedieert en bevonden’
‘1:o Dat bij Resolutie van den 23 April 1687 was verstaan, dat den Independent Fiscaal in ‘t bijweezen van den Capiteijn deezer Bezetting en den Burgerraad inder tijd, jaarlijks twee maal, te weeten in ‘t midden van Maij en November Schouwdag zullen houden, en de ingezeetenen telkens 14 Daagen te vooren zullen doen waarschouwen Dat jaar op jaar de eerste Schouwdag den 15. Maij & November de Tweede den 17:e en de Derde den 19:e daar aanvolgende in maniere voorsz: gehouden zullen worden’
‘2:o Dat bij waarschouwing van den 3: November 1739 alle de ingezeetenen zijn gelast, de straaten en weegen voor haare deuren, zodanig te verbeeteren en op te maaken, mitsgaders daar na te onderhouden, als hun door Burger raade zal worden aangetoont, en Burger raade gequalificeerd, het werk van de nalatige zelfs te moogen laten maaken, ten Costen van de onwillige; Item verbooden Vuilnis op de straaten te werpen op de poene bij het vigeerend Generaal Placaat gestatueerd.’
‘3:o Dat bij’t generaal Placcaat in dato 11:e October 1740. en gepubliceert den 25: dito Articul 57 word gelast.’
‘Dat de Ingeseetenen de morshoopen etc:a van hunner Straaten zullen moeten weg maaken op poene van 8 Rijxd:s voor de Eerste; 16 voor de Tweede en 24 voor de derde maal, behalven de kosten die de E: Comp:e zal koomen te doen om dezelve te vervoeren.’
‘4:o En laatstelijk dat bij waarschouwing van den 19:e Feb:y 1771 Burger Raaden geadsisteert met den Rooijmeester, gequalificeerd zijn de straaten te doen verbeeteren, voorts de ingezeetenen te mogen gelasten de ongeregelde verhooging der straaten voor hunne huizen op eijgene kosten te slegten, item dezelve wegens de Costen voor de geproponeerde Rioolen te mogen taxeeren en te laaten betaalen. Voorts de ingezeetenen gelast daar aan te obedieeren.’
‘Dit al het geene zijnde dat op die materie was te vinden; en aan den ondergeteekende niet volkomen voldoende zijnde voorgekomen, omme aan het oogmerk van Heeren Commissarissen te kunnen voldoen.’
‘Zo heeft hij in de tweede plaats vermeent UWelEd: en Achtb: in eerbiedige Consideratie te moeten geeven, of UWelEd: & EAchtb: niet dienstig zoude oordeelen voor ‘t vervolg te statueeren en te doen Publicéren;’
‘Dat de schouw over de straaten en weegen van deeze plaats more solito alle jaaren in de maand Maij, en zulks nodig geoordeelt wordende ook in de maand November, door den Fiscaal en gecommitteerdens uit den Raad van Justitie, of wel uit het Collegie van Commissarissen, zal geschieden op zodanige dag of daagen als hun Ed: zullen goedvinden, mits nogthans 14 dagen te vooren daar van publicatie doende’
‘Dat de ingezeetenen aan alle het geene hun bij die geleegentheid geordonneert zal worden, stiptelijk zullen hebben te obediéren, en de gemulcteerde de geincurreerde boetens dadelijk immers binnen tien dagen na de gevoerde Schouwe, zullen moeten betaalen.’
‘Dat tot gemak van Commissarissen voor noemt, veertien dagen na den eersten Schouwdag, een tweede beschouwing door den Fiscaal alleen, geadsisteert met den Bode van Justitie, zal worden gedaan, omme te zien of aan het geordonneerde is voldaan, en als dan de nalatige, gelijk meede de geenen die in gebreeken zijn gebleeven de geincurreerde boeten te betaalen, in eene dubbelde boete zullen weezen vervallen en verpligt blijven die wederom binnen tien dagen te voldoen.’
‘Dat nog veertien dagen later en dus vier weeken na den eersten Schouwdag, wederom eene derde schouwing, even als de Eerste met adsistentie van Commissarissen zal worden gevoert: als wanneer de geenen die nalatig gebleeven zijn aan het geciërde te voldoen; of ook binnen den gepræscribeerde tijd de boeten uit te tellen, eenen drie dubbelde boeten Conform ‘t aangehaalde articul 57 van ‘t generaal Placcaat zullen hebben geincurreert, en het niet gedaane ten kosten van de gebrekige door de Commissarissen zal worden verrigt, die de Rekeningen van die kosten aanden Fiscaal zullen overgeeven, en den zelven gequalificeert weezen die kosten en onbetaalde boetens bij parate executie van de onwillige en nalatige ingesetenen te repetéren en te innen, buiten eenige de minste forme van Proces of nadere authorisatie’
‘Verder neemt den ondergeteekende de vrijheid UWelEd: en Achtb: bij deeze Occasie te proponéren, of UWelEd: & Achtb: tot gemak en gerief van alle de inwoonderen en vreemde Passagiers alhier, niet zouden nodig kunnen oordeelen, omme teffens de Heeren die de eerstkomende schouwe zullen voeren te authoriseeren, ende te qualificeeren, omme zodanige Straaten, wegen en pleinen van dit vlek, welke al nog geene naam en bezitten, een naam te geeven; of wel te numereeren, en op de hoeken met een houte plank of Bord te voorsien, bevattende zodanige naamen ofte nummers, en zulks op Costen der Colonies Cassa.’
‘Eindelijk vind zig den ondergetekende verpligt UWelEd: & Achtb: nog te moeten voordragen, dat door de Continueele Sterke Regens in het gepasseerde winter Saisoen, de straat lopende langs de Justitie Raadkamer en Tronkstraat na ‘t strand, zodanig is uitgespoeld, dat daar uit de allerschromelijkste gevolgen voor die gebouwen, na zijn oordeel, te wagten zijn, ingevalle daar inne niet ten spoedigste, op eene Solide wijze word voorsien: met verzoek dat UWelEd: & Achtb: de nodige ordres gelieven te stellen, dat dezelve ten allereerste werde gerepareert en gemaakt, ‘t zij van Compagnies weegen ‘t zij uit Colonies Cassa, gelijk zulks zal bevonden worden te behooren en voorheen in gebruik geweest.’
’/:was geteekend/ J: N: S: van Lijnden /in margine/ Actum Cabo den 9: September 1789.’
Waar over gedelibereerd is geworden, en het voorstel van gemelde Heere Independent Fiscaal allezints strekkende bevonden tot bevordering van de goede eindens waartoe de schouwingen over de straaten word gedaan; zoo is beslooten dat voorstel te Converteeren in eene resolutie van deezen raad, zo als het zelve geConverteerd word bij deeze, om ingevolge van dien de nodige publicatie omtrent de aanstaande Schouwing te doen.
Aldus Gedaan en Geresolveerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voosz:e
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
met referte aan mijne aantekening bij resolutie van den 2:den October 1789.
C. 183, pp. 362-371.¶
Dingsdag d:n {17891027} 27 October 1789
des voormiddags, præsent den Edelen Heere Gouverneur en den Heeren van Lijnden Le Sueur en van Reede van Oudshoorn demptis de Heeren Rhenius en de Wet, als weegens deezen raade na Zwellendam gecommitteerd en den Heere Gordon bij indispositie
Wierd geresumeerd de geëerbiedigde Missive door de WelEdele Groot Achtb: Heeren Bewindhebberen ter Camer Amsterdam aan deezen Raade Sub dato 15 Januarij deezes Jaars geadresseerd, met en beneevens de requeste gepresenteerd aan de Illustre vergadering van Zeventhienen door en van weegens den Colonel de Sandolroij omme voor deszelfs Broeder de Sandolroij Capitain Commandant van ‘t depôt der nationaale recruten die voor Indiën ten deezen Gouvernemente worden aangehouden te suppliceeren de rang en gage van Major, en daar over gedelibereerd zijnde zoo is uit aanmerking van de inclinatie die de Hoog gebiedende Heeren Majores tot deeze bevordering hebben gelieve te manifesteeren, edoch gracieuselijk aan deeze regeering wel ter dispositie hebben willen overlaten, verstaan daar aan Eerbiedig te moeten voldoen, ‘t welk te gereeder behoorde te geschieden, terwijle den Capitein Sandolroij een der oudste Capitains van ‘t garnisoen komt te zijn, en dat dewijl hij apart dient, door zijne bevordering geene der officieren van andere Corpsen zig daar door benadeel kunnen agten, en derhalven opgemelde Saldolroij aangesteld tot Majoor onder een nieuw verband van Tien Jaaren, met de daar toe staande gage en Emolumenten, welke zoo wel als zijn verband gerekend zullen worden te zijn ingegaan met den 24 e Mai deezes jaars wanneer gemelde gevenereerde Schrijvens ten deeze Gouvernemente zijn in gekomen.
Door het overlijden van de Capiteins Militair Frederik Burgers en Philippus van der Heijden Gecesseerd zijnde de reedenen die deeze Raade nog voor Een tijd hebben te rug gehouden, om te voldoen aan het versoek van weegens den Capiteijn Lieutenant Adrianus Gijsbertus van Kervel, aan de WelEdele Hoog Achtbaare Heeren Zeeventhienen gedaan ter optenue van de qualiteit en Gage van Capitein Effectief, en de gunstige aanschrijvens die hun WelEdele Hoog Agtbaaren daar omtrent bij welderzelver zeer gerespecteerde Letteren van den 16 Maij Anno passato hebben gelieven te doen; zoo is beslooten opgemelde Van Kervel, als zijnde de oudste Capitein Lieutenant van ‘t nationaal Bataillon geworden, en zelfs eene Capiteins plaats in dat Bataillon open gevallen zijnde, denzelven Capitain Lieutenant Lieutenant van Kervel aan te stellen tot Capitein Effectif en zulx onder deszelfs loopend verband ende tot die qualiteit staande gage van ƒ80- s’ Maands, die zoo wel als zijne Emolumenten aan hem zullen worden vergoed van den dag dat voorschreeve Capitein Burgers is koomen te overlijden, zijnde geweest den 17: April deezes Jaars zedert welken tijd gemelde van Kervel den dienst als Capitein bij voorschreevene Bataillon heeft gepresteerd en zullen de WelEdele Hoog Achtbaren Heeren Meesteren onder eerbiedige kennis geeving van deeze beijde aanstellingen van weegens deezen Raade onderdanig worden bedankt, voor de zoo allezints wijze beschikking die hun WelEdele Hoog Achtbaaren hebben gelieven te maaken, om de Officieren die door hoogstdezelve voor dit Gouvernement worden uitgezonden niet direct bij particulieren Corpsen te plaatsen, maar de directie daar omtrent aan Gouverneur en Raaden gedefereerd te laaten.
Aldus gedaan en Geresolveerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:e
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
met referte aan mijn aantekening bij de resolutie van den 2:de October 1789.