C186 v1.20
C. 186, pp. 21-68.¶
Dingsdag, den {17900316} 16 Maart 1790
‘S voormiddags, alle præsent, Dempto den Heere Collonel Gordon
Wierd door den Heer Hoofd Administrateur Johannes Izaak Rhenius, ingeleverd de memorie nopens de te kort en bedorven bevonden goederen op de lading van ‘t provisie Schip Teijlingen , en neevens de Schriftelijke verantwoording door den Capitein van dien bodem Carel Fredrik Schaak deezen aangaande, luidende dit een en ander als volgd.
‘Memorie, van de nabesz: Arak, Reijst, &c:a uit de Lading van ‘t Provisie schip Teijlingen , te min, bedorven en gebrooken uitgeleverd, gelijk te zien is, bij de verklaaring Gecommitteerdens deesen annex Namentlijk’
‘
40975 | lb Reijst, op 620 000 lb ofte 200 Cojangs van 3100 lb: ieder Cojang, als, | |
30935 lb, zoo vuijl, als aangeSlagen | ||
17040 d:o te min, | ||
7 | P:s Jatij balken dik 7 en 8 D:m lang 20 v:t op 160 p:s, als, | |
6 p:s defect en gebrooken, en | ||
1 d:o te min, | ||
2 p:s Jatij Swalpen van 4 d:m op 14 p:s defect en gebroken, | ||
2544 | d:o Estrikken van 16 d:m op 7000 p:s zoo hoekig als gebroken zijnde | 36 1/3 p:Cto ruim |
1518 | d:o d:o d:o 12 d:o d:o 3000 d:o zoo hoekig als gebroken zijnde | 50 3/5 d:o Netto |
3607 1/2 | Kann: Arak, op 100 Leggers minder, als zijnde daarvan bij pijling, 23, van 3, | |
60, van 4, 8 van 5, 1 van 6, 2, van 7, 1 van 9, en 1 van 11 d:m Wan, mitsgaders | ||
4 Leedig bevonden, zijnde 9 5/16 PC:to Schaars, | ||
1480 | p:s Jatij Legger duijgen, waarvan geene op de Factuur bekent Staan, alhier meerder uitgelevert, Egter 115 p:s Gebrooken, dog volgens opgaaf van den Capitein deeser bodem 1600 p:s tot Batavia ontvangen, | |
7 | lb Peeper op 2000 lb te min, zijnde 2/5 pC:to Schaars. |
40975 | lb Reijst, op 620 000 lb ofte 200 Cojangs van 3100 lb: ieder Cojang, als, | |
30935 lb, zoo vuijl, als aangeSlagen | ||
17040 d:o te min, | ||
7 | P:s Jatij balken dik 7 en 8 D:m lang 20 v:t op 160 p:s, als, | |
6 p:s defect en gebrooken, en | ||
1 d:o te min, | ||
2 p:s Jatij Swalpen van 4 d:m op 14 p:s defect en gebroken, | ||
2544 | d:o Estrikken van 16 d:m op 7000 p:s zoo hoekig als gebroken zijnde | 36 1/3 p:Cto ruim |
1518 | d:o d:o d:o 12 d:o d:o 3000 d:o zoo hoekig als gebroken zijnde | 50 3/5 d:o Netto |
3607 1/2 | Kann: Arak, op 100 Leggers minder, als zijnde daarvan bij pijling, 23, van 3, | |
60, van 4, 8 van 5, 1 van 6, 2, van 7, 1 van 9, en 1 van 11 d:m Wan, mitsgaders | ||
4 Leedig bevonden, zijnde 9 5/16 PC:to Schaars, | ||
1480 | p:s Jatij Legger duijgen, waarvan geene op de Factuur bekent Staan, alhier meerder uitgelevert, Egter 115 p:s Gebrooken, dog volgens opgaaf van den Capitein deeser bodem 1600 p:s tot Batavia ontvangen, | |
7 | lb Peeper op 2000 lb te min, zijnde 2/5 pC:to Schaars. |
’/:onderstondt:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop; den 15 Maart 1790. /:Was Getekend:/ J: I: Rhenius.’
‘Den Wel Edele Gestrengen Heer Cornelis Jacob van de Graaf Gouverneur in Loco, &c:a’
‘Den ondergeteekende hebben gelieven te ordonneeren, van, behoorlijk verantwoording te doen, waar door de defecten en Minderheeden op de Lading van gemelde bodem voor dit Gouvernement aangebragt ontstaan zijn, Zoo Verklaare ik de oorzaak daarvan te zijn, gelijk in margine deezer aangehaald is, Namentlijk’
‘
40975 | lb Reijst, op 62000 lb of 200 Cojangs van 3100 lb ieder, Zoo vuil aangslagen , als te min; te weeten |
30935 lb Vuil en aangeslagen, en | |
17040 d:o te min, |
40975 | lb Reijst, op 62000 lb of 200 Cojangs van 3100 lb ieder, Zoo vuil aangslagen , als te min; te weeten |
30935 lb Vuil en aangeslagen, en | |
17040 d:o te min, |
‘Het bederf van de Rijst, is veroorzaakt door de Storm van den 29 December A:o Passato en door twee dito voor Caab Anghuilas , gelijk bij het Journael blijkt waardoor het Schip zwaar gewerkt, de Lijfnaaden, opengegaan, en hier en daar, gelijk meede in de Boeg Lekkagie veroorzaakt is.’
‘Zijnde de Minderheid, voornamentlijk aan het Lossen en Laaden, en vervolgens aan de meenigte van ongedierte, als Kakkerlakken, Rotten en Muijsen toe te Schrijven, dus het onmogelijk is geweest, de Spillagie voor te koomen, niet teegenStaande daar toe door den ondergeteekende alle zorg en moeijte aangewent is.’
‘
7 | P:s Jatij Balken, dik 7 en 8 d:m Lang 20 Voet, op 160 p:s defect gebrooken, en te min, als |
6 P:s defect en gebrooken, en | |
1 d:o te min, |
7 | P:s Jatij Balken, dik 7 en 8 d:m Lang 20 Voet, op 160 p:s defect gebrooken, en te min, als |
6 P:s defect en gebrooken, en | |
1 d:o te min, |
‘De Ses Balken zijn door haar kromte, en de Zwaare Last, die daar op lijde defect geraakt, en de te min uitgeleeverde bij het Vlotten te Batavia van land naar Boord ‘S nachts weggedreeven en dus VerLooren geraakt,’
‘2 p:s Jatij Swalpen van 4 d:m op 14 p:s defect en gebrooken, Zijn, om reeden gelijk hier voren bij de balken gemeld is, defect geraakt’
‘120 p:s Jatij Duigen op 1600 p:s die egter op de Factuur niet bekend staan, te min uitgeleverdt.’
‘de 1600 duijgen zijn ontvangen, na dat het Schip geladen was, en hier en daar in de hoeken weg gestopt, waar van de 120 p:s bij Storm absent geraakt zijn.’
‘
2544 P:s Estricten van 16 d:m op 7000 p:s | Zoo hoekig als gebrooken |
1518 d:o d:o d:o 12 d:m d:o 3000 p:s |
2544 P:s Estricten van 16 d:m op 7000 p:s | Zoo hoekig als gebrooken |
1518 d:o d:o d:o 12 d:m d:o 3000 p:s |
‘Door de zwaare Storm, en werken van ‘t Schip, mitsgaders bij ‘t Transporteeren naar de wal, also dezelve na ‘t ontlossen verScheide dagen alhier op ‘t Zee hoofd gestaan hebben, en ‘er toen een meenigte van goederen op en over gewerkt zijn gebrooken,’
‘
Is door het indroogen ontStaan, Door diende fusten door de Chineesen gemaakt, en in het geheel niet Suffisant zijn, geeven deselve door 't swaar werken van 't Schip meede, 't welk de duijgen doet breeken, waartoe de wurm gaten in 't hout meede veel toe brengen. | 7 lb Peeper, op 2000lb te min, 3607 1/2 kann: Arak op 100 leggers, te min, als zijnde bij pijling bevonden 23 p:s van 3, 60, van 4, 8 van 5, 1 van 6, 2 van 7. 1 van 9, en 1, van 11 d:m wan, mitsgaders 4 leedig te zijn. |
Is door het indroogen ontStaan, Door diende fusten door de Chineesen gemaakt, en in het geheel niet Suffisant zijn, geeven deselve door 't swaar werken van 't Schip meede, 't welk de duijgen doet breeken, waartoe de wurm gaten in 't hout meede veel toe brengen. | 7 lb Peeper, op 2000lb te min, 3607 1/2 kann: Arak op 100 leggers, te min, als zijnde bij pijling bevonden 23 p:s van 3, 60, van 4, 8 van 5, 1 van 6, 2 van 7. 1 van 9, en 1, van 11 d:m wan, mitsgaders 4 leedig te zijn. |
‘Kunnende UW Ed: Gestr: en Ed: Achtb: uit het hier boven in Margine aangehaalde, klaarlijk de waarachtige reeden kunnen beoogen, waar uit de Minderheeden en defecten der Voorsz: Goederen haaren oorspronk hebben, om welke Reedenen den ondergeteekende, op de Eerbiedigste wijze, als een Dienaer die de Ed:Comp: zedert dat hij de Eer gehad heeft deselve te dienen, altijd trouw en Eerlijk heeft behandelt, Verzoekt voor de voorsz: Minderheeden en defecten der boven gem: Goederen, niet te moogen wierden belast,’
’/:Onderstond:/’
‘In ‘t Schip Teijlingen den 15 Maart 1790. /:Was Getekend:/ Carel Fredrik Schaak.’
Waarover gedelibereerd, en daar bij in achting genoomen zijnde, dat het bederf aan de reijst door lekkagie in ‘t Schip veroorsaakt is, en ‘t breeken der Estrikken aan het werken van ‘t Schip toe te Schrijven is, zoo is dierhalven moeten besloten worden, om dit een en ander te passeeren, En bij de Negotie boeken dezes Gouvernements af te Schrijven, terwijl ten opzigte van de gebrooken en defect bevondene houtwerken, is verstaan dat naardien niet blijkt dat zulx te wijten is, aan agteloosheid of versuim van de ScheepenOverheeden het zelve insgelijks te passeeren, en deeze houtwerken, benevens de voorsz: gebrooken Estrikken bij publicque vendutie, voor het geen zij zullen moogen gelden, te doen verkoopen,
Zijnde Echter ten belange der te min uitgeleeverde houtwerken en rijst, beslooten ‘t bedraagen daarvan de opperhoofden van voorsz: bodem op hunne Soldij reekeningen te laaten belasten op de volgende Wijze:
Ducat:s van 66 Stf: | Indiasch Geld van 80 St:vers | ||
Ned: Geld | Ned: Geld | p:r ducaton | |
17040 lb Rijst teegens marktprijs à Rd:s 3 1/4 't C:to zijn | duc: 369 14/72 | ƒ1476:15:08 | |
1 p:s Jatij Balk van 7 à 8 d:m lang 20 Voet, met 2 Capitale advans | ƒ9:02: | p 2 25/33 | d:o 11:-:08 |
120 d:o Jatij legger duijgen met twee Capitale advans | d:o 83:09:08 | d:o 25 13/44 | d:o 101:03:08 |
ƒ1588:19:08: | |||
Hier op 25 pc:to verhooging | d:o 397:05:- | ||
Te Zamen | ƒ1986:04:08 | ||
Komt voor reek: van den Capit: | 2/3 | ƒ1324:03:-: | |
d:o d:o d:o Capitein Lieut:t | 1/3 | ƒ662:01:08 | |
Geld als boven | ƒ1986:04:08 |
Ducat:s van 66 Stf: | Indiasch Geld van 80 St:vers | ||
Ned: Geld | Ned: Geld | p:r ducaton | |
17040 lb Rijst teegens marktprijs à Rd:s 3 1/4 't C:to zijn | duc: 369 14/72 | ƒ1476:15:08 | |
1 p:s Jatij Balk van 7 à 8 d:m lang 20 Voet, met 2 Capitale advans | ƒ9:02: | p 2 25/33 | d:o 11:-:08 |
120 d:o Jatij legger duijgen met twee Capitale advans | d:o 83:09:08 | d:o 25 13/44 | d:o 101:03:08 |
ƒ1588:19:08: | |||
Hier op 25 pc:to verhooging | d:o 397:05:- | ||
Te Zamen | ƒ1986:04:08 | ||
Komt voor reek: van den Capit: | 2/3 | ƒ1324:03:-: | |
d:o d:o d:o Capitein Lieut:t | 1/3 | ƒ662:01:08 | |
Geld als boven | ƒ1986:04:08 |
Waar teegens dezelve overheeden voor ‘t geene op de peper, het catoen, de Zuiker wax kaarsen, en den Arak, minder dan de gepermitteerde afSchrijving dicteerd is te kort gekoomen, op hun Soldij reekeeningen ‘t volgende zal worden te goed gedaan, als
Ducatons Van 66 St:vers | Indias Geld van 80 St:vers | ||
Ned:erl Geld, | Ned: Geld | P:r ducaton | |
33 lb Peeper zijnde 1 3/5 pC:to teegens Uitkoops prijs | ƒ14:10:08 | p 4 9/22 | ƒ17: 13:- |
40 d:o Cattoene Gaaren zijnde 2 pC:to teegens 1/2 Capitael advans | d:o 14:06:- | 4 1/3 | ƒ17:07:- |
1862 d:o Poeder Zuiker, als | |||
1201,lb de gevalideerde 3 pc:to | op 40059 lb, | ||
661 d:o aan overwigt, | |||
1862 lb Poeder Zuiker teegens Uitkoops prijs | d:o 325:17:-: | 98 59/66 | 395:11:08 |
60 lb Wax kaarsen zijn de 3 pC:to teegens 1/2 Capitaal advans | 92:14:08 | 28 7/66 | 112:08:08 |
272 1/2 kann: Arak Zijnde 11/16 pC:to ruim, teegens uitkoops prijs | 118:-:- | 35 25/33 | 143:-:08 |
Te Zaamen | ƒ686:-:08 | ||
Komt voor Reeck: van den Capitein 2/3 | ƒ457:07:- | ||
d:o d:o d:o van den Cap: Lt:t 1/3 | d:o 228:13:08 | ||
ƒ686:-:08 |
Ducatons Van 66 St:vers | Indias Geld van 80 St:vers | ||
Ned:erl Geld, | Ned: Geld | P:r ducaton | |
33 lb Peeper zijnde 1 3/5 pC:to teegens Uitkoops prijs | ƒ14:10:08 | p 4 9/22 | ƒ17: 13:- |
40 d:o Cattoene Gaaren zijnde 2 pC:to teegens 1/2 Capitael advans | d:o 14:06:- | 4 1/3 | ƒ17:07:- |
1862 d:o Poeder Zuiker, als | |||
1201,lb de gevalideerde 3 pc:to | op 40059 lb, | ||
661 d:o aan overwigt, | |||
1862 lb Poeder Zuiker teegens Uitkoops prijs | d:o 325:17:-: | 98 59/66 | 395:11:08 |
60 lb Wax kaarsen zijn de 3 pC:to teegens 1/2 Capitaal advans | 92:14:08 | 28 7/66 | 112:08:08 |
272 1/2 kann: Arak Zijnde 11/16 pC:to ruim, teegens uitkoops prijs | 118:-:- | 35 25/33 | 143:-:08 |
Te Zaamen | ƒ686:-:08 | ||
Komt voor Reeck: van den Capitein 2/3 | ƒ457:07:- | ||
d:o d:o d:o van den Cap: Lt:t 1/3 | d:o 228:13:08 | ||
ƒ686:-:08 |
Terwijl aan ged: Capitein en Capitein Lieutenant word overgelaten, om zich met opzigte tot de voorsz: bij gebragte reedenen ter hunner verontschuldiging over de uitgeleeverde minheeden, met behoorlijke Eerbied te addresseeren, aan de hooge Indiasche reegering, ten einde hunner UWEdele Groot Achtb:s geEerd goedvinden hier omtrent te verstaan.
En is voorts geresumeerd het rapport van den het voorsz: provisie Schip, Teijlingen Commandeerende Capitein Carel Fredrik Schaak, nopens de dagelijkse verrigtingen in’t Lossen, en weeder belaaden van dien bodem waarop voor appostille zal worden geSteldt, dat het zelve allezints naar waarheid opgegeeven zijnde, door het volhandig werk, dat men tot het ontladen der aan dit Gouvernement uitgekoomen Comp:s en Particuliere ingehuurde Scheepen heeft gehad; en zoo meede, depeches der Successive gearriveerde RetourScheepen ‘t ged: Schip Teijlingen niet eerder heeft kunnen worden gedepecheerd.
Hier na wierd ter tavel gebracht het door de geCommitteerdens, en bij de Heeren leeden deeses Raads rondgeleesen Rapport nopens dezelve verrigtingen geduurende hun laatste aanweezen aldaar, luidende dat Rapport.
‘Den Wel Edelen Gestrengen Heere Cornelis Jacob van de Graaf, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien, &c:a &c:a &c:a ons ondergeteekendens hebben gelieven te Committeeren, tot het ontvangen van Zodanige Goederen als ‘er in’t Schip Teijlingen van Batavia voor dit Gouvernement zijn aangebracht, zoo verklaaren wij zulx verrigt, en dezelve aan de volgende Administrateurs overgeleverd te hebben, als volgt.’
‘
Voor de Heere Dispensier. | |
640000 | lb Reijst of 200 Cojangs van 3200 lb ieder bestaande in 572025 lb Goede Reijst, |
2000 | lb peeper, zwarte geharpte n 20 Gonnizakken |
2000 | d:o Catoene Garens Javas L:a h, of Dispen: Zoort in 16 balen van 125 lb. Netto ieder, als No: 1, Weegt bruto 130 lb N:o 2, 6:130, N:o 3, 129. N:o 4 128, N:o 5, 129, N:o 6, 129, N:o 7. 130, N:o 8: 129, 9. 130 10. 129. 11. 128, 12, 130, 13. 129, 14. 123 d:o 15, 130, 16, 130 lb. |
40059 | lb Zuiker Poeder in 100 Canassers de Scheepsoverheeden in de Zuiker pakhuijsen, waar op 661. lb over, met 43059 lb bruto, of 30 lb Tarra per Canasser te genoegen toegewoogen en Zijnde de Canassers behoorlijk geboord en Eerste Zoort bevonden, |
2000 | Wasch kaarsen in 4 Kassen gem:t No:s 1 Nt:o 500 bruto 606, N:o 2 Nt:o 500 bruto 596, N:o 3. Nt:o 500 bruto 613. N:o 4 Nt:o 500, bruto 613 lb. |
Voor de oppermeester van 't Hospitals | |
8500 | lb Coffijboonen Jaccatrase in 119 balen van dubb: Middelbaare Strooij Zakken, |
1000 | lb Thee in 28 kisten te weeten |
972 lb in 27 kisten van 36 lb ieder gemerkt en weegende Bruto, als | |
N:o 53, Weegt br:to 46, lb, N:o 54. W. b:to 50, N:o 55, W: br:to 42 lb | |
d:o 56 d:o d:o 48 d:o d:o 57 d:o d:o 47 d:o 58 d:o d:o 49 d:o | |
d:o 59 d:o d:o 47 d:o d:o 60 d:o d:o 47 d:o 61 d:o d:o 40 d:o | |
d:o 62 d:o d:o 47 d:o d:o 63 d:o d:o 47 d:o 64 d:o d:o 46 d:o | |
N:o 65, Weegt br:to 48 ld, N:o 66, W. br:to 47, 67, W: br:to 48 d:o | |
d:o 68 d:o d:o 47 d:o d:o 69 d:o d:o 47 d:o 70 d:o d:o 47 d:o | |
d:o 71 d:o d:o 47 d:o d:o 72 d:o d:o 48 d:o 73 d:o d:o 42 d:o | |
d:o 74 d:o d:o 47 d:o d:o 75 d:o d:o 46 d:o 76 d:o d:o 43 d:o | |
d:o 77 d:o d:o 49 d:o d:o 78 d:o d:o 47 d:o 79 d:o d:o 49 d:o | |
28 lb, in Een Kist N:o 80 Wegt Bruto 48 lb | |
3000 | p:s Chitzen breede ordinaire in 2 Pakken, |
N:o 9402, lb 167, Weg:n bruto 480 en 246 lb: als | |
200 | p:s in Een Pak N:o 940, als gem:kt |
100 | d:o d:o d:o d:o d:o 167. |
4500 | p:s Hembden in 90 Pakken gem:kt Weeg: Bruto, als |
N:o 168, bruto 353 lb. N:o 169, bruto 355 lb, N:o 170 b:to 354, N:o 171, Bruto 353 N:o 177. bruto 297lb, N:o 178. bruto 300 lb. N:o 179 br:to 298 ld. N:o 180, 302 lb, 186, 327. lb inhoudende 500 p:s ieder Pak, | |
4000 | Broeken, in 4 Pakken gemerkt en weeg:d bruto, als N:o 172 bruto 397 ld: N:o 173, b:to 390, N:o 181. br:to 389 ld N:o 182 bruto 384 ld, Inhoudende 1000 p:s ieder Pak. |
1500 | Gecattoeneerde Baatjes afgepakt in 6 Pakken, gem:t en weegende bruto, als volgd. |
N:o 174 bruto 247. N:o 175 b:to 237. N:o 176, b:to 252, N:o 183, b:to 235, N:o 184. bruto 238, en 185,, bruto 273, ld inhoudende 250 p:s ieder, | |
6000 | Spoelkommen grove in 11 kassen gemerkt, en weegende bruto, te weeten |
520 p:s in 1 Kas gem:kt N:o 13, Weegt bruto 423 ld. | |
480 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 14. d:o d:o 414 d:o. | |
660 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 15. d:o d:o 475 d:o. | |
540 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 16. d:o d:o 410 d:o. | |
600 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 17 d:o d:o 400 d:o. | |
600 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 18 d:o d:o 460 d:o. | |
600 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 19 d:o d:o 465 d:o. | |
550 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 20 d:o d:o 420 d:o. | |
540 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 21 d:o d:o 425 d:o. | |
460 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 22 d:o d:o 417 d:o. | |
450 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 23. d:o d:o 387.d:o | |
800 | lb Tammerinde in Een halve Legger |
Voor de Opziender van 't Houtmagazijnen | |
160 | p:s balken lang 20 V:t dik 7 en 8 d:m |
14 | d:o Swalpen d:o 4 d:m |
6300 | d:o Estrikken d:o 16 d:m |
700 | d:o d:o 16 d:m |
3000 | d:o d:o 12 d:m |
1 | d:o balk lang 30 V:t dik 13 a 14 d:m tot MolenAssen |
40 | pomphoute geboorde. |
350 | Chineese Planken tot Guarniering in 't Schip |
1480 | d:o Jatij legger duijgen, dewelke op 't Factuur niet bekend Staan ontvangen, waar van 115 p:s gebroken. |
Voor de Equipagiemeester. | |
8 | p:s Ankerstokken |
Voor de Heer Keldermeester. | |
100 | Leggers Arak Apij, inhoudende ieder 388 kann: bij de Spons gebrand K W. en op den bodem PAR. M Neevens 't merk van den Eijkmeester indeugzaame fusten ten genoege ontvangen, door den Sous Lieut:t R: V: Deulleman. |
Voor de Pakhuijsmeester, | |
100 | lb Foelij in Een Kast N:o 24 Weegt bruto 20 ld. |
Voor de Heere Dispensier. | |
640000 | lb Reijst of 200 Cojangs van 3200 lb ieder bestaande in 572025 lb Goede Reijst, |
2000 | lb peeper, zwarte geharpte n 20 Gonnizakken |
2000 | d:o Catoene Garens Javas L:a h, of Dispen: Zoort in 16 balen van 125 lb. Netto ieder, als No: 1, Weegt bruto 130 lb N:o 2, 6:130, N:o 3, 129. N:o 4 128, N:o 5, 129, N:o 6, 129, N:o 7. 130, N:o 8: 129, 9. 130 10. 129. 11. 128, 12, 130, 13. 129, 14. 123 d:o 15, 130, 16, 130 lb. |
40059 | lb Zuiker Poeder in 100 Canassers de Scheepsoverheeden in de Zuiker pakhuijsen, waar op 661. lb over, met 43059 lb bruto, of 30 lb Tarra per Canasser te genoegen toegewoogen en Zijnde de Canassers behoorlijk geboord en Eerste Zoort bevonden, |
2000 | Wasch kaarsen in 4 Kassen gem:t No:s 1 Nt:o 500 bruto 606, N:o 2 Nt:o 500 bruto 596, N:o 3. Nt:o 500 bruto 613. N:o 4 Nt:o 500, bruto 613 lb. |
Voor de oppermeester van 't Hospitals | |
8500 | lb Coffijboonen Jaccatrase in 119 balen van dubb: Middelbaare Strooij Zakken, |
1000 | lb Thee in 28 kisten te weeten |
972 lb in 27 kisten van 36 lb ieder gemerkt en weegende Bruto, als | |
N:o 53, Weegt br:to 46, lb, N:o 54. W. b:to 50, N:o 55, W: br:to 42 lb | |
d:o 56 d:o d:o 48 d:o d:o 57 d:o d:o 47 d:o 58 d:o d:o 49 d:o | |
d:o 59 d:o d:o 47 d:o d:o 60 d:o d:o 47 d:o 61 d:o d:o 40 d:o | |
d:o 62 d:o d:o 47 d:o d:o 63 d:o d:o 47 d:o 64 d:o d:o 46 d:o | |
N:o 65, Weegt br:to 48 ld, N:o 66, W. br:to 47, 67, W: br:to 48 d:o | |
d:o 68 d:o d:o 47 d:o d:o 69 d:o d:o 47 d:o 70 d:o d:o 47 d:o | |
d:o 71 d:o d:o 47 d:o d:o 72 d:o d:o 48 d:o 73 d:o d:o 42 d:o | |
d:o 74 d:o d:o 47 d:o d:o 75 d:o d:o 46 d:o 76 d:o d:o 43 d:o | |
d:o 77 d:o d:o 49 d:o d:o 78 d:o d:o 47 d:o 79 d:o d:o 49 d:o | |
28 lb, in Een Kist N:o 80 Wegt Bruto 48 lb | |
3000 | p:s Chitzen breede ordinaire in 2 Pakken, |
N:o 9402, lb 167, Weg:n bruto 480 en 246 lb: als | |
200 | p:s in Een Pak N:o 940, als gem:kt |
100 | d:o d:o d:o d:o d:o 167. |
4500 | p:s Hembden in 90 Pakken gem:kt Weeg: Bruto, als |
N:o 168, bruto 353 lb. N:o 169, bruto 355 lb, N:o 170 b:to 354, N:o 171, Bruto 353 N:o 177. bruto 297lb, N:o 178. bruto 300 lb. N:o 179 br:to 298 ld. N:o 180, 302 lb, 186, 327. lb inhoudende 500 p:s ieder Pak, | |
4000 | Broeken, in 4 Pakken gemerkt en weeg:d bruto, als N:o 172 bruto 397 ld: N:o 173, b:to 390, N:o 181. br:to 389 ld N:o 182 bruto 384 ld, Inhoudende 1000 p:s ieder Pak. |
1500 | Gecattoeneerde Baatjes afgepakt in 6 Pakken, gem:t en weegende bruto, als volgd. |
N:o 174 bruto 247. N:o 175 b:to 237. N:o 176, b:to 252, N:o 183, b:to 235, N:o 184. bruto 238, en 185,, bruto 273, ld inhoudende 250 p:s ieder, | |
6000 | Spoelkommen grove in 11 kassen gemerkt, en weegende bruto, te weeten |
520 p:s in 1 Kas gem:kt N:o 13, Weegt bruto 423 ld. | |
480 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 14. d:o d:o 414 d:o. | |
660 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 15. d:o d:o 475 d:o. | |
540 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 16. d:o d:o 410 d:o. | |
600 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 17 d:o d:o 400 d:o. | |
600 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 18 d:o d:o 460 d:o. | |
600 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 19 d:o d:o 465 d:o. | |
550 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 20 d:o d:o 420 d:o. | |
540 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 21 d:o d:o 425 d:o. | |
460 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 22 d:o d:o 417 d:o. | |
450 d:o d:o 1 d:o d:o d:o 23. d:o d:o 387.d:o | |
800 | lb Tammerinde in Een halve Legger |
Voor de Opziender van 't Houtmagazijnen | |
160 | p:s balken lang 20 V:t dik 7 en 8 d:m |
14 | d:o Swalpen d:o 4 d:m |
6300 | d:o Estrikken d:o 16 d:m |
700 | d:o d:o 16 d:m |
3000 | d:o d:o 12 d:m |
1 | d:o balk lang 30 V:t dik 13 a 14 d:m tot MolenAssen |
40 | pomphoute geboorde. |
350 | Chineese Planken tot Guarniering in 't Schip |
1480 | d:o Jatij legger duijgen, dewelke op 't Factuur niet bekend Staan ontvangen, waar van 115 p:s gebroken. |
Voor de Equipagiemeester. | |
8 | p:s Ankerstokken |
Voor de Heer Keldermeester. | |
100 | Leggers Arak Apij, inhoudende ieder 388 kann: bij de Spons gebrand K W. en op den bodem PAR. M Neevens 't merk van den Eijkmeester indeugzaame fusten ten genoege ontvangen, door den Sous Lieut:t R: V: Deulleman. |
Voor de Pakhuijsmeester, | |
100 | lb Foelij in Een Kast N:o 24 Weegt bruto 20 ld. |
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop Den 15 Maart 1790, /:Was Getekend:/ H: O: Eksteen.’
Over welke inhoude gedelibereerd Zijnde, is verstaan de verrichtingen van voorsz: Gecommitteerdens volkoomen te approbeeren, en hen voorts te qualificeeren om de drie overgenoomene Stukken canon van ‘t verongelukte Schip de Maria bij eene nadere bekwaame geleegentheid herwaards te doen transporteeren, zullende de van gem: bodem ingekogte en bij deeze memorie vermelde Equipagiegoederen bij de inventarissen van de posten aldaar worden ingenomen, en de houtwerken welken van den opgelegden voorraad aldaar ten dienste der Ed: Comp:e zijn verbruikt geworden, bij de Negotie boeken deeses Gouvernements worden afgeSchreeven, zijnde de prijzen op de door voorsz: GeComitteerdens alhier aangebragte houtwerken reeds bij de Resolutie van den 6 October jongstleeden bepaaldt, en zoo meede de nodige Schikkingen beraamd met opzigte tot de in de Mosselbaaij ingeoogste Graanen, weshalven deeze bij de articulen thans voor afgehandeld kunnen worden gehouden.
Verders geleezen zijnde, ‘t volgende verzoekschrift van den Chirurgijn van ‘t Regiment van Luxemburgh , Lijris
‘à Son Excellence,’
‘Son Excellence Monsieur Van de Graaf Gouverneur du Cap de bonne Esperance et dependances et à Messieurs les Conseillers de la haute Régence de Cette Ville.’
‘Monsieur le Gouverneur et Messieurs.’
‘Attaque d’une maladie de poitrine depuis quatres ans à Ceijlon , je fus forcè d’ij rester pour me rètablir avec lagrement de mon Chef, et celui de Monsieur le Command:r de Kraijenhof au dèpart du Regiment de Luxembourg , des affaires de familles éxigeant mon retour enfrance dans ma patrité, je me Suis Embarque à cet effect à Galle Sur le vaisseau le Arend , de la noble Compagnie, mais une Continuité de Souffrances pendent la traversée et mon Etat actuel, ne me permettant pas de continuer mon voijage; oserai je vous Suplier, Monsieur le Gouverneur, et Messieurs, de me permettre derester dans cette Colonie letems nècéssaire: L’êpôque de ma convalescence sera cette de mon dèpart Sur un vaisseau français, en m’accordant cette grace, Monsieur le gouverneur, et Messieurs, vous m’ imposerez une reconnoissance qui Egalera les Sentiments du très profond Respect avec le quel je Suis,’
’/:onderstond:/’
‘Monsieur le Gouverneur et Messieurs, /:Lager:/ Votre tres humble et tres obeissant Serviteur, /: Getekendt:/ Lijris, Second Chirurgien de Luxembourg . /:in margine:/ au Cap de bonne Esperance, le 13 Mars 1790.’
Zoo is goedgevonden den Suppliant, ingevolge zijn versoek te permitteeren, om hier Eenigen tijd, tot herStel van zijne gezondheid over te blijven.
Wijders wierd door den Heer Gouverneur den Raade te kennen gegeeven dat zijn Ed: den Equipagiemeester deeses gouvernements hadden gezonden aan boord van den ter deezer Rheede leggende Engelsche visscher the Harpeij , om den Capitein van dat vaartuijg aan te zeggen, dat hij zich zoude hebben te onthouden van ‘t branden van traan indeeze baaij, als het welke eenzeer kwaade en ongezonde lucht over dit Caabsche Vlek, kwam te verSprijden, dat daarop door gem: Equipagiemeester aan zijn Ed: was gerapporteert geworden, dat voorsz: Engelsche Capitein onder verScheidene zeer inSolente bewoordingen volstrekt hadden geweijgerd, zich aan deeze ordre te Submitteeren, en gedeclareerd met traanbranden des ongeagt te zullen blijven Continueeren, weshalven zijn Ed: versogt, dat hier teegens bij resolutie deezer tafel zodanig mogt worden voorsien, als den aart der Zaake is meedebrengende; waarover gedelibereerd zijnde, is verStaan den Equipagiemeester te gelasten aan voorsz: Capitein, de reeds gegeeve ordres van den heer Gouverneur noch eens ‘S raads weegen voor te houden, en voorts door’t leggen van een brandwagt naast voorsz: Vaartuijg dezelve ordres te doen Effect Sorteeren.
En is ter deezer geleegentheid almeede inoverweeging genomen, hoe diergelijke vreemde vaartuijgen tot den walvisch vangst geequipeerd, zich niet alleen vergenoegen, met deeze hunne vissereije buiten en in onse verafgelegenen baaijen te exerceeren, maar teegenswoordig zelvs beginnen, om zulx binnen de Tavelbaaij te tenteeren, en de bekomene traan op hunne Scheepen alhier ter rheede te branden, het geen niet alleen voor die Scheepen, die inde nacht deeze baaij pogen binnen te zeilen, ten uitterste gevaarlijk is, maar ook onder de ter rheede leggende Scheepen, lichtelijk brand zoude kunnen te Weege brengen, en dus aanleijding tot veele ongelukken kan geeven, daar ‘t bovendien te dugten is, dat de geraamtens en afvallen van die visschen, dewelke door de vissers hier ter rheede buitenboord wierden geworpen, door den tijd eene zeer nadelige infectie aan deeze plaatse veroorzaken en de rheede geheel bederven zullen, Weshalven het hoogst noodsakelijk is, deeze onbehoorlijke handelwijze bij tijds, voor te koomen enteegen te gaan, en is over zulks verStaan, alnoch te innereren, de ordre bij Resolutie deeser tafel van den 12 Januarij Jl: nader gestatueerd, dat geene Sloepen van vreemde Vaartuijgen naar ander opkomende Scheepen Zullen vermoogen te vaaren, voor dat de Gezondheids Commissie aldaar denodige inSpectie zalhebben gedaan, en voorts aan een iegelijk vande voorsz: vissers op het Scherpste te doen interdiceeren en verbieden dat voorthaan niemand hunner zich zal moogen verstouten, om binnen deese tavelbaaij of indenabijheid vandeselve, de voorsz: Walvisch vangst te ExerSeeren veel min om de visschen buiten de baijen gevangen en deselve te moogen afmaaken, en daarvan ‘t traan branden, op pœne dat den geene, die hier teegens zal komen aante gaan, van alle gerieflijkheeden hoegenaamd zal weezen verstooken, en vervallen in Een boete van Een Duizend Rijksdaalders ten behoeve van den Heer Officier.
Met de Pacquetboot de Vlijt , en het voorseilend Retour Schip de Valk hebbende ontvangen de zeer geEerde letteren van de Hooge Indiasche regeering gedateerd den 13 October des Voorleeden jaars, zijn dezelve, na dat bevorens bij Heeren Leeden des Raads inrondleezing waaren geweest, opheeden geresumeerd, en is beslooten die poincten, welke hun Wel Edele Groot Achtb:s deeze Gouvernemente ter observance gelieven aante beveelen naar Schuldigen Plicht, Stiptelijk naa te koomen en te achtervolgen, terwijl op die articuls welke onse rescriptie komen te vorderen het volgenden gearresteerd is, in de eerste plaats met veele leedweezen ontwaard hebbende het ongenoegen dat hun Wel Edele Groot Achtb:s bij § 3, van deeze missive gelieven te betoonen, over den Slegten uitslag van de uit de Mosselbaaij met het particulier Schip de Vrouwe Johanna Jacoba naar Batavia overgebragte 3170 Mudden Tarwe, en de dispositie bij Hun Wel Edele Groot Achtb:n daar omtrent genoomen, om het verlies, dat op dit graan bij Publicque veijlinge zal weezen geleeden, en welks montant hun Wel Edele Groot Achtb:s deeze regeering nader zullen bedeelen, voor deeze keer, inkoops te laaten vergoeden, door de geenen, die dit koorn geleverd of geaccepteerd hebbende, zo is verstaan Extract van dit gedeelte hunner WelEdele Groote Achtb:s Voorschr: missive beneevens een Copia van het dienst weegens ingedient rapport van die geenen die op Batavia tot de inspectie van dat graan zijn gecommitteerd geweest, te Stellen inhanden van de Gecommitteerdens over de Plettenbergs baaij , den Koopman en Winkelier Egbertus Bergh, en den Capitein ter zee Francois Duminij, met last, omme hier omtrent te dienen van derselver bericht en verantwoording, ten Eijnde daarop zodanig Besluit te neemen, als den aard der Zaken zal verEijsschen.
En als men met opzichte tot het bij Hun Wel Edele Groot Achtb:s betoond ongenoegen bij de 10:25: en 26 § § over de geringe voldoening op hoogst derzelver Eisch van Tarwe van den voorleeden Jaare, de Eere hebben zich nogmaals onderdaniglijk te refereeren, aan het geene hun Wel Edele Groot Achtb:s reeds is bedeelt omtrent de maatregulen, die bij dit Gouvernement zijn in’t werk gesteld, om den landman te verpligten, om de Ed: Comp:e van ‘t nodige koorn te voorzien, van welke Laatste middelen van contrainte, men, thans de reussite te gemoet ziende, niet ingebreeke zal blijven, aan hun WelEdele Groot Achtb:s daar van zodra mogelijk Eerbiedig verslag te doen, in tusschen verhoopende dat dit een en ander bij hun Wel Edele Groot Actb:s als onse volkoomene verontschuldiging omtrent de onmogelijkheid waarin dit Gouvernement zich heeft bevonden, en werkelijk noch bevind, om, niet alleen aan Hunner Wel Edele Groot Achtb:s Eisch te kunnen voldoen, maar ook om aan onse gedane belofte te kunnen gestand doen gunstiglijk zal worden aangenoomen; onder oprechte verzeekering, dat ons niets meer ter harte gaat, dan in allen deelen aan onsen Schuldigen plicht te voldoen, en daar onder reeds als eene Zeer Essentieele verpligting beschouwen de voorziening van India’s hoofdplaatse van het nodige brood koorn.
Terwijle voorts verstaan is het onderzoek, dat hun WelEdele Groot Achtb:s bij § 12 gelieven te ordonneeren, dat gedaan zal moeten worden, naar de met het Schip de Twee Gezusters , naar batavia gezonden 162 Koogels van 24 en 25, Van 3 lb, neevens Een Stuk Vat duijg, aldaar niet uitgeleeverd, te demandeeren aan den heere Hoofdadministrateur Johannes Izaak Rhenius, ten Einde hier omtrent te dienen van bericht en Elucidatien voor hun WelEdele Groot Achtb:s; zullende men wijders op hun WelEdele Groot Achtb:s Vraage, bij § 21, voorkoomende, hoedanig alhier gehandelt is, met zeeker 40 pees Guinees fijn gebleekt, bimilipatnams in Een pak gemerkt N:o 94. onder de lading van ‘t Schip de Schelde ten eenemaal aangeslaagen, en door olie nat geworden bevonden, de Eer hebben te antwoorden dat deeze lijwaaten ten voordeele der E: Comp:e zijn verkogt.
Hun Wel Edele Groot Achtb:s dispositie bij den § 22, vermeld, om de bij de onkost reekening van voorsz: Schip de Schelde te veel opgebrachte Equipagie Goederen, ten bedraage van ƒ263:14:8. Uitkoops te laaten vergoeden, door den Equipagiemeester Cornelis Cornelisz reeds aan gem: Equipagiemeester, bij afgaave van Extract uit voorsz: Missive voor zoo verre dit Poinct betreft, genotificeerd zijnde, is door denselve ten deezen Subjecte gedient van ‘t Volgende Request.
Aan den Wel Edele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaf Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien, &c:a &c:a &c:a benevens den Edele Achtb: Politiquen Raad,
‘Wel Edele Gestrengen Heer en Edele Achtbare Heeren!’
‘Het heeft UWel Edele Gestrenge behaagd aan den ondergeteekende Equipagiemeester alhier ter hand te stellen, Copia van een Factuur van Aanreekening gedateerd Batavia Ult:o Aug:s ll: waaruit Consteerd, dat hem Conform besluit van de Hooge Indiasche Regeering van den 7 dier maand, ter vergoeding is opgelegd, het uitkoops bedragen van de ondervolgende aan ‘t Schip de Schelde hier ter Rheede verstrekte Equipagie goederen, boven ‘t geen aan’t gem:Schip ter Hoofdplaats voor de heen en te rug reijse verstrekt was, te weeten,’
‘Den ondergeteekende mag niet voor UWelEd: Gestr: en E: Achtb:s ontveijnzen, dat deeze hem opgelegde vergoeding hem zeer heeft gesurpreneerd, te meer daar hij in’t Stuk van verStrekkingen altoos demeest mogelijkste zuijnigheid betragt, en nimmer uit het oog verlooren heeft, om zodanige articulen, als de Scheeps overheeden bij hun hen eijsch opgebracht, dog door hem bij Examinatie niet allernoodsaakelijkst geoordeelt zijn, van den eijsch te roijeeren, ende verStrekking daarvan finaal van de hand te wijzen.’
‘Het is hem niet onbekent, dat de Scheepen, welke voor dit Gouvernement van de Hoofdplaats gezonden worden, aldaar voor de heen ente rug reijse van al het nodige worden voorsien; Maar niemand, wien immer in qualiteit als Capitein het Commando op een Schip der Maatschappij gevoerd heeft, zal ontkennen, dat hoe zeer die verStrekkingen kunnen en moogen geoordeelt worden voldoende te weezen, het al egter vrij dikwijls gebeurd, dat deselve in verre na niet toerijken, gemerkt alle Scheepen niet evenveel Slijtagie hebben, en het eene meer dan ‘t andere aan Zee desastres is onderworpen.’
‘En om UWEdele Gestr: en Ed: Achtb: te doen blijken, dat de Extra ordinaire verstrekking aan ‘t voormelde Schip de Schelde niet is geweest willekeurig, onbedagt, of onverschillig maar is geSchied na een exacte examinatie van alle de door den Gezaghebber Blom, bij zijn Eisch, als benodigt opgegeeven Equipagie goederen, zal hij d’eer hebben hier ter needer te Stellen, waar toe deeze articullen hebben moeten dienen volgens de opgaave van den gemelde Gezaghebber Blom.’
‘De Ijzer Tros is geweest voor Talreeps en ook voor marse toppenants, zoo als teegenswoordig gebruikelijk is, om op de Marse-Rhaas der Scheepen enkelde toppenants te hebben.’
‘De Vijgertros is geemploijeerd voor top en Spil takellopers, welke op de Scheepen zeer ongelijk slijten, invoegen dat het geene zomwijlen op ‘t eene Schip een maand en meer kan duuren, op een ander binnen de helfte dier tijd onbruikbaar zal weezen, terwijl geen zeeman immer zal ontkennen dat goede takels op een Schip niet te ontbeeren zijn.’
‘Het half Stuk wand van 7 d:m is gevraagd, voor kardeels, Water Stagen, Marseildraaijreeps enz:, en daar het ter waarloo meedegegeeven wandt en reserve diende te blijven, voor ongelukken die het Schip op de te rug reijze zoude kunnen treffen, heeft men ook niet gehesiteerd om den eijsch daarvan als billijk en overeen komstig met de voorzigtigheid eens Zeemans aan te merken, en dus de verstrekking ook laaten gevolg neemen.’
‘De 100 kannen of het Vat Theer is verbruikt, tot het lapsalven van ‘t Thuig, om dat het Schip met de op Batavia verstrekte quantiteit niet behoorlijk konder werde gedekt, zijnde het een onbetwisbaare waarheid, dat de verstrekking van Theer aan de Scheepen, doorgaans zoo krap genoonem word, dat een Capitein, indien hij achting voor zijn Schip heeft, al dikwerf in de verpligting is, om het ontbreekende uit prive beurse te Suppleeren.’
‘Belangende de 2 p:s Witte Vlaggedoeken waar voor den ondergeteekende al meede belast daar omtrent is hij needrig van gevoelen, dat ter hoofdplaats abuijs plaats zal hebben, aangezien dit articul niet onder de Equipagie Goederen geEijscht, nog te ook door den ondergeteekende verstrekt is, blijkens de deezen in eerbied bijgevoegde Copia eijsch van den meergemelde Gezaghebber Blom.’
‘Den ondergeteekende, die in navolging van zijne predecesseuren, vermeend heeft aan een naar Batavia te rug keerend Schip niet te moogen weijgeren, de buiten gewoone verstrekking van zodanige goederen, als hem bij examinatie bleek dat tot die reijse noodzaakelijk waaren, heeft ook niet geaarseld om die verstrekkingen effect te laaten Sorteeren, en hij twijffeld geen oogenblik of alle bekwaame Zeelieden zullen deeze extra ordinaire verstrekking, even zoo noodzakelijk en billijk, als mediocre vinden.’
‘En het is op deeze gronden dat hij, UWEdele Gestr: en Edele Achtb:s in gunstige overweeging geeft, welke verandwoording denonder geteekende zig billijker wijze op denhalse zoude haalen, indien hij aan den Scheeps-overheeden kwaame te weijgeren, de verStrekking extra ordinair van eenige noodzakelijke articulen.’
‘Indien hij met de Bataviasche examinateurs van de onkost reekeningen der Scheepen in het ongelukkig begrip viel, dat de verstrekking voorde heen en te rug reijze gedaan zijnde, geen buiten gewoone verStrekkingen aan dit Gouvernement mogte plaats vinden.’
‘Indien de kostelijke Scheepen der Maatschappij, op die wijze door hem gerisiqueert, en op de te rug reijze, door gebrek aan’t nodige, zeerampen ten deel vielen?’
‘Hij vervrijmoedigt zig UWelEdele Gestr: en Edele Achtb: al verder in gunstige Consideratie te geeven, ingevalle hij op ‘t dringend verzoek van den meermelden Gezaghebber Blom, tot de buiten gewoone verstrekking van de opgenoemde Articulen, geweijgerd had eenige reflectie te Slaan, en op zijn Schip, /:’t welk gelijk den ondergeteekende geinformeerd is, op de te rug reijse de Top van de Fokke mast verlooren heeft :/ waaren op de reijze naar de Hoofdplaats de rhaas gebrooken, of het Wand was door het zwaar werken komen te breeken, hoedanig in zulk een geval den Gezaghebber zig zoude hebben kunnen redden, wijl het ter Waarloo meede gegeeven wandt, als dan bereeds verbruikt zoude zijn geweest,’
‘En of den ondergeteekende in zodanig geval, wanneer het breeken der Masten veel al het gevolg is van zulk een ongeluk, niet met reden aanSpreekelijk gehouden zoude kunnen en dienen te worden, voor alle de Schade die de Ed: Comp:e hier door was toe gebragt?’
‘Hij neemt eijndelijk nog de vrijheid, UWelEdele Gestr: en Ed: Achtb: reverentlijk onder ‘t Oog te brengen, hoe huijverig een Equipagiemeester aan dit Gouvernement nu en in der tijd Weezen zal, om eenige extra ordinaire verstrekkingen aan de Scheepen der Maatschappij noodzaakelijk te oordeelen, in dien hij daar door gevaar loopt, van te vervallen in grievende en een eerlijk man Smertende belastingen, en of hij om zich daar aan niet te exponeeren, niet verplicht is, om met de Bataviasche examinateurs der onkostreekeningen in het ongelukkig Concept te vallen, dat alle Scheepen even gelukkig vaaren. - Dat alle extra ordinair gedaan wordende eijsSchen van Equipagie goederen aan dit Gouvernement ter kwaader Trouw geSchieden. Met een woord dat die verStrekkingen nimmer noodzaakelijk kunnen weezen.’
‘Het is om alle deeze reedenen, dat den ondergeteekende zig tot UWEdele Gestr: en Ed: Achtb:s is wendende, met nedrige beede, dat het Hoogst deselve mooge behaagen, de opgem: bezwaaren van den Suppl:t door oversending van dit zijn eerbiedig request, te brengen onder ‘t oog van de Hooge Indiasche Regeering, onder een gunstig voorSchrijvens, om op het daarbij in waarheid ter needer geStelde te willen Slaan een billijke reflexie, en dienvolgende den Suppl:t weeder ontheffen, van de voormelde hem zoo zwaar drukkende als fletterisseeren de belasting.’
‘Terwijl hij UWEdele Gestr: en Edele Achtb:s teffens needrig inSteerd, dat, alvoorens eenige verstrekking van Equipagie Goederen, aan ‘S Comp:s Scheepen te doen, de Scheeps overheeden bij een Politiek arrest verpligt moogen worden om zich, ter erlanging van zodanige verstrekking voortaan per requeste met overlegging van den Eijsch, te addresseeren, bij UWelEdele Gestr: en Edele Achtb:s eeven als ter Hooft plaats door de Overheeden der Chinase Scheepen geschied, om vervolgens na approbatie, aan den Ondergeteekende ter verstrekking afgegeeven te werden.’
‘Voor ‘t overige heeft hij de Eer zig met Verschuldigde hoog achting te noemen’
’/:Onderstond, Wel Ed: Gestr: heer en Ed: Achtb: Heeren, /:lager;/ UWer Wel Ed: Gestr: en Edele Achtb: Gestr: en trouwsch: Dienaer /:Was Getekend:/ C: Cornelisz /:in Margine:/ In’t Casteel de Goede Hoop, den 26 Januarij 1790.’
‘Den Eijsch der Benoodigheeden van het Schip de Schelde .’
’/:Was Getekend:/’
‘Conraad Blom /:in Margine In’t Schip voornoemd Den 17 Maart 1789. /:Lager:/ Accordeert /:Was Getekend:/ C:s van Eerten.’
Het welk geleezen zijnde, is, verstaan, in gevolge ‘t eerste lid van des Suppl:ts versoek, dit zijn Request in Copia overte Zenden, aan hoogstged: Heeren van de Hooge Regeering met nedrige beede, dat hun Wel Edele Groot Achtb:s in aanSchouw van de daar bij ter needer gestelde reedenen en motiven denzelven gunStiglijk gelieve te ontheffen, van den Voorsz: hem opGelegde belasting waartoe de Soldij boekhouder deezes Gouvernements bij Extract deezes zal worden gequalificeerd, terwijle op ‘t tweede gedeelte van zijn versoek goed gevonden is, alle de overheeden van ‘S Comp:s Scheepen te gelasten, omme zich voorthaan ter erlanging van eenige verstrekkingen van Equipagiegoederen, per requeste, onder overlegging van hunnern Eisch, aan deezen Raade te addresseeren ten fine van dispositie.
Voorts is geleezen, Een Request door den Groot Major alhier Charles Philippe Rudolph de Bonstetten ingedient, houdende versoek om de daar nevens gevoegde requeste aan de hoog gebiedende Heeren Meesteren gericht, om met Eenen meer gedistingueerde titulaire rang bij onse troupes zonder meerdering van gage te worden verEerd, onder ‘S Comp:s Papieren te willen overzenden, en favorabel bij hun WelEdele Hoog Achtb:s voordraagen zich ten onsen aspecte fundeerende dat deeze bijzondere gunst van hun WelEdele Hoog Achtb:s aan dezelve te bewijzen, te gelijker tijd voor ‘s Lands dienst in ‘t waarneemen van desselvs post als Groot Major noodzakelijk en vorderlijk zoude zijn, als ook dat dezelve Groot Major zich dorst verzeekert houden, dat den Heer Gouverneur daarvan volkomen overtuijgd zoude weezen.
Waarop den Heere Gouverneur geliefde te declareeren, dat zijn Ed: ten vollen overtuijgd, dat eene meerdere en Gedistingueerden radicalen rang dan die van Capitein, tot het behoorlijk Exerceeren van den post eenes groot Majors; voor den dienst volstrekt noodzakelijk was, ook al van den beginne af, wanneer zijn Ed: aandeesenraade propositie hadde gedaan weegens de noodzakelijkheid, om in deeze sterkte Een Groot Major, en twee plats majors op Hoog gunstige approbatie van hun WelEdele Groot Achtb: aan te Stellen bedagt was geweest, omvoor den Groot Majoor, en dien deeze provisioneele aanStelling van denzelve door hun WelEdele Hoog Achtb:s mogte werden goedgekeurd, wilde men eene goede en geregelde ordre volgens dereglementen van zijne Doorlugtige Hoogheid bij het Krijgsweezen alhier introduceeren, en dadelijk daar stellen, eene meer gedistingueerde rang te moeten vragen terwijle, om van de noodzaakelijkheid daarvan nader overtuijgd te worden, zijn Ed: daar bij voegd dat men Slegts het oogehad te bevestigenop de radicale rangen die aan de Groot Majors in de plaatse van oorlog in de Republicq door zijne doorlugtige Hoogheid den Heere Prince van Orange worden geConfereerd, en waar onder zich verScheide generaal majors bevinden;
Weshalven welopgem: Heere Gouverneur aan deese vergadering verzogt, dat het voorsz: Request van den Groot Major bij Hun WelEdele Hoog Achtb:s Gunstig mogte worden q’appuijeerd.
Waar op de meerderheid des Raads deClareerde, dat hun Ed:s als geene genoegzaame kennisse van den Militaire dienst hebbende, daarinne niets anders konde doen, dan, aangezien ‘t vertrouwen, dat hun Ed:s in de militaire kundigheeden van den heere Gouverneur Stelden; zich ten dien reguarde met ‘t Voorsz: geallugueerde van ged: heere Gouverneur te Conformeeren, en op dien Voet ‘t versoek van den Groot Majoor aan Hun WelEdele Hoog Agtb: gunstiglijk te willen voordraagen, zullende ten dien Einde desselvs voorsch: Requeste onder ‘S Comp:s Papieren worden overgezonden.
En is laastelijk mits het aannaderen des tijds tot den gewoonen Jaarlijkschen opgaaf der Effecten deezer Coloniers, beSlooten daarvan bij Publicatie van billetten advertentie te Laaten doen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerdt In’t Casteel de Goede Hoop. Ten Daage en Jaare Voorsch:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v Reede van Oudtshoorn.
met referte aan mijne aantekening bij de Resolutie Van den 2:de Octbr: 1789.
C. 186, pp. 69-71.¶
Maandag, den {17900322} 22 Maart 1790,
Alle præsent, Dempto den Heer Collonel Gordon.
Geliefde de Heer Gouverneur den Raad te Communiceeren, dat zijn Ed: uit eene overgeleeverde nominatie van den Raade van Justitie, tot Lid van burgersweegen in dat Collegie, in Steede van den op zijn verzoek gedemitteerden Jan Coenraad Gie hadden geEligeerd den Weesmeester Abraham Fleck, Weshalven, welopgem: Heere Gouverneur voor deeze gegeevene Communicatie bedankt zijnde, is verstaan aan ‘t Collegie van Weesmeesteren hier van de nodige kennis te geeven, met Last om, weederom uit de Burgerije Twee andere perzoonen, te nomineeren, en aan deezen Raade ter Ellectie te presenteeren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In Het Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare Voorschreeve.
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v Reede van Oudtshoorn.
met referte aan mijne aantekening bij de Resolutie Van den 2:do Octbr: 1789
C. 186, pp. 72-83.¶
Dingsdag den {17900323} 23 Maart 1790.
bij omvraage alle præsent, dempto den Heer Collonel Gordon.
Door den Heer Gouverneur aan de respective Heeren Raadsleeden ter Lectuure zijnde gezonden een Rapport door den Heer Dispensier van Rheede van Oudshoorn, benevens Gecommitteerde Leeden in den Raade van Justitie, ten overStaan van den Heer Independent Fiscaal geformeerd, nopens derselver verrigting ter voldoening aan den Resolutie deezer Tavel van den 2:e deezer loopende Maand, waarbij gevoegd waaren, drie bijlaagen, en welk Rapport was luidende als volgt.
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en DireCteur van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a benevens den Ed: Agtbaaren Raad van Politie
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E: E: Achtbaare Heeren!’
‘Het aan UWEd: Gestr: en Ed: Achtb:s bij derselver geEerde Resolutie van den 2 Deezer loopende Maand Maart, behaagt hebbende, aan de ondergeteekende Dispensier en Gecommitteerdens uit den Raade van Justitie te demandeeren, omme ten onverStaan van den Heere Independent Fiscaal te bepalen, de quantiteit van Graanen, welke een eijder der Graanbouwende Ingezeetenen deezer Colonie naar evenreedigheid van’t geen deselve voorheen gewoon geweest zijn aande Ed: Comp:e te leeveren, in dit loopend Jaar aan deselve zoude kunnen en behooren op te brengen, of wel naar verderen Inhoude van ged: Resolutie billijk zoude kunnen worden aangehouden; Zoo hebben de ondergetekendens ingevolge en ter voldoening aan welgem: UWEdele Gestr: en Ed: Achtb: besluit onderzogt en geexamineert de aanteekeningen Zeedert 20 Jaaren herwaards gehouden, van Graanen, welke door de Graanbouwende Ingezeetenen resp:e zijn geleverd geworden, en naar rijp ondersoek bevonden dat zij inde aan hun gedemandeerde bepaling zig billijk zouden kunnen reguleeren, na die quantiteit, welke door een ijder der graanbouwende Ingezeetenen, in den jaare 1788 is geleverd; aangezien de Graan oogst van dat jaar niet alleen de meeste overEenkomst heeft met die van den voorleeden jaar 1789 maar ook de omstandigheeden van de Persoonen die inden jaare 1788. aan de E Comp:e geleverd hebben, in den tijd van een jaar niet gesupponeerd kunnen worden eenige merkelijke verandering te hebben ondergaan’
‘De onderget:s hebben nogthans vermeend ter zeekere voorkoming van alle disproportie zig niet Stiptelijk te moeten houden aan de juiste quantiteit van’t geen een ijder ingem: Jaare 1788, heeft geleevert; maar deselve in teegendeel min of meer te moeten reduceeren, ten einde alle reedenen van doleance voor te komen, Op deese gronden hebben de onderget:s dan ook onder gunstige approbatie van UWEdele Gestr: en Ed: Achtb:s goedgevonden te bepalen, dat een ijder der Graanbouwende Ingezeetenen, drie vierde gedeelte van’t door hen in den jaare 1788, geleeverde Tarwe zal behooren te leeveren, en dat dus het aanhouden van Tarwe in gevolge voorm: UwEd: Gestr: en Ed: Achtb:s resolutie ten opzigte van een ijder tot de Concurrente quantiteit met de uiterste billijkheid kan worden in’t werk gesteld. Hebbende de onderget:s ten dien eijnde geformeerd en Sub L: A: hier nevens gevoegd een Lijst van alle de graanbouwende ingezeetenen, welke inden jaare 1788, Tarwe aande Ed: Comp:e geleverd hebben met bijvoeging van’t drie quart gedeelte der quantiteit tarwe, door deselve respective inden Voorschr: Jaare aande Ed: Comp:e opgebracht. Voorts hebben deonderget:s geformeerd een lijst van zodanige graanbouwende ingezeetene als waarvan men wel de naamen, op het aanteekenings Boek van den jaare 1788, heeft gevonden, maar die eevenwel indat jaar niets hebben geleeverd, en deselve bepaald na eevenreedigheid van’t geen, in ‘S Comp:s Magazijnen van deselven in vorige Jaren is ontvangen, volgens welke bepaaling de onderget:s de door een ijder der eevengem: Ingeseetenen te leeveren quantiteit gevoegt hebbende agter derselver resp:e naamen in de tweede door deselven geformeerde Lijst, hier nevens, Sub L:a B, gevoegd. En zijnde onderget:s dus van oordeel dat van deese laastgem: de bij hunne naamen gestelde quantiteit meede met ‘t hoogste recht ter ordre van UWEd: Gestr: en Ed: Achtb:s kan worden aangehouden, en naar ‘S E Comp:s Magazijnen gebragt. Terwijl de Ondergeteekendens nopens de quantiteit van Garst en Rogge waar omtrent zij om verScheidene reedenen, aan UWEd: Gestr: en E: Achtb:s niet onbekend, de voorschr: Wijze van bepaling, niet gevoeglijk hebben kunnen volgen, /:onder Correctie:/ van begrip zijn, dat van ijder Vragt Garst drie mudden ende helft van ijder vragt rogge voorde Ed: Comp:e zoude kunnen en behooren te worden geleevert, en dien volgens bij ‘t op rijden worden afgehouden; uitgezondert van de geenen, die blijkens Lijst Sub L:a C: hier omtrent aan hunnen plicht hebben voldaan.’
‘Eijndelijk heeft het aan den tweeden enderden onderget:s goedgedagt, om, daar, door verwisselen van Plaatsen, afsterven van Persoonen, en andere Zoortgelijke omstandigheeden, die de onderget: uit hoofde vanden Spoed, die de zaake in qæstie vorderd, niet hebben kunnen opspeuren, om zeggen de onderget:s aan UWEd: Gestr: en Ed: Achtb: in Eerbiedige consideratie te geeven, of ‘t ter voorkoming van abuijzen niet meest geSchikt zijn zoude, aan de Heer Dispencier over te laaten, omme bij ommissie van den een of anderen graan bouwenden Ingeseetenen, die te vooren geen plaatsen beseeten hebbende in eens anders plaats is gesuccedeerd, of bij voorkooming van eenige andere Zoortlgelijke omstandigheid, zodanige bepaaling te maaken, als deselve in gemoede en naar billijkheid zullen oordeelen te behooren,’
‘En hier meede vertrouwen, de onderget:s aan de Geeerde Intentie van UWEd: Gestrengen, en Edele Achtb:s te hebben voldaan en laten derhalven deese dienen voor Pligt Schuldig berigt,’
’/:Onderstondt:/’
‘Overgegeeven in Raade van Politie aan Cabo de Goede Hoop, den 23 Maart 1790. /:Was Getekend:/ W:F: v Reede van Oudtshoorn; R: J: VD Riet, H: J: de Wet /:Lager:/ Ten overstaan van mij, bij in dispositie van den Heere Independent Fiscaal voor denzelven occupeerende /:Was Getekend:/ J: A:s Truter, adjunct Fiscaal, /Mij Present J: D: Karnspek, gesw: Clercq.’
Zoo is verstaan zich in allen deelen met voosz: rapport te conformeeren en al nu te doen Stand grijpen het ter voorsz: vergadering van 2 Maart Jongstleeden geresolveerde, omtrent de aanhouding der wagens met graanen, welke de PatrouilleWagt zullen passeeren, ten einde, van een ijder zoo veel af te houden als bij voorsz: Heer Dispensier en verdere Gecommitteerdens is vastgesteld en bepaald, en voorts hier omtrent te handelen als de voorsz: Resolutie van 2 Maart Jongstleeden is dicteerende.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v Reede van Oudtshoorn.
met referte aan mijne aantekening bij de Resolutie van den 2:do Octbr: 1789
C. 186, pp. 84-85.¶
Donderdag den {17900325} 25 Maart 1790.
Alle Present dempto den Heere Collonel Gordon.
Is uit eene overgeleeverde nominatie van’t Collegie van Weesmeesteren alhier, inSteede van den tot Lid in den Raade van Justitie aangestelden Abraham Fleck, weederom tot Weesmeester verkooren den Burger Capitein Hendrik Oostwald Eksteen.
Aldus Geresolveerd, ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorsz:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v Reede van Oudtshoorn.
met referte aan mijne aantekening bij de Resolutie Van den 2:do Octbr: 1789
C. 186, pp. 86-87.¶
Donderdag den {17900401} 1:sten April 1790.
bij omvraage alle present demptis de Heeren Gordon en LeSueur
Is aan den banneling Abdul van Ceilon die onlangs door de hooge Indiasche Regeering van Zijn bannisement alhier is gerelegeerd, op Sijn gedaan Supplicq, permissie verleend, p:ten het alhier aanweesend Comp:s Schip Leijden , weder naar Batavia te rug te Keeren, en met Zig meede te neemen Zijn Wijf genaamd Regina met haar Kinderen, in name Rali, Sariep, Dollij, Biba, Aijba en Salie alle van de Caab, mitsgd:s een Slaaf genaamt Cesar van Ambon, terwijl goedgevonden is de betaaling van Transport en Kostpenn: weegens der zelver behoeftigen toestand, aan wel opgem: hooge Indiasche Regeering gedefereerd te laaten.
Aldus geresolveert en Gearresteert In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v Reede van Oudtshoorn.
met referte aan mijne aantekening bij de Resolutie van den 2:do Octbr: 1789.
C. 186, pp. 88-96.¶
Donderdag den {17900409} 9:den April 1790
bij omvraage alle present
Wierd geresumeerd eene Memorie door den Heer Hoofdadministrateur ingediend, over 127 2/5 kan Clappus Olij, door de Overheeden van het Schip Trinconomale te min uitgeleeverd, op 1440 Kan, door hem in 9 heele en twalf halve Aams te Ceilon voor dit Gouvernement Ontfangen, en alzoo deeze minderheid 12 1/5 kan komt te Surpasseeren, de 8 pC:to voor, leccagie toegestaan, Zoo is beslooten de Voorsz Scheepsoverheeden daar voor in maniere als Volgt op hunne Soldij reekeningen te laaten belasten.
Ducatons van 66 St:s | Indias Geld van 80 St: | ||
Needer:l geld | Nederl: Geld | P:r Ducatons | |
12 1/5 Cannen Clappus olij tegens 1/2 Capitaal advans | ƒ7:09: | p:r 2 17/66 | ƒ9:01:- |
hier op 25 pC:to Verhooging | d:o 2:05:08 | ||
Te Zaamen | ƒ11:06:08 | ||
Komt voor Reecq: van den Capitain 2/3 | ƒ7:11:- | ||
d:o d:o reecq: van de Capit:n Lieutenant 1/3 | ƒ3:15:08: | ||
Als boven | ƒ11:06:08: |
Ducatons van 66 St:s | Indias Geld van 80 St: | ||
Needer:l geld | Nederl: Geld | P:r Ducatons | |
12 1/5 Cannen Clappus olij tegens 1/2 Capitaal advans | ƒ7:09: | p:r 2 17/66 | ƒ9:01:- |
hier op 25 pC:to Verhooging | d:o 2:05:08 | ||
Te Zaamen | ƒ11:06:08 | ||
Komt voor Reecq: van den Capitain 2/3 | ƒ7:11:- | ||
d:o d:o reecq: van de Capit:n Lieutenant 1/3 | ƒ3:15:08: | ||
Als boven | ƒ11:06:08: |
Voorts wierd aan Frans Carel von Stokhorm Capitain Lieutenant bij het Regiment van Wurtemberg op Zijn by’t volgend Request gedaan Verzoek
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den Ed: Agtb: Raad van Politie
‘Wel Edele Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Frans Carel von Stokhorm Capitain Lieutenant bij het Regiment van Wurtenberg , zijne demissie bij dat Corps. Verzogt en geobtineerd hebbende; is Van UWEd: Gestr: en E: Achtb:e ootmoedig Verzoekende hem te willen Permitteeren, met het aanWeezend Retour Schip Trinconomale van hier naar Neederland te mogen Vertrekken.’
’/:onderstond’
‘’T welk doende &:a / was geteekend / von Stokhorm’
Gepermitteerd met Voorm: Bodem van hier naar Neederland te Vertrekken Ook is op de Requeste door den Capitain Ingenieur Anthonij Johansen gepresenteerd
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie
‘Wel Ed: Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Den met het Schip de Arend onlangs van Ceilon alhier g’arriveeren Capitain Ingenieur Anthonij Johansen, van UEd: Gestr: en E: Achtb: Verlof g’obtineerd hebbende, ter Restauratie Zijner gezondheid eenigen tijd alhier te mogen overblijven, neemt bij deezen weder de Vryheid UWEd: Gestr: en E: Achtb: te Solliciteeren; aan hem te permitteeren, omme met Zijn bij Zig hebbende familie p:t het ter Rheede leggend Schip Trinconomale , Zijne reize naar Neederland te mogen Vervolgen, ende Zulx met Weeder Cours neeming van Gagie, en meede voering van Zijne gepermitteerde en alhier van Ceilon aangebragte Bagagie, mitsgd:s nog met Zig meede te neemen, de Vrije Swart, Gen:t Ponto en een d:o Meijsje gen:t Theresia’
‘/onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /was geteekend/ A: Johannes.’
Aan hem toegestaan met het Schip Trinconomale van hier te repatrieeren Zullende zijn Gagie dus van heeden Weeder om Cours neemen, en hij gehouden Zijn, voor de VrijSwarten Pinto en Theresia het ordin:Transport en Kostgeld van hier naar Neederland in ‘S E: Comp: Cassa te voldoen.
Nog wierd aan Carel Hendrik Martheze op het volgend ingediend Requeste.
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie
‘Wel Ed: Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Hendrik Carel Martheze neemd de Vryheid UWEd: Gestr: en E: Achtb: needrig te verzoeken, de Zoon van den Eerste Gezw: Clercq te Punto Gale, de Heer Nicolaas Bernhardus Martheze; gent: Gerhardus Bernhardus Hendricus onlangs van het Schip de Batavier als Passagier weegens indispositie alhier Verbleeven, Zijne ryze op ‘t thans repatrieerend Schip Trinconomale te laaten vervolgen, Zijnde ‘t Transport en Kostgeld voor gem: Jongeling reeds in ‘s CompE:s Cassa te Ceilon voldaan.’
’/ onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a was geteekend /: H: C: Martheze.’
Vergund het daarbij vermelde kind Gerhardus Bernhardus Hendricus Martheeze van hier naar Neederland te Verzenden, met meermelde Schip Trinconomale ; Eijndelijk wierd aan den Sous Lieutenant ter Zee in dienst der E: Comp:ie Johannes De Wit, met dikwils gem: Schip Trinconomale alhier als Passagier aangeland gepermitteerd, tot herstelling Zijner Gezondheid alhier eenige tyd te mogen Verblijven.
Aldus gedaan en geresolveert in ‘t Casteel de Goede hoop ten Dage en Jaare voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v Reede van Oudtshoorn.
met referte aan mijne aantekening bij de resolutie Van den 2:do Octbr: 1789.
C. 186, pp. 97-127.¶
Dingsdag den {17900413} 13 April 1790
Extra ordinaire Vergadering, alle present dempto den Heere Collonel Gordon.
Door den Capitain van het op gisteren alhier ter Rheede gestrande Deensch Schip Erfprins van Augustenburgh ; Morgens Norager gediend Zijnde van het volgende Request.
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur van Cabo de Goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie
‘Wel Ed: Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Den Capitain van’t op gisteren in deeze Baaij gestrand Deens Aziatisch Comp: Schip de Erfprins van Augustenburgh , Morgens Norager, Suppliceerd UWEd: Gestr: en E: Achtb: allerneedrigst, nadien Zig nog binnen boord van desselfs bodem een aantal van Ses en Dertig Geld kisten komen te bevinden, dat het van hoogst, derzelven Welbehagen Zijn moge, dezelve tot Zo lange de geleegendheid Zig Zal Voordoen, dezelve weeder van hier na haare bestemming te kunnen Verzenden, in ‘S Comp: geld Cassa te Willen doen bewaaren.’
’/ onderstond /’
‘’T Welk doende &:a was geteekend M: Norager.’
Is verstaan aan den Suppliant te accordeeren de bij voorschr: Requeste vermelde 36. P:s geld Kisten oVer te brengen in S Comp: Geld Cassa, ten einde aldaar voor Zo lange de ruimte Zulx zal toelaaten, te worden beWaard, ter Verantwoording en Risico van den Suppliant.
En is voorts goedgevonden te bewilligen in het Verzoek van Jan Brinkman, Schipper van ‘t Part: ingeh: Schip Eik en Linde , om met Zoo Veele matroosen, als hij geduurende de Reijs van Batavia herwaards heeft Verlooren, of genoodzaakt Zal Weezen alhier door Ziekte agter te laaten, te Worden geadsisteerd, mits Zulx geschiede volgens d’ ordre der E: Comp:ie
Waarna door de Heeren Leeden deezes Raads Le Sueur en van Reede van Oudtshoorn wierd gediend van een Rapport weegens de nadere repartitie door hun EE: ingevolge besluyt deezer Vergadering van den 2:e der Jongstl afgeloopene Maand gedaan over eene Somma Van 5000 Duc:ts om ter Remisie naar Neederland te Vertrekken, voor de bij Voorsz Rapport verm: perZoonen luydende het Zelve.
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en dien Ressorte van dien &tc: &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie
‘Wel Edele Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Bij raadsbesluyt van den 2:den deezer goedgevonden Zijnde, op het daartoe gedaan Verzoek van de ondertenoemene perzoonen, boven de gemaakte bepaaling der Hoog Gebiedende Heeren Majores, nog eene Somma van 5000 - D:cs per assignatie te accepteeren, om door de onderget:e Gecommitt:s onder dezelve perzoonen te werden gerepatitieerd, hebbende ondergeteek: ten einde hier omtrent eene gelyke evenredigheid te vinden, gemeend, in aanschouw te moeten neemen de Geld Sommen door hun ter remise aangeteekend, en aan de andere Zijde, wat Zij bij de eerste verdeeling reeds al ofte niet hebben mogen tellen, tot dit laatste bijvoegende, de gem: nu nader geaccordeerde 5000 Duc:s om daar uit alzoo eene pondsche verdeeling te maken, na derzelven gedaane aanteekeningen’
‘En Vermits by de Eerste verdeeling die perzoonen Zijn gebragt geworden tot de geld Sommen hier onder in de derde Rubricq bekend gesteld, bedragende te zaamen 6200 Duc:s het geen met de meergez: 5000 uitmakt, eene Somme van 11200 Ducat:s waaren teegen derzelver gedaane aanteekening beloopt op Ducat:s 570780 - Zoo brengt Zulx thans in de Verdeeling ruim 1 15/16 pC:to op dezelve aanteekeningen in Manieren als Volgd’
‘
gedaane aan teekening D:s | waarop1 15/16 bedraagd D:s | dog heeft beide eerste verdeeling reeds genoten D:s | Kunnende alzo thans nog nader remiteeren D:s | |
Hendrik de Graaff | 80'000 | 1550 | 800 | 750 |
Johannes van Sittert | 40'000 | 775 | 400 | 375 |
Adam Gabriel Muller | 50'000 | 968 | 1000 dus ruim 32 meer | - |
Jacobus Johannes Van den Berg | 50'000 | 968 | 800 | 168 |
Willem Herhold | 60'000 | 1163 | 600 | 563 |
Petrus Johannes Truter | 98780 | 1914 | 1200 | 714 |
Pieter Meyering | 99'000 | 1911 | 800 | 1111 |
De Wed: Appeldoorn | 20'000 | 388 | - | 388 |
Johannes Matth:s Bletterman | 40'000 | 775 | 600 | 175 |
Johan Godlieb Mader | 30'000 | 582 | - | 582 |
Johan Hend:k Zin | 3000 | 58 | - | 58 |
D:s | 570780 d:s | 11052 | d:s 6200 | d:s 4884 |
gedaane aan teekening D:s | waarop1 15/16 bedraagd D:s | dog heeft beide eerste verdeeling reeds genoten D:s | Kunnende alzo thans nog nader remiteeren D:s | |
Hendrik de Graaff | 80'000 | 1550 | 800 | 750 |
Johannes van Sittert | 40'000 | 775 | 400 | 375 |
Adam Gabriel Muller | 50'000 | 968 | 1000 dus ruim 32 meer | - |
Jacobus Johannes Van den Berg | 50'000 | 968 | 800 | 168 |
Willem Herhold | 60'000 | 1163 | 600 | 563 |
Petrus Johannes Truter | 98780 | 1914 | 1200 | 714 |
Pieter Meyering | 99'000 | 1911 | 800 | 1111 |
De Wed: Appeldoorn | 20'000 | 388 | - | 388 |
Johannes Matth:s Bletterman | 40'000 | 775 | 600 | 175 |
Johan Godlieb Mader | 30'000 | 582 | - | 582 |
Johan Hend:k Zin | 3000 | 58 | - | 58 |
D:s | 570780 d:s | 11052 | d:s 6200 | d:s 4884 |
‘Blijvende alzoo nog resteeren 116 p:s Ducatons door de Nette bereekening van 1 15/16 pC:to Welke 116 p:s Ducatons om de juyste Somma Van 5000 Ducatons te vinden met UWE:Gestr: en E: Achtb: goedvinden Zouden kunnen werden toegelegt, aan den Capitain Lieut:t Kuchler, uit hoofde van de Verlegendheid waarin denzelven betuijgd te Zijn, om eenig Geld na ‘t Vaderland te Remitteeren.’
‘Hier meede gedenkende aan UWEd: Gestr: en E: Achtb: intentie te hebben voldaan laaten de ondergeteek: deeze dienen voor needrig Rapport.’
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de Goede hoop den 15 Maart 1790 /was geteekend/ J: J: Le Sueur en W: F: V: R: van Oudtshoorn’
Het welk geleezen zijnde is Verstaan zig met deeze gemaakte Repartitie volkomen te Conformeeren.
Wijders wierd door den Capt: Lieutenant der Arthillerie en Commies der Maguazijnen alhier Hendrik Willem Rutz, geexhibeert de volgende Memorie.
Aan den Hoog Edel Geb: en Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &tc: &tc: &tc:
‘Hoog Edel Gebooren en Gestrengen Heer’
‘Den ondergeteek: Commies der Maguazijnen aan Wien meede het toeZigt en de bezorging over ‘S Comp: Kruytkelders is toevertrouwd en opgedragen, neemd eerbiediglijk de Vryheid UWEd: Gestr: voor te draagen.’
‘Hoe het dagelijks komt te gebeuren dat de meest verre landwaards inwoonende ingeZeetenen, die Slegts in de mogelijkheid Zijn, omme alle Jaaren eens, Ja Zelfs het grootste deel van die menschen door den verren afstand hunner woonplaatzen en het pericul waar in hunne bezittingen meest in vee bestaande, bij derzelver absentie, om dikwerf ten Prooij der Rovers en bosjesmans te Verstrekken moet werden gelaaten, niet meer dan alle twee Jaaren eens tot het inkoopen van den noodigen vooraad voor hunne huijshouding, na deeze hoofdplaats kunnen opkomen, zig steeds by den onderget: Vervoegen, het gebreck te kennen geevende, waar in Zij Zig teegenswoordig komen te bevinden.’
‘Den ondergeteek: heeft Zeedert eenen Seekeren tyd bemerkt, dat teegenwoordig ook meer op den Smokkelhandel met Buskruijt als wel van te Vooren geZien werd, door dien het gevolg is, dat bij geene der Inwoonderen alhier, het voor hen Zo hoognodig in aller onontbeerlijkst Buskruyt meer kunnen te koop krijgen, waar meede zij Zig Continueel teegens den aanVal der roovende Bosjesmans, en willde Dieren, moeten bevyligen, en Waar door zij meede met het Schieten van Grof wild, dat aldaar Zeer abondant valt, een Soutien voor hunne beKrompene HuijsgeZinnen erlangen, Zijnde bevreest, om bij de ontdekking van den ongeoorloofde handel in ongelegentheid met den Officier der Justitie te Zullen geraaken, Zoo dat die menschen bij den ondergeteek: van den Vroegen morgen tot den laaten avond komen lastig vallen, om hen in de groote ongeleegendheid waarin Zig anderzints bij gebrek van Pulver, in die verre ongemakkelijke en alleZints perticuleuse togten, die zij steeds moeten doen zoude bevinden, te hulp te Willen komen en daar meede te gerieven.’
‘Dan door den ondergeteek: Zig geenZints bevoegd achte, om op eigen authoriteyt tot eenen Stap over te gaan, waardoor hy Zig gewis het billyk ongenoegen van UW hoog Ed: Geb: Gestr: Zoude op den hals haalen, Zoo neemt denzelven de Vryhyd UwhoogEd: Geb: Gestr: liever in bedenking te geeven, of hoogst deZelve niet zoude, gelieven goed te vinden, in die allezints gegronde en billyke Klagten, van die Menschen te hulp te Komen met aan den ondergeteek: qualificatie te Verleenen, ten Voordeele der Ed: Comp:ie voor eene door UWHoog Ed: Geb: Gestr: naar tydsomstandigheeden bepaalden prijs van den Voorraad, welke Zich steeds in S Comp:s MaguaZijnen aan handen Zal Komen te bevinden, aan die verre Woonende landleeden by Klyne parthyen Buskruyt af te Staan ende Zulx onder Zoodanige Verantwoording als UW hoog Ed: Geb: Gestr: ten dien Reguarde van den ondergeteek: Zal gelieven te demandeeren, Ik heb de Eer met het diepst Respect te zijn.’
’/ onderstond /’
‘Hoog Ed: Geb: Gestr: Heer /:lager:/ Uwe hoog Ed: Geb: gestrengheids Zeer gehoorzaame en onderdaanige Dienaar /:Was geteekend:/ H: W: Rutz /in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 23 Maart 1790’
Over welks inhoude gedelibereerd Zijnde, is ten deezen Subjecte in Overweeging genoomen, de hooge noodZaakelykheid, dat de Landlieden deeZer Colonie van het nodige Kruijt en Lood ter hunner beveiliging, Zoo Wel teegens de Roovende Bosjesmans, Hottentotten als het wilde gedierte voorzien Zijn, en teevens in aanmerking genoomen, de qualificatie welke de hoog Gebiedende heeren Meesteren aan deeze Regeering bij hoogstderZelve g’eerbiedigde Letteren van den 31. Decb:r 1788 Schrijven te geeven, om de quantiteijt Buskruyt van den Capitain van ‘t Frans Schip L’ augusta ingekogt, weederom voor Reecq:e der E: Comp:ie onder de ingezeetenen te Verkoopen, weshalven beslooten is, hoe zeer ook anderzints de Voorraad der maguazynen zulx nog niet gedoogde den Commies der Maguazynen te qualificeeren, om aan de Ingeseetenen alhier S Comp:s weegens bij klijne partyen kruid te mogen verkoopen, en is de prijs daarvan gesteld op 20 St: p:r Pond; en daar het Jaarlyks debiet van dit Articul grosso modo kan worden bereekend op 6 a 8000 lb, Zal men Zien of deezen Calculatie juijst is, en daar van aan hoogst ged: Heeren Meesteren in der tyd Eerbiedig verslag doen. Zullende men thans onder pligtschuldige kennis geeving van deeze onze verrigting verZoeken, ingeval hun WelEd: Hoog Agtb: dezelve gelieve goed te Keuren, ons alle Jaaren van Zoo veel meer der Buskruyt te willen Voorzien, als deeze particuliere uitleevering Zal koomen te Vorderen.
En is voorts door den Heere Gouverneur den Raad te kennen gegeeven, dat Zeekere veldwagtmeester uit het district van Graaffe Rynet, in naame Dewald Hatting, aan Zyn Ed: uit naam van den Landrost aldaar verzogt hebbende, een quantiteijt Buskruyt en Vuursteenen, omme te worden gebruykt op de Commando’s teegens de Roovende Bossjesmans, Zonder dat deeze man behoorlijk met een Brief van den Landrost was gemunieerd geweest, Zyn Ed: egter in aanmerking van de dringende noodzaakelijkheid van de Voldoening aan het Verzoek en de naadeelige gevolgens die uyt eene weigering daar van Zouden kunnen gebooren worden, aan gem: Hatting hadde doen Verstrekken een quantiteijt van 100 lb kruijd en [.....] P:s Vuursteenen, met welk verrigting van den Heere Gouverneur de Heeren Raadslieden zig volkomen hebben geconformeerd, en goedgevonden de voorsz: Landdrost over deeze Zijne Negligentie Scherpelijk te reprimendeeren, en aan te Schrijven; dat voortaan geen Verstrekkingen van dien aard meer Zullen worden gedaan dan op eene Missive van hem Landrost en hy hier aan niet Voldoende, voor de geVolgen die daar uyt Zouden kunnen Resulteeren aansprakelyk gehouden Zal Werden.
Vervolgens is geleezen het volgende Vertoog van den Heer Independent Fiscaal Mr Johan Nicolaas Steeven van Lijnden.
Aan den WelEd: Gestr: Heere Gouverneur en WelEdele Achtb: Heeren Raaden van Politie des Gouvernements Cabo de Goede Hoop
‘Wel Edele Gestr: heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘De ondergeteek: independent Fiscaal deezes Gouvernements Zedert Zijne komst aan deezen uythoek, hebbende ondervonden, dat de respective Landrosten in de behandeling van ‘t Crimineele, juyst niet altoos die Spoed en accuratesse gebruijken, Welke vereijscht word, in Zaaken van Zulk eene aangeleegendheyd’
‘Alzoo het dikwils Komt te gebeuren dat gedetineerde perZoonen, Zoo maar direct Caabwaards worden Overgebragt, Zonder dat men naauwlyks te weeten Kan Koomen, welke misdaad zij bedreeven hebben; immers Zonder de minste Schijn of bewijs mede Over te Zenden, waar uyt den ondergeteek of ook die geene welke alhier de Zaaken van de Landdrosten waarneemt, in Staat gesteld moet worden, omme Zijn actie te institueeren, veel min de procedures met de noodige voortvaarentheid en Voorzigtigheid ten einde te brengen, en gelijk het de billikheid vorderd; Zo wel al het geene eenigen maaten tot Verschooning en dekking van den beklaagden, als het geene tot zijne beSchuldiging en bezwaaring dienen kan, aan den Rechter bloot te leggen.’
‘Als, wanneer die ongelukkige weegens de verre afgeleegendheid der Drostijen, Weeken en Maanden; ja Zelfs zomtijds Jaaren in Zijne banden moet Choupisjeeren, en dus Reets Voorloopig eene Werkelijke Straffe ondergaat, Zo door het gemis Zijner Vrijheid en beweeging, als het akelige en ongeZonde van den Kerker.’
‘’t geen bij de Zulken, die eenig Zints van tydelijke middelen zijn voorzien, dan nog door het Verloopen hunner Kostwinning en Zaaken, gemakkelyk een totale Ruine voor hunne gantsche huijshouding na Zig Sleepen kan.’
‘Vindt Zig Amptshalven Verpligt, dit een en ander onder het oog van UWEd: Gestr: en E: Achtb: te moeten brengen, en te gelyk in eerbiedige overweeging te geeven Of UWEd: Gestr: en E: Achtb: tot voorkominge van dit Kwaad, niet Zouden kunnen gelieven goed te vinden, omme alleen in Cas Crimineel’
‘1:o Aan de Colonie van Swellendam toetestaan, voor ‘t Collegie van Landdrost en Heem Raaden getuygen te doen hooren, en hun getuijgenis te doen Recolleeren, op dien Zelven voet als ten opzigten den Jongste Colonie Graaffe Rynet is gestatueert.’
‘2:o Omme aan de twee evengenoemde Landdrosten als dan te ordonneeren, van nu Voortaan geene gevangene Caabwaards op te Zenden, Zonder te gelyk daarby te voegen, eene @SpecisFactie#, na behooren geredigeerd, houdende een berigt tot de geringste om Standigheeden toe van het geene er Zo tot Zijnen laste als der Verschooning voorhanden is, met alle de bewyzen behoorlyk in gewonnen, en na ordre gerecolteert en beEedigt, alles na dat het de Zaaken en Circumstantien Zullen meede brengen.’
‘3:o Omme aan de Landrost van Stellenbosch en Draakenstein , als het digst hier bij geleegen, insgelijks aan te Schrijven het Zelve te doen; except alleen het Recolleeren ende beEedigen der afgegeevene bewysdommen’
‘Dit laatste om reedenen de aldaar woonende getuijgen gemakkelijk daartoe na hier kunnen worden gedagvaard, op dat dus uit de Responsiven en daarbij gehoudene Contenance, mines, Gesten, hesitatie, etc:a den Regter die over de Zaak jugeeren Zal de nodige aanmerkingen ten OpZigt der Validiteit van de Getuijgenissen Zal kunnen maaken.’
‘Het geen Zeekerlijk altoos zo Veel mogelijk in ‘t oog moeten Worden gehouden!’
‘4:o Omme in Cas van Contraventie, teegens deeze als dan gegeevene ordres, daar op Zoodaanige Geld boete ofte andere Correctie te Stellen, als het belang der Zaaken, dat er in de acceleratie eener goede en onpartige Justitie geleegen is, aan UWEd: Gestr: en Ed: Agtb:s Zal Voorkomen te vorderen.’
’/ Was geteekend:/’
‘J: N: S: van Lijnden /: in margine:/ Cabo den 31 Maart 1790’
Waar op gedelibereerd Zijnde is Verstaan, ingevolge ‘t bij voorsz: vertoog geadviseerde, om de daar bij ter needergestelde plausibele reedenen, vast te Stellen en te beraamen dat alleen in Cas Crimineel de Landdrosten in der tijd van de Collonie Zwellendam voor ‘t Collegie van Landrost en Heemraaden aldaar, getuijgen Zullen kunnen doen hooren, en hun getuijgenis doen Recolleeren.
Dit niet alleen Voorsz Landdrost van Zwellendam maar ook die van Graaffe Rynet , van nu voortaan geen gevangenen meer Zullen vermoogen herwards op te Zenden, Zonder te gelyk daarby te voegen een Specifactie nae behooren geredigeerd, houden de een bericht, tot de geringste omstandigheeden toe van het geene er Zo tot Zijnen lasten als Verschooning voorhanden is, met alle de bewyzen behoorlijk ingenoomen, en na de ordre gerecolleerd en beEedigt, alles na dat het de Zaaken in Circumstantien Zullen meede brengen.
Dat de Landdrost van Stellenbosch en Draakensteijn gehouden Zal Zijn, het Zelve te doen, uytgenomen alleen het recolleeren en beEedigen der afgegeevene bewysdommen
En eindelijk dat die geene van de resp:e Landdrosten, welke hier tegen Zal Komen aan te gaan, dubbeld Zal moeten Vergoeden alle Kosten, Welke door een langer detentie van den deliquant, als met de voorz: præCautie nodig Zoude Zijn geWeest, veroorzaakt Zullen worden, en hier aan andermaal niet hebbende voldaan, met Suspencie in zyn dienst Zal worden gecorrigeerd
Wyders wierd nog door evenged: heere Independent Fiscaal den Raade Kennisse gegeeven, van eene VerSchrikkelyke Moord alhier in den Nacht, tussen 11 en 12 deezer aan den perzoon van Hendrik Weemijer gepleegd, waarvan men ongeagt alle aangewende Recherces tot nog toe den daader niet hadden Kunnen ontdekken, waar omme zijn Ed: verzogt, dat ter handhaaving van de Justitie, eene præmie mogt werden beloofd, aan den geene die deezen Booswigt Zouden Kunnen ontdekken, Zodanig dat hij in handen van den gerechte Kwaamen te geraaken, en van ‘t feit overtuijgd wierd; en is dierhalven Verstaan in dit verzoek van ged:t Heer Fiscaal te CondesCendeeren, de præmie te Stellen op 200 D:s en des aanbrengers naam des begeerende te Secreteeren mitsgd:s Wanneer het een Slaaf is, in Steede vandeeze beloofde proemie van 200 D:s, aan denZelven zijn Vrijdom toe te Zeggen, Zullende ten einde de Waardije van Zodanigen Slaaf aan Zijn Lijf Heer te kunnen uitKeeren, dezelve door des kundigen worden getaxeerd
Hierna is beslooten het Hoeker Schip Sterreschans naar de Plettenbergsbaaij en ‘t Schip het Duijfje naar de Mosselbaaij aanteleggen, ten einde de alldaar aan handen Zijnde voorraad van Hout en Koorn aftehaalen, Zullende over zulx de nodige ordres aan de overheeden van die Bodems ten dien einde worden geexpedieerd
Wijders geresumeerd Zijnde de brieven van de Ceijlonse Regeering, met het Schip Trinconomale alhier aangebragt, is op VerZoek van ged:t Regeering omme door dit Gouvernement te Worden geadSisteerd, met Zoo veel teeken papier en potlood, als de aanhanden Zijnde Voorraad daartoe ruimte Zal geeven, goedgevonden van het eerste Articul Zo Veel te Zenden, als er, te missen Zal Zijn, terwijl men hier van Potlood zelve niet voorzien is
En is verstaan de door evengem: Regeering herwards overgezondene nieuw ingevoerde betaalings Lijst van het Regiment van Meuron, waar na hun E:E: verzogten, dat de betaaling der hier aanweesende recruuten van ‘t depot van dat Regiment meede zal worden gereguleerd, te Stellen in handen van den Soldij Boekhouder deezes Gouvernements, ten einde dezelve teegens de alhier plaats hebbende voet van betaaling te Confronteeren, en deezen raade hier omtrent te dienen van Zijn berigt en Consideratien
Zullende voorts op de door voorsz Reegeering ingevoerde betaaling van 10 proC:to vragt, welke alhier aan de Caab Zoude moeten werden geheeven, van alle gepermitteerd en Negotie Goederen, die door Particuliere, buyten de gepermitteerde gebrande kisten, van daar herwards worden overgeZonden, aan hun E:Ed:s, worden gerepreSenteerd, dat de domisticque inrichting van dit Gouvernement niet gedoogen, dat men de Negotie goederen alhier met meerder in koomende Rechten Zouden belasten, dat die geene welke daar op inder tyd door deeze Regeering Zelve Zoude Kunnen worden gelegt, en Welke eerlang een poinct van deliberatie voor de zelve Zullen opleeveren, dat men egter om de E: Comp:ie in haar Rechten niet te Verkorten, deeze belasting voor ditmaal Zal invorderen, maar Zal men teevens aan hun E:E: in overweeging geeven, of het niet gevoeglijker waaren, deeze Vragt Penningen daar ten plaatze, voor de afscheeping als een uytgaand Recht te doen betaalen, gelijk ook beslooten is al Verder te Voldoen, aan hun E:E:s verzoek, omme van de voorsz: 10 pC:to vragtpenningen, af te korten het geen alhier weegen inkoomende Regten van Negotie goederen werd betaald
Zijnde wyders op het Verzoek van meergem: Regeering, omme alle de gelden die ahier onder de gemachtigdens van den afgegaane Equipagiemeester aldaar Abo, berusten door hen in S Comps: Cassa te doen overbrengen, en dezelve met S’ Comps: Scheepen die na Ceilon Vertrekken, verdeeld over twee boodems, voor Reekening en risico van hem Abo, in goude en Zilvere Speciën, aan hun E:E:s, te adviseeren; goedgevonden aan VoorsZe: gemagtigdens van ged:t Abo te Stellen Extract uit deeze hun E:Es Missive, met last omme daar aan te voldoen.
Aldus geresolveert en Gearresteert In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
Conformeerende ons met de voorschr: resolutie alleen met uitzondering van het laaste Lidt omtrent de Vragtpenningen van Ceijlon, tot aftrek den inkomende regten naar den heer Fiscaal
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v Reede van Oudtshoorn.
met referte aan mijne aantekening bij de Resolutie van den 2:do Octbr: 1789.
C. 186, pp.128-137.¶
Woensdag den {17900414} 14 April 1790.
bij omvraage alle present dempto den Heere Gordon en de Wet.
Het Schip Trinconomale in de Storm die Eergisteren op deeze Rheede heeft gewoed, desselfs Schuit verlooren hebbende, Zo wierd op heeden daar omtrent door de Scheepsoverheeden ingediend eene Schriftelijke verklaaring, met bijgevoegd Certificaat van den Equipagiemeester deezes Gouvernements, luijdende.
‘Wij ondergeteekende Officieren beschijden op ‘S Comps Schip Trinconomale , d’ eerst als Luitenant de Tweede als Sous Luytenant’
‘Verklaaren ter requisitie van den Capitain Herman Driesman Commandeerende gem: Bodem, dat op den 12 April A:o 1790 leggende ter Rheede Cabo de Goede Hoop door een Spoedige opkoomende Storm uyt NW:t de Scheeps Chaloep van Zijn Touw is Komen te Ruwien en op den Strant, met hunnen toebehooren verbrySelds’
‘’t geen Wij verklaaren de Waarhijd te Zijn en des gerequireerd werdende met Eede kan bevestigen’
’/ Was geteekend/’
‘A:s Mitskam Lieut: Fred:k Schorre Sous Lieut:t /in margine/ In’t Schip Trinconomale Cabo de Goede Hoop den 15 April 1790’
‘Certificeere ik ondergeteekende Equipagiemeester dat er Zoodaanige Sloep als het Schip Trinconomale Komt te ontbreeken, alhier by de E: Comp: niet aan handen is, en dierhalven Een Schuijt van Particuliere heeft moeten ingekogt worden, voor de Somma van Een Hondert en Vijftig Rijxdaalders’
’/ onderstond /’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 15:de April 1790 - / was geteekent / C: Cornelis’
En uijt dat certificaat gebleeken zijnde, dat er Zoodanige Sloep als het Schip Trinconomale Komt te ontbreeken, S, Comp weegen niet aanhanden is, zoo is beslooten ten einde Voorm: Bodem zo spoedig mogelijk tot het voortzetten Zijner reize in Staat te Stellen, van den Burger Gerrit Schierhout te doen inkoopen, de Schuyt door den Equipagiemeester opgegeeven, voor eene Somma van Rd:s 150:- , omme op de Onkostreekening van die Bodem te Worden belast
Door Thomas Hukman; Lieutenant Militair in dienst van Zijne Brittanische Majesteit gepresenteeerd Zijnde het Volgende Request.
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie
‘WelEdele Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Den Lieutenant Thomas Hickman van het alhier gestrand Genueesch Schip de Maria , is van UwEd: Gestr: en E: Achtb: in alle onderdanigheid verZoekende, hem te willen permitteeren, omme beneevens twee Kinderen in naame William Hickman oud Ses Jaaren en Marij Gahan oud Vier Jaaren en een Domestiecq Richard Diddams, met het gereed leggend Schip Trinconomale naar Europa te vertrekken, en hem uit hoofden van die Rampen en Schaaden die hij by het Stranden van het Schip de Maria heeft geleeden, met het ordinair Transport en Kostgeld te laaten volstaan’
’/ onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /was geteekend:/ Thomas Hickman Lieutenant’
Zo is goedgevonden en Verstaan den Suppl:t te permitteeren omme beneevens de bij dat Request vermelde Twee Kinderen gen:t William Hickman oud 6. Jaaren en Marij Gahan oud 4. Jaaren en Zijn Domesticq genaamdt Richard Diddams per het Schip Trinconomale naar Nederland te Vertrekken en hem uyt hoofde vande beklaagenswaardige omstandigheeden, waar in hij zig door het Stranden van het Genueesch Schip de Maria bevind, met het ordinair Transport en Kostgeld te laaten Volstaan
Voorts wierd aan den Lieutenant Militair Thomas Schumacher die op het gestrand Schip de Helena Louisa was geplaats, gepermitteerd Zijne reise naar Neederland per opgem: Schip Trinconomale voort te Zetten.
Eyndelyk wierd aan den Capitain Ingenieur Anthonij Johannes op zijn dies Weegens bij het volgend Request gedaan Verzoek.
Aan den WelEdel Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Anthonij Johansen Capitain Ingenieur in ‘S Comp: dienst, onlangs van ‘t Ceilons Retour Schip den Arend door indispositie alhier Verbleeven, op desselfs ingediende Request, van UWEd: Gestr: en E: Achtb: permissie erlangd hebbende, met het te vertrekken Staande Schip Trinconomale Zijne Reyze te vervolgen, neemt by deezen de vryhyd UWEd: Gestr: en E: Achtb: te Suppliceeren, nadien de dagelyks toeneemende onpasselykheid Zijner Huysvrouw hem buiten de mogelykheid Steld van deeze geleegend heid gebruik te Kunnen maaken, dat het van hoogstderzelver welbehaagen zijn moge, hem Suppl:t te permitteeren, met Zijne by Zig hebbende Familie tot eene nadere Scheepsgeleegendheid alhier te mogen Vertoeven.’
’/ onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a was geteekend / A: Johannes’
Gepermitteerd tot eene nader Scheeps geleegendheid alhier te mogen overblyven, weshalven zyn op den 9 deezer Cours genomen hebbende Gagie, van heeden af weederom Zal moeten Stilstaan
Aldus geresolveert en Gearresteert In’t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare Voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: v Reede van Oudtshoorn.
met referte aan mijne aantekening bij de Resolutie van den 2:do Octbr: 1789.
C. 186, pp. 138-182.¶
Dingsdag den {17900420} 20 April 1790.
‘S voormiddags alle present demptis de Heeren Gordon en De Wet bij indispositie
Door den Heere Gouverneur ter Vergaadering voortgebragt zynde, dat den Koopman en Winkelier Egbertus Bergh, aan Zyn Ed: hadde verzogt, voor dit Jaar van de ordinaire togt naar de Mossel en Plettenbergs Baaijen te moogen werden g’excuseerd, Zo is ten einde deeze operatie met de meeste voortvaarentheid en accuratesse te doen Continueeren, goedgevonden daar toe thans nog te Committeeren den Koopman en Landdrost van Swellendam Anthonij Alexander Faure als Zynde het meest van de locale gesteltenis dier baaijen onderregt, en uit hoofde van Zyn domicilium op Swellendam , tot deeze Commissie Zeer a portêe, zullende dierhalven gem: Landdrost Faure Zig ter gewooner tyd, in Voorz: baayen moeten laaten vinden, ten einde aldaar, met ende beneevens Zijne meede geCommitteerde den Capitain ter Zee Francois Duminij al het noodige tot den inScheep der aan handen Zijnde graanen en Houtwerken te verrigten, en voorts met gem: Capitain Duminij en Winkelier Bergh daar omtrent nader in overleg te treeden, en Zoodanige Schikkingen te beraamen, en des noods aan deezen Raade voortedraagen, als ‘S Comp intrest Zal Koomen te VerEijschen
Gelyk meede in overweeging genomen Zijnde dat aangeZien men thans niet meer in de noodZaakelykheid verseert, om uit de Bosschen van ‘t oude Niqualand , ‘t assegaaijhout dat voor de Arthellerie benodigd is, te moeten haalen, de aldaar geleegen post welke ten dien einde wel voornaamentlyk is aangelegt geworden, overzulx ook niet meer op den voorigen Kostbaaren voet behoord te Worden aangehouden, maar inteegendeel geheel Zouden Kunnen worden vernietigd, Zo niet den aanteel van een Zeeker getal trekossen tot den omslag in de Mossel en Plettenbergs Baaijen /: tussen welke Baaijen ged: Post geleegen is:/ benodigd, deszelfs gedeeltelijke aanhouding nog noodzaakelyk maakte, Zo is verstaan van gem: Landdrost van Swellendam , Faure als Commissaris van Voorsz: Post, aftevorderen berigt, in hoe verre het getal der Manschappen op deeze post bescheiden thans Zouden kunnen worden verminderd; met opgaave van de reedenen die hij tot de verdere aanhouding van de door hem alldaar nodig geoordeelde Manschappen meent te kunnen by brengen
Voorts Wierd door den Chirurgijn Major der Burgerij A: J: Becker gepresenteerd het Volgende Request
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur, en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Geeft met diep Schuldige Eerbied te kennen UwerWelEd: Gestr: en E: Achtb: Zeer needrige Dienaar den Chirurgyn Majoor der Burgerije A: J: Becker.’
‘Hoe hij Suppl:t met voorKennisse van Welopgem: Heer Gouverneur heeft laaten meeten Zeeker Stukje Lands geleegen in ‘t Caabsche district b’ oosten de groote Zeekoevalleij en alldaar een nieuw gemeeten Stuk Erfs groot in Zijnen grond vier Morgen netto, Zo als nader uit de hierneevens g’annexeerde en door den Landmeeter daar van geformeerde Caart komt te Consteeren:’
‘En nadien gem: Stukje Lands den Suppl:t tot veel nut Zoude kunnen Strekken, Zoo neemd hij de Vryheid Zig tot UWEd: Gestr: en E: Achtb: te Keeren met ootmoedig Verzoek dat het van derzelver goede geliefde Zijn mooge, het voorm: gemeeten Stukje Land aan den Suppl:t in eigendom te Verleenen.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /was geteekend:/ A: J: Becker.’
Van ‘t welk goedgevonden is te Stellen Copije in handen van Commissarissen uit den Raade van Justitie, omme ten overstaan van den Heer Independent fiscaal deezes Gouvernements te examineeren, of de uitgifte van het daarbij verzogte Stuk Lands, aan den Suppl:t buiten Præjuditie der E: Comp: ofte eenige particulier ingezeetenen Zoude kunnen geschieden, en Zoo Ja, het Zelve als dan te tauxeeren, en van dit een en ander te dienen van Rapport in geschrift.
Zo als insgelijks verstaan is te handelen met het versoek Schrift van Jan Godlieb Brink, tendeerende omme te mogen hebben den eigendom van Zeeker Stukje Lands, geleegen aan den voet van den Leeuwenbill , ter groote van twee morgen, het Welk aan hem Suppl:t onlangs in erfpagt was vergund geworden.
Vervolgens wierd door den heere Secunde Johannes Isaak Rhenius overgelegd een Rapport van de ter Sessie van den 12 Maart Jongstl: tot het teekenen der alstoen nieuw ingevoerde papieren munt Stukken gecommitteerde onderkooplieden Casparus van Eerten en Corneelis Cruijwagen, Waarby kwam te blyken, dat provisioneel ingereedheid waaren gebragt
1000 Stukken van Een Rijxdaalder
1000 d:o van Een halve d:o
Weshalven verstaan is die Stukken in ‘S Comp: groote Geld Cassa te doen overbrengen, en bij de Negotie boeken deezes Gouvernements in neemen, mitsgd:s by de advertentie welke desweegens aan het Publicq Staat te worden gedaan, den Ingezeetenen nogmaals herinneren, het verbod by Publicatie van den 16 Septb:r 1783. gestatueerd teegen het betaalen van opgeld by het verwisselen der alhier geintroduceerde papiere munt.
Hier na Wierd geleesen het Volgende Vertoog van Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Draakenstein .
Aan Den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie alldaar
‘Wel Edele Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren’
‘Vertoonen met diepschuldigen Eerbied Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Draakenstein ‘
‘Dat den 6. febr: des Jaars 1786: in der ondergeteek: gehouden vergaderinge, door de wed: wijlen den Burger Johan George Gantze verzoek gedaan Zijnde, om twee morgen Land tot een Erf van Zodanig gedeelte S’ E: Comp: grond, als aan de over Zijde der Berg revier tusschen de Plaatsen thans door de Burgeren Pieter Cilliers en Isaak de Villiers Jansz: bezeeten werdende Zig Komt te bevinden, hebben de ondergeteek: tot het bezigtigen van dezelve bij de morgen gecommitteerd twee leeden uit derzelver midden, de welke in Vergadering van den 6 Maart daaraan Rapporteerden, dat de buuren en bijzonder den oud Heemraad Thomas Arnoldus Theron in de uytgaave van de Verzogte, twee morgen Land Zig beswaard vonden, terwijl in dezelve vergadering voorsz: Theron verscheenen Zijnde, denzelven uit hoofde van Zeekere by heeren Weesmeesteren in dato 6. Septb:r des Jaars 1700. genomene en aan de ondergeteek: door hem Theron vertoonde Resolutie als ‘t naaste tot het Zelve land vermeend geregtigd te Zijn, verZogt, dat het Zelve in leening of Erfpagt Zullende worden uitgegeeven, hij voor alle andere prœverentie mogte genieten, Welke verZoek de ondergeteek:s voor gecommuniceerd gehouden, en dat van gem: wed: Gantze provisioneel hebben ontzegd, om dat al meede de Erfgenaamen van de Wed: Jan Minnaar iterative maalen om het Zelve land hadden Verzogt, uit hoofde van naasten Erfgenaamen van Wijlen Louis Carbon te Zijn’
‘Dat UWEd: Gestr: en E: Achtb: vervolgens bij besluyt van den 10 Septb:r des voorl: Jaars hebbende gelieven te arresteeren, dat Voortaan in de Districten van Stellenbosch en Draakenstein geene Erven Zullen worden uytgegeeven dan; dat de geene die bij UWEd: Gestr: en E: Achtb: om Zodanige Erven Zullen koomen te Verzoeken, gehouden Zullen Zijn een bewijs van den ondergeteek: over te leggen, Waaruit meede de waarde zal moeten blyken, op welk een Zoodaanig Erf Zal weezen geschat, en daar by tot een Richtsnoer aan de ondergeteek: voorgeschreeven elk morgen Vrugtbaar land op Vijftig Rijxd:s te moeten bereekenen, Zeedert zo wel voorsz: wed: Gantz: als Verscheide andere ingezeetenen ieder om Twee morgen en den Burger Christoph Hendrik Nihaus om thien morgen van het meer gem: land hebben Verzogt, onder Offerte van al Zoodaanige Penningen voor het verzogte gedeelte tot een erkentenis aan d’ E: Comp:ie te willen betaalen, als waar op het zelve door de ondergeteek:s zou worden getauxeerd, en nu laastelijk door den Burger Philip Minnaar in Vergadering van den 5 Octb:r Jongstl: aan de ondergeteek: ter Kennisse gebragt Zynde, dat hij uit hoofde boovengemeld, van den WelEd: Gestr: heer Gouverneur Verzogt en geobtineerd had, eenige morgen Van ‘t evengem: Land voor Zig ten overstaan van eene Commissie uit de ondergeteek:s door den Gezw: Landmeeter te moogen laaten meeten, onder betaalinge van Zodanige Somma van Penningen als Waarop, het als dan ingemeeten Land insgelijks door de ondergeteek: zal weezen getauxeert, hebbende de ondergeteek:s Zo ter eviteering van alle verdere te doene aanzoeken op het Zelve Land, en Voorkoming van dispuuten dewelke waarschynelyk staan te Resulteeren ingeval het Zelve land by præverentie Zoude worden uitgegeeven, aan gem: Minnaar geZegd, zig deswegen aan UWEd: Gestr: en E: Achtb:s te zullen addresseeren, gelijk de ondergeteek:s op fundament van UWEd: Gestr: en E: Agtb:s bovengem: besluyt van den 10 Septb:r des voorl: Jaars overeenkomstig het meeste intrest van d’ E: Comp:ie dan ook in dezelve vergadering van voorsz: 5 October best gedagt hebben, aan UWEd: Gestr: en E: Achtb:s voortedraagen’
‘Dat daar uit de Voorsz door bovengem: Theron aan de Vertoonders overgeleeverde en Weeder terug genomene Resolutie van den 6 Sept: 1780 aan den eenen Kant wel gebleeken is heeren Weesmeesteren aan de vader van gem: Theron wylen den Burger Jacob Theron, toenmaals te Zijn geaccordeerd om :/ zoo als de Resolutie dicteerd:/ het land van wylen Louis Corbon, bij den WelEd: Gestr: Heere Gouverneur in eygendom te mogen verzoeken, mits voor den opstel betaalende de Somma van ƒ219:8:5: aan den anderen Kant egter niet minder uit dezelve ten Klaarsten Consteerd, het gem: Land nooijt in Eigendom bezeeten geweest te Zijn, bovens dien door gem: Theron geen bewijs heeft kunnen worden geproduceerd, dat, of door wijlen bovengem: Jacob Theron of door hem Theron Zelve aan de voorsz: Resolutie Zedert den voorm: Jaare 1700 is voldaan geworden, even zo min als dat de Erfgenaamen van Wylen Jan Minnaar tot den eijgendom van het Zelve land kunnen gezegd worden geregtigd te Zijn, blykens de deezen door gem: Philip Minnaar op des eerstgeteek:s aanschryvens toe gezondene Rescriptie van den 4 deezer gevolgelyk den eigendom van het Zelve land ook als nog aan d’ E: Comp: te behooren, of UWEd: Gestr: en E: Achtb: als nu Zouden gelieven goed te vinden, de Vert:s te qualificeeren om ten overstaan van den eerstgeteeken twee leeden uit de vert:s midden, door den Gezw: Landmeeter van het voorschr: aan de overzijde der Berg revier tussen de Plaatzen van voorn: Cilliers en de Villiers geleegen Land te doen meeten, een Zoodanig gedeelte als aldaar ten hoogsten tot sestig morgen Zonder enig nadeel aan de plaatzen van voorm: Cilliers ende Villiers toe te brengen, zal Kunnen gevonden worden, en na dat van het gemeeten een Caart geformeert zal zijn, den eigendom daar van in een perceel in’t openbaar ten voordeele van de Ed: Comp:ie van weegens UWEd: Gestr: en E: Acthb: aan de meest biedende te doen verkoopen, onder zodanige mitzen en Conditiën, als buijten en behalven de gewoone Servituten by de meeting noodzaakelyk mogte bevonden Worden, en de Vert:s UWEd: Gestr: en E. Achtb:s derzelver voordragt approbeerende, de vryhyd Zullen neemen bij berigt van de gedaane meeting aan UWE: Gestr: en Ed: Agtb:s nader voortedragen, zig flatteerende het voorschreeve land in diervoegen verkogt werde verre booven de interieure waarde te Zullen Valideeren.’
’/ onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a, /was geteekend/ H: L: Bletterman. A: C: van der Bijl C: Joel Ackerman Jacob de Villiers Jansz:’
Waarop gedelibereerd Zijnde, is ingevolge het eerst Lid van der vertoonders geadviseerde verstaan, den vert:s te qualificeeren, omme ten Overstaan van den Landrost en Twee Leeden uit derzelver Vergadering, door den Gesz: landmeeter van het bij dit Vertoog vermelde aan de overzyde der Berg revier tusschen de Plaatzen van Voorsz: Cilliers en de Villiers geleegene plaats te doen meeten, een Zodanig gedeelte, als aldaar ten hoogsten tot 60. Morgen Zonder eenig nadeel aan de Plaatzen van gem: Cilliers en de Villiers toe te brengen Zal Kunnen gevonden worden, en nadat van dit gemeeten Land een Caart Zal weezen geformeerd, de Zelve aan deezen raade overteleggen, met Voordragt van Zodanige Servituten en Geregtigheeden als daar aan volgens het gevoelen der vert:s Zouden behooren te worden geachrocheert, ten einde hier op in diervoegen te disponeeren, als de aart der Zaaken Zal Komen te Vorderen.
Wijders wierd door Scholarchen deezer Steede in Voldoening van het ter Vergadering van den 16 feb:y Jongstl: geresolveerde, gediend van het volgend berigt
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie
‘WelEdele Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘De Copia van de versoekschriften van Cornelis de Kok en George Fredrik Zwartensburg, met de daar op door UWEd: Gestr: en E: Achtb: verleende apostille, Scholarchen deezer Steede ter handen geKomen zijnde, ten einde de Suppl:ten te examineeren weegens derzelver bekwaamheeden om als Schoolmeesters te kunnen ageeren, Zo hebben Zij in opvolging van dien d’Eerste berigten, dat bij examinatie van den eerstgem: hun volkoomen gebleeken is, dat dezelve tot het leeren en onderwijzen der Jeugd in Staat is, om onder het welbehaagen van UWEd: Gestr: en E: Achtb: als Schoolmeester ter deezer plaatze te Kunnen fungeeren.’
‘Dog betreffende den Perzoon van George Anthonij Zwartsenburg, dewijl deeze bij het gedaan onderZoek dat genoegen niet gegeeven heeft, dat men wel gewenscht hadde, als Zijnde voor al in de reekenkunde wat zwak bevonden, en dezelve de belofte gedaan heeft van zig daarin op het Sterkste te Zullen oeffenen, Zoo verzoeken Scholarchen dat aan hem door UWEd: Gestr: en Ed: Achtb: slegts provisioneel voor een Jaar het Schoolhouden mag worden gepermitteerd, om ingevallen zijne vorderingen in dien tak van letter oeffeningen nader Zullen zijn gebleeken, hem als dan daarin te laaten Continueeren, dog Zo hy onverhoopt aan deeze belofte niet mogte Voldoen, dat deeze vergunning dan mag worden ingetrokken, waar op Scholarchen het nodig Reguard Zullen Slaan, en niet in gebreeken Zullen blyven, UWEd: Gestr: en E: Achtb: na expiratie van den bepaalden tyd nader Verslag te geeven.’
‘Waarmeede meenende aan de geëerde Intentie van UWE: Gestr: en Ed: Achtb: te hebben Voldaan, Zo laaten d’ondergeteek:s deeze dienen voor needrig berigt’
’/ onderstond:/’
‘Cabo de Goede Hoop den 14 April 1790 /:lager:/ Uit naam en last van Scholarchen /was geteekend/ Chr: Fleck h: te Scriba’
Het welk geleezen zijnde, is Conform het daarbij geadviseerde, verstaan, den perzoon van Cornelis de Kok als daartoe bij examinatie de vereijschte capaciteiten hebbende betoond, te vergunnen omme ter deezer plaatze tot onderwys der Jeugd als Schoolmeester te fungeeren, terwyl aan den perzoon van George Anthony Zwartsenburg het Schoolhouden maar provisioneel voor een Jaar word toegestaan, Zullende deeze vergunning verder Stand grijpen ingeval na Verloop van dien tyd van Schoolarchen voorn: ten opzigten van hem Zwartsenburg gunstige rapporten zullen inkoomen, edog dezelve als dan weederom worden ingetrokken, bij aldien hij onverhoopt aan de belofte aan hun Eerw:s gepræsteerd niet Zal hebben Voldaan
Waar na door den burger Tobias Verwy wierd gediend van het volgende Request, gemunieerd met Extract Resolutie van Landdrost en Heemraade van Stellenbosch en Draakenstein de dato 1. Febr:Jongstl:
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Achtb: Raad van Politie
‘Wel Edele Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Geeft reverentelyk te kennen UWEd: Gestr: en Ed: Achtb: needrig Dienaar, den burger Tobias Verweij’
‘Hoe hij Suppl:t zig heeft geaddresseert aan het Ed: Collegie van Landdrost en Heemraaden aan Stellenbosch ter obtenu van een Stukje lands in Erfpagt, beneeden desselfs in de Jonkers Hoek geleegene plaats, en daartoe blykens g’annexeerde Extract Resolutie gunstig verlof verkreegen hebbende, omme weegens dies Vergunning bij UwE: Gestr: en Ed: Achtb: nader Verzoek te mogen doen, zo neemt den Suppl:t bij deezen de vrijheid UWEd: Gestr: en E: Achtb: te Solliciteeren aan hem permissie te verleenen, om gem: Stukje lands op Zodaanige voorwaarden als in gem: Extract Zyn ter needer gesteld, ten overstaan van g’committeerde Heemraaden te laaten meeten, mitsgd:s met hoogst derzelver believen in Erfpagt te bezitten’
’/:onderstond!/’
‘’T Welk doende &:a /was geteekend:/ T: Verwij.’
En is verstaan het daarbij verzogte Stukje lands na dat het Zelve bevoorens ten overstaan van Gecommitteerde Heemraaden Zal werden gemeeten, aan den Suppl:t onder de daarop bij Landdrost en Heemraaden voorn:de bepaalde Servituten in Conditiën in Erfpagt te Vergunnen.
Vervolgens wierd door Levie Hend:k Neumeijer, Derdemeester in S’ Comp:s hospitaal alhier gepresenteerd het volgende Request
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘In allen eerbied neemt de Vryhijd te kennen te geeven UWE: Gestr: en E: Achtb: needrigen Dienaar, Levie Hend:k Neumeijer derde meester in ‘S Comp: Hospitaal alhier.’
‘Hoe hij Suppl:t geduurende den tyd van Vyfthien agter een volgende Jaaren in gem: Hospitaal den dienst als poccage meester heeft gepresteerd als Wanneer aan hem is g’accordeerd geworden eene vrije inwooning in een afzonderlyk departement in het zelve.’
‘Dan daar het gezegde hospitaal onlangs is afgebrand en hij Suppl:t zig daar door ontstooken heeft gevonden, van eene vrije inwooning, is hy Zeedert genoodzaakt geweest, een kamer tot zijn verblyf te moeten Huuren, teegens Ses Rijxd:s per maand.’
‘Den Suppl:t heeft bij deeze ontstaane brand meede het ongeluk moogen treffen, dat alle Zyne goederen Zyn Verbrand, zo dat hy teegenswoordig bij de geringe bezolding van 14 guld:s S’ maands en Neegen Schell: Kostgeld, die hem Zyn toegelegd, mitsgd:s de Ziekelyke omstandigheeden waar in hy Zig bevond, en die hem buiten Staat Stellen iets anders tot zyn onderhoud bij der hand te neemen, Zig genoeg Zaam in de onmogelijkheid Ziet gebragt, langer te kunnen Subsisteeren, weshalven hy om de aangehaalde Reedenen de Vrijhijd neemt UWEd: Gestr: en E: Achtb: ootmoedig te Suppliceeren, hem in Gagie en Emolumenten te Willen verhoogen, ofte wel zodanige Somma van Penn: te willen toeleggen; als waar voor hij thans verpligt is een appartement tot zijn verblyf moeten huuren.’
‘/onderstond/’
‘’T Welk doende &:a /was geteekend:/ L: H: Neumeijer’
Waarop gedelibereerd Zijnde is in aanmerking van de ongelukkige omstandigheeden waar in den Supp:lt door den onlangs geExteerd hebbende droevige brand, is gebragt, goedgevonden denzelven provisioneel 6. Rijxd:s, S’ maands tot kamer huur toeteleggen, tot dat men in de mogelijkheid zal zyn gesteld aan hem een ander verblyf S Comp:s Weegen te bezorgen.
Na het Welk door den Capitain ter Zee Francois Duminij wierd geexhibeerd het volgende verzoek Schrift.
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie
‘Wel Edele Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Geeft met alle verschuldigde Eerbied te Kennen UWE: Gestr: en E: Achtb: Zeer gehoorzaame en onderd: Dienaar Francois Duminij Capitain ter Zee in dienst der E:O:I: Comp: hoe hij Suppl:t uit de gunstige dispositie van Heeren Meesteren gemanifesteerd by hoogst derzelver Missive aan UWEd: Gestr: en E: Achtb: Sub dato 31: OCtober 1788. geschreeven, heeft moogen Zien, dat welgem: Heeren Majores met genoege verlangen dat hy Suppl:t Hun WelEd: hoog Achtb: onder het genot van de hoogste Gagie als Capitain blyft dienen’
‘En alzo den Suppl:t tot nu toe Slegts de Gagie van ƒ66 per maand heeft genooten, Zo verzoekt hy UWEd: Gestr: en E: Achtb:s hem de Gagie van ƒ80 per maand die zyne hooge betaalsheeren hem hebbe gelieve waardig te Keuren, hooggunstig te willen laaten genieten, van den dag af dat Voormelde Zeer gevenereerde Schrijvens alhier Zijn ontfangen.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /was geteekend/ de Ridder Duminij’
Het welk geleezen Zijnde is verstaan in pligtschuldige opvolging der Zeer geEerde beveelen van de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren de dato 31 December 1788. den Suppl:t een Gagie van ƒ80:- per maand toe te leggen, van den dag dat voorn: Zeer Geëerde Letteren alhier Zijn ingekomen
Nog wierd door den Adsistent Marïnus Marinussen gediend van ‘t volgende Request
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur &:a &:a &:a beneevens de WelEdele Achtb: Heeren Raaden van Politie des Casteels de Goede Hoop.
‘WelEdele Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Geeft met de Vereijschte hoogagtinge op ‘t ootmoedigste te Kennen, Marinus Marinussen P:z van Brigdamme, hoe hij Suppl:t in de maand Jann: A:o 1785 met S’ Comp:s Schip ‘t Lam in qualiteit als Jong mattroos alhier is aangeland, vervolgens op den 5 Aug:s deszelven Jaars de eere heeft gehad, door UWEd: Gestr: en Ed: Achtb: onder Zyn lopend verband aangesteld te worden tot adsistent op ‘t Negotie Comptoir deezes Gouvernements.’
‘Dan also den Suppl:t weegens geduurige indispositie buiten Staat is denzelven dienst na Vereischtens waar te neemen, ‘t welk zo voor des Supplt:s Supperioren als Voor hem Suppl:t ten hoogsten grievende moet vallen, den Suppl:t geneegen Zijnde onder gunstig welbehaagen van UWE: Gestr: en E: Achtb: in Zyn laastgem: Qualiteit te werden gesteld onder afgeschreevene Gagie.’
‘Reedenen waarom den Suppl:t op ‘t eerbiedigst is Keerende tot UWEd: Gestr: en E: Achtb: met ootmoedigst verzoek dat het UWEd: Gestr: en E: Achtb: gelieve te behaagen den Suppl:t onder afgez: Gagie te Stellen.’
‘/onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /was geteekend:/ M: Marinussen P:Z:’
Over welks inhoude geraadpleegd Zijnde is goedgevonden den Suppl:t om de bij voorsz: Request geallegueerde Reedenen en motiven te Stellen onder afgeschr: Gagie;
Zonder consequentie egter Voor het vervolg met opzigte tot andere S’ Comp:s Dienaaren.
Voorts wierd door den Sous Lieut:t der Burgerije alhier Matthiam Hoffman in qualiteyt als gemagtigde van den Burger Willem Adolph Ackermann ingeleeverd, het volgende verZoekSchrift
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Resorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie
‘WelEdele Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Geeft met Verschuldigde eerbied te Kennen UWer WelEd: Gestr: en E: Achtb: zeer Gehoorzaame en onderdanige Dienaar Matthiam Hoffman Sous Lieut:t der Burgerije, als generaale gemagtigde van den Burger Willem Adolph Ackerman, hoe deezes Zijnen Principaal eertyds gepreviligeerde Slagter met deeze neering heeft uytgescheiden, in de hoop van Zyn overblijvend Vee te Zullen Kunnen verkoopen, waar toe Zig egter geene geleegendheid tot nu toe heeft opgedaan.’
‘Reedenen om Welke den Supp:lt Zig is Keerende tot UWE: Gestr: en E: Achtb: ootmoedig verzoekende hem te willen permitteeren, voorsz: Vee voor Reekening van Zijne principaal uit deszelfs woonhuijs te verslagten’
‘/onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /was geteekend:/ M: Hoffman’
Waarop in aanmerking Zijnde genomen dat eene diergelijke Concessien aan den Suppl:t illusoir Zoude maaken de Resolutie, bij deeze Vergadering met opzigte tot het uitveilen van Vee, op den 1sten December Jongstl: genoomen, is Verstaan het verzoek van den Suppl:t te wijzen van de hand.
Wijders door den Capitain ter Zee en Equipagiemeester: C: Cornelisz geproduceerd Zijnde een Dag register van het geene door hem geduurende de Jongst verloopene drie Maanden met lossen en laaden van S’ Comp:s eigene en ingehuurde Scheepen is verrigt geworden, Zo is goedgevonden het Zelve in Copia te Zenden Zoo aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren als aan de hooge Indiasche Regeering
En is al voorts beslooten omme ten einde Zoo veel immers mogelijk is aan onze verpligting te Voldoen, van den geringen voorraad van Graanen die Zig in S’ Comp: maguaZijnen alhier bevind, eene quantiteyt van 500 Mudden tarw met ‘t Schip de Generaal MaatZuijker naar Batavia te doen afscheepen, en daarbij aan hun WelEdele Groot Achtb: eerbiediglyk open te leggen ‘t Restant dat Zig in gem: Graan MagaZijn bij het Vertrek van voorsz: Schip de Generaal MaatZuiker zal bevinden, omme hier door aan haar WelEd: Groot Agtb: ten Klaarsten te toonen, de bereidvaardigheid waar in wij Verseeren, om India’s hoofdplaatze van Koorn te verZien, en teevens de onaangenaame verleegend heid waarin Wij ons bevinden omme hier aan naar Wensch te kunnen Voldoen, terwijl aan hun WelEd: Groot Achtb: bij die geleegenthyd nog op het needrigtst om een toerykende afZending van Rijst Zal worden gesmeekt
Zijnde verders goedgevonden de Ingezeetenen in een omstreeks de St Helena Baaij bij Billetten te doen adverteeren, dat die geenen die geneegen Zullen Zijn eenige leverantien van Graanen voor den aan staanden Jaare aan de Ed: Comp:ie te doen, Zig Zullen moeten aanmelden, ten einde dezelver Graanen met een Comp:s vaartuyg van daar te doen afhaalen, Zullende daartoe de nodige aran gementen worden in’t Werk gesteld, de prys dier graanen worden bepaald, Zoo als in de Mosselbaay plaats heeft, en Voor vragtpenn: worden gedeCorteerd 5 P:to
Laastelijk geresumeert Zijnde Een Extract uit de Notulen van den Burger Krijgs raad, is Verstaan te approbeeren de aanstellinge door gem: Collegie gedaan van Christiaan Esselbrugge Fredrik Carel Voigt Jean Martin J:W: Semler Jan Morel en Andries George Hendrik Teubes tot Chirurgyns bij de Burgerije, en aan denZelven toe te Voegen den Rang naast de Jongste vaandrig neffens de Chirurgyns Majoors bij de Burgerije, gelijk meede omme den Adjudant Hendrik Olwig te verleenen den Rang van Sous lieutenant en den Drilmeester Ernst Hydenryk aantestellen tot tweede, adjudant met Rang Van Vaandrig
En is voorts goedgevonden de Vacante Compagnie onder gem: Burgerye van den Overleedenen Capitain Jan Daniel Wieser, te begeeven aan den Capitain van ‘t vryCorps Hendrik Andreas Truter, en onder de Officieren van de overige Compagnien Burger Infanterie de Volgende aanstellingen en Verplaatsingen te doen, naamentlyk.
Servaas van Breda oudste Lieutenant van de Infantery tot Capitain van ‘t Vry Corps
Jan Andreas Horak Sous Lieut: tot Lieutenant ter vervulling van den op zijn Verzoek ontslagene Lieutenant Willem Hendrik Kersten onder de Comp:ie van den Capitain Truter. Jeremias Auret Sous Lieutenant als Lieutenant by het Vrij Corps.
Matthias Hoffman Sous Lieut:t bij het vrij Corps in deZelve Qualiteit ter verplaatzing by de Compagnie van den Capt:n Eksteen ter plaatsvervulling van den geadvanceerden Jeremias Auret
Hendrik Smuts vaandrig als Sous Lieutenant onder de Compagnie van den Capitain Gie ter plaatsvulling van den geadvanceerden Jan Andries Horak
Coenraad Johannes Gie vaandrig als Sous Lieut:t onder het Vry Corps ter Remplaceering van den Sous Lieutenant Matthiam Hoffman.
Lambert van Sittert vaandrig onder het vry Corps in die Zelfde Qualiteit te verplaatzen onder de Compagnie van den Capitain Möller, in plaatze van den geadvanceerde Coenraad Johannes Gie, Sebastiaan Valentyn van Rheenen aan te Stellen tot Vaandrig onder de 4:de Comp:ie Infanterie in Steede van den geadvanceerden Hend:k Smuts en Coenraad Nelson junior, tot Vaandrig onder het Vry Corps in plaatze van den meede bevorderden Lambert van Citters
Aldus geresolveert en Gearresteert In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare Voorschr
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: v Reede van Oudtshoorn.
met referte aan mijne aantekening bij de Resolutie van den 2:do Octbr: 1789.
C. 186, pp. 183-295.¶
Dingsdag den {17900427} 27 April 1790
‘S Voormiddags, alle present dempto de Heeren Gordon, Le Sueur en De Wet by indispositie
Wierd door den heer Gouverneur in Raade gecommuniceerd, dat Zijn Ed: terstond na het ongelukkig Stranden van ‘t Brik Scheepje de Helena Louisa ter deezer Rheede den Equipagiemeester hadde gelast, daar by in alle opzigte te handelen, Zo als hy in deeze Zijne qualiteit ten meesten dienst en nutte der E: Comp:ie zouden vermeenen te behooren, tot dat hij Heere Gouverneur met den Heer Hoofdadministrateur in overleg Zoude Zijn getreeden, welke maatregulen Zoude dienen in’t Werk gesteld te worden, om de Lading van dat Scheepje te bergen ten einde niet door onverhoopte bekomende toevallen, Schip en Laading te gelyk te verliezen, dat Zyn Ed: hier op met concurrentie van Welgem: Heere Hoofd administrateur de nodige ordres gesteld hebbende, de Capitains ter Zee Christiaan van Veerden, Francois Duminij, Jan Kraaij en Klaas Keuken expresselyk hadde Gecommitteerd, omme geadsisteerd met den baas der Scheepstimmerlieden alhier Meindert van Eijk beneevens de oppertimmerlieden van de Scheepen ‘T Duijfje en Sterreschans , Pieter de Boere en Hendrik Koopman, Zig te begeeven aanboord van Voorn: Scheepje de Helena Louisa , ten einde aldaar ten Overstaan van den Equipagiemeester Cornelis CornelisZ, en in ‘t bijweezen van den gezaghebber van dien Bodem Leendert Stol te onderzoeken, de Schaade die gem: Scheepje bij dies Strandig heeft bekomen, en daar van te houden pertinente aanteekening, met bijvoeging van hunne Consideratien of er nog eenige mogelykheid Zoude Zijn, om ‘t gem: Schip Wederom van Strand te Winden, en in Staat te Stellen om deszelfs geprojecteerde rijze naar Neederland te Kunnen onderneemen, mitsg:s welke middelen naar hunne gedagten als dan daartoe in’t Werk behoorden te worden gesteld; dat daarop door gem: Gecommtt:s was uyt gebragt Zodaanig Schriftelyk rapport als wel opgem: Heere Gouverneur teevens Kwam overteleggen, en Welks inhoude by dies Resumptie bevonden Wierd te Luyden als volgt
Aan den WelEdel Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Resorte van dien &:a &:a &:a
‘Wel Edele Gestrenge Heer!’
‘U WelEd: Gestr: de ondergeteek: Capitains ter Zee Christiaan van Veerden, Francois Duminij, Jan Kraaij en Klaas Keuken expres hebbende gelieven te Committeeren, omme geadsisteerd met den Baas der Scheepstimmerlieden alhier Meindert van Eijk, beneevens de oppertimmerlieden van de Scheepen ‘t Duyfje en Sterreschans , Pieter de Boer en Hendrik Koopman ons gezamentlijk te begeeven aan boord van S’ Comp:s Brigantyn Scheepje de Helena Louisa , ‘t welk op den 12 deezer loopende maand April alhier onder anderen is Koomen te Stranden, ten einde ten overstaan van den Equipagiemeester deezes Gouvernements Cornelis Cornelisz om in ‘t bijweezen van den Gezaghebber van dat Scheepje Leendert Stoll te onderzoeken, de Schaade die gem: Scheepje bij dies Stranding heeft bekoomen, en daar van te houden pertinente aanteekening, met bijvoeging van hunne consideratien of er nog eenig mogelijkheid zoude Zijn, om ‘t Voorsz: Schip wederom van Strand te winden, en in Staat te Stellen desselfs geprojecteerde reise naar Neederland te Kunnen onderneemen, mitsgd:s Welke middelen na onze gedagten, in het Werk behoorden te worden gesteld.’
‘Zoo verklaaren wij in opvolging deezer ordre ons gezamentlyk op den 21 deezer derwards aan boord begeeven te hebben, en bevonden uiterlyk geen Schaade aan het Schip, dan dat het Roer was afgestooten, en alle desselfs Ankers en Touwen verlooren te hebben, het Schip geheel overhellende aan Stuurboord zyde, als meede dat het toen 3 voeten Waater in ‘t Ruijm had met laag waater, pompte, maar het water verminderde geen zints, Zoo als ook volgens getuygenis van den Gezaghebber Stoll met de Teij ‘t water in ‘t Schip vloeyde en Zakte, even als buiten boord geschiede, Waaruijt men moet vermoeden dat het Schip Schaade Komt te hebben aan die Zyde over welke denzelven helde, visiteerde vervolgens het Ruijm, maar Konde daarin niets ontdekken, vermits door het daar in Staande water wierden verhindert, voorts bevonden het Schip, voor 4 voeten in ‘t Zand te Zitten dog Konde door de daarteegen slaande Brandings, het agterschip niet meeten.’
‘Het eerste dat nu hier in diende gedaan te worden is, te tragten het Schip over bakboord Zijde over te Krijgen, om te Kunnen ontdekken of de Schaade die dezelve over Stuurboort heeft bekoomen, Zoude Kunnen gerepareert worden ofte niet, ten welken einde Twee Swaare Ankers behoorden te worden uitgebragt, met Swaare Touwen en Swaare Jeijns; even als of het Schip moet Kielen, met dit verschil, dat men veel meer Kragt teegens den Grond als ‘t in ‘t vlot waater moet uit oeffenen, vooren aleer dat het Schip Regt Komt, waar by dan nog twee Swaare Jeijns werden vereijscht om het Schip te Stutten, als het op deszelfs Kiel Komt te staan, en over moet op de Bakboord zijde; waartoe vooreerst Vereijscht word.’
‘Vier P:s Zwaare Ankers’
‘Twee d:o Zwaare Touwen’
‘Ses d:o Kabeltouwen tot de jeijns, neevens Twee Suffisante Kaapstanders, met welke men de Kragt moet doen, mitsgaders Eenige Masthouten waar op het Schip Komt ten rusten, dat het niet verder in het Zand Zakt’
‘Waarby deeze difficulteit Komt, dat de Masten van het Schip, ofschoon gestut en met loefbalken daar de Jeijns op staan Wierden Voorzien, egter de Masten evenwel gevaar loopen, om niet teegens de force te Kunnen Resisteeren, daar en boven ‘t Schip aan d andre Zyde overleggende blyft het Zelve onderheevig, gevaare te loopen om met d’ eerst op Koomende frisse Koelte vol waater geslaagen en mogelyk verbryselt te worden: dog Veronderstellende, dat al het geen aan ‘t Schip is verrigt, dat hadde moeten worden gedaan, en dit alles gelukkig afgeloopen Zynde, Zoodanig dat dezelve in die Situatie is gebragt, omme Zo verre mogelyk van Strand te Kunnen winden, en Zo de Touwen, Ankers &:a dan nog goed blyven, kunnen dezelve tot de afwinding van ‘t Schip worden g’emploijeerd:’
‘maar of egter, dan ‘t Schip nog van Strand Zal Kunnen gewonden worden, Kan geen van ons ondergeteek: met eenige Zeekerheïd bepaalen! aangeZien dit Schip te hoog op Strand Komt te Zitten, en niets tot Zyn avantagie heeft, en om dezelve alldaar van Strand te winden, even het Zelve is, of men het Schip over Land heen Wilden haalen waarbij nog Komt dat men geen Stroomen in zijn voordeel heeft, alsook dat ‘t water tot geene extra hoogte Komt dan by Zwaar Storm weer, in Welk geval men aldaar op Strand niets kan Verrigten, daar en booven heeft dit Schip, een plaats op Strand gekreegen, by het uyt Steekend Riff van Klippen, welke van de Linie Zeewaards loopen Laastelyk voegen wij hier nog bij, dat de Ed: Comp:ie booven en behalven de opgenoemde groote onkosten, nog in veele verscheide kleynere Kosten, dien wy thans nog niet Kunnen bepaalen Zal Komen te vervallen.’
‘Gedenkende de geteekende hier meede aan de geEerde Intentie van UWEd: Gestr: te hebben voldaan, Zoo laaten wy deeze dienen voor Eerbiedig Rapport’
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 23 April 1790 /lager:/ Als Gecommitteerdens C:V: Veerden de Ridder Duminij, Jan Kraaij, Klaas Keuken M: van Eyk, Pieter de Boer, Hendrik Koopman /ten mynen overstaane / C: Cornelisz /In mijn byweezen:/ L: Stoll’
Uit welk rapport zynde Koomen te blyken dat het behoud van Voorschr: Scheepje de Helena Louisa door gez: Gecommitt:s Zeer dubieus word gesteld, en de Kosten welke S Comp:s weegen Zouden behooren te worden aangewend, omme dit werk te tenteeren, Zeer hoog op Stok Zouden loopen, zonder dat men Zig als dan nog volgens het gevoelen van meerm: Gecommitteerdens eenige Zeekerheid van den goeden uitslag hier van kan belooven, Zo is bevoorens hier op eenige dispositie te neemen, en om even wel te beproeven alles wat met eenige mogelijkheid tot redding van deeze Kiel Zoude Kunnen worden geeffectueerd, mitsgd:s hier inne met de meeste voorzigtigheid en Securiteit Conform S Comp:s belangens te handelen, en dus buiten noodzaakelijkheid de E: Comp:ie op geene noodeloose kosten te Jaagen, goedgevonden en Verstaan, de Heeren Leeden deezes Raads M:r Jacobus Johannes Le Sueur en William Ferdinand van Reede van Oudshoorn te Verzoeken, en te Qualificeeren, gelyk hun Ed:s Verzogt en gequalificeerd word mits deezen, omme ten deezen belange nadere in overleg te treeden, zo met de Voorsz: Gecommitteerdens als met Zodaanige Zeekundigen, en anderen als hun Ed:s zullen vermeijnen in deeze Zaak van der Zelver Ilucidatien te Kunnen dienen, met dezelven te projecteeren en te beraamen al Zulke Schikkingen en Maatregulen, als met enige hoop van Succes Zoude konnen in het werk worden gesteld, om aan dit heilzaam oogmerk te voldoen, voorts eene bereekening Zo na mogelyk te maaken, van de kosten welke ten dien einde door de E. Comp:ie Zoude moeten worden geimpendeert, en, ingeval deeze Kosten zoo hoog mogten loopen, dat hun E:E:s zouden oordeelen dat eene publicque aanbesteeding van dit Werk aan de minst aanneemenden voor de Maatschappye Voordeeliger Zoude uitkoomen, als dan hun E:E:s gedagten te Suppediteeren, hoe, en op welke wijze deeze aanbesteeding ‘t gevoeglykst zoude Kunnen en behooren te geschieden, welke middelen van Securiteyt door de aanneemers Zoude moeten worden gesteld, bij aldien aan hun Engagement niet Kwaamen te voldoen, en eyndelyk omtrent dit een en ander aan deezen Raade te dienen van hun E:E: Consideratien en advijs
Wijders is weederom ter tafel geproduceerd het door de Heeren Leden deezes Raads Rhenius en de Wet op den 16 Febr: Jongstl: ingediend, en zeedert by de overige Heeren Raadslieden rond geleezen rapport, met byvoeging van hun E:E: Consideratien en advijs, nopens de gesteldheid van Zaaken ter Drosdije Zwellendam zo als dezelve by hun E:E:s in een derwaards te werk gestelde Commissie ingevolge Resolutie deezer tafel van den 28. July des Voorl: Jaars bevonden Zyn, luydend dat Rapport.
Aan De WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie
‘Wel Edele Gestr: Heer en E: E: Achtb: Heeren!’
‘De ondergeteek: Leeden deezes Raads om pligtschuldig te voldoen aan de Commissie bij UWEd: Gestr: en E: Achtb:s na het voor af op den 28 July des Voorleeden Jaars 1789 daartoe genomen besluyt, in dato 16 October vervolgens op hun gedecerneerd, hebben teegens den ordinairen tyd der generaale monstering of optrek van de Burgerije op Swellendam , Zijnde geweest den 26 der eevengem: maand October, Zig derwaards begeeven, en deeze monstering in perZoon bijgewoond, mitsgaders daar omtrent overigens verrigt al het geene dezelve hunne Commissie Komt te dicteeren, gelyk zy dan ook de eere hebben gehad direct by hunne te rug komst de Rollen der respective Burger Compagnien op Swellendam , aan den WelEd: Gestr: Heer Gouverneur te overhandigen: zynde het by de gem: monstering en optrek alles geschikt en ordentlyk toegegaan’
‘Het overige en Voornaamste gedeelte hunner Commissie bragt meede dat Zij naauw keurig te examineeren hadden, alles wat eenige relatie hebben konde tot de Cassa der Swellendamse Colonie mitsgd:s tot de effecten en Papieren daartoe gehoorende; dat na het geene Zy dienaangaande Zouden Komen te bevinden, gelyk meede omtrent de agterlijke gesteldhyd van ‘S Colonies finantien en geld Cassa, Zij Zoodaanige middelen van redres te ontwerpen, en na de geleegendheid of omstandigheeden die daartoe voorkoomende mogten, ook dadelyk te effectueeren hadden, als bij hun tot den meesten dienst der E. CompE: en het welweesen der Colonie Zouden werden bevonden te behooren:’
‘Om Zig hier inne, Zo veel de kortheid des tijds die Zij geCommitteerdens tot Zoodaanige verrigtingen voor handen hadden, toeliet, na behooren te Kwijten, hebben Zy uit de Reekeningen en bescheiden der Colonie, met alle mogelijke attentie en naauw Keurigheid tragten na te gaan en te onderzoeken, door Welke oorzaaken eene Zoodanige agterlykheid van Voorm: Colonie, als het berigt van den teegenswoordigen Landdrost aldaar / het geen ingevolge bovengerepte Resolutie naast aanleidende oorZaak van deeze Commissie is geweest / opgeeft, Zoude mogen weesen ontstaan, dan Gecommitteerdens niet alleen met de Uitterste Verwondering uit de gemelde Reekeningen en bescheiden mitsgd:s by het inspecteeren der gebouwen die tot den eigendom der Colonie behooren aan alle dezelve aan stonds hebbende moeten ontdekken eene verregaande Slordige behandeling van Zaaken en Zeer agtelooze administratien dat het onmogelyk was uit die Reekeningen en bescheiden het nodige ligt te erlangen om Zig na vereysch van den Zaak, hun opgelegt in diervoegen te Kwyten als volkoomen beantwoorde Konden aan de uitdrukkelijke intentie van UWEd: Gestr: en E Achtb:s hadden zij Gecommitt:s moogen hoopen en zig vlyen, dat de duysterheid en Verwarringen met Welke de Reekeningen en betaalings lysten der Colonie omgeeven, waaren; in de gecombineerde vergadering van Heemraaden en Krygsofficieren derZelver Colonie, die daar toe expres was geconvoceerd geworden, en door hun gecommitt:s bygewoond wierd, Zoo niet ten eenemaal, ten minsten tot Zoo verre Zouden Zijn opgeklaard, en ontwikkeld geworden, als hun tot eenig nader inZien en ontdekking Konde verstrekken, maar niet weinig waaren Zij Gecommitt:s gesurpreneert, dat bij de examinatie derzelver Reekeningen in die vergadering, en bij het afvraagen der elucidatien die de present Zynde leeden daar over mogten Kunnen Suppediteeren, door hun eenpaarig wierd betuygd, dat hoe zeer Zij Zig volgens hun pligt beieverd hadden om S’ Colonies Zaaken trouw en opregtelyk te behartigen en een ieder van hun Zig daar inne na Zyn uytterste vermogen gekweeten had, geen van hun egter ooyt de administratie van S Colonies Cassa had gehad; en dat zy zig op het formeeren der Reekeningen niet verstaande; alltoos hadden vertrouwt dat die reekeningen of door den Landdrost of door den Secretaris wiens post ‘t was Zulxs te doen, in die ordre waaren saamen gesteld en Vervaardigd geworden, als het behoorde, en in welk vertrouwen Zy die Reekeningen een ieder over den tyd in Welke hij respectivelyk had gefungeerd; ook hadden onderteekend, en gelyk men daar en booven by S Colonies Reekeningen niet Specificq hadt uyt gedrukt, de Zaaken voor welke de uytgaaven der Cassa waaren geschied, het geene insgelyks het nagaan der differente posten grootelyks verhinderde, te meer om dat geene quitantien of gequiteerde reekeningen van Zoodanige posten voorhanden waaren, verklaarden de voorm: leeden der gecombineerde vergadering ten dien belange, dat den Laatst voorgaanden Landdrost van Nuld Onkruyt die S Colonies penningen alltoos onder zig had gehad, gewoonelyk in de respectieve vergaderingen, Slegts in generaale termen had opgegeeven, de begrooting van het geene hij Zyde ‘S Colonies weegen te hebben uitgegeeven, Terwijl ook den oud Secretaris van dezelve Colonie Menso Blankenstein in de gem: Vergadering geroepen, de Reekeningen voor gelegd en over eenige posten Zyne verklaaring en opheldering afgevraagd Zynden declareerden, dat door gem: Landdrost Onkruyt de Stukken tot die Reekeningen Specteerende van hem waaren afgevraagd, en dat de reekeningen by hem Landdrost geformeerd geworden zynde, door denzelven aan hem Secretaris Slegts ter afschryving waaren overhandigt geworden, met byvoeging dat offschoon hij die Reekeningen alzoo in het net geschreeven had, hij egter buiten staat was dien aangaande eenige explicatie te geeven tot opheldering van de daar in Voor Koomende duyster heeden en verwarringen, nog ook tot begrip van de wijze op welke die Reekeningen waaren opgesteld’
‘Gecommitteerdens alzoo door deeze duysterheeden in de Colonies Reekeningen omtrent hunne verrigten groote obstaculen hebbende ontmoet, vinden daar en boven ook Zwaarigheid op de deugdelykheid van de voorm: Reekeningen, ten minsten over de drie Jaaren 1786, 1787 en 1788 vertrouwen te Kunnen Stellen, eerstelyk om dat de Cassa Reekeningen van de laastgem: twee Jaaren voor ieder Jaar gecrediteerd Staan over Intresten ter Weeskamer en tot Rd:s 440, terwijl egter door dezelve Weeskamer ten Voorschijn is gebragt, eene prætentie tot laste der Colonie over onbetaalde Intresten, Zeedert primo July 1786 tot heeden, ten tweeden om dat bij de Reekening van ‘t Jaar 1786 onder de Schuldposten die adnotam zyn gesteld, opgebragt is geworden eene Somma van Rd:s 2897:44 -: die den meergem: Landdrost OnKruijt voor het Zetten der nieuwe gebouwen zouden te prætendeeren hebben, of Schoon bij het nagaan der Resolutien van Heemraaden niet heeft Kunnen werden ontdekt, dat denzelven OnKruyt ooit of immer propositie tot dat Timmerwerk heeft gedaan, veel minder dat by het Collegie besluijt daar toegenoomen, ofte door den Heer Gouverneur in der tyd ten dien einde consent Zoude weezen verleend, booven het Welke de diestyds gefungeerd hebbende Heemraaden dewelke is de voorschr: belegde Gecombeneerde Vergadering tegenwoordig waaren, betuygden in het begrip te Zijn geweest, dat vermits meergem: oud Landdrost Onkruyt de extrucsie van het gem. Gebouwen ondernam, en daar meede onder hun oog Zonder voorKennisse van het Collegie voortvoer, Zulx op desselfs prive kosten en tot Zyn eigen dienst en gebruik geschiede’
‘Ten derden omdat Zig nog onder dezelve Schuldposten by de reekening van ‘t jaar 1786. bekend gesteld vind, een bedraagen van Rd:s 226:4 over Reparatie van de Ponton, daar de Pontvoerder egter betaaling van deeze Somma pretendeerd, ofschoon op de Reekening van het volgende Jaare 1787 de Cassa gecrediteerd is, voor het geheel bedraagen van Rd:s 4553:44: weegens deeze en alle overige bij de Reekening van ‘t voorige Jaar binnen S’ Lyns genoomen en geSommeerde Schuldposten’
‘Zoo dat ook op de voldoeninge der andre by deeze Reekeningen als uit betaald opgebragte Posten, geen Staat te maaken is, daar Zig geene gequiteerde Reecq: nog andere actens van quitantie dienaangaande voorhanden bevinden.’
‘Alle Welke duysterheeden, verwarringen en dubiteiten in de Colonies Reekeningen, UWEd: Gestr: en E: Achtb:s ook hebben genoodzaakt gehad, reeds ter Sessie van den 20 Maart 1787 op het dies tyds gedaan VerZoek van Landdrost en heemraaden aldaar, om qualificatie tot een nieuwe negotiatie van Rd:s 2000 - te moogen erlangen, die dispositie op dat verZoek uittestellen, en van dezelve onder anderen een behoorlijke en duijdelyke Reekening te Vorderen, Zodanig als hun by brief van dien datum aangeschreeven geworden is, en Vervolgens wanneer uit de nader ingekomen Reekening gebleeken was, dat de voornaame Oorzaak van ‘t agterweesen der Colonies Cassa ontstond, uit de bovengem: daar by opgebragte post van Rd:s 2897:44: weegens het Zetten der nieuwe gebouwen, Zonder dat men by die Reekening geinsereerd ofte apart daar neevens gevoegd had, eene Specificque opgaave van het geene tot het Construeeren dier gebouwen aangewend geworden was, UWEd: Gestr: en E: Achtb: Zig genecessiteerd hebben gevonden, alvoorens hun Landdrost en Heemraaden nog, tot het Negotieeren van eenig Capitaal te qualificeeren bij brief van den 5 februarie 1788, van deselve eene Zodanige nagebleevene Specificque opgaave en Reekening te Requieeren, met daarby gevoegde aanSchrijvens, dat de gezamentlyke Heemraaden Zouden hebben nategaan en te onderzoeken, of al het geene dezelve Reekening bevatten zoude, weezentlijk tot de gem: gebouwen aangewend geworden was, mitsgd:s of daarinne ook de mogelyke en verEijschte bezuyniging was betragt, en of Zig de gem: gebouwen mitsdien over eenkomstig deeze Kosten vervaardigt gevonden, mitsgaders in Welke Staat dezelve Zig toen vertoonden, van al het welke UWEd: Gestr: en E: Achtb: te Kennen gaaven ten Spoedigsten accurate opgaave te verwagten, dog waarop Landdrost en heemraaden voormeld by Brief van den 18 Juny daar aan Slegts hebben berigt, dat door hun by absentie van de Heemraaden Daniel de Plessies Hillegart Mulder en Salomon Ferreira de Reekening van hem Landdrost geresumeert, de nieuwe Gebouwen gevisiteert, mitsgd:s bevonden was dat alles Conform die Reekening was geconstrueert, edog door Zwaar weder een gedeelte van ‘t Dak van de Hal ingevallen dog weederom behoorlyk gerepareerd was, mitsgd:s dat nog eenige defecten aan gem: gebouwen insgelijks door onweeder Veroorzaakt waaren, welke defecten gem: Landdrost voor Zyn eigen Reekening aangenoomen had te Repareeren, en behoorlijk in ordre te brengen, besluijtende dat Zy Landdrost en heemraaden dewelke dien brief teekenden, overzulx bij aldien aan voorsz: aanboden præsentatie was Voldaan, de bovengem: Reekening approbeeren, Zonder dat evenwel toen nog aan de verdere gedaane requisiten wierd voldaan, Weshalven UWEd: Gestr: en E: Achtb: ter vergadering van den 29 July van het Zelve Jaar goedgevonden hebben, de dispositie daar omtrent uitgesteld te laaten, tot tyd en wijlen deezen aangaande door meergem: Collegie een naderen volledig rapport Zoude Zyn ingediend’
‘Gecommitt:s dit voor af bevonden en ter needer gesteld hebbende ten opZigte van S’ Colonies Staat - en verdere reekeningen die door hun waaren beschouwd als de basis op welke hun verder onderzoek en Commissioneele verrigtingen gegrond moesten Zyn, Zullen aan Uwe WelEd: Gestr: en Ed: Achtb: nu verder openleggen, in Welken toestand Zij alle S’ Colonies Gebouwen en den Ponton over de breede revier hebben bevonden, waar toe Zy nodig agten dezelve gebouwen &:a Specificq op te noemen, dewijl daar van geen Inventaris geformeert nog voor handen is, te weeten.’
‘Een Huys Strekkende ter bewooning van den Landdrost het welk Slegts van Rouwe aarde opgehaald, met riet gedekt en Voor ‘t overige Kwalyk geconstrueert Zynde, door de nagelaatene nodige jaarlykse reparatien zig in eenen zodaanigen vervallen Staat bevind, dat den teegenwoordigen Landdrost Zig genoodzaakt gevonden heeft, aan het Zelve als dadelyk door hem en Zijn huijsgeZin g’occupeert hebbende, moeten Worden, Zonder tijd verzuijm de grooter gaaten in het Riet dak te doen Stoppen, en andere reparatien te laaten Verrigten, het geen niet Zonder extraordinaire Kosten heeft Kunnen worden uitgevoerd.’
‘Een Magazijntje agter en annex het evengem: Woonhuys, meede van Kleij of Rouwe aarde opgehaalt, en van een laagneer Koomend Riete afdak voorZien, Zynde geheel oud en door geen reparatiën uit haar Vervallen Staat meer te herstellen.’
‘Een Gebouw dienende tot wagen huijs en arbeids Winkel Staande tusschen de Stall en het Woonhuys het geen thans geheel vervallen en geen Capitaale reparatie meer Waardig’
‘Een van Klippen opgehaald vierkant Vertrek, het welk Zig wel geheel van ‘t dak vind ontbloot, en ook van geen Deuren of Vensters voorsien is, maar Welkers muuren nog goed in ‘t lood Staan.’
‘Een Gebouw door den LaatsL voorgaanden Landdrost van Nuld OnKruijt doen op Zetten uit het welke Zijn pretensie in questie Voorkomt, Synde ingerigt tot Stalling van een groot aentaal Paarden, met eenige bygevoegde domesticque Vertrekken en hokken, voor Keuken gevogelte Welk gebouw, Schoon nog maar wynig tyd gestaan hebbende, egter op Verscheide plaatzen Zo aan de muuren als het dak de Kenmerken vertoond van een Slegte Constructie, en dat Welhaast Zeer Kostbaare reperatien daar aan Zullen moeten worden besteed, terwijl daar en boven niet alleen het gantsche dak van dat gedeelte het welke de hokken voor het Keukengevogelte uitmaakt met een gedeelte der muur van ‘t duyvenhok maar ook alle de voornaamste pilasters verbrooken zyn, Zoo dat deeze parthij van het gebauw onbruikbaar geworden is’
‘Een Huijsje en daar by gehoorende Vertrekken, ten dienste van den Secretaris alle meede Van Kleij of Rouwe aarde opgehaald, met Riet overdekt, en in een Zoodaanige Vervalle Staat, dat Staande het aanweesen van de ondergeteek:s op Swellendam , de paarde Stal het geen een van deeze Vertrekken uitmaakt is Koomen in te Storten.’
‘Een Gebauw in bijzondere vertrekken verdeeld, dienende Zoo tot wooningen voor den Substituit Landdrost, den Boode en de ordonnantie Ruijters, als tot het bewaaren der gevangenen welk gebouw nog nieuwelings ten tyde van den voorigen Landdrost van Rijneveld geextrueert Zijnde, hegt en Sterk is getimmert, dog wanneer verder de noodzaakelyke nu zeedert eenigen tyd daaraan verzuimende behoorlyke Reparatien wierden naegelaaten, wel Ras meede tot dat verval Zoude geraaken, in het welke Zig de andere Colonies gebouwen bevinden’
‘Een oud Gebouw voorheen tot de evengem: einders gediend hebbende, waar van het Dak ook geheel is ingestort, in het welke de Zwarte Dienaars der Justitie of Zoogenaamde Caffers die tot adsistenite van den Landdrost op Zwellendam gehooren, op eene miserable wijze hun lyfberging moeten vinden.’
‘Een Zoogenaamde Kruijthuijs, Staande agter een hoogte op eenigen afstand van de Drostdije, het geen tot Schrik en Vrees van de geene die Zig in het Zelve begeeven moeten, en daar omtrent woonen, van een ijZere deur over Steenen loopende voorzien, met riet overdekt, en dan nog meestendeel van het Dak ontbloot is, Zoo dat ook het Kruyt het welk daarinne tot de burger experatie en andere einden moet worden opgelegt, Zig aan de reegen g’exponeerd vind’
‘Een Ponton over de breede Revier het welk geheel afgesleeten is, en geen Reparatie meer leyden Kan, maar volkoome dient te worden Vernieuwt’
‘Deeze gebouwen en de Ponton neevens het land dat door de Comp:ie aan de Swellendam se Colonie tot het vestigen en ten dienste van Deeze Drostdye is afgestaan, de eenige effecten uitmaakende, welke Zy possedeert, hebben Gecommitteerdens den toestand waar in Zig de gem: Gebouwe volgens de omschrijving hierboven gedaan bevinden, Zoo veel te ongelukkiger voor dezelve Colonie bevonden; niet alleen uit hoofde van de agterlyke gesteldheid haarer Cassa, maar ook om dat boovendien haare Inkomsten Zig vermindert vinden Zeedert de opregting der Drostdije van Graave Rijnet , waar door een groot deel Inwoonderen die voorheen tot deeze inKomsten hebben gecontribueert gehad, van Swellendam afgesneeden, en onder die van Graaffe Rijnet gebragt hebben moeten worden.’
‘Immers vertoond de laatste Reekening van de Cassa der Zwellendamse Colonie over, het Jaare 1788 ter Secretarye alhier berustende, een agterweesen aan van Rd:s 4446:23: het geene differeert met de Reekening van het Zelve Jaar op Zwellendam gevonden, allwaar dat agterweezen is gebragt op eene Somma van Rijxd:s 4546:23:, een Capitaal voor deeze arme Colonie van die Importantie, dat in aanschouw genomen Zynde, het geen Zy tot herstel van de bovengem: gebouwen en de Vernieuwing der Ponton noodzaakelyk bekostigen moet, en de Intresten welke Zy Jaarlijks op een ter Weeskamer genegotieerd Capitaal op te brengen heeft, neevens de andere gewoone ongelden, uit de aanhanden Zynde inKomsten der Colonie onmogelyk Kan Worden betaald, en ook wanneer men toestond dat het Zelve teegens de ordinaire Intressen op nieuw mogt worden genegotieerd, haar onder Zulk een last van Jaarlykse Intressen Zoude nederdrukken, dat Zy binnen Wynig tyds voor Volkoomen insolvent Zoude moeten worden erkend, indien men haar niet bereeds van nu af aan door gebrek aan bekwaame fondsen als Zoodaanig diende te beschouwen.’
‘Om UWEd: Gestr: en Ed: Agtb:s hier van een nader en duydelyk begrip bij te brengen, Zullen Gecommitt:s voor Zoo veel Zijn door naspooringen, in de Verwarringen en duysterheeden welke de administratie der Colonies Zaaken omringen, gedaan, zig hiertoe in Staat bevinden, aan de eene Zyde opnoemen de Schulden die tot lasten der Colonie bekend Zyn of nog van haar worden gepretendeert, neevens de onkosten die ten eerste door haar moeten worden ondergaan, en de ongelden &:a die Zy jaarlijks te betaalen heeft, en aan de andre Zyde hoe Veel haare gewoone Inkomsten thans bedraagen.’
‘De Schulden der Colonie bestaande in ‘t volgende’
‘Aan de weeskamer weegens vier op onderscheidene tyden van haar tegen 6 PC:to Intrest genegotieerde’
‘
Capitaalen Caabs | ƒ22000:- |
Aan dezelve wees Kamer over 3 1/2 Jaar op dat Capitaal verlopene en te kwaad Staande Intresten gereek:d Zeedert primo Julij 1786 tot Ult:o Dec:r 1789 | d:o 4620:-:- |
Het geene de Colonies Cassa volgens Reek:g van 't Jaar 1788 gelyk hier boven is gezegd ten agteren is Rd:s 4446:23: ofte | ƒ13339:07:- |
Op welke laatste post egter Zoude moeten werden gedeminueerd het geen daar onder als betaalde Intressen ter Weeskamer &:a opgebragt en agter onbetaald gebleeven is, en Zoo meede de reparatie der Ponton, waar van den ponton voerder nog de voldoeninge vordert, ten bedraagen van Rd:s 226:14: | |
Aan de Colonie Stellenbosch over agterstallige Cloofgelden | ƒ1200:- |
Het geene den teegenwoordigen Boode van Antwerpen komt te pretendeeren | d:o 2723:15: |
Aan den Pontonvoerder op een Reekening | 1839:- |
Maakende deeze Posten, ongereek:t de geene die nog onbekend Zyn, te Saamen uit eene Somma van Caabs | ƒ45722:06:- |
Hierbij Zal de Colonie ten eersten moeten beKostigen een nieuwe Ponton over de breede Revier groso mode bereekend op | ƒ1800:- |
De noodzaaklijkste Reparatiën aan de onderscheydene gebouwen te Ruijmsten bepaald op | d:o 3000:- |
En heeft de Colonie Jaarlyks voor gewoone onKosten &:a te betaalen | |
Aan Intresten ter Weeskamer Rd:s 440 | ƒ1320:- - |
Voor het defroiement bij den optrek der Burgerije | d:o 444:- - |
Aan Schryfbehoeftens | d:o 60:- - |
d:o Salaris voor den Chirurgijn | d:o 200:- - |
d:o het onderhouden van den Hottentots Hollands Cloof | d:o 400:- - |
d:o Den Ponton Voerder | d:o 390:- - |
d:o Den Boode | d:o 90:- - |
d:o OnKosten tot lasten der krijgs Cassa die Jaarlyks onder de Colonies Cassa ingesmolten word | d:o 630:- - |
Maakende te Zaamen Rd:s 1178 - of | ƒ 3534:- - |
Capitaalen Caabs | ƒ22000:- |
Aan dezelve wees Kamer over 3 1/2 Jaar op dat Capitaal verlopene en te kwaad Staande Intresten gereek:d Zeedert primo Julij 1786 tot Ult:o Dec:r 1789 | d:o 4620:-:- |
Het geene de Colonies Cassa volgens Reek:g van 't Jaar 1788 gelyk hier boven is gezegd ten agteren is Rd:s 4446:23: ofte | ƒ13339:07:- |
Op welke laatste post egter Zoude moeten werden gedeminueerd het geen daar onder als betaalde Intressen ter Weeskamer &:a opgebragt en agter onbetaald gebleeven is, en Zoo meede de reparatie der Ponton, waar van den ponton voerder nog de voldoeninge vordert, ten bedraagen van Rd:s 226:14: | |
Aan de Colonie Stellenbosch over agterstallige Cloofgelden | ƒ1200:- |
Het geene den teegenwoordigen Boode van Antwerpen komt te pretendeeren | d:o 2723:15: |
Aan den Pontonvoerder op een Reekening | 1839:- |
Maakende deeze Posten, ongereek:t de geene die nog onbekend Zyn, te Saamen uit eene Somma van Caabs | ƒ45722:06:- |
Hierbij Zal de Colonie ten eersten moeten beKostigen een nieuwe Ponton over de breede Revier groso mode bereekend op | ƒ1800:- |
De noodzaaklijkste Reparatiën aan de onderscheydene gebouwen te Ruijmsten bepaald op | d:o 3000:- |
En heeft de Colonie Jaarlyks voor gewoone onKosten &:a te betaalen | |
Aan Intresten ter Weeskamer Rd:s 440 | ƒ1320:- - |
Voor het defroiement bij den optrek der Burgerije | d:o 444:- - |
Aan Schryfbehoeftens | d:o 60:- - |
d:o Salaris voor den Chirurgijn | d:o 200:- - |
d:o het onderhouden van den Hottentots Hollands Cloof | d:o 400:- - |
d:o Den Ponton Voerder | d:o 390:- - |
d:o Den Boode | d:o 90:- - |
d:o OnKosten tot lasten der krijgs Cassa die Jaarlyks onder de Colonies Cassa ingesmolten word | d:o 630:- - |
Maakende te Zaamen Rd:s 1178 - of | ƒ 3534:- - |
‘Gecommitt:s Wenschen in Staat te Zijn hier teegens aan UWEd: Gestr: en E: Agtb: præcies te kunnen opgeeven, het quantum waarop S Colonies inKomsten moeten Werden begroot, dan Vermits de Lijsten en Reekeningen die Zig hier van Voor handen bevinden, gelyk de Stukken daarvan by deezen overlegd Koomen aan te toonen, meede op Zulk een Slordige onverStaanbaare en Verwarde wyze Zyn gehouden, dat den geweesen Secretaris Blankenstein en bode zelve die neevens den Vertrokkene Landdrost van Nult Onkruyt de directe administratie daar over hebben gevoerd, niet in Staat Zyn geweest, aan Gecommitt:s dien aangaande de Vereyschte elucidatien te Suppediteeren, en het nagaan deezen Inkomsten voornamentlyk geschieden moet, uit de opgaaf rollen van de Inwoonderen onder Swellendam , de Lijsten die uit deezen worden geformeerd, de Lijste die gehouden moeten worden van de gepresteerde betaalingen, en Zo meede van de geene die door onvermoogen volstrekt buyten Staat Zyn geweest hun quota te voldoen of dezelve nog te Kwaad staan, een Werk waarmeede Gecommitt:s om den tyd die daartoe word vereyscht Zig niet hebben Kunnen op houden, Zo Zullen dezelve uit de bekoomene Particuliere informatiën egter die Inkomsten thans niet hooger Kunnen bepaalen dan op Rijxd:s 1000 of ƒ3000 - in ‘t Jaar.’
‘Wel heeft den voorm: geweesen Secretaris Blankenstein aangebooden, dat wanneer de Stukken Concerneerende de inKomsten der Collonie aan hem mogten worden inhandigd, hij Zyn uitterste devoir Zouden aanWenden, om dezelve in beeter ordre te brengen, dan Gecommitt:s aan de eene Kant tot het afgeeven van die Stukken niet bevoegt, en aan de andre Zyde te gemoed Ziende, dat hier meede een geruimen tyd verloopen Zoude, waardoor Zy in’t overleggen van hun Rapport het geen door tusschen beiden ingeKomene impedimenten Reeds lang genoeg heeft gedraald, Zouden worden Verhindert, hebben gemeent Zulk een afgaave aan de Dispositie van UWEd: Gestr: en E: Agtb: te moeten overlaaten.’
‘Ondertusschen Zal met een opslag van het oog uit de hier vooren gegeevene Ruuwe Schets van den teegenwoordigen Staat der Swellendamse Colonie Kunnen worden ontwaard, dat, Zyn de Inkomsten der Colonie van nu af aan Zelfs niet toerijkende ter betaaalinge van de gewoone Jaarlykse uytgaven, dezelve dan ook nog veel minder daartoe Zullen Kunnen Strekken Wanneer een Nieuw Negotiatie Kwam te geschieden, en haaren uytgaaven daar meede met meerder intresten wierden beswaard’
‘Na dit voor af te hebben berigt Zullen Gecommitt:s nu overgaan om in de eerste plaatze op te geeven, het geen Zy in hunne naspooringen bevonden hebben, de oorzaaken te Zyn, door Welke deeze agterlyke gesteldhyd van de Colonie is ontstaan, om @in de tweede plaatze# te Zien of er eenig middel om dien Vervallen staat te herstellen Zoude Kunnen worden bygebragt, met byvoeging van hunne consideratien en bedenkingen dien aangaande.’
‘
Wanneer men de Cassa Reekening der Colonie over 't Jaare 1784. inZiet, zal men bevinden dat, wel is waar, tot geene toen nog betaald moest worden, een Somma van Rd:s 863:20: te kort Schoot, doch dat daar en teegen de Colonie te goed had aan het geene uyt Stond | Rd:s 804:-:- |
En aan oude Restanten | d:o 1115:08:- |
Te Zaamen | Rijxd:s 1919:08:- |
Wanneer men de Cassa Reekening der Colonie over 't Jaare 1784. inZiet, zal men bevinden dat, wel is waar, tot geene toen nog betaald moest worden, een Somma van Rd:s 863:20: te kort Schoot, doch dat daar en teegen de Colonie te goed had aan het geene uyt Stond | Rd:s 804:-:- |
En aan oude Restanten | d:o 1115:08:- |
Te Zaamen | Rijxd:s 1919:08:- |
‘Dog al aanstonds daarop vertoond de Reekening van ‘t Volgende Jaare 1785 dat niet alleen tot den uytgaaf weder te kort Schoot Rd:s 808:10: maar dat nog voor ‘t nieuw opgezette gebouw betaald moest worden, eene Somma van Rd:s 2897:44: en dat ook bij de Krygs Cassa ter betaalinge ontbrak Rd:s 466:28: Welke drie posten op de Reekening der Krygs Cassa van dat Jaar te Zaamen getrokken, uitbrengt, een agterweezen van Rd:s 4178:34: waaren teegen aan de Colonie voor dat Jaar niet meer te goed word gebragt, by haare Cassa Reekening’
‘
Als voor dat Jaar uitstaande | Rd:s 622:28:- |
d:o boete Weegens den opgaaf | d:o 232:-:- |
d:o Oude Restanten | d:o 1236:-:- |
Rijxd:s 2090:28:- | |
En bij de Reekening der Krygs Cassa | |
Als uitstaande van dat Jaar | Rd:s 200:-:- |
Als voor dat Jaar uitstaande | Rd:s 622:28:- |
d:o boete Weegens den opgaaf | d:o 232:-:- |
d:o Oude Restanten | d:o 1236:-:- |
Rijxd:s 2090:28:- | |
En bij de Reekening der Krygs Cassa | |
Als uitstaande van dat Jaar | Rd:s 200:-:- |
‘Ongereekend het by de Colonies Cassa Reekening voor Kwaade posten genoteerd bedraagen van Rd:s 655:2: en bij de Krygs Cassa bekend gesteld Rd:s 360 - met bijvoeging @van ‘t voorige Jaar, Waar van niets Zal inKoomen#’
‘Hier uit blykt alzoo ten duijdelijksten, niet alleen dat het evengem: Jaar 1785 de epoque is, in dewelke de agterlyke gesteldhyd der Colonie haar begin genoomen heeft, maar ook dat Zulx wel voornamentlyk is ontstaan door de Kosten van het door den oud Landdrost van Nult OnKruyt gelyk hier boven is gezegd, Zonder voor Kennisse van den Heer Gouverneur in der tyd, en Zonder Concurrentie van Heemraaden g’extrueerd gebouw en Zulx ongeagt hy uit de gesteldheid van S’ Colonies Cassa haar onvermogen had gekend, om die Kosten goed te maaken.’
‘Het is daar by aan Gecommitt:s Zeer waarschijnelyk voorgeKomen, dat Landdrost en Heemraaden, niet met VerEijschte vigilantie hebben gewaakt, om de geene die met de betaalinge van S Colonies inKomsten nalatig of in gebreeken blyven, daartoe in tyds door middelen en Weegen van regten te Constringeeren, Gecommitt:s Zeggen Zeer waarschynlyk, eens deels om dat Zy reeds by de gem: Colonies en Krygs Cassa Reekeningen van ‘t Jaar 1785 genoteerd vinden, de gerepten twee Posten van Rd:s 655:2: en Rd:s 360 - de eerste alleen met byvoeging @aan Kwaade Posten en de tweede van ‘t Voorige Jaar waar van niets# Zal inKomen, Zonder dat het hun gebleeke is, dat teegens iemand der geene van wien de Colonie en de Krygs Cassa deeze gelden te pretendeeren hadden, de minste proceduures g’entameerd geworden Zijn, en anderendeels om dat ook nog bij de Reekeningen van den Jaaren 1786, 87 en 88. telkens het geen voor de Colonie nog uitstaande was tot eene aansienelyke Somma bepaald geworden Zijnde, ook daaromtrent hun niets van Zoodanige proceduures is te vooren geKomen, ongeagt UWEd: Gestr: en Ed: Agtb:s reeds by brief van den 11 Novb:r 1785 Landdrost en Heemraaden voorm:t hebben aangeschreeven gehad, ten eersten billieten te doen affigeeren, waartoe de nalaatige debiteuren gewaarschouwd Wierden om binnen Zeekeren door Landdrost en Heemraaden Zelve te prævigeerene tyd, derzelver Schultig Staande Ponton hoofd - en andere gelden te Koomen voldoen, ofte dat bij manquement van dien teegens de nalaatige, Zoude werden geprocedeert als na Regten, en dat ook na expiratie van dien tyd, Zy Landdrost en Heemraaden dezelve proceduures teegens de geene die als dan in gebreeke gebleeven waaren, Zoude moeten te Werk Stellen.’
‘Het is niet mogelyk uyt ‘S Colonies Reekeningen van de voorm: drie laatste Jaaren te ontwaaren, hoe Veel telkens bij ieder Jaar, het montant der uytStaande Schulden van voorige Jaaren vermeerdert of vermindert is geworden, dog ook is het niet apparent dat onder dat montant begreepen Zal Zijn, het geen ook de Colonie van Graaffe Rynet uyt hoofde der in dato 19 Julij 1786 bij UWEd: Gestr: en E: Achtb: beraamd Schikkingen, aan die van Swellendam volgens een bij deeze laaste geformeerde Lyst nog moest Werden opgebragt, dewijl Zulx alleen over de Drie Jaaren 1786, 1787 en 1788 een bedraagen van Ruym Rd:s 2000 - Zoude uitmaaken, Zynde het manquement der betaalinge hier van al meede van een nadeelig gevolg voor de Cassa der Swellendamse Colonie als hebbende deeze Reecq: tusschen de gem: Colonies niet Kunnen worden vereffend, uit hoofde van ‘t different welke weederzyds plaats heeft, omtrend de Perzoonen die uit de Swellendamse Colonie onder die van Graaffe Rynet Zyn overgedaan, en gewoon waaren aan de laatste te Contribueeren:’
‘Uit het geZegde dan ook Zeer duydelyk consteerende, dat Zoo wel het onberaaden en ongequalificeerde te Werk gaan, Van den Voorigen Landdrost van Nuld Onkruyt in ‘t Stellen van een Nieuw gebouw op Kosten der Colonie, als de Verzuimde vigilantie omtrent het incasseeren van S’ Colonies geregtigheeden, de voornaame Oorzaaken uytmaken van de agterlyke gesteldheid haarer Cassa, en dus van den Vervallen Staat der Colonie Zelve, Zullen Gecommitt:s nu overgaan tot het onderzoek of en Welke middelen Zouden kunnen Werden bijgebragt, om den Vervallen Staat der Colonie te remedieeren:’
‘Daar Gecommitt:s al aanstonds in Zaagen dat het onmogelyk was uit de gewoone fondsen der Colonie, hoe Zeer men ook in ‘t aanwinden derzelve met alle mogelyke Spaar Zaamheid Zouden mogen te werk gaan, een Zoodaanig herstel te Vinden, hebben zij niet verzuymd in de meer aangehaalde door hun bij gewoonde gecombineerde vergadering van Landdrost, Heemraaden en KrygsOfficieren, dien beKlagelyken toestand der Colonie aan de geZamentlyke leeden te doen gevoelen, Zo wel als de noodzaakelykheid dat op een buyten gewoone wyze S Colonie Cassa moet worden ondersteund, om het Verval der magistratuure te verhoeden’
‘Na ten deezen opzigte op de middelen die daar toe Zouden Kunnen Strekken Zig te hebben beraaden, heeft men geen andere Kunnen uitvinden van meerdere effect en expeditie dan ‘t geen Gecommitt:s aan dezelve vergadering proponeerde, namentlyk dat een ieder der Inwoonderen van ‘t Zwellendamse District vrywilligen uit eigen genereusiteit voor den tyd van Seeventhien Jaaren Zonder Intrest aan ‘S Colonies Cassa fourneerde, een Zoodanig Capitaal; als hij na een Cordate overweeging van Zyn Vermogen, Zoude Vinden, Zonder Krenking van Zyn bestaan of huyshouden te kunnen doen, Welk Zoort van Fournissement na Zodanig een laps van Tyd, door de bespaaring der ordinaire Intrest van Ses pC:to die daar voor anderZints Zoude moeten worden betaald, aan de Colonie ruym Zo veel Zoude Conserveeren, als een bedragen van ‘t te fourneeren Capitaal Zelve, hebbende Gecommitt: om een ieder der Zwellendamse Inwoonderen hiertoe Zo veel te meer te annexeeren, Zig als de eerste teekenaars daartoe aangebooden, gelyk Zy hun dan ook daar in gevolgt hebben geZien door al de Leeden der meergem: gecombineerde Vergadering, Zodanig dat het geen by deeze ‘t SaamenKomst tot een Zoodanig fournissement is aangeteekend geworden, blykens de daar van hierneevens gevoegde Lyst alleen een Somma van Rd:s 1885 - uitmaakt, om opgebragt te Worden zoo dra deeze Zaak by UWEd: Gestr: en E: Achtb:s g’approbeerd, en de inteekening onder alle de Swellendamse Inwoonderen Rond gegaan Zal Zyn, gelyk Gecommitt:s dan ook de bezorging van dit laaste aan Landdrost en Heemraaden hebben aanbevoolen, om den uytslag daar van aan UWEd: Gestr: en E: Agtb: nader ter Kennisse te brengen.’
‘Dan WelEd: Gestr: Heer en Ed: Agtb: Heeren, daar dit temporeel middel van geen ander effect kan Zyn, dan om de Colonie op de aller menageusde wijse in Staat te Stellen, ter betaaling van de Schulden, met Welke Zy Zig thans belemmert vind, Zoude Zulks van Wynig vrugt Zyn voor ‘t vervolg, in dien niet te gelyk andere middelen te Zaamen Stemden, om den teegenswoordigen Vervallen Staat der Colonie min of meer nader te herstellen, en haar bestaan op een Vaster en duur Zaamer voet te brengen, hier toe vermeenen Gecommitt:s dat het volgende Zoude dienen te worden in ‘t werk gesteld; Zo als Zy Zig Verpligt Vinden UWEd: Gestr: en E: Agtb: Zulx op Consideratie te geeven te Weeten:’
‘I:o Vermits, gelyk hier booven is aangetoond, de reekeningen van S Colonies Cassa en Zo meede die der Krygs Cassa over de drie Jaaren 1786, 1787 en 1788, geheel duyster en onverstaanbaar Zyn, en ook om de bijgebragte Reedenen op de deugdelijkheid derzelven geen Staat Kan Werden gemaakt, Zoo dat men eene nadere Zeekerheid behoorde te hebben van den Staat der Colonie op dien tyd; Zoude het na de Sustinu van Gecommitt:s nodig Zijn, dat dezelve reekening en Uit dien hoofde wierden aangemerkt als nul en van onwaarde, om mits dien het Restant van S Colonies Cassa of liever het bedraagen van haar agterweezen te bepaalen, op het geene de Reekening van ‘t Jaar 1785 aanwijyst, en dat Speciaal den Vorigen Landdrost van Nullt Onkruyt als de Colonies Cassa geadministreerd hebbende, diende te worden verpligt, tot eene nadere verantwoording van den ontfangst en uytgaaf Zeedert dien tijd onder productie der Specificque Reekeningen en quitantien relatief tot alle posten van Uitgaaf, en aan de andere Zijde meede tot het overleggen der Lijsten die de inKomsten der Colonie aanwijzen, met het geene daarop ontfangen en ten agter gebleeven is, om het een en ander vervolgens door de teegenwoordig fungeerende Landdrost en Heemraaden te doen examineeren, en voor Zo verre omtrent dezelve posten geene bedenkingen ofte dubiteiten voor Komen mogten, maar op die Specificque Reekeningen en quitantien volkomen Staat Kan Worden gemakt, als dan uit alle dezelve nader te formeeren, de Reekening over de gem. Drie Jaaren, welke evengem: examinatie Zoude behooren te geschieden, ten bijweesen Van den oud Secretaris der gem: Colonie Menso Blankstein, daar denzelven diesweegens meede Verantwoordelyk te houden is, uit hoofde van de Slordige Wyze op welke S Colonies Zaaken bij hem van den Voorm: geweezen Landddrost van Nult OnKruyt Zijn overgenomen geworden, Zonder in ‘t minste te reppen van de defecten in den overgaf welke naderhand door den teegenwoordigen Landdrost Zyn opgegeeven geworden.’
‘En in Zoo verre den Voorm: geweezen Landdrost van Nult OnKruijt door Zyn afweezen verhindert werd, Zelfs Zodanige Verantwoording nadere af te leggen, en ook niemand van Zynentweegen Zig daartoe in Staat bevinden mogt, vermeenen Gecom:ts dat de teegenswoordige Landdrost en Heemraaden Zouden behooren te Worden gequalificeerd en gelast, om alle Reekeningen en quitantien relatief tot de Posten van Uitgaaf by de drie voorm: Reekeningen opgebragt, voor Zoo verre die aan handen weesen mogten, alleen ten overstaan van meergerepten oud Secretaris Blankstein te examineeren, en voor Zoo veel van dezelve allezints deugdelyk en na behooren worden bevonden, als dan de Zodanige op Reekening te laaten Valideeren, dog daar en teegen alle posten van uytgaaf van welke Zig geen Specifique gequiteerde Reekeningen of quitantiën aan handen bevinden, ofte Welkers Reekeningen en bescheiden onvoldoende of onbestaan bevonden Worden, by de nieuwe Reekening onaangeroert te laaten, en tot lasten van dikwerf gem: van Nult Onkruyt te doen Verstrekken, tot tyd en wyle door denzelven de weegens de gerequireerde volstaanbaare bewyzen Zullen worden geproduceerd, Zo als dan ook dezelve thans fungeerende Landdrost en heemraaden insgelyks ten bijweesen van voorn: oud Secretaris Blankstein meede Zoude moeten examineeren, de lijsten van alle S’ Colonies Inkomsten die tot de dikwils gem: drie Reekeningen relatie hebben, dezelve Confronteerende met de opgaaf rollen en andere bescheiden, uyt dewelke dezelve hebben moeten worden getrokken, om nategaan of geen Verzuym, agteloosheid ofte verwaarloozing dan Wel iets ergers oorzaak is geweest, dat de Colonie ontstooken is gebleeven van de inkomsten, dewelke volgens die opgaaf Rollen, en andere bescheiden, aan haar hadden moeten Worden opgebragt, daar van formeerende behoorlyke en indistincte Lijsten, op dat in Zoo verre iets van dien aard daar omtrent mogt worden ontdekt, de Vergoeding desweegens aan de Colonie ten lasten van meergem: Landdrost van Nult Onkruyt Zoude Kunnen Worden gesteld, daar denZelven dog gelyk boven reeds is aangehaald, ongeagt de Uytdrukkelyke aanschryvens van UWEd: Gestr: en E: Achtb:, voor Zo verre men heeft kunnen ontdekken, nalatig is gebleeven teegens de geene die met de betalinge aan de Colonie ingebreeken bleeven, in tyds de nodige proceduures te entameeren.’
‘II:o Zoude na het oordeel van Gecomm:ts eene exprese Commissie dienen te worden belegt, uit de beide Colonien van Swellendam en Graaffe Rijnet , tot Vereffening van het geene de laaste ingevolge een der Schikkingen by de opregting haarer Magistratie in’t Jaar 1780 g’emaneert, aan de eerste jaarlijks op te brengen heeft, en verder Jaarlyks Zal moeten blyven Contribueeren, ten Welken einde den Landdrost en twee Heem Raaden van Graaffe Rynet gemunieert met de opgaaff Rollen van dat district, Zig Zoude moeten Vervoegen op Swellendam , op dat uit de Confrontatie van dezelve met die van Swellendam de Lijst tot Zodanige finaale Lequidatie Zal Kunnen worden in ordre gebragt, als Zynde die Van Swellendam door het defferent in de bepaaling der PerZoonen dewelke uit haar District tot dat van Graaffe Rijnet Zyn overgegaan, tot nog toe ontstooken gebleeven, van het geene aan haar uit hoofde van die Schikkingen uit de inKomsten der Colonie van Graaff Rijnet had behooren te Werden gefourneerd, terwyl ook Landdrost en Heem Raaden Van Graaffe Rijnet Zouden behooren te worden aangeschreeven, om de voorm: vereffening niet alleen ten Spoedigsten te bewerkstelligen, maar ook Zonder Versuym jaarlyks in tyds aan de Swellendamse Colonie te bezorgen, het geene ingevolge van dien Zal worden bevonden haar te Comporteeren.’
‘Gelyk een Zoodanige byeenkomst teffens nog Zoude kunnen verstrekken, tot ontruijming van het verschil of de geene die uit het Swellendamse tot het Graaffe Rijnetse district by de bepaalinge der Wederzydsche Limiten Zyn overgegaan, Zullen moeten blyven Contribueeren, tot onderhouden van de Ponton op de Breede Revier , als een poinct over het Welke Zig niet alleen de Zodanige, maar ook onderscheidene Perzoonen die nog onder ‘t Swellendamse district blijven Continueeren, en Van dien Ponton langs hun gemeene Weg geen gebruyk Kunnen maaken, by aanhoudendheid beswaaren, op dat zoo wanneer hier over geen accomodement mogt worden getroffen, men de Consideratien van beide die Commissien daar over Zoude Kunnen vorderen, om uit de confrontatie van dezelve nader te beslissen, of en in hoe verre al ofte niet de betaaling van dat Ponton geld door diergelijke perZoonen Zal moeten blyven stand grypen.’
‘III:o En na dien zo als hier boven meede bygebragt is, een der Voornaamste oorZaaken van ‘t agterweesen der Swellendamse Colonies Cassa by UWEd: Gestr: en E: Agtb:s bereids is erkend, dat den Voorigen Landdrost van Nult Onkruyt de Colonie heeft beswaard met de extruitie van een Nieuw Gebouw, tot het welke geen fonds voor handen was, daar het boven dien niet gebleeken is dat het Zelve eenig besluyt van Heemraaden nog het Consent van den Heer Gouverneur is voorafgegaan, het geen egter beide, alwaar het ook dat S Colonies Cassa tot dus beKostiging zig wel voorzien had gevonden, Vereischt wierd, Zoo moeten Gecommtt:s ter dispositie van UWEd: Gestr: en E: Achtb: overlaaten, om de betaaling daar van al of niet tot lasten van de Colonie te laaten blyven Verstrekken, Zynde by het alternative van dien Gecommitt:s van Oordeel, dat als dan egter het gebrekkige en Vervallene aan dat Gebouw hierboven Specieficq opgegeeven, op Kosten van Voorm: Onkruyt Zoude behooren te Worden geremidieerd, omme gedecorteerd te Worden, op het geene hij desweegens van de Colonie is pretendeerende, volgens eene Reekening die Gecommitt:s daarvan op Swellendam hebben gevonden, en hier neevens is overgelegd, Welke Reekening in de meer geCiteerde gecombineerde vergadering nagegaan, en na het gevoelen van eenige leeden bevonden Zijnde, dat in Zommige articuls te hoog was gecalculeerd, dan ook nader aan Landdrost en Heemraaden Zoude dienen te werden gedemandeert, omme deZelve na hun beste Kennisse en Weetenschap te modereeren, en taxeeren, om dienvolgens de betaalinge daarvan te laaten geschieden.’
‘IV:o De Swellendamse Colonie als nog Jaarlyks tot het onderhouden van de Cloof, over het Hottentots hollands gebergte aan die van Stellenbosch moeten defourneeren, eene Somma van ƒ400 Caabs, ongeagt een groot gedeelte der Inwoorderen van het Swellendamse district dewelke van deeze Cloof gebruik moeten maaken, by de bepaaling der limiten van Graaffe Rijnet , onder dat district Zijn Vervallen, Zoo dat de Swellendamse Colonie Zeer oneigen de last van een Zodanige betaalinge alleen blyft dragen, uyt Welken hoofde ook Landdrost en Heemraaden van deeze laatstgem: Colonie aan Gecommitt:s hebben Verzogt, dat hier op Reguard mogt werden geslaagen; meenen Gecommitteerdens dat met Zeer veel gevoeglykheid voortaan de helfte van dat Kloofgeld Zoude behooren te worden gesteld, ter betaalinge van de Graaffe Rijnetse aan de Stellenbosche Colonie, om die van Swellendam daar meede insgelyks eenige Soulaas toe te brengen, geevende Gecommitt:s teevens aan UWEd: Gestr: en E: Achtb: in Consideratie, of niet om de hier in Resideerende Reedelykheid en billijkheid de Colonie van Graaffe Rijnet zoude dienen te worden opgelegd, om van den tyd der opregting haarer Magistrature af aan, tot nu toe, deeze helfte van het door Swellendam betaalde of nog te betaalen Staande Cloofgeld, aan haar te Vergoeden’
‘V:o Gecommitt:s hier Vooren gerept hebbende van de veronagtZaaming der middelen, die in het werk behooren te worden gesteld, om de nalaatige in de betaaling der Schaapen, beesten, quotisatie en andere gelden, onder Welke benaaming ook die de inKomsten der Colonie uitmaaken te Constringueeren agten het van de Uyterste noodzaaklykheid, Zo wel, om het agterweezen van de Colonie te Remedieeren, als om Zig voor het vervolg op haare inKomsten met meerder Zeekerheid te Kunnen Stabileeren, en ook daar na alltoos een overleg te bespaaring te maaken, in de uytgaaven en Kosten, die Zij noodzaakelijk aan te Wenden heeft, dat bij UWEd: Gestr: en E: Achtb: werde gestatueerd, dat, Zo wanneer iemand met het opbrengen van Zyn quota, in de gemelde S’ Colonies middelen, bij de Zitting die tot dies inZaameling Jaarlyks ter geZette tyden gehouden Word, ingebreeke blyft, den Zelven ten behoeven van S’ Colonies Cassa vervallen Zal Zijn, in een boete van Vijf Rijxd:s onvermindert Zyne Verpligting tot de betaaling, tot Welkers voldoening hij als dan Zoo wel als tot die der boete, ten overvloede eens door den Boode het Zij mondelings of Schriftelijk Zal moeten werden aangemaant, en ook als dan nog Veerthien dagen by Zijne nalatigheid persisteerende van den Zoodaanigen na Verloop van dien tyd, Zonder verder uitstel door Landdrost en Heemraaden de gemelde Colonies middelen en boete by parate executie Zullen moeten worden geint; en dat meede eene qualificatie tot diergelyke proCeduures ten uytersten noodzaakelyk is, omtrent hun, die by den Krijgsraad in eenige geld boete gecondemneert werd, en met de betaaling in gebreeke blyft, van het Welke, indien Zulx bij UWEd: Gestr: en E: Agtb: op deeze of eenige andere Wijze mogt worden goedgeKeurd, teegens het prætendeeren van ignorantie, de aanKondiging, bij affexie van billietten aan de Swellendamse IngeZeetenen Zoude dienen te geschieden, gelyk ook een geschikt middel om hier van over het algemeene Kennisse te doen draagen, en by een ieder Zoo Veel te meer attentie en Waakzaamheid teegens Zijn Schaade te Verwekken, weesen Zoude, Wanneer by de Eerste VerZameling der Burgerije tot de exercitie op Swellendam deeze institutie hun alldaar ten byweezen van Landdrost, Heemraaden en Krijgs officieren wierd voorgeleezen’
‘VI:o Gecommitt:s agten het verdere nodig, dat by ieder vergadering van Landdrost en Heemraaden door den Boode werde ingebragt, een lijst van het geene hij weegens ‘S Colonies middelen ontfangen heeft, met het geheel bedragen van dien in gelde, om Zulx met de generaale betaal Lysten te Confronteeren, en daar op afte Schryven, mitsg:s aan den Heemraad die den Cas der Colonie houden moet, de ontfangene penningen te Overhandigen daarvan telkens pertinente notitie houdende by de Resolutien, het geen ook even en indiervoegen dient te worden geobserveerd bij den Krijgsraad, voor Zoo verre het de inKomsten aangaat, die tot haar de partement behooren.’
‘Dit alles Zynde wat Gecommitt:s tot herstel van den ongelukkigen Staat waar in de Swellendamse Colonie Zig bevind, thans hebben Kunnen uitdenken en by brengen, in hoop dat Zulx tot een gelukkig gevolg, om de magistratuure aldaar instand te houden Zal moogen Verstrekken, voegen dezelve hier nog bij Copia eener memorie door hun aan Landdrost en Heemraaden aldaar nagelaaten, vervattende eenige observatien aan dezelve voorgeschreeven, omtrent het geen waarin Gecommitt:s ingevolge de qualificatie door UWEd: Gestr: en Edel Achtb: op hun verleend, vermeend en Spoedige Voorzieninge te moeten doen.’
‘En hebben het Gecommitteerdens meede van hun pligt geoordeeld, UWEd: Gestr: en E: Achtb:s ter Kennisse te moeten brengen, dat zoo wel den Landdrost van de meerm: Colonie in het byzonder, als Landdrost en Heemraaden alldaar in het gemeen, Zig ontbloot vinden, van behoorlyke instructien tot hun narigte, daar dezelve zig als nog behelpen met het afschrift der Instructie eertyds aan die van Stellenbosch verleend, het geen Zelfs aldaar Zeer gebrekkig Zijnde, in Veele gevallen leedig is, en by de teegenwoordige omstandigheeden in de uitgebreidheid der Colonie, Landdrost en Heemraaden onweetend laat, hoe zig te moeten gedraagen, Het geen eene Zoo veel te meer noodzaakelijke voor Zieninge vordert, vermits by den voorigen Landdrost van Nult Onkruijt absent is geraakt, het inKomend en afgaande Brievenboek, en de aanteekening of Memoriaal van alle voorgevallene Zaaken, door Wylen Zynen ampts predeCesseur D: van Ryneveld aan hun overgegeeven, als Stukken waaruyt den Landdrost anderzints veele informatien tot Zyn narigt had Kunnen erlangen’
‘Hiermeede gedenke aan de geEerde intentie van UWE Gestr: en E: Achtb: te hebben voldaan, laaten Gecommitt:s deeze dienen voor Needrig rapport.’
‘/onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 16 Februarij 1790 /:was geteekend/ J: I: Rhenius O: G: De Wet’
‘Memorie door de ondergeteekende Gecommitteerdens uit den Edelen Agtbaaren Raade van Politie tot de Zaaken der Colonie van Swellendam , ingevolge de aan hun by de acte van Commissie verleende qualificatie, aan Landdrost en Heem Raaden aldaar nagelaaten, om provisioneel te Strekken tot der Zelver narigt en Observantie.’
‘Met Verwondering geZien hebbende, dat de Resolutien Zeedert eenige Jaaren in de Vergaderingen van Heemraaden en Krygsofficieren genoomen, op losse Vellen Papier geschreeven, door elkander Vermengt, en ongeliasseert gebleeven Zijnden, Zal het nodig Zijn niet alleen dat, dezelve Zo als Zij op elKanderen moeten volgen, te Zaamen Worden geliasseerd, maar dat ook voortaan de te neemene Resolutien telkens in een gebonden boek geschreeven, op ieder blad zijnde het getal der pagina bekend gesteld, mitsg:s alzo onderteekend worden.’
‘De groote Kosten die er allen Jaaren moeten worden aangewend, om de gebouwen dewelke van Kley of ongebrande Steenen Zyn opgeZet te Repareeren, maaken noodzaakelyk dat men bedagt Zij, om op de minst Kostbaare wyze Kalk te branden, in-dien de Kalksteen of Schulpen op geen al te verren afstand van de Drostdye te bekoomen mogten Zijn, waarom men ooK voorthaan als een poinct van menage in het oog Zal dienen te houden, om de gebouwen S’ Colonie weegen van Klippen of van gebakkene, en niet van ongebrande Steenen of raauwe Kleij op te haalen, Schoon men uit gebrek aan Kalk genoodZaakt Zoude moogen Zijn, dezelve provisioneel met Kleij te bepleisteren, om dat men naderehand voor deeze pleystering weder die van Kalk Zal Kunnen in de plaats Stellen, het geen op een muur van ongebrande Steenen niet Wil hegten’
‘Men zoude meede Kunnen beproeven, of niet de reparatien der gebouwen voor een of meer Jaaren aan iemand te besteeden Zoude Zyn tot eene merdere bespaaring voor de Colonie, gelijk Zulx bij die van Stellenbosch in gebruik is,’
‘Indien by de regeering goedgevonden word, het door den laast voorgaanden Landdrost van Nult Onkruijt nieuw opgeZette gebouw aan de Colonie te laaten Verblyven, Zullen UEd: van de Stall als te groot Zijnde tot het gebruyk dat daar van moet Worden genomen, een gedeelte door het ophaalen van een muur moeten afsnyden, om door het Stellen van een deur aan de Oost zyde, gedeeltelyk te dienen tot een Wynkelder, en dus daarmeede te ontgaan het herstellen van een oud gebouw, tusschen de Stall en het woonhuijs Staande, het welk tot dat einde heeft gediend, dog thans geheel Vervallen en geen Capitaale Reparatie meer waardig is, terwyl in Steede van de arbeid winkel Waar toe een gedeelte van dat oude gebouw heeft verstrekt, beter tot dat gebruijk te approprieeren Zal Zijn, het nog goed in het lood Staande van Klippen opgehaald Vertrek, op eene Klyne afstand van de Stal ‘t Welk mitsdien nieuw gedekte en Van deur en Vensters Zal dienen te Werden Voorzien’
‘In het Zo eeven opgegeeven geval, dat het nieuw gebouw aan de Colonie moet verblyven, Zal de Zogenaamde menagerie als een gedeelte daar van uitmaakende eene Spoedige Capitaale Reparatie Vereischen, al Zoo niet alleen het gantsche Dak met een gedeelte der muur van het Duyvenhok, maar ook alle de Vooraanstaande Pilaaren omver gevallen en het Latwerk tusschen de Pilaaren daar door Verbrooken Zijn, Zo dat hier door dit gedeelte van het gebouw onbruikbaar geworden, en dewijl deeze instorting te Wyten is aan de Slegte Constructie van het gebouw, waarom ook voorm: oud Landdrost Van Nult OnKruyt aangenoomen heeft deeze defecten weder te doen herstellen, het geen egter door hem niet is g’effectueert, Zal het remedieeren van dien, als dan ook teneersten op de menageuste wijze moeten Worden by der hand genoomen, om het Kostende daarvan te decorteeren, op ‘t geene bevonden Zal Worden, dat meer gem: oud Landdrost van Nult OnKruyt van de Colonie Zal Kunnen blyven pretendeeren.’
‘En gelyk Heem Raaden denZelven Landdrost van Nult OnKruyt hebben aangetoond, dat had behooren te geschieden, om namentlyk aan de boven Zyde van het gebouw op twee of drie treeden afstand langs het Zelve onder de Berg, een grip ter diepte van een â twee voeten te trekken, ten einde ‘t Water na de laagste einde te doen afloopen, om te Verhinderen dat het niet in de Zwakke fondamenten drong, en de muuren van het gebouw deed Zakken en Scheuren, Waar van men de nadeelinge uitwerking naderhand ook aan het gebouw ondervonden heeft, en het Welke om de Slegte gestelthyd van het gebouw Zelve, van Zoo veel te meer noodzaaklykheid blyft, Zal van de geene die voor het doen haalen van deeze grip de betaaling uit S Colonies Cassa genooten heeft, Zonder Zulx te executeeren het genootene ten behoeven van dezelve Cassa Weder moeten werden afgevorderd, om Zulx daar toe aantewenden.’
‘Het agterweezen van S’ Colonies Cassa, de Zoberheid haarer inkomsten en de Schulden met dewelke Zij Zig in teegendeel belaaden Vind, vorderen ten Sterksten dat de gem: inKomste met de ijyterste bespaaring worden aangewend, en wij Kunnen Zoo Wel Landdrost als Heemraden niet genoeg aan beVeelen, om deeze bespaaring over alles in het oog te houden, als een der voornaamste middelen, door deWelke de Colonie met ter tyd uit haar vervallen Staat moet worden hersteld.’
‘En daar een ieder der heemraaden verpligt is hier toe alle attentie en Zorgvuldigheid te besteeden, hebben wij niets vreemder en ongereymder gevonden, dan dat door den Landdrost Slegts een Generaal bedraagen opgegeeven Zijnde, van Kosten die tot het een of ander Zoude weesen aangewend, die Kosten op eeven die Zelfde wijze ook de Colonie in Reekening Word gebragt, Zondere eene Specifique opgaave van de differente posten uit welke dezelve bestaan nog ook van de Perzoonen aan Wien zulks is of nog moet betaald worden, veel minder dat diergelyke Reekeningen door het Collegie voor af Zoude kunnen weezen onderzogt, deeze handelwyze Strijdig zynde met de goede ordre en tot veele ongeregelt heeden aanleyding geeven Kunnende, hebben wy ons verpligt gevonden UEd: te gelasten dat Voorthaan jaarlijks by het Collegie twee leeden, die de meeste Kennisse bezitten om de noodzaakelyke reparatien aan de Gebouwen na te gaan en te onderzoeken, Zullen worden gecommitteerd, om inspectie van de Colonies gebouwen te neemen, en op te maaken, welke reparatien aan dezelve werden Vereyscht, en Welke als noodeloos Zullen Kunnen worden vermeyd, Zullende deeze leeden Van hunne bevinding hier omtrend aan het Collegie Rapport moeten doen, ten einde gezamentlyk te Overweegen op welke wyze zoodanige Reparatien als men onvermydelyk vinden Zal tot de meeste bespaaring voor de Colonie Kunnen worden g’executeerd, en daar toe als dan voor af een besluyt te neemen, gelyk ook Voortaan bij een der Heemraaden door het Collegie insgelijks te benoemen, de Cassa der Colonie Zal moeten word en gehouden, die egter geen betaalinge hoegenaamd Zal mogen presteeren, dan na voorgaande Resolutie van de Vergadering, in dewelke men alle Reekeningen ten Lasten der Colonie verstrekkende, wel naauwkeurig Zal hebben te Examineeren, of dezelve behoorlyk Zyn, dan Wel of daarop eenige moderatie Zal moeten vallen, En hoedaanige Reekeningen tot Welkers betaalinge het besluyt genoomen Werd, dan ook Specificq by ’ S Colonies Cassa Reekeningen Zullen moeten Worden opgebragt.’
‘En Zal meede Jaarlyks bij de Vernieuwing der Leeden , door de afgaande continueerende en aanKoomende Heemraaden van post tot Post in de Vergadering moeten Werden onderzogt, de Generaale Reekening van den Ontfangst en Uytgaaf der Colonie, over het Verstreekken jaar, dezelve met de bescheiden die daartoe Specteeren Confronteerende, en na bevinding dat alle behoorlyk en overeenkomstig de genoomene besluyten is gesteld, onderteekende, om aan den WelEdele Gestr: Heer Gouverneur en E: Achtb: Raad overgeZonden of gepresenteerd te Worden, neevens een Vertooning van den Staat in Welke de Colonie en haare finantien Zig ter Zelver tijd Koomen te bevinden, van Welke Reekening en Staat de Weergaaden meede op eeven geZegde wijze onderteekend ter Secretarije van Swellendam na behooren geliasseerd Zullen moeten blyven berusten.’
‘Om de Slordige behandeling den Papieren die de Colonie concerneeren, gelyk wy niet Zonder ergenisse bevonden hebben dat Zeedert wynige Jaaren heeft plaatsgehad, Zal het meede dienstig Zyn, dat, Zoo dikwerf het mogelyk Zij, twee leeden uit de Vergaadering worden Gecommitteerd, om Zig na de Secretarye te begeeven, en naa dat ‘t noodig weezen Zal, toeZigt te neemen, of aldaar de Vereyschte exactitude in het Liasseeren en bewaaren der Papieren en bescheiden word betragt, op het welke den Landdrost voor al meede een Waakzaam oog Zal moeten houden, en inzonderheid ook of den Secretaris Zyn protocol van ‘t Notaris ampt na behooren houd.’
‘Eindelyk opheeden in de gecombineerde Vergadering van heemraaden en Krygsofficieren met taamelyk Succes en prysens waardige iever een begin gemaakt Zynde, om bij inteekening aan de Colonies Cas een Somma Gelds te fourneeren voor den tyd van Zeeventhien Jaaren, en haar dus te ontlasten van de Intressen dewelke anderzints voor een Zodanig Capitaal, wanneer het Zelve tot betaaling der loopende Schulden opgenoomen wierd, Zoude moeten Worden betaald, als een middel door het Welke uit de bereekening der Intresten die men daar meede bespaard by het einde van dien tyd meer dan het gantsche Capitaal ten profyte van de Colonie gevonden word, en Welke uyt eekening wy UE: aanbevoolen hebben onder de Verdere Swellendamse IngeZeetenen te laaten Rond gaan, Zullen UEd: na dier Voleindiging, aan den WelEd: Gestr: Heer Gouverneur en Raad hebben te berigten, hoedanig den Uitslag daar van Zal Zyn geweest, met byvoeging van een Lijst, behelsende de naamen van alle de geene die in dier voegen tot herstel der Colonie hunne iever en bereidwilligheid hebben betoond, en hoe Veel ieder van hun daartoe Zal hebben aangenoomen te fourneeren.’
‘Hiermeede beveelen wij Ued: in de dierbaare bescherming der Allerhoogsten en teeken met hartelyke toegenegendhyd’
‘/onderstond:/’
‘Ued: Goede Vrienden /was geteekend/ J: I: Rhenius O: G: de Wet /:in margine / Swellendam den 28 october 1789.’
Waarop gedelibereerd Zynde, is Verstaan al’t geene, door Voorsz: Heeren Gecommitt:s in deezen is Verrigt geworden, volkoomen te approbeeren, En wel Speciaal het door ged: Heeren voorgestelde middel ter Verbeetering van S’ Colonies Cassa aldaar, omme namentlyk voor Reecq: van gem: Cassa by wyze van Collecte voor den tyd van Zeeventhien agter Een volgende Jaaren onder de Zwellendamsche IngeZeetenen te Negotieeren, Zoodanig tantum van Penningen, als een iedere van hun Vrywillig en uit eigen geneegenthydt, naar maate van Zyn vermogen buiten eenig Intrest geduurende de Voorsz: 17 Jaaren, daar toe Zal Willen Contribueeren, tot welke Negotiatie en inVordering van Penningen, goedgevonden is Landdrost en Heemraaden aldaar Expresselyk te qualificeeren en te gelasten, om in der tyd te dienen van derZelver bericht, hoe Veel deeze Somme ten behoeve van Voorsz Cas Zal hebben afgeworpen, Zijnde wyders goedgevonden, de by voorschr: Memorie voorgedraagene poincten, in een Resolutie deezer tafel te converteeren, omme dadelyk te worden in ‘t Werk gesteld, en daar van te Stellen Extracte in handen van die geenen die Zulx aangaat ter hunner naricht, terwijl op ‘t derde poinct van deeze Consideratien beslooten is, om provisioneel het daar by vermelde gebouw op Kosten van den oud Landdrost van Nult OnKruyt te laaten repareeren, en Wyders hierinne te handelen volgens ‘t advys van Voorschr: Heeren Commessarissen, omme in der tyd nader te disponeeren ten Wiens lasten dat gebouw Zal moeten Verblyven, gelyk meede op het Vierde poinct, Verstaan is, Zig Volkoomen met het gevoelen van meerm: Heeren Commissarissen te Conformeeren, en overZulx de Colonie Graaffe Rijnet te laaten draagen de helfte van het geene door die van Zwellendam Jaarlyks aan Stellenbosch , weegens Cloofgeld moet Worden opgebragt niet alleen, maar ook de Vergoeding van dit hun aandeel in deeze belasting aan de Colonie Zwellendam te doen, Zeedert de opregting der Colonie van Graaffe Rynet voorn:t en Zal voorts Zo wel door den Landdrost van de meermelde Colonie Zwellendam in ‘t by Zonder als voor het Collegie van Landdrost en heemraaden aldaar in ‘t gemeen, eene behoorlyke Instructie Worden geformeerd en vast gesteld, tot welks ontwerping de Voorschr: Heeren Rhenius en De Wet worden Verzogt en gequalificeert mits deezen, terwijl eindelyk nog beslooten is, aan den Heere Independent Fiscaal van Lynden af te geeven Extract deezes, met insertie der Voorsz: Memorie, omme daarvan in Zyn Edele qualiteit, Zoodanig gebruik te maaken als Zal Vinden te behooren.
Hierna wierd door den Heere Gouverneur in Raade overgelegd, ‘t Volgende Rapport van den Lieutenant der Arthillerie Schildbach
‘Rapport’
‘Aan den Hoog Edele Gestr: Heer Cornelis Jacob Van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a’
‘Hoog Edel Gestr: Heer!’
‘Den ondergeteek: op ordre van Uwhoog Ed: Gestr: door den Heer Collonell en Chef der Arthillerie P: H: Gilquin, geCommitteerd geworden Zynde, om Zig naar den Duijvenheuvel te begeeven en ‘t aldaar onder opzigt van den Burger Capitain Joost Reinhard van As, leggend Sein Cannon met zijn Slee en Verdere toebehooren te Visiteeren, als ook naar ‘t Verrigten deezer Commissie, een exact en gedetailleerd Rapport te doen, met byvoeging van ‘t geen mogt Koomen te ontbreeken en tot de bediening van ‘t gem: Sein Canon Vereijscht word; Zo heeft Zig dezelve, ter onderdaanigsten bevolging van de Hoog gerespecteerde ordre den 15:den deezer, naar boovengem: plaats begeeven, en het voorsz: Canon met Zijn toebehooren nae gedaane visitatie en respective Examinatie bevonden als Volgt’
‘Het Zelve is een Ijzere Canon â 6 lb, houdende egter de Diameeter van een Kogel â 8 lb, dit Surplus van Calieber is grootstendeels door de Sterkke Roest veroorzaakt, dewelke Zig bij het visiteeren en Uytkrabben van de Ziel los gegeeven heeft, en circa 1/4 d:m bedraagt, ook heeft het Zelve buyten door het afslaan van de Roest Circa 1/2 d:m van Zijn Specie verlooren; en is nog Sterk daarvan gepenetreerd’
‘In de Ziel bevind Zig onder 1/2 d:m van de Stoot Bodem af; 1 Gat van 1/4 d:m diep en breedt’
‘Links op zij 2 1/2 d:m van de mond af 1 Gat van 3/8 d:m diepenbreed.’
‘’t Zundgat is 5/8 d:m wijt, maar niet meer Circulaire, - De Slee is defect, om dat de wangen onder de tappen geborsten Zyn, en buiten dien meerendeels verrot is’
‘De verdere toebehooren bevind Zig op de Plaats /de Kruyspad genoemt/ van den Burger en Brandmeester Eester, dewelke ook gelast is, bij voorkoomende gevallen de Zein Schoot te doen, deZelve bestaat in’
‘Dit is al ‘t geene den ondergeteek: exactelyk opgenoomen en bevonden heeft, overlaatende overigens met alle Submissie aan U hoog Ed: Gestr: hoog Verligten Judicio, of het Canon weegens de daar aan bevondene gebreekens, tot het doen van Seinen, voor onbequaam te declareeren is of niet’
‘Ingeval ‘t Uwhoog Ed: Gestr: mogte behaagen te decideeren, dat het Zelve nog provisioneel Zal moeten gebruijkt worden, dan Zoude den ondergeteek: /onder eerbiedige Correctie/ vermeenen, dat volgende toebehooren, dewelke of heelemaal ontbreeken, of wel niet meer bruijkbaar Zyn, dienen gefourneert te werden, als’
‘Hiermeede vermeent den ondergeteek: aan de hooge ordre UW hoog Ed: Gestr: voldaan te hebben en heeft de Eere Zig met alle Eerbied en Ontzag te noemen’
‘/onderstond:/’
‘Hoog Edele Gestr: Heer /:lager:/ Uwhoog Edele Gestr: onderdaanigste en Gehoorsaamste Dienaar /was geteekend:/ C: G: Schildbach /in margine/ Cabo de Goede Hoop den 19 April 1790’
En vermits uit het Zelve Rapport kwam te blyken dat het op den Duyvenheuvel leggend Zein Cannon in eenen Zoo Slegten Staat is bevonden, dat het transport herwards van ‘t Zelve niet waardig Zoude Zyn de onkosten die daartoe Zouden moeten worden geimpendeert, Zo is goedgevonden naar die Post een nieuw Cannon te Zenden met al Zyn toebehooren:
Voorts nog door den Burger Sous Lieut:t Hendrik Smuts gediend Zynde van ‘t volgende Request
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a beneevens de E: Achtb: Raad deezes Gouvernements
‘Wel Edele Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Geeft met alle verschuldigde eerbied te Kennen UwEd: Gestr: en E: Agtb: Zeer Gehoorsaame Dienaar den Burger Sous Lieutenant Hendrik Smuts: hoe hy met Voorkennisse van Welopgem: Heere Gouverneur heeft laaten meeten Zeeker Strookje Lands gel: in deeze Tafel valleij annex desselfs oude thuynland by ‘t Figuur door den Landmeeter daar van geformeert, en ‘t Welk den Suppl:t de Vrijheid neemt, aan deezen te annexeeren, nader aangetoont.’
‘En alzoo den Suppl:t Zeer gaarne dit Strookje Lands in eigendom Zou willen bezitten, neemt hy met alle eerbied de Vrijheid UWEd: Gestr: en E: Agtb: te Solliciteeren hem met hetzelve te willen begunstigen tot Zoodaanige prys en op al Zulke voorwaarden als UWEd: Gestr: en E: Agtb: Zullen goedvinden te bepaalen.’
‘/onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /was geteekend/ H: Smuts.’
Zoo is verstaan Copije van ‘t zelve te stellen in handen van Commissarissen uit den Raad van Justitie, omme ten overstaan van den Heere Independent Fiscaal deeze Gouvernements te examineeren, of de uytgifte van ‘t daarby verzogte Stuk Land aan den Suppl: ook tot præjudicie van iemand Zoude Kunnen Verstrekken, en Zo niet als dan te taxeeren, hoe veel de Supplt: daar voor aan de E: Comp:ie Zoude behooren te betaalen.
Laatstelijk geleezen Zijnde de Zeer geEerde missive door de hooge Indiasche Regeering aan deezen Raade in dato 30 Novbr: 1789. geschreeven, is verstaan, daarop in allen onderdaanigheid te antwoorden, dat de ordres door hun WelEd: Groot Agtb: omtrent de belasting der Over heeden van de Rethour Scheepen Castor en de Negotie weegens eenige door hen te min uitgeleeverde ammunitie Goederen gestelt, niet hebben kunnen worden geExcuteerd, door dien die Scheepen als toen Reeds van hier waaren vertrokken, Zullende Zo wanneer ‘t Schip Rotterdams Welvaaren alhier Zal Koomen aan te Landen, omtrent de Overheeden van ‘t Zelve deeze ordres pligtschuldig worden naargekoomen, en aan de hoog Gebiedende Heeren Meesteren weegens de geordonneerde belasting, omtrent die van de Castor en de Negotie Eerbiedig worden Kennis gegeeven, ten einde hun WelEd: hoog Agtb: daar op Zodanig Zullen Kunnen disponeeren, als, volgens hoogstderzelver geEerd goedvinden nodig Zal worden geoordeelt.
En wyders neevens deeze Missive ontfangen Zynde, de berichten van den Majoor der Arthillerie Pilon en Verdere officieren der Arthillery, houdende eene beschryving van de derwaards overgezondene ammunitie van oorlog, is goedgevonden van alle deeze berigten te Stellen Copijen in handen van den Heer Collonel en Cheff der Arthillerie alhier Gilquin, ten einde Weegens de door Voorsz: Gecommitteerde officieren opgegeeven Slegte quantiteiten dier goederen te dienen van nader bericht
Waarna door den Capitain ter Zee Jan Kraaij Commandeerende het Schip de Generaal Maatzuyker p:r Requeste verzogt Zijnde, dat hem door den Equipagiemeester alhier, ten behoeve van Zijnen voorsz: onderhebbende Bodem mogten worden verstrekt zoodanige Equipagiegoederen als hij, volgens eene daarbij g’annexeerde verKlaaring, door Zyne Scheepsofficieren verleend Kwam te benodigen:
Zo is verstaan Copia van deezen Requeste te Stellen in handen van den Equipagiemeester alhier Cornelis Corneelisz: ten einde den Suppl:t des noodig oordeelende van de verzogte Equipagie goederen te voorzien
En is voorts geleezen ‘t volgende Request van den Burger Jan Theunis Mulder
Aan Den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Gestr Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Den Burger Jan Theunis Mölder van UWEd: Gestr: en E: Agtb: permissie geobtineerd hebbende, omme beneevens Zyn Vrouw en Vier Kinderen van hier naar Europa te moogen Vertrekken met het Scheepje de Helena Louisa , dan Wyl dat Scheepje ongelukkig alhier is Koomen te Stranden, Zo verzoekt den Suppl:t Zeer Eerbiedig met het thans ter Reede leggend S Comp: Schip Huisduinen Zijne reize te vervolgen, en na dien onder opzigt van den Supplt is gesteld een pupiel der Weeskamer in Naame Helena Sauerman om haar naar Europa overtevoeren, Zo Verzoekt den Supplt: almeede haar met hem te moogen meede neemen.’
’/: onderstond/’
‘’T Welk doende &:a /was geteekend:/ J: F: Mulder.’
Op het welke verstaan is den Suppl:t te accordeeren om met Zyn huysVrouw en Vier Kinderen, beneevens een Pupil der Weeskamer alhier in naame Helena Sauerman met het Schip Huysduynen naar Neederland te Vertrekken
En is voorts beslooten aan den Heer Independent Fiscaal te demandeeren, omme ten overstaan van den Equipagiemeester en Zeekundigen te onderzoeken, ‘t gedrag van de Overheeden en Verdere Equipagie van Voorm Bodem de Helena Louisa by geleegentheid van dies Stranding, ten einde in Cas van Negligentie of wandevoir, teegen deZelve Zoodanige proceduures te entameeren, als Zijn Ed: Zal Vermeijen te behooren.
Aldus geresolveert en Gearresteert In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare Voorschr.
[Signed:] C: J: van de Graaff
Ten opzigte van ‘t Scheepje de Helena Louisa , menigvuldige discusien, en differenten bij den Raad voorgevallen Zijnde die de Leeden bereids hebben doen difficulteenen, de ten dien belange gegeeve berigten en informatien Zo aan de hooggebiedend Heeren Meesteren als aan de hooge Indiasche regeering te tekenen, en dezelve thans nu er ruijm 3 Jaaren verloopen Zijn zig niet meer Kunnende vertegenwoordigen al ‘t geen er ten dien belange essentieels voorgevallen is, nog ook in hoe verre de gecoucheerde resolutien op ‘t Sujet van dat Scheepje genoomen, met hunne daaromtrent gegevene advisen en votas quadreeren, conformeeren zig de ondergeteekendens dierhalven met de voos: resolutie; alleen met uitzondering van ‘t geen de Helena Louisa betreft - Den 29 9ber: 1793
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] W: F: V Reede van Oudtshoorn.
met referte aan mijne aantekening bij de Resolutie van den 2:de Octbr: 1789.
C. 186, pp. 296-312.¶
Vrijdag den {17900430} 30 April 1790
Bij omvraage alle present dempto den Heer Collonel Gordon Le Sueur en de W[.....].
Wierd door den Equipagiemeester Cornelis Cornelisz ingediend, ‘t volgende Vertoog.
Aan Den hoog Ed: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a , beneevens den E Agtb: Raad van Politie.
‘Hoog Ed: Gestr: Heer en E: Agtb: Heeren!’
‘Den ondergeteek: Equipagiemeester ter handen gesteld Zynde, Een in UW hoog Ed: Gestr: en E: Agtb:s Raade op den 27 April jongstl: genoomen Resolutie, op Eenen, door den Capitain Jan Craaij gepresenteerde Request, dat hem verstrekt mogte Werden alle Zodanige Equipagiegoederen ten behoeve van Zyn onderhebbende Bodem de Generaal MaatZuyker , als Volgens g’annexeerde verKlaaring door de Officieren gepasseerd, tot reparatie van dezelve Koomen benodigd te Zyn, en het UWhoog Ed: Gestr: en Ed: Achtb: heeft behaagd, daar op te resolveeren Copia van dien Request te Stellen in handen van den ondergetk, ten einde de Suppl:t des nodig oordeelende van de verzogte Equipagie goederen te voorZien, Neemt den ondergeteek: Zig de vryheid UWhoog Ed: Gestr: en Ed: Aghtb:s te melden, dat hy buyten UWhoog Ed: Gestr: en Ed: Agtb: expresse ordres niet Zoo verre Kan afwyken van de bepaaling Weegens het Verstrekken der Equipagie goederen aan S Comp:s Scheepen, Zoo als hy tot Zijn leedweesen Reeds ondervonden heeft met S Comp:s Schip De Schelde , die niet anders versogt dan ‘t geen hy Zeide onontbeerlyk was, maar Zoo Uwhoog Ed: Gestr: en E: Agtb: mogt behaagen de geEischte goederen te laaten Verstrekken / aangeZien de gepasseerde verKlaaring door de Officieren en de daarin van dezelve getoonde noodzaakelykheid / op die voorwaarden, dat de overheeden van bovengem: Schip Zig daar naader over moeten verantwoorden op Batavia’
‘Waar meede den ondergeteek: d’ Eer heeft Zig met Verschuldigde Eerbied te noemen’
’/:onderstond:/’
‘Hoog Ed: Gestr: heer en E: Achtb: Heeren /UWHoog Ed: Gestr: en Ed: Achtb: Zeer Gehoorzaame Dienaar:/ Was geteekend / C: Cornelisz / in Margine / Cabo de Goede hoop den 29 April 1790.’
En daarop beslooten Zig met het VerZoek van den Equipagiemeester te Conformeeren, die dierhalven gequalificeerd word tot de afgaave der Equipagiegoederen door de overheeden van ‘t Schip de Generaal MaatZuijker als noodzaakelijk geeischt, welke overheeden Zig egter over deeze petitie, Zo Zulx mogt worden gerequireerd, aan de hooge Indiasche Regeering Zullen moeten verantwoorden.
Voorts wierd op ‘t volgend Request van den Capitain Pieter Stokbroo Commandeerende het Retour Schip Schaagen en daar bij gevoegde verklaaring van de officieren.
Aan den WelEd: Gestr: Heere Cornelis Jacob Van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Gestr: Heer en E:E: Achtb: Heeren!’
‘Pieter Stokbroo Capitain van ‘t ter Rheede leggend S’ Comp:s Schip Schaagen neemt de Vryheid UW Ed: Gestr: en Ed: Agtb: te Kennen te geeven.’
‘Dat den Suppl:te voor Zyne onderhebbende Bodem volstrekt komt te Vereyschen die goederen welke hy op eene gespecificeerde Lyst heeft bekend gesteld, en die hy de vryhyd gebruikt UWEd: Gestr: en E: Agtb: ter Speculatie hierneevens aan te bieden.’
‘En om UWEd: Gestr: en E: Agtb: te overtuygen, dat des Suppl:ts VerZoek op billijkheid is gegrond, Zo heeft hij goedgevonden van Zijne opper en deks Officieren te Vorderen twee Verklaaringen die hy al meede de Vryhyd neemt deeze te annexeeren, en Waaruit UWEd: Gestr: en E: Agtb: Zullen Kunnen ontwaaren, de Reedenen die den Suppl:t hebben genoodzaakt om die goederen te moeten VerZoeken, Weshalven hy UWEd: Gestr: en Ed: Agtb: op ‘t demoedigst Suppliceerd, om van weegens dit Gouvernement van gem: goederen die hy in’t vervorderen Zyner ryze onmogelyk Kan ontbeeren te mogen Werden geadsisteert’
‘/onderstond/’
‘’T welk doende &:a / Was geteekend / P:r Stokbroo.’
‘Wij ondergeteek: opper en onder Officieren alle bescheiden op S’ Comp:s Schip Schaagen .’
‘Verklaare hier meede ter Requisitie van den Capit:n ter Zee Pieter Stokbroo als dat wij door ‘t Considerable Zwaare Stuuren van deezen Bodem, alle onze Vaderlandsche Stuur Reepe op de Reize van Batavia naar China hebben gebrooken, en versleeten te zijn, Zoo dat wij ons met ‘t uytterste gevaar verzeld, van daar met vyger Stuur reepen te maaken, hebbe tot hier ter Rheede moete behelpen, Zynde wy met Styve koeltens tusschen bijde genoodzaakt geweest, om den anderen dag, voor ‘t minste nieuwe Stuur reepen in te Steeken, alzo wij de vijgertrossen ( hier toe dienstig anders / geheel Verbroeid en Verstikt bevonden hebbe, en Schier onbruikbaar, door dien dezelve niet te Vertrouwen waaren.’
‘Weshalven wij hieromme noodwendigst en voor ‘t minste hen geheele Vaderlandsche Stuur reeps Tros, tot het doen der voorhande Zynde Rijze benoodigd Zijn, om S Comp:s dierbaaren bodem en daarop Zijnde Zielen / Weer en Wind dienende / in de behoude haar en onzer distinatie over te brengen, en niet aan ‘t uytterste gevaar bloot te Stellen, ‘t geene te dugten Zoude Zyn, Indien wy dezelve niet Zoude bekoomen, en Zonder dien, wij onze Reize niet gerustelyk derven aanneemen’
‘’T Welk wij alles Verklaaren de opregte en Zuivere waarheid te Zyn en ten allen tyde aan neemen / des gerequireerd werdende/ met Solemneele Eede te bevestigen, En hier om onze gewoonlyke handteekening hier onder gesteld.’
‘/onderstond:/’
‘Actum in S Comp:s Schip vooren gemeld dato den [.....] / was geteekend / G:t Scheeler Cap:t Lieut:t J:n H:k Geijls Lieut:t R: P: Schoonkopss P: C: Coense Sous Lieut:t Pieter Timmans Bootsman’
Beslooten den Equipagiemeester te qualificeeren tot de afgaave der daarbij verzogte Equipagie goederen
Eindelyk wierd op ‘t Volgend verZoek van Jan Valkenburg Capit:n Lieutenant van ‘t Rethour Schip Meerwijk
Aan Den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie
‘WelEdele Gestr: Heer en E: E: Agtb:e Heeren!’
‘Geeft met verschuldigde Eerbied te Kennen UWEd: Gestr: en Ed: Agtb: zeer Gehoorsaame Dienaar Jan Valkenburg Capit:n Lieut:t in dienst der E:O: Comp:ie bescheiden op ‘t van China geretourneerd Schip Meerwijk , hoe hij Zig door eene aanhoudende Koorts die zig langs hoe meer Verheft, buiten staat bevind om Zynen dienst aan Boord van ‘t Schip waar hy bescheiden is, naar behooren te Kunnen waarneemen, Zoo als UWEd: Gestr: en E: Agtb:s Zulx uit het g’annexeerd Certificaat nader Zullen Kunnen ontwaaren, waarby blykt dat de Zeelucht voor den Suppl:t de allernadeeligste gevolgen Zoude Kunnen hebben:’
‘Reedenen om welke den Suppl:t Zig is Keerende tot UWEd: Gestr: en E: Achtb: met ootmoedige beede, hem te willen permitteeren eenige tyd alhier tot herstelling Zijner geZondhyd te mogen verblyven, naa Zyne herstelling wederom in dienst der Edele Maatschappy te Worden geemployeerd, alzoo hem niets Vuuriger ter harte gaat als daar in blyken van Zynen yver te mogen geeven, en hy Zig altoos Zou beKlagen Zig door dit onVerhoopt toeval, ‘t welk hem voorkomt daarvan Verstooken te Zien.’
‘/onderstond/’
‘’T Welk doende &:a was geteekent:/ Jan Valkenburg.’
Aan hem gepermitteerd tot herstelling Zyner geZondheid eenige tyd alhier te mogen blijven, Zullende Zyne Gagie derhalven van heeden af Stilstaan, en op voorstel van den Equipagiemeester Cornelis Cornelisz wederom in desselfs plaats tot Capitain Lieut:t aangesteld den Lieut:t van ‘t Schip ‘t Duijfje Cornelis van Dijk en Zulx behoudens Gagie en præmie onder gunstige approbatie van de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren.
Laastelijk wierd nog Geleezen het volgende Request van den Burger Coenraad Eb
Aan Den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Agtb: Raad van Politie deezes Gouvernements
‘Wel Edele Gestrenge Heer en E:E: Achtbaare Heeren!’
‘Uwer WelEd: Gestr: en E: Achtb: zeer needrigen Dienaar den Burger Coenraad Eb, geeft met alle Verschuldigde Eerbied te Kennen.’
‘Hoe hij Suppliant g’inclineerd Zoude Zijn om met believen van UWelEdele Gestrenge en E: Agtb:s met Zynen Zoon Erhard Coenraad Eb oud Neegen Jaaren met S Compagnies Retour Schip Huijsduij[.....] naar Neederland te Vertrekken, ten fine denzelve aldaar een goede Educatie te doen Verlangen.’
‘Dan aangezien den Suppl:t reeds een aanZienlyke reeks van Jaaren met het Burgerrecht deezer Colonie is gefavoriseert geweest, en in dat vertrouwen verseert, dat hij Zich altoos tot goed genoegen van UWelEdele Gestr: en Ed: Achtbaaren in dit Gouvernement heeft gecomporteerde.’
‘Zoo is het dat den Suppl:t de Vryhyd neemt om by UWelEd: Gestr: en Ed: Agtb:s met alle Verschuldigde eerbied te insteeren, ter obtenu van een favorable permissie om gemelde Zijnen Zoon ter Zaake Voorschr: met meermelde Bodem naar Neederland met Zig te mogen meede neemen, en dat het UWel Edele Gestr: Ed: Achtb: Zeer goedgunstiglyk gelieven te behaagen; om derzelver veel vermoogende favorable aanschrijvens ten opzigte van hem Suppliant aan hun WelEdele Hoog Agtb:s de Hoog Gebiedende Heeren Zeeventhienen onder S’ Comp:s depêches te doen vergezeld gaan, dat by aldien den Suppliant mogte inclineeren weeder na herwaards te rug te Keeren, dat hem Zulx als dan in Zijne teegenswoordige qualiteijd mag worden vergund’
‘/onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /was geteekend:/ Coenraad Eb.’
Op welk verstaan is den Suppl:t te accordeeren, om met Zyn Zoon in naame Erhard Lodewijk Eb oud Neegen Jaaren met het Schip Huysduinen naar Neederland te Vertrekken, en de Heeren Majores eerbiedig te VerZoeken om bij aldien hij Suppliant mogte inclineeren weederom herwards te rug te Keeren, hem daartoe in Zyne teegenswoordige qualiteit van Burger goedgunstiglijk permissie te Verleenen.
Aldus geresolveert en Gearresteert In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare Voorschr:
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn.
met referte aan mijne aantekening bij de Resolutie van den 2:de Octbr: 1789.