C219 C220 v1.20
C. 219, pp. 387-437 en C. 220, pp. 2-38.¶
Vrijdag den {17931122} 22 November 1793
S’ voormiddags præsent de Edele Heer Commissaris beneevens de Heeren Leeden Le Sueur, de Wet, van Reede van Oudtshoorn en Brandt demptis den Heere Gezachhebber en den Heere Gordon
Na resumptie der Resolutien op den 14 en 15 deezes loopende maand genoomen wierd door den Edelen Heer Commissaris ter tafel geproduceerd een Rapport door den Capiteyn der Artillerie George Coenraad Kuchler aan ZijnEd ingedient, houdende opgaave van het bedorven en onbruijkbaar Buskruijt, welk zich in S’Compagnies kruijtmagazijnen kwam te bevinden, luijdende dit Rapport als Volgt
Aan den WelEdelen Groot Achtbaaren Heere Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlands India, mitsgaders Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &&&c:a
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’
‘Vermits den ondergeteekende by het keeren van het kruijt is ontwaaren geworden, dat onze Magazijnen door het hier onder gespecificeerde bedorven kruijt Seer belemmert, en dat booven dien de magazijnen daar door Vogtig en Stinkend worden, het welke tot nadeel van het goede kruijt Strekken kan.’
‘Zoo verzoekt den ondergeteekende aan UWe WelEd Groot Achtb: of niet Soude kunnen goedvinden om twee gecommitteerdens te benoemen ten eynde het onderstaande kruijt /: het welke Reeds door differente gecommitteerdens op den tijd hier onder bygevoegd is verklaard bedorven te Zyn:/ In Zee te doen Storten.’
‘
het bedorven bestaat in.- | ||
3200 | lb in 64 Vaatjes a 50 lb van het Schip Roosenburg , volgens verklaaring van den 24 Febr:ij 1790. | |
150 | lb in 3 Vaaten a 50 lb van het Schip Huijsduynen volgens verklaaring van den 28:e April 1790 | |
200 | d:o in 4 Vaaten a 50 lb van t Schip de Gouverneur Generaal de Klerck , volgens verkl: van den 22 Februarij 1791 | |
400 | lb in 8 Vaaten a 50 lb van t Schip de eenparigheid volgens Verklaaring van den January 1792 | |
550 | d:o d:o 4 d:o a 100 lb en 13 a 50 lb van t Schip de Pollux volgens verklaaring van den 5:e maart 1792. | |
900 | d:o d:o 18 d:o a 50 lb van t Schip Macasser volgens verklaaring van den december 1792. | |
500 | d:o d:o 10 d:o a 50 lb van t Schip Zeeland volgens verklaaring van den 25 April 1793. | |
300 | d:o d:o 6 d:o a 50 lb in 20 Card: a 8 lb van t Schip de Gerechtigheid volgens verklaaring van den 27:e April 1793 | |
1550 | lb in 31 Vaaten a 50 lb van t Schip Zeeland volgens verklaaring van den 1 July 1793 | |
1230 | lb in Cardoesen, En Vaaten als | |
31 Gevulde Cardoesen 24 lb | met 1/3 Cogel Swaarte | |
54 d:o d:o 18 lb | ||
46 d:o d:o 12 lb | ||
26 d:o d:o 8 lb met 3 lb Yder | ||
96 d:o d:o 4 lb d:o 1 d:o d:o | ||
mitsgaders.- | ||
300 lb in vaaten volgens verklaaring van den 4:e July 1793. | ||
360 | lb in 30 Cardoesen a 36 lb volgens verklaaring van den [.....] Julij 1793. |
het bedorven bestaat in.- | ||
3200 | lb in 64 Vaatjes a 50 lb van het Schip Roosenburg , volgens verklaaring van den 24 Febr:ij 1790. | |
150 | lb in 3 Vaaten a 50 lb van het Schip Huijsduynen volgens verklaaring van den 28:e April 1790 | |
200 | d:o in 4 Vaaten a 50 lb van t Schip de Gouverneur Generaal de Klerck , volgens verkl: van den 22 Februarij 1791 | |
400 | lb in 8 Vaaten a 50 lb van t Schip de eenparigheid volgens Verklaaring van den January 1792 | |
550 | d:o d:o 4 d:o a 100 lb en 13 a 50 lb van t Schip de Pollux volgens verklaaring van den 5:e maart 1792. | |
900 | d:o d:o 18 d:o a 50 lb van t Schip Macasser volgens verklaaring van den december 1792. | |
500 | d:o d:o 10 d:o a 50 lb van t Schip Zeeland volgens verklaaring van den 25 April 1793. | |
300 | d:o d:o 6 d:o a 50 lb in 20 Card: a 8 lb van t Schip de Gerechtigheid volgens verklaaring van den 27:e April 1793 | |
1550 | lb in 31 Vaaten a 50 lb van t Schip Zeeland volgens verklaaring van den 1 July 1793 | |
1230 | lb in Cardoesen, En Vaaten als | |
31 Gevulde Cardoesen 24 lb | met 1/3 Cogel Swaarte | |
54 d:o d:o 18 lb | ||
46 d:o d:o 12 lb | ||
26 d:o d:o 8 lb met 3 lb Yder | ||
96 d:o d:o 4 lb d:o 1 d:o d:o | ||
mitsgaders.- | ||
300 lb in vaaten volgens verklaaring van den 4:e July 1793. | ||
360 | lb in 30 Cardoesen a 36 lb volgens verklaaring van den [.....] Julij 1793. |
‘met onderdaanigste beede dat het Uwe WelEd Groot Achtb: mooge behaagen het even hier vooren geCiteerde bedorven kruijt in Cardoesen en Vaaten, te Zaamen 1590 lb uytmaakende onder ultimo Aug: deeses Jaars te laaten afschrijven, omme daar door in staat gesteld te worden, de Restanten der negotieboeken van de artillerie te konnen formeeren.’
‘waar meede de Eer hebbe met ‘t diepste Respect my te noemen.’
‘Wel Edele Groot Achtb:e Heer!’
‘UWeWelEdele Groot Achtb: zeer Gehoorzaame en onderdanige Dienaar /: was geteekent:/ G: C: Kuchler.’
na lectuure van welke rapport door den Edelen Heere Commissaris gecommuniceerd geworden Zijnde dat Zyn Ed: op die ontfangst direct twee officieren der artillerie hadt benoemd om het daar bij vermelde bedorven buskruyt in Zee te werpen, en dat zulx door hem was verrigt, Zoo is beslooten de onbruijkbaar en in Zee geworpen 9340 lb bij de negotieboeken te laaten afschrijven alzo deselve by die boeken nog zyn loopende
Bij deese geleegendheyd nog door den Edelen Heere Commissaris is gecommuniceerd Zynde, dat zich almeede in S’ Compagnies kruyt kelders bevond eene quantiteyd van 2950 lb buskruijt met 450 lb in 9 Vaatjes van het gestrande Schip Zeeland dewelke Schoon aan geslaagen nogtans Zouden Kunnen worden hermaalen zo is verstaan het gemeld Buskruijt naer batavia te verzenden per het Schip de Constantia ten einde aldaar te kunnen worden hermaalen.
de ordinaire gecommitteerdens David Kuuhl en Johannes Henricus Fischer welke door den Edelen Heer Commissaris gelast zyn geworden de bedorven provisien van de Scheepen Cromhout en de Constantia in Zee te werpen, over verrichtingen in deese ingedient hebbende het volgende Rapport.
Aan den Wel Edele Groot Achtb:e Heer M:r Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlands India, mitsgaders Commisaris over het Gouvernement van Cabo de Goede hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’
‘Ingevolge uwer wel Edele Groot Achtb: gevenereerde ordres hebben den ondergeteekende ordinaire gecommitteerdens Zich vervoegd aan boord van de ter deezer Rheede leggende uyt koomende Scheepen Cromhout en de Constantia , en aldaar in ontfangst genoomen de volgende ten eenemaale bedorven en onbruijkbaar Provisien als.’
‘Uyt het Schip Cromhout ‘
‘Uyt het Schip de Constantia ‘
‘alle welke bedorven en onbruykbaare provisien door de ondergeteekendens ingevolge uwer WelEdele Groot Achtb: verder bevel in Zee zijn geworpen.’
‘waar meede de ondergeteekendens verhoopen van de ge Eerde ordres van UWelEdele Groot Achtb: te hebben voldaan, zoo laaten Zy deese dienen voor needrig Rapport.’
‘Cabo de Goede Hoop den 22 Novemb:r 1793.’
’/: was geteekend:/ D: Kuuhl J: H: Fisscher’
zo is beslooten Copia van dat Rapport toe te zenden aan de WelEdele Groot Achtbaare Heeren Bewindhebberen ter kamer delft, en Hoorn Respective en zoo meede aan de hooge indiasche Regeering te batavia, ter wijl overigens de gemelde provisien bij de Consumptie boeken dier Bodems Zullen worden afgeschreeven.
vervolgens wierd door den Edelen Heer Commissaris te kennen gegeeven dat ZynEd: ingevolge en ter voldoening aan het besluyt deezer tafel van den 2: October Jongstleeden alhier verbleeven oppermeester Willem Van Rees hadt doen plaatzen op S’ Comp:s Schip Constantia omme beneevens Zyn Vrouw en kinderen daar meede derzelver destinatie naar batavia te verworderen in obedientie van het aangeschreevene door de Heeren Majores bij gevenereerde missive van den [.....] door de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal by missive van den 10:e April deeses Jaars geordonneerd geworden Zynde, omme de Zich in S’ Comp:s groote geldCassa bevindende 35631 22/54 p:s Spaanse Reaalen en 2092 p:s ducatons naar batavia te verzenden, Zo is verstaan daar toe gebruyk te maaken van den aanweezende bodems Cromhout en de Constantia . Zullen de dienvolgens van de Elff kisten waar in de Specien zyn afgepakt drie worden geplaast op het Schip Cromhout en de acht overige op het Schip de Constantia .
De Heeren Leeden Raads William Ferdinand van Reede van Oudtshoorn en Christoffel Brandt, welke Zich gecommitteerd hebben gevonden om aan den Burger Johannes van den Bergh als aanneemer van de leverantie der voor de Compagnie benodigde Brandewijnen over te geeven een der kelders onder ‘t epidemicque Gebouw van S’ Compagnies Hospitaal hem by de Conditien van aan besteeding afgestaan, beneevens de Stellinghouten en andere Zich daar in bevindende benoodigdheeden over deese verrichting ingedient hebbende het volgend Rapport en daar by vermelde Inventaris.
Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlands india en Commissaris over het Gouvernement van Cabo de Goede hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer!’
‘UwelEdele Groot Achtb: de ondergeteekendens hebbende gelieven te Committeeren omme ten overstaan van den Heere keldermeester M:r Jacobus Johannes Le Sueur aan den burger Jacobus Johannes van den Bergh aanneemer der leeverantie van de voor de Comp:s benoodigde brandewijnen over te geevende ingevolge de Conditien van aan besteeding voor den zelve in gereedheyd gebragte kelder, onder de Epidemicque gebouw aan het Hospitaal met alle de Stelling houten en Verdere gereedschappen dewelke zig daar inne Zouden koomen te bevinden, hebben Zij aan die Commissie pligtschuldig voldaan, bieden ten dien eynde UWelEdele Groot Achtb: hier neevens in allen eerbied aan de van hem gerequireerde Inventaris behoorlijk onderteekend, en laaten deesen overigens dienen voor needrig Rapport.’
‘In t Casteel de Goede Hoop den 20:e 9:br 1793’
’/: was geteekend:/ W: F: van Reede van Oudtshoorn C: Brandt.’
‘Inventaris van zoodaanige Stellinghouten en andere keldergereedschappen als op heeden ten overstaan van ons ondergeteekende gecommitteerdens door den Keldermeester de Heer en M:r Jacobus Le Sueur aan den aanneemer der leverantie van de voor de Compagnie benoodigde Brandewijnen Jacobus Johannes van den Bergh ingevolge de Conditie van aanbesteeding in het Pakhuijs onder de Epidemicque gebouw van het Hospitaal overgegeeven zijn. Namentlyk’
‘In t Casteel de Goede hoop den 20 Nov:r 1793.’
‘Als gecomm:s /: get:/ W: F: V: Reede van oudtshoorn C: Brandt’
‘voor de overgaave /:get:/ J: J: Le Sueur’
‘Voor den ontfangst /: get:/ J: J: V: D: Berg’
Zo is verstaan dezelve Inventaris te voegen by de Conditien waar op den gemelde van den Bergh de leverantie der brandewijnen heeft aanvaard ten einde by expiratie van Zyn Contract alle de aan hem ten gebruijke ge Cedeerde Stellinghouten en andere benodigdheeden door hem behoorlijk te kunnen laaten verantwoorden
Bij besluyten deeser tafel van den 10:e September Jongstleeden en 8:e deeser loopende maand aan Commissarissen uijt den Raade van Justitie gedemandeerd geworden Zynde de taxatie van twee Strookjes gronds door de burgers George Willem Hoppe en Jan Michiel Holts in eigendom verzocht en Zoo meede de nominatie van wykmeesteren ter plaats vulling van de bij laast gemeld besluyt ontslaagen wykmeesters Christiaan Kemper Sebastiaan Valentyn van Rheenen en Pieter de Hoogh Zo is ter voldoening aan dit een en ander door dat Collegie ingedient het volgend bericht, beneevens een Rapport door gecommitteerdens uyt t Zelve vervaardigd over de Conditien waar op de voormelde Strookjes gronds aan de verzoekers Respective in eigendom Zouden kunnen worden afgestaan, luydende dit een en ander als volgt.
Aan den Wel Edele Heer William Ferdinand van Reede van Oudtshoorn Præsident beneevens de verdere Heeren Leeden van ‘t Collegie van Commissarissen uyt den E Achtb: Raade van Justitie.
‘Wel Edele Heer en E: E: Heeren!’
‘Aan de ondergeteekendens bij Resolutie deeser Tafel van den 23:e September J: L: gedemandeert geworden Zynde omme ingevolge de last by Politicq Raads besluyt van den 10:e der evengem:e Maand te examineeren en te tauxeeren Zeekere twee Strookjes gronds door de Burgers George Willem Hoppe en Jan Michiel Holst respective aan den E Achtb: politicquen Raad by Requeste verzogt hebben de geteekendens d’ Eere te berichten dat zij in opvolging van dien en bij weezen van den adjunct Fiscaal deeses Gouvernements de beide verzochte Strookjes gronds geexamineerd en bevinden hebben dat dezelve zonder iemands præjuditie aan de Requestranten kunnen worden uytgegeeven, en derhalven de Recognitie voor dies verkrijging getauxeerd en bepaald hebben als hier na volgd.’
‘aan Johan Michiel Holst den Strookje grond ter breete van 50 Voeten voor eene Somma van Rd:s 150 mits de rooying geschiede gelijk met de Straat agter de buyten gragt nog onbenoemd.’
‘aan George Willem Hoppe een Stukje land ter groote van 31 quadraat Roeden en 90 d:o voeten voor Rx 250 mits dat de Rooijing zal gemaakt moeten werden gelyk met desselfs huijs en huurhuysen.’
‘Dat de Nieuwenbrug en Sluijs 12 Voeten breeder als de oude ten Zynen kosten gemaakt en gezet zal worden teegen over de blinde Straat ‘
‘Dat de oude Sluys teegen over de Stalstraat zal moeten blyven staan met eene passagie voor ‘t ophaalen en neederlaten van dezelve terwijl zoo wel die als de nieuw te maakene Sluys en brug ten kosten van hem Hoppe zal moeten werden voorsien en laastelijk’
‘Dat de Sloot waar over de nieuwe brug zal worden gemaakt, van t huys van den Burger van Brat tot na de oude Sluijs door hem Hoppe zal moeten op geruijmd, en met muurtjes omhaald worden,’
‘In alle welke bepaaling en Conditien zo wel als in de bepaaling der Recognitie de beide Requestranten een ieder in den zynen genoegen hebben genoomen.’
‘Waar meede gedenkende aan de intentie van UWelEdelens te Zyn voldaan, zo hebben de ondergeteekenden de Eer zich met achting te teekenen.’
‘Wel Edele Heer en E: E: Heeren!’
‘Kaap de Goede hoop den 20:e Octob:r 1793’
’/: get:/ J: H: Neethling Adj:t fiscaal’
‘UWer WelEdelens Zeer onderd: en gehoorzaame Dienaaren’
’/:was geteekent:/ R: J: V: D: Riet, H: J: de Wet’
’/: my præsent en geteekent:/ E: L: Bletterman Sec:s’
Aan de WelEdele Groot Achtb: Heere M:r Abraham Josias Sluijsken, Raad ordinaire van neerlands India en Commissaris over het Gouvernement van kaap de Goede hoop en den Ressorte van dien &:a &:a &:a beneevens d’ E Achtb: Heer Gezachhebber en Wel Edele Heeren Raaden van Politie
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer en E Achtbaare Heeren!’
‘Aan Commissarissen uijt den Raad van Justitie Zynde ter hand gesteld Extracten uyt de Resolutien op den 10:e September en 8 November deeses Jaars in uwelEdele Groot Achtb: en E Achtb: vergadering genoomen waar by Commissarissen worden gelast en gedemandeert omme ingevolge de eerste dier Resolutien van zeekere twee strookjes grond door de Burgers George Willem Hoppe en Jan Michiel Holst aan uwelEdele Groot Achtb: en E Achtb: respective p:r Requeste verzogt inspectie te neemen, ten einde wanneer bevonden mogte worden dat de uytgave daar van niemand konde benadeelen als dan te tauxeeren hoe veel de Supp:t Resp:ve daar voor tot een erkentenis aan d’ EComp:s Zoude behooren te betaalen Mitsg:s omme ingevolge het laastgem: besluijt met de meeste Spoed te formeeren een nominatie en dubbele getalle van wykmeesters ter plaats vulling van den ontslaagen Wijk meester Sebastiaan Valentijn van Reenen, Christiaan Kemper en Pieter de Hoog, en Zulx ten einde UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: instaat te Stellen de noodige Electie daar uyt te doen.’
‘Zoo hebben Commissarissen ten einde hier aan te voldoen, thans de Eere UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: te præsenteeren het hier neevens in allen eerbied verzellend Rapport van derzelver gecommitteerdens op heeden aan Commissarissen uyt gediend met betrekking tot de voorsch: twee Stukjes gronds, waar meede dezelve zig Conformeeren als meede hier onder aan te bieden de van hen gevorderde nominatie van Wykmeesters te weeten’
‘in de wijk N:o 16’
‘Andries Heijse en Jan Visser’
‘In de Wyk N:o 19’
‘Carel Marthese en Carel Bestandig’
‘over alle de tuijnen geleegen aan geene Zyde van de water en gortmoolens.’
‘Hermanus ter Hoeven en Hermanus Dempers; Commissarissen vertrouwende hier meede aan de intentie van UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: te hebben voldaan.- hebben d’ eer zig met verschuldigde achting te noemen.’
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer en E Achtb: Heeren!’
‘UwerwelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer onderdanige en Gehoorz: Dienaaren /: was geteekent:/ W: F: Van Reede van Oudtshoorn, Joh: Smutz, R: J: V: D: Riet, G: H: Meyer, W: S: V: Rijneveld, H: J: de Wet, C: Matthiessen jun:r, A: Fleck,’
‘In margine Caap de Goede hoop 18 Novem:r 1793.’
na lecture van welke Stukken aanvankelijk beslooten is geworden, Zig met het Rapport door gecommitteerdens aan Commissarissen ingedient over de examinatie en tauxatie der door de Burgers George Willem Hoppe, en Jan Michiel Holst, respective verzochte Strookjes gronds volkoomen te Conformeeren, Zullende dienvolgens het gemeld Rapport worden geconverteerd in eene Resolutie deezes Raads, zoo als t Zelve geconverteerd word by deese en aan eerstgemelde der Requestranten in eigen dom worden afgestaan het verzochte land ter groote van 31 quadraat roeden in 90 d:o voeten onder betaling eener Recognitie van Rx 250, en aan laastgemelde insgelijks verleend de eigendom van t Stukje gronds groot 50 quadraat voeten onder betaaling van Rx 150:- en voorts onder zoodanige Conditien en Servituten als door Commissarissen Zyn bepaald en opgegeeven, terwijl overigens uyt de door Commissarissen uijt den Raad van Justitie gedane nominatie van wykmeester de volgende aanstellingen Zijn gedaan als.
In de wyk N:o 16.
Andries Heijse
In de Wijk N:o 19
Carel Bestandig
Over alle de Tuijnen geleegen aan geene Zijde van de water en Gort moolens Hermanus ter Hoeve
Bij deeze geleegendheyd ter Resumptie genoomen Zynde eene bericht der Commissarissen uyt den Raade van Justitie sub dato primo Maart deeses Jaars aan den Regeering geaddresseerd tot by geleide van den door hen vervaardigde Instructie voor den Rooymeester deezer Steede, Zo wierd dezelve Instructie bevinden van volgende inhoud.
‘Instructie voor den Rooymeester tot voorkooming van alle disordres en ongereegeldheeden in ‘t timmeren van den huijsen geleegen te [.....] geschieden, mitsgaders van den questien en geschillen, daar uijt ontstaande.’
‘Articul 1’
‘Niemand zal vermoogen Zoo wanneer hy een huys afbreekt, de fundamenten te leggen voor al eer hy den Rooij meester daar by Zal hebben geroepen en door den Zelven Rooymeester t fundament zal zyn gerooijt.’
‘Articul 2’
‘Gelyk dan ook niemand als in Conformite van Zoodanige Rooying de fundamenten zullen hebben gelegt, vermoogens Zullen weesen met de timmeragie voort te vaaren voor ende al eer de Rooymeester andermaal daar by Zal Zyn geroepen, om te komen Zien of in t leggen der fundamenten Zyne aangeweesen Rooijing behoorlijk Zij agtervolgt geworden als bij de voorige Articulen op poene van tien Ryxdaalers te verbeuren ten behoeve van de burger Cassa Zo hij hier aan in gebreeken blijven zullende de Zoodanige daar en boven gehouden Zyn die fundamenten weeder te verleggen en te vermaken ten hunne kosten.’
‘Articul 3’
‘Zo wie tot Zyn voorgenomen timmeragie Zyn fundament laager of dieper wil maaken dan Zyn buurmans fundamenten leggen die zal gehouden weesen Zyn buurmans huijs van buijten te verzorgen met Stutten als anderzints ten genoegen van den Rooymeester op arbitraalie correctie en nog verpligt Zyn, de Schade die zyn buurman [.....] komen te lijden te vergoeden’
‘Articul 4’
‘Voortaan Zullen geene huijsen ofte Stoepen t Zy als huijsgangens treeden hebben of niet mogen opgehaald ofte vermaakt worden, Zonder dat de Rooijmeester alvoorens daar over geroepen en door hem aanwijsing gedaan zal zijn meede op verbeurte van dier Ryxd: ten behoeven als voorsz’
‘Articul 5’
‘Insgelyks Zullen geene Rioelen uyt de huijsen in de Straaten, nog langs de Straaten naar de gragten, moogen gemaekt worden, Zonder dat de Rooijmeester daar van de Rigting zal hebben opgegeeven, en dat ook de extructie geschied Zijnde van t geene onder handen is geweest, geene meerdere hoogte ofte helling aande gemelde Straaten gegeeven Zal moogen worden, dat de Zoodanige die door de Rooymeester Zal weesen bepaald, op verbeurte van Vyff Ryxd:s ten behoeve van de gemelde burger Cassa.’
‘Articul 6.’
‘De Rooymeester Zal tot t bezigtigen hier vooren gemeld, geroepen wordende hebben voor Yder Rhyse een Ryxdaalder’
‘Articul 7.’
‘Niemand Zal den Rooymeester in t Stuk van Zyn ampt injurieeren met woorden ofte daaden, op arbitraale Correctie’
en is na deliberatie over de gemelde Instructie goedgevonden en verstaan deselve in haar geheel te approbeeren en te arresteeren, Zoo als geschied by deese, en teffens beslooten tot Rooymeester aan te stellen den geswooren landmeeter Jan Willen Wernich, en de Zulx op den eed door hem als landmeeter aan den lande en de Compagnie gepresenteerd Zullende dienvolgens Zo van de aanstelling van den Rooymeester als van de Voor hem ontworpen en gearresteerde Instructie bij publicatie en afexie van Billettin aan het publicq de noodige kennisse worden gegeeven,
Commissarissen uyt den Raade van Justitie aan deezen Raade alverder ingedient hebbende het volgend vertoog.
Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer M:r Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van neederlands India en Commissaris over t Gouvernement van kaap de Goede hoop en den Ressorte van dien & c & c & c:a beneevens de WelEdele Achtb:e Heere Gezachhebber en WelEdele Heeren Raaden van Politie
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer en E Achtbaare Heeren!’
‘De ondergeteekende meede Lidt Abraham Fleck in desselfs qualitijd als Cassier van S’ Colonies Graan magazynen, aan Commissarissen te kennen gegeeven hebbende, dat hy ingevolge qualificatie de by hem gedecorteerde en aan d E Comp:e Competeerende thiende van al de tarwe die geduurende den loop van dit jaar, door de buytenlieden in S’ Colonies graan magazijnen was afgeleeverd geworden, ten bedrage eener Somma van Rx 8353:27, onder Ult: Augustus Jongstleeden en S’ Comp:s Cassa had gebragt, Zoo neemen Commissarissen den vryheid UWel Edele Groot Achtb en E Achtb: daar van bij deese eerbiedig te informeeren, terwijl Zy overigens d Eere hebben UWelEdele Groot Achtb: en E: Achtb: needrig ter kennisse te brengen.’
‘Dat de bode deeser Collegie Godlieb Willers aan Commissarissen heeft te kennen gegeeven, hoe de meer en meer dagelyks toeneemende verrichtingen van dat Collegie hun buyten Staat Stelden met t waarneemen der zaaken by de Burger krygsraad en ‘t invorderen van ‘t Carossen geld te Continueeren, Zonder de affaires hem door dit Collegie op gedragen werdende te vernegligeeren, met verzoek daer inne de noodige voorzieninge te doen.’
‘Weshalven Commissarissen overtuijgd van de waarheid van ‘t geallegueerde vermeend hebben het Zelve tot dekennisse van UWel Ed Groot Achtb: en E Achtb: te moeten brengen, met needrig Supplicq, dat het UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: mooge behaagen den gem: Willers van Zijn bediening als bode van die krygsraad aan te Stellen den Substitut Boode Johannes Ernestus Weesbergh mitsg:s tot het inne vorderen van t Carossen geld, Commissarissen te willen permitteeren een der Bodes van Politie daar toe voortaan te moogen employeeren.’
‘Waar meede Commissarissen de Eere hebben Zich met de uyterste respect te onderteekenen.’
‘WelEdele Groot Achtb: Heer en E Achtb: Heeren!’
‘Uwer welEdele Groot Achtb: zeer Onderdanige en gehoorz Dienaaren /: was geteekend:/ Wf V Reede van oudtshoorn. Joh:s Smuts, R: J: V: d Riet, G: H: Meijer, W f V: Ryneveld, H: J: de Wet, Matthiessen Jun:r A: Fleck’
Zo is na lecture en deliberatie over de gemelde Instructie goed gevonden en verstaan de Boode van dat Collegie Godlieb Willers te ontslaan van Zynen bedieninge als Bode van den Burger krijgsraad en in deszelfs plaats daar toe aan te stellen den Substituut Bode Johannes Ernestus Weesbergh van welk ontslag en aan stelling kennisse Zal werden gegeeven, Zo aan Commissarissen uyt den Raade van Justitie als aan den Burger krijgsraad en terwijl door dit ontslag de beesigheeden van gemelde Bode Willers Zich eenlijk Zullen bepaalen by t geen hem door ‘t Collegie van commissarissen voormeld zal worden gelast zo is al verder beslooten niet te treeden in het verzoek door hen gedaan omme tot de invordering van het Carosse geld gebruyk te moogen maaken van een der Bodes van deesen Raade, dewijl die invordering aan Commmissarissen gedemandeerd Zynde, ook onder hun onmiddelyk opzicht door de Bode van hun Collegie behoord te geschieden en voortaan Zal moeten worden gedaan.
Nog door Commissarissen uyt den Raade van Justitie ingediend Zynde het volgend vertoog tot bygeleide van de door hen geformeerde quotisatie rolle voor deesen Jaars.
Aan den WelEd:e Groot Achtb: Heere M:r Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neederlands india en Commissaris over dit Gouvernement van kaap de Goede hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a beneevens de E Achtb:r Heer Gezachhebber en de WelEdele Heeren raaden van Politie
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer! en E Achtb: Heeren!’
‘Commissarissen uyt den Raaden van Justitie volgens Jaarlykse gewoonte weederom gevaceerd hebbende, tot het formeeren eener nieuwe quotisatie lijst voor deesen Jaare, hebben daar by aan de eene kant in aanmerking genoomen de ongunstige omstandigheeden waar inne de Ingezeetene zich thans komen te bevinden uyt hoofde van de ontstaane Oorlog waer door veele derzelve verpligt zijn hunne neeringen en kostwinningen Zoo door de geringe aanbreng van Europise en indische koopmanschappen met derselver Scheepen als door ‘t Slegt debiet der inlandsche producten en aan de andere kant hoe de billykheid komt te vorderen, dat gemelde Ingezeetenen geene meerdere belastingen werden opgelegd dan zy teegenswoordig, nog al niet veel moeyte moeten draagen, waar in men des te meer bevestigd word, door de agterstallige quotisatie penningen die onder de Ingezeetene koomen uyt te staan en de moeielijkheedens om dezelve te kunnen invorderen.’
‘Weshalven Commissarissen dan ook tot het besluyt Zyn overgegaan om de quota’s der Ingezeetenen voor deesen Jaare niet te verhoogen, maar te doen continueeren zo als in den voorleeden Jaare is geschied alleen met byvoeging van die geene dewelke nieuwelings zyn aangekoomen en die men met geen gevoeglykheid van hunne gewoone quota’s heeft kunnen vry kennen al het welke UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: nader zullen kunnen beoogen, uyt de daar van geformeerde en neevens deese gevoegde lysten.’
‘Commissarissen verzoeken hier op hoogst derzelver approbatie, en hebben overigens de Eere met verschuldigde eerbied te Zijn’
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer! en E Achtb: Heeren!’
‘Uwer WelEdGroot Achtb: en E Achtb: Onderdaanige gehoorz:e dienaaren’
’/: was geteekend:/ W f V Reede van oudsthoorn, Joh:s Smuts, R: J: V: d Riet, G: H: Meijer, W f Van Ryneveld, H: J: de Wet, C: Matthiessen Jun:r A:m Fleck.’
‘In margine Kaap de Goede hoop den 22 Nov:r 1793.’
Zoo is by overweeging van de allezints plausible reedenen door commissarissen bij gebracht om de quotas der Ingezeetenen niet te verhoogen goed gevonden en verstaan de overgelegde Rolle in Zyn geheel te approbeeren en Commissarissen voormeld dienvolgens te qualificeeren met de invordering der quotisatie penningen ten behoeven van de Burger Cassa voort te vaaren.
De Heere William Ferdinand van Reede van Oudtshoorn in ZijnEd qualitijd als administrateur van S Comp:s Graan magazynen aan deesen Raade ingedient hebbende het volgend verzoek Schrift.
Aan den WelEd:e Groot Achtbaren Heer Abraham Josias Sluysken raad ordinair van neederlands Indien en Commissaris van het Gouvernement van Cabo de Goede hoop in den Ressorte Van dien & & &c:a beneevens den Achtbaaren Heer Gezachhebber en de WelEdelen Heere Raaden van Politie.
‘WelEdele Groot Achtb: Heer en E: Achtbaere Heeren!’
‘De ondergeteekende administrateur van S’ Comp:s graanmagazyn neemt de Vrijheid UWelEdele Groot Achtb: en E: Achtb: eerbiedig te verzoeken.’
‘Dat insteede van het Epidemicque gebouw aan het Nieuw hospitaal, waar in Circa 12000 muddens Tarwe geborgen is geweest, en welk gebouw onlangs heeft moeten worden geappropieerd tot een Caserne voor de uyt Europa te verwagtende Engelse Troupes, hem eene andere Convenable bergplaats voor die quantiteijd van Tarwe mag worden aan geweesen, Zulx wel/: des moogelijk:/ Zoo Spoedig doenlyk, om dat de aanhanden Zijnde magazijnen bereeds zoo goed als vol Zynde, van deese bergplaats by den nieuwen ontfangst van graanen, het welk doorgaans met het laast van december een aanvang neemt, dadelyk gebruik moet worden gemaakt.’
‘2:e dat hij alzoo Zig door de Regeering gequalificeerd vind, tot den inkoop van agt honderd a Een duysend mudden Garst teegens de minst daar voor te bedingene prijzen, ten einde aan den dispencier ter vervaardiging van de benoodigde Gort voor S’ Comp:s Scheepen te kunnen verstrecken mag inhuuren, een daar toe bekwaam pakhuijs om dat graan daar inne te kunnen ontfangen en behoorlyk te doen omwerken.’
‘3:e Dat uyt hoofde van de voorsz:e qualificatie teegens bewijs van ontfangst aan de ondergeteekende mag worden ter hand gesteld een bedraagen van Tweeduysend Rijxdaalders, omme wanneer de garst ten eenemaale Zal Zijn ingekogt en men dus dies bedraagen Zal Zyn te weeten gekoomen deese Zomma met den Heer Cassier te vereffenen.’
‘4:e Dat gemerkt de administratien van de dispens en het graanmagazijn Zig thans van elkanderen gescheyden komen te bevinden en by laatstgem: geen appartement voor den administratie komt te zijn, waar uyt hy de quitanties voor de ontfangene graanen aan de landlieden kan verleenen, gelyk meede, waarin hij de papieren tot die administratie Specteerende kan wegleggen, ten dien eynde een klein Vertrekje in een der drie gangen by de groote koorn magazijnen aan Strand mag worden geextrueert en’
‘5:e Dat laastelijk, geene Gonnij Zakken op de herhaalde Eyschen van Batavia, bengalen en Ceylon , Zints eenige Jaaren voldaan geworden Zijnde en deselve Zeer apparent binnen korten niet Zullende worden gezonden ter belading van de Scheepen voor S Comp:s graan magazyn moogen worden gemaakt Twaalff honderd P:s halve mudde Zakken Van halff sleet Zeyldoek dan wel by gebrek daer aan van nieuw.’
‘T Welk doende &c:a’
’/: was geteekend:/ W f V Reede van oudsthoorn.’
Zo is na dat over de onderscheidene poincten daar by voorkoomende met alle aandacht was gedelibereerd geworden, beslooten omme het epidemiecque Gebouw van het Hospitaal, t welk tot den opleg van Tarwe voor de Compagnie is bestemd geweest, doch onlangs is ingeruymd en geapproprieerd geworden om by aankomst van Hulptroepes tot Casernes voor dezelve te kunnen dienen weederom tot den op leg van Tarwe te laaten gebruiken, Zullende dienvolgens de zich in dat gebouw bevindende Geweerzakken, kadels, Matrassen &c:a in eenige andere apartementen van ‘t nieuw Hospitaal worden geborgen tot tyd en wylen deselve ‘t Zy voor Hulptroupes dan wel ander zints ten behoeve van de Comp:s Zullen worden vereischt.
Dan ten aanzien van ‘t tweede poinct van voorm:e verzoek schrift door den Ed Heer Commissaris gecommuniceerd Zynde, dat Zyn Ed zig geinformeerd vindende dat aan den Burger Arend van Wielligh als aanneemer van de leverantie van Brood, Meel en beschuyt ten behoeven van de Compagnie door den Heere Gezachhebber was afgestaan een pakhuijs tot berging van Meel wel eer gedient hebbende om garst op te leggen den zelve van Wielligh hadt aangezegd dat pakhuis te zullen moeten inruijmen, doch dat deese aan Zyn Ed: had vertoond niet alleen hoe moeïelyk maar ook hoe kostbaar het voor hem Zoude vallen al het meel t welk hij in gemelde pakhuijs had opgelegd en van tyd tot tyd aan S’ Compagnies Scheepen en dienaaren moest verstrekken van daar weederom ten zynen kosten naar een ander pakhuijs te moeten laaten transporteeren met instandig verzoek het pakhuijs aan hem tot berging van meel af te staan, tot dat einde te moogen aanhouden, en aanbod omme insteede van dat Gebouw aan de Compagnies tot berging van Garst een hem toebehoorend pakhuijs veel ruimer en grooter als dat der Compagnies en dat Zijn Ed: dit verzoek en aanbod van gemelde van Wielligh billyk gevonden hebbende, daar in hadden gecondescendeerd Zullende dus de Heere van Reede van Oudtshoorn de Garst, welke door Zyn Ed voor Reekening van de Compagnie zal worden in gekogt moeten opleggen en bergen in het Pakhuijs door meermelde van Wielligh daar toe afgestaan en deese het aan hem tot berging van meel vergunde pakhuijs in gebruik behouden tot dat het meel het welk zig daar in teegens woordig bevind door hem zal weesen verstrekt als wanneer dat gebouw weederom Zal moeten dienen tot berging van Garst of tot Zoodanige andere eindens als dienstig en noodig geoordeeld Zullen worden.
Voorts Zal ingevolge t verzoek van de Heere van Reede van Oudtshoorn aan Zyn Ed op Schriftelijke ordonnantie van den Edelen Heere Commissaris uyt S’ Comp:s Cassa worden opgeschooten eene Somma van Tweeduysend Ryxdaalers, omme door Zyn Ed: tot den inkoop van Garst, te worden geemploieerd voor welke Somma Zyn Ed: by de negotie boeken zal worden gedebiteerd, omme wanneer de benoodigde quantiteijd Garst door Zyn Ed: zal weesen ingeslaagen, en daar van opgaave gedaan, als dan voor dies kostende gecrediteerd en op deese Reekening verEffend te worden.
En dewijl de noodzaakelijkheid vorderd dat by S’ Comp:s Graanmagazijnen zich bevind een bekwaam apartement voor den administrateur dier magazijnen waar uyt hij de quitantien der geleeverde Graanen aan de landlieden kan verleenen, en teffens bergen de boeken en papieren tot die administratie betrekkelijk, Zoo is ten deese aan zien best gedacht en dienvolgens beslooten de Heere van Reede van oudtshoorn, te qualificeeren omme voor reekening van de Compagnie, met de minst mogelyke kosten door particuliere in een der gangen voor S’ Compagnies koorn magazijnen aan Strand Staande te laaten extrueeren een Zoodanig vertrekje als waar in Zyn Ed: het Schryfwerk van de administratie der koornmagazynen zal kunnen verrichten.
Laastelijk nog uyt voorsz:r verzoekschrift gebleeken Zynde de groote Schaarsheyd aan Koorn zakken tot den afscheep van Tarwe vereischt wordende, Zoo wierd door den Edelen Heere Commissaris gecommuniceerd, dat Zyn Ed: om te kunnen oordeelen of hier inne Zou kunnen worden voorsien van den Equipagiemeester hadt gevorderd eene opgaave van het aan handen Zynde Zyldoek, doch dat daaruyt gebleeken Zynde dat de geheele voorraad van Zyldoek bestaat in 43 Rollen Zyn Ed: nimmer Zou durven over gaan om daar van iets tot het maake van zakken te doen verstrecken alzoo men zich met de geringe voorraad van een zo noodzaakelyk articul niet wijnig geembarrasseerd zal kunnen vinden, wanneer Slechts eenige der passeerende retour Scheepen zoo als Jaarlijks gebeurd van nieuwe Zeilen moeste worden voorsien, dat ook al ‘t aanhouden geweest Zynde oud zeildoek, beneevens een partij van het nieuwe was afgegeeven en verbruijkt geworden, tot ‘t vervaardigen van de 1000 matrassen en Hoofdkussens welke voor de Hulp troepes die men heeft verwacht zijn aangemaakt ZynEd den Equipagiemeester had gelast van de aanweezende Scheepen Cromhout en de Constantia zoo veel oude Zeylen te ligten als maar met eenige moogelykheid Zouden kunnen worden gemisd, dog dat uyt deese Slegts 300 halve mudden Zakken gemaakt kunnende worden, voor de overige ontbreekende Zakken op de eene of andere wijse behoorde te worden gezorgd, en nadien hier op door de Heere van Reede van Oudtshoorn wierd gedeclareerd dat ZynEd de drie honderd halve mudde Zakken met welke Zig tot nog toe hadde beholpen onmoogelyk langer konde worden gebruykt, en dat absolut Seevenhonderd Sakke benoodigd was, om by den afscheep van Tarwe, twee laad vaartuijgen aan de gang te houden,
Zoo is beslooten den Equipagiemeester te qualificeeren om tot het aan maaken van den ontbreekende 400 halve mudden Zakken by particulieren tot de minst moogelyke prijse de daar toe benoodigde 26 Rollen Vlaams linnen ofte ander grof doek in te koopen, en zal by eerstvoorkoomende geleegendheid de Hooghe Indiasche Regeering nogmaals by herhaaling eerbiedig en instantig worden verzocht dit Gouvernement op de eene of andere wijse van de zo hoogst benoodige Gonnyzakken wel te willen laaten voorzien.
door gemelde Heere van Reede van Oudtshoorn nog ingedient Zynde een verzoek Schrift van volgende inhoud.
Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van neederlands india mitsgaders Commisssaris over het Gouvernement van Cabo de Goede hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a beneevens de E Achtbaare Heer Gezaghebber en de WelEdele Heeren Raaden van Politie.
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer! en E Achtbaare Heeren!’
‘De ondergeteekende administrateur van S’ Comp:s graan magazijn verzoekt eerbiedig, dat aan hem mag worden gevalideert d’ ordinaire afschryving van de onderstaande graanen door hem geduurende de maanden September, October, november en december den afgeloopene boekjaars 179? geadministreert en verstrekt Namentlyk. -‘
‘137 1/4 mudden Tarwe op 4575 1/2 mud over t jaar geleegen a 3 perCento.’
‘6 d:o Rogge op 203 mudde d:o als.’
‘5 3/4 mudd:e op 192 1/8 d:o binne t jaar geleegen a 2 pC:to’
‘- 1/4 d:o10 7/8 d:o binne t jaar geleegen a 2 pC:to’
‘12 1/2 mudd:e Garst op 628 mudd:e overt jaar geleegen a 2 pC:to’
‘In s’ Comp:s Graan magazijn by nameeting door expresse Gecommitteerdens onder ultimo Augustus 1793 of te heeden’
‘
Tarwe | Rogge | Garst | |
Muddens | |||
Zynde een bedraagen van | 14000 1/2 | 47 3/4 | 12 1/2 |
volgens de boeken niet meerder | |||
hebbende moeten zyn als. | 13841 7/8 | 45 3/8 | - |
Gevolglijk meerder, het welk aan de | |||
overmaat worden toe geschreeven | 158 5/8 | 2 3/8 | 12 1/2 |
Tarwe | Rogge | Garst | |
Muddens | |||
Zynde een bedraagen van | 14000 1/2 | 47 3/4 | 12 1/2 |
volgens de boeken niet meerder | |||
hebbende moeten zyn als. | 13841 7/8 | 45 3/8 | - |
Gevolglijk meerder, het welk aan de | |||
overmaat worden toe geschreeven | 158 5/8 | 2 3/8 | 12 1/2 |
‘Verzoekt de ondergeteekende van uwel Edele Groot Achtb: en E Achtb: qualificatie dit meerdere, om aan de Zeer gerespecteerde beveelen van hun Hoog Edelheedens de hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal hier door al meede te voldoen nog in het boek Jaar 179 2/3 ten voordeelen der E Comp:e te moogen inneemen.’
‘T welk doende &c:a’
’/: was geteekent:/ W f V Reede van Oudtshoorn.’
Zoo is na lecture van dat geschrift goedgevonden en verstaan de daar by opgegeevene afschryving van 137 1/4 mudde Tarwe 6 mudde Rogge en 12 1/2 mudde Garst als ingevolge de ordres geschied Zynde te valideeren en op Reekening van Winst en verlies te laaten afschrijven, terwijl de 158 5/8 mudde Tarwe 2 3/8 mudde Rogge en 12 1/2 mudde garst, welke by den opneem onder ultimo augustus Jongstleeden boven de Restanten in de magazijnen zyn bevonden ten voordeele van dezelve Reekening Zullen worden ingenoomen om door den administrateur verantwoord te worden; Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Drakenstein aan wien by besluyt deeser tafel van den 23 October Jongstleeden is gelast geworden te tauxeeren het wynpakhuijs en het gebouw voor Pluym vhee door de weduwe Lambertus Fick geextrueerd op het Erff door haar aan haare Schoonzoon Jan Baptist de Vos voor ƒ15000:- verkogt en waarvan het kostende in de KoopSomma zyn gecomprehendeert hier over ingedient hebbende het volgend berigt.
Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken, Raad ordinair van Neerlands india, mitsgaders Commissaris over het Gouvernement van kaap de Goede hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a beneevens den WelEdele Achtbaaren Heere Gezachhebber en de WelEdele Heeren Raaden van Politie
‘Wel Edele Groot Achtb:e Heer! en E Achtbaare Heeren!’
‘In eerbiedige opvolging van UWelEd Groot Achtb: en E E Achtb: zeer gerespecteerde Extract Resolutie de dato 23 October Jongstleeden, de ondergeteekende het wijn pakhuijs en het gebouw voor Pluym Vhee welke de Weeduwe wylen den Brandtmeester Lammert Fick op het door haer aan haaren aangehuwden Zoon Jan Baptist de Vos, verkogte Erff, ten haaren kosten heeft moeten laaten extrueeren, in welke gebouwen neevens een brandewijnsketel, ten bedragen van ƒ8000:- gecomprehendeert Zyn, geweest, en het bedraagen der geheele kooppenningen van het voorsz: Erff ter Somma van ƒ15000:- door twee deskundige fungeerende Heemraaden hebbende laaten taxeeren; hebben dezelve de voorsz: gebouwen en brandewijns keetel gewaardeert ter Zomma van Vyff duysend Agt honderd guldens Caabsch, Valuatie; Zo als uwel Ed Groot Achtb: en E E Achtb: uyt het bewijs door de Taxateurs ter Requisitie van den ondergteek: verleend en deesen geannexeerd /: des gelievende:/ kunnen beoogen.’
‘Terwijl de ondergeteekende deese laatende dienen voor needrig bericht, en hier meede verhoopende aan de Zeer geEerde ordres van UWelEdele Groot Achtb: en E E: Acht: te hebben voldaan, de vryheyd neemt Zig te noemen.’
‘Wel Edele Groot, Achtb: Heer! en E: E: Achtb: Heeren!’
‘UWelEdele Groot Achtb: en E E Achtbaarens Ootmoedige Dienaer.’
’/: was get:/ H: L: Bletterman.’
en na dien uyt dat bericht is koomen te blijken dat de voorgemelde gebouwen, hebben moeten kosten ƒ5500, en dat ook nog in de koop is begreepen geweest een Brandewijns keetel ter waarde van ƒ300:- Zoo is uyt aanmerking dat de verkoop is geschiede lange voor dat S’ Heeren Gerechtigheid van verkogte vaste Goederen is bepaald op den 25:e penning, als nu beslooten de gemelde de Vos bij ‘t transport van gedachte Erff te laaten volstaan met de betaaling van S’ Heeren gerechtigheyd den 40:e penning van ƒ9200:- waer voor dus het bloote Erff aan hem is gecedeerd.
Bij besluijt deeser vergadering van den 24:e Augustus Jongstleeden aan den Heere Resident der Baayfals Christoffel Brandt gedemandeert geworden Zynde om te dienen van Zyn Ed Consideratien en berigt, of en in hoe verre Zou kunnen worden voldaan, aan het verzoek van den Oud Burger Commissaris Jan Pieter Kirsten, ter obtenu van een Stuk Huijs Erff in Baayfals , Zoo wierd ter voldoening daar aan door ZynEd ingedient het volgend bericht.
Aan den WelEdele Groot Achtb: Heere Abraham Josias Sluijsken Raad ordinaire van Neederlands India mitsgaders Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a - Beneevens den WelEdele Heer Gezachhebber en de WelEdele Heeren Raaden van Politie
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer! en E Achtbaaren Heeren!’
‘Bij geEerbiedigd raads besluyt van den 21 Augs 1793 behaagde het uwelEdele Groot Achtb: en E Achtb: in handen van den ontfanger te Stellen Copy van Zeeker door den oud Commissaris van Civiele en Huwelyks Zaken Jan Pieter Kirsten van Hoogst deselve ingediend Request, tendeerende, omme teegens billijke voorwaarden van behoorlyke betaalinge van d’ EComp:e in Eygendom te moogen obtineeren een klyn Strookje Lands in den baay fals geleegen omme daar op tot het dryven van een geoorloofde burgerneering tot Sustentatie van Zyn talrijk huysgezin een wooning te moogen extrueeren onder Zoodanige voorwaarden als by dien Requeste nader Staat omschreeven, ten einde UWelEd Groot Achtb: en E Achtb: daar op te dienen van Zijn Consideratien en bericht.’
‘Om hier aan pligtschuldig te voldoen Zal de ondergeteekende voor af de vryheid neemen UWelEd Groot Achtb: en E Achtb: ter kennisse te brengen dat voor eenige Jaaren geleeden door de Heer Jan Coenraad Gie d’ oude, en vervolgens door de aldaar woonende Ingezeetenen Jeremias Auret, Willem Hurter en Arend Munnik aan de ondergeteekende is te kennen gegeeven dat zy geneegen waaren om een Stukje Lands allernaast gem:e Auret aan den Heere Hoofd gebieder te verzoeken, dog die alle door den onderget: van hun voorneemen Zyn te rug gehouden en afgeweesen, om reeden, dat wanneer de omstandigheeden eens kwam te vorderen dat d EComp:e genoodzaakt was tot het een of ander nuttig einde een magazijn of ander gebouw in Baay fals te extrueeren deplaats door hun uyt gekoosen daar toe het geschikste was gesitueerd, dan daar den omslag van de Maatschappij in dit Gouvernement reeds Zoodanig is verminderd dat men na alle waarschijnlykheid dat terrijn tot het vooren gerepte eynde niet meer zal benoodigd hebben, Zoo vind den onderget: geen Zwaarigheyd UwelEd Groot Achtb: en E Achtb: te berigten dat dat Strookje lands onder eene eevenreedige voldoeninge aan de E Comp: tot het extrueeren van een woonhuijs &c:a aan den verzoeker in Eygendom kan worden afgestaan.’
‘Waar meede de Eer heb met behoorlyke Respect te teekene’
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer! en E Achtbaaren Heeren!’
‘UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: gewillige Dienaar’
’/: was geteekent:/ C: Brandt.’
en dewijl uyt dat bericht consteerd dat de reedenen welke de uijtgaave van het gevraagde Erff hebben belet gehad ten eenemaale koomen te Cesseeren, Zoo is beslooten Commissarissen uyt den Raade van Justitie te injungeeren en te gelasten, Zoo als deselve gelast worden by deesen, ‘t Zelve Erff ten hunnen overstaan door den gezwooren landmeeter te laaten meeten, en vervolgens taxeeren hoe veel voor dies verkrijging in eygendom door den gemelde Kersten aan de Compagnie Zou behooren te worden voldaan, omme daar over de Raade te dienen van bericht.
De Sous Luytenant der Burgerij Coenraed nilson by Requeste verzoek gedaan hebbende om de eigendom van een Stuk land ter groote van 5 morgen 531 quadrat roeden geleegen in deese Tafel valleij naby de door hem bewoond wordende Tuin Zoo is verstaan dezelve Requeste almeede te Stellen in handen van Commissarissen uyt den Raade van Justitie, met last, en bevel naauwkeurig te examineeren of de uytgaave van dat land aan S’ Comp:s belangen, of aan die van particulieren hinderlyk Zou kunnen Zyn, en Zo neen als dan te bepaalen de Conditien waar op t Zelve aan den Supp:t Zou kunnen worden afgestaan mitsgaders hoe veel door hem daar voor tot eene Recognitie aan deCompagnie Zou behooren te worden betaald.
De Burger Jan George Kramer almeede by Requeste verzoek gedaan hebbende om de eigendom van een Strookje Lands ter groote van 2 1/2 morgen geleegen annex de zelvfs woonplaats onder het district van Drakenstein , Zoo is verstaan dat verzoek Schrift te Stellen in handen van Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Drakenstein met last omme met alle naauw keurigheid te examineeren en den Raade te berichten of de uyt gaave van dat land kan geschieden Zonder deCompagnie of eenige der opgezeetenen nadeel aan te doen, en Zo Ja, als dan teffens op te geeven hoe veel daar voor tot eene erkentenisse aan de Compagie behoord betaald te worden.
Na dit alles wierd door den Edelen Heer Commissaris geCommuniceerd dat ZynEd, om de hoogstnoodzaakelyke Reparatien aan de Batterijen te kunnen doen bewerkstelligen, bij gebrek aan Metselaers onder S’ Comp:s Slaaven Zich genoodzaakt hadt gevonden tien Metselaars, Jongens van particulieren in te huuren doch dat de aller presseinte Reparatien geschied Zynde, ZynEd die Slaaven weederom hadt afgedankt en daar by den Raade in Consideratie gegeeven, of het niet met S’ Comp:s belang volkomen over eenkomstig Zoude Zyn, omme daar S’ Comp:s Slaaven moeten worden aangehouden eenige derzelver aftezenden en onder het opzigt van S Comp:s Baasen op teleiden tot ‘t leeren van al Zulke ambagten als de meeste Ingezeetenen van deese Colonie door hunne Lyffeigenen laaten exerceeren, waar over gedelibereerd Zynde zoo is op propositie van den Edelen Heere Commissaris Unanime beslooten de Heeren Leeden des Raads Oloff Godlieb de Wet, en Egbertus Bergh als Commissarissen over S’ Compagnies Slaven Logie te injungeeren omme ten Spoedigste te doen eene exacte overziening van alle deSlaven der Compagnie en ieder derselve te bestemmen en te bepaalen total Zulke diensten als waar toe Zy ieder derzelve best geschikt en bequaam Zullen oordeelen omme voortaen tot deese bepaalde diensten en geen anderen te worden gebruykt, teffens omme Zo veele Slaaven als hun Ed Zullen bevinden dat in deese en geene administratien, departementen of werken boven de bepaaling bevinden daar uij’t neemen en tot andere diensten emploijeeren, en eindelijk omme van alle S’ Compagnies Slaaven voor het getal der geene die na dat alle administratien, departementen en werken zullen weezen voorsien als overtallig mogten overblijven Zoodaanige Uyt tekiesen als waar in hun Ed de meeste dispositien Zullen vinden tot het leeren van Zoodanige ambachten als tot welkers exercitie de Compagnie tot nu toe Baasen, gemeene ambagstlieden en Winkels komt aan te houden, ten einde dezelve Slaaven vervolgens Zoo by de metzelaers Timmerlieden, en Smits te plaatsen, omme deese ambachten te leeren en ten voordeele van de Compagnie uyt te oeffenen.
Hier van is geresumeerd geworden een vertoog door ‘t Eerwaarde Collegie van Weesmeesteren deezer Steede in volgende bewoordingen aan deesen Raade gericht.
Aan den WelEdele Groot Achtb: Heere M:r Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neederlandsch Indïa mitsgaders Commissaris over het Gouvernement van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a
‘Beneevens den WelEdelen Heer Gezachhebber en de WelEdelen Heere Raaden van Politie’
‘Wel Edele Groot Achtb: Heer en E Achtbaaren Heeren!’
‘Vertoonen Reverentelyk Weesmeesteren deeser Steede.’
‘Dat de vertoonders zig voor het Sluijten der kamer Boeken van dit loopend Jaar, niet kunnende in Staat gesteld Zien, tot het formeeren van een Volleedig Rapport, van het geen ingevolge en ter voldoening der Zeer geEerbiedigde ordres van Heere Commissarissen Generaal met betrekking tot de Zaken der weeskamer beraamd, door hen is verrigt inmiddels hebben moeten treeden, tot het liquideeren van diverse boedels aan de Weeskamer ter reddering vervallen: by welke geleegendheid egter omtrend de Salaria van weesmeesteren dadelijk behoord te worden in train gebragt het 53:e Art: van de door Hoogst gem: Heeren Commissarissen Generaal voor de Weeskamer g’arresteerde Instructien, waar bij aan de vertoonders den Veertigste penning is toegelegd.’
‘Dat nadien het hun Hoog Edelheedens heeft behaagd by welderzelver gevenereerd aanschrijven van 26 februarij Jongstleeden Uyt wijsens het ten deesen geannexeerd Extract, aan Weesmeesteren, alhier ingelykstellinge van het geene Weesmeesteren te Batavia genieten, uyt het geen voor de pupillen inkomt den 40:e penning toe te leggen de vertoonders uyt hoofde van de by hun ontstane Dubieteiten in de bepaaling op welk eene wijse en waer van eigentlijk dat Salaris Zou worden bereekend, mitsdien best hebben geoordeeld te onderzoeken hoedanig daar omtrend by weesmeesteren te Batavia wierd te werk gegaan, ten einde voor Zo veel des noods, hen in deesen ten Cynosure te kunnen verstrecken.’
‘Dat de vertoonders egter by de reekeningen van tyd tot tyd door de Bataviasche weeskamer herwaards overgesonden hebben bevonden, dat door weesmeesteren aldaar den 40:e penning word genooten, aan al het geene voor Reekening der Boedels in Cassa, komt, het Zy tot de Erffenis Zig meerder of minderjarigen gerechtigd vinden en Zulx van alle deCrediten Zonder aftrek van eenige Lasten, gelyk uwEdGroot Achtb: en E Achtb: Zulks uyt deCopia van een diergelijke Reekening onder L:a B: hier neevens gevoegd des begeerende, nader Zullen kunnen beoogen.’
‘Dat by de overweeging in Confrontatie dier Reekeningen met de nieuwe Instructien der Kaapse Weeskamer voor al daar Heeren Commissarissen Generaal by voors:z missive wel begeeren dat den 40:e Penn: zal worden genoten in gelykstelling van Batavia, dog daar op onmiddelijk laaten volgen,onder Zoodaanige Restrictien als het gem: 53:e Art: nader dicteerd, de vertoonders aan de eene kant Zeer bedenkelyk is te vooren gekoomen om uijt kragte hunner Instructie, omtrend den 40:e penn: ingevolge de usantie van Batavia, te werk te gaan; om Reedenen’
‘1:e dat, behalven het groot bezwaare voor de Boedels om den 40:e penn: te genieten, Zonder korting van de daar op hegtende Schulden, Zulx ook Zoude aanloopen teegens de Intentie van het voorgaande 6:e articul vervattende een order hoedaanig te handelen met Boedels by weesmeesteren Voor Suffizient aan gezien, en echter door Schulden of lasten naderhand opgekoomen insolvent bevonden, en waar by te gelyk word bepaald, dat in Zulken gevallen by de leeden van Weesmeesteren den 40:e penning van de verkogte goederen niet zal worden genooten, maar getrocken Zynde weeder ten voordeele van den boedel Zal moeten worden uytgekeerd.’
‘2:e Dat het gem:e 53 Art: hunner Instructie den 40:e penn: alleen toestaat van de inkomstenvan weesenwerdende daar by nog als eene nadere verklaaring gevoegd, dat men onder het woord van inkomsten met Relatie tot weesmeesteren moet verstaan alles watvoor Reekening van de pupillendie onder haar opzigt reeds gesteld Zyn, of nog gesteld Zullen worden, ter kamer mogt worden gefourneerd, het Zij legaten Erffenissen en besterffenissen die vroeg of laataan de weesenten deele mogte vallen, en met een woord niets uyt geZondert van het geenedezelveCompeteerd of te ten voordeel komt.’
‘en waar uijt dan als eene natuurelijke Consequentie Zouden moeten volgen, dat weesmeesteren van t geene meerderjaarige Erffgenaamen in boedels Competeerd, geen Salaris van den veertigsten penn: moogen inhouden, en Zig moeten vergenoegen met den 40:e penn: van de Saldo’s welke uyt geslootene Boedels, ten behoeve van minderjaarigen by overschryving in het weesboek worden gebracht, voorts van der silver renten, als Jaarlykse Inkomsten beschouwd, item van alle Legaaten Erffenissen en besterffenissen aan hunnen pupillen ten deele gevallen en by de weeskamer geadmitteerd werdende.’
‘Dat echter by vertoonders aan den anderen kant in Consideratie heeft moeten koomen, dat er onder reverentie geene Reede voorhanden Schynt te Zyn om met grond te veronderstellen, dat bij het beraamen der Instructie, de intentie van Heeren Commissarissen Generaal kan Zyn geweest, om op de Erffenis van minderjaarigen alleen den 40:e penn: te doen bereekenen: daar toe de administratie en liquidatie van Boedels, waar in Zig mondige Erffgenamen bevinden, geen mindere Zorge en verantwoordelykheid worden verEyscht, als tot de Zoodaanige waar by minderjaarigealleenZyn geinteresseerd: Dat voorts in veele opzigten het oogmerk van Heeren Commissarissen Generaal om aan weesmeesteren in eevenreedigheid van hun meerderen arbyd een billyk Salaris toe te voegen Zou worden illusoir gemaakt dewijl dikwerff Boedels ter weeskamer worden geadministreerd en welke de meeste Erffgenaamen meerderjarig Zyn, Zo als thans Zelfs het geval exteerd met den boedel van Wijlen den oud burger Raad Jacob van Rheenen de oude, in de maand Augustus J: L: volgens desselfs Testamenten dispositie ter Reddering van de Weeskamer vervallen, waar op Zeer wynig Schulden hegten, en welke bij verkoop heeft gerendeert Ruym ƒ134000:- dog waarin zig geene onmondige Erffgenaamen bevinden.’
‘Omme welke Consideratien de Vertoonders met de billykheid het meest overeenkomstig vinden, en dus wel Zouden, over hellen tot de opinie dat den 40:e penn: by hem behoorde te werden genooten.’
‘1: en van de Renten welke de pupillen Jaarlyks ter weeskamer op hunne Resp:e Reekeningen worden te goed geschreeven, als Reeele inkomsten geconsidereerd en voorts ook van alle legaten Erffenisse en besterfenisssen die ten behoeven van Weesen onder hun opzigt gesteld, ter kamer worden gefourneerd, dan wel door Weesmeesteren aanvaard en geadministreerd.’
‘2:e van de Zuijvere Saldo’s den bij hen afgeslooten worden de Boedels, het Zy de Saldo’s Strekken ten behoeve van of gedeeld worden tusschen mondige of onmondige Erffgenamen en gevolgelyk na de Voldoeninge der Schulden of lasten welke op de boedels hegten.’
‘Dan daar de vertoonders Zig niet bevoegd agten in deesen eenige directe bepalingen te maaken, hebben Zy best geoordeeld Zig te wenden tot UWelEd Groot Achtb & E Achtb met eerbiedig verzoek dat het van derselver welbehaagen zyn moge te verklaaren, of UWelEdGroot Achtb en E Achtb de openien van de vertoonders agreeren, en mitsdien ook willen dat zy met de bereekening voor de 40: e penn: alzoo Zullen te werk gaan dan wel het voorsz: 53 Art:e der Instructie interpreeterende, de vertoonders te willen gelasten, hoedanig zy zig hier omtrend zullen hebben te gedragen.’
‘T welk doende &c:a’
’/: was geteekend: / J: J: Le Sueur, P: L: Cloete, A: V: Bergh, H: J: Fehrssen W: J: Van Oosterzee, A: Berrange.’
Over welk vertoog met alle aandacht gedelibereerd, en daar bij in aanmerking genoomen zynde, dat daar de wet in alle Zoort gelyke gevallen, voornamentlijk waakt voor t belang van weesen en onmondigen en by ‘t 53:e articul van de Instructie door de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal aan weesmeesteren ter observance voorgeschreeven aan hen word toegelegd de 40:e penn: van alles wat onmondigen uyt wat hoofde het ook Zyn moogen, te beurt mogte vallen, het voormelde 53 Articul ook aan geene Zoodanige interpretatien onder heevig kan worden geacht, als waar by meederjaarige Erffgenaamen, wiens Erffdeel door weesmeesteren tot liquidatie moet worden gebracht en aan hem uyt gekeerd, bevryd Zouden kunnen verblyven van een Salariea t welk door weesen en onmondige moet worden gedraagen, Zoo is ten einde by weesmeesteren te ontruymen alle bedenkelykheeden die by hem omtrend het gemelde 53:e Articul Zyn ontstaan, unanime beslooten te verklaaren, Zoo als verklaard word by deesen dat door weesmeesteren zal worden genooten den 40:e penn: van alle batige Saldos welke de Reekeningen den boedels aan hen te administratie vervallende zullen komen te vertoonen, t Zy deselve onder hen ter beheering van minderjaarigen verblyven dan wel aan mondigen moeten worden uijtgekeerd item van alle legaten Erffenisse Besterfenissen en in een woord alles wat de pupillen der weeskamer Staande de voogdyschap van weesmeesteren te beurt mogt vallen, en eindelyk van alle de Interessen die ten voordeele der weesen worden ontfangen en by de boeken ter hunne faveure gebracht.
Vervolgens gaf den Edelen Heer Commissaris kennisse dat den Heere van Reede van Oudtshoorn aan ZynEd hadt voorgedragen de onmoogelykheid omme uijt hoofde van de meenigvuldige bezigheeden verknocht aan Zyn Ed Ampt als administrateur van S’ Compagnies graanmagazynen aan de presidies der Collegien van Commissarissen uyt den Raade van Justitie en Commissarissen van Civiele en huwelykse Zaaken, en aan de meenigvuldige Commissariaten hem reeds Seedert lange te beurt gevallen, ook met die attentie en Yver welke word vereischt uit te oeffenen de Commissie welke de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal aan hem en den Heere Brandt hadden opgedraagen om een nauw toezicht over de administratie van het houtmagazijn te houden, met verzoek daar van te moogen worden ontslaagen, en dat Zijn Ed uyt hoofde van de noodzakelykheid dat geseide houtmagazyn eindelyk eens Exact in van Stuk tot Stuk word opgenomen en nagesien het geen Sekerlyk een werk van langen tyd weezen Zal en dat gezeide Rheede van Oudtshoorn door Zijne meenigvuldige andere Commissien daar toe geen tyd overig heeft hem van die Commisie hadt ontslaagen, en deselve neevens den Heere Brandt opgedraagen, aan den Koopman titulair Jan Pieter Beaumgardt, die dus in deese alles zal moeten verrichten wat aan den Heere van Rheede van Oudthoorn is gedemandeerd geweest,
Nog gaf den Edelen Heere Commissaris kennis dat Zyn Ed tot op zichter aan S Compagnies Post de Zeekoevallei in plaatse van de onder afgeschreeven Gagie gestelde Jan Baptist de Krop had aangesteld de matroos Lambertus Mindeleij met de Gagie van ƒ14 per maand, en onder een nieuw drie jaarig verband, t een en ander heeden Ingaande.
Laastelijk is geleesen een Extract Resolutie genoomen in de Scheeps Raad van t uytkomend Schip de Constantia waar by door hem ter plaatsvulling van de op S:t Crux gedeserteerde Schieman en Schiemansmaat onder aprobatie deezer Regeering de volgende provisioneele aanstellingen Zyn gedaan als
Tot Schieman, de Bootsmansmaat Nicol:s Smit
Tot Bootsmansmaat, de qaurtiermeester Laurens Helm, tot Schiemansmaat de Matroos Jan Henderik Thiele, Tot quartiermeester de Matroos Hendrik Kooy, en daarby beslooten de gemelde perzoonen in deese provisioneele aanstellingen te bevestigen Zoo als deselve daarin bevestigd worden, by deese, alle echter onder de finaale approbatie van de Hooge Indiasche Regeering aan wien Zij Zoo om de bevestiging in deese qualitijden als om de Vemeerdering van gagie verzoek Zullen moeten doen.
Aldus Geresolveerd en de Gearresteerd In t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorz:
[Signed:] A: J: Sluijsken
[Signed:] J: J: Le Sueur
[Signed:] O: G: De Wet
[Signed:] C: Brandt
[Signed:] E: Bergh
[Signed:] My present G: F: Goetz Secret:s