Skip to content

C208 v1.20

C. 208, pp. 2-15.

Maandag den {17921001} Eerste Octb 1792.

‘S voormiddags alle præsent.

Is bij gelegendheid dat de naar Batavia gedestineerde pacquet boot de Maria Louisa wederom van de gebreeken gerepareert zijnde, waarmeede uit ‘t Vaderland alhier g’arriveert is, thans Zeilree komt te leggen, om met d’ Eerste dienstige Wind van hier te Kunnen Rijsvorderen, geresumeerd ende geteekend geworden het Generaal Verslag van Zaken beneevens zodanige andere Brieven en papieren meer als onder huidigen datum p:r voorsch:r pacquet Boot eerbiediglyk werden geconsigneert aan Haar Hoog Edelheedens de Heeren der Hoge Regeeringe van Indien

En nadien den Heer Resident der Baayfals Christoffel Brand, beneevens den Equipgiemeester Cornelis Cornelisz dewelke op den 28 der even afgeweeken Maand September gecommitteerd zyn geweest, om van wegens deezen Rade de afgelegde Zeilen van ‘S Lands Schip de Zephir , door den Wel Edelen Gestrengen Heere Kapitain Vaillant ten verkoop bestemd in ogenschyn te neemen, en vervolgens zoo nopens de qualiteit en tegenwoordige gesteldheid van ‘t doek, als de waarde waarvoor men dezelve om tot zakken gebruikt te werden, van Zyn WelEdele Gest:r voor Reekening der E Comp:ie zoude Kunnen overneemen te dienen van bericht, met overlegging van eene Schriftelyke Notitie waaruit blykt dat van

die alle beter als halfsleeten, en gevolglijk voor den Dienst der E Comp tot het hiervoren beschreeven eijnde zeer geschikt zijn, te zaamen zoude Kunnen werden vervaardigt een quantiteit van 418 Zakken, aan den Heere Gezachhebber hebben te kunnen gegeeven, dat het niet wel mogelijk is geweest dezelve Seilen te priseeren. Zoo is geconsidereert, dat den Heere Vaillant zig met dezelve Zeilen Komt geembarasseert te vinden, en uit dien hoofde gaarne hoe eer zoo liever daarvan zoude wenschen te werden ontSlagen, terwijl tegenovergesteld, gelijk bij voorsz: Resolutie van den 28 September Jongstleeden breeder is gezegd, d’ E Comp:ie alhier in d’ uijterste verlegendheid aan Zakken, mitsg:s Stoffagien tot het vervaardigen derzelve verseerd; dierhalven als nu meede beslooten den Heere Gezachhebber te verzoeken gelijk zijn Ed: verzogt werd by deezen, wegens het overneemen der voorsz: oude zeilen in Zn Ed: qualiteit als Hoofd Administrateur zelve maar met den Heere Vaillant t’ aboucheeren, en te tragten d’ acquisitie derzelve voor de minst mogelijkste prijze, van Zijn WelEdele Gestrenge voor Reekening der E: Comp:ie te doen.

Ook is op het onderstaande Request door den Sous Lieutenant in dienst der E: Comp:ie en geweezen Stuurman aan Boord van het onlangs in de Baaijfals ter Slooping verkogt particulier Schip de drie Gebroeders Herke Smit gepræsenteerd.

Aan den WelEdelen Achtb: Heere Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber deezes Gouvernements en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtbaaren Politicquen Raad.

‘WelEdele Achtbaare Heer! en E: E Achtbaare Heeren!’

‘UWelEd: Achtb: en E Achtb: nederige Dienaar Herke Smit, neemt de vrijheid, eerbiediglijk te kennen te geeven.’

‘Dat hij Supp:t in qualiteit als Sous Lieutenant in dienst der E Comp:ie te Batavia eerst op het Schip de Batavia en vervolgens op de Meerwyk beschijden geweest zijnde, op verzoek van den Schipper Jan Roelofse de Groot door de Hoge Regeering van Indie in het begin deezes Jaars verlof heeft g’obtineerd omme in den dienst van particuliere Rheeders te mogen overgaan, ende zulx in Steede van den aldaar als impotent verbleevene Stuurman Cornelis Kraak.’

‘Dat de Equipagie van opgem: Bodem met voorkennisse en consent van UWelEdele Agtb: en E Achtb:s door gemelde Schipper de Groot afgedankt geworden zijnde, en hij Supp:t zig alzoo buiten eenig emploij komt te bevinden, zeer gaarne verlangde weeder in den Dienst der E Comp:ie te treeden, derhalven te raade is geworden zich tot UwelEdele Achtb: en E Achtb:s te addresseeren met ootmoedig verzoek omme tot Lieutenant te worden aangesteld ten einde met de eerstvertrekkende Retour Scheepen als zodanig te Kunnen repatrieeren.’

‘/onderstond / ‘T welk doende &: / was get:/ H:ke Smit’

Goedgevonden en dienvolgens beslooten den Supp:t niet als Lieutenant, maar als Sous Lieutenant, weeder in ‘S Maatschappijs dienst aanteneemen, om als zodanig by voorkomende vacature op een der RetourScheepen geplaats te werden, ten einde verder naar Europa te Rhijsvorderen, zullende dienvolgende de Gagie van voorsz: Smit ook weederom moeten Cours neemen met den dag wanneer in werkelijke functie zal zijn getreeden.

Nog is eindelijk op een tweede Supplicq al meede in Scriptis Fredrik Heijneman als Gemagtigde van Elisabeth Elhard wed:e wijlen Lambert Fick gedaan en Luidende

Aan den WelEdelen Achtbaren Heere Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber, beneevens de E Achtbaare Heeren Raden van Politie deezes Gouvernements

‘WelEdele Agtbaare Heer! en E: E Achtbaare Heeren!’

‘Met verschuldigd respect neemt de Vrijheid te kennen te geeven UWelEd: Agtb: en Ed: Achtb: onderdanig Dienaar Fredrik Hyneman in qualiteit als Generaale Gemagtigde van Elisabeth Elhardt, wed:e van den Brandmeester Lambert Fick’

‘Dat der Supp:ts pp:e in den dorpe Stellenbosch in eigendom komt te bezitten een Huijs en Erf, dewelke thans groot is in zijnen grond 5 morgen 249 quad:r Roeden en 28 d:o Voeten, welk Huijs en Erf zij aan haare aangehuwde zoon den Burger Jan Babtist Vos heeft verkogt voor eene Somma van ƒ15000:- dat des Supp:s pp:e daarvan gaarn transport en overdragt willende doen, zig daartoe buijten Staat bevind, alzoo by gelegendheid dat haar Woonhuijs met de daaraan Staande Gebouwen en meest alle de daarin zig bevonden hebbende Goederen door een Schielijk ontstaane brand, in de asche gelegd zijnde, onder anderen ook de Caarten en Eigendoms Brieven van dat Erf zijn verbrand.’

‘Dat zijn Supp:t pp: zig derhalven in de noodzakelijkheid heeft gebragt gezien, met voorkennisse van den E Achtbaren Heere Gezachhebber, bovengem: Erf door den Gezw:e Landmeeter Wernich op nieuw te doen hermeeten, navolgens de oude Bakens die zig daarvan hebben vertoond, blykens de daarvan geformeerde Caart, die den Supp:t de Vryheid neemt neevens deeze te voegen.’

‘Weshalven hy UWelEdele Achtb en E Achtb: ootmoedig verzoekt de gedane opmeeting van haar reeds bebouwd Erf te willen approbeeren en den Supp:t dienvolgens te qualificeeren naar dezelve het Transport te mogen doen.’

‘De Supp:t neemt wijders de Vryheid Hoogstdezelve ootmoedig te verzoeken, dat haare voorm: Zoon van de betaling des heeren regts van ƒ15000:- voor dat hijpotheecq goedgunstig moge werden g’excuseert’

‘(ondertStond /’

‘’T welk doende &:a (: was get:/ F: Heijneman qq’

Verstaan aan des Supp:ts voorschreeve Principale de Wed:e wijlen den Brandmeester te Stellenbosch Lambert Fick te permitteeren het bij voorm: Request breeder omSchreeven en in den voorsch: Dorpe van Stellenbosch geleegene Erff; na de daarvan gedaane hermeeting en geformeerde nieuwe Kaart ( dewelke bij deeze werd g’approbeert:/ ten groote van Vyf Morgen en Twee Hondert Negen en Veertig quadraat roeden aan haaren aangehuuwden Zoon Jan Babtist Vos, over te mogen Transporteeren - Zoo nogtans, dat het verzoek van remissie der betaaling van den 40:ste Penning van S Heeren Regt gedeclineert werdende, hetzelve Heeren Regt op de Koopschat van ƒ15000:- aanvankelyk behoorlijk in S Comp:s Kassa zal moeten werden voldaan.

Zijnde vermits Heeren Commissarissen generaal op de ontfangene communicatie van ‘t voorneemen deezer Regeering om Hoogstdezelve en Corps te komen opwagten daartoe den dag van heeden en ‘t Uur van thienen hebben gelieven te bepalen.

Laatstelijk nog maar geleezen geworden het onderstaand Vertoog des Fiscaals geleidende ter voldoening aan het van hem by Besluijt van den 28 Augustus Laatstleeden gevorderde een geschrift in de Javaanse Tale door den Tagals Eerste Resident Radeen Hadjin, raakende de op hem door zeekeren Gusty Carang Assan geformeerde prætentie aan voorsz: fiscaal overlegd.

Aan den WelEdelen Achtb:n Heere Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &: &: &: benevens den E: Achtb: Raad van Politie

‘WelEdele Achtb:e Heer en E E: Achtbaare Heeren!’

‘Vertoond met verschuldigde eerbied de ondergeteekende Koopman ten dienste den E: Comp:ie en Prointerim fiscaal deezes Gouvernements M:r Jacob Pieter Deneys.’

‘Dat de Vertoonder, om met alle mogelijke Spoed te voldoen aan UWelEdeles Achtb:s zeer gevenereerde Raadsbesluit van den 28:ste Augustus Jongstleeden, den Eerste Resident van Tagal Radeen Hatjin ten eersten van het Robben Eiland na dit heeft doen Transporteeren, om hem te interrogeeren en examineeren over zeekere pretentie groot Twee duyzend Spaanse Reaalen, die ten zijne Laste geformeerd word door zeekere Gustij Carang Assan.’

‘Dat de Vertoonder verschijde reijzen met gezegde Tagals Resident Radeen Hatjin beezig geweest is, om eenige elucidatie concerneerende die pretentie te erlangen, zonder eevenwel daarin zodanig te reusseeren, als hy wel gewenscht had, waarom hij best heeft geoordeelt, in hoope van een gunstige welduiding van dien Resident te vorderen een geschrift hoe het eijgentlijk met die geheele affaire gelegen is, en het welk de ondergeteekende de eere heeft UWelEdele Achtb:e en E E Achtbaares neevens deeze Reverentelyk aan te bieden, om daarover verder zodanig te disponeeren, als UWelEdele Achtbaares zullen gelieven goed te vinden.’

’/:Onderstond:/’

‘Quo facto &: /: was geteekend./ J: P: Deneijs (: In margine./ Gepræsenteert den 1:ste October 1792’

Over welk Vertoog gebesoigneert en in consideratie genomen zynde, dat alhier van het Javaans Schriftuur aan hetzelve g’annexeerd, geene Copijen te formeeren, ofte translaaten te bekomen zijn, is dierhalven bestgedagt het gem: geschrift des Tagals Residents maar eerbiedig en zoo mogelyk nog met de pacquet boot de Maria Louisa in Origineel aan Haar WelEdele Groot Achtb:s de Heeren der Hoge Indiase Regeeringe te Suppediteeren, met byvoeging van Authenticque Copij van ‘t meergeciteerd Vertoog des fiscaals, en zig aan dezelve Stukken onderdaniglijk te refereeren, in de hope dat met dees Stukken zal mogen zyn voldaan aan welgemelde Haar Hoogedelheedens verwagting en begeerte

Den Raade zig vervolgens in conformiteit van het gearresteerde op den 29 der evenafgeweekene Maand September gezamentlyk begeeven hebbende by Haar Hoog Edelheedens de Heeren Commissarissen Generaal om Hoogstdezelve plegtelijk te danken voor ‘t faveur aan d’ Ingezeetenen deezes Lands beweezen met aan dezelve onder zeekere bepaalingen eene algemeene vrijheid tot de Walvischvisscherij te verleenen, zoo behaagde het Haar hoog Edelheedens, zo wel den Heere Gezachhebber als de overige Leeden byzonder gracieus te recipeeren, en voor ‘S Raads attentie in deezen betoond op eene zeer affable wijze te bedanken congedieerende hun EEd:s, na S’ alle door een treffelyke aanspraak tot eene gemoedelijke pligts betragting in de tegenswoordige Critique omstandigheeden der Maatschappy aangemaand te hebben, met de verzeekering van Hoogstderzelver gunst en protectie ingevalle eensgezindheid, applicatie en ijver in de maneange van zaaken Haar HoogEdelheedens mogte convinceeren van ‘S Raads welmeenende pogingen ter bevordering van’t behoud der E Compagnie en van’t geluk en welzijn deezer importante Colonie, waarvan haar het beStier was aanbetrouwd.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en Jaare voorschreeven

[Signed:] J:I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn

[Signed:] My Præsent E: Bergh p:l Secret

C. 208, pp. 16-20.

Dingsdag den {17921002} 2:e Octob: 1792

‘S voormidags alle præsent

Den Heere Gezachhebber om te defereeren aan ‘t verzoek des Raads onder gisteren vermeld met den WelEdelen Gestrengen Heere Vaillant in onderhandeling getreeden zijnde wegens de overneeming der Zeilen van ‘S Lands freguat de Zephir welke gem: Heer Vaillant zig hadde voorgesteld van de hand te zetten, ten einde daaruit de zoo zeer benodigde zakken voor S Comp:s ommeslag te Kunnen werden vervaardigt, en de voorschreeve onderhandeling van dat Succes hebbende mogen werden agter volgd, dat tusschen zijn Ed: en meer geciteerden Heere Vaillant, met voorkennisse en agreatie van Heeren Commissarissen Generaal een provisioneel overeenkomst is getroffen, dat namentlijk voor

die alle beeter zyn als half Sleeten en die ook voor ‘t oogmerk waartoe men dezelve denkt te beezigen even zoo goed komen te weezen als nieuw Zeildoek, ‘S Comp:s wegen zal moeten werden betaald in alles eene Somma van Rd:s 261:12:, zoo is op de Communicatie hiervan ter ordre van welopged:e Heeren Gezachhebber aan de Overige Heeren Leeden des Raads gegeeven, unanime besloten dat ter Consideratie dat uit eene daarby gevoegde bereeking Komt te blijken dat uit alle dezelve oude zeilen met den anderen zullende Kunnen werden toegesteld een quantiteit van 418 P:s heele zakken yder deezer Zakken ‘d E Comp:ie dus maar zal te Staan Komen op ƒ1:5:-, daar wanneer men reekend, dat uit een Rol hollandsch Zeildoek werd gemaakt 14 gelyke zakken en 15 uit een Rol Moscovisch , een nieuw zak de Maatschappij Kost ƒ2:3:- dierhalven met betuiging van ‘S Raads verpligten Dank aan den Heere Gezachhebber voor de in deezen genomene moeijte zal werden geapprobeert ende geratificeerd, gelyk geapprobeert ende geratificeerd werd by deezen de voorschreeve provisioneele overeenKomst door hem Heere Gezachhebber met den WeLEdele Gestrenge Heer Capitain Vaillant gesloten, en dat mitsdien het vorengeciteerd bedragen van Rd:s 261:12 voor de bereids gespecificeerde 6 Stuks Zeilen per ordonnantie uit S Comp:s Cas aan den Heer Vaillant voldaan zijnde, dezelve Zeilen dan ook dadelijk door den Equipagiemeester in ontfangst zullen moeten werden genoomen, ten einde daaruit met den Eersten de opgegeevene quantiteit van 418 heele mudden zakken te doen toe Stellen

Ook is bij dees gelegendheid op een ingeKoomene Missive van Landdrost en Krijgsraaden van Zwellendam , houdende verzoek om volgens Jaarlijks gebruik voor de op handen zynde exercitie der Land militie van dat District te mogen erlangen het daartoe vereischt werdend Buskruyt beneevens een geproportioneerd getal Vuursteenen; Verstaan ten fine voorsch:r aan voorm: Landdrost en Krygsraaden te doen verstrekken een quantiteit van

Zijnde Laatstelyk meede beslooten de portpenningen in de Jongstgepasseerde Maand September voor de beStelde Brieven ontfangen en rendeerende, blykens het daarvan door den Heere Van Reede van Oudtshoorn overgelegd Rapport, een bedragen van Een Hondert Ses en dertig Ryxd:s en Vier en Veertig Stuy:s by de Negotie boeken te doen inneemen om vervolgens p:r ordonn:s in SCompag:s Cas overgebragt, en al daar tot den dagelyksen uitgaaf aangewend te werden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare voorschreeven

[Signed:] J:I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l Secret

C. 208, pp. 21-24.

Vrijdag den {17921005} 5 Octob:r 1792

bij Omvrage, alle Præsent

Van den Equipagiemeester Cornelis Cornelisz bij Besluit de dato 29 den even afgeweekene Maand September gevorderd zijnde eene Specificque en distincte opgave van alle zodanige Rondhouten en andere Articulen, gehoord hebbende tot de Vleet en verdere toerusting van het ten Slooping verkogt particulier Schip de Drie Gebroeders , als voor Reekening der E Comp:e ingekogt zijnde, zoude Kunnen dienen ter Equipeering der in de Baayfals leggende Bodem De Zeenimph ; met aanwijzing in hoe verre het ontbreekende in ‘S Comp:s Maguazynen aan handen werd gevonden, en zonder eigen ongerief te missen zoude weezen - dog den voorsz: Equipagiemeester niet dan op eene gantsch onvoldoende wyze aan ‘t voorschreeve requisit deezes Raads hebbende Komen te beantwoorden.

Zoo is als nu by omvoege ten ordre van den Heeren Gezachhebber gedaan, goedgevonden en dienvolgens besloten den voorsch:r Equipagiemeester de novo gelasten, gelijk bij wel expresselijk gelast werd bij deezen, zig dadelijk met en de benevens den Baas der Scheeps Timmerlieden Myndert van Eyk te begeeven naar voorsch:r Baayfals ten einde zelve met d’uytterste exactitude in ogenschijn genomen en geexamineert hebbende alle de voorsz: Equipagiegoederen van ‘t Schip de Drie Gebroeders door den Heere Resident Brand voor Reekening der E Comp: ingekogt, bij deszelfs retour alhier aan deezen Rade Specificque en distincte op tegeeven, welke der gem: ingekogte goederen dadelyk ter toetuijging van voorsz: Bodem de Zeenimph zullen Kunnen dienen? en welke andere na daartoe behoorlyk behoorlyk te weezen geappropieerd ten voorsz: einde meede Zoude Kunnen werden geemploijeerd? Voorts, wat dan nog aan de compleete Equipeering dier Kiel ontbreeken zal? en wat van de ontbreekende Articulenal ofte nietin S Comp:s Maguazijnen alhier aan handen werd gevonden? - mitsg:s welke der in voorraad zynde, zonder eigen ongerief, zoude Kunnen werden gemist? - alles gelijk hiervoren is gezegt Specificq en met benoeming der Articulen - Zullende hij Equipgiemeester daarbij wijders moeten Voegen Zijne Consideratien en Berigt, hoedanig en waarmeede best Zullen Kunnen werden geremplaceert zodanige Vereischt werdende Equipagiegoederen, als by ‘S Comp:s voorraad niet aan handen werden gevonden ofte missen zullen zijn, ten einde dit Rapport ingekomen Zynde den Rade zig hierdoor in’t geval gesteld moge bevinden aan Haar Hoogedelheedens de Heeren Commissarissen Generaal te Suppediteeren zodanige consideratien, als waartoe So zig als nog door voorsch:r gebrekkige opgave van hem Equipagiemeester buyten staat is bevindende

Aldus Geresolveerd ende Gearresteert In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Dage ende Jaare Voorschreeven

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret

C. 208, pp. 25-31.

Saturdag den {17921006} 6: October 1792

by omvrage alle præsent

Den Schipper van het ter Rheede leggend ingehuurd particulier Schip de Geertruy en Petronella Louis Willem van Rossum aan Heeren Commissarissen Generaal op hoogstderzelver gedane requisitie by een Schriftelijk Berigt hebbende komen op te geeven, dat op den 17 deezer Maand vermeend gereed te zullen zijn om met gem: zynen onderhebbenden Bodem de Rijze van hier naar Nederland te Kunnen aanneemen dog b Haar HoogEdelheedens teegens de depeche van een zoo rijk geladen Schip in dit vergevordert Jaar Saisoen waardoor hetzelve in den gevaarlyksten tijd voor de Hollandsche Wal zoude moeten verscheijnen, opgekomen zynde die natuurlyke bedenkingen welke ‘S Maatschappijs teegens woordige hachgelyken toestand als van zelven opleeverd, en hoogstged: Haar Hoog Edelheedens dierhalven met ter handen Stelling van een Kopy van ‘t voorsz: Berigt van den Schipper van Rossum aan den Heere Gezachhebber hebbende gelieven te notificeeren, hoogstderzelver begeerte, dat voornoemde Bodem de Geertruij en Petronella niet werde afgevaardigt, maar alhier aan gehouden tot den 15 January des aanstaande Jaars, als wanneer het gevaar gereekend werd voorbij te zijn en d’ ordres toelaten ‘S Comp:s eigene rijkgeladene Kielen van hier naar ‘t Vaderland te mogen voortzenden. Zoo is op de Communicatie ten ordre van welgem: Heere Gezachhebber van dees Haar HoogEdelheedens begeerte aan d’ overige Heeren Leeden des Raads gedaan, dadelyk geresolveerd voornoemde Bodem de Geertruy & Petronella niet te depecheeren, maar ter deezer Rheede te doen vertoeven tot den 15 Januarij, des toeKomenden Jaars 1793: - welken dag van nu af aan zal zijn en blijven gefixeerd voor tyd tot de afvaardiging dier Kiel bestemd, wel te verStaan in zoverre hieromtrend door geene onvoorziene incidenten ofte gebeurtenissen eenig hinder belet of derangement werde te wege gebragt - Zullende ten eijnde hetzelve moge Strekken ter informatie en narigt van voorn: Schipper van Rossum dadelijk aan denzelven van Voorsch:r dispositie bij Extract deezes de vereischte Kennisse werde gegeeven, met injunctie en Last zig daaraan te Submitteeren en de verantwoordelykheid te laten voor ‘S Raads Reekening als hieromtrent ageerende in conformiteit der ontfangene Ordres van Heeren Commissarissen Generaal hierboven gemeld.

Evengeciteerde HoogEdele Heeren Commissarisen Generaal teffens onder geleide eener expresse Missive den 27 Sept: Jongstleeden geschreeven, aan deezen Rade hebbende gelieven te renvoyeeren de dispositie op ‘t onderstaand Request aan Hoogstdezelve door den Medicinæ Doctor Tieleman Johannes van de Sande gepræsenteerd

Aan Haar HoogEdelheedens de Hoog Edele Groot Achtb:e Heeren M:r Sebastiaan Cornelis Nederburgh en Symon Hendrik Frijkenius Commissarissen Generaal over geheel Nederlands India en deeze Colonie &:a &:a &:a

‘Hoogedele Groot Agtb:e Heeren!’

‘Geeft met verschuldigde zeer onderdaniglyk te kennen Tieleman Johannes van de Sande, Medicinæ Doctor, in qualiteit als Oppermeester in den gepasseerde Jare 1791 met S Comp:ie Schip Sparenryk alhier aan geland.’

‘Dat den Supp:t na alvorens eenige tyd wegens indispositie, met stilstand van Gagie, alhier te zijn verbleeven, genoodzaakt is geweest zich op den 6: December derzelven Jaars by Requeste te addresseeren aan den WelEdele Achtb: Heere Gezachhebber en Raad deezer plaatze, met nedrig verzoek, omme ter Zake van de dies tyds aanhoudende debile toestand van den Supp:t onder afgeschreven gagie te mogen werden gesteld en als zodanig alhier te blyven remoreeren, welk verzoek gracieuselyk aan den Supp:l is geaccordeert geworden’

‘Dat den Supp:t zoo ter Subsistentie, als wel meest ten gerieve van een notabel ingezeetenen de practyk heeft g’exerceerd, met dat genoeglijk gevolg, dat den Supp:l zig flatteerd thans de Colonie en Ingezeetenen alhier van dienst te zijn, en tevens een middel van bestaan gevonden te hebben ingevalle UW Hoog Edele Groot Achtb:r hen verder van de dispositie van den E Achtb: Raad van Politie believen te laten jouisseeren’

‘En daar des Supp:t Zwakke Ligchaams Constitutie niet toelaat, dat hy ten minsten voor als nog eenige Reize ter Zee onderneeme; Zoo wend hij zich eerbiediglijk tot UWe Hoog Edele Groot Achtb:s met onderdanige beede dat het UW Hoog Edele Groot Achtb gunstig welbehagen moge zyn, den Supp:t te permitteeren om onder afgeschreeven Gagie, en dus buyten bezwaar van d E Comp:ie aan deezen uithoek te mogen blijven practiseeren.’

’(: onderstond )’

‘’T welk doende &:a /: was geteekend :/ T: J: van den Zande /: Lager :/ accordeert met dies Origineel, get:/ Ed:d Daniels’

Zoo is, bij dees gelegendheid in Consideratie genomen zijnde, dat al het gunt voorschreeven door den Suppliant geallegueert is geworden, op de waarheid komt gevestigd te zijn, dan ook beslooten zoo wel ten nutte deezer Colonie als uit aanmerking van ‘S Suppliants zwakke Lichaams Constitutie aan den zelven te permitteeren gelijk gepermitteerd werd bij deezen, onder afgeschreeven Gagie alhier te mogen blijven remoreeren, en practiseeren

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare Voorschreeven

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F:V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret

C. 208, pp. 32-91.

Dingsdag den {17921009} 9:de October 1792.

S Voormiddags alle Præsent

Oopende den Heere Gezachhebber de deliberatien met dadelyk na dat de Resolutien ‘t zeedert den 25 der evenafgeweekene maand September Successivelyk genomen geresumeert waren, aan den Rade te Kennen te geeven, dat door ‘t Collegie van Weesmeesteren aan Zijn Ed: was gepræsenteerd geworden eene Memorie houdende doleantie wegens de wijze op welke den Heere de Wet zig kwam te acquitteeren van de Commissie op zyn Ed: gedecerneert om den Staat der Kamer op te neemen, dan dat hij Heere Gezachhebber inziende hoe zeer den Rade in hare importante verrigtingen waarmeede thans als overStelpt Komt te Zijn, zoude werden geturbeert ingevalle dezelve Memorie in een zoo ongeleegen tyd Stip als de tegens woordige tot een poinct van Raadpleeging Kwam te maaken, uitdien hoofde hadde vermeent dezelve liever te moeten brengen ter Kennisse van Heeren Commissarissen Generaal om Hoogstderzelver goedvinden daarop ter verneemen, en dat Haar HoogEdelheedens dienvolgens over dat poinct met den anderen gedelibereert hebbende hadden goedgevonden zig daarop by eene Missive aan hem Heere Gezachhebber benevens den Raad gerigt en even voor ‘t aangaan van de Vergadering by Zyn Ed: ontfangen t’ expliceeren.

Welke Missive vervolgens geopend en by dies Lectuure bevonden Zynde dat dezelve eenelyk was dienende ten geleïde van ‘t volgend Extract uit Haar HoogEdelheedens onder gisteren genomen Resolutien

‘Extract uit de Resolutien van de Hoog Edele Heeren Commissarissen generaal over Nederlands Indie en Kabo de Goede Hoop genomen in ‘t Kasteel de Goede Hoop’

‘Maandag den 8:ste October 1792.’

‘De Gezachhebber Rhenius heeft aan Commissarissen Generaal gecommuniceerd eene Memorie van Weesmeesteren deezer Steede heeden bij hem ontfangen en gerigt aan hem beneevens den Politieken Raad deezes Gouvernements, en te Kennen geeven zig daartoe verpligt te hebben gevonden, alvorens dezelve Memorie ter tafel van gem: Raade te produceeren.’

‘Waarop gedelibereerd Zynde is goedgevonden en verstaan het door voorm: Gezaghhebber in den deezen gehouden gedrag volkomen te approbeeren gelijk hetzelve geapprobeerd word mits deesen’

‘En gelet zijnde dat het voor het onderzoek der directie en zaaken van de Weeskamer, waarbij alle de goede Ingezeetenen deezer Colonie een zoo notoir en aanmerkelyk belang hebben, en het welk thans bijna is ten einde gebragt, ten uittersten hinderlijk zoude kunnen zyn, wanneer de inhoud van de Voorsz: Memorie kwam ter deliberatie van voorn: Raade van Politie’

‘Zoo hebben Commissarissen Generaal wijders goedgevonden aan zig te behouden de dispositie op de voorsch:r Memorie en dat Weesmeesteren voorn: inmiddels Zullen voortgaan met aan het Lid van denzelven Rade Oloff Godlieb de Wet als daartoe Speciaal gecommitteerd, te geeven alle zodanige informatien van elucidatien den Staat en directie van de Weeskamer betreffende, als door denselven agtervolgens de Instructie hem bij Resolutie van den Raad van Politie in dato 7:e Augustus 1792 gegeeven zullen worden gerequireerd’

‘En zal Extract deezes worden gezonden aan den Gezachhebber beneevens den Politieken raad, mitsg:s een dergelyk Extract ter hand gesteld aan Weeskamer deezer Steede tot derzelver narigt en ten einde zig daarna te reguleeren’

’( was geteekend./ S: C: Nederburgh Accordeert met voorsz: Resolutie (: was geteekend:/ Ed:d Daniels.’

Zoo is dan ook verstaan zig den inhoude van dien gehoorzamelyk ter narigt te laaten Strekken afte wagten de dispositie welke het Heeren Commissarissen Generaal zal behagen in der tyd op voorsch: Memorie van Weesmeester aan den Heere Gezachhebber en deezen Raade ter zaake voorschr: gericht, te neemen

Hierna ook geopend ende geleezen zynde eene tweede Missive van Heeren Commissarissen Generaal de dato 8:e deezer waarby Haar HoogEdelheedens, vermits aan Hoogstdezelve voor gekomen is dat ten deezen Gouvernemente verscheidene behoeftens uit Nederland ontbreeken, door dien van daar niet ontfangen is dat geene het welk aldaar beslooten is te voldoen op de Jaarlijkse van hier gedaane Eysschen, requireeren eene opgave van alles wat thans nog aan de voorschr: voldoening ontbreekt, met aanwijzing der Jaaren waarin hetzelve is geeischt, ten einde daar door in Staat gesteld te worden om deswegens aan de Vergadering van 17:en de nodige repræsentatien te Kunnen doen - Zoo is om ook in deezen aan Haar Hoog Edelheedens voorsz: begeerte ten spoedigsten mogelyk te voldoen - Beslooten dat aan den Negotie overdragen Casparus van Eerten zal werden gedemandeert, gelijk aan denzelven gedemandeert werd bij deezen dadelijk een diergelijke opgave uit de Negotie Boeken te zamen te Stellen en aan deezen Raade over te leggen, met bijvoeging eenen Kopij van zodanige Memorie, als door den Heere Overste Gordon met betrekking tot de Monteering Stukken is geformeerd geworden ten einde het een met het ander vervolgens in allen Eerbied aan Haar Hoog Edelheedens te Kunnen werden gesuppediteerd.

En nadien uit eene Missive van meer Hoogstged:e Heeren Commissarissen Generaal ten bijlaag hebbende een Extract uit Hoogstderzelver hiervoren aangehaalde Resolutien van gisteren tot welkers Lectuure men vervolgens is geprocedeert, is komen te blijken, dat Haar Hoog Edelheedens gedisponeert hebbende op een door den Majoor bij ‘t Regiment van Wurtemberg B: W: Von Dhen, aan Hoogstderzelve gepræsenteerde Request mitsg:s op het geen door deezen Raade by hare onderdanige Letteren van den 18 July Laatsl: betrekkelijk voorschr: Majoor Von Dhen aan Haar Hoog Edelheedens ingediend hebben goedgevonden en verstaan te verklaaren, dat ged: Majoor Von Dhen valt in de termen van het 24 Art: der Capitulatie met het voorsz: Regiment aangegaan, en geenzints in die van het 26 Art: derzelve Capitulatie, en dat Hoogstderzelve mitsdien aan hem Von Dhen hebben g’accordeert, om met een den in de Maande January aanstaande vertrekkende ‘S Comp:s Scheepen vrij van Transport en Kostgeld te worden overgevoerd naar Nederland en zulks met behoud zijner Gagien en Emolumenten als Majoor ingaande met den Dag dat hij alhier effective in de qualiteit is aangesteld en zullende eindigen met den dag zyner aankomst in Nederland voorn:st, terwyl des Suppt:s verders of ander verzoek is geweezen van de hand; Is dierhalven geconsidereert voorm: Majoor Von Dhen zig bereids directe door Haar Hoog Edelheedens zelve bij een Extract uit Hoogstderzelver Resolutien g’informeerd bevind, van voorschr: ter zynen opzigte genomen dispositie om zig daarna te gedragen en den Zoldy-Boekhouder hiervan nu maar in zelver voegen zal dienen te werden onderrigt om het voorschr: Besluit van Heeren Commissarissen Generaal in deszelfs gantschen Zamenhang te doen effect Sorteeren, goedgevonden en dienvolgens beslooten aan gem: Soldij Boekhouden bij Extract van dit Besluit van al het gunt voorschr: is, Kennisse te doen dragen, en denzelven daarby te recommandeeren gelijk hy Soldy Boekhouder wel expresselyk gerecommandeert ende gelast werd by deezen de nodige zorge te dragen, dat aan de prompte en letterlijke executie der beveelen van Heeren Commissarissen Generaal hierboven gem: niet Komen t’ ontbreeken.

Vervolgens bij Resumptie gedelibereert zynde over den inhoude van Twee vroegere ontfangene Brieven van Haar Hoog Edelheedens gedateerd 25 September en 2 October 1792 requireerende d’ eene ‘S Raads Consideratien, af en in hoeverre in de præsente drukkende omStandigheeden waarin zig de Maatschappij bevind het getal en Kostende der Dienaren zoude Kunnen werden gereduceert en te rug gebragt, op den Voet zoo als hetzelve zig bevond in den Jaare 1768 - 9 en d’ andere het Berigt deezer Regeering op Twee Requesten aan Haar HoogEdelheedens zoo door den Landdrost der Colonie Zwellendam Anthony Alexander Faure als dan geweezen Generalen Pagter der Caabse Koele wijnen, den Burger Sebastiaan Rothman gepræsenteerd; Is daarop na behoorlijke confrontatie van den tegenswoordige ommeslag in dit Gouvernement aangehouden werdende, met die waarvan men zig in voorsz: Jare van 1768 - 9 heeft bediend gehad, en herzien van zodanige dispositien als met opzigt tot de pointen waarover de Requesten van voorsz: Landdrost Faure en Burger Rothman koomen te roulleeren by deezen Raade bereijds zijn genoomen, goedgevonden en Verstaan op dezelve Missives, zoo en in diervoegen te rescribeeren, als de heeden g’arresteerde eerbiedige rescriptien zulx Komen aan te wyzen

Dan gemerkt uit eene Vyfde Missive van Heeren Commissarissen Generaal de dato 4 deezer mitsg:s eene daarbij gevoegd Extract der besluijten bij Haar Hoog Edelheedens ten zelve dage genomen, wijders is Komen te consteeren, dat Hoogst dezelve intusschen op ‘t in Scriptis gedaan Supplicq van Abraham de Smit om een parthy van 2000 lb:en Wol hetwelk hy met veel moeijten en Kosten heeft doen verzamelen en bereiden van hierlandse Schaapen in 5 Balen, te mogen afladen met ‘S Comp: Schip de Constitutie na Nederland, mitsg:s dat uit aanmerking dat voorsz: Wol Slegts tot een preuve is bestemd, of voor de fabriecquen aldaar dienstig zoude Kunnen zijn, de Vragt niet mogte werden gereguleerd naar de Volume of wigt, maar in evenredigheid der prijs, die dezelve by verkoop in Nederland zoude mogen opbrengen; hebben beslooten aan gem: De Smit te permitteeren de voorsz: Vyf Balen Wol of hair van Schapen by eerste bekwame gelegendheid met ‘S Comp:s Scheepen te overzenden naar Nederland, en aan de Illustre Vergadering van 17:en favorabel voor te dragen het voorsz: verzoek van hem De Smit dat de Vragt mag werden gereguleerd na de prijs die voorschr:e Wol zal mogen opbrengen - Zoo is, alzo den Rade hierdoor is g’ informeerd van Haar Hoog Edelheedens intentie, dat de Vragt van voorsz: 5 Balen Wol alhier niet zal moeten werden ingevordert maar ter dispositie der Hooggebiedende Heeren Meesteren geremitteerd blyven, om in ‘t Vaderland te werden voldaan, verstaan, van dit een en ander der Negotie Overdragen te doen verstendigen, ten einde zig bij ‘t Embarqueeren van voorschr: Wol, daarna te reguleeren

Wyders door voorm: Heere Gezaghebber na præalabele te Kennegeeving dat voor eenige dagen bij Zijn Ed: van weegens d’overheedens van het ter Rheede leggend Schip de Constitutie Rapport was ontfangen, dat zig eenig manquement Kwam voor te doen aan ‘t Plegt Touw dier Kiel, geproduceert zijnde een Schriftelijk Berigt diendweegen, verleend door de Capitains ter Zee Willem Udemans Junior en Nicolaas Acker dewelke op ordre van hem Heere Gezachhebber het gem: Touw mits indispositie den Capitain Christiaan de Cerff ter præsentie van den Lieutenant van meerm: Bodem, J: C: Winterheim mitsg:s ten overstaan der Equipagiemeesters Cornelis Cornelisz gevisiteerd hebben gehad, in ‘t welk Berigt blijkt, dat van het voorschr: Plegt Touw ter lengte van Veertig vadem en de gaarns teneenemale afgesprongen zynde bevonden het gem: Touw dier halven ook tot het oogmerk waartoe gedestineerd is geheel onbequaam en onbruijtbaar Komt te weezen; Zoo is mits dien Verstaan, het gem: onbekwaam bevonden Touw te doen ontscheepen, ten einde by de Negotieboeken afgeschreeven zynde, voor ‘S Comp: s ommeslag alhier verstrekt te werden tot zodanige eindens, als waartoe hetzelve als nog zal Kunnen werden g’emploijeerd, en intusschen den voorschr:e Euipagiemeester Cornelis Cornelisz te qualificeren ende gelasten, gelijk denzelven gequalificeerd ende gelast werd bij deezen uit den Voorraad der Maguazynen aan het vorengeciteerd Schip de Constitutie een nieuwe Plegt Touw te verstrekken

Voorts uit een ingediend Rapport van Gecommitteerdens tot het teekenen der papieremuntstukken van 6 Stver:s gezien zynde, dat de 5000 Stukken van voorschr: waarde tot welkers vervaardiging by besluit van den 21 August:s deezes Jaars is geresolveerd, thans alle in gereedheid zijn gebragt; Is dierhalven beslooten dezelve zig gereed bevindende 5000 papiere muntstukken van 6 Stuy:s bij voorschr: Negotie Boeken met een Somme van Ses hondert Vyf en Twintig Ryxd:s te doen inneemen, om vervolgens op de gebruikelijke wijze in de Klyne Kassa overgebragt zijnde zoo tot den dagelijksen uitgaaf als ter inwisseling van ‘t versleetene papiere geld van de zelfde waarde te werden aangewend.

Maar nadien ondervonden werd, dat tot dees inwisselingen en uitgaven van Kleingeld altoos gebrek is, veroorzaakt door dien het papiere waarop hetzelve by ontstentenis van iets beeters gestempeld moet werden in zeerkorten tyd door t behandelen onbruikbaar komt te geraaken, en tegenswoordig ook veele Stukken van 2: 3: 4: en 5 Ryxd: op carton geslagen in roulance werden gevonden, die dermaaten Gemorscht en beplakt zyn, dat men dezelve niet wel meer van den anderen weet te onderschijden, het welk tot zeer veele practijcquen aanlijding geeft, waarvoor men zig gestadig op derzelfs hoeden houden moet, wil men niet werden bedrogen, Zoo is om nopens dit een en andere de nodige voorzieninge te doen teffens geresolveerd nogmaals dadelijk 5000 andere Papiere Stukken van Ses Stuyvers door dezelfde Gecommitteerdens die de vorige geteekend hebben te laten vervaardigen en daarbenevens

op het nieuw aangebragt Carton te doen toestellen en tot het teekenen deezen laatstgem: stukken te verzoeken en te Committeeren, gelk verzogt ende gecommitteerd werden mits deezen den Heere Keldermeester M:r Jacobus Johannes LeSuëur, mitsgaders den Onderkoopman en Zoldij overdrager Cornelis Cruijwagen en den Boekhouder in ‘t Negotie Pakhuys Arend de Waal.

Middelerwijlen op het te kennen geeven van Heeren Commissarissen over ‘S Comp:s Houtvelden aan wien teffens is opgedragen de toeverzigt nopens de gemaakte Schikkingen omtrend het Veld het welk wel eer ter wijding van ‘S Comp:s Vee heeft gediend gehad, dog thans onder zeekere bedingen en bepalingen aan eenige particulieren ten gebruike gecedeert is geworden, dat verscheidene Lieden zoo hier uit de Caap, als van buiten de voorschr: Schikking moedwilliglijk overschreedende, in de voorschr: weide alom komen hout te roijen, en dezelve weide alzoo te bederven en te verdistrueeren, alverder beslooten, tegens dit Strafwaardig gedoente te Stellen de poenaliteit van Een Hondert Ryksd: om à Usu verdeelt te worden, te verbeuren door een ieder, die in eigener persoon dan wel in desselfs Knegts ofte Slaven agterhaald werden zal hiertegen verder aantegaan en te handelen, en van dit g’arresteerde by publicatie en affixie van Placcaten van ‘t Publicq hoe een zoo liever Kennisse te doen geeven ter harer informatie en Narigt.

Naar welk een en ander is geleezen het onder Staande Request, door den oud Koopman Tit: Jan fredrik Kirsten en den onderafgesch:r gagie gestelden Boekhouder ter Weeskamer Petrus Johannes de Wit gepræsenteerd

Aan den WelEd: Achtb: Heere Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber deezes Gouvernements en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtbaaren Politicquen Raad.

‘WelEdele Achtbare Heer en E: E: Achtbare Heeren!’

‘De ondergetekendens UWelEdele Achtb:s onderdanigste en gehoorzame Dienaren, den Koopman Titulair en oud Lid in den E Achtb: Raad van Justitie Jan Fredrik Kirsten, en den oud Boekhouder ter Weeskamer Petrus Johannes de Wit, betuigen UWelEdele Achtb:s bij deezen hunne Schuldigsten dank voor d’ aan hun verleende Extract Missive geschr:n door de WelEdele Hoog Achtb: Heeren Bewindhebberen ter Illustre Vergadering van 17:en aan den Gouverneur en Rade deezer plaatze de dato 22. December 1791. - geefen teffens reverentelyk te kennen dat zij Supp:ten tot hunne grootste Satisfactie hebben mogen ontwaren het genoegen het geene de Heeren Majores betuygd hebben over hun Supp:ts gehouden gedrag en betoonde belangeloosheid, met qualificatie aan UWelEdele Achtb:s aan hun Supp:ten te laten voldoen de geheele bedongene Somma van Rd:s 1800:- dan wel alleen de uitgeschootene Penningen te restitueeren.’

‘De Supp:ten betuigen UWelEdele Achtb:s by herhaling dat nimmer eenig voordeel of eigen belang de drijfveeren waaren die hun hebben aangezet om het gestrand Scheepje de Helena Louisa van Strand te winden, maar dat het belang der E Comp:ie alleen het but hunner handelingen zyn geweest, dat zy dus nimmeer eene ronde Somma van Rd:s 1800:- hebben gecontracteerd, maar alleen het remboursement hunner uitgeschotene Penningen, dan dat d E: Achtb: Heeren Raadsleeden Le Suëur en Van Reede Van Oudtshoorn, die als Gecommitteerde Leeden uit UWelEdele Achtb:s Luijsteryke Vergadering tot de aanbesteeding præsent waren, d’ ondergeteekendens hebben gepersuadeert opgave te doen op hoeveel zij de onkosten begrootede, waarop de Somma van Rd:1800:- is genoemt geworden.’

‘De Supp:ten betuigen wijders, dat zij thans niet meer en Staat zyn Exacte opgave te doen, op hoeveel de Somma zoude beloopen die zy tot dat werk hebben uitgeschooten, vermits geduurende den tyd van 27 Maanden dat deeze zaak heeft gehangen de Supp:t Reekening (: die insteede van belooning, niet alleen door onaangenaame vervolging en Processen zijn overhoopt en ingewikkeld geworden, maar ook door de gemaakte Captien als anderzints, waardoor het werk van het afwinden, 2 Etmalen is opgehouden geworden, vervolgens zulke Extra kosten meer hebben moeten doen waarby nog Zoude kunnen bereekend de verloopen Intressen geduurende den dag der afwinding tot den betaaldag toe &: &: / Zodanig is beswaart geworden, dat het de Somma van Rd: 1800:- So niet Surpasseert, ten minsten Equaliseert; weshalven zy verzoeken dat deeze Somma aan hun moge werden voldaan, na aftrek evenwel van het Kostende van’

‘Goederen die hun uit S Comp:s Maguazijnen zijn verstrekt geworden.’

‘De ondergeteekendens vinden zig teffens genooddrongen UWelEd:e Achtb:s te Kennen te geeven dat Zij L:n indien tyd in S Comp:s dienst zijnde waaruit zij bij vervolg van tyd zig hebben geretireert /: met betuiging egter, dat zij des niet te min ten allen tyde ten dienste den E Comp:ie bereid zijn, Waar en wanneer zulks mogte worden gerequireert :/ gedagt hadden dat beloning het gevolg van hun gedrag in deezen zoude zyn geweest, maar tot hun bitterste Smert het tegendeel hebben moeten ondervinden, vermits den Heer Independent Fiscaal van Lijnden van Blitterswijk heeft Kunnen goedgevinden den Eerst geteekende in eene voor hem en desselfs familie allezints fletrisante crimineel proces te betrekken, quasie als of hy zig hadde Schuldig gemaakt aan attrose verbale Injurien tegens den Equipagiemeester Cornelis Cornelisz wanneer d’enzelven met laatstgem: wegens de door hem gemaakte Captien over de zigtbaarheid van de Kiel,‘S Comp:s belangens behartigende, in woorde wisseling was geraakt, en de Supp:tes in eene en dezelfde zaak g’ageert hebbende dit proces als het waare aanmerken aan hun beijden gedaan’

‘Den Raad van Justitie deezer Plaatze, heeft op dat proces wel is waar eene Vonnis geslagen, waarby den fiscaal zyn Eysch werd ontzegt en gecondemneerd in de Kosten, dog is hetzelve vervolgens na Batavia in Appel overgezonden alhoewel den Eerste Supp:t het proces alhier heeft gewonnen, Zoo is het egter niet onmogelyk dat den Achtb:e Raad van Justitie te Batavia een ander Vonnis zoude Kunnen komen te slaan, waarby ZyL. Sucumbeerende de Kosten zoo hoog zoude loopen, dat de Supp:ten ver af van beloont zig geruineert zouden zien.’

‘Reedenen waarom zy zig in allen eerbied zijn wendende tot UWelEd: Achtb:s met ootmoedigst verzoek, d’ ondergeteek:s voor verdere kosten vry te spreeken, te meer, daar de Heeren Majores by Hoogstgem: Missive by § 52 het laatste Lid declareeren,de zwarigheeden opzettelyk te zyn vergroot en zig niet kunnen onthouden van de verdenking dat ‘er inzigten zijn geweest waarvoor men ‘S Comp:s belang heeft willen doen agterstaan

‘Weshalven zy ook in het vertrouwen verseeren, dat UWel Edele Achtb:s de Supp:ten zodanig appostil zullen gelieven te verleenen waardoor dit Proces zoowel als de zaaken van het Scheepje de Helena Louisa eindelyk een einde zal neemen’

’/: onderstond:/’

‘’T welk doende &:a /: was geteekend / J: F: Kirsten P: J: de Wit.’

Over welk Request met attentie gebesoigneert en in consideratie genomen zijnde, dat den Rade ingevolge de geobtineerde qualificatie den Hooggebiedende Heeren Meesteren wel vermag aan de Supp:ten valideeren de Som waarvoor zy ‘t afwinden van ‘t Scheepje de Helena Louisa hebben aangenoomen dog daarentegen geenzints de bevoegdheid heeft aan der Supp:ten verder of ander verzoek te defereeren; Is dierhalven goedgevonden en dienvolgens beslooten aan voorschr:n Supp:ten eenvoudiglyk t’ accordeeren de voldoening der bedongene aanneemings Penningen, ter Somma van Agtienhonderd Ryxd: zonder meer, zo nogthans dat van voorschr: Somma van Rd: 1800:- naar den teneur der Conditien van aanbesteeding aanvankelyk zal moeten werden gedecorteert en afgehouden het Kostende van

en van zodanige andere goederen als bovensdien nog aan de Supp:ten uit S Comp:s Maguazynen bevonden zullen werden verstrekt en bygezet te zijn.

Thans meede ter Tafel gebragt zynde het Rapport door Landdrost en Heemraaden van Zwellendam voor eenigen tyd ingezonden en ‘t zeedert by de resp:e Heeren Leedens des raads in rondleezing geweest

En by Lecture uit dat Rapport zynde komen te blyken dat of welgem: oud Landdrost Onkruydt om aan de Resolutie deezes Raads van den 27 April 1790 te voldoen, nadere op helderingen en Verantwoording heeft tragten te geeven van zodanige zaken die of duyster of ongequalificeerd waaren voorgekomen en daartoe omtrend onderschydene poincten eene Slordige behandeling van zaaken by den toenmaligen Secretaris Blankenstein komt voortewenden, aan wien hy by het verlaten van het Landdrost Ampt op last van deeze Regeering alle de Effecten der Colonie in een behoorlyke staat zoude hebben overgegeeven, hiermeede nogthans niets werd afgedaan van de verantwoordelykheid van hem Onkruijdt, aangezien hoe zeer het aan den eenen kant onbetwistbaar zeeker is, dat den Secretaris Blankenstein verpligt is geweest, Zaken zyn Ampt concerneerende, met de vereischt accuratesse te behandelen, het aan den anderen kant niet minder buyten contestatie blyf, dat het de pligt van hem Landdrost Onkruijdt was daarop te waaken, behalven dat de negligentie van den voorm: Secretaris Blankenstein, nu denzelven overleeden zynde, zig daarop niet meer verantwoorden kan, zeer ontydig werd geallegueert.

Zoo is, vermits Heeren Commissarissen Generaal intusschen by eene Missive gedateerd 18 Septemb:r Jongstledne van deezen Rade hebben komen te requireeren Berigt nopens de reflexien dewelke Haar Hoog Edelheedens by ‘S Raads Brieven aan de Vergadering van 17:en geschreeven hebben ontwaard op de voorschr: administrasie van hem Landdrost Onkruyt in zijn bediening gehouden, te zyn gevallen, als nu verstaan aan Hoogstdezelve HaarHoog Edelheedens onder aanbieding der Origineele Stukken onderdaniglyk een eenvoudig exposè van alhet geen tot voorschr:e zaak eenige Relatie heeft, te Suppediteeren, met byvoeging, dat daar zoo wel den zoo dikwils geciteerden Landdrost Onkruydt als meerm: Secretaris Blankenstein bereids beide over derzelver pligt verzuijm in het waarneemen van de gem: aan hun toevertrouwde posten, door den van hier vertrokkenen Independent Fiscaal den Heere van Lynden geactioneerd, en by den Raade van Justitie op den 30 September des meerm: Jaars 1790 ijder in eene pecunieele amende verweezen zyn geworden, de voorschr: zaak dierhalven als nu wel zouden kunnen werden gehouden als getermineerd, dog dat daar thans nog overblyft te beslissen of en in hoeverre aan gem: Landdrost Onkruijt zoude behoren te werden betaald het geen hy van de Zwellendamse Colonie te pætendeeren heeft, als het point zynde waaromtrend den tegenswoordigen Landdrost en Heemraaden aldaar, by hun boven gem: Rapport de decisie van deezen Raade zyn inwagtende, met verzoek dat daarby d’ongunstige omstandigheeden waarin ged:e colonie thans verseerd in aanschouw mog werden genomen, den Raade dierhalven onder Correctie, als nog eerbiediglyk van oordeel zoude zyn, dat vermits deeze prætentie van hem Onkruyt haar oorsprong ontleend uit verschotten voor de Colonie gedaan tot het opzetten van Gebouwen, waartoe hy zig (: of zulks al door Heemraden mogte weezen toegestemd:/ althans zeekerlyk van weegens deezen Raade niet heeft gequalificeerd gevonden, dat hy daarby had behoren intezien het onvermogen der Colonie om de Kosten daarvan te dragen en dat ook het negotieeren van de benodigde penningen tot dies betaling de Colonie op nieuw in een bezwaar van Intressen moeste brengen, tot welkers Support zy onvermogend was, als zijnde toen reeds buyten Staat de Intressen behoorlyk te vereffenen op een Capitaal van ƒ22‘000. Caabs - dewelke als nog ten haren lasten by de weeskamer is loopende mitsdien gem Onkruijdt zig zoude behoren te laten welgevallen dat Landdrost en Heemraaden van Zwellendam slegts wierden gequalificeerd om dezelve prætentie aan hem Onkruydt te voldoen na gelange, dat de inkomsten der Colonie, uit welke vooraf de Intressen aan de Weeskamer betaald en de noodzaakelyke gewoone onkosten gedragen moeten worden, hun daartoe in Staat zullen Stellen. Met welk een en ander deezen Raade in vertrouwen van daarmeede pligtschuldig aan ‘t voorsch:r Requisit van Heeren Commissarissen Generaal te zullen hebben voldaan dan ook eerbiediglyk zal verbeiden zodanige uitspraak als Hoogstdezelve zullen gelieven goed te vinden in deezen te doen, om zig daarna vervolgens Stiptelyk te reguleeren en te gedragen.

Den Landdrost der Colonie Graaff Rynet Maurits Herman Otto Woeke, ter voldoening aan ‘S Raads Resolutien van den 7 en 8 der evenafgeweekene Maand Sept:r zig zoo op de Klagten door den kerkenrade der gereformeerde gemeente alhier beneevens eenige Heemraaden en Krijgsofficieren van dat district tegens hem ingebragt, als weegens zyne betoonde ongehoorzaamheid aan de beveelen deezer Regeering en van den Rade van Justitie by eene Schriftelyke Memorie, gemunieerd van zes Bylagen hebbende komen te verantwoorden, en dezelve verantwoordinge na almeede by de Heeren Leeden des Raads ter Lecture te zyn gezonden geweest heeden by Resumptie van volgende inhoude bevonden Zynde

Aan den WelEdelen Achtb: Heere Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber des Caabschen Gouvernements en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den Edelen Achtb: Rade van Politie

‘WelEdele Achtbaare Heer! en E: Achtbaare Heeren!’

‘Ingevolge de ten Laste ven den ondergeteekende by UWelEdele Achtbarens ingediende Stukken en Schriftuuren, dewelke aan den ondergeteek:e Sub 18:e deezer maand zyn ter handen gesteld, ten einde zig daarover voor UWelEdele Achtbaarens Schriftelijk te verantwoorden, heeft den ondergeteekende ter pligtschuldige obedientie Uwer WelEdele Achtbaarens demandement d’ Eer, en met allen Schuldigen Eerbied aanvankelyk en welken opzigte van het Request met Bylaagen door den Secretaris te Graaffe Rynet , Honoratus Christiaan David Maynier, te zeggen’

‘Ten Eersten, dat evengem: Maynier wel verre bezijden de waarheid, eene verregaande onreedelijkheid en Slegte Handelwyze door den Onderget:e aan hem beweezen, te berde heeft gebragt, nog minder en ter Contrarie getoond heeft eene goede harmonie met den onderget:e te onderhouden, dewelke niet langer als omtrend Agt maanden evenwel zeer geveijnst heeft geduurt en dus niet langer als den onderget: aan ged:e Maijnier alle mogelyke vriendelykheid beweezen hebbende, en denzelven met zijn Huijsgezin met al het nodige voorzien en onder houden heeft, zonder de minste verpligting daartoe te hebben, Zelvs Seeven en Twintig mudden Koorn en Meel overëerd, met Groente, Booter, Vleesch &:aa, voorzien, en in allen deele ten opzigte des meergemelden Maijniers alle vriendelijkheid en conduite beweezen, dewelke egter door meergemelde Maynier met de grootste ondankbaarheid en trotsheid zyn geloond geworden: evengem: Maijnier alverder in zyn Request de grootste onwaarheid te kennen hebbende gegeeven, dat den ondergeteekende hem Maynier de g’oorloofde middelen tot zyn bestaan zoude hebben onttrokken, dat dikwils gem: Maijnier, in een Jaar zo veel Koornland heeft besaayd, waarvan hy wel Twee Honderd en Vyftig mudden Koorn heeft gewonnen, dat den meergeciteerden Maijnier twee Jaaren met zijn huyshouding er van heeft geleeft, en daarenboven nog Vyftig Mudden koorn ten Zynen voordeele verkogt, daar den onderget: integendeel nog nooijt zyn genoegzaam Brood Koorn heeft gewonnen, maar Jaarlyx dertig à Veertig Mudden Koorn heeft moeten koopen, ook nooit van dat Sentiment is alles in te slokken, maar ondervonden heeft, dat baatzugtige Lieden nimmer genoeg Kunnen bekoomen’

‘2) Wat des gem: Mayniers Amptspligten betreft, en waarop hy zig roemd dezelve met alle accuratesse te hebben waargenomen heeft den Onderget:e menigvuldige reedenen van bezwaar gehad, desselfs negligence voor oogen te stellen en de Lesive uitdrukkingen ten opzigte van den Onderget:e gebeezigd moeten Corrigeren ged:e Maijnier met de aan hem door den onderget:e gesondene Billietten by het Request gevoegd onder L:a A en B: niets ten zynen faveure kunnen bybrengen, maar wel eer te kennen geeven het misnoegen dat den ondergeteekende weegens dikwerfgen: Maynier gehouden gedrag nopens den Onderget:e is komen te uiten en blykens Bijlage Sub N:o 13 annex het voornoemde Request, meergeciteerde Secretaris Maijnier waarschoud zig van alle Lesive uitdrukkingen ten nadeele van den Onderget:e gebeezigd, t’onthouden mitsg:s Bylage Sub Lit:r C: duijdelik komt te blyken, dat den Onderget:e weegens de verregaande handelwyze van hem Maijnier in ‘t Harnasch geraakt, en hij Maijnier zig niet verder moest arrogeeren over des ondergeteekendens goederen willekeurig te disponeeren de groente zonder permissie uit des Onderget:s Thuyn op eene diefagtige wyze te laaten haalen, en voorthaan na te laaten, de bastaards te Instigeeren, dat zy by hem Maynier moesten komen klagen, dat hy hen regt zoude doen.’

‘3) Dat ged:e Maijnier by continuatie door den Ondergeteekende zoude zyn mishandeld, en de preuve die denzelven ten dien opzigte in meergem: Request tragt bij te brengen, is ten eenemaal valsch en onwaar, want den onderget:e zig door dikwerfgem: Maynier met fransche Sinistre Complimenten niet langer Kunnende laaten irriteeren, en wegens het vertragen veelen zaaken tot de Vergadering Specteerende, eindelyk den zelven Maijnier, die na geene vriendelyke waarschouwing luijsteren wilde, openbaar ter Vergaderinge in zeer duijdelyke, egter behoorlijke termen, deszelfs misnoegen over zijne nalatigheid moeten te Kennen geeven’

‘4) Het dronkendrinken van meerged:e Maijnier, dat den ondergeteekende zoude gespargeerd hebben, is niet buyten de waarheid, evenwel heeft zich den ondergeteekende daarover niet eer uitgelaaten, als toen hy Secretaris Maynier by ‘t recolleeren eeniger Verklaringen, byna buijten Staat was, de Verklaringen te Kunnen leezen, doch voornamentlyk die fletrisure door Adriaan van Jaarsveld, Nicolaas Smith, Barend Burger, Gideon van der Nest, en Andries Adriaan Smit, is toegebragt, en den ondergeteekende van de waarheid overtuygd geworden, daar integendeel het onwaar is, dat de onderget: op den 5 Augustus ap: ter plaatze van Hendrik van der Merve zodanig zoude zijn beschonken geweest, en bij die en andere gelegendheeden zich in verregaande familiariteiten en Hoererijen zoude hebben ingelaaten. au Contrairé den Secretaris Maynier de vergaanste laagheeden met de Hottentotten en Bastaarden kan ondergaan; welke expressien gelyk alle andere den onderget:e voor zeer eerrovend en beledigend houd, want den ondergeteek:e een corpulent Mensch zynde, dien dag Sterk gereeden, en door de brandende hitte meer als door Vier a Vyf glaasjes Wyn bevangen geraakt, evenwel nog Vyf Uuren verre is gereeden, dat als denzelven volgens de gezegdens van meerged:e Maijnier ten enenmale geschonken was geweest, dien reize niet had kunnen doen daar integendeel hy Maijnier Somwijlen ter Vendutien niet weet wat hy doed en allerly disordres en verwarring aangeregt, ook om baate en hebzugt halven de verregaanste laagheeden betoond, de Bastaarden en Hottentotten tot zynent op Banken en Stoofjes laat zitten, een Kopjen Thee Drinken en allerly discoursen houd’

‘5) De Konkelaryen met Hottentotten betreffende, heeft den ondergeteekende de Klaarste blyken van, mits zulks met des onderget: in dienst zynde Hottentotten is geschied, en dezelve nog daarenboven willen oprokkelen by hem Maijnier in dienst te gaan.’

‘6) Den eijgenroem, denwelken dikwilsgem: Maynier omtrend zyne honette afkomste, en het verkeeren aan de Hoofdplaatze met fatzoenlyke Lieden is komen aan te haalen, denk den onderget:e wel ruijm gelyk hoe niet verre boven denzelven te Staan; en kan zig den ondergeteek:e meede weegens desselfs gedrag als Boode onder den WelEdelen Achtb:a Heere de Wet gestaan te hebben, op Zyn WelEd: Achtb: getuigenis beroepen van altoos alle Vigelantie in zijn dienst beweezen te hebben.’

‘7) Het geen meermalengem: Maynier by brengt wegens des Onderget: nopens hem onbetamelyke gedrag, voor denzelven eene bittere Leevenswijze te zijn, en tot disperatie zoude Kunnen werden gebragt; zijn die gezegdens zeer onteerend en heeft hy Maijnier zulks aan niemand als aan zig zelfs en zijn gedrag te wyten, dat den onderget:e zijne geselschap zooveel mogelijk vermeijd, ten einde met geen Tartuffe gemeenschap te houden, daarenboven wegens zijne intricale en onbetamelyke handelwyze en ontrouwe ook niet meriteerd dien post als Secretaris te bekleeden’

‘8) Een met betrekking, dat hy Maynier niet buijten den dienst der E Comp:e gevoeglyk kan bestaan, zig met zyn Huysgezin in eene armoedige Situatie bevind, en onmogelyk onder de onbepaalde behuuring van den onderget:e langer te Kunnen leeven &:a, moet den ondergeteekende aanmerken, dat denzelven in ruym zulke bekrompen omStandigheeden bevind, nog daarby moet zeggen zyn vermogen in den dienst der E Comp:ie te hebben opgeoffert, daar hy Maynier in tegendeel op veelerly aart en wijze met Vee en Negotie winsten doed, en in steede van zyn Ambt met alle zorgvuldigheid waarteneemen, de tijd hoofdzaakelyk door brengt en zelfs wel Twee à Drie Weeken met Negotie rondryd en zyn Intrest beoogd, dus zoo zeer niet te klagen heeft, nog minder over de overheersing van den Onderget:e die niet weet waarin dezelve bestaat; ten zij zyne Maijniers dikwerf gebeezigde expressen van maar Schielijk wat by den andere te brengen, en als dan na de Hoofdplaatze te keeren, voor overheersing moeten werden aangemerkt, mits hy zijn zak nog al redelyk zoekt te vullen, en dus over de onbepaalde beheersing van den onderget:e zig te onregt beswaard en Lasteragtig is’

‘Den onderrget: gaat thans over om den Brief van den Voorleezer Jan de Vries in overweging te neemen, en moet daarby aanmerken’

‘1, Nimmer te Kunnen beseffen hoe het mogelyk is, dat die man heeft durven onderstaan de door den onderget: aan hem gezondene Billietten, waarin niets het minste Kwaad resideert, neevens een verhaal van Leugentaal aan de Wel Eerw:a Heeren Predicanten over te zenden en zig valschelijk over de handelswijze van den ondergeteekende te beklaagen, daar den Onderget: denzelven Voorleezer nimmer beleedigt heeft, veel meer aan hem De Vries buyten verpligting alle mogelyke vriendelykheeden beweeren uit het gedrag des evengem: Voorleezers niet anders kan opmaken, als dat zyne bedryven op Instigatie van den Secretaris Maynier en zoo als uit den Styl der Brieven consteerd Voorkomt, daar meerged:e Voorleezer op de vriendelyke interpellatien, om de ongereimdheeden zyner gebeeden te veranderen, daar door niet zal zyn in zijn Eer getast, maar aan den onderget:e als het præsente hoofd der Colonie een ondergeschikt Persoon zal zyn en blyven; den ondergeteekende zig zeer weynig met dien Man en zyn dienst heeft bemoeyt, dog d’ Ingezeetenen geduurig aangespoord, den Godsdiens by te woonen.’

‘2, Met betrekking der tweede Missive van gem: voorleezer moet den Onderget:e zeggen onmogelyk te Kunnen begrypen, hoe den Voorleezer De Vries zonder zig aan de grootste Lastering Schuldig te maaken zijne leugentaal nog met eene Leugenagtige Verklaring van Jan Jacobsz Bijlage L:a A. durf staaven en te kennen geeven, dus ged: Voorleezer almeede in die handelwyze van veele Slegte Ingezeetenen is deelende, dog nimmer zijne handelswyze ten opzigte van den Onderget: nog by God nog by UWelEdele Achtbaarens kan verantwoorden.’

‘Dog den Ondergeteekende zeer wel begrypende, dat zulx voorbadig is geschied om zijn Waangedrag en de groote prostitutie dewelke denzelven den Onderget:e en deszelvs Huyze, Staande den Gods-dienst heeft toegebragt, waarover zig den Onderget:e zonder en al eer het noodzaake waare UWelEdele Achtb: met die Klagten t’ incommodeeren, zig by den WelEerw: Kerkenraad vervoegd, en gepoogd de zaak in der minne uit den weg te ruymen, dog welke Missive aan den WelEdele Achtb: Heere Gezaghebber overgegeeven zynde, het wangedrag van den Voorleezer ook volledig komt aan te toonen’

‘3) Over welke Missive UWelEdele Achtb:e by Resolutie hebben gelieven t’ oordeelen, dat den ondergeteekende met præteritie van UWelEdele Achtbaarens gedaan had, daar denzelven heijliglijk kan betuijgen, en zoo als ook by ‘t Slot der meerged: Missive te zien is, dat den Ondergeteek:e alèer zig tot UWelEdele Achtbaarens te Keeren, zig tot den Kerkenraad gewend om de zaak in Vriendelyke te mogen termineeren evenwel voorbehouden heeft naderby UWelEdele Achtbaarens Klagtig te vallen.’

‘4) Dat UWelEdele Achtbaarens dezelve Missive aan den Eerw: Kerkenraad gesonden, voor onbetamelijk en in de Indecente termen te zyn geschreeven hebben gelieven aantemerken, kan den Ondergeteekende niet voorby te bekennen, zulks of geheel te hebben nalaten ofte wat beschydender termen te hebben kunnen besigen; dan WelEdele Achtbaare Heeren! Ymand so openbaar als den Onderget:e en Deszelfs Huysv:w van een Voorleezer in de Kerk geprostitueerd werdende, en die behalven andere onaangenaamdheeden, zoo als den Ondergeteekende moet ondergaan, zal byzondere moed moeten hebben in alle Circumstantien eene goede contenance te houden, zonder de Smertelyke en hertgrievenste beledigingens met onverSchilligheid te verduuren, daarenboven te moeten ondervinden hoe den Voorleezer al vroegtydig tot de Classe en ‘t Complot van ‘s Onderget: Vyanden of contraparthy is overgeslagen, zyne Klagten by God en zyn geweeten tragt te Staaven, evenwel een Logenaar is de grootste onwaarheid met den Masker van Vroom- en opregtheid zoekt te bedekken’

‘5) Nopens de Kerk en hoe den Onderget:e hetzelve Gebouw in Winkels en Logementen zoude hebben verdeelt en tot zijne gebruik geschikt, heeft den Onderget:e d’ Eer UWelEdele Achtbaarens in allen eerbied voor te dragen,’

‘Dat het Kerkgebouw in Vyf afzonderlyke Vertrekken is opgebouwd, te weeten, het grootste Vertrek geschikt om den Godsdienst waarteneemen, en de andere Vertrekken Twee tot Logementen voor den Voorleezer, Een Kamer voor den Chirurgyn, en een School Kamer voor Des Onderget:s Kinderen zyn geschikt, het elk en een ieder bekend is, dat de annexe Vertrekken tot de Voorn: gebruiken zyn opgebouwd, en den Voorleezer De Vries dus alweer de grootste onwaarheid te berde heeft gebragt’

‘Dat het Gebouw wegens de Sware Regens defect geworden, tot geen gebruik kunnen dienen, den onderget:e het Hout tot de Kerk behoorende daarin heeft laaten bergen, en hetzelve gebouw weegens de Schraale finantien der Colonie niet heeft Kunnen werden in bruykbaaren Staat gesteld, hoewel den Onderget:e Iterative maalen gepoogd hebbende Sulx werkstellig te maaken blykens Extract Resolutie. Sub L:a A: waaruit UWelEdele Achtbaarens gelieven te sien de hinderpaalen waarom dat Gebouw niet in Ordre is gebragt, en den Onderget:e van geen verdere Pastorie gebouwen weetende dus dezelve niet heeft Kunnen repareeren.’

‘6) De Verklaring Sub L:a A: by de Missive van den Voorleezer de Vries g’annexeerd declareerd den Ondergeteekende voor Valsch en Onwaar, en wegens Zyne meenigvuldige Slegte en Complotteerende handelwyze den deposant als geen geloof meriteerende, onwaardig is de Ampten van Heemraad en Ouderling waar te neemen.’

‘Wyders ter wederlegging van ‘t Schriftuur door eenige Heemraaden en Krygs Officieren aan UWelEd:e Achtb:s ingezonden, vind den Onderget:e zig verpligt en genoodzaakt (: onder UWelEdele Achtb:s welmeenen: ) hetzelve Schriftuur te Verklaaren voor een infameerend Laster Schrift, dog zal den onderget:e poinct voor poinct door gaan en UWelEdele Achtb:s aantoonen hoe onregtvaardig weederregtelyk en zonder behoorlyk homologatie de Teekenaaren van dat Eerrovende Schriftuur nopens den Ondergeteekenden handelen, en wel ten’

‘1:ste) Niet nodig hebben UWelEdele Achtbaarens aantetoonen dat de Colonie Graaff Reynet zeedert Ses a Zeeven Jaaren door den Onderget:e is bestierd geworden, mits UWelEd: Achtb: zulks genoeg bekend is, en dus als een boeren præludium moet werden aangemerkt.’

‘2) Dat den Onderget: van den beginne tot heeden toe eta d’ ondergeteek:e ieder in’t byzonder op de laagste wyze zoude behandelt hebben en gescholden eta en de Twee Secretarissen Wagener en Maynier op dezelve wyze behandelt, moet den onderget:e met grond van reeden zeggen, dat zoowel de teekenaaren als de Twee gem: Secretarissen malkanderen gelyk Staan in hunne handelswyze, en dat, als den Onderget:e die Teekenaaren van het Schriftuur wegens den een of anderen misStap heeft onderhouden, dezelve zeer geraakt zyn eene gehyme onderhandeling teegens den Ondergeteekende gepleegd, en dus na alle waarscheynlykheid de Twee Secretarissen daar mee verbonden zynde hun toeleg dies te beeter ten uitvoer te brengen; den Ondergeteekende hunne handelwyze te veel toegeeflykheid gebruikt, zo noemen de Teekenaaren als den onderget:e iets heeft gezegd, tieren en raasen, om dat zulks niet na haren Smaak, egter gegrond was, en meerder slegte bedryven voor te komen waaraan de Teekenaaren gewend en zig volgens hunne qualiteit verbeelden te mogen doen; ook dat zy UWelEdele Achtb:s niet telkens met onaangenaame klagten hebben willen vermoeyen, eerder hadden behoeven te Zeggen geen valsche en ongegronde Klagten voor te brengen, en inplaats te vergeefs gepoogd d’ Eendragt te bewaaren, dezelve niet anders Zoeken als oproer te verwekken, en veele Ingezeetenen aanspooren met hen eene gemeen zaak te maaken, alles valsch voorbrengen des ondergeteekendens gezegdens verdraayen, en als dezelve over het een en ander berispt werdende, het zelve Schelden en Vloeken noemen’

‘3) Dat den ondergeteek:e is genoodzaakt geweest de tekenaren over het een en ander voortehouden, weegens het dronken ter Vergadering Komen, en de geheimen der Vergadering onder de Gemeente brengen, dezelve zoeken in oproer te brengen, heeft den Onderget:e in differente gevallen ondervonden, en wilden UWelEdele Achtbaarens de moeyte neemen, alle ingediende Requesten natezien, zoude Hoogstdezelve alle de Teekenaaren daarop vinden, met nog eenige weinige die zy hebben weeten in haare belangen over te haalen, dog ook niemand meer daartoe hebben kunnen beweegen,’

‘4) Zoo is ‘t meede eene groote onwaarheid dat den onderget:e de Teekenaren voor Verdoemde Africaanders heeft uit gescholden, maar dat die en diergelyke uitdrukkingen dezelve eijgen zyn (:S: V:) d’ uijtlanders voor verdoemde Moerneukers uit te Kreyten, zig ook nimmer egte, maar wel valsch bewyzen dienaangaande zullen Kunnen bijbrengen: declareerd den onderget:de hunne gezegdens voor valsch en onwaar en den Deposant wegens Zyne Slegte en complotteerende handelwyze als geen geloof meriteerende onwaardig het Ampt van Heemraad en Ouderling te zyn.’

‘5) Het dronkendrinken waarmeede de teekenaaren den onderget:e beschuldig by Willem Grobler gepleegd te hebben is meede beseyden de waarheid, en vermits des onderget: Paard in een Eyzer Varkens gat ter neerStorte, denselven op eene Engelschen Zaadel reijdende, afgevallen, zig deerlyk beseerd; zulks voor dronkenschap is opgenoomen, daarevenwel niemand als Andries Pet:s Burgerd by d’ aankomst ter plaatze van Cornelis Brits is præsent geweest’

‘6) Zoo als meede grootste onwaarheid is, dat den ondergeteek:e met den Veldwagtmeester Lucas Mijer gestooijd en zyne fatzoen te grabbel zoude hebben gegooijt, en op den Vendutie op den Sneuwberg vide art.[.....] wegens de gezegdens van den Secretaris Maynier reeds weederlegd: zoo gelieven U WelEdele Achtbaarens maar ‘t oog te Slaan, hoe de Teekenaaren met den Secretaris Maynier te zamenSpannen, en alle te zaamen zeer gevaarlyke Subjecten Zyn.’

‘7) Het Schreuwen dat den Onderget:e in Vergadering zoude doen, is dikwils zeer noodzaakelyk geweest, want het in meenig Vergadering heeft toegegaan, zoo als den dronkenboer zig verbeeld koning te zijn, den onderget: moeijte genoeg heeft moeten aanwenden; de Teekenaren haar getier en geraas te Stillen, ten einde het een en ander te Kunnen besluyten, Ja genoodzaakt geweest de Leeden der Vergadering haare onordentelykheid in Sterke termen voor te houden, het dikwils gebeurt, dat zy in het een en andere Huys geheime Vergadering houden quaade overleggingen maaken rond ryden en veele Ingezeetenen aan’t gissen helpen, het geene in de Vergadering te verhandelen Staat, of voorgedragen is, publiceeren en daarover te reede gesteld werdende, zig grootelyks g’affronteerd vinden, en hunne handelswyze niet de grootste onwaarheid nopens de gezegdens ten huyze van Andries Smit op den Onderget:e doen reduudeeren, dat zig de teekenaaren t’onregt beklagen over ‘t tieren en raazen reeds in het voorgaande Articul gezegd, en’

‘8) Dat zig den onderget:e over d’ordre en Schikkingen van UWelEdele Achtb:s zoude hebben moqueert, en het geen ten dien opzigte meer word voortgebragt, moet de onderget:e betuigen zig nooijt zoo laag en buytenSpoorig te hebben gedragen, nog met die Landlieden in zulke gesprekken getreeden, het dus voor den Ondergeteekende niet te begrypen is, hoe zig de Teekenaaren zoo verregaande Kunnen exponeeren daar den Eersten Teekenaar Adriaan Van Jaarsveld altoos de geene is die zig heimelyk en Openbaar teegens alles verzet, alles opmaakt, en na zyne gewoone handelswijze een gevaarlyk en Slegt Subject Komt te Zijn, die nooit ortodox te werk gaat, gelyk UWelEdele Achtb:s uit de Bylagen Sub L:a B gelieven te zien, ook reeds als Commandant den naam van oproermaker gedragen, de Colonie in rep en roer gebragt, en in zulke verwarring waar van den Edelen Achtbaren Heer De Wet d’ overtuygenste blyken als Land-drost te Stellenbosch en Drakenstein heeft gehad: zoo dat eindelyk den Heere Gouverneur en Ed: Achtb: politiquen Raade hebben moeten besluyten, eene Magistratuure in de vergelegend Velden op te rigten en den Onderget: als Landdrost aan te Stellen, die uit zijn reedelyke welvaart uitgestapt, zig derwaards onder dat ruuwe Volk begeeven, de Colonie niettegenstaande veele onaangenaamheeden en teegenkantingen in rust en vreede bewaard, meerged: Van Jaarsveld met behulp en instigatie ook de Schryver van dit Eerrovend Schriftuur is, die eene antipatie teegens den Onderget:e op gevat, om dat den Onderget:e hem Van Jaarsveld in zyne pernitieuse bedryven is teegengegaan’

‘9:) En omtrend de Jaarlykse Exercitie, de Besluyten zelvs by den Krijgsraad genoomen en ingewilligd dezelve haaren Voortgang te doen neemen, en den Ondergeteekende nooit en nimmer eenige Expressien weegens de Standaarde gebeezigd maar hy Van Jaarsveld, zig dezelve op eene arrogante wyze bemagtigd, Sub L:a C: en ten Spot met de Zelve in ‘t Veld met eenige Dronken Boeren is rond gereeden, welke Standaarden door de Regeering aan den ondergeteek:e gezonden, ook hadden moeten werden bezorgd, ten einde volgens gebruik daarmeede te handelen.’

‘10) Wat de Teekenaaren weegens het oproermaaken komen te zeggen, is ged:e van Jaarsveld de voornaamste roervink, en den onderget: kan UWelEdele Achtb: verzeekeren, dat den ondergeteek:e wel zorg gedragen heeft, dat zyn Van Jaarsveld en meer anderen haare Snoode Oogmerken geen ingang hebben Kunnen maaken, en omdat de Teekenaaren in hunne Schadelyke voorneemen door den Onderget: gestuijt, dezelve nu uit wraak op eene godelooze en verregaande Lasterlyke en valsche wyze den onderget:e zoeken te betigten, als of door des onderget:ens gedrag de Colonie in oproer zoude geraaken, quatie als zulks door haare voorzorge niet was belet geworden; Dit en meerdere poincten toonen maar te wel de overeenkomst dewelk de meerged: Teekenaren met den Secretaris Maijnier onderhouden, en dus te zaamen en Spannen en Complotteeren den Onderget:e door haare Laster en Leugentaal tragten by UWelEdele Achtb:s verdagt te maaken, te bekladden en den Voet te ligten, zoo als de Schoonmoeder van dikwils gem: Secretaris Maynier zelve bekend heeft, dat hy Maijnier zulks zoude zoeken werkstellig te maaken, ook zeer wel met de Teekenaaren en hare verdere gezegdens overeenkomst, en het geen onderget:e nopens de Secretaris zoude gezegd hebben, alweer duydelyk aantoond, eene te Samenspanning te hebben gemaakt, ten einde haare ongereegelde daaden en bedrijven die den Onderget:e hem meenigmaal heeft moeten voorhouden en corrigeeren waare het mogelyk te bedekken, van de Ondergeteekende Valschelyk aante klagen.’

‘11) Ook heeft den Onderget:e nooyt geheele Natien verwenscht en vervloekt.’

‘12) nog minder d’ Ingezeetenen Slegt gehandeld, maar de Teekenaaren weegens hun onbehoorlyk gedrag met veragting aangezien’

‘13) Ook nooit gezegt Slegter als Hottentotten en Ordonnants Ruijters te zijn, maar integendeel de teekenaaren eerst met d’ordonn: Ruijters ter deegen gedronken, en dan dezelve Insulteeren’

‘14) Zoo is ‘t meede de grootste Onwaarheid dat den onderget:e zoud gezegd hebben, dat de Bosschen zoo veel Hout niet zouden voortbrengen als den onderget:e Galgen zoude maaken, om de vervloekte Africaanders op te hangen.’

‘15) Dat de Teekenaaren zelfs te kennen geeven, overtuigd te zyn, dat den Landdrost gesteld is, de Kwaade te Straffen volgens haare uitdrukkingen, geeft het den ondergeteekende grootelijks wonder, dat zy teekenaaren met de grootste onbeschaafdheid hun Lasteragtig en vervoeylyk geschrift Zoo zeer Strafwaardig hebben durven indienen’

‘16) De gezegdens dewelke den Onderget: ten huyze van deszelfs Schoonzoon Zastron zoude geuyt hebben, zijn meede in een verkeerde dagligt gebragt en Verdigt, en godelooze Logentaal dat den Onderget:e ten disrespecte der Regeering iets zoude geSprooken hebben maar integendeel den Eersten Teekenaar blykens Verklaring Sub L:ra C: duijdelyk Komt te toonen Cujus generis hy is: En het geene van den Caffers togt door Hilligert Muller C: S: gedaan, en dat den onderget:e aan een yder vrye permissie te zullen geeven over de groote Vischrivier te mogen gaan, en wat ‘er meer volgd, eene opzettelyke Logentaal is’

‘17) De permissie dewelke den Ondergeteek:e op verzoek van den Veldwagtmeester Paul Michiel Bester, dat het Vee van eenige Ingezeetenen weegens zwaare droogte Kwam te Creveeren, tog met hun Vee eenige Maanden aan de Overzijde der groote Vischrivier mogten leggen, heeft vergunt, is van geen gevolg geweest, en dezelve Ingezeetenen eenige tyd na dato weer op hunne plaatzen gekeerd, den Onderget:e zig in dat geval genoodzaakt geworden, dit billijk verzoek niet te kunnen wijgeren, egter zeer verwondert is, dat den Teekenaaren zulks als door den Onderget:e niet wel te zijn gedaan voorbrengt, daar hy Tekenaar zelfs verzogt heeft dat d’ Ingezeetenen over de Groote Visch Rivier Plaatzen mogten hebben, zulks door den Ondergeteek:e gewijgerd is geworden, mits teegen het Placaat van 19 July 1786 Strydende.’

‘18) Dat het nog niet beweezen is, dat den Hottentots Capitain Ruyter Platje met hem toebetrouwd Geweer onder de Kaffers heeft geschooten, het Geweer aan denzelven gegeeven is, tot dekking en teegenweer der Bosjesmans hottentotten, als hy Capitain zig van de Bosjesmans-Rivier ter Graaffe-Rynet komt te begeeven, deeze Capitain die de bedryven der Ingezeetenen omtrend de Caffers, aan de Land-drost te kennen geeft, overal gehaat en vervolgd word; het ook volstrekt onwaar is, dat de Caffers in oproer zijn geraakt, en het geen den Onderget:e aan U WelEdele Achtb:s per Missive reeds een Jaar geleeden heeft te Kennen gegeeven.’

‘19) De gezegdens dewelke den Onderget:e aan Cornelis van Rooyen weegens de Caffers zoude gedaan hebben is almeede eene groote onwaarheid, maar veel meer den Eersten Teekenaar en d’anderen haare gezegdens, met hertelyk wensch met die Natie aan den Dantz te geraaken, om beesten te rooven; En die arme Natie geweld aan te doen, zoo dat hy Van Jaarsveld zeer godvergeeten met dezelve Natie wel eer als Commandant zynde heeft gehandeld, onder voorgeeven met dezelve Vreede te maken, veele Stukjes Tabak laaten Stroyen, en de Kaffers genodigd hebbende dezelve te haalen, ook ter goeder trouw gekomen Zynde alstoen eene vreeselyke Slagting onder dezelve heeft aangerigt, ook by die Natie onder den Naam van rooden Capitain zeer gehaat is.’

‘20) Zoo tragten de Teekenaaren het Slegte gedrag van de gebroeders Tregards te regtvaardigen, dat dezelve had den Onderget:e niet ingezien dat dezelve van den drank bevangen waaren, over dezelve geklaagd, gewis zeer Slegt zoude zijn gevaaren.’

‘Daar UWelEdele Achtb:s zeer ligtelyk kunnen begrypen wat zulke Lieden den onderget:e voor pligten onder ‘t Oog Kunnen brengen, Ja wat vreede die Twiststookers in zulke gevallen zullen Stigten, en of den onderget:e om zig met een party dronken Lieden niet langer op te houden, niet wel heeft gedaan, de Vergadering, te meer, daar d’ ordinaire zaaken afgeloopen waaren, te eindigen, en dat tot nader gelegendheid te bepaalen.’

‘21) Dat de Teekenaaren meenen de gelegendheid te moeten waarneemen, vermits zig den Landdrost thans met Twee Heemraaden Caabwaarts Stond te begeeven, Scheijnt den Ondergeteekende even zoo verkeerd, als hun Lasteragtig geschrift voor een Klagtschrift kan werden aangemerkt. En dat door ‘S Onderget:s bedryven eene populaire beroerte zoude werden veroorzaakt, is een godeloos verdigtzel, maar dat hy Eerste Teekenaar zulks was het mogelyk gaarne zoude willen werkstellig maaken vide Sub L:a C: daar zy den Heemraad David de Villiers meede hebben willen overhaalen Sub L:a D en E komt te blyken hoe dezelve Teekenaaren te dier tyd en teegenswoordig in denkbeeld verschillen.’

‘Den Ondergeteek:e het geheele Schriftuur doorgegaan hebbende, vind hetzelve niet anders als een rapsodi van op een gestaapelde Logentaalen, voornamentlyk door den Eersten Teekenaar Adriaan van Jaarsveld berokkend, en denwelken C: S: ook trouwloos genoeg zoude zyn dezelve te willen gestand doen.’

‘Dan WelEdele Achtbaare Heeren den Ondergeteekende thans niet met genoegzaame bewyzen voorzien zynde zal evenwel aantoonen wat Lieden de Teekenaaren zijn, en dat dezelve om haar kwaade begeerte niet te zien voldaan, teegens den onderget:e te zamen Complotteeren, want de Tekenaaren den Onderget:e dikwils aangezogt hebbende, om Twee Leeningsplaatzen op eene Ordonnantie te brengen den onderget:e zulks als tegens ‘S E Comp:s Intresse Strydende niet heeft Kunnen en willen doen, en om dat den Ondergeteek:e als een eerlyk man, zonder aanzien der persoon handeld, zyn die pernitieuse Lieden teegen denzelven opgebragt, en denken door haare Infaame Leugentaal des Onderget:s opregte handelwyze te bekladden over zulks het UWelEdele Achtb:s attentie byzonder meriteert, dat er niet meer Heemraden en Officieren het Lasteragtig Schriftuur geteekend hebben en wel duijdelyk blijkt dat anderen Eerlyker Denken, en zig aan zulke misdaad niet willen Schuldig maaken.’

‘Den Onderget:s UWelEdele Achtbaarens ook kan verzeekeren dat ged: van Jaarsveld een Slegt huyshouder, zyne zaaken verwaarloost, over al rond rijd, en met de andere Tekenaaren geheime byeenkomsten houd, en allerly Kwaad Smeet, by de meeste Ingezeetenen in een Slegt gerugt is, en wat zal den Onderget:s meer zeggen, het zijn Menschen die zonder trouw geen geloof meriteerd, en door hun gedrag den Ondergeteek:e niet alleen veel moeyte en verdriet hebben aangedaan, maar als deselver in hunne Slegte bedryven niet ernstig werden teegen gegaan, nog meer moeijte en verdriet zullen aanregten, en voor dezelve, als hunne Valsch en ongegronde Klagten ingang vinden, niemand een Eerlyk man kan blyven, de Colonie die door den Onderget:e Ses Jaaren in Rust en Vreede bewaard, weer in de wel eer g’Existeerd hebbende verwarring geraaken, dewelke door den Eersten teekenaar byzonder en d’ andere Commandanten Andries Petrus Burgerd en David Schalk van der Merve veroorzaakt geworden, en UWelEdele Achtbaarens dus hebben genodzaakt te besluyten in de verregeleegen gewesten eene Magistraat uure op te rigten’

‘Den Onderget:e houd zig verzeekerd dat ‘er zeer wijnige Ingezeetenen der Colonie Graaffe Rynet hun goedkeuring aan het meer ged: Lasterschrift zullen hegten, ten zy zulks om eygen belang uit quaadaardigheid en opstookerye mogte geschieden.’

‘Den Ondergeteekende kan onmogelyk begrijpen hoe het mogelyk is, dat de Teekenaaren zoo eene Stap hebben durven doen, en zoo teegen hun beeter weeten te werk gaan, eene daad die gewis niemand, maar wel den Eersten Teekenaar C: S: zoude ondernemen zonder zig aan de grootste Lastering Schuldig te maaken’

‘Den Ondergeteekende vervolgens voortgaande, ten opzigte van UWelEdele Achtbaarens resolutie van 7 September Jongstl: waarin den onderget:e ten laste werd gelegd, de disobedientie der beveelen van UWelEdele Achtb:s en die van den Ed: Agtb Raad van Justitie zeer Eerbiedig te zeggen, nimmer eenige beveelen te hebben ontfangen of aan dezelve pligtschuldig te hebben voldaan, en dat den ondergeteekende om op den 1:e July alhier in Loco met Twee Heemraaden præsent te zijn, denzelven op den 20 Juny eerst het Extract Resolutie ontfangen, dus in de onmogelykheid is geweest ter opgem: tijd alhier teegenswoordig te Kunnen zyn, zulks aan den Wel Edelen Achtbaaren Heer Gezaghebber met de reeden onder gem: dato ook heeft te Kennen gegeeven, zoo als uit d’ Extract Resolutie Sub L:a A: zal blyken, en daar reeds op d’ Extract Resolutie van 7 May deezes Jaars, by ‘t Collegie van Heemraaden vastgesteld was het laatst der maand Augustus aan de Hoofdplaatse præsent te zijn, om over eenige huyselyke zaaken met den Landdrost te Swellendam en Heemraaden te besoigneeren, ook reeds op den 25 August:s alhier is aangekomen en zyne arive bekend gemaakt, daarintegendeel den Heemraad Jan Jacobs een Teekenaar meede als gecommitteerde alhier had moeten præsent zyn, zig weynig aan UWelEdele Achtbaarens beveelen gestoord, niet verscheenen is - Zoo weet den Ondergeteekende ook niet eenige disobedientie aan de beveelen van den Edele Achtbaare Raad van Justitie betoond te hebben, en in cas van dagvaardiging zyne gemagtigde den Procureur Kolver heeft laaten ageeren, en zoo ‘er al iets mogte zyn verzuymd, des Onderget:s gequalificeerde en Gemagtigde daarvoor aanspraakelyk zoude zyn; En Schoon den Ondergeteekende in de Maand Juny A: p:o van de Caap te Graaffe Rynet eerst geretourneert, evenwel zig gaarne in de Maand November des gem: Jaars weer Caapwaards had begeeven, was denzelven niet door Ziekte en d’ absentie van den Secretaris Maynier, dewelke eerst den 19 Novemb:r retourneerde, belet geword, de Colonie niet zonder bestuurder te laaten, de tijd te kort zynde, om op den eersten Rechts dag in December te compareeren, zulks ook op den 27 Septb: Jongstl: aan Welgem: Raade heeft te kennen gegeeven’

‘UWelEdele Achtb zullen ook gelieven te Considereeren de verrheid der drostdye van de Hoofdplaatze, en daar de ontfangene besluiten wel 3 a 4 Maanden oud, te laat ontfangen zyn; men niet opstonds zulk eene gevaarlyke weg kan onderneemen, dan zig met het nodige voor die Reize voorsien te hebben: Considereerende meede de Kosten en Schaade die men komt te lyden, en daardoor byna buyten Staat werd gesteld met Vrouw en Kinderen te Kunnen leefen, den Ondergeteekende Zullen alles gaarne en met de grootste bereidwilligheid wil doen, ook nooit weet met opzet eenige ongehoorzaamheid aan UWelEdele Achtb:s beveelen betoond, nog eenig excessen begaan te hebben, dat bevreest zoude zyn aan de Hoofdplaatze te verschynen, en dus voor den Onderget:e, allersmertelykst door een zeer Strenge besluit van zyn dienst gesurcheerd te zyn, en het misnoegen van UWelEdele Achtb:s (:evenwel onschuldig: / verdiend te hebben, daar den ondergeteekende by God en zyn geweeten kan getuigen zyn uiterste devoir gedaan te hebben nooit inactief is geweest, ook gaarne Zyn Ampt willen neerleegen, ten einde van alle haat, vervolging en afgust bevryd te zyn, en een gewest verlaaten het welk den onderget:e byna van Eer en Reputatie beroofd, en welkers Menschen aan den Logengeest maar al te veel g’Exponeert zyn, als maar voorhands een over blyfplaats voor Zijne huysvrouw en Kinderen had, en dat tog niet zal verdiend hebben na zyn vermogen in dienst der E Comp:e grootstendeels te hebben toegezet, te moeten Swerven en gebrek leyden’

‘Den Onderget:e zoude nog veel Kunnen bybrengen, maar om UWelEdelen Achtb:s attentie niet langer te occupeeren vermeend denzelven zooveel gezegd te hebben als tot genoegzaame Justificatie der tegens hem ingebragte ongegronde Klagten, en tot wegruyming van het misnoegen van UWelEdele Achtbaarens kan dienen, ten einde indien den Ondergeteekende niet langer in zijn post mag blyven tog met honneur te mogen werden ontslagen, en onder UWelEdele Achtbaarens gunstige protexie voor verdere poursuites bevryd te mogen blyven.’

‘Intusschen vertrouwd den onderget:e dat tog in dit Gouvernement nog wel een Stukjen Brood voor denzelven zal over Schieten, en waartoe UWelEdele Achtbaarens gunstige voorzieninge en Vaderlyke zorge best mogelyke middelen zullen Zyn, den ondergetek:e aantespooren Zyn Yver en Lust pligt Schuldig te verdubbelen, en met alle mogelyke accuratesse aan U WelEdele Achtb:s beveelen te gehoorzaamen’

‘Waarmeede den Onderget:e denkt aan UWel Edele Achtbaarens begeerte te hebben voldaan, geeft zig denzelven d’ Eer met pligtschuldige hoogagting te noemen’

’/: Onderstond :/’

‘WelEdele Achtbaare Heer en E Achtbaare Heeren (:lager:/ UWelEdele Achtbaarens zeer gehoorzame en Onderdanige Dienaar (: was geteekend / M: H: O: Woeke ( In margine / Cabo de Goede Hoop den 1 October 1792.’

‘L:a A:’

‘Extract Resolutie genomen in heemraads Vergadering aan Graaffe Reinet , op Maandag den 2 July 1792.’

‘Wierd door den Heere Landdrost ter Tafel gebragt Twee Extract Resolutien genomen in Raade van Politie in ‘t Casteel de Goede Hoop de dato 27 Maart 1792 luidende’

‘F: J: F: J:’

‘Naa welkers Lectuure opgem: Heere Landdrost met betrekking tot de zeer gevenereerde ordre in ‘t eerstgem: Extract Resolutie vervat, dat zijn Ed: zich om reedenen in ‘t zelve breeder gemeld verseld van Twee Heemraaden op den 1:e deezer lopende Maand Julij in Loco zoude hebben moeten laaten vinden, te Kennen gaf; aan dezelve ordre niet te hebben kunnen voldoen, eensdeels, omdat zyn Ed: het evengem: bevel van Hun WelEdele Achtb:s niet eerder dan op den 20 der jongst verweekene Maand Juny ontfangen hebbende, de tyd dus te kort was geweest om aan ‘t zelve te heben kunnen obedieeren, en anderen deels, om dat Hun WelEdele Achtb:s by Hoogstderzelver zeer geëerd besluit van den 31 January bevorens ‘t aan zyn Edele hebbende gelieven gedefereerd te laaten om zig in den loop van dit Jaar wanneer desselfs Ampts verrigtingen best eene absentie zoude willen gedoogen Caabwaards te begeeven, Zijn Ed zig dienvolgens dan ook ter Vergaderinge gedeclareerd en zyne zaaken derwyze geschikt had, om zich ter voldoening aan laatstgemelde ordre in d’ aanstaande Maand August:s Caabwaards te begeeven, mits:s dat zyn Edele hiervan ook al bereids ingevolge d’ ordre van meer Hoogstged: Raade aan den Landdrost van Swellendam , de Heer Anthony Allexander Faure ‘t nodig berigt had gedaan.’

‘Terwyl naar Resumptie van ‘t tweede met opzigte van de door Hoogstged: Rade daarby aan deeze Vergadering gedemandeerde nadere opgaaf der belastingen welke door d’ Ingeseetenen deezer Colonie werden opgebragt, ingerigt naar een door hoogstdezelve expres daarneevens gevoegd plan, goedgevonden en beslooten is, dat vermits meer welopgem: Heere Landdrost en Twee Heemraaden in d’ aanstaande Maand Augustus Caabwaards begeeven en dikwilsged:e Heere Landdrost van al ‘t geene tot zodanige tot zodanige opgave nodig is, gemunieert komt te zyn, hun Edelens by deezen te Chargeeren daar de gelegendheid van hun aanweezen aan de Caab daartoe best geschikt komt te zyn, de waare meeninge en intentie van hun WelEdele Achtb nopens bovengem: opgave te verneemen en dezelve vernomen hebbende, als dan aan Hun WelEdele Achtb: zodanige opgave te Suppediteeren als hoogstdezelve by dikwilsgem: zeer gevenereerde Extract Resolutie hebben gelieven te vorderen ofte nog Zullen komen te requireeren.’

‘Gelyk ook geresumeerd wierd eene Missive door meer hoogstged: meede van 27 Maart van volgende Inhoude’

‘F: J:’

‘Waarop goedgevonden wierd ‘t Eerw: Collegie van Kerken Rade der Waverse Gemeente aan te Schryven, dat daar de Heer Landdrost en twee Heemraaden zich in d’ aanstaande Maand Augustus Caabwaards Staan te begeeven, hun Eerw: dan met hun Edelens een tydstip gelieven te bepalen binnen welken d’ Ingezeetenen deezer Colonie ingevolge d’ ordre van Hun WelEdele Achtb: Kunnen werden g’adhorteerd en aangemaand hun debet aan Hun Eerw: Kerke te voldoen.’

‘Vervolgens gediscoureert zynde over de Reparatien, de welke ‘er vermijdelyk aan ‘t provisioneel tot een Kerk dienende gebouw, diendende te werden gedaan en waarover den Heere Landdrost in de Maand Decemb:e A:o P:o by de Komst van van den Voorleezer Jan de Vries alhier en vervolgens in de Maand February deezes Jaars op gerucht van een Predikant voor deeze Colonie aan de Vergadering voorgedragen om ‘t Kerkgebouw en annexe Kamers in bruikbaaren Staat te brengen als toen geresolveerd is, Zulks aan de Verwagt werdende Predicant over te laaten, hoe Zyn Eerw: zulks zoude gelieven in te rigten, terwyl de omstandigheeden en de finantien der Colonie zulks als nog niet toelieten, zoo wierd eenparig goedgevonden en beslooten, vermits die Reparatien voor ‘t tegenwoordige mits ‘t onvermogen deezer Colonie haarentweegen voor nog niet Konde werden bekostigd, daarmeede nog eenige tyd te Suppercedeeren en de Komst van den Eerw: Predicant af te wagten.’

‘(onderstond /’

‘Accordeert /: was getek: H: C: L: Maynier Sect:s’

‘L:a B:’

‘Extract Resolutie genomen ter gecombineerde Vergadering van Heemraaden en Krygs Officieren aan Graaffe Rynet op Dingsdag den 3 Juny 1788.’

‘Den Capitain deezer Burgerye de Manh:e Adriaan van Jaarsveld zich met den ontfangst en na herwaards transporteeren der Standaarden eenige authoriteiten gearrogeert hebbende, die den Heere Landdrost Sustineerde hem niet te Competeeren, by welke geleegendheid eenige Verschillen gereesen zynde, in maniere dat ged:e Manh:e van Jaarsveld zodanige uitdrukkingen had gebruikt door dewelke zig niet alleen den Heere Landdrost maar zelfs de gantsche Krijgsraad beleedigd vond, en deeze gecombineerde Vergadering expres geconvoceerd zynde, om de zaak ware het mogelyk in der minne uit de weg te ruijmen; is men hierin ook zoo wel geslagd, dat deeze Affaire ten genoegen van al de geenen die daarin deel hadden, op een minnelyke wyze is uit de weereld geruymd en afgedaan.’

‘Den Heere Landdrost vervolgens bekend gemaakt hebbende, dat de Standaarden waaren aangebragt; wierd goedgevonden dat dezelve door den Eersten Lieutenant Josua Joubert, den Tweede Lieutenant Nicolaas Smith, als meede Twee Wagtmeesters, twee Corporaals en Twaalfburger Dragonders den 8 July aanstaande zoude werden ontfangen en in de Drostdye geplaatst’

’(: onderstond :/ Accordeert /: was get:e / H: D: Maijnier Sect:s’

‘L:a C: Den onderget:s verklaard by deezen de Waarheid te zyn;’

‘Dat op den 31 January deezes Jaars omtrend Seven Uur ‘S avonds ten mynen huyze was gekomen den Capitain Adriaan van Jaarsveld, en onder voorgevallene Discoursen gevraagd, of zy niet zouden kunnen requestreeren aan den Kyzer, omme hem den drukkende Staat der Burgers voor te dragen, en of het niet zoude Kunnen geschieden, dat hy het Land overnaam’

‘Hierop heeft men geantwoord dat de Kyzer hier en in andere Souveraine Staaten niets te beveelen had.’

‘Waarop hy voorm: van Jaarsveld nog meer heeft gediscoureert, het welk den onderg:t niet heeft onthouden’

‘Dit alles heeft voorm: van Jaarsveld gesprooken en in præsentie van den Landdrost de Burger Cornelis Olivier en den Substitut BodenStein’

‘Verbindende den Ondergeteekende zig des gerequireerd werdende, deezen met Solemneele Eede te bevestigen’

’(: onderstond / Cabo de Goede Hoop d:n 22 Septb 1792’

’(: was geteekend / J: F: Hassner, gezw: Chirurgyn’

‘L:a D: zeer geliefde Neef en Nigt’

‘neevens U Kinderen D: D: Villiers’

‘Wij leefe redelyk gesont door de goothegt des Heere, hoopen van U hetzelfe te mogen hooren.’

‘Voorts Neef zent ik U een Schrift die wy zal moeten doenen door onze naligheid dien wy verzuijmt heeft, want de Drost ons zoo wel verfloek en onze Lant en Zant, en dat hy met ons zyn Aars wel afveegen, en ook de Secretaris, zoo U wel weet en wy heeft hem noyt gehindert en zyn Jurie onze Schenderye die hy en vergaarent heeft gedaan, en het is alles bij de Regent bekent, soo denk ik dat wy een Neus zal Kreijgen dat wy onze vergaarent Soo heeft laaten onteeren, zoo zal wy en voorbadigheid gebruyken soo U hem goed vent zoo ken U hem ook teyken, zal wy van te vooren bezorgen voor zyn opreyden - gelieft als U heeft mijn Paarde een Voer en de Hottentotten weer vroeg weg te Stuuren’

‘Weest van herten gegroet en en den geest gekust, van ons alle aan U alle U geliefde Neef en Nigt,’

’(: ter zyde:/ den 21 Juny A:o 1792 (: was geteekend / A: P: Burgerd.’

‘Het Origineel door d’ E David de Villiers op den 27 Juny 1792 aan my vertoond.’

’/:was geteekend / Woeke’

‘L:a E’

‘Wy Ondergeteekendens alle Heemraaden en Krygs Officieren der Colonie Graaffe Reynet certificeeren by deezen op den Eed by ‘t aanvaarden onzer Officie gedaan ter requisitie der Landdrost van gemelde Colonie de Heer Maurits Herman Otto Woeke geen de minste reedenen van bezwaar en Klagten over de handelswyze van ged: Heer Landdrost zeedert zijn Ed: als zodanig alhier is fungeerende met gronden reeden te kunnen inbrengen maar wel dat ged:e Landdrost desselfs Ampt met veele zorgvuldigheid, vigilantie, accuratesse en onzijdigheid zonder eigen belang en aanzien van persoon tot welweezen deezer Colonie in ‘t algemeen en elk in ‘t byzonder heeft waargenomen declareeren derhalven al het geene tegen zijn Ed:s Ampt en Persoon met woorden of geschriften op wat aard en wyze zulks ook en door wien, hoegenaamd, moge zyn gedaan voor indiscreet, iniq blameerend en Lasteragtig en ten disrespecte van gedagte Heere Landdrost gedaan te zyn; zulks hebben wij tot volkomen geloofs waardigheid met onze gewoone handteekeningen willen bekragdrigen en des nodig of gerequireerd werdende, met Eede nader te bevestigen.’

’(: onderstond:/’

Graaffe Reinet den 6 Augustus 1787.’


Als Krijgs Officieren was geteekend.- Als Heemraaden
A: v: Jaarsveld
D: D: Villiers
David V: D: Merwe
A: P: Burger
J: Joubert
J: G: Tregard

Als Krijgs Officieren was geteekend.- Als Heemraaden
A: v: Jaarsveld
D: D: Villiers
David V: D: Merwe
A: P: Burger
J: Joubert
J: G: Tregard

‘L:a F’

‘Extract Resolutie genomen in Vergadering van Heemraaden aan Graaffe Reinet .’

‘Maandag den 7 May 1792.’

‘Waarna door den Heer Landdrost ter Tafel werd overgelegd een Extract Resolutie, genomen in meer hoogstgem: Rade van politie de dato 31 January 1792. Luidende’

‘Extract Resolutie genomen in Rade van Politie in ‘t Casteel de Goede Hoop op Dingsdag den 31 January 1792’

‘Hierna geleezen zynde d’ onderstaande Missive door Landdrost en Heemraaden van Zwellendam , aan deezen Raade ingezonden’

‘F: J:’

‘Is Alzo men geprenetreerd is van de noodzaakelykheid dat nu eindelyk eens met ernst de hand werde gelegd aan ‘t reguleeren en in ordre brengen van ‘t finantie weezen der voorsz: Colonie, en dat daartoe tot twee voorname Requisiten werd vereischt als Eerstelyk &:ra’

‘En dat ten anderen ook ingevolge ‘t geen by voorsz: Resolutie meede is beslooten, tusschen gen: Zwellendamse Colonie en die van Graaffe Reinet werd vereffene het geen de laatstgen: aan de eerstged:e ingevolge de in den Jaare 1786 getroffen schikkingen op te brengen helft en verders Jaarlyks zal moeten contribueeren beslooten is terwyl den Landdrost der Colonie Graaffe Reinet Morits Herman Otto Woeke uit naam der Regeeringe zal werden aangeschreeven, dat dezelve finale afdoening van zaaken met de zoo menigwerf geciteerde Zwellendamse Colonie, in den loop van dit Jaar wanneer desselfs Amptsverrigtingen eene zodanige absentie best zullen willen gedoogen, niet alleen herwaards zal hebben op te komen en ‘t zodanig te Schikken dat hy voorzien van d’ opgaaf Rollen van zyn district van twee der fungeerende Heemraaden werde g’accompagneert, zonder dat hunne reize en hare gevolgen of de Maatschappij of een der voorsz: Colonien eenige onkosten te veroorzaaken, maar ook van zijne aan Staande paroise ter deezes hoofdplaatze met bepaling van den dag wanneer præsumptive alhier zal komen t’ arriveeren eene convenable tyd Kennisse hebben te geeven aan voorschr:n Landdrost van Zwellendam

‘Naar welkers Lecture meerwelm: Heere Landdrost te Kennen gegeeven hebbende dat zyn Ed: zich ter voldoening aan de zeer gerespecteerende Ordre vervat in boven gem: Extract Resolutie leest in d’ aanstaande Maand Augustus van hier zoude Kunnen absenteeren en Caabwaards begeeven, declareerde de Heemraaden Andries Burgerd en Daniel Schalk van der Merwe Syn Edele derwaards te zullen accompagneeren.’

‘Vervolgens wierd ‘t Extract Resolutie van meer hoogst ged: Rade van den 6 January 1792 waarby ‘t Hun WelEdele Achtb: behaagd heeft dit Collegie aanteschryven ‘t heffen der belastingen op alle legaten en collaterale Successien in deeze Colonie zoo Spoedig mogelyk en train te brengen ingevolge ‘t ter jongsten Sessie genomen besluit op heeden nader geresumeert en met al den ernst welke de aart der zaaken Komen te vorderen overwogen zynde, met eenparigheid van Stemmen goedgevonden en beslooten dat vermits welopgem: Heere Landdrost en Twee Heemraaden zich ingevolge de ordre van meerwelm: Rade Caabwaards Stonden te begeven en dezelve als meede leeden deezer Vergadering ten vollen gepenetreerd waaren van de zwarigheeden dewelke zig Komen op te doen en beletten, dat de voorsz: in meerm: Extract Resolutie vervatte zeer gerespecteerde Ordre door deeze Vergadering niet kan werden ter Executie gebragt hun WelEdele Achtb: met geene meenigvuldige Schryvens en onaangename redites van de zware Lasten welke d’ Ingezeetenen weegen de dagelyx toeneemende overlast der Bosjesmans Hottentotten Steeds dragen en reeds by diverse gelegendheeden aan hoogstdezelve voorgesteld te importuneeren, maar meerm: Heere Landdrost en Heemraaden die Zijn Edele zullen komen te versellen te Chargeeren, en bij deezen te qualificeeren, om alle bezwaarnissen dewelke deeze Vergadering in ‘t ter uitvoer brengen van meergem:e zeer gevenereerde Ordre Komen t’ ontmoeten namens die Collegie nader onder ‘t Oog van Hun WelEdele Achtb:s te brengen en hoogstdezelve aller ootmoedigst te Verzoeken d’ Ingezeetenen deezer Colonie gracieuselyk van deeze belastingen te willen ontheffen’

‘Gelyk ook nog door dikwilsgeciteerde Heere Landdrost ter Tafel wierd gebragt een Briefje van Johan Hassolt, knegt van de Manh:e Philip Hend:k Morkel, woonagtig op desselfs Plaats gelegen onder deeze Colonie in de Swagershoek Luidende’

‘Ik ondergeteekende bekenne met de waarheid, als dat myn Principaal de Manh: Philip Hend:k Morkel aan my last gegeeven heeft voor dit lopend Jaar 1792 niet op te geeven, namentlyk Schaapen en beesten’

’(: was geteekend :/ Johan Hassolt (: in margine / den 29 April 1792.’

‘Over ‘t welk gedelibeerd zynde goedgevonden wierd de onwilligheid van opgem: Manh:e Morkel voor dit Jaar te passeeren endezaak daarby te laaten passeeren’

’(: onderstond / Accordeert /: was get:d / H: D: Maijnier Sec:r’

Zoo is dan ook beslooten dat vermits men als nu daarmeede in staat werd gesteld aan Heeren Commissarissen Generaal te Kunnen Suppediteeren zodanige Consideratien als Haar HoogEdelheedens hebben Komen te requireeren by Missive van den 7 der evengeciteerde Maand September aan hoogstdezelve in Origineel zal werden gesuppediteerd de voorsz: Verantwoording en Bylagen beneevens alle de daartoe Specteerde vroeger ingediende Stukken, en dat men Hoogstdezelve met referte tot dezelve Stukken wyders in allen eerbied zal berigten, dat deezen Raade niet dan met d’ uitterste ontstigting by voorsch:r verantwoording in Steede van eene aanneemelyke disculpatie heeft aangetroffen vile en onbetamelyke expressien in dier voeging gebeezigd, dat daaruit met grond zoude mogen werden geelicieert, dat den Landdrost Woeke geheel en al Schynt vergeeten te hebben wat hy zowel aan zig zelven als aan deezen Rade verschuldigt is

Dat voorts alles wat hy nog al ten Zyner verontschuldiging bybrengt veel eer is te Considereeren als eene hardnekkige ontkenning van daden, waarvan de meeste door al te veel eensluydende Klagten zijn geconstateert, om voor ten eenemale leugenagtig te Kunnen werden gehouden, dan wel als eene Justificatie op zulke grove beschuldigingen als hem Woeke zyn ten laste gelegt, en dat ofschoon ook het meerm: Schriftuur is opgevuld met atroce betigigingen tegens den Secretaris Maynier den Oud Secretaris Wagenaar verscheidene Heemraden, Krygs Officieren en andere Persoonen hy Landdrost Woeke egter daarvan zoo weinig bewijst dat men aan de Waarheid van die beschudigingen niet veel geloof Kan Slaan.

Dat hy Woeke ook nog onlangs aan den dag heeft gelegt zyne inclinatie om op eene vague wyze zijn meede mensch van verfoeyelyke daden te beschuldigen, als hebbende Kort na zijn aankomst ter deezer Hoofdplaatze aan deezen Rade ingediend de Memorie van Klagten tegens voorm: Secretaris Maynier, waarvan by Resolutie van den 18 Septemb:r JL: werd gesprooken en waarby hy dezelve betigt van diversse feiten die geconstateerd zynde, hem Maynier niet alleen als een erlooze en ontrouw Dienaar zoude daarstellen, maar hem ook niet Kunnen doen ontwyken de regtmatige vervolging des Regters zonder almeede van dit een en ander iets te bewyzen of zig te Kunnen verontschuldigen daartoe niet in Staat te zyn geweest dewyl dat Klagtschrift ongetwyffelt te Graaff Reynet vervaardigt Zynde en over daden handelen den die al voor eenigen tyd zouden zyn gepleegd, hy gevolglyk ook inStaat is geweest zig te voorzien van de nodige Verkaringen om het door hem voortgebragt na vereysch te Staven

Dat voorts d’ assertie van hem Landdrost Woeke van het niet behoorlyk ontfangen der beveelen deezer Regeering, en van die van den Rade van Justitie, om daarvan nabehoren te Kunnen voldoen, ten eenemale ongegrond Komt te zijn, dewyl den Raad, om altoos Zeeker te Kunnen weezen, dat de aan hem gerigte Brieven en andere Papieren met der aller eerstvoorkomende gelegendheeden wierden verzonden geemplecteerd heeft, het middel door hem zelfs daartoe voorgeslagen om namentlyk den Brandmeester Frederik Heyneman te qualificeeren om alle de zaken tot de Colonie Graaffe Reinet betrekkelyk als Commissionaris te mogen waarneemen en hem teffens op te dragen om voor de prompte en zeekere bestelling der van hier afgaande brieven naar Graaff Reinet behoorlyk te zorgen, en de ondervinding den Rade heeft doen zien, dat gem: Heyneman zig in deezen altoos van zyne verpligting heeft gequeeten en dat Schoon het wel eens mogt zijn gebeurt, dat een der Brieven ter Voortzending aan den genoemden Heyneman afgegeeven, by gebrek aan gelegendheid eenige dagen mogt zyn blyven Leggen of dat de Persoonen die met dies bestelling gechargeerd zyn geworden, door ‘t oploopen der Rivieren of andere accidenten verhindert zyn geworden zulks binnen den gewonen tyd te verrigten deeze gevallen zoo zelden Kunnen existeeren, dat hy Woeke zig daarmeede niet zyn gesteld geweest om aan de zoo herhaalde beveelen, zoo van wegens deezen Rade als van den Rade van Justitie aan hem afgevaardigt om zig Kaapwaards te begeeven, niet te Kunnen voldoen, en

Dat hoe zeer men ook hadde gewenscht dat den Landdrost Woeke zig door eene yverige en getrouwe mitsgaders voorzigtig betragting Zyner Pligten het vertrouwen, het welk deeze Regeering in hem heeft gesteld, zoude hebben waardig gemaakt, en hoe zeer men ook zoude Kunnen veronderstellen dat de accusatien door den Secretaris Maynier, mitsgaders Heemraaden en Krijgs Officieren, benevens den Voorleezer op hem gelegt, mogelyk ook eenigzints by vergrooting Zyn gedaan, men egter niet omheen mag Heeren Commissarissen Generaal eerbiedig in Consideratie te geeven, of daar aan d’ Eene Zyde uit de tegens gemelde Woeke ingediende Klagten genoegzaam blykt, dat hy onder d’ opgezeetenen van Graaffe Reynet ten eenemale heeft verlooren het vertrouwen ende agting welke hy als repræsenteerende de Overigheid en als Officier der Justitie zig had moeten verwerven en zorgvuldig conserveeren, en dat hy by zyne aan deezen Rade ingediend Schriftuuren weinig dispositien aan den dag legt, Zulks te Kunnen of te willen remedieeren, en dat ten anderen de haat welke de meeste opgezeetenen tegens hem hebben opgevat, op den duur eene onttrekking aan gehoorzaamheid en ondergeschiktheid moet te weege brengen en daaruit zeer nadeelige gevolgen Kunnen resulteeren, ‘t ook niet best zoude Zyn den gem: Woeke op eene wyze waaruit de voorsz: Klagers niet zouden Kunnen opmaken dat zulks een gevolg van hunne doleantien quam te Zyn, van de Colonie Graaffe Reinet te verwyderen en hem aan deeze Hoofdplaate ofte in de andere Districten in dees nabijheid gelegen te attacheeren, ten einde daardoor in Staat te Zijn zijne gangen van naby te Kunnen gade Slaan, terwyl als dan het ampt van Landdrost te Graaffe Reinet wierde vervuld door Ymand waarin men de vereischte Kunde, Equiteit en bedaardheid zal Kunnen veronderstellen om in deeze Colonie de eendragt te herstellen, en behoorlyke Subordinatie te doen observeeren, het welk zeekerlyk niet Zeer gemakkelyk zal vallen in eene Colonie Zoo als die van Graaffe Reinet , alwaar de Opgezeetenen door de verre distantien hunner verblyfplaatzen van de Kaap daar zy zig bovensdien zeer zelden vertoonen door de uitgestrektheid der Colonie Zelfs, door het aldaar tot nu toe geheerscht hebbende gebrek aan Leeraars en Schoolen, mitsgaders door de geduurige expeditien en togten welke zy op de Rovende Bosjesmans Hottentotten gestadig moeten doen, min beschaafd Zijn, als die der naby gelegene Districten

Waarby men met betrekking tot het hiervoren vermeld Klagtschrift door gemelde Woeke tegens den Secretaris Maynier ingediend Haar HoogEdelheedens wyders eerbiedig informeeren zal, dat deezes Rade hetzelve beneevens nog eene Missive waaraan hy zig by dat Klagt Schrift refereerd, gesteld heeft in handen van den ad interim Fiscaal M:r Jacob Pieter de Neijs, om omtrend de daarbij voorkomende beschuldigingen het vereischt onderzoek te doen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare Voorschreeven

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l Secret

C. 208, pp. 116-118

Woensdag den {17921010} 10:e Octb: 1792

bij omvrage alle Præsent

Heeren Commissarissen generaal in ervaringe gekomen zijnde, dat met de alhier passeerende ‘S Compagnies Scheepen doorgaans word aangebragt een meenigte Vaatwerk het welk niet op Vragt zijnde gelaaden mitsdien even als alle andere ongepermitteerde goederen moet werden beschouwd en Haar HoogEdelheedens dierhalven nopens dit poinct aan deezen Raade hebbende gelieven te rigten eene Missive onder gisteren geschreeven, contineerende Maatregulen dewelke Hoogstdezelve Haar HoogEdelheedens begeeren, dat daartegens zullen werden in ‘t werk gesteld, Zoo is om de voorschr:e maatregulen dadelyk te doen ter executie leggen, heeden by omvrage ter ordre van den Heer Gezaghebber gedaan, beslooten den Equipagiemeester Cornelis Cornelisz te doen gelasten gelyk denzelven gelast werd by deezen om bij ‘t aankoomen van Comp:s Scheepen in deeze Baayen, aan derzelver Bevelhebbers te ordonneeren, dat zy by geschrifte zullen hebben op te geeven ‘t getal van zodanige Water vaten ‘t zy Leggers, halve Leggers, Aamen of halve Aamen als ‘er ( ‘t zy ook uit wat oorzaake:) zig aan Boord van hare Scheepen mogten bevinden en niet in’t Equipagie Boek zijn bekend gesteld, Zullende dit Vaatwerk vervolgens by den Heere Keldermeester ingenoomen zynde tot S Comp:s dienst moeten werden in gebruijk gebragt.

En is wyders Verstaan, den voorm: Equipagiemeester teffens ernstiglyk te waarschouwen van behoorlyk zorge te dragen, dat zodanige Vaten, Duijgen of Hoepels van dezelve tot geen andere eyndens werden aan Land gebragt ofte geEmploijeerd - waartegen den fiscaal deezes Gouverments almeede werd bevolen ten zorgvuldigsten zelve te waaken en te doen waken

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare voorschreeven

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennise van my E: Bergh p:l Secret

C. 208, pp. 119-121

Donderdag den {17921011} 11:de Octb:1792

Bij omvrage alle præsent

Is op verzoek van den WelEdelen Gestrengen Heere C: de Jong, Capitain ter zee in dienst van Hun Hoog Mog: en in voorschr:e Qualiteit ‘S Lands freguat van Oorlog de Scipio commandeerende dat aan hem ten dienste van zyn genoemd onderhebbend Schip uit S Comp:s Maguazynen mogte werden verstrekt een Anker van Twaalf Honderd Ponden of iets meer by omvrage ter ordre van den Heere Gezachhebber gedaan, beslooten het voorschr: Anker van 1200 lb of iets meer aan evengeciteerde Heere de Jong door den Equipagiemeester deezes Gouvernements Cornelis Cornelis te doen aflangen.

Ook is by dees gelegendheid op denzelve daartoe by Requeste gedaane verzoeken aan d’ ondertenoemene persoonen het navolgende toegestaan ende gepermitteerd, geworden, te weeten

Aan den Burgerraad Abraham Fleck om wanneer daartoe in dien Bodem nog de nodige ruymte mogte werden gevonden, alsdan met het ingehuurd particulier Schip de Geertruy en Petronella , dog anderzints met eene nadere eerstvolgende Scheepsgelegenheid op Vracht naar Nederland te mogen afscheepen

Aan den Oud Onder Koopman Jan Hoets om insgelyks met opgem: Bodem de Geertruij en Petronella of bij ontstentenis van ruijmte in dien Kiel by volgende occasie op Vracht naar ‘t Vaderland te verzenden

mits betaalende beijden de Vragt voor voorschr: Goederen na de bepalingen daarvan zijnde, en zig wyders Stiptelyk gedragende aan de Conditien en bedingen waarop d E Comp:e de aflading van Part: goederen in hare Scheepen wel heeft willen permitteeren, en Vrystellen

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare voorschreeven

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret

C. 208, pp. 122-131

Vrijdag den {17921012} 12:de Octb:r 1792

‘S Avonds Extra ordinaire Vergadering

Alle Præsent.

De by den Heere Gezachhebber voorgenomene Convocatie des Raads teegens heeden morgen ter gewooner Uure, geen Voortgang hebbende Kunnen neemen door dien de meeste Leeden als dan door derzelver Ampsverrigtingen zouden zyn weerhouden geworden daarby tegens woordig te zyn, en de Vergadering dierhalven nu in den Avond belegd zynde, om daardoor aan gem: Leeden gelegenheid te geeven, zig in dezelve te Kunnen laaten vinden, ten einde gezamentlyk met den anderen aandagtiglyk te resumeeren ‘t ontwerp eener Missive aan Heeren Commissarissen Generaal te rigten, in antwoord op ‘t tweede en voornaamst poinct van Hoogstderzelver Requisitie, vervat by Brief van den 13:de July Jongstleeden, tendeerende of en inhoeverre mitsg:s onder welke Conditien bepalingen en voorzorgen aan d’ Ingezeetenen deezes Lands eene Vrije vaart langs d’ Oostkust van Africa en verderheen tot in Indien toe zoude kunnen werden toegestaan, zonder dat daardoor de Maatschappy in haren handel werde gepræjudicieert ? Wierd dan ook dadelyk na dat men gezeeten was, met voorschr:n Resumptie een aanvang gemaakt, en na dat derzelve ten eijnde was geloopen het gem: concept goedgekeurt, en de aan Haar HoogEdelheedens te addresseerene Missive dien conform gearresteerd.

Vervolgens door opgemelde Heere Gezachhebber overgelegd zijnde drie Lijsten van Particuliere ongebrande en ongepermitteerde goederen dewelke den Capitain Klaas Keuken voerende het op den 8:e deezer uit de Saldanhabaaij alhier gearriveerd Batavia retour Schip Macasser op d’ afvrage door zyn Ed: ingevolge de door Heeren Commissarissen Generaal gestelde Ordres, omschreeven by Resolutie van den 29 September Jongstleeden aan denzelven op den Eed by d’ aanvaardiging van zijn Bediening gedaan Schriftelyk zoo onder zijn eijgen naamteekening als onder de Signature van deszelfs Capitain Lieuten:t H: Weemijer heeft Komen op te geeven zig binnen Boord van ged:e zynen onderhebbende Bodem te bevinden

Zoo is dezelve Lijsten en opgaaven ingezien en daaruit gebleeken Zynde dat de Goederen voorn:de Capitain Keuken toebehorende bestaan in

10 Koijangs Rijst
1162 Leggers Duijgen
1000 P:s Chineese Planken
100 d:o heele mole d:o van 2 duym
152 d:o d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o
100 d:o halve d:o d:o d:o1 1/2
20 Canasters Zuijker, weegende 73 76/125 Picol
1 Kasje waarin 200 vlakke en 100 diepe Borden
1 Kasje waarin N:o1
200 Vlakken en } Borden fijne
100 diepen
1 Kasje N:o 2, waarin
200 fyne Vlakken en } Borden
100 d:o holle
4 Kisten Thee, te zamen inhoudende 1489 Catjes ofte 1861 1/4 lb Netto,
1 14/Guldens Kist gem N:o 9 met 186 Katjes of 232 1/2 lb Netto Thee
1 Kasje van 5lb beste Thee
1 Kasje N:o 11 en daarin 5 Klijne Kasjes beste Thee
1 Legger Arak
1 Pyp d:o
3 Picols Koffy Boonen
1 Kist met Haar
2 P:s met fyne Patje Rees
8 p:s Chitse Chalies
1 Stuk wit Chinas Linnen
2 Chitze Vrouwe Rokken
2 Stukken Chitzen
3 Kelders witte Knyp, en
1 Slave Jongen
benevens in bestelling voor diverse Ingezeetenen van de Kaap
2 Slave Myden
1 d:o Jonge
2 Krayangs en gemerkt } I.I. L. S
8 Potten
1 half Aam d:o I. H.
1 Kelder berottingd gemerkt J: A:
4 Potten d:o H
4 d:o d:o i. i.
7 Kasjes Thee in zoort
8 Potten Confituuren
1 Pakje in Zwart en Rood Waxdoek verzeegeld en beschreeven voor
d' Heer Bloemmaart a Cabo.
en die van den Capitain Lieutenant H: Weemijer, in
20 Picols Coffy Boonen
300 P:s Top Zuijker
10 Kanassers Poeder Zuyker
15 Picols kandy Zuyker
4 halve Leggers Arack,
20 Potten met Visjes, en
2 Slaven Jongens
10 Koijangs Rijst
1162 Leggers Duijgen
1000 P:s Chineese Planken
100 d:o heele mole d:o van 2 duym
152 d:o d:o d:o d:o d:o 1 1/2 d:o
100 d:o halve d:o d:o d:o1 1/2
20 Canasters Zuijker, weegende 73 76/125 Picol
1 Kasje waarin 200 vlakke en 100 diepe Borden
1 Kasje waarin N:o1
200 Vlakken en } Borden fijne
100 diepen
1 Kasje N:o 2, waarin
200 fyne Vlakken en } Borden
100 d:o holle
4 Kisten Thee, te zamen inhoudende 1489 Catjes ofte 1861 1/4 lb Netto,
1 14/Guldens Kist gem N:o 9 met 186 Katjes of 232 1/2 lb Netto Thee
1 Kasje van 5lb beste Thee
1 Kasje N:o 11 en daarin 5 Klijne Kasjes beste Thee
1 Legger Arak
1 Pyp d:o
3 Picols Koffy Boonen
1 Kist met Haar
2 P:s met fyne Patje Rees
8 p:s Chitse Chalies
1 Stuk wit Chinas Linnen
2 Chitze Vrouwe Rokken
2 Stukken Chitzen
3 Kelders witte Knyp, en
1 Slave Jongen
benevens in bestelling voor diverse Ingezeetenen van de Kaap
2 Slave Myden
1 d:o Jonge
2 Krayangs en gemerkt } I.I. L. S
8 Potten
1 half Aam d:o I. H.
1 Kelder berottingd gemerkt J: A:
4 Potten d:o H
4 d:o d:o i. i.
7 Kasjes Thee in zoort
8 Potten Confituuren
1 Pakje in Zwart en Rood Waxdoek verzeegeld en beschreeven voor
d' Heer Bloemmaart a Cabo.
en die van den Capitain Lieutenant H: Weemijer, in
20 Picols Coffy Boonen
300 P:s Top Zuijker
10 Kanassers Poeder Zuyker
15 Picols kandy Zuyker
4 halve Leggers Arack,
20 Potten met Visjes, en
2 Slaven Jongens

Dan ook beslooten alle dezelve goederen en Slaven even als de aangehaalde goederen uit het Schip de Constitutie dadelyk te doen ontscheepen, omme de Slaven onder toezigt van den fiscaal aan de Tronk, en de verdere Articulen in S Compag:s Maguazynen opgelegd alzo de nadere dispositie deezer Regeering te blijven afwagten.

En nadien voorschr: Kapitain Keuken daarby ook heeft koomen te declareeren, dat zoveel hy zelven als zynen voorgeciteerden Capitain Lieutenant van de voornaamste Articulen als Ryst, Houtwerken, Zuijker en Coffy, waaren voorzien geworden door den Commandeur te Batavia Cornelis Andriesz terwyl de mindere of andere hun was bezorgd door Chineese Kooplieden, die zy by naam niet en Kenden

Is teffens beslooten, dat van dees declaratie des Capitains, waarvan den Heere Gezachhebber niet ingebreeken is gebleeven Heeren Commissarissen Generaal dadelyk t’ informeeren ingevolge haar HoogEdelheedens eens vooral gestelde en hier vorengeciteerde Ordres aan de Heeren der hoge Indiase Regeering insgelyks by eerst voorkomende Occagie de vereischte Kennisse zal werden gegeeven, ten eynde te Kunnen Strekken tot zodanige eyndens als hoogstged: Heeren Commissarissen Generaal zig hiermeede Kunnen hebben voorgesteld.

Hierna geprocedeert zynde tot de opening en Lecture eener Missive van evengeciteerde Heeren Commissarissen Generaal Staande de Vergadering ingekomen, en gedagteekend onder gisteren, behelzende, dat Haar HoogEdelheedens vernomen hebbende dat het nu en dan gebeurt dat van het Vaatwerk het welk zig aan Boord van S Comp:s passeerende Scheepen bevind zonder op ‘t Equipagieboek te zijn bekend gesteld, gebruik werd gemaakt tot het overzenden naar Indien van ingelegde Groentens en andere Articulen welke door deezen Raade aan de Scheeps Overheeden worden toegestaan om op Vragt derwaards te vervoeren en apprehendeerende, dat daardoor illusoir zoude Kunnen werden gemaakt d’ Ordres door Hoogstdezelve bij aanschryvens van den 9 deezer beraamd ter voorkooming van dien, hebben goedgevonden nader te Statueeren, dat geene van zodanige Groentens ofte andere Articulen, welke door deezen Raade in ‘t vervolg zullen werden gepermitteerd om op Vracht naar Indien over te voeren van de Wal naar Boord zullen vermogen te worden getransporteerd anders dan in fust tot hetzelve Transport bekwaam met last daarmeede te amplieeren d’ ordres door deezen Raade ingevolge het voorsz: zeer gevenereerde aanschryvens van Hun Hoog Edelheedens by hare Resolutie van den 10:de deezer bereids gesteld; Zoo is dan ook verstaan, dat van dees nadere dispositie van Heeren Commissarissen generaal inmediatelyk by Extract van dit Besluit zal werden Kennis gegeven aan den Fiscaal en Equipagiemeester deezes Gouvernements, en dezelve, gelyk by deezen geschied, daarby werden gelast op’t gunt voorschr: is geordonneert byzonder attent te zijn, mitsgaders niet gedogen, dat voortaan eenige fusten ofte Vaten met goederen op Vracht te laaten gevuld van de Wal naar Boord werden gescheept, dan die eerst door de ordinaire Gecommitteerdens behoorlijk g’examineerd, en tot zodanig Transport bekwaam bevonden zullen weezen, welke gecommitteerdens op de gezette dagen by deesen Rade bepaald om de op Vragt afteladene goederen met ‘S Comp:s Vaartuigen naar Boord te doen transporteeren, wanneer alle dezelve goederen zig op ‘t zeehoofd by den anderen zullen vinden gebragt, hiertoe gevaceerd hebbende tot meerder Securiteit van hunne bevinding in deezen telkens aan den Heere Gezachhebber ofte Hoofdgebieder in der tyd zullen moeten dienen van Berigt in geschrifte

En vermits Heeren Commissarissen Generaal by dezelve Haar HoogEdelheedens voorsz: Missive nog hebben gelieven te vorderen ‘S Raads Consideratien en Berigt op eene Requeste door den Oud BurgerCommissaris van Civile en huwelykse zaaken Hendrik Johannes Fehrsen aan Hoogstdezelve gepræsenteerd, waarby werden voorgedragen verschijdene poincten concerneerende de Stipulatie nopens het Stuk der Walvischvisschery beraamd, is teffens geresolveerd daarop in allen eerbied zoo en in dier voegen te Rescribeeren als d’ aparte Notulen komen te dicteeren

Aldus Geresolveerd ende Gearesteerd In ‘t Casteelde Goede Hoop ten Dage en Jaare Voorschreeven

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l Secret

C. 208, pp. 132-140.

Saturdag den {17921013} 13:de Octb:r 1792

bij Omvrage alle Præsent

Den Capitain van het onder gisteren vermelde uit de Saldanhabaay ter deezer Rheede g’arriveerde RetourSchip Macasser , Klaas Keuken, benevens desselvs Capitain Lieutenant H: Weemijer aan den Heere Gezachhebber door den Equipagiemeester hebbende doen inhandigen eene nader opgaave van de gebreeken dewelke zig aan dien Bodem Koomen te bevinden, zonder egter daarby te hebben Kunnen opgeeven, wat al ter reparature dier gebreeken noodwendig zoude werden vereijscht aangezien daartoe werd gevordert, dat eerst eene exacte examinatie van al het ontramponeerde, gescheurde en gebrokene Kome te geschieden, ten einde na te gaan, wat daarvan nog van eenigen dienst zoude Kunnen zyn en wat daarentegen ten eene male onbruykbaar Komt te weezen, en wel opgem: Heer Gezachhebber ter Consideratie van de door voorsz: Keuken geleedene fatigues, en den tusschentyd dewelke er nog zal verloopen alvorens het evengemeld onderzoek deszelfs beslag zal Kunnen erlangen op de gedane inStantien van ged:e Keuken aan denzelven gepermitteerd hebbende; intusschen ter zyner Verversching en Recreatie eenige tyd aan de Wal te mogen Komen, mits binnen den bepaaldentyd van 5 dagen wederom naar Boord zyns voorschr:n onderhebbenden Bodem Retourneerende; Zoo is op de Communicatie hiervan ter Ordre van den Heere Gezachhebber voorm: aan d’ overige Heeren Leeden des Raads gedaan, by hun Ed:s verStaan het verrigte in deezen door eevengemelde Heer Gezachhebber t’ approbeeren

Ook is by dees gelegendheid besloten met een Somme van Een Duijzend Ryxdaalders by de Negotieboeken te doen inneemen, om vervolgens in de Klyne Cassa overgebragt zijnde tot den dagelyksen uitgaaf te werden aangewend 4000 P:s papiere muntStukken van 12 Stver:s ieder dewelke uit een ingekomen Rapport der Gecommitteerdens die dezelve hebben geteekend komen te consteeren zig thans in gereedheid te bevinden.

En is op de daartoe by Requesten gedaane verzoeken wyders gepermitteerd geworden

Aan den Boekhouder en Ordin:s Gecommitteerde Johannes Fischer, om met het aanwezend Schip de Constitutie , dan wel by ontstentenis van ruijmte in dien Kiel, met een ander eerstvertrekkende Bodem op Vracht naar Nederland te mogen Zenden

Agt duijzend Ponden Aloë Succotrina

Aan den Capitain Lieutenant Albert Hillebrand bescheiden op t Schip Gouda , om in zelver voegen op Vragt naar Nederland in dat Schip te mogen aflaaden gelyke

Agt duyzend Ponden Aloe, ofte by gebrek van de voorsz: quantiteit, alsdan zooveel ponden aan Aloe en Huyden te zaamen; en

Aan den alhier onder afgeschreevene gagie Remoreerenden OnderKoopman Willem Johan van Oosterzee om almeede onder betaling van Vragt, met d’ Eerste Convinable Occagie naar Batavia afte Scheepen

mits betalende alle de Vragtpenningen vande voorsz: Art:n na de daarvan Zynde Conditien en bepalingen

Aldus Geresolveerd ende Gearesteerd In’t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare Voorschreeven

[Signed:] [.....]

C. 208, pp. 137-140.

Dingsdag den {17921016} 16 Octob:r 1792

S voormiddags alle Præsent

Is geopend ende geleezen geworden eene Missive onder den datum van heeden door Heeren Commissarissen Generaal aan deezen Rade gerigt dienende ten geleide van

Een Memorie door den Equipagiemeester Cornelis Cornelisz aan Hoogstdezelve gepræsenteerd houdende deszelfs verantwoording wegens het gebeurde met betrekking tot het alhier gestrand Scheepje de Helena Louisa mitsg:s verzoek ten einde bevryd te mogen werden van de vergoeding uit hoofde van het voorschr:e geval aan denzelven opgelegd.

Een Request van voorm: Equipagiemeester, tendeerende om reedenen daarby vermeld te mogen werden ontheft van twee belastingen als eene ter Somma van ƒ573:14: en een andere groot ƒ4080:- aan hem door de Heeren der hoge Regeeringe opgelegd, en nog een Request van Sebastiaan Valentijn Van Reenen houdende verzoek, dat aan hun Vergund mag werden op ‘t Dassen Eijland de fockery van Spaanse en Bastaard Schaapen te mogen exerceeren.

En nadien Haar HoogEdelheedens op alle dezelve Stukken Komen te vorderen ‘S Raads Consideratien en Berigt

Is goedgevonden en verstaan ten Spoedigste mogelyk aan het voorschreeve g’eerbiedigde Request te voldoen; Zullende om daartoe te beeter in Staat te geraaken eerstgemelde Memorie van den Equipagiemeester Cornelisz werden ter handen gesteld aan de Heeren Le Sueur en Van Reede Van Oudtshoorn als met de Commissie de afwinding van ‘t voorschreeve Scheepje de Helena Louisa concerneerende belast Zijnde geweest ten einde dezelve Memorie met alle naauwkeurigheid t’examineeren en nate gaan, in hoe verre de positiven door meermelde Equipagiemeester ter Zyner verontschuldiging en Justificatie daarby g’ allegueerd zyn gegrond mitsgaders vervolgens van hun Ed: bevinding in deezen te dienen van Berigt in Scriptis

Aldus Geresolveerd ende Gearesteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare Voorschreeven

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l Secret

C. 208, pp. 141-151.

Woensdag den {17921017} 17 Octb:r 1792

by Omvrage alle Præsent

Heeren Commissarissen Generaal by d’ inspectie dewelke Hoogstdezelve onlangs in Persoon van ‘S Compagnies Houtmaguazynen en bergplaatzen hebben gelieven te neemen g’observeerd hebbende, dat het Houtwerk zoo in als buijten dezelve Maguazynen vlak op den blooten grond Komende neder te leggen hierdoor natuurlijk door vogtigheid en broeying veel Schade aan hetzelve moesten werden veroorzaakt, en Haar HoogEdelheedens dierhalven aan den Heere Gezaghebber hebbende gelieven te gelasten, dat daaromtrend de nodige voorzieninge zoude moeten werden gedaan; Zoo is by gelegenheid dat heeden door den Opziender van voorsz: Houtmaguazyn Pieter Diederik Boonacker aan evengem: Heere Gezachhebber is te Kennen gegeeven, dat zig thans onder de aan handen zynde voorraad de volgende gebrokene houtwerken Komen te bevinden, dewelke ingevalle daarover bij deezen Raade niet anders wierde gedisponeert teegens den 27 deezer volgens Usantie voor zeer geringe pryzen by publicque Vendutie zoude moeten werden van de hand gezet. - te weeten

op voorstel ten ordre van meerg:e Heere Gezachhebber met præalabel consent en agreatie van Heeren Commissarissen Generaal aan d’overige Heeren Leeden des Raads gedaan, Unanime besloten liever dan de voorsz: gebrokene houtwerken voor de niet noemenswaardige prijzen dewelke gewoonlyk daarvoor werden betaald te doen verkoopen daarvan /: behalven de 66 greene Deelen van 1 1/4 en 51 van1 duym die tot het nabeschreevene Oogmerk niet Kunnen dienen / al het overige aantehouden om voorthaan het goed en deugdzaam Hout op en over hetzelve heen te Stapelen, omhet in dier voegen zooveel mogelyk voor verrotting en bederf te præserveeren.

Hebbende voorsz: Heeren Raadsleeden wijders voor Communicatie aangenomen de Kennisse dewelke den Heer Gezaghebber hun Ed: teffens heeft gelieven te doen geeven, dat Zyn Ed: aan den Capitain Simon Vaartjes, voerende het ter Rhede leggend uitkomende Schip Tijlingen , na dat deezen zijne petitie van benodigdheeden voor de verdere Ryze ingezonden had, hadde gepermitteerd ter Schikking Zyner zaaken, voor den tyd van Vyf dagen aan de Wal te mogen Komen.

En nadien meergeciteerden Heere Gezaghebber by dees Occagie de evengem: petitie van benodigde Equipagie goederen voor ‘t Schip Tylingen ook aan voorm:e Leeden des Raads heeft doen exhibeeren, is alverder verStaan den Equipagiemeester Cornelis Cornelisz te qualificeeren ende te gelasten, zoo als denzelven gequalificeert ende gelast werd by deezen van het petitioneerde te verstrekken alle zodanige Articulen als bevinden zal onvermijdelijk te werden gerequireert

Ook is op ‘t Verzoek daartoe inscriptis door den WelEdelen Gestrengen Heere Abraham Kuvel, Capitain ter Zee in dienst van den Land, en als zodanig het ter Rheede leggend freguat van Oorlog d’ Amazone Commandeerende gedaan, geresolveerd, voor S Lands Reekening en ten dienste van ‘t evengenoemd freguat aan opged:e Heere Kuvel uit ‘S Comp:s Maguazynen te laaten verstrekken Een Zwaar Touw van 17 duym dik, weshalven den Equipagiemeester deezes Gouvernements tot d’ afgave van dien bij deezen werd gequalificeerd, mits in allen gevalle Zulks zal Kunnen geschieden zonder dat men zig zelve merkelyk Kom t’ ontrieven of præjuditie aan’s Maatschappys Belangen toe brenge.

Laatstelyk is op het hier onder g’insereerd Request door den Oud Koopman Titulair Jan Fredrik Kirsten gepræsenteerd.

Aan den WelEdelen Achtb:r Heere Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a benevens den E Achtbaaren Politicquen Raad.

‘WelEdele Achtb: Heer en Ed: Achtb: Heeren!’

‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen Uwer Wel Edele Achtb:s Onderdanige Dienaar den Oud Coopman Tit: Jan Fredrik Kirsten, dat denzelven Circa Twee Jaaren geleden, met een Engelsche Coopman in Contract is getreeden, om uit Engeland na herwaards over te bringen Vier Hengstpaarden, Vier Merrijs en Drie Koebeesten, alleen met het Oogmerk om het ras van paarden die alhier niet van de beste zoort zijn, te verbeeteren, dewelke gelyk zulks het UWelEdele Achtb: overbekend is niet alleen zeer Kleen, maar van zo zwakken gesteldheid zijn, dat om een Last van 1800 ponden te vervoeren 8 a 10 paarden moeten voorgespannen worden en het na herwaards brengen van ‘S Lands Producten aller Kostbaarst maakt’

‘Dat gem: Engelsen Heer op den Reize na Europa zynde Komen t’ overlyden deszelfs Executeur, die te gelyker tyde den Correspondent van den Ondergeteek: in London Komt te weezen, aan dat Contract heeft voldaan, gelijk de Paarden en Koebeesten zig thans weezentlyk alhier ter Rheede bevinden, als zynde met het Schip The Favourite aangebragt’

‘Dat wijders om het Schip te ballasten in het Schip is ingeladen geworden’

‘Eenige Kleinigheeden voor des Ondergeteekendes huyshouding, die hem door gem: Correspondent als een præsent worden toegezonden,’

‘Eenige Kisten en Kasten met Medicynen voor de’

‘Ter betaling waarvan den ondergeteekende word gevraagd.’

‘Pluym Veeren en al zulke Lands producten, als niet Strydig teegens ‘S Lands wetten, zullen mogen werden uitgevoert’

‘Weshalven hy zig in allen eerbied is wendende tot UWelEdele Achtb:s met ootmoedigst verzoek den Supp:t tot den ontScheep zoowel als afzenden der gemelde Lands Producten, onder betaling van zodanige Recognitie als UWelEdele Achtb: zullen gelieven te bepalen, goed gunstig oorlof te willen verleenen’

‘’T welk doende &:ra’

’(: was geteekend :/ J: F: Kirsten’

Met agreatie en toestemming van Heeren Commissarissen Generaal, goedgevonden en verstaan aan den Supp:t te permitteeren uit het ter Rheede leggend Noord Americaansch Schip The Favourite te mogen doen ontscheepen de met dien Bodem voor deszelfs Reekening uit Engeland alhier aangebragte Paarden, Koebeesten, Staafyzer, Steenkoolen, Staal, Loot, Bouw materialen, Spykers en verdere Klynigheeden voor deszelfs huyshouding gedestineerd, mits de factuur van ‘t inkoopskosten van alle dezelve Articulen, dewelke met zodanige hierlandsche producten als by voormelde Requeste Staanbenoemd, zullen moeten worden voldaan, aan den Fiscaal exhibeerende, en naar dat inkoops bedragen aan denzelven betaalende het inkomend regt van 5 PC:to ten behoeve der E: Compagnie; Zullende hy Fiscaal dan ook behoorlyk moeten zorgen en waaken voor de inning van dien, en zoo meede dat de Greenhoute Planken of Deelen, welkers importatie als nadeelig aan den handel met het Inlandsch hout Zynde, by deezen werd geweezen van de hand, niet ontscheept of aan de Wal gebragt werden

Aldus Geresolveerd ende GearreSteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jare Voorschreeven.

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l SeCret

C. 208, pp. 152-156.

Donderdag den {17921018} 18 Octb: 1792

Bij Omvraage alle Præsent.

Ingekomen en by de Resp:e Heeren Leeden des Raads ter Lectuure en resumptie rondgebragt Zynde eene Missive van Heeren Commissarissen Generaal de dato 16:e deezer, waarby Haar HoogEdelheedens, vermits tot Hoogstderzelver Kennisse is gebragt, dat den Raade van Justitie deezes Gouvernements heeft kunnen goedvinden by zeekere Appostille in het begin van den Jaare 1789 door Haar Verleend op de requeste van Hendrica Janssen, Huijs Vrouw van den op ‘t Robben Eyland gebannen Burger Jan Smit van Dillenburg te permitteeren, om wegens zoodanig gedeelte van het tegens denzelven in dato 22 November 1787 gevelde Vonnis, als waarby hy Smit voor Vyf Jaaren ten Robben Eylande was gebannen met den Independent fiscaal deezes Gouvernements M:r Johan Nicolaas Steeven van Lynden van Blitterswyk te composeeren, en zich na dezelve Compositie tot het administreeren zyner zaaken na deeze Hoofdplaatze met er woon te mogen begeeven, tot d’ expiratie van den tyd van Zijn voorsch:r confiniment, en dat de voorsz: compositie vervolgens voor Gecommitteerdens uit voormelde Rade voor de Somma van Ses duyzend Ryxd:s zoude zyn getroffen, ten Spoedigsten requireeren alle de Stukken Concerneerende de procedures tegens den Voorn:d Smit in het voorsz: geval gehouden in de geciteerde Compositie, met de gevolgen en aankleeven van dien; Zoo is om dadelyk aan de even beschreevene begeerte van Heeren Commissarissen Generaal pligtschuldig te voldoen, op voorstel van den E Achtb: Heere Gezaghebber bij alle de Heeren Leeden eenstemmig beslooten vanden Rade van Justitie te vorderen, gelijk van dezelve gevorderd werd by deezen, ten Spoedigsten mogelyk aan deezen Rade in originalie intezenden alle de gemelde Stukken tot het Proces tegen, en de Compositie met den zomeenigmaal genoemden Jan Smit van Dillenburg relatie hebbende, ten einde deezen Raade zoo doende tebekaamen de gem: Stukken met den Eersten in allen eerbied aan Haar Hoog Edelheedens te Kunnen Suppediteeren

Ook is op eene Tweede Missive van welopgemelde Haar HoogEdelheedens te gelyker tyd met de vorige ontvangen en den 15:e deezer geschreeven, om te gelyden een Extract uit Hoogstderzelver ten voorsch:r dage genomene Resolutien, waaruit komt te blyken, dat Haar HoogEdelheedens op het daartoe by Requeste gedaan Supplicq aan den geweezen Capitain van’t Schip Hilverbeek Klaas Voet wel gratieuselijk remisse der opgelegde verbeurte van drie Maanden Gagie hebben gelieven te verleenen met in te trekken en buijten effect te Stellen de voorsz: verwyzing van hem Voet in de gem: Boete van drie Maanden gagie: beslooten daarvan dadelyk by Extract deezes den Soldy Boekhouder Clement Matthiessen te doen informeeren, ten einde door de ontheffing van belasting der Zake voorsch:r op de Soldy Reekening van geciteerden Voet leggende, den zelven in effecte te doen genieten de uitwerking der gunstige dispositie van Heeren Commissarissen Generaal ten zijnen opzigte in deezen genomen.

Laatstelyk is nog op een ingekomen Bericht van Zee en Scheeps Kundigen, die ter ordre van den Heere Gezaghebber de ontdekte gebreeken aan de Groote Mast van het op den 15 Deezer alhier g’arriveerd uit Komend Schip Tylingen g’examineerd en by die gelegendheid bevonden hebben, dat dezelve Mast aan de Schaal aan Stuurboord Zyde op de midde tusschen het dik en de Top een breuk komt te hebben, dewelke alhoewel daarover van voren bereids een Wang komt te leggen, naar’t inzien van voorsz: Gecommitt:s maar met nog een Wang van agteren moet voorzien werden, om het voorsz: Schip met dezelfde Mast deszelfs Reize te Kunnen doen voortzetten; geresolveerd den Equipagiemeester Cornelisz te gelasten, gelyk hij Equipagiemeester gelast werd mits deezen tot de voorsz: reparatie in maniere als hiereven is opgegeeven, directelyk te procedeeren, en daaromtrend allen mogelyken Spoed te betragten.

Aldus Geresolveerd ende GearreSteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten dage ende Jare Voorschreeven

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] In Kennisse van my E: Bergh p:l SeCret

C. 208, pp. 157-159.

Vrijdag den {17921019} 19 Octb: 1792

‘S Voormiddags alle præsent

Wierd door den Heere Gezaghebber ter Tafel geproduceert eene Missive van Heeren Commissarissen Generaal geschreevene onder den 16:e deezer.

Welke Missive geleezen, en daaruit gebleeken zynde, dat Haar HoogEdelheedens geexamineerd hebbende het bericht door deezen Rade op den 9:de der præsente Maand aan Hoogstdezelve gesuppediteerd nopens het bestier van den Oud Landdrost van Zwellendam Constant van Nult Onkruijdt, in die Zyne qualiteit gehouden, daarmeede volkomen genoegen hebben genomen, en mits dien den Rade qualificeeren in voorsz: Zaak zodanig verder te handelen als dezelve tot voorkoming van Schade voor de Colonie van Zwellendam voorm: uit hoofde van ‘t ongequalificeerd gedrag van evengeciteerden Onkruyt zal vinden te behooren

Zoo is als nu na deliberatie goedgevonden en Verstaan, in eene Resolutie te Converteeren het voorstel aan meer Hoogstged:e Heeren Commissarissen Generaal by bovengem: Bericht van den 9 deezer gedaan, zoo als hetzelve uit het besluit van dien daarby is overgenoomen; wiens volgende den Landdrost benevens Heemraden van Zwellendam , dan ook zullen worden geauthoriseerd, gelyk dezelve geauthoriseerd werden bij deezen, om aan meerm: Oud Landdrost Onkruydt deszelfs vordering op ‘S Colonies Cassa, waarvan breeder werd gewaagd, by ‘t evengem: Besluit van den 9 deezer te voldoen naar gelange de inkomsten der Colonie, uitdewelke vooraf de Intressen op de debiteerende Capitaalen aande Weeskamer betaald, en de gewoone ongelden gevonden zullen werden, hun daartoe inStaat zullen Stellen.

Ende ten aanzien hoogstged: Heeren Commissarissen Generaal by voorsch:r Missive ook hebben gelieven te vorderen informatie, wat ‘er zy van de positiven, voorkomende by eene aan Haar Hoog Edelheedens door Maria Elisabeth Heyns, Huysvrouw van den Burger Jacobus Bester gepræsenteerde Requeste: zoo is teffens beSlooten dat in allen eerbied aan ‘t voorsz: Request, pligtschuldig zal werden voldaan

Aldus Geresolveerd en Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten dage en Jaare Voorschreeven

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l seCret

C. 208, pp. 160-276.

Donderdag den {17921025} 25 Octb:r 1792

‘S Voormiddags Extra Ordinair Vergadering,

alle præsent behalven den Heere Kassier de Wet

Den Rade ingevolge afspraake gisteren Avond in hare buijten gewoone by eenkomst, op voorstel van den Heere Gezachhebber onderling genomen, zig heeden wederom expresselyk vergaderd hebbende, ten einde te resumeeren Twee als toen ingekomene Missives van Heeren Commissarissen Generaal, waarvan d’ eene onder den 20:e deezer, en d’ andere den 24 daaraanvolgende is geschreeven, en ingevolge van dien dan ook dadelyk, na dat men Sessie hadde genomen, tot de Lectuure derzelve zijnde geprocedeert, zoo is den Rade uit Eerst gem: Letteren ter eere gebleeken, dat Haar HoogEdelheedens op de gevorderde en bekomene Informatien hoedanig door d’ afschaffing van onnodige Tractementen en bedieningen en inkrimping van anderen by provisie aan de Maatschappy eenig Soulagement toe te brengen zoude zyn voor ‘t meerendeel hebben gelieven t’emplecteeren de propositien diendweegen aan Hoogst dezelve gedaan.

Weshalven dan ook agtervolgens de dipositien en ordres by gemelde Missive vervat, is besloten

Dat by vervolg niet dan in zeer enkelde gevallen en om dringende reedenen, aan de Vergadering der Hoog Edele Heeren 17:en zal worden voorgedragen het vergunnen van zodanige retraites als waarvan thans nog het oudt Lidt deezer Vergadering Dirk Westerhoff en d’ Emeritus prædikanten Johannes Petrus van der Spuij en Remerus Harders jouisseeren

Dat bij ‘t ontslag van den Secretaris der Weeskamer Tobias Christiaan Rönnenkamp, de Post van Adjunct Secretaris aldaar voor nu en altoos zal weezen gemortificeert.

Dat die van opziender van’t Houtmaguazijn by versterf ofte vacature weederom zal moeten werden waargenomen door den opziender van S Comp: Slaven Logie

Dat zoohaast door de vervulling der als nog vacant zijnde plaatzen in den Rade van Justitie de Leeden S Comp:s weegen in denzelven Rade Sessie hebbende, daartoe zullen Kunnen vaceren, de Commissarissen tot de monstering der Scheepen zullen zyn en blyven afgeschaft, en de monsteringen voorthaan weederom als voor deezen, moeten geschieden door twee der gem: Justitieele Leeden naar denzelver tourbeurten.

Dat de Post van Winkelier en d’ Administratie der Winkel, van nu voortaan zal weezen afgeschaft, dog aan den Eerstgezw: Clerq ter Secretary van Politie George Fredrik Goetz, gelaaten werden het doen der uitbetalingen die in ligt Geld moeten geschieden.

Dat de Post van tweede Adjunct fiscaal by versterf ofte vacature dadelyk zal worden en blyven gemortificeert.

Dat by versterf of vacature in ‘t vervolg by de Kas alleenlyk zal worden g’employeerd een Adsistent - om dewelke het werk zooveel mogelyk te faciliteeren van nu af aan de Kassa-Reekeningen in diervoegen zullen mogen werden bekort als na genomen overleg tusschen den Heere Gezachhebber en den Heere Cassier bevonden zal werden best bestaanbaar te weezen met ‘S Compagnies ordres en voorschriften nopens de form en wijze hoedanig de Boeken alhier moeten werden gehouden - terwyl intusschen den OnderKoopman Ackerveld thans die post bekleedende zal blyven behouden de gagien en Emolumenten thans door hem genoten werdende.

Dat den Geheimschryver van den Hoofdgebieder deezes Gouvernements nimmer hoger effective qualiteit zal Kunnen hebben dan die van Boekhouder.

Dat de Bediening van Postmeester by versterf of afgaan van den præsenten Onderkoopman Adriaan Vincent Bergh, zal werden gevoegd by zodanige andere administrasie of bediening, als tot de waarneming daarvan aan den bekleeder de nodige tyd en gelegendheid zal verschaffen.

Dat de Post van Secretaris van Zwellendam voor’t vervolg weederom zal werden bepaald tot de qualiteit van Boekhouder blyvende niet te min den præsenten Secretaris Van Hartenberg op desselfs tegenswoordige Gagie en Emolumenten daarin continueeren.

Dat het getal der Adsistenten op de Resp:ie Comptoiren Successivelyk, na dat het ten agteren Staande werk zal weezen effen gesteld, het welk egter uitterlyk zal moeten weezen verrigt voor’t einde van het Boekjaar 1793 - 4 zal werden gereduceert tot het getal, waarop hetzelve in den Jaare 1768 - 9 is bepaald geweest, weshalven dan ook de onder dezelve adsistenten voorkomende Vacatures op de Comptoiren waarop men bereids zoo verre is gevordert van nu af aan niet eerder weederom zullen werden vervuld dan na dat die reductie compleetelijk zal hebben effect gesorteerd

Dat de Boekhouder in ‘t Pakhuijs by versterf of demissie van den Pakhuysmeester Salomon van Echten, dadelyk zal weezen afgeschaft

Dat de Post van Adsistent op Stellenbosch by versterf of afgaan van den tegenswoordigen Adsistent Neethling voor altoos zal weezen gemortificeert.

Dat de Post van Oppermeester in ‘S Comp:s Slaven Logie dadelyk zal werden afgeschaft, werdende aan den tegenswoordigen Oppermeester aldaar Adolph Edzard Grimbeek in deszelfs optie gelaaten, omme onder afgeschreeven gagie te werden gesteld, met Vryheid om alhier te blijven practiseeren of by voorkomende Vacature op een der passeerende Scheepen als Opper Chirurgijn geplaatst te werden; terwyl de behandeling der zieken in de Logie even als voorheen by deezen weederom werd opgedragen aan den Tweeden Opper Chirurgijn van S Comp:s Hospitaal alhier Johan Godlob Mader.

Dat by overlyden of afgaan van den tegenswoordigen Schryver in gem: Logie, de hoogste Gagie van die Post zal bepaald zyn op ƒ20:-

Dat de Schryver van’t Ambagtsquartier dadelyk zal werden afgeschaft, weshalven de tegenswoordige Jan Welters (: als een allezints recommandabel Sujet zynde:/ onder een nieuwe Vyf Jarig verband met de Gagie van ƒ24:- in te gaan met den dag der Expiratie van zijn vorig Engagement by deezen word bevordert tot Clercq ter Politicque Secretary.

Dat de Twee Trompetters dadelyk zullen worden afgeschaft, met toelage aan den oudtsten August Hendrik Heijne van de bepaalde rust Gagie a ƒ12:- en in corporatie van den anderen Jan Hendrik Prangart in’t Nationaal Bataillon; zullende deeze egter blyven behouden het excedent ‘t welk hy, thans geniet boven d’ ordinaire gagie by forme van douceur.

Dat wanneer de Vergadering der Douane zal weezen tot Stand gebragt, na dat daarop zal weezen ingenoomen de consideratien van ‘t Officie Fiscaal, omtrend d’ Europeesche Dienaaren der Justitie zodanige reductie zal werden geeffectueerd, als meest overeenkomstig met de belangen van de Comp:ie en naar mate der omstandigheeden van de Colonie, geraden zullen werden geoordeelt.

Dat wyders de hoogste Gagie der Bediening van Cipier voortaan zal zyn ƒ20:- dog dat aan die geene welke thans de Post bekleed deszelfs Jegenswoordige Gagie zal werden gelaaten.

Dat de Post van Baas van de Wapenkamer by versterf of Vacature zal werden afgeschaft

Dat de bediening van Schryver in ‘t Hospitaal, Handlanger by de zieken Vaders, en Handlangers in de Combuijs van ‘t Hospitaal dadelyk, en die van Breukbandmaker by versterf ofte Vacature zullen werden afgeschaft.

Dat de Post van Baas Schilder dadelyk zal werden afgeschaft, en aan de Jegenswoordigen Jan Oostendorp in zijn Keuse gegeeven, om te rug te treeden tot ordinair Schilder met de Gagie van ƒ14:- dan wel onder afgeschreeven Gagie te werden gesteld, in welk laatste geval, een ordinair Schilder op eevengen: Gagie zal vermogen door den opzigter over ‘t Ambagtsquartier aan ons voorgedragen te worden, om vervolgens als zoodanig te werden aangesteld.

Dat ook d Europische Opperlieden by de Metzelaars insgelyks alle zullen werden afgeschaft, en in derzelver plaats gebruik gemaakt van zodanige Slaven der E Compagnie, als daartoe de meeste geschiktheid zullen hebben ten eijnde derzelve ook alzoo langzamer hand tot het metzelaars Ambagt op te leiden

Dat zoo dra de thans alhier aanweezende t’huijs vaarinde Bodems van derzelver importante defecten gerepareerd - de Scheepen van ‘t volgend retour meede van de gebreeken met dewelke het te voorzien is, dat dezelve van Batavia alhier zullen aanlanden, besteld en gerepareert - en door het verondersteld abandon van de Vaart der Maatschappy op de Mossel en Plettenbergs baayen de meeste permanente Vaartuigen afgeschaft zullen weezen, dadelyk zal werden afgeschaft den provisioneel onder zeilmaker op d’ Equipagiewerf, en den aldaar meede provisioneel dienstdoende ScheepsCorporaal, terwijl als dan ook het getal der op gem: Werf bescheidene Scheepstimmerlieden zal werden gereduceert en terug gebragt op Vyfthien, om voorthaan altoos op dat getal te blyven bepaald.

Dat alverder het getal der Tuijniers in ‘S Comp Tuyn alhier, directelijk tot op Twee verminderd en den derden gecongedieert zal werden

Dat twee van de Manschappen aan de Klapmuts Posthoudende, dadelijk, mitsgaders den Duijkelaar of Duijker, by verSterf van den Jegenswoordigen zullen moeten werden afgeschaft.

en dat eyndelyk, vermits maar zeedert eenige Jaaren aan den Posthouder in de Baay Fals is toegevoegd den Titul van Resident, gelyk ook de tegenswoordige resident Brandt zeedert uit byzondere consideratie by eene dispositie der Vergadering van 17:en heeft verkregen d’ effective qualiteit van Koopman, met Rang van opperkoopman, dezelve Post by Vacature weederom zal werden vervuld door een Posthouder met de qualiteit en Gagie van Onderkoopman - zullende van al dit vooren Staande by Extract deezes de nodige Kennisse werden gegeeven, generalyk aan alle ende een ygelyk die zulks mogte Concerneeren, ten einde voor zoo de afSchaffingen der Posten en verminderingen in bezolding der Dienaaren die in de termen vallen van in ‘t vervolg afgeschaft ofte in gagien verminderd te werden, te Strekken tot derzelver Informatie en naricht, en in ‘t byzonder aan den Zoldy-Boekhouder deezes Gouvernements om met opzigt tot de nu directelijk gecongedieerde en gegageerde mitsgaders in besoldiging gereduceerde Persoonen te zorgen, dat de dispositien omtrend alle dezelve genomen dadelyk Komen effect te Sorteeren.

Maar nadien by nader inzien van zaken is bevonden, dat de voordragt door deezen Rade aan Heeren Commissarissen Generaal gedaan en by Haar Hoog Edelheedens gunstig g’emplecteert, om d’ uitbetalingen dewelke in ligte geld zullen moeten blijven geschieden, voortaan op te dragen aan den Eerst gezw: Clercq van Politie in der tyd, door de hierna te beschryvene dispositien by Hoogst dezelve, nopens het vertrek waarin de Winkel is gehouden, genomen, aan verscheidene inconvenienten is onderhevig geworden, hoofdzaakelyk daarin bestaande dat of een ander appartement zal moeten werden uitgevonden voor en g’affectueerd blyven aan die uitbetalingen, of wel, dat dezelve betalingen zullen moeten geschieden ter Secretarye van Politie, alwaar den toevloed van den meenigte Matroosen en Soldaaten alsdan niet zal kunnen afzijn merkelyke hinder en belet toe te brengen; Zoo is, in consideratie genomen zijnde, dat ofschoon wel voor het teegenswoordigen de voorsch:r inconvenienten Zouden Kunnen werden uit den weg geruijmd met ten fine voorschreeve gebruik te maaken van ‘t vertrek, waarin de Trompetters hebben gelogeert gehad, het gemis van dat Vertrek, hetwelk bovensdien vry uit het gezigt en afgeleegen is, egter op den duur niet zonder gêne, omtrent eyndens waartoe het vry beeter geschikt zoude weezen, zoude Kunnen geschieden, dan ook beslooten, dat men de vrijheid zal gebruiken hieromtrend aan Heeren Commissarissen Generaal nader in Consideratie te geeven, of het niet beter zoude zyn, daar, door de nieuwe inrigting van Zaaken op ‘t Soldy Comptoir, waarvan hier agter meede breeder zal werden gesprooken, aan de Bediendens van dat Comptoir een zodanig verdeeling van ‘t werk is voorgeschreeven, dat een derzelve zig nu boven zijn ordinaire Taak zeer gemakkelijk met de voorsch:r uitbetalingen der Soldyen in ligt Geld aan ‘S Comp:s gemeene bezoldelingen zoude Kunnen Chargeeren, en die betalingen gemakkelyker Kunnen werden g’affecteerd aan ‘t werk der Soldyen, dan aan het Cancellary werk, waaren boven de erreuren, de welke nu en dan wel eens in de goede maand rollen Komen te Sluypen, door die Bediendens ook veel gemakkelyker ontdekt, en Spoediger geredresSeert Kunnen werden, als van hun voortgekomen, en dagelyks door hun behandeld werdende, als door den Gezw: Clercq ter Politique Secretary, die hierinne dog hunne adsistentie en tusschenkomste in allen gevalle zoude nodig hebben, mitsdien het doen der voorn: uitbetalingen in ligt Geld, na deezen, wanneer den presenten Eerst Gezworen Clerq George Fredrik Goetz van dit zyn Ampt zal werden verlaaten, door tot eenige andere bediening te Changeeren ofte op te treeden, te accrocheeren aan ‘t Soldy Comptoir, en te laaten geschieden door den Soldij Boekhouder (: thans Hoofd en Visitateur :/ ofte een der mindere hoofden, als zullende de zaaken daardoor niet alleen gesimplificeert, en Spoediger als anderzints wel is te verwachten g’expedieert worden, maar ook geen expres appartement ofte vertrek tot het voorsch:r werk behoeven aangehouden te worden.

En vermits Heeren Commissarissen Generaal by voorsz: Hun Hoog Edelheedens zeer gevenereerde Letteren onder betuiging van niet ongenegen te zyn om aan de Vergadering van 17:en favorabel voor te dragen, het door deezen Rade aan Haar Hoog Edelheedens gedaan verzoek, om in remplacement der te reduceerene Adsistenten ‘S Comp:s weegen te mogen werden voorzien van een Drukkery, hebben komen te requireeren ‘S Raads consideratien omtrend de bepaliingen waaronder men zoude vermeenen dat zodanige Drukkery zoude behoren te weezen gesubordonneerd.

Dat Haar Hoog Edelhedens daarby teffens verklaaren Hoogstderzelver begeerte om te verneemen of ook niet het Schryfwerk waaraan de drukkery geen Soutagement zoude toebrengen voor eenige reductie zoude vatbaar weezen.

en Hoogstgedagte Haar HoogEdelheedens wijders niet hebben gewild, dat die Lyfeigenen der E Comp:ie dewelke, gelyk hiervoren is gezegd, als Opperlieden by de Metzelaars zullen werden gebruikt zal Suppleeren met andere Slaven, van Particulieren in te huuren en t’ employeeren tot het aandragen van Brand hout, maar dat dezelve zullen moeten werden gevonden uit de verdere vermindering van ommeslag, dewelke Hoogstdezelve op ‘t Oog hebben; Zoo is, ingezien zynde wat men op ‘t Sujet der voorsch:r Drukkery by Missive van 19 April 1786 de vryhied heeft gebruikt aan de Hooggebiedende Heeren Meesteren voor te Stellen en overwogen hoezeer het de gehoudenisse deezes Raads is, om met betrekking tot de gebuteerde reformes Heeren Commissarissen generaal alle mogelyke middelen te Suppediteeren en aan de hand te geeven, dewelke zouden Kunnen Strekken ter beryking van ‘t doel het welk hoogst dezelve zig omtrend het een of ander aangeleegen poinct Kunnen hebben voorgesteld, na rype deliberatie al verder verstaan,

Dat men op ‘t Stuk der Drukkery (: repeteerende het geproponeerde aan Heeren Majores :/ Haar Hoog Edelheedens in alle onderdanigheid by Missive zal te Kennen geeven, dat naar ‘S Raads inzien, wanneer men de gem: Drukkery volkomen afhankelyk deed zijn van de Regeeringe - dezelve ter Casteele in een Convenabel appartemant etablisseerde, en daarby met zodanige bepalingen, als te Batavia plaats heeft, onder ‘t onmiddelyk opzigt van den Secretaris deezes Raads Stelde, ten einde niets publicq gemaakt, gedevulgeert ofte verSpryd werde het geen niet is gepermitteerd ofte bevolen, met dit een en ander niet alleen zoo wel de Pers als den Drukker onder behoorlyk bedwang zoude weezen gebragt en Kunnen werden gehouden, maar ook op eene voldoende wyze zoude Kunnen tegengegaan werden, het ongeoorloofde gebruik het welk men anderzints dugten mogt van dezelve Drukkery te zullen Kunnen werden gemaakt.

Dat men voorts Haar Hoog Edelheedens zal informeeren, dat vermits den Præsenten Boekebinder der E Comp:ie Johan Christiaan Ritter alle de nodige vereischtens en bekwaamheeden Komt te bezitten, die tot het Letterzetten en verder handwerk van een Drukker worden gerequireert, en den Rade ter beloning van deszelfs betoonde Vigilantie en promptitude in de uitoeffening van de pligten van zyn bediening, hem bovendien gaarne /: zo wanneer zulks met het goedvinden en welbehagen van Haar Hoog Edelheedens mogte quadreeren :/ met de directie over dat werk als drukker gebeneficeert zoude zien; dierhalven zoude Kunnen werden volstaan met alleen uit Nederland dit heen te ontbieden de Pers, en verdere nodige ingredienten, om dadelyk een begin met het drukken zelve te maken.

Dat inmiddels van alle de Resp:ie Heeren Administrateurs, Chefs der onderschydene Departementen en Hoofden der Comptoiren zal worden gevordert, gelyk van dezelve gevordert werd by deezen, een exacte overziening te doen, van het Schryfwerk, het welk een yder van hun in den zynen concerneert, ten eijnde nagegaan hebbende wat daarvan als Overtollig ofte onnodig zouden Kunnen werden geretrancheert, van hunne bevinding in deezen ten Spoedigsten mogelyk op eene distincte en duijdelyke wijze te dienen van Berigt in geschrifte.

en Dat, terwyl men dees berichten zal inwachten, om ook nopens dit zoo evengemeld Poinct Heeren Commissarissen Generaal te dienen van ‘S Raads Consideratien, ondertusschen aan Haar HoogEdelheedens alverder in bedenking zal werden gegeeven of het, om de hiervoren gerepte Lyfeigenen der E: Comp:ie dewelke men tot Opperlieden by de metzelaars denkt te gebruiken te Spoediger bij den anderen te Kunnen Krijgen, zonder belet aan de overige noodzaakelyke werken toe te brengen, niet geraden zoude Zyn onvermindert de middelen dewelke Hoogstdezelve hiertoe op ‘t oog mogten hebben, dadelijk te doen intrekken alle zodanige Comp:s Slaven als zig nog, ingevolge een al oud gebruik, op de daartoe verleende Concessien door de Resp:ie Hoofdgebieders in dienst bevinden by zommige van de Leeden deezes Raads, by de Prædicanten en derzelver weduwen, zoo hier als in de buyten Districten, en by eenige mindere gequalificeerde Dienaaren! als bezeffende deezen Raade hoe zeer het zoude aanloopen teegens het gevoel het welk zy heeft van ‘S Maatschappy’s drukkende omstandigheeden en van haren Schuldigen pligt om alle mogelyke devoiren aan te wenden ten einde dezelve /: is t mogelyk :/ daaruit weederom op te beuren en te redden, ingevalle S’ in diergelyke omstandigheeden de besparing ook niet zogt in d’ opoffering van zodanige extra Vergunningen en avantages, als waarvan het genot wel beschouwd, alleen rust op misbruijken zonder door iets anders te kunnen gewettigd dan door ‘t voorbeeld van den een gestadig op den ander overgebragt, waarom dan ook de Heeren Leeden ten vollen bereijdvaardig ende genegen zyn ten voorbeelde van alle de voormelde verdere Bediendens die dit gemis zouden moeten en voor ‘t meerder deel ook gevoeglyk zouden Kunnen ondergaan; niet alleen blydelyk en met den eersten weder afstand van dit door transmissie verkreegen regt te doen, en mitsdien de by hun in dienst zijnde Slaven en Bandieten directe naar de Logie te zenden, maar ook in zelver voegen aftestaan het zoortgelyk privilegie, om onder de benaming van Pasgangers ter harer dispositie te mogen hebben en ofte meer by de Maatschappij bezoldigt werdende, en aan de Linie ofte elders bescheidene Comp:s Dienaaren - dan gemerkt deeze Europeesen in den Dienst van voorsz: Heeren Leeden des Raads, in meer dan een opzigt niet wel Kunnen werden ontbeerd, en den Rade vertrouwd, dat Heeren Commissarissen Generaal geene bedenking zullen dragen zoowel aan de Resp:e Hoofdgebieders in der tijd, als aan de verdere Regeerings leeden, de dispositie te laaten over een bepaald getal dien Lieden, mits het aanhouden derzelve maar niet tot bezwaar ofte nadeel van de Maatschappy kome te verstrekken zoo zal men de vryheid gebruiken Hoogstdezelve Eerbiedigst te verzoeken, dat het den Hoofd gebieder en verdere Leeden des Raads voorthaan moge gepermitteerd zyn inSteede der voorsz: Pasgangers uit ‘S Comp:s dienst eenige weinige Persoonen naar Haar Hoog Edelheedens goedvinden te bepalen, te mogen ligten, om dezelve vervolgens uit Hun Ed eijgenen Privé beursen te Salarieeren, en in diervoegen buyten bezwaar der E Comp:ie tot haaren Particulieren dienst te Employeeren.

Na dit een en ander ter verhandeling opgenomen, zijnde de hiervoren aangehaalde Tweede Missive van Heeren Commissarissen Generaal de dato 24:e deezer, zoo is daaruit Komen te ConSteeren.

Dat Heeren Commissarissen Generaal by het nagaan der directie en huyshouding in het Soldy Comptoir ten deezen Gouvernemente, hebben bevonden dat aldaar zyn dienstdoende Een Soldy Boekhouder, Een Soldy Overdrager, Een Eerste Suppoost en Sestien Adsistenten, daar alle welke bediendens, zoo de Guarnisoens als Scheeps Soldyen werden behandelt, de monsterrollen opgemaakt, de Grootboeken en Journalen der permanente Vaartuigen gehouden; en verder alles verrigt, wat de maandgelden en Reekeningen die Dienaren van deCompagnie concerneert.

Dat aan Haar HoogEdelheedens alverder is gebleeken, dat door de Successive vermeerdering der Dienaren in dit Gouvernement, de Zoldij Boeken tot een groote dikte zyn aangegroeijd, en dat terwijl het Soldijwerk niet behoorlyk verdeelt is, maar alles door een en dezelfde Personen door elkander behandelt werd, die door de bezigheeden, veroorzaakt door de alhier passeerende en repasseerende Scheepen gestadig van het dagelijks en huijshoudelyk werk worde afgetrokken, daardoor dikwerf abuijzen ontstaan

en Dat Hoogstdezelve zig voor Stellen, dat daartegen zal Kunnen werden voorzien en het Soldywerk op een beter en naauwkeurigen voet behandelt, mitsg:s een ijder voor het werk aan zijn opzigt toevertrouwd, aansprakelijk gehouden Kunnen werden, wanneer de Soldy-Boeken voortaan wierden ingerigt en gehouden naar het voorschrift het welk wel dezelve daarvan Komen te geeven.

En dewijl Haar Hoog Edelhedens deezen Raade daarby te gelyker tyd hebben gelieven aanteschrijven en te gelasten, om de voorsch:e reforme in’t Soldy Comptoir naar Hoogst derzelver evengemelde voorschrift dadelyk t’ introduceeren, en aan Hoogstdezelve voor te dragen de Personen welke den Rade zal vermeenen, dat ingevolge van dien tot vervulling der Posten van Hoofd en Visitateur der Soldyen, OnderKoopman en Hoofd van ‘t Hospitaals Comptoir OnderKoopman en Hoofd van ‘t Guarnisoens Comptoir en tot die van Overdrager op elk der Laatstgem: Comptoiren zouden Kunnen in consideratie Komen; alles egter in die veronderStelling, dat zig daartegens geene gewigtige bedenkingen zullen voordoen.

Zoo is, vermits den rade bij examinatie van ‘t geciteerd plan tot reforme van ‘t Soldy Comptoir door Heeren Commissarissen generaal gecomposeert, en ter introductie voorgeschreeven niets is voorgekomen dat eenige bedenking zoude Kunnen te weege brengen, neen maar integendeel het gemeld ontwerp haar is toegescheenen eene ongelyk beeter en regelmatiger behandeling van dit aangelegen gedeelte der Huyshouding te zullen opereeren en dat door middel van het zelve veel abuijzen en ongeregeldheeden, die thans plaats vinden zullen Kunnen geprævenieert worden, dan ook besloten dat voorthaan de Soldij Boeken op de volgende wijze zullen moeten worden gehouden, Namentlyk

Een Guarnisoens-Boek, waarby niet alleen de Reekeningen der Militairen en Arthilleristen, maar ook zelfs die der Politicque Dienaren en Zeevarende, ofte met een Woord van alle Persoonen op Vaste Posten en Plaatzen bescheiden moeten Cours houden

Een Hospitaals-Boek, waarby van alle impotente ten Hospitaale zig bevindende van de Scheepen verbleven, en aan de Linie dienstdoende Persoonen de Reekening is Loopende, en

Een Apart Groot-Boek, van de geligte en onder afgesch:r Gagie lopende Persoonen.

Dat wyders ten einde dit werk in behoorlijk ordre werde verrigt, de Soldij-Bediendens op de volgende wyze zullen worden verdeeld, als

Een Hoofd en Visitateur der Soldyen,

die tevens Curator ad Lites is, dewelke als Visitateur der Soldyen op beide de Comptoiren zal moeten dienst doen, en over dezelve het opzigt hebben, de Berichten der Regeering opmaaken, de zo uit Europa als Indien ontfangene Memorien beantwoorden, toezigt over het geheele Soldy werk houden, de Generaale monster en gequalificeerde Rollen voor Indien in gereedheid brengen laten, en voorts het werk de Depôts der Vreemde Regimenten concerneerende behandelen - en dat ter zijner adsistentie aan hem zal werden toegevoegd

Een Adsistent.

Op ‘t Guarnisoens Comptoir

Een Onderkoopman en Boekhouder, door wien het volgende zal moeten werden verrigt, als, het houden van een Stel principaale Guarnisoens-Boeken, bestaande in de Volgende

1 Journaal
1 Grootboek voor de Kamer Amsterdam
1 d:o d:o d:o d:o Zeeland
1 d:o d:o d:o d:o Delft
1 d:o d:o d:o d:o Rotterdam
1 d:o d:o d:o d:o Hoorn
1 d:o d:o d:o d:o Enchyzen
3 Copias Journalen
4 Copias Grootboeken van de Kameren Amsterdam, Delft, Rotterdam, Hoorn en Enchuijzen
3 Copias Grootboeken van de Kamer Zeeland ter Verzending na Europa en Indien
1 Journaal
1 Grootboek voor de Kamer Amsterdam
1 d:o d:o d:o d:o Zeeland
1 d:o d:o d:o d:o Delft
1 d:o d:o d:o d:o Rotterdam
1 d:o d:o d:o d:o Hoorn
1 d:o d:o d:o d:o Enchyzen
3 Copias Journalen
4 Copias Grootboeken van de Kameren Amsterdam, Delft, Rotterdam, Hoorn en Enchuijzen
3 Copias Grootboeken van de Kamer Zeeland ter Verzending na Europa en Indien

Het opmaken der Goede Maand Rollen

Het belasten der MonteringStukken

en voorts alles wat by het Guarnisoen werk mogte te passe Komen,

denwelken ter zyner adsistentie zal werden toegevoegd

Een Boekhouder of Overdrager die tevens Journalist is, en

4 Adsistenten

Op ‘t Hospitaals Comptoir

Een OnderKoopman en tevens Scheeps Soldy Boekhouder door wien het volgend Werk moet werden verrigt, als, het houden van een Stel Principale Grootboeken, als

1 Journaal
1 Grootboek voor de Kamer Amsterdam
1 d:o d:o d:o d:o Zeeland
1 d:o d:o d:o d:o Delft
1 d:o d:o d:o d:o Rotterdam
1 d:o d:o d:o d:o Hoorn
1 d:o d:o d:o d:o Enchuijzen
1 Journaal
1 Grootboek voor de Kamer Amsterdam
1 d:o d:o d:o d:o Zeeland
1 d:o d:o d:o d:o Delft
1 d:o d:o d:o d:o Rotterdam
1 d:o d:o d:o d:o Hoorn
1 d:o d:o d:o d:o Enchuijzen

als meede een gelyk Stel Journalen en Grootboeken van de Permanente Vaartuigen, en ter Verzending naar Europa en Indien

3 Copias Journalen
4 Copias Grootboeken van de Kameren Amsterdam, Delft, Rotterdam, Hoorn en Enchuyzen.
3 Van de Camer Zeeland
3 Copias Journalen
4 Copias Grootboeken van de Kameren Amsterdam, Delft, Rotterdam, Hoorn en Enchuyzen.
3 Van de Camer Zeeland

het opmaken en Copieeren der Monsterrollen van de uitkomende en thuysvarende Scheepen

het opmaken en uitschryven der Reekeningen der alhier verblyvende Persoonen.

het houden der Notitie van zodanige Reekeningen

Het uitschryven en afgeeven der Reekeningen van zondanige personen als uit het Hospitaal naar Vastbepaalde Posten gemonsterd worden

en Voorts alles wat ter behandeling der Scheeps en Hospitaals zoldyen mogte te passe Komen, aan denwelken ter adsistentie zal werden toegevoegd

Een Boekhouder of Overdrager en Journalist, en 7 Adsistenten.

Dat wyders tot de evengenoemde Posten (: als naar ingenomen advis van den Zoldy Boekhouder daartoe de geschikste geoordeelt zynde :/ aan Heeren Commissarissen generaal favorabel zullen werden voorgesteld, de navolgende Personen, te weeten

Tot Hoofd en Visitateur der Zoldyen mitsgaders Curator ad Lites

Den zoevengen: Præsenten Zoldy Boekhouder Clement Matthiesen

Tot Hoofd van ‘t Guarnisoens Comptoire

den tegenswoordigen Zoldy Overdrager Cornelis Cruijwagen

en tot overdrager op dat Comptoir

den Adsistent Andries Muller

Tot hoofd van ‘t Hospitaals Comptoire

den Boekhouder in ‘t Dispens Christiaan Fredrik German.

en tot Overdrager op dat Comptoir

den Adsistent Rudolf Sigfried Alleman

Zullende zoo wanneer het Haar Hoog Edelheedens gracieuselyk mogte behagen de evengenoemde aan Hoogstdezelve voor te draagene Personen tot voorsz: bedieningen te despicieeren d’ aanstellingen van geciteerde Matthiessen, Cruywagen en German tot Hoofd en Visitateur der Zoldyen, mitsgaders Hoofden der Guarnisoens en Soldy Comptoiren Resp:e als dan geschieden op de Instructien door Haar Hoog Edelheedens voor dezelve Bedieninge beraamd, en nevens Hoogstderzelver thans verhandeld werdende zeer g’eerbiedigde Letteren by deezen Rade ontfangen, en vervolgens met de introductie van’t Soldy werk na de hierboven beschreeven nieuwe inrigting, dadelyk een begin moet werden gemaakt, om waartoe dezelve aantestellene Chefs behoorlyk bekwamen, by deezen werd bepaald

Dat vermits de afschaffing van de Post van Winkelier navolgens de begeerte van Heeren Commissarissen Generaal, het Guarnisoens comptoir zal moeten worden geplaatst in de Winkel, terwijl het Hospitaals Comptoir zal blyven ten Plaatze van ‘t tegenswoordig Soldy Comptoir, en ten gebruike van ‘t Hoofd en Visitateur der Zoldyen blyven g’affecteerd de Kamer of het Vertrek, dat tegenswoordig door den Soldy Boekhouder word g’occupeert, door welke Schikking alle onkosten van Vertimmering als anderzints geheel zullen Kunnen werden gemenageerd.

Maar nadien d’ ongelukkige omstandigheeden waarin den actueelen Eersten Suppoost op’t Zoldy Comptoir Johannes Marthinus Wentzel zig met betrekking tot zijn gezondheid komt te bevinden, als zynde gekwelt met de Vallende ziekte, waardoor al zints een geruymen tyd buyten Staat is geraakt, zynen voorsch:r dienst naar behoren te Kunnen præsteeren, niet heeft toegelaaten hem WentzeL, hoe zeer anders billyke aansprake zoude hebben kunnen maaken op de Post van Hoofd van’t Hospitaals Comptoir tot die bediening by Heeren Commissarissen Generaal in aspect te brengen, dog den Raade egter gevoeld hoe hard het voor denzelven zoude moeten zyn wanneer thans na ‘t zeedert den Jare 1775, de Maatschappy met Yver en Vlyt tot Volkomen genoegen zijner gebiederen en Superieuren gediend te hebben, zonder in dien dienst iets te hebben Kunnen overgaaren zonder eenige Consideratie met desselfs ongelukkigen toestand en behoeftigheid te gebruiken van zyn voorsch:r Post werde verlaaten, heeft den Rade dierhalven met unanimiteit van Stemmen beslooten, deeze haare bedenkingen almeede met gepaste Eerbied te brengen onder ‘t Oog van Heeren Commissarissen Generaal en Hoogstdezelve daarby op ‘t humbelst te bidden terzaake voorsch:r omtrend gemelde Wentzel zodanig favorabel te disponeeren, als vermeenen zullen te behooren.

De reflectie van Heeren Commissarissen Generaal alverder gevallen zijnde op ‘t Stuk van ‘t ligten der Dienaaren der Compagnie, een oud gebruik door den alhier gepasseerden Gouverneur Generaal Van Imhoff in den Jaare 1743, zodanig ingerigt, dat wanneer ymand geligt werd, daaromtrend eene Speciale overeenkomst moet werden gemaakt, gelijk ook als nog werd geobserveerd; dan het Hoogstdezelve teffens zynde voorgekomen, dat er ten eene male ontbreeken, vaste bepalingen in hoeverre deeze ligting kan en mag plaats grypen, en of zulks mag g’accordeert worden, omtrend persoonen bekwaam tot den dienst der E Comp:e en hun verbonden tyd nog niet uitgediend hebbende, en dat ook de heilzaame bedingen in de voorsz: Overeenkomst voorKoomende, zeedert lange in onbruik zijn geraakt.

Dat de tyd de Leening daarby alleen voor een Jaar bepaald is, en na verloop van het zelve den geenen die een Schoolmeester ofte Knegt gelig heeft, om Prolongatie van nog een Jaar verzoeken moet, en hiermeede ‘S Jaarlyks continueeren, dan dat deeze zoo nodige bepaaling omme ten alle tyde te weeten, en verzeekert te zyn dat den huurling zig nog in weezen bevind, zeedert lange in onbruik is geraakt, en den geligten Jaarenlang zonder Vernieuwing blyft voortloopen, Ja dikwils van den eenen aan den anderen werd overgelaaten, waardoor veele abuijzen by de Zoldy boeken insluijpen en Haar HoogEdelheedens maar al te veel reeden vinden om te onderStellen, dat Persoonen by de Zoldy boeken in Leening continueeren die reeds overleeden ofte vermist zijn.

Dat zeedert deeze Colonie zoo merkelyk toegenoomen is, ook als van zelve daaruit is voortgevloeid, dat er zig hoe langer hoe meer Sollicitanten opdoen, om van de Compagnie met een geligte Persoon te worden g’adsisteert, en dat hoe zeeker het ook zij, dat de Comp:ie het Volk niet uitzend ten gebruike van Particulieren, maar voor haare eijgen dienst, Hoogstdezelve egter maar al te veel penetreeren, dat het niet wel mogelyk is, dit al oud gebruik afte schaffen, byzonder met opzigt tot de Slagters, na dien zoowel de gecontracteerde Comp:s Slagters als Particulieren niet inStaat zyn deeze Plaatz van Varsch Vleesch te voorzien wanneer de Compagnie hun niet met geligte Knegts adsisteert, uyt hoofde der moeijlijkheeden die daarmeede verzelt gaan, doordien de Veeboeren Twee a drie Maanden Landwaarts in woonen, en alzoo verscheidene Knegts vereischt worden om het Vee op te Koopen en af te haalen; waarby ook nog komt het gebrek aan Schoolmeesters ten platte Lande, welk gebrek Haar Hoog Edelheedens zeggen zig niet te mogen voorstellen dat door het aanleggen van Publicque Schoolen genoegzaam zal Kunnen verholpen worden; terwyl de Plaatzen ofte goederen der bewooneren wyd en zyd verspryd leggen, zoo dat d’ afstand van d’ eene Plaats tot d’ andere, dikwils een Uur en meerder differeert; en dat Schoon deeze ligting ofte Volkleening dierhalven niet wel geheel kan worden afgeschaft, het Hoogstdezelve egter nodig is voorgekomen dezelve onder meer naauwkeurig bepalingen te brengen.

Zoo is, vermits het Heeren Commissarissen Generaal om alle de voorsch:e reedenen noodig voorgekomen is, de voorsch:e Volksligtingen onder meer naauwKeurige bepalingen te doen brengen, en Haar Hoog Edelheedens daartoe eenige poincten hebben gelieven te arresteeren, en deezen Raade ter Stipte observance voor te Schryven, ingevolge van dien, dan ook geresolveert en Vastgesteld.

Voor Eerst, dat deeze Ligting of Volkleening voorthaan zoo min mogelyk zal werden toegestaan

ten Tweeden, dat niemand zal vermogen te worden geligt, zonder dat hy zyn verbonden tyd by de Compagnie hebben uitgediend, en daardoor aan zyn engagement voldaan; ten zij in enkelde gevallen en om zeer dringende reedenen zulx door deezen Raade noodzaakelyk werde geoordeelt

Ten derden, dat ingevalle om eenige dringende reedenen aan Ijmand, wiens verband nog niet g’expereerd is, Vergund werd in Leening te gaan, in dat geval aan de Comp:e boven en behalven de Schulden van zodanige te ligtene Persoonen een Somma van [.....] S voor deszelfs Transport en overvoer zal moeten werden betaald, om haar meede deswegens volkomen Schadeloos te Stellen.

ten Vierden, dat daar dikwerf met S Comp:s Scheepen Persoonen alhier aanlanden, die wegens Lichaams gebreeken tot den dienst der Maatschappy onbekwaam zyn en als zodanig naar Europa moeten terug gezonden werden, en ‘er onder dezulken zig zomtyds Sujetten bevinden, die tot Schoolmeesters ten Platten Lande Kunnen werden g’Employeerd, de ligting van zodanige Persoonen, mits van hunne voorsch:r Gebreeken voldoende blyken door een Certificaat van den Oppermeester van’t Hospitaal, vermogen te werden toegestaan op den zelfden Voet als van Lieden die hun verband hebben uitgediend.

Ten Vyfden, dat een yder Landman die van een Schoolmeester wenscht voorzien te zijn by zyn verzoek moet overleggen een Certificaat van den Landdrost of Predikant der Colonie waaronder hy Sorteerd, in houdende dat hy kinderen en geen Leermeester heeft, en zulks ten einde voor te Komen dat baatzugtige Lieden daarvan geen misbruik maken en onder den Naam van Schoolmeesters zomtyds een Snyder, Schoenmaker of ander Ambagtsman, zoeken te bekomen

ten Sesden, dat niemand zal vermoogen als Schoolmeester geligt te werden, ten zij hij bevorens door een der Prædikanten van de Hervormde Godsdienst alhier, g’examineerd zy, of hij ook LeerStellingen Koesterd die voor de Jeugd Schadelyk en nadeelig zouden Kunnen zijn en van deeze zyne Examinatie een bewys hebben geproduceert

ten Zeevenden, dat op een boete van Een Honderd Ryxd:s niemand zal vermogen een persoon op zijn Naam te ligten, en buijten præalabel Schriftelijk consent van den Hoofdgebieder aan een ander over te laaten, en nog veel minder op zyn Naam te laaten rondzwerven, en zyne eijgene neering dryven.

ten Agsten, dat een ijder aan sprakelyk zal zyn voor het vervoer en van den Persoon dien hy geligt heeft, en in Cas van Sterfte of absent raken, daarvan behoorlyk ten Zoldy-Comptoire moeten Kennisse geeven, en Jaarlyx verzoeken deeze Leening te vernieuwen op een Boete van 50 Rd:s in Cas van nalatigheid.

Van welk een en ander, met den Eersten by Publicatie aan alle ende een ijgelyk die daarby is geconcerneert de nodige advertentie zal worden gedaan tot desselfs informatie en narigt, waarenboven Extracten uit dit Besluit voor Zooverre de voorsch:e Ligting betreft, zal gesuppediteert werden aan de bediendens der resp:e departementen en Comptoiren ten einde een yder in den haaren de voorsch:r Poincten Stiptelyk t’ observeeren ende t’ agtervolgen; terwyl ook den fiscaal en de Resp:e Landdrosten zullen werden g’injungeert ende gelast gelyk dezelve g’injungeert ende gelast werden by deezen, aan het gestatueerde by de hierboven gem: 7 en 8 Articulen de hand te houden en de Contraventeurs by ontdekking te bekeuren in de daarby bepaalde boetens, ten einde dezelve boetens te Kunnen werden verdeelt ende genooten, in maniere als hierna zal werden beschreeven.

Dan nadien de behandeling van het hiervoren beschreeven point, rakende de noodzakelykheid om by continuatie door middel der voorsch:e Ligtingen de buijten Lieden van Schoolmeesters ter informatie hunner Kinderen te voorzien, S Raads aandagt heeft bepaald op de gebrekkige wijze van onderrigting dewelke de Kinderen dier buijtenlieden langs dien weg Komen te genieten, als Kunnende de geenen, van wien zy hunner Instructien in maniere Voorsch:e ontfangen moeten, veel al ter nauwer nood behoorlyk Leezen, weinige daarbij eenen Passabelen hand Schryven: en Schier geene zoo veel Reekenen, als die Kinderen nodig hebben te weeten, om zig groot geworden zijnde, daarvan in de directie hunner eigene affaires en gedoentens te Kunnen bedienen, gesweegen nog, dat de manier van leeven, dewelke de informateurs zig door de dagelykse Conversatie en ommegang met Lieden van Slegt gedrag en nog Slegter zeeden doorgaans hebben eijgen gemaakt gantsch niet kan Strekken om in hunne Kweekelingen te prenten die gronden van Soberheid en deugd dewelke anderzints, eenmaal wel gevestigd zouden kunnen dienen en daarop hun teydelyk zoo wel als eeuwig heil te vestigen, en het den Raade daarby na eene rijpe overweeging van zaaken niet zoo geheel buijten het bereik der pogingen die men in goeden ernst Zoude kunnen en willen aanwenden, toegescheenen is, ten Platten Lande op te rigten en te Vestigen Publicque Kostschoolen waarin men voor modicque betaling de Kinderen der Landlieden zoude Kunnen ontfangen, Sustenteeren en in de Eerste grondbeginselen van den Godsdienst, mitsg:s het leezen, Schryven en Cyfferen onderwijzen - Zoo is, om by deeze gelegendheid te beproeven hoe verre men zig hierinne door meede werking van Scholarchen van wiens yver om de Heerschende onkunde der Jeugd door goed onderwijs te doen Remplaceeren, deezen Rade bereids doorslaande blyken heeft mogen ondervinden, en van Prædikanten beneevens kerkenraaden mitsgaders Landdrosten en Heemraaden der Resp:e buyten districten eenig Succes zouden kunnen belooven, goedgevonden en dienvolgens beslooten, aan Scholarchen voormeld te demandeeren, gelyk aan denzelven gedemandeert werd by deezen, om by convenabele gelegendheid /: hoe Spoediger hoe liever egter :/ met Prædikanten der Resp:e buijten districten daartoe expresselyk aan deeze Hoofdplaatze in ‘S Raads naame te Convoceeren, in eene buijtengewoone bijeenkomste te overleggen en te beraamen de wyze hoedanig, ende middelen langs welke best, zoo by de Resp:e Drostdijen en Pastoryen te Stellenbosch , Zwellendam , Graaffe Rynet , in ‘t Zwartland , aan de PaerL , en in ‘t Land van Waveren , mitsgaders op zodanige andere plaatzen meer, als daartoe wel gesitueerd zullen werden bevonden, diergelyke Kostschoolen zullen Kunnen werden opgerigt en gevestigd, als meede van waar het fonds, het welk daartoe noodwendig zal worden gerequireerd, best by den anderen zoude weezen te brengen, zullende de Landdrosten en Heemraaden, en zoo ook Kerkenraaden in de buijten districten, des gerequireerd ende verzogt werdende, aan ‘t hiervoren genoemd gecombineerd Collegie van Scholarchen beneevens Predikanten der buijten kerken, gelyk hun zulks by deezen wel expresselyk werd g’ordonneert ende gelast, moeten Suppediteeren alle zodanige consideratien, Berigten en advyzen, als het noodzaakelyk zal werden geoordeelt ter zaake voorsch:e van hun te vorderen, en zal inmiddels ter bevordering deezer instituten voor dezelve gedestineerd zyn en aan dezelve geaffecteerd blyven de helft der Boetens waarin de geenen zullen Komen te vervallen, dewelke gelyk hiervorens is gezegd bevonden zullen werden te hebben aangegaan teegens de bepaalingen vastgesteld by de 7:e en 8 Articulen op het Stuk der Ligtingen van ‘S Comp:s Dienaaren beraamd, terwijl de wederhelft zal Komen ten profijte van de Maatschappy zelve.

Meer Hoogstged: Heeren Commissarissen Generaal ondertusschen alverder in agting genoomen hebbende - dat hoezeer by ‘t Stellen van Lieden in Burger vrydom ten deezen Gouvernemente uitdrukkelyk gereserveerd werd, om de in Vrydom gestelde “ten allen tyden, wanneer benodigt, of hun gedrag niet betamelyk weezen mogte, weederom voor hunne oude qualiteit en Gagie indienst te neemen en van hier te verzenden ” egter alhier een heerschend begrip onder de Ingezeetenen plaats heeft, als of van dat regt geen gebruik zoude Kunnen worden gemaakt, zonder dat zulks zoude involveeren eene hardigheid voor die geene omtrend welke het werd uitgeoeffent, en hoe ongegrond dit begrip ook zy, het egter præferabel is de aanleiding tot zodanige gevallen zoo veel mogelyk af te Snijden, en daardoor het voortbrengen van ingebeelde bezwaren waarmeede de Vergadering van 17:en wel eens deswegens is vermoeijelykt te præfenieeren.

En dat de Vergadering van 17:en ten allen tyde van begrip is geweest, dat men met het Stellen van Lieden in Burgervrijdom ten uitersten Spaarzaam behoord te zyn, gelyk overvloedig blykt uit de menigvuldige recommendatien van Hoogstgem: Vergadering daaromtrend van tyd tot tyd aan deezen Raade gedaan.

Met welke tot meer volledige executie van deeze met de belangen der Maatschappy en het nut deezer Colonie zoo zeer Strookende intentie, Haare HoogEdelheedens dan ook verklaaren goedgevonden te hebben te bepaalen, dat voorthaan geene Vrybrieven meer door deeze Regeering zullen mogen verleend worden zonder voorkennisse der Vergadering van Zeeventienen of van Hoogstdezelve Haar Hoog Edelheedens, geduurende hunner HoogEdelheedens aanweezen alhier maar dat wanneer men in byzondere gevallen zal vermeenen dat deeze of geene alhier in Burger Vrydom behoord te worden gesteld, den Raade verpligt zal zyn, daartoe aan Hoogstgemelde Vergadering voordragt te doen, met byvoeging der reedenen, welke by haar daartoe in Consideratie Koomen, blyvende niet te min aan deeze Regeering Vrij om in enkelde gevallen, en wanneer daartoe termen zyn, aan Dienaren van de Comp:ie te permitteeren, om alhier voor een tyd te verblijven onder afgeschreeven Gagie, als waardoor Haar Hoog Edelheedens considereeren, dat het genot der Burgerlyke voordeelen even zeer, als door het Stellen in Burger vrydom werd verzorgt, zonder onderheevig te zijn aan de hiervoren aangehaalde inconvenienten, wanneer men mogt goedvinden dezulke “weederom in dienst te neemen en van hier te overzenden”

Terwyl Hoogstdezelve op deeze gronden dan ook disponeeren op dat gedeelte der Missive deezes Raads van den 7 Septemb:r Jongstl: waarby dezelve aan HaarHoogEdelheedens Kennis heeft komen te geeven een aantal Persoonen welke zoo door de afschaffing van den ommeslag van ‘S Comp:s Stal als anderzints van Hunne bedieningen hebben moeten werden verlaaten, provisioneel onder afgeschreeven gagie te hebben gesteld, en de verdere beschikking omtrend deeze Lieden eerbiediglijk aan de verdere dispositie van Haar Hoog Edelheedens te hebben geremitteerd, betuigen de voorsch:r ‘S Raads verrigting te approbeeren, en uit Consideratie van de byzondere omStandigheeden deezer zaak, deeze Regeering te qualificeeren, om voorm: Persoonen breeder genoemd op de Lijst aan Haar Hoog Edelheedens nevens de voorgez: Missive toegezonden, verder onder afgesch:r Gagie alhier te laaten verblijven.

Zoo nogthans, dat, daar het getal der zig alhier op dien Voet bevindende Persoonen op zig zelven reeds zeer aanzienlyk daardoor nog aanmerkelijk zal accresseeren deezen Raade geduurig bedagt zal moeten weezen, op middelen, om hetzelve buijten bezwaar van de Comp:ie te verminderen, waartoe de verzending naar Indien van de zodanige die hun verband nog niet hebben uitgedient, of die zig op nieuw voor ‘S Comp:s dienst in India zouden willen engageeren, maar wel voornamentlyk en byzonder het ten uittersten Spaarzaam zyn in het toestaan van zodanige Verzoeken zal kunnen Strekken, waarvan ook Jaarlyks aan de Vergadering van 17:en door deezen Raade pertinent verslag zal moeten geschieden, met toezending eener Specificque Lyst der Persoonen in ‘t laatst verloopen Jaar onder afgeschreeven Gagie gesteld.

En dat, om te verhoeden, dat zodanige van Gage afgeSchreevene (: gelyk thans maar al te veel plaats heeft :/ op eene willekeurige wijze, in deeze Colonie rondzwerven, zodanig, dat ten laatsten van hun wedervaren zelfs bykans geen Spoor te vinden is, daaromtrend zodanige bepaalingen zullen moeten werden agtervolgd, als Haar Hoog Edelheedens op dit Stuk hebben gelieven te præscribeeren.

Zoo is verStaan, dat men hieromtrend meede in alles Stiptelyk zal agtervolgen en doen agtervolgen de zeer gerespecteerde beveelen van Heeren Commissarissen Generaal, en dat ten dien einde van de bovenStaande beide Laatste passages Extract zal worden ter handen gesteld aan de Heeren Leeden LeSuëur en Van Reede van Oudtshoorn, als gecommitteerd zynde omme met ende beneevens den Soldy-Boekhouder onder den 31:ste deezer de monstering over S Comp:s zig in dit Gouvernement bevindende geligte en onder afgesch:r Gagie gestelde Dienaren te doen, ten einde zig daarna te Kunnen reguleeren, gelyk ook een diergelyk Extract zal werden gesuppediteerd aan evengem: SoldyBoekhouder, met last aan denzelven zoo als hy Soldy Boekhouder gelast werd by deezen, Jaarlyks onder Ult:o Juny te formeeren en aan deeze Regeeringe over te leggen zodanige Specificque Lyst der Persoonen in ‘t laatst verlopen Jaar onder afgeschreeven gagie gesteld, als, gelyk hier even gezegt, Haar Hoog Edelheedens hebben gelieven te ordonneeren, dat Successivelyk zal moeten werden toegezonden aan de Illustre Vergadering van Zeeventienen; terwyl bovens dien voor ‘t vervolg zal zyn en blyven vastgesteld.

Voor Eerst, dat een iegelyk die verlangen zal onder afgeschreeven Gagie te werden gesteld, gehouden zal zyn zig daartoe aan deezen Raade bij Requeste te addresseeren en daaraan te annexeeren een Certificaat van zijn Superieur waaronder hy ‘t laatste gediend heeft, inhoudende den tyd hoelange de Compagnie gediend heeft en hoedanig zyn gehouden conduites zyn geweest ten einde nategaan of zulks eenige Consideratie by ons verdiend en of de reedenen welke hy bybrengd om den dienst van de Compagnie te verlaaten, voldoende zyn.

ten Tweeden, dat de onder afgeschreeven Gagie gestelde altyd op ‘t Rapport van den Officier ofte Baas, waaronder hy gesorteerd heeft, zal worden bekend gesteld in deezer voegen

N: N: onderStilstand van Gagie, woond by den Burger N N:

ten Derden, dat om den Officier ofte Baas hiertoe behoorlyk in Staat te Stellen, den van Gagie afgeschreeven verpligt zal zyn, zig alle maanden by denzelven aantemelden, en op te geeven waar hy woonagtig is en in Cas hy verre Landwaards in mogt woonen, zulks om de drie maanden Per Missive te moeten doen, en

ten Vierden, dat yder Jaar onder Ult:o Juny by het opmaken der generaale Monsterrol, en opgaave der Præsente dienstdoende Manschappen op elke Post, teffens zal moeten opgegeeven worden de onder afgeschreeven gage gestelde persoonen, met aanwyzing waar dezelve zich bevinden

De wijze van ‘t Plaatzen van Volk op SComp:s Scheepen en het monsteren derzelve, alverders den aandagt van Heeren Commissarissen Generaal tot zig getrokken hebbende, als Zijnde het ook voor de Stipte nakoming van de zoo uitdrukkelyke begeerte der Vergadering van Zeventienen tot Spoedige expeditie der Scheepen van het uitterst belang, dat dit Stuk met de meestmogelyke Ordre werde behandeld, en het Hoogstdezelve daaromtrend gebleeken Zijnde, dat ‘t plaatzen der Manschappen op ‘S Comp:s Scheepen in dit Gouvernement grotendeels aan den Soldy Boekhouder is gedemandeert, een gebruijk ‘t welk mogelyk in vroeger tyden toen de Comp:ie welk genoeg had en de Sterfte op Batavia minder was, voor de Comp:ie geene nadelige gevolgen Kan hebben gehad, maar het werk naar Haar Hoog Edelheedens oordeel thans, daar het Volkgebrek op Batavia zoo groot is en eene dubbelde oplettendheid alhier op de geduurige verzending van alle de bekwaame Manschappen ten uittersten noodzaakelyk gemaakt, veel dienstiger en nuttiger voor de Maatschappij, even als Zulks in andere Etablissementen der Maatschappij gebruikelyk is, aan den Equipagiemeester zoude kunnen opgedragen werden, om dat den Equipagiemeester de Charter en tuigagie der Scheepen Kennende, met nauwkeurigheid weet te beoordeelen met hoeveel Volk een ieder Schip de Rhyze Kan vervorderen, en hoeveel Manschappen in dringende gevallen (gelyk tegenswoordig :/ op de uitkomende Scheepen ter verzending Kunnen worden geplaatst, dat hy ook de waarde der Matroozen Kent, en dus in Staat is, om aan elke Bodem een gelyk getal van Roergangers, bevaren Matroozen en Jongens te geeven, en alzoo het Volk op den meest egualen Voet en ten meesten nutte over alle de Bodems te distribueeren van al ‘t Volk den Zoldy Boekhouder onkundig is, het welk hem aan misslagen blootsteld.

Dat de maniere waarop de monstering der Scheepen thans geschied, bestaat in dat door den Equipagiemeester aan den Hoofd Gebieder een Lystje werd gebragt, van zodanige Scheepen als binne 6 a 8 dagen Kunnen werden gemonsterd, waarop dan ook een monster briefje uitgeschreeven en door een Rapportganger rond gebragt werd, bij een yder die eenige Relatie daartoe heeft; dan dat het maar al te dikwils gebeurd, en de alhier heerschende zo:te winden er niet altyd de eenige of voorname oorzaaken van Zyn, dat d’ overheeden der Scheepen agterlyk blyken met hunne Bodems Klaar te maken, Water, Brandhoud en Randzoenen aan Boord te brengen, het welk dan veel al na de Monstering moet geschieden, en ten gevolge heeft, dat zomtijds personen naar de monstering zig als impotent opgeeven en als zodanig naar ‘t Hospitaal gezonden werden; dat dikwerf zig daaronder bevinden die alhier op de Scheepen geplaatst zijn en welkers Reekeningen zomtyds reeds ingeslooten en naar Batavia verzonden zyn; terwijl de verdiender alhier Verblyft; en dat naar de monstering der Scheepen Persoonen van hunne Officieren permissie obtineeren om na de Wal te gaan, terwyl het dikwerf gebeurd, dat naar het vertrek der Bodems Persoonen ten voorschijn Komen, die hunne Scheepen hebben laten zeilen, en dus wegens ontstentenis der Origineele belastrolle en verdere Scheeps Zoldy Papieren p:r looze Reekeningen by de Zoldy Boeken moeten ingenomen werden.

Waaromme Haar Hoog Edelheedens dan ook, onvermindert zodanige dispositie als waardoor Hoogstdezelve bereids efficacieuselyk er in hebben voorzien, dat van de zijde der Scheeps Overheeden geen aanleiding kan worden gegeeven tot het ophouden der Scheepen, met een gelyk oogmerk en ter bevordering van goede ordre, omtrend het Stuk der monstering deezen Rade eene vaste cijnocure voor ‘t vervolg hebben gelieven voorteschryven

Zoo is verStaan, dat om ook dit voorschrift van Heeren Commissarissen Generaal pligtschuldig te doen agtervolgen, van nu voortaan op’t Stuk der Monstering zal moeten werden geobserveerd de volgende Ordre, te weeten

Eerstelijk, dat den Equipagiemeester aan den Hoofdgebieder zal Kennisse geeven, wanneer buijten onvoorziene toevallen Schip of Scheepen Agt dagen daarna Kunnen worden gemonsterd

ten Tweeden, dat door den Hoofdgebieder aan de Chef der Comptoiren, ofte die geene die met de monstering in eenige connexie Staan, hiervan onmiddelijk zal werden kennisse gegeeven, welke als dan zullen moeten zorgen op den bepaalden tyd met hunne papieren in gereedheid te zijn

ten Derden, dat de Plaatzing van Volk voortaan aan den Equipagiemeester zullende weezen gedemandeert, dezelve verpligt zal zijn Agt dagen voor de monstering een Naamrol van zodanige personen als op Schip of Scheepen geplaatst zyn, aan den Zoldy Boekhouder te zenden, omme in tijds de monsterrollen en Reekeningen te Kunnen vereffenen en afsluijten en aan den Negotie Boekhouder op te geeven, het getal manschappen waarmeede Schip of Scheepen Staan te vertrekken, om daarna de Randsoen Lysten op te maken

ten Vierden, dat de tot de monstering geprojecteerde Scheepen, Water, Brandhout, Randzoenen en al het benodigde aan Boord hebbende en Zeilrhée leggende, den Equipagiemeester daarvan Rapport zal doen aan den Hoofd gebieder, die dan vervolgens aan gecommitteerdens uit den Rade van Justitie zal laaten aanzeggen Schip of Scheepen te monsteren

ten Vijfden, dat by deeze Monstering een yder zonder onderSchyd zal moeten præsent zyn, en na de monstering niemand meer van Boord na de Wal Zal vermogen te gaan, ten zy op bekomen Permissie van den Equipagiemeester, die dezelve niet zal vermogen te verlenen dan in Cas van volstrekte noodzakelykheid, en gehouden zyn daarvan terstond aan den Hoofdgebieder Rapport te doen; zullende wyders de Overheeden der Scheepen verandwoordelyk zijn voor zodanige Persoonen als van hunne Bodems agteruitblyven.

Door welke Inrigting veele ongeregeldheeden die thans by de monster Rollen en Reekeningen door het aan Land zenden en agter uit blyven van Volk plaats vinden, Zullende Kunnen voorgekomen werden, terwijl daardoor ook de Papieren en depeches der Scheepen op de Comptoiren in gereedheid kunnen gehouden, en buijten extra ordinaire voorvallen, eenige Uuren na de monstering aan de Overheeden afgegeeven werden, welke alsdan met d’ Eerste goede gelegendheid naar Zee Kunnen gaan, zal dezelve dan ook, gelyk geschied by deezen, aan alle ende een ijgelyk die tot het werk der monstering en de depeches der Scheepen eenige Relatie heeft ter Stipte observance en nakoming werden voorgeschreeven

Laatstelyk aan Heeren Commissarissen Generaal nog zijnde voorgekomen dat Comp:s Zeevarende alhier uit het Hospitaal als Reconvalescenten na de Linie verzonden, en aldaar directelyk onder de ordres van den Capitain der genie gebragt worden, en Haar Hoog Edelheedens dienvolgens vermeend hebbende nodig te weezen, dat tot onderhoud van goede Ordre ook voor dat bestier een Reglement werde geformeerd, waarinne onder anderen zoude verdienen in aanmerking te komen zodanige Poincten als Hoogstdezelve zig wel hebben gelieven te verledigen daartoe Articulatum by wel derzelver voorsz: zeer gevenereerde Letteren aan deezen Raade op te geeven, en allezints zijn Strekkende om aan Stonds met een opslag van’t Oog te kunnen werden ontwaard, Hoeveele Reconvalescenten er aan handen Zijn om op de uitkomende en Retourneerende Scheepen te Kunnen werden geplaatst, mitsgaders om ook by arrivement van Compagnies Bodems waarop men Manschappen zoude willen Embarqueeren aan de uitmonstering een prompte expeditie te geeven.

Zoo is verstaan van dees periode uit Haar HoogEdelheedens meermaals aangehaalde Missive van de 24 deezer een volledig extract te doen afgeeven aan Heeren Regenten van ‘t Hospitaal en de Linie endezelve daarby te verzoeken en te gelasten, gelijk haar E E:s verzogt ende gelast werden by deezen ten Spoedigsten mogelyk op den voorsz: by Heeren Commissarissen Generaal geordonneerden of zodanig anderen Voet, als ter berijking van het in deezen bedoeld Oogmerk meer geschikt Zullen vinden een Zodanig Reglement te concipieeren /: waarby ook in ‘t Oog zal moeten werden gehouden het maken van de nodige bepalingen op een evengelyke voet omtrend de reconvalescenten van ‘t Hospitaal en Baayfals :/ benevens een Instructie voor den Capitain Ingenieur onder wiens opzigt de Reconvalescenten gevoeglyk zullen kunnen blyven, terwyl hij teffens by voormelde Instructie zal kunnen werden gequalificeert om ook van den anderen Officier der Genie alhier beschyden ten dien opzigte zodanig nodig gebruik te maken als hy met voorkennisse van den Gouverneur of gezachhebber het meest dienstig zal oordeelen.

Zullende voorsch:e Reglement en Instructie ingekomen ende gearresteerd en d’ overige Poincten in dit aanSchryvens van Heeren Commissarissen Generaal vermeld in train gebragt en ter executie gelegd zijnde, als dan van de Plichtschuldige nakoming der Ordres van Haar Hoog Edelheedens aan Hoogstdezelve eerbiediglijk het gerequireerd verslag werden gedaan

Ondertusschen geprocedeert Zijnde tot de opening en Lecture eener Missive gesupperscribeert aan de Hooge Regeering over Cabo de Goede Hoop voor eenigen tyd, met ‘s Comp:s onder den Bundel particuliere Brieven alhier aangebragt en uit den inhoude van dien zijnde komen te blyken dat dezelve is Komende van den Heere J: L: Gregorij, Rezident van zijne Pruyzische Majesteit in Amsterdam , en dienende ten geleide eener andere Missive, mitsg:s daarby gehorende Citatie op zekeren zig thans als Schoolmeester te Zwellendam bij den Heemraad Stein bevindende Joachim Christoffel Schultze, door de Koninglyke Pruissische tot ‘t Oppergeregtshoff der oude Mark aangestelde Præsident, Directeur en Raden, Sub dato 26:ie April deezes Jaars uit Stendal aan deezen Rade gerigt, by dewelke het gezegde geregtshoff den Raade geneigdelyk verzoekt de voorsz: Citatie aan gem: Schultze gunstiglyk te willen doen insinueeren, en het antwoord daarop ten Spoedigsten mogelyk overzenden; Zoo is in Consideratie genoomen de vriendelyke instantien ter zake voorsz: aan deezen Raade gedaan, en hare gehoudenisse om daaraan te defereeren, goedgevonden en dien volgens beslooten de voorsz: Citatie aan den Rade van Justitie deezes Gouvernements te Suppediteeren, en dezelve de prompte exploictatie van dien onder toezending van Extract uit dit Besluit aan te beveelen; Zullende het antwoord op de gem: Citatie ingekomen zijnde, het zelve dadelyk door voorn: Rade van Justitie aan deeze Regeering moeten overgelegd werden ten einde bij de eerst voorkomende gelegendheid, dewelke zig daarna voordoen zal aan bovengemelde Heere Rezident Gregorij te kunnen werden toegeschikt

Vervolgens behaagde het den Heere Gezachhebber ter dispositie over te leggen een Vertoog door Commissarissen uit den Rade van Justitie op den 17:en der evenafgeweekene maand September ingediend, roulleerende hetzelve in maniere als volgd over diverse aangelegene Poincten, waaromtrend ‘S Raads voorzieninge gerequireerd en ook door Commissarissen voorn: verzogt werd.

Aan den WelEdele Achtb:Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber deezes Gouvernements benevens den E Achtb: Raad van Politie

‘WelEdele Achtbare Heer en E: E: Achtbare Heeren!’

‘Uit de Extract Resolutie in UWelEdele Achtb en E Achtb:r Vergadering op den 27: July J: L: genomen - is aan Commissarissen uit den Raad van Justitie Kennelijk geworden dat alle Commissien, welke op Commissarissen worden gedecerneerd, om ten overStaan van den ad interim fiscaal deezes Gouvernements, ter uitvoer te werden gebragt, voorthaan door den ad interim fiscaal zou blyven geobserveerd - doch by welke Extract Resolutie Commissarissen niet hebben mogen aantreffen, een bepaling hoedanig zich zouden hebben te gedragen by ‘t doen van voorschreeve Commissien of de Leeden die uit het Lichaam van Commissarissen worden gecommitteerd, zodanige Commissien ter executie te brengen zich zouden moeten verpligten by hem ad interim fiscaal te vervoegen, dan wel of het van de gehoudenisse van hem ad interim fiscaal zou zijn, zich by Commissarissen te begeeven. Omtrend welke poinct reets questi is ontstaan, by gelegendheid dat Commissarissen twee Leeden uit hun midden hadden gecommitteerd omme ingevolge den Last van Haar Hoog Edelheedens de Hoog Edele Heeren Commissarissen generaal toezicht te houden, dat door de Bakkers de Ingezeetenen van dit Flek behoorlijk van Brood werde voorzien - en dat Brood het bepaald gewicht komt te houden - by ‘t doen vanwelke Commissie, waarby den ad interim fiscaal noodzaakelyk moeste adsisteeren - Sustineerende hy ad interim fiscaal ofschoon Commissarissen daartoe van UWel Edele Agtb: en E Achtb: qualificatie hadden erlangd, dat een dergelyke Commisie, niet tot het departement van Commissarissen uit den Rade van Justitie, maar wel tot dat van den Raad van Justitie zelve gehoorde - en dus ook die Commissie desselvs beslag heeft doen erlangen, inzelver voegen, als of dezelve een Commissie uit den Raad van Justitie was - Weshalven Commissarissen dan om eens en vooral uit den weg te zien geruymd, de onaangenaamheeden die zoowel voor UWelEdele Achtb:e en E Achtb:s als voor Commissarissen zelve, geduurig daaruit moesten voort vloeien - de vrijheid neemen van Hoogstdezelve eerbiedig te verzoeken, met een nader ordre te mogen werden voorzien, waaraan Commissarissen uit den Raad van Justitie zich by zoortgelyke gevallen zullen hebben te houden.’

‘Commissarissen vinden zich wijders verplicht ter Kennisse van UWel Edele Achtb:s en E Achtb:r te moeten brengen de bezwaarnissen door den Pachter van de Nieuwe Wind-molen Johan Georg Siems aan Commissarissen ingebragt over het nadeel dat hem in zyn pacht word toegebragt door de Ingezeetenen in Baayfals woonagtig - die ingevolge de Pagt conditien van hem Pachter verplicht zijn - al het meel dat zy tot hun gebruik van noden hebben, by hem Pachter te moeten doen malen - of anders voor het zelfs malen, een bepaalde Somma gelds te betalen - daar des niettegenStaande aldaar niet alleen geen geringe quantiteit meel door die Ingezeetenen en andere Jaarlyks werdt geconsumeerd, maar daar en boven aan de aldaar aankomende zo S Comp:s als vreemde Naties Scheepen aanmerkelyke quantiteiten afgescheept en geleeverd worden - doch waarvan hy Pachter betuigde, dat er zedert den tyd dat de voorsch:e pacht heeft aanvaard, tot nu toe, nog geen enkelde mud koorn by hem ter malen is aangebragt, veel min eenig geld voor maalloon te hebben ontfangen - met verzoek dat Commissarissen voor hem bij UWelEdele Achtb:s en E: Achtb: wilde besolliciteeren, dat er een affictie van Bielletten mogte werden gedaan, waarby bovengem:d Ingezeetenen bleeven gewaarschouwd zich van zoortgelyke handelwijze zorgvuldig te menageeren - en dat voorthaan geen Meel, de Post Muijzenburg zou moogen passeeren, zonder alvorens een Licentie briefje of Lootje van hem pachter te vertoonen, ten einde hy Pachter daardoor inStaat mogte werden gesteld, voor het innen zijner Pachtpenn: behoorlyk te kunnen zorg dragen’

‘en Dewyl Commissarissen uit den Raad van Justitie, in overweging hebben genomen, het allezints billyk Verzoek van den Supp:t als wel voor namentlyk het nadeel dat absolute daaruit voor ‘S Colonies Cassa moet voortvloeien - Zo niet in tyds daarvoor zorge wierd gedragen. Zoo is ‘t dan ook Commissarissen van UWelEdele Achtb:e en E: Achtb:s onderdanig Solliciteeren aan’t gemeld verzoek des Supp:t goedgunstiglyk te willen defereeren en dienvolgens te permitteeren dat er Bielletten werden geaffigeerd - by dewelke de meermelde Ingezeetenen blijven g’ interdiceerd en verboden, verder in Kwaade voorneemens te continueeren, mitsgaders, dat voorthaan geen Meel meer de Post Muijzenburg zal mogen passeeren zonder alvorens een Licentiebriefje of Lootje aan den Supp:t te hebben vertoond’

‘En hebben Commissarissen nog laatstelyk de Eer UWel Edele Achtb: en E Achtb:s voor te Stellen de noodzakelykheid, die hun zijn te voren gekomen dat erby tijds werde gezorgd, dat er eenige houte buizen in voorraad aanhanden Koomen te zyn, ten einde in tyd van nood, daarvan gebruyk te Kunnen maken - dat wel is waar Commissarissen by UWel Edele Achtb:r en E Achtb:s hebben verzocht al de houte buizen, die zich by d E Comp:ie aanhanden Koomen te bevinden, voor inkoopsprys overteneemen, men echter niet weeten kan hoe ras die buizen zullen zyn verbruikt - en door welk gebrek de Ingezeetenen van dit Vlek in de uiterste verlegendheid zouden werden gebragt het benodigd en onontbeerlyk Drenkwater, het welk in dergelyke buizen van de Tafelberg na de Waterpompen werd afgeleid, te Kunnen bekomen’

‘En ten einde dit inconvenient voortekoomen, zo zyn Commissarissen te raade geworden, zich wenden tot UWelEdele Achtb:s en E Achtb:s met Humble Sollicitatie dat het hoogstdezelve mogte behagen voor Reekening van ‘S Colonies Cassa van Indias Hoofdplaatze te petitioneeren een aantal van Agt en Veertig zoortgelyke houte buizen, om zoo als gezegd is, in tyd van nood daarvan ‘t nodig gebruik te Kunnen maaken’

‘Commissarissen hebben overigens de Eer met verschuldigde Eerbied te Zyn’

‘(Onderstond)’

‘WelEdele Achtbaare Heer en E: E: Achtbaare Heeren, /: lager / UWer WelEdele Achtb: en E E Achtb:s Zeer onderdanige en Gehoorzame Dienaren ( Was geteekend :/ W: F: Van Reede Van Oudtshoorn, Joh:s Smuts, G: H: Meijer, S: v: Echten, R: J: van der Riet, H: J: de Wet A:m Fleck , /In margine / Cabo de Goede Hoop 17 Sept 1792’

Over welk Vertoog dienvolgens na dat yder der heeren Leeden by de rondleezinge van dat Stuk zig daartoe behoorlyk hadde Kunnen bekwaamen, met de vereischte attentie gebesoigneert zijnde is VerStaan

Dat om voor ‘t Vervolg weg te neemen alle zodanige interprætatien met opzigt tot ordres en beveelen dewelke van wegens deezen Raade aan Commissarissen uit den Raade van Justitie ter executie werden opgedragen, en waarby de præsentie van den fiscaal werd vereischt, als thans heeft plaats gehad, voorthaan wanneer Commissarissen ‘t zy by Missive dan wel by Extract Resolutie eenig aanschryvens van wegens deeze Regeering mogte ontfangen, waaruit het decerneeren eener Commissie uit hun midden, om ten overStaan van den fiscaal tot het uitvoeren van den ontfangenen Last te procedeeren, zoude moeten voortspruijten, aanvankelyk van het gem: aanschrijvens in hunne Vergaderinge behoorlijke Lectuure genomen, en daarop den Dag en Uur bepaald zal moeten werden wanneer de Gecommitteerdens van de Maand, ter volbrenging van het geen aan Commissarissen by zodanig aanschrijvens opgedragen zal mogen weezen zullen vaceeren

Dat vervolgens naar het Schijden der Vergadering, Præsident en Commissarissen door den Secretaris van ‘t Collegie aan den Secretaris van’t Collegie aan den fiscaal zullen moeten doen geeven visie van’t aanschryvens by hun ontfangen, voor zoo verre hy daarbij uit den aart der zaake mogte weezen geconcerneert, gelijk ook Kennis van ‘t Besluit om op den vastgestelden tyd tot het geen daarby is gedemandeert, te procedeeren

Dat zulks voorafgegaan Zijnde op den gepræfigeerde dag en Uur zoowel den fiscaal als de gecomitteerdens die de Commissie Staan te verrigten zig zullen moeten begeeven naar, en laaten vinden op de Justitieele Raadzaal, ten einde zig van daar, bediend en gevolgd door den Bode van Commissarissen te begeeven naar zodanige plaats ofte oord, als door hun moeten werden bezorgt

Dat de visite, inspectie, tauxatie ofte wat het anders weezen mogt, verrigt, en de commissie dus afgeloopen zynde Commissarissenalleendaarvan dadelijk bij monde Zullen moeten doen Rapport aan den Heere Præsident

Dog dat dezelve vervolgens hun Berigt inScriptis gebragt en gerigt zal moeten werden aan derzelver Committenten, welke Schriftelyk Rapport den fiscaal, als ten wiens overstaan de Commissie geschied is, inmargine zal moeten teekenen, om vervolgens in de eerstvolgende byeenkomst van Commissarissen overgelegd te worden

Als wanneer eyndelyk Commissarissen voorn: dit Rapport hunner gecommitteerdens aan zig behoudende, hetzelve zullen moeten converteeren in een Berigt van wegens het gezamentlyk Collegie aan deezen Rade te doen, om hetzelve hoe eer zoo liever, ten blyke dat aan de Commissie hun op gedragen, voldaan hebben, aan den Heere Gezachhebber of den Hoofdgebieder in der tyd over te leggen, by welk ‘t Collegies berigt dan ook zal moeten werden geinflueert, dat de uitvoering van de gedemandeerde Zaak is geschied in de Præsentie en ten overstaan van den Fiscaal voormeld

Dat voorts om in Zelver voegen voorzieninge te doen nopens de bezwaarnissen door den Pagter der Nieuwe Windmolen ingebragt, ter Zaake van het nadeel het welk hem door d’ Ingezeetenen der Baayfals in zyn pagt werd toegebragt by Publicatie en affixie van Billieten aan alle dezelve Ingezeetenen der Baayfals g’ïnterdiceert ende verboden zal werden voortaan eenig Meel aande aldaar aankomende zoo S Compag:s als Vreemde Naties Scheepen te leeveren, dan na daartoe aan den Heere Gezachhebber de nodige permissie verzogt en die g’obtineerd hebbende, daarvan aan Commissarissen van de Maand het verkreegen Licentie Briefje vertoond te hebben - dat ook niemand van hier ofte uit de buyten districten in’t vervolg eenig Meel naar geciteerde Baay zal mogen vervoeren, zonder een Licentie Briefje ofte Lootje van den Pagter der voorsz: Windmolen gevraagd en verkregen te hebben om hetzelve by het passeeren van de Post aan Muyzenburg aan den Wagthebbende Sergeant aldaar te kunnen overleveren, by poene, dat wanneer ymand op den afscheep van eenig Meel zonder daartoe invoegen voorsz: permissie verkreegen te hebben, agterhaald mogte werden, ofte dat ymand wierde ontdekt, die zonder van een Loodje des Molenaars gemunieerd te weezen, zoude mogen tragten eenig Meel de Post aan Muijzenburg ter Sluijk te doen passeeren, boven en behalven de confiscatie van al zulk Meel ten profijte van meerm: Molenaar, de contraventeurs bovendien nog zullen werden bekeurt in een boete van Een Hondert Ducatons te verdeelen in Drie gelijke deelen, waarvan de twee Eerste Zullen werden genoten door den Officier die de Calange zal doen en den aanbrenger, terwyl het laatste Derde deel zal werden gebragt ten voordeele der Burger Cassa - Zullende de voorsz: Ingezeetenen der Baayfals daarbeneevens werden geexhorteerd en aanbevolen zig voorthaan religieuselyk te Kwyten in de betaling van het Maalgeld, het welk zy gehouden zijn aan den zoo dikwils genoemden Molenaar der Nieuwe Wind Molen voor het Meel het welk zy by hun zelfs ofte by andere Particulieren hebben laten malen, te voldoen, almeede op de pœnaliteit van by contraventie en agter haling als fraudateurs te zullen werden gestraft; terwyl men den fiscaal voorn: wyders zal gelasten, gelyk denzelve gelast werd bij deezen zonder eenige conniventie ofte oogluiking te gebruiken aan dit g’arresteerde Stricte de hand te houden.

en Dat ondertusschen Laatstelyk ter voorkoming van ‘t Embarras waarin men zig notoir zoude moeten bevinden, Zo wanneer by Schielyk vereischt werdende reparatien aan de waterlydingen waarlangs het Water naar dit Vlek afgebragt werd, geene houte buijzen ofte pompen aan handen en in voorraad wierden gevonden by d Eerste occasie dewelke zig te præsenteeren staat, van Haar WelEdele Groot Achtb: de Heeren der Hoge Indiasche Regeering zal werden verzogt de herwaards zending van 48 Pomphouten voor Reekening der Colonies Kasse

Waarmeede overgegaan zynde tot de Lectuure van een tweede Schriftuur van Commissarissen uit den Rade van Justitie voormeld, gedateerd 8 October 1792 en behelzende gelyk uit het Stuk zelve hieronder g’insereerd nader blijkt, Bericht van ‘t geen door dat Collegie ter voldoening van ‘S Raads Resolutien van den 3 April, 8 en 22 May mitsg:s 7 Augustus daarbevoorens, met opzigt tot de inspectie en tauxatie van eenige in eigendom verzochte Landerijen is verrigt geworden

Aan den WelEd: Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber deezes Gouvernements, benevens den E Achtb: Raad van Politie

‘WelEdele Achtb:e Heer. en E: E: Achtbaare Heeren!’

‘UWelEdele Achtb: en E Achtb:s behaagd hebbende, bij de geëerde Besluiten, in Hoogst derzelver Vergadering genomen op den 3 April 8 en 22 May mitsg:s 7 Augustus deezes Jaars, Commissarissen uit den Rade van Justitie te qualificeeren, omme ingevolge de drie eertsgem: besluiten van Zeekere Strookje Lands, door Carel Benedict Smiekenbekker, den Burger Johan Jurgen Stadeler en den Brandmeester Johan Michiel Elzer, aan U WelEdele Agtb en E Achtb:s in eigendom verzocht, inspectie te neemen; teneinde wanneer bevonden mogte worden, dat d’ uitgave daarvan niemand konde benadeelen, als dan te tauxeeren hoeveel de Supp:ten repective daarvoor tot eene erkentenisse aan d E Comp:ie zouden behoren te betaalen. mitsg:s omme ingevolge het laatste gem: Besluit van zeekere Plaats door den Oud heemraad te Stellenbosch , Gerhardus Munnik in Leenings Eigendom overzocht, oogenschyn te neemen, omme UWel Edele Achtb: en Ed: Achtb:s vervolgens te berichten, of ‘er ook eenige bedenkingen teegens dies uitgaave zoude resideeren en zoo neen, teegens welke billyke erkentenisse boven de ordinaire Jaarlykse Recognitie van Rd: 24:- men de Cessie dier Plaats, dan ‘S Comp:s weegen aan gem: Munnik Zouden kunnen doen’

‘Zoo hebben Commissarissen, ten einde aan deeze geeerde beveelen te obtempereeren d’ Eere UWelEdele Achtb:s en E Achtb:s voor te dragen het volgend Rapport, door de Leeden die Gecommitteerd zyn geweest, de voorsz: ordres ter executie te brengen aan Commissarissen overgelegt - hierin bestaande’

‘dat Zy Gecommitt:s de door de drie eerstgem: Supp:tes verzogte Landerijen nauwkeurig hadden bezigtigd, en bevonden, dat dezelve ten niemands nadeele zouden Kunnen werden uitgegeeven - en uijt dien hoofde gezegde Landeryen in maniere als volgt getauxeert te weeten:-‘

‘dat van C: B: Smiekenbekker ter groote van 2 Morgen en 132 quad:t roeden, gel: b’oosten de Wind berg aan de Zwarte Rivier voor een Somma van Rd: 100:-‘

‘dat van J: J: Stadeler ter groote van 1 morgen en 10 quad:t roeden gelegen onder de Windberg voor Rd:s 80:3:-‘

‘d:o d:o T: M: Elzer, ter grote van 3 morgen en 10 qud:t roeden gelegen en tusschen de zogenaamde Grauwe heuvel en de Jakhals vallij by dezogen: Vlakte en de drie Heuvels , voor d:o 100:-‘

‘egter onder deeze bepalingen - dat voorsz: Smiekenbekker niet zou vermogen eenig meerderLand, ‘t zy in eigendom, dan wel in Erfpagt na de Kant van den Burger Serventyn en na die van de Wed:e VanSchoor te verzoeken, en de daarnevens lopende weegen vrij en onverhindert zou laten leggen. - mitsg:s dat den Brandmeester Elzer zich bepaaldelijk zou moeten houden, aan het tendien einde g’emaneerd Placaat, om namentlijk zorgte dragen van niet met deszelfs Vee te trekken na de Kant den Duijnen ten einde hetzelve aldaar te doen weiden - maar zig alleen zou moeten bepaalen ter plaatze alwaar dit zyn verzogt Land komt gelegen te zijn - en aan welke bepalingen de Supp:ten hadden betuigd zich Stiptelyk zullen gedragen’

‘Dat zy Gecommitt:s wijders nopens ‘t verzoek van den oud Heemraad Munnik, om een plaats in Leeningseigendom te mogen verkrijgen.- zich ten voorschreeve eijnde hadden begeeven ter plaatze alwaar gez: Plaats Kwam gelegen te zyn. en daar insgelijks hadden doen appoincteeren de daarby belang hebbende gebuuren, zynde den Capitain Lieutenant der Burgerije Johannes Stephanus Gousch en de Burgers Adriaan Louw Az: Hugo van Nieuwkerk, de Gemagtigde van Gerrit Hendrik Badenhorst en Marten Slabbert Jansz, de welke verScheenen Zynde, zy Gecommitt:s alstoen bovengemelde Munnik hadden doen aanwyzen, de Baaken van deeze door hem verzogt wordende Plaats, welke aanwyzing door hem Munnik geschied weezende met betuiging de groote daarvan als een ordinaire Plaats, Sestig Morgen te zijn, dog van dewelke de helft alleen bruikbaar was - Zij Gecommitt:s daarna evengeciteerde Buuren hadden gevraagd of zij ook door d’ uytgave van dezelve zouden kunnen werden benadeeld.’

‘Dat daarop door de evengem: gebuuren gezamentlyk is gedeclareerd geworden: dat de door ged: Munnik verzogte Plaats de eenigste uitdrift voor hun Vee Kwam te zyn, inzonderheid voor het Vee der Gebuuren van Nieuwkerk en Slabbert, als volstrekt geen ander dan dit Veld tot een uitdrift voor hun Vee overig hadden. Dat insgelijks evenged: Van Nieuwkerk en den Capitain Lieutenant Gousch genoodzaakt waaren, hunne Schapen ter wijding op dit veld te moeten zenden, doordien zy anderzints zich zouden moeten verpligten, ingevalle gez: Schaapen naar een ander Wydveld wierden verzonden, dezelve dagelyks door de Rivier te jaagen, en waardoor zy zig zouden zien blootgesteld, om nadien geen Schaap gestand is voor de geduurige Koude, den een na den andere voor hun oogen te zien verrekken - Dat almeede op dat Veld wijnig, of niet te wijden, en dus het weinige dat nog op het zelve was, niet Konden missen - Daarenboven zoo dit veld tot een Plaats aan hem Munnik wierd uitgegeeven, zij gebuuren als dan volgens al oude usantie in de Verplichting zouden werden gebragt, aan gem: Munnik afstand te doen van de helft hunner Wy-Veld, en waarvan zy betuigden niet het allerminste te Kunnen missen, dat buijten dien de distantien van hunne eigendomsplaatzen, zoo na aan deeze door hem Munnik verzochte Plaats Kwaamen gelegen te Zyn, dat hij Munnik niet meer als een quartier Uur nodig zou hebben om met deszelfs Vee op de hun toegemeeten en Eigendoms Landeryen te kunnen koomen - en dat eindelyk in den tyd wanneer de Buitenlieden hunne Wynen en Graanen naar de Kaap opryden, en wel met 50 Wagens aan de Klippe Klooff ende Kalbas Kraal komen uitteSpannen - voor de tot transport dier producten gebruikt wordende Beesten geen ander dan dit veld tot een doordrift overig is, vooral voor die geene die aan de Kalbasse Kraal komen uitteSpannen dewelke anders genoodzaakt zouden zijn hunne Beesten, in de Koornlanden van hun Gebuuren te moeten doen doordryven - en door welke aangehaalde motiven, zy Gebuuren gezamentlijk hadden te kennen gegeeven, door de uitgave van deezen Plaats aan ged: Munnik ten Sterksten te zouden werden benadeeld.’

‘Na al hetwelke zy Gecommitteerdens de dikwils gem: Gebuuren hadden doen opgeeven, de distantie die er was, tusschen deeze door Munnik verzogte en hunne Eigendoms-Plaatzen, en alsdoen hadden bevonden, dat van den Capitain Lieutenant Gousch de distantien was 40, van Louw 32, van Nieuwkerk 38, van Batenhorst 44 minuuten en van Slabbert Een Uur gaans’

‘Op alle welke voortgebragte den oud Heemraad Munnik hadde gerepliceerd: dat dit door hem verzocht Land, nog Gras nog water genoeg opgaf om het Vee der Gebuuren op hetzelve te Kunnen doen wijden en drenken - dat wel is waar, gebruijk zoude moeten maaken, van de helft der wijlanden van gez: Gebuuren doch zich niet kon bezeffen, waarom zulks door den eenen gebuur aan den anderen ook niet wierde gewygert, overzulks dit als een afgunst considereerde - en dat den Capit:n Lieutenant Gousch buyten dit wyland genoeg had, waarop deszelfs Vee konde doen wijden.’

‘Teegens welke bedenkingen de gezamentlyke Gebuuren inbragten, dat betreffende de door Munnik g’allegueerde reedenen, dat op deeze door hem verzogte plaats, noch gras nog water ter wijding en drenking van hun Vee genoeg was, betuigen moesten, dat voor eerst geen Water ter drenking van hun Vee van nooden hadden - Terwijl hetzelve op hunne eigendoms Plaatzen genoeg te bekomen was - en ten anderen, dat dit Veld Jong riet en andere Zoorten van Gras: hoe weinig ook opgaf, om tot voedzel voor hun Vee te Kunnen verstrekken, daarop zij toch anders zoo zij deezen uitdrift moesten missen - vooral in ‘t Winter Saisoen, derzelven Vee op Hunne Koornlanden zouden moeten wijden - waartegens meermalengem: Munnik niets wiste intebrengen’

‘Waarna zy Gecommitt:s hem Munnik hadden afgevraagd, de erkentenisse, die hij wel buijten de ordinaire Jaarlijkse Recognitie, voor deeze Plaats aan d E Compagnie zou willen voldoen - waarop denzelven had gedeclareerd eene Somma van Rd:s 1000:- doch tegens welke declaratie de gezamentlijke Gebuuren op ‘t instandigst hadden komen te verzoeken, voor hun by UWelEdele Achtb:e en E Achtb:s te imploreeren, om bij aldien deeze Plaats aan hem Munnik voor die Som mogten werden afgestaan, daartoe de naaste te mogen Zijn - bereid zijnde die Som aan d E Comp:ie te betalen met betuiging dat de noodzakelykheid hun hadde genooddrongen, deeze offerte te moeten doen, uit hoofde van het nadeel, dat hun zoude werden toegebragt, ingevalle deeze hun eenigste uitdrift aan een ander wierd afgestaan - en dat dit Verzoek wijders met geen ander Oogmerk geschiede, als om de Vrijheid van een uitdrift voor hun ende verdere buijten lieden te mogen genieten.’

‘en hebben Zy Gecommitt:s nog Laatstelyk aan Commissarissen betuigd, de door dikwilsgem: Munnik opgegeevene Som, voor de waarde van de door hem verzochte Plaats veels te hoog, en verre boven de waarde te hebben bevonden.’

‘Weshalven Commissarissen dan ook deeze questieuse zaak eerbiedig ter decisie aan UWelEdele Achtb:en E Achtb: overlaat, ten einde daarop zodanig te disponeeren als Hoogst dezelve geraden zullen oordeelen.’

‘Commissarissen Vertrouwen hiermeede aan de intentie van UWelEdele Achtb: en Ed Achtb:s te hebben voldaan en hebben d’ Eer met verschuldigde hoogachting te Zyn’

‘(onderstond /’

‘WelEdele Achtbaare Heer en E: E: Achtbaare Heeren (: Lager / U WelEdele Achtb: en Ed: Achtb: s zeer onderdanige en gehoorzaame Dienaren (: was get:/ W F: van Reede Van Oudtshoorn, Joh:s Smuts, G: H: Meyer, H: deWet R: J: V: D: Riet, A:m Fleck (: In margine:/ Cabo de Goede Hoop den 8 Octb:r 1792’

’(: daaronder :/ ten OverStaan van my, (:was geteekend, J: P: Deneys’

Zoo is, vermits uit dat Berigt als nu Komt te consteeren dat er zig teegens de uitgifte van zodanige portien ofte gedeeltens Lands als waarom verzoek is gedaan door Carel Benedict Smiekenbekker, de Burger Johan Jurgen Stadeler en den Brandmeester Johan Michiel Elser geen bedenkingen Koomen op te doen, dan ook als nu beslooten, den afstand van gemelde Landeryen ofte gedeeltens land, aan voorm: Persoonen t’ accordeeren voor de nagenoemde Sommen waarvoor Commissarissen voorn: dezelve hebben gepriseert te weeten.

Aan Carel Benedict Smiekenbekker Twee Morgen en Een Hondert Twee en dertig quadraat Roeden, geleegen beoosten de Windberg , aan de Zwarte Rivier voor Een Honderd Ryxdaalders

Aan Jan Jurgen Stadeler, Een Morgen en Tien quadraat Roeden onder evengem: Windberg gelegen, voor Tachtig Ryxdaalders, en

Aan Johan Michiel Elser drie morgen Netto gelegen tuschen de zogenoemde grauwe Heuvel ende Jakhals Vally by de zogenaamde Vlakte voor Een Hondert Ryxdaalders.

Onder deeze bepalingen egter dat voorsz: Smiekkenbekker niet zal vermogen eenig meerden Land, ‘t zy in eigendom, dan wel in erfpagt na den kant van den Burger Serventyn, of na die van de Wed:e van Schoor te verzoeken, en dat hij teffens de daarnevens lopende weegen, Vrij en onbelet zal moeten laaten leggen; mitsgaders, dat den Brandmeester Elzer zig bepaaldelijk zal moeten houden aan de Schikkingen by Placcaat van den 2 Decemb 1791 nopens de Weide gestatueerd, en mitsdien met deszelfs Vee niet zal vermogen te trekken na de kant der Duijnen, maar hetzelve alleen zal vermogen te doen dryven en grazen op en over het Veld, alwaar dit zijn verzogt Land komt gelegen te zijn.

Dan nadien met opzigt tot het Land, het welk den Oud Heemraad Gerhardus Hendrik Munnik in leenings Eigendom is Komen te verzoeken, door de daaromstreeks woonende Gebuuren zynde den Capitain Lieut: der Burgery Johannes Stephanus Gous, de Burgers Adriaan Louw Az, Hugo van Nieuwkerk en Marten Slabbert Jz, benevens de gemachtigdens van Gerrit Hendrik Batenhorst, gelyk uit het bovenstaande Berigt van Commissarissen breeder blykt, verSchydene bedenkingen geoppert en repræsentatien gedoen zyn geworden, dewelke Commissarissen hebben gemoveert de decisie of hetzelve Land voor de geoffereerde Somme van Een Duijzend Ryxd:s aan hem Munnik al dan niet zal kunnen en behoren uitgegeeven te worden, aan deezen Rade te remitteeren, zoo is geconsidereert het geopperde door voorn: Gebuuren teegens d’ uitgave van dat Land, uithoofde van het nadeel het welk hun daardoor zoude werden aangebragt, wel eenige reflexie meriteert, dog het niet minder waar is, dat zy niet billyk Kunnen prætendeeren te blyven gebruik maaken van een veldsbestek groot genoeg om daarop een Plaats van 60 morgen op zig zelven aanteleggen, geheel uit ‘S Comp:s Land bestaande, en waarvoor behalven de evengem: Somma van Een duijzend Rijxdaalders in eens te betaalen, door gem: Munnik aan de Maatschappy nog is geoffereert eene Jaarlijkse erkentenise van 24 Ryxd:s zonder d’ E Comp: ie diendwegen Schadeloos te houden, dierhalven dan ook beslooten, dat men in deezen de verzogte præferentie aan voorsz: Gous, Louw, van Nieuwkerk, Slabbert en de Gemachtigde van Badenhorst, wel zal accordeeren, gelyk hen die g’ accordeert werd bij deezen, mits zy gezamentlyk even als zulks door voorm: Munnik is aangeboden geworden, behalven de Jaarlykse Recognitie van 24 Ryxd:s voor den Eigendom van dat Land aan d E Comp:e betalen de aan gebodene erkentenisse van Een Duijzend Ryxd:s dog dat men hun teffens zal Stellen en bepalen den tyd van Twee maanden van dato deezes gereekend, binnen welke zy uitterlijk de laatstgem: Somma gehouden zullen zijn in ‘S Comp:s Cassa op te brengen, Zullende dit termyn verstreeken zynde zonder dat de dadelijke præstatie der betalinge intusschen is komen te geschieden, dezelve gebuuren de aan hun verleende praeferentie hebben verbeurt, en het voorsch:r Land als dan op de bovengem: Conditien aan de zoo dikwilsgemelde Munnik werden afgestaan, mits door hem directe ten minsten binnen het verloop van twee andere Maanden, de voldoening der erkentenisse van een Duyzend Ryxd:s en vervolgens Jaarlyks prompte die der Recognitie van Rd:s 24 : werde gepræsteerd.

Den Ad interim Fiscaal deezes Gouvernements M:r Jacob Pieter Deneijs, aan wien by Besluit van den 18 Septemb:r Laatstl: het onderzoek der Klagten door den Landdrost der Colonie Graaffe Rynet Maurits Herman Otto Woeke teegens den Secretaris van dat District Honoratus Christiaan David Maynier ingebragt, is gedemandeert, en die ter voldoening aan deezen Last daartoe ook dadelyk heeft tragten te procedeeren, dog by manquement aan de nodige bewyzen niet heeft Kunnen voortgaan, heeden diendweegen gepræsenteerd hebbende het volgend Vertoog

Aan den WelEdele Achtb:r Heere Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber van Cabo de Goede Hoop met de Ressorte van dien &: &: &: benevens den E Achtb:r Raad van Politie

‘WelEdele Achtb:e Heer en E: E: Achtbaare Heeren!’

‘De Ondergeteekende Koopman ten dienste der E Comp en Pro interim Fiscaal deezes Gouvernements Mr Jacob Pieter Deneijs, heeft de Eer UWelEdele Achtb en E E Achtb:s met alle verschuldigde Eerbied te vertoonen.’

‘Dat by zeer gevenereerd Raadsbesluit van de 18: September Laatstleeden in handen van den Rat: Off: Vert: gesteld zynde, zeekere klagtSchrift door den zich thans in Loco bevindende Landdrost der Colonie Gaaffe Reinet Morits Herman Otto Woeke teegen den Secretaris dier Colonie Honoratus Christiaan David Maijnier aan UWelEdele Achtbaare en E E Achtb: gepræsenteerd, beneevens een door den zelven Land-drost meede daarheen Strekkende Missive van Graaffe Reynet aan UWelEdele Achtb: en E E Achtb:s Subdato 10 Octb: anno proteriti geschreeven, hy Rat: Off: Verthoonder by examinatie dier beyde Stukken heeft bevonden, dat by dezelve niet het minste bewys is gevoegd, waaruit de voorsch:e Klachten zouden Kunnen worden gejustificeert, en dus geoordeelt, off en inhoe verre de Secretaris Maijnier aan de hem daaby ten laste gelegde feijten kan gereekent word en Confiabel te Zijn’

‘Dat den Rat: Off:o Vert:r over zulks om zoo schielijk mogelyk aan dit Besluit te voldoen en een begin met dat onderzoek te maken by zich heeft ontboden evengem: Landdrost Woeke en van hem afgevorderd zodanig Stukken en bewijzen als dienen konden om de beschuldigingen ten Lasten van de Secretaris Maynier met vrugt te onderzoeken, waarop waarop de ondergeteekende tot zyne overgroote verwondering tot antwoord heeft ontfangen, dat hy dien nog niet ingewonnen had, maar dat hij ten eersten zyn werk daarvan zoude maaken, om die machtig te worden, met deeze bijvoeging, dat die niet konden gepasseert worden voor gem: Secretaris Maynier, en dat ook zommige Verklaringen concerneerende die Affaire, door hem Woeke zelve moesten gegeeven en verleend worden.’

‘Reedenen waaromme de Rat: Off: Vert:r zich is wendende tot UWelEdele Achtb: en E E Achtb: ootmoedig imploreerende, dat het UWelEdeles Achtb:s behagen mach meergem: Landdrost Woeke te gelasten, om aan den onderget: ten Spoedigste te doen geworden alle zodanige Stukken en bewyzen, als tot bewijs van de tot laste van den Secretaris Maynier opgegeevene beschuldigingen zullen Kunnen Strekken, ten minsten en in alle gevallen om aan den Rat: Off: Vert:r Specificque opgaave te doen van alle Persoonen en zaaken welke hem in dit onderzoek van eenigen dienst zullen Kunnen Zijn, op dat hy daardoor in Staat mach gesteld worden, om aan UWelEdeles Achtbaares veel gevenereerde ordres behoorlyk te Kunnen voldoen.’

‘Gepræsenteert aan Cabo de Goede Hoop 23 Octb: 1792. Quo facto &:ra’

’/:was geteekend:/ J: P: Deneijs’

En uit dat Vertoog, om Lectuure en Resumptie, zynde gebleeken, dat dat belet hem Adinterim fiscaal werd toegebragt, door d’ echappades waarvan opged:e Landdrost Woeke in het probeeren der misdryven met dewelke hy den voorsch:r Secretaris Maynier heeft komen te betigten, zig bediend; Is dierhalven goedgevonden en Verstaan den gem:Landdrost Woeke navolgens het Verzoek van gemelde fiscaal te gelasten, zoo als denzelven expresselijk gelast werd by deezen, aan hem ad interim fiscaal ten Spoedigsten te doen geworden alle zodanige Stukken en bewyzen als ter betoging zullen Kunnen Strekken van de voorsz: teegens den Secret: Maynier opgegeevene beschudigingen teegens, ten minsten om in allen gevalle Specificque opgaave te doen van alle Persoonen en zaken welke hem Fiscaal in dit onderzoek van eenigen dienst zullen Kunnen zyn, ten einde zodanigen den zo dikwils geciteerden Fiscaal Deneys daardoor inStaat te Stellen zig van zijnen last behoorlyk te Kunnen Kwyten.

Intusschen is alverder ter Tafel gebragt en geleezen het Rapport hieronder ingelyfd, door zodanige Zee en ScheepsbouwKundigen aan den Heere Gezaghebber overgelegd, als daarby vermeld Staan en bij gelegendheid dat het Batavias RetourSchip de Catharina Johanna Thans in zoo verre ontlost komt te zyn, dat de Staat dier Kiel nader nagegaan heeft kunnen werden, op expresse last van welopgemelde Heere Gezaghebber eene naauwkeurige examinatie der gebreeken dewelke zig aan gemelde Bodem Komen te bevinden hebben gedaan

Aan den WelEdelen Achtb:r Heere Johannes Isaac Rhenius Opperkoopman en Gezaghebber van van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a

‘WelEdele Achtbaare Heer!’

‘De Captains ter Zee Willem Udemans Junior Jan Arnold Voltelen, Nicolaas Acker, Anthony Francois Steffers en Klaas Keuken mitsg:s de Capitain Lieutenants Frans Moser en Ary Smitskam, door UWelEdele Achtb:e expres gecomitteerd Zynde, omme doordien ‘t Schip de Vrouwe Catharina Johanna thans in zoo verre ontbloot komt te zijn, dat de Staat van dien Bodem kan worden nagegaan, geadsisteerd met den Baas der Scheepstimmerlieden Myndert Van Eyk zich na Boord van dat Schip te begeeven, en aldaar ten overstaan van den Equipagiemeester deezes Gouvernements Cornelis Cornelisz: in’t byweezen van den provisioneel daarop geplaatsten Jan Drewes en alle de overige Officieren, met alle mogelyke naauwkeurigheid te examineeren zoo wel de Schaadens welke zig aan dien Bodem komen te bevinden, als ook of dezelve zouden kunnen werden gerepareerd, dat meerm: Bodem inStaat zoude Kunnen werden gesteld de Reyze van hier naar Nederland te onderneemen.’

‘In opvolging van opgem: zeer gerespecteerde ordres hebben de Ondergeteekendens zich op den 16 deezer loopende maand October naar Boord begeeven, maar konden toen geen naauwKeurige examinatie doen alvoren de Spykerhuijd afgeslagen was, en eenige enden Planken van de Berghouten in de Boeg uitgekapt waaren, waartoe d’ Equipagiemeester aan UWelEdele Achtb:s eerst permissie zoude Vragen. - hiertoe Permissie bekomen hebbende, en na dat men verScheide Openingen in de Boeg gemaakt hadt en de Spijkerhuyd voor een gedeelte afgesloopt was, hebbende ondergetek:s zich opheeden den 19 October by indispositie van Capitain Udemans weederom naar Boord begeeven en bevonden’

‘De meeste houten in de Boeg vervuurd en vergaan zoo dat daar nog Speijkers nog Bouten vastigheid in konde Krijgen, en by ‘t Slingeren van ‘t Schip de Berghouten in de Boeg, zoo ook de Kluijshouten heen en weeder Schuijfden, dat meede by Visitatie in het ruym voor in de Boeg aan Stuurboord zijde een Stuk dat zeer Slegt en verrot was, als ook verschyden zo banden voor in de Boeg als Balken in’t Ruijm met ‘t Slingeren van het Schip veel Speeling hadden; Vervolgens boorde men ‘t Schip in de Voorsteeven en bevonden dezelve vervuurd, als ook in’t Ruijm geboord en meest alle de houten waaren Vervuurd en verrot, ook waaren 14 Knien, zoo de nebben als in de halsen afgebrooken en 5 Balken Stukkend.’

‘De onderget:e zijn uit hoofde van hunner bevinding by deeze examinatie van Concept, dat deeze Bodem niet zodanig, en wel voornamentlyk alhier zal Kunnen worden gerepareerd dat met Securiteit in dezelve zal Kunnen eenige goederen belaaden en verzonden worden, dewyl tot zelfs de inhouten zoo verrot en vergaan Zijn, dat men ‘er geen vastigheid in vinden kan om als voorgemeld is, Spijkers en Bouten in te Slaan, waardoor alle reparatie aan dat Schip voor niet zoude zyn.’

‘De onderget: verhoopen hiermeede aan UWelEd: Achtb: Zeer g’ eerde Ordres voldaan te hebben, en laaten deezen dienen voor Plichtschuldig Rapport’

’(:Ondertsond/’

‘Cabo de Goede Hoop den 19 Octb:r 1792 ten mijnen Overstaan was geteekend C: Cornelisz M:r Van Eyk In onzer præsentie J: Drewes, A: Heksteeden, V March, F: Vonk, J:n Drillinger, C: Kusseler Laus Muggenborg Als Gecommitt:s J A: VoLtelen, N: Acker, A: J: Steffers, Klaas Keuken, Francois Moser, A: Smitskam’

Omtrend welk Rapport evenged: Heere Gezachhebber hebbende gelieven te kennen te geeven, dat Zyn Ed: hetzelve aan Heeren Commissarissen Generaal gecommuniceerd hebbende, Hoogst dezelve daarop hadden goedgevonden t’ ordonneeren, dat overmits de importante defecten dewelke zig aan dat Schip hebben voorgedaan alhier niet in diervoegen Kunnen werden gerepareert dat men hetzelve met Securiteit de verdere Ryze naar Nederland zal Kunnen laaten voortzetten, mits dien dadelyk een exacte Inventaris zoude moeten geformeert werden van al het geen in en aan het Schip is en tot dies toerusting behoort, ten einde het zelve vervolgens aan Wal te laten brengen, en in de maguazynen der E Comp:e inneemen, om naderhand de Casque ter Slooping te kunnen werden verkogt, terwijl intusschen de goederen der Lading in de meede aanweezende Scheepjes Gouda en de Castor getransporteerd en daarinne derwijze gestuuwd zoude moeten werden, dat in Cas Haar HoogEdelheedens zulks mogten goedvinden te ordonneeren, die Kieltjes als dan daarmeede ter Stond zouden kunnen Rijsvorderen, zoo is om dadelyk te doen effectueeren het geen Heeren Commissarissen Generaal in deezen hebben gelieven te gelasten, Verstaan, tot de Voorschreeve Inventarisatie te benoemen en te committeeren, Zoo als benoemd en gecommitteerd werden by deezen den Equipagiemeester deezes Gouvernements Cornelis Cornelisz beneevens de Capitains ter Zee Jan Arnoudt Voltelen en Nicolaas Acker en den Baas der Scheepstimmerlieden Myndert van Eijk; terwijl het lossen der Lading waarmeede ingevolge order van wel opged: Heeren Commissarissen Generaal bereids voor eenigen tyd een begin gemaakt is, en het verder overbrengen van dezelve in de Castor en Gouda , welke Bodems om de voorsz: Lading en ook die van de drie Gebroeders in ordre te Kunnen inneemen, behoorlijk geballast en geapproprieert zijn, opgedragen en gedemandeert zal blyven aan d’ ordinaire Gecommitteerdens, zoo nogthans dat zoowel de opschrijving en Inventarisatie der Goederen tot de toerusting gehoorende, als de ontlossing, van die der Lading zal moeten geSchieden ten overstaan der Overheeden dier Kiel gelyk daarvan zal moeten blijken op de Rapporten door voorsch:r Zeekundige Commissie en evengen: ordinaire Gecommitt:s van hunne verrigtingen, nadat die derzelver beslag erlangd zullen hebben in te dienen, zullende die evengeciteerde opschryving mitsg:s ont-en-Overscheeping der Scheeps en Equipagie goederen, benevens de goederen der Lading in voegen voorsz: geeffectueerd zijnde, als dan nader over de Casque van den zoo dikwilsgem: Bodem de Catharina Johanna werden gedisponeert.

Maar nadien uit een ander Rapport van Expresse Gecomitteerdens door meer welmelde Heere Gezachhebber benoemd, om naauwkeurig op te neemen en te visiteeren alle zodanige defecten als waarmeede het insgelyks van Batavia retourneerend Schip Macasser uit de Saldanhabaay ter deezer Rheede verscheenen is en 17:de deezer ingekomen, en Luidende als volgd

Aan den WelEdelen Achtb Heere Johannes Isaac Rhenius Opperkoopman en Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a

‘WelEdele Achtbaare Heer!’

‘UWelEdele Achtbaare aan de Ondergeteekende Capitains ter zee Christiaan Van Veerden en Jan Arnold VoLtelen hebbende gelieven terhand te laaten Stellen Copia Authentique van een Rapport gedaan door de Scheeps Overheeden van’t onlangs uit de Saldanhabaay alhier g’arriveerd S E Comp:s retour Schip Macasser , behelsende eene opgave van alle zodanige gebreeken, dewelke zich aan dien Bodem komen te bevinden, en hen teffens te Committeeren, omme g’adsisteerd met den Baas der Scheeps Timmerlieden Mijndert van Eijk zich na Boord van dat Schip te begeeven, ten einde aldaar ten overstaan van den Equipagiemeester deezes Gouvernements Cornelis Cornelisz in ‘t bijweezen van den Capit: dier Bodem Klaas Keuken naauwkeurig nategaan, wat zoude dienen aangewend en bewerkstelligd te worden om alle desselfs gebreeken behoorlijk te Kunnen repareeren, en dus ‘t gemeld Schip in Staat te Stellen zijne verdere Rhyze met gerustheid te Kunnen onderneemen.’

‘In opvolging van deeze ordres hebben de ondergeteek:s zich naar Boord van opgem: Bodem begeeven en bevonden’

‘Eenige Planken van de dubbelhuid af’

‘De Putting Ijzer van ‘t agterste hoofd touw van het Fokke wand aan Bakboord zijde Stukkend’

‘Twee Bouten van de Zy Pardoens aan Stukken’

‘de Regelings aan Bakboord in de Kuil aanStukken’

‘het gangspil ten meeste gedeelte verrot’

‘de Fokke Mast langs gescheurd’

‘de fokke Raa verrot enten eenemaal onbekwaam’

‘de Groote Raa gebrooken’

‘het groote Ezelshoofd verrot en Stukkend’

‘de Kraag van’t fokke Staag aan Stukken’

‘het tweede hoofdtouw van ‘t fokke Wand aanbakboord Stukkend, en over ‘t geheele Wand op verscheide plaatzen Gaarens gesprongen’

‘de Voor Pardoens aan Stukken en de ander Slegt’

‘de Kraag van ‘t groote en loose Staag Stukkend’

‘het agterste hoofdtouw van ‘t groot Wand aan Bakboord een Streng Stukkend en op verscheide plaatzen garens gespronge mitsg:s de Zeilen volgens verklaringen der Scheeps Overheeden gedeeltelyk weggewaaijd, Stukken geslagen en voor lapdoek verbruijkt, en gedeeltelyk versleeten en Stukkend’

‘Deeze gebreeken door de ondergeteekendens opgenoomen en conform de Opgaave der Scheeps Overheeden bevonden zijnde, hebben zy de Eere UWelEdele Achtb: te berichten dat ‘t Schip Macasser overzulks diend te werden voorzien van’

‘Eenige Planken in de Dubbelhuijd’

‘Een nieuwe putting Yzer van ‘t agterste Hoofdtouw’

‘Twee Bouten van de Zeij Pardoens’

‘De Regelings aan Bakboord moeten voorzien worden’

‘het GangSpil dat groote reparatie Vereischt, zal moeten /:nadien er geen’

‘hout aan handen is, dat tot ‘t maaken van een nieuw kan dienen:/ op ‘t best mogelijkst wijze worden gerepareerd.’

‘Een Wang diend op de Fokke Mast te werden gelegd’

‘Een Nieuwe Fokke Raa’

‘Een d:o Groote Raa’

‘Een d:o Ezelshoofd’

‘Een d:o Kraag van ‘t fokke Staag’

‘EenSpan d:o Hoofdtouw van ‘t fokke wand’

‘Nieuwe groote Pardoens’

‘Een kraag van ‘t groote & Loose Staag’

‘Een Span Nieuwe Hoofdtouw van ‘t groote Wand’

‘Een Nieuw Groot zeil’

‘Een d:o d:o Bezaan en’

‘de Overige Zeilen te werden versteld’

‘En nog bovendien’

‘Een Nieuw Roerpen in Steede van een gebrooken Volgens Verklaaring’

‘Twee Leijzijls Spieren, volgens Verklaring’

‘Een Voorbram raa d:o d:o’

‘Een d:o d:o Steng, welke egter kan gerepareerd worden, met een nieuwe Top op dezelve te zetten.’

‘Terwijl ‘t Schip overigens van buiten en binnen dient gecalvaat te werden, en de Lekkagien gestopt, de Lyfnaaden voorsien, en ‘t nodige gerepareerd.’

‘Kunnende de Boegspriet met de daarop gelegde wang nog dienen.’

‘Maar door dien d’ onderget:s veel van het loopend Touwwerk stukkend hebben bevonden, en ‘t van Batavia te waarloo meedegegeeven touwwerk, bestaande in zes Yser trossen en zeeven Wieltrossen, toen ‘t Schip op ‘t riff met storm is gedreeven van den 24 Juny tot den 23 Augustus dat in de Saldanhabaaij is g’ arriveerd, op een Yzer-en-Een Wieltros /: die egter beijde aangesneeden waaren:/ is verbruikt om dat genoodzaakt is geweest, in te scheeren tot benodigthedens en voor woelings van de rondhouten te gebruiken; Zoo komt ‘t hen voor, dit Schip dient gesuppleerd te werden tot toetuiging, met’

‘Twee Yzer Trossen van 8 p:r voor groote en fokke brassen’

‘Twee d:o d:o d:o 6 d:o d:o Voormz: Brassen’

‘Twee d:o d:o voor Marsz: Toppenants, voortoppenants en rifftalie Schinkels.’

‘Vier à Vijf Wieltrossen voor Gordings voor de onderzylen en Marszijls.’

‘De onderget: verhoopen hiermeede aan UWelEd: Achtb: zeer g’eerde intentie voldaan te hebben en Laaten deesen dienen voor plichtschuldig rapport.’

’/: onderstond :/’

‘Cabo de Goed Hoop den 17 October 1792. Ten mynen overstaan /: was getekend:/ C: Corneilsz: Mij Praesent /: was getek:d :/ Klaas Keuken. Als Gecommitteerdens /: was getekend :/ C: V: Veerden J: A: Voltelen M: V: Eijk.’

komt te blyken dat dien Bodem wel meede aan zeer importante Gebreeken is Laboreerende, dan dat dezelve gebreeken verholpen zijnde, zo en in diervoegen, als bij dat Rapport specifique en distincte werd opgegeeven, ‘t zelve Schip als dan wederom zal kunnen zee bouwen;

Is dierhalven goedgevonden en dien volgens beslooten den meermaals genoemden Equipagemeester te qualificeeren om de reparatie van ‘t geciteerd Schip Macasser , met den eersten te doen onder handen neemen, en daartoe t’ emploijeeren en te verstrekken, alle zodanige articulen als de voorsz: Gecommitt:s die de visitatie gedaan hebben, hebben bevonden daartoe onvermijdelyk te werden gerequireerd.

Wijders is geleezen den Requeste van Francois Rigault en Sevene Capitain en Super Carga resp:e van ‘t ter rheede leggend frans partiCuLier Schip L’ Olijmpe , tendeerende, omme te mogen obtineeren permissie tot ‘t verkoopen van eenige Europise Goederen door dezelve met gem: hunnen Bodem uit Frankryk alhier aangebragt, en bij voorsz: Requeste breeder omschreeven en daarvoor wederom in betalinge t’ exporteeren zodanige Landsproducten, als waarvan den uitvoer niet is verbooden, benevens nog bovensdien een quantiteit van Tagtig duizend Ponden ofte 445 mudden Tarw, dewelke zoude moeten dienen, om daarmeede te remplaceeren ‘t gewigt der tot ballasting van meergeciteerde hunnen Bodem zig in dezelve bevindende Smeekoolen.

Waarover gedelibereerd en in consideratie genomen zynde, dat in ‘t praesente gebrek aan verscheidene onontbeerlyke Europische behoeftens, Zo tot den Landbouw, als tot de handwerken vereischt werdende geene bedenkingen kan resideeren tegens d’ importatie van dusdanige artikelen, dog dat ‘t daar en tegen van ‘t uitterst aanbelang is, Sorgvuldiglyk tegen te gaan en te beletten, den invoer van die dingen, welke alleen zouden Strekken tot verdere voeding en aankweeking eener Luxe en weelde, welk dit land tot op den oever van haar bederf heeft gebragt.

Is dierhalven nadat den Heer Gezaghebber daarop hadde ingenoomen ‘t goedvinden en welbehaagen van Heeren Commissarissen Generaal, verstaan aan op gem: Capitain en SuperCarga Rigault en Sevene toe te staan en te permitteeren, gelyk hun toegestaan en gepermitteerd word bij deesen van de bij hun voorsz: Request opgegeevene Artikelen ten verkoop alhier aan Land te mogen Schepen, de navolgende, te weeten

en in betaling dezelve wederom te mogen inslaan en naar boord vervoeren de ondergenoemde Producten deezes Lands; als

Terwijl daar en tegen, wat betreft het verzoek ter exportatie der bovengem: 445 Mudden ofte 80‘000 lb Tarw, het zelve uit hoofde van ‘t reëel gebrek waarïn men als nog aan dat product is verseerende, mitsg:s om verscheide andere daartegen militeerende bedenkingen, zo als geschied by deesen, werd geweesen van de hand.

En zal van dit een en ander bij Extract werden kennis gegeeven aan den ad interim fiscaal tot deszelfs informatie en narigt.

Laatstelijk is geproduCeert ‘t hierna geïnsereerd Berigt door den ad interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs ingevolge ende ter voldoening aan ‘t besluit deezer Tafel van den 28 der even afgeweekene maand September ingediend

Aan den WelEdele Achtbaare Heere! Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien & & & mitsgaders den E: Achtbaaren Raad van Politie.

‘Wel Edele Achtb: Heer! en Edele Achtb: Heeren!’

‘UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb: bij zeer g’eerd besluit van den 28 Sept: L:L: hebbende goedgevonden den onderget: pro interim fiscaal dezes Gouvernements te gelasten, om aan Boord van het alhier ter rheede leggend fluijt Schip Catharina Johanna , de naauwkeurigste recherches te doen naar den diefstal, praesumptief op dien Bodem gepleegd van 58 p:s Supra fijne Palleacatse Neusdoeken, denwelke uit een Pak genommert 240, waarin hondert Stukken behoorden te zijn, bij de ontlossing vermist zijn geworden, zo heeft de needrige Teekenaar op den 30 Septemb:r ofte daags na ‘t ontfangen der voorsz: g’eerde resolutie binnen boord van voorsz: Bodem opeene onverwagte wijze en meestmogelijke naauwkeurigheid alles doen visiteeren dat maar eenigzints onder ‘t bereik van ‘t oog konde gereekend worden, als meede alle de Perzoonen doen ondervraagen, die bij de ontlossing waaren tegenwoordig geweest, zonder dat ‘t hem nogthans naa dit alles, heeft mogen gebeuren, iets te ontdekken, waaruit men met grond zoude kunnen opmaaken, dat de voorsz: diefte staande het aanweezen van gem: Kiel ten deeze Gouvernemente, zoude zyn gepleegd geworden.’

‘Waaromme de op dat Schip bescheiden Capitain Lieutenant Heksteede dan ook na de visitatie heeft te kennen gegeeven, dat geciteerde 58 Stukken Supra fijne paleacatse Neusdoeken naar zijn begrip moesten gestoolen zijn gedurende de aflading te Batavia, als zynde den tijds de gelegenheid daartoe zeer gunstig geweest, om dat hij zig alleenlijk met twee Europeesen aan boord bevonden hebbende, slegts een derzelver bij de Chineezen en Javaanen, welke bezig waaren in ‘t ruim te arbeiden, had kunnen plaatsen, en dus buiten de mogelijkheid was geweest, om tegens dieverijen onder het laaden en wegstuwen der pakken te waaken:’

‘Tot bewijs van welk gebrek aan Europeesch volk, gedurende de aflading te Batavia gemelde Heksteede op den 8 deeser aan den onderget: de hier nevens gevoegde Verklaring heeft doen inhandigen en hier meede heeft de needrige teekenaar de Eer, dit zyn eerbiedig verslag, reeds mondeling terstond na d’ uitvoering der Commissie aan den WelEd: Achtb: Heer Gezaghebber gedaan, aan UWelEd Achtb: en Ed Achtb: thans ingeschrifte aan te bieden, in ‘t respectueus vertrouwen van ten deesen aan ‘S Raads g’eerde intentie en begeerte behoorlyk voldaan te hebben’

’/: onderstond :/’

‘Cabo de Goede Hoop den 17 October 1792.’

’/:was getekend:/ J: P: Deneijs.’

‘Wij ondergeteekende Officieren beschijden op ‘S Comp: Schip de Vrouw Catharina Johanna / verklaaren, /: bij ‘t overlyden van den Capitain J: Meyer :/ ter requisitie van den Capitain Lieut: van gem: Bodem, A: Heksteede, dat bij ‘t ontfangen der Comp: Lading op Batavia /: waaronder ook de bij ‘t alhier uitlosse van Coffij boonen gevonden pakje gem:t N:o 240, en beschreeven, Supra fijne Neusdoeken voor Patria, waarin men klaarlyk konde sien eenige manqueerden:/ geene Europeeschen praesent waaren dan gem: Capit: Lieut: en wij beijde waardoor ons Tuig moetende voorzien, genoodzaakt waaren al ‘t nodige in ‘t ruim /: waar gem: pakje meede gestuurt was :/ door een Officier met Javaanen en Chineezen te laaten verrigten, daar aldaar ten minsten tot opzigt over de Lading, Twee Opper-en-een-onderofficier zeer noodzakelijk waarin, bij welke gelegendheid wij praesumeeren de in meergem: pakje manqueerende Neusdoeken zullen gestoolen zijn, daar gedurende onze rijze van Batavia, ‘t ruim niet open, em bij ‘t ontlossen alhier continueel een opper en 1 onderofficier praesent zyn geweest.’

‘Uijt bovenstaande bekennen de zuivere waarheid te zijn, met praesentatie ‘t zelve des gerequireerd werdende met Solemneele Eede te bevestigen.’

’/: onderstond :/’

‘In ‘S EComp: Schip Voorn: ter rheede Cabo de Goede Hoop d:n 6 October 1792’

’/: was getekend :/ F:k Vonk Lieut: J:n Drillinger.’

Welk berigt geleezen en daaruit gebleeken zijnde, dat niettegenstaande de diendweegen door voorsz: ad interim fiscaal gedaane perquisitien niets anders heeft kunnen werden ontdekt van de 58 p:s absent bevondene Supra fijne paliacatse neusdoeken, uit de Lading van ‘t Batavia’s retourschip de Catharina Johanna breeder bij voorn: Resolutie van 28 Sept: J: L: vermeld dan dat dezelve Neusdoeken aller waarschynlijkst onder ‘t afladen van opged: Bodem ter bataviase rheede zullen zyn gestoolen gelijk de mogelijkheid en apparentien daarvan ten duidelykste consteert, en uit de hierboven meede g’insereerde en tot ‘t berigt des fiscaals specteerende Verklaaring. Is mitsdien goedgevonden en verstaan dat van dees vrugteloozen uitslag van ‘S fiscaals gedaane recherches onder overzending van authentique Copijen, van ‘t bovengementioneerde Berigt van den zelven fiscaal en de daartoe gehorende Bijlaage, zo aan de hoog gebiedende Heeren Meesteren in ‘t patria als de Heeren der Hoge Indiase Regeering in allen Eerbied de vereischte kennisse zal werden gegeeven

Aldus Geresolveerd ende G’arresteerd in het Casteel de Goede Hoop.Ten dage en Jaare Voorschreeven.

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l SeCret

C. 208, pp. 277-287.

Vrydag den {17921026} 26 October 1792.

‘S Voormiddags, alle Praesent

Aan Heeren Commissarissen Generaal voorgekomen zijnde dat op zommige ‘S Comp: Scheepen, die in de kwaade Mousson de Baaifals aandoen, en aldaar haar benodigt water inneemen niet gehouden werd die directie, waardoor zij op eene spoedige wijze hetzelve kunnen verkrijgen, en tegelyk verwaarloosd word; de goede ordre, die daarbij behoorde plaats te vinden.

En Hoogstdezelve mitsdien goedgevonden hebbende deezen Raade bij Missive van gisteren, heeden ontfangen, aan te schrijven, hieromtrent de nodige voorsieninge te doen, en ten dien einde de Bevelhebbers der Scheepen, te gelasten, dat zodra hunne onderhebbende Bodems behoorlyk zullen zyn vertuijt haar eerste werk meede zal moeten weezen, om de Ledige water vaten ten spoedigste aan de wal te brengen, dezelve te doen vullen, en zonder verzuim weder naar boord te bezorgen; als meede te zorgen dat by de Vaartuigen die tot het waterhalen werden g’ emploijeert, altoos praesent zij een officier, g’ adsisteerd met een Kuijper, om ingevalle aan de Naten eenige reparatie ofte voorsieninge nodig is, dezelve dadelyk te Kunnen bewerkstelligen.

Zo is verstaan van dees haar hoog Edelhedens dispositie en begeerte bij Extract deeses den Rezident der voorm: Baaijfals t’ informeeren, met bijgevoegde Last, toe tezien en tezorgen, dat de Overheeden van ‘S Comp: Schepen dewelke voortaan in meerm: Baaij zullen komen t’ arriveeren de voorsz: bepalingen omtrent ‘t waterhaalen stiptelyk komen te agtervolgen, om waartoe dezelve overheeden behoorlyk in staat te stellen dadelijk na hun arrivement ter rheede van ‘t gunt voorsz: is door meergeciteerde Rezident in Scriptis aan dezelve de vereischte kennisse zal moeten werden gegeeven tot derzelver narigt.

En daar evenged: Heeren Commissarissen Generaal bij haar hoog Edelhedens aanschrijvens van den 9 Julij l: l: de meeste zorge hebbende willen dragen, om de Scheepen geen ruimer verblijf ten deesen Gouvernemente toe te staan, als zulx bij de zo expresse begeerte vande Vergadering van Zeeventienen is bepaald, als nog bij gem: nu ingekomene Missive op de executie daarvan ten serieusten blyven insteeren, waartoe vermeenen ook nodig te zyn, dat den Rezident of Posthouder voor zo verre ‘t tot de Baaijfals betrekkelijk is, ten ernstigsten word aanbevolen, om wanneer ter zijner Kennisse zal weezen gebragt, dat de Zeildag der Scheepen door deezen Raade is bepaald, de vereischte middelen aan te wenden, dat aan die ordre ten prompste werde voldaan.

Is, om ook in deezen haar Hoog Edelhedens beraamde Salutaire Schikkingen derzelver beslag te doen erlangen alverder goedgevonden, en dienvolgens beslooten dat onder de voorsz: ernstige aanbeveelingen, om de hand te houden aan de maatregulen, genoomen om de spoedige depeche der Scheepen te bevorderen aan voorm: Resident zal werden verleend, gelyk aan denzelven verleend werd by deezen, al de nodige magt en auctoriteit. - om zyne beveelen door de Scheepsoverheeden te doen respecteeren, opdat zijne ordres hieromtrent gerespecteerd werdende, als die van deezen Raade zelve, hij, zo doende, in staat moge zyn onder de onderschijdene deelen die daartoe betrekking hebben, te effectueeren, dat de Bevelhebbers der Scheepen; op hun eigen gezag zig niet onnoodig komen op te houden, en door ongepaste gezogte voorwendzels aan haar vertrek geen vertraging komen toe te brengen

Zullende hij Heer Resident, wanneer beweezen zal vinden dat eenig Schip of Scheepen door verzuim of disobedientie des Gezaghebber onnodig hebben vertoefd, nadat de gelegendheid zig had aangebooden, om volgens de aan haar gegeevene ordre onder zeil te kunnen gaan, en haare reijze te vervolgen, als dan directelijk en zonder eenig verzuim van tijd, daarvan aan den Gouverneur dan wel aan de geene die alhier het hoogste gezag voert, kennisse moeten geeven, en intusschen den bevelhebber verwyzen in eene Boete van een hondert zilvere Ducatons, behalven de verdere correctie, welke deesen Raade oordelen zal, den overheeden daar en boven te hebben verdiend, waar van de Scheepsoverheden door hem Heere Resident ofte den Posthouder in der tijd, almeede behoorlijk te vooren gepraeadverteerd ende gewaarschuwd zullen moeten worden tot hun narigt.

Heeren Commissarissen Generaal voornoemd na in overweeging genomen te hebben, dat bij ‘t aankomen van Scheepen en opgem: Baaijfals men dikwils genoodzaakt is haare impotenten met gezonde manschappen van hier te moeten verwisselen en dat wanneer de Reconvalescenten van de Linie dan dit getal moeten komen te suppleeren, dit Transport byzonder by ruuw weeder aan veele inconvenienten, kosten en nadeelige gevolgen voor ‘S Comp: belangen onderhevig komt te zijn; wyders hebbende goedgevonden daarin voor ‘t vervolg behoorlijk te voorsien met te bepaalen dat voortaan, alle de Reconvalescenten, welke zig daartoe alhier aan handen zijn bevindende, en er gevoeglijk op kunnen werden geplaatst met ‘t Schip dat de behoeftens naar Baaijfals overbrengt tegelyk derwaards zullen moeten afgezonden worden, als wanneer zodanige Perzoonen tevens in de gelegenheid zijn om hun Plunje Hangmatten &:a met zig meede te neemen, waardoor de ongeregelde handelwiijze zal ophouden van deeze manschappen byna naakt en bloot van hier over den Landweg naar de Baaij te verzenden, en voorgekomen werden, dat zij door de geleedene ongemakken tot den dienst, waartoe geprojecteerd zijn zig niet ten eene maal onbekwaam koomen te bevinden, waardoor thans niet zelden gebeurd, dat zij in steede van hunne destinatie naar boord te vervolgen, slegts van ‘t eene Hospitaal in ‘t andere worden overgebragt; Zo is geresolveerd, dat ook dees haar hoog Edelhedens Schikking punctueelyk zal werden nagekoomen, ten welken einde daarvan kennisse zal werden gegeeven aan de Equipagemeester deeses Gouvernements, benevens den Soldij boekhouder ten einde zig daarna in den aanstaande te gedraagen.

En nadien nu door Heeren Commissarissen Generaal bij de Instructie voor ‘t Hoofd van het Hospitaals Comptoir Art:15 bereids bepaald is, dat hij in ‘t winter Saisoen Twee adsistenten naar Baaijfals moet zenden om de Rollen en Papieren der Scheepen te vereffenen en in gereedheid te brengen, waarmede men voornamentlijk derzelver Spoedige expeditie op ‘t oog heeft gehad, en naar ‘t inzien van Haar HoogEdelhedens daartoe almeede zeer veel zal kunnen contribueeren, dat inzelver voegen derwaards werde gezonden een bekwaam bediende, van ‘t Negotie Comptoir om aldaar de Consumptie boeken der Scheepen te kunnen examineeren, de manqueerende Randsoenen reguleeren en de onkost reekeningen en ordre opmaaken, ten einde langs dien weg alles zodanig werde gepraepareerd, dat de Scheepen gemonsterd zynde, even min in de Baaijfals , na hunne Papieren behoeven te wagten, als zij zulks zullen behoeven te doen in de Tafelbaaij , zedert de jongste bepalingen door hoogstdezelve op dat stuk gemaakt, zal dan ook vermits daartegen by deesen Raade geen zwarigheeden zijn opgekomen, neenmaar zyzelve bezeft dat uit de Stipte nakoming van ‘t voorsz: geproponeerde van Haar Hoogedelhedens zeer eigenaartig en natuurlijk de gebuteerde prompte afvaardiging der Scheepen voortvloeijen moet, voortaan jaarlijks meede aan der Clercquen van ‘t Negotie Comptoir gedurende den Winter ten voorsz: fine naar Baaijfals moeten werden gezonden, waarvan by Extract deeser der NegotieOverdrager tot deszelfs narigt zal werden geinformeerd.

Zynde Laatstelyk nog goedgevonden en dienvolgens beslooten, zal vermits aan meerwelmelde Heeren Commissarissen Generaal nog is voorgedragen geworden dat met het Zeehoofd in Baaijfals 40 à 60 Voeten te verlengen, en als dan met twee meerdere Baanen te voorsien, zoude komen te Cesseeren de ongelegendheid dat de Vaartuigen bij Spring en Ebbe tijden, dikwils geheele dagen werden opgehouden, alvoorens zy haar water en provisie kunnen in neemen, en hoogstdezelve het uit dien hoofde ook noodzakelyk geagt hebben, dat ter zaake voorsz: van ‘t gem: Zeehoofd door desKundigen inspectie werde genoomen, om de gezegde inspectie te doen, zal worden benoemd ende gecommitteerd, zo als benoemd ende gecommitteerd werden bij deesen, den hiervoren bereids zo dikwils gem: Heer resident der Baaifals Christoffel Brand, beneevens den Equipagemeester Cornelis Cornelisz, den Capitain terzee Jan Arnoud Voltelen en Capitain Ingenieur Louis Michel Thiebault, en dat aan de deselve in deezen zal werden toegevoegd den Baas der ScheepsTimmerlieden Mijndert van Eijk, zullende voorsz: Gecommitteerdens alles ten naauwkeurigsten opgenomen ende g’examineerd hebbende met overlegging eener bereekening derkosten die tot de voorsz: verlenging zoude worden vereischt ten spoedigsten mogelijk van der zelver bevinding aan deesen Raade moeten dienen van Rapport in geschrifte ten einde haar zo doende te bekwaamen, om aan Haar Hoog Edelhedens met den eersten van den uitslag van dit onderzoek het gerequireerd berigt te kunnen Suppediteeren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Kasteel de Goede Hoop Ten dage en Jaare Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn.

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l seCret

C. 208, pp. 288-302.

Zaturdag den {17921027} 27 Octob:r 1792.

‘S Voormiddags, alle Praesent.

Heeren Commissarissen Generaal by eene Missive van gisterigen datum, zo even ontfangen, aan deezen Raade hebbende gelieven te notificeeren, dat vermits uit berigten en daarop genomene informatien aan hoogstdezelve gebleeken was, dat er voor de Officieren die in de Baaifals , gedurende ‘t winter Saisoen ‘t Commando komen te voeren over het detachement Militairen, het welk van hier derwaards gecommandeerd werd, geene duidelijke bepaalde ordres g’arresteerd zijn, waarna zij officieren ten opzigten van den Resident als dan in gem: Baaij aanweezende zig te reguleeren hebben; Haar hoog Edelhedens het mitsdien nodig hadden geagt, hieromtrent die voorzieninge te ordonneeren, dat bij de schriftelyke beveelens waarmeede de zodanige bevelhebbende officieren worden gedepecheerd, voor ‘t vervolg ook zal moeten gezorgd worden, dat aan den Rezident die aldaar de Regeering komt te repraesenteeren, niet alleen de aan hem toekomende honneurs worden beweezen; maar dat door dezelve Officieren ook volgens eene geregelde ordre, van alles dat tot kennisse moet komen van den geenen die aldaar het gezag exerceert, behoorlyk rapport werde gedaan, alzo daarmeede onder anderen ook zal zijn voorgekomen dat geene Militairen, tot deeze post behorende, zonder eenige kennisse van den Resident zig van daar absenteeren of na elders gedetacheert worden; terwyl wijders aan hem Rezident, wanneer hij vermeenen zal eenige Militaire posten voor ‘S Comp: Goederen of ter beveiliging van derzelver belangens benodigt te hebben, hieromtrent eene volkomene dispositie gelaten en zulks op zyne beveelens, zonder daartoe het goedvinden van den officieren af te wagten, directelyk g’executeerd werden moet ten welken einde, om hem Resident bewust te doen zijn, wat er ten zynen opzigte bij den officieren of die het militaire Commando mogt zijn opgedragen, moet werden g’observeerd, aan hem voor zo verre dit op zyne omstandigheedens toepasselyk is, Copij van zodanige te formeerene Instructie zal moeten werden ter handen gesteld om daarvan dat gebruik te maaken, ‘t welk hij tot vermijding van alle disordres zal oordeelen te behooren.

Zo is op ‘t besluit hierop genoomen dat aan den Last door Heeren Commissarissen Generaal in deezen gesteld, letterlyk zal moeten werden voldaan, door den Heere Gezaghebber gedeclareerd dat zyn Edele niet zal afzijn; /: hoe zeer nimmer heeft verzuimd gepaste bestellingen te maaken dat altoos ter eerster requisitie van den Rezident de nodige Posten zyn uitgezet geworden ter beveiliging van S Comp: Goederen en Effecten in Baayfals , gelyk daarvan byzonder ten bewyze strekt een door zijn Ed: bij dees gelegendheid ter zaake voorsz: overgelegde verklaaring door den Vaandrig Militair Bresler verleend, :/ voortaan in d’ordres dewelke in deszelfs qualiteit als Hoofdgebieder aan de gem: naar evenged: Baaij te detacheerene Officieren zal expedieeren al het gunt voorsz: is, te doen invloeijen, en van deselve alzo geamplieerde ordres een afschrift aan den Heer Resident Brand te doen ter handen stellen tot deszelfs informatie; weshalven de overige heeren Leeden des Raads in de voorsz: declaratie van welopged: Heere Gezaghebber berustende, dan ook de vrijheid hebben gebruikt de executie van Haar Hoogedelhedens zeer gerespecteerde Beveelen in deezen geheelyk aan zyn Edele gedefereerd te laaten.

Bij dees gelegendheid ook ter tafel gebragt ende geleezen zijnde, ‘t hieronder g’insereerd berigt des ad interim fiscaals M:r Jacob Pieter Deneijs Concerneerende d’examinatie der overheeden van het onlangs ter slooping verkogt ingehuurd Schip de drie Gebroeders noopens de oorzaaken waardoor is bijgekomen ‘t ongeluk het welk dien Bodem bij het inzeilen der Simons baaij heeft getroffen, luijdende als volgt.

Aan den Wel Edele Achtbare Heer! Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &: &: &:. benevens den E Achtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Achtb: Heer! en E Achtb: Heeren!’

‘De ondergeteekende Koopman ten dienste der E: Comp: en pro interim fiscaal deezen Gouvernements M:r Jacob Pieter Deneijs ten wiens overstaan de Schipper en verdere Overheeden, van het op den 2 Junij L: L: in Simonsbaaij gestrand hollandsch particulier Schip de drie Gebroeders voor Heeren Gecommitteerdens uit den E Achtb: Raad van Justitie alhier ingevolge eene op dezelve indato 20 Aug:s L: L: gedecerneerde Schriftelyke Commissie door expres daartoe benoemde Zeekundigen zyn g’examineerd, en op ‘t naauwkeurigst onderzogt, de reedenen, waaraan het ongelukkig Stranden van opgem: Bodem t’ attribueeren zij; aan de Last hem daarbij opgedragen behoorlyk volbragt hebbende; neemt hij bij deezen eerbiedig de vrijheid de ten deezen aanzien door dezelve beantwoorde Interrogatorien UWelEd Achtb: en Ed: Achtb: plichtschuldig aan te bieden; Zullende hoogstdezelve uit gem: responsiven mitsg:s uit de declaratie der Examinateuren des gelievende kunnen ontwaaren dat ‘t ongelukkig stranden van evengem: Bodem, geenzints aan d’ inactiviteit of eenige verkeerde handelwyze der gem: Overheeden, maar alleen aan een toevallig ongeluk: dat geenzints te vermyden was, moest worden toegeschreeven; En daar ‘er gevolglijk door de onderget: R: O: geene actie in Cas van wandevoir teegens dezelve Perzoonen kan werden g’institueerd; neemt hij alleenlijk de vrijheid deeze te laaten dienen tot bijgeleide der opgem: voor Heeren Gecommitt: beantwoorde vraag poincten, en geeft zig de Eere deeze te onderschrijven, als’

’/: onderstond :/’

‘WelEdele Achtbaare Heer! en E: Achtbaare Heeren! UWelEd: Achtb: en E Achtb:s Zeer onderdanige Dienaar’

’/:was getekend:/ J: P: Deneijs. /: in margine/ Cabo de Goede Hoop den 20 October 1792.’

Compareerden voor de ondergeteekende Gecommitteerdens uit den E Achtb: Raad van Justitie dezes Gouvernements de Capitains terZee Johan Arnold Voltelen en Nicolaas Acker, als met ende benevens den Capitain ter Zee en Equipagemeester Cornelis Cornelisz ingevolge Schriftelyke Commissie doorden E Achtb: Heer Gezaghebber in Loco Johannes Isaac Rhenius sub dato 20 Aug: J: L: gequalificeerd en gecommitteerd zijnde ten einde als zeekundigen ten overstaan van den pro interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs naauwkeurig te onderzoeken en na tegaan de reedenen waaraan het ongelukkig Stranden van ‘t partiCulier fluitschip de drie Gebroeders op den 2 Junij deeses jaars in de Simonsbaaij voorgevallen, te attribueeren zij, en mitsdien met de uitterste accuratesse te examineeren of, en in hoeverre den Schipper Jan Roelofsz de Groot, ende overige Stuurlieden van dien Bodem een ijder in ‘t zijne, zig heeft gedragen naar de Instructien door de E Comp: voor de Scheepsoverheeden vastgesteld en beraamd; gevolglijk of door hun wel aller g’observeerd geworden, wat tot behoud of redding van ‘t Schip maar eenigzints konde Strekken, dan wel of daaromtrent ook eenige negligentie of wandevoir heeft plaats gehad; ter eenre, en den Schipper Jan Roelofsz de Groot, beneevens de Stuurlieden Thomas Janssen en Herke Smit als zig dieswegens ter examinatie stellende ter ander zijde.

En hebben dezelve Zeekundigen in tegenwoordigheid van ons Gecommitteerdens uit welgemelden Raade, mitsgaders ter requisitie van bovengen: pro interim fiscaal de g’examineerdens de volgende door hun nevens voorsz: Equipagemeester geconcipieerde twee vraagpoincten voorgehouden; gelijk ook door de geexamineerdens daarop ter hunner verantwoording zodanige responsiven zijn gegeeven als bezijden ider vraag staan aangeteekend.

‘Art: 1’

‘Wat de g’examineerd:s verrigt hebben wanneer zijl: op den 2 Junij deezes Jaars, 1/2 Mijl van de Romans-klip buiten de Simons baaij leggende, het anker geligt hadden.’

‘Antw:’

‘Als toen de Chaloupen voor de boeg gezet en zeil gemaakt ten einde tusschen de Romans klip en de Ark door in de Simonsbaaij te Komen; dog dat zij tusschen die beide klippen gekomen zijnde, de wind van vooren hadden gekreegen, welk toeval henl: genoodzaakt had om met Zeijlen te anker niet had willen houden niet tegenstaande ‘er genoegzaam bot van ‘t Touw was voorgestoken’

‘Art: 2’

‘Waarom de g’examineerdens, toen ‘t geworpen Anker niet houden wilde/ geen tweede Anker hebben laaten vallen.’

‘Antw:’

‘Door de sterke drift van ‘t Schip en de Zwaare dijning en Stroom daartoe buiten staat te zyn geweest, als voorziende dat zijl: uit hoofde van de ondiepte, waarop zij met den voorsz: Bodem zich reeds bevonden gevaar zoude geloopen hebben om tegens hun eigen anker te stooten.’

‘Op welke gedaane vraagen en Antwoorden de Examinateuren hebben gedeclareerd, dat henl: zo uit de gegeevene antwoorden vande g’examineerdens zelve, als uit ‘t op gem: Bodem gehouden Journaal ten duidelijksten gebleeken is, dat ‘t stranden van ‘t meergem: Schip, geenzints aan inactiviteit, of eenige verkeerde handelwijze, waaruit ‘t minste pligtverzuim zoude op te maken zijn kan worden toegeschreeven, maar alleenlyk door een toevallig ongeluk het welk geenzints te vermijden was is veroorzaakt geworden; terwijl zij Examinateuren alverder betuigden dat de g’examineerdens een zeer exact journaal hebben gehouden en niet alleen gedurende de rijze stiptelijk naar de Instructien van de E Comp: zijn te werk gegaan maar ook voornamentlyk in ‘t voorsz: ongeval alles tot behoud van ‘t Schip hebben aangewend wat hunnen pligt dicteerde, en zijl: naar goede Zeemanschap, ten dien einde hebben kunnen en moeten doen.’

‘Betuigende de onderget: Examinateuren al het vorenstaande na hunne beste kennisse en wetenschap te hebben onderzogt; gelyk de g’examineerdens verklaarden de hun voorgestelde vragen naar waarheid te hebben beantwoord; bereid zijnde het een en ander des gerequireerd wordende nader gestand te doen.’

’/:onderstond:/’

‘Aldus ondervraagd en beantwoord aan Cabo de Goede Hoop den 15 October 1792, voor de Heeren Rijno Johannes van der Riet en Abraham Fleck Leeden uit den E Achtb: Raad van Justitie voormeld, die de minute deezes beneevens d’ Examinateuren de g’examineerdens en mij gezw: Clercq meede behoorlijk hebben onderteekend.’

‘’T Welk ik Getuige /: was getekend :/ P: Diemel gezw Clercq.’

Zo is verstaan, dat vermits als nu zo uit dat Berigt zelve als uit de daarbij g’ annexeerde Interrogatorien door den Schipper Jan Roelofsz de Groot, en verdere officieren van dien Bodem voor geCommitt:de Leeden uit den Raade van Justitie beantwoord, waartoe by ‘t gem: Berigt des Fiscaals werd gerefereert, mitsgaders uit de Declaratie door de Examinateurs gedaan komt te blijken dat het voorsz: ongeluk den gem: Bodem overgekomen geenzints aan eenig pligtversuim van de zijde dier overheeden is toe te Schrijven, waarom dan ook geen actie in cas van wandevoir tegens dezelve Kunne werden g’ ïnstitueerd, men zig mitsdien zal bepaalen van de voorsz: genomene informatien en ‘t evengem: Berigt des Fiscaals het resultat van dien behelzende aanvankelijk de vereischte Communicatie tegeeven aanHaar Hoogedelhedens deHeeren Commissarissen Generaal alhier aanweezig en vervolgens van het een en ander inallen eerbied authenticque Copijen aande Hoog gebiedende Heeren Meesteren in Patria te Suppediteeren, ten einde daarvan zodanig gebruik te Kunnen werden gemaakt als bevonden zal werden noodzakelyk te zyn en te behooren.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten Dage en Jaare Voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] My præsent E: Bergh p:l SeCret

C. 208, pp. 303-355.

Dingsdag den {17921030} 30:e October 1792.

‘S Voormiddags alle praesent, behalven den Heere Colonel Gordon

Heeren Commissarissen Generaal na van deezen Raade gerequireerd en ontfangen te hebben alle de Stukken, raakende de Procedures alhier van wegens het officie fiscaal gevoerd tegens den persoon van Smit van Dilburg, en de Compositie met denzelven aangegaan, zig verleedigt hebbende om dezelve te onderzoeken en zo doende de voorsz: odieuse zaak in deszelfs gantschen Zamenhang en waare toedragt na tegaan en te examineeren.

En den Raade vervolgens het sensibel ongenoegen hebbende moeten ondergaan omtrent dat Sujet op eergisteren den 28 deezes een expresse Missive van hoogstged: haar hoog Edelhedens te ontfangen, den 27:e d:o bevorens geschreeven, waarbij haar hoog Edelhedens, na succinctelijk hoogstderzelver bevindingen in deezen g’exposeert te hebben hun verwondering te kennen geeven dat deeze Regeering, in dit geval, waarin den Raade van Justitie overgehaald door de drogreedenen daartoe door den independent fiscaal Johan Nicolaas Steven van Lijnden van Blitterswijk gebeezigt, haaren magt zo palpabel is te buiten gegaan, geen gebruik heeft gemaakt van de haar aanbetrouwde magt, om zulks tegen tegaan en te stuijten, en wyders na rijpe enzeer ernstige overweeging deezer zaake, /: van dewelke haar hoog Edelhedens zeggen dat het waare te wenschen, dat deretroactovan een Collegie als dat van den Raad van Justitie van dit Gouvernement, nimmer eenig voorbeeld hadden opgeleeverd:/ verklaaren de dispositie vanden Raad van Justitie deeses Gouvernements in dato 2 April 1789. houdende auctorisatie op den voorn: Independent fiscaal van Lijnden, om met den Perzoon van Jan Smit van Dilburg te mogen Composeeren over ‘t hem bij Sententie van den 22 October 1787 opgelegde Confinement van vijf agter een volgende Jaaren ten Robben Eilande , mitsg:s de acte van compositie zelve, vermeld bij de Notulen van ged: Raade van den 6 April daaraanvolgende, te zijn in zig zelven nul en onbestaanbaar, met bygevoegde Last, dat dezelve mitsdien inde notulen van voorsz: Raade onder die beijde datums zullen werden geroijeerd endeeze haar hoog Edelheedens dispositie,in marginevan deselve genoteerd.

Dat voorts door den Independent Fiscaal deezes Gouvernements M:r Johan Nicolaas Steeven van Lijnden aanden Perzoon van Jan Smit van Dilburg, deszelfs Gemagtigdens of Erven, zal worden gerestitueerd alles, wat bij denselven uit hoofde van voorsz: compositie zal zijn genooten. - en aangezien de onmogelijkheid dat aan de Sententie van den Raad van Justitie voor zo verre evengem: Smit daarbij is veroordeelt tot een confinement vanvyf agter een volgende Jaarenten robben Eylande meer kan worden voldaan.

Dat evengem: Smit van Dilburg terstond zal werden gebragt naar ‘t Robben Eiland om aldaar geconfineerd te blijven, tot de expiratie van het voorsz: confinement zullende zyn met het einde van vijf agter een volgende Jaaren, te reekenen van den dag van de pronuntiatie van meergem: Sententien, en dat de verdere inhoud derzelve sententie, rakende het bannissement van voorm: Smit van Dilburg voor den tijd zijns leevens uit deesen Lande ende den ressorte van dien, vervolgens stiptelijk zal werden g’executeerd.

Om daarmeede dees zaak te weezen afgedaan, terwijl haar hoogedelhedens daarvan zullen kennisse geeven aan de hooge Regeering van Indien, ten einde de origineele Stukken tot de voorsz: procedures gehorende door dezelve naar herwaards werden te rug gezonden.

Zo is verstaan van al het gunst voorsz: is aan den Raade van Justitie voorn:d bij Extract deezer de vereischte kennisse te doen geeven; ten einde deselve daar door in staat te stellen voor de letterlyke nakoming van de voorsz: dispositien van Heeren Commissarisen Generaal /: waarvan de prompte executie in haren gantschen zamenhang haar hiermeede ten zeersten aanbevolen en opgedraagen werd:/ te kunnen zorgen, en wyders tot haare verdere en vollediger informatie, daarbij te laaten voegen den geauthoriseerde Copij van gem: Haar Hoogedelhedens zeer gevenereerde Missive opdat haar daar uit blykende hoe door haar vergrijp in deesen de wetten in derzelver werking gestremd, de Justitie en haar aanzien gekrenkt, en het hoog gezag in haar authoriteit geschonden is geweest, zij zig, zo als haar zulks op expresse Last van welopged: haar hoogedelhedens, en in hoogstderzelver naame by deesen meede ten nadrukkelijksten werd gerecommandeert, voor ‘t vervolg wel soigneuselijk van diergelyke daden wagte en voor de handhaving der Justitie en conservatie van de Regten der hoge Overigheid met de zorgvuldigheid en aandagt waake, als haaren pligt van haar vordert en zij eenmaal hier namaals voor een hoger regter zal kunnen verantwoorden

Den Kerkenraad der hervormde Gemeente ingevolge ende ter voldoening aan ‘t geen van haar is gevordert geworden bij Besluit van den 28 Augustus passato, ingeleverd hebbende haar berigt en Consideratien op ‘t Request door den kerkenraad der Luthersche Gemeente ten zelven dags ingedient.

En het voorsz: Berigt bij Lecture bevonden zynde te weezen van volgende inhoude

Aan den Wel Edelen Achtb: Heer! Johannes Isaac Rhenius! Gezachhebber dezes Gouvernements, benevens den Ed: Achtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Achtb: Heer! En E: E: Achtb: Heeren!’

‘Aan den hervormden Kerkenraad dezer Stede in handen gesteld zijnde ingevolge van UwelEd: Achtb:s gevenereerd besluit van den 28 Augustus passato, zeeker Request door den Kerkenraad der Lutherse Gemeente aan UwelEdele Achtb: gepraesenteerd, om daarop te dienen van Consideratien en berigt’

‘Ter pligtschuldige voldoening aan dat besluit heeft de Kerkenraad der gereformeerde Gemeente de Eer aan UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb: eerbiedig vertoonen, dat ‘t haar voorkomt dat ‘t by gem: Request door den Kerkenraad, toegedaan de augsburgse Confessie, gedaane verzoek rust op eenen grondslag die zeer los is, en aan het geene daarop gebouwd word, geen de minste vastigheid kan geeven.’

‘Zij Schynen tog als onbetwistbaar te veronderstellen, zo wel als wij vrijheid te hebben, om zulken die uit Slavernij ontslagen zijn, tot Leede maaten hunnen Gemeente aan te neemen, en dat is juist iets daar wij niet alleen aan twijffelen, maar op goede gronden sustineeren, dat zij daarmeede de voorwaarden, op welke hun in deese Colonie de vrye oeffening van hunnen Godsdienst is toegestaan, schenden, en de hun afgeperkte paalen verre te buiten gaan.’

‘Het is, wanneer hen dit voorrecht; dat zy thans zo ongestoord genieten, gunstig is verleend, de uitdruklijke begeerte onzer welEdele Groot Achtb: Heeren Meesters de vergadering van XVIJ: geweest; dat zij van dit previlegie zouden jouisseeren op denzelven voet en onder diezelve bepalingen, als hunne geloofsgenooten te Batavia waartoe aan hen ook al vroeg de successive Resolutien der Hoge indiase Regeeringe tot narigt en observance afgegeeven zijn, en by herhaling gelast zig stiptelijk naar deselve te gedragen.’

‘Deeze Resolutien nu der hoge indiase Regeering interdiceert uitdrukkelijk aan die der Augsburgse Confessiehet maken van Proselyten buiten de huisgezinnen der belijders van de, volgens besluit van den 6 deCember 1754 en op’t daartegen gedaan vertoog des Lutherschen Kerkenraads te Batavia nader geconfirmeert bij besluit van Gouverneur Generaal en Raaden van Neerlands India bij resolutie van den 31 DeCember 1754; waarin met zo veele woorden gezegd word;dat met betrekking tot de interdictie om geene Proselyten te maaken, de Regeering ten vollen persisteert bij ‘t geresolveerde op den 6 deezer maand, tot tijd en wijlen aangaande dat delicate en ten principale betwiste point zal erlangd hebben de decisie der Heeren Superioren. -waarop ook gevolgt is de decisie der Heeren Superioren die het besluit van de Heeren hooge Tafel volkomen approbeerd en bekragtigde blyken den inhoud der Patriase Missive gedateerd den 4 October 1756 waarin hun Wel Edele Groot Achtb: zig op dat Sujet dus uitdrukken.’

‘Blijft nog alleen over het verschil tusschen de gereformeerde en Lutherse Kerkenraaden wes aangaande wij als nu tot narigt van gemelde Kerkenraaden zullen melden, dat wij na Examen en overweeging van alle de ingekomene Memorien en berigten geene reedenen hebben gevonden, om in UWelEdele besluit van den 31 DeCember eenige verandering te maaken vermits daar door geen de minste praejudicie of nadeel is toegebragt aan de vrijheid van Godsdienst of eenige ander voorregten, welke wij aan die van de Augsburgse Confessie hebben vergund, wij conformeeren ons mitsdien met UWelEd: besluit van 31:e DeCember voorschreeven, en recommandeeren Laatstgem: Kerkenraad, om niet alleen met de verschuldigde gehoorzaamheid, zig daarna te gedragen &:a’

‘Dat nu het doopen en tot Lidmaat aanneemen van zulken die ‘t zij dan vrijgebooren of Lijfeigenen geweest zijnde, buiten ‘t Christendom geleeft hebben tot het maaken van Proselijten behoort, is zo klaar en duidelijk, dat het overbodig zou zijn dat nader te willen adstrueeren, en of men al Lijfeigenen van zulken die zig tot de Augsburgse Confessie bekennen in een ruimen zin, als tot derzelver huisgezinnen behoorende wilde aanmerken, zo houd dit echter op, Zoo ras zij in vryheid worden gesteld, dan behooren zij niet meer tot derzelver huisgezinnen, en behooren dus tot eene Classe, waaruit het maaken van Proselijten aan den Lutherschen Kerkenraad verboden is, als zynde dit een previlegie van den praedomineerende godsdienst, waarin ook in der daad, geene de minste hardigheid of Schijn van geweetensdwang is, te meer, vermits wij vertrouwen, dat men tog van de zyde des Lutherschen Kerkenraads, niet ligt zal willen Sustineeren, dat zulk zoort van Proselijten uit eene waare overtuiging des gemoeds en na onzijdige beproevingen der waarheid, liever de belydenis der eene dan wel der andere protestantsche kerk gemeenschap zouden verkiesen.’

‘Ook kon men zig om het tegendeel te beweezen niet beroepen op eene conventie tusschen ons en den Lutherschen Kerkenraad gemaakt, en by welkers tweede Artikel het aanneemen van vrygegeeven Lijfeigenen tot Leedemaaten aan den zelven als toegestaan Schijnt te worden, want de gantshce kragt van dit Schijnbewys vervalt, wanneer men aanmerkt dat deese Conventie geslooten is den 23 Januarij 1781 en dus op eenen tijd wanneer ons de succesive ordres en Resolutien der Hoge indiase Regeering op dat Sujet genomen nog onbekend waaren, als waarvan aan ons geen afschrift is ter hand gesteld, als den 24 October 1782, dog ‘t spreekt van zelve, dat eene conventie tusschen twee particuliere Kerkenraaden vatsgesteld ommogelyk kan kragteloos maaken de door de hoge Regeering gestatueerde en door de Heeren Majores geapprobeerde en geconfirmeerde besluiten die aan beide Kerkenraaden ter observance zyn voorgeschreeven.’

‘Even wijnig gefundeerd is het tweede verzoek dat die van de augsburgse Confessie aan UWel Edele Achtb: voordragen, wanneer zij zig zoeken te onttrekken, van ‘t geeven van onderhoud aan zulken die oud en behoeftig zynde declareeren dat zij den Lutherschen Godsdienst toegedaan zijn, en daarom by den zelven om alimentatie aanhouden, alleen op fundament om dat zy geene attestatie Kunnen produceeren, maar wie weet niet dat de meeste vandat zoort van menschen of voor Soldaaten of Mattroossen uitgekomen zijn, hoedanige doorgaans bij hun vertrek uit Europa weinig bedagt zijn, om zig van eene kerkelyke attestatie te voorsien en welken daarna ook de gelegendheid ontbreekt om deselve te krijgen; En wat motiven zouden die menschen dog hebben indien het niet waar was waaröm zy zig hier te lande liever voor Luthersch dan voor gereformeerd Souden uitgeeven? Zoude het ook somtijds zyn, om dat die van de Lutherse Gemeente gewoon zyn hunne armen ruimer dan wij de onzen te verzorgen? dit vertrouwen wij zal niemand durven staande houden; en kan onderzoek veelen, maar daar en boven is dan ook de Lutherse Kerkenraad zo Scrupuleus geweest, toen zy eene Lijst hunne contribueerende Leedemaaten hebben geformeert, om niemand anders op dezelve te plaatsen, dan die eene attestatie konde vertoonen? Wij twyffelen zeer of zy dit in gemoede zullen kunnen of willen verclaaren, of verdienen zij die als contribueerende Leeden der Gemeente beschouwd worden meer geloof dan zij welker behoeftige omstandigheeden hun buiten Staat stellen, om iets te geeven, maar welke de nood veel eer dringt om bij dezelve om liefde gaven aan te houden? het edelmoedige, wy hadden byna gezegd ‘t ondankbaare van dit gedeelte des verzoeks van den Lutherschen Kerkenraad bedroeft ons vermits zij schynen geheel hebben vergeeten hoe onze Gemeente zo veele Jaaren lang eer die van de augsburgse Confessie openbaare oeffening van hunnen Godsdienst hadden verkreegen derzelver Armen op den zelven voet, en met dezelve liefderyke mildadigheid als de onzen heeft onderhouden,’

‘Om welke en andere reedenen nu niet aan te haalen, uit Schroom om door wydlopige deductien UWel Edele Achtb aandagt niet te misbruiken, vermeenen wij op goede gronden eerbiedig te mogen Suppliceeren, dat het UwelEdele Achtb: gunstig behagen moge, zo wel het eene als het ander verzoek van den Kerckenraad der Gemeijnte toegedaan de Augsburgse confessie van dehand te wijzen. - en den zelven serieuselyk te injungeeren, zig met de hen vergunde vrije oeffening van hunnen Godsdienst, te vergenoegen, zonder op eene min of meer bedekte wijze eenen inbreuk te willen maaken op de billijke praerogativen van den heerschenden Godsdienst, dan wel te Zoeken eenige onder diaconie inkomsten aan zig te trekken, of ons lasten op te dringen om welke te draagen, zij volgens alle regelen van billijkheid verpligt zijn, dat te minder te verschoonen is, daar het gebruik dat zij van hunne Inkomsten maaken, schynt aan te toonen, dat derzelver Kerkelijke Finantien zig inden bloeijensten staat moeten bevinden.’

‘En hier meede vertrouwende aan UwelEdele Achtb: g’eerde intentie te hebben voldaan hebben wij de Eer UwelEd Achtb: verdere protectie t’ imploreeren en met de uiterste veneratie ons te onderschrijven.’

’/:onderstond :/’

‘Wel Edele Achtb Heer! en E Achtb Heeren! UwelEdele Achtb: onderdanige en gehoorsaame Dienaaren’

‘Uit naam en Last van Kerkenraade voormeld’

’/: was getek:d / D: P: Haupt. scriba.’

Zo is gelet op de reflexien daarbij voorkomende tegens de vorderingen des Lutherschen Kerkenraads dat aanvankelyk ten haaren faveure moge werden uitgekeert en voortaan by continuatie betaald de bepaalde Som van 50 Rd:s voor de emancipatie van Lyfeigenen dewelke of bereids zijn of in ‘t vervolg nog zullen worden Ledemaaten hunner kerke en dat teffens Kerkenraade der hervormde Gemeente moge worden g’injungeerd, alle zodanige behoeftigen die voor geen Leedemaaten der Lutherse Kerk bekend staan te alimenteeren.

En nadien dezelve reflexien den Raade bij rype deliberatie allezints gegrond zyn voorgekoomen, Is dierhalven als nu verstaan, zo wel het een als het anders der bovengem: verzoeken van den Kerkenraad der Gemeente; toegedaan de Augsburgsche Confessie, te wyzen van de hand, en dezelve teffens te injungeeren, zo als se g’ïnjungeerd werd bij deesen zig met de vrije Godsdienst-oeffening aan haare gemeente vergund te vergenoegen, zonder eenige inbreuk hoe ook genaamd, te tenteeren op de praerogativen van den heerschende Godsdienst, ofte op de een of andere wijze te tragten eenige haarer diaconij Inkomsten aan zig te trekken, dan wel dezelve Lasten op te dringen; als zynde ‘t den Raade uit de laatst ingediende staat der Luthersche Kerken Cassa gebleeken dat ‘t bereids existerend fonds dier Kerk gevoegd bij de gewoone Jaarlykse Collectens in revenuen, met behoorlijke overleg en vermijding van alle nodelooze depenses aangewend zijnde meer als toerijkende is om daar mede de noodwendige uitgaaven gemakkelyk te kunnen goed maaken, en dan nog de armen harer Kerke overvloediglyk te alimenteeren.

Maar nadien denzelven Kerkenraad der hervormde Gemeente behalven ‘t voorsz: Schriftuur van Consideratien, nog is komen te praesenteeren een vertoog in de volgende bewoordingen, roulleerende over ‘t geen door haar is verrigt met betrekking tot de by voorsz: resolutie van 28 Aug:s aan haar gedemandeerde nopens de nominatie van een tweetal perzoonen uit de Colonie van Graaf Reinet ten einde uit de zelve voor den daartoe de vereischte hoedanigheeden niet bezittenden Andries Pretorius een ander Diacon bij voorn: Gemeente te kunnen werden g’eligeert, tendeerende wijders verzoek, om ter zaake als bij ‘t vertoog zelve breeden word aangehaald van die nominatie te mogen blyven g’excuseerd.

Aan den WelEdelen Achtb: Heer! Johannes Isaac Rhenius! Gezaghebber dezes Gouvernements benevens den E Achtb: Raad van Politie.

‘WelEdele Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘Geeven met verschuldigde eerbeid te kennen UWelEdele Achtb: zeer gehoorzame Dienaaren, den Kerkenraad der hervormde Gemeente dezer stede, dat zij in opvolging van UWelEd: Achtb: besluit van den 28 Augustus Extraordinair Vergaderd zijnde en waarbij den voor de gemeente van Graaff Reinet gedestineerde Predikant der Eerw: Manger mits absentie niet heeft gevaceerd om over ‘t formeeren van een ander dubbeltal Diaconen in plaatse van den daartoe de vereischte hoedanigheden niet bezittende Andries Pretorius te delibereeren eenparig verklaard hebben, dat zij thans om aan UwelEd: Achtb: zulks een tweetal te praesenteeren, geene meerdere praecautien in staat zyn te neemen, als zij bij ‘t maken der eerste nominatie gebruikt hebben, alzo zy toen reeds bij zulken die zy meenden hun de beste opheldering te kunnen geeven, zig met alle mogelijke naauwkeurigheid g’ informeert hebben, dat zij egter tot hun Leedweezen nu ontwaaren dat zij in weer wil van het gedaan onderzoek misleijd zyn geworden, dat zij by ‘t benoemen van andere perzoonen wederom hetzelve gevaar zoude kunnen loopen, en daarom needrig verzoeken, door UWelEd: Achtb: van ‘t formeeren van eene nieuwe Nominatie verschoont te mogen worden; Zij neemen de vrijheid UwelEd: Achtb: in consideratie te geeven, of ‘t niet ter ontwyking van verdere abuizen veiliger zoude zijn, den Eerw: Manger, die zig binnen kort na de plaats zijner destinatie staat te begeeven te qualificeeren om direct bij zyn aankomst aldaar op de plaats zelve, met en neevens de twee Ouderlingen en den eenen Diacon na de geschikste voorwerpen onderzoek te doen, om dus tegen ‘t aanstaande Nieuwjaar als de gewoone tyd der vergaderinge van kerkenraadsleeden aan UwelEd: Achtb: een Nominatie te praesenteeren.’

‘Wy beveelen UWelEdele Achtb: Gode en zyner genade, en verclaren met de verschuldige Veneratie te zyn.’

’/:onderstond:/’

‘Wel Edele Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘UWelEd: Achtb: onderdanige en gehoorzame Dienaren. Uit naam en Last van Kerkenraade Voormeld /: was getekend:/ D: P: Haupt. Scriba.’

Zo is, in consideratie genomen zynde dat den voor Graaff Reynet voormeld beroepenen Predikant Manger slegts naar de Wagens tot deszelfs transport naar buiten bestemd is wagtende, om zig bij zijne Gemeente aldaar te gaan vervoegen, en dat zijne tegenswoordigheid op de plaatse zelve, hem best in ‘t geval zal stellen, om over de hoedanigheeden der Leedemaaten die in aspect zouden kunnen en behoren te komen, om eenig kerkelyk officie te bekleeden te kunnen oordeelen, mitsdien dan ook verstaan, aan het voorsz: verzoek des Kerkenraads alhier, om van ‘t doen der aan haar opgedragene Nominatie te mogen blyven verschoond, te defereeren, en als nu die benoeming tedemandeeren, zo als gedemandeerd werd by deezen aan voorsz: D:s Manger, benevens de thans nog in functie zynde twee Ouderlingen en een diacon te Graaff Reijnet voormeld; zullende meergeciteerde Predikant Manger ende evengem: Kerkenraads Leeden zig in deezen ter narigt moeten laaten strekken, dat den Rade de door hun te doene nominatie tijdig genoeg zal te gemoete zien, om tegens ‘t aanstaande Nieuwjaar, al den gewoonen tyd der verandering van Kerkenraadsleeden zijnde, de aanstelling van den te verkiesene Diacon te kunnen doen effect sorteeren.

Ondertusschen door de Heere Gezaghebber al verders ter dispositie voorgelegd zijnde een ander vertoog van Scholarchen deezer stede, ‘t welk by lecture is bevonden te weezen van volgende inhoud.

Aan den WelEdelen Achtb: Heer! Johannes Isaac Rhenius! Gezaghebber deezes Gouvernements, benevens den E Achtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Achtb: Heer! en E Achtb: Heeren!’

‘De ondergeteekendes hebben ontfangen de nader dispositie dewelke UWelEdele Achtb:s hebben gelieven te neemen ten aanzien van hun Laatst ingediend Request, waarbij ‘t UWel Edele Achtb: gunstig behaagd heeft, ten vollen te accordeeren het verzoek der Inteekenaaren om de directie der op te rigtene Schoolen nu en voortaan te laaten blyven in handen van de tegenwoordige Scholarchen, en die geene, welke dezelve in ‘t vervolg in hunne ambten zoude succedeeren; te weeten in diervoegen dat ‘t College van Scholarchen zal bestaan uit den Ed: Achtb: Heer Secunde, de alhier dienstdoende praedicanten, en den ouderling der hervormde Kerk van Burgers weegen, onder die bepaling egter, dat deeze niet zullen vermogen eenige verandering te maaken in ‘t overgelegd plan dan daarop altoos de goedkeuring des Raads bevorens te hebben ingenomen.’

‘Zij hebben, om zo dra mogelijk van het Institut zelve een begin te kunnen maaken, zig reeds voorsien van een huis te vooren toebehoord hebbende aan den Capitian ter Zee, de Manh: Francois Duminij gelegen in de Graaffe Straat , ‘t welk hun niet kwalyk gesitueerd Scheen, om in der tijd daar in het onderwijz te kunnen geeven, als genoegzaam in ‘t midden van deeze plaats gelegen, en van de nodige ruimte voorzien, ‘t welke zij door inkoop zyn magtig geworden voor de Somma van ƒ15000:- waarvan zij de Eer hebben UWel Ed: Achtb: bij deezen kennisse te geeven, met nedrig verzoek dat ‘t aan hun mag worden g’accordeert om ‘t zelve vrij te mogen transporteeren, waartoe zij hoopen dat UWelEdele Achtb: minder zullen difficulteeren, uit hoofde dat dit gebouw ten publicque gebruike gedestineerd is en deeze vergunning aan ‘t fonds zelve nog eenige verligting zoude kunnen verschaffen.’

‘En daar de onderget: bij ‘t in Casseeren van deze penningen tot voldoening van de bovengem: Somma reeds is voorgekomen, hoe Schaars ‘t contant geld in deezen tijd is, en hoe veel moeijelykheid ‘t niet zal veroorzaaken, om ‘t overig restant, waarvoor getekend is, magtig te worden; hoe gaern zij vertrouwen dat yder Inteekenaar zig anders daartoe zou willen laaten vinden, Zo gebruijken Scholarchen in deezen de vrijheid in deeze aan ‘t nader advis van UWelEd: Achtb: voor te dragen, of het niet ‘t convenabelste zoude zijn, dat aan de Inteekenaaren de vrijheid gelaaten wierd, om zo ‘t dezelve niet mogte geleegen komen in gereed geld hunnen inleg op te brengen, als dan daarvoor aan Scholarchen een obligatie terhand te stellen, met verband om jaarlijks, de gewoone renten daarvan te voldoen, tot tyd en wylen dat ‘t hun zal convenieeren, ‘t Capitaal zelve af te leggen, onder die voorwaarde egter, dat door hoog gezag tegelijk mag worden bepaald, dat altoos zodanig eenobligatie als eene praeferente Schuld zou mogen worden aangemerkt.’

‘En wanneer dit Concept de goedkeuring van UWelEd: Achtb: mogte wegdragen Solliciteeren Scholarchen meede, of UWelEdele Achtb: niet zouden Kunnen goedvinden, dat van de kant en uit naam van den raad, eene publicque Advertentie gedaan wierde, inhoudende hoofdzakelijk dat Scholarchen door Uwel Ed: Achtb: zyn gequalificeerd tot ‘t incasseeren en administreeren der penningen, waarvoor getekend is, als meede dat aan yder de vrijheid wierd gelaten, op voorzeide wijze zynen inleg te fourneeren, met die bepaling dat Scholarchen tot ‘t einde dezes jaars zullen vaceeren tot den ontfangst ‘t zij van eene schriftelijke Schuld bekentenisse ofte wel van ‘t geld zelve voor zulke die ‘t zullen verkiesen in gangbaare munte te voldoen, om als dan zo dra aan deeze beraamde Schikking zal voldaan zijn, van de oprigting der Schoolen zelve, een begin te Kunnen maaken.’

‘En nadien UwelEd: Achtb: meede aan Scholarchen hebben gelieven te demandeeren, om zo veel mogelyk te letten op zulke middelen, als nu en in der tijd zouden Kunnen strekken tot vermeerdering van ‘t fonds; zo neemen de onderget: insgelijx needrig de vrijheid by deesen aan UWel Ed: Achtb: inbedenking te geeven, of ‘er ten deezen aanzien niet eenig voordeel voor de Schoolen zoude te vinden zijn, in Cas van ‘t sluijten der Egtverbintenissen, indiervoegen namentlijk, dat ‘er door UwelEd: Achtb: eene zeekere Somma wierde bepaald, voor zulken die zullen komen te verkiezen buiten den gewoonen tijd zig in den Egten staat te laaten bevestigen; in navolging van eene Coustume indeezen, in veele Steden van de Republicq gebruikelijk, ‘t geen als een vrywillige belasting kan worden geconsidereerd, waarmede niemand zig zoude behoeven te bezwaaren ten zij deselve zig niet van anderen wilde distingueeren door zig op een buitengewoone tijd in den egten staat te laaten inzeegenen.’

‘Voor ‘t overige betuigen Wij, dat de zaak de UwelEd Achtb: de onderget: hebben gelieven aan te beveelen; door ons, zo ras mogelyk is, zal ter uitvoer gebragt worden, met eenen yver ten vollen geevenredigt aan den Eerbied en Hoogagting, waarmede wij de Eer hebben ons te onderschrijven.’

’/: onderstond :/’

‘Wel Edele Achtb: Heer! en E Achtb: Heeren! /: in margine:/ Cabo de Goede Hoop, den 22 October 1792.’

‘UwelEd: Achtb: Zeer ootmoedige Dienaaren.- de Scholarchen dezer Steede uit naam derzelve /: was getekend :/ J: P: Serrurier.’

En over dat vertoog vervolgens meede met vereischten aandagt zynde gebesoigneerd,

Is om de billykheid resideerende in de voordragten en verzoeken door Scholarchen voorm: bij dat vertoog gedaan, en in ‘t zelve breeder benoemd, goedgevonden en dienvolgens besloten dat den Rade, agreëerende en approbeerende aanvankelijk de gedaane inkoop van ‘t huis van den Capitain ter zee Francois du Minij, staande in de grave straat , voor een Somma van ƒ15000:- ten einde te dienen om in der tyd daar in het publicq School op te rigten en te fixeeren aan Scholarchen voormeld zal werden geremitteerd, zo als aan dezelve geremitteerd werd bij deezen, de betaling van den 40 Penning van ‘S Heeren regt d’ E Comp op voorz: Koopschat competeerende, en zulks ter zaake van ‘t Salutair oogmerk waartoe dat huis is ingekogt,

Dat wijders ter zaake der schaarsheid aan contanten waardoor de Inteekenaaren belet worden de Somma door hun ter oprigting van ‘t gestigt gepromitteerd nu dadelyk ingelde te kunnen praesteeren, niet alleen aan de voorsz: Inteekenaaren de vrijheid zal werden gelaaten, om, zo ‘t dezelve niet geleegen mogt komen hunnen inleg ingereed geld op te brengen, als dan aan Scholarchen daarvoor eene obligatie te moogen ter handen stellen, met verband om jaarlyks de gewoone renten daarvan tezullen voldoen tot tijd en wijle dat ‘t hun zal convenieeren ‘t Capitaal zelve af te leggen, maar dat ook namens deezen Raade, alle ende een ygelik die ‘t aangaan mogt bij eene publicque advertentie zal werden verstendigt, dat Scholarchen zyn gequalificeerd zo als zij gequalificeerd werden bij deesen tot ‘t incasseeren en administreeren der penningen, waarvoor getekend is als meede dat aan een ijder vrijheid werd gelaaten op voorsz: wijze zynen inleg te fourneeren, zullende zij Scholarchen dan, gelyk men in de advertentie zal laaten influeeren, dat geschieden zal van den dag der affixie van voorsz: advertentie af tot het einde dezes jaars toe vaceeren kunnen tot den ontfangst van een Schriftelyke Schuldbekentenis, ofwel van ‘t geld zelve voor zulke die ‘t zullen mogen verkiesen in gangbare munte te voldoen, om vervolgens, zo dra aan dees beraamde Schikking zal zijn voldaan van de oprigting der Schoolen zelve een begin te maaken, met dien verstande nogthans, dat wel de voorsz: te passeerene Schuldbekentenissen zullen weezen van een endezelfde Kragt en waarde, als alle zoortgelyke actens, voor Gecommitteerdens uit den Raade van Justitie ofte voor de resp: Beambtschrijvers verleeden, en met dezelve gelyk staan, ook even als die actens op ‘t Schuld Register ter politicque Secretarij berustende, werden bekend gesteld en geregistreerd, ten einde praeferent te zijn voor andere Schuld brieven van gelyke Natuur die laater zullen weezen verleeden dog dat aan dezelve niet kan worden gehegt die generaale praeferentie, welke Scholarchen voor de zelve zyn komen te solliciteeren, als militeerende daartegen zodanige gewigtige bedenkingen, als den Raade hebben Kunnen en moeten weerhouden gehoor te geeven aan de gunstige dispositie, waarin zij zig anders heeft bevonden gehad, om ook in deesen te voldoen aan ‘t verlangen van Scholarchen;

En dat eindelijk, gemerkt thans meer dan te vooren onder de Ingezeetenen alhier heeft beginnen door te straalen eene dispositie of zugt omzig van anderen te distingueeren, door zig op een buitengewoone tijd in den Egten staat telaaten in zeegenen, zo ter beteugeling van deezen Hoogmoed, als om ten minsten uit de involging van dien eenig nut voor ‘t fonds der gem: op te rigtene Schoolen, te trekken, van nu voortaan door geene der gereformeerde Predicanten, zo aan deeze hoofdplaats als in de buitendistricten ymand meer, hij zij wie hij wil in den egten staat zal mogen werden ingezeegend, elders als in de Kerk en op den gewoonen tijd, dan nadat aan hun Predicanten hiertoe aanzoek werdende gedaan, zal zyn gebleeken dat door den geenen die zig in maniere voorsz: tragt te distingueeren aan Scholarchen zal zyn betaald een Som van vijff en twintig Ryxd:s tot welkers voldoening wij dezelve ter Styving van ‘t fonds der Scholen by deezen zyn verpligtende.

Vervolgens is geleezen ‘t hier onder g’ insereerd Berigt van Land-drosten en Heemraaden der Colonien van Zwellendam en Graaff Reinet als ingevolge ende ter voldoening aan ‘S Raads Resolutie van den [.....] met elkanderen gevaceerd hebbende tot ‘t overleggen der middelen en wijze langs welke best en gevoeglijkst uit den weg zouden kunnen worden geruimd de differenten, dewelke reeds t’ zeedert d’ erectie van laatsgem: Colonie tusschen dezelve met den anderen, overzaaken ‘t huishoudelyk bestier dier Colonien concerneerende, hebben plaats gehad.

Aan den WelEdele Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachebber, benevens den WelEd: Achtb: Raad van Politie deezes Gouvernements

‘Wel Edele Achtb: Heer! en Edele Achtb: Heeren!’

‘De ondergeteekendens Landdrosten en Heemraaden der Colonien Zwellendam en GraaffReinett in pligtschuldige opvolging der g’eerbiedigde ordre door UWel Ed: Achtb: en Ed: Achtb: aan hen uitgevaardigt omme zig gezamentlyk aandeese hoofdplaatse te laaten vinden, ten einde met den anderen in overleg te treeden, op welke wijze best en gevoeglijkst uit den weg zouden Kunnen werden geruimd de differenten, welke ‘er reeds zedert d’ erectie vande Colonie Graaff Reijnett in ‘t huishoudelyke bestier, zo van deselve Colonie, als in dat van Zwellendam hebben plaats gehad, grooten deels veroorsaakt door ‘t getal der Inwoonderen die van het eene district naa ‘t ander hebben moeten werden overgebragt, en het welk ten gevolge heeft gehad, dat de jaarlijkse staat reekeningen der beijde voornoemde Colonien in geene juiste ordre aan UWelEd: Achtb: hebben kunnen werden gesuppediteerd, op heden daartoe gevaceerd hebbende, zyn onder g’eerde goedkeuring van UWelEd: Achtb: en Ed Achtb: door dezelve d’ ondervolgende provisioneele Schikkingen gemaakt;’

‘Eerstelijk, Dat de Colonie Graaff Reijnet Jaarlyks aan die van Zwellendam zal moeten contribueeren een ronde som van 200 Ryxd:s voor de perzoonen die van ‘t laatste naa ‘t eerstegem: District zijn overgegaan. - en jaarlijks verpligt waaren voor Schapen en Beesten, mitsg:s Leeuw en Tijger geld, yder na rato van zyn vermogen en zeker tantum te moeten betaalen, en dat wel zedert ‘t jaar 1786, van welke tijd de Colonie van Zwellendam van die Inkomsten haarer Cassa is gedestitueerd geweest.’

‘Ten Tweeden, Dat daar en tegen de Colonie Zwellendam alleen aanspreekelyk blijft, voor de ponton Penn: welke door deselve thans onder Graaff Rijnet gehorende Ingezeetenen jaarlyks ten faveure haarer Cassa moeten werden gefourneerd, dat wyders om hier toe behoorlijk in staat te worden gesteld, de ondergeteek:s door UWelEd: Achtb zouden behooren te worden gequalificeerd, om over en weder Copijen van de laatstgeformeerde opgaaf rollen der Coloniers hunner districten te Suppediteeren, ten einde uit de confrontatie derzelve exact te Kunnen nagaan, welke Perzoonen thans onder derzelver Colonien domicilieeren om alzo vervolgens uit dezelve een juiste en accurate Lijst te doen te zamen stellen, waarna een yder zig voor ‘t vervolg zal Kunnen reguleeren.’

‘D’ onderget:s vertrouwen dat deeze provisioneel beraamd Schikkingen, hoogstderzelver agreätie zullen verdienen, en hoopen dat hier door voor ‘t vervolg alle disordres die continueel uit deese onafgedaane zaak zyn geproflueerd, uit den weg zullen worden geruimd, en hebben overigens de Eer; na ‘s Hemels dierbaarste Zeegeningen over Hoogstderzelver Regeering en Perzoonen te hebben afgesmeekt, met verschuldigt respect te verblijven.’

’/: onderstond :/’

‘WelEdele Achtb: Heer en Edele Achtb: Heeren!’

‘UWelEd: Achtb:s Zeer onderdanige en gehoorz: Dienaaren.’


/:was getek:d / A: A: Faure
M: H: O: Woeke
P: Pienaar
P: D: Preez.
A: P: Burger.

/:was getek:d / A: A: Faure
M: H: O: Woeke
P: Pienaar
P: D: Preez.
A: P: Burger.

’/: in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 28 Sept: 1792.’

Uit welk berigt gebleeken zijnde de provisioneele Schikkingen ter bereijking van ‘t voorsz: oogmerk door geciteerde Landdrosten en Heemraaden onderling beraamd, dewelke naar het inzien dezes raads ook allezints daartoe zyn tendeerende, zo is goedgevonden en dienvolgens geresolveerd, de gem: provisioneele arrangementen in allen deelen te approbeeren, zo als geschied mits deezen; zullende dienvolgens voortaan de Colonie Graaff Reijnet aan die van Zwellendam ‘S jaars moeten contribueeren, eene ronde Som van twee hondert Rijxd:s voor de Perzoonen die van het laatst naar ‘t eerstgem: district zyn overgegaan, en jaarlyks verpligt waaren voor Schapen en Beesten mitsg:s Leeuwen-en-Tyger geld ijder na rato van zyn vermogen een zeker tantum te betaalen. - en dat wel zedert ‘t jaar 1786 van welken tijd af de Colonie van Zwellendam van die inkomsten harer Cassa is gedestitueerd geweest. - waarentegen de Colonie van Zwellendam alleen aansprakelyk zal blijven voor de ponton Penningen welke door de zelve thans onder Graaf Reijnet gehorende ingezeetenen jaarlijks ten faveure haarer Cassa moeten werden gefourneerd, om waartoe de voorsz: Landdrosten en Heemraaden behoorlyk in staat te stellen dezelve teffens werden gequalificeerd, om aan elkander over ende weder Copijen van de laatst geformeerde opgaaf rollen der Coloniers hunner districten te mogen Suppediteeren, ten einde uit de Confrontatie dezelve exacte te kunnen nagaan, welke Perzoonen thans werkelyk in elke Colonie zyn domicilieerende om alzo vervolgens uit dezelve opgaaf Rollen een juiste en accurate Lijst te kunnen zamen stellen, waarna zig een ijder voor ‘t vervolg zal moeten reguleeren.

Naar dit een en ander door den Heere Le Suëur onder wiens opzigt ingevolge besluit van den 12 dezer zyn ontlost geworden de ongepermitteerde goederen, dewelke zig bevonden hebben gehad in ‘t Batavias retourschip Macasser , overgelegd zynde drie p:s Lijsten door de ordinaire Gecommiteerdens die de voorsz: Goederen in ontfangst genomen hebben, aan zyn Ed: ter handen gesteld, behelzende dezelve Lijsten eene Specificque opgaafe van al ‘t geen werkelijk ontscheept en inde Maguazynen van de Comp: opgeslagen geworden is, met aanwijzing dat ingevolge deeze uitleevering op de voorsz: Goederen de navolgende Artikelen minder zyn bevonden als d’ opgave in den aanvang door d’ overheeden van ged:e Bodem gedaan, en bij de bovengem: Resolutie van den 12 dezer ingelijfd komt te dicteeren, te weeten

Van de Goederen den Capitain KLaas Keuken toebehoorende
49 p:s Leggenduijgen
68 d:o Chineese planken
51 d:o Heele Molen Planken van 1 1/2 d:m
4 Kisten Thee van 1489 katjes of 1861 1/4lb: netto.
1 Veertien g:L Kist van 186 Katjes of 232 1/2lb netto thee.
1 Kastje van 5 lb beste Thee
1 d:o waarin 5 Klyne Kastes met beste Thee:
3 Pikols Coffy boonen
1 Kistje met Hair
2 fyne patje Rees
8 Chitze Tjalies
1 Stuk wit Chinas Linnen
2 Chitze Vrouwe Rokken
2 Stukken Chitz en
3 Kelders Knijp.
Mitsgaders
Van de Goederen van den Capit: Lieut: Weemeijer.
382 lb Koffij
2 Canassers Poederzuijker en
2 Potjes Roode Visjes.
Van de Goederen den Capitain KLaas Keuken toebehoorende
49 p:s Leggenduijgen
68 d:o Chineese planken
51 d:o Heele Molen Planken van 1 1/2 d:m
4 Kisten Thee van 1489 katjes of 1861 1/4lb: netto.
1 Veertien g:L Kist van 186 Katjes of 232 1/2lb netto thee.
1 Kastje van 5 lb beste Thee
1 d:o waarin 5 Klyne Kastes met beste Thee:
3 Pikols Coffy boonen
1 Kistje met Hair
2 fyne patje Rees
8 Chitze Tjalies
1 Stuk wit Chinas Linnen
2 Chitze Vrouwe Rokken
2 Stukken Chitz en
3 Kelders Knijp.
Mitsgaders
Van de Goederen van den Capit: Lieut: Weemeijer.
382 lb Koffij
2 Canassers Poederzuijker en
2 Potjes Roode Visjes.

dog dat daaren teegen ook wederom op de twee ondergenoemde Sorteeringen van houtwerken van opged: Capt: Keuken, namentlyk op de heele Molen Planken van 2 d:m en op de halve d:o van 1 1/2 d:m

47 p:s heele en } Planken
4 d:o halve
47 p:s heele en } Planken
4 d:o halve

meer, als zig volgens de voorsz: opgave in ‘t Schip moesten bevinden uitgeleverd zyn geworden.

Zo is in consideratie genomen dat de voorsz: minderheden haare oorzaake ontleenen, daaruit, dat met betrekking tot de houtwerken, Rijst en Coffij, zo by de inscheeping derzelve te Batavia, als bij d’ontlossing alhier apparentlijk ‘t een en ander zal zijn verlooren gegaan, zonder dat men de voorn: overheeden van eenige agterhouding in deesen Suspecteeren kan, alzo S’ inzulken gevalle anders zeer zeeker niet zouden hebben uitgeleeverd ‘t meerder bevondene dan Hunne resp: opgaaven zyn komen te dicteeren, en met relatie tot de Thee het geval is dat dezelve zig komt te bevinden in de gebrande kisten, dewelk de voorn: overheeden na de ordres van de Comp: vermogen met zig naar Nederland te voeren, terwijl de overige Articulen of gedestineerd zyn voor eigen gebruik der zo dikwils geciteerde overheeden binnen Scheepsboord of door hun voor derzelver vrouwen en kinderen in Europa zyn ingekogt, of eindelijk ook by nader inzien hunner Notitien zijn bevonden, onder de voor diverse Ingezeetenen alhier meede gebragte bestelgoederen te behooren, gelyk ook merkelijk onder die bestelgoederen blykens de derde Lijst eenige artikelen meer voorkomen als in den aanvang is opgegeeven geweest, en mitsdien dan ook beslooten geene verdere verantwoording ter zaake der voorsz: minderheeden van de zo dikwilsgem: Overheeden meer te vorderen, maar liever directelyk te procedeeren, om met opzigt tot de werkelyk opgeslagene Goederen hoe eer zo liever te doen effect Sorteeren de ordres van Heeren Commissarissen Generaal, met opzigt tot de met ‘S Comp: Scheepen alhier aangebragt werdende verbodene goederen gesteld, ten einde zo doende de Pakhuizen in dewelke die Goederen zig vinden opgeslagen en tot andere eynders voor ‘S Comp: dienst werden vereischt, daarvan wederom mogen werden ontleedigt; wiensvolgende is geresolveerd dat ten behoeve van de Comp: aangeslagen en op denzelve voet en wijze als zulks met opzigt tot de Goederen uit de Constitutie gelost heeft plaats gehad tegens restitutie der inKoops prijzen, voor dezelve uitgeloofde overgenomen zullen worden, de navolgende Artikelen, gehorende tot die Goederen, waarvan de Maatschappij zig den handel privativelijk heeft gereserveerd, namentlijk.

Van den Capitain KLaas Keuken
17 Canassers Poeder Zuijker wegende Bruto 7742 lb tot Rd:s 7 Rd:s 433:26:-
2 Cassen PorCelain d:o d:o d:o 96:- :-:
Van den Capit: Lieut: Weemeijer
28 Zakken Coffy boonen weg: b:to 2115 lb tot Rd:s [.....]
8 Canassers Poederzuiker d:o d:o 3860 d:o d:o d:o [.....]
9 Klyne d:o d:o d:o 1175 d:o d:o d:o [.....]
 
En dus alle de voorsz: Articulen te zamen voor de Som van Rd:s [.....]
Van den Capitain KLaas Keuken
17 Canassers Poeder Zuijker wegende Bruto 7742 lb tot Rd:s 7 Rd:s 433:26:-
2 Cassen PorCelain d:o d:o d:o 96:- :-:
Van den Capit: Lieut: Weemeijer
28 Zakken Coffy boonen weg: b:to 2115 lb tot Rd:s [.....]
8 Canassers Poederzuiker d:o d:o 3860 d:o d:o d:o [.....]
9 Klyne d:o d:o d:o 1175 d:o d:o d:o [.....]
 
En dus alle de voorsz: Articulen te zamen voor de Som van Rd:s [.....]

alle welke articulen dan ook dadelyk van de wal zullen moeten werden getransporteerd naar boord van ‘t Schip de Castor , om of met dien Bodem zelve naar ‘t Vaderland te werden overgevoerd of zulks noodzakelyk zynde bij ‘t vervolg ten voorsz: fine in een en anderen bodem overgescheept te werden, waarentegen de overige Goederen als bestaande in zodanige, welke het gepermitteerd zoude zijn geweest op vragt naar Nederland te mogen overvoeren op den 5 der aanstaande maand November publicquelyk zullen moeten werden verkogt, om het provenue vervolgens na aftrek der vragt en recognitie bij Heeren Commissarissen Generaal eens voor altoos bepaald en vastgesteld, /: den tijd daartoe overscheenen zijnde :/ door den Vendumeester aan voorm: Capt:n Keuken en Capitain Lieutenant Weemeijer, g’extradeert te werden.

Laatstelijk nog geopend ende geleezen zynde twee Missives van Heeren Commissarissen Generaal Staande de vergadering ingekomen, waarvan de eene op gisteren en de andere opheeden is gedagteekend, dienende onder anderen ten geleide van een Requeste door den oud Coopman titulair en Lidt in den Raad van Justitie Jan Frederik Kirsten, aan haar Hoogedelhedens gepresenteerd verzoekende om reedenen by de voorsz: Requeste geallegueerd, dat aan hem Suppl:t mogt werden gepermitteerd eenduijzend Stux Greene Planken, met het Schip The Favorite voor zyne reekening alhier aangebragt, te mogen doen ontscheepen; mitsg:s van een Extract uit hoogstderzelver Resolutien genomen op de Consideratien en het berigt deezer Regeering in dato 24 der praesente maand, ter voldoening aan meerwelgem: Haar Hoogedelhedens requisitie vanden 2 bevorens aan hoogstdezelve gesuppediteerde op de requeste vanden geweezen generalen pagter der Kaabse Koele wijnen Sebastiaan Rothman waaruit Consteert dat haar hoogedelhedens by resumptie op de voorsz: requeste gedelibereerd en daarbij in aanmerking genomen hebbende, dat bereijds by gedaan onderzoek aandeeze Regeering is komen te blijken, dat des Supplt:t boedel zig niet bevind in dien Staat als noodwendig zoude werden vereischt om aan hem Suppl:t ‘t verzogte uitstel tot de opbrenging en betaling van den laatsten termyn zyner uitgeloofde pagtpenn met gerustheid te kunnen verleenen, mitsdien raadzaamst geoordeeld hebben deszelfs daartoe gedaan Supplicq te wyzen van de hand; ende zulks ten einde wanneer voorm: Kirsten op eene voldoende wijze; onder praesentatie van zulx des gerequireerd werdende met Solemneele Eede te Sterken, zal kunnen doen blijken; dat door hem zo als by zyn request werd gezegd werkelijk voor twee jaaren is aangegaan ‘t daarbij vermeld contract tot leevering der voorsz: planken, als dan aan den zelven de ontscheeping der voorsz: Planken te accordeeren, dog daarentegen met opzigte tot den geweezen generaalen pagter Rothman te zorgen dat de Comp: buiten Schade blyve en ten dien einde effect te doen sorteeren den Last daartoe aan ‘t officie fisCaal gegeeven.

Zo is in consideratie genomen zynde dat voorn: Kirsten onder den 17 der praesente maand bereids op eene voldoende wijze aandeezen Raade heeft komen te probeeren, dat ‘t Contract tot leevering der Planken in quaestie, waarvan bij deszelfs aan Heeren Commissarissen Generaal gepraesenteerd verzoekschrift werd mentie gemaakt door hem werkelyk al voor ruim twee jaaren geslooten is geworden, mitsdien goedgevonden en verstaan aan den zelven Kirsten te permitteeren zo als aan hem gepermitteerd werd by deesen, omme onder betaling van ‘t bepaald inkomend regt op goederen met vreemde Scheepen alhier werdende aangebragt te mogen doen aan land brengen, de zig voor zyne reekening aan boord van ‘t Schip de Favorite bevindende een duyzend Stux greene planken, en dat daarvan by Extract deezer, de vereischte Kennisse zal werden gegeeven, aan den ad interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs ten einde te strekken tot deszelfs informatie en narigt; terwyl teffens met opzigt, tot het g’ injungeerde aan even gedagte ad interim fiscaal raakende den geweezen Generaalen Pachter Rothman, den zelven zal werden geordonneerd, zo als hy fisCaal geordonneerd werd by deesen, daarïnne zodaanig te pro Cedeeren, dat de EComp: buiten Schade werde gehouden.

Aldus Geresolveerd ende G’arresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, ten dage en Jaare voorschr:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] My Praesent E: Bergh p:l SeCret

C. 208, pp. 356-371.

Woensdag den {17921031} 31 October 1792

‘S Morgens, Alle praesent behalven de Heer Gordon.

Op ‘S Raads Consideratien aan Heeren Commissarissen Generaal gesuppediteerd, hoedanig naar haar inzien de verkoping der Scheepjes de Helena Louisa en de Zeenimph , in de presente gesteldheid van zaaken, best zoude kunnen geschieden, door haar Hoog Edelhedens goedgevonden zijnde, dat de voorn: Scheepjes de Helena Louisa en de Zeenimph met eene bij ijder derzelver gevoegde walvischvangers-ChaLoup en Gereedschappen, mitsg:s bijvoeging tot laatstgem: Scheepje van al het ontbreekende aanderzelfs Tuigage als anderzints voor zo verre ‘t zelve van ‘S Comp: voorraad te missen is bij den afslag zal moeten werden verkogt, en de Termijnen van betaling zodanig gesteld, dat dezelve binnen ‘t jaar, gereekend van den dag af, dat ‘t transport geschieden zal, afloopen, gelijk dit een en ander aan den Raade is komen te consteeren uit eene missive door hoogstdezelve onder den datum van gisteren geschreeven, en houdende qualificatie om tot de voorsz: verkooping op den evengem: voet dadelyk te procedeeren.

Zo is nadat behoorlijk was beraadslaagd hoedanig en deesen best langs de gevoelijkste middelen aan de voorsz: ordre van Heeren Commissarissen Generaal zoude kunnen voldaan werden, besloten, dat aanvankelijk door den Equipagemeester zal moeten werden opgegeeven de hoogte, lengte en wijdte der voorsz: Scheepen, ten einde de advertentie dewelke van de voorsz: verkooping nog heeden alomme g’ affigeerd zal moeten werden, daarna te kunnen werden ingesteld. - dat gem: Equipagemeester na exactelyk opgenomen en nagezien te hebben, of alle de goederen, bekend staande op de Inventarissen der gem: Bodems, zig nog in waare weezen komen te bevinden, en die welke met dezelve verkogt zullen moeten werden aan boord gelaaten, dog daar en tegen dezulke, dewelke voor d’ E Comp: werden uitgehouden naar Land gescheept te hebben, vervolgens de voorsz: alzo effen gestelde Inventarissen mede ten spoedigsten mogelijk zal moeten bezorgen ter politicque Secretarij, om daarvan de nodige afschriften vervaardigd te werden.

Dat deeze opgave der gedaane roeijing en verificatie der Inventarissen ingekomen zijnde, de Koop Conditien ingesteld, en daarbij onder anderen bepaald zal moeten werden, dat de Kooper zyne uitgeloofde Kooppenn: zal moeten opbrengen, en betalen in vier eguaale paaijen ofte termijnen, te weeten de eerste contant bij de Slag geeving en de drie andere yder drie maanden na elkander, zo dat de laatste of vierde paaij ten zelven dage in den aanstaanden Jaare 1793 waarop in deeze Maand de verkopingen der voorm: Scheepen, den een na den andren staan te geschieden opgebragt werdende, de geheele uitgeloofde Som zig dus navolgens de intentie en begeerte van Heeren Commissarissen Generaal, wel afgelost zal vinden binnen ‘t jaar, dog egter aan den Kooper in de praesente Schaarsheid aan geld die nodige faciliteit bezorgd werden zal, welke de Liefhebbers alleen tot een aanneemelijk bod zal Kunnen uitlokken; en dat voor de zekerheid der voorsz: uitgeloofde geheele Kooppenn: dadelyk door den Koper twee sufficiente Borgen ten genoege deezer Regeering mitsg:s bovensdien ‘t zij door hem zelven, dan wel door de voorsz: zyne Borgen voor de drie laatste paaijen een Sufficient Hypotheecq gesteld zal moeten werden; dat ook de voorsz: Scheepen werden verkogt in haare groote en kleinte zo als vandezelve de Helena Louisa ten deezer Rheede, en de Zeenijmph in Baaifals is leggende, mitsg:s op den Inventaris gebragte Goederen, zo en in dien staat waarïn zij zich bevinden, zonder dat men op eeniger hande wijze agterhaald wil weezen over de meerdere of mindere maat van ‘t Schip, Lengtens, dikte en qualiteiten der Gereedschappen of dat de Zeilen door Rotten mogten zyn gebeeten, dan wel zig andere defecten aan eenig articul opdoen, alzo een ijgelijk gegadigde vrijheid zal hebben, om dadelijk na de affixie der Advertentien, van ‘t een en ander dagelijks tot ‘t ogenblik der verkoping toe behoorlijke inspectie te mogen neemen.

Dat ‘t Transport zal gedaan worden bij de voldoening van de eerste Paaij der Koop: penn: dewelke zal moeten werden gepraesenteerd binnen den tijd van Zes weeken uitterlijk, te reekenen van den dag der Verkoping, als vrijgoed teegens vrij geld, dog ‘t Schip met al ‘t geen daarbij werd verkogt, direct na den verkoop tot bate en Schade van den Koper blyven leggen, en zulx onder verband van des Kopers en der Borgen, hunne Perzoonen en Goederen als na regten; dat wyders den Koper gehouden zal werden ‘t Schip met al ‘t geen daarbij werd verkogt ter eerster ordre van den Heere Gezaghebber over teneemen van zodanige Commissie van Zee Kapitains als door zyn Ed: daartoe zal benoemd ende gecommitteerd werden, en dat eindelyk wanneer den Koper zig niet in staat mogt bevinden, by gebrek aan volk het Schip met den eersten te kunnen bemannen, op deszelfs verzoek door welopgem: Heere Gezaghebber de nodige ordres zullen werden gesteld om daarop voor den tijd van agt dagen te Laaten verblijven een officier, een Onderofficier en Zo veele Mattroosen als nodig zullen weezen om ‘t Schip zo lange te bewaaken, mits dezelve gedurende dien tusschen tijd door den Koper van ‘t nodige onderhoud worden voorsien.

Dat vervolgens van deeze Conditien benevens den Inventaris een afschrift by den eerste Bode deezes Raads Johannes de Clercq, ter lecture zal werden gelegd, welke Conditien en Inventaris de Liefhebbers aldaar niet alleen zullen Kunnen en mogen leezen, en examineeren, maar des begeerende ook tot derzelver speculatie copieeren.

Dat de publicque verkoping van de Helena Louisa bepaald zijnde, gelyk dezelve bepaald werd bij deesen op aanstaande Dingsdag den 6 hujus en die van de Zeenimph op Vrydag den 9 daaraan, dezelve verkoping zal geschieden, voor den vollen Raade by den op en afslag, zullende de instelling van eerstgem: Scheepje gedaan werden op eenplokpenning van Vyftien Zilvere DuCatons en die van laatsgem: bodem op een Strykgeld van [.....] gelyke DuCatons dewelke den Heere Cassier gequalificeerd werd daartoe af te langen.

En dat eindelyk de verkoping effect gesorteerd hebbende van byde deselve Kieltjes, aan de resp:e Kopers Transport en opdragt zal worden gedaan, door twee Leeden uit deezen Raade te Committeeren; welke Leeden daarbij zullen werden verzogt, zo als dezelve verzogt werden by deesen, te willen toezien en zorgen dat door de gem: Kopers gelyk tydig wanneer ‘t voorsz: Transport ontfangen en behoef in behoef der E Comp: werden verleeden de Schuld bekentenissen bij forme van Scheepenen kennissen geschreeven op zeguls tot zodanige grootte, als men gewoon is die in proportie der uitgeloofde Sommen voor vaste effecten te beezigen.

Ondertusschen bij dees occasie ook geprocedeert zynde tot de resumptie eener Missive van Heeren Commissarissen Generaal de dato 29 deeser, hebbende ten Bijlage een Extract uit hoogstderzelver Resolutien ten zelven dage genoomen.

En bij lecture uit den in houde van dien zynde gebleeken, dat haar hoog Edelhedens gedelibereerd hebbende op de Requeste van Hendrik Johannes Fherssen, verzoekende, om reedenen daarbij breeder g’allegueerd, dat hem mogte werden gepermitteerd om tot de walvischvangst met klyne Vaartuigen, te mogen gebruik maaken van vier Chaloupen, door hem van Engelsche Visschers met producten van dit Land ingekogt, en tot de Visscherij in gevolge bekomene permissie van deeze Regeering reeds gebruikt voor ‘t emaneeren van ‘t generaal Placaat van den 21 September jongstl: met verder verzoek om voorsienig tot wegneming van eenige difficulteiten welke zig inde uitvoering van ‘t 35 Art: van gem: Placaate mitsg:s van ‘t 5 Art van ‘t Reglement op de Visscherij in de Tafelbaaij en Baaijfals met klyne Vaartuigen hadden voorgedaan, en daarbij hebbende gelet op de Consideratien door deese Regeering in dato 16 der presente maand op deselve Requeste aan meerwelgem: Haar Hoogedelhedens gesuppediteerd, hebben goedgevonden aan voorsz: Fherssen toe te staan deszelfs verzoek om van de voorschr: vier Chaloupen tot den Walvisvangst met klyne Vaartuigen te mogen blyven gebruik maaken, zonder dat hij verstaan zal worden daardoor tegens den inhoud van ‘t 2:e Artl: van t Reglement op de visscherij met klyn vaartuig in de tafelbaaij en baaijfals te hebben gecontravenieerd, met qualificatie op deesen Raade om overeenkomstig derzelver voorslag bij voorsz: Missive van den 16 dezer gedaan, ‘t 5 Artl: van ‘t zelve Reglement zodanig te altereeren, als daarbij in ‘t breede is voorgedragen.

En dat hoogstged: haar hoogedelhedens tot wegneeming van de difficulteit welke zig heeft voorgedaan inde uitvoering van ‘t 35 Art: van ‘t generaal Placaat, daarbenevens hebben gelieven te statueeren, dat die geenen welke de Walvisch-visserij, ingevolge ‘t zelve Placaat zullen exerceeren, zullen kunnen volstaan met de krengen der doode visschen tot buiten de baaijen te laaten boegseeren, zonder gehouden te zyn, deselve te laaten zinken blykens de daarvan g’arresteerde, en almeede neevens voorsz: Missive gevoegde Publicatie, Terwijl met dit een en ander voor vervallen werden gehouden de verdere verzoeken door voorm: Fherssen byzyn voorsz: Requeste gedaan.

Zo is verstaan dat aanvankelyk van dees haar hoog Edelhedens dispositie, /:waarvanden Suppl:t bereids door hoogstdezelve directe is g’informeerd geworden :/ by Extract deezer zal werden kennisse gegeeven aan den ad interim fiscaal M:r Jacob Pieter Deneijs, ten einde te strekken tot deszelfs informatie en narigt.

Dat voorts, onmiddelyk omtrend den inhoud van ‘t 5:e Art: van ‘t Reglement op de Walvischvisscherij, met klyne Vaartuigen, zo hier in de Tafelbaaij als in de Baaijfals , die verandering zal werden gemaakt, dat de Eijgenaars der Schuijten, welke tot voorsz: Visscherij zullen werden g’emploijeerd, voortaan Vrijheid zullen hebben, dezelve zo nabij mogelijk aan ‘t Strand voordreg te laten leggen. - mits in dezelve niets laatende verblyven, als de Harpoenen, Lansen, Lynen, Lantaarns Roepers en andere diergelijke tot de walvisch vissery vereischt werdende Zaaken, terwijl daar en tegen alle avonden uit de zelve zullen moeten werden genoomen de Riemen om aan de Wal te Werden geborgen, zo wel als de Roers der Schuiten ofte Chaloupen, welke daarvan zullen zijn voorzien, invoegen van dit een en ander niets na Zonnen ondergang op de Chaloupen zal mogen verblijven, dan alleen wanneer de noodzakelijkheid mogte vorderen, dat om een visch af te maaken, te Sneijden, of ‘t Spek naar de wal te vervoeren, den dienst van zodanige vaartuigen wierde vereischt, als wanneer dezelve met voorkennisse van den fiscaal ofte den geenen die daartoe van zijnent weegen zal weezen gelast, en onder behoorlijke praeCautie ten voorsz: einde zullen Kunnen werden gebeezigd alles op poene eener boete van 25 Rd:s wanneer daartegens mogt worden gehandeld bij den Eigenaar te verbeuren, en dat hiervan insgelyx eene Publicatie geformeerd zynde, deese Publicatie eindelijk met de vorenaangehaalde van Heeren Commissarissen Generaal over de, door hoogstdezelve gemaakte alteratie in het 35 Art: van ‘t generaal Placaat, met den eersten gepubliceerd, en vervolgens alomme g’affigeerd zal moeten werden, ten einde een ygelik zo doende, van deese veranderingen in haar hoogedelhedens en deezes Raads voorsz: dispositien de vereischte kennisse moge bekomen.

Laatstelyk nog ter tafel gebragt zynde eene andere Missive van Heeren Commissarissen Generaal, twee dagen vroeger als de evenvoorgaande ofte op den 27 der presente maand geschreeven, en uit dies continue zynde Komen te consteeren, dat vermits uit d’ eerbiedige Letteren, welke deesen Rade de vrijheid heeft gebruikt gehad onder den 16 bevorens aan Haar Hoogedelhedens te rigten benevens ‘t daarbij gevoegd geweest zijnde byzonder advijs van den Heere Colonel Gordon, aan Hoogstdezelve was Komen te blyken, dat men een pariglyk van begrip kwam te zijn dat Landdrost van Graaff Rynet M: H: O: Woeke tot die post geheel ongeschikt was, wel opgem: Haar hoogedelhedens dierhalven raadzaam hadden g’oordeeld deze Regeering te qualificeeren om hem Woeke uit die bediening te ontslaan, zo ras ‘er gelegenheid zoude zijn, denzelven met een daartoe geschikt Subject te remplaceeren, waartoe egter niet in consideratie zoude Kunnen Komen den Secretaris derzelve Colonie Maijnier uit hoofde der menigvuldige en zeer ernstige beschuldigingen ook tegen hem ingebragt, immers niet, zo lange hij zig van dezelve beschuldigingen niet volkomen zoude hebben gezuiverd; alwaaromme Haar Hoogedelhedens dan ook approbeeren de dispositie bij deezen Rade genomen, waarbij aan den ad interim fiscaal is gelast naar die beschuldigingen ‘t vereischt onderzoek te doen - En dat Hoogstged: Heeren Commissarissen Generaal wijders hadden goedgevonden almede goed te keuren ‘S Raads besluit op den 13 Sept: des voorl: jaars genomen op een verzoekschrift van eenige opgezeetenen van voorn: Colonie van Graaff Rynet tendeerende om bevryd te worden van ‘t betalen der verschuldigde recognitie penn: op de by hun in Leening bezeeten wordende Veeplaatsen, als met deese Regering van begrip zijnde dat den uitslag der maatregulen tegens ‘t rooven en moorden der Bosjesmans hottentotten in ‘t werk gesteld, behoord te worden afgewagt, alvorens op ‘t voorsz: verzoekschrift te disponeeren - Weshalven meerwelm:Haar Hoogedelhedens tevens aan den Rade kwamen over te laaten, om wanneer dien uitslag daar zijn zoude als dan daaromtrent zodanig te handelen als met de billijkheid om eene wettige betragting van ‘S Comp: belangens ‘t meest zoude overeen Komen.

Zo is na deliberatie besloten dat van voorsz: haar hoogedelhedens qualificatie nopens de dispositie op ‘t request der Ingezeetenen van Graaff Reinet om van de betaling hunner agterstallige recognitie penn: te mogen worden bevreid in der tijd zodanig gebruikt zal werden gemaakt, als de omstandigheden zullen komen te vorderen, en dat men inmiddels zodra zig een bequaam subject tot de bediening van Landdrost, de voorm: Colonie van Graaff Reinet voordoen zal, of den Secretaris Maynier zig van de beschuldigingen tegens hem ingebragt op eene voldoende wijze zal hebben gepurgeerd, dadelyk zal proCedeeren tot ‘t ontslag van den presenten Landdrost Woeke, en de wedervervulling vandat Ambt, welke nieuw aantestellene Landdrost, dezen Rade dan ook niet zal afzijn in conformiteit van haar Hoogedelhedens re Commandatie by voorsz: Missive vervat gepastelyk in deszelfs auctoriteit te soutineeren.

Aldus Geresolveerd Ende Gearresteerd, In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten dage en Jaare voorsz:

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] My prasent E: Bergh p:l SeCrit