C214 C215 v1.20
C. 214, pp. 246-297 en C. 215, pp. 2-10.¶
Woensdag den {17930320} 20 Maart 1793.
‘S Voormiddags alle Præsent
Ingevolge het geresolveerde onder Gisteren, heeden by resumptie gedelibereert zijnde op de beijde Missives van Heeren Commissarissen Generaal van den 14:e deezer en de tot dezelve specteerende Extracten uit Haar HoogEdelheedens ten zelven dage genomene Resolutien, en nopens het Poinct concerneerende de Somma van Rd:s 1940: door den geweesen Adjunct Fiscaal thans Auditheur militar Gabriel Exter, blijkens de door hem gepasserde Quittantie in dato 25 Maart 1790 ten behoeve van den Compagnie ontfangen, wegens zeekere geconfisqueerde Touwwerken door den franschen Capitain Scohy van den Capitain Lieutenant Arnoldus Rogge ingekogt, waarvan onder anderen bij de voorsch:r zeer gevenereerde Missives en Extract Resolutien gewag gemaakt werd en waaromtrend welopged:e Haar HoogEdelheedens deezen Raade hebben gelieven te gelasten, te zorgen, dat hij Exter dezelve Somma behoorlijk Kwam te verandwoorden en in S Comp:s Cassa over te brengen, of wel dat de Compagnie deswegens wierde Secuur gesteld, wanneer gem: Exter konde aantonen die Som aan de Independent Fiscaal Van Lynden ter handen gesteld te hebben, door hem Exter op d’ afvrage diendwegen heeden in Rade aan den zelven gedaan, gedeclareert zijnde: dat van het voorsch:r bedragen onder andere Confiscatie Penningen meer, bereids voor lange Twee derde gedeeltens ten behoeve der E Comp:ie in hare Cassa overgebragt en afgelegd zoude zijn geworden; Zo is als nu goedgevonden en verstaan, dat vermits dit het eenige poinct is, waaraan als nog de behoorljke executie moet werden gegeeven alzo bereids onder gisteren zo aan den Rade van Justitie, als aan den Burger Krijgsraad authenticque Copijen zijn gesuppediteerd van de voorsch:r Besluiten by Heeren Commissarissen Generaal genomen t’ harer informatie en narigt voor zo verre d’ evenged: beijde Collegien daarbij waren geconcerneert, mitsdien van meerm: thans als auditeur militair fungeerenden geweesene Adjunct fiscaal Gabriel Exter, zal worden gevorderd, zo als van denzelven gevorderd werd bij deezen ten Spoedigsten op eene allezints voldoende wyze te Probeeren het gunt hiervoren door hem nopens d’ inbrenging van tweederde gedeeltens der bovengem: bij hem ontfangene Somme van Rd:s 1940: is gedeclareerd geworden, ten eijnde zoo doende den Rade te bekwamen om ook dit Poinct naar bevind van zaaken finalijk te Kunnen afdoen.
Zullende als dan daarmeede volgens Haar HoogEdelheedens expresse begeerte de Klagten voorkomende bij het Schriftuur van deleantien door den Burgerkrijgsraad op den 10 May 1791 aan deezen Rade tegens den Heer Independent Fiscaal Van Lynden ingediend, met alle de gevolgen en aan kleeven van dien, door de onderschijdene Dispositien bij Hoogstdezelve in deezen genomen, en in afwagting van ‘t effect der Maatregulen door meerged:e Haar HoogEdelheedens te Batavia te werk te Stellen teegens den verderen invoer van Boegineesche Slaven in deeze Colonie, mistg:s der Repræsentatien door Hoogstdezelve aan hare Hoge Committenten omtrend opgem: Independent Fiscaal van Lijnden te doen, worden gehouden voor afgedaan.
Terwijl inmiddels deezen Rade zig ten cijnosure voor ‘t vervolg zal laten Strekken al het geen bij de voorsch:r Haar HoogEdelheedens dispositien voorkomende door Hoogstdezelve daartoe is ingerigt, gelijk zij ook niet afzijn zal van hare zijde ten allen tijde te waken, dat voorthaan niemand wie hij zij, en gevolglijk ook geene Burger Officieren g’exponeerd werden aan onregtmatige Poursuites en Vexatien van den kant van ‘t Officie fiscaal ofte van eenige andere Publicq beampte Persoonen, van welke qualiteit dezelve ook zoude mogen weezen.
Hierna zijn geleezen twee andere Missives op den 16 deezer door Heeren Commissarissen Generaal aan deezen Rade geschreeven, geleidende een derzelve almeede Vier Extracten uit de Besluiten ten gem: dage bij Haar HoogEdelheedens genomen.
En nadien zo uit de geciteerde Extracten, als uit voorsz: Missives zelve is komen te blijken, dat welgem: Haar HoogEdelheedens op het daartoe bij Requeste aan Hoogstdezelve gedaan verzoek aan den Equipagiemeester deezes Gouvernements Cornelis Cornelisz hebben gelieven t’ accordeeren deszelfs ontslag uit voorsch:r zijne Bediening van Equipagiemeester met Permissie om (:na dat alvorens door hem behoorlijk transport zal zijn gedaan van zijn Administratie:/ behoudens qualiteit en Gagie beneevens zijn Huijsvrouw op een der van hier te vertrekkene retourbodems van de Comp:e te mogen Repatrieeren, mitsgaders tot het ogenblik van deszelfs vertrek te mogen verblijven in zijne tegenswoordige Woning aan de Comp:e toebehorende.
Dat Haar HoogEdelheedens overwegen hebbende den inhoude van S Raads eerbiedige Letteren van den 13 deezer loopende Maand behelzende ingevolge en ter voldoening aan Hoogstderzelver zeer gevenereerd aanschrijvens van den 22January bevorens de consideratien en het Berigt van deezen Raade op de Requeste van den Capitain Militair Adriaan Gysbertus Van Kervel om van ƒ80 to ƒ100 p:r maand in gagie te werden verhoogd, daarentegen goedgevonden hebben dit verzoek van gem: Van Kervel te declineeren en te wijzen van de hand, uit aanmerking dat wanneer de Supp:lt op den 27 Octob:r 1789 aangesteld is geworden tot Capitains effectief met de gagie van ƒ80 p:r maand zulks als toen van den zijde der Regeering abusivelijk geschied op deszelfs in dien tyd nog lopend verband van Capitain Lieutenant, daar de gem: aanstelling ingevolge de Reglementen had behoren te worden gedaan op een nieuw Vyf Jarig Verband, om welke reedenen de Vergadering van 17:en ook bij Hoogstderzelver aanSchrijvens van den 4 January 1791 de Regeering gelast heeft te zorgen dat die aanstelling zoude geschieden op een nieuw verband van Vyf Jaren gelijk zulks ‘t zeedert ook is g’effectueerd, hij Supp:lt dierhalven geen aanspraak kan maken op de verzogte verhoging van Gagie dan na expiratie van het voorsch:r nieuw verband ofte na den 27 Octb: 1794.
Dat bij Haar HoogEdelheedens geleezen zynde een Tweede Brief deezer Regeering van den 13 der præsente maand houdende ingevolge en ter voldoening aan Hoogstdezelver Requisitie van den 24 Decemb:1792 ‘S Raads Consideratien en Berigt op ‘t Request van den Oud Burgerraad Jan Hendrik Munnik, verzoekende op de gronden en motiven daarby breeder geallegueerd, dat het den Supp:lt mogte vergund worden in Eygendom te verkrijgen zeekere Strook Lands gelegen in de Koebergen , breeder bij onderschydene Resolutien deezes Raads en laatstelijk bij die van den 4 January Laatstleeden vermeld, welgem: Haar HoogEdelheedens ook dit Supplicq van de hand geweesen hebben, vermits uit ‘S Raad voorsch:r Berigt aan Hoogstdezelve is komen te blijken dat wanneer gem: Supp:lt zig op den 11 January 1791 met een diergelijk verzoek aan deeze Regeering heeft geaddresseert, de Regeering na behoorlijk onderzoek van zaaken, om goede reedenen beslooten heeft gehad de voorsch:r Strook Lands nog aan hem Munnik, nog aan ijmand anders uit te geeven.
en dat meer Hoogstged:e Haar HoogEdelheedens nog hebbende geleezen een andere onderdanige Missive door den Rade aan Hoogstdezelve Sub dato 25 der even afgeweekene maand february geschreeven, houdende ter voldoening aan het geen welgem Haar HoogEdelheedens bij Brief van den 24 Januarij bevorens hebben gelieven te requireeren der zelver consideratien en advies op ‘t verzoek door Arend van Willigh, als aanneemer van de Leverantie van ‘t voor de Compagnie benodigd Brood, Meel en Biscuit gedaan, dat hem mogte weezen gepermitteerd uit de aan hem afgestaane Brood Bakkerij ten deeze Casteele, ook te mogen verkopen zodanige Brooden als hij gehouden is voor de Compagnie te moeten bakken en zulks alleen ten einde hij Supp:t daardoor in de gelegendheid mogte werden gesteld, om wanneer Storm winden ofte andere toevallen hem Supp:lt mogte verhinderen het vervaardigd Brood aan ‘S Comp:s Bodems te leeveren, hetzelve alsdan egter te Kunnen van den hand zetten; Haar HoogEdelheedens hebben goedgevonden te approbeeren de reedenen en gronden bij ‘t voorsch:r S Raads Berigt aangehaald, bijzonder ook concerneerende de billijkheid dat aan den Supp:t gelegendheid werde gegeeven, om wanneer toevallige omstandigheeden het afleeveren van Boord ten behoeve van S Comp:s Scheepen gebakken; volstrekt verhinderen des wegens buijten Schade te Kunnen blijven, en dat Hoogstdezelve mitsdien aan gezegde Van Willigh hebben gepermitteerd, om het Brood door hem ten behoeve van de Compagnie gebakken dog het welk door toevallige omstandigheeden niet zal Kunnen werden afgeleeverd, uit S Comp:s Bakkerij ten deezen Casteele te mogen verkopen, mits tot dezelfde Prijs als die welke voor de gepriviligeerde Broodbakkers is bepaald, zo nogthans, dat hij Van Willigh gehouden zal zijn Jaarlijks onder Ult:o Augustus zo naauwkeurig mogelijk op te geeven hoeveel van ‘t door hem uit ‘S Comp:s Graan Maguazijnen ontfange Koorn is gebruikt tot het Brood door hem geduurende de laatste Twaalf maanden aan Particulieren verkogt, ten eijnde die quantiteit Tarw door hem aan Commissarissen uit den Rade van Justitie te werden betaald tegens de Prys tot welke dezelve aan de gepræviligeerde Bakkers werd afgeleeverd, en vervolgens door Commissarissen van den Rade van Justitie weederom in S Comp:s Maguazijnen te werden gerestitueerd, mitsgaders om voor die quantiteit aan de Pagters der Burger dwang molens te betalen het geen hun wegens maalloon van de voorsch:r Tarw zal Competeeren
Dat Schoon S Comp:s omstandigheeden thans over ‘t algemeen niet geschikt zijn om nieuwe bezwaren te Kunnen dragen, Haar HoogEdelheedens egter uit consideratie van de merkelijke vermindering van inkomsten door verscheidene der ingevoerde redressen toegebragt aan de Post van Resident of Posthouder in de Baaij fals , en lettende op het favorabel Berigt door deezen Rade bij hare Missive van den 12:e deezer gegeeven op het daartoe door den Heer Resident Brandt aan Hoogstdezelve by Requeste gedaan verzoek, alverder hebben beslooten aan de Boekhouders en Adsistenten welke Voorthaan ter Verrigting van ‘S Comp:s dienst naar de Baay Fals zullen werden afgezonden, toe te leggen Een Ryxd:s ‘S Daags om zig daarvoor in Baay fals bij de aldaar woonende Ingezeetenen van Huysvesting, Kost en drank te voorzien, dog tevens te Statueeren, dat aan hun deswegens geen betaling zal geschieden dan op een declaratoir van den Resident of Posthouder in der tijd waaruit blijkt hoe veel dagen zij aldaar in ‘S Comp:s Dienst hebben doorgebragt, Recommandeerende Haar HoogEdelheedens daarbij alle mogelijke menagie en attentie dat het verblijft dier Boekhouders en Adsistenten in voorsch:r Baaij niet nodeloos werde geprotraheerd -: maar dat de voorsz: Resident of Posthouder in der tijd verpligt blijven zal tot de huijs vesting en verzorging van Spijs en Drank van alle hogere gequalificeerde Dienaaren welke als daartoe door deeze Regeeringe gecommitteerd zig ter verrigting van ‘S Comp:s zaken in de Baaij zullen bevinden, waarvoor aan hem voor elk Persoon uit ‘t Comp:s Cassa zal worden gevalideerd een Ducaton ‘S Daags, waaromtrend evenged: Haar HoogEdelheedens nogthans vertrouwen, dat insgelijks door den Rade alle mogelijke menagie zal worden betragt.
Dat Hoogstdezelve voorts op ‘S Raads voordragte bij Missive van dien zelfden datum gedaan hebben g’arresteerd eene Waarschouwinge tendeerende om d’ Ingezeetenen der Colonie Graaff Rijnet te brengen uit den verkeerden waan waarin dezelve door den Heemraad Josua Joubert zijn gebragt omtrend de verzoeken door zommige hunne gedaan tot KwijtSchelding van den Recognitien op hunne Leeningsplaatzen hegtende, en dezelve waarschouwing aan deezen Rade toezenden, ten eynde te werden afgekondigd en aangeplakt, inmiddels approbeerende ‘S Raads voorneemen om aan den als Landdrost fungeerende Capitain Van Balen of den geenen die door dezelve uit Kragte van de door Haar HoogEdelheedens verleende qualificatie tot Landdrost zal worden aangesteld aan te Schrijven en te gelasten een naauwkeurig oog te Vestigen op de gangen en handelingen van meerm: Joubert.
Dat daar Haar HoogEdelheedens vertrouwen deeze Regeeringe uit Kragte van Hoogstderzelver Missive van den 27 October Jongstleeden genoegzaam te zijn gequalificeerd tot afdoening van de klagten door den geweezen Landdrost Woeke tegens den Secretaris Manier ingebragt met de gevolgens van dien en Haar HoogEdelheedens boven dien bij Hoogstderzelver aanschrijvens van den 6:e Februarij daaraan, uitdrukkelijk aan den Rade hebben te kennen gegeeven hunner HoogEdelheedens verlangen dat den Rade met het beleid der zake alhier zoude voortgaan zonder dezelve verder ter Kennissie van Hoogstdezelve te brengen, dan alleen ingevallen van d’ uitterste aan gelegendheid, behoudens ‘S Raads verandwoordelijkheid, het dierhalven Haar HoogEdelheedens in geenen deele aangenaam is gevallen zig op nieuw vermoeijelijkt te zien met een verhaal der verdere geschiedenis van de voorsch:r tædieuse geschillen tusschen voorm: Woeke en Mainier, voorkomende bij den Brief deezer Regeeringe van den 5 der Præsente maand, en dat nadien Haar HoogEdelheedens beezigheeden en gewigtige Belangen welke Hoogstdezelve naar elders roepen niet toelaten te vaceeren tot het onderzoek daarvan, en de Volumineuse Stukken neevens de voorsch:r Missive gevoegd geweest welgem: Haar HoogEdelheedens mitsdien hebben goedgevonden, Persisteerende bij Hoogstderzelver voorm:d aanschrijvingen aan deezen Rade, met te rug zending van alle de voorsch:r Stukken nogmaals over te laten om in de Post van Landdorst van Graaff Reinet te voorzien, zoo als het meest met de belangen van de Compagnie en van de Colonie zal overeenkomen, terwijl Haar HoogEdelheedens daarbij zeggen in hoogstderzelver eerstgem: aanschrijvens niets voor te komen het welke de aanstelling van voorm: Maynier tot die Post behoeft te verhinderen, wanneer hij zig van de teegens hem ingebragte beschuldigingen genoegzaam heeft gezuijverd en verder door den Rade daartoe geschikt werd geoordeeld.
Dat wijders Haar HoogEdelheedens hebben gelieven te doen de navolgende aanstellingen, te weeten -
Tot Equipagiemeester met zodanige Rang, Gagie en Emolumenten mistgaders op zodanige Instructie als dezelve Post door den hiervoren genoemde geweezen Equipagiemeester Cornelisz is bekleed geweest, den Capitain ter zee in dienst der E Comp:ie Jan Arnoud Voltelen.
Tot Hoofd van ‘t Guarnisoens Comptoir den GuarnisoenBoekhouder Andries Muller, met de qualiteit effectief en Gagie van Onderkoopman, daartoestaande, mitsg:s
Tot Boekhouder en Guarnisoens Overdrager met de daartoe Staande Gagie en Emolumenten den Adsistent Christoffel Lehman.
Terwijl Haar HoogEdelheedens voorts zoo uit consideratie van het favorabel getuigenis door deeze Regeering by eene vorige gelegendheid gegeeven van den Boekhouder adsisteerende in ‘t Dispens en Negotie Pakhuijs, Arend de Waal, als uit hoofde van de vermeerdering van werk voor denzelven de Waal geboren uit de in eensmelting dier beijde Administratien, aan voorsch:r de Waal hebben toegevoegd de Rang van Onderkoopman, en daarby toegelegd een maandelijkse Douceur van Twintig Ryxd:s zoolang hij in de gem: Bediening zal fungeeren en zonder eenige consequentie voor ‘t Vervolg.
en dat Laatstelyk den Heere Gezaghebber aan meer Hoogstged:e Haar HoogEdelheedens bij eene Memorie hebbende voorgedragen, hoe volgens een al oud gebruik na ‘t aflopen der publicque verkopingen van ‘S Compag:s Lijwaten aan de ordinaire gecommitteerdens eenige Stukken derzelve Lijwaten met 50 P:rC:t advans voor de Compagnie zijn toegestaan, en gevraagd hebbende, hoedanig Hoogstdezelve begeerden dat daaromtrend voor ‘t Vervolg zoude werden gehandeld, welgem: Haar HoogEdelheedens ten hoogsten goedkeurende de attentie door voorn: Heere Gezaghebber in deezen betoond, hebben goedgevonden de voorschreeve Memorie aan deezen Rade toetezenden, ten eijnde daarop te dienen van consideratien en Berigt.
Zoo is, in overweeging genomen zijnde hoe alle de voorsz: beschikkingen van Heeren Commissarissen Generaal best de vereyschte executie zoude kunnen werden gegeeven: goedgevonden en Verstaan, dat daartoe aanvankelijk, zoo aan ‘t Hoofd en Visitateur der Zoldijen Clement Matthiessen, als aan den Negotie Overdrager Casparus Van Eerten tot derzelver informatie en narigt zal werden gesuppediteerd Extracten van de Passages concerneerende het ontslag van den Equipagiemeester Cornelisz, en de weder aanstelling van den Capitain ter zee Jan Arnoud Voltelen tot dien Post, mitsg:s van de dispositie omtrend het verzoek door den Capitain Militair Van Kervel gedaan en der gedane bevorderingen van den Gaurnisoen Boekhouder Andries Muller tot Hoofd en den Adsistent Christoffel Lehman wederom tot Boekhouder en Overdrager in Steede van deezen op ‘t Guarnisoens Comptoir, gelijk meede van de toevoeging van den Rang van Onderkoopman beneevens een Douceur van Twintig Ryxd:s p:r maand aan den Boekhouder in ‘t Dispens en Negotie Pakhuijs Arend de Waal, zullende gemelde Negotie Overdrager en Hoofd der Soldijen, respectivelijk een ijder in den zijnen moeten bezorgen, dat in de eerste plaatze met het uiteinde deezer lopende Maand Komen te cesseeren de Emolumenten bij den voorsch:r afgaande Equipagiemeester Cornelisz tot dus verre genooten, dog dat daarentegen met den dag van heeden aanvang neemen de Gagien en Emolumenten van den in de plaats van op gem: Cornelisz nieuw aangestelde Equipagiemeester Voltelen, gelijk ook die Staande tot de qualiteiten waartoe voornd:e Muller en Lehman bevorderd zijn geworden, en zo meede het Douceur van Twintig Ryxd: maandelijks aan den Boekhouder Arend de Waal toegelegd.
Dat wijders ter keuse van den Heere Gezaghebber zullen moeten werden benoemd expresse Gecommitteerdens, omme d’ Administratie onder voornoemde oud Equipagiemeester Cornelisz gestaan hebbende exactelijk op te neemen, en na daarvan eene behoorlijke Inventaris te hebben geformeerd, dezelve administratie aan zijnen hierboven meede geciteerden Successeur Voltelen over te geeven
Dat alverder, terwijl men in allen eerbied voor gecommuniceerd zal houden Haar HoogEdelheedens besluit genomen, op ‘t verzoek door den oud Burgerraad Jan Hendrik Munnik aan Hoogstdezelve gedaan en hiervoren breeder omschreeven, van de Permissie aan den Oud Brandmeester Arend Van Willigh, als aanneemer van de Leverantie van ‘t voor de Comp:ie benodigd Brood, Biscuijt en Meel verleend, om onder de Conditien en bepalingen daarbij bedongen het Brood door hem ten behoeve der Comp:e gebakken, dog hetwelk door toevallige omstandigheeden niet zal Kunnen werden afgeleeverd, aan particulieren te mogen verkopen, insgelijks door afgave van Extracten uitdeeze Resolutie de vereyschte Kennisse zal werden gegeeven, zoo aan den Heere van Reede van Oudsthoorn in zijn Ed: qualiteijt als Administrateur van ‘S Comp:s Graan maguazynen, als aan Commissarissen uit den Rade van Justitie en den voorm: Negotie Overdrager Van Eerten, om een ijgelijk hunner voor zo verre zulks hem aangaat te effectueeren, dat wanneer onder Ult:o Augustus van ijder Jaar, Conform de bepaling van Heeren Commissarissen Generaal door gezegde Van Wielligh opgave zal werden gedaan van het Koorn door hem alzoo voor het Brood het welk hij in de laatste Twaalf maanden aan Particulieren zal hebben verkogt, verbruikt, een gelijke quantiteit door gem: Van Wielligh aan Commissarissen uit den Rade van Justitie tegens de Prys waarvoor de afleevering van dien aan de gepræviligeerde Bakkers komt te geschieden betaald, en vervolgens door Commissarissen weeder in ‘S Comp:s maguazijnen ingebragt, mistg:s daarvoor aan den Pagters der Burger dwang molens ook het maalloon hun van de gementioneerde Tarw competeerende, voldaan werde.
Dat inmiddels om te zorgen, dat de Boekhouders en Adsistenten welke voor den dienst der Maatschappye naar Baayfals gaande in ‘t vervolg genieten zullen ijder Een Ryxdaalder Per Dag, om zig daarvoor in gem: Baaij bij Particulieren Logies en onderhoud te Kunnen verschaffen hun oponthoud aldaar niet langer doen duuren als den gem: dienst zulks volstrektelijk zal komen te voorderen, aan de Hoofden der Resp:e Comptoiren zal werden gelast zoo als dezelve gelast werden bij deezen om wanneer zij zig, in de noodzakelijkheid bevinden een ofte meer hunner Clerquen naar ged:e Baayfals te moeten zenden ter verrigting van zaaken ‘S Meesters Dienst concerneerende, zij daarvan aanvankelijk aan den Heere Hoofd gebieder en Voorts bij Missive houdende het Oogmerk der afzending en den dag van ‘t depart der gem: Clerquen van hier ook aan den Heere Resident Brandt of den Posthouder in der tyd, Kennisse zullen moeten geeven, die daarvan dan mitsg:s van den Præcisen tyd wanneer gedagte Clerquen hunne beezigheeden verrigt hebben, weederom naar herwaards opontboden werden t welk almeede bij Missive aan voorm: Resident ofte Posthouder zal moeten worden gecommuniceerd (:aanteekening zal houden ten eijnde de voornoemde in Baayfals g’emploijeerde Clerquen bij hun vertrek van daar te munieeren van een Schriftelijk bewijs houdende opgave van den dag hunner aankomst in gem: Baay, mitsg:s zo van den tyd door hunne Resp:e hoofden voor derselver retour dit heen bepaald als van derzelver dadelijke afrijze, om de gem: Bewijzen aan welopged: Heeren Hoofdgebieder geexhibeert en vervolgens ten Negotie Comptoire afgegeeven zijnde daarop alsdan per ordonnantie uit de Kas aan den zo dikwils gemelde Clerquen te Kunnen werden gerembourseert de depenses ter zake voorsch:r werkelijk door hun in en voor ‘S Maatschappijs dienst gedaan, gereekend zo als de bovenstaande bepaling zulx komt meede te brengen a Een Ryxd:s P:r dag.
Dat daarentegen om te doen consteeren den tyd van het verblijf in Baayfals van alle hogere ofte gequalificeerde Dienaren, voor welkers Defroijement Heeren Commissarissen Generaal aan den tegenswoordige Heere Resident mitsg:s deszelfs opvolgers in der tyd hebben gelieven toe te leggen een Ducaton ‘S daags, zo aan ged:e Resident als zijne evengem: Successeurs directe door den Heer Hoofdgebieder, door wien de voorsch:r gequalificeerde Dienaren voor den dienst der E Comp:e naar de Baaij gecommitteerd werden ofte in Name van zyn Ed: van den tyd van derzelver vertrek van de Caab almeede bij Missive kennisse zal werden gegeeven, terwijl bij hunne weder afrijze van daar naar herwaards te rug van den dag op welke zulks komt te geschieden, ook wederom door den Resident ofte Posthouder in zelvervoegen aan den Heere Hoofdgebieder in Scriptis communicatie zal moeten gedaan werden, op dat uit de confrontatie dier afgaande en inkomende Brieven blijkende hoelange de onderschijdene afgezonden geweest zijnde gequalificeerde Dienaren zig ter bevordering van ‘S Maatschappijs belangen in Baayfals hebben moeten op houden, onder Ult:o Augustus van ijder Jaar daaruit dan zal Kunnen geformeert werden een Specificque Reekening van alle de Posten welke het geheel bedragen, zal uitmaken welke den Resident ofte Posthouder ter zake voorsch:r van d E Comp:ie zal competeeren, om dat bedragen als dan insgelijks Per ordonnantie uit ‘S Comp:s Cassa aan gem: Resident ofte Posthouder te werden voldaan; zullende ten eijnde den meermaals gen: Negotie Overdrager in Staat te Stellen de voorsch:r confrontatie der Brieven tegen den anderen en het extraheeren der onderschijdene Posten tot het opmaken der generale Reekening uit dezelve te Kunnen doen, d’ inkomende Brieven van den Resident ofte Posthouder dadelijk na derzelver ontfangst op ‘t Negotie Comptoir werden afgegeeven om aldaar geseponeerd te blyven, en d’ afgaande aan gem: Resident ofte Posthouder, door hem onder voorn: datum van den laatsten Augustus van ijder Jaar meede ten gem: eijnde op dat Comptoir bezorgd moeten werden.
Met welk een en ander deezen Rade vertrouwende de meest mogelijkste ordre te zullen hebben g’introduceert in het valideeren der voorsch:r toegelegde defroijementen zo aan de gequalificeerde Dienaren als aan de Boekhouders en Adsistenten, zal dezelve ter verdere voldoening aan Haar HoogEdelheedens hiervoren gedaane recommendatie dan ook niet afzijn tevens in d’ afzending en het Committeeren der gem: Dienaren ter zake van het daarin Resideerend bezwaar voor de Maatschapppy alle mogelyke menage te betragten en te doen observeeren.
Dat voorts ten Spoedigsten mogelijk in opvolging van Welopgem: Haar HoogEdelheedens last gepubliceert en alomme maar wel bijzonderlijk in ‘t District van Graaffe Reinet geaffigeerd zal moeten werden de voorsch:r by Hoogstdezelve gearresteerde en aan deezen Rade toegezondene Publicatie terwijl tevens ook by eerstvoorkomende Occagie het voorgenoomen aanschrijvens nopens den Heemraad Josua Joubert aan den Landdrost der evengeciteerde Colonie zal moeten afgaan.
Ende ten aanzien deezen Rade by hare aangehaalde onderdanige Letteren op den 5 der Præsente maand aan Heere Commissarissen Generaal geschreeven, genoegzaam heeft gemanifesteerd, aan den eenen kant hare twijffelingen of wel immer door den gedimitteerden Landdrost Woeke zal Kunnen werden geprobeert de beschuldigingen door hem tegen den Secretaris Maynier ingebragt, alzo dezelve tot dus Verre al het voorkomen hebben van valschelijk te zyn verdigt, om gem: Maynier een Obstacul te leggen in ‘t optreeden tot den Post van Landdrost, waarvan hij Woeke heeft moeten werden verlaten - en het haar aan de nadere zijde ook is toegescheenen thans in niemand te zullen aantreffen meer requisiten tot de vervulling van het geciteerde tegenswoordig vacant zijnde Ampt van Landdrost te Graaffe Reinet als in voornoemde Maijnier, dewelke by de Kennis van de huijshouding en het locale in ‘t even gedagte District ook komt te Paren al dat beleid en die voorzigtigheid welke in de Præsente omstandigheeden van zaaken noodzakelijk worden vereijscht in den geenen wien men de voorsz: gewigtige Post opdragen zal.
Dat dierhalven ook de Waarneeming van de functien van den Landdrost van Graaffe Reinet , thans door ‘t bereids aangehaald ontslag van voornoemde Woeke vaceerende Provisioneel zal gedemandeert en opgedragen werden aan evengem: Secretaris Maijnier, gelijk hem de waarneeming dier functie dan ook opgedragen werde bij deezen, onder toevoeging van den daartoe Staanden Rang van Koopman, zonder dat daardoor egter zal werden verstaan eenig hinder ofte belet te werden toegebragt aan het aan den fiscaal gedemandeert onderzoek der voorsch:r Beschuldigingen tegens hem Maynier door den zo dikwils gem: Woeke ingebragt, als zijnde het de expresse wille en begeerte van deezen Rade, dat dat onderzoek gecontinueerd, en de zaaken ten lasten van hem Maynier geavanceert alzo tot Klaarheid gebragt werde, op dat zo doende deszelfs Schuld ofte onschuld blijken moge, om het laatste het geval zijnde, alsdan ook eerst ingevolge de daartoe door Heeren Commissarissen Generaal op den Rade verleende qualificatie tot de werkelijke aanstelling van voornoemde Maynier tot gem: Bediening van Landdrost van Graaffe Reinet met bevordering tot de qualiteit van Onderkoopman te werden geprocedeert.
Zijnde ingevolge van de voorsch:r dispositie dan ook goedgevonden onder approbatie van Heeren Commissarissen Generaal als nu in Steede van opged:e Maynier finalijk tot Secretaris van den meerm: Colonie van Graaffe Reinet met de daartoe Staande qualiteit en Gagie van Boekhouder aan te Stellen, den bij Besluit deezes Raads van den 6:de December Jongstleeden tot de Provisioneele waarneeming van de gemelde bediening gequalificeerde Adsistent Jacobus Stanhoffius.
Van welke beijde Voorsch:r aanstellingen dierhalven met den eersten bij Missive zal werden Kennisse gegeeven aan den thans te Graaff: Reinet als Landdrost fungeerenden Capitain Militair Bernardus Cornelis van Balen, beneevens de Resp:e Collegien van Heemraaden en Krygs-officieren met bijgevoegde Last, dat aangezien den dienst vordert, dat opgem: Capitain Van Balen zig als nu weder om ten Spoedigsten kome te vervoegen bij het Corps, waaronder den zelven is Sorteerende, hij dierhalven thans bij eerste convenable gelegendheid weederom herwaards zal moeten opkomen, na in zelver voegen als men Verondersteld dat zulks ingevolge het geresolveerde by deezen Raade op den 6 DeC:br 1792 door voorm: Woeke aan hem geschied zal zijn aan den thans tot Landdrost aangestelden Maynier in een deswegens expres te beleggene Heemraads Vergadering bij een Inventaris van alle ‘S Colonies Goederen, Effecten en Papieren, voor zooverre dezelve ter zijne Verandwoording gestaan hebben, gelijkmeede van de Drostdy zelve, behoorlijk Transport en Overdragt te hebben gedaan, en nadat vooraf meede conform d’ ordres door den Rade daartoe gesteld door hem behoorlijk zullen weezen ter executie gelegd de beveelen welke hem Successivelijk met betrekking tot den Persoon van opgem: gedimitteerden Landdrost Woeke zijn gesuppediteerd geworden, zullende voor ‘t overige de gem: Collegien van Heemraaden en Krygs Officieren g’exhorteert en aan bevolen werden, voorn: nieuw aangestelde Landdrost Maijnier en Secretaris Stanhoffius in hunne evengen: qualiteiten t’ erkennen, mitsg:s den eerstgem: daarenboven behoorlijk t’ eeren ende te respecteeren als dengeenen dewelke onder hun deeze Regeering zal repræsenteeren.
en eijndelyk, dat ter voldoening aan Haar HoogEdelheedens requisitie met opzigt tot de Memorie door den Heere Gezaghebber aan Hoogstdezelve gepræsenteerd met betrekking tot het gebruijk waarin men altoos is geweest om na de verkopingen van Lijwaten, welke ‘S Comp:s wegen zijn gehouden geworden, eenige Stukken der gem: Lijwaten met een avanco van 50 ten Hondert voor de Maatschappij aftestaan aan d’ ordinaire gecommitteerdens, aan welopged:e Haar HoogEdelheedens zo en in dier voegen zal werden gerescibeert als de aparte Notulen hiervan onder heeden gehouden, zulks omstandig Komen aan te toonen.
Dit alzoo afgehandeld ende voorn: nieuw aangestelde Landdrost van Graaff Reinet , Honoratus Christiaan David Maynier en Equipagiemeester Jan Arnoud Voltelen, dewelke ten dien einde expresselijk g’appointeerd waren geworden, daarop in den Raad geroepen zijnde, wierd door beijde dezelve afgelegde Eeden tot hunne Resp:e bedieningen Staande, mitsg:s door eerstgem: als bij deezen Regeeringe tot de voorsch:r hem opgedragene Post van Landdrost bevorderd, bovensdien ook den eed van Purge.
Vervolgens ter Tafel gebragt en geleezen zijnde een derde onder den 16 der Præsente maand Maart door meer Hoogstged: Heeren Commissarissen Generaal aan deezen Rade gerigte Missive, geleidende een Placcaat onder evengem: datum bij Haar HoogEdelheedens g’arresteerd tot introductie van eenige middelen tot Verbeetering der Inkomsten van dit Gouvernement
En uit den inhoude van dat zeer gevenereerd aanschrijvens, mitsg:s van het voorm: Placcaat gebleeken zijnde, dat Hoogstdezelve om diversse reedenen in ‘t even geciteerd Placcaat breedvoerig omschreeven, hebben goedgevonden aftezien van d’ introductie van het middel van Collateraal en de heffing eener 50 Penning bij wijze van Liberale gifte binnen deeze Colonie.
Dog dat Haar HoogEdelheedens daar en tegen hebben gelieven te arresteeren, dat inSteede van dit een en ander alle gequalificeerde Dienaaren van de Compagnie in dit Gouvernement bescheiden, en met ‘er woon g’etablisseert van den Gouverneur af, tot die welke d’ effective qualiteit van onderkoopman bezitten incluis, mistg:s alle Millitaire en Zeevarende Officieren zonder onderscheid, beneevens alle zodanige Persoonen welke in de voorsch:r qualiteiten de Comp:ie hebben gediend en daarin zijn ontslagen, ‘t zij dezelve het Burgerregt mogten hebben verkreegen, dan wel onder afgeschreeven Gagie zijn gesteld, als meede de Weduwen van alle de opgenoemde Personen met uitzondering alleen omtrend deeze laatste wanneer derzelver bezittingen geen ƒ50000:- Kaapse Valuatie mogten bedragen, in welken gevalle zij daarvan zullen weezen g’exhimeert, dit Land willende verlaten, gehouden zulllen zyn, bij wijze eener Recognitie aan de Compagnie te betalen Vyf pro Cento van de waarde van alle hunne Bezittingen in deeze Colonie, en dus zowel van vaste als losse goederen zonder onderschijd volgens opgave en taxatie te doen ter overstaan van Gecommitteerdens uit den Rade van Justitie die des gerequireerd werdende met Præsentatie van Solemneele Eede zal moeten werden gesterkt, en dat door deeze Regeering geen Permissie tot het vertrek van zodanige Personen zal mogen werden verleend, alvorens aan dezelve gebleeken zal zijn dat de voorsch:r betaaling is geschied, zoo nogthans dat aan die geene van den voornoemde Personen welke dit Land verlaten met intentie om in het zelve met er Woon te rug te keeren, en daarvan voor hun vertrek aan den Regeering Kennisse zullen hebben gegeeven wanneer zij zig binnen den tyd van drie Jaren na den dag van hun vertrek alhier wederom met er woon etablisseeren, zal werden gerestitueerd het geen door hen in voegen voorsch:r zal weezen betaald, dog dat zij na expiratie van dier termijn op geen restitutie hoegenaamd eenige aanspraak meer zullen kunnen maken.
Dat wijders van nu voorthaan ook van de Brandewijnen zal moeten werden betaald het Vatgeld van drie Ryxdaalders P:r Legger, in zelver voegen als hetzelve betaald word van de Wynen, dog dat het een ijgelijk zal Vrijstaan de Voorsch:r Brandewijnen op dien tyd van ‘t Jaar op te rijden en alhier in te voeren als hem zulks het best geleegen komt, zonder daaromtrend aan vaste bepalingen onderheevig te zijn
Dat bij verkoop ofte veralieneering van vaste goederen waarvan volgens de thans plaats hebbende Ordonnantien en Reglementen moet werden betaald den Veertigsten Penning voorthaan zal moeten werden betaald den Vijf en Twintigsten penning ofte Vier Pro Cento van de Verkoop prijs
Dat van alle Losse goederen welke in dit Gouvernement by publicque verkoping werden geveild, zullen moeten werden geformeerd behoorlijke Vendu Brieven evengelijk thans Plaats heeft, en dat dezelve Vendubrieven geschreeven zullen moeten zyn
die groot Rd:s 12 1/2 :- en daarbeneeden op een zegul van | Rd:s-: 6 Stvers |
boven de Rd:s 12 1/2:- :- tot Rd:s 25 op een Zegul van | d:o - :12: |
d:o d:o d:o 25:- :- d:o d:o 50: d:o d:o d:o d:o | d:o - : 24: |
d:o d:o d:o 50:- :- d:o d:o 75: d:o d:o d:o d:o | d:o - : 36: |
d:o d:o d:o 75:-:- d:o d:o 100: d:o d:o d:o d:o | d:o 1:-: |
d:o d:o d:o 100:- d:o d:o 150: d:o d:o d:o d:o | d:o 1: 24: |
d:o d:o d:o 150:- d:o d:o 200: d:o d:o d:o d:o | d:o 2: - : |
d:o d:o d:o 200:- d:o d:o 275: d:o d:o d:o d:o | d:o 2: 24: |
d:o d:o d:o 275:- d:o d:o 350: d:o d:o d:o d:o | d:o 3:- |
d:o d:o d:o 350:- d:o d:o 500: d:o d:o d:o d:o | d:o 5:- |
d:o d:o d:o 500:- d:o d:o 700: d:o d:o d:o d:o | d:o 6:- |
d:o d:o d:o 700:- d:o d:o 1000: d:o d:o d:o d:o | d:o 7:- |
d:o d:o d:o 1000:- d:o d:o 1500: d:o d:o d:o d:o | d:o 8:- |
d:o d:o d:o 1500:- d:o d:o 2000: d:o d:o d:o d:o | d:o 9:- |
d:o d:o d:o 2000: en daarboven d:o d:o d:o d:o | d:o 10:- |
die groot Rd:s 12 1/2 :- en daarbeneeden op een zegul van | Rd:s-: 6 Stvers |
boven de Rd:s 12 1/2:- :- tot Rd:s 25 op een Zegul van | d:o - :12: |
d:o d:o d:o 25:- :- d:o d:o 50: d:o d:o d:o d:o | d:o - : 24: |
d:o d:o d:o 50:- :- d:o d:o 75: d:o d:o d:o d:o | d:o - : 36: |
d:o d:o d:o 75:-:- d:o d:o 100: d:o d:o d:o d:o | d:o 1:-: |
d:o d:o d:o 100:- d:o d:o 150: d:o d:o d:o d:o | d:o 1: 24: |
d:o d:o d:o 150:- d:o d:o 200: d:o d:o d:o d:o | d:o 2: - : |
d:o d:o d:o 200:- d:o d:o 275: d:o d:o d:o d:o | d:o 2: 24: |
d:o d:o d:o 275:- d:o d:o 350: d:o d:o d:o d:o | d:o 3:- |
d:o d:o d:o 350:- d:o d:o 500: d:o d:o d:o d:o | d:o 5:- |
d:o d:o d:o 500:- d:o d:o 700: d:o d:o d:o d:o | d:o 6:- |
d:o d:o d:o 700:- d:o d:o 1000: d:o d:o d:o d:o | d:o 7:- |
d:o d:o d:o 1000:- d:o d:o 1500: d:o d:o d:o d:o | d:o 8:- |
d:o d:o d:o 1500:- d:o d:o 2000: d:o d:o d:o d:o | d:o 9:- |
d:o d:o d:o 2000: en daarboven d:o d:o d:o d:o | d:o 10:- |
Zullende dit Zegulregt door de Kopers moeten worden voldaan en dat onder de naam van Carossen Geld voor de hierna genoemde Rijtuigen tot gemak of vermaak dienende, in’t Jaar zal worden betaald als volgd -
Voor Een Koetz Tien Ryxdaalders
Voor Een Kratwagen, Vriesche Wagen af ander Rijtuig van dien aard onder wat benaming ook, Ses Ryxdaalders a
Voor een Chaise ofte fargou. Vier Ryxdaalders
Dat ook bij dees gelegendheid by Haar HoogEdelheedens nader in overweging genomen zijnde ‘S Raads Missive van den 9 November des voorleeden Jaars, houdende diversse bedenkingen over d’ executie van het g’introduceerde middel van Ambtgeld, Hoogstdezelve alverder hebben goedgevonden om bijzondere reedenen Haar HoogEdelheedens daartoe moveerende, de heffing van dat middel bij Provisie te bepalen tot de Leeden deezes Raads (: met uitzondering nogthans van den Chef der Militie :/ den fiscaal deezes Gouvernements mitsg:s de Secretarissen van Politie, Justitie en de Weeskamer, welke dierhalven gehouden zijn het Ambtgeld te voldoen op den Voet van het door de hoge Regeering gearresteerde Placcaat terwijl Haar HoogEdelheedens aan zig ReServeeren, om met opzigt tot d’ overige Dienaren welke in de termen vallen om het ambtgeld te moeten opbrengen, zodanig nader te disponeeren als Hoogstdezelve zullen oordeelen te behoren
en dat Laatstelijk welopged: Haar HoogEdelheedens op voordragte van den Heere Gezaghebbber lettende op zijn Ed:s meenigvuldige Beezigheeden, en de aanmerkelyke vermeerdering der benodigdheid van Zeguls welke waarschijnlijk uit het g’introduceerde Zegulregt op de Vendubrieven zal ontstaan, hebben goedgevonden tot deszelfs Adsistentie in het teekenen van zeeguls beneeden de Vyf Ryxd:s te qualificeeren den geheimSchrijver Christiaan Godlob Höhne, zo nogthans, dat hij Heere Gezaghebber voor de Zeguls door gem: Höhne geteekend, verantwoordelijk zal zijn.
Zoo is na deliberatie goedgevonden en Verstaan, dat ter pligtschuldige obtemperance der Ordres en beveelen bij de voorsch:r dispositien van Heeren Commissarissen Generaal vervat, in d’ eerste plaatze de Publicatie nopens de heffing van het middel van Collateraal, in dato 2 Maart 1792 gedaan, dog waarvan het dadelijk effect ter zelver tyd is opgeschort geworden tot de alstoen voorhanden geweest zijnde Komste van Haar HoogEdelheedens ter deeze Plaatze, om daarop eerst en vooraf van Hoogstdezelve te kunnen verneemen of niet tegenstaande de herhaalde repræsentatien van Burgerraaden teegens d’ introductie van der voorsz: Belasting in deeze Colonie egter tot de werkelijke invordering van dien zoude moeten geprocedeert werden, als nu finalijk zal werden ingetrokken, zoo als dezelve ingetrokken en buijten werking gesteld werd bij deezen, terwijl wat betreft de beuring van de 50 Penning, waartoe men om de gewigtige bedenkingen en Consideratien daartegen gemilliteerd hebbende, almeede niet zonder nadere Last van Haar HoogEdelheedens heeft durven overgaan, dezelve thans insgelijks geheellijk zal werden agtergelaten.
Dat integendeel dadelijk gepubliceert en de alomme g’affigeerd zal moeten werden het Placcaat thans by welopged:e Haar HoogEdelheedens vastgesteld, lastende gelijk hiervoren is gezegd, de invoering van eenige andere Belastingen in Steede der evengemelde.
Dat vermits daarbij onder anderen voorkomt de bereids geallegueerde Recognitie van Vyf P:rC:o door alle S Compag:s werkelijk in functie zijnde Dienaren, te reekenen van den Gouverneur af tot D’ effective OnderCooplieden inclusive, mitsg:s d’ Officieren zo ter zee als te Land, en zodanige andere Persoonen meer, als boven breeder Staan omschreeven, beneevens derzelver Weduwen, welke Voorthaan dit Land zullen willen verlaten, van de waarde hunner Bezittingen in deeze Colonie te betaalen; en Haar HoogEdelheedens omtrend de Voldoening van dat middel hebben gelieven te Statueeren dat door deezen Rade aan niemand der Voorsz: Persoonen tot vertrek permissie zal mogen werden verleend, dan na dat haar van de dadelijke Præstatie van dien zal weezen gebleeken, om hieraan behoorlijk te voldoen, agtervolgens het voorschrift van Haar HoogEdelheedens door een ijgelyk die in ‘t vervolg zal mogen inclineeren om uit dit Land te vertrekken, ten einde zig elders te gaan etablisseeren, eerst en voor af daartoe bij Requeste, met overlegging onder Præsentatie van Eede van een Specifiquen Staat zyn’s Bezits in deeze Colonie, en opgave tevens of hij voorneemens is binnen den bovengem: bij Heeren Commissarissen Generaal gepræfigeerden tijd naar herwaards te rug te komen om zijn domicilium als voren alhier wederom te neemen, aan deezen Rade verlof zal moete werden gevraagd; dat als dan alvorens op dat verzoek te disponeeren, de voorsch:r opgave aanvankelijk zal werden gesuppediteerd aan zodanige Leeden uit den Rade van Justitie als de maand hebben, met last om daarna de taxatie der waarde van ‘t Bezit van voorm: tot vertrek inclineerenden Persoon te doen - Dat dees taxatie geschied zijnde, vervolgens van de Som welke alzoo bevonden zal weezen des Supp:lts evenged: Bezit in deeze Colonie t’ importeeren door hem in ‘S Comp:s Kassa zal moeten werden gepræsteerd de betaling der hierboven beschreeven erkentenisse van 5 PrC:to van dat bedragen, en de quitantie welke hij daarvan zal ontfangen, ter handen gesteld aan den voornoemde Leeden des Raads van Justitie welke de waardeering Zijns Boedels hebben gedaan, die daarop onder geleide van een behoorlijk Rapport hunner verrigting in Scriptis de aan hun gesuppediteerde Staat des Boedels, waarbij de geestimeerde waarde dan alle zo vaste als Losse Goederen en verdere Effecten distincte zal moeten genoteerd zyn, en waaronder ook de generale Som behoorlijk zal weezen opgetrokken, beneevens de geciteerde aan hun inhandigde quittantie van den ontfangst der bepaalde Recognitie in ‘S E Comp:s Kas, zullen moeten inzenden aan deezen Rade, als wanneer, na dat aan alle de voorsch:r Requisiten behoorlijk zal weezen voldaan, door dezelve de verzogte Permissie tot vertrek aan den geenen die daarom is komen te Solliciteeren, zal werden verleend, wel te verstaan, zoo teegens het depart van een zodanig Persoon uit deeze Colonie zig geene andere consideratien ofte bedenking en komen voortedoen die den Rade behooren te weerhouden in zijn voorsch:r Verzoek te condescendeeren, alzo het Supplicq in zulken gevalle directelijk zonder voorafgaande opgave of waardering van ‘t Bezit des verzoekers zal werden gedeclineerd en geweezen van de hand - en dat Laatstelijk, wanneer den in voegen voorsz: van hier vertrokken geweest zijnde Persoon, in Cas denzelven daarvan opgave heeft gedaan, binnen den bepaalden tyd hiervoren gemeld in dit Gouvernement gereverteerd zijnde, uit kragte van ‘t geen Haar HoogEdelheedens op dit Sujet hebben gelieven te bepalen, mogte begeeren gerembourseert te werden van de door hem gepræsteerde betaling der ged:e Recognitie, hij zig diendwegen de novo bij Requeste aan deezen Raade zal moeten addresseeren, met aanhaling van den tijd wanneer hy Permissie g’obtineerd heeft gehad om dit Land te mogen verlaten en wanneer hy daarin weederom in te rug gekeerd, op dat daaruit moge blijken, dat zijne voorschr: afweezigheid de bepaling van tyd van een zodanige restitutie te kunnen Prætendeeren niet heeft geexedeert gehad.
Dat intusschen met het Percipieeren van het thans meede g’introduceerde Vatgeld op de Brandewijnen, even en inzelver voegen als zulks omtrend de Wynen plaats heeft, een begin zal moeten gemaakt werden dadelijk na de Publicatie van Haar HoogEdelheedens bovengem: Placcaat, lastende de heffing van dat middel; ten welken einde zoo aan den Negotie Overdrager als aan den Commies aan wien den ontfangst der thiende op de Granen van het ged:e Vatgeld op de Wynen aan Particulieren geleeverd werdende is opgedragen, hiervan de nodige Extracten zullen werden gesuppediteerd, ten eynde door hun een ijder in den zijnen voor de exacte inning der voorsch:r Recognitie naar behoren te werden gezorgd.
Dat voorts ten eynde den Heere de Wet in zijn Ed:s qualiteit als ontfanger aan ‘S Lands generale Inkomsten, omtrend de Substitutie van den 25 Penning welke in’t vervolg zal moeten voldaan werden van verkogte Vaste goederen in Steede van den tot nu toe daarvoor betaalden 40:ste Penning en in opzigte van alle de overige Poincten de inning dier Inkomsten in ‘t algemeen Concerneerende, zig naar den inhoude van dien zoude Kunnen reguleeren, aan opgem: Heere De Wet zal worden bezorgd een authenitique Copij van ‘t evengem: Placcaat van Heeren Commissarissen Generaal, tot zyn Ed: informatie en narigt.
Dat alverder om den Secretaris deezes Raads als Publique Vendumeester, den Sequester, den Secretaris der Weeskamer den Negotie Overdrager, het Hoofd der Soldijen, en den Vendumeester van de Bank van Leening in Staat te Stellen, de Vendu Brieven van losse Goederen welke van nu voorthaan bij openbare verkopingen zullen worden geveild, te kunnen doen Schrijven op zeguls, na de bepaling daaromtrend gepræscribeert, met het Stempelen der zeguls welke hiertoe werden vereijscht ten eersten een begin gemaakt, en den Heere Gezaghebber conform Haar HoogEdelheedens ordre in de teekening derzelve door den Geheimschrijver Höhne geadsisteerd zal moeten werden omme dezelve Zeguls vervolgens naemate zij die komen te benodigen, aan gezegde Vendumeester Secretaris Sequester der Weeskamer, Negotie Overdrager, het Hoofd der Soldijen en Vendumeester van de Bank van Leeninge teegens quittantie uit de Kas der E Comp:ie afgelangd, en het bedragen van dien ook door hun Successivelijk, na mate van de betaling en aflossing der ged:e Vendubrieven in gem: Kasse voldaan te werden; waarvan echter zal zijn bevryd de Negotie Overdrager, als welke op de Lysten der Vendutien bekend zal moeten Stellen het bedragen der door hem tot de Vendubrieven verbruijkte Zeguls, ten einde dat bedragen neevens het rendement der Verkogte Goederen in S Comp:s Cassa te worden overgebragt
Dat om voorts de invordering van het zogen:de Carossen Geld op de bestmogelijkste wijze met de minste ommeslag te doen geschieden, bij de aanstaande affixie der gem: Billietten tot oproeping der Ingezeetenen om de Jaarlijkse opgave hunner Effecten te doen, in welke oproeping nu voorthaan ook indistinctelijk alle ‘S E Comp:s Dienaren zullen moeten begreepen zijn; zo nogthans dat van de opgave van deezen Separaate aanteekeningen gehouden zal worden, zal moeten werden geinflueerd, dat door een ijder zo Comp:s Dienaar als Burger in ‘t vervolg aan den fiscaal beneevens gecommitteerde Leeden uit den Raade van Justitie alhier, en aan Landdrosten en Heemraaden in der resp:e Buijten Districten, welke tot den ontfangst der voorsch:r opgave ten gezetten tyde zullen vaceeren ook zal moeten opgegeeven werden het getal en de differente zoorten van Rytuigen bij het Placcaat van Heeren Commissarissen Generaal waarvan hierboven bereids, zoo dikwils gerept is, nominatum beschreeven, welke de voorsch:r impositie Subject zijnde, by hun werden aangehouden en dat de gem: opgave alzo geschied zijnde zo nu als in der tyd hier aan de Hoofdplaatze aan Commissarissen uit den Raade van Justitie, mitsg:s in de Buijten Districten aan de resp:e Collegien van Landdrosten en Heemraden een ijder in den haren zal werden gedemandeerd, gelijk geschied bij deezen, de zorge voor den ontfangst en ophaling van’t geciteerde Carossen Geld op zodanige tyd en wijze, als bij hun convenabelst zal werden geoordeeld, omme vervolgens het Provenu dier belastinge Jaarlijks onder Ult:o der Maand Augustus door dezelve aan voorm: Heere Boekhouder over de Generaale S Lands Inkomsten opgebragt en te gelijker tyd Per Ordonnantie in S Comp:s Cassa afgelegd en de betaald te werden.
En dat Laatstelijk ten aanzien de zeer weinige Bediendens welke behalven den Heere Hoofdgebieder en de verdere Leeden deezes Raads voor als nog door Heeren Commissarissen Generaal aan de Contributie van’t Amptgeld Subject zijn gesteld, met en de beneevens dezelve de præstatie vandien zeer gevoeglijk in eenen dag zullen kunnen doen, en hier door nodelooos werd de benoeming van expresse Commissarissen welke anderzints daartoe op een zeekere te bepalene Plaats zouden hebben moeten vaceeren, mitsdien de voorsch:r benoemimg van Commissarissen in het bepalen van eene gefixeerde plaatze tot het Stellen van de Offer Kist met de anderzints noodzakelijke bekendmaking van dit een en ander aan den geinteresseerdens door middel eener te doene Publicatie, gelijk men zig zulks voorgesteld heeft gehad bij Resolutie van den 6 Jann: A:o P:o geen voortgang, zal hebben, maar dat in tegendeel deezen Rade zig voor als nu op den eersten Julij aanstaande tot het Præsteeren en ontfangen van ‘t gezegde Amptgeld zelve zal vergaderen, als wanneer na het furnissement gedaan te hebben in de OfferKist welke ten dien eijnde naar vereijsch geapproprieert agter een Scherm in de Raadzaal zelf zal werden geplaatst, aanvankelijk den Heer Gezaghebber aan handen van ‘t oudste Lid het welk ten gemelde dage in Rade tegenswoordig zal zijn, mitsg:s vervolgens de resp:e Heeren Leeden beneevens de verdere Bediendens welke tot de voorsch:r betaling meede gehouden zijn verklaard, weederom aan handen van zijn Ed: den eenen na den anderen zullen afleggen de Eeden welke een ijder in de termen vald na den inhoude der Publicatie bij Haar HoogEdelheedens de Heeren der Hoge Indiase Regeering, Sub dato 25 October 1791 g’arresteerd, te moeten doen, zullende ten einde een ijgelijk die behalven de Leeden der Regeeringe en derzelver Secretaris (:als van dees dispositie bewust zynde:/ ten voorsch:r dage de gem: contributie zullen moeten Præsteeren, in tijds daarvan de nodige Kennisse moge dragen om zig daartoe te Kunnen bekwamen en zonder faute met dat Oogmerk in Rade te compareeren, door gem: Secretaris dadelijk na de resumptie van dit Besluit teegens den voorsch:r vastgestelden tyd van den Eersten July aanstaande by een Billiet ter ordonnantie van den E Agtb: Heere Gezaghebber en den Raad onderteekend, moeten opgeroepen worden alle de zodanige thans in functie zijnde, mitsg:s bereids uitderzelver posten ontslagene, gelijk meede de Testamentaire executeurs van al zulke overleedene Bediendens als door de voorsz: dispositie van Heeren Commissarissen Generaal in de termen Komen te vallen van de betaling van ‘t meergeciteerd Amptgeld nu dadelijk te moeten Præsteeren, aan dewelke hij Secretaris dan vervolgens ook wanneer het furnissement door hun zal weezen gedaan, en zo meede aan wel opged:e Heere Gezaghebber en den verdere Leeden des Raads zodanige Bewijzen zal moeten ter handen Stellen, als bij ‘t 6:de Articul der Instructie voor Commissarissen tot den ontfangst van ‘t amptgeld zoo te Batavia als op de Buijten Comptoiren, te gelijker tijd met de voorn: Publicatie, lastende de heffing van dat middel in Rade van Indien g’arresteerd, aan dezelve Commissarissen zijn voorgeschreeven, welke Bewijzen aan hem Secretaris zelfe daarentegen zal moeten werden g’expedieert door den Eerst Gezw Clercq; terwijl met betrekking tot de verdere Bediendens, welke als nog van de betaling der voorschr: Recognitie g’exhimeert zijn gebleeven in allen eerbied zal werden afgewagt zodanige nadere Besluiten als het Haar HoogEdelheedens zal behagen daaromtrend in der tijd te neemen en deezen Rade ter narigt te doen toekomen, tot welken tyd toe dan ook inmiddels zal uitgesteld blijven de Voet en Wijze waarop voor ‘t vervolg het opbrengen en betaalen deezer Recognitie zal moeten geschieden.
Maar nadien bij de besoigne over de Voorsch:r Poincten is te vorengekomen, dat Heeren Commissarissen Generaal, beveelende het Schrijven der Vendubrieven voorthaan op Zeguls, daarbij geen Speciaale melding komen te maken van het opgeld het welk in alle andere gevallen voor dezelve werde betaald, en dat ook aan Haar HoogEdelheedens attentie Schijnt g’echappeert te zijn, dat, daar alle nonbetalingen der gem: VenduBrieven ofte Banquerocten op dezelve komen ten lasten van de Resp:e Vendumeesters en verdere als zodanig fungeerende Bediendens zij Vendumeesters behalven het verlies der uitgeloofde Kooppenningen van alzulke door tusschenkomende insolventie, ofte onvermogen der Kopers onvoldaan blijvende vendu Brieven nu ook zullen moeten dragen de Kosten van het Zegul waarop dezelve zijn geschreeven, iets het welk naar inzien deezes Raads niet wel zonder eenig dedomagement te genieten met billijkheid ten haren Lasten zoude Kunnen werden gebragt; Zoo is goedgevonden en verstaan dat, geconsidereert een voornaam deel der geringe inkomsten van den Hoofd Administrateur en Kassier in dit Gouvernement Komt te bestaan in ‘t opgeld het welk voor de zeguls in een vastgestelde evenreedigheid werd voldaan, en dat wanneer de Zeguls gebruikt werdende tot het Schrijven der VenduBrieven op dezelve van de betaling, van dat opgeld zoude weezen uitgeslooten, d’ evengeciteerde Heere Hoofd Administrateur en Cassier hier door alsdan grootelyks in hare wettige inkomsten zouden werden gepræjudiceert; mitsgaders dat tot eene gedeeltelijke Schadelooshouding der respect:e Vendumeesters voor de verliezen welke zij invoegen voorsch:r op de meerm: Zeguls Zullen Komen te lijden, billijk aan dezelve zoude dienen gevalideert te werden eene zeekere afschrijving op dezelve, mitsdien in d’ eertse plaatze vastgesteld ende bepaald zal zijn, zo als vastgesteld ende bepaald werd bij deezen, dat om aan welopged:e Heeren Hoofd Administratieur en Cassier te doen genieten het opgeld hun Ed:s van de Zeeguls waarop de Vendubrieven van nu voorthaan Staan geschreeven te worden competeerende, dat opgeld zal moeten komen ten lasten van en betaald werden door die geenen dewelke in ‘t vervolg de publicque Verkopingen zullen komen te houden met uitzondering van den Negotie Overdrager, aan wie de voor ‘S Comp:s Vendutien benodigde Zeguls zonder opgeld zullen worden verstrekt; Zo dat den Vendumeester, mitsgaders alle verdere Bediendens als zodanig fungeerende, en hierboven bij derzelver qualiteiten benoemd, het bedragen van ‘t opgeld van alle de zeguls tot het Schrijven der nodige Vendu Brieven eener verKopingen waarvoor zeguls tot de evengem: Vendubrieven hebben moeten g’emploijeerd werden, met ende beneevens de verdere gewoone Onkosten zullen moeten decorteeren van het Provenue dier Verkopingen, om hetzelve vervolgens ter handen te stellen aan meerm: Heere Hoofd Administrateur ten eynde door zjn Ed: tusschen hem zelve en den Heere Cassier verdeeld te werden op den Voet, gelijk zulks thans komt plaats te hebben - en dat voorts aan Heeren Commissarissen Generaal in allen eerbied zal worden voorgesteld, of het Haar HoogEdelheedens niet zoude Kunnen behagen, uit aanmerking der reedenen hiervoren bijgebragt, ter Schadeloosstelling van de resp:e Vendumeesters voor het Verlies het welk zij door het onbetaald blijven der Vendubrieven op de zomenigmaal geciteerde Zeguls Staan te Lijden, aan dezelve toe teleggen een afschrijvinge van 5 a 6 P:rC:s van dezelve Zeguls? waarin niet zal Kunnen worden gepartageerd door den Negotie Overdrager dewijl deese (:aangezien de Losse Goederen welke uit ‘S Comp:s Maguazijnen publicq worden verkogt, voor dies ontfangst contant worden betaald :/ hieromtrend geene Risico komt te loopen.
Zynde intusschen, vermits de gedragingen van den Krankbezoeker Gerrit Broekhuijzen alhier niet zodanig komen te weezen, dat men daarinne genoegen zoude Kunnen neemen bij dees gelegendheid ook nog geresolveerd denzelven Broekhuyzen in voorsch:r zyne qualiteit met het aanweezend Schip Berkhout te doen rysvorderen naar Batavia
Laatstelijk, na dat door den Heere Gezaghebber te kennen was gegeeven, dat de Prædikanten der hervormde gemeente aan deeze Hoofdplaatze, zijn Ed: instantigst waren komen te verzoeken het in Rade daarheen te willen dirigeeren, dat ter verligting van hunnen Dienst, van d’ illustre Vergadering van 17:en onderdanigst mogt verzogt werden de Spoedige vervullinge der derde Leeraarsplaatze hier aan de Kaap vaceerende door ‘t overlijden van D:s Helperus Ritzema van Lier, ter Tafel gebragt en geleezen zynde de onderstaande Requeste door de Gebroeders Vos aan welopged: Heere Gezaghebber beneevens deezen Rade gerigt
Aan den WelEdelen Achtbaare Heere Johannes Isaac Rhenius Gezaghebber van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens den E Agtb: Raad van Politie
‘WelEdele Achtbare Heer en E: Achtbaare Heeren!’
‘Geeven met alle verschuldigde eerbied te Kennen UWer WelEdele Achtb:e en E Achtb:s zeer gehoorzaame getrouwe en onderdanige Dienaren Jan Hendrik Vos, [.....] Hendrik Vos en Jacobus Johannes Vos, dat der Supplianten Jongste Broeder Michiel Christiaan Vos lange in zig gevoeld heeft eene onverzettelijke neiging om zich tot het Leeraarsampt te bekwaamen, zonder van ‘t Eerwaarde Collegie van Weesmeesteren deezer Steede onder wiens curateele als administreerende zijne Erfenissen hij zig bevond, Permissie te hebben Kunnen bekoomen zich tot dat einde naar Nederland te begeeven omme de nodige Studien te doen, dat egter der Supplianten gem: Broeder alleen volgende de roeping welke hij in zig voelde voor zo veel immer mogelijk was, ter deezer plaatze heeft tragten te verwerven die grondbeginzelen welke in der tyd zouden Kunnen Strekken om zijne Studien te faciliteeren, met dat gelukkig gevolg, dat hij niet alleen de Latijnsche taal alhier heeft geleert, maar ook verkreegen eenige zodanige uitgebreide Kennisse van de Goddelijke Waarheeden, als volgens het getuigenisse der toenmalige Leeraaren zig weinig leeken Kunnen eige maaken; dat der Supplianten Broeder, alleen om de inSpraak van zyn hart te volgen en om de beletzelen welke hem door de Weeskamer wierden aangedaan, zig nog nauwlijks twintig Jaaren oud, in het huwelijk heeft begeeven, onder Speciaal beding, dat niemand hem zou verhinderen om zich direct na voltrekking van het huwelijk naar Nederland te begeeven, om aldaar zijne Studien voort te zetten, en zich tot het Leerraars ampt te bekwaamen; dat hij ook na drie maanden gehuuwd te zijn geweest de eerst voorkomende gelegendheid heeft waargenoomen om naar Europa te vertrekken, onder plegtige betuiging aan zijne Huijsvrouwe, zijne grijze afgeleefde Moeder, die hem met haare traanen besproeiden, en aan zijne Broeders, dat hij in deeze alleen volgde een roeping welke hij bij volkomen overtuiging gevoelde door de Godheid te geschieden, en dus zoo heilig bij hem was, dat hij dezelve niet Kon wederstaan, en om die te volgen, zich verlaatende op de aanbiddelijke voorzienigheid zeer gaarne alles wat hem lief was wilde verlaaten; dat deeze roeping welke der Supp:lten Broeder in zich heeft gevoeld geen ÿdele verbeelding nog verwaandheid is geweest, alzo hy na Agt en Twintig Maanden in Nederland zijn Studien te hebben voortgezet, zig heeft mogen zien Promoveeren, en na nog geen Jaar als Proponent te hebben gepredikt, zig beroepen gevonden als Leerraar te Woudenberg dat hij na een korten tyd aldaar de leere der Waarheid tot bijzonder Stichting en genoegen der Gemeente te hebben verkondigd van daar is beroepen te Pynakker en in de Gemeente op die plaats zooveel goeds gesticht en Liefde weeten te verwerven, dat de leeden derzelve hem gestadig hebben bewogen om voor alle beetere Beroepen te bedanken, en hem door hunne blijken van Liefde, eerbied en onderwerping aan den reine leere welke hy hen verkondigde, altoos overgehaald, hen niet te verlaaten, tot dat hy eindelijk in den Jaare 1790 is beroepen te Woerden , zonder dat zijn verkleefdheid aan de Kerk te Pijnakker of de herhaalde verzoeken der Leedematen van die Gemeente hem hebben Kunnen bevrijden dat beroep te aanvaarden; dat het de Supplianten altoos tot een bijzonder en innig genoegen heeft verStrekt, zoo van hunne Correspondenten in Nederland, als van iedereen die hunne voorm: Broeder hebben hooren prediken en zijne zorgen over de aan hem toebetrouwde Gemeentens hebben gezien te moogen verneemen zijne volmaakte ijver in ‘t VerKondigen der Goddelijke waarheeden, de vruchten welk in zyne moeilijke arbeid heeft mogen plukken en de ongeveinsde Liefde welke hem door allen word toegedragen, mitsgaders het genoegen ‘t welk hij in zijnen dienst mag geeven, aan hen die bevoegd zijn over zijne talenten, geleerdheid en werkzaamheid te oordeelen; dat der Supplianten Broeder bij ieder gelegendheid aan hen betuigd niet genoeg de goede Godheid te kunnen dank erkennen vir de zegen waarmeede dezelve zijn werk in de onderschijden Gemeentens alwaar hij het predikampt heeft bekleed, heeft gelieven te zeegenen, doch dat hoezeer hij daarin zig ook nog Verblijden hij altoos een onweerstaanbaare zucht gevoeld naar zijn geboorteland en zijne Maagschap, dat die trek hoe zeer gewettigd door zuijvere natuurlijke betrekkingen, nochthans bij hem meestäl ontstaat uit de door hem reeds bij ‘t gevoel zijner roeping en gestadig tot zyn vertrek geopenbaarde zucht om in dit zijn geboorteplaats het Evangelium te mogen verkondigen en door zijn Leer en voorbeeld zoo zijne geliefde Bloedverwanten als Landgenooten te Stichten; dat hoe groot die trek ook is geweest, en hoe veel moeite hij zig ook heeft gegeeven, om tot den Predikdienst in deeze Gouvernement te worden geemploijeerd, hij egter daarinne nimmer heeft mogen Slagen; dat de Supplianten altoos betreurt hebbende zich van eenen geliefden Broeder verwijderd te zien, van wiens zuijvere Leer en wandel zij voor zich als voor de hunnen de beste vruchten zouden kunnen plukken onophoudeljk hebben gewenscht eene gelegendheid te mogen ontmoeten om door vermoogende voorspraak, dit hun zo regtmatige als vuurig verlangen te Kunnen bereiken; Dat daartoe zo het de Supplianten voorkomt thans het geschikste tijdstip is geboren, nadien door het zo voor de Supplianten als de gantsche gemeente deezer plaatze Smertelijke afsterven van den zeer geleerde, volyverigen en getrouwen Leeraar Helperus Ritzema van Lier, weederom door de Hooggebiende Heeren Meesteren een Prædicant herwaards zal dienen te worden gezonden, en dat de Supp:lten zich, hoezeer ook getroffen door het verlies van een Boedgezant die zij als zig zelfs hebben bemind, zich onder het heuchelijk aanweezen van de HoogEdele Heeren Commissarissen Generaal moogen verblijden in het herdenken van de opregte Pogingen welke den nu zaligen Van Lier heeft willen aanwenden om der Supplianten Broeder tot zijne familie te rug te doen Keeren.’
‘Alle reedenen om welke de Supplianten zich in alleronderdanigheid zijn Keerende tot UWelEdele Achtb: en E Achtb: ootmoedig Smeekende, dat het UWelE: Achtb: en E Achtb:s als volkomen overtuigd van het rustig, vreedig en ijverig gedrag welke zoo door de Supplianten als hunne gemelde uitlandigen Broeder altoos in deeze Colonie is gehouden, mogt behaagen, hen Supplianten de bijzondere Gunst en geneegenheid te willen betoonen, de aanweezende Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal wel te willen verzoeken, Hoogstderzelver veel vermogende invloed en gunstige voorschrijvens wel te willen aanwenden en doen afgaan aan de illustre Vergadering van Zeeventhienen, ten einde te bewerken, dat de Supplianten voormelde Broeder Michiel Christiaan Vos, ingevolge zijne begeerte en oprechte wensch zijner famille en Landsgenooten mogt worden beroepen en aangesteld, om als Prædikant naar dit zijn Geboorteland te rug te Keeren, zullende de Supplianten wanneer hen dit geluk mogt gebeuren, nimmer uit het geheugen verliezen en aan hun nageslacht inboezemen, de opregte Dankbaarheid welke zij voor deeze bij zondere gunst neevens zoo veel andere weldaaden, zoo aan de HoogEdele Heeren Commissarissen Generaal, als aan UWelEdele Achtb:en E Achtb:s verschuldigd zijn’
’( : onderstond :/ ‘T welkdoende &:a’
’( was geteekend:/ J: H: Vos’
‘Hendrik Vos’
‘J:s J:s Vos’
Zoo is na resumptie van voorsch: Requeste en daarover gehouden deliberatie goegevonden en Verstaan uit aanmerking van het loflijk gedrag, het welk zo wel door de Supplianten zelve als door hunne zig thans in Nederland bevindende Broeder Michiel Christiaan Vos, altoos in deeze Colonie is gehouden, en vermits den Rade met betrekking tot de bequaamheeden en den Ijver deezer laatstgem: in zijn beroep als Predikant ook de beste getuigenissen heeft ontfangen, aan der Supplianten beede te defereeren; en mitsdien onder eerbiedige toezending van authenticque Copia der evengeciteerde Requeste aan Heeren Commissarissen Generaal, van Haar Hoog Edelheedens instantig te Solliciteeren dat het Hoogstdezelve moge behagen aan den Requestranten in deezen die gunste te bewijzen om door Welderzelver veel vermogende inVloed en favorabele voorschrijvens, bij meer Hoogstged: Illustre Vergadering van 17:en te willen bewerken dat niet alleen de thans Vacante derde Leerraars plaatze aan deeze Hoofdplaats met den eersten wederom moge werden vervuld, maar dat ook ten eijnde daartoe de beschikkingen van hun Heeren Commissarissen Generaal zelve te kunnen werden geprocedeert den voorm: Michiel Christiaan Vos als predikant voor dit Gouvernement mag aangesteld en herwaards gezonden werden
Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop ten Dage en Jaare Voorschreeven
[Signed:] J: I: Rhenius
[Signed:] J: J: LeSuëur
[Signed:] O: G: De Wet
[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn.
[Signed:] E: Bergh Secret