C203 v1.20
C. 203, pp. 2-173.¶
Dingsdag den {17920403} 3 April 1792
S’ voormiddags alle Præsent, demptis d’ Heeren Gordon en de Wet, mits Indispositie.
Wierd na resumptie van ‘t besluit onder den 27:sten der evenafgeweekene maand Maart genomen, aanvanklijk geleezen d’ onderstaande bevindingen der gebreeken waarmeede de van Ceilon en China retourneerende Bodems Christophorus Columbus en Blitterswijk alhier zyn aangeland.
Aan den WelEd: Achtbare Heer! J: I: Rhenius Opperkoopman en Gezaghebber van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a
‘Wel Edele Achtbare Heer!’
‘UWel Ed: Achtb: de ondergeteekendens Capitains ter zee Gerrit Esman en Pieter Malet Junior expresselijk hebbende gelieven te Committeeren omme g’adsisteerd met den Baas der Scheepstimmerlieden alhier, Meyndert van Eijk, ten overstaan van den Equipagie-meester deeses Gouvernements Cornelis Cornelisz, naauwkeurig te examineeren de gebreeken die zig komen te bevinden aan de groote Steng van ‘t Ceilonsche retourschip Christophorus Columbus .’
‘Zo hebben de geteekendens, in opvolging die ordres, zulx verrrigt en in ‘t byweezen van den Capitain van opgem: Bodem bevonden, voorsz: groote Steng in ‘t Eezels-hoofd dwars af te zijn zullende overzulks het Schip Christophorus Columbus noodzakelijk van een nieuwe groot Steng moeten dienen te werden voorsien.’
‘Gedenkende hier meede aan UWelEd: Achtb: zeer g’eerde ordres te hebben voldaan laaten de ondergeteek:s deezen dienen voor needrig Rapport.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo de Goede Hoop P:mo April 1792’
’/:Lager:/’
‘Als Gecommitt:dens G: Esman P:r Malet Jun:r M:t v: Eijk’
‘My præsent, Jan Janze Lourits’
‘ten mijnen overstaan, C: Cornelisz’
Aan den Wel Edelen Achtbaaren Heere J: I: Rhenius, Opperkoopman en Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien, &:a &:a &:a
‘Wel Edele Achtbare Heer’
‘De ondergeteekendens Capitains ter Zee, J: J: Louritz en P:r Malet Jun:r door UWel Ed: Achtb: expres gecommitteerd zijnde, omme g’adsisteerd met de baas der Scheepstimmerlieden alhier Meijndert van Eijk, ten overstaan van den Equipagie meester deeses Gouvernements, Cornelis Cornelisz, met allen accuratesse na te gaan, en te examineeren de defecten die zich zo aan de Groote Steng als aan de groot- en voor marsz: rhaas van ‘t China’s retourschip Blitterswijk koomen te bevinden.’
‘Zo verklaaren de geteek:s ingevolge welgem: zeer gerespecteerde ordres zulks verrigt te hebben, en in ‘t byweezen van den Capitain dier Bodem bevonden voorsz: groote Steng in ‘t Ezelshoofd dwars af te zyn, en de groot - en voor marsz: rhaa’s bij de nokken afgebrooken en zal het Schip Blitterswijk over zulks noodzakelijk moeten dienen te werden voorsien van’
‘De ondergeteek:s vermeenen hier meede aan UWelEd: Achtb: zeer g’eerde ordres te hebben voldaan en laaten deezen dienen voor needrig Rapport.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo de Goede Hoop P:mo April 1792’
’/:Lager:/’
‘Als Gecommitt:dens Jan Janze Louritz P:r Malet Jun:r M:t v: Eijk’
‘My Praesent, G:t Esman’
‘ten mijnen overstaan, C: Cornelisz’
Uit welke Berigten zynde komen te consteeren dat het eerstgem: Schip noodwendig van een nieuwe groote Steng, ook nog van een groot- en voor marsz: rhaa zal moeten werden voorzien, zoo is, gemerkt de kostbaarheid dier Scheepen en het op handen Schieten der winter Monson, verstaan den Equipagiemeester te gelasten, met de verzorging der voorsz: gerequireerd werdende rondhouten aan bovengem: bodem Christophorus Columbus en Blitterswijk allen mogelijken Spoed te maaken, ten einde dezelve ten eersten van hier mogen werden afgevaardigd.
Hierna geproduceerd zijnde het volgend vertoog door den ad interim Fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs aan den Raade ingediend.
Aan den WelEdele Achtbaare Heere Johannes Isaac Rhenius Opperkoopman en Gezachhebber van S ’ Comp:s importantye handel en ommeslag alhier &:a &:a Mitsgaders De verdere E: E: Achtbaare Heeren Leeden uitmaakende, den Raad van Politie.
‘Wel Edele Achtbare Heere! en E: E: Achtbaare Heeren.’
‘De ondergeteekende Coopman ten dienste der E Compagnie en pro interim Fiscaal deezes Gouvernements M:r Jacob Pieter Deneijs heeft de eere UWelEdele Achtbaare en E: E: Achtbares met zeer veel reverentie bij deesen Rat: Off: te kennen te geeven.’
‘Dat hij ingevolge UWelEdeles Achtbaares, en E E: Achtbaares zeer gevenereerde ordres vervat bij raadsbesluit van den 9 December A: P:o, op den 24:ste daar aan ontfangen, het aller naauwkeurigst onderzoek heeft gedaan na, en omtrend de beschuldigingen voorkomende in zeekere verthoog door den Manhafte Burger Krygs Raad alhier, aan UWelEdele Achtbaare en E: E: Achtbaares, Sub dato 2:de December des gepasseerden Jaars gepresenteerd, teegens den Burger Jacob Steijdler, de Huysvrouw van den Burger Petrus Rens en den g’admitteerde Procureur Jacobus van Leeuwen, mitsgaders de noodige bewijzen daar toe ingewonnen, evenwel nogthans niet met die voortvarenheid, en prompitude als den Rat: off: vertoonder wel gewenscht had, als zynde verplicht geworden de praeferentie te moeten geeven aan het beleggen en inwinnen van de Enquesten, en bewijzen ter laste van een groot aantal dieven, en vagebonden, die t’ Seedert lange de Burgers en Inwoonders van dit vlek hebben ontrust en in groot verleegendheid gebracht, doch Successive gelukig zyn geapprehendeert en g’incarcereerd geworden mitsgaders het verhooren en ondervraagen van dezelve voor Gecommitteerdens uit den E: Achtbaare Raad van Justitie deeses Gouvernements, waartoe hy een geruimen tijd, zo wel de voor als agtermiddag heeft moeten emploijeeren, om daar door te beletten, dat Sommige meedepligtigen die nog niet ontdekt waaren; door het minste verzuim niet quamen te evadeeren.’
‘Dat de rat: off: verthoonder onlangs informatie bekomen hebbende, dat de in deezen geciteerde Burger Jacob Stijdler sig had geëngageert in S’ Lands dienst, en wel op S’ Lands Fregat van Oorlog de Thetis , sig heeft vervoegd bij den Commandant van het zelve, den WelEdele Gestrenge Heere Staring, met verzoek gezegde Jacob Steijdler bij provisie niet te willen binnen Scheepsboord accepteeren, vermits hij Rat: off: bezig was met het inwinnen van eenige bewijzen ten zynen lasten, om dezelve aan UWelEdele Achtbaare en E: E: Achtbaares te offereeren ten einde om daaromtrend zodanig te disponeeren als UWel Edele Achtb: en E E Achtbaares zoude komen goedvinden te behooren, het welk door zijn WelEdele Gestrenge ook aangenomen is, en waarvan de rat: off: verthoonder ook niet gemanqueert heeft den WelEdele Achtbare Heere Gezachhebber, op zyn tijd, mondeling de behoorlijke notitie en communicatie te geeven.’
‘Dat de rat:off: verthoonder zeer toevallig vernomen hebbende, dat het gezegde Fregat van Oorlog de Thetis binnen weijnige dagen de reijse naar Europa Staat aan te neemen, zig daar om ook de vrijheid aanmatigt UWelEdele Achtbaare en E: E: Achtbaarens Sub L:res A, B, C, & D eerbiedig aa te bieden vier Stuks in gewonnen, dog tot nog toe ongerecolleerde verklaaringen, en bewijzen, Concerneerende de accusatiën, voorkomende in het hier vooren geallegueerde verthoog van den Burger Krygs-Raad, ten laste van dikwerf genoemde burger, Jacob Steijdler, ten einde UWel Edele Achtbaare en E: E: Achtbaarens daar door zouden kunnen beoordeelen, wat van die beschuldigingen zij, en wat in deesen ter conservatie van rust en goede ordre in deeze Colonie zal moeten worden bewekstelligt, en vereijscht, mitsgaders de Rat: off: verthoonder al verder zodanige nadere last en ordre te geeven als UWelEdele Achtbaare en E E Achtbaares zal komen te behagen, dan wel aan den Burger Jacob Steijdler te vergunnen sig in Lands dienst te laaten aan neemen, en zig als zodanig te embarqueeren, waar door de Colonie, onder eerbiedige correctie, nogthans op een zeer facile en ongevoelige wijze van een quastig en onrustig Subject zoude gelibereert werden.’
’/:onderstond:/’
‘Duo Facto &:a /getekend:/ J: P: Deneijs /In margine:/ Gepresenteerd in Raade van Politie den 3 April 1792.’
Zo is, aangezien naar Lectuure van hetzelve uit de meede onvergelegde door voorsz: ad interim Fiscaal ingewonnene verklaringen is komen te blijken dat den Burger Jacob Steedler, over wiens gedrag den Burger Krijgsraad zig zo hooglijks heeft beklaagd gehad, werklijk in zo verre aan de hem ten lasten gelegde excessen Schuldig komt te zijn, dat het voor de rust en Tranquiliteit deezer Colonie van de grootste aangelegendheid zoude weesen, ingevalle aan denzelven ter betoning van andere zoortgelijke brutale en gevaarlijke Subjecten eene allezints naar den aart van t begaane misdrijf geproportioneerde correctie wierd geappliceert, verstaan thans voorlopig niet alleen het voorstel van gem: ad interim Fiscaal Deneijs, om aan denzelven Steedler permissie te vergunnen van zig in S’ Lands dienst te moogen laaten aanneemen ten einde de Colonie langs dien weg van hem mogte wer gedelibereert, te declineeren, maar ook aanstonds naar ‘t Schijden der vergadering door den Eerst gesw: Clercq Goetz, hem Fiscaal namens deezer Regeeringe te doen injungeeren, tegens d’evasie van gem: Stijdler, waar door zig aan de welverdiende Straffe zoude kunnen onttrekken, zorgvuldig te waaken, en den Wel Edele Gestr: Heere Staring, Commandant der aanweesende S’Lands Scheepen te gelijker tijd door den Secretaris deezes Raads nopens den Persoon van even geciteerde Stijdler de noodige informatien te doen geeven, met bijgevoegd instantig verzoek den zelven nog by zijn Ed: zelve, nog op een de andere onder zyn Ed:s ordres Staande Scheepen te willen accepteeren; terwijl om in deesen finalijk te kunnen disponeeren, het voorsz: vertoog bij de resp:ve Heeren Leeden ter nadere overweeging in rondleesinge zal genomen en gem: Fiscaal, in tusschen gelast werden de voorsz: ingewonne verklaringen, welke ten dien einde aan hem zullen moeten werden te rug gesuppediteerd, met den eersten te doen recolleeren en beëedigen, om se vervolgens onmiddelijk daarna weederom aan deesen Raade over te leggen,
Middelerwijlen meede geleezen zijnde geworden d’ondervolgende Memorie door den Heere Brandt, Resident der Baaij Fals , bij forme van Berigt nopens de ontoerijkenheid der verstrekte olij ter Schildering van S’ Comp:s in gem: Baaij staande gebouwen, en de noodwendig vereijscht werdende reparatien aan’t Zee hoofd aldaar, gepraesenteerd.
Aan den Wel Edele Achtb: Heer J: I: Rhenius Oppercoopman en Gezachhebber van ‘t Gouvernement van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a, beneffens de E: Heeren Raaden aldaar.
‘Wel Edele Achtbaare Heer En E Achtbaare Heeren.’
‘Vermits den ondergeteekende Resident in de Siemons-Baay bij het doen Schilderen van S’E. Comp:s gebouwen alhier heeft bevonden met een half aam Lijn olij en 200 lb grove verf, dat in de Maand September, Laatstleeden tot dies gebruik zo wel als tot het Schilderen van de gerepareerde deuren en vengsters volstrekt, ‘t eerst genoemde Articul niet toerijkende komt te weesen, als meede dat de drie buytenste ofte haak Balken van ‘t Zeehoofd ten eenemaale van de worm zyn doorvreeten geworden, om welke oorzaak het buitenste of voorste gedeelte van voorsz: zeehoofd gevaar loopt om onverhoeds door Swaare en hooge zeën in te storten en gantsch weg te spoelen; zo neemt hij de vrijheid UWelEdele Achtb:s en E Achtb:s van dit een en ander pligtschuldig kennisse te geeven, en teffens, dat tot dies reparatie &:a noodzakelijk zal komen benoodigd te hebben, nog een half aan Lynolij, mitsg:s drie p:s Jatij blaken, van 12 a 14 d:m dik, dan wel drie p:s Heijbalken van voorsz: dikte, zo als dit door UWel Edele Achtb: en E: Achtb:s op de minstkostbaarste wijze zal gelieven te worden geordonneert.’
‘Terwijl den onderget: deese laat dienen voor needrig bericht neemt hij overigens de vrijheid zig met verschuldigde hoogagting te teekenen.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Achtbaare Heer en E: Achtbaare Heeren.’
’/:Lager:/ UWelEdele Achtbaare en E Achtb: zeer onderdanige Dienaar /:was geteekend:/ C: Brand. /in margine:/ Cabo de Goede Hoop p:mo April 1792.’
Tot welke een en ander bij deselve Memorie werd gezegd vereijscht te worden nog een half aam Lyn Olij mitsg:s drie Jatij Balken van 12 & 14 D:m dan wel even zo veel Heijpaalen, heeft men dierhalven; gemerkt de volstrekte noodzakelijkheid, dat zo wel het Schilderen der Gebouwen als de reparatie aan ‘t Hoofd in tijds komen te geschieden, moeten besluiten de voorsz: gerequireerde articulen ten gem: eijnde te laaten verstrekken; weshalven de resp:ve administrateurs die ‘t Concerneert dan ook tot de aflanging van ‘t gementioneerde halfaam Lijn olij en de drie Jatij Blaken van 12 & 14 d:m, of Heijpaalen, gequalificeert ende gelast werden bij deesen.
En nadien vervolgens is geproduceert eene Missive door den Landdrost van Zwellendam Anthonij Alexander Faure ingezonden, waarbij in maniere als volgd verslag doet van de reedenen waarom met den Oud Landdrost dier Colonie, Constant van Nult Onkrijdt, wanneer zig ingevolge den Last deezer Regeering op den 27 der evenafgeweeken maand Maart ter drostdye aldaar heeft laaten vinden, tot geene afdoening van zaaken, concerneerende de van hem Onkruijt gerequireerde verantwoording nopens de door denzelve in den Jaaren 1786, 1787 & 1788 gehoudene administratie der Colonies Cassa heeft kunnen werden getreeden.
‘Cabo de Goede Hoop’
Aan den WelEdelen Achtb: Heer J: I: Rhenius Oppercoopman en Gezachhebber deeses Gouvernements &:a &:a beneevens den wel Edelen Achtb: Politicquen Raade
‘Wel Edele Achtb: Heer En Edele Achtbaare Heeren!’
‘Bij resolutie van UWel Ed:l Achtb: in dato 31 Jann:ij Jongstl: den Oud Landdrost deeser Colonie Constant van Nuld Onkruijd geordonneerd geworden zijnde omme in gevolge het aan UWel Edele Achtb:e door den ondergeteekende en fungeerende Heemraaden gedaan verzoek, binnen den tijd van een Maand, alhier ter drostdije behoorlijke reekening en verantwoording te doen, weegens deszelfs gehoudenen administratie omtrend S’ Colonies Cassa geduurende de Jaaren 1786, 1787, en 1788, is egter op het daartoe aan UWelEd:e Achtb: gedaan Supplicq, waar uit kwam te consteeren dat menigvuldige Domesticque Affaires den Suppl:t buiten Staat Stelden omme binnen den hem gepraescribeerden tijd, van UWelEd: Achtb: geëerde Intentie te voldoen, aan denselven op den 5 deeser dienaangaande verleend prolongatie voor den tijd van een maand, en dierhalven tot Ult:o deeser, met aanbeveeling dat men alhier, om gem: Heere Onkruid niet nodeloos van zyne huisselijke bezigheeden te rug te houden bij tyds met denzelven te concerteeren teegens welken tijd de Leeden van dit College geconvoceerd en door hem alhier aangetroffen zoude kunnen worden.’
‘Eene Missive van UWelEd: Achtb: van den 5 deeser evengem: Maand Maart, dien aangaande, beneevens eene van ged:e Heere Onkruid te gelijker tijd op den 14 daaraanvolgende des avonds bij mij ontfangen zijnde, is mij uit de laatstgem: gebleeken dat de Heer Onkruid van voorneemen was zig herwaards te begeeven, met verzoek dat tegen heeden den 28 de vergadering mogt werden belegt, om als dan aan de gehonoreerde ordres van UWelEd: Achtb: te kunnen obedieeren:’
‘Daar ik egter de onmogelijkheid begreep om binnen den tijd van veerthien dagen de verre afwoonende fungeerende Heemraaden, byzonder de Heeren Cornelis Muller, Petrus en Salomon Ferreira /:welke twee Laatstgen: de Heer Onkruid Speciaal had verzogt, dat alhier mogten teegenwoordig zyn en van welke de laatstgem: zig op zyn plaats, drie weeken van hier geleegen, is bevindende:/ alhier te convoceeren, zo heb ik, direct den anderen dag den Heer Onkruid per Missive van de onmogelijkheid van dien verwittigd, met berigt, indien zyn Ed: tegen den 20 Junij aanstaande /de ordinaire Maand onzer Vergadering alhier geliefde tegenwoordig te zijn, ik als dan de Gecombineerde Vergadering zoude doen beleggen, het geen egter van dat ongelukkig gevolg is geweest, dat ged: Missive niet ter regter tijd ontfangen zijnde zyn Ed: alhier op gisteren vrugteloos ter afdoening van zaaken gearriveerd.’
‘Door de Heer Onkruid mij vervolgens zijnde voorgeslagen om intusschen ons ten overstaan van den Secretaris een Concept van de Cassa Reecq: te formeeren, en deselve als dan in de naastvolgende vergadering te produceeren, om de approbatie van Heemraaden afte wagten /:dewijl het zijn Ed; volgens voorgeeven volstrekt ondoenlijk was weeder een reijse ter afdoening van zaaken herwaards te doen:/ heb ik egter, om niet alleen daaromtrend responsabel te zijn, hier in geenzints kunnen treeden.’
‘Daar nogthans de vrugteloose komst van den Heer Onkruid alhier zeeker meesten-deels door deszelfs eigen toedoen is veroorsaakt, vermits daar de Situatie van het Land hem niet onbekend kan zijn hij versuimd heeft mij tijdig genoeg van zijn voorneemen om heeden zig te verantwoorden, te praevenieeren en nogthans niet geneegen is om dienaangaande zig andermaal alhier te laaten vinden, en ik voor mij vermeen zonder UWelEd: Achtb: voorkennisse hier omtrend niets te mogen defineeren, zo gebruike ik de vrijheid UWelEd: Achtb:s zeer eerbiedig te imploreeren mij met hoogstderzelver ordre hoedanig mij in deese omstandigheeden zal hebben te gedragen, te willen vereeren.’
‘Waarmeede UWelEd: Achtb: in de protectie der Allerhoogsten te hebben aanbevoolen de eer hebben met verschuldigd respect te blijven.’
’/:onderstond:/’
‘WelEdele Achtbare Heer en Edele Achtbaare Heeren /:Lager:/ UWelEd Achtb: zeer onderdanige en pligtschuldige Dienaar /was geteekend:/ A: A: Faure /in margine:/ Zwellendam , den 28 Maart 1792.’
Waar uit blijkt dat zulks principaalijk is veroorzaakt door de laate en ontijdige bestelling der Brieven welke zo wel Regeerings weegen aan voorm: Landdrost Faure zyn geschreeven geworden, als die zy Drosten onderling met den anderen hebben komen te wisselen, om den tijd wanneer ten voorsz: eijnde te zamen vaceeren zoude kunnen t’ overleggen en te bepalen, zo is, in aanmerking genomen zynde de bereidvaardigheid welke gem: Onkruijdt door een prompte praesentatie van zijn Persoon, binnen den bepaalden tijd, ter Drostdije van Zwellendam heeft laten blijken om in deesen stipte aan de intentie en begeerte de Raads te voldoen, bij overweeging dat voren geciteerde Landdrost Faure doch neevens twee zyner Heemraaden tegen den 1 Julij aanstaande alhier geappoincteerd is, om onder de voorzittinge van den Heere Collonel Gordon met eene gelijke Commissie uit de Districten van Stellenbosch en Graaff Reijnet over de middelen te helpen delibereeren, hoe men best de Stroperijen der Bosjesmans & Hottentotten zoude kunnen teegengaan, verstaan, ter voorkoming van zoortgelijke ofte andere incidenten, waardoor den Raad zig andermaal te leur zoude kunnen gesteld zien, als nu vast te Stellen en te bepalen dat bij voorseide gelegendheid van ‘t aanstaande aanweesen van Landdrost en Heemraaden van Zwellendam hier in loco, dan ook alhier maar onder ‘t oog der Regeering aan ‘t rectificeeren en vereffenen der questieuse reekeningen zal moeten werden gearbeid, waartoe dikwilsgem: Landdrost Faure onder toezending van Extract deeses zal werden gelast met sig meede herwaards op de brengen alle reekeningen, quitantien, en verdere papieren die in deesen zullen werden vereischt om tot eene finaale afdoening van zaaken te kunnen koomen.
Middelerwijlen door den Heere van Rheede van Oudtshoorn in zyn Ed: qualiteit als Commissaris over ‘t Post Comptoir overgelegd zijnde eene Specificque Reekening van de in der Loop der Jongstverloopen Maand Maart uit gem: Comptoir ontfangene portpenningen der bestelde Brieven, zo uit Patria als Indien, met de Successive gearriveerde Scheepen alhier aangebracht, Sommeerende een bedragen van Een honderd Ses en Zestig Ryxd:s en vyf en veertig Stuijvers; zo is verstaan het voorm: montant van Rijxd:s 166:45 p:r Ordonn: in S’ Comp:s kleijne Casje te doen inneemen.
Wijders door Commissarissen uit den Raade van Justitie zynde in gezonden het onder den 24 Februarij Laatstleeden van hun gevorderde berigt, nopens de wijze hoedanig best ten koste van S’ Colonies Cassa een Schut kraal en wooning voor de over dezelve aan te Stellene opzigter zoude kunnen werden opgericht; welk berigt waarbij teffens door gem: Commissarissen met overlegging van een concept Instructie verslag werd gedaan van de afschaffing der Zogen:de Ratelwagten, en aanstelling van andere Nachtwachten, in dies steede, bij lecture van volgende inhoude is bevonden
Aan den WelEdelen Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber dezes Gouvernements beneevens den E: Achtb: Raade van Politie.
‘Wel Edele Achtb: Heer! En E: Achtb: Heeren!’
‘Het behaagde UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb: bij g’eerde besluit van den 24 februarij deeses Jaars Commissarissen uit den Raad van Justitie te demandeeren omme te formeeren en aan UWel Edele Achtb: en Ed Achtb: voor te draagen een plan, agtervolgens welke, ten koste van des Colonies Cassa, een Schutkraal met een daartoe gehorende wooning voor een opzigter zou kunnen werden geextrueerd, teffens op te geeven welk terrain daartoe best geschikt en geleegen zoude weesen en op welke wijze zo de kosten van die Schutkraal als het onderhoud van den opzichter best gevonden zoude kunnen worden, door een bepaling te maaken, van het geen dagelijks voor ieder paard of ander dier door dies Eigenaars, zou moeten worden betaald; ten einde UWel Ed: Achtb: en Ed: Achtb: daar door in Staat te Stellen hierop te disponeeren.’
‘Commissarissen hebben dierhalven de eere UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb: te vertoonen.’
‘Dat aan Commissarissen geen beeter Plan is te vooren gekomen, dan de voorsz: Schutkraal te extrueeren agter het huisje waar in den Paden maker tegenswoordig desselfs verblijf houd, ten einde die kraal aldaar opgeregt zynde de gez: Padenmaker daarover het opzicht te doen hebben, waar voor den zelven zoude genieten 7 1/2 St:vers voor ieder Beest of Paard die daar in zou worden gebragt, zynde de helft van het geene de ingezeetenen gehouden zijn; voor het in en uitbrengen van hunne Beesten of Paarden in gem: Schutkraal te moeten betaalen, om alsoo de andere helf ten voordeele der Burger Cassa te doen komen, ten eijnde daar uit in der tijd de onkosten zo wel als het onderhoud van meerm: kraal te kunnen vinden, - dan aangesien bij Commissarissen teffens in opmerking is gekomen, hoe S’ Colonies Cassa een weijnig zou worden te gemoed gekomen, in de kosten die dezelve zal moeten inpendeeren ter opbouwing van die SchutKraal, bij aldien het UWel Edele Achtb: en Ed: Achtb: konden behaagen aan Commissarissen te permitteeren van de uitgebrookene klippen die agter voorsz: Padenmakers huisje leggen, en thands tot niets worden g’emploieerd, gebruik te moogen maaken, om daarmeede de Schutkraal te kunnen opmetzelen, - zo verzoeken Commissarissen UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb: daarvan zo veel te mogen neemen als tot dat einde zullen benodigt zijn.’
‘Commissarissen gebruiken wijders de vrijheid UWel Edele Achtb: en Ed: Achtb: noch bij deesen voor te Stellen.’
‘Hoe Commissarissen al meenigwerf er op uit zijn geweest om uit den Burgerstand zodanige nuchtere en bekwaame lieden te vinden, dewelke met gerustheid tot den dienst van Ratelwagt konden worden geëmploiëert, door dien de meesten der teegenwoordig zijnde Ratelwagts in geene deelen aan de verwagting beantwoorden, doch waarin Commissarissen tot nu toe altoos zyn te Leur gesteld geworden, nademaal den dienst van Ratelwacht op zig zelf laag genoeg zijnde, de zulk die zig anders nog wel daartoe zullen willen laaten vinden, worden tegengehouden. - En na dien Commissarissen in overweeging hebben genoomen hoe noodzakelijk het is, dat ‘er sorge worde gedraagen dat dit vlek bij nagt en ontijden word bevrijd van ongeregeldheeden die er anderzints zoude kunnen werden gepractiseert, zoo hebben Commissarissen ook te gelijker tijd in aanmerking genomen; welke middelen er zouden dienen te werd bewerkstelligd, om daarin met hoop van Success te reuseeren - en is aan Commissarissen bij die geleegendheid gebleeken, dat er niets beeter uittedenken was, dan die Lieden onder eene bezolding van Tien Ryxdaalders per maand uittenoodigen om onder den naam van Wagts Lieden tot dien dienst te werden gebruikt. - waarin Commissarissen tot hun byzonder genoegen, dan ook zo gelukkig zijn geslaagd, dat zig Sestien Persoonen uit de Burgerstand; bij Commissarissen bekend voor nuchtere en bekwaame Lieden, hebben aangebooden, gem: dienst te zullen waarneemen. - voor welke persoonen Commissarissen dan ook een behoorlijke Instructie hebben geformeerd, die zij de vrijheid gebruiken UWelEdele Achtb: en Ed Achtb: bij deesen aan te bieden en waaruit UWel Edele Achtb: en Ed: Achtb: des gelievende zullen kunnen beögen, wat eigentlijk het werk van hun moet zijn, en in wat aspect zij zullen worden beschouwd.’
‘Op alle welke voordragten Commissarissen hoogstderzelver Goedkeuring verzoeken.’
’/:was geteekend:/ J: P Deneijs, Joh:s Smutz G: H: Meijer, H: J: De Wet; R: J: V D Riet, A:m Fleck; H:k A:s Truter; P: H: Warnecke.’
‘Instructie waar na zich de Wachtslieden zullen hebben te gedraagen.’
‘Art:l 1’
‘De voorsz: wagtslieden zullen gehouden zijn alle avonden op de daartoe bestemden tijd met Geweer en wapens op het Burgerwachtshuis present te zijn, om met de ordinair aldaar wachthebbende persoon bij ‘t opzetten der wacht op te trekken, terwijl zijl: als dan naar huis kunnen gaan, en ten half 10 uuren gehouden zyn weeder present te zijn, om dan vervolgens te 10 uuren de ronde te kunnen doen.’
‘Art: 2.’
‘Van voorsz: wachtslieden zullen agt Persoonen de voornacht of van 10 tot 12 uuren, en de overige agt in de nanagt of van 12 Uuren tot Smorgens bij ‘t Slaan der trom de wagt moeten houden.’
‘Art: 3.’
‘Die geene der Wagtslieden welke den eenen dag in de voornacht de wagt zullen hebben gehad, zullen den volgenden dag in de nanagt de wagt moeten houden, om alzo alle wagten te Continueeren,’
‘d:o 4’
‘Invoegen voorsz: zullen de voorm: wachtslieden, op de gewoone uuren de ronde moeten doen en bij ieder hoek van een Straat het uur moeten roepen, dat verloopen is, - item bij de deur van ieder Lid van Commissarissen, op dat zij Wachtslieden kunnen werden gehoord, en Commissarissen verzeekerd weesen dat zij behoorlijk aan hun plicht voldoen, en daaromtrend geen verzuim plaats heeft.’
‘Art:5’
‘Aan meerm: wachtslieden zullen de vrijheid, worden gelaaten om ierder Persoon, hij zy wie hij zij, op Straat na 10 Uuren ontmoetende te mogen vragen wie hij zij, en ingevalle de voorsz: wachtslieden zodanig Persoon ofte persoonen, niet mogten erkennen voor die geenen die zij hebben koomen op te geeven, zullen in dien gevalle gez: wagtslieden insgelijkx de vrijheid hebben zodanige persoonen na huis te begeleiden omme bij aldien bevonden mogten worden, dat die persoonen aldaar niet t’huis hoorden, naar de Burgerwacht te brengen, ten einde aldaar te werden bewaard tot den volgende dag.’
‘Art:6.’
‘Zo dikwils gem: Wachtslieden na de voorsz: bepaalde tijd eenige gemeene Lieden op Straat mogten komen te ontmoeten, - zullende ze dezelve na de naamen van die Lieden te hebben genoteerd, na hun bescheijden plaats moeten transporteeren.’
‘Art: 7.’
‘Bij aldien het mogte gebeuren dat er op de Straaten onraad ontdekt of dat de wachtslieden g’attacqueerd wierden zo zullen zodanige wachtslieden, in welks wijk dit zal komen voor te vallen door een Schoot, Sein moeten geeven; aan de overige wachtslieden, die zig als dan in de andere wijken zullen komen te bevinden, en zullen die Wachtslieden in dien gevallen gehouden zijn, zig op Stonds te begeven naar die Plaats alwaar de Schoot is gevallen ten einde hunne meedemakkers te kunnen adsisteeren.’
‘Art: 9.’
‘Bij het ontdekken van Brand, zullen de meermelde wachtslieden gehouden zijn, zig direct te vervoegen na de Burgerwacht, om ‘t aldaar bekend te maaken, onder ‘t gedurig roepen van Brand, - Brand, als meede het aan kloppen bij ijder huis die zij zullen passeeren, op dat er Spoedig hulp komme.’
‘Art. 10.’
‘En zullen eindelijk voorsz: wagtslieden nog verpligt zijn, om ingevalle er een hunner mogt komen ziek te worden, na daar van op Stond kennis te hebben gegeeven aan Commissarissen van de Maand, - een ander bekwaam persoon in de plaats te moogen geeven. -“’
Is als nu beslooten niet alleen over te neemen het poinct raakende de gemelde Schutkraal, maar ook de provisioneele Schikkingen van Commissarissen nopens de betere bewaking van dit vlek, geduurende de Nagt, door de voorsz: expres daartoe aangestelde Nagtwagten.
Wiens volgende Commissarissen voormeld dan ook bij deesen gequalificeerd ende geauthoriseerd werden tot de executie van hun ontwerp in zyn geheelen zamenhang, zo wel met betrekking tot het eerste als tweede Lid derzelve, met dien verstande nogthans dat aangezien de Regeering hoe geneegen S’anderzints ook zoude moogen weesen om van hare zeijde ‘t een of ‘t ander tot Soulaas der gem: Colonies Cassa toe te brengen, de bevoegdheid niet en heeft om in de praesente omstandigheeden, der Maatschappij, ten faveure van deselve Cassa, te disponeeren over de uitgebrookene Klippen agter het Padenmakers-huisje leggende, welkers aanvoering de E: Comp: in der tijd geene geringe kosten heeft veroorsaakt gehad, om de hier voren aangehaalde Schutkraal daarmeede op te haalen, te minder niet omdat men geenzints weeten kan of niet bij de aankomst der Hoog Edele Commissarissen-generaal zal werden beslooten tot de verdere extructie der Batterij Coehoorn , waar voor deselve klippen eigentlijk zijn aangereeden, en als nog bestemd blyven zij Commissarissen zich dan ook de tot dezelve Schutkraal vereijscht werdende klippen, en als de andere daartoe benodigde materialen zullen moeten aanschaffen, ten laste van de meergerepte Colonies Cassa, ten wiens profijte de helfte van het Schutgeld is, gebragt geworden, dat ook het 5. Articul van de overgelegde concept instructie voor de nieuw aangestelde Wachtslieden /:welke Instructie anders bij deesen meede in zijn geheel werd g’approbeerd,:/ alleen zal werden van applicatie gemaakt op zodanige gemeene Lieden als waarvan het volgende 6 Articul komt te Spreeken, zonder te mogen werden uitgestrekt tot andere gezeetene en bekende Lieden, aan wien het gebruik der Straaten en weegen na tien uuren in de Nagt by de Placcaaten en ordonnantien niet geinterdiceert en verbooden is geworden.
Den Equipagiemeester Cornelisz: vervolgens insgelijks ter voldoening aan den last der Regeeringe, vervat bij besluit van 6 Maart Jongstleeden bij de ondervolgende Berigten gesuppediteerd hebbende deszelfs verantwoording nopens de minder bevondene ruymte in ‘t Schip de Verwagting tot het inneemen der zo hier als in de Saldanha baaij , voor dien kiel bestemde Tarw, als bij den aanleg van dat Schip naar even gem: Saldanhabaay door hem was opgegeeven geworden.
Aan den Wel Edelen Achtbare Heere Johannes Isaac Rhenius Opperkoopman en Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens Den E: Achtbaaren Politicquen Raad.
‘Wel Edele Achtbaare Heer! En E: E: Achtbare Heeren!’
‘De ondergeteekende Equipagiemeester op den 23:ste deeser onder anderen ontfangen hebbende UWelEd: Achtb: en E E Achtb: zeer g’eerde resolutie van den 6 bevoorens nopens de inlaading van het hoekerschip de Verwachting in de Saldanha-baay heeft dezelve bij Lectuure gevonden te zyn van den volgenden inhoude.’
‘Uijt alle welke papieren, /:te weeten door den adsistent J: C: Horak uit de Saldanha baaij gezonden,:/ den rade tot geen geringe Surprise en ontstigtinge gebleeken is, dat niet alleen gezegd werd, met de ingelaaden 710 Mudden Tarwe, op 100 Mudden naa, de open gelatende ruimte in ‘t gem: Schip de Verwachting gevuld te zijn, geworden, daar bij de praeparatoire toebereidselen tot de afzending van ged: Kiel naar de Saldanha-baaij door den Equipagiemeester Cornelisz, opgegeeven geweest is, dat behalven de geprojecteerde Lading, welke evengem: bodem de Verwagting hier ter plaatse zoude inneemen, nog overvloedige ruimte in dezelve zoude overblijven om zo al geen 1500 dan dog zeeker 1200 mudden Tarwe meer in geciteerde Saldanha baaij te Kunnen ontfangen op welke declaratie en opgave men alleen is overgegaan om dien Kiel naar derwaards af te zenden.’
‘En ofschoon de ondergeteek: bij dezelve resolutie niet word gelast zijne verantwoording omtrend de daarbij vermelde op gaave te doen, zo vind hij zig evenwel verpligt ter vermijding van alle nadeelige Consequentiën, en om niet aan eenigen aanspraak Subject te worden gemaakt, tot zijne decharge met allen eerbied aan UWel Ed: Achtb: en E: E: Achtb:s te moeten voordragen,’
‘Dat hij zyn rapportganger den Quartiermeester Ziervogel die gewoonlijk tot dergelijke zaaken word g’emploieerd, en zig nimmer Schuldig heeft gemaakt aan eenig Valsch rapport, gezonden hebbende aan den Wel Edele Achtb: Heere van Reede van Oudtshoorn ten einde te verneemen, hoe veel Tarwe het Schip de Verwagting in ‘t geheel moest inneemen van denzelven tot antwoord heeft bekomen dat die bodem zoude moeten Laaden 2000 Mudden, terwijl de Boekhouder der Graan magazijnen aan den ondergeteekende een briefje heeft gezonden, waarop uitdrukkelijk gespecificeerd Stond, dat ‘t Schip de Verwagting 1000 Mudden tarwe zoude moeten inneemen ter deezer Rheede en 1000 mudden in de Saldanha-baaij .’
‘Dat den onderget: hierop in het ruim van voorsz: Bodem de Schotten zodanig heeft ingericht, dat ‘t Schip niet alleen gemaklijk maar ook met de meeste veiligheid met 2000 mudden Tarwe kon worden belaaden kunnende uit de hierneevens gevoegde extract missive van den Kapitein van ‘t Hoeker Schip de Verwagting , P: van Aarsson, van den onderget: geschreeven, ten duidelijksten worden op gemaakt dat er voor 2000 Mudden behoorlijk ruimte is gemaakt geworden, want, na reeds 1000 Mudden op de Kaapse Rheede en 710 Mudden in de Saldanha-baaij gelaaden te hebben, oordeeld hij de overige ruimte nog voldoende te weesen voor ruim 200 mudden, in welker Steede hij zijne zeijlen heeft doen plaatsen, zo dat de nog ontbreekende 290 Mudden; zo deselve aan handen waaren, wel zoude kunnen worden in ‘t Schip gelaaden, waarvoor de onderget: zig gerustelijk durft responsable Stellen.’
‘Dat ondertusschen daar ‘t Schip Slegts met 2000 Mudden Tarwe moest worden gelaaden, de onderget: heeft geoordeeld de voorzigtigheid in ‘t zetten der Schotten zodanig te moeten betragten, dat er naa de inlaading van 2000 Mudden Tarw, geen ruimte overig bleef, omdat hij niet weetende of de overige ruimte aangevuld zoude kunnen worden, het Schip aan ‘t uiterste gevaar blootstelde van bij Stormweder door het overzakken der Tarwe ter gronde te gaan, ‘t geen alle onpartijdige zeekundigen zeer gaarne zullen avoueeren, dat een gereed gevolg kan zijn van een dergelijke overzakking door overtollige ruimte veroorzaakt,’
‘De onderget: vermeend onder eerbiedige Correctie door dit een en ander te hebben doen zien, dat er nimmer van zijn kant eenige ruijmte is bepaald, maar dat hij zig heeft gereguleerd naar de bepaling van den Heer Dispencier, en dezelve ook Stiptelijk heeft volbragt zonder aan UWel Edele Achtb: en E: E: Achtb: eenig verkeerd berigt te hebben willen doen, waarvan hy in gemoede durft betuigen Steeds ten uijterste alieen te zijn geweest, als oordeelende zulx eene verregaande boosheid, en beneeden het Caracter van een eerlijk en getrouw Dienaar der E Comp: - Verzoekende de onderget: derhalven dat UWelEd: Achtb: & E: E: Achtb: dit eerbiedig berigt ter zyner Charge gelieven te accepteeren.’
‘/onderstond:/’
‘’T welk doende &:a /was geteekend:/ C: Cornelisz /In margine:/ Cabo de Goede Hoop den 27 Maart 1792.’
‘Extract uijt zeekere Brief gedateerd den 18 Maart 1792 geteekend P:r van Aarsson en Geadresseert aan de Wel Ed: Manh: H:r C: Cornelisz Equipagiemeester.’
‘Dog om, UwEd: alweer te voldoen, zoo is myn Lading hier 710 Mud en aan de 1000 bedraagt zamen 1700 Mud, ik had nog wel200Mudgrootkunnen bergen, maar wierd mijn gezegd dat ik daar niet naa zoude kunnen wachten, dus het nog een geheel gat open gehouden, waar in thans al myn zeijlen in geplaatst heb.’
‘Na gedaane perfecte Collatie is deese met het origineel aan my ondergeteek: Secretaris van den E: Achtb: van Justitie deeses Gouvernements getoond en in allen deelen accordeerende bevonden.’
‘/onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 26 Maart 1792 /:was geteekend:/ W: S: v Ryneveld Secret:s.’
Aan den WelEdelen Achtbaren Heere J: I: Rhenius Opperkoopman en Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens Den E: Achtb: Politicquen Raad.
‘Wel Edele Achtbare Heer! En E: E: Achtbare Heeren!’
‘UWelEd: Achtb: en E: E: Achtb:s ingevolge nader byvoegzel aan ‘t Extract van ‘s Raads besluit van den 6 Maart J: L: by den ondergesz: ontfangen den 29 daaraan volgende:/ van hem hebbende gelieven te injungeeren omme de reedenen op te geeven, “Waarom ‘t Schip de Verwachting de door hem opgegeeven quantiteijt van 12 tot 1500 Mudden Tarwe wanneer aan handen was geweest niet zoude kunnen in neemen?”’
‘Zo heeft den onderget: de Eer om aan welgem: zeer gerespecteerde ordre te voldoen, zich te refereeren, aan het door hem in gediend bericht van den 27 Maart Laatstleeden, en hoopt dat ‘t zelve aan de begeerte van UWel Ed: Achtb: en E: E: Achtb: mag voldoen.’
’/:onderstond:/’
‘’t Welk doende &:a /:was geteekend:/ C:s Cornelisz /:in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 2 April 1792.’
Zo is aangezien men door des voorsz: verantwoording nog nader gesterkt werd in de vaste Suppositeit dat de overheeden van voorseide Bodem met overtreding van ‘t dien aangaande aan hun gedaan Stellig verbod op S’ Comp:s Tarw ook andere particuliere Tarwe binnen boord genoomen en daar door niet alleen de ruimte in ‘t Schip gevuld maar ook ongetwyffeld aanleijding zullen gegeven hebben, dat verschijdene den Landbouwers die alhier ruijme aanteekeningen hebben Laaten doen, de bij hun alzo aangeteekende Tarw in de Saldanha baaij niet aan de E Comp: hebben komen te leeveren, hoe zeer het gem: Schip de Verwachting allleen op hunne instantiën en decalculatiën, dat ingevolge derzelver belofte met de geproporteerde quantiteit Tarwe zoude kunnen afgelaaden werden, naar derwaards is gedepecheerd geworden, verstaan deselve Berigten in gevolge het aan geschreevene aan de Heeren der Hooge Indiase Regeering, als nu ook in Copia authenticq naar Batavia over te zenden, om bij ‘t nagaan in hoe verre er eenig Particuliere tarw, ten praejudice van S’ Maatschappij’s belang, in dikwils gem: Bodem de Verwagting zou kunnen zijn afgelaaden geworden, aldaar van dienst te kunnen weesen,
Gelijk ook goedgevonden in zelver voegen naar evenged: Hoofdplaatsen te doen afgaan, hen driemaandelijks dagregister van voorm: Equipagiemeester door hem bij dees occasie wierde overgelegd.
Naar welk [.....] thans ook ten fine van dispositie door den Heere Gezachhebber ter tafel geproduceerd zijnde, een voor lange door den hiervoren bereids genoemden ad interim Fiscaal, Deneijs ingediend volumineuse Request, in de ondervolgende bewoordingen rouleerende, over het bij hem ad interim Fiscaal van den Heere Gezachhebber verkreegen pretense Consent, om onder anderen ook met arrest te mogen beleggen de kooppenningen van de door den Heere van Lijnden aan den Koopman Onkruijt verkogte huijzen en Erven, en de daar uit voortgevloeide besluiten deeses Raads.
Aan den WelEdelen Achtbaaren Heere Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &;a &:a beneevens den E: Achtb: Politicquen Raad.
‘Wel Edele Achtbaare Heer! En E: E: Achtbaare Heeren!’
‘Vertoond met gepaste Eerbied M:r Jacob Pieter Deneijs hoe hij bij het vertrek van den Heere Independent Fiscaal Johan Nicolaas Steeven van Lynden van Blitterswijk tot de waarneeming van het ampt van Fiscaal gequalificeerd zijnde, te gelijker tijd bij eerbiedige Raadsbesluit, de dato 29 Julij deezes Jaars is gelast geworden, om “niet alleen uit hoofde der onbereekende bepaalde Borgtocht van Rd:s 5000:-, maar ook nog ter zaake van de Douane, en andere inkomsten dewelke gemelde Heere van Lijnden, heeft gepraetendeerd aan het officie Fiscaal geacrocheert te zijn, wanneer desweegens aan de E Comp: restitutie zoude behooren te geschieden, gelijk ook nog ter zaake van de gewijsdens zoo by den Raad van Justitie alhier, als bij provocatie van den Raad van Justiie te Batavia, teegens de Goederen en Effecten door den Heere Independent Fiscaal, nagelaaten, zodanige procedures te entameeren, als tot behoorlijke Schadeloos stelling voor d E Comp:e en andere g’intresseerdens oirbaar en dienstig zoude vinden” - Sub L:a A:.’
‘Dat de Vertoonder, niet onderrigt van de intentie die door den Heere van Lijnden, aangestelde gemachtigdens, van zijn plicht heeft geacht eerst den minnelijken weg moeten inslaan, en dien volgens door den Geregtsboode dat aan dezelve Gemagtigdens, zijnde des Fiscaals Huijsvrouwe Mejuffrouw Johanna Elisabeth Helt, beneevens den Secretaris van den E Achtb: Raad van Justitie W: S: van Reyneveld ende adjunct Fiscaal M:r Johannes Andreas Truter heeft doen insinueeren de voorchr: ordre deeser Edele Achtbaare Vergadering, met Serieuse afvraag, of zy in der minne geneegën waaren de gerequireerde Cautie genoegdoende, te Stellen, ten eynde daar door te citteeren de verdere procedures, welken de vertoonder verklaarde in van Kas weigering by der hand te zullen neemen.’
‘Dat de Gemachtigdens van den Heere van Lijnden in Steede van de gevorderde Cautie te praesteeren alleenlyk hebben verklaard bereid te zijn, om “te Consigneeren een Somma van Tachtig Duijzend Guldens; bestaande in twee Scheepenen Kennissen; ten behoeve van hunnen principaal g’passeerd, onder Speciaal verband van het door derzelven wel en wettig verkogt huis en Erff, tot tyd en wijlen Heeren Meesteren omtrend de inKomsten door hunner Heeren Principaal genooten de naadere bepalingen zoude hebben gemaakt.”’
‘met bijvoeging van eenige voorwaarden, welke de vertoonder als niet ter zaake doende, kortheidshalven passeert Vid: t Sub L:a B: deezen g’annexeerd Relaas.’
‘Dat de Vertoonder dit antwoord bekoomen hebbende, niet nagelaaten heeft, op den 19 Julij van zijne verrigting by een Schriftelijks vertoog aan UWel Edele Achtb:e en E Achtb: de nodige kennisse te geeven, met bijvoeging van ‘t voorsz: antwoord; zoo er hetzelve door den Gerechts Boode aan den Vertoonder was overhandigd geworden, ten einde U Wel Ed: Achtb: en E: Achtb: daar uit zouden moogen ontwaaren, de door ondergemelde Gemagtigdens aan den Vertoonder gedaane offerte, van namentlijk te willen consigneeren twee Scheepenen Kennissen, ten bedraage van ƒ80000:-:- onder Speciaal verband van het door den Heere van Lijnden,wel, en wettig verkogte huis en Erff, hebbende de vertoonder des tijds deese aanbieding ook Letterlijk g’insereerd in zyn gemelde Vertoog, met zeer Eerbiedig verzoek, dat UWel Edele Achtb:e en E: Achtb:s hem geliefden te qualificeeren tot ‘t aanneemen van ‘t gedaan aanbod, dan wel anderzints daar omtrend zodanige ordres te geeven en voorsieningen te doen, als dezelve zoude goedvinden te behooren.’
‘Dat UWelEdele Achtb: en E: Achtb: het voorsz: vertoog en Stukken geleezen hebbende bij derzelver g’eerd besluit van den 20 Julij hebben verklaard, “in ‘t voorstel om van de Gemachtigdens van den Heere Van Lijnden, in plaats van de gevorderde Borgtogt, te accepteeren de twee Scheepenen kennissen, te zaamen groot, ƒ80000:-:- niet te kunnen, of te moogen treeden, dewijl het onmogelijk was te bepalen, hoe groot de Borgtocht die de heere van Lijnden had behooren te Stellen zou moeten zijn” hebbende UWel Ed: Achtb: & E: Achtb: derhalven beslooten den vertoonder te gelasten zich stipt te gedragen aan het geen hem bij Politicque Resolutie van den 29 Junij bevoorens dien aangaande was gedemandeerd; vide het hierneevens gevoegd en daarop gevallen besluit Sub L:a E:’
‘Dat deese UWel Edele Achtb: en E: Achtb: intentie aan den Vertoonder ter Kennisse gekomen zijnde dezelve voor af,de novohet Stellen van onbepaalde Cautie van de Gemagtigdens bij Insinuatie heeft gevordert; en hier op, volgens Sub L:a D hierneevens gevoegd Relaas onvoldoende antwoord bekomen hebbende, voorts de noodige perquisitien heeft in’t werk gestelde om te verneemen off alle de goederen Contanten &:ra door den Heere Van Lijnden nagelaaten onder zyne Gemagtigdens dan wel of daarvan ook iets onder Vreemden waaren berustende wanneer hem gebleeken is dat de Heer van Lijnden, reeds voor zyn vertrek van hier zijne huijzen en eenige Losse goederen had verkogt aan den Koopman titulair Constant van Nult Onkruijt en dat door deesen de Koopschat daarvan ten bedrage van ƒ80000:- nog, niet was voldaan geworden, tewijl de Gemagtigdens beezig waaren bij publicque Verkooping de nog overige nagelaatene lossen Goederen te gelde te maaken.’
‘Dat de Vertoonder over zulks om in deesen met de meeste zeekerheid te procedeeren naa bekomen Consent van den Wel Edele Achtb: Heere Gezachhebber niet alleen onder de Gemachtigdens heeft doen arresteeren; alle Goederen, Contanten Crediten enz: onder hen nog berustende maar ook onder den Vendumeester de uit der verkoop der overgebleevene Losse Goederen geprovenieerde penningen; gelijk meede onder den Koopman titulair Van Nult Onkruijt, de voorsz: Somma van ƒ80000-:-: in de laatste de Vertoonder te minder Swaarigheid heeft gemaakt; om dat UWel Edele Achtb: en E Achtb: zonder eenige de minste reflectie op den verkoop van des Independent fiscaals huijs te hebben gemaakt, het aanbod der Gemachtigdens bij gemelde g’eerde Resolutie van den 20: Julij resicieeren niet omdat daar in geene zeekerheid hoe ook genaamd geleegen was maar alleen omdat deselve zich daar doorniet genoegsaamverzeekerd reekenden, alsniet kunnende bepaalen, hoe groot de Borgtocht die de Heer van Lijnden had behooren te Stellen zou moeten zijn.’
‘Dat het voorsz: arrest aan de voorn: Persoonen respective behoorlijk geëxploicteerd en ten naasten rechtsdage ter rolle gepraesenteerd zijnde ook zonder eenig de minste haesitatie is gedecreteerd geworden, zo en in dier voegen als door den Vertoonder r: o: was versogt, gelijk dit aan UWel Edele Achtb: en E: Achtb: nader kan blijken uit het Extract de Civile regtsrolle hier neevens Sub L:a E gevoegd.’
‘Dat ondertusschen door de Huijsvrouwe van den meermelden Gerepatrieerden Heere Independent fiscaal in qualiteit als een der Generale Gemachtigdens van haaren man na alvoorensVeniam agendite hebben geobtineerd ter Rolle gepraesenteerd zijnde, eene Citatie op het Lid deezes Raads den E: Achtb: Heere Willem Ferdinand van Rheede van Oudtshoorn “ten einde te hooren verzoeken relief van den Laps des tijds en de indebile interjectie van Appel weegens zeeker dispositief van welgemelden Raade van Jutitie waarbij het Transport der door haaren man aan bovengemelden Koopman titulair Constant van Nult Onkruijt verkogte huijzen en Erven is verklaard nul en van onwaarde tot tijd en wijlen door den zelven behoorlijk Cautie zoude zijn gesteld geworden” ten zelven dag of op den 4 Augustus Jongstleeden door den Ed: Achtb: Heer Praesident naa decretatie van het voorsz: arrest in Raade van Justitie is geproduceert Uwer Wel Edele Achtb: en E: Achtb: gevenereerde MIssive de dato 5 Augustus bevoorens, waarbij den Raade van Justitie om de motiven bij deselve Missive geënarreerd word bevolen, de gemelde door de Huijsvrouw van de Heere van Lijnden op ende jegens den Heere van Reede van Oudtshoorn ter rolle gepraesenteerde Citatie te roijeeren ende te effaceeren.’
‘Dat de Raad van Justitie vermeend hebbende aan dezelve ordre niet te Kunnen defereeren, ten minsten niet zonder vooraf de gronden van der Leeden gemoedelijk beswaar aan UWelEdele Achtb: en E: Achtb: te hebben voorgedraagen, en daarop derzelver nader dispositie g’imploreerd, zig uit dien hoofde op den 19: derzelver maand Augustus ten voorsz: eijnde aan UWel Ed: Achtb: en E Achtb:s heeft geadresseert, met dat gevolg dat UWelEd; Achtb: en E Achtb: op den 27:e der Jongstgepasseerde maand September hebben gerescribeert, dat daar alle procedures in de voorsz: zaak quamen te Cesseeren dezelve overzulks begeerden, dat de meermelde door de Huisvrouw van den Heere van Lijnden ter Rolle gepraesenteerde op welgem: Heere van Oudtshoorn, onmiddelijk zou worden g’effaceerd en geroijeert.’
‘Dat dezelve UWelEd; Achtb: en E Achtb: g’Eerde rescriptie in Raade van Justitie geproduceerd en geleezen zijnde, de Vertoonder daar in tot zijn uiterste bevreemding, ten grondslag der gementioneerde ordre tot het effaceeren en roijeeren der Citatie heeft geposeerd gevonden, het gedrag, door hem gehouden, en het uitvoeren der door UWel Ed: Achtb:, en E: Achtb:s bij derzelver geëerd besluit van den 29 Junij aan hem gegeeven Last om tot Schadeloosstelling van d’ E Comp: en andere g’interesseerdens teegen de goederen, en Effecten door den Heere van Lijnden nagelaaten, de noodige procedures te entameren, waar in UWel Ed: Achtb: & E Achtb: oordeelen dat door den Vertoonder zou zijn gepraetendeert een Consent tot het arresteeren, der Kooppenningen van den door den Heere van Lijnden aan den Koopman titulair Constant van Nult Onkruijt verkogte huisen welke Consent door hem nimmer van den Wel Ed: Achtb: Heere Gezachhebber zoude zijn geobtineerd geworden.’
‘Hebbende het aan UWelEd: Achtb: en E Achtb: blykens Sub L:a F: hier neevens gevoegd Extract, behaagd, zig in dezelve rescriptie, in deeser voegen ten dien opzigte, uit te drukken.’
‘“Dan nadien vervolgens bij het eindigen der deliberatien over dat gewigtig Sujet door den Heere Gezachhebber ter rafel van onser Raade is overgelegd geworden een Extract uit de Civile rechts rolle op Donderdag den 4:de Augustus Jongstleeden gehouden ‘t welk zijn Ed: verklaarde gerequireerd te hebben, zo dog als vernoomen had, dat het daarbij omschreeven dispositief door UWE in de waereld was gebragt, op een gepraetendeert Consent van den ad interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs van hem Heere Gezachhebber verkreegen, om onder ‘t verzogt arrest op de nagelaatene Goederen van den Heere van Lijnden ook te moogen begrijpen de Kooppenningen der hiervoren genoemde huisen en erven, met verdere betuiging dat zijn Ed: tot het arresteeren dier Kooppenningen nimmer eenig Consent gegeeven, maar begreepen had, dat het arrest alleen was verzogt op de penningen gesprooten uit de door de Gemagtigdens van den Heere van Lijnden bij publicque Verkooping te gelde gemaakte Losse Goederen en ons uit dat Extract teffens gebleeken is, dat UEd: ten zelven daage teegens onze zoo, duidelijk gemanifesteerde intentie hebben gedecreteerd gehad dat evenged: door voorm: ad interim fiscaal gelegd arrest op de penningen uit den gewaanden verkoop der voorsz: Huijzen en Erven geproflueerd, zo hebben wij ons niet genoeg Kunnen verwonderen hoe UEd: op den 19 Aug:s daaraan, aan ons hebben kunnen voordraagen, bedenkingen door welke UEd: zeyde weerhouden te worden om tot ‘t onmiddelik effaceeren en roijeeren der teegens den Heere van Reede van Oudtshoorn verleende dagvaarding over te kunnen gaan en die UEd: noodzaakten onzer nadere ordre dieswegens te moeten verzoeken daar UEd: egter intùsschen door de voorsz: decretatie van het arrest op den 4:e Augustus het Transport der meerm: huijzen bereids ruim 14 dagen vroeger gelegaliseerd en als een gevolg van dien ook de koop daarvan gewettigd hadden, en zoo doende gemortificeerde het besluit door UEd: genoomen uit hoofde van welke de Gemagtigdens van den Heere van Lynden vermeend hebben gehad den Heere van Reede van Oudtshoorn in appel te kunnen betrekken waar door gevolgelijk door UwEd: in de zaak inquestie finaal op nieuw zodanige uitspraak is gedaan als waar door de oorsaaken tot het appel geheel zynde weggenoomen, dus ook de voormelde Citatie van zelfs is komen te vervallen.’
‘De Vertoonder betuigd openhartig dat hem nimmer zo lange hij de Eere gehad heeft de Edele Oost-Indische Maatschappij te dienen iets is te vooren gekome ‘t geen hij als een blijk van misnoegen van de zyder zyner respective Gebiederen over zyne gehoudene Conduites en gepraésteerde Diensten zou hebben kunnen aanmerken inteegendeel kan hy UWel Ed: Achtb: en E: Achtb: verzeekeren, dat hij altoos het geluuk heeft gehad, van de goedkeuring zijner Superieuren en inzonderheid van zijne Heeren en Meesteren te hebben moogen wegdraagen; niettegenstaande hij de Eere heeft gehad posten te bekleeden waar van de uitoeffening zoo niet meerder althans ruim zo veel beleid kloekmoedigheid trouwe en voorzigtigheid vorderde, als de waarneeming van het ampt van Fiscaal aan deezen Uithoek.’
‘Het heeft den Vertoonder dan ook gevoelig getroffen na zo lange tyd en in zulke gewigtige posten de E Comp: na behooren te hebben gediend zig [.....] bij reets zijn Vijftigste Jaar bereikt heeft, van ontrouwe te zien insinueeren even als of hij opzettelijk teegen zijn beeter weeten het Consent van den Wel Edele Achtb: Heere Gezachhebber gepraesenteert; en dus gemanqueerd had, om het waarneemen van het Ampt van Fiscaal, waarvan UWelEd: Achtb: en E: Achtb: voor naauwlijks drie maanden uit eigen beweging hebben goed gevonden hem vertoonder te Chargeeren.’
‘Het verwondere UWelEd: Achtb: en E: Achtb: derhalven geenzints dat de Vertoonder tot maintiën van die ongekreukte eerlijkheid en trouwe, welke tot hier toe de bestendige gezellen innen zyner reputatie zyn geweest, by deezen de vryheid neeme zich aan UWel Ed: Achtb: en E: Achtb: te addresseeren ten einde te doen zien dat zijne gedrag, gehouden ten op zigte der nagelaatene goederen van den Heere van Lijnden in zonderheid met betrekking tot het arresteeren der Kooppenningen onder den Koopman titulair Constant van Nult Onkruijd niet alleen overeenkomstig is’
‘1:o met Recht en zeeden is.’
‘2:e met de intentie harer WelEd: Achtb: en E: Achtb: maar ook’
‘3:e Volkoomen is ingericht om voor de zeekerheid de dierbaare belangens zijner Heeren en Meesteren te werken.’
‘Om daar uit verder de doen konsteeren dat die vertoonder door zyn gedrag niet gehandeld heeft teegen het besluit van den Raade van Justitie de dato 20 Junij niet anders heeft kunnen handelen zonder, en de belangens der Edele Oost indische Maatschappij te verwaarloosen, en gevolglijk nimmer kan gepraesumeerd werden, tot iets anders van den WelEd: Achtb: Heer Gezachebber consent te hebben verzocht dan tot het arresteeren, der Kooppenningen, zo wel van den aan den dikwils gem: Kopman titulair Constant van Nult Onkruijt, verkogte huisen als van de overgebleeven en publicque verkooping verkogte Losse goederen.’
‘In de eerste plaats zegt de vertoonder dat hij in ‘t arresteeren der Kooppenningen onder Constant van Nult Onkruijt gehandeld heeft overeenkomstig regt en reeden, die zullen alle onpartijdigen zo hij vertrouwd zonder de minste zwarigheid avoueeren, wanneer zij slegts nagaan, dat de Heer van Lijnden eenige dagen, voor zyn vertrek van hier de huijzen door hem bezeeten beneevens eenige Losse Goederen aan gemelden Van Nult Onkruijt heeft verkogt voor de Somma van ƒ80000:- dat van die verkooping behoorlijk Transport gedaan en dat de geheele koopschat nog onder den Kooper was berustende, wanneer de vertooner is gelast geworden tot SchadeloosStelling teegens de naagelaatene goederen en Effecten van den Heere van Lijnden te procedeeren - Immers was toen niets natuurlijker en meer overeenkomstig met het dictame der Gezonde Reeden als dat de vertoonder van alle kanten opspeurd waar en onder wien eenig goed of geld was berustende dat aan den Heeren van Lijnden in Eigendom toebehoorden, of waarop dezelver eenig ander recht had! - Te vergeefsch zou men hier teegen willen inbrengen dat de koop voor niettig was worden gehouden, en dat er dehalven geene Kooppenningen onder van Nult Onkruijt konden in beslag genoomen worden en dat door de vernietiging van Transport ook de Koop geen Effect kon Sorteeren en dus aan nulliteit Laboreeren, Want vooreerst had de Huisvrouw van den Heer Van Lijnden ten tyde van ‘t arrest reedsveniam agendi, geobtineert, teegens den Heere Van Reede van Oudtshoorn en kwam derhalven toen reeds in oppositie teegen het dispositief waarbij het effect van voorsz: Transport was gesurcheert, van welke appostille zo de oppasante te Batavia getriumpheerd had het natuurlijk gevolg zou geweest zijn dat het arrest ingevalle het zelve op de huijzen was belegd geweest als ten onrechte op eens anders goed belegd van zelf corrueerde en dus de verkoping en het transportab initiovan waarde moest worden gehouden zonder dat den Vertoonder ondertusschen zou hebben kunnen verhinderen, dat omtrend den Koopschat acten wierden gepleegd waar door de Comp:e daarvan ten eenenmaal wierd ontstooken.’
‘Maar ten anderen WelEdele Achtb: Heer en E: Achtb: Heeren vertoonden zig in ‘t dispositief zelf omstandigheeden, welke den Vertoonder deeden dugten, dat door de Gemagtigdens van den Independent Fiscaal, al appelleerden zij niet de Ex offis van nulliteit te baat genoomen dien volgens de Kooppenningen van den Kooper van ‘t Huijs ontfangen, en dezelve Penningen als niet onder ‘t arrest begreepen voorts na Europa geremitteerd mogten worden, waar door de gantsche Securiteit voor d E Comp: wel drie, vierde gedeelte minder geweest zoude zijn, als dezelve thans is.’
‘De Vertoonders is te meer verblijd zig in deesen zo voorsigtig te hebben gedraagen daar UWelEd: Achtb: en E: Achtb: zelve bij derzelver g’eerde rescriptie van den 27 September jongstleeden niet onduister te kennen geeven, dat het voorsz: dispositief van den Raade van Justitie waarbij het quaestieus Transport voor nietig word verklaard, aan nulliteit Laboreerd, als zijnde gelijke UWel Ed: en Achtb: en E Achtb: zeggen, gevallen zondervoorafgaande procedures of dagvaardings, welke laatste alleen een vonnis zodanig nietig en van onwaarde maakt dat er geen appel nodig is, om ‘t zelve buiten alle kragt, en werking te Stellen.’
‘Dit Leerd behalven alle andere Rechts Leeraaren door den vertoonder hier op geraadpleegdM:r P: Kromans de foro Compet: L: 4 C: 8 § 4 fol. 3 C: 1 & 4,bij dit alles quam nog, dat al wierd het dispositief van den E: Achtb: Raad van Justitie overal voor wettig verklaard alweeder om nieuwe disputen voor handen zouden geweest zijn, omdat de kooper zoude hebben kunnen Sustineeren dat, daar er ten tijde van ‘t Contract geen gehoudenissen hadden plaats gehad, welke of den Heere van Lijnden zelven tot ‘t Contraheeren onbequaam maaken, of de zaak gezegd konde worden zodanig te affecteeren dat de vervreemding daar van voor verbooden moest worden gehoudenvid: M:r A: de Rochefort Civile wetten p: m: 127 N:o1,en ook na het aangaan van den koop tusschen de Contrahenten niets was gebeurd, waar door het Contract kon voor verbrooken gehouden worden,dat zegt de Vertoonder uit dien hoofde het huis bij praeferentie moest worden gecedeert aan den Kooper, die zodra het Consent over prijs en geld was g’interponeerdune actio ven ditihad verkreegen, tot leevering, en wiens regt dus eerder gebooren was geweest als dat den E Comp: op wiens naam het arrest dat bovendien neemende praeferentie gaf eerst naderhand zou zyn belegd geworden, en deeze Sustenue al wierd dezelve nergens geadopteerd, zou ondertusschen niet hebben nagelaatende zeeker het van ‘S Comp:s belangen in twijffel te Stellen en intusschen zelfs oorzaak hebben kunnen zijn, dat Heeren Meesteren oordeelende, daar de inkomsten door der repatrieerden Heeren Independent Fiscaal teegen hoogst derzelver ordres waren genooten, en dus gerestitueerd behooren te worden deezen restitutie lieten geschieden door Dienaaren welke van de inKomsten nimmer iets hebben ontfangen, welligt ook gedeeltelijk door den vertoonder ingevalle hij de dierbaaren belangens zijner Hoog Gebiedende Heeren Meesteren aan onzekerheid had bloot gesteld.’
‘Uit het geen der Vertoonder tot hier staande Vryheid gebruikt heeft daar te doen [.....] blijkt dan klaar dat het arresteeren der Huijzen aan zijn vryheid onder[.....] waarvan het gevolg zeer gemakkelijk voor de E: Comp: ten uitterste nadelig had kunnen zijn, zonder met grond in eenig geval voordeel te belooven; ter wijl daarentegen het arresteeren der Kooppenningen waar door het contract tusschen den Heere van Lijnden en Constant van Nult Onkruijt getroffen ongeschonden bleef, niet alleen buiten twist kon geschieden, maar ook een dubbelde zeekerheid verschaffe; als loopende het Huijs als dan voor reekening van gemelden Onkruijt en blijvende dezelve ondertusschen aanspraaklijk voor de geheele Somma van ƒ80000:- NB onder Speciaal verband der verkogte huyzen.’
‘Het arrest op de Kooppenningen kan daarbij, zeer gevoeglijk geschieden, en dat niet alleen de koper het Transport voor wettig hield, maar zelfs de E Achtb: Raad van Justitie door de voorwaarde, by de vernietiging van het Transport gevoegd, ten duijdelijksten manifesteerde dat ingevallen de Waarde der verkogte huijzen, ten teijde der vernietiging was gesubintreerd geweest in de plaats der zelve Huijzen, het Transport nimmer zou vernietigd geweest zijn welk gevoelen van welgem: Raade door het decreteeren van ‘t Arrest op de Kooppenningen is bevestigd geworden.’
‘Dit zij genoeg om te betoogen, dat de Vertoonder overeenkomstig regt en reeden heeft gehandeld; hij gaat thans over, om in de tweede plaats in allen eerbied; aan UWelEdele Achtb: en E: Achtb: te doen zien dat zijn gedrag ook strookt met de intentie van deezen E: Achtb: Raade.’
‘De intentie bij den Last door UWelEd: Achtb: en E: Achtb: aan den Vertoonder gegeeven betuigd hy vertoonder, dat hij altoos ter goeder trouwe vermeend heeft hier in te bestaan dat daar de Heer van Lijnden van hier is vertrokken zonder ingevolge de ordre onzer hooge Gebiederen, en de requisitie van UWel Edele Achtb: en E: Achtb:s behoorlijk Cautie te hebben gesteld, men zig op een andere wijze voor Schaade moet tragten te beveijliging, en dat vermits de Huijsvrouwe van den zelven Heere van Lijnden zoo min als zijne overige Gemachtigdens, tot het Stellen van Cautie inclineerde, en uit dien hoofde geen ander middel tot verzeekering verbleef, dan alle de goederen, Contanten Creditien &:ra door zijn Ed: nagelaaten in beslag te neemen, en te houden tot tijd en wijlen zou gebleeken zijn, of en in hoe verre de Heer van Lijnden tot eenige restitutie of vergoeding gehouden was ‘t zij aan d’E Comp: ‘t zij aan andere G’interesseerdens. - Dat hier in de intentie uwer WelEdele Achtb: en E: Achtb: bestaat, heeft de ondergeteek: beslooten uit UWel Edel Achtb: en E Achtb: Resolutie van den 29 Junij waarbij de zelve aan den Vertoonder injungeeren “teegens alle goederen en Effecten door den Heere Fiscaal nagelaaten zodanige procedures te entameeren als tot behoorlijke Schadeloosstelling voor d’ E Comp: en andere g’interesseerdens oirbaar en dienstig vinden.”’
‘Hier uit oordeelde de Vertoonder dat UWel Edele Achtb: en E Achtb: de zaaken door hem daarheen zouden [.....] oirigens hebben, dat de E Comp: en andere g’interesseerdens in tijd en wijlen zo veel moge Schadeloos konden worden gesteld, en dat het UWel Edele Achtb: en E: Achtb:s geheel onverschillig was, of er, of goeds waarde wierde in verzeekering genoomen.’
‘En in deeser zyne meening is de Vertoonder volkomen bevestig geworden, wanneer UWel Ed: Achtb: bij derzelver gevenereerde besluit van den 20:sten Julij geene de minste reflextie op de g’offereerde Conservatie van twee Scheepenen Kennissen ter waarde van ƒ80000:- spruitende uit den verkoop der huijzen, maakten naar alleenlijk te kennen geeven dat die offerte niet genoeg doende was, terwijl de groote die te vergoedene Schaade en uitteekene inkomsten niet kon worden bepaald.’
‘Op deesen grond heeft de Vertoonder voort geprocedeert met volkomen fiducie gelijk hij ook nog eerbiedig vertrouwd dat zijne handelwijze volkomen Strookten met de intentie van UWel Ed: Achtb: en E: Achbt: - En hij durft gerustelijk verzeekeren dat niemand in staat zal zijn een weg aan te wijzen door welken men eenige meerdere verzeekering - hoe ook genaamd, zou hebben kunnen verkrijgen als door dien welken de Vertoonder in gemoede overtuijgd is, zonder eenige afwijking te hebben gevolgd.’
‘Eijndelijk zal de Vertoonder, tot betoog van het derde poinct, dat namelijk zijn gedrag volkomen is ingericht geweest, om voor de zeekerheid der Dierbare belangens van de Hoog Gebiedende Heeren en Meesteren, te waaken, en hier nog kortelijk bijvoegen dat wanneer men de moeijlijkheeden, onzeekerheid en verwarring nagaat, welken der vertoonder zonneklaar getoond heeft, dat de natuurlijke gevolgen zodanig geweest zijn van het arresteeren de door der Heer van Lijnden aan den Koopman titulair Constant van Nult Onkruijt verkogte huijzen, men als dan zeer ras zal toestemmen dat de Vertoonder door het in beslag neemen der kooppenningen volkomen zeekerheid ten minsten alle mogelijke zeekerheid, aan zyne Gebiederen heeft bezorgd - want, werd hier door zowel als door het arresteeren der uit de losse goederen geproflueerde penningen, den weg niet geheel geslooten, om iets, hoe gering ook aan ‘t arrest te onttrekken? wierd de Comp: daar door niet beveiligd, blijven een menigte onverhoopter en onvoorsiene Schadelijk toevallen waaraan de Goederenvan Naturezouden hebben blootgestaan, om nu niet te herhaalen de redeneeringen door den Vertoonder in de behandeling van het eerste poinct aan de intentie van UWelEd: Achtb: en E Achtb: tot Justificatie van zyne gedrag voorgesteld, en welke insgelijke tot betoog van dit derde poinct zouden kunnen werden aangevoerd.’
‘Vergelijken UWelEd: Achtb: en E: Achtb: nu al het tot hier toe betoogde, met het besluit van den Ed: Achtb: Raade van Justitie van den 20:ste Junij, waarbij het Transport der dikwylsgem: huijzen is verklaard nul en van onwaarde tot tyd en wijlen door den Heere Independent fiscaal de noodig Cautie zoude zijn gesteld geworden, dan zullen dezelve zo den Vertoonder vertrouwd, zonder moeite ontwaaren, dat het arresteeren der Kooppenningen niet Strijdig is met dat besluit vooral zo UWel Ed: Achtb: en E Achtb: daar bij gelieven te overweegen, dat de intentie van de Raad van Justitie nimmer kan geweest zijn om door ‘t voorn: besluit de zeekerheid voor de E Comp: te verminderen, maar wel om te verhoeden, dat nietengoedenprijs zou worden geinterverteerd en daar door alle zeekerheid weggenomen welke men anderzints op Goedeofprijs zou hebben kunnen verkrijgen.’
‘Daar het derhalven van agteren bleek, dat de koopschat nog geheel in handen van den kooper was, en dus de reeden van de verniettiging van het Transport ophield, was het de zaake van der Vertoonder om te onderzoeken, waarin meer zeekerheid geleegen was, in het arresteeren der kooppenningen dan wel in het beslaan der verkogte Huijzen, en bevindende gelijk bevorens is beweesen, in het eerste de meeste Securiteit Geleegen te zijn was het notoir de Vertoonders plicht, niet de Huijsen, maar wel de Kooppenningen te arresteeren, zodat, al houd men het dispositif van den 28 Junij voor wettig, de vertoonder even wel nimmer kan g’accuseerd worden daar teegen gehandeld te hebben, te minder daar hij nooit van zig heeft kunnen verkrijgen, in den Raade van Justitie eenig ander oogmerk in Cas Subject te Supponeeren, als de getrouwe behartiging van S’Comp: belangen.’
‘Uit dit een en ander vloeit te gelijk van zelve voort, dat de Vertoonder niet anders zoude hebben kunnen handelen, zonder de dierbaare belangens zyner Superieuren te verwaarloosen en dat het derhalven niet te praesumeeren is, dat hij tot iets anders als het arresteeren der kooppenningen zo wel van de verkogte huijsen als overige lossen Goederen het consent van den Wel Edele Achtb: Heer Gezachhebber heeft verzogt; vooral daar het arrest alleen op de penningen gesproten uit de door de Gemachtigdens van den Heere van Lijnden bij publicque verkooping te gelde gemaakte losse goederen, gelyk zyn WelEdele Acht: schijnt begreepen te hebben verzogt zijnde, de Ver:r zig ten uitersten verantwoordelik zoude gesteld hebben ingevalle het dispositif van den 20: Julij; zij in Cas d’appel dan wel door het opponeeren der exceptie van nulliteit, nietig en van onwaarde was verklaard geworden, want in zodanig geval zou gelijk bevoorens reeds is aangetoond, de Securiteit voor de E Comp: zeer gemakkelijke drie-vierde gedeelte minder hebben kunnen worden, als dezelv thans is -‘
‘De vertoonder had daar en boven; daar hij voor de belangens zyner Heeren en Meesteren, ter goeder trouwe naar zyn beste Kennis en Weetenschap waakte, niet nodig om een consent, te praetendeeren, ‘t welk hem in Cas Subject,ad interesse publicum ageerendeniet wel voeglijk zou hebben kunnen worden geweijgerd, ten zij men hem een beeter en zeekerder middel had weeten aan de hand te geeven om in de uitvoeringe der door UWelEdele Achtb: en E: Achtb: aan den vert:r gegeeven ordre van emploij te kunnen werden gemaakt.’
‘Daar derhalven de Vertoonder behalven de aangetoonde noodzakelijkheid van zijn gehouden gedrag, ook volkomen overtuijgd is, zonder de minste bewimpeling consent tot het arresteeren der kooppenningen van den Wel Edelen Achtb: Heere Gezachhebber te hebben verzogt, en ook g’obtineerd, zo kan hij uit de betuiging vervat in UWelEdele Achtb: en E: Achtb: g’eerde rescriptie van den 27 September Jongstleeden, dat daartoe nimmer is Consent verleend, niet anders opmaaken als dat aan de attentie van zyn WElEdele Achtb: in het verleenen van Consent tot het arresteeren, ‘t geen gewoonlijk zonder diep onderzoek geschied, g’echappeerd is, dat gedeelte van S’ Vertoonder verzoek ‘t welk de kooppenningen der verkogte Huijzen ten doel had.’
‘Dan, hoe zeer den vert: niet gewoon de daaden zijner meede menschen, vooral van zyn Gebiederen uit dien hoofde zeer gaarne vertrouwt, dat de welEdele Achtb: Heer Gezachhebber hem vert:r qualijk heeft begreepen; zo vervallen hier door doen wel geenzints de nadeelige impressien welke, door het geobtineerd Consent in twijffel te trekken, of als gepraetendeert te doen voorkomen, natuurlijk moeten gebooren worden en de Gemoederen van die geenen, welke niet inde gelegendheid of buiten Staat zijn, des vert:rs gedrag van nabij te beschouwen; - Ook zou het laater nageslagt den Vert:r met zodanige, ongunstige Couleuren in deRetroactavan deese Ed: Achtb: Vergaderingen afgemaakt vindende, niet kunne, nalaaten hem als een ontrouwen Dienaar te beschouwen, en misschien zelfs aan te merken als de Oorsaak van onaangenaamheeden waarvan ondertusschen Slegts eenige uitwerksels hem ten deel zijn gevallen.’
‘De Vertoonder zal hier in geen onderzoek treeden, of door het arresteeren der Kooppenningen de procedures tegen den Heere Van Reede van Oudtshoorn, moeten gereekend worden, te Cesseeren; genoeg is het dat de vert:r in zijn gedrage Steeds het waar belang zijner Heeren en Meesteren heeft gevolgd, kunnende in alen gevalle zo hy eerbiedig vertrouwd van hem niet gevergd worden, dat hy om processen leevendig te houden, de zekerheid zijner Gebiederen verwaarloose.’
‘En het is alhier de fudicie van in alles zich te hebben gedraagen, als een getrouw en ijverig Dienaar des E Comp: betaamt welke den Vertoonder thans de Vrijheid doet neemen, om ter wegneeming van alle quaade Impressien, en ter voorkominge van alle nadeelige Consequentien welke by de posteriteit welligt zouden kunnen worden getrokken uit zijn Stilswijgen; zich bij deesen tot UWelEd: Achtb: en E: Achtb te keeren met needrig verzoek, dat dit zyn eerbiedig vertoog niet alleen tot zijn decharge in de Notulen van UWelEd: Achtb: en E Achtb: Vergaderinge moge worden g’insereerd, maar ook tot zijne Justificatie overgezonden aan zijne Hoog Gebiedende Heeren Meesteren, mitsgaders ter kennisse Gebragt der dagelijks uit Neederland verwagt wordende Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal zullende de Vertoonder in alle onderdanigeheid gerustelijk blijven afwagten, hun WelEd: Achtb: en Hoog Ed: besluit ten deesen opzigte.’
’/:ondersotnd:/’
‘’T welk doende &: /:was geteekend:/ J: P: Deneijs /:in Margine:/ Cabo de Goede Hoop den [.....] October 1791.’
‘Extract Resolutie genoomen in Raade van Politie in’t Casteel de Goede Hoop op’
‘Woensdag den 29 Julij 1791.’
‘Bij deese geleegendheid wierd door den Heere Van Oudtshoorn den Raade gecommuniceerd &:a’
‘Over welke materie rijpelijk gedelibereerd zijnde is bestgedagd en beslooten deese zaak te Stellen in handen van het officie Fiscaal, ten einde niet alleen, uit hoofde der ontbreekende, bepaalde Borgtogt ter Somma van van Rd:s 5000 :- maar ook nog ter zaake van de Douane en andere inKomsten dewelke meergem: Heer van Lijnden heeft gepraetendeert aan ‘t officie Fiscaal g’achrocheerd te zijn wanneer desweegens aan de E: Comp: restitutie zoude behoren te geschieden, gelijk ook nog ter zaake van de gewijsdens zo bij de Raad van Justitie alhier als bij provocatie van den Raad van Justitie te Batavia tegens alle Goederen en Effecten door den Heere Fiscaal nagelaaten, zodanige procedures te entameeren als ter behoorlijke Schadeloosstelling voor d’E Comp: en andere G’interesseerdens oorbaar en dienstig zal vinden.’
’/:onderstond:/’
‘Accordeert /:was geteekend:/ G: F: Goetz E g Clercq /:beneeden in margine:/ Coll: /:was getekend:/ N: Boysen.’
‘Gerechtsboode Carel Ewald Ziervogel’
‘Antwoord op de aan ons uit naam van den Heere M:r Jacob Pieter Deneijs pro interim fiscaal alhier, ex officio geexploiteerde Insinuatien, dat wij bereid zijn te consigneeren eene Somma vanTachtig duijzend Guldens Ind: Val:, bestaande in twee Scheepenen Kennissen, ten behoeve van den principaale g’insinueerde gepasseerd, onder speciaal verband van ‘t door zijn E: wel en wettig verkogt huijs en Erf, tot tijd en wijlen Heeren Meesteren omtrend de Inkomsten door onsen Heer Principaal genooten de noodige bepaalingen zullen hebben gemaakt.’
‘Terwijl wij nogthans in de Consignatie, voor zo verre de gewijsdens van den E: Achtb: Raade van Justitie, zo hier als te Batavia betreft, alleenlijk Consenteeren onder deese mits en Conditie, dat aan ‘t oordeel, en de decisie van Heeren Meesteren zal worden overgelaaten, of en in hoe verre een fiscaal gehouden is, eenige kosten te draagen, in processen door hem R: O: en dus om het recht der Hooge overigheid waar te neemen gevoerd, aan welke uitspraak wij ons bij deesen Eerbiedig refereeren.’
‘Wij agten ons tot deese Conditie te meer verpligt, om dat onsen principaal, onder verbeetering van begrip is, dat wanneer een officier der Justitie niet worde gecondemneerd, om als een boete over temerair gevoerde, procedures, uit zijn privé beurs de Kosten te betaalen, maar alleengeneralijk ampshalven,in de koste word verweesen, zodanige kosten als dan behooren te komen ten lasten van den Lande, ten wiens behoeve is geägeerd geworden.’
‘Vertrouwende wij met deeze genereusen offerte aan de minnelijke demarches van den Heer Insinuant voldoende ter hebben beantwoord, en dus gepraevenieerd, die onaangenaame poursuites, welke de heer Insinuant declareerd anderzints te zullen moeten onderneemen.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo de Goede Hoop den 14 Julij 1791. /:was geteekend:/ J: E: van Lijnden geboren Helt, W:S: van Rijneveld qq J: A: Truter qq /:Lager:/ Accordeert /:was getekend:/ G: F: Goetz E g Clercq.’
‘Extract Resolutie genoomen in Raade van Politie In’t Casteel de Goede Hoop.’
‘Woensdag den 20:ste Julij 1791.’
‘Hierop is geleezen een vertoog door den ad interim fiscaal M:r Jabob Pieter Deneijs ingediend houdende verslag van ‘t geen door hem was verrigt, ingevolge het aan hem ter Sessie van den 29 Junij Jongstleeden gedemandeerd, om teegens de nagelatene goederen van den gerepatrieerden Heere Gouverneur Cornelis Jacob van de Graaff en den van hier vertrokkende independent Fiscaal Johan Nicolaas Steeven van Lijnden, zodanige Procedures te entameeren als hij zoude nodig oordeelen, welk Vertoog was Luidende’
Aan den WelEdelen Achtb:e Heere Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber deezes Gouvernements beneevens den E Achtb: Politicquen Raad.
‘Wel Edele Achtbaare Heere! En E: Achtbaare Heeren!’
‘De r:o: verthoonder heeft de Eere UWelEdele Achtbaare en E: Achtbaares bij deesen zeer eerbiedig aan te bieden het antwoord gegeeven zo door de Gemagtigdens van den Gerepatrieerde Gouverneur den WelEdele Gestr: Heere Cornelis Jacob van de Graaff, zynde den Capitain Ingenieur Sebastiaan Willem van de Graaff mitsgaders den Secretaris van den E Achtb: Raad van Jùstitie Willem Stephanus van Rijneveld en den Adjudant Fiscaal M:r Johannes Andreas Truter mitsgaders die van den almeede gerepatrieerde fiscaal independent deeses Gouvernements Johan Nicolaas Steeven van Lijnden van Blitterswijk op zyne door den Gerechtsboode Ziervogel gedaane insinuatie aan de zelven om ingevogle het zeer gevenereerd Raadsbesluit van den 29 Junij a: c:, door dezelve voor eerst geciteerde behoorlijk Cautie gesteld te worden; voor de gewoone en bepaalde Borgtogt, ten bedraagen van Tien Duijzend Ryksdaalders, het welk door gem: Heer Gouverneur is gerefuseert geworden, en aan die van gem: Heer independent fiscaal, zijnde dezelfs huijsvrouw Mejuffrouw Johanna Elizabeth Helt, en bereets geciteerde van Rijneveld en Truter voor de nog ontbreekende Borgtocht van Rd:s 5000 niet alleen , maar ook nog ter zaake van de Duane en andere inkomsten gelijk ook ter zaake van de gewijsdens zo bij den Raad van Justitie alhier, als bij provocatie by den Achtbaare Raad van Justitie des Casteels Batavia.’
‘De R: O: verstout sig UWelEdel Achtbaare en E Achtbaares, met alle gepaste eerbied te verthoonen, of het niet Sufficient genoeg zoude weesen om van bovengem: Gemachtigdens van den gerepatrieerden WelEdele Gestrenge Heer Gouverneur om daar door alle eclat, en opspraak zoo veel mogelijk is, te praevenieeren, te vorderen een Inventaris van Sodanige Goederen, als door deselve hier nagelaaten zijn, en dat zij zig op hun woord van Eer verbinden, om zoodanige penningen, die uit de verkoop van deselve quamen te proflueeren het zij onderhands, dan wel bij publicque vendutie, onder zig te houden en niet te remitteeren, tot tijd en wijlen de WelEdele Hoog Achtb: Gebiedende Heeren en Meesteren, over dit poinct, in quaestie zullen gedisponeerd hebben, dan wel den needrigen Teekenaar met zodanige naadere ordres daaromtrend te munieeren als UWel Edele Achtbaare en E: Achtbaares zullen goedvinden noodzakelijk te zijn.’
‘En dewijl de Gemagtigdens van gerepte Heer Independent fiscaal van Lijnden op het requisit van den onderget: R: O: hebben g’offereert om te consigneeren een bedragen van Tachtig Duijzend Guldens Ind: Val:, bestaande in twee Scheepen Kennissen ten behoeve van hunne principaal gepasseerd, onder Speciaal verband van het door hem wel, en wettig verkogt huis en Erf, al meede tot tijd en wijle de Heeren en Meesteren over het een en ander zullen hebben gedisponeert; zoo Smeekt hij door UWel Edele Achtbaare en E: Achtbaarens gequalificeerd en gesterkt te worden, of hij dat aanbod zal accepteeren, en met dezelve zig te vreede houden, dan wel hem daar omtrend Soodanige ordres te geeven en in te voorsien, als UWel Edele Achtb: en E Achtbaares zullen goedvinden te behooren.’
‘Het is met de volmaakste gevoelens van respect en Submissie dat hij deesen onderteekend in de hoedanigheid van [.....]’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Achtbaare Heere en E Achtbaare Heeren /:Lager:/ UWer WelEdele Achtbaaren en E Achtbaaren onderdanigst, en needrige Dienaar /:was getekend:/ J: P: Deneijs /:in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 19 Julij 1791.’
‘Over de propositie door den ad interim fiscaal bij dat vertoog gedaan met opzigte tot de Goederen van den gerepatrieerde Heere Gouverneur gedelibereerd geworden, zijnde zoo is beslooten &:a’
‘dan omtrend het voorstel om van de Gemachtigdens van den Heere van Lijnden, in plaatse van de gevorderde Borgtocht, te accepteeren de twee Scheepenen Kennissen te zaamen groot Tachtig Duijzend Guldens; is verstaan niet te kunnen of te moogen treeden, dewijl het onmoogelijk is te bepaalen, hoe groot de Borgtocht die den Heer van Lynden hadt behooren te stellen, zou hebben moeten zijn, en is dierhalven beslooten den ad interim fiscaal bij Extract deeses te gelasten zig Stipt te gedragen aan het geen hem bij resolutie deezer tafel van den 29: Junij Jongstleeden dien aangaande is gedemandeert, als steunende op de ordres door de hooge Indiasche regeering gestatueerd, en zo dikwils g’ampliceerd en herhaald, van alle welke ordres zo dezelve niet mogten zijn te vinden onder de retracta tot het Officier fiscaal gehoorende aan hem Copijen in behoorlijke forma zullen worden ter hand gesteld om tot zyne informatie te dienen, en daar van zodanig gebruik te maaken als de pligten, aan het ampt van fiscaal verknogt komen te worden.’
’/:onderstond:/’
‘Accordeert /:was geteekend:/ G: F: Goetz: E g Clercq.’
‘L:a D:’
‘Huijden den 23 Julij 1791’
‘heb ik ondergeteekenden mij vervoegd bij en ter praesentie van Mejuffrouw Johanna Elisabeth Helt beneevens den Secretaris van den Ed: Achtb: raad van Justitie de Heer Willem Stephanus van Rijnelveld en den Adjunct fiscaal M:r Johannes Andreas Truter, en de bijgaande Insinuatie behoorlijk g’exploicteerd, waar van Copia is gerequireerd geworden; en mij voorts van de voorsz: geinsinueerdens eenpaarig tot antwoord gegeeven.’
‘“Wij kunnen in geenen deele in het stellen eener onbepaalde borgtocht treeden en laaten aan den Heer R: O: Insinuant over, om zodanige Messures bij der hand te neemen, als zijn Ed: zal goedvinden, met reserve aan ons, om van onzen Heer princip:ls recht in tijd en wijlen een regtmatig gebruik te maaken.”’
‘Het welk ik relateere mij te zijn weedervaren.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo de Goede Hoop datum ut Supra /:was geteekend:/ C: E: Ziervogel, EG:ts Boode’
‘L:a E’
‘Extract uit de Civiele Rechtsrolle gehouden aan Cabo de Goede Hoop op’
‘Donderdag den 6 Augustus 1791’
‘Den Koopman en pro interim fiscaal de Heer en M:r Jacob Pieter de Neijs, als bij gevenereerde politicque Raadsbesluit zo van 29 Junij als 20 Julij geinjungeerd, en gelast om teegen alle goederen en effecten door den gerepatrieerden Heere Independent fiscaal Johan Nicolaas Steeven van Lijnden alhier nagelaaten zodanige procedures te entameeren als tot behoorlijke Schadeloosstelling der E Comp: en andere g’interesseerdens oirbaar en dienstig zal worden bevonden, req:t’
‘Contra’
‘1:e Mejuffrouw Johanna Elisabeth Helt neevens den Secretaris van den Ed: Achtb: Raade van Justitie deses Gouvernements, Willem Stephanus van Ryneveld en den adjunct fiscaal M:r Johannes Andreas Truter in qualiteijt als Generaale gemagtigdens van gem: heere van Lijnden.’
‘2;e den Vendumeester deeses Gouvernements M:r Cornelis van Aerssen.’
‘3:e den Koopman titulair en oud Landdrost der Colonie Zwellendam Constant van Nult Onkruid, gerequireerdens, de eerstgem: in hunne voorst: qualiteit om te hooren verzoeken decretatie van, en de beijde Laatstgem: omme te obedieeren aan zodanig arrest als den R: O: req:t met praealabele Consent van den E Achtb: Heer Gezachhebber Johannes Isaac Rhenius heeft doen beleggen.’
‘I Op alle de vendupenningen berustende onder den Vendumeester ged: en thans meede ged:e M:r Cornelis van Aerssen.’
‘II Op de penn: van het door denzelven heere van Lijnden aan den meede ged:e Constant van Nult Onkruijt uit de hand verkogte huis en Erf en eenige Meubelen onder evengem: Onkruijt berustende ten bedraage van ƒ80000:-:-:’
‘III Op alle de verdere goederen Effecten Contanten Crediten en wes meer den heere van Lijnden voorm: toebehoorende, en berustende onder de eerstgem:drie gedaagdens, in hunne voorsz: qualiteit.’
‘Ten einde des noods daar aan niet allen naar inhoude van voorwaards gem: resolutien te kunnen verhaalen de ontbreekende Borgtogt van 5000 rd:s beneevens zodanige Somma van Penningen als d’E: Maatschappij ter zaake van de Douane en andere inkomsten welke de Heer van Lijnden heeft gepraetendeert aan het Officie fiscaal geaccrocheert te zijn wanneer desweegens aan d’ E Comp:e restitutie zoude behooren te geschieden zal bevonden worden, te Competeeren, maar ook de kosten der door ged: Heere van Lijnden zo hier ter eerster instantie als in appel te Batavia gevoerde procedures daar uit naar inhoude der resp:ve Gewysdens in allen gevalle te kunnen vinden en naar behooren doen refundeeren.’
‘Wijders nog de drie eerstgem: gedaagdens in derzelver qualiteiten omme te hooren verzoeken dat ‘t voorsz: gedaan arrest zal standhouden en effect sorteeren tot tijd en wijlen weegens het een en ander de geëerbiedigde de ordres der Heeren Meesteren uit het Patria alhier zullen zyn ontvangen.’
‘De ex officio Eijsscher produceert de acte van arrest met het relaas van den boode, beneevens 2 Extract Resolutien van den E Achtb: Raad van Politie het eene van den 29 Junij en het anderen van 20 Julij Jongstl:, doende daarop verzoek als in de praesentatie.’
‘de burger Jacobus van Leeuwen door de drie eerste ged: bij Speciale procuratie behoorlijk gequalificeerd, brengd daar teegen in het volgende.’
‘Wel Edele Agtbaare Heer! en WelEdele Heeren!’
‘Voor de drie eerste Gedaagdens in qualiteit als Gemagtigdens van den gerepatrieerden Heer independent fiscaal Johan Nicolaas Steeven van Lijnden antwoordende, verklaare ik dat daar de heer van Lijnden steeds met die edelmoedige Sentimenten is bezield geweest, om alle die geenen dewelke eenigen den minsten Schijn van pretenzie jeegens zijn E mogten Sustineeren, na behooren, en ten vollen te Secureeren, dezelven zyn gemagtigdens dienstvolgens overeenkomstig de intentie van hunne principaal, by de door een reeds gedaane praesentatie /:van namentlijk de Somma van tachtig duyzend Guldens aan Scheepen Kennissen te consigneeren:/ desnoods nog te willen voegen, alle de onder den Heere Vendumeester berustende penningen dus te zamen een bedraagen van ruim honderd duijzend Guld:s Caabsche valuatie:/ alles egter onder deese mits en Conditie, dat aen het oordeel en de decisie van heeren Bewindhebberen zal werden gedefereerd gelaaten, of en in hoe verre de Heer van Lijnden verpligt zal zijn te betaalen de kosten van procedures waar in zijn Ed: R: O: en dus om het regt der hooge overigheid waar te neemen, is verweesen’
‘Dog bij onverhoopt refuus van deeze genereuse praesentatie; declareeren deselve onder beneficie van dien in cas van Condemnatie aan het arrest te zullen obedieeren voor zo verre onder een ieder van haar, respectivelijk eenige goederen Effecten of penningen zyn berustende, onder eerbiedige protestatie nogthans teegens alle kosten Schaaden en interessen door het dit arrest reeds gehad, en geleeden of nog te hebbenen te Leiden met reserve voor hunnen principaal om desweegens van zyn goed regt zo, en daar het behoord gebruik te maaken.’
‘Voorts verzoeken de drie bovengem: Gedaagdens in hunnen voorsz: Qualiteit te mogen werden gequalificeerd, om diverse uitstaande pretentien zo wel tot de inkomsten van ‘t fiscaal als de particuliere affaires van den Heere van Lijnden, Betrekkelijk welke nog niet zijn g’incasseerd te moogen invorderen ten einde/ ten minsten hier omtrend alle Schaade te verhoeden,’
‘Waarna de R: O: Eisscher verklaarde de zaak aan S’ Raads oordeel over te laaten.’
‘Blijvende egter de qq Ged: bij zyn voortgebragte persisteeren.’
‘En heeft ook gemelde van Leeuwen als Gemachtigde van den Koopman Titulair Constant van Nult Onkruijdt en den Boekhouder Jan Jacob Fredrik Wagener voor den Vendumeester M:r Cornelis van Aerssen, verklaard dat hunne pp:le het onder hen beleggende arrest zullen obedieeren.’
‘De Raad de acte van arrest geleezen hebbende, na overweeging van zaaken decreteert het arrest, als wel en ten rechte gedaan, ordonneerende de respective Gedaagdens ijder in ‘t zijne hetzelve te obedieeren en zal het voorsz: arrest Stand houden en Effect Sorteeren tot tijd en wijlen in gevolge het verzoek van den Officier de ordres der Heere Meesteren uit het Patria alhier zullen zijn ontvangen.’
‘wordende bij deesen ook aan de drie eerste gedaagdens tot ‘t incasseeren der uitstaande pretentien zo wel tot de particuliere affaires van den Heere van Lijnden betrekkelijk qualificatie verleend, mits dat deselve penn: meede worden begreepen onder de termen van het arrest en deese invordering geschiede met Communicatie van de Officier.’
‘Waarna door gem: van Leeuwen het volgende verzoek wierd gedaan.’
‘Wel Edele Agtbaare Heeren!’
‘Terwijl ik uit de pronuntiatie van het dispositif verneem, dat het arrest op alle de Goederen is gedecreteerd en de eerst ged:se nog eenige Effecten by de gedaane publicqen verkooping heeft ingehouden, welke zy thans om ‘t arrest niet kan van de hand zitten, zo hebbe ik Speciaale Last van mijne Principaalen om U Wel Edelen Achtbaren met den vereischten Eerbied te verzoeken, dat dezelve goederen ten overstaan van den heer officier door Heeren Gecomm: uijt deesen Edelen Achtbaren Raade moge werden g’examineerd en na de reële waarde getauxeerd.’
‘de r:o: Eisscher hierop gehoord zijnde, zegt, zulks almeede aan S’ Raads oordeel over te laaten.’
‘Over welk verzoek gedelibereerd zijnde is verstaan de Gemagtigdens van den Heere van Lijnden te qualificeeren om voorsz: goederen nadat daarvan een behoorlijke Inventaris zal weesen geformeerd, met Communicatie egter van den officier te verkoopen, mits blijvende de daarvan geprovenieerde penn: al meede onder ‘t arrest.’
‘En is wijders op t almeede door gem: van Leeuwen qq. daar toe espresselijk gedaan verzoek aen den zelven van de door den R: O: Eijsscher in Judicio geproduceerde Stukken Copie verleend tot Speculatie zynen principaalen.’
’/:onderstond:/’
‘Accordeert /:was geteekend:/ P: Diemel gezw: Clercq.’
‘Extract uyt zeekere Missive geschreeven uit naam van den E: Achtb: Heer Gezachhebber en den E Achtb: Raade van Politie gedateerd 27 September 1791 en gericht aan den E Achtb: Heer Praesident beneevens de verdere Leeden des Raads van Justitie van Cabo de Goede Hoop.’
‘Wij hebben &:a’
‘Dan nadien vervolgens bij het eindigen der deliberatien over dat gewigtig Sujet door den Heere Gezachhebber ter tafel van onzen Raade is overgelegd geworden, een Extract uit de Cevile Rechts rolle op donderdag den 4 August:s Jongstleeden gehouden, ‘t welk zijn E: verklaarde gerequireerd te hebben zo draa als vernoomen, had, dat het daarbij omschreeven Dispositif door UEd: in de waereld was gebragt op een gepraetendeert Consent by den ad interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs van hem Heere Gezachhebber, verkreegen, om onder ‘t verzogt arrest, op de nagelaatene Goederen van den Heere van Lynden ook te moogen begrypen de Koop penningen der hiervorengenoemde Huijzen en Erven met verdere betuiging dat zyn Ed: tot het arresteeren dier kooppenningen nimmer eenig Consent gegeeven, maar begreepen had, dat het arrest alleen was versogt op de penningen gesprooten uit de door de Gemagtigdens van den Heer van Lynden bij publicque verkooping te gelde gemaakte losse Goederen en ons uit dat Extract teffens gebleeken dat UEd: ten zelven dage tegen onzer zoo duidelijke gemanifesteerde intentie hebben gedecreteerd gehad, het evenged: door voorm:te ad interim fiscaal gelegd arrest, op de Penningen uit den gewaanden verkogt de voorschr: Huijzen en Erven geproflueerd zo hebben wij ons niet genoeg kunnen Verwonderen hoe UEd: op den 19 August:s daaraan, aan ons hebben kunnen voordraagen, bedenkingen, door welke UE zijden weerhouden te worden om tot het onmiddelyke effaceeren en Roijeeren der teegens den Heere van Reede van Oudtshoorn verleende Dagvaarding over te kunnen gaan, en die UE noodzaakten onze nadere ordre dienwegens te moeten verzoeken, daar UE egter intusschen door de voorschr: decretatie van het arrest op den 4 Aug:s het transport der meermelde huijzen bereids ruijm 14 dagen vroeger gelegaliseerd en als een gevolg van dien ook de Koop daarvan gewettigd hadden, en zo doende, gemortificeerd het besluit door UE genomen uit hoofde van welk de Gemagtigdens van den Heere van Lynden, vermeend hebben gehad den Heer van Reede van Oudtshoorn in appel te kunnen betrekken, waardoor, gevolglijk door UE in de zaak in questie finaal op nieuw zodanige uijtspraak is gedaan, als waardoor de oorsaaken tot het appel geheel zynde weg genoomen, dus ook de voormelde Citatie van zelfs is komen te vervallen.’
’/:onderstond:/’
‘Accordeert /:was geteekend:/ W: F: V: Rijneveld, Secret:’
Met begeerte dat de praesenten Heeren Leeden op het zelve Stuks hunne advijsen ijder afzonderlijk zouden uitbrengen zo geliefde den Heere Le Sueur te betuigen dat vermeende ten belange van ‘t voors: Schriftuur de Fiscaals te moeten remarqueeren dat indien hij fiscaal zig hadde gedraagen naar het besluit deeses Raads van den 29 Junij Jongstleeden, het welk van hem in Extract is afgegeeven geworden hij als dan niet nodig zouden gehad hebben, en het zelf overbodig geweest zijn de vraage in quaestie aan den Heere Gezachhebber te doen, waarom dan ook oordeelde volkomen te berusten in het declaratoir van zyn Ed:, te meer daar hij Heer Gezachhebber ander zints met dit gepraetendeert Consent zig zelf in het zo kort te voren genoomen besluit onmogelijk konde zijn gelijk gebleeven, dat wijders den ad interim fiscaal zig wel had kunnen menageeren om den Raad voor te ligten in ‘t geen best met s’ Meesters voordeel quadreerde, dewijl dit een verdenking involveerd als of dezelve nalatig was, in dat geen, het welk eene van haare eerste pligten behoord te zijn. - en weshalven om dit een en ander van advijse was dat het Singulier verzoek van meergeciteerden fiscaal diende gedeclineerd en het hier bovengem: vertoog aan den zelven te rug gegeven, te worden.
Terwijl den Heere van Reede van Oudtshoorn omtrend het voorsz: ampel vertoog het welk hij pro interim fiscaal had ingediend, om waare het mogelijk te kunnen Strekken ter Justificatie van zyn gehouden gedrag in de procedures door hem amptshalven tegens de nagelatene goederen en Effecten van den zig van hier geretireerden Independent fiscaal van Lynden g’entameerd, waarvan also bij de resp: Leeden ter rondleezinge gezonden was geweest, visie, hadde gehad, meede van gevoelen was, dat het zelve Singuliere Stuk zo als het legd aan hem pro interim fiscaal diende te werde te ruggeeven, als in ‘t minst niet kunnende Strekken ter zynde verontschuldiging, met Serieuse recommandatie van zig zorgvuldig te wagten, om bij vervolg zoortgelijke Schriftuur weer in te leeveren ende zulks om de volgende reedenen.
Dat wanneer ‘t de intentie deese Raads alleen was geweest de penningen van voorsz: fiscaal van Lijnden zo die onder zijne Gemachtigdens als vreemden berustende waaren, en niet de vaste goederen onder den Coopman titulair Constant van Nult Onkruijt te doen arresteeren en ten einde daar uit te kunnen verhalen de Schaade en het nadeel dat door het niet Stellen van behoorlijke Borgtogt voor ‘t ampt, douane, en verdere nog hangende proceduren door hem fiscaal van Lijnden bekleed, genooten en g’entameerd, de Maatschappij als andere G’interesseerdens zoude kunnen werden toegebragt, men als dan nimmer hem pro interim fiscaal de Nijs bij besluit van den 3 Augustus Jongstleeden zouden hebben g’injungeerd, ende gelast den Coopman Onkruijt te Constringeeren tot het te rug neemen van S’ Meesteren Gerechtigheid het welk hij geweigerd had t’accepteeren.
Dat wanneer aan dees ordre promptelijk was voldaan geworden, hij pro interim fiscaal ook nooijt in de gelegendheid zoude zijn gebragt om met den Heere Gezachhebber gesprekken te wisselen waaruit nu komt te elicieeren begreepen te hebben dat op zijn verzoek om arrest te moogen leggen, welopgem: Heere Gezachhebber met ‘t zelve accordeeren, alleen zou hebben bedoeld de penningen en met de vaste Goederen van den Heer van Lijnden,
Dat door ‘t uytvoeren van de Last hem pro interim fiscaal gegeeven hij zig al wijders zoude hebben kunnen gedispenseerd vinden van bij t meermeld vreemd vertoog aan te toonen dat zijne handelwijze ten op zigte der nagelaatene Goederen van dikwyls gem: Heer van Lynden en wel insonderheid met betrekking tot het arresteeren der kooppenn: onder voorseide Coopman Nult Onkruijdt gehouden, overeenkomstig was met regt en reeden, Strookte met d’ intentie deezer Vergaderinge en quadreerde met ‘t belang der E Comp: - Terwijl de beijde eerst aangehaalde reedenen, niet van hem gevorderd zijnde, wat het laatste betref dat hij gerust aan deesen Raade had kunnen en behooren over te laaten, en dat, gesteld eens het zo dukgeciteerde vertoog konde als eens worden geaccepteerd, het zelve dan nog nimmer tot het einde of oogmerk waartoe het zelve zoude moeten dienen in de Notulen deeses Raads zoude mogen werden g’insereerd alzo der Notulen en Resolutien niet werden gehouden en te boek gesteld, tot dees en zoortgelijke Eijndens, maar om daar uit ten allen tijde te kunnen doen consteeren het verhandelde bij den Raade zelve mitsgaders welke Leeden in die besluiten al ofte niet hebben geconcurreerd gehad, ofte wel van een contrarie Sentiment zijn geweest.
Dan vermits meer welgemelde Heere Gezachhebber tegens eene zodanige te rug gaave van ‘t voorsz: vertoog des Fiscaals Deneijs quam te opperen dat daar door aan zijn Edele zoude werden benoomen, de gelegendheid om ‘er in der tijd het vereyschte gebruik van te kunnen maaken, wanneer te rade zoude werden omtrend het zelve op een gepaste wijze gestand te doen zijn Ed: bereids gedaane declaratie van nimmer deszelfs toestemminge tot het arresteeren der kooppenningen van de door den Heere van Lijnden aan de Coopman Onkruijt verkogte huijzen te hebben gegeeven, welke declaratie zijn Ed: andermale bij deeze occasie op ‘t Stelligst geliefden te herhaalen en voorsz: Heeren Le Suëur en Van Reede van Oudtshoorn van de gegrondheid deezeer aanmerkinge zig gereedelijk hebbende laten convinceeren diensvolgens ook wel hebben willen desisteeren, van derzelver overeenstemmende begeerte dat ‘t gedagte vertoog zoude werden te rug gegeeven,
Is dienvolgens als nu met unanimiteit van Stemmen beslooten, het zelve vertoog ten gebruike van den Heere Gezachhebber op ‘t Secretarij te doen Seponeeren, onder ernstige recommandatie aan dikwils gemelde pro interim fiscaal Deneijs zig voorthaan wel zorgvuldig te wagten, omme immermeer dier gelijke insimuleerende en op zo vreemde verzoeken uitlopende geschriften aan deesen Raade over te leggen, bij poene van anders doende het hoogst ongenoegen deeses Raads te zullen incurreeren.
En nadien welopgem: Heere Gezachhebber ook nog heeft gelieven over te leggen eene Memorie van zodanige Graanen als in ‘t gepasseerde Boekjaar van 1790/1 - met ’ t freguat de Meermin uit de Mosselbaaij alhier zyn aangebragt waaruit Consteerd dat door d’ Overheeden 26 7/8 Mudden Tarw, 1 1/8 Boonen 5/8 Erwten en 1 mud Garst meer zijn uitgeleverd geworden, als de gepermitteerde afschrijvinge dicteerd zo is verstaan het bedragen van dien den Capitain en Capitain Lieutenant op derzelver zoldijreekeningen in maniere als volgd te doen ten goede brengen te weten.
Nederlands geld | Ducatons van 66 Stf: Nederl: Geld | Indias Geld van 80 Stf: p:r Ducaton | |
26 7/8 Mudden Tarw | ƒ157:13:08 p:s | 47 103/132 | ƒ191:02:08 |
1 1/8 d:o Boonen | d:o 9:18:-: | 3:-:-: | d:o 12:-:-: |
5/8 d:o Erwten | d:o 6:17:08 | 2 1/12 | d:o 8:06:08 |
1 d:o Garst | d:o 2:18:08 | - 39/44 | d:o 3:10:08 |
Telt te zaamen | ƒ214:19:08 | ||
Over zulx voor reecq: van den Capitain | ƒ143:06:08 | ||
En van den Capitain Lieutenant | d:o 71:13:-: | ||
Komt als boven | ƒ214:19:08 |
Nederlands geld | Ducatons van 66 Stf: Nederl: Geld | Indias Geld van 80 Stf: p:r Ducaton | |
26 7/8 Mudden Tarw | ƒ157:13:08 p:s | 47 103/132 | ƒ191:02:08 |
1 1/8 d:o Boonen | d:o 9:18:-: | 3:-:-: | d:o 12:-:-: |
5/8 d:o Erwten | d:o 6:17:08 | 2 1/12 | d:o 8:06:08 |
1 d:o Garst | d:o 2:18:08 | - 39/44 | d:o 3:10:08 |
Telt te zaamen | ƒ214:19:08 | ||
Over zulx voor reecq: van den Capitain | ƒ143:06:08 | ||
En van den Capitain Lieutenant | d:o 71:13:-: | ||
Komt als boven | ƒ214:19:08 |
Wijders wierd door den Burger Petrus Ignatius Mareez ingediend het volgend Request.
Aan den Wel Edelen Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en dies Ressorte benevens den E Achtb: Raad van Politie deeses Gouvernements.
‘Wel Edele Achtbaare Heer! En E: Achtb: Heeren!’
‘Uwer Wel Edele Achtb: en E Achtb: zeer nedrigen Dienaar Petrus Ignatius Mareez geeft net den meesten eerbied te kennen.’
‘dat den Suppl:t na gedaane inspectie van daar toe expres geCommitt: Heemraaden der Colonie Stellenbosch en Drakenstein blijkens Extract Resolutie deesen annex de dato 6 Maart 1786 op zyne gedane instantiën de permissie heeft geobtineerd, omme van den Gerepatrieerden Heere Gouverneur Cornelis Jacob van de Graaff, den Eijgendom te verzoeken van zeeker Stuk Lands ter groote van twee Morgen geleegen aan des Suppl:t woonplaats in de zoogenaamde france hoek .’
‘dat den Suppl:t door Welopgem: Heere Gouverneur g’ordonneerd zijnde daarvan alvorens een Caart te doen formeeren, best heeft gedagt, een convenable gelegendheid afte wagten, ten einde de Swaare kosten die tot zoortgelijke private Commissien geimpendeert worden zoo veel mogelijk te menageeren.’
‘dat nu onlangs eerst aan des Suppl:t intentie heeft kunnen worden voldaan blijken de meede overgelegde en daarvan geformeerde Caart.’
‘Reedenen om welke den Suppl:t zeer needrig is verzoekende dat het U WelEd: Achtb: en Ed Achtb: gelieve te behaagen zonder betaling van eenige recognitie of belasting hoe ook genaamd als zynde zulks in t jaar 1786 nog niet in train gebragt geweest:/ dikgem: twee morgen Lands aan den Suppl:t in Eigendom te vergunnen.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende /was Getekend:/ P: J: Maree.’
waarop ter consideratie der in ‘t ged:e verzoek Schrift ter nedergestelde reedenen goedgedagt en beslooten is het verzogte Stuk Lands ter groote van twee Morgen in de fransse hoek gelegen aan den Suppl:t in Eygendom te verleenen, zonder dat denzelven daarvoor eenige recognitie aan d’ E Comp: zal behoeven te betalen,
Door den Burger Guilliam de Toit meede bij Requeste verzogt geworden zijnde dat aan hem in Eigendom mogte werden vergund zeeker Stukje Lands insgelijks ter groote van twee morgen geleegen in het zogenaamde Dal Josaphats , over de Berg-Rivier , breeder vermeld bij het hier onder g’insereerd Extract uit de Resolutien genomen in Vergadering van Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch op den 5 December des voor Leeden Jaars, waaruijt onder anderen meede consteert dat hetzelve is gepriseert geworden op een Somme van Een hondert en Twintig Caabse Guldens.
‘Extract Resolutie Genoomen in Vergadering van Land-drost en Heem-raaden, aan Stellenbosch .’
‘op’
‘Maandag den 5 December 1791.’
‘Wordende voorts het door den Burger Guilliam du Toit in vergadering van de Maand September des gepasseerden Jaars 1787 verzogte en op ingekomen rapport van gecommitteerde Heemraaden dat dies uitgaave niemand zoude praejudicieëren aan denzelven provisioneel g’accordeerde en toegemeeten Stukje Lands ter grote van twee morgen tot een Erf in het zogenaamde Dal Josaphats over de Bergrivier geleegen, zynde voor een gedeelte ten eenemaal onvrugtbaar voor eene Somma van Eenhondert en Twintig Caabsche Guldens gewaardeert en aan hem du Toit toegestaan om den Eigendom van dat Land, en der betaling van evengem: Somma tot een erkentenis aan de E: Comp: bij den WelEdelen Achtb: Heer Gezachhebber en Achtb: Heer Gezachhebber en Achtb: Raade van Politie nader te mogen requestreeren.’
’/:onderstond:/’
‘Accordeert /:was getekend:/ J: P: Faure Secret:s’
zo is verstaan het gem: Stuk Lands insgelijx voor d’evengem: erkentenisse van 120 Guldens aan voorsz: du Toit in Eijgendom af te Staan.
Waar en teegen een zoortgelijk Request door Carel Benedict Smiekenbekker gepraesenteerd, tendeerende om ook een Strookje Lands ter groote van Twee Morgen en Een honderd twee en Dertig quadraat roeden onder dit Caabsche District beoosten de windberg aan de zwarte Rivier geleegen, in Eigendom te mogen hebben aanvankelijk ten fine van examinatie en tauxatie zal werden gesteld in handen van Commissarissen uit den Raade van Justitie, om naderhand wanneer uit het in komen berigt van gedagte Commissarissen zal komen te blijken dat de uitgave van ‘t voorsz: Strookje Lands tot niemands Præjudice kan verstrekken finale dispositie te erlangen.
Terwijl wijders op nog diversse andere Schriftelijke Supplicquen door de hieronder vermelde persoonen ingediend het navolgende, is geaccordeerd geworden.
te weeten
Aan het Geweezen Engelsche Opperhoofd van Ganjang , de Heer Henrij Crawford, om vermits hij door de gelukkige herstelling zijns Huijsvrouw, nu wederom in staat is naar Europa te kunnen Rhijsvorderen, met meede neeming zijner evengem: Huijsvrouw in name Elisabeth Crawford en hun Lieder vier Kinderen mitsgaders vier Domesticquen P:r ‘t aanweezend Ceijlons Retour Schip Christophorus Columbus naar Nederland te mogen overvaaren, mits voor dees passage zo voor zig zelve als zyne evengem: famielie en Domesticquen, te zamen uitmakende 10 Persoonen in S’ Comp:e Cassa betalende eene ronde Som van Rd:s 1174:-:-
Aan Mejuffr: Susanna Basset huijsvrouw van den Suratsen Directeur den Heer Abraham Josias Sluijsken die ter herstelling haarer gezondheid in den voorl: Jaare van ‘t Schip de Leviathan , alhier is agtergebleeven om neevens haar dogtertje, Charlotte en twee Lyf Eigenen Jan en Lucia genaamd al meede met evengem: Bodem Christophorus Columbus haare Rhijze naar ‘t Vaderland, te vervorderen, en de zulks mits voor d’evengem: Lijfeigenen het nog onvoldane ordinair Transport en kostgeld, gereekend van Colombo naar Neederland, en van daar wederom te rug, alvorens alhier werde betaald.
Aan Den Boekhouder van S’ Comp: Equipagie pakhuijzen Petrus Johannes Truter, om zijn zoontje Johannes Christoffel Truter met het ter rheede Leggend Chinas Retourschip Blitterswijk onder betaling van het gewoone passage geld om in de Cajuijt gelogeerd, ende getracteerd te werden insgelijks naar Nederland te zenden.
Aan Den met ‘t Schip Vredenburg te repatrieeren Staanden Collonel en geweezen Chef der Arthillerij alhier den Heere Philippus Hermanus Gilquijn om met zig te moogen meede neemen een Slaave Jongen genaamd Lubin van Bengalen , en een vrygegeeven Kind van drie Jaaren oud, met name Philip van de Caab, mits voldaan werde het geusiteerd Transport geld voor de heen en weeder rhijze van deselve Slaaf dog van ‘t Kind alleen voor de passage van hier naar ‘t Vaderland.
Aan Den Opperman en geweesen Opperhoofd van ‘t Generale Soldij Comptoir te Batavia Cornelis Sinkelaar die met het ter rheede leggend Schip Horssen van evengem: Hoofdplaats aan deesen uithoek aangeland is om daar en teegen ter zaake zijner indispositie tot eene nadere Scheepsgeleegendheid alhier te mogen overblijven.
en Aan den Mattroos Hendrik Hijns van Cabo de Goede Hoop om uit den dienst der E: Comp: te mogen te rug treeden in zyn aangebooren Burgerregt deezer plaatze.
Hebbende den Raade wijders goedgevonden de Petitie lijsten van benodigde Equipage goederen voor de zoevengem: Retourscheepen Vreedenburg en Horssen neevens de Pacquet Boot, ‘t Haasje door de Capitains dier Bodems Hans Christiaan Christiaanssen, George Philippus Gas en Ditmar Smit ingeleeverd ten fine van Examinatie te doen Stellen in handen van den Equipage meester deeses Gouvernements Cornelis Cornelisz dog daar en teegen het onderzoek in hoe verre de gevorderde Suppletie van provisien voor evengem: Pacquet - Boot conform de ordres zal behoren te geschieden, aan den Negotie overdraager Van Eerten te demandeeren ten eijnde het volstrekt benodigde vervolgens aan gem: Kielen te doen verstrekken
Terwijl teffens verstaan is op den Eijsch van benodigde Provisien en Equipagé Goederen door den Heer Jan Swinnaas Loncq Commandeerde S’ Lands Brigantijn de Mercuur ingeleeverd alle de Articulen die aan handen zijn, en zonder eijgen ongerief gemist kunnen werden, door de Respect:ve Administrateurs te doen afLangen, en het ontbreekende in zo verre te bekomen zal weezen, teegens betalinge uit S’ Comp:s Cassa te laaten inkoopen.
Hierna door den onderafgesz: gage gestelden Adsistent Wilhelmus Kolver te kennen gegeeven zijnde dat in den Jaare 1791 ter remise naar ‘t Patria voor zyn eigen Reekening in S’ Comp:s Cassa had geteld een Somma van Een honderd en Sesthien Ducatons om aldaar te werden ontfangen door Jan Voogd Makelaar te Rotterdam , dog dat deselve Jan Voogd zig uit Rotterdam voormeld geabsenteerd hebbende zonder behoorlijke volmagt tot den ontfangst dier Somme agter te laten, hij dierhalven het gunstig voorschrijvens deezer Regeering aan de Hoog Gebiedende Heeren Meesteren kwam nodig te hebben om de gem: penningen in steede van door deselve Jan Voogd als nu door deszelfs Vader Hendrik Voogd, meede te Rotterdam Woonachtig te kunnen doen ontfangen zo is op deszelfs hierop gedane instantige bede goedgevonden Hoogstged:s Heeren Majores bij voorkomende Convenable geleegendheid en faveure van den Suppl:t t’ onderhouden en onderdaniglijk te verzoeken dat het gem: in in den voorleeden Jaare door hem Kolver geremitteerd bedragen van een honderd en sesthien Ducatonnen in Steede van aan de Makelaar Jan Voogd, nu aan zyn vader Hendrik Voogd te Rotterdam, moge werden uitbetaald, die den Suppl:t niet alleen tot den ontfangst authoriseeren maar te gelijker tijd ook Lasten zal haar WelEdele Hoog Agtb: voor de ged:e belating te indemniseeren, ofte wel in behoef van hooggst deselve de nodige Cautie van restitutie te passeeren ingevalle zulks mogte werden vereijscht.
Laatstelijk is op ‘t onderstaande request door den Weesmeester Pieter Laurens Cloete gepraesenteerd,
Aan den Wel Edelen Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber beneevens d’ E Achtb: Heeren Raden van Politie deezes Gouvernements.
‘Wel Edele Achtbare Heer! En Edele Achtbare Heeren!’
‘Geevt respectuëuselijk te kennen UWelEd: Achtb: Dienaar Pieter Laurensz Cloete.’
‘dat hy Suppl:t g’inclineerd zijnde met de Successivelijk van hier te vertrekken staande Retour Scheepen, wijnen in differente fusten naar ‘t VaderLand te zenden, bij deesen de vrijheid neemt UWel Edele Agtb: en E Agtb: te Suppliceeren, hem daar toe de noodige permissie te verleenen; Edog daar hij Suppl:t in ‘t zeekere onderrigt is, dat hoogst deselve geformeert plan, van bevragting voor als nog geen overslag hebben gemaakt, wat eigentlijk aan vragtpenn: voor het Transport van dat product van hier aan de E Comp: moet worden betaald, en mitsdien bedugt is, dat hem in de aanstaande verzending hier door eenige hinder zal werden g’occasioneert, zo verstout hij zig UWel Edele Achtb: en E: Achtb: by deesen op ‘t Eerbiedigst te declareeren, dat hij zig zal Submitteeren, en door zijne Gevolmagtigdens in Nederland aan d’ E: Comp: zal Laaten voldoen zodanig bedragen voor vragt, als Heeren Bewindhebberen op eene billijke wijze zullen komen te vorderen, met instantig verzoek wijders dat aan hem van de also in te Ladene wynen de nodige Cognoscementen mag werden afgelegd.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende /:was Getekend:/ P: Laurensz Cloete’
In Consideratie genomen zijnde dat terwijl bereids voor Lange alhier zyn aangebragt de Conditien waarop d’ E Comp: heeft vrijgesteld, het Transporteeren van Particuliere Goederen, van en naar Oostindien met haare eygene Scheepen zonder dat men egter als nog ontfangen heeft d’ordre om ingevolge deselve conditien alhier eenige goederen op vragt te moogen accepteerren; terwijl intusschen behalven gem: Cloete ook nog verscheyden andere Ingezeetenen die door hunne Correspondenten uit Europa van den bovengem: Conditiën meede zyn voorsien geworden hebben Komen te verzoeken wynen, Aloé en andere Articulen meer met de aanweesende Scheepen ingevolge deselve op vragt naar ‘t Vaderland te moogen zenden, beslooten uit aanmerking dat hoogstged: Gebiederen lange voor dat ‘t afLaaden van eenige andere goederen was vrij gelaate, de Ingezeetenen deser Colonie wel gunstig hebben gelieven toe te staan, wynen op vragt in S’ Comp: Scheepen te moogen doen embarqueeren niet alleen aan voormelde Cloete te permitteeren de voorsz: bij hem opgegeevene wijnen, te mogen afzenden onder Consideratie dat de Vragt navolgens de Jongst gemaakte bepaling gereekend tegens ƒ32:-:-: voor ieder Legger in Nederland zal werden betaald, en dat teffens de alzo af te Ladenen wijnen op de Cognoscementen van ijder Schip zullen werden bekend gesteld, terwijl na gedane verkooping ‘t provenue derzelve ter ordre van haar Wel Edele Hoog Achtb: in ‘t vaderland betaald werden, zal aan zodaaanige Persoon ofte Persoonen, als zij tot den ontfangst zal komen te authoriseeren, en te volmagtigen, maar ook op de voorschr: wyze aan alle andere Ingezeetenen, provisioneel deselve permissie en vryheid t’accordeeren, ten welken eynde het publicq by een expres Billiet zal werden geadverteerd dat een ijgelik die geneegen mogt weesen op dees’ wijse eenige afscheep van wijn te doen, vrijheid zal hebben het zelve ten Negotie Comptoire te mogen opgeeven, ten einde in tijds geinformeerd te kunnen werden of de ruimte in den Bodem, waarmeede hij de verzending zoude wenschen te Laaten geschieden, de voorgenomene aflading al ofte niet zal koomen toe te laaten.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare voorschr:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] My præsent E: Bergh p:l Secret:
C. 203, pp. 174-182.¶
Zaturdag den {17920407} 7 April 1792
by omvraage, alle præsent.
Door den Capiteijn Jan Janszen Louwritz, Commandeerende het Ceilons retourschip Christophorus Columbus , overgelegd zynde een Resolutie genoomen in de Scheepsraad aanboord van die Bodem; op den 26 Maart deezes Jaars, waardoor bij den gem: Raad in plaatse van den overboord gevallen Capiteijn Luitenant Johannes Jacobus van Harpen wederom was aangesteld den Luitenant Anthony van Wymeren en in Steede van deeze tot Luitenant den Sous Luitenant Salomon Willem van de Graaff, mitsgaders ter plaatsvulling van deeze tot Sous Luitenant den Constapels-maat Paulus Roos, zo zijn de drie voorsz: persoonen in deeze hunne verkreegene qualiteiten nader bevestigd met halveering der gage welke zij bevoorens hebben genooten, en die welke voor hunne presente qualiteiten is bepaald, en zulks onder hoog-gunstige approbatie der Heeren Majores in Patria.
De Capiteijn Gerrit Esman voerende het van China retourneerde Schip Blitterswijk ingediend hebbende een Lijst der provisien en verdere benodigdheeden, welke hij op Schriftelijke ordonnantie van den eerste Super Carga te Canton heeft moeten afgeeven ten behoeve van het Schip Alblasserdam , met verzoek dat aan hem zodanige quantiteiten der afgegeevene Goederen moesten worden gerestitueerd, als hij tot het volbrengen zyner reise zou komen te benoodigen en nadien dit verzoek in allen deelen overeenkomstig is met de advijsen door den gemelde eerste SuperCarga en Raad te Canton aan deezen Raade afgegeeven, zo is best gedagt, en dienvolgens beslooten, de voorsz: Lijst te stellen in handen van den Negotieoverdraager Casparus van Eerten, omme voor ‘t geene den voormelde Capiteijn Esman van de afgelangde Goederen, zal komen te benoodigen de vereischte ordonnantiën te vervaardigen.
Door den Heere Gezachheber in deszelfs qualiteit als Hoofdadministrateur vervaardigt zijnde eene Memorie over zodanige Goederen als door de Overheeden van de Scheepen Vreedenburg en Horssen , ten deeze Gouvernemente zo te veel als te min zijn uitgeleeverd, is deselve Memorie bevonden van volgend inhoud.
‘Memorie van de nabesz: Rijst, Arak, &:a uit de Ladingen van de Scheepen, Vreedenburg en Horssen van Batavia voor dit Gouvernement aangebragt, meerder en minder als aangeslagen uijtgeleeverd, alles volgens verklaringen van Gecommitteerdens deezen annex namentlijk’
‘Uit ‘t Schip Vreedenburg ‘
‘Uit ‘t Schip Horssen ‘
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 5 April 1792 /:was geteekend:/ J: I: Rhenius.’
Zo is daarop beslooten dezelve goederen in maniere als volgt op de Soldijreekeningen der Overheeden te belasten en ten Goede te brengen.
D'Opperhoofden van het Schip, Vreedenburg , werden op Reek: van Zoldijen ten goede gebragt, te weeten | ||||
ten Goede | Nederlands Geld, | Ducatons van 66 St:vers Nederl: geld | Indias Geld van 80 St:vers p:r Ducaton | |
30 lb: | Coffij boonen zynde 2 pC:t uitkoops | ƒ12:-:- | p:s 3 7/11 | ƒ 14:11:- |
14 d:o | Waschkaarsen d:o 3 d:o 1/2 Cap:l advans | d:o 19:03:- | d:o 5 53/66 | d:o 23:04:- |
10 d:o | Catoen d:o 2 d:o 1/2 d:o d:o | d:o 2:01:08 | d:o -: 83/132 | d:o 2:10:08 |
12 d:o | Peper d:o 2 d:o uitkoops d:o | d:o 5:08:-: | d:o 1 7/11 | d:o 6:11:- |
224 d:o | Poederzuiker d:o 3 d:o d:o | d:o 39:04:- | d:o 11 29/33 | d:o 47:10:- |
26 Cann: | Arack zynde 1 1/3 d:o 7:m d:o | d:o 11:05:- | d:o 3 9/22 | d:o 13:12:08 |
te Saamen | ƒ107:19:- | |||
Komt voor Reek: van den Capt:n 2/3 | ƒ 71:19:08 | |||
Komt voor reek vanden Capt: Lieut: 1/3 | d;o 35:19:08 | |||
Als boven | ƒ107:19:- |
D'Opperhoofden van het Schip, Vreedenburg , werden op Reek: van Zoldijen ten goede gebragt, te weeten | ||||
ten Goede | Nederlands Geld, | Ducatons van 66 St:vers Nederl: geld | Indias Geld van 80 St:vers p:r Ducaton | |
30 lb: | Coffij boonen zynde 2 pC:t uitkoops | ƒ12:-:- | p:s 3 7/11 | ƒ 14:11:- |
14 d:o | Waschkaarsen d:o 3 d:o 1/2 Cap:l advans | d:o 19:03:- | d:o 5 53/66 | d:o 23:04:- |
10 d:o | Catoen d:o 2 d:o 1/2 d:o d:o | d:o 2:01:08 | d:o -: 83/132 | d:o 2:10:08 |
12 d:o | Peper d:o 2 d:o uitkoops d:o | d:o 5:08:-: | d:o 1 7/11 | d:o 6:11:- |
224 d:o | Poederzuiker d:o 3 d:o d:o | d:o 39:04:- | d:o 11 29/33 | d:o 47:10:- |
26 Cann: | Arack zynde 1 1/3 d:o 7:m d:o | d:o 11:05:- | d:o 3 9/22 | d:o 13:12:08 |
te Saamen | ƒ107:19:- | |||
Komt voor Reek: van den Capt:n 2/3 | ƒ 71:19:08 | |||
Komt voor reek vanden Capt: Lieut: 1/3 | d;o 35:19:08 | |||
Als boven | ƒ107:19:- |
D'Opperhoofden van het Schip Horssen werden op reek: van Zoldijen ten goede en ten laste gebragt, als | |||||
ten Goede | Nederlands Geld | Ducat: van 66 St:vers Nederl: Geld | Indias Geld van 80. St:vers p:r ducaton | ||
10 lb | Catoen, zynde 2 pC:to 1/2 Capt:l advans | ƒ 2:01:08 | p:r - 83/132 | ƒ 2:10:08 | |
21 d:o | Coffyboonen d:o 2 d:o uitkoops d:o | d:o 8:08:- | d:o 2 6/11 | d;o 10:03:08 | |
180 d:o | Poederzuijker als | ||||
155 lb | de Gevalideerd wordende 3 pC:to | ||||
25 d:o | aan overwigt | ||||
180 d:o | Poederzuiker zynde 3 pC:t uitkoops | d:o 31:10:- | d:o 9 6/11 | d:o 38:03:08 | |
12 lb | Waschkaarssen d:o 3 d:o 1/2 Cap:l advC: | d:o 16:08:- | d:o 4 32/33 | d:o 19:17:08 | |
82 Cann: | Arack zynde 3 pC:t r:m uitkoop | d:o 35:10:- | d:o 10 25/33 | d;o 43:-:08 | |
Te Saamen | ƒ113:15:08 | ||||
Komt voor reecq: van de Capt: 2/3 | 75:17:- | ||||
d:o d:o d:o d:o d:o Lieut: 1/3 | 37:18:08 | ||||
als Voorsz: | ƒ113:15:08 | ||||
ten Lasten | Nederlands Geld | Ducat: van 66 St:vers Nederl: Geld | Indias Geld van 80. St:vers p:r ducaton | ||
33 lb | Peper, Zynde 1 1/8 pC:to nett:o uitkoops | ƒ 14:17:- | p:s 4 1/2 | ƒ 18:-:-: | |
Hier op 25 pC:to verhoging zijnde | |||||
-:-:- | -:-:- | 4:10:- | |||
Teld | ƒ 22:10:- | ||||
Komt voor reecq: van den Capitain 2/3 | ƒ15:-:- | ||||
Komt voor reecq: van den Capitain Luitenant 1/3 | d:o 7:10:- | ||||
als Gem: | ƒ 22:10:- |
D'Opperhoofden van het Schip Horssen werden op reek: van Zoldijen ten goede en ten laste gebragt, als | |||||
ten Goede | Nederlands Geld | Ducat: van 66 St:vers Nederl: Geld | Indias Geld van 80. St:vers p:r ducaton | ||
10 lb | Catoen, zynde 2 pC:to 1/2 Capt:l advans | ƒ 2:01:08 | p:r - 83/132 | ƒ 2:10:08 | |
21 d:o | Coffyboonen d:o 2 d:o uitkoops d:o | d:o 8:08:- | d:o 2 6/11 | d;o 10:03:08 | |
180 d:o | Poederzuijker als | ||||
155 lb | de Gevalideerd wordende 3 pC:to | ||||
25 d:o | aan overwigt | ||||
180 d:o | Poederzuiker zynde 3 pC:t uitkoops | d:o 31:10:- | d:o 9 6/11 | d:o 38:03:08 | |
12 lb | Waschkaarssen d:o 3 d:o 1/2 Cap:l advC: | d:o 16:08:- | d:o 4 32/33 | d:o 19:17:08 | |
82 Cann: | Arack zynde 3 pC:t r:m uitkoop | d:o 35:10:- | d:o 10 25/33 | d;o 43:-:08 | |
Te Saamen | ƒ113:15:08 | ||||
Komt voor reecq: van de Capt: 2/3 | 75:17:- | ||||
d:o d:o d:o d:o d:o Lieut: 1/3 | 37:18:08 | ||||
als Voorsz: | ƒ113:15:08 | ||||
ten Lasten | Nederlands Geld | Ducat: van 66 St:vers Nederl: Geld | Indias Geld van 80. St:vers p:r ducaton | ||
33 lb | Peper, Zynde 1 1/8 pC:to nett:o uitkoops | ƒ 14:17:- | p:s 4 1/2 | ƒ 18:-:-: | |
Hier op 25 pC:to verhoging zijnde | |||||
-:-:- | -:-:- | 4:10:- | |||
Teld | ƒ 22:10:- | ||||
Komt voor reecq: van den Capitain 2/3 | ƒ15:-:- | ||||
Komt voor reecq: van den Capitain Luitenant 1/3 | d:o 7:10:- | ||||
als Gem: | ƒ 22:10:- |
Aldus Geresolveerd Ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschr:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] In Kennisse van mij E: Bergh p:l Secret
C. 203, pp. 183-190.¶
Woensdag den {17920411} 11 April 1792
bij omvraage, alle Praesent,
Door den Capiteijns van de Scheepen de Meermin , Hoornweg , Oosthuijzen , Alblasserdam , Blitterswijk , en Christophorus Columbus , overgelegd zijnde de Eijsschen van zodanige Equipage Goederen, als zij komen te benoodigen, omme hunne respective Bodems in Staat van reijsvordering te brengen, zo is beslooten alle de voorsz: Lijsten te Stellen in handen van den Equipage meester Cornelis Cornelisz; omme des nodig oordeelende de g’eischte verstrekkingen te doen.
De Capitijns Louritsz en Malet voerende de evengem: Retourscheepen Christophorus Columbus en Alblasserdam al verder bij Requesten verzogt hebbende dat hen mogten worden gesuppleerd zodanige Randsoenen, als door eerstgem: gedurende de rheijze aan een vermeerderd getal Mansschappen by zyn vertrek van Ceijlon , aan boord van zynen Bodem geplaatst en laatstgenoemde, in Steede van de randsoenen, welke hij door het verbranden der Bankzaal van zyn Schip te China kwam te ontbreeken aan de Randsoenen om de reise te kunnen vervorderen zo is verstaan beide die Requesten te Stellen in handen van den Negotieoverdraager Casparus van Eerten omme zig in de bereekening der Randzoenen, daarna te reguleeren.
Voorts is aan den Capitain der Burgerij Philippus Albertus Meijburg gepermitteerd te mogen afscheepen 25 Legger Caapse wijn uit zijn eige wijngaards geperst; mits dezelve wyn door zyne waagens van buiten aan ‘t Zeehoofd worden gebragt zonder in eenig pakhuis aan deeze hoofdplaats te worden opgeslaagen;
Wijders door den Heer Cassier overgelegd zijnde eene Notitie der persoonen, welke de Gelden die zij ter remise naar Europa onder Ultimo Maart hadden mogen tellen, niet in de Cassa der E: Comp: hebben gebracht, zo is goed gevonden de voorsz: notitie te inhandigen aan de Heeren Le Sueur en Van Reede van Oudtshoorn, met verzoek over de daarbij vermelde Somma van 1725 Ducatons zodanige repartitie te maaken als hun Ed: na billijkheid zullen vermeenen te behooren.
Door den Heere Dispencier van Rheede van Oudtshoorn te kennen gegeeven zijnde dat er in S’ E’ Comp: Dispens een totaal gebrek aan vaderlansch vleesch, Spek en Olijven Olij kwam te zijn, welke Articuls nogthans ter proviandeering van S’ E’ Comp: retourscheepen, niet kunnen worden ontbeerd, zo is bij den Raade beslooten uit het Schip Oosthuijzen te ligten 8 Vaten Spek 12 Vaten Vleesch en 8 halfaamen Olijven olij waarvan bij vertrek van die Bodem kennis zal worden gegeeven aan de Heeren der hooge Indiasche Regeering, en teffens eerbiedig bericht, dat deesen Raade zig in de onmogelijkheid bevind de voorsz: provisiën te rembourseeren, nadien de Heeren Majores bij de beantwoorde Eisch voor dit Gouvernement hebben gelieven te bepaalen dat van de voorsz: Articuls waarvan den Eisch nogthans zoo modicq mogelijk was gemaakt slechts een vierde gedeelte zou worden voldaan terwijl men de Heeren Majores eerbiedig zal verzoeken de voorsz: Articuls aan Batavia te willen doen remplaceeren.
Wyders door den Heere Gezachhebber in deszelfs qualiteit als Hoofd administrateur vervaardigt zijnde de ondervolgende Memorie over zodanige Clappusolij als door de overheeden van ‘t Ceilons retourschip Christophorus Colombus te veel is uitgeleeverd geworden.
‘Memorie van de nabesz: Clappusolij In ‘t Schip Christoffel Columbus van Ceilon vor dit Gouvernement afgelaaden, volgens verklaring van Gecommitteerdens al hier te min uitgeleeverd. Namentlijk’
‘56 Cann: Clappus Olij op 1152 Cann: en 12 heele Aamen bij pijling Minder als zynde daar van 3 van 2, 8 van 3, en 1 van 5 d:m wan bevonden zijnde 4 7/8 pC:to Sch:s’
’/:onderstond:/’
‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 11 April 1792 /:was getekend:/ J: I: Rhenius.’
Waarop verstaan is dezelve Meerderheid op Reek: der Scheepsoverheeden in maniere als volgt te Laaten belasten.
D' Opperhoofden van 't Schip Christoffel Columbus werden op Reecq: van Zoldijen ten Goede gebragt, te weeten. | ||||
Nederl: Geld | Ducatons van 66 St:vers Nederl: Geld | Indias Geld van 80 St:vers p:r Ducaton | ||
36 | Cann: Clappus Oly zynde 3 1/8 pCt: netto tegens 1/2 Capt:l advans | ƒ28:15:- | p:r 8 47/66 | ƒ34:17:- |
Komt voor reecq: van den Capit:n - 2/3 | d:o 23:04:08 | |||
Komt voor reecq: van den Capt: Lieut:t - 1/3 | 11:12:08 | |||
Als boven | ƒ34:17:-: |
D' Opperhoofden van 't Schip Christoffel Columbus werden op Reecq: van Zoldijen ten Goede gebragt, te weeten. | ||||
Nederl: Geld | Ducatons van 66 St:vers Nederl: Geld | Indias Geld van 80 St:vers p:r Ducaton | ||
36 | Cann: Clappus Oly zynde 3 1/8 pCt: netto tegens 1/2 Capt:l advans | ƒ28:15:- | p:r 8 47/66 | ƒ34:17:- |
Komt voor reecq: van den Capit:n - 2/3 | d:o 23:04:08 | |||
Komt voor reecq: van den Capt: Lieut:t - 1/3 | 11:12:08 | |||
Als boven | ƒ34:17:-: |
Aldus Geresolveerd Ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare voorsz:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] In Kennisse van mij E: Bergh p:l Secret
C. 203, pp. 191-199.¶
Vrijdag den {17920413} 13 April 1792
bij omvraage alle Praesent demptis d’ Heeren Gordon en de Wet.
Door den Capiteijn Dinant Visser voerende het Bataviasch Retourschip Hoornweg ingedient zijnde het volgend Request.
Aan den Wel Edele Agtb: Heere Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber, beneevens d’ E Agtb: Heeren Raaden van Politie deezes Gouvernements.
‘Wel Edele Achtbare Heer! En Edele Achtbaare Heeren!’
‘Geeft met verschuldigd respect te kennen de Capitain van ‘t ter rheede leggend retourschip Hoornweg , Dinant Visser.’
‘dat aan de Equipagie van zijnen onder hebbende Booden te Batavia is verstrekt geworden randsoenen vor hondert en Een Koppen tot de rhijze naar Neederland, dog dat daar, na nog twee en twintig Koppen op zijnen Bodem zyn geplaatst geworden, d’ Equipage dienvolgens bij de monstering is bevonden te bestaan in een honderd drie en twintig Koppen, om welke reedenen de Suppl:t UWelEd: Achtb: en Ed: Achtb: ootmoedigst Suppliceert om met een Surplus van randsoenen voor Twee en twintig Koppen te worden bygestaan en nadien den Suppl:t na zijn vertrek van de Bataviase Rheede zijn Schuijt heeft komen te verliesen blykens eene desweegens door zyne officieren verLeende verklaring deesen in allen eerbied geannexeerd, zo neemt hij de vrijheid UWel Edele Achtb: en E Achtb: ootmoedig te Solliciteeren met een ander S’ Comp:s weegen te worden geadsisteert.’
’/:onderstond:/’
‘’T welk doende &:a /:was getekend:/ D: Visser’
Zo is verstaan de Negotieoverdraager te qualificeeren om bij de bereekening der randsoenen voor evengemld Schip ten goede te brengen zodanige provisien dranken &:a als door den Capitain Visser hebben moeten worden verstrekt aan 22 Man waarmeede zijne equipage na den ontfangen zyner Victualien is vermeerderd geworden terwijl de Schuijt volgens verklaring der Scheepsoverheeden verlooren geraakt, als by gebrek aan diergelijke vaartuigen niet kunnende worden gesuppleerd, ten minste pryze zal worden ingekogt door den Equipagemeester en vervolgens uit de Cassa der E: Comp: betaald.
Wyders door diverse Persoonen bij Requeste onderscheiden verzoeken gedaan zijnde.
zo is,
Aan den Mattroos Frans Bruul van deesen Uithoek geboortig dewelke zijnen verbonden tijd behoorlijk heeft uitgediend, gepermitteerd alhier te mogen verblyven en derhalven in Burgervrijdom hersteld.
Aan den vryswart Sonnalia van Bengalen, welke bevorens alhier heeft gedomilicieerd en thans met het Portugeesch Schip Resolucao wederom in deese Colonie is gearriveerd, om in dezelve te moogen blijven.
Aan den Mattroos Erich Heg; om beneevens zyne beijde kinderen Jacob en Börge Heg per het Schip Hoornweg naar Nederland te mogen vertrekken mits onderafgeschreeven gage, en voor de Kost Scheepsdienst doende.
Aan den op ‘t permanent Freguat Schip de Meermin bescheidene Cadet Petrus Johannes Schierhout, om in zijne qualiteit te worden geplaatst op ‘t naar Chinas bestemd Schip Oosthuijzen .
Aan den Bastaard Hottentot Kobus om per het portugeesch Schip S:t Peter van hier te mogen vertrekken.
Aan den Capitain Jan Jansze Louwritz om per zyne onderhebbende Bodem Christophorus Columbus naar Nederland te moogen overvaaren, een Slaaven meisje genaamt Theresia mits daarvoor betaalende het ordinair daar voor betaalende het ordinair transport en kostgeld voor de reize van hier naar Nederland en te rug.
Aan Gerrit Esman Capitain van ‘t Retourschip Blitterswijk om tot Provisie voor hem en zyne Passagiers te mogen afscheepen.
Aan Ventura Martines Capitijn van het Spaansch Schip Aguila Imperial om te mogen aflaaden, de volgende Provisien, als
Laatstelijk door den Heere Dispencier van Reede van Oudtshoorn te Kennen gegeeven dat zich in S’ E Comp: Dispens geene genoegzaame voorraad van Spek en vleesch bevond om de ter Rheede Leggende Scheepen daarvan behoorlijk te Kunnen voorsien, met verzoek qualificatie te moogen erLangen tot den inkoop van zo veel gezoute Kaapsch vleesch en Spek als tot het victualieeren van de gemelde Scheepen zou komen te ontbreeken in welk versoek gecondescendeert zijnde zo is de Heere van Reede van Oudtshoorn gequalificeerd tot den inkoop van
ofte zo veel meerder ofte minder als benodigt zal weesen.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschr:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] In Kennisse van mij E: Bergh p:l Secret
C. 203, pp. 200-299.¶
Dingsdag den {17920417} 17 April 1792
S’ voormiddags alle praesent behalven den Heere Gordon.
Met de op den 29 der afgeweekene maand Maart alhier g’arriveerde PacquetBoot t Haasje den Raade ter eeren zijnde toegebragt eene Missive Sub dato 24. Januarij bevoorens door haar hoog Edelheedens de Heeren der hooge indiase Regeering herwaards geschreeven en dezelve Missive, na dat geresumeerd waren de Resolutien onder den 3, 7d:o 11 en 13 deeser genoomen heeden door den Heere Gezachhebber ter dispositie voorgelegd weezende, zo is verstaan.
dat om te voldoen aan haar WelEdele Groot Agtb: ordre om een of twee maaten waarmeede de naar Batavia afgescheept werdende Tarwe de Scheepsoverheeden ter deeser plaatse toegemeeten werd, over te zenden, ten eijnde bij d’ontscheeping der met Tarw beladene bodems te kunnen werden gebruikt, om te verifieeren, of en in hoe verre de herhaalde doLeantien dier overheeden wegens de verantwoording der door hen van hier aangebragte werdende Tarw bij gewigte, terwijl zij dezelve bij de Maat komen te ontfangen op eenigen grond gefundeert mogt zijn, niet alleen bij eerstvoorkomende occagie naar gem: Hoofdplaatse zal werden gezonden twee ordinaire Scheepels, waarvan alhier in ‘t graan maguazijn bij de beLading der Scheepen gebruik werd gemaakt, maar bovensdien bij alle geleegendheeden, wanneer eenige afscheep van dat graan voor Batavia zal komen geschieden, ook nog deselfde Scheepel, waarmeede de toemeeting aan d’ Opperhoofden van zodanige Bodem zal zyn gedaan geworden: dan aangezien den Heere Dispencier by deese geleegendheid heeft komen te declareeren dat de Swaarte der Graanen welke aan deesen uithoek werden gecultiveerd, zo onderscheijden is als de differente Streeken waar in de wasschen, waar door het gebeurd dat in een en ‘t zelfde maguazijn werd opgelegd Koorn, waarvan d’ordinaire mud tot 180 lb komt te weegen, terwijl een gelijke mud van een ander niet ver van d’eerstgeleegene plaats of oord naauwlijks het gewigt van 160 Ponden kan haalen en er gevolglijk ook in de Swaarte Schier van ijder Scheepel Tarw eene merkelijke differentie plaats heeft, die het volstrekt ondoenlijk maakt, met eenige Juistheid te kunnen bepalen, welke swaarte d’ingelaadene Tarw in deszelfs geheele quantiteit komt te bevatten; zal men aan haar WelEdele Groot Achtb: teffens met allegatie van dit een en ander d’onmogelijkheid demonstreeren, om insgelijks bij overzending van Tarw op te kunnen geeven de Ponden, welke de gebruikte en overgezonden werdende maat of Scheepel heeft ingehouden, zodanig, dat men er bij d’ontlossing met eenige mogelijkheid zeker op zoude kunnen afgaan, terwijl men weldezelve te gelijker tijd op dit Sujet alverder onder ‘t ooge brengen zal, hoe onnoodzaaklijk eene Sodanige ongewisse opgaave in allen gevalle zoude weesen, dar dog bij de afleevering van het geambarqueerd werdend koorn altoos by de meeting en vullen der zakken of den Capiteijn zelve, of wel een van zijne officieren, naar deszelfs eijgene keuse komt te adsisteeren, aan wien, wel verre van eenig empechement toegbracht te werden, integendeel volkomen vrijheid werd gelaaten, toe te zien en te zorgen, dat men met de toebedeelde maat bij de uitleevering niet alleen overvloediglijk uitkomen, maar bij voorkoming van extraordinaire Spillagie, zelfs nog iets overhouden kon.
dat wijders concerneerende de g’ordonneerde afvordering der door de overheeden van ‘t Schip d’ Eenparigheid ter gem: Hoofdplaatse te min uitgeleeverde Arthillerij goederen aan wel opged:e Heeren der hoge indiase Regeeringe pligt Schuldig kennisse zal werden gegeeven dat, Schoon in deezen niet Letterlijk aan den ontfangenen Last heeft kunnen werden voldaan, aangezien het voorzeide Schip d’ Eenparigheid bereids voor Lange van hier was afgerijsd, alvorens haar WelEdele Groot Agtb: thans verhandeld werdende g’eerbiedigde Letteren bij deese Regeering zijn ontfangen geworden, men egter om te zorgen, dat het bedragen dier Arthillerij Goederen ten behoeve der Maatschappij gerecupeert wierde, niet heeft nagelaaten bij eerstvoorkomende Scheepsgelegendheid de bevorens ontfangene aanreekening der gemelde goederen naar ‘t Vaderland over te zenden, ten eijnde d’Opperhoofden aldaar op hunne reekening van Zoldijen te Kunnen werden belast.
dat haar Wel Edele Groot Agtb: insgelijks op ‘t Articul rakende de afschaffing der verstrekking van fransche witte wijn aan de Scheepen en ‘t Substitueeren van Caabse wijn in dies Steede, zullen werden gerescribeerd, dat gemerkt hieruit is te weege gebragt eene Considerable vermeerdering in den Eijsch van dat vogt tot groot voordeel der ingezeetenen deezer Colonie die anders geen aanmerkelijk debet omtrend dit product hebben gehad, men dien volgens ook zorgen zal, dat de gedaane petitie niet alleen in zijn geheel werde voldaan, maar dat ook de versonden werdende wijnen in haare Soorten van de beste qualiteiten zullen zijn.
dat middelerwijlen van ‘t Articul, waarbij Haar Hoog Edelens welderzelver besluit communiceeren, om de Talck of Roet jongst met het Schip Willem de Vierde van hier ontfangen , uit aanmerking van dies Slegte hoedanigheid als bij examinatie met Schapen Smeer vermengd bevonden zynde, per publicque vendutie te doen verkopen, om het minder tendement dit Gouvernement aan te reekenen, ten eynde door de Leveranciers te werden vergoed, extract zal werden afgegeeven aan den Negotie overdrager Casparus van Eerten, omme, gelijk hij bij deezen gelast werd, niet alleen de ordonnantien te vervaardigen, van ‘t bedraagen het welk bevonden zal werden aan de E Comp: te moeten werden goedgedaan, en dezelve ordonnantien de gezegde Leverantiers ter behoorlijker tijd toe te Schikken, maar vervolgens ook te zorgen dat de geciteerde vergoeding dadelijk effect kome te Sorteeren.
dat ook met betrekking tot de assignatie die ‘t haar WelEdele Groot Achtb: heeft gelieven te behagen op dit Gouvernement te verleenen, in faveur des boedels van wijlen den Major in ‘t Regiment van Wurtemberg Johan Isaac Hakman, deselve assignatie by de praesentatie gehoorzaamelijk aan den houder zijnde d’ OnderCoopman en auditeur Militair Gabriel Exter, zal moeten werden voldaan gelijk Heer Cassier dienvolgens tot de voorsz: voldoening gequalificeerd werd bij deesen.
En dat eyndelijk, nopens het poinct, rakende ‘t adres door den Schipper en verdere officieren van ‘t particulier Schip de drie Gebroeders , aan haar Hoog Edelens ingediend, waarbij de primitive oorzaaken der aan boord van dien boodem gedurende deszelfs rhijse van hier naar Batavia geheerscht hebbende zwaare Ziektens en Sterfte onder d’ Equipage, toegeschreeven werd aan de plaatsing van ziekelijke aan diversse quaalen Laboreerende Manschappen, op gemelde Kiel in Remplacement der zodanigen die wegens derselver indispositie ten deezen Hospitaale hebben moeten agterblijven, met bijvoeging van ‘t evengem: Origineel adres, het welk na gedaan gebruik zal moeten worden te rug gesuppediteert, Extract zal werden ter handen gesteld aan den Equipagemeester deeses Gouvernements, den Zoldij boekhouder en den Eerste Opperchirurgijn van S’ Comp: evengem: Hospitaal, ten einde bij retour van voorm: bodem de drie Gebroeders , na Nederland, wanneer Staande deszelfs aanweezen, aan dit Gouvernement door de Examinatie van de Monsterrol, en het aanboord gehoudene Journaal daar toe geleegendheid weezen zal, na te gaan en te onderzoeken, mitsgaders vervolgens aan deesen Raade te berigten, van welke onderscheidenen Posten de op het meergeciteerde Schip de drie Gebroeders geplaatste Manschappen bij den anderen zijn gebragt geweest, en in wat Staat van gezondheid deselve zig by hunne inscheeping hebben bevonden, mitsgaders of de Contagieuse ziektens die binnen boord hebben gegrasseerd gehad haare oorsprong zo als zulks bij ‘t voorm: addres werd opgegeeven, hebben ontleend uit de debiliteit en naaktheid dier Lieden, dan of niet eerder de uit Nederland aangebragte Equipage zelve tot die Epidemien aanLeijding heeft gegeeven door ‘t onmatig en excessief gebruik van Vrugten en andere ververschingen, gedurende de legdagen van ged: Bodem ter deezer Rheede gelijk daartoe allen grond, van vermoeden is, gemerkt de zo dikwils geciteerde Overheeden zelve bij hun meermeld addres aan haar WelEdele Groot Achtb: zeggen, dat niettegenstaande geduurende de gantsche rhijze tusschen Nederland ende Caap niet meer dan 4 Man overleeden en slegts 5 ander ziek alhier aangebragt waren, egter bij de afrhijze van hen zo dukgenoemde Bodem van deese plaatse bereids Successivelijk zeven en Negentig Impotenten naar ‘t Hospitaal zijn afgescheept geweest, invoegen het natuurlijk is te veronderstellen, dat het overige volk de eerste oorsaaken dierzelfde ziektens ook al voor hun vertrek van hier zal hebben onder de Leeden gehad.
Hierna zynde geleezen het onderstaande berigt door den Heere de Wet, aan wien bij besluijt van 27 Maart Jongstleeden d’examinatie van ‘t te Batavia g’emaneert Placcaat nopens de Heffing van den 50:ste penning is opgedragen geweest met op zicht tot dit onderwerp ingediend
Aan den Wel Edelen Achtb: Heer Johannes Issak Rhenius Gezachhebber benevens den Edelen Achtb: Raade van Politie.
‘Wel Edele Achtb: Heeren!’
‘Aan den ondergeteekende is bij besluijt deezer Tafel van den 27 Maart J: L: gedemandeerd, om het door de hooge Indiasche Regeering, betrekkelijk het heffen van den 50:ste penning, bij forma van Liberale Gifte herwaards gezonden Placcaat, de dato 11 October 1791 met alle naauwkeurigheid na te gaan, en aan UWelEd: Achtb:s te berigten, hoe de heffing der voorsz: impositie, /:gesteld dat deselve bij de komst der hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal absolut zal moeten effect Sorteeren:/ best na de plaatselijke gesteldheid van dit Land zoude kunnen geschieden, en welke Veranderingen dus in de forme van het geciteerde placcaat, zoude dienen gemaakt te worden.’
‘Ten dien einde heeft den ondergeteekende, dan zonder verzuim, het placcaat geexamineerd; En daar het aan hem terstond, bij lectuure is gebleeken, dat naar de intentie van Hoogstgem: hooge Indiase Regeering, bij Art: 26 en 27 van het zelve Placcaat gemanifesteerd, de interpretatiën en alteratiën welke naar de gesteldheid van dit Land, daar omtrend zoude moeten plaats hebben, hoofdzakelijk zullen geleegen zyn, in het benoemen van Commissarissen, - de bepaling zo wel van de termynen, als de wijze op welke hier, en in de respective buitendistricten de liberale gifte zal werden opgebracht, - en het plaatsen der offerkisten daartoe vereijscht werdende, zo heeft den ondergeteekende tevens nodig geoordeeld, te onderzoeken, op welken voet alhier in den Jaare 1752, insgelijk den 50:ste penning is geheeven geworden, ten einde met meerder fundament en gerustheid aan UWel Ed: Agbt: te kunnen opgeeven, welke bepaalingen, ook thans van de zijde der Regeering zouden behooren gemaakt te worden, om naarvolgens de g’Eerbiedigde aanschrijvens van meer hoogstgem: Hoog Ind: Regeering, het overgezonden placcaat tot het innen van den 50:ste penn: hier ter plaatse te doen dienen.’
‘Bij dit ondersoek is het aan den ondergeteekende, onder Correctie, te voren gekomen, dat de arrangementen hier omtrend, bij Resolutie deeser tafel van den 6 Junij 1752 gemaakt en vast gesteld, voor zo verre dezelve op de teegenwoordige gesteldheid der Colonie toepasselijk zijn, met weglatinge egter van deeze en geene poincten welke haare bijzondere applicatie op het destijds g’emaneerd placcaat hebben gehad, thans ook met betrekking tot het voor handen zynde placcaat, zoude kunnen en behooren te werden geadopteerd en gevolgd, ten minsten en in allen gevalle dat, den 50: penn: geheeven moetende werden, men daar in op geen andere wijze als naar het voorschrift welke deswegens bij dezelve Resolutie word aangeteekend gevonden, zoude kunnen te werk gaan.’
‘Ingevolge welk Ricthsnoer den ondergeteek: dan onder verbeeteringe van gevoelen is, dat de voorsz: Liberale gifte alhier aan de Hoofdplaats zoude behooren te worden gefourneerd en ook desweegens den Eed afgelegd in handen van expres benoemde Gecommitt:s bestaande uit drie S’ E Comp: Dienaaren en drie van Burgerweegen, die bij beurte zoude moeten zitten en aan de welke om ‘t werk van de penne te verrigten twee Clercquen zouden dienen te werden toegevoegd.’
‘Dat in de respective Buitendistricten zouden moeten vaceeren de Landdrost neevens twee Heemraaden en twee Krygsofficieren van het zelve district welke door Landdrosten- Heem- en KrijgsRaaden elk in het haare uijt de bekwaamste persoonen behooren te worden benoemd, en voor het aanvaarden hunner Commissie herwaards zouden moeten opkoomen om den daar toe staande Eed afteleggen - Terwijl de Secretarissen de gem: Collegiën zouden dienen te worden gelast, om ijder in zijn departement by deeze Commissie de pen te moeten voeren.’
‘Dat voorts ook om in deesen met alle mogelijke Spoed voor te vaaren, en op alle Swarigheeden die zig in ‘t uitvoeren hiervan zouden Kunnen opdoen onder approbatie der Regeering de nodige ordres te Stellen twee Leeden Uwer Wel Ed: Agtb: Vergadering tot OpperCommissarissen zouden behooren benoemd te worden.’
‘Dat door den Soldijboekhouder deeses Casteels zoude moeten worden geformeerd eene Lyst van alle S’ Comp:s Dienaaren, die ter plaatse in weesen zullen worden bevonden, en door Burger-raaden eene Lijst van de onder de Caab bescheijden zijnde Burgers; vrijswarten, en alle andere dergelijke persoonen, burger neering doende beijde om te dienen tot naricht van Commissarissen, die hier aan de Caab tot ‘t heffen der meergem: liberaale gifte of 50 penn: zullen vaceeren, - Terwijl voor Commissarissen in de buiten districten zoude moeten dienen de naamlijsten der Ingezetenen welke op de drostdijen berusten.’
‘Dat volgens het 24 Art:l van ‘t voorsz: Placcaat tot het fournissement vereijscht werdende, de helfte in Contante klinkende Goud of Zilver Munt ende wederhelfte in BankCertificaten of Credit brieven,dit Laatste zoude behoren te worden g’altereerd met te bepaalen, dat de weederhelft der Liberale gifte zal worden opgebragt ingangbare papiere of Cartonne Munt,uit hoofde dat alhier geene Bank Certificaten of Credit brieven in roulance zijn.’
‘Dat Commissarissen deezer hoofd plaatse op zodanige Termijnen als UWel: E: Agtb: zullen gelieven te bepaalen, zoude behooren te vaceeren alhier in de Gereformeerde Kerk van S’ morgens te agt tot elf Uuren, en dit namiddags van drie tot vijff uuren, en des namiddags van de Buiten districten ten huijse van de respective Landdrosten, zynde den ondergeteekende egter van oordeel dat de Termijnen van Betaling aan de Caab, de Coloniën Stellenbosch en Draakensteijn van drie tot drie Maanden zoude kunnen loopen, dog dat daar toe in de Colonies Swellendam en Graaff Rijnet wel vijff maanden werden vereijscht.’
‘En gelijk men ook in den Jaare 1752 de LandLieden welke zig met de veeboerderij erneerden; waaronder wel de meeste wierden gevonden die van Contanten of Zilverwerk om den 50 penn: daarmeede te voldoen, ontbloot waaren is te gemoed gekomen, met aan hen vrij te laten om de liberaale Gifte te fourneeren met vee; zoo zoude den onderget: daar deze Swarigheid als nog in der daad exteerd, almeede hierop geen ander expedient kunnen vinden.’
‘Weshalven hij dan van oordeel is dat aan de opgezeetenen in de buiten districten welke niet vermogend zijn om de 50:e penn: in Contanten Specien te voldoen na alvoorens zulks ingevolge het het hier by geannexeerd formulier, onder Solemneele eede te hebben verklaard, vrijheid zou behooren te worden Laaten om gedagte Liberale gifte te fourneeren, met vee, zo van Ossen, Koeijen, Schaapen of Paarden, te weeten met voor elk Hondert Stuks, bij hen beseeten wordende Twee, en na rato van hun verder bezit, zo veel meerder aftegeeven, mits dat het beestiaal door de respective Landdrosten en verdere benoemde Commissarissen in ijder district, voor goed en deugdzaam, word gehouden.’
‘Zullende Landdrosten en verdere Commissarissen het in diervoegen ontfangene vee, van tijd tot tijd kunen versenden, na een der S’ E: Comp: Posten in hunne respective districten Leggende, om daarover vervolgens door UWel Ed: Achtb: nader, zodanig gedisponeerd te werden als men ten meesten voordeele der E Comp: oordeelen zal te behooren.’
‘Terwijl inmiddels Landdrosten en Heemraaden op het nadrukkelijkste zouden behooren te worden gerecommandeerd, om wel zorg te draagen, dat geen oud, Slegt of onbequaam Bestiaal worde Geleeverd, of daaromtrend eenige malversatie gepleegd.’
‘Dat ook belangende den Eed, die door den Heer Gezachhebber en de Respective heeren RaadsLeeden, voor het fourneeren dier liberale gifte zal moeten worden afgelegd, den onderget: meede welvoeg’lijk oordeeld dat welgem: E Achtb: Heere Gezachhebber die aan handen van ‘t oudste Lid Uwer WelEdele Achtb: Vergadering, en de verdere Heeren Leeden, aan handen van den heer Gezachhebber komen, te praesenteeren, en dat voorts de weduwen van Leeden deezes Raads denzelven Eed aen handen der twee te benoemene opperCommissarissen zouden behooren af te leggen.’
‘En zoude den ondergeteekende laatstelijk vermeenen dat van deese interpretatien aan een ijgelik, tot narigt en obedientie zoude behooren te worden kennis gegeeven, bij publicatie en affictie van een daartoe expres opgesteld placcaat in zelvervoegen als met zeer veel overlegd, bij het heffen van den 50:ste penn: in den jaare 1752 heeft plaats gehad.’
‘Hiermeede dan vermeenende aan de g’eerd intentie Uwer WelEd:e Achbt: te hebben voldaan, betuijgd den onderget: overigens met alle hoogagting te zijn.’
’/:onderstond:/’
‘WelEdele Achtb:e Heeren, /:lager:/ UWelEd:e Achtb: onderdaanige Dienaar /:was geteekend:/ O: G: de Wet; /:in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 17 April.’
‘Formulier van den Eed voor de geene die de liberale gifte in de buiten districten voor zig zelven in bestiaal zullen willen fourneeren.’
‘Ik verklaare en zweere dat ik na mijn beste kennisse; in zo na als mij mogelijk is geweest op den voet, bij het placcaat van de Hoog indiasche Regeering van den 11 October 1791 uijt gedrukt de overslag en begroting van het zuijver beloop der waarde van alle mijne goederen, en bezittingen hoe ook een genaamd, en waar die geleegen zijn, of zig mogten bevinden, hebbe gemaakt, en dat ik als onvermogend zijnde om dit nader te kunnen doen, conform het desweegens gearresteerde bij de regeering alhier de liberale gifte daarvan zonder fraude en ter goede trouwe zal fourneeren, in goed en deugdzaam bestiaal, zo van ossen, koeijen, Schaapen of Paarden, genoomen, en gecalculeerd na de proportie en waarde van mijn ander vee, te weeten met van ijder hondert Stuks van dien twee af te geeven, en voorts nog zo veel meerder na rato van de verdere goederen bij mij meede bezeeten wordende; Ende zulks met er daad ten langsten in een, twee, drie of vier Termijnen, insgelijks op den voet, en na het voorsz: placcaat verval, en dat ik in gevalle naderhand nog ietwes van mijne goederen en bezittingen tot mijne kennisse mogten komen, ‘t geen bij nadere inadvertentie was overgeslagen, ook daarvan twee perCent respective in maniere als boven fourneeren zal,’
‘Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig - zo is wegens de aangeleegendheid der zake, goedgevonden, alvorens eenige dispositie op het voorsz: berigt te neemen, het zelve eerst ter afzonderlijke lecture bij de respective Heeren Leeden des Raads te doen rondzenden.’
‘Vervolgens ook door den Heer van Reede van Oudshoorn ter voldoening aan het van zijn Ed: gevorderde bij evengem: Resolutie van 27 der evenafgeweekene Maand Maart geproduceert zijnde, de navolgende door den Oud Ondercoopman Jan Hoetz en praesenten baas van S’ Comp: post de Rietvalleij George Frederik Langejan ter zijner Requisitie verleende beëedigde verklaring.’
‘Huiden den 10 April 1792’
‘Compareerden voor mij Willem Stephanus van Rijneveld Secretaris van den Ed: Achbt: Raad van Justitie deezes Gouvernements præsent de natenoemene getuigen den oud Onderkoopman d’ E: Comp: Jan Hoetz en den baas van S’ E: Comp: Post de Rietvalleij , George Fredrik Langejan beijde van Competenten ouderdom, dewelke ter requisitie van den Opperkoopman en lid van den E: Achtb: Raad van Politie, mitsgaders Dispencier deezer hoofdplaatse de E Achtb: heer William Ferdinand van Rheede van Oudtshoorn, verklaarden, hoe waar is.’
‘Dat de Comp:ten als den een na den anderen Successivelijk zeedert den Jaare 1776 het Commissariaat van S’ E Comp: buijten posten en de directie over de Zoutpannen daarbij waargenomen hebbende, door den E: Achtb: Heer Requirant, verzocht zijn geworden, om inspectie te neemen van zodanige paalen als op last van de regeering deezer platze, langs die Zoutpannen waaren geplant, met de daar aan hegtende bordjes dienende tot waarschouwinge dat niemand, door dezelve zoude vermogen te rijden, goed en na behooren gesteld waaren in gevolge van welk verzoek de Comp:ten zig op de 29 en 30 der laastverlopende Maand Maart zig derwaards vervoegd hebben, alwaar hun naar een naauwkeurige beschouwinge, is komen te blijken dat die paalen zodanig waaren geplaatst als best tot goede voorsieninge en in acht neeminge de voorsz: pannen konde verstrekken mitsgaders om een ijder de oude beneeden weg die van de Zout rivier of eigentlijk van de nieuwe mond naar de doordrift van de groote Zoutpan leid, en een gedeelte van de weg naar de blaauwe berg en Koebergen uitmaakt, behoorlijk aan te wijzen’
‘Dat ook de weg die zeedert wijnige Jaaren over het Eiland is genoomen geenzints dezelve is welke bevoorens algemeen mogt werden gebruikt, en om welke te passeeren men zig bij Sommige tijden, uit hoofde van het op verscheidene plaatzen gevondene welzand, wel zorgvuldiglijk zoude gewagt hebben,’
‘Dat de Comp:ten by deese geleegendheid teffens geexamineerd hebbende welke van beijde weegen te weeten de ordinaire beneeden weg ten Z: O: van de pannen en diep rivier , die ter passage is vrijgelaaten, of die zeedert korten tijd over ‘t Eiland, is gebaand voor de langste kan worden gehouden zij Comp:ten bij ‘t afrijden derzelve naar ‘t horologie gereekend, hebben ondervonden, dat zo als de weg over ‘t Eiland niet langer, derzelve althans ook niet korter is.’
‘Dat voorts met het berijden van die verbooden weg veel nadeel aan de Zoutpannen werd toegebracht, door dien het zand dat anders door de Z: O: Wind in de pannen alleen waaijd, nu met het los rijden dier weg met alle winden naar derwaards word gedreeven; ‘t welk tot groot nadeel van den Pachter verstrekt, daar men om dien weg te bereijken zig niet ontziet om dwars door de pannen, in zommigen, van welke het zout zig reeds gezet had, te reijden.’
‘Betuijgende de tweede Compt: weijders dat hij den weg van de eerste paal over den drift, en over ‘t Eiland tot aan de laatste paal aan de nieuwe mond , zelve naauwkeurig afgegaan hebbende die distantie bevonden heeft, te zijn; 4790 treeden, en den afstand van dien nieuwen mond tot de drift langs de oude ordinaire weg 4635 treeden dus het different van den weg over ‘t Eijland die langer is, hondert vijf en vijftig treeden uitmaakt,’
‘Hebbende den tweede Comp:t intusschen ook nog op den 5:e deezer maand April ontwaard dat er aan de ten bovengemelde einde geplaatste paalen zeeven bordjes manqueeren, welken volgens ‘t geen de Comp:t vermeend te hebben kunnen bemerken, met geweld of op eene moedwillige wijze zijn afgeslaagen geworden terwijl hij Comp:t ook nog reflexie heeft geslaagen op twee bordjes die gescheurd waaren.’
‘Niets meer verklarende geeven den Comp:ten voor reedenen van Weetenschap, als in den text bereid zijnde het voorenstaande des geeischt wordende met Eede te bevestigen.’
‘Zynde hiervan geexpedieert twee eensluijdende afschriften.’
‘Dat aldus passeerde in ‘t Casteel de Goede Hoop ter praesentie der Clercquen Jan Bernhard Hoffmann en Nicolaas Johannes Kerman, als Getuijgen / die de minute deezes beneevens de Comp:ten en mij Secretaris meede behoorlijk hebben onderteekend.’
’/:onderstond:/’
‘Quod Attestor /:was geteekend:/ W: S: v: Ryneveld Secret:’
‘Recollement.’
‘Compareerden voor ons ondergeteekende gecomm: uit den E Achtb: Raade van Justitie deezes Gouvernements voorm: Oud onderkoopman d’ E Jan Hoets en Baas van S’ E Comp: post de Rietvalleij George Fredrik Langerjan, dewelken hunne voorenstaande verklaaring duidelijk voorgeleezen zijnde, betuigden daarbij te blijven persisteeren, met begeerte dat er niets meer bij of afgedaan werden zal En spraken dierhalven ter bevestigen der waarheid van dien, een yder van hun in ‘t bijzonder de Solemneele woorden, Zowaarlijk help mij God Almachtig’
’/:onderstond:/’
‘Aldus Gerecolleerd en Beeedigt aan Cabo de Goede Hoop den 12 April 1792. /:was geteekend:/ J: Hoets, G: F: Langerjaan, /:Laager:/ Mij præsent /:was geteekend:/ J: D: Karnspek gesw: Clercq /:in Margine:/ Als Gecommitt:s /:Geteekend:/ G: H: Meijer, P: H: Warnecke.’
En uit dezelve nu ten vollen komende te consteeren, dat nit alleen al het ten voorsz: dage door: hem Heere van Oudtshoorn geadvanceerde met betrekking, tot de ongefundeertheid der doleantien van Burgerraaden met de waarheid conform komt te zijn, maar dat ook de door zijn Ed: gemaakte bepaling nopens de weg welke voorthaan ter conservatie van de Zoutpannen door de gaande en komende wagens zal moeten werden gehouden allezints het publicq welzijn ten doel heeft gehad, heeft men dan ook als nu unanime goedgevonden by d’eens beraamde Schikkingen rakende de bepaling der publicque weegen om en mitsdien, met van de handwijzing van ‘t verzoek door Burgerraaden gedaan, om daarinne de bij zommige Ingezeetenen begeerde Verandering te mogen erlangen, der pro interim fiscaal te ordonneeren, en te gelasten, gelijk hij g’ordonneerd ende gelast werd bij deesen, alle mogelijke perquisitien te doen na zodanige moedwillige Verstoorders der publicque ruste, als met vilipendie der ten algemeen welzijn bij de Regeeringen deezes Lands gestelde ordres, zig hebben durven onderstaan de Bordjes af te rukken die ter aanwijzing van de vryblyvende passage alomme aan paalen zyn gespijkerd geworden, omme bij agterhaling of ontdekking derzelver zowel teegens deeze bereeds misdreeven hebbende Perturbateurs, als teegens zodanige anderen als zig door hun quaad voorbeeld uitgelokt aan deesen moedwil verder zullen komen Schuldig te maaken naar ‘t uitterst rigeur der wetten te procedeeren - zullende wanneer in Steede der voorsz: vermelde Bordjes wederom andere in gereedheid zullen weezen gebragt om aan geslagen te kunnen werden, gelijk meerged; Heere van Oudtshoorn gequalificeerd ende verzogt werd zodanige nieuwe bordjes met den eersten op S’ Comp: Ambachtsquartier te willen doen toestellen, als dan ook te gelijker tijd bij dies weder aanhegting van deeze dispositien des Raads, om alle Schendingen aan dezelve met de uiterste gestrengheid doen Straffen, bij een expres Billet aan het publicq vereijschte Notificatie en waarschouwinge werden gedaan,
Wijders wierd als nu ook ter tafel gebragt de voor eenige tijd ingekomene verantwoording van den adjunct fiscaal M:r Johannes Andreas Truter nopens zyne verrigtingen in de Zaake van den Majoor de Sandolroij, het welk, na bij de Heeren Leeden des Raads ter afzondelrijke Lecture te zijn rondgezonden geweest thans bij herleezinge van volgende inhoude is, bevonden.
Aan den wel Edelen Achtbaaren Heere Hohannes Isaac Rhenius Gezachhebber beneevens den Edelen Achtb: Raade van Politie.
‘Wel Edele Achtbaare Heer! En E: E: Achtbaare Heeren!’
‘De ondergeteekende Adjunct fiscaal op den 10 deezer ontfangen hebbende UWelEd: Achtb: en E: E: Achtb: geëerd besluit van den 28 der voorleeden Maand februarij waarbij van hem gevordert worden de reedenen, waaromme hij het bij ‘t zelve besluit vermelt vertoog niet eerder ingedient en met het inwinnen der daarbijgevoegde verklaringen geen meerder Spoed heeft betragt; met Last om hier aan binnen den tijd van drie weekenpromptte voldoen. - heeft thans de eere ingevolge en ter voldoening aan gem: besluit in allen eerbied te berigten.’
‘Dat, wanneer aan hem op den 21 November den gepasseerden Jaars, is ter hand gesteld Uwer Wel Ed: Achtb:en E: E: Achtb: raadsbesluit van den 15 bevorens inhoudende qualificatie op den ondergeteekende omme in Steede van den Heere pro interim fiscaal de klagten teegen den Major de Sandolroij van Batavia na herwaards gezonden, met de hier te plaatse bygevoegde Stukken te onderzoeken en daar in voorts: zodanig te handelen als hij met de pligten van het ampt van fiscaal overeenkomstig zoude vinden; - Hij ondergeteekende zonder eenig verzuijm naar luid der in gem: resolutie voorkomende last van denzelven heere pro interim fiscaal heeft overgenoomen alle Stukken tot de voorsz: klagten betrekkelijk, en voorts met ter zijde Stelling van minder Spoed vereisschende zaaken, voor zoo veel andere van gewigtigen aart, zulx toelieten die Stukken geexamineerd, ten einde de natuur der misdaaden in deezen voorkomende te onderzoeken; en daaruit te bepaalen, den marsch, welke hij als Officier der Justitie in de voortzetting der Procedures zoude behoren te houden,’
‘Dat de onderget: bij dit onderzoek al ras onwaard hebbende, dat de aan hem gedemandeerde Zaake van zo veel extensie en gewigt was, dat het hem uit aanmerking zijner menigvuldige amptsverrigtingen, niet mogelijk zoude zijn, deselve zaak ingevolge de begeerte van deesen Ed: Achtb: Raade te kunnen voortzetten en termineeren; - uit dien hoofde ter raade is geworden, zich te ontlasten van de waarneeming der criminele procedures voor de resp:e Drostdije welke hem reeds lang zo in zynen Ampt als andere verrigtingen, waaren hinderlijk geweest, en dienvolgens daadelijk de nodige brieven aan de resp:e Landdrosten van Stellenbosch en Swellendam , heeft geexpedieert; waarop ook reeds in de Maand December door dezelver versoek is gedaan om een ander in des ondergeteekendens plaats bij UWelEd: Achtb: en E: E: Achtb: te worden gequalificeerd.’
‘Dat UWelEd: Achtb: op dezelve Requesten niet hebben gelieven den onderget: te ontslaan, om reedenen, van welker gegrondheid de ondergeteekende zich volkomen gepersuadeert houdt, doch waar door hij evenwel in de onmogelijkheid bleef verseeren, om de klagten tegen den Majoor de Sandolroij met dien Spoed te onderzoeken, waarmeede hij overtuijgd is dat zaaken van gewicht behooren onderzogt te worden.’
‘Dat in dit geval om niet aan te druijsschen tegen de vriendelijke begeerte dezer Achtbaare Vergaderinge welke de Wel Edele Achtb Heer Gezachhebber betuigde met genoegen te zullen zien, dat de ondergeteek: met de waarneming der Crimineele procedures voor de Drostdijen continueerde, aan den ondergeteek: niet anders overbleef als die Zaaken welke Spoed vereischten te blijven voortzetten, en den overigen tijd te besteeden tot het aan hem gedemandeert onderzoek der voorsz: Klagten; want hoe important men deese klagten ook mooge considereeren vertrouwt de ondergeteek: evenwel van de billijkheid Uwer WelEd: Achtb: en E: E: Achtb:, dat dezelve den voorrang zullen vergunnen aan het onderzoek van misdaden, waarvan de bedrijvers in detentie worden gehouden, en waarin zij niet langer mogen verblijven als tot de vervolging hunner zaake nodig is; moetende alle andere Zaaken na de reegels eener billijke rechtspleeging aan de zaaken van gedetineerde Delinquanten worden gepostponeerd.’
‘Dat hierbij toevallig zedert de maand October des voorleeden Jaars 1791 het getal der Crimineele Gevangenen, zo aanmerkelijk is vermeerderd dat de onderget: behalven, ‘t geen de respective Drostdijen opleeverden bij na dag op dag is, bezig geweest met zaaken van Crimineele gevangenen voor het officie Fiscaal: hebbende het den onderget: tot zijn overgroot genoegen mogen gebeuren eindelijk die geenen te ontdekken, welke zeedert twee à drie Jaaren de gantsche Colonie ontrust, en door geweldadige divereijen het leeven en de bezittingen der goede Ingezeetenen op Schroeven hebben gesteld, en wel zodanig, dat dezelve eerlang ten voorbeeld van andere hunne rechtmatige Straffe staan te ondergaan.’
‘Dat ondertusschen deeze omstandigheeden gevoegd bij den geheel vreemden inhoud van de meeste der aan den onderget: in handen gestelde Stukken noodzakelijk ten gevolge hebben gehad, eene zeer natuurlijke traagheid in het examineeren derzelver Stukken, en dus ook oorzaak geweest zijn, dat de onderget: niet voor den 12 DeCember met het inwinnen der verklaringen een aanvang heeft kunnen maaken, en daarmeede niet Spoeidger kunnen voortgaan; ter minder om dat het ligten van verklaringen in aller zaaken van gewigt, naar des onderget: gering begrip, gerechtelijk moetende geschieden de onderget: zich dus ook wel eens, Zo uit hoofde van beezigheeden als om het gering getal Leeden van ‘S Comps: weegen, in den Raade van Justitie op eene billijke wijze naar Heeren Gecommitteerdens heeft moeten Schikken, behalven dat ook de deposanten welke op onderscheiden posten bescheiden waaren, dikwijls moeijlijk te vinden zijn geweest.’
‘Dat gelijk de voorverhaalde reedenen het onderzoek der zaake in quæstie beneevens het inwinnen der Verklaringen hebben vertraagd, dezelve reedenen bij natuurlijke gevolgtrekking ook grootendeels oorsaak zijn geweest, dat de onderget: niet eerder zijnin liminevan dit bericht gementioneerd vertoog heeft ingediend, zijnde in deezen nogthans een voorname meede werkende oorzaak geweest, dat niettegenstaande het Consent van den Wel Edele Achtb: Heere Gezachhebber in de maand December verleend, om aan den onderget: aftegeeven Copie van de Instructie voor den militairen krijgsraad, deezes Kasteels beraamd deselve Instructie evenwel eerst tegen de helft der Maand Januarij deeses Jaars aan den onderget: is ter hand gesteld, wanneer de onderget: ook terstond, naar tijdsomstandigheeden, zijn, onderzoek heeft geinstitueert, of ook volgens deese Instructie de Zaak van den Major de Sandolroijpur militair, was, welke qualiteit de onderget: bevond, naar het gemeen recht aan dezelve aan den Striksten zin te moeten worden geattribueerd.’
‘Dat de onderget: wijders Zoodra hem was gebleeken, dat de Instructie voormeld niets in zich bevatte waar door de questieuse Zaake van den Major de Sandolroij tegen het gemeen recht, aan den beveelen rechter zou kunnen devolveeren ruijm acht dagen voor het indienen van zijn meergem: Vertoog aan welgem: Heere Gezachhebber daar van kennis heeft gegeeven, met verzoek dieswegens Vertoog aan deezen Ed: Achtb: raade te mogen doen, Zo als dan ook op den 14 Februarij J: L: is geschied.’
‘Dat de onderget: wel is waar ter stond naa het onderzoek, niet alleen heeft kunnen, maar ook in der daad ontwaard heeft, dat de voorsz: Zaakepur militairwas; dan dat de Zaak zo als dezelve des tijds geConstitueerd was, van onder het oog uwer wel Ed: Achtb: en E: E: Achtb: in handen van den onderget: zijnde gekomen, de onderget: niet zonder te kort te doen aan het doorzicht zijner gebiederen, heeft durven Supponeeren, dat UWelEd: Achtb: en E: E: Achtb: van den aart der Zaake onkundig zouden zijn, waar uijt hij dit natuurlijk besluit heeft opgemaakt, dat men om gegronde en billijke reedenen, deeze Zaak bij præferentie ter cognitie van den Civilen rechter wilde hebben gebracht; aan welke intentie de onderget: ter goeder trouwe zig gepersuadeert heeft gehouden en ‘t zij met eerbied gezegd, nog houdt dat op geen beter en wettiger wijze kon worden voldaan, dan door te onderzoeken, of uit de verdere enquesten ook eenig feijt zou resulteeren, gewigtig genoeg om ter Cognitie van den Civielen rechter te worden gebracht, en te gelijk zodanig geconnecteerd met de geConstateerde militaire misdaaden, dat deeze daar door noodzakelijk den Civilen Rechter zouden moeten volgen - zijnde in Cas Subject,quod bene notamdumde raad van Justitie niet gedelegeerd geweest.’
‘Deeze zijn de voornaame reedenen WelEdele Achtb: Heer en E E Achtb: Heeren welke den onderget:e verhindert hebben eerder zijn vertoog in te dienen, Hy vertrouwt dat dezelve, geConjungeerd met het geen omtrent het onderzoek der Zaake, en het inwinnen der verklaringen reeds is gezegt, voldoende zullen zijn om UWelEd: Achtb: en E E Achtb: te convinceeren, dat in deezen geene vertraging, althans door des onderget: toedoen is te wege gebragt, maar dat hij integendeel, overeenkomstig de pligten van een eerlijk officier der Justitie, met al dien Spoed is werkzaam geweest, welken hem zyne overige beezigheeden, van niet minder aanbelang hebben toegelaaten.’
‘En het is in deeze gegronde verwagting, dat de onderget: dit zijn bericht gerustelijk aan de billijke en onzijdige beoordeeling van UWelEd: Achtb: en E E Achtb: in allen eerbied is overlatende.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo de Goede Hoop d. 31 Martij 1792 /was geteekend/ J: A: Truter.’
Over welk Stuk dienvolgens gebesoigneerd en in aanmerking genoemen zijnde dat den Heere de Wet in zijn Ed: qualiteit als Praesident des Raads van Justitie niet alleen heeft komen te affirmeeren de opgegeevene volhandigheid van hem adjunct fiscaal Truter ten tijde dat het onderzoek der zaake raakende voorm: Major de Sandolroij aan denzelven is gedemandeert geworden, maar dat zijn Ed: teffens ook betuigd heeft in zyne zo evengem: betrekking als Præsident van den Raade van Justitie aanhoudend bij de resp:e officieren te hebben moeten insteeren op het Spoedig afdoen van de Crimineele procedures der menigvuldige Gevangenen, waarmeede de Gevangenhuijzen nu tegenwoordig nog als opgepropt komen te zyn ten einde de Schuldigen, prompte Justitie mogten erlangen, en de onschuldigen daarenteegen gerelaxeerd werden, en hier uit dus evident komt te blijken dat geene nonchalance, in de betragting van zynen plicht; maar alleen de meerdere importantie der zaaken waarmeede hij adjunct fiscaal zig bij præferentie heeft moeten beezig houden tot den weinigen Spoed waarmeede in ‘t onderzoek der questie rakende meergeciteerde Major de Sandolroij is geprocedeert geworden, aanlijdinge gegeeven heeft, zo is dan ook om dit een en ander verstaan in de door hem adjunct fiscaal bij zijne voorsz: Memorie geallegueerde reedenen, van verontschuldiging genoegen te neemen en te berusten,
Maar aangezien inteegendeel het hier onder volgend request, door eenige Ingezeetenen gepræsenteerd om bevrijd te mogen zijn van de betaling van het inKomend recht; aan de E Comp: op zodanige Goederen als zij met S’ Maatschappij’s Scheepen per vragt uit Nederland, hebben Komen te ontfangen.
Aan den WelEdele Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius, Gezachheber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a Beneevens den E: Achtb: Raade van Politie dezes Gouvernement.
‘Wel Edele Achtbaare Heer! En E: E: Achtb: Heeren!’
‘Geeven met verschuldigde Eerbied te kennen de ondergeteekendens Uwer Wel Ed: Achtb: en E: E: Achtb: zeer needrige en gehoorzame Dienaaren,’
‘Hoe zij Suppl:ten uit een Publicatie op den 30 der laatst verloopene Maand Maart geaffigeerd verstaan hebbende dat UWelEd: Achtb: en E: E; Achtb: bij dezelve hebben gelieven te verklaaren, dat van de alhier met S’ Comp: Scheepen, op vragt aangebrachte Goederen als meede zodanige proC: als het inkomende recht te deezer plaatse bekend onder den titul van Douane komt te bedraagen aan d’E Comp: zullen moeten opgebracht en betaald worden.’
‘Dat echter verscheijde door de Suppl:te uit Patria ontfangen brieven van hunne correspondenten, wel duidelijk melding maaken dat al zulke Goederen geen ProCt:s of diergelijke bezwaring Subject zijn maar dat dezelve alleenlijk ingevolge de bij de E: Comp:ie gestipuleerde Vragt Conditien bij welke geen de minste bepaling tot de voldoening van eenige inkomende recht is gemaakt, alhier vrij en onbeswaard zoude worden geleverd en ontfangen, zo dat de Suppl:t daar deeze Douane nog niet is ingevoerd geweest /:onder eerbiedige correctie :/ Sustineerd dat dezelve ook meest als een geheeven regt kan worden aangemerkt.’
‘Dat volgens dezelve Conditien bij d’ E: Comp: vast gesteld, ook vermeend hebbende dat de op vragt overgezondene goederen bij de aankomst der Scheepen in welke deselven gelaaden zijn, in S’ E Comp:s Maguazijn zoude worden opgeSlaagen, van waar deselve als dan zonder eenige verdere kosten konde werden afgehaalde zijl: echter die goederen voor hunne eigenen risico van boord der Scheepen herwaards hebben moeten doen transporteeren, ‘t geen alsmeede geen gering beswaar en kosten boven ‘t geen men had kunnen gissen voor de Suppl:t zoude involveeren, wanneer zij boven dat alles nog tot de voldoening van 5 prC:to gehouden werden gereekend; te meer dewijl nog bovendien by de billietten gedient hebbende ter advertentie van den tijd en wijze op welke de Ingezeetenen de voorsz: vragt goederen zoude kunnen bekoomen, van de betaling deezer proC:t geen het minste gewag hoe genaamd is gemaakt geworden.’
‘Weshalven de Supplt: de vryheid neemen zig te keeren tot UWel Ed: Achtb: en E: E: Achtb: met ootmoedig verzoek dat het UWelEd: Achtb: en E: E: Achtb: goedgunstig behaagen moogen de Supplt: van de betaling dier pCt:s voor de aangebragte Goederen te ontheffen; of wel dat de invordering daarvan mag worden gesurgeerd tot zo lange de uit Patria alhier dagelijks verwagte wordende Hoog Edele Heeren Commissarissen generaal te deezer plaatse zijn aangeland ten einde de Suppl:t in gevalle onverhoopt bj UWel Ed: Acht: en E: E: Achtb: eenige difficultijt in deezen mogt zijn overgebleven zig hier over bij hoogst derzelven kunnen addresseeren.’
’/:onderstond:/’
‘’Twelk doende /:was getekend:/ H: J: deWet, J: M: Bletterman, Jan A: Voltelen, H:k Vos, J: M: Hertzog P: Meiring G: Middelkoop.’
is gebouwd op ‘t erroneus begrip dat de Maatschappij bij ‘t aangaan der Conditien waar op zij de aflaading van particuliere Goederen in haare Bodems aan d’ Ingezeetenen der Republicq wel heeft willen permitteeren, Stilzwijgende afstand zoude gedaan hebben, van alle regt om van dezelve goederen bij aanbreng in Indien eenige plaatzelijke impositien te moogen heffen daar nogthans naar t inzien dezes Raads ontwijffelbaar zeker is dat eene zodanige renunciatie nimmer d’intentie kan zijn geweest gelijk ook daarvan geene de minste vestiges nog bij dezelve Conditien welke men alomme gedrukt in handen heeft; nog bij de ministrieele aanschrijvingen, aan dit Gouvernement gedaan, te vinden zijn, op de bijgebragte middelen gevolgelijk ook niet van zodanige aard, komen te weezen, dat zo den raade kunnen permoveeren van haare resolutie om het voorz: inkomend regt op dezelve goederen door een ijgelijk zonder onderscheid aan d’ E Comp: te doen opbrengen, en betalen, af te gaan zo is beslooten het verzoek der Supp:t te wijzen van de hand, en dezelve te gelasten, gelijk zij gelast werden bij deeser der douane aan den Fiscaal op te brengen hebben, dadelijk te praesteeren, met dien verstande nogthans, dat wanneer zij Suppl:lt vermeenen mogten zig door dees dispositie der regeeringe bezwaard te vinden als dan aan dezelve vrijheid werd gelaten zig vervolgens hier over nader te mogen addresseeren bij de verwagt wordende hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal, naar wiens finaale uitspraak men niet zal afzijn zig in alle onderdanigheid te gedraagen.
Middelerwijlen door den Heer Gezachhebber thans ook ten fine van dispositie voorgelegd zijnde geworden eene Missive door den Landdrost der Colonie Graaff Reijnet Maurits Herman Otto Woeke met voorby gaan deezer regeering in de indeCentste termen aan den kerkenraden alhier gerigt behelzende deszelfs klagten tegen de gedragingen van den voorleezer bij de gemeente aldaar Jan de Vries, mitsgaders eene andere Missive van diverse bylaagen verzeld; door de zo evengen: voorleezer de Vries, ter zijner Justificatie en om zig daar en tegen weder over de behandelingen hem door den ged: Landdrost Woeke aangedaan, te beklaagden. meede aan geciteerde kerkenrade ingezonden; alle welke Papieren door meerged: kerkenraade met verzoek voorzieninge in de daarbij voorkomende, desordres en ongereegeldheeden voor eenigen tijd aan hem heere Gezachhebber ter handen gesteld, en ten dien einde ook bereids op den 3 deezer door Zyn Ed aan de verdere Heeren Leeden præälabel geCommuniceerd dog als toen ter rijper overweeging in advijs gehouden en in rondleezinge genemen zijnde, zo is, gemerkt bij nader inzien dier Stukken als nu is komen te blijken, dat gemelde Landdrost Woeke niet alleen heeft kunnen goedvinden zo ten gerieve van zig zelfs als van ander particuliere persoonen het ter gemelde Drostdije Staande en tot de oeffening van den Godsdient gedestineerde gebouw in winkels en Logementen te converteeren maar ‘t ook door de uitgezogte vexes den hier voren genoemden voorleezer de Vries der maten benauwt komt te maaken dat denzelven met geen mogelijkheid anders dan op eene gebrekkige wijze aan de pligten van zijn bediening kan voldoen, Ja dat hij zig bovensdien nog in zo verre heeft durven emancipeeren van onder anderen mede naar den Kerkenraad alhier deszelve voorneemen te communiceeren om denzelven voorleezer de Vries zo als hij zig uitdrukt door d’ordonnantie ruijters een goede dragt Slagen te doen toe tellen; alle welke excessen en buiten Sporigheiden dierhalven zo tot maintien van goede ordre als om geene verdere turbe te doen te weege brengen, in de Zo noodzakelijke oeffening van den openbaaren Godsdienst, onder Lieden die van dezelve zo lange zijn verstoken geweest, hoe eer zo liever op eene nadrukkelijke wyze dienen tegengegaan en geCorrigeerd te worden verstaan, onder te kennen geeving van S’ Raads uiterst misnoegen denzelven Landdrost Woeke bij Extract deezes niet alleen de novo t’ordonneeren ende te gelasten herwaards op te komen, en het derwijze te Schikken dat zig op den eersten Julij aanstaande zonder faute in loco bevinde, ten eijnde onder anderen ook over dees’ zyn allezints repræhensibel gedrag in persoon verantwoording te kunnen doen, maar denzelven ter wegneming van alle prætexten, door welke zoude kunnen tragten zig aan de nakoming van deezen last t’onttrekken, ook teffens te qualificeeren en ten Stelligsten te beveelen de maneange van zaaken intusschen geduurende deszelfs afweezen, even zo als zulks bij diergelijke geleegendheeden te Stellenbosch en Zwellendam gebruiklijk is, aan den Secretaris Maijnier op te dragen, terwijl om intusschen de bestelling der kerkelijke zaaken in de Colonie van Graaf Reijnet niet langer aan de willekeur van dukgenoemde Landdrost Woeke te abandonneeren, maar te zorgen dat daar omtrend alles in de vereijschte ordre werde gebracht, den voor eenigen tijd alhier aangelanden Prædicant Manger omtrend wiens destinatie men wel geene narigten heeft ontfangen, doch die intusschen zelve heeft betuigd voor dit Gouvernement, en wel bepaaldelijk voor den evengemelde Colonie van Graaf Reijnet te zijn uit gezonden, waarvan ook door de Eerwaarde Classis van Amsterdam aan den kerkenraad alhier kennis is gegeeven, met den eersten naar derwaards zal moeten vertrekken, om den dienst aldaar zo lange provisioneel waar te neemen tot dat men nopens zyn Eerwaardens persoon eenig aanschryvens van de Hoog gebiedende heeren Meesteren zal hebben bekomen, aan welke Prædikant Manger dienvolgens onmiddelijk bij zijne komste ginder alle kerkelijke zaaken zullen moeten overgegeeven mitsg:s de Kerk en andere Pastorij gebouwen ingeruimd werden om er het gebruik van te maaken, waartoe bij den aanleg zijn gedestineerd geworden, gelijk gemelde Prædicant Manger dan ook van zijne zijde naa zijne komste te Graaf Reijnet , nevens Ouderlingen en Diaconen dezelve zaaken en Gebouwen aanstonds van Land drost en Heemraaden, die tot nu daarmeede zijn Gechargeerd geweest, zal moeten overneemen, om ‘er nu voorthaan met dezelve Ouderlingen en Diaconen even als in de andere Pastorijen alleen de beheering en bestelling over te hebben en te voldoen.
En nadien welopged: Heere Gezachhebber vervolgens nog geliefde te produceeren eene aan zyn Edele ingediend Rapport waarbij twee door den Major Fisscher ten dien einde expres gecommitteerde officieren der Arthillerij Specifice opgegeeven het gewicht van ijder der Vaten met Bussekruit dewelker p:r ‘t Schip de Castor alhier uit de Baai fals zijn aangebragt, en aldaar tot dies overscheeping in gemelde Bodem binnen boord van het Scheepje de Zeenimph zijn geborgen geweest, uit dewelke blijkt dat wel op 41 vaatjes van 50 lb ijder een overwigt is bevonden, van 269 lb Bussekruit doch dat daar en teegen ook wederom op 114 ander vaten van 100 lb ijder 499 lb zyn te kort gekoomen, invoegen het meerdere van de eerste kleine vaten van ‘t mindere op de Laatste groot afgetrokken nog een deficit overblijft van 230 Ponden Bussekruit op een quantiteit van 13450 lb die alle dezelve vaten te zamen hadden moeten uitleeveren; zo is aangezien men aan dezelve vaten uiterlijk niets heeft kunnen ontdekken en gevolglijk ook niet kan werden bevroed waaraan deeze min en overwigten moeten toegeschreeven werden verstaan, het voorsz: rapport door de Gecommitt:s die de naaweeging hebben gedaan, te laaten beeedigen, en de te kort komende 230 ponden Buspulver Vervolgens bij de Negotieboeken te doen afschrijven.
Naar dit een en ander door den Capitijn der Burgerij Hendrik Oostwald Eksteen Pietersz: gepraesenteerd zynde het onderstaande request, tendeerende om de zogenaamde Zandvalleij aan dees zijde van Muijzenburg geleegen, tegens Tauxatie, voor eene Somme gelds van d’ E: Comp: in Eigendom te mogen bekomen.
Aan den WelEdelen Achtbaren Heere Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber van Kaap de Goede Hoop en de ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtbaaren Raad van Politie.
‘Wel Edele Achtbaare Heer! En Achtbaare Heeren!’
‘Geeft met alle verschuldigde eerbied te kennen Uwer Wel Edele Achtb: en E: Achtb: zeer gehoorsame en onderdanige Dienaar Hendrik Oostwald Eksteen , pz: Capitijn der Burgerij alhier dat hij Suppliant zich in’t bezit vindende van de Hofsteede Bergvliet reeds lange zijne gedagten heeft laaten gaan of er geen mogelijkheid zoude zijn van de aldaar nabij geleegene Sandvalleij aan den voet van het Muizenburgs gebergte eenig nuttig gebruik te kunnen maaken, dat hij dienvolgens met alle naauwkeurigheid zints eenige Jaaren heeft gadegeSlagen, zo de wijze op welke dezelve vallei meenigwerf bovenmaate met Water word vervuld, als de manier waar op dat water zig geheel en al in zee ontlost, en aan het oog niets anders overlaat als eenen onvrugtbaren en met kroos bedekten Zand grond, die Schoon de kunst natuur mogt kunnen dwingen, om hem bestendig droog te doen blijven, aan niemand ter wæreld een vak tot arbeid en bebouwing zou kunnen opleeveren, dat dus den Suppliant in het denkbeeld is geraakt dat van de gemelde valleij geen ander nuttig en voordeelig gebruik te maaken is als dezelve aan te leggen en te bekwaamen tot ‘t voortteelen van Visch waartoe deszelfs Situatie bijzonder gunstig komt te zijn, dat den Suppl:t overwogen hebbende het gerief ‘t welk hij voor zyn talrijk Huisgezin uit zulk een aanleg zou kunnen trekken, ook van de andere zijde in bedenking heeft genoomen of er mogelijkheid zij zulks met vrugt te onderneemen, dat deeze mogelijkheid zich wel opdoet, dog eenige Jaaren arbeid en aanzienlijke kosten zullen moeten worden aangewend, alvorens men het water ‘t welk zig des Winters in der Zand vallei verzameld, door middel van Dyken en Schutsluissen zodanig, zal kunnen bedwingen dat de valleij ‘t geheel Jaar door de noodige volheid behoud en eene genoegzaame quantiteit Visch daarin te doen leeven; dat egter de Suppl:t zo uit overtuiging van de mogelijkheid, als om te betoonen hoe gaarne hij alles wat in zijn vermoogen is, wil aanwenden om in het Land zijner geboorte de hand te leenen tot alles wat hetzelve ten nutte kan Strekken, te raade is geworden, alle de kosten, moeite en arbeid, die tot den uitvoer van het project ‘t welk hij op het oog heeft met alle ijver en bereidvaardigheid aan te wenden en te impendeeren, zo hij Slegts daarbij de hoop mogt koesteren, dat hij dan wel zyn nakomelingschap daarvan eenig nuttig en voordeelig genot zullen kunnen hebben.’
‘Reedenen, om welke den Supplt: zig met gepaste eerbied is keerende tot UWelEdele Achtb: en E: Achtb: ootmoedig verzoekende hem de voorsz: Zandvallei zo en indiervoege als dezelve door de natuur is gesitueerd en bepaald, in Eigendom te willen vergunnen, om aldaar eene Visscherij aan te leggen, zijnde hij; ofschoon van dezelve vallei nimmer of ooit eenig gebruik voor de E: Comp: kan worden gemaakt, nogthans bereid aan dezelve daarvoor in erkentenisse te betaalen zodanige Somma van penningen als UWel Edele Achtb: en E: Achtb: zullen goedvinden te fixeeren, vertrouwende dat hoogst dezelve bij die bepaling wel in consideratie zullen gelieven te neemen, zo de onzeekerheid der reussite van des Supplt: geprojecteerde onderneeming als de Swaare kosten welke hij genecessiteerd zal weezen daartoe aan te wenden.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:Was Geteekend:/ H: O: Eksteen P:Zoon,’
Zo is bestgedagt alvoorens op ‘t ged:e verzoek finalijk te disponeeren, daar op eerst in te neemen de consideratien en ‘t advijs zo van den Heere Resident der Baaifals Christoffel Brand, als van het College van Commissarissen uit den Raade van Justitie ten welken einde het voorsz: Request aan dezelve zal werden gesuppediteerd, met bijgevoegden Last, om niet alleen op de plaats zelve naauwkeurige inspectie te neemen of door de voorgenomene Opdamming van het Water geen Stremming in de gewone passage naar de gemelde baaijfals , dan wel bederf aan de derwaards Leijdende en zo door als langs dezelve Zandvalleij gaande ordinaire wagenwegen zouden werden veroorsaakt maar ook wel byzonderlijk t’ onderzoeken of ook door de Gebuuren van opgem: Eksteen, dan wel door ‘t publicq tegens de uitgave van de voorsz: Valleij eenig gegronde doleantien zoude kunnen werden ingebragt, alzo het geenzints d’intentie deezes raads is aan des Supplt:t bede ten præjudicie van andere bijzondere Perzoonen veel minder van ‘t algemeen te defereeren.
Vervolgens ook geleezen zijnde een ander request door Wilhelmina Maria Hartog wed:e wylen den Burger Anthonij Vlotman, in de volgende bewoordingen ingediend.
Aan den Wel Edelen Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en dies Ressorte &:a &:a &:a benevens den E: Achtb: Raad van Politie deses Gouvernements.
‘Wel Edele Achtbare Heer! En E: Achtbaare Heeren!’
‘Geeft met gepaste Eerbied te kennen Uwer Wel Edele Achtb: en Ed: Achtb: onderdanige Dienaresse Willemina Maria Hartogh wed:e wylen den Burger Anthonij Vlotman.’
‘Dat de Supplt:e bij geleegenheid der publicque verkooping van zeeker den Burger Marthinus Bijleveld gehoorend’ Huis en Erff in den dorpe Stellenbosch geleegen door tusschen byde gekomen obstaculen belet geworden zijnde het zelve huis en Erff publicq te gaan inmijnen, over zulks genoodzaakt geworden is, den Oud Heemraad aldaar d’ E Philippus Albertus Meijburg die zig verbonden had in dit geval als Borg te Staan, te verzoeken, haar deese goede dienst wel te willen bewijzen.’
‘Dat gez: Heer Meyburg door het in mijnen van gesz: Huis en Erff ter Somma van ƒ7900:- getoond heeft aan der Suppl:e instantie te hebben willen defereeren, zijnde zyn Ed: over zulks verpligt geworden de Koopconditien als koper te onderteekenen in vertrouwen dat die Supplt:e voor wien deese groote dienst geschiede:/, wel zoude bezorgen dat hij heer Meijburg, daar door niet wierde gepraeJudicieerd.’
‘Dat de Supplt:e tot haar innig Leedweezen moet ondervinden dat het Transport van dickgem: Huis en Erff eerst op hem heer Meijburg, en vervolgens op haar zal moeten gedaan worden, het welk de Supplt:e tot de betaling van eene dubbelde Geregtigheid zal verpligten waartoe de bekrompene omstandigheeden der Supplt:e haar ten eenemaal buiten Staat Steld.’
‘Reedenen waaromme de Supplt: zig bij deesen is keerende tot UWel Edele Achtb: en E: Achtb: met ootmoedige beede dat het van hoogst derzelver wel behaagen moge zijn het voortgebragte met een gunstig oog te willen beschouwen, en oversulks te permitteeren dat het Transport van het huijs en Erff in quæstie met voorbygaan van den Heer Meijburg directe op de Supplt:e moge geschieden.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was getekend:/ Willemina M: Hartogh Wed: A: Vlotman.’
heeft men op het zelve goedgevonden in deezer voegen conditioneel in het verzoek der Supplt:e te bewilligen, dat namentlijk het Transport van het huis en Erf in questie door den Capitijn der Burger Dragonders aan Stellenbosch Philippus Albertus Meijburg ingevolge haare opgaave ten gem: dorpe voor haare reekening op de publicque Verkoping door den medeburger Marthinus Bijleveld gehouden ingekogt wel directe op haar Supplt:e zal mogen werden overgebragt zonder dat het voorsz: Transport aanvankelijk eerst aan evengemelde Meyburg zal behoeven te geschieden mits aan de Gecommitteerdens die hiertoe zullen vaceeren werde g’exhibeert eene door hem Capitain Meijburg onder præsentatie van Eede verleende Verklaaring ofte opentlijke bekentenisse dat hij het gem: huis en Erf niet voor zig zelfs maar werklijk in Commissie voor de Supplt:e in deezen heeft komen in te meinen, welke verklaring als dan vervolgens ook bij de minute van ‘t voorsz: Instrument zal moeten werden geliasseerd om in deezen altoos ten bewijze te kunnen Strecken.
Gelyk ook in zelver voegen op het onderstaande Request van den Capitijn Johannes Masson voerende het ter Rheede Leggend Retourschip de Standvastigheid .
Aan den Wel Edele Achtbaare Heer, Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Achtbaare Heer! En E: Achtbaare Heeren!’
‘De Capitain Joh:s Masson voerende ‘t ter rheede leggend Comp:s retourschip de Standvastigheid geeft reverentelijk te kennen.’
‘Dat het Brandhout welke hij te Batavia heeft ontfangen en tot zijne rhijze naar Nederlnad moeste verstrekken, zodanig Oud en vermolmd is bevonden dat den gantschen voorraad zo door de lange reijs als de groote quantiteit die hij om gemelde reedenen genoodzaakt is geweest, dagelijks te moeten verbruiken genoegzaam is g’absorbeerd, om welke reedenen den Supplt: zig eerbiedig wend tot UWel Edele Achtb: en E: Achtb: met ootmoedig verzoek hem met het benodigd brandhout voor de te rug reijse te willen laaten voorsien.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was Getekend:/ J: Masson.’
Verstaan is den Negotie overdrager Casparus van Eerten tot de verzogte Suppletie van ‘t benodigd brandhout voor des Supplt:s evengenoemde Bodem te qualificeeren; onder Conditie dat den Supplt: insgelijks zal produceeren eene verklaring in de gewoone form door d’opper en deks Officieren van zo evengem: Bodem de Standvastigheid ter requisitie van hem Capitain Masson verleend, - waaruit op een voldoende wijze de waarheid van het geavanceerde bij ‘t bovengen:d request zal komen te blyken.
Waar en tegen de door gemelde Capitain Masson te gelijker tijd ingediende Schriftelijke Petitie van Equipagie goederen voor evengeciteerde zijnen onderhebbenden Bodem is gesteld in handen van den Equipagemeester Cornelis Cornelisz ten fine van examinatie en vervolgens daarop al dat geene te verstrekken het welk bevinden zal onvermijdelijk te moeten werden afgelangd om dien Kiel tot de voorhanden zynde rhyze te bequaamen.
Terwijl het onderstaande verzoekschrift door den Burger Philip Dihl gepræsenteerd.
Aan den Wel Edele Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raade van Politie deezes Gouvernements.
‘Wel Edele Achtbaare Heer! En Edele Achtbaare Heeren!’
‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen UWel Edele Achtb: en E: Achtb: zeer onderdanige en gehoorsame dienaar den Burger Philip Dhiel.’
‘Dat hij Supplt: door koop bezitter is geworden van zeeker woonhuijs en Erff geleegen in deeze tafel valleij agter het Nieuwe Hospitaal welk Erff in den Jaare 1780 door den toenmaligen WelEd: Gestr: Heer Gouverneur en E: Achtb: Raad in Eigendom is gegeeven aan den Burger Jan Smit Juriaansz: onder expresse Conditie dat hij Smit en de namalige Bezitters van dit Erff gehouden zouden zijn omme de aan of langs de nieuwe gegraavene bezijden het voorsz: nieuwe Hospitaal lopende Sloot naar de breette van dit Erf Steeds in behoorlijke Stand te onderhouden dat de namalige bezitters van dit en de daar naast geleegene Erven van den gerepatrieerden Wel Edelen Gestr: Heere Gouverneur van Plettenberg permissie hebben verzogt en geobtineerd langs evengem: Gragt of Sloot eenige Gebouwen te zetten, zonder dat aan hem egter de grond in eigendom is verleend, dat deeze permissie praesumtief alleen is strekkende geweest, om de bezitters van deese Erven te Soulageeren in de ernorme kosten die zij gehouden zijn Jaarlijks te doen tot onderhoud van voorm: Gracht.’
‘dat den Supplt: met voorkennisse van den Wel Edele Gestr: Heer Gouverneur Cornelis Jacob van de Graaff heeft Laaten meeten, de grond die over zijn Erf langs voorm: gragt is leggende, - en waarvan hij de Vrijheid neemt UWelEdele Achtb: en E: Achtb: de Caart hier annex aan te bieden, met ootmoedig verzoek hem die grond in Eygendom te willen verleenen, op zodanige Conditiën als UWel Ed: Achbt: en E: Achtb: zullen vinden te behooren dan nadien het grootste gedeelte van die grond woest, vol holtens en Schuijntens is geweest en dus niet zonder zware moeijte en Kosten door den Supplt: zo verre is gebragt, dat denzelven daarop een Pakhuijs heeft kunnen extrueeren, zo verzoekt hij UWel Ed: Achtb: en E Achtb: al verder zeer needrig daar op een gunstig reguard te Slaan.’
’/:onderstond:/’
‘’T Welk doende &:a /:was Getekend:/ P: Diehl.’
gesuppediteerd zal werden aan Commissarissen uit den Raade van Justitie om het daarbij verzogte Strookje Gronds t’examineeren en priseeren en den Raade daarvan vervolgens verslag te doen met melding der conditiën en Servituten waar onder het zelve zal dienen gelegd te werden ingevalle er eenige te passe mogte komen.
Zynde middelerwijle op de ten dien eijnde meede in Scriptis gedaane verzoeken aan de onderstaande Persoonen het na volgende g’accordeerd geworden, als,
Aan den hiervorengem: Landdrost der Colonie Graaff Reijnet Maurits Herman Otto Woeke, den Eijgendom van twee ter drostdije aldaar geleegene Erven gequoteerd, N:is 24 en 25 mits dezelve Erven behoorlijk latende meeten en Carteeren, en tot een recognitie voor beide te zamen aan de Colonie betalende de Somma van 50 rd:s waarop door ‘t College van Heemraaden zijn gewaardeerd geworden.
Aan den Substituit der gem: Colonie Caspar Bodenstein een dito Erff genommerd N:o 27 almeede ter drostdije aldaar gesitueerd - onder dezelfde voorwaarde van het zelve aanvankelijk eerst te moeten doen in meeten en in Caart brengen, en insgelijks onder betaling van de erkentenisse aan de Colonie waarvoor bij evengem: Landdrost en Heemraaden ten bedrage van Rd:s 25:- waardig is geschat.
Aan den ontslagenen Posthouder van ‘t Robben Eiland Carel Schijffel aan wien onlangs is gepermitteerd geworden om met medeneming zijner huisvrouw p:r een der Retourschepen te mogen repatrieeren, om wegens de indispositie zyner evengem: Huijsvrouw die haar blijkens een overgelegd Chirurgicaal attest belet een reize over zee te kunnen doen als nu onder afgeschreeven Gage alhier te mogen blijven remoreeren.
En nadien op de herwaards Reijze van den hiervoren genoemden retourbodem de Standvastigheid is komen te overleiden den Capitain Lieutenant dier Kiel G:g H:k Tiele in wiens steede den Scheepsraad onder nadere Approbatie dese Raads heeft doen optreeden den Lieutenant van gemelde Bodem Jan Willemse van Sloterdijk terwijl ter plaatsvullinge van deezen laatsten wederom als Lieutenant is bevorderd geworden den Sous Lieutenant Jan Michiel Delbeck - zo is gemerkt bij genomen informatie den Raade van ‘t geschikt gedrag en de bekwaamheden deezer persoonen ten genoegen is onderrigt geworden besloten, de voorsz: gedane provisioneele aanstellingen, onder de g’eerde goedkeuring der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren te confirmeeren en mitsdien aan dezelve bevorderde persoonen toe te voegen de gehalveerde Gagien tot derselver præsente bediening Staande dewelke teffens verstaan is cours te hebben genomen met den dag van hunne voorsz: provisioneele aanstelling.
Door den Heere LeSueur als eene der Regenten van ‘t Hospitaal te kennen gegeven zijnde dat de draagcadels welke gebruikt moeten worden, om de Impotenten zo hier als in Baai fals van Strand naar de Ziekenhuijzen te transporteeren geheel versleeten zyn met verzoek dat daar in mogt worden voorsien door het vervaardigen van zes nieuwe Draagcadets, in welk versoek gecondescendeert zijnde, zo zal tot het toestellen der gemelde Cadels worden verstrekt,
Laatstelijk is door den Heere Gezachhebber ter tafel geproduceerd een volumineus geschrift door den op ‘t Schip Oosthuijzen bescheidene Raad van Justitie voor Batavia Popkens, aan deeze Regeering gericht, bevattende verscheidene klagten en bezwaaren zo tegens de behandeling van Zaaken door den Capitain Gerrit Scheeler gevoerd, als dat daar in meestal strijdig met de ordres der E: Comp: zonder concurrentie van den Scheepsraad was gehandeld geworden, en na lecture van het gemeld geschrift en deliberatie over dies inhoud bestgedacht en dien volgens besloten omme alvorens daarop te disponeeren ‘t zelver te Stellen in handen van den Capitain ter zee Gerrit Scheeler met last omme zich over het daarbij voorkomende ten allerspoedigste aan deezen Raade te verantwoorden.
Aldus Geresolveerd Ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorschr:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent E: Bergh p:l Secret
C. 203, pp. 300-309.¶
Woensdag den {17920418} 18 April 1792:
Bij omvraage alle Praesent.
De Capitijn ter zee Gerrit Scheeler ingevolge en ter voldoening aan S’ Raads besluit van gisteren, heeden ingediend hebbende zyn verantwoording op het aan hem inhandigde Klachtschrift van den op het Schip Oosthuijzen bescheidene Raad van Justitie voor Batavia Popkens, zo is dezelve verantwoording ter ordre van den Heere Gezachhebber aan de respective Heeren Leeden des raads ter lecture gezonden, met propositie omme, aangezien den Capiteijn Gerrit Scheeler zig verontschuldigt wegens zyn ophanden zijnde vertrek niet in Staat te zijn het gemeld Klachtschrift te refuteeren, doch zig in zijn gehouden gedrag beroept, zo op den goeden Staat waar in zyn onderhebbende Bodem en deszelfs Equipage zich bevind, als op ‘t Getuigenis zo van zijne Officieren, Onderofficieren, asl Gemeene dat door hem alles is betracht en verricht wat zyne plichten en de Instructiën der E: Comp: hebben komen te vorderen, en de tijd tot het vertrek van gemelde Schip Oosthuijzen bepaald, niet toelaat het door den Capitein Scheeler verzocht onderzoekt te bewerkstelligen, zo is verstaan zo wel het voorsz: Klachtschrift van den Raad van Justitie Popkens, als de verantwoording van den Capitain Scheeler in originali naar Batavia te verzenden, met welke propositie van den Heere Gezachhebber de Heeren Leeden des Raads zich geconformeerd hebbende, zullen dienvolgens de beide geciteerde Stukken aan de hooge Indiase Regeering worden gesuppediteerd, onder eerbiedige Kennisgeeving dat alleen de vreese om eenige vertraging in de reise van het Schip Oosthuijsen te weege te brengen deesen Raade heeft weerhouden het door den Capitain Scheeler verzogte noodzaakelijk onderzoek te bewerkstelligen.
De Burger Sebastiaan Rothman aan wien bij besluit van den 27 Maart Jonsgtleeden op zijn deswegens bij request gedaan verzoek is vergund uitstel van betaling voor de Eerste paai of te helft der Pachtpenningen reeds onder Ult:mo Februarij daarbevorens verscheenen, over de Generaale Pacht der Caapse Koele wijnen door hem op den Laatste Augustus Jongstleeden in gemijnd voor eene Somma van ƒ90000:-:-: omme onder behoorlyke Cautie de voorsz: helft ofte ƒ45000:-:-: te zullen voldoen en betaalen, ultimo deeser lopende maand April thans zijnde komen te verzoeken dat het aan hem verleend uitstel mogt worden geprolongeerd tot de laatste van de aanstaande Maand Mei, met offerte dat als dan boven en behalven de door hem reeds opgegeeven Borgen Joseph Peroo en Jan Jacob Schreuder zig nog als zodanig zouden interponeeren de Burgers Jan Harman Peephagen en Fredrik Herwich; weshalven bij overweeging zo van de Reedenen welke den Raade hebben bewoogen aan den Supplt: ter Sessie van den 27 Maart Jongstleeden het verzogte uitstel toe te Staan als dat door het thans gedaan aanbod van nog twee welgegoedde borgen de E Comp: des te meerder word gesecureerd, beslooten is de prolongatie van de uitstel der betaling aan den gezegde Rothman te accordeeren, onder de door hem opgegeevene Voorwaardens, zullende dienvolgens zyne vier Borgen zich in Solidum en naar Costume locaal moeten interponeeren en Stellen tot Borgen en meede principaale Schuldenaaren voor geciteerde Somma van ƒ45000:-:-: indiase waarde omme wanneer hij Rothman onder ultimo Mei eerstkoomende nalatig mogt blijven dit bedragen aan d’E Comp: te voldoen; ‘t zelve als dan door hen ter eerste aanmaning als eige Schuld zal worden betaald.
Door den Heere Gezachhebber in deszelfs qualiteit als Hoofadministateur vervaardigt zijnde een Memorie van volgende Inhoud.
‘Memorie van de nabesz: Arack Rijst &:a als ‘er uit de Lading van ‘t Schip Hoornweg van Batavia voor dit Gouvernement zoo te min als bedorven is uitgeleeverd, alles volgens verklaring van Gecommitt:s deesen annex blijkende’
‘Namentlijk’
‘9300 lb aangeslagen’
‘15500 d:o of 5 Lasten volgens b’Eedigde verklaring der Scheepsoverheeden desen annex te Batavia te min ontfangen.’
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop den 19 April 1792 /:was getekend:/ J: I: Rhenius;’
Zoo is beslooten het geen door de Overheeden van het Schip Hoornweg op de per die Bodem alhier aangebrachte Goederen, te min is uitgeleeverd na aftrek der gepermitteerde afschrijving op hunne Soldij reekening in voege als volgt te laaten belasten
Ten Laste | ||||
NeederLands Geld | Ducatons van 66 St:vers Neerl: Geld | Indias Geld van 80 St:vers p:r ducaton | ||
5 lb | Peper zynde 4 pCt: n:to uitkoops | ƒ2:04:-: | p:r - 2/3 | ƒ2:13:08:- |
92 d:o | Poederzuiker 1 3/4 Sch:s | d:o 16:02:-: | d:o 4 29/33 | d:o 19:10:08:- |
9 d:o | Coffyboonen zynde 5/6 pCt:o n:to | d:o 3:12:-: | d:o 1 1/11 | d:o 4:07:08:- |
ƒ26:11:08 | ||||
Hierop 25 pCt: verhoging | ƒ6:13:-:-: | |||
ƒ33:04:08 | ||||
Komt voor Reecq: van den Capitain 2/3 | 22:03:-: | |||
d:o d:o d:o d:o d:o Capit:n Lieut: 1/3 | 11:01:08 | |||
Als boven | ƒ33:04:08 |
Ten Laste | ||||
NeederLands Geld | Ducatons van 66 St:vers Neerl: Geld | Indias Geld van 80 St:vers p:r ducaton | ||
5 lb | Peper zynde 4 pCt: n:to uitkoops | ƒ2:04:-: | p:r - 2/3 | ƒ2:13:08:- |
92 d:o | Poederzuiker 1 3/4 Sch:s | d:o 16:02:-: | d:o 4 29/33 | d:o 19:10:08:- |
9 d:o | Coffyboonen zynde 5/6 pCt:o n:to | d:o 3:12:-: | d:o 1 1/11 | d:o 4:07:08:- |
ƒ26:11:08 | ||||
Hierop 25 pCt: verhoging | ƒ6:13:-:-: | |||
ƒ33:04:08 | ||||
Komt voor Reecq: van den Capitain 2/3 | 22:03:-: | |||
d:o d:o d:o d:o d:o Capit:n Lieut: 1/3 | 11:01:08 | |||
Als boven | ƒ33:04:08 |
dan vermits door dezelve overheeden ook van eenige Articuls meerder is uitgeleverd geworden als naar aftrek der gevalideerde Spillagie had behoeven te geschieden zo zullen dezelfde meerderheeden in maniere als volgt op hunne Soldij reecq: te goede worden gebragt.
Ten Goede | ||||
NeederLands Geld | Ducatons van 66 St:vers Neerl: Geld | Indias Geld van 80 St:vers p:r ducaton | ||
5 lb | Catoen zynde 2 pC: 1/2 Capitaal advc: | ƒ2:01:- | ƒ-:41/66 | ƒ2:09:08 |
15 d:o | Waschkaarssen als | |||
12 lb de gevalideerde 3 pC:t | ||||
3 d:o aan overwigt | ||||
15 d:o Waschkaarssen 1/2 Captl: advs: | d:o 20:12:08 | d:o 6 1/4 | d:o 25:-:-: | |
4 bos | Rotting 2 d:o | d:o 2:03:08 | d:o -29/44 | d:o 2:12:08 |
88 Cann: | Arack zynde 3 19/24 pC:t uitkoops prijs | d:o 34:18:08 | 10 7/12 | d:o 42:06:08 |
te Zaamen | ƒ72:08:08 | |||
Komt voor Reecq: vanden Capitein 2/3 | ƒ48:05:08 | |||
d:o d:o d:o d:o d:o d:o Lieutenant 1/3 | d:o 24:03:- | |||
Als booven, | ƒ72:08:08 |
Ten Goede | ||||
NeederLands Geld | Ducatons van 66 St:vers Neerl: Geld | Indias Geld van 80 St:vers p:r ducaton | ||
5 lb | Catoen zynde 2 pC: 1/2 Capitaal advc: | ƒ2:01:- | ƒ-:41/66 | ƒ2:09:08 |
15 d:o | Waschkaarssen als | |||
12 lb de gevalideerde 3 pC:t | ||||
3 d:o aan overwigt | ||||
15 d:o Waschkaarssen 1/2 Captl: advs: | d:o 20:12:08 | d:o 6 1/4 | d:o 25:-:-: | |
4 bos | Rotting 2 d:o | d:o 2:03:08 | d:o -29/44 | d:o 2:12:08 |
88 Cann: | Arack zynde 3 19/24 pC:t uitkoops prijs | d:o 34:18:08 | 10 7/12 | d:o 42:06:08 |
te Zaamen | ƒ72:08:08 | |||
Komt voor Reecq: vanden Capitein 2/3 | ƒ48:05:08 | |||
d:o d:o d:o d:o d:o d:o Lieutenant 1/3 | d:o 24:03:- | |||
Als booven, | ƒ72:08:08 |
En nadien uit bij voorsz: Memorie g’annexeerde beëdigde verklaring der Scheepsoverheden komt te consteeren dat in Steede van 8 Lasten Rijst door hen slegts drie Lasten te Batavia zijn ontfangen, zo is Al verder bestgedagt dezelve 5 Lasten Rijst Batavia terug te reekenen,
Laatstelijk is ook beslooten omme het Ebbenhout door ‘t fregatschip de Meermin aangebragt over te Scheepen in ‘t Particuliere Schip de Vrouwe Agatha omme per ‘t zelve geconsigneerd en aangerekend te worden aan de kamer Amsterdam.
Aldus Geresolveerd Ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorschr:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent E: Bergh p:l Secret
C. 203, pp. 310-317.¶
Donderdag den {17920426} 26 April 1792.
S’ morgens extra ordinaire Vergadering, alle Praesent, behalven den Heere Gordon mits indispositie.
Den Rade gezeeten zijnde geliefde den Heere Gezachhebber te kennen te geeven; dat zyn Edele dees bijeenkomst expresselijk buiten gewoon had doen beleggen om aan de overige Heeren Leeden te communiceeren, dat Schoon de gezondheids Commissie bij naauwkeurige examinatie van ‘t Scheepsvolk bescheiden aan boord van ‘t op gisteren zeer laat in den avond alhier gearriveerd Engelsch Comp:s Schip Middelesex geen de minste blijk van eenige Contagieuse ziekte aan deselve had komen te bespeuren, waarom men dien Bodem alhier niet zoude admitteeren, egter door den Capitein dier Kiel den Heere John Rogers met overlegging van een Schriftelijk Certificaat door zijnen eersten Chirurgijn en deszelfs adsistent verleend, zeer rondborstig en openhartig aan dezelve Commissie was gedeclareerd geworden, dat nu ruim drie maanden geleeden twee Persoonen der Equipagie op de Rivier de Teems , binnen boord van ‘t voorsz: Schip Middlesex , aan de Kinderziekte hadden gelaboreerdt.
dat gem: Capitain Rogers bij dees cordate ouverture, waarmeede zeer zeeker aan den dag had willen leggen hoe avérs kwam te zijn, om eigenlangs halven deese Colonie aan eenig gevaar te exponeeren ingevalle de Regeering vermenen mogte die te vreezen te hebben /:gelijk het hiervoren aangehaald Certificaat zulx ook omstandig komt uit te wijzen:/ dat nadat van de ged: twee Personen de eene hersteld en de andere in delire overboord gesprongen, en verdronken was, daarop niet alleen alle voorsorgen tegens de verdere verspreijding dier gevaarlijke ziekte in ‘t Schip zo door ‘t in zee werpen der Kleederen Bedden Hangmatten en kisten van dezelve besmet geweest zijnde Lieden, als het te werk stellen van andere gepaste behoedmiddelen was gebruikt maar dat zig ‘t zeedert ook werkelijk geene Sympthomes hoe genaamd meer onder de manschappen der Equipage schoon veele de Kinderziekte, nog niet hadde gehad, had ontdekt waarom dan ook veronderstelde dat er thans geen reeden tot eenige ongerustheid meer konde plaatse hebben.
dog dat hij Heere Gezaghebber niettegenstaande deeze geruststelling en assertie van de zijde van voorm: Engelschen Capitijn Rogers egter vermeende niet omheen te mogen het advijs van den Rade in te nemen, hoe men zig in deezen zoude hebben te gedragen en of niet uit voorzorge tegens d’overerving eene zo aller gedugste ziekte eenige maatregulen diende bij der hand genemen en in ‘t werk gesteld te werden;
Over welke declaratie en voorstel van welopged: Heere Gezachebber dienvolgens in besoigne getreeden en daarbij overwogen zynde, dat men ter erkenning van de openhartigheid waarmede den zo dikgeciteerden Heere Rogers dit Gouvernement zelve heeft komen te adverteeren van eene zaake welke het hem zeer faciel zoude geweest zijn verborgen te houden, wanneer eijgen belang deszelfs gevoelens van menschen liefde had kunnen overstreeven, - aan den eenen kant wel alle gerieflijkheeden aan deszelf onderhebbende Bodem verschuldigd is, dog dat aan de andere zijde egter ook weer de duure verpligting waar onder deese Regeering komt te leggen om met de uitterste vigilantie en Scrupule voor ‘t leeven en behoud der goede Ingezeetenen te waaken haar volstrektelijk verbied met het betonen van haar gevoelige dankbaarheid aan voorsz: Capitain de handen zo verre te ligten dat de nodige voorzigtigheid zoude werden uit het oog verlooren, zo is dan wel beslooten alle communicatie tusschen het meerm: Engelsch Comp: Schip Middlesex en de wal nevens de andere ter rheede leggende zo vreemde naties als eigene Scheepen af te Snijden, en langs de bij dier gelijke geleegendheeden geusiteerde Middelen te beletten, dog teffens ook verstaan om den voorsz: Capitain Rogers met zijne officieren en Passagiers niet lange in die onaangename en gegeneerde assiette te houden alles te contribueeren, dat men maar met mogelykheid zal kunnen bijbrengen om hem Spoedig te doen voorsien van ‘t geen zo aan ververschingen als anderzints benodigd mogte hebben om de verdere rhijze naar Bombaij hoe eer zo liever te kunnen voortzetten; waartoe den Heere Gezachebber instantigst is verzogt geworden met in ‘t oog houding der zo noodzakelijke omzigtigheid de vereischte ordres te willen uitvaardigen.
Aldus Geresolveerd Ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorschr:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent E: Bergh p:l Secret
C. 203, pp. 318-361.¶
Vrydag den {17920427} 27 April 1792
S’ voormiddags alle Praesent dempto den Heere Gordon.
Den tijd genadert zijnde dat de voorlopige toebereidzelen dienen te werden gemaakt om het Coorn en Hout zo in de Mossel als Plettenbergs baaien in voorraad opgelegd van daar te laten afhalen zonder dat als nog alhier gereverteerd is het met provisien en Manschappen naar Batavia gezondene Schip de Sterrenschans op dat men, al ignoreerende d’ Oogmerken der Hooggebiedende Heeren Meesteren, met het aanwezend Schip de Castor , zig van dien Bodem durft bedienen, zo geliefde den Heere Gezachhebber na gedane Lecture der onder datis 17. 18 en 26 deezer genomene Resolutiën heeden aanvangelijk aan de overige Heeren Leeden des Raads in overweging te geeven; hoe en op wat wijze men zig hieromtrend nu best uit de verlegendheid zoude kunnen redden; daar tot dees gecompliqueerde expeditie buiten zo evengem: Schip de Castor geene andere Vaartuigen aan handen wierden gevonden dan alleenlijk het permanent Freguat de Meermin ! en is nadat de deliberatiën over de voorsz: quaestie een geruimen tijd lang met al dien aandagt, welke den aard der zaake kwam te vorderen, geroulleerd hadden, mitsgaders bij den Rade bestgedagt was nog eenigen tyd te temporiseeren alvorens eenige beschikkingen nopens het voorwaards gem: Schip de Castor te maaken in de hope dat intusschen nog wel ‘t een en ander middel zal voor doen langs welke men zig uit het praesente embarras zal kunnen redden zonder de ontwerpen welke de Hooge Gebiederen met evengeciteerden Bodem zouden kunnen voorhebben te verijdeleln, beslooten voorlopig tot de gem: expeditie Slegts aan te leggen het voorseide freguat de Meermin , wiens volgende dien kiel met den eersten van hier zal moeten vertrekken naar de Baaifals ten einde na gedane ontlossing der Goederen en Provisiën, dewelke derwaards Staat over te voeren, zodanig te werden geapproprieerd, dat niet alleen in de Mosselbaaij zal kunnen inneemen de aldaar voorhanden zijnde 1060 Mudden Tarwe maar ook in staat weesen zal de ontbreekende Lading vervolgens in de Plettenbergsbaai met al zulk ligt wagen maakers en ander klein hout te kunnen gaan Completteeren als boven de voorsz: quantiteit van 1060 Mudden Tarw nog gevoeglijk in ‘t ruim te bergen zal weezen, waartoe d in ‘t Schip Staande Schotten dewelke gediend hebben voor ‘t van hier naar Mauritius gezondene Coorn derwijze verzet en ingericht zullen moeten werden dat de voorsz: Tarw zal komen te leggen in ‘t midden van ‘t ruijm, terwijl ‘t hout het welk naderhand Staat te werden geladen, voor- en - agter in ’ t Schip zal kunnen werden geborgen zullende zo dra dit een en ander deszelfs beslag zal hebben erlangd als dan niet alleen nader werden bepaald de tijd en wijze wanneer en in welken maniere meerm: Bodem de Meermin de voorseide geprojecteerde expeditie zal moeten onderneemen, maar bij die gelegendheid ook finalijk geresolveerd werden over den aanleg van een tweede Schip naar de Plettenbergsbaai ter afhaling van ‘t Swaarder Hout ‘t zij dan dat den Hoeker de Sterrenschans zal weezen geretourneerd, of dat men /:andere uitkomsten ontbreekende;/ zig in deezen absolutelijk van de zo dikwils gem: Bodem de Castor zal moeten bedienen.
Middelerwijlen geleezen wezende d’onderstaande door den Stellenbosschen Kerkenraade aan deeze Regeeringe gerigte Missive.
Cabo de Goede Hoop
Aan den Wel Edelen Achtbaren Heer, den Wel Edelen Achtbaren Heere! Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber van Cabo voorn:t met den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Ed: Achtb: Rade van Politie aldaar.
‘Wel Edele Achtbare Heer! En Edele Achtbare Heeren!’
‘De Eerw: Kerkenraad, van tijd tot tijd bemerkende dat er zeer weinig penningen van de zogenaamde Kerkengerechtigheeden, inzonderheid uit dat gedeelte der Gemeente inkome, het welk over de Hottentotsholl: Kloof gelegen is, en uit dien hoofde vermoedende dat de onkunde der aldaar woonende Ingezeetenen van hunne verpligting des aangaande oorsaake weezen mogte, dat de Kerken Inkomsten niet met vereijschte prompttitute ten dien opzigte betaald worden neemt bij deesen eerbiedig de Vrijheid UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb: te verzoeken, dat ‘er twee of drie Billitten op geschikte plaatsen in dat district mogen geaffigeerd worden, waarbij den ingezeetenen aldaar hunnen pligt kennelijk werde, het zij dan dat UWel Edele Achtb: en Ed: Achtb: zulks uit derzelver naam gelieve te doen affigeeren of dat den Eerw: kerkenraad uit UWel Ed: Achtb: en Ed: Achtb: Naam, geauthoriseerd werde, om bij wijze van eene Notificatie diergelijke Billietten te laaten affigeeren.’
‘En vermits Successivelijk verscheidene Persoonen alhier belydenisse van onsen Godsdienst komen te doen, die uit het heidendom tot de Gemeenschap onzer Kerken worden toegelaten waaronder zelfs een enkelde gevonden word de dato den 6 Decemb: 1786 die tot nog toe in Slavernij verkeert, zijnde aangenoomen op een onderhands briefje van toestemming door deszelfs Eigenaars gegeeven; is tevens ons nedrig verzoek, om ons te onderrigten welke de Ordres deeses Gouvernements zyne mogen en wel in zonderheid ten aanzien van twee poincten, vooreerst of er niet een zeekere Somme Gelds moet deponeerd worden, voor zulke vrijgegeevene van derzelver Meesters, om ingevalle zulke persoonen mogte komen ten laste der Diaconij daar uit te kunnen gealimenteerd worden ten anderen of de Locale gewoonte toelate, zulke persoonen die nog werkelijk na hunne aanneeming in Slavernij blijven verkeeren, op diergelijke onderhandse permissie brieven, tot de gemeenschap der kerke te mogen admitteeren, ten einde ons in het een en ander opzigt voor het toekomende daarna te kunnen gedragen.’
‘Waarmede wij na toebidding van Gods dierbaren zegen, over UWel Ed: Achtb: en Ed: Achtb: personen en gewigtige betrekkingen de Eere hebben met het diepst respect te zijn.’
’/:onderstond:/’
‘Wel Edele Achtbare Heer! en Edele Achtbare Heeren, ! /:Lager:/ UWelEd: Achtb: en Ed Achtb: Ootmoedige Dienaren /:was getekend:/ uit naam en Last des Kerkenraads M: Borcherds EcCl: & praes: /:in margine:/ Stellenbosch , den 21 April 1792.’
zo is belangende de bij dezelve geallegueerde noodzakelijkheid dat een ijgelijk onder de gemeente aan Stellenbosch sorteerende Persoon behoorlijks werde verstendigt van deszelfs verpligting om de Kerken gerechtigheeden aldaar op te brengen, verstaan Kerkenraade voormeld in gevolge haar verzoek t’ Authoriseeren om ten gem: eijnde bij wijze van Notificatie alomme waarzulks geraden vinden zal, de nodige Billietten te mogen doen affigeeren - terwijl, om te Strekken ter beantwoording van de vrage, of niet een zekere Somma gelds door de Lijfheeren van vrijgegeeven werdende Slaaven geseponeerd werden moet om in cas dezelve Slaven ten Lasten der Diaconij komen te vervallen dan daar uit te kunnen werden gealimenteerd, aan ged: Kerkenraade ter harer informatie en Extract zal werden gesuppediteerd alle zodanige ordres en dispositiën, ‘t zij die van Batavia ontfangen, dan wel van deeze Regeering afgevloeid zijn, als op het Stuk der vrygeeving van Lijfeigenen Successivelijk beraamd zijn geworden.
Dan aangezien het den Rade noopens ‘t point rakende de gevorderde Elucidatie of de Locale gewoonte alhier komt toe te laaten, Persoonen die na hunne aanneeming nog werkelijk in Slavernij blijven verkeeren, op onderhandse permissie brieven van hunne Lyfheeren tot de gemeenschap der Kerke te mogen admitteeren is toegescheenen best te zullen weezen alvorens in deezen een vaste SijnoSure te bepalen, hierop eerst in te neemen ‘t advijs van Kerkenraaden deezer Hoofdplaatse is teffens beslooten de voorsz: Missive der Stellenboschen Kerkenraads ten fine voormeld te Stellen in handen van haar Eerw: met bijgevoegde instantie en last dezer Regeeringe te willen berigten hoedanig nopens dit Stuk het constant gebruik altoos is geweest, en welken reegul gevolglyk ook door alle de overige Kerken voorthaan zoude dienen gevolgd te werden om hier omtrend overal onder ‘t ressort van dit Gouvernement een uniformen voet te werden betragt.
Den Heere Gezachhebber hierna hebbende gelieven te produceeren een omstandig relaas door de opper- en - deks-officieren van het ter Rheede Leggend Bataviasch Retourschip de vrouw Agatha ter requisitie van den Schipper dier Kiel Hermanus Pieter Murk verleend, behelzende alhet voorgevallene op dien Bodem met zodanige vijf Inlanders als op den 14 februarij laatstleeden in zee, aanboord van dat Schip zyn gekomen, zo is, aangezien niet alleen uit dat Relaas is komen te blijken dat twee der voorsz: vijf personen agtergebleeven, door dien de drie overige door een opgekomende heevige Storm met de Praauw in de welke zig bevonden van ‘t Schip afgeslagen vervolgens wederom in zee waaren gedreeven op den 11 Maart daaraanvolgende aen ‘t Moorden zyn geraakt, en in hunne woede den Schiemansmaat om ‘t Leeven hebben gebragt maar dat ook de komst van het voormeld vaartuig aan Boord van dikwils gem: Bodem ‘t een of ander voor ‘t belang der Maatschappij - præjudiciabel oogmerk kan hebben gehad raadzaam g’oordeeld, en dienvolgens besloten het voorsz: relaas te Stellen in handen van den pro interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs en denzelven te injungeeren naaukeurig onderzoek te doen, naar alle d’ omstandigheeden van dit geval, om bij bevinding dat de Overheeden zig aan het een of ‘t ander hebben komen Schuldig te maaken, waaruit eenige actie zoude moeten proflueeren als dan niet alleen tegens dezelve zijn ampt en pligt naar behoren te betragten, maar ook van zijne gedaane ontdekking en alle deszelfs omstandigheeden het vereischt verslag aan deezen Rade te Suppediteeren.
Vervolgens Geresumeerd zijnde de hier onder g’insereerde Reekening der Armen Cassa van Graaffe Rijnet door Landdrost en Heemraden ingevolge besluit van den 28 October des voorl: Jaars ingezonden.
‘
Kerken Cassa Reekening van Graaffe Reijnet | ||||||
Debet | Credit | |||||
1788 | Rd:s Sch. St:vers | Rd:s Sch. St:vers | ||||
Aan den Burger Andries de Clercq voor geleverde Balken | d:o 90:-:-: | 1788 | over zo veel bij den Krankbezoeker Hermanus Ter Smitten onder den Godsdienst is gecollecteerd | d:o 171:02:- | ||
d' E: Colonie over 't verkopen van kerkenboeken | d:o 68:-:-: | 1791 | d:o d:o d:o d:o d:o Jan Daniel van Simonds, | d:o 34:-:-: | ||
d:o d:o d:o d:o d:o van een tafel en banken in de kerk | d:o 20:-:-: | 1792 | d:o d:o d:o d:o d:o Jan de Vries, d:o d:o | d:o 26:-:-: | ||
den Burger W: A: de Clercq over geleeverde 250 Sparren a 2/3 't P:s | rd:s 62:24:- | 231:02:-: | ||||
d:o 400 V:ten Nok en Gordings hout a 4 St: de Voet | d:o 33:02:04 | dus blijft de Kerk aan deeze Colonie nog debet | 130:04:04 | |||
16 Kapsteilen met toebehoren | d:o 80:-:-: | |||||
2 Kiel keepen | d:o 8:-:-: | 183:06:04 | ||||
Somma | rd:s 361:06:04 | Somma | rd:s 361:06:04 |
Kerken Cassa Reekening van Graaffe Reijnet | ||||||
Debet | Credit | |||||
1788 | Rd:s Sch. St:vers | Rd:s Sch. St:vers | ||||
Aan den Burger Andries de Clercq voor geleverde Balken | d:o 90:-:-: | 1788 | over zo veel bij den Krankbezoeker Hermanus Ter Smitten onder den Godsdienst is gecollecteerd | d:o 171:02:- | ||
d' E: Colonie over 't verkopen van kerkenboeken | d:o 68:-:-: | 1791 | d:o d:o d:o d:o d:o Jan Daniel van Simonds, | d:o 34:-:-: | ||
d:o d:o d:o d:o d:o van een tafel en banken in de kerk | d:o 20:-:-: | 1792 | d:o d:o d:o d:o d:o Jan de Vries, d:o d:o | d:o 26:-:-: | ||
den Burger W: A: de Clercq over geleeverde 250 Sparren a 2/3 't P:s | rd:s 62:24:- | 231:02:-: | ||||
d:o 400 V:ten Nok en Gordings hout a 4 St: de Voet | d:o 33:02:04 | dus blijft de Kerk aan deeze Colonie nog debet | 130:04:04 | |||
16 Kapsteilen met toebehoren | d:o 80:-:-: | |||||
2 Kiel keepen | d:o 8:-:-: | 183:06:04 | ||||
Somma | rd:s 361:06:04 | Somma | rd:s 361:06:04 |
’/:Onderstond:/’
’ Graaffe Reijnet den 5 Maart 1792. /:was getekend:/’
‘M: H: O: Woeke; J: Jacobs; J: Joubert; D: S: v d Merwe.’
Zo is nadien bij naauwkeurige Examinatie dier Reekening bij dezelve niet is opgebragt gevonden het ingeteekend bedraagen tot den Geprojecteerden Bouw der Kerke en ander pastorij Gebouwen geresolveerd Copij van dezelve reekening mitsg:s van de Lijsten der zo evengem: gedane inteekening te doen afgeeven aan den Predicant Manger neevens Kerkenraaden te Graaf Reijnet voormeld, omme hoe eer zo liever een andere reekening uit deeze papieren naar die van Stellenbosch ingericht te formeeren, en over te leggen, waarbij onder anderen ook distincte zo wel de gefourneerde als ingeteekende Sommen tot d’exstructie der Kerk zal moeten opgebragt en aan geweezen werden welke Reekening ingekoomen zijnde nu onmiddelijk doch vervolgens Jaarlijks ter gewoner tijd neevens die der vijff andere Kerken ter Speculatie der Hoog Gebiedende Heeren Meesteren naar het Vaderland, zal werden overgezonden, werwaards intusschen is verstaan bij eerste occasie te laaten afgaan de thans ook te rug ontfangene en naar het besluit van den 6 Maart Jongstleeden in maniere als volgt geredresseerde staatreekening der armen gelde van Draakenstein .
‘
Cassa Reekening der Armen Gelden als bij het Sluiten der Reekening | |||
Onder onderstaande Datum bevonden is | |||
Debet | Flor: Ind: val: St:vers | Credit | Flor: Ind: val: St:vers |
Aan de E: Jan de Villiers de Oude obligatien de dato 8 Nov: 1787 à 5 pC:t | d:o 8000. | By het Sluiten der vorige Jaars reekening is per restand in Cassa gebleeven | d:o 1278:04: |
Aan Jan Hendrik Herbst volgens obligatie de dato den 22 October 1786 à 5 pC:t | d:o 3000 | Onder den Godsdienst in dit Jaar Gecollecteerd | d:o 1413:06: |
In de Huisbus in dat Jaar ingekomen | d:o 358:12: | ||
Ontfangene Interessen kerkhof Ger: Geld; Testament Donaties, en Huurbanks Gelden | d:o 1109:10: | ||
Voor verkogte Goederen | d:o 210:-: | ||
Afgelegde Capitalen. | d:o 1124:-: | ||
Somma | ƒ5494:-: | ||
Hier van uitgegeven aan Alimentatie Kosten, Salaris en diverse benodigtheeden voor dit Jaar | 2633:14: | ||
blyft aan Contanten de Jaar in Cassa | d:o 2860:02: | ||
de Obligatien en Scheepen kennissen bedragen | d:o 9200:-: | ||
de achterstallige Intressen, Kerkhofs ger: geld &:a | d:o 631:-: | ||
de Kerk Ornamenten | d:o 1023:06: | ||
Somma | ƒ11000:-: | Somma | ƒ13714:08: |
Afgetrokken van 't nevenstaande Credit | d:o 13714:08: | Afgetrekken van 't Nevenstaande debet | d:o 11000:-: |
Zo resteerd 't Capitaal der Armen | ƒ2714:08: | Zo resteerd het Capitaal der Armen | ƒ2714:08: |
Cassa Reekening der Armen Gelden als bij het Sluiten der Reekening | |||
Onder onderstaande Datum bevonden is | |||
Debet | Flor: Ind: val: St:vers | Credit | Flor: Ind: val: St:vers |
Aan de E: Jan de Villiers de Oude obligatien de dato 8 Nov: 1787 à 5 pC:t | d:o 8000. | By het Sluiten der vorige Jaars reekening is per restand in Cassa gebleeven | d:o 1278:04: |
Aan Jan Hendrik Herbst volgens obligatie de dato den 22 October 1786 à 5 pC:t | d:o 3000 | Onder den Godsdienst in dit Jaar Gecollecteerd | d:o 1413:06: |
In de Huisbus in dat Jaar ingekomen | d:o 358:12: | ||
Ontfangene Interessen kerkhof Ger: Geld; Testament Donaties, en Huurbanks Gelden | d:o 1109:10: | ||
Voor verkogte Goederen | d:o 210:-: | ||
Afgelegde Capitalen. | d:o 1124:-: | ||
Somma | ƒ5494:-: | ||
Hier van uitgegeven aan Alimentatie Kosten, Salaris en diverse benodigtheeden voor dit Jaar | 2633:14: | ||
blyft aan Contanten de Jaar in Cassa | d:o 2860:02: | ||
de Obligatien en Scheepen kennissen bedragen | d:o 9200:-: | ||
de achterstallige Intressen, Kerkhofs ger: geld &:a | d:o 631:-: | ||
de Kerk Ornamenten | d:o 1023:06: | ||
Somma | ƒ11000:-: | Somma | ƒ13714:08: |
Afgetrokken van 't nevenstaande Credit | d:o 13714:08: | Afgetrekken van 't Nevenstaande debet | d:o 11000:-: |
Zo resteerd 't Capitaal der Armen | ƒ2714:08: | Zo resteerd het Capitaal der Armen | ƒ2714:08: |
’/:onderstond:/’
‘Aldus Gedaan in de Kerkvergadering aan Draekenstein den 31 December 1791.’
’/:Was Getekend:/ R: N: Aling VDM:, J: Joubert; J: W: v: d: Merwe, J: D Villiers J: Z:, P:s Retief, D:l Le Roox, Abraham de Villiers, G: v:d: Bijl.’
dewelke bij inzien bevonden is, naar de præsente inrigting den waren Staat dier armen Cassen met een op slag van het oog te vertoonen.
Wyders is ook zynde geleezen geworden een Schriftelijk berigt van zodanige zee Capiteijns als bij besluit van den 27 Maart Jongstleeden gecommitteerd zijn geworden om ten onverstaan des Equipagiemeesters alle zodanige Goederen te waardeeren, welke men ten gem: dage goedgevonden heeft gehad onder Cautie S’ E: Comp: weegen aan den Stellenboschen Oud Heemraad Gerhardus Hendrik Munnik ter bevordering zijner geprojecteerde, onderneeming om ‘t wrak van het in de Saldanhabaai in brand gestookene Schip Middelburg uit het water op te winden te doen aflangen, waarbij dezelve Gecommitteerdens ten Slotte instantig verzoeken van de voorsz: prisatie te mogen werden geexcuseerd gemerkt na der zelver inzien de prijzen dier Goederen door hun niet zo gevoeglijk zoude kunnen werden bepaald, als dezelve wel bij de Negotie boeken, als genoegzaam altemaal in geheel nieuwe Scheepsarticulen komende te bestaan, na te gaan zouden weezen; zo is bij nadere overweeging van zaaken dan ook best gedagt, de prijsen der voorsz: verstrekte Equipage Goederen, waar bij de evengeciteerde Negotieboeken te laaten naslaan om gemelde oud Heemraad Munnik volgens uitkoops in Reekening te werden gebragt.
En vermits door eene gelijke Commissie van zee Officieren welke benoemd zyn geweest om de gebreeken te examineeren waarmeede het aanweezend Schip Straalen van Batavia alhier is aangeland ook van haare bevinding in deezen aen den Heere Gezaghebber is overgelegd geworden het onderstaande Rapport.
Aan den WelEdelen Achtbaren Heer Johannes Isaac Rhenius Opperkoopman en Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a
‘Wel Edele Achtbaare Heer!’
‘U WelEd: Achtb: d’ondergeteekende Capitains ter zee François Duminij en Jan Jobst Droop, expresselijk hebbende gelieven te Committeeren omme g’adsisteerd met den Baas der Scheepstimmerlieden alhier Meijndert van Eijk ten overstaan van den Equipage meester deses Gouvernements Cornelis Cornelisz, en in ‘t bijweezen, van den capitain A: von Fleischer naauwkeurig te examineeren de Gebreeken die zig komen te bevinden aan S’ E: Comp: Retourschip Straalen .’
‘Zoo verklaaren de geteekendens ingevolge die ordres zulks verrigt te hebben en bevonden:’
‘en de bovenste planken van de dubbelhuid aan bakboord zijde van agteren tot vooren geheel af;’
‘Zullende het Schip Straalen over zulks noodzakelijk moeten werden voorzien van’
‘en de bovenste planken van de dubbelhuid aan bakboord zijde van agteren tot na vooren moeten worden vernieuwd. - ‘t Schip van binnen en buijten gecalvaet werdende, zal daarna deszelfs reijse na Europa kunnen Voortzetten.’
‘De Geteekendens vermeenen hier meede aan UWel Edele Achtb: zeer geëerde ordres te hebben voldaan en laaten deezen dienen voor needrig Rapport.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo de Goede Hoop den 24 April 1792.’
‘Als Gecommitt:s de ridder Duminij J: J: Droop M:t van Eijk’
‘Mij præsent, Anth: von Fleischer’
‘ten mijnen Overstaan; C: Cornelisz’
waar uit blijkt dat voorm: retour bodem Straalen noodwendig moet voorzien werden van
terwijl intusschen de bovenste planken van de dubbelhuid aan bakboord zijde, van agteren af tot voren toe teffens behooren te werden vernieuwd, heeft men geresolveerd den voormelde Equipagemeester te gelasten de voorsz: noodzakelijke reparatiën aan evengem: Bodem met allen mogelijken Spoed te doen bewerkstelligen; en te gelijker tijd daarbij aan den Capitain dier Kiel op zijn heeden ingediende petitie van benodigheeden te laten afgeeven alle die articulen welke onontbeerlijk zal oordeelen om het vorsz: Schip Straalen in staat van rijsvorderinge te stellen.
En nadien behalven de hiervoren opgegeevene importante reparatiën welke aan het meergeciteerden Schip Straalen moeten verder gedaan ook nog zoo op dien Bodem als op de permanente Vaartuijgen mitsgaders dagelijks verwagt wordende uit en thuijs komende kielen een groot aantal gedurende de rhijze aan Stuk gebrookene ruijten door andere nieuwe geremplaceert zullen moeten werden zonder dat die bij de E Comp: aan handen werden gevonden.
Is dierhalven bij dees gelegentheid insgelijks goedgevonden den Pakhuismeester Salomon van Echten te qualificeeren de tot de hier voren opgegevene eijndens gerequireerd werdende ruijten tegens de minstmogelijkste prijzen van Particulieren in te koopen.
Gelijk ook al verder op de vertooning van den Capitain Lieutenant Ingenieur Thiebault hoe noodzakelijk het komt te zijn te zorgen dat de by de Fortificatien en andere publicque Werken gebeezigde Kruijwagens waar van een groot gedeelte nog bruikbaar en met weinige kosten in goeden Staat te Stellen zouden weezen in tijds wierden gerepareerd, ten einde gereed te kunnen weezen, om, wanneer de Bandieten die in de aanstaands Maand Maij van ‘t Robben Eiland alhier worden verwagt zullen weezen overgekomen aanstonde door dezelve te kunnen worden gebruikt goedgedagt is gem: Capitain Lieut: Ingenieur Thiebault in zelver voegen te qualificeeren om de voormelde reparatien aan de bovengem: Kruijwagens met den eersten te doen bewerkstelligen, waartoe dienvolgens de tot de voorsz: reparatien gerequireerd werdene Houtwerken aen denzelven Ingenieur Thibault uit S’ Comp: Magazijn Verstrekt zullen worden.
Bij resolutien van den 7; 24 en28 februarij laatstleeden aan Commissarissen uit den Raade van Justitie gedemandeert zijnde d’inspectie en tauxatie van drie onderscheidene Stukjes Land, door den Capitain Lieutenant Militair Johan Wilhelm Lutgens, den Burger Chirurgijn Jan Morel en den Baas van S’ Comp: Wapenkamer Johan Fredrik Heydenrijk in Eijgendom verzogt en dezelve Commissarissen diendwegen overgelegd hebbende het navolgend Rapport.
Aan den WelEdele Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber deses Gouvernements beneevens den E: Achtb: Raad van Politie.
‘Wel Edele Achtb: Heer! En E: E: Achtb: Heeren!’
‘Door den Capitain Lieutenant bij ‘t nationaal Bataillon Johan Wilhelm Lutgens den Chirurgijn der Burgerije Jan Morhel en den Baas van S’ Comp: Wapenkamer Johan Friederich Heidenrich resp:e aan UWel Edele Achtb: en Ed: Achtb: bij requeste zijnde verzoek gedaan om den eijgendom van een Strookje Lands, zo is ‘t van hoogst derzelver welbehagen geweest, in gevolge geëerd besluit van den 7, 24 en 28 februarij deezes Jaars van de voorsz: requesten Copijen te Stellen in handen van de ondergeteekendens ten einde te examineeren of de uitgaven van de bij die requesten verzocht wordende Landerijen aan de E: Comp: nog eenige ingezeetenen præjudiciabel kan zijn en zo niet als dan te bepaalen voor hoe veel dezelve aan de Suppl:t zou kunnen werden afgestaan.’
‘de ondergeteek:e hebben overzulks d’eere UWel Edele Achtb: en Ed: Achtb: te berichten.’
‘Dat de ondergeteekendens na de voorsz: Landerijen met de meest mogelijken oplettendheid geexamineerd en bevonden te hebben dat dezelve nog ten nadeele der Ed: Comp: of der Ingezeetenen zouden kunnen werden uitgegeeven - die Landerijen hebben gewaardeert een ijder naar derzelver waarde in maniere als volgt te weeten,’
‘
dat van den Capt:n Lieut: Militair J: W: Lutgens ter groote van 2 Morgen 318 Quad:t roeden en 84 d:o voeten voor eene Somma van | rd:s 150:-:-: |
d:o d:o d:o Burger Chirurgijn J: Morel ter groote van 30 quadr:t roeden en 48 d:o voeten voor eene Somma van | rd:s 175:-:-: |
en d:o d:o d:o Baas der Wapenkamer J: P: Heidenreich ter groote van 1Morgen en 275 Quadr:t roede voor eene Somma van | rd:s 75:-:-: |
dat van den Capt:n Lieut: Militair J: W: Lutgens ter groote van 2 Morgen 318 Quad:t roeden en 84 d:o voeten voor eene Somma van | rd:s 150:-:-: |
d:o d:o d:o Burger Chirurgijn J: Morel ter groote van 30 quadr:t roeden en 48 d:o voeten voor eene Somma van | rd:s 175:-:-: |
en d:o d:o d:o Baas der Wapenkamer J: P: Heidenreich ter groote van 1Morgen en 275 Quadr:t roede voor eene Somma van | rd:s 75:-:-: |
‘de ondergeteek: hebben egter vermeend, hier bij nog te moeten noteeren dat de Taxatie van ‘t Erf door den Burger Chirurgijn Morel verzogt, is geschied na rato van ‘t geen den Burger Commissaris Meiring voor deszelfs in eigendom verkreegen Erf, en het welk op een en dezelfde grond Staat aand’ E Comp: heeft betaald, als hebbende voorgemeld Erf ter groote van 72 Quadr:t roeden, en 38 d:o voeten eene Somma van rd:s 400:- in’s Comp: Cassa moeten voldoen; als meede om dat hij Morel onder diezelfde verpligting leijd, als evengemelde Meiring om namentlijk jaarlijks zwaare kosten te moeten doen, tot onderhoud van de Gragt of Sloot die zig bij dat Erf bevind; dat ook geduurig zorgen moet, om die Sloot behoorlijk op te vullen ten einde te beletten, dat ‘t water niet van loop veranderd, en naar ‘t nieuwe Hospitaal stroomd, en eindelijk dat de grond van dit Erf voor ‘t grootste gedeelte woest vol holtens en Schuintens komt te zijn, en dus niet zonder veel moeite en wederom zwaare kosten voor den Suppl:t gebragt kan worden in de vereischt wordende Sloot, om daarop eenige Gebouwen te kunnen extrueeren.’
‘Verhoopende hiermeede te hebben voldaan aan de intentie van U WelEdele Achtb: en Ed: Achtb: zo laten de ondergeteek:s deezen dienen voor needrig Rapport.’
’/:onderstond:/’
‘Cabo de Goede Hoop den 18 April 1792.’
’/:was getekend:/ J: P: Deneijs; Joh:s Smuts, Hend:k A:s Truter, /:Lager:/ Mij præsent en Geteekend: R: Beck Secret:s’
zo is aangezien bij dat Rapport verklaard werd tegens d’uijtgaave van geciteerde Strookjes Land geene bedenkingen te militeeren, uit dien hoofde als nu geresolveerd den Eijgendom daarvan aan de voorm: Supplt:en aftestaan, tegens de hier ondergem: neevens derzelveer namen gespecificeerde Sommen, te weeten.
Aan den Capitain Lieutenant Lutgens de bij hem verzogte twee Morgen drie hondert en achtien quadraat Roeden en Vier en tachtig dito voeten voor Rd:s 150:-:-:
Aan den Burger Chirurgijn Morel de door hem gevraagde dertig quadraat roeden en agt en veertig d:o voeten voor 175 Ryxdaalders.
Aan den Baas der Wapenkamer Heijdenreijck de voor hem gemeetene Een Morgen en twee Hondert vijf en zeeventig quadraat roeden, voor Rijxdaalders 75.
Terwijl daar en teegen zeeker request door den Burger Stephanus Jacobse ingediend, tendeerende om inzelvervoegen als de zo evengem: Supplt: te mogen werden begiftigt met Slegts een morgen Land omstreeks de Bokkerivier agter de Hexe rivier geleegen, ten fine van examinatie en waardeering zal werden gesteld in handen van Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch , om vervolgens na ingekomen Berigt finale dispositie te erlangen.
Zo als inmiddels finalijk gedisponeert zijnde over eenige andere verzoekschriften, is toegestaan geworden,
Aan den met het Schip Horssen alhier aangelanden, dog weegens indispositie met Stilstand van gage van dien Bodem agtergebleevene Opperkoopman en geweezen Opperhoofd van ‘t generaale zoldij Comptoir te Batavia Cornelis Zinkelaar, om met meedeneeming zijner huijsvrouw, twee, aan hunne zorge toebetrouwde Kinderen genaamd Jan Daniel de Jong en Martin Ludwich Wegener mitsg: een vrije Vrouw in name Christina Glazina en drie Lijfeigenen onder weder cours neeming van gage van den dag van heeden gereekend, deszelfs rhijze naar Nederland te mogen vervorderen met het ter rheede leggend Schip Straalen mits voor de voorsz: vrije vrouw Christina Glazina als alleenlijk alhier in deszelfs dienst geengageerd zynde, terwijl de permissie tot de passagie voor de overige Domesticquen bereids ter voorm: Hoofdplaatze is verkreegen, in S’ Comp:s Cassa betalende het gewone transport en kostgeld gereekent van deezen Uithoek na Nederland en van daar weder herwaards te rug.
Aan den burger Johannes Wilhelm Steedele omme zeekere Jongeling genaamt Rudolph Nuport, zijnde 12 Jaaren Oud, en in A:o P:o onder de Recruiten van ‘t Regiment van Meuron als Soldaat alhier gearriveerd in gevolge de daartoe verkreegene permissie van den Officier die het depôt van evengem: Regiment Commandeert te mogen adopteeren en bij zig houden, ten welken einde aan dat kind op des Supplt:s instantige beede het Burgerregt deezer plaatse is geaccordeerd geworden.
en Aan de Vrijzwartinne Zara van de Caab omme niet alleen uit slaafse dienstbaarheid te mogen ontslaan haar Lyfeigen genaamd Daniel meede van de Caab geboortig, maar ook uit hoofde van haare armoedige toestand geexcuseerd te mogen weezen van de betaling der daarop gestelde Somma van 50 Rd:s aan de Diaconij zijnen deezer Steede mits egter Sufficiente Cautie Stellende dat de alzo vrij te geevene Slaaf nimmer zal komen ten Lasten der voorsz: Diaconij.
Waaren tegen op ‘t Supplicq door den Sous Lieutenant der Burgerij Johannes Jacobus Tesselaar; al mede in Scriptis gedaan om op den zelven voet zo als zulks nu onlangs aan de Heeren de Wet en Brand mitsgaders den Burgerraad hendrik Justinus de Wet is gepermitteerd geworden, te mogen hebben een Strookje Lands aan ‘t Warme Bad , over Hottentots Holland geleegen ten einde aldaar voor zig en zijne familie, een kleijn Huijsje te kunnen bouwen, bestgedacht is voorlopig tot appostil te verleenen dat vermits aan den Raade nog niet is gebleeken of en in hoe verre dezelve Heeren de Wet en Brand van de aan hun Ed:s verleende concessiën hebben kunnen gebruik maaken des Supplt: voormelde verzoek dierhalven vooreerst werd gehouden in advijs.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare Voorschr:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] Mij præsent E: Bergh p:l Secret
C. 203, pp. 362-369.¶
Dingsdag den {17920501} 1 Maij 1792.
bij omvraage alle præsent.
De verwagt wordende hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal van wiens afrhijse uit Nederland men voorLange de aangename tijdinge heeft ontfangen gehad in weerwil van ‘t Sterk verlangen naar hoogstderzelver verscheijninge alhier, voor als nog niet aan dit Gouvernement zijnde komen aan te landen, terwijl inmiddels den tijd dat de Scheepen deeze Caabse rheede gewoonlijk aandoen met harde Schreeden komt te verloopen, waardoor het zoude kunnen gebeuren dat haar Hoog Edelens zouden kunnen werden genecessiteerd ter zaake van ‘t Saisoen in de Baaij Fals te moeten binnen vallen en gevolglijk ook aldaar zullen moeten werden gerecipieerd, Zo is, om in dien gevalle gemelde Heeren Commissarissen al meede overeenkomstig dezelver hoge qualificatie best mogelijk op eene allezints gepaste wijze te recipiëeren en herwaards te begeleiden, bij omvrage ter ordre van den Heere Gezachhebber gedaan beslooten de Heeren Gordon en de Wet; die ‘t Ceremonieel langs welke meer gedagte haar hoog Edelens alhier zouden zijn ontfangen geworden gereguleerd hebben gehad, te qualificeeren en te verzoeken, gelijk hun Ed: gequalificeerd ende verzogt werden bij deezen om nu ook ten Spoedigsten mogelijk de nodige Schikkingen en arrangementen te willen beramen hoedanig de ontmoeting van haar hoog Edelens in de Baaifals best zoude kunnen gescheden, en Langs welke middelen men hoogst dezelve op commoodst en gemakkelijkst over een zo fatiguante weg naar herwaards zoude kunnen geleiden zullende het ontwerp van evengem: Heeren Gordon en de Wet deezen aangaande ingekomen zijnde dan onmiddelijk daar öp nopens dit point finalijk beslooten en de nodige ordres om het beraamd Ceremonieel in deszelfs zamenhang effect te doen Sorteeren vervolgens uitgevaardigd werden.
Middelerwijlen door den Heere Gezachhebber voorm: in zijn Ed: qualiteit als Hoofdadministrateur vervaardigt zynde eene Memorie van zodanige Articulen als door d’ Overheeden van ‘t aanweezend Schip Straalen alhier te veel uitgeleeverd zijn geworden, - luijdende als volgt.
‘Memorie van de nabesz: Rijst en Arak uit de Lading van ‘t Schip Straalen van Batavia voor dit Gouvernement aangebragt, zo bedorven als te min uitgeleverd, breeder blykende volgens verklaring van Gecommitteerdens deezen annex, Namentlijk.’
’/:onderstond:/’
‘In’t Casteel de Goede Hoop, den 1:te Maij 1792.’
’/:was geteekend:/ J: I: Rhenius’
Is daarop bij dees occasie teffens beslooten dezelve Goederen in maniere als volgt op de Soldijreekeningen der voorsz: Overheeden te doen ten goede brengen, te weeten.
NederLands Geld | Ducatons van 66 St:vers Nederl: Geld | Indias geld van 80 St:vers p:r Ducaton | |
12 lb Waxcaarssen | |||
zynde 3 pC:t met 1/2 Capt:l adv:s | ƒ16:08:- | p:r 4 22/33 | ƒ19:17:08 |
156 d:o Poederzuijker 3 pC:t | d:o 27:06:- | d:o 8 3/11 | d:o 33:01:08 |
21 d:o Coffyboonen 2 d:o | d:o 8:08:- | d:o 2 6/11 | d:o 10:03:08 |
85 Cann: Arak 3 1/8 ruijm | d:o 33:14:08 | 10 29/132 | d:o 40:17:08 |
Te Zamen | ƒ 104:-:- | ||
Komt voor reecq: van den Capitain 2/3 | ƒ69:06:08 | ||
d:o d:o d:o d:o d:o Capt: Lieut: 1/3 | d:o 34:13:08 | ||
Komt als boven | ƒ104:-:- |
NederLands Geld | Ducatons van 66 St:vers Nederl: Geld | Indias geld van 80 St:vers p:r Ducaton | |
12 lb Waxcaarssen | |||
zynde 3 pC:t met 1/2 Capt:l adv:s | ƒ16:08:- | p:r 4 22/33 | ƒ19:17:08 |
156 d:o Poederzuijker 3 pC:t | d:o 27:06:- | d:o 8 3/11 | d:o 33:01:08 |
21 d:o Coffyboonen 2 d:o | d:o 8:08:- | d:o 2 6/11 | d:o 10:03:08 |
85 Cann: Arak 3 1/8 ruijm | d:o 33:14:08 | 10 29/132 | d:o 40:17:08 |
Te Zamen | ƒ 104:-:- | ||
Komt voor reecq: van den Capitain 2/3 | ƒ69:06:08 | ||
d:o d:o d:o d:o d:o Capt: Lieut: 1/3 | d:o 34:13:08 | ||
Komt als boven | ƒ104:-:- |
En vermits ook door den Heer Cassier de Wet is ingediend geworden een Notitie van twee Persoonen zynde den Burger Weesmeester Pieter Laurensz Cloete en den Burger Johannes Christiaan Rudolph de Jonge, welke in gebreeken zijn gebleeven de gelden, die zij, om naar ‘t Vaderland overgemaakt te worden onder ultimo der evenafgeweekene Maand April hadden mogen tellen in s’E Comp: Cassa te brengen, heeft men alverder goedgevonden aan de Heeren Le Suëur en Van Rheede van Oudtshoorn op te dragen omtrend dezelve penningen zodanige repartitie in faveur van andere daartoe geregtigde Leeden te maaken als vermeenen zullen met de billijkheid, te quadreeren.
Terwijl eindelijk op ‘t Verzoek van den Capitain Jan Jopst Droop voerende S’ E Comp: aanweezend hoeker Schip de Castor dat aan hem mogte worden verstrekt zodanige Equipagie Goederen als door hem op een Specificque Lijst zyn opgegeeven geworden voor dien Bodem benodigt te weezen, beslooten is de voorsz: Lijst te stellen in handen van den Equipagemeester Cornelis Cornelisz: omme des nodig oordeelende de gevraagde Goederen te verstrekken.
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd, In’t Casteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare voorschr:
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: de Wet
[Signed:] W: F: v: Reede Van Oudtshoorn
[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret