C193 v1.20
C. 193, pp. 31-37.¶
Woensdag d:n {17910518} 18:e Mey 1791.
Bij omvrage, alle præsent, dempto den Heere Gordon. -
Op een ingekomen Rapport der Commissie, benoemd tot het onderzoeken van de oorzaak waar door ‘t bederf, dat by de Ontlading van het ter deezer reede te rug gekomen Schip St: Laurens , ontdek is geworden, aan de peeper, en Garioffel Nagelen te zijn aangekomen, mogte weezen ontstaan en welk rapport van navolgende Inhoud was
Aan den HoogEdelen Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop enden ressorte van dien &:a &:a &:a
‘WelEdele Gestr: Heer’
‘Den ondergeteekende Capitijn ter Zee Christiaan van Veerden en Capitijn Lieutenant Christiaan Zummack door Uw Hoog Ed: Gestr: expresse gecommitteerd, omme, met en beneevens de onderkooplieden Jan Fredrik Kirsten en Jan Hoetz, beneevens den Boekhouders Hendrik Oostwald Eksteen en David Kuuhl, zig aan boord te begeeven van ‘S Comp:s Schip St: Laurens en aldaar ten overstaan van den Equipagiemeester deezes Gouvernements Cornelis Cornelisz en in ‘t byweezen van de overheeden van dien boodem na te gaan waar aan’t, by de ontlaading van opgemelde Bodem, ontdekt bederf der peeper en garioffel Nagelen is te wijten en daar van te dienen van bericht.’
‘Zoo hebben de geteekendens ingevolgd die ordres de Eer te melden, dat zij mits Indispositie van den Equipagiemeester Cornelisz en by absentie van den onderkoopman en meede gecommitteerde Jan Fredrik Kirsten, zig aan boord hebben begeeven, en by exacte inspectie bevonden, dat opgemelde bederf aan de peeper en Nagulen is te wijten aan de Lekkagie teegens boord die ordinaire in de Scheepen door de Lyfnaaden word veroorzaakt, dat de quantiteit van de aangeslaagen peeper en Nagulen, zoo verre men konde nagaan, niet extra groot moet zyn, hebbende de Geteekendens alleen eenige Zakken Nagulen die meede teegens boord laagen aangeslaagen bevonden, zoo wel als een Baal Cattoene Gaaren die teegens de pomp zood lag.’
‘de geteekendens zijn overzulx / onder Correctie :/ van begrip, dat de aangeslaagen peeper en Nagulen van d’andere gesepareerd diend te werden, en daar na op Solders gedroogd, welk behandeling hun voorkomt ten meesten voordeele voor d’ E Comp: te zullen zijn’
‘De geteekendens vermeenen hier meede aan Uw Hoog Ed: Gestr: ordres te hebben voldaan en laaten deezen dienen voor Eerbiedig bericht’
’/ onderstond :/’
‘Cabo de Goede Hoop den 17 Meij 1791. / was geteekend / C: v: Veerden, Christiaan Zummack, / in margine / In presentie van mij / was geteekend / J: Bakker, P: J: Wegener.’
Is verstaan, conform dat rapport te handelen en diensvolgens den Heere Hoofd administrateur Joh:s Isaac Rhenius te qualificeeren, om gezegde Peper, en Nagelen, van den anderen te doen Separeeren - en de nat gewordenen op Solder te doen drogen - ten einde daar door een gantsch bederf te voorkomen.
Door de Gecommitteerdens tot het teekenen van klein papiere geld ingekomen zynde een rapport, waarin te kennen gaven, dat wederom in gereedheid hadden gebragt Een Duyzend Stukken van 12 Stuijvers ieder, uitmakende eene Somma van Twee Honderd, en Vyftig Ryxdaalders, is verstaan, dat montant in S Comp:s kassa over te brengen, en by de Negotie boeken deezes Gouvernements te doen inneemen.
Aldus Geresolveerd en gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorschreeve.
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
C. 193, pp. 38-85.¶
Dingsdag den {17910524} 24 Meij 1791.
S’ voormiddags alle præsent, dempto den Heere Gordon.
Door den Ed: Heer Gouverneur, deezen Rade te kennen gegeeven zijnde, dat zijn Ed:, ingevolge de zeer g’eerde beveelen der Hooggebiedende Heeren Majores, van voorneemen was, met het hier ter reede aanwezend Schip Beverwijk de reise naar ‘t vaderland aan te neemen - doch dat op het zelve Schip zich verscheide passagiers bevonden, die zijn Ed:, zo in de benodigde ruimte, als veele andere poincten, hinderlyk waren, verzogt zyn Ed: wijders van deezen rade, dat gezegde passagiers, by eene Resolutie dezer Tafel, mogten worden gelast, om ged:e bodem Beverwijk te verlaten, en op het meede alhier ter reede leggend Schip S:t Laurens over te gaan - ten einde hunne verdere reise ingelijks te kunnen vervolgen
In welk verzoek van zijn Ed: de resp: Heeren Raadsleden geredelijk gecondescendeerd hebbende, is daar op ook besloten, voorm: passagiers by Extract deezes te gelasten, en directelyk met hunne Bagagien, op ‘t Schip S:t Laurens over te gaan.
Is geleezen een Memorie van den Heere Colonel Gilquin, als Directeur over S Comp:s gebouwen, van dezen inhoude.
Aan den Hoog Edel Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien, mitsgaders den WelEdele Agtbaaren Politicquen Raad.
‘Hoog Edele Gestrenge Heer en WelEdele Agtbaare Heeren!’
‘Door UW: H: Ed: Gestr: en WelEd: Agtb: gelast zynde een plan te formeeren, op welke wyze, ten meeste voordeele der Ed: Comp:e, de aanbesteedingen van de reparatien der gebouwen zullen kunnen geschieden.’
‘Zoo hebbe de Eer hier op nedrig te berigten vermits de uit drukkelyke begeerte der Hoog Gebiedende Heeren Majores Stellig bepaalt, dat voortaan alle reparatien van Gebouwen die niet zullen konnen werden gemist, zoo wel als die der Fortificatien van dit Gouvernement, bij wijze van Aanbesteedinge zullen moeten geschieden.’
‘Dat het mij /: onder ootmoedige Correctie :/ voorkomt, dat wanneer bepaalt zal zijn welke gebouwen niet konnen gemist, en door de E Comp:e aangehouden zullen werden, men als dan zal dienen over te gaan om dezelve in ordinaire Onderhouts bestekken te brengen, en het Jaarlijxe onderhoud daar van Successivé publicq te doen aanbesteeden.’
‘Ten dien eijnde zoude ik dan verder /: onder Correctie :/ van gevoelen zijn, het volgende Plan ofte ordre te volgen, dat Namentlijk de Comp:e Gebouwen die in en by de Caap Staan, weegens hun groot aantal ten minste in twee differente Onderhouds bestekken verdeeld wierden, konnende men onder goedkeuringe van UW H: Ed: Gestr: en WelEd: Agtb: een Apart bestekje formeeren, voor de Comp:e Gebouwen, die zig in de Simonsbaaij en bij Muyzenburg bevinden. wat de vestingwerken deezes Gouvernements betref, en om dezelve zoo veel mogelijk teegens deterioratie of verval te bewaaren, dezelve zullen meede in een Onderhouts bestek vervat dienen te werden, en vervolgens publicq aanbesteed; waar meede men zoude konnen beginnen; dewijle volgens het geeerd aanschryven der Hoog Gebiedende Heeren Majores dezelve in den Staat, waar in zij zig thans bevinden moeten blyven, en teegens deterioratie bewaard werden; Dus zullen ‘er na mijne gedachten alhier in het geheel vier onderhouts bestekken dienen geformeerd en aanbesteed te werden.’
‘Dan Hoog Ed: Gestr: Heer en WelEdele Agtbaare Heeren, de ondergeteekende neemt de Vrijheid onder goedgunstige welduijding te remarqueeren, dat wanneer de definitive bepaaling door UW H. Ed: Gestr: en WelEdele Agtbaare zal geschied zyn, omtrent de Gebouwen die niet konnen gemist en voor rekening der Ed: Compagnie zullen moeten blyven, en noodzakelijk nog eenige tijd zal vereischt worden om de bestekken tot het onderhoud derzelve in ordre te krijgen, de aanbesteedingen te doen, en het onderhoud in train te brengen:’
‘En vermits in dien tusschen tijd aan gemelde Gebouwen meenigvuldige klijne gebrecken of defecten kunnen en moeten koomen te ontstaan, die Sonder reparatie blyvende, het verval van een gantsch gebouw, of ten minsten het bederff der daar in bewaard werdende goederen, zouden naar zig Sleepen, van welke natuur hoofdzakelyk zyn alle lekkagien in Platten en Daken, het afreegenen van de pleijsteringen der vorssen, muuren &:a die aller nadeeligste inwateringen veroorzaaken, in een Land alwaar de meeste muuren met kleij opgemetzeld werden. De gebreeken die alhier wegens de geweldige heerschende winden aan het sluytwerk der gebouwen gelijk als vensters deuren hekken &:a niet zelden koomen te exteeren, en die zonder eene dadelyke en spoedige reparatie van de aller Schadelijkste gevolgen voor de belangens der E Comp:e en gansch strydig zoude weezen, met de intentie der Hoog gebiedende Heeren Majores, die ‘S Compagnies Gebouwen teegen alle deterioratie willen gesecureert hebben.’
‘Deeze bovenstaande reedenen zijn de ondergeteekende zoo gewigtig voorgekomen, dat hij het van zijne pligt geoordeelt heeft dezelve voor UW H: Ed: Gestr: en WelEd: Agtb: kortelijk te moeten open leggen, en teffens te proponeeren, of UW H: Ed: Gestr: en WelEd: Agtb: het niet raadsaamst en voordeeligst zoude achten, voor het waare intrest der EdComp:e provisioneel eenige ambachtslieden op de ambachtswerf aan te houden, ten eijnde de bovenaangehaalde geduurig ontstaande geringe, dog in hunne gevolgen zeer pernicieuse defecten aan de menigvuldige gebouwen alhier, dagelyks na te gaan en te repareeren, Welverstaande tot dat de differente voorgenoome onderhands bestekken zullen aanbesteed en in train gebragt weezen, als wanneer deeze ambachtslieden meede gelijk de overige zullen konnen en moeten gereduceert of afgeschaft werden.’
‘In hoope deeze mijne eerbiedige reflectien UW H: Ed: Gestr: en WelEd: Agtb: goedkeuringe mogen wegdragen zoo heb de Eer my met diepst respect en Hoogagting te noemen.’
’/: Onderstond :/’
‘HoogEd: Gestrenge Heer en WelEd: Achtb: Heeren, / lager / Uw Hoog Ed: Gestrengens en WelEd: Agtbaarens zeer Gehoorzaamen en onderdanige dienaar / was geteekend / P: H: Gilquin / in margine / Cabo de Goede Hoop den 23:e Meij 1791’
Waar op beslooten is zich met gemelde memorie te conformeeren en dien volgens, tot tijd en wijle ‘er een vaste bepaling zal zijn gemaakt, welke der E Comp:e gebouwen al, of niet zullen behoren, ten meesten voordeele der Ed: Maatschappije, te worden aangehouden, als naar welke bepaling men eerst in staat zal zijn gesteld, de bestekken voor de aanbesteeding der reparatien, te konnen formeeren, goedgedagt, het noch aanweezend ambachtsvolk provisioneel aan te houden, om de van tyd tot tijd voorkomende reparatien aangez: gebouwen te doen - waar toe den Heer Gilquin voorn: insgelyks by provisie gequalificeert wordt bij deezen, om de nodige materialen, die van S Comp: weege niet meer voor handen zyn, by particulieren in te kopen - mits daar van een behoorlijke en gespecificeerde Notitie aandeeze rade te exhibeeren.
Hier na is geresumeerd eene Missive van opgem:e Heere Colonel Gilquin, aan den Ed: Heere Gouverneur gericht, van navolgende teneur:
‘Hoog Edel gebooren Gestrenge Heer!’
‘In de Nominatie van den 10: deezer, die ik de eere gehad heb aan UW H: Ed: geb: Gestr: te præsenteeren, zoo tot vervulling der Vacante officiers plaatsen van ‘t Corps Arthillerie, als om het zelve naar den voet te schikken, die door Heeren Commissarissen Militair bepaalt was, den Capitein Lieutenant Rutz niet hebbende konnen begreepen werden, dewijle het Project van welgem:e Heeren Commissarissen zoo verre niet strekte, dus is het avancement by hem blyven staan, en hij zoude zig nu de eerste Captein Lieutenant van het geheele Corps bevinden; of schoon hy met de thans avanceerende Captein Lieutenants van een en dezelve promotie, en dus even oud in deeze qualiteit is. Daar het nu niet missen kan of zulk eene humiliante distinctie zal voor hem, bitter en decourageerend weezen.’
‘Vermits hij, een officier vol van ambïtie zijnde, die zig weegens zijne activiteit en vigilantie bij de Ed: Comp:e verdienstelijk heeft gemaakt, (: het welke vertrouwe dat by UW H: Ed: geb: gestr: niet onbekend zal zijn :) geene mindere reeden, had dan zijne Camaraden, op eenige extraordinaire gunsten te mogen hoopen; zoo heb ik het van mijn pligt geoordeelt, denzelven by deeze geleegendheid aan UWH: Ed: geb: Gestr: op ‘t Favorabelste te moeten voordragen: Edog vreesende dat eene voordragt tot eenig reël avancement met verhooging van tractement, in de omstandigheeden waar in zig de Ed: Comp:e thans bevind, onoverkomelijke hinderpalen zoude ontmoeten, zoo is deeze alleen Strekkende, om bij UW H: Ed: geb: gestr: met alle bovenstaande Reedenen eerbiedigst te insteeren, dat aangem:e Capt:n Lieutenant Rutz een Capiteins Acte, van dezelve datum als die der avanceerende Capitein Lieutenants, dog zonder verhoging van Gagie, moge werden geaccordeert, waar door UW H: Ed: geb: Gestr: een braaf officier, buijten de minste Schade der Ed: Comp:e zoude encourageeren, en tot het steeds vernieuwen zyner Welmeenende poogingen, in den dienst van Hoogst dezelve, niet weynig animeeren, terwijl zig hier door ten uittersten verpligt zoude agten, die de Eere heeft met diepst respect te zijn / Onderstond :/’
‘Hoog Edel gebooren Gestrenge Heer. /: lager :/ Uw HoogEdel Gebooren Gestrengheids zeer Gehoorzaame en onderdanige dienaar / was geteekend / P: H: Gilquin / in margine :/ Cabo de Goede Hoop d:n 12: September 1790.’
Dewelke goedgevonden is, vermits de tegenwoordige tijds omstandigheeden niet permitteeren, in het daar bij vermelde verzoek alhier te treeden, gezegde voordragt van den Heere Gilquin, per eerste gelegendheid, aan de Hooggeb: Heeren Superrieuren eerbiediglijk over te zenden - en H: W: E: H: A: tevens op ‘t instantigst te bidden, dat het hoogstdezelven behagen moge den Capit:n Lieut:s Rutz, uit hoofde van derzelfs onafgebroken ijver, trouwe en goede diensten, zo ten tyde van den Jongsten oorlog - als in het waarneemen van deszelfs post van Commies der Maguazijnen, tot volkomene genoegen dezer Regeering steeds betoond met de voor hem verzogte acte van Capitein, hooggunstig te willen vereeren voor welke gunst deeze Regeering zelve zich verplicht zal achten.
Den Heere Hoofdadministrateur J: I: Rhenius, den Rade te kennen gegeeven hebbende, dat voor het Schip Beverwijk een nieuwe Roerpen nodig doch daar toe in S Comp:s Houtmagazijn geen balk van de vereijschte lengte voor handen was is goedgevonden zijn Ed: te qualificeeren tot den inkoop van een zodanigen balk; ter lengter van 29 voeten als zijn Ed: ten minste pryze, bij particulieren zal kunnen bekomen.
Waar na den Ed: Heer Gouverneur dezen raade geliefde te proponeeren, dat, even als bij Resolutie deezer vergadering van den 10: Maij J: l:, den in Plettenbergsbaaij gedetacheerd leggende officier van daar te rug ontboden, en het commando over dat detachement aan een Sergeant was overgedragen geworden - die zelfde redenen als nu zich ook opdeeden omtrent den officier, die het Commando in de St: Helena-Baaij voerde te meer, wyl aldaar een officier gedetacheerd lag, die, als tot het regiment van Wurtemberg gehorende, een van die geene was, die by eerste gelegendheid van hier, naar Batavia zoude moeten voortreijzen. en het derhalven, nodig zoude zyn, om den thands zo zeer verswaarden dienst van ‘t garnizoen, ook van daar den Officier te rug te ontbieden en het Commando insgelyks aan een Sergeant over te geeven.
Ingevolge van welke propositie van den Heere Gouverneur, dan ook bij deezen Rade besloten is, het detachement in de S:t Helena baay , voor heen door een Officier gecommandeerd zijnde, als nu te stellen onder het Commando van een Sergeant - en wyders die post in’t geheel te bepalen opeenSergeant,eenCorporaal, enTwaalfgemeenen.
Wyders dienden de Capiteins Buissine en Kuchler, gecommitteerd tot het probeeren der Successive voor dit guarnisoen uit het Vaderland aangebragt wordende geweeren, van de navolgende Memorie.
‘Den HoogEdel gebooren Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien etc: etc: etc:’
‘Ons ondergeteekendens hebbende gelieven te committeeren tot het doen probeeren der Snaphaanen met ijzere Laadstokken bayonnets en kopere banden, dewelke van tijd tot tijd uit Patria voor dit Gouvernements aangebragt; en in s Comp:e wapenkamer berustende zyn: zoo verklaaren wij zulks op de onderstaande datums gedeeltelijk te hebben verrigt in zodanige quantiteit als daar bij gemeld staat namentlijk’
‘
den 22 December 1790 | 200 p:s | Snaphaanen geprobeert, waarvan | 10 p:s | gesprongen |
d:o 24:e Maart 1791 | 200 d:o | d:o d:o d:o | 6 d:o | d:o |
te Samen | 400 p:s | Snaphaanen geprobeert, waar van 16 gesp:e zijn |
den 22 December 1790 | 200 p:s | Snaphaanen geprobeert, waarvan | 10 p:s | gesprongen |
d:o 24:e Maart 1791 | 200 d:o | d:o d:o d:o | 6 d:o | d:o |
te Samen | 400 p:s | Snaphaanen geprobeert, waar van 16 gesp:e zijn |
’/ Onderstond /’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 23:e Maij 1791. / was geteekend /’
‘W:m Buissinne Capitein G: C: Kuchler Capitein.’
Waar uit zynde komen te blijken, dat van een getal van vier honderd door hun geprobeerde snaphaanen, 16 Stuks, gesprongen waren, zo is besloten, de stukken dezer gesprongene geweeren, ingevolge de ordres der Heeren Meesteren, naar het vaderland over te zenden.
Is gelezen een Vertoog van den Heere Independent Fiscaal, luidende.
Aan den WelEdelen Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff. Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a benevens den Ed: Achtb: Politieken raad
‘Vertoond met gepasten eerbied de Independent Fiscaal deezes Gouvernements Johan Nicolaas Steven van Lijnden; dat de persoonen van Bartholomeus Bruihman van S Hertogenbosch en Joseph Kannigam van Boston, beide als matroos met de Scheepen Horssen en Drechterland resp: uitgekomen, zich aan den vertoonder hebben geaddresseert, en te kennen gegeeven, dat zy met voorsz:e hunne resp:e bodems te Batavia gearriveerd zynde, in de Jongstgepasseerde maand Januarij de Eerste om een boodschap voor zyn Capitijn te doen, en de andere door dronkenschap op een americaansch Schip gekomen zijnde, de Capitein van het zelve had kunnen goedvinden henlieden op zijn bodem te houden, en zoo ras mogelijk van de Bataviase reede na herwaarts te vertrekken, dat zijlieden evenwel geen voornneemen tot desertie gehad hebbende, ‘t van hun plicht hadden geoordeelt terstond na hun aankomst ter deezer reede zich aan den vertoonder te addresseeren, met verzoek om weder in S Comp:s dienst te mogen worden geemploijeert.’
‘De vertoonder brengt derhalven deeze zaake, ter kennisse van UWelEd: Gestr: en EE Achtb:, om, aangezien hij geene actie in cas van moetwillige desertie tegen dezelve persoonen kan institueeren, door UWelEd: Gestr: en EE Achtb: hier omtrent zodanig te worden gedesponeerd, als dezelve zullen oordeelen te behooren / was geteekend / J: N: S: van Lijnden’
Waar op goed gedagt is, de by dit vertoog genoemde persoonen, weder in Comp:e dienst over te neemen en per eerste geleegendheid naar Batavia, met overzending van een authenticq Copia van ged:e vertoog van den Heere Independent Fiscaal, te doen te rug keeren.
Voorts wierdt door Commissarissen uit den raad van Justitie gediend van de Twee volgende rapporten.
Aan den WelEdele Gestr: Heer. Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie
‘WelEdele Gestr: Heer! en E E Achtbaare Heeren.’
‘Het was van hoogst derzelver welbehagen, ingevolge Politicquen raadsbesluijt van den15:e December des voorl: en 11:e Jann:ij deezes Jaars, aan de ondergeteekd:s ter handen te doen stellen, copijen der requesten door den oud Commissaris van Civiele en huwelyks zaaken, Pieter Meijering en de Burgers Jan Willem Lutsch, Jacobus Arnoldus van Reenen en Jan Fredrik Peens, in hoogst derzelver vergadering gepræsenteerd, ten einde de ondergeteek:s ten overstaan van den Heer Independent Fiscaal deezes Gouvernements zoude examineeren, of ook de uitgifte der door de Suppl:te verzogt wordende Landerijen præjudiciabel voor d’ E Comp:e, het Publicq of eenig particulier, zoude weezen, en zo niet alsdan te tauxeeren, hoe veel een ieder, der voorsz:e Suppl:t voor ‘t door hen respectivelijk verzogt wordende land, tot een Erkentenis aan d E Comp:e zal behooren te betaalen. de ondergeteekend:s gebruyken derhalven de vrijheid UWelEdele Gestr: en E Achtb: te berichten.’
‘Dat zij zich hebben begeeven ter plaatsen, alwaar de door de Suppl:t respectivelijk verzogt wordende Landerijen geleegen zijn, en na dat de onderget:s dezelve met de meest mogelijke oplettendheid hebben onderzocht en nagegaan; bevonden hebben, noch tot præjudice voor d’ E Comp:e ‘t Publicq of eenig particulier te zullen kunnen werden uitgegeeven - weshalven de ondergeteekd:s dan ook die Landerijen een yder na derzelver waarde, in maniere als volgt hebben getauxeert; als:’
‘
dat van den oud Commissaris P: Meijring ter groote van 72 quad: roeden en 38 d:o Voeten voor eene Somma van | Rd:s 400. |
d:o d:o d:o Burger J: W: Lutsch ter groote van 227 quad:s roeden en 112 d:o voeten voor Ryxd:s 25: | |
dat van den Burger J: A: van Reenen ter groote van 4 Morgen en 20 quadraat roeden en 72 d:o voeten ter Somma van | Rd:s 150. |
d:o d:o d:o d:o J: F: Peens ter groote van 2 Morgen voor eene Somma van | Rd:s 200. |
dat van den oud Commissaris P: Meijring ter groote van 72 quad: roeden en 38 d:o Voeten voor eene Somma van | Rd:s 400. |
d:o d:o d:o Burger J: W: Lutsch ter groote van 227 quad:s roeden en 112 d:o voeten voor Ryxd:s 25: | |
dat van den Burger J: A: van Reenen ter groote van 4 Morgen en 20 quadraat roeden en 72 d:o voeten ter Somma van | Rd:s 150. |
d:o d:o d:o d:o J: F: Peens ter groote van 2 Morgen voor eene Somma van | Rd:s 200. |
‘en gebruyken de ondergeteekd:s noch de vrijheid UWelEdele Gestr: en E Achtb: te vertoonen; dat by de ondergeteek: / onder g’eerde welduyding, in Consideratie is gekomen, hoe het somtijds konde gebeuren; dat by UWel Edele Gestr: en E Achtb: reflexien werden gemaakt, op de tauxatie der Erven van den oud Commissaris Meijring en burger Lutsch, dat dezelve niet volgens d’ordre teegens de daar bij bepaalde pryzen is geschied - dan de ondergeteek: moeten daar omtrend d’Eer hebben UWelEdele Gestr: en E Achtb: te elucideeren dat de ondergeteek: tot deeze tauxatie hebben genoodzaakt de allezints billyke gronden, die den eersten Suppl:t P: Meiring, bij zyn Request, dat door de ondergeteek: nauwkeurig ingezien zynde, allequeerd; namentlyk dat hij Meijering verpligt is, Jaarlyks zwaare kosten te moeten doen, tot onderhoud van de graft of Sloot, die zich bij dat erf bevind; dat den Suppl:t ook geduurig zorge moet, om die sloot behoorlyk op te vullen, ten eijnde te beletten, dat ‘t water niet van loop veranderd, en naar ‘t nieuwe Hospitaal Stroomd, en eindelyk, dat de grond van dit Erf, voor ‘t Grootste gedeelte woeste, vol holtens en Schuijntens komt te zijn, en dus niet zonder veel moeite en wederom zwaare kosten voor den Suppl:t gebragt kan worden, in de vereischt wordende Staat, om daar op eenige gebouwen te Kunnen Extrueeren en dat van den tweede Suppl:t in de eerste plaats zyne armoedige en bekrompene toestand, en aan de andere kant, de zeer zwaare kosten, die hy zal moeten aanwenden, om dit Erf, dat al meede geheel en al woest vol holtens en Schuyntens komt te zijn, in de vereijschte ordre te brengen.’
‘en neemen de ondergeteek:s noch de vrijheid hier bij te noteeren, dat in de Erfgrondbrief van de laastgem: Suppl:t J: W: Lutsch mogte werden bekend gesteld, dat hy noch de namalige bezitters van dit Erf niet zullen vermoogen aan de over dit Erf staande Houtbosch, den Capitain Hendrik Oostwald Laubscher toebehorende, eenige Schade toe te brengen, veel min hout daar van daan te doen haalen.’
‘De ondergeteek:s vermeenen hiermeede aan de g’Eerde intentie van UWel Edele Gestr: en E Achtb: te hebben voldaan, en laaten deezen dienen, voor Eerbiedig rapport’
’/ onderstond /’
‘Cabo de Goede Hoop d:n 23:e Meij 1791 / was geteekend :/ RJ V D Riet, G H: Meijer / lager / ten mijnen overstaan / en geteek: / J: A: Truter adj: fic:l / en daar onder / Mij Præsent / was geteek / R Beck Secret:s’
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: raad van Politie.
‘WelEdele Gestr: Heer en E E Achtb: Heeren!’
‘UWelEdele Gestr: en E Achtb: behaagd hebbende, by besluyt van den 8:Februarij deezes Jaars, aan d’ ondergeteekd:s ter handen te doen stellen, Copyen der Requesten, van den Oud Cap:t Lieut:t ter Zee Daniel de Haas, en den oud brandmeester Tobias Rogier, ten einde de ondergeteekd:s ten overstaan van den Heer Independent Fiscaal deezes Gouvernements, zoude examineeren, of ook de uitgaave van de door hun by die requesten verzogte Stukken Lands, tot eenige præjudicie, zoo van d E Comp:e als van eenig particulier, dan wel het Publicq zouden kunnen verstrekken, en zo niet, als dan te tauxeeren, hoe veel de Suppl:t respectivelijk daar voor, als een erkentenis aan d E Comp:e zoude behooren te betaalen.’
‘Zo hebben de ondergeteekd:s de Eere UWelEdele Gestr: en E Achtb: te berichten’
‘dat zij ondergeteekd: deeze Landerijen met een nauwkeurig attentie bezigtigd hebbende, bevonden hebben, een allezints klipagtige en niet zeer vrugtbaar, land te zyn, en dat die Landerijen voor zoo verre de onderget: hebben kunnen nagaan, tot niemands nadeel zoude kunnen werden uitgegeeven, weshalven zy dezelve dan ook hebben getauxeert, in maniere als volgt, te weeten.’
‘
dat van den Oud Capt:n Lieut: ter Zee Daniel de Haas ter groote van 3 Morgen 130 quad: roeden en 108 gelyke duymen voor een Somma van | Rd:s 110: en |
dat d:o d:o Brandmeester Tobias Rogiers ter groote van 4 Morgen en 50 quad: roeden voor | Rd:s 150:- |
dat van den Oud Capt:n Lieut: ter Zee Daniel de Haas ter groote van 3 Morgen 130 quad: roeden en 108 gelyke duymen voor een Somma van | Rd:s 110: en |
dat d:o d:o Brandmeester Tobias Rogiers ter groote van 4 Morgen en 50 quad: roeden voor | Rd:s 150:- |
‘en gebruyken de ondergeteek: noch de vrijheid, te noteeren, dat in de Erfgrondbrief van opgem: Rogiers mogte werden bekend gesteld; dat hij Rogiers verplicht zal zyn, het water, dat zich op dat Erf opdoed, den vrijen loop, buiten zyn Erf in de rivier te doen hebben, op dat daar door de uitspannende wagens, niet worden belemmerd; in ‘t drenken hunner vee.’
‘Voorts laaten de ondergeteekd. deeze, dienen, voor hun nedrig rapport.’
’/ onderstond /’
‘Cabo de Goede Hoop den 23:e Meij 1791. / was geteek: / R: J: V D Riet, H: de Wet / lager / ten mynen overstaan /: en geteekend :/ J: A: Truter adj: Fisc:l / en daar onder :/ Mij præsent / was geteekend / R. Beck Secretaris’
Op dewelke beslooten is, de daar voormelde gedaane Taxatiën approbeeren, en in dien volgens aan de onderstaande persoonen, voor hunne verzogte Stukken lands te doen betaalen tot een erkentenisse aan de E Comp:s, de by ieders naam staande Sommen: als,
Door den Oud Commissaris Meiring | Rd:s 400:- |
d:o d:o Burger Lutsch | d:o 25:- |
d:o d:o d:o J: A: v: Reenen | d:o 150:- |
d:o d:o d:o Peens | d:o 200:- |
d:o d:o Oud Cap:t Lieut:s de Haas | d:o 110:- |
d:o d:o Brandmeester Rogiers | d:o 150:- |
Door den Oud Commissaris Meiring | Rd:s 400:- |
d:o d:o Burger Lutsch | d:o 25:- |
d:o d:o d:o J: A: v: Reenen | d:o 150:- |
d:o d:o d:o Peens | d:o 200:- |
d:o d:o Oud Cap:t Lieut:s de Haas | d:o 110:- |
d:o d:o Brandmeester Rogiers | d:o 150:- |
Terwijle voorts ten belange van het bij het eerste deezer Rapporten voorkomende nopens het erf van den Burger Lutsch, noch besloten is, dien conform, in de te vervaardigene Erfgrondbrief te doen insereeren, dat voorm: Lusch, noch de namalige bezitters van dat Erf, zullen vermogen, eenig hout te kappen, en te vervoeren uit het bygeleegen Bosch der Burger Capitain der Stellenbosche Cavallerie Hendrik Oostwald Laubscher t’hands toebehoorende.
En dat insgelyks in de te verleene Erfgrond brief voor den oud Brandmeester Rogiers, by ‘t 2:de Rapport van voorm: Commissarissen aangehaald, zal worden gestipuleerd, dat dezelve Rogiers het water, het welk zich op voorm:e Erf opdoet, de vrijen loop, buiten zijn Erf, in de rivier zal doen hebben, ten einde het aldaar van de wagens ontspannen vee in het drenken niet worde belet.
Vervolgens is geleezen een Request van den L:t Colonel by het regiment Meuron, den Heere de Meuron Bullot, luidende
Aan den WelEdeleGestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtbaaren Raad van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer en E Achtbaare Heeren!’
‘Jean Pierre, Chevalier de Meuron Bullot, Lieutenant Colonel van het Zwitserse Regiment de Meuron, van den Colonel Commandant te Ceilon met goed keuring van den WelEdele Gestrenge Heere Gouverneur aldaar, een Congé verkreegen hebbende, om ter herstelling zyner gezondheid voor de tijd van een Jaar naar deeze Uithoek te vertrekken, neemt de vryheid UWelEdele Gestr: en E Achtb: dat Congé aan te bieden, met ootmoedig verzoek hem, ingevolge het 23:ste Artikel van de Capitulatie te laaten jouisseeren van zyne gagie en Emolumenten, die hy te Ceilon niet langer heeft genoten als tot Ultimo Februarij van dit Jaar’
’/ Onderstond / ‘T Welk doende &:a / was geteek: / Le Chev: de Meuron Bullot’
Aan den welke, ingevolge de aan hem op Ceilon gegeevene permissie om herwaards, ter herstelling van zijne gezondheid, voor den tijd van een Jaar, over te gaan, dan ook gepermitteerd is, alhier, zo lange te verblyven, onder genot alleenlyk van deszelfs gage navolgens het 23 Art: der Capitulatie van dat Regiment zullende deeze gage - haaren aanvang neemen van den eersten dag der laatst verlopene maand Maart.
Hier na is geleesen een Request door den Capitijn Francois Duminij en Capityn Lieutenant Jan Valckenburg gepræsenteerd, van deezen inhoude
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a, benevens den E Achtb: Raad van Politie
‘WelEdele Gestr: Heer! en E E Achtb: Heeren’
‘Geeven met gepasten Eerbied te kennen UWelEdele Gestr: en E Achtb: onderdanige Dienaaren Francois Duminij en Jan Valkenburg Capiteins, op de permanente Scheepen deezes Gouvernements, de Meermin en Sterreschans .’
‘dat nadien ‘t in de Indien altoos gebruykelyk is, dat inlandsche vaartuijgen gepermitteerde lasten hebben - waar door de Capiteins of Gezachhebbers derzelver een weinig worden te gemoed gekomen, zoo wel in de kosten die zij moeten aanwenden als dan, wanneer zij, voor te min uitgeleverde goederen op hunne reekeningen worden belast.’
‘dat der Suppl:te onderhebbende Bodems thands wederom aangelegd zijnde naar de Plettenbergs en Mosselbaaijen dezelve overzulks ook eerlangs naar die Baaien zullen moeten stevenen - Weshalven de Suppl:te de vrymoedigheid gebruijken UWelEdele Gestr: en E Achtb: eerbiedig te verzoeken, dat het van hoogstderzelver welbehagen mogen zijn; om vooraangehaalde reedenen aan hen insgelijks, de gepermitteerde Lasten voor opgem: hunne onderhebbende bodems te willen accordeeren.’
’/: Onderstond :/ ‘T Welk doende &: / was geteekend :/ De Ridder Duminij, J: Valkenburg’
Waar over gedelibereerd zijnde, is goedgevonden aan ieder derzelven provisioneel toe te staan, pro rato der vergunde quantiteit gepermitteerde Lasten bij Resolutie hunner Hoog Edelheedens, genomen in raade van India, op den 17:e July 1752: en dienvolgende aan den Capiteyns Duminij toegestaan tien en aan den Capit:n L:t Valkenburg agt lasten, mits dezelven, naar gelegenheid van dit Land, alleen bestaan zullen in Houtwerken en graanen voor zo verre het zelve buiten præjudicie der verzending van S Comp:e eigene goederen geschieden kan - en behoudens de bepaling, bij de ampliatie op het Reglemant van 1743 g’arresteerd:
En voorts aan de Hooge Regeering te Batavia eerbiedig kennis te geeven, van deeze provisioneele Vergunning, met beede, dat hun WelEdele Hoog Achtb: daar op dit Gouvernement nader met Hoogst derzelver ordres gelieven te voorzien.
Noch is geleezen een Request van voorm: Capityn L:t Valkenburg luidende
Aan den WelEd:e Gestr:e Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Politicquen Raad.
‘WelEdele Gestr: Heer! en Edele Achtb:e Heeren!’
‘Jan Valkenburg Capt:n Lieutenant in dienst der E Comp:e, en gezaghebber op ‘t Permanent Schip Sterrenschans .’
‘Is van UWelEdele Gestr:e en E Achtb: met alle eerbied verzoekende, dat aan hem op de Tarwe en dus ook alle andere graanen die door hem bereids uit de Saldanhabaaij zyn aangebragt en in ‘t vervolg door hem uit de omstreeks leggende Baaiën mogen worden vervoerd, mogt worden gevalideert een Mud per Last, zynde de afschrijving die door de Hooge Indiasche Regeering bij hoogstderzelver geëerde Letteren van den 21 September 1723 is bepaald.’
’/ Onderstond :/’
‘’T Welk doende &:a / Was geteekend :/ J: Valkenburg’
Op het welke aan denzelven bij resumptie der ordre van de Hoge Regeering te Batavia de dato 21 September 1723 gepermitteerd is geworden, voor afschryving, der door hen bereids aangebragte, of in ‘t vervolg noch aan te brengene granen te permitteeren Een perC:t
Laatstelyk werdt door J: C: de La Harpe, gepræsenteerd het volgend Request.
Aan den WelEdele Gestr:e Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien beneevens den E Achtb:Raad van Politie
‘WelEdele Gestr: Heer! E E Agtbaare Heeren!’
‘Geeft reverentelijk te kennen, UWelEdele Gestr: en E Achtb: Nedrige Dienaar Jean Charles de la Harp, geboortig in Switzerland , in ‘t Canton Bern , geweesene Capitain Lieutenant bij het Switserse Regiment de Meuron, hoe hij Suppl:t zig onlangs, genoodzaakt heeft gevonden dewijl zyne meer en meer toenemende ziekelyke Lichaams Constitutie, hem niet permitteerde zijnen dienst langer te kunnen waarneemen, zyne demissie uit evengem:e regimente te moeten neemen, waar hij Suppl:t nu reeds tien Jaaren, en zoo hij vertrouwd ten genoegen zyner resp:e gebieders zyn dienst heeft gepræsteerd, dat hij Suppl:t als zig aan het warme Climaat te Ceilon , niet hebbende kunnen gewennen, te raade is geworden, weeder na deeze plaatse te rug te keeren, met oogmerk om zig alhier onder het drijven van een Eerlyk burgerlijk beroep te Etablisseeren, dewyl hy Suppl:t met een burgers dogter is gehuuwd, & by wien hy reeds 3 Kinderen heeft verwekt.’
‘En daar des Suppl:ts bekrompene omstandigheeden, gevoegd by zyn zwakke lichaams gestel hem ten eenemaal buyten Staat stellen, zig met vrouw en kinderen van hier na elders te begeeven, en alzoo van haare famielie te vervoeren bij wien zij tog altoos, hoe ongelukkig de omstandigheeden, voor hen ook mogen t Samenlopen, een Soutien zoudekunnen vinden.’
‘Zo neemt hij bij deezen op ‘t Eerbiedigst de vryheid zig te keeren tot UWelEdele Gestr: en E Achtb: met ootmoedige beede dat het van welderzelver goede geliefte te zijn moge, om de aangevoerde reedenen, hem Suppl:t met het burgerregt deezer plaatse te favoriseeren.’
’/ onderstond / ‘T Welk doende &:a / was geteekend / J: C: de la Harpe.’
Over het welk gedelibereerd zynde, is goedgevonden, uit hoofde der gemaakte Consideratien, dat, zo men dezelve van hier deeden vertrekken, noodwendig zijne alhier behuuwde Huuysvrouw en kinderen tot armoede, en dus of tot laste der Diaconie, of van haare famielie, zoude moeten vervallen - voorm:e de La Harpe, echter zonder consequentie voor het vervolg, te stellen in Burger vrijdom.
Wyders wierden geresumeerd vier rapporten der gecommitteerdens tot het teekenen van klein papieren geld, en uit dezelve blijkende, dat weder in gereedheid waaren gebragt.
Een Duijzend p:s van | 1 Rijxdaalder |
Twee Duijzend d:o d:o | 1/4 d:o |
Twee Duijzend en | |
Zeshonderd p:s van | 1/2 d:o |
En Zes Honderd p:s van | 1/8 Ryxdaalder |
Een Duijzend p:s van | 1 Rijxdaalder |
Twee Duijzend d:o d:o | 1/4 d:o |
Twee Duijzend en | |
Zeshonderd p:s van | 1/2 d:o |
En Zes Honderd p:s van | 1/8 Ryxdaalder |
uitmakende te samen eene Somma van 2875 Ryxdaalders, Indiesch Valeur; is beslooten, gezegde montant in S E Compagnies Cassa te doen overbrengen - en by de Negotieboeken deezes Gouvernements in te neemen.
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten daage en Jaare Voorschreeve
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] Mij praesent C: Mappa p:l Secret:s
C. 193, pp. 86-87.¶
Donderdag den {17910526} 26:e Meij 1791.
bij omvrage, alle præsent demptis de Heeren Gordon en de Wet
Door de gecommitteerd:s tot het teekenen van kleyn papiere geld overgelegd zijnde een rapport waar uit kwam te blijken dat door haar weder in gereedheid waaren gebragt.
Een Duijzend P:s van 6 Stuijvers
Zo is verstaan dit bedrage in s Comp:s Cassa over te brengen en bij de Negotie boeken deezes Gouvernements in te neemen
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorschreeve.
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
C. 193, pp. 88-92.¶
Woensdag den {17910601} 1: Junij 1791.
In omvraage alle præsent demptis de Heeren Gordon en de Wet.
Wierd geleezen, het onderstaand request, van Elizabeth de Waal, wed:e wijlen den Oud Commissaris van Civile en Huwelijks zaaken Fokke Hendriks
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: raad vanPolitie
‘WelEdele Gestrenge Heer E E Achtbaare Heeren !’
‘Geevt met verschuldigde Eerbied te kennen Uwer WelEdele Gestr: en E Achtb: nedrige dienaaresse, Elizabeth de Waal, weduwe wijlen den oud Commissaris van Civile en Huwelijks zaken S:r Fokke Hendriks.’
‘Hoe de Suppliante ter verrigtinge van eenige Particuliere affaires Gaarne eene rijze naar Batavia wenschte te doen;’
‘Waar omme zij mits deeze van UWelEdele Gestr: en E Achtb: needrig is Suppliceerende, om de Suppl:te met het in de Baaijfals leggend Schip Meerwijk , onder betaalinge van ‘t gewoone Transport en kostgeld haare voorgenome reijze te laaten vervorderen met meede neeming van een Slave Jongen en Meid, in naamen Cupido van Nias, en Clara van de Caab, waar voor zy bereid is insgelijks het Transport en kostgeld te betaalen’
’/ Onderstond /’
‘’T Welk doende &: / was geteekend / EL: de Waal weduwe Hendriks.’
Zo is beslooten der Suppl:te verzoek toe te staan - en dienvolgens aan haar te permitteeren, met het in Baaij fals leggend S Comp:e Schip Schagen naar Batavia te mogen vertrekken en ter haarer oppassing meede te voeren, Een Slaven Jonge en meid in naame Cupido van Nias en Clara van de Caap, mits de Suppl:te zoo wel voor haar om in de Cajuit, en opgem: Slaven om op de overloop gelogeerd en getracteerd te worden. - ‘t daar toestaande Transport en kostgeld behoorlyk in s Comp:s Cassa alhier betaalen.
En is wyders noch op ‘t verzoek van den Capitijn van de Paquetboot de Kraaij ,
P: M: Cederburg, omme met zodanige Scheeps benodigtheeden als op ‘t bij dit request apart gevoegde lijstje bekend Staan te mooge werden geadsisteerd, beslooten dat Lijsje te stellen in handen van den Equipagiemeester; omme zulks nodig oordeelende de g’eischte goederen te verstrekken.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorschreeve.
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
C. 193, pp. 93-94.¶
Zaturdag den {17910604} 4:e Junij 1791.
In omvrage alle præsent, demptis de Heeren Gordon en de Wet.
Wierd door den Capitein van ‘t in Baaifals g’ankerd leggend S Comp:e Schip Meerwijk , Willem van Groningen, bij requeste verzoek gedaan, omme met zodanige Equipagiegoederen te moogen werden g’adsisteerd, als hij volgens Een bij dit request gevoegde Lijstje komt te benoodigen; en is beslooten dat Lijstje te stellen in handen van den Equipagiemeester omme des nodig oordeelende de verstrekkingen te doen.
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorsz:e
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
C. 193, pp. 95-96.¶
Dingsdag den {17910608} 8:e Junij 1791.
by omvrage alle præsent, demptis de Heeren van Lynden en Gordon.
Is aan den Bataviase Vrijburger Johan Godfried Deebler die onlangs met het Schip Beverwijk alhier is aangeland op zyn deswegens bij request gedaan verzoek, en onder overlegging van Twee Chirurgiale attesten, waar uit kwam te blyken, dat denzelver buyten staat was, de verdere reijze met gemelde bodem voort te zetten, gepermitteerd, tot zyne herstelling en in afwagting eene nadere Scheeps gelegentheid alhier te verblijven
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorschreeve.
[Signed:] C: J: van de Graaff
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: N: S: van Lijnden
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
C. 193, pp. 97-191.¶
Vrijdag den {17910610} 10:e Junij 1791.
S’ voormiddags alle præsent demptis de Heeren Gordon en van Reede van Oudtshoorn.
Wierd door den Heer Hoofdadministrateur Johannes Isaak Rhenius ter tafel geproduceerd eene Memorie van volgende inhoud.
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E: Agtb: Raad van Politie
‘WelEdele Gestr: Heer en E Achtb: Heeren’
‘Aan den ondergeteekende Hoofdadministrateur by Resolutie van heden gedemandeert geworden zijnde, het onderzoek om welke reedenen den voorraad van Rijst in de maand Meij Laatstleeden alhier ten dienste der E Comp:e ingekogt, geheellyk na de Baayfals is verzonden, en wat de oorzaak mogt zyn waarom men geen genoegzaame quantiteit van dat Graan, alhier aan handen heeft gehouden, omme de noodzakelijke verStrekkingen, die maandelyks in dit Gouvernement moeten geschieden te voldoen; zo heeft hij de Eer UwWel Ed: Gestr: en E Achtb: te berichten.’
‘1:o Dat het belang der E Maatschappij volstrekt komt te vorderen, dat S Comp:e uitkoomende Scheepen die thans in de baaijfals zijn, en nog staan te arriveeren behoorlijk van rijst worden voorzien /: ‘t welk in ‘t algemeen volgens Resolutie van de hoge Indiase Regeering, de dato 2 October 1759 omtrend alle uitkomende bodems moet geschieden:) uit hoofde dat men gevoegelyk de manschappen op die vaartuygen bescheiden, niet wel iets anders tot een behoorlijk voedsel kan verstrekken, aangezien het meel bij gebrek van overvloedig water tot geen ordentelijke en gezonde spijze kan worden vervaardigd.’
‘2:o Dat de in der Baaijfals aanhanden geweest zijnde voorraad van Circa 53 000 lb geenzints als overvloedig kan beschouwd worden, indien UW WelEdele Gestr: en E Achtb: in aanmerking gelieven te neemen, dat er van bovengem:e quantiteit reeds 21700 lb aan ‘t Schip Meerwijk is verstrekt geworden, waar door nog 31300 lb koomen te resteeren, die bezwaarlyk toereikende zullen zijn, om de thans nog in meerm:, baaij zijnde, en verdere verwagt wordende Scheepen daarvan te kunnen voorzien, te meer daar door ‘t Embarqueeren van de grootste helft van ‘t Regiment Wurtemberg /: ‘t welk na alle vermoeden ingedagte baaij zal plaats hebben :/ de verstrekking van dat Graan de gewoone Calculatie verre Komt te Surpasseeren.’
‘3:o Dat ook diend geconsidereerd te worden, dat of schoon de permanente verstrekkingen van ordinair Rand zoen, meestal in Meel bestaan, zulks echter niet wegneemt dat de hospitaalen daarvan dienen uitgeslooten te worden, om reedenen dat het meel op zig zelven geen behoorlijk voedsel voor de Impotenten uitleevert.’
‘Den ondergeteekende vermeent Uw WelEdele Gestr: en E Achtb: door de hier bovengealegueerde redenen genoegzaam beweezen te hebben, om welke redenen, de geheele voorraad van de alhier aanhanden geweest zynde Rijst na dikwilsgem:e baaijfals komt te proflueeren, de dringende noodzakelijkheid eener inkoop van 20‘000 lb van dat articul tot den omslag van dit Gouvernement, en, welke noodzakelykheid nog te meer word bevestigd, door ‘t Extra ordinair lang agterblyven van’t gewoone provisie Schip ‘t welk jaarlyks de geEischte quantiteit ryst komt over te voeren, dan of schoon dezelve eerstdaags kwam opdaagen, zo kan men echter daarvan geen verstrekking alhier geeven, uit hoofde dat dien bodem niet voor medio Augustus deeze rhêde mag aandoen.’
‘Den ondergeteekende neemt de vrijheid UW WelEdele Gestr: en E Achtb: ook nog in bedenking te geeven, of ‘t voordeel der E Comp:e niet komt te vorderen, dat men den inkoop van meerm: artikel hoe eer hoe beter werkstellig maakt, aangezien de prijzen daarvan Successive monteeren, en groote variatie zijn onderworpen.’
‘Verhoopende hiermede voldaan te hebben aan de Intentie van UWWelEd: Gestr: en E Achtb: zal den ondergetekende deeze laten dienen voor bericht’
’/ Onderstond /’
‘Wel Edel Gestr: Heer en E Achtb: Heeren / lager / UWWelEdel Gestr: en E Agtb: gehoorzaame Dienaar / was geteek: / J: I: Rhenius / in margine / In ‘t Casteel de Goede Hoop den 10: Juny 1791.’
en daar uit gebleeken zynde de noodzakelykheid om zo ten behoeve van ‘S Comp:e Hospitaal als tot voedzel van de Lyfeigenen en Bandieten in te koopen een quantiteijt van twintig Duyzend Ponden Rijst, die volgens die opgaave van den Heere Rhenius toereikend zal weezen om de onvermydelyke verstrekkingen tot de Maand Augustus aanstaande te doen, zo is beslooten gemelde Heer Rhenius tot dies inkoop te qualificeeren, met verzoek wanneer dezelve zal zijn volbragt, daarvan aan deeze Rade verslag te doen.
De Heeren De Wet en van Reede van Oudtshoorn aan deezen Rade te kennen gegeeven hebbende, geinformeerd te zyn , dat de vergunning der waterleiding van het nieuwland naar de Plaats van den Burger Jacobus Heuning, zo als door hun Ed: by ter deezer tafel geapprobeerde Coopconditien voor de Tuyn het Nieuwland was voorgedraagen, bij de laatste reegens veele verspoelingen van Grond had te weege gebragt, dog dat hun Ed: voor als nog verhindert waaren geworden daarvan oculaire, inspectie te neemen, en zulks ook niet zoude kunnen doen, als op den verkoopsdag van’t Nieuwland op aanstaande Dingsdag bepaald; weshalven daar omtrend best is gedagt endienvolgens beslooten gem:e Heeren de Wet en van Reede van Oudtshoorn te qualificeeren, omme naar bevinding van zaaken de periode weegens de waterleiding in voorn:e Coopconditien voorkomende te altereeren dan wel geheel weg te laaten.
Vervolgens wierd geleezen een request van den Raad van Justitie deezes Gouvernements van navolgende inhoud
Aan den WelEd: Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a beneevens den verderen Edelen Achtb: raade van Politie deezes Gouvernements
‘WelEdele Gestr: Heer! en E Achtb: Heeren!’
‘Vertoonen reverentelijk de President en Leeden van den E Achtb: raade van Justitie deezes Gouvernements:’
‘Dat door den Heer Independent Fiscaal Johan Nicolaas Steven van Lijnden, zedert zij E: aankomst alhier, voor gemelde Raade onder anderen zyn geentameerd de volgende procedures, als:’
‘Van welke procedures de vier eerste reeds ten definitive zijn getermineerd, en op ‘t proces van voorsz:ee Jan Smit Jurriaansz:n, als geproponeerd hebbende de Exceptio litis finitæ, een Interlocutoir vonnis is gevallen; Terwijl de drie laatstgem:e procedures als noch hangende zyn gebleeven, en ook eerlang, zo dra dezelve in staat van wyzen zijn gebragt, finalyk zullen worden afgedaan.’
‘Dat nopens de voorsz:e twee eerstgem:e processen, tegens den burger Capitijn Breda en onderkoopman Kirsten, den Heer R:O: Eisscher zijnen eisch zynde ontzegt geworden met Condemnatie van denzelven inde Kosten, zulks ten gevolge heeft gehad, dat den Heer Independent fiscaal daarvan heeft geappelleerd aan den E Achtb:Raade van Justitie des Casteels Batavia;’
‘Terwijl de overige drie processen van den Luitenant Jonas Albertus van der Poel, Jan Smit Juriaansz:n en Jacobus Johannes van den Berg, op verzoek van de gedaagdens, zijnde SuccumCanten ter eerste instantie, meede in appel aan Welgem:e E Achtb:n Justitieelen Raade te Batavia zijn gedevolveerd.’
‘Dat op heeden, ter ordinaire vergadering van Justitie aan de vertoonders van wegens den Onderkoopman Kirsten en Vaandrig Nelson is verzogt geworden, of, nadien volgens geruchten voorsz:e Heeren Independent fiscaal eerstdaags naar Europa Stond te vertrekken, zyn E overzulks door den raad van Justitie mogt worden geinjungeerd te Stellen Sufficiente Cautie, zo voor de reeds gevallene als in appel noch te vallene proces kosten; Hebbende gem: Kirsten teevens verklaard, de vertoonders aansprakelyk te stellen voor de Schaade, die het voorsz:ee appel aan hem zoude veroorzaaken, bij aldien zij niet mogten goedvinden den Heer Independent Fiscaal hier omtrent Cautie te doen stellen.’
‘Gelyk ook gemelde Jan Smit Jurriaansz:n en Jacobus Johannes van den Berg zich by requeste aan de vertoonders hebben geaddresseert, en verzogt Veniam Agendi, ten eynde op ende jegens dikgem:e Heere Independent fiscaal tot het stellen van Cautie voor de proces Kosten, zo hier als in appel gehouden proces te moveeren.’
‘Dan daar de vertoonders niet alleen van het vertrek des Heeren Independent Fiscaals uit deeze Colonie geen legale kennis draagen, maar ook bovensdien niet genoegzaam zijn geinformeerd, of zyn Ed: volgens de ordres der E Comp:e gehouden is de kosten van proceduures, door hem R: O: gevoerd, uit zyn privé beurse te betaalen, dan wel of die kosten alhier uit s Comp:e Cassa behooren te worden gerefundeerd, en dus veel minder of den raad van Justitie alhier de bevoegdheid heeft, om den Independent fiscaal te ordonneeren tot het stellen van Cautie voor de Kosten, gevallen weegens proceduures, door hem, gelijk gezegd is, ratione officie geëntameerd; als zynde ten minsten daarvan in de resp:ee rechts rollen deezes Gouvernements geen exempel te vinden:’
‘Zo hebben de vertoonders in deezen best geoordeeld zich te wenden tot Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: met gepasten eerbied verzoekende, dat, zo wanneer den Heer Independent Fiscaal van Lijnden inderdaad mogt repatrieeren, het als dan van derzelver welbehagen zyn, mooge, tot Securiteit der voorsz:e litigeerende parthijen de nodige maatregulen te willen neemen, of wel de vertoonders voor te Schrijven een regul en richtsnoer waarnaar Uwe WelEdele Gestr: en E Agtbaarens Volgens derzelver wijsheid, zullen oordeelen, dat de vertoonders zich omtrent de meergem:e by hen verzochte Cautie, zouden moeten gedragen.’
’/ onderstond :/’
‘’T welk doende &:a / was geteekend / J: I: Rhenius T: C: Ronnenkamp, Joh:s Smuts, S: v: Echten, G: H: Meijer, H: J: De Wet, R: J: VD Riet, A: Fleck, H: A: Truter / in margine / In vergadering van Justitie, aan Cabo de Goede Hoop den 9: Junij 1791.’
Waarop door den Heer Independent Fiscaal wierd gedeclareerd, dat wanneer een fiscaal Cautie zou moeten Stellen in procedures door hem ex officio geentameerd, hij als dan nimmer van hier zou kunnen vertrekken, alzoo diergelyke procedures niet nu en dan, maar dagelijks voorvallen; dat wanneer de Fiscaal Ex officio ageert nimmer eenige cautie gepretendeerd kan worden, om dat, wanneer de Fiscaal in diergelijke processen komt te Succumbeeren, niet hij, maar de E Comp:e de kosten moet draagen, en dat zulks veel minder nog kan worden gevordert in Cas d’appel als geschiedende het appel door den officier om d E Comp:e van de kosten te bevrijden.
De Heere Rhenius als Præsident van Justitie zig excuseerde hierinne te adviseeren, en zo meede den Heere Le Sueur als in’t geval in quæstie betrokken; zo is beslooten gem:e vertoog provisioneel te houden in advijs.
Hierna wierd door den Heere Gouverneur den raade verzogt te willen decideeren op welke wijze de gewoone Emolumenten aan zijn Ed: toegelegd; geduurende zijn Ed: absentie zouden kunnen worden genooten, en nadien onder deeze Emolumenten het voornaamste komt te zijn de betalingen van twintig Caabse Guldens van ieder legger wijn, die door de wijngaardeniers aan de Ed: Comp:e word geleeverd, en aan de Heeren Gouverneurs door de illustre Vergadering van Zeeventienen by hoogst derzelver gevenereerde Letteren van den 27:e Novb:r 1784 als een middel van bestaan, toegelegd, verzogt zijn Ed: de Heeren leeden des raads al verder te willen decideeren, hoedanig de ordonnantiën op welke die betalingen maandelijks zullen moeten geschieden bij zijn Ed: afweezendheid zouden behooren te worden ingerigt, waarop de Heere Rhenius betuijgd te vermeenen dat door den Heere Gouverneur geduurende deszelfs absentie geene Emolumenten hoegenaamd kunnen worden genooten, vooral niet, de aan de Heeren Gouverneurs toegelegde Twintig Caabse Guldens op ieder Legger der geleverde wijnen, alzoo dit douceur voornamentlijk is geaccordeert aan de hoofdgebieders om hen te dedomageeren, van de kosten die zij genoodzaakt zijn, als representanten van de Natie, te impendeeren, bij het onthaalen van gedistingueerde vreemdelingen, mitsgaders bij plegtige gelegendheeden aan S Comp:ee gequalificeerde Dienaaren; dat de kosten welke daar toe bij afweezendheid van den Heere Gouverneur zullen moeten worden aangewend, niet door zyn Ed: maar door hem zullen moeten worden gedragen, weshalven zijn Ed: dan ook verwagtende was geduurende de absentie van den Heere Gouverneur te zullen genieten, het geene tot dedomagement dier kosten op bevel van de Heeren Meesteren word betaald.
Heer Independent fiscaal vermeende integendeel, dat dezelve Emolumenten aan den Heere Gouverneur geduurende zijn afweezendheid behoorden te worden voldaan, alzo zyn Ed: infunctie en ter requisitie van de Heeren Meesteren overgaande geenzints ophoud Gouverneur te zijn, en dus ook niet kan worden onttrokken de Emolumenten en douceurs tot deeze zijne qualiteit Staande.
Den Heer Le Sueur hier omtrend adviseerende vermeende dat deeze betaaling behoorde te worden gedefereerd te laaten aan de Hoog gebiedende Heeren Meesteren.
De Heer de Wet zyn advis uitbrengende betuigde te vermeenen, dat dewijl door de Hoog Geb: Heeren Meesteren dienaangaande niets is geschreeven, men aan den Heere Gouverneur en den Heere Rhenius behoorde over te laaten, om zig daar over aan de Illustre vergadering van Zeventienen te addresseeren, terwijl de Penningen in S Comp:e Cassa zouden kunnen worden geseponeerd, omme naderhand te worden uitgereikt aan de geene welke de Heeren Majores tot die receptie bevoegt zullen agten.
Waarop den Heere Gouverneur heeft gedeclareerd, te vermeenen, dat dit douceur zijn Ed: niet kan worden ontnoomen, en dat den Heere Rhenius geene de minste prætentiën daarop kan maaken, dat wel is waar, dit douceur by de Gouverneurs word genooten, om hen eenigzints te dedomageeren van de kosten die zy genecessiteerd zyn voor hunnen tafel als anderzints aan te wenden, en dat juist deeze reeden hem Heere Gouverneur des te meerder aanspraak op dat douceur doet behouden, daar zijn Ed: om aan de begeerte van zijne hooge gebiederen te voldoen, eene zoo kostbaare reijze moet onderneemen, en niet tegenstaande genoodzaakt is, een huyshouding alhier te onderhouden; weshalven zyn Ed: verzocht dat de Emolumenten die zijn Ed: wettig als Gouverneur door de Heeren Majores zyn toegelegd, aan zyn Ed: gemagtigdens volgens de ordres en gebruik mogten worden betaald, alzoo zyn Ed: door derzelfs vertrek niet ophield Gouverneur te zijn; presenteerde zyn Ed: behoorlyke cautie te Stellen, omme wanneer deeze aan de Gouverneur competeerende betaalingen door de Hoog gebiedende Heeren Meesteren mogten worden gedisapprobeerd, het geene voor zyn Ed: alhier zal worden ontfangen, wederom behoorlijk in s Comp:s Cassa te doen brengen, in welk verzoek van den Heere Gouverneur de meerderheid des raads heeft gecondescendeert.
De Onderkooplieden Jan fredrik Kirsten en Jan Hoets, beneevens de ordinaire gecommitteerdens Hendrik Oostwald Eksteen en David Kuuchl gecommitteerd geworden zijnde, tot het bezorgen der Goederen uit het retourschip S:t Laurens alhier gelost, omtrent deeze verrichting ingediend hebbende, het volgende Schriftelijk rapport.
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a
‘WelEdele Gestrenge Heer!’
‘UW WelEdele Gestrenge d’ondergeteek: hebbende gelieven te Committeeren omme vermits het Schip S:t Laurens door eene bekoomene Lek genoodzaakt is geweest na deeze rheede te rug te keeren, en dus noodwendig van zyne Lading moest worden ontlost; alle te zaamen, dan wel een ijder afzonderlyk op het zeehoofd præsent te weezen, ten eijnde de goederen die aldaar van Boord zoude worden aangebragt, onder behoorlyke recepisse in ontfangst te neemen, en in zodanige pakhuijzen op te Slaan als hun Zoude werden aangeweezen; mits omtrent de bedorvene en aangeslagene zodanige voorzorge gebruijkende, en te bewerkstelligen als zij tot het meeste nut en dienst van de Maatschappij best en raadzaam zoude oordeelen; zo hebben zy d Eer UW WelEdGestr: bij deeze te berigten, dat alle de goederen, die aan bederf onderworpen zijn, uit het Schip zyn ontladen, en in de hun door d Heer Hoofdadministrateur aangeweezene Pakhuyzen opgeslagen bestaande in’
‘Terwijl het Sappanhout, Thin, en andere aan geen bederf onderworpene goederen in het Schip zyn verbleeven.’
‘Dat zy onderget:s teffens zo wel bij het ontfangen als Transporteeren en opleggen der Laading in de Pakhuijzen alle praeCautien hebben gebruikt, die maar eenigzints in hunne vermogens zyn geweest zo met het Stellen van wagten van distantie tot distantie van het Zeehoofd af, tot bij de pakhuyzen, als met het verzeekeren der laastgen:e en heeft ons den Capitain, zo met officieren als gemeenen alle vereischte adsistentie gegeeven.’
‘Wyders het geen de laading aangaat hebben zij dEer aan te merken, dat,’
‘
1:o | De meeste zuyker Canassers ten eenemaal gesmolten, en leeg, en het andere gedeelte nat en beschadigt zijn. |
2:o | Circa 1/5 gedeelte der Coffij Baalen, en voornamentlijk die op de zuijker Canassers geleegen hebben, of ten deele aangestooken, of ten deele Nat en ten eenemaale bedorven, terwijl een goed gedeelte der andere Baalen meer of min defect zijn |
3:o | Eenige Baalen met note Muscaten zoo defect als nat geworden, het welk voornamentlijk toe te schrijven, is aan de Slegte Conditie waarin de Baalen zijn bevonden. |
4:o | Eenige Baalen met Nagulen Nat, Eenige defect, en eenige /: dog zeer wynig :/ bedorven: dit laatste veroorzaakt, door de Lekkagie door de Lijfnaaden waarvan reets bij Rapport van den 17:e Meij Jongstl: is kennis gegeeven. |
5:o | Eenige Baalen met Cubebe of Staartpeeper, Nat, |
6:o | Een Baal Cattoene Gaarn, Nat |
7:o | Alle de Baalen met witte Peeper Slegt geconditioneert, en eenige Nat en defect |
8:o | Circa 1/12 Gedeelte der Peeper Nat, en bedorven, of in het Schip door de Lekkagie vergaan en verlooren geraakt. |
1:o | De meeste zuyker Canassers ten eenemaal gesmolten, en leeg, en het andere gedeelte nat en beschadigt zijn. |
2:o | Circa 1/5 gedeelte der Coffij Baalen, en voornamentlijk die op de zuijker Canassers geleegen hebben, of ten deele aangestooken, of ten deele Nat en ten eenemaale bedorven, terwijl een goed gedeelte der andere Baalen meer of min defect zijn |
3:o | Eenige Baalen met note Muscaten zoo defect als nat geworden, het welk voornamentlijk toe te schrijven, is aan de Slegte Conditie waarin de Baalen zijn bevonden. |
4:o | Eenige Baalen met Nagulen Nat, Eenige defect, en eenige /: dog zeer wynig :/ bedorven: dit laatste veroorzaakt, door de Lekkagie door de Lijfnaaden waarvan reets bij Rapport van den 17:e Meij Jongstl: is kennis gegeeven. |
5:o | Eenige Baalen met Cubebe of Staartpeeper, Nat, |
6:o | Een Baal Cattoene Gaarn, Nat |
7:o | Alle de Baalen met witte Peeper Slegt geconditioneert, en eenige Nat en defect |
8:o | Circa 1/12 Gedeelte der Peeper Nat, en bedorven, of in het Schip door de Lekkagie vergaan en verlooren geraakt. |
‘Dan aangaande het geen d’onderget / onder verbeetering :/ oordeelen het meest met de belangens der E Maatschappij te Strooken, hebben zy d Eer te zeggen.’
‘Dat vermits de Zuiker Canassers in te Slegte Conditie zijn, om te kunnen werden verzonden; ter voorkoming dat de wijnige poeder Zuyker die nog in eenige derzelve verbleeven zyn, verder versmelt; ten Eersten mag werden verkogt’
‘Dat de defecte Baalen met Coffyboonen na dat dezelve behoorlyk zullen zyn versteld, weederom werden opgevuld, de Coffyboonen die alleen zeer weijnig zyn aangestooken in `nieuwe Baalen werden gedaan, en met een ander Merk na Europa verzonden.’
‘Die met peper en andere vuiligheeden zyn vermengt, verkogt: en de volstrekt bedorvene ter voorkooming van ziektens, begraaven.’
‘Oordeelende d’ Ondergeteekendens dat het eene eindeloose Tijd zoude vereisschen, wanneer men de Coffyboonen wilde Sorteeren, te meer daarde ondervinding leert, dat Coffyboonen eens door het zeewater bevogtigt, hoe zeer ook gedroogt, iteratief nat worden, en langsamerhand bederft, weshalven de verkooping, zo schielijk mogelijk diende te geschieden.’
‘Dat de Nat gewordene Specerijen en Staart peeper worden gedroogt /: gelijk reets g’effectueerd word :/ de defecte Baalen opgevuld, versteld, en in het Schip herlaaden.’
‘Dat vermits het Cattoene Gaarn eens nat geweest, gemeenlijk tot bederf overgaat; de Nat gewordene Baal werd verkogt.’
‘Dat de Nat gewordene Peeper, na dat behoorlijk gedroogt zal zijn, in het Schip werd herlaaden, en die met vuyligheeden vermengt of ten deele vergaan zyn al meede ten Spoedigste werd verkogt, en het bedorvene als nergens toe deugende weggesmeeten.’
‘De Ondergeteekendens na hunne Best weeten Uw WelEdele Gestr: deeze hunne Consideratien hebbende gepresenteerd, en daarmeede gedenkende aan den Last die UW WelEd: Gestr: dezelve heeft gelieven op te draagen, te hebben voldaan, laaten deezen dienen als pligtschuldig Rapport.’
’/: Onderstond :/ Cabo de Goede Hoop den 8: Junij 1791. / was geteekent / J: F: Kirste, J: Hoets. H: O: Eksteen, D: Kuuhl, Mij Præsent / en get: / Joh: Bakker’
Na welks lecture beslooten is de voorm:e gecommitt: te gelasten nader Specificq op te geeven, zo het getal als de qualiteiten der goederen door hen gelost, om deeze hunne opgave bij de herlading van die bodem nader met eeden te staaven.
Zullende voorts gemelde gecommitt; zo specificq mogelyk op geeven, welke der door hen opgegeevene goederen zyn goed gebleeven, en welke daarvan bedorven zijn, ten eijnde daaromtrent zodanige dispositie te neemen, als bij deeze raade bevonden zal worden te behooren.
En nadien zeekerlyk by herlading van’t Schip S:t Laurens eenige ruijmte in’t zelve zal koomen over te blyven, zoo heeft den heere Gouverneur de Heeren leeden des raads verzogt, hun Ed: gedagten te laaten gaan, op welke wijze die leedig gevallene ruijmte ten meesten voordeele der Ed: Comp:e met eenige producten van deeze Colonie zal kunnen worden aangevuld.
Vervolgens kwam den Heer Independent fiscaal te rapporteeren, dat zijn Ed: ingevolge de ordres van de Hooge Indiase Regeering per de Pacquetboot de vlijt alhier ontfangen, alle de Particuliere goederen die zig aanboord van dat vaartuijg hebben bevonden, hadt laaten Confisqueeren, en dat daaromtrend door het officie fiscaal de nodige proceduures zullen worden geëntameerd.
De Heer Independent fiscaal voor deeze Communicatie bedankt zijnde, is vervolgens geleezen een request van den Burger Jacobus Johannes van den Berg, pagter van de Generaale pagt der Kaapse koele wynen, luidende als volgt
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: benevens den E Achtb: Rade van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Den Ondergeteekende Jacobus Johannes van den Berg heeft de Eere UwelEdele Gestr: en E Achtb: aller reverentelijk te kennen te geeven.’
‘Hoe hy Suppl:t Sub Ulto Aug:s a:o p:o den Generaale Pagt der Caabse Coele wijnen voor den tijd van Een Jaar heeft ingemeind, voor eene Somma van Een Hondert Vier en Veertig Duyzend Neegen Hondert Caabsche Guldens meestendeels uit aanmerking van het groot getal alhier zoo Nationaal als Auxiliaire Guarnisoen houdende Troupes, welke ingevolge het door Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: Sub dato 4 Maart 1788 g’Emagneerd Placcaat gehouden zijn, alle hunne wijnen by den generaale Pagter te koopen, en het grootste gedeelte hunner Besoldingen de voornaamste inkomst van deeze Pagt is, ‘t welk ook ten gevolge heeft gehad dat voorsz:e pagt binnen wijnig Jaaren ten voordeele der E Comp:e tot zoo een hooge prijs is gesteegen, en waar door hij Suppl:t in dit Streelend vooruitzigt een quantiteit van Circa Sestien Hondert Leggers Wyn heeft ingekocht, Ja, bovendien ter beheeringe zyner pagt genoodzaakt is geweest, dagelyks zwaare onkosten, zo voor benodigde Slaven, Maguazijnen als Europeesche knegts te moeten dragen, ongeagt ‘t montant van het onontbeerlijk vaatwerk &c:a dan zeedert voorsz:e maand August zig in dit Gouvernement, tot een algemeene verwondering eene nooit verwagte precipite en groote verandering opdoende als:’
‘Zo heeft den Suppliant tot zyne innerlijke Smerte, niet alleen zig moeten vergenoegen met een allergeringst debiet, maar bovensdien Steeds ondervinden, dat hij met geheel volle Magazijnen met wijnen van A:o p:o wiens oogst, in der daad niet deugsaam is geweest blyft zitten, ‘t welk in deeze geldeloose en armoedige tijden onvermeidelyk des Suppl:ts ruïne komt te veroorzaaken, zo door de steeds op handen komende Rijtijd, als de dalinge die de wynen dit Jaar indisputabel in prijs zullen moeten ondergaan.’
‘Weshalven hij mits deeze de Vrijheid neemd met alle onderdanigheid zyne bittere en Zielgrievende klagten in den Schoot van UwelEdele Gestr: en E: Agtb: aan wien de Bescherminge aller onderdanen van dit Vlek is aanbevolen uit te storten, in de billyke verwagtinge dat de alom bekende genereuse en menschlievende denkens aard, die in den Boesem van UWelEd: Gestr: en E: Agtb: is resideerende, geensints zullen toelaaten, dat een ingezeetene burger, die bereids zeedert zyn aanweezen alhier tot dato onvermoeide Pogingen ten faveure EComp:e heeft aangewend, buiten zyn toedoen door eene zo Spoedige en Imprevueuse veranderinge der Conjoncture van tijden in een Poel van Ruine zoude gedompeld worden, maar dat UwelEdele Gestr: en E Agtb:wel een oog van meedelyden op het droevig nood lot van den Suppl:t zullen gelieven te vestigen.’
‘Het is dan, in die vleyende Hoope dat den Suppl:t zig aller reverentelijkst tot UWelEdele Gestr: en E Agtb: is wendende, met zeer ootmoedig verzoek, dat het van Welderzelver Hooggunstig Welbehaagen zyn moge, den Suppl:t ter gemoedkominge zyner reeds geleedene en nog geduurende deeze zijne Pagt nogte lydene exhorbitante Schade onder gunstige approbatie van de WelEdele Groot Agtb: Heeren Bewindhebberen ter Kamer Zeventhienen, van de betalinge der resteerende Pagtpenningen te excuseeren, onder Sufficante Cautie nogthans, om na de eerstkomende verpagtinge van de E Comp:e in promptis te voldoen, het geen de Generaale Pagt meerder, dan het bedragen der door den Suppliant reeds betaalde Penningen mogte komen op te werpen ofte wel dat Supplicq in zyn geheel onder voorsz:e Cautie ter decisie aan de WelEdele Groot Agtb Heeren Majores in’t patria over te zenden’
’/: Onderstond :/’
‘’T Welk doende / lager / UWelEdele Gestr: en E Agtb: ootmoedige en onderdanige Dienaar / was geteekend / Jacobus Johannes van den Berg / in margine / Cabo de Goede Hoop den 31:e Meij 1791.’
dan hoe plausibel ook de reedenen zyn, die den Suppl:t komt op te geeven, om van de betaling van de helft ingemeind bevryd te worden, en hoe verzeekert deezen raade zig ook houd, dat door de diminutie van’t Guarnisoen alhier, het intrekken van Servies en laboreer gelden, en meerdere veranderingen die den Suppl:t onmoogelijk heeft kunnen voorzien, hem enorme Schadens worden toegebragt, heeft deezen raade egter vermeend hem geen vermindering nog uitstel van betaling te kunnen geeven, zullende hy dus gehouden zyn, zijne verschuldigde pagtpenningen onder Ult:o Augustus in de Cas der E Comp:e te voldoen, en zal zyn request waarbij de Positive door hem gebezigd naar waarheid zyn ter nedergesteld, in Copia authenticq aan de Hooggebiedende Heeren Meesteren worden verzonden, met eerbiedig verzoek daarop een gunstig reguard te Slaan.
Wyders wierd geleezen een vertoog van den Landdrost Bletterman door hem aan deezen raade gerigt, ingevolge en ter voldoening van ‘t van hem bij resolutie deezen tafel gevordert bericht, omtrend het getal der Paarden welke hij voor de ordonnantie Ruyters kwam te benodigen, en hoe veel tot dies onderhoud jaarlijks zou moeten worden geimpendeert, welk vertoog was luidende.
Aanden WelEdele gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den WelEdele Agtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer! en WelEdele Achtb: Heeren!’
‘In eerbiedige opvolging van de ordre der Hooggebiedende Heeren Majores by Uw WelEdele Gestr: en Ed Agtb: zeer geEerde Schryvers van den 13: der Jongst afgeweeken maand Meij vervat, neemt den ondergeteekende de vrijheid aan UWelEdele Gestr: en Edele Agtb: open te leggen: hoe veele Paarden hij ten dienste der E Comp:e nodig heeft, en hoe veel dezelve Jaarlyks aan onderhoud kosten: voorafgaande favorable Consideratiën van Uw WelEdeleGestr: en Edele Agtbaarens op ‘t needrigst aanbeveelende; dat hij, in teegen overstelling der Landdrosten van de Coloniën Zwellendam en Graaff Reijnet , welk van Colonies - weegen een off meerdere Plaatsen in gebruik en gevolgelijk zoo tot ‘t voortteelen van Paarden, als tot het benodigde paarden voeder in te winnen geleegendheid hebbende, en zoo dikwerff derzelver ordonnantie ruyters niet op weg behoeven te hebben, als de natuurlijke Situatie en uitgestrektheid van de Districten van Stellenbosch en Draakenstein meede brengt; verpligt zal zyn, de benodigde Paarden en ‘t voeder voor dezelve Jaarlijks teegens markt Prijs in te koopen.’
‘Dat den Ondergeteekende als verders, geduurende den tijd van Ses jaaren dat hij deezen zijn Jegenswoordigen post heeft bekleed, zeer dikwerff te gelijk tijdig den Substituut en vier ordonnantie ruijters op weg gehad, en dus Slegts twee ordonnantie ruyters zonder paarden by zig hebbende behouden, ook vermeend zo hierna als na het voorafgegaane de bereekening te moeten maaken, en dan zullen er ten minste zes Paarden en zes Zadels ten dienst der Ed Comp:e nodig zyn, als een voor hemzelve, Een voor den Substituut en vier voorde ordonnantie ruijters, waar van Een Paard op Vyf en vyftig, en een Zadel op vyf en twintig ryxdaalders bereekent, te zaamen een Som van Vier Hondert en Tagtig Ryxd:s uitmaakt, terwijl na dat bij de nieuwe inrigting het ontbreekende getal Paarden en Zadels gesuppleerd zijnde, Jaarlijks ten minsten Twee Paarden en Twee Zadels zullen dienen te worden aangekogt, zoo wel als voor Twee Hondert en vyftig Ryxdaalders aan garst, kaf en stroo, zoo dat den Jaarlykschen aankoop en onderhoud der paarden eene Somma van vier Hondert en Thien Ryxdaalders zou komen te bedragen behalven dat Uw WelEdele Gestr: en Edele Achtbaarens in vervolg van tijd goedvindende om gelyk in dit Jaar is geschied, alle brieven en andere S E Comp:e Papieren niet volgens ouder gewoonte direct van hier naar Zwellendam maar naar Stellenbosch te zenden, ten eynde door ordonnantie ruyters van daar naar Zwellendam te worden overgebragt, wel ‘t teegenswoordig getal van Ses ordonnantie ruijters toereykende zal zijn, egter Jaarlyks ten minsten een paard meer en naar rato ook voor ‘t zelve voeder dient aangekogt en bereekent te worden, terwijl de ondervinding heeft geleert door ‘t afzenden van S E Comp:e Papieren in drie ryzen een Paard afgegaan, en voor ieder rijze een ordonnantie ruijter ten minste agt dagen afweezig geweest te zijn.’
‘Met deeze gedaane opgaaff d’ ondergeteekende verhoopende aan d’ intentie van Uw WelEdele Gestr: en Edele Agtb: te hebben voldaan, neemt de vrijheid met diepsten Eerbied zig te onderschryven als’
’/ onderstond / WelEdele Gestr: Heer en WelEdele Agtbaare Heeren / lager / Uw WelEdele Gestr: en WelEdele Achtbaarens zeer Ootmoedigen Dienaar / was geteekend :/ H: Bletterman.’
Waarop beslooten is gemeld vertoog te Stellen in handen van den Heeren de Wet en van Reede van Oudtshoorn, omme deeze raade daarop te dienen van derzelver consideratiën en advijs.
Hierna geleezen zynde het volgend vertoog van den Directeur der Fortificatiën en Chef der Arthillerij de Heer Philippus Hermanus Gilquin, ingevolge het aan zijn Ed: ter Sessie van den 13:e Meij Jongstl: gedemandeerd onderzoek, nopens het Contract dat zou zyn geSlooten tusschen den gerepatrieerden Secunde de Heer Pieter Hacker, en den oud Burgerraad Johannes Karnspek, weegens het huuren van het Huijs van laatstgem: aan de E Comp:e tot eene wagthuijs verhuurd, luijdende
Aan den HoogEd: Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien - mitsgaders den Edelen Agtbaaren Politiquen Raad.
‘Hoog Edele Gestrenge Heer en WelEd: Achtb: Heeren!’
‘Ingevolge Politicq Raads besluit van den 10:e Meij 1791 mij een Extract zijnde ter hand gesteld, ten eijnde den Ed: Agtb: Rade van Politie te dienen van berigt, omtrent zeekere belofte of zogenaamt Contract tusschen den gerepatrieerde Heer Secunde Hakker en den Oud Burgerraad Carnspek geslooten etc:a’
‘Zoo heeft de ondergeteekende de Eer te berichten, dat naar zijn beste geheugen de gerepatrieerde Heer Secunde Hakker in zyne qualiteit van Hoofd Administrateur het Huis van den Oud Burgerraad Karnspek tot een Militaire wagt voor de Auxilaire Fransche Trouppes ingehuurt hebbende, hem te dier tijd als opzigter van S Comp:e Gebouwen heeft gecommuniceert, dat dit Huijs zoo lange het in huur der E: Comp:e zoude blyven, bij haar in onderhoud zoude genoomen werden, en dat men het vervolgens naar de evacuatie ordentelijk gerepareert en in een bewoonbaare Staat aan den Eygenaar zoude moeten restitueeren.’
‘Waarop dan ook van tijd tot tijd de noodzakelykste reparatien aan gem:e huijs van S Comp:e weegen zyn gedaan.’
‘Dan gemelde gebouw tot een burger woonhuijs ingerigt zijnde, en die Soliditeit niet hebbende, die men gewend is aan militaire Corps de Gardes te geeven; heeft door het Tienjaarig gebruik eener militaire wagt veel koomen te leiden, en zoude aanzienlyke reparatien vereijschen, om het zelve wederom in eenen goeden bewoonbaaren Staat te brengen; de voornaamste defecten van dit gebouw bestaan in eenige geheele ontramponeerde deur en venster Couzynen; verscheidene glaaze vensters en deuren, de vloeren van Bataviase estrikken &c:a’
‘Dierhalven vermeent de ondergeteek: / onder eerbiedige Correctie :/ dat er aan het verzoek van den oud Burgerraad Carnspek op tweederleij wyze met goed keuringe van Uw WelEdele Gestr: en E Agtb: zoude konnen voldaan werden, het zij namentlijk om de reparatien van dit huijs aan een Burger Baas te doen aanbesteeden, ofte wel met gem: oud Burgerraad te Convenieeren over eene aan hem te betaalene Somma ter zyner Schadeloos stelling, welk laatste arrangement mogelyk ‘t minst kostbaarste voor de Ed: Comp:e zoude weezen.’
‘Waar mede vermeenende aande geEerde ordres van UWH: Ed: Gestr: en WelEd: agtb: voldaan te hebben, zoo betuijge met diep respect te zijn’
’/: Onderstond :/’
‘Hoog Edele Gestr: Heer en WelEdele Agtbaare Heeren / lager / Uw Hoog Ed: Gestr: en WelEdele Agtbaarheedens zeer gehoorzaame en onderdanige Dienaar / was geteekend / P: H: Gilquin / in margine / Cabo de Goede Hoop d: 3: Junij 1791.’
Waarop beslooten is de Heeren Le Sueur en van Reede van Oudtshoorn te verzoeken en te committeeren, omme met den Oud Burgerraad Johannes Karnspek de nodige Schikkingen te maaken, tot reparatie van het huijs in questie, zullende wanneer die zijn beraamd, en door deezen raade geapprobeert, ter nadere approbatie aan de Hoog gebiedende Heeren Meesteren worden overgezonden, en aangem:e Karnspek het kostende dier reparatiën uit s Comp:e Cassa worden betaald, mits onder Cautie de restituendi, ten eijnde hij verpligt blyve deeze geheele betaaling ofte zo veel als de Heeren Majores zoude mogen goedvinden, dat aan hem minder had behooren te worden betaald, by eerste aanmerking wederom in S Comp:e Cassa te restitueeren.
Bij deeze geleegendheid in aanmerking genoomen zijnde, dat veel al Pakhuijzen of andere gebouwen, die men van tyd tot tijd verpligt is voor de 7E Comp:e in te huuren, op mondelinge Conditiën worden ingehuurd, en dat daardoor reeds meermalen moeilijkheeden voor deeze Regeering zyn ontstaan, welke doorgaans ten kosten van de E Comp:e uit den weg moeten worden geruimt, zo is om zulks eens vooraltoos uit den weg te ruijmen beslooten gemelde Heere Gilquin te qualificeeren om met de verhuurders van de Pakhuyzen die de E Comp:e thans ter deezer plaatsen in huur komt te hebben, S Comp:e weegen Schriftelyke huurcontracten te formeeren, waar by zullen moeten worden gestipuleerd, de Conditiën op welke die gebouwen voor als mog zijn verhuurd, om die ten allen tyde te doen stand grijpen.
Vervolgens wierd door den Heere Gouverneur ter tafel geproduceerd eene verantwoording door zyn Ed: vervaardigd op de § 43, van ‘t g’Eerd aanschrijvens der Hoog gebiedende Heeren Zeeventhienen Sub dato 4. Januarij deezes Jaars aan deezen raade gerigt, houdende de remarques door hun WelEdele Hoog Agtb: gemaakt op de verstrekkingen van Lywaaten tot het maaken van tafellaakens, Kussensloopen, Servetten en Beddelaakens, handdoeken en Theedoekjes, begeerende den Heere Gouverneur dat deeze zyn Ed: verantwoording en bygevoegde verklaaringen van den Pakhuysmeester van Echten in den Hofmeester Wille, in alle eerbied met de ministerieele Papieren deezes Raads indertijd aan de Illustre vergadering zullen worden verzonden.
Nog wierd door den Heere Gouverneur overgelegd een Schriftelyk protest door zyn Ed: gemaakt, teegens de onheusche beschuldiging, dewelke aan zyn Ed by het derdepoint van zeekere verantwoording door den geweezen oppermeester Pieter Domus, op requisitie van den Heere Rhenius, weegens zyne administratie in het Hospitaal gedaan, luydende dat Protest als volgt.
‘Protestvan den ondergeschreevene Gouverneur tegens de onheusche Beschuldiging, dewelke aan denzelve bij het derde poinct. van zeekere verantwoordinge, door den geweezenOppermeester domus, op requisitie van den Heere Hoofdadministrateur, en Secunde Rhenius, wegens zyne administratie over S Comp:e Hospitaal gedaan in dato den 27:e Maart 1791.’
‘Den ondergesz: heeft dan al weder tot zyn leedweezen door de voorn:e zogenaamde verantwoordinge, moeten ondervinden, dat zelfs den oppermeester van het Hospitaal voorn:s, de Schuld van de importante kosten dewelke voor het Hospitaal door de Ed: Comp:e hebben moeten worden gesuporteerd, zo onregtvaardig, als onheus en zelfs buiten alle waarheid op hem Gouverneur tragt te werpen om zig zo het Scheijnt, en andere die met de directie daar van ampts halven belast zijn te disculpeeren, en te bevrijden.’
‘En ten dien eijnde heeft den oppermeester domus of den stelder of Stelders van deeze zyne voorn: zogenaamde verantwoordinge, van zig kunnen verkrygen, om bij hetderdepoint te zeggen.’
‘“aan Extra uitreykingen dewelke op ordre van den Ed Heer Gouverneur in loco Cornelis Jacob van de Graaffblykens Schriftelijke bewyzendoor deszelfs voormaligen geheimschryver Mappa - de Capiteins Ingenieurs van de Graaff en Schull den Capitain Lieutenant van Baalen, en denadjunct Fiscaal Exteronderteekend, zyn gedaan, zo aan hetGouvernementde reconvalescent enaan de Linieaan hetNationaal Battaillon. aan deKoetsiers van s Compagnies Stal- aan de dragonders of de zogenaamde Lyfwagt -aan de dienaars der Justitie.- enaan de Slaven Logiemet welke uitgaave het Hospitaal al meede belast geworden zynde volgens de hier bij gaande Lysten N:o 5 en 7 &:a’
‘hoe onbestaanbaar en quaad aardig deeze beschuldiging is, zal hier dadelyk blyken.’
‘Domus heb ik doen opkomen en hem de Slegtheid het onheusche en niet brave van zyn handelwijze, met den Gouverneur in deezen gehouden, onder het oge gebragt en gereprocheerd.’
‘ik heb hem gevraagd, of ik hem ooijt eene Schriftelyke ordre gegeeven hebbe om die goederen gratis, aan den Lieutenant van Baalen voor het Battaillon’
‘aan den Capityn Lieutenant Kuchler voor het Corps arthillerije aan de Cap:n van de Graaff voor de Stal, en den Capt:n Schull voor de zieken of reconvaliscenten matrooszen en Scheeps Soldaaten aan de Linie of voor de dienaars van de Justitie uit te geeven.’
‘Waar op mij heeft geantwoord vanneen-die niet te hebben.’
‘hier op heb ik dan nog gevraagd of ik hem geweezen Eerste meester van het Hospitaal daar toe ook mondeling had gequalificeerd.’
‘en heeft dit meede metneenbeantwoord - alleen herinnerde mij voorn: H:r Domus, dat hy, de eerste maal toen de Heer Mappa, niet als geheimschryver des gouverneurs, maar als Extra ordinaire gecommitteerde over de bezorging van S Comp: Slaven Logie, waaronder van ouds her eenige Slaven ten dienst van het gouvernement begreepen geweest zyn, uit het Hospitaal heeft gevraagd, om eenige dekens, en haire matrassen, voor de zieke Slaven der Logie voorn: aan mij heeft gevraagt, hij die mogt verstrekken - waar op ik had geantwoord vanJa.’
‘Daarop heb ik voorn:e Heer Domus dan gezegd.’
‘dat het Battaillon, permissie hadde om dekens het zij uit het pakhuijs zo zeer waaren, en anders wel uit het magazijn van het Hospitaal te vraagen / de haire matrassen zyn voor de troupes altoos, in het Hospitaal gemaakt geworden :/ maar dat daar voor S Comp: prijzen moesten worden betaalt, en het Bataillon, als ook het Corps artillerye, er voorbelast werd, of volgens de ordre, er voor belast hadde moeten worden:’
‘Zo als ook het Regiment van Wurtemberg de benodigde goederen voor kledinge &c:a uit S Comp:e pakhuyzen op een order van den Gouverneur verstrekt zijn geworden mids betalende met 6 per:c advans.’
‘derhalven is daar in door den ondergesz:e niets gedaan dan dat S Comp:e ordres meede bragten, en hij verpligt was te doen en dus zyn ook de onkosten van het Hospitaal daardoor niet vermeerdert, en daar voor hadt het zelve niet belast behooren te worden.’
‘aan den Soldy Boekhouder de Heer Matthiessen die de belastingen moet doen, die hem worden opgebragt, heb ik verzogt om die zaak te onderzoeken - en heeft aan mij den toedragt daarvan by de nevens gevoegde memorie gerapporteerd.’
‘Waar uit blykt dat volgens de gestelde ordres en arangementen door den geweezen Gouverneur den Heere van Plettenberg, met den Colonel de meuron bij de aankomst van dat Regiment gemaakt, de onkosten van het Hospitaal jaarlijks zyn verreekend geworden, en waar door, door den ondergesz:e dan ook geen nieuwigheid of beswaar voor het Hospitaal gemaakt is.’
‘de 25 matrassen door den Capitijn Schull - voor de zieke of reconvalisseerende mattroosen op de Linie verstrekt, heeft dien officier genoomen, op eene memorie die hij volgens zyn Ed op gaave aan Matthiessen gedaan, aan den ondergesz:e Gouverneur in het begin zyner aankomst alhier had overgegeeven, - waar bij onder anderen zoude gevraagd hebben om 200 mattrassen of bulzakken dan waarop geene dispositie van den Gouverneur gekreegen had - derhalven ook geen ordre om er intusschen 25 op te neemen.’
‘of Schoon ik wel overtuygd ben van de noodzakelijkheid om de arme menschen daar van te voorzien - die ook nog onder het Hospitaal zoude konnen gehouden worden te behoren - dog de Heer Domus had dat ten Negotie Comptoire moeten opgegeven, ten eijnde er dan, zo dat al gratis moest verstrekt worden,niet het Hospitaalmaar de Linie er meede te belasten dus is die belastinge dan ook al weder niet door my gedaan.’
‘DeEene dekenen een buldzak verstrekt aan de dragonders zal dog geen object zijn en heeft tot geen noemenswaardig beswaar voor de zo importante Kosten, van het Hospitaal kunnen verstrekken, althans niet om er in de verantwoordinge van den Heer Domus met zo veel ophef van te Spreeken.’
‘als ook niet van de Zes dekens, voor de Koetziers van s Comp:s Stal dat alles is, dat in de laatst afgelopen Zes Jaaren zo voor deeze als voor de dragonders /: informeerd men mij :/ en dan voor de Stal ook nog op den voet zo als het voorheen had plaats gehad uit het Hospitaals magazyn gefourneerd geworden is.’
‘dan zo hier voor vergoedinge moet worden gedaan, ben ik zeer bereid om die zeven deekens te voldoen.’
‘en wat aanbelangd de zes dekens gefourneerd op requisitie van den Heer adjunct fiscaal Exter, ignoreer ik ten eenemaale, en is geheel buyten myne kennisse geschied.’
‘hier uit blykt dan evidentelyk, dat men mij op eene wyze zo onregtvaardig als onheus en Slegte, den Schuld dan ook al weder op den hals heeft willen werpen.’
‘Voorts is mijne begeerte, en ik meene dat de regtvaardigheid vordert dat deeze zaaken door twee Heeren Leeden des Raads nader worden onderzogt en dat door den Raad van Politie na ingekomen berigt, voor zo verre die belastingen niet reeds na de ordres der Compagnie zyn gedaan, den geene daarmeede word belast, die zulks incumbeeren zal.’
‘Van den Heer Domus begeere ik, als overtuygd zynde /: dat hij mij ook advouceeren moest :/ dat het zeer qualyk was gedaan, mij op zulke eene ongepermitteerde wijze in te roepen, die beschuldiging te retracteeren, en het in zyne zogenaamde verantwoording / op requisitie van den Heere Rhenius alleen gedaan / te veranderen, dan waar op mij den Heere Domus antwoorde zulks niet te kunnen doen om dat een afschrift daar van door den Heere van Reede van Oudtshoorn aan de Heeren van het bewind reeds verzonden was.’
‘Wat eene dis order door dergelyke particuliere verzendinge en Correspondentie natuurlyker wyze voor deeze Regeeringe moet proflueeren daar die verantwoordinge thans nog niet eens ter Tafel van den raade gedient heeft zal niet nodig zyn om onder het ooge van de Heeren Meesteren te brengen.’
‘Voorts is myne begeerte dat dit mijn protest, dat te gelyk diend om mij van den laster my hier alweder aangevreeven, voor mijne Meesters te zuyveren met de ministerieele papieren verzonden, en aande Illustre vergadering van 17:en eerbiedig overgelegd worden zal’
’/ Onderstond /’
‘Actum aan Cabo de Goede Hoop den 10:e Juny 1791 / was geteek / C: J: Van de Graaff en zal ingevolge de begeerte van welgem:e Heere Gouverneur met de ministerieele Papieren verzonden, en aan de Illustre vergadering van Zeeventhienen eerbiedig overgelegt worden:’
Zynde wyders de Heer de Wet en den Secretaris deezes Raads M:r Cornelis van Aerssen verzogt en Gecommitteerd, omme conform dat protest het poinct der belasting en van Deekens, Mattrassen en hoofd kussens met alle exactitude na te gaan en te onderzoeken, en daarvan aan deezen raade bericht te doen.
Alwijders geleezen zynde een bericht van den ingenieur Schull ingevolge het aan hem gedemandeerde bij Resolutie van den 10 Mei JongstL: van volgende inhoud.
Aan den HoogEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop beneevens den WelEdele Achtb: Politicquen Raad deezes Gouvernements -
‘Weledelen Gestr: Heer en WelEdele Agtbaare Heeren.’
‘Den 14:e deezer is den Ondergeteekende ter hand gesteld eene Extract Secrete Missive geschreeven door Haar WelEdele Groot Agtb: de Edele Heeren Bewindhebberen ter Illustre vergadering van zeeventienen Sub dato 2 October 1790 - benevens een Extract Resolutie genoomen door Uw Hoog Edele Gestr: en WelEdele Achtb: in Raade van Politie, op dingsdag den 10:e deezer beyde Stukken relatief den Inkoop van Schulpen door den ondergeteekenden met Last omme Uw Hoog Edele Gestr: en WelEdele Achtb: daar omtrent zoo Spoedig doenlijk te dienen van Schriftelyk berigt.’
‘Omme aan deeze gerespecteerde order pligtschuldig te voldoen, zoo hebbe de Eer Uw HoogEdele Gestr: en WelEdele Achtb: te berichten dat het mijn ondergeteekende /: onderCorrectie :/ voorkomt dat deeze Periode of reflexie der Hoog Gebiedende Heeren Majores schijnt gebooren te zyn, uit manquement van Locale kennisse, dewyle haar WelEdele Groot Agtb: abusivelyk schynen te veronderstellen, dat de Zee langs deeze Caabse Stranden / zoo als op andere plaatsen en ook op ‘t Robben Eyland wel geschied :/ de Schulpen op het drooge Strand werpt, en dezelve aldaar maar bij elkanderen te harken, en te transporteeren zyn, daar dezelve ondertusschen in de nabyheid van de Caab ordinair hondert en meer Schreeden van ‘t teegenswoordige Strand wel drie, vier, en meer voeten diep van onder den grond met veel moeijte en arbeyd worden uitgegraaven, en Schoon gemaakt, welken arbeyd of Schoon aan yder vrijstaande meestendeels door VrijSwarten, en ander zoort gelijk volk verrigt werdende, aan dezelve een gering onderhoud Schynt te geeven, zoo dat het Geld daar aan besteed niet zoo zeer voor de Schulpen zelfs maar voornamentlyk voor Arbeydsloon behoord gereekend te worden.’
‘Dat belangende de manier op welke die schulpen zyn ingekogt, zoo hebbe ik in deeze dezelfde gevolgt, als die waarvan zig de voornaamste Particuliere kalkbranders bedienen, namentlijk door dezelve vragtenwijs van boven gemelde differente vrijswarten &c:a te koopen, en voor dezelve by de Leverantie Contant te betaalen.’
‘dat voorts die inkoop is geschied op directe ordre van den Hoog Edelen Gestr: Heer Gouverneur, blykens de door zijn Edele Gestr: verleende in eygenhandig onderteekende ordonnantie van betaaling voor den Heer Cassier en welke origineele ordonnantie buyten alle twyffel in S E Comp:e Cassa bewaard werd;’
‘Dat het eynde en Oogmerk waartoe deeze Schulpen zyn ingekogt is geweest, om ‘er kalk van te branden, zoo als dan ook werkelijk is geschiet, zynde voorts de daar van gebrande kalk aan differente Posten, en werken der E Comp:e verstrekt, en vervolgens behoorlijk ten negotie Comptoire opgebragt geworden, zoo als bij dies Boeken nader zal kunnen gezien worden.’
‘Dat eyndelijk de beweegreedenen, tot deezen buyten gewoone Inkoop van Schulpen / volgens des ondergeteekendens beste geheugen / zyn geweest, dat er destijds veel kalk voor de onderhande zijnde werken wierd gebeezigd, en ‘er geene Schulpen van het Robben Eijland / om reedenen my niet bewust / wierde aangebragt.’
‘Hier meede verhoopt den onderget: aan de gevenereerde ordre en Intentie van UWelEdele Gestr: en WelEdele Achtb: te zullen hebben voldaan; en heeft overigens de Eer van zig met alle Hoog achting te Respect te noemen.’
’/: Onderstond :/’
‘HoogEdele Gestrenge Heer en WelEdele Achtbaare Heeren / lager / Uw HoogEdele Gestr: en WelEd: Agtbaarens zeer Gehoorz:e en onderd: dienaar’
’/ was geteekend / H: P: Wyting Schull / in margine / Cabo de Goede Hoop den 23 May 1791.’
‘t welk in Copïa Authentiecq zal verzonden worden aan de Illustre vergadering van Zeeventhienen, om te dienen ter eerbiedige beantwoordinge van de remarques die hun WelEdele Hoog Agtb: omtrend den inkoop van Schulpen hebben gelieven te maaken.
Nog wierd door den Gezaghebber van de Pacquetboot de Vlyt Frans Mooser ingediend het volgende Request
Aan den WelEdele Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Gestr: Heer en E E Achtb: Heeren!’
‘De Gezachhebber van de in Baaifals g’ankerd leggend pacquetboot De Vlijt Frans Mooser geevt Eerbiedig te kennen dat zyne onderhebbende bodem op de Rhijze van Batavia na herwaards zodanige Schaden heeft bekomen, dat den Suppl:t onvermydelijk ter reparatie van dezelve eenige tijd in Baaijfals zal moeten vertoeven en dewyl de tijd tot die reparatie zeekerlyk de bepaalde legdagen zal Surpasseeren. zo Suppliceerd hy UWelEd: Gestr: en E Achtb: aan hem permissie te verleenen, om ter herstelling van zyne geleedene Schaade, eenigen tyd boven de bepaalde legdaagen zich alhier te mogen ophouden.’
’/ Onderstond :/’
‘’T Welk doende &c:a / was get: / F: Moser’
Waarop beslooten is eene Commissie van Zeekundigen te benoemen, om de gebreeken die zig aan voorsz:e vaartuijg bevinden te examineeren en op te geeven, ten eynde dezelve ten Spoedigste te kunnen repareeren, en dat vaartuyg de reyze naar Nederland te doen onderneemen.
Voormelde Mooser, en de Capitains Dirk Muller en Zacharias van Hek Commandeerende de Scheepen Beverwijk en de Constitutie by requesten verzoek gedaan hebbende, om te worden geadsisteerd met de nodige Equipagie goederen voor hunne onderhebbende Bodems, zo is daarop verstaan, de Petitiën daarvan te Stellen in handen van den Equipagiemeester deezes Gouvernements, omme des nodig oordeelende, de geEischte goederen te verstrekken.
Den Capitain Johannes Bakker Commandeerende ‘t Schip S:t Laurens bij requeste verzoek gedaan hebbende, om voor de Manschappen op zijn Bodem bescheiden, te moogen genieten twee maanden gagie, en alzoo door het lang vertoef van die Bodem aan deezen uithoek noodzakelyk behoeftigheid moet ontstaan, zoo is goed gevonden en verstaan den Soldy boekhouder en Winkelier tot de betaling der verzogte twee Maanden gagie te qualificeeren.
Door den onderkoopman Benedict Hartwig Godlieb Baron van Diemar, geweezene Resident van Boelecomba en Bonthain , ingediend zynde het volgend vertoog luidende.
Vertoog door den ondergeteekende geweezen Resident van BoeleComba en Bonthain , Benedict Hartwig Godlieb Baron van Diemar op een hem toegeschikt Politiecq Raadsbesluit van den 24:e May h:a:
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur, Benevens Den WelEdele Achtbaaren Raad van Politie van S Comp:e importante belangens tot Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien.
‘WelEdele Gestrenge en Achtbaare Heeren!’
‘Den ondergeteekende is gisteren door een Soldaat toegebragt een Besluit in UWelEdele Gestr: en Agtb: Raade genomen van den volgende inhoud’
‘Extract Resolutie genomen in Raade van Politie in ‘t Casteel de Goede Hoop op Dingsdag den 24:e Mai 1791.’
‘Vervolgens door den Ed: Heer Gouverneur deezen Raade te kennen gegeeven zynde &c:a is daarop ook beslooten voorm: passagiers, by Extract deezes, te gelasten, gem:e Bodem Beverwijk te verlaaten, en directelyk met hunne bagagien op ‘t Schip S:t Laurens over te gaan’
’/ onderstond /’
‘Accordeert / lager / was geteekend / P: H: Faure g: c’
‘Den Ondergeteekenden betuijgd niet te kunnen bezeffen, welke motiven / het zij met eerbied gezegd :/ UWWelEdele Gestr: en Achtbaarhedens zouden op fundamenteele, reedenen kunnen noopen tot het neemen van zodanige Resolutie, die een hooger order en genoemen besluit der Hoog Indiase Regeering tot Batavia infungeerd en illusoir maakt, tot groot nadeel van den onderget:, waaromme dan ook denzelven UW WelEdele Gestr: en Agtbaarens met Eerbied en gepaste vrymoedigheid te kennen geeft’
‘Dat den ondergeteekende weegens Famielie affaires aan Hun Hoog Edelheedens de Hooge Indiase Regeering tot Batavia van het Jaar 1787 af herhaalde en zeer dringende verzoeken gedaan heeft om naar Europa te vertrekken, alwaar zyn præsentie noodzakelyk vereijscht word.’
‘Dat de Criticque tijdsgewrigten, waarin toen Maccasser en volgende Jaar gewikkeld was, Hooggemelde onze Superieuren volgens zyn Susteneue te rug gehouden hebben, dat verzoek in te willigen, tot dat dezelve een betere keer genoomen hebben, wanneer de Hoogindiase Regeering den onderget: goedgunstiglijk hebben vergunt, behoudens qualiteit, gagie en Bagagie nevens deszelfs Huisvrouw, en kinderen onder toevoeging van nog vier kisten te mogen repatrieeren, uitwijzens de in handen van den ondergeteekenden zynde Extracten uit Hoog derzelver Besluiten en ordonnanties op ‘t Schip Beverwijk zig bevindende’
‘Dat het bewijs, dat den ondergeteekende voor Transport en Kostgelden van deszelfs Huisvrouw en kinderen aan de Edele Compagnie voldaan heeft, in handen gesteld is, van den Capitain Dirk Muller, omme over te geeven aan de Hoog Achtb: Heeren Bewindhebberen.’
‘Dat den WelEdelen Gestr: Heer Directeur Generaal Hendrik van Stockum uit byzondere Consideratie en menschenliefde de Cajuit voor des ondergeteekenden Huisvrouw en familie heeft laaten afschotten; na dat het Schip Beverwijk bereeds zijlvaardig was, eenelijk naar den ontfangst der papieren wagtende.’
‘Dat den ondergetek: derhalven onder g’Eerde Correctie vermeend, wanneer door de Hoog indiase Regeering tot Batavia op een Bodem geplaatst is en nog te meer wanneer iets in huur heeft men hem zulks niet kan ontneemen.’
‘Dat wanneer den WelEdele Gestr: Heer Gouverneur geliefde te willen disponeeren over een gedeelte der Cajuit tot zyn WelEdele Gestr: inwooning, immers nog de Helfte en met de Waalgang drie vengsters overig blyven, houdende den Ondergeteekenden zig in zodanige gevalle te vreeden, met de kleinste Wederhelft van maar Twee Vengsters aan Stuurboord zijde.’
‘Dat den Ondergeteekenden zyn Familie affaires zo Sterk presseeren naar Europa te vertrekken, dat onmogelyk kan afzien, van met dit Schip de reijze naar derwaards te onderneemen, wordende zyn præsentie volstrekt vereischt, ter voorkoming van enorme Schaden, waar van den ondergeteekenden nu onlangs eerst door zijn Familie verwittigd is geworden - Dat de Schade, die hy door een langer verblyf alhier zoude lijden, ten minsten op Zestig Duyzend hollandse Guldens beloopt, ongereekend de onkosten die hij hier moet maken, weshalven den Ondergeteekenden volstrekt niet kan obedieeren, aan de regoureuse orders door Uw WelEdele Gestr: en Achtbaarens aan hem gegeeven, het Schip Beverwijk te verlaaten, en directelyk met zyn Bagagie op ‘t weegens Lekkagie te rug gekomen, en thans ontlost wordend Schip S:t Laurens over gegaan, zoo wel om voorschreevene reedenen, als ook om dat deszelfs gepermitteerde kisten, niet anders dan tot zyn groot nadeel als meede tot Schade der Edele Comp:e of derzelver lading uit ‘t genoemd Schip kunnnen genomen worden.’
‘Dat den Ondergeteekende derhalven UW WelEdele Gestr: en Achtbaarens ootmoedig insteerd, om van hun hiervoren gemeld besluit te willen recitieeren, dan wel alle Schadens die den zelven by ‘t teegendeel zoude lyden voor Hoog derzelver Reekening te neemen, in welk laatst onverhoopt geval, den Ondergeteekende verzoekt om aan de Hoog indiase Regeering, zo wel als de Hoog Achtb: Heere Zeventhienen te willen Copia laaten toekoomen van dit Eerbiedig vertoog, neevens de daar op gevallen besluyten, aan Hoog dewelke hij zig als dan verder zal moeten addresseeren, ter erlanging van zyn goed recht en geleedene Schade.’
‘Den ondergeteekenden heeft de Eer zig met den vereischten eerbied te noemen.’
’/ Onderstond /’
‘Wel Edele Gestr: en Achtbaare Heeren / lager / UwerWelEdele Gestr: en Agtb: ootmoedige Dienaar / was geteekend / B: H: G: v: Diemar / in margine / Cabo de Goede Hoop den 1:e Juny 1791.’
Over het welk gedelibereerd zynde, is in aanmerking genoomen dat hoe sterk de instantiën van den onderkoopman Van Diemar ook mogten zyn, men door daar aan te voldoen, verhinderingen zouden toe brengen aan de executie der ordres van de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, waarbij hun WelEdele hoogAgtb: de præsentie van den Heer Gouverneur in Nederland koomen te requireeren, en waartoe hy Heere Gouverneur vermeend heeft de eerste Scheepsgelegentheid te moeten capteeren, weshalven beslooten is te blyven persisteeren by de Resolutie deezer tafel van den 24:e May Jongstl: en ingevolge van dien voorsz:e Diemar beneevens zyne famielie en de overige op het Schip Beverwijk bescheidene Passagiers te laaten verplaatsen, op het ter deezer rheede leggend Schip S:t Laurens , in hoope dat deeze Schikking zal worden geapprobeerd zoo door de hooggebiedende Heeren Meesteren, als door de Hoog indiase Regeering, aan dewelke daarvan eerbiedig kennis zal worden gegeeven, en ingevolge het verzoek van den Onderkoopman van Diemar worden toegezonden Copia authentiecq van ‘t vertoog door hem heeden ingediend.
Wyders wierd door den Capityn der Artillery George Coenraad Kuchler als opziener over het Ambagtsquartier ingediend het volgend Schriftelijk verzoek
Aan den HoogEdel Geb: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien beneevens den WelEdele Agtbaaren Politiquen Raad.
‘Hoog Edel Gebooren Gestr: Heer en WelEdele Agtbaare Heeren!’
‘De ondergeteekende zig in de noodsaaklijkheid bevindende om ter kennisse van Uw H: Ed: Geb: Gestr: en WelEdele Agtb: te moeten brengen, hoe dat de in s Comp:e Ambagts Quartier bescheidene Baas en Vyf gemeenen Wagenmakers Zeedert den 1:e Maart Jongstl: verstooken zyn gebleeven van ‘t ordinaire door hun lieden altoos genootene Kostgeld, En vermits gemelde Lieden als na gewoonte hebben gearbeid tot het onderhouden der wagens zoo voor S’ Comp:s Stall, als voor de Slave Logie, Clapmuts etc:a als zynde bij die veranderingen die door Uw HoogEd: Geb: Gestr: en WelEd: Agtb: reeds gemaakt zijn, het maaken van Steelen in pikken, Graave &c:a voor de metzelaars en andere arbeiders aan de Fortificatien zedert dien tijd daar maar alleen van uitgezondert, dus wat het Overige werk aangaat, voor als nog in zyn geheel gebleeven is, om reedenen, dat de aanbesteedings bestekken, zo van het ryden van ‘t Water, als het ryden na de Baayfals etc:a nog niet heeft konnen in train gebragt werden.’
‘En daar het Uw HoogEd: Geb: Gestr: en WelEd: Agtb: door de meenigvuldige occupatien: voor als nog op desselvs ondergeteekende aan hem gedemandeerde Memorie niet hebben konnen resolveeren - zoo verzoekt den ondergeteekende met alle verschuldigde Submissie dat het Uw Hoog Ed: Geb: Gestr: en WelEdele Agtb: gelieven te behaagen, om aan gem:e baas en vyf gemeenen Wagenmakers toe te staan het ordin: Kostgeld by hunlieden altoos genooten, het welke zy zeedert den 1:e Maart J: L: hebben moeten missen, tot tyd en Wyle nader door Uw HoogEd: Geb: Gestr: en WelEdele Agtb: zal zyn gedisponeerd:’
‘Waarmeede de Eer hebbe met diepSchuldig Respect en Hoogagting myn te noemen.’
’/ Onderstond /’
‘HoogEdel Gebooren Gestr: Heer en WelEdele Achtbaare Heeren / lager / Uw HoogEdel Gebooren Gestr: En WelEdele Agtb: zeer gehoorzaame en onderdanige Dienaar / was getekend / G: C: Kuchler. / in margine / Cabo de Goede Hoop den 10 Junij 1791.’
Zoo is beslooten het zelve te stellen in handen van de Heeren Rhenius en de Wet, omme daarop deezen raade te dienen van derzelver Consideratien en advijs.
Waarop geleezen zynde een verzoekSchrift van den Adjunct Secretaris deezer Regeering mitsgaders Lidt in den E: Achtb: raade van Justitie deezes Gouvernements Carel Mappa.
Aan den WelEdele Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop, en den ressorte van dien, &c:a &c:a &c:a beneevens den Edelen Agtbaaren Raade van Politie aldaar.
‘WelEdele Gestrengen Heer! Edele Achtbaare Heeren!’
‘Den ondergeteekenden Adjunct Secretaris van deeze UWelEd: Gestr: en Ed: Achtb: vergadering mitsgaders Lid in den Ed: Achtb: Raade van Justitie deezes Gouvernements Carel Mappa neemt met verschuldigde hoogagting, de vryheid UwelEd: Gestr: en Ed: Agtb: op ‘t ootmoedigst te verzoeken,’
‘Dat, daar eenige pressante reedenen den Suppl:t noopen, om deeze Luchtstreek te verlaaten, en naar zyn vaderland te rug te keeren het UWelEd: Gestr: en Ed: Agtb: gunstig behagen moge den Suppl:t uit den dienst der Ed: Comp:e, waarin denzelven nu ruym Ses Jaaren gestaan heeft, zonder tot nog toe zelfs het allerminste bestaan voor zig, en de zynen, daar inne te hebben mogen verkrygen, en welke levenswyze hoe zeer ook oeconomisch ingericht, den Suppl:t in dit zo duur land niet langer kan Souteneeren, te ontslaan met behoud van deszelfs, door UWelEd: Gestr: en Ed: Achtb: aan hem zo gunstig toegestaanen rang van Koopman - en denzelven daar en boven te willen vergunnen van hier te mogen vertrekken met het Schip Beverwijk thans alhier ter rheede leggende onder mede neeming van al zulke gepermitteerde kisten, als aan bovengemelde rang Competeeren.’
‘Terwijl den Suppl:t daar en boven noch op ‘t instandigst van UWelEd: gestr: en Ed: Agtb: Solliciteerd, des zelfs alhier gehuuwde Huisvrouwe Christina Westpalm, beneevens een Slaven Jongetje met zig op ged:e bodem meede te mogen neemen, zich Submitteerende aan de betaliing der g’ordonneerde Transport en kostgelden voor ieder derzelver.’
’/ onderstond /’
‘’T Welk doende &:a / was get: / C: Mappa.’
En daar uit zijnde gebleeken, dat den Suppl:t nu ruim Zes Jaaren de Oost Indische Comp:e gediend hadde zonder tot op deezer tijd toe, het allerminste bestaan in voorsz:e dienst te hebben moogen verkrygen, en ‘t vooruitzicht om deszelfs Situatie te verbeeteren, door de Omstandigheeden des tijds gantsch ongunstig zynde hy de levenswyze met hoe veel oeconomie dezelve ook Steeds was ingerigt geworden onmogelyk hier in dit duur land, op dien voet, langer konde Supporteeren, en daar door dan ook al meede genoodzaakt geworden was om zig te keeren tot deeze regeering, verzoekende dat het van derzelver gunstig welbehagen weezen mogt, om hem Suppl:t uit den dienst der E Comp:e met behoud van de aan hem gunstig toegestaan rang van Coopman geheel te ontslaan, en dat welgemelde regeeringe aan hem Suppl:t dan ook nog zoude gelieven te vergunnen, om van hier te moogen vertrekken met het thands alhier ter rheede leggende Schip Beverwijk , onder meede neeming van alle zulke gepermitteerde kisten als aan boovengemelde rang Competeeren.
En wyders dat hy Suppl:t dan ook nog instantigst Solliciteerde, om deszelfs alhier gehuuwde huysvrouwe Christina Westpalm als ook een Slaaven Jongetje met zig op ged:e Bodem te mogen meede neemen, zig Submitteerende aan de betaalinge der geordonneerde transport en kostgelden zoo voor deszelfs Huysvrouw als voor het Slave Jongetje voornoemd.
Waarop den Heere Gouverneur in rade deClareerde, dat het niet dan met een grievend leedweezen voor hem was, dat daar den Suppl:t nu bynaa zeven Jaaren geleeden met hem Gouverneur uit Nederland als Secretaris of Geheimschryver na deeze bezettinge was overgegaan, hij Gouverneur zig niet eens in staat bevonden hadde, voor des Suppl:ts getrouwe diensten hem in zynen moeyelyken Post met zo veel yver beweezen, een reëele blyk van erkentenisse te kunnen geeven, nog aan deszelfs kundigheeden en bijzondere verkreegene bekwaamheeden voor den dienst der Maatschappije eenige belooninge nog eene openbaare blyk van genoegen te doen erlangen, hem Gouverneur thands niets overschoot, dan den Suppliant voor deszelfs voorm:e yverige en getrouwe diensten hartelyk te bedanken.
W aarna de verdere Heeren Leeden des raads den Suppl;t insgelijks voor deszelfs getrouwe en goede diensten hebbende bedankt; zyn deszelfs gedaane verzoeken in deliberatie genoomen, en is daarop goed gevonden en verstaan, den Adjunct Secretaris en Lid, in den Raad van Justitie deezes Gouvernements Carel Mappa, Conform deszelfs verzoek in beyde deeze qualiteiten, met behoud van zyn rang als koopman uit den dienst der E Comp:e te ontslaan.
En wyders dat ook ingevolge deszelfs verdere gedaan verzoek met ‘S Comp:e Bodem Beverwijk na Nederland zal mogen overgaan, zyne Huisvrouwe Christina Westpalm als ook om ‘t voorm:e Slaaven Jongetje met zig te mogen neemen, onder voldoening van de gewoone Transport en Kostgelden daartoe Staande.
Zoo als dan ook nog aan den Suppl:t wierd geaccordeerd meede te moogen neemen alle zulke gepermitteerde kisten als aan bovengemelde rang Competeeren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:e
[Signed:] [.....]
C. 193, pp. 192-194.¶
Maandag den {17910613} 13 Junij 1791.
Bij omvrage, alle present demptis de Heeren Gordon en de Wet.
Wierd ter ordre van den Heere Rhenius aan den Heere Gouverneur gerapporteerd, dat Schoon zijn Ed: alles hadt aangewend wat in zijn vermoogen was, om de Bagagie der Wurtembergse Troupes die per het Schip Meerwyk naar Batavia moeten vertrekken, per de Wagens der E Comp:e te doen transporteeren, het echter onmogelijk kwam te zijn, om zulks met dezelve geheel ten uitvoer te brengen, zonder die bodem aan een considerable vertraging in deszelfs vertrek bloot te Stellen, en waar door dat Schip de reijze naar China geheel zou kunnen missen met propositie omme zo veele Wagens in te huuren als men buiten die der E Comp:e onvermydelijk nodig zou hebben om de bagagie dier troupes tegens overmorgen naar Baaijfals te doen transporteeren.
Den Heere Gouverneur gepenetreerd van de noodzaaklykheid dat in deeze ten spoedigste wierd voorzien, goedgevonden hebbende, deeze propositie ter ordre van zyn Ed: by de Heeren Leeden des raads in omvraage te brengen, is daarop beslooten den Heer Hoofdadministrateur te qualificeeren, zo als zijn Ed; gequalificeerd word bij deeze omme zo veel Wagens tot transport van voorm:e bagagie in te huuren als allernoodzaaklijkst zullen worden vereijscht tot ‘t transporteeren der goederen die met de Wagens der E Comp:e niet zullen kunnen worden vervoerd.
Door den Capitijn Johannes Philippus Mann, commandeerende S E Comp:e Schip Schaagen , bij geschrifte verzoek gedaan zynde, omme te worden geadsisteerd met zodanige Equipagiemeester, als hij voor zynen onderhebbende Bodem kwam te benodigen, zo is goedgevonden en verstaan dat verzoek te stellen in handen van den Equipagiemeester, omme des nodig oordeelende de geeischte goederen te laaten verstrekken.
Aldus Geresolveerd ende G’arresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten daage en Jaare voorschreeve.
[Signed:] [.....]
C. 193, pp. 195-197.¶
Woensdag den {17910615} 15:e Junij 1791.
Bij omvraage alle present, demptis de Heeren Gordon en de Wet.
De Heer Hoofdadministrateur Johannes Isaac Rhenius alles aangewend hebbende, om de Bagagie der Wurtembergse Soldaaten die per de scheepen Schagen en de Constitutie uit Baaifals naar Indiën worden verzonden, te doen transporteeren met de wagens der E Comp:e en ten dien eijnde al de andere arbeid die met de Wagens anderzints volgens de inrichtingen van het Gouvernement geschied hebbende doen staken, zich echter in de onmogelykheid bevindende om de Goederen tot die troupes gehoorende ter vereyschte tijd met s Comp:s wagens naar Baayfals te doen transporteeren, heeft den Heere Gouverneur daarvan doen kennis geeven, met verzoek qualificatie te mogen erlangen, om de bagagie die met S Comp:e wagens niet mogt kunnen worden vervoerd, met huurwagens te laaten overvoeren, welk verzoek op bevel van den Heere Gouverneur bij de overige Heeren Leeden des raads in omvraage gebracht zijnde is daarop beslooten de Heer Hoofdadministrateur te qualificeeren de ontbreekende wagens van particulieren in te huuren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] [.....]
C. 193, pp. 198-202.¶
Zaturdag den {17910618} 18:e Junij 1791,
By omvraage, alle præsent, demptis de Heeren Gordon en de Wet.
Door den Capitijn ter zee Dirk Muller, voerende het Schip Beverwijk , overgelegt zynde eene nadere Eisch van benodigdheeden voor zyne onderhebbende Bodem, zo is beslooten die Eisch te stellen in handen van den Equipagiemeester, omme des nodig vindende de verzochte verstrekkinge te doen.
Voorts is op het dienaangaande by request gedaan verzoek aan Johannes Stephanus Smeeman, tweede Meester van het Schip de Zeenimph thans op het Schip Beverwijk bescheiden toegestaan zyne gepermitteerde en gebrande kist met zich te neemen naar Nederland.
Wyders door Maria Rael Alterkerchen gepresenteerd zijnde het volgend Request.
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien, &c: &c: &c:a beneevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘WelEdele gestrenge Heer en E E Achtbaare Heeren!’
‘Geeft met de verEischte Eerbied te kennen UWelEdele Gestr: en E Achtb: Nederige Dienaresse Maria Raël Alterkerchen, van Batavia hoe de Suppl:te in deeze Jaare met ‘t Schip de Constitutie alhier gearriveerd zijnde, voor welks overvoer het Transport en Kostgeld, voor de Suppl:t uit Nederland herwaards reeds is voldaan geworden.’
‘En vermits zy zig gaarne van hier weder naar Batavia wilde op rhyze begeeven, by haare aldaar woonagtig zynde Familie, is zij van UWelEd: Gestr: enE Achtb: ootmoedig verzoekende de Suppl:t gelieve te Permitteeren haare geprojecteerde rijze met voorengem:e bodem de Constitutie te laaten vervorderen, en uit aanmerking van haare armoedige toestand, van ‘t gewoon Transport en Kostgeld gunstig gelieve te Excuseeren’
’/ onderstond /’
‘’T Welk doende &: / was get: / Maria rael Alterkerk.’
Is daarop beslooten haar te permitteeren, per het Schip de Constitutie naar Batavia te vertrekken. Zullende de betaaling van Transport en - Kostgeld eerbiedig worden gedefereerd gelaaten, aan de hooge indiase Regering.
Nog is aan den onderkoopman Benedict Hartwig Godlieb, Baron van Diemar, gepermitteerd omme ter oppassing zyner Huysvrouwe zeekere Jonge Dochter genaamt Geertruida van Duin; met zich naar Nederland te neemen mits daarvoor het gewoon transport - en - Kostgeld betaalende.
Laastelijk uit een ingekomen Rapport gebleken zijnde; dat wederom in gereedheid waaren gebracht Een Duyzend Stuks papiere munten van Zes Stuijv: zo is goed gevonden en verstaan dezelve te doen overbrengen in de groote Geld Cassa en byde Negotieboeken te laaten inneemen.
Aldus Geresolveerd ende G’arresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten dage en Jaare voorsz:
[Signed:] [.....]
C. 193, pp. 203-205.¶
Maandag den {17910620} 20:e Junij 1791.
Bij omvrage alle præsent demptis de Heeren Gordon en de Wet.
Wierd door den Hoofdadministrateur overgelegd de volgende Memorie van den Equipagiemeester dezes Gouvernements Cornelisz.
Aan den WelEdelen Achtb: Heere Johannes Isaac Rhenius, opperkoopman, Secunde en Hoofdadministrateur deezes Gouvernements
‘WelEdele Achtbaare Heer!’
‘De Geteekende Equipagiemeester, geeft UWelEd: Achtb: reverentelijk te kennen dat volgens de door den Capityn van ‘t Schip Beverwyk Dirk Muller successivelijk gedaan, en op heeden nog te doene Eisschen, noodwendig tot de toetuiging der verlooren en alhier nieuw aangemaakte Tuig voor zyn onder hebbende Bodem, mitsg:s ter waarloo tot een geringe voorraad op de Rijze, komt benodigt te hebben een aantal van 33 p:s gesort:e Yzertrossen, en 36 d:o d:o Wieltrossen. van welke Trossen by d E Comp:e thans niet meer aan handen zyn als’
‘14 1/2 p:s Yzertrossen en’
‘31 1/2 d:o Wieltrossen.’
‘dus voor dien Bodem ter vervordering zyne rijze nog komt ‘t ontbreeken 18 1/2 p:s ges: Yzertrossen en 4 1/2 p:s ges: Wieltrossen.’
’/ onderstond /’
‘’T welk doende / was geteekend / C: Cornelisz. / in margine / Cabo de Goede Hoop den 18:e Juny 1791.’
Waaruit zynde komen te blyken dat ‘er tot toetuiging van ‘t Schip Beverwijk mitsg:s tot een geringe voorraad voor deszelfs rhijze nog kwam te ontbreeken.
33 p:s gesort: Yzer trossen en 36 d:o d:o Wieltrossen.
dan daar ‘er in s Comp: pakhuyzen zig niet meer aan handen komen te bevinden als
14 1/2 p:s Yzertrossen, en
31 1/2 d:o Wieltrossen.
Zoo is beslooten den Equipagiemeester by deezen te qualificeeren die ontbreekende articulen ten minste prijze bij particuliere alhier in te koopen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] [.....]
C. 193, pp. 206-208.¶
Woensdag den {17910622} 22:e Junij 1791
Bij omvraage, alle Præsent demptis de Heeren Gordon en de Wet.
Uit twee Rapporten van Gecommitteerdens tot het teekenen der papieren Munten gebleeken zijnde, dat wederom door hen in gereedheid zijn gebracht.
1000 P:s a 24 Stuijvers en
2400 d:o d:o 6 Stuijvers
zo is beslooten dezelve met een bedragen van Rd:s 533 1/3 bij de Negotie boeken in de groote geld Cassa te laaten inneemen.
Voorts is op het dieswegens bij requeste gedaan verzoek aan den onderkoopman van Diemar toegestaan met de Pacquetboot de vlijt zijne reijze van hier naar Nederland te mogen voortzetten.
Wyders is op de des wegens insgelijks bij requesten gedaane verzoeken aan den Capitein Lieutenant van het Schip Beverwijk Cornelis Simons gepermitteerd tot herstelling zyner gezondheid alhier eenige tijd te verblyven, en aan den Cadet der Marine Willem David Marinissen vergunt onder Stilstand zijner gagie met de Pacquetboot de vlijt naar Patria te mogen vertrekken.
Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten daage en Jaare voorschreeve.
[Signed:] [.....]
C. 193, pp. 209-325.¶
Vrydag den {17910624} 24:e Junij 1791
S’ voormiddags, alle præsent, demptis de Heeren Gordon, de Wet en van Reede van Oudtshoorn.
Aan den Heer Hoofdadministrateur, ter sessie van den 10:e deezer, gedemandeert geworden zijnde, omme op te geeven op welke meest voordeelige wijze, de lediggevallene ruimte in het Schip S:t Laurens met eenige voortbrengselen deezer Colonie, best zou kunnen worden opgevuld, heeft zijn Ed: dienaangaande overgelegt het volgend bericht:
Aan den WelEdele Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a benevens den E Achtbaaren Raad van Politie
‘WelEdele Gestrenge Heer en E Achtbaare Heeren!’
‘Toen den Equipagiemeester Cornelis Cornelisz my gerapporteerd heeft dat ‘t Schip S:t Laurens ontlaaden, en men thans werkelijk bezig was, om na ‘t Lek van dien bodem onderzoek te doen; ten einde dezelve in staat te stellen, zo spoedig mogelyk zyn lading weder te kunnen inneemen, heeft gemelde Equipagiemeester mij bij die geleegendheid geinformeerd, dat ‘er zeer apparent eener ledige ruimte zoude overblijven; met verzoek te mogen weeten, welke goederen uit dit Gouvernement ter vulling dier ruimte konde ingelaaden worden:’
‘Hier van heeft de ondergeteekende de Eer gehad Uw WelEdele Gestr: en E Achtb: in de laatstgehoude vergadering te verwittigen, en verzogt dat hier omtrend bij dezen Rade een Resolutie mogt worden genoomen; dan ‘t behaagde Uw WelEd: Gestr: en E Achtb: mij alvoorens te Committeeren, omme met alle exactitude na te gaan hoe en op wat wijze, men best ten voordeele der E Maatschappij daarin zoude kunnen te werk gaan en Uw WelEdele Gestr: en E Achtb: dieswegens te dienen van bericht.’
‘Ingevolge deeze commissie zal den ondergeteekende de Eer hebben Uw WelEdele Gestr: en E: Achtb: te zeggen,’
‘1:o Dat men, in steede van al de bedorve Cannassers met zuiker, wel eenige lasten Tarwe met dien bodem tot de prijs van ƒ5:17 1/3 de mud zoude kunnen afscheepen welke in Europa de Last van 27 Mudden tegens ggL: 210 verkogt wordende een winst van 86 pC:t schaars zoude uitleveren, indien men alhier voorzien was van ‘t nodige om dat koorn zonder bederf te kunnen transporteeren: maar vermits men geen genoegzaam getal zakken aan handen heeft, wijl men verpligt is geweest aan ‘t Schip de Meermin ter afhaling van 3000 mudden Tarwe uit de Mosselbaay een groot gedeelte daar van af te geeven, en aan de andere Kant tot heden toe geen zakken op den Eisch van Batavia heeft ontvangen, welke men thans zoude hebben kunnen Emploïeeren, mitsgaders dat ‘t gering getal van zakken welke ‘er in ‘t dispens overig zyn gebleeven; diend aangehouden te werden, zo tot den omslag van dit Gouvernement, als om de losse peper van bovengemelde bodem weder na boord te vervoeren:’
‘Zo blijkt hier uit dat ‘t volstrekt onmogelyk is, dat ‘t Transport van Tarwe in zakken kan geschieden,’
‘2:o Zoude men ook door middel van een daar toe vervaardigd Schot in ‘t ruim van ‘t Schip, de Tarwe Kunnen verzenden, indien men niet al wederom van de nodige kaaymatten welke er noodzakelyk vereischt worden /: wil men verhoeden dat de Tarwe niet beschadigd word :/ ontbloot was, want of schoon! er wel is waar in ‘t Equipagiepakhuis een restant van Kaaijmattern overig is, zo is die quantiteit juyst maar toereikende tot ‘t afmatten van ‘t ruym van dat Schip met ‘t welke de Eisch’
‘der hooge Indiase Regeering, van Tarwe na Batavia noodzakelijk diend verzonden te worden.’
‘Den ondergeteekende laat echter aan Uw WelEdele Gestr: en E: Achtb: goedvinden over, omme in ‘t Schip S:t Laurens tusschen deks eene quantiteit van 25 Leggers factuur wijn te laaden, want terwijl ‘t watergat Schot /: ingevolge ‘t bericht van den Equipagiemeester :/ Tien voeten na agteren, kan verplaatst worden, waar door ‘er dus genoegzame Ruimte ter berging van de benodigde Leggers met water waar van anders een gedeelte tusschen deks geplaatst wierden, zo oordeeld, den ondergetekende /: onder correctie:) dat ‘t inlaaden van boven gemelde getal leggers met wyn tusschen deks door deeze Schikking gevoeglijk kan geschieden.’
‘Hier mede hoopt den ondergetekende voldaan te hebben aan de begeerte van Uw WelEd: Gestr: en E Achtb: laatende deeze verders dienen tot bericht.’
’/ Onderstond :/ WelEdele Gestr: Heer en E Achtb: Heeren / lager / Uw WelEdelGestr: en E Achtb: gehoorz: dienaar / was geteek / J: I: Rhenius / in margine / In’t Casteel de Goede Hoop den 15: Junij 1791.’
Na welkers lecture beslooten is zich met het bericht van den Heere Hoofdadministrateur volkomen te Conformeeren, en dien volgens in het Schip S:t Laurens te doen afladen 25 leggers ordinaire wijn, op zodanige wijze en plaatse als door den Heer Hoofdadministrateur is opgegeeven geworden.
Vervolgens wierd door den Heere Gouverneur ter tafel overgelegt een journaal, gehouden by den Burger Jacob van Reenen, op eenen Landtocht door hem en Elf andere Ingezeetenen met voorkennisse en goedvinden van zijn Ed: gedaan, van de Kaap de Goede Hoop, oostwaards aan, over de groote Vischrivier anders genaamt Rio de L’Infante door het Caffersland , tot op de Plaats alwaar het engelsch CompagnieSchip The Grosvenor , in den Jaare 1783 gestrand is, en voorts van daar tot op circa veertig a Vyftig Uuren van de Baaij Lorenze marque , of Rio de la Goa , ten eijnde op te speuren, of er nog van de ongelukkige strandelingen van voorsz: Schip in leeven, en uit hunne elende te redden geweest zouden zijn, met verzoek dat de Heeren Leden deezes raads hunne gedachten geliefden te laaten gaan, over het geen zou kunnen worden verricht met betrekking tot de bij dat Journaal vermelde drie blanke vrouwen, welke de onderneemers deezer gevaarlijke Landtocht hadden trachten te persuadeeren met hen Kaapwaards te reizen, dan waarin zij niet hadden willen treeden als onder voorwaarden dat hun geheel geslacht, tot wel vier hondert menschen aangegroeid, met haar zou meedegaan; ‘t welk door de voorsz:e reizigers voorzichtig was geweigerd geworden.
En alzoo voormelde reisigers tegens Coraalen en andere Snuisterijen van de Caffers hadden ingeruild eenig Goud en Zilver en daar van behoorlijke kennisse gegeeven aan den Heere Gouverneur met præsentatie om die Metaalen, tegens de waarde derzelve aan d E Comp:e over te geeven, heeft zijn Ed: den raade daar van Communicatie gedaan, dan nadien deeze vergadering zich onbevoegt acht, in de gedaane offerte te treeden, zo is beslooten het door meerm:e reisigers ingeruilde Goud en zilver, aan hen te laaten behouden, dog teffens om hen van wegens deezen raade vriendelyk te laaten bedanken voor de moeite en kosten, die zij tot redding van ongelukkigen, op deeze gevaarlijke Landtocht hebben aangewend
Voorts wierd door den Heer Hoofdadministrateur overgelegt eene Memorie van zodanige Monteering Stukken als ten behoeve van de Lyfwacht van den Heere Gouverneur waaren aangebracht, en door het afdanken dier Menschen aan hen niet kunnen worden verstrekt, welke Memorie was luidende:
‘Memorie van het Restant der Nabeschrevene Monteering voor de Lijfwacht Successive uit Europa na Herwaards gezonden, ingevolge de daar van gedane Eisschen, en als nu van dezelve niet meerder kan werden verstrekt, Te weeten.’
’/ Onderstond :/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop d:n 24:e Juny 1791. /: was geteekend / J: I: Rhenius’
Waar op beslooten is de Monteering Stukken bij die Memorie opgegeeven, voor reekening der E Comp:e per publicque vendutie te laaten verkoopen.
Hier na wierd door gemelde heere Hoofdadministrateur Johannes Isaac Rhenius ingedient het Kort vertoog der Lasten deezes Gouvernements geduurende het gepasseerde Boekjaar van 1789/90, en die van ‘t Jaar bevorens ofte d’ A:o 1788/9, dewelke bedragen als volgt.
d A:o 1789/90 | d A:o 1788/9 | |
Onkosten van Scheepen | ƒ215899:09:08 | ƒ212004:17:- |
'T Nieuwe Hospitaal | d:o | d:o 30789:05:- |
'T Switsersch Regiment de Meuron | d:o 39110:15:08 | d:o 49172:05:08 |
'T Regiment Luxemburg | d:o 2339:05:- | d:o 55464:12:- |
'T Regiment Wurtemberg | d:o 443942:10: | d:o 455005:04:08 |
Randzoenen Ordinair | d:o 182274:01:08 | d:o 169813:12:08 |
Onkosten Ordinair | d:o 100249:04:08 | d:o 89199:17:08 |
Onkosten Extraordinair | d:o 101270:06:08 | d:o 105754:13:- |
Timmeragie en Reparatie | d:o 44636:13:- | d:o 54730:18:08 |
Fortificatie | d:o 136660:04:08 | d:o 196027:19:08 |
Onkosten van s Comp:e Lijfeigenen | d:o 49154:13:- | d:o 41589:19:- |
'T Hospitaal | d:o 45084:13:08 | d:o 19080:08:- |
Rekening van Condemnatie | d:o 6201:09:08 | d:o 6007:-:- |
Onkosten van Chaloupen en mindere vaartuigen | d:o 23013:17:- | d:o 13096:07:- |
Soldijen aan Land | d:o 215363:-:08 | d:o 226792:09:08 |
Scheeps Soldijen | d:o 12242:17:08 | d:o 19817:03:08: |
Somma | ƒ 1617443:01:- | ƒ 1744361:12:- |
d A:o 1789/90 | d A:o 1788/9 | |
Onkosten van Scheepen | ƒ215899:09:08 | ƒ212004:17:- |
'T Nieuwe Hospitaal | d:o | d:o 30789:05:- |
'T Switsersch Regiment de Meuron | d:o 39110:15:08 | d:o 49172:05:08 |
'T Regiment Luxemburg | d:o 2339:05:- | d:o 55464:12:- |
'T Regiment Wurtemberg | d:o 443942:10: | d:o 455005:04:08 |
Randzoenen Ordinair | d:o 182274:01:08 | d:o 169813:12:08 |
Onkosten Ordinair | d:o 100249:04:08 | d:o 89199:17:08 |
Onkosten Extraordinair | d:o 101270:06:08 | d:o 105754:13:- |
Timmeragie en Reparatie | d:o 44636:13:- | d:o 54730:18:08 |
Fortificatie | d:o 136660:04:08 | d:o 196027:19:08 |
Onkosten van s Comp:e Lijfeigenen | d:o 49154:13:- | d:o 41589:19:- |
'T Hospitaal | d:o 45084:13:08 | d:o 19080:08:- |
Rekening van Condemnatie | d:o 6201:09:08 | d:o 6007:-:- |
Onkosten van Chaloupen en mindere vaartuigen | d:o 23013:17:- | d:o 13096:07:- |
Soldijen aan Land | d:o 215363:-:08 | d:o 226792:09:08 |
Scheeps Soldijen | d:o 12242:17:08 | d:o 19817:03:08: |
Somma | ƒ 1617443:01:- | ƒ 1744361:12:- |
Uit welkers t’ zamentrekking komt te Consteeren dat de Lasten in het generaal deezen Jaare ƒ126918:11:- minder hebben bedraagen, als in anno passato en dat ieder Lastpost op zich zelve het volgende meerder of minder heeft beloopen als.
Meerder | Minder | |
Onkosten van Scheepen die in 't Jongste Boekjaar hooger loopen dan in 't vorige, zynde voor 't grootste gedeelte ontstaan door de vermeerderde Prijs van 't Versch vleesch dat bevorens, door de oude gecontracteerde slagters teegens 11 penningen per lb aan s Comp:e Scheepen geleevert is, en in 't gepasseerde van de Nieuwe gecontracteerde Slachters niet minder dan voor 16 penningen of 1 Stuijver 't lb te bekomen geweest, waar bij komt de verstrecking van Een Parthij Swaare touwen aan de Scheepen de Pollux , 't Duijfje , en Sterrenschans ; welke Articule door gebrek aan voorraad in S Comp:e Pakhuijzen van Particulieren, teegens zeer hooge Pryzen hebben moeten ingekogt worden | ƒ3894:12:08 | |
'T Nieuwe Hospitaal bedraagt in tegendeel minder, door dat in A:o 1788/9 het restand der g'accordeerde penn: aan de Aanneemers tot den opbouw van de regter vleugel der Middelparthij, beneevens het aanbesteede ijzerwerk betaald, en zedert aan dat gebouw niet gewerkt is | ƒ30798:05:- | |
'T Switsersch Regiment de Meuron, meede minder bedragende, is deels veroorzaakt door 't vertrek van 140 persoonen in de maand Junij van 't Laaste Jaar naar Ceilon ; deels door de mindere Supplementen en voorbetalingen van gagie, aan de Manschappen Successive gepasseerd | ƒ10061:10:- | |
'T Regiment Luxemburg ; welkers reeck: aanmerkelijk vermindert is, door dat het zelve geen belasting ondergaan heeft, dan de betaalde gagie, Kostgeld, en, verdere Emolumenten aan den Capityn de Mauras; mitsgaders de verdiende maandgelden, en 2 maanden advans aan 1 Capitain 2 Sergeanten en 6 gemeenen, naar Europa vertrocken, waar tegen dat Corps in 't Jaar 1788/9 bij dies Passagie alhier heeft moeten ververscht, en van alle verdere Noodwendigheeden versien werden. | d:o 53125:07:- | |
'T Regiment Wurtemberg Insgelyks minder te staan komende niet tegenstaande de Sterkte van dat Corps vergeleeken met 't Jaar 1788/9 geen verandering ondergaan heeft; kan alleen toegeschreeven worden aan de Schikking die men bij 't boeken der verstreckte Noodwendigheeden tot 't dresseeren van dat Corps, en tot onderhoud, der differente van het zelve op Commando gezondene detachementen /: naar Baay fals , Muijzenburg als Elders :/ heeft in agt genoomen, aangezien al het geen daar toe benodigt geweest is bevorens ten lasten deezer rekening gebragt wierd, en thans uit aanmerking dat dit regiment in den dienst met S Comp:e gewoone guarnisoen rouleerd op gevoeglijker Lastposten overgebragt is | d:o 11062: 14:08 | |
Randsoenen Ordinair daar en teegen meerder beloopende, schoon het getal van S Comp: dienaaren niet toegenomen is, ontstaat ten grootste deele, uit de verhoogde Prijs van 't Versch Vleesch, om reedenen als hier vooren aangehaald; de hoger te Staan komende halve Randsoenen versch Brood aan s Comp:e dienaaren in gelde vergoed, en de ingekogte rijst ter Supplering der overige randsoenen, uit hoofde van 't gebrek aan Tarwe volgens besluit deezer raade Sub dato 2:e October 1789. Sedert dien tijd tot den daar op gevolgde graanoogst verstreckt, en eindelyk het onderhoud der differente detachementen van het regiment Wurtemberg op Commando geleegen hebbende, het welk bevorens ten lasten der reekening van dat Corps geboekt, dog in 't Jongstleeden Boekjaar op deeze lastpost, gelijk met dat van 't gewoone Guarnizoen geschied; gebragt is | ƒ12460:09:- | |
Onkosten Ordinair | ||
in het afgeloopen Boekjaar insgelijks gesteegen zijnde, hebben voornamentlijk haaren oorspronk, uit de verstrecking van Bussekruijt, Loot, vuursteenen, Papier, Nagtligt, en het geen meerder tot de Exercitie en den omslag van het regiment Wurtemberg benodigt geweest is, het welk een en ander bevorens op de reekening van het zelve gebragt, dog in het Laatste Jaar, meede gelijk omtrent de onkosten van 't gewoone guarnisoen plaats heeft, op deeze Lastpost afgeschreeven is. | d:o 11049:07:- | |
Onkosten Extraordinair, | ||
Zyn in tegendeel in het Jongst gepasseerde Boekjaar ten vooren geraakt door de mindere ten lasten deezer rekening nodig geweest zijnde uitgaven, als daar zijn: de Verstreckte Levensmiddelen en ander Noodwendigheeden, aan 't Commando Burgers en Militairen naar Muijzenburg ter observatie, van Een in Baaijfals onverwagt ingeloopen Frans Esquader; de gesuppleerde Servies gelden, en douceurs, zoo aan de g'avanceerde als Nieuw aangestelde officieren bij 't Guarnisoen &:a | ƒ4484:06:08 | |
Timmeragie en Reparatie, | ||
Is meede gedaald, door de mindere gedaane Kosten tot den aanbouw van Nieuwe, en onderhoud der oude gebouwen | d:o 10100:05:08 | |
Fortificatie, bedraagt meede aanmerkelijk minder door dien de Kostbaarste Vestingwerken in de Vorige Jaaren meest voltooijd geraakt zijnde, de nodige Kosten daar meede opgehouden hebben | d:o 59367:15:- | |
Onkosten van S'Comp:e LijfEigenen | ||
Zijn in tegendeel gereezen door de hooger Prijs van 't Versch Vleesch, en de meerder te staan komende randsoenen Versch Brood en rijst in maniere als boven by de Randsoenen aan S Comp:e dienaaren gezegd tot voedzel der Slaven verstreckt | d:o 7564:14:- | |
'T Hospitaal, deeze Reekening is in het gepasseerde Boekjaar in vergelyking teegens het voorige meede aanmerkelijk ten agteren geraakt, zoo door de aangehaalde vermeerdering van 't verstrekte Brood, vleesch en Ryst: als door de mindere verteerde Gastos, der Impotenten in dat huys gealimenteerd geweest | d:o 26004:05:08: | |
Reekening van Condemnatie, | ||
Staat insgelijks ten agteren door de meerdere duurte van 't Versch Brood, Vleesch, ende rijst tot Spijzing der Caffers en Bannelingen nodig geweest | ƒ194:09:08: | |
Onkosten van Chaloupen en Mindere vaartuigen, Koomen meede hooger te staan, door den aanbouw en Toetakeling van de Nieuwe Landsboot d' Anna Geertruijda , het welk in 't Jaar 1788/9 niet geschied is. | d:o 9917:10:- | |
Soldijen aan Land, bedragen in teegendeel weeder minder, door de mindere verstreckte goede maanden uit de winkel aan 't Guarnisoen, en verteerde gastos der Impotenten in 't Hospitaal. | ƒ 11429:09:- | |
Scheeps Soldijen, zijn meede gedaald zoo door de mindere uitbetalingen van goede maanden, Zeeguls- en -acte -gelden uit de winkel ten behoeve der Zeevarende, als door het geringer getal zieken van S Comp:e Scheepen, in 't Hospitaal geleegen hebbende | d:o | d:o 7574:06:- |
Somma | ƒ71085:07:08 | ƒ198003:18:08 |
Meerder | Minder | |
Onkosten van Scheepen die in 't Jongste Boekjaar hooger loopen dan in 't vorige, zynde voor 't grootste gedeelte ontstaan door de vermeerderde Prijs van 't Versch vleesch dat bevorens, door de oude gecontracteerde slagters teegens 11 penningen per lb aan s Comp:e Scheepen geleevert is, en in 't gepasseerde van de Nieuwe gecontracteerde Slachters niet minder dan voor 16 penningen of 1 Stuijver 't lb te bekomen geweest, waar bij komt de verstrecking van Een Parthij Swaare touwen aan de Scheepen de Pollux , 't Duijfje , en Sterrenschans ; welke Articule door gebrek aan voorraad in S Comp:e Pakhuijzen van Particulieren, teegens zeer hooge Pryzen hebben moeten ingekogt worden | ƒ3894:12:08 | |
'T Nieuwe Hospitaal bedraagt in tegendeel minder, door dat in A:o 1788/9 het restand der g'accordeerde penn: aan de Aanneemers tot den opbouw van de regter vleugel der Middelparthij, beneevens het aanbesteede ijzerwerk betaald, en zedert aan dat gebouw niet gewerkt is | ƒ30798:05:- | |
'T Switsersch Regiment de Meuron, meede minder bedragende, is deels veroorzaakt door 't vertrek van 140 persoonen in de maand Junij van 't Laaste Jaar naar Ceilon ; deels door de mindere Supplementen en voorbetalingen van gagie, aan de Manschappen Successive gepasseerd | ƒ10061:10:- | |
'T Regiment Luxemburg ; welkers reeck: aanmerkelijk vermindert is, door dat het zelve geen belasting ondergaan heeft, dan de betaalde gagie, Kostgeld, en, verdere Emolumenten aan den Capityn de Mauras; mitsgaders de verdiende maandgelden, en 2 maanden advans aan 1 Capitain 2 Sergeanten en 6 gemeenen, naar Europa vertrocken, waar tegen dat Corps in 't Jaar 1788/9 bij dies Passagie alhier heeft moeten ververscht, en van alle verdere Noodwendigheeden versien werden. | d:o 53125:07:- | |
'T Regiment Wurtemberg Insgelyks minder te staan komende niet tegenstaande de Sterkte van dat Corps vergeleeken met 't Jaar 1788/9 geen verandering ondergaan heeft; kan alleen toegeschreeven worden aan de Schikking die men bij 't boeken der verstreckte Noodwendigheeden tot 't dresseeren van dat Corps, en tot onderhoud, der differente van het zelve op Commando gezondene detachementen /: naar Baay fals , Muijzenburg als Elders :/ heeft in agt genoomen, aangezien al het geen daar toe benodigt geweest is bevorens ten lasten deezer rekening gebragt wierd, en thans uit aanmerking dat dit regiment in den dienst met S Comp:e gewoone guarnisoen rouleerd op gevoeglijker Lastposten overgebragt is | d:o 11062: 14:08 | |
Randsoenen Ordinair daar en teegen meerder beloopende, schoon het getal van S Comp: dienaaren niet toegenomen is, ontstaat ten grootste deele, uit de verhoogde Prijs van 't Versch Vleesch, om reedenen als hier vooren aangehaald; de hoger te Staan komende halve Randsoenen versch Brood aan s Comp:e dienaaren in gelde vergoed, en de ingekogte rijst ter Supplering der overige randsoenen, uit hoofde van 't gebrek aan Tarwe volgens besluit deezer raade Sub dato 2:e October 1789. Sedert dien tijd tot den daar op gevolgde graanoogst verstreckt, en eindelyk het onderhoud der differente detachementen van het regiment Wurtemberg op Commando geleegen hebbende, het welk bevorens ten lasten der reekening van dat Corps geboekt, dog in 't Jongstleeden Boekjaar op deeze lastpost, gelijk met dat van 't gewoone Guarnizoen geschied; gebragt is | ƒ12460:09:- | |
Onkosten Ordinair | ||
in het afgeloopen Boekjaar insgelijks gesteegen zijnde, hebben voornamentlijk haaren oorspronk, uit de verstrecking van Bussekruijt, Loot, vuursteenen, Papier, Nagtligt, en het geen meerder tot de Exercitie en den omslag van het regiment Wurtemberg benodigt geweest is, het welk een en ander bevorens op de reekening van het zelve gebragt, dog in het Laatste Jaar, meede gelijk omtrent de onkosten van 't gewoone guarnisoen plaats heeft, op deeze Lastpost afgeschreeven is. | d:o 11049:07:- | |
Onkosten Extraordinair, | ||
Zyn in tegendeel in het Jongst gepasseerde Boekjaar ten vooren geraakt door de mindere ten lasten deezer rekening nodig geweest zijnde uitgaven, als daar zijn: de Verstreckte Levensmiddelen en ander Noodwendigheeden, aan 't Commando Burgers en Militairen naar Muijzenburg ter observatie, van Een in Baaijfals onverwagt ingeloopen Frans Esquader; de gesuppleerde Servies gelden, en douceurs, zoo aan de g'avanceerde als Nieuw aangestelde officieren bij 't Guarnisoen &:a | ƒ4484:06:08 | |
Timmeragie en Reparatie, | ||
Is meede gedaald, door de mindere gedaane Kosten tot den aanbouw van Nieuwe, en onderhoud der oude gebouwen | d:o 10100:05:08 | |
Fortificatie, bedraagt meede aanmerkelijk minder door dien de Kostbaarste Vestingwerken in de Vorige Jaaren meest voltooijd geraakt zijnde, de nodige Kosten daar meede opgehouden hebben | d:o 59367:15:- | |
Onkosten van S'Comp:e LijfEigenen | ||
Zijn in tegendeel gereezen door de hooger Prijs van 't Versch Vleesch, en de meerder te staan komende randsoenen Versch Brood en rijst in maniere als boven by de Randsoenen aan S Comp:e dienaaren gezegd tot voedzel der Slaven verstreckt | d:o 7564:14:- | |
'T Hospitaal, deeze Reekening is in het gepasseerde Boekjaar in vergelyking teegens het voorige meede aanmerkelijk ten agteren geraakt, zoo door de aangehaalde vermeerdering van 't verstrekte Brood, vleesch en Ryst: als door de mindere verteerde Gastos, der Impotenten in dat huys gealimenteerd geweest | d:o 26004:05:08: | |
Reekening van Condemnatie, | ||
Staat insgelijks ten agteren door de meerdere duurte van 't Versch Brood, Vleesch, ende rijst tot Spijzing der Caffers en Bannelingen nodig geweest | ƒ194:09:08: | |
Onkosten van Chaloupen en Mindere vaartuigen, Koomen meede hooger te staan, door den aanbouw en Toetakeling van de Nieuwe Landsboot d' Anna Geertruijda , het welk in 't Jaar 1788/9 niet geschied is. | d:o 9917:10:- | |
Soldijen aan Land, bedragen in teegendeel weeder minder, door de mindere verstreckte goede maanden uit de winkel aan 't Guarnisoen, en verteerde gastos der Impotenten in 't Hospitaal. | ƒ 11429:09:- | |
Scheeps Soldijen, zijn meede gedaald zoo door de mindere uitbetalingen van goede maanden, Zeeguls- en -acte -gelden uit de winkel ten behoeve der Zeevarende, als door het geringer getal zieken van S Comp:e Scheepen, in 't Hospitaal geleegen hebbende | d:o | d:o 7574:06:- |
Somma | ƒ71085:07:08 | ƒ198003:18:08 |
Zo als ook uit het voorsz:e vertoog is komen te blijken, dat op de Rekening van Winst en Verlies, de winsten en S’ Lands Inkomsten te zaamen ƒ 61555:14:08 meerder dan in het gepasseerde Jaar hebben opgeworpen,als.
d' A:o 1788/9 | d' A:o 1789 en 90 | ||
de winsten | ƒ 46471:15:- | de winsten | ƒ84121:07:- |
s Lands inkomsten | d:o 292288:12:- | s Lands inkomsten | d:o 315298:19:- |
de ontfangene Intressen | d:o 2714: 08:- | de ontfangene Intressen | d:o 3610:03:08. |
te Samen | ƒ341474:15:- | te Samen | ƒ403030:09:08: |
d' A:o 1788/9 | d' A:o 1789 en 90 | ||
de winsten | ƒ 46471:15:- | de winsten | ƒ84121:07:- |
s Lands inkomsten | d:o 292288:12:- | s Lands inkomsten | d:o 315298:19:- |
de ontfangene Intressen | d:o 2714: 08:- | de ontfangene Intressen | d:o 3610:03:08. |
te Samen | ƒ341474:15:- | te Samen | ƒ403030:09:08: |
Bedragende de winsten ƒ37649:12: meerder, het geene is voortSpruitende uit de meerder betaalde voordeelen op de verkogte Koopmanschappen de mindere voorgevallene Schaden van diverse goederen, en het geringer getal verrekte runderen, in vergelyking tegens ‘t vorige Boekjaar.
‘S Lands Inkomsten, hebben Insgelijks meerder opgeworpen, ƒ23010:07:- door de meerder Ingekomene Recognitie van vee of Leenings Plaatsen, Land en Eygendom en voor ‘t aan Land Brengen van Cassen, en Pypen Transport en Kostgeld van hier naar Patria, en India, verkoop van Zegels en ‘t restand der onverkogte, volgens aanschrijving van de HoogEdele Heeren der Hooge Indiase Regeering, Sub dato 29: Jann:y 1790 onder de benaming van gestempelde Papieren ten voordeele deezer Reekening, als waare Effecten ingenoomen, het Stygen der Pagten, Tienden der graanen door de groote Leverantie aan d’ E Comp:e na den Laatsten oogst, vragt voor goederen door Particulieren van Ceilon herwaards aangebragt, en Traun door S Comp:e dienaaren gebrand: hoewel de regten op de verkogte vaste goederen, recognitie van wijnen ‘t Casteel gepasseerd, en Landerijen in Erfpagt minder uitgeleevert hebben:
Zynde de Reekening van Intrest insgelijks te vooren geraakt ƒ895:15:08. door de betaalde Intressen van meerder uitstaande Capitaalen dan in’t vorige Jaar.
En is ten deeze belange verstaan, opgemelde Heere Hoofdadministrateur te qualificeeren met het sluijten der boeken te doen voortgaan, en teffens de Heeren Leden deezes Raads M:r Jacobus Johannes Le Sueur en William Ferdinand van Reede van Oudtshoorn te committeeren omme zo de voorsz:e Negotieboeken als de in gereedheid zijnde Soldijboeken deezes Gouvernements volgens gebruik te examineeren om aan deezen raade daar van Rapport te doen in geschrifte.
Waarna geresumeerd zyn geworden de verzoekschriften van de Heeren Keldermeester en dispencier, mitsgaders die van den Pakhuijsmeester en Equipagiemeester, alle tendeerende omme te mogen genieten de ordinaire jaarlijkse afschrijvingen op de goederen onder hunne administratie staande welke verzoekschriften aldus waaren luidende
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E Agtb: Politicquen Raad.
‘WelEdel Gestrenge Heer en E Agtbaare Heeren.’
‘De ondergeteekende Keldermeester versoekt zeer Eerbiedig aan Uw: WelEd: Gestr: en E Achtb: dat aan hem mag werden gevalideerd de ordinaire Afschrijving van,’
‘
1825 1/2 | Cann:e Arak op | 18255 1/2 Cann: | dato deezer Restant blijvende a 10 pC:o |
59249 | d:o Caabse wyn op | 592490 d:o | |
11549 | d:o Brandewyn d:o | 115494 d:o | |
52 1/2 | d:o Wijntint d:o | 527 1/2 d:o |
1825 1/2 | Cann:e Arak op | 18255 1/2 Cann: | dato deezer Restant blijvende a 10 pC:o |
59249 | d:o Caabse wyn op | 592490 d:o | |
11549 | d:o Brandewyn d:o | 115494 d:o | |
52 1/2 | d:o Wijntint d:o | 527 1/2 d:o |
’/ Onderstond /’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop Ult:o Aug:s 1790. / was geteekent :/ J: J: Le Sueur.’
Den WelEdele Gestrengen Heere Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien etc:a etc:a etc:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie, word eerbiedig verzocht, dat aan den ondergeteekende Dispencier mag worden toegestaan de ordinaire afschrijving van de onderstaande goederen, dewelke door Spillagie, Lekkagie, aanslaan der Muuren als anderzints onvermijdelijk in een Jaar komen te ontstaan, Namentlijk.
‘
305 3/4 | Mudde Tarwe op 13699 3/4 Mud, als: | |
95 3/8 Mudde op 3179 3/4 Mud over 't Jaar geleegen hebbende a 3 pC:o | ||
210 3/8 d:o d:o 10520 d:o binnen 't Jaar d:o d:o d:o 2 d:o | ||
5 1/4 | Mudde Rogge op 210 1/2 Mudde als: | |
3 1/8 Mudde op 105 1/8 Mud over 't Jaar a 3 pC:o | ||
2 1/8 d:o d:o 105 3/8 d:o binnen t Jaar d:o 2 d:o | ||
24 5/8 | Mudde Garst op 1592 Mudde, als: | |
3 1/4 Mudde op 164 Mud over 't Jaar a 2 pC:o | ||
21 3/8 d:o d:o 1428 d:o binnen t Jaar d:o 1 1/2 d:o | ||
1 1/8 | Mud gemeene Gordt op 56 1/2 Mudde over t Jaar geleegen a 2 PC:t | |
41 3/8 | d:o Boonen op 829 1/4 Mudde, zijnde 5 PrC:t | |
10 1/2 | d:o Erten op 686 3/8 d:o als: | |
1 3/8 Mudde op 73 3/8 mudde over 't Jaar geleegen a 2 PrC:t | ||
9 1/8 d:o d:o 613 d:o d:o binnen 't Jaar d:o d:o 1 1/2 d:o | ||
29168 | lb Rijst op 972269 lb, zijnde 3 pC:t als: | |
19767 lb op 658905 lb de ordinaire afschrijving | ||
9401 d:o d:o 313364 d:o de alhier ingekogte en ingevolge resolutie van den E Achtb: Politiecquen Raad meede de ordinaire afschrijv: is geaccordeerd. | ||
1285 | lb Beschuijt op 79650 lb, als | |
362 d:o op 18108 lb over 't Jaar a 2 pC:t | ||
923 d:o d:o 61542 d:o binnen 't Jaar d:o 1 1/2 d:o waar van de alhier ingekogte 53400 lb volgens resolutie van den E Achtb: Politicquen Raad meede de ordinaire Afschrijving is geaccordeert | ||
655 | lb Poeder Suiker op 32768 lb | zynde 2 PerC:t |
43 | d:o Candij d:o d:o 2191 lb | |
5 | d:o Hop op 488 lb zijnde 1 PC:t | |
64 1/2 | lb Peper op 3338 1/2 lb, als: | |
43 1/2 lb op 1929 7/8 lb over 't Jaar geleegen a 2 1/4 PC:t | ||
21 d:o d:o 1408 5/8 d:o binnen 't Jaar d:o d:o 1 1/2 d:o | ||
43 1/8 | lb Katoene Garen op 2527 3/4 lb, als: | |
35 3/4 lb op 1790 lb over 't Jaar a 2 pC:t | ||
7 3/8 d:o d:o 737 3/4 d:o binnen 't Jaar d:o 1 d:o | ||
37 1/4 | lb Marseill: Zeep op 1862 lb zijnde 2 prC:ten | |
15 | lb Gemeene Wasch d:o 493 lb over 't Jaar geleegen a 3 prC:t | |
78 | d:o Wasch Kaarsen d:o 2840 lb, te weeten: | |
65 lb op 2169 lb over 't Jaar a 3 prC:t | ||
13 d:o d:o 671 d:o binnen 't Jaar d:o 2 d:o | ||
56 2/5 | Kannen olyven olij op 1249 7/10 Kannen, als: | |
47 1/2 Kannen op 950 4/5 Kannen over 't Jaar a 5 PrC:t | ||
8 9/10 d:o d:o 298 9/10 d:o binnen t Jaar d:o 3 d:o | ||
52 7/10 | Kannen Klappus olij op 1254 1/2 Kannen, als: | |
37 4/5 Kannen op 757 9/10 Kannen over 't Jaar a 5 PrC:t | ||
14 9/10 d:o d:o 496 3/5 d:o binnen t Jaar d:o 3 d:o | ||
112 3/10 | Kannen Lijnolij op 2833 1/2 Kannen, als | |
68 1/2 Kannen op 1371 3/10 Kannen over 't Jaar a 5 PrC:t | ||
43 8/10 d:o d:o 1462 /5 d:o innen 't Jaar d:o a 3 d:o | ||
88 4/5 | Kannen Raapolij op 1776 Kannen | zynde 5 PrC:t |
186 7/10 | d:o Traan d:o 3734 d:o |
305 3/4 | Mudde Tarwe op 13699 3/4 Mud, als: | |
95 3/8 Mudde op 3179 3/4 Mud over 't Jaar geleegen hebbende a 3 pC:o | ||
210 3/8 d:o d:o 10520 d:o binnen 't Jaar d:o d:o d:o 2 d:o | ||
5 1/4 | Mudde Rogge op 210 1/2 Mudde als: | |
3 1/8 Mudde op 105 1/8 Mud over 't Jaar a 3 pC:o | ||
2 1/8 d:o d:o 105 3/8 d:o binnen t Jaar d:o 2 d:o | ||
24 5/8 | Mudde Garst op 1592 Mudde, als: | |
3 1/4 Mudde op 164 Mud over 't Jaar a 2 pC:o | ||
21 3/8 d:o d:o 1428 d:o binnen t Jaar d:o 1 1/2 d:o | ||
1 1/8 | Mud gemeene Gordt op 56 1/2 Mudde over t Jaar geleegen a 2 PC:t | |
41 3/8 | d:o Boonen op 829 1/4 Mudde, zijnde 5 PrC:t | |
10 1/2 | d:o Erten op 686 3/8 d:o als: | |
1 3/8 Mudde op 73 3/8 mudde over 't Jaar geleegen a 2 PrC:t | ||
9 1/8 d:o d:o 613 d:o d:o binnen 't Jaar d:o d:o 1 1/2 d:o | ||
29168 | lb Rijst op 972269 lb, zijnde 3 pC:t als: | |
19767 lb op 658905 lb de ordinaire afschrijving | ||
9401 d:o d:o 313364 d:o de alhier ingekogte en ingevolge resolutie van den E Achtb: Politiecquen Raad meede de ordinaire afschrijv: is geaccordeerd. | ||
1285 | lb Beschuijt op 79650 lb, als | |
362 d:o op 18108 lb over 't Jaar a 2 pC:t | ||
923 d:o d:o 61542 d:o binnen 't Jaar d:o 1 1/2 d:o waar van de alhier ingekogte 53400 lb volgens resolutie van den E Achtb: Politicquen Raad meede de ordinaire Afschrijving is geaccordeert | ||
655 | lb Poeder Suiker op 32768 lb | zynde 2 PerC:t |
43 | d:o Candij d:o d:o 2191 lb | |
5 | d:o Hop op 488 lb zijnde 1 PC:t | |
64 1/2 | lb Peper op 3338 1/2 lb, als: | |
43 1/2 lb op 1929 7/8 lb over 't Jaar geleegen a 2 1/4 PC:t | ||
21 d:o d:o 1408 5/8 d:o binnen 't Jaar d:o d:o 1 1/2 d:o | ||
43 1/8 | lb Katoene Garen op 2527 3/4 lb, als: | |
35 3/4 lb op 1790 lb over 't Jaar a 2 pC:t | ||
7 3/8 d:o d:o 737 3/4 d:o binnen 't Jaar d:o 1 d:o | ||
37 1/4 | lb Marseill: Zeep op 1862 lb zijnde 2 prC:ten | |
15 | lb Gemeene Wasch d:o 493 lb over 't Jaar geleegen a 3 prC:t | |
78 | d:o Wasch Kaarsen d:o 2840 lb, te weeten: | |
65 lb op 2169 lb over 't Jaar a 3 prC:t | ||
13 d:o d:o 671 d:o binnen 't Jaar d:o 2 d:o | ||
56 2/5 | Kannen olyven olij op 1249 7/10 Kannen, als: | |
47 1/2 Kannen op 950 4/5 Kannen over 't Jaar a 5 PrC:t | ||
8 9/10 d:o d:o 298 9/10 d:o binnen t Jaar d:o 3 d:o | ||
52 7/10 | Kannen Klappus olij op 1254 1/2 Kannen, als: | |
37 4/5 Kannen op 757 9/10 Kannen over 't Jaar a 5 PrC:t | ||
14 9/10 d:o d:o 496 3/5 d:o binnen t Jaar d:o 3 d:o | ||
112 3/10 | Kannen Lijnolij op 2833 1/2 Kannen, als | |
68 1/2 Kannen op 1371 3/10 Kannen over 't Jaar a 5 PrC:t | ||
43 8/10 d:o d:o 1462 /5 d:o innen 't Jaar d:o a 3 d:o | ||
88 4/5 | Kannen Raapolij op 1776 Kannen | zynde 5 PrC:t |
186 7/10 | d:o Traan d:o 3734 d:o |
’/: Onderstond :/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop ult:o Aug: 1790. / was geteekend / W: F: v: Reede van Oudtshoorn.’
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Politicquen Raad.
‘WelEdelen Gestr: Heer en E Achtbaaren Heeren!’
‘Den ondergeteekende Pakhuijsmeester verzoekt zeer Eerbiedig dat aan hem mag werden toegestaan de ordinaire afSchrijving geduurende dit Boekjaar op de volgende goederen gevallen, als.’
‘
Cramerijen over | ||
26 | lb Alluyn op 885 lb over 't Jaar geleegen hebbende a 3 prC:t | |
35 1/2 | d:o Lym d:o 712 d:o d:o d:o d:o d:o d:o 5 d:o | |
56 | d:o Styfsel d:o 1127 d:o d:o d:o d:o d:o d:o d:o d:o | |
Loot over | ||
11 | lb Plat op 9163 lb | a 1/8 PrC:t |
17 | d:o Schuijt d:o 13613 d:o | |
Kooper over | ||
12 1/2 | lb op 9918 1/2 lb a 1/8 PrC:t | |
Yzer over | ||
3726 | lb ges: als | |
2664 lb op 177611 1/2 lb a 1 1/2 prC:t over 't Jaar gelegen hebbende | ||
1062 d:o d:o 106232 1/2 d:o d:o 1 prC:t binnen 't Jaar aangebragt. | ||
Staal over | ||
31 | lb op 2091 lb over t Jaar geleegen hebbende a 1 1/2 prC:t | |
Spijkers over | ||
417 | lb ges: yzere op 27798 lb a 1 1/2 prC:t | |
Verwen over | ||
3 1/2 | lb Fyne op 117 lb | a 3 prC:t |
200 | d:o ges:e grove d:o 6683 lb | |
Tabak over | ||
36 | lb op 1211 a 3 prC:t | |
Specerijen over | ||
2 1/4 | lb Nooten op 218 3/4 lb | a 1 prC:t |
3 1/2 | d:o Nagulen d:o 353 3/4 | |
1 1/2 | d:o Foelij d:o 151 1/4 | |
2 7/8 | d:o Canneel d:o 293 7/8 |
Cramerijen over | ||
26 | lb Alluyn op 885 lb over 't Jaar geleegen hebbende a 3 prC:t | |
35 1/2 | d:o Lym d:o 712 d:o d:o d:o d:o d:o d:o 5 d:o | |
56 | d:o Styfsel d:o 1127 d:o d:o d:o d:o d:o d:o d:o d:o | |
Loot over | ||
11 | lb Plat op 9163 lb | a 1/8 PrC:t |
17 | d:o Schuijt d:o 13613 d:o | |
Kooper over | ||
12 1/2 | lb op 9918 1/2 lb a 1/8 PrC:t | |
Yzer over | ||
3726 | lb ges: als | |
2664 lb op 177611 1/2 lb a 1 1/2 prC:t over 't Jaar gelegen hebbende | ||
1062 d:o d:o 106232 1/2 d:o d:o 1 prC:t binnen 't Jaar aangebragt. | ||
Staal over | ||
31 | lb op 2091 lb over t Jaar geleegen hebbende a 1 1/2 prC:t | |
Spijkers over | ||
417 | lb ges: yzere op 27798 lb a 1 1/2 prC:t | |
Verwen over | ||
3 1/2 | lb Fyne op 117 lb | a 3 prC:t |
200 | d:o ges:e grove d:o 6683 lb | |
Tabak over | ||
36 | lb op 1211 a 3 prC:t | |
Specerijen over | ||
2 1/4 | lb Nooten op 218 3/4 lb | a 1 prC:t |
3 1/2 | d:o Nagulen d:o 353 3/4 | |
1 1/2 | d:o Foelij d:o 151 1/4 | |
2 7/8 | d:o Canneel d:o 293 7/8 |
’/ onderstond /’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop Ult:o Aug:s 1790. / was geteekend / S: v: Echten’
Aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer! en E Achtbaare Heeren!’
‘Den ondergeteekende Equipagiemeester verzoekt zeer Eerbiedig, aan UWelEdele Gestr: en E Achtb:, dat aan hem mag valideeren de afschryving van’
‘18 lb Salpeter op 604: lb over ‘t Jaar geleegen hebbende a 3 PrC:t’
’/ Onderstond /’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop Ult:o Aug:s 1790. / was geteekend / C: Cornelisz:’
En is daarop beslooten, dat de bij die verzoekschriften opgegeeven minderheeden, als niet excedeerende, bij de voorsz:e Negotieboeken zullen worden afgeschreeven.
Vervolgens wierd door den Heere Gouverneur in raade overgelegt eene ordre door zijn Ed: gedecerneerd op de Commis der Arthillerie en ? ammunitie maguazijn, omme aan den Capityns Wilhelm Buissine, Johan Arnold Bleumer en George Coenraad Kuchler, tot den opneem dier Maguazijnen gecommitteerd, ook op te geeven de verbus - Machine met al deszelfs toebehooren door zijn Ed: uit Nederland alhier aangebragt, mitsgaders het rapport van voorsz: Capitainen dat zulks door den Commis was verricht, welke Stukken waaren luidende.
Aan den HoogEdelen Gebooren Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien etc: etc: etc:
‘Hoog Edel Gebooren Gestrengen Heer!’
‘Den Capitain Lieutenant en Commis der Arthillerie H: W: Rutz door Uwe Hoog Ed: geb: Gestr: gelast, aan de ondergeteekende Capitains aan te toonen eene verbus Machine, beneevens de instrumenten tot visitatie der Canons dienende, dewelke door Uwe HoogEd: geb: Gestr: in ‘t Jaar 1785 in dit Gouvernement zijn aangebragt geworden, zoo verklaaren de ondergeschrevene dezelve verbus machine met derzelver toebehooren, beneevens de visiteer instrumenten voornoemd gezien en bevonden te hebben gelijk zij dezelve dan ook in het Rapport van de opnoem der Arthillerie en Ammunitie etc: /: van den 20 deezer lopende maand :/ bekend gesteld hebben, ten eynde dezelve behoorlijk bij de Negotie boeken kunnen ingenomen en bekend gesteld worden.’
‘Vermeenende hiermede aan de intentie van Uwe HoogEd: Geb: Gestr: voldaan te hebben, zoo hebben wij deEer met de volkomenste Hoogagting te zijn’
’/: Onderstond :/’
‘Hoog Edel gebooren Gestr: Heer! / lager / Uwe HoogEd: Geb: Gestr: zeer gehoorz: en onderdanige dienaaren / was get: / W Buissinné Capitain, J: A: Bleumer Capitain G: C: Kuchler Capitain / in margine / Cabo de Goede Hoop den 24:e Junij 1791.’
Waarop ingevolge het voorStel van welgemelde Heere Gouverneur, beslooten is, de voorsz: Verbus - Machine met al deszelfs toebehooren, by de Negotieboeken deezes Gouvernements te laaten inneemen,
Wijders wierd door den Heere Hoofdadministrateur overgelegt eene Memorie van volgende inhoud
Aan den Hoog Edelen Geb: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien etc:a etc:a etc:a
‘Hoog Edel Gebooren Gestrengen Heer!’
‘De ondergeteekende by de opneem der wapenkamer zedert ‘t Jaar 1789 ontwaar geworden zynde, dat er meer geweere op de wapenkamer waaren als bij de Negotieboeken bekend stonden, dog niet konden vinden waar door dit ontstaan zij, zoo heeft onlangs den tweede ondergeteekenden ontdekt, als dat er, volgens de negotieboeken; by het Corps Artillerie meer geweere zijn moeten, als zig wezentlijk bevinden, en alles nagegaan hebbende om te ontdekken, waar bij dit mogte te pas gekomen zyn, heeft gevonden dat de vuurwerker waschenfelder in de Maand November 1788, 200 p:s geweere p:r ordonans van de wapenkamer heeft ontfangen, dog dat hij daarentegen ook wederom 165 p:s oude geweere na de wapenkamer heeft te rug gezonden /: gelijk den onder Lieutenant Meyer, die dezelve als bombardier te dier tijd aan den Baas der wapenkamer bezorgt heeft, betuijgen kan / voor welke 165 p:s geweere egter door omissie van voornoemde vuurwerker geene ordonnantie nog ter afschrijving van de Artillerie nog ter inneeming by de wapenkamer gemaakt geworden is, en alzo ‘er behalven de voornoemde geweere nog eenige bij ‘t Corps Artillerie te koort koomen, maar door den Boekhouder Kirsten nagezien is, dat, in al den tijd dat bij het Corps Artillerie geweere in gebruik zijn, geene ordonn:e gemaakt is om geweere van de Artillerie afte schrijven en bij de wapenkamer in te neemen, maar wel, dat het tegenovergestelde heeft plaats gehad;’
‘En alzo het heel waarschynlyk is dat in 6 of 7 Jaaren tijds wel eenige geweere defect geworden en andere daar en tegen in laats der defecten per ordonnans /: welk laatste bij de Negotieboeken blijkt :/ opgenoemen zijn, is het ook denklijk dat door omissie, van den officier of onderofficier dewelke van 1780 tot 1787 de geweere der Artillerie onder zijn opzigt gehad heeft, geweere zonder ordonnans van afschrijven en inneemen op de wapenkamer gebragt zijn.’
‘Het is dan om die reeden dat de laatst genoemde aan Uwe HoogEd: Geb: Gestr: verzoekt, eene ordonnantie tot afschrijving der by de Artillerie te kort komende geweere, en in derzelver plaats eene andere tot inneeming der op de wapenkamer over zijnde geweere te willen verleenen waar mede die omissie ruijm kan vereffend worden gelijk ook de 146 p:s over zynde nieuwe geweere met kopere banden ijzere Laadstokken etc: /: waar van men tot nog toe niet weet waarbij zulks te pas komt dat dezelve over zijn :/ als meede de 200 geweer loopen per ordonnans ingenoomen behoorden te worden.’
‘Waar meede de eer hebben in alle onderdanigheid te zijn.’
’/:Onderstond:/’
‘HoogEdel Gebooren Gestr: Heer! / lager / Uwe Hoog Ed: Geb: Gestrengheids zeer gehoorzame en onderd: Dienaaren / was geteekend / W:m Buissinne Capitain G: C: Kuchler Capitain / in margine :/ Cabo de Goede Hoop den 23:e Juny 1791. /: en daaronder :/ gezien / en get :/ P: H: Gilquin’
Waar op ingevolge het voorstel van welgemelde Heere Gouverneur, beslooten is, de voorsz: Verbus-Machine, met al deszelfs toebehooren, by de Negotieboeken, deezes Gouvernements te laaten inneemen.
Wyders wierd door den Heere Hoofdadministrateur overgelegt eene memorie van volgende inhoud
‘Memorie van de Natemeldene wapens die bij den opneem van S Comp:e waapenkamer door Expresse gecommitteerdens onder Ultimo Augustus 1790’
‘meerder en minder bevonden zijn, dan bij de Boeken Loopen, te weeten’
‘De volgende Goederen Bevinden zig over, als’
‘
19 | p:s Carabijnen |
4 | d:o d:o Loopen |
30 | d:o Donderbussen |
83 | d:o Deegens, houwers en Plampers |
976 | d:o Pattroontassen ordinaire |
220 | d:o Snaphaanen ordinaire met yzere Laadstokken |
146 | d:o d:o met kopere banden en d:o d:o |
220 | d:o d:o Loopen |
15255 | d:o Scherpe Pattroonen met 2 Kogels. |
Daar en tegen zyn te min Bevonden | |
506 | d:o Grenadiers HouwerScheeden, die volgens advijs der gecomm:e van tijd tot tijd met de Houwers te gelyk afgegeeven dog versuimd ter afschrijving op te geeven. |
3 | P:s Musquedons, dewelke bevoorens onder de over Compleete Donderbusse geloopen hebben. |
7728 | d:o Scherpe Pattroonen met 1 Kogel en 6 Loopers |
19 | p:s Carabijnen |
4 | d:o d:o Loopen |
30 | d:o Donderbussen |
83 | d:o Deegens, houwers en Plampers |
976 | d:o Pattroontassen ordinaire |
220 | d:o Snaphaanen ordinaire met yzere Laadstokken |
146 | d:o d:o met kopere banden en d:o d:o |
220 | d:o d:o Loopen |
15255 | d:o Scherpe Pattroonen met 2 Kogels. |
Daar en tegen zyn te min Bevonden | |
506 | d:o Grenadiers HouwerScheeden, die volgens advijs der gecomm:e van tijd tot tijd met de Houwers te gelyk afgegeeven dog versuimd ter afschrijving op te geeven. |
3 | P:s Musquedons, dewelke bevoorens onder de over Compleete Donderbusse geloopen hebben. |
7728 | d:o Scherpe Pattroonen met 1 Kogel en 6 Loopers |
’/ Onderstond :/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop 24:e Junij 1791. / was geteekend / J: I: Rhenius’
En daar uit gebleeken zijnde dat verscheidene goederen by den opneem der wapenkamer onder Ùltimo Augustus jongstl: meerder zijn bestonden dan bij de Negotieboeken bekend stonden, zo is beslooten alle dezelve bij die boeken te laaten inneemen, mits eerst de 7720 Scherpe Patroonen met Een Kogel en zes loopers die als te min bevonden zijn opgegeeven, overschrijvende teegens een gelijk getal Patroonen met 2 Kogels, waar van 15255 meerder bevonden zijn, als bij de Negotieboeken Staan bekend; zullende ook de 506 Houwerscheeden met de Houwers uitgegeeven zonder te zyn afgeschreeven, als nu afgeschreven worden, met en benevens de bij die memorie opgegeeven drie Musquedons.
door evengem:e Heere Hoofdadministrateur nog overgelegt zijnde de volgende Memorie.
‘Memorie van 236 P:s Snaphanen ordinaire met yzere Laadstokken dewelke zig bij ‘T Corps Arthilleristen minder bevinden dan by de Boeken van S Comp:e Ammunitie’
‘goederen bekend staan: Het welk vermoedelijk veroorzaakt is, door dat Sedert de oprigting van dat Corps van tijd tot tijd nieuwe Snaphaanen aan de Arthilleristen in ruijling tegens onbequaame verstrekt bij de boeken van de Wapenkamer afgeschreeven en bij die der ammunitie goederen ingenoomen zyn, daar egter niet blykt dat de onbruikbaare d’ Arthillerie weder ten goede gebragt zijn en zig zelfs bij de Wapenkamer een aanmerkelijk getal van dat zoort geweer meerder bevind dan bij de boeken loopen.’
’/: Onderstond :/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop d:n 24 Junij 1791. / was geteekend / J: I: Rhenius.’
Zo is beslooten de daar bij opgegeevene 236 ordinaire Snaphaanen met yzere Laadstokken bij de Negotieboeken te laaten afschrijven, dewijl deeze minderheid zeer waarschijnlyk haare ooprsprong heeft uit het meerder getal Snaphaanen op de wapenkamer bevonden als bij S Comp:e Negotieboeken staat bekend.
Gemelde Heer Hoofdadministrateur heeft wyders ter vergadering overgelegt een lijst door de gecommitteerdens over de groote GeldCassa geformeerd van alle zodanige Pacquetten met oud, vervuild en gemutileerd papiere Munt en afgesleeten Carton, als dagelijks in S Comp:e Kleijne geldCassa zijn ontfangen, en van daar in de groote geld Cassa overgebragt, met aanwijzing in welke Muntspeciën komen te bestaan, te zaamen uitmaakende een bedragen van Rd:s 970 41:24: met verzoek dat by deezen raade over de vernietiging van dat geld mogt worden gedisponeerd; en is ten dien aspecte beslooten, de bij die Lijst vermelde pacquetten met oude en gemutileerde papieren en Cartonne Munten, ter tafel van deeze raade te brengen, omme voorts ten overstaan van de Heeren Le Sueur en Van Reede vanOudtshoorn door de gecommitteerdens over de groote Geld Cassa te worden verbrand.
Daar men als nog niet in staat is, omme te bepalen hoedanig de Eisschen, van Batavia voor dit Gouvernement voor den aanstaande Jaare 1792 zullen behooren te worden ingericht om de beveelen dienaangaande door de Hooggebiedende Heeren Meesteren gegeeven pligtschuldig te obtempereeren, en de tijd noodwendig vereischt om de Eisschen ten spoedigsten naar india’s Hoofdplaatse te verzenden, zo is uit aanmerking van dit een en ander en wel voornamentlijk uit hoofde van het achterblyven van het Schip Zoutman tot een provisieschip voor dit Gouvernement van Batavia aangelegt, goedgevonden en verstaan den Heere Hoofdadministrateur te qualificeeren provisioneel van Batavia te eisschen zodanige indiase producten als aan deeze plaatse niet te ontbeeren zijn, of met anderen kunnen worden gesuppleeerd; zullende onder overzending van die petitie aan de hooge indiase Regeering worden opengelegt de reedenen die deeze rade daar toe hebben genessesciteerd, onder eerbiedige verzeekering dat men niet in gebreken zal blyven, omme zich voor ‘t vervolg naar de beveelen van de hoog gebiedende Heeren Meesteren, in het formeeren der Eissen te gedragen.
Hier na wierd door den Heere Gouverneur de Heeren Leeden, des raads afgevraagt de berichten die de Heeren Meesteren bij Missive van den 2: October Jongstl:, van een ieder hunner hoofd voor hoofd hadden gelieven te vorderen; waaröp de Heeren Rhenuis en Le Sueur hebben gedeclareerd, dat, dewijl de gevenereerde ordres van de Heeren Superieuren dicteeren, dat welk der Leeden van deezen raad, hoofd voor hoofd, op de differente poincten vervat in ‘t geEerbiedigd aanschrijven uit patria van den 2:e Octb: anno passato, zullen hebben te dienen van verantwoording, elucidatie en berichten, hunEd: voorneemens waaren dit hun opgelegt werk apart aan hun WelEd: Hoog Agtb: aan te bieden, als vermeenende niet verpligt te zijn aan iemand hunner meedeleeden daar van ouvertures te doen.
Na welke declaratie den Heere Gouverneur wel expresselijk heeft geprotesteerd tegens het verzenden onder de ministerieele papieren van de verantwoordingen elucidatien en informatien die de hooggebiedende Heeren Meesteren van de Leden deezes raads hebben gelieven te vorderen, met bijvoeging dat zulks strijdig was met de ordres der hooggebiedende Heeren Meesteren; en dat die berichten aan zijn Ed: moesten worden overgegeeven; om door zijn Ed: ter tafel van den Raad te worden gebracht.
Vervolgens verklaarde den Heere Gouverneur te prætendeeren, dat, wanneer de Heeren Leden des raads zoude hebben voldaan aan de onderscheidene Commissien op hun Ed: gedecerneerd, met relatie tot de executie der ordres door de hooggebiedende Heeren Meesteren bij Missive van den 2:e October jongstl: gegeeven, derzelver berichten als gehoorende tot de gevorderde bescheiden als dan aan zijn Ed: zouden worden toegezonden, zo wel als de Resolutien die bij zyn Ed: absentie in ‘t vervolg zouden worden genoomen; waarop den Heere Secunde te kennen gaf, te vermeenen dat zulks niet behoorde te geschieden vermits daar toe geen ordres waaren, de Heer van Lynden vermeende in tegendeel dat daarin moest worden gedaan volgens begeerte van den Heere Gouverneur en dat alle die berichten en resolutien gecachetteerd onder het addres van den Heere Advocaat der E Comp:e, aan zyn Ed: behoorden te worden overgezonden, terwijl den Heere Le Sueur verklaarde, dat daar toe niet mogt worden getreeden, alzoo de ordres dicteeren dat de resolutien deezes raads direct en alleen aan de vergadering van zeeventienen mogen en moeten werden verzonden.
Na dat dus ieder der præsente Leden des Raads die deeze zyn Ed: begeerte niet hebben gelieven in te willigen verandwoordelijk gesteld niet alleen voor de gevolgen, die daar uit ten nadeele der E Comp:e zouden kunnen proflueeren, maar ook voor de læse zijn Ed: hier door aangebragt, en is hieröp bij meerderheid beslooten de in te komene berichten der gedecerneerde Commisien Successivelijk aan den Heer Advocaat der E Comp:e over te zenden.
Voorts is op het deswegens bij requeste gedaan Supplicq aan Charles Hercule de Capol op deszelfs verzoek gedemitteerde Lieutenant bij het regiment van Wurtemberg , gepermitteerd omme met het Schip de Phœnicier te mogen repatrieeren.
Vervolgens is door den Capitijn Ingenieur Sebastiaan Willem van de Graaff en den Capitain Lieutenant ingenieur Louis Michiel Thibault ingediend het volgend Request.
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den Edelen Achtb: Raade van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer en Edele Achtbare Heeren!’
‘Bij besluit van den 13 Maart 1789 heeft het UWelEdele Gestr: en E Agtb: behaagd, op het gunstige aanschrijven der Hooggebiedende Heeren Majores Sub dato 16: Junij 1788, den Capitijn by het nationaale depot; Charles Philippe Rudolph Baron de Bonstetten aan te stellen tot groot Major, en aan denzelven buiten en behalven zijne Tractementen en Emolumenten van Capitain daar voor toe te leggen het Tractement en Emolumenten van Major, onder die Conditie nogthans dat ingevalle Haar WelEdele Groot Achtb: de Heeren Majores in ‘t Patria mogten komen te oordeelen, dat deeze toelage te ruijm was, het te veel ontfangene door voormelde Heer de Bonstetten aan d E Comp:e zoude moeten werden gerestitueerd, en dat tot Securiteit voor de E Comp:e Borgen voor de restitutie moesten gesteld werden, de ondergeteekende als officieren in een en het zelfde guarnizoen dienstdoende, en ter consideratie dat meergemelde de Bonstetten alhier geene relatien hebbende, en een gedistingueerd en respectabel officier zijnde, om denzelven dus uit eene groote verlegendheid te redden, waar inne hy zig voor de restitutie van het te veel ontfangene Schriftelijk hebben verbonden, en hebben zij zulks met zoo veel te meerder gerustheid gedaan, om reeden de post van Groot Major, door de Hooggebiedende Heeren en Meesteren g’accordeert zijnde, dien officier als permanent tot dit guarnizoen gehorende, altijd tot guarant en waarborg in Cas van eenige restitutie konde dienen.’
‘Dan Haar WelEdele Groot Achtb: de Heeren Zeventienen by missive van den 2 8:ber 1790 onder meer andere reductien meede afgeschaft hebbende den post van Groot Major en gracieuselijk aan denzelven g’accordeert, omme in zijn radicale qualiteit van hier na India, ofte wel naar Europa te kunnen vertrekken, zonder mentie ofte gewag te maken van eenige restitutie ofte weder vergeldinge van te veelgenotene Penningen, hebben de eerbiedige Supplianten onder gunstig welduiden, daaruit dan ook niet anders kunnen afleijden, dan dat de Hooggebiedende Heeren en Meesteren genoegen genomen hadden in de door UWelEdele Gestr: en E Achtb: aan den voormelden groot Major onder Hoogstderzelver nadere approbatie toegelegde tractementen ende Emolumenten, en in die vaste veronderstelling den dikwerf gem:e grootmajor met S E Comp:e Pacquetboot de Maria Louisa , in opvolginge der voormelde Seer g’ Eerde ordre der Heeren Seventienen gerust naar Europa laaten vertrekken, dan hoe verbaast en verslagen zijn de supplianten niet geweest, wanneer hun op den 10:e deezer, door den WelEdele Gestr: Heeren Gouverneur wierde gecommuniceert, dat haar WelEdele Groot Agtb: de Heeren Seventhienen bij missive van den 4 Januarij 1791 en op den 2:e dezer P:r de Pacquetboot de Kraaij aangebragt, begeerden, dat de Tractementen en Emolumenten van Capitain door den Grootmajor genooten aan de E Comp:e zouden moeten werden gerestitueerd, terwijl dezelve geconsidereert wierden als te veel aan hem toegelegd, en de Supplianten uit hoofde der aangegaane borgtochte wegens de restitutie zouden werden aangesprooken; de eerbiedige Supplianten neemen dus de vrijheid, zig te keeren tot UWelEdele Gestr: en E Achtb:, met ootmoedige beede, dat door UWelEdele Gestr: en E Achtb: in gunstige aanmerking mag werden genoomen, dat de Supplianten nooijt ofte nimmer de borgtochte zouden hebben aangegaan, wanneer het niet was geweest, dat dezelve den Groot Major van Bonstetten gelijk vooren gesegd hadden geconsidereerd als een officier bepaaldelijk tot dit guarnisoen gehoorende, en uit dien hoofde aan hun tot een waarborg in Cas van restitutie hadde kunnen en moeten dienen: door het vorengem:e vertrek van dien officier vinden zich de Supplianten derhalven in de uitterste verleegendheid gedompeld, en zouden wanneer UWelEdele Gestr: en E Agtb: hun tot de restitutie wilde noodzaken ten eenemaal geruïneert zijn, terwijl in een Kostbaare en duur Guarnisoen, de van de E Comp:e in hunne qualiteit genoote Tractementen, en Emolumenten, naauwlijks tot Soutain van hunne huishouding en famielie zijn toereijkende geweest; neemen zij de vrijheid UWelEdele Gestr: en E Achtb: needrig te verzoeken, gunstiglijk in Consideratie te willen neemen.’
‘Dat terwijl zij Supplianten door de verleende permissie tot het van hier mogen vertrekken van den Heer Grootmajor, voornoemd; en dat denzelven daar op dan ook dadelijk deeze Colonie heeft verlaten, en na Europa gereijst is, in de allervolstrekste onmogelykheid gebragt zijn om de voorsz: penningen die aan den Heer van Bonstetten te veel zouden zijn betaald, en waar voor zij borge gebleeven zijn, dat Zij Supplianten van die betalinge, provisioneel zullen moogen bevrijd blijven, tot tijd en wijlen dat haar WelEdele Hoog Achtb: de Heeren 17:en daar omtrend nader zullen hebben gedisponeerd te meer daar zij Supplianten zig gerust durven verzekert houden, dat in de omstandigheid waar in die zaak thans gebragt is, Haar Ed: Groot Achtbaarheden, nimmer van hun Suppl:ten de voorsz:e betaling zullen vorderen, maar ter Contraire dezelve daar van, na derzelver gewoone equiteit zullen ontslaan.’
‘Verzoekende de Supplianten dan wijders zeer onderdaniglijk dat deeze hunne bede, met een gunstig voorschrijven deezer Regeeringe, aan haar WelEdele Hoog Agtb: in Patria mag overgezonden worden.’
’/: Onderstond /’
‘’T Welk doende &:a / was geteek: / S: W: van de Graaff, L: M: Thibault.’
Na welkers lecture den Heere Gouverneur verklaarde van oordeel te zijn, de Suppl:ten het verzochte uitstel te verleenen, en de nadere ordres van de Heeren Meesteren te verzoeken en af te wachten; den Heere Rhenius vermeende dat de Supplianten in hunne qualiteit als Borgen voor den van hier vertrokkenen Groot Major de Bonstetten de door de illustre vergadering van zevenhienen gevorderde restitutie behoorden te doen, heeft den Heere van Lijnden betuijgd dat het eene onbillijkheid zoude zyn de Suppl:ten in hunne evengemelde qualiteit de betaaling te laaten doen, zonder alvorens het goedvinden der Heeren Meesteren deswegens te hebben ingewacht.
Den Heere Le Sueur zich geconformeerd hebbende met het gevoelen van den Heere Rhenius, met bijvoeging dat wanneer de Borgen zouden hebben betaald, men hun request als dan nog zoude kunenn overzenden aan de Heeren Meesteren met ootmoedig verzoek daarop een favorabel reguard te willen slaan, zo is bij meerderheid, door de præpondeerende stem van den Heere Gouverneur geresolveerd om de Suppl:ten uitstel van betaaling te verleenen, en hun request met favorabel voorschrijvens naar Patria te verzenden.
Wijders is door den Soldijboekhouder Clement Matthiessen Junior, ingedient een Request, beneevens Copia van een verzoekschrift door de Adsistenten van het Soldij Comptoir aan hem geaddresseerd, houdende hunne beswaaren over het intrekken van het douceur van Rd:s 5 per maand door hen zints den Jaare 1783 genooten, welke beide stukken waaren luidende
Aan den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E Achtbaaren raad van Politie.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E: Achtbaare Heeren!’
‘De Adsistenten ten Soldij Comptoire bescheijden, zig door het cesseeren der seedert den Jaare 1783, door de Pennisten genooten douceur van Vijf Rijxd:s per maand in verleegenheid bevindende hebben aan den ondergeteekende in qualiteijd als Soldij Boekhouder bij geschrifte verzogt, UwelEdel Gestr: en E Achtb:, daar over de nodige voorstellingen te doen, overtuijgd dat de Pennisten, onder mijn bestier staande, van hunne Tractementen en Emolumenten niet leven kunnen en weijnig tijd overig hebben, omme bij particulieren, buiten den dienst iets te verdienen, weegens het sterk vermeerderde werk der Soldijen, en het pro rato niet vermeerdert getal Pennisten, want in den Jaare 1779 was het getal der Dienaaren in dit Gouvernement 1656 Koppen en Twaalf Pennisten ten Soldij Comptoire bescheiden, en in den Jaare 1789, dat het getal derzelven 3209 Koppen beliep, hebben sestien adsistenten op dat Comptoir dienst gedaan, zonder te spreeken van het Schrijfwerk, dat de vreemde regimenten en derzelver depôts op voormeld Comptoir veroorzaaken, zoo neeme de vrijheid UWelEdele Gestr: en E Achtb:, met verschuldigden Eerbied aan te bieden, Copia van het voormeld aan mij g’addresseerd Schriftuur, met nedrige beede dat het van Hoogst derzelver welbehagen mag zijn, een gunstig reguard op den toestand, der voormelde Pennisten te slaan, en uit hoofde der geringe voordeelen, die buyten de vaste Emolumenten aan het soldij Comptoir g’affecteerd zijn, en ter voorkominge dat dit Comptoir, met geheel en al van bekwaame sujetten beroofd werde, zodanig besluit en de dispositie daar over te neemen, als UWelEdele Gestr: en E Achtb:, dienstig en nuttig zullen oordeelen.’
’/ Onderstond /’
‘’T Welk doende / was getekend / C: Matthiessen. / in margine / Casteel de Goede Hoop den 23 Junij 1791.’
‘Copia’
Aan den WelEdelen Heer Clement Matthiessen Coopman en Soldijboekhouder deezes Gouvernements.
‘WelEdelen Heer!’
‘Sedert den Jaare 1783 door de pennisten genooten zynde Een Douceur van vyf Rijxd:s door den gerepatrieerden WelEdele Gestrengen Heere Gouverneur M:r Joachim van Plettenberg, en E Achtb: Politicquen Raad, præsumtief ter Consideratie der Excessive hooge Kaamer huur, en duurte der nodige behoeftens toegevoegt, tot ons groot leetweezen bij den ontfangst onzer Emolumenten op den eersten dezer maand Junij ondervonden hebbende, dat dit voor ons zo nodig Ja, wij durven zeggen tot ons bestaan onontbeerlijk douceur is komen te Cesseeren, en zo wij g’informeert zijn geworden, op bevel van onzen Hoog gebiedende Heeren en Meesteren, en de reedenen welke tot deeze Extraordinaire toelaage aanleijding hebben gegeeven gehad als nog Excisteerende, zij het ons vergunt aan UWelEdele als Hoofd van ‘t Soldij Comptoir ons beswaren met Schuldigen Eerbied in de volgende poincten voor te dragen.’
‘
1:Lyk) | Aan 't Soldij Comptoir zyn weijnig ofte geen particulieren voordeelen annex, ons zo genaamd Potgeld, beloopt teegenswoordig op 't Hoogst genomen, Thien Rijxdaalders S' Jaars voor ieder adsistent, waar en tegen dat den andere Comptoire wel vijf a Ses maal zo veel bedraagd. |
2:de) | Wij moeten alle dagen ordentelijk gekleed zijn, en door de schaarsheid der remissen naar Europa en het daar uit voortvloeijende zwaare wissel verlies zyn de kleding Stukken en Lynwaaten zelfs duurder als zij in den oorlog waare. |
3:e) | De kaamer huur is en blyft nog zeer hoog en kan niemand onzer beneeden de Tien Rijxd:s een woning bekoomen, zo meede is 't wasschen zeer duur, en om reeden wij alle dagen van schoon linnen moeten voorzien zijn, kunnen wij de wasch niet onder de drie Ryxd:s 'S Maands hebben. |
1:Lyk) | Aan 't Soldij Comptoir zyn weijnig ofte geen particulieren voordeelen annex, ons zo genaamd Potgeld, beloopt teegenswoordig op 't Hoogst genomen, Thien Rijxdaalders S' Jaars voor ieder adsistent, waar en tegen dat den andere Comptoire wel vijf a Ses maal zo veel bedraagd. |
2:de) | Wij moeten alle dagen ordentelijk gekleed zijn, en door de schaarsheid der remissen naar Europa en het daar uit voortvloeijende zwaare wissel verlies zyn de kleding Stukken en Lynwaaten zelfs duurder als zij in den oorlog waare. |
3:e) | De kaamer huur is en blyft nog zeer hoog en kan niemand onzer beneeden de Tien Rijxd:s een woning bekoomen, zo meede is 't wasschen zeer duur, en om reeden wij alle dagen van schoon linnen moeten voorzien zijn, kunnen wij de wasch niet onder de drie Ryxd:s 'S Maands hebben. |
‘Uit de voren aangehaalde Drie poincten zal UWelEd: ten klaarsten blijken de nood en verlegendheid waarinne wij door het Cesseeren van voormeld Douceur zijn gebragt, en dat wij niet als onwillige en halstarrige dienaaren der Maatschappij ons onderwinden een vertoog tegen de besluiten onzer zeer gevenereerde gebiederen in te lereeren, maar door nood en verlegendheid daar toe gedwongen werden, waar van UWelEd: nog meerder zal overtuijgd, de volgende bereekening’
‘
Een Adsistent heeft aan gagie S Jaars ƒ240 ofte | Rd:s 100:-:-: | ||
Aan Kostgeld Rd:s 3 8/48 in de maand bedraagd in't Jaar Jaar | d:o 38:-:-: | ||
Aan Potgeld | d:o 10:-:-: | ||
Rd:s 148:-:-: | |||
Moet betaalen | |||
Aan Kaamer Huur Rd:s | 10 p:r m:d | Rd:s 120:- | |
d:o Wasch | 3 d:o | d:o 36:- | |
d:o Schoenen | d:o 18:- | ||
d:o Kleeding ten minsten | d:o 50:- | ||
d:o 224:- | |||
Komt dus te Kort | Rd:s 76:-:- |
Een Adsistent heeft aan gagie S Jaars ƒ240 ofte | Rd:s 100:-:-: | ||
Aan Kostgeld Rd:s 3 8/48 in de maand bedraagd in't Jaar Jaar | d:o 38:-:-: | ||
Aan Potgeld | d:o 10:-:-: | ||
Rd:s 148:-:-: | |||
Moet betaalen | |||
Aan Kaamer Huur Rd:s | 10 p:r m:d | Rd:s 120:- | |
d:o Wasch | 3 d:o | d:o 36:- | |
d:o Schoenen | d:o 18:- | ||
d:o Kleeding ten minsten | d:o 50:- | ||
d:o 224:- | |||
Komt dus te Kort | Rd:s 76:-:- |
‘UWelEdele zo wij vertrouwen ten klaarsten aangetoond hebbende, dat wy van ons tractement Emolumenten en fixa niet bestaan kunnen en overtuijgd van UWelEd: billijke en menslievende denkingswijze neemen wij de vryheid needrigst te verzoeken daar over de nodige voorstellinge aan den WelEdele Gestr: Heer Gouverneur en E Achtb: Raad van Politie te willen doen ons vleijende dat UWelEd:s deeze zo wij vertrouwe billijke beede niet zal afslaan, en wel om zo veel te meer terwijl door den vermeerderden omslag der soldijen wy geen tijd hebben, iets particuliers te verdienen, en onze hoog gebiedende Heeren Majores zelfs bij het afneemen der dienstgeld aan de militaire ter schadelooshouding pasgangers hebben toegestaan, en zo wij g’informeert zijn in vroege tijden aan de pennisten een vrije wooning hebben gegeeven, die bij ‘t veranderen van ‘t Casteel hun is afgenoomen zonder voor dit gemis eenige douceur te ontfangen.’
’/ Onderstond /’
‘gelieft WelEdele Heer goedgunstig aan te neemen de gevoelens van verschuldige Hoogagting met welk wij d’Eere hebben te zijn / lager WelEdele Heer UWelEdelens Gehoorzaame Dienaren / was geteekend / A: Muller, C: van doorn, M: E: Borgwedel, R: S: Alleman J: C: deWit, J: G: Meisart, M: G: Eckard, J: H: Wuste, J: H: Echardt, G: Jacobi J: P: Alleman, J: C: Lehman, en H: Hanke / lagerstond / Accordeert / en geteekend :/ C: Matthiessen.’
na welkers lecture beslooten is deeze stukken over te zenden aan de hoog gebiedende Heeren Meesteren met eerbiedig verzoek daaröp een favorabel reguard te willen slaan.
Vervolgens is geleezen een request van Christiaan Godlob Höhne, geheimschrijver van den Heere Gouverneur en opziender van S’ Comp:s Slavenlogie, luidende als volgt.
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: raad van Politie
‘WelEdele Gestr: Heer! en E E Achtb: Heeren!’
‘Met diepschuldig respect neemt de vrijheid te kennen te geeven, UWelEdele Gestr: en E Achtb: gantsch nedrigen en trouwschuldigen dienaar, Christiaan Godlob Höhne van Dresden.’
‘Hoe hij Suppliant in den Jaare 1784 met het Schip Rosenburg, als soldaat alhier aangeland zynde, vervolgens op den 2:e October 1789 onder een nieuw vijfjaarig verband in gagie is verhoogd, en op den 12:e Maart des voorl: Jaars tot Boekhouder en geheimschrijver van den Edelen Heer Gouverneur is bevorderd geworden.’
‘hoe hij Suppl:t zeer gaarne een nedrig Request aan haar WelEdele Hoog Achtb: de Heeren Zeventhienen, zoude willen præsenteeren, en onder S Comp:e papieren overzenden, ten eijnde hoogstdezelve te solliciteeren, om met de qualiteit en gagie van onderkoopman te werden begunstigd.’
‘Neemende den Suppl:t dierhalven de vryheid UWelEdele Gestr: en E Achtb: op ‘t needrigst te Suppliceeren, hem daartoe goedgunstig permissie te willen verleenen en het zelve request met een gunstig voorschryven aan Welopgem:e Heeren Meesteren te appuijeeren’
’/ Onderstond /’
‘’T Welk doende &:a / was get: / C: G: Höhne’
zo is beslooten den Suppliant te permitteeren bij de Hooggebiedende Heeren Meesteren verzoek te doen, om de qualiteit en gage van onderkoopman, zullende dat verzoek door deezen raade favorabel worden voorgedragen.
door den Adsistent Jan Carel Horak zoon van den geaufugeerde eerste gesw:ee Clercq ter politicque Secretary Johannes Marthinus Horak, gepræsenteerd zynde het volgend verzoekschrift.
Aan den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien & & & beneevens den E Agtb: Raad van Politie
‘WelEdele Gestr: Heer en E: Achtb: Heeren!’
‘Met verschuldigde Eerbied geeft te kennen Uwer WelEdele Gestr: en E Achtb: nedrigen dienaar den ondergeteek:de Jan Carel Horak zoon van den geweezen Eerstgesw:e Clercq ter Secretarije van UWelEdele Gestr: en E Achtb: Johannes Marthinus Horak’
‘dat den Suppl:t p:r d’onlangs in de Simonsbaaij g’arriveerde pacquetboot de Craaij van des Suppl:ts gem:e Vader aanschrijvens heeft bekomen, om zoo bij UWelEdele Gestr: en E Achtb: als bij den E Achtb: Raad van Justitie Instantigst te verzoeken te mogen erlangen, alle zodanige documenten als hij tot meerdere opheldering zijner affaires aldaar te lande volstrekt benodigd heeft.’
‘des den Suppl:t om aan den principaalen inhoud van ged:e brief te voldoen, de vrijheid neemd zig needrigst tot UWelEd: Gestr: en E Achtb: te wenden, om van UWelEdele Gestr: en E Achtb: te soliciteeren Copia van het rapport der Heeren Leeden uit UWelEd: Gestr: en E Achtb: vergadering dewelke gecommitteerd zyn geweest tot ‘t Examineeren der zogenaamde Wildschutte en Transport Boeken.’
‘en daar des Suppl:ts Moeder een Zodanig gunstig besluijt van gem:e E Achtb: Raad van Justitie had erlangd /: zoo als Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: uit de hier neevens gaande Extract Resolutie des behagende zal kunnen zien :/ dat, zo wanneer d ‘E Comp:e ten vollen Schadeloos was gesteld geworden als dan aan haar te verleenen alle papieren die zij dan wel de g’intresseerdens bij gem: E Achtb: Raade van Justitie zoude komen te requireeren; zo Imploreerd den Suppl:t insgelijks Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: favorable dispositie in deezen, en verzoekt ootmoedigst hem daartoe eene gunstige apostille te willen verleenen. - zijnde het voorts ongetwijffeld zeeker dat Een Copia van het meerm: bericht des Suppl:ts vader, die zig om de poursuites van Crimineele procedures te ontgaan, in het ongelukkige prædicament heeft gebragt gezien om zijne vrouw, kinderen, zijn heel bezit en dus alles dat hem dierbaar zijn kon te verlaaten en zig naar het vaderland retireeren, in het voortzetten zijner zaaken in zijn verontschuldigingen en in zijn faveur zeer veel ligt zoude bijzetten en dus ook van oneindig grooten dienst kunnen zijn.’
’/ onderstond /’
‘’T Welk doende &:a / was geteek: / J: C: Horak, is na rijpe deliberatie goed gevonden en verstaan dat Supplicq eerbiedig te renvoïeeren aan de illustre vergadering van Zeeventienen, onder overzending van het rapport waar van den Suppl:t Copias is komen te verzoeken, ten einde daarover zodanig te disponeeren als hun WelEdele Hoog Achtb: zullen komen goed te vinden.’
Hier na wierd door den Heere van Hughel, Colonel Commandant van het regiment van Wurtemberg ingedient het volgend vertoog.
‘A son Excellence Monsieur le Gouverneur, et a Messieurs les Nobles Conseillers de la Régence du Cap de bonne Esperance.’
‘Le soussigné Colonel Commandant du Regiment de Wurtemberg , ayant recu un extract de Resolutien de Messieurs Les Dix Sept, y a trouvé par un effet de cette prevoyante sagesse de Nos seigneurs et Maitres, et sans qu ‘aucune reclamation du Regiment dit encore pu leur être parvenue la permission de lainer pour le soin des malaves au Cap de Bonne Esperance; un officier et deux Bas officiers.’
‘En vertu de cette gracieuse intention de Nosseigneurs et Maitres, d’apporter toute la facilité au Sérénissime chef Proprietaire du Regiment pour Satenue au compter et pour la conservation des Recruës qu’it doit envoyer a cet effet, en vertu des ordres que sa ditte altesse Monseigneur le Duc de Wurtemberg a fait parvenir au Soussigné pour solliciter L’etablissement d’un depot convenable au Cap, et en vertu des représentations que le Soussigné a des Le commencement Sommis a la clairvoyante bonté de Son Excellence Monsieur le Gouverneur et de la Noble Regence, il est obligé de declarer tres respectueusement.’
‘1:o Que si meme les Recruës pour le Regiment n’arrivent au Cap que pour etre expécties avec les memes vaisseaus pour Batavia, sa confiance dans l’ humanité et justice de Son Excellence Monsieur le Gouverneur et la Noble Regence, ne lui laisse pas de voute pour un moment qu ‘ils ne daignent permettre, Sauf l’approbation de Nosseigneurs et Maitres, aux quels ainsi qua la Haute Regence des Indes it adressera Sur le champ ses tres humbles remonstrances, que les dits recrues soient pris a terre, nourris et rafraichis de leur paye et entretenus dans un mouvement convenable a leur santé, pendant le temps que leurs vaisseaux serout en rade, et les malades gardés ici jusqua l’epoque de leur retablissement’
‘2:o Qu ‘un officier et deux Bas officiers ne peuvent absolument pas Suffirent a tous les soins et d’etails que ces cerconstances exigent; mais que le Soussigné se tient tres respectueusement a la demande quil a formée d’un Capitaine Lieut:t, d’un lieutenant, de quatre Sergents et quatre Caporeaux et qu’on y a joute pour le Soignement des Malades un Chirurgijn, Sous danse que ces personnes seront comprises au complet du Regiment et noccasionneneront a la caisse de la Noble Compagnie aucuns fraix extraordanaires.’
‘3:o Comme il est éloigné de la facon de penser du Soussigné de causer a Son Excellence Monsieur le Gouverneur et a Messieurs les Nobles Conseillers, quelques désagréments pour prix de leur déference au bien du Regiment et a la conservatien et soulagement des Recrues, il s’engage Solemnellement qu’il prendra sur lui toutes les suites tant auprés de la haute Regence des Indes, quauprés de Nosseigneurs et Maitres, aux quels dans ce moment les reclamations du Sereussime Proprietaire doivent déja etre parvenises, par son charge d’affaires auprés de la Noble Compagnie Le Major de Penusse.’
‘Le Soussigne offre en meme temps de se cautioner par écrit pour toutes les charges pecuniaires qui pourroient en résulter, puis qu’il ne prisage pas que ce pas puisse exciter, vu que par l’avolitions de l’argens du Service, la Garnisoen de Cap se trouvera a peu pres Sur le meme pied de payement que dans les Indes.’
‘4:o La bonté avec la quelle Son Excellence Monsieur Le Gouverneur ainsi que Messieurs Les Nobles Conseillers, aicu elleront ces respectueuses Sollicitations, ajoutera de nouveau aux obligations dont le Regiment et le Soussigné emporteront dans les Indes le reconnoissant te’moignage.’
’/ Onderstond /’
‘Fait au Cap de Bonne Esperance, le 20: Juin 1791 / was geteekent / V: Hugel’
Na welkers lecture verstaan is, om ingevolge het eerste poinct van dat verzoek de Colonel von Hughel te permitteeren, omme alle de recruten die Successivelyk voor het regiment van Wurtemberg met de uitkomende Scheepen alhier zullen aankomen, aan land te brengen, omme gedurende het verblyf dier Scheepen voor hunne bezolding te worden ververscht, en de zieken tot hunne herstelling toe aan te houden, en is ingevolge het tweede poinct van voorsz:e verzoekschrift den Heere von Hughel toegestaan omme ten dienste en ter verzorging van het depôt alhier te laaten verblijven Een Capiteijn, vier Sergeants, vier Corporaals en een Chirurgijn, die alle begreepen zullen moeten zijn en blijven onder het Compleet getal van het Regiment alles echter onder expres’se voorwaarden dat de Heere von Hughel zal hebben te stellen de Schriftelijke Cautie door zyn Ed: aangeboden, voor alle pecunieele vergoedingen die uit hoofde deezer schikking en permissie aan deezen rade mogten worden opengelegt.
Door Catharina van Maria van Angela, slavinne der E Comp:e, bij requeste verzoek gedaan zijnde, omme uit dienstbaarheid te worden ontslagen en gesteld in vrijdom, met offerte daar voor aan de E Comp:e te geeven een Kloeke Mans Slaaf genaamt Januarij, zo is beslooten in dat verzoek, als overeenkomstig met de ordres der E Comp:e te condescendeeren, en derhalven voorsz: Catharina van Maria van Angela, uit Slaafsche dienstbaarheid ontslagen en in vrijdom gesteld, zullende derhalven de Slaaf Januarij, die gezond en sterk is bevonden, in haare plaatse wederom bij de Negotie worden ingenomen.
Eenige der leeden van den raade van Justitie deezes Gouvernements ingedient hebbende het volgend vertoog.
Aan den WelEdelen Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur en Directeur van Cabo de Goede Hoop; en den ressorte van dien, &:a &:a &:a beneevens den verderen Edelen Achtb: Rade van Politie dezes Gouvernements.
‘WelEdele Gestrenge Heer en E Achtbaare Heeren.’
‘Vertoonen reverentelijk de ondergeteek: Tobias Christiaan Ronnenkamp, Johannes Smuts, Gerrit Hendrik Meijer, Hendrik Justinus de Wet en Ryno Johannes van der Riet, Leeden in den E Achtb: Raade van Justitie deezes Gouvernements.’
‘Dat door Hendrica Janssen, huisvrouw van Jan Smit van Dilburg /: welken Smit bij vonnisse van 22:e November 1787 onder anderen voor den tijd van vyf jaren is geconfineerd geworden ten robben eylande , en gecondemneerd om na expiratie van dien tijd, ten eeuwigen dage uit dit Gouvernement en den ressorte van dien, gebannen te blijven :/ op den 26:ste Maart 1789 in gem:e Raade bij requeste is verzoek gedaan, “of den Heer Independent fiscaal mogte worden geauthoriseerd, om over de verdere Straffen ter uitvoering van ‘t gem:e vonnis met haar voorsz:e man Jan Smit van Dilburg te mogen composeeren, ten einde zy Suppl:te met haar Man de nog weynige dagen hares leevens in rust en vreede moge ten einde brengen &:a”’
‘Dat by den raade van Justitie voorm:e beslooten zijnde, dat request te stellen in handen van den, kort te voren, door de HoogEdele Groot Achtb: Heeren Bewindhebberen herwaards gezondenen Heere Independent fiscaal deezes Gouvernements Johan Nicolaas Steven van Lynden, ten eijnde daarop te dienen van zijn E Consideratien, gemelde Heere fiscaal als toen, op den 31:ste daaraan volgende, heeft ingediend een ampel en beredeneerd Schriftuur, vervattende de voorsz:e van zyn E gerequireerde consideratien en waarbij zyn E: heeft gedeclareerd, van advijs te zyn, dat, geconsidereerd de Hoog gesteegene Jaaren van de Suppl:te en haren Man, en teffens de schaade, die bij eene altoos duurende scheijding van dezelve, aan hun gemeenschappelyken boedel præsumtief zoude kunnen ontstaan, het verzoek bij dien requeste gedaan, in hoc Singulari casu, zoude kunnen worden geaccordeert, met Speciale authorisatie en recommandatie op ‘t officie fiscaal te verleenen, om, wanneer dikgem: Jan Smit van Dilburg weder om ter deezer plaatse zal zijn verscheenen, een nauwkeurig en oplettend oog op deszelfs handelwyze en Conduites te houden ende te doen houden.’
‘Dat op dit advis, in dato 2:e April des gem:e Jaars 1789 gevolg is, een besluit waar bij aan Jan Smit van Dilburg is gepermitteerd geworden, om, weegens zodanig gedeelte van ‘t tegens denzelven, in dato 22:e November 1787, gevelde vonnis, als waar bij aan hem Smit een confinement van vyf Jaaren ten Robben Eylande is opgelegd, met voorsz: heere Independent fiscaal voor Heeren gecomm:es te kunnen composeeren, en zich, na dezelve compositie tot ‘t administrateeren zyner zaaken, aan deeze hoofdplaatse met ‘er woon te mogen begeeven, met dien verstande nogtans, dat gerepte Smit niet alleen geene burger neering zal mogen dryven, noch als burger aangemerkt worden; maar ook, nadien hij Smit, by ged:te vonnisse van 22:e November 1787, teffens ten eeuwigen dage uit dit Gouvernement en den ressorte van dien is gebannen, na de expiratie van voorsz:e Vijf Jaaren van hier zal moeten verzonden worden; Terwijl voorts ‘t officie fiscaal is geauthoriseerd geworden, om gedurende het verblijf van gem:e Smit ter deezer plaatse, op deszelfs conduite nauwkeurig oog te houden’
‘Tegen welk besluit de E Achtb: heer Præsident als van contrarie sentiment zijnde, deszelfs gevoelen in de Notulen heeft doen aantekenen, zynde voorts de Compositie voor heeren gecomm: ingevolge de eigenen offerte van gem:e Smit getroffen voor eene Somma van Zes duyzend Ryxd:s ofte ƒ18000:- Ind: valuatie.’
‘Dat echter zeedert bij den Raade van Justitie alhier ontfangen is een aanschrijvinge, van de hooge Indiase Regering gedaan, op zeeker vertoog, door den Heere Advocaat fiscaal Vignon ter zaake voorsz:e aan hunne hoog Edelheedens gepræsenteerd, waar by de origineele proceduures jeegens gem:e Smit gehouden, zijn opgeeischt geworden, en welke Stukken dan ook pligtschuldig aan Uwe WelEdele Gestr: en E: Achtb: zyn gesuppediteerd, ten eijnde aan welgem:e Hooge Indiasche Regeering te werden overgezonden.’
‘Dat de onderget:e dewelke, met het tans ontslagenen meede lid, den Heere Carel Mappa tot ‘t neemen van ‘t voorsz:e besluit van den 2:e April 1789, hebben gevoteerd, terwijle voorts de Heeren van Echten, Gie en nu wijlen den burgerraad de Heer Christiaan George Maasdorp ter voorsz:e vergadering van 2:e April 1789, niet tegenswoordig geweest zijnde, daarinne dus ook niet hebben geconcureerd gehad, op gisteren, door ‘t meede Lid uit Uwe WelEdele Gestr: en E Achtb: vergadering den Heer William Ferdinand van reede van oudtshoorn geinformeerd zynde geworden, dat gem:e Heere Independent fiscaal Johan Nicolaas Steven van Lynden tegens alle protestatien der regeering alhier, met ‘t reeds gemonsterd Schip Beverwijk naar Europa staat te vertrekken; daarop, ten aspecte van de voorsz:e zaake van Jan Smit van Dilburg, hebben in overweeging genoomen, dat ‘t zeer mogelijk zoude kunnen zijn, dat den Heere fiscaal door de hooge Indiase Regeering wierde geinjungeerd de voorsz:e by zyn Ed: genotene boete van ƒ18000:- te moeten rembourseeren, tot welke opinie de onderget:e zo uit de wijze, waarop zich den Heere Advocaat fiscaal Vignon aan de Hooge Regeering heeft geaddresseerd, als ook uit de brief van Haar HoogEdelhedens zelve, zeer veel apparentie Schijnen te kunnen en te moeten afleyden.’
‘Zo dat dus van een diergelyke dispositie der hooge Indiase regeering het natuurlijk gevolg zoude kunnen zijn, dat wanneer den Heer Independent fiscaal uit deeze Colonie vertrek, zonder de voorsz:e door zijn E reeds genotene boete te consigneeren, of daar voor Cautie te stellen, dan wel iets na te laaten, waarop men in deezen, eenig voldoende verhaal zoude kunnen hebben, men de onderget:e tot betaling van penningen, welkers restitutie den Heere fiscaal opgelegd wierde, responsabel en aansprækelijk zoude houden.’
‘’t is dan om die redenen, dat de onderget:e deeze morgen, bij geleegentheid eener buitengewone vergadering, ‘t een en ander in deliberatie hebben genomen, en in den raade van Justitie voorm:d hebben voorgedragen, zo als dan ook ingevolge van dien is beslooten, om eene Commissie af te zenden aan den Heere Independent fiscaal ten eynde zyn Ed: Stellig af te vragen, of zyn E: geneegen was, voor zijn vertrek van hier ter zaake voorsz:e sufficiente cautie te stellen.’
‘Dan daar gem:e Gecomm:e bij derselver te rugkomst in raade hebben gerapporteerd, dat den Heer Fiscaal hem op die positive vraag had geantwoord.’
‘“Dat zyn E vermeende in de zaak van Smit van Dilburg niets te kunnen betaalen, noch ook Cautie te Stellen, om dat zijn E volgens zijne Instructie hadde gecompareerd op het decreet van den raade van Justitie en tot genoegen van parthijen; - dat zijn E: veronderstelde te zijn in een band van Justitie en geenzints in een Land, alwaar iemand ‘t mes op de Keel word gezet; - dat zijn E in Europa komende zich zoude addresseeren aan heeren Zeventienen, en dat die heeren dan zouden zien, dat zijn E: op eene legaale wijze was vertrokken; - dat zijn E: geene goederen had, om wegens de bovengem: Som van 6000 rd:s te seponeeren. - . dat zijn E. dit geld reeds ter Consumptie in zyn huyshouding had nodig gehad; en dat, wanneer dit doorging, zyn E dan geobligeerd zoude zijn, voor alle boeten bij hem genooten, Cautie te moeten stellen.”’
‘Zo hebben de onderget:e vermeend hierop niet te kunnen Stil zijn, maar, nadien zij, als in Cas Subject, parthyen zynde, niet tot een regterlijk besluit kunnen treeden, om den Heer fiscaal tot het Stellen van Cautie te noodzaaken; zich evenwel daarover aan UWelEd: Gestr: en E Achtb: te moeten addresseeren’
‘Reedenen waaromme de vertoonderd de vrijheid neemen te verzoeken, dat het van UWelEd: Gestr: en E Achtb: welbehagen zijn moge hieromtrent zodanige mesures te neemen, als geschikt zullen kunnen zijn, om zo ‘er in tijd en wijlen, belangende de voorsz: zaake van Jan Smit van Dilburg eenige restitutie van penn:e door den Heere fiscaal zoude moeten geschieden, als dan de onderget:e voor alle op en aanspraak te kunnen indemneeren; mitsgaders kost en Schadeloos houden’
’/ Onderstond /’
‘’T welk doende &:a / was geteek: / T:C: Ronnenkamp, Joh: Smuts G: H: Meijer H: de Wet R:J: vd Riet / in margine / In vergadering van Justitie aan Cabo de Goede Hoop den 21:ste Junij 1791.’
Zo is beslooten tot apostille op dat vertoog te stellen, dat de verzoekers zullen moeten afwachten het geen de hooge indiase Regeering, nopens de zaak bij dat vertoog voorgedragen zal goedvinden te decideeren.
Na dat dit alles was afgelopen, wierd door den Heere Gouverneur den raade voorgedragen, omme, daar geduurende zijn E absentie, den Heere Rhenius in den Raad van Justitie niet zal kunnen præsideeren den Koopman M:r Jacob Pieter de Nijs aan te stellen tot lid van den raade van Justitie, en hem als een bezadigd kundig en verstandig man, en die reeds een hoger rang bekleed dan de overige in voorsz:e rade Sessie hebbende dienaaren der E Comp:e ook de rang te geeven boven de leeden dier raad Tobias Christiaan Ronnenkamp, Salomon van Echten, en Ryno Johannes van der Riet
den Heere Rhenius zich excuseerende op deeze propositie van den Heere Gouverneur te adviseeren, uit hoofde van zyne zwagerschap met den Koopman de Neys, heeft den Heere van Lynden vermeent deeze aanstelling volgens de voordragt van den Heere Gouverneur te moeten geschieden, zo om het welzijn van ‘t publicq als uit hoofde van de hogere rang die gemelde de Neys boven de overige leeden van den raade van Justitie heeft, den Heere Le Seuer zich met het gevoelen van den Heere van Lynden geconformeerd hebbende is dus meermelde M:r Jacob Pieter de Neijs, aangesteld geworden tot Lid van den raade van Justitie deezes Gouvernements.
Vervolgens kwam den Heere Gouverneur over te leggen het Concept eener Commissie door zijn Ed: ontworpen, om na te gaan en te onderzoeken alle zodanige poincten, betrekkelijk tot de administratie der Weeskamer en der weezen als zijn Ed: bij dat Concept had ter neder gesteld, welke Memorie bij resumpte bevonden wierd van volgende inhoud.
‘Comissie Voor de Weeskamer’
‘
1:o | Of de Præsident, zo wel als de Leeden en den Secretaris behoorlijk ieder voor hun particulier, met eene Instructie voorzien zijn |
Zo neen - als dan eene voor ieder derzelven te concipieeren en door den Raad te laaten approbeeren | |
2:o | den generaalen Staat der weezen penningen opneemen - na gaan, of die penningen behoorlijk uitgezet worden en de provenuen der Boedels binnen een bepaalden tijd aan de Rechthebbende worden verreekend. |
3:o | De Boeken ter Weeskamer revideeren en nagaan, of dezelve steeds in vereijschte ordre, zyn gehouden geworden? en wel voornamelijk zedert de Tien laatstverloopene Jaaren. |
4:o | De Resolutien der Kamer behoorlijk met de notulen confronteeren en zien, of dezelve effen staan. |
5:o | Opneemen het montant der penningen ter verantwoordinge van den Bode Staande - en of deeze, zo wel als de Secretaris, behoorlijke en Suffisante Cautie voor die penningen hebben gesteld. |
6:o | Of 'er een bepaalden tijd is, binnen welken de Boedels moeten worden geredderd. - Zo neen - eenen dergelyken tijd te bepaalen. |
7:o | Welke Leges de Præsident, Leeden, Secretaris en Bode, percipeeren? en hoe veel ieder Boedel voor Administratie penningen word belast. |
8:o | Of de penn:, die van de Pupillen uitstaan, en noch worden uitgezet, onder behoorlijke hypotheecq en Borgtogt zijn uitgezet? |
9:o | Welke penn: de kamer privativelijk toekomen, en hoedanig derzelver administratie is en door wien? En den Titul van Eygendom. |
10:o | Op welke wijze men met de Pupillen ageert en hoe, mitsgaders ten wiens Lasten dezelve onderhouden worden? |
11:o | Of 'er ook nog andere penn: dan die der bekende weezen, en die aan de kamer zelve gehooren, bij weesmeesteren worden geadministreerd - ten wiens voordeele de Intressen dier penningen worden ingenomen - en hoe dezelve geadministreerd worden. |
12:o | Onder wiens opzigt de gelegateerde Effecten der Pupillen, berusten, en welke securiteijt men voor dezelve heeft. |
13:o | Of aan ieder Pupil, mondig geworden zijnde, behoorlijk Rekenschap en verantwoording zo van den Boedel, als de Administratie zyner penn: gedaan word - zo ja, op welke wijze, en door wien zulks geschied: |
14:o | Of de Kamer, bij het mondig worden der Pupillen, ook voor de Administratie der penningen, behoorlijk word gequitteerd, en gedechargeerd |
1:o | Of de Præsident, zo wel als de Leeden en den Secretaris behoorlijk ieder voor hun particulier, met eene Instructie voorzien zijn |
Zo neen - als dan eene voor ieder derzelven te concipieeren en door den Raad te laaten approbeeren | |
2:o | den generaalen Staat der weezen penningen opneemen - na gaan, of die penningen behoorlijk uitgezet worden en de provenuen der Boedels binnen een bepaalden tijd aan de Rechthebbende worden verreekend. |
3:o | De Boeken ter Weeskamer revideeren en nagaan, of dezelve steeds in vereijschte ordre, zyn gehouden geworden? en wel voornamelijk zedert de Tien laatstverloopene Jaaren. |
4:o | De Resolutien der Kamer behoorlijk met de notulen confronteeren en zien, of dezelve effen staan. |
5:o | Opneemen het montant der penningen ter verantwoordinge van den Bode Staande - en of deeze, zo wel als de Secretaris, behoorlijke en Suffisante Cautie voor die penningen hebben gesteld. |
6:o | Of 'er een bepaalden tijd is, binnen welken de Boedels moeten worden geredderd. - Zo neen - eenen dergelyken tijd te bepaalen. |
7:o | Welke Leges de Præsident, Leeden, Secretaris en Bode, percipeeren? en hoe veel ieder Boedel voor Administratie penningen word belast. |
8:o | Of de penn:, die van de Pupillen uitstaan, en noch worden uitgezet, onder behoorlijke hypotheecq en Borgtogt zijn uitgezet? |
9:o | Welke penn: de kamer privativelijk toekomen, en hoedanig derzelver administratie is en door wien? En den Titul van Eygendom. |
10:o | Op welke wijze men met de Pupillen ageert en hoe, mitsgaders ten wiens Lasten dezelve onderhouden worden? |
11:o | Of 'er ook nog andere penn: dan die der bekende weezen, en die aan de kamer zelve gehooren, bij weesmeesteren worden geadministreerd - ten wiens voordeele de Intressen dier penningen worden ingenomen - en hoe dezelve geadministreerd worden. |
12:o | Onder wiens opzigt de gelegateerde Effecten der Pupillen, berusten, en welke securiteijt men voor dezelve heeft. |
13:o | Of aan ieder Pupil, mondig geworden zijnde, behoorlijk Rekenschap en verantwoording zo van den Boedel, als de Administratie zyner penn: gedaan word - zo ja, op welke wijze, en door wien zulks geschied: |
14:o | Of de Kamer, bij het mondig worden der Pupillen, ook voor de Administratie der penningen, behoorlijk word gequitteerd, en gedechargeerd |
’/ Onderstond :/’
‘Actum in het Casteel de Caap de Goede Hoop den 24:e Junij 1791. / /was geteekend / C: J: vande Graaff,’
NB: den Gouverneur begeerd dat deeze zijne Memorie neffens de Resolutien daar op heeden te neemen aan de Heeren Zeventienen overgezonden worden, zal.
Na welkers lecture den Heere Gouverneur tot deeze Commissie benoemde de Heeren Rhenius en de Wet, den Koopman M:r Jacob Pieter de Nijs en den Secretaris van den Raade van Justitie Willem Stephanus van Rijneveld.
Hier op wierd door den Heere Rhenius gedeclareerd, zich met die Commissie
Niet te kunnen chargeeren, betuijgende ook te vermeenen dat eene zodanige Commissie niet nodig was, vermits het Rapport ‘t welk Jaarlijks door de weeskamer aan deezen raade word, overgelegt, alles behelsd wat tot decharge kan dienen van de Bestierders der Wees gelden, en dat wanneer over deeze propositie van den Heere Gouverneur een poinct van deliberatie zou moeten worden gemaakt, men als dan daar meede behoorde te surpercedeeren tot eene nadere vergadering waarbij alle de Leeden des raads præsent zouden zijn.
Den Heere van Lijnden, was in tegendeel van gevoelen dat de Commissie door den Heere Gouverneur noodzaaklijk moest worden geexecuteerd, alzoo in dezelve verscheidene poincten van onderzoek voorkomen, waarover nimmer eenig Rapport door de Weesmeesteren word ingedient.
Den Heere Le Sueur zijn Ed: advijs uitbrengende, declareerde te vermeenen dat over dit voorstel behoorde te worden gedelibereerd wanneer alle de leeden des raads tegenswoordig zouden zijn, te meer daar het onderzoek door den Heere Gouverneur geproponeerd, eene fletrissure zoude zijn voor het Collegie van Weesmeesteren, waarin ieder een der Ingezeetenen deezer Colonie tot nu toe volkomen fidutie heeft gesteld.
den Heere Gouverneur nogmaals geinsteerd hebbende dat de door zijn Ed: ontworpene Commissie zou worden ter uitvoer gebracht, heeft voorts in raade overgelegt twee Memoriën, door zijn Ed: vervaardigt, waar van eene gericht aan den Heere Secunde en Hoofdadministrateur Johannes Isaac Rhenius, en de andere aan de Leeden deezes Raads, omme geduurende zijn Ed: afweezen, tot hun Ed: naricht te strekken en te worden geobserveerd, welke Memorien bevonden wierden van volgende inhouden
‘Memorie van den ondergesz:e Gouverneur, even voor zijne reijze, ingevolge de ordres van Haar WelEdele Hoog Achtbaare de Heeren Bewindhebberen der Ed: Oostindische Comp:e dat: 14:e October 1790 na Neerland ondernomen - in Raade van Politie overgelegd; ten eijnde om ter Secretarije te werden geseponeerd - en om aan den E: Agtb: Heer Rhenius, als zullendein absentievan den ondergesz:e ‘t Gezag voeren,daar van een Extract te doen geworden.’
‘Begeerende den ondergesz:e Gouverneur, dat den E Achtb: Heere Secunde voorm: geduurende de absentie van den zelven, ofte tot der Tijd toe dat hooggemelde Haar WelEdele Hoog Achtb:, omtrent dit Gouvernement, nadere ofte andere ordres zullen hebben gesteld, zig daar na zal gelieven te gedraagen.’
‘
1:o | 't Gouvernement of des Gouverneurs Huis in 't Casteel, en des Gouverneurs woninge in S Comp:e Tuijn, waarin deszelfs Famielle of Huishoudinge moet blyven, en waarin ook bovendien nog blyven alle deszelfs Chartres en andere Papieren van aanbelang en alle zyne Meubilen &:e zal men derhalven, geduurende de absentie van hem Gouverneur, ofte ter Tijd toe dat de Heeren 17:en daarop andere ordres hebben gesteld, daar omtrent geene andere beschikkingen, dan hij in loco zelve heeft gedaan, mogen gemaakt worden. |
2:o | *voor*'t Gouvernement in 't Casteel, als ook*voor*des Gouverneurs woninge in S Comp: Tuijn, zal geduurende de absentie van den Gouverneur maar*een Schildwagt*, dat is een dag en nagtPost, blijven - en aan de andere zijde van laatstgem: woninge in s Comp: Tuijn, zal*een Schildwagt*, tot een NagtPost, moeten blyven staan. |
3:o | Aan den Heere Secunde, za lange als denselven 't Gezag voeren zal /: ofte aan den geene dewelke daarin zijn Ed: Achtb: zoude mogen vervangen :/ zullen de militaire Honneurs op gelyken voet, zo als zulks in vorige Tyden, aan die Heeren, dewelke in dit Gouvernement, bij aflijvigheid of anderzints, 't gezag gevoerd hebben en wel volgens 't politicque Raads besluit d:d: 12: Aug:s 1775 gegeeven worden. |
4:o | In de Gereformeerde Kerken, als ook bij de Lutherse gemeente, zal geene verandering in't Formulier gebed, geduurende de absentie van den Gouverneur, mogen werden gemaakt; maar de voorbiddinge zal op den ouden voet moeten geschieden, dat is. |
1:o | 't Gouvernement of des Gouverneurs Huis in 't Casteel, en des Gouverneurs woninge in S Comp:e Tuijn, waarin deszelfs Famielle of Huishoudinge moet blyven, en waarin ook bovendien nog blyven alle deszelfs Chartres en andere Papieren van aanbelang en alle zyne Meubilen &:e zal men derhalven, geduurende de absentie van hem Gouverneur, ofte ter Tijd toe dat de Heeren 17:en daarop andere ordres hebben gesteld, daar omtrent geene andere beschikkingen, dan hij in loco zelve heeft gedaan, mogen gemaakt worden. |
2:o | *voor*'t Gouvernement in 't Casteel, als ook*voor*des Gouverneurs woninge in S Comp: Tuijn, zal geduurende de absentie van den Gouverneur maar*een Schildwagt*, dat is een dag en nagtPost, blijven - en aan de andere zijde van laatstgem: woninge in s Comp: Tuijn, zal*een Schildwagt*, tot een NagtPost, moeten blyven staan. |
3:o | Aan den Heere Secunde, za lange als denselven 't Gezag voeren zal /: ofte aan den geene dewelke daarin zijn Ed: Achtb: zoude mogen vervangen :/ zullen de militaire Honneurs op gelyken voet, zo als zulks in vorige Tyden, aan die Heeren, dewelke in dit Gouvernement, bij aflijvigheid of anderzints, 't gezag gevoerd hebben en wel volgens 't politicque Raads besluit d:d: 12: Aug:s 1775 gegeeven worden. |
4:o | In de Gereformeerde Kerken, als ook bij de Lutherse gemeente, zal geene verandering in't Formulier gebed, geduurende de absentie van den Gouverneur, mogen werden gemaakt; maar de voorbiddinge zal op den ouden voet moeten geschieden, dat is. |
‘Voor de Hoge overigheid der vereenigde Neederlanden - voor zijne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Prince van Orange, Erfstadhouder &:a &:a &:a en Hoogst deszelfs doorluchtig Huis - voor haar WelEdele Hoog Achtb: de Heeren Bewindhebberen der E: Oostindische Comp:e, onze Heeren en Meesteren - voor de Hoge Regeeringe van Nederlands Indien.’
‘Voor den Gouverneur en den Ed: Achtb: Raad van deeze plaatse.’
‘tot dat daar op door de Hooggebiedende Heeren van ‘t Bewind andere of nadere Ordres gesteld zullen zijn.’
‘Zullende zig den Heere Secunde voorn:e ofte die in der tijd ‘t gezag voeren zal, in de uitoeffening van dePligten den Gezaghebberen door de Heeren Meesteren aan dezelve opgelegd, en dus na de S Comp: ordres in ‘t generaal, en in ‘t byzondere na de ordres door hoogm:e Haar WelEdele Hoog Achtb:n, in derzelver hooggeEerde aanschrijvens, dd: 14:e Octb: des Jaars 1790.daargesteld, zich exact hebben te gedragen.’
‘Voorts begeerd den ondergesz:e dat van deeze zyne nagelaten Memorie, ter eerster gelegendheid een Dubbeld aan de Heeren 17:en met des Gouvernements Ministerieele Papieren eerbiedig toegezonden worden zal.’
’/ Onderstond :/’
‘Actum in ‘t Casteel de Goede Hoop den 24:e Juny 1791 /: was get: / C: J: van de Graaff.’
‘Memorie’
Aan den WelEdelen Achtb: Raad van Politie deezes Gouvernements
‘Den ondergesz:e Gouverneur op zijn vertrek staande, om, ingevolge de zeer gerespecteerde ordres der Illustre Vergadering van 17:en de dato 2:e Octb:r des gepasseerden Jaars 1790, in zijne qualiteit als Gouverneur dezer Colonie, zig te moeten begeven naar Neerland, ten eijnde te voldoen aan ‘t gunt in de geEerde ordre voorn:e is vervat:’
‘Begeerd van deezen Raade, dat omtrent de zaak, concerneerende de Klagten van den Heere Colonel Gordon, tegens den toenmaligen Heere Capitijn, nu den Major Sandol Roij, provisioneel in Statu quo zal worden gelaaten - en dat men zal afwagten, wat ordres de hoog gebiedende Heeren en Meesteren daarop zelve zullen gelieven te stellen.’
‘Dan zo deezen raade, onverminderd mijne voorn:e begeerte, daarin anders mogten handelen; zo is deeze, om daar tegen op de solemneelste wijze te protesteeren, terwijl daardoor, de daarop te verwagtene Ordres van Hooggem:e Heeren Bewindhebberen, vooruitgelopen zoude worden, en waardoor de Heeren Leeden deezes Raads als dan verantwoordelijk zullen zijn.’
‘De redenen waarom ik mij verpligt vinde, om nu provisioneel tegens de afdoeninge der voorsz:e zaak te moeten protesteeren; zijn:’
‘Om dat, toen ik alle de Stukken, de Informatien, door eene daar toe expresse benoemde Commissie, deswegens genomen, ter Tafel van deezen Raade overgebragt, men mijne Propositie declineerde, en refuseerde, om in die zaak dien weg te volgen, die de ordre mij dicteerde,’
‘Namentlijk, om alle de stukken tot het voorn:e geval betrekkelijk, in ‘t bijzondere en nader te Stellen in handen van den Independent Fiscaal deezes Gouvernements, den Heer Baron van Lijnden, met verzoek:’
‘1. Om de klagten van den Heer Colonel Gordon, tegens den Capit: Sandolroij, en de’
‘verantwoording van denzelven, beneffens ‘t gantsche beloop van die epineuse zaak, te revideeren.’
‘2. Te examineeren of daar in Strict, en in allen deelen de vereijschte forme geobserveerd geworden is’
‘3:e En zo dit onverhoopt anders mogte weezen, zo als het mij is toegescheenen, dat uit zommige dier stukken moet opgenomen worden - als dan distinct deezen Raade te willen aanwijzen; waarin, of om wat Reeden daaraan gemanqueerd geworden is.’
‘4. En Eindelijk om te willen dienen van deszelfs Advijs: wat in die zaak, zo wel tot wegneeming, en ‘t remedieeren van die Omissien, als tot voldoeninge, het zij voor den Klager of aan den Beklaagden, ofte wel wat verder tot eene formeele voort procedeeringe en finale Afdoeninge van die zo Singuliere zaak best zoude behooren te worden gedaan.’
‘Begeerende wijders, dat deeze mijne Memorie, ter Secretarije geseponeerd, en Copij derzelve bij de Ministerieele Papieren deezes Raads, in allen Eerbied aan de Heeren 17:en overgezonden worden zal’
’/: Onderstond :/’
‘Actum in’t Casteel de Goede Hoop d: 24 Junij 1791. /: was geteekend / C: J: Van de Graaff na lecture van welke Memorien verstaan is dezelve aan de illustre vergaadering van Zeeventienen in allen Eerbied te doen toekoomen.’
Nog wierd door den Heere Gouverneur overgelegt, het Militair ordre Boek om ter Secretarije te worden geseponeerd, en aan den Heere Secunde Johannes Isaac Rhenius overgegeeven een Doosje met een Cijffer voor Secreete Brieven.
Wijders wierden door de Heer Rhenius overgelegt de Inventarissen van alles Comp:e Effecten Goederen &c:a die zich ten deeze Gouvernemente bevinden; welke door den Heere Gouverneur voor den overgaave, en door den Heere Hoofdadministrateur voor den Ontfangst geteekend zijnde, heeft den Heere Gouverneur eindelijk laaten voorleezen een Concept Eed door zyn Ed: vervaardigt om door den Heere Secunde te worden gepræsteerd, welke Eed bevonden wierd van volgende inhoud
‘Concept Eed voor den Secunde en Hoofd Administrateur J:I: Rhenius, als zullende bij absentie van den Edelen Heer Gouverneur deszelfs Functien waarnemen.’
‘Ik beloove en zweere.’
‘Dat ik ingevolge eerbiedig aanschrijven van Heeren Bewindhebberen ter Præsidiale Kamer Amsterdam, als daar toe door de Vergadering van 17:en gequalificeert in dato 14: Octob: 1790.’
‘Gedurende de aanstaande absentie van denEdelen Heere Gouverneur, deszelfs Functien zullende waarnemen, wij daarvan in alle opregtheid en getrouwheid, gelijk het betaamd, zal acquitteeren.’
‘De Hoog Mogende Heeren StaatenGeneraal van de vereenigde Nederlanden, als mijne Hoogste en Souveraine overheid Zyne Hoogheid den Heere Prince van orange als derzelver Erfstadhouder, Capitain en Admiraal Generaal’
‘De Edele Heeren Bewindhebberen van de Generaale Nederlandse geoctroyeerde Compagnie.’
‘Mitsgaders denEdelen Heere Gouverneur, zo lange alhier aanweezig zal zijn, en het commando aan zig behouden, ofte ook bij te rug verschijning op deeze Rhee, door onverhoopte toevallen, weder op zich neemen zal, benevens den Raad hier aan Cabo.’
‘Gehouw ende getrouw te zullen zijn,’
‘Voorts Haar Hoog Mogende Regt na behooren getrouwelijk te zullend voorstaan en deeze Gouvernements welvaren benevens der Ingezeetenen gemeene best helpen bevorderen.’
‘Dat ik in alle zaken van eenig aanbelang, die mij mogten voorkomen, Communicatief met den Politicquen Raad te werk gaan - en mij stiptelijk gedragen zal na de ordre en Instructien over ‘t Bestier en de Regeering deezes Gouvernements, door de vergadering van 17:en bereids beraamd ende geconcipieert, ofte door Haar Edele Hoog Achtb: Commissarissen alhier tot Reglement nagelaaten ende nogmaals beraamd, geconcipieert en nagelaaten zoude mogen worden.’
‘Zo waarlijk Helpe mij God Almachtig’
Dan nadien door den Heere Rhenius geweijgerd is deezen Eed af te leggen, heeft den Heere Gouverneur zijn Ed: gerecommandeert op den Eed door zijn Ed: als Secunde gedaan, het gezach waar te neemen, mits zich in alles houdende aan de ordres van de Illustre vergadering van 17:en vervat bij Secreete Missive van den 2:e October Jongstleeden.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorschreeve.
[Signed:] [.....]