Skip to content

C212 C213 v1.20

C. 212, pp. 327-355 en C. 213, pp. 2-186.

Dingsdag den {17930212} 12 Februarij 1793

‘S voormiddags alle present!

Den Raade gezeeten en de Resolutien onder den 25, 27, 28, 29, en 30, der Jongstverweekene mitsgaders 2, 6, en 9 deezer Maand genoomen geresumeerd zynde, wierd heeden aanvankelyk geleezen eene Missive door Heeren Commissarissen Generaal onder den evengemelde datum van den 6 der præsente maand aan deeze Regeering geschreeven.

En nadien uit den inhoude van voorsz: zeer gevenereerde Letteren mitsgaders de tot dezelve Specteerende Vyf Stuk bylaagen is komen te blyken dat Haar Hoog Edelheedens op ‘S Raads voordragte aan Hoogst dezelve by Missive van den 26 Jannuary laatstl: gedaan hebben goedgevonden den Raade t’ authoriseeren om zodanige Militaire en Zeevarende als zig zullen aangeeven om met de Retourscheepen naar Nederland t’ vertrekken te tragten tot een nieuw verband te engageeren door aanbieding eener Præmie van Tien Ryxd:s aan die geene welke zodanig nieuw verband voorEen, en van Vyf en twintig Ryxdaalders voor hun die het zelve voorJaaren zullen willen aangaan.

Dat ook by haar hoog Edelheedens gedisponeert zynde op twee Requesten door ofte van weeg:s Anthony Krynauw als Passagier beschyden op S: E: Comp:s uitkoomend Schip de Phænecier mistgaders George Francois Jacques de Ravallet oud onderkoopman Secunde en Cassier te Jaggenaykpoeram zich thans alhier bevindende, aan Hoogst dezelve gepræsenteerd, waar by eerstgem: Suppl:t is koomen te verzoeken dat het van het gunstig welbehaagen van Commissarissen Generaal mogte zyn hem Supp:t te Releveeren van den Ordinairen train, en als nog toe te staan deszelfs verzoek laatstelyk aan den Raade van Justitie deezes Gouvernements gedaan /: blykens een verzoekschrift aan gemelde Raade aan de voorsz: Requeste geannexeerd :/ dat namentlyk aan hem gepermitteerd mogte worden de verzending onder ‘S Comp:s Papieren naar Batavia van de Origineele Stukken raakende de Extra ordinaire procedures alhier tusschen den Fiscaal deezes Governements en hem Supp:t in Cas crimineeL in den Jaare 1783 hebbende plaats gehad, en dat wyders den Raad van Justitie mogte werden gequalificeerd en ‘t Officie Fiscaal gelast zig des weegens party te stellen en een Persoon op Batavia te qualificeeren om het zelve te vervangen ten eynde hy Supp:t alzo eene nadere Regterlyke decisie op de voorsz: Procedures zoude kunnen erlangen, terwyl de Beede van laatst genoemde Supp:t was tendeerende om zyne Rhyze naar Nederland met de Eerst volgende Retourscheepen te moogen voortzetten onder bepaling van zodanige fide jus foire Cautie tot zeekerstelling van de aan den Supp:t opgelegde belastingen ten behoeve van de Compagnie als Heeren Commissarissen Generaal dienstig zouden oordeelen, met reserve aan zig om tot ontheffing der voorsz: hem opgelegde belastingen zodanige billyke Remonstrantien te mogen doen, als hy in tyd en wylen zoude te rade werden enz: beyde dezelve Supplicquen om de reedenen door Hoogstdezelve daar voor geallegueert, zyn geweezen van de hand zo nogthans dat haar Hoog Edelheed:s niet te min by wel derzelver aanweezen op Batavia de Spoedige afdoening van des laatsgem: Supp:te zaaken, zo veel mogelyk zullen bevorderen.

Dat insgelyks door den Major der Artillerie Johannes Fischer over het nadeel het welk de affuyten en het grof geschut komen te lyden door gedurig aan de Lugt te zyn geexponeerd aan Haar Hoog Edelheedens overgegeeven zyn de eene Memorie Hoogst dezelve geraden hebben geoordeeld dezelve Memorie aan deezen Raade te Suppediteeren ten eynde daar op te dienen van Consideratien en berigt.

Eerstelyk welke de meestgeschikte middelen zouden zyn de ontbreekende bergplaats over ‘t grof geschut en de affuyten te effectueeren en Ten anderen, welke kosten daartoe zoude werden vereyscht;

En dat haar Hoog Edelheedens eyndelyk inzelvervoegen hebben goedgedacht aan den Raade te Suppediteeren nog twee andere aan Hoogstdezelve gepresenteerde Requesten als eene van den Vaandrig Militair Frans Reinier Bressler houdende verzoek dat om de reedenen en Motiven door denzelven geallegueert aan hem mag werden vergund en toegestaan om 4 kastjes met Oly en 2 mans Slaaven, door desselfs zwager den te Isle de France guarnisoen houdende Capityn by ‘t Regiment van Pondichery Pierre Alexander Roubaud aan zynen alhier woonagtige Moeder en hem Supp:t ter hunner Consumptie en dienst toegezonden, van boord van het ter Rheede Leggend Frans Particulier Schip L’ Heureux alhier aan Land te mogen doen brengen. - en een ander van den burger Jan Frank tendeerende insgelyks dat ter zaake der reedenen door hem aangehaald teegens betaaling der waarde van dien aan hem mag gecedeert werden zeeker Strookje Lands aan de Compagnie gehoorende, en grenzende de aan zyn Thuyn, geleegen alhier in de Tafelvalley omme by deezen Raade op d’ eerstgemelde derzelve overeenkomstig de vast gestelde ordres en op laatst genoemde zodanig te werden gedisponneert als zy zal vinden te behooren.

Zo is na deliberatie goedgevonden en verstaan dat vermits men door Haar Hoog Edelheedens voorsz: dispositie nopens het toeleggen van de by hoogstdezelve bepaalde Premie, aan zoodanige Militairen en zeevaarende als zig mits expiratie van derzelver verbonden tyd in ‘t geval bevinden van naar Nederland te kunnen opgaan als nu in staat gesteLd bevind om tot de ordinaire Jaarlykse verlossing dier Dienaaren te kunnen procedeeren welke in de termen vallen van te kunnen en te moogen thuis vaaren de voorsz: verlossing dierhalven dan ook thans met den eersten zal moeten geschieden, in diervoegen dat men namentlyk aanvankelyk aan alle de geenen die daarom zoude mogen komen te verzoeken zal accordeeren de permissie om te moogen Repatrieeren ten eynde door ‘t ontydig aanbod van hand geld geene lieden werden uitgelokt om derzelver demissien uit de Respective Corpsen waar by zig bescheyden bevinden te vragen die anderzints g’inclineerd zouden zyn geweest zonder het genot van eenige præmie in haare onderscheiden dienste te blyven Continueeren, dog dat vervolgens wanneer aan allen die zig zullen komen aan te geeven invoegen voorsz: hun ontslag zal weezen verleend, en de voorsz: verlossing daar meede geheellyk zal zyn afgeloopen als dan by gem: Corpsen in name der Regeeringe zal werden gecommuniceert het genomen Besluit om aan hun die zig op nieuw voor een ofte drie Jaaren zullen willen verbinden toe te leggen de premien hier boven vermeld, ten eynde die geenen welke alzoo reëel het voorneemen hebben gehad om naar Nederland op te gaan, dog voor ‘t genot dier premien Hunne Engagementen wel voor d’ evengespecificeerde termynen zullen willen prolongeeren daar meede in de geleegendheid te stellen van zig in een expres te houden buyten gewoone zitting van Heeren Commissarissen tot de verlossing desweegens te kunnen komen op en aangeeven als wanneer Commissarissen voorsz: ingevolge de qualificatie welke daar toe by deezen op dezelve verleend werd de voorsz: Premie van Thien en Vyf en twintig Ryxdaalders aan de zig in maniere voorsz: te præsenteeren Personen zullen vermogen toe te leggen en daar voor hunne nieuwe verbindtenissen van Een Jaar ofte drie Jaaren te ontfangen, dog egter alleen met dat expres beding dat zo lang dit nieuw verband duurt door hun geen zodanige verhoging van gagie zal werden geprætendeert als hun anderzints volgens d’ ordres der E: Comp:ie zoude zyn toegekomen, als zynde het de gemanifesteerde begeerte van Heeren Commissarissen Generaal gelyk zulx door hoogstdezelve aan den Heere Gezaghebber is te kennen gegeeven, dat alleen deeze verhooging van Gagie zal werden genooten door alzulke Dienaren als hun verband uitgediend hebbende niet in de voorsz: verlossing zyn geweest en gevolglyk ook geen præmie hebben ontfangen, dog dewelke daar en teegen zouden mogen komen te verlangen op den ouden voet in bezolding verbeeterd te werden.

Dat voorts den Raade zig middelerwylen ter informatie en narigt zal laaten strekken de voorsz: Haar Hoog Edelheedens dispositien genoomen op de aan Hoogstdezelve gepræsenteerde Requesten door den als passagier met het Schip de Phænicier naar Batavia overvaarende geweezen Burger deezer Plaatze Anthony Krynauw en den zig op ordre der hooge Indische Regeering alhier onthoudende Oud Onderkoopman de Ravallet.

Dat wyders om met behoorlyke accuratesse te kunnen voldoen aan haar Hoog Edelheedens Requisitie nopens de wyze hoedanig voor het grof geschut met dies affuyten de ontbreekende bergplaats best zoude kunnen werden g’effectueerd en welke kosten daar toe zoude moeten werden g’impendeerd alvoorens te treeden in eenig onderzoek in hoe verre het demonteeren en wegbergen van ‘t geschut het welk zig op de Respective Batteryen en forten langs strand geleegen geplant bevind in daar toe expres t’ extrueerene Maguazynen geduurende den vreede met de omstandigheeden van zaken en den veiligheid deezer plaatse kan overeenkomen eerst en vooraf zullen werden gecommitteerd zo als gecommitteerd werden by deezen den Capityn Ingenieur Louis Michiel Thiebault en den Capityn der Arthillerie George Coenraad Kuchler in qualiteit als Fabricq en opzichter over ‘t ambachts Quartier omme naauwkeurig te examineeren en na te gaan de voorsz: door den Major Fischer aan Heeren Commissarissen Generaal gepræsenteerde Memorie waar van hier dien einde eene Kopy zal werden ter handen gesteld ten eynde van den zelven Major Fischer daarop gevordert hebbende zodanige explicatien en elucidatien als zy tot eene exacte voldoening aan hunnen last zullen vinden te behooren vervolgens aan deezen Raade op te geeven de nodige bestekken hoedanig die bergplaatsen best op de minstkostbaarste wyze dog egter voorzien van de nodige vereyschtens ter plaatse daar dezelve noodzakelyk zyn zouden kunnen werden geconstrueerd, met eene Aeringe der Kosten die daar toe zouden moeten werden aangewend, alles verzeld van de nodige plans en beschryvingen om aan hun werk die klaarheid by te zetten welke vereyscht werd om het zelve te kunnen doen strekken ter elucidatie van deezen Raade in de beantwoording der hier even beschreevene poincten waaromtrend Haar Hoog Edelheedens ‘S Raads Consideratien en berigt zyn koomen te vorderen.

Dat vermits teegens het verzoek van den Vaandrig Militair Frans Reinier Bresler hier vooren breeder gedetailleerd komt te militeeren het verbod gestatueerd by Haar Hoog Edelheedens Sub dato 21 November 1792 g’emaneerd placaat op den invoer van alle andere Articulen met vreemde Naties Scheepen behalven Scheepsbehoeftens, yzer, Smeekoolen, koebeesten en ander Vee waar van d’ importatie nog voor den tyd van twee Jaar is vrygelaaten mits dien dan ook het zelve verzoek zal werden geweesen van de hand gelyk geschied mits deezen.

En dat eyndelyk daar het Strookje Lands waar over den Burger Jan Frank zig aan Heeren Commissarissen Generaal komen te addresseeren, komt te zyn dat zelfde Stukje gronds geleegen tusschen deszelfs eygene thuyn en de muur van ‘S Compagnies Thuyn waarom hy Supp:t al meermaalen by deezen Raad aanzoek is komen te doen dog het welk hem telkens om de daar voor zynde reedenen is afgeslaagen geworden, en het uit dien hoofde noodzakelyk is in te zien de gronde waarop die dispositien rusten ten einde uit kragte van Haar Hoog Edelheedens qualificatie by geleegendheid dat den Supp:t deszelfs instantien om den Eygendom van dat Strookje Lands nu wederom de novo is komen te Herhaalen, daar omtrent een eyndelyk besluyt te kunnen worden genoomen dierhalven dan ook de dispositie op dat Request zal werden opgeschort tot dat men zig in maniere voorsz: daar toe zal hebben kunnen in staat Stellen.

Hier na ter Tafel geproduceert en by Resumptie geleezen zynde het onder den 27:e der jongst voorleedene maand January vermeld vroeger Schryvens van Haar Hoog Edelheedens de dato 24 bevoorens dienende ten geleide van het by de Resolutien van dien dag breeder omschreeven Request door den Burger Arend van Wieligh als aanneemer der Leverantie van ‘t benodigd Brood, Meel, en Biscuit voor ‘S Comp:s omme slag en passeerende Scheepen zo alhier als in Baay Fals aan Hoogst dezelve gepræsenteerd,

Zo is na dat over den inhoude van dat verzoekschrift als nu gedelibereerd en by die geleegendheid door den Heere van Reede van Oudtshoorn met betrekking tot de allegatie by des Supp:ts voorsz: Request voorkomende dat namentlyk uit ‘S Comp:s Bakkery ten deeze Casteele brood van het zelfde zoort als daar in voor de Compagnie zelve vervaardigt is, zoude zyn verkogt op den Eed by d’ aanvaarding van zyn Ed: bediening gedaan verklaard was dat nimmer ten voordeele van hem Heere van Oudtshoorn eenig Brood uit de voorsz: Bakkery ofte het dispens verkogt was geworden beslooten dat als nu op voorsz: Haar Hoog Edelheedens zeer g’eerbiedigd aanschryvens in alle Onderdanigheid zo en in diervoegen zal werden gerescribeert als d’ aparte Notulen van heeden, zulx omstandig komen uit te wyzen.

Den Heere Gezaghebber vervolgens hebbende gelieven te kennen te geeven dat zyn Edele herhaaldelyk aangezogt zynde geworden door den Capityn Becquet voerende het ter Rheede Leggend Fransch Schip ‘L Heureuse om te mogen ontscheepen en ter verkoping aan wal brengen eenige zig aan boord van dien Bodem bevonden hebbende Kasjes met Olyven Oly ten einde hy Capityn Becquet uit het provenue van dien mogte vinden de nodige penningen ter goedmaking zynder eygene verteeringen en der uitgaven welke genoodzaakt was geweest te moeten doen om zig van vivres voor de terug Rheyze naar Mauritius te voorzien, hy Heere Gezaghebber na die herhaalde instantien te hebben gebragt ter kennisse van Heeren Commissarissen Generaal en van Hoogstdezelve daar toe de vereyschte qualificatie ontfangen te hebben de voorsz: verzogte permissie tot de ontscheeping der gezegde Kasjes met Oly aan voornoemde Capityn Becquet hadde geaccordeert, principalyk om denzelven Becquet wiens expeditie om ‘t geciteerde Gouvernement Mauritius door het van hier gevraagd ontzet van Koorn uit haare dringende verleegendheid aan Brood te redden deeze Regeering door den Gouverneur en den Intendent Generaal van dat Eyland in den naam der menschelykheid zo sterk aanbevoolen is geworden eenigzints te gemoete te koomen in desselfs misreekening nopens de prys waar voor hy genoodzaakt is geweest de Tarw alhier te moeten betalen, en de daar uit voortgevloeide te kort schieting van het bedragen contanten dewelke hy tot dies voldoening met zig hadde meede gebragt.

Zo is, den Heere Gezaghebber voor de voorsz: Communicatie zeer gedankt zynde beslooten daarvan alhier deeze aanteekening te houden en teevens den adinterim FiscaaL M:r Jacob Pieter de Neys te Injungeeren omme voor de perceptie van’t dubbel inkomende regt op de meermelde Kasjes met Olyven Oly de behoorlyke zorge te draagen.

Middelerwylen door den Heere Keldermeester M:r Jacobus Johannes Le Sueur verzogt zynde dat het deezen Raade mogte behaagen in haare dispositie nopens d’ aanbesteeding van de Leverantie der Brandewynen voor ‘S Comp:s ommeslag welke by Resolutie van de 14 November des voorleeden Jaars bepaald is geworden eerst in de Maand January des aanstaande Jaars 1794 te moeten effect sorteeren die verandering te willen maken dat de voorsz: aanbesteeding nu maar dadelyk mooge geschieden ten eynde men zig daar door int geval zoude kunnen bevinden om wanneer by de regeering omtrent de aangeboodene pryzen waar voor men de Leverantie zoude willen doen eenige bedenking mogte ontstaan daarop als dan te kunnen inneemen het goedvinden en welbehaagen van Hoogstgemelde Heeren Commissarissen Generaal. Zo is om te defereeren aan ‘t voorsz: verzoek van den Heere Le Sueur en daar door voor te koomen de verleegendheid waar in men zig anderzints bevinden zoude zo wanneer zig den Raade naar Haar Hoog Edelheedens depart van hier by de voorsz: aanbesteeding nopens de modiciteit der pryzen waar voor men hoopt de gezegde Leverantie aan den man te zullen brengen hunnen in haar verwagting te leur gesteld mogte zien alverder goedgevonden en verstaan dat aan evenged: Haar Hoog Edelheedens eerbiediglyk by Missive de vereysente qualificatie en toestemminge zal werden gevraagd om de voorsz: aanbesteeding van de Leverantie der benodigde Brandewynen voor ‘S Comp:s ommeslag welke naar de Schikkingen daaromtrend bereids gemaakt eerst met den Eerste September des gemelde Jaars 1794 een aanvang zal neemen maar staande Hoogstderzelver aanweezen in deeze Colonie, en wel bepaaldelyk op Dingsdag den 12 der aanstaande maand Maart naar de daar van door den Heere Le Sueur ontworpene en heeden in Raade geresumeerde en geapprobeerde conditien tot stand te moogen brengen ten welken eynde dan ook om haar Hoog Edelhedens over de geciteerde Conditien te kunnen doen jugeeren dezelve in alle onderdanigheid nevens de gemelde ‘S Raads Missive aan Hoogstdezelve ter examinatie zullen werden gesuppediteerd.

Naar dit een en ander is geleezen het volgend Vertoog van Commissarissen uit den Raade van Justitie door den Heere van Reede van Oudsthoorn in qualiteit als Præsident van dat Collegie uit Naam en de van weegens het zelve in Raade overgelegd.

Aan den WelEdele Achtbaare Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber deezes Gouvernements beneevens den E: Achtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Achtb: Heer! en E: E: Achtb: Heeren!’

‘De gezamentlyke gepriviligieerde Brood bakkers, dewelke negentien in getalle zyn, aan Commissarissen uit den Raade van Justitie mondelyks hebbende komen verzoek te doen hunne goede Officien te willen aanwenden ten einde voor hun by UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb: te bewerken, dat voortaan het bovengementioneerd getal Broodbakkers permanent mogte blyven zonder dat dat getal met een ofte meer mogte werden geaugmenteert ende zulx uit hoofde van de verpligting waar onder zy zyn gebragt geworden, om van Commissarissen uit den Raad van Justitie te moeten inkoopen, teegens de prys van 30 Rd:s de vragt Koorn.’

‘Zo hebben Commissarissen dit verzoek nauwkeurig overwoogen en raadzaamst geoordeeld het zelve UWelEdele Achtb: en Ed Achtb: voor te dragen met eerbiedig verzoek daar aan goedgunstig te willen differeeren, echter onder die mits dat dit verzoek aan hun gepræviligieerde Brood bakkers provisioneel werd geaccordeerd.’

‘Waar meede Commissarissen d’ Eere hebben met verschuldigde Hoog achting te zyn!’

‘WelEdele Achtb: Heer! en E: E: Achtb: Heeren!’

‘UWeWelEd: Achtb: en Ed: Achtb: zeer Onderdanige en gehoorz: Dienaren’

’/: was geteekend:/ W: F: v Reede van Oudtshoorn, Joh:s Smuts, G: H: Meyer, S: v: Echten, R: J: van der Riet, H: J: deWet, Ab:m Fleck /: in margine:/ Cabo de Goede Hoop den 5 February 1793.’

Over den inhoude van welk vertoog met attentie gebesoigneert en daar by principalyk in aanmerking genomen zynde hoe zeer het amplecteeren van de voordragte van Commissarissen op ‘t verzoek der teegenswoordige gepriviligieerde Brood bakkers gedaan dat namentlyk de permissie tot Bakken aan niemand meer mogte verleend werden maar het getal der Bakkers inteegendeel voortaan bepaald blyven op die Negenthien welke de voorsz: neeringe thans koomen te dryven voor de Smalle gemeente van zeer nadelige gevolgen zoude kunnen zyn alzo daar door ten eenemaale de wegen en middelen zoude werden benomen aan andere Ingezeetenen die zig zomtyds door de inrichtingen van derzelver ommeslag en het verstandig en wel gecombineert overleg in de directie hunner affaires in’t geval zouden kunnen bevinden eenige vermindering in de prys van ‘t Brood te weege te brengen om de voorsz: Bakneeringe tot avantage van ‘t publicq te kunnen by der hand neemen.

Is dierhalven goedgevonden en verstaan te verclaaren dat hoe zeer deeze Regeeringe altoos bereyd ende geneegen is de favorabelste Reflexien te slaan op de voordragten door Commissarissen gedaan werdende omtrent Perzoonen of zaken die in eenige betrekking staan tot den kring van werkzaamheeden welk aan Haare zorgen en directie zyn toevertrouwd den Raade nogthans in deezen om de boven bygebragte reedenen aan haar verlangen niet heeft kunnen defereeren, en dat mitsdien ook het hiervooren gementioneerd verzoek der presente Bakkers omme privativelyk met hun Negenthienen te hebben en te behouden het uitsluitend regt om brood ten gerieve van den gaande en komende man te mogen bakken, zo als by deezen komt te geschieden is gedeclineerd en geweezen van den hand.

Denzelven Heere van Reede van Oudtshoorn inmiddels alverder in zyn Ed: Respective qualiteiten als Præsident van Commissarissen uit den Raade van Justitie en Dispencier hebbende komen voor te dragen hoe dat verscheidene der Koorn bouwende Ingezeetenen en wel principalyk de zodanige als zig met er woon geetablesseert bevinden in de streeken over het Hottentots Hollands gebergte en onder ‘t District van Zwellendam geleegen vergeetende de weldaad door Heeren Commissarissen Generaal aan hun beweezen, met hun door Hoogstderzelver beraamde Schikking waar door na Jaarlyks teegens een zo aanzienlyke prys als Haar Hoog Edelheedens hebben gelieven te bepalen en zeer groote quantiteit Tarw voor ‘S Comp:s ommeslag en de Consumptie der Ingezeetenen van deese Hoofdplaatse werd ingeslagen de geleegendheid te procureeren om het grootste gedeelte van hunnen Oegst, waar voor anders in opulente Jaaren byna geen debiet hebben weeten te vinden op eene voordeelige wyze van de hand te zetten en hunnen daaruit voorvloeyende verpligting om van haare zyde ook niets anders dan zuyvere en deugdzaame Tarw op te brengen, wel al zo in de Maguazynen der E: Compagnie als in de waar van de administratie aan Commissarissen voormeld zyn opgedragen Tarw ter leevering komen te presenteeren dewelke niet alleen vuyl is en vermengd met Haver en Dravik maar ook door de klander aangestooken, waar door veroorzaakt wierd dat de zakken niet quamen in te houden hunnen behoorlyken maat aan Schoon Koorn en dat ook de bereids opgeslaagene zuyvere Tarw door d’ evengemelde voor het zelve zo nadeelige Insecten wierde geinfecteerd; met bygevoegd verzoek dat daar teegen door de tusschen komste deezer Regeeringe op eene gepaste wyze mogte werden voorzien.

Zo is na rype deliberatie over de middelen langs welke men dit gedoente best tegengaan en beletten zoude kunnen, ten eynde het anderzints daaruit te proflueeren nadeel, alzoo intyds voor te koomen, goedgevonden en verstaan dat by een expres te doene Publicatie aan alle Koorn bouwende Landlieden zonder onderscheid zal g’interdeceert en de verbooden werden voortaan wederom eenige Tarw dat met kalander bezet dan wel met Haver of Dravik vermengd is aan de E: Compagnie ofte aan Commissarissen uit den Raade van Justitie ter Leeveringe op te brengen nademaal anderzints wanneer zy hier teegen mogten komen aan te gaan door den Heere Dispencier en Commissarissen uyt den Rade van Justitie gelyk dezelve daar toe by deezen werden gequalificeerd de met Haver en Dravik vermengde Tarw dermaten in prys zal werden gereduceert dat wanneer zig het goede van het quade zal vinden afgezondert alleen het Schoone Koorn zal weezen betaald terwyl daaren teegen de Tarw welke zy, met klander aangestooken bevind niet alleen zal worden afgeweezen maar ook de geene die getragt zullen hebben dezelve te leeveren verpligt zullen weezen daarmeede dadelyk wederom uit de Kaap naar buyten te vertrekken zonder het zelve aan eenig Particulier te mogen verkopen, by pœne van dadelyke Confiscatie van voorsz: Tarw zo wanneer bevonden mogte werden zulx geschied dan wel getenteerd te zyn om het zelve in twee gelyke deelen te komen ten voordeele der E: Comp:ie en van den voorraad by Commissarissen ten behoeve der Ingezeetenen deezen Hoofdplaatze opgelegd werdende, zo nogthans dat aan de discretie van voorn: Heer Dispencier en Commissarissen zal werden gelaten om in ‘t Najaar wanneer over ‘t algemeen de Tarw door ‘t gantsche Land min of meer door de klander werd aangedaan zonder dat men zulx altoos door behoorlyke bewerking voorkomen ofte beletten kan in deezen zodanige consideratien te gebruyken als zy na gelange der omstandigheeden billyk zullen oordeelen.

En nadien den Heere Gezaghebber by dees geleegendheid ook is komen te kennen te geeven dat verscheydene particulieren die g’interesseerd zyn in de rederyen dewelke ingevolge de geobtineerde permissie om met eygene Scheepen de producten deezes Lands naar andere gewesten te mogen vervoeren zints eenigen tyd alhier zyn opgerigt, zig herhaaldelyk by zyn Edele zyn komen te vervoegen, omme te moogen weeten of het hun gepermitteerd zoude kunnen worden uit deeze Colonie naar elders te exporteeren de granen welke zyn ingewonnen in de proximiteit dier Baayen dewelke te verre van de hand zyn geleegen dan dat men zig met eenige mogelykheid zoude kunnen voorstellen dat dezelve van daar per as naar herwaards zoude kunnen werden opgebragt, zonder dat zyn Edele Hun daar op eenig decisief bescheid had kunnen geeven nog dezelve na deezen Raade overwyzen nademaal quam te begrypen dat men alvoorens zig hier op te expliceeren eerst en vooraf diende te weeten of en in hoeverre uit de nabyheid deezer Hoofdplaatze zoude kunnen werden verkreegen de voorraad van dat graan welke ingevolge d’ordres van Heeren Commissarissen Generaal zo ten diensten der E: Comp: als ten gerieve der Ingezeetenen moeten werden opgelegd alvoorens eenige uitvoer mag werden gepermitteerd, zo is teffens beslooten dat men met de voorsz: waarschouwing te gelyker tyd van dezelve koornbouwende landlieden zal Requireeren een zo na mogelyke opgave der Tarw welke een yder hunner voorneemens en in staat is nog in den Loop van dit Jaar zo aan d’ E: Compagnie als aan Commissarissen uit den Raade van Justitie te leeveren welke opgaave gereekend van den dag der Publicatie tot den 20:e der aanstaande Maand Maart inclusive zal moeten geschieden ten Negotie Comptoire aan den Negotie overdrager Casparus van Eerten die dan vervolgens na dat den voorsz: termyn zal weezen verstreeken daar van de gehoudene aanteekeningen aan meerm: Heer van Reede van Oudtshoorn zal moeten Suppediteeren ten eynde door Confrontatie derzelve teegens het geen bereids werkelyk is ofte intusschen nog instaat te worden geleeverd na te gaan of den gebuteerden voorraad die opgelegd moet werden zal kunnen werden verkreegen van de Land lieden der naby geleegene Streeken en gevolglyk tot de exportatie van ‘t geen in en omstreeks de Mosselbaay mitsgaders de Saldanha en S:t Helena baayen is gewonnen zonder eenige zwarigheid ofte bedenking permissie verleend, dan of d’ E Comp:ie en Commissarissen uit den Raade van Justitie zig ook dat Koorn zullen moeten approprieeren om te kunnen komen tot dien voorraad welke vereyscht werd voor ‘S Maatschappys eygen ommeslag in dit Gouvernement, de voldoening der Indische Eysschen en de verzorging der Ingezeetenen deezer Hoofdplaatze ten eynde in ‘t een en ander geval haare mesures daarna te kunnen rigten.

Maar nadien wat ook den uitslag deezer opgaave zyn mooge zeer zeeker in allen gevalle Tarw genoeg in ‘t Land zal werden gevonden om wanneer het nodige tot eygen consumptie navolgens de daaromtrend gemaakte bepalingen daarvan afgetrokken zal weezen uit het resteerende dat geene te kunnen vinden het welk ter voldoening der Indische Eysschen vereyscht zal werden en Heeren Commissarissen Generaal daarom ook aan den Heere Gezaghebber hebben komen te beveelen dat wanneer het ter Rheede leggend en voor dit Gouvernement belaaden geweest zynde uitkoomend Schip Delft de voor Batavia in gereedheid gebragte Wynen zal hebben ingenoomen de overblyvende Ruimte in dien Bodem als dan met dat Graan zal moeten werden aangevuld ten eynde te Strekken in mindering van het geen ten gerieve van voorsz: Hoofdplaatze voor den loopende Jaare 1792 is gepetitioneerd geworden, zo is al verder besloten dat inmiddels ter pligtschuldige nakoming der voorsz: by Haar Hoog Edelheedens gestelde beveelen den Equipagiemeester zal worden gelast zo als den zelven gelast werd by deezen een overslag te formeeren hoeveel Tarw het evengemeld Schip Delft met ende beneevens de Wynen en andere Articulen welke met dien Bodem naar Batavia staan verzonden te worden zal kunnen inneemen en na daar van opgaave gedaan te hebben aan voornoemde Heer Dispencier van Reede van Oudtshoorn het ruym dies Kiel derwyze te doen toestellen dat het een met het ander daar inne op eene Convenable wyze zal kunnen afgeladen werden, welk een en ander verrigt zynde den zo eevengemelde Heere Dispencier dan ook gequalificeerd werd de alzo aan hem op gegeevene quantiteit Tarw, in voornoemde Bodem te doen aflaaden om te strekken in mindering van ‘t geen op den Eysch van dit Jaar voor Batavia is gepetitioneerd geworden.

Ondertusschen ten blyke van de sloffige wyze waarop den Commies Willem Gerritz zig van zynen dienst komt te quyten, en waar van bereids mentie is gemaakt by ‘t Besluit door deezen Raade op den 9 Januarij Jongstleeden genoomen thans door Commissarissen die de Maand hebben, zynde de Burgerraaden Smuts en de Wet zo aan Heeren Commissarissen Generaal als aan den Heere Gezachhebber gepræsenteerd zynde eene vergelyking van de aanteekeningen door denzelven commies gehouden van de Tarw welke t’ zeedert dat met den aanvoer van dien na den presenten oegst een aanvang is gemaakt geworden de patrouille wagt zoude zyn gepasseert teegens de Specifiecque aanteekeningen van het geen zo wel by d’ E: Comp:ie als by hun Commissarissen uit den Raade van Justitie in dien tusschen tyd werkelyk is ontfangen en betaald geworden waar uit consteerd dat ruym 900 Mudden Tarw meer opgebragt zyn als zyne Notitien en Boeken komen uit te wyzen van de welk het regt der Thiende voor d’ E: Compagnie notoir zoude zyn verlooren geweest indien de Leverantie van de alzo opgereedene Tarw aan particulieren en niet aan Commissarissen ofte d’ E: Compagnie zelve waare geschied, alzo in zulken gevalle de betaalinge dier thiende aan hem Commies zoude hebben moeten gepresteerd zyn geworden daar dezelve nu by Commissarissen van de prys der Leveranciers competeerende werd te rug gehouden, Zo is om voor te komen de Schaade en het nadeel het welk de Maatschappy door de onbequaamheid en Negligentie van dien man onvermydelyk zoude werden toegebragt wanneer men hem langer in dees zynen Post liet Continueeren, op qualificatie en last van haar hoog Edelheedens unaniemelyk geresolveert hem uit dezelve te demitteeren, zo als hy gedemitteerd werd by deezen en onder een verband van Vyf Jaaren in te gaan met den dag van heeden mitsgaders de Gagien en Emolumenten daar toe staande indesselfs plaatse wederom tot Commies aan te stellen de ter politicque Secretarye als Adsistent bescheyden geweest zynde Hermanus Johannes de Melander aan wien /: als Staande de Vergadering in den Eed zynde genoomen:/ denzelven Gerritz dierhalven gelast werd van alle zyne aanteekeningen in Boeken en wat daar toe verder mogte Specteeren behoorlyke overgaave te doen, zullende inmiddels de bezolding en al het geen hy verder in deezen dienst van d’ E: Compagnie heeft genooten gehad van nu af aan moeten worden afgeschreeven en koomen te Cesseeren.

Al het bovenstaande in maniere voorsz: afgehandelt zynde, Is vervolgens geprocedeert tot d’ examinatie der ingekomene reekeningen van de Arme Penningen der zig alhier aan de Hoofdplaatze, mitsgaders te Stellenbosch en Drakenstein gelyk meede in ‘t Land van Waveren en ‘t Zwartland bevindende Gereformeerde Kerken luidende dezelve als volgd.


't Generaale Montant des Capitaals der Caapse Diacony Armen van de Hervormde Kerk
bestaande in 't Volgende
A:o 1792 op p:mo Jann:y was 't Capitaal ƒ314355:01:
Waarvan afgetrokken werd de
Ondervolgende te voorenstaande
Reekeningen en Crediteuren, als
de Bibliotheecq: ƒ3064:10:
drie Pupillen d:o 111:17: d:o 3176:07:
Blyft overzulx voor 't weezentlyke Capitaal   ƒ311178:14:
In dit Jaar bygekomen
Aan Grafsteeden ƒ2062:08:
d:o Vonnissen d:o 146:08:
d:o Aalmoessen d:o 8573:-:
d:o Testamenten en Liberale giften d:o 3600:-:
d:o Verhuurde Gestoeltens d:o 936:-:
d:o Intressen d:o 14925:04:
d:o Armbussen d:o 962:-:
    d:o 31205:-:
Nog door de obligatie van Joh: Bek Capitaal te vorengeraakt d:o -:10:-:
    ƒ342384:04:
Gaat af
Aan Onkosten der Armen ƒ15901:14:
d:o der Kerk d:o 1737:-:
    d:o 17638:14:
Blyft onder Ult:o December 1792   ƒ324745:10:
bestaande in de volgende Parthyen als
aan Cassa over Restant ƒ8398:03:
d:o Scheepen kennissen
en Custing brieven d:o 253356:
d:o Agterstallige Intressen d:o 17796:06: ƒ279550:09:
Waar van detraheere 't geene de
Ondertemeldene van 't evenvoor
gaande als Crediteuren zyn
Competteerende, als
de Bibliotheecq ƒ3208:10:
Vier pupillen over zo veel
Derzelver Reekening
Credit Lopen d:o 135:19: d:o 3344:09:
  Resteerd ƒ276206:-:
Aan Ornamenten van deKerk ƒ1099:10:
d:o deDiacony in't Land van Waveren d:o 23440:-:
d:o d:o d:o van't Zwart Land d:o 28600:-:
d:o d:o d:o d:o Stellenbosch d:o 2400:-: d:o 48539:10:
  Somma ƒ324745:10:

't Generaale Montant des Capitaals der Caapse Diacony Armen van de Hervormde Kerk
bestaande in 't Volgende
A:o 1792 op p:mo Jann:y was 't Capitaal ƒ314355:01:
Waarvan afgetrokken werd de
Ondervolgende te voorenstaande
Reekeningen en Crediteuren, als
de Bibliotheecq: ƒ3064:10:
drie Pupillen d:o 111:17: d:o 3176:07:
Blyft overzulx voor 't weezentlyke Capitaal   ƒ311178:14:
In dit Jaar bygekomen
Aan Grafsteeden ƒ2062:08:
d:o Vonnissen d:o 146:08:
d:o Aalmoessen d:o 8573:-:
d:o Testamenten en Liberale giften d:o 3600:-:
d:o Verhuurde Gestoeltens d:o 936:-:
d:o Intressen d:o 14925:04:
d:o Armbussen d:o 962:-:
    d:o 31205:-:
Nog door de obligatie van Joh: Bek Capitaal te vorengeraakt d:o -:10:-:
    ƒ342384:04:
Gaat af
Aan Onkosten der Armen ƒ15901:14:
d:o der Kerk d:o 1737:-:
    d:o 17638:14:
Blyft onder Ult:o December 1792   ƒ324745:10:
bestaande in de volgende Parthyen als
aan Cassa over Restant ƒ8398:03:
d:o Scheepen kennissen
en Custing brieven d:o 253356:
d:o Agterstallige Intressen d:o 17796:06: ƒ279550:09:
Waar van detraheere 't geene de
Ondertemeldene van 't evenvoor
gaande als Crediteuren zyn
Competteerende, als
de Bibliotheecq ƒ3208:10:
Vier pupillen over zo veel
Derzelver Reekening
Credit Lopen d:o 135:19: d:o 3344:09:
  Resteerd ƒ276206:-:
Aan Ornamenten van deKerk ƒ1099:10:
d:o deDiacony in't Land van Waveren d:o 23440:-:
d:o d:o d:o van't Zwart Land d:o 28600:-:
d:o d:o d:o d:o Stellenbosch d:o 2400:-: d:o 48539:10:
  Somma ƒ324745:10:

‘Aldus gedaan en Getransporteerd in Kerkenraade aan Cabo de Goede Hoop ten verstaan van den Ondergeteekenden, als Commissaris Politiecq den 28 Jannuary 1793.’

’/: was geteekend:/ J: I: Rhenius’


Cassa Reekening der Arme Gelden, zo als bevonden is op Ultimo December A:o 1792, onder de Diaconen Jacobus Roux en Joh:s Nicolaas Desch
By het Sluiten der voorige Jaars Reekening, is per Restant in Cassa gebleeven   ƒ5123:09:
Onder den Godsdienst in 't Jaar 1792 gecollecteerd   d:o 1215:-:
Nog weegens Interesten, giften en Kerke gerechtigheeden   d:o 1242:14:
  Summa ƒ7581:07:
Hier van uitgegeeven aan Alimentatie en diverse
benodigdheeden zo voor dit, als een onvoldaane post
van 't Jaar 1791.   d:o 3863:01:
Zo dat er aan Contanten dit Jaar in Cassa blyft.   ƒ 4218:06:
de Obligatien en Scheepen kennisse bedragen   d:o 6200:-:
de Agterstallige Interessen   d:o 663:-:
de Kerke Ornamenten   d:o 1800:-:
  Somma ƒ12881:06:
Van den E: Achtb: Heer Olof Godlieb de Wet volgens onderhandsche Obligatie de dato
12 Jannuary 1788 à 5 pCt In leen ƒ3000:-:
In leen van haar Eerw: dekerken Raade van Cabo d:o 3000:-:
  te zaamen d:o 6000:-:
Zo resteerd het CapitaaL der Armen   ƒ6881:06:

Cassa Reekening der Arme Gelden, zo als bevonden is op Ultimo December A:o 1792, onder de Diaconen Jacobus Roux en Joh:s Nicolaas Desch
By het Sluiten der voorige Jaars Reekening, is per Restant in Cassa gebleeven   ƒ5123:09:
Onder den Godsdienst in 't Jaar 1792 gecollecteerd   d:o 1215:-:
Nog weegens Interesten, giften en Kerke gerechtigheeden   d:o 1242:14:
  Summa ƒ7581:07:
Hier van uitgegeeven aan Alimentatie en diverse
benodigdheeden zo voor dit, als een onvoldaane post
van 't Jaar 1791.   d:o 3863:01:
Zo dat er aan Contanten dit Jaar in Cassa blyft.   ƒ 4218:06:
de Obligatien en Scheepen kennisse bedragen   d:o 6200:-:
de Agterstallige Interessen   d:o 663:-:
de Kerke Ornamenten   d:o 1800:-:
  Somma ƒ12881:06:
Van den E: Achtb: Heer Olof Godlieb de Wet volgens onderhandsche Obligatie de dato
12 Jannuary 1788 à 5 pCt In leen ƒ3000:-:
In leen van haar Eerw: dekerken Raade van Cabo d:o 3000:-:
  te zaamen d:o 6000:-:
Zo resteerd het CapitaaL der Armen   ƒ6881:06:

‘Aldus gedaan en Nagezien in kerke Vergadering aan Stellenbosch den II:e January 1793.’

’/: was geteekend:/ M: Borchers Ecc: et pres. A: C: vD:r Byl,’

‘J: GroenewaLd, W: A: Krigo, Jac:s Roux, J: N: Desch, J: Victor’


Cassa Reekening der Arme gelden zoo als by 't Sluiten der Reekening op den onderstaande Datum bevonden is.
Debet Flor: Ind: val: St
1 Aan de E: Jan de Villiers de Oude volgens Obligatie de dato den 8 Novb: 1787 teegens 5 ten hondert ƒ8000:-:
2 Jan Hendrik Herbst volgens Obligatie de dato 1 April 1787 teegen 6 ten hondert d:o 3000:-:
Somma ƒ11000:-:
Afgetrokken van 't neevenst: Credit d:o 14542:01:
Zo resteerd 't Capitaal der Armen d:o 3542:01:
Credit Flor Ind: stv:
1 by 't Sluiten der voorige Jaars Reekening is per Restant in Cassa gebleeven ƒ2714:08:
2 Onder den Godsdienst in dit Jaar gecollecteerd d:o 1165:15:
3 In de huis Armbus in dit Jaar by gekomen d:o 181:14:
4 Ontfangene Intressen kerkhofs gerechtigheeden
huurbanks geld &:a d:o 805:08:
Somma ƒ4867:13:
hier van uitgegeeven aan Alimentatie kosters Salaris en diverse benodigdheeden d:o 1337:10:
blyft aan Contanten dit Jaar in Cassa d:o 3530:03:
de Obligatien en Scheepen kennissen bedragen d:o 9200:-:
de Achterstallige Intrest kerkh: ger: gelder &:a d:o 788:08:
de kerk Ornamenten d:o 1023:06:
Somma ƒ14542:01:
Afgetrokken van't neevenst: debet d:o 11000:-:
Zo resteerd 't Capitaal der armen ƒ3542:01:

Cassa Reekening der Arme gelden zoo als by 't Sluiten der Reekening op den onderstaande Datum bevonden is.
Debet Flor: Ind: val: St
1 Aan de E: Jan de Villiers de Oude volgens Obligatie de dato den 8 Novb: 1787 teegens 5 ten hondert ƒ8000:-:
2 Jan Hendrik Herbst volgens Obligatie de dato 1 April 1787 teegen 6 ten hondert d:o 3000:-:
Somma ƒ11000:-:
Afgetrokken van 't neevenst: Credit d:o 14542:01:
Zo resteerd 't Capitaal der Armen d:o 3542:01:
Credit Flor Ind: stv:
1 by 't Sluiten der voorige Jaars Reekening is per Restant in Cassa gebleeven ƒ2714:08:
2 Onder den Godsdienst in dit Jaar gecollecteerd d:o 1165:15:
3 In de huis Armbus in dit Jaar by gekomen d:o 181:14:
4 Ontfangene Intressen kerkhofs gerechtigheeden
huurbanks geld &:a d:o 805:08:
Somma ƒ4867:13:
hier van uitgegeeven aan Alimentatie kosters Salaris en diverse benodigdheeden d:o 1337:10:
blyft aan Contanten dit Jaar in Cassa d:o 3530:03:
de Obligatien en Scheepen kennissen bedragen d:o 9200:-:
de Achterstallige Intrest kerkh: ger: gelder &:a d:o 788:08:
de kerk Ornamenten d:o 1023:06:
Somma ƒ14542:01:
Afgetrokken van't neevenst: debet d:o 11000:-:
Zo resteerd 't Capitaal der armen ƒ3542:01:

‘Aldus gedaan in de Kerkenvergadering aan Draekenstein den 31 December 1792’

’/: was get:/ R: N: Aling V:D M:, J: Joubert, S: W VD Merwe, G: Joubert, J: de Villiers JVZ:, Paulus Retief, Daniel Le Roux, Abraham de Villiers, G: vd:r ByL, I: J: Haupt.’


Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in't Land van Waveren onder Ultimo December 1792
31 decb:r 1791 was het Restant der in Cassa gebleevene Contanten ƒ6456:12:
In dit Jaar bygekomen
Onder het doen van den Godsdienst gecollect:r d:o 656:02:
Over betaalde Kerken gerechtigheeden d:o 108:-:
Weegens huur banken ingekoomen d:o 103:08:
Aan testamentaire Vermakingen d:o 87:-:
Wegens Liberaale giften ontfangen d:o 238:02:
In de Armbus aan de Pastory ingekomen d:o 267:06:
Van zeekere aan de kerk toegelegde boete d:o 300:-:
/: van Zwellendam nog niet ingekomen:/
    ƒ8216:14:
Daar van gaat af
Weegens diverse benodigdheeden van Kerk en Predikants wooninge mitsg:s andere Kerk: Gebouwen   d:o 2155:06:
blyvende onder dato deezes per Restant   ƒ6061:08:
Daar teegen is deeze Kerk debet aan de Diacony van Cabo de Goede Hoop volg:s div:s Scheepene kennissen ƒ29300:-:
Waar van detraheere de bovengemelde nu per Restant blyvende Contanten d:o 6061:08:
de Kerk nu nog ten agteren blyft   ƒ23258:08:

Reekening nopens den Staat der Armen Cassa in't Land van Waveren onder Ultimo December 1792
31 decb:r 1791 was het Restant der in Cassa gebleevene Contanten ƒ6456:12:
In dit Jaar bygekomen
Onder het doen van den Godsdienst gecollect:r d:o 656:02:
Over betaalde Kerken gerechtigheeden d:o 108:-:
Weegens huur banken ingekoomen d:o 103:08:
Aan testamentaire Vermakingen d:o 87:-:
Wegens Liberaale giften ontfangen d:o 238:02:
In de Armbus aan de Pastory ingekomen d:o 267:06:
Van zeekere aan de kerk toegelegde boete d:o 300:-:
/: van Zwellendam nog niet ingekomen:/
    ƒ8216:14:
Daar van gaat af
Weegens diverse benodigdheeden van Kerk en Predikants wooninge mitsg:s andere Kerk: Gebouwen   d:o 2155:06:
blyvende onder dato deezes per Restant   ƒ6061:08:
Daar teegen is deeze Kerk debet aan de Diacony van Cabo de Goede Hoop volg:s div:s Scheepene kennissen ƒ29300:-:
Waar van detraheere de bovengemelde nu per Restant blyvende Contanten d:o 6061:08:
de Kerk nu nog ten agteren blyft   ƒ23258:08:

‘Aldus gedaan en nagezien ter kerke Vergadering in’t Land van Waveren den 7 January 1793’

’/: was get:/ O:I:J: A Kuys VDM:, Johannes Jordaan. J: de Waal LZ:, T: A: Teron, Jan Hendrik Lategaan /: Schalk Willem du Toit Weegens Ziekte absent :/ Jan Theron Jacz:’


Reekening nopens den Staat der armen Cassa in 't Zwartland gehouden.
den Ult:o Xber 1792, in het Jaar 1791
den Ult:o Xber was het Restant der in Cassa gebleevene Contanten ƒ1534:02:
In dit Jaar bygekomen aan Aalmoessen d:o 732:05:
Aan Kerke Geregtigheeden en vrywillige gifte d:o 578:06:
    ƒ2844:13:
Hier van gaat af diversche Onkosten tot het Repareeren der kerk Predikants voorzangers, en kosters wooning. Alles volgens overgeleeverde Reecq: mitsgaders eenige andere benodigdheeden   d:o 858:02:
dus blyft onder dato deezes p:r Restant in Cassa   ƒ1986:11:
daar en teegen is deeze diaconie aan die van Cabo de Goede Hoop volgens diversche Schepenkennissen debet ƒ27000:-:
Waar van Substraheere de bovengemelde nu per Restand blyvende Contanten d:o 1986:11:
Zoo dat deeze Kerk nog debet blyft ƒ25013:05:
Ofte aan Hollandsch Courant geld   ƒ20010:13:

Reekening nopens den Staat der armen Cassa in 't Zwartland gehouden.
den Ult:o Xber 1792, in het Jaar 1791
den Ult:o Xber was het Restant der in Cassa gebleevene Contanten ƒ1534:02:
In dit Jaar bygekomen aan Aalmoessen d:o 732:05:
Aan Kerke Geregtigheeden en vrywillige gifte d:o 578:06:
    ƒ2844:13:
Hier van gaat af diversche Onkosten tot het Repareeren der kerk Predikants voorzangers, en kosters wooning. Alles volgens overgeleeverde Reecq: mitsgaders eenige andere benodigdheeden   d:o 858:02:
dus blyft onder dato deezes p:r Restant in Cassa   ƒ1986:11:
daar en teegen is deeze diaconie aan die van Cabo de Goede Hoop volgens diversche Schepenkennissen debet ƒ27000:-:
Waar van Substraheere de bovengemelde nu per Restand blyvende Contanten d:o 1986:11:
Zoo dat deeze Kerk nog debet blyft ƒ25013:05:
Ofte aan Hollandsch Courant geld   ƒ20010:13:

‘Aldus gedaan gereekent en geslooten ter Kerkvergadering in het Zwartland op datum als boven.’

’/: was get: / P: J: van der Spuy V:D: M: & Syn Præs: C: Lombard, J: Slabber, Isaac de Villiers, Amos Lambrechts’

Welke reekeningen is verstaan dat volgens gebruyk in Copia Authenticq naar ‘t Vaderland zullen werden overgezonden,

Dan vermits zo by de onderscheidene Missives dewelke gestrekt hebben ten geleide der voorsz: Reekeningen als by twee vroegere en een Latere Brief gedateerd 3 en 9 December des voorl: Jaars mitsgaders 5 deezer waar van d’ eerste en laatste door ‘t gezamentlyke Collegie van Kerkenraaden aan Drakenstein dog de tweede genoemde daar en teegen door den Predikant by de gemeente aldaar D:s Robert Nicolaas Aling in’t byzonder aan deezen Raade zyn gericht door den Kerkenraad in’t Land van Waveren instantigst is verzogt geworden dat het van het gunstig welbehaagen deezer Regeeringe mogte zyn /: terwyL er thans een kerk gemeente in de Colonie van Graaffe Reynet gestigd is werwaards al eenige Lieden om kerkelyke attestatien verzogt hebben de kerkelyke Limiten van de voorsz: gemeente dewelke tot nog toe onder ‘t district van ‘t Land van Waveren hadde geresorteert dierhalven als nu ook mogte gedetermineerd werden ten eynde een yder die er by geconcerneert is, weeten mogte onder welke der voornoemde twee kerken hy voorthaan zal behooren, en dat vermits uit de oprigting van de voorsz: nieuwe gemeente aan Graaff Reynet aan de kerkelyke inkomsten van die van ‘t land van Waveren eene werkelyke Schaade en voor dier Suppoosten geen mindere diminutie van inkoomen is te weege gebragt zodanig dat de koster aldaar in ‘t vervolg byna geen bestaan meer hebben zal omtrent welke een en ander niets dan verergering word te gemoedt gezien, door dien de onder dees laatstgemelde gemeente Sorteerende lieden de eene zyn kind aan de Kaap een ander op Stellenbosch , een derde wederom te Drakenstein en een vierde op ‘t Zwart land dopen laat, al nadat het op de willekeurigste wyze met hunne zinnelykheid en gemak overeen komt zonder dat den Predikant by welken zo een vreemd Lidmaat zig ten dien einde addresseert en ‘er met allerly Schoonschynende reedenen op insteert zulx hoe gaarn ook privatum Sus Jure met eenige gevoeglykheid wygeren kan, niet teegenstaande zo wanneer zig door Hoog gezag daar toe gesterkt vond directelyk van ‘t inwilligen van dergelyke verzoeken met de grootste welgevoeglykheid zoude kunnen en ook willen ontslaan dierhalven ook hier op by deezen Raade een gunstig Reguard mogte geslaagen worden, en een yder verpligt zyn kind voorthaan te laaten doopen in die kerk gemeente waar onder hy Sorteerd, terwyl kerkenraaden en den Predikant van Drakenstein zyn komen te Soliciteeren dat vermits reeds voor het Jaar 1791 den door hun aangestelden Organist zonder præjudicie der Kerken kasse prænumerando heeft moeten werden betaald, en voor het Jaar 1792 ook moeten worden Raad geschaft om hem te voldoen; waar meede nogthans zonder eygen nadeel niet verder konden Continueeren zy Kerkenraaden mitsdien mogten werden verwaardigd met eene gunstige en Spoedige Resolutie op de bedenkingen dewelke zy zyn komen in te brengen teegens de Conditien waar onder hun het gebruik van het door hun zonder voorafgaande qualificatie deezes Raads in hunne Kerk g’extrueerd orgel is gepermitteerd en toegestaan geworden, omtrend welke bedenkingen om byzondere Reedenen die den Raade daar toe hebben gemoveert de dispositie by besluit van den 28 december 1791 uitgesteld geworden en ‘t zeedert ook gebleeven is.

Dat wyders om nadien de woonhuyzen in’t District van de Paerl , oost zyde, wel een aanzienlyk getal komen te bedragen dog dezelve wyd van elkanderen zynde gesitueerd zulx den aanleg van een tweede publiecque School in gem: District noodzakelyk maakt deswegens onder de Schikkingen en bepalingen door voorn: D:s Aling voorgedragen aldaar een tweede Leer School mag werden opgerigt, en daar in als publiecq Schoolmeester gequalificeerd en aangesteld den Burger en Lidmaat der hervormde kerke Jan van Reenen die zig in zyn Leeftyd veel met het informeeren van kinderen heeft bezig gehouden en thans zints eenige Maanden het onderwys van eenige Kinders in’t voorsz: Districten van de PaerL op zig genomen heeft tot zo veel genoegen van derzelver Ouders dat dezelve zig alle by voorsz: D:s Aling zyn komen te vervoegen om van hem zyne intercessie by deezen Raade te verzoeken dat gemelde van Reenen tot het voorsz: School ampt moge werden gedespicieert.

En dat eyndelyk nademaal in den Jaare 1791 wanneer het Kerkland te Drakenstein gemeeten is geworden en bevonden dat het Erf, der voorleezers plus minus twee morgen Land in houdende als meede het Terrain waar op des Kosters Huis wel eer geconstrueerd is geweest, zynde Slegts eenige roeden groot, niet gehoorende tot het kerkland, en de kerkelyke oirkonde ook niet aanwyzen, dat beyde die Stukken Lands t’ eeniger tyd aan de kerk in Eygendom zyn toegestaan waaruit zy Kerkenraaden dierhalven besluyten moeten dat dezelve nog werkelyk ‘S: E: Comp:s Land en Bodem zyn, de gemelde Stukken Land uit dien hoofde als nu gunstig aan de Kerk te Drakenstein mogen werden geaccordeert en dienvolgens ook aan Kerkenraaden aldaar toegestaan dat dezelve hun ten behoeve van hunne kerk in Eygendom moge werden toegemeeten

Zo is over alle de voorsz: onderschydene poincten met behoorlyke aandagt gebesoigneert zynde al verder goedgevonden en verstaan op ‘t eerste Lidt van ‘t verzoek des waverse Kerkenraads de bepaling der Kerkelyke limiten van dat District en Graaffe Reynet Concerneerende, ‘t arresteeren en vast te Stellen zo als gearresteerd en vast gesteld werd by deezen dat alle perzoonen die zig met er woon bereids geetablisseerd bevinden of derzelver domicilium, als nog staan te neemen binnen de Limiten welke de magistrature der Colonie van Graaffe Rynet uitmaaken zullen worden gereekend ook onder de kerk van dat district te Ressorteeren, en dat daar en teegen die geenen dewelke daar buyten geleegen en woonachtig zyn, voor zo verre zy hebben behoord tot de kerk van Waveren even als voor heen tot die Kerk zullen blyven Specteeren, invoegen dezelfde Limiten die de magistrature bepalen ook in ‘t kerkelyke voorthaan de Schyding zal aanwyzen tusschen de gemeentens van Graaffe Rynet en Waveren waar van aan de Kerkenraade van beyde dezelve kerken door toezending van Extract deeses de vereyschte kennisse zal werden gegeeven, omme voor hun zelven ter informatie en narigt en voor de byzondere Leeden hunner Respective Gemeentens ter Cynosure te strekken, ten welken eynde hun dan ook werd verleend de vereyschte qualificatie om wanneer zy zulx oirbaar mogten agten door ‘t aanplakken van bekendmakingen overaL waarzy het geraden zullen vinden, van dies gemaakte Schikking en bepaling namens deeze Regeering de vereyschte advertentien te doen, terwyl inmiddels rakende het tweede gedeelte van het voorsz:e verzoek van den Kerkenraad van Waveren behelzende de bepaling nopens het dopen der kinderen alleen in die kerken waar onder hunne ouders gehooren, teffens beslooten is, alvoorens daaromtrent iets deciciefs te resolveeren op dat Sujet eerst in te neemen de Consideratien en het Berigt van den Kerkenraad alhier, gelyk het eene en ander van dat Collegie dan ook gerequireert werd by deezen.

Waar en teegen met betrekking tot de hier boven breeder omschreevene Sollicitatien zo door den Kerkenraad van Drakenstein in ‘t Generaal als door haaren Præcis den Predikant Robert Nicolaas Aling in’t byzonder gedaan in diervoegen is gedisponneert dat namentlyk hoe zeer deezen Raade geene reedenen heeft gevonden om op fundament van ‘t geallegueerd onvermogen der Kerkenkasse van Drakenstein om te kunnen fourneeren tot onderhoud der Armen van Waveren af te gaan van haar dispositie op dit Sujet genoomen en dierhalven ook daar by is blyven persisteeren des niet te min uit Consideratie dat het Orgel in questie nu bereids in weesen gelyk ook den Organist g’engageerd is, aan Kerkenraden van Drakenstein zal werden verleend zo als aan dezelve permissie om te moogen beproeven of de byzondere Leeden hunner gemeente in staat en geneegen zullen zyn om jaarlyks onder elkanderen het nodige tantum te Contribueeren om daar uit te kunnen vinden niet alleen het onderhoud van voorsz: Organist maar ook de kosten ter instandhouding van het orgel zelve, in welke geval zy als dan wel zullen vermoogen gebruik te maaken van ‘t evengeciteerd orgeL dog altoos egter onder de eens vooral vastgestelde voorwaarde dat dat orgel directe ofte indirecte niet zal komen tot eenig bezwaar van de Kerkenkasse van Drakenstein , neen maar dat daarenteegen tot Lasten van dezelve Casse over genomen en dadelyk gealimenteerd zullen werden de armen van waveren, als hebbende den Raade vermeend ter zake van ‘t aangevoerd onvermogen tot de voorsz: alimentatie, waar van haar by de ter betooging van dien door den Kerkenraad geallegueerde jongst: onder den 31 december 1793 afgeslootene Reekening niet is gebleeken, alzo het batig slot daar by nog is bevonden te bedraagen een Somma van ƒ3542:7- Indische Valuatie van haare na rype deliberatie eens genoomene Resolutie niet kunnen ofte mogen derogeeren ten minsten niet tot zolange aan haar geene andere middelen zullen zyn voorgekoomen om in de behoorlyke verzorging der voorsz: Armen van Waveren te kunnen voorzien zonder daar meede op nieuw de Caabsche kerk te Chargeeren.

Dat wyders wat betreft d’ oprigting van een tweede School aan de Paarl , om het onderwys der Jeugd te bevorderen en gemakkelyk te maken, daar inne werd gecondescendeert gelyk ook in de qualificatie en aanstelling van den Burger Jan van Reenen tot Schoolmeester in dat School, mits hy alvoorens dit zyn beroep t’ aanvaarden alhier by Scholarchen en ten hunnen genoegen aflegge desselfs examen dat komt te bezitten de bequaamheeden en verdere vereyschtens om in deezen als zodanig te kunnen fungeeren, zo nogthans dat van de verdere geproponneerde Schikkingen alleen zal worden geamplecteerd de voorgestelde verpligting van den Schoolmeester in der tyd om te moeten occupeeren het naast de Paerlse moolen staande Huur Huys van den Burger J: P: Roux thans door voorsz: van Reenen bewoond werdende, als door desselfs Situatie boven alle andere præferabel zynde, tot het oogmerk het welk men zig met d’ oprichting van deeze tweede SchooL principalyk heeft voorgesteld, daar in bestaande dat men namentlyk tot minder interruptie van ‘t onderwijs de kinderen het gemak heeft willen procureeren om in de warme Zomertyd mitsgaders met Reegenagtig en guur weer in den Winter, door de nabyheid in korten tyd in ‘t School en ook weeder om uit het zelve thuis te kunnen koomen weshalven den hiervoren zo dikwils geciteerde kerkenraad aan Drakenstein dan ook de vereyschte pogingen zal moeten aanwenden om het daar heen te dirigeeren dat het voorsz: Huys op een door haar met den Burger Roux te sluyten accoord ten Civielste pryze permanente aan den tweeden paarlse Schoolmeester in der tyd ten zynen privé kosten werden verhuurd zonder egter al meede in eenigen deelen te moogen komen tot bezwaar der kerke kasse, hebbende den Raade voor ‘t overige Concerneerende de voorslag om een bepaling te maken welke huyzen onder ‘t School van den voorleezer en welke andere onder het tweede School zullen moeten Sorteeren ten einde daar door ‘S voorleezers Schaade te voorkomen gemeend in het zelve niet te moeten treeden, neen maar aan d’ ouders der kinderen welke in ‘t geval zyn van deeze publiecque Schoolen te kunnen profiteeren volkomen vryheid te moeten laaten om zig na derzelver keuse te bedienen van de zodanige der voorsz: Scholen als waar in zy oordeelen zullen en de bevinding Leeren zal het best onderwys te werden gegeeven, zonder het nut dat de Jeugd kan trekken uit eene beetere instructie in deezen te postponeeren aan het particulier Intrest van den voorleezer, wiens nayver men in allen gevalle veronderstellen moet hem te zullen aanzetten om door ‘t aanwenden van buyten gewoon pogingen zelve zyn eygen nadeel te zullen voorkoomen.

En dat Laatstelyk nopens de twee Stukken Lands hier voren gedesigneert om welkers eygendom den Kerkenraad aan Drakenstein is komen te Solliciteeren zal werden gevorderd de Consideratien en het Berigt van Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Drakenstein , ten eynde den Raade alvoorens tot dies uitgifte te procedeeren mooge zyn geinformeerd of en welke Conditien en voorwaarden de plaatselyke Legging dier Stukken gronds by en aan andere Erven ofte plaatsen particuliere toebehoorende in Cas van Cessie noodzakelyk zoude kunnen maken daarby te Stipuleeren zullende het voorsz: Berigt ingekomen zynde als dan ook hier omtrend zodanige nadere dispositie werden genoomen als men naar aanlyding van hetzelve zal vinden te behooren.

En dewyl by dees occasie meede geresumeerd zynde de Lysten der Persoonen dewelke geduurende het Jongstafgelopen Jaar 1792 by de Luthersche Kerke tot Ledematen zyn aangenoomen en der in dezelve gedoopte kinderen, gelyk meede de hieronder g’insereerde Generaale Staat Reekening dier kerke.


Generaale Reekening van het Capitaal der Luthersche Gemeente zeedert Primo Jannuary 1792 tot Ultimo December deszelvigen Jaars
In A:o 1792 zyn in Cassa gekomen, als
Over Interessen van belegde Capitalen
en verbandschriften ƒ5623:11:
Legaten en Liberaale giften d:o 1750:-:
d:o Collecten d:o 3125:04:
d:o Huurpenn: van Stoelen en Banken d:o 2388:-:
d:o Verkogte Boeken &:a d:o 259:-:
d:o Huishuur d:o 1440:-:
d:o betaalde Capitalen door diverse personen 8475:-:
    ƒ23060:15:
waar van afgaat.
Aan zo veel de Cassa onder Ultimo December 1791 debet was ƒ2995:05:
d:o Ordinaire en Extraordinaire Ongelden zo tot melioratie als Reparatie der Kerke zo wel als de 2 Huizen der Gemeente met den annexe van dien d:o 10655:08:
d:o Onderhoud en kledinge der Armen &:a d:o 2167:06:
d:o Tractement voor D:s Kolver en Salaris der mindere Bediendens der Gemeente d:o 6614:-:
d:o naar Europa geremitteerde penningen met dies ongelden d:o 1264:08: 23696:11:
dus meerder uitgegeeven als ontfangen, die op nieuwe Reekening gedebiteerd werde   ƒ635:12:
De uitstaande Capitalen bedragen, als Aan Scheepenenkennisse en Kusting brieven ƒ79100:-:
d:o Achterstallige Intressen opdezelve d:o 4697:-:
d:o Verband Schriften d:o 12094:-:
d:o Renten daar op verloopen d:o 1482:-: ƒ97373:-:
Waar van afgaat 't geen als omme gemeld meerder is uitgegeeven als ontfangen   d:o 635:12:
Resteeren over zulx onder Ult: December 1792 aan Capitaal   ƒ96737:04:
Hier by gereekend de waarde der Kerkelyke Goederen, als Het Kerkgebouw en Predikantshuis met den annexe van dien ƒ110773:03:
Aan Zilverwerk tot het bedienen van 't H: Avondmaal d:o 1461:11: d:o 112234:14:
Zo dat de kerkelyke Goederen aan Capitaal rendeere   ƒ208972:02:
Dewelke in Hollands geld bereekend   ƒ167177:14:

Generaale Reekening van het Capitaal der Luthersche Gemeente zeedert Primo Jannuary 1792 tot Ultimo December deszelvigen Jaars
In A:o 1792 zyn in Cassa gekomen, als
Over Interessen van belegde Capitalen
en verbandschriften ƒ5623:11:
Legaten en Liberaale giften d:o 1750:-:
d:o Collecten d:o 3125:04:
d:o Huurpenn: van Stoelen en Banken d:o 2388:-:
d:o Verkogte Boeken &:a d:o 259:-:
d:o Huishuur d:o 1440:-:
d:o betaalde Capitalen door diverse personen 8475:-:
    ƒ23060:15:
waar van afgaat.
Aan zo veel de Cassa onder Ultimo December 1791 debet was ƒ2995:05:
d:o Ordinaire en Extraordinaire Ongelden zo tot melioratie als Reparatie der Kerke zo wel als de 2 Huizen der Gemeente met den annexe van dien d:o 10655:08:
d:o Onderhoud en kledinge der Armen &:a d:o 2167:06:
d:o Tractement voor D:s Kolver en Salaris der mindere Bediendens der Gemeente d:o 6614:-:
d:o naar Europa geremitteerde penningen met dies ongelden d:o 1264:08: 23696:11:
dus meerder uitgegeeven als ontfangen, die op nieuwe Reekening gedebiteerd werde   ƒ635:12:
De uitstaande Capitalen bedragen, als Aan Scheepenenkennisse en Kusting brieven ƒ79100:-:
d:o Achterstallige Intressen opdezelve d:o 4697:-:
d:o Verband Schriften d:o 12094:-:
d:o Renten daar op verloopen d:o 1482:-: ƒ97373:-:
Waar van afgaat 't geen als omme gemeld meerder is uitgegeeven als ontfangen   d:o 635:12:
Resteeren over zulx onder Ult: December 1792 aan Capitaal   ƒ96737:04:
Hier by gereekend de waarde der Kerkelyke Goederen, als Het Kerkgebouw en Predikantshuis met den annexe van dien ƒ110773:03:
Aan Zilverwerk tot het bedienen van 't H: Avondmaal d:o 1461:11: d:o 112234:14:
Zo dat de kerkelyke Goederen aan Capitaal rendeere   ƒ208972:02:
Dewelke in Hollands geld bereekend   ƒ167177:14:

‘Aldus geformeerd aan Cabo de Goede Hoop Ultimo December 1792.’

‘Afgaande Kerkenraden /: was geteekend:/ C: Pauelsen, E: F: Schrader, Continueerende en aankoomende Kerkenraaden /: was Geteekend:/ A: L: Kolver Pastor, C: F: German, J: A: Jentze, J: M: Elser, And:s Lind, Johan Casper Loos’

Uit de voorschreeve Staat Reekening onder anderen ook is komen te blyken dat g’impendeert zyn zeer aanzienlyke kosten tot amelioratie en Embellissement van de voorschr: Luthersche Kerk, zonder dat van het een of ander de minste præalable kennisse aan deezen Raade gegeeven is geworden, veel minder haare agreatie en toestemminge daar toe gevraagd, zo is niet alleen geresolveert ook deeze Lysten en Reekening even als de Reekeningen der Armen penningen van de hier voorengeciteerde Vyf Gereformeerde Kerken in Copia Authentiecq te zenden naar ‘t Vaderland ter Speculatie der Hoog gebiedende Heeren Majores maar ook teffens beslooten dat om de Lutherse Kerk voortaan te brengen onder dezelfde verpligting waar onder alle die van den prædomineerende Godsdienst hier te Lande zig komen te bevinden Kerkenraaden der Lutherse gemeente zullen werden gelast zo als dezelve gelast werden by deezen zig zo nu als in ‘t vervolg Soigneuselyk te onthouden, van het maken van eenige buyten gewoone depenses tot lasten hunner Armen kasse buijten consent deezes Raads veel minder om immer wederom gelyk thans is geschied, zonder daartoe alvoorens de vereyschte qualificatie verzogt ende verkreegen hebben te procedeeren tot het doen van kostbaare verbeeteringen en vertimmeringen.

Middelerwijl door den Heer van Rheede van Oudtshoorn onder overlegging van de Reekening der Portpenningen dewelke geduurende de Jongst afgeloopene Maand January van de alhier aangebrachte en aan derzelver addresse bestelde particuliere Brieven zyn ingekoomen bedragende een Somma van Twee Hondert Agt en twintig Ryksdaalders en Elf Stuivers te kennen zynde gegeeven dat zyn Ed: zig gechargeerd vond om deezen Raade namens den onlangs van hier naar Nederland gerysvorderden Heere Raad Extra Ordinairis van Indiën en Admiraal der Retourvloot Jan Greeve, instantig te verzoeken dat de kassen met particuliere Brieven voor Batavia gedestineerd die zig zullen bevinden op de Respective uitkoomende zo Compagnies als Particuliere Scheepen welke uit het Vaderland zullen weezen afgerysd alvorens zyn WelEdele Gestrenge aanlanding aldaar, ter deezer plaatze geopend en de zig in dezelve aan zyn Ed: addresse bevinden de Brieven daar uit geligt mitsgaders hem Heere van Oudtshoorn ter handen gesteld mogte werden ten eynde naar Nederland te rug te kunnen werden gezonden. Zo is hier op verstaan aan’t voorsz: verzoek van den voors: Heere Raad Extra Ordinair Greeve te defereeren en mitsdien den Postmeester Adriaan Vincent Bergh te qualificeeren en te gelasten zo als denzelven gequalificeerd ende gelast werd by deezen om alle de brief kassen voor Batavia dewelke alhier staan aangebragt te werden met Scheepen die uit Nederland zullen zyn vertrokken, alvoorens den gemelde Heere Greeve aldaar g’arriveerd zal weezen t’ openen de Brieven aan zyn Edele geaddresseerd daaruit te ligten mitsgaders aan den Heere van Reede van Oudtshoorn teegens betaling der port ter handen te stellen, en dezelve kassen vervolgens na in dezelve van de voorsz: ligting een behoorlyk bewys te hebben gelegd wederom te Sluyten en naar boord te rug te bezorgen, in welke terug bezorging der geciteerde kassen eeven als in derzelver afhaling uit de Scheepen:/ welk een en ander altoos zal moeten geschieden onder behoorlyke afgaave van Recipissen:/ den Equipagiemeester de voorsz: postmeester op desselfs Requisitie telkens de behulpzaame hand zal moeten bieden, terwyl, den Negotie overdrager Casparus van Eerten daaren teegen zal moeten zorgen dat het alzo alhier gepercipieert port op de Bataviasche Brieven d’ evengemelde Hoofdplaatze by yder Scheeps geleegendheid werde aangereekend en ten goede gebragt.

Den Secretaris der Colonie Graaff Reinet Honoratus Christiaan David Mæinier dewelke ingevolge en ter voldoeninge aan ‘t Besluit by deezen Raade in dato 6 December des voorleeden Jaars genoomen, thans alhier g’arriveerd is ten eynde door ‘t Officie Fiskaal te kunnen werden gehoord nopens de beschuldigingen door den gedemitteerde Landdrost dier Colonie Mauritz Herman Otto Woeke teegens hem ingebragt en by dezelve Resolutie breeder vermeld, zig met het voorsz: oogmerk dadelyk na zyne opkomste by den ad interim FiscaaL M:r Jacob Pieter deNeys aan gemeld hebbende zonder dat gemelde Fiskaal mits ontstentenis aan de noodige bewyzen voor als nog in staat is de voorsz: beschuldigingen by der hand te kunnen neemen veel minder teegens hem Mainier eenige actie te kunnen institueeren gelyk hy FiscaaL zulx by monde aan den Heere Gezachhebber is komen te declareeren, en gemelde Mainier hier door aangezet zynde geworden, zig by ‘t onderstaande Schriftuur voorlopig aan deezen Raade te addresseeren om aan dezelve onder de Naam van elucidatien eenige middelen van defentie voor te draagen in vertrouwen dat de ingebragte klagten hem niet zullen præjudicieeren in de vervulling van den thans Vacanten post van Landdrost te Graaffe Rynet waartoe hy dan ook in ‘t Slot zyner voorsz: verantwoording zyne Sollicitatien aanwend zo is aanvankelyk het gemelde Stuk geleezen en bevonden van deezen inhoude te zyn.

Aan den WelEdelen Achtb: Heere Johannes Izaak Rhenius Gezaghebber des Caabschen Gouvernements en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raade van Politie.

‘Wel Edele Achtb: Heeren! en E: E: Achtb: Heeren!’

‘De ondergeteekende Secretaris der Colonie Graaffe Reinet heeft in de Maand November J: L: ontfangen UWelEdele Achtb: en E: E: Achtb: Extract Resolutie van 18 September bevoorens waar by ‘t UWel Edele Achtb: en E: E: Achtb: behaagd heeft, zeeker klagtschrift door den geweesen Landdrost der voormelde Colonie Moritz Herman Otto Woeke jeegens den Ondergeteekende ontworpen en ter Vergadering UWerWelEdele Achtb: en E: E: Achtb: ingediend te doen stellen in handen van den pro interim Fiskaal de Heer M:r Jacob Pieter deneys, om nopens de beschuldigingen, daar by voorkoomende het vereischte onderzoek te doen. Terwyl UWeWelEdele Achtb: tevens van de voorsz: ingebrachte klagten aan den Ondergeteekende goedgunstiglyk hebben gelieven te doen geworden Copias authentiecq ten einde zich in tyds tot zyne verantwoording te kunnen bequamen.’

‘D’ ondergeteekende kan voor UWelEdele Achtb: en E: E: Achtb: niet verbergen hoe zeer hy gesurprenneerd is geweest over30zogenaamde poincten van bezwaar, ingebracht, teegens iemand die in syn gemoed, de levendigste overtuiging gevoelde, dat hy zich nimmer in zyn Post had vergreepen, dat hy altoos en in allen gevallen zich als en Eerlyk man heeft gedraagen, en met de grootste zorgvuldigheid getracht te volbrengen alle de verpligtingen welke zyn Post hem opleide, Ja in een woord dat de voorsz: beschuldigingen welke nergens anders als aan eene bloote quadaardigheid haare geboorte verschuldigd zyn, hem ondergeteekende immer ofte ooit den Rechten voldoende zoude kunnen worden beweezen.’

‘Ondertusschen ziet zich den Ondergeteekende hier door op eene verregaande wyze in syn Eer en Reputatie geschonden, en dus met de zynen opentlyk geflettriseerd.’

‘En ‘t is alleen het vertrouwen op de rechtvaardigheid Uwer WelEdele Achtb: en E: E: Achtb: welke hem gerust kan stellen en met gegronde hoope eene eclatante Satisfactie doen te gemoed zien.’

‘Wanneer den Ondergeteekende dan ingevolge de vryheid aan hem by de voormelde zeer geëerbiedigde Resolutie van den 18 Septb: 1792 verleend, gemeend had zich door ‘t inwinnen van deeze en geene enquesten te Graaffe Reynet tot zyne verantwoording in staat te stellen, is hy vervolgens door eene nadere aanschryven aan Landdrost en Heemraaden van Graaffe Reinet de dato 6 December jongstleeden onderrigt geworden, van de verdere dispositien ten opzichte van den ondergeteekende by UWelEd: Achtb: en E: E: Achtb: genomen en waar by aan hem wierd gelast zich ten allerspoedigsten na deese hoofdplaatse te begeeven, zonder zich ginder met het inwinnen van verklaringen ter justificatie van zich zelve op te houden, om zodanige reedenen en motiven als de Resolutie van dien datum, waar van den ondergeteekende Extract heeft bekomen breeder komt te dicteeren.’

‘Aan deese ordre heeft den ondergeteekende niet nagelaaten stipt te voldoen, en zonder het minste tyd verzuim, mitsgaders ook zonder eenige verdere Stukken te Graaffe Reinet te ligten præciseSesdagen na den ontfangst der voorsz: g’eerde aanschryvens de reize Caabwaards aan te neemen.’

‘D’ ondergeteekende alhier by zyne aankomst onder anderen zich ook gemelde hebbende by den pro interim FiskaaL de Heer M:r Jacob Pieter de Nys, met verzoek, om daar den ondergeteek: met agterlating van zyne huisselyke affaires zonder daar op de minste ordre te hebben kunnen stellen, direct Caapwaards was opgekoomen, tog ten aller eersten met het aan zyn E: gedemandeerd onderzoek een begin te willen maken, ten einde den onderget: zo Spoedig mogelyk te kunnen doen te rug keeren, en daar door voor te komen het important nadeel het welk den onderget: ander zints voor zich zyne Vrouw en Kinderen onvermydelyk te gemoed ziet.’

‘Heeft daarop van zyn E: ten antwoord bekoomen, dat syn E: ontbloot zynde van bewyzen geene actie teegens den ondergeteekende konde institueeren, waar door den Ondergeteekende dus voorziet dat zyne terug reize langer zal werden vertraagd als hy wel gehoopt had, ten zy dat hier inne door UWe WelEdele Achtb: en E: E: Achtb: goedgunstiglyk wierde voorzien.’

‘Hoe zeer nu ook den Ondergeteekende met gerustheid zoude kunnen afwagten de poursuites welke door het Officie Fiskaal jeegens hem zoude kunnen werden ondernoomen, en ook van dezelve vorderen voldoende bewyzen zonder welke hy eerbiediglyk vertrouwd, dat door den Landdrost Woeke jeegens hem ingebragte kwaadaardige en van alle waarheid ontbloote beschuldigingen, intusschen by UWeWelEdele Achtb: en E: E: Achtb: geene nadeelige interpretatien ten opzichte van den Ondergeteekende zullen te weege brengen, en den ondergeteekende uit dien hoofde eenige præjuditie doen by den Ja! hoe zeer hy ook vertrouwd daar meede in allen gevalle te kunnen en te moogen volstaan, zo heeft hy echter alleen, om voor te koomen het groot nadeel het welk hy absolut leyden moet, in gevalle hy lange alhier moet vertoeven, vermeend op de voorsz: pointen van beschuldigingen aan UWeWelEdele Achtb: en E: E: Achtb: te Suppediteeren zodanige elucidatien als den Onderget: voor den ontfangst der geeerde aanschryvens van den 6 December J:L: zich heeft kunnen bequaamen ter zyn der verdediging aan UWeWeL Edele Achtb: en E: E: Achtb: voor te draagen en voorts nog desweegens op de overige poincten deeze en geene reflexien daar by te voegen, ten einde daar op is ‘t nood by UWeWelEdele Achtb: en E: E: Achtb: zodanig reguard kan worden geslaagen, als volgens derzelver welbekende equiteit bevonden zal worden te behooren, en voor al geschikt moge zyn om gem: Woeke niet te doen slagen in zyne onderneeminge van den Onderget: door opgeraapte beschuldigingen welke hy nimmer zal kunnen bewyzen eenige de allergeringste præjuditie te doen ondergaan.’

‘D’ onderget: zal dan om in deezen alle kortheid te betrachten, de pointen van beschuldigingen hier onder ter neederstellen en in margine zyne Reflexien daar op aan UWelEdele Achtb: en E: E: Achtb: voordraagen.’

‘In d’ eerste plaatze word den ondergeteek: ten lasten gelegd:’

‘“Dat hy zich niet heeft ontzien in de vergadering ‘t eerste en voornaamste woord te voeren, en getragt alles na zyn wiL te dryven en te Schikken.”’

‘Ad:1’

‘Hieromtrend beroept zich den onderget: eenvouwdig op de hier by geannexeerde vraag pointen door de HeemraadenAndries Petrus Burger, Abraham Paulus van den Berg, David Schalk van der Merwe, Jan Jacobse en Stephanus Naudeop den 3 December 1792 ter presentie van den ProvisioneeL ‘t ampt van Landdrost waarneemenden Capityn de Heer B: C: van Balen beantwoord en Art:l 1’

‘Dan dit Art: bovendien van geen aanbelang zynde na dien den Landdrost, ingevalle den onderget: wiens werk in de Vergaderingen alleen ‘t Schryven is, zich hadde verstout het eerste en hoogste woord te voeren, den Onderget: ‘t Stilswygen had moeten opleggen; dog dit nimmer geschied zynde, zal men het zelve dus hier meede kunnen passeeren; dienende voorts alleen nog tot nadere opheldering.’

‘1:o Dat den ondergeteekende by de zaken in Heemraads Vergadering voorkomende geene ‘t minste belang hebbende onder verbeetering ook niet kan werden verondertsteld ‘t but gehad te hebben van alles na zyn zin te hebben willen dryven en Schikken.’

‘2:o Dat de brusque bejeegeningen en onbescheidenheid waar meede den Landdrost Woeke gewoon was den ondergeteekende te behandelen, den onderget: veel ‘eer altoos voorzichtigheid en Stilswygendheid hebben ingeboesemd mitsgaders hem de ferme Resolutie doen neemen om hem volstrekt niet te bemoeyen met zaken die hem niet direct concerneerde.’

‘Art:2’

‘“Vertoond den ondergetekende niet ter behoorlyker tyd ‘t ontwerp der Resolutien maar komt des Zondags voor de Vergaderingen een bekrabbeld Papier ter lectuure en præsumptie præsenteeren.”’

‘Ad: 2’

‘Hier op diend, dat den Ondergeteekende, voor zo verre ‘t hem nog voorstaat nooit ofte nimmer op een Zondag ‘t Concept der Resolutien ter resumptie heeft gepresenteerd, maar wel Vrydags of Zaturdags, als hebbende den Ondergeteekende steeds den Sabath tot zyne godsdienst oeffening besteed, bovens dien verklaard den Ondergeteekende onder præsentatie van Eede, dat gemelde Woeke hem nimmer hier over heeft onderhouden.’

‘Art: 3.’

‘“Laat den ondergeteekende veele persoonen ten onrechten dagvaarden.”’

‘Ad: 3’

‘Behalven dat het aan den Landdrost en Heemraaden als in deesen Competenten Rechters zynde, staat, om in zodanige gevallen den Ondergeteekende in de kosten te Condemneeren; zo diend ter nadere ophelderingen hieromtrend nog dat gecommitteerde Heemraden vaceerende by de opgaave en betaling der burger Effecten, voorzien zyn van Twee handboekjes waarop de Naamen der Ingezeetenen van de Colonie zy bekend gesteld op welke boekjes zy by die geleegendheeden de Namen met een Potloot aanhaalen van zodanige persoonen als de opgaave en betaling hebben gepresteerd. En dat den Ondergeteekende vervolgens in zyn post teegens de op voorsz: Boekjes nog openstaande persoonen moetende ageeren, des weegens eene Lyst aan den bode overhandigt; zo dat in allen gevalle, wanneer ‘er al eens iemands te onrechte mogte zyn gedagvaard geworden, zulx niet aan den Ondergeteekende maar wel aan de voorsz: vaceerende Heemraaden moet werden geattribueerd, gelyk dezelve den Ondergeteekende dan ook by Art:12 van de voorsz: beantwoorde Vraag pointen van den 3 Decem:1792 daar van volkomen vry kennen.’

‘Art: 4’

‘“Werd den ondergeteekende beschuldigt van de voorsz: verklaringen niet solemneel te passeeren, maar dezelve zonder de Comp: door twee jongmattroosen als getuigen te laaten teekenen, en’

‘Art: 5’

‘“zelfs by de zitting van gecommitteerdens om verklaringen te Recoleeren eerst de deposanten hunne opgegeevene getuigenissen laaten teekenen.”’

‘ad: 4’

‘Ten 1 Dat den ondergeteekende zig heeft bediend van twee Jongmattroosen als getuigen by het passeeren van verklaaringen is waar. En den onderget: vertrouwd, dat de hoedanigheid van Matroos in dienst der E: Compagnie dezelve de bevoegdheid niet ontneemd, om als getuigen te kunnen dienen, wanneer zy maar bezitten de vereischte Jaaren, en voor ‘t overige om andere reedenen niet reprochabeL zyn. Hebbende gemelde Woeke egter van zich kunnen Verkrygen den ondergeteekende in geschrifte eene stellige ordre te zenden, zich van die getuigen niet meer te bedienen, welke ordre den ondergeteekende om onaangenaamheeden van dien aart waar aan hy geduurig g’exponneert was ook heeft g’observeert.’

‘2:o kon ‘t ook wel zyn gebeurd, dat den ondergeteekende de getuigen daags daar aan de verklaaringen heeft doen teekenen dog is zulx alleen geschieden in zodanige gevallen, wanneer den Landdrost Woeke die zich ‘er altoos op toegeLegd heeft, om den onderget: te vexeeren de deposanten, hem zonder hem vooraf te prævenieeren ook wel ‘S avonds of ontydig heeft toegezonden dog is ‘er nimmer eene verklaaring gepasseert als in ‘t byweezen der getuigen.’

‘En belangende ‘t 5:e point heeft den ondergeteekende wel is waar ook by diergelyke geleegendheeden de minuten der verklaaringen, welke hy dan nog ‘S nachts in’t net had gebragt, daags daar aan volgende by ‘t recollement de deposanten doen teekenen; dog betuigd den onderget: zulx maar enkeld te zyn geschied een à twee reizen alleen om de Menschen die ter verrichtingen van diergelyke zaaken zich eenige daagen reisens na de Colonie hadden begeeven, Spoedig te helpen, zoo als blykens kan uit de datum der verklaaringen en der Recollementen, dat den ondergeteekende dikwerf een geheel aantal persoonen in een dag met de verklaringen heeft geholpen, en gezorgd, dat ze daags daar aan zo als doorgaans geschied is, gerecolleerd wierden.’

‘Art: 6’

‘“Zoude den Ondergeteek: twee Jaaren lang geene zeeguls tot de Vendubrieven hebben gebruikt en dus d’ E: Comp: ‘t zelve vervreemd.”’

‘ad: 6’

‘Betuigd den Ondergeteekende dat het onwaarachtig is dat hy Twee Jaaren lang geene zeguls tot de Vendu billieten hebben gebruikt end’ E: Comp: ‘t zelve vervreemd maar wel dat den ondergeteekende enkelde reize als op dat Ogenblik door verzuim van desselfs Correspondenten aan de Kaap, die hieromtrent voor den Onderget: niet in verschot hebben kunnen weezen van geen Zeguls van 1/4 Rd:s voorsien geweest zijnde, als toen, om uit dien hoofde de Vendutien niet te doen, vertragen, de Billieten heeft vervaardigd, dog is zulks gelyk gezegd is, maar zeer enkeld en in zodanige gevallen geschied. En ‘t is ‘er zo verre van daan, dat den Ondergeteekende d’ E: Compagnie ‘t zelve zoude hebben vervreemd en zich daar door zoeken te verryken, dat hy in teegen deel voor diergelyke Billietten niets hoegenaamd heeft in reecq: gebracht, zo als des noods door den verklaring van den Heere Abraham Faure die de zaken van wylen den E: Achtbaare Heere Vendumeester Cornelis van Aerssen heeft g’administreert kan werden geverifieerd. En dat den ondergeteekende om zich by diergelyke voorkomende gevallen niet wederom van Zeguls ontbloot te zien by zyn laatste aanweezen alhier zynde geweest voor omtrent 16 Maanden, onder borgtogt van de Heeren Willem Stephanus van Ryneveld en Pieter Hendrik Faure van wel opgemelde E: Achtb: Heer Olof Godlieb de Wet voor circa 300 Ryxd:s aan zeguls op 6 maande te betaalen heeft geobtineerd.’

‘Ondertusschen kan den Ondergeteekende niet voor by hier nog te noteeren dat den Landdrost Woeke na zyn komst van de Kaap in de Maand Juny of July des gepasseerden Jaars 1791 op Graaffe Reinet vendutie zullende houden heeft kunnen goedvinden zelve op eigener authoriteit, buiten den Ondergeteekende zyne Billieten door zeekere Heyne geweezen tweede bode van Justitie op groot formaat papier ongezeegeld te doen Schryven.’

‘Het zy verre van den Ondergeteekende, om in de daaden van den Landdrost Woeke verschooning te zoeken, dog hy betuigd als nog openhartig voor UWelEdele Achtbaare en E: E: Achtbaarens zulx door hem een à twee reisen gelyk gezegd is, alleen geschied te zyn om dat door zyne Correspondenten hem de ontboodene zeeguls niet zyn toegezonden geworden, en hy zig op dat ogenblik daar van ontbloot zag.’

‘Art: 7’

‘“Dat de Vendu rollen door den ondergeteekende niet ortodox gehouden worden.”’

‘d:o 8’

‘“En zelfs zyne Slegte handel wyze en bedriegeryen omtrend het koopen van Vee op de Vendutien aan gem: Woeke te kennen gegeeven, om maar fris op te koopen, dat hy op de Vendu rollen zoude zetten ‘t geen hem goeddacht, en dus de boedels benadeeld.”’

‘Ad: 7’

‘Deeze Articulen zyn van dien aart dat den onderget: zich daar door van falsiteit in de waarneemimg van zyn Ampt beschuldigd ziet, en onder eerbiedige referentie zich alhier zodanige actie jeegens gem: Woeke reserveerd, als hy tot herstel van zyn geschondene Reputatie zal vermeenen te moeten institueeren.’

‘Ondertusschen diend ter beantwoording daar van, dat den ondergeteekende voor God Almagtig betuigd en alle ogenblikken van den dag bereid is, zulks met Solemneele Eede nader gestand te doen, dat hy nooit in zyne gedachten gehad heeft zodanige expressien jeegens den Landdrost Woeke te beezigen; trouwens de distantie welke der ondergeteekende reeds zeedert zyne eerste aankomst te Graaffe Reinet met den Landdrost Woeke heeft gehouden, die zich dadelyk als des ondergeteekendes grootste Vyand heeft voorgedaan en gevolgelyk te weege gebracht, dat den onderget: in alle zyne daden en grootste reserve en voorzichtigheid des waerelds heeft in ‘t oog gehouden, heeft immers nimmer een diergelyk discours en offerte, tusschen den ondergeteekende en gemelde Woeke kunnen waarschynlyk maken.- daar en boven wierd den ondergeteekende hier door niet bevoordeeld en zoude voorts nog by Confrontatie der Vendu rollen kunnen blyken, dat den Ondergeteekende ‘t door hem gekogt Vee, zo niet duurder, ten minsten altoos met een ander gelyk in prys heeft betaald. Terwyl den ondergeteekende zo zeer zyn Eed en duure verpligting willende vergeeten, dat hy met ter zyde stelling van alle principes van eerlykheid op zodanige Schandelyke wyze van de vertrouwelykheid van zyn Post had willen misbruik maken, en zodoende zich zelve zyne Vrouw en kinderen aan de gevolgen daaraan opofferen hy zulx dan immers nimmer zoude hebben gedaan in faveur van een Man die hy met reedenen als de bleeke pest moest vermeiden en zulx zich zelve liever zoude hebben te nutte gemaakt.’

‘Dan WelEdele Achtbare Heer en E: E: Achtb: Heeren ‘t is God Almachtig die de daden der Stervelingen kend en die ook te zyner tyd ‘t quade met syne verschrikkelyke vergelding zal teegen koomen, dien God is ‘t bekend hoe alieen den ondergeteekende daar van is, en hoe leugenachtig en verdigt deeze beschuldigingen zyn.’

‘En den onderget: zal er op dit Sujet niets meer by voegen dan alleen zyn billyk vertrouwen, op de rechtvaardigheid, welke de daaden UWerWelEdele Achtb: en E: E: Achtb: zo zeer bestuuren dat deeze valsche beschuldigingen, waar van nimmer een Zweemsel zal kunnen worden beweezen hem by UWeWelEdele Achtb: en E: E: Achtb: niet tot præjuditie zullen strekken. Terwyl hy niet te min des weegens eerbiediglyk ‘t aller naauwkeurigst onderzoek imploreerd.’

‘Art: 9’

‘“Dat den Ondergeteek:e onder ‘t voorgeeven van geen Sterke drank te drinken, evenwel meenig maal beschonken en zelfs ter plaatze van den Burger Lieutenant Nicolaas Smith in præsentie van de Heemraden Jan Jacobs en Adriaan van Jaarsveld 52 Soopjes zoude hebben gedronken!”’

‘ad 9’

‘In hoe verre dit Art: met de waarheid overeenkomstig is blykt uit de voorsz: beantwoorde vraag poincten van 3 Decb:r 1792 waar by de Heemraden en waar onder NB: de hier nevens gem: Heemraad Jan Jacobs zelfs op Art: 2 het teegendeel daar van verklaren.’

‘Intusschen beroept zich den Ondergeteekende omtrend zyne gehoudene Conduites op alle de geenen dewelke hem, zo te Graaf Reinet als hier ter plaatze van na by kennen en inzonderheid op d’ E: Achtb: Heeren Olof Godlieb de Wet, en Egbertus Bergh onder en met wien den ondergeteekende de Eer gehad heeft hier aan de Kaap dienst te doen.’

‘D’ ondergeteekende in deeze zyne verantwoording voorgenoomen hebbende alle personaliteiten zorgvuldig te vermeiden mitsgaders van de Staat van decadentie van gemelde Woeke geen gebruik te maaken zal dus betreffende dit Art: op de gevoerde en zo wel bekende leevenswyze van meermelde Woeke geene Reflexien maaken en dus hier meede overgaan tot.’

‘Art: 10’

‘“Waarby den Ondergeteekende ten lasten word gelegd dat hy zich veinst ziek te zyn als hy werken zal.”’

‘Ad 10’

‘Omtrend dit Art: zoude men waarlyk moeten gelooven dat den Landdrost Woeke nogal eene groote ervarenis in de Artseny moet hebben verkreegen om over eene reëeLe of geveinsde ziekte te kunnen oordeelen.’

‘Dan om hier geene onnodige digrestien te maaken, zal den ondergeteekende alleenlyk aanmerken, dat deeze Periode enkeld schynt ter needer gesteld te zyn, om weeder een Art: meer ten lasten van den Onderget: op ‘t Papier te kunnen brengen.’

‘Den ondergeteekende betuigd God dank Schoon waarlyk ziek te zyn geweest, echter daar door nimmer zyne zaken te hebben genegligeert, waar van ten bewyze verstrekken kan Art: 3 van de voorsz: op den 3 Xber 1792 door 5 Heemraaden beantwoorde Vraag poincten.’

‘Art: 11’

‘“Zoude den Ondergeteekende zo lange hy Secretaris is geene Veldwachtmeester ter Uwe WelEdele Achtb: en E: E: Achtb: approbatie hebben voorgedraagen.”’

‘Ad: 11’

‘Behalven dat ‘t niet is de plicht van den Ondergeteekende om Veldwachtmeesters ter approbatie van UweWelEd: Achtb: en E: E: Achtb: voor te draagen, maar wel van ‘t Collegie van Krygsraaden, zo diend echter noch tot Elucidatie hiervan, dat den Landdrost Woeke, daaromtrend aan den onderget: nooit iets gezegd heeft, dat voorts ook de meeste veldwagtmeesters de volgende verg: na hunne aanstelling de onmogelykheid van dien Post te kunnen waarneemen hebben te kennen gegeeven; dat uit dien hoofde, om de aan den Post van Veldwagtmeesters g’accrocheerde moeielykheeden, dezelve meestendeels provisioneel zyn aangesteld geworden; En is ook by ‘t Collegie nimmer eene Resolutie genoomen, om zodanige voordragte aan de Regeering te doen.’

‘Art: 12’

‘“Zoude den onderget: verscheide persoonen te veel en onrechmatige proces costen insteede van 13 of 15 Rx zo veel Rd hebben afgeischt &:a en ten’

‘Art: 13’

‘Zoude d’onderget: zich voor de Burger attestatien 3 Rd:s hebben laaten betalen, daar hem volgens usantie niet maar als 15 Rx Competeerd.”’

‘Ad:12’

‘Hier op diend, dat den onderget: nimmer de Reecq: van onkosten zelf heeft opgemaakt maar dat die gehouden zyn door den Gerechtsbode van Graaffe Reinet blykens g’annexeerde boekjes geformeerd door de eigen hand van voorm: Bode dewelke d’ ondergeteek:e d’ Eer heeft in originali hier by over te leggen, en uit dewelke ‘t UWeWelEdele Achtb: en E: E: Achtb: blyken zal, dat ‘er geen een enkelde post van 13 of 15 Rd:s op te vinden is.’

‘Dat den onderget: hier omtrend van geene Richtsnoer voorzien zynde, de Bode telkens heeft gerecommandeerd zich in ‘t bereekene van proces Costen by de heer Woeke als zelfs bode geweest zynde te informeeren, hebbende den ondergeteekende naar zyn best geheugen zo lange hy Secretaris geweest is, maar eens drie Reecq: van Costen gemaakt, waar van een zo hy zich best rappelleerd geweest is voor den Burger Nicolaas Prinslo de jongen is zulx nog zelfs als toen geschied ingevolge d’ opgaave van den Bode zo als den Burger Andries Adriaan Smith blykens g’annexeerde verklaringen Sub N:o 4 nader getuigd.’

‘En betreffende ‘t 13 Art: zal men uiet de voorsz: Salaris Boeken al meede kunnen ontwaaren dat meesten deele voor d’ Attestatien waar toe een Zegul van 9 Rx word vereischt betaald, zyn 16 a 17 Rx dog den onderget: onderrigt zynde geworden, dat de Tax desweegens aan de Colonie Stellenbosch op drie Ryxd:s zo voor den Secretaris als bode is bepaald, als zynde’


voor 't zeegul Rx 1:01:
en voor den Schryven van den Secretaris en 't royeeren van de Rol d:o 1:01:
voor de bode d:o - :06:
Somma Rd:s 3:-:

voor 't zeegul Rx 1:01:
en voor den Schryven van den Secretaris en 't royeeren van de Rol d:o 1:01:
voor de bode d:o - :06:
Somma Rd:s 3:-:

‘heeft hiervan aan den meerm: bode kennis gegeeven ten einde daar omtrend in zelver voegen als op de Colonie Stellenbosch te werk te gaan.’

‘Voor ‘t overige kan den ondergeteekende gelyk voormeld betuigen, wel verre van zich in deesen te hebben zoeken te verryken, in tegendeel de Reecq: niet eens opgemaakt, of daar over directie gevoerd te hebben, maar zulx te hebben gelaten aan de Bode voorm: welke een man is die de belangens van den Onderget: in’t geheel niet is toegedaan, zo dat hieruit als van zelve in ‘t oog vald, dat wanneer den ondergeteekende eenige vuës hadde gehad, zich van dergelyke slegte middelen te bedienen, hy dan immers zyne belangens in dit opzicht niet ter administratie van voorm: Bode zoude hebben toevertrouwd, die ook dikwerf met gem: Woeke heeft meede gewerkt, en door denzelven is g’employeerd geworden, om den Ondergeteekende displaiseer aan te doen.’

‘Art: 14’

‘“bestaat in eene beschuldiging dat d’ onderget: geene genoegzame billieten in gereedheid brengd of dezelve in ‘t geheel niet afzend.”’

‘Ad: 14’

‘D’ onderget: geen andere billietten hebbende te vervaardigen dan die van d’ opgaave en betaling der burgerlyke Effecten vertrouwd dus dat dit in Vago ter needer gestelden Art:l voldoende word weederlegd by de meerm: hier g’annexeerde en op den 3 December 1792 te Graaffe Reinet door 5 Heemraaden beantwoorde vraag poincten op Art: 4’

‘Art:15’

‘“Word gezegd, dat den ondergeteekende de Vendu rollen niet oprecht houd!”’

‘Ad: 15’

‘Dit art:l reeds op Art: 7 en 8 behandelde zynde schynt echter thans meede andermaal onder de beschuldigingen te verscheinen, om de voorgenomene30poincten van bezwaar te helpen uitmaken en kan dus hier gevoeglyk worden gepasseerd.’

‘Art: 16’

‘luid woordelyks’

‘“dat den onderget: omtrend de vendu penningen allerley verwarringen maakt, en de bode dupeerd van dezelve niet te kunnen ontfangen.”’

‘Dit Art:l betuigd den Onderget: niet te kunnen verstaan’

‘Hy heeft echter niet nagelaaten den bode hier over elucidatie te vraagen, dewelke gedeclareerd heeft, daar aan meede geen begrip te kunnen hechten,’

‘En daarin allen gevalle d’ ondergeteekende weegens de behandelingen der Vendutien alleen responsabel is en blyft aan den E: Achtb: Heere Vendumeester en denzelven den ondergteek: nimmer over iets van dien aart heeft onderhouden; zo begrypt den ondergeteekende onder eerbiedige Correctie dat den Heere Woeke dit Art: zeer wel had kunnen menageeren, waare ‘t niet dat hy ook hier meede al weederom een point van bezwaar teegens den ondergeteekende vermeende te kunnen inbrengen om zich in zyn voorgekomen getal van 30 Stuks niet te leur te stellen.’

‘Art: 17’

‘“Zoude d’ ondergteek: de Ingezeetenen hebben beloofd plaatsen over de groote Visch-Rivier en dus over de limiten te zullen besorgen.”’

‘Ad: 17’

‘Dit art:l, is volstrekt van alle waarheid ontbloot, & word niet alleen teegen gesprooken by de meermelde door Heemraaden op den 3 December 1792 beantwooorde Vraag pointen op Art: 5 maar ook door de hierneevens onder N:o 5; 6 & 7 gevoegde Verklaring van den burgerJohannes Scheepers d’ oude, Johannes Strydom Hendriksz, en Johan Hendrik Barkmeyer, welke verklaring d’ ondergeteekende expresselyk heeft geligt, omdat hy reeds voor lange in ‘t zeekere is g’informeerd geworden, dat den Landdrost Woeke gezegd zoude hebben, dat den ondergeteekende aan de twee eerstgemelde plaatsen over ‘t groote Visch rivier beloofd, en aan de laatstgemelde eene gegeeven zoude hebben, zo dat den Ondergeteekende met reedenen vermoed, dat ‘t deeze persoonen zullen zyn welke den Landdrost Woeke by ‘t voorsz: 17:de meede zo Generaal opgegeeven Art: bedoeld.’

‘Ondertusschen vind den Ondergeteekende zich nog op dit Sujet verpligt onder presentatie van Eede te moeten declareeren, dat hy niet heeft opgehouden, telkens wanneer door den Landdrost Woeke aan d’ Ingezeetenen permissie is verleend geworden om over de groote Visch Rivier en dus over de Limiten te trekken, de nadeelige gevolgen daar van te kennen te geeven. En dat wyders niet den Ondergeteekende maar wel deegelyk gemelde Landdrost Woeke aan d’ Ingezeetenen vryheid heeft verleend, om over de gemelde groote Visch Rivier te trekken; waar van sal kunnen getuigen den Veldwachtmeester Paul Michiel Bester die desweegens door eene Schriftelyke permissie is voorzien geworden, en wiens onderhebbende Manschappen voor ‘t grootste gedeelte, daar op over meermelde Visch rivier zyn Getrokken. En waar uit dus middag klaar blykt, dat gem: Woeke al weederom om 30 pointen van bezwaar uit te vinden, den Ondergeteekende den gemelde Landdrost Woeke kan bewyzen dat denzelven op ‘t Stuk van de Caffers niet zeer Scrupuleus is geweest, en om niet te Spreeken van zeekere Commisie die denzeven in den Jaare 1780 g’adsisteert door den Oud Secretaris Wagener den Ondergeteekende verscheidene Heemraaden en Krygs Officieren in ‘t Caffer Land ter ordre van UWeWelEdele Achtb: en E: E: Achtb: gedaan, alwaar hy zich zo dwarsdraats strydig Uwe WelEdele Achtb: en E: E: Achtb: heilzaame oogmerken zo onbesonnen ten opzigte der Caffers Natie heeft gedraagen; dat denzelven aan den Burger Cornelis van Rooyen Cornelisz in præsentie van den Heemraad Josua Joubert en den Ondergeteekende ‘t gesprek over de voorsz: Caffers Natie geroulleerd hebbende gezegd heeft, moet ‘er om de Caffers ook nog verklaring genoomen worden,als ‘t myn zaak zo wel als de julluy was, dan zoude ik die Caffers met de Kogel voor de Kop Schiettenvan welke influentie diergelyke expressien door een Officier van de Justitie gebeezigd moet zyn zal den ondergeteekende aan ‘t verligte oordeel van Uwe WelEdele Achtb: en E: E: Achtb: over te laten.’

‘Art: 18’

‘“Zoude den ondergeteek: by vertooning van het Placcaat, door den Bode Krause aan hem gedaan ten deerende hoe is der Ingezeeten vry Vee ter verkoping konde Kaapwaards brengen, hebben gezegd, dat de Regeering met die Schikking ten opzigte der Slagters zulx nooit kan verantwoorden.”’

‘Ad 18’

‘Hier op kan den Ondergeteek: niets anders zeggen als dat ‘t volstrekt bezeiden de waarheid is. En dat den Ondergeteek: zulks bovendien den Bode ter præsentie van den Heere van Balen afgevraagd hebbend, denzelve betuigd heeft daar van niets te weeten; Terwyl den Onderget: voor ‘t overige nog in opregtheid betuigd zig over Publicque zaaken nimmer met den Gerechtsbode of andere Suppoosten in eenig discours te hebben ingelaaten, zynde dit almeede geen gering motief waar door dezelve zich van den ondergeteek:e verwydert, en des ondergeteekende gereserveerd gedrag dikwerf met de Naam van Hoogmoed bestempeld.’

‘Art: 19’

‘“Zoude den Ondergeteekende den Substitut hebben willen forceeren acht daagen voor den Rechts dag Citatien te teekenen, welke reeds twee maanden bevoorens waaren opgegeeven en op desselfs weigeringen bedreigd hem wel te zullen vinden en by UWeWelEdele Achtb: en E: E: Achtb: recommandeeren.”’

‘ad 19’

‘Van waar deeze Chimere haare oorspronk heeft is den Hemel alleen bekend, en op dat Art:l kan den ondergeteekende ook niets anders als naar waarheid de negative staande houden en daar nog byvoegen, dat der Substituut zulks in præsentie van gemelde Heere van Balen stellig en volstrekt heeft ontkend, mitsgaders nog aan den Ondergeteekende beloofd by desselfs komst aan de Caab hier van eene verklaring te zullen passeeren,’

‘Art: 20’

‘“Zoude den ondergeteekende de Hottentotten en Bastaards instigueeren zich by hem te vervoegen, en dat zy by den Landdrost geen recht erlangen’

‘d:o 21’

‘dat den Ondergeteekenden de Hottentotten en Bastaards van opgemelde Landdrost zoude oprokken om by hem te woonen.”’

‘ad 20,’

‘Hoe wel deeze Articuls vry generaal zyn, en niets Speciaals aanduiden, zoo diend daar op echter. -‘

‘1:o dat dezelve van alle waarheid ontbloot zyn, en dat den ondergeteekende gerust en met een vry geweeten de bewyzen daar van zal te gemoed zien!’

‘2:o dat den Hottentot Willem Karpat dikwerf by den ondergeteek:e is komen klagen, dat hy niets van gemelde Woeke konde verkrygen en dat als hy Sprak van heen te gaan, hy dan met de geeselpaal gedreigd wierd, welke Hottentot toen nog door den ondergeteekende zodanig is te vreeden gesteld dat denzelven zonder verdere mouvementen te maaken in Stilte naar huis is gekeerd.’

‘3:o dat op den 6 Jannuary des gepasseerden Jaars gemelde Landdrost Woeke aan twee Hottentotten genaamd Andries en Claas Bruintje hem Landdrost over eenige zaaken willende Spreeken, in teegenswoordigheid van den Burger Andries Adriaan Smith heeft toegevoegdkom julluy by my om julluy zaaken te laaten uitwyzen, gaat na den Secretaris Maynier na die Hottentots Procureur laat die julley zaaken uitmaakenen by eene andere geleegendheid aan den Hottentot Slaay woonagtig by den Heemraad der Stellenbosche Colonie Philippus Albertus Myburg gevraagd,wel kom je van je Neef den Secretaris hy is immers jou neef niet waar? welke hottentotten des gerequireerd werdende zulx nader zullen gestand doen.’

‘4:o dat den Hottentot Gerrit Slinger zich almeede by den ondergeteekende heeft beklaagd, dat den Landdrost Woeke hem syn kind ontnomen en aan zyn Schoonzoon Sastron had gegeeven, even als of hy over ‘t zelve als een Lyfeigen konde disponneeren, en dat den Ondergeteekende voorschreeven Hottentot meede heeft gerenvoyeerd, zynde ‘t kind van voorm: hottentot echter by ‘t vertrek van Zastron van Graaffe Reinet by gemelde Woeke verbleeven.’

‘5:o heeft gemelde Landdrost Woeke kunnen goedvinden verscheide zyner Hottentotten met negotie goederen Landwaards in te zenden, en de Ingezeetenen zich daar over bezwaard hebbende, is denzelven hier over door den Oud Heemraad van Jaarsveld aan gesprooken en Onderhouden geworden.’

‘Dit alles WelEd: Achtb: Heer en E: E: Achtb: Heeren kan den ondergeteekende met Eede staven En hy begrypt dus niet, dat daar hy zich deeze geleegendheeden en de dispositien dier Hottentotten niet heeft te nutte gemaakt, in welke opzichte hy anderzints ‘t volk van gemelde Woeke zoude hebben opgerokkend.’

‘Zynde dit intusschen zeeker, dat den Landdrost Woeke al dikwerf geleegendheid van misnoegen aan zyne Hottentotten moet hebben gegeeven, als zynde verscheiden derzelven ook al by den teegenswoordige provisioneelen Landdrost van Balen over hem klagtig gevallen, ook zyn ‘er niet wynig Hottentotten van gemelde Woeke geduurende des ondergeteekendens verblyf te Graaffe Reinet aan de Geeselpaal gefustigeerd en gedrost, en daar en teegen van den Ondergeteekende Gode zy dank nog geen enkelde, En ‘t is niet onwaarSchynlyk dat deeze aantyging haare oorsprong uit jalousie heeft ontleend, vermits gemelde Woeke verscheide malen van zich heeft kunnen verkrygen in præsentie van den Ondergeteekende en veele andere lieden te zeggen, dat den oud Secretaris Wagener en den Ondergeteekende bederf van de Hottentotten waaren, door aan dezelve 12 Ryxd:s en meer in ‘t Jaar huur te geeven; en dat hy zich daar over by de Regeering zoude beklaagen.’

‘Art:22’

‘“Word den ondergeteek: ten lasten gelegd van den Landrost Woeke op alle mogelyke wyze en aart in zyn persoon en ampt te lasteren,’

‘en 23!’

‘“en aan een ieder te verhalen dat hy geen Landdrost konde blyven en dat hy en desselfs plaats zoude bevorderd worden”’

‘ad: 22!’

‘Deeze articulen zyn al meede bezyden de waarheid en hadden behoorlyk door bewyzen gestaafd, Speciaal moeten worden aangetoondwaarenteegens wieden Ondergeteekende zich hier omtrend had g’expliseerd.’

‘Ondertusschen word ‘t teegendeel hier van meede by de voorsz: op den 3 December 1792 door Heemraaden beantwoorde vraag poincten art: 6 en 7 ter needer gesteld gevonden.’

‘Trouwens wanneer den Ondergteekende zich hadde willen munieeren met een aantal verklaringen ten blyke, hoe dikwerf en hoe onschuldig den Ondergeteekende door gemelde Woeke zo wel in als buiten de vergaderinge is gehoond gelasterd en gescholden geworden zoude hy daartoe weinig moeite nodig hebben, en zouden onder anderen de Heemraaden van Jaarsveld en Joubert dan meede zelve moeten getuigen dat wanneer den Ondergeteekende ter geleegendheid eener Vergadering ziek zynde, zich met een Stoel naar de vergadering heeft laaten dragen gemelde Woeke den ondergeteekende door de glaasen ziende aankomen, zich niet heeft ontzien onder ‘t beezigen van verscheide onbetamelyke en grove uitdrukkingen /: welke de decentie verbied te repeteeren :/ te zeggen,indien die jongens, die hem hier na toe dragen, myne intentie wisten, zouden zy hem na de hel dragen &:aook hebben de officieren van Jaarsveld en Nicolaas Smit over deeze articuls door den Ondergeteekende onderhouden geworden zynde, in præsentie van den Eerwaarde Heere Predikant Manger gedeclareerd, dat zy nooit iets læsiefs van den ondergeteekende ten opzichte van den Landdrost hadden gehoord, maar wel dat den ondergeteekende dezelve wanneer zy ‘t een of ander van gemelde Woeke aan hem hadden gezegd, dezelve daar en was teegengegaan, en dat zy dus nooit hadden geweeten hoe of ‘t met den ondergeteekende en den Landdrost was, hier van is welopgemelde Eerw: Heer Manger geneegen des gerequireerd werdende en volleedig bewys te geeven.’

‘Dan des ondergeteekendes but niet zynde, om met den Landdrost Woeke in een démelé te treeden, nog zyne daden en bedryven alhier open te leggen, maar alleen om zich by UWeWelEdele Achtb: en E: E: Achtb: teegens zyne van alle waarheid ontbloote te zaamen geschraapte beschuldigingen te verantwoorden zal dan ook hier van afstappende overgaan tot het’

‘24 Art:l’

‘“waar by, hy den ondergeteekende ten lasten legd recognitie penningen voor plaatsen te hebben ontfangen, en wanneer de Menschen vragen of die plaatsen op ordonnantie zyn genoomen, dezelve toe te voegen, het Jaar is, om, en het geld te houden”’

‘ad: 24’

‘de onwaarheid van dit Articul /: ‘t welk gemelde Woeke tot zyn Leedweezen zal moeten ondervinden :/ moet al weederom in de eerste plaats door den ondergeteekende worden staande gehouden Terwyl d’ onderget: van ‘t teegendeel overtuigd zynde, echter hier omtrend het bewys van den Landdrost Woeke zal blyven afwagten.’

‘het Art: 25’

‘“bestaat in eene beschuldiging dat den ondergeteekende aan den burger Hendrik Klopper d’ oude gezegd Zoude hebben, dat hy den Landdrost een poets had gespeeld, waar aan hy euwig zoude denken &:a”’

‘ad: 25’

‘Terwyl den Landdrost woeke hier eigentlyk /: zo als men zegt :/ eens man en paard opgeeft is ‘t ook wel der moeite waardig geweest daarop nader onderzoek te doen.’

‘Den Ondergeteekende dan gemelde Hendrik Klopper ter præsentie van meermelde Eerw: Heere Predikant Manger en den Heere van Balen dit Art:l voorgehouden en afgevraagd hebbende, of hy immer ofte ooit dergelyke expressien jeegens denzelven hadde gebeezigd, heeft gerepte Klopper betuigd zulx onwaarachtig te zyn, en daar van eene Verklaring verleeden onder N:o 8.- hier annex waar by hy zulks niet alleen ontkend, maar ook bovensdien betuigd zulx of iets diergelyks nimmer aan den Landdrost Woeke of aan iemand anders ter waereld te hebben gezegd.’

‘Art: 26’

‘“Heeft den ondergeteekende alles teegens den Landdrost opgeruid en Collusien gehouden met eenige Heemraaden en Officieren”’

‘ad: 26’

‘Dit art: even alzo van alle waarheid ontbloot zynde als de overige by een verzamelde poincten zal den Ondergeteekende zig desweegens op ‘t getuigenis van alle d’ Ingezeetenen der Colonie gerustelyk beroepen, en zo wel des noods meede op de voorsz: te meermaalen aangehaalde door Heemraaden op den 3 December J: L: beantwoorde Interrogatorien Art: 8 mitsgaders de declaratie door d’ officieren van Jaarsveld en Smith in præsentie van den Eerw: Heer Predikant Manger gedaan, alhier reeds by art: 22 en 23 behandeld.’

‘En zoude den ondergeteekende in tegendeel nog van meerm: Eerw: Heere Manger en den Dominé de Vries kunnen produceeren eene Verklaring, dat meerm: van Jaarsveld aan hun had te kennen gegeeven dat den Landdrost Woeke even voor zeekere Vergadering van krygsofficieren aan dezelve had gezegd,als jy lieden met my wil dit meede doen, zou ik wel maaken, dat Maynier nooit weeder een pen in handen nam.’

‘Art: 27’

‘“Zoude den Ondergeteekende hebben gemaakt verkeerde en valsche Resolutien die den gemelde Landdrost NB: zoude hebben gescheurd.”’

‘ad: 27’

‘De absurditeit van deeze beschuldiging valt van zelve in ‘t oog wanneer men Considereert, dat den Landdrost Woeke zich fundeert op ‘t Corpus delicti, welke niet meer in weezen is! gemelde Landdrost zoude een zodanig bewys in handen hebbende, daar van teegens iemand welke hy als zyn Vyand behandeld niet dadelyk ‘t nodig gebruik hebben gemaakt.’

‘Dan het is wel waar dat den Landdrost Woeke den ondergeteekende ter vergadering van den 7 May 1792 heeft verweeten, dat hy omtrend zeekere als nu den ondergeteekende toebehoorende plaats /: waar van hy Woeke altoos ‘t gebruik heeft gehad :/ genaamd de Seeven Fontainen geleegen agter de Renosters fonteins bergen eene valsche Resolutie zoude hebben geformeert.’

‘Dog dit is door den Ondergeteekende dadelyk in kennis gelegd geworden, en heeft hy vervolgens van de HeemradenJan Jacobs, Abraham Paulus van den Bergh en Andries Petrus Burger, Josua Joubert, en David Schalk van der Merweingewonnen eene verklaring by dewelke zy declareeren, dat de gem: Resolutie in allen deelen Conform het geresolveerde en hunne meening getrouwelyk geformeerd en te boek was gesteld geworden uitwyzens de verklaring onder N:o 9 hier annex.’

‘Art: 28’

‘“komt gem: Landdrost Woeke weederom tot de Costen en zegt dat den Ondergeteekende te veele Vacatien en enorme reekeningen van Vendukosten maakt.”’

‘ad: 28’

‘Behalven dat den Onderget: onder duure Eede en met goede bewyzen aantoonen kan, nimmer zo veel aan Vacatie te hebben bereekend, als hy met gevoeglykheid en volgens opgaave van desselfs prædecesseur Wagener zoude hebben kunnen doen, heeft zich ook nog nimmer iemand over die Reekening bezwaard, en ‘t is ook alleen van ‘t departement van den Heere Vendumeester, om hier op reguard te slaan, zo diend ten deeze belange nog’

‘Dat den Heemraad de Stellenbosche Colonie Philippus Albertus Meyburg over ‘t eisschen van enorme vacatien weegens zeekere op zyne plaatsen gedaane Commisie, waar by hem door gem: Woeke voor twee daagen reydens in Reekening zyn gebragt Rd:s 115:- jeegens gemelde Woeke proces gemoveerd en verscheenen zynde voor Heeren Gecommitteerdens uit den E: Achtb: Raade van Justitie zynde de Heeren Van der Riet en Smuts zich daar over beklaagd. Dat Woeke zich by die geleegendheid niet ontzien hebbende, dat omtrend het formeeren dier Reecq: volgens zyne gewoonte, op den ondergeteekende te schuiven en te zeggenJa zo gaat het, de Secretaris Maynier heeft die reecq: gemaakt ‘t is weer een handelwys van gemelde Maynier en die brengt alles in de war: gemelde Meyburg na hem Woeke te hebben doen uitspreeken Heeren Gecommitteerdens heeft doen opmerken, hoe zeer hy te onrechte den ondergeteekende daar meede beschuldigde, met namentlyk stante pede by hun E: E: over te leggen, de voorsz: Reecq: door de eigene hand van hem Woeke zelve geschreeven - waar door denzelven zodanig geconfusioneerd en perplext is geworden dat hy niet in staat is geweest op dat Sujet verder iets te antwoorden.’

‘Dit WelEdele Achtb: Heer en E: E: Achtb: Heeren heeft den ondergeteekende vermeend hier enpassant te moeten aanteekenen en aan te toonen, dat gemelde Woeke coute qui coute getracht heeft by alle geleegendheeden des ondergeteekendens goede Naam en faam te fletriseeren, en hy neemd aan des gerequireerd werdende ‘t zelve met voldoende bewyzen te staven, vertrouwende hy, dat Heeren gecommitteerdens hier over geroepen zynde geene zwarigheid zullen maken uyt liefde voor de waarheid daar van ‘t nodig getuigenis af te leggen.’

‘Art: 29’

‘“Word gezegd, dat den ondergeteek:e zig omtrend het by voorschreeve klagtschrift g’annexeerde Request zoude hebben uitgelaaten zodanig als dit Art: verder meede brengd.”’

‘ad: 29’

‘Dit betuigd den Ondergeteek:de onwaar te zyn en is bereid ten allen tyden te beEedigen van dat Request nimmer eenige kennisse te hebben gedragen.’

‘Refereerende hy zich voorts ook hier omtrend aan de meergeciteerde door Heemraaden op den 3 December 1792 beantwoorde vraag pointen op art: 10.’

‘En laatstelyk ten 30:e’

‘Zoude den ondergeteekende in allen opzichte zich hebben toegelegd en alles in ‘t werk gesteld, om niets als verwarring, twist en oneenigheeden aan te richten.”’

‘Ad 30:e’

‘Een zuiver geweeten WelEdele Achtb:: Heer en E: E: Achtb: Heeren zal in deezen den Ondergeteekende hoofdzakelyk by den alweetende rechter regtvaardigen.’

‘Den ondergeteekende heeft nu reeds vier Jaaren te Graaffe Reinet zijn Post als Secretaris ‘t is wel waar met veel Chagrin verdriet en onaangenaamheeden bekleed, dog hy heeft die onaangenaamheeden nimmer geleeden door eenige Ingezeetenen.’

‘Hy heeft voor zicht die Satisfactie dat hy met niemand in twist of onmin heeft geleefd of in niemands twisten heeft gedeeld; Alleen heeft hy door ‘t gedrag van den Landdrost Woeke welke hy hier niet zal Schetzen, verdriet en Chagrin gehad; Dan den Hemel heeft hem voor twisten bewaard.’

‘Dat evenwel de twisten en Verwarringen in de Colonie in teegendeel voor des Ondergteek:s komst in dezelve en wel reeds zeedert den Jaare 1787 hebben plaats gehad getuigen de actens en Documenten welke daar van toen reeds en dus voor dat den Ondergeteekende zich in de gemelde Colonie heeft bevonden, het Licht hebben gezien, onder anderen ook zeeker Stuk welke gemelde Woeke in den Jaare 1787 door Heemraden en krygsofficieren hier omtrend ter zyner justificatie heeft doen teekenen - Ja zyn dit ook de reedenen waar omme den geweezen Secretaris Wagener volgens zyn eigen aveu, en om het gedrag en den handelwyze van den Landdrost Woeke, zynen dienst heeft needergelegd. - gemelde Woeke blyft steeds gemelde Secretaris Wagener zeedert den Jaare 1789 betigten met een diefstal van Rd:s 300:- zynde dit een deficit ‘t welk zich in ‘S Colonies Cassa komt te bevinden en ter ordre van gemelde Landdrost Woeke op de Staat en Constitutie mitsgaders Cassa Reecq: der Colonie tot heeden toe ten lasten van meermelde Secretaris Wagener voortloopt.’

‘Zie daar nu WelEdele Achtb: Heer en E: E: Achtb: Heeren zo kort als het den Ondergeteek:de mogelyk is geweest de voorsz: door den Landdrost Woeke jeegens hem ter needergesteldeDertigpointen van bezwaar afgehandeld.’

Al ‘t welke door hem ter needer gestelde hy bereid is des gerequireerd werdende met Solemneele Eede nader gestand te doen,’

‘D’ ondergeteekende heeft alleen getracht in ‘t oog te houden om eenvoudig zyne verantwoording aan UWe WelEdele Achtb: en E: E: Achtb: open te leggen, zonder op den perzoon van den accusateur en de onbevoegd heid waar in dezelve verseerd, om jeegens den ondergeteekende te getuigen of ook nopens de gegronde reedenen van recusatie aan de zeide van den onderget: eenige Reflectien te maaken.’

‘Dan hy kan in de omstandigheeden waar in hy zich thans bevind, evenwel niet voorby nog kortelyk het volgende aan UWeWel Edele Achtb: en E: E: Achtb: voor te dragen en daar op onder eerbiedige welduiding Speciaal hoogst derzelver attentie te imploreeren.’

‘1. Dat de twisten oneenigheeden en verwarringen in de Colonie Graaffe Reinet reeds zeedert den Jaare 1787 en dus lange voor den aankoms van den Ondergeteekende hebben plaats gehad, zo als blykt uit de Stukken welke daar van voor handen zyn.’

‘2. Dat den Landdrost Woeke het des ondergeteekend:s predecesseurWagenerzo zuur en bitter heeft gemaakt dat deeze genoodzaakt is geworden, zyn dienste needer te leggen, en denzelven onder anderen meede heeft betigd van d’ Ingezeetenen teegens hem te hebben opgeruid, gelyk zulks aan een iegelyk bekend is en by den ondergeteekende des nodig geoordeeld wordende, met nadere bewyzen zal worden gestaafd.’

‘3. Dat den Landdrost Woeke, het dadelyk alzo met den ondergeteekende heeft aangelegd, en om zonder van andere dingen te Spreeken alhier enkeld eenige Staaltjes van zyne brusque handelwyze te reciteeren, heeft den ondergeteekende d’ Eer over te leggen.’


a.) Een Extract Resolutien van 19 Xbre 1791 door hem op Requisitie van gemelde Woeke vervaardigd, weegens zeeker Erf aan hem by taxatie toegestaan, welk Extract gem: Woeke als niet naar zyn zin zynde den ondergeteekende gescheurd heeft terug gezonden en daar onder genoteerd*Ik wil voor my alleen een Extract hebben de andere raken my niet*.
b.) Een zeer insolente brief onder den 18:e Juny 1791 aan den ondergeteekende geschreeven.
c.) Een dito van 13 february bevorens.
d.) Een Exploict door hem weegens het gebruik van een defecte /: en zo ondergeteekende zich niet bedriegd :/ Colonies teerpot door een ieder onverschillig gebruikt :/ aan den bode Schriftelyk met de eigene hand van hem Woeke opgegeeven.

a.) Een Extract Resolutien van 19 Xbre 1791 door hem op Requisitie van gemelde Woeke vervaardigd, weegens zeeker Erf aan hem by taxatie toegestaan, welk Extract gem: Woeke als niet naar zyn zin zynde den ondergeteekende gescheurd heeft terug gezonden en daar onder genoteerd*Ik wil voor my alleen een Extract hebben de andere raken my niet*.
b.) Een zeer insolente brief onder den 18:e Juny 1791 aan den ondergeteekende geschreeven.
c.) Een dito van 13 february bevorens.
d.) Een Exploict door hem weegens het gebruik van een defecte /: en zo ondergeteekende zich niet bedriegd :/ Colonies teerpot door een ieder onverschillig gebruikt :/ aan den bode Schriftelyk met de eigene hand van hem Woeke opgegeeven.

‘4. Dat den Ondergeteekende zich nopens zyne Conduites met fidiltie beroept op ‘t getuigenis van alle ende een iegelyk welke hem alhier hebben gekend, en in ‘t byzonder op het getuigenis van d’ E: Achtb: Heeren Oloff Godlieb de Wet, en Egbertus Bergh als hebbende den Ondergeteekende onder eerstgemelde [.....] Jaaren en met laatstgemelde [.....] d’ Eer gehad ter Politicque Secretarye dienst te doen.’

‘5. Dat hy alzoo met de meeste gerustheid des Waerelds zal te gemoed zien, het allernauwkeurigst onderzoek naar zyne Conduites en handelwyze in zynen præsenten post als Secretaris te Graaffe Reinet gehouden.’

‘6. Dat gemelde Woeke zyn ongemesureerde manier van handelen zelfs hier aan de Kaap, Ja! wat meer is onder ‘t oog van haare Hoog Edelheedens de Heeren Commissarissen Generaal, niet heeft kunnen Cacheeren door zich in publiecque Schriftuuren ten opzichte zyner wettige overheid, onbetamelyke en Cavaillaire uitdrukkingen te permitteeren; waar over hy ook zich zelfs de billyke verontwaardiging UWerWelEdele Achtb: en E: E: Achtb: en de Correctiën van zyn Competenten rechter heeft op den Hals gehaald en waar uit dus /: onder Referentie: / zeer natuurlyk kan worden afgeleid, waar heenen zich de geneigdheeden van gemelde Woeke meestendeels uitstrekken, daar bovendien de weinige achting welke hy ten opzichte der geenen van wien hy zo direct afhangd betoond, niet veel Consideratie voor eene Secretaris van Graaffe Reinet in hem doed Supponeeren.’

‘Ten 7:e Eindelyk. -‘

‘Dat gemelde Woeke, geen andere weg ziende om zyne quaadaardigheid den Ondergeteekende te doen gevoelen,Dertigpoincten van beschuldigingen heeft by een geraapt, om waare ‘t mogelyk tog daar door in UWe WelEdele Achtb: en E: E: Achtb: volgens derzelver gewoone equiteit en prudentie het oogmerk van voorsz: gedaane ongefundeerde aanklagten zullen inzien en dezelve nimmer doen Strekken tot præjuditie van iemand die waarlyk in eene zeer bekrompene Situatie d’ E: Comp: reeds de tyd van [.....] Jaaren, zo hy eerbiedig vertrouwd met alle naarstigheid en Eer heeft gediend en die onder Reverentie geene reedenen vinden kan, waar omme hy niet in de eerste plaatze, tot de vervulling deezer facature zich by UWe WelEdele Achtb: en E: E: Achtb: zoude presenteeren.’

‘Weshalven d’ ondergeteekende dan ook de vryheid neemd, by deezen met de meeste empressement zyne Sollicitatien by UWe WelEdele Achtb: en E: E: Achtb: aan te wenden, om tot vervulling van de openstaande Post van Landdrost der Colonie Graaffe Reinet te moogen werden bevordert; zullende hy intusschen niet nalaaten om met dezelve trouw en iever ‘S meesters dienst verder te blyven behartigen, en zich de benevolentie zyner respective Gebiederen meer en meer waardig te maaken.’

‘En ‘t zyn deeze gevoelens waar meede hy d’ Eere heeft zich met diepst respect te teekenen.’

‘Wel Edele Achtb: Heer! en E: E: Achtb: Heeren!’

‘UWerWelEdele Achhtb: en E: E: Achtb: zeer Ootm: Getr: en gehoorz’ Dienaar’

’/: was get: / H: C: D: Maynier!’

‘Kabo de Goede Hoop! den 11:e February 1793’

‘Vraag Poincten door den Secretaris der Colonie Graaffe Reinet aan de Heemraaden van voorsz: Colonie voor gesteld, en derzelver antwoorden op verzoek van opgemelde Secretaris in præsentie van den Heere Landdrost Cornelis Bernardus van Balen in margine deezer gesteld.’

‘Art:1’

‘Of den Secretaris zig niet heeft ontzien in de Vergaderingen het eerste en voornaamste woord te voeren en getragt alles na zyn wil te dryven en te Schikken!’

‘Antwoorden, Neen in zoverre ‘t hun bekend is.’

‘D:o 2’

‘Of den Secretaris onder ‘t voorgeeven van geen Sterke drank te drinken, evenwel meenigmaal dronken of beschonken is geweest en zelfs ter plaatse van den Burger Lieutenant Nicolaas Smith in presentie van de Heemraaden Jan Jacobs, en Adriaan van Jaarsveld Twee en vyftig Zoopjes heeft gedronken of zy, nooit ofte ooit den Secretaris in of buiten de Vergadering van de drank aangestooken of dronken gezien hebben.’

‘Antwoorden den Secretaris nooit ofte ooit buiten of in de Vergadering van de Drank aangestooken veel minder dronken gezien te hebben.’

‘Art: 3’

‘Of den Secretaris, door zich ziek te veinsen ooit eene vergadering versuimd of met hun weeten ooit iemand onverrigter zaaken van de Colonie heeft laten vertrekken.’

‘Zeggen dat den Secretaris nooit als eens een Vergadering versuimd heeft, maar dat hy weezentlyk ziek zynde zich met de Stoel naar de Vergadering en zittingen heeft laten dragen betuigende wyders nooit gehoord te hebben, dat hy zig ziek geveinsd, en lieden onverrigter zaaken van de Colonie heeft laaten vertrekken.’

‘Art: 4’

‘Of den Secretaris geene genoegzaame billietten in gereedheid brengd of in’t geheel geene Billieten afzend.’

‘Zeggen niet te weeten, dat den Secretaris geene billietten heeft afgezonden betuigen dat de billietten van d’ opgave en betaling ter behoorlyker plaatsen zeeker moeten zyn afgezonden geworden als d’ ingezeetenen op de gefixeerde tyden van opgaave en betaling alhier præsent zyn geweest.’

‘D:o 5!’

‘Of zy ooit gehoord hebben dat den Secretaris aan d’ Ingezeetenen plaatsen over de groote Visch Rivier beloofd heeft, of’t hun niet bekend is dat wanneer er door de ingeseetenen diergelyke verzoeken zyn gedaan geworden, den Secretaris altoos van gevoelens is geweest om ‘t hun niet te permitteeren!’

‘den Heemraad And:s Petr: Burgerd zegt nooit gehoord te hebben dat den Secretaris maar wel dat de Landdrost Woeke aan d’ Ingezeetenen gepermitteerd heeft om over de groote Visch Rivier in ‘t Cafferland te moogen gaan leggen.’

‘Art: 6’

‘Of zy ooit gehoord hebben dat den Secretaris den Landdrost der meermelde Colonie op alle mogelyke wyze en aart in zyn persoon en Ampt gelasterd heeft.’

‘Antwoorden neen! en de Heemraden And:s Pet:s Burgerd en David Schalk van der Merwe betuigen nooit gehoord te hebben dat den Secretaris den Landdrost gelasterd, maar wel dat den Landdrost den Secretaris gelasterd heeft, zonder echter vermits zulx te meermaalen is gebeurt te kunnen bepalen in welke bewoordingen.’

‘D:o 7!’

‘Of zy ooit den Secretaris hebben hooren zeggen, dat voormelde Landdrost geen Landdrost konde blyven, en dat hy Secretaris in zyn plaats tot Landdrost zoude bevorderd worden.’

‘Antwoorden eenparig van Neen!’

‘Art: 8’

‘Of hun bekend is, dat den Secretaris ooit iemand teegens den Landdrost opgeruid of opgehitst heeft, of de Secretaris ooit met iemand van de Heemraden Collusiën heeft gehouden of met hun teegens den Landrost Zamengespannen heeft.’

‘Antwoorden eenparig van Neen!’

‘D:o 9’

‘Of ‘t hun bekend is dat den Secretaris verkeerde of valsche Resolutiën heeft gemaakt die door den dikwerf gemelde Landdrost gescheurd zyn geworden!’

‘Antwoorden van Neen’

‘D:o 10!’

‘Of ‘t hun bekend is, dat den Secretaris van ‘t opstellen of ‘t teekenen van ‘t geannexeerde Request eenige de minste kennisse heeft gedraagen of de teekenaars van ‘t zelve toegejuigd zoude hebben; dat zy wel gedaan hadden van dat Request te teekenen.’

‘Antwoorden van Neen, dat hunner van niets bekend is dat den Secretaris eenige kennisse van ‘t Request heeft gedragen nog nooit gehoord had dat den Secretaris de tekenaars van ‘t zelve nog ooit de Compagnie in ‘t een of ander rakende de belastingen als anderzints iets geraden veel minder iemand te hebben toegejuigd wel gedaan te hebben van zo iets te teekenen.’

‘Art: 11’

‘Of ‘t hun ook bekend is, dat den Secretaris zich in alle opzichten toelegd en alles in ‘t werk steld, om niets als verwarringen, twist, en oneenigheeden aan te Richten.’

‘Antwoorden van Neen!’

‘D:o 12’

‘Of ‘t hun ook bekend is, dat den Secretaris veele Lieden te onrecht heeft laaten dagvaarden.’

‘Antwoorden van Neen!’

‘Aldus gevraagd en beantwoord aan Graaffe Reinet den 3 December 1792.’

‘Voorenstaande Articulen door opgem: Secretaris Maynier aan de ondergeteekende Heemraden distinct en by herhaling voorgeleezen zynde hebben zy, dezelve ter myner præsentie geteekend,’

’/: was getekend:/ B: C: van Baalen’

’/: geteek:d /’

‘A:s P: Burger’

‘H: P: v:d: Bergh’

‘D: S: V: D: Merwe’

‘J:b Jacobs’

‘S: Naudé’

Vervolgens meede geleezen weezende twee ingekoomene Brieven onder den 11 en 14 Jannuary Jongstleeden door den Capityn Militair Bernardus Cornelis van Balen en den Adsistent Jacobus Stanhoffius, als Respectivelyk de Bedieningen van den drost en Secretaris in gemelde Colonie van Graaffe Reinet waarneemende aan deezen Raade gerigt, houdende onder anderen berigt dat door gedagte Maynier voor desselfs afreyze van buyten van de Drostdye wel niet in ordre overgave had kunnen geschieden, alzoo dezelve zig daar toe niet in staat gesteld had gevonden door den hier vooren geciteerden Woeke, toen deezen by desselfs Laatst opontbod daartoe aan hem behoorlyk transport had moeten doen, dog daar en teegen de Secretarye door opgemelde Stanhoffius in præsentie van twee Heemraaden daar toe expresselyk gecommitteerd van gedagte Maynier by Inventaris overgenoomen zynde, dezelve Secretarye by die geleegendheid Contrarie het geen voorsz: Woeke daar van almeede is koomen voor te geeven by desselfs Missive van den 20 Jannuary 1792 in allen opzigten in Juiste ordre is bevonden gelyk dit alles uit de voorsz: hier onder geinsereerde Brieven zelve breeder kan worden gezien.

‘Cabo de Goede Hoop!’

Aan den WelEdelen Achtbaaren Heer Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber des Caabsen Gouvernements en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Achtbaare Heer! en E: Achtbaare Heeren!’

‘In plicht Schuldige opvolging aan UWelEdele Achtb: ordres in dato den 6 December 1792 by Continuatie het Landdrost Ampt alhier provisioneel waar te neemen, en met den tot het waarneemen van het ampt van Secretaris aangestelde Jacobus Stanhoffius, van den Secretaris Honoratus Christiaan David Maynier in zoo verre zig daartoe in staat gesteld vond, de drostdye als meede de Secretarye in ordre over te neemen, hebbe ik UWe WelEdele Achtb: zeer geëerbiedigde missive in vergadering van den 6 Jannuary deezes Jaars Gecommuniceerd, dan daar gemelde Secretaris Maynier zig niet in Staat gesteld vond de Drostdye naar behooren over te geeven hebben wy deeze UWeWelEdele Achtb: en Edele Achtb: beveelen niet ter Executie kunnen brengen, en de drostdye moeten neemen zoo als die was, gemelde Stanhoffius een inventaris van de Secretarieele Papieren geformeerd hebbende, is de Secretarye op den 11 deezer in præsentie van twee Heemraaden, door gemelde Maynier overgegeeven, en wederom aan opgemelde Stanhoffius ter verantwoordinge gesteld.’

‘Intusschen de gedemitteerde Landdrost Woeke alhier gearriveerd zynde, hebbe ik van hem in het Particulier ontfangen zoodanige Goederen en Papieren als hy te borde heeft gebragt en daar van behoorlyk inventaris heb geformeerd.’

‘Ook moet den Ondergeteekende UWeWelEdele Achtb: needrigst berigten, dat men my om de alhier heerschende droogte onophoudelyk lastig vald door eenige ingezeetenen die aan deeze zyde van Groot Visch rivier woonagtig zyn, om met hun Vee daar over te trekken, het welk ik hun niet heb kunnen permitteeren, uit vreeze van ongenoegen, door de Caffers te kunnen ontmoeten en daar om zal blyven verbieden, ten zy ik daaromtrend ordres van UWelEdele Achtb: mogte ontfangen, dog ben ik door een inkoomend Rapport van de Veldwagtmeester P: M: Bester geinformeerd, datter Eenige van hun lieden zyn overgetrokken uit hoofde van de Slegte gesteldheid des velds.’

‘Den ondergeteekende heeft de Eere UWeWelEd Achtb: Heeren in Jehovas veilige hoede aanbevoolen te hebben met Schuldig respect te verblyven.’

‘Wel Edele Achtbaare Heer en E: Achtb: Heeren!’

‘UWeWelEdele Achtbaarens zeer Gehoorzaame Dienaar.’

’/: was geteekend:/ B: C: van Baalen!’

Graaff Reinet den 11 Jannuary 1793.’

‘Cabo de Goede Hoop!’

Aan den WelEdele Achtb: Heere Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber van Cabo de Goede Hoop, en dies Ressorte &:a &:a &:a

‘Wel Edele Achtb: Heer!’

‘Ik vervrymoedige my omme met diepschuldige Eerbied UWelEdele Achtb: needrig ter kennisse te brengen dat ik in de qualiteit waar toe UWelEdele Achtb: beneevens de E: Achtb: Politiecquen Raad my goedgunstiglyk hebben gelieven aan te stellen de Secretarye van de Heer Maynier hebben overgenoomen, en dezelve zo verre myne kunde toelaat daarover te oordeelen in de Juiste ordre gevonden hebbe, het zy my voor ‘t overige vergund UWelEdele Achtb: needrig te Suppliceeren dat het Hoogstdezelve behaage mooge my tot de effective qualiteit van Secretaris te favoriseeren!’

‘Waar meede UWelEdele Achtb: en Mevrouw Hoogst derzelver Beminde in de alleen veilige hoede Godes aanbeveelende, de vrymoedigheid neeme met de meeste eerbied te teekenen.’

‘Wel Edele Achtbaare Heer!’

‘UWerWelEdele Achtb: zeer Onderdanige Getrouwe en Gehoorzaame Dienaar.’

’/: was geteek:d :/ J: Stanhoffius’

Graaffe Reinet den 14 Jannuary 1793.’

En hier op na den Heer Kassier de Wet mitsgaders den Secretaris deezes Raads opgemelde Maynier de Justitie hadden doen wedervaaren van te betuygen dat hy zig ter Secretarye van Politie geduurende den tyd dat aldaar onder den eersten van hun beiden en neevens den laatsten den dienst heeft gepresteerd gehad nimmer anders hadde voorgedaan dan nugteren, vlytig en exact in de uit oeffening zyner pligten getreeden zynde tot de deliberatie over de merites van de voorsz: verantwoording zelve: Zo is na rype overweegng van zaken, waar by vooral in aanmerking is gekomen dat hoe plausibel zyn de voorsz: middelen van defensie door den Secretaris Maynier in zyn boven gemelde Schriftuur van verantwoording bygebracht en hoe zeer ook de berigten van opgemelde van Balen en Stanhoffius en het favorabel getuigenis van den Heere Cassier de Wet en den Secretaris deezes Raads Bergh zo even g’allegueert, in allen opzigten meede werken omme de gefundeerdheid der beschuldigingen door den gedemitteerden Landdrost Woeke teegens hem Maynier ingebragt hooglyks in twyffel te trekken dit alles nogthans de exsistentie der aangetygde misdaaden niet onmogelyk maakt, waarom dan ook zonder dat daar over eerst is gehoord den Fiskaal, als gelyk hier boven is gezegd gelast zynde om de bewyzen t’ examineeren, in deezen niet wel eenig finaal besluyt kan werden genoomen best gedacht het voorsz: Schriftuur van verantwoording door denzelven Maynier ingeleeverd beneevens de daar toe relative Stukken en de hier vooren meede geinsereerde Brieven van den Capityn van Balen, en den adsistent Stanhoffius Respectivelyk de bedieningen van den Landdrost en Secretaris der Colonie Graaff Reinet waar neemende, aan deeze Regeering geschreeven te stellen in handen van opgemelde Fiscaal de Nys ten eynde alle de voorsz: documenten onderzogt hebbende den Raade vervolgens daar op te dienen van desselfs Consideratien en Berigt.

Zynde ondertusschen wat betreft de verdere poincten in deeze Missive van opgemelde van Balen op zig zelfs beschoud voorkomende goedgevonden dat hy van Balen beneevens het Collegie van Heemraaden met den eersten zullen werden aangeschreeven als nog van den zig thans ginder bevindende gedemitteerden Landdrost Woeke in ordre transport en over dragte te vorderen van de Drostdye met dies ap en dependentien zo als die onder zyne directie en verantwoordinge heeft gestaan gehad, terwyl men den gemelde Woeke teffens ten stelligsten by Extract deezes zal gelasten daar van met de meest mogelykste Spoed en accuratesse te voldoen by pœne dat anderzints, alle erreuren, abuyzen ofte vervreemdingen van ‘S Colonies goederen waarvan de verantwoording in de eerste plaats den Drost competteerd welke in tyd en wylen zullen moogen worden ontdekt alle zullen koomen en dadelyk werden gebragt ten lasten van hem Woeke, om uit zyn privé beurs aan de Colonie te werden vergoed, onvermindert zodanige nadere dispositien als den Raade in Cas van disobedientie zal vermeenen te moeten neemen om haare beveelen behoorlyk te doen respecteeren en agtervolgen, weshalven dan ook de gedaane overneeming by gezegde van Balen uit handen van hem Woeke van al het geen deesen hem in zyn particulier is komen over te geeven geconsidereert en gehouden zal moeten werden als niet te zyn geschied.

En dat gemelde van Balen daar by teffens nog in ‘t byzonder omtrend de aanzoeken door zommige Ingezeetenen aan hem gedaan om ter zaake der Heerschende droogte met hun vee over de groote visch Rivier te moogen trekken zal werden gerescribeert dat hy ter vermyding van alle twisten en oneenigheeden met de kaffers tusschen welke en d’ onzen de gemelde Rivier ten scheids paale is gesteld niet alleen dezelve verzoeken Constantelyk zonder eenige hæsitatie zal moeten declineeren en van de hand te wyzen, maar ook by bevinding dat werkelyk bereids eenige Persoonen onder ‘t voorsz: prætext van droogte zig daar over begeeven en neergezet hebben dadelyk de nodige ordres zal hebben te stellen dat dezelve directelyk den Bodem der Kaffers wederom verlaaten en aan dees zyde der Rivier te rug keeren ten eynde zo doende zorgvuldiglyk mogen werden vermeyd al het geen aan de voorsz: anderzints zeer vreedzaame Natie eenige reeden van misnoegen geeven en daar door nieuwe vyandelykheeden met dezelve ten gevolge hebben zoude kunnen.

Inmiddels by dees geleegendheid ook ter tafel gebragt en geresumeerd zynde diverse andere Missives Rapporten en berigten Successivelyk met betrekking tot d’ expeditie dewelke teegens de Stroopende Bosjesmans Hottentotten te werk zyn gesteld uit de Colonie van Graaff Reinet ingekoomen, en onder datis 4 en 28 September mitsg:s 15 November des voorleeden en 12 Jannuary deezes Jaars zo door den voormelde Secretaris Maynier; de welke staande het afweezen van den Landdrost Woeke de zaaken der gemelde Colonie heeft bestierd als door den hier booven meede geciteerd Captein van Balen aan deeze Regeering geschreeven gelyk meede eene op den 23:e der evenged:e maand November alhier ter hoofdplaatse door den Veld Commandant Johannes Petrus van der Walt zelve aan den Heere Gezachhebber overgeleeverde en meede aan deezen Raade gerigte Rapport van ‘t geen door hem in ‘t byzonder in deezen is verrigt geworden, behelzende alle dezelve Stukken met den anderen hoofdzakelyk.

Dat nademaal alvoorens de dispositien deezes Raads by Besluit van den 13 July d’ Anno Passato genomen tot een efficæcieuse verdryving der geciteerde Bosjesmans Hottentotten langs de ten voorschreeve daage beraamde middelen te Graaff Reinet waaren ontfangen van den Veldwagtmeester aan de Zwarteberg Diederik Hatting bericht was ingekoomen, dat de te zaamen gerotte Cralen van twee voornaame Hoofden ofte aanvoerders der gemelde Bosjesmans, zynde de Hottentotten Flamink en Couragie op den 11 Juny d’ Anno Passato aan de Leuwen Rivier van ‘S Compagnies Slagters Elff Duizend Hamels en twee Hondert zes en Vyftig Beesten geroofd en een Slaave Jongen van dezelve Slagters met een kogel door den Arm geschooten hadden op den 24 July daar aan teegens de gemelde Stroopers gedetacheerd was geworden een Expres Commando onder den Lieutenant der Land Militie van Graaffe Reinet Nicolaas Smit, geadsisteerd door twee Officieren zynde Tjaard van der Wald en Philiph Botha mitsgaders drie en dertig man gemeenen uit de Colonie Zwellendam .

Dat dit Commando na de gemelde Craalen omtrend drie Uuren Oostwaards van de Leeuwen Rivier opgespoord te hebben een der gezegde Hoofden van ‘t Complot den voornoemde Hottentot Flamink en nog Ruim 300 zo weerbaare als onweerbaare Hottentotten doodgeschooten en vyftien kleine gevangen genoomen hadt, mitsgaders na den Slag in de voorsz: kralen hadde gevonden 860 Hamels, 53 Beesten, 4 Rydpaarden, 8 geweeren, en diversche andere kleynigheeden dewelke erkend zynde geworden meest alle te hebben toebehoord aan den onlangs door meermelde Roovers vermoorden knegt der evengemelde Compagnies Slagters in naame Jacob Kanddan ook zowel als het agterhaald Vee door den Lieutenant Smit aan voorsz: voor den Landdrost fungeerende Secretaris Maynier overgegeeven waaren geworden.

Dat vervolgens den Capityn van Balen te Graaffe Reinet g’arriveerd en door denzelven met ende beneevens de Gebroeders Johannes Petrus en Tjaard van der Wald zodanige afspraake genoomen en arrangementen gemaakt zynde als hem Capityn van Balen by de hiervooren geallegueerde Resolutie van den 13 July des voorl: Jaars is voorgeschreeven geworden door voorsz: Johannes van der Wald eene andere expeditie was gedaan van de plaats van Adam Raubenheymer aan de Swarte Berg geleegen, met een Commando bestaande uit 100 Manschappen te weeten, 60 Christenen en 40 bastaard Hottentotten, na den kant van de Coup tot aan de Zak Rivier , ten eynde het ander Hoofd dier Roovers waar van hier vooren is gewaagd in name Couragie, dewelke zig juist eenige dagen voor de komst van ‘t eerste Commando waar door gelyk hier even gezegd is, zynen makker Flamink agterhaald en verslaagen is geworden ter plaatse van zyn oponthoud, zig van deezen hadde af gezondert, meede op te Spooren en met zyn Rot te verdelgen.

Dat hy van der Waldt hier toe op den 1:e September des voorleeden Jaars zynde uitgetrokken niet alleen het geluk hadde gehad de Craal van deeze Couragie op te Spooren maar ook nog hadde gerencontreerd drie andere Craalen dewelke Successivelyk alle door hem waaren uitgeroeid in diervoegen dat by Recapitulatie was bevonden in deeze Jagt 231 Stuks van gemelde Rovers zo gedood als gevangen genoomen te zyn, waar beneevens van het door hun geroofde Vee weederom 725 Hamels en 15 p:s Beesten waaren hernoomen geworden!

Dan dat by dees geleegendheid van de tot de Expeditie gecommandeerd geweest zynde manschappen de Perzonen van David Krayenstein, Peter Joosten, Jacobus Theron de Jonge, Stephanus du Toit Charlesz, Wessel Pretorius, en Abel Rasmus wygerig waaren gebleeven het voorschreeve Commando te vergezellen, waarom dan ook den gemelde Van der Wald als het Hoofdbeleid deezer expeditie gehad en dezelve en Chef opgevoerd hebbende is komen te verzoeken dat dezelve diendweegen mogten werden gecorrigeerd.

Dat niet teegenstaande het goed Succes van beyde de geciteerde Togten het rooven en moorden der zo dikwils gemelde Stroopers by Continuatie blyvende voortduuren in krygsraads vergadering van den 5 November des voorleeden Jaars was beslooten op den 24 derzelve maand op nieuw drie Sterke Commandos teegens de gemelde Bosjesmans Hottentotten te doen uit-rukken waar toe stonden gecommandeert te werden d’ Ingezeetenen van de Sneeuwbergen t’ Cambdebo , de Bruyntjes Hoogte en Renoster bergen mitsgaders zodanige andere Streeken meer als zig meest aan d’ incursien van dat volk g’exponneert komen te bevinden!

En dat nadien den geprælivigieerde Slagter Jan Michiel Elser by herhaalinge op het hier vooren gemeld van de ged:e Bosjesmans Hottentotten heroverd Vee aan Spraak was komen te maaken, als voorgeevende hetzelve van hem afgenoomen te zyn geweest dog uit eene onder presentatie van Eede door den Burger Lieutenant Nicolaas Smit, van wien hiervooren gewaagd is, en den veldwagtmeester Pieter Ernst Kruger verleende verklaring quam te Consteeren, dat ‘er onder de terug genomene Schaapen uit de t’ ondergebragte Cralen, der gemelde Roovers Flamink en Couragie geen Vee, van hem Elser is gevonden geworden, maar dat het gezegde Vee de voorsz: gecontracteerde Slagters der E: Compagnie quam toe te behooren deezen Raade dierhalven de vereyschte qualificatie geliefde te verleenen om niet alleen dat agterhaald vee, maar ook de terug bekoomene Paarden, Geweeren, en andere kleinigheeden van minder aanbelang aan de Respective Eygenaars ofte derzelver Regt hebbende te mogen doen Restitueeren!

Zo is na overweeging van zaken beslooten alle de voorsz: verrigtingen volkomen te approbeeren en terwyl men zal afwagten van wat Succes en uitwerking zullen zyn d’ expeditien welke gelyk hier vooren is gezegd op den 24 November laastl: wederom Stonden ondernomen te worden inmiddels den Capitein van Balen te qualificeeren en te gelasten, gelyk denzelven gequalificeerd ende gelast werd by deezen om het meermeld heroverd Vee aan de voorsz: gecontracteerde Slagters en de Paarden, Geweeren, mitsgaders verder te rug bekomene kleinigheeden aan de geenen die dezelve toebehooren te doen afgeeven, ten waare met opzigt tot het ged:e Vee t’ zeedert mogte ontdekt weezen het zelve geheellyk ofte ten deele aan andere Perzoonen te Competteeren als wanneer ook dan daar van d’ extraditie aan den Regten Eygenaar zal moeten geschieden!

Zullende wyders onder toezending van Extract deezes den Landdrost van Stellenbosch Hendrik Lodewyk Bletterman insgelyks worden gelast voor den krygsraad ter verantwoording op te roepen alle de voorsz: door den VeldCommandant van der Wald tot de door hem gevoerde Expeditie teegens de Bosjesmans Hottentotten gecommandeert geweest zynde dog absent gebleevene Persoonen, van alle welke Persoonen de Namen hiervooren zyn opgegeeven, ten eynde vervolgens teegens dezelve zodanige actie te werden g’institueerd als bevonden zal werden te behooren!

Maar nadien opgemelde Landdrost Bletterman, in de veronderstelling dat de zo straks genoemde veld Commandant van der Wald, by het overleeveren van zyn hier vooren aangehaald Rapport aan deezen Raade teffens de Naam lyst van alle zodanige Persoonen als door hem tot d’ evengeciteerde Expeditie gecommandeert zyn geweest, zoude gesuppediteerd hebben, by eene aan den Heere Gezachhebber gerigte en heeden in Raade geresumeerde Missive om een afschrift dier Naam lyst, is komen te verzoeken, ten einde daar meede mogte werden voorgekoomen dat geene lieden die geobtempereert hadden aan de beveelen en ordres van voorsz: van der Wald in zyne betrekking als VeldCommandant, en diend weegen in de Maand October laatstleeden by de Jaarlykse Wapen Schouwing op Stellenbosch niet hebben kunnen teegens woordig zyn, onschuldig naar den Teneur der Instructie des krygsraad voor dezelve krygsraad zoude werden gedagvaard ter betaling der Boete op het absent blyven van gemelde Wapenschouwing gesteld, dog geene zodanige Lyst by den Raade ontfangen zynde gevolglyk daar van ook geen afschrift aan hem Landdrost van hier kan werden bezorgd en ‘t egter te veronderstellen is, dat mits ontstentenis dier lyst geen gering derangement van zaken en ook niet minder verleegendheid zal werden veroorzaakt!

Is dierhalven al verder geresolveert by deezen aan voorsz: Landdrost Bletterman ‘S Raads miscontentement te betuigen dat hy zig in deezen aan den Heere Gezaghebber is komen te addresseeren, in steede van zig gelyk hem daar toe nimmer de faculteit door eenige van ‘S Raads dispositien by dewelke d’ expeditie aan evengedagte van der Wald is opgedraagen en tot dewelke de ged:e Manschappen dan ook zyn gecommandeert geweest benoomen is geworden, de voorsz: Lyst directe van gem: van der Wald zelve te procureeren, met bygevoegde Last de geciteerde Lyst als nog ten Spoedigste mogelyk van gemelde Van der Wald te Requireeren om er het nodig gebruik van te maken, en intusschen de zaken daar heen te leiden dat niet alleen geene persoonen onschuldig voor den krygsraad gedagvaard en alzo nodeloos op onkosten gebragt werden, maar dat ook uit het verzuym door hem Landdrost gepleegd om zig in tyds de gemelde Lyst langs den gewoonen en alleen gevoeglyken weg te bezorgen geene derangementen komen t’ ontstaan de vastgestelde ordre van zaaken rakende het Stuk van den Burger Krygsdienst en de verantwoordelykheid der geenen dewelke zig zonder wettige reeden ofte oorzaaken aan dezelve komen t’ ontrekken.

Alle de voorsz: zaken de Colonie van Graaffe Rynet principalyk betreffende den Rade geleyd hebbende tot d’ electie van nieuwe Heemraaden voor dat district, in steede van de uitgediende Jan Jacobse en Abraham Paulus van de Bergh, waar toe den voorm: als Landdrost fungeerende Capityn van Balen beneevens het Collegie van Heemraaden naar gewoonte by Expresse Missive onder den 7 Jann:y jongstleeden geschreeven een dubbeltal persoonen zyn komen te præsenteeren, zyn dan ook uit dat op gegeeven dubbel tal tot Heemraaden verkooren en aangesteld geworden zo als verkoren en aangesteld by deezen Hendrik Meyntjes van den Bergh, en Jan Booysen, dewelke dierhalven na den Eed tot de voorsz: Bediening staande afgelegd te hebben den ordinairen tyd van twee jaaren zullen moeten dienen.

Ook is vervolgens geresumeerd de Staat en Constitutie der gemelde Colonie van Graaffe Reinet , en nadien thans wederom, even als Successivelyk zints eenige Jaaren herwaards, daar by opgebragt werdende gevonden een bedraagen van 300 Rd:s ten lasten van den Oud Secretaris dier Colonie Jan Jacob Fredrik Wagenaar, den Raade nopens deeze post by de voorsz: onder den 28 September des voorleeden Jaars door meermelde Capityn van Balen aan haar gerigte Missives is g’elucideert geworden, derwyze dat men thans g’informeerd in de voorsz: Schuld van Drie Hondert Ryxdaalders door opgemelde Wagener te worden genegeert, invoegen dezelve eene ydele vertooning op dezelve staat zoude blyven maken, zo wanneer men d’ oplegging en betaling van dien niet door gepaste middelen quam t’ effectueeren;

Zo is by overweeging dat het de pligt en gehoudenisse van den thans gedemitteerden en hier vooren zo dikwils gemelde Landdrost Woeke is geweest by ‘t ontslag van gemelde Wagener uit voorsz: zyne functie dees zaak tot klaarheid te brengen, met denzelven Wagener te termineeren, en voor d’ inbrenging van ‘t geld te zorgen, alvorens hem Wagener het effect van zyn bekomen ontslag te doen genieten, ten minsten dog van de reedenen en oorzaaken waarom door hem de voldoening der gemelde Somma geweigerd wierd aan deezen Raade de vereischte kennisse te geeven, ten einde hy daar toe in tyds hadde kunnen geconstringueerd, en zoo doende voorgekomen werden het verlies het welk de Colonies kassa thans aan zoo veele Jaaren intressen heeft moeten lyden unanime beslooten den ad interim fiscaal M:r Jacob Pieter de Neys te injungeeren zo als hy Fiscaal geinjungeerd werd by deezen het voorsz: defecit van Rx 300 op de Kas der Colonie van Graaffe Reinet in te vorderen van, en ten Spoedigsten mogelyk dadelyk te doen opbrengen en betalen door ged:e Woeke, met ende beneevens zodanige Intressen als bevonden zullen werden ter Schadelooshouding der gemelde Kas daar op te hebben kunnen en moeten werden bereekend, om dat Capitaal met de evengeciteerde Intressen vervolgens aan de ged:e Cassa van Graaffe Reynet geremitteerd en by dezelve dadelyk ingenoomen te werden, alles nogthans behoudens aan Woeke het regt om zig diendweegen opgemelde Wagener zo en in diervoegen te moogen verhaalen als d’ omstandigheeden der zaaken zulx mogten koomen te vorderen of hy te raade zoude kunnen worden!

Laatstelyk is ter Tafel gebragt en geleezen geworden een ampel Request door Agt en veertig Persoonen uit de Colonie van Graaffe Reinet geteekend en van hunnentweegen door de Heemraaden Josua Joubert en Adriaan van Jaarsveld aan den Heere Gezaghebber ter handen gesteld omme aan deeze Raade te werden gepresenteerd houdende in’t Slot eene herhaling van het verzoek door die Lieden al meermaalen gedaan dat hun ter zake der Strooperyen van de Bosjesmans Hottentotten de Recognitien welke zy op hunne aan d’ incursien dier Rovers bloot leggende plaatsen ten agteren komen te zyn moogen werden kwytgescholden, of dat dezelve Recognitien moogen stille Staan tot dat zy lieden de gemelde plaatsen wederom vreedig en tranquil zouden kunnen bezitten en gebruyken, en dat daar beneevens het g’emaneerd geweest zynde dog t’ zeedert weederom buyten effect gestelde Placcaat nopens de heffing eener belasting op de Legaten en Collaterale Successien ter zaake van de behoeftigheid en’t onvermogen der in’t District van Graaff Reynet woonende opgezeetenen, aldaar mogte ingetrokken werden en de voorsz: belasting geen voortgang hebben.

Over welke verzoeken met attentie gebesoigneert en daar by in Consideratie genomen zynde dat hoe zeer Heeren Commissarissen Generaal by geleegendheid dat Haar Hoog Edelheedens by Hoogstderzelver zeer gevenereerd aanschryvens van den 27 October des voorleeden Jaars zyn komen t’ approbeeren de dispositie op den 13 September 1791 op een diergelyk Request genomen aan deezen Raade hebben gelieven over te laaten om wanneer den uitslag der Maatregulen teegens het rooven en moorden der voorschreeve Bosjesmans Hottentotten waar van het ontwerp in dien tyd geformeerd en t’ zeedert ook zonder interruptie met goed effect agtervolgd geworden is, zoude daar zyn, als dan met betrekking tot het eerste Lidt der voorsz: verzoeken, de quytschelding der verschuldigde Recognitie penningen Concerneerende zodanig te handelen als met de billykheid en eene wettige betragting van ‘S Comp:s belangen ‘t meest zoude overeenkoomen zig egter voor als nog in ‘t aanzien der omstandigheeden en zaken geene zodanige verandering aan deezen Rade is koomen voor te doen, als haar in staat zoude kunnen stellen om in deezen tot een finaal besluit te kunnen koomen, gemerkt voor als nog met geen zeekerheid kan worden voorzien of de mesures welke beraamd zyn en nog dagelyks met zeer goeden uitslag te werk gelegd werden om de Requestranten en hunne meede Ingezeetenen te Graaff Reynet voor’t vervolg teegens d’ incursien der voormelde Bosjesmans Hottentotten te beveiligen van dien gelukkigen uitslag zullen weezen dat een ygelyk zig weederom met gerustheid op zyne geabandonneerde plaatsen nederzetten, en zig aldaar met die Ruymte op den teelt van’t Vee toeleggen zal kunnen als waar door hy in staat zoude kunnen geraken zyn agterweezen aan verschuldigde Recognitie penningen te kunnen opbrengen en betaalen.

Is dierhalven verstaan by deezen te verklaaren dat zo om de voorsz: aangehaalde reedenen als ter zaake dat aan der Supp:ten verlangen nopens het placcaat rakende de heffing eener belasting op alle Legaten en Collaterale Successien door de Schorssing van de dadelyke invordering van de geciteerde belasting al voor lange voldaan is geworden voor als nog in deezen niets anders ofte meers kan werden gedaan dan te blyven persisteeren by het hier vooren aangehaald Besluit op den 13 September 1791 genomen, en de mesures daarby beraamd onafgebrooken, te doen doorzetten, gelyk deezen Raade dan ook onder gedraging aan dat Besluit byzonder attent zal zyn dat de voorsz: maatregulen met zodanig goed overleg en Vigeur agtervolgd werden dat men ‘er zig in der tyd den besten uitslag van zal moogen belooven.

Maar na dien het zeer gemakkelyk is te bezeffen, dat deeze anderzints met de billykheid en ‘S Meesters Intrest zo zeer strookende dispositie niet zal beantwoorden aan de verwagting der teekenaaren van het voorsz: verzoek Schrift en hunne verder in ‘t District van Graaff Reynet gedomicilieerde meede opgezeetenen, aangezien men g’informeerd is dat den gemelden Heemraad Josua Joubert zig niet heeft ontzien by zyne te rug Rhyze naar buyten, d’ Ingezeetenen al omme langs den weg diets te maaken, dat door Heeren Commissarissen Generaal op desselfs intercessie, zo aan hem als aan den hier vooren meede genoemde Heemraad Adriaan van Jaarsveld zoude zyn toegezegd geworden, dat op de herhaalde Beede door voorsz: Supp:ten conform hunnen wensch zoude werden gedisponneert, en deezen Rade niet geheel buyten bedugtinge is, dat wanneer door de bekendwording van ‘t Besluyt in deezen op heeden genomen dezelve Supp:ten, en met hun ook de overige misleide opgezeetenen van Graaf Reynet zig in hunne voorsz: hoope te leur gesteld zullen vinden zulks niet weinig zal Contribueeren om de gemoederen dier Lieden, de welke door d’ oneenigheeden tusschen den voorm: gedemitteerden Landdrost Woeke met de Respective Secretarissen Wagenaar en Maynier mitsgaders de mindere Bediendens onophoudelyk gesubsisteerd hebbende bereyds gaande gemaakt zyn, verder aan ‘t gisten te helpen en eene algemeene t’ onvreedenheid te veroorzaaken, Zo is alverder beslooten, dat om zo veel mogelyk langs gepaste middelen te prævenieeren de evengeciteerde gevolgen welke het voorsz: Strafwaardig gedoente van gemelde Joubert natuurlyk zal moeten hebben van al het gunt voorsz: is aan Heeren Commissarissen Generaal in allen eerbied de vereyschte kennisse zal werden gegeeven, met bygevoegd ootmoedig verzoek dat het Haar Hoog Edelheedens goedgunstiglyk mooge behaagen door eene van weegens Hoogst dezelve t’ emaneerene Publicatie de voorSchreeve opgezeetenen van Graaffe Reynet te willen redden uit den verkeerden waan waar in zy door gemelde Joubert zyn gebragt geworden als of het Haar Hoog Edelheedens begeerte waare geweest dat aan de voorsz: verzoeken zoude hebben moeten gedefereert zyn geworden terwyl intusschen den als Landdrost fungeerende Capityn van Balen, dan wel den geenen die ‘t Heeren Commissarissen Generaaal intusschen zal behaagen effective tot de gemelde Post aan te stellen aangeschreeven ende gelast worden zal een naauwkeurig oog te vestigen op de gangen en handelingen van den meermelden Joubert, ten eynde by ontdekking dat het vuur van misnoegen en ontevreedenheid, het welk door zyn hier booven beschreeven inconsequent en Repræhensibel gedrag zo merkelyk g’alimenteert staat te worden, verder by hun mogte werden aangeblaasen, daar van dadelyk aan deeze Regeering de vereischte kennisse te geeven, omme door dezelve inzulken gevalle met betrekking tot denzelven Joubert zodanige dispositie te kunnen werden genomen als bevonden zal werden tot Conservatie ofte herstel der Ruste onder de Ingezeetenen van Graaffe Reynet noodzakelyk te weezen.

Den Raade na al het voorenstaande in maniere gemeld te hebben afgehandeld geschyden zynde dog haare deliberatien vervolgens ‘S namiddags te 3 Uuren hebbende hervat, zo is in d’ eerste plaatse op voorstel van den Heere Gezachhebber beslooten dat vermits nu alles het geen gehoord heeft gehad tot de toerusting van ‘t Schip de Catharina Johanna van en uit dien bodem geligt en aan Land is gebragt invoegen alleen de Casque is komen over te blyven de gemelde Casque thans hoe eer zo liever by publiecque veylinge aan de meestbiedende ter sloopinge zal werden verkogt.

En nadien Heeren Commmissarisen Generaal op de bekomene informatie dat het ter rheede leggend uitkomend Schip de Resolutie teegenswoordig geheel ontladen komt te zyn van de goederen welke dien Bodem voor dit Gouvernement alhier aangebragt heeft, welopgemelde Heere Gezachheber hebben gelieven te beveelen dat dat Schip wederom in Retour met vragtgoederen afgelaaden naar Nederland zoude moeten werden aangelegd, Is wyders geresolveerd dat zo zig, ondertusschen geene incidenten mogten komen voor te doen, in tyds van de voorsz: geprojecteerde aanleg dier kiel met goederen van particulieren op Vragt naar ‘t Vaderland, kennisse aan ‘t Publiecq zal werden gegeeven, en dat daar by uitdrukkelyk zal werden geadverteerd dat zonder onderscheid alle zodanige articulen als waar van den overvoer gepermitteerd is ontfangen en aangenoomen zullen worden, gevolglyk zo wel Traan en aloë als wyn en andere producten dog dat in de Stuuring derzelve zo veel mogelyk die ordre zal werden betragt, dat door het eene aan het andere geen bederf of schaade werde toegebragt, ten eynde zo doende voor te komen alle Captien, welke anderzints by de dadelyke inscheeping dier goederen door die geenen welke inteekeningen hebben laaten doen zoude kunnen werden gemaakt.

Verders is goedgevonden en verstaan, dat vermits door de verkoping en verhuuring van alle ‘S Comp:s buiten plaatsen en Thuynen op welkers moesgronden tot nog toe ten grootsten deele de zaaden zyn overgewonnen geworden, waar meede Batavia Ceylon en andere Comptoiren van Indien Jaarlyx van hier moeten worden voorzien, de Leverantie der thuynzaaden welke d’ E: Comp:ie ten fine voorsz: komt benodigd te zyn, voortaan aan de minst eysschende zal worden aanbesteed en dat men daar meede een aanvang maaken zal op Vrydag de 22 der aanstaande Maand Maart voor den tyd van Twee jaaren, weshalven de gegadigdens dan ook in tyds daar van geprævenieert zullen moeten werden.

Ontdekt zynde, dat ongeacht de daar teegen gestatueerde Straff des doods thans wederom verscheidene alhier Roulleerende papiere muntstukken van onderscheidene groote en waarde zyn na gemaakt en in circulatie gebragt, heeft den Raade het dierhalven ten uittersten noodzakelyk geagt daarin door gepaste middelen te voorzien, en mitsdien geresolveert dat by afkondiging en aanplakking eener expresse Publicatie zal werden beloofd gelyk dezelve beloofd by deezen een Præmie van Twee Hondert zilvere Ducatons, voor den geenen die de dader ofte daders daar van zal uitvinden en komen aan te geeven, zodanig dat dezelve in handen van de Justitie komen te geraaken waar beneevens ook den Naam der aanbrengers indien en hy zulx komt te begeeren zal werden gesecreteert - Zullende intusschen de agterhaalde en heeden door den Heere Gezachhebber in Raade g’exhibeerde nagemaakte Stukken werden ter handen gesteld aan den ad interim Fiskaal M:r Jacob Pieter de Neys met bygevoegde Last van zyne zyde alle desselfs devoiren aan te wenden om zo wel de makers van dat valsch geld als de geenen die het hebben gedistribueert t’ ontdekken, en hun derzelver Condigne Straffe ten afschrik van anderen te bezorgen!

Middelerwyl is geleezen een vertoog door opged: ad interim Fiscaal de Nys ingediend Luydende als Volgd.

Aan den WelEd: Achtb: Heer I: J: Rhenius Gezachhebber beneevens den verderen Ed: Achtbaare Raade van Politie des Kasteels de Goede Hoop.

‘WelEdele Achtbaare Heer! en Edele Achtbaare Heeren!’

‘Vertoond met behoorlyk respect de Koopman en prointerim Fiscaal deezes Gouvernements M:r Jacob Pieter de Neys,’

‘Dat zeekere Leendert Miro, als passagier alhier aangeland met het op den 5 deezer van deeze Rheede naar Batavia vertrokken S: E: Comp:s Schip de Africaan zich niet ontzien hebbende op eene bedekte wyze in zyne Kleerkisten aan de Wal te doen brengen eenige Negotie goederen in den neevensgaande Inventaris breeder vermeld, zonder dezelve aan het Officie fiscaal aan te geeven, en dus ook zonder daarvan de bepaalde Recognitie van 5 prC:t aan de E: Comp:ie te hebben voldaan, de R: O: Vertooner van zyn plicht heeft geacht, zodra zulks ter zyner kennisse was gekoomen, de in voegen voorschreeven aangebrachte Goederen dadelyk te Confisqueeren, naar luyd van de Publicatie der aanweezende Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal de dato 21 November 1792, waar by op het fraudeeren der inkoomende Rechten uitdrukkelyk is gestatueerddadelyk Confiscatie en Arbitrale Correctie.’

‘Dat voorts om aan het laatste gedeelte deezer Publicatie arbitrale Correctie meede brengende te voldoen, de R: O: Vert:r van den fraudateur heeft gevordert de Vierdubbelde waarde der aangebragte goederen, om dat hy zulks in dit geval over eenkomstig oordeelde met de intentie van Hoogst gedagte Heeren Commissarissen Generaal in dezelve Publicatie ten opzichte der uitgaande Rechten gemanifesteerd, voor al daar gemelde Leendert Miro niet in dienst der E: Compagnie zynde ook niet heeft kunnen incureeren de by den Articulbrief bepaalde Correctien omtrend Dienaren gestatueerd, maar veel eer gelyk kan worden gesteld met de Ingezeetenen deezes Colonie, die Goederen afscheepen of aan het zeehoofd brengen, zonder daar van uitgaande rechten te hebben betaald: Hebbende de R: O: Vert: aan den fraudateur nogthans de vryheid gelaten om de gevorderde vier dubbelde waarde niet te voldoen, en daar op afte wagten de rechterlyke uitspraak van den E: Achtb: Raad van Justitie.’

‘Dat meerm: Leendert Miro van deeze Vryheid egter geen gebruik gemaakt, maar in teegendeel als van zyn misslag overtuigd, de gevorderde’


Vier dubbelde waarde goedwillig heeft betaald; hebbende de Confiscatie goederen beloopen holl Cour:t ƒ175:19:-
zo dat de Viervoudige waarde heeft bedrag:n   d:o 703:16:-:
te zaamen uitmaakende   ƒ879:15:-:

Vier dubbelde waarde goedwillig heeft betaald; hebbende de Confiscatie goederen beloopen holl Cour:t ƒ175:19:-
zo dat de Viervoudige waarde heeft bedrag:n   d:o 703:16:-:
te zaamen uitmaakende   ƒ879:15:-:

‘terwyl nogthans deeze Somma zal vermeerdert worden, door het meerder rendement der geconfisqueerde Goederen welke Slechts gewaardeert zyn na ‘t geen dezelve aan den fraudateur inkoops hebben gekost.’

‘Van dit een en ander heeft den R: O: Vert:r vermeent aan UWelEdele Achtb: en E: Achtb: de Vereischte kennisse te moeten geeven met eerbiedig verzoek, dat UWel Edele Achtb: en E: Achtb: hem R: O: Vert: gelieven te qualificeeren, om de voormelde aangehaalde goederen Publiek te mogen doen Verkoopen als dan een Juyste bereekening van de Confiscatie en bygekoomen Pecunieele Correctie gemaakt zynde, daar van aan den aanbrenger zyn derde deel te kunnen uitkeeren en voorts na aftrek van ‘t geen fisco Competeerd het overig derde gedeelte zoo van de Pecunieele Correctie als aanhaaling in ‘S Comp:s Kassa te kunnen bergen’

‘T welk doende &:a’

’/: was get: / J: P: Deneys!’

Op het welk is goedgevonden en verstaan voorsz: ad interim fiscaal te qualificeeren zo als den zelven gequalificeerd word by deezen omme de door hem van den op ‘t Schip d’ Africaan bescheyden geweest zynde Passagier Leendert Miro aangehaalde en by het bovengemeld Vertoog breeder omschreeven Negotie Goederen publiecquelyk te moogen doen verkoopen ten einde daar door in staat te geraaken eene juiste bereekening te kunnen formeeren van het bedragen dier Confiscatie goederen, met de bygekomene pecunieele Correctie importeerende de Vier dubbelde inkoopswaarde der gemelde goederen, om vervolgens conform het Placcaat Jongstleeden op den 22 November 1792 by Heeren Commissarissen Generaal op dat Sujet g’emaneerd daar van aan den aanbrenger zyn derde deel uit te keeren en voorts naar aftrek van ‘t geen hem Fiskaal is competteerende het overige derde gedeelte zo van de pecunieele Correctie als aanhaalinge ten profyte der E: Compagnie in haare Cassa te brengen.

Nog geleezen zynde het onderstaande Schriftuur des gemelde Fiscaals houdende berigt van den uitslag der Recherches door hem ingevolge ende ter voldoening aan ‘S Raads Resolutie van den 4:der Jongst gepasseerde Maand Jannuary in ‘t werk gelegd om te ontdekken in hoe verre zig den geweezen baas van ‘S Compagnies Buytengoed Rustenburg aan ‘t Rondeboschje Gillis de Korte in ‘t geval by de geciteerde Resolutie vermeld aan wandevoir, ofte pligtverzuim schuldig heeft gemaakt gehad.

Aan den WelEdelen Achtbaaren Heere Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber, beneevens den E: Achtb: Raade van Politie der Kasteels de Goede Hoop!

‘Wel Edele Achtbaare Heer! en Ed: Achtbaare Heeren!’

‘De ondergeteekende Koopman en Pro interim Fiscaal ontfangen hebbende UWelEdele Achtb: en E: Achtb: Resolutie van den 4:e der Jongstgepasseerde Maand Jannuary, waar by hy word gelast onderzoek te doen in hoeverre de Baas van ‘S E: Compagnies Buytengoed Rustenburg , aan ‘t Rondeboschje Gillis de Korte, zich aan Wandevoir of plicht verzuim mogt hebben schuldig gemaakt, met Relatie tot de schaden geduurende den tyd welke er is verloopen tusschen de aanbesteeding en de overgave van voorsz: Plaats aan de daaropstaande DenneBoomen veroorzaakt, heeft ingevolge van en ter pligtschuldige voldoening aan dezelve UWelEdele Achtb: en E: Achtb: Resolutie, na dat gemelde Baas de Korte op den 28 Jannuary van Stellenbosch aan deeze Hoofdplaatse was verscheenen op den 29 daar aanvolgende door Heeren Gecommitteerde Leeden uit den E: Achtb: Raade van Justitie volgens opgaave van den aanneemer Gerhardus Munnink doen examineeren de Schadens aan voorschr: Denneboschen toegebragt en van den Baas de Korte gevordert een opgaave van oorzaaken, waaraan de aangeweezen Schaden moesten worden geattribueerd.’

‘Wanneer aan Heeren Gecommitteerde Leeden uit welgemelde Raade van Justitie is gebleeken, dat in het zoogenaamd Jong Dennebosch strekkende na de plaats van den Burger Lieutenant Johannes Paulus Eksteen P: Z: verscheide Jonge boomen waaren gekapt, en dat in het groot Dennebosch aande andere zyde der Plaats Rustenburg drie groote Dennenboomen waaren afgezaagd, zonder dat de afgezaagde Boomen zelve, zoo min als de voorsz: gekapte Jonge Boomen te vinden zyn geweest zynde het by nauwkeurige examinatie aan Heeren Gecommitteerde voorgekoomen, dat dezelve boomen eerst zeedert korten tyd moesten zyn gekapt en afgezaagd; terwyl de gemelde Baas Gillis de Korte zich zoo van het een als het ander onkundig heeft gehouden onder betuiging, van niet te weeten dat in het groot Dennebosch eenige Boomen waaren afgezaagd, en dat met betrekking tot de Jongeboomen zulks waarschynlyk geschied zoude zyn, door Hout haalders die ook ten tyde van zyn verblyf op de Plaats Rustenburg dikwyls Jonge Boomen hadden afgehouwen, zonder dat het hem mogelyk was geweest, dezelve Dieven te attrappeeren.’

‘De ondergeteekende heeft derhalven tot hier toe geen genoegzamen grond om den Baas de Korte van wandevoir of plichtverzuim te beschuldigen, doch agt zich niet te min verpligt van zyne verrigtinge indeezen aan UWelEdele Achtb en E: Achtb: provisioneel plichtschuldig verslag te doen, zullende hy ondertusschen tragten op dit Sujet nadere ontdekkingen te doen, om als dan zyne Officie overeenkomstig UWelEd: Achtb: en E: Achtb: intentie met vrugt werkzaam te doen zien.’

‘Cabo de Goede Hoop den 8 February 1793’

’/: was geteekend:/ J: P: Denëys’

En daar uit zynde komen te blyken dat zig aan voorseide Fiskaal voor als nog geen genoegzaam grond heeft opgedaan om eenige actie teegens gemelde de Korte te kunnen institueeren dog dat hy zoude tragten nadere ontdekkingen op het Sujet in questie te doen, om als dan zyn officie, over eenkomstig d’ intentie van deezen Raade met Vrugt werkzaam te doen zyn.

Zo is alverder goedgevonden te berusten in het geen tot hier toe door gemelde Fiscaal is verrigt geworden en teffens af te wagten den uitslag der nadere perquisitien welke door hem in deezen staan te werden gedaan!

Ende ten aanzien ondervonden is dat zommige Lieden welke het regt niet hebben om gebruik te moogen maaken van de gepræviligieerde weide aan de bezitters der Plaatsen aan Constantia mitsgaders de Steen en Wynbergen geleegen gelyk ook aan de Houtkarrewyers afgestaan, om evenwel teegens de gemaakte bepalingen daar van meede te Jouisseeren zig bedienen van de permissie welke hun op derzelver verzoek verleend werden om aldaar Riet te moogen kappen, derwyze dat zy onder het voorwendzel van Riet te kappen met hunne Ossen in de gemelde Weide weeken ja maanden lang komen op te houden tot groot nadeel der geenen aan wien het uitsluitend Regt op de gemelde weide geaccordeert is geworden!

Zo is wyders beslooten dat om hier teegen de gepaste voorzieninge te doen voortaan by de ordonnantien waar van een yder zig voorzien moet die permissie geobtineerd heeft om in de gemelde geprævilegieerde Weide Riet te moogen kappen zal werden gestipuleerd ende bepaald dat tot afhaling van dat Riet niet eerder eenige ossen in’t veld alwaar zig de evengeciteerde weide bevind aangebragt ofte gelegd zullen mogen werden dan na dat het Riet gekapt is, en zig in volkomen staat van vervoering komt te bevinden, mitsgaders dat met het dadelyk transport van dien ook een aanvang zal werden gemaakt op verbeurte eener boete van Tien Ryxdaalders pro fisco voor yder Reyze dat bevonden zal werden hier teegen te zyn aangegaan boven en behalven de Confiscatie ten profyte der E: Comp:ie van al het Riet het welk men bereids gekapt zal vinden en ten voorwendzel zal hebben gestrekt om alzo ‘S Raads in deezen gestelde beveelen t’ overschreeden.

De Capiteins ter Zee Nicolaas Acker en Anthony Franciscus Steffers, aan wien is gedemandeerd geweest d’ examinatie der gebreeken dewelke aan het van Batavia alhier geretourneerd Hoeker Schip de Sterrenschans zyn ontdekt geworden zig dadelyk, na d’ ontlossing van gemelde Bodem van deesen hunnen Last geacquitteerd en daar van een Schriftelyk Rapport in dato 24 der evenafgeweekene Maand Jannuary aan den Heere Gezachhebber overgelegd hebbende waar uit blykt dat de Steeven naaden van gemelde Bodem van vooren open, mitsgaders de Blaas balken aan weederzyden door de Zee weg geslaagen zyn geweest, dat zig ook van buiten en binnen ‘t Boord de naaden los en open hebben bevonden, dat daar en boven twee knien in de Rystkamer aan Stuurboord zyde langs gescheurd, de Schotten in en van de gemelde Rystkamer gedeeltelyk aan Stukken en gedeeltelyk om verre geslaagen het groote Luyk met zyn hoofden tusschen deks meede aan Stukken en onbruikbaar, de randen van de groote Mars gebrooken de Ezels hoofden van de stengen los en een der Pompen onbequam geweest zyn; en dat om alle de voorsz: defecten behoorlyk te Repareeren het Schip van binnen en buiten gecalvaat heeft moeten werden en van nieuw blaasbalken voorzien, dat de knien in de Rystkamer met yzere Plaaten bezorgd de randen van de Mars en de Lysten om de rusten gelyk ook het groote Luyk met zyn hoofden tusschen deks nieuw gemaakt, mitsgaders de Schotten in de Rystkamer gerepareert en beneevens de teerlings van de Stengen vernieuwd, eenige nieuwe Stukken in’t Ruym gezet en de twee Poorten tusschen deks insgelyks vernieuwd ook twee nieuwe Spygaaten tusschen en op het dek tot Lozing van het water gemaakt twee der Pompen gecalvaat en verboord en eene met een andere nieuwe geremplaceert hebben moeten werden - Zo is op de exhibitie van dat Rapport ende Communicatie daar by door den Heere Gezachhebber gedaan dat zyn Edele den Equipagiemeester bereids voor lange voorloopig by monde gequalificeerd ende gelast hadde om met de voorsz: Reparatien maar een aanvang te maken na gelange het werk aan de Retour Scheepen zulx zoude komen toe te laaten goedgevonden dus door den Heere Gezachhebber gestelde voorlopige ordre allezints t’ approbeeren en dienvolgens met de voorsz: vertimmeringen aan de Hoeker de Sterreschans in zo verre dezelve nog niet ten einde gebragt zyn te doen voortgaan.

Dan nadien by dees geleegendheid gereflecteerd is geworden, dat de gecommitteerdens welke d’ opneeminge en visitatien der defecten aan ‘S Comp:s Scheepen koomen te doen by de enumeratie dier gebreeken en de aanwyzing der middelen langs welke dezelve kunnen en moeten hersteld werden niet komen op te geeven wat tot de voorsz: Reparatien al werd vereyscht - en d’ ordre van zaaken nogthans meede brengt dat zulks koome te geschieden om langs dien weg wanneer men het geraden oordeeld dadelyk een overslag te kunnen doen formeeren van de kosten welke tot dees ofte geen noodwendige Reparatie van defecten g’ impendeert zoude moeten werden alvoorens daar toe te Resolveeren, is teffens beslooten dat van nu voortaan de gecommitteerdens die eenige visitatien van gebreeken aan ‘S Comp:s Scheepen ofte mindere vaartuygen zullen komen te doen by hun Rapport houdende opgave dier gebreeken beneevens de middelen tot Reparatie ook distincte en Specificque moeten opgeeven welke Equipagie en andere goederen werden vereyscht om die Reparatien na derzelver gedane aanwyzing te kunnen werden g’effectueerd!

By geleegendheid dat het Schip de Resolutie waar van hier vooren bereids is mentie gemaakt zig op desselfs uitryze uit Nederland door de langduurigheid der voyagie genoodzaakt heeft gevonden Rio de Janeiro op de kust van Brazilien aan te doen ten einde zig aldaar van den nodige Victualie te voorzien om verder dit heen te kunnen Steeven en door d’ overheeden dier Kiel tot de voorsz: Revictualieering g’ impendeert zynde een bedragen van 403200 Rees uitmakende in Nederlands geld de Somma van ƒ1280:- Bankgeld blykens de daar van door gemelde overheeden geformeerde en heeden in Raade ingediende Specifique Reekening, zo is beslooten dat vermits by examinatie der gemelde Reekening is komen te blyken dat voor dies bedragen door voorsz: overheeden bereids te Rio Janeiro voormeld aan den Heer Joze Joaguim de Cabo a Silva die het verschot van het geld gedaan heeft, is verleend een Wissel op Nederland ten lasten der Maatschappy dieshalven de geciteerde Reekening zal worden ter handen gesteld aan den Negotie overdraager Casparus van Eerten, ten einde de ingekogte provisien daar by opgebragt door gezegde overheeden behoorlyk te doen verantwoorden, zullende dit geschied zynde dezelve Reekening als dan in Copia Authenticq naar ‘t Vaderland overgezonden en geconsigneert moeten werden aan de kamer Amsterdam waar voor opgemelde Bodem de Resolutie is uitgevaaren en nu wederom Staat te Retourneeren.

Den Heere Resident der Baay Fals Christoffel Brand, den Equipagiemeester Cornelis Cornelisz, en den zo evengemelde Negotie overdrager Casparus van Eerten van wien by Besluit in dato 27 Maart d’ A:o P:o genoomen verantwoording is gevordert geworden waaromme aan den Lieut: ter Zee Cornelis Coomans dewelke by de thuis reyze het Brigantyn Scheepje de Helena Louiza het bevel over dat kieltje gevoerd heeft gehad niet zyn geprocureerd geworden de middelen om door afzending van Brieven met de in Baay Fals en Saldanhabaay bescheidene Manschappen op den gebruikelyken voet van zyne behoeftens en toestand Successivelyk kennisse naar herwaards tegeeven zonder genoodzaakt te zyn geweest daar toe altoos expresselyk zelve te moeten op koomen, nog verstrekt de benodigde Equipagie goederen en vivres om dien Bodem tot de voor Schreeve voyagie behoorlyk in staat te Stellen en te bequaamen! thans ter voldoening aan voorsz: Requisitie hebbende komen in te dienen yder een byzonder Berigt voor zo verre de verantwoordelykheid van het gunt hier boven is gemeld een ygelyk van hun was Competteerende luydende als volgd,

Aan den WelEdele Achtbaare Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressortte van dien &:a &:a &:a. - beneevens den Edele Achtbaare Politicque Raad!

‘Wel Edele Achtbaare Heer! en Edele Achtbaare Heeren!’

‘Aan den ondergeteekende Resident der Baay fals Christoffel Brand in handen gesteld zynde Een Extract uit de Resolutien genoomen in Raade van Politie In’t Casteel de Goede Hoop in dato den 27 Maart A:o P: o ten einde zig te verantwoorden en aan deezen Edelen Achtb: Raade op te geeven de Reedenen, waar omme aan den Lieutenant ter Zee Cornelis Coomans Commandeerende S: E: Comp: Brigantyn Scheepje de Helena Louisa niet zyn geprocureerd de middelen om door afzending van Brieven met de in de Baay fals en Saldanhabaay bescheidene Manschappen, op den gebruikelyken voet van zyne behoeftens en toestand Sucessivelyk kennisse naar herwaards te kunnen geeven, zonder genoodzaakt te zyn geweest daar toe altoos expresse zelve te moeten opkoomen!’

‘Zoo neemt d’ ondergeteekende de Vryheid UWel Edele Achtb: en E: Achtb: voor zoo verre het tot desselfs administratie in de Simons Baay relatie heeft ter zyner justificatie ter kennisse te brengen!’

‘Dat wanneer het bovengemelde Scheepje de Helena Louisa op den 18 September 1790 in de Simons Baay was gearriveerd, door hem Resident van die verSchyning dadelyk P:r Missive /: deeze Sub L:a A: in eerbied g’annexeerde:/ aan den WelEdele Gestrenge Heere Gouverneur van de Graaff, kennisse was gegeeven geworden zo dat gem: Lieut Coomans hier door buiten de noodzakelykheid was gebragt desweegens in Persoon zig na de Caab te begeeven!’

‘Dat d’ ondergeteekende Resident vervolgens op den 20 September daar aan, van wel opgemelde Edelen Heer Gouverneur van de Graaff order bekomen hebbende, dat kieltje tot nadere beveelen in gezegde Baay te laaten vertoeven, op den 9 November daar aan volgende S: Raads weegen p:r Missive nader is gelast geworden, gemeld Scheepje na dees Tafelbaay te expedieeren in welke tusschen tyd, gereekend van den 18:e September tot den 9 November, ged: Heer Coomans d’ ondergeteekende nimmer heeft te kennen gegeeven dat het tuyg van zyn onderhebbend Scheepje in eene zo Slegten staat was, dat hy, zonder van nieuw Touw werk voorzien te worden, zyne reize na de Caabsche rheede niet konde aanneemen, gelyk d’ ondergeteekende uit eene door gemelde Lieutenant Coomans geformeerde en aan hem inhandigde onkost Reekening van den 20 November heeft komen te ontwaaren, en zo als denzelven zig ook in zyne Memorie komt uit te laaten, dat hy te rug van de Caab koomende den ondergeteekende eerst om Touw werk hadde gevraagt, waar uit dan ten klaarsten werd aan getoond en aan den dag gelegt, dat den ondergeteekende van de Onkosten door ged:e Lieutenant Coomans opzyne over Land van Simons Baay na de Caab gedaane ryze voor Reekening van D’ E: Compagnie ten eenemaal ignorant is gebleeven.’

‘Nadat d’ ondergeteekende in plichtschuldige voldoening aan hoogst derzelver order om meer gedagte Kiel zo Spoedig doenlyk naar de Tafelbaay te laaten reysvorderen, meerged:e Lieut: Coomans als zodanig in staat had gesteld, dat denzelven daar meede op den 17 November de geprojecteerde reyze konde onder neemen, is zyn Ed: op den 20 November daar aan weeder in ged:e Simons Baay binnen geloopen, waar op den ondergeteekende denzelver terstond bij zyn arrivement Schriftelyk hebben de doen afvraagen /: blykens Missive L:a B: deezen annex :/ de reedenen die hem tot zyne te rug komst hebben gepermoveert gehad, Edog door een zyner officieren de oorzaaken van zyn terug komst by monde aan den Ondergeteekende overgebragt geworden zynde, heeft hy den ook geenzints gemanqueert van dit een en ander aan welgemelde Edelen Heere Gouverneur van de Graaff by missive Sub L:a C: pligtschuldig verslag te doen; hebbende meermelde Lieut: Coomans alzo weder zyne reyze op den 20 Novemb:r Caabwaards kunnen menageeren, te meer, door dien zyn Ed: door den Ondergeteekende is verwittigd dat van zyn retour en de oorzaaken die hem daar toe aanlyding hadden gegeeven aan de Regeering na behooren was Rapport gedaan, en overzulks in ged: Baay liever hadden behooren af te wagten de ordres die daar op van weegens de Regeering met opzigt tot zynen onderhebbende kiel zoude worden afgevaardigd, in steede van onnodige depenses te maaken, waar over hy van zig heeft kunnen verkrygen /: zonder zig weegens die voorgegeevene onkosten aan UWelEdele Achtbaare en E: Achtb: te addresseeren :/ by Heeren Meesteren zo zeer te beklaagen en als noodzakelyk aangewend, te doen voorkoomen!’

‘De door meermelde Lieut: Coomans aan de ondergeteekende opgegeevene benoodigde Equipagie goederen en Scheeps behoeftens, by des Residents schriftelyk Rapport behoorlyk gespecificeerd geworden en door welopgemelde Edele Heere Gouverneur zo veel ‘S Comp:s voorraad zulks als toen heeft gepermitteerd gehad, ten behoeve van dat kieltje na Simons Baay afgezonden zynde heeft denzelven na den ontfangst dier goederen aan den Ondergeteekende gedeclareerd, geene zwaarigheid te maaken de Reyze naar de Tafelbaay aan te neemen, gelyk hy dan ook met meermeld Scheepje de Helena Louiza op primo December daar aan uit Baay Fals is gezeild!’

‘Uit het hier vooren geëxposeerde vertrouwd den Ondergeteekende dat aan UWelEdele Achtb: en Ed: Achtb: ten volle zal zyn gebleeken dat van ‘t arrivement van de Helena Louiza in Baay Fals op den 18 September 1790 zo wel als van desselfs vertrek op den 17 November uit en weeder binnen vallen in ged:e Baay op den 20:e daaraan, met de oorzaaken die daar toe aanleyding gegeeven hebben, door hem al dat geene is geobserveert en betragt, wat hy oordeelde dat ter kennisse van den Edelen Heere Gouverneur en UWelEdele Achtb: behoorde te worden gebragt en dat alzo de door den Lieut: Coomans /: zo hy voorwend:/ om die reedenen gemaakte onkosten, buiten alle noodzakelykheid is geweest!’

‘D’ ondergeteekende vind zig verpligt hier by nog te moeten Remarqueeren, dat meergemelde Lieut: Coomans zig in het formeeren zyner Reekening van gedaane Reyskosten, waarby hy voor eene Route na-en van- de Caab op geeft telkens een Som van 16 Ryxd:s te hebben moeten impendeeren, grootelyks heeft g’abuseerd gehad, alzoo men destyds voor Huur van Een Rydpaard voor de ged:e heen en weeder reize niet meerder dan 8 Ryxd:s heeft behoeven te bekostigen, en daar de Baay Fals van de Caab maar 4 Uuren Reydens komt te bevatten en langs dien weg geene publiecque Logementen zyn, kan den Ondergeteekende ook geenzints bezeffen tot welke eyndens meermelde Lieut: Comans genoodzaakt zoude zyn geworden telkens 4 Ryxd:s te hebben moeten verteeren.’

‘D’ ondergeteekende vermeend hier meede voldoende te hebben aangetoond, dat de kosten door meergemelde Lieut: Comans op zyne zo dikwerf gedaane heen en weeder reyze na Baay Fals en de Caab nutteloos zyn aangewend, en in het vertrouwen van aan de intentie UWerWelEd: Achtb: en E: Achtb: te hebben voldaan, neemt hy de vryheid deesen te laaten dienen voor eerbiedig bericht.’

‘Cabo de Goede Hoop den 10:e Jannuary 1793’

’/: was geteek:d :/ C: Brand’

Aan den WelEdelen Achtbaaren Heere Johannes Isaac Rhenius Opperkoopman en Gezaghebber van Cabo de goede Hoop en den Ressortte van dien &:a &:a &:a beneevens en E: Achtbaaren Raade van Politie.

‘Wel Edele Achtbaare Heer! en E: E: Achtbaare Heeren’

‘Aan den Ondergeteekende Equipagiemeester ter hand gesteld zynde Extract Resolutie genomen in Raade van Politie deezes Casteels op den 27:e Maart Jongstleeden zoo om zich te verantwoorden nopens de Poincten der gezegde in het Request van den Lieutenant ter Zee den WelEdele Gestr: Heer Cornelis Comans welke op het Brigant: Scheepje de Helena Louiza het Commando heeft gevoert; dat namentlyk aan gem: Vaartuig onder anderen ook geen behoorlyke verstrekkingen van de benodigde Equipagie Goederen te zyn gedaan geworden en meede daarom genoodzaakt was geweest, in den dienst herhaalde reizen uit de Saldanhabaay en Baay Fals na herwaards op te koomen om van de gesteldheid zyns voorsz: Bodems kennisse te geeven, en om geduurige Suppletie van d’ ontbreekende Scheeps behoeftens te Solliciteeren; als ook om op te geeven de reedenen waarom de Equipagie goederen, wanneer gevorderd zyn niet afgelangd zyn geworden.’

‘Zoo heeft hy d’ eer voor zoo verre zulx de Equipagie goederen betreft te berichten.’

‘Dat dien kiel de Helena Louiza in de Maand Maart 1790 blykens get: onkost reekening door den toenmalige daar op bescheiden Gezachhebber den Capityn Lieutenant L: Stoll, Compleet van alle het nodige tot het doen der Reyze van hier naar Nederland is voorzien, en het loopend touwerk geheel nieuw is in geschooren geworden; dat daar op na zyne Stranding in de Maand April daar aan volgende by na alle deszelfs Equipagie goederen, op eenige kleinigheeden na zyn geborgen die vervolgens blykens quittantien der daar op bescheiden Officieren, na dat wederom van Strand gewonden was, Successivelyk in dien Bodem zyn overgebragt en ontfangen onder welke Goederen meede begreepen zyn.’

‘Waar na wederom de Novo van den 30 May tot den 6 July uit ‘t Equipagie Pakhuis is verstrekt geworden.’

‘Mitsgaders de nodige behoeftens van den Baas der Scheepstimmerlieden tot de Reparatie.’

‘Het welk een en ander die Bodem op den 7 July 1790 van hier na de Saldanhabaay is vertrokken, en aldaar gekielt zynde ook de laastgemelde Vygertrossen en PaardeLynen tot zyn verdere Scheeps gebruik heeft behouden, in voegen dat den Bootsmans maat der Equipagiewerff, welke in gemelde Saldanhabaay ter zyner adsistentie is agtergelaaten :/ ingevolge hier by g’annexeerde verklaaring :/ het volgend nieuw Touwwerk heeft ingeschooren, te weeten’

‘Waar op toen, volgens voorsz: Verklaaring nog 1 Yzer 2 Vyger trossen en 2 Paarde Lynen in ‘t Schip p:r Restant waaren overgebleeven, daar en booven heeft ook dien Brik eene zeer spoedige Reyze, uit de Saldanhabaay naar de Baay Fals , zonder eenige de minste ongemak of zee Schaade te hebben gehad, en had ook wel zoodanig met de goede gesteldheid zyner tuyg-en-voorraad de Reyze met gerustheid uit de Baay fals , zonder eenige Suppletie aan Equipagie goederen weederom herwaards kunnen doen; dus de klagten ten opzigte der Equipagie goederen, den geteekende voorkoomen van alle grond ontbloot te zyn, Maar zyn Wel Edele Gestr: geen dienaar der E: Comp:ie zynde die Soldyen genoot konde zeer ligt /: mogelyk om zyne byzondere belangens :/ uit de Saldanhabaay en Baay Fals Caapwaards koomen, en ofschoon de verstrekking toen nog niet noodzakelyk was ten sterksten aandringen, dat de gerequireerde goederen voor die Kiel wierd verstrekt, gelyk dan ook die Verstrekking in de Maand November is gedaan, en vervolgens alhier aankoomende in de Maand December daar aan, wederom met 1 Yzer en 2 Wiel trossen &:a heeft moeten werden gesuppleerd, waar meede zich nog niet vergenoegde heeft den geteekende nog eindelyk voor deszelfs vertrek in february 1791 van zyn eigen, om d’ E: Compagnie voor verdere nodeloose kosten in deezen te bevryden, 3 p:s Wiel trossen welke niet konde worden opgebragt, verstrekt.’

‘Ook zyn de voorgewende Zwaare Onkosten den ondergeteekende geheel onbekend als hebbende zyn Ed: de Paarden van den Posthoudende Corporaal in de Saldanhabaay en den Baas der Groene Kloof geleend gehad, en indien zyn Ed: met Een Ossenwaagen in Compagnie met den Ondergeteekende had willen ryden zoo zoude dit meede zonder kosten hebben kunnen geschieden en had dan te gelyk tydig daar meede met den get: uit de Saldanhabaay herwaards kunnen aan koomen.’

‘Den geteekende vermeent hier meede aangetoond te hebben dat de WelEdele Gestr: Heer Coomans, geenzints nodig heeft gehad om geduurende desselfs aan weezen in Saldanhabaay en Baai fals eenig Requisitie van Equipagie goederen te doen, ofte des weegens Caapwaards te koomen, nog minder daar voor eenige Ryskosten te bereekenen.’

‘Mits welke verhoopt aan de g’ Eerbiedigde Intentie van UWelEd: Achtb: en E: E: Achtb: voldaan te hebben laatende deezen dienen voor plichtschuldig bericht.’

‘Cabo de Goede Hoop den 30:e April 1792.’

’/: was getek: / C: Cornelisz’

Aan den WelEdele Achtb: Heere Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a mitsgaders den E: Achtb: Raad van politie.

‘Wel Edele Agtbaare Heer! en E: Agtbaare Heeren!’

‘Daar ‘t UWelEdele Agtb:e heeft behaagt den Heere Resident in de Baayfals Christoffel Brand, d’ Equipagiemeester Cornelis Cornelisz, beneevens den Ondergeteekend Negotie overdrager Ingevolge Extract Resolutie van den 27 Maart A:o P:o in handen te stellen, zodanig Request als ‘er aan Heeren Majores door den Lieutenant ter zee indienst van den staat der Vereenigde Nederlanden de Heer Cornelis Coomans /: dewelke ‘t brik Scheepje de Helena Louiza van hier na Nederland heeft overgevoert :/ is over gelegd geworden ten einde op de poincten daar by vervat zich behoorlyk te verantwoorden en door dien weg UWelEdele Achtbaare in staat te stellen de door Heeren en Meesteren van deeze Regeering gerequireerde Consideratien en advysen hieromtrent pligtschuldig te kunnen doen toekoomen zoo heeft den Ondergeteekende d’ Eer voor zoo verre zulks hem Incumbeerd UWelEdele Achtb: voor te dragen’

‘Dat dien Bodem voor den tyd van driemaanden ofte van primo Juny 1790 is geproviandeerd geworden voor een getal van 2 Cajuitsgasten en 23 gemeenen dat aan hem zoo als altoos geschied door den Eerst Commandeerende Officier van de hier permanente Vaartuigen word opgegeeven.’

‘Zynde de ondergeteekende voor ‘t overige Onbewust of op dien bodem meerder Manschappen zyn geplaatst geweest gelyk de Heer Coomans by zyn bylaag Sub L:a A: gelieft te noteeren, dat bestaan zoude hebben in’

‘Blykende egter dat dien Bodem volgens opgaaf weederom is geproviandeerd den tyd van Twee Maanden Ingaande primo September 1790 voor 3 Cajuitsgasten’

‘3 Onder officiers,’

‘en 34 Gemeene’

‘Zonder dat door hem Heer Coomans eenige Restitutie van Randzoenen aan meerder Manschappen verstrekt, is gevraagd Geworden.’

‘Egter kan den ondergeteekende onmogelyk voorby gaan zyne Verwondering te kennen te geeven over het voorgeeven van gem: Heer Coomans dat hy niet voor de Cajuyt als anderzints is behandeld als by de E: Comp: gebruikelyk is, en daarom genoodzaakt is geweest tot den Inkoop van zoo veele Cajuits als andere Provisien; wyl den ondergeteekende hoegenaamd van die Verstrekkingen geene bewust zyn, maar zig altoos in ‘t bereekenen der Randzoenen van permanente Scheepen naar de hier annexe Lyst Sub L:a A: de Verstrekking van Randzoenen heeft gedraagen!’

‘Waar meede den Ondergeteekende vermeent aan ‘t geëerd bevel van UWelEd: Achtb: te hebben voldaan; laat deeze dienen voor Eerbiedig berigt.’

‘Cabo de Goede Hoop den 10:e Jannuary 1793’

’/: was geteekend: / C:s Van Eerten.’

En uit de gemelde Berigten als nu komende te Consteeren hoe zeer de doleantien klagten en prætentien van ged:e Comans van allen grond en billykheid zyn ontbloot en hoe zeer hy gevolglyk met dezelve de hooge gebiederen heeft tragten te Surprenneeren ten eynde zo doende van Hoogstdezelve t’ obtineeren dedomagementen en Douceurs op dewelke hy naar ‘S Raads inzien zo veel te minder aanspraak had kunnen en behooren te maken daar van de zyde van deezen Raade altoos is beschouwd geworden een byzonder faveur aan ged:e Comans te zyn beweezen met hem het Commando over het voorn:de Scheepje de Helena Louiza op te draagen, nademaal denzelven daar door de geleegendheid is bezorgd geworden om vry van de betaling eeniger Transport of kostgelden beneevens desselfs Huysvrouw, kind en eene ter oppassing van laatsgemelde gedient hebbende mitsgaders door hem zonder daar toe bekomen permissie meede gevoerde vrye vrouw, van hier naar Nederland te kunnen geraken!

Is dierhalven goedgevonden en verstaan degemelde Berigten met de tot dezelve Specteerende Bylaagen insgelyks in Copia Authentiecq aan Heeren Majores te Suppediteeren met onderdanige gedraging aan den inhoude derzelve als alles behelzende het geen kan strekken om evengemelde gebiederen in hoogstderzelver op ‘t verzoek van gemelde Comans te neemene dispositie naar vereysch t’ elucideeren en te bepaalen.

Hier na is geleezen het onderstaande vertoog door Weesmeesteren aan deezen Rade gepræsenteerd.

Aan den WelEdele Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber, beneevens den Wel Edelen Achtb: Politiecquen Raad deezes Gouvernements.

‘Wel Edele Achtbaare Heer! en Wel Edele Achtb: Heeren!’

‘Met de meeste Eerbied geeven te kennen Weesmeesteren deezer Steede’

‘Hoe de Vertoonders vermits ‘t ab in testato overleyden van Anna Maria Kruger Weduwe van wylen den Landbouwer Barend Olivier zyn geworden ex Officio redderaars van die Nalaatenschap!’

‘Dat by ‘t nasien der Boedel papieren, en de op de Naam dier Weduwe zoo wel als op die van haaren Man staande Leenings plaatsen ter Secretarye van UWelEd: Achtb: behoorlyk onderzoek gedaan zynde, by dat Onderzoek onder anderen meede gevonden is, een plaats genaamt de fisante Rivier , geleegen agter ‘t middel roggeveld , die zeedert den Jaare 1764 op de Naam van wylen voormelde Barend Olivier geloopen heeft, zonder dat er seedert dien tyd, eenige vernieuwing of betaling aan d E: Compagnie is geschied.’

‘Dat daarop aanschryving, aan de Famielle verre Landwaards in is gedaan, om te verneemen, of die Plaats nog werklyk in Leening, door den Boedel bezeeten wierd, en zo neen, daarvan bewyzen in te zenden!’

‘Dat daar op twee onderhandsche Verklaaringen zyn ingekomen die de Ondergeteekende de Vryheid neemen deezen in Originali by te voegen door twee Persoonen verleeden die eenpaarig declareeren tot zoolange zy in de buurt gewoont hebben, zy niet weeten, dat Barend Olivier daar een Plaats gehad heeft terwyl een dier getuigen declareert, dat de Plaats by hem onbekend is.’

‘En vermits Weesmeesteren by ‘t nasien der Boedelpapieren hebben bevonden, dat zoo in dien d’ agterstallige Recognitie penningen van alle die Jaaren aan d’ E: Comp:ie moet betaald werden den Boedel dan niet alleen insolvent, maar zelfs niet toereikende zoude zyn om alle de Recognitie penningen aan d’ E: Compagnie te kunnen voldoen en ‘t ook een hardigheid zoude zyn, voor d’overige Crediteuren en Erffgenaamen, om den Boedel met iets te belasten dat niet genoten heeft, Reedenen waarom Weesmeesteren de Vryheid neemen hun te keeren tot UWelEd: Achtb: en E: E: Achtb: met ootmoedig verzoek, deeze zaak te willen doen onderzoeken, door den Landdrost dier Colonie, daar de Plaats onder Sorteerd, dan wel op de briefjes deezen in Originalia verzellende te willen declareren zoodanig en in diervoegen als UWelEdele Achtb: en E: E: Achtb: nodig zullen oordeelen.’

‘Ter Weeskamer aan Cabo de Goede Hoop den 29 Jannuary 1793.’

‘’T welk doende &:a’

’/: was geteekend:/’

‘J: J: Le Sueur’

‘Daniel de Waal’

‘J: D: Karnspek’

‘P: Laur:s Cloete’

‘A:V: Bergh’

‘J: G: Brink’

Welk vertoog verstaan is te stellen in handen van den Land drost van Stellenbosch Hendrik Lodewyk Bletterman ten fine zig t’ inquireeren of en in hoe verre den by dat vertoog vermelden Landbouwer Barend Olivier dan wel desselfs thans meede overleedene Weduwe Anna Maria Kruger na den Jaare 1764 nog gebruyk heeft gemaakt van de plaats in questie genaamd de Phyzante Craal geleegen agter het middelste Roggeveld en den Rade vervolgens daaromtrend te dienen van Berigt.

Ook is verstaan insgelyks aan denzelven Landdrost te Suppediteeren een ander Request hier onder g’insereert door Simon Jacobus Sandenberg ingediend.

Aan den WelEdelen Achtb: Heere Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber des Gouvernements van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E: Achtbaaren Raade van Politie

‘Wel Edele Achtbaare Heer! en E: Achtbaare Heeren!’

‘Geeft met allen verschuldigden Eerbied te kennen UWer WelEdele Achtbaare en E: Achtbarens zeer gehoorzaame en Onderdanige Dienaar Simon Jacobus Sandenberg Burger te Zwellendam dat den Supp: gehuuwd zynde met de Weduwe van den Landbouwer Willem van de Vyver, daar door bezitter is geworden van zeekere Leenings Plaats, genaamd de drie Fonteinen , geleegen over de Heks Rivier welke plaats door even gemelde van den Vyver en zyne Voorvaderen zints onheuchelyke tyd in leening is bezeeten geworden zonder dat iemand eenig land omtrend die plaats geleegen ooit in eygendom heeft verzocht, tot dat in den Jaare 1781 den Burger Pieter du Toit by Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch heeft verzocht naby des Supp:ts plaats te moogen laaten meeten, dat zulks aan hem door Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch is toegestaan mits die meeting kwam te geschieden in præsentie van voorm: van der Vyver en niet tot nadeel van denzelven mogte Strekken; dat gemelde du Toit overtuigd is geweest, dat de uitgaave van een zodanig Erf tot onherstelbaare schaade van voorm: Van den Vyver moeste Strekken, te meer door dien de Supp:t genoodzaakt is den uitspan zo van de Colonie Swellendam als die van Graaff Reinet op zyn voorm: plaats te moeten gedoogen, ja zelfs dat wanneer somtyds de Rivier onpassabel is, de lieden dervoorn: Colonien zich met al hun Vee wel Veertien daagen aldaar komen op te houden dat hy du Toit dan ook is te raade geworden het voorschr: Erf niet te laaten meeten, tot in den Jaare 1785 als wanneer na dat de Supp:t de voorm: plaatze reeds drie Jaaren in bezit hadde, hy du Toit heeft kunnen goedvinden, om een quartier uurs nader een Baak te stellen, als de plaats is, waar hy het Erf verzocht, en ten dien einde een Baak bevoorens gestooken hadde dat den Supp:t hier over zyne klagten by den Heere Landdrost ingebragt hebbende gelast is geworden, van de gebeuren desweegens bewys te produceeren, en hier aan voldaan hebbende den gemelde du Toit is geinterdiceerd geworden het voorsz: Erf te laaten meeten ofte bebouwen, dat gem: du Toit echter in het laatst van den Jaare 1786, teegens deeze interdictie hem door Heeren Landdrost en Heemraaden voorgeschreeven en zonder hem Supp:t daar van de minste kennisse te geeven, het voorsz: Erf heeft doen opmeeten, En den Supp:t verstaan hebbende dat Heeren Landdrost en Heemraden het voorsz: Erf zouden komen te tauxeeren; Zo verzoekt den Supp:t dat, vermits gemelde du Toit teegens alle ordres heeft gehandeld en uit eene nadere verklaring aan Heeren Landdrost en Heemraaden overhandigt, blykt, welke overlast de Supp:t dagelyks verplicht is te lyden, en dat door de uitgifte van een zodanig Erf de Supp:t ten eene maalen zoude worden geruineerd; het van UWel Edele Achtbaare en Ed: Achtb:s welbehaage zyn mooge zodanige ordres te stellen als UWel Edele Achtbaare en E: Achtbaarens tot het gerust bezit van des Supp:ts voorz: plaatse, by hem reeds Negen Jaaren in Leening bezeeten, zullen vermeenen te behooren.’

‘’t welk doende &:a’

’/: was geteekend:/ Simon Jacobus Sandenberg.’

Ende zulks met ende beneevens Heemraaden nopens het Erf daar by vermeld en de verdere door den Supp:t opgegeeven werdende omstandigheeden betrekkelyk dies uitgaave deeze Regeeringe al meede te berigten.

En vermits met opzigt tot het Supplicq van den Burger Joseph van Eeden om aan de Melkhoute Boom onder ‘t district van Zwellendam een Erf mogen hebben breeder by’t navolgend verzoekschrift omschreeven.

Aan den WelEdelen Achtb: Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber deeses Gouvernements beneevens den E: Achtb: Raad van Politie.

‘Wel Edele Achtbaare Heer, E: E: Achtbaare Heeren!’

‘Den Burger Jan Jacob Zulk als Gemagtigde van den meede burger Joseph van Eden, is van UWelEd: Achtb: en E: Achtb: needrig verzoekende aan hem goedgunstig in Eygendom te verleenen zeeker Erff geleegen aan de Melkhoute Boom zynde aan hem Supp:t blykens Extract Resolutie genoomen in Heemraads Vergadering de dato 16 Jann:y 1792 toegestaan, om daarom aan UWelEd: Achtb: en E: Achtb: te moogen Solliciteeren en welke Extract Resolutie hy de Eer heeft aan UWelEd: Achtb: en E: Achtb: te Produceeren als meede dat ‘t van wel derzelver goede gelieft zyn mogen hem van de betaling van het daar toestaande uit hoofde zyner Armoedige omstandigheeden te Excuseeren!’

‘’T welk doende &:a’

’/: was get: / Jan Jacob van Sulk.’

In aanmerking is gekomen dat Landdrost en Heemraaden by hunne in ‘t gemeld Verzoek Schrift geallegueerd Resolutie van den 16 Jannuary des voorleeden Jaars 1792 alvoorens derzelver agreatie daartoe finaal ‘t verleenen van den Suppliant hebben gerequireerd bewyzen der gebuuren dat het gemeld Erff niemand hunner te na is leggende, zonder dat ergens uit blykt dat de gem: bewyzen aan dezelve ten genoege zoude zyn g’exhibeert geworden Zo is best gedagt alvoorens op het gemelde verzoek te disponeeren eerst en voor af aan gedagte Landdrost beneevens Heemraaden van Zwellendam te demandeeren zo als aan dezelve gedemandeert werd by deezen het nodig onderzoek over de bestaanbaarheid van het geciteerde Erf met Last om van Hunne bevinding het vereyscht verslag aan deezen Raade in te zenden.

Ondertusschen al verder getreeden zynde ter dispositie op nog eenige andere ingediende Requesten is ingevolge de verzoeken daar by voorkoomende goedgevonden en verstaan aan de hier onder gementioneerde Perzoonen het navolgende t’ accordeeren te weeten.

Aan den Capitain Lieutenant der Burgery Andries Grove desselfs ontslag van de waarneeming deezer functie met behoud van zyn præsente Rang

Aan den Krankbezoeker te Graaff Reinet Jan de Vries wiens zoon insgelyks Jan de Vries genaamd zig alhier als Mattroos in ‘S Comp:s dienst komt te bevinden meede het ontslag van deezen zynen zoon, waar toe denzelven zal werden gesteld onder afgeschreeven Gagie, mits de Maatschappy met betrekking tot de onkosten aan hem g’impendeert in alle opzigten eerst werde gededomageert.

Aan den Handlanger in ‘S Comp:s Hospitaal Fredrik Kreits en den Metzelaar Dirk Bruning almeede derzelver demissien uit ‘S Maatschappys dienst met afschryvinge van gagie, onder expres beding dat alvoorens door hun zal moeten werden gepræsteerd de betaling der Recognitie bepaald voor de geenen die hun ontslag obtineeren na expiratie van derzelver verbonden tyd.

Aan den Burgerraad Hendrik Pieter Warneke mitsgaders den geswooren VenduClerq Carel Albr:s Haupt omme daar toe Ruimte zynde, met een der ter Rheede leggende ofte nog verwagt werdende uitkomende Scheepen der E: Comp:ie aan de Consignatie van den Scheepen te Batavia den Heere Christiaan Louis Arnold naar even geciteerde Hoofdplaatze te moogen verzenden.

Aan den OudCommissaris van Civiele en Huwelyks Zaaken Anthony Berrangé om desselfs lyfeigen genaamd September van Timor aan de E: Compagnie te moogen cedeeren, ten eynde als een gevaarlyk Subject zynde van wien men alles quaads te dugten heeft, zyn leeven lang geduurende voor desselfs onderhoud op ‘t Robben Eyland aan den arbeyd te werden gehouden.

Dan betrekkelyk d’ instantien van den Gezachhebber op ‘t Hoeker Schip de Sterreschans Cornelis van Dyk breeder omschreeven by het hier onder g’insereerd verzoekschrift.

Aan den WelEdelen Achtbaare Heer Johannes Isaac Rhenius Gezachhebber van Cabo de Goede Hoop, beneevens den E: Achtb: Raad van Politie.

‘WelEdele Achtb: Heer! E: E: Achtb: Heeren!’

‘Met verschuldigde Eerbied geeft te kennen UWelEd: Achtb: en E: Achtb: zeer Onderdanige en Gehoorzame Dienaar Cornelis van Dyk Gezachhebber op het van Batavia alhier gearriveerd Hoeker Schip de Sterreschans , Dat den Supp:t te Batavia voormeld heeft ingekogt een quantiteit van 2000 p:s Bataviasche Steenen van 14 a 16 en 1000 p:s van 12 duimen, ten einde te doen strekken tot genoegzaame ballast voor zynen onderhebbende bodem uit hoofde den Suppliant oordeelde dat de reets ingescheepte ballast niet Sufficient genoeg was, en welke steenen den Supp:t al meede met dat oogmerk heeft afgelaaden, om dezelve alhier des mogelyk van de hand te zetten; dat inmiddels de voorsz: Steenen door d’ E: Comp: alhier publiecquelyk van de hand gezet geworden zynde, ten einde daar uit de Vragt Penningen te kunnen vinden, de Supp:t om die reedenen de vryheid gebruikt van UWelEdele Achtb: en E: Achtb: verzoeken dat hoogst dezelve wel in aanmerking gelieven te neemen, dat de meermelde Steenen als ballast in des Supp:t onderhebbende bodem zyn afgelaaden, en dat dus ook de vragtpenningen daar na mogten werden gereekent, op dat alzo werde voorgekomen het enorm verlies het welk den Supp:t anderzints ingevalle de Vragt penningen naar gewoonte werde bereekend hier door zoude komen te lyden’

‘Gelyk den Supp:t noch eerbiedig de vryheid gebruikt van UWelEdele Achtb: en E: Achtb: Onderdanig te Suppliceeren, dat uit hoofde des Supp:ts meermelde onderhebbende Bodem alleen naar herwaards is bestemd geworden, dat de vrag penningen van alle de overige door den Supp:t alhier aangebragte en door welgemelde Compagnie Publiecquelyk verkogte goederen, ook alleen tot naar herwaards mogt bereekend worden.’

‘’T welk doende &:a’

’/: was getek: / Corn:s van Dyk’

Is best gedagt den Heere Gezachhebber te verzoeken en te qualificeeren zo als zyn Edele verzogt werd by deezen dezelve instantien namens deezen Raade favorabel aan Heeren Commissarissen Generaal te willen voordraagen, en vervolgens Conform de bepaling door Haar Hoog Edelheedens dien aangaande te maaken de bereekening te doen geschieden der Vragtpenningen welke hy van Dyk gehouden en verpligt zal zyn zo voor d’ Estricken of vloersteenen in questie als voor de overige door hem alhier aangebragt Goederen aan d’ E: Compagnie te moeten betaalen!

Terwyl wat betreft het verzoekschrift door den Oud Burger Lieutenant Willem Hendrik Kirsten geprætendeerd, tendeerende om in eygendom of Erfpagt te moogen hebben een Strookje Lands groot twee morgen geleegen annex desselfs Plaats aan de Zwarte Rivier ; dat verzoekschrift zal werden gesteld in handen van Commissarissen uit den Raade van Justitie ten fine van examinatie, mitsgaders omme daar teegen geene bedenkingen voorkoomende het voorsz: Land als dan te tauxeeren,

Ende ten aanzien ook door Heeren Regenten van ‘t Hospitaal verzoek gedaan is geworden om 10 greene Ribben van 20 Voeten lang mitsgaders 3 en 4 duimen dik ten eynde daar van tot gebruik van de binnen Vader te kunnen doen toestellen een Rak die denzelven tot berging eenige effecten komt te benoodigen, is nog beslooten de voorsz: gepetitioneerde houtwerken aan geciteerde Heeren Regenten van ‘t Hospitaal te laaten verstrekken en daar toe de nodige qualificatie te verleenen op den opziender van ‘S Comp:s Houtmaguazyn Pieter Diederik Boonacker.

Laatstelyk is ten betooge dat een zeer slegt geconditioneerde halve Legger met gezouten Caabsche Vleesch dat in ‘t freguat Schip de Meermin tot ontzet van ‘S Comp:s vermisten Retourbodem ‘t Slot ter Hooge afgelaaden geweest dog by terug komste van ‘t opgemelde Freguat alhier ten eene maale stinkend en bedorven is bevonden, ter dier oorzaake in Zee heeft moeten werden geworpen, geproduceerd de navolgende verklaring door d’ opper en dek Officieren dier Kiel mitsgaders d’ ordinaire Gecommitteerdens welke zig by die geleegendhyd aan Boord hebben bevonden ter Requisitie van den Capityn Francois Duminy verleend.

‘Wy Opper en Onder Officieren, alle dienst doende aan Boord van S: E: Comp:s Freguat Schip de Meermin geankerd leggende ter Rheede van Kaap de Goede Hoop verklaren gelyk by deezen verklaard word ter Requesitie van den WelEd: Manh: Heer de Ridder Duminy Capt: ter Zee.’

‘Dat heeden ten overstaan van de Heeren Ordinaire Gecommitteerdens bezig zynde zo met ‘t lossen en afscheepen van de alhier aangebragte Bourbonsche Koffy boonen, als van de meede gehad hebbende en weeder te rug gebragte Goederen en provisien voor S: E: Comp:s Vermiste retour Schip ‘t Slot ter Hooge wy als dan bevonden, dat van gemelde Provisien Een halve Legger Kaapsch Vleesch waarvan de boomen ten eenemaale gesprongen door de lange reize en zwaare warmte dus danig tot verrotting overgegaan was, en zodanig stank veroorzaakte, dat vermits de slegte gesteldheid van de halve Legger niet permitteerde den vervoer naar de wal, geresolveerd wierd, dezelve over boord te werpen; Zo als ook zulks in præsentie van voorn: Heeren Gecommitteerd:s g’effectueerd wierd.’

‘Actum aan Boord van ‘t Schip voormelde op den 18:e dag der Maand Maart 1792’

’/: in margine:/ Ten overstaan van ons’

’/: geteekend:/ D:d Kuuhl, J: H: Fischer’

’/: was get: / J: P: de Bäer Capt: Lieut:’

‘W: V: D: Roest Lieut’

‘Thom:s Jan Breugeman Cadet’

‘x [.....] Timmerman’

‘Johan:s Grootendorst, Kuyp:r’

Welke verklaring geleezen zynde is ten slotte geresolveerd het voorsz: Vat met bedorven en in Zee geworpen gezouten Vleesch te doen afschryven mits de teekenaaren van voorsz: verklaring beneevens den Capityn du Miny dezelve Verklaring eerst en voor af met Solemneele Eede komen gestand te doen.

Aldus Geresolveert ende Gearresteerd. In ‘t Casteel de Goede Hoop ten daage en Jaare voorschreeve.

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn.