C200 v1.20
C. 200, pp. 2-32.¶
Dingsdag, den {17920103} 3 Jan: 1792.
‘S voormiddags alle Præsent, dempto den Heere Van Reede van Oudtshoorn.
Na dat gereSumeerd en g’arresteerd was de Resolutie onder den 28 December des Eevenafgeweekenen Jaars bij den Raade genoomen, en vervolgens waaren geopend en geleezen de ministrieele brieven en Papieren met het voor-Zeilend retour Schip D’ Eenparigheid op den 1:ste deezer van Batavia alhier aangebracht, wierd heeden een aanvang der deliberatiën gemaakt met de Lecture van het hier onder g’insereerd Request door de Gemachtigdens van den gerepatrieerden Heere Gouverneur van de Graaf aan deeze Regeeringe gepræsenteerd.
Aan den WelEdelen Achtb: Heere Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber deezes Gouvernements; beneevens den Ed: Achtb: Raade van Politie.
‘WelEdele Achtbaare Heer, en E: E: Achtb: Heeren!’
‘Geeven UWel Edele Achtb: en E: E: Achtb: met Schuldigen Eerbied te kennen Sebastiaan Willem van de Graaf, Willem Stephanus van Rijneveld, en M:r Johan:s Andreas Trüter, in qualiteit als Generaale Gemachtigdens van den Wel Ed: Gestr: Heere Gouverneur Cornelis Jacob van de Graaf.’
‘Hoe zig Suppl:ten uit zeekere Extract Resolutie deezes Edelen Achtb: Raads van den 10 Junij ll:, hebben ontwaard, dat welgem: Heer Gouverneur, des tijds in gereedheid, om ter punctueele Paritie aan de gevenereerde ordres der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren de reize na ‘t Vaderland te onderneemen van UWelEd: Achtb:s heeft verzogt te willen decideeren hodanigde emolumenten die zijn Ed: Gestr:, wettig als Gouverneur, door Hoogstderzelve Heeren Meesteren zijn toegelegt, na desselvs vertrek aan de Supplianten in hunne qualiteit volgens de ordre en gebruik zoude worden betaald: onder offerte van behoorlijke cautie, omme wanneer deeze aan den Gouverneurs competeerende betaalingen mogten worden gedisapprobeerd, het geene voor zijn Wel Edele Gestr: alhier zal worden ontfangen, weederom behoorlijk in’s E: Comp:s Cassa te doen brengen.’
‘Dat UWelEdele Achtb:s, gelijk al meede uit de gem: Extract resolutie aan de Suppl:ten is gebleeken, in het voorsz: verzoek, zoo en in diervoegen als ‘t zelve door wel gem: Heer Gouverneur is gedaan, hebben gecondesscendeert, en dus beslooten, de Emolumenten aan den Gouverneur competeerende, aan de Suppl:ten in hunne qualiteit, mits præsteerende de geoffereerde Cautie, te doen betaalen.’
‘Dat op grond deezer geEerde resolutie de eerste Suppl:t de vrijheid heeft gebruikt, tot het vervaardigen der volgens ordre en gebruik nodige ordonnantiën zig aan den WelEdelen Achtb: Heere Gezachhebber te addresseeren, ten einde in Staat te geraaken om ingevolge den Last aan de Supplianten door hunnen Heer Principaal nagelaten, de betaling der voorsz: emolumenten te kunnen ontfangen, om dezelve voorts ten dienste van zijn Wel Edelen Gestr: zodanig te Emploijeeren als zij ingevolge de aan hun gegeeven ordres zoude oordeelen te behooren.’
‘Dan dat de Wel Ed: Achtb: Heer Gezachhebber heeft gedifficulteerd om zonder concurrentie van UWel E: E: Achtb:s tot het vervaardigen der ordonnantiën de nodige permissie te verleenen: Laatende niet te min aan de Suppl:ten de vrijheid omme zich diesweegens bij deezen Edelen Achtb:n Raade te addresseeren, en van denzelven daar toe behoorlijke qualificatie te verzoeken.’
‘Dat ondertusschen de Suppl:ten, niet alleen uit hoofde van den Last hun nagelaaten, zig verpligt agten, voor den ontfangst der voorsz: emolumenten op eene betamelijke wijze te zorgen; maar ook uit kragte van bovengenoemde UWel Ed: Achtb:s geeerde Resolutie van den 10 Junij J: L:, onder Eerbiedige correctie daar toe vermeenen geregtigd te zijn: vooral daar zij bereid zijn, de bij dezelve resolutie geoffereerde en geaccepteerde Kautie op de Secuurste wijze te præsteeren.’
‘Dat ook door den Negotie overdrager, de E: Casparus van eerten, aan den Supplianten is ingehandigt geworden, eene ordonnantie op den Ed: Achtb: Heere Cassier, ter uitbetaling eener Somma van 111 1/8 Rijxd:, zijnde ‘t geen volgens Extract Patriase Missive de dato 20 October 1790; aan gem: Heere Gouverneur, alhier douceur voor ‘t gemis der vissers en Wildschuts is toegelegd, bereekend tot Ultimo Junij J: L:, Juist den tijd dat dezelve Heere Gouverneur in gevolge de daar toe bekomene ordres de reijze naar ‘t Vaderland heeft onderneemen.’
‘Dat dus niet alleen dit aan den Heere Gouverneur toegelegt douceur schijnt te zijn ingetrokken, zeedert zijn WelEdele Gestr: vertrek van hier, maar dat ook van al ‘t geene zijn Ed: voor desselfs huishouding uit ‘S Comp:s Magasijnen, ingevolge de desweegens gemaakte bepalingen heeft genooten zeedert dien tijd, blijkens de geannexeerde Nota, van den Hofmeester weinig of niets voor dezelve alhier agtergelaatend huishouding is verStrekt geworden.’
‘Weshalven de Supplianten, om aan hunne plicht als Gemachtigdens naar verEischte beandwoorden, de vrijheid gebruiken zig met allen gepasten Eerbied bij deeze aan UWelEdele Achtb: te addresseeren, in qualiteit en naame als boven verzoekende; dat UWelEdele Achtb: gelieven te verklaaren, dat de Suppl:ten ingevolge dikgem: geeerde resolutie van den 10 Junij, in hunne qualiteit geregtigd zijn tot den ontfangst der aan den WelEdele Gestr: Heer Gouverneur C: J: van de Graaf, competeerende emolumenten, en dat UWEdele Achtb: en E: E: Achtb: hen Suppl:ten dienvolgens gelieven te qualificeeren tot ‘t doen vervaardigen der daar toe benodigde ordonnantiën, en voorts tot den ontfangst dier emolumenten onder præstatie van zodanige Cautie als bij besluit van den 10 Junij voorn:t nader is bepaald, en waartoe de Suppl:ten met alle bereidwilligheid de nodige voorzorge zullen gebruiken:’
‘Dat het teevens van UWelEdele Achtb:s welbehaagen moogen zijn, niet alleen ‘t voorsz: aan den Gouverneur, bij brief van 20 OCtober 1790. toegelegd douceur, te doen uitbetaalen, tot tijd en wijlen door Heeren Meesteren daaromtrent naadere dispositiën zullen zijn genomen, maar ook voor de alhier nog Continueerende huishouding van den zelven Heer Gouverneur, volgens gebruik, de nodige behoeftens te willen doen verstrekken.’
’/: onderstond :/’
‘’T welk doende &:a /: was Getekend :/ S: W: van de Graaf, W: S: van Rijneveld qq. J:s A:s Trüter qq’
Op welk verzoekSchrijft aanmerking zijnde genomen, dat teegens de middelen door voorsz: gemagtigdens daarin bij gebracht, om ten behoeve van eevenged: Heere Gouverneur van deezen Raade t’obtineeren qualificatie tot den ontfangst van zodanige Emolumenten, Douceurs en behoeftens voor de huishouding als zij gemachtigdens vermeenen zijn Edele nog te competeeren en bij ‘t bovenstaande request Specificque zijn opgenoemd, in bedenking komt.
Eerstelijk, dat zeer presumpive d’intentie der Hoog gebiedende Heeren Meesteren bij ‘t opontbod van den Heere Gouverneur van de Graaf, niet is geweest dat zijn Edele geduurende desselfs afweezentheid, zoude genieten eenige Emolumenten, nademaal hoogstdeselve bij den brief waarin aan de regeeringe communicatie geeven van de gerequireerde overkomste van hem Heere Gouverneur alleen zeggen dat dezelve zoude plaatse hebben,behoudens bij provisie van zijne qualiteit en gagie, zonder een enkeld woord van eenige douceurs ofte Emolumenten te reppen.
Ten Tweeden, dat ook de Heeren Leeden, die in rade præsent zijn geweest toen onder den 10:e Junij des voorleeden jaars aan welgem: Heere Gouverneur bij meerderheid van Stemmen zoude zijn toegelegd geworden de Continuatie van ‘t genot dier Emolumenten, en welke leeden de voorsz: meerderheijd zoude hebben moeten uitmaaken alsoo zijn Edelen, en den præsenten Heer Gezachhebber de Contesteerende parthijen quamen te zijn, hebben verklaard nimmer het voormeene te hebben gehad van tot een zodanige besluit, waar meede de dispositiën der Heeren Meesteren wierd vooruitgelopen te concurreeren, neen maar dat zij van Sentiment waaren geweest, dat men d’ uitspraak over de geopperde questie tusschen evenged: Heere Gouverneur en Gezachhebber moeste gedefereerd laten aan hoogstdezelve gebiederen, gelijk zulks ook ten duijdelijksten Consteert uit de advijzen door deselve Leeden ten voorsz:e dage uitgebracht, en bij de Notulen aangeteekend, mitsgaders verbale bij de bovengenoemde Resolutie ingeleijfd.
en dat gesteld eens, dat welgem: Heere Gouverneur werkelijk aanspraak konde maaken op de gezegde douceurs en Emolumenten, dan teegens dies afgaane dog altoos zoude militeeren zijn Ed: vertrek van hier; zonder alvoorens de geordonneerde en bepaalde borgtogten gesteld of ook gepræsteert te hebben de door de HoogGebiedende Heeren Meesteren gevorderde vergoedingen, voor welke gerefuseerde borgtogten en vergoedingen, het dierhalven noodzakelijk is, dat zijn Ed:s revenuën in de Eerste plaatse, provisioneel in guarand werden gehouden, tot dat men hier omtrent zal weezen gemunieerd met zodanige ordres en beveelen, als men op de gegeevene narigten aan de Heeren Majores van hoogst dezelve dagelijks komt te gemoete zien.
Zoo is, om alle de voorsz: reedenen den Raade daar toe moverende, raadzaamst geoordeelt en dienvolgens beslooten voor appostille op ‘t gem:e request te doen verleene, dat de Suppl:ten verzoek wierd gedeclineerd en geweezen van de hand.
Hierna door ‘t Collegie van Weesmeesteren, ter voldoening aan ‘S Raads resolutie van den 13:e deezer, met betrekking tot het als toen van haar gevorderde nopens de nalatenschap van wijlen den Landbouwer Johannes Gerhardus Heufke gedient zijnde van’t volgende Berrigt.
Aan den Wel Ed: Achtb: Heer, Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte vandien, &c:a &c:a &c:a, beneevens den Ed: Achtb: Politiecquen Raadt.
‘Wel Edele Achtb: Heer! en E: E: Achtb: Heeren!’
‘UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb:s behaagd hebbende, in handen van de onderget:s, uitmakende ‘t Collegie van Weesmeesteren ten deezen Gouvernemente, te Stellen eene missive door ende van weegens BurgerMeesteren en Scheepenen der Stad Swol aan UWelEd: Achtb: en Ed: Achtb:s gezonden, noopens de nalatenschap van wijlen den L and bouwer alhier Johannes Gerhardus Heufke, met ordre om op de bij die missive gevorderde Elucidatie het nodig onderzoek te doen, en UWelEdele Achtb: en E: E: Achtb:s dientweegen te dienen van berigt.’
‘Zoo hebben de onderget:s de Eer in pligtSchuldige opvolging dier geEerde Resolutie van den 13:de deezer loopende maand December; UWelEdele Achtb:e en E: E: Achtb:s te berigten; dat dien man alhier gehuuwd geweest zijnde, met zijn nagelatene huisvrouw Jacoba van Schalkwijk, uit dien Echt geene kinderen geprocreeert zijn, terwijl gem: Heufke bij zijne in dato 6 Maart 1767. voor den toenmaligen gesw:e Clercq ter Secretarije van justitie, nu wijlen de Heer, Lucas Sigismundus Faber, en zeekere getuijgen met zijne overgebleevene Huisvrouw opgerecht Testament, die de ondergeteekende de vrijheid neemen deezen in Copia Authentiecq hier neevens te voegen, zijne meermelde Huisvrouw heeft g’institueerd tot eenige en universeele Erfgenaame, en welke dispositie dan ook met de Dood van wijlen voorsz: Heufke is bekragtigd geworden.’
‘En de hier meede gedenkende aan de GeEerde intentie van UWelEdele Achtb: en E E: Achtb:s pligtschuldigt te hebben voldaan, neemen de onderget:s de vrijheid deeze te laaten dienen voor derzelver berigt.’
’/: Onderstond :/’
‘WelEdele Achtb: Heer, en E E: Achtb: Heeren!, /: lager :/ UWelEdele en Ed: Ed: Achtb:e bereijdwillige Dienaren. /: was getekend :/ J: J: Le Sueur. H: O: Eksteen, Pz:, O: M: Bergh, D: de Waal, J: D: Karnspek, P: L: Cloete, /: Ter zijde stond: Ter weeskamer aan Cabo de Goede Hoop, den 29 December 1791.’
Is, in de hoope dat daar meede zal voldaan werden, aan ‘t requisit der Regeeringe van Zwolle , verstaan Copij van ‘t gemeld berigt onder geleide van een expresse Missive aan weldeselve te Suppediteeren, en zig voor’t overige aan ‘t daarbij opgegeevene te gedraagen.
Vervolgens geresumeerd zijnde, het Laatste drie maandelijkse dag register van den Equipagiemeester, heeft men goedgevonden het zelve volgens gewoonte, zoo naar’t vaderland als naar Batavia over te zenden.
Uit een ingekomen rapport der GeCommitteerdens die tot nog toe zijn benoemd geweest tot ‘t teekenen van de Papiere munten van 6 Stuivers, gebleeken zijnde dat daarvan weederom in gereedheid zijn gebragt 600 Stukken, zoo is beslooten dezelve met een bedragen van 50 p:s Ducatons bij de Negotieboeken te doen inneemen.
Dan vermits intusschen, met dit klein bedragen in circulatie zal zijn gebracht de geheele quantiteit van 5000:’ Stukken, waarvan de Stempeling bij resolutie van den 6 October Jongstleeden is g’arresteerd geworden, zonder dat daar van iets in bruikbaaren Staat in’s Comp:s Cassa is te rug gekeerd, heeft men om de Successive uitbetalingen behoorlijk aan de gang te kunnen houden, teffens moeten resolveeren, onder de vorige bepalingen van weeder inwisseling, bij eerste occasie op nieuw te doen Stempelen 5000 andere Stukken van Een Schelling, en vermits den onderkoopman Jan Hoets desselfs ontSlag uit den dienst der Ed: Comp:e hebbende g’obtineerd, dezelve uit dien hoofde niet meer als te vooren, kan onderschrijven deeze nieuwe Stukken dierhalven onder de verEijschte kennisgeeving aan ‘t publicq van de daarin voorgevallen veranderinge te laaten teekenen door den onderkoopman Adriaan Vincent Bergh, en den geheimschrijver van den Heere Gezachhebber Christiaan Godlob Höhne.
En is ondertusschen op het in scriptis gedaan verzoek door den Capitein van ‘t ter rheede leggend Schip Rozenburgh Roelof Bingston, om ter behoorlijke in StaatStelling zijnes Bodems te mogen werden geriefd met zodanige Equpagiegoederen als bij een meede overgelegde Notitie door hem SpéCificque zijn opgegeeven geworden, goedgevonden den Equipagiemeester te qualificeeren daar van te doen verstrekken, al het geen bevonden zal noodwendig verEischt te werden, om’t gemeld Schip met gerustheid de rhijze naar Batavia te kunnen laaten aanneemen.
Laatstelijk door den pro interim fiscaal M:r Jacob Pieter deneijs, ter voldoening aan het van hem gevorderde bij besluit van den 20:e der eeven afgeweekene maand December, in maniere als volgd verslag zijnde gedaan van de wijze hoedanig de door hem teegens den Capitein Lieutenant Jan Valkenburg g’entameerde Procedures voorden Raade van Justitie zijn ten eijnde gebracht.
Aan den WelEdele Achtb: Heer, Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber deezes Gouvernements, mitsgaders de verdere E: Achtb: Heeren Leeden in den Ed: Achtbaare Raad, van Politie.
‘WelEdele Achtbaare Heere, en Ed: Achtbaare Heeren!’
‘Geeft UWelEd: Achtbaare, en E E Achtb:s met gepasten eerbied te kennen, M:r Jacob Pieter deneijs, pro interim Fiscaal deezes Gouvernements.’
‘Dat de needrige Teekenaar, om ingevolge zijne aan UWelEdele Achtb:en, en E: E: Achtb:s op den 2:de November A: C: gedaane DeClaratie de nodige procedures teegen den gezachhebber Jan Valkenburg te Enthameeren, beezig zijnde met het inwinnen van zodanige Enquesten, als tot die zaake betrekkelijk zoude kunnen worden geoordeelt; dezelve Valkenburg zig op den 10:de der gemelde maand November aan den Edelen Achtbaare Raad van Justitie deeses Casteels heeft geaddresseert, met instantig verzoek, dat de voorsz: zaake mogt worden verklaard Civiel en Composiebel, ten einde door de anderzints te voeren procedures niet te worden vertraagd in zijn voorgenoomene retour naar Neederland.’
‘Dat de E: Achtbare Raad van Justitie, na alvoorens de zaake onderzocht, en daar bij ingenoomen te hebben ‘S ondergeteekendens Consideratiën en advijs, op den 24:ste daar aanvolgende heeft goedgevonden in’t verzoek van gemelde Valkenburg te treeden, onder deeze bepaling nogthans, dat de Compositie zoude geschieden, voor en ten overstaan van Heeren Gecommitteerdens, en voorts aan den vollen Raad ter approbatie worden voorgedraagen.’
‘Dat dienvolgens op den 28:ste November den Suppl:te Valkenburg benevens den onderget:e voor Heeren GeCommitteerdens uit welgem: Achtb: Raade van Justitie verscheenen zijnde, beloofd, en aangenoomen heeft bij weege van Compositie aan den onderget:e in zijn qualiteit te zullen betaalen eene Somma van Twee Duizend Rijksdaalders, terwijl voorts deeze Compositie op den 8:ste huijus door den vollen Raad van Justitie is goedgekeurd, en geconfirmeert geworden.’
‘Dat door deese Submissie, en Compositie, naar rechten de actie, welke teegens meermelden Valkenburg aan den ondergeteekende Competeerde, ten eene maale geabolleerd, en te niete gedaan zijne, zodanig, dat dezelve diesweegens aan geene verdere crimineele poursuites kan worden Subject gemaakt,; de onderget:e het van zijn Schuldige plicht heeft geoordeelt van de gemelde Compositie aan UWelEdele Achtbaare en E: E; Achtb:s bij deezen behoorlijk verSlag te moeten doen; Eensdeels omdat de voorsch: zaake door UWelEdele Achtb:e en E: E: Achtb:s in handen van den onderget:e is gesteld geworden, en anderdeels om UWelEdele Achtb: en E: E: Achtb:s op een wettige wijze, in Staat te Stellen, om de bepaling nopens het vertrek van den Gezachhebber Jan Valkenburg bij desselfs ontslag gevoegd, te kunnen opheffen, en dienvolgens aan denSelven permitteeren, om de reize na Neederland te moogen onderneemen.’
‘Waarmeede de onderget:e oordeelende zig van zijne verpligting geacquitteerd te hebben, deese doet dienen voor Eerbiedig verslag.’
’/: onderstond :/’
‘Cabo de Goede Hoop, den 30:ste December 1791. /: was Getekend :/ J: P: Deneijs.’
Is, door den Heere Gezachhebber geproponeerd, omme, vermits uit dat verslag blijkt, dat de actie teegens gem: Valkenburg thans ten eenemaale afgeloopen en getermineerd kwam te zijn hem Valkenburg dierhalven ingevolge zijn gereïtereerd verzoek als nu te permitteeren, met het zeilree leggend Schip Oostzaandam naar Patria te moogen vertrekken; op welke propositie van den Heere Gezachhebber de præsente Heeren Leeden des raads de volgende advijzen hebben uitgebracht, als den Heere Colonel Gordon, “dat Valkenburg niet van hier kon vertrekken, of schoon hij met den ad interim Fiscaal voor Twee duzend Rijksdaalders gecomposeerd hadt; dat verder ook hij Colonel niet alleen nu, maar ten allen tijde aanziet, en gezien heeft, diergelijke hooge pecunieele compositiën als ten uitersten Schadelijk voor ‘t maintiën van de Wetten, en het afschriken van misdaaden, het eenigste geluk eener geregulde Maatschappij.
“dat zijn Ed; dus protesteer de teegens al dit gedoente, en in steerde dat het Request van Valkenburg mogt worden geweezen van de hand, ten minste daar meede gewacht worden, tot den aankomst van de dagelijks verwacht wordende Heeren Commissarissen uit Europa, terwijl zijn Ed: teffens verwachte dat alle de Stukken van deeze proceduures, dewelke gedient hebben, zoo wel tot de accusatie teegens Valkenburg als tot deeze Compositie aan deezen raade zullen worden gesuppediteerd, tot derzelver verdere en volle elucidatie.
De Heer Le Sueur; dat zijn Ed: de propositie van den Heere Gezachhebber agreerde, onder instantie echter dat de Stukken in Copia authenthiecq zoude worden opgeeischt, om aan de Hooge Gebiederen te worden overgezonden.
Na dat dus de presente Heeren Leeden hunne advijsen hadden uitgebragt, en de Heere de Wet zich zoo uit hoofde vanden instantiën door den Heere Colonel Gordon gedaan, als om dat zijn Ed: vermeende als præsident van den raade van justitie in deeze zaak te hebben gedefungeert, van ‘t adviseeren in deezen heeft geexcuseerd, heeft de meerderheid des Raads beslooten aan hem Valkenburg te permitteeren met ‘t Schip Oostzaandam , onder meedeneeming van desselfs Huisvrouw en kind, neevens eene Slavinne, in naame Diana van batavia, naar’t Vaderland te moogen retourneeren, mits zich nopens het transport- en kostgeld met den Schipper van die bodem verstaande, zullende intusschen bij eene volgende bijeenkomst des raads, wanneer alle derespective Heeren Leeden zig præsent zullen bevinden, het gemeld berigt des fiscaals andermaal ter resumptie werden genomen om zo met betrekking tot het zelve als met opzigt tot d’elucidatiën welke men nopens de voorsz:e gevoerde proceduurens teegens evengem: Valkenburg zal vermeenen aan de Hooge Gebiedende Heeren Meesteren te moeten Suppediteeren, zodanige nadere dispositie te neemen als bevonden zal worden de zaak in desselvs aard en toedragt te vorderen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd, In’t Casteel de Goede Hoop, Ten Daage ende Jaare voorschreeven.
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] Mij præsent E: Bergh p:l SeCret
C. 200, pp. 33-117.¶
Vrijdag den {17920106} 6 Januarij 1792
‘Soormiddags, alle præsent.
Na resumptie der Resolutie van den 3:de deezer; heeden andermaal ter Tafel geproduceert en geleezen zijnde, het in voorsz:e vergaderinge gedient hebbend berigt van den pro interim Fiscaal Denijs, raakende de door hem teegens den Capitein Lieutenant Valkenburg géntameerde proceduures, Is, nadat door den Heere van Reede van Oudtshoorn was overgelegd geworden, de volgende aanteekening teegens debij dat besluijt aan gem: Valkenburg verleende permissie omme te moogen repatrieeren:
‘“Daar bij de ingebrachte beschuldigingen van den burger Krijgsraad alhier teegens den zig van hier verwijderd hebbende Independent fiscaal Johan Nicolaas Steeven van Lijnden, onder anderen ook voorkomt, dat gem: fiscaal met betrekking tot deezen en geene perzoonen, teegens welke hij ampt en pligtshalven eenige actiën voor den Raade van Justitie deezes Gouvernements had behooren te institueeren, conniventie zoude hebben gebruikt, en deezen raade, in voldoening aan derselver gehoudentheid, ook aangenoomen heeft, Hun Hoog Edele Groot Achtb:s de Heeren Zeeventhienen te zullen berichten, wat wezentlijke van die klagten was, ten dien einde bereids voor lange alle de Stukken daar toe relatief in handen van’t officie fiscaal heeft gesteld, omme die nader te onderzoeken, en door dat ondersoek deezen Rade dien aangaande te elucideeren; middelerwijl, door een der daar bij voorkomende perzoonen, den geweezene gezachhebber van’t Hoeker Schip de Sterrenschans , Valkenburg namentlijk verzoek zijnde gedaan, om te moogen repatrieeren, dat request is gesteld in handen van M:r Jacob Pieter Deneijs, provisioneel de functie van fiscaal alhier waarneemende, omme te berichten in hoe verre dezelve eenige gegronde actie teegens voorsz: Valkenburg zoude kunnen instituEeren, door hem daar op te kennen gegeeven zijnde eenige prise te hebben, dan echter andermaal door gem: Valkenburg gerequestreert, om met ‘t Schip Oostzaandam te moogen vertrekken, daarop van den fiscaal gevordert zijnde informatie, in hoe verre hij met deeze zijne procedures geadvanceert was, d’ onder get:d tot zijne groote Surprise nu ziende dat de g’entameerde procedures ten gevolge hebben gehad een Compositie van Twee Duizend Rijksdaalders pro fisco, waar uit niet onduijdelijk blijkt de gegrondheid van eene der beschuldigingen van den Krijgsraad aan d’eene, maar ook aan d’andere kant de genoegzaame belijdenis van de misdaad door hem Valkenburg begaan, zoo insteert d’ondergeteekende dat, daar bij de meerderheid des raads, niet teegestaande dit alles, resolutie gevallen is, om voorsz: Valkenburg te doen vertrekken en hij daarbij voor indispositie niet præsent heeft kunnen zijn, nu bij de resumptie evenwel aanweezig, dat dezelve provisioneel geen effect mag Sorteeren, tot tijd en de wijlen door deezen Rade van den Rade van Justitie zal zijn opgeeijscht, en ook ontfangen, alle de Stukken tot de zaak in quæsti betrekkelijk, omme naar behoorlijke visie en lecture daar van gehad te hebben, die ingevolge onse eerbiedige Schrijvens aan d’illustre vergadering van Zeeventhienen gerigt, aan hoogst dezelve te kunnen verzenden.’
‘De onderget:e oordeelt dit des te nodig om dat men uit die Stukken als dan meerder zoude kunnen werden g’elucideert van de misdaad, als misdaad zelve in hoe verre zlig voorsz: Valkenburg daaraan heeft Schuldig gemaakt, ten einde daar uit in overweging te neemen, of het al, dan niet, raadzaam zoude zijn hem te permitteeren zig uit de Jurisdictie van de Maatschappije te verwijderen; Want, is het waar’ dat het crimen beweezen is, het geen zeer waarschijnlijk word door de Compositie, dan vermeent d’onderget:, dat men met den perzoon, die dezelve begaan heeft, die voorsorge dient te gebruiken van dezelve hier ter plaatse te doen afwagten de permissie van Heeren Meestern om te repatrieeren.’
‘De Onderget:e zal hier niet treeden in het onderzoek, of compositiën van deezen aart niet voor het vervolg Schadelijk zouden kunen zijn voor de Maatschappije, veel minder, of daar door geene infractie geschied op de gestatueerde Wetten, neen! geenzints, hij brengt dit zijn gevoelens alleen ter cognitie van UWelEdele Achtb:s ten einde bij de resolutie blijken zoude de tentamens, die hij heeft gedaan, om voorsz: Valkenburg provisioneel niet van hier te doen gaan, dan na hier toe van hooger hand qualificatie te hebben erlangt.’
’/: was Getekend :/’
‘W: F: van Reede van Oudtshoorn, /: Ter zijde Stond :/ Overgegeeven In raade den 6:e januarij 1792.’
Als nu nader geresolveerd van den Rade van Justitie bij Extract deezes te doen opeischen authenticque Copijen van alle de Stukken die tot dees affaire eenige betrekking hebben gehad,
zullende wijders bij ‘t koomen der gemelde Stukken, en na dat dezelve behoorlijk zullen weezen ingezien, zodanige nadere dispositie werden genoomen als men als dan bevinden zal vereijscht te werden.
Zijnde voorts nopens de te kort koomende, mitsgaders gebroken en bedorvene goederen op de Lading van ‘t aanweezend Provisie Schip Zoutman , door den Heere Gezachhebber, in zijn Ed: qualiteit als Hoofdadministrateur, ingediend d’ onderStaande Memorie.
‘Memorie van de nabesz: Arak, Rijst, Houtwerk &c:a uit de Lading van ‘t Provisie Schip Zoutman , zoo te min, bedorven als gebrooken uitgeleeverd, gelijk omstandiger bij de verklaring van Gecommitteerdens deezen Annex te zien is, Namentlijk’
‘
220 p:s | Baaitjes, Gecattoenneerde, op 2000 p:s in 10 Pakken, waarvan in 't Pak, n:o 252, 20 p:s in 't Pak n:o 254, 200 p:s, ten Eenemaal aangeslagen en verstikt. | |
19 lb | wacks, Ruuwe, op 600 lb te min, zijnde 3 1/6 PrC:t netto, | |
187 1/2 d:o | Cattoene Gaaren, ofte 1 1/2 baal op 3000 lb, in 24 balen, ten eenemaal verrot en bedorven | |
202 d:o | Peeper op 3533 lb in 35 dubb: Stro zakken te mïn, zijnde 5 3/7 pC:t | |
324712 d:o | Rijst op 697500, ofte 225 Lasten, ieder 3100 lb gerekent, waarvan, | |
2147 lb | te min uitgeleverd | |
322565 d:o | bedorven /: waarvan volgens verklaring gegeeven van de officier en Clercquen in de baaijfals 49269 lb bedorven bevonden | |
236 bossen | Rottang, op 2000 bossen van 50 p:s ieder bos, te weeten, | |
196 bossen | verstikt, en | |
40 d:o | te min uitgeleeverd | |
5 p:s | Jatij Mole planken van 3 d:m lang 21, a 22 d:m op 50 p:s gebroken, | |
10 d:o | d:o d:o d:o d:o 2 d:m d:o 21 d:o 22 d:o d:o 50 d:o gebroken. | |
15 d:o | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:m d:o 21 d:o 22 d:o d:o 50 d:o gebroken. | |
753 p:s | Legger duijgen, als, | |
196 p:s gebrooken, | ||
557 d:o te min uitgeleeverd | ||
1507 p:s | Estrikken van 16 d:m op 5000 p:s gebrooken zijnde 30 1/7 pC:o Schaars. | |
1125 d:o | d:o d:o 12 d:o d:o 3000 d:o zijnde 37 1/25 pC:to Netto | |
3 d:o | Jatij Swalpen van 4 d:m op 125 d:o d:o | |
8146 Cann: | Arak op 100 Leggers; waarvan | |
776 kann: | ofte 2 Legers, door de Scheepsoverheeden volgens resolutie van den Scheepsraad, bij gebrek, uit de lading geligt en ten dienste der Equipagie veroirbeert, /volgens Authenticque Copias annex, | |
7370. d:o | op 98 Leggers, minder als zijnde daarvan 2 van 3, 6 van 4, 32 van 5, 27 van 6, 12 van 7, 2 d:o 8, 1 d:o 9, 1 d:o 10, 2 d:o 11, 1 d:o 12, 1 d:o 13, 1 d:o 15, 1 d:o 18, 1 d:o 20, 1 d:o 21, 1 d:o 24, 1 d:o 26 duim, bij pijling wan, mitsgaders 5 p:s geheel Leedig:/ zijnde de Leggers doorgaans Slegt en wormSteekig bevonden, zijnde 19 3/8 pC:to |
220 p:s | Baaitjes, Gecattoenneerde, op 2000 p:s in 10 Pakken, waarvan in 't Pak, n:o 252, 20 p:s in 't Pak n:o 254, 200 p:s, ten Eenemaal aangeslagen en verstikt. | |
19 lb | wacks, Ruuwe, op 600 lb te min, zijnde 3 1/6 PrC:t netto, | |
187 1/2 d:o | Cattoene Gaaren, ofte 1 1/2 baal op 3000 lb, in 24 balen, ten eenemaal verrot en bedorven | |
202 d:o | Peeper op 3533 lb in 35 dubb: Stro zakken te mïn, zijnde 5 3/7 pC:t | |
324712 d:o | Rijst op 697500, ofte 225 Lasten, ieder 3100 lb gerekent, waarvan, | |
2147 lb | te min uitgeleverd | |
322565 d:o | bedorven /: waarvan volgens verklaring gegeeven van de officier en Clercquen in de baaijfals 49269 lb bedorven bevonden | |
236 bossen | Rottang, op 2000 bossen van 50 p:s ieder bos, te weeten, | |
196 bossen | verstikt, en | |
40 d:o | te min uitgeleeverd | |
5 p:s | Jatij Mole planken van 3 d:m lang 21, a 22 d:m op 50 p:s gebroken, | |
10 d:o | d:o d:o d:o d:o 2 d:m d:o 21 d:o 22 d:o d:o 50 d:o gebroken. | |
15 d:o | d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:m d:o 21 d:o 22 d:o d:o 50 d:o gebroken. | |
753 p:s | Legger duijgen, als, | |
196 p:s gebrooken, | ||
557 d:o te min uitgeleeverd | ||
1507 p:s | Estrikken van 16 d:m op 5000 p:s gebrooken zijnde 30 1/7 pC:o Schaars. | |
1125 d:o | d:o d:o 12 d:o d:o 3000 d:o zijnde 37 1/25 pC:to Netto | |
3 d:o | Jatij Swalpen van 4 d:m op 125 d:o d:o | |
8146 Cann: | Arak op 100 Leggers; waarvan | |
776 kann: | ofte 2 Legers, door de Scheepsoverheeden volgens resolutie van den Scheepsraad, bij gebrek, uit de lading geligt en ten dienste der Equipagie veroirbeert, /volgens Authenticque Copias annex, | |
7370. d:o | op 98 Leggers, minder als zijnde daarvan 2 van 3, 6 van 4, 32 van 5, 27 van 6, 12 van 7, 2 d:o 8, 1 d:o 9, 1 d:o 10, 2 d:o 11, 1 d:o 12, 1 d:o 13, 1 d:o 15, 1 d:o 18, 1 d:o 20, 1 d:o 21, 1 d:o 24, 1 d:o 26 duim, bij pijling wan, mitsgaders 5 p:s geheel Leedig:/ zijnde de Leggers doorgaans Slegt en wormSteekig bevonden, zijnde 19 3/8 pC:to |
’/: onderstond :/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop, den 6 Januarij 1792. /:was Getekend:/ J: I: Rhenius.’
Waarna ter vergadering ontboden zijnde den Capitein van opgemelde bodem Nicolaas Acker, ten ijnde weegens de voorsz: defectueuse, en gebrooken uitgeleverde goederen desselvs verandwoording te doen, heeft denselven daarop ingeleverd het volgend Schriftuur.
Aan den WelEdele Achtbare Heer Johannes Izaac Rhenius, Opperkoopman en Gezachhebber, en den E: Achtbare Raad des Caabsche Gouvernements,
‘WelEdele Achtbaare Heer en E: Achtbare Heeren!’
‘Den ondergeteekende Capitein van ‘t ter rheede leggend Schip Zoutman , Nicolaas Acker, neemt met alle verSchuldigde Eerbied, de vrijheid, deeze ter verantwoording, van de door hem, met die bodem, aangebragte nat, en te kort koomende Lading, UWelEdele Achtb: en E: Achtb:s aan te bieden, en te berigten.’
‘Eerstelijk, dat de 220 Gecattoenneerde baaijtjes, 1 1/2 baal Cattoene gaarns, 196 bos rottings, en 322565 ponden rijst, nat en bedurven zijn geworden, door de zwaare Lekkagie, die het Schip gehad heeft, zoo van onderwater, als door de bovendekken /:waarvan de Lijfnaaden tusschen deks 2 à 3 duim, bij visitatie, ter deezer rheede, bevonden hebben open te Staan,:/ zeedert men met het zelve, uit Straat Zunda , vertrokken zijn, tot de komst in baaij falso , en weeder van daar, tot den aankomst in de Tafelbaaij , blijkens de hier bij gevoegde Verklaaring, het geen oorzaak is geweest, dat de voorm:e Lading, nat is geworden, En dewijl men, op de rhijze daar niet bij heeft kunnen komen, is dezelve verStikt, verrot, en bedurven geraakt.’
‘Ten tweeden, dat ‘er Vijf moole planken van 3 duim dik, 10 dito van 2 dito, en 15 dito van 1 1/2 duim dik, gebrooken zijn, is veroorsaakt, dat deeze planken, tot garneerings gebruikt zijnde, door de drukking der lading zijn gesprongen zo meede insgelijks met 3 Zwalpen, van 40 d:m dik, die krom zijnde, aanboord gebracht zijn, endoor de Last, van de daar opleggende Lading, gekraakt zijn geworden, ‘t welk meede oorzaak is, dat 196 Leggers duijgen gebrooken zijn.’
‘Ten derde , heeft men bij ontlossing der bodem ontdekt, dat door de zwaare Lekkagie, het water tot boven het Zaathout, in’t ruijm gestaan heeft, waardoor de Estrikken, onder het water hebbende geleegen, het zelve ingezoogen hebben, en week zijn geworden, en dewijl dezelve onder in’t Schip hebben geleegen, En dus de gantsche lading hebbe moeten draagen, zijn daar door 1507 van 16 duim, en 1115, van 12 duim verbrijdseld geworden.’
‘Ten vierde, wat de Extra ordinaire Spillagie der arak betreft, zo insgelijks de te kort koomingen van 2147 ponden reijst, 40 bossen bindrottings, 19 lb wacks, en 202 lb peeper,’
‘Hier op heeft den needrige teekenaar de Eer UWelEdele Achtbare, en Ed: Achtb:s te berigten, dat met zijn onderhebbende bodem, nog op Batavia leggende, en dezelve genoegzaame volladen zijnde, Een zwaare Lek aan dezelve bevonden is, waardoor dien bodem, om ‘t Lekkagie te voorzien en digt te maken, naar ‘t Eiland d’ Onrust gezonden is, daar een groot gedeelte, der Arak, rijst, peper, rottings en wasch, weeder uit het Schip hebben gelost om het zelve te ligte, en ‘t lek te Stoppen, en na de Lekkagie gestopt was, weeder in hebben geladen, door welke ontlossing en belading, men aan een aanmerkelijke Schade en Spillagie onder heevig zijn geworden, inzonderheijd ten op zigte der Leggers Arak die men in den Baaij fals ten getalle van 53 leggers, aan land hebben gezonden, om ‘t Schip Schip te ligten, ter ontdekking der Lekkagie, waar door dit naatwerk, het welk zes verscheidene maalen, in en uit ‘t Schip geheesen zijnde, zeer veel heeft geleeden, boven dien is de balk aan de Voorkant van het grootluijk afgebrooken geweest, zo als UWelEd: Achtb: uit het gedaane Schriftelijke rapport, weegens de bevinding van ‘t Schip, zal ontdekt hebben, welke balk op de Leggers Arak needergezakt zijnde, verscheiden derzelve ingedrukt hebben, En dus Een extra ordinaire Spillagie, aan den Arak heeft gegeeven.’
‘En Laastelijk; de te min bevondene 557 legger duijgen betreffende, van dezelve zij insteede van 2500 p:s maar 1950 aan boord gekomen. zoo als UWelEdele Achtb:e en Ed: Achtb:s uit de Neevensgaande verklaring, zal gelieven te beschouwen.’
‘Den needrigen Teekenaar heeft de Eer aan UWelEdele Achtb:e en E: Achtb:s dit, voor berigt te laten dienen, en met diep ontzag, en Eerbied, zig te teekenen.’
’/: onderstond :/’
‘WelEdele Achtb: Heer en E: Achtb: Heeren /: Lager :/ UWelEdele Achtb: zeer onderd: en Gehoorsame Dienaar, /: was Getekend :/ Nicolaas Acker, /: Ter zijde Stond:/ Cabo de Goede Hoop, den 31 December 1791.’
Over den inhoude welker papieren met attentie gebesoigneerd en dienaangaande in overweeging genoomen weezende, dat ‘t bederven der rijst, Rottings en geCattoenneerde baaitjes is bijgekomen, door de zwaare leccagie, waaraan het Schip geduurende de rhijze heeft gelaboreerd gehad, en de diverse defect bevondene Houtwerken en Estrikken gebrooken en verbrijzeld geraakt zijn, zonder dat zulks aan eenige Negligentie der Scheepsoverheeden kan werden toegeschreeven terwijl de verorberde Arak heeft moeten werden uit de lading geligt, en aan d’Equipagie verstrekt, om dat de meede gegeevene Provisie van dat vogt weegens de Langduurigheid der rhijze was ten eijnde geraakt, heeft men dierhalven moeten beslùiten het een en ander te passeeren.
Zùllende mitsdien de bedorvene rijst bij de Negotie boeken afgeschreeven de verstikte baaitjes en rottings neevens de gebrookene Steenen en Hoùtwerken daar en teegen per publicque vendutie vor ‘t geen zullen koomen te gelden, verkogt en de verStrekte arak op d’onkostreekening van bovengem: bodem belast moet werden.
Dan vermits op de voorsz:e lading van’t gemelde Schip Zoutman ook te kort zijn gekomen diverse andere articulen die bij de Overheeden hadden moeten verantwoord werden, Is wijders beslooten derselver Zoldij reekeningen daar voor in Maniere als volgd te laaten belasten, Namentlijk
Neerl:s Geld | Duc:s van 66 St:vers Need:s Geld | Indias Geld van 80 St:vers per ducaton | ||
1 lb: | Wacks, zijnde 1/6 pC:t teegens 1/2 Capitaal advans | ƒ1:-:- p:s | 10/33 | ƒ4:- |
131 1/2 d:o | Peeper d:o 3 5/7 r:m d:o uitkoopsprijs | d:o 57:17:- | 17 35/66 | d:o 70:02:08 |
2147 d:o | Rijst teegens Marksprijs à rd:s 2 1/4 't C:to | Zijn ducatons | d:o 39 26/72 | d:o 157:09:- |
40 boss: | Rottang teegens 1/2 Capitaal advans | d:o 22:-:- | d:o 6 2/3 | d:o 26:13:08 |
557 p:s | Legger duijgen met 2 capitaal advans | d:o 383:11:- | d:o 116 5/22 | d:o 464:18:- |
3568 Cann: | Arak zijnde 9 3/8 pC:to teegens uitverkoops prijs | d:o 1544:18:- | d:o 468 5/33 | d:o 872:12:- |
ƒ2592:19:- | ||||
Hierop 25 pC:to verhooging zijnde | d:o 648:05:- | |||
Te Zaamen | ƒ32414:- |
Neerl:s Geld | Duc:s van 66 St:vers Need:s Geld | Indias Geld van 80 St:vers per ducaton | ||
1 lb: | Wacks, zijnde 1/6 pC:t teegens 1/2 Capitaal advans | ƒ1:-:- p:s | 10/33 | ƒ4:- |
131 1/2 d:o | Peeper d:o 3 5/7 r:m d:o uitkoopsprijs | d:o 57:17:- | 17 35/66 | d:o 70:02:08 |
2147 d:o | Rijst teegens Marksprijs à rd:s 2 1/4 't C:to | Zijn ducatons | d:o 39 26/72 | d:o 157:09:- |
40 boss: | Rottang teegens 1/2 Capitaal advans | d:o 22:-:- | d:o 6 2/3 | d:o 26:13:08 |
557 p:s | Legger duijgen met 2 capitaal advans | d:o 383:11:- | d:o 116 5/22 | d:o 464:18:- |
3568 Cann: | Arak zijnde 9 3/8 pC:to teegens uitverkoops prijs | d:o 1544:18:- | d:o 468 5/33 | d:o 872:12:- |
ƒ2592:19:- | ||||
Hierop 25 pC:to verhooging zijnde | d:o 648:05:- | |||
Te Zaamen | ƒ32414:- |
Komt voor reecq:g van den Capitein 2/3 | ƒ1312160:16:- |
d:o d:o d:o d:o d:o Capit:Lieut:t 1/3 | d:o 1080:08:- |
Als gemeld | ƒ3241:04:- |
Komt voor reecq:g van den Capitein 2/3 | ƒ1312160:16:- |
d:o d:o d:o d:o d:o Capit:Lieut:t 1/3 | d:o 1080:08:- |
Als gemeld | ƒ3241:04:- |
Waarenteegen het bedragen dat op de hier onder gespecificeerde goederen minder heeft gemanqueert als de gepermitteerde afschrijving meedebrengd, deselve overheede op haare evengem:e reekeningen op de volgende wijze zal werden goed gedaan.
Nederl:s geld | Ducatons van 66 Stuiv: Need: Geld. | Indias Geld van 80 St:vers per DuCaton | ||
917 lb | Poeder zuijker, als | |||
902 lb de gevalideerde 3 pC:t op 30068 lb | ||||
15 d:o meerder uitgeleeverd. | ||||
917 lb Poeder zuiker teegens uitkoops Prijs | ƒ160:09:08 p:s | 48 83/132 | ƒ194:10:08 | |
114 lb | Wax Caarsen, als | |||
90 lb de gevalideerde 3 pC:t op 3000 lb | ||||
24 d:o meerder uitgeleevert | ||||
114 lb WaksCaarsen teegens 1/2 Capit:l advans | d:o 154:16:- | d:o 46 10/11 | d:o 187:12:08 | |
60 lb | Cattoene gaaren zijnde 2 pC:t 1/2 d:o d:o | d:o 23:04:08 | d:o 7 5/32 | d:o 28:03:- |
ƒ410:06:- |
Nederl:s geld | Ducatons van 66 Stuiv: Need: Geld. | Indias Geld van 80 St:vers per DuCaton | ||
917 lb | Poeder zuijker, als | |||
902 lb de gevalideerde 3 pC:t op 30068 lb | ||||
15 d:o meerder uitgeleeverd. | ||||
917 lb Poeder zuiker teegens uitkoops Prijs | ƒ160:09:08 p:s | 48 83/132 | ƒ194:10:08 | |
114 lb | Wax Caarsen, als | |||
90 lb de gevalideerde 3 pC:t op 3000 lb | ||||
24 d:o meerder uitgeleevert | ||||
114 lb WaksCaarsen teegens 1/2 Capit:l advans | d:o 154:16:- | d:o 46 10/11 | d:o 187:12:08 | |
60 lb | Cattoene gaaren zijnde 2 pC:t 1/2 d:o d:o | d:o 23:04:08 | d:o 7 5/32 | d:o 28:03:- |
ƒ410:06:- |
Komt voor reecq: van den Capitein 2/3 | ƒ273:10:08 |
d:o d:o d:o d:o d:o Capt:-Lieut:t 1/3 | d:o 136:15:08 |
Als booven | ƒ410:06:- |
Komt voor reecq: van den Capitein 2/3 | ƒ273:10:08 |
d:o d:o d:o d:o d:o Capt:-Lieut:t 1/3 | d:o 136:15:08 |
Als booven | ƒ410:06:- |
Terwijl wijders de hier vooren g’insereerde verantwoording van meerged: overheeden, bij retour van derselver voorsz: onderhebbende Bodem naar batavia in Copia authenticq aan de Heeren der Hooge Indiasche regeering zal werden gesuppediteerd, op dat daaruit aan haar Hoog Edelens omstandig mooge blijken in welker voegen dezelve overheeden de minderheeden en defecten op de onder hunne Zorge herwaards gezondene goederen en Provisiën hebben komen te verantwoorden, en op welke gronden dienvolgens de bovenstaande Dispositiën des raads zijn rustende.
Middelerwijl door welopged: Heere Gezachhebber nog overgelegd zijnde geworden eene tweede Memorie van eenige met den Hoeker de Sterrenschans uit de Plettenbergsbaaij , zo gebroken als te min aangebragte Houtwerken, dewelke bij Lecture van volgende inhoude is bevonden.
‘Memorie van de Nabesz:e Inlandse Houtwerken, als ‘er deezen Jaare met de Hoeker de Sterrenschans uit de Plettenbergsbaaij , zo gebrooken als te min &c:a zijn aangebragt, volgens verklaaring van Gecommitteerdens deezen annex, te weeten.’
‘
2 p:s | Geelhoute Planken van | 2 1/2 d:m op 50 p:s | gebrooken |
4 d:o | d:o d:o d:o | 2 d:o d:o 100 d:o | |
15 d:o | d:o d:o d:o | 1 1/4 d:o d:o 1500 d:o | |
18 d:o | WagenSpaaken op 4000 p:s | te min uytgeleeverd. | |
4 P:s | Wagen assen op | 126 p:s | te min uitgeleeverd. |
1 d:o | Paardewaagen voortang op | 174 p:s | |
1 d:o | Gezaagde Leerboom d:o | 232 d:o | |
1 d:o | Disselboom op | 170 p:s | meerder uitgelevert |
2 p:s | Geelhoute Planken van | 2 1/2 d:m op 50 p:s | gebrooken |
4 d:o | d:o d:o d:o | 2 d:o d:o 100 d:o | |
15 d:o | d:o d:o d:o | 1 1/4 d:o d:o 1500 d:o | |
18 d:o | WagenSpaaken op 4000 p:s | te min uytgeleeverd. | |
4 P:s | Wagen assen op | 126 p:s | te min uitgeleeverd. |
1 d:o | Paardewaagen voortang op | 174 p:s | |
1 d:o | Gezaagde Leerboom d:o | 232 d:o | |
1 d:o | Disselboom op | 170 p:s | meerder uitgelevert |
’/: onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop, den 6 Januarij 1792, /: was Getekend :/ J: I: Rhenius.’
Is op dezelve, even als op de vorige, beslooten de daar bij voorkomende Stukkende planken bij vendutie te Laten verkoopen, en ‘t opgebragte te min uitgeleeverde Wagenmakers Hout den Gezachhebber Valkenburg neevens desselvs Lieutenant na de hier onder volgende bereekening op hunne Zoldijen te doen ten Lasten brengen.
Neederl: Geld | Duc:s van 66 St:vers Need:Geld | Indias Geld van 80 St:vers p:r duCaton. | |||
18 P:s | WagenSpaaken | te min uitgeleverd teegens Uijtkoopsprijs | ƒ4:.-:- p:s | 1 7/33 | ƒ4:17:- |
4 d:o | Assen | d:o 17:12:- | d:o 5 1/3 | d:o 21:06:08 | |
1 d:o | Paardewagen Voortang | d:o 2:04:- | d:o -: 2/3 | d:o 2:13:08 | |
1 d:o | Gezaagde Leerboom | d:o 3:17: | d:o 1 1/6 | d:o 4:13:08 | |
ƒ33:10:08 | |||||
Hier op 25 pC:to verhoging | d:o 8:07:08 | ||||
Telt | ƒ41:18:- |
Neederl: Geld | Duc:s van 66 St:vers Need:Geld | Indias Geld van 80 St:vers p:r duCaton. | |||
18 P:s | WagenSpaaken | te min uitgeleverd teegens Uijtkoopsprijs | ƒ4:.-:- p:s | 1 7/33 | ƒ4:17:- |
4 d:o | Assen | d:o 17:12:- | d:o 5 1/3 | d:o 21:06:08 | |
1 d:o | Paardewagen Voortang | d:o 2:04:- | d:o -: 2/3 | d:o 2:13:08 | |
1 d:o | Gezaagde Leerboom | d:o 3:17: | d:o 1 1/6 | d:o 4:13:08 | |
ƒ33:10:08 | |||||
Hier op 25 pC:to verhoging | d:o 8:07:08 | ||||
Telt | ƒ41:18:- |
Komt voor reecq:e vanden Gezaghebber 2/3 | 27:18:08 |
d:o d:o d:o d:o d:o Lieutenant 1/3 | 13:19:08 |
Als Boven | ƒ41:18:- |
Komt voor reecq:e vanden Gezaghebber 2/3 | 27:18:08 |
d:o d:o d:o d:o d:o Lieutenant 1/3 | 13:19:08 |
Als Boven | ƒ41:18:- |
Maar vermits uit gemelde Memorie consteerd dat daarenteegen 1 p:s disselboom meer is ontscheept geworden asl d’evenged: Overheeden hadden moeten verantwoorden, en het allesints billijk is, dat zij daar voor ook weederom werden goedgedaan, terwijl men hun teffens doed genieten de gevalideerde afschrijving op de door hun in A:o passato uit de Zaldanha-baaij herwaards overgebragte graanen, zal uit dien hoofde de belaste reekeningen ook weederom in maniere als hier onder Staat uitgedrukt moeten werden gecrediteert te weeten.
Neederlands Geld | Ducatons van 66 St:vers Neederl:Geld | Ducatons van 80 St:vers Indiasch Geld. | |||
1 p:s | Disselboom meerder uitgeleevert | ƒ3:17:- p:s | 1 1/6 | ƒ4:13:08 | |
23 7/8 | Mud: Tarwe | weegens desselfs uitgeleeverde Lading, uit de Saldanhabaaij inin d;o p:o aangebracht. | d:o 140:01:08 | 42 59/132 | d:o 169:16:- |
1/4 | d:o Rogge | d:o 1:05:08 | ƒ: 17/44 | d:o 1:11:- | |
3 1/4 | d:o Garst | d:o 9:10:08 | 2 39/44 | d:o 11:10:08 | |
Te Zaamen | ƒ187:11: |
Neederlands Geld | Ducatons van 66 St:vers Neederl:Geld | Ducatons van 80 St:vers Indiasch Geld. | |||
1 p:s | Disselboom meerder uitgeleevert | ƒ3:17:- p:s | 1 1/6 | ƒ4:13:08 | |
23 7/8 | Mud: Tarwe | weegens desselfs uitgeleeverde Lading, uit de Saldanhabaaij inin d;o p:o aangebracht. | d:o 140:01:08 | 42 59/132 | d:o 169:16:- |
1/4 | d:o Rogge | d:o 1:05:08 | ƒ: 17/44 | d:o 1:11:- | |
3 1/4 | d:o Garst | d:o 9:10:08 | 2 39/44 | d:o 11:10:08 | |
Te Zaamen | ƒ187:11: |
Komt voor reecq: van den Gezachebbers 2/3 | ƒ125:':08 |
d:o d:o d:o d:o d:o Lieuten:t 1/3 | d:o 62:10:08 |
Als gemeldt | ƒ187:11:' |
Komt voor reecq: van den Gezachebbers 2/3 | ƒ125:':08 |
d:o d:o d:o d:o d:o Lieuten:t 1/3 | d:o 62:10:08 |
Als gemeldt | ƒ187:11:' |
Hierna ter resumptie genoomen zijnde het zeer g’acht aanschrijvens van Haar Hoog Edeles de Heeren der Hooge Indiasche Regeering, gedateert 30 September 1791., en in duplo alhier aangebracht met de Scheepen Texelstroom en d’ Eenpaarigheid , Is verstaan daarop in allen Eerbied te rescribeeren.
dat, vermits de Heeren Meesteren zelve bij Hoogst derzelver gevenereerde Missive van den 2:e October 1790, bereids lange voor deezen, de regeeringe alhier hebben gelieven t’informeeren van de geprojecteerde afschaffing van’t gewoone provisieSchip voor dit Gouvernement, met bij gevoegden Last om in op zigte van dit aangeleegene poinct, zoo veel mogelijk met welgem:e Haar HoogEdelens te zamen te werken, ten eijnde het zelve behoorlijk tot effect mogte werden gwbragt, men niet heeft nagelaaten aanstonds op alle mogelijke middelen bedagt te weezen, om aan de voorsz: Intentie en Ordre van Hoogstged: Gebiederen pligtschuldig te voldoen; gelijk daarvan ten blijke Strekt, niet alleen de Succesive aanvulling der Leedig gevallene ruijmtens in de gepasseerde uitkoomende Scheepen met zodanige behoeftens als op de van Batavia ontfangene Eijsschen moetste werden voldaan, maar ook wel bijzonderlijk d’expresse afzending van den Hoeker de Sterrenschans naar eeven gedagte Indiase Hoofdplaatse, ter afhaling dier Goederen en Provisiën tot welkers transport naar dit Gouvernement het gemelde Provisie Schip anders gewoonlijk is aangelegd geworden.
dat den Rade vertrouwende met dit een en ander de duijdelijkste preuves van haare volkomene bereidwilligheid te hebben aan den dag gelegd, om zoo veel in haar is, te coöpereeren tot het in Stand brengen van ‘t voorzeide Project, waarmeede een zo importante bespaaring voor de Maatschappij moet te weegeGebracht werden, dan ook in de hoope leeft, dat Haar WelEdele Groot Achtb:s zig hier door wel zullen willen overtuijgd houden, dat eene evengelijke punctueele nakoming van’t geen deeze regeering door weldezelve ter narigt is voorgeschreeven geworden, hare verdere handelingen in deezen zal kenmerken:
En dat geene verzuijm ofte omissie veroorsaakt heeft, dat niet aanstonds na dat de dispositie der Heeren Meesteren bij haar was bekend geworden, maar eerst een zeer geruimen tijd daarna, naar Batavia is gezonden een gereduceerden Eisch, ingericht na de nieuwe Schikkingen en de veranderde omstandigheeden van dit Gouvernement, maar dat het de volstrekte onmogelijkheid is geweest, waarin men zig heeft bevonden gehad, om eerder met eenige juistheid eene calculative bereekening en overslag hier omtrent te maken dan nadat ten minste de reductie van’t Garnisoen voor een gedeelte had Stand gegreepen, en door de begonne verzending van’t afgedankte volk op eenigen grond gegist konde werden teegens welke tijd men van derzelver verder onderhoud geheellijk zoude weezen ontSlagen, als wanneer onmiddellijk daar op, zoo goed men kon, een zodanige gereduceerde Eijsch te zaamengesteld en vervolgens op den 12 September Jongstleeden, met ‘t Schip de Drie Gebroeders aan wel dezelve is toegezonden geworden, die men dan ook vertrouwd nu bereids voor lange haar WelEdele Groot Achtb:s aan handen te zullen zijn gekoomen en waaraan men zig uit dienhoofde eerbiediglijk zal gedraagen.
Zullende inmiddels de verdere bij welgem:e Heeren der Hooge Indiasche regeering gestelde en in voorsz:e Missive, mitsgaders bij de daar neevens overgezonden Extracten uit de Notulen van het geresolveerde in Rade van Indiën gecomprehendeerde ordres, in zo verre opgevolgd en ter Executie gelegd werden.
Dat bij Extract deezes, aan den Soldijboekhouder zal werden gelast te zorgen, dat bij aankomst van ‘t Schip Alblasserdam , de zoldijreekeningen van dies overheeden behoorlijk werden belast voor de door dezelve te Batavia te min uitgeleverde arthillerij en ammunitie goederen.
Dat ook de gerequireerde opgaaven nopens de Zoldijen die in de jongste thien Jaaren naar ‘t Vaderland zijn overgemaakt, en van de gelden welke geduurende dat tijd verloop per assignatie zijn geremitteerd geworden bij eerste Scheepsgeleegentheid aan haar WelEd: Groot Achtb:s zullen moeten werden gesuppediteert, om daar meede jaarlijks gecontinueerd te worden.
en dat om bij die geleegentheid ook de verEijschte elucidatiën te kunnen werden gegeeven, met betrekking tot de aan boord van ‘t Schip de Gerechtigheid verschotene 80 lb buskruit; terwijl dat Schip alhier ter rheede geleegen heeft gehad, van den Commis der maguazijn en zal werden gevordert, ten eersten Schriftelijke opgave te doen, of dat bussekruijdt voord’ afrijse van gem: bodem al dan niet van de wal is gesuppleert.
Dat meede in den aanStaande zal werden g’examineerd de Kruitreekeningen der Scheepen, omme verzeld van zodanige kennisgeevinge als van deeze regeeringe is gevordert geworden, bij vertrek van elk Schip aan Haar Hoog Edelens te kunnen werden toegezonden.
Zijnde ten einde de voorsz: examinatie conform d’ ordre te doen geSchieden, expresselijk gecommitteerd gelijk gecommitteerd werden bij deezen, den Negotie-Overdraager Casparus van Eerten, en den boekhouder van ‘S Comp:s Equipagie Pakhuijsen Petrus Johannes Trüter, die gehouden zullen zijn telkens van hunne bevinding in rade een Schriftelijk Rapport over te leggen.
Dat intusschen de respective Hoofd gebieders alhier, met betrekking tot het onderschrijven der Crimineele vonnissen bij den Raade van Justitie geveld werdende, zig ter observance zullen laten Strekken haar Hoog Edelens elucidatie nopens dit Poinct, terwijl omme ter haarer informatie te dienen, vand’ ordre de voorsz: elucidatiën behelzende, aan gemelden Justitieelen raade een g’ authentiseerd afSchrift zal werden ter handen gesteldt.
dat gelijke afschriften ter Observance zullen werden afgegeeven aan de Heere Administrateurs en Hoofden der respective Comptoiren, die het zal koomen aan te gaan, van de overige ordres rakende het niet verstrekken van Vaatwerken aan de Scheepen ter ontfangst der randsoenen, of van medicamenten aan van Batavia hier aankoomende Bodems die voor de rhijze herwaards heen, en weeder terug, daar van ter gem: Hoofdplaatse voorsien zijn geworden, mitsgaders het inrigten van de Last en Staat reekening deezes Gouvernements naar ‘t nieuw model van den Heere Visitateur Generaal, en van de memorie van menage naar ‘t ontwerp van den Heere Cheribons Recident Gockinga, omtrent welke laatstgem: memorie Specialijk d’intentie is, dat Jaarlijks door voorm: Negotie overdrageren Zoldijboekhouder een Zoortgelijke voor dit Comptoir geconcipieert, en aan den rade overgelegd zal moeten werden, gelijk ook ‘t verdeeld overzenden der Zoldijboeken met diverse Scheepen, het inrigten der Geld Eisschen, met die attentie dat daarop volkoomen Staat zal kunnen werden gemaakt, en het telkens inleeveren van een bewijs bij ‘t doen van verzoeken door de bediendens tot den voorraad wezentlijk is opverstrekt.
Dat de restant zijnde, Huijzing, Marlijn, en Lording zal moeten werden gewoogen, om in Ponden bij de boeken ingenoomen zijnde, voorthaan ook alleen in ponden te werden geEischt.
Welke commissie is verstaan te decerneeren op dezelfde gecommitteerdens die onder Ultimo Augustus des voorleeden Jaars d’Equipagie pakhuijzen hebben opgenoomen gehad, zijnde d’onderkooplieden George Fredrik Goetz; en Adriaan Vincent Bergh, en zullen dezelve van hunne bevinding insgelijks moeten dienen van Schriftelijk Rapport.
Dat voorthaan alle verkrijgers van ampten, gereekend van den dag van heeden gehouden zullen weezen de gerequireerde vrijwillige recognitie, zo en in diervoegen als d’ ordre het dicteerd, ten behoeve van ‘S Comp:s finantiën op te brengen, zullende zij daar van niet alleen door een Billiet G’informeert, maar bovensdien ook de tot derzelver bedieningen Staande eeden g’amplieert werden, met de belofte van zig van deeze verpligting binnen den daar toe bepaalden termijn te zullen acquitteeren.
Dat men zig verder a gouverno zal Strekken laten, haar Hoog Edelens dispositie raakende de Timmeragie en reparatie.
En nadien ingevolge dezelve, het kostende van’t verbeeteren der defecten, die niet aan toevallige oorzaaken of aan den ouderdom der gebouwen t’ attributeeren, maar ‘t effect van verkeerde directie zijn, zoo wel als de daar uit verder proflueerende Schadens, moeten koomen voor reekening van den geenen op wiens bestuur men zig heeft verlaaten, is verstaan de bij Resolutie van den 2 X:ber Jongstleeden voor den overste Gilquin, in desselvs qualiteiten als Directeur der Fortificatiën en inspecteur van ‘s Comp:s gebouwen bepaalden borgtogt van 5000. rd:s, als nu in zoo verre t altereeren, dat dezelve zal werden gebragt, en blijven gefixeerd, op een Somme van Tien Duizend Rijksdaalders.
Dat meede zo Spoedig mogelijk zal werden in train gebracht het heffen der belasting op alle Legaten en Collaterale Successiën ten deezen Gouvernemente, ten welken eijnde bij interprætatie van den 22, 23, en 26 paragraphen der ontfangene ordonnantie op dat Stuk, voorloopig geresolveerd is, bij deezen aan te Stellen tot ontfanger van dit middel den Heer Cassier, tot Collecteuren aan deeze Hoofdplaatse en haare onderhoorig District, den Secretaris van den Raade van Justitie, en in de buiten districten meede de Secretarissen der respective Collegiën van Landdrost en Heemraaden aldaar, zo nothans dat deeze laatsten van hunne Collecteurs met extraditie der ontfangene Sommen reekenschap en verandwoording zullen moeten doen, aan den eerstgem:e op dat alles onder deszelfs administratie in eene Massa te zaamen gevloeijd zijnde, ook met te meerder Ordre door hem aan den Ontfanger zoude kunnen werden ter handen gesteld, mitsgaders tot Taxateurs alhier de bodens van politie en Justitie; van Commissarissen uit den Raade van Justitie en van de Weeskaamer, en in de buiten Colloniën insgelijks de Bodens der eevengem: Heemraads Collegiën.
Dan vermits bij d’aandagtige resumptie van voorsz: Ordonnantie aan den Rade op de Overtuigendste wijze is gebleeken, dat, zal d’invoering en heffing van de hiervooren gem:e belasting op ‘t Collateraal niet gepaart gaan van zeer veele inconvenienten en verwarringen, veroorzaakt door ‘t verschil in de gesteldheid van zaaken, tusschen dit Etablissement ende Hoofdplaatse alwaar t’ ontwerp is gemaakt, dan zeer noodzaakelijk omtrent dezelve zodanige alteratien en ampliantiën zullen moeten werden beraamd als ‘t locale van dit Land, mitsgaders haare bijzondere inrigtingen en Costumen absolute komen te vorderen, heeft, men, alvorens in deezen iets meer te doen, goedgevonden het op dit Sujet ontfangene Placaat te doen ter handen Stellen aan den zo eeven gem:e tot Collecteur benoemden Secretaris van den Rade van Justitie, Willem Stephanus van Rijneveld, en hem daar benevens te Committeeren om met de vereijschte attentie na te gaan hoedanig de in’t zelve voorkomende zwarigheeden door gepaste interprætatiën best zouden kunnen opgelost en uit den weg geruimd, mitsgaders het placaat zelve also in haaren zamenhang op dit gouvernement van applicatie gemaakt, werden; om van zijne meditatiën en bevinding, met overlegging van een invoegen voorsz: geredigeert Concept, vervolgens ten Spoedigsten, mogelijk te dienen van Berigt, op welk ingekomen berigt men als dan niet zal nalaten te procedeeren tot het neemen van zodanige nadere dispositiën als vereischt zal werden om de gemelde belasting volkomen effect te doen sorteeren.
En zal in middels, alzo is g’opper geworden de vrage, of men denselven nieuw aangestelden Collecteur, zo voor zich zelven als voor zijne Successeuren zo lange en zo dikwijls die bij deeze bediening ook zullen bekleeden, het Secretariaat van Justitie, niet behoorde te leggen onder d’obligatie om van de revenuen welke dit ampt hem staat aante brengen, ten behoeve der Pennisten van zijn Comptoir, die om in’s Maatschappij’s dienst geconserveerd te worden, even zo zeer eenige toelage van revenuen nodig hebben als de Clercquen van de Secretarije, in wiens faveur men daaromtrent bij dispositie deezes raads van den 28 X:ber jongstleeden eene provisioneele voorzieninge heeft gedaan, jaarlijks af te Steeken, het zuijvere derde deel van dien, na dat daarvan zal weezen afgetrokken de hiervooren gemelde recognitie die aan de maatschappij moet werden betaald eerbiediglijk aan haar Hoog Edelens de Heeren der Hooge Indiasche regeering in bedenking niet allesints zoude weezen overEenkomstig ‘S Maatschappijs belang en dienen te werden g’amplecteerd, alzo hier door zoude werden voorgekoomen dat de voorsz: noodzaakelijke vermeerdering van inkomsten voor gem:e Clercquen om dezelve te kunnen doen Subsisteeren niet weederom wierde gebracht ten laste der Ed: Comp:e gelijk zulks voor haare reekening heeft geloopen gehad, t’ zeedert den aanvang des jongsten oorlogs af, tot dat alhier ontfangen is geworden het aanSchrijvens der Heeren Meesteren van den 4 Januarij 1791, waarbij ordre is gegeeven de voorsz: toelaage Comp:e weegen te doen Cesseeren.
Dat inmiddels, aangezien het besluit der Hooge Regeering van den 28:e Augustus 1789, om diverse daar teegen gemiliteerd hebbende reedenen, niet ter executie heeft kunnen werden gelegd, en de zieken gevolglijk tot heeden toe derselver geheele gagie onafgebrooken in’t Hospitaal zijn bleijven verteeren, ingevolge de als nu ontfangene ordre, bij Continuatie de bezwaaring van de voorsz: heele gagie ten behoeve van dat gasthuis dezelve Impotenten zal werden ten lasten gebracht.
en dat men eijndelijk ook niet zal nalaten van alle zaaken van eenig belang of gevolg die bij de resolutiën werden verhandelt, eeven als zulks tot nog toe steeds is gedaan, een Succint verslag aan haar Hoog Edelens bij de van hier afgaande brieven te blijven geeven.
Waarenteegen met betrekking tot de ordre, concerneerende de Heffing van den 50:e penning van een ijders bezitting alhier, zal werden gesupercedeert tot dat ingekoomen zullen weezen d’arrangementen welke op dat Sujet thans te Batavia werden beraamd, en ingevolge het door haar HoogEdelens g’adviseerde nader aan deeze Regeering Staan te worden toegezonden.
Gelijk inselver voegen uit gesteld zal blijven de dispositie op ‘t Extract Notul van den 20 September jongstleeden, Spreekende van’t formeeren van een Prijs Courant op alle indische goederen, en van het remplaceeren der gewoone voorstrekkingen bij de gemeene militairen en Zeevarenden genooten werdende met een toelaage in geld, mitsgaders van’t inrigten eener generale Specificque Notitie van alle verstrekkingen die in contanten en goederen aan de dienaaren uit ‘s Compagnies maguazijnen werden gedaan van’t reduceeren en verminderen der Eijschen van behoeftens zo uit het Vaderland als van Batavia, gepetitioneerd werdende nagemaakte veranderingen in den Staat van dit Governement, en eijndelijk van ‘t waken voor een exacte aan teekening en verandwoording, noopens het verstrekte uit de respective adminitratiën waar uit voorthaan nog verstrekkingen voor ‘S Comp:s behoeftens zullen moeten gedaan worden, tot dat eerstdaags ter resumptie zal werden genoomen Haar WelEdele Hoog Achtb:s g’eerbiedigst aanSchrijvens vanden 31 Maart J L:, maar bij alle de voorsz: poincten zig als van zelven ter verhandeling zullen præsenteeren.
Maar vermits de Heeren der Hooge Indiase regeering bij’t Slot van welderselver hier vooren geciteerde Missive nogmaals hebben koomen te reïtereeren de door dezelve bereids zo dikwijls herhaalden Last om zoo veel zeevaarenden van hier naar Batavia te zenden als maar immers gemist zouden kunnen worden, en ‘er dienvolgens voorde Regeeringe ten uitersten aangeleegen is, dat niet alleen uit de wijze hoedanig men de Equipagiën der Successive alhier gepasseerde uitkoomende Scheepen telkens gesupleert heeft gehad met manschappen, die van alle kanten bij den anderen zijn gebragt geworden, maar ook uit distincte lijsten van alle Zeevaarende welk ten deezen gouvernementen nog aanweezig zijn, koome te consteeren, dat men niets onbeproevd heeft gelaaten om haar Hoog Edelens, in een Zo pregnante verleegentheid naar uitterste vermoogen bij te Springen, zo is bij deeze occasie verstaan van den Zoldij Boekhouder te requireeren.
Eerstelijk eene distincte opgave van alle Zevaarenden die zig op dato deezer; nog alhier in werkelijken dienst der Ed: Comp:e komen te bevinden, ‘t zij die in’t Hospitaal leggen, dan wel aan de Linie, op de permanente Scheepen, en Vaartuijgen, of ook op de nog aan gehouden werdende buitenposten bescheiden zijn.
Ten Tweeden; Een Specificque Lijst van alle zodanige perzonen zeevaarende zijnde, welke door deeze of geene der Ingeseetenen zijn geligt, met aanwijzing waar en bij wien zij zig ter voon onthouden, en voor hoe lange zig bij d’ E Comp:e hebben g’engageert mitsgaders hoeveel vandeeze, hùnne verbonden tijd, zij bij derzelver Ligting bereids hebben uitgedient gehad en eijndelijk,
Ten Derden, Een dito opgaave van zodanige zeevaarenden als zig om onderscheidene motiven onder afgesz:e gagie vinden gesteld, metbijgevoegde aantooning wie van hun zijn verbonden tijd heeft ten eijnde gebragt en wie daar teegen weederom niet, mitsgaders hoelange deeze laatsten nog zouden hebben behooren te dienen ingevalle in werkelijken dienst waaren gebleeven.
En alle dezelve lijsten in Copia authenticq aan haar HoogEdelens te Suppediteeren, ten eijnde weldezelve daar meede moogen geconvinceerd werden, dat men alhier niet anders ofte meer heeft aangehouden dan alleen even zo veele manschappen als verEischt is geworden, omden ommeslag van dit gouvernement tekunnen gaande houden.
Door den Heere Gezachhebber op bekomene informatie dat bij ‘t uitzetten der Boegspriet van ‘t aanweezend provisie Schip Zoutman beide de woelingen onbequaam waaren bevonden, eene expresse Commissie van Zee En Scheeps kundigen ter examinatie dier woelingen benoemd zijnde geweest, dewelke na gedaan onderzoek heeft gedient van ‘t Volgend Rapport.
Aan den WelEd: Achtb: Heer, Johannes Izaac Rhenius, Opperkoopman en Grzachhebber van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien, &c:a &c:a &c:a.
‘Wel Edele Achtbare Heer!’
‘U WelEdele Achtb:n d’ondergeteekendens Capiteins ter Zee Jan Arnold Voltelen, en Uilke Barends, expres hebbende gelieven te committeeren, omme, ten overstaan van den Equipagiemeester deezes Gouvernements Cornelis Cornelisz naauwkeurig te Examineeren de gebreeken die zig aan de Woelings van de boegspriet van’t Schip Zoutman hebben koomen te ontdekken, zoo hebben degeteekendens in gevolge die ordres zulks verrigt en in bijweezen van den Capitein van opgem:e bodem Nicolaas Acker bevonden voorsz: Woelings ten eenemaal onbequaam te zijn.’
‘Zullende over zulks ‘t Schip Zoutman noodzaakelijk van nieuw wand tot woelings voor de Boegspriet moeten werden voorzien.’
‘Gedenkende hier meede aan UWelEd: Achtb:s G’Eerde Ordres te hebben voldaan laaten de Geteekendens deezen dienen voor needrig Rapport.’
’/: Onderstond :/’
‘Cabo de Goede Hoop den 3 Jan: 1792. /: Was Getekend /’
Is, vermits blijkt dat eevengem: bodem noodzaakelijk van nieuwe woelingen oor deszelfs boegspriet moet werden voorsien, verstaan den Equipagiemeester te qualificeeren het nodige wand Slag daar toe te laaten verstrekken.
Ook is verstaan denzelven Equipagiemeester insgelijks t’authoriseeren om bovensdien zo aan evengem: bodem Zoutman , als aan het voorseilend retourschip d’ Eenparigheid , zodanige andere verstrekkingen van Equipagie goederen meer te doen geschieden, als hij oordeelen zal aan dies overheeden,m op denzelver Schriftelijke petitien, dewelke hem ten dien eijnde zullen werden ter handen gesteld, zo in ruijling als andersints onvermijdelijk te moeten werden g’accordeert om hunne voorsz: onderhebbende Bodems inStaat van rhijs vorderinge te kunnen brengen.
Vervolgens heeft men; op gedaane declaratie vanden Heere Gezachhebber dat uit eene Specificque op gave door den Pakhuis meester Schrijftelijk overgelegd, aan zijn Ed: was gebleeken dat geene glaaze ruijten bij de Ed: Comp:e meer aanhanden kwaamen te zijn, daar intusschen zoo wel voor de gaande en komende Scheepen als ter reparature vandat gedeelte van ‘t nieuwe Hospitaal het welk door ‘t vertrek der Wurtembergse Troupes leedig gevallen zijnde weederom geappropireert moeste werden om ‘er in’t vervolg d Impotenten inte kunnen logeeren, eene aanzienlijke quantiteit werde verEijscht, beslooten gem: Pakhuizmeester uit dien hoofde te qualificeeren tot ‘t koopen van 1000 p:s Glaze ruijten van 12 en 14 d:m, van zodanige particulieren als bij wien dezelve voorden minste prijs zullen weezen te bedingen.
En is wijders op het onderstaande request door den Adsistent Everhardus Anthonij van Ommeren gepræsenteerd.
Aan den WelEdelen Achtb: Heer Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber des Gouvernements van Cabo de Goede Hoop, en dies Ressorte &c:a &c:a &c:a, benevens den Ed: Achtb: Rade van Politie.
‘Wel Edele Achtbare Heer en E: E: Achtbare Heeren.’
‘Geeft met pligtschuldige eerbied te kennen, Uwer WelEdele Achtb:e en Ed: Achtb:s onderdanigste dienaar, everhard Anthonij van Ommeren, Adsistent in dienst der Ed: Comp:e;’
‘Dat hij Suppl:t in den jaare 1789 als Cannonier hier is aangeland, en vervolgens op den 12 Maart 1790, door Gunstig Raads besluit van UWelEdele Achtb:e, en Ed: Achtb:s tot gemelde qualiteit geëveheerd.’
‘Hoe gaarne hy Suppl:t ook wenschte, den dienst der Ed: Maatschappije, welke door hem, zo hy vertrouwd; geduurende omtrent drie Jaaren, ter politiecque Secretarije, tot genoegen zijner Superieuren is waargenoomen, te blijven frequenteeren; Vind hij zich egter door het onverwagt afsterven zijnes Vaders, en de uit dit verlies voor des Suppl:t Æconomie proflueerende nadeelig gevolgen inde noodzakelijkheid gebracht, UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb:s ootmoedig te imploreeren, en zijne onstandigheeden een gunstig reguard te willen Slaan, en hem tot het administrateeren eenes boedels, waartoe zijne præsentie noodzaakelijk vereijscht word, permissie te verleenen, ombehoudens zijne qualiteit met het alhier ter Rheede leggend Schip Texelstroom te moogen repatrieeren.’
’/: onderstond :/’
‘’T Welk Doende &c:a /:was Getekend:/ E: A: van Ommeren.’
Goedgevonden uit Consideratie derbij den Suppl:t g’allegueerde reedenen aan denzelven permissie verleenen om behoudens qualiteit met afgeschr: gagie per het ter rheede leggend retourschip Texelstroom te moogen repatriëeren.
Gelijk laatstelijk ook op ‘t Schriftelijk verzoek door den Heer Rezident der Baaijfals Christoffel Brand en den Burgerraad Henrik Justinus de Wet in de volgende bewoordingen gedaan.
Aan den WelEd: Achtb: Heer, Johannes Izaac Rhenius Gezachhebber deezes Gouvernements en den Ressorte vandien &c:a &c:a &c:a benevens den Ed: Achtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Achtbare Heer en Edele Achtbare Heeren!’
‘Geeft met gepaste Eerbied te kennen, Uwer WelEdele Achtb: en Ed: Achtb:s Gehoorzaame dienaaren Christoffel Brand Opperkoopman en resident in baaij fals, en Hendrik Justinus de Wet, burgerraad deezer plaatse, dat zij bij herhaaling hebben ondervonden, hoe weinig het huis aan ‘t bad overden berg geleegen geschikt is, tot een verblijf voor fatsoenlijk lieden, welke inclineeren de wateren al daar te gaan gebruiken en dat door eene gestadige toeloop van allerhanden zoort Volk, hottentotten en Slaaven, het gebruik der wateren op de plaats zelfs dikwerf Schadelijk komt te maaken.’
‘Reedenen om welke de Suppl:ten de vrijheid neemen, UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb:s te verzoeken, hen in Eijgendom te vergunnen en Een Stuk Grond na bij gemelde Bad geleegen, groot genoeg, omme aldaar ten geriewe van hen en hunne Familje een Huis te bouwen.’
’/: onderstond :/’
‘’T welk doende &c:a /was Getekend:/ C: Brandt, H: J: de Wet.’
Aan dezelve, in zelver voegen als bij besluijt vanden 13 DeCember L: L: aan den Heer Cassier de Wet, is toegestaan, gepermitteerd is geworden aan ‘t Warmebad over het Hottentotshollandsch gebergte geleegen voor haar en derzelver familien, een appart huijsje te moogen laaten Construeeren, mits het terrain dat daartoe zal worden g’emploijeerd vooraf behoorlijk opgemeeten en de daar van te formeerene Caart in raade overgelegd worden.
Na alle voorgaande besluijten weederom ter resumptie genoomen zijnde, de zeer gevenereerde Missive door de Ilustre Vergadering van Zeeventhienen op den 4 Januarij anno passato aan deezen Raade geschreeven, Zoo is beslooten dat ter pligtSchuldige voldoening aanhunner WelEdele Hoog Achtb: gevenereerde beveelen; vervat bij de 44:ste Paragraaph zo spoedig mogelijk boven de ordinaire afgaande Secretarieele papieren deezes Gouvernements, ook nog ingereedheid zal worden gebracht, twee Stellen der Resolutiën en Besoignes door deezen Rade genoomen en gehouden, mitsgaders twee Stellen van alle de brieven, welke zo aan Hun WelEdele Hoog Achtb: als aan de Hooge Indiasche Regeering van weegens dit Gouvernement afgaan omme respectivelijk aan de kameren van ‘t Zuider en Noordrer Quartier te worden verzonden, tot ‘t vervaardigen van welke boekdeelen egter geene vermeerdering van Secretariëele bediendens zal worden gedaan, Schoon de alteratie welke Hun WelEdele Hoog Achtb:s in de voorheen gegeevene beveelen, met betrekkeling tot de verzending van papieren aan de Kameren van ‘t Zuider- en Nooder Quartier, hebben gelieven te maaken, geenzints eenige vermindering van werk ter politicque Secretarije te weege brengt, maar alleen ter Negotie en Soldij Comptoiren, mitsgaders ter Secretarije van Justitie, als welke de partementen bij die alteratie bevrijd worden, iets anders van hunne papieren te verzenden als de ordinaire Stellen voor de Kameren Amsterdam en Zeeland.
Omme behoorlijk te Elucideeren de twijffeling die bij Hun WelEd: Hoog Achtb:s volgens de 45:ste paragraaph is ontstaan, of niet ‘t getal van ruim hondert Engelschen Scheepen, tot den Walvischvangst geequipeerd, welke volgens missive deezer Regeering van den 22 Maij ïn de vier eerste maanden van dat jaar, zich in de S:t Helenabaaij hadden vertoond, al te groot was opgegeeven, en of daar omtrent niet eenige vergrooting plaats heeft gehad, mitsgaders of niet deScheepen welke voor Engelschen zijn opgegeeven veelligt Noord-Americaansche zijn geweest, zal aan hun WelEdele Hoog Achtb: in de Eerste plaats worden toegezonden eene Specificque Lijst vande datums waar op de onder Scheidene Scheepen volgens de ingekoomen Rapporten in de S:t Helena baaij zijn garriveerd, waaruit deezen rade vertrouwd dat hun Wel Edele Hoog Achtb:e de waarheid van’t door dezelve gegeeven bericht nader zal Consteeren, terwijl ter voldoening aan’t tweede requisit hun WelEdele Hoog Achtb:ens onderdanigst zal worden bedeeld, dat dewijl veele die Scheepen bij hun aankomst inde S:t Helena -baaij geene vlaggen hebben vertoond, men ook in de onmogelijkheid is gesteld te kunnen bepalen, of alle dezelve Engelsche Vaartuijgen zijn geweest, doch dat terwijl men ter deezer rheede verscheidene Noord Americaansche Visschers heeft Zien arriveeren, ‘t ook zeer apparent is, dat onder ‘t opgegeeven getal der geene die in de S:t Helena baaij aanweezend zijn geweest, zich verscheidene Noord-Americaansche Vaartuijgen hebben bevonden.
Onder eerbiedige referte aan al ‘t geen bij de Successivelijk afgegaane ootmoeidge letteren deezes Raads, reeds aan Hun WelEdele Hoog-Achtb:s is meede gedeelt over de diminutie van Dienaaren ten deezen Gouvernemente, en van derselver verzending naar batavia zal ter verdere beandwoording vande 48:ste paragraaph hoogst dezelve eerbiedig worden voorgedraagen de maatregulen door deezen Raade genoomen en bewerkstelligd, om voor te koomen dat geene andere persoonen als Impotent dan wel reconcalescent ten Hospitaale of aan de Linie worden aan gehouden, dan de geene welke zich niet inStaat bevinden te kunnen worden geëmbarqueerd, en dat zodra alle de veranderingen en verminderingen van omSlag door hun WelEdele Hoog Achtb:s bij Secreete missive van den 2 October 1790, dit Gouvernement voorgeschreeven hun volkoomen beslag zullen hebben erlangd. deeze Raade dan ook met alle ijver werkzaam zal zyn, om nog alle mogelijke vermindering onder dedienaaren te maaken.
Ingevolge de beveelen bij dezelfde Paragraaph vervat, op den ontfangst van deeze hunner WelEdele Hoog Achtb:s gevenereerde letteren, door den gerepatrieerden Heeren Gouverneur Van de Graaff de nodige ordres gegeeven zijnde, om aan de Pennisten niet langer het aan hen bij Resolutie deezes Raads vanden 19 Augustus 1784 toegelegd Douceur van Rx: 5:’:’ per maand te doen laaten betaalen, zo zal daarvan aande Hoog Gebiedende Heeren Meesteren de verschuldigde kennis gegeeven worden.
Bij de 49:ste paragraaph doorde Heeren Majores informatie gevraagd wordende van de reedenen waarom de bij missive deezer regeering vanden 11 Februarij 1790, overgezonden requesten door de Bezitters van Groot en Klein Constantia, Cloete en Colijn, aan deezen Raade ingedient, meerder dan een jaar ten deezen Gouvernemente zijn opgehouden, alvorens dezelve aan hun Wel Edele Hoog Achtb:s toe te zenden, zo zal aanhoogst dezelve in alle onderdanigheid worden bericht, dat ‘t request vanCloete, blijkens de Notulen op den 14 October 1788, ter vergadering is gedient; dat ‘t zelve als toen aan de Leeden des Raads ter rondleezing is gezonden, en naderhand het request van Colijn daarbij gevoegt, zonder dat dezelve Requesten ooit weederom ter tafel van den raad zijn gebracht, ignoreerende echter alle de teegenswoordige Leeden des Raads, zo wel de reedenen waarom deeze geschriften zo lnag zijn opgehouden, als die waarom dezelve aan de Hooge Gebiederen zijn gesuppediteert, zonder dat op dezelve bevorens in Raade behoorlijke besluiten waaren genoomen, en dat men door ‘t overlijden vanden Secretaris van Aerssen in de onmogelijkheid is gesteld, hier omtrent de nodige informatiën te kunnen inwinnen; te meer, daar de 29:ste en 30:ste paragraaphen der zeer gevenereerde Missive Sub dato 8 Januarij 1788, aan dit Gouvernement geschreeven, en waarbij hoogstdezelve hunne ordres met betrekking tot de leverantie der Constantia wijnen hebben gelieven te geeven nimmer in vergadering geresumeerd zijn geworden, weshalven dan ook bij den Raade is verstaan, bij allereerste geleegentheid die ordres als nog ter reSumptie te neemen, daarop behoorlijk te besluiten om dezelve te executeeren, en van die besluiten aan de Hoog Gebiedende Heeren Meestern plichtSchuldig verslag te doen.
In opvolging van het bevel vervat bij de 50 Paragraaph, zal aan den oud Burger Capitein Albert van der Poel bij extract deezer worden gewaarschouwd, dat ‘t Capitaal van ‘20000:’ aan hem volgens politiecq Raads besluit van den 27 December 1786 voor Reekening der Ed: Comp:e op intrest geschooten; door hem heeden over drie maanden, zonder eenig uitstel ofte dilai, in de Cassa der Ed: Comp:e zal moeten worden opgebracht, met en beneevens de Intressen, welke daarop verscheenen en nog onvoldaan zullen zijn, zullende ten aanzien der teegenstrijdigheid welke de Heeren Meesteren in de omtrent deeze zaak gegeevene berichten hebben gevonden, hoogstdeselve eerbiedig worden berigt, dat de opschieting van voorsz: Somma van ‘20‘000:’ is geschied in papiere Munt, zo als bij de Resolutie deezer tafel van 27 X:ber 1786. is gezegt, en dat niet teegenstaande bij de Missive deezes Raads van den 11 Februarij 1790, het woord van Contanten is gebezigd, daar door niets anders is gemeend, als papiere gedl die de plaatse van Contant Speciën alhier, zints den oorlog, ten grootste deelen heeft vervult.
Aan de zo meenigwerf betoonde begeerte van de Ilustre vergadering van zeeventhien, bij de 52 paragraaph weederom gereïtereerd, omme de Douane ten voordeele der Ed: Comp:e te heffen; door deezen Raade na het vertrek van den Heere Gouverneur van de Graaf, en den Heere Independent Fiscaal van Lijnden, direct voldaan, en daar van aan Hun WelEdele Hoog Achtbaarens bij Missive van den 5 July 1791 jongstleeden pligtschuldig kennisse gegeeven zijnde, zal men de vrijheid neemen zich in deeze aan dat bericht eerbiedig te gedraagen.
Op de bevreemding welke de Heeren Meesteren bij de 53:ste paragraaph te kennen geeven, over dat nog niet geinformeerd zijn geworden, van de Schikkingen, die door deezen raade hadden behooren te worden gemaakt, met opzigte tot de paquetbooten, zal onderdaaniglijk worden gereschribeerd, dat daar deeze beschikkingen een vandie zaaken zijnde welke door den gerepatrieerden Heere Gouverneur van de Graaf buiten bij aparte missive vanden 8 Meij jongstleeden aan hun Wel Edelen Hoog Achtb:e verslag is gedaan, den Raade daaromtrent miet werkzaam heeft kunnen zijn, als na ‘t vertrek van welgemelde Heere Gouverneur, dat echter zoo dra de dringendste menigvuldige bezigheeden des raads zulks hebben toegelaaten dezelve bedagt is geweest, omme over de afzending, ontfangst en bestelling der particuliere brieven de noodige beschikkingen te maaken, en dezelve behoorlijk in train te brengen, dat daartoe bij resolutie van den 26 Augustus expres gecommitteerd zijn geworden, de Heeren Le Sueur en van Reede van Oudtshoorn.
Dat ter voldoening aan dit besluit door hun Ed: reeds is gedient van derzelver Consideratiën in geschrifte, onder overlegging van een Consept Instructie voor den Postmeester, verseld van diverse bijlaagen, en het concept van een Eed, om door hem te worden afgelegd, zullende derhalven ook alle de voorsz: Stukken bij de beantwoording der gevenereerde Missive van Heeren Meesteren, aan hoogst dezelve, in Copia authentiecq worden aangebooden; onder eerbiedig kennis geeving van ‘t geen bij den Raade daarop is beslooten geworden, zo en in diervoegen als zulks bij de Resolutiën vanden 28 X:ber Jongstleeden is gearresteerd en ter needergesteld.
De aanstelling van den Capitein Lieutenant Andries Gerhardus van Kervel tot Capitein Effectief, bij de 55:ste Paragraaph hooggunstig geapprobeerd geworden zijnde, met dat onderscheid echter dat dezelve niet onder zijn loopend verband, maar onder een nieuw vijf jaarig verband, zal moeten Stand grijpen, zoo zal daar van Extracten worden ter hand gesteld, aan den Heere Colonel Gordon, en den Soldij Boekhouder, ten einde te dienen tot hunne na richt en informatiën.
In antwoord op den 56:ste en 57:ste paragraaphen, zullen Hun WelEdele Hoog Achtb: de Schuldige dank worden betuijgd voor de gunstig gedaane aanstelling tot onderkoopman, van den Land drost van Zwellendam Antonij Alexander Faure, meet de daar toestaande Gagie, mitsgaders voor de approbatie der aanstelling van Willem Stephanus van Rijneveld tot Secretaris van den Raade van Justitie meede met den Rang en Gagie van Onderkoopman.
Bij resumptie der 58:ste en 59:ste Paragraaphen, door den Heere Gezachhebber ter tafel geproduceerd zijnde, een bereekening door den Soldij boekhouder, ter ordre van zijn Ed: vervaardigt, over ‘t geene navolgens debij die parag raaphen gestelde ordres door den gerepatrieerden Groot Majoor de Bonstetten, dan wel desselfs borgen, en door de weduwe van den Plaats majoor Jan Arnold Bleumer aan de Ed: Comp:e moeten worden gerestitueerd, bedragende voor eerstgemelde rx: 2313:32:, en voor laatstgenoemde rx: 1529:2: Zo is ten deesen belange verstaan omme aangezien den grootmajoor de Bonstetten nog bij ‘t aanweezen van den Heere Gouverneur Van de Graaf van hier naar Neederland is vertrokken, ‘t geen door hem ten bedraage van Rx: 2313:32: moet worden gerembourseerd, door zijne borgen de Capitein Ingenieur Sebastiaan Willem van de Graaff, en den Lieutenant Ingenieur Louis Michiel Thibault, in de Cassa der Ed: Comp:e te laaten betaalen, en de aan de plaats majoor Bleumer opgelegde restitutie ten bedrage van Rx: 1529:2:’ door desselfs Weduwe te laaten geschieden waarvan zij bij Extract deezes ten allerspoedigsten zullen worden geinformeerd, ten einde daaraan prompten zonder uitstel werde voldaan, zullende wijders bij de Eerbieidge kennis geeving van dit besluit aan de Heeren Majores worden gesuppediteerd Copia authentiecq; van het request doorde evengeborgen van den Grootmajoor de Bonstetten ter vergadering van den 24 Junij ingedient, mitsgaders ter Cognitie van hun WelEdele Hoog Achtb:s gebracht, ‘t besluit daarop genoomen, bij de meerderheid des Raads, bestaan hebbende uit den Heer Gouverneur Van de Graaf, en den Heer Independent Fiscaal van Lijnden; Vader en Schoonvader van Een der requestranten, en dat dus ook deezen Raade heeft vermeent dat besluit geene effect te moeten laaten Sorteeren, maar ter contrairie tot Schadeloos Stelling van de Ed: Comp:e aan den Capitein van de Graaf zelfs niet toe te staan van hier te repatrieeren voor en aleer ‘t geen door hem en zijne Meedeborg moet worden betaald, in de Cassa der Ed: Comp:e zal weezen gebracht.
Van de 62 Paragraaph zal extract worden afgegeeven zo aan den Capitein Commandant van ‘t depot van Meuron als aan den Soldijboekhouder omme de daar bij gegeevene beveelen Stipt en zonder eenige deminste afwijking te observeeren, terwijl aan de Hoog Gebiedende Heeren Meestern met gepaste eerbied ter kennisse gebragt zal worden dat den Capitein Johannes Zorn, de eenigste Officier isl, wel zig bij dat depôt komt te bevinden, mitsgaders dat de manschappen welke tot ‘t regiment de Meuron gehooren en alhier aanweezig zijn, na den verkoop van geheele ommslag van ‘S Ed: Comp:s Stal in dat Gebouw zijn geplaatst geworden.
In rescriptie op den 63:ste paragraaph, waarbij HunWelEdele Hoog Achtb:s deeze regeering gelieven meede te deelen de Schikkingen met den Chef proprietaire van ‘t regime van Wurtemberg gemaakt, over het aanhouden alhier van een Officier, en twee Onderofficieren om het nodige toezicht over de alhier passeerende Manschappen te houden, zal aan hun Wel Edele Hoog Achtb:s worden overgezonden de Memorie door den Heere Colonel von Hughel op den 10 Junij jongstleeden ter vergadering ingedient, onder eerbiedige kennis geeving, om welks reedenen en op wat voorwaarden deezen raade van voorsz:e Schikking is afgeweeken, zo en in dier voegen als zulx bij de Resolutie van den 10 Junij jongstleeden is ter needer gesteld.
Ingevolge de ordres bij de 65 paragraaph vervat, door deesen Raade reeds de nodige aanschrijvingen aan de Regeeving van Ceilon gedaan zijnde zal het geordonneerde bij de 66:ste paragraaph noopens het aanhouden van Zee officieren ten deezen Gouvernemente in allen deelen prompt worden opgevolgd en daar van extracten werden afgegeeven, zoo aan den Equipagiemeester als aan den Soldij boekhouder, omme zig daar na Stip te reguleeren.
Van de 67:ste paragraaph, zal extract worden afgegeeven aanden Soldijboekhouder, omme wanneer den daarbij genoemde Meijer zig op een der van Batavia aankoomende Scheepen mogt komen te bevinden, dezelve ingevolge de ordres der Heeren majores op een uitkoomende en derwaards gedestineerd Schip te verplaatsen.
De 68 paragraaph alleen bevattende de dispositie door hun WelEdele Hoog Achtb:s op de van hier verzondene requeste van Willem Johan van oostersee genomen, zo zal aan hem daarvan Extract worden afgegeeven en in zijne keuze worden gelaaten, van welke der beide bij dat dispositief aan hem gedaane vergunningen hij gebruik wil maaken.
Uit den inhoud der 69:ste paragraaph gebleeken zijnde de aanstelling vanden Capitein Lieutenant van Baalen tot Capitein effectief, en dat hij van Baalen ten deezen Gouvernemente zou gennieten derang boven voormelde Capitein Van Kervel, zo zal daarvan bij Extract worden kennis gegeeven, aan den Heere Colonel Gordon, en den Soldij boekhouder omme daaromtrent ‘t nodige te observeeren.
Laatstelijk zal ter Eerbiedige beantwoording van de 71:ste paragraaph hun WelEdele Hoog Achtb: ter cognitie worden gebrach, dat tot nu tpe geene der daarbij vermelde requestranten dan wel hunne zig respectivelijk alhier bevindende gemachtigdens, hen aan deezen Raade hebben geaddresseerd, om de penningen welke zij in Neederland hebben gesuppliceerd dat van hier derwaards zoude worden geremitteerd, inde Cassa der Ed: Comp:e te moogen tellen, zullende daarbij teffens worden geexposeerd de resolutie door deezen Raade ter Sessie van den 28 december jongstleeden genoomen op een als toen ingedient request van den meermelde Capitein Zoon, tendeerende, om in gevolge de gunstige permissie door Heeren Majores daar toe verleende voor Reekening van het Regiment de Meuron ‘50‘000:’:’ naar Patria te moogen remitteeren.
Aldus Geresolveerd, ende Gearresteerd, In’t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn.
[Signed:] Mij præsent E: Bergh p:l SeCret.
C. 200, pp. 118-173.¶
Vrijdag den {17920113} 13 Januarij 1792.
‘S Voormiddags alle present, dempto den Heere de Wet, mits Indispositie.
D’extentie van ‘t besluit onder den 6:e deezer genoomen, geresumeert en g’arresteerd zijnde, wierd na dat den Heere Gezachhebber aanden Raade kennisse hadde gegeeven dat aan het bussekruijdt van ‘t retourschip d’Eenparigheid eenig bederf was bespeurd geworden, geleezen het onderstaande Rapport door de Commissie welke zijn Edele ter examinatie van dat Pulver heeft benoemd gehad, in gedient.
‘Rapport.’
Aan den Wel Edele Achtbareb Heer, Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte vandien, &c:a &c:a
‘WelEdele Achtbare Heer!’
‘D’ onderget:e Officieren der Arthillerij op ordre van UWEd: Achtb: door den Heer Coll: en Chef der Arthillerie gecommitteerd geworden zijnde, om ‘t buskruit van ‘t Retourschip d’ Eenparigheid , in’t bijweezen van den Capitein dier bodem, naauwkeurig te examineeren &c:a &c:a Zoohebben dezelv, ter onderdaanigsten bevolging van deeze hoog gerespecteerde Ordre, het kruit voorgem: in’t Fort Amsterdam /:alwaer het den Commis reeds hadde laaten brengen:/ in Presentie van de voorgen:e Capitein, exactelijk geexamineerd en bevonden:’
‘
56 vaten | à 50 lb, Waarvan |
8 d:o | door't zeewater in't geheel bedorven en onbruikbaar geworden, en |
2 d:o | door de mole nog te repareeren zijn |
56 vaten | à 50 lb, Waarvan |
8 d:o | door't zeewater in't geheel bedorven en onbruikbaar geworden, en |
2 d:o | door de mole nog te repareeren zijn |
’!!!door ?t Zeewater in ?t geheel bedorven en onbruikbaar geworden, en!!!’
‘Het kruit in de overigen 46 Vaten is heel goed onbruikbaar, ook verseekert de meergem: Capitein, dat zig nog aanboord bevindende, insgelijks goed en bequaam is. Hiermeede vermeenen de onderget:s aan de ordre van UWEd: Agtb: te hebben voldaan, en reserveeren zig de Eer met alle Eerbied en ontsag te zijn,’
’/:onderstond:/ Wel Ed: Achtb: Heer /: Lager :/ UWEd: Achtb: zeer Gehoors: en onderd: Dienaeren. /was Getekend/ C: G: Schildbach, Johannes Jacobus Denner.’
En vermits uit dat berigt is komen te blijken dat van de 56 gevisiteerde vaten 8 ten eenemael door ‘t bijgekomen zeewater bedoreven geraakt en onbruikbaar geworden zijn, terwijl twee andere minder beschadigde zullen moeten werden vermalen, zoo is verstaan d’ eerstgemelde agt Vaten ten overstaan derzelfde gecommitteerdens die de voorsz: Visitatie hebben gedaan, in zee te doen werpen, dog de twee andere ter vermalinge naar Batavia te rug te zenden.
Hierna meede zijnde geleezen de volgende Memorie vanden Commis der Arthillerij en ammunitie maguazijnen Hendrik Willem Rutz.
Aan den Wel edelen Achtb: Heer, Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien, beneevens den Edelen Achtbaren politicquen Raadt.
‘Wel Edele Achtbaren Heer en Edele Achtbare Heeren!’
‘Den ondergeteekende neemt Eerbiedig de vrijheid op ordre ende met voorkennisse van den Heer Colonel P: H: Gilquin Uwe Wel Edele Achtb: zeer needrig te rapporteeren; dat het hoogst noodzaakelijk word, alle de ordinaire affuitten, rolpaarden etc: op de differente Posten of Batterijen thans bevindelijk te verven; als daar zijn,’
‘
157 p:s | ordinaire, en | Affuitten |
20 d:o | Kust | |
159 d:o | Rolpaarden | |
3 p:s | Ammunitie wagens. | |
39 d:o | Voor en protzwagens. | |
1 d:o | Canon wagen. | |
2 d:o | Triqueballen | |
1 d:o | Schrootbok. | |
6 d:o | Canonbokken. | |
941 d:o | Laad gereedschappen | |
72 d:o | Ammunitie kisten, En | |
2 d:o | VlaggeStokken |
157 p:s | ordinaire, en | Affuitten |
20 d:o | Kust | |
159 d:o | Rolpaarden | |
3 p:s | Ammunitie wagens. | |
39 d:o | Voor en protzwagens. | |
1 d:o | Canon wagen. | |
2 d:o | Triqueballen | |
1 d:o | Schrootbok. | |
6 d:o | Canonbokken. | |
941 d:o | Laad gereedschappen | |
72 d:o | Ammunitie kisten, En | |
2 d:o | VlaggeStokken |
‘Ten welke einde ‘S Jaarlijks is geconsumeerd geworden zo aan olij, verf, als ook krijt, tot het maaken van Stopverf, circa Ses à Zeeven halfaamen Lijnolij.’
‘En waarmeede Eerbiedigst vermeenen dat alle de bovenstaande thans aanweezig zijnde werktuijgen der Artillerij, geduurende een rond jaar in hunne behoorlijke verf zullen konnen onderhouden werden.’
‘Het werkstelligen van gemelde Schilderwerk is tot dus verre Altoos buiten kosten der Ed: Comp:e door apart hier toe gecommandeerende Arthilleristen geschied, dog zoude ook zeer gevoeglijk publiecq konnen aanbesteed worden. Hebbe de Eer met diep respect te zijn.’
’/: onderstond :/’
‘Wel Edele Achtbare Heer! en Edele Achtbare Heeren! /: Lager :/ UWelEdele Achtb: zeer onderdanige en Gehoorzame Dienaar, /:was Getekend:/ H:k W:m Rutz. /:Ter zijde Stond:/ Cabo de Goede Hoop, den 12 Januarij 1792. /:Lager:/ Gezien:/ en Getekend:/ P: H: Gilquin.’
Heeft men, alzo daaruit de volstrekte noodzakelijkheid Consteert dat de affuiten en Rolpaarden op de differente batterijen en Posten leggende werden geverwd, goedgedagt zulks hoe eer hoe liever te doen geschieden.
Dan vermits ale de daar toe vereijscht werdende ingredienten als Olij, verwen enz: nog bij ‘S Comp:s Pakhuizen aanhanden werden gevonden, en het Schilderen, ook nu eeven als voor deezen, door d’arthilleristen die zig des verstaan geschieden kan, is teffens goedgedagt, ter besparing van noodeloose onkosten, dat werk voor als nog niet bij aanbesteeding, maar op den ouden voet, onder directie van hem Commis zelve, door ‘S Comp:s eijgen Dienaaren te laten verrigten, en ten dien eijnde de bij voorsz:e Memorie opgegeevene quantiteijten verw, olij, krijt ect:e als voor deezen uit de respective administratiën per ordonnantie te doen verstrekken.
Vervolgens ter voldoening aan Raads Resolutie van den 2:de December ll:, waar bij van de Gecommitteerdens aan wien debezorging derlading van ‘t Schip S:t Lourens is opgedragen geweest, gevordert is geworden opgave te doen, van den tijd en de kosten die vereijscht zouden werden, om de weinige goedgebleevene Koffij boonen uit dat Schip gelost, vande zeergroote quantiteit bedorven te kunnen Sorteeren, door dezelve gecommitteerdens gedient zijnde, van’t volgend Rapport.
Aan den Wel Edele Achtb: Heer Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien; benevens den Edelen Achtbaren Politiecquen Raad.
‘Wel Edele Achtbare Heer, en E: E: Achtb: Heeren!’
‘UWWelEdele Achtb: van de onderget:e gedemandeert hebbende, omme UWelEd: Achtb:s opgaave te doen; hoe veel tijd naar gissing zoude worden vereischt, omme de goede Coffijboonen uit de Lading van het Schip S:t Laurens van de groote quantiteit Slegte teSorteeren, als meede hoe hoog de Kosten, daartoe zoude koomen te monteeren, ten einde daar uit op te maaken, of de gesorteerde goede boonen bij verkoop de Onkosten wel zoude kunnen opweegen.’
‘Zoo hebben zij in pligtschuldige Obediëntie ter diening van berigt, de Eer te zeggen.’
‘Dat zij het eene volstrekte onmogelijkheid oordeelen de kwaade van de goede Coffijboonen te kunnen Sorteeren, ten zij daar toe eenhondert Slaaven, ten minsten Eenhalf jaar lang gemploijeerd wierden, en dus de kosten ruim 2/3. de waarde derboonen bij verkoop zoude Surpasseeren.’
‘De onderget:s teekenen zich met eerbied.’
’/:Onderstond:/’
‘Wel Edele Achtb: Heer, en E: E: Achtb: Heeren /:Lager:/ UWelEdele Achtbaarens Onderdanige en Gehoorzaame Dienaaren, /:was Getekend:/ J: A; Kirsten, David Kuuhl; ter zijde Stond:/ Cabo de Goede Hoop den 11 Januarij 1792’
Waaruit blijkt hoe ongeraden het zoude weezen een zo minutieusen arbeijd ‘S Comp:s weegen te doen bij der hand neemen, is dierhalven als nu op dit poinct finalijk beslooten, de voorsz: Coffij ter bevordering van ‘S Meesters meeste voordeel maar bij publicque vendutie telaaten vande hand zetten, zo als S’ is, en de zorg om de quaade bonen van de goede afte zonderen aan de resp:e kopers telaaten verblijven, zoo nochthans, dat men hen tot deeze Separatie en Schijdinge voor de veiligen zal exhorteeren, om ze zo doende teegens de Schadelijke uitwerkselen welke het gebruik van de voorsz: koffij, zonder deeze noodzaakelijke voorsorge, aan de Gezondheid van hun zelven en ook van anderen, waaraan se dezelve Coffij in detail zoudenkunnen komen te Slijten, te weege kan brengen, behoorlijk te waarschouwen en op hun hoede te doen zijn.
Met het Schip de Castor uit het Vaderland al hier aangebragt zijnde 20 Cassen met monteering Stukken voor ‘t Regiment van Wurtemberg, dewelke eensdeels om dat gem:e bodem voor de Caap afgelaaden zijnde, eene maele ontlost werden moet, en ten anderen ook om d’ onzeekerheid werwaards dat Schip vervolgens heen zal moeten Steeven, aan land zijn gebragt, geliefde den Heere Gezachhebber in bedenking te geeven, of ‘t, alzo men hier met d’oplegging en berging dier kassen verleegen kwam te zijn, en ‘er zig daar en teegen nu dikwijls favorabele gelegentheeden voordeeden om gebruikt te maaken van leedig gevallene ruimten in Scheepen die goederen voor dit Gouvernement hadden ingehad, niet meest overeenkomstig het intrest der Hooge Gebiederen zoude weezen, van een zodanige gunstige occasie gebruikt te maken, om de voorsz:e goederen maat hoe eer zo liever naar batavia voort te Schikken; zo is in d’ onzeekerheid waarin men zig noopens de verdere bestemming van het voorm: Schip de Castor bevind, begreepen het voorsz: voorstel van den Heere Gezachhebber allezints met ‘S Comp:s belang te quadreeren, en dienvolgens geresolveerd d’ eerste geleegentheid de beste te doen capteeren, om de bovengem:e 20 Cassen met monteeringstukken voor ‘t regiment van Wurtemberg, van hier naar eevenged:e Indiasche Hoofdplaatse, als ‘t præsente guarnisoen van ‘t meerged: Corps zijnde, voort te Schikken.
En vermits thans ook alhier is aangeland het ingehuurd Schip de Geertruij en Petronella , waarin de Heeren majores ingevolge het geadviseerde bij hoogstdezelve Missive van 31 Maart, en het Schrijven der Præsidiale kamer Amsterdam vanden 29 Junij deezes jaars, van particulieren in Neederland op vragt hebben doen accepteeren, diverse Negotie en Commissie goederen mitsgaders Provisiën en Dranken, om alhier aan de houders der daar af verleende Cognossementen te werden afgeleverd, maar intusschen nog niet is ingekoomen het naderomstandier aanschrijvens het welk de regeeringe bij Laatstgem:e Missive door dezelve præsidiale kamer is toegesegd geworden, en waar bij men hadde gehoopt onder anderen ook g’informeerd te zullen zijn geworden, hoedanig, en in welker maniere de voorsz: afleevering zoude moeten geschieden: em men gevolglijk genoodzaakt is daar omtrent zodanige provisioneele Schikkingen te beraamen als verondersteld moet werden meest te zullen Strooken met hoogstderselver Intentie in deezen; Zo is, na dat ampel hier over gebesoigneerd en intusschen ingenoomen was het Advijs zoo wel van den Equipagiemeester als van den Schipper van gemelde bodem de Geertruij en Petronella , Louis Willem van Rossum, best gedagt bij een Billiet, het welk met insertie vande quantiteit der aangebragte volumes, en dies merken, mitsgaders de Namen der Personen aan wien geconsigneerd zijn, inde Strantstraat bij de Justitieëele raadzaal zal moeten aangeplakt werden, aan voorsz:e g’interesseerdens te doen notificeeren, dat vermits het gemeld Schip, en met het zelve de voorseide goederen alhier aangeland zijnde, het belang der Maatschappij nu vordert dat met opzigt tot dies ontlading, allen mogelijke Spoed werde betragt, dienvolgens op aanstaande Maandag den 16:e deezer loopende maand met de voorsz: ontlossing een aanvang zal werden gemaakt,: dat om in deezen de houders der Cognoscementen alle mogelijke faciliteiten toe te brengen, dagelijks aan den voet of bezijden ‘t voorsz:e te doene advertissement zal werden bekend gesteld, welke goederen voor handen zullen Staan om des anderen daags te kunnen werden afgehaald; dat zodanige affixie vanter afleevering Staande goederen geschied zijnde, de eijgenaars dier goederen gehouden zullen weezen deSelve, weer en wind dienende, inden Loop van den daar toe bepaalden dag, of in cas van hindernis bij ‘t eerst volgend vaarbaar weeder zelve afte haalen ofte door ijmand anders te doen afhaalen, mits in dit laatste geval hunne Cognoscementen behoorlijk Endosseerende dan wel in blanco teekenende omteegens ontfangst van de daar bij gespecificeerde goederen aan d’ overheeden te werden ingehandigt, en dat vermits met het voorstaan van de indit Saisoen Schier dagelijks waijende ZO:te winden, de zogenaamde Cadraijers Tollen, waarmeede de Transporten van en naar boord voorparticulieren en hier gewoonlijk geschieden, dikwijls kunnen werden belet af en aan het Schip te vaaren, enhier door merkelijke vertraging in’t debarqueeren dier goederen zoude te weege gebragt werden, ter wegneeming vandit beletsel, aan de geenen die zulks zouden moogen verlangen, zullen werden bijgezet ‘S Comp:s Landsboots, wel te verstaan voor zo verre zulks geschieden kan, zondernadeel aan den dienst toe te brengen, ofte andere meer importante operatiën te vertragen, en door de geenen die zig invoegen voorsz:e van dezelve boots koomen te bedienen, het van al oude tijden daarop Staande douceur voor ‘t Equipagie volk werden betaald.
en dat zodoende aan d’eijgenaars der voorsz:e goederen alle faciliteiten geprocureert en hulpe geboden werdende, dan ook de goederen der geenen die des nietteegenstaande nalatig mogten blijven dezelve ter behoorlijker tijd te doen afhaalen ‘S Comp:s weegen geLost en opgeslagen zullen werden voor ‘S Eijgenaars reekening, zodanig dat de Schaden welke gepretendeert mogte werden zoo bij dat transport naland als in de Pakhuizen aan de alzo geloste goederen veroorzaakt te weezen, niet alleen zullen zijn en blijven voor reekening der houders van de Cog nossementen, maar dezelve ook nog bij ontvangst der gem: goederen gehouden werden geagt aan de Maatschappij voldoening te moeten geeven voor’t aan Land Scheepen en bergen dier goederen.
Zullende dienvolgens conform het voorsz:e hiervooren g’arresteerde door gemelde Schipper van Rossum gezorgd moeten worden dat de loslijsten van het geen ‘S anderen daags kan afgeleeverd werden, den dag te vooren in de namiddag regulier aanden Equipagiemeester werden toegeschikt, terwijl deezen dezelve lijsten onmiddelijk zal moeten doen ter handen Stellen aan een der respective bodens van Politie, om aanstonds te werden aangeplakt.
En zal van het aangebrachte manifest zelve, contineerende de quantiteiten, en de Sortimenten der goederen, mitsgaders de Naamen ders Perzoonen aan wien gevonsigneerd zijn, een authenticque Copij werden afgegeeven aan den pro interim Fiscaal Deneijs, met Last te zorgen dat nagedaane Uitleevering der voorsz: goederen van een eijgelijk werde opgehaald het geusiteerd inKomend regt, het welk hij bevonden zal hebben voor de bij hem ontfangene Effecten aande Ed: Comp:e te moeten opbrengen en betaalen.
Middelerwijl ingevolge Resolutie van de 26:e Augustus des voorleeden Jaars door den Negotie Overdrager Casparus van Eerten, en den Eerstgezwoore Clercq ter Politiecque Secretarij George Fredrik Goetz, met betrekking tot de Portpenningen dewelke t’ zeedert den jaare 1788, tot Ultimo X:ber jongstleeden voor d’ alhier aangebragte particuliere Brieven opgehaald, enbij den gezw:e Clercq ter Politiecque Secretarije Pieter Hendrik Faure ontfangen zijn geworden gedient zijnde van ‘t hier onder g’insereerd berigt.
Aan den WelEdele Achtb: Heer johannes Isaac Rhenius Gezachhebber de zes Gouvernements beneevens den E: Achtb: Raad van Politie
‘WelEdele Achtb: Heer en E: Achtb: Heeren’
‘“UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb: de ondergeteekendens hebbende gelieven te Committeeren, omme ingevolge Politicque raadsbesluit van den 26:e Augustus des voorL: Jaars te formeeren en aan UWelEd: Achtb: en Ed: Achtb: over te leggen eene Reekening van alle de briefporten, alhier ontfangen, zo hebben zij ter voldoening aan dat geëerd bevel, na geinformeerd te zyn geworden, dat den geswooren Clercq ter Politicque Secretarij Pieter Hendrik Faure, met de behandeling der Partïculiere bestelbrieven was gechargeerd, en de daar voor betaalde porten voor reekening der E: Comp:e had doen invorderen, zig bij den gemelde Faure vervoegd en van hem afgevordert, een Reekening van de gelden door hem voor port der zints den Jaare 1788 tot Ult:o December Jongstleeden alhier aangekoomen particuliere brieven ontfangen, en hier aan door hem behorlyk voldaan zynde, neemen de Onderget: de vryheid, de door hem vervaardigde reekening deeze te doen vergezellen, en waar uit UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb: zullen kunnen ontwaaren, dat in de voorsz: tyd aan briefporten is ontfangen een bedraagen van ‘6796:16:’ Hollands Courant, ofte Rd:s 2832:’:’ welke Somma den gesw: Clercq Faure, ter dispositie van UWelEd: Achtb: en Ed: Achtb: is houdende.’
‘Dan na dien de gem: Faure voor de moeite en zorg die hy geduurende ruim drie Jaaren heeft moeten aanwenden, om de aangebragte brieven behoorlyk te laaten bezorgen, en dies porten te incasseeren op geener hande wys eenig dedeomagement heeft genooten, heeft hy de onderget: verzogt UWelEd: Achtb: en Ed: Achtb: by ditRapportteSuppliceeren, dat het wel derzelver mogt behaagen hem daar voor een douceur te willen toeleggen, geëevenreedigt aan het geen door UWelEd: Achtb: en Ed: Achtb: voor de thans aangestelde Postmeester is bepaald, en hem teffens te ordonneeren aan wien hy de nog onder zyne berusting zynde onbesteld gebLeevene brieven zal moeten afgeeven.’
‘De Ondergeteekendens verhoopen hier meede aan de ordres van UWelEd: Achtb: en Ed: Achtb: te hebben voldaan en laaten deeze dienen voor needrig Rapport.’
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop op 13: Jaan:y 1792 /:was geteekend:/ C: s van Eerten, G: F: Goetz.’
Zoo is verstaan Copia van het zelve berigt te doen afgeeven aan den Heer Commissaris over de Postreijen en zijn Ed: daar bij te qualificeeren om van gem:e gezwoore Clercq Faure af te vorderen en vervolgens in’s Comp:s Cassa over te brengen, het montant welke geduurende den voorsz:e tijd ter Somma van Twee Duizend Agt Hondert en Twee en Dertig Rijksdaalders, uitmaakende eenbedraagen van ‘6796:16:’ Hollandsch Courant, uit de bestelde brieven is geprovenieert, Zullende bovensdien de Successive ontfangene Lijsten, en zo meede de Brieven die niet afgehaald zijn, of aan haare addressen afgegeeven hebben kunnen werden, bij ‘t gem:e PostComptoir moeten werden ingenomen, om, na dat met dezelve conform d’ordres zal zijn gehandelt bij het zelve Comptoir te blijven geseponeerd.
Zijnde, na dat de boovenstaande dispositie invoegen voorsz: was gevallen den ter Sessie van 28 december L:L: nieuw aangestelden Postmeester Adriaan Vincent Bergh ter vergaderZaale g’admitteerd, en is aldaar door den selven aanhanden vanden Heer Gezachhebber afgelgd geworden den tot desselfs voorsz: bediening Staanden ordinairen Eed.
Waarna door opgem:e Heer Dispencier van Reede van Oudtshoorn, bij forme van berigt, op het aan zijn Ed: gedemandeerde bij besluit van den [.....] is overgelegd d’onderstaande Memorie
Aan den Wel Edele Achtb: Heer, Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber deezes Gouvernements, benevens den Ed: Achtb:en Politiecquen raad.
‘Wel Edele Achtbare Heer, en E: Achtbare Heeren!’
‘De bij en omstreeks de Saldanha-Baaij woonende ingeseetenen, dewelke hun bestaan vinden uit den ackerbouw, onlangs bij UWelEdele Achtb:s verzoek hebbende gedaan, ten einde hunne graanen in voorsz: baaij te leeveren, dat een Schip na derwaards mogte werden gezonden, om dezelve afte haalen, is, voor en al eer daarop finaal te disponeeren, door UWel Edele Achbt:s best gedagt, de opgaave te laaten geschieden van de quantiteit, die een ieder aldaar zouden willen aanbrengen, om, nadat dezelve zoude weesen ingekoomen, nader te kunnen beoordeelen, of S’ Maatschappij’s belang ook zoude vorderen, dat een Schip daartoe expres wierde gedespicieerd.’
‘Deeze opgaave, om die behoorlijk te laaten doen aande ondergeteekende gedemandeert zijnde, heeft hij vervolgens daar toe moeten emploijeeren de Posthouder in de Saldanha baaij Jacob Stofberg, welke deeze comissie volbragt hebbende, op gisteren aan de onderget:e heeft toegezonden gehad, de gerequireerde opgaave, zo en in diervoegen, als deondergeteekende de Eer heeft, die alhier Schrijftelijk over te leggen.’
‘Schoon bij dezelve op verre na niet voorkomt ‘t getal van muddens, die men verwagt hadde, dat opgegeeven zoude geweest zijn, en een merkelijke different komt uitte leeveren met de quantiteit in den gepasseerden Jaare aangeteekend; vermeend de onderget:e egter, dat de aldaar aan handen zijnde graanen behooren te worden afgehaald, te meer, daar hij zig als nu volkoomen bevestig vond, in de meening welke hij reeds eenige tijd heeft gevoed, dat de oogst niet zoo opulent zijn zoude, als die van den gepasseerde Jaare; terwijl de blijken daar van zig bereids opdoen, in den nu Eersten ontfangst, van de Tarwe, waar bij op verre na dat geene niet word op gebragt, dat men anderzints in dit jaargetij, voord’ Ed: Comp:e pleegt op te rijden; en inde handelwijze van de particuliere bakkers, die de laatste recolte almeede voor niet zoo favorabel beschouwende, nu al, dus bij tijds, beginnen te zorgen voor den voorraad, die zij voor dit Jaar benodigt zullen hebben; ten dien einde voor de vragt tarwe reeds gevende Agt en Twintig Rijxdaalders, daar de Comp:e naar aftrek van de Thiende, daar voor niet meer betaalt als Vier en twintig rijksdaalders.’
‘De ondergeteekende oordeelt bij deeze gelegentheid meede niet ondienstig alhier overteleggen de Lijst der graanen, door de Landbouwers op de g’affigeerde billietten, Ja ! op eene nog nadere publicatie van deeze regeering, ten negotie Comptoire opgegeeven; waarbij blijkt, dat van’t groot aantal koornleveranciers, zeer weinige op de voosz:e lijst worden gevonden, en dus aan de ordre van de regeering, met betrekking tot de gevorderde opgaave hebben voldaan.’
‘De opgegeevene quantiteit, gereekend met de drie duijzend muddens, die men uit de Mosselbaaij hoopt te ontfangen, zal op zijn best Sommeeren de helft van ‘t geene men, zoo tot den omslag van dit Gouvernement, als ter verzending na Batavia en Ceijlon voor den Jaare 1792. zal koomen benodigt te zijn; dan ! daar, behalven de persoonen, die opgaave hebben gedaan, ook nog anderen gevonden worden, welke thans beezig zijn graanen aan de Comp:e te leeveren, vermeent d’onderget:e dat men vooraf het laast vandeeze maand zal dienen afte wagten, om te zien, in hoe verre de Gezamentlijke Landbouwers ‘S Comp:s maguazijnen met Tarwe zullen voorsien, eer men tot het besluit zoude behooren over te gaan, om de helft van ieder wagenvragt koorn, van de zodanige, die versuimt hebben, hunne opgave te doen, zo als voor Twee jaaren plaatse heeft gehad, aan de Patroelje wagt, ten dienst evan den maatschappije te laaten aanhouden.’
‘De onderget:e heeft in tusschen de Eer zig met alle beScheijdentheid te noemen.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Achtb:e Heer, en Ed: Achtbaare Heeren! /:Lager:/ UWEdele Achtb: ootmoedoge Dienaar, /:Was Getekend:/ W: F: van Rheede van Oudtshoorn, /: Ter zijde Stond:/ Cabo de Goede Hoop, den 11 Jan: 1792.’
Welke Memorie met attentie geleezen en daaruit gezien zijnde de noodzakelijkheid dat het koorn der omstreeks de Saldanha en S:t Helena baaijen woonende Landbouwers hoe gering in quatiteit ook, werde afgehaald, zo is beslooten de voorsz: afhaling te doen geschieden, en daar toe t’ emploijeeren het ter rheede leggend Schip de Castor ; ten welken eijnde gem: bodem van desselfs voor dit Gouvernement inhebbende goederen met zoo veel Spoed zal moeten werden ontlaaden, dat dezelve teegen het afloopen deezer of’t begin der aanStaande Maand in gereedheid kan weezen g ebracht om met ‘t voorsz: oogmerk naar de Saldanhabaaij t’ zeil te gaan, en zal intusschen ter narigt en informatie der Leveranciers bij affixie van Billietten van de voorsz: aanStaande apparitie van gem:e kiel in evengeciteerde Saldanhabaaij de nodige kennisse werden gegeeven op een ijgelijk zig tot de afleevering van desselfs graanen teegen dientijd bij der hand en in gereedheid mooge houden.
Zijnde wijders met betrekking tot de leveranciers hier aan de Caab, beslooten, ingevolge ‘t voorstel van dikwijlsgem:e Heer Dispencier het uiteinde deezer loopende maand te berbeiden, alvorens eenige mesures van Contrainte in’t werk te leggen om de Comp:e van ‘t bij haar benodigde koorn te voorzien, of ‘t waare dat door een ruijmere vrijwilligen aanbreng zodanige dwangmiddelen onnodig mogten werden.
Zullende gem:e Heer Dispencier om den Raade inStaat te Stellen daarover te kunnen oordeelen, onmiddelijk na’t afloopen vangem:e tijd opgave moeten doen inhoe verre met het opleggen van denbenodigden voorraad zoo voor dit Gouvernement als voor Indiën zal weezen gevordert als wanneer de te neemene maatregulen naar d’omstandigheeden zullen werden ingerigt.
Het d’ Ed: Comp:e toebehoorend woonhuis waarin tot nog toe altoos deoudste Leeraaren der gereformeerde gemeente hun intrek hebben gehad, en thans ook als zodanig bewoond werd door D:o Serrurier dermaten Slegt van dak geworden zijnde dat zonder vernieuwing van ‘t zelve dak nietlanger kan blijven g’occupeert, en gem:e predikant Serrurier uit dien hoofde iterative maalen bij den Heere Gezachhebber instantigst verzogt hebbende dat de voorseide zo hoognoodzaakelijk voorziening aan’t ged: Huis mogte werden bewerkstelligt;
Zoo is, alzoo op d’inspectie ter ordre van welgem:e Heere Gezachhebber gedaan, de voors: vernieuwing van ‘t dak absolute noodzaakelijk is bevonden; beslooten dezelve ten eersten te doen bij der hand neemen, dan vermits behalven het riet dak daar toe thans bij de Ed: Comp: aan handen werd gevonden, en niet toereijkende is, nog werd vereijscht 2350 bossen meer, die van pariculieren zullen moeten ingekogt werden, gelijk ook de benodigde bamboesen, en zig tot de Leverancie van voorsz:e articulen eenige liefhebbers hebben voorgedaan, die, terwijl zij thans hunnen ossen aan handen hebben, geneegen zijn, de Leverantie van ‘t Riet te doen teegens 16 1/8 Rijxdaalders de 1000 bosschen, daar de prijs bij andere particulieren teegenswoordig is van 25 tot 28 rd:s, en alle de vereijste werdende bamboesen voor rd:s 3:’, heeft men teffens raadsaam g’oordeelt eene zo favorable geleegentheid te moeten capteeren, om zich ‘t benodigde bij inkoop aan te Schaffen, weshalven den Heere Gezachhebber gequalificeerd en verzogt is geworden het gemelde aanbod te doen accepteeren, en dienvolgens voor de voorsz: alzoo in te koopenen 2350 bossen riet, en weijnige bamboesen, teegen den hier oven opgegeevene prijs van 16 1/8 en 3 rd:s de nodige ordonnantie op den Heer Cassier te willen verleenen.
Op gemelde Heere Gezachhebber op bekoomen informatie dat den burger Hendrik Heerhold, eijgener authoriteit zich het recht had aangematigd om voor het water dat tusschen ‘S Comp:s geweezene post de Schuur en de brouwerij van de windberg naar beneeden loopt, en lange voor de verkoping van gem: post de Schuur aan de eevengedagte brouwerij en de Hofsteede Westervoort onder zeekere bepalingen, in gebruik is vergund, blijkens het geinsereerde bij resolutie van den Augustus A:o p:o, een dam te leggen, en ‘t zelve also naar meergeciteerde Post de Schuur, waar van thans bezitter is, af te leijden, aan dikwijls gemelde Heer van Rheede van Oudtshoorn in desselvs qualiteit als een der gecommitteerdens over ‘S Comp:s Houtbosschen en velden opgedraagen hebbende gehad, de commissie om denzelven Heerhold t’ obligeeren tot het doorsteeken van de gem: Dam, enhet laaten loopen van ‘t water naar de plaatsen waar aan het zelve als vooren gezegd is, is gecideert geworden, en door denzelven Heere van Reede van Oudtshoorn heeden ter vergaderinge gedeclareerd zijnde, dat wanneer hij ter voldoening aan deezen last den gerechtsboode aangemelde Heerhold hadde gezonden om hem naamens eeven genoemde Heere Gezachhebber de voorzeide aankondiging te laaten doen, denzelven Heerhold zich niet had ontzien, zijn Ed: te doen repliceeren dat geenzints geneegen was, goedschiks afstand van zijne prætentie te doen, en dat wanneer men hem daar toe mogte koomen te noodzaaken hij dan van de gedaane koop der Schuur ook wilde afzien, en weezen ontslagen, zo is, gemerkt de noodzakelijkheid dat tot maintiën van goede orde de beveelen der geenen die ‘t Hoofdgebied in handen hebben, behoorlijk werde gerespecteerd, voor al; wanneer het disobediënt gedrag van den Perzoon die dezelve ontfangt geheel ontbloot is van eenige plausible reeden, gelijk hier ‘t geval met denzelven Heerhold komt te zijn, alzoo door dem geen Schijn van eenig recht op ‘t gemelde water kan worden aangetoond nog uit de koop Conditiën, waarop hij de thans bij hem bezeeten werdende plaats heeft gemeind gehad, nog uit eenig ander Concessie aan hem verleend, goed gevonden de zaak te Stellen in handen van den ad interim Fiscaal Deneijs, en denzelven daarbij op te draagen de zorge dat gemelde Heerhold langs gepaste middelen van Contrainte tot zijnen pligt en Schuldige gehoorzaamheid gebracht, en zo doende aan ‘s Raads dispositie voldaan werde.
Waaren teegen na gedaane Lecture van d’onderstaande Missive doorden Kerkenraad van’t Zwartland aan deezen raade gerigt.
Aan den Wel Edele Achtbare Heer, Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop met den Ressorte van dien, &c:a &c:a, beneevens den Achtbaren Raad van Politie.
‘Wel Edele Achtbaare Heer, Achtbaare Heeren!’
‘Uit UWelEd: Achtb:s gevenereerde raads Resolutie Sub dato den 229:ber des voorleeden Jaars, hebben wij met veele aandoening gezien de ongunstige reflexiën, welke bij UWel Ed: Achtb:s op ons request ter oprichting van een orgel in onze Kerk gevallen zijn, en de daar uit voortvloeijende Conditiën onder welke ons ons verzoek word toegestaan; waar van de eene ons verpligt om te gelijkertijd eene bepaalde Somma van 5000 Guld:s Caabse valuatie aan de Caabse kerk tot vermindering van de hoofdschuld, waarmeede deeze kerk bezwaard is, af te doen; wij kunnen niet afte laaten, UWelEd: Achtb:s loffelijke poogingen in het handhaavenen van de goede ordre, en welgevoeglijkheijd, welke in dit geval zoo duidelijk doorstraalen, te applaudeeren dan ‘t zij ons geoorloofd UWel Edele Achtb:s eerbiedig onder ‘t oog te brengen dat derzelver reflexiën, ten opzigte van ons meer gefundeert zouden zijn, bij aldien deSomma tot het op te regtene orgel in onze kerk, proflueerde uit het midden van eene florissante gemeente, welkers welvaard in diervoegen geaccresseert was, dat zij tenblijke van haaren bloeij en gegoedheid haare genereusiteit wilde betoonen in’t vercieren van haare kerk, en ‘t opluisteren van den openbaaren Godsdienst, in welk geval zij zeekerlijk zeer onbetamelijk en opsprakelijk zoude handelen, indien zij niet te gelijk dagte aan het afdoen van eene zwaare Schuld, welke zij in haaren Schamelen Staat tot opbouwing haarer kerk &c:a gecontracteert hadde, dog bij ons heeft juist het teegendeel plaats, immers het gros der Ingezeetenen, die deeze gemeente uitmaaken, zijn, indien men eenige weinigen daarvan uitzondert, tot heeden toe vrij behoeftig, gelijk zulks aan UWelEdele Achtb:s niet onbekend kan zijn, de Collecte /:bekennen wij:/ is wel voor een gedeelte voortgekoomen vande gemeente, als waar toe een iegelijk naar lzijn vermoogen, 1, 2, 3, 4, &c:a Rijksdaalders, welke kleine Sommetje te zamen gevoegd een groot geheel uitmaaken door de meenigte, gegeeven heeft, dog daar toe is de grootste Somme gecontribueerd door Lieden, die aan de Koebergen , Mosselbank en elders, ja zelfs aande Caab woonachtig zijnde, niet direct tot deeze gemeente behooren, maar Slegts van tijd tot tijd van deeze kerk gebruik maaken, daar enboven zal ‘t op te richtene orgel geenzints Strekken tot verciering en opsluijstering van de kerk, zullende daartoe Slegts een ordinair Huisorgel gebeezigd worden, maar alleen dienen tot accomagneeren van’t Psalm gezang, ‘t welk weegens de geringe bekwaamheid van onsen voorzanger meermaalen in disordre en dus weinig Stigtelijk toegaat.’
‘Om welke reedenen wij ‘t UWel Edele Achtb:s eerbiedig in consideratie geeven; of meergem:e Collecte niet liever mogte aangemerkt worden als eenbijzonder geschenk ofte Liefdegift, welke door een of meer gegoede perzoonen tot oprechting van een orgel aan de kerk gegeeven is, gelijk het UWelEd: Achtb:s niet onbekent zal zijn, dat in Europa meermalen diergelijke geschenken, zelfs aan noodlijdende kerken, geschieden, welke van de Liefde gaaven der Classen en Sijnodens onderhouden worden, welke bij gevolg geene de minste relatie heeft tot den meer of min bloeijen Staat der gemeente.’
‘Indien UWelEdele Achtb:s onze zaak uit dit oogpunt gelieven te beschouwen, zullen UWelEdele Achtb:s /:gelijk wij hoopen en vertrouwen:/ geene de minste zwarigheijd maaken om ons verzoek te accordeeren, enons teffens te ontslaan van de verpligting tot eene voor ons ondoenlijke zaak, om namentlijk 5000 Guldens in de Caabsche kerken kassa te moeten opbrengen, bij aldien onze kasse in die gunstige Situatie was van zulks te kunnen doen, zouden wij ons gaarne daar van acquitteeren, also ons die Enorme Schuld altoos zwaar op het hart heeft gewogen, dan daar wij weegens denSlegten Staat zo van de kerk, als verdere gebouwen daartoe Specteerende nu reeds vijf agter eenvolgende jaaren in de onvermijdelijke noodzakelijkheid geweest zijn, om zwaare kosten te doen tot herstellingen verbeetering van voorgem:e gebouwen, tot welke kosten onse kas penningen naauwelijks toereikende zoude geweest zijn, indien de gemeente, en voor al de kerkenraade in dier tijd daar toe niet de behulpsaame hand gebooden hadden, met het leeveren van bouwmatrialen &c:a zonder daarvoor iets te pretendeeren: zo kunnen UWelEdele Achtb:s ligtelijk begrijpen gelijk ook uit onse kas teekening van dit jaar weederom blijken zal, dat wij daartoe, ten minsten voor het teegenswoordige t’ eenemaal onvermoogende zijn, dog, dewijl wij het thans op zodanige voet gebracht hebben, dat wij buiten ongelukkige toevallen /:welke God verhoede:/ inlange geene extraordinaire onkosten hebben te maaken, zo verbinden wij ons gaarne on in’t vervolg jaarlijks ‘t restant van onse kaspenningen, ‘t welk wel op 1000 guldens beloopen zal, aan de Caabse kerk, tot diminutie van de hoofd schuld, af te doen, waardoor in eenige agter een volgend jaaren ten minsten een groote gedeelte vandat Capitaal kan worden afgelost, UWelEdele Achtb:s kunnen zich intusschen verzeekert houden, dat wij van onse zeijde alles zullen aanwenden, om de gemeente tot mildadiheid op te wekken en aan te moedigen, wij vleijen ons zelfs dat het orgel ten minsten in’t begin daar toe veel zal toebrengen, dewijl veele menschen die anders zelden of nooit den Godsdienst bijwoonen, waarschijnlijk door dusdanige nieuwigheid uitgelokt zullen worden, om nu en dan eens ter kerke tekoomen, en dus de Collectens zullen helpen vermeerderen.’
‘Wat de tweede Conditie aanbelangt, onder welke ons ons verzoek word geaccordeert, namentlijk dat ‘t onderhoud van den organist, en de reparatiën die ‘er van tijd tot tijd aan het orgel vereijscht worden, geenzints zullen moeten koomen ten Lasten van de kerkenkas, maar dat daar toe een bijzonder fonds zal dienen gevonden te worden; daaromtrent hebben wij de Eere UWel Edele Achtb:s te berigten, dat dat fonds reeds gevonden is, inhet overschot van onse Collectie, ‘t welk 1000 rd:s bedraagd, en uitgezet zijnde jaarlijks 60 rd:s rendeert, dus 5 rd:s permaand voor den organist, die behalven dit een en ander middel van bestaan hebbende, met deeze geringe Salaris zal te vreeden zijn.’
‘Hier op neemen wij dan nogmaals de vrijheid ons verzoek te herhaalen, dat het UWelEdele Achtb:s behaagen mooge ons te authoriseeren om met het Exstrueeren van ons orgel voort te moogen gaan, waar toe wij reeds eenige voorbreidende kosten met het orgel te koopen; en naar buiten te transporteeren gemaakt hebben, niet voor uitziende dat wij zodanigen teengestand zouden ontmoeten, als wij tot ons Leedweesen ondervonden hebben, wij staan toe daar meede wat te voorbaarig te zijn geweest, als hebbende voor af UWel Edele Achtb:s decisie op ons request moeten afwagten, dan UWel Edele Achtb:s gelieven zulks geenzints toe te Schrijven aan eenige verkeerde motiven, maar alleen aan eenen al te grooten ijver om ons project op ‘t Spoedigst ter uitvoer te brengen, wij twijfelen geenzints of zulks zal van UWelEd: Achtb:s insgelijks als zodanig geconsidereert worden,’
‘Indien UWelEdele Achtb:s gelijk wij hoopen en vertrouwen:/ dit ons verzoek gelieven in te willigen, zullen wij ons desweegens zeer verpligt achten, en zulks aanmerken als een blijk van derselver bijzondere achting jeegens deeze gemeente, welke dog tot de Stillen in den Landen behoorende zig zodanig gunst nooit onwaardig heeft gemaakt.’
‘Wij hebben de Eere UWel Edele’
‘Achtb:s aan te beveelen, en ons met verschuldigde Eerbied te onderschrijven.’
’/:Onderstond:/’
‘Wel Edele Achtb: Heer, en Edele Achtb:e Heeren! /:Lager:/ UWel Edele Achtb:s Ootmoedige Dienaaren /:Was Getekend:/ P: J: van der Spuij. v: D: M: C: Lombard, J: Slabber, W: Basson, Izaak de Villiers, Amos Lambrechts, /: Ter zijde Stond:/ Zwartland den Eersten Jan: 1792.’
Op derzelver herhaalde instantie, en om debij haar in voorsz: Missive met eene zo voorbeeldelijke decentie g’allegueerde motiven, verstaan is; als nu aan dezelve d’extructie en ‘t gebruik van ‘t orgel het welk zij voorneemens is geweest in haare kerk te plaatsen t’accordeeren, onder uitdrukkelijke beding echter, dat voorthaan, ingevolge haar eijgen aanbod, door haar Jaarlijks ten minsten ‘1000:’ aan de Caabse Kerk, in diminutie van ‘t Capitaal dat dezelve van de Zwartlandse pastorij nog te vorderen heeft, zal werden opgebracht en afgelegd.
En is wijders g’approbeert geworden de bij den Burger krijgsraad alhier gedaane provisioneele aanstelling van Johannes Caspar Jurgensen en Douwe Gerbrand Prins tot Sergeanten, mitsgaders van Carel Gustaaf von Brat, en Johannes Cornelis Daniels tot Corporaals bij de respective Compagniën Militie deezer Hoofdplaatse.
Gelijk meede op een daartoe ingedient Suppliecq van den onlangs in burger vrijdom gestelden David George Annosie, waarbij heeft aangetoont, dat in den Jaare 1788, door de Hooge Gebiedende Heeren Meesteren aan hem is gedefereerd de qualiteit van Vaandrig Militair, aan denzelven is toegevoegd den rang naast de jongste Vaandrig der Burgerije.
Terwijl op een ander request van Christiaan Christof Grunig, Cannonier in dienst der Ed: Comp:e uit bijzondere Consideratie van desselfs goed comportement geduurende den loop zijnen verbands, en de particuliere omstandigheeden zijner huishouding, aangemelde Grunig het burgerregt deezer plaatse is g’accordeert geworden.
Zijnde Laatstelijk op ‘t verzoek van den Capitein ter zee Barend Sterk, voerende het ter Rheede leggend RetourSchip Texelstroom , om van diverse Equipagie Goederen te moogen werden voorsien, bestgedagt dedaarvan overgelegde lijst te Stellen in handen van den Equipagiemeester met qualificatie om van de gepititierneerde articulen dat geene te verstrekken ‘t welk bevinden zal verEijscht te wrden om gem:e Bodem de rhijze na Neederland met gerustheid te kunnen doen aanneemen.
Aldus Geresolveerd, ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Daage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: v: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent E: Bergh p:l SeCret.
C. 200, pp. 174-179.¶
Donderdag den {17920119} 19. Jan: 1792.
Bij omvraage, alle present, dempto den Heer Gordon.
Door den Heere Gezachhebber aan de verdere Heeren Raadsleeden in omvraage gezonden zijnde, diverse Journaaliere zaaken die expeditie vorderen, en van zommige dewelke alleen volgens gebruik bij de Notulen aanteekening is gehouden, heeft men bij die geleegentheid onder anderen ook in maniere als volgt gedisponeert op de nagenoemde door onderschijdenen persoonen, in Scriptis gedaane Supplicquen te weeten.
Op ‘t versoek van D:o Serrurieur, om uijt hoofde van de bij desselfs request breedvoerig aangehaalde reedenen, van de 25000 Guldens, welke het de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren behaagt heeft te permitteeren dat jaarlijks doorhem naar ‘t Vaderland, per ‘S Comp:s Cas, z’llen moogen geremitteert werden, van dit Jaar ten fine voorsz:e alleen te moogen tellen een bedrage van 2000 ducatons, dat niet alleen dezelve Tweeduizend Ducatons bij præferentie in gem: Cas der Ed: Comp:e zullen werden g’accepteerr, maar dat het den Suppl:t omstandigheeden daartoe inStaat mogte werden gesteld, altoos zal vrijstaan, van de in faveur genoomene favorable dispositie de Heeren Meesters te blijven jouisseeren, tot dat overgemaakt zijnde debij haar Wel Edele Hoog Achtb:s gefixeerde geheele Somma van ‘150.000:’ hoogstderzelver voorsz:e dispositie hier door volkoomen effect zal hebben gesorteert.
Op dat, der in den Jaare 1769 van Batavia herwaards gerelegueerde Javaanen, Rotoe Bagoes Oetie en Batoe Bagoes Nazar, om, aangezien het de Heeren der Hooge Indiase regeering, gunstig heeft behaagd hun van derzelver voorsz:e bannissement te reveleren, met het ter rheede Leggend provisie Schip Zoutman naar opged: Indiase Hoofdplaatse te moogen terug keeren. ’ dat vermits haar Wel Edele Groot Achtb:s bij welderzelver g’eerde Letteren van 26 October des voorleeden jaars van dit ontslag aan deeze Regeering directelijk hebben koomen kennisse te geeven, met bijgevoegde Last om uit dien hoofde aan de Suppl:ten transport naar meerm:e Hoofd plaatse te verleenen, ten eijnde vervolgens naar Bantam te kunnen overgaan; het aandezelve Suppl:ten zal zijn gepermitteerd met het geciteerde provisie Schip Zoutman naar derwaards te moogen retourneeren.
Op de Supplicquen van Coenraad van Willingsbuttel, Lieutenant Militair, met het reourschip d’ Eenpaarigheid , en Geertruijda Anna Kramer, weduwe wijlen den krankbezoeker Jan van der Heijde, met Texelstroom van batavia als Passagiers alhier aangeland, om uithoofde vanderzelver Indispositie eenige tijd ter deeze plaatse temoogen overblijven; ’ dat het versoek der Suppl:ten te weeten van den eerst gem: voorzig zelven, en van laatstgem:e voor haar en haare twee kinderen, in neemen Lucas en Catharina van der Heide, gedaan, aan hun werd geaccordeert, wiens, volgende de gagie van gem: Willingbuttel zal moeten Stilstaan, van den dag van heeden gereekend tot dat zig weederom ter rhijvorderinge op een ander bodem zal koomen t’ embarqueeren.
en Eijndelijk,
Op ‘t verzoek van den onderafges: gagie gestelden Sergeant Jean Babtist Schols, om een Slaven Jongetje, van 13 maanden oud, genaamd Frans van de Caap te moogen vrijgeeven, dat d’ emancipatie van dat kind zal moogen geschieden, mits de op de vrijdom der Slaven gestelden Somma van 50 rd:s infaveur der gereformeerde Armen Cassa, vooraf betaald, en teffens Cautie gesteld werde, dat de Diaconij in de Eerstkoomende 20 jaaren niet met d’ alimentatie van ‘t meerm: vrij te geevenen kind zal werden belast.
Aldus Geresolveerd, ende Gearresteerd, In’t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare Voorschreeve.
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
[Signed:] In Kennisse van mij E: Bergh p:l SeCret.
C. 200, pp. 180-215.¶
Vrijdag, den {17920120} 20 Januarij 1792.
‘S voormiddags alle præsent, behalven den Heer de Wet, mits indispositie.
De Besoignes na gewoonte een aanvang genoomen hebbende met h et leezen en arresteeren der Resolutiën van den 13. en 19:e deezer, wierd vervolgens na dat door den Heere Gezachhebber geproduceerd en bij den raade beslooten was, ter Lecture aan de respective Heeren Leeden te doen, zenden een ingekoomen berigt des Burgerkrijgsraads raakende de bij resolutie vanden 9 December ll: breedvoerig omschreevene affaire met den gedeporteerden Sergeant Petrus Rens, ter resumptie gelegd het zeer g’eerbiedigd aanschrijvens der Heeren Majores de dato 31 Maart des jongstverweekenen jaars.
En is na rijpe deliberatie hoe best over eenkomstig d’oogmerken van Hoogst ged: gebiederen te executie zouden kunnen gebragt werden, de bij voorsz:e letteren voorkoomende ordres en bestellingen, convenabel g’oordeeld, daaromtrent te volgen het voorbeeld van Haar Hoog Edelens, de Heeren der Hoge Indiase Regeering, vervat bij d’ Extract Notulen van’t geresolveerde in raade van India, op den 20 September ll:, waar op de dispositie onder den 6 deezer voorbedagtelijk is uitgesteld gelaten, om dezelve alhier te passe te kunnen brengen, Wiens volgende dan ook is verstaan;
dat, om te kunnen doen effect Sorteeren de geordonnneerde afschaffing van alle verstrekkingen van Europische en Indische producten, aan ‘S Comp:s Dienaaren alhier /: de gemeene militaire en Zeevaarenden alleen uitgezondert:/ teegens een Æquivalent ingelde.
Om ook hoe eer zo liever de gerequireerde opgave van alle die verstrekkingen met het daar aan invoegen voorsz:e gesubstitueerd Equivalent de Heeren Meesteren te kunnen doen toekoomen.
En om insgelijks aan hoogstdezelve te kunnen Suppediteeren degevorderde Consideratiën des Raads inhoe verre deselve verstrekkingen met opzigt tot de gemelde militairen en zeevarenden meede door eenige toelage in geld zoude te vervangen zijn, zal werden gedemandeert.
Aan den Heere van Reede v an Oudtshoorn en den Negotie overdrager van Eerten, om te formeeren een prijs courant waarna de uitkoops waarde van alle hierlandsche producten, waarin eenige verstrekkingen werden gedaan, nu en voor ‘t vervolg op verdere approbatie der Heeren Meesteren zal kunnen werden gereekend, mitsgaders een generale en Specificque Notitie van alle verstrekkingen, zoo aan Contanten als goederen die ‘S Comp:s Dienaaren wettig uit ‘S Comp:s maguazijnen genooten hebben, zoo van Europische en Indische, als Inlandsche goederen, en hoe veel de beijde eerstgem:e articulen, als van buiten moetende werden g’importeert, met 25 percent op geld en d’andere inkoops komen te bedragen.
en aan den Heer Collonel Gordon, den Equipagiemeester Cornelisz, mitsgaders regenten van ‘t Hospitaal, om een ijder in’t zijne na te gaan en de Regeeringe vervolgens te berigten, of en in hoe verre de gem: verstrekkingen, aande gemeene militaire, zeevaarede en ‘t Hospitaal meede zoude zijn te vervangen door eenige toelage ingeld.
Dat vervolgens om te voldoen aan de ordre Concerneerende d’ Eijsschen, den Heere Gezachhebber in zijn Ed: qualiteit als Hoofdadministrateur zal verzogt, en de verdere respective administateurs gelast werden, alle mogelijke attentie te vestigen dat de vaderlandse en Indiasche Eijschen van behoeftens voor dit Gouvernement, na deeze gemaakte verandering werden gereduceerd en vermindert, mits, eeven als zulks door haar Hoog Edelens ter voorsz: Hoofdplaatse is g’ordonneerd geworden, observeerende, dat d’Eijsch vanContanten na calculatie van ‘t inkoops kostende met 25 pC:t advans bij een aparte Colom werde vermeerdert.
dat wijders alle de respective administrateurs en Perzoonen die de maneange eeniger administratiën, hoe ook genaamd hebben, alwaar de verstrekkingen tot ‘S Comp:s behoeftens in gereedschappen, Equipagiegoederen enz: nog zullen worden gedaan, ernstig zullen werden gerecommandeert zorgvuldig te waaken, dat conform d’ordre eene exacte aanteekening en verantwoording van’t verStrekte, geverifeerd doorbewijzen der geene die dezelve zullen genieten koome te geschieden, ten welken eijnde de voorsz: genieters voorthaan op de te verleenene ordonnantiën, voor de aan hen afgelangde goederen, weegens dies verStrekking zullen moeten quitteeren, en dat de daar toe Specteerende boeken regulier naar Neederland werden gezonden en dat eijndelijk aan den Equipagiemeester zal werden afgegeeven, met last om zig het zelve ter narigt te doen Strekken, een der ontfangene exemplaaren van’t nieuw gearresteerd Equipagieboek, gelijk ook Extracten van de passages uit voorsz: haar WelEdele Hoog Agtb: gevenereerde Missive, betreffende de recommandatie om agt te geeven dat d’aan d’uitkoomende Scheepen meede gegeeven werdende Equipagiegoederen, inzonderheid d’ ankers en Touwen, behoorlijk verantwoord, mitsgaders in’s Comp:s maguazijnen endaar toe gehoorende boeken ingenoomen werden, en de wijze hoedanig bij opgem:e Heeren meesteren, blijkens het meede ontfangene Extract uit hoogstderselver resolutie van den 25 Maart deezes Jaars, waarvan insgelijks een afschrift aan gem:e Equipagiemeester zal werden gesuppedieerd, beslooten is, dat tot meest mogelijk nut voorthaan de Boeijreepen op de ged: kisten zullen moeten werden gesteld.
Zullende, terwijl men het aangeSchreevene concerneerende het regiment van Wurtemberg, uit aanmerking dat dat Corps alhier niet meer aanweezen is, alleen voor gecommuniceerd zal houden, daar en teegen al verder noopens het poinct raakende de klagten die de Heeren Meesteren zijn te vooren gekoomen, dat de recruten voor ‘t Regiment van Meuron gedistineerd, niet met d’eerste Scheepsoccagiën naar Ceijlon werden voortgeschikt, aan hoogst dezelve eerbiediglijk gerescribeert werden; dat dezelve recruten nimmer met kennisse der presente regeering of door haar toedoen, langer alhier zijn aangehouden als vereischt is geworden om de geleegendheid af te wachten, van na derzelver destinatie te kunnen rhijsvorderen, en dat dienvolgens ook, daar de regeering de noodzakelijkheid van een Spoedige expeditie dier militairen zelven voeld, voorthaa; Stiptelijk zal werden nagekoomen haar Wel Edele Hoog Achtb:s last om dezelve in ‘t vervolg met de allereerste Scheepsgeleegendheeden naar ‘t voorsz: Gouvernement van Ceilon voort te zenden.
Dan aangezien de volgende periode waarbij de Hooge Gebiedende de noodzakelijkheid betoogen dat ‘er een hooger regtban[.....] zij, als den alhier opgerigten militairen krijgsraad, om daar aan ingevallen van aangeleegentheid, van haare vonnissen te kunnen werden geappeleert, met bijgevoegde ordre aan deezen regeeringe om hoogst dezelve dierhalven ten Spoedigsten te dienen van derzelver Consideratiën, hoe een Zodanig Regtbank ten deezen Gouvernemente best zoude kunnen werden geconstitueert, de præsente Heeren Leeden, van dat gewigt is voorgekoomen, dat dezelve al voorens ‘er op te disponeeren; wel eerst met d’uiterste naauwkeurigheid diende doorgedagt te werden, Zo is verstaan; de dispositie daar omtrtent op te houden tot een volgende geleegentheid wanneer den Raade door de præsentie van alle de Leeden compleet zal zijn, en intusschen ook te verbeiden het nader aanSchrijvens het welk de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren zig voorgesteld hebben aan deeze Regeering noopens het overlaaten van allen handel in Europische articulen aan particuliere, te Suppediteeren; zonder op dat Sujet in middels eenige Schikkingen te beraamen; ofte besluiten te neemen; waarmeede men opged: Heeren Majores tot derangement van ‘t Plan, het welk hoogst dezelve in deezen op’t oog moogen hebben zoude kunnen voor uit loopen.
Middelerwijl overgelegd zijnde Onderstaande berigt, aan den Heere Gezachhebber gedaan door de Commissie welke zijn Edele ter visitatie heeft benoemd gehad wanneer was g’informeerd dat onder de voor dit Gouvernement met het Schip de Castor aangebragte Equipagie goederen zig eenige zwaare en Ligtere Touwen bevonden die door ‘t Lekken van d’aanboord geweest zijn de olij halfaanmen nat waaren geworden.
Aan den Wel Edelen Achtbare Heer, Johannes Izaac Rhenius, Opperkoopman en Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a
‘Wel Edele Achtbare Heer!’
‘Ingevolge UWel Edele Achtb:e zeer g’ Eerde Achtb:e zeer g’Eerde ordres, hebben de onderget:s gecommitteerdens zig vervoegd in’s Comp:s Equipagie pakhuis, en aldaar ten overstaan van den Equipagiemeester Cornelis Cornelisz, en in’t bij weesen van den Capitein van ‘t Schip de Castor Jan Jopst Droop, g’examineerd zodanig Touwwerk als uit gem:e zijnen onderhebbenden bodem is gelost, en welk touwwerk door Lekkagie van Eenige Olie halfaamen is nat geworden, bestaande in,’
‘Zoo hebben de Eer UWel Edele Achtb:e te dienen van berigt, als dat gem: Touwwerk, op verscheide plaatsen van den Olie is door gedrongen, welk door de tijd, zoo het lang in’s Comp:s Pakhuis mogt koomen te leggen, merkelijk Schaade aangem:e zoude veroorsaaken, dog indien ‘t zelve Spoedig konde werden verstrek komt het ons voor, onder U Wel Edele Achtb: Correctie, dat het zelve, nog ten diensten van de Ed: Comp:e zoude kunnen geEmploijeerd worden.’
‘Verhoopende hiermeede aan de Intentie van UWel Edele Achtb:s te hebben voldaan Laaten d’ondergeteekendens deezen dienen door needrig bericht.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo de Goede Hoop den 18 Jan: 1792.’
‘Als Gecommitteerdens W: Udemans Junior R: P: Hoberg.’
‘Mij præsent J: J: Droop’
‘Ten mijnen overstaan’
‘Het komt den geteekende Equipagiemeester voor, dat ‘t gebruik van Touwwerk, welk door Olij doortrokken is, altoos gevaar lopt van te breeken, omdat d’olij de meeste Schade aan dezelve uitwerkt en dus niet voor deugzaam kan worden ingenomen nog verstrekt. /: Was Getekend:/ C: Cornelisz.’
Is na gedaane lecture, hoe zeer uit het gem: rapport blijkt, dat den Equipagiemeester niet is van het zelfde gevoelen als de zeekundigen die ten zijnen overstaan d’examinatie verrigt hebben, beslooten zig te Conformeeren met het gevoelen der voorsz: Zeekundigen, en mitsdien de voorsz: Touwwerken wel voorgoed te doen inneemen, dog dezelve te gelijker tijd ook in diervoegen tot ‘S Meesters meesten voordeel aan te wenden dat ‘t zwaar Touw van 17 duim, met den eersten aanboord van een der ter rheede leggende naar batavia gedestineerde Scheepen teegens een ander van gelijke Caliber zal moeten werden omgeruijld, terwijl het wand en de Cabels afgespoeld en inde maguazijnen opgeslaagen zijnde, aan de des benodigde kielen, meede hoe eer zo liever uitverstrekt zullen behooren te werden.
Hierna door den Heere Gezachhebber meede geproduceerd zijnde geworden, de lijst der gelden die d’ Ingeseetenen op de gedaane affixie van Billieten ter remise naar ‘t vaderland in’s Comp:s Cassa hebben laten aanteekenen, heeft men, also de bij voorsz: Lijst voorkoomende exessive Sommen met geen mogelijkheid na de gedaane inschrijving kunnen werden aangenoomen, maar daar omtrent absolute een behoorlijken overslag zal moeten werden gemaakt, om eeven als in ‘t voorleeden Jaar, een ijder weeder om na proportie van de bij hem gedreeven werdende affaire ind’aanstaande Castelling te laaten deelen bestgedagt tot het maaken van een zodanige repartitie te Committeeren ente verzoeken de Heeren Raadsleeden M:r Jacobus Johannes Le Sueur en Willem Ferdinand van Reede van Oudshoorn.
En nadien bij dees geleegendheid, uit aanmerking dat men tot nog toe vrugteloos heeft verbeid gehad de zo zeer gedesireerde aan komst der Hoog Edele Heeren Commissarissen, begreepen is, niet wel Langer gevoeglijk, zonder finale dispositie te kunnen nog te moogen laaten leggen de requesten, welke op de verleende persmissiën door d’illustre vergadering van 17:e aan diverse daar om in Neederland verzoek gedaan hebbende Perzoonen, om onder zeekere voor de maatschappij voordeelige Conditiën hunne hier te Lande zijnde penningen bij preferentie ter remise in ‘S Comp:s Cassa te moogen brengen, door derzelver gemachtigdens alhier aan de regeering zijn gepræsenteerd geworden, om het dadelijk effect daarvan te genieten, zo is niet alleen verstaan met de hier bovengem: overgelegde Lijst, teevens aan welderselve Heeren gecommitteerdens tot de repartitie te doen terhanden Stellen, eene ter Secretarije uit de Successive ingekoomene Brieven van Haar WelEdele Hoog Achtb:s g’extraheerde Specificque opgaave der Persoonen, aan wien door hoogst gedagte gebiederen eene zodanige præferentie is g’accordeert geworden, tot hun Ed: narigt, maar als nu ook beslooten dat de alzoo in’t Vaderland bij de Heeren Meesteren zelve aangenoomene Sommem zullen werden gecomprehendeert in’t bepaeld bedraagen van 500‘000 Guldens, welke men gequalificeerd is jaarlijks te moogen accepteeren, en de zulks om dat men heeft verondersteld uit de præferentie die aande voorsz:e verzoekers in ‘t Vaderland is g’accordeert geworden, te kunnen en te moeten opmaaken, dat het mogelijk gehandelt zoude weezen teegen d’intentie van weldezelve Gebiederen, in gevalle men ter Consideratie onzer Ingezeetenen de voorsz: in Neederland t’huijshoorende Sommen had willen doen begrijpen buiten, en gevolglijk ook accepteeren boven het zoo eeven gem: bedraagen van Vijff Tonnen.
Vervolgens geleezen zijnde het onderstaand request door den Capitein Ingenieur Sebastiaan Willem van de Graaf ingedient.
Aan den Wel Edele Achtb: Heer, Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber, beneevens de Edelen Achtbaren Heeren Raaden van Politie deezes Gouvernements.
‘Wel Edele Achtbare Heer, en Edele Achtbare Heeren!’
‘Met verschuldigd respect geeft te kennen UWel Edele Achtb:s dienaar, Sebastiaan Willem van de Graaff, Capitein Ingenieur in dienst der Ed: Comp:e ’ Hoe in dato den 7 September ll: op zijn desweegens gepræsenteerd request, door UWelEdele Achtb:s en Ed: Achtb:s dermaaten gunstig is gedisponeert, dat aan hem zijn ontslag uit ‘S Maatschappij’s dienst is verleend, en wijders favorabel gepermitteerd, omme behoudens qualiteit, met een Convenabele Scheepsgeleegentheid te moogen repatrieeren.’
‘Dat hij Suppl:t nu g’intentioneerd zijnde, met het ter rheede leggend voorseilen Schip D’ Eenparigheid naar Neederland te vertrekken, derwaards wenschte meede te neemen desselfs alhier gehuuwde Huisvrouw; in naame A: C: van Lijnden, een zuijgend, en een aangenoomen kind genaamd Coenradina Cornelia Geertruijda à Besten, oud neegen jaaren, mitsgaders een kamenier genaamd E: Searel, en Een Slaven jongen, genaamd Julij van Ceilon, voor alle welke den Suppl:t de nodige passage Suppliceert, bereid zijnde de daartoe Staande Transport en Kostpenningen in ‘S Comp:s Cassa alhier te betaalen; met instantig verzoek wijders, dat het van wel derzelver goede geliefte zijn mooge, aan hem te permitteeren, omme tot oppassing van desselfs Huisvrouw en Kinderen, naar Neederland te moogen meede neemen, eene van ‘S Comp:s Slavinnen genaamd, Kilumpisaffi verzeekerende de Suppl:t UWelEdele Achtb:e en Ed: Achtb:s, dat door hem, direct bij zijn aankomst in Neederland alle zorge zal werden aangewend, dat dezelve bij eerste Scheeps geleegentheid buiten kosten voor de Ed: Comp:e na herwaards worde terug gezonden, en ingevalle meer ged: Slaavenmeijd, het zij op de heen of weeder reijze, dan wel in Neederland onverhoopt, mogte koomen te overlijden, zo is den Suppl:t ten welke bereijd voor zijn depart van hier voldoende Cautie teStellen, dat de waarde derzelve aan de Ed: Comp:e zal werden gerembourseert.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende &c:a /:was Getek:d:/ S: W: van de Graaf’
Is na lecture op het zelve verstaan, aan den Suppl:t te permitteeren met het ter rheede leggend voorzeilend retourschip de Eenparigheid te moogen te moogen repatrieeren, en met zig meede te neemen desselfs alhier getrouwde Huisvrouw A: C: van Lijnden, hunlieder zuigend ’ mitsgaders een ander aangenomen kind, inname Coenradina Cornelia Gertruijda à besten, en een Camenier E: searel, neevens een Lijfeijgen Julij van Ceilon, en nog een Slavinne de Ed: Comp:e in naame Kilumpisaffi van Mosambicque, onder Conditie egter dat den Suppl:t eerst en vooraf met betrekking tot zig zelfs aan den Raade zal moeten produceeren, een Schriftelijk bewijs van den Heere Cassier, dat de hem ingevolge d’ordres der Heeren Meesteren Successivelijk opgelegde vergoedingen, zo voordesselfs gehad hebbende administratie van ‘S Comp:s Stal, als de door hem gestelde borgtogt voor den gerepatrieerden geweezen Groot Majoor Philip Roedolph de Bonstetten, behoorlijk zijn betaald geworden, gelijk ook dat ten behoeve der maatschappij is gepasseerd de Cautie van Een Duizend Rijxdaalders, welke hij gehouden is alhier voor de voorsz: administratie der Stal agter te laaten, en dat verders met relatie tot de overige hier boven genoemde perzoonen, niet alleen werde betaald het gewoone transport en Kostgeld te weeten, voor de vier eerstgem: gereekend alleen van hier tot naar’t Vaderland, dog voor de twee laatsten bovens dien ook voor de te rug rheize naar herwaards, maar dat teffens den Raade bij een behoorlijke acte werde gesecureerd voor de te rug komst van de voren geciteerde Slavinne der Ed: Comp:e, of dat in cas van sterven dan wel andere obstaculen, waar door haar retour naar herwaards getraverseerd ofte wel geheellijk verhindert zoude kunnen werden, de maatschappij zijnent weege voor’t verlies van dikgem: Slavinne Schadeloos zal werden gesteld tot zodanige Somma van Twee Hondert en Vijftig Rijxdaalders, als waarvoor de zelve door den opziender der Slaaven logie Johan Godlob Höhne, en den Opperchirurgijn Edzard Adolph Grimbeek is gepriseert geworden.
En is, gedisponeert zijnde, op drie zoortgelijke requesten, om onder betaling voor transport en defroijement, geduurende de rhijze met voorm: Bodem d’ Eenparigheid te mogen thuijsvaaren, door Mejuffrouw Johanna Elizabeth Helt, huisvrouw van den gerepatrieerden Heer Independent Fiscaal Johannes Nicolaas Steeven van Lijnden, zeekeren als Passagier in A:o 1789 met het Schip de Diamant alhier gearriveerden Johannes van Rijsort, en den Duijkelaar der Ed: Comp:e Johan Christiaan Willem Smit gepræsenteerd, goedgevonden aan alle dezelve Suppl:te derzelver voorsz:e verzoeken meede t’ accordeeren, zoo nochtans, dat ook de gagie van deezen laasten, als zijn verbonden tijd bij de Ed: Comp:e niet uijtgedient hebbende, van den dag van heeden gereekend zal moeten werden afgeschreeven.
Zijnde verders geleezen het Onderstaande Supplicq van den Capitein ter zee Nicolaas Acker, voerende het aanweezend provisie Schip Zoutman .
Aan den Wel Edele Achtbare Heer Johannes Izaac Rhenius, Gezaghebber van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte vandien &c:a &c:a &c:a benevens den Edele Achtb:n Politiecquen Raad.
‘WelEdele Achtbare Heer, en Edele Achtbare Heeren!’
‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen, UWel Edele Achtb:n en Ed: Achtb:s needrigen dienaar Nicolaas Acker, Capitein ter zee, in dienst der Ed: Comp:e, Commandeerende het ter rheede leggend Schip Zoutman ,’
‘Dat den Suppl:t met eeven ged: bodem in de maand [.....] des jongstverloopen Jaars van Batavia alhier g’arriveerd zijnde, kort daarna het droevig lot heeft getroffen van zijne alhier behuuwde huisvrouw zeer Subiet te verliesen, door welke onvoorziene toeval des Suppl:tts gezondheid dermaaten gevoelig aangetast, en ondermeijnd, dat hij zig zelf niets eens inStaat bevonden heeft zijne huis houdelijke zaaken te kunnen administreeren.’
‘Dat hij Suppl:t zig eevenwel Steeds had geflatteerd, voor dat zijnen bodem tot de te rug reize ingereedheid zoude weezen gebragt, welzo verre zoude hersteld geraaken met dezelve van hier weeder te kommen vertrekken, Edog dat hij tot zijn gevoelig leedweezen thands ondervind, dat zijne caduciteit inplaatse van te beeter en meer en meer verErgerd, Weshalven hij zig op raad van geneeskundigen indeonaangenaame noodzaakelijkheid vind gebragt zig na de wijd vanhier geleegene baaden te moeten begeeven, ten einde te beproeven of doordat middel niet weeder tot zijne voorge Staat van gezondheid zoude kunnen worden gebracht.’
‘En daar de Suppl:t met geen mogelijkheid de tijd kanbepalen, wanneer hij zig weeder vandaar herwaards kan begeeven.’
‘Zo Suppliceert hij UWelEdele Achtb:s op ‘t needrigst omme van zijnen bodem te worden ontSlagen, en gepermitteerd tot zijne herstelling eenige tijd alhier temoogen verblijven.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende &c:a /:was Getekend:/ Nicolaas Acker.’
Op het welk is verstaan, uit hoofde van d’aanhoudende indispositie des Suppliants aan hem te permitteeren eenigen tijd ter herstelling zijner gezondheid alhier te moogen agterblijven, zullende om het gezag van gem: bodem in ordre te doen overbrengen op den Capitein Lieutenant van ged: kiel, Marthinus Smit, aan wien men als een nugter en bequaam Zeeman zijn præsente qualiteit en bezolding te defereeren, doorden eerstgen:e ten overstaan van expresse gecommitteerdens, van’t Schip met al dies apendependentie, aan den Laatsten behoorlijk transport moeten werden gedaan.
Gelijk ook nog op het te kennen geeven van meer geciteerden Heere Gezachhebber, dat zo wel aan ‘t gebouw der Linie, waarin dereconvalescenten zijn g’inquartierd, als aan ‘S Comp:s bakovens eenige weinige noodwendige reparatiën moesten werden gedaan, en dat daartoe als op twee bij zijn Ed: teffens overgelegde Notitiën Specificque Staan genooteert, geconsidereerd het gerequireerde van geen naamwaardige beteekenis komt te zijn; en de defecten ter voorkominge van verdere deterioratie intusschen voorzieninge vorderen, verstaan is de voorzeide reparatiën met den Eersten door ‘S Comp:s Ambachtslieden te doen bij der hand neemen, en daar toe van de gevorderde articulen uit de respective maguazijnen te laten verstrekken wat aan handen mogt weezen ’ terwijl het overige, als meest in ijzerwerk kleij en zand bestaande, of op ‘t ambagtsquartier toegesteld of door ‘S Comp:s Slaaven aangedraagen zal moeten werden.
Laastelijk bij geleegendheid dat nu onlangs op den 17:e deezer maand alhier is verscheenen het voordit Gouvernement afgelaadenen Schip de Verwagting, nader in de onseekerheid werwaards de distinatie van ‘t bevorens g’arriveerd Schip de Castor , geleegen is, nu nog behoorde teblijven persisteeren bij ‘t besluit van den 13 deezer, om dien kiel ter afhaling van’t koorn der Land lieden naar de Saldanhabaaij te zenden, dan of men daar toe thans liefst van eerstgem: bodem diende gebruik te maken, Is, in aanmerking genoomen dat volgens gedaane declaratie van den Equipagiemeester, de Castor met geen mogelijkheid zoo Spoedig van desselfs inhebbende masthouten zal kunnen ontlost worden, dat op de bij Billietten vastgestelde tijd van hier zal kunnen afrhijzen, daar inteegendeel de Verwagting, als alleen met Stukgoederen beladen zijnde, binnen weijnige dagen inStaat van Vertrek kan werden gebragt, als nu goedgedagt laatstgem:e bodem de Verwagting inSteede van de Castor , ten fine voorsz: naarde gemelde Saldanhabaaij aan te leggen, met dat onderscheid egter, dat, daar d’intentie eerst was het graan der Landlieden vvan daar herwaards heen doen overbrengen, om voor de Consumptie van dit Gouvernement opgelegd te worden, het zelve nu met gem:e bodem de verwagting directie uit de Saldanhabaaij naar batavia zal werden gezonden, om eeven als de 738 mudden, welke in ‘t thans weer op desselfs vertrek leggend provisie Schip Zoùtman meer zijn afgeladen als den Eisch des voorleeden Jaars voor eevenged: Indiasche Hoofdplaatse heeft bedraagen gehad, bij anticipatie, in mindering te Strekken van ‘t geen men verwagten moet bij den nieuwen Eisch door Haar Hoog Edelens weederom te zullen werden gepetiqneerd, door welke Schikking niet alleen een nuttig emploij zal werden gemaakt van de leedige ruimte in’t Schip de Verwachting maar ook allezints zal werden voldaan aan d’ Intentie der regeeringe dat bij den verder en afscheep van Tarw steeds in ‘t oog zal moeten werden gehoùden in hoe verre men is gevordert met het opleggen van den nodigen voorraad tot eijgen gebruik, in een tijd dat volgens opgaave van den Heere Dispensier zelve, ‘t aspect van daar in Completelijk zullen Slagen, voor weinige daagen nog gantsch niet favorabel was, door dien deeze afscheep geschieden uit een oird, van waar, door dies verren afstand geene granen per as aan de Ed: Comp:e kunnen werden geleevert, nademaal de Landlieden met de prijs welke zij ‘s Maatschappijs weegen voor dezelve zoude ontfangen, de zwaare kosten en fatigues van een zolange Rit niet kunnen goedmaaken, de voorraad dus geconser.vneerd werd van ‘t geen men op dees wijze van de naader bij woonende ingeseetenen komt t’ontfangen.
Aldus Geresolveerd, ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare voorschreeven.
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn.
[Signed:] Mij præsent E: Bergh p:l SeCret
C. 200, pp. 216-224.¶
Zaturdag den {17920121} 21 Jan: 1792.
Bij Omvraage, alle Præsent.
Ter ordre van den Heere Gezachhebber bij d’ overige Heeren Raadsleeden in Omvraage gebracht het onderstaande request, door L: M: de Rochemont, als adsistent met het Schip Java ten deezer plaatse g’arriveerd, en ‘t zeedert met zijn Ed: voorkennisse uithoofde van desselfs zeer zwaare indispositie na de monstering van gem:e Kiel alhier agtergebleeven, gepræsenteerd.
Aan den Wel Edele Gestr: Heere, Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber, beneevens d’ Ed: Achtb:s Heeren raaden van Politie deezes Gouvernements.
‘Wel Edele Achtbare Heer, en Ed: Achtb:e Heeren!’
‘Geeft reverentelijk te kennen, UWelEdele Achtb:s neederigen dienaar, Leonard Maximiliaan de Rochemont, zijnde als Adsistent met het Schip Java ter deezer plaatse aangeland.’
‘Dat hij Suppl:t op de herwaards rijze door eene zwaare Ziekte aangetast zijnde, van dezelve niet heeft kunnen hersteld geraaken, zodat hij op raad der Doctooren zig verpligt heeft gevonden, den Wel Edele Achtb:en Heer Gezachhebber te Solliciteeren, omme tot bevordering zijner gezondheid zig eenige daagen op ‘t Land te moogen begeeven.’
‘Dat hij Suppl:t zig gevleid hebbende dat de buiten lucht eene gunstige verandering aan zijne zwakke gezondheid zoude hebben te weege gebragt, hij echter ter Contrarie heeft moeten ondervinden dat herhaalde bloedstortingen, waarmeede hij meer dan voor heen is overvallen, hem niet alleen in de onmogelijkheid heeft gebragt zig Caabwaards te begeeven, omme de monstering van zijnen bescheiden bodem bij te woonen, maar zelf om met dezelve zijne destinatie naar Batavia te volgen, zonder dat hij tusschen de monstering en het daar kort opgevolgd vertrek van dien bodem geleegentheid heeft kunnen bekomen zig tot het bekomen van de nodige permissie Omme alhier te moogen overblijven, by UWelEdele Achtb:en en Ed: Achtb:s te addresseeren.’
‘En daar de Ziekelijke omstandigheeden, waarin de Suppl:t zig aanhoudendheid bevind, hem dat Climaat als zeer ongunstig zo voor zijn lichaams quaalen als herstelling zijner gezondheid doet envisageeren, en de Suppl:t bedugt is, dat de LuchtStreek van Batavia voor hem nog Schadelijker zoude zijn, waardoor zig dus buitenStaat zou vinden gesteld de Ed: Comp:e van eenige dienst te kunnen zijn, Zoo neemt hij bij deezen Eerbiediglijk de vrijheid zig te wenden tot UWelEdele Achtb:e en Edele Achtb:s, Ootmoedig verzoekende hem permissie te wilen verleenen, omme met het Schip D’ Eenparigheid weeder naar zijn Vaderland te moogen retourneeren.’
’/: Onderstond :/’
‘’T welk doende &c:a /:was Getekend:/ L: M: de Rochemont.’
Is, alzoo welgemelde Heere Gezachber daar bij teffens heeft doen te kennen geeven, dat het geposeerede bij ‘t voorsz: request weezentlijk was overeenkoomende met de waarheid; nadien ged: Rochemont niet alleen aanstonds na desselfs aan landing alhier, zigtbaar ziek, en gemunieerd met eene verklaring van den Scheeps Oppermeester den aard van des zelfs indispositie Constateerende bij zijn Ed: heeft geaddresseerd gehad, om ter herstelling zijner gezondheid eenigen tijd alhier te moogen blijven, maar dat hij ook wanneer zulks gedeclineert zijnde, zijn voorsz: beschijdene Bodem was t’ zeil gegaan, zonder dat hij daarmeede was koomen af te rhijzen, op eene voldoende wijze had doen blijken dat zulks door eene recidive die hem in eene zeer gevaarlijke omstandigheid en in de volstrekte onmogelijkheid om naar Batavia te kunnen rhijsvorderen gesteld had, was veroorsaakt geworden, en men wijders ook heeft koomen t’ overweegen, dat de maatschappije met het weijnig vooruitzicht dat den Suppl:t zig nimmer in Oostindiën van de quaal waar door gedomineerd werd zal kunnen herstellen, en eer bij zoude winnen als verliesen, ingevalle men hem zijn Suppliecq kwam t’accordeeren, best gedagt aan denzelven de Rochemont maar toe te staan, om ingevolge zijn bovengem:e verzoek naar Neederland te moogen te rug keeren.
Maar, aangezien haar WelEd: Hoog Achtb:s de Heeren Bewindhebberen ter vergadering van 17:en gecommitteerd, bij hoogst derzelver gevenereerde Missive van 4 Januarij des voorleeden jaars, over de door deeze Regeering verleende gelijke permissiën aan de adsistenten van der Does, en van der Zande, om weederom van hier naar ‘t Patria te moogen retourneeren, zig zeer onvergenoegd getoond hebben gehad, hoofdzakelijk omdat het betalen van gagiën aan, en’t vullen van ruimtens in de Scheepen voor diergelijke lieden de maatschappij altoos zeer nadeelig is, Zo is om in dit geval de Ed: Comp:e van alle Schade te bevrijden, teffens goedgevonden, niet alleen de gagie door gemelde Rochemont genooten, te doen te rug Schuijven, maar denzelven ook onder de verpligting te leggen, om bij aankomst in Neederland zodanige vergoedingen meer te doen, als de Heeren Meesteren zelve zullen vermeenen te behooren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd, In’t Casteel Ten Daage en Jaare Voorsz:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn.
[Signed:] In Kennisse van mij E: Bergh p:l SeCret.
C. 200, pp. 225-235.¶
Maandag, den {17920123} 23 Jan: 1792.
Bij omvraage, alle Præsent,
Uit eene bij den Heere Gezachhebber ingekoomene en door zijn Edele aan de verdere Raadsleeden ter lecture rond gezondene verklaring welke de deksofficieren van het ter rheede aanweezend voorzeilend retourschip de Eenparigheid , ter requisitie van den Capitein van gem:e bodem, Ulke Barends, verleend hebben gehad, gebleeken zijnde, dat op den 20:e deezer, wanneer de ZO:ste wind op eene verschrikkelijke wijze heeft doorgestaan, door ‘t breeken van de Sleeper waaraan de boot en Schuit agter het Schip vast lagen, de voorsz: vaartuijgen met hunne Riemen en de dreg neevens het dregge touw van gem: Boot, van ‘t Schip afgeslagen en zeewaards zijn gedreeven, zonder dat men, eensdeels weegens d’aanhoudende Storm, en ten anderen ook weegens onstentenis van eenig ander vaartuijg, in tijds tot derzelver behoud heeft kunnen werkzaam zijn, in voegen, beide dezelve vaartuijgen nu allerwaarschijnlijkst ten eenemale zullen zijn verlooren geraakt, zo is op de propositie van welopgem: Heere Gezachhebber en om het voorseide Schip de Eenparigheid , welks monstering op heeden is bepaald, door dit incident niet op te houden, na ingenoomen advijs van den Equipagiemeester, goedgevonden om uit hoofde, dat thans bij dit Gouvernement geene Sloepen of barcassen ter waarloo werden gevonden, de Schuit waarmeede het aanweezend Schip de Castor is uitgekoomen, aan dikwils gemelde op desselfs vertrek leggende Bodem d’ Eenparigheid te laaten afgeeven, en gem: kiel vervolgens maar hoe eer zo liever zonder Barcas, als dezelve kunnende ontbeeren, te doen rhijsvorderen.
Zullende noopens het bij zetten van een ander Schuijt, in steede van de invoegen voorsz:e afgegeevene, aan de meede geciteerde bodem de Castor , bij geleegendheid, zodanige Schikkingen werden gemaakt, als bevonden zal werden meest met ‘S Maatschappij’s Intrest te Stroken, terwijl dat Schip zig intusschen met een ordinaire Scheepsjol zal moeten behelpen.
Bij dees Occagie door welopgem: Heere Gezachhebber nog gevordert zijnde het advijs der overige Heeren van den Raad op ‘t versoekschrift door zeekeren Pierre Izaac de Meuron, voormaals als Lieutenant militair in dienst der Ed: Comp:e te batavia gestaan hebben, dog zig thans voor onbequaam op ‘t bovengemelde Schip D’ Eenparigheid geplaatst vindende, in de volgende vewoordingen gepræsenteerd.
Aan den Wel Edele Achtb: Heer, Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a, benevens den Edelen Achtbaren Raad van Politie.
‘Wel Edele Achtbare Heer, en Edele Achtbare Heeren!’
‘Geeft reverentelijk te kennen, UWelEdele Achtb:s needrigen dienaar Pierre Izaac de Meuron, geweezen Lieutenant in dienst der Ed: Comp:e te batavia, en met ‘t Schip d’ Eenparigheid alhier aangeland.’
‘Dat hij Suppliant zig geduurende de reijze niet alleen zwaar ziek en onpasselijk heeft bevonden, maar dat hij daarenboven het ongeluk heeft ondergaan, van een zwaare val zodanige kneuzing in zijne rugge te bekoomen, dat hij zich ten eenemaal buiten Staat bevind, zonder iemands hulpe zig in zijn bedde te kunnen keeren, nog ‘t geringste te kunnen uitvoeren, neemende de Suppl:t de vrijheid tot Staving hier van het Attest van den Opperchirurgijn alhier, J: G: Mader Eerbiedig t’ annexeeren.’
‘En alzoo ‘er tot bevordering van des Suppl:ts gezondheid, en voornamentlijk tot voorkooming van het Scorbut, waarmeede hij zig al weeder aangetast bevind, niets heijlzaamer door geneeskundigen aanbevolen, dan zig voor eenige Dagen na Land te begeeven,’
‘Zoo wend hij zig Eerbiedig tot UWelEdele Achtb:s, Ootmoedig smeekende, hem om de geallequeerde reedenen te willen permitteeren zig voor eenige tijd na de wal te moogen begeeven.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende &c:a /:was Getekend:/ P: J: de Meuron.’
Hebben dezelve Heeren Raads leeden zig gaarne geconformeerd met het gevoelen van gem:e Heere Gezachhebber, en is dienvolgens uit aanmerking dat de werkelijke indispositie van den Suppl:t geconstateerd werd, niet alleen uit eene Verklaring van den Scheeps Doctor, maar ook bovensdien nog uit een Schrijftelijk attest van den tweeden opperchirurgijn van ‘S Comp:s Hospitaal alhier Johan Godlieb Mader, aan denzelven de Meuron gepermitteerd geworden ter restauratie zijner gezondheid eenigen tijd alhier te moogen verblijven, mits om reedenen den Raade daartoe moveerende, door den alhier remoreerende Lieutenant Collonel de Meuron Bullot, ingevolge desselfs eijgen aanbod, op zijn woord van Eer werde aangenoomen en de beloofd, dat den Suppl:t bij eerste requisitie zig in perzoon weeder Sisteeren zal, daar, waar het van weegen deeze Raade gerequireerd zal werden, om zijne rhijze naar Europa verder te vervolgen.
verders gedisponeert zijnde op eenige andere zo verbale als bij requeste gedaane verzoeken, is verstaan t’ accordeeren, aan Jonathan Coffin, Capitein van’t Americaans Schip the Polleij , om vermits zijn voorsz:e onderhebbende bodem op de herwaards rhijze een gevaarlijk lek gekreegen heeft, en zig daarvan noodwendig eerst herstellen moet alvoorens weederom zee te kunnen kiezen, de voorsz: reparatie in de Saldanha-baaij te moogen gaan bewerkstelligen, en ten dien eijnde zijne vaten en Provisiën aldaar aan Land en na verrigting van zaaken vervolgens ook weederom naar boord te moogen Scheepen.
Aan den Schipper van ‘t particulier Schip de Geertruijda Petronella Louis Willem van Rossum, om nadien tot het schoon houden van ‘t tusschen deks van desselfs voorsz: onderhebbende bodem, geduurende de herwaards rijze, en het verfrissen der lugt binnenboord ter conservatie van het considerabel aantal manschappen, het welk hij voor d’ E Comp:e komt in te hebben gebruik heeft moeten gemaakt werden van eenig oud Touw tot zwabbers, en een kruijs, mitsgaders een Stenge Stagzeil tot Koelzeijlen, zo in remplacement van ‘t voorsz: verbruikte als om verder tot de voorsz: eijnders op de nog voorhanden zijnde voijagie naar batavia te kunnen dienen, in nakooming der Cherte parthij, tusschen de Rheeders zijns eevengem: bodems en de Ed: Comp:e geslooten, door den Equipagiemeester uit den ongetaxeerden voorraad aan denzelven zal moogen werden verstrekt Dertig Vademen oud Cabeltouw van 17 d:m dik, en zo veel oud zeildoek als verEijscht zal werden tot een ander Stag en een dito Kruijszeil.
En aan Jean Andre de Mauras geweezen Capitein bij het in ‘S Maatschappij’s dienst gestaan hebbend dog zeedert gelicentieerd Regiment van Luxemberg , om met het ter rheede leggend Frans particulier Schip Le Johachim na hier naar Europa te moogen retourneeren.
Aldus Geresolveerd, ende Gearresteerd, in ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Daage en Jaare Voorschreeven.
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
[Signed:] In Kennisse van mij E: Bergh p:l SeCret.
C. 200, pp. 236-241.¶
Vrijdag, den {17920127} 27:ste Januarij 1792.
Bij omvraage, alle præsent.
Door den Heere D’Entrecasteaux Chef d’ Escadre in dienst zijner Allerchristelijksten Majesteit commandeerende d’aanweezende franse konings Scheepen, La Recherche en L’ Esperance , aan den Heere Gezachhebber instandigst versogt zijnde, dat onder anderen ook aan hem mogte werden toegestaan d’ exportatie van
20‘000 lb:den Meel
5000 d:o beschuijd, en
28 mudden, zo Tarwe als Garst, ‘t een en ander om te dienen ter proviandeering zijner voorsz: onderhebbende Bodems, voor een, zo lange rhijze als dezelve, van hier vertrekkende Staan t’ onderneemen, als zijnde bestemd om in de ongefrequenteerde zeën om de zuijd, recherches te gaan doen naar de Scheepen l’ Astrolabe en La Boussole , welke in den Jaare 17 [.....] onder den Heer de la Peijrouse uijtgezonden tot het doen van ontdekkingen in gemelde wateren, t’ zeedert zijn vermist, en welopgem: Heere Gezachhebber het voorsz:e verzoek bij d’overige Heeren leeden in rondvraage hebbende doen brengen, Zoo is aangezien der aard der expeditie waarmeede denzelven Heere d’ Entrecasteaux zig gecharcheerd vind niet alleen alle wel geconstitueerde en met liefde tot deszelfs eevenmensch bezielde regeeringen behoord te noopen om hem zo veel adsistentie ter berijking van zyn louabel dog teffens van ontelbaare gevaaren verzeld gaande onderneeming te bieden als hem in deezen met eenige mogelijkheid kan werden bij gebracht, maar dat ook bovendien onze Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, op Speciale begeerte en Last van Haar Hoog Moogende, dit gouvernement in’t bijzondere bij welderzelver g’eerbiedigde letteren van den 19 Augustus 1791. op ‘t Sujet van voorsz: expeditie hebben koomen aan te Schrijven, dat aan voormelde Scheepen alle gerieflijk heeden zoude moeten werden beweezen, om de voorseide motiven unanime goedgevonden aan opged: Heere Chef d’Escadre d’ Entrecasteaux te permitteeren, gelijk aan zijn Ed: gepermitteerd werd mits deezen, om behalven alle zodanige andere ververssing als zal koomen te benodigen ook te moogen doen inkoopen, en vervolgens exporteeren de verzogte quantiteit van,
Twintig Duizend Ponden Meel
Vijf Duizend D:o beschuit, en
Agt en Twintig mudden, zo koorn als Garst,
als het eene met het ander genoomen dog geen objet van zo veel importantie kunnen de uitmaken, dat men teegens dies uijtvoer in een zo extra ordinair geval eenige bedenking zoude behooren te dragen.
Vervolgens op’t Supplcq door M:r Jan Henoch Neethling, als advocaat voor Indiën, met het aanweezend Schip Trinconomale alhier aangeland, in Scriptis gedaan, goedgevonden aan den Suppl:t te permitteeren, om ter herstelling zijner gezondheid en reddering zijner famillie affaires eenigen tijd alhier te moogen overblijven.
Terwijl laatstelijk ook nog is verstaan een Schriftelijke Petitie van Equipagie goederen door den Capitein van eevengem:e Bodem Trinconomale ingedient, volgens gebruik aan den Equipagiemeester te doen ter handen stellen, om na gedaan onderzoek daarop het noodzaakelijke te Laten verstrekken.
Aldus Geresolveerd, ende Gearresteerd in’t Casteel de Goede Hoop Ten Daage en Jaare voorschreeven.
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
[Signed:] In Kennisse van mij E: Bergh p:l SeCret
C. 200, pp. 242-329.¶
Dingsdag, den {17920131} 31 Januarij 1792
‘S Voormiddags alle præsent.
Onder het resumeeren der Resolutiën en rondvragen Sub datis 19, 20. 23, en 27 deezer maand genoomen en gedaan, heeden, ingevolge het geresolveerde op voorsz: 20 deezer weederom ter Verhandelinge opgenoomen zijnde, het Poinct uit haar WelEdele Hoog Achtb:s Missive van den 31 Maart des voorleeden Jaars, concerneerende de wijze hoedanig ten deezen Gouvernemente best zoude kunnen werden opgerigt een hooger regtbank, als den militairen Krijgsraad, waar aan, ingevallen van aangeleegentheid, van de vonnissen van deezen laatsten g’appeleert zoude kunnen werden; Is als nu na rijpe deliberatie verstaan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren op dit Sujet in allen Eerbied te rescribeeren.
Dat, na dat al het geene tot de voorm:e Stoffe eenige betrekking konde hebben, of bij dies verhandeling eenigzints in aspect behoorde te koomen, met aandagt was overwoogen, de regeering is toegescheene, dat, wanneer eene zodanige hoogere regtbank alhier ter plaatse zoude moeten werden geconStitueert, d’inrigting van den ordinairen militairen Krijgsraad, dan eerst en vooraf zoude behooren t’ondergaan, die alteratie, dat; daar dezelve tot nog toe is gepræsideert geworden door Een Lieutenant Collonel, en in dezelve Sessie hebben gehad, behalven de mindere officieren, ook de majoore en Capiteins Commandanten van de respective Corps, de præseance in dezelve ordinaire Krijgsraad voorthaan zoude behooren te werden opgedragen aan een der voorseide majors, en de leeden te werden genoomen uit de Capitain-Lieutenants, Lieutenants, en Vaandrigs;-en dat dan vervolgens, de hoogere regtbank, waaraan het appel vervallen zou, zoude dienen te werden gecomposeerd uit ‘t Hoofd der militie in der tijd, als permanend voorzitter, mitsgaders de verdere Staf officieren en Capiteins Commandanten van’t garnisoen om de tourbeurten, met uitzondering egter altoos van den Major die ‘t præsidium in den ordinairen Krijgsraad zal gehad hebben, bij ‘t behandelen van de questie of zaak waarover ‘t appel vald.
Dan daar teegens eene zodanige zaamenstelling van eene hooger regtbank als den ordinairen Militairen Krijgsraad ten deezen Gouvernemente.
Het Sentiment van eevengem: Heere Gorden verbale is,
“Dat ‘er noodzaakelijk eene hooger regtbank in Cas van Appel, boven een Krijgsraad alhier moet zijn,
Dat zulk Appel voor een gerechtshof na batavia, het zij door een Krijgsraad aldaar ofte andersints, dient verzonden te worden, en wel om de volgende reedenendewelke op desselfs lange ondervinding alhier gegrond zijn,
Vooreerst jugeert de Krijgsraad alhier niet als over pure Militaire in delicten, en is ingerigt vooreerst, om dat door de veranderingen dewelke ‘er in den raad van Justitie alhier ingevoert zijn, de officieren, dewelke ‘er te vooren in Zaaten uitgeslooten zijn, en ten anderen dat het ook natuurlijk is, dat de militairen hunne eijgene delicten ondersoeken en Straffen zo, om alle lange procedures aftesnijden, en dat zij van Militaire zaaken meer kennis dragen; als dat dit, hunne benodigde Authoriteit over hunne onderhoorigen, beeter bevestigt.
Dat om alhier een tweede Militaire regtbank in Appel in te voeren, ‘er vooreerst te weinig officieren zijn, ten anderen, dat den beschuldigden zig zoude kunnen bezwaaren niet onpartijdig genoeg gehandelt te worden, terwijl insgelijks hier door veele verweideringen en jalousien zoude kunnen ontstaan, en’t dus beeter is, dat in een geval, ‘t welke ook zelden zal voorvallen, dit geregtshof van Appel niet alhier, maar te Batavia gesteld word.:
en bij d’overige Heeren Raadsleeden ook bovensdien al aanstonds in aanmerking is gekoomen, de præsente zwakheid van ‘t guarnisoen, waardoor ‘t volstrekte onmogelijk is, het noodzaakelijk getal van Stafofficieren en Capiteins bij den anderen te kunnen brengen, om met dezelve de zo eevengem: hoogere Rechtbank te formeeren, te meer, daar den Collonel Gilquin Staande te repatrieeren en de vacante plaats van den naar Batavia vertrokkene Lieutenant Collonel Hamel, niet weederom zijnde vervuld, het geheel getal dier Stafofficieren zig dus zal vinden gereduceert op drie Stuks, te weeten, ’ het præsente Hoofd der Militie den Heer Overste Gordon, den majoor de Lille, en den Major der Arthillerie Fisscher, van welke beide laatstgem: nog altoos eene, als de præseance in d’ordinaire Krijgsraad dienende te bekleeden, geene Sessie in de alzo op te rigtene hooge rechtbank zoude kunnen hebben, en dat ook de meenigvuldige beezigheeden waarmeede den Raade van Justitie meer en meer als g’obrueert werd niet wel zoude toelaaten, dat men dezelve, ‘t zij in haar geheel, dan wel ten deele maar, op nieuw ging melleeren, met zaaken welke eenmaal om zeer gewigtige bedenkingen en reedenen aan haare Judicature en decisie zijn onttrokken; Zoo is teffens, met uitzondering van den Heere Gezachhebber, die zig voor ‘t Constitueeren van de voorsz: regtbank op den zo eevengeciteerden voet, op de best mogelijkste wijze ten deezen Gouvernemente zelve, heeft gedeclareert, bij d’overige Heeren Leeden unanime beslooten aan weldezelve gebiederen in Consideratie te geeven of ‘t, om de voorsz:e reedenen niet best zoude zijn, dat een zodanige hooge militaire krijgsraad of regtbank insteede van hier ter plaatse, liever te Batavia, al waar een vrij grooter aantal Hoofdofficieren aan handen is, wierden opgerigt, en dat dan, in de weinige extraordinaire gevallen waarbij het te passe zoude kunnen koomen, van de Sententien des Caabsen Krijgsraade naar derwaards wierde geappelleerd, op den zelfden voet als teegenswoordig omtrent ordinaire zaaken bij den Raade van Justitie geventileerd werden de plaatse heeft, met welke Schikking, ingevalle g’amplecteert mogte werden, niet alleen de regeeringe alhier gered zoude zijn, uit haare verleegentheid, maar ook ontwijffelbaar best zoude werden voldaan aan ‘t oogmerk het welk zig Haar Wel Edele Hoog Achtb:s zelve met d’erectië van een zodanige regtbank hebben voorgesteld gehad.
Hierna geleezen zijnde d’onderstaande Missive door Landdrost en Heemraaden van Zwellendam aan deezen Raade ingezonden.
Aan den WelEdele Achtb: Heer, Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop, en dies Ressorte &c:a &c:a &c:a beneevens den Ed: Achtbaaren Raad van Politie, aldaar.
‘WelEdele Achtbare Heeren!’
‘Het heeft UWel Edele Achtb:s bij Hoogst derselver Resolutie van den 27 April 1790. behaagd, omme, noopens het door de E: E: Achtbare Heere Rhenius en de Wet, weegens derzelver ter Drostdije van Swellendam g’executeerde Commissie, ingedient rapport, goed te vinden, omtrent het eerste poinct der Consideratiën van Hoogst ged: Gecommitteerdens, te Sancieëren dat nademaal de reekeningen van ‘S Colonies en KrijgsCassen, over de jaaren 1786: 1787. en 1788, niet alleen geheel duister en onverstaanbaar zijn, maar ook om reedenen, op derzelver deugdelijkheid niet kan werden vertrouwd, en men egter een nadere zeekerheid van den Staat deezer Colonie op dien tijd behoord te hebben, dezelve reekeningen dierhalven moet werden aangemerkt als nul en van geene waarde, om mitsdien, het bedraagen van het agterStallige derzelve te bepalen op ‘t geene deCassa reekening van ‘t Jaar 1785, is aanwijzende, en dien volgende den voorigen Landdrost Onkruijdt, als Colonies Cassa g’administreert hebbende, niet alleen moet werden verpligt, tot verantwoording der ontfangst en uitgaaf zeedert dien tijd, onder productie der Specificque reekeningen en quitantiën, tot alle posten van uitgaaf betrekkelijk, maar ook tot het overleggen der Lijsten, die ‘S Colonies inkomsten aanwijzen, met het geene daarop ontfangen, en ten agteren gebleeven, is, omme naar naauwkeurige Examinatie door de onderget:e Landdrost en fungeerende Heemraaden, als dan, in zoo verre omtrend gem:e posten geene twijffelingen of bedenkelijkheeden voorkoomen, en op de geexhibeerde Specificque reekeningen en quitantiën volkoomen Staat zal kunnen werden gemaakt, nader de reekeningen der gem: drie jaaren te kunnen formeeren.’
‘Landdrost en Heemraaden alhier, zijn wijders ingevolge gem: besluit van UWelEdele Achtb:s gequalificeerd en gelast, omme alle reekeningen en quitantiën, relatief tot de posten van uitgaaf, bij de drie voorm:e reekeningen opgebracht, voor zoo verre die aan handen mogten zijn, ten overstaan van den oud Secretaris Blankenstein, mits absentie van den oud Landdrost Onkruijdt naauwkeurig te Examineeren, en de zodanige, dewelke allezints deugdelijk en naar behooren bevonden worden, te laaten valideeren, dog daar en teegen alle posten van uitgaaf, van welke geene gequiteerde reekeningen of valable quitantiën te vinden zijn, ofte welkers reekeningen en bescheiden onvoldoende of onbestaanbaar bevonden werden, bij de nieuwe reekening onaangeroerd te laaten, en tot lasten van meergem:e voorigen Landdrost Onkruid te doen verstrekken, tot tijd en wijlen door denzelve, diesweegens, de volstaanbaare gerequireerde bewijzen zullen zijn geproduceert.’
‘UWel Edele Achtb: hebben vervolgens op ‘t tweede poinct van Consideratiën al meede kunnen goedvinden, dat eene Commissie uit deeze, en de Colonie van Graaf reinet zoude werden belegd, tot vereffening van’t geene de laatste ingevolge de Schikkingen, bij de opregting derzelven magistrateure in ‘t jaar 1786 g’emaneerd, aan deeze op te brengen heeft, en jaarlijks zal moeten blijven Contribueeren, en ten dien fine Landdrost en Twee Heemraaden van Graaf reinet , gemunieerd met de opgaafrollen van die Colonie, zig zouden moeten vervoegen op Zwellendam , op dat in de Confrontatie van dezelve met die van deeze Colonie, de Lijst tot een finale Liquidatie, zal kunnen in ordre werden gebragt, terwijl ook Landdrost en Heemraaden van Graafe Reinet voormeld, zoude werden aangeschreeven, om de voorm: vereffening niet alleen ten spoedigsten te bewerkstellingen, maar ook zonder verzuim, jaarlijks, intijds, aan onze Colonie te bezorgen, het geen ingevolge van dien, zal bevonden werden dezelve te Competeeren.’
‘Daar men egter zoo door het overlijden van den oud Secretaris Blankenstein, als andere tusschen beiden gekoomen inconveniënten, tot heeden, omtrent gem:e reekeningen geene de minste elucidatie heeft kunnen verkrijgen, en het van de uiterste noodzaakelijkheid is, hier inne de nodige verligting te ontfangen, ten einde men eenmaal behoorlijke Cassa reekeningen zal kunnen formeeren, waartoe men bij gebrek van’t ophelderen der meerm:e reekeningen van de jaaren 1786, 1787. en 1788, tot nog toe niet heeft kunnen overgaan; Zoo neemen wij Eerbiedig de vrijheid, UWelEdele Achtb:s zeer needrig te Solliciteeren, den oud Landdrost deezer Colonie Onkruijd /:nademaal desselfs teegenswoordigheid aan de Caab, daar toe de vereijschte geleegentheid verschaft:/ te doen beveelen, omme, in gevolge UWel Edele Achtb:s zeer gevenereerd besluit, de Cassa reekeningen van de meergem:e drie jaaren te formeeren en produceeren, en dus doende, dit Collegie in Staat te Stellen, omme, naar aftrek van het geene misschien ten Laste van dezelven bij ontstentenisse van behoorlijke quitantiën, zal moeten werden gesteld, een Juijsten balans van den Staat deezer Colonie te kunnen opmaken; Terwijl wij omtrent het tweede poinct van Consideratiën, UWel Edele Achtb:s zeer eerbiedig imploreeren, om een tijd, ter belegging, van de g’ordonneerde Commissie tusschen deeze ende Colonie van Graaf reinet te fixeeren, en Landdrost en Heemraaden van beiden, diesweegens de nodige beveelen van UWelEd: Achtb:s te doen toekoomen; ten einde alle differenten uit den weg geruimd, en de zaaken deezer Colonie eenmaal /:het geen ten uitersten noodzakelijk is:/ in een gereegelde ordre gebragt kunnen werden.’
‘UWelEdele Achtb:s Illustre perzoonen in de Zeegenrijke bescherming des Allerhoogsten, en onze perzoonen in UWelEdele Achtb:s zeer gehonnoreerde protextie beveelende, Zo hebben wij overigens de Eer met alle verschuldigde Eerbied ons te Noemen.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Achtbaare Heeren! /:lager:/ UwerWelEdele Achtb:s zeer Onderdanige en Gehoorsaame Dienaren /:was Getekend:/ A: A: Faure, L: D: Jager, G: Z: Rautenbach, P: Pienaar, P: D Preez. /: Ter zijde Stond:/ Swellendam den 16 Januarij 1792.’
Is, alzoo men gepenetreerd is van de noodzakelijkheid dat nu eindelijk eens met ernst de hand werde gelegt aan’t reguleeren en in ordre brengen van’t finantie weezen der voorsz: Colonie, en dat daar toe als twee voornaame requisiten werd vereijscht. ’ Eerstelijk, dat door den thans weederom alhier aanweezenden Oud Landdrost Constant van Nuldt Onkruijdt, van zijne gehouden administratie der Colonies Cassa, geduurende de jaaren 1786, 1787, 1788 behoorlijk reekening en verantwoording werde gedaan, op den voet zo als zulks is bepaald bij resolutie van 27 April 1790. en dat ten anderen ook, ingevolge het geene bij voorsz: resolutie meede is beslooten, tusschen gem:e Zwellendamse Colonie, en die van Graaffe reinet werde verEffend het geen de Laatstgem: aan de eerstgenoemde, in gevolge de in den jaare 1786 getroffene Schikkingen op te brengen heeft en verders jaarlijks zal moeten blijven contribueeren, beslooten, voormelde Oud Landdrost Onkruijdt bij deezen op de nadrukkelijkste wijze te gelasten, om binnen den tijd van een maand, van heeden af te reekenen, op den bij de hiervooren aangehaalde resolutie van 27 April 1790. gepræscribeerden voet aan ‘t Collegie van Landdrost en Heemraaden voorm:e pertinente reekening en verantwoording van de door hem geadministreerde Colonies gelden, geduurende de voorsz:e drie Jaaren, te doen, en zig ten dien eijnde, wanneer zulks door ‘t ged; Collegie mogte noodzaakelijk g’oordeeld en dien volgens van hem gerequireerd werden in persoon ter drostdije der gem:e Colonie te begeeven, bij Pœne, dat in ‘t een of ander nalatig blijvende, behalven alle de Posten van uitgaaf van welke geen gequitteerde rekeningen of valable quitantiën te vinden zullen zijn, of van ontfangst, waar van geen behoorlijke aanwijzingen verandwoording is geschied, ook nog voor desselfs reekening zal koomen de Schaade die ‘er uit zoude kunnen resulteeren, wanneer door desselfs verdere delaijen dikwijls gem:e Landdrost en Heemraaden langer in d’ onmogelijkheid werden gehouden om te kunnen procedeeren tot het formeeren hunner Cassa reekeningen, op den voet zoo als zulks voor deezen na de ordre is geschied.
terwijl den Landdrost der Colonie Graaf reinet , Maurits Herman Otto Woeke, uitnaam der regeeringe zal werden aangeschreeven, dat denzelven ter finale afdoening van zaaken met de zo meenigwerf geciteerde Zwellendamse Colonie, in den loop van dit Jaar, wanneer deszelfs amptsverrigtingen eene zodanige absentie best zullen willen gedoogen, niet alleen herwaards zal hebben op te koomen, en het zodanig te Schikken dat hij, voorsien met d’opgaafrollen van zijn district, van twee der fungeerende Heemraaden werde g’accompagneert, zonder dat hunne rhijze in haare gevolgen, of de Maatschappij, of een der voorsz:e Colonien eenige onkosten koomen te veroorsaaken, maar ook van zijne aanstaande paroisse ter deezen hoofd plaatse, met bepaling van den dag wanneer præsumptieve alhier zal koomen t’arriveeren, eene convenable tijd vooraf kennisse hebben te geeven aan voorsz: landdrost van Zwellendam , dewelke als dan ook zal moeten zorgen op dat tijdstip, insgelijks van twee Heemraden verzeld, en voorsien van zijne opgaaflijsten, hier meede præsent te zijn, te einde alsoo onder ‘t oog der regeering hunne besoignes bij der hand te neemen en finalijk te termineeren; waar aan men vertrouwd met den meesten Spoed en het best mogelijkste Succes te zullen werden g’arbeid, wanneer door hunne teegenwoordigheid op de plaats al waar de regeering zig zelve bevind d’opkoomende zwaarigheeden, indien ‘er zig eenige mogten voordoen, onmiddelijk zullen kunnen werden g’applaneert en uit den weg geruimd.
Intusschen meede geleezen weezende het onderstaande berigt, door eevengemelde Landdrost der Colonie Zwellendam , ter voldoening aan’t besluit van den 13 X:ber ll, waar bij van hem is gerequireert deszelfs Consideratiën, hoedanig best voor de Conservatie der onder ‘S Comp:s post de Buffeljachts rivier gesorteerd hebbende bosschen zoude kunnen werden gewaakt zonder dat daarvan den Last en’t bezwaar op de Maatschappij neerkoome, ingedient.
Aan den WelEdele Achtbaren Heere Johannes Izaak Rhenius, Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop, en den ressorte van dien &c:a &c:a &c:a beneevens den Edele Achtbaren Politiecquen Raad.
‘Wel edele Achtbare Heer, en E: E: Achtbare Heeren!’
‘Het behaagde UWelEdele Achtb:s van d’onderget:e Landdrost der Colonie Zwellendam bij gevenereerd besluit van dato 13 December jongstleeden onder anderen te requireeren zijne Consideratiën, hoedanig men best voor de conservatie der onder de onlangs verkogte post aan de buffeljachtsrivier gesorteert hebbende bosschen zal kunnen doen waaken, zonder dat daat van den Last en het bezwaar neerkome op de Maatschappij; In opvolging van deeze uwer Wel Edele Achtb:s g’Eerde intentie zal de onderget:e zig de Eere geeven te zeggen: dat hem geen geschikter middel is te vooren gekoomen om voor de Conservatie dier bosschen te waaken, en dat Steeds met een oplettend oog gaade geslagen en toezigt worde gehouden, dat niet door de Ingeseetenen aldaar, het jong aankoomend zo kostbaar hout vernield, en voor de voet worde weggekapt, dan het voorstel door den Heere Resident Brand berigt, gedaan omme daar toe aan te houden een opzichter en twee gemeenen, die voorheen tot dat zelve einde aldaar zijn bescheiden geweest. Edog daar de Maatschappij zig voor eerst zoo van het zogenaamde Grootvadersbosch als de bosschen welke aan de rivier zonder End zijn geleegen, door het afschaffen van haaren omslag weinig of geen voordeel kan belooven, ende noodzakelijkheid eevenwel komt te vorderen dat dezelve soigneus worden in agt genoomen; zonder dat de kosten die daartoe worden g’impendeert neerkoome op de Maatschappij: is d’ondergeteekende hier omtrent, Salvo meliore, van gevoelen, dat, omme hier aan te gemoed te koomen, aan alle de geenen die volgens usantie verzoek mogte koomen te doen om in de bosschen van ‘t Outeniqualand wagen en timmerhout te kappen, ten einde het zelve vervolgens ter verhandeling per As, Caapwaards te transporteeren, het Zegul der Licentie in steede van op drie, waar op dezelve voor heen is geScreeven, van Thien Rijksdaalders werden g’expedieerd; Terwijl omme te gelijk bedagt te zijn dat veele vermoogende en baatzugtige Lieden niet tot groot nadeel en ruïne der geene, die hun eenigst bestaan bij deezen handel moeten vinden, voortvaaren, van deeze vergunni ng gebruik te maaken, zal dienen te worden genotificeerd, dat elk en een ïeder die zig bij den Ed: Achtbaren Heer Gezachhebber of Gouverneurs in der tijd, tot het bekoomen van een zodanige ordonnantie zoude willen vervoegen, zig vooraf zal hebben te munieeren met een Schriftelijk bewijs van de onderget:e als LandDrost der meergem:e Colonie, van wiens gehoudenisse het teevens zal zijn, behoorlijk t’inquireeren of de zodanige, ontbloot van eenig ander middel van bestaan, weezentlijk in der termen koomen te vallen dat aan hun eene ordonnantie tot het kappen en herwaards vervoeren van dat timmerhout, werden g’expedieert, waardoor dan meer en meer zal werden bereikt het heilzaam oogmerk welke deeze Regeering, met het oprigten van haaren handel met inlands hout in de Plettenbergsbaaij , heeft gebuteerd gehad.’
‘bij het hiervooren gementioneerd berigt van den Heere Brand tot opzigter over meerm: houtbosschen geproponeerd, en door UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb:s als zodanig pro:l aangesteld geworden zijnde den baas der verkogte post de Rietvalleij Nicolaas Orbaan, een man die weegens zijne prijselijke Conduiten en trouwe dienste aan de E: Comp:e beweezen alle Lof meriteerd, en zig in allen opzigte de protextie zijner gebiederen heeft waardig gemaakt, zig met zijn huisgezin teegenswoordig van lijfberging gedestitueerd bevindende vind den onderget:e zig verpligt Uw Wel Edele Achtb:s en Ed: Achtb:s bij deezen voor te dragen, of hoogstdezelve niet zoude gelieven goed te vinden aan hem Orbaan tot een wooning en verblijf aftestaan, het zogenaamd Sparrenbosch , tusschen de bovengem: Post, en de buffeljachts rivier geleegen egter onder zodanige Conditie en bepalingen als UWelEdele Achtb:n en Edele Achtb:s best over eenkomstig met ‘S Comp:s Intrest en belangens zullen oordeelen te behooren.’
‘D’onderget:e vertrouende hier meede aan UWelEdele Achtb:e en Ed: Achtb:s g’eerbiedigde Intentie te hebben voldaan, neemt de vrijheid zig met alle respect te teekenen.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Achtb: Heer, en E: E: Achtbare Heeren, /:Lager:/ UWelEdele Achtb:s zeer onderdanige en Gehoorsaame Dienaar /:was Getekend :/ A: A: Faure.’
Heeft men als nu goedgevonden de provisioneele Schikkingen ten voorsz:e daage beraamd thans voor ‘t vervolg permanent te doen Stand grijpen, en mits dien aan den aangestelden opzigter over de voorsz: Bosschen, Nicolaas Orbaan, in vrugt gebruik afte Staan het Sparrenbosch , waarvan hierboven mentie werd gemaakt, zonder dat hij daarvoor eenige erkentenisse aan d’ Ed: Comp:e zal behoeven op te brengen, alleen met dat beding, dat wanneer hij indertijd te raade mogte werden, den dienst der Ed: Comp:e te quitteeren en zo ook bij zijn onverhoopt overlijden d’ opstallen en behuijzingen welke hij ter zijnen Commoditijt geraaden zal vinden aldaar te construeeren, door hem ofte zijne regtverkrijgende bij tauxatie zullen moeten werden overgedaan aan desselfs Successeur, die dan ook gehouden zal zijn, dezelve t’accepteeren voor ‘t geen waardig zullen werden geschat; door welke Schikking de geene die met de bewaaring der geciteerde Bosschen gechargeerd zullen werden van Huisvesting buiten bezwaar der Ed: Comp:e staande te werden voorzien, is wijders, om de maatschappij ook voor’t onderhout zo van dezelve als van de beide manschappen welke onder derzelver ordres zullen Staan, te dedomageeren, goedgevonden, het zegul der Licentie om in de bosschen van ‘t Outeniqualand waagen en Timmerhout te moogen kappen, van 3 rd:s voor de 12 vragten, waarop het zelve nu is bepaald voor’t vervolg te brengen op Een Rd:s voor eijder vragt, terwijl voor ‘t overige al ‘t verder geproponeerde bij gemelde Landdrost, zonder eenige meerdere alteratie, over genoomen werdende, bij affixie van billieten aan alle ende een eijgelijk genotificeerd werden zal, dat voorthaan een ijder die zig bij den Heere Hoofdgebieder alhier zal willen vervoegen om een ordonnantie tot het kappen van hout te Solliciteeren, zig eerst en vooraf zal hebben te munieeren van een Schriftelijk bewijs van dikwijls gem: Land drost, dat hem zulks zonder eenige bedenking kan werden g’accordeert.
Zijnde wijders aangezien, den Boode der gem:e Colonie van Zwellendam Jacob van Antwerpen al ‘t zeedert een geruimen tijd herwaards buijten staat is geweest zijn voorschreeven dienst naar behooren te kunnen præsteeren, niet alleen op verzoek van dikwils gem: Landdrost Faure den zelven van dit zijn ampt verlaaten en daar toe weederom aangesteld den Mattroos Hendrik van Asch, die zeedert ‘t jaar 1781. den dienst als Draijer op ‘t Ambagtsquartier heeft waargenoomen gehad, maar, vermits door ged: landdrost weegens d’ onmogelijkheid om door een Boode alleen, in een zo wijd uitgestrekt district, alles in behoorlijke ordre te kunnen doen verrigten, bij ‘t onderstaande request ook zijn gedaan de volgende repræsentatiën.
Aan den Wel Edele Achtb:n Heer Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop, en den ressorte van dien &c:a &c:a &c:a beneevens den Ed: Achtbaren Raade van Politie voormeld.
‘Wel Edele Achtbaare Heer, en Ed: Achtbaare Heeren!’
‘Vertoond reverentlijk UWer WelEd: Achtb:e en Ed: Achtb:s onderdanige en Getrouwe Dienaar Anthonij Alexander Faure Landdrost der Colonie Zwellendam .’
‘Hoe de verre afgeleegentheid der Drosdije voornoemd van de Hoofdplaatz, gelijk ook de distantie zommigen onder dezelve Drostdije gehoorende plaatsen zodanig geleegen is, dat men dikwijls genoodzaakt word, een gantschen Dag door te brengen aleer men van de eene plaats de andere kan berijken.’
‘Wel een en ander aan Uwe Wel Edele Achtb:n en Ed: Achtb:s niet onbekent kan zijn.’
‘Dat de dagelijks aldaar voorvallende zaaken, gevoegd bij de Commissien die des vertoonders Bode, zo door en van weegens den Ed: Achtb:n raad van Justitie, den Heer Vendumeester, en door ‘t eerw: Collegie van Weesmeesteren worden opgedragen zo meenigvuldig, en door de voorsz: Situatie der Colonie bezwaarlijk te executeeren zijn, dat den vertoonder te meermaalen is genoodzaakt geweest bij een langduurige absentie van denzelven zijner bode, de presantste en gewigtigste zaaken, dit ampt Concerneerende, door particuliere persoonen te laaten verrigten.’
‘Dan den vertoonder dit oogenblik tot een bewijs kan allegueeren, door dien hij tot ‘t houden eener Justitieele vendutie voor ruim Een maand gepriveert word, van een emploijabel perzoon op de Colonie, ingeval ‘er maar het geringste komt voor te vallen, waaromme UWel Edele Achtb:en en Ed: Achtb: in den gepasseerde Jaare, op ‘t diesweegens door den Landdrost van Graaf reijnet in zelver voegen gedaan verzoek, daarin hebben gelieven te voorsien met hem een adjunct bode toe te voegen.’
‘Daar nu de Colonie Zwellendam met die van Graaf reijnet wel gelijk gesteld kan worden, en de vertoonder gaarne altoos een goede ordre en afdoening van zaaken in zijn Jurisdictie wenschte te maintineeren. Zoo neemt hij bij deezen de vrijheid, zich te wenden tot Uwe WelEd: Achtb:n en Ed: Achtb:s, met needrig en niet minder noodsaakelijk verzoek, den vertoonder te willen adsisteeren met een bequaam perzoon om bij absentie van desselvs bode zijn plaats als adjunct te occupeeren, waartoe den vertoonder als een zeer geschikt Subject kan voordragen, den Mattroos Hendrik van As, hebbende van deeze te meermaalen blijken van activiteit en Trouwe ondervonden.’
’/: onderstond :/’
‘’T welk doende &c:a /:was Getekend:/ A: A: Faure.’
en dezelve representatiën koomen te weezen van zodanige aard, dat S’ in allen opzigte ‘S raads reflexie en voorzieninge meriteeren, nog goed gevonden als adjunct boode der Colonie van Zwellendam aan te Stellen den Mattroos Hendrik van As, Junior, Zoo nochthans dat denzelven om in geenen deele tot ‘S Maatschappij’s lasten te koomen uit haaren dienst geëmancipeert zijnde, uit aanmerking van den gedelabreerden Staat van ‘S Colonies Cassa geenzints tot beswaar derzelve zal moogen werden gebragt, neen maar ter discretie van gem: Landdrost en Heemraaden gesalareert zal moeten werden door den boovengem: Bode Hendrik van As, als hem ter hulpe en adsistentie toegevoegd werdende.
Vervolgens geproduceert zijnde d’onderstaande Memorie door den Commis der Maguazijnen Hendrik Willem Rutz, ingediend.
Aan den Wel Edele Achtbare Heere Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop, en den ressorte van dien, benevens de Edele Achtbaare Raad van Politie.
‘Wel Edele Achtbaare Heer, en Edele Achtbaare Heeren!’
‘Den ondergeteekende neemt Eerbiedig de vrijheid Uwe Edele Achtbaarheedens Pligtschuldig kennis te geeven van groote verleegentheid waarin hij zich als Commis der Maguazijnen bevind, om het reeds van tijd tot tijd uit Europa aangebrachte en zich nog alhier bevindende Buskruid droog en veijlig te bergen, als ook bijzonders waar hij het nog te verwagtende zal plaatsen.’
‘Den ondergeteekende Heeft reeds met voorkennisse van den Wel Edele Gestrenge Heer Colonel P: H: Gilquin, moeten gebruik maaken van beide de gereetschap kaamers op de Batterij Amsterdam onder de regter en Linker halve bastions, omme aldaar eene quantiteit Buskruijd te bergen,’
‘Edog zeer gevaarlijk zijnde, Terwijl die vertrekken maar met eene Enkelde deur van planken opgeslagene binnen Portaalen voorzien; En ook gantsch tot geen polver maguazijnen ingericht zijn, dierhalven het hem toeschijnt, dat deeze quantiteit pulver niet zonder groot perijkel, daarin kan blijven leggen, vermits de eerste Canons regts en Links van de onderste batterij naast de deure staan, dus is ‘t alles daarin niet zeeker, bijzonders bij een Serieus gebruik der batterij, ook zijn deeze Twee vertrekken tot niets anders als berging van leege Cardoesen, CanonScharp en Gereedschappen etc: geaproprieerd.’
‘Ook zijn de Twee pulver maguazijnen agter de halve bastions insgelijks met buskruijd opgestapelt, dewelke alleenig maar zoude dienen tot berging der gevulde Cardoesen, en eenige wijnige Tonnetjes met pulver, voor de aanweezende Canons en Mortieren dier Batterij.’
‘Alle deezen en meer andere reedenen hebben de ondergeteekende genoodzaakt UWel Edele Achtbaarheedens onderdanigst te bidden, of ‘t Uwe Edel Agtbaarheedens niet mooge behaagen hier in te willen voorsien, en het bussekruijd welk van tijd tot tijd nog uit ‘t Patria staat aan te koomen, Na batavia of Ceijlon te zenden op dat den onderget:e hier door instaat gesteld worde, met meedere Exactitude aan de Heijlsaame oogmerken zijner Heeren Gebiederen te kunnen obedieëren.’
‘Waarmeede met het diepst respect de eer hebbe mij te Noemen.’
’/:onderstond:/’
‘WelEdele Agtbaare Heer, en Edele Achtbaare Heeren, /:Lager:/ Uwer Edele Achtbaarheedens zeer Gehoorzaame en onderdanige Dienaar, /: was Getekend:/ H: W: Rutz, /: ter zijde stond:/ Cabo de Goede Hoop, den 25 Januarij 1792.’
Zoo is, aangezien uit dezelve Memorie consteert, niet alleen de verleegentheid waarin men zig bevind om’t nog verwagt werdend Buskruijdt behoorlijk op te leggen, maar ook dat men bij ontstentenisse van Convenabeler plaatsen en geleegentheeden tot berging van den bereids aan handen zijnde Considerabelen voorraad, onder anderen reeds meede heeft moeten gebruik maaken van de gereedschapskamers, welke zich in de batterij Amsterdam onder de regter en Linker halve Bastions bevinden waar inne, niet teegenstaande dezelve Camers geenzints tot een zondanig Emploij geschikt zijn, op een allergevaarlijkste wijze, in de nabijheid van ‘t geschut eene zo groote hoeveelheid van dat Pulver is op den anderen gestapelt, dat gezweegen de Schade en ‘t nadeel dat door vogtigheid als andersints aan ‘t zelve kan en moet te weege gebragt werden, voornamentlijk ook is te apprehendeeren, dat bij ‘t een of ander onvoorzien ongeluk, de geheele voorsz:e Batterij /:welk Capitaal werk de Ed: Comp:e inmense Sommen heeft gekost:/ onvermijdelijk ten eenemaale zoude werden gedistrueert, goedgevonden en verstaan ter tijdige voorkooming en afweering van een zoo groot onheil, Eerstelijk illicio, zonder resumptie bij Extract deezes, met insertie der memorie van ged: Commies aan den Heere Overste Gilquin te doen gelasten, omme directe de nodige Schikkingen te beraamen en in’t werk te doen leggen waar door men op de best mogelijkste wijze teegens een zo groot desastre zoude kunnen werden gesecureert, en vervolgens, om daaromtrent meer zeeker te gaan, al ‘t overtollige busKruijdt, het welk men aan handen hebben mogt, en invoegen voorsz: op eevengem:e dangereuse manier, buiten de expres geconstrueerde Pulvermaguazijnen is opgelegd, bij eerst voorkomende occagie naar Batavia of liever naar Ceilon , als in de presente onlusten aldaar zeer te passe zullende koomen te doen verzenden.
Zullende opgemelde Overste Gilquin om dees Raade in Staat te Stellen de quantiteit van ‘t al zo te verzendene Pulver te kunnen bepaalen, ten Spoedigsten, distinctelijk en Specificque moeten opgeeven hoe veel kruijdkelders en maguazijnen ‘er teegenswoordig ten deezen Gouvernemente aan handen werden gevonden, welke quantiteit pulver dezelve ijder afzonderlijk en vervolgens alle te zaamen kunnen contineeren, en wat emploij teegenswoordig van de voorsz: maguazijnen en kelders werd gemaakt, als meede hoe groot de thans aanhanden zijnde voorraad van Bussekruijd komt te weezen, en met hoeveel minder men na de præsente inrigting van ‘t guarnisoen daar en teegen zoude kunnen volstaan, zonder zig door het overtollige aan onheijlen te exponneeren of met het aanhouden van eene niet Sufficieerende quantiteit de veiligheid der plaats uit ‘t oog te verliesen.
Willende den raade intusschen geen zints responsabel zijn voor d’eevenementen die uit d’ accumulatie van den voorraad op eene zo onvoorzigtige wijze als hier vooren is beschreeven, kunnen resulteeren, als ‘er ten eenemaale ignorant van zijnde geweest, maar de verantwoording diend weegen in teegendeel gelaten hebben voor reekening van den geenen met wiens voorkennis eene zodanige directie is gehouden, en op wiens ordre de gereedschapkaamers der Batterij Amsterdam in Pulvermaguazijnen zijn geconverteerd geworden.
Middelerwijlen is meede geleezen geworden het hieronder g’insereerd Suppliecq door den Zoldijboekhouder Clemens Matthiessen, in desselfs qualiteit als Curator ad lites gepræsenteerd.
Aan den Wel Edele Achtbare Heer Johannes Izaac Rhenius Gezachhebber, beneevens den Ed: Achtbaaren Raade van Politie, aan Cabo de Goede Hoop,
‘Wel Edele Achtbare Heer, en Edele Achtbaare Heeren!’
‘In de Colonie Graafe Reinet , is den 23 9:ber 1789, zonder Testament te maaken, eenige goederen nalatende, koomen te overlijden, den boode dier Colonie Jan Christiaan Helm, en desselfs boedel door den needrigen vertoonder in zijne qualiteit als Curator ad lites aanvaard, uit de ingezondene papieren gezien hebbende, dat den Boedel zeer verward was, en onmogelijk door den ondergeteekende, weegens den verren afstand dier Colonie, van deeze Hoofdplaatse, konde vereffend worden, buiten de hulpe en bijstand van iemand aldaar woonagtig, hebbe den Landdrost aldaar de Heer Woeke, Copia der Vendurolle en verdere papieren ingezonden, met vriendelijk verzoek de behulpzaame hand te willen leenen, zoo in’t innen der vendu penningen, als de van diverse inwoonderen aldaar den overleedenen toekomende gelden weegens gedaane exploiten &c:a en om zo veel doenlijk alle beletzelen tot een Spoedige vereffening uit der weg te ruijmen, bij den Ed: Achtb: raade van Justitie, tot het affigneeren van billietten permissie g’obtineerd, waarbij een ieder der Ingeseetenen is gewaarschouwd, binnen den tijd van Ses maanden, hunne prætensien op en aan den boedel ten Soldij Comptoire ofte ter Secretarije van Grave Reinet aan te geeven, en een dier billieten, benevens eene Speciale Procuratie op voormelden Heere Landdrost Woeke meede naar Graave Reijnet gezonden, hoe zeer den eerbiedigen Teekenaar zig ook gevleijd heeft naar alle de voormelde demarches, en de acceptatie der procuratie door den Heer Woeke in Staat te zullen werden gesteld, conform herhaalde zoo Patriase als bataviase ordres een Spoedige reekening en verantwoording van de meergem: nalatenschap aan de Hoog gebiedende Heeren Majores te kunnen doen, is die hoop tot heeden vrugteloos geweest, en bevind zig denzelven nog indeeselve onzeekerheid, omtrent den Staat, en de geSteldheid des boedels als hij bij dies aanvaardinge was, het zij door het niet bestellen ofte absent raaken der opgezondene brieven, ofte andere den ondergeteekende onbekende reedenen, en niet zonder reeden vreesende; het billijk ongenoegen der Heeren Majores, die van ‘t locale niet onderregt zijnde den humblen verthoonder van nalatigheid en negligentie zouden beschuldigen, neemt hij de vrijheid, zig te keeren tot UWel Edel Achtbaren met ootmoedige beede, dat het van Hoogst derzelver wel behaagen mag zijn, den meerm:e Heer Landdrost Woeke te laaten aanschrijven, dat hij ten Spoedigsten, en met een secuure geleegentheid Caabwaards zende alle de ingecasseerde penningen, Van den boedel, beneevens een Specifique naamlijst van zodanige perzonen als ‘er betaald hebben, als meede van die geene welke onwillig zijn, omme te betaalen, ten eijnde bij weegen van regten daar toe te kunnen geconstringeert werden; Zoo meede een lijst van zodanige perzoonen, als pretentiën op den boedel ter Secretarije aldaar hebben laaten aanteekenen.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende &c:a /:was Getekend:/ C: Matthiesen Junior, /:ter zijde stond:/ Cabo de Goede Hoop, Ultimo Januarij 1792.’
En nadien, uit ‘t zelve verzoekschrift consteerd dat, zal gemelde Zoldij Boekhouder in’t geval werden gesteld den Boedel waarvan hij hier boven mentie maakt, tot liquiditeit en vereffening te brengen, dan noodzaakelijk werd verEijscht de interventie deezes Raads, Zoo is verstaan ingevolge desselfs verzoek den Landdrost der Colonie Graaf Rijnet, bij Missive te doen aanschrijven en gelasten, dat hij ten Spoedigsten met eene Secuure geleegentheid zal hebben Caabwaards te zenden alle de g’incasseerde penningen tot den Boedel van voorzeide Helm Specteerende, benevens eene Specificque naam lijst van zodanige perzoonen als ‘t zeedert ‘t overlijden van eevengeciteerden Helm hunne agterstallige vendu penningen ende gelden welke zij aan den overleedene weegens gedaane exploicten als anderzints debet zijn geweest, hebben koomen afte leggen, als meede een dito lijst der geenen die onwillig blijven derselver agterweezen op te brengen, en eijndelijk eenen Notitie van zodanige lieden als op de g’affigeerde Billietten eenige prætentiën ten lasten des voorsz: boedels ter Secretarije van Graaf Reinet hebben laaten aanteekenen, om van’t een en ander zodanige emploij te kunnen werden gemaakt, als tot eene finaale afdoening van zaaken in deezen zal werden verEijscht.
Den Capitein Nicolaas Acker gevoerd hebbende, het thans zeilree leggend Schip Zoutman , heeden hebbende overgelegt ‘t Rapport noopens de dagelijkse verrigtingen omtrent het lossen en weeder beladen van geciteerden Bodem en de verhindering die in’t een en ander zijn ontmoet, en bij de resumptie van dat rapport bevonden zijnde, dat geduurende den langen tijd welke het zelve Schip aan dit gouvernement heeft vertoefd gehad Successivelijk verschijdene dagen agter den anderen zijn verloopene zonder dat ‘er iets met opzigt tot het in of uitscheepen van goederen is gedaan geworden, Is uit dien hoofde wel verstaan het zelve rapport volgens d’ ordre en Usantie naar Batavia over te zenden om de Heeren der Hooge Indiasche regeering zelve over het verrigten in deezen te kunnen laten oordeelen; dog teffens ook beslooten; om nadien de thans opgegeeven werdende reedenen van vertraging den raade even zo min voldoende voorkoomen als bevonden zijn de motiven die bevorens door den Equipagie Meester Cornelis Cornelisz bij desselfs berigt van den 28 October J: L: zijn geallegueerd, het ged:e Rapport van den Capitein Acker dierhalven te Stellen in handen van eeven gemelde Equipagiemeester, ten fine van Examinatie, en van denzelven daarbij te vorderen ten Spoedigsten op eene meer voldoende wijze op te geeven door welke oorzaaken d’ontlossing en weeder belaading van dikwilsgem: bodem met zo weinig Spoed is voort gegaan dat dezelve tot merkelijk bezwaar der maatschappije ruim vier maanden ter deezer rheede heeft moeten vertoeven, en waarom Specialijk op de bij ‘t voorseide rapport voorkoomende dagen tot lossen en Laaden geschikt, en geduurende dewelke blijkt niets anders als ‘t ordinaire Scheepswerk verrigt te zijn, niet aan ‘t lossen of laaden van dien bodem is gearbeid; Zullende terwijl men hier op het berigt des Equipagiemeesters verbeiden zal, intusschen met ‘t zo dikgeciteerde provisie Schip Zoutman aan haar HoogEdelens moeten gesuppediteerd werden Copia authentiecq van de hiervooren geciteerde verandwoording welke door hem op den 28 October Jongst is overgelegd geworden, en haar WelEdele Groot Achtb:s daarbij werden g’informeert, dat hoe zeer de regeering wel teegens wil en dank heeft moeten berusten in’t geen hij daarbij ten zijner Justificatie heeft bij gebragt, men egter niet heeft nagelaten hem op ‘t nadrukkelijkst te gelasten, niets onbezogdt te laten dat maar eenigzints zoude kunnen Strekken om ‘t gemeld provisie Schip ten Spoedigsten in Staat te Stellen desselfs te rug rhijze naar Batavia te kunnen aanneemen, en dat gevolglijk van den kant der regeeringe alles is aangewend dat van haar heeft gedependeert gehad om de depeche van ged: kiel zo veel mogelijk te accelleeren.
Met het voormelde provisie Schip Zoutman , behalven de Compleete voldoening van ‘t geen aan de Bataviase Eijsch des voorleeden Jaars kwam t’ontbreeken, nog bovensdien afgescheept zijnde 738 mudden Tarw meer, bij anticipatie op den verwagt werdende Eijsch, en heden in overweeging genoomen zijnde in hoe verre men zoude kunnen en behooren te continueeren met op den voorsz:e voet nog meerder Tarw naar ged: Hoofdplaatse te doen versonden,
Zoo is, uit aanmerking van d’ onzeekerheid waarin men verseerd of d’ E: Comp:e uit hoofde van de mediocre recolte deezes jaars wel in Sufficiente quantiteit van’t bij haar benodigde koorn zal kunnen werden voorsien, voorzigtigst g’oordeelt zig bij provisie te bepalen bij nog duizend mudden, welke men alhier zal doen afsteeken in ‘t Schip de Verwagting , om gevoegd met de eevengemelde per Zoutman afgaande 738 mudden, mitsgaders de quantiteit die in de Zaldanha baaij door eerst gemelde bodem ingenoomen Staat te werden, en gelijk men hoopt meede wel tusschen de 1000 à 1500 mudden te zullen bedragen, in mindering te Strekken op de petitie welke men voor dit loopend Jaar 1792, te gemoet ziet, zullende, wanneer men aan haar Hoog Edelens bij depart van eevenged: bodem de Verwagting van dees bepaling en Schikking Schuldpligtig verslag zal doen, wel dezelve teffens eerbiedigst moeten werden verzogt, dat aangezien men bij ontstentenisse van Gonnijzakken, waarvan de Eijsschen Jaaren agter den anderen onvoldaan zijn gebleeven, zig thans met het transporteeren en aflaaden van ‘t voorseide graan in d’uitterste verleegentheid bevind, zonder zig mits gebrek aan de nodige Stoffagie tot zakken uit dat Embaras te kunnen redden, het door de beschikking van Haar Hoog Edelens daar heen mooge werden gedirigeert, dat de nu laatst in A:o 1791 weederom opgegeevene en verzogte quantiteit van dertig duizend gonnij zakken ten dienste van dit Gouvernement hoe eer zo liever in zijn geheel mooge werden voldaan.
Ondertusschen overwoogen zijnde hoe zeer het noodzaakelijkheid is, dat men om deselvde, hier vooren aangehaalde middelmatigen uitslag van den Ougst, over t grootste gedeelte van’t Land, en d’ingekoomene informatiën uit andere oorden, dat indezelve een Compleet misgewasch heeft plaats gehad, bij tijds teegens gebrek en Schaarsheid in de Colonie de nodige voorzienige komt te doen, te meer, daar behalven de Considerable Consumptie welke hier ter plaatse zelf door de gaande en komende Scheepen van diverse vreemde natiën geschied, ‘t zeedert eenigen tijd ook aanmerkelijke quantiteiten Coorn en meel door de fransschen en Engelschen ter proviandering der Eilanden Mauritius en S:t Helena zijn uitgevoerd, en nog gaande weg werden afgehaald, zo is, om in deezen de nodige præcautiën te gebruiken, goedgevonden en dienvolgens beslooten, d’exportatie van ‘t meel thans ook eeven als de Tarw te brengen onder de bepaling dat daarvan niets zal mogen werden uitgevoerd zonder Speciaal Consent der regeeringe, welke Concent op den voet zo als zulks bij diergelijke geleegendheeden gebruikelijk is geweest, zullende moeten gesolliciteerd en aan den fiscaal neevens Commissarissen uit den raade van Justitie g’exhibeerd werden, voor dat de afscheeping komt te geschieden, zal wijders van dit een en ander aan’t publiecq bij Een billiet de nodige advertentie werden gedaan.
En nadien uit een Extract van de Rolle der Vendutie welke ingevolge beSluit van den 29 November Jongstleeden en den 20 deezer ‘S Compagnies weegen van ‘t inlands hout gehouden, en door den Heere Gezachhebber in raade overgelegd geworden is, is koomen te blijken, dat de voorzeide verkooping, geen voortgang heeft kunnen neemen, om dat de diverse Sorteering van houtwerken invoegen voorsz: opgeveild, op verrre na de prijzen niet hebben kunnen haalen waarvoor dezelve tot nog toe voor Contant geld uit het Houtmaguazijn, zijn gesleeten geworden, zo is verstaan Copij van’t gemelde extract der vendurolle, waarop behalven de prijzen die d’onderscheidene zoorten van Houtwerken hadden moeten afwerpen ook genoteerd Staat wat bij de opveiling voor elk articul is gebooden, aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren te Suppediteeren, om aan hoogstdezelve, op eene zodanige afzetting bij Publicque vendutie in geenen deele met ‘S maatSchappij’s Intrest zoude quadreeren, en in tusschen den opziender van’t Houtmaguazijn te qualificeeren om als nu met het verkoopen van de gem: Inlandsche Houtwerken in detail, aan den gaande en koomende Liefhebber voor de prijzen waarop S’ in den voorleeden Jaare zijn gepriseert geworden tot weeder opzegging toe maar voort te gaan.
Wijders, op de herhaalde Sollicitatiën van den Burger Jacob Philip Marais om eene finaale dispositie te moogen Erlangen op desselfs bereids in A:o 1787 gedaan verzoek, om ter voortzetting van desselfs Wagenmaaks ambagt ten gerieve der passanten, begiftigd te moogen werden, met een Strookje Lands van Twee morgen groot, geleegen aan de Wagenbooms Rivier omtrent de Breede Rivier , ter resumptie genoomen zijnde het onderstaande berigt, het welk Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch al in December 1788 in, voldoening aan ‘S Raads requisitie, vervat bij besluit van den 19 Augustus des evengeCiteerden Jaars, met betrekking tot het voorsz: verzoek hebben ingezonden, dog tot heeden toe ter Secretarije geseponeert is blijven leggen.
Aan den WelEdelen Gestr: Heer, Cornelis Jacob van de Graaff, Gouverneur van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien, &c:a &c:a &c:a benevens den Ed: Achtbaren Politiecquen Raad, aldaar.
‘Wel Edele Gestrenge Heer, en Edele Achtbaare Heeren!’
‘Het heeft UWWel Edele Gestr: en Ed: Achtb:s behaagd; bij derzelver zeer G’Eerde Extract Resolutie genoomen op Dingsdag den 19 Augustus jongstleeden op zeekere door den oud ouderling d’ Ed: Jacobus Hugo en de burgerresse wed:e wijlen den burger Phillippus du Plessis in welopgem: Raade gepræsenteerd request, ten opzigte van Zeeker door den Burger Jacob Philip Marais omtrent de Breede rivier verzogte Strookje Lands tot een Erf, waar bij de Suppl:ten te kennen gaven, dat zo wel zijlieden als de Maatschappij door dies uitgaave grootelijks zoude werden benadeeld; het zelve request te stellen in handen van d’onderget:s Landdrost en Heemraaden, ten fine onder overlegging van’t besluit dienaangaande op den 6 Augustus 1787 bij ons genoomen, daar op te dienen van berigt, in voldoening van dien hebben d’ ondergeteekendens de Eer daarop pligtschuldig ter needer te Stellen.’
‘Dat door opgemelde Jacob Philip Marrais, in onze gehoudene vergadering van den 2 April 1787. verzoek gedaan zijnde ter obtenu van Zeeker Strookje Lands ter groote van Twee Morgen, tot voortsetting van desselvs Wagemaakers Ambagt, aan de Waagebooms rivier omtrend de breede rivier , onder productie eener Consent briefje van de bezitster der daar aan naastgeleegentste plaats van de weduwe wijlen den burger Paul Fouche; teffens door denselven te kennen gegeeven zijnde, zig des weegens bij opgem: E: Hugo en de weduwe du Plessis insgelijks te hebben g’addresseert, maar dezelve hun toestemming daar toe niet te hebben willen verleenen, daar hij echter ten vollen verzeekert was, dat zijlieden door dies uitgaave geen de minste Schade konde lijden, als zijnde het zelve niet alleen op eene zeer verre afstand maar zelfs ten eenemaal buiten hunne uitdrift geleegen, hebben d’ onderget:s; ofschoon eenige der toenmaalige præsente leeden de situatie dier plaatse en ‘t verzogte land ten vollen bekend was, en Sustineerden zonder de minste difficulteiten het verzoek te kunnen accordeeren, egter goedgevonden het zelve ten overvloede door den Veld-wagtmeester in’t voorsz: district Pieter du Toit Fransz:, als voor een Perzoon van een onbesprooken gedrag en Wandel bekend staande, en die altoos zeer Extact in’t waarneemen van zijn post is geweest, aan te Schrijven, dat hij met twee onpartijdige getuijgen zig derwaards zoude hebben te begeeven en niet alleen onderzoek doen, of het versogte Stuk Lands zonder iemands benadeeling zoude kunnen werden uitgegeeven, maar dat hij ook teffens gem:e E: Hugo en wed:e du Plessis zou afvragen, welke gegronde reedenen zij hebben het zelve aan hem Marais niet te willen vergunnen, en van het Een en ander als dan aan ons behoorlijk verslag te doen, waarop Eerstelijk aan den Eerstgeteekende landdrost in’t particulier, vervolgens in Vergadering van den 6 Augustus daar aan door gem:e du Toit Schriftelijk is gerapporteerd, dat niet alleen d’ uitgaave van voorsz:e Strook lands niemand konde præjudicieeren, maar dat zelfs ook de belangens van dikwils gemelde E: Hugo en de wed:e du Plessis daar teegen ingebragt door hem ten eenemaal ongegrond waaren bevonden, blijkens bij gaande eijgenhandige briefjes van gemelde veld-Wachtmeester du Toit N:o 1 en 2, deezen annex; des d’ondergeteekendens als toen voor zig geen de minste zwaarigheid gevonden hebben in dat verzoek te bewilligen, dien volgens dan ook aangem:e Marais onder Conditie bij Extract Resolutie, deeze meede annex, Sub n:o 3, vermeld, toegestaan daarom bij welopgem:e Ed: Gestr: Heer Gouverneur verzoek te moogen doen.’
‘Van welk besluit de voormelde E: Hugo, en weduwe du Plessis kennis bekomen hebbende, goedvonden hun bezwaar UW WelEd: Gestr: en Ed: Achtb: per request voor te dragen, en daar bij onbeschroomd in te flansen dat dies uitgaveniet alleen grootelijks tot nadeel van hun maar ook der geheele Maatschappij zoude strekken; brengende om hun bezwaar te fundeeren een voorbeeld bij van de nadeelige gevolgen dewelke uit de vergunning een Erf in het voorsz:e District aan den burger Gerrit Hendrik Katenbrink in der daad geexisteerd hebben, dan in hoe verre de vergunning van een Erf aan denzelven Catenbrink op het voor handen zijnde geval van applicatie zoude kunnen werden gemaakt, willen d’onderget:s lievst aan het wijzer en verligter oordeel van UwWel Edele Gestr: en Ed: Achtb: over laaten, dan dat zij ‘t nodig agten, UwWelEdele Gestr: en Ed: Achtb:s attentie met de ongegrondheid van dien in derzelver gewigtigere occupatiën te interrumpeeren, alleenlijk verzoeken de onderget:s UW WelEdele Gestr: en Ed: Achtb:s bij de door hun in datis 8 Januarij en 9 Augustus 1788, ingediende Schriftuuren, nogmaals te resumeeren, en met dit teegenswoordig Berigt en dies bijlaagen inteegenOverstelling van der Suppl:ten E: Hugo en weduwe du Plaissir ingediende requesten en bijlaagen te Confronteeren, als wanneer d’onderget:s zig ten vollen gepersuadeert houden, dat UwWelEd: Gestr: en E: Achtb:s ten duijdelijksten zullen worden geconvinseerd dat de klagten door de Supplianten E: Hugo en wed:e du Plessis zijn ten eenemaale ongegrond, endat wangunst en Eijgenbelang apparentelijk gevoed door instigatie van deezen of geenen Requestenmaakers het drijfveeder hunner klagten is geweest, waar en teegen de onderget:s UWel Edele Gestr: en Ed: Achtb:s op ‘t pligtigst kunnen verzeekeren in deezen niet anders dan hun Eed en Pligt betragt te hebben, zij ook mitsdien ter Conservatie van ‘t weinig overgebleeven gezacht in’t Uitoeffenen van hun ampt zoo noodzaakelijk thans geworden, van de æquiteit en daarvan onafscheijdbaare authoriteit van UWWel Edele Gestr: en Ed: Achtb:e blijven verwagten der Suppl:ten gedaan verzoek van de hand te wijzen, en aan den behoeftigen egter braaf en arbeidzaamen Jacob Philip Marais zijn verzoek gratieuselijk te accordeeren.’
‘D’ ondergeteekendens hebben teffens d’ Eer ter pligtschuldige voldoening aan de zeer G’eerde Extract Resolutie de dato 19 Augustus 1788 belangende ‘t door den burger Thomas Knoetsen verzogte Erf, UWel Edele Gestr: en Ed: Achtb: ter kennisse te brengen, dat het gem:e Erf zonder benadeling der Buuren zoude kunnen werden uitgegeeven en dat de waarde van ‘t zelve door d’ onderget:s is geschat geworden op eene Somma van Rijxdaalders Een Hondert.’
‘Waar meede d’onderget:s deezen laatende dienen voor pligtschuldig berigt, d’Eer hebben met ‘t diepst respect te blijven.’
’/: onderstond :/’
‘Wel Edele Gestrenge Heer, en Ed: Achtbaare Heeren! /:lager:/ UWWel Edele Gestr: en Ed: Achtbaaren zeer onderdanige en Gehoorsaame Dienaaren /:was Getekend:/ H: L: Bletterman, J De Villiers JanpieterSoon. P: H: van der Bijl S J: Cats, A: Louw J: Zoon, J: De Villiers, JZoon, E: Wium, [.....] /:Ter zijde Stond:/ Ter Heemraads vergadering aan Stellenbosch, Den Eersten December 1788.’
En zo uit dat berigt als de aan het zelve g’annexeerde bijlagen ten dudelijksten zijn de gebleeken, dat d’uitgaave van ‘t gemelde Stukje lands, wel verre van aan d E: Comp:e of eenig particulier Præjudiciabel te weezen; in teegendeel tot maintiën van ‘t gezag van ‘t gem: Collegie, op d’onbillijke klagers noodzakelijk aan den Suppl:t dient geaccordeert te werden, zo is verstaan Landdrost en Heemraaden voormeld bij Extract deezes te gelasten daar van Taxatie te doen, als wanneer na gedaane betaaling der Som waarop geschat zal zijn, het voorzeide Land onder de opgegeevene Conditiën aan den Suppl:t in Eijgendom zal werden gecedeert.
Ondertusschen door Heeren Regenten van’t Hospitaal overgelegd zijnde geworden een door ‘S Comp:s Apothecar aan hun Ed:s ter handen gestelde teekening of plattegrond van de nieuwe Apotheecq, waar op distincte is aangeweezen hoedanig dat Laboratorium zoude dienen ingerigt en g’extrueert te werden, om ‘er met de meeste ordre en nut gebruik van te kunnen maaken, Is best gedagt de zelve teekening aan den Overste Gilquin te Suppediteeren, en van zijn Ed: te vorderen in desselfs qualiteit als inspecteur van ‘S Comp:s gebouwen opgaave te doen, welke materialen vereijscht zouden werden om de gem:e Apotheecq zodanig ten gebruike t’ approprieeren als het voorzeide Plan komt aan te toonen; mitsgaders hoedanig zulks best met ‘S Comp:s eijgen ambachts volk zoude kunnen werden verricht, zonder dat daarom het een of ander onder handen zijnde werk zal moeten werden g’abandonneert en Stille Staan, zullende terwijl men dat berigt inwagten zal alvoorens hieromtrent iets meer te resolveeren, uit ‘S Comp:s Houtmaguazijn op eene ordonnantie van den Heere Gezachhebber, zoo veel Hout werden verstrekt als verEischt zal werden tot ‘t maaken van een Tafel, waaraan Heeren Regenten tot het houden hunner besoignes in’t gemeld Hospitaal zullen kunnen vergaderen.
Intusschen geleezen zijnde het rapport der gecommitteerdens bij besluit van den 6:e deezer benoemd tot ‘t doen weegen van de restant, zijnde Lording, Huijzing, en Marlijn, Luidende als volgd.
Aan den Wel Edele Achtbare Heer, Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber deezes Gouvernements benevens den Ed: Achtbaaren Politiecquen Raad.
‘Wel Edele Achtbare Heer, en Edele Achtbare Heeren!’
‘D’ondergeteekendens door Uwe WelEdele Achtbaren en Edele Achtb:s volgens derzelver zeer Geërd besluit van den 6:e deezer, expresse gecommitteerd zijnde, omme alle de Huijzing, Marlijn, en Lording, welke zig in de Equipagie pakhuizen restant bevinden, naauwkeurig te doen weegen, ten einde voorthaan in ponden bij de Negotie boeken te worden ingenoomen, en daar van aan Uwe WelEdele Achtb:e en Ed: Achtb:s te dienen van Schriftelijk rapport, Hebben bij deezen de eer in obtemperance dier geëerde beveelen, te berigten, dat de restanten als boven onder Primo Januarij A: C: hebben bestaan in- en weegen als volgd, te weten.’
‘
42 bossen | Lording | weegt 653 Pond |
16 1/2 d:o | Huijzing | d:o 145 d:o |
56 d:o | Marlijn | d:o 192 d:o |
42 bossen | Lording | weegt 653 Pond |
16 1/2 d:o | Huijzing | d:o 145 d:o |
56 d:o | Marlijn | d:o 192 d:o |
‘Waarmeede de onderget:s aan hunnen pligt meenende voldaan te hebben de vrijheid gebruiken zig te noemen.’
’/: onderstond :/’
‘Wel Edele Achtb: Heer, en Ed: Achtb: Heeren, /: Lager :/ UWel Ed: Achtb: en Ed: Achtb:s zeer Onderdanige Dienaaren.’
’/:was Getekend:/ G: H: Goetz, A: V: Bergh, /: Ter zijde stond:/ Cabo de Goede Hoop, den 24 Januarij 1792.’
Is, als nu verstaan de voorsch: restant bevondene
42 bossen | Lording met | 653 pond, de |
16 1/2 d:o | Huijzing d:o | 145 d:o en de |
56 d:o | Marlijn d:o | 192 d:o |
42 bossen | Lording met | 653 pond, de |
16 1/2 d:o | Huijzing d:o | 145 d:o en de |
56 d:o | Marlijn d:o | 192 d:o |
bij de boeken te doen inneemen.
En vermits uit het onderstaand berigt, ten zelven daage van den Commis der Maguazijnen Hendrik Willem Rutz gevordert.
Aan den Wel Ed: Achtb:n Heer Johannes Izaac Rhenius, Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien; benevens den Ed: Agtbaaren Raad van Politie.
‘WelEdele Achtb: Heer! En Edele Achtbare Heeren!’
‘Op Donderdag den 19 Januarij 1792, vond zig den onderget: vereerd door eenen Extract resolutie uit den Raade van Politie hem ter hand gesteld; met betrekking over 80 lb Bussekruit ‘t welk aan boord van ‘S E Comp:e Schip de Geregtigheid , ‘t welk ter deezer Rheede ten Anker geleegen heeft, verschoten is, en of dat Bussekruit voor de afrijze van gem: Bodem als dan niet van de wal is gesuppleert.’
‘Zo heeft den onderget: de eer zeer nedrig op dit poinct te antwoorden, dat voor reedsgem: bodem geen Bussekruit per ordonnantie gevraagd, en ook niet uit S’ E Comp: Magazynen gesuppleert is geworden,’
‘Voorts hebbe de Eer met alle verschuldigde eerbied te zijn.’
’/:onderstond:/ WelEdele Achtb: Heer, en Edele Achtb: Heeren!’
’/:lager:/ UWelEdele Achtb:s zeer gehoorzame en onderdanige Dienaar.’
’/:getekend:/ H: W: Rutz.’
consteerd, dat het Busse Kruijd voor het Schip de Geregtigheid ter deezer Rheede verschooten niet wederom van de Wal is gesuppleert, zal onder overzending van Authenticque Copij van gem:e Berigt daarvan plichtSchuldig verslag aan Haar Hoog Edelens werden gedaan.
Den Schipper van ‘t ter Rheede leggend Particulier Schip de Geertruij & Petronella , Louis Willem van Rossum, onder overlegging van een Lijst waarop het benodigde Specifice door den Oppermeester dier Kiel is genoteerd bij requeste verzoek hebbende komen te doen om eenige Medicamenten ten dienste van het Volk het welk hij Comp: weegen voor Batavia aan boord heeft, heeft men goedgevonden de voorsz: Lijst te doen inhandigen aan den eersten Opper Chirurgijn deezes Gouvernements, Johannes Leuwer, ten fine van examinatie en om vervolgens van het gepetitioneerde zo veel te verstrekken als oordeelen zal na proportie van ‘t aantal Manschappen aan boord, voor de rijze van hier na opgemelde Hoofdplaatze benodigt te weezen.
Ook is op de daartoe mede in Scriptis gedane Supplicquen g’accordeert geworden.
Aan Pieter de Baus, die als oppermeester is beschijden geweest op het in Baaij fals gestrand Scheepje de Zeenimph , om uit hoofde van den onzekerheid, waarin men met betrekking tot gemelde Bodem als nog verseerd met het aanweezend Schip Trinconomale als tweede Oppermeester wederom naar batavia te mogen retourneeren.
Aan Hendrik Louis provisioneel Adsistent met ‘t Schip de Zwaan van gemelde hoofdplaatze alhier aangeland, om daar en tegen een tijd Lang ter restauratie zijner gezondheid aan dezen Uithoek te verblijven.
Aan Anna Catharina Brand wed:e wijlen Kimn Nicolaas Volsted, en Neeltje Brand, weduwe Johan Nicolaas Meiser als eigene dogters van de onlangs overleedene Catharina Adriana van Hooven, wed:e wylen den Burger Lieut: Floris Brand d’oude, om van de betaling van s’ Heeren Geregtigheid voor de aan dezelve door evenged: hunne Moeder vermaakte huijsje te mogen weezen g’excuseerd, - en
Aan Johan Christoffel Luster, Soldaat in dienst der E: Comp: om nadien het ongeluk heeft gehad op de ryze uit ‘t Vaderland naar herwaards aan boord van ‘t Schip Schaagen met meer andere Manschappen der Equipage, dermaten door den Blixem te werden getroffen, dat niet tegenstaande zeedert tot heden toe in ‘t hospitaal heeft geleegen, niet weeder hersteld heeft Kunnen werden waardoor buiten Staat is geraakt, zijn voorsz: dienst verder te Kunnen præsteeren, en intusschen als een inboorling dezes Lands zijnde, zig in ‘t geval bevind, buiten dezelve voor zyn Subsistentie te Kunnen zorgen omme den dienst der E: Comp:e te mogen quitteeren, en in deszelfs vorige Burgervrijdom te rug te treeden.
Terwijl laatstelijk nog is g’approbeert geworden de bij den Burger Krijgsraad gedaane aanstelling van Daniel Nicolaas During; Balthazar Nicolaas Volsted, en Dirk de Jongh, tot Sergeanten; en van Simon Petrus de Kock,; Gabriel Jacob Vos, en Johannes Joseph Jurgens, tot Corporaals onder ‘t Corps de Reserve.
Aldus Geresolveerd Ende G’arresteerd In’t Casteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorschr:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent E: Bergh p:l SeCret.
C. 200, pp. 330-365.¶
Vrijdag den {17920203} 3:de February 1792.
‘S Voormiddags alle present
Met het op den 25 der Jongst verweekene Maand Jannuarij alhier g’arriveerd Schip de Zwaan van Batavia ontfangen zijnde haar WelEdele Groot Achtb: gewoone Jaarlijkse Generaale rescriptie op de Successivelijk van hier afgezondene Brieven en advijzen, gedateerd 1 November 1791 ’ Is naar aandagtige resumptie van ‘t voorschr: zeer g’eerbiedigd aanschrijvens heeden op voordragte van den Heere Gezachhebber geschied, verstaan daarop t’ arresteeren.
dat met betrekking tot d’eerste paragraaph, waarbij Haar HoogEdelens derzelver ongenoegen betuigen, dat nog niet is voldaan geworden aan ‘t gevorderde by Missive van 29:e Jannuarij, 26 October en 31 december 1790 aan weldezelve in alle onderdanigheid zal werden gerescribeert, dat hoe zeer den Raade bij den ontfangst dier Brieven hare gehoudenisse heeft gevoeld gehad, om aan de daarbij vervatte ordres onmiddelijk te obtempereeren en van den uitslag harer verrigtingen volgens Schuldpligtig aan Haar WelEdele Groot Achtb: rekenschap te doen, zy zig egter in de onmogelijkheid heeft bevonden gehad daaraan tot nogtoe te hebben Kunnen voldoen, in de eerste instantie, om dat geduurende het aanweezen van den gerepatrieerden Heere Gouverneur Van de Graaff dezelve Brieven even als de meeste importante aanschrijvingen der heeren Majores nimmer ter deliberatie van den Rade zijn gebragt worden, en naderhand, vermits toen, naar ‘t depart van welged:e Heere Gouverneur den hoop dier ongeresumeerde aanschrijvingen, zo uit ‘t Vaderland als van Batavia, Ceilon, en van elders ingekoomen, zoo groot is bevonden, dat men zig zelfs tot heeden toe nog niet uit de verlegendheid heeft weeten te redden, hoe dezelve in een lijdelijk ordre, den eenen naar den anderen, te passe te brengen om het gewigtigste eerst, en ‘t overige vervolgens in diervoegen af te doen dat en de Ordres der Heeren Majores, en die van haar Hoog Edelens te gelijker tyd ter executie Kunnen werden gelegd: dan, daar men het egter met een assiduen arbijd thans zo verre heeft gebragt, dat een gedeelte van het zedert Jaaren herwaards veragterde werk ter Secretarije, weder is ingewonnen, en dat ook de meeste bestellingen der Heeren Meesteren door eene geduurige applicatie van de zijde des Raads zelve, derzelver beslag hebben erlangd, het als nu daarheen zal werden gedirigeerd, dat met de rescriptie op deezen Brief ook te gelijker tijd aan Haar WelEdele Groot Achtb: zal kunnen werden gesuppediteerd de rescriptien op alle de nog onbeantwoord gebleevene en hiervoren geallegueerde Missives, weshalven se dan ook ten Spoedigsten mogelijk, den een na den anderen, met de tot dezelve Specteerende Stukken, waarvan zommige voor maanden, Ja Jaaren door die ‘t Concerneerende zijn ingediend, ter Tafel zullen moeten werden geproduceert.
dat intusschen om haar hoog Edelens op de bij § 2 betuijgde ignorantie, rakende den uitslag van ‘t onderzoek of het gestrand geweest zynde Scheepje de Zeenimph na dies afwinding als dan niet heeft kunnen werden gerepareert, behoorlijk t’ elucideeren, onder te Kennen geeving van ‘S Raads hartelijk Leedweezen dat door een zamenloop van omstandigheeden tot nog toe is verzuimd geworden weldezelve op dit Sujet het vereijscht verslag te doen toekomen, naar Batavia zal moeten werden gezonden alle de Stukken en bescheiden welke over d’ examinatie van dat Kieltje in raade zyn overgelegd, onder byvoeging van een evengelyk Historisch verhaal van ‘t voorgevallene nopens dies vertimmering als aan d’ Illustre Vergadering van 17:en is gesuppediteerd geworden, op dat daaruit aan haar WelEdele Groot Achtb: mooge blijken, dat het Schip wel reparabel is bevonden, en men dienvolgens ook bereids een aanvang heeft gemaakt gehad met de defecten te doen herstellen, maar dat mits ontstentenisse der nodige Equipagie goederen, en uit Consideratie dat wanneer die van particulieren hadden moeten ingekogt worden de voorzeide vertimmering d E Comp:ie dan ligt meerder te Staan zoude zijn gekomen als het geheele Schip kwam waardig te zyn, daarmeede naderhand wederom is gesupercedeert om er de dispositie der Heeren Meesteren, aan wien men niet heeft nagelaten van dit besluit ter zijner tijd behoorlijk verslag te doen op aftewagten, invoegen d’ordres welke men van hoogst dezelve hieromtrend als nu te gemoete ziet over ‘t Lot van meergeciteerde Scheepje zullen moeten decideeren.
dat wijders in antwoord op de volgende 3:de § conserneerende den aanbrenge van Oosterse Slaven alhier en den gepleegde moord door dezelve aanboord van de pacquetboot ‘t Haasje , haar WelEdele Groot Achtb: inzelvervoegen zullen worden gerescribeert - dat de Regeering zig Steeds zo veel in haar is geweest, waakzaam hebbende gedraagen gehad, tegens d’importatie dier Oosterlingen, gelijk zij vertrouwd daarvan door ‘t terug zenden van onderscheidene derzelve de Spreekendste preuves te hebben aan den dag gelegd, geenzints gemanqueert zoude hebben het zelfde te doen, met de op de gemelde pacquetboot t Haasje geembarqueert geweest zijnde, indien dezelve zig by arrivement van dat Kieltje ten deezen Gouvernemente nog daarop hadden bevonden gehad, en ‘t officie fiscaal zig dan ten opzigte derzelver ook had gedragen na de vorige exempelen zijner prædecesseuren, maar dat daardoor den van hier vertrokkenen Heere Independent Fiscaal van Lijnden, na dat door zyn Ed: de nodige informatien waren genomen geworden naar ‘t best onthoud der præsente Leeden, Schoon daarvan bij de Notulen geen Spoor te vinden is, in Rade verbale is gedeclareerd, tegens de op dat Kieltje nog overgebleevene drie Stuks dier Oostersche Slaven geen actie te hebben kunnen werden geinstitueerd, om dat zelfs geen Schijn tot Soupçon dat zy in ‘t voorsch: horribel feit zouden hebben getrampeert, zig teegen dezelve had Komen voor te doen, en den raade ook onkundig is gebleeven van ‘t verder heen komen der gezegde drie Slaaven door haar dan ook in deezen niets heeft kunnen werden gedaan. terwijl intusschen ter plichtschuldige voldoening aan welderzelve haar Hoog Edelens recommandatie om voor ‘t vervolg hieromtrend meer attent te zyn, niet alleen met den eersten zal werden gerenoveert het vigeerend placcaat tegen den invoer van Oostersche Slaaven, met zoodanige alteratien en ampliatien als men vermeenen zal noodzaakelijk te weezen, om ‘er zig het effect van te verzeekeren maar ook den fiscaal g’injungeerd ende gelast werden, gelijk men hem voorloopig injungeerd en gelast bij deezen, daaraan met alle rigeur de hand te houden zonder om welke oorzaak ook met ijmand wie hij zy eenige Consideratie ofte oogluikinge te gebruiken
dat verders terwijl welderzelve Heeren der Hooge Indiase Regeeringe op ‘t Sujet der by de 4 § vermelde uit het Schip Voorland geligte Swaare Touwen zullen werden g’informeerd, dat men niet verzuimd heeft aan de hoog Gebiedende Heeren Meesteren even als aan Haar Wel edele Groot Achtb:e van de voorsch:r ligting te zijner tyd pligtschuldig Kennisse te geeven thans daar men door den Successiven aanbreng met diverse Scheepen daartoe in Staat is geraakt, in remplacement van de ‘t zedert mog gaandeweg uit de voor Batavia afgeladene Bodems hier aangehoudene Equipagie goederen een gedeelte der voorschreeve aangebragte Articulen naar evengemelde Hoofdplaatze zal werden voortgeschikt, om zig zo doende van desselfs gedaane beloften in deezen behoorlijk te acquitteeren.
dat ook op de volgende 5 § in allen eerbied zal werden geantwoord, dat den Rade even zoduijdelijk bezeft d’ indignatie die ‘t bij Haar WelEdele Groot Achtb: heeft moeten te weege brengen, wanneer weldezelve van de ontstaane discriptien in deezen Raade onder anderen bij de g’arresteerde reparatie van het Scheepje de Helena Louisa g’informeerd zynde geworden, als zij zelve met hartelijk leedweezen over de gemelde zo zeer g’eclatteerd hebbende oneenigheeden is aangedaan geweest dan dat het de præsente Leeden, daar zij alles aangewend hebben om die discripantien te vermyden, egter van hun pligt achtende ‘S Comp:s belangen zorgvuldig ter harte te neemen mog tot eenige Satisfactie Strekt, dat van hunne zyde geene byzondere vues ofte Oogmerken daartoe aanlijdinge hebben gegeeven gehad, invoegen zij met betrouwen op d’ Equiteit en regtvaardigheid der heeren Meesteren hoogstderzelver uitspraak te gemoete ziende, intusschen niet zullen nalaten zo op Haar WelEdele Groot Achtb: ernstige recommandatie als uit eygen bezef van dies noodzakelykheid, d’onderlinge harmonie en goede verstandhouding op de best mogelijkste wijze met den anderen Steeds te Cultiveeren, terwijl verder, om op weldezelve hun Hoog Edelens verlangen t’ elicideeren wat ‘t zedert ‘t vertrek van dat Scheepje na de Saldanhabaaij aan ‘t zelve is gedaan, zal werden gerescribeerd dat dat Kieltje, na zo goed men kon in de gem: Baaij gerepareert te zijn, volgens zijn voorigen destinatie met een Lading ter vertimmering naar Nederland is opgezonden geworden.
dat de volgende 6, 7 en 8 § met Stilswijgen zullen werden gepasseerd, als zijnde het daarbij verhandelende ter eeren deezes Raads met de goed keuring van Haar hoog Edelens bekroond geworden, terwijl men zig inmiddels de aanbevelingen die deeze goedkeuring accompagneeren pligtschuldig ter naricht zal laten Strekken.
dat daarentegen op de 9 § waarbij haar WelEdele Groot Achtb: betuigen ongeagt het nadeelig berigt wegens de Slegte gesteldheid waarin het retourschip ‘t Slot ter Hoge ontmoet is geworden als nog in de hoope te leeven omtrent dien Bodem de tijding van desselfs behouden aankomst alhier te zullen moogen verneemen met eerbiedige referte aan ‘t geen men weldezelven op ‘t Sujet der Maatregulen door deeze Regeering ter opsporing van gemelde Kiel beraamd, bereids heeft komen te bedeelen haar hoog Edelens zullen werden g’informeerd, dat het gemelde Schip ‘t zeedert niet alleen niet aan deezen uithoek is koomen op te dagen maar dat men, daar ‘er na dien tijd verscheidene zoo fransse als Engelse en americaanse Scheepen van de Madagascar en d’ Oost Kust van Africa , Ja zelfs uit de Baaij van Rio de La Goa , alwaar men vaststelde dat dat ongelukkig Schip zoude kunnen zijn ter houw gekomen, alhier aangeweesat zijn die alle, van dezelve niets het minste meer hebben vernoomen nu zelfs voor zeeker begind vast te Stellen, dat dien Kiel zal weezen te gronde gegaan, en dat gevolglyk de aangewende pogingen om hetzelve door de Meermin te doen te hulpe Koomen vrugtloos zullen afloopen.
dat ondertusschen concerneerende haar WelEdele Groot Achtb:e betuiging bij de daaropvolgende 11 § voorkomende, dat vertrouwen nu eijndelijk eens door d’uitkomst bevestigd te zullen mogen zien de zo dikwils gedane en nu laastelijk weder herhaalde toezegging deezer Regeering nopens de voldoening der Eisschen van Tarwe voor Batavia, met referte aan ‘t geene hier over bij d’ afvaardiging van ‘t provisie Schip Zoutman is geschreeven zal werden gerepliceert, dat, daar uit de wijze hoedanig men zo met dat Schip, als de Successivelyk voor en na dien Kiel afgevaardigde uitkomende Scheepen, die tot het inneemen van Tarw eenige ruimte hebben overig gehad, niet alleen de Compleete petitie des voorleeden Jaars 1791 heeft Koomen te voldoen, maar ook nog bij d’anticipatie op den verwagt wordende Eisch voor deezen Jaare bereids een vrij aanzienlijke quantiteit Tarw bovens dien heeft laaten afgaan aan haar WelEdele Groot Achtb: op de evidentste wijze blijken zal hoe zeer den Raade niets meer ter harte heeft dan zig van hare gedane belofte Schuldpligtig te degageeren wanneer daartoe maar eenige mogelijkheid is, men dan ook vertrouwd, dat wel dezelve zig wel overtuijgd zullen willen houden, dat ook in’t vervolg niet verzuimd zal werden om de Hoofdplaatze uit den Caabsen Voorraad op eene evengelijke ruijme wijze toe te bedeelen.
dat van de 12 § Spreekende van de 2000 p:s Jatij Duijgen welk met het Schip Sparenrijk dit Gouvernement abusivelijk van Batavia aangereekend zijn geworden, dog ‘t zedert met Zeeland van ged:e hoofdplaatze naar herwaards zouden weezen gezonden aan den Negotie Overdrager een Extract zal werden ter handen gesteld, om wanneer dezelve Duijgen door laatstgem: Bodem werkelijk alhier mogten uitgeleeverd dog intusschen voor dies aanKomst de gem:e Hoofdplaatze terug gereekend zijn, als dan de gemelde 2000 p:s Jatij Duijgen dit Gouvernement wederom behoorlijk ten laste te brengen.
dat ook gelijke Extracten van de volgende 13 § zo aan denzelven Negotie Overdrager als aan den pro interim fiscaal zullen werden gesuppediteerd, omme, ten einde de Calculative Zwaarte der goederen die alhier uit de Scheepen gelost werden, bij de naar Batavia gezonden werdende Lijsten dier goederen volgens de begeerte van haar Hoog Edelens te Kunnen werden bekend gesteld door den laatstgemelde aan den Eerstgen:e telkens, in tijds van ijder Schip eene distincte Specificqque Notitie, inhoudende de volume en zoorten der goederen, mitsgaders de merken der Cassen en Packen en de Namen de persoonen aan wien geconsigneert en uitgeleeverd zijn te worden gesuppediteerd, en door deezen wederom van de voorsch: Notitie het nodige gebruik te werden gemaakt, ter voldoening aan ‘t verlangen van weldezelve haar WElEdele Groot Achtb; dan daar eene zodanige opgaave der Zwaarte van d’aangebragt werdende goederen alleen zal Kunnen geschieden in zo verre d’uitkomende Scheepen van behoorlijke manifesten of Ladingslijsten waarop het gewigtigst der ingeladene goederen bekend is gesteld, zullen voorzien weezen, alzo men anders bij ontstentenis van dien, gelijk al bereids de meeste dier Bodems bij derzelven aankomst van zodanige Lijsten en manifesten onvoorzien zijn bevonden, zig tot eene diergelijke opgave in de volstrekte onmogelijkheid zal bevonden, door dien bij gebrek eener Wage geene middelen aan handen werden gevonden om al zulke voluminieuse goederen hier ter plaatze te kunnen laaten weegen, zal van dit een en ander aan evengeciteerde Heeren der hooge Regerringe de vereyschte kennisse werden gegeeven op dat haar Hoog Edelens in tijds geprovinieert mogen zyn waarom niet altoos even Stipt aan dies ordre zal Kunnen werden gehoorzaamt, en men meesttijds zal moeten blijven volstaan met opgave te doen zo als die omtrent de goederen uit d’Indus gelost is Komen te geschieden.
dat intusschen meerm: Negotie Overdrager almeede bij Extract van de 14 § zal werden geinformeert van d’intentie der hoge Indiase Regeering om ingevalle de Talk weder zo Slegt mogte werden bevonden, als de parthij met het Schip Willem de Vierde te Batavia aangebragt is geweest, dezelve als dan, vooral, wanneer ongequalificeerd gezonden is, voor Reekening van de Leveranciers te laten verkopen; ten einde niet alleen te Strekken tot deszelfs Narigt om in’t vervolg geen Talk ongevraagd meer naar evengeciteerde Hoofdplaatze te doen afscheepen, maar ook om van het voorneemen van haar Wel Edele Groot Achtb: in Cas Contraire, de respective Leveranciers en afzenders behoorlijk te Kunnen prævenieeren.
dat ter voldoening aan t gerequireerde by de 15 § in d’ eerste plaatze het verzuijm om de lengte en dikte der uit de Plettenbergs baaij Successivelijk aangebragte Houtwerken aan haar Hoog Edelens op te geeven, zal werden geredresseert, met aan wel dezelve bij eerste occagie te doen toeKomen authenticque Copijen der Cognosementen welke d’overheeden der Scheepen die tot den afhaal van dat Hout zyn gebruikt geweest van hunne overgebragte Cargazoenen hebben geteekend gehad, en waarop bij ijder Sortiment van Balken en Planken distincte lengte en zwaarte Staat uitgedrukt; terwijl vervolgens aan den zo evengeciteerde Negotie overdrager bereekening van al het geen ‘S Comp: wegens tot den afhaal en verkoop van ged:e Houtwerken bekostigd werden moet, te formeeren en aan deezen Raade te doen toekomen als haar WelEdele Groot Achtb:e hebben komen te vorderen, om dan wel de bereids in gereedheid zijnde monsters van dat hout, verzeld van een beschrijving, waartoe gebruik te worden of dienen Kan, en een opgaave der prijzen waar voor te bekoomen is, in zelver voegen te werden overgezonden.
dat om te kunnen voldoen aan den Last van haar Hoog Edelens vervat bij de 10 § betreffende het op de Rhijze van Trinconomale naar Gale vermist Schip de Herstelder , den Zoldy Boekhouder zal werden gelast gelijk hij gelast werd bij deezen, de monsterrollen der op dien Bodem bij vertrek van de Caap bescheiden geweest zijnde manschappen in afschrift aan deezen Raade te Suppediteeren, ten einde bij voorkomende occagie aan de Hooggebiedende Heeren Meesteren te kunnen werden gezonden.
dat in rescriptie op de 18 § nopens het favorabel perspectif op den goeden uitslag van den Tarw en Ougst des Jaars 1790. de Heeren der Hoge Indiasche Regeering, met allegatie van ‘t geen daaromtrend bij bij de Successive genomene Resolutien gecoucheerd werd gevonden, zullen werden geinformeerd, dat d’uyt Komst toen ter tyd zowel aan de Verwachting heeft beantwoord gehad, dat men het verbod op den uitvoer van dat graan werkelijk heeft kunnen opheffen; dan dat de daar op gevolgde middelmatigen Ougst des evenverwekene Jaars 1791. en de intusschen plaats gegreepen hebbende Considerablen exportatie van Tarw ‘S Raads voorzieninge tegens gebrek in de Colonie zelve, op nieuw noodzaakelijk hebbende gemaakt, men ‘t zedert wederom verpligt is geweest den uitvoer zo wel van ‘t Coorn als Meel onder zeekere bepaalingen te brengen, waardoor d’ingezeetenen wel niet werden belet over het Superflué naar goedvinden te disponeeren en hetzelve ten hunnen meeste voordeele aantewenden, dog egter te gelijke tyd gezorgd werd dat eerst vooraf den benodigden voorraad, zo wel voor de Consumptie deezer plaatze, als ter voldoening der Indische Eyschen werde opgelegd.
dat nopens de bij de 18 § voorkomende verwondering der Heeren van de hooge Indiase Regeering weegens de Schraale Verhandeling van de zo importante hoofd deelen Concerneerende de fortificatien en Timmeragien de verontschuldiging en Verantwoording deezes raads bereids zynde afgegaan, met de reedenen waarom dezelve zig in d’onmogelijkheid heeft bevonden gehad over die materien ampelder te weezen, zo lang het Hoofdgebied alhier heeft berust in handen van den Heere Gouverneur Van de Graaff, hieromtrend dus thans alleen zal werden gerepliceert.
dat, vermits d’ignorantie des Raads met betrekking tot de gem: werken ‘t zedert dien tye heeft komen op te houden, en men nu na d’ordre van alles informatie bekomt, de voorsch: posten in ‘t vervolg Conform aan Haar WelEdele Groot Achtb: recommandatie met eene behoorlijke extensie en gegronde aantoning der noodzakelijkheid zullen werden verhandelt.
dat terwijl op de 19 § weldezelve Heeren der hooge Indiase Regeering eerbiediglijk zullen werden verzogt uit het verslag het welk men niet nalaat Successivelijk van de verrigtingen deezes Raads aan haar Wel Edele Groot Achtb: bij ijder Scheepsgelegendheid te Suppediteeren te willen inzien met welken onvermoeijden ijver gaande weg werden ingevoerd die ordres en bestellingen der Hooge Gebiederen waaruit de reformmes en reductien der Lasten aan d’eene, en de herstelling van ‘t finantie weezen der E Comp:e aan d’andere zijde proflueeren moet, en dan ook te willen bevroeden hoe hart en Smertelijk het valt wanneer men des overtuijgd is, geduurig de gevoeligheid te moeten incureeren van desselfs Superieuren over misbruiken waartoe men de handen niet heeft geleend gehad en die men ook niet heeft Kunnen tegen gaan of weezen intusschen aan dikwilsgem: Negotie overdrager Casparus van Eerten en den Boekhouder van S Comp:s Equipagie Pakhuyzen Petrus Johannes Truter zal werden gedemandeert de beantwoording der bevinding van den heere Visitateur Generaal Neun op de Negotie Boeken deezes Gouvernements d’ Annis 1783/4 tot 1786/7 inclusive gelijk hun de voorsch: beandwoording gedemandeert en op gedraagen werd bij deesen ’ wiens volgende niet alleen dezelve bevindingen aan voorsch: gecommitt:s in [.....]ginali zullen moeten werden ter handen gesteld, maar ook aan een ijgelijk die zig in de opgelegde vergoedinge of gevorderde verantwoordingen betrokken vind, Extracten uit Haar Hoog Edelens Missive gesuppediteerd werden om te Strekken tot derzelver informatie en Se teffens daarmeede in ‘t geval te Stellen kom een ijgelijk voor zig zelfs aan de voorsch: gecommitt:s de middelen te Kunnen aan de hand geeven die ter zijner Justificatie ofte verontschuldiging zal vermeenen te Kunnen bijbrengen; met welk een en ander allen mogelijken Spoed zullende moeten betragt werden, zal intusschen tot dat het rapport der zo dikwilsgem: gecommitt:s zal weezen ingekoomen, gesupercedeert werden met de gedane aanreekening by de Negotie boeken in te neemen, of de verantwoordingen der administrateurs ten wiens Lasten de vergoedingen moeten Koomen zomtijds van zodanigen aard mogten bevonden werden dat Se eene volkomener Justificatie in zig behelzende den Raade zoude Kunnen permoveeren dezelve eerst onder ‘t Ooge van Haar WelEdele Groot Achtb: te brengen alvorens de betalingen te doen præsteeren.
dat intusschen Concerneerende de 21 § waarbij gehandelt werd over de belasting der Kleine Monteering Stukken en de tegens d’ordres Strijdende afbetaaling van ‘t Guarnisoen, de zoo dikwilsgem: Heeren der Hooge Regeeringe zullen werden g’informeerd, dat ‘t zeedert ingekoomen zijnde de gerequireerde Consideratien van den Collonel Gilquin op dat Sujet, men niet heeft nagelaaten Haar WelEdele Groot Achtb: dezelve Consideratien aanstonds daarop nevens onze Letteren van den 26 Novb d’A: passato met den hoeker de Sterrenschans te doen toekomen, invoegen met gedraging aan de elucidatien welke weldezelve met dit een en ander op ‘t voorsz: poinct zullen hebben erlangd nu alleen meede ongezonden zal moeten worden de Consideratien van ‘t Hoofd der Militie den ondergeteekende Collonel Gordon terwijl men den Soldij Boekhouder onder afgaave van Extract uit haar WelEdele Groot Achtb: gevenereerde Missive de Novo zal recommandeeren Stiptelijk aan de gegeevene ordre nopens degemelde belasting te voldoen.
dat de 22 § vermits zig bij ‘S Raads eerbiedige Letteren van gisterigen datum met het provisie Schip Zoutman afgezonden werdende volledig beantwoord vind, en de volgende 23 en 24 § uit hoofde dat de aan de bij dezelve verhandelde Stoffen gehegte approbatie van haar Hoog Edelens niet anders dan eene pligtschuldige dankbaarheid vordert, met Stilzwijgen zullende werden gepasseert, weldezelve Heeren der hooge Indiasche Regeering inmiddels met betrekking tot de 25 § g’informeerd zullen werden, dat de daarbij gespecificeerde met het Schip d’ Ijstroom te Batavia aangebragte goederen, gelyk nu van agteren blijkt, niet zijn geweest goederen voor ‘t Regiment van Wurtemberg maar goederen voor den ommeslag van dit Gouvernement gepetitioneerd, die gevolgelijk ook in voldoening der Caabse Eysch alhier zoude hebben moeten werden gelost, dan dat met gem: Bodem geen factuur van aanreekening ontfangen, nog door d’ Overheeden ook niets van gem: goederen Staande hun aanweezen aan deeze uithoek gerept zijnde, en men dus volstrektelijk ingnorant zijnde gebleeven dat dezelve zig in gemelde Bodem kwamen te bevinden hier door is veroorzaakt dat ze tot merkelijk ongerief der departementen die uit dezelve hadden moeten voorzien worden in gemelde Bodem verbleeven, en naar evengeciteerde Hoofdplaatze voortgezonden zijn geworden.
dat op de 26 § vorderende eene opgave der reedenen waarom is geschied de verstrekking van 3 musjes Wijn aan het geheele Scheeps volk van ‘t Schip de Zwaan , en d’overige tot transport der troupes van ‘t Regiment van Wurtemberg g’emploijeerde Scheepen, zonder dat van zulks een extraordinaire verstrekking bij de van hier ingekomene Brieven eenige de minste kennisse is gegeeven geworden eerbiediglijk zal werden gerescribeert, dat het is te præsumeeren dat den gerepatrieerden Heere Gouverneur Van de Graaff hieromtrend zal hebben gevolgd het voorbeeld van desselfs prædecesseur den Heer van Plettenberg door wien bij geleegentheid van ‘t verzenden der Regimenten van Luxemburg en Meuron ‘t randzoen van Wyn geduurende de Rhijze tusschen hier en Ceilon voor de Mattroozen gelijk gesteld zijnde, aan dat dier Militairen, om daar door alle oneenigheeden en discripantien tusschen dezelve voor te Koomen, zulx de approbatie zo der hooge Gebiederen als van haar WelEdele Groot Achtb: zelve ten gevolge Schijnt gehad te hebben, aangezien de præsente Raadsleeden niet hebben Kunnen nasporen dat de gezegde handelwijze van bovengemelde Heere Van Plettenberg op d’eene of andere wijze g’improbeert is geworden.
dat den Raade zig de 27, 28, 29 en 30 § § ter informatie en narigt zullende laten Strekken, eijndelijk op den 31. of Laatste § waarbij haar WelEdele Groot Achtb: onder anderen zeggen het verslag zoo wel nopens d’ omstandigheeden die het depart van den fiscaal van Lynden hebben komen te verzellen, als nopens d’ executie der menigvuldige door de Heeren Meesteren gegeevene Ordres zullen blijven afwagten, zig alleen refereeren zal aan het geen ter voldoening aan dees verwagting van Haar Hoog Edelens Successivelijk en wel bepaaldelijk onder den 16 Augustus Laatstleeden met het Schip Zeeland aan haar WelEdele Groot Achtb: is gesuppediteert geworden, als behelzende met relatie tot den Heer van Lijnden een aaneen geschakeld Historisch verhaal van d’evenementen welke tot op den Dag van zijn voorsz: vertrek; gelijk ook ‘t zeedert zijn voorgevallen, en met betrekking tot de bestelling der hoge Gebiederen een omstandig verslag van’t geen gaande weg daarvan ter uitvoer is gebragt geworden.
Zullende wijders de circulaire ordres die de voorsch: Missive hebben komen t’ accompagneeren, in zo verre ter executie werden gelegd.
dat de Borgtogten welke de resp:e dienaaren na de voorsch: ordres in ‘t Jongst besluit des Raads op dat Sujet onder den 2 Xb: Laatstleeden genomen, bereids gesteld hebben gehad, zullen moeten veranderd, en de verantwoording voor de administratien die zij komen te bekleeden gebragt werden op 6 Jaaren naar ‘t quitteeren van den dienst om welke reden en vermits ook ingevolge Besluit van den 6 Januarij Jongstleeden enige der nieuw ontworpene Eeden zullen moeten g’ampliceert werden met de belofte dat het amptgeld bij circulaire ordre der Hoge Indiase Regeering van 26 Sept:r 1791. gerequireert aan den Maatschappij zal opgebragt werden, dan ook als nu den tyd bij Resolutie van voorm: 2 December vastgesteld, om de Dienaren de Eeden die nog gepræsteerd moeten werden af te neemen, en van dezelve d’afschriften der door hun gestelde actens van Borgtogt t’ontfangen, in zo verre zal verschoven werden, dat in Steede van den Eersten Dingsdag in deeze maand daartoe zal werden bepaald den eersten Dingsdag van d’aanstaande Maand, ten einde hier door geleegendheid te geeven dat de voorschr: alteratien bij d’Eeden en Borgtogten behoorlijk zullen kunnen werden bijgevoegd.
dat ook voorthaan alle de verstrekkingen aan de Scheepen alhier op den zelfden voet als te Batavia zullen moeten gedaan worden, in zo verre daarvoor geene bijzondere reglementen ten deeze Gouvernemente zijn geformeert, ten welken eijnde bij ‘t Extract uit de Notulen van ‘t geresolveerde in Rade van Indie op den 12 Aug:s des verleeden Jaars, zo aan den Equipagiemeester als aan den Negotie overdrager zal werden afgegeeven Copijen der van gemelde Hoofd plaatze ontfangene Lijsten en Reglementen dienaangaande, met ordre om zig daarna te reguleeren en te gedragen.
dat meede bij aanbreng van goederen door particulieren de door de Heeren Meesteren dieswegens gestelde ordre Stiptelijk g’observeert en buiten d’ Equipagiegoederen onder de voorname goederen begreepen zal werden alle Europische manufactuuren, wiensvolgende de resp:e Fiscaals in der Tijd zullen werden gelast, gelijk zij g’ordonneert en gelast werden bij deezen geene der voorm: goederen voorthaan te laten ontlossen of aan de wal brengen dan na gedaane opgaave ten Negotie Comptoire zo van de quantiteit, qualiteit, wigt en mate derzelve als van den Naam van ‘t Schip en Schipper der dezelve aanbrengen, de plaats van waar en eindelijk aan en onder wien dezelve goederen ter bewaring of in eigendom Komen, en na dat uit een Schriftelijk Consent door den hoofdgebieder g’ expedieert, teffens de permissie tot het lossen en opslaan van zodanige goederen zal zijn gebleeken, terwijl aan ‘t publicq van dit een en ander te gelijker tijd bij een billiet de vereijschte advertentie zal werden gedaan met verklaaring, dat alle goederen ten profyte van den aanbrenger zullen werden verbeurt, als er goederen zonder zodanige Consent als hier boven is beschreeven mogten zyn inggeslagen.
en dat eijndelijk, terwijl men het verder afzenden der positive ordres voor Nederland zal agterlaten, met het overzenden der Registers dier ordres zoo ver niet reets verzonden zyn, zal werden gecontinueert, terwijl men te gelijker tijd zorgen zal dat dezelve Steeds effen werden gehouden.
En nadien weldezelve Heeren der hooge Indiase Regeering behalven de gem: Generale Missive en ordres ook onder diezelfde datum van den 19b:r 1791 aan de Regeering alhier hebben komen te rigten eene Secreete Brief over diverse poincten die een gelijke rescriptie vorderen rouleerende, zoo is na dat dezelve almeede ter resumptie was genomen goedgevonden daarop in maniere als volgt te antwoorden.
dat Concerneerende de gedaane Klagten door den Heere Gouverneur van de Graaff, dat zommige der præsente Leeden van den Raad hadden gewijgert te onderteekenen de onder den 18 September 1790 per t Schip Barbestein aan Haar Hoog Edelens gerigte Missive, het hiermeede in diervoegen is geleegen geweest, dat vermits den inhoud derzelve getrokken was uit Resolutien met welke zig die Raadsleeden niet hadden geconformeerd en dus dien Brief tegens hun intentie en meninge was gesteld, gelijk voor al met betrekking tot de reparatie van ‘t Scheepje de Helena Louisa komt te blijken, zij zig in de onvermijdelijke noodzaake hadden gevonden, wilden zij het gefourneerd verslag van zaaken dat daarbij wierd gegeeven niet avoueeren de onderteekening van den brief te moeten wijgeren als het eenigste middel zijnde om zig buiten verantwoording te houden, en dat daar het dis aveu der Resolutien onder de Resp:e Leeden, met uitzondering van den heere Gouverneur Van de Graaff en den Fiscaal Van Lijnden unanime was geweest, den præsente Heere Gezachhebber deszelfs naamteekening ook geenzints onder den geciteerden Brief zoude hebben gesteld, waare ‘t niet alleen geschied, om een verdere ophouding van ‘t Schip Barbestein voor te komen, het geen zijn Ed: niet had nagelaaten door den Eerstgezwooren Clercq Goetz aan welopgemelde Heere Gouverneur te doen protesteeren; terwijl hij en de overige raadsleeden geen geleegentheid hebben gehad zig op dat tydstip te bedienen van het middel door hun HoogEdelens voorgeschreeven om daarover hunne aanteekening bij de Resolutien te laaten doen, aangezien dien Brief bij de teekening en veel minder in Concept volgens de ordre voor af in Raade niet is geresumeerd geworden, maar Simpel op het ogenblik dat dezelve moest afgaan ter teekening bij de Leeden is rondgezonden invoegen zoo hier uit, als uit het geen men de vrijheid heeft gebruikt gehad haar WelEdele Groot Achtb: op ‘t Sujet der Resolutien d’ A:o 1790 en 1791 in’t algemeen te Communiceeren aan haar hoog Edelens op eene bezeffelijke wijze zullende Koomen te blijken dat men in deeze ter zijner decharge niet zoude hebben Kunnen volstaan, met aan zig te reserveeren om bij de Resolutien aanteekeningen teegens den inhoud der afgaande brieven te laaten doen, men dan ook hoopt en vertrouwd, zig hiermeede bij weldezelve haar hoog Edelens nopens dit poinct allezints voldoende te zullen hebben verantwoord.
dat met betrekking tot Haar WelEdele Groot Achtb: gedaane declaratie dat geen præsident der Justitie in Civiele, en veel minder in Crimineele zaaken bij ‘t Staken der Stemmen een overhaalende of dubbelde Stem Competeerd, en dat in dien gevallen in ‘t Civiele pro rec of den gedaagde in t Crimineele in mïtioren partem gevonnest moet werden, aan den Raade van Justitie van dees passagie uit Haar WelEdele Gr: Achtb: voorsz: Secreete Letteren extract ter haarer observance zal werden afgegeeven, terwijl inmiddels ter Secretarije van gem: Justitielen Raade overgebragt zal werden, om aldaar geseponeerd te blijven, de van Batavia te rug ontfangene Origineele proces Stukken, betreffende de met dezelve naar derwaards overgezondene, dog zeedert aldaar overleedene Valsche munter Hans Casper Hofman, aan, aangezien het den Heere Gezachhebber hooggelijks importeert, dat de Heeren der hooger Regeering omstandig werden onderrigt door welke reedenen en motiven zyn Ed: zig heeft laaten overhaalen, om in’t Sententieeren van dien delinguant, daar de Stemmen Staakten zig liever te voegen aan de Zijde des doods, dan aan die van ‘t Leeven, met mutilatie, brandmerking, bannissement uit der Lande, en eene altoos duurende Schandvlekking; dat hij ook aan zijne eijgene principes van rechtvaardigheid en menschliefde verschuldigt is, haar WelEdele Groot Achtb: niet te laaten ignoreeren wat al particulariteiten de desentie en het vonnissen van dien man hebben verzeld, en hij heer Gezachhebber dien volgens aangenoomen heeft zig hierover Schrijftelijk te zullen uitlaaten zodra zijn Ed: menigvuldige occupatien maar eenigzints houden willen gedoogen, zig daartoe te verleedigen, zal men deeze Schriftelijke eclaircissementen van hem Heere Gezachhebebr verbeiden, om er zig onder overzending derzelve eerbiediglijk aan te kunnen gedraagen.
dat belangende de Gagien van den buiten staat van dienst præsteering geraakten Capitain Gabelitskij de waare meeninge en intentie des Raads is geweest, dat terwijl hij ingevolge de getroffene en bij de Regeeringe geagreëerde Schikking tusschen hem en de overige Officieren alhier van zijn Regiment zoude agter blijven met behoud van desselvs Gagie dezelve Gagie bij Continuatie ten deezen Gouvernemente aan hem zoude werden uitbetaald gelijk dezelve ook aan hem wekelijk tot aan desselfs dood alhier uitbetaald geworden is, maar dat men het alzoo bij hem genootene, vervolgens de Hoofd plaats zoude laaten aanreekenen, om aldaar wederom te Kunnen werden gekort, van zodanig bedragen als dat gedeelte der officieren van ‘t Wurtembergs Regiment, ‘t welk ter gezegder hoofplaatze in Guarnisoen Zoude blijven, Jaarlijks weegens verdiende Soldijen te prætendeeren houde hebben, en onder welkers getal, men had voorgenomen denzelven Gabelitskij meede op te brengen en te doen voortloopen - en dat eijndelijk ter pligtschuldige opvolging der ordre om alhier geen depôt, maar Slegts eenige weijnige Mansschappen van ‘t evengeciteerd Regiment te moogen aanhouden tot oppassing der Zieken, de gereconvallesceerdens, en Successivelijk aankomende recruten die zig gevallig op Scheepen voor Ceilon gedestineerd geplaatst mogte bevinden bij eerstvoorkomende Scheeps geleegendheid, en die der Bataviase Bodems met dezelfde occasien, waarmeede alhier zijn aangeland naar derzelver destinatie Zullen werden voortgeschikt - Zullende inmiddels haar WelEdele Groot Achtb: in zo verre zulx nog niet volleedig zoude mogen geschied weezen, eerbiediglijk g’informeerd werden, dat men op het Sujet van de ten deeze Gouvernemente overblijvende manschappen van voorn: Wurtembergse Regiment, omtrent de alhier gemaakte Schikking, als nog de finaale dispositie der Heeren Majores inwagtende, terwijl aan den Capitijn Von Hugel aan wien het opzicht over de voorzeide alhier zijnde zieken door den Colonel van dien Naam is opgedraagen geworden van dees periode Extract zal werden gesuppediteerd tot desselfs informatie ’ maar aangezien nu ook op heeden met het Schip Dordrecht nevens het duplicaat van Haar Hoog Ed: voorsch: ordinaire Missive van den 1 November des even verweekenen Jaars 1791. alhier is aangebragt geworden het generaal Placcaat Concerneerende de heffing van den 50:ste penning, van een ijgelijk waare bezitting, by forme van Liberaale gifte, van welkers aanstaande toezending haar WelEdele Groot Achtb: deeze Regeering bereids met het op den 1:ste Januarij Jongstleeden g’arriveerd Schip d’ Eenparigheid hebben gelieven te præadverteeren en den aard der Zaake om veele bedenkelijke redenen en Consideratien voor de invoering van ‘t gezegde Placcaat een bedaard en naauwkeurig inzien van ‘t Stuk zelve vordert, heeft men Laatstelijk nog goedgevonden, alvoorens over dees’ materie in deliberatie te treeden; het zelve Placcaat met bijvoeging van den gantschen Bundel Stukken over de heffing van het d’ongratuit in den Jare 1752 gecollecteerd, en ter Secretarij berustende, eerst bij de resp:e heeren Raadsleeden in rondleezinge te doen Zenden, ten eijnde hun Ed: zig daardoor te beter mogen bekwaamen om vervolgens over een Zoo aangeleegen poinct naar verEisch van omstandigheeden en Zaaken te Kunnen resolveeren.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten daage ende Jaare voorschreeven
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent E: Bergh p:l SeCret