Skip to content

C207 v1.20

C. 207, pp. 7-19.

Dingsdag den {17920904} 4 September 1792.

bij omvraage alle praesent.

Door den Brouwer van het Kaapsche Moutbier en de respective Pachters van de sleet der Wijnen en sterke Dranken, Zo in dit Kaabse-als-in-de-buiten-districten, ingevolge de Conditien waarop de verpagting op den 31 der evenafgeweeken maand Augustus is geschied bij requeste verzoek gedaan zijnde, om hunne dranken uit de door hen opgegeevene Huizen en daarbij benoemde Perzoonen te laaten slijten en vertappen, zo is zulks in maniere als volgt aan hen g’accordeert, namentlijk

Aan den brouwer van ‘t Kaabse Moutbier Dirk Gijsbertus van Reenen om zijn Bier te laaten verkoopen door Johannes Hannosius,

Leendert Huibrecht

Johannes Schreuder

Pieter Erson

Jan Papendorp

Adam SiedeL

Willem Arendse, en

Jonas Lombaard;

Aan Jacob Wispeler, Pachter van ‘t eerste perceel der Kaapse Brandewijnen, om de zelve te laaten vertappen,

door Johannes Sweld en

Johannes Rusbach;

Aan Hendrik Mattfeld, Pagter van ‘t tweede, derde en Vierde Perceel der Kaapse Brandewijnen, om deeze Drank te laaten slijten door

Carel Goor

Huibert Veldhuizen

Jan Kannemeijer

Pieter van Stake

Johannes Visage en

door hem zelfs.

Aan Jan Luijten, Pachter van de Sleet der Vaderlandse Wijnen en Bieren om deeze dranken te laaten vertappen door.

Fredrik Kannemeijer en

Hendrik Welchen

Aan Johannes Paulus Ecksteen, pagter van de Sleet der Dranken aan’t Rondebosje en Baaifals , om dezelve te laten verkoopen en vertappen op de volgende plaatzen, als

Uit twee Hutten aan de Zoute Rivier op S’ E Comp: Land ‘te extrueeren.

Uit een Huisje aan de drie Koppen op zijn eigen Land geleegen;

Op S’ E: Comp: geweezen Post de Schuur

Aan Muizenburg en

In Baaifals .

Van welk een en ander de nodige kennisse zal worden gegeeven aan den ad interim Fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs met recommendatie zorgvuldig te waaken dat geene perzoonen ofte andere Plaatzen zo door den Brouwer als respective Pachters tot ‘t Slijten uitventen en vertappen van Bieren, Wijnen en sterke Dranken worden g’emploïeerd en gebeezigd, als de hiervoren beschreeven, zonder dat de gemelde Brouwer of Pachters daartoe van deezen Raade permissie zullen hebben bekoomen.

De onderkoopman en opziender van S’ E Comp: Houtmagazijn Pieter Diederik Boonacker bij Requeste verzoek gedaan hebbende, omme ten zynen dienste uit ‘t Houtmagazijn te mogen worden g’adsisteerd met 8150 graauwe Moppen zo is, aangezien daarvan ruim 53000 restant komen te verblijven, goedgevonden en verstaan de verzochte quantiteit van 8150 aan hem te laaten verstrekken, mits alvorens dies bedragen naar de ordres bereekend in de Cassa der E: Comp: door hem betaald worde.

Wyders bij den Heere Gezachhebber op heden ontfangen en geopend zynde eene Missive door de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal aan deze Regeering geschreeven, waarbij hunne Hoog Edelhedens gelieven te betuigen vernomen te hebben, dat veele Lieden zich verstouten van bij Judicieele of extra judicieele Geschriften te bezigen, expressien, aanlopende tegens het respect, aan de wettige Overigheid, publicque Collegien en Ambtenaaren verschuldigt, mitsgaders dat hoogstdezelve zulks beschouwen als ten uittersten nadeelig voor de goede ordre en auctoriteit der Regeering in dit Land, en dat, ten einde daarïn te voorzien hunne hoogedelhedens op gisteren hadden gelieven te arresteeren de navolgende Publicatie

‘Publicatie’

‘De Commissarissen Generaal over geheel Nederlandsch Indië en Kabo de Goede Hoop, representeerende zijne doorlugtige hoogheid, den Heere Prince van Orange en Nassauw, Erfstadhouder, Capitein Generaal en Admiraal der vereenigde Nederlanden, Opperbewindhebber en Gouverneur Generaal van de generaale, geoctroijeerde, nederlandsche Oost-Indische Compagnie en de Heeren Bewindhebberen, gecommitteerd ter Vergadering van Seeventienen de gemelde Compagnie representeerende; - Allen den geene die deezen zullen zien of hooren leezen Salut, doen te weeten,’

‘Alzo Wij vernomen hebben dat zommige Perzoonen zig niet ontzien zo bij Judicieele als extra Judicieele Schriftuuren, Memorien, Requesten en wat diergelijke meer is, gebruik te maaken van expressien, aanlopende tegens de betamelijkheid en het respect aan de wettige Overigheid en Publicque Collegien of Ambtenaaren verschuldigd, het welk niet anders strekken kan dan om de goede ordre en behoorlijk ondergeschiktheid te ondermijnen en in een Land van goede politie niet kan nog behoord te worden getolereerd.’

‘So is ‘t dat Wij begeerende daarïnne efficacieuselijk te voorzien een iegelijk van wat staat ofte conditie hij ook zij, verbieden en interdiceeren, om in eenige Schriftuuren, Memorien Requesten, of andere zoortgelijke geschrifte het zij dezelve zijn Judicieel of extra-Judicieel, zich te bedienen van uitdrukkingen of bewoordingen strydig tegens de betamelijkheid en het respect aan de wettige Overigheid en Publique Collegien of Ambtenaaren verschuldigd; op poene dat de opstellers en inleeveraers van zodanige geschriften, waarin diergelijke onbehoorlyke expressien voorkomen, zullen verbeuren voor de eerste reize een boete van Vijftig Ryxdaalders, te verdeelenà usu, en bovensdien arbitralijk werden gecorrigeerd, naar exigentie van zaaken; voor de tweede reize eene boete van Tweehondert Rijxd:s te verdeelen als booven, behalven gelijke arbitrale correctie, en zig weder ofte voor de derde reize daaraan Schuldig maakende, zullen verbeuren eene boete van Vijfhondert Ryxdaalders, in zelver voegen te verdeelen en ten eeuwigen dage uit deeze Colonie ende den ressorte van dien zullen worden gebannen.’

‘Lasten en Beveelen voorts wel expresselijk den Raad van Justitie, en den fiskaal deezes Gouvernements te zorgen dat deeze tegenswoordige Onze Publicatie punctuelyk werde geobserveerd en nagekomen, en de goede hand daaraan te houden en te doen houden, procedeerende en doende procedeeren, teegens de Overtreeders vandien zonder Oogluikinge, faveur, dissïmulatie of verdrag, want Wij zulks alzo ten algemeenen beste bevonden hebben te behooren.’

‘En opdat niemand hiervan ignorantie praetendeere zal deeze alomme werden gepubliceerd en geaffigeerd, daarmen gewoon is zodanige publicatie en affixie te doen.’

’/:onderstond :/’

‘Aldus gedaan en gearresteerd bij Hooggemelde Heeren Commissarissen generaal in’t Kasteel de Goede Hoop den derden September Zeeventien-hondert-twee-en-negentig.’

‘was getek:d S: C: Nederburgh. S: H: Frijkenius’

’/:in margine:/ ‘t Cachet van de generaale Nederl: O: I: Comp: in rooden lacque gedrukt Ter ordonnantie van Haar Hoog Edelheedens /:was getek:d / Ed:d Daniels.’

Met last dezelve na den inhoude vandien te doen publiceeren en affigeeren, zo is, nadat de voormelde Missive hunner Hoogedelheedens en de daarbij gevoegde publicatie bij de overige Heeren Leeden des Raads ter lectuure was gepraesenteerd, unanime beslooten, omme ter pligtschuldige opvolging vande ontfangene Beveelen dezelve Publicatie op morgen ochtend de klokke neegen Uuren te doen Publiceeren, en voorts zo hier als in de Buiten districten te doen affigeeren, overäl waar zulke affixien gewoonlijk geschieden ten einde niemand van de zelve eenige ignorantie zal kunnen praetendeeren.

Aldus Geresolveerd ende G’arresteerd In het Casteel de goede Hoop Ten dage en Jaare voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret

C. 207, pp. 20-25.

Donderdag den {17920906} 6 Sept:ber 1792

Alle praesent.

Na de afrhijze van ‘t fregat de Meermin ‘t welk onder den 26 Aug:s Jongstl: ter adsistentie van het in de Saldanha-baaij ter houwgekomen retourschip Macasser naar gem: Baaij geprojecteerd geworden, en t’ zeedert ook op den 29 dato daaraan aldaar bij geciteerden Bodem ten anker gekomen is, bij den Heere Gezaghebber ontfangen zynde diversse Missives zo vanden Capitain Klaas Keuken en Capitain Lieutenant de Baer, als vanden posthoudende Sergeant Stofberg, waaruit, tezamen genomen blijkt dat de Schadens dewelke het voorm: retourschip Macasser inde Stormen heeft bekoomen waarmede ‘t zelve op ‘t Riff van Anguillas heeft moeten worstelen en door dewelke het zelve onderanderen meede genooddwongen is geweest de Saldanhabaaij te moeten inloopen; behalven de bereids onder voorsz: 26 Aug:s vermelde, bestaan in een breuk aan de focke Mast en een dito aan de boegspriet, die zig bovensdien aangestooken bevind;- dat ook de naaden buiten en binnens boords, gelijk mede de onderste laag Schutpoorten zijn ontzet, en apparentelijk al de Zuiker daarbij ten eenemaale zal weezen gesmolten, aangezien ‘t Schip is bevonden van vooren 1 1/2 Voeten en van agteren 2 Voeten geligt te zijn, invoegen het zelve allerwaarschijnlijkst ten eenemaale ontlost en verstuwd zal moeten werden - doch dat egter, doorde Zieken der Equipage, dewelke over ‘t geheel aan de Loop is laboreerende, in tenten aande waL te Logeeren endezelve dagelijks zo veel mogelijk van verversching te voorzien, en met de toegezondene adsistentie van hier, de defecten door ‘t opleggen van wangen, mitsgaders Calfaaten, Knoopen en Splitzen naar d’ omstandigheeden en de aan handen zijnde middelen te verhelpende zaaken welhaast daarheen zullen weezen gederigeerd dat dien Kiel deszelfs praesente legplaats zal kunnen verlaaten en naar deeze rheede opkomen, te meer daar de lekkage door de voorsz: rijzing van ‘t Schip boven water geraakt zijnde, voor ‘t grootste gedeelte is gecesseerd en welopged: Heere Gezaghebber met al dit voorenstaande te gelijker tijd ook aan de overige Heeren Leeden des Raads hebbende doen bedeelen dat zijn Ed: op de voorschr: ingekomene narigten den Capitain Lieutenant de Baer bij Missive hadde gelast met deszelfs onderhebbende Bodem de Meermin het voorsz: retourschip Macasser bij te blijven, tot dat in staat zoude weezen herwaards op te komen ten einde hetzelve als dan te gelijden, of ‘t onverhooptelijk mogte gebeuren dat op dat traject uit de Saldanhabaaij na deeze Rheede ‘t een of ander quame voor te vallen, waarbij een prompt Secours van dienst en noodzakelijk zoude kunnen zijn, terwijl bovensdien zo wel hij Capitain Lieut: de Baer als den Capitain KLaas Keuken teffens waaren aangeschreeven ende g’ exhorteerd alle mogelijke devoiren aan tewenden, om ‘t dikwils gem: Schip Macasser zo spoedig doenlijk te brengen in dien staat dat met genoegzame gerustheid zal kunnen Zeebouwen om ditheen te steevenen;- Zo is ‘t een en ander voor Communicatie aangenoomen zynde, besloten ‘t verrigte door den Heere Gezachhebber in deezen allezints t’ approbeeren, en mitsdien te verbeiden de verscheining van dikwilsgem: retourBodem Macasser ter dezer rheede alvoorens omtrend dezelve iets verders ofte meers te doen onderneemen ofte bewerkstelligen.

Wijders is op verzoek vanden WelEdelen Gestrengen Heere J: O: Vaillant Capitain ter zee in dienst vanden Lande en in dezelve qualiteit ‘t ter rheede leggend frequat van Oorloge de Zephir Commandeerende bij omvrage ter ordre van den E Achtb: Heere Gezachebber gedaan, besloten, Regenten van ‘t Hospitaal te qualificeeren en tegelasten, gelijk dezelve gequalificeerd ende gelast werden bij deezen, ten dienste der Equipage van ‘t gem: freguat uit den voorraad van ‘t geciteerd Huis te verstrekken 20 p:s Wolle Dekens; 20 p:s Matrassen 15 p:s en Kussens waarvan ‘t bedragen door zijn Ed in de Cassa der Comp: Zal Kunnen worden betaald dan wel op zyn Ed: onkostreekening worden belast.

Aldus Geresolveerd ende G’arresteerd in’t Kasteel de Goede Hoop ‘ten dage en Jaare Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] O: G: de Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret

C. 207, pp. 26-110.

Vrydag den {17920907} 7 September 1792.

S’ voormiddags alle praesent behalven den Heere van Reede van Oudtshoorn.

Met het thans alhier ter rheede aanweezend ingehuurd Schip de Geertruij en Petronella abusivelijk van Batavia naar Nederland verzonden zijnde een Rol goed in steede van een Rol slegt Zeildoek, dewelke men zig voorgesteld had te doen inscheepen, schoon die ook voor slegt op de Factuur van gem: Bodem is bekend gesteld, en haar Hoogedelens de Heeren der hooge Indiase Regeering bij eene Missive ten dien einde expresselijk aan deezen raade gerigt, gedateerd 15 Junij 1792 en met sComp: Retourbodem de Constitutie op den 31 der evenafgeweekene maand Augustus ontfangen met opzigt tot voorsz: Rol Zeildoek hebbende gelieven te gelasten, dat dezelve van de Overheden van eerstgem: Kiel zoude moeten opgeeischt en alhier ten gebruik aangehouden werden: Zo is na dat geresumeerd en g’ arresteerd waaren de Resolutien en omvraagen van den 28, 30 en 31 dito mitsgaders 1 en 4:de deeser aanvankelijk beslooten de geciteerde bij abuis te Batavia in ‘t Schip de Geertruij en Petronella afgeladen Rol goed Zeildoek van d’ overheeden diens Bodems te doen afvorderen, ten einde bij de Boeken ingenomen en voorsz: Hoofdplaatze ten goede gebragt zijnde, ten deezen Gouvernemente voor S’Comp: ommeslag te werden aangewend.

Vervolgens is geleezen eene Missive van Heeren Commissarissen Generaal onder den 1:ste deezer geschreeven, dienende ten geleide van twee Extracten uit hunner Hoog Edelhedens Resolutien vandien eigensten datum, contineerende Hoogstderzelver dispositien op zeekere Requeste door Johan Fredrik Herwich als Pagter van ‘t accijs op ‘t Caabs Moutbier, mitsg: eene Memorie door den Capitain Lieutenant militair bij ‘t Regiment van Wurtemberg , J: C: F: von HugheL aan hun Hoogedelhedens gepraesenteerd.

En nadien daaruit consteerd dat Heeren Commissarissen Generaal, op de formatien diendweegen van deezen Raade gevordert en bekomen, niet zyn getreeden in de verzoeken van gem: Herwich, maar dezelve hebben geweezen van dehand, onder te kennengeeving van welderzelver hoogstmisnoegen over de weinig gemesureerde expressien waarvan hij suppl:t zich bij voorsz: Requeste heeft bediend, met last zig in ‘t vervolg voor diergelijke soigneuselijk te wagten op poene van ernstiger correctie.

Doch, dat hoogstged: haar hoogedelhedens daarentegen op de representatien van den Capit:n Lieut: von Hughel hebben goedgevonden en verstaan, uit consideratie dat een gedeelte van het Regiment van Wurtemberg zig thans op Ceilon bevind, te passeeren ‘t besluit bij deezen Raade genoomen, om alhier aante houden een capit:n Lieut, een Lieut:t, vier Sergeants, vier Corporaals, en een Chirurgijn, om over de passeerende Recruiten van het zelve Regiment opzigt te houden, en overigens de voorsz: Memorie beneevens S’ Raads berigt op dezelve, te zenden aande Vergadering van 17:ne ten einde door haar wel Edele Hoog Achtb: daar op zodanig zoude kunnen werden gedisponeerd als zal g’oordeeld worden te behooren.

Met Last aan den Heere Gezachhebber en den verdere Raade, om met opzigt tot de overige Poincten in voorsz: Memorie vervat de zaken te laaten op den tegenswoordigen voet, tot dat daaromtrend bij dezelve de intentie der Vergadering van XVIJ:nen zal zijn vernomen.

En om zo veel nodig van dit een en ander aan voorm: Capit:n Lieut: Von Hughel kennisse te geeven. Zo is verstaan zig al het vorenstaande eerbiediglijk te laaten strekken ter informatien en narigt, en terwijl men zal inwagten de nadere ordres der Hoog Edele Heeren XVII:nen nopens de poincten bij de Memorie van den Capit: Lieut: von Hughel voorkomende dewelke aan hoogstderzelver finaale decisie zyn geremitteerd, intusschen van al ‘t geen hier boven uit de Resolutien van Heeren Commissarissen Generaal is overgenomen, voor zo verre hem zulks concerneerd:/ aan denzelven capitain Lieutenant von Hughel een g’authentiseerd Extract te laaten afgeeven om zig daarna te gedraagen.

Hierna nog geleezen zijnde eene andere Missive van hoogstgedagte Heeren Commissarissen Generaal, vanden 3 deezer almeede een Extract geleidende uit hunner Hoogedelhedens besluiten ten zelven dage genomen of een berigt door den Landdrost en Heeemraaden van Zwellendam ingevolge ende ter voldoening aan hoogst der zelver requisitie ingezonden nopens een verzoek door zommige Ingezeetenen der gem: Colonie bij meerged: haar Hoogedelhedens ingediend, tendeerende om te werden ontheven van de betaling van ‘t gewoone Pontgeld.

En uit dat Extract al meede zijnde gebleeken dat Heeren Commissarissen Generaal ook dit verzoek gedeclineerd en de Supplianten gelast hebben zonder uitstel te voldoen aan de reeds meermaalen gegeevene Bevelen tot de betaling van hunne agterstallige Pontgelden.

Is dierhalven besloten, dat om van wegens deezen Raade aan voorsz: hunner Hoogedelhedens dispositie behoorlijk de hand te houden, en dezelve zo doende effect te doen sorteeren, bij Publicatie en Affixie van Billetten aan alle ende een ijgelik die ‘t concerneert zal gelast werden deszelfs agterstallige Pontgelden op te brengen en af te leggen uitterlijk bij expiratie van ultimo deCember aanstaande, bij poene dat anderzints wanneer zij daarmeede langer ingebreeken blijven tegens hun zonder eenige verdere consideratie tot de betaling zal werden geprocedeert in regten.

Nadat een en ander overgegaan zijnde tot de resumptie van ‘t zeer g’eerd aanschrijvens der Heeren van de Hooge Indiase Regeering de dato 24 Februarij deezes Jaars op den 11 Junij daaraanvolgende alhier aangebragt met het schip de Catharina Johanna behelzende diverse poincten dewelke dispositie ofte rescriptie vorderen,- is daarop naar aandagtige overweeging van zaaken geresolveerd; dat men met stilzwijgen passeerende al het geen den Rade slegts ter informatie en narigt moet Strekken de vrijheid neemen zal in eerbiedig antwoord op dezelve missive haar WelEdele Groot Achtb: aanvankelijk met betrekking tot welderzelver remarques dat het singulier voorkomt dat S’Comp: slaaven niet bekwaam zouden zijn, tot werken, waartoe die van partikulieren kunnen worden gebruikt t’ informeeren.

Dat wanneer door de geordonneerde afschaffing van de Post de Schuur de noodzakelijkheid daar kwam te zijn om zig het voor s’Comp: ommeslag benodigt Hout op eene andere wijze te procureeren, en daartoe geen beter nog voordeeliger middel kon werden uitgevonden, als het zelve door slaven te laaten kappen en aandraagen, deezen Raade niet Zoude hebben nagelaaten daartoe in alles bij praeferentie t’employeeren Lijfeigenen der E Comp: indien se daartoe niet in de onmogelijkheid was gesteld geweest, door dat eensdeels de ordres om de Schuur en dies geheelen ommeslag te verkoopen en af te schaffen, gepaard kwam te gaan met een andere ordre om het grootste gedeelte van S’Comp: Slaaven te verkopen door welkers executie men, voor dat dezelve nog volkomen was volbragt, zig reeds belemmerd vond, om de ordinaire verrigtingen der gem: Dienstbaare persoonen naar behoren te kunnen doen voortgaan, en ten anderen geene der Lijfeigenen van d’ EComp: immer bevoorens tot het Kappen of aandragen van Hout g’emploijeerd zijinde geweest, men dat werk, waartoe eene zeekere bekwaamheid word vereischt die alleen door exercitie kan worden verkreegen, nimmer door hen alleen had kunnen laaten verrigten; dan dat deezer Rade egter vertrouwd by de Schikkingen door dezelve op ‘t voorsz: sujet beraamd, en ter executie gelegd, te hebben betoond hoe zeer zij zelve overtuigd is van de noodzaakelykheid, om wanneer de dagelijksche bezigheden van de nog overgebleevene Lijfeigenen der E Comp: zulks mogten toelaaten, alleen deezes Comp:s Slaaven tot dat werk t’emploijeeren, aangezien, hoe veel moeite het ook heeft gekost, die Lijfeigenen bij andere werken te kunnen ontbeeren, directelijk by de 40 bekwaame ingehuurde Slaaven ook 20 van die der EComp: zyn gebruikt geworden welke het omvellen en aandraagen van ‘t Hout, van de eerste leerende, ook gewisselijk wanneer zig gelegenheid mogt opdoen het voorschr: werk alleen door Comp: Slaaven te kunnen laaten verrigten, instaat zullen werden bevonden hetzelve aan de overige, die daartoe mogten werden gedestineerd, op hunne beurt aan te leeren, waarom deezen Raade dan ook vertrouwd dat haar welEdele Groot Achtb: haare handelingen hieromtrend, als een zaak waarbij alle mogelijke menage is geobserveerd en de Comp: aanzienlijke voordeelen toegebragt, om de geallegueerde reedenen wel met hoogstderzelver goedkeuring zullen gelieven te vereeren.

Dat wijders nopens de aangehaalde klagten der Scheeps overheeden over de ontoerijkende voorziening van Brandhout bij hunne afrijze van hier en haar Wel Edele Groot Achtb: recommendatie uit dezelver klagten voortgevloeid om de passeerende Scheepen behoorlijk van Brandhout te voorzien hoogstdezelve met gepasten eerbied zullen werden gerescribeerd, dat men de voorsz: ordre pligtschuldig zal agtervolgen;- dan zal men haar Wel Edele Groot Achtb: daarbij teffens informeeren dat alle de doleantien welke ter zaake voorsz: door voorn: Scheepsoverheden zyn gedaan geworden, ten eenemaale bezijden de waarheid komen te zijn, alzo niet alleen aan dezelve altoos verstrekt word zodanige quantiteit van geciteerde Brandstoffen als zij opgeeven tebenodigen, en ook voor hunne Scheepen, na rato van derzelver manschappen benodigt werd gevonden, maar dat ook den Boekhouder van s’Comp: Slagthuis, naar eene vastgestelde inrigting, de aangebragt werdende vragten Brandhout inspecteeren moet om te zien of dezelve zodanig bevinden, als ze volgens de Conditien van aanbesteeding behooren te zyn. - dat ook nimmer door een-eenigen Capitain of bevelhebber van de passeerende Scheepen aandeezen Raade dan wel aan den eerstgetekende Gezaghebber eenige klagten zijn gedaan dat niet toerijkende van Brandhout was voorzien geworden, en dat den Raade dierhalven vaststeld, dat het gebrek waarïn eenige hunner zig geduurende de rhijze van hier naar Indiën, aan dat onontbeerlijk Articul mogen bevonden hebben, meer zal zyn te wijten geweest aan hunne eigene ofte hunner onderhorigen agteloosheid als wel aan de gepraetendeerde onverschilligheid van deezen Raade om hunne Bodems daarvan sufficientelijk te doen voorzien alzo het dikwerf gebeurd is dat wanneer Brandhout voor een Schip was aangebragt, en hetzelve, gelijk hier even is gezegd door den Boekhouder van ‘t Slagthuis aan den Capitain dan wel aan de geenen die zig door hem tot dies ontfangst gequalificeerd bevond aan ‘t Zeehoofd overgegeeven was, om in de Scheepsboot te worden afgelaaden den ontfanger in steede vandat Hout zorgvulgig gade te slaan en directe afte laaden het zelve zonder opzigt van iemand heeft laten leggen ten prooije van de zulken die van de gelegendheid hebben willen profiteeren om het ten deele weg te draagen, en t’ zoek te brengen, ten einde daarmede vervolgens voordeel te bejagen en het welk in een plaats als deeze, alwaar de schaarsheid aan Brandhout algemeen is weinig verwond’ring kan baaren.

Dan nadien het nu wegens het geen zo even is aangehaald noodzakelijk is geworden, eens vooräl alle pretexten tot verdere klagten over het niet nakomen van een zo essensieel poinct van s’ Raads verpligtingen geheellijk af tesnijden en voor te komen, is by deeze gelegenheid teffens beslooten den Boekhouder van ‘t Slagthuis te ordonneeren en tegelasten zo als denzelven g’ ordonneerd ende gelast werd mits deezen, om van ieder Scheeps Capitain ofte Bevelhebber die in ‘t vervolg verzoek zal komen te doen, om van brandhout te worden voorzien af te vorderen een Certificaat dat de gevraagde quantiteit ten zijnen genoege aan ‘t Zeehoofd door hem is ontfangen, en dat dezelve toereikende komt te zijn, om daarmeede de geprojecteerde rhijze te onderneemen; welk Certificaat nadat door hem daarvan behoorlijk annotatie zal weezen gedaan, zal moeten werden overgegeeven aan den Negotie-overdraager, omme, g’annexeerd aan de onkost reekening van het Schip ten blijke te verstrekken, dat alle klagten door de respective Bevelhebbers over ‘t gebrek aan Voorziening van Brandhout by hun vertrek van hier niet aan ons maar aan henzelfs zijn te wijten.

Dat alverder op ‘t geremarqueerde van haar hoog Edelens dat bij S’ Raads onderdanige adviesen aan weldezelve is gemeld dat de verpagting der wagen Vragten en Rijloonen in vier perceelen was geschied daar integendeel uit de eerbiedige Letteren dezer Regeering aan de Hoog Gebiedende Heeren Majores gericht en in Copia naar Batavia gezonden gewag word gemaakt van vijf PerCeelen Haar WelEdele Groot Achtb: zullen worden g’elucideert dat ingevolge het eerste ontwerp van aanbesteeding de Aanneemer der wagenvragten naar Baaifals en elders ook verpligt zou zijn geweest neegen rijdpaarden in gereedheid te houden, tot zodanige eindens als bij die Conditien waaren bepaald dog dat ten dage der aanbesteedinge bij nader inzien van zaaken ontwaard zijnde dat dit Laatste articuL aan de prijzen der wagenvragten hinderlijk kwam te zijn, hetzelve dierhalven als toen daar van weder is afgenoomen en afzonderlijk voordeeliger voor de Maatschappij aanbesteed, als dezelve bij den anderen gelaaten zoude hebben kunnen geschieden.

Dat men haar welEdele Groot Achtb: voorts informeeren zal, dat bij resumptie van de passage waarbij weldezelve haar Hoog Edelens betuigen geen genoegen te neemen in het gedrag door den ondergeteek: Dispencier gehouden om het Transport der vyff huizen en erven door den Independent Fiscaal van Lijnden kort voor zijne retraite van hier aanden Koopman Tit: Onkruijt verkogt, door den Raade van Justitie voor nul en van geener waarde te doen verklaaren, denzelven Dispencier heeft komen te betuigen dat daar hij met zijne gedaane demarches indeezen niets anders heeft gebuteerd gehad, als het welzyn van de Edele Maatschappij, het hem dierhalven zeer komt te grieven te moeten ontwaaren dat Haar WelEdele Groot Achtb: zyne demarches indeezen niet hebben gelieven te approbeeren, en dat op deszelfs verzoek aan hem Heere Dispencier afgegeeven zynde Extract dier passage om daarvan zodanig gebruik te maaken als geraaden en g’oorloofd vinden zal, hij nu zo wel aan de hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal /: thans alhier in loco aanweezig:/ als aan haar WelEdele Groot Achtb: zelve open zal leggen de onmogelijxheid waarin hij Heere Dispencier zig heeft bevonden om op eene andere wijze de belangens zijner hooge Betaalsheeren voor te staan en te doen respecteeren

Dat met de beschikkingen omtrend de afvaardiging van ‘t Freguat de Meermin ter opspeuring van ‘t Retourschip, ‘t Slot ter Hoge hoe zeer tot S’ Raads Leedweezen heeft moeten werden gezien, dat dezelve beschikkingen geenzints haar Hoogedelens goedkeuring hebben mogen wegdraagen, des niet te min niets anders is bedoeld dan de opregtste en best mogelijkste behartiging van S’ Meesters waare belangen, aangezien hoe zeer de route aan dat Freguat in deezen voorgeschreeven in den eersten opslag singulier moet voorkomen de verwondering hier over ongetwijfeld welhaast by haar wel Edele Groot Achtb: cesseeren zal, wanneer wel dezelve zig nader zullen vinden onderrigt, dat men al bereids lange voor de afzending van de Meermin gegronde reedenen had gevonden om aan het Lot van den voorsz: vermisten Bodem ‘t Slot ter Hoge te twijfelelen en door de ontfangene berigten diendweegen, mitsg:s het agterblyven van dat schip geheel in ‘t onzeekere was gebragt of ‘t zelve naar de vaste wal van deeze Oostkust, dan wel naar ‘t EiLand Madagascar zou weezen gedreeven, waarom men haar WelEdele Groot Achtb: dan ook in consideratie geeven zal, of men indeeze gesteldheid van zaken iets beters heeft vermogen te doen, dan het Schip tot dies opspeuring bestemd, direct van hier naar Mauritius af te vaardigen, als de plaats zijnde alwaar men, wanneer den vermisten Bodem te Madagascar had mogen terhouw gekomen zijn, daarvan zekerlijk de eerste informatien konde verwagten, terwijl wanneer dezelve te Rio de la Goa , alwaar zig een veilige haven opdoet, en daar de Portugeeschen zig g’etablisseerd bevinden was aangeland, ‘t ontzet zo pressant niet zou zijn geweest als wanneer het zelve Schip zig in een der Baaijen van evengemeld Eiland had bevonden, gemerkt ‘t zelve aldaar gewisselijk lange zoude hebben kunnen leggen zonder eenige hulpe te kunnen erlangen of tijding herwaards overzenden, geduurende welken tijd zig aan den moedwil der Inwoonderen vandat Eijland zoude hebben g’exponeerd gezien, daarïn tegendeel wanneer bij aankomst van de Meermin te Mauritius eenige tijding aldaar mogt zijn ingekomen geweest, dat ‘t zelve Schip zig in een der Inhammen van Madagascar had vertoond gehad, daaraan onmiddelyk het nodig ontzet en de vereischte adsistentie had kunnen werden toegebragt.

En of niet teffens dezes Raads gehoudenisse in de twyffeling waarïn ze zig bevond of d’expeditie waarvan den aanleg door den gerepatriëerden Heere Gouverneur van de Graaff, niet ter gepasten tijd g’effectueerd was geworden van eenig succes zoude werden agtervolgt toen men zig naderhand in staat bevond daartoe naar Schuldigenpligt te procedeeren, meede bragt om in een tijd stip dat de Maatschappij zig aan alle kanten vond gedrukt en geprangt, zodanige mesures te neemen, als waardoor zij, wanneer het principaale but van de afzending van ‘t Fregat Schip de Meermin mogt mislukken, niet alleen de onkosten van de Expeditie zelfs konden vinden maar ook nog in haare zorglijke staat van finantien in Europa ontfangen een retour waarop S’anderzints nimmer zoude hebben durven hoopen, en waarvoor geene contante gelden zijn uit geschoten geworden en dat met dit een en ander nu de gronden waarop deezen Raade heeft vermeend de togt en route van ‘t zo dikwils geciteerde Freguat de Meermin , zodanig te moeten bepaalen, als s’eerbiedig de vrijheid heeft gebruikt zulks ter zijner tijd aan haar Wel Edele Groot Achtb: behoorlijk te bedeelen aan Hoogstdezelve meer omstandig zullende zijn, kennelijk geworden, deezen Raade zig dan nu ook met de hoope is vleiende dat, daar den uitslag zo als men de vrijheid heeft gebruikt bij onderdanige Letteren van 23 Maart deezes Jaars pligtschuldig te berigten tot bijzondere Smerte heeft doen zien, dat de opgekomene twijffelingen en vreese aan ‘t behoud van ‘t Schip ‘t Slot ter Hoge niet ongegrond zijn geweest, en hoe voordeelig daaren tegen de speculatie met den verkoop der Tarw en weder inkoop der Koffijbonen en ‘t Ebbenhout is uitgevallen, haar WelEdele Groot Achtb: dezelve dierhalven wel zullen gelieven vrij te spreeken van hierinne iets te hebben gedaan dat zij zoude hebben moeten laaten of voorzien niet met de belangen aan haar toevertrouwd te quadreeren.

Zullende inmiddels van dat gedeelte hunner Wel Edele Groot Achtb: voorsz: g’eerde Letteren, waarbij weldezelver ontstigting en ongenoegen werd te kennen gegeeven dat in die Scheepen de drie Gebroeders en Houtlust geen Tarw is afgelaaden, Schoon dezelve blijkens berigt van den Commandeur te Batavia 160 Lasten van dat Graan van hier naar evengem: Hoofdplaatze zoude hebben kunnen vervoeren Extract werden ter handen gesteld aan den Equipagemeester deezes Gouvernements ten einde in nakooming onzer continueele exhortatien en aanbeveelingen om van de ruimte die zig in s’Comp: Scheepen mogte bevinden behoorlijke opgaave te doen, te dienen tot deszelfs informatie en narigt, waar benevens denzelven Equipagemeester zal werden gelast, gelijk hij wel expresselijk en ten serieusten gelast werd by deezen omtrend dit poinct zijner verpligting voorthaan bijzonder oplettend te zijn, ten einde door een Stipte nakoming van dien deezen Raade in staat te stellen van de ruimtens die zig in de Scheepen zullen voordoen ten nutte der Maatschappy zodanig Emploij te maaken als d’ ordres ofte de omstandigheden zullen komen te vorderen;

Terwyl daar en teegen van ‘t aangeschreeven omtrend den van Ceilon herwaards over te komene Paap Mamoud al meede by Extract uit meergeciteerde Letteren van haar hoog Edelens de vereischte Kennisse zal werden gegeeven aanden fiscaal op dat hij den voorn: Banneling zo in zyn perzoon als handelingen naauwkeurig doe gade slaan, zullende denzelven Banneling, dadelijk na deszelfs arrivement alhier, werden overgevoerd, naar ‘t RobbenEiland , om aldaar geconfineerd te blijven, wiensvolgende dan ook den Posthouder van ‘t gem: Eiland byzonder oplettend en waakzaam zal moeten weezen, gelyk hem zulks ten nadrukkelijksten g’ordonneerd ende bevoolen werd bij deezen, dat hij met niemand van zijne natie alhier aan de Kaap veel min door middel der passeerende Scheepen die genoodzaakt, mogten worden ‘t Robbeneiland te moeten aangieren directe met zijne vrienden op Java eenige de minste correspondentie kome te hebben ofte te voeren.

Door ende van wegens eenige Heemraaden en Krijgsofficieren der Colonie Graaff Reinet aan deeze Regeering ingezonden zijnde het onderstaand Klagtschrift teegens den Landdrost van dat district Mauritz Herman Otto Woeke.

Aanden Wel Edele Achtb: Heer! Johannes Isaac Rhenius! Gezachhebber des Kaapsen Gouvernements benevens de Edele Achtb: politicque Raaden

‘Wel Edele Achtb: Heer! En E: Achtb: Heeren!’

‘Wij ondergeteekende Heemraaden en Krijgsofficieren der Colonie Graaff Reinet neemen alleronderdanigst de vrijheid aan UWel Ed Achtb: te vertoonen.’

‘Dat de opgemelde Colonie reeds zedert 6 à 7 Jaaren opgerigt is, en door den Landdrost de Heere M: H: O: Woeke is bestierd geworden.’

‘Dat opgem: Landdrost niet alleen van den beginne tot heden toe de ondergeteek:e ieder in ‘t byzonder op de laagste en vuilste wijze heeft behandeld, en gescholden, maar ook daarbij de Secretarissen zo de heer Maijnier als de Heer Wagener, op dezelfde wijze heeft behandeld, de onder geteekendens niet tegenstaande in dat alles hem altoos zyn behoorlijk respect hebben betoont, eensdeels in hoope, dat hij wel eens zoude hebben uitgeraast; anderendeels om UWel Edele Achtb: niet telkens met onaangenaame Klagten lastig te vallen, derdendeels met veele consideratie na vermogen gepoogt, om de eendragt dierbaar te bewaaren, maar alles te vergeefs zo als het schijnt, daar gem: Landdrost zig thans niet meer ontsiet, de ondergeteekendens in openbaare gezelschappen met allerlij ongepermitteerde dingen te betigten, eens dat dezelve dronken ter vergadering komen; dan eens dat zij de geheimen der vergaderingen onder den gemeenen brengen; en dan weder eens dat zij, oproermakers zijn, en ten laatsten moeten de ondergeteekenden tot hun Smerten by alle gelegenheid aanhooren dat zij in alle gevallen maar verdoemde Africaaners zijn; alle welke bovengem: dingen, WelEdele Achtb: Heeren, zo de landdrost ‘er maar eene van bewijzen konde ten hoogste Strafwaardig zoude zijn en de onderget: meenen die bewijzen ook wel onbeschroomd van meergem: Landdrost te kunnen afwagten, daar de onderget: egter vast vertrouwen, dat wanneer het eerst op bewijzen aankomt, men den Landdrost wel zoude kunnen overtuigen dat het geene waarmede hy eenander zoekt te beschuldigen hij zig zelfs daaraan heeft Schuldig gemaakt, dierhalven zulks van den onderget:s door hem meer gewenscht als gelooft word.’

‘Voor eerst, wat het dronken drinken aangaat, heeft den Landdrost zig dikwils zelfs meede bezoedeld, als op de Cafferstogt, bij Willem Grobler zo dronken geweest, dat hij van zijn Paard is gevallen, en zijn fatsoen als Landdrost te grabbelen gegooijd met de veldwagtmeester Lucas Meijer in de tent op de Kooij gestoeid en gerolt, dat de Heemraad A: P: Burger, en den Secretaris Maijnier gem: Meijer de tent hebben uitgeweezen. Ook op openbaare vendutie van Willem Du Tooij op de Sneeuwberg zig zo bedronken dat hij niet konde gaan, dat de Secretaris hem bij dehand heeft moeten van de Kraal naar huis leijden, in de kamer tusschen kisten gevallen zijnde, door den officier Hendrik van de Merwe opgeteld en aan de tafel gezet om te eeten waaraan hy ook niet lang gezeeten had, zonder ‘t gezelschap te affronteeren, en op ‘t einde gezegt, dat hy meende by ordentlyke Luijden te weezen, maar dat zijn horologie uit de zak gestoolen was, daar ‘t zelve naderhand uit zijn stevel wierd gehaald.’

‘En wat het overbrengen van geheimen der Vergaderingen aangaat, Schreeuwt de Landdrost in vergadering niet alleen uit dat het op de straaten kan gehoord worden maar verhaald nog bovensdien ten huize van Andries Smit aan den oud heemraad Josua Joubert, dat een order van de Regeering gekomen was, welke belasting best voor de Ingezeetenen zoude kunnen worden opgebragt, ook bij den genoemde Smit aan den eerste Tekenaar des avonds na de nominatie verhaald, welke Heemraaden genomineerd waaren waaronder ook Hendrik Meintjes van den Berg genomineerd was, die, de drost zijde, opentlijk een valschen Eed te hebben gedaan, en verdoemde met hem Van den Berg te willen zitten - Ten zij dat de Drost dat ook voor geheimen der vergaderingen houd, dat hij van aanvang tot einde der Vergadering raast, tiert, vloekt en lastert kan hij het van de onderget: wel zeggen, dat men daarvan spreekt, gelyk wel meer is gebeurd, dat men even zo wijs uit de vergadering gaat, als dat men ‘er ingekomen is, en dan niemand geschoont, ja zelfs zig over de wijze Regeering van UWelEd Achtb: ook uitlaat, zo wanneer de een of andere ordre of Schikkingen van Uwel Edele Achtb: niet met zyn begrippen overeenkomen, en dan zegt, ja dat zijn immers die wijze Heeren, ik zou dikwils wel iets tot verbeetering van de Colonie zaaken doen, maar draag ik ze aan de Regeering voor, dan stoot ik die Heeren maar voor de Kop; neen, bij mij te landen weeten zij het anders te maaken;- Immers dus om niet tot uitterlijkheid te komen, genoodzaakt zijn wat hij voorslaat, maar in te willigen. Zo als hij de Krygsofficieren, die zo zeer tegen het drillen waaren drijgde zo zij niet drillen wou, haar de Standaarten voor de voeten te Smijten, of hetzelve weder aan de Caap te Zenden.’

‘Wat het oproer maaken aangaat, moeten wij bij deezen tot leedweezen betuigen dat wij daar nooit van hebben gehouden, en zullen aantoonen hoe de Landdrost aan wien de zorg is aanvertrouwd de vreede onder de Ingezeetenen te bewaaren tusschen de Ingezeetenen en den Secretaris twist zoekt te verwekken, waaruit natuurlijk beroerten zoude kunnen ontstaan wegens partij schappen die op deeze wijze onder de Ingezeetenen zoude verwekt worden, en die daar niet van houden verwijt, dat zij van de Secretraris hun god maaken en dan daar bij voegd, dat de Secretaris zig besuipt en besopen ter vergadering Komt, en zijn dienst verwaarloost, ik zal hem eerstdaags bij de hairen inde Vergadering over de tafel sleepen, en hem trappen dat hij barst; daar de ondergeteek:s egter onpartijdig aan UWel Edele Achtb: durven betuigen den Secretaris nooit particulier veel minder in Vergadering dronken gezien te hebben en dat er ordres vergeeten of verwaarloost zijn, ‘t doet de ondergeteek:s wonder dat er nog iets gedaan word, daar geheele volk en Natie gevloekt en verwenscht word, ja slegter als de Hottentotten word gehouden, of de slegste ordonnantie ruijter is beter als de beste Burger word gezegd; en men moeste hem maar ‘t volle gezag over geeven, dan zouden de Bosschen zo veel hout niet kunnen voortbrengen, als dat hij galgen zou bouwen om de vervloekte Africaanders, op te hangen - Wie weet nu niet WelEd: Achtb: Heeren! dat onder alle volken en Natien, Slegten gevonden worden, maar is den Landdrost dan niet gesteld om de kwaden te straffen, daar men niets in teegen heeft, maar niet om de geheele Natie en Volk op zo een veragte wijze over een Kam te vervloeken; ook schijnt klaar dat den Landdrost weinig aan ons Land geleegen legt, want hij in praesentie van den eerste onderget: en meer andere Heemraaden en Krygsofficieren bij zyn Schoonzoon Zastron aan tafel heeft gezegd; wil de Regeering alles in de war brengen dan zal ik in voorbaat weezen kunnen, Tjaard van der Walt en Hilgert Mulder met togt in Cafferland trekken, nu geef ik u alle permissie om in Cafferland te trekken, waarop de eerste tekenaar antwoorde, dat is tegens de ordre onzer Regeering gehandeld, ik voor mij heb in Cafferland niets te doen, en wenschte wel dat die Natie geen reden tot vijandschap wierd gegeeven, want wij hebben met de Bossiesmans genoeg te doen; WelEdele Achtb: Heeren deeze laatste reeden van den Landdrost zyn zeer wel overeenkomstig met zijn daaden; daar hy buiten kennis van een der Krijgsofficieren permissie heeft gegeeven aan Zommigen der Ingezeetenen voor een tijd over de groote Visrivier te gaan woonen, ‘t welk ook is geschied, ook voor zijn eigen risico buiten weeten van den onderget: een geweer aan de Gonna Capitain Ruiter Platje gegeeven die van lange bekend is een Schelm te zijn, gelyk gebleeken is, dat denzelven ruiter Platje met het geweer onder de Kaffers heeft geschooten, ook zommige dood geschoten, waarover de Caffers in oproer geraakt om te willen weeten, wie dat geweer aan haren vyand heeft ter hand gesteld, en als het door klagten van de Kaffers bekend wierd heeft men de Landdrost onder ‘t oog gebragt dat zulks van hem niet wel gedaan was; waarop hy antwoorde, dat zyn myne zaaken, en dat raakt Jeluij niet, na dato ook gezegd aan de Burger Cornelis van Rooijen ter presentie van den Heemraad Josua Joubert, wat Land is dat hier, moet er met zo een verdoemde Zwarte Natie als de Caffers nog Complimenten gemaakt en verklaringen opgeligd worden, ik moest maar ingezeeten weezen, ik zou ze een verklaring met de koegel voor de Kop geeven.’

‘Ook zijn er veele klagten der Ingezeetenen gevolgd als dat de Caffers weder aan deeze zijde groote visrivier leggen en aan hun veel overlast en Schaade toebrengen, waarover men in vergadering beslooten heeft den Cornet Jacobus Adam Hurter een Commando op tedraagen, om de Caffers met zagtzinnigheid weder in haar land te drijven, ‘t welk vrugteloos uitgevallen is, in ‘t Rapport van Hurter tezien, gelijk ook de belangens die door de Caffers zijn ingebragt geworden.’

‘WelEdele Achtb: Heeren! schoon er veele dingen van die natuur zijn, welke de Landdrost uit eigen willekeurige Regeerings form niet als na regten heeft behandeld,- agten de ondergeteek:s maar bij eerste opslag alleenlijk bij ‘t beledigen van ‘t College te blijven;- als ook meede zijn gebeurt dat de tweede luit:t Carolus Johannes Trägardt, den Drost eens in vergadering deszelfs pligten onder ‘t oog bragte, waarop den Drost tegens hem Trägardt aanvaarde, ik donder jou dalk de Vergadering uit ‘t welk met reeden door eenige der ondergeteek: weder tot vreede is gebragt. Nadato weder eens opdezelfde wyze in vergadering met den eerste Luitenant Jacob Gustaaf Trägardt groote twist aanvaarde en na veele affrontelijke woorden, den bode binnen riep en ordonneerde dat laatstgem: Trägardt door den Bode zoude werden aangezegd, om zig terstond uit de vergadering te ruimen waarop Carolus Trägardt op stond en vraagde, wie van de Heeren Krijgsofficieren accordeert dat mijn broeder op een onbehoorlijke wijze de Vergadering zal worden uitgejaagd, ‘t welk men niet accordeerde, doe stont de Landddrost op en bedankte de vergadering, met te zeggen, dat geen Krygsraad weer weezen zal, voor dat hij eerst aan de Caap zal geweest hebben; maar heeft zig gaauw weder bezonnen 5 à 6 dagen daarna wierd door den bode aangezegd dat men weder ten extraordinaire Krijgsvergadering moeste present zijn.’

‘WelEdele Achtb: Heeren! alle diergelyke doldriftige narheid beginnen de onderget: ook al ten hoogsten te verveelen, en terwijl wij nu vernomen hebben dat de Landdrost zig volgens UwelEd: Achtb: ordre met twee heemraden Caapwaards begeeven, neemen de onderget:s deeze gelegenheid waar, om UWelEdele Achtb: hunne nederige klagten voor te draagen, met onderdanigst verzoek dat UwelEd Achtb: de onderget:s met eene zodanige beschikking gelieven te gemoet te koomen, dat de geenen die iets aan haare overigheid verbruijen gestraft, en anderen die wel doen niet gescholden en geheele natie vervloekt worden, welke dingen publicque oorzaaken van populaire beroertens zijn.’

‘Hiermeede verhopende aan de welmeenende intentie van UwelEd Achtb: in den eersten opslag van zaaken temogen hebben voldaan, en verblyven dus met Ootmoedigst Respect.’

‘WelEdele Achtbaare Heeren UwelEdele Achtbarens onderdanige Dienaaren’

Graaff Reinet den 8 July 1792’


A: v: Jaarsveld } waren getekend
A: P: Burger
H: V: D: Merwe
Nicolaas Smit
D: S: VD Merwe
H: P: v:d: Bergh
J: Jacobs.

A: v: Jaarsveld } waren getekend
A: P: Burger
H: V: D: Merwe
Nicolaas Smit
D: S: VD Merwe
H: P: v:d: Bergh
J: Jacobs.

En kerkenraaden der Gereformeerde Gemeente alhier daarbeneevens aan den Heere Gezaghebber hebbende overgelegd eene Missive by hun van den voorleezer DeVries ontfangen verzeld van twee ter zaake dienende verklaaringen door ouderlingen en Diaconen, beneevens een der voorsz: Heemraaden ter zijner requisitie verleend, waaruit de steeds toeneemende opeenstapeling van de groofste en onvergeeflykste excessen door gem: Landdrost Woeke gepleegd, in maniere als volgd nader werd geconstateerd.

Aan den WelEerw: Heeren! de WelEerw: Heeren, Predikanten, Ouderlingen en Diaconen uitmakende de Kerkenraad aan Kabo de Goede Hoop.

‘Wel Eerwaarde Heeren!’

‘Daar ik onophoudelijk door den Landdrost dezer Colonie de Heer Morits Herman Otto Woeke, mishandeld werd; vinde ik mij daardoor tot mijn Leedweezen genoodzaakt UWel Eerw: lastig te vallen, en allerootmoedigst te verzoeken, hier in te willen voorzien, en daar zyn Ed: zig in de aanstaande maand Augustus Caabwaards begeeft, te willen onderzoeken, welke reedenen zijn Ed: daartoe noodzaken, en waaraan ik mij hebbe Schuldig gemaakt, dus zal ik UWelEerw: gewigtige attentie niet lange ophouden met mij daaromtrend te zoeken te verschonen, maar de vrijheid gebruiken zijn Ed: briefjes, en eenige verklaringen daartegen hiernevens over te zenden, waaruit ‘t UwelEerw: hopentlijk klaar zal blyken, hoe iemand, hoe hij zig ook moge gedragen aan de Capricieuse vervolging van dien Heer bloot gesteld is; Ik heb WelEerw: Heeren! geene beweeginge willen maaken anders had ik UWel Eerw: een aanzienlijk getal verklaaringen kunnen bezorgen zo wel hoe ik door opgemelde Landdrost gescholden ben geworden als van myn gedrag zo in als buiten myn dienst dog indien Uwel Eerw: zig met deeze niet mogte te vreeden houden ofden Heere Landdrost Woeke daar iets teegen mogte hebben zal ik niet ingebreeken blijven UWelEerw: ten eerste zo veel anderen te bezorgen, als voor mijin eer en naam tot verdediging nodig zullen worden geagt, en daar ik wel eerw: Heeren overtuigd ben bij God en myn Geweeten, niemand die hier leefd een Stroo in de weg gelegd, maar een ieder ‘t zyne gegeeven te hebben, zo herhaale ik mijne ootmoedige smeeken myn WelEerw: Heeren, niets onbeproeft te willen laaten en te onderzoeken, wie ik eenig leed gedaan, ofte waaraan ik ‘t mogte verbruid hebben, want het is ondraaglijk op zo eene onschuldige wijze zo gehandhaaft te worden, en zo ‘t met UwelEerw: wyze raad kan bestaan, verzoeke ik UwelEerw: allerootmoedigst mijne klagten aan den E Achtb: Raad van Politie over te brengen, en naar bevinding van zaaken een gunstig voorschrijven te willen verleenen dat ik tog zo lange ik mij niet aanstootelyk gedraage niet telkens door allerleij Schelden mag ontrust worden.’

‘Ik ben naar UWelEerwaardens in de hoogst gunstige bescherming aanbevoolen te hebben.’

‘Uwer Wel Eerwaardens dienstwillige en allerootmoedigste Dienaar.’

’/: was getekend:/ Jan de Vries Voorleezer tot Graaf Rijnet 10 August:s 1792’

‘L:a A:’

‘Ik ondergeteekende, Jan Jacobse, Heemraad en Ouderling van de Colonie Graaff Reinet bekenne bij deezen met de Waarheid, dat wanneer den Voorleezer Jan de Vries op den 27 November des gepasseerden jaars 1791, godsdienst oeffening had gehouden den Heer Landdrost Woeke is opgestaan en hem heeft belast om dezeegen over de Gemeente uit te spreeken, en dat hij Voorleezer de Vries den zeegen uitgesprooken hebbende, gemelde Landdrost naar de Voorlezer is gegaan, en aan hem in presentie vandeGemeente overluid gezegt heeft, Geluk Domine jij hebt het zeer welgemaakt, jij draagd de Roem weg van al de geene, die wij hier nog gehad hebben en mogelyk krijgen wij na u nooijt zo een weer, en vervolgens opgemelde Voorleezer bij hem ten eeten genodigd had, gelyk ik ook verklaare dat den Heere Landdrost op den 7 Maij laatstleeden, even voor de Vergadering, gemelde voorleezer deerlijk uitgescholden heeft, voor verdoemde brutale Bliksemskind, Grove Canailje, ik zal zo een Zakkedrager wel leeren, hij onderkoopman, Ja onderkoopman van de Varkens, dat Bliksems beest met al zulk donderstuig word ik hier opgescheept, maar ik heb andere getemd, ik zal die ook nog wel temmen; Gelijk ik ten laatsten moet verklaaren, dat ik genoegzaam tot heden toe alle Godsdienst oeffening van meergemelde Voorlezer Jan de Vries heb bygewoond, en in gemoede niet anders kan getuigen, als dat hij Voorlezer zijn dienst tot genoegen Van de geheele Colonie zeer wel waarneemd en buiten den dienst een Stil, vroom en voorbeeldig leven lijd, en dat ik nimmer ofte ooit nog iets hoe ook genaamd van de Ingezeetenen teegens hem heb gehoord, dit verklare ik met de waarheid, en ben bereid alle het bovenstaande met Solemneele Eede te bevestigen.’

’/:was getekend:/ J: Jacobs. Graaffe Reijnet den 22 Julij 1792.’

‘L:a B.’

‘Wij ondergeteekende Ouderlingen, en Diaconen der Graafrijnetse Gemeente verklaren met de waarheid dat den Voorleezer van voornoemde Gemeente Jan de Vries van ‘t eerste oogenblik dat hij in de Colonie is gekomen, tot heden toe zijn dienst zeer wel tot genoegen van een ieder heeft waargenomen, en dat hij buiten zijn dienst ook een vroom Stil en voorbeeldig leeven lijd, dit verklaren wij met de waarheid, en wij zijn genegen het voorenstaande, ten allen tyde met Solemneele Eeden te bekragtigen.’

Graaff Reinet den 22 Julij 1792.’


Waren getekend { Martinus Wessel Pretorius
J: Jacobs
Barend J: Burger
Andries Pretorius.

Waren getekend { Martinus Wessel Pretorius
J: Jacobs
Barend J: Burger
Andries Pretorius.

Zo is na gedaane lecture over den inhoud der voorsz: Schriftuuren gebesoigneerd zijnde, verstaan dezelve te Cumuleeren met de zig bereids aan handen bevindende Memorien van gelyken aard, zo door den Secretaris Mainier als door evengem: Voorleezer de Vries bevorens reeds ingediend, en, na alles die stukken gezamentlijk pligtschuldig aan haar hoogedelhedens de Heeren Commissarissen Generaal gecommuniceert te hebben, dezelve met den anderen te doen stellen in handen van opgem: Woeke dewelke zig thans alhier komt te bevinden, omme zig, gelyk hij daartoe by deezen wel expresselijk g’ordonneerd ende gelast werd, Zo nopens de poincten daarbij ten zynen lasten voorkomende, als wegens deszelfs betoonde disobedientie aan de beveelen deezer Regeering en van den Raade Van Justitie, waarvan breeder is gesprooken by Resolutie vanden 2 Julij deezes Jaars uiterlijk binnen [.....] tijd van veerthien dagen nadat hem van dit besluit Extract zal weezen ter handen gesteld, op eene voldoende wijze te verantwoorden.

Ondertusschen bij deeze gelegenheid geproduceerd zijnde geworden de hieronder g’insereerde Reekening van onkosten over de inkoop van diversse benodigde Goederen voor ‘t Commando het welk g’ ordonneerd is op de rovende Bosjesmans uit tetrekken.

Cabo de Goede Hoop den 3 September 1792.

d’ E Comp: Debet,

Aan Sebastiaan Valentijn van Reenen, over de volgende Goederen, op verzoek van den WelEdelen Achtbaren Heer Gezaghebber dezes Gouvernements van de onderstaande perzoonen gekogt en betaald, om te strekken ten dienste van ‘t Commando het welk door de Regeering is afgezonden tegens de roovende bosjesmans hottentotten, namentlyk

Aan Evert Heugh, voor een groote Verrekyker Rd:15:-:
d:o d:o d:o d:o d:o klyne waterkeetel d:o 5:04:
d:o Henning, voor 25 paar Voervellen à 6 /3 t p:r d:o 18:06:
d:o Sneekans, voor een pak- en-een-Rydzadel d:o 36:-:
d:o Bart Schonk, voor 3 pikken à 2 rd:s 't Stuk d:o 06:-:
d:o J: Swaneveld, voor een groote Waterkeetel d:o13:04:
d:o Pallas, voor een pond Vitrioel d:o 4:-:
d:o Jan Hartog, Voor een wolle Combaars d:o 10:-:
Van Mij Twee Zakken en Een Ledigen Kelder d:o 4:-:
 
Te Zamen Rd:s 112:06:-:
Aan Evert Heugh, voor een groote Verrekyker Rd:15:-:
d:o d:o d:o d:o d:o klyne waterkeetel d:o 5:04:
d:o Henning, voor 25 paar Voervellen à 6 /3 t p:r d:o 18:06:
d:o Sneekans, voor een pak- en-een-Rydzadel d:o 36:-:
d:o Bart Schonk, voor 3 pikken à 2 rd:s 't Stuk d:o 06:-:
d:o J: Swaneveld, voor een groote Waterkeetel d:o13:04:
d:o Pallas, voor een pond Vitrioel d:o 4:-:
d:o Jan Hartog, Voor een wolle Combaars d:o 10:-:
Van Mij Twee Zakken en Een Ledigen Kelder d:o 4:-:
 
Te Zamen Rd:s 112:06:-:

En op dezelve reecq: bij examinatie niets te reflecteeren zijnde gevallen, Zo is beslooten dat navolgens het g’arresteerde op den 21 der evenafgewekene Maand Augustus dies bedragen ter Somma van Rd:s 112: 6:- provisioneelijk uit S’Comp: Cassa zal moeten werden voldaan om vervolgens de hier boven zo dikwilsgemelde Colonie Graaff Reinet na g’eindigde expeditie in reekening te werden gebragt.

Ter vergadering van voorm: 21 Augustus jongstl: onder anderen ook van den Capitain Lieutenant J: Drewis, zijnde gevorderd verantwoording en opgaave der oorzaaken waardoor het is bijgekomen dat de Tarw met deszelfs onderhebbende Bodem de Helena Louisa uit de Mosselbaaij herwaards overgebragt, gedurende het Traject, en dat Schip een zo considerable bederf heeft kunnen ondergaan dat bij de ontlossing een groot gedeelte van dien heeft moeten werden in Zee geworpen; en voorm: Capitain Lieutenant diendweegen heeden hebbende overgelegd zijn Berigt gesterkt door een verklaaring vande opper- en-deksofficieren, dier kiel, uit welk een en ander blijkt dat geen pligtverzuim van de zijde van voorm: Drewis aanleiding tot het vooorsz: bederf heeft gegeeven, maar dat hetzelve is bijgekomen door de Stormen die geciteerde Bodem op de te rug rhijze uit de Mosselbaaij na deeze Caabse Rheede den 28 Julij en 4 Aug:s daaraanvolgende successivelyk heeft ontmoet gehad, alzo het Schip waaraan men bij ‘t inneemen van de laatste Tarw bereids eenige leccagie had bespeurd, toen niet alleen onder water gestadig lekker was geworden, maar ook door de zwaare werking van boven zo veel Zee had overgenoomen, dat men om ‘t water tusschen deks quijt te kunnen werden genoodzaakt was geweest de spijgaten aldaar te moeten openkappen, ten einde ‘t zelve alzo door ‘t ruijm by de Pompen te kunnen krijgen, Zo is dan ook geresolveerd, in de voorschr: verantwoording van hem Capitain Lieutenant Drewis te berusten en mitsdien als nu bij de NegotieBoeken te laaten afschryven de 139 Mudden bedorvene Tarwe, waaromtrend de finaale dispositie onder voorm: 21 Aug:s is uitgesteld gebleven.

Verder is geleezen de Requeste van Louis Willem van Rossum Schipper van ‘t ter rheede leggend ingehuurd part:e Schip de Geertruij en Petronella tendeerende, om vermits de Medicamenten aan dien Bodem op Batavia voor de te rug rhijze verstrekt, door ‘t groot aantal Zieken onder de Equipage meerendeels reeds verbruikt zyn geweest voor dat men Straat Sunda was uitgeraakt, en ‘t overige t’ zedert ook ter restauratie der Impotenten heeft moeten werden aangewend dierhalven te mogen werden geriefd met zodanige andere Medicamenten als Specificq waaren bekend gesteld door den Oppermeester zijns Bodems, bij eene aandeszelfs voorsz: Request geannexeerde Notitie - Waarop is goedgevonden en verstaan aan den Suppl:t deszelfs verzoek te accordeeren, en dienvolgens d’ evengem: Notitie dier gerequireerde Medicamenten te doen stellen inhanden van den eersten OpperChirurgijn van ‘t Hospitaal ten fine daarop af te Langen al het geen zonder eigen ongerief zal kunnen werden gemist.

Ook is geleezen het onderstaand verzoekschrift door den Oud Boekhouder en thans g’admitteerd Procureur voor den Rade van Justitie Jan Jacob Fredrik Wagener gepraesenteerd.

Aan den Wel Edele Agtbaare Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber dezes Gouvernements &:a &:a &:a benevens de verdere Edele Agtbaare Heeren Raade van Politie

‘WelEdele Agtb: Heer! en Edele Agtbare Heeren!’

‘Geeft met verschuldigde eerbied te kennen Uwel Edele Achtbarens zeer nedrige Dienaar den oudBoekhouder in dienst der EComp: en thans g’admitteerd Procureur voor den EAchtb:Raad van Justitie dezes Gouvernements, Johan Jacob Fredrik Wagener.’

‘Dat hy Suppl:t d’ EComp: reeds zedert den Jaare 1768 gedient hebbende, eindelijk inden Jaare 1786, by den aanleg der Colonie Graaff Reinet tot Secretaris dier evengem: Colonie door UWEd Achtb: is bevordert geworden, en dit ambt ook ruim drie Jaaren met allen yver en zo hij zig flatteerd tot genoegen dezer Regeering heeft waargenomen.’

‘Dat de Suppl:t door de menigvuldige en langdurige reizen, en waarschynlyk uit hoofde van koude en ongemak dikwils door ‘t colicq g’ attacqueerd geworden zijnde, /: welke ziekte op de Reijzen door ‘t gebruik van slegt water meer ende meer d’ overhand nemende, / is den Suppl:t genoodzaakt geworden zig op den 20 Maart 1789 p:r Request aan UWEd Achtb: te addresseeren met verzoek hem van zyn ambt als Secretaris van Graaff Reijnet t’ ontslaan en wederom behoudens zyne qualiteit hier aan de hoofdplaats dan wel in een der nabij geleegene Colonien t’ emploijëeren tot alzulken dienst, als UWEd: Achtb: zouden agten den Suppl:t bekwaam te zyn.’

‘Dat ondertusschen den thans gerepatrieerden Gouverneur de WelEdGestr: Heer C: J: VD Graaff een brief van den Landdrost M: H: O: Woeke ontfangen hebbende, waarbij gemeld wierd dat er een rupture onder de Caffers Natie plaats had, en dat gem: Landdrost Woeke geen mogelijkheid zag die Natie tot stilstand te brengen ten waare men van hier 100 Man militairen detacheerde ten einde des noods tegens de Caffers natie te ageeren, op deez’ onaangename tijding den Suppl:t direct by zig heeft ontboden om informatie te neemen weegens de oorzaaken die tot deze Rupture hadden aanlijding gegeven, en den Suppl:t die reeds twee reyzen bevorens by deCaffers Natie was geweest :/ aan welopgem: Heere Gouverneur van de Graaff, een ampel verhaal gedaan hebbende, van al ‘t geen die zaak betrof, mitsg:s welke middelen de beste waaren, om alles op de minzaamste wijze, en ten minsten kosten voorde Comp: te schikken;- heeft dit mondgesprek ten gevolge gehad dat welgem: Ed: Heer Gouverneur en UWEd Agtb: op den 20 Maart 1789 beslooten hebben, den Suppl:t met ende benevens den als toen reeds prov:e aangestelde Secretaris der Colonie Graaff Reinet Honoratius Maijnier ten eersten af te zenden en expres te committeeren ten einde met den Landdrost en de resp:e Collegien van Heemraden en Krygsofficieren dier Colonie communicatief te werk tegaan in ‘t uitvoeren der beveelen dezes Raads.’

‘Dat den Suppl:t zig ook terstond met zyn eigen wagen, ossen, Slaven, Hottentotten en nodige provisie op dereize heeft begeven ten einde aand’ ordre en het oogmerk dezer Regeering te gehoorzamen en te voldoen. Dat uit ‘t Journaal en daar in vervat Rapport ‘t welk den Suppl:t op den 11 deCember 1789 in UE Ed Agtb: Rade heeft gepraesenteerd, en nog ter Secretarij berustende is genoeg zal consteeren dat na dat de Commissie van Landdrost Heemraden en Krygsofficieren van Graaffreinet by de Caffersnatie gedaan, vrugtloos was afgelopen den Suppl:t bezield met een waren ijver voor de belangen der Comp: geheel alleen zig nog ruim 3 weken op de Grenzen van ‘t Kafferland heeft opgehouden, en met die natie zodanige arrangementen gemaakt waardoor de Rust en Vreede is hersteld geworden, en nog heden subsisteerd - Dat den Suppl:t openhartig wil bekennen dat hij hier op als in Triumph retourneerde en vermeende dat, daar hij de Comp: de Kosten bespaard had om 100 man Militairen ruim 220 Uuren landwaards in te detacheeren, hy op de bevordering van zijn fortuin gerustlyk staat maken, ten menste zig flatteeren kon dat zijne betoonde vigiLantie, in aanmerking genomen, en hy als een oud Dienaar by voorkomende gelegenheden bevorderd zoude werden, indat Vooruitzigt wierd hij nog meer gesterkt dewyl UEAgtb: zeer veel genoegen namen in ‘t geen door den Suppl:t gedaan en verrigt was geworden - Dan de Suppl:t als toen gelijktijdig ontfangen hebbende zyne afgeslotene Soldijreecq: daaruit tot zijn innig Leedwezen en uiterste Surprise heeft vernomen, dat men hem juist op denzelfde dag waarop hij expres gecommitt:d en afgezonden was ook te gelijktijdig onder afgez: gage gesteld; Zo als UWEagtb: blijken zal uit de Resolutie genomen in UWEagtb rade, op den 20 Maart 1789. Zo dat den Suppl:t deeze moeijlijke en fatiguante ryze gedaan had Zonder gagie, Emolumenten, en Kostgeld te genieten, boven en behalven ‘t gebruik van zyn eigen wagen &:a mitsg:s mond provisie en andere onkosten alsmede nog de byzondere geschenken voorde Caffers die hij uit zyn privé beurs heeft ingekogt, omdat dezelve onder deComp: geschenken niet te vinden waaren;- Dat den Suppl:t hiermeede niet te vreeden zig over deze handelwijs heeft bezwaard zo bij den Heer Gouverneur VDGraaff, als bij den tegenswoordigen Agtb: Heer Gezaghebber, welke byde avoueerde dat hierïn voor den Suppl: een hardigheid opgesloten lag en dat men hierin zou tragten te remedieeren - Dat den Suppl: die nimmer zyne opperhoofden met lastige sollicitatien g’ incommodeert had, hier op heeft geresolveerd, den kortsten weg in te slaan en andermaal request aan UWEAgtb: op den 11 DeC:br 1789 gepresenteerd heeft, waarop d’ Apostel was,den Suppl:t indagtig te weesen, wanneer zig gelegenheid zou opdoen hem zonder prejudicie van anderen in dienst der Comp: nuttig kunnen employeerenDen Suppl:t moet tot zyn innig Leedweezen zeggen dat alles hierby is blyven berusten, zo dat hij tot nut der Comp: en tot welvaard dier Colonie ‘t derde gedeelte van ‘t geen hij in de Wareld bezat gesacrifieerd hebbende en niet in staat zynde zyn Vrouw, Kind en huisgezin te kunnen maintineeren, eindlijk genoodzaakt is geweest zig met de practycq als Procureur te moeten erneeren iets dat g’oeffend word buiten den dienst derComp: en welk ambt men nimmer zal kunnen reekenen als een Equivalent voor de diensten die den Suppl:t aan de Comp heeft beweezen en nog minder tot dedomagement van de onkosten en verschotten, die hij op den laatsten togt naar ‘t Cafferland gedaan heeft en die hij op ruim 500 Rd:s kan berekenen waarby nog in consideratie komt dat hij niet tegenstaande de veele fatigues en gevaaren die hij op deese ryze heeft uitgestaan zelfs geen gage &:a genoten heeft.- Redenen waarom den Suppl:t nogmaals de vryheid neemt, zijne belangen en bezwaarnissen voor UWEAgtb: openhartig open te leggen, met eerbiedig verzoek dat de reize die hij na ‘t Cafferland uit zyn privé Beurs en zonder Gage Emolumenten en Kostgeld ten dienste der Comp heeft gedaan, mag betaald of op eene andere wyze werden vergoed aangezien den Suppl:t dezelve heeft aangenoomen op ordre van UWEAgtb: dan wel dat Uwel Ed: Agtb: hier in zodanig gelieven te handelen als best met de Billijkheid en Regtvaardigheid Strookende zal bevonden worden.’

‘/overgegeeven in Raade van politicq den 7 Sept: 1792 /’

‘’T Welk Doende &:a was get:/ J: J: F: Wagener.’

Waarop gedelibereerd en in aanmerking genoomen zijnde de blyken van bekwaamheid en ijver door den Suppl:t steeds aan den dag gelegd, zo lange hij in den dienst der E Comp: is g’emploijeerd geweest; is dan ook beslooten liever als in een tijd dat S’ Maatschappij’s finantien zig zo zeer gedelabreert bevinden aan denzelven de verzogte pecunieele vergoeding van uitgaven voor nu circa vier jaaren gedaan toe teleggen hem zo wel ter zijner belooning als ter bevordering van S’ Meesters Interest, bij voorkomende gelegendheid met een convenabel Emploij te beneficeeren. - wiensvolgende den Raade eene zodanige occage zig praesenteerende, niet zal afzijn een favorabel reguard op den Persoon van den Suppl:t te slaan.

Nog geleezen zynde een ander request door den Burger Lieutenant Matthiam Hoffman aan deezen Raade gerigt, houdende verzoek dat aan hem Suppl:t ten zijnen redelijke Kosten, of in Eigendom of zodanig anders als men het geraaden zoude mogen oordeelen, mogen werden verleend eene uitgestrektheid van 4 of 5 Morgen Lands geleegen in een Kom ofte Klooff agter de zogenaamde LeeuwenBiL aan deese zijde van ‘t Societeitshuis, ten einde daarop het aanplanten van Hout-Bosch te ten teeren; Zo is alvorens op ‘t voorsz: Request te disponeeren, verstaan eerst in te neemen de Consideratien en ‘t Berigt van Commissarisen uit den Raade van Justitie of en welke bedenkingen er tegens de uitgifte van dit en andere gedeeltens Land agter den LeeuwenBil naar de kant van ‘t Societeits huis geleegen, ter zaake der weide kunnen plaats hebben die de Regeering zoude behooren te wederhouden aan de verzoeken daarom gedaan werdende te defereeren.

Ook is inzelver voegen verstaan alvorens daarop finaal te besluiten in handen van Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch te stellen een zoortgelijk supplicq vanden veldwagtmeester Pieter du Toit fransz: waarbij verzoekt om een strookje van twee morgen Lands leggende onder ‘t evengemelde Stellenbosche district ende zulks om na genoomen inspectie ‘t zelve Land te Tauxeeren

Waaren teegen aan zeekeren Nicolaas Justinus Keer die met ‘t schip de Castor als jong mattroos alhier uit Nederland g’arriveerd is, is toegestaan deszelfs ontslag uit dendienst der E Comp: onder toevoeging van ‘t Burgerregt dezer plaatse ende zulx op de instantige beede vandeszelfs oom den Brandmeester alhier Johannes Casper Loos die gem: Jongeling alleen uit Eisnach herwaards heeft doen overkoomen, om, door hem als zyn eigen kind te adopteeren, zyne aldaar woonagtige behoeftige Suster van deszelfs onderhoud te ontlasten; zullende egter gem: Loos, alvorens dees favorable dispositie, uit bijzondere consideratie genomen, effect zal mogen sorteeren, d’EComp nopens de Kosten tot de uitrusting en ‘t transport van geciteerde zynen Neef aangewend compleetelijk moeten rembourseeren en schadeloos stellen.

Ook is gepermitteerd

Aan Heeren Weesmeesteren deezer Steede om in qualiteit als Executeuren des Testaments van wijlen den alhier geremoreerd hebbende oud Scheepen der Stad Batavia Jan Jacob Swaanenvelder, te mogen emancipeeren twee Slaaven Kinderen, gem: Swaanenvelder toebehoord hebbende, in naame Maria en Andries, beijde van deezen uithoek geboortig, mits betalende de Diaconij, ende geusiteerde cautie stellende, en

Aan den Burger Jan George Stadeler om beneden deszelfs Erf de Kalkbranderij genaamd, op s’Comp: grond de nodige Steenen te mogen formen, tot het oprigten van een oven van vijff Monden, mits de Licentie door den Heere Gezaghebber daartoe naar gewoonte te expedieeren werde geschreeven op een zegul van vijff Rd:s

En nadien zo om de Burgerij alhier instaat te stellen d’ op handen schietende jaarlijkse exercitie behoorlijk te kunnen verrigten, als om de bij dezelve nieuwe Ingeschreevene Jongelingen behoorlijk van scherpe Patroonen te voorzien, vereischt werd een quantiteit van

mitsg:s enige hoepen, Lijnen en Snaaren voor de Trommen; zo is goedgevonden ‘t een enander S’ Comp: weegen aan den BurgerKrygsraad telaaten verstrekken mits betaalende de hoepen Lijnen en Snaaren, zo evengemeld, tegens inkoopsprijs.

Hebbende wijders den Heere LeSuëur in qualiteit als Præsident der Weeskamer overgelegd eenig Stukken ter Staving van ‘t geen zijn Ed: op den 28 Augustus jongstl: wanneer onder anderen ook is gehandeld geworden omtrend het voorstel van den Heer Kassier DeWet om dadelijke Voorzieninge tedoen nopens zeekere poïncten dewelke hem Heere De Wet bij ‘t aan zijn: Ed: gedemandeerd onderzoek vanden staat der voorsz: Weescamer waaren te vorengekomen de onmiddelijke tusschenkomst der Regeering te vorderen gemeend heeft gehad; voorlopig te moeten declareeren, om aan te toonen in hoe verre Weesmeesteren niet alleen met betrekking tot die poincten, maar ook met opzigt tot anderen bereids werkzaam waaren geweest, met verzoek dat dezelve stukken provisioneel mogten werden geseponeerd, bij de Resolutie onder voorsz: 28 Augustus genoomen ten einde wanneer ‘t finaal Rapport wegens de bevinding van den staat der Kamer zoude weezen ingekomen, als dan nevens dezelve en evengem: Resolutie dezes Raads voor zo verre de voorsz: zaak concerneert, aan haar hoogedelhedens de Heeren Commissarissen Generaal te kunnen werden aangeboden.

Laatstelijk door den Secretaris deezes Raads Egbertus Bergh in deszelfs qualiteit als Vendumeester zynde te kennen gegeeven.

dat verscheidene Lieden, die zonder daartoe het vereischt consent nog van den E: Achtb: Heere Gezaghebber nogte ook van hem Vendumeester gevraagd, veel min g’obtineerd te hebben, op ‘t fundament der concessien, dewelke zijne Prædecesseuren goedgevonden hadden en gedwongen waaren geweest, met voorkennis en bewilliging der resp:e Hoofdgebieders in der tijd een ijder voor zig zelven te verleenen publique verkopingen in de resp: buitendistricten en wel voornamentlijk in de Colonie van Graaff Reinet , hadden gehouden, in ‘t denkbeeld waaren verseerende als of hij Vendumeester voor ‘t incasseeren der penningen geprovenieerd uit den verkoop van Effecten en Goederen op diergelijke Vendutien geveild en aan den man gebragt even zo zeer aanspraakelijk zoude weezen als voor gelden uit verkopingen gesproten waartoe de agreatie des Hoofdgebieders was vezogt en waarvan hy Vendumeester kennisse had gedraagen, en dat die Lieden op dat erroneus begrip bouwende, niet alleen na expiratie van de termijnen voor deeze laatstgemelde vendutien bepaald, in zelver voegen als de houders van dien begeerden betaald te werden van ‘t geheel bedragen hunner verkopingen, maar ook op de vertoning van de ongehoudendheid en onmogelijkheid van hem Vendumeester om aan een diergelijke praetentie te defereeren telkens mouvementen kwamen te maken om hem met Procedures voor den Raade van Justitie te ontrusten.

Dat hoe zeer hier door aan hem Vendumeester als ‘t waare de wapens in de hand wierde gegeeven, om zelve veele deezer Lieden wegens het houden dier ongequalificeerde verkopingen en zijn voorsz: Ambt voor evengen: justitieelen Raade te betrekken, ten einde hunne onvoorsigtigheid of liever opzetlijke afwijking van de vastgestelde ordre van zaken zodanig te boeten, als de Statuten van Indien zulx nopens dat poinct byzonderlyk komen mede te brengen, en hij zig voor ‘t overige in contestatien van deezen aard, waarin bij ontstentenis van Wetten de billikheid den Regter dog zoude moeten guideeren, Zeer gaarne aande uitspraak van meergeciteerden Raade van Justitie zoude willen onderwerpen, hij vendumeester egter gemeend had, die Procedures niet te moeten afwagten, nogte ook niet van zyne zijde beginnen.

Eensdeels om niet zelve zonder eenig Fundament ofte aanneemelijke reeden met en door dezelve te werden geturbeerd, in d’ uitoeffening van de pligten dewelke hem zyn Post als Secretaris van dezen raade in een zo werkelijk tijdstip als de tegenswoordige, kwam op te leggen en waarvan hij vermeende zig in de hachlijke omstandigheden waarin de Maatschappij zig thans komt te bevinden, bij praeferentie boven alles anders te moeten acquitteeren.

En Ten anderen, ook, om niet aanstonds op stel en sprong den weg van rigeur in te slaan met Lieden waarvan veelen nopens hun vergrijp consideratie zoude kunnen meriteeren, wanneer men aan de eene kant hunne onkunde, en aan de andere zijde teffens de voorbeelden in aanmerking wilde neemen, waarop zy hadden gezondigt; Maar zig om de voorsz: reedenen liever te moeten addresseeren aan deezen Raade, gelijk hij de Vrijheid gebruikte als nu te doen, en van dezelve met gepasten eerbied zodanige voorzieninge te moeten verzoeken als waardoor hij eens voor altoos konde weezen gesecureerd, tegens alle kwellingen welke men anderzints niet zoude nalaaten hem ongetwijffeld telkens ter zaake voorsz: aantedoen;

Over welk een en ander gedelibereerd en inconsideratie genomen zijnde, hoe allezints ongegrond en absurd van de zyde der geenen die zonder vooraf behoorlijk consent gevraagd en bekomen te hebben in de buitendistricten publicque verkopingen hebben gehouden of doen houden, is eene zodanige vordering als waarover gem: Secretaris in zijne qualiteit als Vendumeester deszelfs bezwaren heeft komen in te brengen, en hoe zeer gevolglijk de billijkheid ook vordert dat door eene duidelyke explicatie voor welke verkopingen zo met betrekking tot de geveild werdende effecten en goederen als met relatie tot de penningen die daar voor werden besteed hij vendumeester kan worden geagt responsabel en aanspraaklyk te weezen, - Zo is verstaan te verklaaren gelyk verklaard word bij dezen dat den Vendumeester dezes Gouvernements alleen veantwoordelyk is en blijft voor verkopingen die na bekomene permissie der resp: hoofdgebieders, in der tijd, met speciale voorkennis van hem Vendumeester zyn, en werden gehouden door den VenduClercq en Bodens alhier aan de Caap, ofte in de buiten Districten op Schriftelijke en expresse qualificatie van hem vendumeester door de Secretarissen en Bodens dier buiten districten, een Yder van hun inden zijnen. - dat daar entegen alle verkopingen zonder zodanig praealabel consent der Hoofdgebieders en voorkennis vanden Vendumeester, geheel en al zullen zyn en blijven voor reekening der geenen ten wiens behoeve dezelve zyn geschied, ‘t zij ze door voorm: Secretarissen en Bodens bediend ofte ook wel onder de hand gehouden zijn geweest, onvermindert het regt aan hem Vendumeester competeerende, om met betrekking tot dezelve alzo gehoudene ongequalificeerde verkopingen zo en in diervoegen werkzaam te mogen weezen als hem daartoe de magt is verleend, en dat hy Vendumeester gevolglijk bij ‘t invallen der vastgestelde Termijnen waarop hij verpligt is met de resp: houders der voorsz: Vendutien te moeten liquideeren alleen ‘t gants provenue dier vendutien naar aftrek van Salaris en ongelden zal behoeven uit te keeren aan die gene die de voorsz: ordre van zaken en formaliteiten geobserveerd, zullen hebben terwijl hij daarentegen zal kunnen volstaan met aan de zulken die goed hebben kunnen vinden zig zelven daar van te dispenceren, almede naar aftrek van deszelfs Salaris en verdere ongelden alleen t ‘extradeeren Zodanig bedragen van penn: als ten dage der afreekening werklijk van d’ onderscheidene Kopers zal zyn opgehaald, en daarby nog d’ onvoldane vendubrieven te voegen zonder dat hier tegen eenige Captien gemaakt ofte hij Vendumeester tot d’ overneming dier onvoldane vendubrieven genoodzaakt, dan wel voordezelve op d’ een of andre wyze aansprakelyk gehouden zal kunnen werden.

Aldus Geresolveerd en G’arresteerd - In ‘t Kasteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l Secret

C. 207, pp. 111-121.

Saturdag den {17920908} 8 September 1792

S’ Voormiddags, Alle Praesent.

Heeren Commissarissen Generaal vernoomen hebbende dat de door hoogstdezelve bepaalde ordres voor de overheden der alhier passeerende S’ Comp: Scheepen in dato 9 Julij deezes Jaars, by zommigen zodanig worden opgevat, als of dezelve verpligt zouden zijn, om aan boord van hunne Scheepen te blyven, ook dan wanneer zij door zware indispositien aangetast nodig zouden hebben tot herstel hunner gezondhied zig terstond na de Wal te transporteeren, geheel strijdig met hoogstderzelver intentie; en dat andere wederom niet schijnen te begrypen, dat zij de faculteit hebben, om wanneer zij verrigt hebben, dat geene het welk bij voorschr: ordre van hun is gerequireerd door middel van den Equipagemeester hun Rapport telaaten terhand stellen aan den Gouverneur of Gezaghebber en verzoek te laaten doen, om zig van boord te mogen begeeven; en haar hoogedelhedens dierhalven hebben goedgevinden, by eene heeden aan deezen Raade expres ingezondene Missive te verklaaren, dat de Capitains of Gezachhebbers derScheepen gehouden zijn, om nadat zij zullen voldaan hebben aan het geene bij voorsz: ordres van hun word g’eischt, hun Rapport ter hand testellen aan den Equipagemeester dezes Gouvernements die hetzelve zonder eenig verzuim zal moeten overgeeven aanden Gouverneur of Gezachhebber, en deszelfs beveelen naar aanlijding van voorm: hunner hoogedelhedens ordres afwagten

Dat wijders aan de Capitains of Gezaghebbers vrij staat terstond na hunne aankomst zodanige verzoeken aan de Regeering te doen als waartoe ernstige indispositien van hun of hunne onderhebbende officieren, of andere omstandigheeden welke die ook zouden mogen weezen aanljding zoude kunnen geeven, welke de Equipagemeester insgelijks gehouden is, zonder eenig verzuim aanden Gouverneur of Gezaghebber ter hand te stellen, omme daarop zodanig reguard te kunnen werden geslagen als na behoorlijk onderzoek, en onder genoegzame praeCautien tegens alle op houding der Scheepen zal geoordeeeld werden te behooren.

Zo is bij omvrage ter ordre van den Heere Gezaghebber met communicatie der voorsz: Missive, bij d’ overige Heeren raadsLeeden gedaan, unanime verstaan van voorsz: hunner hoogedelhedens verklaring ingevolge hoogstderzelver expresse begeerte dadelijk bij extract deezer kennisse te doen geeven, aan den Equipagemeester, en zulks insgelijks op dezelfde wijze te laaten notificeeren aan de Capitains of Gezachhebbers der passeerende S’Comp: Scheepen, om te strekken tot derzelver informatie en narigt respective.

Welopgemelde Heeren Commissarissen Generaal op de bekomene informatie dat den bij besluit van gisteren vermelden Land-drost der Colonie Graaff Reinet , Maurits Herman Otto Woeke thans ter voldoening aan S’ Raads beveelen ten zijnen opzigte gegeeven, alhier was g’arriveerd; wijders goedgevonden hebbende deezen Raade by eene expresse Missive aan te schrijven om denzelven Landdrost zig ten spoedigsten by geschrifte te doen verantwoorden op alle zodanige poincten en bezwaaren als tegens hem zijn subsisteerende, en niet tot den loop der ordinaire Justitie behoren, om vervolgens de gem: zijne verantwoording benevens de consideratien deezer Regeering op dezelve aan hoogstged: haar Hoogedelhedens te suppediteeren; en hier door in de dispositie ter gem: Vergadering van gisteren genoomen, die verandering zijnde te weegegebragt, dat, in steede van eene voorlopige Communicatie, welke men voornemens was geweest aan welgem: Heeren Commissarissen Generaal tegeeven van de Klagten tegens voorschr: Landdrost Woeke ingebragt, alvorens hem de Stukken dewelke dezelve klagten behelzen ter handen te stellen om zig daarop te Justificeeren als nu slegts vanden uitslag van Zaaken aan haar Hoogedelhedens pligtschuldig verslag zal moeten werden gedaan; Zo is dan ook op voorstel van den E Achtb: Heer Gezaghhebber, en ter plichtschuldige voldoening aan den Last van hoogstged: Heeren Commissarissen Generaal beslooten, het meerm: besluit van gisteren endiervoegen te altereeren, dat nu met eerst aan Hoogstdezelve aangebooden zullen werden, de tezaam gebragte stukken ten lasten van meergeciteerden Landdrost Woeke existeerende, neen, maar dezelve directe aan hem Landdrost zullen moeten werden inhandigt, ten einde zig zo nopens de poincten daarby voorkomende, voor zo verre dezelve niet tot den ordinaire loop der Justitie behooren als wegens zyne disobedientie aan deeze Regeering en den Raade van Justitie betoond, ten spoedigsten te verantwoorden in geschrifte - welke verantwoording ingekomen zijnde, men dan ook niet zal nalaaten dezelve nevens de consideratiën daarop gevorderd, dadelijk in allen eerbied aan meer hoogstged: haar hoogedelhedens te Suppediteeren.

Laatstelyk door den Heere Gezaghebber nog te kennen gegeeven zijnde dat den Schipper van ‘t ter rheede leggend ingehuurd partC: Schip de Geertruij en Petronella , Louis Willem van Rossum aan zijn Ed instantig hadde verzogt, in ruiling tegens 4000 lb:den Rijst vande E Comp: temogen ontfangen 2000 lb:en Meel, en gelijke 2000 lb:en Beschuit ten einde op de voorhanden zijnde t’ huisrijze in een zo guur Saisoen als waarin dat Schip voor de hollandse Wal stond te komen, tot beter en kragtiger voedzel voor degefatigueerde Equipagie te kunnen dienen; Zo is, geconsidereerd zijnde dat er bij de Comp: in ‘tgeheel geen rijst meer aan handen werd gevonden, en dat dier halven of van dit aanbod en verzoek van voorsz: Schipper van Rossum gebruik gemaakt zoude dienen te werden dan wel dadelyk tot den inkoop van het benodigde geprocedeert als wanneer de acquisitie van dat voor den ommeslag der E Comp: absolutelyk vereischt werdend articul inde tegenwoordige Schaarsheid nu de 1000 lb:en van Particulieren voor niet minder als 4 1/2 à 5 Rd:s zijn te bekomen de Maatschappij veel duurder zoude te staan komen, besloten dat niet alleen het voorsz: verzoek van ruiling van 4000 lb:en Rijst tegens 2000 lb:en Meel, en 2000 lb:en Beschuit zal werden g’accepteerd, en den Heer Dispencier mitsdien gequalificeerd, zo als zijn Ed: gequalificeerd werd by deezen om het eerste te ontfangen, en in te neemen en het laatste daaren tegen wederom af te langen, maar heeft men bij dees occage ook nog goedgevonden evengemelden Heer Dispencier op deszelfs daartoe gedaane instantie den successiven inkoop te permitteeren van zo veel rijst meer als gaande weg zal komen te benoodigen.

Aldus geresolveerd ende G’arresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l Secret

C. 207, pp. 122-153.

Woensdag den {17920912} 12 September 1792

bij omvraage, alle praesent.

Op gisteren ter deezer Rheede, van Mauritius g’arriveerd zijnde het fransche particulier Schip L’ aimable Josephine gecommandeerd door den Capitain Duranteau, zo is niettegenstaande door den gem: Capitain Schriftelijk was g’ attesteerd, en ook door den Equipagemeester en tweede opperchirurgijn deezes Gouvernements gerapporteerd geworden, dat zig geene zieken hoegenaamd aan boord bevonden veelmin eenige besmetting vande te Mauritius heerschende Kinderziekte, nochtans door den Heere Gezachhebber ter voldoening aan S’ Raads besluit van den 21:ste der jongstverloopen Maand, Augustus, direct de nodige ordres gegeeven tot ‘t stellen van een brandwacht bij die Bodem om alle communicatie van dezelve zo met de Wal als met alle de ter rheede leggende Schepen zorgvuldig te beletten, en daarvan ter ordre van den Heere Gezachhebber aan de Heeren Leeden des Raads kennis gegeeven zijnde, hebben hun Ed: in de verrigtingen van welgemelden Heere Gezachhebber volkomen berust, en genoegen genoomen.

Op evengeciteerde Bodem zig bevindende zeekere Anthonij van Wateringen ten deeze Gouvernemente gehuwd met de Dochter van den Burger Chirurgijn Jean Martin, is door deszelfs huisvrouw aan den Heere Gezachhebber schriftelijk verzogt, haar te willen permitteeren, zig naar boord by haaren man te mogen vervoegen, en op voorstel van welgemelden Heere Gezaghebber unanime beslooten; haar te permitteeren zo als gepermitteerd word bij deezen omme zig te begeeven naar boord van ‘t fransch Schip L’ aimable Josephine , mits daartoe gebruik makende van een der Landschuiten met dewelke zij derwaards zal werden vervoerd onder ‘t opzigt en geleide van den Equipagemeester of een ander vertrouwd persoon, die verpligt en gehouden zal zijn behoorlijk te waaken, dat niemand van ‘t Schuitsvolk aanboord overga, nog geene van boord zig in de Schuit begeeve, mitsgaders dat niets van boord worde overgenoomen, en teffens namens deeze Regeering aan den Capitain van ‘t meerm: Schip kennisse geeven dat gemelde huisvrouw van Anthonij van Wateringen zig niet wederom onder wat pretext ook, ‘t zy zelfs ingevalle van ziekte of andere onvoorziene toevallen, van boord van meergem: Schip zal mogen begeeven maar daarop zal moeten blyven omme te vertrekken naa zodanige plaatze als werwaards die Bodem zal weezen bestemd.

De Capitain van ‘t ter deezer Rheede leggend Engelsch particulier Schip de Drie Vrienden van London aan den Heere Gezaghebber inhandigt hebbende ‘t volgend Request.

To The Honb:le Governor in Council of the Cape of Good Hope.

‘Honb:le Sir & Sirs!’

‘The underwritten Capt: George Lijon, of the Englisch Schip, The three Friends of London , begs leave to represent.’

‘That being arrived, with a cargo of Madiera -Wine at the Isle of S:t Helena where the greatest scarcitij of cattle & other Products of the Cape of good hope existing, he has been persuaded not to return directlij to England but to sail to the said Cape, in order to relieve most speedilij the said Island from its present distress, bij a Cargo of the said Products, Since there was no doubt but the Government of the Cape would be pleased to grant the permission for shipping of the same, in consideration of the happy Alliance existing between his brittanic Majestij and Their High Mightinesses, the States-General, which had naturallij produced à reciprocal readiness of assistance, between the resp:e Establishments of the said Island and the Cape where of the said Island had alreadij received several convincing & very efficaCions proofs. Bij these motions animated, the underwritten Captain could impossiblij refuse to assist his countrijmen.’

‘Where for having taken in some Goods, which he was assured would be liked best at, he set sail immediatelij to the Cape,’

‘So that the underwritten begs leave moreover to request, you will be pleased to permit the said Goods, consisting in Stockings, Englisch Chints; Hard Ware; Leggers and Iron Hoops, Boots & Schors; Hats Decanters Tumblers &:a; a Spinnett Porter; Flannels & Coals; to be exchanged fer the following.’

‘Products viz: Cattle; Sheep; Almonds; Raisins; Butter; Walnuts; Salt Muttons; Bullocks Tongues; Teak Wood; Candles; Sheep Tails & Sugar.’

‘The rather, because, the said Goods can impossiblij produce so much as to exchange the wole quantitij, of the abovementioned wanted Articles; so that the underwritten Captain shall undoubtedlij be necessitated to laij out clear moneij for to purchase the rest, in stead of taking anij moneij for his Goods from this countrij.’

‘Hoping you will be pleased to grant that permission, wherein not onlij the relief of the said English Establishments, but also the indemnifyming or the greatest loss of the underwritten captain Lies at Stake; he has the honour to be with the greatest Respect’

‘Honb:l Sir & Sirs’

‘Your most obedient most humble Servant.’

’/:was geteekend / Georg Lijon’

‘Cape of Good hope Septb: 10:th 1792.’

‘Translaat’

Aan den WelEdelen Achtb: Heer J: I: Rhenius Gezaghebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte vandien &:a &:a &:a benevens den E Achtbaren Raade van Politie.

‘Wel Edele Achtbaare Heer! en E, E, Achtbaare Heeren!’

‘Den ondergeteekende Capitain George Lijon, voerende het Engelsche Schip the Three Friends of London , neemd de vrijheid aan UWel Ed: en E: E: Achtbarens zeer eerbiediglyk voor te dragen.’

‘dat denzelve met eenCargazoen Wyn van Madera aangekomen zijnde, op ‘t Eiland S:t Helena , alwaar de grootste schaarsheid aan vee en andere Caabsche Producten existeerde, hy aldaar gepersuadeert geworden is, niet direct naar Engeland te rug te keeren maar na herwaards te steevenen, ten einde ‘t gem: Eiland door den aanbreng van voorsz: Producten ten Spoedigsten aan deszelfs nooddruftigheeden te ontzetten; terwijl men ‘er geenzints twijffelde of Uwel Ed: en E E Agtb: zouden wel willen gelieven de nodige permissie tot dies afscheep te verleenen; aangezien de zo gelukkige alliantie dewelke tusschen Groot Brittanien en de Republicq der vereenigde Nederlanden subsisteerde, waaruit natuurlijk voortvloeide eene wederzydsche adsistentie tusschen de Regeering van ‘t Gem: Eiland en dit Gouvernement, waarvan ‘t evengemeld Eiland, reeds verscheidene overtuigende en efficacieuse Bewyzen had ontfangen; Door deeze beweegreedenen aangemoedigt heeft den ondergeteekende onmogelijk kunnen refuseeren, zijne Landslieden bij te springen, ten welken einde hij ook, na eenige Goederen, dewelke men hem verzeekerde dat alhier best behaaglijk zouden zijn, geëmbarqueerd te hebben, dadelijk en zonder ‘t minste tijdverzuim van daar na herwaards is vertrokken; Zodat den onderget: alwyders de Vrijheid neemt Uwel Ed en E E Achtb: op ‘t eerbiedigste te verzoeken, om aan hem te willen vergunnen, deszelfs voorschr: Goederen, bestaande in’

Koussen, Engelsche Chitzen,Yzer en Staale waaren,leggersenYzere hoepels,LaarsenenSchoenen,Hoeden,Glaswerk, eenSpinet;Zwaar Bier,FlannelenKoolen.’

‘aande wal te brengen, en daar voor gedeeltelijk in te ruijlen de navolgende Producten, als’

‘Hoorn Beesten, Schaapen, Amandelen, Rozynen, boter, Okkernooten, Gezoute Schaapvleesch, Gezoute Osse Tongen, Cajaten hout, Kaarsen, SchaapStaarten enSuikerte leever, omdat de voorsz Goederen onmogelijk zo veel zullen komen te rendeeren als hij voor de geheele quantiteit der gem: Producten zal moeten besteeden, zo dat hij onderget: nog overzulks eene aanmerkelyke Somma baar Gelds alhier Staat agter te laaten, in plaatse van hiervan daan eenig geld voor zijne meerm: Goederen te ontvoeren.’

‘In hope dan dat UwelEd: en E: E: Achtb: dit zijn ootmoedigst verzoek wel zullen gelieven te accordeeren, als van welke gunst niet alleen ‘t ontzet der zulk een gebrek aan verscheidene levensmiddelen hebbende, meergem: Engelsche Bezittinge, maar ook des ondergeteekendens schadeloosstellinge of deszelfs grootste nadeel voor zyne deswegens expres na herwaards ondernomene reizen afhangt, heeft hij de Eer met den diepsten respect te Zijn.’

‘WelEdele Achtbaare Heer! en E: E: Achtbaare Heeren!’

‘UwelEd en EE Achtbarens onderdanigste en gehoorzaamste Dienaar’

’/:getekend:/ George Lijon’

‘Cabo de Goede hoop den 10 Sept:1792.’

‘Accordeert met het hierneevens gevoegde origineel uit ‘t Engelsche getranslateerd door mij’

’/: getekend :/ C: G: Hohne gesw Translat:d.’

heeft den Heere Gezaghebber ‘t zelve request gepraesenteerd aan de hoogedele Heeren Commissarissen Generaal om hoogstderzelver welbehaagen daarop te verneemen, en nadien hunne hoogedelhedens wel hebben gelieven te bewilligen dat van voorsz: Bodem aan wal zouden worden gebragt zodanige behoeftens voordeeze Colonie als niet tot weelde en Pragt kunnen strekken; en ook dat zouden worden afgescheept de opgeevene hierlandse producten, zo is verstaan den Suppl:t te permitteeren, zyn ingelaaden Yzer, Leggers, Hoepels, Glaswerk en Smeekoolen, mitsgaders het opgegeeven Clavecimbaal te mogen ontlossen en verkoopen, om wederom in te Laaden de gevraagde Producten van dit Land, en Jatij Houtwaaren, dog geen zuiker zullende den ad interim fiscaal worden geLast zorgvuldig te waaken, dat door meermelde Capitain geene andere Goederen of Koopmanschappen worden afgelaaden of ingescheept als waar toe hem bij deeze permissie is verleend geworden.

De hoog edele Heeren Commissarissen Generaal aan den Heere Gezaghebber hebbende gelieven te demandeeren, om eenige Goederen tot de vleet van het Schip de 3 Gebroeders gehoord hebbende, voor reekening der E Comp: te laaten inkoopen, Zo is door zyn Ed: ter plichtschuldige voldoening aan dit bevel aan den Rezident in Baaifals Christoffel Brand g’ ordonneerd geworden, alle de door hun hoogedelhedens opgegeevene Goederen tot de daartoe bepaalde prijzen voor reekening der E: Comp: in te Koopen en over zyne verrichtingen in deezen van gem: Rezident heden ingekomen zijnde het volgend berigt en daarbij gevoegde Notitie,

Aan den WelEdele Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a

‘Wel Edele Agtb: Heer !’

‘Ik heb de Eer Uwel Ed Achtb: nevens deezen aan te bieden eene notitie, van al het Geene door mij van ‘t Schip de 3 Gebroeders voor reekening van de E Comp: is ingekogt geworden, zijnde de nummers, 7, 8, 9, 11, 12 en 26, mitsg:s die van de nieuwe Zeijlen verre boven de gestelde Prijzen geloopen en dus daarvan moeten afzien en vermits er 20 Pompschoenen en 10 PompEmmers die op de Inventaris niet staan voor een laage prijs van Rd:s 1 5/8 is gegaan, heb ik die meede ingekogt; ik hoop dat met deeze en alle de andere ingekogte Goederen aan de intentie van UWelEd Achtb: en hunne hoogedelhedens de Heeren Commissarissen Generaal mag weezen beantwoord.’

‘Ik heb op de voorsz: notitie Gestelde Goederen except de Masten, Zwaare Stengen en Raas, alle tot nadere beveelen in de alhier zijnde Maguazijnen laaten weg bergen;’

‘Waar meede de Eer heb van mij met de meeste hoogagting te teekenen.’

‘Wel Edele Achtb: Heer Uwel Edele Agtb: DW Dienaar’

’/:getekend:/ C: Brand.’

Simonsbaaij den 11 Sept:1792’

P: S: de Inventaris van ‘t Schip de Zeenimph heb ik heden met de Vendutie nog niet kunnen Laaten ingereedheid brengen.

‘Notitie van alle zodanige Goederen als door den ondergeteek: op den 10, en 11 September 1792 van ‘t gestrande Schip de drie Gebroeders bij publicque vendutie voor reekening van d’ E:O: Ind: Comp: is ingekogt geworden. Namentlijk’


N:o 2
1 Groote Mast, } Rd:s 170:-:
1 d:o Steng
1 d:o Bramsteng
1 Groote Rhaa
1 d:o Marsze Rhaa
2 d:o en boven Bram rhaa
2 d:o Lijzijls Spieren
Marsze Ezelshoofden, lange en dwars Salings &:a
 
N:o 3,
1 Fokke Mast } 50:-:
1 Voorsteng
1 d:o Bramsteng
1 d:o Marse rhaa
1 d:o Fokke d:o
2 Voor en boven Bramrhaa
Marse Ezelshoofden, lang en dwars Salings &:a
 
d:o 4:
1 Bezaans Mast } 30:-:
1 Kruijs Steng
1 d:o Rhaa.
1 booven d:o
1 Bagijnen d:o
1 Gaffel
Mars, Ezelshoofd lang en dwars Salings
 
N:o 5,
1 Boegspriet, dewelke op de Steven van 't Schip is afgekapt, } 33:-:
1 Kluifhout
1 Blinde Rhaa
1 Braad Spit
1 Schildband Klos
 
d:o 6
3 Pompen met hun kniesen } 70:-:
2 Knegten
1 Eyken Roerpen
1 dubbelde Stuurrad
2 Standers tot
1 Nagthuis
 
d:o 7 } te duur in prijs geloopen
d:o 8 en
d:o 9
 
N:o 10
1 Kruijs Steng } 12 1/2:-:
1 bram d:o
1 d:o rhaa
1 bovenbram d:o
2 Lijzijls Spieren
5 d:o Rhaas
 
11, en } te duur in prijs geloopen
d:o12
 
d:o13 Een Partij gesloopte deksdeelen en wat rommeling } 4 1/8:-:
 
d:o 14,
2 Valreep Trappen } 5 1/8:-:
1 Eyke Luijk Trap
 
d:o 15,
2 Eyke Schaalen } 8 1/2:-:
6 Barkoens
2 Ankerstokken
2 Eykeplanken van 3 en d:o 1 1/2 d:m dik
1 Greene Rib van 3 1/2 en 6 d:m
 
d:o 16,
3 Tonne Boeyen en } 3:-
3 Boeg Reepen
 
N:o 17,
t Groote wand met alle deszelfs Toebehooren } 110:-
 
d:o 18
t fokkewand met alle deszelfs Toebehooren } 121:-
 
d:o 19
het Bezaanswand als boven } 55 7/8
 
d:o 20
1 Zwaar Topreep voor de lading met blokken en twee groote drie en twee Schyven Blokken en Stroppen } 1 1/4
 
d:o 21
Het lopend Touwerk, Rakken, Blokken &:a tot de groote Mast } 47:-:
 
d:o 22
t Lopend Touwerk &:a &:a van de fokke Mast } 65:-:
 
d:o 23
t lopend Touwerk Van de Bezaans Mast &:a } 4:-:
 
d:o 24,
1 Nieuw Zwaar Touw van 17 d:m lang 140 V:m eens in 't watergeweest. } 191:-
 
N:o 25,
1 Nieuw zwaar Touw 18 d:m lang 143 V:m waarvan een Stukken om de Mast afgekapt } 100:-
 
d:o 26
1 Zwaar Touw 17 d:m lang 120 V:m beschadigt en niet ingekogt } -:-:
 
d:o 27
1 Taij Touw half Sleeten 17 d:m lang 84 V:m } 38:-:
20 Pompschoenen  
20 Pomp Emmers om de lage prijs ingekogt } 1 5/8
  Somma Rd:s1121:-:

N:o 2
1 Groote Mast, } Rd:s 170:-:
1 d:o Steng
1 d:o Bramsteng
1 Groote Rhaa
1 d:o Marsze Rhaa
2 d:o en boven Bram rhaa
2 d:o Lijzijls Spieren
Marsze Ezelshoofden, lange en dwars Salings &:a
 
N:o 3,
1 Fokke Mast } 50:-:
1 Voorsteng
1 d:o Bramsteng
1 d:o Marse rhaa
1 d:o Fokke d:o
2 Voor en boven Bramrhaa
Marse Ezelshoofden, lang en dwars Salings &:a
 
d:o 4:
1 Bezaans Mast } 30:-:
1 Kruijs Steng
1 d:o Rhaa.
1 booven d:o
1 Bagijnen d:o
1 Gaffel
Mars, Ezelshoofd lang en dwars Salings
 
N:o 5,
1 Boegspriet, dewelke op de Steven van 't Schip is afgekapt, } 33:-:
1 Kluifhout
1 Blinde Rhaa
1 Braad Spit
1 Schildband Klos
 
d:o 6
3 Pompen met hun kniesen } 70:-:
2 Knegten
1 Eyken Roerpen
1 dubbelde Stuurrad
2 Standers tot
1 Nagthuis
 
d:o 7 } te duur in prijs geloopen
d:o 8 en
d:o 9
 
N:o 10
1 Kruijs Steng } 12 1/2:-:
1 bram d:o
1 d:o rhaa
1 bovenbram d:o
2 Lijzijls Spieren
5 d:o Rhaas
 
11, en } te duur in prijs geloopen
d:o12
 
d:o13 Een Partij gesloopte deksdeelen en wat rommeling } 4 1/8:-:
 
d:o 14,
2 Valreep Trappen } 5 1/8:-:
1 Eyke Luijk Trap
 
d:o 15,
2 Eyke Schaalen } 8 1/2:-:
6 Barkoens
2 Ankerstokken
2 Eykeplanken van 3 en d:o 1 1/2 d:m dik
1 Greene Rib van 3 1/2 en 6 d:m
 
d:o 16,
3 Tonne Boeyen en } 3:-
3 Boeg Reepen
 
N:o 17,
t Groote wand met alle deszelfs Toebehooren } 110:-
 
d:o 18
t fokkewand met alle deszelfs Toebehooren } 121:-
 
d:o 19
het Bezaanswand als boven } 55 7/8
 
d:o 20
1 Zwaar Topreep voor de lading met blokken en twee groote drie en twee Schyven Blokken en Stroppen } 1 1/4
 
d:o 21
Het lopend Touwerk, Rakken, Blokken &:a tot de groote Mast } 47:-:
 
d:o 22
t Lopend Touwerk &:a &:a van de fokke Mast } 65:-:
 
d:o 23
t lopend Touwerk Van de Bezaans Mast &:a } 4:-:
 
d:o 24,
1 Nieuw Zwaar Touw van 17 d:m lang 140 V:m eens in 't watergeweest. } 191:-
 
N:o 25,
1 Nieuw zwaar Touw 18 d:m lang 143 V:m waarvan een Stukken om de Mast afgekapt } 100:-
 
d:o 26
1 Zwaar Touw 17 d:m lang 120 V:m beschadigt en niet ingekogt } -:-:
 
d:o 27
1 Taij Touw half Sleeten 17 d:m lang 84 V:m } 38:-:
20 Pompschoenen  
20 Pomp Emmers om de lage prijs ingekogt } 1 5/8
  Somma Rd:s1121:-:

Simons Baaij d:n 11 September 1792:’

’/:was getekend:/ C:l Brand.’

is nadat den Heere Gezaghebber ‘t een en ander aan hunne hoogedelhedens had gepraesenteerd, en hoogstdezelve in de handelwijze van den Rezident Brand genoegen hadden genoomen van dit een en ander communicatie gegeeven aan de overige Heeren Leeden des Raads en op voorstel van meermelden Heere Gezachhebber unanime beslooten alle de door den Heere Brand invoegen voorschreeve ingekogte goederen te laaten betaalen, en voorts zijn Ed: te qualificeeren om dezelve provisioneel in ontfangst en onder zyn Ed Administratie te neemen om daarvoor de nadere dispositie dezer Regeering af te wagten, terwijl alle de meergem: Goederen ook provisioneel by de Negotieboeken appart zullen worden ingenoomen omme naderhand gebragt of gevoegd te worden bij zodanige anderen als de daarover in te wagtene ordres van de hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal zullen komen te vereisschen.

Bij arrivement ter deezer Rheede van ‘t Schip de Constitutie door de overheeden opgegeeven zijnde, dat zig eenige geringe Schadens aan die Bodem kwamen te bevinden, zo is door zyn Ed: direct benoemd eene Commissie van Zeekundigen omme dezelve gebreeken te examineeren en daar door op heeden ingediend het volgend Rapport.

Aan den WelEdelen Agtbaren Heer Johannes Isaak Rhenius, opperkoopman en Gezaghebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a.

‘Wel Edele Achtbare Heer!’

‘UwelEd: Achtb: de Capitains ter zee Nicolaas Acker en Claas Voet, expresselyk hebbende gelieven te committeeren, omme in ‘t bijweezen van den Capitain Christiaan de Cerff ten overstaan van den Equipagiemeester deezes Gouvernements Cornelisz mitsg:s in presentie van den Baas der ScheepsTimmerlieden Meijndert van Eijk zig te vervoegen aan boord van S’ EComp: Schip de Constitutie , en aldaar te examineeren, welke gebreeken zig aan ‘t wand van gem: Bodem komen te bevinden, en daarvan aan UwelEdele Achtb: te doen Rapport in geschrifte,’

‘Om aan welgem: ordres te voldoen hebben d’ ondergeteekend:s Willem Udemans en Nicolaas Acker, /: d’ eerstgem: in steede voor Capt:n Voet dewelke aan boord van zyn eige onderhebbende bodem was g’occupeerd:/ zig aan boord van voorsz: Bodem de Constitutie vervoegd, en aldaar in ‘t bijweezen van den Capit: Lieutenant dier Bodem by indispositie van den Capitain ten overstaan van den Equipagemeester dezes Gouvernements, g’examineerd welke gebreeken zig aan het wand van meerm: Bodem komen te bevinden mitsg:s g’ adsisteerd met den Baas der Scheepstimmerlieden het lekkagie opgenomen en hebben bevonden.’

‘Drie Span van ‘t Groot Wand gesprongen te zijn voor welke ‘t zelve van drie Span nieuw Wand dient te werden voorzien.’

‘De Poorten tusschen Deks, de naaden openstaande, dienen gecalvaat te worden, zoo ook ‘t Schip waarna hetzelve zijne Reize na Europa zal kunnen voortzetten,’

‘Gedenkende hiermeede aan UwelEd Achtb: g’eerde intentie te hebben voldaan laaten de onderget: deezen dienen voor pligtschuldig Rapport.’

‘Cabo De Goede Hoop, den 10 Sept: 1792.’

‘Als Gecommitt: W: Udemans Jun:r N: Acker M:t V Eijk.’

‘Ten mynen overstaan; C: Cornelisz Mij Present; G: d Olthoff,’

Welk Rapport bij alle de Heeren Leeden des Raade geleezen zijnde, zo is verstaan den Equipagemeester Cornelis Cornelisz te qualificeeren, gelijk dezelve gequalificeerd word by deeze de nodige reparatien aan gemeld Schip ten allerspoedigste te bewerkstelligen.

Door den Capitain Francois Moser voerende dePacquetboot de Vlijt verzoek gedaan zijnde te mogen worden g’adsisteerd met zodanige Scheepsbehoeftens als door hem bij eene Specifique Lijst zyn opgegeeven geworden, zo is verstaan Copia van die Lijst te stellen in handen van den Equipagemeester Cornelis Cornelisz, omme des noodzaakelijk oordeelende de gevraagde Goederen te verstrekken.

De opperchirurgijn van evengem: Pacquetboot alverder verzoek hebbende komen te doen, met eenige Medicamenten ten behoeve van dat Vaartuig te worden geriefd, Zo is besloten zynen Eisch daarover ingeleverd, te stellen in handen van den eersten opperChirurgijn dezes Gouvernements Johannes Leuver omme na gedaane onderzoek te verstrekken zodanige der gevraagde behoeftens, als hij zal vinden benodigt te zijn.

Aldus Geresolveerd Ende Gearresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret.

C. 207, pp. 154-159.

Woensdag den {17920912} 12:e Sept:br 1792

S’ Avonds Extra ordinair Vergadering

Alle Praesent

Heeren Commissarissen Generaal in hoogstderzelver vermoeden dat de alhier passerende ‘S E Comp: Retourscheepen doorgaans in hebben ongepermitteerde Goederen, welke vervolgens onder betaling van 5 pC: aan den Fiscaal, waarin het voorname revenu der voorige Fiscaals heeft bestaan, en ‘t welk tegenswoordig onder den naam van inkomende regten ten behoeve van de Maatschappij werd geheeven door de Overheeden aan de wal gebragt en verkogt werd, geconfirmeerd zynde geworden door ‘t onderzoek bij Hun Hoog Edelheedens ten deezen opzigte met betrekking tot ‘t onlangs alhier ter rheede g’arriveerd Schip de Constitutie gecommandeerd door den Capitain de Cerff bewerkstelligd, zo dat door den voorm: Capitain deszelfs Capit:n Lieut:t Olthoff, en den opper Chirurgyn Becker ten klaarblykelijke bewijzen daarvan aan hoogstdezelve zijn inhandigt de Lysten van alle zodanige Goederen, als zig van een ieder hunner aan boord van s’Comp: voorsz: Bodem komen te bevinden.

En welgem: Haar Hoog Edelhedens dezelve Lysten hebbende gelieven toe te zenden aan deezen Raade onder geleide eener Missive van gisterigen datum, met bygevoegde last om alle de Goederen daarop bekend gesteld, uit ‘t voorsz: Schip de Constitutie te doen ontlossen en aan de Wal in ‘S Comp: Pakhuyzen transporteeren mitsg:s na zulx g’effectueerd te hebben daarvan aan hoogstdezelve kennisse te geeven ten einde bij haar Hoogedelhedens vervolgens met betrekking tot dezelve opgeslaagene Goederen zodanige nadere dispositie te kunnen werden genomen, als hoogstdezelve zullen Oordeelen te behooren; Zo is omme directelyk te obtempereeren aan den hier voren beschreeven last van Heeren Commissarissen Generaal, in dees buiten gewoone convocatie des Raads beslooten, dat van voorsz: Lijsten respectivelijk Copijen zullen worden afgegeeven, zo aan den Heere LeSueur omme alle de daarbij opgegevene Goederen onder zij Ed: opzigt te doen lossen door de ordinaire Gecommitt:s omme opgeslagen te worden in ‘t Epedimicq gebouw van ‘t nieuw Hospitaal alwaar de nodige ruimte daartoe is te vinden, als aan den Equipagemeester en ad interim Fiscaal om te strekken tot hun narigt en informatie, terwijl den Heere LeSuëur bij deeze word versogt, zo dra de meerm: Goederen zullen weezen ontscheept en opgelegt, daarvan by geschrifte Kennis te geeven aan deezen Raade, om dezelve in staat te stellen aan de ordres der hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal volkomen te voldoen, en hoogstderzelver nadere geëerde beveelen dezen aangaande eerbiedig afte wagten.

Door den Burger Chirurgijn Jean Martin enden Burger Evert Heugh verzoek gedaan zijnde om eenige ververssingen van wal te mogen afzenden na boord van ‘t ter rheede leggend frans Schip L’ Aimable Josephine , zo ten behoeve van dies Rheeder Anthonij Hermanus van Wateringen, als ten dienste van den Deenschen SuperCarga, Bassöe die zig als Passagier aan boord van evengem: Schip komt te bevinden, zo is verstaan daartoe licentie te verleenen, zo wel als tot den inscheep van twee Slavinnen toebehorende de huisvrouw van ged: van Wateringen, mits den vervoer van ‘t een en ander geschiede per een van ‘SComp: Vaartuigen en onder ‘t toeverzigt van den Equipagemeester Cornelisz die gehouden en verpligt zal zijn daarbij alles te observeeren en te doen observeeren, wat hem bij Resolutie dezer tafel van huidigen datum is voorgeschreeven

Aldus Geresolveerd Ende G’arresteerd in ‘t Kasteel de Goede Hoop, ten Dage en Jaare Voorschreeven.

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l Secret

C. 207, pp. 160-176.

Donderdag den {17920913} 13 September 1792

S’ Avonds Extraordinaire Vergadering

Alle praesent

Door den Heere Keldermeester LeSuëur verzoek gedaan zijnde per het aanweezend naar Ceilon gedestineerd Schip Hilverbeek op vracht naardat Gouvernement te mogen afzenden.

door onderscheidene Perzoonen by Requeste almeede verzoek gedaan zynde eenige Goederen op vragt per gemelde Bodem te mogen verzenden zo is aan hun zulks inzelver voegen toegestaan. - als

Aan Cornelis Adriaansen

Aan Johanna Broeders huisvrouw van den Lieutenant bij ‘t Regiment van Wurtemberg Willem Oseander

Aan den Auditeur Militair Gabriel Exter

Aan de Weduwe, wylen den Capitain ter Zee Andries Hanssen.

mits alle zo als bereids gezegd is daar voor de ordinaire vragt inde Cassa der E: Comp: betaalende.

Hierna wierd door den Heere Gezachhebber den Raade ter Kennisse gebragt, dat de voor GraaffReinet bestem de Predicant Johan Heinrich Manger aan zijn Ed: hadt te kennen gegeeven tijding te hebben ontfangen dat de wagens van gem: Colonie afgezonden om hem en zyne Goederen derwaards te Transporteeren, tegens den 20 dezer loopende maand aan de Kaap Zouden zijn, met verzoek als nu ook te mogen werden geëxcuseerd langer de Predikbeurten van den Eerwaarden Predikant van Lier, waar teneemen ten einde zig, de weinige nog overige tijd ten nutte te maaken om zijne affaires aan deeze Hoofdplaatze te vereffenen, waarop beslooten is het verzoek van D:s Manger in te willigen en daarvan bij Missive kennisse te geeven aan Kerkenraaden der Gereformeerde Gemeente alhier ten einde te Strekken tot derzelver informatie en naricht.

Doorden Capitain Christiaan De Cerff voerende het retourschip de Constitutie by geschrifte verzoek gedaan zijnde ten behoeve van zijner onderhebbenden Bodem, met eenige Equipage Goederen te worden g’adsisteerd; zo is belooten den Equipagemeester te qualificeeren tot de afgaave van zodanige derzelve als hy zal vinden dat gemeld Schip komt te benodigen.

Vervolgens wierd geleezen en op heden door den burger Chirurgijn Jean Martin ingedient een Request van volgende inhoud.

Aan den WelEdele Achtb Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber van Cabo de Goede Hoop en de ressorten vandien &c:a &c:a &c:a benevens den E Achtb: politicquen Raad.

‘Wel Edele Achtb: Heer! en E Achtb: Heeren!’

‘Geeft met alle verschuldigde eerbied te kennen Uwer wel Ed: Achtb: en E Achtb: zeer gehoorzame en onderdanige Dienaar Jean Martin Burger Chirurgijn alhier, dat zig aan boord van ‘t onlangs ter deezer rheede van Mauritius g’arriveerd fransch Schip L’ aimable Josephine , gecommandeerd door den Capit: Duranteau komt te bevinden zijn Schoonzoon Antonij Hermanus van Wateringen, dewelke, na met des Supplt:s dogter gehuuwd tezijn na Mauritius is vertrokken om aldaar enige uitstaande zaken te vereffenen, dat de tyding van de te Mauritius heerschende Kinderziekte alhier aangekomen UWelEdele Achtb: en E: Achtb: zodanige wijze maatregulen hebben gelieven te neemen, als waardoor hoogstdezelve vertrouwen, dat de overbring dier bezmettelyke Ziekte indeeze Colonie zou kunnen worden voorgekomen; dat als een gevolg dier wijze maatregulen aan ‘t gemeld Schip alle communicatie met de wal verboden zynde, des Suppl:s dochter egter van UwelEd: Agtb:en Edele Achtb:s hooggunstig permissie heeft g’ obtineerd, zich naar boord bij haar Echtgenoot te begeeven, onder conditie dat zij niet weder aan wal zou mogen komen, maar met opgemeld Schip Vertrekken, naar de plaats werwaards ‘t zelve mogt weezen gedestineerd; dat de Suppliant aan de eene zijde dankbaarlijk erkennende de Vaderlijke zorge UWer WelEdele Achtb: en Edele Achtb: om dit important Etablissement voor deszelfs ondergang te bewaaren aan de andere kant gehoor moetende geeven aan de inspraak der natuur niet gaarne van zig voor altoos verwijderd zoude willen zien, een eenigste Dogter die aengezien den Suppl:t met zyne huisvrouw als Vreemdelingen hier te Lande geen vermaagdschap hebben, hunne eenigste troost en vreugde komt te zijn; dat hij dus om zijne dogter niet te onttrekken aan haar regtmatig verlangen om zig bij haar Egtgenoot te vervoegen, zeer gaarne heeft bewilligt dat zij zich onder de door UWel Edele Achtb: en Ed: Achtb: bepaalde Conditien naar boord zoude begeeven, doch teffens bedagt is geweest op middelen om haar binnen kort wederom in deeze Colonie te mogen ontfangen, dat aan hem, als volkomen overtuigd van de afgrijsselyke verwoestingen die de Kinderpest meer dan eens in deeze Colonie heeft aangerecht, en als bezeffende zijne duure verpligting om als Burger en vooräl in de betrekking waaarin hij zig in dit Land bevind, alles aan te geeven waardoor de overbreng van besmetting zou Kunnen worden geweerd, daartoe geen beeter nog zeekerder middel is voorgekomen als om zijn gem: Schoonzoon Rheeder van ‘t Schip L’ Aimable Josephine aan te raaden zich van hier te begeeven naar ‘t Eiland S:t Helena , dan wel naar de Kust van Angola , om op eene dier bezittingen een gedeelte van zijne Lading te verkoopen en aan de Gouverneurs aldaar te verzoeken, ‘t overige gedeelte voor een tyd aan wal te mogen brengen ten einde volkomen verzeekerd te zijn, dat zig geen besmetting hoegenaamd aan boord komt te bevinden, schoon zulks genoeg bevestigt is, aangezien een goed gedeelte der Equipage welke zig binnen meerm: Bodem bevind, nimmer de kinderziekte te heeft gehad, en wijders omme na verloop van dit zoort van quarantaine van de Regeering der plaatse waarbij relache zal vinden, een zodanig geloofwaardig certificaat te vorderen als waarop UwelEdele Achtb: en Ed: Achtb: zonder afwijking van hoogstderzelver teedere zorge voor deeze Colonie zouden Kunnen overgaan om des Suppl:t eenigste Dogter wederom aan Land te permitteeren en de afscheeping van zodanige Goederen, als haar en haar Egtgenoot behoren toe te staan.’

‘Dan, daar hoe gepast dit middel ook zijn moge om Uwel Edele Achtb: en Ed: Achtb: zo wel als den Suppl:t en zyne meedeburgeren te tranquiliseeren voor alle vreese voor besmetting, die men van de van Mauritius arriveerende Schepen te dugten heeft ‘t zelve altoos enorme onkosten en Schadens aan voorm: Watering zal veroorzaaken, en hij dus alvorens ‘t zelve te bewerkstelligen eenige hoop dient te kunnen voerden dat daar door zou kunnen worden voldaan aan zyn oogmerk om namentlijk zyne huisvrouw wederöm bij haare ouders te rug te brengen, zo verstout zig den Suppl:t zig te keeren tot Uwel Edele Achtb: en Ed Achtb: met ootmoedige bede te willen bepalen hoelange dat ‘t Schip L’ Aimable Josephine zig in een andre volkplanting zal moeten ophouden om bij terugkomst alhier op den gewoonen voet, te worden ontfangen en zo des Supplt:s Dogter als de Goederen haar en haar Egtgenoot toebehoorende te ontlaaden, ten einde daardoor te ontruimen alle vreeze die men mogt gevoelen voor eenige bezmetting van dien Bodem te duchten, Schoon niets zekerder kan zyn als dat die bodem de in alle Landen vereischte quarentaine heeft uitgestaan, en die gewisselijk voor de geprojecteerde rhijze zal verdubbeld werden.’

’/: onderstond :/’

‘T Welk doende &:a / was getekend:/ Martin’

over welkers inhoud met alle aandagt gedelibereerd geworden zijnde zo is verstaan tot apostille op ‘t zelve Request te verleenen, dat wanneer na verloop van twee Maanden het Fransch Schip L’ Aimable Josephine wederom ter deezer Rheede mogt arriveeren, en dies overheeden bij hun retour met behoorlyke bewijzen kunnen staaven in eene andere Colonie alle hunne in hebbende Goederen te hebben ontscheept, zonder dat zig zo op de reize als ter plaatse waar zij zig zullen hebben begeeven eenige teekenen van besmetting der Kinderziekte heeft vertoont, als dan de gemelde Bodem gelijk alle andere Vreemde Scheepen zal worden ontfangen en des Suppliants dochter zig dan ook wederom aan wal zal moogen begeeven.

Na dit alles wierd door den Heere Gezachhebber Communicatie gegeeven dat den Heer van Reede van Oudtshoorn, als Praesident van ‘t College van Commissarissen uit den Raade van Justitie ter Kennisse van zyn Ed: had gebragt dat bij de laatste byeenkomst van dat College eerst door den vice Praesident Johannes Smuts en vervolgens door alle de Leeden was gevraagd eene interpretatie van ‘t besluit deezes Raads, bij de nieuwe oprichting vandat College op den 13 July jongstleeden genoomen en wel voornamentlijk met betrekking tot de rang welke door de tegenswoordige daarïn sessie hebbende Leeden, nadat door hen hunne tijd was uitgediend bij wederaanstelling zou worden bekleed, dat zynEd hen daarop hadde gerenvoieerd naar de duidelijken inhoud der evengenoemde Resolutie, en hem daaruit aangetoond dat de tegenswoordige oudste Leeden na hun tijd te hebben uitgediend, bij hunne wederverkiezing de jongste leden zouden zijn, dog dat zij zyn Ed: onder betuiging van de hardigheid die zij vermeenden dat voor hen in deeze Schikking zou resideeren en waardoor zij zig en een inferieur Collegie geplaatst zouden vinden beneeden de Leeden van Justitie waarboven zij als permanente Leeden uit hoofde van hunne ancienniteit in die Vergadering altoos de voorrang moesten behouden, met instantie dat zyn Ed dezen Raade zoude verzoeken daaromtrent voorzieninge te doen, Zo is in consideratie genoomen zijnde dat Heeren Commissarissen Generaal de zo evengenoemde Schikking zelven hebben gelieven te maaken en vast te stellen zo en in dier voegen als dezelve thans is subsisteerende, beslooten van dit voorgevallene aan haar Hoogedelhedens pligtschuldig verslag te doen en hoogstdezelve daarbij instantig te solliciteeren deezen Raade goedgunstiglijk te willen informeeren hoedanig zig in deezen zal hebben te gedraagen.

Aldus Geresolveerd Ende G’arresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop. Ten Dage en Jaare Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: LeSuëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l Secret

C. 207, pp. 177-200.

Saturdag den {17920915} 15 September 1792.

S’ Avonds Extra ordinaire Vergadering alle praesent.

Den Raade expresselijk buiten gewoon vergadert zynde geworden, ten einde in dezelve te Resumeeren drie onderschijdene Missives van Heeren Commissarissen Generaal, zo even bij den Heere Gezaghebber ontfangen, en alle onder heden gedateerd, houdende

dat vermits uit verscheidene Informatien aan haar HoogEdelheedens was gebleeken dat den Capitain Claas Voet commandeerende het thans alhier ter rheede leggend uitkomend Schip Hilverbeek van zig heeft kunnen verkrijgen om gedurende de rhijze van Nederland tot hier de Passagiers op zijn Schip beschijden, en eenige Perzoonen der Equipage op eene zeer onbetamelijke en harde wijze te behandelen, en zo daarin als in verscheidene andere opzigten af te wijken van de bepalingen bij den Articul brief en zijne Instructie gemaakt hoogstdezelve dierhalven hadden goedgevonden denzelven Capitain Voet uit dien hoofde te verwijzen in eene boete van drie Maanden Gage ten profijte van de Compagnie en ‘t wijders nodig geoordeeld dezen Raade aan te schrijven om by de monstering van voorn: Bodem aan gem Capit: Voet in praesentie van de verdere Scheepsofficieren mitsgaders den Ziekentrooster en den Capit:n Militair L’ Egrivisse en den Lieutenant der Artillerij RuLach daartoe afzonderlijk in de Kajuit bij elkanderen geroepen door den fiscaal te doen aanzeggen, en in den naame van haar hoogedelhedens ten ernstigsten beveelen, dat hij Capitain beneevens de Scheepsofficieren, ingevolge de 27 en 28 Articulen der Instructie voor de eerste Gezagvoerders beraamd, hun commando met discretie zullen hebben te voeren, en hunne onderhorigen en het gemeene Volk met bescheidenheid te behandelen, en dat daaren teegen, ook de mindere Officieren en Passagiers den Capitain en de Officiers die boven hun gesteld zijn, met alle respect zullen moeten bejeegenen; dat hij Capitain Voet verder zorgvuldig zal hebben naatekoomen de ordres omtrend de apprehensie en Straffen der Militairen bij dezelve Instructie bepaald, en zig dierhalven hebben te wagten van de MiLitairen buitenkennisse vanden Commandeur der Soldaten in appraehensie te doen neemen, of wanneer S’ eenige ligte correctien mogten meriteeren dezelve anders te doen verrigten, dan door de Corporaals met een endje dun Touw, en in ligte en Domesticque Correctien, nimmer exedeerende 30 Slagen, en vooral zig soigneuselijk te menageeren vande officieren wanneer deezen het mogten meriteeren, anders te straffen dan op den voet bij den Articulbrief en zijne Instructien bepaald;

Dat hij Capitain Voet verder zal gehouden zijn, aan de Kajuitstafel te admitteeren, behalven de Scheepsofficieren, den Ziekentrooster, den Commandeur der Soldaten, den Capitain L’ Egrevisse en den Lieutenant Rulach, en dezelfde tafel te voorzien niet alleen van de ordinaire Scheepskost en verversSchingen welke van hier werden meedegegeeven maar ook van die Provisien welke in Nederland voor de Cajuijt werden verstrekt, zonder daar voor eenige extraordinaire contributien hoe ook genaamd te mogen vorderen, en zulks om door alle de perzoonen van voorn: Tafel in ordentelijkheid te werden gebruikt zonder dat daarin eenige distinctie zal moogen plaats hebben - en

Dat hij Capit:n Voet wijders zal hebben zorge te draagen dat de Godsdienst behoorlijk worde verrigt, en aan den Ziekentrooster daarïn geen verhindering werde toegebragt.

Lastende Haar Hoogedelhedens daarbij dat aan voorn: Capitain Voet van dees Hunner Hoogedelheedens dispositien Extract werde ter hand gesteld, omme te strekken tot deszelfs informatie en narigt.

Mitsgaders dat bij de Monstering van voorsz: Bodem en zo ook van alle uitkomende Schepen, welke van nu af alhier zullen passeeren de officieren en Equipagien ten overvloede op ‘t ernstigst werden gewaarschouwd, dat voorthaan de ordres tegens het overbrengen van ongebrande en ongepermitteerde Goederen met de Retourscheepen en bijzonder het daaromtrend gestatueerde bij de 23 en 24 Articulen van den Articul brief, Strictelyk, en zonder eenige de minste conniventie zullen werden ter executie gelegd, ten einde zig daarna te gedraagen.

Dat Haar Hoogedelhedens het voorts in zelvervoegen nodig hadden g’oordeeld deezen Raade te informeeren dat hoogstdezelve op de bekomene goede getuigenissen van den yver en bekwaamheid van den alhier beschijdenen Lieutenant Ingenieur Louis Michel Thiebault hadden goedgevonden denzelven Thiebault aan te stellen tot Capitain Ingenieur in plaats van den gerepatrieerden Sebastiaan Willem Van de Graaff, met de gage en Emolumenten daartoe staande, in die verwagting dat hij zich dit avancement door eene voortdurende getrouwheid en applicatie zaL waardig maaken, en ook zijne pogingen aanwenden tot bekwaammaking van anderen.

En dat de wijl, zullen de Fortificatie werken ter deezen Gouvirnemente behoorlijk worden in stand gehouden en gaade geslagen, de vacature van een tweede officier der Genie als dan nog overblyvende ten spoedigsten met een bekwaam Subject diende te werden vervuld hoogstged:e Haar Hoogedelhedens uit dien hoofde, mitsgaders lettende op de favorable getuigenissen aan hoogstdezelve g’ exhibeerd door den in Nederland tot tweede Lieutenant der Arthillerij, aangestelden F: S: V: LeSuëur en op het gunstig berigt van deszelfs bekwaamheden aan meerm: Haar Hoogedelhedens door voorn: Capitain Thiebault nadat hij denzelven LeSuëur op hoogstderzelver requisitie hadde g’examineerd, gegeeven, teffens goedgevonden hadden, voornoemden F: S: V: Le Sueur zig thans op het hierboven zo dikwils geciteerd Schip Hilverbeek bevindende, aan te stellen tot Lieutenant Ingenieur omme ten deezen Gouvernemente dienst te praesteeren met de Gage en Emolumenten daartoe staande.

Dat vermits ook aan Haar Hoogedelhedens was gebleeken, dat de Cadets Bombardiers bij ‘t Corps Arthillerij alhier, Pieter William Ferdinand van Schuler en Samuel Jacob Ekhardt zig met ijver hebben toegelegd om onder het opzigt van voorn: Thiebault, zig in de wetenschap der Genie bekwaam te maaken en daarin bereids zo verre zyn gereuseerd dat van dezelve tot het formeeren van teekeningen en het Ligten van Plans, een nuttig gebruik zoude kunnen werden gemaakt, en haar hoogedelhedens teffens in overweeging hadden genoomen, dat daartoe noodzaakelijk Lieden werden vereischt alzo tot hoogstderzelver merkelijke bevreemding de nodige plans en teekeningen alhier byna ten eenemaale ontbreeken, haar Hoogedelhedens dierhalven nog hadden beslooten, dat door de alhier bescheidene Ingenieurs van de voorsz: Cadets Bombardiers, P: W: F: van Schuler en S: J: Ekhardt, voor zo verre hunnen dienst bij de Arthillerij zulks zal toelaaten ten voorsz: eijnde gebruik zal mogen worden gemaakt, en daarvoor aan de voornoemde Bombardiers elk hadden toegelegd een Douceur van drie Rijksd:s S’ Maands, om alle de voorsz: Gagien en Douceurs in te gaan met den dag van heden, met last aan deezen Raade de nodige Maatregulen te beraamen en dadelijk te introduceeren, ten einde alle Plans, Teekeningen, Kaarten en andere Papieren, de defensie deezes Gouvernements betreffende, zo die, welke alhier nog mogten weezen, als die bij vervolg zullen worden geformeerd, behoorlijk werden g’inventariseerd en ter politicque Secretarije bewaard, en Jaarlijks neevens het generaal Verslag van Zaaken daar van enkelde Copijen overtezenden naar nederLand, terwijL ook de Officieren die zulks aangaan mogte, bij Haar Hoogedelhedens gehoudens werden verkLaard bij ‘t neemen hunner Demissien uit den dienst van de Comp:ie alle de Kaarten Plans, Teekeningen, Memorien of andere Schriftuuren, tot den staat der Militie en Defensie der Comp:ie alhier of in de Indie specteerende, welke zij onder zig mogten hebben, onder behoorlijke Inventaris en praestasie van Eede van geen meerder of andere te bezitten, aan deezen Raade over te leggen omme insgelijx ter politicque Secretarije te werden geregistreerd en bewaard, op poene eener boete van drie duizend Rd:s tegens de overtreeders en als mijneedegen te zullen worden gestraft. - met bijvoeging dat bij overleijden van zodanige officieren daartoe inzelver voegen gehouden zijn hunne Erfgenaamen of derzelver Gemagtigdens alhier, en om onder Eede te verklaaren, geene andere der voorsz: Kaarten, Plans, Memorien of Schriftuuren in den Boedel der overleedenen te hebben gevonden, waarvoor de nalatenschappen der overleedenen zullen blijven verbonden tot tijd ende wijle aan dit gestatueerde zal weezen voldaan, aan welk een en ander deezen Rade zorgvuldig de hand zal moeten houden en doen houden.

Dat haar Hoogedelhedens wijders gedelibereerd hebbende over het vertoog van den Heer Keldermeester LeSuëur, concerneerende de gewoone afschrijving zijner administratie bij hoogstdezelve ontfangen nevens S’ Raads missive van den 7 deezer welgem: Haar Hoogedelhedens hadden goedgevonden dat aangezien op deeze Materie bereids bij ofte van weegens de Hooge Regeering van Indien, remarques zyn gevallen, mitsdien alles wat daartoe specteerd, ofte voorsieninge mogte vorderen en gevolglijk ook dit vertoog, door deezen Raade aan welgem Regeering zal moeten werden voorgedraagen, en haare beveelen en bestellingen daarop afgewagt.

Dog dat bij Haar Hoogedelhedens uit voorsz: Missive van den 7 deeser gezien zijnde de noodzaakelijkheid dat alhier op de bekwaamste tijd van ‘t Jaar een genoegzame quantiteit Vleesch en Spek werde ingezouten, tot de praesumptive benodigdheid voor een rond jaar, hoogst dezelve uit dien hoofde daar en tegen hadden goedgevonden deeze Regeering daartoe te qualificeeren met aanbeveeling niet te min om daarïn de meeste menage te observeeren, en te zorgen dat de quantiteiten die ingezouten zullen worden de voorsz: benodigtheid althans niet te boven gaan, ten einde alle schaade welk van zulkzoort van restanten noodwendig te wagten zijn, werde gepraevenieerd.

Vorderende Heeren Commissarissen Generaal daarbij eindelijk berigt, welke voorzorgen en Maatregulen alhier in practycq zijn, ten einde ten allen tijde zeker en gerust te kunnen weezen dat de gereconvalesceerde Zeevaarende bij hunne komst op de Scheepen naar Indien of Europa gedestineerd genoegzaam van behoorlyke plunje tot conservatie hunner gezondheid zo onontbeerlijk zijn voorzien.

Zo is over den voorsz: inhoude van alle dezelve Missives gebesoigneerd zijnde daarop verstaan, dat om dadelijk te doen effect sorteeren hunner hoogedelhedens g’eerde dispositien bij dezelve Missives vervat aanvankelijk met den eersten van al het bovenstaande de vereischte Extracten zullen worden ter handen gesteld zo aan den Soldijboekhouder, Fiscaal en voorsz: Capitain Voet als aan den Negotieoverdrager, Heer Kassier, Dispencier en Keldermeester, ten einde een yder in den zijne het nodige bewerkstellige dat de Soldy reekening van evengem: Capitain Voet by deszelfs arrivement te CeiLon behoorlijk werde belast met de Boete van drie Maanden Gage, waarin ter zaake voorsz: gecondemneerd is; hem te geordonneerde aanzegging en recommandatie by de Monstering werde gedaan, - en hij zig de beveelen van Heeren Commissarissen Generaal voor ‘t vervolg ten narigt laate Strekken - dat ook de overheden der uitkomende Scheepen gepraeadverteerd werde dat de ordres tegens het overbrengen van ongebrande en ongepermitteerde Goederen met de Retourbodems existeerende voorthaan Strict en zonder oogluiking ten uitvoer zullen worden gelegd, en dat de Gagien, Emolumenten en Douceurs aan den Capitain Ingenieur Thiebault en den Lieutenant LeSuëur, en de Cadets Bombardiers Van Schuler en Echardt toegelegd, conform Haar Hoogedelhedens Last cours en ingang neeme - Dat daar en tegen noopens de gewoone afschrijving van den Heer Keldermeester op zijn Ed administrasie werde verbeid de beveelen van Haar Hoogedelens de Heeren der Hooge Indiase Regeering, aan wien men niet zal afzijn bij eerstvoorkomende Scheepsgeleegendheid het vertoog diendweegen door gemelde Heer Keldermeester ingediend te Suppediteeren. - en eindelijk ingevolge qualificatie van Heeren Commissarissen Generaal in tijds werde in gereedheid gebragt, het gezouten Vleesch het welk men praesumptive voor de consumptie van een Rond Jaar zal nodig hebben;

Dat terwijl voorts van den Heere Colonel Gordon die bereids bij ‘t vertrek van den Overste Gilquin van weegens deezen Raade gecommitteerd en de gequalificeerd is geweest om alle de Plans, Caarten en Teekeningen met de daartoe gehoorende Explicatien &:a dewelke zig onder voorn: overste Gilquin hebben bevonden gehad, van hem bij Inventaris af te vorderen en ter Secretarije te bezorgen, mitsgaders bij die gelegendheid de Plans, Kaarten, Teekeningen ensz: ter gem: Secretarije berustende, teffens te examineeren, om van ‘t een en ander een behoorlijk Register te formeeren, zal werden afgewagt het Berigt, het welk zijn Edele bij deese occasie heeft gedeclareerd diendwegen, binne weinige dagen te zullen overleggen, intusschen, alvorens hieromtrend iets verder ofte meers te doen, gelyke Extracten uit Hunner Hoogedelhedens dispositien zullen werden afgegeeven aan voorsz: Ingenieurs Thiebault en LeSuëur omme te Kunnen strekken tot derzelver informatie, en dezelve daarbij gelast gelijk zy gelast werden bij deezen, Jaarlijks in gereedheid te brengen, en uitterlijk met het afloopen van de Maand Februarij met de nodige Explicatien aan deezer Raade over te leggen Enkelde Copyen dier Kaarten, Plans, en Teekeningen, ten einde naar ‘t Vaderland aan de Illustre Vergadering van XVII:tien te kunnen werden gezonden.

Dat wijders aan voorsz: Heere Gordon voor ‘t tegenwoordige, en voor ‘t vervolg aan zyn Ed: Successeuren in de Post van Hoofd der Militie zal zyn gedemandeert en opgedraagen gelijk geschied by deezen, om van alle officieren die eenige relatie hebben gehad tot Plans, teekeningen, Caarten en andere Papieren, de defensie deezes Gouvernements betreffende bij ‘t neemen hunner demissien uit dendienst van de E Comp: ofte in Cas van overlyden van Zodanige perzoonen van hunne Erfgenaamen of derzelver Gemagtigdens op te eisschen en af te vorderen alle Voorschr: Plans, Kaarten, Teekeningen en Schriftuuren, zo en in diervoegen als zulx hiervoren door Hun Hoogedelhedens voorgeschreeven en g’ ordonneert is geworden om dezelve Kaarten en Plans &c:a Zo die in weezen zyn in Raade overteleggen ten einde vervolgens ter secretarije geborgen te kunnen werden ofte bij ontstentenis daarvan verslag te doen, ten einde den Raade in Staat te stellen in zulken cas te doen effect sorteeren, de poenaliteit bij Heeren Commissarissen Generaal g’arresteerd - en dat laatstelyk meergedagte Heeren Commissarissen Generaal op ‘t gevorderde nopens de in practyk zynde Maatregulen dat de Gereconvalesceerde Zeevaarende bij hunne Komst op de Scheepen, behoorlyk van pLunje zyn Voorzien zo en in diervoegen eerbiediglijk van antwoord zullen werden gediend, als de rescripsie diendweegen Heeden meede gearresteerd, en uit de Notulen overgenoomen zulks komt aan te toonen.

Aldus Geresolveerd Ende G’arresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn.

[Signed:] My Præsent E: Bergh p:l Secret.

C. 207, pp. 201-300.

Dingsdag den {17920918} 18 September 1792

S’ Voormiddags Alle Praesent.

Wierd aanvankelijk bij ‘t resumeeren der Besluiten op den 6, 7, 8, 12, 13, & 15 deezer zo in Raade als bij omvraage genoomen door den Heere Dispencier van Reede van Oudtshoorn in consideratie gegeeven, of ‘t niet best waare daar Heeren Commissarissen Generaal gelijk zulks uit Laatstgem: Resolutie quam te blijken, nu hadden gelieven goed te vinden de Regeering te qualificeeren tot het doen inzouten van het nodige Vleeschen en Spek tot de præsumptie consumptie van een rond Jaar, en de ondervinding intusschen hadde geleeraard, dat het Caabsch gezouten Vleesch hoe ouder hoe harder werd van de voorsz: qualificatie voor het tegenswoordige een zodanige gebruik te maaken, dat men liever dan de quantiteit in eens te groot te neemen slegts provisioneelijk zo veel zout Vleesch in gereedheid liet brengen dat daarmeede zoude kunnen werden gereikt tot ultimo April des aanstaande Jaars 1793 het welk gereekend van primo der naastkomende maand October, als wanneer weinig of geen Vleesch nog Spek in ‘t Dispens meer in voorraad weezen zal, een tijdbestek van 7 Maanden opleeverd; na welken tijd de hitte over zijnde het ontbreekende voor de overige 5 Maanden, gevoeglijk zoude Kunnen werden gesuppleerd; over welk voorstel van den Heere van Reede van Oudtshoorn gebesoigneerd en in consideratie genomen zijnde dat uit eene Schriftelijke notitie, door voorm: Heere Dispencier teffens overgelegd komt te blijken dat in de Laatstgepasseerde 12 Maanden, zo ten deezen Gouvernemente verorberd, als aan de gaande en komende Scheepen verstrekt is geworden de quantiteit van Circa 30000 lb Spek en ruim 41000 lb Vleesch - en dat voor de consumptie van 7 Maanden zoude werden vereischt, 17464 lb:en Spek en 24090 lb: Vleesch dog dat men ingevolge den beantwoorden Eisch voor dit Lopend Jaar uit Nederland nog is te wagten 1920 lb Spek en 4000 lb: Vleesch zo is verstaan ingevolge het voorsz: voorstel van meerm: Heer Dispencier aanvankelijk maar te doen inzouten de quantiteit van 15544 lb:en Spek en 20090 lb:e Vleesch om daarmeede te kunnen strekken tot den laatsten April hierboven gemeld, als wanneer pro rata der Consumptie en de restanten dewelke als dan aan handen zullen werden gevonden qualificatie zal werden verleend tot het inmaken van verderen voorraad,

Middelerwylen is geleezen het onderstaande verzoekschrift door de In-en- opgezeetenen der Bokkevelden aan deezen Raade gepraesenteerd

Aan den WelEdele Achtbare Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber dezes Gouvernements &:a, &:a, &:a, benevens de verdere WelEdele Achtbaare Heeren Raaden van Politie.

‘Wel Edel Achtbaare Heer En Wel Edele Achtbare Heeren!’

‘Geeven met verschuldigde eerbied te kennen, UwelEdele Achtbarens zeer nedrige Dienaaren, Deondergeteekendens Ingezeetenen en Inwoonderen van de Bokkevelden

‘Dat het UWelEd Achtb: volkomen komt bewust te zijn, dat in het district dat de Supplianten bewonen niets anders gewonnen word als Boonen en Erwten, en dat deeze winsten overzulks de eenigste voordeelen zijn die zij door nijver en vlijt kunnen maaken, om hunne huishouding te Soutineeren.’

‘Dat zij bovensdien genoodzaakt zijn, hunne producten door het Gebergte van de Jan Mosterdshoek met pakpaarden en Draagossen te Transporteeren, het welk het transport niet allen kostbaar maar ook teffens zeer moeijelijk maakt.’

‘En het is ook waarschynlijk om die reedenen dat wylen den WelEdelen Groot Achtb: Heer Gouverneur Ryk Tulbagh hoogloffelyker Memorie, ter gelegenheid dat zyn WelEd Groot Achtb:, een Rijs na de Bokkevelden gedaan, enzo wel op het bouwland als op de slegte, en bijna ten eenenmaal onpasseerbaare Gebergtens, Reguard geslagen hebbende, eens vooräl bepaald heeft, dat de Ingezeetenen van voorm: district, bij praeferentie hun boonen en Erwten aan de Compagnie zoude Leeveren de wyl het transport van andere graanen, als Koorn, Garst, Rogge &:a de moeiten en Kosten niet beloonen zouden.’

‘Het is dan ook zedert dat tydstip, dat zig alle de Ingezeetenen en bewooners der Bokkevelden hebben toegelegd, op het aanbouwen van Landderijen die geschikt waaren om Boonen & Erwten voort te brengen, om langs dien weg een bestaan te vinden.’

‘Dan de Supplianten hebben met Smertelyk leedweezen ondervonden, dat al den arbeid die zij gedaan hebben, al de vooruitzigten om een bestaan voor hunne talrijke familien te bezorgen, met een woord dat al het geen hen nog eenigzints van drukkende Armoede, kon bevrijden, ten eenemaale in rook verdweenen is, dat in de tegenwoordige gesteldheid van zaaken, voor hen niets overblijft, als hunne waarlijk zeer bekommerende toestand te kennen te geeven, aan UwelEdel Achtb: wiens vaderlijke zorgen zij by deezen; met dien eerbied die zy UwelEdele Achtb: verschuldigt zijn, needrig imploreeren, in dat vertrouwen, dat UwelEd: Achtb: goedgunstig gelieven het oog teslaan op de volgende Poincten namentlijk.’

‘Met dit alles WelEdele Agtb: Heeren! Jouisseeren de Supplianten nog niet, van de voorregten die hunne Voorouderen, en eerste Bewooners van het Bokkeveld ten allen tyde gehad hebben, namentlijk om by praeferentie hunne Boonen en Erwten aan d’ E Comp: te leeveren.’

‘Daar de ondervinding tot merkelyk nadeel van de Supplianten geleerd heeft, dat wanneer zij thans hunne waaren, de eenigste die zij in dat koud en Ruuw gewest Kunnen gewinnen, langs al die moeijelijke en Kostbaare weegen, aan de Hoofdplaats gebragt hebben, d’ EComp: door Ingezeetenen in de nabijheid woonagtig, reeds voorzien is, en de Boonen & Erwten die zij opbrengen niet kunnen afleeveren, nog voor roulante betaaling nog in voldoening van hunne agterstallige Recognitie penningen, zodat zij genoodzaakt zijn, dezelve uit te veijlen, aan particulieren, die van de verlegendheid van de Supplianten gebruik maakende, onbeschaamd genoeg zijn, Twee Rijxd:s ofte ten hoogsten twintig Schellingen voor de mud Boonen of Erwten te praesenteeren, het welk naauwlijks heenreikende is, de Kosten, Transport goed te maaken, zoo dat er niets voor de huishouding overblijft, en de drukkende armoede zig thans zigtbaar, onder de Inwoonders van de Bokkevelden vertoond en een akelig vooruitzigt voor het toekomende daarsteld.’

‘De Supplianten willen stilzwijgende voorbijgaan, wat Lasten zij boven andere Ingezeetenen moeten dragen, daar zij doorgaans tot adsistentie van de Ingezeetenen van de Roggevelden Commando op de Rovende Bosjesmans moeten doen, en meer als eens g’ ordonneerd worden met hunne Wagens en Ossen eenige Transporten voor de Colonie Graaffe Reinet na den Swarten berg te doen, zynde Neegen dagen rijzens of Schoften geleegen van de Bokkevelden .’

‘De Suppl:ten vertrouwen uit aanmerking van ‘t een en ander dat UwelEd: Achtb: goedgunstig zullen gelieven een besluit te neemen dat alle de Ingezeetenen van de Bokkevelden zo de geene die thans bezitters van de aldaar leggende Plaatzen zijn, als de geene die dezelve naderhand zullen komen te bezitten bij praeferentie Boonen en Erwten aan d’ E Comp: zullen mogen leeveren, dewijl dat dog hun eenigste bestaan is en de overige nabij geleegene Inwoonders eene andere resource hebben, te weeten met het afleeveren van Tarwe, Garst en Rogge &c:a’

‘’T Welk doende &:a’

‘/was getekend:/ Petrus van der Merwe; Johannes Petrus van der Walt; Jacobus Johannes Pienaar; Willem van Heerden; C: Z: Johannes Joosten; Jacobus Jooste, d’ oude; Jacobus Jooste Jacobus zoon. Schalk Willems van Heerden; d’ oude - Willem Schalk van Heerden; Paulus Hugo; Elizabeth Craffordt weduwe Pretorius; Francoís Petrus van der Merwe;- Sebastiaan Wolfaardt; De weduwe Johannes Pienaar; Barend Pienaar; Schalk Willemse Pienaar; Philip Erasmus; De wed:e Pieter Jacobsz; P: Jacobs P: Z: Stephanus Jacobs; Willem Janse van Rensburg; Roelof van der Merwe, Hester Erasmus de Weduwe; Rasmus Erasmus Marta Pienaar; Schalk Willem du Toit; NicoLaas Janse van Rensburg W:Z: Isaak Visage Isaacszoon; Charel du Toit; Jacobus Lodovicus Theron; Cornelia Susanna de Klerck weduwe frans: Joosten.’

Waaromtrend door evengem: Heere Dispencier gedeclareerd zijnde, dat men om geene ander reedenen is afgeweeken geweest van de bepaling om van de Supplt:n in deezen bij praeferentie Erwten en Boonen voor de E Comp: te ontfangen dan om dat de Supplt:n gedurende den laatsten oorlog, wanneer de prijzen dier Producten merkelijk waaren gesteegen, de E Comp: in verleegendheid hadden gelaten en daar door aanleiding gegeeven dat men zig van den eerstkomende hadde moeten bedienen om voorzien te werden, terwyl t’ zeedert de naauwe bepaling der restanten, door de Heeren Meesteren voorgeschreeven, alleen hadde veroorsaakt dat hij Dispencier de voorsz: Producten niet hadde kunnen accepteeren, in mindering van agterstallige Recognitie penn:

Is dierhalven, ingezien dat al het geen de Supplianten hebben komen te avanceeren, volkomen op de waarheid is gebouwd en hunnen toestand uit dien hoofde voorzieninge vordert, goedgedagt en dienvolgens beslooten, dat na deezen Jaare de voorsz: In en opgezeetenen der Bokkevelden even als te voren wederom hunne Erwten en Boonen bij praeferentie boven ander Landbouwers aan de Comp: zullen mogen leeveren, mits om in cas van eenen Slegten ougst de Maatschappij niet in verleegendheid te laaten brengen, of wanneer de recolte opulent mogte uitvallen den een in de Leverantie niet ruimer te deelen als den ander jaarlijks tusschen primo Januarij en Ultimo Febuarij ten Negotie Comptoire opgeevende hoeveel en ieder van hun geneegen is willen en zig verzeekerd houd te zullen kunnen leeveren op dat men in ‘t eerste geval in tijds de noodige Maatregulen zoude Kunnen beraamen, en doen bewerkstelligen, om met opzigt tot het ontbreekende van elders geriefd te worden en in ‘t laaste cas door ‘t slaan eener billyke repartitie over alle de Leveranciers aan een iegelijk van hun een gelyk deel in de afzetting hunner voorschr: Erwten en Boonen, aan d E’ Comp: te kunnen geeven - waarenboven met den aanvoer dier peulvrugten in alle gevallen niet eerder een aanvang zal mogen werden gemaakt, dan na Ult:o September gelijk van dit alles ter narigt der Supplt:n de nodige advertentie zal werden gedaan by affixie van Bïllietten.

En nadien de Heeren LeSueur en van Reede van Oudtshoorn aan wien bij Resolutie van den 28 der even afgeweekene maand Aug:s is opgedragen geworden na te gaan de Lijsten der geligte en onder afgesz: Gage gestelde Dienaaren, ten dien daage door den Soldij Boekhouder Clemens Matthiessen ingediend, ten einde dezulke uit die Lieden, waarvan d’, E’ Comp: in ‘t praesente volksgebrek in Indiën nog eeniger dienst zoude kunnen genieten, ‘t zy met derwaards gezonden dan wel alhier ter bemanning der verwagt werdende Retourscheepen g’employeerd te werden te noteeren, en aan deezen Raade op te geeven om vervolgens weder in dienst te werden getrokken, hebben koomen te kennen te geeven, dat om, aan dees hun E:E: gedecerneerde Commissie met behoorlijke naauwkeurigheid te kunnen voldoen, wierde vereischt dat alle dezelve geligte en onder afgesz: Gage gestelde Dienaaren zig in Persoon voor hun Gecomm:s en den voorm: Soldy boekhouder op gezette dagen na de verre afgeleegendheid der respective Districten bepaald, kwamen te praesenteeren en te vertoonen, ten einde door eigen ondervinding over den staat waar in zig bevinden te kunnen jugeeren.

Zo is goedgevonden en dienvolgens besloten dat om voorsz: Heeren LeSuëur en van Reede van Oudtshoorn in ‘t geval te stellen van zig in maniere als hier boven is gezegd met behoorlijke exactitude te kunnen quijten van de voorzeide aan hun opgedragene Commissie, waaromtrend de meestmogelijke Spoed en naauwkeurigheid den Raade voor S’ Maatscappij’s dienst zo hooglijx importeert, insgelijx zullen werden gepubliceerd en voorts alomme g’affigeerd, zo hier aan de Caab als ten platten Lande de nodige Billetten, omde voorsz: geligte en onder afgeschr: Gage gestelde Dienaaren te gelasten zig alhier ten deezen Casteele op de nieuwe Kat voor de Raadzaal te Sisteeren, en bij voorn: Heeren Gecommitt:s, die de Revue overdezelve passeeren Zullen te melden, te weeten alle de geenen die zig in dit Kaabsche district bevinden op Woensdag den 31 October, die uit de Districten van Stellenbosch en Zwellendam op Vrydag den 30 November daaraan volgende en die van Graaff Reinet op Maandag den Laatsten dag dezes Jaars S’morgens de Klokke Negen Uuren preciese en zonder faute, bij poene dat d’ absent blijvende na de voorsz: bepaalde Termijnen zullen werden aangemerkt als g’aufugeerd, en als zodanig tegens dezelve geprocedeert, terwijl bovensdien nopens de Geligte, de In-en opgezeetenen bij wien zij zig in leening bevinden, zullen verbeuren eene boete van Vijf en twintig Ryxdaalders voor ijder die bevonden zal werden met hun weeten of toedoen afweezig te blijven, ten waare op eene voldoende en overtuigende wijze aanvoorsz: Heeren Gecomm:s konden doen blijken, dat volstrekte onbekwaamheid om te kunnen opkomen, of aanmerklijke indispositie de obstaculen zijn geweest, in welk geval dan nog deeze laatsten, na hersteld te zijn, gemunieerd van bewijs van hunne ziekte, zig zullen moeten aandienen, bij voorsz: Heeren Gecommitt:s - zullende om voor te Komen dat ijmand dier geligte en onder afgesz: Gage gestelde Dienaaren, ofte ook de Ingezeetenen bij wien de eerstgem: Woonen, ignorantie praetendeeren wie al onder het voorsz: opontbod is begreepen, alle de by de voorsz: Lijsten des Soldijboekhouders voorkomende Perzoonen met derzelver Naamen, Toenaamen en Geboorte plaatzen, distincte by dezelve Billetten moeten werden ingelijfd en bekend gesteld.

Den Capitain Claas Voet Commandeerende het ter Rheede leggend uitkomend Schip Hilverbeek met overtreeding der ordres door haar Hoog Edelhedens de Heeren Commissarissen Generaal daartegen gesteld, en waarvan aan denzelven dadelijk bij zyne aankomst alhier door middel van een Extract uit de Resolutien deezer Regeeringe van de 13 July LL: communicatie is gegeeven geworden, van zig hebbende kunnen verkrijgen op den 6 en 7 deezer loopende maand aan Land te koomen, zonder alvorens van den E Agtb: Heer Gezachhebber permissie verzogt nogte ook de petitie zijner benodigtheden voor de verdere rhijze in ordre gebragt, ofte overgeleverd te hebben, en hierover door den ad interim Fiscaal Mr Jacob Pieter Deneijs voor elke der voorsz: dagen, ingevolge den Last van hoogstdezelve haar hoogedelheedens bekeurd zijnde in eene boete van Vijftig zilvere Ducatons, zo is op Communicatie daarvan door welopgem: Heere Gezachhebber in Raade gedaan, geresolveerd, dezelve Boetens ten bedraage van een hondert ducatons even als de vorige, waarin Heeren Commissarissen Generaal hem Capt:n Voet zelven hebben gecondemneerd gehad, en waarvan breeder werd gesproken bj Resolutie van den 15:den deezer, ‘t Ceilons Gouvernement te laaten aanreekenen, en den Heere Gouverneur en Raad van dat Eiland bij vertrek vangem: Bodem Hilverbeek daarbij gedienstig te communiceeren dat men tot dies aanreekening genoodzaakt is geweest, omdat men denzelven Voet alhier niet op zyne reekening van Soldyen heeft kunnen doen belasten met verzoek de voorsz: belasting dierhalven ten voorsz: Gouvernemente te willen laaten geschieden opdat zo doende hunner hoogedelhedens voorsz: dispositien dadelyk mogen effect sorteeren;

Hierna overwogen zijnde dat met het cesseeren der verstrekkingen van Randsoenen in natura aan de meeste van S’Comp:s Dienaaren nu ook is komen op te houden het uitreiken van Clappus Olij ten voorsz: einde aan de zodanigen die daarvan bevorens hebben moeten werden voorzien, en dat dat Smeer gevolglijk voorthaan voor den ommeslag van dit Gouvernement niet meer zal zijn benodigt, Is daarop niet alleen beslooten de nog aan handen zijnde 1479 1/10 Kannen nu maar aande Passeerende Scheepen in steede van Raap olij tot brand te laten verstrekken maar ook voorthaan geen Clappus olij van Ceilon meer te doen petitioneeren invoegen dat Articul van nu voorthaan vande naar ‘t gem: Eiland gezonden werdende Eysschen geheellijk zal moeten werden afgelaaten.

Den Heere Gezachhebber vervolgens ter Tafel hebbende gelieven te produceeren het ondergeïnsereerd Klagtschrift van den zig thans alhier in loco bevindende Landdrost der Colonie Graaff Reinet Maurits Herman Otto Woeke tegens den Secretaris dier Colonie Honoratus Christiaan David Maynier overgeleeverd.

Aan den WelEdelen Achtb Heere Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber des Caabschen Gouvernements en resorten van dien &:a &:a &:a benevens den E: Achtb: politicquen Raade

‘WelEdele Achtbaare Heer! en E: Achtbaare Heeren!’

‘Den ondergeteekende op den 20 Januarij dezes jaars per Missive aan UwelEdele Achtbarens klagende te kennen hebbende gegeeven de slegte en Schadelijke handelwijze van den Secretaris te Graaff Reinet S:r Honoratus Christiaan David Maijnier, dog den Suppl:t niet distinctelijk waarïn des aangeklaagdens slegte handelwijze bestaat te hebben aangetoond, daar en boven in dat denkbeeld verseerd, als of des Supplt:s gedaane klagten bij UwelEdele Achtb:s niet de vereischte fiducie meriteerende, vermeend den Suppl:t de vrijheid te mogen gebruiken UwelEd Achtb:s zulks bij deezen op ‘t eerbiedigst in de nagenoemde Periode voor te dragen.’

‘Uit alle voorsz: poincten het bedrijf van meerged: Secretaris Maijnier UwelEdele Achtb:s volkomen zal blyken wat een allezints gevaar- en-Schadelyk man dezelve is, en overzulx UWelEdele Achtb:s attentie niet langer te occupeeren, verzoekt den Suppl:t zeer eerbiedig, naar hoogstderzelver wijs oordeel daartegen te voorzien.’

‘’T Welk Doende &:a’

’/:getekend:/ M: H: O: Woeke.’

En beneevens dat Schriftuur nu ook herleezen zynde zodanige Missive als waartoe hy Landdrost Woeke zig komt te refereeren, gedateerd 20 Januarij 1792. - en rouleerende over dezelfde onderwerpen als waarover het bovengemelde geschrift is handelende; - Is over de inhoude der voorsz: Stukken gedelibereerd zijnde, verstaan, dezelve te doen stellen inhanden van den voorm: ad interim fiscaal Deneijs omme nopens de beschuldigingen daarbij tegens opgem: Secretaris Maijnier voorkomende, zo als hij Fiscaal daartoe by deezen werd geLast het vereischt onderzoek te doen; Zullende inmiddels aan gem: Maijnier even en in zelver voegen, als zulks aan voorsz: Landdrost woeke in zyne affaire is gedaan, van de voorseide tegens hem ingebragte Klagtschriften authenticque Copijen werden gesuppediteerd ten einde zig in tijds tot zijne verantwoording te kunnen bekwamen.

Wyders is geleezen een Berigt des Equipagiemeesters C: Cornelisz; behelzende deszelfs verantwoording wegens het stellen der Schotten in de Hoeker de Sterrenschans , in diervoegen dat daarin 68 Lasten Tarw minder voor Batavia zyn afgelaaden geworden, als by een Exact nagaan ter gemelde hoofdplaatse bevonden is; dat door dien Bodem zoude hebben kunnen werden ingenoomen ingevalle dezelve Schotten met behoorlyk overleg geplaatst, waaren geweest, en waarover hij Equipagemeester door Haar Hoogedelhedens de Heeren derHooge Indiase Regeering is gecondemneerd en eene vergoeding van ƒ60:- p:r Last, breeder blykende by Resolutie van den 28 der evenafgeweekene Maand Augustus, Luidende hetzelve Berigt als volgd.

Aan den WelEd: Achtb: Heer Johannes Isaak Rhenius Opperkoopman en Gezaghebber van Cabo de Goed Hoop, ende den ressorte van dien &:&:& benevens den WelEdelen Achtb: Raad van Politie

‘Wel Edele Achtbaare Heer! en E: E: Achtb: Heeren!’

‘De onderget: Equipagemeester neevens UwelEd Achtb: zeer g’eerde Resolutie van den 28 Augustus J: L: ontfangen hebbende Copie van een Extract Missive, geschreeven door de Hooge Indiase Regeering te Batavia, aan UwelEd: Achtb: gerigt Sub dato 29 Maij 1792, waarbij Haar Hoogedelens hebben gevoegt een berigt van den Commandeur en opper Equipagemeester Andriessen, ter aantooning dat de geringe aanbreng van Tarwe met ‘t Schip de Sterrenschans niet moet worden toegeschreeven aan een aflading van particuliere goederen, maar wel, dat de Scheepsruimte terberging van Waater en Provisie buiten noodzakelijkheid te ruim is genomen, waardoor dan ook veroorzaakt is, dat die Bodem 68 Lasten van dat Graan meerder zoude hebben kunnen inlaaden, indien de Schotten behoorlijk waaren geplaatst geworden, en om die reeden hebben beslooten den onderget: te condemneeren in de vergoeding van ƒ60 op ijder der 68 Lasten Tarwe.’

‘UWelEd Achtb: den onderget: bij opgem: Extract resolutie hebbende gelieven te gelasten om ingevalle hij hieromtrent iets terzyner verschoninge heeft in te brengen, dezelve zyne verontschuldiging en verantwoordiging met den eersten op eene voldoende wijze in te zenden zoo heeft by d’eere om zyn onschuld hierin aan UwelEd Achtb: te doen blijken, het volgende t’ allegueeren,’

‘Dat in ‘t Schip de Sterrenschans zekerlijk meerder Tarwe zoude zijn afgelaaden geworden als ‘t zelve voor minder manschappen was g’approprieerd geweest want volgens de ordres van den WelEd Achtb: Heer Gezaghebber, moest zooveel ruimte in ‘t Schip worden gehouden dat daarïn voor 300 Mattroosen of Zeevaarende, dewelke men dagte op dien Bodem te plaatsen om na Batavia te transporteeren water en provisie konde geborgen worden, terwyl de overige ruimte in ‘t Schip met graanen zoude worden belaaden. Ter nakoming van deeze ordres welke doorden onderget: Stipte zyn g’observeerd, zijn de Schotten van d’officiers vertrekken op meer als de helft verklijnt, om voor 300 Zeevarende ruimte te vinden in ‘t tusschendeks, en toen er geen zeevarende genoeg waaren om voorsz: getal te Completeeren, heeft ‘t UWEd:e Achtb:s behaagd in dier Stede een gedeelte van ‘t Regiment Wurtemberg op tzelve Schip te plaatsen, wanneer den onderget: wederom ordres van den WelEd Achtb: Heer Gezaghebber heeft bekomen om de hutten tusschendeks op te slaan voor d’ officieren van dat Regiment en de Passagiers die daarmede over zijn gegaan, dog dit niet tegenstaande bestond bij ‘t vertrek van dikwilsgem bodem ‘t geheel getal der Manschappen Slegts uit 230 Koppen daar tzelve met ‘t geprojecteerd getal van 300 Zeevarende by derzelfs vertrek op 340 Koppen zoude hebben komen te staan, wanneer bij de 300 die getransporteerd zoude werden, de Equipage van ‘t Schip zelve word gevoegd, ‘t welk dus een different van 110 Koppen uitmaakt ‘t geen een considerabel verschil, wegens water en provisie in de ruimte van een Schip maakt; Zo ontegenspreeklijk als ‘t is dat een Schip met 230 Koppen bemand zijnde op een en dezelfe rijze minder Water en Provisie benodigt als een met 340 bemand, en dus minder ruimte tot dies berging nodig heeft, zo zeker is ‘t ook dat ‘t Schip de Sterrenschans , meerder Tarwe zou hebben kunnen inneemen indien den onderget: niet was geLast geworden, om als bovengem: voor een Transport van 300 Zeevarende en derzelver water en Provisie &:a ruimte te laaten; zijnde den onderget: verzekerd; dat indien dat getal van Manschappen ingenomen was geworden de plaatzing der Schotten als dan na behoren zoude zyn bevonden geworden.’

‘D’ aangehaalde van den Weled Achtb: Heer Gezaghebber bekomene ordres dewelke tot volkoomene verontschuldiging van den onderget: Kunnen Strekken, als zijnde hy alleen een werktuig geweest, om ‘t geen belast is geworden uit te voeren zullen zekerlijk ook voldoende zijn om UWEd Achtb:s te overtuigen dat d’ onderget: ook geen Schuld heeft aan ‘t ongenoegen van de hoge Indiase Regeering over dit Sujet, en om hem vrij te Spreeken van die grievende belasting, dewelke hem alleen zoude worden opgelegd, omdat hij aan de hem gegeevene ordres heeft voldaan. Om de Zuivre waarheid van ‘t aangehaalde te bewijzen neemt zig d’ onderget de vrijheid hier bij te voegen, Zo wel een verklaring vanden Capt: Lieut:t Smit, die ‘t Schip commandeerde, als ook van den Baas der Scheepstimmerlieden M:t vEijk zullende UWE Achtb:s daaruit ontwaren dat de onderget: by ‘t zitten der Schotten en approprieeren van ‘t Schip zodanig heeft te werk gegaan als zyne ontvangene ordres dicteerden. Den Onderget: verhoopt hiermede zyn onschuld in deezen aangetoont te hebben, en uit dien Hoofde vlijt hij zig mede, om van boven geciteerde belasting te werden onthefd.’

’/: onderstond: /’

‘’T welk doende &:a / : was getekend:/ C: Cornelisz:’

over welk Berigt gedelibereerd en in consideratie genoomen zijnde, dat al het geene voorschr: Equipagemeester daarbij ter zijner verontschuldiging bybrengd, allezints met de waarheid conform komt te weezen, gemerkt voorsz: Bodem de Sterreschans in den beginne werkelijk geprojecteerd geweest is, tot transport van 300 Zeevarenden en daaromtrend niet eerder eenige verandering is gekomen dan, nadat na de aflading van de Tarw, toen ‘er geen gelegendheid meer was tot het verzetten der Schotten, bevonden wierd, dat dat getal van Zeevaarende, waar van men intusschen occasie had bekomen een groot gedeelte met de Scheepen Java HoutLust en den Arend te verzenden, niet wederom by den anderen gebragte ofte gecompletteerd werden kon: Zo is als nu verstaan dat om te debuteeren met pligtschuldig te gehoorzaamen aan de ontfangene ordre van haar hoog EdeLens, wel zal moeten werden belast de Soldijreekening van opgem: Equipagemeester Cornelisz: voor ‘t bedragen der voorn: 68 Lasten Tarw ten montante van ƒ4080:- gelyk daartoe bij deezen gelast werd den Soldij Boekhouder Clemens Matthiessen dog dat men teffens bij eerst voorkomende occasie de voorsz: verantwoording van hem Equipagemeester eerbiediglijk in Copia authenticq zal Suppediteeren aan meerm: Heeren der hoge Indiasche Regeering met bygevoegd instantig verzoek dat haar hoog Edelens reflexie slaande op de allezints plausible reeden, door voorm: Equipagemeester ter zijner verontschuldiging bygebragt, hem dierhalven gracieuselijk wederom van de voorschr: opgelegde vergoeding gelieven te releveeren en doen ontheffen.

Ondertusschen ook geleezen zynde een zoortgelijk Berigt, waarbij den Baas der Scheeps Timmerlieden alhier, Meindert van Eijk, zig ter voldoening aan S’ Raads requisitie vervat bij voorm: Resolutie van den 28 Aug:s L: L: in de volgende bewoordingen komt te justificeeren over het different het welk men heeft opgemerkt gehad nopens de opgave der ruimte in ‘t Scheepje de Helena Louisa , bij geleegenheid van den aanleg van dat Kieltje naar de Mosselbaaij en nu onlangs naar dies Retour en ontlossing ter deezer Rheede door hem van Eyk zelven gedaan.

Aan den WelEdele Achtbare Heer Johannes Isaac Rhenius Opperkoopman en Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en de den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den WelEdele Achtb: Politicquen Raad.

‘Wel Edele Achtb: Heer en E: E: Achtb: Heeren!’

‘UWelEd: Achtb: en E: E: Achtb: bij Politicque Raadsbesluit van den 28 Aug:s jongstl: den onderget: Baas der Scheeps Timmerlieden Meyndert van Eijk hebbende gelieven te gelasten, omme zig op eene voldoende wijze te Justificeeren, weegens d’ oorzaaken, waardoor het is bijgekoomen, dat, daar als nu bij naauwkeurig onderzoek bevonden werd, in ‘t Scheepje de Helena Louisa in Effecten niet meer te kunnen werden gelaaden dan 1368 Mudden Tarwe, hij by den aanleg dier Kiel naa de Mosselbaaij heeft kunnen opgeeven, dezelve ruimte genoeg te praesenteeren tot berging van 1500 à 1600 Mudden van dat Graan.’

‘Zo heeft d’ onderget: de Eer tot zijne Justificatie te berigten, dat aan niets anders als aan de ongeregelde Kegswijze bouwing of scherpheid van dat Scheepje dat verschil is te wyten, ‘t welk men tusschen de laatste meeting wanneer ‘t zelve leedig was, en de voorige wanneer het Schip bijna vol lading was, en dus dies Scherpheid niet konde ontwaren ofte wegens deszelfs ongewoonlijkheid niet konde Supponeeren, bij de laatste heeft ontdekt.’

‘Den onderget : in de gepasseerde Maand Junij ter tijde toen den WelEdele Achtbaare Heer Gezachhebber, beneevens de Heeren Leeden des politicquen Raads zig in de Baaijfals bevonden, door den Heer Equipagemeester die meede aldaar present was, g’ordonneert zijnde om ‘t ruim van voorsz: Brik de Helena Louisa te meeten, heeft in opvolging dier ordres op de gewoone wijze zo als de Comp: Scheepen worden gemeeten zulks verrigt, maar ‘t Scheepje als toen belaaden zijnde heeft den onderget: als bovengem: deszelfs Scherpheid niet kunnen zien.’

‘Om de Diepte te vinden heeft men ‘t Vaatwerk onder de groote Luyk weggenoomen tot op het Zaathout, en de juiste diepte van 9 Voeten gevonden, maar vervolgens over het Vaatwerk heen onder ‘t Dek hebbende moeten Kruijpen om de Lengte en wijdte te vinden, alhoewel op de gewoone plaats der regulier gebouwde Scheepen heeft deeze meeting niet kunnen accordeeren met de laatste meeting, wanneer ‘t Schip leedig was, en men ‘t zelve bevond zo buitengemeen Scherp te zijn en overzulks lager als men anderzints gewoon is, gemeeten heeft, zijnde toen de wijdte eenige voeten minder door deeze Scherpheid veroorzaakt, waardoor het zelve ook gevolglijk wierd bevonden zo veel minder te kunnen Laaden.’

‘Den onderget: verstout zig Uwel Ed Achtb: en E E Achtb: te verzeekeren, dat, indien het Scheepje de Helena Louisa na een gewoone en gereguleerde voet was geconstrueerd ‘t zelve als dan ook zoude hebben kunnen inneemen de opgegeeven quantiteit van 1500 a 1600 Mudden Tarw, even zo zeeker als het nu is bevonden dat ‘t zelve maar 1368 Mudden kan Laaden, van welk een en ander bevinding d’ onderget: reeds de Eer heeft gehad, beneevens de daartoe gecommitteerde Zeekundigen meede te adviseeren.’

‘D’ onderget: verhoopt hiermeede te hebben aangetoond, dat hij geen Schuld heeft gehad, aan het bevonden verschil tusschen de laatste en voorige meeting van voorschr: KieLtje en dat Uwel Edele Achtbaare en E: E: Achtb:s hem het zelve niet ten Laste zullen gelieven te leggen, als misleid zynde door de ongewoone Scherpe bouwing dier kiel dewelke hij toen ter tijd, dat het Schip meest belaaden was niet konde ontwaaren en gedenkende hiermeede zig op eene voldoende wijze te hebben gejustificeerd heeft hij de Eer zig met de diepste submissie te onderteekenen.’

‘WelEdele Achtbare Heer! en E: E: Achtbare Heeren! UwelEd Achtb: en E E Achtb: onderdanigste en trouwschuldigste Dienaar’

’/:was getekend:/ M:t v Eyck.’

En de reedenen daarbij g’ allegueerd den Raade even zo aanneemlijk zijnde te vooren gekomen als die des Equipagemeesters hiervoren gemeld; Zo is dan ook voor zo verre deeze Regeering betreft, verstaan, daarin te berusten met dien verstande dat de voorschr: Schriftelijke verantwoording door den Heere Gezaghebber aan Heeren Commissarissen Generaal aangeboden zijnde, hun Hoogedelhedens daarömtrend niet anders gelieven te ordonneeren.

Wijders geresumeerd zijnde een generaalen Staat en Inventaris der uitstaande Schulden, Meubilaire Goederen, Pakhuis Gereedschappen, Slaaven en Slavinnen van den geweezen generalen Pagter der Kaabse Koele Wijnen Sebastiaan Rothman, door hem ter voldoening aan ‘t besluit deezes Raads van den 28 Augustus Jongstl: overgelegd en uit dezelve Inventaris als nu zijnde gebleeken dat den Suppl:t niet alleen geen vastigheeden te verbinden heeft maar dat ook de Schulden die bij hem bereids Kunnen weezen gecontracteerd niet werden opgegeeven terwijl bovensdien de Perzoonen van Jan Christoffel Rogh, Christiaan Kraft, Joseph Pero en Jan Jacob Schreuder die zig voor gem: Rothman als Borgen zouden interponeeren, in die qualiteiten by den Raade voor de Somma dewelke hij verlangd op Interest te mogen blyven behouden, niet Solide genoeg zijn geooreeld, zo is als nu verstaan het verzoek van meerm: Rothman breeder vermeld by meergeciteerde Resolutie van den 28 Augustus laatstleeden, zo als geschied mits deezen, te declineeren en finalijk te wijzen van de hand.

Den Major der Arthillerij Johannes Fischer voorts by eene Memorie gerepraesenteerd hebbende dat hij bij gelegendheid van ‘t depart van den Colonel Gilquin wanneer hij had moeten overneemen de restant zynde monteering Stukken voor ‘t Corps Arthillery, ook verpligt was geweest van gem: Collonel Gilquin te moeten accepteeren, al het geenen specteerde tot de Kleding van ‘t Corps Ingenieurs ten deezen Gouvernemente dog dat vermits het getal dier Ingenieurs zig thans gereduceert bevond tot op Slegts een officier der Genie de aan handen zynde Monteeringstoffen dewelke voor dees vermindering bereids of aangebragt ofte gepetitioneerd waren geworden, nu niet meer in een zoo ruime maate als te vooren konde werden verstrekt, nogte ook voor ‘t Corps Arthilleristen gebruikt, met instantig verzoek dat hij dierhalven mogte werden geqaulificeerd de voorsz: Monteering Stukken aan den Pakhuismeester, ofte aan ijmand anders, dien deezen Raade met de administrasie derzelven voor ‘t vervolg zoude kunnen goedvinden te belasten, overtegeeven, en dat de ged:e MonteeringStukken, vervolgens ten NegotieComptoire bij de Boeken van de Monteering Stoffagien der gem: Arthilleristen mogte werden afgeschreeven, zo is over het voorschr: verzoek van gem Majoor Fisscher gedelibereerd in de Billijkheid van dien in consideratie genoomen zijnde, verstaan, de voorschr: restant zynde Monteeringstoffen voor d’ Ingenieurs gelijk ook die voor de Klippenbreekers en Fortificatie werkers, wel niet bij de Administratie van het Pakhuis te doen inneemen, maar om hem Fisscher van dezelve te debarasseeren daarvan aan den Capitain Ingenieur Thiebault te doen afgeeven al het geen, mitsg:s zo veel als vemeenen zal zo voor zig zelven, als voor den Lieutenant der Genie LeSuëur te benodigen, en nopens het overige en superfluë van haar Hoogedelhedens de Heeren Commissarissen Generaal permissie en qualificatie te vragen, om het goede en wel geconditioneerde daarvan, naar Indias Hoofdplaatze dan wel naar Ceilon ten dienste der aldaar bescheidene Ingenieurs te mogen verzenden, terwijl nogtans het geen gemotteerd ofte bedorven zal werden gevonden, zal moeten blyven voor reekening van hem Major Fischer, ten waare hij konde aantoonen, het zelve indien staat van den Coll: Gilquin te hebben moeten over-en-in-ontfangst neemen, als wanneer die gemotteerde en bedorvene Articullen door hem Major Fischer wederom aan de Gemagtigdens van evengem: Collonel Gilquin alhier, zullen mogen te rug gegeeven werden, welke Gemagtigdens als dan ook onder restitutie van het daarvoor betaalde tot de wederoverneeming zullen zyn en blijven gehouden.

Het Placaat op den 25 Maij 1774, tegens de moedwillige verjaging en vernieling van ‘t wild, geëmaneerd, beneevens de daarvan zijnde vroegere ordonnantiën door den Heere Colonel Gordon ingevolge ‘t aan zijn Ed: gedemandeerde bij besluit van p:mo deezer met attentie gerevideerd en allezints geschikt bevonden zijnde, om inzelver voegen wederom te werden gerenoveert, met deeze geringe ampliatie nogthans dat nu ook uitdrukkelijk zo wel de Bastaard, als Naturelle-Hottentotten, even als de Slaaven onder het verbod om op ‘t wild jagt te maaken, en het zelve in haare Nesten te stooren, Zoude behooren begreepen, en daar benevens bepaald te werden, dat indien men ontwaar wierd, dat iemand zonder permissie gehad te hebben van op de jagt te moogen uitgaan Wild in de Kaap bragt, of langs de Straaten verkogt, hetzelve ten eersten zoude moeten werden aangehouden en geconfiscqueerd verklaard, met condemnatie zo wel van den Verkoper als Koper in de Boekens bij ‘t eerste Artikel van ‘t gem: Placaat van 21 Maij 1774. bepaald; terwijl om teegens dat ongepermitteerd Stroopen te maken, een ofte meer zogenaamde Koddebeijers zoude behooren aangesteld te werden, dewelke zouden kunnen werden gesalarieerd uit eene recognitie van 4 Schell: voor elken dag dat men permissie tot jagen heeft verkreegen, door ijder perzoon te betaalen, die een zodanige permissie zoude verlangen te obtineeren mits nogthans de vrijheid van op de jagt te moogen gaan, zig niet verder uitstrekte als tot Comp: Dienaaren van een zekere qualiteit en ordentlijke BurgerLieden; Zo is op voorstel van den Heere Gezaghebber als nu verstaan het meerm: PLacaat van 21 Maij 1774. met de hiervoren opgegeevene ampliatien van den Heere Gordon dadelyk te doen renoveeren en het publicq daarbij teffens te verstendigen dat geene andere Licentie Briefjes om ter jagt te mogen gaan, voor valabel zullen werden gehouden, of de Liefhebbers der Jagt voor de Calange der resp: officieren zullen Kunnen behoeden, dan die door voorsz: Heere Gordon als aangestelden OpperJagermeester ofte in extra ordinaire gevallen, des verkiesende door den Heere Hoofdgebieder zelve zullen weezen g’expedieert, zijnde intusschen om op ‘t geen in d’ environs deezer Plaatze met opzigt tot de Jagt zal geschieden zo veel mogelijk agt te geeven provisioneelijk op verzoek van evenged: Heer Gordon, tot Koddebeijer aangesteld den Soldaat Hendrik Dentzer, dewelke om niet tot bezwaar van de Maatschappij onder afgeschr: gage gesteld zijnde gelijk hij ten voorsz: einde onder afgesz: Gagie gesteld word bij deezen, even als de overige Koddebeijers, die men geraden en noodzakelijk vinden zal in der tyd verder bij deezen te voegen, gesalarieerd zal moeten werden uit ‘t provenue der hiervorengem: te verleenene permissie Briefjes terwijl daar en tegen de Mulctens en boetens, bij ‘t meerm: Placaat vastgesteld, in steede van voor een derde gedeelte te komen voor de Raadkamer; nu voortaan voor ‘t zelve derde deel zullen moeten werden gebragt ten profijte der E Comp:ie

Na dit een en ander geprocedeert zijnde tot de dispositie op diversse verzoekschriften; Zo is vermits tegens de Supplicquen der onder tenoemene Sollicitanten geene bedenkingen hebben gemiliteerd, aan dezelve toegestaan geworden, het navolgende te weeten

Aan den Capitain Militair deezes Casteels Wilhelm Buissinne, omme te mogen emancipeeren en uit slaafsche dienstbaarheid te ontslaan Zes Lyfeigenen, hem toebehooren, de genaamd Rosimond, StoffeL, Jacob, Christiaan, Rosina en Rosie, alle van deezen Uithoek geboortig, mits betaalende voor elk derzelve de daarop staande 50 Rijxd:s aan de Diaconij Armen der gereformeerde Kerke en teffens cautie stellende dat dezelve vrij te geevene Lijfeigenen binnen den tyd van 20 Jaaren evengem: Diaconij om geene alimentatie zullen verzoeken,

Aan den Secretaris der Colonie Graaff Reijnet Honoratus, Christiaan David Maynier onder betaling van Vyf en Twintig Rd:s aan de Kas der gem: Colonie, den Eigendom van een Erf aldaar, zijnde N:o 13.

Aan George Fredrik Werner almeede een Erf of Strook Lands van een Morgen en 305 quadraat roeden aan Hottentots Holland geleegen, mits aan d’ EComp: voldoende de Erkentenissen van 60 Caabsche Guldens ofte Rd:s 20:- waarop hetzelve door Landdrost en Heemraaden is gewaardeerd, mitsg:s

Aan den Cannonier Jan Wiggert Brunner het Burgerregt deezer plaatse, ter consideratie, dat na een agt jaarige trouwe dienst met bewilliging zijner Gebieders gehuuwd, en daardoor in ‘t bezit eener aanzienlijke Koorn en Wynplaats geraakt zijnde, tot de beheering van dien, zyne tegenwoordigheid op dezelve word vereischt.

En na dien uit het volgend Berigt van Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Draakenstein voor weinige dagen op S’ Raads requisitie vervat bij Resolutie van 11 Julij laatstleeden ingekomen.

Aan den WelEdelen Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber des Gouvernements van Cabo de Goede Hoop met den Ressorte van dien &:a&:a&:a benevens den Edelen Achtbaren Raade van Politie.

‘WelEdele Achtb: Heer! En Edele Achtbare Heeren!’

‘Ingevolge en ter plichtschuldige voldoening aan UWelEdele Achtb: en E: Achtb:s zeer g’ eerde Extract Resolutie sub dato 11 Julij J: L: genomen op het van wegens den burger Johan Godlob Stegman, en welderzelver Raade gepraesenteerd Request, waarbij UWelEd Achtb: en Edele Achtb:s van de ondergeteekendens hebben gelieven te vorderen een Berigt, wat ‘er weezentlijk zij van het bij gem: Request aangehaald abuis nopens de opgaave der groote van het door hem Stegman verzogte Land, hebben de ondergeteekendens d’ eer alhier ter needer te stellen.’

‘Dat het UWelEd: Achtb:s en E: E: Achtb:s bij zeer gevenereerde Extract Resolutie van 23 Junij des gepasseerden Jaars 1789 behaagd hebbende in handen van de ondergeteekendens te Stellen Copia van het verzoekschrift, door ofte van wegens ged: Stegman des tijds aan UWelEd: Achtbarens gepraesenteerd, ter obtenue van een Strookje gronds, groot Twee quadraat Roeden en 48 d:o Voeten, het welk is insluitende een waterput, ten einde te tauxeeren hoe veel den Suppl:t daarvoor aan d’ E Comp: tot eene erkentenis zoude behooren te betaalen, de ondergeteekendens als toen, om aan Hoogstderzelver zeer gerespecteerde intentie best mogelijk te voldoen uit hun midden twee Heemraaden hebben gecommitteerd om gedagte Strookje grond, zo meede zeker door ged: Stegman, naderhand alhier in Vergadering verzogte en annex gezegde Waterput geleegen Stukje Land alvorens te bezigtigen;’

‘Dat dezelve Gecommitteerde Heemraaden na genomene Inspectie bevonden hebbende de uitgaave van ‘t verzogte Land, niemand tot praejuditie te Kunnen strekken, by die gelegendheid den inhoud van ‘t zelve, te weeten, van gez: Twee Stukjes grond, te zamen oppervlakkig hebben gecalculeerd te weezen circa Een hondert vier en Veertig quadraat Roeden, dog van deeze hunne bevinding naderhand in Vergadering Rapport zullende doen, de gegiste grootte daarvan abusivelijk in Steede van Eenhondert vier en Veertig Roeden even zo veel voeten zijn komen op te geeven, het welk de ondergeteekendens toen meede abusief tegens twaalf quadraat roeden hebben bereekend, zo als zulks bij ‘t aan UWelEdele Achtbaare en Edele Achtbarens Sub dato 3 Maij 1790, ten dien belange eerbiedig gedaan bericht dan ook is bekend gesteld geworden; Terwijl nogtans den essentieelen inhoud van het provisioneel aan hem Stegman g’ accordeerde onvrugtbaar stukje Lands, /: eenelijk dienende om gez: Waterput, ten einde het dagelijks gemorsch van Vee, als ander zints dezelve te beletten, :/ behoorlijk te kunnen ommuuren:/ neevens de Waterput bij de ten overstaan van gecommitteerde Heemraaden gedaane meeting, blijkens de door den Landmeeter daarvan geformeerde Kaart bevonden is Een hondert en Agt en Dertig quadraat Roeden en 128 d:o Voeten uitte maaken, invoegen het Land door Stegman thans in Eigendom verzogt wordende, hetzelfde komt te weezen, het welk door de Ondergeteekendens bereids te vooren voor Negentig Guldens Caabs is gewaardeerd geworden.’

‘Ende verhoopende hier meede aan de intentie van UWelEde: Achtb: en Ed: Achtb: te hebben voldaan, hebben de ondergeteekendens d’ Eer met diepschuldig respect te zijn.’

‘/onderstond:/’

‘WelEdele Achtbare Heer en Edele Achtbare Heeren!’

’/:Lager:/ In Heemraads Vergadering aan Stellenbosch den 3 Sept:br 1792.’

‘UWelEd: Achtb: en Ed: Achtb:s Zeer onderd: en gehoorz: Dienaaren /:was geteekend / H: L: Bletterman.’

‘E: Wium.’

‘P: H: V:D: Bijl.’

‘S: J: Cats.’

‘Francois du Toit’

‘J: D: Villiers, Jpz:’

‘A: Louw, J: Zoon:’

‘DW Hoffmann.’

‘Dk De Villiers J:Z:’

als nu komt te blyken, dat het Land ‘t welk den Burger Johan Godlob Stegman ten voorsz: dage van deeze Regeering in Eigendom is komen te verzoeken, het zelfde Land komt te weezen, het welk door gemelde Landdrost en Heemraaden bereids voor Negentig Guldens Caabs, is gewaardeerd geworden, en dat dies groote alleen verkeerdelijk opgegeeven is geweest door een bygekoomen abuis dat men bij ‘t rapport van d’ inspectie vandat Land aan ‘t voorm: Collegie gedaan, den inhoud in Steede van in quadraat Roeden, in diergelyke voeten heeft komen op te geeven; Zo is dan ook goedgedagt en dienvolgens beslooten het gem: Land in de verzogte grootte, van 138 quadraat Roeden en 128 dito Voeten, tegens betaling der gemelde Somma van Neegentig Caabsche Guldens aan denzelven Stegman in Eigendom te verleenen

Dan gemerkt tegens het verzoek den Capitain ter Zee Francois du Minij vervat bij ‘t ondervolgend Request.

Aan den WelEdele Achtb: Heer! Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Achtb: Heer! en E Achtb: Heeren!’

‘UWeL Edele Achtb: en E:Achtb: zeer onderdaanigen Dienaar Francois Duminij Capitain ter zee neemt de vrijheid eerbiediglijk te kennen te geeven, Hoe de Suppl:t tot groote ergernissen moet ondervinden dat er met Zon-en-andere Heilige dagen agter des Suppl:t Tuin op de zogenaamde Oude Straat, niet alleen door Slaven gedobbeld, maar ook de Haane gevegt geoeffend werd: waardoor aan den Suppl:t veele schaade toegebragt en dikwerf groote ongerustheid veroorzaakt word, terwijl ‘t al dikwerf gebeurd dat deeze Slaaven door de Dienaaren der Justitie verjaagd werdende hunne Vlugt over de muur in de Tuin van den Suppl:t hebben genoomen, en daar gem: Straat zedert Jaaren herwaards niet gebruikt en alzoo door de menigvuldige Slooten en gaten die er des Winters door gespoeld zijn, geheel onbruikbaar is geraakt, waardoor de Suppl:t meede niet min veele Schaden moet lijden, terwijl hij de toevloed van water daar door ontfangen in deszelfs Tuin onmogelijk kan te Keer gaan.’

‘Zo is dat de Suppl:t zig eerbiedig wend tot UWelEd Achtb: en E Achtb:s ootmoedig verzoekende dat het van Welderzelver goede geliefte zijn moge, gem: Stukje Lands bij des Supplt:s Tuin in eigendom aftestaan, zijnde hij bereid daar voor eene erkentenisse aan de E: Comp: te voldoen’

‘’T Welk doende &:a’

’/: Was geteekend:/ De Ridder Duminij.’

in aanmerking is gekomen dat door de uitgifte van de zogen: Oude Straat waarvan den Suppl:t bij hetzelve request den Eigendom solliciteerd, tot merkelijke hinder en belet der Ingezeetenen zouden werden gestremd, de communicatie van dies zijde tusschen de daaromstreeks geleegene Thuynen in dit Vlek, is het zelve dierhalven geweezen van de hand, zo nogthans dat aanden ad interim Fiscaal zal werden gelast, gelijk hem gelast werd bij deezen, agt te doen slaan op de ongeregeldheeden, dewelke de Suppl:t opgeeft op Zon-en-Feestdagen in en tusschen voorsz: Passage door de aldaar zamenvloeijende slaaven te werden gepleegd, ten welken einde aan gem: Fiscaal eene authenticque Copij van ‘t voorsz: Request van hem Capitain Duminij zal werden ter handen gesteld.

Waarentegen nopens een ander verzoekschrift in de volgende bewoordingen door den Jong Mattroos Huijbert Dirk Campagne, gepraesenteerd.

Aan den WelEdelen Achtb: Heer! Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber van Cabo de Goed Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a - beneevens den E Achtb: Raad van politie

‘Wel Edele Achtb: Heer! en Edele Achtb: Heeren!’

‘Geeft met verschuldigd respect te kennen UWelEdele Achtb: en E Achtb: needrigen Dienaar Huibert Dirk Campagne, van Thril jong Mattroos in dienst der E Comp:’

‘Dat hij Suppl:t in evengem: qualiteit in ‘t Jaar 1783 met het Schip de Jonge Frank ter deezer plaatze aan geland zijnde door indispositie als toen genoodzaakt is geweest eenige tijd alhier te verblijven, vervolgens in A:o 1784 met ‘t Schip Stavenisse naar Indien is vertrokken van waar den Suppl:t in den Jaare 1787 weder aan deezen Uithoek is aangeland.’

‘Dat hij Suppl:t daaröp met consent van zyn Edelheid den Heere Adriaan Boesses die zig als Commissaris over dit Gouvernement alhier bevond, zig onder ‘t district van Zwellendam ter woon heeft neergezet, alwaar den Suppl:t tot nog toe den dienst van Schoolmeester heeft waargenoomen het welk hem altoos een goed middel van bestaan heeft opgeleeverd gehad.’

‘En daar den Suppl:t thans geneegen is met een burgerdogter alhier een huwlijks engagement aan te gaan, en alzo gaarne indeeze Colonie wenschte te verblijven, zo neemt hij bij deezen eerbiedig de vrijheid met voorkennisse en Consent van de alhier aanweezende Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal, zig te wenden tot UWelEdele Achtb: en E Achtb:s met ootmoedige beede, alzo hij de Comp: zo hij vertrouwd altoos trouw heeft gediend, en zig ook op ‘t getuigenis zo van den Landdrost van Zwellendam , als van de goede Ingezeetenen van dat district durft te beroepen, dat hij zig altoos stil en vreedzaam heeft gecomporteerd, dat het van hoogstderzelver welbehaagen zyn mooge hem Suppl:t uit dien hoofde uit den dienst der Comp: te ontslaan, en goedgunstig met het Burgerregt deezer plaatse te willen favoriseeren.’

‘’T Welk Doende &:a’

‘:geteekend : Huibert Dirk Campagne.’

is verstaan alvorens daaarop finaal te disponeeren, hetzelve aanvankelijk te stellen in handen van den Landdrost van Swellendam Anthonij Alexander Faure, ten einde nopens de daarbij voor Komende allegatie dat den Suppl:t zig met consent van den WelEdelen GrootAchtb: Heere Commissaris Adriaan Boesses, te Zwellendam voormeld zoude hebben neergezet deezen Raade te dienen van Berigt.

Wijders door den Heer Keldermeester LeSuëur te kennen gegeeven zijnde, dat bij d’ E Comp: geene gedistileerde Wateren ofte Brandewynen aan handen wierden gevonden, om daaruit te kunnen doen de verstrekking van Randsoenen bij besluit van den 15 Augustus Jongstl: tot Ult:o April deezes Jaars in natura aan den Heere Gouverneur van de Graaff, toegelegd, zo is, ten einde gem: Heer LeSuëur tot die verstrekkingen in staat testellen verstaan, zyn Ed: te qualificeeren, gelijk denzelven gequalificeerd werd bij deezen de nodige Brandewijnen en gedistileerde Wateren daartoe van particulieren te mogen inkopen.

Laatstelijk nog door den Heere Gezachhebber ter Tafel geproduceerd en vervolgens geleezen zijnde het hieronder g’insereerd vertoog door den Kerkenraad der gereformeerde Gemeente alhier aan zijn Edele beneevens den Raade gerigt.

Aan den Wel Edelen Achtb: Heer! Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber deezes Gouvernements en de dies Ressorte &:a &:a &:a - beneevens den E: Achtbaaren Raad van Politie.

‘Wel Edele Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘Dat het tot maintenu der goede ordre ongemeen veel toebrengt, dat ‘er in alle Standen en Classen, dewelke ‘er in een Societeit zijn, eene onderlinge verbintenisse plaats vinde, heeft de ondervinding van alle tijden geleerd, en behoefd geen langwijlig vertoog, deeze Regel die in alle betrekkingen, waarin men tot malkanderen gesteld is; geld, heeft ook haare waarheid ten aanzien van ‘t Kerkelijke, daar tog komt het vooral op de goede ordre aan, zal alles eensgezind geschieden, en de rust en vrede in de onderscheidene Gemeentens zo veel mogelijk behartigd worden.’

‘Het is hier vandaan, dat er al vroeg zeekere Wetten beraamd zijn; voor het Kerken bestier, waaraan alle opzienders der Gemeijntens verpligt zyn zig te houden. - deeze wetten zoo als die door de Besluijten der Hooge Kerkvergaderingen in de Nederlanden, onder goedkeuring van hunne Hoog Mogende, de Heeren Staaten Generaal zijn vastgesteld, zyn den Kerke in deeze Lande meede ter observance aanbevoolen. En het is onze welmeenende wensch dat dezelve in alle de Gemeijntens stiptelijk worden nagekomen.’

‘Dan de weinige Communicatie die ‘er is tusschen deeze en de buiten Kerken, waardoor yder gemeente kan gereekend worden genoegzaam op zig zelven te staan, belet ons zo wel de andere Gemeijntens daarop behoorlijk agt te kunnen slaan en het haare toe te brengen tot bevordering van elkanders weezendlyk belang het welk anders yder verpligt is zo zeer ter harte te neemen, als zyn eijgen welzijn, om dat de eene gemeijnte in de tegenswoordige toedragt van zaaken niet verbonden is aan de andere maar ijder haar eigen bestuur uitoefend, zonder aan malkanderen onderling meede te deelen, in welker voegen dit geschied, waardoor men anders in staat zoude zijn, ook te kunnen ontdekken en bij tijds voor te koomen, de nadeelige gevolgen, dewelke daaruit bij vervolg somtijds zouden kunnen proflueeren.’

‘Het is om deeze en andere reeden dewelke niet dan het Heijl van Gods Kerke aan deezen Uithoek ten bute hebben, dat de ondergeteekendens van overlang gewenscht hebben, dat er eene beetere en vastere verbintenisse tusschen alle de Gemeijntens, onzen schoonen Godsdienst toegedaan, in deeze Gewesten mogten stand grijpen; iets waarna het Wel Eerw: Classis van Amsterdam , waaronder deeze kerken bijzonder staan, en de Christelyke Sijnodus van Noordholland , meede van veele jaaren herwaards zo zeer verlangd hebben.’

‘En daar den Kerkenraad niets gepaster is voorgekomen dan het behoorlyk doen der Kerken Visitatien, in deeze en andere Gemeintens een maal in het Jaar in navolging van de Nederlandsche Kerken, en het houden van eene Generaale Bijeenkomst onder den naam van eene Gecombineerde Kerkvergadering na zulk een gedaan onderzoek aan deese Hoofdplaats, meede eens in ‘t Jaar, om daar in te kunnen raadpleegen over het geen tot welstand der Kerken zoude kunnen dienen, en ter wegneeming van bezwaaren, die zig zomtijds mogten voordoen; Zo is het, dat de onderget:s zig in deezen tot UWelEdele Achtb: heeren, met needrig verzoek, of UWelEd: Achtb: niet zouden kunnen goedvinden, zo het een als het ander dadelijk tot effect te doen komen, ten einde alles op een behoorlijken voet gebragt, daar door het welzyn van Gods Kerke onder ons meer en meer mag worden bevordert; waaruit na gedaane toezegging, zo wij hoopen, denzeegen over dit Land meede zoude kunnen werden verwagt en tegemoed gezien.’

‘De Kerkenraad meent niet nodig te hebben hier meer bij te doen tot adstructie van haar gedaan verzoek, men zou des noods voorbeelden kunnen allegueeren van voorkomende Zaaken die UWel Edele Achtb: Praecieuse attentie meenigmaal zouden kunnen occupeeren zo de toestand van Zaaken bleef in haaren tegenwoordigen staat die door zulk een institut Kunnen worden voorgekomen, ook zyn er gevallen, die waarschijnlijk eenen vrij korteren loop zouden gehad hebben, indien dezelve langs zulk een weg, als bovengem: is, hadden kunnen zyn beoordeeld geworden, waarvan de voorbeelden te versch in ‘t geheugen zijn dan dat het nodig is, er in ‘t breede van te spreeken.’

‘Wy bidden Gode dat hij UWelEd: Achtb: pogingen gunstig bekroone met zijnen dierbaren zeegen.’

‘En hebben de Eer met de Gevoelens van waare Hoogagting ons te onderschrijven.’

‘:onderstond:’

‘WelEdele Achtb: Heer! En E: Achtb: Heeren!’

‘UWelEd: Achtb: zeer ootmoedige Dienaaren.’

‘Den Kerkenraad dezer Steede’

‘En uit aller Naam en Last’

‘/was getekend:/ D: P: Haupt Scriba’

Zo is over den voorschr: inhoude van het gem: Vertoog met attentie gebesoigneerd en daarbij in consideratie genoomen, dat hoe zeer het geposeerde door voorsz: Kerkenraad om de noodzakelijkheid tot ‘t wederoprigten eener gecombineerde kerkelijke Vergadering alhier aan te dringen op zig zelfs beschouwd allezints uitnodigend komt te zijn, als niets minders op ‘t oog hebbende dan door eene beetere en vastere verbintenisse tusschen alle de gemeentens ten deezen Gouvernemente, dewelke den gereformeerden Godsdienst zijn toegedaan het Heijl van Gods Kerke te bevorderen, zig nogthans verscheidene gewigtige bedenkingen, die den Raade in deezen behoorden te weerhouden, tegens de erectie en Creatie eener diergelijke gecombineerde vergadering voordoen wanneer men zig bij te rug zien op ‘t voorleedene herinnerd, wat alhier in vroeger daagen met eene diergelijke gecombineerde Kerkelijke vergadering al heeft plaats gehad, alzo ze toen in Steede van haare werkzaamheeden, te bepaalen binnen de Bornes haar voorgeschreeven, zig heeft kunnen veroorloofen die bepalingen in zo verre te overschreeden van ook buiten voorkennis deezer Regeering in Correspondentie te treeden over kerkelijke zaaken van dit Gouvernement, met het Kerkelijk Synodus van Zuidholland , tegens de ordres, Usantien en gebruiken aan, alwaaromme dezelve dan ook, mitsg:s ter zaake der daarop loopende zwaare kosten, maar wel bijzonderlijk om dat in gemelde gecombineerde Vergadering zelden eenige zaaken van gewigt werden verhandeld, en daaren teegen bij continuatie onder de resp:e Leeden over geringe Beuselingen dus danige discrepantien quamen te riijzen dat dezelve telkens zo door de bemiddeling zo wel vanden doenmaligen Commissaris politicq, als wijlen den Heere Gouverneur Tulbach / L: M: / niet als met moeite hebben Kunnen werden uit den weg geruimd, terwijl het ook eindelijk zo verre is gekomen, dat zommigen der Predikanten ten platten Lande volstrektelijk hebben geweijgerd gehad te ontfangen, eene diergelijke g’introduceerde kerkelijke Commissie als waarvan bij het bovengem: Vertoog onder anderen meede werd gerept, uit een Predikant en Ouderling bestaande, die Jaarlyks den tour naar de buiten kerken kwam te doen, om alles na te zien en op te neemen, afgeschaft is geworden.

Mits welke reedenen, en dat men wijders ook als nog dezelfde oorzaak tot bedugtinge heeft, welke deesen Raade in den Jaare 1778, gepermoveerd heeft gehad aan de Hoog gebiedende Heeren Meesteren, eerbiedig te verzoeken dat de voorsz: afschaffing der meergeciteerde gecombineerde kerkelijke Vergadering, mogte blyven effect Sorteeren, dat namentlijk door dies wederoprigting eene deure zoude werden geopend, tot gedurige twisten en oneenigheden tusschen de Predikanten en Kerkenraads-Leeden, deezer Kaabsche Gemeente, met die uit de Buitendistricten, welke dog alle, ongetwyffeld, wat er den Kerkenraad alhier anders van denken mooge aan ‘t Eerw: Classis van Amsterdam ter decisie zoude moeten koomen, dan ook is beslooten de dispositie op dit Vertoog tot eene naadere geleegenheid te Surcheeren, en op tehouden, en intusschen welopgem: Heere Gezachhebber te verzoeken zo als zyn Edele verzogt werd bij deezen het zelve inmiddels teWillen brengen ter Kennisse van Heeren Commissarissen Generaal, ten einde Haar Hoogedelhedens des behagende hier door gelegendheid te geeven de dispositie op ‘t voorschr: Vertoog des Kerkenraads aan zig te trekken dan wel deezen Raade in haare besluijten op dit Sujet te neemen, zodanig rigtsnoer voor te schrijven als Hoogstdezelve zullen vermeenen te behooren.

Aldus Geresolveerd Ende G’arresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop. Ten daage en Jaare Voorsz:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J:J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn.

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l Secret

C. 207, pp. 301-315.

Donderdag den {17920920} 20 Sept:br 1792

S’ Avonds bij omvraage alle Praesent.

Uit nadere informatien bij Heeren Commissarissen Generaal bekomen omtrend den Capitain op ‘t Schip Hilverbeek Klaas Voet, aan Hoogstdezelve gebleeken zynde, dat hij ten eenemaal ongeschikt is, om op dien Bodem ‘t bevel te blyven voeren, en haar hoogedelhedens derhalven /:onvermindert welderzelver nadere dispositien tenzynen opzigten, :/ goedgevonden hebbende denzelven Voet op heeden te stellen buiten het Commando van voorn: Schip Hilverbeek , en in Steede van hem daarop te plaatsen den Capitain Jan Jobst Droop gelijk zulks is komen te consteeren uit eene Missive zo even nopens dat Sujet door opged: Heeren Commissarissen Generaal aan deezen Raade ingezonden, Waarbij hoogstdezelve wijders aan deezen Raade overlaaten al dat geene ter verrigten het welk dezelve ter behoorlijke overneeming vandien Bodem met de gevolgen en aankleeven vandien zal oor deelen te behooren.

Zo is, om met de meest mogelijksten Spoed hunner Hoogdelhedens voorschr: dispositien effect te doen Sorteeren, bij omvrage ter ordre van den E Achtb: Heer Gezaghebber gedaan, goedgevonden en dienvolgens beslooten, dadelijk te benoemen en te Committeeren, gelyk benoemd en de gecommitteerd werd bij deezen, de Capitains ter zee Jan Arnoud Voltelen en Nicolaas Acker, omme zig morgen ogtend, het weer daartoe dienende met ende beneevens den Equipagemeester Cornelis Cornelisz te begeeven aaan boord van ‘t voorm: Zeilrhee leggend Schip Hilverbeek , ten einde ten overstaan van evenged: Equipagemeester door den Capitain Lieut:t der Kiel Jan Hendrik Bosschen van gem: Bodem met dies, ap-en-dependentie na de daarvan zijnde ofte te formeerene Inventarissen en Lijsten, zo voor zig zelven, als in den naame vandeszelfs geweezene dog thans buiten Commando gestelden Capitain Claas Voet na d’ orders der E Comp: Transport te doen geschieden aan den Capitain Jan Jobst Droop. - en om vervolgens zig van daar te begeeven naar voorsz: Bodem de Catharina Johanna , om ook van dien KieL almeede ten overstaan des Equipagemeesters door evengeciteerde Droop aan den Gezaghebber van het Brik Scheepje de Helena Louisa Jan Drewis dewelke men raadzaam heeft g’oordeeld bij provisie in Steede van evengem: Droop wederom op voorsz: Bodem de Catharina Johanna in Commando te doen overgaan, inzelver voegen behoorlyke overgaave te doen geschieden.

Zullende voormelde Capitains Voltelen en Acker beneevens den Equipagemeester zig van hunnen voorsz: Last gequeeten hebbende, van derzelver verrigtingen aan deezen Raade inScriptis moeten dienen van Berigt.

En nadien den Heere Gezaghebber ontfangen hebbende de Lijst van benodigde Equipagegoederen, voor de op eergisteren alhier aangelanden Pacquet Boot de Maria Louisa , onder Communicatie aan d’overige Heeren Leeden des Raads dat zijn Edele daarop den Gezaghebber dier Kiel Pieter Mosterd, hadde gepermitteerd ter verrigting zijner affaires aan Land te mogen komen, dezelve Lijst bij dees geleegendheid meede heeft gelieven te doen vertoonen aan evengeciteerde Heeren Leeden des Raads, met bijgevoegde propositie daarop het nodige te laaten verstrekken; Zo is ook verstaan dezelve Lijst te doen stellen in handen van den voorsz: Equipagemeester en hem daarbij tot de aflanging van het absolut noodzakelijke te qualificeeren, gelijk hij daartoe gequalificeerd werd mits deesen.

Laatstelijk in zelvervoegen aan de Heeren Raads Leeden gecommuniceerd zijnde het hieronder geinsereerd Berigt en Bijlage door den Heere Keldermeester LeSuëur ingedient.

Aan den Edelen Achtb: Heer! Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber van ‘t Gouvernement de Kaap de Goede Hoop, ende den Ressorte van dien &:a &:a &:a - benevens den Edelen Achtbaren Politicquen Raad.

‘WelEdele Achtb: Heeren!’

‘Ter pligtschuldige obtempereering aan den Last der HoogEdele Heeren Commissarissen Generaal over Neerlands Indie en deeze Kolonie, door UWE Achtb: aan ‘t ondergeteekende Meede Lid deezer vergadering M:r Jacobus Johannes Le Suëur gedemandeerd geworden zijnde, om, onder deszelfs opzigt, door de ordinaire Gecommitteerdens ten deezen Gouvernemente, ingevolge de door Hoogst gemelde Heeren Commissarissen Generaal aan deezen Raade toegezonden Lijsten uit het Retourschip de Constitutie te doen Lossen, en in het ontruimd Epedimicque Gebouw opslaan, zoodanige Goederen, als door den Capitain van voorm: Bodem, den Capit:n Lieut:t en den Oppermeester alhier zijn aangebragt geworden, en zodra die goederen zouden weezen ontscheept en opgebragt, daarvan aan UWE Achtb: te rapporteeren, dat, ingevolge die zeer gerespecteerde ordre, voorm: Goedern zijn gelost en geborgen, ingevolge den inhoude dier Lijsten, met uit zondering alleen van Twee halve Moolen planken, uit de Goederen van den Kapitain, en een Kelder met Arak, den Capitain Lieutenant toebehoorende, en dat in Steede der Stukswijze gespecificeerde Lijwaaten en Cattoene Gaarens zyn aangebragt vier Pakken, Vier Kisten en Kasten en Twee Koffers, waarin aparentelijk die genoemde Lywaaten zullen geborgen zijn, ingevolge de deezen verzellende, en door voorsz: Gecommitteerdens geteekende Lijst.’

‘De onderget: hoopt, hiermeede aan de g’eerde Intentie UWer Ed: Achtb: te hebben voldaan, en heeft de Eere met de meeste eerbied te verblijven.’

‘UWer WelEd: Achtb: onderd: dienaar:’

‘In Raade overgegeeven den 20 7:br 1792.’

‘was getekend: J: J: Le Suëur.’

‘Lijst der Goederen, welke door ons ondergeteekendens uit S’ E: O: I: Comp: Schip de Constitutie ontfangen en in SComp: Epedimicque Gebouw geborgen is; als,’


Van den Capitain.
152 P:s Heele Molenplanken van 2 d:m
148 d:o d:o d:o d:o 1 d:o
181 d:o Halve d:o d:o 2 d:o volgens de Lijst 2 te min
1000 d:o Chineese Planken
44 d:o Canassers Poeder Zuijker
30 Klyne Canassers KandyZuiker
4 Pakken } waarïn apparentlyk blaauw gestreept, Chelas &;a Zo als op de Lijst
2 Koffers
1 Kasje met Boeken.
 
Van den Capitain Lieutenant
4 Canassers Poeder Zuijker
10 Zakken Coffij Boonen
14 Kelders Arak, volgens de Lijst 1 te min.
50 Potten Adjar,
1 Pyp } Apparentelijk gevuld met Kleedjes, haneCaatjes en Catoen
1 Kist
1 Kast
 
Van den Doctor
3 Kanassers Poeder Zuijker
2 Picols Candij Zuijker
6 Zakken Coffy boonen
3 Kelders Arak
2 d:o Klapperolij
4 Picols Javas Tabak
3 Kissen Thee
8 Potten Confijt
1 Boeijang Surie
2 Kisten, Waarin apparentlijk Javasche Kleedjes, grove Kommen en Javasche Doeken, volgens de Lijst

Van den Capitain.
152 P:s Heele Molenplanken van 2 d:m
148 d:o d:o d:o d:o 1 d:o
181 d:o Halve d:o d:o 2 d:o volgens de Lijst 2 te min
1000 d:o Chineese Planken
44 d:o Canassers Poeder Zuijker
30 Klyne Canassers KandyZuiker
4 Pakken } waarïn apparentlyk blaauw gestreept, Chelas &;a Zo als op de Lijst
2 Koffers
1 Kasje met Boeken.
 
Van den Capitain Lieutenant
4 Canassers Poeder Zuijker
10 Zakken Coffij Boonen
14 Kelders Arak, volgens de Lijst 1 te min.
50 Potten Adjar,
1 Pyp } Apparentelijk gevuld met Kleedjes, haneCaatjes en Catoen
1 Kist
1 Kast
 
Van den Doctor
3 Kanassers Poeder Zuijker
2 Picols Candij Zuijker
6 Zakken Coffy boonen
3 Kelders Arak
2 d:o Klapperolij
4 Picols Javas Tabak
3 Kissen Thee
8 Potten Confijt
1 Boeijang Surie
2 Kisten, Waarin apparentlijk Javasche Kleedjes, grove Kommen en Javasche Doeken, volgens de Lijst

‘Cabo de Goede Hoop den 20 September 1792’

’/:was getekend:/ D: Kuuhl. J: H: Fischer.’

En daaruit als nu komende te blijken dat zig thans gedebarqueerd en in S’ Comp: Maguazijnen opgeslagen bevinden de bij Resolutie van den 12 deezer vermelde aangehaalde Goederen vanden Capitain de Cerff, Capitain Lieutenant Olthoff, en Oppermeester Becker, alle in hunne voorschr: qualiteiten bescheiden op ‘t ter rheede leggende Batavias retourSchip de Constitutie zo nogtans dat op de goederen van den Capitain 2 halve Molen Planken en op die van den Capit: Lieut: een Kelder met Arak minder zyn bevonden als de door hun gedaane opgaaven aan Heeren Commissarissen Generaal komt te dicteeren, en dat in steede der stukswijze gespecificeerde Lijwaten en Cattoene Garens zyn aangebragt, Vier Pakken, Vier Kisten en Kasten, en twee Koffers, dewelke de voorn: Lijwaaten praesumptive zullen inhouden; Zo is dan ook hierop, conform het voorstel diendweegen uit naam van den Heere Gezaghebber gedaan, beslooten, dat van dees ontfangst en oplegging dier Goederen eerbiediglijk door zijn Edele Achtb: aan Hoogstged: Heeren Commissarisssen Generaal de vereischte kennisse zal werden gegeeven, en dat, terwyl men nopens dezelve Goederen Hoogstderzelver naadere beveelen inwagten zal, middelerwijlen alle de hier vorengeciteerde Kisten, Kasten, Pakken en Koffers door de ordinaire Gecommitteerdens, die de gem: aangehaalde Goederen in ontfangst hebben genoomen, ten overstaan van voorm: Heer Le Suëur, zullen moeten geopend, de zig daarïnne bevindende Goederen nageteld, en genoteerd, en deeze Notitien met de opgaaven door voorsz: Scheepsoverheeden, gedaan, geconfronteerd werden, ten einde te ontwaaren, in hoe verre de uitgeleeverde Artikelen werkelijk quant-en-qualiteit overeen komen met de bevorens opgegeevenen.

Aldus Geresolveerd Ende G’arresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Dage en Jaare Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret

C. 207, pp. 316-325.

Vrijdag den {17920921} 21 Sept:br 1792

S’ Avonds, Alle Praesent.

Bij Heeren Commissarissen Generaal heden nader gedelibereerd zijnde over de ongeregeldheeden en Excessen, waaraan hoogstdezelve gebleeken is, dat den onder gisteren vermelden Capitain Claas Voet zig schuldig heeft gemaakt, Zo gedurende de rhijze van het Schip Hilverbeek , naar derwaards als na de komst van dat Schip op deeze Rheede, ja zelfs na de ernstige Waarschouwing en aanbeveeling aan hem ingevolge haar Hoog Edelhedens aanschrijvens van den 15 deezer by de monstering van voorm: Bodem gedaan en voorgehouden, en Hoogstdezelve bij eene Missive zo even ontfangen aan deezen Raade hebbende gelieven te Communiceeren, dat Haar Hoog Edelhedens byzonderlijk, Lettende dat voorm: Voet bij de antwoorden door hem aan de Clercquen ter Politiqcue Secretarij alhier Jan Hendrik Hoppe en Jacobus Albertus van Middelkoop op den 19 deezer gegeeven blykens derzelver aan voorschr: Hunner Hoogedelheedens Missive g’annexeerde Verklaringen ten eenemaal heeft uit ‘t oog verlooren en geschonden de gehoorzaamheid en ‘t respect aan zyne wettige overigheid en de Perzoon van den Heer Gezachhebber deezes Gouvernements verschuldigt, mitsg:s dat volgens het ReLaas van den Bode van Justitie en gevolglijk door een publicq perzoon in zyn qualiteit gegeeven, gevoegd bij al het geen aan haar Hoogedelhedens tendien opzigte reeds ten lasten van meergem: Voet was gebleeken, hij moet geconsidereerd worden als aan den drank overgegeeven; en mits dien in alle opzigten onbekwaam en Schadelijk voor den dienst van de Maatschappij dierhalven goedgevonden hadden dat voorsz: Klaas Voet met d’ eerste Scheepsgeleegenheid als een onnut en Schadelijk Subject met afgeschreeven Gage zoude worden opgezonden naar NederLand met bygevoegde Last daaräan de nodige executie te geeven.

Zo is verstaan aan voorschr: hunner Hoogedelhedens dispositie bij Extract deezes den Equipagemeester en Zoldijboekhouder dezes Gouvernements te doen verstendigen ten einde te zorgen, gelijk hun zulks hiermede werd gelast dat gemelde Klaas Voet op ‘t eerst vertrekkend t’ huijsvarend Schip werde geplaatst om in maniere als zo even is gezegd naar ‘t Vaderland te vertrekken, zullende als nu de Boetens, waarin den zelven voet gecondemneerd is geworden en waarvan breeder werd gesproken bij Resolutie van den 18 Hujus, op deszelfs Soldij reekening moeten worden belast, om het geen minder verdiend en te goed gemaakt mogte hebben vervolgens door hem Contant in s’Comp: Cassa te werden betaald, waartoe den Negotie Overdrager Casparus van Eerten insgelijks g’ordonneert werd te zorgen, dat ‘t nodige in tijds werde bewerkstelligd.

En na dien heeden ook is ingekomen het onderstaande Berigt, nopens de gebreeken dewelke zig komen te bevinden aan de op Voorsz: 18 deezer uit Nederland alhier g’arriveerde Pacquet boot de Maria Louisa , ter requisitie van den Heere Gezaghebber door de daarbij verm: expres gecommitteerd geweest zynde Zee en ScheepsKundigen verleend.

Aan den WelEdelen Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &:a &:a &:a

‘WelEdele Achtb: Heer!’

‘UWelEd Achtb: de onderget: Capitains ter Zee Jan Arnoud Voltelen en Nicolaas Acker expresselijk hebbende gelieven te Committeeren, omme g’adsisteerd met den Baas der Scheepstimmerlieden Meyndert van Eijk zig te vervoegen aan boord van ‘t op den 18 dezer lopende maand alhier g’arriveerd S’E Comp; Pacquetboot de Maria Louisa en aldaar ten overstaan van den Equipagemeester deezes Gouvernements Cornelis Cornelisz, naauwkeurig te examineeren de Gebreeken die zig zo aan de Fokke Mast en Groote Steng als aan ‘t onderwand dier Kiel komen te bevinden.’

‘Zo hebben de geteek: in opvolging dier ordres zulks verrigt en in ‘t byweezen van den Gezachhebber van opgem: Pacquet, Pieter Mosterd bevonden.’

‘De Top van de Fokke mast gescheurd en verrot te zijn.’

‘De groote Steng bij ‘t Ezelshoofddwars door gekraakt.’

‘De groote Marszerhaa op een derde van ‘t end dwars afgebrooken.’

‘De Lang en Dwars Salings der fokke mast meede dwars afgebrooken; en ‘t agterste Span van ‘t groot wand gesprongen.’

‘Dienende overzulks de Pacquetboot de Maria Louisa noodzakelijk voorzien te werden van’

‘Een nieuwe fokke Mast’

‘Een d:o Groote Steng’

‘Een d:o Groote marsze rhaa, en Nieuwe Lang en dwars Zalings, mitsg:s’

‘Een Span nieuw groot Wand.’

‘waarna dezelve zijne rhijze na Batavia zal kunnen voortzetten.’

‘De onderget: vermeenen hiermeede aan UWelEd: Achtb: zeer g’eerde ordres voldaan te hebben, en laaten deezen dienen voor plichtschuldig rapport’

‘Cabo de Goede Hoop den 21 Sept: 1792.’

‘ten mijnen overstaan, C: Cornelisz. My Praesent, Pieter Mosterd, Als Gecommitt:s J: A: Voltelen, N: Acker, M: V: Eyk.’

Zo is teffens beslooten, dat om dat Kieltje tenspoedigsten mogelijk in Staat van rhijsvordering te doen stellen, den Equipagemeester zal werden gequalificeerd ende geLast, gelijk hij gequalificeerd en gelast werd bij deezen tot de reparatien der defecten bij ‘t voorsz: Berigt opgegeeven dadelyk te verstrekken de gerequireerd werdende Rondhouten tot een nieuwe fokke Mast, Een nieuwe groote Steng, een d:o groote marsse rhaa en nieuwe Dwars Zalings voor de voorsz: fokke Mast, gelijk ook ‘t meede vereischt werdend Span nieuw groot wand, en dat de toestelling van dien, en de reparatien der verdere Gebreeken dadelijk te procedeeren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd, In het Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l Secret

C. 207, pp. 326-353.

Dingsdag den {17920925} 25 Sept:br 1792

S’ Voormiddags Alle Praesent.

De Resolutien van den 18, 20 en 21 deezer geresumeerd zijnde en den bij haar Hoogedelhedens tot Ingenieur voor dit Gouvernement aangestelden Frans Sebastiaan Valentyn Le Suëur vervolgens den Eed tot dees zyne nieuwe bediening staande hebbende afgelegd, wierd hierop heden aanvankelijk geprocedeert tot de vervulling der Vacatures onder ‘t Corps officieren der Kaabse Burgerij, en mitsdien aangesteld.

Den Capitain van ‘t Vrij Corps Jens Janssen, tot Capitain van ‘t Witte Vaandel in steede van den ontslagenen Capitain Johannes Gie. &

Tot Capitain van ‘t VrijCorps ter plaats vulling van evengem: Janssen, den Capitain Lieutenant uit de eerste Compagnie Infanterij Christiaan Pieter Brand,

Tot Capitain Lieutenant voor ged: Brand, den oudsten Lieutenant van de zo straks genoemde eerste Compagnie Infanterij Andries Grové.

En om deezen te vervangen tot Lieut: bij gem: eerste Comp:ie den Lieutenant in ‘t VrijCorps Fredrik Schikkerling.

Tot Lieut: in ‘t VryCorps, den Sous Lieut: der tweede Comp:ie Matthiam Hofman.

en Tot Sous Lieut:t in de tweede Comp:ie den Sous Lieut: onder ‘t VryCorps Abraham de Smidt; mitsg:s ter plaatsvulling van deezen,

Tot Sous Lieut: onder ‘t VrijCorps den Vaandrig uit de eerste Comp:ie Lambert van Sittert.

Tot Vaandrig in d’ Eerste Comp:ie Infanterie, den Vaandrig uit ‘t VrijCorps Jacobus Johannnes Vos; en in steede van gem: Vos eyndelijk

Tot Vaandrig onder ‘t VrijCorps den Burger Brandmeester, Andries Brink.

Hierna door den Heere van Reede van Oudtshoorn verzogt zijnde, dat aan hem mogte werden gepermitteerd, onder betaling der vastgestelde Vragt bij convenable Scheepsgeleegendheid naar Nederland te mogen verzenden een quantiteit van 16600 lb:en Aloë; Zo is, gemerkt gem: Heer van Oudtshoorn den Raade daar bij heeft komen te informeeren, dat haar Hoog Edelheedens, de Heeren Commissarissen Generaal, hoogst derzelver agreatie tot dies verzending wel hebben gelieven te verleenen, onder Conditie dat de afLading dier Aloë niet zoude moeten geschieden in zodanige Bodems der E: Comp:ie in dewelke zig eenige Goederen Dranken, Provisiën ofte andere zaken bevinden, waaräan hierdoor eenig nadeel toegebragt zoude kunnen werden, verstaan de voorsz: verzogte permissie tot den afscheep der bovengem: 16600 lb Aloë p:r Vragt naar Nederland, aan opgem: Heer van Reede van Oudtshoorn t’ accordeeren; Zullende dienvolgende de ruimte in S’ Comp:s Scheepen daar zijnde, en de qualiteit der Lading zulks toelaatende, zijn Ed: daarvan werden gepraevenieerd ten einde van de occasie te kunnen profiteeren.

Middelerwijlen door den Heere Gezaghebber ter Tafel geproduceerd zijnde de onderstaande Inventaris van zodanige Goederen de E Comp: toebehoorende, als zig bevonden hebben gehad in ‘t op Strand gehaald part: Schip de drie Gebroeders , dog thans in ontfangst zyn genomen bij den Heer Rezident der Baaijfals Christoffel Brand.

‘Inventaris van zodanige S’ Comp: Goederen als door den onderget: alhier uit het ingehuurd Schip de drie Gebroeders , zijn ontfangen geworden, Namentlijk’


1 Geweer Kist, waarin
  28 Geweeren
  6 Donderbussen
  30 Sabels met riemen
  10 Patroon Tassen
  18 Pistoolen
  2 d:o Krassers
  2 Geweer d:o
  2 Beursvaatjes en
  1 Kruyt zak
1 Slootemakers Kist, waarin
  20 Voetboeijen met 6 Bouten
  6 Handboeijen met 6 Bouten
  250 Vuursteenen
  2 Schoorbijtels
  1 HandSchroef
  11 Hangslooten
1 Kas, waarin
  1 Yzere Balans
  2 Schaalen
  573 lb Yzere Gewigt in 17 Stukken
  6 StoelKussens en 1 Psalm boek.
1 Stuurmans Kist met zodanige Goederen en Instrumenten als bij de g'annexeerde Komen bekend te Staan.
1 Kas waar in
  1 BrandSpuijt
  1 Vaatje met Smeer
  1 Sakje met GereedSchappen.
4 Water Kitten
1 Koopere Water pomp
2 houte tregters
1 Yzere onser
1 d:o randsoen balans met twee houte Scaalen en 47 3/4 lb Yzer Gewigt.
1 Tinne Flapkan
3 d:o Beekers
1 d:o Musje
1 d:o halve d:o
2 Blikke roepers defect.
1 Coopre Braadpan en dekzel
1 d:o Groote pan en d:o
2 d:o Keetels en d:o
6 d:o diepe en Vlakke Staartpannen.
1 d:o Vergiettest.
5 d:o Leepels
1 d:o Schuimspan
1 Yzere Vuurtang
1 d:o Vleeschvork
1 Kuipers Kist met Gereedschappen
1 Medicijn Kist
1 Lapdoos
2 Vaten met Spek
1 d:o d:o d:o ontgonnen, met 4 Stukken Vleesch in den zelven
2 d:o d:o Vleesch
1 Aam d:o Boter
1 bierpyp d:o zynde restant
2 halve leggers met Clappus olij
1 Vat met Poeder Zuijker, doornat 498 lb bruto.
1 bierpyp d:o 150 d:o
2 halfaamen olyven olij
1 halve legger met Tamarinde 770 lb Bruto
1 Vat dingding of gedroogde Vleesch.
1 1/2 d:o Mosterd zaat
1 d:o Gedroogde Visch
1 Kasje met restant Wasch Kaarsen
1 Legger Caabse Brandewijnen daarin 15 1/2 d:m nat.
1/2 d:o Azijn
1 bierpyp Arak, half vol
242 Kannen Kaabsche wijn
1 Legger d:o d:o waarin 10 d:m nat, min of meer suur
40 Heele Leggers, } waaronder 2 p:s tot het wassen der Koffijboonen doorgezaagd zoo ledig als met voorsz: Dranken en andere provisie gevuld
22 halve d:o
2 heele Aamen
8 halve
5 Bierpypen
10 Leedige Victualij Vaten.
4 d:o Spek en Vleesch Vaten.
5 Bossen drooge Spijs vaten Schooven
 
Nog is door den onderget: uit voorsz: Bodem in ontfangst genoomen
8 p:s Yzere Canonnen van 4 lb bals
d:o Rolpaarden tot dezelve
d:o Wissers en Crassers.

1 Geweer Kist, waarin
  28 Geweeren
  6 Donderbussen
  30 Sabels met riemen
  10 Patroon Tassen
  18 Pistoolen
  2 d:o Krassers
  2 Geweer d:o
  2 Beursvaatjes en
  1 Kruyt zak
1 Slootemakers Kist, waarin
  20 Voetboeijen met 6 Bouten
  6 Handboeijen met 6 Bouten
  250 Vuursteenen
  2 Schoorbijtels
  1 HandSchroef
  11 Hangslooten
1 Kas, waarin
  1 Yzere Balans
  2 Schaalen
  573 lb Yzere Gewigt in 17 Stukken
  6 StoelKussens en 1 Psalm boek.
1 Stuurmans Kist met zodanige Goederen en Instrumenten als bij de g'annexeerde Komen bekend te Staan.
1 Kas waar in
  1 BrandSpuijt
  1 Vaatje met Smeer
  1 Sakje met GereedSchappen.
4 Water Kitten
1 Koopere Water pomp
2 houte tregters
1 Yzere onser
1 d:o randsoen balans met twee houte Scaalen en 47 3/4 lb Yzer Gewigt.
1 Tinne Flapkan
3 d:o Beekers
1 d:o Musje
1 d:o halve d:o
2 Blikke roepers defect.
1 Coopre Braadpan en dekzel
1 d:o Groote pan en d:o
2 d:o Keetels en d:o
6 d:o diepe en Vlakke Staartpannen.
1 d:o Vergiettest.
5 d:o Leepels
1 d:o Schuimspan
1 Yzere Vuurtang
1 d:o Vleeschvork
1 Kuipers Kist met Gereedschappen
1 Medicijn Kist
1 Lapdoos
2 Vaten met Spek
1 d:o d:o d:o ontgonnen, met 4 Stukken Vleesch in den zelven
2 d:o d:o Vleesch
1 Aam d:o Boter
1 bierpyp d:o zynde restant
2 halve leggers met Clappus olij
1 Vat met Poeder Zuijker, doornat 498 lb bruto.
1 bierpyp d:o 150 d:o
2 halfaamen olyven olij
1 halve legger met Tamarinde 770 lb Bruto
1 Vat dingding of gedroogde Vleesch.
1 1/2 d:o Mosterd zaat
1 d:o Gedroogde Visch
1 Kasje met restant Wasch Kaarsen
1 Legger Caabse Brandewijnen daarin 15 1/2 d:m nat.
1/2 d:o Azijn
1 bierpyp Arak, half vol
242 Kannen Kaabsche wijn
1 Legger d:o d:o waarin 10 d:m nat, min of meer suur
40 Heele Leggers, } waaronder 2 p:s tot het wassen der Koffijboonen doorgezaagd zoo ledig als met voorsz: Dranken en andere provisie gevuld
22 halve d:o
2 heele Aamen
8 halve
5 Bierpypen
10 Leedige Victualij Vaten.
4 d:o Spek en Vleesch Vaten.
5 Bossen drooge Spijs vaten Schooven
 
Nog is door den onderget: uit voorsz: Bodem in ontfangst genoomen
8 p:s Yzere Canonnen van 4 lb bals
d:o Rolpaarden tot dezelve
d:o Wissers en Crassers.

Siemons Baaij den 17 7:br 1792.’

’/: was getekend:/ C: Brand.’


Generaale Lyst der Stuurlieden Gereedschappen en Boeken, als
2 Octanten met Kopere Indexen
1 Koper Asimuths Compas
1 d:o Peijl d:o
2 roosen met agaate doppen ter waarloo voor dezelve
1 groote Schuivende roos, om havens en landen te peijlen
3 Koopere en Staale pennen van ieder de helft
4 Glasen waaronder 3 voor't Azimuth Compas
3 Koopere Nagthuis of Zeijlcompassen
3 Roosen met agaate doppen voor dezelve ter Waarloo
6 Koopere en Staal pennen van ieder dehelft
6 Glaasen, best glas voor de Zelve
1 Achromaticque Verrekyker
2 Kaartpassers met Staale Punten
2 Schrijfpassers
1 Plyn Schaal
1 Blikke geschilderde groote roeper
1 d:o d:o klyne d:o
3 d:o Kaartkokers
1 doos voor de Roosen gLasen en Pennen
1 d:o d:o d:o d:o Ext: der Peijl Compassers.
1 Boek over Handeling tot de Practicale of werkdadige gedeelte der Stuurmans Konst door den Examinator C: Pietersz.
1 Zeilage ordre
1 Gietemaker of Kunst der Stuurlieden
2 Graadboeken
2 Almanakken met de Tafels van Zons op en ondergang
1 beschrijving van 't Azimuth Compas
1 d:o d:o de Octanten
1 Zeeboek van de OrCades met de beschrijving
1 d:o d:o t Canaal Ext: d:o d:o
1 d:o d:o Africa en Brazil d:o d:o
1 d:o d:o Oost Indien d:o d:o
3 Kaarten d:o bewesten Engeland .
3 d:o d:o de Noordzee
3 d:o d:o Texel na de Hoofden
3 d:o d:o de Hoofden naar Poortland
3 d:o d:o Poortland na de Sorlings
1 d:o d:o de Gronden voor 't Canaal .
3 Wassende Kaarten van de Sorlings tot Caap Verde , verbeterd
3 d:o d:o van Caap Verde tot de Caap verbeterd
3 Wassende Kaarten van de Indische Zee .
1 Kaart van de Zeeuwsche Havens met dies Beschrijving.
1 d:o d:o de Hollandsche Kust, dito
1 d:o d:o Archangel
1 d:o d:o Groot bestek van Cabo de Goede Hoop
1 d:o d:o t Land boosten de Caap en 't rif Anguilhas
1 d:o d:o d:o van Eendragt , groot bestek
1 d:o d:o Java
1 d:o d:o Sumatra
1 d:o d:o Straat Sunda
1 d:o d:o Bantam tot Batavia
1 d:o d:o de Mallabaar
1 d:o Coromandel en Orixa
1 d:o Ceijlon en Madura groot bestek
1 d:o Ceylon Klyn bestek en Maldivis .
1 d:o de Vlakke hoek van Sumatra .
4 d:o Bladen of Compas Lijnen
1 Kaartje van t Canaal van Madagascar voor de Bengaalse of Ceylonse Scheepen

Generaale Lyst der Stuurlieden Gereedschappen en Boeken, als
2 Octanten met Kopere Indexen
1 Koper Asimuths Compas
1 d:o Peijl d:o
2 roosen met agaate doppen ter waarloo voor dezelve
1 groote Schuivende roos, om havens en landen te peijlen
3 Koopere en Staale pennen van ieder de helft
4 Glasen waaronder 3 voor't Azimuth Compas
3 Koopere Nagthuis of Zeijlcompassen
3 Roosen met agaate doppen voor dezelve ter Waarloo
6 Koopere en Staal pennen van ieder dehelft
6 Glaasen, best glas voor de Zelve
1 Achromaticque Verrekyker
2 Kaartpassers met Staale Punten
2 Schrijfpassers
1 Plyn Schaal
1 Blikke geschilderde groote roeper
1 d:o d:o klyne d:o
3 d:o Kaartkokers
1 doos voor de Roosen gLasen en Pennen
1 d:o d:o d:o d:o Ext: der Peijl Compassers.
1 Boek over Handeling tot de Practicale of werkdadige gedeelte der Stuurmans Konst door den Examinator C: Pietersz.
1 Zeilage ordre
1 Gietemaker of Kunst der Stuurlieden
2 Graadboeken
2 Almanakken met de Tafels van Zons op en ondergang
1 beschrijving van 't Azimuth Compas
1 d:o d:o de Octanten
1 Zeeboek van de OrCades met de beschrijving
1 d:o d:o t Canaal Ext: d:o d:o
1 d:o d:o Africa en Brazil d:o d:o
1 d:o d:o Oost Indien d:o d:o
3 Kaarten d:o bewesten Engeland .
3 d:o d:o de Noordzee
3 d:o d:o Texel na de Hoofden
3 d:o d:o de Hoofden naar Poortland
3 d:o d:o Poortland na de Sorlings
1 d:o d:o de Gronden voor 't Canaal .
3 Wassende Kaarten van de Sorlings tot Caap Verde , verbeterd
3 d:o d:o van Caap Verde tot de Caap verbeterd
3 Wassende Kaarten van de Indische Zee .
1 Kaart van de Zeeuwsche Havens met dies Beschrijving.
1 d:o d:o de Hollandsche Kust, dito
1 d:o d:o Archangel
1 d:o d:o Groot bestek van Cabo de Goede Hoop
1 d:o d:o t Land boosten de Caap en 't rif Anguilhas
1 d:o d:o d:o van Eendragt , groot bestek
1 d:o d:o Java
1 d:o d:o Sumatra
1 d:o d:o Straat Sunda
1 d:o d:o Bantam tot Batavia
1 d:o d:o de Mallabaar
1 d:o Coromandel en Orixa
1 d:o Ceijlon en Madura groot bestek
1 d:o Ceylon Klyn bestek en Maldivis .
1 d:o de Vlakke hoek van Sumatra .
4 d:o Bladen of Compas Lijnen
1 Kaartje van t Canaal van Madagascar voor de Bengaalse of Ceylonse Scheepen

’/: was getekend:/ Jan R: de Groot.’

Zo is op verzoek van welgem: Heere Gezachhebber, om daarop dispositie te mogen erlangen, verstaan alle dezelve Goederen by de Negotie boeken deezes Gouvernements te laaten inneemen, ten einde successivelijk voor S’ Comp: ommeslag alhier verstrekt en g’emploijeerd te werden.

Naar dit een en ander is gelezen een Requeste door den pro interim

fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs ingediend, houdende verzoek om bij eerstvoorkomende geleegendheid onder S’ Comp: Papieren te mogen overzenden een onderdanig Supplicq aan haar Hoogedelhedens de Heeren der hooge Indiase Regeering te Batavia gerigt, concerneerende, zeekere pretentie, dewelke den Suppl:t vermeend als nog ten bedrage van ƒ3913; 13: 8: als geweezen Secunde en Cassier van ‘t Comptoir Palicol op de Maatschappij te vorderen te hebben, weegens de door de Heeren Majores als een Middel van bestaan aan de opperhoofden der Buitencomptoiren ter Kuste ChormandeL toegelegd 3 PC:t op de in Nederland verkogte Lijwaaten.

Over welk verzoek van voorsz: Deneys gebesoigneerd zijnde is verstaan het zelve te accordeeren, en mitsdien bij geleegendheid van ‘t aanstaande vertrek van de Pacquetboot de Maria Louisa aan Haar Wel Edele Groot Achtb: de Heeren der Hooge Indiasche Regeering onder S’Comp: Papieren te doen suppediteeren het Request van hem ad interim fiscaal Deneijs aan wel dezelve gerigt.

Laatstelijk uit onderstaand Berigt van Commissarissen uit den Raade van Justitie tot bijzonder genoegen deezer Regeeringe hebbende mogen blyken dat thans indeszelfs gantschen Zamenhang ter executie gelegd is en effect gesorteerd heeft, het besluit van den 26 Junij deezes Jaars, nopens de tauxatie van ‘t Land bij den Capitain der Burgerij Pieter van Breda van d’ EComp: in Eigendom verzogt, zo en in diervoegen als de uitvoering daarvan bij voorm: Resolutie is gepraescribeerd geworden en dat hiermede teffens nu ook ‘t gantsche geschil tusschen denzelven Breda en den Burgerraad Truter ontstaan is uit de Waereld geruimd.

Aan den Wel Edelen Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber deezes Gouvernements beneevens den E Achtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Achtb: Heer! En E: E: Achtb: Heeren!’

‘De ondergeteekendens door Uwel Edele Achtb: en Ed: Achtb: gecommitteerd zijnde, omme ingevolge geëerd besluit van den 24 Februarij deezes Jaars, van zeekere strookje Lands door den Burger Capitain Pieter van Breda aan UwelEdele Achtb: en Ed: Achtb: in Eigendom verzogt, en het welk annex deszelfs thuijn gelegen is, inspectie te gaan neemen, ten einde, wanneer bevonden mogte worden, dat dies uitgaave niemand zoude kunnen benadeelen als dan opgaave te doen, hoeveel door den Suppl:t voor de verzogte eigendom, tot een recognitie aan de EComp: zou behooren te werden betaald, dog welke Commisie door tusschen beide gekomene en bij UwelEdele Achtb: en Ed: Achtb: bekende incidenten is opgeschort gebleeven, tot op den 7 deezer loopende Maand September als wanneer het UwelEdele Achtb: en Ed: Achtb: behaagde, bij een Extract Notul op dien dag in hoogst derzelver Vergadering genoomen de ondergeteekendens andermaal te Committeeren, de voorschr: Commissie wederom deszelfs voortgang te doen neemen. En ten einde aan dat geëerd bevel te voldoen, zo hebben de ondergeteek:s d’ Eere UwelEdele Achtb: en Ed: Achtb: te berigten.’

‘Dat zij het voorsz: strookje Lands dat groot komt te zijn, Twintig Morgen,Vyfhondert negen en veertig Quadraat roeden en een hondert veertien gelijke voeten; naauwkeurig hebbende bezigtigd, bevonden hebben, dat dies uitgaave niemand konde praejudicieeren en dat hetzelve was woest klipagtig en tot niets anders geschikt als om op ‘t zelve hout voort te kweeken. - om welke reedenen de ondergeteek:s dan ook dat Land hebben getauxeerd op eene Somma van Rd:s 200:-‘

‘By welke geleegendheid de ondergeteek:s nog ook aan bovengem: Capit: Van Breda hebben afgevraagd, of hij nu geneegen was van een gedeelte Lands hem toebehoorende en door den geweezen Molenaar Johan Fredrik Lange aan UwelEdele Achtb: en Ed: Achtb: in eigendom verzogt, afstand te doen, waaröp denzelven heeft gedeclareerd daartoe zeer geneegen en bereidwillig te zijn, en ook reeds dat gedeelte Lands van deszelfs eigendoms Kaart heeft doen aftrekken.’

‘In vertrouwen van hiermeede aan ‘t oogmerk van UwelEdele Achtb: en Ed: Achtb: te hebben voldaan zo laatende ondergeteek:s deezen dienen voor eerbiedig rapport’

‘Cabo de Goede Hoop den 24 Sept:br 1792.’

’/:was geteekend:/ J: P: Deneijs Joh Smuts H: A: Truter /:lager / mij Praesent en get: R: Beck. Secret:s’

Zo is dan vermits bij dat Berigt teffens gezegd werd dat de utgaave van ‘t voorsz: Land niemand praejudicieeren kan, als nu beslooten hetzelve wegens deszelfs woestheid aan gem: Breda ter groote van twintig morgen, Vijff hondert Neegen en Veertig quadraat roeden en Een hondert Veertien gelijke Voeten voor de Somma van Twee hondert Rijxdaalders, waarop getauxeerd is in eigendom te verleenen,

En nadien hiermeede is weggenoomen het obstacul, waardoor men tot heden toe verhindert is geworden te disponeeren op ‘t verzoek van den geweezen Molenaar Johan fredrik Lange, waarvan breeder werd gesprooken bij ‘t volgend Rapport, bereids voor een geruimen tijd op S’ Raads requisitie vervat bij resolutie van den 28 December des voorleeden Jaars, diendweegen door voorsz: Commissarissen overgelegd.

Aan den WelEdelen Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber deezes Gouvernements beneevens den E Achtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Achtb: Heer! en E: E: Achtb: Heeren!’

‘Den Burger Johan Fredrik Lange bij requeste aan UwelEdele Achtb: en Ed: Achtb: verzoek hebbende komen te doen, om den Eigendom van zeeker Strookje Lands in deeze tafelvalleij geleegen aan de PlatteKlipsrivier omtrend den voet des tafelbergs , ter groote van vier hondert drie en zeeventig quadraat Roeden en twee en veertig d:o Voeten, ten einde op ‘t zelve een Gortmoolen op te rigten, zo behaagde het UwelEdele Achtb: en Ed: Achtb: de ondergeteek:s ingevolge g’eerd besluit van den 28 deCember des voorleeden Jaars te Committeeren, omme van dat Land plaatzelijke inspectie te gaan neemen, om UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb: vervolgens van derzelver bevinding te dienen van berigte en daarbij teffens op te geeven de Conditien waarop de uitgaave zoude moeten geschieden, om geen nadeel toe te brengen, nog de Bezitters der Thuijnen, die van ‘t water, dat daartoe gebeezigd moet worden, gebruik moeten maaken, nog aan S’ Colonies Dwangmolens welkers uitsluitend voorregt, om alleen meel te mogen maalen een der permanenste revenuen van de Burger Kassa komt uit te maaken.’

‘De ondergeteekendens hebben overzulks de Eere UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb: te berigten.’

‘Dat de ondergeteekendens de Situatie van het voorsz: Land naauwkeurig nagegaan hebbende, bevonden hebben dat dezelve zodanig geleegen is, dat het Land nog ten nadeele van S’ Comp:s Dwangmolens nog van dat der Buuren zoude kunnen werden uitgegeeven door dien het oogmerk van voorsz: Lange niets anders is dan alleen om in de op te regtene Molen gort te maalen, en dat de daaraan grensende Gebuuren respective de nevensgevoegde Consent briefjes hebben verleend, waaruit blijkt dat zij teegens de uitgaave van het gemelde Land niets hebben; Zo hij Lange intusschen maar verpligt blijft den loop van het daarneevens vlietend waater niet te belemmeren maar den vrijen loop te doen behouden naar S’Compagnies watermoolen; dan niet tegenstaande den Burger Capitain Pieter van Breda, als een der Buuren aan gemelde Lange een briefje heeft verleend, dat hij tegens de uitgaave van dat Land niets had, heeft denzelven egter aan de ondergeteekendens bij de Examinatie gedeclareerd, aan meermelde Lange een gedeelte van dat Land als aan hem toebehoorende, en het welk voorwaards gemelde Lange onmoogelijk kan ontbeeren niet ten gebruike te zullen permitteeren ten zij het Land dat hij bij UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb: heeft komen te verzoeken en het welk ter Examinatie en tauxatie aan Commissarissen is opgedraagen getauxeerd, en voor een billijke prijs aan hem zal weezen afgestaan.’

‘Hiermeede gedenkende te hebben voldaan aan het oogmerk van UwelEdele Achtb: en Ed: Achtb: zo laatende ondergeteekendens deezen dienen voor eerbiedig Rapport.’

‘Cabo de Goede Hoop den 18 ApriL 1792.’

’/:was geteekend:/ J: P: Deneijs. H: J: De Wet. H: P: Warnecke /:lager:/ Mij Praesent. /:was geteekend :/ R: Beck. Secrt:s.’

Uit welk Rapport bovensdien komt te Consteeren, dat ook tegens de uitgifte van het bij hem Lange verzogte Strookje Lands geene bedenkingen zouden militeeren, indien hij maar wierde verplicht den loop van het over en langs dat Land vlietend waater niet te stoppen ofte af te lijden, maar langs deszelfs teegenwoordig bed onbelemmerd naar S’ Compagnies watermoolen te laaten afvloeijen; Zoo is bij deese occasie ook op dit Rapport gedisponeerd zijnde, goedgevonden nu meede aan meergedagte Lange in eigendom te cedeeren, het bij voorschreeven Rapport vermelde, en door hem verzogte Stuk Lands, ter groote van Vierhondert drie en Zeeventig quadraat roeden, en Twee en Veertig dito Voeten, ende zulks uit Consideratie dat het zelve aan den voet des Tafelbergs in een klippigen en geheel onvrugtbaren oird is leggende, en voor een gedeelte ook is bestaande, uit Eigendoms Land van voorm: Breda, expresselijk ten gerieve van voorm: Lange, van zijn kaart afgestooken zonder betaaling van eenige erkentenisse aan d’ E, Comp: dog egter met dit Speciaal beding dat hij Lange nogte zyne Successeurs in der tijd nimmer den loop van ‘t water langs de Kliprivier neerkomende, zullen vermogen op te houden of af te Lijden, neen maar verpligt zijn zullen, het zelve onbelemmerd naar S’ Comp: watermoolen te laaten afvlieten bij poene dat bevonden werdende anders te doen het zelve Land dadelijk wederom ingetrokken en ten profyte der Comp: verbeurd verklaard zal werden.

Aldus Geresolveerd Ende G’arresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l Secret

C. 207, pp. 354-364.

Donderdag den {17920927} 27 September 1792.

S’ Voormiddags bij omvrage alle præsent.

Uit eene Missive van Heeren Commissarissen Generaal van den 24 dezer gisteren in antwoord ontfangen op zodanige poincten vervat bij S Raads Resolutien van den 13 bevorens als waarvan decisie eerbiediglijk aan haar hoogedelhedens geremitteerd is geworden gezien zynde dat hoogstdezelve nopens de bedenkingen van den vicepraesident en de resp:e Leeden uitmakende het College van Commissarissen uit den Raade van Justitie wegens den rang der Leeden welke jaarlyks moeten afgaan volgens de laatstelyk g’arresteerde Instructie voor dat College, wanneer dezelve wederom op nieuw zouden werden aangesteld, deezen Raade wel hebben gelieven te qualificeeren in voorsz: Zaak overeenkomstig het verlangen van Praesident en Leeden voornoemd zodanig te disponeeren als vermeenen zoude te behooren; en dat Heeren Commissarissen Generaal teffens hadden goedgevonden t’ approbeeren het voorstel om door het afsteeken van 20 pC:t van de steenen welke door de geconfineerde Bandieten op ‘t Robben Eyland gezaagd worden, en dezelve op de voorgestelde wijze onder en ten profijte van den Posthoudende Sergeant, de beijde Corporaals en de Bandieten zelve te verdeelen dat werk met Vigeur ten voordeele der E Comp: te doen voortzetten, buiten behulp der twee Europische Steenzagers, die zonder het voorsz: middel zouden werden vereischt, mits de voorsz: toelage in natura geschiedende.

Zo is, om van haar hoog Edelhedens qualificatie, nopens het eerste poinct, ter wegneeming der bedenkingen en bezwaaren door den vicepræsident en Leeden in ‘t College van Commissarissen uit den Raade van Justitie, wegens derzelver beurtelingse Sessie in dat College g’opperd, behoorlijk gebruik te maaken, en hunner hoogedelhedens g’eerde Dispositie op ‘t twede Poinct teffens met den eersten te doen effect sorteeren, op de daartoe gedaane Propositie uit naam ende van wegens den E Achtb: Heer Gezaghebber besloten, dat voorthaan den vicepræsident en ‘t oudste Lid van s ’ Comp: Dienaaren in ‘t gem: College van Commissarissen uit den Raade van Justitie permanente Sessie zullen hebben, en dat d’ overige Leeden volgens hunne tourbeurten afgegaan zijnde, en wederom benoemd, wordende, hunne plaatse zullen neemen na de ancienniteit, dewelke zij in ‘tzelve College van Commissarissen thans hebben, of na die welke door hun in den Raade van Justitie werd g’observeerd, Zullende van dees verandering dadelijk by Extract deezes aan ‘t voorm: College kennis gegeeven werden, tot deszelfs informatie, en om zig voor ‘t vervolg daarna te kunnen gedragen; en dat verders de Heeren Gordon en van Reede van Oudtshoorn als Commissarissen over ‘t Robben Eiland zullen werden gequalificeerd gelijk hun Ed: s gequalificeerd werden by deezen, om van al de vloersteenen welke bereids ten robben Eilande zyn gezaagd of aldaar nog vervaardigt zullen werden te decorteeren 20 pC:t omme ingevolge welderzelver voodragt bij voorm: Resolutie van een 13 deezer breeder omschreeven zo en in diervoegen onder den Posthoudende Sergeant, de byde Corporaals en de Bandieten te werden verdeeld als daarbij staat vermeld.

En nadien voorsz: Heeren Gecommitteerdens over ‘t Robben Eiland bij dees gelegendheid ook hebben doen te kennen geeven dat zig thans aldaar 876 p:s Vloersteenen van een Voet in ‘t Vierkant in gereedheid Koomen te bevinden met verzoek dat dezelve dierhalven bij bekwame geleegendheid mogten werden afgehaald, zo is alverder besloten den Equipagemeester Cornelis Cornelisz te doen gelasten, gelijk hij gelast werd by deezen daartoe een der Lands boots aftezenden, zullende dezelve Steenen herwaards overgebragt zijnde na aftrek van de hier voren bepaalde 20 pC:t tegens behoorlijke recipisse aan den opziender van ‘t Houtmaguazijn als bij de Negotie boeken nog onder Ult:o Augustus deezen Jaars ingenoomen, en voorts daarmede gehandeld te werden zo en in diervoegen als het besluit deezer Tafel van 13 Maart jongstl: zulks komt te dicteeren.

Den Capitain van het opgisteren alhier g’arriveerd Engelsch Schip The Nymph , Welke Kiel door een violenten Storm in de Baaij van Rio de la Goa alle deszelfs Ankers heeft komen te verliesen, heeden morgen aan den Heere Gezaghebber hebbende ter handen gesteld, een aan hem Heere Gezaghebber beneevens den Raad g’addresseerd verzoekschrift tendeerende om in dees zyn dringende verlegendheid tegens betalinge, uit S’ Comp: voorraad te mogen werden bijgesprongen, met een Anker van omtrend Twee duisend Ponden zwaarte, benevens het daartoe vereischt werdend Ankerstok gelijk zulks nader consteert uit ‘t Request zelve hier onder g’insereerd.

‘To the Hon:ble Governor in Council of the Cape of good Hope.’

‘Hon:ble Sir & Sirs!’

‘The underwritten Captain Thomas Jones of the English Ship Nimph , having been driven from his anchors at Rio de la Goa Baij bij a violent storm and being arrived here ijesterdaij, is consequentlij now in the greatest distress for wanting immediatelij an anchor for to moor his Ship at this Road.’

‘Wherefore he begs leave to request Hon:ble Sir and Sirs! You will be pleased to ordre the Captain Attendant, to furnish him without the least loss of time with an anchor of about one thousand Pound Weight, / : the beam inclosed:/ for such a price, You will be pleased, pursuant your well known equitij for Strangers, to fix upon it.’

‘The happij Alliance subsisting between His Britannic Majestij, mij Master, and the States General, leaving not anij doubt to the underwritten but he will be asisted bij You with the granting of the abovementioned most urgent Request he has the honour to be with the greatest Respect.’

’/: onderstond:/ Honble Sir & Sirs.’

’/:in margine:/ Cape of good Hope Septb: 27 1792’

‘Your most obedient most humble Servant’

’/:was getekend:/ Tho:s Jones.’

zo is ingevolge de propositie van meer welm: Heere Gezaghebber bij dees ocassie nog beslooten den Equipagemeester te qualificeeren ende te gelasten zo als den zelven gequalficeerd ende gelast werd bij deezen, tegens betaling der prijzen welke gesteld zijn op den afstand van zoortgelijke Compagnies Goederen aan vreemde Natien, waarmeede de Republicq in goede verstandhouding leeft, en die daar mede volstrektelijk dienen geholpen te werden, aan ‘t voormeld Engelsch Schip The Nijmph te verstrekken een Anker van 2000 lb:e Zwaarte met deszelfs Stok, mits in allen gevalle de Maatschappij zelve daardoor niet te zeer werde ontriefd.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t CasteeL de Goede Hoop Ten dage en Jaare Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret

C. 207, pp. 365-377.

Vrijdag den {17920928} 28 September 1792.

S’ Voormiddags, bij omvraage, Alle præsent.

Den Heere Gezaghebber op bekomene informatie dat den WelEdelen Gestrengen Heere J: O: Vaillant, Capitain ter zee in S’ Lands dienst, en als zodanig het freguat van Oorloge de Zephir commandeerende, voornemens was op morgen onder andere Artikelen meer ook te doen Verkopen een goede parthij oude Zeilen tot de toerusting van voorsz: zijnen Bodem gehoord hebbende, dog teffens niet ongeneegen zoude zijn, gem: Zeilen tegens billijke Tauxatie aan de EComp: over te Laaten, ingevalle dezelve de Maatschappij in haaren ommeslag alhier konde convenieeren, aan de overige Heeren Leeden des Raads in bedenking hebbende doen geeven, of het niet raadzaam zoude weezen in de praesente omstandigheid van zaken, daar ‘er nog Zakken nog Stoffage ter vervaardiging derzelve by d’ EComp: aan handen wierd gevonden en men zig al t’ zedert lange nopens dit zo noodzakellijk ArticuL in de huishouding ten uitersten verlegen heeft bevonden, dezelve Zeilen voor Reecq: der EComp: van welopged:e Heere Capitain Vaillant in maniere voorsz: over te neemen, Zo is, geconsidereerd zijnde in welk Embarras men zig zedert een geruijmen tijd, en vooräl tegenwoordig bij ‘t ontlossen der ter Rhêde leggende scheepen de Geertruij Petronella en Catharina Johanna mits ontstentenis aan Zakken komt te bevinden, en hoe dikwijls ‘t gebrek aan Gonny of Zeildoek de Regeering bereids heeft genecessiteerd gehad de Bataviasche Carguasoenen over die Artikelen te moeten aanspreeken, niettegenstaande men voor S’ hands verzekerd konde zijn, dat de Schaarsheid aan de gem: Artikelen ter ged: Hoofdplaatse niet minder konde weezen als alhier, unanime besloten dezelve oude Zeilen met agreatie van haar hoogedelhedens de Heeren Commissarissen Generaal, ten dienste van S’ Comp: ommeslag alhier van meerm: Heere Capitain Vaillant bij prisatie te doen overneemen, en mitsdien te committeeren gelyk gecommitteerd werden by deezen de Heer Resident der Baaijfals Christoffel Brand en den Equipagemeester Cornelis Cornelisz om van wegens deezen Raade de gemelde afgelegde Zeilen van S’ Lands Schip de Zephier in ogenschyn te neemen, mitsg:s vervolgens zo nopens de qualiteit en tegenswoordige gesteldheid van ‘t doek, als de waarde waarvoor men hetzelve om tot zakken gebruikt te werden, zoude kunnen overneemen, ten spoedigste mogelijk te dienen van Berigt.

En nadien door de Gecommitteerdens, die gechargeerd zijn, met d’ontlossing vande g’avarieerde goederen uit de Lading van ‘t Retour Schip de Catharina Johanna , blijkens twee diendweegen door dezelve verleende verklaringen ontdekt is geworden dat men aan boord van gem: Bodem een Pak genommert 240, dewelke inhouden moest 100 Stukken Suprafijne Paliacatsche Neusdoeken, heeft opgesneeden, waarin bij examinatie niet meer zyn bevonden als slegts 42 Stukken dier doeken, ende 58 overige gevolglijk moeten werden gepraesumeerd gestolen te zijn, zo is bij dees occasie in d’onzekerheid of die diefte mogelijk niet staande het aanweezen van gem: Bodem ten deezen Gouvernemente gepleegd is geworden, waardoor ‘er nog kans zoude zyn, den geenen die zig daaraan mogte hebben komen te vergrijpen te ontdekken, en met hem ook dezelve gestolene stukken Neusdoeken wederom te agterhaalen, almeede op voorstel van welopgem: Heere Gezaghebber beslooten dezelve verklaringen dadelijk te doen stellen inhanden van den ad interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs, en denzelven daarbij te injungeeren, gelyk hij g’ injungeerd werd, mits deezen, navoorsz: gepleegd diefstal aan boord van ‘t gem: Schip de Catharina Johanna op stond de naauwkeurigste recherches te doen, en met de betragting van zynen pligt nopens den dader alle mogelijke devoiren aan te wenden tot wederbekoming der voorsz: gestolene 58 Stukken Paliacatse Neusdoeken.

Wyders ook inomvrage gebragt zijnde ‘t onderstaand request door den Schipper Louis Willem van Rossum ingediend.

Aan den Wel Edele Achtb: Heer! Johannes Isaac Rhenius, Gezaghebber van Caap de Goede Hoop, &:a &:a &:a, Mitsg:s den Edelen Achtb: Raad van Politie.

‘Geeft met schuldige eerbied te Kennen, Louis Willem van Rossum thans Commandeerende ‘t Pinkschip Geertruij en Petronella ; dat hy tot zijn innig leedweezen ongelukkig genoeg is geweest, van kort nazijn vertrek van Batavia met ged: Schip, een groot aantal zieken binnen zyn Scheepsboord te krijgen, waarvan er verscheidene gestorven, en nog andere aan weezig zijn, welker Lighaams Vermogens door d’ aanhoudende ziekte zodanig zyn uitgeput, dat dezelve van geen dienst Kunnen zijn, op een Schip, dat met zo een Klein getal Manschappen geregeerd moet worden. - ‘t Is hier van Ed: Achtb: Heer en E Achtb: Heeren! dat den Suppl: thans zeven man in zyne rolle is manqueerende.’

‘Den Suppl:t heeft zig byzyn komst alhier geflatteerd, gerecompleteerd te kunnen werden door de Equipage, welke op ‘t verongelukte Schip de drie Gebroeders was dienende, en heeft ook gewagt tot dezelve waaren afgedankt en afbetaald vertrouwende toen zeeker de nodige Manschappen te kunnen krijgen te meer daar die Equipage met hem een en de zelfde Rheeder diende; maar moest met bewondering ondervinden dat den WelEd Gestr: Heer J: O: Vaillant, commandeerende het hier ter rheede leggend oorlogs freguat de Zephir , een gedeelte van die Mattroossen in zijn Ed: Gestr: dienst hadde g’engageerd, en dat de weinige resteerende niet genegen waaren op des Supplt:e onderhebbend Schip dienst te neemen voor reedenen geevende, dat ‘t Jaar saisoen, waarin dit Schip waarschynlyk moest repatrieeren, te slegt was.’

‘Den Suppl:t dus inzyne meening ten eenemaal te Leur gesteld zynde, neemt op ‘t eerbiedigst de vrijheid te verzoeken, dat hem mag worden toegestaan om Manschappen aan te werven en dat de nog buiten dienst zijnde Mattroosen van de drie Gebroeders mogen worden gelast, om dienst te neemen, ‘t zij op dit dan wel een ander Schip, Ten zy UwelEd: Achtb: en Ed: Achtb: mogte behaagen, om des Supplt:e Equipage te versterken uit de Manschappen, welke thans op de O: I: Comp Brik Helena Louisa zyn dienende’

‘Den Suppl:t vertrouwd dat dit zal Kunnen geschieden, dewijl hij in ‘t zeekere meend g’informeerd te zijn, dat die Equipage slegts voor maandgelden is g’engageerd zonder bij de terugkomst in Europa regt te hebben, om de zogenoemde praemie en dat dierhalven deeze Equipage zal vermeenen te mogen repatrieeren ingevalle de Helena Louisa mogt worden verkogt’

‘Den Suppl:t vertrouwd dat UwelEd Achtb: ingezien hebbende; de noodzakelykheid, dat zo een groot Schip behoorlyk worde bemand op ‘t een of ander een goedgunstig Fiat zullen verleenen.’

‘’T welk doende &:a.’

’/: Was geteekend:/ L: W: van Rossum.’

Is, geconsidereerd van ‘t Tweeledig verzoek daarbij door den Suppl:t gedaan, het eerste den Raade is voorgekomen meest met S’ Comp: Intrest te zullen strooken, dan ook beslooten den ad interim fiscaal deezes Gouvernements tequalificeeren, ende te gelasten, gelijk hij Fiskaal gequalificeerd ende gelast werd bydeesen, de nog buiten dienst zynde afgedankte Mattroozen en andere Manschappen gehoord hebbende tot de Equipage, van het in Baaifals ter Sloping verkogt Schip de drie Gebroeders by zig te ontbieden, en dezelve te notificeeren, dat wanneer zig niet geneegen willen toonen om vrywillig dienst te neemen aan boord van ‘t Schip de Geertruij en Petronella door gem: van Rossum gevoerd werdende en varende voordezelfde Rheederije waarvoor zij uitgekomen zijn, t’ als dan alle tezamen dadelijk zullen werden geplaatst aanboord van ‘t in gereedheid leggend Schip de Constitutie , om, daarmeede voorde Scheepskost dienst doende naar nederland te werden op gezonden.

Zynde laatstelijk nog op het in Scriptis gedaan verzoek van den oudCommissaris van Civile en huwlijkse zaaken, Pieter Meijering aandenzelven gepermitteerd ingevolge de bepaalde conditien daarvan zijnde, per evengem: Bodem de Geertruij en Petronella , ofte bij ontstentenisse van ruimte dan wel dat zig onder de Lading eenige artikelen mogten bevinden, waaraan de Aloë zoude kunnen Schaaden met een ander Retourschip op vragt naar Nederland te mogen overzenden, de navolgende Artikelen, te weeten.

Aldus Geresolveerd Ende G’arresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten Daage en Jaare Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn.

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret

C. 207, pp. 378-425.

Saturdag den {17920929} 29 Sept:br 1792.

Extraordinaire Vergadering alle præsent.

Heeren Commissarissen Generaal op Wiens expresse begeerte dees buitengewoone bijeenkomst des Raads is belegd geworden, staande dezelve, hebbende gelieven in te zenden eene Missive sub dato 21 deezer geschreven, houdende dat haar hoogedelhedens op de gevorderde en bekomene informatien nopens het stuk der Walvischvisserije alhier op de Kusten, en in de Baaijen hierömstreeks, gezien hebbende dat het verleenen van vrijheid tot het exerceeren dier Visscherij, onder Godes zeegen, op eene notable wijze zoude kunnen strekken tot opbeuring van den bloeij en welvaard dezer Colonie uit dien hoofde en om aan de Ingezeetenen van dit Land de duidelijkste blyken te geeven van de goede geneigdheid van welderzelver hooge Committenten om hun geluk en welvaard te bevorderen, hebben goedgevonden tot de voorsz: Vaart en Visscherije eene algemeene vrijheid te verleenen, en de hoope, dat de nijverheid en Werkzaamheid der Ingezeetenen daardoor opgewakkerd die gelukkige gevolgen Spoedig zullen doen geboren werden welke hoogstdezelve vermeenen zig er van te mogen voorstellen.

Zo is na aandagtige Lectuure der Voorsz: Missive, en rijpe overweging van alles dat ter zaake dienen kon, nopens de verdere bij dezelve Missive voorkomende Pointen besloten.

Dat om het Publicq van Haar Hoogedelhedens voorsz: favorabele dispositie hoe eer zo liever te verstendigen, ten spoedigsten mogelijk zal moeten werden gepubliceerd ende g’affigeerd het bij hoogstdezelve gearresteerd PLacaat nopens de voorseide Walvisch-visschery.

Dat terwijl van de meede ontfangene formulieren der Paspoorten en Zeebrieven waarna dezelve ingevolge het 28 Art: van voorsz: Placaat zullen moeten werden verleend, ter convenabler tijd het geordonneert gebruik zal werden gemaakt, inmiddels insgelijks zal werden afgekondigt en aangeplakt het Reglement bij haar hoogedelhedens voor de visscherij alhier in de Tafelbaaij en Baaifals met kleijne vaartuigen beraamd, welk Reglement deezen Raade ingevolge hoogstderzelver qualificatie verclaard naar het daarvan zijnde concept bij deezen in deszelfs gantschen zamenhang tehouden voor g’arresteerd, en dat daarbij aan den oudburger Commissaris Hendrik Johannes Fehrsen, aan wien bereids voor een geruimen tijd provisioneel na de daarvan gemaakte bepalingen, de evengem: Visscherij met kleijne Vaartuigen alhier in de Tafelbaaij gepermitteerd is geworden, bij Extract dezes zal werden gelast zig meede alles naar het gem: Reglement stipte te gedragen.

Dat voorts, om by de voorschr: Stukken gemaakte bepalingen, dewelke van wegens deezen Raade gehoorzamelyk in allen opzigten nagekomen zullen werden ook Schuldpligtig te doen onderhouden en observeeren door de onderscheidene officieren der Justitie een ijder in den zijnen, zo aan den ad interim Fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs als aan de Resp:e Landdrosten der Buiten districten, vanalle dezelve Stukken, voor zo verre hun aangaat, authenticque Copijen zal werden afgegeeven; en dezelve officieren daarbij gelast, gelijk hun wel expresselijk gelast werd bij deesen, aanhunner hoogedelhedens gestatueerde, zonder de minste conniventie of oogluiking te gebruiken rigoureuslyk dehand te houden, bij poene vanbevonden werdende anders te doen, behalven het incurreeren van S’ Raads hoogste indignatie, bovensdien nog op eene exemplaire wijze tot derzelver pligt terug gebragt en daarbij gehouden tezullen werden.

Dat wijders om Heeren Commissarissen Generaal op hoogstderzelver requistie nopens den voet, waarop de verkoping der Scheepen de Helena Louisa en de Zeenimph in de praesente zaaksgesteldheid best zoude kunnen geschieden, te dienen van S’Raads consideratien en advijs, dadelijk van den Equipagemeester zal werden gevordert eene specificque en distincte opgave van alle zodanige rondhouten en andere Articulen, gehoord hebbende tot de vleet en verdere toerusting van ‘t ter sloping verkogt part:e Schip de drie Gebroeders , als voor reekening der E Comp: ingekogt zijnde zoude kunnen dienen ter Equipeering van gem: Bodem de Zeenimph ; mitsg:s wat daartoe verder zoude werden gerequireerd, met aanwijzing in hoeverre het ontbreekende in S’ Comp: Magazyn te vinden is, en zal kunnen werden gemist, ten einde het t’ ontbeerene door ofte van wegens dezen Rade gepriseerd zijnde, die opgaven aan Haar Hoogedelhedens eerbiedig aangeboden, en daarbij te kenne gegeeven te werden, dat naar S’ Raads inzien de beste parthij uit dien verkoop zoude kunnen getrokken werden, wanneer Haar Hoogedelhedens konden goedvinden de voorsz: ingekogte dienlijke artikelen, van ‘t schip de drie Gebroeders als meede in de Baaijfals leggende, te doen voegen bij den Inventaris van meerm: Bodem de Zeenimph , om met ende benevens dien Kiel tegelijker tijd in eene massa te werden geveild - dog nopens die, dewelke zig alhier in SComp: Pakhuizen komen tebevinden, voor zo verre men dezelve zoude kunnen missen, aan den Koper Slegts de vrijheid geliefde te laten, zig daarvan tegens betaling der waarde, waarop zullen weezen geschat al ofte niet te voorsien; en dat teffens de voldoening der uitgeloofde Kooppenn: werde gesteld op Vijf Paaijen ofte Termijnen, waarvan de eerste contant te voldoen. en de vier overige yder een jaar na den anderen mits den koper voor deeze Laatste Paaijen behalven het verband van den onbezwaard Hijpotheecq ter waarde van het dubbel bedragen derzelve ook kwame te betaalen den Interest van 6 pC:t S’Jaars, en dat na dat de Liefhebbers, aan wien vryheid gelaten zoude kunnen werden de by de Resp:ve Bodems voor dezelve ter visie en Lecture te leggene Inventarissen te mogen afschryven en copieeren een convenabelen tijd te vooren bij affixie van Billieten zouden weezen gepræadverteerd, van den dag der verkoping, en de Conditien waarop de veiling zal geschieden, de verkoping voor den gantsche Raad bij den opslag wierde gedaan.

Dat ten einde zig volkomen au fait te stellen omtrend den voet waarop de officieren en Equipagien van Scheepen doorde Compagnie in Nederland ingehuurd, werden gebragt onder de ordres vande Compagnie vande thans alhier aanweezende Schippers J: R: de Groot en L: W: v Rossum zal werden afgevordert derzelver ordres en Papieren om door de examinatie van dien zig in deezen de nodige instructie te kunnen verzorgen.

Dat in Voorkomende gevallen, wanneer door particulieren verzoek zal werden gedaan, om traan op vragt af te laaden in S’Comp: retourbodems en zulks door deeze Regeering buiten nadeel vande Maatschappij zal kunnen werden toegestaan, de Vragt dier Traan, en de betaling derzelve, zal moeten werden bepaald op den voet van die der wijnen, welke inzelvervoegen naar Nederland kunnen werden afgezonden.

Dat intusschen, vermits Heeren Commissarissen Generaal op de gunstige intercessie van deezen Raade, ook wel hebben willen toestaan het exerceeren van de Walvischvangst met kleyne Vaartuigen in de Baaijfals , mits aldaar dadelyk werde ingevoerd diezelfde reglementen ordres en praecautien tegens het misbruik van kleijne Vaartuigen, in ‘t algemeen, als alhier voor de Tafelbaaij successivelijk zyn beraamd geworden, met inhaesie der voorsz: ordres en Reglementen, als alle derzelver applicatie op voorsz: Baaijfals evenals op deeze Tafelbaaij meede hebbende, met den eersten bij Publicatie en affixie van een expres PLacaat aan de Bewoners der evengem: Baaifals gelast en bevolen zal werden, inzelver voegen als zulks komt plaats te hebben met de Ingezeetenen alhier die zig door kadraaijen en visschen erneeren, endaartoe Schuiten of Jollen aanhouden, deeze hunne Schuiten en Jollen even als de kleine Vaartuigen tot de Walvischvangst gebeezigd werdende, dagelijks voor Zonnenondergang te doen brengen voor ‘t huis van den Posthouder om aldaar opgehaald onder opzigt vande Militaire Wagt in de Kettings gesloten te werden, en te blijven tot S’ volgenden daags bij ‘t doen der Wagtschot, zo nogthans, dat, bij aldien er geene Scheepen ter Rheede werden gevonden dezelve op bekomene permissie van den Fiscaal of die daartoe van zijnent weegen zal werden gelast, ook S’ nagts tot de vangst van kleijne visschen zullen mogen werden gebruikt.

Werdende den Heere Resident Brand en ook den Fiscaal bij deszelfs aanweezen in Baaifals gerecommandeert en aanbevoolen toe te zien, dat omtrend dit poinct niet alleen de ordre nopens het Sluiten in de Ketting der voorsz: Kadraaijers en Visschers Jollen, zo en in diervoegen als zulks hier even is beschreeven maar ook de Reglementen met betrekking tot die Vaartuigen gaandeweg vastgesteld, en wel bijzonderlijk ‘t gearresteerde bij het 5:de Art:e van de gemaakte bepaalingen nopens de Walvischvangst met kleine Vaartuigen, stiptelijk werden geobserveert en naargekomen.

Dat ook om te effectueeren dat zodanige Pupillen der Weeskamer, mitsg:s jonge Lieden ten Lasten der Diaconij onderhouden werdende, als daartoe geschikt zijn, tot de particuliere Zeevaard alhier werden aangebragt, zal werden gevordert, gelijk gevordert werd bij deezen, de consideratien diendwegen zo van de Weescamer deezer Steede als van de Gereformeerde en Lutherse Kerkenrade deezer Hoofdplaatse, een ijder in den hare.

Dat inmiddels terwijl aan Heeren Commissarissen Generaal uit de opgaave der Kosten van den ommeslag tot ‘t Slaan der Robben op’t vondelings Eiland ten dienste van de Comp: Jaarlijx werdende geïmpendeert, is gebleeken de enorme prijs waarop langs dien weg aan de Maatschappij is komen te staan, de niet noemenswaardige hoeveelheid traan tot haren ommeslag alhier benodigd, en Haar Hoogedelhedens dierhalven hebben gelieven te gelasten en dezen Raade te qualificeeren om de Traan voorthaan bij Particulieren in te kopen, dezelve ommeslag dadelyk zal moeten afgeschaft en al den toestel en ‘t gereedschap daartoe gehoord hebbende bij eerstvoorkomende convenable geleegendheid, per publicque vendutie verkogt werden.

en dat Eindelijk om aan meerhoogstged: Heeren Commissarissen Generaal te doen blijken hoezeer deezen Raade de uitgestrektheid gevoeld van de weldaad door Haar Hoogedelhedens met het verleenen dezer vrijheid aan de Colonie beweezen, en hoe zeer zij deswegens zo voor zig zelfs als voor de gezamentlyke Ingezeetenen ten hoogsten erkentelijk is, op ‘t uur en den dag hoogstdezelve convenieerende dezen gantschen Rade en Corps zig ter praesentie van Haar Hoogedelhedens aanvankelijk de Sinceerste en gevoeligste dankbaarheid te betuigen voor de voorsz: gunstige dispositie en faveur van dit Land, en haare Inwoonders genoomen en haar hoogedelhedens wijders op de plegtigste en stelligste Wijze te beloven en te verzeekeren dat den Raade in ‘t oog houdende de drijfveeren welke heeren Commissarissen Generaal bewogen hebben, haare besluiten op de hiervoren beschreevene wijze te doen uitlopen niet zal afzijn met d’ uiterste vigilantie zelve te waaken en te doen waaken dat de gemaakte bepalingen niet werden overschreeden, neen maar inalle gevallen, waarin eenige veranderingen van eenig aanbelang absolute noodzakelijk zullen werden bevonden, eerst en vooraf daartoe, zo wel haar hoogedelhedens eigene qualificatie en toestemming, als ook die van de Heeren Majores in Patria, en de hooge indiase Regeering verzogt ende gevraagd zal werden.

Vervolgens ook zijnde geleezen geworden eene tweede Missive van Heeren Commissarissen generaal te gelijk met de zo even verhandelde ontfangen, en onder gisteren geschreeven, waarbij hoogstdezelve onder anderen zeggen zig door S’ Raads Missive van den 26 bevorens nader bevestigd te zien in ‘t geene ‘t welk haar hoogedelhedens op den ontfangst van ‘t vroegere aan hoogstdezelve gerigt Schrijvens dezer Regeering van den 7:de deezer maar al te veel reeden vonden, om te veronderstellen dat namentlijk niettegenstaande de menigvuldige ordres en aanschrijvingen zo van de Vergadering van XVIJ:nen als van de Hooge indiase Regeering tegens allen particulieren en ongepermitteerde Handel zo met vreemde als bijzonder ook met S’ Comp: eigen Scheepen, egter opentlijk door de Fiskaals in der tijd, Ja door deese Regeeringe zelve is toegelaaten dat Goederen ter sluijk of in ongebrande en ongepermitteerde Kisten en Kasten, alhier aangebragt, verkogt en verhandeld zijn, waardoor aan de belangen van deComp: niet alleen door dien ongeoorloofden handel op zig zelven maar ook doorde Schand’lijkste overlading der retourschepen onmeetelijke Schadens en nadeelen zijn toegebragt.

Dat haar hoogedelhedens liefst de reedenen door deeze raade als ‘t waare tot vrijpleijting eener zo onverschoonlijke directie bijgebragt met stilzwijgen willen voorbijgaan, in dat vaste vertrouwen dat den Rade overtuigd van de onbetaamelijkheid van ‘t voorleedene het niet minder zal zijn van de verantwoordelijkheid waarïn zig voor ‘t toekomende zoude stellen, met onder welke praetexten ook zoortgelijke morserijen voor te staan, of door de vingeren te zien, of in gebreeken te blijven de Fiscaals dezes Gouvernements, daaromtrend bij hunnen pligt te houden, brengende Heeren Commissarissen generaal daarbij in ‘t byzonder den Raade onder ‘t oog het verkeerde van deszelfs begrip meer als eens in de aan Hoogstdezelve gesuppediteerde advijzen doorgestraald als of dingen, die Schadelijk zyn voor S’ Comp: Belangen of welke zij zelfs niet bevoegd zoude zijn zonder bekomene qualificatie toe te staan of eindelijk die Strijdig zijn met den geest en meening van beveelen in andere opzigten gegeeven, geoorloofd zouden zijn, omdat dezelve zomtijds niet expresselijk zyn verboden, en als of het ontbreeken van zodanig uitdrukkelijk verbod haar zoude ontheffen van haare verpligting om daartegen als getrouwe Dienaaren welke S’ Comp: belangen behoorlijk ter harte gaan, te waaken, het welk haar hoogedelhedens bijzonder van applicatie willen gemaakt hebben op S’ Raads aanhaling dat de uitvoer van Rijst, Zuiker, Houtwerken en andere goederen op Batavia, nog ook den invoer alhier niet zoude zijn geprohibeert geweest, waaruit voorzeker nimmer kon werden afgeleid dat de aanbreng daarvan met S’ Comp: Retourbodems alhier heeft kunnen geschieden alzo zulks notoir strijdig is met S’ Comp: Belangens zo wel als met den geest van de plaats hebbende ordres tegens de overlading der Scheepen en het overbrengen van ongepermitteerde of ongebrande goederen g’emaneerd. - en beklagende hoogstdezelve zig teffens de bijna opentlijke protectie aan deezen morshandel in dit Gouvernement verleend, te meer, om dat de overheeden van S’ Comp: Scheepen daardoor zijn gebragt in het denkbeeld dat de daartegens plaatshebbende voorzieningen en wel bijzonder de poenaliteiten bij den articul brief gestatueerd, hier ter plaatze geheel buiten kragt en werking zijn, en dat het hun als ‘t ware zelfs g’oorloofd is, om alhier ongebrande Goederen aan te brengen en daarmeede Negotie te drijven, gelijk zulks hoogstdezelve reeds ten klaarsten is gebleeken, het welk haar hoogedelhedens moet doen aarselen om die poenaliteiten van nu af aan dadelijk in executie te brengen, omdat niet alleen bezwaarlijk van minderen eene stricte observance der wetten kan werden gevergd wanneer zij dezelve door hunne meerderen opentlijk zien verwaarloozen, maar ook de extensie welke de meesten aan dien morshandel hebben gegeeven, hun indien gevalle aan eene totale ruine zoude blootstellen het welk wederom in een ander opzigt voor ‘S Compagnies belangen ten uitersten schadelijk zoude kunnen zijn.

\

Om welke consideratien haar hoogedelhedens dan ook verklaren goedgevonden en verstaan te hebben, eerstelijk met opzicht der ongepermitteerde Goederen van den Capitain, Capitain Lieutenant en Oppermeester van het Schip de Constitutie , ter voldoening aan hoogstderzelver aanschrijvens van den 11 dezer in S’ Comp: Pakhuizen alhier opgeslagen, aan dezelve officieren in dit bijzonder geval gunstiglijk te remitteeren de Straffe en poenaliteiten door hun ter zaake van voorsz: verboden handel g’incurreerd, met dien verstande nogthans, dat die Goederen, welke het hun g’oorloofd zoude zyn geweest op vragt naar Nederland over te voeren, daaronder begrepen de houtwerken en Lywaaten, alhier bij Publicque Vendutie zullen werden verkogt, en het provenue daarvan aan hun ter handen gesteld, naar aftrek van zodanige vragt en recognitie ten behoeve van de E ‘Comp: als door hun zoude hebben moeten werden voldaan, wanneer dezelve Goederen door hun op Vragt naar Nederland waren overgevoerd geweest, en aldaar tegens gelyke prijzen verkogt, en dat die Goederen welke gehooren tot die Articulen waarvan de Comp: zig privativelijk den handeL heeft gereserveerd, en welke het dierhalven ongeoorloofd is, zelfs op Vragt in de Retourschepen naar Nederland te laaden van dezelve officieren ten behoeve vande Comp: zullen worden overgenomen tegens restitutie der inkoopsprijzen door hun besteed, zodanig als die door hun aan haar hoogedelhedens zyn opgegeeven - namentlijk

Van den Capit:n de Cerff
44 Canassers Zuiker tot Rd:s 1060:12
30 d:o Candij d:o d:o d:o 540:-:
Van den Capit: Lieut: G: Olthoff
5000 Strengen Cattoene Gaaren d:o d:o 100:-:
18 Picols Coffij Boonen d:o d:o 180:-:
15 118/125 d:o Zuiker 99:46
Van den OpperChirurgijn W: H: Becker
3 Canassers Zuiker d:o d:o 66:12
6 Picols Koffij d:o d:o 60:00
3 Kisjes Thee d:o d:o 57:24
2 Picols Klondjes Zuiker d:o d:o 26:24
200 Porcelaine Kommen d:o d:o 8:-
En dus alle de Voorschr: Articulen tezamen Rd:s 2198:22
Van den Capit:n de Cerff
44 Canassers Zuiker tot Rd:s 1060:12
30 d:o Candij d:o d:o d:o 540:-:
Van den Capit: Lieut: G: Olthoff
5000 Strengen Cattoene Gaaren d:o d:o 100:-:
18 Picols Coffij Boonen d:o d:o 180:-:
15 118/125 d:o Zuiker 99:46
Van den OpperChirurgijn W: H: Becker
3 Canassers Zuiker d:o d:o 66:12
6 Picols Koffij d:o d:o 60:00
3 Kisjes Thee d:o d:o 57:24
2 Picols Klondjes Zuiker d:o d:o 26:24
200 Porcelaine Kommen d:o d:o 8:-
En dus alle de Voorschr: Articulen tezamen Rd:s 2198:22

met bygevoegde Last, deeze laatstgem: Goederen by allereerste gelegendheid dog niet met het voorsz: Schip de Constitutie behoorlijk geConditioneerd naar ‘t Vaderland overtezenden, en verdere ordre om naardien haar hoogedelhedens thans de gegrondste reeden hebben om buiten twijffel te stellen dat alle Compagnies Scheepen uit Indien alhier passeerende, zonder onderscheid; van daar ongepermitteerde Goederen meedebrengen, met intentie om die alhier aande Kaap te ontladen, en te verhandelen, daaromtrend met opzigt tot de Scheepen welke vooreerst, uit Indien staan te retourneeren, stiptelijk zullen moeten werden geobserveerd en in agt genomen zodanige voorsorgen en verdere middelen van voorzieninge in deezen, als door haar hoogedelheedens ten deezen opzigte zijn gepraescribeerd, en by gem: zeer g’eerbiedigde Letteren articulatim omschreeven werden gevonden.

Zo is over den aanmerkelijken inhoud van voorsz: haar Hoogedelhedens Tweede Missive met byzonder gevoel van Leedweezen over hoogst derzelver daarbij gemanifesteerd miscontentement gebesoigneerd zijnde, verstaan, dat om waare het mogelijk de reedenen dewelke tot dat misnoegen aanlijding hebben gegeeven gehad door eene prompte, stipte en waakzaame nakoming der ordres en beveelen van Heeren Commissarissen Generaal uit te wisschen, en zig zo doende de goedwilligheid en ‘t vertrouwen van hoogstdezelve voor ‘t vervolg wederom waardig te maaken; zonder zig op te houden met te borde te brengen het geene in deezen verder tot S’ Raads verschoninge zoude kunnen dienen en waaromtrend onder anderen, behalven de moeijlijkheid, Ja zelfs volstrekte onmogelijkheid om met zo een gelimiteerde magt, als deezen Raade tot nog toe heeft bezeeten gehad, een zo veroudert en vastgeworteld misbruik, als was het aanvoeren van ongepermitteerde Goederen ten deezen Gouvernemente met S’ Comp: Scheepen te kunnen tegengaan en uitroeijen ook zoude kunnen werden geallegueerd, die bedenking tegens eene directe confiscatie welke haar hoogedelhedens zelven hebben gevoeld, daartegen te militeeren, welke bedenking, Schoon door deezen Raade niet aangevoerd, des niet te min wel degelijk altoos mede is geweest een der voornaame reedenen, waarom se niet is overgegaan tot een rigoureuse Executie van ‘t Zedert lange verwaarloosde ordre alzo die executie op stel en Sprong g’effectueerd, niet zoude hebben kunnen nalaaten uit een bereids existeerend kwaad, een ander quaad of inconvenient te doen geboren worden, waaraan in de omstandigheden in dewelke zig de Maatschappij al t’ Zeedert eenige Jaaren herwaards heeft bevonden gehad niet zoude hebben kunnen werden geremedieerd, dadelijk zal werden geprocedeert, om alle dezelve ordres met den eersten effect te laaten sorteeren en derzelver beslag te doen erlangen; en dat misschien van al het gunt voorsz: is, aanvankelijk aan den ad interim Fiskaal dezes Gouvernements M:r Jacob Pieter Deneijs; voor zo verre hem zulks in zyne officie aangaat, zal werden afgegeeven Extract ten einde te strekken tot informatie en narigt zo voor zig zelven als voor zijne opvolgers in der tijd, waarbij dezelve teffens zullen werden gepraeadverteerd, gelijk men hun praeadverteerd, en waarschouwd by deezen, dat, daar den Raad bijzonder oplettend zijn zal dat voorthaan geen de minste afwijking van de ordres door de Heeren Meesters in ‘t vaderland haar hoogedelhedens de Heeren Commissarissen Generaal hiervoren genoemd, ofte de Heeren der hooge Regeeringe van Indien gesteld, en dit Gouvernement ter observance voorgeschreeven, kome plaats te hebben, nogte dezelve aan verkeerde en gedwongene interpractatien succeptibel werden gemaakt, om zo als tot nog toe is geschied daarmede voordeel tedoen, zij fiscaals mitsdien by ontdekking dat hieromtrend eenige conniventie met anderen gebruiken of voor zig zelven van de gemaakte bepalingen Komen af te gaan, waardoor de voorsz: ordres en dispositien der Superieuren wederom zouden Kunnen worden illusoir gemaakt, gelyk hiervoren bereids is gezegd met nadruk tegengegaan, en tot haare gehoudenisse te rug gebragt zullen werden.

Dat voorts een Vendumeester dezes Gouvernements, aan wien men ten dien einde eene Notitie of Lijst van al de door Heeren Commissarissen Generaal ter verkoop gedestineerde Artikelen, uit de aangehaalde Goederen hier boven beschreevene zal doen Suppediteeren, zal werden gelast in zijn voorschr: Ambt ten overstaan van den Heere Keldermeester Le Suëur tot de voorsz: verkoping dadelijk te procedeeren; zo nogthans dat den dag daartoe met believen van den Heere Gezaghebber gefixeerd zijnde, het publicq van dees te houdende Verkoping eerst door middel van aankondiging op de vendutien welke intusschen staan gehouden te werden door de Bodens te doen, zal moeten werden verstendigt, ten einde door de concurrentie van veele Liefhebbers die zig door dit middel waarschijnlijk meer als anders voordoen zullen by de veyling de meeste prijzen te kunnen werden bedongen.

Dat vervolgens de gem: verkoping afgelopen zijnde van de daarvan gehoudene Rolle door evengeciteerde Vendumeester een afschrift zal moeten werden gesuppediteerd aan den Negotie overdrager ten einde naar het voorschrift van Heeren Commissarissen Generaal te kunnen formeeren eene exacte bereekening van ‘t geen van ‘t Provenue dier Verkogte goederen door hem Vendumeester ten behoeve der E Comp: Voor Vragt en recognitie zal moeten werden te rug gehouden, om vervolgens per ordonnantie in s’ Comp: Cassa overgebragt en zo aldaar als bij de boeken ten Negotie Comptoire ingenomen te werden.

Dat wijders de Koffij, Thee, Poeder- Kandij- en- KlondjesZuiker, de Cattoene Gaarens en de Porcelaine Kommen hiervoren specificq opgegeeven, als articulen zynde waarvan de Comp:zig privativelijk den handel heeft gereserveerd, en uit dien hoofde tegens restitutie der inkoops prijzen van den Capitain de Cerff, den Capitain Lieutenant Olthoff en OpperChirurgijn Becker voor S’ Maatschappijs Reekening moeten overgenoomen worden, na per ordonnantie uit S’ Comp: Kassa aan dezelve overheeden met een bedragen van Tweeduizend Eenhondert agt en Negentig Rd:s en Twee-en-twintig St:vers te zijn voldaan, insgelijks aanvankelijk bij voorschr: Negotie Boeken op eene aparte reekening, zullen moeten ingenomen en vervolgens by eerstvoorkomende Scheepsgelegendheid /: dog niet met het Schip de Constitutie , :/ naar ‘t Vaderland verzonden werden.

En dat eindelijk om met opzigt tot de Schepen, welke vooreerst nog uit Indien Staan te retourneeren in agt te doen neemen het diendweegen g’ordonneerde door Heeren Commissarissen Generaal.

Voor eerstom voldoende voorzorgen te gebruiken, dat wanneer eenig retourschip alhier op de rheede komt, de Capitain of GezagVoerder en verdere officieren geen de minste kennis bekomen van deeze haar hoogedelhedens dispositien, of van ‘t geen uit kragte vandezelve omtrend anderen bereids heeft plaats gehad, alvoorens dezelve ook ten hunnen opzichte dadelyk werden ter executie gelegd, den fiscaal in ‘t generaal, en den Equipagemeester in ‘t byzonder met relatie tot het Schuitsvolk, en andere perzoonen, waarmede zig bij aankomst van Scheepen naar boord begeeft, uitdrukkelijk werden gelast te zorgen, dat in d’ eerste instantien der aanlanding van een retourschip, niemand hij zy wie hij wil, met de officieren Passagiers en verdere Equipage van een zodanig Schip eenige communicatie ofte correspondentie bij monde, dan wel door middel van briefwisseling kome te hebben, en dat als dan ook niemand anders met hem Equipagemeester in het zelve schip overstappen als die geenen dewelke tot de gezondheids Commissie eijgentlijk gehooren, aan wien by deezen wel expresselijk geïnterdiceert ende verboden werd, staande hunne visite, /: dewelke na de voorkomende omstandigheden, zo kort en spoedig mogelijk ten einde zal moeten werden gebragt, :/ over iets anders in gesprek te treeden dan over zaaken tot hunne voorsz: commissie gehorende.

Ten Tweedendat den Heere Gouverneur of Gezaghebber terstond na dat het Schip ten anker zal zijn gekomen, door den Equipagemeester, en met dezelfde Schuijt waarmede deezen zig met de gezondheids-Commissie naar boord zal begeeven, bij zig zal ontbieden den Capitain of die het bevel op hetzelve zal voeren, en hem door evengemelde Equipagemeester directe van Boord bij zijn Ed: geconduiseerd Zijnde zal voorhouden reedenen te hebben, om vastelijk te veronderstellen dat zig /: volgens gewoonte :/ voor particuliere reekening van hem en verdere officieren of Perzoonen tot de Equipage behoorende, aan boord bevinden ongepermitteerde of ongebrande goederen, en hem wijders ernstig afvragen waarïn dezelve bestaan, van wien en tot wat prijzen dezelve zyn ingekogt, met belofte van impuniteit voor hem en zijne meede officieren, volgens de hiertoe verleende qualificatie van Heeren Commissarissen Generaal ingevalle zij die opgave getrouwelijk verrigten.

Ten derden, dat de Capitain of gezagvoerder weigeragtig zijnde aandeeze requisitie onbewimpeld te voldoen terstond door middel van denzelfden Equipagemeester zal werden ontboden de volgende Officier, en hem hetzelfde zal worden voorgehouden en afgevraagd, terwijl intusschen om te zorgen dat dezelve niet bevorens met den Capitain of Gezagvoerder ruggespraak houde; gem: Capitain of Gezagvoerder zo lange zal werden opgehouden in ‘t Casteel, op zodanige plaats als hem den Heere Hoofdgebieder zal goedvinden daartoe te laaten aanwijzen. - en Zo vervolgens alle de verdere Officieren.

Ten Vierden, dat de voorschr: opgave ontfangen en door de officieren welken zulks aangaan zal, behoorlijk en op den Eed, in den aanvang hunner bediening gedaan onderteekend zijnde, daarvan door den Heere Gouverneur of Gezaghebber terstond Kennis zal werden gegeeven in deezen Raade dat vervolgens de daaröp vermelde Goederen aanstonds in S’ Comp: Pakhuizen zullen worden opgeslagen, en daarmeede in zelvervoegen gehandeld als met de hiervoren gem: Goederen; welke Heeren Commissarissen Generaal door evengelyke perquisitien ontdekt hebben zig op het Schip de Constitutie te bevinden.

Ten vijfden, dat wanneer er suspicie mogt zijn, dat de opgaven niet ter goeder trouwe waaren geschied, ofte ook wanneer bevonden mogt worden zulks alzo tezijn en ook in’t geval dat de Officieren ontkennen mogten dat zig eenige ongepermitteerde Goederen aan boord bevonden, het Schip naauwkeurig door den Fiskaal nevens gecommitteerde Leeden uit den Raade van Justitie zal moeten worden gevisiteerd en bij bevinding van fraude of ontrouwe opgave de schuldigen niet alleen zullen verbeurd hebben, de impuniteit uit kragte van haar Hoogedelhedens voorsz: qualificatie aan hun toegezegd maar ook den Fiskaal dezes Gouvernements dadelijk tegens hun naar strengheid van regten moeten procedeeren.

Ten Sesdendat van nu af door den Fiskaal voorn:d gelijk hij daartoe bij deezen ten nadrukkelijksten werd gelast zal moeten worden toegezien en gewaakt dat van de alhier passerende zo uitkomende als retourneerende S’ Comp: Scheepen, geene goederen van boord of aan de Wal werden gebragt, die ongepermitteerd of ongebrand zijn, en bij ontdekking derzelve, het zij dezelve reeds van boord gebragt zijn dan niet, tot dadelijke confiscatie ingevolge het 23 Art:a van den ArticuL brief worden geprocedeert, blijvende daarvan door de goedheid van Heeren Commissarissen Generaal alleen bij provisie uitgezondert de ongepermitteerde Goederen zig op de Retourscheepen bevindende, ingevalle daarvan door de Perzoonen aan welke dezelve toebehooren op den voet hiervoren omschreven, getrouwelijk opgaave werde gedaan, en

Ten Zevenden, dat het gestatueerde ten opzigte van de evengem: officieren en de toezegging van impuniteit tot welke haar hoogedelheedens uit kragte van de aan hoogstdezelve verleende Magt en autoriteit deezen Raade hebben gequalificeerd, alleenlyk plaats zal grijpen omtrend die Scheepen welke voor eerst uit Indien zullen retourneeren en tot zo lange men door de hooge Regeering en de Ceilonse Ministers zal g’informeerd zijn, dat aldaar respectivelijk een aanvang zal zyn gemaakt, met de overheden der retourneerende Scheepen te waarschouwen; dat voorthaan de poenaliteiten tegens het overbrengen van ongebrande en ongepermitteerde Goederen, ook alhier ter plaatse zonder eenige excuse of conniventie strictelijk en na den Letter zullen werden ter executie gelegd, welke informatien ontfangen zijnde in conformiteit van den uitdrukkelijken last, van meerhoogstged: Heeren Commissarissen generaal, zulks dan ook alzo zal gevolg neemen zonder dat daarna immer of ooit deswegens ‘t zij met of zonder authorisatie van den regter in eenige compositie zal mogen worden getreeden,

Gelyk ook van de voorsz: gunstige dispositien en impuniteit in zelvervoegen bij hun retour verstoken zullen zijn, de overheden en Equipagien der Schepen, welke na dato deezer van hier hunne rhijzen naar Indien zullen voortzetten. Weshalven aan dezelve by de Monstering door den Fiscaal nevens Gecommitteerdens het geene voorsz: is, distinctelijk en expresselijk zal moeten werden voorgehouden tot derzelver narigt, mitsgaders de thans bescheiden officieren en verdere Equipage op het schip Hilverbeek als aan welke Heeren Commissarissen Generaal zulks bereids zelve hebben doen voorhouden.

Zullende wyders met toezending van authenticque Copijen der Lijsten ingevolge het hiervoren gemelde 4 Art: door de Officieren op den Eed in den aanvang hunner bediening gedaan, onderteekend, aan de Vergadering van XVIJ: mitsgaders meerwelmelde Heeren Commissarissen Generaal gedurende hoogstderzelver verblijf in Indien, en aan de Hooge Regeering beneevens het Gouvernement van CeiLon voor zo veel aangaat de scheepen van daar repatrieerende, telkens by eerste Scheepsgelegendheid kennisse werden gegeeven van de ongebrande en ongepermitteerde Goederen op de Retourscheepen ontdëkt, van wien dezelve door de houders zijn ingekogt of overgenoomen, en welke prijzen daarvoor zyn besteed, ten welken einde ook van dees particulariteiten van voorschr: Scheeps overheden distincte opgave zal werden gerequireerd.

En zal den Raade om ter pligtschuldige voldoening aan de verwagting van haar hoogedelhedens, zig van haar gehoudenisse tot een getrouwe behartiging van S’ Compagnies Belangens te quyten, met allen Yver en naauwkeurigheid alle de voorschreeve Maatregulen en Schikkingen ter executie leggen als zelve bezeffende, dat daar door eeniglijk, maar ook volkomen den Bodem kan worden ingeslagen, aan de Schandelyke misbruiken welke in dit stuk /: gelyk den Raad verpligt is zulks tot haar Sensïbel leedweezen te moeten avoueeren:/ ten deezen Gouvernemente hebben plaats gehad, op dat Heeren Commissarissen Generaal zo doende, in der tyd mogen gerealiseerd zien hoogstderzelver billijken wensch, van de overtuiging daarvan te zullen vinden in de overeenstemming van de vrugt, van S’ Raads pogingen, en recherches met de informatien, welke haar Hoog Edelheedens zig in Staat bevinden in Indien te neemen, en waartoe het gebeurde met opzicht tot het Schip de Constitutie de zeekerste Richtsnoer verschaft.

Aldus Geresolveerd Ende G’arresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn.

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l Secret.