Skip to content

C206 v1.20

C. 206, pp. 2-28.

Vrydag den {17920803} 3 Augustus 1792.

S’voormiddags alle Praesent.

Is na resumptie van ‘t besluit op den 31 Julij jongstleeden gevallen, geleezen geworden eene Missive door Heeren Commissarissen Generaal sub dato 26 dierzelfde maand aan deezen Raade gericht, dienende ten geleide van een Extract uit hunner hoogedelhedens Resolutiën onder evengem: 26 Julij genomen;

En nadien hoogstdezelve Haar Hoogedelhedens daarbij verklaaren, goedgevonden en verstaan te hebben den Onderkoopman Gerrit Kleijn te permitteeren en te gelasten om met de eerste bequaame scheepsgelegendheid, welke hem daartoe door den Heere Gezachhebber zal werden aangeweezen, naar Europa te vertrekken, onder afgeschreeven gage en met betaling van het daartoe staande kost en transportgeld; zo is besloten dat van dees hunner Hoogedelhedens geëerde dispositie aan den Soldij boekhouder deezes Gouvernements Clements Matthiessen bij Extract zal werden kennisse gegeeven tot dezelfs informatie, en dat wijders aan voorschr: Kleijn zal vrijstaan, ingevolge de voorschr: permissie en Last van meer hoogstged: Heeren Commissarissen generaal bij de eerstvoorkomende convenable occagie van hier wederom te mogen t’ huysvaaren met zodanige Bodem als waarop het den Heere Gezachhebber zal behagen hem onder de hier boven opgegeevene bepalingen passage te doen verleenen.

Hierna nog geleezen zijnde een andere Missive door evengem: Haar Hoogedelhedens onder den datum van gisteren geschreeven, houdende communicatie dat hoogstdezelve op ‘t verzoek van den Lieutenant ter zee J: Claris, commandeerende S’ Lands Brick van Oorlog de Comeet , geankert leggende in de Simons baaij , om met elf zeevarende Manschappen ter completie van de Equipagie op zijne voormelde Bodem te mogen werden geadsisteerd uit de Manschappen welke in ‘t Comp:s Hospitaal in Baaijfals bekwaam zouden worden bevonden, beslooten hadden het voorsz: verzoek toe te staan, met Last aan deeze Regeeringe de nodige ordres te stellen ten einde voornoemde Hunner Hoogedelhedens dispositie effect te doen sorteeren - Is dienvolgens al verder verstaan ook hier van bij Extract deses zo aan voornoemden Soldijboekhouder als aanden Heere Resident Brand kennisse te doen dragen, ten einde zig met den anderen nopens de manschappen dewelke men gevoeglijkst zal kunnen afstaan te concerteeren, en hier omtrent het nodige gereguleerd hebbende, als dan te zorgen dat de afleevering derzelve Manschappen aan gem: Lieutenant Claris dadelijk kome te geschieden.

Vervolgens door den Heere Van Reede van Oudtshoorn in qualiteit als praesident van Commissarissen uit den Raade van Justitie zijnde overgelegd het onderstaand berigt en daartoe specteerende bijlaagen, behelzende met den anderen het resultat van zodanig onderzoek als door evengem: Commissarissen ter voldoening aan’t besluit deezes Raads van den 27 Julij. Jongstleden met betrekking tot de geordonneerde opneeming van ‘t Koorn der Bakkers is te werk gesteld geworden

Aan den WelEdele Achtb Heer! Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber dezes Gouvernements benevens den E Achtb: Raad van Politie.

‘WelEdele Achtb: Heer! en E E Achtb: Heeren!’

‘Commissarisen uit den Raade van Justitie dezes Gouvernements, ingevolge politicque Raadsbesluit vanden 27 dezer door UWelEd Achtb:s gecommitteerd ende gelast geworden zijnde, om te ontwaaren of de door de Bakkers opgegeevene Schaarsheid van Tarw reëel dan wel slechts ter bejaging van eenig particulier oogmerk voorgewend is,’

‘1:e Opneeminge te doen van al de Tarw welke zig zo in de huizen als op de zolders der voorz: Bakkers kom te bevinden’

‘2:e Daarbij te inquireeren wat bowendien voor reecq: derzelve in de Environs dezen steede kan wezen opgegadert.’

‘3:e En hoeveel Beschuit en Meel zy nog daaren boven aanhanden hebben.’

‘4:e Mitsgaders, welke quantiteit Tarw door hun gewoonlijk den eene tyd door den anderen geslagen, maandlyks tot brood werd verbakken om daarmeede de gaande en komende man te gerieven’

‘5:e Een gelyke opneeming te doen by Zodanige Ingezeetenen als by’

‘wien men met grond van reeden veronderstellen kan eenige voorraad opgelegd te zullen zijn.’

‘hebben derhalven de Eere, om aande vier eerste poincten te voldoen, Uwel Ed Achtb:s nevens deezen overte leggen, Een Nota, zodanig ingericht als ‘t bovengem: in UwelEd Achtb: vergadering genomen besluit komt te dicteeren; en waaruit UwelEd Achtb: des gelievende zullen kunnen beöogen, - dat waarlijk de Schaarsheid van Tarw zodanig komt te zijn, als door de bovengem: Bakkers is opgegeeven geworden en de noodzakelijkheid dat daarin zo spoedig mogelijk dienen te werden voorsien; terwijl Commissarissen omtrend het 5e: of Laatste poinct UwelEd: Achtb: moeten elucideeren; dat men met geen mogelijkheid heeft kunnen nagaan by welke Ingezeetenen overigens eenige voorraad van Tarwe zoude weezen opgezameld; niet tegenstaande men omtrend dit poinct van de meerm: Bakkers zelve heeft tragten te informeeren, als van de welke men de beste elucidatien konde verwagten.’

‘In vertrouwen van hiermeede aan het Salutair oogmerk van Uwel Ed Agtb: en EE Achtb: te zullen hebben beantwoord hebben Commissarissen overigens de Eere zig met verschuldigde Hoogagting t’ onderteekenen,’

‘/onderstond:/’

‘WelEdele Achtb: Heer en EE Achtb: Heeren; Uwer WelEd Achtb: Zeer onderd: en gehoorsz: Dienaaren, / was getekend:/ W F V Reede van Oudtshoorn, J.Smuts, T: C: Rönnenkamp, G H Meijer, S:V Echten, H: J: de Wet, RJVD Riet. A Fleck.’

En uit dat berigt mitsg:s de daar neevens gevoegde Nota den Raade als nu tot haare uiterste surprise komende te blijken, dat werklijk de geheele quantiteit Tarwe, meel en beschuit, welke zig thans nog onder de Backers bevind te zaamen genomen niet meer importeerd als ruim 1600 Mudden, en dat zij daarentegen met den anderen om hunne neering gaande te houden en de Ingezeetenen van Brood te voorsien maandelijks 2600 á 2700 Mudden Tarwe komen te benodigen, invoegen den gantschen voorraad van Tarwe, meel en beschuit na eene ruwe calculatie, slegts voor den tijd van Agtien dagen zoude sufficieeren, zo is verstaan, dat hiervan als nu dadelijk in alle onderdanigheid kennisse zal werden gegeven aan Heeren Commissarissen Generaal, en haar Hoogedelhedens daarbij teffens op hoogstderzelver gevenereerde Letteren van den 26:ste der evenafgeweekene maand Julij, bij voorsz: Resolutie deezes Raad van den 27 daaraanvolgende geinsereert, met vereischten eerbied zullen werden gerescribeerd:

Dat wanneer ter vergadering van den zo Straks geciteerden 27 Julij ter deliberatie is gelegd geworden het vertoog door Commissarissen uit den Raade van Justisie aan deeze Regeering gericht, tot bygeleide van ‘t in quaestie zijnde verzoekschrift door de geprevilegeerde Brood Backers aan hun gepresenteerd, den Raade zo min uit het confus geschrift der voorsz: Bakkers, als uit een vertoog van Commissarissen uit den Raade van Justitie zelve, zoude kunnen hebben of moogen opmaaken dat ‘er weezentlijk ‘er weezendlijk ter deezer Hoofdplaatste eenig gebrek aan brood te dugten zoude zijn geweest, eensdeels om dat een ijgelijk der Burgeren deser plaatse die verzoek doen om zig met broodbakken te moogen erneeren, bij de verkrijging vande permissie daartoe, ingevolge het 2 Art: der Ordonnansie worden gelegt onder de verpligting, om zig bij tijds van een genoegzame quantiteit koorn te moeten voorsien en om teffens op poene van eene boete van Een Duizend guldens met zijne neering niet te mogen stille staan ofte uitscheiden zo lange de door hem verzogte en geobtineerde permissie blyft voortduren, en anderdeels omdat Commissarissen uit den Raade van Justitie, wel verre van immer eenige repraesentatien wegens eene te apprehendeerene schaarsheid aan deeze Regeeringe te hebben gedaan, inteegendeel altoos favorabel hebben berigt gehad, op de verzoeken successivelijk zo wel door diezelfde Bakkers als door andere Ingezeetenen gedaan om eenig Tarw, Meel en Beschuit te moogen afscheepen, daar zij Commissarissen wanneer zigslegts den minsten schijn van gebrek op gedaan had en ter hunner kennisse was gekomen zig gehouden en verplicht zouden hebben moeten agten zulks in tijds ter kennisse deezer Regeeringe te brengen, ten einde dezelve in staat te stellen daarïnne behoorlijke voorzieninge te kunnen doen, indien niet deeze Regeering uit voorsz: hunner Hoogedelhedens Missive hadde ontwaard, dat zelfs reeds aan hoogstdezelve was voorgekomen als of alhier geen genoegzaame hoeveelheid Koorns kwam voorhanden te zijn, om de Ingezeetenen op den duur van Brood te voorzien tot den tijd dat de nieuwe voorraad herwaands zoude werden opgebragt.

Dat hoe zeer den Raade zig ook verzeekerd vond dat over ‘t algemeen geen gebrek aan Brood in de Colonie konde weezen, te dugten, aangezien aan den eenen kant den Oogst des voorl: Jaars vrij gunstig is uitgevallen geweest, en men met het verleenen van permissiën tot den uitvoer aan de andere zijde alle mogelijke omzichtigheid heeft gebruikt gehad, deezen Rade zig echter door de voren aangehaalde omstandigheden in de verplichting heeft bevonden, de mogelijkheid te moeten veronderstellen dat de Hoofdplaatse schaars van Tarw was voorzien, en dierhalven ten einde Haar Hoogedelhedens met de meeste accuratesse te kunnen berichten wat er weezentlijk van waare Commissarissen uit den Raad van Justitie directe bij Resolutie van den 27 Julij gecommitteerd ende gelast hebben gehad eene zodanige dadelijke en exacte opneeming van de bij de Bakkers en andere Ingezeetenen aan handen zijnde Tarw te doen, als bij dezelve Resolutie breeder is omschreeven geworden;

Dat deeze opneeming invoegen als vooren is gezegd door Commissarissen uit den Raad van Justitie behoorlijk geschied, en door hun van derzelver bevinding gedaan zijnde, het hier boven g’insereerd Rapport, deeze Regeering zekerlijk niet dan met de uitterste ontroering en schrik van dit Hun Rapport aan Haar Hoogedelheedens ouvertuure zoude kunnen geeven, zo dezelve zig niet volkomen overtuigd en verzeekerd hield dat uit de daarbij voorkomende schaarsheid ter deezer plaatse geen de minste vreese voor gebrek kan ontstaan, aangezien in het teegenswoordig Jaargetij nog een groot gedeelte graans des jongsten ougsts Kaapwaarts moet werden gebragt, en ook gewisselijk ten deele bereids herwaards zoude weezen aangevoerd, zo wanneer de koorn bouwende opgezeetenen geene bijzondere Inzigten hadden met dien aanbring voor als nog geen aanvang te maaken.

Dan dat de voorsz: Schaarsheid aan Tarw in dit Kaapsche Vlek, zo als hiereven is gezegd, alleen moetende werden geweeten aan de ongeneigdheid der Koornbouwende opgezeetenen, dees ongeneigdheid haare oorsprong is verschuldigd aan de representatien welke namens dezelve opgezeetenen door Burgerraaden aan deezen Raade zijn gedaan, over ‘t onvermogen waarin de Landlieden zig bevinden, om aan de verpligting te voldoen waaronder zij zints den Jaare 1790 zijn gelegd om van alle graanen en Peulvrugten, zonder onderscheid of die aan der E Comp: dan wel aan particulieren geleevert werden, dewelke door hun Caapwaards worden vervoerd, bij ‘t passeeren der patrouille wagt, de Thiende in contant geld te betaalen, met verzoek dat daar in door dees Regeering mogt voorzien en eene vermindering gemaakt worden, waaromtrent men uitwijzens het besluit sub dato 27 Maart laatstl: genoomen, geen andere dispositie heeft mogen neemen /: aangezien men bereids toe dagelijks de zo zeer gewenschte komst van Haar Hoogedelhedens was verwagtende: / als alleen in de optie der koornbouwende opgezeetenen te laaten om de Thiende in geld dan wel in natura te voldoen, terwijl men de dispositie op hun verzoek van vermindering in die belasting te moogen erlangen eerbiedig aan Haar Hoogedelhedens heeft gedefereerd gelaaten, invoegen ongetwijffeld de Hoop, dat hierop door Hoogstdezelve ten hunnen faveure een gunstig reguard zal werden geslagen, de Landlieden na het neemen van evengeciteerde Resolutie tot op den dag van heeden heeft weerhouden de aanzienlijke voorraad van Tarw, welke zij nog in hunne Schuuren hebben, Caabwaards op te brengen.

Dat vermits de Regeering zoude afwijken van het geen Haar Hoogedelheedens van dezelve hebben gelieven te vorderen, zo wanneer zij overging tot eene meer gedetailleerde ontwikkeling der reedenen, die de gemelde representatien hebben veroorsaakt en eene beoordeeling derzelver gegrondheid ofte ongegrondheid, men zig dierhalven eenelijk zal bepaalen om Haar Hoogedelhedens voor te dragen zodanig middel langs welke in de tegenswoordige dringende Schaarsheid aan Tarwe ter dezer plaatze provisioneelijk zoude kunnen werden geremedieerd.

En dat met dat oogmerk aan Hoogstged:en haar Hoogedelhedens eerbiediglijk zal werden voorgehouden; dat vermits ter Vergadering van den 27 Julij ook van den Heere Dispencier van Reede van Oudtshoorn is gevorderd geworden eene precise opgaaf van de voorraad van Tarw, dewelke zig onder dien datum in de Maguazijnen der E, Comp: quam te bevinden, met bijvoeging van den tijd, voor hoe lange men daarmeede de ordinaire verstrekkingen van Brood en Meel zoude kunnen gaande houden, en uit eene heden door evengem: Heer Dispencier in Raade geproduceerde Notitie is komen te blijken dat het restant onder ultimo der evengemelde Maand Julij geweest is 9012 Mudden, waarvan voor de gewoone consumptie, gereekend naar het geen in de Jongste Elf Maanden is verorbert en verstrekt, van Primo deezer tot ultimo December van dit Jaar zou worden vereischt 4550 Mudden in voegen, wanneer op de Batavia se Eijsch groot 11000, mudden en waarop niet meerder als 2448 mudden zijn voldaan, niets meer wierde afgezonden als dan het restant van Tarwe bij de nieuwen ougst of onder ultimo december nog zoude zijn 4400 à 4500 mudden, en strekken kunnen voor vijff maanden, of tot het uiteinde van Maij van het aanstaande Jaar, deezen Raade dierhalven geen ander nog beeter middel van voorziening zoude kunnen voordragen, als om van dees voorraad uit ‘s Comp: Maguazijnen aan ijder der Burger Backers te laaten verstrekken zo veel Tarw als hij navolgens zijn eigene opgaave aan Commissarissen uit den Rade van Justitie gedaan, te kortschiet om gevoegd bij zijne eigene geringen voorraad, deszelfs neering ten gerieve des gaanden en komenden mans anderhalve maand behoorlijk te kunnen continueeren, mits zig onder behoorlijke cautie verbindend om de aldus ontfangene Tarw uitterlijk met primo deCember aanstaande aan de E Comp: te restitueeren op poene dat de gene die daarïn naalatig mogten blijven, behalven de restitusie of te betaling van het Koorn ook zullen verbeuren eene boete van Een Duijzend Guldens indische valuatie, om daarvan 2/3 te werden gebragt ten profijte der E. Comp: en 1/3 ten voordeele der Burger Cassa

Door welk middel deeze Regeering zig vlijende aan de Koornbouwende Opgezeetenen geleegendheid te zullen kunnen werden gegeeven de g’eerbiedigde decisie Hunner Hoogedelheedens op haare ingebragte bezwaaren, en daaruit voortgevloeide verzoeken te kunnen afwagten, zonder eenige hinder in den aanvoer van hunne opgelegde Tarw te veroorzaken, of de Inwoonders van dit Vlek aan eenige Schaarsheid aan ‘t voorsz: zo onöntbeerlijk voedsel bloot te stellen, zal men dan ook niet alleen de vrijheid gebruiken Haar Hoogedelhedens onderdaniglijk te verzoeken deeze Regeering tot de voorgeslaagen afgaave van Tarw uit s’ Maatschappij’s voorraad aan de Bakkers te qualificeeren of haar hieromtrent met zodanige andere bevelen te willen vereeren, als haar Hoogedelheedens best geraaden zullen oordeelen maar ook deeze hunner Hoogedelhedens qualificatie en ordre pligtschuldig werden ingewagt alvoorens hieromtrend iets meer te doen.

Ondertusschen door voorm. Heere Van Reede Van Oudtshoorn als Commissaris van ‘t Postcomptoir nog geproduceerd zynde de Reekening der ingekoomene post penningen voor zodanige bestelde Brieven als in den loop der jongst gepasseerde maand Julij zo uit het Vaderland als uit Indien alhier zijn aangebragt, waaruit consteerd dat dezelve Brieven met den andere hebben gerendeert een bedragen van Een Hondert Negen en Twintig Rijxd:s en Twee Schell: Is daarop verstaan het gem: bedragen a usu per ordonn: in ‘S Comp:s Cas te doen overbrengen om vervolgens bij de Negotie Boeken te werden ingenomen.

Ook is op te kennen geeven van den E Achtb: Heer Gezachhebber dat de geduurige moeijelijkheeden die zijn Ed: steeds kwam te hebben over het belaaden der Wagens welke door den aannemer met ‘S Comp:s Goederen worden bevragt, en zo naar Baaijfals als elders afgezonden, absolute vorderen, dat er eene vaste bepaling wierde gemaakt van de quantiteit, vragt of volume der goederen waarmede de wagens voortaan zullen dienen te weezen beladen om voor een vragt te kunnen werden gereekend, als hebbende het different in de sustenuër hieromtrent tusschen gem: Aanneemer en den Boekhouder van ‘S. Comp:s Slagthuis die gequalificeerd en gelast is de ged: wagens voor derzelver afrhijze behoorlijk te inspecteeren, tot die moeijelikheden aanlijdinge gegeeven, verstaan vas te stellen en te bepaalen, dat in ‘t vervolg voor een wagenvragt, ‘t zij naar de Baaijfals of elders bestemd, niet minder zal moogen werden gereekend als 10 Mudden Tarw, Boonen, Erwten of andere Graanen, mits:s een Legger Wijn of Brandewijn &:a en van alle andere goederen omtrent dewelke men zig bij ‘t gewigt diend te reguleeren de quantiteit van 1500 lb Zwaarte.

En vermits welopged:e Heere Gezachhebber, vervolgens ook heeft komen over te leggen het onderstaand Vertoog door Scholarchen deezer Steede ingediend, tendeerdende verzoek om van wegens den Raade nopens het Besluit van den 16 Maart deezes Jaars over de oprigting eener publique School genoomen, zodanige nadere elucidatie te mogen erlangen als bij ‘t gemeld vertoog breeder werd omschreeven.

Aan den Wel Edelen Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber deezes Gouvernements beneevens den E: Achtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Achtb: Heer En E.E:Achtb: Heeren!’

‘De ondergeteekende hebben ontfangen het Extract uit UwelEd. Achtb: Resolutie genoomen in Raade den 16 Maart deezes Jaars waarbij het Uwel Edele Achtb: gunstig belieft heeft t’accoordeeren het opregten van een Latijnseh en Fransch School, benewens die verbeteringing van ‘t Schoolweezen, mees in ‘t algemeen, volgens het Plan het welk zij de Eer gehad hebben aan UWelEd Achtb: over te geeven.’

‘Scholarchen zouden reeds getragt hebben om dadelijk een begin te maaken met het incasseeren der Penningen waarvoor ten dien einde geteekend was, in dien er zig niet eene zwaarigheid had opgedaan, waarvan zij vermeenen verpligt te zijn UwelEd Achtb: kennisse te moeten geeven.’

‘“Zij heeft haar Relatie tot de directie der Schoolen: die deelneemen in ‘t fournissement der Penningen meenen, dat zij van den beginne bij de inteekeninge het als eene stilzwijgende voorwaarde hebben mogen aanmerken, dat er ten deezen aanzien geene veranderinge zoude plaats vinden, maar dat ‘t bestier over dezelve zoude blijven in handen van hun aan wien zulx tot hier toe was opgedraagen - dan ‘t different, ‘t welk daaromtrent met de WelEd: Gestr: Heer Gouveneur van de Graaff voorheen heeft plaats gehad, deeden veele daarvoor vreezen, die daarom volstrekt weigerden hunnen insig te fourneeren.’

‘Deeze zwarigheid word nu de novo gemoveerd, omdat UwelEd: Achtb: zig in gem: Extract per Slot dus hebben gelieven t ‘expliceeren. “reserveerende den Raad intusschen aan zig om wanneer het voorsz:e Instituit in Train zal weezen gebragt, en men door de ondervinding zal hebben geleerd, aan welke amelioratiën hetzelve susceptibel mitsg:s hoedanige veranderingen noodzakelijk zullen zijn, om de verbeeteringen te kunnen bewerken, als dan zodanige nadere dispositien hieromtrent te neemen, als de omstandigheeden en den aard der voorkomende zaaken zullen vereisschen. waaronder men meend dat ook welligt de verandering in’t bestier zelve zoude kunnen begreepen zijn.’

‘“Reedenen waarom Scholarchen de vrijheid gebruiken zig tot UwelEd: Achtb: te keeren met needrig verzoek dat het UwelEd: Achtb: gunstig mogen behagen dezelve ten deezen aanzien eenige nadere elucidatie te willen verleenen op dat men de intentie des Raads daaromtrent bekomen hebbende in staat mag zijn aan de Inteekenaars tot ‘t fonds ter hunner gerusstelling, conform dezelve het nodig berigt te kunnen geeven. En hier meede eindigende hebben d’ondergeteekende d’ Eer met de gevoelens van waare Hoogagting te zijn.’

‘UwelEd Achtb: Zeer Ootmoedige Dienaaren de Scholarchen dezer Steede.’

‘En uit aller naam en Last. /get:/ Chr: Fleck - Scriba.’

’/: in Margine:/ Cabo de Goede Hoop den 30 Julij 1792.’

Zo is vermits naar Lecture van het voorsz: Vertoog bij nadere overweeging van Zaaken is gebleeken dat de Reserve vermeld bij resolutie van den 16 Maart deeze Jaars aanlijding zoude kunnen geeven tot interpraetatien aanlopende teegens de intentie der Regeeringe, en het oogmerk daar voorsz: reserve bedoeld, alleen daarin, bestaande dat de opterigtene Schoolen ten allen tijde tot het meeste nut der Ingezeetenen werden bestierd, mitsdien goedgevonden tot voorkoming van alle zodanige verkeerde interprætatien welke zouden kunnen strekken, om des voortgang deezer nuttige zaak weder te retardeereren, de voorsz: reserve in te trekken, gelijk dezelve werd ingetrokken bij deezen, en in steede van dien te bepaalen en te Statueeren zo als hiermeede gestatueerd en de bepaald word; dat in het bestier van voorsz: Schoolen en alles wat daartoe betrekking heeft, geene veranderingen van het Plan bij voorsz:e Resolutie vermeld afwijkende zullen vermogen te werden gemaakt, dan met voorkennisse en op bekomen expresselijk consent deezer Regeering.

Blijvende overigens de meergem: Resolutie van den 16 Maart jongstleeden in zijn geheel.

Zijnde daar en teegen op de instantie van Heeren Regentes van ‘t Hospitaal goedgevonden ten dienste van dat Huis uit S’ Comp:s Hout maguazijn te doen verstrekken 80 ps: Greene Planken van 20 Voeten Lang en 1 1/4 duim dik, mitsg:s 8 ps: Greene Latten, van gelijke 20 Voeten lengte en ter dikte van 2 1/2 duim, ten einde daaruit te kunnen werden toegesteld de benodigde Riggels en Planken tot gerief der Zieken, in vijf Zieken Zaals, te zamen een lengte uitmaakende van 1557 Voeten, benevens vier blinden en twee halve deuren van Latwerk om te beeter Lugt in de voorsz: Zaalen te kunnen werden gebragt.

Laatstelijk is geleezen de Requeste van Johan Adolph Ruijgrok, onder afgeschreeven gage gesteld en derdemeester van S’ Comp:s Hospitaal alhier, verzoekende dat vermits reeds t’zeedert den Jaare 1780, door eene verzwakking in ‘t gezigt buiten Staat is geraakt zijn voorsz: dienst langer te kunnen waarneemen, zonder het voorutzigt te hebben daarvan immer wederom te zullen worden hersteld, dierhalve finalijk uit den dienst der E, Comp: te mogen werden gelargeerd om in zijn aangeboren Burger vrijdom te rug te treeden.

Waarop gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verstaan den suppliant ingevolge deszelfs voorsz: Supplicq, om de hier voren aangehaalde reedenen finalijk uit den dienst der E Comp: te ontslaan en wederom met het Burgerregt dezer plaatse te favouriseeren, gelijk het een en ander geschied bij deezen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd in ‘t Kasteel de Goede Hoop op Jaar Maand en Dag voorsz:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: V: F: Rheede Van Oudtshoorn

[Signed:] My praesent E: Bergh p:l Secrit

C. 206, pp. 38-71.

Dingsdag den {17920807} 7 August: 1792

S’ Voormiddags alle Praesent.

Door de Heeren de Wet en Van Reede van Oudsthoorn die gisteren ter requisitie der Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal expresselijk gecommiteerd zijn geworden om hun Hoogedelheedens te adviseeren nopens zeekere poincten waaromtrend hoogstdezelve verlangden g’elucideert te weezen, heden naar ‘t resumeeren der Resolutien op den 3 deezer genoomen, aan den Rade verslag zijnde gedaan geworden, dat welopgem: Heeren Commissarissen Generaal op ‘s Raads ingekoomene Missive van evengem: datum goedgevonden hadden praealabel te gelasten dat bij provisie; ter consideratie der tegenwoordige Schaarsheid waarin deeze Hoofdplaatze zig zelve aan Tarw bevind geene verdere afscheepingen van dat Graan na Batavia zal moeten geschieden in voldoening der Petitie van Haar WelEdele Groot Achtb: de Heeren der Hooge Indiasche Regeering voor dit lopend Jaar 1792 gedaan, tot tijd en de wijle hun Hoog Edelheedens zig hier over nader zouden hebben g’expliceert; aangezien hoogstdezelve het zomtijds geraaden zouden kunnen oordeelen d’een of andere nieuw Schikking, concerneerende den voorraad die in ‘t vervolg voor dit Gouvernement zelve zoude dienen te werden opgelegd te amplecteeren, - Zo is in conformiteit van dien besloten dat ter plichtschuldige voldoening aan het voorschr: zeer gerespecteerd bevel van Hoogst ged: Heeren Commissarissen Generaal tot hunner hoogedelheedens nadere ordre geen Tarw meer naar Batavia zal werden afgestoken en dat van dit Besluit Extract zal werden afgegeeven aan den Heere Dispencier van Rheede van Oudtshoorn tot deszelfs narigt.

En nadien den Koopman titulair en Secretaris der Weeskamer Tobias Christiaan Ronnenkamp, met agreatie deezes Raads, uit hoofde zijner meer en meer toeneemende zwakheid bij request deszelfs ontslag uit den dienst der E. Comp: van evengem: Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal hebbende gesolliciteerd gehad, hun Hoogedelheedens, alvoorens op dat verzoek te disponeeren hebben goedgevonden te gelasten, dat als nu zoude moeten effect sorteeren de door Weesmeesteren zelve op den 6 Maart jongstleeden verzogte exacte opneeming van den staat hunner Kamer. Zo is op expresse begeerte van Haar Hoog Edelheedens verstaan daartoe den Heere Cassier de Wet te committeeren, en aan zijn Edele in deeze Commissie tot deszelfs adsistentie toe te voegen, den Soldij Boekhouder Clemens Matthiessen en den adjunct Fiscaal Mr: Johannes Andreas Truter, zullen de gemelde Heer de Wet dienvolgens moeten nagaan den gantschen Staat der Voorm: Weeskamer, zo ten opzigte der Penningen onder de directie en administratie derzelve, als onder Haare toeziende Voogdijschap sorteerende, - verder onderzoek doen op de ordre en accuratesse in ‘t houden der Boeken, de Zeekerheid voor der Weezen uitstaande Gelden, hunne opvoeding, het innen en distribueeren der renten, de manier van administratie omtrent andere Effecten de Weezen toebehoorende, zo wel als de zeekerheid om daarvan ten allen tijde te doen blijken de wijze van reekening en verantwoording aan Weesen, die tot meerderjarigheid koomen, en het requitteeren en indemniseeren der Weeskamer als meede Specifique opneem doen, zo van de gelden die onbekende Weezen toekomen, als van penningen die de Weeskamer afzonderlijk toebehooren, en de daarover gevoerd wordende administratie. verders insgelijks naagaan en onderzoeken alle de deelen der administratie en liquidatie met betrekking tot bestorvene Boedels, het innen der Vendupenningen, de Leges van Praesident en Leeden, mitsgaders Leges en Salarissen van Secretaris en Suppoosten, als meede de Borgtogten door Secretaris en Bode voor hunne Bedieningen gesteld om na dit alles met ende benevens Heeren Weesmeesteren de Instructie der Weeskamer te revideeren en te examineeren, dezelve na de veranderingen die tijden en omstandigheeden vorderen te altereeren en te amplieeren. ten einde, na die kennisse die Heeren Commissarissen Generaal benevens deeze Regeering uit de bevinding en ‘t Rapport van ‘t een en ander zullen hebben genomen, des nodig, nader veranderd en vasgesteld te worden.

Ook is op ‘t te kennen geeven van den Heere Gezaghebber dat meerwelmelde Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal vernoomen hebbende het Lang sejour van den Engelschen Lieutenant Colonel Burrington in deeze Colonie zig hadden g’inquireerd, met wiens permissie hij zig, strijdig tegens de zo nadrukkelijk herhaalde ordres der Hooggebiedende Heeren Meesteren zo lange alhier hadde opgehouden, en na bekomen informatie dat zulx was geschied op verkreegen verlof van den gerepatrieerden Heere Goeverneur Van de Graaff, gelast hadden dat daadelijk aan denzelve zoude moeten werden genotificeerd, met d’eerste voorkomende convenable Scheepsgelegenheid naar Europa , dan wel naar Bengalen of te eenig ander Etablissement zyner Natie in Indien te vertrekken, geresolveerd denzelve Lieut: Colonel Burrington hiervan bij Extract dezes te doen informeeren, met bijvoeging, dat dezen Raade verwagt en begeert dat hy Lieut: Colonel zig conform de voorsz: gemanifesteerde begeerte van Heeren Commissarissen Generaal, met d’ eerste occagie die zig daartoe voordoen zal, benevens zijne famille, van hier, ‘t zij naar Europa , dan wel naar Indiën zal begeeven.

Bij gelegendheid dat thans alle toestel werd gemaakt, om eerstdaags eene rigoureuse expeditie te doen onderneemen tegens de Bosjesmans-Hottentotten door dewelke onze verre Landwaarts inwoonende opgezeetenen een zo geruimen tijd lang met roof, moord en brandstigting zijn ontrust geworden, door s’Comp: gecontracteerde en eenige Burger Slagters, van wien de gemelde Stroopers successivelijk, en nu onlangs nog groote quaniteiten Vee hebben afgenoomen gehad, aan welopgemelde Heere Gezachhebber instantig verzogt zynde, dat de nodige ordres mogte werden gesteld, om wanneer bij overmeestering dier Wilden het voorsz: Vee wederom in handen der onzer kwam te vallen het zelve als dan aan hun mogte gerestitueerd werden.

Zo is op propositie van evenged:e Heere Gezachhebber hierop beslooten dat zo wel den Capitain Militair van Baalen, aan wien is opgedraagen de functien van den Landdrost van Graaffe Reinet , tot weder opzeggens toe waarteneemen, als aan de beijde overige Drosten van Stellenbosch en Zwellendam , beneevens de tot de praesente Expeditie benoemde Chefs Johannes en Tjaard van der Wald, zal werden gelast, gelyk hun wel expresselijk gelast werd bij deesen, bij overmeestering der voorsz: Bosjesmanshottentotten alle mogelijke devoiren aan te wenden, om ‘t bij hun geroofde Vee, in zo verre nog in weezen zal werden bevonden, te tragten weder magtig te worden, en hierin gerëusseerd zijnde ‘t zelve aan de regte Eigenaars ‘t zy die zig alhier aan de Kaap dan wel buiten in ‘t veld met er woon g’etablisseerd bevinden terug te bezorgen.

Den Schipper van het in Baaijfals tegens het strand gehaald particulier schip de Drie Gebroeders Jan Roelofs de Groot van wien bij Resolutie van den 31 Julij Jongstleeden gerequireerd is geworden eene Cathagorische declaratie in hoe verre hij het al ofte niet geraaden zoude oordeelen de opgegeeven middelen aan te wenden en de daartoe vereischt werdende Kosten te impendeeren, om de zig aan voorsz: Zynen bodem bevindende gebreken boven water te Krijgen, ten einde te kunnen werden g’ examineerd, op dat sujet heden hebbende ingedient het onderstaand Schriftuur.

Aan den WelEdele Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber dezes Gouvernements benevens den E Achtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Achtb: Heer! en E. Achtb: Heeren!’

‘UWelEdele Achtb: en Ed Achtb: hebbende gelieven te behaagen - de ondergeteekende Jan Roelofs de Groot, Schipper van ‘t in Baaifals op strand leggend Schip de drie Gebroeders - ingevolge politicq Raadsbesluit van den 31 Julij l:l in handen te stellen Copije van ‘t berigt door eene Zee-en-Scheepskundige Commissie dewelke door UWel Ed: Achtb: en Ed: Achtb: was gecommitteerd om de situatie van het bovengemelde schip de drie Gebroeders , naauwkeurig na te gaan en de middelen op te geeven, langs welke de gebreeken die zich aan het zelve openbaaren zouden kunnen werden gerepareerd - deswegens aan hoogstdezelve ingedient - ten einde de ondergeteekende daarop in den naame der Assuradeurs en Rheeders van evengem: zijnen bodem zou declareeren, of hij ‘t in de onzeekerheid, nopens den staat waarin zig het schip onder water bevinden, geraaden oordeeld de opgegeeve middelen te doen bewerkstelligen en gevolglijk ook de daartoe vereijscht werdende zwaare kosten te impendeeren, om ‘t vlak waaraan vastgesteld word, zig de principaalste gebreeken te bevinden, boven water te kunnen krijgen, ten einde de defecten zelve vervolgens te visiteeren en te examineeren dan of, na zijn inzien, den praesenten staat van zaaken zodanig is dat meer overeenkomstig ‘t intrest den belanghebbende zoude werden gehandeld, alle kostbaaren tentames, waar van niet alleen den uitslag onzeeker, maar ook ‘t gevolg zomtijds vrugteloos kan komen afte loopen t’ abandonneeren.’

‘Zo heeft de ondergeteekende de Eere, en obtemperance dier g’eerde ordre te declareeren.’

‘Dat de Kosten die na des Suppl:t inzien zouden moeten worden aangewend, om de bovengemelde repartitie te doen te hoog zouden loopen dan dat den ondergeteekende zich daarmeede voor zyne Assuradeurs en Rheeders zou kunnen verantwoorden; Weshalven den ondergeteekende UwelEdel Achtb: en Ed Achtb: eerbiedig in consideratie geeft of het hoogstdezelve niet zouden kunnen goedvinden eene nadere Commissie van Zee-en-Scheepskundigen te benoemen die circum circa de Kosten taxeeren die ‘er zouden moeten werden gedaan, om de reparatien te doen effect sorteeren; als meede om opgaave te doen of de aannaderende mousson wel zal permitteeren om eene zodanige onderneeming zonder risico ter uitvoer te brengen - ten einde UWelEd: Achtb: en Ed: Achtb: uit het alzo in te komene Rapport zouden kunnen beoogen of het allezints met de belangens der E Comp: zo wel als der Assuradeurs en Rheeders quadreerden dat de reparatien aan het meerm: Schip de drie Gebroeders werden geeffectueerd.’

‘En in gevalle het alzo mogte bevonden worden, en Uwel Ed: Achtb: en Ed Achtb: den ondergeteekende de materiaalen konden procureeren, die tot dat werk zouden werden vereischt - Zo betuig den ondergeteekende UwelEd Achtb: en Ed Achtb: uit naam zijner Assuradeurs en Rheeders, bereid te zijn de reparatien aan ‘t evengemelde Schip de drie Gebroeders te zullen doen geschieden.’

‘Den ondergeteekende is voor ‘t overige van UwelEd: Achtb: en Ed Achtb: onderdanig verzoekende, nadien de zwaare Soldijen der Equipage continueel voortloopen, ter behartiging van ‘t voordeel zijner Rheeders hierop eene Spoedige dispositie te willen neemen - en heeft de Eer deezen te laaten dienen voor zyne declaratie.’

‘WelEdele Achtb: Heer! en Ed Achtb: Heeren!’

‘UwelEd Achtb: en Ed: Achtb: en Ed: Achtb: zeer onderd: en Gehoorz: Dienaar’

’/ was get: /Jan Roelofzs de Groot’

’/ in margine / Cabo de Goede Hoop den 7 Aug:s 1792.’

En den raade uit het gemelde Schriftuur zynde gebleeken dat naar inzien van Hem Schipper de Groot de kosten tot de reparatien te hoog zouden loopen dan dat hy zig niet het aanwenden derzelve voor zijne Rheeders en Assuradeurs zoude kunnen verantwoorden - Zo is vermits Heeren Commissarissen Generaal intusschen op de bij Hun Hoogedelheedens bekomene informatie dat alle verdere tentames tot redding van Schip of Lading in den praesenten Staat van zaaken volstrektelijk vrugteloos zullen moeten afloopen, en de daartoe aantewendene kosten gevolglijk nutteloos zouden werden gespendeert, deezen Raade door den Heere Gezachhebber hebben doen tekennen geeven, dat hoogstdezelve S’ Comp: weegen ook aan meerm: Bodem geene onkosten meer begeeren aangewend te hebben, als nu beslooten van wegens de Maatschappij niet alleen niet te doen entameeren de middelen voorkoomende bij ‘t Bericht der Zee en Scheepskundigen, inde Resolutien van den 31 Julij te vinden om het lek boven water te krijgen, maar ook alle verdere tentames, om ‘t overige gedeelte de Lading te Salveeren, geheel op te geeven, dog egter als noch aan den Schipper de Groot in zyne optie te laaten hieromtrent voor reekening zyner Rheeders en der Assuradeurs te doen, het geen best geraaden vinden zal, gevolglijk om of als nu gebruik te maaken van de bereids geobtineerde permissie om ‘t Hol van het Schip met dies ap-en-depedentie te mogen verkoopen, onder beding dat de Koper bij de Sloping Successivelijk de voor den dag komende Goederen tot de Lading gehoorende aan d’ E Comp: zal extradeeren, of de visitatie navolgens de daar toe opgegeeven middelen te laaten bewerkstelligen, in en welk laatste geval /:de Visitatie praefereerende :/ ten alle tijde op deszelfs begeerte door den Heere Gezachhebber dadelijk zal werden gecommiteerd ende benoemd zodanige Zee-en-Scheepskundigen als vereischt zullen werden om de Kosten na te gaan en op te geeven die de praeparatoire toebereidzelen tot de reparatie dier Kiel bij de vorige Commissie gedetailleerd aangeweezen, zouden Koomen te rendeeren

Middelerwijlen geleezen zijnde het volgend Request door den Stellenboschen oud Heemraad Gerhardus Hendrik Munnik gepraesenteerd

Aan den WelEdelen Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber dezes Gouvernements, benevens den E Achtb: Raad van Politie.

‘WelEdele Achtb: Heer E: E: en Achtb: Heeren!’

‘Met verschuldigde eerbied geeft te kennen UwelEdele Achtb: en E Achtb: zeer gehoorzaam Dienaar, Gerhardus Munnik oudHeemraad van Stellenbosch .’

‘Dat den Suppl:t voor nu eenige Maanden geleeden ter politicque Secretarij heeft doen aanteekend zeeker plaats geleegen aan de Coebergen - dog welke aanteekening op de klagten van den Capitain Lieutenant der Burgerij Stephanus Gous dat die plaats te na aande zijne was leggende, is geroijeerd geworden.’

‘Dat bovengem: Gous zeekerlyk alleen zyne klagten daarop zal hebben gefundeerd, dat de afstand van den eene Leeningsplaats van den anderen een Uur gaans moet zijn, en dat de meerm: plaats van die van evengem: Gous niet meer als drie quartier uurs komt te zijn.’

‘En daar wel eene groote van twee à driehondert morgen Lands, de E: Comp: toebehoorende, onbebouwd leggen, en den Suppl:t zig gerust kan verzeekeren dat ingevalle het UWelEd: Achtb: konde behagen, de voorsz: van den Suppl:ts geroijeerde Plaats aan denzelve in leenings eigendom te doen inmeeten, als dan zeekerlijk bovengemelde Capit:n Lieut: Gous nimmer daaromtrent eenige Klagten zal Koomen in te brengen; door dien alle de in die Contrij Leggende Eigendoms Plaatsen niet zo ver van elkanderen leggen als de door den Suppl:t verzogte plaats van de meerm: Capt: Lieut:t Gous - welke plaats daar en boven tot niets anders geschikt is als tot den Koornbouw, kunnende op dezelve geen Vee worden gehouden, - Zo zijn dit de reedenen om welke den Suppl:t dan eerbiedig van UwelEd Achtb: en Ed: Achtb: verzoekt, de bovengemelde van den Suppl:t geroijeerde plaats in leenings Eigendom te mogen bezitten, en dat dezelve aan hem mog worden toegemeeten, berijd zijnde de daarop gestelde recognitie, Jaarlijks behoorlijk in s Comp: Cassa alhier te voldoen. dan wel dat UWel Ed: Achtb: en Ed: Achtb: daaromtrent zodanig gelieven te disponeeren als hoogstdezelve zullen vinden te behooren.’

‘’T Welk doende &: was getekend:/ J: A: V Reenen. qq.’

Is na deliberatie daarop verstaan hetzelve te stellen in handen van Commissarissen uit den Rade van Justitie, ten einde de plaats waarom den Suppl:t komt verzoek te doen in oogenschyn te gaan neemen, om deezen Raade vervolgens te berigten of ‘er ook eenige bedenkingen tegens dies uitgave zoude resideeren, en zo neen, teegens welke billijke erkentenisse, boven de ordinaire jaarlijkse Recognitie van Rd:s 24:- wien de cessie dier plaats den S’ Comp:s weegen aan gem: Munnik zoude kunnen doen.

Dan nadien ged: Munnik, lange voor dat hij is overgegaan om de geciteerde PLaats in voegen voorsz: in Leenings Eigendom te verzoeken, alle tentames heeft aangewend gehad, dezelve op d’ ordinaire recognitie als een Veeplaats te mogen bewijden, maar daarïn steeds is gecontrecarieerd geworden door de Gebuuren, onder pretext, dat zij daardoor zouden werden gepraejudicieerd, en de E Comp: al meermaalen op dat voorwendzel heeft moeten missen de voordeelen welke haar zoude hebben aangebragt de uitgifte van diversse nog onbruikbaare onder ‘t district van de Caap geleegene gedeeltens onbebouwd en woest Land, haar in Eigendom toebehorende, zo is om hieraan eens een eijnde te maken S’ Maatschappijs belang niet langer te sacrifieeren aan de wanguns en Jalouzij van eenige weinige particuliere, van wiens intrest het is dat heele Velden, waarop zij geene de minste pretentie hebben, ongecultiveerd en nutteloos blyven leggen, goedgevonden en verstaan, dat wanneer voorthaan weegens de uitgifte van den een of ander onder dit Caabsch district geleegen plaats tusschen den Verzoeker en d’eigenaars ofte bewoners der daaromstreeks leggende plaatzen, verschil over de bestaanbaarheid ofte onbestaanbaarheid van dien mogte plaats grijpen inde proximiteit deezer Hoofdplaatze door Commissarissen uit den Raade van Justitie, op kosten van ongelijx, directe ter ordre van den Heere Hoofdgebieder in der tijd, van een zodanige plaats zelve in perzoon inspectie zal moeten werden genoomen; terwijl zij, de Commissie hun opgedragen zijnde, in de te zeer verwijderde oirden daartoe zullen moogen gebruiken zodanige veldwagtmeesters en veldCorporaals, geadsisteerd door getuigen, als best aporteè en meest belangloos zullen geoordeeld werden, dewelke dan ook met den anderen hunne Rapporten, onder praesentatie van Eede aan hun Commissarissen als derzelver Committenten, zullen moeten inzenden, door welke Schikking men vertrouwd, nog zeer veel Landerijen ten nutte der Maatschappij en eene menigte behoeftige opgezeetenen te zullen zien aanwenden.

En nademaal evengemelde Munnik bij een ander Request ook nog heeft te kennen gegeeven, dat hij te raade geworden zijnde deszelfs woonplaats, aan de eerste rivier geleegen, door den gezworen Landmeeter te doen opmeeten, ten einde exactelijk te kunnen weeten de belending en groote van deszelfs Eigendoms Land, bij die gelegendheid ontdekt is geworden, dat ruijm een morgen Lands meer door hem is bepoot en beplant, als hem volgens de van zijne voorsz: plaats geformeerde Caart zoude competeeren, met bijgevoegde instantie, dat vermits dat meerder bebouwd Land d’ E Comp: is toebehoorende, het zelve dierhalven ter voorkoming van alle onaangenaamheden die daarover in der tijd met de gebuuren zouden kunnen ontstaan, aan hem in eigendom mogte werden gecideert, zo is alvorens hierop finaal te disponeeren, verstaan hetzelve request eerst te stellen in handen van Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch om van het zelve Lands insgelijks inspectie te neemen, en geene bedenkingen tegens de uitgaave ontmoetende, na aestimatie der waarde, deezen Raade te dienen van Consideratie en Berigt.

Zynde inmiddels aan den Burger Commissaris van Civile en Huwlijkze Zaaken, Jacobus Arnoldus van Reenen, op deszelfs almeede in Scriptis gedaan verzoek gepermitteerd geworden tegens betaling der daarop staande ordinaire Recognitie voor den tijd van Vyfthien agter-een-volgende Jaaren in Erfpacht te moogen gebruiken Thien morgen Lands annex deszelfs Eigendoms Erf aan de vijgekraal in de duijnen geleegen.

Ook is, nadien men thans aan de Linie van verscheijdene voor den dagelyksen ommeslag dier Post onontbeerlijke articulen geheel onvoorzien is, en den Capitain Lieutenant Ingenieur Thiebault bij herhaling om de meest noodzakelijkste, bestaande in Zakken tot Transport en berging van Kalk en Randzoenen, als meede eenig oud Kabeltouw tot het binden der benoodigde Beezems is komen te Solliciteeren, - Beslooten aan denzelven Thiebault ten dienste der gemelde Linie te Laaten verstrekken.

1 Rol Moscovisch Zeildoek tot het vervaardigen van 15 Randzoenzakken, en 1 1/2 d:o Hollands d:o voor 25 Kalk zakken, beneevens,

1 Worst, oud Kabel Touw to het maaken van Beezems en het Binden der voorsz: Zakken.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop op Jaar, Maand en Dag voorsz:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Rheede Van Oudtshoorn

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l Secrit

C. 206, pp. 72-80.

Donderdag den {17920809} 9 Aug:s 1792

bij omvraage alle Praesent behalven de Heere De Wet.

Den Heer Dispencier van Reede van Oudtshoorn navolgens het besluit Sub dato 24 der evenafgeweekene maand Julij bij deezen Raade genoomen, nogmaals vijf waagen vragten nat geworden Koffij boonen uit de Lading van ‘t Schip de drie Gebroeders uit Baay-Fals herwaards opgebragt, hebbende doen uitwassen en Spoelen, mitsg:s vervolgens op den 4 deezer bij publicque vendutie verkoopen gelijk zulks komt te consteeren uit het onderstaand Rapport door zijn Ed heeden diend wegen ingediend.

Aan den WelEdele Achtbare Heer Johannes Isaak Rhenius Gezaghebber dezes Gouvernements benevens den E Achtbaaren Politicquen Raad.

‘WelEdele Achtbare Heer en E. Achtbare Heeren!’

‘De mindere prijs voor de laatste vijf wagenvragten met Koffijboonen uit de Lading van ‘t Schip de drie Gebroeders in tegenoverstelling van de Tien eerste bij verkoop behaald, hun HoogEdelhedens de Heeren Commissarissen Generaal in ‘t begrip hebbende gebragt, dat zulks alleen moeste werden g’attribueerd daaraan, dat die Koffij niet als de bevoorens verkogtene van alle ziltige deelen wederom was gezuiverd geworden met last van nog een Parthij uit de Baaijfals Kaapwaards te doen opbrengen, en daarmede te handelen overeenkomstig het geene met betrekking tot de eerste quantiteit was geschied; zo heeft het UWelEdele Achtb:e behaagt, de ondergeteek: bij besluit van den 24 der evenafgeweekene maand Julij te verzoeken en te qualificeeren om op nieuw vijf wagenvragten met Koffij behoorlyk te doen uitverschen, drogen, en Zo doende in een bruikbaare Staat gebragt bij publicque Vendutie te doen Verkopen.’

‘Dit na behooren door hem verricht zijnde, is den ondergeteek: daardoor in Staat gesteld geworden de alhier g’ annexeerde Extract Vendurolle UwelEdele Achtb: bij deezen te kunnen aanbieden; dan, Zal Uwel Edele Achtb: bij ‘t nagaan derzelve zig met hem moeten verwonderen, dat, niettegenstaande de Koffij even zo goed is geweest als de eerst verkochtene, dezelve egter in Steede van Winst, verliest heeft afgeworpen gehad, wanneer men in aanmerking neemt het kostende van het Transport p:r as uit de Baaijfals na herwaards dat bedragen heeft gehad 58 3/4 Rijksdaalders.’

‘De ondergeteekende heeft inmiddels deEer UwelEdele Achtbarens deezen aan te bieden voor bericht.’

‘In ‘t Kasteel de Goede Hoop den 7 August 1792. /:getekend:/ W: J: V Reede van Oudtshoorn.’

‘Extract uit de Vendurolle der gehoudene Vendutie op den 4:de Augustus 1792 van d’ ondervolgende Koffyboonen uit de Lading van ‘t in de Baaij Fals gestrande particulier Schip de drie Gebroeders voor reekening der Kamer Amsterdam te weeten.’


250 lb Koffijboonen Hendrik Loof Rds: 1:04:
250 d:o d:o d:o d:o d:o 1:01:
250 d:o d:o F: Jordaan d:o 1:01:
250 d:o d:o Jan Adam Enzel d:o 1:01:
250 d:o d:o de Wed:e Peneke d:o 1:02:
250 d:o d:o Hendrik Loof d:o 1:02:
250 d:o d:o J:s Jordaan d:o 0:07:
250 d:o d:o Hendrik Loof d:o 1:00:
500 d:o d:o Hendrik Seller d:o 1:06:
250 d:o d:o Godfriet Erfort d:o 0:06:
250 d:o d:o Ch:n Smit d:o 0:06:
250 d:o d:o Joachem Mulder d:o 1:01:
500 d:o d:o Hendrik Loof d:o 1:06:
250 d:o d:o Jacob Goebi d:o 0:04:
250 d:o d:o Jan Adam Enzel d:o 0:05:
250 d:o d:o F Jordaan d:o 0:04:
250 d:o d:o Godfried Erfort d:o 0:04:
250 d:o d:o Ch:n Smit d:o 0:04:
250 d:o d:o Jan Adam Enzel d:o 0:04:
250 d:o d:o Hendrik Seller d:o 0:04:
350 d:o d:o Hendrik Loof d:o 0:06:
5850 lb Koffyboonen Somma Rd:s 19:06:

250 lb Koffijboonen Hendrik Loof Rds: 1:04:
250 d:o d:o d:o d:o d:o 1:01:
250 d:o d:o F: Jordaan d:o 1:01:
250 d:o d:o Jan Adam Enzel d:o 1:01:
250 d:o d:o de Wed:e Peneke d:o 1:02:
250 d:o d:o Hendrik Loof d:o 1:02:
250 d:o d:o J:s Jordaan d:o 0:07:
250 d:o d:o Hendrik Loof d:o 1:00:
500 d:o d:o Hendrik Seller d:o 1:06:
250 d:o d:o Godfriet Erfort d:o 0:06:
250 d:o d:o Ch:n Smit d:o 0:06:
250 d:o d:o Joachem Mulder d:o 1:01:
500 d:o d:o Hendrik Loof d:o 1:06:
250 d:o d:o Jacob Goebi d:o 0:04:
250 d:o d:o Jan Adam Enzel d:o 0:05:
250 d:o d:o F Jordaan d:o 0:04:
250 d:o d:o Godfried Erfort d:o 0:04:
250 d:o d:o Ch:n Smit d:o 0:04:
250 d:o d:o Jan Adam Enzel d:o 0:04:
250 d:o d:o Hendrik Seller d:o 0:04:
350 d:o d:o Hendrik Loof d:o 0:06:
5850 lb Koffyboonen Somma Rd:s 19:06:

‘Accordeert /getek:d / C: van Eerten.’

En haar Hoogedelhedens Commissarissen Generaal op de Communicatie van den uitslag der pogingen door voorm: Heere Van Reede van Oudtshoorn in deezen op nieuw aangewend, als nu ten volle overtuigd zijnde geworden, dat ‘er voor ‘t vervolg in’t oprijden dier Koffij geen voordeel voor de Comp: meer zoude resideeren gemerkt de thans van de hand gezette 5850 lb, die aan Transport hebben gekost gehad eene somma van 58 3/4 Rd:s, te zamen niet meer hebben mogen rendeeren als Rd:s 19 3/4:- invoegen daarop is gevallen eene schade van 30 Rd:s; Zo is op speciale last en ordre van Hoogstged: haar HoogEdelhedens dan ook beslooten dat thans van alle verdere Transport dier Koffij boonen naar herwaards afgezien werden, de als nog in Baaij Fals aan handen zijnde quantiteit hoe eer zo liever aldaar maar bij publicque vendutie zal moeten werden verkogt met dien verstande nogthans dat wanneer de Caveling of het lot van 250 lb geen 57 Rd:s en de grotere of klijndere hoopen ook niet na proportie van zo veel zullen kunnen haalen, de voorsz: Coffij als dan zal moeten werden opgehouden en blyven leggen tot dat meer Hoogstged: Heeren Commissarissen Generaal in zulken gevallen hunner Hoogedelhedens intentie omtrend dezelve Coffij nader aan deezen Rade zullen hebben gelieven te notificeeren.

Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd in ‘t Kasteel de Goede Hoop op Jaar, Maand en dag voorsz

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] W: F: V Rheede Van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret

C. 206, pp. 81-88.

Vrijdag den {17920810} 10e August:s 1792

S’ voormiddags alle praesent.

Haar Hoog Edelhedens de Heeren Commissarissen Generaal, ingevolge eene missive Sub dato 7 deezer geschreeven dog heeden morgen bij de Raade eerst ontfangen /: en waarop verstaan is d’ eerbiedige rescriptie directe over te neemen uit de secreete Notulen van deezen dag:/ goedgevonden hebbende onder anderen ook te amplecteeren het voorstel, bij ‘S Raads aan Hoogstdezelve Haar Hoog Edelheedens gerigte onderdanige Letteren van den 3 bevorens gedaan, om in ‘t praesente gebrek aan Tarw ter deezer Hoofdplaatse aan yder der Burger Bakkers uit S’ Comp:s Magazijnen te laaten verstrekken zo veel Tarw als zij, volgens hunne opgaave aan Commissarissen uit den Raade van Justitie ontbeeren, om gevoegd bij hunne eijgene geringe voorraad, hunner neering nog anderhalve maand, te reekenen van den 30 Julij Jongstleeden, te kunnen voortzetten edog niet anders dan tegens contante betaling van Rd:s 30 voor elke tien Mudden, met bygevoegde Last nogthans om nadien de Bakkers, zoo die geenen welke reeds met Bakken zijn uitgescheiden, als die, welke volgens hunne verpligting daarmede niet zullen kunnen voortgaan zonder uit S’ Comp:s Maguazijnen te werden voorzien dadelijk hebben aangegaan tegens het tweede der Articulen en voorwaarden, waaraan zij zig hebben onderworpen, en daardoor op eene onverschoonlijke wijze deeze Hoofdplaatze aan de Schroomelijkste gevolgen en confusie blootgesteld, waardoor zij dan ook vervallen zijn in de boete van Een duizend Kaapsche Guldens bij ‘t voorsz: Art: bepaald, den ad interim Fiscaal te ordonneeren niet alleen zonder tijdverzuim tegens de Schuldigen ter invordering van gem: Boete te procedeeren maar ook verder met alle attentie waaksaam te zijn, dat de geprevilegeerde Bakkers nadat hun gelegendheid zal zijn gegeeven om zig uit S’ Comp:s Magazijnen van Koorn te voorzien, aan hunne verpligting om de Ingezeetenen genoegsaam van Brood te gerieven blijven voldoen; en teffens voorn: ad interim fiscaal benevens Commissarissen uit den Raade van Justitie alle attentie te doen vestigen dat het Brood zijn behoorlijk gewigt kome te houden en daaromtrend aan den teneur van het 3 Art: der voorsz: Voorwaarden, werde voldaan terwijl Hoogstdezelve Haar HoogEdelhedens bovendien hebben betuigd zig niet genoeg te Kunnen verwonderen dat het officie fiscaal niet eerder in deezen actif is geweest, waarom hun Hoog Edelhedens hoogstderzelver misnoegen desweegen ook ten sterksten te kennen geeven, met Last om zo uit dien hoofde, als om dat zig geen aanbrenger in deezen heeft opgedaan twee derden gedeeltens van de voorsz: Boete in dit geval te doen keeren ten profijte van de Cas der E Comp: en het overige derde deel te laaten blyven ten profijte der Burger Cassa, met recommendatie al verder om in de Jegenswoordige Schaarsheid ten uitersten Spaarzaam in het verleenen van permissie tot afscheep of uitvoer van Tarw, meel of Biscuit te zijn, en qualificatie eindelijk om ook bij provisie de verzendinge van Tarw op de Bataviase Eijsch te Staaken tot zo lange de voorraad daarvan die verzendingen wederom zal Kunnen toelaaten.

Zo is om Hunner HoogEdelheedens bovengemelde dispositie in deszelfs gantschen Zamenhang dadelijk effect te doen Sorteeren - voorloopig goedgevonden en dien volgens ook geresolveerd, directelijk van al het bovenstaande, zo aan den Heer Dispencier Van Reede Van Oudtshoorn en Commissarissen uit den Raade van Justitie als aan den ad Interim Fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs, voor zo verre een iegelijk van hun concerneerd, de nodige Extracten te doen afgeeven om te Strekken ter Hunner informatie, en in alle deelen prompt en stiptelijk te werden nagekomen gelijk dan ook daartoe aan een iegelijk hunner in zijn departement bij deezen werd verleend de nodige qualificatie.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop, op Jaar, Maand en Dag voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Rheede Van Oudtshoorn

[Signed:] My praesent E: Bergh p:l Secrit

C. 206, pp. 89-93.

Zaturdag den {17920811} 11: August:s 1792

S’ avonds alle Praesent.

Het voorluyk van den op den 13 Julij jongstleeden uit Baaijfals , vertrokkene, dog in den nagt tusschen den 8 en 9 deezer wegens bekomene Zeeschadens alhier ter Rheede gereverteerde retourbodem de Catharina Johanna , dadelijk nadat dien Kiel behoorlijk gesecureerd was, door dies overheden opgenomen zijnde, omme te kunnen ontwaaren of zig ook ‘t een of ander defect aan de Lading mogt ontdekken en men bij die gelegendheid tot S’ Raads bijzonder Leedweezen hebbende moeten ondervinden dat zeer veele Coffij Baalen, die aan weerszijden der voorkant, tegens boord, komen te leggen dermaten door het Steeds indringend Zeewater nat zijn geworden, dat de zig in dezelve bevindende Koffij, voor zo verre de Baalen aan de lekkagie geexponeert leggen bereids aangestoken komt te weezen en onvermijdelijk meer mogen tot bederf zoude moeten overslaan, ingevalle daartegen niet in tijds de nodige voorzieninge gebruikt en voorzorgen in ‘t werk gesteld wierde -; Zo is dan ook om dit verder bederf onmiddelyk door gepaste mesures voorte komen, op bekomen agreatie der Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal en voorstel van den Heere Gezachebber besloten alle de voorsz: Balen met aangestokene Coffij ten eersten te doen aan Land brengen, om directe de kwaade en natte Boonen van de goede en droog geblevene, gesorteerd, mitsgaders de een en andere parthij verder in dier voegen gesoigneert te werden als best zal kunnen strekken ter conservatie der eersten en om de E Comp: uit de laatste nog eenige parthij te doen trekken - Tot welke operatie al verder is verstaan den Ondercoopman en Postmeester Adriaan Vincent Bergh beneevens de ordinaire Gecommitteerdens David Kuuhl en Johannes Henricus Fischer te benoemen en te Committeeren gelijk dezelve daartoe benoemd ende gecommitteerd werden bij deezen, aan dewelke dierhalven inmediate naar ‘t Scheijden der vergadering van dit besluit Extract zal moeten werden gesuppediteerd om te strekken tot derzelver informatie en narigt.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop op Jaar, Maand en Dag voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Rheede van Oudtshoorn

[Signed:] My Præsent E: Bergh p:l Secret

C. 206, pp. 94-161.

Woensdag den {17920815} 15 Aug:s 1792.

Alle Præsent behalven den Heere Van Reede Van Oudtshoorn.

De hoog gebiedende Heeren Meesteren bij Hoogstderzelver zeer gevenereerde Letteren van den 22 December des voorleeden Jaars deze Regeering onder anderen ook hebbende gelieven aan te schrijven, dat de gagien en verdere gewoone Inkomsten van den gerepatrieerden Heere Gouverneur van de Graaff zouden moeten blijven voortloopen met dien verstande dat het middel van bestaan aan Hem Heere Gouverneur uit het provenue der Wijnen toegelegd, provisioneelijk voor de helft onder de E: Comp: moeste blijven berusten en de ander helft Jaarlijks aan zyn Edelens Gemachtigdens alhier uitgekeerd en dezelve gemagtigdens op ‘t voorschr: fundament van den Heere Dispencier Van Reede Van Oudtshoorn, hebbende komen te requireeren, de extraditie van zodanige Rd:s 923: 9:- als welopgem: Heere Gouverneur, weegens eene tusschen hem en even geciteerden Dispencier uitstaande Reekening per Saldo is competeerende, dog men bij Resolutie van den 13 Julij d’ A:o p:o beslooten heeft gehad onder berusting van hem Heere Van Reede Van Oudtshoorn te laaten verblijven tot dat behoorlijk zoude werden gereclameerd; Zo is op ‘t verzoekt door meerwelmelde Heere van Reede Van Oudtshoorn gedaan, om te moogen weeten hoedanig, zig in deezen te gedraagen: verstaan, zyn Ed te qualificeeren ‘t gementioneerd bedragen van 923: 9 Stv: onder behoorlyke quitantie als nu aan derzelve Gemagtigdens van den Heere Gouverneur van de Graaff af te langen.

En nadien een quantiteit van 565 Mudden Tarw in de Mosselbaaij agtergebleeven, om dat ‘t op den 9 deezer van daar ter deezer rheede gereverteerd Scheepje de Helena Louisa van den gantschen aan handen geweest zijnden voorraad niet meer heeft Kunnen inneemen als slegts 1260 Mudden, diverse opgezeetenen in de nabuurschap dier Baaij, dewelke by de laatste recolte op hunne plaatzen eene slegten ougst hebben gehad, zeer zoude te staade komen, ten einde hunne thans op nieuw toebereijde Velden daarmede wederom te kunnen bezaaijen gelyk zij zulx door den opzigter over ‘t maguazijn in gem: Baaij, Nicolaas Jacob Doman, aan den Heere van Reede van Oudtshoorn hebben doen te kennen geeven, met bijgevoegde Instantie om er uit dien hoofde meede te mogen werden geriefd; Is teffens, al verder op voorstel van evengedagte Heere van Rheede van Oudtshoorn, goedgevonden en dienvolgens beslooten liever dan de gem: Tarw een gantsche Jaar lang nutteloos aan onvoorziene accidenten g’exponeert te laaten leggen dezelve aan de daarom verzoekende Landlieden te doen distribueeren mits, even als zulks in den Jaare 1789 is geschied, door een iegelijk van hun de noodige zeekerheid werde gegeeven, dat bij de nieuwe recolte dezelfde quantiteit aan de E: Comp: zal werden gerestitueerd, en de HoogEdele Heeren Commissarissen Generaal aan wien men van dees dispositie pligtschuldig Kennisfe geeven zal, zulks met hoogstderzelver goedkeuring komen te vereeren.

Meermelden Heere Dispencier van Reede van Oudtshoorn wijders ook aan den Raade te kennen gegeeven hebbende, dat S’ Comp: gequalificeerde Dienaaren bij het vereffenen hunner Emolumenten onder Ultimo April deezes Jaars, als wanneer het toegelegd dedomagement dier Emolumenten in contanten is in train gebragt, te goed hebben te behouden voor Zeeven maanden Boom-ofte-Olijven-olij, zo als hun dit articul tot op dien dag toe in natura uit ‘t dispens is verstrekt geworden, zonder dat men voor als nog mits ontstentenis van olij, de uitrijking daarvan aan dezelve dienaaren had kunnen doen met bijgevoegd verzoek te mogen werden gequalificeerd tot den inkoop van zo veel olij als vereischt zoude werden om daarmede de voorschr: reekeningen, tot den hiervoren gemelde datum van den laatsten April gereekend, geheelijk te Kunnen liquideeren; Zo is ook hieromtrend verstaan de verzogte qualificatie aan den Heere van Reede van Oudtshoorn te verleenen, ten einde na de gedaane afgaave der voorsz: olij aan de Dienaaren die dezelve nog te goed hebben, hunne reekeninge van Emolumenten bij de respective Administrateurs finalijk te kunnen werden afgeslooten.

En derwijl denzelven Heere Dispencier, Zo door de meerdere verstrekkingen van Zout dewelke aan de gaande en komende Scheepen hebben moeten gedaan werden, als door het gepleegd verzuim om ook voor de Bediendens der Jusitiie, de Crimineele Gevangenen die ten Kosten der EComp:e werden gespijzigd, en de vlaggelieden ‘t zout op tegeeven, het welk altoos s’ Maatschappij’s weegen aan dezelve is verstrekt geworden, met de gecalculeerde quantiteit niet kunnende strekken tot het einde van ‘t praesente boekjaar, uit dien hoofde insgelijks is komen te verzoeken het te kort Schietende tegens de bepaalde prijzen van de pagters der Zoutpannen te mogen inkoopen, heeft men alwijders moeten resolveeren hierinne meede te bewilligen mits ten dienste der gevangen huizen en voor de Dienaaren der Justitie, nu als voor ‘t vervolg, de quantiteit niet excedeere 12 Mudden, en ‘t randzoen van dit articul voor dit vlaggelieden blijve gefixeerd op een mud in ‘t Jaar.

Heeren Commissarissen van ‘t Robben Eiland vervolgens, ten fine van dispositie hebbende geproduceert eene memorie door den ten gem: Eijlande beschijdenen Posthouder Steijn aan hun EE:s ingediend, waarbij denzelven posthouder onder te kennen geeving dat de Bannelingen, met de Provisien, in de proportie waarin dezelve thans werden verstrekt, met geen mogelijkheid kunnen Subsisteeren, instantig verzoekt, dat omhier aan te remedieeren de Schikking voorthaan zodanig mogen werden gemaakt, dat met weglaating van de Erwten en Boonen, waarvan de oosterlingen uit dewelke de meeste der Schepzelen dog bestaan, geen of ten minsten weinig gebruik maaken, maandelijks de helft van ‘t randzoen in Rijst en de wederhalfe in Meel uitgerijkt en teffens de nodige ordres gesteld mogen werden dat de levendige Schaapen ten dienste van ‘t meergeciteerde Eijland geleeverd werdende, voortaan niet meer werden aangereegend teegens de excessive bereekening van 60 lb:en wigts daar dezelve meestal geen 30 lb:en koomen te houden; zo is daarop verstaan, dat betreffende de Randzoenen de verstrekking voor ‘t vervolg zo voor de gemelde Bannelingen als voor de Gecommandeerdens te Robbeneijlande zal moeten geschieden in dier voegen, dat maandelijks de eene helft, zal komen te bestaan in Rijst, en de andere helft in Meel; terwijl met opzigt tot het Vleesch d’ ordonnantien niet meer in Ponden gemaakt, maar in levendige Schaapen gesteld sal moeten werden, ‘t Schaap tegens 42 lb:en gereekend, dat met de prijs van ‘t afgeslagt Vleesch, zo als het zelve door de Comp: betaald werd, gelijk staat, waarenboven Heeren Commissarissen van ‘t Slagthuijs, zijn verzogt, gelijk dezelve verzogt werden bij deezen, de nodige ordres te willen stellen, dat geene Schaapen ten dienste der Bannelingen naar ‘t Robben Eijland werden afgescheept dan nadat alvorens van dezelve door hun Ed: en Eigener Persoon inspectie zal zijn genomen, ten einde hierdoor zeeker te weezen dat niet dan goed en deugdzaam Vee werde geleverd aan Schepzelen dewelke zig in de onmogelykheid bevinden om aan ‘t insufficiente of ondeugende in deezen door hun zelfs te kunnen suppleeren.

Zynde teffens op verzoekt van dezelve Heeren Commissarissen over ‘t Robben Eijland beslooten te doen verstrekken.

60 lb Ijzer en 25 lb Staal tot het aanmaaken en verstaalen van gereedschappen, benevens 1/2 Hoed Steenkoolen,

2 Groote Trekzaagen

14 Kraanzaagen

1 Dommekragt, en

2 Kopere Laaynaalden

‘t een en ander om daarmeede geduurende den tijd van drie maanden het Zaagen en toestellen van Steenen na de gemaakte bepaaling te kunnen gaande houden.

Na dit een en ander is ter tafel geproduceert geworden het onderstaand Berigt, concerneerende de gebreeken waarmeede het op den 13 Julij deezes Jaars uit de Baaijfals vertrokkene retourschip de Catharina Johanna alhier ter rheede is gereverteerd, aan den Heere Gezachhebber ingediend door zodanige Commissie van Zee-en-Scheepskundigen als zijn Ed: goedgevonden heeft gehad tot dies Examinatie te committeeren.

Aan den WelEdelen Achtbaren Heere Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber deezes Gouvernements.

‘Wel Edele Achtbare Heer!’

‘“UwelEd: Achtb: d’ onderget:de Equipagemeester Cornelis Cornelisz, beneevens de Capiteins ter zee Christiaan van Veerden en Jan Arnoud Voltelen, expresselijk hebbende gelieven te committeeren omme g’ adsisteerd met den Baas der Scheepstimmerlieden Meijndert van Eijk, zig te begeeven naar boord van ‘t op den 13 Julij J: L: uit de Baaijfals vertrokkene en in den nagt tusschen den 8 en 9 deezer lopende maand ter deezer rheede zeer ontredderd gekomen zijnde Batavias retourschip de Catharina Johanna , ten einde exacte te visiteeren en op te neemen door welke defecten en gebreeken de overheeden dier Kiel genoodzaakt kunnen zijn geworden niet alleen van hunne geprojecteerde rhijze te rug te keeren, maar ook tegens de ordres der E Comp: in dit Winter Saisoen deeze kaapsche rheede binnen te loopen.’

‘Zo hebben de onderget: ingevolge voorsz: zeer gerespecteerde ordres zig heeden morgen naar Boord van opgem: Bodem begeeven en de volgende gebreeken bevonden.’

‘DeVoorsteeven boven water zoo ver als men na beneden toe zien kan, Lossen wierd door de Scheeps overheeden opgegeeven in Zee tusschen den 2: en 3:dm over en weer tezyn gegaan. /’

‘Alle de Lassen en Haaken aan de geheele boeg van vooren uit malkanderen los gewerkt.’

‘De dubbelhuid van vooren aan weder zijden gedeeltelijk weg geslagen.’

‘De Puttingsbouten van de groote en fokke rusten Los gewerkt.’

‘EenStuk uit het Ezelshoofd der fokke mast, door het zware werken Van’t boventuig uitgevallen.’

‘In de Ton van de Bezaansmast meede een Stuk uitgevallen, alwaar men thans een rottige steê bevind.’

‘De Zaalings der Bezaansmast gekraakt.’

‘De Kop van ‘t Roer bewegend en een band aandezelve stukkend.’

‘Het hout rondom de Bouten tusschen de banden in de boeg ten meeste gedeelte vergaan.’

‘Welke gebreeken de overheeden hebben doen resolveeren om van hunne rhijze te rug te keeren, geevende meede voor reedenen van deeze Tafelbaaij te hebben moeten aandoen dat derzelver Instructie dicteert, om in de falsbaaij bij het einde van de kwaade Mousson niet binnen te loopen, ten zij voor den 15 Augustus die Baaij wederom te kunnen verlaaten; zoo is het,’

‘Eensdeels, terwijl het hun overheden voorkwam dat de Gebreeken deezer Bodem, in dien tijd, niet zoude kunnen gerepareerd worden om voor het afloopen derkwade Mousson wederom te kunnen rhijsvorderen, en’

‘Ten Tweede doordien de Wind op die tijd terwijl zijl: voor de Baaijfals waaren zodanig uit het noordelijke woeij, dat niet in de Baaijfals konden koomen, en om zig niet langer in Zee op te houden, en het Schip niet aan Stormwinden, die weder op zouden kunnen koomen, niet te exponeeren, en waarteegen het zelve, toen reeds de geheele Boeg los gewerkt was, niet zoude kunnen resisteeren.’

‘Dat de Scheepsoverheeden zig genoodzaakt vonden de Tafelbaaij aan te loopen.’

‘De onderget: hebben meede de Eer bij te voegen dat zij bij hun komst aan Boord de pompen hebben gepeijld en bevonden toen bij dezelve 9 dm: water, mitsg:s wederom een uur daarna wanneer het water 4 dm: was aangenoomen.’

‘Verhoopende hiermeede aan de geëerde intentie van UWelEd Achtb: voldaan te hebben laaten de onderget: deezen dienen voor pligtschuldig bericht.”’

‘Cabo deGoede Hoop, den 10 Aug: 1792.’

‘Was getekend. C:Cornelisz, C: V: Veerden, Jan A: Voltelen, M: V Eijk.’

Welk rapport geleezen en daarop door welgem: Heere Gezachebber gecommuniceerd zijnde dat zijn Ed: van ‘t zelve kennisse hebbende gegeeven gehad aan de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal, Hoogstdezelve zijn Ed: dadelijk hadden gelast den Resident der Baaijfals den Heere Brandt te doen aanschrijven, om te aldaar leggende Scheepen de Castor en Gouda beneevens de Pacquetboot de Vlijt , aanstonds naar dees Tafelbaaij te doen opkoomen, gelijk zulks ook bereeds werkelijk was geschiede, ten einde te kunnen werden geëmploijeerd, om in dezelve te doen overscheepen ‘t onbeschadigd gebleevene gedeelte der Lading, terwijl men ingevolge besluit van den 11 deezer middelerwijlen zoude continueeren de natgewordene Coffij Baalen en andere beschadigde Goederen aan Land te laaten brengen. Zo is dan ook bij overweeging, dat eerst dan, met grond over den waaren Staat van dat Schip zal kunnen werden g’ oordeeld, wanneer men door ontlossing in ‘t geval zal zijn geraakt een meer exacte viSitatie te kunnen doen bewerkstelligen van van de defecten, dewelke men reeden heeft te vermoeden, zig behalven de hierboven opgegeevene nog in ‘t ruim en elders binnen boord te zullen bevinden; beslooten, met ‘t neemen van eene finaale dispositie hieromtrend tesupercedeeren, tot dat de voorsz: Scheepen alhier zullen zijn aangeland, en men vervolgens nopens de weezendlyke gesteldheid van deezen Bodem meer exacte zal weezen g’ informeerd. Dan gemerkt zo als hier voren is gezegd inmiddels zal werden voortgevaaren met het aan Land brengen der natte Coffij Baalen en andere beschadigde Goederen, ten einde geopend, ‘t quade van ‘t goede gesorteerd, vervolgens gedroogd, en eindelijk wederom g’emballeerd en afgepakt te werden, en haar HoogEdelhedens hieromtrend betuigd hebben gehad derzelver begeerte te weezen dat de toezigt over dat werk, het welk bij ‘t vorengem: besluit van den 11 deezer aan den onderCoopman Adriaan Vincent Bergh, beneevens d’ ordinaire Gecommitteerdens Kuuhl en Fischer is gedemandeert, zoude werden opgedraagen aan een der Heeren Raadsleeden, is teffens ter voldoening aan Haar Hoogedelhedens begeerte verstaan, daartoe te verzoeken en te Committeeren, gelijk verzogt ende gecommitteerd werd bij deezen den Heere Keldermeester LeSuëur, met qualificatie op zijn Ed: hieromtrend alle zodanige Schikkingen te moogen beraamen, en doen bewerkstelligen, als ter bevordering van S’ Meesters dienst en intrest zal geraden oordeelen en vinden te behooren.

Hebbende welopged: Heere Gezachhebber den Raade alverder gelieven te bedeelen dat Heeren Commissarissen Generaal, op bekomen informatie, dat het op den 9 deezer uit de Mosselbaaij alhier gereverteerd brikscheepje de Helena Louisa , gelijk hiervooren is gezegd, slegts 1260 mudden Tarw heeft ingelaaden, daar bij den aanleg van dat Kieltje dies ruim is gegist te kunnen bevatten eenquantiteit van 1500 à 1600 Mudden Graan, hadden gelieven te gelasten, dadelijk een exacte opneeming en visitasie te doen geschieden, van den staat van ‘t voorm: Ruim dier Kiel, enof ookbehalven S’ Comp: Tarw nog eenige andere particuliereTarw daarin mogte zijn afgelaaden.

Dat zijnEd: hiertoe benoemd hebbende eene expressie Commissie dewelke ten overstaan van den fiscaal hunnen Last dadelijk hadden volbragt, het berigt door hun aan hem Heere Gezaghebber ingediend, dan ook onmiddelijk door zijn Ed: aan haar Hoogedelheedens was gecommuniceerd, luidende ‘t zelve als volgd.

Aan den WelEdelen Achtbaren Heere Johannes Isaak Rhenius Gezachhebber dezes Gouvernements

‘WelEdele Achtbare Heer!’

‘U WelEd Achtb:e op gisteren de de onderget: Equipagiemeester en Capitains terZee ter ordre der Hoog Edele Heeren Commissarissen generaal expresselijk hebbende gelieven te committeeren, omme zig te begeeven naa boord van het ter Rheede leggend Brik scheepje de Helena Louisa , en ten overstaan van den ad interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs, exactelyk op te neemen of en in hoe verre het gem: Scheepje met Tarwe is volladen, mitsgaders welke de oorzaaken zijn, waarom in het zelve in steede van 1500 à 1600 Mudden Tarwe, waarop de ruimte van dat Schip is gecalculeerd, slegts 1260 mudden hebben kunnen worden afgestrooken, met last om van de bevinding aan UwelEd: Achtb: te doen Rapport in geschrifte; Zo hebben de onderget: de Eere aan UwelEd: Achtb: te berugten.’

‘Dat zy zig heden morgen met ende benevens den mede onderget: adjunct fiscaal M:r Johannes Andreas Truter naar boord van voorm: Brikscheepje begeeven, aldaar ten overstaan van denzelven adjunct Fiscaal, ingevolge de ontfangene ordre, alles naauwkeurig opgenoomen, en als toen bevonden hebben, dat de dieptreeding van ‘t Schip agter op 13 en voor op 12 Voeten gemerkt stond, en dat deeze merken bijna een vierde voet onder water waaren zodat in ‘t Schip niet meerder zoude hebben kunnen worden afgestrooken zonder het zelve te overlaaden.’

‘Dat de onderget: vervolgens de Luijken hebbende doen openen het ruim geheel vollaaden en zelfs in de Rijst of Brood Kamers eenige tarwe hebben bevonden, welke, volgens de opgaave van den Commandeerende Officier, meede tot de Lading behoorde.’

‘Dat, ofschoon de Schotten verder waaren uitgezet geworden zodanig dat de gewoone bergplaats van ‘t water meede tot aflading van Tarwe was g’emploijeerd geweest, egter deeze ruimte tot dit einde niet zoude hebben kunnen worden g’ emploijeerd, om dat het Schip als dan overladen zoude zijn geweest, en te diep hebben komen te leggen.’

‘Dat de onderget: overzulks, onder eerbiedige correctie van oordeel zijn dat de reede waarom in het meerm: Brikscheepje niet is geladen die quantiteit Tarwe, welke volgens de meeting van den Baas der Scheepstimmerlieden in het zelve zoude hebben kunnen worden afgestrooken, welligt daarin kan geleegen zijn, dat dit Scheepje in ‘t ruim, buitengemeen scherp komt te zijn, kunnende anderzints volgens de door gemelde Baas Timmerman opgegeeven meeting de voorschreeven quantiteit van 1500 à 1600 Tarwe gevoeglijk in deezen Bodem worden afgelaaden.’

‘De onderget: vertrouwen hiermeede aan de g’eerde intentie van UwelEd Achtb: te hebben voldaan en laaten deezen dienen voor Eerbiedig berigt.’

‘Cabo de Goede Hoop den 10 Aug: 1792.’

‘getekend C: Cornelisz:, C: V: Veerden, Jan A: Voltelen. /:Lager:/ ten myner overstaan /:en getekend:/ T: A: Truter adj fisc:’

Dan dat Haar Hoogedelheedens niet hebbende kunnen goedgevinden in dat berigt te berusten, hem Heere Gezachebber alwyders hadden bevolen, zo als zulks ook immediate door zijn Ed was bewerkstelligt den voorm: Fiscaal te injungeeren bij d’ ontlossing van dat Kieltje naauwe toezigt te houden dat daar uit geene andere Tarw dan de voor reekening der EComp: aangebragte wierde ontlost, om vervolgens wanneer de gantschen inhoud van ‘t cognoscement zal weezen ontscheept en in de Maguazijnen opgeslagen eene nadere visitatie te werden gedaan naar alle particuliere Tarw of andere Producten dewelke zig in dat Kieltje zoude mogen bevinden en waarmede het zelve zoude kunnen zyn belemmert geworden.

Welk een en ander voor Communicatie aangenomen zijnde, is nadat den Heere Gezaghebber voor de voorsz: ouverture van Zaaken zeer was gedankt, in conformite van Haar Hoogedelhedens last en begeerte vasgesteld, dat zo haast men rapport zal hebben ontfangen van de geheele uitleevering van S’ Comp:s Lading uit het voorm: Schip de Helena Louisa , dadelijk wederom op nieuw door eene expresse Commissie ten overstaan van den Fiscaal, niet alleen de g’ ordonneerde visitatie aan boord dier Kiel zal moeten werden gedaan, maar bij die geleegenheid ook exactelijk zal moeten werden opgenomen de Hoogte, lengte en breedte van ‘t ruim dier Kiel, zo als zulx naar Stijl diend te geschieden om daaruit te kunnen gecalculeerd en aan deezen Raade opgegeeven werden, de Juiste quantiteit Graans welke het voorm: ruijm in Staat is geweest te kunnen bevatten.

Wijders uit eene Memorie door den Equipagemeester ingedient, gezien zijnde dat de trap aan ‘t Zeehoofd bij visitatie dermaten oud en Slegt bevonden is, dat, omdezelve wederom in bruijkbaren staat te stellen, ten naasten bij zoude moeten werden aangewend dezelfde Kosten, die vereischt werden om een gantsch nieuwe te doen vervaardigen, gemerkt tot de reparatie der eerste werden vereischt 2 Jaty Planken van 3 dm: en het opgegeeven Houtwerk voor de laatste niet meer bedraagd dan 3 Zoortgelijke Planken. Zo is dan ook bij overweeging dat in dien staat van Zaaken het vermaken der oude Trap niet zoude quadreeren met S’ Maatschappij’s Intrest als notoir geduurig wederom nieuwe reparatien moetende ten gevolge hebben; - beslooten dezelve maar te doen Sloopen en in dies steede een geheel nieuwe Trap te laaten toestellen ten welken einde is verstaan uit S’ Comp: Houtmaguazijn aan voorm: Equipagemeester te doen aflangen de voorschr: 3 p:s Jatij Planken van 3 dm: dewelke door hen tot dat werk zijn gepetitioneerd geworden.

Onder andere Artikelen welke door bygekomene leccage aan boord van het voor eenige dagen naar deeze Caabse rheede te rug gekeert Schip de Catharina Johanna geavarieerd zyn bevonden, zig ook aan de Kruitvaten dier Kiel eenige vogtigheid hebbende ontdekt, invoegen men genoodzaakt is geweest, dezelve ten overstaan van den als Lieutenant opgem: Kiel dienst doende Capitain Lieutenant, Fredrik March, en den Commies der Maguazijnen Hendrik Wilhelm Rutz door eene expresse Commissie van officieren der Arthillerij te doen examineeren, en dezelve officieren van hunne bevinding gediend hebbende van Schriftelijk rapport, waaruit consteert, dat van 17 Vaten Pulver die alle opengeslagen en nagezien zijn, niet alleen twee ten eenenmaale bedorven zijn gevonden, maar dat bovensdien ook de 15 overige, dewelke yder moesten contineeren 50 lb:n Pulver dermaten wannig zijn geweest, dat dezelve na de aanvulling niet meer hebben komen op te leeveren dan 12 Vaten goed en deugdzaam Kruit van 50 lb:en ijder - Zo is verstaan het bedorvene Kruit door dezelfde gecommitteerdens die de visitatie hebben gedaan, in Zee te doen werpen, en de te kort schiedende 150 lb:en ofte 3 Vaten den Capitain Lieutenant Andries Heksteen, den welke naar ‘t overlijden vanden Capitain Nicolaas Meijer voorm: Bodem de Catharina Johanna als Gezaghebber heeft gevoerd gehad, op reekeningen van Soldijen te laaten belasten ten waare hy op eene voldoende wyze konde aantoonen, dat dees minderheid niet door deszelfs Schuld of toedoen is bijgekomen.

Middelerwijl gedisponeerd zijnde op zeekere Requeste door den Schipper Jan Roelofse de Groot, gevoerd hebbende het in Baaijfals op strand gehaald Schip de drie Gebroeders in de volgende bewoordingen gepraesenteerd.

Aan den Weledelen Achtb: Heere Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &a: &a: &a: benevens den E Achtb: Rade van Politie.

‘Wel Edele Achtb: Heer En Edele Achtb: Heeren!’

‘Met verschuldigde eerbied geeft te kennen UwelEd: Achtb: en Ed Achtb: zeeronderdanige Dienaar Jan Roelofz de Groot Schipper van ‘t in Baaijfals op strand gehaald ingeh: particulier Schip de Drie Gebroeders ,’

‘Dat nadien door de permissie die den Suppt: s van UwelEd: Achtb: en Ed:Achtb: heeft geobtineerd zyne onderhebbende Bodem publicquelijk te mogen verkoopen ook noodzaakelijk is geworden dat de Tuijgagien van dezelve insgelijks ten gelde worden gemaakt, den Suppl:t echter te raade is geworden voor en aleer daartoe over te gaan, van UwelEdele Achtb: en Ed: Achtb: te moeten informeeren, of ‘t Canon en de Ankers welke almeede onder de voorm: Tuigage begreepen worden, ook aan’t publicq zouden mogen werden van de hand gezet, - dan wel of dezelve aande E Comp: behoorde te worden gecedeert - in welklaatste geval den Suppl:t UwelEdele Achtb: en Ed: Achtb: eerbiedig verzoekt ymand des kundig te committeeren die ‘t gezegde Canon en Ankers tauxeere omme dezelve vervolgens na de gedaane tauxatie aan de E: Comp: te kunnen werden overgegeeven.’

‘Gelijk den Suppl:t alverders van UwelEd: Achtb: en Ed: Achtb: onderdanig solliciteerd, dat aan hem voor reeck: zyner Rheeders uit de Cassa der E: Comp: mogt werden afgegeeven een zodanig tantum van penningen, als genoegzaam zal worden bevonden, om daarmede de Soldijen der Equipagien van bovengem: zijnen onderhebbende bodem te kunnen afbetaalen; ten einde die penningen wederom aan d’ E: Comp:e te restitueeren uit de Som die zal werden gemaakt uit de verkoop van meerm: zynen onderhebbende Bodem - als meede dat het UwelEd Achtb: en Ed: Achtb: moge behagen, gesz: Equipage te doen overgaan op’t in Baaijfals g’ ankerd leggend Schip de Zeenimph - nademaal dezelve door de Stank die thans in ‘t meerm: Schip de drie Gebroeders heerscht niet in staat is langer in hetzelve te kunnen huisvesten, ten einde in ‘t gem: Schip de Zeenimph zo lange te verblijven tot dat geheel en al Zal weezen afgedankt.’

‘’T Welkdoende &:a /:wasgetekend:/ Jan Roelofsz de Groot.’

Is na deliberatie op hetzelve verstaan aan den Suppl:t tot het verkopen der Ankers, als gehoorende tot het Tuig zijns evengem: Bodems de verzogte permissie te verleenen, en hem teffens vrijheid telaaten, om zelve het Canon door des kundigen te mogen laten tauxeeren als wannneer deezen Raade zig vervolgens decideeren zal, of het met S’Comp: Intrest kan convenieeren het gem: geschut voor de waarde waarop gepriseerd zal weezen van hem werk neemen, waar en boven het verzogt verschot van Penningen uit S’ Comp: kas, om daarmede de Soldijen der Equipage van bovengem: Bodem afbetaald te kunnen werden, aan denzelven is geaccordeert mits de alzo te avanceerene penningen ter behoorlijker tijd werde gerembourseert uit het provenue van de verKoping welke hij Capit:n de Groot op den 10 der aanstaande maand September voor reecq: der Rheeders en Assuradeurs zijns evengeciteerden bodems, zo van ‘t Hol dier Kiel als van de gantsche tot het zelve gehoord hebbende toerusting in Baaijfals staat te doen houden, tot welken tijd toe, als kunnende eerst dan de Manschappen der Equipage met gevoeglijkheid werde gecongedieert, het eindelijk aanden Suppl:t zal weezen gepermitteerd, dezelve Manschappen in het meede in gem: Baaij leggend Schip de Zeenimph te mogen doen overgaan, Zo nogtans dat nog derzelver Logement nog ook niet hun onderhoud aan boord dier Kiel in ‘t minste zal mogen komen ten lasten der EComp:, neen, maar in alles door denSchipper deGroot zal moeten werden bekostigd.

Hebbende den Raade vervolgens op de hier na gedaane lectuure van een ander verzoekschrift door den Burgerraad Hendrik Andreas Truter in deezer voegen ingediend.

Aan den WelEdelen Achtb: Heeren Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber, benevens d’ E Achtb: Heeren Raden van Politie deezes Gouvernements,

‘Wel Edele Achtbare Heer! En Edele Achtb: Heeren!’

‘Geeft reverentelijk tekennen Hendrik Andreas Truter Burgerraad deezer Plaatze.’

‘Dat den vrijzwart Abraham van de Caab zig op den 5 Julij Jongstleeden bij requeste aan den Achtb: Raade van Justitie heeft g’ addresseerd, te kennen geevende hoe UwelEdel Achtb: bij publicqatie in dato den 19 November 1790, op eene desweegens door eenige Ingezeetenen aan Hoogstdezelve gepraesenteerd Request hadden gelieven te belooven eene premie van Eenduisend Rijxd:s voor den geenen, die de daders zouden komen te ontdekken van de meenigvuldige zints een geruimen tijd in dit Vlek gepleegde diefstallen en Huisbraaken, die tegelijk met cruelle moorden zijn verzeld gegaan.’

‘Dat aan gem: Raade, nadat alvorens daar over waaren ingenomen de consideratien van den pro interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs was komen te blijken, dat gem: Abraham van de Kaap, eigentlijk de ontdekker is van de daaders dier gepleegde euveldaaden, denzelven overzulks hadden verklaard geregtigd tot de praemie van 1000 Rd:s bij voorschr: Publicatie van 19 November 1790 uitgeloofd.’

‘En alzo bij’t voorsz: aan UwelEd: Achtb: en Ed: Achtb: gepresenteerd request is gevoegd geweest eene vrijwillige inteekening van de meeste der Ingezeetenen van dit Vlek uitmakende de hier voren beloofde premie van 1000 Rd:s, en waaronder den Suppl:t zig meede komt te bevinden, zo neemt hij by deezen de Vrijheid zig te wenden tot UwelEdele Achtbaarheedens met ootmoedig verzoek van hoogstdezelve de nodige qualificatie te mogen erlangen tot het uitreijken van de voorm: beloofde praemie van Rd:s 1000:- aan den vrijzwart Abraham van de Caab, waartoe dezelve bij besluit van den 2 deezer Maand Aug:s gerechtigd is verklaard en dat het hoogstdezelve wyders gelieve te behagen den Suppl:t tot ‘t incasseeren en ophalen vande gemelde Som bij de resp: Inteekenaaren te adsisteeren en toe te voegen eene der Bodens ten deezen Gouvernemente beschijden.’

‘’T Welk doende &a: /:Geteekend:/ H: A: Truter.’

goedgevonden en verstaan aan den Suppl:t de gesolliciteerde qualificatie te verleenen gelijk hem die verleend werd bij deezen, om van de respective Intekenaaren tot het fourneeren der beloofde praemie van eenduizend Ryxsdaalers op de ontdekking der daders van zodanige diefstallen en Huijsbraken, als voor eenigen tijd Schier dagelijks, in dit Vlek zijn gepleegd geworden, gesteld, de door hun ingeteekende Sommen voor reekening van den Vrijzwart Abraham van de Caab als tot de voorsz: praemie van Rd:s 1000:- blijkens besluit des Raads van Justitie de dato 2 deezer geregtigd verklaard zijnde, te mogen doen ophaalen, en daartoe den Burger bode te mogen emploijeeren mits dezelve bode voor dees extra dienst eene behoorlijke belooning doende geworden uit het excedent van 32 Rd:s, welke uit de meede overgelegde Lyst der inteekenaaren blijkt meer ingeschreeven te zijn, als de gepromitteerde Somme tot de voorsz: praemie komt te bedragen.

Zynde voorts aan den Capitain der Arthillerij George Coenraad Kuchler op deszelfs meede in scriptie gedaan verzoek gepermitteerd geworden op ‘t terrain bezijden ‘t Casteel geleegen de nodige steenen tot een oven van vijf monden te mogen doen formen en branden mits zig alvorens munieerende van een Schriftelijke ordonn: de voorsz: permissie behelzende, de welke den Heere Gezachhebber hem Capit:n Kuchler zal doen expedieeren op een zegul van 10 Rd:s

Ook is nog op een schriftelijk Supplicq ten dien einde door den Burgerraad Johannes Smuts in qualiteit als een der Executeurs des Testaments van wijlen Johanna Adriana Arendse gepraesenteerd aan denzelven gepermitteerd geworden, ingevolge der overleedene begeerte uit slaafsche dienstbaarheid in vrijdom te mogen Stellen de volgende Thien haar toebehoord hebbende Lijfeigenen te weeten Silvia, Rebecca, Philida, Selima, Johanna, Rachel, Adriana, Wendelina, Christina, Anthonij en Sarie, alle van de Caab mits behalven het stellen der vereischt borgtogt dat de voorsz: te emancipeerene Lijfteigenen binnen den daartoe bepaalden tijd, van 20 Jaaren niet zullen komen ten lasten der Diaconij Armen, aan derzelver Casse voor elk derzelve werde betaald de daarop staande Somma van 50 Rd:s

Dan gemerkt den zelven Smuts in evengem: zijne qualiteit ook nog is komen in te dienen het volgend Request.

Aan den WelEdelen Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius! Gezachhebber dezes Gouvernements en de den Ressorte van dien &: &: &: beneevens den Edelen Achtbaren Politicquen Raad.

‘WelEdele Achtbaare Heer! en Edele Achtbaare Heeren!’

‘U WelEdele Achtb: en Ed: Achtb: nederige dienaar Johannes Smuts, Burgerraad deezer Plaatze neemt de vrijheid en qualiteit als een der testamentaire Executeuren van wijlen Johanna Adriana Arendse reverentelijk te kennen te geeven.’

‘Hoe evengemelde Johanna Adriana Arendse blijkens het deeze in eerbied verzellend Extract uit zeeker Testament door haar op den 7 April 1788 opgerecht onder anderen heeft komen te begeeren dat haar woonhuis en Erf indees Tafelvalleij geleegen in vollen en vrijen Eigendom zoude moeten overgaan, aan Barbera Wendelina Mijne zonder daar voor het minste ofgeringste aan den boedel te betaalen;’

‘Dat den Suppl:t thans genoodzaakt zijnde transport en opdragt in forma van dat huis en Erf aangez: Barbera Wendelina Mijne voor heeren Gecommiteerdens uit den Raade van Justitie te doen, zig daarinne weerhouden vind door dien aan dezelve Gecommitt:s alvorens moet komen te blijken, dat het gewoone S’ Heeren regt, welke in dit geval uit den boedel zou moeten worden betaald, aan dezelve geschonken, dan wel bereids in de Cassa der E: Comp: is voldaan.’

‘En dewijl voorheen in gevallen waarbij vaste goederen van Hypotheecquen aandeezen en geenen bij Testamente worden vermaakt, nimmer in usantie is geweest dat daarvoor eenig regt aan d’ E: Comp: werd betaald; zoo Neemt hij ook bij deesen de vrijheid UwelEd: Achtb: en Ed: Achtb: te Suppliceeren, dat de Erfgenamen van voornoemde Johanna Adriana Arendse, goedgunstig mogen werden gelibereerd van de betaling der 40:st Penning van het bedragen van dat Hijpotheecq.’

‘Dan ingevalle UwelEdele Achtb: en Ed: Achtb: onverhoopt hierinne niet mogten gelieven te condescendeeren, zo verzoekt hij Suppl:t eerbiedig dat UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb: als dan een of meer perzoonen gelieven te Committeeren om te tauxeeren de Waarde van het evengem: Huis en Erf en voor welke Som den 40 penning moet worden betaald, alzo zulks in het vooren aangehaald Testament door meerm: Johanna Adriana Arendse niet is bepaald geworden.’

‘’T Welk doende &:a /: was getekend:/ Joh:s Smuts.’

Dog den Raade geene reedenen heeft gevonden, waarom zij in de praesente omstandigheden der E Comp: in faveur van een Zo importante nalaatenschap als de thans inquestie zijnde, van wijlen meergeciteerde Johanna Adrianana Arendze, zoude afzien van het regt des 40:sten Pennings de Maatschappij competeerende; heeft men dierhalven bestgedacht Commissarissen uit den Rade van Justitie te qualificeeren, en de gelasten gelijk zij gequalificeerd en de gelast werden bij deeze omme door eene Commissie uit hun midden, beneevens des kundigen, door hun daartoe te verkiezen en te benoemen, ten overstaan van den ad interim Fiscaal Mr: Jacob Pieter Deneijs, de prisatie van ‘t voorschreeven door evengedagte Johanna Adriana Arendse bij testamentaire dispositie aan Barbera Wendelina Meijne vermaakt Huis en Erf te laaten doen, en daarvan aan den Suppliant vervolgens behoorlijk acte te verleenen om door hem ter Secretarije overgeleeverd, aanvankelijk te Kunnen dienen om daarna te kunnen werden bereekend het voorschreeven ‘S Heeren regt van den 40:ste Penning, en vervolgens gevoegd bij het Transport, altoos ten blijke te strekken dat in deezen op eene gepaste wijze voor S’ Maatschappijs Intrest is gevigileerd geworden.

Laatstelijk door den hiervoren bereids zo dikwils geciteerde Heere Gezachhebber onder te kennen geeving dat zijn Edele ingevolge het daarvan alhier ontfangen Cognoscement van den Capitain Anthonij Franciscus Steffers, hadde gevorderd verantwoording van zodanige Een Hondert Stuks Mexicaanen als ten dienste zijns onderhebbenden Bodems Gouda bij dies afrhijze uit nederland, aan hem zijn ter handengesteld geworden geproduceerd zijnde d’ onderstaande reekening en tot dezelve Specteerende Verklaaring door gem: Steffers diendwegen aan zijn Ed: overgelegd.


In 't S' E Comp: Schip Gouda A:o 179 1/2.
A: 1791 Anthonius Franciscus Steffers, Debet, Sp:matten p:s sts
Dec:br Aan de EComp: over te Amsterdam ontfangen, tot nodige uitgaave voor de Equipage van 't 'S E:Comp Schip Gouda Een hondert Mexicaanen
  Of 100:-:-
A: 1792,  
Maij: 26 Aan d' E Comp: per Saldo te goed, Sp:mat: 110:- :04:
Somma Spaansche matten 210:- :04:
A:o 1792 Anthonius Franciscus Steffers Credit Sp:mat ps sts:
Maij den 18 AandeE Comp: over in Zee gekogte voor de Equipage van 't S' E: Comp: Schip Gouda , van een Engelsch Capitain Genaamd Jk:s Wall voerende S Comp Schip Duke of Bucclingh , als
1 Zak Erwte d:o 4:-:-:
1000 lb hard brood a 4 Stv:s t lb d:o 74:- :04:
d:o d:o 26, Over aangemelde Equipage verstrekt zeedert den 27 April l:l: tot dato dat ter deeze rheede zijn gearriveerd 9 9/10 Kelder van de eige op vragt meedevoerende Genever à 15 Rds: ieder Kelder d:o132:-:-:
Somma Spaansche matten 210:-:04:-:

In 't S' E Comp: Schip Gouda A:o 179 1/2.
A: 1791 Anthonius Franciscus Steffers, Debet, Sp:matten p:s sts
Dec:br Aan de EComp: over te Amsterdam ontfangen, tot nodige uitgaave voor de Equipage van 't 'S E:Comp Schip Gouda Een hondert Mexicaanen
  Of 100:-:-
A: 1792,  
Maij: 26 Aan d' E Comp: per Saldo te goed, Sp:mat: 110:- :04:
Somma Spaansche matten 210:- :04:
A:o 1792 Anthonius Franciscus Steffers Credit Sp:mat ps sts:
Maij den 18 AandeE Comp: over in Zee gekogte voor de Equipage van 't S' E: Comp: Schip Gouda , van een Engelsch Capitain Genaamd Jk:s Wall voerende S Comp Schip Duke of Bucclingh , als
1 Zak Erwte d:o 4:-:-:
1000 lb hard brood a 4 Stv:s t lb d:o 74:- :04:
d:o d:o 26, Over aangemelde Equipage verstrekt zeedert den 27 April l:l: tot dato dat ter deeze rheede zijn gearriveerd 9 9/10 Kelder van de eige op vragt meedevoerende Genever à 15 Rds: ieder Kelder d:o132:-:-:
Somma Spaansche matten 210:-:04:-:

’/: was getekend:/ A: F: Steffers.’

‘Wij onderschreeve opper en onder officieren, aan boord van ‘t S’ E Comp: Schip Gouda verklaaren ter requisitie van den Capitain A: F: Steffers, Commandeerende gemelde Bodem.’

‘Dat zeedert den 27 April jongstleeden, toen onze Genever van S’ Comp: weegen, meedegegeeven geconsumeerd was, /:uit oorzake dat met 17 man meerder belast dan geproviandeerd zijn geworden :/ door den voornoemde Capt:n van deszelfs eige op vragt meede voerende Kelders genever aan de Equipage daags tot heden dat ter deezer rheede geariveerd zijn, aan ieder Man een Musje Genever is verstrekt, en overdien Negen en negen-tiendens Kelders genever is veroirberd, en dat wel expres tot conservatie der gezondheid, dier Manschappen.’

‘Dat wijders, onze vivres in ‘t generaal /: wegens voormelde meerder belasting van Manschappen en lange rhijze; / niet toereikende zijn geweest voor zo veele monden, en dus zeer schraal uitgedeelt moest werden zijnde het Brood zodanig verminderd, dat niet meerder als s’ daags een pond van het zelve, aan agt man konden uitdeelen - Zoo heeft meerm: Capit:n op den 18 deezer maand, zeijlende op de gegiste Z:B:e van 37 gr: 10 min: en Lengte 28 gr: en 10 min: bij ‘t ontmoeten van een Engelsch OostIndisch Comp: Schip, genaamd The Duk of Bucclingh , Capitain JK:s Wall, duizend ponden Brood en Een Zak Erwten gekogt.’

‘Ter oirkonde der waarheid hebben wij deposanten deeze met onze gewoonlijke handteekening bevestigd, bereid zijnde, zulks gerequireerd werdende, te renoveeren, en met solemneelen Eede te Sterkten.’

‘In ‘t Schip in ‘t Hoofd dezes voormeld, g’arriveerd inde Simonsbaaij den 26 Maij 1792’


/: Was getekend:/ Capt:n Lieut: A: Hillebrand
Lieut: P:r Sisselaar
Sous Lieut: J: H: de Cock
Sous Lieut: J:a Quiding
Bootsman. G: H: Dijkman.
Schieman, Fredrik Sembel
Bottelier, I: de Vries
Zeijlmaaker, Cornelis Limburgh.
Twede Timmerman, Willem van Bruggen.
OpperKuijper, Pieter van Overeem
Kok d:o Carl, Gottfried Frietsche,
ScheepsCorporaal, Christoffel Vieser.

/: Was getekend:/ Capt:n Lieut: A: Hillebrand
Lieut: P:r Sisselaar
Sous Lieut: J: H: de Cock
Sous Lieut: J:a Quiding
Bootsman. G: H: Dijkman.
Schieman, Fredrik Sembel
Bottelier, I: de Vries
Zeijlmaaker, Cornelis Limburgh.
Twede Timmerman, Willem van Bruggen.
OpperKuijper, Pieter van Overeem
Kok d:o Carl, Gottfried Frietsche,
ScheepsCorporaal, Christoffel Vieser.

Zo is ter consideratie dat uit ged:e reekening en verklaring komt te blyken, dat denzelven Capitain Steffers, zo door ‘t plaatzen van 17 Koppen meer aan boord van gem: zijnen Bodem, dan waarvoor dien Kiel bij vertrek uit ‘t vaderland geproviandeert is geworden, als door de langduurigheid der rhijze, niet alleen genoodzaakt is geweest 78 dier Spaansche Reaalen te moeten besteeden, tot het inkoopen van 1000 lb:en Brood en Een Zak Erwten, van een Engelsch Comp: Schip the Duke of Bucclingh genaamd het welk op de Z:der Breedte van 37 gr: 10 min: en Lengte van 28 gr: 10 min: heeft komen te ontmoeten, maar ook bovensdien nog ter conservatie van S’ Volks gezondheid 9 9/10 Kelder van deszelfs eygene op vragt afgeladene Genever aan de Equipage te moeten bijzetten, gelijk dit een en ander nader word bevestigd uit de confrontatie van de Notitien der verstrekte Provisien voor de rhijze, met de aan boord gehoudene consumptie Lysten ten Negotie comptoire gedaan, allezints billijk geoordeeld, en dienvolgens ook beslooten gem: Capit:n Steffers inde eerste plaatse te laaten volstaan, met de uitkeering der als nog onder hem berustende 22 Mexicaanen, en hem daaren teegen aan de andere zijde de verstrekte 9 9/10 Kelders genever wederom uit S’ Comp: Cassa te laaten goed doen, gelyk den Heere daartoe werd gequalificeerd bij deezen, met een bedragen van 148 1/2 Ryxd:s, aan papiere munt.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop op Jaar, Maand, en Dag voorsz:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Seuer

[Signed:] O: G: de Wet

[Signed:] My Præsent E: Bergh p:l Secret

C. 206, pp. 162-253.

Dingsdag den {17920821} 21 Aug:s 1792

S’ voormiddags alle Præsent.

Met S’ Lands Schip van oorloge de Havik ‘t welk gisteren ter deezer rheede is g’arriveerd en van Batavia komende in passant de buiten rheede van Mauritius heeft aangedaan, alhier aangebragt zijnde d’allarmeerende tijding dat de voor dit Land zo zeer gedugte Kinderziekte zig aan ‘t gem: Fransch Gouvernement hadde geopenbaard, zo behaagde het den Heere gezaghebber na ‘t resumeeren en arresteeren der Resolutien onder den 15 dezer genomen, heeden aanvankelijk d’ aandagt des raads te bepaalen op ‘t gevaar waarin zig dees Colonie hier door zoude vinden gebragt, ingevalle niet in tijds alle gepaste voorzorgen teegens de overërving wierde gebruikt, en vermits op ‘t voorstel diendweegen door welmelde Heere Gezaghebber teffens gedaan, vervolgens in overleg is getreeden langs welke middelen de besmetting best zoude kunnen voorgekomen worden - Zo is, nadat over een zo importante Materie rijpelijk gebesoigneerd zijnde, begreepen was, hiertoe niets beters te kunnen werden uitgedacht dan alle communicatie tusschen zodanige Scheepen als men eengezints suspect zoude Kunnen houden, en de wal te beletten, tot dat men de nodige verzeekering zoude hebben verkreegen van dezelve niets te vreezen te zijn, dan ook beslooten, dat geene Scheepen van Mauritius , Bourbon ofte Madagascar , alwaar men weet dees quaal insgelijks te grasseeren, alhier aankomende eenige gemeenschap met de Wal, zullen mogen hebben, dan nadat de nodige visitatie aan boord gedaan en verder informatien genomen zijnde dat verbod met betrekking tot ieder Schip door een besluit dezes Raads zal weezen opgeheeven, Weshalven, onvermindert de te werk te stellene ordinaire Maatregulen bij diergelijke gelegendheden gebruikelijk, niet alleen door den Equipagemeester hiervan dadelijk aan de overheden van alle zodanige Scheepen, naamens deeze Regeering, kennis zal moeten werden gegeeven, en hun daarbij g’ interdeceert, om intusschen ook eenige communicatie te houden met ander ter rheede leggende bodems, ‘t zij van onze, ofte hunne eigene, dan wel andere Vreemde Natiën, maar ook den Fiscaal werden gelast, gelijk hij wel expresselijk gelast werd bij deezen op ‘t naauwst toe te zien dat hieromtrend niet werde overtreeden, neem maar in alles Stipte nagekomen deeze onze Salutaire beschikkingen tot heil en conservatie der goede Ingezeetenen van dit Land beraamd.

Vervolgens geleezen zijnde eene Missive door den Capitain van ‘t in Baaijfals geankerd leggend Engelsch, Oost Ind : Comp: Schip Royal Admiraal ; Essex Henrij Bond, aandeezen Rade geschreeven, waarbij denzelven verzoekt permissie te mogen erlangen tot exportatie van 15 Mudden Koorn en een gelijke quantiteit Garst; Zo is, in consideratie genoomen dat de voorsz: geringe quantiteit Tarw Strekken moet ten dienste der Gecondemneerders, dewelke met gem: Bodem van wegens zyne Majesteit den Koning van Groot Brittanien werden overgevoerd na de nieuwe Volksplantingen der Engelschen in de Zuid Zee , goedgevonden en verstaan de verzogte permissie tot het uitvoeren der opgegeevene 15 Mudden Tarw aan gem: Capitain Bond te verleenen, gelijk hem die verleend werd bij deezen, onder conditie egter, dat dezelve niet hier ter plaatze, maar in Baaij Fals of ten platten Lande ingekogt, en directe van daar naar boord getransporteerd zullen moeten werden waaromtrend evengem: Fiscaal almeede geïnjungeerd werd toezigt te houden, opdat zo doende alles mooge werden gemenageerd, waardoor de schaarsheid aan Tarw, dewelke thans in dit Vlek heerscht op d’ eene of andere wijze tot ongerief der Ingezeetenen, zelve zoude kunnen vermeerderen.

En nadien de Steene Trap die voor weinige Jaaren aan S’ Comp:s Pakhuizen, bij de Lutherse Kerk staande, geconstrueert is geworden, om met dies bovenste Etages van buiten eene vrije communicatie te hebben, nu onlangs voor de tweede maale ingestort zijnde, de voorsz: Communicatie hier door is afgesneeden, invoegen, wil men dezelve herstellen, of de gem: Trap wederom opgericht, of wel een ander van Hout toegesteld werden, moet - Zo is bij inzien hoe veel meer kostbaar de reparatie der Steene Trap, zo viciëus als dezelve aangelegd is, de maatschappij te staan zoude Koomen, dan het aanmaaken van een gantsch nieuwe van Hout die daarom niet minder duurzaam en voorzien van de nodige vereischtens behoeft te zijn, - dierhalven beslooten de voorschr: ingestorte steene Trap niet wederom te laaten oprigten, maar integendeel te doen demolieeren, en terwijl men de Steenen en Kuijlklippen waarvan dezelve opgehaald is geweest elders ten nutte der Maatshappij zal tragten te emploijeeren in dies Steede een andere Trap van Hout te laaten zamenstellen, waartoe dienvolgens het nodige Houtwerk uit S’ Comp: Maguazijnen zal moeten werden verstrekt - Dan gemerkt, zo als hier boven is gezegd, d’ instorting der voorz: Trap werd toegeschreeven aan haare viciëuse aanleg en constructie en dees’ omstandigheid noodzakelijk maakt dat hieromtrend behoorlijk onderzoek geschiede ten einde bij bevinding dat wezendlijk den geenen die de directe over dat werk heeft gehad, oorzaak is van ‘t nadeel ‘t welk de E Comp: in deezen komt te lijden, dat nadeel op hem te kunnen werden verhaald, heeft men teffens goedgevonden den Ingenieur Thiebault te committeeren en te gelasten gelijk hij gecommitteerd ende gelast werd bij deezen, om nevens des kundigen daartoe aan zig t’ adjungeeren, exactelijk nategaan, en op te geeven in wat opzigt het werk is aangelegd geweest, tegens de regulen der Kunst, en in hoeverre zulks aanleijding tot de instorting heeft gegeeven gehad, als meede wie daar over de directie heeft gevoerd, ten einde dit Berigt ingekomen hieromtrend nader zodanig te werden geresolveerd, als de omstandigheid van zaaken, en ‘t belang der Maatschappij zullen komen te requireeren.

Hierna door voorwaards geciteerden Heere Gezaghebber in zijn Ed qualiteit als Hoofdadministrateur geproduceert zijnde geworden de onderstaande Memorie nopens de uitleevering der Tarw door ‘t Brikscheepje de Helena Louisa uit de Mosselbaaij herwaards overgebragt.

‘Memorie van de Nabesz: Tarwe als er per de Brik de Helena Louisa uit de Mosselbaaij na herwaards zijn aangebragt; volgens g’ annexeerde verklaaring van Gecommitteerdens te weeten’

‘1260 Mudden Tarwe, volgens factuur ontfangen, waarvan 1121 Mudden goed, dus 139 Mudden ten eenemaal nat en bedorven, bestaande in 462 halvezakken en zakjes.’

‘240 p:s Ledige Gonnijzakken.’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop d 21 Augustus 1792.’

’/:was getekend:/ J: J: Rhenius.’

zo is vermits uit de daarbij mede overlegde verclaring der Gecommitteerdens die bij de ontlossing hebben geadsisteerd komt te blijken dat van voorsz: Tarw 462 halve zakken en zakjes uitmakende 139 Mudden ten eenemaal nat en bedorven zijn bevonden, verstaan dezelve bedorvene Tarw maar dadelijk door de gem: Gecommitteerdens in Zee te doen werpen, en wijders van den Gezaghebber dier Kiel, Jan Drewis, te vorderen gelijk van hem gevordert werd bij deezen, eene schriftelijke en voldoende verantwoording van d’ oorzaaken waardoor dat bederf in meergeciteerde zijnen onderhebbende Bodem aan voorsz: Tarw is bijgekomen, ten einde na bevind van zaaken daarop te kunnen werden gedisponeerd.

Middelerwijlen is geleezen het volgend Request door S Comp: gecontracteerde Slachters aan deezen Raade gepraesenteerd.

Aan denWel Edele Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber benevens den Edelen Achtbaaren Politicquen Raad dezes Gouvernements.

‘Wel Edele Achtbaare Heer En E: E: Achtbaare Heeren!’

‘Geeven met alle verschuldigde eerbied te kennen, Uwer wel Ed Achtb: en E Achtb: zeer gehoorzaame en onderdanige Dienaaren, de ondergeteekende met de E Comp: gecontracteerde Slagters, dat zij Suppl:tn de vrijheid genoomen hebbende UwelEdele Achtb: en E Achtb: per requeste te verzoeken hen met Rd:s 25000: uit de Cassa der E Comp: te willen adsisteeren, zij bij besluit van den 24:ste der jongstverloopen Maand Julij hebben mogen verneemen dat Uwel Edele Achtb: en E Achtb: op dat verzoek in zo verre gunstig hadden gelieven te disponeeren, om aan de Supplt:n te laaten eene somma van Rd:s 10000: bij anticipatie op ‘t geen hen maandelijks van de E Comp: zal weezen competeerende, dat de Supplt:n die som ontfangen hebbende, echter hebben moeten ondervinden, dezelve niet toereikende te zijn ter betaling van de menigte Vee, welke zij in tegenswoordig Jaargetij moeten inkoopen om hunne affaire behoorlijk voorttezetten, dat deeze inkoopen voor dit lopende Jaar bijna zijn verdubbeld doordien de Bosjes-Mans-Hottentotten van de Supplt:n zijn komen te rooven een aanzienlijk aantal vee, dat hierdoor niet alleen de affaire van de Supplt:n en dus ook hunne Inkomsten ten grootste deelen moeten stilstaan maar zij zich ook genoodzaakt zien om tot remplacement van het geroofde vee, en omzig in staat te Stellen de E Comp; behoorlijk te Kunnen voorsien, buitengewoone uitgaaven te moeten doen, welke zij in tegenswoordig geldgebrek niet te boven kunnen koomen tenzij daarinne door de Edele Maatschappij worden geadsisteerd.’

‘Reedenen om welke de Supplt:n de vrijheid neemen zig te keeren tot UwelEdele Achtb: enEd: Achtb:, ootmoedig verzoekende hen nog Rd:s 15000: uit de Cassa der E Comp: te willen laaten verstrekken, en zulks onder Sufficiente borchtogt ten genoege van UWelEdele Achtb: en Ed Achtb: en zulks almeede bij anticipatie op de leverantiën die de Supplt:n aan de E: Comp: moeten doen, dan wel wanneer Uwel Edele Achtb: en Ed: Achtb: zulks mogten begeeren tegens betaling vande gewoone interest à 1/2 pc:t S’ Maands, tot tyd en wylen dat degemelde Somma door de Suppl:t zal worden gerestitueerd, ‘t welk zij als dan willen aanneemen uitterlyk tegens ult:o Meij aanstaande te zullen doen, Verzoekende de Supplt:n UwelEdele Achtb: en Ed Achtb: alverdens omme wanneer hoogstdezelve in dit hun verzoeke mogten difficulteeren, ‘t zelve als dan aan de HoogEdele Heeren Commissarissen Generaal favorabel te willen voordraagen.’

‘’T Welk doende &:a /:was getekend:/ J: G: V Reenen. S: V: V Reenen.’

Waarover gebesoigneerd zijnde, is om de Reedenen bij den gem: Request breeder omschreeven goedgevonden en dienvolgens besloten, aan de Suppl:tn derzelver verzoek te accordeeren en mitsdien wederom de novo bij anticipatie op hunne leverantien van vleesch aan dezelve uit s’ Comp: Cassa te laaten avanceeren, een bedragen van Vyfthien duizend Ryxdaalers, mits even als meermaalen is geschied daarvoor Stellende Sufficiente Borgtogt, ten genoegen deezer Regeering.

Ook is alverder geresolveert om, vermits de papiere muntstukken van 1/8 Rd:s dewelke ‘t laatst ingevolge Resolutie van den 13 Maart J:L: gestempeld en geteekend zijn geworden, bereids alle zijn uitgegeeven en in ruiling voor oud onbruikbaar geld verwisseld wederom andere Vijfduizend Stukken van gelijke waarde door dezelfde Gecommitteerd:s te laaten toestellen die de vorige hebben beschreeven gehad.

Nadit een en ander ter tafel gebragt zijnde een ampel berigt met diverse tot hetzelve specteerende Bijlaagen door den ad interim fiscaal M:r Jacob Pieter Denijs ingediend, waarbij als nu in de volgende bewoordingen verslag doet van zijne bevindingen concerneerende de zaaken van dewelke hem het onderzoek bij Besluit van den 9 December des voorleeden Jaars is gedemandeert geworden.

Aan den WelEdelen Achtb: Heere Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber benevens den E Achtb: Raade van Politie des Kasteels de Goede Hoop.

‘Wel Edele Achtb: Heer! en E: E: Achtbaare Heeren!’

‘UWelEd: Achtb: en E: E: Achtb: bij derzelver geëerd besluit van den 9 December des gepasseerden Jaars in handen van den ondergeteekende pro interim Fiscaal, gesteld hebbende Copie van zeeker vertoog en Bijlaagen door den Burger Krijgsraad aan UWel, Edele Achtb: en Ed Achtb: gepraesenteerd, met last omme tegen den Sergeant Joachim Daniel Hiebner, wegens disobediëntie aan den zelven Krijgsraad betoond zodanige procedures te entameeren, als hij Ambtshalven zoude vinden te behooren, en wijders omtrent de beschuldigingen, bij gem: vertoog voorkoomende, tegen den Burger Jacob Steijdler de Huisvrouw van den Burger Petrus Rens en den Procureur Jacobus van Leeuwen het allernaaukeurigst onderzoek te doen, en de nodige bewijzen daartoe in te winnen omme beneevens zijn Rapport te worden overgelegd, aan deezen Ed:Achtb: Raade, ten einde dezelve daardoor in staat gesteld worde met meerder grond te beoordeelen wat van die beschuldigingen zij &:a Zo heeft den ondergeteekende thans de eere in allen eerbied te berichten.’

‘Dat hij, belangende den eerste beklaagden Joachim Daniel Hiebner ingevolge den Last, bij welgem: UWelEd Achtb: en E E Achtb: Resolutie vervat, niet in gebreeke is gebleeven na de zaak alvorens behoorlijk geëxamineerd te hebben, in cas van betoonde disobediëntie aan den Wel Ed: Achtb: Heer Gezachhebber en den BurgerKrijgsraad, de nodige procedures te entameeren tegens gem: Hiebner, welke procedures thans voldongen zijnde aan den E Achtb: Raad van Justitie zal moeten worden gedefereerd gelaaten, omme in deezen zodanig oordeel te vellen, als dezelve overeenkomstig de intentie deezer Ed Achtb: Vergadering tot conservatie van rust en goede ordre in deeze Colonie zal dienstig oordeelen.’

‘Dat de onderget: voorts ten opzigte van den Burger Johannes Jacobus Steijdler de hierneevens Sub N:o 1 2 3 en 4 gevoegde verklaringen heeft ingewonnen waaruit aan den onderget: gebleeken zijnde dat dezelve Steijdler niet ten onregte als een Schadelijk Subject voor deeze Colonie kon worden aangemerkt, heeft hij overzulks de vrijheid gebruikt, aan UwelEd Achtb: en E E Achtb: voor te draagen om op het destijds door J: J: Steijdler gedaan verzoek aan denzelven te permitteeren omme zig in ‘S lands Zeedienst te engageeren, ten einde de Colonie langs dien weg van hem mogt worden gelibereerd.’

‘Dan dat UWelEd Achtb: en E: E: Achtb: bij besluit van den 3 April J: L: dit verzoek hebben goed gevonden te declineeren, en aan den onderget: te doen gelasten, om zorgvuldig te maaken dat hy Steijdler zig zijne welverdiende Straffe niet kwame te onttrekken, mitsgaders om de voorsz: verklaaringen te doen recolleeren en beëedigen om dezelve vervolgens aan UwelEd: Achtb: en E: E: Achtb: onmiddelijk weder over te leggen,’

‘Dat de onderget: ter schuldige paritie aandeezen Last ook op den 25 derzelve maand April de drie eerstgementioneerde verklaringen heeft doen recolleeren en beëedigen door omtrend de laatste welke doorden Burger Johan Albertus Dell is verleeden, aan de intentie van UwelEd Achtb: en E E Achtb: niet in staat is geweest te voldoen aangezien dezelve Dell niettegenstaande alle aangewende moeijte niet heeft kunnen worden ontdekt, en zig als de onderget: eindelijk is geïnformeerd geworden, waarschijnlijk met eenig vreemd Schip deeze Colonie in stilte heeft verlaaten.’

‘Dat het ondertusschen omtrend de zaak zelve aan den onderget: is voorgekomen dat daar gem: Johannes Jacobus Steijdler over zijn rustverstoorend gedrag, zich thans sub reatu bevind, nimmer een geschikter emploij zou kunnen worden gemaakt van de Verklaaringen, welke de onderget: de Eer heeft bij dit zijn rapport aan UwelEd Achtb: en E E Achtb: te praesenteeren, dan voor de feijten ten lasten van hem Steijdler daarïn voorkomende te cumuleeren met die, waarover de onderget: voor den E Achtb: Raad van Justitie tegen denzelven is ageerende, zullende door dit middel gewisselijk aan de intentie van UwelEd Achtb: en E: E: Achtb: aan hem een condigne Straffe te doen erlangen in den striksten zin worden voldaan: ten minste voor zo verre het smeeden van Seditieuse ontwerpen betreft; want over ‘t oneerbiedig gedrag van den zelven Steijdler jegens den adjudant J: H: Heijdenreich is reeds vonnis geslaagen bij den Krijgsraad zelve,ingevolge het 51 Art: van ‘t Instructie boek, zo als uit het Klachtschrift zal kunnen consteeren: door welk vonnis de zaak ons ook voor zo verre als getermineerd moet worden aangemerkt.’

‘Dat de onderget: wijders met relatie tot de Huisvrouw van den Burger Petrus Rens, zynde de derde door den Krijgsraad beklaagde, heeft ingewonnen twee hier neevens Sub N:o 5 en 6 gevoegde verklaringen waarvan in zonderheid de laatste het relaas van den burger Bode Weesberg, bij ‘t Klagtschrift Sub L: K: gevoegd, uitdrukkelijk tegenspreekt, en daar, door deeze verklaringen, zo al niet het teegendeel ten klaarsten word geconstateerd, de zaak echter ten eenemaal twijffelagtig is geworden, is het aan den onderget: onder eerbiedige correctie voorgekomen, dat tegen gem: Huisvrouwe van den burger Petrus Rens met geen genoegzamen grond, eenige actie Kan worden gemaakt.’

‘Dat wat eindelijk betreftde Klagten tegen den Procureur Jacobus van Leeuwen, de onderget: de eere heeft sub N:o 7, 8 en 9, aan Uwel Ed Achtb: en E: E: Achtb: te suppediteeren drie verklaringen waaruit bij resumptie derzelven zal consteeren dat gem: Procureur in zijn daarbij voorkoomend gedrag geheel uit het oog heeft verlooren, den eerbied, welke ieder individue Schuldig is aan de wettige functien van alle openbaare beambten en collegien, en dat, mitsdien de Burgerkrijgsraad, als zodanig geconsidereerd, zig op eene rechtmatige wijze heeft moogen beklaagen over ‘t gedrag van hem van Leeuwen, die in zijn qualiteit als Procureur zijne verpligtingen in dat opzicht beter had belooven te kennen.’

‘Dan om UwelEdele Achtb: en E: E: Achtb: in de beoordeeling van het geen tot conservatie van rust en goede ordre in deeze Colonie, in de drie laatste gevallen, behoord te worden bewerkstelligt, niet voor uit te loopen, heeft den onderget: zig verpligt geacht het nader goedvinden van deezen Edele Achtb: Raade te blijven afwagten, en laat overzulks de bepaling van ‘t geen ten deezen verder behoord te worden verrigt, in alle de opgegeeven gevallen eerbiedig over aan de wijze Schikkingen UWer WelEd: Achtb: en E: E: Achtb:’

‘De ondergeteekende besluit in ‘t gunstig vertrouwen van aan Uwel Edele Achtb: en E: E: Achtb: intentie te hebben voldaan, en doet deezen eerbiedig dienen voor plichtschuldig bericht.’

‘Cabo de Goede Hoop den 10 Aug:s 1792’

’/: was getekend:/ J: P: Deneijs’

‘No 1’

‘Huiden den 2 April 1792’

‘Compareerde voor mij Johannes Daniel Karnspek gezw: Clercq ter Justitieele Secretarije des Casteels de Goede Hoop, present de naten: getuigen, den Adjudant der bugerije Johan Ernst Heydenrijch, dewelke ingevolge appoinctement van den E Achtb: Raad van Justitie deezes Gouvernements de dato 16 februarij 1792, enter requisitie van den pro interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs verklaarde hoe waar is.’

‘Dat in de Kermis tijd of wel op den 15 October des gepasseerden Jaars 1791 - wanneer tegen den avond het Burger bataillon deszelfs gewoone exercitien voor dien dag g’eindigd had, en dat bereids de Cavallerij voor dien dag was bedankt geworden, den Comp:t zig voor het front agter de commandeerende Capitain der Burgerij bevindende als toen de bij de Cavallerij dienstdoende Burger Johannes Steijdler met een groote vaard agter den Comp:t was omgereeden daar egter door de menigte menschen de passage aldaar zo eng was, dat er naauwlijks een man te voet konde passeeren, weshalven den Comp:t in verbaasdheid had omgezien, en zonder nog te weeten door wie zulks geschied was, of met welke intentie, gezegde had,Kyk zo een Blixem! Op welke uitroep gem: Steijdler zig na den Comp:t wendende, van ‘t Paard was gesprongen, en in verwoedheid naa den Comp:t toekomende, onder ‘t zeggen,wat zeg jij, ben ik een Blixemwaarop den Comp:t al laggende had geantwoord,gij hebt mij haast om verre gereeden, ‘t plein is immers groot genoeg.’

‘Dat hierop gem: Steijdler den Comp:t nog met meerder drift aanvallende te kennen had gegeeven dat hij als Burger ook voor zijn Burgerregt zoude opkoomen; onder welk zeggen hij den Comp:t met de vuist had gedreigd, die zulks alleenlijk beantwoord had, met denzelven Steijdler toe te voegen, dat zo wanneer hij zig beleedigd vond, hij als dan zijn beklag bij den Capitain konde in brengen; op ‘t welk meerm: Steijdler in substantie hadde gerepliceert;S: V: dat verdoem ik, terwijl hij intusschen met vloeken en schelden tegen den Comp:t hadde gecontinueerd, zonder dat echter de Comp:t de door hem bij die gelegendheid gebeezigde Scheldwoorden heeft kunnen hooren, als hier in door den groten toevloed van Menschen verhindert wordende; ‘t welk alles ook ter praeferentie van den burger Capitain Janssen geschied was.’

‘Niets meer verklarende geeft den Comp:t voor reedenen van wetenschap als in den text; bereid zijnde het vorenstaande des g’ eischt werdende werdende met eede te bevestigen.’

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gepasseerd ter Secretarije voorm: ten bijweezen der CLercquen Dirk Jacobus Aspeling en Nicolaas Johannes Kermann, als getuigen, die de minute dezes benevens den Comp:t en mij gezw: Clercq meede behoorlijk hebben onderteekend /:Lager:/ ‘t Welk ik Getuige /: was geteekend;/ I: D: Karnspek GezwCLercq’

‘Recollement’

‘Compareerde voor ons ondergeteekende Gecommitt:s Leeden uit den E:Achtb: raad van Justitie dezes Gouvernements voorm: Johan Ernst Heydenrijch dewelke deeze vorenstaande veklaaring duidelijk voorgeleezen weezende betuigde dezelve daarbij te bliijven persisteeren met begeerte dat ‘er niets meer bij ofte van gedaan werden zal, en Sprak derhalven tot bevestiging der Waarheid van dien de Solemneele woorden. Zo waarlijk helpe mij Godt Almagtig.’

‘:onderstond’

‘Aldus Gerecolleerd en Beeedigd aan Cabo de Goede Hoop den 25 April 1792; /: was geteekend:/ J: E: Heydenrijch /:Lager:/ Mij Praesent : was getekend:/ P: Diemel, Gezw Clercq /: in margine:/ Als gecommitt:es /: was get:d / G: H: Meijer, H: P: Warnecke.’

‘N:o 2 Huiden den 23 Februarij 1792.’

‘Compareerde voor mij Johannes Daniel Karenspek Gezw Clercq ter Secretarije van Justitie des Casteels de Goede Hoop praesent de naten Getuigen den Lieut: der Burger Cavallerie alhier de Manh: Cornelis de Waal dewelke, ingevolge appoinctement van den E: Achtb: Raad van Justitie voorm: de dato 16 deezer maand Februarij en ter requisitie van den Koopman en pro interim Fiskaal M:r Jacob Pieter Deneijs, verklaarde hoe waar is’

‘Dat den Compt: op den 16 November des gepasseerden Jaars, zijnde den dag, wanneer den Burger Petrus Rens door den Krijgsraad inde burger gehoorzaamheid was geplaatst, zig op zijn stoep bevonden had als toen op dat tijdstip deszelfs Huis gepasseert waaren den Burger Sergeant Petrus Lans en den Burger Johannes Jacobus Steidle, welke Steidle den Comp:t gezien had, dat hij, op zijn borst slaande en schreeuwende in substantie, van zig afgegeeven heeft,S: V: dat is God verdomme een onrechtvaardige zaak, maar de donder zal me haalen, wij zullen zien, eer het avond is.’

‘Niets meer verklaarende geeft de Comp: voor reedenen van wetenschap als in den Text, bereid zijnde het zelve des gerequireerd werdende, met Solemneele Eede nader gestand te doen’

’/:onderstond:/’

‘Dat aldus Passeerde ter Secretarije voorm: praesent de Clercquen Jan Bernard Hoffman en Christiaan Michiel Lind als getuigen die de minute dezes benevens den Comp:t en mij gezw Clercq meede behoorlijk hebben onderteekend /: Lager :/ Qoud Attestor / :was getekend:/ J: D:Karnspek, gezw Clercq.’

‘Recollement’

‘Compareerde voor ons onderget: Gecomm:Leeden uit den E Achtb: Raad van Justitie dezes Gouvernements, voorm: Burger Lieut: de manh Cornelis de Waal, dewelke deeze zijne voorenstaande verklaaring duidelijk voorgeleezen weezende, betuigde dezelve daarbij te blijven persisteeren met begeerte dat ‘er niets meer bij ofte van gedaan werden zal, en sprak derhalven tot bevestiging der waarheid van dien de Solemneele Woorden. Zo waarlijk Helpe mij Godt Almagtig.’

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gerecolleerd Beëedigt aan Cabo de Goede Hoop den 25 April 1792 /:was geteekend:/ C: de Waal, /:Lager:/ Mij praesent, /:was geteekend:/ P: Diemel Gezw: Clercq /:in margine:/ Als Gecommitt:s / G: H: Meijer H:P: Warnecke.’

‘N:o 3 Huiden den 23 Februarij 1792’

‘Compareerde voor mij Johannes Daniel Karnspek, GezwClercq ter Secretarije van Justitie des Casteels de Goede Hoop praesent de naten: Getuigen, den Burger Pieter Fredrik Buitendag van competenten ouderdom, dewelke ingevolge appoinctement van den E Achtb: Raad van Justitie de dato 16 deezer, en ter requisitie van den Koopman en pro interim fiscaal, M:r Jacob Pieter Deneijs verklaarde hoe waar is.’

‘Dat nu voor drie maanden geleeden zonder dat den Comp:t den juisten datum weet op te geeven, in ‘t Pakhuis van de Heer Constant van Nuld Onkruid alwaar de Comp:t als toen, zig bij den in ‘t zelve Pakhuis als knegt diensdoende Burger Albert Del bevindende, binnen gekomen waaren de Burgers Jan Steidler en Christiaan Ernst Rens, welke beide Perzoonen, zo als den Comp:t bemerken konde, beschonken waaren, den Comp:t beneevens gemelde Del hadden aangesprooken een papier te willen teekenen. Dat de Comp:t in ‘t eerst gedagt had, dat ‘t Papier welke aan hem door Steidler ter teekening gepraesenteerd wierd, een Loterij was, dog naderhand bij opleezing van hem Steidler gewaar werdende, dat den inhoud daar van was, om dien dag Vijftig Perzoonen bij elkanderen te vergaderen, en zig als dan naar den E: Achtb: Heer Gezaghebber te begeeven, ten einde te verzoeken of den Burger Petrus Rens, welke in de Burgergehoorzaamheid geplaatst was, mogte ontslagen worden, en bij wijgering van welgem: Heere Gezachhebber zig als dan naar de wagthebbende officier te vervoegen, heeft den Comp:t vermits zig in geen moeijelijkheeden te wikkelen, ‘t teekenen van dat geschrift gewijgerd; en die zaak van de hand gewezen.’

‘Niets meer verklaarende geeft de Comp:t voor reedenen van wetenschap, als in den text bereid zijnde, het vorenstaande des gerequireerd werdende met Eede nader gestand te doen.’

’/:onderstond:/’

‘Dat aldus Passeerde ter Secretarije voorm: praesent de Clercquen Johan Bernard Hoffman en Christiaan Michel Lind; als Getuigen, die de minute dezes benevens den Comp:t ende mij gezw: Clercq meede behoorlijk hebben onderteekend, /:Lager:/ T Welk ik Getuige, /: was getekend:/ J: D: Karnspek GezwClercq.’

‘Recollement.’

‘Compareerde voor ons onderget: Gecommitt: Leeden uit den E Achtb: Raad van Justitie dezes Gouvernements, voorm: Pieter Fredrik Buitendag, dewelk deeze zijne vorenstaande verklaring duidelijk voorgeleezen weezende, betuigde dezelve daarbij te blijven persisteeren, met begeerte dat ‘er niets bij ofte van gedaan werden zal, en sprak derhalven tot bevestiging der waarheid van dien de Solemneele Woorden, Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig.’

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gerecolleerd en Beëedigt aan Cabo de Goede Hoop den 25 April 1792. /:was geteekend:/ Pieter Fredrik Buitendag /:Lager:/ Mij praesent /:was getek:d /P: Diemel Gezw:Clercq /:in margine:/ als gecommitt: /:getekend:/ G: H: Meijer, H:P: Warnecke.’

‘N:o 4 Huiden den 23 Februarij 1792’

‘Compareerde voor mij Johannes Daniel Karnspek Gezw:Clercq ter Secretarije van Justitie des Casteels de Goede Hoop present de naten: Getuigen den Burger Johan Albertus Dell van competenten ouderdom, dewelke ingevolge appoinctement van den E Achtb: Raad van Justitie voorm; de dato 16 deezer en ter requisitie van den Koopman en pro interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs, verklaarde hoe waar is.’

‘Dat in de laatstgepasseerde maand November zonder een datum te kunnen bepaalen, in’t Pakhuis van de Heer Onkruid, alwaar den Comp:t het opzigt heeft, gekomen zijn de Burgers Johan Jacobus Steidler en Christiaan Ernst Rens die den Comp:t en den zig in gem: Pakhuis meede bevonden hebbende Burger Pieter Buitendag verzogt hadde een bij hun hebbende Papier te willen teekenen waarop door gem: Buitendag gevraagd zijnde of het een Loterij was, door dezelven waaren g’ antwoord, dat ‘t een verzoekschrift was, aan den E Achtb: Heer Gezaghebber om den burger Sergeant Rens, uit de burger gehoorzaamheid, te Lossen, welkers teekening zo weldoor den Comp:t als door voorsz: Buitendag is gewijgerd geworden.’

‘Betuigende Laastelijk den Compt: dat vermits hij zig van voorsz: Lieden had afgezondert, om zijne affaires te verrigten ‘t zelve papier onderwijl aan meerm: Buitendag was voorgeleezen, zonder dat den Comp:t den inhoud daarvan had verstaan, gelijk bij Comp:t dan ook niets van den inhoud van ‘t zelve Papier weet op te geeven.’

‘Niets meer verklaarende, geeft de Comp:t voor reedenen van Wetenschap als in den text bereid zijnde ‘t voorenstaande des gerequireerd wordende met Eede nadergestand te doen.’

’/:onderstond:/’

‘Dat aldus Passeerde ter Secretarije voorm: praesent des Clercquen Johan Bernard Hoffman, en Nicolaas Johannes Kerman, Als Getuigen die de minute dezes benevens den Comp:t en mij gezw: Clercq meede behoorlijk hebben onderteekend, /: Lager:/ Qoud Attestor /was geteekend:/ J: D: Karnspek. gC:’

‘N:o 5 Huiden den 27 Julij 1792’

‘Compareerde voor mij Johannes Daniel Karnspek gezwClercq ter Secretarije van Justitie des Casteels de Goede Hoop, praesent de naten: Getuigen, Juffrouw Anna Catharina Lindeque Wed:e wijlen den Burger Johannes Mostert - van competenten ouderdom, dewelke ingevolge appoinctement van den E Achtb: Raad van Justitie dezes Gouvernements de dato 5 dezer maand Julij ter requisitie van den Koopman en pro interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs, veklaarde hoe waar is’

‘Dat wanneer de Comp:te na haar best onthoud in de maand November van het Laatstgepasseerde Jaar 1791 zig op zeekere voormiddag zonder den dag te kunnen bepaalen ten huize van den Burger Petrus Rens bevond, aldaar ter zelver tijd was binnen gekomen, den burger Bode Johannes Ernestus Weesbergh, die vermits voorm: Rens toen niet t’ huis was, deszelfs huisvrouw te kennen gaf dat zijne komst ten oogmerk had, om haar man voor de Krijgsvergadering te dagvaarden.’

‘Betuigende de Comp:te zig niet te kunnen rappelleeren eenige discoursen tusschen de huisvrouw van gem: Rens en denzelven Boode te hebben bygewoond, terwijl zy Comp:te wanneer die Boode weder ten huize uitging alleenlyk gehoord heeft dat de ged:e Huisvrouw van Rens tegen hem heeft gezegt, dat, haar man niet t’ huis was dog dat zij by deszelfs terugkomst hem de boodschap doen zoude’

‘Niets meer verklaarende geeft de Comp:t voor reedenen van wetenschap als in den Text, bereid zijnde, ‘t voorenstaande des geeischt werdende, met Eede gestand te doen’

’/:onderstond:/’

‘Dat Aldus Passeerde aan de Cabo de Goede Hoop, ter praesentie der Clercquen Johan Bernard Hoffman, en Johan Godfried Ruperte Als Getuigen die de minute dezes benevens de Comp:te en de mij gezw: Clercq meede behoorlijk hebben onderteekend: /:Lager:/ Qoud Attestor / :was getekend:/ J: D: Karnspek GezwClercq.’

‘Recollement,’

‘Compareerde voor ons ondergetek: Gecomm: Leeden uit den E: Achtb: Raad van Justitie dezes Gouvernements voorm: Anna Katharina Lindeque weduwe wijlen den Burger Johannes Mosterd, dewelke haare vorenstaande verklaaring duidelijk voorgeleezen weezende, betuigde daarbij te blijven persisteeren, begeerende dat ‘er niets meer bij ofte gedaan werden zal, en sprak dierhalven ter bevestiging der waarheid van dien, de Solemneele Woorden, Zowaarlijk helpe mij God Almagtig.’

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gerecolleerd en Beëedigt aan Cabo de Goede Hoop, den 31 Julij 1792’

‘Als Gecommitt:s R: J: VD Riet, H: P: Warnecke, /:was getekend:/ A: C: Mosterd. Mij Praesent. /:en getekend:/ P: Diemel, G: Clercq.’

‘N:o 6 Huidens den 31 Julij 1792’

‘Compareerde voor mij Jonannes Daniel Karnspek gezw:Clercq ter Secretarije van Justitie des Casteels de Goede Hoop present de naten: Getuigen, Dina Heijns van competenten ouderdom, dewelke ingevolge appoinctement van den E: Achtb: Raad van Justitie dezes Gouvernements de dato 21 Junij jongstl: en ter requisitie vanden Koopman en pro interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs, verklaarde hoe waar is.’

‘Dat in de maand November des gepasseerden Jaars, 1791 zonder een juister datum te kunnen bepaalen, ten huizen van den burger Petrus Rens, alwaar de Comp:te woonagtig is, gekomen was den Bode der Burgerije, Johannes Ernestus Weesberg dewelke, vermits gem: Rens niet te huis was, aan deszelfs huisvrouw had gecommuniceerd, en in praesentie der Comp:te te kennen geeven, dat hij haar man uit naam van de Krijgsraad, tegens de aanstaande Woensdag kwam dagvaarden, waarop de huisvrouw van hem Rens, gezegd had, dat haar man zig niet te huis bevond en te gelijk ged: Boode verzogt had, zig ter neder te zetten, teffens denzelven de reede van deeze dagvaarding had afgevraagd, ‘t welk hij Weesberg met ‘t optrekken zijner Schouderen beantwoord had, en als toen vandaar zonder iets meer te zeggen was vertrokken.’

‘Dat eenige dagen daarna ged:e Weesberg weder bij absentie van gem: Rens aandeszelfs huis gekomen zijnde, denzelven even gelijk bevorens zijn boodschap verrigt hebbende, op ‘t welk de huisvrouw van Rens ten antwoord gegeeven had, dat haar man zig over ‘t huis van Jan Mosterd, in een pakhuis bevond, was denzelven boode weder vandaar heengegaan, als wanneer de huisvrouw van Rens terwijl ged: Weesberg ‘t huis uitging hem toegevoegde had, mijn man heeft immers gezegd, dat hij schriftelijk moest gedagvaard worden, op welk zeggen denzelven Weesberg geen antwoord had gegeeven en de schouders had opgetrekken’

‘Dat wederom eenige dagen daarna op een Woensdag denzelven Weesberg zig andermaal ten huize van Rens, had vervoegd, en aan hem Rens als toen te huis zijnde te kennen had gegeeven, dat hij uit naam van de Krijgsraad gedagvaard wierd, ‘t geen dikgem: Rens beantwoorde met te zeggen, dat hij de eigenste boodschap doen konde, welke hij hem te voren had gegeeven, op welk antwoord meerm: Weesberg, was weggegaan; terwijl hij vervolgens in diezelfde week op zeekere morgen voor de vierde maal aan het huis van Rens was gekomen, en op de stoep alëer hij binnen kwam door de Wed:e Jan Mostert, zijnde de Schoonmoeder van hem Rens verstaan hebbende, dat haar Schoonzoon zig niet t’ huis bevond, terstond weder zonder iets te zeggen of in huis te komen was vertrokken’

‘Niets meer verklaarende geeft de Comp:te voor reedenen van Wetenschap als in den Text, bereid zijnde ‘t vorenstaande des vereischt wordende met solemneelen Eede nader gestand te doen’

’/:onderstond:/’

‘Dat Aldus Passeerde ter Secretarije voorm: praesent de Clercq Jan Bernard Hoffman en Christiaan Michiel Lind. Als Getuigen, die de minute dezes benevens den Comp:te en mij gezw Clercq meede behoorlijk hebben ondertekend. /:Lager:/ ‘T Welk ik Getuige /:was geteekend:/ J: D: Karnspek gezw Clercq’

‘Recollement’

‘Compareerde voor ons onderget: Gecommitteerdens uit den E Achtb Raad van Justitie dezes Gouvernements, de in den hoofde dezes gemelde Dina Heijns dewelke deze haare voorenstaande Verklaaring van woorde tot woorde klaar en duidelijk voorgeleezen weezende, betuigde zij daar bij te blijven persisteeren, met begeerte dat ‘er niet meer bij ofte van gedaan werden zal en sprak derhalven tot bevestiging der waarheid vandien, de Solemneele woorden. Zo waarlijk helpe mij God Almagtig’

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gerecolleerd en Beëedigd - aan Cabo de Goede Hoop, den 6 August:s 1792. als Gecommitt:s R: J: VD Riet, H: A: Truter. /:was getekend:/ Dina Heijns, Mij praesent. /:en getek:d / P: Diemel G:Clercq’

‘N:o 7 Huiden den 30 Januarij 1792’

‘Compareerde voor mij Johannes Daniel Karnspek Gezw Clercq ter Secretarije van Justitie des Casteels de Goede Hoop praesent de naten: getuigen, den Procureur Jonas Albertus van der Poel, van Competenten ouderdom, dewelke ingevolge appoinctement van den E Achtb: Raad van Justitie dezes Gouvernements op LL: rechtsdag gevallen en ter requisitie van den Koopman en pro interim Fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs verklaarde hoe waar is’

‘Dat den Comp:t zig in zijne voorschr: qualiteit op Donderdag den 10 November a:o p:o voor de Raadzaale van den E Achtb: Raad van Justitie voorm: bevindende door den meedeprocureur Jacobus Vercueil was gevraagde, of de Krijgsraad geen magt hadde een sergeant te deporteeren, vermits men hem zulx had willen bedisputeeren, waaröp de Comp:t hem Vercueil hadde geantwoord, dat gem: Krijgsraad zulks onder approbatie van den E Achtb: Polticquen Raad wel doen konde’

‘Dat op den 16 daaraanvolgende bij geleegenheid dat de Burger Krijgsraad vergadert was, de Comp:t met den Burger Petrus Hiebner den Comp:t gezegd had, God! Daar staat van Leeuwen met Daantje, /:denoteerende den meedeburger Daniel Hiebner :/ onder de trappen van ‘t Wagthuis te praaten, als wanneer de Comp:t met gem: Hiebner naar’t wagthuis gaande, denzelven van Leeuwen met opgeheeven handen hun was te gemoed gekoomen, waarop de Comp:t hem van Leeuwen na de reeden van zijn blijdschap vragende, had voorsz: van Leeuwen g’antwoord,Zij zijn met de zaak gekult ik heb ze alle papieren gegeeven om te praesenteeren, en ik zal ‘t voor de sergeanten waarneemen, en die Krijgsraad zal met mij te doen krijgen, want dat is ongepermitteerd, is dat een huishouding, maar ik zal ze krygen.’

‘Dat na dit gesprek, gem: Petrus Hiebner denzelven van Leeuwen verzogt had, met hem meede ten zijnen huijze te gaan, als wanneer zij aldaar gekomen en gezeeten zijnde, gem: van Leeuwen al discoureerende gezegd had;Ik heb de Sergeanten Rens de Jongh en Daniel Hiebner papieren gegeeven, om de Krijgsraad voor te leezen, en hun gezegt dat zij appel moesten verzoeken.- op ‘t welk den Comp:t gem: Van Leeuwen had afgevraagd, hoe hij zulx doen konde, daar bij de Krijgsraad alles de plano en Zonder geschriften moest worden gedecideert, en de Krijgsraad volgens haar Reglement de papieren niet zouden accepteeren, waarop van Leeuwen in substantie had hervat,Nu dan kunnen zij ‘t in hunne hoeden steeken en zo voorleezen, dat heb ik haar gezegd, en Daantje zal het weldoen - maar de andere twee zijn zo welspreekende niet, is dat een Krijgsraad? wie authoriseerd de kaerels, om met haar agt of neegen die daar zitten, te condemneeren, daar de Vergadering in Veertig Perzoonen moet bestaan, en ik ben verzekert, dat geen een van die Kaerels dat Schriftuur, die ik Hiebner gegeeven heb, zal kunnen verstaan, want daar zijn ze veel te dom toe, en dan zijn het nog ten overvloede Partijen en Broeders, die daar zitten, het is een retorsie injuriarum dat de Sergeanten word aangedaan, en een dispoticque Krygsraad en handelwijs dat de Sergeanten niet behoeven te verdragen, ik zal de zaak van de Sergeanten voor de Krijgsraad bepleijten, ik zal laten zien dat ik ‘erben, ik kom ‘er voor uit, alzou ik ‘t Land daarom moeten ruimen, zij zullen met mij te doen Krijgen, en ik zal het Burgerregt van. op ‘t welk den Comp:t hadde geantwoord ook een burger te zijn, maar evenwel geen onregt tezullen prijzen, waarop van Leeuwen alverder den Comp:t had toegevoegt,neem Jij dat dan voor de Krijgsraad waar, ik kom voor de Sergeanten op, en waagt daar mijn laatste droppel aan, ik zal die Heertjes laaten dagvaarden, en papieren voorleggen, daarze aan kouwen zullen, ik lust ze alle. Zijnde alstoen door den Comp:t daarop geantwoord, dat hij van Leeuwen, als hij een College wil dagvaarden Laaten, moet hebben veniam agendi; hebbende gem: van Leeuwen daarop herhaald; /dat hij, zo als hij zig uitdrukte :/ tegen die kaerels geen veniam agendi nodig had, en zig wel wagten zoude dat hij de Praesident Gordon niet liet dagvaarden, maar die Capitaintjes Mulder, en die andere Capitaintjes & Lieutenantjes zal ik laaten dagvaarden, alle te zaamen, ook die twee zwagers en drie Broeders het zijn alle goede vrienden, zo kunnen zij gemakkelijk iemand condemneeren, maar ik zal die Heertjes dat wel verleeren, want alle die goede Vrienden hebben gezeeten, en de andere officieren zijn ‘er niet geweest, is dat een handelwijs, maar ik zal ze wat anders leeren - en wat betreft die Hendrik Eksteen had ik dat geweeten ik zou hem wat gedondert hebben zijn papieren te Schrijven, zoo als ik gedaan heb, maar laat hem wederkomen, ik zal hem wat donderen, al was hij in ‘t Goud begraaven, kan hij van mij niets meer gedaan krijgen, dan doe ik ‘t liever voor de Sergeant en om niet, en laat ik die Hendrik Eksteen maar te spreeken Krijgen, ik zal ‘t hem voor houden’

‘Betuigende de Comp:t Laatstelijk dat bij dit gesprek zijn tegenwoordig geweest den Burger Petrus Hiebner en deszelfs huisvrouw, benevens de jonge Dogter Wilhelmina Weedel, en J [.....] A [.....] vander Poel.’

‘Niets meer verklaarende geeft den Comp: voor reedenen van wetenschap als in den text, bereid zijnde, ‘t vorenstaande des g’eischt werdende met eede te bevestigen.’

’/:onderstond:/’

‘Dat aldus Passeerde ter Secretarije voorm: praesent de Clercqen Johan Bernard Hoffman, en Nicolaas Johannes Kerman, Als getuigen, die de Minute deezes benevens den Comp:t en mij gezw Clercq meede behoorlijk hebben onderteekend./:lager:/ Qoud Attestor /: was getekend :/ J: D: Karnspek g:C:’

‘Recollement’

‘Compareerde voor de ondergeteekende Gecommitteerde Leeden uit den E Achtb: Raad van Justitie deezes Gouvernements de Procureur Jonas Albertus van der Poel, dewelke zijne voorenstaande verklaaring van woord tot woord klaar en duidelijk voorgeleezen weezende, betuigde daarbij te blyven persisteeren, dat er niets meer bij ofte van gedaan werden zal, En sprak dierhalven tot bevestiging der waarheid van dien de Solemneele woorden.’

‘Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig.’

‘Onderstond.’

‘Aldus Gerecolleerd en Beëedigt aan Cabo de Goede Hoop, den 12 Julij 1792 Als gecommitt:e R: J: V:D: Riet H: P: Warnecke /:was getek:d / J: A: vd Poel. Mij praesent J: D: Karnspek, g:C:’

‘N:o 8’

‘Compareerde voor de ondergeteekende Gecommitt: Leeden uit den E: Achtb: Raad van Justitie dezes Gouvernements den Burger Petrus Johannes Hiebner, van competenten ouderdom, dewelke ter requisitie van den Koopman en pro interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs, verklaarde hoe waar is.’

‘Dat den Comp:t zeekeren dag in het laatstgepasseerde Jaar 1791. kort na de gewoone jaarlijkse Burger-Exercitien, zonder een juisten tijd te kunnen bepaalen, zig ter woonplaatse van den Procureur Jonas Albertus van der Poel, bevindende aldaar ook bij elkander waaren den Eigenaar en meede bewooner van het zelve huis, zynde den burger Jacob Wiid benevens den oppermeester in dienst der E Comp: de Baus en den Procureur Jacobus van Leeuwen welke laatstgem: terwijl het discours rouleerde over ‘t geene wijnig tijd bevorens tusschen eenige officieren der Burgerij en zeekere burger Sergeanten, was voorgevallen te kennen had gegeeven, dat hij de zaak dier Sergeanten gratis zoude waarneemen, en hierop door voorsz: van der Poel geantwoord zijnde, dat hij zig in ‘t geheel niet met die zaak zoude bemoeijen, had ged: van Leeuwen verder gezegt, ik kan wel zien dat jij aan de zijde van de Burger officieren bent; zynde die gezegdens wel drie of viermaalen herhaald geworden.’

‘Dat vervolgens op zeekeren dag in de maand November denComp:t ingezelschap vanden ProCureur van der Poel, naar zijn huis zullende gaan, en nabij ‘t burgerwagthuis deezer steede gekomen zijnde, aldaar onder aan de stoep zyn broeder Joachim Daniel Hiebner benevens bovengem: Van Leeuwen bij elkander staande te praaten, ontwaard had, terwijl dezelve van Leeuwen wanneer den Comp:t met gerepte van der Poel hunnen weg vervolgde, bij henlieden was gekoomen, en terstond over ‘t opgem: geval met betrekking tot de Burger officieren en Sergeanten het discours entameerende onder anderen al laggende gezegd had, dat hij aan voorm: Hiebner des Compt:n Broeder een briefje had inhandigt, ‘t welk hij, voor den Burger Krijgsraad komende, inzijn hoed moest leggen, en aldus voorleezen; voegende meerm: van Leeuwen daar nog insubstantie bij,Ik heb daar zo veel ingezet, dat die domme Kaerels/: denoteerende de Leeden van den Krijgsraad hiermeede:/toch niet kunnen verstaan.’

‘Dat voorts ged:e van Leeuwen met den Comp:t en voorsz: van der Poel aandes Compt:s wooning gekomen zijnde, ‘t zelve discours weder onder ‘t drinken van een glas oude Wijn, was voortgezet, terwijl als toen van Leeuwen op zijn borst slaande, had uitgeroepen, dat hij een burger hart droeg.’

‘Zoo als ook voorm: van der Poel zig van zijne zijde voor de Burgerije declareerde, onder het zeggen, dat hij meede burger bloed had; waarbij alwijders den Procureur van Leeuwen wanneer van der Poel gezegt had, dat er een der Burger onderofficieren in ‘t zogenaamde Donker gat, was geplaatst, de volgende expressien ten opzigte van de Burger Krygsraad had, gebeezigd, de Heer Gordon zal ik er wel buiten Laaten, maar de Capitain Mulder en die andere Capitaintjes en Lieutenantjes welke alles Broeders of Zwagers dus te zamen een famille zijn, en welke bovendien met elkander een negental uitmaken, daar er anders veertig Leeden moesten praesent weezen, zal ik wel krijgen; voegende daar nog bij dat hij reeds over die Handelwijze aan ‘t Burgerrecht in ‘t Vaderland geschreeven had, of nog Schrijven zoude, zo als hij onder anderen ook reeds een brief met betrekking tot het voorgevallene wegens den Burger Vaandrig Nelson had geëxpediteerd; Terwijl hij van Leeuwen Laatstelijk vanden burger Capitain Hendrik Oostwald Eksteen spreekende, nog had gezegd,Ik heb wel eens, / S: V: /voor dien donder geschreeven maar ik zal ‘t vervolgens verdommen enook wijders, als ik hem spreek, zal ik ‘t hem zelf zeggen, dat ik hem /:S: V:/ wat donder.’

‘Niets meer verklaarende, geeft den Comp:t voor reedenen van wetenschap als in den text, niet begeerende dat er iets meer bij ofte van gedaan worden zal, en Sprak derhalven tot bevestiging der Waarheid van ‘t door hem gedeponeerde, de Solemneele woorden.’

‘Zo waarlijk helpe mij God Almagtig.’

’/:onderstond :/’

‘Aldus Gepasseerd en Beëedigt aan Cabo de Goede Hoop den 9 Augustus 1792 - voor de Heeren Gerrit Hendrik Meijer en Hendrik Andreas Truter Leeden uit den E Achtb: Raade van Justitie voorm: die de minute dezes benevens den Comp:t en de mij Gezw Clercq meede behoorlijk hebben onderteekend, /:lager:/ ‘T Welk ik Getuige /:was getekend: / P: Diemel Gezw: Clercq.’

‘N:o 9 Huiden den 9 Februarij 1792.’

‘Compareerde voor mij Johannes Daniel Karnspek Gezwooren Clerq ter Secretarije van Justitie des Casteels de Goede Hoop, praesent de natenoemene Getuigen den Procureur Jacobus Vercueil dewelke ingevolge appoinctement van den E Achtb: Raad van Justitie deezes Gouvernements, de dato Januarij Jongstleeden, en ter requisitie ven den pro interim Fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs, verklaarde hoe waar is.’

‘Dat den Comp:t zig op den 10 November des gepasseerden Jaars, ter gelegenheid, wanneer de Raad van Justitie vergaderd was, en hij zig voor de Raadzaal bevond, gehoord heeft, dat tusschen de voor gem: Raadzaal zig meede bevindende Perzoonen een gesprek gehouden was, omtrent ‘t Deportement van den burger Sergeant Jacobus de Jongh; dat daarop door den Procureur Jacobus van Leeuwen welke aldaar meede tegenswoordig was, tegens den eersten Gerechts boode Carel Ewald Ziervogel in substantie was gezegde geworden,laaten zij maar komen ik zal haar/: de noteerende daar meede den Burger Krijgsraad:/wel leeren ik heb de Jongh papieren gegeeven, die willen zij niet aanneemen, waaröp denzelven Geregtsbode hem Comparant hadde gevraagd of voorm: Krijgsraad een Burgerman konde deporteeren, op ‘t welk den Comp:t hadde geantwoord dat zulks onder approbatie van den E Achtb: Raade van Politie wel konde geschieden.’

‘Dat den Comp:t zig vervolgens met den Procureur Jonas Albertus van der Poel, in gesprek begeeven en denzelven gevraagd had of de Krijgsraad geen magt iemand te deporteeren, waarop door gem: van der Poel geantwoord wierd van Ja, dog onder approbatie van den Raade van Politie, als wanneer voorm: Van Leeuwen in drift uitvaarende, substantieelijk gezegd had, Ja laaten zij maar komen ik zal die Breda, dat heertje wel krijgen, zij denken dat zij Souverain zijn.’

‘Niets meer verklaarende, geeft den Comp:t voor reedenen van wetenschap als in den text, bereid zijnde ‘t zelve des gerequireerd werdende, met Solemneelen Eede nader gestand te doen.’

’/:onderstond:/’

‘Dat aldus passeerde ter Secretarije voorm: praesent de Clercquen Jan Bernard Hoffman, en Nicolaas Johannes Kerman, Als Getuigen, die de minute dezes benevens den Comp:t en mij Gezw Clercq meede behoorlijk hebben onderteekende /:lager:/ Quod Attestor:/ :was geteekend/ J: D Karnspek Gezw Clercq.’

‘Recollement.’

‘Compareerde voor d’ onderget: Gecomm: uit den E Achtb: Raad van Justitie dezes Gouvernements, den Procureur Jacobus Vercueil, dewelke zyne voorenstaande verklaaring van woord tot woord, klaar en duidelijk voorgeleezen weezende, betuigde daarbij te blijven persisteeren, niet begeerende dat ‘er iets meer bijgevoegd of van gedaan werden zal, en sprak derhalven ter bevestiging der waarheid van dien de Solemneele Woorden. Zo waarlijk helpe mij God Almagtig.’

’/:onderstond:/’

‘Aldus Gerecolleerd en Beëedigt, aan Cabo de Goede Hoop, den 12 Julij 1792’

‘Als Gecommitt:s getek: R: J: v: d: Riet H: P: Warnecke /:was getekend:/ J: Vercueil Mij Praesent /getek:d / J: D: Karnspek gezw Clercq.’

En uit de aandagtige Lectuure en Resumptie van dat berigt den Raade gebleeken zijnde dat door hem ad interim fiscaal tegens den burger Sergeant Joachim Daniel Hiebner in cas van betoonde disobedientie aanden Heere Gezaghebber en den Burger Krijgsraad de nodige procedures zyn g’entameerd, dat hij ook met opzigt tot den Burger Johannes Jacobus Steijdler, de Huijsvrouw van den meedeburger Petrus Rens en den Procureur Jacobus van Leeuwen, zodanige bewijzen heeft ingewonnen als vereischt zijn geworden om deezen Raade in ‘t geval te stellen om met fundament over de gegrondheid of ongegrondheid der tegens dezelve Lieden door den Burger Krijgsraad ingebragte Klagten te kunnen oordeelen, en zig gevolglijk in deezen behoorlijk van zijne verplichting heeft geacquitteerd; zo is aanvankelijk verstaan met de voorz: handelingen van hem Fiscaal Deneijs genoegen te neemen, en wijders na rijpe deliberatie bij de meerderheid des raads beslooten, omtrend de voorsz: beklaagde Perzoonen nopens den Sergeant Hiebner afte wachten, zodanig oordeel als den Raade van Justitie zal vermeenen ter conservatie van rust en goede ordre in de Colonie mitsg:s het verschuldigt respect voor ‘t caracter en de autoriteit van den Hoofdgebieder te moeten vellen, - en met betrekking tot den Burger Johannes Jacobus Steidler t’ amplecteeren ‘t voorstel door hem ad interim Fiscaal gedaan, om namenlijk de feijten voorkomende bij de tegens hem ingewonne verklaaringen te cumuleeren, met die waarover hij Fiscaal teegens denzelven Steijdler bereids voor evengem: Raade van Justitie is ageerende ten einde een zo rustverstoorend Subject hier door voor alle de bij hem gepleegde excessen en misdrijven almeede een condigne Straffe moge erlangen, - mitsg:s ingelijker voegen te berusten in de declaratie door hem Fiscaal Deneijs gedaan dat tegens de Huisvrouw van den meede burger Petrus Rens geene actie kan werden g’ institueerd, - doch nopens den Procureur van Leeuwen ter consideratie dat niet alleen in deezen nopens den Krijgsraad maar ook in andere gevallen meer, deszelfs dispositie aan den dag heeft gelegd, om met terzijde Stelling van den eerbied welk een ijgelik, Zo als hij Fiscaal zeer wel zegd, aan de wettige functien van alle openbaare beambten en Collegien verschuldigd is, zig te laaten gebruiken als een Instrument om het gezag dier openbaare beambten en Collegien te ondermijnen en al zo op losse Schroeven te Stellen, invoegen als een hoogst Schadelijk voorwerp voor de tranquiliteit deezer Colonie moet werden beschouwd, de zaak ter vermijding van alle langwijlig heeden en om hoe eer Zo liever aan zoortgelijke dangereuse Subjecten een gepast exempel te Statueeren onder approbatie der Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal, maar politicq afte doen, en den zelven mitsdien van zijne presente qualiteit gedeporteerd zijnde, gelijk hij daarvan gedeporteerd werd bij deezen indienst der E Comp: te trekken voor Mattroos, om als zodanig voor dekost Scheepsdienst doende als een schadeliljk meubel naar NederLand te werden opgezonden, met bijgevoegd verzoek aan Haar WelEdele HoogAchtb: de heeren Bewindhebberen ter illustre Vergadering van XVII:nen gecommitteerd; dat hij van Leeuwen hierom insteerende, niet moge obtineeren de permissie om herwaards te rug te keeren, neen maar dat het inteegendeel van hoogst derzelver gunstig welbehagen moge zijn hem door gepaste mesures buiten verder acces tot dees Colonie te willen doen houden, van welk een en ander aan voorsz: Krijgsraad bij Extract deezer de vereischte Kennisse zal werden gegeeven tot deszelfs informatie en om teffens met behoorlijke onderwerpinge aan de dispositien, zo hiermede bij deezen Raade genoomen, als nopens de Burgers Hiebner en Steijdler bij den Raade van Justitie nog te neemen, deeze gantsche zaak in deszelfs zamenhang te beschouwen en te houden voor getermineerd en geheel afgedaan;

Den voorm: ad interim Fiscaal nog hebbende te kennen gegeeven, hoe zeer men zig steeds g’embarrasseerd bleef bevinden, wanneer ‘er eenig vee, op de verbodene Pleinen ofte in de fortificatie werden gevonden, ter Schutting moeste werden gebracht aangezien de Kraalen aan S’ Comp: Slagthuis tot een zodanig gebruik altoos dezelfde inconvenienten bleeven opleeveren, terwijl ook voor als nog het Hok waarvan de extructie ten gem: einde aan Commissarissen uit den Raade van Justitie is gedemandeert geworden, niet kwam voltooijd te zijn. Zo is om hieraan ten minsten provisioneel te remedieeren, goedgevonden en verstaan voorn: Fiscaal te qualificeeren omme tot wederopzeggens toe tot het Schutten van het vee van S’ E Comp: oude paarden Stal gebruik te mogen maaken.

Zynde voorts op een ingediend Notitie van den Heere Dispencier van Reede van Oudtshoorn, waaruit consteert dat er zig onder ult:o der even afgeweeken maand Julij in S’ Comp: Maguazijnen niet meer dan 775 Mudden Boonen & 558 mudden Erwten restant hebben bevonden, terwijl intusschen niet alleen de consumptie in de laatste twaalf maanden heeft bedragen gehad 952 Mudden Boonen en 1262 Mudden Erwten, maar bovendien ook de verstrekking deezer Articulen, en wel voornamentlijk van d’ Erwten uit hoofde van den geringen voorraad van Rijst, voorthaan vrij aanzienlijker zal weezen als voorheen, raadzaam g’oordeeld en dienvolgens beslooten de LandLieden bij affixie van Billetten tot het leeveren van Erwten aan d’ E Comp:ie te doen aanmaanen en op verzoek van voorm: Heere Dispencier, daarbij aan dezelve te doen notificeeren dat met den ontfangst met primo October aanstaande een aanvang zal werden gemaakt.

Ondertusschen ingezien zijnde de contenue eener Missive door den als Chef over de expeditie teegens de Bosjesmans Hottentotten aangestelden Burger Johannes Petrus van der Waldt aan den oud burger Lieutenant Johannes Gijsbertus van Reenen, geschreeven waarbij hij van der Waldt zo voor zig zelfs als ten dienste der Manschappen die ‘t Commando zullen uitmaaken verzoekt nog te mogen werden geriefd, met

Zo is bij overweeging van de noodzakelijkheid dat dit alles ten spoedigsten mogelijk bij den anderen gebragt en voortgeschikt werde, ten einde volgens de begeerte van gem: van der Waldt uitterlijk tegens den 28 deezer te konnen weezen aangebragt op de plaats van den burger Charl Theron, onder den Witzenberg geleegen van waar door hem Van der Waldt de nodige dispositien zijn gemaakt ‘t een en ander verder heen te kunnen doen transporteeren, goedgedagt en beslooten dadelijk het aan handen zijnde uit de Maguazynen der E: Comp: te doen aflangen en het ontbreekende te laaten in koopen om ‘t een met het ander ten eersten met een huurwaagen uit S’ Maatschappijs aanbesteeding tot naar de plaats van Voorsz: Theron onder den Witzenberg geleegen te werden overgebragt, alles om na geëindigde Expeditie de Colonie van Graaf Reijnet vervolgens behoorlijk op reekening te werden gebragt, waaren boven met dit Transport van leevensmiddelen en noodwendigheeden, ook zal moeten vertrekken den Ondermeester George Rusch dewelke alhier gevoeglijk kunnende worden gemist, daarentegen geoordeeld werde ginder van zeer veel nut en adsistentie te zullen Kunnen weezen.

Eindelijk door den Heere Gordon te kennen gegeeven zijnde dat bij ‘t onderzoek naar de gefundeertheid der klagten door de gecontracteerde Slachters bij Haar Hoog Edelhedens de Heeren Commissarissen Generaal over diverse Poincten ingebragt, aan zyn Ed was te vooren gekoomen dat door misverstand, gesprooten uit eene verkeerde opgaave door de Loijer van S’ Comp: StaL bij dies afschaffing gedaan in de Resolutie van den 18 October 1791 gesteld was geworden dat men om de Capitains van ‘t Bataillon te bequaamen om navolgens een al oud gebruik de Zoldaten bij de Kleeding ook van een leedere Broek te kunnen voorzien, voor dewelke hun ter betaling, van den Loijer 4 Schell: in reekening werd gebragt, Jaarlijks zoude werden vereischt 1800 p:s Schaapen Vellen, daar egter terwijl die kleeding maar alle twee Jaaren kwam te geschieden Slechts de helft dier vellen en gevolglijk maar 900 p:s per jaar benoodigt waaren met verzoek dat dit erreur dierhalven op de bestvoegelykste wyze mogte werden geredresseerd. Zo is verstaan dat om te defereeren aan het verzoek van den Heere Gordon het voornoemd abuijs zalwerden geredresseerd. met hiervan zo wel S’ Compagnies gecontracteerde Slachters als den Burger Chirurchijn Josephus Anthonius Bekker, dewelke de bereyding dier vellen voor het vervolg op zich genoomen heeft gehad onder afgaave van Extract deezer te informeeren en als nu aan dezen laatsten wanneer ‘t met hem aangegaan contract mogt blijven continueeren ook Slegts alle twee Jaaren te doen aflangen de bij hem tot het prepareeren dier Vellen gerequireerde en bij voorz: Resolutie van den 11 October des voorleeden Jaars Specificq ter neder gestelde ingredienten.

Aldus Geresolveerd ende G’arresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop op Jaar en dag voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Rheede Van Oudtshoorn

[Signed:] My Praesent E: Bergh p:l Secret

C. 206, pp. 254-258.

Donderdag den {17920823} 23 Aug:s 1792

by om vraage alle præsent.

Heeren Commissarissen Generaal informatie bekomen hebbende dat den WelEdele Gestr: Heer Verheul Capitain ter Zee indienst van den Lande en in dezelve qualiteit het ter rheede leggend Freguat van Oorloge de Havick commandeerende bij ‘t zeilen langs de oostkust van Africa af en aan de Baaij van à la Goa op den 17 deezer Maand een Hollandsch Schip heeft gezien, het welk in detresse Schijnende, gepraesumeerd werd, een der nog verwagt werdende Bataviasche Retourscheepen en wel bepaaldelijk het Schip Macasser te zullen weezen, gelijk men in die Suppositie werd gesterkt door dien gem: Bodem voor als nog nergens aandeezen Uithoek is komen op te dagen en haar hoogEdelhedens van dees tijding ouverture hebbende gegeeven gehad, aan den Heere Gezaghebber met bijgevoegde betuiging van hoogstderzelver begeerte dat de Nodige Maatregulen beraamd en in ‘t werk zouden werden gesteld, om dat noodlydend Schip te doen opspooren en te hulpe koomen, - Zo is bij om vraage ter ordre van welopged:e Heere Gezachhebber gedaan heden beslooten daartoe expresselijk af te zenden het bij dit Gouvernement Permanente Freguat de Meermin benevens de thans alhier aanweezende Pacquetboot de Vlijt en voor de overheden dier Kielen ten dien einde ieder afzonderlyk de nodige de nodige ordres en Instructies te doen beraamen, terwijl bijde dezelve intusschen zullen werden voorsien van zo veele Manschappen, Equipagegoederen, Vivres en andere artikelen als men oordeelen zal vereischt te werden tot een Sufficient Secours in cas van rencontre om ‘t in detresse zynde Schip daarmeede naar deeze Caabsche Rheede, of is het nood in een der naader onder Schoot leggende Baaijen te Kunnen opbrengen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop - ten dage en Jaare Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret

C. 206, pp. 259-266.

Vrijdag den {17920824} 24 August:s 1792.

bij omvrage, alle praesent.

Ingekoomen zynde eene Missive van Heeren Commissarissen generaal, die dato 23 dezer geleidende een Extract uit hoogstderzelver Resolutien tenzelven dage genoomen; behelzende dat haar Hoogedelhedens g’ examineerd hebbende de Instructie voor den Commies tot het percipieeren van het vat en passage geld, der Wynen en Graanen op den 1 September 1790 by deezen Raade gearresteerd ter voorkoming der fraudes, welke onaangezien de voorzorgen door middel der voorsz: Instructie daartegen beraamd, nogthans zouden Kunnen werden gepleegt, geraaden geoordeeld hebben te Statueeren.

Dat voorthaan de Ceduls welke de passeerende wagen, Karren of andere Rijtuigen- Rijders van den Commies ten bewijze van het Vat of passage geld voldaan te hebben, bekomen en vervolgens aan de Patrouille wagt door hun moeten worden afgegeeven telken dage des morgens ten 9 uuren, van de Patrouille wagt zullen werden gezonden aan den Officier van de Hoofdwagt, of van wegen denzelven afgehaald vande eerstgemelde wagt.

Dat den officier van de Hoofdwagt, uit die Ceduls tezamen gebragt hebbende de hoeveelheid Wynen en Graanen die zedert 9 uuren des ochtends van daags te vooren de Barriere zyn gepasseerd, die Ceduls vervolgens zal ter hand stellen aan den RapportSchryver omme daaaruit te formeeren den Lijst, welk neevens de voornoemde Ceduls, door hem moet werden overgebragt in ‘S Compagnies Kassa, dan dat de Rapportschrijver alvorens zulks te effectueeren de gemelde Lijst zal moeten ter hand stellen, aan den officier van de Hoofdwagt; omme door denzelven te worden geconfronteerd, tegens de Zaamentrekking door hem invoegen voorschreeven bevoorens geformeerd.

Dat het een en ander by den officier accoord werdende bevonden, hij zulks met zijne onderteekening op de voorschr: Lijst mogt zal bekend Stellen, dog dat wanneer inteegendeel de gemelde Lijst mogt bevonden worden met de bevorens gedaane zamentrekking niet overeen te Komen, de officier de Lijst beneevens de Ceduls provisioneel onder zig zal moeten houden, en daar van onmiddelyk kennis geeven aan den Cassier, welke als dan dadelyk het boek van den Commies zal doen afëischen ten einde uit een confrontatie van het zelve teegens de Zaamentrekking door den officier gemaakt, en tegene de Lijst door den Rapport Schrijver uijt deCeduls geformeerd, na te gaan waaraan het bevonden verschil is toe Schrijven, en of daarin ook eenige fraude of malversatie plaats heeft, omme daarinne vervolgens zoodanig te worden voorzien, als bevonden zal werden te behooren.

Zo is op voorstel van den Heere Gezachhebber, bij omvraage gedaan goedgevonden en verstaan de voorschreeven bij Heeren Commissarissen Generaal gemaakte bepaalingen punctueelijk te doen naakoomen en mitsdien daarvan de noodige Extracten te doen afgeeven zo aan den Heere Collonel Gordon in zyn Edele qualiteit als Hoofd der Militie mitsgaarders den Heere Cassier De Wet als aan den Commies tot het percepieeren van het Vat en Passagie geld, ten eynde voor zoo verre een yder hunner daarbij is geconcerneert te Strekken derzelver informatie en naaricht.

Aldus Geresolveerd ende G’arresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop op Jaar en dag Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret

C. 206, pp. 267-271.

Sondag den {17920826} 26 Aug:s 1792.

bij omvraage alle Praesent.

Per expresse uit de Saldanha baaij ontfangen zijnde berigt dat S’ E Comp: bij Resolutie van den 23 deezer vermeld Retourschip Macasser ten zelven dage in eene zeer deplorable toestand, zo met betrekking tot de Equipage als hetSchip zelve aldaar was ter houwgekomen, derwijze dat van dezelve Equipagie 44 Man overleeden 25 andere bedleegerig en de overige dermaten zwak komen te zijn dat zig naauwlijks gaande en staande kunnen houden, terwijl zig teffens de groote Rhaa door midden gebrooken al het tuijg ontreddert en de romp van het Schip lek bevind, zo is om ged: Kiel als nu met den eersten in gem: Saldanhabaaij alle zodanige adsistentien van volk, EquipageGoederen en ververschingen te doen geworden, als waardoor in Staat zoude Kunnen werden gesteld herwaards op te komen, bij omvraage terordre vanden Heere Gezachhebber gedaan beslooten de geprojecteerde destinatie van het freguat de Meermin in zo verre te veranderen, dat het zelve in Steede van de cours naar zee te wenden thans met het aan boord hebbend ontzet benevens zodanige artikelen meer, als in der haast bij den anderen zullen weezen tebrengen, en inden praeSenten Staat van Zaaken voor ‘t geciteerd Schip dienstig geoordeeld kunnen werden, directe naar meerm: Saldanhabaaij zal moeten Steevenen dog dat de pacquetboot de Vlijt egter eene Kruijstogt van 14 dagen langs deeze Oostkust zal moeten doen of ‘t zaake waare dat de Scheepen de Constitutie , Sparen en de Geertruij en Petronella die bij ‘t vertrek van S’ Lands Schip van oorlog de Havik ofbereids van Batavia dit heen waren gezeild of weinige dagen na het zelve Stonden te vertrekken zig onverhooptelijk in een even zoo reddelooze gesteldheid door uitsterving van derzelver Manschappen mogten bevinden als het vorengeCiteerd Schip Macasser om in zulken gevalle by ontmoeting van een ofte meer dier Kielen met behulp der aanboord hebbende extraordinaire Equipage en vivres dezelve herwaards dan wel in een der naderbij dehand leggende Baaijen, op te brengen, na dat de omstandigheeden zulks zullen willen gedoogen.

Aldus Geresolveerd ende G ‘arresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop op Jaar en dag voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret

C. 206, pp. 272-345.

Dingsdag den {17920828} 28 Aug:s 1792.

S’ Voormiddags alle Praesent.

Met de Retourscheepen Macasser en de Geertruij Petronella , waarvan het eerstgem: den 23 deezer in de Saldanha baaij , en laatstgem: deezen morgen alhier ter Rheede verscheenen is, aan den Raade toegebragt zijnde diversse Briefpacquetten dewelke zig van wegens de Heeren de Hooge Indiasche Regeering voor dit Gouvernement op gem bodems hebben bevonden gehad, zo wierd heden na resumptie van ‘t besluit op den 21 dezer genoomen aanvankelijk geprocedeert tot de opening en lecture derzelve.

En nadien daarbij kwam te blijken dat zig onder meer andere Papieren ook bevonden twee origineele Missives door haar Hoogedelens in datis 20 April en 29 Maij jongstl: aan deezen Raade geschreeven, contineerende diversse poincten, dewelke eene prompte expeditie van Zaaken vorderde; Zo is nopens dezelve dadelijk in deliberatie getreeden zijnde, dan ook beslooten;

Dat, concerneerende de Javaansche Priester Abdul Rassieb, dewelke haar WelEdele Groot Achtb: in de ketting geklonken onder geleide van eerstgem: Missive met het vorengeciteerd Schip Macasser naar herwaards hebben gelieven tezenden, om alhier gereguleerd te blijven, weldezelve haar hoogedelens by eerste occagie in allen eerbied zullen werden verstendigt, dat door deScheeps overheden dier Kiel met opzigte tot dien Banneling gerapporteerd is geworden; dat, wanneer zij met hunne voorschr: onderhebbende Bodem in de Bogt van Anjer waarin leggende, dezelve Banneling zig op den 28 April 1792 op eene zo behendige wijze, van de Boeijen, waaraan zig zo handen als Voeten gekluisterd bevond, had weeten los te maaken, dat niemand der Equipage zulks heeft gemerkt gehad, en vervolgens præsumptive zal zijn over boord gesprongen en verdronken, aangezien alle aangewende perquisitien naar deszelfs persoon aan den eenen kant vrugteloos waaren afgeloopen, terwijl aan de andere zijde de diepte van ‘t Water en den sterken Stroom ter plaatse alwaar men zig geankerd bevond geene apparentie overliet dat hij zoude hebben kunnen echappeeren, gelijk dit een en ander nader komt te consteeren uit de diendwegen overgelegde verklaaring der opper, en deksofficieren van meerm: Kiel waartoe men onder overzending van authenticque Copij de vryheid zal gebruiken zig in allen eerbied te gedragen tot dat bij aankomst van voorm: Bodem Macasser ter deezer rheede, aan aan den fiscaal gelegendheid zal weezen gegeeven, gelyk hij bij deezen daartoe wel expresselijk werd gelast, zodanig naauwkeurig onderzoek nopens voorsz: zaak te doen als ‘t gewigt vordert ‘t welk haar hoogedelens te Batavia aan dees gebeurtenis zouden kunnen hegten; waarna men niet afzijn zal, aan weldezelve Heeren der hoge Indiasche Regeering zodanig nader verslag te Suppediteeren, als waartoe men door debevindingen van hem fiscaal waarschijnlijk in’t geval staat te geraaken

Dat intusschen uit laatstgem: Letteren van de passage, betreffende de condemnatie van den Equipagemeester Cornelisz inde vergoeding van ƒ60:- op ijder der 68 lasten Tarw dewelke bij examinatie bevonden zijn geworden minder in ‘t Hoekerschip Sterrenschans te zijn afgelaaden geweest, als dien Kiel bij een behoorlijk overleg in ‘t plaatsen der Schotten zoude hebben Kunnen inneemen, om van hier na Batavia overgevoerd te werden; Extract, en daarby Copij van ‘t berigt diendwegen door den Commandeur ter gem: Hoofdplaatze, Andriessen, ingediend aan ged: Equipagemeester Cornelisz zal werden ter handen gesteld, met Last, ingevalle hieromtrend iets ter zyner verschooninge heeft intebrengen, dezelve zijne verontschuldiging en verantwoording met den eersten op eene voldoende wijze inte zenden.

Dat wijders gelijke Extracten nopens de periode rakende de ontdekking van een Klip in Sunda’s engte , nabij het Eijland Cracatouw , neevens een naauwkeurig gecollationeerd afschrift van de diendweegen door de Super cargas des Chinasen handels naar Batavia gezondene pijling, in de Scheepsdoozen van alle de uitkomende Scheepen zullen werden gelegd, met serieuse recommandatie aan dies overheden, gelijk hun zulks wel expresselijk gerecommandeert werd bij deezen, in derzelver rhijze naar gem: Hoofdplaatze zig voor dezelve ontdekte Klip zorgvuldiglijk te wagten.

Dat ook den Heere Dispencier zig ter plichtschuldige observatie zal moeten laaten strekken haar WelEdele Groot Achtb: recommendatie omde nodige zorge te dragen dat ‘t verstrekt werdend Vleesch tot consumptie op de Scheepen, voorthaan beter werde Ingezouten als geschied is omtrend zodanige twee vaten aan’t Schip Java meedegegeeven, waarvan Haar Hoog Edelens gewag maaken en ten eenemaal bedorven zijn bevonden; dan nadien denzelven Heere Dispencier den Raade bij deeze geleegenheid nader heeft onder ‘t oog gebragt, hoe insufficient alle praeCautien ter voorkoming van een gelijk bederf, altoos zullen en moeten zijn, zo lange men genoodzaakt weezen zal den Last der Heeren Meesteren bij brief van den 31 Maart anno passato vervat, op te volgen, om namentlijk geen nieuwen voorraad op te doen, voor dat men heeft aan handen zijnde verstrekt en verbruikt zal hebben, aangezien de letterlijke nakooming vandees ordre steeds moet blijve te weeg brengen dat de grootste quantiteiten Vleesch zo voor den omslag van dit Gouvernement zelve als ter proviandeering der gaande en Komende Scheepen in ‘t midden van den Zomer zullen moeten werden ingemaakt; met verzoek dat hier van ter zijner decharge in der tijd aan Heeren Commissarissen Generaal kennisse mogte werden gegeeven, of het zake waare dat Hoogst dezelve haar hoogedelhedens, bij overweeging van ‘t voorsz: inconvenient, zouden kunnen goedvinden in deezen zodanige verandering te ordonnneeren, als waardoor hij Dispencier in ‘t geval zoude moogen werden gesteld van voor de deugdzaamheid van ‘t vleesch te kunnen instaan; zo is teffens beslooten dat uit dit aanschrijvens van de Heeren der Hooge Indiase Regeering aanlijding zal werden genoomen om ingevolge het voorschr: verzoek van voorm: Heer dispencier niet alleen de bijzondere attentie van Heeren Commissarissen Generaal t’imploreeren op d’onmogelijkheid waarin men zig bevind van het vleesch voor bederf te kunnen bewaaren, zo lange de bovengem: ordre nopens het op doen van nieuw en voorraad, eerst dan wanneer den ouden verorberd is, met betrekking tot het gezouten Vleesch en Spek zal moeten blyven stand grijpen, maar ook hoogst dezelve instantigst te bidden het verzoek door deezen Raade aan Heeren Meesteren om eene ruime uitzending van Vaderlandsch Vleesch en Spek gedaan, goedgunstiglijk met hoogst der zelver veelvermogende voorspraake te willen appuijeeren, dan wel qualificatie te willen verleenen, dat men op de daar toe best geschikste tyden van ‘t jaar, zo veel vleesch en Spek alhier moge laaten inzouten en opleggen, als vereischt zal werden om een Sufficiente voorraad, gecalculeerd na de verstrekkingen die praesumptive gedaan staan te werden, voor een rond jaar aan handen te kunnen hebben.

Dat al verder aan den Coopman en geweezen Jaggernaykpoerams opperhoofd, De Ravallet, de periode hem concerneerende zal gesuppediteerd en hem daarby gelast werden, gelijk hem wel expresselijk gelast werd bij deezen, dit Gouvernement niet wederom te verlaaten, dan na de opgelegde vergoeding, wanneer die van Chormandel herwaards zal weezen aangereekend, gepraesteerd, mitsgaders vervolgens van deezen raade tot vertrek permissie gevraagd en geobtineerd te hebben, en

Dat Eindelijk den pro interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs zig bij den alhier gerelegeerden eersten Tagals Rezident Radeen Hadjie zal moeten inquireeren wat er zij van de pretentie door den Gustij Carang Assan ten bedrage van 2000 Spaanse Reaalen op hem geformeerd werdende, en of hij niet eene contra praetentie ten lasten des Gusty’s heeft inte brengen, ten einde in cas zulks het geval mogte weezen, ter voldoening aande begeerte van haar Hoog Edelhedens daarvan is ‘t mogelijk een reekening Courant te formeeren en aan deezen Raade over te leggen om bij convenabele gelegendheid naar Batavia te kunnen werden gezonden.

Hierna door den Heere Cassier de Wet te kennen gegeeven zijnde, dat vermits aan zijn Ed: bij ‘t opneemen van den staat der Weeskamer tevoren was gekomen dat veele Perzoonen aan wien ten behoeve derweezen Capitalen op renten waaren uitgezet eenige Jaaren Interessen kwaamen ten agteren te staan, en dat ook verscheidene anderen die zig als Borgen voor de debiteuren hadden g’interponeert waren overleeden dan wel van hier vertrokken, alle zaaken van dat aanbelang dat aan dezelve niet spoedig genoeg konde werden geremedieerd, hij Heer de Wet het dierhalven geraden hadde geoordeelt te doen formeeren eene door zijn Ed thans overgelegd wordende generaale Lijst van alle de bij de Kamer uitstaande Capitaalen, waarbij, behalven de debiteuren en hunne Borgen benevens de verbondene Hypotheecquen, ook nog distincte de groote der Hoofdschulden en het bedraagen der agter stallige Renten wierd aangeweezen, met bijgevoegd verzoek, dat vermits wel is waar door de Weeskamer bij eene waarschouwinge ten dien fine g’affigeert, de geenen wien het aanging waaren opgeroepen om hieraan een ijder in ‘t zijne te komen remedieeren, dog zulks het gewenscht effect niet hadde te weege gebracht, deezen Raade dierhalven in ‘t een enander als nu de nodige voorsieninge geliefde te beraamen en te doen bewerkstelligen, mitsg:s teffens aan zijn Ed: te doen aflangen ‘t Schuldregister ter politicque Secretarije berustende, ten einde uit het zelve te kunnen nagaan in hoe verre de verbondene Hypotheecquen nog al ofte niet aan de Debiteuren zijn gehoorende. Zo is na dat den Heere Keldermeester Le Sueur inzijn Ed qualiteit als Praesident der Weeskamer hierop hadde gedeclareerd; dat hoe zeer zo haast bij hem was bespeurd dat den Secretaris der Kamer, door zyne meer en meer toeneemende Zwakheid en daaruit voortvloeijende verval van geheugen buiten staat kwam te geraaken, omalle de vereischtens van zijn ambt behoorlijk te vervullen hij Heer Le Sueur daaromtrend zo veel mogelyk hadde voorzien om de Zaaken der Kamer buiten verwarring te doen houden en ten dien einde van de openstaande Boedels een groot gedeelte behoorlijk hadde laaten effen stellen en afsluiten, terwijl men met d’overige nog ijverig kwam bezig te zijn: dat ook bij ‘t ontwaaren dat verscheidene Debiteuren agterlijk kwamen teblijven in ‘t betalen der Renten op d’ aan hun voorgeschotene Capitaalen volgens kamer besluit een Lijst dier agterstallige debiteuren aan den Procureur der Weeskamer was inhandigt geworden met last omdezelve ter betaling der voorsz: Interessen by weegen van regten te constringeeren en dat insgelyks bij bevinding, dat Zommige Borgen of dood kwamen te zijn of van hier waaren vertrokken, gelyk den Heere deWet zulks zelve hadde gelieven tebekennen, de Debiteuren bij openbaare Billetten waarvan den bepaalden termijn voor debuiten districten nog niet verscheenen was, waarenaangemaand andere Borgen te Stellen in Steede der overleedenen ofte vertrokkenen en bij faute van dien dezelve hunne Capitaalen opgezegd, en gevolglyk omtrend de Poincten door den Heer deWet opgegeeven, bereijds alles mogelijks was aangewend geworden, om ‘t redres daar te stellen, hij Heer Le Sueur echter wel mogte lijden dat en gevolge de propositie door meerm: Heer DeWet gedaan, daaromtrent, ten overvloede zodanige nadere meSures werden beraamd en te werkgelegd, als ‘t deeze Regeering oirbaar mogte agten; na rijpe overweeging van zaaken, dan ook beSlooten het College van Weesmeesteren voorn: tegelasten, gelyk hetzelve gelast werd bij deezen, andermaal de novo alle debiteuren die eenige Intressen ten agteren staan, en zo ook de geenen dan welkers Borgen overleeden dan wel vertrokken zijn, geregtelijk te laaten aanzeggen dat zij hunne opgenomene Capitaalen binnen den tyd van drie Maanden zullen moeten opbrengen ten zij door hun de Intressen betaald en andere Borgen ten genoege der Weeskamer werde gesteld, bij poene dat anderzints den voorsz: termijn g’expireerd zijnde zonder dat hier aan zij voldaan, de nalatigen dadelyk door middelen van contrainte tot de betaling zullen werden genoodzaakt, terwijl inmiddels den Secretaris deezes Raads gequalificeerd ende gelast is geworden gelijk men hem qualificeerd en de gelast bij deezen, aan meergeciteerden Heere DeWet zo dikwils en zo lange zijn Ed: zulks zal komen te requireeren te doen afgeeven het ter politicque Secretarije berustend Schuldregister, ten einde daarvan zodanig gebruik te maaken, als hier voren is beschreeven.

Den Heere Gezachhebber vervolgens hebbende gelieven te produceeren het onderstaand bericht nopens de visitatie en roijing van ‘t Scheepje de Helena Louisa ingevolge besluit dezes Raads vanden 15 deezer door zijn Ed: aan eene expresse Commisie gedemandeert geweest.

Aan den WelEdele Achtb: Heere Johannes Isaac Rhenius Opperkoopman en Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en de den ressorte van dien &:a &:a &:a

‘Wel Edele Achtbare Heer!’

‘UWel Edele Achtb: de onderget: Equipage meester en Capitains ter zee op gisteren hebbende gelieven te committeeren, omme aan boord van ‘t ter rheede leggend brigant:n Scheepje de Helena Louisa ten overstaan van den ad interim Fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs met alle naauwkeurigheid visitatie te doen of zig ook nog eenige Tarw ofte zoortgelijke producten, dan wel goederen van een anderen aart, die ‘t ruim van gem: Scheepje, eenigzints zouden hebben kunnen belemmeren, en d’ E Comp niet zyn toebehoorende, en het zelve bevinden, en zulks verrigt zynde, vervolgens ook met ende beneevens den Baas der Scheepstimmerlieden Meyndert van Eijk exactelijk op te neemen, de Hoogte, Lengte en breedte van ‘t ruim dier Kiel, zo als dit naar Stijl dient te geschieden, om vervolgens van de bevinding, nopens het een en ander, gelijk ook van de juiste quantiteit graan, welke ‘t voorm: ruim na de gedaane bereekening in Staat is geweest te kunnen bevatten en aan UwelEdele Achtb: te doen Rapport ingeschrifte; Zoo hebben de ondergeteek:s zig heden morgen met ende benevens den meede onderget: adjunct fiscaal begeeven aan boord van ‘t gem: Scheepje en aldaar ten overstaan van denzelven met alle naauwkeurigheid de g’ordonneerde visitatie g’effectueerd, zonder, behalven S’ Comp: Goederen, iets te hebben ontdekt, waardoor het ruim eenigzints zoude hebben kunnen worden belemmerd. Vervolgens overgegaan zijnde om ingevolge het tweede Lid der Commissie, op te neemen dehoogte, lengte en breedte van ‘t ruim dier Kiel, hebben de onderget: bevonden dat de hoogte van ‘t ruim tot op ‘t Zaadhout beliep ruim 9 voeten, de lengte gereekend van ‘t eene Schot tot het ander 38 1/2 Voeten, ende breedte op de helft vande diepte, na volgens de ordinaire Stijl, een knie te hebben afgereekend 21 Voeten terwijl de Koker, om de groote mast en Pompen loopende, in ‘t Vierkant 4 1/2 Voeten ruimte besloeg.’

‘De onderget: ingevolge deeze bevinding bereekend hebbende, de quantiteit Graan, welke er in ‘t ruim, na aftrek van de ruimte, welke de gem: Koker beslaat, zou kunnen worden afgelaaden, oordeelen, dat het ruim van meerm: Scheepje, naar de gewoone bereekening kan bevatten eene quantiteit van Een duizend drie hondert agten Zestig Mudden, agtende zy zig nochtans verpligt hierby te voegen, dat de Scherpheid- of- kegswijze-bouwing van dat Scheepje zeer gemakkelyk oorzaak kan geven, dat ‘t zelve eene mindere quantiteit bevatte als anderzints volgens de gewoone bereekening in ‘t meeten van Scheepen, daarin zoude moeten kunnen worden afgelaaden.’

‘Waarmede de onderget: vertrouwen aande g’eerde intentie van UwelEdele Achtb: te hebben voldaan en deezen doen dienen voor plichtschuldig Rapport.’

‘Cabo de Goede Hoop den 26 Aug:st 1792.’

’/:getek:/ C: Cornelisz. J: A: Voltelen. N: Acker. M:t V Eyk.’

‘Ten overstaan van mij. J: A: Truter adss:.’

En daarbij naar Lectuure van het zelve door zijn Edele teffens zijnde gedeclareerd, dat Heeren Commissarissen Generaal aan wien Hij Heere Gezachhebber het gem: Berigt hadde gecommuniceerd, berustende in ‘t geen de aflaading dier kiel betroff, als nu hadden gelieven te ordonneeren dat zig zoude moeten verantwoorden, den geenen, aan wien by den aanleg van dat Scheepje naar de Mosselbaaij ter afhaaling van Tarw is gedemandeerd geweest de capaciteit van dies ruim op te geeven, en dat dees ‘verantwoording ingekomen zijnde, dezelve almede aan haar Hoogedelhedens zoude moeten werden gecommuniceerd; Zo is verstaan den Baas der Scheeps Timmerlieden, Mijndert van Eijk, naar wiens bereekening en opgaave men zig heeft gedragen gehad, te gelasten, gelijk hij gelast werd mits deezen zig op eene voldoende wijze te justificeeren, wegens d’oorzaken waardoor het is bijgekomen, dat, daar als nu bij naauwkeurig onderzoek bevonden werd ingem: Bodem in effecte niet meer te kunnen werden gelaaden dan 1368 Mudden Tarw hij bij den aanleg dier kiel heeft kunnen opgeeven dezelve ruimte genoeg te praesenteeren tot berging van 1500 à 1600 Mudden van dat Graan waardoor den Raade is bewogen geworden gem: Bodem tot eene expeditie te projecteeren, waartoe dezelve anderzints mogelijk niet geschikt zoude zyn geoordeeld.

Middelerwijl geleezen zijnde het navolgend Request door den Kerkenraade der Luthersche Gemeente aan deeze Regeeringe gepraesenteerd.

Aan den WelEdele Achtbaren Heere Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber van Kaap de Goede Hoop en den ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Ed: Achtb: politicquen Raade.

‘WelEdele Achtbare Heer! En E: E: Achtbare Heeren!’

‘Vertoont met behoorlyk respect en gepaste decentie, Kerkenraade der Gemeente, toegedaan de onveranderde Augsburgse Geloofbelijdenis ten deeze Gouvernemente.’

‘Dat van tijd tot tijd diverse Vrijgegeevenen van Leedemaaten hunner Gemeente zig aandienen om op belijdenis te mogen werden aangenoomen, Zij als wederom drie derzelve daartoe bij de Vertooners aanzoek hebben gedaan.’

‘Dat tot verligting der Alimentatie aan de Diaconij Armen der Hervormde Kerk van alle Lijfeigenen eer Zy hun vrijdom kunnen erlangen Vyftig Rd:s voor ieder derzelve betaald, en nog daar en boven Sufficiente cautie gesteld werd, dat dezelven binnen den daartoe bepaalden tijd van twintig Jaaren, niet tot Lasten van opgem: Diacony armen zullen komen te vervallen nog bij dezelven om eenige alimentatie verzoeken zullen.’

‘Het welk, beneevens de gemeente der Vert:s opgericht is plaats heeft gehad, zonder dat ‘er tot heeden een schikking beraamd zijnde, waardoor de vertoners tot Subsistentie van zodanige behoeftigen, en in Hunne Kerke aangenoome Vrygegeevenen, werden te gemoet gekomen, daar nochthans zeeker concept PLan door Kerkenraade der Hervormde Gemeente, benevens de Vertooners in dato 23 Januarij 1781, aan den toenmaligen WelEdelen Gestrengen Heere Gouverneur en UwelEdele Achtb: geproduceerd, en door hoogst dezelve g’approbeerd en komt te dicteeren bij Art: 1.’

‘“Alle de Ledemaaten zullen moeten worden gealimenteerd door de Kerk waarvan zy Leeden zyn geworden . Art: 2. Alle Vrijgegeevenen, ‘t zij toebehoord hebbende aan de Gereformeerden ‘t zij aan de Luthersche, zullen moeten worden gealimenteerd zonder onderscheid door de Gereformeerde Kerk, echter onder die Voorwaarde dat zij geen Leeden der Luthersche Kerk zijn, en dit zijnde zullen zy worden aangemerkt, als bij Art:1. is bepaald.”’

‘Dat het ook niet zelden gebeurd, wanneer verscheidene bejaarde Perzoonen, zo wel aan deeze Hoofdplaatze als in de buiten districten Woonagtig, en tot een behoeftige omstandigheid geraakt zijnde, op een bloot zeggen, dat zy tot de Gemeente der Vertooners behooren /: zonder daarvan nog een attestatie of ander bewijs te Kunnen produceeren, / by de Vertooners om alimentatie verzoeken, daar de Vert:s nogthans geen anderen dan die geene dewelke in Hun Leedenmaaten boek bekend staan, behoeven te onderhouden.’

‘De Vert:s durven het gerust aande bekende equiteit van Uwel Edele Achtb: overlaaten of ‘t niet de billijkheid zelve is dat de geenen die de Lasten draagt, ook de voordeelen geniete, dewelke de Lasten helpen onderschraagen.’

‘Reedenen waaromme de Vert:s met alle verschuldigde eerbied de vrijheid neemen zig te keeren tot UwelEd: Achtb: ootmoedig Suppliceerende dat ‘t van hoogst derzelver goede geliefte zijn mooge om aan hun te vergunnen, dat alle vrijgegeevenen, zo die geenen, dewelke Leedemaaten hunner Kerke Zyn geworden, als in der tyd nog mogte te komen te werden de betaalde 50 Rd:s en Cautie ten hunnen faveure moge worden uitgekeerd, terwijl door het Lidmaat worden der zodanigen de gereformeerde diaconij van derzelver alimentatie word ontheeven, en dat ‘t Kerken raade der Hervormde Gemeente mooge werden geïnjungeerd alle zodanige behoeftigen dewelke bij de Vert: als geene Leedematen bekend staan te alimenteeren uit de Inkomsten waartoe alle gezindheeden, naar usantie in onze Republicq contribueeren.’

’/:onderstond:/ ‘T Welk doende &:a /: was geteekend:/ A: L: Kolver. C: F: Germann. C:n Pauelsen, E: F: Schrader. T: M: Elser. C: G: Höhne.’

Is bij overweeging van zaaken best gedagt, alvorens daarop te disponeeren het zelve eerst te stellen in hande van den Kerkenraad der gereformeerde Gemeente ten fine van Consideratie en Berigt.

Ook is op een ander verzoekSchrift door den Generaalen Pagter der Kaabse Koele Wijnen Sebastiaan Rothman inde volgende bewoordingen ingeleeverd.

Aan den WelEdelen Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop, en de den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Edele Achtbaare Raad van Politie.

‘Wel Edele Achtbaare Heer! En Edele Achtbaare Heeren!’

‘Het is met aller onder danigst respect en gepaste eerbied dat den ondergeteekende Generaale Pachter der Caabsche Koele Wijnen Sebastiaan Rothman UwelEdele Achtb:s aller-reverentelijkst tekennen is geevende.’

‘Hoe hij Suppliant geduurende zyn voorsz: Wynpacht tot zijne innerlijke grieven, zig met een allergeringst debiet heeft moeten vergenoegen, waardoor den Suppl:t niet alleen met eene aanzienlijke quantiteit Wynen is blyven zitten maar boven dien eene enorme Schaade heeft geleeden, waardoor hij Suppl:t in ‘t onvermogen is geraakt, zijne pachtpenningen ten behoorlijke tijden aan d’ E Comp: te kunnen voldoen; zoo als gebleeken is, in de maand Februarij J: L: en ‘t welk dan ook tot merkelyke praejuditie voor den Suppl:t /: die ter dier tijd een man was dewelke volgens modicque Tauxatie ruim ƒ150‘000 kwam te bezitten :/ ten gevolgen heeft gehad, dat er ter verhaling van ‘t condemnatum van denEd: Achtb: Raad van Justitie een gedeelte des Supplt: Effecten en Losse Goederen publicquelijk is verkogt, waarbij den Suppl:t door het thans grasseerend geldgebrek &:a - wel ruim eene Somma van ƒ24000:- heeft verlooren.’

‘Dat thans den tijd op welke den Suppl:t het tweede of Laatste Termijn zijner opgemelde Pacht penningen moet voldoen, genadert zijnde, vind zig den Suppl:t omme voorsz: geallegueerde Reedenen andermaal buiten staat de E: Comp: in dit tijdstip behoorlijk ten vollen te betaalen.’

‘Weshalven den Suppl:t ter voorkoming van andermaal tot ruine van zyn huisgezin een verlies van circa ƒ24’ à 30‘000. te moeten ondergaan:/ de Vryheid neemt zig met alle onderdanigheid tot UWelEdele Achtbarens te werden, ootmoedig verzoekende, dat het van derzelver hooggunstig welbehagen zijn moge den Suppl:t gratieuselijk te accordeeren, het bedragen van het Laatste Termijn zijner voorschr: Pacht penningen, onder sufficiente Borgtogt niet alleen, maar onder Speciale verband van alle des Supplt: Goederen actien ende Crediten, dewelke, volgens de, door de Burgers Jan Jacob Schreuder en Joseph Pero gedaane mediocre Tauxatie, ruim een montant van ƒ75000:- importeeren /: en waarvan den Suppl:t des gerequireerd werdende UwelEdele Achtb:s eene Specificque Lijst zoude kunnen Suppediteeren :/ à een half pro cento per Maand te mogen houden, en in Paijementen van 5 à 6000 ƒ cum Interesse af te doen, ofte zodanig anders als UWelEdele Achtbaarens zullen goedvinden te behooren.’

‘Cabo de Goede Hoop den 28 Augustus 1792.’

‘’T Welk doende &:a /get:d / S: Rothman.’

Almede verstaan voor dat men tot eenig finaal besluit omtrend hetzelve overgaa eerst door den Suppl:t Specifice te laaten opgeeven, welke goederen, en wel principalijk hoe veel wijnen bijzijne geformeerde Inventaris nog per rest aan handen komt te hebben om dezelve tot securiteit van ‘t Capitaal, het welk hij aan d’ EComp: weegens de laatste Paaij zijner uitgeloofde Pachtpenningen debet is, en op Intrest wenscht te behouden te kunnen verbinden, mitsg:s wie zig daarbenevens voor hem als Borgen zullen interponeeren.

Maar, vermits nopens zeeker Supplicq door den wegens indispositie van ‘t Schip Buiten Verwagting , alhier agtergebleevenen Lieutenant ter Zee, Bernardus Zibée aan Heeren Commissarissen Generaal gepraesenteerd, dog door Haar hoogedelhedens om daaröp te disponeeren aan deezen Raade ter handen gesteld, en waarbij onder voorgeeven van Sujet te zijn aan attacques van Beroertens, dewelke hem buiten Staat zouden stellen zijn dienst naar behoren te kunnen praesteeren, verzoekt van Gagie te mogen werden afgeschreeven om op dien voet tot deszelfs restauratie in dees Colonie te mogen blijven remoreeren; door den Heere Gezachhebber is geproduceert geworden een Schriftelijke verklaring door den opper-Chirurgijn Johan Godlieb Mader, dewelke den Suppl:t ter ordre van evengem: Heere Gezachhebber geexamineerd en gevisiteert heeft gehad, verleend, waaruit blijkt dat denzelven al het uitterlijk voorkomen van een gezond mensch draagd, zonde minste blijk dier quaale, waarvan hier boven is gerept, te vertoonen, invoegen er alle reeden is aan de waarheid van zijn voorgeeven te twijffelen; - Zo is dan ook beslooten, niet alleen te declineeren het verzoek van voorschr: Suppl:t om onder afgeschreeven Gagie hier te mogen blijven, maar ook den Equipagemeester te gelasten, gelijk hij gelast werd bij deezen; hem bij eerstvoorkomende gelegenheid op een uitkomend Schip te doen beschijden, om met hetzelve naar Batavia te Rijsvorderen.

En nadien den oud Cornet der Zwellendamse Burgerij, Christiaan Martin Sederblad, almeede eenSchriftelijk Supplicq is komen over te leggen, tendeerende om S’ Comp: Post de Vischhoek tusschen Muizenburg en de Baaijfals geleegen, benevens de in dies proximiteit gesitueerde Kalkbaaij tegens betaling van recognitie in leening, dan wel bij tauxatie voor een ronde Som in eigendom, te mogen hebben, of ook wel permissie te obtineeren om zig nu en dan eens aldaar voor den tijd van 10 à 12 dagen te mogen ophouden, om voor divertissement en huisgebruik te visschen alles onder zodanige bepalingen als bij het voorsz: Request breeder is omschreeven dog zig nopens d’ uitleening ofte verkoop dier plaats die zwarigheid voordoet, dat de Hoog gebiedende Heeren Majores op de voordragte deezes Raads nopens dezelve enandere plaatsen gedaan, nog niet gedisponeert hebbende men dus ook daaromtrend in geenen deele hoogstderzelver beschikkingen durft vooruitloopen; terwijl ook tegens het laatste gedeelte van des Suppl:ts verzoek verscheidene inconvenienten en bedenkingen die den raade behooren te weerhouden daar in te bewilligen komen te militeeren; Is dierhalven op dit Request almede verstaan hetzelve, gelyk zulx bij deezen geschied, te wyzen van de hand.

Dan daar met opzigt tot het verzoek van den Burger Isaac Visage Isaacsz: om mits betaalende aan den gemeenschappelijken boedel van wylen deszelfs behuwd grootmoeder de Wed:e Hendrik Krugel eene Somma van Vyfthien hondert Guldens, waarvoor hem den opstal door evengem: wed:e Krugel bij erffenisse is toebedeeld geworden, op deszelfs naam te mogen doen overschrijven zeekere Leeningsplaats de Lange Rivier genaamd, geleegen over de Oliphants Rivier en tevens van de betaling van S’ Heeren Gerechtigheid van den 40:sten Penning te moogen weezen geexcuseerd, den raade geene bedenkingen nopens het eerste poinct zijn te voren gekomen dog dezelve in ‘t laatste almeede niet heeft kunnen treeden; Is dierhalven verstaan wat betreft de overschrijving der voorm: plaats, de dispositie daaromtrend na gebruik aan den Heer Gezachhebber gedefereerd te laaten, doch het Schenken der 40:ste Penning van S’ Heeren regt insgelijks te declineeren.

Zynde daar en teegen aan diverse andere Requestranten tegens welkers verzoeken zig geene bedenkingen hebben voorgedaan, om de bij hunne requesten breeder omschreevene Reedenen het onderstaande gepermitteerd, als

Aan den Capitain der derde Compagnie Burger Infanterij alhier, Johannes Gie, uit hoofde zijner aanhoudende indispositie deszelfs ontslag behoudens rang uit voorsz: dienst.

Aan den oud Burgerraad Hendrik Oostwald Eksteen om uit slaafse dienstbaarheid te mogen ontslaan zeekere hem toebehoorende Lijfeige genaamd Louisa van de Kaap mits betaalende de daarop staande 50 Rd:s aan de armen Cassa der gereformeerde Kerke, en cautie stellende dat de voorsz: Vrijtegeevene binnen den tijd van Twintig Jaaren niet kome te vervallen ten lasten der Diaconij, en

Aan Johanna Mostert wed:e wylen den Burger-brandmeester Jurgen Wolffgang Spengler, om insgelijks op dezelfde conditien te mogen emancipeeren twee Slavinnen genaamde Steintje van de Caap, en haar kind gen:d Sarah Johanna Cornelia van de Kaap.

Naar dit een en ander is geleezen eene Missive door den Landdrost der Colonie Graaff Reinet , Mauritz Herman Otto Woeke aan deeze Regeering geschreeven, - En nadien den zelven daarbij onder anderen ook verzoekt, dat vermits den Perzoon van Andries Pretorius de welke onlangs uit de gepraesenteerde Nominatie van voorsz: Caabsche Kerkenraad tot diacon bij de gemeente aan Graaff Reinet is geëligeerd geworden, nog leezen of Schrijven kan, en ook tot heeden toe geene openbaare Geloofbelijdenisse heeft afgelegd, dierhalven iemand anders in deszelfs plaatze mag werden aangesteld; Zo is; overwogen zijnde, hoe zeer gemakkelyk den Kerkenraad, in weerwil van alle mogelijke informatien en perquisitien naarde hoedanigheeden, der Lieden, die als, de geschikste onder de Ingezeetenen in de vergeleegene districten gereputeerd Staan, in deezen heeft kunnen mistasten, door dien veelen deeser best ter naam en faam staande opgezeetenen van ‘t platte Land zeer zelden en Zommige zelfs niet meer dan slegts eens in hun leeven naar deeze Hoofdplaatze opkomen, invoegen men hier door niet wel in de mogelijkheid is, anders als bij rapporten over hunne persoonen te kunnen oordeelen, dan ook beslooten zonder voor ditmaal nopens het gebeurde in eenige reflexiën te treeden, den voorm: Kerkenraade aandeeze Hoofdplaatse maar te gelasten gelyk dezelve gelast werd bij deezen omme met ende beneevens den te Graaf Rijnet geplaatsten Predikant Manger dewelke zij ten dien einde expresselijk aan zig zullen moeten assumeeren, de zaak dadelijk te redresseeren door een dubbeltaal andere, de nodige vereischtens bezittende perzoonen, te benoemen, en aan deezen Raade voor te draagen, om daaruit ter plaatsvulling van bovengen: Pretorius, welkers aanstelling zal werden geconsidereerd niet te zijn geschied, een Tweede Diacon voor Graaff Reijnet te kunnen werden verkoozen.

Nog geleezen zijnde d’ onderstaande Requeste door den Koopman Lit: en oud Lidt in den Raade van Justitie Fredrik Kirsten, beneevens den onder afgesz: Gage gestelden Boekhouder Petrus Johannes de Wit, ter Zaake van het aan hun ter handen gesteld Extract uit de Missive door d’ illustre Vergadering van XVIJ: sub dato 22 December des voorl: Jaars herwaards geschreeven, en tot d ‘omkentering mitsgaders het in vlot water brengen, van S’ Comp Brigantyn Scheepje de Helena Louisa betrekkelijk in de volgende bewoordingen gepraesenteerd.

Aan den Wel Edelen Achtbaren Heer Johannes Isaac Rhenius, Gezachebber deezes Gouvernements benevens den E Achtbaren Raad van Politie.

‘Wel Edele Achtbaare Heer! En, E Achtbaare Heeren!’

‘Geeven met verschuldigde eerbied te kennen Uwer WelEdele Achtb: onderdanige Dienaaren, den Koopman Titulair en oud Lid in den E Achtb: Raad van Justitie, J: F: Kirsten, en den oud Boekhouder ter Weeskamer Petrus Johannes de Wit, hoe aan hun door den Secretaris Uwer Wel Ed: Achtb: Vergadering is ter handen gesteld geworden, zeeker Extract, raakende de zaaken tot S’ Comp Scheepje de Helena Louisa die zij ondergeteekendens in den Jaare 1790 hebben omgekenterd, en in vlot water doen brengen, voor welk Extract, zij UWEAchtb hun verpligtende dank beteekenen bij deezen.’

‘Dan daar het Extract met § 49 aanvang neemt en na 2 en 3 regulen met een &:a eindigt vervolgens met § 55 Continueert, waaruit duidelijk te Supponeeren is dat in eene zodanige afstand het een of ander moet of kan gevonden worden, het welk hun of tot de Zaaken van de Brik relatie heeft.’

‘Zo neemen zij eerbiedigst de vrijheid zig tot UWEAchtb: te wenden met ootmoedigst verzoek gem: heer Secretaris te willen qualificeeren den inhoud dier § meede aan d’ ondergeteekendens ter handen te stellen.’

‘De ondergeteekendens vinden zig te meer tot dit hun, zo zij vermeenen, billijk verzoek genooddrongen gemerkt staande den tijd, dat de verschillen nopens de betaaling der g’ accordeerde Penningen naar Europa waaren afgezonden, den van hier vertrokkene Independent fiscaal Van Lynden van Blitterswijk heeft kunnen goedvinden den eerstgeteekende in eene voor hem zo wel als deszelfs Familie alle zints fletrisant proces te betrekken.’

‘Dat de ondergeteekendes dus in een en dezelfde Zaak geassocieert, dit Procees aanmerken als aan hun beiden tezamen gedaan en vermits dit Proces nadat gemelde Fiscaal voor den Raad van Justitie alhier had gesecumbeerd na Batavia in appel is overgezonden, zij derhalven oordeelen een volledig Extract onontbeerlijk nodig te hebben, om aan den E Achtb: Raad van Justitie des Casteel Batavia over te Zenden.’

‘Reedenen waarom zij in het vertrouwen verseeren, dat dit hun versoek door UWEAchtb: gunstig zal worden g’accordeert.’

‘’T Welk doende &:a - was getek:d J: F: Kirsten. P: J: DeWit.’

Zo is, geconsidereerd aan den eene kant de motiven waarop voorschr: Supplt:n hun verzoek komen te fundeeren den Rade zijn toe gescheenen van dien aard te weezen, dat S’allezints reflexie verdienen, terwijl aan d’ andere zijde ook werkelijk d’ inhoude der afgebrookene passages. Kunnen Strekken om den eersten Suppl:t inde verdere voortzetting Zijns proces van eenzodanig nut te Zijn, dat den Regters, g’informeerd hoedanig de hoogeGebiederen zelve wel hebben willen beschouwen en taxeeren, de gehoudene Conduite des Equipagemeesters, bij geleegenheid vande Examinatie der gebreeken die zig aan de Kiel van het voorwaards gem: Scheepje hebben bevonden, en waaruit eigentlijk het geval is gesprooten dat aan den gerepatrieerden heere fiscaal van Lijnden aanleiding gegeeven heeft gehad om den eersten Suppl:t ex officio in Regten te betrekken, zig zulks by de verdere en finale uitspraake van dat geding ten narigt zoude kunnen Laaten strekken, om dit een en ander dan ook beslooten aan der Supplt:n bede te defereeren, en hun mitsdien een volledig Extract uit haar WelEd:Achtb: meerged: missive van de 22 December des voorleeden Jaars te doen aflangen, gelijk daartoe den Secretaris deezes Raads gequalificeerd ende gelast werd bij deezen, op dat zij zo doende mogen genieten al het effect der dispositie door hoogst ged: Gebiederen omtrend hun genoomen.

En vermits door d’ ondertenoemene Gemachtigdens vanden gerepatrieerden Heere Gouverneur van de Graaff, om zijn Edele een gelijk effect te doen genieten van ‘t besluit bij Haar WelEdele Hoog Achtb: rakende deGagien en verdere gewoone inkomsten van hem Gouverneur genomen, almede hebben ingediend een schriftelijk Supplicq het welk bij Lecture is bevonden van volgende inhoude te weezen.

Aan den WelEdelen Achtb: Heere Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber, benevens den Verderen Ed: Achtb: Raad VanPolitie.

‘Wel Edele Achtbaare Heer! En E, E, Achtbaare Heeren!’

‘Geeven UWel Ed Achtb: en E: E: Achtb: met gepasten eerbied te Kennen, Willem Stephanus van Rijneveld, en M:r Johannes Andreas Truter, in qualiteit als Generaale Gemachtigdens van den WelEd Gestr: Heere Gouverneur Cornelis Jacob van de Graaff,’

‘Hoe zij Supplt:n uit de aan hen ter ordre van UWelEd Achtb: en EE Achtb: ter hand gestelde Extract Missive doorde Hooggebiedende Heeren Meesteren aan deezen Raade geschreeven, in dato 22 Decembris 1791. hebben mogen ontwaaren, dat de Gage en verdere gewoone inkomsten van welgem: Heere Gouverneur moeten blijven voortloopen met dien verstande dat het middel van bestaan aan zijn WelEd: Gestr: uit het provenu der Wynen toegelegd, voor de helft provisioneel onder de E Comp: moet blyven berusten, en de andere helft jaarlyks aande Supplt:n qq uitgekeerd; terwijl de Gage en verdere gewoone Inkomsten ter Zijner dispositie moeten worden gelaaten, zonder dat ijmand daarop eenige aanspraak zal mogen maaken. &:a.’

‘Weshalven de Supplt: thans de vrijheid gebruiken zig aan Uwel Ed Achtb: en EE Achtb: te addresseeren, in hunne voorschr: qualiteit met behoorlyk respect verzoekende dat Zy door UWelEd: Achtb: en EE Achtb: in conformité dier Zeer gevenereerde aanschrijvens tot den ontfangst der voorschr: Inkomsten mogen worden in Staat gesteld.’

‘’T Welk doende &:a - was getek:d W: S: V Rijneveld qq. J: A: Truter qq.’

zo is beslooten, dat vermits Heeren Commissarissen Generaal aan wien men van het gem: verzoekschrift ouverture heeft gegeeven gehad met bijgevoegde instantie temogen weeten in hoe verre aan der Supplt:n Beede zoude kunnen werden gedefereerd, daar den Raade bereids korte dagen na ‘t depart van den Heere Gouverneur Van de Graaff zommige tot de gemelde Inkomsten gehorende Articulen, /: als meer ten dienste van S’ Comp: eigen ommeslag dan wel voor de huishouding van de Hoofdgebieders zelve g’ employeerd werdende:/ aan den Heere Gezaghebber toegelegd heeft, hier op hebben gelieven te declareeren dat nadien de dispositie nopens de uitkeering van S’ Gouverneurs Gagien en Inkomsten was afgevloeid, van de Vergadering van XVIJ: zelve hun hoogedelhedens dierhalven niet begeerden hier in eenige alteratie ofte verandering te maken, maar des niet te min ter convenabeler tijd in consideratie zoude neemen de billijkheid dat den Heere Gezaghebber behoorlijk in Staat werde gesteld om de uitgaaven, dewelke zig in de uiterste noodzaake bevond tot ophouding van ‘t aanzien van de Post des Hoofdgebieders, waarvan hem de uitoeffening der functien was opgedragen, te kunnen goedmaken, de gem: Gage en verdere Inkomsten voorsz: Gouverneur van de Graaff, competeerende, dierhalven aan zijne Gemagtigdens zullen werden afgegeeven, wel te verstaan, nadat daarvan zal weezen afgehouden om in S’ Comp: Kas te blijven berusten de helft van ‘t middel van bestaan uit het provenu der wijnen voortspruitende, terwijl bovensdien de articulen die uit S’ Comp: Maguazijnen werden verstrekt allen in natura bereekend en afgelangd zullen werden tot ult:o April laatstleeden van welken datum af daarenteegen de betaaling zal moeten geschieden in gelde, na de als toen gearresteerde Emolumenten Lijst - zullende intusschen tot zo lange dat door Heeren Commissarissen Generaal daarinne anders zal zijn geordonneert, gecontinueerd werden, met aan den Heere Gezachhebber te doen genieten dat geene, het welk gelijk hierboven is gezegd, aan ZynEdele is toegelegd, en door hem inZyne huishouding, niet kan werden ontbeerd.

Den Soldij boekhouder Clemens Matthiessen en zo meede Heeren Regenten van ‘t Hospitaal beneevens den Capitain Lieut: Ingenieur Thibault, als nu ook ter voldoening aan ‘t besluit op den 8 Maij laatstl: bij deezen Raadegenomen, hebbende komen overteleggen de als toen van dezelve gerequireerde Lijsten der onder ult:o Junij daaraanvolgende indit Gouvernement aanweezig bevondene onder afgez: Gage gestelde en geligte mitsg:s in ‘t hospitaal en aan de Linie beschijdene S’ E Comp: Dienaaren, - zo is, gemerkt men zig nu door dees Lijsten in diervoegen ingerigt als dezelve thans komen te weezen, in ‘t geval gesteld bevind exacte te kunnen doen nagaan of en welke der gemelde bij dezelve Lijsten voorkomende geligte en onderafgeschr: Gage gestelde Dienaaren in ‘t praesente volks gebrek in Indien met gevoeglijkheid wederom in dienst der E Comp: zoude kunnen werden getrokken, verstaan hier toe te verzoeken en te Committeeren de Heeren LeSueur en Van Reede Van Oudtshoorn, aan wien dierhalven degemelde Lysten dergeligte en zig van gage afgeschreeven bevindende Dienaaren zullen werden inhandigt ten einde geholpen door voornoemde Soldijboekhouder Matthiessen na voorafgenoomene informatien van ‘t geen ter zaake dienen kan daaruit te excerpieeren en bij eene specificque Notitie nominatim aan deezen Raade te praesenteeren alle zodanige perzoonen als zij na een rigoureus examen bevinden zullen nog van eenigen dienst te kunnen zijn - Zullende deeze Notitie ingekomen Zijnde, alle d’ invoegen voorschr: doorgem: Heeren Gecommitteerdens opgegeeven werdende perzonen dadelijk wederom in dienst werden getrokken, ten einde dezulken die hun verbonden tijd niet zullen hebben uitgediend beneevens de zig aan de Linie en in ‘t Hospitaal bevindende herstelde zieken by eerstvoorkomende Scheepsgelegenheid ondergeleide van authentique Copijen van alle de voorsz: thans ingediende Lijsten naar Batavia werden voortgeschikt, terwijl de zodanigen welkers verband bevonden werden zal, g’ expireert te weezen, successivelyk zullen werden g’ employeerd tot bemanning zo der thans reeds aanweezende als nog verwagt werdende retourbodems.

En nadien ingevolge het bij voorsz: Resolutie van den 8 Maij vastgestelde bij dees occage ook in overweeging is genoomen langs welke middelen men best, zo dikwils d’ omstandigheeden zulks zullen komen te vorderen, directe zal kunnen g’ informeerd zyn van ‘t getal der van de uit- en- t’ huisvaarende Scheepen, als impotent alhier agtergebleevene Manschappen, mitsgaders van de plaats vanderzelver oponthoud, en den staat waarin zig met betrekking tot hunne gezondheid bevinden, en bij overweeging van Zaaken daar toe niets beeter is te vooren gekoomen, dan altoos zoortgelijke Lijsten als dezen aan handen te hebben; Is uit dien hoofde al verder g’arresteerd, dat Heeren Regenten van ‘t Hospitaal beneevens den Capitain Lieut:t Ingenieur Thiebault als ‘t opzigt aan de Linie hebbende, voortaan met ‘t uiteinde van ijder maand, dog den Soldijboekhouder daaren tegen alleen Jaarlyks onder Ult:o Junij bij ‘t sluiten der Boeken diergelijke Lijsten als de nu door hun overgeleverde komen te zijn, aan deezen Raade zullen moeten inzenden

Middelerwijlen als zeer oneigen beschouwd zynde dat de alimentatie van opgedroste Militairen en andere gemeene Bezoldelingen der E Comp: dewelke na derzelver apprehensie zonder Crimineel te zitten egter eenigen tijd in ‘S Heeren Gevangenhuizen moeten werden opgeslooten gehouden, tot nog toe steeds is gekomen ten lasten van ‘t hospitaal daar wel betragt dit huis met zodanige deserteurs niets directe heeft uitstaan, Zo is, om hier in voor ‘t vervolg op eene gepaste wijze te voorzien goedgevonden en dienvolgens beslooten, dat voorthaan alle zodanige niet Crimineel zittende gevangenen S’ Comp: Dienaaren voor hun onderhoud, op derzelver Soldyreekiningen zullen belast en het Hospitaal integendeel daarvoor gecrediteerd zal moeten werden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop, ten Jaare en Dage voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Rheede Van Oudtshoorn.

[Signed:] My Præsent E: Bergh p:l Secret

C. 206, pp. 346-363.

Donderdag den {17920830} 30 Aug:s 1792.

bij omvraage alle praesent

Gisteren avond bij den Heere Gezachhebber ontfangen zynde eene Missive door de hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal Sub dato eergisteren aan deezen Rade gericht tot bijgeleide van een Extract uit Hunner Hoogedelheedens resolutien op dien eigenste datum genoomen met opzicht tot de directie en huishouding in ‘t hospitaal alhier luidende dat Extract als volgt.

‘Extract uit de Resolutien van hunne Hoogedelheedens de Heeren Commissarissen Generaal over NederLandsch Indie en Kabo de Goede Hoop genoomen in ‘t Kasteel de Goede Hoop.’

‘Dingsdag den 28 Augustus 1792.’

‘In nadere deliberatie gelegd zijnde de bevinding der huishouding in het Hospitaal bij de visitatie door Commissarissen Generaal op gisteren in perzoon gedaan, mitsgaders gelet, dat niet alleen het er zeer verre vandaan is dat in de ZiekeZaalen en andere vertrekken geobserveerd zoude worden, die zindelijkheid, welke daar in behoord plaats te hebben, en althans met regt konde worden verwagt, uit hoofde van het excessief getal Bediendens aan het Hospitaal en ten dienste van het zelve g’ affecteerd, maar dat ook in ‘t bijzonder die provisie en andere vertrekken welke staan onder de meer onmiddelijke bestiering van den Opperziekenvader of Schaftbaas Johan DanieL Disandt door de verregaande morssigheid, en confuzie welke daarin heerscht, overvloedig bewijzen de ongeschiktheid van voorm: Johan Daniel Disandt tot deeze bediening.’

‘En geconsidereerd zynde de noodzaaklijkheid dat deeze disordres als welke zelfs de teegenwoordigheid van Commissarissen Generaal niet heeft kunnen doen ophouden door dadelijke correctien werden tegen gegaan en geredresseerd.’

‘So is na deliberatie goedgevonden en verstaan, den eersten oppermeester Johannes Leuwer, als welke door een algemeen toeverzigt over alle de Bediendens zonder onderscheid, behoord te zorgen, voor de bewaring der goede ordre en onderhouding der reinheid en zindelijkheid, in alle de deelen der huishouding, weegens zijne nalaatigheid in de waarneeming zijner Post mits deezen te verwijzen in eene boete van zes maande Gage ten profijte van de Compagnie, met ernstige recommendatie van te zorgen dat ten allerspoedigsten en wel uitterlyk binnen veertien daagen de huishouding in ‘t Hospitaal in ‘t algemeen, en wel voornaamentlijk ook wat aangaat de reinheid en zindelijkjheid op een behoorlijken voet werde gebragt, ten genoege van Commissarissen Generaal op poene van bij faute van dien ofte wanneer bij vervolg in het onderhouden der goede ordre onder alle de Bediendens van het Hospitaal en omtrend alles wat de rijnheid en Zindelijkheid betreft, ietwets mogt bevonden worden te zijn verzuimd, hij als eerste Oppermeester daarvoor aanspraaklijk zal werden gehouden, en als onbekwaam uit zijne gem: post gedimoveerd, en opgezonden na Nederland.’

‘Dat wijders de opperziekevader of Schaftbaas Johan Daniel Disandt uit hoofde van zijn voorschr: schandelijk pligtverzuim zal werden gedeporteerd tot jongste Zieken vaader, gelyk dezelve daartoe gedeporteerd word bij deezen, met ernstige waarschuwing, van zig in die bediening niet behoorlijk acquiteerende zonder de minste conniventie als een onnut en Schadelyk subject te zullen worden opgezonden naar Nederland; en dat Regenten van het hospitaal zullen worden gelast tot de vervulling der bediening van opperziekevader of Schaftbaas met den allereersten een bekwaam perzoon aan Commissarissen Genraal voor te draagen.’

‘Dat Laatstelijk aan Regenten voornoemd zal worden te kennen gegeeven het ongenoegen van Commissarissen Generaal wegens de voorschr: desordres inde Huishouding van het Hospitaal, en hun gerecommandeert daarop bij vervolg naauwkeuriger agt te geeven met verdere Last om in eene expresse daartoe belegde vergadering voor zich te doen verschijnen alle de Bediendens van het Hospitaal en dezelve ten ernstigsten en met de meeste efficacieuse drangreeden aan te beveelen om zig elk in zijne betrekking, van zyne post met alle getrouwheid, yver en naauwkeurigheid te kwijten.’

‘En zal Extract deezes worden gezonden aan den Gezachhebber beneevens den politicquen Raad, mitsgaders diergelijke Extracten van ‘t Hospitaal, den Eersten oppermeester Johannes Leuwer en den Ziekenvader Johan Daniel Disandt tot derzelver informatien en naricht respective.’

’/:was getekend:/ S: C: Nederburgh r:t’

’/:Lager stond:/ Accordeert met voorschr: Resolutie’

’/: en getekende :/ Ed:d Daniels.’

zo is nadat ter ordre van welgemelde Heere gezachhebber ‘t zelve Extract aan de Heeren Leeden des Raads ter Lecture was gezonden, beslooten den Soldijboekhouder te gelasten, de Reekening van den eerste opper Chirurgijn Johannes Leuwer te belasten met de boete van Zes Maanden Gage, hem door de hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal ten profijte der E Comp: opgelegt, en teffens omme ingevolge hunner Hoogedelheedens dispositie de gage van den tot jongste onderziekenvader gedeporteerden Johan Daniel Disandt van ƒ24:- die door hem zijn gewonnen van den 28:e deezer te stellen op ƒ14:- tot zijne tegenswoordige qualiteit Staande.

Den Heere Gezachhebber bij aankomst van ‘t Particulier ingehuurd retourSchip de Geertruij en Petronella Rapport bekomen hebbende dat die Bodem eenige lekkage had bekoomen, is door zijn Ed: direct benoemd eene Commissie van Zeekundigen om de nodige examinatie daar omtrent te doen, en van deeze Commissie heden bij zyn Ed: ontfangen het volgend Rapport.

Aan den WelEdelen Achtbaren Heere J: I: Rhenius opperkoopman en Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop, ende den Ressorte van dien &:a &:a &:a.

‘Wel Edele Achtbare Heer!’

‘UwelEd: Achtb: de Capitains ter zee Willem Udemans Jun:r, Jan Arnold Voltelen, Nicolaas Acker en Anthonij Franciscus Steffers expresselijk hebbende gelieven te Committeeren, omme zig directe te begeeven naar boord van ‘t op heden g’arriveerd particulier Schip de Geertruij en Petronella om g’ adsisteerd met den Baas der Scheepstimmerlieden Meijndert van Eijk, ten overtsaan van den Equipagemeester deezes Gouvernements Cornelis Cornelisz en in ‘t bijweezen van den Schipper Louis Willem Van Rossum, nauwkeurig te onderzoeken welke gebreeken zig aan die Bodem komen te bevinden, en op welke wijze dezelve met de allermeeste Spoed Zouden kunnen werden gerepareerd, mitsgaders wat daartoe zoude behoren te worden bewerkstelligt, en van dit een en ander te doen rapporte in geschrifte’

‘Zo hebben d’ondergeteek: /: bij absentie van Capt: Voltelen :/ zig directe na boord van opgem: bodem begeeven, en was deszelfs Tuig volgens opgave van den Schipper goed en nabehooren, dienende het Schip alleen gecalvaat te worden, vermits hetzelve, meede volgens opgave van denzelven Schipper in Stormweer 16 d:m in de wagt pompt, maar met 30 Slagen Lens tot 9 d:m zynde de reede van ‘t zo Schielijk Lens pompen, dat ‘t Schip Scherp van agteren, en in zijn gat legt, hebbende nog nooit zo veel water in gehad, dat bij de Voorpomp water is gekomen, en maakt ‘t Schip in mooij weêr 16 à 17 d:m in ‘t etmaal.’

‘Het gebrek aan dat Schip is, dat de Lading van Peper bij de pompen komt zodanig dat men genoodzaakt is geweest de pompen te ligten, en, volgens opgave van den Schipper het water uit te Scheppen, om dat zomtijds niet gepompt kon worden, door de meenigte van Peeper die de pompen onklaar maakte; Om zulks te onderzoeken, deeden de pomp aan de gang maaken en pompte geen peper, deeden daarop een man na beneeden, en Schepte Peper op uit het gat, daar de pomp gestaan had, die reeds uitgeligt was en op t dek leijde /: ‘t welk tot een bewijs dient, dat daar peper onder de buikdelling is;’

‘Om aan de tweede lid der Commissie te beantwoorden zo zyn d’ eerste en derde onderget: W: Udemans en A: F: Steffers van gevoelen dat alle de Stortpeper diendt gelost te worden, en inzakken gedaan en schoon opgeveegd, en dezelve weder in ‘t ruim te gooijen.’

‘De Tweede teekenaar N: Acker houd voor dat men ‘t Schip zo ver als de peper legt dient te ontlossen, om alle de peper die misschien tusschen het boord en de zak is geloopen, opte Scheppen, ‘t boord weder te Calfaten, en vervolgens na de gewone Stijl weder te Laaden.’

‘Den Schipper V Rossum raad aan om ‘t agterSchip te lossen tot op de Peperzak als wanneer men zal kunnen zien of de verdere ontlossing noodzakelijk is. Den ondergetek:e Equipagemeester Cornelisz, ten wiens overstaan deeze Commisie is verrigt, is ondergunstige correctie van begrip dat om alle averijen voor te koomen, tusschen dit en Europa , ‘t welk somtijds important zoude kunen zijn, ‘t de Secuurste weg zouden weezen de Peper op te Scheppen, en Lossen en verder de lading tot op ‘t onderlaag uit ‘t Schip te neemen, zo ver de peper langs in ‘t ruim gelegen heeft, die van agteren af byna de helft van ‘t Schip beslaat om alle Peper zo veel mogelijk op te Zamelen om voor te komen, dat men geen reede toe zou Schrijven ‘t op een holl: Comptoir met minder kosten te hebben kunnen doen, dan dat ‘t Schip door storm, leccage krijgende, genoodzaakt was groote kosten in vreemde havens te maaken ofschoon ‘t grootste gedeelte van ‘S Comp: Scheepen gedurende de rhijze ordin: Peper pompen en gewoonlyk een mandje onder de pomp Zet, om de sterke aandrang van Peper te verhoeden.’

‘De onderget: vertrouwen hiermede aan UWelEdele Agtb: g’ eerde intentie te hebben voldaan, en laaten deezen dienen voor pligtschuldig Rapport.’

’/:onderstond:/ Cabo de Goede Hoop, den 28 Aug:s 1792’

’/:was getek:d / Als Gecommitt:s W: Udemans, J:r: N: Acker, A: F: Steffers; M: V Eijk /: ten mynen overstaan:/ C: Cornelisz./ Mij praesent. L: W: van Rossum.’

Welk rapport door zyn Ed: gepraesenteerd geworden zijnde, aan de hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal en hunne hoogedelhedens uit de verschillende gevoelens zo der Gecommitt:s als van den Equipagemeester en den Schipper van Rossum, omtrent ‘t geen zou dienen te worden gedaan om de Pompen te kunnen klaaren hebbende gelieven te amplecteeren, ‘t middel door den Schipper Van Rossum voorgesteld zo zal dienvolgens ‘t agterschip behoorlyk worden gelost tot op de Peperzak om daar door te kunnen ontwaaren of de verdere ontlossing noodzaaklyk zal zijn, welke ontlossing besloten is, te doen geschieden door d’ onderkoopman Adriaan Vincent Bergh, de ordinaire Gecommitteerdens David Kuuhl en Jan Hendrik Fischer en den Adsistent Andries Stockenstroom onder het opzicht van den Heer Keldermeester M:r Jacobus Johannes Le Suëur, zullende van alle de Goederen die gelost werden, behoorlijk recepissen moeten worden afgegeeven aanden Schipper Van Rossum, aan dewelke alle nodige adsistentie zal worden gebooden om de reparatien, die zynen onderhebbende Bodem mogt komen te benodigen voor reekening zynen rheeders ten allerspoedigsten te kunnen effectueeren

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop. Ten dage en Jaare Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret

C. 206, pp. 364-383.

Vrijdag den {17920831} 31 Augustus 1792.

S’ Voormiddags alle Praesent.

Wierd aanvankelijk geleezen het onderstaand Extract uit de Resolutien bij Heeren Commissarissen Generaal op eergisteren genoomen en van wegens hun hoogedelheedens deezen morgen voor ‘t aangaan der Vergadering aan den Heere Gezaghebber ter handen gesteld, om in Raade gecommuniceerd zijnde tot informatie en narigt voor ijder der resp:e Heeren Leeden te strekken.

‘Extract uit de Resolutien van Hun Hoogedelheedens de Heeren Commissarissen Generaal over Nederlandsch India en Kabo de Goede Hoop genomen in het Kasteel de Goede Hoop, op’

‘Woensdag den 29 Augustus 1792’

‘Commissarissen Generaal een en andermaal aan den Gezachhebber Rhenius te kennen hebbende gegeeven hoogstderzelver verlangen dat de Resolutien van den Raad zo klaar en Succinct mogelijk werden geextendeert, met menagement van allen onnodigen ommeslag en melding van Particuliere Adviezen en Zaaken van gering aanbelang, waarmeede dezelve bijzonder zeedert eenige Jaaren zijn opgevuld, en considereerende dat in deeze of geene gevallen daaruit consequentien zouden kunnen worden getrokken, met de intentie van Commissarissen Generaal niet overeenkomende, hebben het noodzakelyk g’oordeeld mits deezen nader te verklaaren;’

‘Dat hoe zeer aan een iegelijk Lid behoord vrij te staan, om, in cas van dissensie met de meerderheid van zijn Sentiment door het laaten doen eener aanteekening in de Resolutien te doen blijken, of ook wel zijn particulier advies in te leeveren, om in de Notulen te worden geïnsereerd, mits zulks geschiede met bescheidenheid en moderate termen, en zo beknopt als de materie zulks toelaat, egter tot de meest Spoedige, efficacieuse en Salutaire directie der Zaaken van dit Gouvernement en tot bevestiging van de auctoriteit, en ‘t Respect der Regeering, hoogst noodzaaklijk is, dat alle de Leeden van den Politicquen Raad, bezield met een en dezelfde Geest om de algemeene belangen te bewerken, en te bevorderen, en met ter zyde Stelling van vooroordeelen en generaalijk van alles wat partikuliere animositeiten kan verwekken, of daaraan voedsel geeven, op een hartelijke en harmonieuse wijze hunne gezamentlijke Talenten en werkzaamheden daartoe doen dienen, met bescheidenheid elkanders adviezen aanhooren en wederleggen, minder met een Zugt om hunne particulier opinien te doen gelden, dan wel om zig van de Waarheid en de beste wijze van behandeling der Zaaken te instructeeren en in alle Zaaken, waarin zij zulks vermogen te doen, zonder aan hunnen plicht in gebreeken te blijven, eene gepaste deference betoonen voor het gevoelen der Meerderheid, als welker besluiten in alle welgeconditioneerde Regeeringen en Collegien even zeer behoorden te worden gerespecteerd, als of dezelve met eenparigheid van Stemmen waren genomen.’

‘Dat mitsdien de gezamentlijke Leeden van den Politicquen Raad zullen worden aangemaand, en gereCommandeerd, gelijk Zij daartoe aangemaand en hun gerecommandeerd word mits deesen, om deze beginzelen en hunne verrigtingen en deliberatien zorgvuldig in ‘t oog te houden, waar door Commissarissen Generaal dan ook met grond Kunnen verwagten, dat van het doen van particuliere aanteekeningen, en ‘t doen insereeren van particuliere adviesen niet dan Zeldzaam, en in enkeLde gevallen gebruik zal behoeven te worden gemaakt, en de kortheid en klaarheid in de extensie der genome Resolutien meer dan jegenswoordig zal kunnen worden betragd.’

‘En zal Extract dezes worden ter hand gesteld aan den Gezachhebber Rhenius, ten einde zulks te brengen ter kennisse van den Raad van politie, tot derzelver informatie, en om zig daarna te reguleeren.’

‘Was get:d S: H: Frijkenius, r:t Accordeert met voorschr: Resolutie’

‘Was Get:d Ed:d Daniels.’

Welk Extract indeszelf gantschen zamenhang is verstaan zig ingevolge haar hoogedelhedens daarbij gemanifesteerde begeerte voor ‘t vervolg pligtschuldiglijk tot een vaste cijnosure te doen dienen, waarom dan ook aan ieder Lid des Raads daavan dadelyk zal werden ter Handen gesteld een exact gecollationeerde authenticque Copij.

Ook is op het te kennen geeven van den Heer Cassier de Wet, dat de Burgers Sebastiaan Rothman, Matthias Pieter Taute en Christiaan Bam, derzelver op heeden verscheenen pagtpenningen voort ‘t aangaan der Vergadering nog niet hadden opgebragt, geresolveerd, zo wel den eerstgem: die tot nog verzuimd heeft, de onder den 28 dezer van hem gevorderde opgave zyner Effecten en Borgen te doen, als de twee laastgenoemde te stellen in handen van ‘t officie Fiscaal om tegens dezelve tot de betaling der voorsz: onopgebragte Pagtpenningen naar behooren voor den Raade van Justitie te procedeeren.

Vervolgens na voorgaande klokken geklep en uitroepinge vanden Bode volgens het Jaarlijks gebruik op nieuw getreeden zijnde tot de publicque Verpagting der gemeene middelen en Inkomsten deezes Gouvernements, navolgens de dieswegens geaffigeerde Billetten, en de daarvan voorgeleezene Conditien, zo als die bij dezen Raade ontworpen en gearresteerd, mitsgaders bij Heeren Commissarissen Generaal goedgekeurt en bevestigd zijn geworden, zyn dezelve ingemeind door alzulke Perzoonen en tot zodanige Prijzen, als hieronder Staat uitgedrukt te weeten.

'T Moutbier
Jan de Goede       ƒ4200:
Brandewijnen
Eerste Quart Jacob Wispeler ƒ11500:
Tweede d:o Hendrik Matfeld 13000:
Derde d:o d:o d:o 12000:
Vierde d:o d:o d:o 11500: 48000:
Vaderlandsche Bieren en Wijnen
Jan Luite       d:o 2650:
Caabse Wijnen
Eerste Quart Siewert Wiid Junior ƒ12100:
Tweede d:o d:o d:o d:o d:o12100:
Derde d:o d:o d:o d:o d:o11000:
Vierde d:o d:o d:o d:o d:o13000:
      ƒ48200:
de Generale Pagt derzelve
Daniel Hugo       d:o 51500:
Kaabse Wijnen &:a aan 't Rondebosje en Baaijfals
Johannes Paulus Eksteen Pietersz:       d:o10500:
Koele en Brandewijnen, aan Stellenbosch en Drakenstein
de Wed:e Jan Rijnders       d:o1600:
D' Impost, op de wijn, Arak en Brandewijn aan Vreemde Natiën geleverd werdende
Fredrik Herwich       d:o 9600:
Zodat de geheele pachpenn:te zamen bedragen       ƒ127650:
'T Moutbier
Jan de Goede       ƒ4200:
Brandewijnen
Eerste Quart Jacob Wispeler ƒ11500:
Tweede d:o Hendrik Matfeld 13000:
Derde d:o d:o d:o 12000:
Vierde d:o d:o d:o 11500: 48000:
Vaderlandsche Bieren en Wijnen
Jan Luite       d:o 2650:
Caabse Wijnen
Eerste Quart Siewert Wiid Junior ƒ12100:
Tweede d:o d:o d:o d:o d:o12100:
Derde d:o d:o d:o d:o d:o11000:
Vierde d:o d:o d:o d:o d:o13000:
      ƒ48200:
de Generale Pagt derzelve
Daniel Hugo       d:o 51500:
Kaabse Wijnen &:a aan 't Rondebosje en Baaijfals
Johannes Paulus Eksteen Pietersz:       d:o10500:
Koele en Brandewijnen, aan Stellenbosch en Drakenstein
de Wed:e Jan Rijnders       d:o1600:
D' Impost, op de wijn, Arak en Brandewijn aan Vreemde Natiën geleverd werdende
Fredrik Herwich       d:o 9600:
Zodat de geheele pachpenn:te zamen bedragen       ƒ127650:

Den Heere Dispencier Van Reede van Oudtshoorn hierna overgelegd hebbende d’onderstaande memorie houdende verzoek tot qualificatie om wegens ontstentenis van eene Sufficiente quantiteit Rijst en Zuiker in S’ Compagnies Maguazijnen het noodige te moogen in koopen om daaruit de dagelijkse verstrekkingen te kunnen gaande houden, en teffens aan de Gemachtigdens van den Heere Gouverneur Van de Graaff, te kunnen aflangen het geene zijn Ed: bij Resolutie van den 28: ste deezer van dezelve Articulen in natura is toegelegd.

Aan den WelEdele Achtb: Heer Johannes Izaak Rhenius Gezachhebber dezes Gouvernements benevens den E Achtbaren Politicquen Raad.

‘Wel Edele Achtbaere Heer! & E: Achtbaere Heeren!’

‘De ondergeteekende Dispencier met het begin deezer maand, volgens de boeken nog te verantwoorden gehad hebbende 23633 lb Rijst heeft daarvan zedert door hem moeten worden verstrekt, zoo aan de Scheepen, als differente Posten en wel zodanige Posten als aan wien het randsoen van rijst in geen Meel heeft kunnen werden afgegeeven, 17950 lb:e dat dus den voorraad van 23633 lb:e op 5683 lb heeft Verminderd.’

‘Daar nu Uwel Edele Achtb: het besluit hebben genoomen de Emolumenten van den Heer Gouverneur Van de Graaff tot ultimo April jongstleeden in Natura te laaten verstrekken; vind zig den onderget: in de noodzakelijkheid gebragt, ten eïnde aan dat besluit te kunnen voldoen, UwelEdele Achtb: te verzoeken de qualificatie tot den inkoop van 20317 lb: rijst, Zo omme te Strekken om de aan voorschr: Heere Gouverneur competeerende 15000 lb rijst te kunnen afgeeven als om daaruit de verstrekkingen van nog 11000 lb; die primo September aanstaande, aan het Hospitaal, Robben Eyland , SlavenLogie &:a zal moeten geschieden, te kunnen doen.’

‘En dewijl onder de Zo evengem: emolumenten almeede in natura zal moeten werden afgegeeven, Vijftig ponden Candij Zuiker, waarvan geen Restant aanhanden is, verzoekt den onderget: alverder tot dies inkoop van Uwel Edele Achtb: de nodige permissie.’

’/: in margine:/ /: get:d:/ W: F: V: Reede van Oudtshoorn. Overgegeeven in Rade den 31 Aug:s 1792.’

Zo is verstaan de verzogte qualificatie tot den inkoop van

20317 lb Rijst, en

50 d:o Candy Zuiker.

Aan den Heere van Reede Van Oudtshoorn te verleenen gelijkdezelve aan zynEd: verleend word bij deezen.

Laatstelijk door den op voorm: 28 deezer tot mattroos gedeporteerden en als toen te gelijker tijd inde Hoofdwagt in arrest gestelden geweezen Procureur Jacobus van Leeuwen gepraesenteerd zijnde het onderstaand Request.

‘Request aan den E: Achtb: Heer Johannes Isaack Rhenius, Gezaghebber dezes Gouvernements benevens den E Achtbaren Raade van Politie &:a &:a &:a’

‘E, Achtbaare Heer! En E, E, Achtbaare Heeren!’

‘Geevende met verschuldigde Eerbied te kennen UWE Agtb: zeer onderdanigen Suppl:t den Burger en g’admitteerd Procureur Jacobus van Leeuwen.’

‘Hoedat by Suppl:t op den 28 dezer bij den E Agtb: Heer Gezaghebber ontboden zig zo spoedig als mogelijk was aldaar heeft vervoegd,’

‘Dat na een weinig vertoevens voor de Vergadering zaal na alvorens door den Bode aan den E Achtb: Heer was aangediend, wierd door zyn E Achtb: aan den Suppl:t aangezegd, dat den onderget: Suppl:t by besluit dier illustre vergadering was gedeporteerd van zijn ambt als Procureur en vervolgens na ‘t Vaderland Stond verzonden te worden, en ingevolge ordre van Zyn E Achtb: tot heden ten dezen Kasteele by den Wagthebbende Sergeant der Hoofdwagt, g’arresteerd is.’

‘Dat den Suppl:t na zig een weinig te hebben bedaard, begon te bezeffen dat hij zijn huis Subiet had verlaten zonder eenige ordre ofte Schikking op zijn huislijke zo min als de hem aanvertrouwde Zaken van andere Lieden te Stellen. dus eenige zyner bekende en zo hij vertrouwde goede vrienden bij hem verzogt heeft, om uit hun een of twee aan te stellen als Gemagtigdens om ingevalle ‘er geen verandering ofte verzagting in dit hem aangekondigt besluit mogte komen zijne menigvuldige Zaken zoveel mogelijk te beredderen en in ordre te brengen, dog dat hij tot overmaakt van zijn verdriet niemand heeft Kunnen beweegen, om in zyn affaires te treeden; ten zij den Suppl:t in Staat gesteld wierd hun alle zijne papieren en Effecten in forma en ordre perzoonelijk overtegeven, en terhanden te stellen.’

‘Dus in deeze verlegendheid en zugtende onder ‘t Smertlijke van Zulk een lot in zijne aanzienlyke hooge Jaaren, keerd hij zig ten eerbiedigste tot UWE Achtb: met ootmoedig verzoek dat het UWE Achtb: hooggunstig behaagen mogen; hem te tollereeren om ten zynen woonhuize, de menigvuldige en ongeredderde Zaaken van anderen zo wel als zijn eigen huisselijke te arrangeeren, in ordre te brengen en is, ‘t nood aan zyne gemagtigdens overtegeeven, terwijl hy Suppl:t beloofd in submissie af te wagten de besluiten die UWE Achtb: over hem zullen gelieven te neemen, met wydere Smeekingen, dat UE Achtb: hem gelieven te beschouwen en considereeren als een bedaagd man, die zeedert lange Jaaren aan dit land en Climaat gewoon, Ja zelfs door UW: E Achtb: met ‘t vertrouwen gehonoreerd, om zyn meede Ingezeetenen te adsisiteeren, en hun en den E Achtb raad van Justitie van eenig nut en dienst te zijn, en dus van geen wangedrag of slegt comportement berugt, en die voor UWE Achtb: Ja zelfs voorden oppersten Regter van’t Heeläl betuigd, dat zijn misdaad, waarvan hij nog maar weinig onderrigt is, ontstaat uit Losse ongegronde reedenen, en geenzints uit Zugt om Seditie ofte verwarring te veroorzaken, volkomen bereid, om hen die zig beledigd agten debillijkste voldoening te geeven’

‘’T Welk doende &:e /:get:d / J: V Leeuwen. Cabo de Goede Hoop den 30 Aug:s 1792’

Is om reedenen den Raade daartoe moveerende wel niet raadzaam geoordeeld toe te staan, de supplt: verzoek om zig ten zynen woonhuize te mogen begeeven, dog egter beslooten, hem, een convenabel vertrek tendeezen casteele te doen aanwijzen, alwaar hij met zyne Gemagtigdens tot het Schikken Zo wel zyner eigene, als de hem aanvertrouwde affaires gevoeglijk zal kunnen vaceeren.

Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd in ‘t Kasteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l Secret

C. 206, pp. 384-388.

Saturdag den {17920901} 1 September 1792.

S’ voormiddags bij omvraage alle praesent.

Den onder gisteren vermelden gedeporteerden Procureur Jacobus van Leeuwen op de bekomene communicatie dat deszelfs bij requeste gedaan verzoek om zig naar zijn huis te mogen begeeven ter bereddering zijner eigene affaires, en overgave van die welke hem door anderen zyn aanbetrouwd, gedeclineerd was geworden, heeden zijne instantien met zo veel Submissie en aanhoudendheid hebbende koomen te renouvelleeren dat den Heere Gezachhebber reflexie staande op S’ Mans hooge Jaaren en zyne thans betoonde dociliteit en onderwerpelijkheid zig wel heeft willen doen beweegen om met agreatie en toestemming van Heeren Commissarissen Generaal aan de overige Heeren Leeden des Raads in bedenking te doen geeven of men niet, schoon onverdiend, uit bijzondere consideratie in zo verre van ‘t voorsz: besluit onder gisteren genoomen zoude kunnen afgaan dat als nu aan gem: Van Leeuwen onder zeekere gepaste restrictien en bepalingen deszelfs Bede wierde geaccordeerd; Zo is geconsidereerd wel opged: Heeren Commissarissen Generaal hoogstderzelver bewilliging tot de voorschr: propositie van den Heere Gezachhebber wel hebben gelieven te verleenen, en daaruit is afte leijden dat haar Hoogedelhedens er meede niet aliëen van zouden weezen, om in deezen met gemelden Submissen Suppliant eenige toegeeflykheid te gebruiken dan ook bij de meerderheid des Raads beslooten als nu aan meergerepten Van Leeuwen de verzogte permissie toe testaan, om zig naar deszelfs huis te moogen begeeven om zo wel op zijne eigene zaaken ordre te kunnen stellen, als van die van anderen hem aanbetrouwd transport en overgaave te doen aan zodanige Perzoonen als dewelke zich met de administratie derzelve zullen willen belasten, zo nogthans dat door hem van Leeuwen, alvoorens deszelfs arrest te verlaaten zal moeten werden gesteld sufficiente Cautie ten genoegen deezer Regeering, dat zig altoos en ten allen tijde, op de eerste requisitie des Raads, wederom ten dezen Casteele inde Hoofdwagt, dan wel op zodanige andere plaats sisteeren zal, als daar ‘t de Regeering geraaden mogte oordeelen de tegenwoordigheid van zyn Perzoon zelve te vorderen, ofte te doen vorderen.

Aldus Geresolveerd ende G’arresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop ten dage en Jaare voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret