C194 v1.20
C. 194, pp. 2-88.¶
Woensdag den {17910629} 29 Junij 1791.
S’ voormiddags, præsent de Heere Gezaghebber en alle de Leeden.
De Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, bij Secreete Missive Sub dato 14:e October des gepasseerde jaars, door de WelEdele Groot Achtb: Heeren Bewindhebberen ter kamer Amsterdam, aan dit Gouvernements geschreeven, geordonneerd hebbende, dat den WelEdelen Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur en Directeur deezer Colonie, zig met een der Retourneerende Scheepen van hier naar Nederland zou hebben te begeeven, en daar aan door zijn WelEdele Gestr: voldaan zijnde, met zig te doen plaatsen op het Schip Beverwijk waar mede zijn WelEdele Gestr: op gisteren deeze rheede heeft verlaaten; zo is ingevolge de voorsz:e geeerde beveelen van de Hooggebiedende Heeren Majores het gezach deezes Gouvernement gevallen in handen vanden Heere Secunde en Hoofadministrateur Johannes Isaac Rhenius, dewelke deeze vergadering heeft belegt.
Zijn Ed: beneevens de Heeren Leeden Le Sueur, de Wet, en van Reede van Oudtshoorn, zig op het bepaalde Uur ter vergaderzaal begeeven hebbende, hebben aldaar niet mogen aantreffen deHeer Independent Fiscaal van Lijnden, omtrend wien den Heer Gezachhebber aannam, wanneer den raad legaal zou zijn vergadert, nader te zullen Spreeken.
het meede lid des raads de Heer Colonel Gordon, die door aanhoudende indispositie een geruimen tijd de vergadering niet heeft kunnen bijwoonen; dan dewijl deeze vergadering wel expresselijk was geconvoceerd om den Heere Gezachhebber in den geordonneerde Eed te neemen, en den raad, buiten den Heere Gezachhebber; Slegts uit drie der medeleeden zou hebben bestaan, zoo is daar van bij Missive kennis gegeeven aan gemelde Heere Collonel Gordon, met uitnodiging, omme, uit hoofde van die zwakheid des raads wanneer zynEd: gezondheid zulks eenigzints toeliet, deeze vergadering met deszelfs tegenwoordigheid te komen adsisteeren.
Den Heere Colonel Gordon hier op ter raadzaal verscheenen zijnde, wierd door zijn Ed: alvorens plaats te neemen verzogt, dat een antwoord op die Missive het welk zijn Ed: den Heere Gezachhebber kwam aan te bieden mogt werden geleezen, ‘t welk bevonden wierd van volgende inhoud.
WelEdele Agtbaare Heer en Mijne Heeren!
‘UWelEd:s is over bekend de mishandelingen die ik geleden hebbe - en dat’
‘waarom? Om dat ik Cordaat mijn pligt, zo veel in mij was, betragt heb - men heeft van agteren maar al te Sonneklaar gezien hoe heilsaam mijn advies van den 6:e Feb:y 1789 in den Politicquen Raad ingelevert, over eene zaak dewelke den Heer Gouverneur zelve in Raade eenige reisen geproponeert had, geweest is, en waar over ik so veele vexaties heb moeten ondergaan.’
‘Ik houde mij dus verzekert, (dewijl ik weet hoe UWelEd: in al dat gepasseerde, door allerleij kunstgrepen geentraineert zijt geworden, en in gemoede overtuigt zijt, hoe onbaatzugtig en met wat iever ik ten allen tijde en zo veel Jaaren mijnen dienst waargenomen en de Militairen behandelt heb) dus houde ik mij, zo ik zegge, verzeekert, dat UWelEd:e mij in alle regt en billijkheid zult soutineeren en zo ver in Uw: Ed:s is, satisfactie verschaffen, komende ik dus, op UWEd:e Agtb: instantie en vriendelijke Missive, (Schoon nog ziekelijk) met blijmoedigheid in de vergadering, in volle vertrouwen, dat wy nu met ter zyde stelling van alles dat gepasseerd is, als bedaarde, vrede lievende en getrouwe dienaaren der Edele Maatschappije (dewelke lang, onverdient, zo ongelukkig is geweest, dog zo ik hoop het hoofd weer eens zal opbeuren, dewijl zij onze waarde Republieq zo veel goeds verschaft, en zo veele Menschen de kost gegeeven heeft) de handen in een zullen slaan, om met er daad aan onze Meesters te toonen, hoe veel ons hunnen dienst ter harte gaat; en op dat alles in deeze zo pretieuse Colonie, volgens de goede Politie en Justitie gehandhaaft worde, dan zullen die geene dewelke ons allerleij blaamen hebben of zoeken aan te vrijven, genoeg door hun eigen geweeten en schaamroodheid gestraft worden.’
‘Waar mede ik in vollen vertrouwen mij met de meeste Hoogagting de eere hebben te tekenen’
’/: onderstond /’
‘WelEdele Agtbaare Heer en Mijne Heeren / lager / UWelEdelens’
‘onderdanigsten en gehoorzaamsten dienaar /: was geteekent / R: J: Gordon Hooft van S E Comp:e Militie / in Margine / Caap de Goede Hoop den 29 Junij 1791.’
Waarop den Heere Gordon door de resp:e Leden des raads op ‘t minzaamst bedankt geworden zijnde, voor de blijken van zijn Ed: yver voor den dienst der E Comp:e, en van zijn Ed: attachement voor zijne meede raden, die bij deeze mannelijke aanspraak door zijn Ed: zijn gebezigt geworden, en waar op hun Ed: zig volkomen verlaaten; zoo hebben de respective leeden des raads naar de ordre sessie genomen.
Hier op geleezen zijnde de voorm:e Secreete Missive door de WelEdele Grootagtb: Heeren Bewindhebberen ter Præsidiaale Kamer Amsterdam geschreeven, en daar uit gebleeken zijnde de begeerte van de Illustre vergadering van zeventhienen, dat de Functien van den van hier vertrokkene WelEdele Gestrengen Heere Gouverneur, gedurende deszelfs absentie, zullen moeten worden waargenoomen door den Heere Secunde, doch dat zijn Ed: egter in allen zaaken van eenig belang gehouden zou zijn Communicatief met den raadt te werk gaan; zich Stiptelijk gedragen na de ordres en instructien van de E Comp:e, en daar toe ook behoorlijk in den Eed zou moeten worden genomen, zoo heeft den Heere Rhenius betuijgd, bereid te zijn de daar toe vervaardigden Eed te presteeren, en dezelven staande de vergadering aan handen vanden Heere Colonel Gordon afgelegd, waar op zijn Ed: door de Heeren Leeden des raads met zeer veel aandoening en genegendheid is gefeliciteerd geworden, onder eenparige en hartgrondige toewensching, van de dierbaarste zegeningen des Hemels over zijne Regeering, betuigende hun Ed: verders zoo gezamentlijk als ieder afzonderlijk door daaden te zullen aantonen, hunne opregte begeerte om met zijn Ed: voortaan de zaaken deezes Gouvernements naar de ordres te bestieren, de Eendragt in den Raad te bewaaren, en alles aan te wenden wat kan Strekken tot welzijn van S Meesters dienst, en tot welvaart van rust en vreede in deeze Colonie, hun Ed: voor deeze felicitatien en betuijgingen door den Heere Gezaghebber op het minzaamst bedankt zijnde geworden, onder byvoeging dat zynEd: zig volkomen overtuijgd was houdende, zoo van de opregte ijver en trouwe waar mede een ieder zijner meede raaden is bezield, en waar van hun E: E:, wanneer zulks vereischt is geworden, zelfs zoo veele Cordaaten blijken aan den dag hebben gelegt, zoo in het waarneemen hunner respective diensten, als in het bestier van dit Gouvernement, als meede van de ongeveinsde genegendheid die een ieder van hun Ed: hem is toedragende; weshalven zynEd: zig ook gerust zou verlaaten, de eendracht, die reeds zoo lange deze vergadering had verlaaten, nog op dezen dag wederom in dezelve te zien verschijnen, om daar in bestendig te blijven woonen, waar toe zijn Ed: alles zal aanwenden, wat in zijn vermogen is; vertrouwende verders dat de Heeren leeden des raads zijn Ed: bij alle gelegendheeden ook alle hulpe en adsistentie zullen bewijzen, ten eijnde daar door met hem het vertrouwen vande Heeren Supperiores langs hoe meerder waardig te worden, en hun WelEdele Hoog Achtb: door daaden te bewijzen, dat deeze regeering in allen en alles, niet anders bedeeld als het behartigen van de belangens der Edele Maatschappij, mitsgaders het handhaaven van gezach en het bewaaren van rust vreede en eendragt in deeze Colonie, waarna zijn Ed: op Speciaal verzoek vanden Raad, tot maintien van het respect deezer Regeering, Sessie in des Præsidents Stoel genomen hebbende dus ook als een Sequële van dien, in de Kerk de Plaats van den Gouverneur zal neemen, terwijl de Militaire honneurs aan zijnEd: zullen worden beweezen, op den voet zo als dezelve bij Resolutie deezer tafel op den 12:e Augustus 1771 voor de Heeren Gezachhebbers zijn bepaald, omme namentlijk bij het passeeren van de Hoofdwacht het geweer te laaten præsenteeren en drie roffels te laaten slaan.
Vervolgens gaf de Heer Gezaghebber den Rade te kennen, dat het dezelve niet onbewust konde zijn, in welke confusie bij deezen zijne aanvaardiging van ‘t gezagh de zaken van dit Gouvernement zig bevonden, zo, om dat veele der beveelen uit Patria en India ontfangen tot nu toe buijten executie waaren gehouden, als om dat veele Brieven ten deezen Gouvernemente ingekomen nog nimmer ter deliberatie van den Raad waaren gebragt, en dus onbeantwoord gebleeven, en de moeite die zou worden vereischt om al het geene ten agteren was geraakt te brengen op eene behoorlyke voet; dat hier toe niet alleen vereischt zou worden eene gestadige werkzaamheid van deeze raade, maar ook eene onafgebroken assiduëteit in alle departementen, en wel principaal ter Secretarije van deezen raade, alwaar zelfs het ordinair werk, door, voor den Heere Gouverneur eene menigte van volumineuse stukken te vervaardigen; ten deele is veragterd, en ten deele in den steek heeft moeten worden gelaaten, weshalven zijn Ed: de respective Heeren Leeden des raads verzogt, met hem te willen coôpereeren, om alle de zaaken van dit Gouvernement wederom op eene betamelijke ordre te brengen, zodanig als dezelve zig wel eer bevonden, en waar over onzen Heeren en Meesteren als toen zoo menigwerff bij hunne geEerbiedigde Letteren, hoogstderzelver bijzondere genoegen hebben betuigd, belovende zijn Ed: niet alleen de Chefs van de departementen te recommandeeren, en te gelasten, daar toe ieder in het zijne met alle ijver meede te werken, maar ook een waakend oog te zullen houden, dat door de mindere geemploijeerdens behoorlijk hunnen pligt word betrag; de Heeren Leeden des raads beloofd en aangenomen hebbende, alles te zullen aanwenden, wat in hun vermogen is, om in deeze den Heere Gezachhebber te adsisteeren, zoo is voorts beslooten dat deezen raade zig eerst zou bepaalen tot het executeeren van alle de beveelen, vervat bij de Hoog geEerde Missive door de Illustre vergadering van Zeventienen Sub dato 2:e October 1790. aan dit Gouvernement gericht; vervolgens ter resumptie neemen de geEerbiedigde Letteren door Welgemelde vergadering op den 4:e Januarij deezes Jaars gericht, en eindelijk met alle mogelijke accuratesse te laten naspeuren alle de ordres en beveelen waar van de executie tot nu toe is versuimd gebleeven, omme dezelve ter tafel van deezen rade te brengen, en daar op naar de ordre besluiten te neemen, van welke men successivelijk met ieder Scheepsgelegendheid, zoo aan de Hooggebiedende Heeren Meesteren als aan de hooge Indiase Regeering eerbiedig en pligtschuldig verslag zal doen
Voorts wierd door den Heere Gezachthebber, den raade gecommuniceerd, dat zijn Ed: op den 27:e deezen, des avonds om 6 Uuren hadt ontfangen, eene Missive door den Heer Independent Fiscaal Sub dato 25 deezer aan deezen rade gericht, welke Missive bij dies opening bevonden wierd van volgende inhoud.
WelEdele & Achtbaare Heeren.
‘Ingevolge de aan UWelEd: Achtb: op den 13: en 23:e der afgelopenen Maand Maij, door mij, in Raade van Politie bij gebragte redenen, om welke ik genoodzaakt word de reijze na Patria aan te nemen, ten eijnde bij onze Heeren Meesteren, van welke ik alleen dependére, en aan welke ik ook alleen verantwoordelijk ben, sodanige over myne verrigtingen Satisfactie te gaan verzoeken, als Hoogst dezelve, met de, door den Burger Krijgsraad alhier mij toegebragte Hoon en Smaad geevenredigd zullen oordeelen, en welke ik thans aan deezen Uithoek niet bekomen kan, mij op heden na boord van het O: I: Comp:e Schip Beverwijk zullende begeeven,’
‘Zo heb ik het van mijne pligt geagt, UWelEd: Agtb: daarvan bij deeze kennisse te geeven; met gereïtereerde verbintenisse van altoos aansprakelijk te zullen blyven, voor alle zodanige schade en nadeel; als onverhoopt de Respective Heeren Leeden van den Raad van Politie, wegens de tot dus verre uitgestelde oprigting van een Douane, der, zedert zo menigvuldige jaaren aan den Post van independent Fiscaal geaccrocheert geweest zijnde Revenuen, in tijd en wijle mogten komen te lijden en dezelve daar van te zullen indemniseeren.’
‘Waar mede de Eere heb met behoorlijk respect te verblijven.’
’/ Onderstond /’
‘WelEdele en Achtbaare Heeren /: lager :/ UW: WelEdele Achtb: onderdanige & Gehoorzaame Dienaar /: was geteekend :/ J: N: S: van Lijnden / in margine :/’
‘Cabo de Goede Hoop den 25:e Junij 1791.’
Uit welke Missive dan gebleeken zijnde, dat den Heere Fiscaal van Lijnden de reijze Stond aan te neemen naar Nederland, heeft zulk een gedrag den raade niet weinig gesurpreneerd, dewijl zyn Ed: wel ter vergadering van den 13:e Mei had gedeclareerd, van voornemens te zijn zich by de Hooggebiedende Heeren Meesteren te gaan beklagen, over zeker geschrift door den Burger Krygsraad alhier, aan deezen raade gericht, en waar bij zijn Ed: vermeende zijne Eer ten uittersten geflettrisseerd te zijn, dog dat zyn Ed: nimmer had verzogt of gecommuniceerd dit zijn voorneemen te willen executeeren, of met het Schip Beverwijk te willen repatrieeren, alzoo de Heeren Leeden des raads nimmer hadden kunnen ofte durven verwachten, dat zijn Ed: in weerwil van de stellige ordres van onze Hooggebiedende Heeren Meesteren, en in weerwil van de ernstige protestatien deezes Raads, deeze stoute en onverschonelyke Stap te waagen, vooräl met een Bodem; waarmede den Heere Gouverneur Repatrieerd, die hem daarin met de aan hem toebetrouwde, en nog in zijne handen behoudende uitvoerende magt, pligtschuldig had hinderlijk moeten zijn.
Weshalven den raad vermeend heeft in deeze kennisgeeving van den Heere fiscaal wegens zyn vertrek niet te kunnen nog te moogen berusten, maar in tegendeel direct een naauwkeurig onderzoek te moeten doen omtrent de wijze op welke de Heer Fiscaal deeze Colonie heeft verlaaten, en tot dat eijnde ter vergadering geappoincteerd, den Koopman en Soldijboekhouder Clemens Matthiessen Junior, den koopman en Winkelier, mitsgaders Commissaris van de Monstering Egbertus Bergh, en den Equipagiemeester Cornelis Cornelisz; welke ten Casteele en de een na den anderen in Raade verscheenen zijnde, is door den Heere Gezachhebber aan den soldijboekhouder afgevraagd, of den Heere Independent Fiscaal door hem op de Monsterrolle van het Schip Beverwijk was bekend gesteld, en zoo ja, op wiens ordre? Die daar op betuijgd heeft geene ordre te hebben gehad, den Heere van Lijnden op de Monsterrolle bekend te stellen, dog van den Heere Gouverneur te hebben vernomen, dat den Heere fiscaal denkelijk met dat Schip zoude vertrekken, zonder dat hij Heere Gouverneur daar toe eene ordonnantie konde verleenen, betuijgende hy Matthiessen verders, dat de soldij reekening van den Fiscaal ook niet was afgeslooten:
voorm: Commissaris van de Monstering ter vergadering gekoomen zijnde, heeft den Heere Gezaghebber hem afgevraagd, of den Heer Independent fiscaal van Lynden op voormelde Monsterrolle heeft bekend gestaan, ten tijde dat hij de monstering van het Schip Beverwijk heeft gedaan? Welke daar op heeft geantwoord geene andere Passagiers op de Monsterrolle te hebben bevonden, als den WelEdelen Gestr: Heere Gouverneur Cornelis Jacob van de Graaff, den adjunct Secretaris Carel Mappa, deszelfs Huysvrouwe, en een kleijne Slaaven Jongen hem toebehorende.
Den Equipagiemeester Cornelis Cornelisz: binnen geroepen zijnde, heeft den Heere Gezachhebber hem afgevraagd of hij den raad ook zoude kunnen berichten op welke wyze, en wanneer den Heer Independent fiscaal zig naar boord heeft begeeven? welke daar op heeft verklaard, dat den Heer Independent Fiscaal hem op laatstleeden Zaturdag den 25:e deezer heeft laaten verzoeken, om tegens den avond zeeven uuren een Lands Schuijt, ter zijner dispositie in gereedheid te houden, waar in hij Heer Fiscaal zich heeft begeeven, en daar uit vervolgens overgestapt in de Landsboot de Admiraal Tromp , waar meede zijn Ed: zig nog dier zelfden avond had begeeven, naar boord van ‘t Schip Beverwijk , zonder dat hij Equipagiemeester heeft vernoomen, dat den Heer Fiscaal weder aan wal was gekomen.
Intusschen de nodige recherches gedaan zijnde, of aan den officier die op den 25:e deezer de Hoofdwacht had gecommandeerd, ook eenig rapport was gedaan, van de posthoudende Sergeant van ‘t Zeehoofd, over het naar boord vaaren van den Heer Independent Fiscaal van Lynden, zoo is bevonden en aan deezen raade gerapporteerd, dat den Sergeant Jacob Wilhelm Rautenbach, welke op voorsz:e datum op ‘t Zeehoofd de Wagt hield, S’ Avonds circa 7 Uuren, met een Landsschuit heeft zien aankomen den Heer Independent Fiscaal van Lynden, uit welke Schuit zyn Ed: vervolgens was overgestapt in een Landsboot, en daar meede na een als toen ter deezer rheede Leggende scheepen, was afgestooken; dat voorm:e Sergeant daar van terstond Rapport heeft laaten doen aan den Vaandrig Ferdinandus Hendrik Schultz, en deeze wederom aan den Heere Gouverneur, die zig als toen nog aan land bevond, en gebleeven is, tot des anderendaags S’ Morgens Circa Zes Uuren, wanneer evengemelde Officier Schultz aanden Heere Gezachhebber Rapport heeft laaten doen, dat den WelEdelen Gestr: Heer Gouverneur zig van ‘t Zeehoofd, in een Landsschuit had begeeven.
Uit dit alles dan in den raade gebleeken, dat den Heer Independent Fiscaal Johan Nicolaas Steven van Lijnden zig op den 25:e deezer des avonds om zeeven uuren van Land heeft begeeven aanboord van ‘t Schip Beverwijk , waar mede hij, zonder eenige de minste twyffel deeze Colonie heeft verlaaten, om naar Nederland te vertrekken, van welk vertrek met de omstandigheeden, die ‘t zelve hebben vergezeld, nog met de Pacquetboot de Vlijt , geankert in Baay fals , eerbiedig kennis zal worden gegeeven, aan de Illustre Vergadering van Zeventienen aan dewelke van weegens deeze raade in alle onderdanigheid zal worden gerepræsenteerd:
dat hoe zeer ook van deszelfs onvermijdelijke pligt zou hebben geagt, om een diergelijke verlaating uit deezen colonie van den Heere van Lynden te weeren, en teegen te gaan, met die middelen die door Hun WelEdele Hoog Achtb: aan de regeering deezer Colonie zijn inhanden gegeeven, om hoogstderzelver begeertens te doen respecteeren, en de ongehoorzaamheid te beteugelen, men zig hier toe nogthans niet in Staat heeft bevonden, door dien den Heer fiscaal, de protectie van den Heere Gouverneur heeft verzogt, ja gerequireerd, omme hem met de zyn Ed: aanvertrouwde authoriteit en zijn voorneemen, om dit Land te verlaaten te protegeeren, en dat gemelde Heere Gouverneur deeze authoriteit, bestaande in de uitvoerende macht, niet heeft willen afstaan voor dat zijn Ed: deeze Colonie zoude verlaaten, Ja, wat meer is, hervatten, wanneer zijn Ed: door zeenood genoodzaakt mogt worden deeze reede, wederom binnen te loopen, weshalven dan ook den Heer Independent Fiscaal deeze Colonie heeft verlaaten, onder de door hem ingeroepen protectie.
En zal bij deeze gelegendheid al verder aan de Illustre vergadering van Zeeventhienen ootmoedig worden voorgedragen, de verwondering van deezen raade, over het gedrag der overheeden van het Schip Beverwijk , die waarschynelyk den Heere van Lynden, zekerlyk met zijne Bagagie, zonder daar toe behoorlijk by ordonnantie te zijn geauthoriseerd, hebben overgenomen ten zij den Heere Gouverneur hen zulks, uit hoofde van voorsz: authoriteit, mondelings had gelast, zoo als zekerlyk geschied is, omtrend twee Lyfeigenen der E Comp:e genaamt Willem en Jan beide van de Caab, dewelke door zijn Ed: zelfs zyn meede genoomen, zonder eenige voorkennis of concurrentie vanden Raad, terwijl eerst na het vertrek van den Heere Gouverneur, ter zijner ordre door den opziender van de Slaven Logie van het embarqueeren deezer slaaven Rapport is gedaan.
Terwijl men ook niet af zal zijn, de Illustre vergadering van zeventhienen in alle onderdanigheid te Suppediteeren, de remarques, die by deezen raade omtrend het vertrek uit deeze Colonie van den Heere independent Fiscaal van Lynden zyn gevallen, als zijnde
Eerstelijk geschied op eene Clandestine wijze, zonder daar toe de nodige permissie te hebben bekomen van zijne Betaalsheeren, Ja ongeacht de uit dien hoofde gedaane protestatien van ieder der Raadsleeden, die genoeg betoond hebben, dit vertrek niet te kunnen gedoogen, alzoo den Heere Fiscaal zijn ontslag van de Heeren Majores hadt moeten verzoeken en afwachten.
Ten Tweede, dat hij daar toe den nacht of avond ten baat heeft genomen, als of hij bij zig zelve overtuygd is geweest een stap te doen waar over hij zig moest schaamen.
Ten Derde, om dat hij door dit clandistine vertrek Illusoir heeft gemaakt de menigvuldige ordres door de Hooge Gebiederen over deeze Colonie gegeeven, weegens het stellen van behoorlijke Borgtogt, voor al de geene die door de Hooge Indiasche Regeering op den 23:e december 1749: den 10: July 1750, den 24:e Februarij 1761, den 9 Junij 1762, en den 10:e December 1765 zijn bepaald, en waar van hij geene heeft kunnen ignoreeren, alzoo bij die van den 10: Julij 1750, waar bij de Borgtogt voor de fiscaals word bepaald, op Vyf Duijzend Rijxdaalders; teffens is gearresteerd dat dezelve Somma alleen Sufficient zal zyn, buijten extra ordinaire gevallen, die eene hogere Borgtogt mogten vereisschen, en aan hem bij dat zelfde besluit is gedemandeerd en bevoolen, om voor de executie dier ordres Eed - en amptshalven te waaken.
En is voorts beslooten de gage van meerm:e Heere Independent Fiscaal te doen stilstaan, zijne soldij rekening af te sluijten op den dag dat zyn Ed: zig van hier heeft begeeven, zynde geweest den 25:e deezer, en die Reekening bij eerste geleegendheid aan de Hooggebiedende Heeren Meesteren toe te zenden.
Bij deeze geleegendheid wierd door den Heere Van Reede van oudtshoorn den rade gecommuniceerd, dat daar zijn Ed: door indispositie was verhindert geworden, de vergadering op den 10:e deezer bij te woonen, zig naderhand by zijne meederaden, de præsente Heer Gezachhebber en den Heere Le Sueur had geinformeerd, of de Heer Independent Fiscaal op zijn Ed: Requisit gedaan, bij zyn Ed: protest ten dien dage ingeleeverd, hadt aangenoomen de vereischte Cautie te Stellen, omme te restitueeren ofte kunnen verhaalen de inkomsten der douane, bij zyn Ed: genooten, zo de Hooggebiedende Heeren Meesteren zulks mogten koomen te reclameeren, en daar op vernoomen hadt dat den Heere Fiscaal onder veele betuijgingen van eerlijkheid en onbaatzugtigheid, mondelings hadde gedeclareerd, zulks niet te kunnen doen, dog te begeeren dat zijne Huijzen en verdere natelatene goederen daar voor aansprakelijk zouden zijn; schoon deeze expresse begeerte verre is te zoeken, en’t geschrift door den Heer Fiscaal na die vergadering vervaardigt, en bij de resolutien van den 10:e deezer geinsereerd, dat zijnEd: hier door eenigsints was gerust gesteld geworden, alzoo deeze declaratie diend te worden aangemerkt als eene Speciaale verbintenisse dier goederen, dan dat zijn Ed: met des te meerder verwondering hadt vernoomen, hoe den Heer Fiscaal van zig had kunnen verkrijgen, zijn woonhuijs met vier annexe huurhuysjes te verkoopen, aan den Koopman titulair Constant van Nuldt Onkruit, voor een somma van Drie en Zeventig Duyzend guldens, indiasche valuatie, en daar van op ‘t onverwagts en op eene singuliere wijze ten zijne huyze op Maandag den 20:e deezer voor Leeden uit den raade van Justitie Transport en opdragt te doen; dat zijn Ed: vermeend had, direct en zonder eenig tijdverzuim bij der hand te moeten neemen, zodanige middelen, als hem nog overbleeven, om dat Transport te doen vernietigen, en den Independent Fiscaal zijne plegtige belofte te doen nakoomen, dat zijn Ed: daar toe nog dezelvde dag hadt verzogt en geobtineerd extra ordinaire vergadering van Justitie, dewelke dan ook op het Schriftelijk verzoek van hem Heere van Reede van Oudtshoorn en de daar bij geallegueerde bondige reedenen en Motiven geensints heeft gehesiteerd, dat Transport te verklaaren van nul en geener waarde, zo als dit een en ander nader consteerd uit het Extract der Notulen in die vergadering gehouden, ‘t welk zijn Ed: kwam over te leggen, en bevonden wierd van volgende inhoud
‘Extract uit de Civiele regtsrolle gehouden aan Cabo de Goede Hoop, op Maandag den 20:e Junij 1791.’
‘Wierd doorden E: Achtb: Heer præsident te kennen gegeeven, dat den opperkoopman en dispencier mitsgaders Lid in den E Achtb: Raade van Politie de Heer Willem Ferdinand van Reede van Oudtshoorn, deeze nademiddag bij zijn E Achtb: had gezonden den geswoore Clercq deezes Raads, met verzoek om nog op heeden eene extra ordinaire vergadering te willen laaten beleggen - alzoo hij een zaak van het uitterste gewicht had voor te dragen.’
‘Dat zijn E Achtb: daar op hebbende laaten vragen tot wat einde die vergadering zoude dienen, ten antwoord had bekoomen, dat zijn Ed: zoude verzoeken dat het Transport heeden, van het Huis van den Heer Independent Fiscaal gepasseert mogte worden vernietigd, en dat zyn E. Achtb: om die reedenen als nu de Heeren Leeden hadde laaten convoceeren.’
‘Waar na gemelde Heere van Reede van Oudshoorn in raade verscheen en overgaf, een papier of verzoek Schrift, welk zijn Ed: teevens verzogt dat letterlijk in de Notulen mogt worden geinsereerd, en dat voorts daar van aan zijn Ed: Extract mogt worden gegeeven, zijnde het voorsz:e verzoekschrift wijders bevonden van navolgende inhoude.’
‘Den ondergeteekende aan den E Achtb: Heer præsident van den Raade van Justitie deezes Gouvernements verzogt hebbende, deeze extaordinaire vergadering te Convoceeren, agt het van zijnen onvermijdelijken pligt, aan UWelEd: Achtb: de reedenen voor te draagen, die hem tot deeze stap hebben aangezet.’
‘Den Heer Independent Fiscaal Johan Nicolaas Steeven van Lijnden gedeclareerd hebbende, deeze Colonie te willen verlaaten en wel onder bescherming der uitvoerende magt van den WelEdele Gestr: Heere Gouverneur Cornelis Jacob vande Graaff, schoon strijdig teegens de ordres van onze Hooggebiedende Heeren Meesteren, is hem zulks egter door welgemelde Heere Gouverneur teegens alle protestatien der raadsleeden toegestaan, en den ondergeteekende houd zig verzeekerd, dat UWelEd: Achtb: zoo wel als den ondergeteekende kennis draagen, dat zijn Ed: zig gereed maakt om per het Schip Beverwijk de reijze naar Nederland aan te neemen.’
‘Onder veele bedenkingen, die by den ondergeteekende zyn opgekomen waardoor hij vermeende het vertrek van den heere Independent Fiscaal voor zoo veel hij kon te beletten, is de voornaamste geweest, dat hij Heere Fiscaal gebeurd en na zig genomen heeft, de inkomsten eener douane die volgens de geEerde beveelen van d Illustre vergaderinge van 17:en ten voordeelen der E Comp:e moest worden verpagt; en nadien het meer dan waarschijnelijk is, dat heeren Meesteren zig dien ontfangst niet zullen laaten welgevallen, en vergoeding eisschen van de Schaade, de maatschappij toegebragt, om die te verhaalen op hen, welke hem die inkomsten hebben laaten genieten; zoo heeft den ondergeteekende vermeent als regt geaarde huijsvader te moeten zorgen, dat nimmer zijn vrouw of kinderen door die vergoeding tot den bedelzak zouden worden gebragt, en derhalven by een Schriftelijk protest aan den WelEd: Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff Gouverneur inloco en den E Achtb: politicquen raad verzogt, dat door den Heer Independent Fiscaal voor ‘t rembourseeren dier revenuen wanneer zulks mogt worden g’ordonneert; behoorlijke Cautie te Stellen.’
‘Dit protest geresumeerd en ter deliberatie gebragt zijnde, in eene vergadering waar bij den onderget:e niet heeft geadsisteert, heeft denzelven egter vernoomen, dat den Heer Independent Fiscaal daarop heeft gedeclareerd geen Cautie te kunnen stellen, en ook niet noodzakelijk te houden, alzoo zyn E: alle deszelfs goederen agter liet, welke daar voor zouden kunnen guarandeeren, welke declaratie, bekleed met betuijgingen van Eerlykheid en onbaatzugtigheid, den ondergeteek: heeft gerust gesteld, en hem doen besluiten hier in te mogen blyven berusten, met ter zijde stelling van het geene hij anderzints ter gehoorzaam opvolging der beveelen van zijne hoog gebiedende Heeren Meesteren had behooren te doen.’
‘Dan, daar de ondergeteekende heeft moeten ontwaaren, dat wel verre den Heer Independent Fiscaal deeze zijne offerte is nagekomen, in tegendeel zoo als de ondergeteek is geinformeerd, van zig heeft kunnen verkrijgen, zijne huijsen en Erven te verkoopen, voor eene Somma van ƒ73000 Caabsche waarde, en daar van heden morgen op eene illegale wijze transport en opdragt te doen, aan den Koopman titulair Constant van Nuldt onkruit, zoo is den ondergeteek: van UWelEd:e Achtb: verzoekende dat transport te verklaaren van nul en geener waarde, als’
‘Eerstelijk om dat daar door illusoir is gemaakt de plegtige belofte, door den Heere Independent Fiscaal gedaan, om door het agterlaaten zyner goederen de ondergeteekende en de overige leeden des raads te indemniseeren, voor al het geen de Hooggebiedende heeren Meesteren zullen goedvinden door zyn E: te laaten vergoeden en’
‘Ten Tweeden, om dat zelfs het transport in questie niet naa de ordres is gedaan, als zijnde gepasseerd ten huyzen van gemelde Heer Fiscaal, daar zulks volgens de ordre had moeten geschieden ter Politicque Secretarije, en ook is gepasseerd voor de Heer Salomon van Echten, daar zulks door den Heer Ryno Johannes van der Riet als gecommitteerde van deeze maand had moeten geschieden.’
‘De ondergeteekende zig zoo uit hoofde van de kortheid des tijds, als uit de onbewustheid welke Secretaris of geswoore Clercq daar by heeft geadsisteert, onmooglijk hebbende kunnen voorzien, van een detaille der omstandigheeden, waar door dat transport zoo onverwagt, als illegaal is gepasseerd, verzoekt UWelEd:e Achtb: daar omtrent de nodige informatien te neemen.’
‘De ondergeteekende reserveert zig / omme wanneer UWelEd:e Achtb: in dit zyn verzoek mogte difficulteeren, by een Schriftelijk protest op de allerplegtigste wijze te protesteeren, teegens alle Schade en nadeel, die de Edele Maatschappij, ofte den ondergeteekende zouden kunnen ofte mogen lijden, door het veralieneren van vaste goederen, op illegaale wijze, welke niet anders kunnen worden beschouwd, als ter goeder trouw inde Eerste vergadering van deezen lande en dus wettig verhypothicqueerd zijn geworden - / onderstond / Cabo de GoedeHoop den 20 Junij 1791. / was geteekend / W: F: v: Reede van Oudtshoorn’
‘Na welks Lecture het lid deezes raads, den Heere Salomon van Echten, declareerde, dat zijn Ed: nevens den Heere Fleck by het doen van het Transport hadde gevaceerd, dat by die geleegendheid alles was in agt genoomen, ‘t geen tot het passeeren van een legaal transport word vereijscht, dat het Heeren Recht behoorlijk in Cassa was voldaan en het huys vry geleeverd geworden, ‘t geen door den Heere van Oudtshoorn wierd beantwoord met te zeggen, dat zyn E: integendeel vermeende, dat het Transport was illegaal, om dat het zelve niet alleen niet was gepasseerd op den dag, door de regeering daartoe vast gesteld, maar bovendien ook niet door de gecommitteerdens van de maand, behalven dat ‘er ook geene noodzakelijkheid was, om in deeze zaak zoo præcipitant te werk te gaan; verzoekende tevens dat de gesw:e Clercq die by het doen van ‘t transport heeft geadsisteerd, in raade mogt worden ontbooden, ten einde te kunnen opgeeven de reedenen waarom het transport niet in forma op de gewoone tijd en plaats, mitsgaders door de Gecommitteerdens van de maand is gepasseerd.’
‘Hier op goedgevonden zijnde, den geregtsboode Ziervogel binnen te roepen, ten einde te verneemen door wie hij was gelast geworden den Heere van Echten insteede van den Heere van der Riet te verzoeken, om bij ‘t doen van ‘t quæstieuse transport te vaceeren; wierd door denzelven Gerechtsbode gedeclareerd, dat den Eerste gesw:e Clercq ter Politicque Secretarije d’ E George Fredrik Goetz hem daar toe last had gegeeven, vermits den Heer van der Riet de door den koper Onkruijt te passeerene Scheepen kennis als borg moest teekenen; Gelijk dan ook den Heere van Echten zelve betuigde dat voorsz: Eerste gesw:e Clercq Goetz in perzoon by zijn E: was geweest, en het voorsz: verzoek herhaald had.’
‘En dewijl zo wel den Heere van Oudtshoorn als het meede Lidt deezes raads de Heere Ryno Johannes van der Riet insteerden, dat den Eersten geswoore Clercq Goetz zoude worden binnen geroepen, ten eijnde in deezen informatie te geeven, is gemelde E Goetz door den Geregtsboode in vergadering ontbooden, en heeft den zelven, door den Ed: Achtb: Heer præsident na den toedragt der zaake gevraagd zijnde, geantwoord: dat hy van het verkoopen van ‘t huijs des Heeren Fiscaals geen kennis had gedragen; dat hem deezen morgen door de geswoore Clercq Pieter Hendrik Faure de papieren welke gemelde Faure op verzoek van den kooper Onkruijt had doen vervaardigen, waaren overgegeeven geworden:’
‘Dat Onkruit zig als toen by hem Goetz had geaddresseerd, en verzogt ‘t transport heeden te willen passeeren, dat hij daarop had geantwoord zulks niet te kunnen doen, maar hem daar mede op morgen te zullen helpen.’
‘Dat hy Goetz vervolgens was gekoomen op de Secretarije van Justitie en aldaar gemelde Onkruit had aangetroffen, dat zig als toen den Secretaris van deezen raade daar meede had gemelleerd, en hem Goetz onderanderen afgevraagt welke reedenen hij hadt om het transport niet heeden te willen passeeren, dat deeze Secretaris op het doen van het Transport bij hem Goetz met veel passie had aangedrongen, en hem teevens voorgehouden, dat hy den breeden weg moest opgaan, mitsgaders gemelde Goetz verweeten dat hy in ‘t geheel dien breeden weg niet bewandelde &:a - dat hij Goetz vervolgens had ontfangen eene Geregtelijke insinuatie waar bij gemelde onkruidt had geprotesteerd, teegens alle Schaade en nadeel die hy door het niet passeeren van het transport mogt komen te leiden, met reserve omme alle dezelve opgemelde Goetz te verhaalen, En dat deeze de redenen waaren die hem Goetz hadden gepermoveerd het transport zonder verder verzuim te passeeren’
‘Tegens welk een en ander de Secretaris inbracht, dat hy ter Justitieele Secretarije met gemelde E Goetz over het transport van het huys van den Heer Fiscaal had geaboucheerd, niet qua Secretaris van deezen rade, maar als gemagtigde van welgemelde Heere Fiscaal, dat den kooper Onkruit gezegd had, noodzakelijk op morgen naar baaijfals te moeten vertrekken en daarby had gevoegd dat den Heer Goetz zou hebben gedeclareerd het transport op heeden om reedenen niet te kunnen doen, waarop hy Secretaris gemelde Goetz had afgevraagt of op eene legaale of gerechtelyke wijze, het doen van het transport van het huijs van den Heere Fiscaal was geinterdiceerd geworden, met bijvoeging dat zo dit geen plaats had, hij Goetz dan onbevoegd was om eigener authoriteit ‘t passeeren van ‘t Transport te weigeren.’
‘Hebbende hij Secretaris den raade vervolgens verzogt, of, wanneer hy zig op het verder voortgebrachte van gemelde Goetz, nader diende te expliceeren, ‘t als dan aan hem mogte werden vergund om zulks bij de volgende rechtdag in geschrifte te mogen doen, ‘t geen niet noodzakelijk geoordeeld zijnde, is den raad voorts getreeden ter deliberatie over het bovengemelde door den Heere van Oudtshoorn ingediend verzoekschrift, waar omtrent hun E E Achtb: in aanmerking hebben genoomen, dat wanneer deezen raade op laatstleeden ordinaire Rechtdag is overgegaan tot het besluit, om zig nopens de te Stellene Cautie van den Heere Fiscaal, aan den WelEd: Gestr: Heere Gouverneur en E Achtb: Raade van Politie te adresseeren, men als toen nog op geene legaale wyze van het vertrek van gemelde Heere fiscaal kennis heeft gedragen, - En terwijl men egter als nu door de declaratie van den Heere van Oudtshoorn daar van nader geinformeerd is, zo is goedgevonden op het voorsz: ingediend verzoekschrift het volgende appoinctement te verleenen en te pronuntieeren:’
‘Die Raad na overweging van zaaken verklaard het Transport in quæstie, van Nul en geener waarde, tot tijd en wijlen den Heer Independent Fiscaal zo wel weegens de door den heer Requestrant ten opzichte der Douane gevorderde borgtogt, als voor de kosten der nog hangende procedures Sufficiente Cautie zal hebben gesteld’
’/: onderstond :/’
‘Accordeert / was geteekend / J: D: Karnspek gesw:e Clercq.’
Weshalven den Heer van Reede van Oudtshoorn den raade in Consideratie gaf, of het, dewijl den Heere fiscaal door zyne singuliere verlaating van deeze Colonie buyten staat is, naar luid van het dispositief van de raad van Justitie de begeerde Borgtogten te Stellen, en dus deszelfs huyzen en nagelaatene goederen daar over aansprakelijk zijn, niet noodzakelyk zoude zyn, de Penningen door den Koopman titulair Onkruydt voor S Heeren Gerechtigheid van die huyzen in S Comp:e Casa betaald, wederom aan dezelve op Schriftelijke ordonnantie te doen restitueeren, en de Gemachtigdens van den Heer Fiscaal te gelasten, behoorlijk te zorgen, dat de Penningen van de huur dier huyzen provenieerende, door hen in S Comp:s Cassa worden geconsigneerd na aftrek van de kosten die tot dies reparatie worden vereischt, om dezelve in die Stand te houden waar in zy zig tands bevinden, en hen teffens responsabel te stellen om voorsz: Huijzen ten alle tijden wederom in die Stand te leeveren, alles tot tijd en wijlen dat hier omtrend de geEerbiedigde beveelen van onzen Heeren en Meesteren zullen weezen ingekomen.
Over welke Materie rypelijk gedelibereerd zijnde, is best gedagt en beslooten deeze zaak te stellen in handen van het officie fiscaal, ten einde niet alleen, uit hoofde de ontbrekende bepaalde Borgtogt, ter Somma van Rd:s 5000:-: maar ook nog ter zaake van de douane en andere inkomsten dewelke meergem:e Heer van Lynden heeft gepretendeert, aan het officie Fiscaal geaccrocheerd te zijn, wanneer deswegens aande E Comp:e restitutie zoude behooren te geschieden, gelijk ook nog ter zaake van de gewijsdens zoo bij den raad van Justitie alhier, als by provocatie bij den Raad van Justitie te Batavia, tegens alle goederen en effecten door den Heere Fiscaal nagelaaten, zodanige procedures te entameeren, als ter behoorlijke Schadeloosstelling van de E Compagnie en andere geinterresseerdens oirbaar en dienstig zal vinden.
Wijders door den Heere Gezachhebber te kennen gegeeven zynde, dat zijn Ed: in deezen qualiteijt onmogelyk het præsidie in den Raad van Justitie konde blijven bekleeden, en de ordre der zaaken overzulks kwam te vorderen, dat daar omtrent ten aller Spoedigsten wierd voorzien, met dat præsidie provisioneel te doen bekleeden door iemand van wien men verzeekerd konde zijn, de agting en het vertrouwen van de ingezeetenen van deeze Colonie, vooral in de omstandigheeden waar in dezelve zich bevind, en dewelke door het ingediend Schriftuur van den Burger Krijgsraad, genoeg aan den dag worden gelegt, zig heeft weeten te verwerven: en te conserveeren; dan nadien den Heere Le Sueur heeft gedeclareerd; dat als oudste Lid des raads, zijn Ed: daar toe zyne dienste zoude hebben behooren aan te bieden, doch dat zyn Ed: daar in verhindert wierd, door het proces waarin hij zich met den Heer fiscaal vind gewikkeld, en alzoo verscheide blyken voorhanden zijn, dat zulks heeft mogen gelukken aan ‘t lidt deezes raads de Heer Olof Godlieb de Wet, en dat zijn Ed: zoo door het eertijds bekleeden van ‘t ampt van Adjunct Fiscaal, en vervolgens dat van Landdrost van Stellenbosch en Drakensteijn , als door den tijd van zeven Jaaren by interruptie aan den raad van Justitie tot een nuttig lidt te hebben verstrekt, alle de nodige kunden heeft verkreegn, van Justitieele zaaken, en dus ook om als præsident te fungeeren, zoo is zyn Ed: door de leeden des raads Unanime verzogt, zo tot welzyn van S Meesters dienst, als tot handhaaving van goede Justitie en herstelling van rust en eendracht in deeze Colonie, zig provisioneel, ter nadere geEerde decisie van de Hoog gebiedende Heeren Meesteren; met het præsidie in de raade van Justitie te willen Chargeeren; waar op zyn Ed: heeft verklaard, dat daar hy voor zo verre hem bewust is, zig nog nimmer eene enkelde reise heeft onttrokken om moeite en zorge op zig te neemen, wanneer er slegts een flauwe hoop is geweest dat zyne pogingen tot de in deeze bedoelde eindens konde Contribueeren, dog dat teffens overweegende de meenigvuldige bezigheeden die zynEd: als lid van deezen raade voor al zints de jongst ontfangene beveelen ten deezen Gouvernemente, te beurt zyn gevallen, en waar van zoo veele en volumineuse geschriften getuijgen zullen, en ‘t gewicht dat de zaaken der Justitie prompt en zonder de minste vertraging worden geadministreerd, zyn Ed: tot het provisioneel aanvaarden van ‘t præsidie in den raade van Justitie alleen zou overgaan, uit eene overtuijging, van de noodzakelykheid die deezen raade heeft gemoveerd, zyn Ed: te verzoeken zig daar meede te Chargeeren, en om aan den dag te leggen dat zyne opregte en eenigste begeerte is, zyne heeren en Meesteren deeze Colonie van dienst en nut te kunnen zijn.
De Heer de Wet hier op den Eed als lidt van Justitie afgelegt hebbende aan handen van den Heer Gezaghebber, is voorts door evenged:e Heer Gezaghebber aan den raade voorgedragen, dat de ordre der zaaken en het handhaven der Justitie in deeze Colonie niet minder kwaamen te vorderen, dat ook onmiddelyk voorzieninge wierd gedaan, in het bekleeden der functien van het ampt van Fiscaal, door den Heere Independent Fiscaal van Lynden, zo singulier verlaaten, schoon de Heer van Lijnden, ter vergadering van den 24:e Mey heeft gedeclareerd, aan den Adjunct Fiscaal M:r Johannes Andreas Truter te hebben opgedragen, om zijn Ed: ampt geduurende zijn Ed: afweezen behoorlijk waar te neemen, dewijl hy Heere Gezaghebber vermeende dat om de hier voren gealegueerde reedenen, de functien aan dat Ampt verknogt, en waarop ieder individue in deeze Colonie zoo veele betrekking heeft, moest opdragen worden aan iemand die bij behoorlijke ondervinding en de blyken van vertrouwen door de hooggebiedende Heeren Meesteren, ook konde voegen, blyken van het vertrouwen deezer regering, en de ingezeetenen deezer Colonie waardig te zyn, zo is uit aanmerking van de onbevoegdheid waar in deezen raad zig bevind, omme de begeerte van den van hier vertrokkene independent Fiscaal van Lijnden blindelings op te volgen, hoe zeer men anderzints de goede Conduites en capaciteiten van den Adjunct Fiscaal Truter moet erkennen, echter in dit singulier geval, en om zo veel in hun is alles aan te wenden om verder misnoegen voor te koomen, en vertrouwen en rust in deeze Colonie te doen herleeven, bestgedagt, en dienvolgens beslooten, de functien aan ‘t ampt van Fiscaal verknogt, ad interim te laaten waarneemen door M:r Jacob Pieter deneijs koopman in dienst der E Comp:e, dewelke de capaciteiten daartoe volkomen komt te bezitten, en bij ‘t vertrouwen en agting der Ingezetenen deezer Colonie, waar in hy is gebooren en nu wederom zints 8 Jaaren heeft gedomicilieerd, zig ook durft beroepen op het vertrouwen deezes raads, waar bij hy door den Edelen Heere Gouverneur van de Graaff, in de jongste vergadering van den 24:e deezer als een bezadigd, kundig en verstandig man is voorgedragen, en ook aangesteld tot oudste lidt in den raade van Justitie, welke aanstelling den Heer Independent Fiscaal van Lynden, heeft gedeclareerd tot welzijn van het publicq te zullen Strecken, en voornamentlijk op de hooggeEerde gunsten van de Heeren Supperieuren die hem in de qualiteit van koopman, welke hun WelEdele Hoog Agtb: hem als opperhoofd van Sadraspatnam hadde waardig gekeurd, wederom ten deezen Gouvernemente employabel hebben gelieven te verklaaren, gemelde M:r Jacob Pieter de Neijs, ter vergadering geroepen en verscheenen zijnde, heeft aldaar aan handen van den Heer Gezaghebber afgelegt den Eed van Purge, den Eed als lidt van Justitie en den Eed van Fiscaal.
Hier na wierd door den Heere Gezaghebber ter kennisse van den raad gebragt, hoe zyn Ed: had verhoopt dat ingevolge de geeerde beveelen van onze hoog gebiedende Heeren Meesteren den Heere Gouverneur van de Graaff bij de overgave van het Gouvernement, ook zijn Ed: zou hebben nagelaaten, eene Memorie instructief, om zig in de behandeling der zaaken van dit Gouvernement daar na te reguleeren, dog dat wel verre van dien den Heere Gouverneur ter Jongste vergadering van den 24:e deezer, waar bij de Heeren Gordon, de Wet en van Reede van Oudtshoorn uit hoofde van indispositie niet hebben kunnen adsisteeren, had overgelegt twee Memorien, dewelke zyn Ed: ter tafel produceerde, waar van de eene gericht aan den Heere Gezachhebber alleen was luidende
‘Memorie’
‘van den ondergesz:e Gouverneur even voor zyne reyze, ingevolge de ordres van Haar WelEdele HoogAgtb: de Heeren Bewindhebberen der Ed: Oost. Ind: Comp:e dato 14 October 1790. na Neerland ondernomen in raade van Politie overgelegd; ten eynde om ter Secretarye te werden geseponeerd en om aan den E Achtb: Heer Rhenius, als zullendein absentievan den ondergesz: ‘t Gezag voeren,daar van een Extract te doen geworden:’
‘Begeerende den ondergesz:e Gouverneur, dat den E: Achtb: Heere Secunde voorn: geduurende de absentie van denzelve ofte tot der tyd toe dat hooggem: Haar WelEdele Hoog Achtbaarheeden, omtrent dit Gouvernement, nadere ofte andere Ordres zullen hebben gesteld, zig daarna zal gelieven te gedraagen.’
‘1. ‘t Gouvernement of des Gouverneurs Huis in ‘t Casteel, en des Gouverneurs wooninge in S Comp:e Thuyn, waaren des zelfs Famielle of Huishoudinge moet blijven, en waarin ook bovendien nog blyven alle deszelfs Chartres en andere Papieren van aanbelang, en alle zyne meubilen &:a zal men derhalven geduurende de absentie van hem Gouverneur, of ter tijd toe dat de Heeren 17:en daarop andere ordres hebben gesteld, daar ontrent geene andere Beschikkingen, dan hy in loco zelve heeft gedaan, mogen gemaakt worden.’
‘2.Voor‘t Gouvernement in ‘t Casteel als ookvoordes Gouverneurs woninge in S Comp: Tuijn, zal geduurende de absentie van den Gouverneur maareen Schildwacht, dat is een dag en nagt post, blyven - en aan de andere zyde van laatstgem: woninge in S Comp:e Tuyn, zal eenSchildwagt, tot een Nagt post, moeten blyven staan.’
‘3. Aan den Heere Secunde, zo lange als denzelven ‘t Gezag voeren zal /: ofte aan den geene dewelke daarin zyn Ed: Agtb: zoude mogen vervangen :/ zullen de militaire Honneurs op gelijken voet, zo als zulks in vorige tijden, aan die Heeren, dewelke in dit Gouvernement, by aflywigheid of andersints, ‘t gezag gevoerd hebben - en wel volgens t politique Raads besluit dd: 12 Aug:s 1771 gegeeven worden.’
‘4. In de gereformeerde Kerken, als ook bij de Luthersche Gemeente, zal geen Verandering in ‘t Formulier Gebed, geduurende de absentie van den Gouverneur, mogen werden gemaakt; maar de voorbiddinge zal op den ouden voet moeten geschieden, dat is.’
‘Voor de Hoge overigheid der vereenigde Nederlanden - voor zijne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prince van Orange, Erfstadhouder &:a &c:a &:a en Hoogst deszelfs Doorlugtig Huijs - voor Haar WelEdele HoogAchtb: de Heeren Bewindhebberen der E Oostindise Comp:e onze Heeren en Meesters - voor de Hoge Regeeringe van Nederlands Indien’
‘Voor den Gouverneur en den Ed Achtb: Raad van deeze Plaatse tot dat daarop door de Hoog gebiedende Heeren van ‘t bewind andere of nadere ordres gesteld zullen zijn’
‘Zullende zig den Heere Secunde voorn:d ofte die in der tijd ‘t gezag voeren zal, in de uit Oeffening van de Pligten den Gezaghebberen door de Heeren Meesteren aan dezelve opgelegd, en dus na de S Comp:e ordres in ‘t generaal, en in’t bijzondere na de ordres door hoogm:e Haar WelEdele Hoog Agtbaarheden, in derzelver hooggeEerde aanschryvens, dd: 14 Oct: des Jaars 1790daargesteld, zich exact hebben te gedragen.’
‘Voorts begeerd den ondergesz: dat van deeze zijne nagelaten memorie, ter eerster gelegendheid een dubbeld aan de Heeren 17:e met des Gouvernements Ministerieele Papieren eerbiedig toegezonden worden zal’
’/: Onderstond :/’
‘Actum in ‘t Casteel de Goede Hoop den 24:e Junij 1791 / was geteek: / C: J: van de Graaff en de andere tot naricht van den Raad gemaakt, bevonden wierd van volgende inhoud.’
‘Memorie aan den WelEd: Achtbaaren Raad van Politie deezes Gouvernements.’
‘Den ondergesz: Gouverneur op zijn vertrek staande, om, ingevolge de zeer gerespecteerde ordres der Illustre vergadering van zeventienen de dato 2 Octbr: des gepasseerden Jaars 1790, in zijne Qualiteit als Gouverneur deezer Colonie, zig te moeten begeeven naar Neerland, ten eijnde te voldoen aan ‘t gunt in de geEerde Ordre voorn:e is vervat:’
‘Begeerd van deezen Raade, dat omtrent de zaak concerneerende de Klagten van den Heere Colonel Gordon, tegens den toenmaligen Heere Capitain, nu den Major Sandolroij, provisioneel in Statu quo zal worden gelaaten - en dat men zal afwagten, wat ordres de Hooggebiedende Heeren, onze Meesters daarop zelve zullen gelieven te Stellen.’
‘Dan, zo deezen Raade, onverminderd mijne voorn:e begeerte, daarin anders mogten handelen; zo is deeze, om daar tegen op de Solemneelste wyze te protesteeren, terwijl daardoor, de daarop te verwagtene Ordres van hoog gem:e Heeren Bewindhebberen, vooruit gelopen zoude worden, en waar door de Heeren Leeden deezes Raads als dan verantwoordelijk zullen zijn.’
‘de redenen waarom ik mij verpligt vinde, om nu provisioneel tegens de afdoeninge der voorsz: zaak te moeten protesteeren; zijn:’
‘Om dat, toen ik alle de Stukken, de Informatien, door eene daartoe expres benoemde Commissie, deswegens genomen, ter Tafel van dezen Raade overbragt, men mijne Propositie declineerde, en refuseerde, om in die zaak dien weg te volgen, die de ordre mij dicteerde,’
‘Namentlijk om alle de Stukken tot het voorn:e Geval betrekkelyk, in ‘t bijzonder en nader te Stellen in handen van den Independent Fiscaal deezes Gouvernements, den Heer Baron van Lijnden, met verzoek:’
‘1:o om de klagten van den Heer Colonel Gordon, tegens den Capt:n Saldolroij, en de verantwoording van denzelven, beneffens ‘t gantsche beloop van die epineuse zaak, te revideeren.’
‘2:o Te examineeren of daarin Strict, en in allen deelen de vereischte forme geobserveerd geworden is.’
‘3:e En zo dit onverhoopt anders mogte weezen, zo als het mij is toegescheenen, dat uit zommige dier Stukken, moet opgenomen worden - als dan distinct deezen raade te willen aanwyzen, waarin, of om wat reeden daaraan gemanqueerd geworden is.’
‘4:o En eindelyk om te willen dienen van deszelfs advijs wat in die zaak zo wel tot wegneeminge, en ‘t remedieeren van die omissien, als tot voldoeninge, het zij voor den Klager of aan den beklaagden, ofte wel wat verder tot eene formeele voort procedeeringe en finale afdoeninge van die zo singuliere zaak best zoude behoren te worden gedaan’
‘Begeerende wijders, dat deeze mijne Memorie, ter Secretarije geseponeerd, en Copij derzelve bij de Ministerieel Papieren deezes Raads in allen eerbied aan de Heeren 17:en overgezonden worden zal’
’/: Onderstond :/’
‘Actum in ‘t Casteel deGoede Hoop den 24:e Junij 1791 / was get: / C: J: van de Graaff.’
na welkers Lectuure den Heere gezachhebber den raade in Consideratie gaf, of zijnEd:, daar hy de last van het Gouvernement zo en indiervoegen moest dragen als het zelven door den Heere Gouverneur van de Graaff was waargenomen, en alle dezelfde ceremonien moest observeeren; zo bij plechtige geleegendheeden, als by de receptie van gedistingueerde persoonen van onze dan wel vreemde Natien, als door zyn Ed: was geobserveerd, ook niet diende te hebben het gebruik van de huijzen die ten lasten der E Comp:e daartoe zo ter deezer Citadelle als in de tuyn der E Comp: zyn geextrueerd geworden, te meer daar de vorige Heeren Gezaghebbers dezelver altoos hebben betrokken, en het huijs door hem heere Gezachhebber als Secunde deezes Gouvernements bewoond, te beknopt is om zelfs behoorlijk audientie te kunnen geeven; zoo is daarop eenparig vermeend, dat den Heere Gouverneur daarover, als een pure domesticque zaak zynde, geene beschikkingen hadt vermogen of behooren te maken, om by zyn Ed: absentie te worden geobserveerd, zullende dus die wooningen betrokken worden door den Heere Gezachhebber, die gepræsenteerd heeft alle de Chartres, Papieren Meubilen en andere effecten door den Heere Gouverneur nagelaaten, te laaten bewaaren in ‘t Huys ‘t welk ten deeze Casteele door zijn Ed: word bewoond, en teffens daar in te laaten woonen de Zoon van welgemelde Heere Gouverneur de Capityn Ingenieur Sebastiaan Willem van de Graaff, aan wien den Heere Gouverneur het opzigt over die Chartres papieren Meubelen etc:a heeft toebetrouwd.
deeze præsentatie door de Heeren Leeden des raads geagreeerd geworden zijnde, heeft den Heere Gezachhebber den raade al verder in bedenking gegeeven, of de Publicque gebeeden voorthaan zouden geschieden, naar het formulier door den Heere Gouverneur voorgeschreven, dan wel zo als dezelve in den Jaare 1771, bij aanschryvinge van den WelEdelen Gestr: Heere M:r Joachim van Plettenberg, als toen gezachhebber, en den raad alhier zijn bepaald; waar op in aanmerking genomen is, dat bij de geeerde Missive, waar bij den Heere Gouverneur Van de Graaff in Nederland word gerequireerd, geensints aan hem word toegekend de macht en het vermogen, beschikkingen te maken om na zyn vertrek te worden geobserveerd, dat daar bij ook geensints word gezegd, dat hy Heere Gouverneur in functie zou overgaan maar wel behoudens bij provisie van zijne qualiteit en gagie; weshalven de meerderheid des raads, bij onstentenis van een Speciaal bevel, dan ook heeft vermeend, hierin, de ter deezer tafel bepaalde ordre te moeten observeeren, en dus het formulier der Publicque gebeeden als volgt voor te Schrijven
De Memorie door den Heere Gouverneur van de Graaff, aan de Leeden des raads nagelaten, niet anders bevattende, als een bevel om de zaak tusschen den Heer Colonel Gordon en den toen maligen Capiteijn de Sandolroij in het begin van den Jaare 1789 voorgevallen te laaten in Statu quo; zo heeft den Heer Colonel Gordon gedeclareerd, zich over de wederrechtelijke inhoud dier Memorie niet genoeg te kunnen verwonderen, alzoo de zaak tusschen zyn Ed: en den Capityn de Sandolroij door den Heere Gouverneur daar by werd geconsidereerd als eene epineuse zaak daar den Heere Gouverneur dezelve anders als een beuzelagtige affaire heeft beschouwd; weshalven zyn Ed verzocht dat aan hem van deeze Memorie Copia mogt worden verleend, om daarover deezer Raade te elucedeeren en teffens aan te toonen, de noodzakelykheid om die zaak na de ordres der E Comp:e te termineeren, en daar van aan de Illustre vergadering van zeventhienen, eerbiedig en plichtschuldig verslag te doen; aan welke vergadering teffens is beslooten voorsz: Memorie door den Heere Gouverneur nagelaten, by eerstkomende geleegendheid onderdanigst aan te bieden, met zodanige Memorie of remarques als door zijn Ed: zal worden ingedient
Wijders is door den Heer Gezachhebber den Raade voorgesteld, de noodzakelykheid om ook by eerste gelegendheid aan de Illustre vergadering van zeventienen ter Cognitie te brengen, dat den Heere Gouverneur in de Jongste vergaderinge van den 24:e deezer volstrekt geweijgerd heeft, de by Resolutie van de Hoge Indiase regeering van den 10: July 1750 bepaalde Borgtocht van Tien duyzend Ryxdaalders te stellen, en dat van deeze weigering zo min als de Protesten die den Heer Gezachhebber en den Heere Le Sueur begeert hebben dat zoude worden aangeteekend, eenige annotatien te vinden is bij de notulen deezes Raads, door den als toen reeds ontslagene Adjunct Secretaris Carel Mappa gehouden, terwijl den Heere van Rheede van Oudshoorn verzocht dat by die geleegendheid aan hun WelEdele Hoog Achtb:, teffens mogt worden kennis gegeeven dat de Heer de Wet door ziekte bedlegerig geweest zijnde, zyn Ed: door indispositie meede verhindert zynde geworden de vergadering by te woonen, van zyne meede raaden de voorsz: weygering des Heeren Gouverneurs hadt vernomen, en daarop den gesw:e Clercq Pieter Hendrik Faure gezonden by den Heere Gouverneur en zijn Ed: van zynen’t weegen laaten aanzeggen.
dat hy Heere van Oudtshoorn zich door indispositie verhindert heeft gevonden de vergadering van Politie by te woonen, echter na het scheiden der vergadering had vernomen.
dat hij Heere Gouverneur had kunnen goedvinden het Gouvernement over te geeven aan den Heere Secunde Rhenius, zonder vooraf de bepaalde borgtocht te hebben gesteld.
dat hij Heere van Oudtshoorn vermeende, dit eene daad te zijn, waar in zijnEd: als een Lidt des raads, niet vermag te berusten, zonder zich bij zyne Heeren en Meesteren verantwoordelyk te stellen, zich overzulks verplicht vond, hem Heere Gouverneur te laaten aanzeggen.
dat bij aldien zynEd: bij deszelfs voorneemen bleef volharden, om namentlijk, voor zijn Ed: vertrek de gewoone Cautie niet te stellen daar tegen op de plegtigste wijze te moeten protesteeren, als in geenen deele aansprakelijk noch verantwoordelijk willende zijn, noch gehouden worden, voor de gevolgen die uit deeze handelwijze zoude kunnen resulteeren.
En dat daarop door den Heere Gouverneur aan den geswoore Clercq Faure is geantwoord geworden
“Ik heb reeds in vergadering van gisteren de reedenen geopenbaard, die my tot het neemen van dat besluit hebben gepermoveert en bij dat besluit zal ik blyven volharden.
Ik verwagt voorthaan geene protestatien van den Heeren van Oudtshoorn, van wat aart die ook zoude mogen zijn, en, Ik zal vertrekken â la barbe van mijn Heer van Oudtshoorn, wanneer het mij goed dunkt en hem dat laaten aanzien.”
En vermits welgemelde Heere Gouverneur Cornelis Jacob van de Graaff uit dien hoofde noodzakelijk heeft gemaakt, dat bij deezen raade zodanige Maatregulen werden genoomen, als het eludeeren der gestatueerde ordres voorkomen kunnen, zo is, ter zaake van de weigering der bepaalde Borgtocht van Tien duijzend Rijxdaalders en dus ter SchadeloosStelling van deE Comp:e; in al het geene uit hoofde der onlangs Successivelijk ontfangene aanschrijvens voortvloeid en nog mogt koomen te ontstaan, beslooten het officie Fiscaal te gelasten, omtrent de nagelatenen goederen van den Heere Gouverneur zodanige procedures te entameeren, als de aart der zaaken zal koomen te vorderen.
Nog is door meermelde Heere Gezachhebber ter tafel geproduceerd, het klachtschrift door den Burgerkrijgsraad ter vergadering van den 10: Mai Jongstl: ingedient, en aan den rade in overweging gegeeven, wat daar inne van wegens deeze regeering al wijders behoorde te worden gedaan; waar over met allen aandacht gedelibereerd zijnde, zoo is best gedacht en dienvolgens beslooten, het zelve klachtSchrift met dies bijlagen te Stellen in handen van M:r Jacob Pieter de Neijs, aan wien de functien van het ampt van fiscaal heden zijn, opgedraagen, ten einde de daar bij overgelegde Bijlagen behoorlijk te onderzoeken, de relatanten dier verklaringen welke zig noch hier te landen bevind, te doen Compareeren, voor gecommitteerdens uit den raade van Justitie, en alle deeze stukken voor zo verre nog niet beeedigt zijn behoorlijk te doen recolleeren en beeedigen, om dus deeze raade in staat te Stellen aande Heeren Meesteren eenige nadere en stelliger berichten, wegens den toedracht der in dat request voorkomende beschuldigen tegens den zich van hier begeeven hebbende independent Fiscaal van Lijnden te kunnen Suppediteeren: teffens ook om behoorlijk onderzoek te doen, na eenige daarin voorkomende beschuldigingen tegens zommige persoonen, en daar in voorts zodanig te handelen of te procedeeren als na bevinding en volgens de pligten van het ampt waar van hem de functien zyn opgedraagen zal behooren.
Vervolgens is door den Heere Gezachhebber te kennen gegeeven, dat het roer van het Schip de Surchence geheel was gebrooken, mitsgaders dat, zich aan het Schip Zoutman een lek ontdekt, waar op besloten is eene zeekundige Commissie te benoemen, om die schaadens te examineeren, ten eynde dezelve met alle Spoed te kunnen repareeren.
Laatstelijk wierd door den Heere Gezachhebber den raade nog gecommuniceerd, dat den adjunct Secretaris Mappa, welke ter vergadering van den 24:e deezer, de Notulen hadt gehouden, van hier was vertrokken, zonder uit dezelve eene resolutie te formeeren, om vervolgens ter deezer tafel geresumeerd en gearresteerd te kunnen worden, en nadien by dezelve Notulen besluiten voorkoomen, waarvan aan de onderscheidene départementen Extracten behooren afgegeeven te worden, ten eijnde zich in de maneance der zaaken van dit Gouvernement, daar na te kunnen gedraagen, zo is, ten eijnde alle vertraging in S Meesters dienst, zo veel mogelijk voor te koomen besloten, den eersten geswoore Clercq George Fredrik Goetz te gelasten en te qualificeeren, zoo als hij gelast en gequalificeerd word bij deeze, omme voor zo veel zulks mogelijk zal zijn, uit de voorsz:e Notulen te formeeren eene resolutie, omme in deezen raade te kunnen worden geresumeerd.
Aldus Gesreolveerd en G’arresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorsz:e
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
C. 194, pp. 89-102.¶
Vrijdag den {17910701} 1:e Julij 1791
bij omvrage alle præsent, demptis de Heeren Gordon, en van Oudtshoorn
Door den oud Commandeur van Gale Cornelis Dionisius Crayenhof gepræsenteerd zijnde, het onderstaand Request.
Aan den WelEdele Achtb: Gebiedende Heer Joh:s Isaac Rhenius, opperkoopman en Gezachhebber, en de WelEdele Agtbaaren Heeren Leeden van den Edele Politicque Raad van ‘t Gouvernement van Cabo de Goede Hoop &:a &:a
‘WelEdele Agtb: Gebiedende Heer en WelEdele Achtbaare Heeren!’
‘Geeft reverentelijk te kennen Cornelis Dionisius Krayenhoff, opperkoopman Effectiev in dienst der Edele Generaale g’octroijeerde Nederlandse Oostindische Maatschappije, en geweezene gezaghebber van ‘t Commandament van Gale en matuure UwelE: Agtb: ootmoedige Dienaar, dat hij in de maand November des Jongstgepasseerden Jaars, met ‘t E Comp:e retourschip de Unie ter repatrieering van punte Gale vertrokken, en alhier in de maand Jann: Jongstl: met voorm: Bodem aangekomen is; Dog zig verpligt gezien heeft, door de Haast dodelijke ziekte zyner Huysvrouwe alhier voor Eerst te vertoeven, en voormelde Schip te laaten vertrekken.’
‘Dat hij Suppl:t vervolgens bij aankomst van zyn Jongste op Ceylon , om zijne bij ‘t vertrek van ‘t Schip de Unie nog niet volkomen geneeze kinderziekte agtergebleeven kind, met ‘t retour Schip de Leviathan , verzoek gedaan heeft, om met gemelde Bodem de verdere Rhijze na ‘t vaderland met zijne Famiellie te mogen aantreeden, ‘t geen de Edele Regeering alhier hem ook wel vriendelyk heeft gelieven te veroorloven, dog op dat Schip geene genoegzaame ruymte voor zijne talrijke Famiellie zynde, heeft den Suppl:t zig genoodzaakt gezien, na een ander gelegentheid om te zien, die hij ook op ‘t E retourschip de S:t Laurens gevonden heeft, en met goedgunstige inwilliging deezen regering met zijne Famiellie op voorsz:e retourschip geplaatst is, met ‘t welke de Suppl:t den 2:e Meij Jongstl: van hier vertrok, dog buijten de wal Swaare zeën, en sterke tegenwinden ontmoetende, waar door ‘t Schip zeer werkte, ondekte men nog gelukkig genoeg op den afstand van omtrent Sestien mijlen uit de wal een groot, en zwaar lek, waar door in korten tijd veel water binnen het Schip kwam, ‘t geen men met alle de Pompen niet konde Lens houden, en tot zes voeten water in’t Schip kreegen, waar door de Scheepsoverheeden zig verpligt agten, tot berging, en redding, van Schip en laading na deeze rheede te rug te keeren, om dit groot, en voor de verdere rhijze zoo opmerkelyk nadeel, zo doenlijk, nog te verhelpen, gelijk wij dan ook den 6:e maij met byna zeeven voeten waater in ‘t Schip alhier ter rheede zyn te rug gekoomen, en den Suppl:t zig met zijne Famiellie, Bagagie en provisie, vervolgens aan de Wal begeeven heeft, alwaar hij deezen daagen Een Swaare, en zeer gevaarlijke ziekte heeft ondergaan, waarvan hij een zo groote zwakheid, en verval van kragten bij zyn tegenswoordige beetering heeft over behouden dat de over hem practiseerende Heeren Medicinæ Doctores, blykens derzelver aan den voet deezes gevoegd deClaratoir, van gevoelen zijn, dat hy Suppl:t in deeze zijne zoo zwakke reconvaleseerende toestand; met eenige gerustheid de verdere rhijze na Nederland in dit laate Jaar Saisoen met voorm:e Compagnies Schip de S:t Laurens , ‘t welk, nu van zyne gebreeken hersteld zynde, binnen wijnige daagen van hier staat te vertrekken, niet kan aantreeden, en alzoo gemelde bodem het laatste retourschip is, dat thans hier in de Tafelbaaij legd, zo verzoekt den Suppl:t dat het UWelEd: Agtb: gunstig behaagen, hem te veroorlooven tot zijne volkomenen herstelling, en dus voor Eerst alhier te moogen verblyven, en een nadere gelegentheid tot de verdere rijze na ‘t vaderland af te wagten, en hij dus met zijne Huijsvrouwe en kinderen en daar benevens de op versoek van hem Suppl:t op gem: retourbodem met afgesz:e gagie geplaatste Zoldaat, Racine genaamd; en de inlandsche Mattroos, genaamd Pasqual van mindanao, die desSuppl:ts hier boven vermelde Jongste kind met ‘t retourschip de Leviathan herwaards gebragt heeft, en meede op des Suppl:ts verzoek op voorm:e retourschip de S:t Laurens geplaats is, en verder de hem Suppl:t toegestaane een Mans Slaaf, en Twee Slaven meijden weder van gem: retour bodem ontboden worden; biedende de Suppl:t, die de Edele Maatschappije in’t Gouvernement van Cylon Vier en Twintig Jaaren, zo hij zig wel durft vleijen, in alle Eer, en Trouwe gediend heeft, bij zijn, aanstaande volkomen herstelling, waarmede hij zig thans meer en meer vleijd, zig gedurende zyn verblyf alhier tot alle zodanige diensten en Commissien in’t Gouvernement, en voor ‘t belang der E Maatschappij aan, als UWelEdele Agtb: van zyne beste vermogens, en Hartelyke yver voor den dienst der Edele Maatschappije, van dewelke hij Suppl:t als nog een werkelyke en bereidwillige dienaar is, het nuttigst en geschikts voor den tegenswoordige dienststaat des Gouvernements, en dus het best zullen gelieven te oordeelen, en aangenaam verklaaren, waarmede de Nedrige Suppl:t zig hooglyk zal verEerd houden, en gaarne zijne beste vermogens ten dien eijnde tot nut van ‘t algemeen en dus tot genoegen zijner Hooge betaalsheeren zal aanleggen, en UWelEd:s Agtb: genoegen, en welbehagen in ‘t byzonder tragten te verdienen, zo zyne Hartelyke bereidwilligheid voor den dienst der E Maatschappije in dit Gouvernement geduurende zyn verblijf alhier, door UWelEd:e Agtb: gunstig mogen opgeroepen, geagreert en aangenoomen worden.’
’/ onderstond /’
‘’T Welk doende &:a / en get: / C: D: Krayenhoff / lager Stond /’
‘Wij ondergeteekende verklaaren mits deezen, dat de E Achtbaare Heer C: D: Craijenhoff wegens overgebleeven groote verzwakking van voorgegaane zeer gevaarlijke Krankte, zig noch voor eerst volstrekt buijten staat bevind, om des zelfs rijs naa ‘t vaderland te vervolgen - / was geteekend / C: C: Prediger M: D:, W:m van Rees, M: D:r. / en daaronder :/’
‘de Nedrige Suppl:t ten hoogsten verlangende na eenige berigten zijner bloedvrienden, en van zyne gemachtigden in Nederland, wegens zyne particuliere aangelegendheden die hem zeer interesseeren, en zig voorstellende, dat daar zijne Bloedvrienden, en gemachtigden in ‘t vaderland gezien hebben, dat hij Suppl:t alleen door toevallige oorzaaken in de maand Januarij 1790 belet, en tegengehouden wierd om met ‘t retour Schip Trinconomale van Cylon te repatrieeren, zij veelligt zullen ondersteld hebben dat nieuwe beletzelen, en verhinderingen hem Suppl:t ook wel by een naastvolgende gelegentheid zyn vertrek hebben kunnen tegenhouden, en zij hem dus zeeker, schoon ook op de te Huijsrijze onderstellende, wel over zijne particuliere aangelegendheden, en in ‘t bijzonder over den toestand zijner kinderen in’t kort zullen onderhouden hebben, neemt dus de vrijheid UWelEd: Agtb: nog een Beede bij deeze voor te Stellen, waar voor hij eene verpligtende gunstige inwilliging verzoekt, namentlijk, dat op Hooggunstige Bevel van UWelEd:e Agtb: de particuliere Brieven kasten op ‘t voor Ceijlon gedestineerde Schip de Christophorus Columbus ten faveure van hem Suppl:t door zodanige wel vertrouwde persoonen, als UWelEd: Achtb: best en geschikst daartoe zullen oordeelen, mogen geopend, en daaruit geligt en genoomen worden, alle de aan hem Suppl:t beschreevene pacquetten en brieven, en hem die vervolgens gunstig ter hand gesteld worden, waarbij niemand ter waereld eenig nadeel of præjuditie lijd, en welke gunst bewijs door geheel India aan alle gequalificeerde Compagnies dienaren, zig bevindende in Gouvernementen, en directien, alwaar de particuliere brieven kasten voor hunne bescheydene Posten uit Europa , van Batavia, of van eenig ander Comptoir, of post aankoomen, en dus ter plaatse waar zy zig toevallig bevinden, altoos gratieuselijk, en zelfs alleen explenitudine potestatis gubernatoris word ingewilligd, gelyk den Suppl:t zelve voor hem te meermalen ondervonden heeft, en het ten faveure van anderen ook dikwils heeft zien inwilligen, en dus deeze zijne Beede met te meerder vertrouwen van eene gunstige inwilliging van UWelEd: Achtb: durft voorstellen, en zig met een verpligtende toestemming vleijd’
’/ Onderstond /’
‘’T Welk doende &:a &:a / was geteek / C: D: Kraijenhoff / in margine / den 30:e Junij 1791.’
Waar op goedgevonden en verstaan is, den gesworen Clercq ter secretarije van Politie Rynier Beck, expresselijk te committeeren, omme zig ten Spoedigste te begeeven na Baaij Fals , en aldaar op het Schip Christofforus Columbus te openen de Cassen en pacquetten met particuliere brieven na Colombo en Gale geaddresseerd, en uit dezelve te ligten, de zodanige die aan opgemelde Craijenhoff zyn gericht; daar van op de inleggende notitie behoorlyke aantekening houdende, en na de geopende kassen en pacquetten met S Comp: Cachet weder behoorlijk verzorgt en gesloten te hebben van het een en ander behoorlijk rapport te doen in geschrifte terwijl al meede aan hem is toegestaan om ter restauratie zyner gezondheid met zijne familje eenigen tijd alhier te mogen overblijven.
Wijders is beslooten van ‘t ingedient Request door den Capitein van in Baaijfals g’ankerd leggend S Comp:e Schip Christofforus Columbus , Jan Janze Lourits, Copije te stellen in handen van den Equipagiemeester deezes Gouvernements, omme des noodig oordeelende de daarbij verzogte Scheepsbenodigheeden te verstrekken.
Aldus Geresolveert ende g’arresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:e
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
C. 194, pp. 103-119.¶
Maandag den {17910704} 4:e Julij 1791.
S’ Avonds, extraordinaire vergadering alle præsent:
Zyn geresumeerd de resolutien op den 29: Junij Jongstleeden by deezen raade genoomen, en is voorts door den Heere de Wet te kennen gegeeven, dat zyn Ed: bij evengem:e Resolutie op zich genomen hebbende, het præsidie in den Raade van Justitie provisioneel te bekleeden, zyn Ed: Broeder Hendrik Justinus de Wet, door deezen aanstelling, navolgens de bepaalde ordres in gemelde raade onmoogelijk deszelfs Sessie kan behouden; weshalven beslooten is voor zoo lange de Heere de Wet als præsident in den raade van Justitie zal fungeeren, gemelde zynen broeder in dezelve raade geene Sessie te doen hebben, en dus den raade van Justitie aan te Schrijven in plaats van evengem:e Hendrik Justinus de Wet een nominatie te doen, om uit dezelve wederom een Lid van Justitie van Burgerweegen aan te stellen, zullende egter gemelde Hend:k Justinus de Wet deszelfs ancienniteit in den Raade van Justitie behouden, als Commissaris uit dezelve ageeren en fungeeren, en teffens alle Justieele Commissien op zijn beurt moeten waarneemen.
Voorts wierd door den Heere Gordon ingediend eene Memorie van volgende inhoud
‘De ondergeteekende verzoekt, dat deeze zijne remarques bij de Memorie van den Edelen Heer Gouverneur C: J: van de Graaff aan deeze Regeering nagelaaten, aan de Heeren Majores mogen overgezonden worden: zijnde maar voorlopig, om de Kortheid des tyds.’
‘1:e Dat hij ten uitersten over deeze Memorie gesurpreneert is geweest, en dus als Hooft van S: Comp:e Militie tegen dezelve, zo wel als tegen het geheele gedrag door den E: Heer Gouverneur in de affaire van Capitain Sandol gehouden, op het Solemneelste protesteert, als strijdig met de goede ordre, Justitie en de wetten van den Lande, daarin twee en een half Jaar, Circa, deeze zaak had behooren afgedaan te worden; dat dus alle deeze Dilaijen en uitsflugten zelfs zonder dat de Heere Majores van deeze zaak geinformeert zyn geworden:) hun E Groot Agtb:, ten vollen, hier van zullen overtuijgen.’
‘En hoe zullen de Heeren Majores over eene zaak oordeelen, van dewelke zij geene Kennis dragen, voor dat hun E: Groot Achtb: alle de Stukken, door de volle regeering op eene legaale wijze geformeert, onder de oogen Krijgen en dus niet op het geene dat aan hun E Groot Achtb: anderzints hier over mogte gesuppediteert worden.’
‘Hoe zal ook die Singuliere en Irreguliere ontslag order van den Sergeant Konze, Sub LitteraAhier annex kunnen geexecuteerd worden, als de zaak van Capitain Saldolin statu quomoet blyven, zijnde een en dezelfde zaak, of geheel en al aan dezelve verbonden’
‘2:o Dat de ondergeteekende protesteert teegens de Majoriteit van Capitain Sandol, als zijnde die Capitijn (volgens Protest in der tijd (: het geene de ondergetekende aan de Heeren Majores met zyne verantwoording overzenden :) niet, zo als het behoord had, aangesteld; ten anderen is Capitain Sandol niet alleen, niet geapprobeert, maar duidelijk door de Heeren Majores in hunnen brief van den 2:e October 1790, in zijne Radicale Rang gesteld, om daarin met de Pepinaire na Batavia te vertrekken.’
‘Nu zal de ondergeteekende overgaan, tot de reedenen, om dewelke den E: Heer Gouverneur zegt, zig verpligt te vinden te moeten protesteeren, als deeze zaak door den Raad mogt afgedaan worden; etc:a en remarqueeren,’
‘1:o dat indien den Raad des E. Heer Gouverneurs propositie gedeclineert heeft,om die weg te volgen dewelke de order hem dicteerdeetc:a hij voor eerst als Hoofdgebieder de magt had,om die te doen volgen, en er de Heeren Majores ten eersten kennis van te geeven: en dat den Heer Independent Fiscaal, volgens zyne Instructie, ook magt, genoeg heeft, om diergelijke Procedures (over een heilzaam Advies van het Hooft der Militie, om de ordres van onze Meesteren te obedieeren, en tot Maintien van de goede order, discipline, en voorkoming van onheilen, gegeeven, (zo als van agteren niet dan te duidelijk gebleeken is, dewijl den Soldaat nu met nog minder moet te vreeden zyn,) af te sneeden, en de zaken af te doen, en dus ten eersten werkzaam had behooren te zijn, en niemand twee jaaren en Circa vier maanden in arrest laaten verblijven, zonder form van ProCes. - Dog hoe komt dit overeen, met de hierbij Sub LittB. geannexeerde Brief en antwoord, het welk de ondergeteekende ontfangen heeft, op zijne redelijke vraag om afdoening en Copije der stukken dewelken hij zelfs niet eens heeft kunnen bekomen.’
‘2:dens Remarqueert de ondergeteekende, dat, nu juist die Protestaties en Memorie ingeleevert zijn, bij de overgeeving des Gouvernements en de ontslag order Sub Litt:A: aan hem kennelijk is geworden, dus Circa een Jaar na de brief en antwoord Sub Litt:B., daar in tegendeel, indien de E: Heer Gouverneur reedenen van klagen over de ondersoekings Commissie, en hunne ingebragte Rapporten had gehad; hij zulks had behooren te doen, toen dezelve ingekomen zijn.’
‘Dat ook den Heer Independent Fiscaal, dewijl hij zelfs in de Commissie zat, alle Irregulariteiten, opstont, had kunnen hinderen, of er zyn over beklag had behooren te doen; Dog volgens het nevensgaande declaratoir van den Majoor de Lille Sub Litt: C: zoude de Sergeant Kontse door den E Heer Gouverneur in Krijgsraad getrokken worden; daar in de ontslag ordre Sub Litt: A blykt, dat niet geschied is.’
‘3:dens Remarqueert de ondergeteekende, dat zijne adviesen van den 6 en 13 Feb:y 1789 in raade van Politie ingeleevert, beneevens zijne Brieven aan de onderzoekings Commissie duidelijk en klaar zijn en dus deeze zaak geenzints duister, epineus, of Singulier was; zo als blijken zal in’t vervolg uit die Stukken bij des ondergeteekendens verantwoording aan de Heeren Majores.’
‘4:dens. Dat de ondergeteekende verwondert is, dat in deeze nagelatene Memorie van den E Heer Gouverneur, niet het minste gewag gemaakt word, van de Brief van de Hoog indiase Regeering, dewelke nu reeds twee Maanden, en een half hier is, en nooit ter Tafel gebragt, maar alleen rond geleezen is; waar bij den E Heer Gouverneur en den Raad geordoneert word, om zeeker klagtschrift, hier annex Sub: Litt:Dtegen Capitein Sandol over zijne nieuwe huyshoudinge, door verscheide dier Pepinieren te Batavia ingeleevert, ten regoureusten, te onderzoeken, zonder dat ‘er egter iets in het minste in gedaan is, dat dus de Heeren Majores de waardije van deeze nagelaatenen Memorie, uit deze Remarques en Stukken alleen ligt zullen bevatten.’
’/ was geteekend / R: J: Gordon hooft der Militie / in margine / Caap de’
‘GoedeHoop den 4:e Julij 1791.’
Welke Memorie bij aller eerste gelegendheid zal verzonden worden aan de illustre vergadering van Zeeventienen, om voorlopig te dienen aan hun WelEdele Hoog Achtb: eenige elucidatien te Suppediteeren wat er zij van de zaak in den Jaare 1789 met opzicht tot de Pepeniere alhier voorgevallen.
Vervolgens wierd geleezen het volgend verzoek Schrift van den burger Jan Jacob Meijer
Aan den WelEdele Agtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber deezes gouvernements, benevens den E Achtbaare Raad van Politie WelEdele Achtb: Heere en E: E: Achtb: Heeren!
‘Geevt reverentelijk te kennen UWelEdele Achtbaare en E Achtb: nedrige dienaar Jan Jacob Meijer, dat hij Suppl:t in de maand Aug:s 1786 van d E Comp:e heeft gekogt Twee Stuks huys Erven, zijnde een gedeelte van den grond waarop wel eer was geconstrueerd het oude Hospitaal, ende zulks voor eene Somma van ƒ29000:- waarvan door den Suppl:t bij het ontfange van Transport voor de twee laatste paaijen een kustingbrief gepasseerd zijnde, zig insgelijks ten zelven dage bij Scheepen kennisse heeft verbonden voor de eerste paaij ter Somma van ƒ9668. onder Hypotheecq van gemelde erven, behoorlyk Intrest te zullen betaalen:’
‘Dat door den Suppl:t in Julij 1788 de Laatste paaij van gemelde Kustingbrief betaald zynde, aan hem door deeze regeering tevens op zyn desweegens gedaan verzoek gunstig is geaccordeert, de eerste paaij van meerm: Custing groot ƒ9666:- onder Hypotheecq van die zelfde twee Erven op intrest te mogen behouden.’
‘Dat hy Suppl:t intusschen op eene dier Erven hebben g’extrueert, een pakhuijs welk hy onlangs aan den Heer Colonel von Hugel heeft verkogt en het welk hij zeer gaarne aan gem: Heer von Hugel wenschte te transporteeren, dog daar den Suppl:t op het Capitaal welk hij onder Hijpotheecq van voormelde Erven aan d E Comp:e debet is, bereijds heeft afbetaald een somma van ƒ9000 en die Erven overzulks nog met een bedragen van ƒ10332 belast blyven,’
‘Dat Transport evenwel niet kan geschieden, voor en aleer meerm:e Erf gedeeltelijk van die ged:e belasting geheel en al worden ontheeven, zo neemt hij om de aangevoerde reedenen Eerbiediglijk de vrijheid zig te keeren tot UWelEdele Achtb: en E Achtb:, met ootmoedige beede, dat Erf van de even genoemde belasting geheel en al te ontheffen, en dezelve te doen hegten op het daar aan grenzende pakhuijs en Erf van den Suppl:t onder Continuatie van dezelfde borgen die zig by voorengerepte Schuldbrief als zodanig hebben g’interponeerd.’
‘Verbindende den Suppliant zig overigens laatsgem:e Som op den vervaldag, met de verlopene renten aan de EComp:e te zullen afleggen.’
’/: Onderstond :/’
‘’T welk doende &:a / was get: / Joh: Jacob Meijer.’
Waar over gedelibereerd zijnde, is, om de bij dat request g’allegueerde reedenen goedgevonden en beslooten, het erf welk door den Suppl:t aan den Collonel vonHugel is verkogt, dog tot nu toe, vermits het zelve met eene Somma van ƒ10332:- was belast, ongetransporteerd is gebleeven, van die belasting te ontheffen, en daar voor weder te belasten het daar aangrenzend pakhuijs en Erf van den Suppl:t, en zulks onder Continuatie van de borgtogt die bij de deswegens gepasseerde Scheepen kennis, gestipuleerde Perzoonen.
Zijnde wijders aan Fredrich August Wilhelm Hijnsma geweezen Lieutenant bij het Wurtembergse Regiment, op zijn daarom gedaan verzoek gepermitteerd met het in Baaijfals leggend Schip de Phœnicier naar Nederland te mogen retourneeren.
En is eyndelijk noch beslooten onder de officieren der burgerije de volgende avancementen te doen geschieden, als
Tot Capitain by de vacante vierde Comp:e
Den Captein by ‘t vry Corps Servaas van Breda, ter plaatsvulling van den ontslagenen Capitain Hendrik Andreas Truter
Tot Capiteyn bij ‘t vrijCorps
Den Capitijn Lieut:t bij deEerste Comp:e Jens Janssen in steede van opgem: Servaas van Breda.
Tot Capitijn Lieutenant by de eerste Comp:e
Den oudsten Lieuten:t by de derde Compagnie Christiaan Pieter Brand.
Tot Lieutenant bij de derde Compagnie
den Luiten:t bij ‘t vryCorps Albertus van der Poel.
Tot Luitenant by ‘t vrijCorps
Den Sous Lieuten:t bij deEerste Comp:e Fredrik Schikkerling
Tot Sous Lieuten:t bij de Eerste Comp:e
Den Sous Lieuten:t bij ‘t vrijCorps Laurens Biel
Tot Sous Lieutenant by ‘t vryCorps
Den Vaandrig by de TweedeComp:e Abraham de Smit
Tot Vaandrig by de Tweede Comp:e
Den Vaandrig by’t vrijCorps Cornelis Brink
en in dies Steede wederom tot Vaandrig bij’t vrijCorps.
Den Oud Commissaris van Civile en Huwelijkszaaken Jacobus Johannes Vos.
Aldus Geresolveerd ende G’arresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorschreeven.
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
C. 194, pp. 120-121.¶
Dingsdag d:n {17910705} 5:e Julij 1791.
S’ Avonds extraordinaire vergadering alle present.
Zynde geresumeerd en geteekend de Brieven die van wegens deeze Regeering aan de WelEdele Hoog Achtb: Heeren Bewindhebberen van de Generaale Nederlandse g’eoctroyeerde Oostindische Compagnie per de Pacquetboot de Vlyt zullen worden afgezonden.
Aldus Geresolveerd en G’arresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:en.
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
C. 194, pp. 122-296.¶
Vrijdag den {17910708} 8:e Julij 1791.
S’ voordemiddags alle præsent.
Wierd door de Heeren de Wet en van reede van oudtshoorn, ter tafel geproduceerd een Bericht, door hun Ed: vervaardigt, om te voldoen aan ‘t besluit, bij deezen raade op den 10:e Meij jongstl: genoomen, waarbij hun Ed:s is gedemandeert geworden, omme te examineeren, zodanige opgaave van S Comp:e gebouwen, aan deeze plaats, als door den Heere Colonel Gilquin, Directeur van S E Comp:e Fortificatiewerken, als toen is ingediend, en teffens deezen raade te dienen van hun Ed:s Consideratien en advis, welke van de daarbij opgegeevene Gebouwen, zouden kunnen en dienen verkogt te worden; zijnde dat bericht bij dies resumptie bevonden van volgende inhoud.
Aan den E Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber deezes Gouvernements beneevens den E Achtb: Raade van Politie.
‘E: E: Achtb: Heer en Heeren.’
‘Ingevolge Resolutie deezer Tafel van den 10 Meij laatstleeden in handen van de ondergeteekendens gesteld zijnde zodanige Memorie van den Heer Collonel Gilquin, als door zyn E met een Specificque opgave van alle S Comp:s gebouwen zig alhier aan de Caab bevindende, ter gemelde vergadering is ingedient, ten eijnde dezelve te Examineeren, en deezen raade te dienen van Consideratien en advijs, welke der daarbij vermelde gebouwen, zouden kunnen dienen verkogt te worden, hebben zij alle dezelve gebouwen met de vereischte attentie nagegaan, en daarbij den omslag, die op den gebuteerde voet tot de meeste besparinge voor de Comp:e zal moeten werden vermindert, in Consideratie genomen, om alle zodanige gebouwen welke dien overeenkomstig kunnen worden gemist op te geeven en te proponeeren, om dezelve volgens het zeer gevenereerd aanschryvens der WelEd: Hoog Achtb: Heeren zeventienen in dato 2:e October 1790, ten profijte van de Comp:e tot gelde te kunnen maaken.’
‘Alle sComp:e gebouwen vinden zig bij de gem:e Memorie van den Heer Colonel Gilquin gerangeert in de volgende ordre als.’
‘1. In’t Casteel.’
‘2. Buijten ‘t Casteel’
‘3. beoosten de Caab en’
‘4. bewesten de Caab.’
‘van de gebouwen in’t Casteel Spreekt het van zelfs dat, alwaaren er onder die gemist konden worden, hoedanige er egter niet zijn, op dezelve geen de minste Speculatie nog intentie vallen kan, om dezelve aan particuliere te verkopen.’
‘Onder de gebouwen buiten tCasteel zyn aan de ondergeteekendens de volgende voorgekomen welker zeer bekwaamelijk zouden kunnen werden gemist, te weeten’
‘N:o 25 Het gebouw dienende tot Casernen voor het depôt van Meuron, met de grond die daarbij gehoord, als kunnende door het vertrek van het Wurtemberg se regement thans tot berging der Manschappen van het gemeld depôt, het zy in een der vertrekken by het Hospitaal, dan wel elders, bekwaame ruimte gevonden worden.’
‘N:o 26 De schuins daar tegen overstaande pakhuijzen die tot een Arsenaal voor de nationale Artillerie g’emploieerd werden, om dat arsenaal elders te verplaatzen, daar thans de gelegentheid best aan de hand staat te komen, en van de Schikkingen met den Heer Collonel en Directeur Gilquin afhangen zal.’
‘d:o 27. De menagerie agter S Comp:e Thuijn zouden de onderget: wel meede opgeeven, als een gebouw dat voor de E Comp:e konde worden gemist, dat daar ‘t zelve zoo weinig waarde behelst dat zulks in geen aanmerking komen zal, en de resp:e Gouverneurs ten allen tijde hier van het gebruik hebben gehad, tot derzelver menage, vertrouwen de ondergeteekendens, dat, om tot de verkoping derzelve over te gaan, vooraf eene nadere ordre van hoogst ged:e Heeren Majores zoude dienen te werden ingewacht.’
‘N:o 28 Het woonhuijsje Staande bij de Pottebakkerij het welk gedient heeft voor den geenen die het opzigt over S Comp: Steenbranderij aanbevolen is geweest, is volkoomen te missen en te verkoopen, met zoo veel gronds daar bij, als het zelve aan een particulier, tot een moestthuijntje, gewilt kan doen zijn’
‘d:o 29 DeComp:e Paarde Stal ten welken belange door den tegenswoordige Heer gezaghebber neevens den eerst ondergeteekende, hunne Consideratien in het bijzonder ter vergadering van den 10 Meij laatstl: zyn ingedient’
‘N:o 34. De vijf onderscheidene Militaire Corps de gardes onder deeze Nummer voorkomende zyn wel meestendeels door de vermindering van het garnizoen zelfs geheel van ondienst geworden, dan daar ook door particuliere tot geen gebruik zoude kunnen worden aangewend, en dezelve slegts tot den afbreuk verkogt wordende, de kosten die dezelve voor de Comp:e hebben veroorzaakt, hier door genoegzaam geheel verlooren zoude moeten werden geacht, zoude, na het inzien de ondergetekendens, onder Correctie, best zyn het finaal besluit ten opzichte derzelve op te Schorten, tot de te rug komst der Heeren Militaire Commissarissen uit Indien, en hun WelEdele Consideratien daar omtrent te verzoeken, dan wel tot dat de positive ordre, der meer hoogstged:e Heeren Majores dienaangaande ontfangen zal zijn.’
‘zijnde de gebouwen beoosten en bewesten de Caab onafscheidelyk van de forten of verschansingen by welke zij zig geplaatst vinden, en ook uit dienhoofde onder dezelve aan de ondergeteekendens geen een voorgekomen het welk zoude kunnen worden gemist en verkogt.’
’/ onderstond /’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop d:n 8 Julij 1791 /: was geteekend / O: G: de Wet, W: F: v: Reede van Oudtshoorn.’
over het welke met alle aandagt gedelibereerd zijnde, zoo is beslooten, gem:e Heere de Wet en van Reede van Oudtshoorn expres te Committeeren, tot den verkoop van de volgende Compagnies gebouwen in deeze Tavelvalleij als.
Eerstelijk Het Gebouw dienende tot Casernen voor het depôt van Meuron.
Ten Tweeden Het Pakhuijs beneevens het woonhuijs daar annex, dat tot een
Arsenaal voor de nationaale Arthillerie is gebezigt geworden, en
Ten Derde Het woonhuijsje staande bij S Comp:e Pottebakkerij, met zoo veel grond, als daarbij bekwamelijk zal kunnen worden gevoegd, en zijnde dienvolgens gemelde Heere de Wet en van Reede van oudtshoorn geauthoriseerd geworden, om van de Politicque Secretarije te eijschen de bewyzen van eigendom, van de twee eerste perceelen, welke voor Reekening der E Comp:e van Particuliere zyn ingekogt, en het derde door den geswooren Landmeeter te laaten meeten en carteeren, en teffens verzogt, de verkoopsdaagen dier vaste goederen, in de maand Septembre te bepaalen, de verkooping te laaten geschieden op Vijf paaïen, om dezelve reedenen als bij de vorige verkoopingen hebben plaats gehad, en daar van kennis te geeven aan den vendumeester deezes gouvernements, zo wel als van de voorwaarden, op welke hun Ed: zullen vermeenen dat die verkopingen zullen moeten geschieden, ten eijnde door hem de nodige advertentien dienaangaande bij tijds kunnen worden afgevaardigd, en de koopConditiën in gereedheid gebragt.
En is ten deeze belange nog beslooten voorsz: bericht beneevens de Memorie van den Heere Gilquin pligtschuldig te doen toekoomen aan de Hooggebiedende Heeren Meesteren, aan hoogst dewelke zal worden verzogt om de Menagerie agter de Thuijn der E Comp:e geleegen, verders te willen laaten dienen tot het gebruik dat daar van door de resp:e Gouverneurs deezer Colonie altoos is gemaakt, en teffens eerbiedig werden opengelegt de reedenen, dewelke deeze raade hebben wederhouden om tot den verkoop der bij dat bericht opgegeevene vyf Corps de Gardes over de gaan, onder verzeekering, dat dezelve niet zal versuijmen daarvan, zo veel mogelyk een nuttig gebruik voor d E Comp:e te maaken; zynde den Heere Gordon van meening geweest, dat dezelve zoude behooren te worden verhuurd, om ze dus aan d: E: Comp:e te houden, en bij onverhoopte ongelukkige omstandigheeden weder te kunnen gebruikt worden, onder Conditie dat de huurders dezelve in behoorlyke ordre en reparatie zouden moeten houden.
En zal van het besluit omtrent de verkoop de voorsz:e gebouwen extract ter hand gesteld worden aan den Heer Directeur Gilquin, ten eijnde als nu nader te formeeren een plan, tot de aanbesteeding der reparatien van de Gebouwen, die zo hier als in Baaij fals overig zullen blijven, en daar toe op te geeven de Conditiën welke daarbij behooren te worden gestipuleerd, zullende zyn Ed: daarbij moeten remarqueeren, dat onder die reparatien ook zullen moeten begreepen zyn, de reparatiën van Cazynen, deuren en vensters, mitsgaders het verwen van het Houtwerk zullende voorts gemelde Heere Gilquin worden gelast, omme de Arthillerie behoeftens die in ‘t vorengemeld Pakhuijs tot nu toe zyn geborgen, ten spoedigsten te doen verplaatsen met voorkennis en goedkeuring van de Heere Gezachhebber, in eenig ander openvallend gebouw, ‘t welk zijnEd: best daartoe zal kunnen emploïeeren
Vervolgens is door den Heere Gezachhebber en den Heere de Wet, ingevolge het aan hun Ed: by besluit van den 10:e Maij jongstleeden gedemandeert onderzoek, of alle de Effecten die bij de inventaris van s Comp:e Stal door de Capiteijns Buissine en Kuchler geformeerd, zijn opgegeeven, dadelijk zoude behooren te worden verkogt, overgelegt het volgend bericht.
Aan den E: Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber deezes Gouvernements beneevens denE Achtb: Raad van Politie .
‘E: E: Achtb: Heer en Heeren.’
‘De WelEdele Hoog Achtb: Heeren Zeeventhienen bij hoogstderzelver zeer g’Eerbiedigde aanschrijvens van den 2:de October 1790. Expresselyk hebbende gelast dat, tot wegneeming der misbruyken, en tot besparing der groote kosten welke tot hier toe aan S Comp:e Stal zyn besteed, de gantsche omslag van die Stal onmidddelijk zoude moeten worden afgeschaft, en dienvolgens de paarden en rytuijgen verkogt, om de wagenvragten aan te besteeden’
‘En bij besluit deezes Raads van den10: Meij laatstleeden de ondergeteekendens gecommitteerd geworden zijnde, om na te gaan en op te geeven welke van de Effecten gespecificeerd Staande by den inventaris door de Capitains Buissinne en kuchler van s Comp: Paarden en verdere goederen, ter gemelde vergadering ingedient dadelyk zoude behooren te worden verkogt, en daar van te dienen van Consideratien en bericht.’
‘kunnen de ondergeteekendens zonder van de uitdrukkelyke intentie der hoogstgedagte Heeren Majores af te wijken, niets opgeeven dat van den ganschen omslag der Comp:e Stal zoude behooren te worden aangehouden, daar ook de Looijers die het Leeder tot tuygen Zadels en koetzen bereiden ende zadelmakers welke de zadels ten diensten der dragonders lyfwagt, Postillons en andere vervaardigt hebben, door dien afschaffing en de aanbesteeding welke ‘er van de wagen vragten zal moeten geschieden, van geen dienst meer zullen zijn en de Kostbaare omslag van die Looierij &:a en meede zal kunnen worden afgeschaft.’
‘Uit welken hoofde de ondergeteekendens dan ook sustineeren dat al dat zich op den gemelde inventaris bekend gesteld vind, en het geen verder op S Comp:s Stal in weezen zyn mogt, niet anders dan als ap en dependentien van de rijtuijgen en paarden aangemerkt zijn, en neevens dezelve op Ult:o Aug:s aanstaande ten profyten van de Comp:e behoort te worden verkogt, welke verkoping niet wel eerder dan op dien tijd kan geschieden, om dat de aanbesteeding der wagenvragten dezelve zal dienen voor te gaan, en de præparatien der aanneemers tot dat werk eenigen tijd vereischt, zo dat de aanbesteeding eerst S’ daags na den verkooping ingang zal kunnen neemen, wanneer ook de aanneemers uit den omslag van de gem:e Stal zich bij de publicque verkooping voorzien kunnen van ‘t geene hun zoude moogen ontbreeken’
‘Alleen geeven de ondergeteekendens in Consideratie, of niet de twee doode waagens, die aan particulieren tot geen gebruik verstrekken kunnen, en dierhalven bij de verkooping als het waare voor een beuseling zouden worden weggegeeven, S Comp:e weegen dienen te werden aangehouden, om bij de aanbesteeding van het wegbrengen der dooden uit het Hospitaal waartoe dezelve hebben gedient, onder de Conditien van aanbesteeding aan den aanneemer te worden bijgezet.’
’/ Onderstond /’
‘In’t Casteel de Goede Hoop d:n 8 Julij 1791 /: was geteek :/ J: I: Rhenius, O: G: deWet’
na welkers lecture eenparig is beslooten, zig met het voorgestelde van den Heere Gezaghebber en den Heere de Wet volkoomen te conformeeren, en dienvolgens de geheele ommeslag van die stal, met alle de gereedschappen die tot de Looijerij en zadelmakers winkel hebben gehoord, ten voordeele der E Comp:e publicq te doen verkoopen, uitgezondert de twee doodewaagens die bij de aanbesteeding van de wagenvrachten aan den aanneemer zullen worden afgestaan, om daarvan gebruik te maaken, en zal by deeze gelegentheid nog worden verkogt, zo veele slaven der E: Comp:e als gevoegelijk zal kunnen geschieden.
De Heeren Le Sueur en de Wet tot het doen deezer verkooping verzogt, en gecommitteerd geworden zijnde, is dezelve bepaald op Donderdag den 1:e van den aanstaande Maand September, en zal daarvan aan ‘t Publiecq de nodige notificatie worden gedaan.
En nadien door deeze verkoop onnoodig zal worden alle de bediendens, als, opzichter wagenryders, Looijers, zadelmakers &c:a op voorsz:e Stal bescheijden, zo zullen dezelve met Ult:o Aug:s aanstaande van daar worden verplaats op de Linie, ten eijnde als dan over hunne verzending van hier nader te disponeeren.
Omme in de verkoop van S Comp:e Lijfeijgenen de meest mogelyke ordre te observeeren, en het belang der Maatschappij te behartigen, is al verder beslooten, welgemelde Heeren Le Sueur en de Wet te verzoeken en te Committeeren, gelyk hun E: E: gecommitteerd worden bij deeze, omme naar luid van het voorstel door den Heere Gezachhebber en den Heere de Wet ter vergadering van den 10: Meï gedaan, dezelve Lijfeygenen te Sorteeren, en van de geenen, die in de termen vallen van verkogt te kunnen worden, de zodanige die best voor d E Comp:e te missen zyn, ten verkoop te bestemmen, tot op het getal van 450 Stuks, dat volgens het geEerd bevel van Heeren Majores moet overblyven, en om voorts dat over blijvende getal, als dan nader te sorteeren in kloeke jongens en meyden, die bekwaam zyn dienst te doen, in Schooljongens en Meijden, kinderen, tot den dienst onbekwaame Slaven en Slavinnen, met bekendstelling van de geenen die gedoopt zijn, ten eynde de Heeren Meesteren zoo nauwkeurig mogelyk te elucideeren, noopens de hoedanigheeden derzelve, mitsgaders of van dat overblijvende getal nog eenige zouden kunnen worden gemist, zullende gemelde Heeren GeCommitteerdens teffens zorgen dat van deezer successive verkoopingen, aan het Publicq de nodige notificatie word gedaan.
Wijders wierd door de Heeren de Wet en van reede van Oudtshoorn overgelegd een ampel vertoog, bevattende hun Ed: consideratien en advijs, zo over het verkoopen van het Hout in S Comp:e houtbosschen bij perceelen, als om zo veel doenlijk te verminderen de omslag der werkslieden, die tot het omvellen en vervoeren van dat Hout tot nu toe zyn gehouden, mitsgaders op welke voet hun Ed: vermeenen dat het brandhout voor s Comp:e Scheepen, het Hospitaal etc:a het best zal kunnen worden aanbesteed, hoedanig de dienaaren aan wien tot nu toe verstrekkingen van het Hout zyn gedaan, daar over rederlyker wijze Schadeloos zouden kunnen werden gesteld, en eijndelijk nog hun Ed: Consideratien over de Zwarigheeden om de Houtbosschen zelve te verkoopen, alle poincten door de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren by hoogstderzelver gevenereerde Letteren van den 2:e October zo ter observance als ter vorderinge van Elucidatiën voorgesteld, en bij Resolutie deezer Tafel, van den 10: Maij Jongstl gedemandeert aan voorsz:e Heeren de Wet en van Reede van Oudtshoorn, welkers vertoog met dies bijlaagen, bevonden wierden van volgende inhoud.
Aan den E Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber deezes Gouvernements, beneevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘E E Achtb: Heer en Heeren.’
‘Om te beantwoorden aan den qualificatie bij besluit deezes raads van den 10 Maij JL: op de ondergeteekendens verleend ten einde na den teneur der gevenereerde ordres van deWelEdele Hoog Achtb: Heeren Zeeventhienen bij aanschrijvens van den 2:e October 1790, zodanige plans te formeeren, en die middelen aan de hand te geeven, dewelke best voorkome en dienen kunnen om de intentie der Hoogstged:e Heeren Superieuren, op te volgen, en de gem:e ordres ter Executie te brengen, met betrekking tot’
‘
1:o | Het verkopen van het Hout in S Comp:e houtbosschen by perceelen. |
2:o | Het zo veel doenlijk verminderen van den omslag der werklieden die tot het omvellen en vervoeren van dat hout worden aangehouden |
3:o | Het aanbesteeden van het benodigt hout, het welk uit de gemelde bosschen voor S Comp:e Scheepen, Hospitaal &:a pleeg te worden genooten. |
4:o | Het reedelyker wyze schaadeloos Stellen van die dienaaren aan welke uit de gem:e Bosschen eenige verstrekking van brandhout werd gedaan met die verstande nogthans dat derzelver opvolgers daar van niet zullen vermogen te jouisseeren. |
5:o | En Eyndelijk het geeven van berigt of het aan onoverkomelijke zwarigheeden onderheevig zoude zyn, wanneer die Bosschen zelve wierden verkogt, en in het bijzondere of door zodanig een verkoop de Comp:e zelve, gebrek aan hout zoude kunnen krijgen, zodanig dat de benodigde quantiteit niet op den duur bij aanbesteeding teegen reedelyke prijzen te bekomen zoude zijn. |
1:o | Het verkopen van het Hout in S Comp:e houtbosschen by perceelen. |
2:o | Het zo veel doenlijk verminderen van den omslag der werklieden die tot het omvellen en vervoeren van dat hout worden aangehouden |
3:o | Het aanbesteeden van het benodigt hout, het welk uit de gemelde bosschen voor S Comp:e Scheepen, Hospitaal &:a pleeg te worden genooten. |
4:o | Het reedelyker wyze schaadeloos Stellen van die dienaaren aan welke uit de gem:e Bosschen eenige verstrekking van brandhout werd gedaan met die verstande nogthans dat derzelver opvolgers daar van niet zullen vermogen te jouisseeren. |
5:o | En Eyndelijk het geeven van berigt of het aan onoverkomelijke zwarigheeden onderheevig zoude zyn, wanneer die Bosschen zelve wierden verkogt, en in het bijzondere of door zodanig een verkoop de Comp:e zelve, gebrek aan hout zoude kunnen krijgen, zodanig dat de benodigde quantiteit niet op den duur bij aanbesteeding teegen reedelyke prijzen te bekomen zoude zijn. |
‘Over al het welke Uw WelEd: Achtb: goedgevonden hebben insgelyks van de ondergeteekendens te requireeren, derzelver Consideratien en berigt.’
‘Zullen dezelve opzigtelijk tot het Eerste remarqueeren, dat Hoogstgem:de Heeren Meesteren met het geeven van een Last tot het neemen eener preuve om het hout in s Comp:e bosschen by perceelen aan de meestbiedende te verkoopen, zeer zeker in het denkbeeld zullen hebben geverseerd, als of die bosschen, waaruit men het brandhout, door den omslag der werklieden, die ten dien eijnde S Comp:e weegen werd aangehouden, doed omvellen en vervoeren, rijkelyk, ten minsten van zo veel hout zoude weezen voorzien, dat particulieren Speculatie maken kunnen, om dat hout bij perceelen te koopen dog dewijl die houtbosschen of eygentlijk thans naakte houtvelden, in teegendeel zodanig van brandhout zyn ontbloot, dat de ondergeteekendens die dezelve in perzoon met alle attentie hebben doorkruist, zig niet genoeg daar over hebben kunnen verwonderen: by welke geleegentheid hun gebleeken is, dat al het gedeelte Lands welk deeze en geene particulieren omstreeks deeze houtvelden bezitten, daaren teegen, met veel brandhout is bezet, vervalt alle hoop om met eenig Succes de voorgeschreevene preuve te neemen, aan houtbosschen die ‘er niet meer zijn: welke toestand van S Comp:e houtvelden dan ook oorzaak is geweezt, dat het brandhout door S Comp:e wagens, al zeedert een geruymen tijd, zeer verre heeft moeten worden gehaalt; en dat wanneer men langer op die wijs voortgevaren was de Schaarsheid binnen korten tot een volkomen gebrek voor de Comp:e zoude zijn overgeslagen, ter tijd toe dat de jonge kreupelen witte bomen, die over al dat veld, weder op nieuw beginnen op te slaan /: zo de vereischte waakzaamheid en zorge intusschen wierd gebruikt om dezelve niet te doen vellen, voor dat hun zaad gevallen zoude zijn :/ zig tot het vellen weeder in staat zouden hebben bevonden, ten welken belange de ondergeteekendens hunne Consideratien hier, onder over het vyfde poinct nader opgeeven zullen.’
‘Belangende het tweede zullen de ondergeteekendens zig ten deele moeten refereeren, tot het geene zig bij hun, ter vergadering van den 10: Maij laastl: overgeleeverd, berigt, omtrent S Comp:e buiten posten in het gemeen, met betrekking tot de by dat berigt, onder N:O 15 voorkomende Post de Schuur hebben opgegeeven, en ter needer gesteld; moetende als nu daar nog bijvoegen dat aangezien het nut of voordeel van den gemelden omslag, welke ten dien eijnde op de gem:de Post de Schuur werd aangehouden, in verre nu niet opweegt de onkosten die dezelve veroorzaakt, maar daaren tegen, door een vrij menageuser, straks nader op te geevene, inrigting, onder approbatie van Hoogstgemelde Heeren Majores, provisioneel het brandhout ten dienste van ‘t Hospitaal de Linie de Slavenlogie en de Bakkerij vrij beeter koop te bekomene zoude zijn, de ondergeteekendens dan ook vermeenen, dat het mits dien aan de voorgestelde besparingen voor de Comp:e en de overeenstemming der ontfangene beveelen, best beantwoorden zoude, wanneer den meergemelden omslag geheel wierd afgeschaft, en de gebouwen op de Post de Schuur Staande, met zo veel gronds als bekwamelijk daar aan te voegen is, gelyk meede de wagens, ossen en verderen toestel van dezelve, aan de meestbiedende publicq verkogt; om dat.’
‘
1:o | De Smits en wagenmakers winkel, op deeze post aangehouden wordende, voor de andere buitenposten van geen dienst meer zal zijn, |
2:o | de oprijding van het riet dat de Zeekoevalleij opleeverd, by de aanbesteeding der reparatien van S Comp:s met riet overdekte gebouwen, kan worden gevoegd. |
3:o | Men zig niet alleen van allen nieuwen aankoop van vhee hoe ook genaamd, zorgvuldig zal moeten onthouden, maar ook zelfs de ossen die zig op de Post de Buffeljagtsrivier tot een voorraad bevinden, zullen moeten worden verkogt; en S Comp: wagens, bij versterf, of het vermageren der ossen die thans in gebruik zijn, dus niet meer gaande zullen kunnen gehouden worden, tot zodanige diensten, als men van dezelve wel uyten den aanbreng van het brand hout, nog pleeg te genieten. |
4:o | De wagenvragten welke de bediendens van de Stal gewoonlyk reiden, zullende moeten worden aanbesteed, onder deeze aanbesteeding ook de zodanige zig begreepen kunnen en zullen dienen te vinden, tot dewelke meede de ossewagens van de Schuur hebben gediend; en waar toe zelfs, vooral tot de transporten over land van en na de Baaifals , door de onbekwaamheid van s Comp:e eijgen trekossen aan de Schuur , bereeds veeltijds wagens van particulieren hebben moeten worden ingehuurd |
5:o | Hoogstgem:e Heeren Gebiederen, bij het voorm: aanschryvens van October 1790. onder anderen meede hebben gelast, om zodanige van S Comp:e gebouwen welke zullen bevonden worden te kunnen worden gemist, dadelijk ten meesten profyte van de Comp:e tot gelde te maken; en de gemelde gebouwen aan de Schuur , door de afschaffing van den meergezegden omslag geheel ondienstig Staande te worden, en voornamentlijk in de termen van deeze ordre vallen zullen |
1:o | De Smits en wagenmakers winkel, op deeze post aangehouden wordende, voor de andere buitenposten van geen dienst meer zal zijn, |
2:o | de oprijding van het riet dat de Zeekoevalleij opleeverd, by de aanbesteeding der reparatien van S Comp:s met riet overdekte gebouwen, kan worden gevoegd. |
3:o | Men zig niet alleen van allen nieuwen aankoop van vhee hoe ook genaamd, zorgvuldig zal moeten onthouden, maar ook zelfs de ossen die zig op de Post de Buffeljagtsrivier tot een voorraad bevinden, zullen moeten worden verkogt; en S Comp: wagens, bij versterf, of het vermageren der ossen die thans in gebruik zijn, dus niet meer gaande zullen kunnen gehouden worden, tot zodanige diensten, als men van dezelve wel uyten den aanbreng van het brand hout, nog pleeg te genieten. |
4:o | De wagenvragten welke de bediendens van de Stal gewoonlyk reiden, zullende moeten worden aanbesteed, onder deeze aanbesteeding ook de zodanige zig begreepen kunnen en zullen dienen te vinden, tot dewelke meede de ossewagens van de Schuur hebben gediend; en waar toe zelfs, vooral tot de transporten over land van en na de Baaifals , door de onbekwaamheid van s Comp:e eijgen trekossen aan de Schuur , bereeds veeltijds wagens van particulieren hebben moeten worden ingehuurd |
5:o | Hoogstgem:e Heeren Gebiederen, bij het voorm: aanschryvens van October 1790. onder anderen meede hebben gelast, om zodanige van S Comp:e gebouwen welke zullen bevonden worden te kunnen worden gemist, dadelijk ten meesten profyte van de Comp:e tot gelde te maken; en de gemelde gebouwen aan de Schuur , door de afschaffing van den meergezegden omslag geheel ondienstig Staande te worden, en voornamentlijk in de termen van deeze ordre vallen zullen |
‘Dan ten einde omtrent de gemelde ossen, die, wanneer dezelve direct uit den arbeid aan de Schuur wierden verkogt, weijnig of niets waardig zouden zyn, SComp:e voordeel te behartigen, zoude het zeer noodzakelyk zyn, dat dezelve na de afschaffing van den omslag aldaar, voor of na de posten de Zoetenmelks valleij en andere wierden gezonden, om eerst weeder zo veel mogelijk bij te komen, en vervolgens ten verkoop te worden opgebragt.’
‘Het Derde betreffende, vermits de Hooggebiedende Heeren Meesteren, met eene qualificatie tot het aanbesteeden der leverantie van het Hout voor s Comp:e Scheepen, Hospitaal &:a eene bezuiniging op het oog hebben, in de kosten die onder anderen den gemelden omslag, welke daartoe heeft gediend, voor de Maatschappij veroorzaakte, zeer waarschynelyk in de Suppositie zijnde, dat de meeste besparing hier inne, bij de gezegde aanbesteeding te vinden zoude zijn, moeten de ondergeteekendens, ten eijnde aan dit oogmerk op het naauwkeurigste te beantwoorden, hier op geeven het onderscheid, welke eene inrigting, om dat hout door s Comp:e Slaven te doen kappen en aanbrengen, in vergelyking van deeze aanbesteeding ter besparing zoude veroorzaaken.’
‘Het brandhout tot s Comp:e omslag gewoonlijk alhier benodigd, bestaat in het volgende.’
‘
Voor 't Hospitaal S' daags | 1 Vragt of in 't Jaar 365 vragten |
d:o de Slavenlogie | 1 d:o d:o d:o d:o 365 d:o |
d:o de Linie | 1 d:o d:o d:o d:o 365 d:o |
d:o de Broodbakkerij | 2 d:o d:o d:o d:o 730 d:o |
Makende S Jaars | d:o 1825 vragten. |
Voor 't Hospitaal S' daags | 1 Vragt of in 't Jaar 365 vragten |
d:o de Slavenlogie | 1 d:o d:o d:o d:o 365 d:o |
d:o de Linie | 1 d:o d:o d:o d:o 365 d:o |
d:o de Broodbakkerij | 2 d:o d:o d:o d:o 730 d:o |
Makende S Jaars | d:o 1825 vragten. |
‘Wanneer de Leverantie hier van wierd aanbesteed, en de aanneemers Slegts 4 Rd:s voor de vragt bedongen, als de minste prijs zynde die men thans betaald zoude dit getal van vragten komen te staan op Rd:s 7300 of ƒ17520:-:-‘
‘Men kan zeeker Calculeeren dat Twaalf mans Slaaven in staat zyn een vragt brandhout S daags te kappen, en van de gewone houtvelden na de Caab te torsschen, zoo dat tot vijf vragten S’ daags, Sestig kloeke Slave Jongens zouden werden vereischt, dewelke in’t Jaar de gemelde 1825 vragten zouden kunnen aanbrengen.’
‘Zodanige sestig Slave jongens van particulieren ingehuurd, zouden indien dezelve, tegens Vijf Rd:s S Maands ieder, te verkrijgen waren, in’t jaar komen te staan op Rd:s 3600 of ƒ8640:-‘
‘Het zelve getal jongens uit S Comp:s eygen Slaven daartoe aangewend, zoude integendeel slegts de volgende kosten veroorzaaken; te weeten.’
‘
60 Slave jongens kosten de Compagnie in 't Jaar aankleeding | ƒ15:02 | ieder ƒ906:- |
aan randsoenen | d:o 21:15 | d:o 1305:- |
d:o risico van Sterfte en veroudering gesteld a ƒ20 d:o ieder | d:o 1200:- | |
Bedragende te zaamen | ƒ 3411:- |
60 Slave jongens kosten de Compagnie in 't Jaar aankleeding | ƒ15:02 | ieder ƒ906:- |
aan randsoenen | d:o 21:15 | d:o 1305:- |
d:o risico van Sterfte en veroudering gesteld a ƒ20 d:o ieder | d:o 1200:- | |
Bedragende te zaamen | ƒ 3411:- |
‘Zoo wel bij het inhuuren van Particulieren als het gebruiken van S Comp:e eygen slaven, tot dit werk, zoude het zeer noodzakelijk zijn, twee Europeeschen tot derzelver mandoors of opzigters te stellen, ten eynde niet alleen onder dezelve geduurende hun dienst goede ordre te houden, maar ook over het kappen van het hout en het aandragen van het zelve daar het behoord, goede toezigt te hebben, welke Europeeschen als gehouden weezende, dag voor dag, zonder schroom van wind of weer, de weg heen en te rug met de jongens af te leggen, en intusschen den gantschen dag bij hun in het open veld te blyven, een g’evenredigde bezoldiging behoorden te genieten, genomen.’
‘
Aan gagie ieder S Maands ƒ20:-: of in't Jaar | ƒ240:-:- |
d:o kostgeld d:o d:o d:o 3 reaalen | d:o 57:-:- |
d:o randzoenen | d:o 51:02:07 |
Makende | ƒ348:02:07 |
Of voor beyden | d:o 696:04:14. |
Aan gagie ieder S Maands ƒ20:-: of in't Jaar | ƒ240:-:- |
d:o kostgeld d:o d:o d:o 3 reaalen | d:o 57:-:- |
d:o randzoenen | d:o 51:02:07 |
Makende | ƒ348:02:07 |
Of voor beyden | d:o 696:04:14. |
‘Deeze ƒ696:04:14 gevoegd bij de ƒ3411:- hiervoren bereekend voor Sestig Comp:e Slave jongens, zoude het getal van 1825. vragten niet meer doen kosten dan ƒ4107:4:14’
‘En daar dit een zodanig verschil maakt teegens de hiervoren berekende kosten der aanbesteeding van het zelve getal vragten, en ook tegens het aanhuuren van particuliere Jongens tot deezen arbeid, dat men niet nalaten kan van zulks als het meest besparend middel te prefereeren, meenen de ondergeteekendens het zelve ook als, zodanig alhier te moeten voordragen, ten eijnde met dat getal slaven jongens onder het voorsz:e opzigt, het benodigd brandhout beurtelings; dan uit de van Champs baaij en dan weder van onder het paradijs, ten dienste van ‘t Hospitaal, de Slavenlogie, de Linie en de Bakkerij te doen kappen, en aandragen.’
‘Dan om het Brandhout voor de Scheepen te verkrijgen; waartoe gewoonlijk het zoogenaamde Duijnen of wortelhout, als het deugdzaamste tot den brand word gebruikt, zoude de leverantie van het zelve, als te verre moetende worden gehaalt, dan dat men zulks meede door slave jongens zoude kunnen doen aandragen, bij aanbesteeding dienen plaats te hebben aan de geene die onze deeze leverantie teegens de minste prijs aanbied, van welke aan besteeding de liefhebbers vooraf by billieten behoorden te werden verwittigd, terwijl daar omtrent de deezen verzellende Conditien zouden nodig zyn. En daar deeze leverantie meede onder een behoorlyke opzigt diende te worden gesteld, meenen de ondergeteekendens dat hier toe het best te Emploïeeren zal zijn, den boekhouder in S Comp:e Slagthuis als het naast daartoe aan de hand wonende’
‘En dewijl door de gemelde inrigting mitsgaders aanbesteeding van het hout voor de Scheepen, den dienst van houtschrijver kan worden Gemist, en de bezolding van deeze bediende dus voor de Comp:e te besparen zal zijn, dog ook daar en tegen gemelde boekhouder voor den dienst welke aan zyn post word gevoegd, op eene redelyke wyze behoord te worden beloond, meenen de ondergeteekendens dat deeze belooning provisioneel zoude kunnen bestaan in eene toelage van 5 Rijxd:s S Maands onder approbatie van meer Hoogstgemelde Heeren Majores, waar teegens denzelven ook gehouden zoude moeten zijn, zig Stiptelyk aan de voor hem dienaangaande tot narigt ontworpenen en deezen bygevoegde Instructie te gedragen.’
‘Zullende om zo wel den aanneemer der leverantie van het hout voor de Scheepen zig tot dezelve in Staat te kunnen doen stellen, deeze leverantie niet wel vroeger haar aanvang kunnen neemen, als wanneer ook te gelyk de geproponeerde inrigting tot het aandragen van het Hout, door S Comp:e Slave Jongens, behoorde plaats te grypen, om als dan met den post de Schuur en den geheelen omslag aldaar zodanig te werk te gaan, als hier voren is gezegd.’
‘Om aan het vierde Poinct te voldoen, door de ondergeteekendens opgenomen zijnde, de dienaaren welke uit S Comp: Houtbosschen eenige verstrekkingen van brandhout genieten, hebben zij bevonden dat dezelve bestaan in de volgende als’
‘Den Gouverneur voor deszelfs huishouden onbepaald in het getal van vragten, heeft volgens opgaav van den opperbaas aan de Schuur Rauch in vroeger Jaaren tusschen de 4 a 500 vragten, dog in ‘t Laastverlopen boekjaar 1789/90 een aantal van 923 vragten genoten’
‘Den Secunde na proportie van deszelfs huishouden min of meer 10 Vragten S’ Maands.’
‘Vyf verdere raadsleeden ieder S’ Maands 2 vragten’
‘Het oud Lidt deezes Raads de Heer Westerhoff meede S Maands 2 Vragten.’
‘Vermeenende de ondergeteekendens onder Correctie dat, om dezelve hier omtrent reedelijker wijze Schadeloos te stellen, aan hun onder approbatie der Hoog gebiedende Heeren Meesteren het volgende getal van vragten brandhout tegens 4 Rd:s de vragt, als de minste prijs derzelve, bij particulieren, maandelijks uit S Comp:s Cas zoude behoren te werden betaald, te weeten.’
‘
Den Gouverneur voor 20 vragten | Rd:s | 80:-:- |
Den Secunde en Hoofadministrateur voor 10 vragten | d:o | 40:-:- |
Vijf Raadsleeden ieder voor 2 vragten of te Samen voor 10 vragten | d:o | 40:-:- |
Het gem:e oud Lidt des Raads de Heer Westerhof mede voor 2 vragten | d:o | 8:-:- |
Makende S Maands | Rd:s | 168:-:- |
of in 't Jaar Rd:s 2016:- |
Den Gouverneur voor 20 vragten | Rd:s | 80:-:- |
Den Secunde en Hoofadministrateur voor 10 vragten | d:o | 40:-:- |
Vijf Raadsleeden ieder voor 2 vragten of te Samen voor 10 vragten | d:o | 40:-:- |
Het gem:e oud Lidt des Raads de Heer Westerhof mede voor 2 vragten | d:o | 8:-:- |
Makende S Maands | Rd:s | 168:-:- |
of in 't Jaar Rd:s 2016:- |
‘Met opzigt tot het vyfde poinct, remarqueeren de ondergeteekendens dat het brandhout al van den aanvang deezer Colonie is beschouwdt als een van die behoeftens voor de Comp:e, omtrent welke zij nimmer van particulieren geheel afhanklijk behoord te worden gemaakt; en dat daar en boven, zo wanneer de Comp:e zig eens geheel zal hebben ontdaan, van de mogelykheid om door middel van haar eijgen hout, de willekeur in het verhogen der pryzen van het zelve, te beteugelen, en het hout eens volkomen vervallen zal zijn in handen van een gedeelte der ingezeetenen, men zeer veel reeden heeft om te vreesen, dat aan d’eene zijde de toeneemende Schaarsheid aan die brandstoffe, en aan de andere kant den aanwas der Ingezetenen van dit Vlek bij den nadeeligen invloed die de onderscheidene reductien en reformatien tot besparing voor de Maatschappij reeds ingevoert en nog verder aan te wenden, op het bestaan ende bezittingen van een ieder derzelve hebben moet, daarop zeer ligt een zodanige verhoging in den prijs zoude kunnen doen volgen, door welke niet alleen de Comp:e op hooger kosten als ooit hebben plaats gehad, ten dien opzigte zoude kunnen werden gebragt, maar ook een groote drukking voor de Ingezeetenen ontstaan konde.’
‘Hieruit alzo af te leiden zynde, dat voor het toekomende met geen zeekerheid te zeggen is, of bij het verkoopen der houtbosschen zelve, de Comp:e een zodanig gebrek aan hout zoude kunnen krijgen, dat de benodigde quantiteit niet op den duur bij aanbesteeding teegen reedelyke pryzen te bekomen zoude zijn, blijft ‘er ten dien belange dan altoos eene onzekerheid daar tegen over, aan welke de Compagnie geensints diende te worden g’exponeert, te minder wanneer eenig middel by der hand te neemen is, om door kosten die in der tijd ruime vergoedingen opleeveren kunnen, daar tegen te voorzien.’
‘De ondergeteekendens dierhalven hoe zeer ook met de hier vooren geproponeerde geheele afschaffing van den onereusen omslag aan de Schuur , volkomen overeenstemmende met de ten dien opzigte ontfangene zeer gevenereerde aanschryvens der Hooggebiedende Heeren Majores, meenen niet te min, dat het gansche houtveld der Comp:e zorgvuldig voor haar behoord te werden geconserveert, om den nieuwen aanwas van het hout, over dat geheele veld te Soigneeren, ten welken eijnde de twee S Comp:e posten de Witteboomen en het Paradijs zouden kunnen verstrekken, en aangehouden behooren te worden, met vermindering van den grooten omslag op dezelve, tot op een zodanig getal van Manschappen, als tot het bewaken en Soigneren der Houtvelden en bosschen noodzakelyk word vereischt;’
‘De ondergeteekendens denken verders dat tot deeze dienst voldoende zoude zijn Een baas over byde de gemelde posten, mitsgaders drie man aan de Witteboomen en twee aan het paradijs, waar van de onkosten zouden bedragen als volgt.’
‘
1 Baas | ||
Aan gagie a ƒ20 S Maands in 't Jaar | ƒ240:-:- | |
d:o Kostgeld 3 Reaalen | d:o 68:08:- | |
d:o randsoenen | d:o 31:03:- | |
ƒ339:11:- | ||
5 Gemeenen | ||
Aan gagie a ƒ10 ieder S Md:s in 't Jaar | ƒ600:-:- | |
d:o kostgeld 1 1/2 real | d:o 171:-:- | |
d:o randsoenen | d:o 104:15:- | |
ƒ875:15:- | ||
Maakt in 't Jaar | ƒ 1215:06:- |
1 Baas | ||
Aan gagie a ƒ20 S Maands in 't Jaar | ƒ240:-:- | |
d:o Kostgeld 3 Reaalen | d:o 68:08:- | |
d:o randsoenen | d:o 31:03:- | |
ƒ339:11:- | ||
5 Gemeenen | ||
Aan gagie a ƒ10 ieder S Md:s in 't Jaar | ƒ600:-:- | |
d:o kostgeld 1 1/2 real | d:o 171:-:- | |
d:o randsoenen | d:o 104:15:- | |
ƒ875:15:- | ||
Maakt in 't Jaar | ƒ 1215:06:- |
‘Wanneer men nu Supponeert dat deeze manschappen tot de gemelde dienst Thien Jaaren Lang moeten werden aangehouden, om dat in een zodanig bestek van tijd, zo wel de goud of Kreupelboom als de zilver of witteboom, van het zaad tot die groote opwast, dat zij beijde hun nieuwe zaad doen vallen, en dus tot den brand geveld kunnen worden, in welken tijd deeze onkosten zouden geklommen zyn tot ƒ12153: zo houden de ondergeteekendens zig verzeekert, dat hoe weynig men den aanwas van het brandhout ook zoude willen Stellen, zulks egter na verloop van dien tijd nooit minder dan op 6000 vragten zal kunnen worden bepaald; welk getal van vragten, wanneer men dezelve Slegts tegen ƒ3:- ieder bereekend, al aanstonds eene Somma van ƒ18000:- opleeverd; van welk hout dan ook altoos een zodanige gebruik kan worden gemaakt, als men bevinden zal het meest tot ‘S Comp:e belang en voordeel te verstrekken: waar by egter dienstig zoude zijn dat, om zulks op den iever en trouwe van zodanige manschappen niet alleen te laten aankoomen, een ofte meer der raadsleeden als Commissarissen wierden benoemd, om daar over een nauwe toezigt en directie te houden’
’/ onderstond /’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 8 Julij 1791. / was geteekend / O G’
‘de Wet, WF v Reede van Oudtshoorn.’
Alle welke stukken geleezen zynde, is unanime verstaan, zig met het geen daar bij is voorgedragen, en voorgesteld volkoomen te Conformeeren, en zyn derhalven de Heeren Le Sueur en van Reede van Oudtshoorn verzogt en gecommitteert, omme wanneer de Leverantie van het hout by aanbesteedinge zal zijn begonnen, zoo wel de post de Schuur , met een goed gedeelte gronds, om de oude gebouwen gewild te maaken, als den gantschen omslag daartoe gehoorde, op Maandag den 5:e der eerstkomende maand September ten voordeele der E Comp:e publiecq te doen verkoopen, en zullen dien volgens gemelde Heeren Gecommitteerdens, dien geheele omslag naauwkeurig moeten opneemen ende plaats als plaats door den gesw: Landmeeter opgemeten zijnde, behoorlijk in Caarte moeten laaten brengen
En nadien door deeze verkoop ook nutteloos voor dit Gouvernement zullen worden een aanzienlijk getal van Mattroosen, Smits, waagenmakers en andre dienaaren, zoo is beslooten al het volk op die Post bescheiden met Ultimo Augustus eerstkomende te doen verplaatsen aan de linie, omme voort met dezelve naar luit van de ordres der E Comp:e te worden gehandelt.
Het voorstel van de Heeren de Wet en van Reede van Oudtshoorn, om op eene zeer menageuse wijze te bezorgen het benodigd Hout tot s Comp:e omslag alhier, het bijzonder genoegen van deezen raade wegdragende, zo zal het zelve ten spoedigsten ter executie worden gelegt, zijnde de Heeren Gordon en van reede van Oudtshoorn gecommitteerd geworden, omme het aanbrengen van hout door Slaaven ten Spoedigste in train te brengen, en verzogt daar over steeds een waakend oog te willen houden, met qualificatie, omme Conform het voorstel uit de dienaaren der E Comp:e te kiesen en aan deezen raade voor te dragen, twee persoonen om bij die slaaven tot Mandoors of opzichters te worden geplaatst, op zodanige gagie en emolumenten als bij meermeld vertoog is gestipuleerd geworden.
Dan nadien de meeste der Comp:e Slaaven niet gevoeglijk tot het kappen en dragen van Hout zullen kunnen worden geemploijeerd, om dat dat werk nog nimmer door hen is verricht, zoo zijn, gem:e Heeren Gordon en van reede van Oudtshoorn al verder gequalificeerd geworden, omme uit dezelve daartoe zoo veel te emploïeeren, als daar toe bekwaam zullen oordeelen, en de geene, die aan het gefixeerd getal van 60 Slaaven zullen koomen te ontbreeken, van particuliere in te huuren teegens de minste prijs
Overeenkomstig voormeld bericht zijn al verders bij deezen raade gearresteerd de Conditiën van aanbesteeding door de Heeren deWet en van Reede van Oudtshoorn ontworpen over de leverantiën van Brandhout aan s Comp:e passeerende Scheepen, omme dezelve op Maandag den 1:e Augustus eerstkomende te laaten doen, en de Leverantie met primo September daar aanvolgende te doen ingaan, voor den tijd van een jaar, waarin aan’t Publicq bij Billetten de nodige notificatie zal worden gegeeven.
Als een gevolg van dat besluit is al verder goed gevonden en verstaan, den Boekhouder van S Comp:e Slagthuijs Carel David Wentzel te qualificeeren, en aan te Stellen, om over de leverantie van hout aan s Comp:e Scheepen een behoorlijk opzicht te houden, en zig hier inne Stiptelyk te gedraagen naar luid van den Instructie door de Heeren de Wet en van Reede van Oudtshoorn voor hem, dienaangaande ontworpen, zullende aan hem voor het houden van dat opzicht, bij het waarneemen van zijn ampt maandelijks uit S Comp:e Cassa worden betaald Ryxd:s 5:- en zulks onder hooggunstige approbatie van de Heeren Majores.
Langs deeze Schikking de bediening van Houtschrijver ten deezer Gouvernemente nutteloos geworden zijnde, zo zal den Soldij boekhouder worden gelast, de gagie van de geene die dezelve thans bekleed met Ultimo Augustus aanstaande te doen Stilstaan, wanneer hij van deeze bediening zal weezen ontslaagen.
Met betrekking tot de voorgestelde betalingen tot een dedomagement aan zulke dienaaren aan dewelke eenige verstrekkingen van Hout uit de bosschen is geschied, is beslooten den Heer Cassier te qualificeeren, omme onder approbatie van de hoog gebiedende Heeren Meesteren S Maandelyks de volgende betalingen te doen, als.
Aan den Heer gezachhebber zo lange zyn Ed: het gezach zal voeren | Rd:s 80:- |
Aan den Heer Colonel Gordon | d:o 8:- |
Aan den Heer Le Sueur | d:o 8:- |
Aan zyn E Zelfs | d:o 8:- |
Aan de Heer vanReede van oudtshoorn | d:o 8:- |
Aan het oud Lid deezes Raads de Heer Westerhoff | d:o 8:- |
dus te zaamen | rd:s 120:- |
Aan den Heer gezachhebber zo lange zyn Ed: het gezach zal voeren | Rd:s 80:- |
Aan den Heer Colonel Gordon | d:o 8:- |
Aan den Heer Le Sueur | d:o 8:- |
Aan zyn E Zelfs | d:o 8:- |
Aan de Heer vanReede van oudtshoorn | d:o 8:- |
Aan het oud Lid deezes Raads de Heer Westerhoff | d:o 8:- |
dus te zaamen | rd:s 120:- |
Daar gem:e Heere de Wet en van Reede van oudtshoorn bij hun Ed:e meermeld vertoog, uit hoofde van de omstandigheeden, waarin de Houtvelden en Bosschen zig bevinden, met geen zekerheid hebben kunnen zeggen of by het verkoopen dier velden en Bosschen, de Compagnie een zodanig gebrek aan Hout zou kunnen krygen, dat de benodigde quantiteiten op den duur niet bij aanbesteeding, tegens redelyke pryzen, zou weezen te bekoomen, zoo is, ten eynde voor te koomen dat de E Comp:e aan dat gebrek niet worde geexponeerd, en ter beteugeling van de willekeurigheid die in het bepaalen der prijzen voor het Hout zou kunnen ontstaan, welke altoos tot enorme schaade voor d E Comp:e en de Ingezeetenen deezer Colonie zou moeten verstrekken, al verder beslooten, te amplecteeren het middel door voorsz: Heeren de Wet en van reede van oudtshoorn voorgesteld, om namentlijk het geheele Houtveld, wat tot de Schuur heeft gehoord voor d E Comp: zorgvuldig te bewaaren, ten welken eijnde de beijde posten de Witteboomen en het Paradijs , zullen worden aangehouden, en van de aldaar bescheijdene manschappen, dan wel anderen, welke daartoe bekwaamen zullen worden bevonden, provisioneel en tot nadere ordre van de Heeren Majores geplaatst worden, een opziender of baas aan de Witteboomen die teffens het opzicht over het Paradijs , de Houtbaai en Kerstenbosch zal moeten houden, onder welkers directie op beide die Posten zullen worden gesteld vijf Gemeenen, welkers werk zal bestaan in ‘t zorgvuldig soigneeren van het hout, ‘t welk thans op die velden begint op te slaan de jonge boomtjes zorgvuldig te bewaaren en zo veel mogelyk anderen aan te planten.
En om dat werk zo in die velden als langs de Tafelberg en van Campsbaai te laaten geschieden onder een behoorlyk opzicht, waar door men zich verzeekert kan houden, dat de E Comp:e niet zal worden benadeeld, en den Heere de Wet door het waarneemen van het præsidie des Raads van Justitie, zich daar meede niet heeft kunnen Chargeeren, zyn de Heeren Gordon en van Rheede van Oudtshoorn verzogt en gecommitteerd geworden, omme over het voorsz:e houtveld een naauw toezigt te houden, en voor zoo veel in hun Ed: is te zorgen dat zo door den Baas als onderhoorige manschappen, behoorlijk hunnen pligt word betragt, werdende, om zulks met des te beeter succes te kunnen doen, gemelde Heeren Gordon en van Reede van Oudtshoorn gequalificeerd, omme de geene die hun Ed:e tot deezen dienste best geschikt zullen raade voor te dragen, als meede om voor den Baas de nodige instructie te formeeren.
Zullende wijders voorschreeven ampel vertoog doo de Heeren de Wet en van Reede van Oudtshoorn ingediend, eerbiedig worden toegezonden aan de illustre vergadering van zeventhienen, en de Schikkingen door ons provisioneel beraamd, aan hoogstgedagte, ter nadere approbatie, worden voorgedragen.
Hier na wierd doorde Heeren de Wet en van Reede vanOudtshoorn ter tafel geproduceert een bericht, ‘t welk door hun Ed:e is vervaardigt ingevolge besluit deezer regeering van den10:e Mei laatstleeden, waar by hun Ed: is gedemandeerd het ontwerpen van een plan van aanbesteeding der Ryloonen, voor die waagens, of karren, dewelke voor den dagelykse omslag van dit Gouvernement worden geimploierd, gelijk meede van die vrachten, welke extra ordinair, ten dienste der E Comp:e worden vereischt; welke bericht was Luijdende.
Aan den WelEdele Achtb: Heere Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber deezes Gouvernements beneevens den Ed: Achtb: Raad van Politie WelEdele Achtb: Heer en E: Achtb: Heeren!
‘Daar het niet moogelijk is het getal der wagen vragten, welke door de bediendens van S Comp:s Stal, van dag tot dag, gereeden geworden zijn, te bepaalen, als waar van geen rooster nog aanteekening gehouden is, hoedanige wagenvragten de WelEdele Hoog Achtb: Heeren Zeventhienen bij zeer gevenereerde aanschrijvens van 2 October 1790: mits de geordonneerde afschaffing van den gantschen omslag der Comp:e Stal, hebben gelast, dat voortaan zullen moeten worden aanbesteed, en ten welken belange, de ondergeteekendens zig bij besluit deezes raads van den 10: Maij laatsleeden gecommitteerd vinden, tot het ontwerpen van een plan van aanbesteeding der Rijloonen, voor die waagen of karre, welke voor den dagelykschen omslag van dit Gouvernement worden g’emploieert; gelyk meede van die vragten welke Extra ordinair ten diensten der Comp:e worden vereischt; en dat plan tot nader approbatie, ter tafel van UWelEd: Achtb: te produceeren.’
‘Zoo hebben de ondergeteekendens zig genoodzaakt gevonden, de wagen vragten, voor de Comp:e gereeden wordende, in ‘t generaal te brengen onder de termen van t gemeld besluit te weeten.’
‘Eerstelijk de geene die dagelyks worden vereijscht.’
‘ten anderen de zodanige die als ‘t waare buiten gewoon voorvallen of bij onvoorziene gebeurtenisse zouden mogen van noden zijn ten einde daar van vervolgens een plan tot de aanbesteeding te proponeeren.’
‘Als vragten die dagelyks worden vereischt, en thans geschikt zullen zijn, na maate dat S Comp:omslag alhier Staat te worden vermindert, kan men aanmerken.’
‘Het aanbrengen van keuken en drinkwater na de Batteryen Amsterdam en Chavonnes , na de Linie en’t fort de Knokke , mitsgaders vervoeren van de Mist uit s Comp:e Slagthuijs na de thuijn der Comp:e alhier’
‘Het wegbrengen van de doode wagens na de begraafplaats bewesten de buijtenste Huyzingen van de Caab.’
‘Het heen en te rugbrengen van koorn en garst na en van S Comp:e molens, om tot meel of gort te worden vermalen.’
‘Tot buijten gewoone vragten of de geene die bij onvoorziene gebeurtenisse nodig mogten vallen, zyn te tellen.’
‘Het transporteeren na de Baayfals van Victualie voor de in die baaij leggende post of aldaar aankomende Scheepen, wanneer voor de laatste den voorraad die over zee derwaards word geschikt, te kortschiet, van de goederen der manschappen die uit het hospitaal of van de Linie ter bemanning van de Scheepen dienen moeten, van volumineuse kassen met papieren of andere goederen, die met de Scheepen verzonden moeten worden.’
‘Het aanbrengen uit de gemelde Baaij herwaards van de Manschappen en hunne goederen, dewelke bij vertrek der Scheepen in ‘t Hospitaal aldaar koomen over te blijven, van geldkisten welke in dezelven baaij worden gelost.’
‘Het reiden der veldstukken en Caisons bij de voor en najaarschen exercitien van ‘t garnisoen’
‘Het transporteeren der Commissien daar dezelve van wegens de Justitie ofte anderzints tot s Comp:e dienst worden vereischt.’
‘het heen en wedervoeren der militairen en hunne bagagien, na diergelyke wagtposten welke het transport daar heen en te rug met wagens noodzakelijk maaken’
‘En voorts onderscheidene wagenvragten en andere transporten meer die niet wel optenoemen zijn, dog tot S Comp:e dienst en in haar omslag dagelijks voorkomen kunnen noodzakelijk te zijn.’
‘Buijten welke diensten met wagens of karren, s Comp:e Stal ook heeft verstrekt tot het aanhouden van eenige rydpaarden, daar onder drie ten dienste van het hoofd der Militie, voorts om door de zogenaamde militaire rapport gangers, brieven ordres of depeches ‘t zij na de Baaifals of de andere Baaïen of ook wel na de buiten drostdijen Spoedig te doen overbrengen, mitsgaders tot gebruik voor officieren die na buiten gecommandeert worden, onderChirurgyns geweldigers, Bodes en andere dienaaren of Suppoosten van de Justitie, by het doen van visitatie Schouwing of eenig ander Exploit dewelke tot vordering der Justitie of s Comp:e dienst vereischt worden: zo dat onder de afschaffing van den gantschen omslag der Comp:e Stal, ook deeze rydpaarden begreepen zullende moeten zyn, mitsdien bij de aanbesteeding der wagenvragten zeer noodwendig meede zal moeten worden gezorgt, om eenige rydpaarden /: welks getal buiten drie ten diensten van ‘t hoofd der Militie provisioneel nog op zes zoude kunnen worden bepaald :/ gereed te doen houden.’
‘Dan vermits ook onder de bovengemd: wagenvragten veele zodanige voorkoomen, tot welke noodzakelyk ossen moeten worden gebruikt, welke lastdieren en bijhorende toestel daartoe gemeenlyk uit S Comp:e omslag aan de Schuur zijn g’emploieert dog waarvan den dienst door de afschaffing van deezen omslag insgelijks zal koomen te vervallen, zoude ook onder de aanbesteeding der wagen vrachten dienen begreepen te zijn, dezulke die met ossewagens geschieden moeten.’
‘En zoude dierhalven de gemelde aanbesteeding in vier perceelen behooren te worden gesplist namentlijk:’
‘Het eerste perceel vervattende den aanbreng van drink en keukenwater voor de wagten en verdere Manschappen, bij de bovengemd: Batterijen en verschansingen, mitsgaders het vervoeren der mist uit s Comp:e Slagthuijs na de thuijn der E Comp:e alhier.’
‘Het tweede zoude moeten begrijpen, het reiden van koorn en garst uit S Comp:e Maguazynen na de koorn en gort water moolens, mitsgaders Van daar weeder te rug na de Maguazijnen, ‘t wegbrengen der dooden uit ‘t Hospitaal na de begraafplaats, en ‘t Sleepen der veldstukken en Caisons by de voor en najaarschen exercitie van het guarnisoen, mitsgaders wanneer zulks andersints zou moogen worden vereischt’
‘Het derde perceel konde inhouden, de voorm:e vragten en transporten, die als buiten gewoon en bij voorkomende geleegentheeden vereischt worden, welke vragten en transporten niet wel tot eene Som te veraccordeeren zijn maar bij het getal, afstand of na maate vanden tijd der dienst, zullende moeten worden aanbesteed, zullende by dit perceel kunnen worden gevoegt het gereed houden van het voormd: getal rydpaarden.’
‘Het vierde perceel behoorde te behelszen, de vragten die met ossewagens dienen gereeden te worden, en welke meede niet anders als op de Evengez:e wijze aan te besteeden zijn.’
‘Alle welke perceelen ten minste voor den tyd van drie Jaaren zoude dienen aan besteed te worden, om dat ieder aanneemer, door den omslag van welk hij verpligt is zig daartoe te voorzien, altoos hooger prijs bedingen moet, na mate van de kortheid des tijds die hij tot gebruik van deeze omslag voor handen heeft, dan wanneer hij verzeekerd is dezelve langer tot zyn voor deel te kunnen aanwenden.’
‘Dit het plan zynde dat na het inzien van de ondergeteekendens in de voormd: aanbesteeding zoude kunnen worden gevolgt, hebben zy dien overeenkomstig ook ontworpen de Conditien dewelke daar bij te stipuleeren zijn: zij hebben geoordeelt de Splitzing van deeze aanbesteding in vieren te moeten proponeeren, om dat zeer weijnig inwoonderen inStaad zouden zyn alles in eens aanteneemen, ‘t geen de aanbesteeding kostbaarder voor de Comp:e zoude doen vallen; daar in tegendeel ieder perceel in het bijzonder veele aanneemers ontmoeten kan, en ook de geene, die tot alle vier te zaamen inclineeren mogt, door dien weg verpligt zal zijn, de nauwste pryzen te bereekenen, die hij zoude kunnen Eischen of bedingen.’
‘Deeze aanbesteeding zoude moeten geschieden zo spoedig mogelijk en uitterlijk met primo Augustus aanstaande, op dat de respective aanneemers nog een maand tijd mogten hebben, om zig van den nodigen omslag te voorsien, alzoo den omslag te voorsien, alzoo den omslag op S comp:s Stal met ultimo van dezelve maand Augustus dient te werden afgeschaft en verkogt, en de aanbesteeding S daags daaraan ingang neemen kan, nopens welke aanbesteeding dan ook in tijds bekendmaking aan ‘t publicq behoorende te geschieden.’
‘Hier meede gedenkende aan de g’eerde intentie van UWelEd: Achtb: en E Achtb: te hebben voldaan, laaten de ondergeteekendens deezen dienen voor nedrig rapport.’
’/ Onderstond /’
‘WelEdele Achtb: Heer en E Achtb: Heeren / lager / UWelEdele Achtb: en E Achtb:needrige Dienaaren / was geteekend / O: G: de Wet, W: F: v: Reede Van Oudtshoorn’
na welkers lecture beslooten is, zig al mede met dat bericht volkoomen te conformeeren, en derhalven de aanbesteeding van al het geen van weegens de E Comp:e zal moeten worden gereeden, te verdeelen in vier perceelen, waar van.
Het Eersten zal bevatten den aanbreng van keuken - en - drinkwater voor de wagthoudende Manschappen, en het vervoeren van de mest uit S Comp:e Slagthuijs naar S Comp:e Tuin
Het Tweeden, het ryden van koorn en garst uit S Comp:e Maguazynen naar de Molens en te rug, ‘t wegbrengen der dooden uit het Hospitaal naar ‘t kerkhof, en het Sleepen van veldstukken en Caissons voor ‘t Garnisoen.
Het Derde, de vragten en Transporten die bij voorkomende geleegendheeden worden vereischt, en dus niet bepaald kunnen worden: en
Het Vierde perceel, alle zodanige vragten, die met ossewagens moeten worden gereeden.
welke aanbesteeding dus door deeze regeering al meede zal geschieden op Maandag den 1 Augustus aanstaande, voor de gestipuleerde tijd van drie Jaaren, en zal daar omtrend ten Spoedigsten bij affixie van Billetten aan ‘t Publicq de nodige kennis worden gegeeven.
En nadien de Conditiën en voorwaarden omtrent deeze aanbesteeding door welgem:e Heeren de Wet en van Reede van Oudtshoorn ontworpen, volkomen zijn Strookende met de belangens der Edele Maatschappij, zo is al verders beslooten, dezelve in diervoegen te laaten vervaardigen, en als een gevolg van dien de beyde wagens, die tot nu toe gebruikt zyn geworden, tot het begraaven der dienaaren die in S Comp: Hospitaal koomen te overlijden, aan den aanneemer van ‘t tweede perceel by te zetten.
Aan dikwilsgemelde Heeren de Wet en van Reede van Oudtshoorn bij besluit van den 13: Meij jongstleeden, al meede gedemandeerd zynde geworden, omme te dienen van welderzelver Bericht en consideratien, wat best overeenkomstig sComp:e belangen zou kunnen werden gedaan, ter vervulling van de begeerte die de hooggebiedende Heeren Meesteren hebben gelieven te manifesteeren, bij hoogstderzelver gevenereerde letteren van den 2: October Jongstleeden, omme namentlijk te worden bericht, of niet uit de huyshoudelijke inrigting ten deezen Gouvernemente, omtrend, de zoutpannen Moolens, Kalk- en Steenbranderijen, eenige inkomsten of besparingen van onkosten voor de E Comp:e zoude kunnen worden getrokken of geëffectueerd, met provisioneele last, omme wanneer zich daar teegen geene aller zwaarwichtigste bedenkingen mogten opdoen, eene preuve te neemen, de zoutpannen te verpagten, ten behoeve van d E Comp:e, onder zodanige bepaalingen als de hoog gebiedende Heeren Meesteren zelven hebben gelieven te bepaalen; zoo is door hun Ed: daaromtrend gediend van ‘t volgend ampel en gedetailleerd vertoog
Aan den WelEdele Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber deezes Gouvernements, beneevens den Edele Achtb: Raad van Politie
‘WelEdele Achtb: Heer en Ed: Achtb: Heeren!’
‘Ten reguarde van de Zoutpannen, Molens, Kalk, en Steenbranderijen, door de WelEdele Hoog Achtb: Heeren Zeeventhienen, bij hoogst derzelver zeer gevenereerde aanschrijvens van 2 October 1790 te kennen gegeeven zijnde, dat Hun WelEdele Hoog Achtb: wenschten omstandig te worden berigt, of niet uit de huijshoudelijke inrigting derzelve eenige inkomsten of besparingen van onkosten voor de Comp:e zoude kunnen worden getrokken, of g’effectueerd, met provisioneele last dienaangaande om, indien zig daartegen geen allerzwaarwigtigste bedenkingen opdoen, een preuve te neemen, om de zoutpannen ten behoeve van de Comp:e te verpagten en bij deeze verpagting als een eerste en voornaame Conditie te bedingen, dat al het benodigde zout, voor de Comp:e door den Pagter, teegens bepaalde prijzen zal moeten worden geleeverd.’
‘Waarop Uwe WelEdele Achtbarens ter vergadering van den 13:e Maij Jongstl: hebben beslooten de ondergeteekendens te committeeren om, noopens deeze poincten, te dienen van berigt en consideratien, hoe en op wat wijze, het best over eenkomstig dat oogmerk, zal kunnen worden te werk gegaan.’
‘En de ondergeteekendens al het geene hier toe betrekking heeft, naauwkeurig onderzogt, en nagegaan, mitsgaders met alle mogelijke oplettendheid overwoogen hebbende,’
‘Vinden dezelve zig verpligt dienaangaande, op de volgende wijze te berichten en hunne Consideratien voor te draagen.’
‘Eerstelijk, wat aangaat de Zoutpannen, die door de natuur op onderscheidene plaatsen in dit Land, zijn geformeert, en waarin, na dat de pannen met reegen water vervult, of daar dezelve zig in de nabijheid der zee bevinden, door de zee ondergeloopen zijn, in welke laatste men het zeewater bedijkt, vervolgens bij het drooge Jaar saisoen het zout door de hitte der Zon uitgedampt en gekristallizeerd word, dezelve kunnen in tweën te zyn verdeelt, te weeten,’
‘De pannen in de Caabse vlakte / daar onder begreepen werdende, de Pan agter de Steenbergen omstreeks de Vischhoek , uit ‘t welke het zout, voor S Comp:e omslag inde Baaijfals is gehaald, en waarvan voor het overige ook de Ingezeetenen in dezelve Baaij hebben gejouisseerd / waarvan ‘t zout S Comp:e weegen ingezamelt en opgeslagen geworden is, aan de Jan Beesjes Kraal ;/ en’
‘De pannen in de Groene Cloof tot aan de Saldanhabaaij , uit zommige, van welke /: gemeenlyk de burgerpannen genaamt :/ de Landlieden het zout tot hun gebruik gratis hebben moogen haalen, terwijl eenige anderen verstrekt hebben, ten dienste van S Comp:e Omslag; zijnde het zout derzelve opgeslagen op de Post in de Groene Kloof .’
‘Het zout uit de eerstgemelde pannen, is minder wit, en doorgaans met eenig zand vermengd, door de opstuivingen die de ZO:e wind in de Caabse Vlakte veroorzaakt, zijnde het zout uit de Pannen in de Groenekloof witter en zuiverder, om dat de zandige vlaktens en duijnen in die streek met gras, heesters, Struiken en andere gewassen, nog digt begroeit zijnde, door de ZO:ste wind niet kunnen verstuijven’
‘Waar uit op te maaken is, dat het zout uit de pannen in de Caabse vlakte , zoo om haare mindere hoedanigheid, als om dat het zelve een kleynder omslag tot transport na de Kaap vereyscht zo veel niet kan nog behoeft te gelden, als het zout uit de groeneCloof , dat door de verre afgeleegentheid, wel een langwylig transport vereischt, welks omslag veel kosten ook, om de beetere qualiteit, duurder kan worden verkogt.’
‘De onkosten die het rapen, opslaan, en vervoeren van het zout, zoo uit de pannen in de Caabse Vlakte , als uit die in de Groenekloof , aan de Comp:e hebben veroorzaakt, zijn met geen mogelijkheid te begroten, om dat aan de Jan beesjes kraal daartoe wel bij Continuatie niet meer als een Europeesche opzigter en twee Slaaven Jongens, maar op den tijd dat het zout moet worden geraapt, en geborgen, tot dat werk, onderscheidene Europeezen van de Linie, en Slaaven van de Compagnie zijn gebruikt, zonder dat van het zelve eenige aantekeninge voorhanden is, terwijl men, ten dien eijnde, aan de groene Cloof , al meede dezelfde handen, op gelyke wyze, heeft geemploijeert, en den opbreng van het zout na de Caab van Jan Beesjes Craal is geschied, door wagens en verder daar by gehooren de toestel van het vissershok , en van de Groenekloof , door wagens, en dies toebehooren van S Comp:s Post aldaar.’
‘Tot de administratie van het Zout zoo uit de Groene Cloof als de Caabse Vlakte S Comp:e weegen, verzamelt wordende, is van veele jaaren herwaards door den Gouverneur deszelfs Hofmeester gecommitteerd geworden, die daar uit het voordeel genooten heeft, van al het zout welk boven het gebruik voor S Comp:e omslag heeft gedient, aan particulieren tot zijn privé voordeel te mogen verkoopen.’
‘Men calculeerd dat tot s’ Comp:e omslag, doorgaans jaarlijks, een quantiteit van Zes a zeven hondert mudden is vereischt geworden, waar van de bekende distributie op de volgende wijze is geschied.’
‘Den Gouverneur, Secunde, de Raadsleeden, Predikanten, leeden van Justitie, militaire officieren en onderkooplieden, zijn onbepaald geweest, in de quantiteit die een yder derzelver, tot zijn huijshouden of menagie nodig had, het geen hun wel, in den tijd, dat het zout opgereeden wierd, voor een gedeelte in eevenreedigheid van dien, met s Comp:e waagens is thuijs gebragt, maar, wanneer zij meer kwaamen te benodigen, voor hun rekening heeft moeten worden afgehaald, voorts is jaarlyks verstrekt.’
‘
Aan de ordinaire gecommitt:s ieder | 2 Mud |
d:o d:o Boekhouders | 1 d:o |
d:o d:o Adsistenten | 1/2 d:o |
d:o 't Ambagtsquartier | 20 d:o |
d:o de Equipagiewerf | 20 d:o |
d:o d:o Slavenlogie | 20 d:o |
Aan 't Hospitaal | 40 a 50 Mud |
d:o de Thuyn alhier | 20 d:o 30 d:o |
d:o 't Bataillon, om haar | |
tegenswoordige Sterkte | 40 a 50 d:o |
Aan de Kuyperswinkel | 6:- |
d:o d:o Bakkerij | 6:- |
d:o d:o Wapenkamer | 6:- |
d:o d:o traanbranders | 20:- |
d:o d:o Arthillerie om haar tegenswoordige | |
Sterkte | 20 a 30 d:o |
d:o de permanente Scheepen ieder | 10:- |
d:o de drostdije op Stellenbosch | 10:- |
d:o d:o Schuur | 40:- |
d:o d:o Clapmuts | 10:- |
d:o d:o andere buytenposten na rato | |
't rondebosje doorgaans | 30:- |
d:o de Baaijfals | 24:- |
d:o de Linie | 20 a 30:- |
d:o S Comp:e uitkomende Scheepen | |
ieder | 2, 3, a 4 mudden |
Aan de ordinaire gecommitt:s ieder | 2 Mud |
d:o d:o Boekhouders | 1 d:o |
d:o d:o Adsistenten | 1/2 d:o |
d:o 't Ambagtsquartier | 20 d:o |
d:o de Equipagiewerf | 20 d:o |
d:o d:o Slavenlogie | 20 d:o |
Aan 't Hospitaal | 40 a 50 Mud |
d:o de Thuyn alhier | 20 d:o 30 d:o |
d:o 't Bataillon, om haar | |
tegenswoordige Sterkte | 40 a 50 d:o |
Aan de Kuyperswinkel | 6:- |
d:o d:o Bakkerij | 6:- |
d:o d:o Wapenkamer | 6:- |
d:o d:o traanbranders | 20:- |
d:o d:o Arthillerie om haar tegenswoordige | |
Sterkte | 20 a 30 d:o |
d:o de permanente Scheepen ieder | 10:- |
d:o de drostdije op Stellenbosch | 10:- |
d:o d:o Schuur | 40:- |
d:o d:o Clapmuts | 10:- |
d:o d:o andere buytenposten na rato | |
't rondebosje doorgaans | 30:- |
d:o de Baaijfals | 24:- |
d:o de Linie | 20 a 30:- |
d:o S Comp:e uitkomende Scheepen | |
ieder | 2, 3, a 4 mudden |
‘Zijnde alzoo het zout al van ouds begreepen geweest, onder de emolumenten die S Comp:e dienaaren van den eersten tot den laatsten toe alhier hebben genooten.’
‘Teegen het neemen eener preuve om de gen:e Zoutpannen ten behoeve van de Comp:e te verpagten, zoude alleen in bedenking koomen.’
‘1/ of niet de Comp:e door deeze verpagting op eeniger hande wijze, in gebrek of verleegentheid van het benoodigt zout voor haare scheepen en omslag zouden kunnen worden gebracht’
‘2/ of die verpagting ook niet verhinderen zoude, om in tyden van oorlog of andere onvoorziene gevallen, die zulks zouden moogen vorderen, zig van den vereischten voorraad van zout te kunnen voorzien, en’
‘3/ of niet de ingezeeteenen door de pagters met het stellen van willekeurige prijzen op ‘t zout, zouden kunnen worden gevexeert, door het welke deeze pacht, als een belasting op de Ingezeetenen leggende, van nadenkelijke gevolgen zouden kunnen zijn,’
‘Dog omtrent alle deeze bedenkingen by de conditiën van verpagting, welke de Ondergeteekendens na hun oordeel en inzien ontworpen en deezen bij gevoegd hebben, ten deele gepaste maatregulen en voorzieningen te neemen zynde, en teegen het gebrek welke by aanhoudende reegens, in het drooge jaarsaisoen vallende waardoor verhindert word, dat het zout inde pannen Stolt /: het geen echter bij ondervinding geen twee jaren agter een gebeurt :/ voor het volgende Jaar zoude kunnen ontstaan, insgelijks met het opslaan van een goede voorraad voor twee Jaaren te voorzien zijnde, meenen de ondergeteekendens dierhalven dat, behoudens deeze voorsorgen, ‘er geen zwarigheid behoeft te worden gemaakt, om de gemelde Zoutpannen ten voordeele van de Comp:e te verpagten.’
‘Zij hebben daaren boven ingezien, dat de preuve van deeze verpagting, thans niet te vermijden is, om dat men anders door de verkooping van de post het vissershok , welks omslag, gelyk hier boven is gezegd, ook gedeeltelyk tot de operatiën van de voornaamste zoutpannen in de Kaapse Vlakte heeft verstrekt, mitsgaders de afschaffing van den omslag aan de schuur, het verkoopen van s Comp:e ossen, en de vermindering der Slaaven, zig genoodzaakt vinden zoude, tot dat werk, ten Spoedigsten een nieuwe kostbaaren omslag voor de Comp:e aan handen te brengen: daar in tegendeel by deeze verpagting, die kosten kunnen worden gemenageerd, en de ondergeteekendens verwagten, dat de verpagting op den volgende voet geschiedende, met hoe weijnig zeekerheid, op den uitslag van diergelijke zaaken welke meestendeels van bijzondere plans of Speculatiën afhangen, voor al in den beginne, anders kan worden gestabileert, dezelve aan de Comp:e al aanstonds, ten minsten, dat voordeel opleveren zal, van al het zout, dat zij voor haar omslag en Scheepen noodig heeft, zonder eenige of tot zeer geringen kosten te verkrijgen.’
‘Hier toe en zo meede tot maintiën, van deeze pacht, meenen de ondergeteekendens zeer dienstig, en in veele opzichten ook noodzakelijk te zijn.’
‘I:o Dat de Zoutpannen door haare situatie als van zelfs in tweën gescheijden zijnde, ook in twee bijzondere perceelen worden verpacht, te weeten.’
‘Alle de onderscheidene pannen die de kaabsche vlakte behelsd en de pan agter de Steenbergen omstreeks de Visschhoek te zamen in eenperceel; en’
‘de pannen in de Groenekloof geleegen, tot aande Saldanhabaaij , in een tweede perceel.’
‘II:o Dat aan de pachter der Zoutpannen van het eerste perceel, zoo tot het bergen en opslaan van het zout, als tot huijsvesting der arbeiders en wijding van ‘t vee, tot dat werk nodig, ten gebruik werd afgestaan, de post Jan beesjes Kraal , met zodanige weiding in dezelve vlakte, omstreeks de pannen, als gewoonlijk voor S Comp: ossen aldaar, heeft gedient, bepaaldelijk, omtrent de rietvalleij nogthans voor den tijd, dat de ossen bij de oprijding van het zout gebruikt worden, en zulks van de zogenaamde nieuwe mond tot aan de drift van de groote Zoutpan van dien post geleegen, dog langer nog verder niet, en aan de pachter der pannen in de GroeneCloof tot alle dezelve einders, en zoo meede om het bekwaame land te mogen bezaaijen, S Comp:s post van dien naam.’
‘III:o Dat de verpagting van beijde perceelen voor eerst koome te geschieden, uitterlijk op Ultimo Augustus aanstaande, ten eijnde de pachters zig van al den nodigen omslag zullen kunnen voorzien, teegen den tijd dat het zout zig in de pannen zet, gewoonlijk beginnende in de maand November.’
‘IV:o Dat ook deeze eerste verpagting, zodanig geschiede, dat dezelve ingang neeme met primo November aanstaande, om te eijndigen met Ultimo October van’t Jaar 1793, om dat de geene die de Zoutpannen pacht, een omslag van waagens, ossen Slaven &c:a nodig heeft, en wanneer hij dien omslag alleen tot de operatien van het zout aanwenden kan, zulks hem weijnig vooruitzicht van profijt, en dus ook geen voordeel aan de verpagting toebrengen kan, daar in teegendeel, wanneer aan den pachter een genoegzaame tusschentijd werd gelaaten, om dien zelfde omslag voor den tijd, dat dezelve in de operatiën van het zout vaceeren, moet, ook tot den Landbouw te kunnen aanwenden, en daar van teevens den oogst in te zamelen, zulks altoos vooral met betrekking tot de pannen in de GroeneCloof een dubbelde Speculatie opleeveren zal, van welke ook ‘t profijt der verpagting afhangen moet.’
‘V:o Dat deeze eerste preuve der verpagting wel Succedeerende, voor het vervolg de verpagting altoos voor drie, vier of vijf Jaaren geschied, op het midden van februarij, om den pacht echter niet eerder te doen ingaan, dan met primo November daar aanvolgende, ende zulks ten eijnde de Pachter al aanstonds zig van den nodigen omslag voorzien, en in de Maand April een begin maaken kan, dezelve tot den Land bouw aan te wenden, tot de maand November, wanneer hij met den inzaam van het zout beginnen moet, en inde leverantie en verkooping daar van voortvaaren kan, tot den laatsten october van het jaar, dat zyn pacht eïndigt.’
‘VI:o Dat de pachters niet te min verpligt zouden moeten zijn, om zoo wel de post in de Groene Cloof als de Janbeesjeskraal aan den nieuwen pachter of zijn opvolger over te geeven, met primo April na dat de verpagting op medio februarij zal zyn geschied, zoo wel om dat den afgaande pachter als dan den inzaam der gezaaide graanen en van het zout volkoomen kan hebben g’effectueerd, als dat den aankomende pachter met den Landbouw een aanvang maaken kan.’
‘VII:o Dat uit hoofde van deeze verpagting der Zoutpannen, bij placcaat aan alle en een iegelijk wie hij zij werden verbooden, eenig zout uit een der pannen in de Caabsche Vlakte agter de Steenbergen of de Groene Cloof te raapen, nog ook te verkoopen, op pœne van zoo wel voor het raapen als voor het verkoopen telkens vervallen te zullen zijn, in een boete van ƒ1000:- Caabs te verdeelen a usu; en dat daar en boven de Slaaven die hier toe zullen weezen gebruikt; Strengelijk zullen worden gegeeselt. Terwijl echter aan zodanige der buiten Ingezetenen die inclineeren mogten, het benodigde zout met hunnen wagens uit de Groenekloof , of de inwoonderen van de Baaijfals , om het zout tot derzelven gebruik uit de Pan agter de Steenbergen te doen afhaalen, wel vrijheid daar toe werd gelaaten, maar dat dezelve echter niet zullen vermogen het zout zelfs uit de pannen te rapen, als met expresse bewilliging van den pachter, veel minder met de wagens in de pannen te ryden, of het vee daarin, of door te drijven, maar het zout op laaden moeten, daar hun het zelve door, ofte van weegen den pachter zal worden afgeleevert, mits gehouden weezende, in het een en ander geval, voor af met den pachter omtrent den prijs te veraccordeeren, of dat een ieder die contrarie doet, en daar tegen aangaat, meede verbeuren zal, eene boete van ƒ1000:- gemelde valuatie, en dat de Slaaven die zig hier aan Schuldig maaken, insgelyks Strengelijk zullen worden gegeeselt; mitsgaders de geene die hier inne, eenig moed wil pleegt, of zig andermaal daar aan Schuldig maakt, bovendien na exigentie van zaaken, aan den lijve zal worden geStraft.’
‘VIII:o Dat zoo wel om voor de Comp:e een bekwaame voorraad van zout op te leggen, als om de pachters hunne leveranciën op den geschiksten tijd van het jaar te kunnen doen effectueeren, ten dien eijnde een bekwaame magazijn werde bestemd, waar toe de ondergeteekendens van oordeel zijn, dat provisioneel te emploïeeren weezen zoude, de overdekte plaats voor de Kalk gedient hebbende, en bij de Lijst door den Heer directeur van s Comp:s gebouwen, ter vergadering van den 10:e Maij ll: ingedient, Sub N:o 37, bekend gesteld: waar bij ook verders om voor de Comp:e het beswaar eener byzondere administratie hier van te menageeren, de administratie van s Comp:e Zout, zeer gevoeglijk zoude kunnen worden gesteld, onder den dispencier, die voor Spillagie daar van diezelfde afschryving behoorde te genieten, als van de Tarwe, waar bij om een opzigter na bij deeze bergplaats te hebben, aan den bottelier tot vergoeding voor het bezwaar van zynen dienst, zoude kunnen worden toegevoegd de daarbij Staande wooning van den Kalkbrander der Ed: Compagnie.’
‘IX:o Dat uit het zout, welk jaarlijks S Comp:e weegen ingevoegen als eeven gezegd opgeslagen zal zijn, aan de Dienaren welke zulks altoos onder de gewoone emolumenten hebben genooten, daar van ook jaarlyks eene behoorlyke verstrekking zal moeten geschieden, als volgt,’
‘
Den Gouverneur | 30 Mudd: |
d:o Secunde | 15 d:o |
Een Lidt des Raads | 8 d:o |
d:o Prædikant | 8 d:o |
d:o Majoor | 8 d:o |
d:o Een Lidt vanJustitie | 6 d:o |
d:o Capitein | 4 d:o |
d:o Lieutenant | 3 d:o |
d:o Onderkoopman, Vaandrig, en boekhouder met onderkoopmans emolumenten ieder | 2 d:o |
Een Boekhouder | 1 d:o |
d:o Adsistent | 1/2 d:o |
Den Gouverneur | 30 Mudd: |
d:o Secunde | 15 d:o |
Een Lidt des Raads | 8 d:o |
d:o Prædikant | 8 d:o |
d:o Majoor | 8 d:o |
d:o Een Lidt vanJustitie | 6 d:o |
d:o Capitein | 4 d:o |
d:o Lieutenant | 3 d:o |
d:o Onderkoopman, Vaandrig, en boekhouder met onderkoopmans emolumenten ieder | 2 d:o |
Een Boekhouder | 1 d:o |
d:o Adsistent | 1/2 d:o |
‘en dat voorts omtrent de byzondere departementen of menagiën hier boven opgenoemd, in eevenredigheid der koppen bij ieder derzelver bescheiden, of van het gebruik, waartoe het zelve Strekken moet, een Reglement of Lijst werde ingestelt.’
‘Ten reguarde van de voormelde verstrekkingen aan de dienaaren, is egter bij de ondergeteekendens in bedenking gekoomen, of niet raadzaam zyn zoude, ten eijnde by het begin van deeze pagt ook alle jalousie en verkeerde begrippen onder de Ingezeetenen voor te komen, wanneer het zout aan de dienaaren in natura wierd verstrekt, daar zijlieden van den pachter te koopen, deeze verstrekkingen in steede van in zout te doen geschieden, in geld, na deprijs welke de Comp:e anders voor het zout betaalen zoude, en zulks bij het halfjaar, te meer daar dit geld door de pacht, tot de Comp:e te rug keeren moet.’
‘Tweedens, belangende de Molens dewelke bestaan in de koorn, waater moolen, en de Gortmoolen beide alleen tot gebruik voor s Comp:e omslag verstrekkende, terwijl ten gerieve der Ingezeetenen Colonies weegen zyn opgerecht twee dwangmolens, dewelke ook ten voordeele derzelve jaarlijks worden verpacht, hebbende ondergeteekendens voor als nog geen middel kunnen uitdenken, welke daar uit ter besparing van kosten of tot het verkrygen van eenige inkomsten voor de E Comp:e zoude kunnen dienen, als zullende men eerste bij vervolg, wanneer den gantschen omslag der Comp:e zal zijn gebragt, tot een zodanige reductie, als men meenen zal te kunnen Stand grypen en gevestigd te moeten blyven, ook best instaat zijn, te calculeeren, of een van beide die molens voor de Comp: te missen, en welke besparing of voordeel daar bij als dan na tijds omstandigheeden te Effectueeren, zal zijn.’
‘Ten derden, wat betreft de Kalkbranderij dewelke met den daar bij gehoorende omslag, uit hoofde van den ontfangen last, tot het aanbesteeden van alle reparatiën aan s Comp:e gebouwen geheel nutteloos geworden is, en mitsdien, zal moeten worden afgeschaft, hebben de ondergeteekendens nagegaan, welk voordeel, boven de besparing die deeze afschaffing in de onkosten voor de Comp:e te weeg brengt, en de hier vooren geproponeerde aanwending van de verdekte plaats, tot berging van’t Zout nog voor haar daar uit zoude kunnen worden getrokken, dog daar den aanleg van deeze kalkbranderij Comp:e weegen is geschied, om de benodigde kalk door dien weg beeter koop te verkrijgen, waar toe ook voorheen de Kalksteen met de Landsboots in de kwaade mousson van het Robben eijland wierd gehaald, dog het geen zedert tot geen genoegzaame quantiteit te verkrijgen was, zo dat de kalk ten dienste van de Comp:e zedert door particulieren geleevert, of uit Schulpen van de arme vrygegeevene slaaven, die dezelve, langs het zeestrand, zoeken, of opgraaven ingekogt, gebrand is geworden, kunnen de ondergeteekendens voor ‘t teegenswoordige geen middel uitdenken, om uit de kalkbranderij zelve, voor de Comp:e boven de gezegde besparing eenige ander voordeel te trekken.’
‘Dan vermits de banditen op het Robben eijland tot S Comp:e lasten onderhouden werden, en voor deeze alimentatie voor heen onder anderen ook de kalksteen hebben moeten verzamelen, en in ‘S Landsboots laaden, zoo dat hun arbeid hier aan ophoud; is bij de ondergeteekendens in bedenking gekomen, of niet deeze menschen tot eene meerdere vergoeding der kosten van hun onderhoud, zoude kunnen worden gebracht, wanneer dezelve het zagen van Steenen die op ‘t Robben Eyland vallen, tot een grotere hoeveelheid als tot nu toe geschied, wierd opgelegt, en die steenen vervolgens ten voordeele van de Comp:e verkogt, of bij de conditien der aanbesteeding van de reparatien aan S Comp:e gehouwen, daar dezelve van dienst kunnen zyn, ten voordeele gebragt, waar toe eene bij zondere Commissie tot het nagaan van dien, zoude dienen te worden benoemd.’
‘Ten Vierden, belangende de Steenbranderij, welke al meede door de gemelde aanbesteeding die voortaan geschieden moet, van geen dienst meer zal zijn, zijnde ondergeteekendens van oordeel, dat het eenigste voordeel welke daar uit voor de Comp:e te trekken is, bestaan zoude in de verkooping van dat gedeelte gronds, het welk van de bekwaame Steenaarde waar uit men de steenen S Comp:e weegen heeft gebrand, nog overgebleeven is, om door particulieren tot het zelfde gebruik te kunnen werden aangewend, en dat aan een ieder verbooden werd, om voortaan buyten zijn eigendomsland op en van s Comp:e grond eenige Steenen te formen of te branden, zonder daar toe vooraf van den raad permissie te hebben geobtineerd, om bij het voorkoomen van diergelyke verzoeken te overweegen, welk voordeel, na de omstandigheden van Persoon plaats en tijd daarbij als dan voor de Comp:e te conditioneeren zal zijn’
’/ Onderstond /’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop d:n 8: Julij 1791. / was geteek :/ O: G: de Wet, W: F: V Reede van Oudtshoorn.’
Het welk geleezen, en over dies inhoud met alle aandacht gedelibereerd zynde, heeft deeze raade vermeend zich al wederom te kunnen en te moeten Conformeeren met al het geene bij dat bericht ter neder is gesteld, en derhalven met betrekking tot de zoutpannen, vervat bij het Eerste Poinct beslooten, om de zoutpannen die door de natuur als het waare in tweën zyn verdeeld, ook in twee perceelen te verpachten, waar van het eerste zal bevatten de Pannen die de Caabsche vlakte behelst, mitsgaders de Pan agter de Steenbergen , en het tweede perceel de Pannen geleegen in de Groene Cloof tot aan de Saldanhabaaij , zullende navolgens voorsz:e bericht aan den Pachter van de Zoutpannen in de Caabsche vlakte , tot deszelfs gebruik worden afgestaan de Post Jan Beesjeskraal , en aan die van de zout pannen in de Groene Cloof geleegen, de Post van dien naam, tot zoodanig gebruik als bij voorsz:e bericht is opgegeven.
Zullende al wijders deezes Verpachting geschieden op Woensdag den Laaste Augustus deezes Jaars, om aanvang te neemen met primo November aanstaande, voor den tijd van twee Jaaren, om dus te eyndigen met Ultimo October 1793. en daar van bijtijds beletten worden geaffigeerd, omme een ieder der gegadigdens in Staat te Stellen, by tijds hunne Maatregulen daar na te kunnen neemen.
In Conformiteit van dat bericht zal voor de verpachting bij placaat aan alle en een iegelijk wie hij zij, werden verbooden eenig zout uit een der Pannen in de Caabsche vlakte agter de Steenbergen , of in de groene Kloof , tot aan de Saldanhabaaij te raapen, nog te verkoopen, op pœne van zoo wel voor het raapen als het verkoopen telkens vervallen te zullen zijn, in een boete van Een Duyzend Guldens Caaps a usu; en dat daar en booven de slaaven die hier toe zullen weezen gebruikt, Strengelijk zullen worden gegeeselt, terwijl egter aan zodanige der opgezeetenen die inclineeren mogten, het benodigd zout met hunne wagens uit de groene Cloof of de Bewoonders van Baayfals om het zout tot derzelver gebruik uit de Pan agter de Steenbergen te haalen, vryheid zal worden gelaaten, zulks te moogen doen, dog dat zij egter zullen vermogen het zout zelfs uit de Pannen te raapen, als met expresse bewilliging van den pachter, veel minder met de wagens in de Pan te ryden, of het vee daarin, of door te drijven, maar het zout oplaaden moeten, daar hen het zelve door, ofte van wegens den Pachter zal worden afgeleverd, mits gehouden weezende in het een en ander geval vooraf met den pagter omtrend den prijs te veraccordeeren, of dat een ieder die Contrarie doet en daar teegen aangaat, meede verbeuren zal, eene boete van Een Duijzend Guldens gemelde valuatie; en dat de slaaven die zich hier aan schuldig maaken insgelijks strengelijk zullen worden gegeesselt, mitsgaders de geene die hierinne eenig moedwil pleegen ofte zig andermaal daaraan Schuldig maaken, bovendien na exigentie van zaaken, aan den lijve zal worden gestraft.
Om te zorgen dat men voor d E Comp:e zo wel eene bekwaame voorraad van zout kan opleggen, als om de pachters hunne leverantie op den geschiksten tijd van’t Jaar te kunnen doen effectueeren, zal provisioneel tot berging van het zout worden geemploijeerd, de overdekte plaats tot berging van de kalk gebruikt zynde, en om zo veel mogelyk alle bezwaar voor d E Comp:e te menageeren, de administratie over het zout worden opgedragen, aan den Heer Dispencier, die voor Spillagie daarop zal genieten 2 1/2 PrC:t, en de Bottelier van S Comp:e Dispens het nodig opzigt over het zout te laaten houden, die tot vergoeding voor dit beswaar in zynen dienst zal worden toegevoegt, de wooning, waar in de Kalkbrander zijn verblijf heeft gehouden.
Belangende de verstrekkingen van zout tot nu toe aan eenige der dienaren ten deezen Gouvernemente gedaan, is bestgedagt en dienvolgens beslooten, dezelve direct na de verpagting van de zoutpannen te doen cesseeren, en aan de geene die dezelve hebben genoten tot een dedomagement, daar voor uit S Comp:e Cassa te laaten betaalen, zo veel een ieder hunner zal competeeren, om ‘t zout het welk hen andersints is verstrekt van den Pachter in te koopen, bereekend teegens Twee rijxdaalders de Mud.
En zijn wijders de Heeren Le Sueur en van Reede van oudtshoorn verzogt en gecommitteerd geworden, te onderzoeken en zoo na mogelijk aan deezen raade op te geeven, hoe veel zout in de byzondere departementen en menagien, bij voorsz:e bericht opgegeeven, naar evenredigheid van ‘t getal der koppen, bij ieder derzelve bescheiden, of van het gebruik, waartoe het zelve strekken moet, ten eynde hier omtrend eene vaste cijnosure te kunnen hebben.
Met opzicht tot het
Tweede Poinct ofte de moolens der E Comp:e niets kunnende worden bepaald, voor en aleer de reductie zo van ‘t Guarnizoen als anderzints door de Hoog gebiedende Heeren Meesteren deszelfs volkoomen beSlag zal hebben erlangd, is dus ook best gedacht, dat tydstip afte wagten, om nader te onderzoeken wat voordeel van dezelve zal kunnen worden genoten.
Omtrent het
Derde Poinct, of de Kalkbranderij, buijten de afschaffing van dies omslag, geen andere reductie kunnende veroorzaaken, of voordeel aan brengen, als het bezigen tot andere nuttige werken van de Banditen, die daartoe Steeds zijn geemployeerd geworden, zoo zyn de Heeren Gordon en van Reede van Oudtshoorn expres gecommitteerd geworden, omme te onderzoeken en na te gaan, wat nuttig gebruik men van die Menschen zou kunnen maaken, ten eynde de E Comp:e eenigzints schadeloos te stellen voor de kosten, die men genoodzaakt is tot hun onderhoud te impendeeren, en waar aan men zig onmoogelijk kan onttrekken; dan wanneer gemelde Heeren Gordon en van Reede van Oudtshoorn mogten oordeelen, dat die Menschen buyten het geen zij ten Robben eylande kunnen verrichten, nog aan de hoofdplaatse tot deeze of geene werken zouden kunnen worden gebruikt, zullen hun Ed: teffens opgeeven, waar dezelve in de aanhanden zynde gebouwen zullen kunnen worden gelogeerd, en met alle mogelyke exactitude nagaan, en deezen raade berichten, welke voorzorgen men zal behooren te neemen, om te beletten dat van die Bandieten niets kwaads voor deeze Colonie zal te vreezen zijn.
Betreffende het laatste of
Vierde Poinct, omtrend de Steenbranderij, is beslooten, het gedeelte grond, ‘t welk nog ten behoeve der E Comp:e zou hebben kunnen worden uitgevormd, ten voordeele der E Comp:e te verkoopen; tot welke verkoop de Heeren Le Sueur en van Reede van Oudtshoorn zijn gecommitteerd geworden, met qualificatie, om die grond te laaten meeten en carteeren, de verkoopdag daar van te bepaalen, de Conditien daar van te ontwerpen, en den vendumeester daar van kennis te doen draagen; ten eijnde door hem dienaangaande het nodige worde beschikt.
Zullende voorts aan een ieder verbooden blyven, omme in deeze tafelvallei , dan wel in dies nabyheid, buyten zijn eygendoms Land, op en van s Comp:e grond eenige Steenen te vormen, ofte te branden, zonder daar toe vooraf van deeze Rade permissie te hebben geobtineerd, ten eijnde by het voorkomen van diergelijke verzoeken, te overweegen, welk voordeel, na de omstandigheden van persoon, plaats en tijd daarbij als dan voor d E Comp:e te Conditioneeren zullen zijn.
Vervolgens wierd door de Heeren de Wet en van Reede van Oudtshoorn nog den raade overgegeeven een bericht, door hun Ed: aan dezelve geaddresseerd, omme te voldoen aan het besluit deezer tafel van den 10: Meï jongstleeden, waar by aan hun Ed: is ter hand gesteld een bericht en Memorie van den Capitain der Arthillerie George Coenraad Kuchler, ingediend, met betrekking tot de Ambachtslieden en ander volk op ‘t ambachtsquartier bescheiden, ten fine te onderzoeken, of het daarbij opgegeeven getal derzelve, noodwendig zou moeten worden aangehouden, dan wel daar in nog eenige reductie zou kunnen worden gemaakt, welk bericht bevonden wierd van volgend inhoud.
Aan den WelEdele Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius, Gezachhebber deezes Gouvernements, en de E Achtb: Heeren raade van Politie.
‘WelEdele Achtb: Heer en E Achtb: Heeren!’
‘De ondergeteekendens nauwkeurig nagegaan en onderzogt hebbende het bericht en Memorie van den Capitein Kuchler ter vergadering van den 10:e Meï Jongstl: met betrekking tot de Ambagtslieden en ander Werksvolk op het ambagtsquartier ingediend, en in handen van de ondergeteekendens gesteld, ten fine van onderzoek, of het opgegeeven getal derzelve, noodwendig aangehouden, dan wel daaraan nog eenige reductie gemaakt zoude kunnen worden, vinden, dat ged:e Capitain Kuchler de ambachtslieden en ander werksvolk in dat quartier, voor het toekomende noodwendig, bepaald, op de volgende als.’
‘
1 Opzichter in welke post gemelde Capitain Kuchler zelve fungeert | |
1 Schrijver | zijnde tot dus verre van de handlangers genomen. |
1 Portier | |
1 rapport ganger | |
1 Kok voor de ambagtslieden | |
1 Baas Smit met 15 Grofsmits | |
2 Kooperslagers | |
1 Geelgieter | |
1 Slootemaker | |
1 Baas Timmerman en 12 Timmerlieden | |
1 Draaijer | |
1 Baas Wagenmaker met 3 gemeenen | |
1 Baas Metzelaar met 12 Metzelaars | |
1 Mandoor | |
9 Handlangers | |
1 Glazemaker | |
1 Baas beeldhouwer met 1 gemeene | |
1 Baas Schilder met 1 gemeene | |
waarbij gevoegd zoude zijn 18. Slave Jongens |
1 Opzichter in welke post gemelde Capitain Kuchler zelve fungeert | |
1 Schrijver | zijnde tot dus verre van de handlangers genomen. |
1 Portier | |
1 rapport ganger | |
1 Kok voor de ambagtslieden | |
1 Baas Smit met 15 Grofsmits | |
2 Kooperslagers | |
1 Geelgieter | |
1 Slootemaker | |
1 Baas Timmerman en 12 Timmerlieden | |
1 Draaijer | |
1 Baas Wagenmaker met 3 gemeenen | |
1 Baas Metzelaar met 12 Metzelaars | |
1 Mandoor | |
9 Handlangers | |
1 Glazemaker | |
1 Baas beeldhouwer met 1 gemeene | |
1 Baas Schilder met 1 gemeene | |
waarbij gevoegd zoude zijn 18. Slave Jongens |
‘De ondergeteekendens zijn in tegendeel van oordeel, dat ten opzigte van dit ambagtsquartier, nog eene Considerable reductie, tot besparing voor de Comp:e plaats hebben kan, waar van zij de reedenen bij het proponeeren van ieder post, voegen zullen, zij meenen dat de volgende bediendens thans aldaar zeer gevoegelijk kunnen worden gemist, te weeten.’
‘1 Schryver, om dat wanneer de aanbesteeding der reparatien aan S Comp:e gebouwen in train zal zyn gebragt, voorthaan zo veel schryfwerk aldaar niet meer nodige zal, zijn, als tot hier toe is geschied, en het geen, nog te schrijven valt wel zal kunnen verrigt worden door een der handlangers, daartoe best in staat zijnde, die dan ook met een den dienst als rapportganger waarneemen kan;’
‘6 Timmerlieden, om dat deeze wanneer al meede door den baas naarstig aan den arbeid gehouden worden, genoegzaam in Staat zyn kunnen, tot het maken van de houtwerken die van hun, vereischt worden, te meer, daar door de genoemde aanbesteeding der reparatien, het nieuw maken en onderhouden der Cosyns, vensters deuren &c:a van S Comp:e gebouwen, op ‘t ambagtsquartier vervallen zal.’
‘1 Baas, 10 Metzelaars, 1 Mandoors, 9 handlangers, en 8 Slave Jongens, ende zulks al meede uit hoofde der aanbesteeding van alle reparatien aan S Comp:e gebouwen, zo dat den dienst van 2 Metzelaars welke van de bekwaamste behooren aangehouden te worden, voorthaan alleen bestaan zouden in het voorzien der Combuizen op S Compagnies passeerende Scheepen,’
‘1 Baas beelhouwer en 1 knegt, vermids het weijnige Snij werk dat alhier aan de scheepen en boots geschieden moet, gelijk voorheen, kan worden verrigt door de Scheepstimmerlieden zelve.’
‘1 Baas Schilder en knegt, als zynde het merken van kisten en Kassen van zo wijnig belang, dat zulks wel geschieden kan in de departementen uit welke de afscheeping derzelve geschied, en het onderhouden van het Schilderwerk van S Comp:e gebouwen te begrypen is, onder de aanbesteeding van derzelver reparatien.’
‘Zo dat door deezen geproponeerde nadere reductie de bediendens op het Ambagtsquartier zoude kunnen bestaan in de volgende, als.’
‘6 Slaven jongens zo voor de smits als timmermans winkel te zamen.’
‘Welke reductie niet eerder zoude kunnen plaats grypen, en ingevoerd worden, dan na dat de aanbesteeding der reparatiën aan S Comp:e gebouwen zal hebben ingang genomen.’
‘De ondergeteekendens hebben gemeend het getal der Smits en wagenmakers te moeten laaten in diervoegen, als het zelve door voorm:e Capt Kuchler geproponeerd geworden is, niet te min van oordeel zijnde, dat van dezelve al meede een groot gedeelte zoude kunnen worden gemist, in geval van hun geen ander werk moest worden gevorderd, dan het geen meerged:e Cap:n Kuchler bij deszelfs Memorie opgeevt; dan daar, door de onlangs geeffectueerde afschaffing der Smits en wagenmakers winkels bij Imhoff, al den arbeid aan de affuiten op de Batteryen en het geen verder de artillerie betreft, meede tot den taak van deeze ambagtslieden zal moeten vervallen, hebben zij omtrend dezelve geen reductie kunnen nog mogen proponeeren.’
‘Hier meede aan de geEerde intentie van UwelEdele Achtb: en E Achtb: gedenkende voldaan te hebben, laaten wij deezen dienen voor nedrige consideratien’
’/ Onderstond /’
‘WelEdele Achtb: Heer en E Achtb: Heeren / lager / Uwer WelEdele Achtb: en E Achtb: nedrige dienaaren / was get: / O: G: de Wet, W: F: v: Reede van Oudtshoorn’
na welkers lectuure verstaan is, de bij dat bericht opgegeevene reductie in de Ambachtslieden volkomen te approbeeren, en derhalven wanneer de aanbesteeding der reparatiën aan de gebouwen zullen zijn aanbesteed, het getal der Ambachtslieden en verdere bediendens op het ambachts quartier te bepaalen op 40 Man, als.
En daar langs deeze schikking een groot gedeelte van de op ‘t Ambachtsquartier bescheidene dienaaren zullen moeten worden gecongedieert, zo zal den Soldijboekhouder deezes Gouvernements worden gelast, alle de geene die buyten voorsz:e getal zig aldaar zullen bevinden, den dag na de aanbesteeding der voorsz:e reparatiën, te plaatsen op de Linie, ten einde van daar by eerste gelegentheid volgens de ordres der E Comp:e op de alhier passeerende scheepen te worden geplaatst.
Nog wierd door dikwils gemelde Heeren de Wet en van Reede van Oudtshoorn gediend van een bericht, nopens de uitbetalingen in’t Boekjaar 1786/7 gedaan, voor behoeftens van s Comp:e Stal, ten bedragen, van ƒ3215:10:-by welk bericht gevoegt was eene verantwoording van den Capitain Ingenieur en Stalmeester Sebastiaan Willem van de Graaff, met vijf annexe Bylaagen welk een en ander was luijdende.
Aan den WelEdele Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber deezes Gouvernements, beneevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Achtb: Heer! en E Achtb: Heeren!’
‘De ondergeteekendens zich gechargeert vindende, met eene Commissie, bij besluit deezes Raads van den 10:e maij laatstl: op hun gedecerneert, om onderzoek te doen weegens de uitbetalingen voor S Comp:e Stal, in den Jare 1786/7 gedaan, dewelke het kostbaar onderhoud van dien stal voor de Comp:e zodanig hebben beswaard, dat de WelEdele HoogAchtb: Heeren zeeventhienen by zeer g’Eerbiedigde aanschrijvens van 2 October 1790 gelasten, deeze betaling voor de helfte eener Somma van ƒ3215:10:- in’t Comp:e kas te laten vergoeden, door dien zulks incumbeerd.’
‘Hebben dienaangaande zich, zo nauwkeurig mogelijk, doen informeeren, door den Capitain Ingenieur Sebastiaan Willem van de Graaff, als dies tijds de functie van Stalmeester waargenomen hebbende, en noch heeden exerceerende, en van denzelven bekomen eene Schriftelyke verantwoordinge, met vijf Stuks bylaagen gequoteerd van L:a A: tot E, dewelke zy de vryheid neemen hier neevens over te leggen, en zich daaraan te refereeren.’
‘Hier meede gedenkende aan de geeerde intentie van UWelEdele Achtb: en E Achtb: te hebben voldaan, laten de ondergeteekendens deezen dienen voor nedrig rapport.’
’/ Onderstond /’
‘WelEdele Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren / lager / UWelEdele Achtb: en E Achtb: needrige dienaaren / was geteekend / O: G: de Wet, W: F: v: Reede van Oudtshoorn’
’/ in Margine / Kaap de Goede Hoop den 8:e July 1791.’
Aan den WelEd: Achtb: Heeren O: G: de Wet, en W: F: Van Reede van Oudtshoorn, Leeden uit den Ed: Achtb: Politicquen Raade deezes Gouvernements gecommitteerd ter Examinatie der Directie over S Comp:e Stallen, door den ondergeteekende gehouden
‘WelEdele Achtbaare Heeren!’
‘Ter beantwoording der Poincten, welke UWelEdele Achtb: mij hebben gelieven ter hand te stellen, ten eynden op dezelve te worden g’elucideerd, hebben ik de Eere, UWelEd: Achtb:s plichtschuldig te informeeren’
‘Dat wanneer de Post van Stalmeester deezes Gouvernements aan den ondergeteekenden in den Jaare 1785 goedgunstig was opgedragen geworden, S E Comp:e Stallen, zoo van Paarden, Tuygen, zadels &:a als wagens en karren, meest Slegt voorzien, en in eene miserabele situatie waren, also het getal der Paarden slegts 66 Stuks, en der overige goederen na rato was, blykens eene geauthentiseerde, restant lijst van den vorigen Heer Stalmeester Steijn, welke ik de Eer hebbe, hier nevens, Sub L:a, aan UWelEd: Achtb: over te leggen.’
‘Dat direct bij het aanvaarden van deeze mijne post, myne eerste en voornaamste zorge geweest is, zo veel mij doenlijk was, alles in eene behoorlyke ordre te brengen. De benoodigde Paarden te bezorgen, het gebrekkige te doen repareeren, en het oude door nieuw te doen aanvullen. - zo dat er in den Jaare 1787 reeds een getal van 119 Stuks Paarden; zig op de Stallen, en 16 Stortkarren bevonden, met al derzelver benodigdheeden, vide Litt:e B.’
‘Dat deeze vermeerdering allernoodzaakelykst was, en principaal veroorzaakt door de meerdere omslag, die zints dien tijd op S Comp:e Stallen is gekomen, uit hoofde van het zo sterk vermeerdert Garnizoen, als waarvoor naar ijder wagtpost dagelyks water moest worden aangebragt, en waaruit ook natuurlijk proflueerde, een meerder getal van wagens, om telkens door die vermeerdering de benodigde dienste te doen, als was het meenigvuldig rijden van karren na en van de Molens, het transporteeren der Bagagie van de Detachementen, die naar de differenten Baaijen wierden afgezonden, het af en aan ryden van de Goederen der gestrande Scheepen, en meer anderen van dien Natuur.’
‘Dat om deeze voorm: vermeerdering van paarden te effectueeren, wilde men niet den Dienst der E Comp:e doen vertragen, en daar door dikwyls veele ongeleegendheeden veroorzaaken, men genoodzaakt is geweest, van tijd tot tijd, ten minsten pryze mogelyk aankoopen van Paarden te doen, welke zeer zeker hooger in geld, dan in voorigen Jaaren, hebben geloopen, dog die egter nood wendig by particulieren moesten worden gedaan, vermits de E Comp:e posten van overberg niet in staat waren, dezelve toen ter tijd genoegzaam en bequaam te suppediteeren, dan wanneer UWelEd: Achtb: zig gelieve te herinneren, de zoo florisante Situatie deezer Colonie in dien tijd, en daar door natuurlijk vermeerderde duurte van alle articulen, zullen UWelEd: Achtb: bevinden, dat den onderget:e geensints de oorzaake dier meerdere uitgaaven te imputeeren is. - alzoo men denzelven, zoo wanneer er iets van stal benoodigt was, niet vroeg, of het er was, maar eijschte dat het gegeeven wierd.’
‘En hoe dikwils den onderget:e boven die vermeerdering nog in verleegendheid is geweest, om aan de Gerequireerde artikulen te voldoen, zoude hij des Noods kunnen aantoonen, dat meer dan eens genoodzaakt is geweest, wagens of rijtuijgen bij particulieren, om S Comp:e dienst willen teleenen, daar men anders geobligeerd zoude geweest zijn, telkens te moeten huuren of aan te besteeden, zeeker niet ten meeste voordeelen der E Comp:e.’
‘Daar nu deeze vermeerdering op S Comp:e Stallen weezentlijk dus heeft geExisteerd, is het ook zeer natuurlijk, dat de voormalige bepaalde verstrekkingen, die toen toereykende waren, thans op dien voet niet meer voldoende konde zijn, en er dus ook meerdere kosten ten dien eynde moeten werden gedaan, - waar door daar dan ook onvermydelyk wierd, eene grotere quantiteit Stroo, garst, &:e welke de ondergeteekende blykens de hier neevens gevoegde quittantien, sub L:a C, heeft moeten aankoopen, door dien de Landlieden /: gelyk genoeg bekend is :/ nu niet meer gelyk in vroegere Dagen, het Stroo voor niet, ofte eene geringe Prijs willen verkoopen, en welke Inkoops reeds door den voormaligen Heer Stalmeester Steijn aldus zyn gedaan geworden, gelijk te zien is, uit de hier bygaande verklaaring Sub: L:a D:, in Copia authenticq annex.’
‘Terwyl voorts den onderget:e nog de vryheid neemt, te remarqueeren, dat verscheidene rijzen in eyder winter saisoen geobligeerd is geweest paardevoeder naar Baayfals te zenden, omme daarvan de Paarden, zoo der ordonnantie Ruiters, als der met goederen derwaards gezondene wagens, te doen voorzien.’
‘Dat daar en boven het Hoofd der Militie in der tijd het regt heeft, om twee a drie of meer Paarden op S’ Comp:e Stal te plaatsen, die al meede aldaar moeten worden gevoedert. - gelyk meede, volgens al oud gebruik, aan de Land drosten der buijten districten; wanneer zij zig aan de kaap moeten laaten vinden, de permissie is gegeeven geweest, om hunne paarden en wagens ook aldaar te stallen.’
‘Laatstelijk neem ik dan nog de vrijheid, hierbij aan UWelEd: Achtb: Sub L:a E over te leggen, eene onder præsentatie van Eede, gegeevene verklaaring van den opzigter op ‘S Comp:e Stal C: Preijser, waar uit blyken kan, hoedanig de goederen op S E Comp:e Stal gade geslaagen, en in alles de behoorlijke Zuijnigheid en ordre is onderhouden.’
‘Weshalven den onderget:e dan ook UWelEd: Achtb: verhoopt, overtuijgd zullen zijn, dat nimmer door denzelven eenige Excessen zijn begaan, maar alle ten Nutte der E: Comp:e in de juiste ordre en Maat is gebleeven, en dat de bij eijder bekende meerder omslag van de stallen, alleen de oorsaak is geweest van de meerdere benodigdheeden’
‘Waar meede hij de Eere heeft zig te noemen.’
’/: Onderstond :/’
‘WelEdele Achtbaare Heeren /: lager:/ UWelEd: Achtb: onderdanigen en gehoorzaame dienaar / was getek: / S:n W:m van de Graaff.’
na welkers lecture de Heere Gordon op de Memorie van Capt:n van de Graaff heeft gereflecteerd, dat zijn Ed: een vermeerdering van omslag op de stal heeft veroorzaakt, hebbende over het geheel eer minder als meerder Paarden gehad dan zijne Prædecesseuren, en dus meest twee of drie en zelden vier paarden, en in overweeging is genomen de stellige ordres der heeren Meesteren, om de helft van de door Hun WelEdele hoog Achtb: opgegeeven Somma van ƒ3215:10:- in S Comp:e Cassa te laaten vergoeden, door die zulks incumbeerd, en de onbevoegdheid, van deezen raade om van die begeerte in het allerminste af te wijken, zo is beslooten den Capitain van de Graaff by extract deezes te gelasten, direct in S Comp:e Cas te tellen, de waarde van ƒ1607:15: hollands Courant, zullende egter voorsz:e zyne Memorie en dies bylagen, de illustre vergadering van Zeeventhienen worden aangeboden, met eerbiedig verzoek van deezen raade, daar op een gunstig requard te willen slaan.
Na dat de Heeren de Wet en van Reede van Oudtshoorn, voor het Suppediteeren van alle voorsz:e berichten en elucidatien aan deezen raade, beleefdelijk bedankt waaren geworden, is ter tafel geproduceert een rekening der onkosten door den Baas van’t Vissershok gedaan, tot defroïement van de persoonen, die de vendutien van die Post en die van de Ganze Kraal hebben bygewoond, en een rekening van uitgaaven, door den Baas van de schuur tot dat zelve einde gedaan, by de verkooping van ‘t Nieuwland , welke beide reekeningen geexamineerd zijnde, is beslooten, dezelve volgens resolutie van den 15 februarij en 10 Meï op schriftelyke ordonnantie van den Heere Gezachhebber uit S Comp:e Cassa te laaten betaalen.
Voorts wierd door de Heeren de Wet en van Reede van oudtshoorn ter tafel overgelegt, een Copia vendurolle, weegens verkooping van het Landgoed ‘t Nieuwland , en den omslag van dien, beneevens eenige slaaven, door hun Ed: ingevolge qualificatie bij besluit deezes Raads van den 10 Meï jongstl: gedecerneerd, op den 14:e der Jongst afgelopene maand Junij, publicq verkogt, en daar uit den raade tot byzondere genoegen gebleeken zynde, dat het Landgoed het Nieuwland voor d E Comp:e eene aanzienlyke Somma van ƒ66000:- Caabs had opgeworpen, en dat voor de Slaaven en losse goederen meede goede pryzen waaren behaald, zo zyn gemelde Heeren de Wet en van Reede van Oudtshoorn, voor de in deeze genoomene moeite beleefdelijk bedankt, en is verders beslooten gemelde vendurolle aan de Hoog gebiedende Heeren Meesteren over te zenden, en dies bedragen bij de negotieboeken deezes Gouvernements behoorlijk te laaten inneemen, zo wel als het provenu van de plaatsen de Ganzekraal en het Vissers hok mitsgaders de Slaaven en losse goederen, die op alle drie plaatsen zyn verkogt geworden, werdende den Negotie overdrager bij deeze gequalificeerd, om de Custingbrieven die voor de laatste paaïen dier vaste goederen, en de geene die nog zullen worden verkogt, onder zyne bewaaring te neemen en te zorgen, dat zo door den Vendumeester als door de koopers der vaste goederen, ter behoorlyker tijd aan hunne verbintenissen worde voldaan, zullende hij ten dien eynde by verschijning der vendupenningen en de van tijd tot tijd te vervallene paaïen de nodige ordonnan:e moeten vervaardigen, en werd hij Negotieoverdrager al verder gequalificeerd, de onkosten die bij deeze verkoopingen zyn gevallen, en verder zullen loopen op Reekening van Winst en verlies af te Schrijven.
Bij besluit van deezen raade Sub dato 13:e Meï jongstl, aan de Heeren Le Sueur en van Reede van Oudtshoorn gedemandeerd zijnde geworden, om aan denzelven te suppediteeren zodanige informatien als de hoogGebiedende Heeren Meesteren bij Missive van den 2:e October 1790 hebben gevordert, met betrekking tot de Tuin genaamd ‘t Rondebosje , hebben hun Ed: daar over ingediend het volgend bericht:
Aan den E Achtbaaren Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber, benevens den E Achtb: Politicquen Raad des Gouvernements van Cabo de Goede Hoop.
‘WelEdele Achtbaare Heeren.’
‘Plichtschuldig zullende voldoen aan de Resolutie dezer tafel van den 13:e Maij jongstleeden, bij welke den ondergetekendens opgedragen is geworden Uw WelEdele Achtb: te berichten, met betrekking tot de Thuijn ‘t Ronde Bosje bij s Comp: Boeken voorkomende onder de benaming van de Thuijn Rustenburg .’
‘
1:o | Door wien de Kosten van het onderhoud derzelve worden gedragen. |
2:o | Op wiens kosten dezelve word, bewerkt. |
3:o | En wanneer en op welke Conditiën aan den Secunde kan zyn toegestaan, het gebruik, dat dezelve daarvan thans komt te maken. |
1:o | Door wien de Kosten van het onderhoud derzelve worden gedragen. |
2:o | Op wiens kosten dezelve word, bewerkt. |
3:o | En wanneer en op welke Conditiën aan den Secunde kan zyn toegestaan, het gebruik, dat dezelve daarvan thans komt te maken. |
‘hebben zij overzulks de Eer het volgende daarop ter neder te stellen.’
‘Eerstelijk, dat de kosten, dewelke Successivelyk vereischt zyn geworden, zo tot onderhoud van de Plaats zelve, als van de gebouwen daarop staande, door d E Comp:e zijn aangewend geworden.’
‘Tweedens, dat de bewerking ofte bearbeiding van deeze Thuijn, ingevolge aloud gebruik geschied met de slaven der E Comp:e, tot de nodige toezicht van welke zig al meede op deeze plaats bevinden twee Europeesen, als een Baas Thuinier en een knecht, die beide hunne gagien en Emolumenten van d E Comp:e genieten, dat daarentegen de Producten, die deeze thuijn opleverd, bestaan in een geringe Quantiteit, van witte en rode Maagwynen, welkers eerstgem:e word verdeel, als 2/3 aan den Heere Gouverneur en 1/3 aan den Heer Secunde, blyvende de rode alleen ten gebruijke van voorm:e Heer Gouverneur; terwyl de groentens zo ten dienste van ‘t Hospitaal en S Comp:e passeerende Scheepen, als tot huysgebruik van den Heere Gouverneur en Secunde worden geEmploïeerd.’
‘Derdens, dat de respective Heeren Gouverneurs, zoo lange het buitengoed ‘t Nieuwland genaamd, van geen logeabel huijs voorsien is geweest, ter harer recreatie en uitspanning gebruik hebben gemaakt van ged:e Tuin ‘t Ronde Bosje , tot dat het Huis op het Nieuwland meer bewoonbaar gemaakt geworden zijnde, wylen den Heer Gouverneur Tulbagh / h L M: / zijne gewone uitspanning alternative op beide die plaatsen heeft genomen, welke dan ook op zijn privé kosten zyn gemeubileert geweest. Dat alleen zommige der Heeren Secundens bij het leven van welopgemelde Heere Gouverneur Tulbach in het zomersaisoen, wanneer zyn Ed: verkoos op ‘t Nieuwland door te brengen, de vrijheid hebben gehad van het woonhuijs van’t Ronde Bosje gebruik te maken: tot dat den gerepatrieerden Heere Gouverneur van Plettenberg tot deszelfs buitenverblyf het Nieuwland hebbende verkozen, laatstgem:e Thuijn heeft overgelaten ter dispositie der Heeren Secundens Hemmy en Hacker, op welk voorbeeld den Presenten Heer Secunde Rhenius tot nu toe van die concessie jouisseerd.’
‘In de hope van hiermede aan de geEerde intentie van UWelEd Achtb: te zullen hebben voldaan, laten de onderget:e dit overigens dienen voor het van hun gevorderd bericht / was get: / J:J: Le Sueur, W: F: v: Reede van Oudtshoorn / in margine / overgegeven den 8: Julij 1791.’
Welk bericht gevoegt zal worden, bij de eerbiedige rescriptie op de poincten der gemelde gevenereerde letteren, die tot nu toe onbeantwoord hebben moeten blyven, in hoope dat het zelve zal dienen ter beantwoording van de informatiën die Hun WelEdele Hoog Achtb: omtrent die Tuin van ons hebben begeert.
De Negotieboeken deezes Gouvernements van het Jongst afgeloopen Boekjaar neevens het rapport door de tot derzelver examinatie gesteld geweest zynde leeden deezes raads de Heeren Le Sueur en van Reede van Oudtshoorn verleend; op heeden volgens de ordres gerevideert zijnde, zo is koomen te blijken dat in dezelve boeken niet alleen alle posten van ongelden en andere afschrijvingen zyn gedaan geworden, gelijk voorts uit meede ingediend rapport van welgem:e heeren gecomitteerdens als Examinateurs der zoldijboeken is aangetoond, dat dezelve boeken in de vereischte forme, navolgens de ordre der E Comp:e gehouden, d’afbetaling der dienaaren na behooren uitgereikt, mitsgaders de belastingen daar van by de Negotieboeken in diervoegen afgeschreeven zijn, als in’t voorsz:e rapport Specificq is ter neder gesteld; en laatstelijk dat de Boedelreekeningen van s Comp:e afgestorvene dienaaren, welkers nalatenschappen door de Soldijboekhouder als Curator ad lites geadministreerd en verkogt zijn, meede na behooren onderzogt weezende, bevonden is, dat alle dezelve nalatenschappen behoorlijk geinventariseerd zyn, en dat de vendu boeken met de origineele memoriën en deeze wederom met de inventarissen accordeeren, gelijk meede dat het provenue dier nalatenschappen te zaamen een Somma van D:s 3941 63/72 ofte ƒ14490:15:- hollands door voorm:e Curator ad lites onder Ultimo Augustus Jongstl: alhier in S Comp:e Cassa geteld, en voorts alles Conform d’ordres van haar WelEdele Groot Achtb: de Heeren der Hooge indiasche Regeering behandeld geworden is:
Weshalven verstaan is dat de meerm:e Negotie en Soldyboeken, volgens gebruik zoo na ‘t Vaderland als na Batavia, en het geciteerd rapport nopens dies Examinatie, bovensdien aan welgemelde Heeren der Hoogindiasche regeering zullen werden gesuppediteerd.
dan dewijl uit het rapport over de bevinding van de Soldijboeken aan deezen raade tot deszelfs grootste bevreemding is gebleeken, dat men heeft voortgevaaren met, tegens de zoo stellige ordres van de Hooge Indiase Regeering, de gemeene nationaale Arthilleristen geduurig te belasten voor ‘t genot van Kleyne MonteeringStukken, en dat uit deeze verkeerde handelwijze, niets anders als kwaade gevolgen zo voor de E Comp:e als de gemeene Arthilleristen zelfs kunnen ontstaan, is reeds bij besluit van den 4:e Meï des voorleedenjaars aan den Heere Colonel Gilquin gedemandeert, omme daaromtrent deezen raade te dienen van deszelfs consideratien en advijs zonder dat daaromtrend door zijn Ed: als nog is voldaan geworden, weshalven beslooten is deeze consideratien nogmaals van den Heere Gilquin afte vorderen, en teffens Extract uit dat rapport, zo omtrend voorsz:e belasting van de kleyne MonteeringStukken, als nopens de teegens de ordres der Hoge Indiasche Regeering strijdende afbetalingen van’t Guarnisoen, ter hand gesteld worden, aan den Heer Gordon Chef van S Comp:e Militie, ten eijnde daar omtrent het nodig onderzoek te doen, en deezen raade te dienen van deszelfs Consideratien en advijs, hoedanig daarinne voortaan zou behooren te worden gehandeld, werdende intusschen den Soldyboeker bevoolen, zig in de belasting der MonteeringStukken, stipt na de voorgeschrevene beveelen te gedragen.
Uit het rapport over de examinatie der Negotieboeken gebleeken zynde, dat in ‘t Boekjaar 1789/90 wederom verscheidene belastingen op de reekening van Timmeragie en reparatien, en op die van Fortificatiën zyn gebragt, zonder eenige specifique aantooning van die kosten, of de gebouwen, en werken waaraan dezelve zyn geimpendeert geworden, mitsgaders dat bij die boeken betaalingen voorkoomen, voor het beslaan van affuiten en het maaken van kruijwagens, alle handelingen rechtstreeks Strydig teegens de gemanifesteerde begeerte van de illustre vergadering van Zeventienen, als hebbende bij gevenereerd letteren van den 2: October jL: niet alleen hoogstderzelver verontwaardiging daar omtrend betoond, maar ook pecunieele vergoedingen gevordert; dan daar alle de tegenswoordige Leeden van deezen raade zig vrijkennen, van aan deeze behandeling schuldig te zyn, en het uit dien hoofde aller noodzakelykst komt te weezen dat de Heeren Supperioren dien aangaande volkomen worden onderricht, zo is besloten den Negotie overdrager Casparus van Eerten, den onderkoopman Jan Fredrik Kirsten en den Eerste gesw:e Clercq George Fredrik Goetz bij extract deezer expres te Committeeren, omme gezamentlyk, met alle mogelyke accuratesse na te gaan en bij Schriftelyk Rapport aan deezen raade op te geeven, welke verstrekkingen en betaalingen by de voorsz:e Negotieboeken voorkoomen, zonder Specificque aantooning, waar toe dezelve zyn gedaan en g’eimpendeert, mitsgaders welke Arthillerie goederen gereedschappen &c:a by dezelve voorkomen, door Burger ambagtslieden te zijn vervaardigt, en die in de winkels der E Comp:e hadden behoren te worden gemaakt, en voorts aan deezen raade te Suppediteeren, zodanige reflexien, als zij zullen vinden op die boeken omtrent de directie gedurende derzelver loop alhier gehouden, te kunnen en te mogen maaken, zullende om dat werk met des meerder Spoet en faciliteit te kunnen verrichten, aan voorsz:e gecommitt:s vryheid worden gelaaten, ter hunner adsistentie, met voorkennis van den Heer Gezachhebber uit de differente departementen en voor al van’t Negotie Comptoir, over zodanige geemployeerdens te disponeeren zy daartoe best geschikt zullen oordeelen.
Hierna wierd door den Heere Gezachhebber ter tafel geproduceerd eenen Memorie van 8 p:s Snaphaanen, welke by het probeeren ten overstaan van expresse gecommitt:s gedaan, zijn gesprongen, zullende dus navolgens de ten dier regarde gestelde beveelen die 8 gesprongen Snaphaanen worden gezonden naar Nederland, geconsigneerd aan de kamer, die dezelve naar dit Gouvernement heeft doen transporteeren.
Door den Heere Gezachhebber nog geproduceerd zynde een Memorie over 13 Mudden Garst door de overheeden van ‘t Schip Sterrenschans op 334 Mudden in de Saldanhabaaij ontfangen, alhier te min uitgeleeverd, zo is beslooten dezelve, volgens de bij die Memorie gevoegde notitie op de Soldijreekening dier opperhoofden tegens inkoopsprijs met 25 PrC:t verhooging, in maniere als volgt te doen belasten.
De Opperhoofden vant Schip de SterreSchans werden op reekening van Zoldijen ten laste gebragt.
Nederlands geld | Ducatons van 66 Stv:s Nederl: geld | Indiaas geld van 80 Stv:s p:r Ducaton | ||
13 | Mudden garst op 334 Mudden te min uitgeleverd | ƒ38:02 2/3 | 11: 5/9 | ƒ46:04:08 |
Hier op 25 pC:t | p:s verhooging | d:o 11:11:- | ||
te Saamen | ƒ57:15:08 | |||
Komt voor Reekening van den Capityn | ƒ38:10:08 | |||
Komt voor reek: van den Capit:n Lieutenant | ƒ19:05:- | |||
Als boven | ƒ57:15:08:- |
Nederlands geld | Ducatons van 66 Stv:s Nederl: geld | Indiaas geld van 80 Stv:s p:r Ducaton | ||
13 | Mudden garst op 334 Mudden te min uitgeleverd | ƒ38:02 2/3 | 11: 5/9 | ƒ46:04:08 |
Hier op 25 pC:t | p:s verhooging | d:o 11:11:- | ||
te Saamen | ƒ57:15:08 | |||
Komt voor Reekening van den Capityn | ƒ38:10:08 | |||
Komt voor reek: van den Capit:n Lieutenant | ƒ19:05:- | |||
Als boven | ƒ57:15:08:- |
Na dit alles wierd door den Heere Gezachhebber den raade gecommuniceerd, dat zyn Ed: onmogelyk in deeze qualiteit konde blyven bekleeden het præsidie by Regenten over het Hospitaal, om dat zyn Ed: door deszelfs menigvuldige en zwaarwichtige verrichtingen en zorgen, daar toe niet zou kunnen bezigen die zêle, welke het belang der E Comp:e en het wel zijn haarer dienaaren komt te vorderen, en dat dus dat præsidie behoorde over te gaan, tot den Heere Colonel Gordon, met voorstel of den raade met hem niet noodzakelijk oordeelen, dat nog een Lidt des raads tot regent van het Hospitaal voor zo lange wierd aangesteld, den raad zig met dat voorstel geconformeerd hebbende, is den Heere Le Sueur tot meede regent van het hospitaal aangesteld.
Zynde gemelde Heere Le Sueur door de Heere Gezachhebber al verder verzogt, in des zelfs plaats wel een waakend oog te willen houden, over de Slavenlogie, ten eijnde aldaar alles geregeld, betamelijk en na de ordres mogt toegaan, welk toezigt zijn Ed: dan ook geredelijk op zig heeft genoomen.
Voorts is op voorstel van den Heere Gezachhebber beslooten de Sergeant, Corporaal en gemeenen, die de Lyfwagt van de gerepatrieerde Heere Gouverneur hebben uitgemaakt, te doen encorporeeren by het bataillon, van den Heere Colonel Gordon, en aan hen voortaan laaten genieten, de gagie en Emolumenten, aan de overige militairen toegelegt, naar derzelver resp:e qualiteiten.
De koopman en winkelier Egbertus Bergh aan den Heere Gezachhebber verzoek gedaan hebbende, omme te worden ontslaagen uit zyn Commissie als Commissaris van de monstering der Scheepen, ‘t welk hy tot nu toe bij zijn ambt van winkelier heeft waargenomen, zo is eenparig verstaan, dat verzoek in te willigen, en den Commissie van Commissarissen van de Monstering wederom op te dragen aan den Soldij overdrager, Cornelis Cruywagen, die dezelve wederom neevens zyn ambt van Soldij overdrager, zal moeten waarneemen
Den koopman M:r Jacob Pieter de Nijs, by deezen raade ter vergadering van 29:e Junij Jongstleeden aangesteld zynde, tot het waarneemen der functien aan ‘t officie fiscaal verknogt, aan den Heere Gezachhebber verzoek gedaan hebbende, omme uit hoofde zyner menigvuldige bezigheeden, door deezen raade te mogen werden geexcuseerd, om by vervolg de Papieren munten van twaalf en Zes Stuyvers te teekenen, is dit verzoek door den Heere Gezachhebber ter kennisse gebracht van den Raad, welke daar in heeft gecondescendeerd, en vervolgens beslooten dat de Stukken van 12 Stv:s voorthaan zullen worden geteekend, door den onderkoopman Olof Martini bergh en den Boekhouder Arend de Waal, mitsgaders die van 6 Stuyvers door de onderkooplieden Jan Hoetz en Adriaan Vincent Bergh
Vervolgens wierd door den Heere Gezaghebber den raade gecommuniceerd, dat toen Commissarissen, uit den raad van Justitie ten overstaan van den Heer Independent fiscaal hebben gevaceerd, tot het geeven van naamen aan de Gragten, Pleinen, Straaten en steegen van ‘t Kaapse vlek, aan een der aanzienlykste Straaten, voor heen genaamd en ter Politicque Secretarije bekend onder de naam van Bergstraat , te beurt is gevallen de naam van Venus Straat ; dat in die straat, en juist op den hoek van eenen dwarsstraat, is geleegen een Huis der E Comp:e, het welk steeds tot een wooning heeft gediend voor de oudste Leerraar der Hervormde gemeente aan deeze Hoofdplaatse, dat ingevolge van deeze inrichting voorsz:e Huis zints eenige Jaaren is bewoond, door den Eerwaarde prædikant Johannes Petrus Serrurier, die nevens alle fatzoenlyke lieden in deeze straat woonende deszelfs nieuwe benaming geheel vreemd en buijten noodzakelykheid hebben gevonden, door dien zij vermeenden dat die straat de naam van Bergstraat eens gegeeven zynde, zoo als in de grondbrieven van hunne Erven staat bekend, die naam had kunnen en behooren te behouden, dat niemand egter daar van meer onaangenaamheden heeft moeten ondergaan, als gemelde Eerwaarde Prædikant Serrurier, die menigwerf met vrouw en Dochters op zynen stoep wandelende, van de ruuwe gemeene zeevarende die het bordje aan zijn huijs gespijkert, en waaopStaat geschildert Leesden, veele indecente expressien heeft moeten hooren, dat gem:e Leerraar alzoo zyne aanzoeken by den gerepatrieerde Heere Gouverneur Cornelis Jacob van de Graaff dienaangaande, vrugteloos waaren geweest, zig als nu by hem Heere Gezachhebber had vervoegt, met eerbiedige instantie dat door deezen raade ordre mogt worden gesteld, om de straat waarin hij woont deszelfs alouden naam terug te geeven, over welk verzoek gedelibereerd zynde, zo is goedgevonden en verstaan, Commissarissen uit den raad van Justitie te gelasten, omme ten spoedigsten, ten overstaan van den ad interim fiscaal alle de Bordjes in de Bergstraat hangende, waarop Venusstraat geschreeven staat, af te laaten neemen, en aan die straat bij andere bordjes deszelfs aloude naam te rug te geeven, ten eynde, buijten alle andere voor deeze regeering daar uit te verwagtene onaangenaamheeden, ook voor te koomen dat nog gemelde Eerwaarde Prædikant Serrurier, die zig altoos zoo in Leer als in wandel de achting en Liefde der regeering en die den Ingezeetenen van deeze Colonie heeft weeten waardig te maaken, nog de andere fatzoenlyke bewooners van die straat voortaan eenige overlast ofte ergenis zullen ondergaan, waar van zij de schuld op hunne wettige regeering zoude kunnen schuijven.
Vervolgens wierd door den Heere Gezachhebber den Raade gecommuniceerd, dat zyn Ed: van voorneemens was, bij Heeren Meesteren onderdanigst te verzoeken als hoofdgebieder van deeze Colonie te worden aangesteld, ingevalle het Gouvernement mogt openvallen, den Heere Le Sueur gedeClareerd hebbende, uit hoofde van de omstandigheeden zig in de noodzakelykheid te bevinden zyne dienste aan de Hoog gebiedende Heeren Majores te præsenteeren, omme bij openvallen van de posten van Secunde of Independent fiscaal te moogen optreeden, zyn beide Heeren voor deeze Communicatie op het minzaamst bedankt.
Meerwelgem:e Heere Gezaghebber al verder ontwaard hebbende, dat aan den Capit:n van ‘t Depôt van Meuron Kibourg door den gerepatrieerde Heere Gouverneur van de Graaff buijten het maandelijks genot van huijshuur, nog was vergunt eene vrije wooning, gehoorende aan het Hospitaal, zo is op zijn Ed: voordragt beslooten gem:e Kibourg met primo 7ber: uit die wooning te doen delogeeren, en dat gebouw wederom ten dienste van ‘t Hospitaal te gebruijken, zullende dus tot Ultimo Augustus zijn huishuur Stilstaan.
Den Capitain Andries Maankop Commandeerende het Schip de Surcheance , bij requeste verzogt hebbende, te worden voorsien van zodanige Equipagiegoederen, als hij voor zynen onderhebbende Bodem komt nodig te hebben, zo is beslooten dat request te stellen in handen van den Equipagiemeester Cornelisz, ten einde zulk nodig oordeelende de geeischte goederen te laaten verstrekken.
Door evengem:e Equipagiemeester al verder ingediend zynde een rapport, over zyne verrigtingen aan S Comp:e Scheepen, zedert p:mo April tot Ultimo Augustus Jongstleeden, ‘t welk navolgens de ordre naar Batavia zal worden verzonden.
Wijders wierd geleezen een rapport van Gecommitteerde officieren der Arthillerie, over de examinatie van het Buskruit, ‘t welk zig aan boord van ‘t Schip S:t Laurens heeft bevonden, en aan wal is gebragt; uit welk rapport gebleeken zijnde, dat 11 vaatjes a 50 lb van dat kruit geheel bedorven zyn geraakt, zonder hermaald of tot eenig gebruik te kunnen worden geemploijeerd, zo is beslooten den Capitain Kuchler en Lieutenant Schildbach expres te Committeeren, om dat Buskruit direct in Zee te werpen, en van deeze hunne verrichting te doen behoorlijk rapport in geschrifte.
Voorts is ook geleezen een request van den koopman en adinterim fiscaal M:r Jacob Pieter de Nijs, van volgende inhoud.
Aan den WelEdele Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber deezes Gouvernements, beneevens den E Achtb: politicquen Raad
‘WelEdele Achtbaare Heer en E Achtbaare Heeren!’
‘Den ondergeteekende Koopman ten dienste der E Compagnie, en door UWelEdele Achtb: en E Achtb: benoemt, en aangestelt, om het vacante officie fiscaal waar te neemen, maatigt zig bij deezen de gantsch nedrige vrijheid aan, UWelEdele Achtb: en E Achtb: op het onderdanigst aan te bieden, een Eerbiedig Supplicq, geaddresseert aan de Hoog Achtb: Gebiedende Heeren en Meesters, ootmoedig Smeekende, dat het UWelEdele Achtb: en E Achtb: allergunstig behaagen mach, dezelve onder de thans afgezonden wordende S Comp:e papieren, en Addressen te laaten afgaan, en daar bij te voegen Hoogstderzelfs veelvermogende aanprijzing, en welke te bewyzen gunst hij trachten zal te meriteeren.’
’/ onderstond :/’
‘Quo facto &c:a / was geteek / J: P: Deneijs. en beslooten het daarbij gevoegd Supplicq aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren gericht aan hoogstdezelve toe te zenden, onder eerbiedige referte van’t geen wij de vrijheid hebben genoomen, by onze onderdanige letteren van den 5:e deezer omtrend gemelde Deneijs aan de Illustre vergadering van Zeeventienen voort te draagen.’
Nog is door eenige officieren van’t Nationaale Bataillon, ter vergadering gepræsenteerd een Request ‘t welk was luidende
Aan den WelEdele Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghhebber des Gouvernements vanCabo de Goede Hoop en den Ressorte vandien &:a &:a &:a beneevens den E Achtb: Raad van Politie
‘WelEdele Achtb: Heer Gezachhebber en E Agtbaare Heeren!’
‘Met de verschuldige Eerbied en hoogachting neemen de ondergeteekende Capitain en Capitain Lieutenants van het alhier Guarnisoen houdend Nationaal Battaillon, Uwer WelEdelen Achtbaarens onderdaanige en gehoorsaame dienaaren, de vrijheid, zig tot Uwe WelEdele Achtb: te keeren, met needrig verzoek, dat ‘t Uwe WelEdele Achtb: moge gelieven te behagen, dit nevensgaande onderdanigst Request aan Haar WelEdele Groot Achtbaare de Heeren Zeventhienen onze Heeren en Meesteren gerigt, En waaraan wij ons bij deeze volkoomen gedragen, met een gunstig oog in te zien, En de daarin onze voortgebragte beswaaren met Uwer WelEdele Achtbaaren veel vermogend voorschrijvens, aan voorm:e onze HoogeGebiedende Heeren en Meesteren, gelieven te verEeren, ‘t geen wij altoos als getrouwe dienaaren der E Comp:e met een dankbaar Hert als een Blijk Uwer WelEdele Achtb: gunst ‘t onswaards zullen erkennen, en ons in Uwe WelEdele Agtb: gunstige Protectie te hebben gerecommandeert, zijn en blijven wij, Uwe WelEdele Agtbaarens in Godes bescherminge aanbeveelende, met de diepste Eerbied en Hoogachting.’
’/ onderstond /’
‘WelEdele Achtb: Heer Gezaghebber en E Agtbaare Heeren /: lager / Uwer Wel Edele Agtbaarens onderdanige en trouwschuldige dienaaren / was geteek: / J: A: Bleumer, Capiteyn, J: A: C: Schultz Capt:n Lieut:t, J: W: Lutgens Capt:n Lieut: Johan David Warneck J: F: Wilsenach; J: Blesser.’
Zullende het daar bij vermeld verzoekschrift aan de ilustre vergadering van zeventienen opgedragen, aan hoogstdezelven worden toegezonden, onder eerbiedige kennisgeeving dat den Heere Colonel Gordon als chef van s Comp:e Militie daaraan zijne sanctie heeft gegeeven, en zig volkomen overtuigt houd, van de billijkheid van dat verzoekschrift, en dat deeze raade gehouden is te louëeren de Conduites door de requestranten zo in als voor den jongsten oorlog, waar bij zy veele blyken van hunnen iever voor den dienst aan den dag hebben gelegt.
Laatstelyk is besloten de Penningen door den Koopman titulair Constant van Nult Onkruit in s Comp:e Cassa geteld, voor S’ Heeren Gerechtigheid der kooppenningen van Vijf Huijzen en Erven, door den van hier vertrokkene independent fiscaal de Heer Johan Nicolaas Steeven van Lijnden, aan hem verkogt, en waar van ‘t Transport door den raade van Justitie is verklaard van Nul en geener waarde, wederom op schriftelijke ordonnantie aan hem te doen restitueeren.
Aldus geresolveerd ende g’arresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn.
C. 194, pp. 297-303.¶
Zaturdag den {17910709} 9:e Julij 1791
S’ avonds, extraordinaire vergadering, alle præsent, dempto den Heere de Wet
Wierd door den Heer Gezaghebber den Rade gecommuniceerd, dat zyn Ed: deeze extraordinaire vergadering hadt laaten convoceeren, omme te resumeeren de brieven die door het Ceilons Gouvernement sub dato 12:e November en 19: December jongstleeden aandeezen raade gericht, en op den 8: Januarij en 19 Februarij deezes jaars sucessivelyk alhier zijn ontfangen, alzoo dezelve brieven per het ter vertrek gereed leggende Schip Christophorus Colombus behooren te worden beantwoord, zullende dus met betrekking tot de eerste dier Missives, waar by den Heere Gouverneur en Raad te Colombo verzoeken dat de penningen die onder de gemagtigdens van den geweezenen Equipagiemeester te Gale , Abo, alhier nog mogten berusten, in s Comp:e Cassa te laaten tellen, en het Gouvernement Ceilon ten goede te brengen, beslooten, te rescribeeren, dat, deezen raade, zich tot nu toe in de onmogelykheid heeft bevonden, aan dat verzoek te voldoen, door dien voorsz:e Missive tot nu toe ongeresumeerd is gebleeven; doch dat behoorlyk zorg zal worden gedragen, dat daaraan direct werde voldaan, zullende dus de gemachtigdens van gemelde Abo by Extract deezes worden gelast, omme alle de gelden, die zij van meermelde Abo mog onder hunne berusting hebben, over te brengen in de Cas der E Comp:e, ten einde het Gouvernement Ceilon ten goede te worden gebragt.
Voorts is beslooten de lijst die het Ceilons Gouvernement by gemelde Missive heeft gevoegd, nopens de betaling der Emolumenten aan de Capitain Lieutenants, Luytenants en Chirurgijns van het Regiment de Meuron, ter hand te stellen aan den soldyboekhouder Clemens Matthiesen, om zich in het vervaardigen der ordonnantien van de Emolumenten voor de officieren, bij ‘t depot van dat Corps alhier bescheiden, daar na te reguleeren.
Ook zal men gemelde Ceilonse Regeering berichten, dat nadien voorsz:e hunne Missive niet eerder als heeden ter deezer tafel is gebracht, wij ook niet hebben kunnen voldoen aan de petitie van 40 Leggers ordinaire Kaapse wijn, boven de quantiteit bij de schriftelijke Eisch bepaald; schoon de voorraad zulks wel zou hebben toegelaaten, en dat ook de gezeegende Graanoogst van dit Jaar aandeezen uithoek en de aanzienlyke quantiteit Tarwe, welke men in S Comp:e Maguazijn heeft opgelegt, noodzakelijk zoude hebben gemaakt, om de geeischte Tarwe naar Ceilon te verzenden, doch dat men zich in de onmogelijkheid bevind daar aan te voldoen, door dien het Schip Christophorus Columbus ‘t welk door het droevig verongelukken van het schip de Negotie voor zo verre deezen raade is bewust, het eenigste zal zijn, dat deezen jaare naar Ceilon zal steevenen, in Baayfals is gearriveerd, en men geen Schip alhier aanweezend heeft, om graanen derwaarts te vervoeren, en dat ook het Schip Christophorus Columbus , zodanig is vollaaden, dat ‘t zelve geene noemswaardige quantiteit zou kunnen inneemen.
En zal nog aan den Heere Gouverneur en raad te Colombo worden aangeschreeven, dat den Heere Gouverneur Cornelis Jacob van de Graaff van hier vertrokken zijnde, zonder overgaave te doen van eenige plans der vestingwerken die zich ten Eilande Ceilon bevinden, deezen raade overzulks in de onmogelijkheid is, om de plans door gemelde Regeering aan den gerepatrieerden Heere Gouverneur gezonden, volgens hun Ed: verzoek aan de Illustre vergadering van Zeventhienen over te zenden.
Het Schip de Phenecier onder andere behoeftens benodigt zynde twee p:s yzer trossen, dewelke in ‘t Equipagiepakhuijs niet aan handen zyn, zoo is beslooten den Equipagiemeester te qualificeeren, om dezelve in te koopen, tot de minste mogelijke prijzen.
Laastelijk is beslooten, by gebrek aan koper in de Magazynen der E: Comp:e de Heer Christoffel Brand Resident in de Baayfals te qualificeeren, tot den inkoop van zoo veel plaaten Kooper, tot de uitterste prijzen als benodigt zullen weezen, tot reparatie van het roer van het Schip de Surcheance .
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:e:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn.
C. 194, pp. 304-332.¶
Woensdag den {17910713} 13:e Julij 1791.
‘S voordemiddags alle præsent.
Na dat geresumeerd waaren de Resolutien op den 8 deezer genoomen, wierd door den Heere Gezachhebber ter vergadering geproduceerd een berigt of opgaave bij zyn Ed: ontfangen van den Capitain der Arthillerie George Coenraad Kuchler wegens de materiaalen die behooren zouden aangewend te worden, tot reparatie van de vleugel aan de N: W: zijde aan ‘t nieuw Hospitaal ten eijnde het zelve tot een verband huijs of wezendlijk Hospitaal, te kunnen gebruiken, welk bericht was luidende.
Aanden WelEdelen Gestr: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber Van Cabo de Goede Hoop en den ressorte vandien &c:a beneevens den E Achtb: politicquen raad deezes Gouvernements.
‘WelEdele Gestrengen Heer en Edel Achtbaare Heeren!’
‘De ondergeteekende van UWelEd: Gestr: gelast zynde, om den vleugel aan de N: W: zijde van ‘t Hospitaal in ordre te willen laaten brengen, ten eynde denzelven tot een verbandhuijs of weezentlijk Hospitaal konne gebruikt worden, geeft met Schuldigsten Eerbied te kennen, dat, om zulks werkstellig te maaken, de volgende reparatiën aan dat gebouw dienen gedaan te worden en dat daartoe, die hier navolgende /: bij ieder soort van reparatien gespecificeerde :/ materiaale nodig zyn, als.’
‘Tot 21 p:s nieuwe Glasraamen’
‘63 p:s Jatij duijgen’
‘Tot 21 p:s Nieuwe Rotting Raamen’
‘32 d:o Jatij duijgen’
‘Tot 2 p:s nieuwe en tot reparatie van de houte vensters’
‘4 d:o Jatij Moolen planken van 1 duijm’
‘Tot reparatie van de deuren’
‘1 p:s Jatij Moleplank van 3 duijm’
‘2 d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o’
‘1 d:o d:o d:o d:o 1 d:o’
‘Tot reparatie der Cousynen’
‘2 d:o Jatij Moleplanken van 2 d:m’
‘6 d:o d:o duygen’
‘Tot een nieuwe vloer in de onderste saal als zijnde de oude heel en ‘t al ontramponeert’
‘4000 p: s Estrikken van 16 d:m ofte’
‘7000 d:o voets vloersteenen ofte’
‘34000 d:o grauwe Moppen’
‘Tot reparatie der vloer in de bovenste saal als zynde ook grootendeels defect.’
‘3000 p:s voets vloersteenen’
‘NB: Eylandssteene ofte Baayfals Steene zoude hier toe het duurzaamst zyn, zo dezelve te bekomen waare.’
‘Tot het in kalk Metzelen van voornoemde vloeren, het voorzien der plat, het pleisteren en het witten van binnen en buijten zal omtrent vereyscht worden.’
‘1000 half aame Kalk.’
‘Tot reparatien onder de vloeren zullen omtrent.’
‘15 Vragte Bakkesteenen nodig zyn, de nodige zand kan door de Slaven aangebragt worden.’
‘Tot het Schilderen van de deuren, vensters glaze raamen, Cousijns, watergooten en verder houtwerk zal nodig zijn.’
‘2 Halve aamen Lynolie’
‘10 lb Roode Meuni, om de olie te kooken’
‘200 d:o geel ocker’
‘100 d:o Loodwit voor de Glasraamen.’
‘1 Ton Swartsel om olyf Couleur te maken’
‘50 lb Krijt voor Stopverf.’
‘10 p:s verf quasten.’
‘Hoe veel ruijten er nodig zijn en hoe veel krijt tot Stopverf voor het inzetten derzelven vereyscht word, gelijk ook hoe veel hengsels en ander Sluytwerk er nodig is, kan den ondergeteekende nog niet bepaalen om reeden dat zig geduurende het repareeren, wel nog het een of ander defect ontdekt en ook wel nog eenige ruijten breeken.’
‘hebbende hier mede de Eer met de volkomenste Hoogachting te zijn.’
’/ Onderstond /’
‘Wel Edele Gestrengen Heer en edel Achtbaare Heeren / lager / UWelEd: Gestr: en Ed: Achtb: zeer gehoorsaame en onderdanige dienaar / was geteekend / G: C: Kuchler / in margine / gezien / en get: / P: H: Gilquin’
Na welkers lectuure beslooten is dat bericht en opgaave te stellen in handen van den Heere Gilquin, ten eijnde te onderzoeken en aan deezen Raade op te geeven, hoedanig de reparatien aan voorsz:e gebouw op de facielste en voor de E Comp:e minst kostbaarste wijze zoude kunnen worden aanbesteed, ten eynde daarover als dan nader en finaal te worden gedisponeerd.
Hierna wierd door den Heere Gezachhebber in raade overgelegt, eene nominatie door den Raad van Justitie geformeerd omme daar uit ter plaatsvulling van den Burgerraad Hendrik Justinus de Wet ter vergadering van den 4:e deezer van deszelfs Sessie in den raade van Justitie ontslaagen, wederom een ander Lid geeligeerd te worden.
Ingevolge van deeze nominatie is tot Lid van Justitie als Burgerraad aangesteld, Hendrik Pieter Warnecke, die dus ook als zodanig zal moeten fungeeren by het Collegie van Commissarissen uit den raad van Justitie
dan alzoo gemelde Warnecke uit hoofde van deeze aanstelling niet langer kan behouden desselfs Sessie als vice præsident by het Collegie van Commissarissen van civile en huwelijkse zaaken, zo is al verder beslooten, hem daar van te ontslaan; en daartoe wederom aangesteld Jan Meindert Cruijwagen, Gerhardus Hendriksz:, welke als zodanig zal moeten fungeeren, de tijd die gemelde Warnecke in dat Collegie zou hebben moeten dienen.
De Raad van Justitie by voorsz:e nominatie neevens gemelde warnecke nog genomineerd hebbende, Hendrik Oostwald Laubscher Ritmeester van een Compagnie Burgerdragonders te Stellenbosch , zo is bij deezen raade in overweeging genoomen, dat uit het aanstellen tot Burgerraaden van Persoonen uit de buiten districten, veelal vertraging in de prompte behandeling van de zaaken der Justitie zou kunnen worden te weege gebracht, behalven dat ook onder ‘t Kaapse district niet gehoord, en derhalven beslooten den Raade van Justitie aan te schrijven, omme voorthaan geene andere Persoonen tot die functie te nomineeren, als dezulke waar van de burgerlijke attestatien aan deeze Hoofdplaatsen gehooren.
Voorts wierd door den Heere van Reede van Oudtshoorn den raade gepræsenteerd, een rekening tusschen zijn Ed:, en den gerepatrieerden Heere Gouverneur van de Graaff geloopen hebbende, bij Saldo van welke den Heere Gouverneur is Competeerende Rd:s 923:9:- mitsgaders nog eene rekening, bij Slot van welke zyn Ed: aan den van hier vertrokkenen Independent fiscaal de Heer van Lynden hadt behooren uit te keeren Rd:s 26:30:- met verzoek door deeze raade te worden gelast, aan wien zyn Ed: die Penningen zou hebben ter hand te stellen; over welk verzoek gedelibereerd zijnde, heeft deezen raade zig onbevoegt geacht, hierop eenige dispositie te neemen, en derhalven gemelde Heere van Reede van oudtshoorn gerenvoieêrd aan den adinterim Fiscaal, omme daarvan aan hem communicatie te doen, ten einde te strekken tot zijn naricht, en is gemelde Heere van Reede van Oudtshoorn gelast de beide voorsz:e Saldos onder zijn Ed: berusting te houden, tot dat behoorlijk zullen worden gereclameerd.
Vervolgens wierd door de Commissie, benoemd tot het herlaaden van het Schip S:t Laurens over deeze hunne verrigting ingediend het volgend Schriftelijk Rapport.
Aan den WelEdele Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber van Cabo deGoede Hoop en den Ressorte vandien &: &: &: beneevens den E Achtb: Politiquen Raad
‘WelEdele Achtb: Heer en E: E: Achtb: Heeren!’
‘D’ ondergeteekendens Expresse gecommitteerdens, tot de lading van het Schip S:t Laurens , uit Extract Resolutie van den 10:e Junij Jongstl: gezien hebbende, dat het UWWelEdele Achtb: zeer g’ Eerde Intentie was, dat de uit dien Bodem geloste goederen, na dat alhier aan Land vooraf behoorlijk waaren bezorgt, weederom in het Schip moeste werden herlaaden, gelyk zyl: ook door den WelEd: Achtb: Heer Gezachhebber, daartoe mondelings zyn g’authoriseerd geworden; zo hebben zij d’Eer UW WelEd: Achtb: bij deeze Rapport te doen, dat zyl: in obedientie van dien, alles het geene op de ter zijden g’annexeerde Factuur Staat gespecificeert, wel bezorgt ingescheept, en met het werk op heeden een einde gemaakt hebben.’
‘Gemerkt het niet raadsaam zoude geweest zyn, dat de droog geblevene Specerijen gestort wierden het welk niet alleen veel tydverlies, maar zeeker ook Spillagie zoude hebben veroorzaakt, zo hebben zij de Baalen ongeopend gelaaten, en Bruto gewoogen, op het Factuur gesteld: dog zyn zij in den onvermijdelijke noodzakelykheid geweest de Nooten van andere en betere Emballagie te voorzien vermits de Baalen so slegts geconditioneert waaren, dat het te verwagten stond, dat er niets van zoude zijn te regt gekoomen, de oude Baalen zyn met de nieuwe en de Nooten Bruto te zaamen gewoogen.’
‘De Nat gewordene Specerijen Cubebe, witte Peper &c:a zyn behoorlyk gedroogt de Nagulen in nieuwe baalen gedaan en met een ander merk /: Cabo VOC :/’
‘Gemerkt Bruto gewoogen.’
‘De Coffij Baalen, zyn alle gerepareert, de defecte opgevuld, en tot 250 lb Netto yder gebragt:’
‘De Coffijboonen, die in de aangestookene baalen goed zyn bevonden, zijn van de nat gewordene afgezondert, in andere Baalen gedaan, en met een ander merk’
’/: Cabo VOC :/ gemerkt.’
‘Een aanzienlyke hoop Coffyboonen, zyn maar Zeer weynig beschadigt, dog vermits meer of min vogtig en aangestoken zijn, heeft den Capitain het volstrekt onraadzaam g’oordeelt, die in het schip te ontfangen, vermits gewis aan het Broeijen zoude raaken, en eyndelijk ten eenemaale bedorven.’
‘Weshalven de ondergeteekendens de vrijheid neemen UWWelEd: Achtb: te proponeeren dezelve te doen verkoopen, als zynde het beste voor de belangens der Maatschappij, in welk geval nog een goede prijs zoude behaalen: het welk meede diende plaats te vinden, omtrent de Coffijboonen, die met Peper en vuiligheeden vermengt zijn, dog niet met de verrotte, die ter voorkooming van ziektens diende begraven te werden.’
‘Omtrent de bedorvene Specerijen, die met bedorvene peeper, bedorvene Coffijboonen, vuiligheeden en wes meer door elkanderen gemengt na de wal zyn gezonden, verzoeken zy onderget:e dat Uw WelEdele Achtb: een resolutie gelieven te neemen hoe daar meede te handelen? vermits onder den hoop, hoewel meestal verrot en stinkende geworden; enkelde Noten en nagulen worden gevonden die men tot het een of ander zoude kunnen gebruiken: het sorteeren van die wynige bruikbaare, oordeelen de ondergeteekendens, zo niet Circa onmogelyk, ten minsten zeer moeijelyk en een eindeloose arbeid.’
‘Na dat de vogtig uit het schip ontfangene Peeper waaren ingedroogt, heeft men bij den inscheep bevonden te verblijven 327759 lb Netto, waar van 1500 lb op eene geteek: ordonnantie van den WelEdele Gestr: Heere Gouverneur Cornelis Jacob van de Graaff, de dato 13 Mey JL: voor dit Gouvernement zyn afgegeeven.’
‘De bedorvene goederen bestaan in het volgende.’
‘Alle de Canassers met zuijker’
‘259 1/2 Baalen Coffijboonen.’
‘NB zo als hierboven reeds gezegt het grootste gedeelte wynig beschadigt’
‘Een quantiteit Peeper’
‘waarvan een weinig nog goed gebleeven, dog onder de bedorvene Coffijboonen geraakt.’
‘Een Baal witte Peper’
‘Waarvan een weynig nog bruikbaar.’
‘Een Baal Catoen, zynde gemerkt geweest C, Cattoene gaaren L: B: 1 S: N: 191 W:t Bruto 133 lb’
‘diende te werden verkogt’
‘Vijf zakken Nooten’
‘Vier zakken Nagulen’
‘De Reeden van het bederf der Specerijen, UW WelEdele Achtb: des gelievende kunnen beoogen, uit de hier annex gevoegde Copia verklaring, door den Capit:n Lieut:t van dikwils gemelde bodem S:t Laurens , ter requisitie der onderge:s gegeeven.’
‘Voor de Rest zyn alle de weeder ingescheepte goederen, goed, en welgeconditioneerd’
‘D’ onderget:e hier meede gedenkende aan hunne Pligt, als getrouwe dienaaren der Ed: Compagnie te hebben voldaan, durven Uw WelEd:e Achtb: onder Eede betuijgen, dat zy zo wel bij het lossen als herladen alle vigilantie en præcauties hebben in het werk gesteld, die maar eenigzints, van hun hebben gedependeert, en practicabel waaren, en niets verzuymt om voor te komen dat van S Comp:s effecten iets wierd ontvreemd; en daar zij verhoopen met dit hun gehouden gedrag aan de verwagting van Uw WelEd: Gestr: te hebben beantwoord, zo laaten zy deezen dienen als raqpport, en onderteekenen met verschuldigt respect.’
’/: Onderstond :/’
‘WelEdele Achtb: Heer E: E: Achtb: Heeren / lager / Uwer WelEdele’
‘Achtbaarens onderdanige en gehoorzaame Dienaar / was geteek: / J: F: Kirste, J: Hoets H: O: Eksteen D: Kuuhl. / in margine / Mij bekent / en getek: / J:n Bakker’
Uit welk rapport gebleeken zijnde dat van de lading van die Bodem waaren bedorven geraakt.
Alle de Canassers met zuijker
259 1/2 Baal Coffyboonen, dewelke egter voor het grootste gedeelte weijnig zyn
beschadigt.
Een quantiteit zwarte Peper.
Een Baal Witte Peeper
Een Baal Catoene Gaaren
Vijf Zakken Nooten, en
Vier Zakken Nagulen.
Zo is na rijpe deliberatie wat omtrent deeze bedorvene goederen best over eenkomstig S Comp:e belangen behoorden te worden gedaan, eenparig beslooten, omme de Canassers met zuyker en de Baal Catoene gaaren publicq te laaten verkoopen, en omtrent de overige Articuls de onderkooplieden Jan Fredrik Kirsten en Jan Hoetz, mitsgaders, de ordinaire gecommitteerdens Hendrik Oostwald Eksteen, en David Kuuhl expres te committeeren, omme met de meeste spoed, de bij hun bericht opgegeevene Coffyboonen behoorlijk te droogen, en voor zo veel maar eenigzints doenlijk zal zijn de Specerijen te sorteeren, en het geen daar van nog mogt bevonden worden goed te zijn, afte zonderen, en de quantiteiten daar van op te geeven, bij het schrijftelijk rapport, over deeze hunne verrigtingen, ‘t welk ten spoedigsten zal worden te gemoed gezien, ten einde deezen raade daar door in staat worde gesteld, over het een en ander nader en finaal te kunnen disponeeren Door Peter Smith Capit:n van het Keijzerlyk Schip the Edward , op deeze Kust aan den mond van de Zoetendaals valleij gestrand, bij requeste verzoek gedaan zijnde, omme per het aanweezend Schip S:t Laurens van hier naar Nederland te vertrekken, met en beneevens een vrouw genaamt Marij Mascrop, die zig meede op die bodem heeft bevonden, en twee domesticque in naame Taanij en Daniel Long, zo is beslooten in dat verzoek te Condescendeeren, en teffens hem te laaten volstaan met de betaaling van het ordinair Transport en Kostgeld, uit hoofde van de ongelukkige omstandigheeden waarin die Strandelingen, zig koomen te bevinden.
Door den Soldyboekhouder Clemens Matthiessen junior, aan den Heere Gezachhebber overgegeeven zijnde, een opgaave van zodanige Ambagtslieden als zedert 10 Julij 1781 in kostgeld zyn verhoogt, is deeze opgaave door zijn Ed: ter tafel geproduceert, en in overweeging genoomen dat daar de reedenen, die tot deeze verhooging van kostgelden aanleiding hebben gegeeven, waaren gecesseert, deeze vermeerdering van uitgaave ten lasten der Ed: Comp:e ook werkelyk diende op te houden; weshalven beslooten is den gem:e Soldijboekhouder te gelasten, omme de Kostgelden van de Ambachtslieden, wederom te doen betaalen, op zodanige voet als bij de reglementen is bepaald.
Voorts is aan den Koopman M:r Jacob Pieter deneijs, toegelegd het kostgeld tot deeze qualiteit staande, zedert den 29:e Junij Jongstl: dat hij de functien van het officie Fiscaal ad interim waarneemt, en aan den onderkoopman Adriaan vincent Bergh het kostgeld hem Competeerende, zedert hij door deezen raade op den 8:e deezer is gequalificeerd, tot het teekenen van Papieren geld.
Door de Heeren Gordon en van reede van Oudtshoorn den raade kennis gegeeven zijnde, dat hun Ed: ingevolge Qualificatie bij resolutie deezer Tafel op den 8:e deezer aan hun Ed: verleend, van de nog resteerende slaaven der Ed: Comp:e twintig hadden uitgekoozen, de geenen die tot het kappen en dragen van Hout bekwaam waaren geoordeelt, met verzoek dat aan ‘t publicq kennis mogt worden gegeeven, dat de ontbrekende Veertig door hun Ed:e zouden worden ingehuurd, in welk verzoek bewilligt zijnde, zal daar omtrent de nodige bekendmaaking worden gedaan.
Bij Resolutie deezer vergadering van den 10:e Junij jongstl: aan den Heere de Wet en den Secretaris van deezen Raade M:r Cornelis van Aarssen gedemandeert geworden zijnde, omme het poinct der belastingen van Deekens &c:a by eene als toen door den Heere Gouverneur van de Graaff ingediend protest, en daar bij gevoeg de Memorie opgegeevene, met alle exactitude na te gaan, en te onderzoeken, en daar van aan deezen raade bericht te doen, is door den Heere de Wet gedeclareert, dat zijn Ed: uit hoofde van de menigvuldige pressante bezigheeden, aan het præsidie van den Raade van Justitie verknocht, en den Secretaris van Aerssen door aanhoudende indispositie verhindert worden, aan deeze Commissie te kunnen obtempereeren, met verzoek dat dit onderzoek aan anderen mogt worden opgedragen.
Weshalven beslooten is den Soldijboekhouder Clemens Matthiessen junior en den Negotie overdrager Casparus van Eerten, tot dat, onderzoek te committeeren, zoo en inzelver voegen als gemelde Heere de Wet, en den Secretaris van Aerssen, daartoe bij voorm:e Resolutie zyn gecommitteerd geworden.
De tijd dat ‘s Lands gemeene middelen en inkomsten van dit Gouvernement moeten worden verpagt ophanden zynde, zo is beslooten aan het publicq notificatie te laaten doen; dat deeze verpachting naar gewoonte op den 31:e Augustus zal geschieden.
Bij deezen raade in overweeging genoomen zynde, dat niettegenstaande alle de gepaste middelen die men vermeend heeft te moeten aanwenden, om de prijs van ‘t versch vleesch te doen daalen, en dat tot dat oogmerk wel expresselyk is geemaneerd het placcaat ter deezen tafel op den 22:e December 1789 g’arresteerd, de prijs van dat onontbeerlijk voedzel nog blijft Continueeren, op twee stuijvers ‘t Pond waar door de Smalle gemeente niet weynig word gedrukt, en teffens overwogen zijnde, de verpligting deezen regeering, om niets onbezogt te laaten wat strekken kon om de prijs van ‘t vleesch wederom te brengen, tot den behoorlijke en min drukkende Prys, dan ten eijnde in dat oogmerk des te beter te slaagen is goed gevonden en derhalven beslooten Commissarissen uit den Raade van Justitie ter hand te Stellen voorm:e Placcaat, en aan hen te demandeeren ten spoedigsten te onderzoeken en aan deezen raade op te geeven, zo welke veranderingen in voornoemde Placcaat behooren te geschieden, als welke maatregulen zij andersints vermeenen dat zouden behooren genoomen te worden, om dat heilsaam oogmerk te bereijken.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn.
C. 194, pp. 333-338.¶
Donderdag den {17910714} 14:e Julij 1791
Bij omvraage, alle præsent, dempto den Heere Gordon.
Den Capitain Johannes Bakker voerende ‘t Retoer Schip S:t Laurens bij request verzoek gedaan hebbende, omme ten behoeve van deezen Bodem te mogen hebben verstrekt.
Een Half p: wand van 5 d:m, en
Vier P: gesorteerde ijzertrossen.
welke touwerken zich niet in de magazijnen der E Comp:e koomen te bevinden, en nadien door de Equipagiemeester Cornelis Cornelisz, is gedeclareerd, dat deeze verstrekking noodzakelijk, moest geschieden, en in de Pakhuijzen niets aan handen was, om in dies plaats aan gemelde Bodem te worden verstrekt, zo is beslooten den Equipagiemeester tot dies inkoop op de voordeeligste wijze te qualificeeren.
Wierd door den Capitain Lieutenant Jan Breugeman gediend, van het onderstaande Request:
Aan den WelEdele Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber deezes Gouvernements beneevens den E Achtb: Raad van Politie.
‘WelEdele Achtb: Heer en E E Achtb: Heeren’
‘Geeft met gepasten Eerbied te kennen UWelEd: Achtb: en E Achtb: gehoorzaame Dienaar Jan Breugeman Capitain Lieutenant en geweezene Gezachhebber van ‘t Brik Scheepje de Helena Louiza ‘
‘Dat den Suppl:t op den 3:e Februarij des voorl: Jaars, met S’ Comp:e Schip de Castor van Batavia, onder afgeschr: gagie doch met behoud van deszelfs præmie en Emolumenten, in voorsz:e qualiteit van Capitain Lieutenant alhier g’arriveerd zijnde, noch in dat zelve Jaar door de protexie van UWelEdele Achtb: en E Achtb: tot voormelde qualiteit van Gezachhebber op de Brik de Helena Louisa is bevorderd geworden.’
‘dat den Suppl:t zeedert dien tijd, tot op Ultimo December des voorl: Jaars altoos zijne gagie en emolumenten heeft getrokken. - als wanneer het den Independent Fiscaal deezes Gouvernements Johan Nicolaas Steven van Lijnden heeft behaagd, beslag op dezelve te leggen, als teegens den Suppl:t te hebben g’entameert eene Crimineele procedure, en den Suppl:t van die tijd af tot nu toe geene gagie noch Emolumenten heeft genoten - dan daar nu deeze procedure blijkens dispositief van den E Achtb: raad van Justitie alhier, die den Suppl:t eerbiedig de vrijheid gebruik UWelEdele Achtb: en E Achtb: aan te bieden / ten voordeele van den Suppl:t is getermineerd - zo keerd den Suppl:t zich reverentelijk tot UWWelEdele Achtb: en E Achtb: humbel solliciteerende, dat het van hoogst derzelver welbehagen mogen zijn, aan hem permissie te verleenen met thands ter rheede leggend S Comp:e Schip S:t Lourens te moogen repatrieeren - met behoud van zijne, hem op Batavia toegestaane premie en Emolumenten, en dat aan hem insgelijks mag werden betaald, uit S Comp:e winkel alhier, de gagien die hij sedert Ult:o December des voorl: Jaars tot nu toe niet heeft genooten.’
’/ Onderstond /’
‘’T welk doende &:a / was geteek: / Jan Breugeman.’
Waar op beslooten is, den Suppliant te permitteeren, met ‘t ter rheede Leggende RetourSchip S:t Laurens te mogen repatrieeren, zonder genot van eenige gagie of præmie, en dit request over te zenden aan onze Hoog gebiedende Heeren Meesteren, ten eijnde Hun WelEd: Hoog Achtb: daarop zodanig zullen kunnen disponeeren, als bevinden zullen te behooren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorschreeve
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] R: J: Gordon
[Signed:] J: J: le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn.