Skip to content

C223 v1.20

C. 223, pp. 2-12.

Woensdag den {17940402} 2:e April 1794,

Bij omvraage, alle present.

De particuliere Schippers Godlieb de Jager en Matthijs Hanssen, respectivelijk voerende de bij de Compagnie ingehuurde hollandsche Scheepen Dordrecht en den Geertruij en Petronella , aan den edelen Heer Commissaris overhandigde hebbende de volgende Requesten.

Aan den WelEdele Grootachtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair over ‘t Gouvernement van Kaap de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a beneevens d E Achtb: Heer Gezachhebber en WelEdele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘Geeft met alle verschuldigde Eerbied te kennen UWelEdele Groot Achtb: en E: Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame Dienaar Godlieb de Jager Schipper van ‘t alhier ter rheede leggend ingehuurde Hollands particulier Schip Dordrecht .’

‘Dat den Suppl:t direct na deszelfs uitreize van Texel een aanvang gemaakt hebbende omme de provisien volgens zijne meede gekreegene Schaflijst aan zijne Equipagie te verstrekken, dewelke hunne beswaaren voor deeze Sobre verstrekking van Spijze aan hem Suppl:t hebben te kennen gegeeven.’

‘Dat den Suppl:t ten eïnde deeze zo rechtmatige beswaaren te ontruimen, genoodzaakt is geweest van de bepalingen bij ‘t gem:e Schaflijst gemaakt af te wijken, en dienvolgens aan de voorsz:e Equipagie zodanige meerdere verstrekking gedaan, als den Suppl:t oordeelde genoeg te zijn dezelve behoorlijk te kunnen Spijzigen.’

‘Dat daardoor volgens de deeze in allen Eerbied verzellende verklaring door de opper en onderofficieren geteekend eene meerderheid van verstrekking is veroorzaakt van twee Vaaten Gort en een vat ofte 200 ponden Rijst, welke hem voor als noch op zijn Consumptieboek ten Negotie Comptoire niet te goede zijn gebracht.’

‘Reedenen om welke den Suppl:t zig in allen onderdanigheid keerd tot UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: ootmoodigst verzoekende aan hem de voorschr: twee vaaten Gort en 200 ponden Rijst voor reek: van d E Comp:e te laaten verstrekken.’

‘Nog neemt den Suppl:t de vrijheid aan UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: over te leggen een Lyst door den Oppermeester van gem:e zijne Bodem geformeerd van zodanige medicamenten als voor de reise naar Batavia heeft nodig geoordeeld met onderdanigst verzoek dat ‘t UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: meede behaage mooge de gemelde medicamenten ingevolge de Cherte parthij van zynen bodem, ten gebruike der zieke te laaten verstrekken.’

‘’T welk doende &c:a’

’/:get:/ Godtliep Jaager’

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer! Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch India en Commissaris over ‘t Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens d’ E: Achtb: Heer Gezachhebber en WelEdele Heeren Raade van Politie.

‘WelEdele Grootachtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘Met verschuldigde Eerbied geeft te kennen UWer WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame Dienaar Matthijs Hanssen Schipper van ‘t alhier ter rheede leggend ingehuurd Hollandsch particulier Schip de Geertrui en Petronella .’

‘Dat den Suppl:t direct met deszelfs uitreïze van Texel eene aanvang gemaakt hebbende omme de provisien volgens zyne meede gekreegene Schaftlijst aan zijne Equipagie te verstrekken dezelve hunne beswaaren over deeze Sobere verstrekkingen van Spijze hebben te kennen gegeeven.’

‘Dat den Suppl:t ten eïnde deeze zo rechtmaatige beswaaren te ontruimen genoodzaakt is geweest van de bepalingen bij gemelde Schaftlijst gemaakt af te wijken dienvolgens aan de voorschr: Equipagie zodanige meerder verstrekking te doen als den Suppl:t oordeelde genoeg te zijn dezelve behoorlijk te kunnen Spijzigen.’

‘Dat daar door volgens de hier neevens in allen eerbied verzellende verklaring door de opper en onderofficieren van gemelde zijnen bodem geteekend eene meerderheid van verstrekking is veroorzaakt van Twee Vaaten of Acht zakken Gort welke hem voor als noch op zijne consumptie Boek ten Negotie Comptoire niet te goede zyn gebracht.’

‘Reedenen waaromme den Suppl:t zig in allen onderdanigheid is keerende tot UWelEdele Groot Achtb: en E: Achtb: ootmoedig verzoekende aan hem voor Reekening van d E Comp:ie de gem:e twee Vaaten ofte 8 Zakken gort te laaten verstrekken en zo meede hem te willen doen geworden zodanige Medicamenten als den Oppermeester van zijnen onderhebbende Bodem volgens de deezen in allen eerbied bygevoegde Eisch komt te benodigen om de verdere Reïze naar Batavia voort te zetten.’

‘’T welk doende &c:a’

’/:get:/ M:t Hanssen’

Zo is by omvraage ter ordre van den Edelen Heer Commissaris gedaan, en op propositie aan zijn Ed: goedgevonden en dienvolgens beslooten omme ingevolge het verzoek door de Supplianten ieder in het zijne gedaan, aan eerstgemelde uit S Comp:s dispens te laaten verstrekken Neegen mudden Gort ter plaatsvulling van de twee Vaaten Gort en 200 lb Rijst, die hij meerder zoude hebben moeten verstrekken dan bij de Schaflijst was bepaald, en aan laatstgemelde Acht mudden Gort inSteede van twee Vaaten meede door hem meerder zullende zijn verstrekt als de ordres der Compagnie toelaaten, van welke verstrekking - en, onder toezending van de Verklaringen door de Schippers de Jager en Hanssen overgelegd over de noodzaaklijkheid waar in zij zich bevonden hebben om in deeze van S Comp:s ordres af te wijken en van een Reekening van dies kostende kennisse zal worden gegeeven aan de WelEdele Groot Achtb: Heeren Bewindhebberen ter kamer Amsterdam, ten eïnde wanneer hun WelEdele Groot Achtb: zulks mogte gelieven goed te vinden de betaling der verstrekte Gort van de Rhêders gemelde Bodems respectivelijk te kunnen doen invorderen - en zullen voorts de nevens gemelde Requesten gevoegde Lysten van benodigde Medicamenten voor beide gemelde Bodems gesteld worden in handen van den eerste Opperchirurgijn deezes Gouvernements Johannes Leuver, omme te examineeren of deeze verstrekkingen noodzaaklijk zijn en als dan dezelve te doen.

Uit een door Burgerraaden deezer Steede overgelegd bericht door hen ingevolge het geen aan hem by besluit deezer tafel van den 21 Maart jongstleeden is gedemandeerd vervaardigd, gebleeken zijnde dat de Zoon van den Burger Jan Willem Rudolph van Slechte conduites komt te zijn, en dus wel meriteerd om ter zijner correctie als jong Mattroos in den dienst der Compagnie te worden getrokken en naar Indiën verzonden, zoo is dan ook op propositie van de Edelen Heer Commissaris goedgevonden en verstaan dezelve Johan Fredrik Nicolaas Rudolph, aan te neemen in dienst der Compag:e als Jong Mattroos met de gagie van ƒ8 - per maand en onder een verband van Vijf Jaaren zo als hij aangenoomen worden bij deeze omme op een der aanweezende uitkoomende Scheepen te worden geplaatst.

Laatstelijk aan den Heer Gezachhebber en de Heeren Leden des Raads ter lectuure gepresenteeerd zijnde het onderstaand Request door Jan Roelofse de Groot, Schipper van ‘t in Baaifals verongelukt particulier Schip De drie Gebroeders aan deeze Regeering gericht.

‘Aan den WelEdele Groot achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch India mitsg:s Commissaris van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c &c &c: beneevens den WelEdele Achtb: Heer Gezachhebber en Wel Edele Heeren Raaden van Politie.’

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘Met verschuldigde Eerbied geeft te kennen UWelEdele Groot achtb: en E Achtb zeer onderdanige en gehoorzaame Dienaar Jan Roelofs de Groot Schipper van het in Baaïfals gestrand Hollands particulier Schip de Drie Gebroeders .’

‘Dat den Suppliant oor het Stranden van evengemelde Bodem de drie Gebroeders zig genoodzaakt heeft gezien, eenige tijd alhier te moeten verblyven ten eïnde agt te geeven dat ‘t wrak worde verkogt, mitsgaders de goederen en Equipagie tot ‘t zelve gehoorende behoorlijk werde bezorgd en gade geslagen.’

‘Dat den Suppl:t na verrigting van dit alles geen geleegendheid hebbende gevonden zijne Reïze naar Europa te kunnen voortzetten inmiddels zich alhier heeft geengageerd, om als Schipper van’t particulier Schip de Dankbaare Africaan een rhijze naar Mauritius en wederom te rug te doen.’

‘Dat echter de ontstaane oorlog tusschen de Franschen en onze republiecq hem wederom daarvan heeft doen afzien, en wel voornamentlijk om zig niet te ontrekken van de verantwoording die hij aan zijnen Rheders nopens ‘t Stranden van deezen onder hem gehad hebbende Bodem verschuldigt is, en heel ligt zoude hebben kunnen gebeuren, ingevalle hij door een Vijandelijk Schip wierde genoomen.’

‘Dat den Suppl:t ondertusschen met voorkennisse van Welopged:e E Achtb: Heer Gezachhebber zich alhier in ‘t Huwelijk heeft begeeven met Maria Barbara Spaadling welke met ‘t Regiment Wurtemberg alhier is aangeland en dus als aan dat Regiment geattacheerd alhier verbleeven is;’

‘En daar ‘er als nu geleegendheid is voor den Suppl:t om zijne reijze naar ‘t Vaderland te kunnen vervorderen zo is ‘t om die Reedenen dat den Suppl:t van UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: ootmoedig verzoekt dat hoogstdezelve mogte behaagen hem permissie te verleenen om met evengemelde zynen Huisvrouw met een der ter Rheede leggende thuisvarende S Comp:s Scheepen van hier naar Europa te mogen vertrekken - en dat het wijders van hoogstderzelver welbehaagen mogte zijn, uit Consideratie van de armoede waarin hij zich door het Stranden van zijn Bodem vind gedompeld, en waar door hij al het geen hij door ruim 40 Jaaren zwervens op Zee bij een heeft gezameld heeft moeten verliezen - hem van de betaaling van het transport en kostgeld goedgunstig vrij te kennen’

‘’T welk doende &c:a’

’/:get:/ Jan R: de Groot.’

waare haar Ed: van gedagtens dat door beide het transport en kostgeld behoorde te worden betaald, dan den Heer Commissaris oordeelende dat bij de Heeren Majores in consideratiën zoude kunnen koomen, dat voormelde de Groot alhier noodwendig heeft moeten verblijven, om de ladingen alle wat tot Zijnen gestranden bodem eenige betrekking had meede gade te slaan en te vereffenen, en dus de Verblijft als geen vrijwillige daad kan worden beschouwd, terwijl het in allen gevallen, van het welbehagen van welgemelde Haar WelEdele Hoog Achtb: afhanglijk blijft om hetzelve kost-en-transportgeld van meergemelde de Groot te doen vorderen, heeft zyn Edele in zoo verre met de vergadering geconcurreerd om de huisvrouw van genoemde De Groot alhier het meergemelde kost-en transportgeld te doen betaalen dog om de al-of- niet betaaling van het zelve zo verre hem de Groot Zelve betreft aan Hooggemelde Heeren Majores gedefereerd te laaten

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In’t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorschreeven.

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] I: J: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] C: Brand

[Signed:] E: Bergh

[Signed:] My present G: F: Goetz Secret:s

C. 223, pp. 13-18.

Donderdag d:n {17940403} 3:e April 1794

Bij omvraage alle present.

De Aanneemer van de leverantie der voor de Compagnie benodigde Boter den Burger Siebert Wied junior bij herhaling gemanqueerd hebbende om aan zijne verbintenissen te voldoen, en thans wederom aan den Edelen Heer Commissaris gedeclareerd hebbende, dat hij zich ten eenemaale in ‘t onvermoogen bevind om de aan hem opgegeeven quantiteit van 22500 lb Boter om per het Schip de Geertruij en Petronella naar Batavia worden verzonden in haar geheel in gereedheid te brengen, als hebbende niet meerder dan tien duijzend ponden aan handen zo is op propositie van den Edelen Heer Commissaris, en uit aanmerking dat niet alleen alle mogelijke consideratien met den gemelde aanneemer Wied genoomen, maar ook het faveur door deeze Regering nu onlangs aan hem betoond met de opschieting eener Somma van Zes duijzend Rijksdaalers bij anticipatie op zijne leverantie, niet in staat zyn geweest den gemelde Wied te doen nakoomen de Conditiën en Voorwaarden waaröp hy beneevens zijne Borgen zich tot de leverantie der voor ‘S Compagnie omslag en ter verzending naar Indiën benodigde ter ordre van den Edelen Heer Commissaris gedaan, goedgevonden en dienvolgens beslooten den dispencier Cornelis Cruijwagen te gelasten en te authoriseeren, zo als dezelve geauthoriseerd en gelast word by deeze, omme zo wel de Boter die thans door den Aanneemer Wied niet kan worden geleeverd, en zo meede die tot welkers leverantie hij bij ‘t vervolg buiten Staat mogt zijn, tot de minstmogelijke prijzen in te koopen waar dezelve te bekoomen zal zijn, zullende van deeze inkoopen pertinente aantekeningen moeten worden gehouden ten Negotie Comptoire, ten eïnde al ‘t geen de ingekogte wordende Boter meerder mogt koomen te kosten dan de prijs van Zes Stuijvers per pond, waar voor den Burger Siebert Wied de leverantie daarvan heeft aangenoomen, navolgens de door hem en zijne Borgen onderteekende Conditiën en Voorwaarden op de persoon en Goederen van den Aanneemer dan wel op die van zijn Borgen te kunnen doen verhaalen.

Voorts is ter ordre van den Edelen Heer Commissaris aan den Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden des Raads gecommuniceerd, dat den Capitijn Jan Jochem Milfaart, commandeerende het aanweezende ùitkoomend Schip De Zeelelij aan zijn Ed: had verzocht om gedùùrende het verblijf van zijnen onderhebbende Bodem ter deezer rhêde als de oudste der aanweezende Capitijns zijnde de Standaard als Commandant te moogen voeren, dan dat den Capitijn George Philip Gas voerende het Schip Siam en dewelke tot nu toe den Standaard als Commandant heeft gevoerd te gelijkertijd aan zijn Ed: hadt voorgedraagen, dat den Heere Bosch, Capitijn ter zee in ‘S Lands dienst die het Escader waartoe het Schip Siam gehoord, uit het Vaderland heeft geconvoïeerd, wanneer dezelve S Comp:s Bodems en de ingehuurde Scheepen heeft verlaaten aan hem het commando over dat Smaldeel hadt opgedragen, met verzoek omme uit dien hoofde ook ter deezer rheede als Commandant te moogen continueeren; en dat zyn Ed: bij examinatie der acte van den Capitein Jan Jochem Milfaart bevonden hebbende dat dezelve op den 5:e April 1786 tot Capitijn ter zee bij de Compagnie is aangesteld, daar den Capitijn George Philip Gas eerst in den Jaare 1788 de eerste reise als Capitijn alhier is aangekoomen, mitsgaders bij overweeging dat de ordres door den Heere Bosch aan laatstgemelde gegeeven vooräl niet ter deezer reede kunnen werken tot nadeel van den Capitein Milfaart, die niet onder het Esquader van den Capitijn Gas is geweest, meest overeenkomstig de ordre en het gebruik hadt bevonden om aan den Capitijn Milfaart als de oudste der aanweezende Bevelhebbers zynde, de Standaard te laaten voeren en dienvolgens het Commando van deeze Rhêde aan hem Milfaart hadt toegekend en opgedraagen.

Aldus Geresolveerd ende G’arresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare Voorschreeve.

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] I: J: Rhenius

[Signed:] J: J: le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] C: Brand

[Signed:] E: Bergh

[Signed:] My present G: F: Goetz Secret:s

C. 223, pp. 19-21.

Donderdag den {17940410} 10:e April 1794.

‘S voormiddags, extraordinaire Vergadering present de edele Heer Commissaris, beneevens de Heere Gezachhebber en de Heeren Leden de Wet, van Reede van Oudtshoorn en Brandt.

Geliefde den edelen Heer Commisaris den raade te bedeelen, dat heeden morgen ter deezer rhede was gearriveerd het Engelsch Scheepje the Prins William Henrij de 17:e februarij jongstleeden van Batavia vertrokken, en dat zijn Ed: zo niet door ministerieele nochtans allezints geloofwaardige tijdingen per gedacht Scheepje alhier van Batavia aangebracht, met innerlijke blijdschap hadt moogen verneemen, dat niet alleen de fransche geene verdere overwinningen op S Comp:s Scheepen hadden behaald, maar dat inteegendeel twee hunner grootste kapers, als eene van 36 en eene van 26 Stukken Canons beneevens eenige anderen te batavia waaren opgebracht, mitsgaders dat door de gecombineerde hollandsche en Engelsche Scheepen, alle de overige fransche Kapers uit Straat Sunda waaren verjaagd, en voorts door de engelschen waaren achtervolgd, en zo meede dat Vijf Bataviasche Retourscheepen; beneevens de van China aldaar aangelande Bodems de Nagelboom , de Schelde en Zuidenburg op den 25:e februarij van indias Hoofdplaatse zouden worden gedepecheerd, met voorstel omme daar deeze Raade, door deeze aangenaame tijding uit de allergrootste verleegendheid is getrokken, conform deszelfs verpligting en het belang der Maatschappij, als nu alle de hier aanweezende Acht uitkoomende Scheepen, met de meestmogelijke Spoed in eene vloot naar Indias Hoofdplaatse voort tezenden.

Den Raade zich met het voorstel van den edelen Heer Commissaris volkomen geconformeerd hebbende, zo is verstaan ‘t zelve te converteeren in eene Resolutie deezes Raads, zo als geschied bij deeze, zullende dienvolgens de gemelde acht uitkoomende Scheepen in eene vloot worden afgezonden naar India’s Hoofdplaatse, en is den Zeildag van deeze Vloot bepaald op den 18:e deezer Loopende Maand.

Aldus Geresolveerd ende G’arresteerd In ‘t Casteel de Goede HoopTen daage en Jaare voorschreeve

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] I: J: Rhenius

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] C: Brand

[Signed:] My present G: F: Goetz Secret:s

C. 223, pp. 22-29.

Vrijdag den {17940411} 11:e April 1794.

Bij omvraage, alle present.

Door het lidt deezes Raads de Heer M:r Jacobus Johannes Le Sueur in zijn Ed: qualiteit als præsident van ‘t eerwaarde Colegie van Weesmeesteren deezer Steede heeden morgen aan den edelen Heer Commissaris overgegeeven zijnde de korte Staat-Reekening van’t Capitaal der Weeskamer onder Ultimo December anno passato, Sub dato Ultimo Maart laatstleeden geslooten, waarbij blijkt dat het generaal Capitaal der Weezen ten gezegde kamer geadministreerd wordende heeft koomen te bedraagen eene Somma van Rd:s 1024153:40: zo is bij omvraage ter ordre van den edelen Heer Commissaris heeden gedaan, en op propositie van zijn Ed: goedgevonden en dienvolgens beslooten de voorzeïde Staatreekening en Copia authentiecq zo naar Patria als Batavia te verzenden, en daarvan deeze aanteekening te houden.

De oud Boekhouder Hermanus Augustinus Vermaak bij Requeste aan deeze Regeering voorgedragen hebbende, dat door hem in den voorleeden Jaare in ‘S Comp:e Cassa was geteld eene Somma van Hondert Zestig Ducatons, om naar Nederland geremmitteerd en aldaar ontfangen te worden door Johanna Maria Braamhorst zonder dat de Assignatie aan den Suppliant daarover verleend en door hem verzonden bij evengeciteerde Johanna Maria Braamhorst waaren ontfangen, met verzoek dat aan hem mogte worden verleend zodanige bescheiden als deeze Regeering dienstig zou oordeelen om de voorseide door den Suppliant gedaane telling in Nederland te kunnen staaven, zo is goedgevonden en verstaan den Negotieoverdraager Henricus Coens Voget te qualificeeren en te autoriseeren, zo als hij geauthoriseerd ende gequalificeerd word bij deeze, omme aan den Suppliant te verleenen Copias authentiecq der quitancie door den Heere Cassier over den ontfangst van gemelde 160 Ducatons gepasseerd.

De eisschen van benodigdheeden voor S’ Compagnies Scheepen Vreedenburg , de Zeelelij , Leïde en Drechterland , door dies overheeden geformeerd en door den Equipagiemeester deezes Gouvernements geexamineerd en daaröp aan den Edelen Heer Commissaris bericht geworden zijnde, zo is goedgevonden en verstaan de door den Equipagiemeester opgegeeven noodzaaklijke behoeftens aan gedachte Bodems te laaten verstrekken.

Uit een door de Capitijns ter Zee Cornelis van Eps en Theunis Groen ingedient Rapport over de examinatie van het groot Marszeil van het Schip Vredenburg , gebleeken zijnde, dat het zelve zeil ten eenemaale versleeten en onbekwaam was bevonden om tot iets anders dan tot Scheur-en-Lapdoek te worden geemploïeerd, zo is verstaan gedachte Bodem Vredenburg van een nieuw groot Marszeil te laaten voorzien en het onbekwaame ongetaxeerd te laaten inneemen, omme ten meeste nutte van de Compagnie te worden geemploïeerd.

de Oppermeester Wijnand Swartz met het Schip Straalen in den Jaare 1792 alhier aangeland en als toen door in dispositie onder afgeschreeven gagie alhier verbleeven, thans hersteld zynde en bij Requeste verzoek gedaan hebbende om per het aanweezend Retourschip Leide te moogen repatrieeren zo is hem zulks geaccordeerd, doch zonder eenig genot van Gagie.

Door Jan Christiaan de Leeuw Capitijn Luitenant van gedacht Schip Leide aan deeze Regeering ingedient zijnde het volgend Request.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands India en Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a beneevens d E Achtb: Heer Gezachhebber en WelEdele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E Achtb: Heeren!’

‘Geeft met alle verschuldigde Eerbied te kennen UWer WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame dienaar Jan Christiaan de Leeuw Capitijn Luitenant van ‘t alhier ter rhêde leggend Retourneerend Comp:s Schip Leïden .’

‘Dat den Suppliant een geruimen tijd gepasseerd zig door eene Lammigheid in zijne armen en beenen heeft aangetast gevonden, dewelke onvermindert ‘t gebruik van ‘t Bad en alzulke andere middelen meer als hem door de geneeskundigen ter herstelling zijn aanbevoolen, daagelijks meer en meer Continueert.’

‘dat den Suppliant zig hierdoor buitenstaat bevind zijne dienst na behooren en zo zulks van hem word vereïscht waarteneemen en derhalven verpligt is zijne dienst te quiteeren en gem:e bodem te laaten zeïlen.’

‘Reedenen om welke den Suppl:t zig keerd tot U WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: ootmoedigst verzoekende dat het van hoogstderzelver goedgunstige welbehaagen zijn mooge hem te permitteeren met Stilstand van gagie alhier te moogen verblijven tot tijd ende wijlen hij zig volkoomen hersteld en bij vacature op een der Retourneerende S Comp:s Scheepen in de geleegendheid zal bevinden in gemelde zijne qualiteit met believen van UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: te repatrieeren’

‘’T welk doende &c:a’

’/:get:/ J: C:n de Leeuw’

zo is uit overtuiging van de waarheid der door den Suppliant gealegueerde reedenen en motiven, goedgevonden en verstaan aan zijn verzoek te defereeren, zo als daaraan gedefereerd word bij deeze, werdende dienvolgens aan hem gepermitteerd omme onder afgeschreeven gagie alhier te verblijven, tot zo lange hij van zijne tegenswoordige krankheid zal weezen hersteld.

Nog is aan den Koopman titulair Constant van Nult Onkruidt gepermitteerd omme een Mansslaaf in naame Castor van Boegies, toebehoorende den gerepatrieerden Capitijn ter Zee Albert Coblijn per het Schip Vreedenburg naar Batavia te verzenden, omme geduurende de reïze voor de kost Scheeps dienst te doen.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorschreeve

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: le Suëur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] C: Brand

[Signed:] E: Bergh

[Signed:] My present G: F: Goetz Secret:s

C. 223, pp. 30-115.

Dingsdag d:n {17940422} 22:e April 1794.

‘S voormiddags present de Edelen Heer Commissaris, beneevens den Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden de Wet, van Rheede van Oudtshoorn; Brandt en Bergh.

Aanvankelijk wierd door den Edelen Heer Commissaris ter tafel geproduceerd een Rapport aan zijn Edele ingedient over de examinatie van’t geschut en ammunitie van de op eergisteren van hier vertrokkene Retourscheepen Drechterland en Leïde , mitsgaders de uitkomende Scheepen De Zeelelij , Siam , de Hertog van Brunswijk , de Generaal Washington , en Vreedenburg , en nadien uit dat berigt is koomen te blijken dat alle de voornoemde Scheepen zig in staat hebben bevonden om behoorlijke defensie te kunnen bieden zoo is verstaan het zelve rapport ter Secretarije te Seponeeren.

De Capitijns ter zee Cornelis van Eps en Theunis Groen, gecommitteerd geweest zijnde, omme te examineeren de opgegeevene defecten welke zig bevonden, aan twee zwaare Touwen uit de per het Schip Vreedenburg aangebrachte Lading over hunne verrichtingen in deeze ingedient hebbende het volgend Rapport.

Aan den WelEdele Groot agtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlands India, mitsgaders Commissaris over’t Gouvernement van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c:

‘WelEdele Groot Achtb: Heer!’

‘De ondergeteekendens door UWelEd: Groot Achtb: expresse gecommitteerd zijnde, omme de manquementen te examineeren, die zig volgens opgaaf kwaamen te bevinden aan Twee zwaare touwen uit het thans per ‘t Schip Vreedenburg aangebragte Lading; hebben in opvolgen dier ordres ten overstaan van den Equipagiemeester deezes Gouvernements Jan Arnoud Voltelen en in’t bijweezen van den Capitijn van opgem:e Bodem Meindert Boode bevonden aan’t eene Touw eenige Gaarens gesprongen en ‘t andere op twee plaatsen gekneepen, en eenigzints geschavield.’

‘Welke manquementen nogthans van zoo weïnig belang zijn, dat dezelve touwen daarom evenwel voor goed aan de Scheepen kunnen worden verstrekt.’

‘Wij verhoopen hiermeede aan UWelEd: Groot Achtb: zeer geEerde intentie te hebben voldaan en laaten dit dienen tot Rapport.’

‘Cabo de Goede Hoop den 10:e April 1794.’

‘Ten mynen overstaan, /:get:/ Jan A:t Voltelen’

‘in myn presentie /:get:/ M:t Boode’

’/:get:/ Corn:s van Eps T:s Groen’

Zo is verstaan omme ingevolge het geen door Gecommitteerdens is bericht geworden de beide gemelde touwen bij de boeken te laaten inneemen om aan S Compagnies Bodems te worden verstrekt als daartoe voldoende geoordeelt zijnde

‘dan vermist uit een Rapport door evengemelde Capiteins Van Eps en Groen over de examinatie van een Scheepspomp per het ingehuurd particulier Schip de Geertruij en Petronella alhier aangebracht, den Raade is koomen te blijken dat dezelve pomp op verscheidene plaatsen geborsten was en dus ten eenemaale tot eenige dienst onbekwaam, zoo is goedgevonden omme ingevolge de beveelen door de HoogEdele Edele Heeren Commissarissen Generaal dienaangaande gegeeven, dezelve Scheepspomp bij voorkomende geleegendheid te rug te zenden naar Nederland, geconsigneerd aan depræsidiale kamer Amsterdam, waarvoor dezelve pomp is uitgezonden.’

‘Vervolgens geliefde den edelen Heer Commissaris den Raade te bedeelen, dat bij aankomst op den 18:e deezer van het Deensch Schip Minerva de onaangenaame tijding hadt ontfangen dat S Compagnies Pacquetboot de Expeditie welke den 17:e December anno passato van Batavia was vertrokken op den 7:e Januarij laatstleeden door eenen franschen Kaper was veroverd en naar Mauritius opgebracht was, dat zich onder anderen aan boord van gemelde Pacquetboot als Passagiers waaren koomen te bevinden, de Capitijn bij’t Regiment van Wurtemberg Von Böhnen, den Onderkoopman de Raave, den geweezen Opziener van ‘t Ambachtsquartier te Batavia Justinus de Roo en den adsistent Pieter Dekker welke beneevens de tweede Officier van gemelde Pacquetboot J: van der Pels en den oppermeester J: Sweeren met evengemeld Deensch Schip alhier waaren aangeland, en dat zijn Ed: van gedachte Van der Pels hadt ontfangen eene verklaaring door de overheeden van de Pacquetboot de Expeditie sub dato 10:e februarij jongstleeden te Mauritius gepasseerd over de omstandigheeden welke het neemen van dat kieltje hadden, vergezeld, werdende deeze verklaring bevonden van volgende inhoud.’

‘Wij Ondergeteekende Opper en onderofficieren alle bescheiden aan Boord van s’ E Comp:ie Pacquetboot de Expeditie .’

‘Verklaaren als dat wij op den Zevende Januarij A:o 1794 zeïlende op de ZB:e van 13:O 15.- en lengte 116:O 56 S’ morgens met den dag een Schip Zaagen in ‘t NW: van ons giste 3 mijlen van ons hadden ‘t Lugje ZZO: Steevende direct bij de Windt op hadden een Hooggaande NW: en Zuider dijning, met zons opgang wierd ‘t dood Stil konden ‘t alzoo met zeilen van voornoemde Schip niet afkoomen en konden de riemen door de Hooggaande zeen niet gebruiken, kort na dien zien dat dezelve met een NW:t telijke lugje voor de wind na ons toekwam hadden ‘t als nog dood Stil haalden S E Comp:e en particuliere papieren en brieven kasten op dek om 8 Uuren deedt denzelven een Schoot om bij te draaijen zonder een Vlag te toonen doch deeden alles wat mogelijk was met het variabel weer om van dezelve af te koomen doch dit was niet mogelijk door dien dezelve veel Sterker zijlden dan wij, kort na dien vertoonde voorn:e Schip een Engelsche Vlag wanneer dezelve ons tot op een Canon schot genadert zijnde, heesen als doen onze Vlag onder ‘t doen van een Schot waarop dezelve de Engelsche Vlag neerhaalden en zijn fransche Nationaale Vlag op hees waarop dezelve ons achter om liep en ons eenige Schooten van agteren in gaf waardoor het agterschip genoegzaam ten eenemaale Reddeloos geschooten was doch lieten ‘t zelve niet onbeantwoord en wierpen direct S’ E Comp:s papieren en particuliere brieve kasten overboord volgens S E Comp:s ordres, waaren geduurende deeze tijd ijverig beezig om deszelfs Schieten niet onbeantwoord te laaten doch zien dat ‘t voor ons niet mogelijk was om langer te vegten en’t wagen van ons leeven S E Comp:e dierbaaren Bodem te behouden, beslooten dierhalven de Vlag neer te haalen, waarop dezelve ons langs bakboordszijde kwam en ons toeriep dat wij de Schuit zoude uitzetten en bij hem aan boord koomen doch riepen dezelve toe dat wij niet in staat waaren door dien wij geen Schuit hadden waar op de franschen hun Barakas uitzetten en met 8 officieren en 40 Gemeenen bij ons aan Boord kwamen verstonde dat de kaper was genaamt de La Ville de Bourdeaux voerende 44 Stukken Canon en bemand met 450 koppen en gecommandeerd door den Capitijn Le Mijmee koomende van padang en dat door denzelven het voornoemde Comptoir veroverd was wierd den Gezachheber P: Jonson beneevens de gantsche Equipagie aan boord van de kaper gesonden, laatende den Luitenant J: Van der Pels en den Sous Luiten:t philip Goedhaan beneevens de Passagiers aan Boord waarop dezelve alle kisten en kasten openbraaken en daaruit alles uitroofde, hier niet meede te vreeden zijnde visiteerde ons de Zakken en aan’t Lijf of men ook nog geld of gout of zilver verborgen hadt.’

‘Dit bovenstaande verklaaren wij de zuivere waarheid te zijn en des noods gerequireerd werdende altoos bereid zijn ‘t zelve met Eeden te bevestigen’

‘Isle de france d:n 10:e februarij 1794’

’/:get:/ J: Jonson J: V:d: Pels H: P: Goedhaan Jan de Vries’

Waaröp beslooten is Copia authentiecq van dezelve verklaring bij eerstvoorkomende geleegendheeden te Suppediteeren zo aan de illustre vergadering van zeeventien als aan de hooge indiase Regeering te Batavia.

door evengedachte Van der Pels nog aan den edelen Heer Commissaris inhandigd zijnde de turksche passe bij ‘t edelmogend Colegie ter Admiraliteit verleend ten behoeve van de Pacquetboot de Expeditie , zo is verstaan dezelve Pas ter Secretarije te laaten Seponneeren, tot dat geleegendheid zal zijn dezelve aan de Illustre Vergadering van Zeeventienen te doen toekoomen

En nadien gedachte Luitenant van der Pels en Oppermeester Sweeren aan den Edelen Heer Commissaris verzoek hebben gedaan wederom in dienst de Maatschappij te worden geplaats, zo geliefde zijn Ed: te Communiceeren dat beïde gemelde dienaaren wederom in hunne vorige qauliteiten in dienst der Compagnie waaren gesteld, met de gagie tot hunne respective qualiteiten staande omme ingang te neemen met den 18 deezer, ten eïnde de eerstgemelde op het Colonie Schip of de pacquetboot de Star , en de andere in het Hospitaal dienst te doen.

Vervolgens is beslooten omme het zoo evengenoemd permanent Fregat de Meermin aan te leggen en ten allerspoedigste te laaten vertrekken naar Baaïfals , omme derwaards te vervoeren zodanige provisiën en andere Articuls welke men veronderstellen mag dat de aldaar verwachtwordende Scheepen zullen benodigen.

Hierna wierd door den Edelen Heer Commissaris ter tafel geproduceerd een berigt door den Equipagiemeester Jan Arnoud Voltelen ingedient over de onmogelijkheid om uit het verkogt Wrak van’t Schip Zeeland iets van de Laading te visschen of op eene andere wijze te Salveeren, mitsgaders een Rapport door de Capitijns ter Zee Jan Jochem Milfaart en Jan Olhoff deswegens ingedient, luidende dit een en ander al volgd,

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer! Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch India mitsgaders Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den Wel Edelen Achtb: Heer Gezachhebber en de WelEdele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E Achtbaare Heeren!’

‘In opvolging van UWelEd: Groot Achtb: zeer g’Eerd bevel, hebben wij ondergeteekendens ons begeeven naar het gestrande Wrak, Zeeland om aldaar te Inspecteeren in hoe verre ‘er nog mogentlijkheid was het Spiauter te redden, als ook of daartoe eenige andere middelen mogten en zoude kunnen uitgedagt worden, als bereids door den Equipagiemeester zijn gepractiseerd geworden, en daarvan zoo ook onze Consideratien den Raade te dienen van Berigt.’

‘naar eene nauwkeurige Inspectie der werktuigen ten eïnde het Spiauter te vissen door den Equipagiemeester gebruikt kunnen wij geen andere middelen uitdenken, als alleen door extra goede duikers, dog dat wij beswaarlijk oordeelen dit te practiseeren om reedenen het wrak geborsten is en ‘er dus een groot aantal bouten, Spijkers, Stukken hout &c:a onder water Steeken die het duiken gevaarlijk maakt, dat wanneer in ‘t water roerd ‘er een Vreeselijke Stank uit op rijst; dat het nog de ondergeteekendens voorkomt, het Spiauter dat onder de Chinaase Ballast legt ten Eenemaale in het welzand zal weg geweld zijn.’

‘Hiermeede hoopen wij aan UWelEdele Groot Achtb en E Achtb: g’ Eerde Intentie te hebben voldaan en laaten dit dienen tot berigt’

‘Cabo de Goede Hoop den 7:e April 1794.’

‘ten mijne Overstaan /:get:/ Jan A:t Voltelen.’

’/:get:/ J: J: Milfaart J: Olhoff’

na welkers lectuure is goedgevonden en verstaan geene verdere tentames te doen om iets uit het wrak van gemeld gestrand Schip Zeeland te haalen, en zal dienvolgens aan den Kooper van dat Wrak de geweezen Capitijn Luiten:t ter Zee Jurriaan de Vries worden vergunt en toegestaan, zo als hem toegestaan en vergunt word bij deeze, omme met de Slooping van het gemeld Wrak na zijn welgevallen voortevaaren, zo nochtans dat zo wanneer door hem eenige Goederen tot de Lading gehoord hebbende mogte worden gesalveerd hy gehouden en verpligt zal zijn omme ingevolge de Conditiën waarop het Wrak aan hem is verkocht, dezelve gesalveerde Goederen aan de Compagnie over te geeven, tegens behoorlijke betaaling door goede Mannen te tauxeeren, onder zodanige pœnaliteiten als bij de gezegde Conditien Staan uitgedrukt

De Capitijn bij ‘t depot van het Regiment van Wurtemberg alhier Johan Christiaan Fredrik von Hughel en de Wijkmeester Jacobus Johannes vanden Bergh als generaale gemachtigdens van den Heere Deobald von Hughel, Colonel commandant van gemeld Regiment van Wurtemberg aan deeze Regeering geaddresseerd hebbende het volgend Request

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch Indien en Commissaris over’t Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens d’ E Achtb: Heer Gezachhebber en WelEdele Heeren Raaden van politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘Geeven met verschuldigde Eerbied te kennen UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame dienaaren Johan Christiaan fredrik von Hugel en Jacobus Johannes van den Bergh, in derzelver qualiteiten van Generale Gemachtigdens, van den te Gale zig bevindende Colonel van’t Regiment van Wurtemberg, de Heer Deobald von Hughel.’

‘dat voor reekening van der Suppl:ten Heer principaal, volgens ‘t deeze in allen Eerbied verzellend Cognoscement, in’t alhier ter rhêde leggend Comp:e Schip Drechterland , te Gale is gelaaden en aan de Suppl:ten geaddresseerd, een kast gemerkt J: H: D: lang 40 V:t en 10 d:m breed, en Hoog 1 V:t en 9 d:m waar voor de Vrachtpenningen te Ceïlon is betaald.’

‘dat de Suppl:ten met de aankomst alhier van gemelde Bodem, alles wat maar konde worden vereischt om de gemelde Kast te ontfangen hebbende aangewend, zonder dezelve tot nu toe te kunnen hebben verkreegen, eindelijk verpligt zyn geweest de Capitein van gemelde Bodem Cornelis van Eps tot de uitleevering van de voorm:e Kast gerechtelijk te laaten insinueeren, welke Capitein volgens de deeze bygevoegde Notarieele acte heeft gedeclareerd, het Cognoscement van de voorsz:e Kast geteekend te hebben in de veronderstelling dat dezelve in zijn Bodem was ontfangen, doch echter bij dies ontlossing had moeten ondervinden, dat de meerged:e kast in die kiel te Gale niet was ingelaaden.’

‘Reedenen waaromme de Suppl:ten zig in alle onderdanigheid keeren tot UwelEdele Groot achtb: en E: Achtb: ootmoedigst verzoekende dat het van hoogstderzelver welbehaagen zijn mooge, de nodige aanschrijvens naar Ceilon te doen afgaan, ten eïnde onderzoek worde gedaan en de Suppl:ten raricht moogen erlangen, wat van de gemelde kast is geworden, en omme wanneer de voorsz:e kast aldaar mogt zijn agteruitgebleeven als dan dezelve met voorkomende gelegendheid herwaards te zenden.’

‘’T welk doende &c:a’

’/:get:/ J: C: F: von Hughel qq J:J: van den Bergh’

zo is goedgevonden en verstaan aan het bij gemelde Requeste gedaan verzoek te defereeren, en zullen dienvolgens bij eerstvoorkomende geleegendheid de Ministers te Gale worden verzocht te laaten naspeuren de Cas bij voorzeïde Requeste vermeld en die in het Schip Drechterland zou zijn afgelaaden geweest is gebleeven, met verder verzoek om wanneer die Cas nog te Gale mogt zijn, dezelve als dan bij voorkomende geleegendheid herwaards te willen doen verzenden.

Aan den Dispencier Cornelis Cruijwagen bij besluit deezer tafel van den 4:e deezer maand gelast geworden zijnde, omme de quantiteit Boter welke den Aanneemer der Leverantie van dat Articul den Burger Siebert Wiid Junior in de onmogelijkheid is te leeveren, teegens de minstmogelijke prijzen in te koopen voor Reekening van den gemelde Aanneemer, hieröver ingedient hebbende het volgend vertoog en daarbij gevoegde Verklaaring.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch Indiën mitgaders Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop enden Ressorte van dien & & &:

‘WelEdele Groot Achtb: Heer!’

‘Den ondergeteekende Dispencier bij besluit van UwelEdele Groot Achtb: en den E Achtb: politiecquen Raad de dato 4:e deezer geauthoriseert en gelast geworden zijnde om de quantiteit boter welke den aanneemer der Leverantie van dat Articul den burger Siebert Wiid Junior in de onmogelykheid is te leveren, en voor als nu in ruim Twaalf duijzend Ponden bestaande, teegens de minstmogelijke prijzen in te koopen, voor Reekening van den gezegde aanneemer, onder zodanige voorbehouding als bij de Conditiën van aanbesteeding zyn bepaald, heeft dan ook om hier aan volgens zijnen pligt te voldoen zig alle moeïte gegeeven om ‘t geen wat aan de gevorderde Leverantie van Boter komt te ontbreeken, door particuliere aankoopen met de meeste Spoed magtig te worden, dog daarinne niet mogen Slaagen, nadien niet alleen in’t geheele Caabse Vlek de vereischte quantiteit op verre na niet is te vinden, maar dat ook voor de weinige Boter welke men zouden kunnen bekoomen, dog waardoor alle bewoonders van dit Vlek ten hoogsten zoude worden ontriefd, de excessive prijzen van 11 en 12 Stv:s per pond worden gevraagd.’

‘De onderget: heeft vermeend bestaan de intentie van UWelEdele Grootachtb: te zullen voldaan, omme alvoorens eenige aankoopen van Boter tot de gemelde buitensporige prijzen te doen, dit een en ander ter kennisse van UWelEdele Groot achtb: te brengen, zo als hij eerbiedig doet bij deezen, met verzoek door Hoogstdezelve hier omtrend met nadere ordres te mogen worden gemunieerd.’

‘En neemt de ondergeteekende de vrijheid UWelEdele Groot Achtb: neevens deeze aan te bieden een Verklaring door den Oud Heemraad en Een Officier der Burgerije van Graaffe Rijnet ter requisitie van den Ondergeteekende verleend, waaruit UWelEdele Groot Achtb: des gelievende zal kunnen ontwaaren, de groote Schaarsheid van Boter welke uit hoofde van de droevige omstandigheeden waarin de genoemde Colonie is gebragt, en dezelve is heerschende; en waardoor dus ook zints eenige tijd geene vierde gedeelte van de gewoone quantiteiten Boter uit dezelve Kaapwaarts is gebragt.’

‘Kaap de Goede Hoop d:n 11:e April 1794.’

’/:get:/ C:s Cruijwagen.’

‘Huiden den 10:e April 1794.’

‘Compareerde voor mij Johannes Daniel Karnspek Notaris Publiecq ten deeze Gouvernemente præsident de natenoemene Getuigen, den geweezen Heemraad en Oudste Capitein der Burgerije der Colonie Graaffe Rijnet de E Adriaan van Jaarsveld en den diacon der Hervormde gemeente en Luitenant der Burgerije de Manh: Nicolaas Smith Jaspersz: beïde van competenten ouderdom, dewelke ter requisitie van den Koopman Pakhuismeester en Dispencier mitsgaders Lid in den E Achtb: Raade van Justitie, de Heer Cornelis Cruiwagen verklaarden hoe waar is’

‘Dat de Comparanten betuigen dat zo door de excessive Sterfte onder ‘t Rundvee als door de enorme Veeroof der Caffers, de Schaarsheid van Boter in de gemelde Colonie zo groot geworden is, dat in den tijd van twee Jaaren het product daarvan niet een vierde part zal kunnen bedragen dan wel anders in een Jaar.- wijl er geen de minste apparentie is, dat na verloop van dien tijd eenige Boter alhier aan de Caab zal opkoomen dat genoegzaam waard is om genoemt te worden.’

‘Niets meer verklaarende geeven de Comp:ten voor reedenen van weetenschap als in den Text, bereid zijnde ‘t zelve des gerequireerd werdende met Solemneele Eede nader gestand te doen.’

‘Dat aldus passeerde aan Cabo de Goede Hoop ten bijweezen der Clerquen Johannes Mauritius Hansen en Johan Christiaan Disandt als getuigen, die de minute deezes beneevens de Comparanten ende mij Notaris meede behoorlijk hebben onderteekend.’

‘T welk ik getuige’

’/:get:/ J: D: Karnspek Not:s publ:’

Zo is na gedaane lectuure van gedachte Stukken door den Edelen Heer Commissaris gecommùniceerd geworden, dat zijn Ed: op den ontfangst van voormeld Vertoog en dus op de bewustheid van de reëele Schaarsheid aan Boter ter deezer plaatse, den gemelde Dispencier hadt gelast zijnen inkoop provisioneel te bepaalen tot zoo veel als vereischt wierd tot Randsoenen voor de na Nederland vertrockene Scheepen Drechterland en Leiden en zoo meede voor die welke uit Indiën worden verwagt, dat den dispencier daarïnne zoo verre was koomen te Slaagen, dat hij 7063 lb Boter hadt bekoomen, teegens 10 Stuivers het pond, doch dat de overige benodigde Boter tot nu toe niet door hem hadt kunnen worden bekoomen, en vervolgens ten aanzien van dit een en ander op propositie van welgemelde edelen Heer Commissaris beslooten, omme den gemelde Aanneemer Siebert Wiid Junior nogmaals bij herhaling te gelasten, omme ingevolge zyne aangegaane Conditiën, te zorgen dat de nog ontbreekende 2000 lb Boter ten Spoedigste door hem in gereedheid worden gebracht, omme per het op zijn vertrek Staande Schip de Meermin , voor zijne reekening dan wel ten zijnen kosten per as naar Baaïfals te worden getransporteerd, terwijl bij verdere nalatigheid om aan deeze zijne verpligting te voldoen, de als nog ontbreekende 2000 lb Boter almeede voor reekening van den Aanneemer door den dispencier zullen moeten worden ingekogt, om dies meerdere bedraagen de prijs van Zes Stuivers per pond waarvoor hij deeze leverantie heeft aangenoomen op de persoon en goederen van den Aanneemer ofte op die van zijne Borgen te verhaalen, en zal voorts door den gemelde Dispencier moeten worden geformeerd eene Specifiecque Reekening van het kostende der door hem bereids ingekogte 7063 lb Boter, omme door den Aanneemer directe aan de Compagnie te worden betaald, ten eïnde bij verstrekking van dezelve Boter voor dies bedraagen teegens de aangenoomen prijs van Zes Stuivers ‘t lb by de Negotieboeken te worden gecrediteerd.

Dan nadien het den Raade genoegzaam is bekend dat door de rooverijen der Bosjesmanshottentotten de invallen der Caffers en vooräl de aanhoudende droogte die in de meeste afgeleegen contrijen van waar de meeste Boter Kaapwaards moet worden gebracht, eene overgroote Schaarsheid aan dat Articul is ontstaan, en de prijs daarvan tot merklijk nadeel van de Ingezeetenen van deeze Hoofdplaatse en dies omtrek énorm zou stijgen zo wanneer daarvan voor het tegenswoordige nog meerder aanzienlijke inkoopen wierden gedaan, zo is, by den Raade alverder beslooten, omme den inkoop en leverantie van Boter voor als nog te bepaalen tot ‘t geen daarvan zo voor ‘S Compagnies Bodems als de verstrekkingen aan’t Hospitaal en anderzints word vereïscht, terwijl met den inkoop der op de bataviase Eisch nog ontbreekende circa 10‘000 lb provisioneel zal worden gesupercedeerd en den meergenoemde Aanneemer Siebert Wied Junior ten ernstigste worden gerecommandeerd zoo als geschied bij deeze, omme zich dit uitstel ten nutte te maaken en met alle ijver te zorgen dat de voormelde ter voldoening op de bataviase Eisch nog ontbreekende quantiteit Boter ten Spoedigste in gereedheid worde gebracht, om Indias Hoofdplaatse daarvan te kunnen voorzien

Bij besluit deezer Regeering van den 31:e Maart Jongstleeden aan den geweezen Opziener van S Compagnies Graanmagazijn in de Mosselbaaï Nicolaas Doman opgelegd zijnde omme de quantiteit Tarwe, Garst, Erwten en Boonen welke volgens zijne opgaave gestaafd met behoorlijke Verklaaringen in ‘t gemelde Magazijn, door de in den voorleedene Jaare buiten gewoon zwaare gevallene Stortregens en de daaruit natuurlijk gevolgde lekkagie en overstortingen van de Platten van gedacht Gebouw bedorven en ten eenemaale onbruikbaar zijn geraakt, onder Solemneele eede nader op te geeven, zo is ten deeze aanzien overgelegd de volgende voor gecommitteerde Leeden uit den Raade van Justitie door hem beëedigde verklaring.

‘Compareerde voor de ondergeteekende gecommitteerde Leeden uit den E Achtb: raade van Justitie des Casteels de Goede Hoop, den opziener van s’ E Comp:e Graanmagazijn in de Mosselbaaï , Nicolaas Jacob Doman van Competenten ouderdom, dewelke ingevolge Politique Raadsbesluit van den 31:e Maart J: L: verklaarde hoe waar is.’

‘Dat zodanige graanen en Peulvruchten als geduurende het laatste winter Saisoen in s E Comp:ie Graanmagazijn zijn geborgen en door de destijds aldaar gevallene zwaare Stortregens en diesweegens in voorsz:e Magazijn ontstaane lekkagie zijn bedorven geraakt, hebben bestaan in.’

‘betuigende de Comp:t voorts de zo evengenoemde quantiteit graanen en Peulvrugten onder de aarde te hebben doen begraven.’

‘Niets meer verklarende geeft den Compt: voor Reedenen van Wetenschap als in den text en Sprak voorts ter bevestiging der Waarheid van den inhoud deezer verklaring de Solemneele woorden.’

‘Zo waarlijk helpe mij God Almachtig’

‘Aldus gepasseerd en beEedigt aan Cabo de Goede Hoop den 15:e April 1794 voor de Heeren Gerrit Hendrik Meijer en Hendrik Andreas Truter gecommitt:s Leeden uit den Ed: Achtb: Raade van Justitie voorm:d die de minute behoorlijk hebben onderteekend’

‘T welk ik getuige’

’/:get:/ J: B: Hoffman g: Clercq’

en nadien den Raade zich niet alleen volkoomen overtuigd is houdende dat het bederf aan voormelde Graanen en Peulvruchten eenlijk moet worden geweeten aan de continueele Stortregens welke in den voorleeden Jaare bijna in alle districten maar wel voornamentlijk in en omstreeks de Mosselbaaï zyn gevallen waarteegen geene platten van Gebouwen hoe hecht en Sterk ook geextrueerd bestand hebben kunnen zijn, waardoor dan ook geheele bebouwde plaatsen groote troepen Vee ja zelfs Menschen zijn vernield en weggespoeld geworden, mitsgaders dat uit de Verklaringen door den opziener Doman overgelegd ten genoege het bederf der gemelde Graanen is beweezen en thans nader door hem de quantiteiten bevestigd, zo is dan ook als nu beslooten de bij gezegde Verklaring opgegeeven ten eenemaale bedorven geraakte en dus begraaven geworden.

bij de Negotieboeken op reekening van Winst en verlies te doen afschrijven.

Uit Elf Rapporten door Gecommitteerdens tot ‘t teekenen van de kleine pergamente Muntstukken gebleeken zijnde dat wederom door hem zijn vervaardigd en afgegeeven.

zoo is verstaan alle de voorschreeve Muntstukken ten bedraagen van Rd:s 6350 - ofte D:s 4233 1/3 zo bij de Negotieboeken als bij de groote Geldcassa te laaten inneemen.

Uit een door Scholarchen ingedient bericht ingevolge S Raads besluit van den 14:e Maart jongstleeden vervaardigd, gebleeken zijnde dat de persoon van Mozes Davids door de Kerkenraad van drakenstein tot Schoolmeester aldaar voorgedraagen, dat dezelve Moses Davids daartoe redelijk geschikt is gevonden, zo is beslooten dezelve Moses Davids tot Schoolmeester aan Drakenstein aan te Stellen zo als dezelve aangesteld word bij deeze, en zal daarvan aan den kerkenraad van Drakenstein bij Missive kennisse worden gegeeven.

Landdrost en Heemraaden van Stellenbosch en Drakenstein aan deeze Regeering geaddresseerd hebbende de volgende Missive

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer! Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch India, mitsgaders Commisaris over’t Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den WelEdele achtbaare Heer Gezachhebber ende WelEdele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot Achtbaare Heer!’

‘E: E: Achtbaare Heeren!’

‘Op heeden aan de Ondergeteekendens door den veldwachtmeester in het district van de Swarteberg over de oude Hottentots Hollandsch kloof Andries Otto en ook reeds bevoorens door de meeste der Veldwachtmeesters der overige districten aan den Eerstondergeteekende verzoek gedaan zijnde, dat vermits behalve verscheide andere dienstzaaken als, het doen van Commando’s op de drossende Slaaven en het over en weer Transporteeren derzelve, mitsgaders het ontfangen en afzenden van missives; het thans Continueel en meenigvuldig afgaan der Leeningsplaatsen in hun Districten, welke laatste almeede gehouden zijn te verrichten, hun veelmaalen in de noodzakelijkheid hadden gebracht hunne eijgen affaires te moeten verzuimen, en dus niet weïnig nadeel daar door geleeden ook zelden zulks op zijn tijd hadden kunnen verrichten door dien geene getuigen hadden kunnen bekoomen, om dat dezelve buiten de minste vergoeding insgelijks hunne nodige bezigheeden moesten vernegliseeren, aan hun Veldwachtmeesters en de nodige getuigen tot het onderzoeken van nieuwe Plaatsen en andere verdeelingen van Landerijen te maaken, eenige vergoeding mogt worden toegelegt; zoo hebben wij het van onze onvermijdelijke plicht geacht het voorsz:e door de veldwachtmeesters gedaan verzoek aan UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: in allen Eerbied te moeten voordragen, of het Hoogstdezelve ook zoude gelieven te behaagen dat aan de Resp:e Veldwachtmeesters en Veldcorporaals welke in het vervolg het onderzoek van nieuwe in Leening verzogt wordende plaatsen koomende te doen, of de Landerijen van reets in Leening en in Eigendom uitgegeevene Plaatsen moeten verdeelen, voor ieder dag vacatie en Paardenhuur drie Rijksdaalers en voor elk der getuigen Twee Ryksdaalers worde betaald door die geene ten wiens behoeve zulks word verricht.’

‘Waarop de ondergeteekendens UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: gunstige approbatie eerbiedigst verzoekende, voor het overig de vrijheid neemen met diepschuldig Respect te verblijven.’

‘WelEdele Groot Achtbaare Heer!’

‘E: E: Achtbaare Heeren!’

‘UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: zeer onderd: en gehoorzaame Dienaaren’

’/:get:/ H: P: Bletterman P: G: Wium S: W: V: D Merwe J:b Eksteen A: C: V: D: Bijl Jacob de Villiers S: J: Cats A: D: Villiers J:r Z:n’

‘In Heemraads Vergadering Aan Stellenbosch d:n 7:e April 1794.’

zo is bij overweeging van de billijkheid die in ‘t bij voorschreeven Missive gedaan verzoek resideerd, goedgevonden en dienvolgens beslooten het zelve verzoek te accordeeren en toe testaan zo als ‘t zelve toegestaan en geaccordeerd word bij deeze, zullende dienvolgens voortaan, wanneer Veldwachtmeesters der respective contrijen zo onder de Colonie van Stellenbosch en Drakenstein als onder die van Zwellendam en Graaff-Reijnet door de Landdrosten respective worden gelast onderzoek te doen naar nieuwe in leening verzocht wordende plaasten, of de Landerijen van reeds in leening en in eigendom uitgegeeven plaatsen te verdeelen, voor deeze verrichtingen moeten worden betaald drie Rijksdaalers daags en aan ieder der Getuigen Twee Rijksdaalers, en deeze betaling gedraagen moeten worden door de geene die de plaats in leening wil verzoeken, of tot de verdeeling van oude plaatsen dan wel andere Schikkingen geneegen is.

De Capitijn ter Zee Willem Udemans bij Requeste verzoek gedaan hebbende te moogen emancipeeren en uit dienstbaarheid ontslaan zijne Slavinne in naame Dina en haar kind Jonas Johannes beïde van de Kaap, zo is zulks aan hem geaccordeerd, onder conditie dat hij voor ieder derzelve aan de diaconie armen deezer Steede zal betaalen Vijftig Rijksdaalers en bovensdien de bepaalde Borgtocht Stellen dat dezelve twee Lijfeigenen in de tijd van twintig Jaaren niet tot lasten van dezelve diaconie zullen koomen.

De Heer Christoffel Brandt en den Koopman titulair Jan Pieter Baumgardt, als Commisarissen over de Administratie van’t Houtmagazijn, ingevolge de gestatueerde ordres, over het geen in dezelve administratie is voorgevallen geduurende zij daarvan Commissarissen zijn geweest, ingedient hebbende het volgend Rapport.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer! Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch India mitsgaders Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a beneevens den WelEdelen Achtbaaren Heere Gezachhebber en de WelEdele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot Achtbaare Heer! en E Achtbaare Heeren!’

‘De HoogEdele Heeren Commissarissen Generaal over geheel Nederlandsch Indiën en deezen uithoek bij derzelver gevenereerde Letteren onder den 22:e Aug:s 1793 aan deezen Raad geschreeven onder andere hebbende gelieven goed te vinden tot Commissarissen over’t Houtmagazijn aan te stellen de Raadsleeden van Reede van Oudtshoorn en Brand dewelke eerstgemelde door welgem:e Groot Achtb: Heer Commissaris uit hoofde van deszelfs meenigvuldige andere amptsbezigheeden daarvan ontslagen geworden zijnde door hoogstdezelve weder met den eerstgeteek: tot meede Commissaris is aangesteld geworden den in dienst der E Comp:ie zijnde Koopman Jan Pieter Baumgardt, omme met dezelve na te komen en Stiptelijk uittevoeren zodanige Commissie als de bovengem:e geEerde dispositie hunner HoogEdelheedens in’t breede komt te bevatten; waarbij aan de ondergeteekendens onder anderen Speciaal is gedemandeerd om in elke Raadsvergadering die het eerst gehouden zal worden in de Maanden Maart, Junij, Septbr: en December en dus om de drie Maanden in deezen Achtb: Raade in te leeveren een Schriftelijk berigt behelzende een beknopt verslag van het geene er remarquabelst betrekkelijk de administratie aan hun directie of toeverzigt gedemandeert in de laatste drie Maanden zal zijn voorgevallen en daarbij te voegen eene korte aanhaaling van de ordres betrekkelijk dezelve het zij uit ‘t Vaderland het zij van de Hoge Regeering van in Indiën ontfangen ofte door UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zelve geëmaneerd en in hoeverre dezelve zij ter uitvoer gebracht; met aanwijzing omtrent de geene die nog niet zijn uitgevoerd en van de reedenen welke zulks hebben verhindert ten einde als dan daaromtrend op eene gepaste wijze te kunnen voorzien:’

‘Zo hebbende ondergeteekendes bij deeze d’ Eer in plichtschuldige obtemperance deeze g’Eerde ordre te berichten.’

‘Dat er zeedert de aan derzelver toeverzicht opgedragene Commissie in de Administratie over het Houtmagazijn niets noteerens of aanmerkingswaardig is voorgevallen, door dien dit Gouvernement, zeedert door den aankomst van S Comp:ie Scheepen zoo uit Patria als Indien is gedestitueerd gebleeven van eenige beveelen van onze Heeren Meesteren ofte van de Hoge Indiasche Regeering betrekkelijk deeze directie; als alleen dat de ondergeteekendens zig op den 22:e November der Jongstverloopene Jaars 1793 door UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: gechargeerd hebben gevonden met eene aparte Commissie en bevel om, uit hoofde der noodzakelijkheid dat het gemelde Houtmagazijn eïndelijk eens Exact wierde opgenoomen en nagezien dezelve te beveelen die administratie van Stuk tot Stuk na te gaan en met de restanten der daarbij gehoudene boeken te confronteeren, en welke Commissie als met veel moeite en arbeid verzeld gegaan, dog als nu afgeloopen zijnde het daarvan door de ondergeteekendens geformeerd schriftelijk rapport van derzelver bevinding aan UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: staat te worden gesuppediteerd.’

‘Waarmeede de ondergeteekendens verhoope de aan Hoogstderzelver intentie te hebben voldaan; de Eer hebben deeze te laaten dienen voor plichtschuldig Rapport’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop Ultimo Maart 1794’

’/:get:/ C:l Brandt J: P: Baumgardt.’

zo is verstaan in’t zelve Rapport genoegen te neemen, en overigens om dat Geschrift ter Secretarij te Seponeeren.

de zo evengenoemde Commissarissen over het Houtmagazijn door den edelen Heer Commissaris en Raad bij besluit van den 22:e November expres gecommitteerd geworden zijnde omme de gezegde administratie van Stuk tot Stuk na te gaan en op te neemen; over hunne verrichtingen in deeze ingedient hebbende een Rapport en Specificatie der Restanten van alle Houtwerken en Steenen welke onder Ultimo februarij deezes Jaars restant zyn geweest, zo wierden dezelve Stukken bevonden van volgende inhoud.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad Ordinair van Nederlands Indien, mitsgaders Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den WelEdelen Achtb: Heer Gezachhebber en de WelEdele Heeren Raaden van Politie

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E Achtbaare Heeren!’

‘De ondergeteekendens Rezident der Baaifals Christoffel Brand en koopman indienst der E Comp:e Jan Pieter Baumgardt door UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: op den 2:e November der jongstverloopen Jaars 1793 gecommitteerd geworden zijnde omme de Administratie van het Houtmagazijn van Stuk tot Stuk na te gaan en op te neemen:’

‘Zo gebruiken zij de Vrijheid UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: bij deezen plichtschuldig te berichten.’

‘dat zij ondergeteekendens zo veel de tijds omstandigheeden en derzelver Ambtsverrichtingen zulks hebben toegelaaten met de uitterste attentie de gantsche Administratie van’t Houtmagazijn, en dus alle de effecten en Houtwerken welke onder de beheering en de directe verantwoording van den opziender over het Houtmagazijn, den Koopman Pieter Diederik Boonacker heeft gestaan van Stuk tot Stuk exactelijk hebben op genoomen en nagezien, en zodanig bevonden als de daarvan geformeerde en deezen in Eerbied geannexeerde Specificatie zulks nader komt aan te toonen.’

‘Dat zij ondergeteekendens wijders alle de alhier aangebrachte onder goede en defecten, mitsg:s de door den tijd alhier verrotte en vervuurt geraakte houtwerken van de deugdzame en wel geconditioneerde afgescheiden en gesorteerd hebbende, vervolgens van het onbruikbaare en defect bevondene zo balken en eike planken als Juffers tot onderleggers en Stutten &c:a hebben g’emploïeerd om het goed en deugdzaam hout voor de vogtigheid en bederf te præserveeren:- dat zo wijders op den articul zo wel van houtwerken als Steenen &c:a welk tot de voorsz:e administratie van het Houtmagazijn heeft behoord, bij examinatie en natelling volkomen accoord hebben bevonden met restanten der boeken onder Ultimo Februarij laastleeden’

‘De ondergeteekendes vermeenende hiermeede aan de intentie van UWelEd: groot achtb: en E Achtb: plichtschuldig te hebben voldaan neemen overigens de vrijheid deeze te laaten dienen voor derzelver Rapport.’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop Ultimo Maart 1794.’

’/:get:/ C:l Brand J: P: Baumgardt.’

‘Specificatie van alle zodanige Houtwerken, Metselsteenen &c: als ‘er onder Ulimo Februarij bj de Boeken in ‘s E Comp:e Houtmagazijn zijn restant geweest, vervolgens door de Ondergeteekendens nagezien en gesorteerd geworden namentlijk.’


81 p:s Greene balken van 13 & 14 d:m lang 28 a 30 Voeten, als
  64 p:s geheel onbeschadigt
  16 d:o vervuurt en verrot
  1 d:o tot onderlegger ook beschadigt
78 p:s Greene balken van 13 & 13 d:m lang 22 a 25 Voeten, als
  74 p:s goede op de Kruidmagazijn
  4 d:o vervuurt en verrot
194 1/2 p:s gr: balken van 12 & 14 d:m als
  91 p:s goed
  70 d:o d:o op de kruitkelder
  25 1/2 d:o vervuurt en verrot
  8 d:o d:o tot onderleggers
73 p:s gr: balken van 12 & 12 d:m als
  54 p:s goed
  17 d:o vervuurt en verrot
  2 d:o d:o tot onderleggers
92 p:s gr: balken van 10 & 14 d:m lang à 30 Voeten als
  69 p:s goed
  17 d:o vervuurt en verrot
  6 d:o d:o tot onderleggers
282 p:s gr: balken van 9 & 11 d:m als
  238 p:s goed
  42 d:o vervuurt en verrot
  2 d:o d:o d:o d:o tot onderleggers
211 p:s gr: balken van 8 & 10 d:m als
  197 p:s goed
  14 d:o vervuurt en verrot
381 p:s gr: balken van 6 & 8 d:m als
  366 p:s goed
  15 d:o vervuurt en verrot
84 p:s gr: balken van 5 & 7, als
  83 p:s goed
  1 d:o vervuurt en verrot
12 p:s Gr: Ribben van 4 & 6 d:m goed
144 d:o d:o d:o d:o 4 d:o 5 d:o d:o
1 d:o d:o d:o d:o 3 d:o 6 d:o vervuurt en verrot
27 d:o d:o d:o d:o 3 d:o 3 d:o goed
245 d:o Latten d:o d:o 2 d:o 3 d:o d:o
250 d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 3 d:o d:o
208 d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 2 d:o d:o
181 d:o d:o d:o 1 d:o 2 d:o d:o
174 d:o d:o d:o 1 d:o 1 1/2 d:o
155 d:o gr: deelen d:o 3 d:m d:o
113 d:o d:o d:o d:o 2 1/2 d:o d:o
345 d:o d:o d:o d:o 2 d:o als
  343 p:s goed
  2 d:o vervuurt en verrot
2 p:s gr: deelen van 1 1/2 d:m goed
11 d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o
514 d:o d:o Juffers van 30 a 36 v:t lang als
  491 p:s goed
  17 d:o vervuurt en verrot
  6 d:o tot Stutten om de goede te Stapelen
486 p:s d:o Sparren van 30 a 36 voeten, als
  441 p:s goed
  45 d:o vervuurt en verrot
407 p:s gr: Sparren van 15 & 18 V:t goed
3 d:o Eike planken d:o 8 d:m vervuurt en verrot
19 d:o d:o d:o d:o 7 d:o als
  1 p:s goed
  18 d:o vervuurt en verrot.
199 p:s d:o planken van 6 d:m als
  124 p:s goed
  75 d:o vervuurt en verrot
13 p:s d:o planken van 5 d:m als
  6 p:s goed
  7 d:o vervuurt en verrot
21 p:s Eyke planken van 4 d:m als
  11 p:s goed
  10 d:o vervuurt en verrot
60 p:s Eyke planken van 3 d:m als
  36 p:s goed
  19 d:o vervuurt en verrot
  3 d:o d:o d:o tot onderleggers
99 p:s Eyke planken van 2 1/2 d:m als
  57 p:s goed
  34 d:o vervuurt en verrot
  8 d:o d:o d:o tot onderleggers
21 1/2 p:s Eike planken van 2 d:m als
  18 1/2 d:o goed
  3 vervuurt en verrot
1 p:s Eike balk van 11 & 13 d:m vervuurt en verrot, dient om af te sluiten
40 d:o d:o d:o 8 d:o 10 d:o goed
1 d:o wind peul vervuurt en verrot
1 d:o Eyzer balk vervuurt en verrot
1 d:o d:o Steunder
1 d:o d:o Voeghout
1 d:o d:o Staande As
1 d:o d:o d:o balk
4 d:o Jatij balken van 15 & 16 d:m 25 a 30 Voeten goed
4 d:o d:o d:o d:o 12 d:o 14 d:o 25 V:t d:o
4 d:o d:o d:o d:o 10 d:o 12 d:o 30 a 32 d:o d:o
4 d:o d:o d:o d:o 7 d:o 8 d:o d:o
1 d:o d:o moolen Ass d:o 24 d:m 30 d:o 36 d:o d:o
1 d:o glondonse balk d:o
1 d:o Jatij moolen plank van 4 d:m d:o
11 d:o d:o d:o d:o d:o 3 d:o d:o
4107 d:o d:o duigen goed
9 d:o d:o huisplanken d:o
46 d:o d:o pomphouten geboorde d:o
17 d:o d:o Swalpen van 2 & 3 d:m
108 d:o d:o d:o d:o 4 d:o 5 d:o d:o
1 d:o d:o d:o d:o 4 d:o 6 d:o d:o
41 d:o d:o d:o d:o 6 d:o 8 d:o d:o
160 Vaten Cement
15 p:s Geelhoute balken van 12 & 14 als
  10 p:s goede
  5 d:o vervuurt en verrot
44 p:s geelhoute balken van 10 en 12 d:m goed
75 d:o d:o d:o d:o 7 en 9 d:o d:o
10 d:o d:o d:o d:o 6 d:o 8 d:o d:o
163 d:o d:o d:o d:o 5 d:o 7 d:o d:o
2 d:o d:o planken d:o 2 d:m d:o
677 d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o
1184 Voeten Stinkhout van 1 d:m
4362 p:s Wagen Spaaken d:o
40 d:o d:o Assen d:o
123 d:o d:o Naaven d:o
110 d:o d:o Schamels d:o
14 d:o Draaijborden d:o
85 d:o paardewagen voortangen d:o
1 d:o osse d:o d:o d:o
231 d:o wagen achtertangen d:o
123 d:o d:o Disselboomen d:o
2 d:o gezaagde Leerboomen d:o
980 d:o Leerschijen d:o
699 d:o Rongen d:o
40 d:o Koetsvellingen d:o
11 d:o Malwagen d:o d:o
177 d:o geelhoute Affuit Swalpen in zoort, als
  173 p:s goed
  4 d:o vervuurt en verrot
592 p:s vellingen in Zoort goed
1898 d:o Spaaken d:o
53 d:o Naaven d:o
10 d:o Schaamels d:o
8 d:o Assen d:o
1 d:o Langwagen d:o
14 d:o Tangen d:o
1 d:o Disselboom d:o
12640 d:o grauwe moppen ord:e
38782 d:o d:o d:o Vegtre
36232 d:o geele klinkersteenen
16044 d:o Rijnze d:o
9764 d:o grauwe Leidse Steenen
161 p:s Roode Dakpannen
3526 d:o Estrikken van 16 d:m
3193 d:o d:o d:o 12 d:o
623 d:o blauwe vloersteenen van 12 d:m
Ongetaxeerde goederen
46 p:s Vellingen als
  23 p:s goed
  23 d:o vervuurt en verrot
23 p:s Naaven, als
  21 p:s goed
  2 d:o vervuurt en verrot
12 p:s Assen
2 d:o Koetsassen
10 d:o Schaamels
3 paar Voortangen
7 d:o agter d:o, als
  6 p:s goed
  1 d:o vervuürt en verrot
6 p:s Osse waagen voortangen
80 d:o Malwaagen Spaaken
10 d:o Rongen
75 d:o Leerschijen

81 p:s Greene balken van 13 & 14 d:m lang 28 a 30 Voeten, als
  64 p:s geheel onbeschadigt
  16 d:o vervuurt en verrot
  1 d:o tot onderlegger ook beschadigt
78 p:s Greene balken van 13 & 13 d:m lang 22 a 25 Voeten, als
  74 p:s goede op de Kruidmagazijn
  4 d:o vervuurt en verrot
194 1/2 p:s gr: balken van 12 & 14 d:m als
  91 p:s goed
  70 d:o d:o op de kruitkelder
  25 1/2 d:o vervuurt en verrot
  8 d:o d:o tot onderleggers
73 p:s gr: balken van 12 & 12 d:m als
  54 p:s goed
  17 d:o vervuurt en verrot
  2 d:o d:o tot onderleggers
92 p:s gr: balken van 10 & 14 d:m lang à 30 Voeten als
  69 p:s goed
  17 d:o vervuurt en verrot
  6 d:o d:o tot onderleggers
282 p:s gr: balken van 9 & 11 d:m als
  238 p:s goed
  42 d:o vervuurt en verrot
  2 d:o d:o d:o d:o tot onderleggers
211 p:s gr: balken van 8 & 10 d:m als
  197 p:s goed
  14 d:o vervuurt en verrot
381 p:s gr: balken van 6 & 8 d:m als
  366 p:s goed
  15 d:o vervuurt en verrot
84 p:s gr: balken van 5 & 7, als
  83 p:s goed
  1 d:o vervuurt en verrot
12 p:s Gr: Ribben van 4 & 6 d:m goed
144 d:o d:o d:o d:o 4 d:o 5 d:o d:o
1 d:o d:o d:o d:o 3 d:o 6 d:o vervuurt en verrot
27 d:o d:o d:o d:o 3 d:o 3 d:o goed
245 d:o Latten d:o d:o 2 d:o 3 d:o d:o
250 d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 3 d:o d:o
208 d:o d:o d:o 1 1/2 d:o 2 d:o d:o
181 d:o d:o d:o 1 d:o 2 d:o d:o
174 d:o d:o d:o 1 d:o 1 1/2 d:o
155 d:o gr: deelen d:o 3 d:m d:o
113 d:o d:o d:o d:o 2 1/2 d:o d:o
345 d:o d:o d:o d:o 2 d:o als
  343 p:s goed
  2 d:o vervuurt en verrot
2 p:s gr: deelen van 1 1/2 d:m goed
11 d:o d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o
514 d:o d:o Juffers van 30 a 36 v:t lang als
  491 p:s goed
  17 d:o vervuurt en verrot
  6 d:o tot Stutten om de goede te Stapelen
486 p:s d:o Sparren van 30 a 36 voeten, als
  441 p:s goed
  45 d:o vervuurt en verrot
407 p:s gr: Sparren van 15 & 18 V:t goed
3 d:o Eike planken d:o 8 d:m vervuurt en verrot
19 d:o d:o d:o d:o 7 d:o als
  1 p:s goed
  18 d:o vervuurt en verrot.
199 p:s d:o planken van 6 d:m als
  124 p:s goed
  75 d:o vervuurt en verrot
13 p:s d:o planken van 5 d:m als
  6 p:s goed
  7 d:o vervuurt en verrot
21 p:s Eyke planken van 4 d:m als
  11 p:s goed
  10 d:o vervuurt en verrot
60 p:s Eyke planken van 3 d:m als
  36 p:s goed
  19 d:o vervuurt en verrot
  3 d:o d:o d:o tot onderleggers
99 p:s Eyke planken van 2 1/2 d:m als
  57 p:s goed
  34 d:o vervuurt en verrot
  8 d:o d:o d:o tot onderleggers
21 1/2 p:s Eike planken van 2 d:m als
  18 1/2 d:o goed
  3 vervuurt en verrot
1 p:s Eike balk van 11 & 13 d:m vervuurt en verrot, dient om af te sluiten
40 d:o d:o d:o 8 d:o 10 d:o goed
1 d:o wind peul vervuurt en verrot
1 d:o Eyzer balk vervuurt en verrot
1 d:o d:o Steunder
1 d:o d:o Voeghout
1 d:o d:o Staande As
1 d:o d:o d:o balk
4 d:o Jatij balken van 15 & 16 d:m 25 a 30 Voeten goed
4 d:o d:o d:o d:o 12 d:o 14 d:o 25 V:t d:o
4 d:o d:o d:o d:o 10 d:o 12 d:o 30 a 32 d:o d:o
4 d:o d:o d:o d:o 7 d:o 8 d:o d:o
1 d:o d:o moolen Ass d:o 24 d:m 30 d:o 36 d:o d:o
1 d:o glondonse balk d:o
1 d:o Jatij moolen plank van 4 d:m d:o
11 d:o d:o d:o d:o d:o 3 d:o d:o
4107 d:o d:o duigen goed
9 d:o d:o huisplanken d:o
46 d:o d:o pomphouten geboorde d:o
17 d:o d:o Swalpen van 2 & 3 d:m
108 d:o d:o d:o d:o 4 d:o 5 d:o d:o
1 d:o d:o d:o d:o 4 d:o 6 d:o d:o
41 d:o d:o d:o d:o 6 d:o 8 d:o d:o
160 Vaten Cement
15 p:s Geelhoute balken van 12 & 14 als
  10 p:s goede
  5 d:o vervuurt en verrot
44 p:s geelhoute balken van 10 en 12 d:m goed
75 d:o d:o d:o d:o 7 en 9 d:o d:o
10 d:o d:o d:o d:o 6 d:o 8 d:o d:o
163 d:o d:o d:o d:o 5 d:o 7 d:o d:o
2 d:o d:o planken d:o 2 d:m d:o
677 d:o d:o d:o 1 1/4 d:o d:o
1184 Voeten Stinkhout van 1 d:m
4362 p:s Wagen Spaaken d:o
40 d:o d:o Assen d:o
123 d:o d:o Naaven d:o
110 d:o d:o Schamels d:o
14 d:o Draaijborden d:o
85 d:o paardewagen voortangen d:o
1 d:o osse d:o d:o d:o
231 d:o wagen achtertangen d:o
123 d:o d:o Disselboomen d:o
2 d:o gezaagde Leerboomen d:o
980 d:o Leerschijen d:o
699 d:o Rongen d:o
40 d:o Koetsvellingen d:o
11 d:o Malwagen d:o d:o
177 d:o geelhoute Affuit Swalpen in zoort, als
  173 p:s goed
  4 d:o vervuurt en verrot
592 p:s vellingen in Zoort goed
1898 d:o Spaaken d:o
53 d:o Naaven d:o
10 d:o Schaamels d:o
8 d:o Assen d:o
1 d:o Langwagen d:o
14 d:o Tangen d:o
1 d:o Disselboom d:o
12640 d:o grauwe moppen ord:e
38782 d:o d:o d:o Vegtre
36232 d:o geele klinkersteenen
16044 d:o Rijnze d:o
9764 d:o grauwe Leidse Steenen
161 p:s Roode Dakpannen
3526 d:o Estrikken van 16 d:m
3193 d:o d:o d:o 12 d:o
623 d:o blauwe vloersteenen van 12 d:m
Ongetaxeerde goederen
46 p:s Vellingen als
  23 p:s goed
  23 d:o vervuurt en verrot
23 p:s Naaven, als
  21 p:s goed
  2 d:o vervuurt en verrot
12 p:s Assen
2 d:o Koetsassen
10 d:o Schaamels
3 paar Voortangen
7 d:o agter d:o, als
  6 p:s goed
  1 d:o vervuürt en verrot
6 p:s Osse waagen voortangen
80 d:o Malwaagen Spaaken
10 d:o Rongen
75 d:o Leerschijen

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop Ult:o Maart 1794’

’/:get:/ C:l Brand J:P: Baumgardt.’

en nadien uit dit een en ander den Raade is koomen te blijken, dat onderscheidene greene en eïke Houtwaaren die door de vermindering van omslag in’t Generaal maar vooräl door de ordre om het extrueeren van Gebouwen te Staaken niet hebben kunnen worden geemploïeerd tot de eïndens waartoe uit Nederland zijn gepetitioneerd geworden en dus ook ten deele bij gebrek aan bekwaame bergplaats in de open lucht heeft moeten verblijven, zijn vervuurt en verrot geraakt, zo is omme de voorschr: administratie van het Houtmagazijn eenmaal te zuiveren van alle zodanige articulen als welke niet anders dan tot merkelijk nadeel van de Maatschappij kunnen worden aangehouden, en dus meerder ruimte ter behoorlijke berging van ‘t gaave en deugdzaam Hout te verkrijgen, goedgevonden en dienvolgens beslooten van de bij voorschreeven Specificatie voormelde vervuurde en verrotte Houtwaaren eenlijk in die administratie te laaten verblijven zodanige greene Balken als tot onderleggers worden gebruikt, mitsgaders zodanige eïke planken als in cas van vijandelijke attacque op deeze Hoofdplaatse, tot het maaken van Blindages tot verdeeling van het Buskruit in het kasteel zullen kunnen en behooren te worden gebruikt, terwijl alle de overige vervuurde en verrotte Balken en Planken op den 30 en 31 maï eerstvoorkomende publicq zullende worden verkogt, en daarvan aan’t publiecq bij afixie van Billetten directe vroegtijdige kennisse worden gegeeven

De Heeren Brandt en Bergh welke zich bij Resolutie deezer tafel van den 4 en 5:e Maart Jongstleeden hebben gecommitteerd gevonden om zich te begeeven naar S’Comp:e Post de Groenekloof , ten eïnde te examineeren of door den Pachter der zoutpannen Abraham a de Haan in de reparatien aan de aldaar staande gebouwen, navolgens ‘t geen waartoe hij zich verbonden heeft gehad was voldaan geworden, en teffens welke gebouwen zich op die Post koomen te bevinden, mitsgaders in welke Staat die thans zijn, als meede bij die zelfde geleegentheid na te gaan, of en in hoe verre de bezwaaren voorkomende bij zeekere Requeste door gemelde De Haan aan deeze Regeering gepræsenteerd en bij de Resolutien van den 5:e Maart ingeschreeven, al ofte niet gegrond koomen te weezen, en hoe die beswaaren, gefundeerd bevonden wordende, zoude kunnen worden uit den weggeruijmd: over dit een en ander den raade invoege als volgt gediendt hebbende van derzelver Consideratien en bericht.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer! Raad ordinair van Nederlandsch India mitsgaders Commissaris over ‘t Gouvernement van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den WelEdelen Achtb: Heer Gezachhebber en de verdere Heeren Leeden van den Politiecquen Raad.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E Achtb: Heeren!’

‘UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: bij welderzelver besluiten in datis 4 en 5 der evenafgeweeken maand Maart genomen, d’ ondergeteekende Raadsleeden hebbende gelieven te committeeren om zig te begeeven naar S E Comp:s Post de Groene Clooff , ten einde t’ examineeren of door den Pagter der Zoutpannen Abraham à de Haan in de reparatiën aan de aldaar Staande gebouwen, navolgens ‘t geen waartoe zig verbonden heeft gehad, is voldaan geworden? en teevens welke gebouwen zig op gemelde Post koomen te bevinden? mitsgaders in welke Staat die thans zijn? als meede bij die zelfde geleegendheid na te gaan, of en in hoe verre de beswaaren, voorkomende bij zeekere Requeste door evengeciteerde à de Haan aan UWelEdele Groot achtb: en E Achtb: gepresenteerd, /: van welke requeste ten dien einde authentiecque Copij aan hun ter handen te weezen? en hoe die beswaaren gefundeert bevonden werdende, best zouden kunnen werden uit den weg geruimd: - Zo gebruiken zij de vrijheid UW WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: bij deezen te berichten, dat zij ter voldoening aan hunnen voorsz:e Last in d’ eerste plaatse zig hebben begeeven naar S Comp:s hiervoren genoemde Post de Groenekloof en aldaar bij eene nauwkeurig gedaane opneeming en examinatie bevonden hebben, dat de thans op dees Post in weezen zijnde Gebouwen bestaan in een vrij logabel woonhuis, mitsgaders vier andere naast elkanderen gesitueerde getimmertens verdeeld in een ruijme Paarde Stal, Timmermanswinkel, knechtskamer, Kelder Koornschuur, zoutpakhuisen, Hoender- Ganse- en-Varkens-hokken, beneevens nog een minder in tweën gesplitste afzonderlijk Gebouw, waarvan het eene gedeelte tot Logement heeft gedient van’t volk op deeze Post bescheiden geweest, en’t andere de Bergplaats voor de wagens is, alles in zijnen ringmuur beslooten, dat door het weder opbouwen der ingestorte gedeeltens van de zo evengenoemde Ringmuuren, door het oprigten van een geheel nieuwe Bakoven door het leggen van een nieuw dak op ‘t Wagenhuis, door het behoorlijk voorzien van alle de overige daken, mitsgaders het muurwerk, de Vorsten en Roeven en het Schilderen van al het Houtwerk alle de voorschr: Gebouwen zig thans op ‘t oog in een zeer favorable aspect vertoonen, doch dat des niet te min als nog reparature vorderen eenige Hekken, deuren, Vengsters, en Rottingraamen die of Lendelam of geheel aan Stukken zijn, terwijl bovensdien in ‘t vertrek tot Logement van ‘t Postvolk gediend hebbende, de Deuren en Vengsters, als ten eenen maale verrot zijnde geheele nieuw gemaakt en de zolders in de Stal, die weegens de Zwakheid der Balken instorting drijgd, gestut werden moet:’

‘En dat zij ondergeteekendens vervolgens in Perzoon zijn weezen neemen Oculair inspectie van de voornaamste Zoutpannen zo aan de Groene Cloof en aan Jan Biesjeskraal , als bij het zoute Rivier en in de Kaapse Vlakte geleegen, bij welke occagie zy niet alleen hebben gezien, dat ‘er in alle dezelve Pannen geen enkelde korl zout was te vinden, of met eenige waarschijnlijkheid meer kon worden te gemoed gezien voor ‘t laatst van dit, of ‘t begin van ‘t aanstaande Jaar; aangezien de gemelde Pannen, wel verre van na Jaarlykse gewoonte teegens deezen tijd ten eenemaale te weezen opgedroogd, door de menigvuldig gevallene Reegens zoo veel toevloed van water hadden ontfangen dat dezelve zig als te midden in den winter vertoonden, zonder dat zulks door het oprigten en onderhouden van dammen of Dijken te keeren is geweest, of daaraan vervolgens heeft kunnen werden geremedieert door ‘t maaken van aflijdingen, maar ook teevens tot hunne hoogste ontstigtinge ontwaard hebben, dat de naast bij de Kaap in de Vlakte en aan het Zoute Rivier geleegene Zoutpannen, meestäl door de passanten baldadiglijk verdistrueerd en bedorven werden, met dezelve door het vee te doen vertrappen, en ‘er met wagens Kruijs en dwars door heenen te rijden.’

‘dat uit dees laatstgemelde omstandigheeden gebleeken zijnde de gegrondheid der representatien en ingebragte bezwaaren van den Pachter der Zoutpannen over de te dugtene Schaarsheid aan Zout en het nadeel daaruit voor hem te proflueeren, d’ ondergeteekendens hieröp in overweeging hebben genoomen, of uit voorschr: Schaarsheid ook zoude kunnen ontstaan een formeel gebrek aan dit zoo noodzakelijk ingrediënt tot Levensonderhoud! en op wat wijze daarteegens best voorzien, mitsgaders hoedanige Schadeloosstelling teevens ten minsten nadeele der E Comp:e aan den Pachter geprocureert zoude kunnen werden voor een verlies hem gants toevallig en onvoorziens buiten zijn toedoen of Schuld overgekomen.’

‘Dat ten gevolge van deeze overweegingen aan hun is te vooren gekomen, dat vermits uit de ruuwe opgaaven van den Pachter â de Haan blijkt, dat tot de geheele Consumptie van zout in een Rond Jaar vereischt werd een quantiteit va 2400 mudden, en ‘er thans niet meer aan handen komt te zijn als 2000 mudden, zoo aan Jan Biesjeskraal als hier in de Kaap opgelegd, terwijl ‘er nog een geruimen tusschentijd van 8 of 9 maanden moet verloopen, alvoorens de Pannen wederom eenig Zout kunnen opleeveren, zeer zeker eene formeele gebrek zal plaatse hebben, ten waar men wilde Stellen, dat de provisie van zout welke in de huishoudingen alhier ter hoofdplaatse mitsgaders ten platten Lande vroegtijdig ingeslagen en opgegaderd werd niet alleen gereekend is tot den tijd toe, dat er wederom nieuwe voorraad zal te bekoomen weezen, maar ook om in Cas van nood daaruit te kunnen Subvenieeren aan de behoeftens der geenen die gebrek hebben - dat het eenig middel om in de tegenswoordige omstandigheeden de gevolgen van een zodanig gebrek, voor zoo verre het Publiecq Concerneert te prævenieeren zoude zijn, van stonden aan het verbod op den invoer van vreemd zout in te trekken en de opkooping daarvan aan een ijgelijk vrij te laaten om onder de Ingezeetenen te kunnen en te mogen werden gesleeten, zoo haast dezelve door den Pachter niet meer zullen kunnen werden gerieft, mitsgaders tot zoo lange hij zig daartoe wederom behoorlijk in staat zal koomen te bevinden en dat de billijkste te gemoete koming van den Pachter zelve daarin zoude resideeren, dat men hem zonder betaling van eenig erkentenisse voor het presente ongelukkig misjaar, waarin gezegd kan worden geen zout gewonnen te hebben, een Jaar prolongatie van zijn Pacht verleende.’

‘Al het welk d’ ondergeteekendens dan ook /: met onderwerping van hun gevoelen aan UWer WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: meerder doorzigt:/ de Vrijheid gebruiken in dier voegen voor te dragen.’

‘En daarmeede verhoopende aan UWerWelEdele groot Achb: en E Achtb: requisitien behoorlijk te zullen hebben voldaan, laaten zy deezen dienen voor Berigt, mitsgaders voor derzelver Consideratien en advijs.’

‘Kaap de Goede Hoop d:n 21:e April 1794.’

’/:get:/ C:l Brandt. E:s Bergh.’

Zo is na deliberatie over het zelve bericht aanvankelijk beslooten, omme aangezien den Raade is gebleeken, dat den Pachter Abraham â de Haan in de reparatiën van eenige der Gebouwen aan de Post de Groeneklooff Staande heeft voldaan aan het geen waartoe hij zich had verbonden, ook als nu aan hem te doen betaalen de Rijxdaalers 200:-:- welke hem voor deeze reparatiën bij besluit van den [.....] November jongstleeden zijn toegezegd.

dan ten aanzien van de middelen welke zoude kunnen en behooren te worden aangewend om tijdig te voor zien in’t gebrek aan zout, dat gewisselijk uit het missen der Pannen in den voorleeden Jaare moete worden geducht, zo is verstaan omme ingevolge door Heeren Gecommitteerdens is voorgedragen de opbreng en invoer van zout uit de afgeleegene Districten te permitteeren van nu af aan tot Ultimo November eerstkomende, onder deeze bepaaling nochtands dat of schoon aan de opgezeetenen die inclineeren mogten zout herwaards te vervoeren vrijheid word gelaten ‘t zelve ter deezer Hoofdplaatse te verkoopen aan wien zij willen, de geene echter die ‘t zelve mogten koopen om wederom ‘t zij bij de Mud dan wel in detail te Slijten, onder Ultimo November eerstkomende met dit verkoopen en Slijten zullen moeten ophouden, ten zij daartoe door deeze Regeering prolongatie wierde verleende, en zal van dit een en ander aan het gemeen bij publicatie en afixie van Billetten de nodige kennisse worden gegeeven.

En vermits het allezints billijk komt te zijn, dat aan den Pachter der Zoutpannen een dedomagement word toegestaan voor ‘t gemis van het zout in de door hem gepachte Pannen, tot welkers verkrijging hij de nodige aanstel moeite en arbeid vruchteloos heeft moeten doen, zo is ten deeze belange best gedacht en dienvolgens beslooten, omme de gemelde Pacht der Zoutpannen door den gem:e De Haan voor den tijd van vijf Jaaren aangegaan om ingang te neemen met primo November laatstleeden, en te expireeren met Ultimo October 1798 te beschouwen als ingang te zullen neemen met primo November eerstkomende en te eïndigen met Ultimo October 1799, onder deeze expresse conditie nochtans dat als dan den gezegde Pachter Abraham â de Haan, voor ‘t gebruik ‘t welk hij dus een Jaar van s’Comp:s Post de Groeneklooff en dies Landerijen zonder betaaling zal hebben, ten zijnen kosten aan de overige Gebouwen op die Post Staande, zodanige Reparatiën zal doen als Heeren Gecommitteerdens bij hun voorsz:e bericht hebben opgegeeven dat dezelve gebouwen benodigen.

Commissarissen uit den Raade van Justitie over onderscheidene verrichtingen aan hem door deeze Regeering opgedragen, ingedient hebbende het volgend ampel vertoog.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer! Abraham Josias Sluijsken Raad Ordinair van Nederlandsch Indiën en Commissaris over het gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a beneevens d E Achtb: Heer Gezachhebber en WelEdele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: Achtbaare Heeren!’

‘UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: behaagt hebbende bij de geEerde besluiten in hoogstderzelver vergadering genoomen op den 20:e december A:o p:o den 17 en twee op den 22:ste Januarij deezes Jaars Commissarissen uit den Raade van Justitie te qualificeeren omme, ingevolge de drie eerstgemelde Resolutien, ten overstaan van den ad interim Fiscaal deezes Gouvernements van zeekere Strooken Lands door den Luitenant der Burgerije Johannes Paulus Eksteen, de Burger Jan Visser en de klippenbreeker Johan Hendrik Muller aan UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: in eigendom verzogt inspectie te neemen ten eïnde wanneer bevonden mogte werden dat de uitgaave daarvan niemand konde benadeelen als dan te tauxeeren hoe veel de Supplianten respective daarvoor tot een erkentenisse aan de E Comp:ie zouden behooren te betaalen.- mitsgaders omme ingevolge het laatstgemelde besluit meede ten overstaan van den ad interim Fiscaal deezes Gouvernements van de Burgers Sijmon van Blerck, Jan Smith Juriaansz: en Luijte af te vorderen en vervolgens doen produceeren zodanige bewijzen als zij mogten hebben omme te betoonen dat de fontein op ‘t questieuse Land ontspringende alleen aan haar ofte haare Thuinen toekwam zodanige dat daarinne niemand buiten hen zoude kunnen deelen mitsgaders dat zij Steenovens vermogten te zetten op de grond van de Compagnie teegens de Ordes van de Regeering die daartoe bepaald hadt de plaats tusschen het Casteel en de Gerechtsplaats geleegen en waartoe zelfs bij Requeste verzoek moest worden gedaan, en ordonnantien in behoorlijke forma verleend, ten eïnde vervolgens in hunne tegenswoordigheid door den geswoore Landmeeter Jan Willem Wernich te laaten meeten en Carteeren al het Land wat tusschen de Tuinen van voorm:e Van Blerck, Smith, Luiten en de Tuin van Burger Tobias Jurgensz: leggende d E Comp:ie was toebehoorende, omme na verrichting van dit een en ander te bepaalen en aan UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: op te geeven hoe veel de Vaandrig Nelson tot een erkentenis aan d E Comp:ie voor de verkrijging in eïgendom van ‘t questieus Stuk Land zoude behooren te betaalen.’

‘Zo hebben Commissarissen ten eïnde aan deeze zeer geEerde beveelen te voldoen de Eere UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: voor te dragen het volgend Rapport door de Leeden, die gecommitteerd zijn geweest de voorsz:e ordres ter executie te brengen aan Commissarissen ingebracht hier in bestaande.’

‘dat zij Gecommitteerdens de door de drie Eerstgenoemde Suppl:te verzogte Landerijen bezigtigd hebbende en bevonden dat dezelve ten niemands naadeele konde worden uitgegeeven, uit dien hoofde gezegde Landerijen in maniere als Volgt getauxeerd te weeten’

‘Dat van den Luitenant der Burgerij Johannes Paulus Eksteen ter groote van 100 voeten in het vierkant aan de overzijde van ‘t Zoute Rivier voor Rd:s 50:-:-‘

‘Dat van den Burger Jan Visser ter groote van 2 Morgen in deeze Tafelvalleï aan den voet van den Leeuwenkop voor Rd:s 100:-‘

‘dat van de klippenbreeker Johan Hendrik Muller ter groote van twee morgen netto in de Kaapse Vlakte beoosten het blauwe gebergte geleegen voor Rd:s 100:-:-‘

‘Echter onder deeze bepaalingen en daartoe te stellene pœnaliteiten dat voorsz:e Johan Visser gehouden en verpligt zou zijn de door het voorsz:e Land loopende WagenWeg indiervoegen te laaten als dezelve zig thans gesitueerd kwam te bevinden, mitsgaders in t aldaar te zette huisje geen Ligt te doen branden ter voorkoominge van de ongelukken welke met het verzeïlen van Scheepen als anderzints daaruit zoude kunnen ontstaan; gelijk ook dat de klippebreeker Johan Hendrik Muller niet zou vermoogen eenig meerder Land het zij in eigendom dan wel in Erfpagt bij het verzogt werdend Land te verzoeken.’

‘dat hij daar dit Stuk Land bij eene uitspansplaats kwam geleegen te zijn verpligt en gehouden zou zijn alle die geene die daar mogten uitspannen vrij en ongehindert te laaten vertoeven en in hunne weide niet hinderlijk zijn’

‘dat hij ingevolge zijne presentatiën bij ‘t Request geallegueerd, zou verpligt zijn zeekere dam Circa 60 Schreeden van deszelfs Land geleegen, behoorlijk te laaten opruimen en Schoonhouden omme meede door de passeerende buiten lieden onbelemmert te kunnen worden gebruikt.’

‘dat hij niet vermoogen zou op ‘t gemeld Stuk land eenig meerder Vee te houden, als 6 paarden en 30 Schaapen ofte bokken ten eïnde voor te komen dat de weïde voor ‘t Vee van de aldaar verposende Landlieden nie benadeeld wierd, en Laatstelijk’

‘dat hij zig wel expresselijk zou hebben te wachten omme aldaar eenige drahk ofte iets van dien aart te Sleïten nogte eene Conventiculen in zijn huis te gedoogen, alles op pœne dat hij bij manquement van de nakominge deezer verpligtingen verstooken zou zijn van’t recht van eïgendom op ‘t gemeld Stuk land en het zelve van hem wederom worden ingetrokken en aan welke bepalingen de Suppl:ten hadden betuigd zich Stiptelijk te zullen gedraagen.’

‘Dat zij Gecommitteerdens wijders nopens het aan hun gedemandeerd bij de eerste gedeeltens van ‘t Laatstgemeld besluit van de Burgers Sijmon van Blerk, Jan Smith Jurriaansz: en Luijten hebben afgevraagd zodanige bewijzen als daarbij staan verhandeld.’

‘dat de voorsz:e Burgers Symon van Blerck, Smith en Luijte aan hun gecommitteerdens daarop hadden overgelegd zeeker Extract uit het Resolutieboek van Burgerraaden de dato 13 feb:y 1776 houdende eene assopiatie voor hun EE: getroffen, tusschen de Burgers Smith en van Blerk, waarbij Smith aanneemd in de gemeene Sloot ter plaatse alwaar reeds een dam was leggende ten zijnen kosten te laaten maaken eene Steene Sluis omme daardoor het waater langs de muur en over ‘t land van voorsz:e van Blerk door een riool na zijn thuin te leïden; mitsgaders eene Extract uit de Civile Rechtsrolle van den 6:e Meï 1779 Contineerende meede een accoort tusschen de geweezen independent Fiscaal de Heer Cornelis Boers als toenmalige bezitter van de thans door den burger Luite bezeeten wordende Tuin, en de Burgers Jan Smith en van Blerck getroffen, omme de Waterloop langs het nieuwe Huis van hem Heere Fiscaal te laaten veranderen indiervoegen dat in Steede van een grip een wel uitgemetzelde goot zoude worden gemaakt, alle welke bewijzen de ondergeteekendens vermeenen geen relatie te hebben tot het geene gevorderd is om te betoonen dat de questieuse Fontijn in maniere als vooren aan hen zoude Competeeren - ten welken einde de Ondergeteekendens de Vrijheid neemen deeze Stukken in Copia Authentiecq met gepaste Eerbied aan UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: te præsenteeren.’

‘Dat zij Gecommitteerdens wijders van de Burgers Smith door wien de Steenoven op het questieuse Land is gezet, hadden afgevordert ‘t nodig bewijs van de permissie om de voorsz:e Steenoven op dat Land te zetten, welke door hem was overgelegd, zijnde eene ordonnantie aan hem door den WelEdele Achtb: Heer Gezachhebber in dato 13:e Junij 1792 verleend, waarvan de ondergeteekendens meede de vrijheid neemen Copia authentiecq deezen in allen Eerbied te annexeeren.’

‘Dat zij gecommitteerdens vervolgens na vooraf van den WelEdele Groot Achtb: Heer Commissaris de nodige elucidatie bekoomen te hebben over de meeting van’t land wat tusschen de Tuinen van de Burgers van Blerk, Smith, Luijten en Jurgense was leggende d E Comp:e zoude toebehooren’

‘dat land niet maar de tuinen alleen ingevolge zijn WelEdele Groot Achtb: geeerd bevel hadden laaten meeten en bevonden.’

‘dat de Burger Symon van Blerk aan wien volgens deszelfs bewijzen van eïgendom zoude Competeeren 4 Morgen 516 Roeden 34 Voeten ommuurd, en voor een gedeelte beplant had 5 d:o 214 d:o 126 V:t’

‘dat de Burger Smith en Luijten ommuurd en beplant hadden, zo veel land als hem volgens derzelver wettige bewijzen Competeerden.’

‘dat de Burger Tobias Jurgense ommuurd en voor een gedeelte bepland had 7 Morgen 101 Roeden 140 Voeten.’

‘en hem volgens deszelfs bewyzen van eïgendom Competeerden 4 Morgen 424 59/100 Roeden alles ingevolge de generaale kaart ofte figuur door den Landmeeter daarvan geformeerd, dewelke de Ondergeteekendens meede met behoorlijke eerbied bij deezen annexeeren.’

‘dat zij Gecommitteerdens na verrichting van dit een en ander eindelijk ingevolge, het laatste Lid dier Resolutie, waaren overgegaan tot de tauxatie van het geen de gemelde Vaandrig Nelson tot een equivalent voor de verkrijging in eijgendom van’t questieuse Stuk Land aan d E Comp:ie zoude behooren te betaalen, dewelke zij onder eerbiedige approbatie hadden bepaald op ƒ1000:-‘

‘Na het welk door de voorschr: Burgers van Blerk, Smith en Luijte gezamentlijk was bijgebracht dat zo wanneer het Land aan de vaandrig Nelson in eigendom wierd vergund, hunne Tuinen van geen waarde zouden zijn, alzoo bij het omdelven van dat Land zo wel, als ‘t op-en-ontgraaven van de questieuse fontein, dezelve ten eenemaale zoude verloopen waardoor zij zich ontstooken zouden vinden van’t genot, door voor hunne Thuinen zo onontbeerlijke water.’

‘Dat zij Gecommitteerdens de voorsz:e persoonen aangetoond hebbende hoe de ondervinding te meermaalen had geleerd, dat een fontein behoorlijk ontruimt en de uitleiding uitgemetzeld zijnde het Water met meerder magt en kragt voortkwam, zijlieden hadden gedeclareerd dat zij zulks wel zouden willen gelooven indien dat Land eene ordinaire omdelving ondergaan moest, maar nadien op dat Land zeedert onheuglijke tijden geformd was, het zelve zo wel daardoor als door de zwaare toevloedt van waater in de winter van ‘t gebergte afkoomende geheel verspoeld en met gaaten was geworden, zo dat dit land niet geslegt en in order zoude kunnen worden gebragt, dan door de omdelving van ruim 8 en op zommige plaatsen welk 10 voeten, waardoor ‘t waater dus notoir verswakken ofte de ader van die fontein zig door de diepe inzuiging zoude moeten verliezen.’

‘dat hoe Stipt zig de voorsz:e Nelson ook zoude moogen verbinden ter voorkominge van alle deeze inconvenienten, door de uitgaave van dat Land altijd zeer veele onaangenaamheeden zo niet Schadelijke gevolgen voor hen te dugten waaren, ten welken einde zij de voorsz:e gecommitteerdens verzogten aan de ondergeteekendens deeze hunne bijgebrachte allezints redelijke beswaaren in te brengen omme dezelve ter kennisse van UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: brengende op ‘t ootmoedigst te verzoeken omme ingevalle het UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: mogten behaagen het voorsz:e Stuk land aan meerged:e Vaandrig Nelson in eïgendom af te Staan, als dan aan hen goedgunstiglijk te vergunnen een Strookje gronds opwaards naar de Windberg alwaar de gezegde fontein ontspringd met bepaaling dat het water van die Fontein tot een Servituut op hunne Tuijnen mogt gehegt blijven, voor welke gracieuse vergunning zij geneegen waaren d’ E Comp:ie zodanige evenreedige vergoeding te betaalen, als UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: van hen zouden gelieven te vorderen.’

‘Dat zij gecommitteerdens omme alle deeze reedenen niet hadden kunnen weigeren, de door voorschr: Burgers van Blerk, Smith en Luijten bijgebrachte beswaaren en gedaan verzoek aan de ondergeteekendens bekend te maaken, daar zij niet konden ontveinsen dat indien die Lieden geheel van ‘t genot water ontstooken wierden, hunne tuinen op de helft na niet waardig zouden zijn dan dat dezelve met ‘t voorrecht omme van het zelve gebruik te kunnen maaken zoude kunnen behaalen’

‘dat zij gecommitteerdens dierhalven aan de Ondergeteekendens kwaamen voor te dragen UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: van dit alles kennisse te geeven en op ‘t onderdanigst te verzoeken indien het hoogstdezelve mogte behaagen het door de voorsz:e persoonen gedaan verzoek te declineeren, in zo verre dat aan hen het gevraagde Strookje Lands niet zoude kunnen worden afgestaan als dan de voorschr: Vaandrig Nelson onder zodanige bepalingen te brengen als zij Gecommitt:s vermeend hadden geschikt te zijn de voorsz:e persoonen eenigzints te gemoed te koomen - in deezen bestaande’

‘dat de voorsz:e Vaandrig Nelson verpligt en gehouden zou zijn de fontein behoorlijk te laaten ontruimen en ter voorkoming van de verswakking dier fontein 12 V:t in de Ronte van de oorsprong naar de beneeden zijde, en aan de bovenkant in’t gehele geene graaving te maaken’

‘dat hij van’t begin van die fontein tot aan ‘t einde van’t verzogte Land zou moeten laaten graaven en vervolgens uitmetzelen een Riool tot de afleiding van het water zo wel als tot voorkoming van de inzuiging van ‘t Water welke anders zoude kunnen ontstaan.’

‘dat hij indien het voorschr: Land mogte laaten ommuuren op het einde van’t land bij de Waterleiding een deur zal moeten laaten zetten waarvan ieder der genoemde persoonen een Sleutel zoude behooren te hebben, omme wanneer ‘t water niet ter behoorlijker tijd volgens de hier onder gemaakte bepalingen liep na dies oorzaak de nodige examinatie te kunnen laaten doen.’

‘En eindelijk dat hij als dan het gebruiken van ‘t water zou moogen hebben van S’ morgens te 4 tot 8 Uuren omme vervolgens ‘t zelve genooten te worden door van Blerk van 8 tot 12 Uuren, door Luijte van 12 tot 4 Uuren en door Smith van 4 tot 8 Uuren, ten eïnde als dan het Water de overige uuren zijnde van S’Avonds te 8 Uuren tot S’ochtens te 4 Uuren vrij en onbelemmert door hunne tuinen na de Looijers te laaten loopen.- tot nakoming van welke bepalingen zij Gecommitteerdens / onder eerbiedige welduiding:/ van UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: vermeenden dat eene pœnaliteit zoude behooren te worden gesteld.’

‘Commissarissen zich refereerende aan de bij deeze verhandelde Rapporten neemen de vrijheid UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: ten belange van de bepalingen door voorschr: gecommitt:s over’t gebruik van ‘t water gemaakt te verzoeken dat dezelve verdeeling van het waater wierde bepaald in maniere als volgd.- te weeten; de Vaandrig Nelson van 4 tot 7 uuren de Burger van Blerk van 7 tot 11 Uuren, Luijte van 11 tot 3 Uuren en Smith van 3 tot 7 Uuren, ten eïnde van 7 tot 12 Ùùren in de Nacht ‘t gemelde Waater naar de pepersgragt door de groote Sloot langs de hùijzen - aan de buitenkant en vervolgens van 12 tot 4 Ùùren na de Looijers te laaten loopen - terwijl zij alverder met allen Eerbied hùnne Consideratie Suppediteeren over de Examinatie en taùxatie van’t door de Burger Jan Visser verzogt Stuk land.’

‘dat zij omme provisioneel te voldoen aan de intentie van UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: ‘t besluit van Hoogstderzelver Vergadering op den 17:e Januarij genoomen waarbij de voorsz:e examinatie en tauxatie aan hun gedemandeerd wierd, hebbende gesteld in handen van hunne gecommitteerdens die daarover hebben ingediend hunne hiervooren verhandeld rapport, waaruit Consteerd dat zij Gecommitteerdens ‘t voorsz:e Stuk Land onder eenige gemaakte bepaalingen hadden getauxeerd op Rd:s 100:-‘

‘dan nadien, hoe Stipt de voorschr: Visser zig ook mogt verbinden de gemaakte en door hem geapprobeerde bepalingen na te komen, de uitgave van dit Stuk Land zeer veele onaangenaam heeden zal verwekken, en’t te duchten zal zijn dat daaruit eenige ongelukken met het verzeilen van Scheepen zouden kunnen ontstaan, alzo het door hem gevraagde land komt geleegen te zijn, onder de voet van den Leuwenkop, waarop, ingevalle zo niet hij, dan wel zijne Slaaven ofte die geene die aldaar door hen mogt werden gesteld, onbedagt een ligt liet branden, een Schip ofte wel Scheepen daarvan onbewust, zig gemakkelijk zouden kunnen verzeilen, en door die weg een important verlies van Schip en Lading zo niet eenige zielen worden veroorzaakt uit eene vergunning waar voor d E Comp:ie, voor zich zelven maar eene kleine Recognitie konde vorderen.’

‘dat de uitgaave van’t gerepte Stuk Land niet alleen eenig gemor onder de Ingezeetenen zal verwekken alzoo op verzoek van Commissarissen om geene Landerijen omtrend die Streek uit te geeven de Burger M: Hoffmann belet is geworden een Strookje gronds aldaar te obtineeren, maar zelfs aan de Ingezeetenen het voorbeeld geeven om Landerijen te verzoeken op eene plaats welke de eenigste en bekwaamste komt te zijn tot de weïde voor ‘t Vee van de alhier aankomende opgezeetenen.’

‘Weshalven Commissarissen/: onder eerbiedige Corectie:/ vermeend hebben dit een en ander te brengen ter kennisse van UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: met onderdanigst verzoek daarinne zodanig te handelen als hoogstdezelve ten alle gemeene beste zullen Oordeelen nodig te zijn.’

‘Aan Commissarissen door twee hunner leeden die gecommitteerd zijn geweest omme ingevolge UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: bevel te examineeren en tauxeeren zeeker Stukje lands door de Vaandrig der Burgerije Johan George Lochner aan d’ diepe Rivier naast ‘t plaatsje van de Burger Rogier geleegen, gerapporteerd zijnde, dat zij op de klagten en’t desweegens gedaan verzoek van de door hun bij de uitgave van dat land belang hebbende en geappoincteerde buuren over de Schandelijke Leevens manier van de Burger Rogier, zig hadden verleedigd daarna de nodige examinatie te doen.’

‘dat hun E: E: hadden bevonden dat de voorschr: Rogiers zig aldaar met zijn vrouw en acht kinderen waaronder een Jongeling van 24 een van 10 en twee meisjes ‘t een van 26 en ‘t ander van 23 Jaaren Woonachtig bevond in een armoedige en bouvallig hutje zonder het Land aan hem vergund en waartoe hem bereids de behulpzaame hand door eenige goede lieden was aangebooden zodanig gecultiveert te hebben dat daaruit door den tijd de verzorging van het nodig onderhout zo wel als de middelen welke nodig zouden zijn omme de voorsz:e kinderen een Redelijken opvoeding evenredig met de van hem gevorderde teedere verpligtingen te geeven zoude kunnen gevonden worden - maar zig inteegendeel met zyne voorschr: huisgezin aan een allerschandelijkste en Luijste leevenswijze had gewend, met den gantschen dag te Slaapen - welke ongelukkige handelwijze ten droevigste gevolge hadt, dat geene dier kinderen nog leezen nog schrijven veel min hunne geloofsbelijdenisse konden, en dus voortleefden als ongelukkige Schepzelen zonder de minste hoop omme van dezelve door den tijd nuttige leeden voor de Maatschappij te maaken.- bij voortgang van welke handelwijze niet dan Schandelijke en ongelukkige gevolgen zo voor hen zelfs als hunne famillies te duchten zouden zijn.’

‘dat aan hen door de voorschr: buuren was betuigd, en deeze betuiging door de voorschr: kinderen was geconfirmeerd, dat hunne famiellies verscheidene maalen aan hunne ouders hadden verzocht deeze kinderen ter opvoeding en onderhouding na zig te neemen, maar dat de voorschr: Rogiers daartoe altijd was weigerachtig gebleeven, met declaratie alverder van de voorschr: kinderen dat daar hun ouders niet willende hebben dat zij aan een der famiellies ter opvoeding zouden worden gegeeven, zij nimmer zouden begeeren nogte willen dat zulks zoude geschieden, maar inteegendeel verlangden met hun in hunne armoede te deelen.- en Laatstelijk’

‘dat de voorschr: kinderen welke zeer Slordig en morsig gekleed, vermagerd en derzelver aangezigten bijna Zwart door de Zon verbrand waaren, dagelijks zo te zeggen bloot in de wildernisse rondloepen, om aardvruchten tot derzelver onderhoud te zoeken, en bij bespeuring van eenig Vreemd Mensch zich in de bosschen verschoolen.’

‘Omme alle welke reedenen de ondergeteekendens Vrijheid neemen dit een en ander te brengen ter kennisse van UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: met onderdanigst verzoek zodanige wijze maatregulen te neemen, als UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: naar hoogstderzelver wijze manier van denken ten opzigte van dit ongelukkig huisgezin en ter voorkooming van de ongelukken welke daaruit zouden kunnen resulteeren, zouden vermeenen te behooren’

‘Waarmeede Commissarissen de Eere hebben zig met alle Eerbied te onderteekenen.’

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren’

‘UWer WelEdele Groot Achtb: en E: Achtb: zeer onderd: en gehoorz:e dienaaren’

’/:get:/ W: f van Reede van Oudtshoorn. Joh:s Smuts C:s Matthiessen j:r J: P: Baumgardt. H: A: Truter’

‘Kaap de Goede Hoop den 28:e Maart 1794.’

na welkers lectuure en aandachtige deliberatie over de daarbij voorkomende poincten aanvanklijk is beslooten, omme conform het geen door Commissarissen is voorgedragen, aan den Luitenant der Burgerije Johannes Paulus Eksteen in eïgendom te vergunnen en af te Staan het door hem verzochte Stukje gronds ter groote van 100 Voeten in’t Vierkant teegens betaling eener recognitie van Rd:s 50:- aan de Compagnie, en zoo meede aan den onder afgeschreeven gagie gestelden klippenbreeker Johan Hendrik Muller het door hem verzochte Erf ter groote van Twee morgen Netto onder betaling eener erkentenisse van Rd:s 100:- t’ een en ander onder alle zodanige Conditien, voorwaardens en Servituten als door Commissarissen zijn opgegeeven en welke dus allen bij de Erfgrondbrieven zullen moeten worden geinsereerd.

dan vermits de bedenkingen welke het gezamentlyk Colegie van Commissarissen uit den raade van Justitie heeft gemaakt teegens de uitgaave van het Land onder de Leeuwenkop leggende door den Burger Jan Visser in eijgendom verzocht, de Raade allesints gegrond en gewichtig zijn voorgekomen, zo is verstaan het verzoek door den gemelde Visser dienaangaande gedaan, te declineeren en te wijzen van de hand, zo als ‘t zelve van den hand geweezen en gedeclineerd word bij deeze, en teevens goedgevonden en beslooten, om tot voorkominge van de aanmerkelijke inconvenienten welke zoude kunnen voortkoomen uit de uitgaaven van landen onder de voorzeide Leeuwenkop , geen land aan iemand wie het zijn moge aldaar in het vervolg afte Staan of uit te geeven.

En dewijl uit het meermeld bericht als nu is komen te blijken de ongegrondheid der pretensiën door de Burgers Symon van Blerk Jan Smith Jurriaansz:e en Jan Luiten geformeerd op het water ontspringende uit zeekere fontein die zich bevind op een Stukje Lands door den Sous Luitenant der Burgerije Coenraad Nelson in eigendom verzocht, en’t den raade is voorgekomen dat de uitgave van dat Land aan gedachte Nelson op zondanige wijze als door Commissarissen is voorgedraagen, niet alleen tot geene præjuditie van ged:e drie persoonen kan strekken, maar in teegendeel daardoor aan hen het gebruik van’t water in questie het geen tot nu toe oogluikende hebben genooten, op eene legaale wijze kan worden afgestaan, zo is alverder beslooten het door meermelde Nelson verzochte Stuk gronds ter groote van ruim 5 morgen en 531 quadraat roeden aan hem in eïgendom aftestaan onder betaling van ƒ1000:- indiase valuatie tot eene erkentenisse aan de Compagnie en voorts onder zodanige bepaalingen, Conditiën en Servituuten als door het Colegie van Commissarissen zijn bepaald, en waarvan aan ged:e Burgers van Blerk, Smit en Luiten informatie zal worden gegeeven met last zich daarna Stiptelijk te gedragen; terwijl den Raad geen aanschouw heeft kunnen neemen op het door dezelve nader gepræsenteerd Request van volgende inhoud.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer! M:r Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlands Indiën en Commissaris Generaal van Cabo de Goede Hoop, en den Ressorte van dien &c &c &c en den WelEdele Achtbaare Heer Johannes Isaac Rhenius E: E: Heer Gezachhebber ten voorzeide Gouvernemente, beneevens de WelEdele Achtbaare Raade van Politie.

‘WelEdel Groot Achtbaar Heer! WelEdel Achtbaar Heer en E: E: Heeren!’

‘Geeft met diepen Eerbied te kennen UWelEdele Groot Achtb: en WelEdele Achtb: zeer needrigen Dienaaren de ondergeteekende Burgers Simon van Blerk, Jan Smit Juriaansz:e en Jan Luijten alle bewooners en bezitters van zeekere Thuinen geleegen in deze tafelvalleï .’

‘Dat de Thuinen van welke zij koomen bezitters te zijn, altoos en onverhindert, een vrij gebruik hebben gehad van het water, het welk voortspruit uit zeeker Fontein geleegen onder aan de Voet van de zoogenaamde Duijvelsberg en beneeden de Thuin van den Burger Tobias Jurgensen loopt.’

‘Dat dit Water waarvan de Suppl:ten tot nu toe hebben gebruik gemaakt voor hen zoo noodzaakelijk is, dat de Suppl:ten in het Soomer Saisoen tot het bevogtigen hunner Thuinen volstrekt geen ander Water hebben, dewijl-een ander Waterloop die wel eertijds voor bij de Thuijn van de Wedùwe Fersfeld kwam te loopen, thans word afgeleid na S’ Compagnies Gort Moolen.’

‘Dit voorregt waarvan de Suppl:ten tot dus verre gejouiseerd hebben en tot nog toe Jouisseeren, is zoo onafscheidlijk van de thuinen die zij koomen te bezitten, dat wanneer hierin de geringste alteratie wierd gemaakt, de Thuinen der Suppl:ten ten eenemaal onbruikbaar, en van geen Nut of waarde zoude zijn.’

‘Intusschen heeft den Burger Vaandrig de Manhafte Coenraad Nelson een Stuk Lands koomen te verzoeken juist ter plaatse daar de Waterloop na de thuinen der Suppl:ten afstroomt, met betuiging niet van het Water, maar alleen van het Land te willen gebruik maaken.’

‘Hoe zeer de Suppl:ten ook inclineeren, met te willen gelooven dat de intentie van opgemelde Nelson waarlijk geen ander bût heeft, als alleen gebruik te willen maaken van ‘t Land en niet van het waater, zoo doen zig evenwel verscheïde Swaarigheeden, en difficulteiten voor ‘t toekomende op, en moeten nootwendig bij de Suppl:ten veel bedenkelijkheeden veroorzaaken en wel om de volgende Reedenen, als.’

‘1ste Is het land om ‘t welk opgenoemde Manh: Nelson heeft verzogt volstrekt tot geen nut, zoo hy geen gebruik van het waater kan maaken.’

‘2 dens Moeten noodwendig verschillen rijzen, wanneer de Waterloop of grep word ondergraven, het geen aan alle zijde kan geschieden, en daardoor komt te verspoelen, dewijl in zulke geval de Suppl:ten ofte hunne Successeurs, altoos over het Land ‘t welk thans verzogd word, hunne Slaaven moeten zenden om de nodige Reparatiën te doen, en het welmeermelde Manhafte Nelson, ofte zijne Successesceurs in der tijd zoude kunnen gelusten, alle hindernissen bij te brengen, waardoor de noodwendige Reparatiën zouden worden belet, en gevolgelijk niet alleen geduurige twisten en onaangenaamheedens zouden werden veroorzaakt, maar de Suppl:ten ofte hunne Successeurs telkens zoude werden geturbeerd in het uitleiden van het water dat voor hunne Thuijnen /: vooral in’t SomerSaisoen onontbeerlijk is.’

‘3 dens Zoude door het uitgeeven van dat Stuk lands wanneer het bebouwd wierd veel nadeel aan het algemeen toegebragt werden, dewijl doorgaans zo wel de particuliere Slagters als eenige andere Ingezeetenen hunne Paarden, Schaapen en Bokken over en op dat zelve Land heen drijven ter weijde’

‘Alle deeze difficulteiten heeft de Regeering waarschijnlijk vooraf lang te gemoet gezien, dewijl den Eersten teekenaar om dat zelve Stuk Land bij den gerepatrieerden Gouverneur de WelEdele Gestr: Heer Cornelis Jacob van de Graaff verzogd hebbende een weïgerend antwoord heeft bekoomen met bijvoeging dat het niet Separaat kon werden uitgegeeven dewijl als dan de andere onderleggende thuijnen van geen de minste nut waaren, en alle de andere Sollicitanten door onderscheidene Opper Regenten op die wijze zijn van de hand geweezen, en gevolgelijk hebben de Suppl:ten daardoor altoos in dat vertrouwen geverseerd, dat ten minste het noodzaakelijk gedeelte der grond, ronds om de Fontein, aan die Thuijnen was g’accrocheerd.’

‘En neemt den Eersten teekenaar, met gepaste Eerbied de Vryheid zig over het eeven g’allegueerde te beroepen op den WelEdele Heer Olof Godlieb de Wet, die niet alleen volkoomen van’t een en ander kennis draagd, maar die zelfs possesseur en Eïgenaar is geweest van den thuijn die de laatste teekenaar thans bewoond en bezit.’

‘Ja zelfs heeft den Edelen Heer Gezachhebber zeer g’inclineerd, om het Stuk land in questie te verzoeken dan naderhand ingezien hebbende dat de Suppl:ten hierdoor merkelijk zoude werden benadeelt, heeft zijn E: Achtb: op eene genereuze wijze daarvan afgezien.’

‘En dat de Suppl:ten tot hun bovengemelde vertrouwen, vermeende goede gronden te hebben, als ook dat de Fontein waaruit het water word uitgeleid, reets voor Jaaren herwaards, een twistappel is geweest.’

‘Zullen UWelEdele Groot Achtb: en WelEdel Achtb: zeer duidelijk ontwaaren uit de hierneevens gaande Producten onder Nummers 1& 2 zijnde het Eerste een Exact uit de Resolutie van E Burgerraaden, in dato 1770:- en het tweede, een Extract uit de Civile Regtsrolle in dato 6:e maij 1779.’

‘Daar het dan bijzonder in dit geval van het uitterste belang voor de Suppl:ten is /: dewijl hun gantsche welvaard daaraan geleegen legt:/ dat UWelEdel Groot Agtbaare en WelEdel Agtb: ten duidelijksten g’informeerd zijn, van het nadeel dat dezelve, door het uitgeeven van dat Water zoude koomen te lijden, en teevens de Overtuigde preuve, door hun zoo dikwerf ondervonden, dat UwelEdele Groot Achtb: en WelEdel Achtb:s nimmer zullen toestaan dat een eenig mensch in zijne bezittingen en voorrechten, die daaraan g’ accrocheert zijn werden benadeeld - maaken hun vrijmoedig zig te werpen in de Vaderlijke Schoot, van UWelEdele Groot Achtb: en WelEdel Achtb:s - ootmoedig verzoekende, dat ingeval UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: mogten bevinden dat het Stuk land in questie zoude kunnen worden uitgegeeven, het in zulk geval van derzelver goedgunstig welbehagen zijn mooge; de Suppl:ten te verklaaren præferent, offereerende de Suppl:ten op te leggen en te betaalen, eeven zoo veel als de Manh: Coenraad Nelson, andersints aan d’ E: Compagnie zoude opbrengen, en de zulks alles onder zodanige Conditiën en voorwaarde, als het UWelEdele Groot Achtb: en WelEdele Achtb: zullen gelieven te bepaalen, met verdere aanbieding en offerte het zelve Stuk lands onbebouwd, tot gerief van het algemeen te laaten leggen, dewijl het büt der Suppl:ten alleen daarheen Strekkende is, om voor het vervolg voor te koomen, dat er geen verdere attentatiën werden gedaan, op het Water, dat voor hen volstrekt niet te ontbeeren is, om door die weg t’ zelve dus gerustelijk voor het toekoomende te moogen bezitten.’

‘Dog zoo onverhoopt UWelEdele Groot Achtb: en WelEdel Agtbaarens in dit verzoek en offerte niet geliefden te accordeeren, zoo neemen de Suppl:ten de Vrijheid zeer needrig te Solliciteeren, dat aan hen moogen werden vergunt, en in Erfpagt gegeeven, Een morgen Landts van beïde zijde van de Fonteijn, daaruit het water voortvloeid tot na de Sloot, dan wel dat het van derzelver genereus welbehage zijn moogen het verzoek van de Manh: Coenraad Nelson, te wijzen van de hand.’

‘’T welk doende &c:a’

’/:get:/ S: V: Blerk J:s Smit Juriaansz: J: Luijten’

alzoo genoemde Burgers daarbij geensints betoogen dat zij immer eenig wettig of andere regt op dezelve fontein gehad hebben, als dat van Stilswijgende toelating het geen de Regeering geensints kan verhinderen om ook andere Burgeren de voor hun benodigde gronden toe te staan, te minder, om dat door het afstaan van het Land aan Nelson haar deeze toelating voor’t vervolg verzeekerd en in een voorregt afgestaan word, en ‘er bij de voorgeslaagen bepaalingen van Commisarissen voor het ondergraaven van de fontein en waterloop of grip behoorlijke zorge gedraagen is.

Eindelijk uit meermelde vertoog den Raade alverder gebleeken zijnde het Schandelijk, lui en onbehoorlijk leeven ‘t welk den Oud burger Brandmeester Tobias Rogiers met zijn Huisgezin is leïdende op een Stukje gronds en in een Slechte Hut nabij de Wynberg geleegen en Staande, zo is bij overweeging van de noodzaaklijkheid om tijdig voor te koomen de droevige gevolgen welke uit de voortgang van een zoo Schandelijk leevens aart en verfoeilyke ongebondenheid tot Schande van de Zamenleeving zijn te duchten, goedgevonden en dienvolgens beslooten den Raade van Justitie te injungeeren, omme na dit een en ander behoorlijk en gepast onderzoek te doen, met qualificatie en authorisatie omme wanneer bij dat onderzoek mogt blijken de noodzaaklijkheid om daarteegen Spoedige voorzieninge te doen, als dan omtrent de kinderen van ged:e Rogiers provisioneel en onder approbatie deezer Regeering zodanige maatregulen te neemen als zij geschikst zullen oordeelen, zoo wel om de voortgang dier ongeregeldheeden te stuiten en de daaruit te duchtene ongelukken voortekoomen, als om aan deeze ongelukkige kinderen te doen hebben eene betamelijke opvoeding, die haar tot nuttige meedeleeden der Burgerlijke maatschappije maaken kan, en omme van dit een en ander deeze Raade te dienen van bericht.

Hieröp geleezen zijnde een Request door den Capitijn der Burgerije Dirk Gysbertus van Reenen en den Burger Gijsbertus van Reenen aan deezen Raade gericht, luidende als volgd.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer! Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands India, mitsgaders Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den WelEdele Achtb: Heere Gezachhebber, en de WelEdele Heeren Raade van Politie.

‘WelEdele Groot Achtbaare Heer! en E: Achtbaare Heeren!’

‘Met verschuldigen Eerbied geeft te kennen UW WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: onderdanige dienaaren, den Capitijn Luitenant der Burger Cavallerij Dirk Gijsbertus van Reenen.’

‘Hoe de Suppl:ten van tijd tot tijd zijn ontwaard geworden de algemeene Schaarsheid aan Rijst waaraan deeze Colonie door de traagen aanvoer van dien, al dikwerf is blootgesteld geweest.’

‘dat zij Suppl:ten inziende het nut voor de Maatschappij en die der Ingezeetenen, wanneer die graanen alhier wierden voortgekweekt; te raaden zjn geworden daarvan eene preuve te doen; of, en in hoe verre de Culture van de uit deeze voortvloeïende gewenschten tak van handel, in deezen Uithoek kan worden uitgebreid.’

‘en daar de voorplanting dier graanen noodzaakelijk vereijscht, eene Waterachtige of zogenaamde Valeij grond, zoo is der Suppl:ten aller ootmoedigste verzoek, dat het van Uwe WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: gunst en Welbehagen zijn moge hunne allesints nuttig en moeïelijke onderneeming te faciliteeren, met aan de Suppl:ten te willen vergunnen zeekere Stuk woest en onbebouwd valeij grond geleegen in de kaapse duinen annex der tweede Suppl:te veeplaats genaamd de van der Lindens Craal aan de olijboom - en ingevalle op der Suppl:tens gedaan Supliecq bij UW WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: gunstig mogt worden gedisponeerd, verzoeke de Suppl:ten zeer needrig dat het meede van hoogstderzelver welbehagen zijn moge gemelde Valleij door UW WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: te Stellene gecommitteerdens te doen Examineeren en na gedane Inspectie bij bevinding van dien te tauxeeren tot voorkoming van alle moeïelijke en ongegronde klagten, waarmeede UW WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: pretieuse attentie mogelijk zouden kunnen worden geaucupeerd.’

‘Imploreerende de Suppl:ten hieröp UwelEdele Groot Achtb: en E Achtb: gunstige en Spoedige apostille.’

‘’T welk doende’

’/:get:/ D: G: V: Reenen G: V: Reenen’

Zo is bij overweeging dat het bij voorsz:e Requeste verzochte land is leggende in het veld aan de Houtkarreweijers tot een weide voor hun Vee afgestaan, goedgevonden en verstaan, dat verzoek te declineeren en te wyzen van den hand, zo als geschied bij deeze.

Nademaal zints eenigen tijd aan onderscheidene Huisen in dit kaapse Vlek, en in de nagt van gisteren wederom aan’t Huis van den ordinair gecommitteerde Jan David Kuuhl brand is ontdekt, die volgens de doorslaanste blijken door moedwillige booswichten moet zij aangestooken, en uit de voortgang van diergelijke euveldaaden en gruwelen niet alleen eene gestadige ongerustheid moet worden gebooren, maar ook de totaale ondergang van het grootst gedeelte der goede Ingezeetenen deezer plaatse worden geducht, zo is na aandachtige deliberatie daarover en bij overweeging van de allervolstrekste noodzaaklijkheid dat de pleger ofte plegers van dergelijke gruwelen in een land waar recht en gerechtigheid word gehandhaaft, en voor de goederen, bezittingen en veiligheid der goede Ingezeetenen gewaakt ten Spoedigsten worde ontdekt en in handen der Justitie geraake om tot afschrik van andere na verdiensten te worden gestraft, goedgevonden en verstaan bij Publicatie en afixie van Billetten, toe te zeggen en te belooven een præmie van Een duijzend Rijksdaalers aan den geene ofte de geenen die een dan wel meerder deezer gruwelijke Booswichten zal weeten aan te geeven, zodanig dat hij in handen van de Justitie geraake en van het fait overtuigd worden, zullende niet alleen des aanbrengers naam des begeerende worden gesecreteerd, maar ook zo wanneer hij meede plechtig aan’t Stichten van Brand mogt zijn van alle Straffen weezen bevrijd, terwijl wanneer den aanbrenger een Lyfeïgen mogt koomen te weezen, dezelve onder billyke tauxatie van zijn Lijfheer zal worden gekogt voor Reekening van de Compagnie, namens deeze in vrijdom gesteld, en bovensdien de gezegde præmie van Duijzend Ryksdaalers genieten.

Den Heer van Reede van Oudtshoorn bij een bericht aan den Edelen Heer Commissaris onder anderen hebbende ter kennisse gebracht, dat onder hen berustende was eene Somma van Rijksdaalers 126 en twee Stuivers, door hem van de verhuurders der Slaaven, zo in de gepasseerde maand afgedankt zijn ingehouden, voor de daagen welke ged:e Lijfeïgenen absent zijn gebleeven en geen hout aangedraagen hebben, is goedgevonden om de gezeïde Somma, van ged:e Heere van Oudtshoorn in Compagnies Cassa te doen ontfangen.

Na dit alles wierd door den edelen Heer Commissaris den raade bedeeld, dat den Capitein Lieutenant ter zee Johan Ernst van Olnhauzen aan zijn Ed: hebbende verzocht zich aan de illustre vergadering van Zeeventienen te mogen addresseeren om van hoogstdezelve te verkrijgen de permissie om als Burger in deeze Colonie te mogen verblyven, zijn Ed: in dat verzoek hadde gecondescendeerd en hem dienvolgens toegestaan om onder S Comp:s Papieren bij eerstkomende geleegendheid een eerbiedig request aan Heere Majores te moogen addresseeren, terwijl zijn Ed: aan den gezegde Olnhausen hadde gepermitteerd nog voor den tijd van een jaar provisioneel in deeze Colonie te moogen verblyven, ter afwachting van de dispositie welke de illustre vergadering van zeeventienen omtrent hem zal gelieven te neemen.

de alhier dor indispositie verbleevene Majoor bij het Regiment van Wurtemberg Von Dhen, welke ingevolge ‘S Raads besluit van den 4:e Februarij jongstleeden per een der beïde jongstvertrokken retourScheepen hadt behooren te repatrieeren, door zijne ziekelijke omstandigheeden daarinne verhindert geworden zijnde, zo is ten zynen aanzien verstaan, hem bij Extract deezer te gelasten zich in gereedheid te houden en zijne maatregulen te neemen om per een der in Baaifals verwachtwordende Retourscheepen van Batavia of China , naar Nederland over te vaaren, terwijl wanneer hij daarinne wederom door krankheid mogt worden verhinderd zijne tot nutoe genootene gagie en Emolumenten zullen worden ingetrokken en afgeschreeven van den dag af dat hij op een der gezegde RetourScheepen zal kunnen overgaan, om afgeschreeven en ingetrokken te blyven tot den dag dat hij van hier zal vertrekken.

Vervolgens wierd door den Edelen Heer Commissaris den Raade gecommuniceerd, dat aan zijn Ed: door den Onderkoopman en eerste onderboekhouder van S Lands generaale Inkomsten Adriaan Vincent Bergh verzoek gedaan zynde omme van zijne bediening als Postmeester te moogen worden ontslaagen, zijn Ed: goedgevonden hadt aan dat verzoek te defereeren, en dienvolgens de gemelde Bergh van zijn gemelde Ampt als Postmeester hadt ontslaagen, en ‘t zelve wederom opgedraagen aan den onderkoopman mitsgaders Boekhouder in de kleine geldcassa en Cassier in de Bank van Leening Johannes Ackerveld.

Nog geliefde den Edelen Heer Commissaris den raade te bedeelen dat zijn Ed: uit aanmerking van het nut dat voor de Compagnie zou kunnen ontstaan door op de onderscheïdene Comptoiren en in de respective departementen zonder eenig genot van gagie of emolumenten te plaatsen eenige jongelingen van fatzoenlijke ouderen afkomstig omme als kweekelingen tot den dienst opgeleid te worden, ten eïnde vervolgens de bekwaamste daarvan bij voorkomende vacatùres als Soldaat aan de penne te bevorderen, daartoe hadde benoemd Hermanus Arnoldus Eksteen, Carel David Wentzel Junior, Hercules Sandenberg Junior, Jacobus Johannes Vos Junior, Jacobus Johannes Lindt, Johan Carel Winterbach, Fredrik Cruijwagen, Leonardus Lambertus Heijneman, Jan Jacob Swanevelder en Johan Adolph Kuuehl, waar van de Zeeven eerste door zijn Ed: was geplaatst ter Secretarije van deezen Raade, en de drie overige respectivelijk op de Secretarij van Justitie de Weeskamer en in ‘S Compagnies dispens, omme aldaar zonder eenig genot van gagie Emolumenten of douceurs en dus zonder eenig beswaar voor de Compagnie tot alle zodanige diensten te worden geemploïeerd als waartoe zij bekwaam zullen weezen,

Laatstelijk is geleezen een Request van den Luitenant Ingenieur Laurens Lusson aan deeze Regeering gericht, luidende als volgd.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken, Raad ordinair van Nederlandsch Indien, en Commissaris van de Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a beneevens den WelEdele Achtb: Heer Gezachhebber, en den WelEdele Achtb: Raad van Politie.

‘WelEdel-Groot Achtbaar Heer! en Edel Achtbaare Heeren!’

‘Geeft met verschuldigden eerbied en in alle onderdanigheid te kennen, UWelEdel Groot Achtb: en Edel Achtb: zeer ootmoedige dienaar, Laurens Lusson Luit: Ingenieur zeedert het Jaar 1777.- dat hij Suppl:t /: naar alle mogelijke Rampen en tegenspoeden in den dienst der Maatschappij in verscheide ongelukkige omstandigheeden ondergaan te hebben:) in ‘t Jaar 1792 aan de Regeering van Ceilon verzogt, en ook van hoogstdezelve gunstig verkreegen heeft, om behoudens Gage en qualiteit naar Europa te moogen vertrekken; geensints, om den dienst der E Comp:e te verlaaten, aan welken hij zo lang verknogt is geweest, en ook op Ceilon , vrouw, kinders, en Kindskinderen heeft; maar alleen, om een erfenis zijner Zuster, in Parijs overleeden in te zamelen; welke hij volgens Testament niet anders als in eijgen persoon zoude mooge ontfangen.’

‘Dan daar thans de droevige toestand van Vrankrijk zoo ongunstig voor hem is, en hem geen het minste vooruitzicht overlaat om zijn oogmerk te bereiken, wenschte hij liever van zijn ontwerp te mogen afzien.’

‘Weshalven de Suppl:t de vrijheid gebruikt zich te wenden tot UWelEdel - Groot Achtb: en Ed: Achtb: eerbiedig verzoekende, dat het van derzelver welbehagen zijn mooge hem van zijne Rijze naar Europa te ontslaan en hem te vergunnen, om met d’ eerste geleegendheid op een der Comp:ie Scheepen naar Ceilon in den Schoot der zijnen (: welke geduurende des Suppl:ts afweezendheid door het meedelijden van den WelEdele Groot Achtb: Heer van de Graaff en den Heer Oud Opperkoopman Burnat, zijnen Neeff onderhouden worden:) behoudens qualiteit en voortloopende gagie te rug te moogen keeren.’

‘’T welk doende &c:a’

’/:get:/ L:s Lusson’

en daaröp beslooten den Suppl:t te permitteeren, zo als hem gepermitteerd word bij deeze, omme bij voorkomende geleegendheid per een van S’ Comp:s Bodems wederöm van hier naar Ceilon te vertrekken, doch buiten eenige qualiteit ofte genot van gagie.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorschreeve.

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] W: F: V: Reede Van Oudtshoorn

[Signed:] E: Bergh

[Signed:] My present G: F: Goetz Secret:s

C. 223, pp. 116-177.

Woensdag den {17940430} 30:e April 1794.

S’ Voormiddags, present de Edelen Heere Commissaris, beneevens den Heere Gezachhebber en de Heeren Le Sueur

Na resumptie der Resolutien op den 22:e deezer genoomen, wierd door den Edelen Heer Commissaris gecommuniceerd de behouden aankomst op gisteren in Baaijfals van het bij de Maatschappij ingehuurd particulier hollandsch Schip Noordholland , zonder dooden of zieken, en teffens dat per die bodem geene andere papieren waaren aangebracht als de Chertepartij daartoe gehoorende.

Vervolgens wierd door den Edelen Heer Commissaris ter tafel geproduceerd een ongeteekend en door den Sous Luitenant J: vander Pels aan zijn Ed: inhandigd Extract uit de Resolutien op de 2:e december anno passato genoomen in de Scheepsraad aan boord van de door de franschen veroverde en te Mauritius opgebrachte Pacquetboot de Expeditie , waarbij in plaats van den overleedenen Gezachhebber wederöm als zodanig provisioneel en ter approbatie van deeze Regeering was aangesteld den Luitenant Petrus Janson, tot Luitenant, den gemelde Sous Luitenant J: van der Pels, tot Sous Luitenant den Bootsman Hans Philip Goedhard, en tot Bootsman den Bootsmansmaat Jan de Vries, welke Extract Resolutie verstaan is ter Secretarije te Seponeeren omme daarvan bij voorkomende geleegendheid Copia authentiecq aan de Hooggebiedende Heeren Meesteren te Suppediteeren.

Nog wierd door den edelen Heer Commissaris den Raade bedeeld dat door zeekere Boot toebehoorende aan de Gebroeders Johannes Gysbertùs en Sebastiaan Valentijn van Reenen, aan het Vondelingseïland was gevonden en herwaards gevoerd de Schùit van het onlangs van hier vertrokken Compagnies Schip de Zeelelij en nadien dezelve Schùit in zeer goede Staat en bekwaam is bevonden om aan een van S Maatschappij’s Bodems te worden verstrekt, zo is verstaan dezelve zo bij de Negotieboeken als bij die van de Eqùipagiepakhùisen te laaten inneemen, terwijl aan de Manschappen op gedachte Boot bescheiden zal worden toegelegd, gelijk hen toegelegd word bij deeze eene præmie van Vijf en twintig Rijksdaalers, zo ter belooning van hùnne moeite in het herwaardsvoeren van gezegde Schùit betoont, als om anderen hierdoor tot ‘t Salveeren van S Comp:s goederen aantemoedigen

Door den Equipagiemeester Jan Arnoud Voltelen aan den Edelen Heer Commissaris ingedient zijnde het volgend bericht.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer! Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch Indiën, Mitsgaders Commissaris deezes Gouvernements en den Ressorte van dien &c: &c: &c:a.

‘WelEdele Groot Achtbaare Heer!’

‘Den ondergeteekende neemt de vrijheid UWelEdele Groot Achtb: in deeze te Berigten, dat S’ Landsboodt Tromp , zig in die Staat bevind, dat van dezelve het vereijschte gebruikt niet kan werden gemaakt, alzoo de inhoute zo verrot zyn, dat nog bouwt, nog Spijker, meer houden wil, waaromme ged:e Boodt, ook geen præCieuse of swaare goederen Laaden kan en tot vervoeren van Manschappen zo bij het An, als debarqueeren daarvan alleen van dienst kan zijn:’

‘ten welke Eïnde hij ook in de tijd die ‘er vereïscht word om Een Zoortgelijke boodt, alhier opsetten kan blijve diene, waartoe den Ondergeteekende de vrijheid verzoekt.’

‘Hiermeede hoopende aan UWelEd: Groot Achtb: Intentie voldaan te hebben, laat hij dit dienen tot berigt.’

‘Cabo de Goede Hoop d:n 24 April 1794’

’/:get:/ Jan A: Voltelen’

zo is uit aanmerking dat de Landsboodt de Admiraal Tromp niet langer kan worden geemploïeerd tot de eïndens waartoe dergelijke Vaartuigen ten deeze Gouvernemente aangehouden worden bij den Raade beslooten, omme den gemelde Equipagiemeester Jan Arnout Voltelen te qualificeeren gelijk geschied bij deeze op de menageuste wijze te doen timmeren een nieuwe Landsboot met dies toebehooren, omme wanneer dezelve nieuwe Landsboot zal weezen voltooid en in ‘t water gebracht, met en benevens den Negotieoverdrager Henricus Coens Voget te formeeren en aan deezen Raade over te leggen eene Specifiecque Reekening van dies kostende.

Hierop geleezen zijnde eene Memorie door den Heere Gezachhebber in zijn Ed: qualiteit als Hoofdadministrateur vervaardigd over onderscheidene Articuls in de respective Administratïen onbekwaam geraakt, en zo meede onder de Slaaven in’t Boekjaar 1792-3 gestorven en het Vee in de gemelde tijd verrekt, zo wierd dezelve Memorie bevonden van volgende inhoud.

‘Memorie van zodanige Goederen als ‘er uit het afgekeurde Schip de Catharina Johanna als meede uit de aan particuliere verkogte Scheepen de Zeenimph , en de Helena Louisa zijn gelost, beneevens die, dewelke uit de in baaifals gestrande bodem de drie Gebroeders zijn gesauveert geworden, vervolgens van de nabesz: glaaze ruiten &c: wat dies meer is, per diverse Scheepen alhier aangebragt - de Lijfeigenen geduurende dit boekjaar door de natuurlijke dood gestorven, ‘t Vee in gemelde tijd, zoo verrekt, als door ‘t wild gedierte vernield; en eindelijk verscheide goederen in voorsz:e tijd in de respective pakhuisen onbekwaam en onbruikbaar bevonden, volgens verklaringen hier annex; Namentlijk.’


Van 't afgekeurde Schip de V:we Catharina Johanna Voor d' Equipagiemeester.
Inneemen 2 p:s Masten; waarvan /:ongetax:t
  1 p:s Groote
  1 p:s Fokke
1 p:s Boegspriet
3 d:o Stengen; Te weeten
  2 p:s Groote
  1 d:o Voorbram
1 p:s kluijver pen
7 d:o Rhaas, waarvan
  1 p:s groote
  1 d:o groot Marszeil
  1 d:o voor
  1 d:o Blinde
  1 d:o Voorbram
  1 d:o booven kruis
  1 d:o d:o bram
1 p:s Spier
1 d:o gaffel
1 d:o onbekwaam anker van 1900 lb
4 p:s Ankers; als
  1 p:s W:t 2628 lb /:getax:t:/
  1 d:o d:o 2150 d:o
  1 d:o d:o 2625 d:o
  1 d:o d:o 2617 d:o
2 p:s Werpankers; als
  1 p:s W:t 300 lb
  1 d:o d:o 239 d:o
1 p:s Loganker d:o 85 d:o
1 d:o Penterdreg /:ongetax:t:/
518 Vad:m Oud Cabeltouw
1 p:s Swaar Touw van 16 d:m te water geweest en eenigzints geschavield welke egter bij gebrek van anderen kon werden geEmploïeerd; /:ongetax:t:/
3/4 Rollen hollandsch Zijldoek /:getax:t/
1/8 d:o Graauw kenneppedoek
152 lb Lording in 12 bossen
1/2 huid pompleer
80 p:s Ringen /:ongetax:t:/
113 d:o Haaken en Cousen in zoort
56 lb Harpuis /:getax:t:/
1 p:s onbekwaame dommekragt /:ongetax:t:/
1 d:o Uurglas van 4 Uur /:getax:t/
14 d:o d:o d:o 1/2 d:o
2 d:o Logglaasjes; als
  1 p:s van 1/2 Minut
  1 d:o d:o 1/4 d:o
1 p:s asimuth Compas /:ongetax:t
2 d:o pijl d:o
6 d:o ges: Compassen, als
  1 p:s Hang
  5 d:o Kopere Zeil
8 p:s Compas Roozen
8 d:o Kopere en Staale pennen
8 d:o Compas glaasen
2 d:o Octanten
1 d:o Koopere Liniaal
1 d:o d:o Winkelhaak
3 d:o graadboogen of Stokken
5 d:o Kaartekookers
4 d:o Gietermakers of konst de Stuurlieden
4 d:o Zeeboeken; als
  1 p:s vant Canaal
  1 d:o d:o africa en Brasil
  1 d:o d:o d' orcades
  1 d:o d:o Oost indiën / onbekwaam
47 p:s kaarten in zoort /:ongetax:t
9 d:o Dieplooden
8 d:o Roerhaaks; als
  7 p:s Scheeps
  1 d:o Boots
2 p:s Vingerlingen
1 d:o Visdreg
1 blad kurk /:getax:t:/
2 p:s Roerkettings /:ongetax:t:/
1 d:o Roer
318 d:o bloks en Juffers
'T volgende Reeds tot den omslag der E Comp:e verstrekt; te weeten - in December 1792
Inneemen 1 p:s Scheepspompen met zijn Yzere Stang aan S Lands fregat de Amazone door reekening der admiraliteit
2 d:o pomp Emmers
2 d:o pomp Schoenen
1 d:o Bagijne Rha, aan 't Schip S:t Laurens p:r onkostreek:
18 d:o Zijlen in Zoort; waarvan
  1 p:s groot zeil aan't Schip de Meermin p:r onkostreekening
  1 d:o bovenbramzeil
  1 d:o Voormarszeil Aan Fehrsen &Comp:e voor Contant.
  1 d:o bramzeil
  1 d:o Grootmarszijl
  1 d:o d:o bramzijl
  1 d:o Bezaan
  1 d:o Kruijszeil
  1 d:o Kluyver
  1 d:o Voorstenge Stagzeil
  1 d:o bramstenge d:o
  1 d:o Grootstenge d:o
  1 d:o Schuifblinde
  1 d:o Groot boven Lijzeil
  1 d:o voor d:o d:o
  1 d:o Onder Lijzeil
  1 d:o Oude Fok
  1 d:o Stormfok
1 p:s Schuijt met 6 Riemen en dreg of met deszelfs toebehoren door de opperhoofden
1 d:o Slypsteen met zijn toebehoor
  van t Schip de V:re Catharina Johanna verstrekt aan't Schip Macassar , volgens ordonnantie en quittantie. /:ongetax:t:/
In Januarij 1793.
Inneemen 13 p:s Zijlen in zoort te weeten /:Ongetax:t:/
  1 p:s KruisStenge Stagzijl /: of bramzeil p:r onkostreek: Aant Schip Macassar
  1 d:o Kruiszijl p:r factuur
  2 d:o Fokke d:o d:o
  1 d:o Grootzijl d:o d:o
  1 d:o Bezaan d:o d:o
  1 d:o Bezaan Stagzijl d:o d:o
  1 d:o Kluijver d:o d:o
  2 d:o blinde d:o d:o
  1 d:o Groot Marszijl aant Schip Gouda per onkostreek:g
  1 d:o voor d:o d:o d:o d:o Massassar
  1 d:o boven bramzijl of boven kruiszijl aan t Schip Nieuwstad
1 p:s Groote bramrhâ aan't Schip Macassar
  2 d:o Lijzeilspieren, als
  1 p:s aant Schip de Castor
  1 d:o d:o d:o d:o Macasser
1 p:s Kruissteng aant Schip de Constitutie
1 d:o fokke rhae aan 't Schip Duijfje
1 d:o Groot Marszijl rhaa
1 d:o Roerpen aan't Schip Macasser
2 d:o pompschoenen waaronder 1 p:s met Yzere Staag of haak aant schip de Castor
2 d:o pompEmmers
1 d:o Wandt van 8 d:m aant Schip Macasser
150 d:o Chineese planken aant Schip t duifje p:r factuur

Van 't afgekeurde Schip de V:we Catharina Johanna Voor d' Equipagiemeester.
Inneemen 2 p:s Masten; waarvan /:ongetax:t
  1 p:s Groote
  1 p:s Fokke
1 p:s Boegspriet
3 d:o Stengen; Te weeten
  2 p:s Groote
  1 d:o Voorbram
1 p:s kluijver pen
7 d:o Rhaas, waarvan
  1 p:s groote
  1 d:o groot Marszeil
  1 d:o voor
  1 d:o Blinde
  1 d:o Voorbram
  1 d:o booven kruis
  1 d:o d:o bram
1 p:s Spier
1 d:o gaffel
1 d:o onbekwaam anker van 1900 lb
4 p:s Ankers; als
  1 p:s W:t 2628 lb /:getax:t:/
  1 d:o d:o 2150 d:o
  1 d:o d:o 2625 d:o
  1 d:o d:o 2617 d:o
2 p:s Werpankers; als
  1 p:s W:t 300 lb
  1 d:o d:o 239 d:o
1 p:s Loganker d:o 85 d:o
1 d:o Penterdreg /:ongetax:t:/
518 Vad:m Oud Cabeltouw
1 p:s Swaar Touw van 16 d:m te water geweest en eenigzints geschavield welke egter bij gebrek van anderen kon werden geEmploïeerd; /:ongetax:t:/
3/4 Rollen hollandsch Zijldoek /:getax:t/
1/8 d:o Graauw kenneppedoek
152 lb Lording in 12 bossen
1/2 huid pompleer
80 p:s Ringen /:ongetax:t:/
113 d:o Haaken en Cousen in zoort
56 lb Harpuis /:getax:t:/
1 p:s onbekwaame dommekragt /:ongetax:t:/
1 d:o Uurglas van 4 Uur /:getax:t/
14 d:o d:o d:o 1/2 d:o
2 d:o Logglaasjes; als
  1 p:s van 1/2 Minut
  1 d:o d:o 1/4 d:o
1 p:s asimuth Compas /:ongetax:t
2 d:o pijl d:o
6 d:o ges: Compassen, als
  1 p:s Hang
  5 d:o Kopere Zeil
8 p:s Compas Roozen
8 d:o Kopere en Staale pennen
8 d:o Compas glaasen
2 d:o Octanten
1 d:o Koopere Liniaal
1 d:o d:o Winkelhaak
3 d:o graadboogen of Stokken
5 d:o Kaartekookers
4 d:o Gietermakers of konst de Stuurlieden
4 d:o Zeeboeken; als
  1 p:s vant Canaal
  1 d:o d:o africa en Brasil
  1 d:o d:o d' orcades
  1 d:o d:o Oost indiën / onbekwaam
47 p:s kaarten in zoort /:ongetax:t
9 d:o Dieplooden
8 d:o Roerhaaks; als
  7 p:s Scheeps
  1 d:o Boots
2 p:s Vingerlingen
1 d:o Visdreg
1 blad kurk /:getax:t:/
2 p:s Roerkettings /:ongetax:t:/
1 d:o Roer
318 d:o bloks en Juffers
'T volgende Reeds tot den omslag der E Comp:e verstrekt; te weeten - in December 1792
Inneemen 1 p:s Scheepspompen met zijn Yzere Stang aan S Lands fregat de Amazone door reekening der admiraliteit
2 d:o pomp Emmers
2 d:o pomp Schoenen
1 d:o Bagijne Rha, aan 't Schip S:t Laurens p:r onkostreek:
18 d:o Zijlen in Zoort; waarvan
  1 p:s groot zeil aan't Schip de Meermin p:r onkostreekening
  1 d:o bovenbramzeil
  1 d:o Voormarszeil Aan Fehrsen &Comp:e voor Contant.
  1 d:o bramzeil
  1 d:o Grootmarszijl
  1 d:o d:o bramzijl
  1 d:o Bezaan
  1 d:o Kruijszeil
  1 d:o Kluyver
  1 d:o Voorstenge Stagzeil
  1 d:o bramstenge d:o
  1 d:o Grootstenge d:o
  1 d:o Schuifblinde
  1 d:o Groot boven Lijzeil
  1 d:o voor d:o d:o
  1 d:o Onder Lijzeil
  1 d:o Oude Fok
  1 d:o Stormfok
1 p:s Schuijt met 6 Riemen en dreg of met deszelfs toebehoren door de opperhoofden
1 d:o Slypsteen met zijn toebehoor
  van t Schip de V:re Catharina Johanna verstrekt aan't Schip Macassar , volgens ordonnantie en quittantie. /:ongetax:t:/
In Januarij 1793.
Inneemen 13 p:s Zijlen in zoort te weeten /:Ongetax:t:/
  1 p:s KruisStenge Stagzijl /: of bramzeil p:r onkostreek: Aant Schip Macassar
  1 d:o Kruiszijl p:r factuur
  2 d:o Fokke d:o d:o
  1 d:o Grootzijl d:o d:o
  1 d:o Bezaan d:o d:o
  1 d:o Bezaan Stagzijl d:o d:o
  1 d:o Kluijver d:o d:o
  2 d:o blinde d:o d:o
  1 d:o Groot Marszijl aant Schip Gouda per onkostreek:g
  1 d:o voor d:o d:o d:o d:o Massassar
  1 d:o boven bramzijl of boven kruiszijl aan t Schip Nieuwstad
1 p:s Groote bramrhâ aan't Schip Macassar
  2 d:o Lijzeilspieren, als
  1 p:s aant Schip de Castor
  1 d:o d:o d:o d:o Macasser
1 p:s Kruissteng aant Schip de Constitutie
1 d:o fokke rhae aan 't Schip Duijfje
1 d:o Groot Marszijl rhaa
1 d:o Roerpen aan't Schip Macasser
2 d:o pompschoenen waaronder 1 p:s met Yzere Staag of haak aant schip de Castor
2 d:o pompEmmers
1 d:o Wandt van 8 d:m aant Schip Macasser
150 d:o Chineese planken aant Schip t duifje p:r factuur


In Maart 1793.
Inneemen 36 p:s bloks in zoort Aan 't Schip de V:we Maria Cornelia p:r onkost reek:g /:ongetax:t:/ /:ongetax:t:/
2 d:o groote Marszeil Gijtouwen
2 d:o d:o buik gordings
2 d:o d:o Nok gordings
2 d:o d:o boeijlijns met haare Spruijten
2 d:o d:o Riftalij Schinkels
2 d:o Enkelde blokken en Loopers
1 d:o voor Bramval
1 d:o d:o d:o buikgordings
2 d:o d:o d:o Schooten
2 d:o d:o d:o brassen
2 d:o d:o d:o Gijtouwen
2 d:o d:o d:o boeijlijns
2 d:o Bagijne brassen
1 p:s groote gij voor de bezaan
2 d:o dempgordings
1 d:o ophaalder
2 d:o ondergytouwen
2 d:o kruisgytouwen
2 d:o d:o brassen
2 d:o d:o boeylyns
1 d:o d:o buikgordings
1 1/2 d:o Wieltros bij gebrek van dunne Lijk
1 p:s kluyver tot 2 Stel zijlen aan de 2 Schuiten voor 't officie fiscaal
1 d:o vlieger tot 2 Stel zijlen aan de 2 Schuiten voor 't officie fiscaal
1 d:o Vijgertouw, tot dreggetouwen aan d:o
1/2 d:o Wieltros bij gebrek van dunne Lyk tot de zylen voor Een Boot in de baaijfals

In Maart 1793.
Inneemen 36 p:s bloks in zoort Aan 't Schip de V:we Maria Cornelia p:r onkost reek:g /:ongetax:t:/ /:ongetax:t:/
2 d:o groote Marszeil Gijtouwen
2 d:o d:o buik gordings
2 d:o d:o Nok gordings
2 d:o d:o boeijlijns met haare Spruijten
2 d:o d:o Riftalij Schinkels
2 d:o Enkelde blokken en Loopers
1 d:o voor Bramval
1 d:o d:o d:o buikgordings
2 d:o d:o d:o Schooten
2 d:o d:o d:o brassen
2 d:o d:o d:o Gijtouwen
2 d:o d:o d:o boeijlijns
2 d:o Bagijne brassen
1 p:s groote gij voor de bezaan
2 d:o dempgordings
1 d:o ophaalder
2 d:o ondergytouwen
2 d:o kruisgytouwen
2 d:o d:o brassen
2 d:o d:o boeylyns
1 d:o d:o buikgordings
1 1/2 d:o Wieltros bij gebrek van dunne Lijk
1 p:s kluyver tot 2 Stel zijlen aan de 2 Schuiten voor 't officie fiscaal
1 d:o vlieger tot 2 Stel zijlen aan de 2 Schuiten voor 't officie fiscaal
1 d:o Vijgertouw, tot dreggetouwen aan d:o
1/2 d:o Wieltros bij gebrek van dunne Lyk tot de zylen voor Een Boot in de baaijfals


In April 1793
Inneemen 1 p:s Roerpen aan 't Schip Leiden p:r onkostreekening /:ongetax:t:/
2 d:o Cabeltouwen
In Maij 1793
Inneemen 1 d:o bramzijl aant Schip Leïden p:r onkostreekening /:ongetax:t:/
1 d:o boven kruiszeil
1 d:o bramsteng tot een vlaggestok op de punt Leerdam in t Casteel
116 d:o bloks te weeten
  8 p:s aan Schip de Gerechtigheid p:r onkostreekening
  24 d:o d:o d:o Roosenburg
  36 d:o d:o d:o Zeeland
  48 d:o d:o d:o de Jonkv: Sib: Antoinetta
1 p:s Stenge Windreep aan d:o d:o d:o
In Augustus 1793
Inneemen 1 p:s hals, aan 't Schip d' amazoon , voor Reek: der admiraliteit /:ongetax:t:/
1 paar ofte 2 p:s Groote Schooten tot hektouwen voor de geprojecteerden ammunitie wagens, ten dienste der artillerie
1 p:s groote Yzere Combuis en 2 Treeften aan de batterij amsterdam
  Om ten dienste der E Comp:e te Emploïeeren, zoo tot Wangen aan't Zeehoofd, als tot Wippen en Rollen bij 't op en van Strand haalen der Landsboots en Schuiten
Inneemen 1 p:s Bezaansmast onbekwaam
1 d:o voorsteng
1 p:s kruis rhâ

In April 1793
Inneemen 1 p:s Roerpen aan 't Schip Leiden p:r onkostreekening /:ongetax:t:/
2 d:o Cabeltouwen
In Maij 1793
Inneemen 1 d:o bramzijl aant Schip Leïden p:r onkostreekening /:ongetax:t:/
1 d:o boven kruiszeil
1 d:o bramsteng tot een vlaggestok op de punt Leerdam in t Casteel
116 d:o bloks te weeten
  8 p:s aan Schip de Gerechtigheid p:r onkostreekening
  24 d:o d:o d:o Roosenburg
  36 d:o d:o d:o Zeeland
  48 d:o d:o d:o de Jonkv: Sib: Antoinetta
1 p:s Stenge Windreep aan d:o d:o d:o
In Augustus 1793
Inneemen 1 p:s hals, aan 't Schip d' amazoon , voor Reek: der admiraliteit /:ongetax:t:/
1 paar ofte 2 p:s Groote Schooten tot hektouwen voor de geprojecteerden ammunitie wagens, ten dienste der artillerie
1 p:s groote Yzere Combuis en 2 Treeften aan de batterij amsterdam
  Om ten dienste der E Comp:e te Emploïeeren, zoo tot Wangen aan't Zeehoofd, als tot Wippen en Rollen bij 't op en van Strand haalen der Landsboots en Schuiten
Inneemen 1 p:s Bezaansmast onbekwaam
1 d:o voorsteng
1 p:s kruis rhâ


Het onderstaande om per Vendutie te verkoopen, als zijnde tot de verdere dienst der E Comp:e onbekwaam, te weeten.
Verkoopen 1 p:s Lijzyl rha
2 d:o Trommel Stokken
3 d:o Marssen
16 d:o Zalings; waarvan
  2 p:s Lang van de Groote Mast
  3 d:o dwars d:o d:o d:o d:o
  2 d:o Lang van de fokke Mast
  3 d:o dwars d:o d:o d:o d:o
  2 d:o Lang van de bezaans Mast
  2 d:o dwars d:o d:o d:o d:o
  2 d:o bram
2 p:s kalve tot de Groote Mast
4 d:o knypers tot de marssen
2 d:o d:o voor 't Roer
3 d:o Slothouten d:o de groote voor en kruissteng
2 d:o d:o d:o d:o bramsteng
8 d:o rhabeugels tot de Lijzeilspieren
1 d:o Beugel tot de knijper vant Roer
1 d:o Sluytbeugel tot de boegspriet
4 d:o Sluitbouten d:o d:o d:o
1 d:o beugel van de boegspriet tot de kluijverpen
4 d:o orlietbeugels; van de marse rhaas
4 d:o Sluijtbouten voor de Langzalings der Groote en fokke mast
12 d:o d:o d:o d:o dwars d:o d:o d:o
8 d:o d:o d:o tot d:o Marssen
1 d:o d:o d:o d:o Roerpen
6 Span Groote Wandt
3 p:s Ezelshoofden voor de Toppen der Masten
2 d:o d:o d:o d:o d:o d:o Stengen
2 Span halve met hanger en Taliereeps
1 p:s Groote Stagg,
1 d:o Kraag van't groote Stag
2 d:o Stroppen voor de Toppen
4 d:o Spreeuw Worsten
2 d:o Toppenants voor de groote Rhâ
2 d:o Riftalij Schenkels
2 d:o paarden
2 d:o Schinkels voor de brassen
2 d:o Rakken touw talies
2 d:o groote Gytouwen
2 d:o d:o buikgardings
2 d:o Nok gordings
1 d:o d:o Haanepoot
1 d:o d:o Stenge windreep
1 d:o Jeijn tot de d:o d:o
1 d:o Ly Jijn Looper
5 Span groote Stenge wandt
1 p:s d:o d:o Stag
1 d:o d:o d:o d:o Leijer
2 Span groote Stenge pardoens en Talij reeps
1 d:o Hanger pardoens
2 p:s talijloopers tot d:o
2 d:o borst Stroppen voor de rhae
10 Span putting touwen
2 p:s Groote Marsse brassen
1 d:o Schenkel voor d:o d:o
2 d:o Mantels tot de Slingerpardoens
2 d:o Groote Marszijl Schooten
1 d:o d:o d:o draayreep
1 d:o d:o d:o val
2 d:o d:o Toppenants
1 d:o Stoot talij
3 Span Groot Stenge Wandt
1 d:o pardoens
1 d:o Sijpardoens
1 p:s Stag
1 d:o bramreep en Val uit een
2 d:o d:o Schooten
1 d:o Looper
2 d:o brassen
2 d:o boeylijns
2 d:o groot bram toppenants
1 d:o buyk gording
2 d:o Gijtouwen
6 Span Wandt en Talij Reeps
1 p:s Stag
1 d:o kraag tot het fokke Stag
2 d:o Hangers
2 d:o Stroppen van de top tot de fokke rhâ
2 d:o Talij reeps tot 't groote en fokke Stag
2 d:o paarden tot de fokke rhae
2 d:o borgstroppen d:o d:o d:o d:o
2 d:o Rakken touwen en Talijs
2 d:o fokke brassen
2 d:o d:o Toppenants en Talijs
2 d:o d:o Schooten
2 d:o d:o Gijtouwen
2 d:o d:o buik gordings
2 d:o d:o Nok d:o
2 d:o d:o Riftalij Schinkels
1 d:o d:o Hanepoot
2 d:o Voorboelijns
1 d:o Windreep
1 d:o Jeijn met zijn looper
5 Span Wandt en Talij reeps
1 p:s Voorstenge Stag en talij
1 d:o Loos d:o d:o en't Leijer
2 Span pardoens.
1 Span Slinger pardoens
2 p:s Mantels voor dezelve
10 Span putting touwen
2 p:s paarden voor de Marszeil rhaas
2 d:o Toppenants
1 d:o Marszeil draaijreep
1 d:o d:o val
2 d:o d:o Schooten
2 d:o Brassen
2 d:o Riftalij Schinkels
2 d:o Loopers voor d:o
2 d:o Gijtouwen
2 d:o Nokgordings
2 d:o Magermans
3 Span Wandt en 2 Talijs
1 p:s bramsteng en talij
1 Span pardoens
1 d:o zij d:o
2 p:s bram toppenants
2 d:o Paarden
5 Span Wandt
1 p:s Stag
2 d:o Hangers en Stroppen voor de Top en aaplijer
2 d:o Spreeuw Worsten
1 d:o Strop tot de Baghijne Rha
2 d:o Toppenants
1 d:o Gaffel val
1 d:o Dirk
2 d:o geerde en Looper
1 d:o Bezaan Schoot
1 d:o Aape Val
1 d:o d:o Gijtouw
1 d:o d:o Neerhaalder
1 d:o d:o Schoot
3 Span Wandt
1 d:o pardoens
1 p:s Stag
6 Span putting touwen
1 p:s Strop van't bezaan Stag
1 d:o d:o d:o d:o d:o Leijer
2 d:o paarden
2 d:o toppenants
1 d:o draaijreep
1 p:s Val
2 d:o Kruischooten
2 d:o Boegstaagen
1 d:o mantel Stag
1 d:o Water d:o en talijreep
2 d:o Loopstagen d:o Stroppen
1 d:o Rak tot de blinde rha
2 d:o paarden d:o d:o d:o
2 d:o toppenants
2 d:o Trijssen
2 d:o paarden
2 d:o Bakstaagen
2 d:o d:o uit de Inhaalder
1 d:o kluijverval
1 d:o d:o Leijer
1 d:o Raktalij van den kluyver Leijer
1 d:o kluijver Neerhaalder
1 d:o d:o Schoot
2 d:o Voorstenge Stagzeil schooten, gebruikt geweest tot S'Jorren
1 d:o Groot Stagzeil Schoot
1 d:o d:o d:o d:o Leijer
1 d:o Talij van't groote Stenge Stag
1 d:o groot Stenge Stagzijls val
1 d:o d:o d:o d:o d:o d:o Hals
2 d:o d:o d:o d:o d:o d:o gijtouwen
1 d:o d:o d:o d:o d:o d:o Schoot
1 d:o Neerhaalder
1 d:o Vliegerval
1 d:o d:o Leijer
1 d:o d:o Looper
1 d:o d:o Neerhaalder
2 d:o d:o Schooten
4 d:o Mantels tot Zijtakels
1 d:o Zorglijn tot 't Roer
1 d:o Topreep
1 d:o Cabeltouw
1 d:o d:o voor 't drijfanker
2 d:o boeijreepen op d' ankers geweest
1 d:o Drijfanker Zeijl
6 d:o presennings
1 d:o Waterslang
8 d:o Stroppen in Soort
1 partij bolijn Spruijten
3 Stel Stuurreepen
9 douzijn Rifsijsings
1 bos rha banden
1 p:s Waarloose Stenge Stag
1 Stel bramwand
1 p:s Spoelpomp
6 d:o pompschoenen
16 d:o pompEmmers
6 d:o Yzere pompStokken of Stangen
2 d:o d:o pomphaaken
6 d:o klooten of knoppen voor de Toppen
110 d:o Schyven
1 d:o Schiemans wuijt met een ijzere bout
2 d:o Splitshoorns
7 d:o Marlpriemen
24 d:o koffijnagels
14 d:o Wandklootjes
13 d:o Theerquasten
3 d:o Bijlen
1 d:o WindCoppel van't Roer
2 d:o pompbouten
4 d:o d:o plaatjes
1 d:o Beugel tot de Kluijverpen
3 d:o Lijzeil vallen Aan boord in 't gebruik geweest
2 d:o Wippas
2 d:o buijte Vallen
2 d:o binne d:o
2 d:o pompgekken
4 d:o Spaaken
6 d:o groote Ringen
1 d:o Koopere pomp en 6 hartjes
1 d:o Houte pomp
1 d:o brandspuit met zijn toebehooren
1 d:o Schotbout
5 d:o Stuurrad Spaaken
1 d:o klemketting
1 d:o Steeve haak
30 d:o klinkringen in Soort
4 d:o Loose roozen
5 d:o glaasen
1 d:o plijnSchaal
1 p:s doos voor de zyl Compassen
4 d:o graadboeken
8 d:o Vlaggen en Wimpels; als
  1 p:s Zeeuwsche
  1 d:o Roode vlag
  1 d:o prince d:o
  1 d:o deensche Wimpel
  1 d:o Zeijn Vlag
  1 d:o deensche Geus
  1 d:o Witte Vlag
  1 d:o deensche d:o
2 p:s Nagthuijsen
1 d:o Stuurraad en Stander
5 d:o Loodlijnen
1 d:o blikke geschilderde groote Roeper
2 d:o d:o d:o kleine d:o
2 d:o Yzere Spaaken tot 't Windkoppel van 't Roer
8 d:o Beugels tot de Luijken
1 d:o Beugel tot de ketting van 't Roer
2 d:o Zwaare kop beugels
1 d:o halve kop beugel
2 d:o Scheenen tot de Marssen
4 d:o Marsse puttings
11 d:o Steeven Bouts
2 d:o Beugels tot de pompen
2 d:o Loot Schraapers
2 d:o Kooij Gordijnen
1 d:o End fokke wandt
1 d:o fokke Cardeel
1 d:o Groote d:o
3 d:o d:o halsen
2 d:o d:o d:o daar blokken aan zijn geweest.
1 d:o End tot 2 fokke Schooten
1 d:o Vygertros
3 d:o Enden Vygertros
1 d:o Marsse draaïreep
1 d:o End d:o
1 d:o End Tros
1 d:o Stuk groote Schoot, die tot de Jeijn gebruikt is, om de masten uit te zetten.
9 p:s Spykerhuid planken van de Huijd
1 d:o Wang, verrot
1 d:o Hang Stelling
2 d:o Anker boeijen op d' ankers geweest
1 d:o End Stenge wandt.

Het onderstaande om per Vendutie te verkoopen, als zijnde tot de verdere dienst der E Comp:e onbekwaam, te weeten.
Verkoopen 1 p:s Lijzyl rha
2 d:o Trommel Stokken
3 d:o Marssen
16 d:o Zalings; waarvan
  2 p:s Lang van de Groote Mast
  3 d:o dwars d:o d:o d:o d:o
  2 d:o Lang van de fokke Mast
  3 d:o dwars d:o d:o d:o d:o
  2 d:o Lang van de bezaans Mast
  2 d:o dwars d:o d:o d:o d:o
  2 d:o bram
2 p:s kalve tot de Groote Mast
4 d:o knypers tot de marssen
2 d:o d:o voor 't Roer
3 d:o Slothouten d:o de groote voor en kruissteng
2 d:o d:o d:o d:o bramsteng
8 d:o rhabeugels tot de Lijzeilspieren
1 d:o Beugel tot de knijper vant Roer
1 d:o Sluytbeugel tot de boegspriet
4 d:o Sluitbouten d:o d:o d:o
1 d:o beugel van de boegspriet tot de kluijverpen
4 d:o orlietbeugels; van de marse rhaas
4 d:o Sluijtbouten voor de Langzalings der Groote en fokke mast
12 d:o d:o d:o d:o dwars d:o d:o d:o
8 d:o d:o d:o tot d:o Marssen
1 d:o d:o d:o d:o Roerpen
6 Span Groote Wandt
3 p:s Ezelshoofden voor de Toppen der Masten
2 d:o d:o d:o d:o d:o d:o Stengen
2 Span halve met hanger en Taliereeps
1 p:s Groote Stagg,
1 d:o Kraag van't groote Stag
2 d:o Stroppen voor de Toppen
4 d:o Spreeuw Worsten
2 d:o Toppenants voor de groote Rhâ
2 d:o Riftalij Schenkels
2 d:o paarden
2 d:o Schinkels voor de brassen
2 d:o Rakken touw talies
2 d:o groote Gytouwen
2 d:o d:o buikgardings
2 d:o Nok gordings
1 d:o d:o Haanepoot
1 d:o d:o Stenge windreep
1 d:o Jeijn tot de d:o d:o
1 d:o Ly Jijn Looper
5 Span groote Stenge wandt
1 p:s d:o d:o Stag
1 d:o d:o d:o d:o Leijer
2 Span groote Stenge pardoens en Talij reeps
1 d:o Hanger pardoens
2 p:s talijloopers tot d:o
2 d:o borst Stroppen voor de rhae
10 Span putting touwen
2 p:s Groote Marsse brassen
1 d:o Schenkel voor d:o d:o
2 d:o Mantels tot de Slingerpardoens
2 d:o Groote Marszijl Schooten
1 d:o d:o d:o draayreep
1 d:o d:o d:o val
2 d:o d:o Toppenants
1 d:o Stoot talij
3 Span Groot Stenge Wandt
1 d:o pardoens
1 d:o Sijpardoens
1 p:s Stag
1 d:o bramreep en Val uit een
2 d:o d:o Schooten
1 d:o Looper
2 d:o brassen
2 d:o boeylijns
2 d:o groot bram toppenants
1 d:o buyk gording
2 d:o Gijtouwen
6 Span Wandt en Talij Reeps
1 p:s Stag
1 d:o kraag tot het fokke Stag
2 d:o Hangers
2 d:o Stroppen van de top tot de fokke rhâ
2 d:o Talij reeps tot 't groote en fokke Stag
2 d:o paarden tot de fokke rhae
2 d:o borgstroppen d:o d:o d:o d:o
2 d:o Rakken touwen en Talijs
2 d:o fokke brassen
2 d:o d:o Toppenants en Talijs
2 d:o d:o Schooten
2 d:o d:o Gijtouwen
2 d:o d:o buik gordings
2 d:o d:o Nok d:o
2 d:o d:o Riftalij Schinkels
1 d:o d:o Hanepoot
2 d:o Voorboelijns
1 d:o Windreep
1 d:o Jeijn met zijn looper
5 Span Wandt en Talij reeps
1 p:s Voorstenge Stag en talij
1 d:o Loos d:o d:o en't Leijer
2 Span pardoens.
1 Span Slinger pardoens
2 p:s Mantels voor dezelve
10 Span putting touwen
2 p:s paarden voor de Marszeil rhaas
2 d:o Toppenants
1 d:o Marszeil draaijreep
1 d:o d:o val
2 d:o d:o Schooten
2 d:o Brassen
2 d:o Riftalij Schinkels
2 d:o Loopers voor d:o
2 d:o Gijtouwen
2 d:o Nokgordings
2 d:o Magermans
3 Span Wandt en 2 Talijs
1 p:s bramsteng en talij
1 Span pardoens
1 d:o zij d:o
2 p:s bram toppenants
2 d:o Paarden
5 Span Wandt
1 p:s Stag
2 d:o Hangers en Stroppen voor de Top en aaplijer
2 d:o Spreeuw Worsten
1 d:o Strop tot de Baghijne Rha
2 d:o Toppenants
1 d:o Gaffel val
1 d:o Dirk
2 d:o geerde en Looper
1 d:o Bezaan Schoot
1 d:o Aape Val
1 d:o d:o Gijtouw
1 d:o d:o Neerhaalder
1 d:o d:o Schoot
3 Span Wandt
1 d:o pardoens
1 p:s Stag
6 Span putting touwen
1 p:s Strop van't bezaan Stag
1 d:o d:o d:o d:o d:o Leijer
2 d:o paarden
2 d:o toppenants
1 d:o draaijreep
1 p:s Val
2 d:o Kruischooten
2 d:o Boegstaagen
1 d:o mantel Stag
1 d:o Water d:o en talijreep
2 d:o Loopstagen d:o Stroppen
1 d:o Rak tot de blinde rha
2 d:o paarden d:o d:o d:o
2 d:o toppenants
2 d:o Trijssen
2 d:o paarden
2 d:o Bakstaagen
2 d:o d:o uit de Inhaalder
1 d:o kluijverval
1 d:o d:o Leijer
1 d:o Raktalij van den kluyver Leijer
1 d:o kluijver Neerhaalder
1 d:o d:o Schoot
2 d:o Voorstenge Stagzeil schooten, gebruikt geweest tot S'Jorren
1 d:o Groot Stagzeil Schoot
1 d:o d:o d:o d:o Leijer
1 d:o Talij van't groote Stenge Stag
1 d:o groot Stenge Stagzijls val
1 d:o d:o d:o d:o d:o d:o Hals
2 d:o d:o d:o d:o d:o d:o gijtouwen
1 d:o d:o d:o d:o d:o d:o Schoot
1 d:o Neerhaalder
1 d:o Vliegerval
1 d:o d:o Leijer
1 d:o d:o Looper
1 d:o d:o Neerhaalder
2 d:o d:o Schooten
4 d:o Mantels tot Zijtakels
1 d:o Zorglijn tot 't Roer
1 d:o Topreep
1 d:o Cabeltouw
1 d:o d:o voor 't drijfanker
2 d:o boeijreepen op d' ankers geweest
1 d:o Drijfanker Zeijl
6 d:o presennings
1 d:o Waterslang
8 d:o Stroppen in Soort
1 partij bolijn Spruijten
3 Stel Stuurreepen
9 douzijn Rifsijsings
1 bos rha banden
1 p:s Waarloose Stenge Stag
1 Stel bramwand
1 p:s Spoelpomp
6 d:o pompschoenen
16 d:o pompEmmers
6 d:o Yzere pompStokken of Stangen
2 d:o d:o pomphaaken
6 d:o klooten of knoppen voor de Toppen
110 d:o Schyven
1 d:o Schiemans wuijt met een ijzere bout
2 d:o Splitshoorns
7 d:o Marlpriemen
24 d:o koffijnagels
14 d:o Wandklootjes
13 d:o Theerquasten
3 d:o Bijlen
1 d:o WindCoppel van't Roer
2 d:o pompbouten
4 d:o d:o plaatjes
1 d:o Beugel tot de Kluijverpen
3 d:o Lijzeil vallen Aan boord in 't gebruik geweest
2 d:o Wippas
2 d:o buijte Vallen
2 d:o binne d:o
2 d:o pompgekken
4 d:o Spaaken
6 d:o groote Ringen
1 d:o Koopere pomp en 6 hartjes
1 d:o Houte pomp
1 d:o brandspuit met zijn toebehooren
1 d:o Schotbout
5 d:o Stuurrad Spaaken
1 d:o klemketting
1 d:o Steeve haak
30 d:o klinkringen in Soort
4 d:o Loose roozen
5 d:o glaasen
1 d:o plijnSchaal
1 p:s doos voor de zyl Compassen
4 d:o graadboeken
8 d:o Vlaggen en Wimpels; als
  1 p:s Zeeuwsche
  1 d:o Roode vlag
  1 d:o prince d:o
  1 d:o deensche Wimpel
  1 d:o Zeijn Vlag
  1 d:o deensche Geus
  1 d:o Witte Vlag
  1 d:o deensche d:o
2 p:s Nagthuijsen
1 d:o Stuurraad en Stander
5 d:o Loodlijnen
1 d:o blikke geschilderde groote Roeper
2 d:o d:o d:o kleine d:o
2 d:o Yzere Spaaken tot 't Windkoppel van 't Roer
8 d:o Beugels tot de Luijken
1 d:o Beugel tot de ketting van 't Roer
2 d:o Zwaare kop beugels
1 d:o halve kop beugel
2 d:o Scheenen tot de Marssen
4 d:o Marsse puttings
11 d:o Steeven Bouts
2 d:o Beugels tot de pompen
2 d:o Loot Schraapers
2 d:o Kooij Gordijnen
1 d:o End fokke wandt
1 d:o fokke Cardeel
1 d:o Groote d:o
3 d:o d:o halsen
2 d:o d:o d:o daar blokken aan zijn geweest.
1 d:o End tot 2 fokke Schooten
1 d:o Vygertros
3 d:o Enden Vygertros
1 d:o Marsse draaïreep
1 d:o End d:o
1 d:o End Tros
1 d:o Stuk groote Schoot, die tot de Jeijn gebruikt is, om de masten uit te zetten.
9 p:s Spykerhuid planken van de Huijd
1 d:o Wang, verrot
1 d:o Hang Stelling
2 d:o Anker boeijen op d' ankers geweest
1 d:o End Stenge wandt.


Voor d' Arthillerie
Inneemen 748 lb Bussekruit/:getax:t/
8 p:s Yzere Canons a 4 lb
8 d:o Rolpaarden d:o 4 d:o /:ongetax:t/
4 d:o Metaale draaibassen a 1 lb /:getax:t/
201 d:o Kogels a 4 lb /:ongetax:t/
50 d:o d:o d:o 3 d:o d:o /:ongetax:t:/
90 d:o d:o d:o 1 d:o
41 d:o knuppels kogels a 4 lb
15 d:o d:o d:o d:o 1 d:o
24 d:o druijven d:o 4 d:o
10 d:o d:o d:o 1 d:o
4 d:o Wissers met aanzetters a 4 lb
2 d:o d:o d:o d:o d:o 1 d:o
2 d:o Leepels d:o aftrekkers d:o 4 d:o
2 d:o d:o d:o d:o d:o 1 d:o
3 d:o d:o a 4 lb
2 d:o aftrekkers d:o 4 d:o
1 d:o d:o d:o 1 d:o
6 d:o kopere Cardoes kokers a 4 lb waar van 1 aan Stukken
1 d:o d:o d:o d:o d:o 1 d:o
3 d:o houte d:o d:o d:o 4 d:o
5 d:o d:o d:o d:o d:o 1 d:o
5 d:o Koevoeten
13 d:o Waarlo dekplaten voor rolpaarden
30 d:o Wielen voor Rolpaarden
2 d:o Assen d:o d:o
10 d:o Stelregels d:o d:o
15 d:o Spitse Stelhouten
9 d:o Londstokken waarvan 1 p:s aan Stukken
1 d:o Balans met koopere Schaalen
1 d:o kopere ophalen
1 d:o kopere dissel
1 d:o d:o Hamer
2 d:o d:o kruitslonsjes
2 p:s koopere kruitmaaten
3 d:o d:o kruittregters
3 d:o d:o kogelmallen
1 d:o Zeef
117 d:o hand grenaat buijzen
5 d:o Staale Schutbooren
3 d:o koopere d:o
5 d:o Cardoeshouten
2 d:o Houte hamers
10 d:o Schutlantaarns aan Stukken
8 d:o Schutspaaken
2 Vaatjes met oude Spijkers of Schroot
8 p:s platlooden tot Canons a 4 lb
1 d:o beursvaatje
2 d:o Kopere kruitlantaarns aan Stukken
6 d:o kruithoorns defect
19 d:o Laadpriemen

Voor d' Arthillerie
Inneemen 748 lb Bussekruit/:getax:t/
8 p:s Yzere Canons a 4 lb
8 d:o Rolpaarden d:o 4 d:o /:ongetax:t/
4 d:o Metaale draaibassen a 1 lb /:getax:t/
201 d:o Kogels a 4 lb /:ongetax:t/
50 d:o d:o d:o 3 d:o d:o /:ongetax:t:/
90 d:o d:o d:o 1 d:o
41 d:o knuppels kogels a 4 lb
15 d:o d:o d:o d:o 1 d:o
24 d:o druijven d:o 4 d:o
10 d:o d:o d:o 1 d:o
4 d:o Wissers met aanzetters a 4 lb
2 d:o d:o d:o d:o d:o 1 d:o
2 d:o Leepels d:o aftrekkers d:o 4 d:o
2 d:o d:o d:o d:o d:o 1 d:o
3 d:o d:o a 4 lb
2 d:o aftrekkers d:o 4 d:o
1 d:o d:o d:o 1 d:o
6 d:o kopere Cardoes kokers a 4 lb waar van 1 aan Stukken
1 d:o d:o d:o d:o d:o 1 d:o
3 d:o houte d:o d:o d:o 4 d:o
5 d:o d:o d:o d:o d:o 1 d:o
5 d:o Koevoeten
13 d:o Waarlo dekplaten voor rolpaarden
30 d:o Wielen voor Rolpaarden
2 d:o Assen d:o d:o
10 d:o Stelregels d:o d:o
15 d:o Spitse Stelhouten
9 d:o Londstokken waarvan 1 p:s aan Stukken
1 d:o Balans met koopere Schaalen
1 d:o kopere ophalen
1 d:o kopere dissel
1 d:o d:o Hamer
2 d:o d:o kruitslonsjes
2 p:s koopere kruitmaaten
3 d:o d:o kruittregters
3 d:o d:o kogelmallen
1 d:o Zeef
117 d:o hand grenaat buijzen
5 d:o Staale Schutbooren
3 d:o koopere d:o
5 d:o Cardoeshouten
2 d:o Houte hamers
10 d:o Schutlantaarns aan Stukken
8 d:o Schutspaaken
2 Vaatjes met oude Spijkers of Schroot
8 p:s platlooden tot Canons a 4 lb
1 d:o beursvaatje
2 d:o Kopere kruitlantaarns aan Stukken
6 d:o kruithoorns defect
19 d:o Laadpriemen


Voor de Waapenkamer
Inneemen 1 p:s Tamboer Houwer
20 d:o Snaphaanen waar van 10 p:s onbequaam
12 d:o Pistoolen d:o d:o 4 d:o d:o
1 Mandje met eenige pistool kogels
26 p:s pattroontassen
20 d:o Houwers & Scheeden waarvan 12 p:s onbekwaam
1 d:o Tromband en Toebehooren
250 d:o Vuursteenen
48 d:o heele Leggers; als
  45 p:s bekwaame
Verkoopen   3 d:o onbekwaame
  25 p:s halve Leggers; als
    23 p:s bekwaam; waarvan
Inneemen     13 p:s aan de Wijnkelder
    10 d:o d:o t Schip de Castor
Verkoopen   2 p:s onbekwaame
Het onderstaande om p:r Vendutie te verkoopen
Verkoopen 2 p:s kitten
1 d:o Balij en Tregter
1 d:o Yzere Lijmpotje
1 d:o d:o omslag
1 d:o Kraanboor
1 d:o Schaal Eevenaar en 9 lb gewigt
1 d:o Houte omslag en houte tregter
3 d:o beslaage Schoppen
3 d:o Zaad d:o
1 d:o Houte Schop
12 d:o Koopere Lampen in Soort
1 d:o d:o kandelaar
12 d:o blikke handlantaarns
1 d:o Lamp Lantaarn
3 d:o Vuur d:o
1 d:o onser en gewigt
1 d:o Kraansaag
1 d:o Treksaag
1 d:o Nyptang
1 d:o Cogeltang
2 d:o dreevels en 1 kist met eenige Spijkers
2 d:o avegaars en 3 Calvaat ijzers
4 d:o boeijbouts met 8 boeijen
1 d:o ketting met 6 handboeijen
1 d:o Troffel
1 d:o Metzelaars hamer
1 d:o Strijkbank en bijtel
1 d:o baars
1 d:o Sponsboor
2 d:o Snijmessen
1 d:o haalmes
1 d:o Holmes
3 d:o Ouweelen
1 d:o kraanboor en houte omslag
3 d:o kroosen
5 d:o beslag hoepels
1 d:o passer
1 d:o beslaghamer
1 d:o Gaatschijf
1 d:o deurslag
2 d:o kouwbeitels
1 d:o half ronde Schaaf
1 d:o Staart Schaaf
2 d:o ophaalders
3 d:o drijfhouten
1 d:o Hamer
1 d:o Zet
3 d:o Houte omslaagen
1 d:o Speerhaak
4 d:o grendelslooten
1 d:o bankschroef
2 d:o deurslaagen
2 d:o kouwbijtels
1 d:o Yzere omslag en Spitsboor
1 d:o Groote Rasp.
1 bosje Gereedschappen
1 p:s Viskeetel en deksel
1 d:o Gaate petiel
3 d:o Koekepannen
1 d:o boter Leepel
2 d:o leepels met gaaten
2 d:o Smoorpannen en deksels
1 d:o Yzere pot
1 d:o Verfsteen en Loper
1 d:o boter pannetje
1 d:o Rooster
1 d:o Tang
1 d:o Tinne Schootel
1 d:o d:o peperbos
1 d:o d:o olij kannetje
2 d:o d:o halve pintjes
2 d:o d:o Cannen
1 d:o d:o Randsoen beeker
1 d:o d:o pintswyn kan
2 d:o d:o Musjes
1 d:o d:o halsje
2 d:o d:o beekers
1 d:o d:o brandewijns pimpeltje
1 d:o d:o Mostert Cannetje
1 d:o blikke tregter
1 d:o Stoet
5 d:o Slonsjes
17 d:o ballast Mandjes
2 d:o Schuimleepels
'T volgende reeds tot den omslag der E Comp:e verstrekt
Inneemen 3 p:s kokskeetels; waar Van
  2 p:s aan't pandoren Corps
  1 d:o d:o de Linie
2 p:s Schepleepels Aant pandouren Corps
1 d:o Schuijmlepel d:o d:o d:o

Voor de Waapenkamer
Inneemen 1 p:s Tamboer Houwer
20 d:o Snaphaanen waar van 10 p:s onbequaam
12 d:o Pistoolen d:o d:o 4 d:o d:o
1 Mandje met eenige pistool kogels
26 p:s pattroontassen
20 d:o Houwers & Scheeden waarvan 12 p:s onbekwaam
1 d:o Tromband en Toebehooren
250 d:o Vuursteenen
48 d:o heele Leggers; als
  45 p:s bekwaame
Verkoopen   3 d:o onbekwaame
  25 p:s halve Leggers; als
    23 p:s bekwaam; waarvan
Inneemen     13 p:s aan de Wijnkelder
    10 d:o d:o t Schip de Castor
Verkoopen   2 p:s onbekwaame
Het onderstaande om p:r Vendutie te verkoopen
Verkoopen 2 p:s kitten
1 d:o Balij en Tregter
1 d:o Yzere Lijmpotje
1 d:o d:o omslag
1 d:o Kraanboor
1 d:o Schaal Eevenaar en 9 lb gewigt
1 d:o Houte omslag en houte tregter
3 d:o beslaage Schoppen
3 d:o Zaad d:o
1 d:o Houte Schop
12 d:o Koopere Lampen in Soort
1 d:o d:o kandelaar
12 d:o blikke handlantaarns
1 d:o Lamp Lantaarn
3 d:o Vuur d:o
1 d:o onser en gewigt
1 d:o Kraansaag
1 d:o Treksaag
1 d:o Nyptang
1 d:o Cogeltang
2 d:o dreevels en 1 kist met eenige Spijkers
2 d:o avegaars en 3 Calvaat ijzers
4 d:o boeijbouts met 8 boeijen
1 d:o ketting met 6 handboeijen
1 d:o Troffel
1 d:o Metzelaars hamer
1 d:o Strijkbank en bijtel
1 d:o baars
1 d:o Sponsboor
2 d:o Snijmessen
1 d:o haalmes
1 d:o Holmes
3 d:o Ouweelen
1 d:o kraanboor en houte omslag
3 d:o kroosen
5 d:o beslag hoepels
1 d:o passer
1 d:o beslaghamer
1 d:o Gaatschijf
1 d:o deurslag
2 d:o kouwbeitels
1 d:o half ronde Schaaf
1 d:o Staart Schaaf
2 d:o ophaalders
3 d:o drijfhouten
1 d:o Hamer
1 d:o Zet
3 d:o Houte omslaagen
1 d:o Speerhaak
4 d:o grendelslooten
1 d:o bankschroef
2 d:o deurslaagen
2 d:o kouwbijtels
1 d:o Yzere omslag en Spitsboor
1 d:o Groote Rasp.
1 bosje Gereedschappen
1 p:s Viskeetel en deksel
1 d:o Gaate petiel
3 d:o Koekepannen
1 d:o boter Leepel
2 d:o leepels met gaaten
2 d:o Smoorpannen en deksels
1 d:o Yzere pot
1 d:o Verfsteen en Loper
1 d:o boter pannetje
1 d:o Rooster
1 d:o Tang
1 d:o Tinne Schootel
1 d:o d:o peperbos
1 d:o d:o olij kannetje
2 d:o d:o halve pintjes
2 d:o d:o Cannen
1 d:o d:o Randsoen beeker
1 d:o d:o pintswyn kan
2 d:o d:o Musjes
1 d:o d:o halsje
2 d:o d:o beekers
1 d:o d:o brandewijns pimpeltje
1 d:o d:o Mostert Cannetje
1 d:o blikke tregter
1 d:o Stoet
5 d:o Slonsjes
17 d:o ballast Mandjes
2 d:o Schuimleepels
'T volgende reeds tot den omslag der E Comp:e verstrekt
Inneemen 3 p:s kokskeetels; waar Van
  2 p:s aan't pandoren Corps
  1 d:o d:o de Linie
2 p:s Schepleepels Aant pandouren Corps
1 d:o Schuijmlepel d:o d:o d:o


Voor 't Negotie Pakhuis
Inneemen 3 P:s Kokskeetels
Aan de Secretarij van Politie
Inneemen 1 d:o Turkse pas

Voor 't Negotie Pakhuis
Inneemen 3 P:s Kokskeetels
Aan de Secretarij van Politie
Inneemen 1 d:o Turkse pas


Van 't in de Baaifals gestrande Schip de Drie Gebroeders .- om als onbequaam per Vendutie te Verkoopen.
Inneemen 1 p:s Slootemakers Kist, daarin
  20 Voetboeïen met 6 bouten
  6 Handboeijen d:o 2 Yzers
  2 Schroefbytels
  1 Handschroef
  11 Sloten
6 p:s Stoelkussens en eenige psalmboeken
1 kist met kuypers gereedschappen
1 p:s koopere braadpan en deksel
1 d:o d:o groote ketel en deksel
2 d:o d:o keetels met een deksel
6 d:o d:o Staartpannen in Zoort
1 d:o d:o vergiet test
1 d:o d:o Schuijmspaan
1 d:o vuurtang en 1 Vleesch vork
6 d:o Compas Roosen in 2 doosen
7 d:o Stuurmans boeken in Zoort; als
  2 p:s gietermakers of kunst der Stuurlieden
  1 d:o Graadboek
  2 d:o almanachen
  1 d:o bechrijving van d' azimuth Compas
  1 d:o d:o d:o d' octant.
1 p:s Achromaticque verijkijker
2 d:o blikke geschilderde Roepers
3 d:o kopere Leepels aan de Linie verstrekt.
Onder berusting van de Ord:e Gecommitteerdens
Inneemen 1 Cas daarin
  1 p:s Yzere balans
  2 d:o Schaalen
  573 lb Yzer Gewigt
Voor de Wapenkamer
Inneemen 28 p:s Geweeren waarvan - 8 p:s onbekwaam
6 d:o donderbussen
30 d:o Sabels en Riemen waarvan 14 p:s onbekwaam
10 d:o patroontassen alle onbekwaam
18 d:o pistoolen waar van 10 p:s d:o
2 d:o d:o Crassers
2 d:o Geweer d:o
250 d:o Vuursteenen
19 d:o granaat zakken
Voor de Arthillerie
Inneemen 2 p:s Beursvaatjes
1 d:o kruijtSak
Voor de Wynkelder
Inneemen 40 d:o heele Leggers waarvan 8 p:s onbekwaam de bekwame /:getaxt:/ en de onbekwame ongetax:e/
19 d:o halve d:o d:o d:o 9 d:o d:o
1 d:o Heele Aam /:onbekwaam:/
360 Cann: Azijn in Een en Een halve Legger
Voort Schip de Zeenimph voor de Arthillerij
Inneemen 6 p:s Yzere Canons a 3 lb / getax:t /
6 d:o Rolpaarden d:o 3 d:o /:ongetax:t /
142 d:o kogels d:o 3 d:o
50 d:o knuppelkogels d:o 3 d:o
2 d:o kopere Cardoeskokers a 3 lb zonder deksels
1 d:o Houte d:o d:o d:o 3 d:o aan Stukken
6 d:o Kruijtlantaarns aan Stukken
2 d:o Leepels a 3 lb
1 d:o aftrekker d:o 3 d:o
3 d:o Londstokken aan Stukken
4 d:o Wielen tot Rolpaarden
2 d:o Cardoes houten
5 d:o Koevoeten
2 d:o beursvaatjes /:defect
1 d:o koopere dissel
1 d:o ophaaler
8 d:o Waarlo dekplaaten aan Stukken
3 d:o Koopere kruitmaaten
1 d:o d:o kruittregter
1 d:o d:o kogelmal
1 d:o Schutlantaarn aan Stukken
24 d:o Snaphaanen waar van 8 p:s onbekwaam
12 d:o Pistoolen d:o d:o 5 d:o d:o
2 d:o Musquettons
47 d:o patroontassen alle onbekwaam
30 d:o Houwers & Scheeden waarvan 10 p:s onbekwaam
7 d:o Pikken
3 d:o Snaphaanen en pistool krassers
1 Vaatje met musquet kogels
1 p:s Kogelvorm
1 d:o Trom en Toebehooren
150 d:o Snaphaan Steenen
Verkoopen 2 d:o Compas glaasen, gebrooken
4 d:o Halve Uurs glaasen, alle gebrooken
4 d:o Vlaggen in Zoort alle oud en versleeten

Van 't in de Baaifals gestrande Schip de Drie Gebroeders .- om als onbequaam per Vendutie te Verkoopen.
Inneemen 1 p:s Slootemakers Kist, daarin
  20 Voetboeïen met 6 bouten
  6 Handboeijen d:o 2 Yzers
  2 Schroefbytels
  1 Handschroef
  11 Sloten
6 p:s Stoelkussens en eenige psalmboeken
1 kist met kuypers gereedschappen
1 p:s koopere braadpan en deksel
1 d:o d:o groote ketel en deksel
2 d:o d:o keetels met een deksel
6 d:o d:o Staartpannen in Zoort
1 d:o d:o vergiet test
1 d:o d:o Schuijmspaan
1 d:o vuurtang en 1 Vleesch vork
6 d:o Compas Roosen in 2 doosen
7 d:o Stuurmans boeken in Zoort; als
  2 p:s gietermakers of kunst der Stuurlieden
  1 d:o Graadboek
  2 d:o almanachen
  1 d:o bechrijving van d' azimuth Compas
  1 d:o d:o d:o d' octant.
1 p:s Achromaticque verijkijker
2 d:o blikke geschilderde Roepers
3 d:o kopere Leepels aan de Linie verstrekt.
Onder berusting van de Ord:e Gecommitteerdens
Inneemen 1 Cas daarin
  1 p:s Yzere balans
  2 d:o Schaalen
  573 lb Yzer Gewigt
Voor de Wapenkamer
Inneemen 28 p:s Geweeren waarvan - 8 p:s onbekwaam
6 d:o donderbussen
30 d:o Sabels en Riemen waarvan 14 p:s onbekwaam
10 d:o patroontassen alle onbekwaam
18 d:o pistoolen waar van 10 p:s d:o
2 d:o d:o Crassers
2 d:o Geweer d:o
250 d:o Vuursteenen
19 d:o granaat zakken
Voor de Arthillerie
Inneemen 2 p:s Beursvaatjes
1 d:o kruijtSak
Voor de Wynkelder
Inneemen 40 d:o heele Leggers waarvan 8 p:s onbekwaam de bekwame /:getaxt:/ en de onbekwame ongetax:e/
19 d:o halve d:o d:o d:o 9 d:o d:o
1 d:o Heele Aam /:onbekwaam:/
360 Cann: Azijn in Een en Een halve Legger
Voort Schip de Zeenimph voor de Arthillerij
Inneemen 6 p:s Yzere Canons a 3 lb / getax:t /
6 d:o Rolpaarden d:o 3 d:o /:ongetax:t /
142 d:o kogels d:o 3 d:o
50 d:o knuppelkogels d:o 3 d:o
2 d:o kopere Cardoeskokers a 3 lb zonder deksels
1 d:o Houte d:o d:o d:o 3 d:o aan Stukken
6 d:o Kruijtlantaarns aan Stukken
2 d:o Leepels a 3 lb
1 d:o aftrekker d:o 3 d:o
3 d:o Londstokken aan Stukken
4 d:o Wielen tot Rolpaarden
2 d:o Cardoes houten
5 d:o Koevoeten
2 d:o beursvaatjes /:defect
1 d:o koopere dissel
1 d:o ophaaler
8 d:o Waarlo dekplaaten aan Stukken
3 d:o Koopere kruitmaaten
1 d:o d:o kruittregter
1 d:o d:o kogelmal
1 d:o Schutlantaarn aan Stukken
24 d:o Snaphaanen waar van 8 p:s onbekwaam
12 d:o Pistoolen d:o d:o 5 d:o d:o
2 d:o Musquettons
47 d:o patroontassen alle onbekwaam
30 d:o Houwers & Scheeden waarvan 10 p:s onbekwaam
7 d:o Pikken
3 d:o Snaphaanen en pistool krassers
1 Vaatje met musquet kogels
1 p:s Kogelvorm
1 d:o Trom en Toebehooren
150 d:o Snaphaan Steenen
Verkoopen 2 d:o Compas glaasen, gebrooken
4 d:o Halve Uurs glaasen, alle gebrooken
4 d:o Vlaggen in Zoort alle oud en versleeten


Van 't Schip de Meermin Voor de Wapenkamer
Inneemen 6 p:s Snaphaanen /:onbeq:/
2 d:o pistoolen
4 d:o Houwers
200 d:o Vuursteenen.
Van 't Schip de Helena Louiza voor de Wapenkamer
Inneemen 6 p:s Pistoolen
4 d:o Snaphaanen
6 d:o Musquettons
12 d:o patroontassen
9 d:o Houwers en Scheeden
  Een parthij Vuursteenen

Van 't Schip de Meermin Voor de Wapenkamer
Inneemen 6 p:s Snaphaanen /:onbeq:/
2 d:o pistoolen
4 d:o Houwers
200 d:o Vuursteenen.
Van 't Schip de Helena Louiza voor de Wapenkamer
Inneemen 6 p:s Pistoolen
4 d:o Snaphaanen
6 d:o Musquettons
12 d:o patroontassen
9 d:o Houwers en Scheeden
  Een parthij Vuursteenen


Voor d Artillerie
Inneemen 31 lb buskruit /:getax:t/
4 p:s Yzere Canons a 2 lb
4 d:o Rolpaarden a 2 d:o
78 d:o kogels d:o d:o 2 d:o
40 d:o knuppelkogels d:o 2 d:o
4 d:o Wisserstokken
2 d:o Leepels
4 d:o Londstokken
3 d:o Copere Cardoes
3 d:o d:o d:o
1 d:o Tregter
1 d:o Beeker
3 d:o Kruithoorns
1 d:o passer
1 d:o Coopere dissel
1 d:o d:o Hamer
2 d:o Cardoes Rollen
1 d:o beursvaatje
2 d:o Schutbooren
2 d:o Laadpriemen

Voor d Artillerie
Inneemen 31 lb buskruit /:getax:t/
4 p:s Yzere Canons a 2 lb
4 d:o Rolpaarden a 2 d:o
78 d:o kogels d:o d:o 2 d:o
40 d:o knuppelkogels d:o 2 d:o
4 d:o Wisserstokken
2 d:o Leepels
4 d:o Londstokken
3 d:o Copere Cardoes
3 d:o d:o d:o
1 d:o Tregter
1 d:o Beeker
3 d:o Kruithoorns
1 d:o passer
1 d:o Coopere dissel
1 d:o d:o Hamer
2 d:o Cardoes Rollen
1 d:o beursvaatje
2 d:o Schutbooren
2 d:o Laadpriemen


Voor 't Negotie Pakhuis
Inneemen 3 d:o Koopere Keetels
Voor 't Dispens
  3/4 Mud boonen, waarvan
Inneemen   2 1/2 Mud nog bruikbaar /:getax:t/
Weg te werpen   3/4 d:o ten eenemaale bedorven
  2 5/8 Mud Erwten, waarvan
Inneemen   3/4 Mud nog bruikbaar /:getax:t/
Weg te werpen   1 7/8 d:o ten Eenmaal bedorven
Inneemen 3/8 Mud Grof zout /: getax:t/
Weg te werpen 312 lb Rijst ten Eenemaale bedorven
d:o d:o d:o 1/2 Legger Caabsch Vleesch ten Eenemaal Stinkend en bedorven
  2 Vaten Spek: Waarvan
Weg te werpen   1 Vat ten eenemaal Stinkend en bedorven
Inneemen   1 d:o weegt 200 lb nog bruikbaar /getax:t/

Voor 't Negotie Pakhuis
Inneemen 3 d:o Koopere Keetels
Voor 't Dispens
  3/4 Mud boonen, waarvan
Inneemen   2 1/2 Mud nog bruikbaar /:getax:t/
Weg te werpen   3/4 d:o ten eenemaale bedorven
  2 5/8 Mud Erwten, waarvan
Inneemen   3/4 Mud nog bruikbaar /:getax:t/
Weg te werpen   1 7/8 d:o ten Eenmaal bedorven
Inneemen 3/8 Mud Grof zout /: getax:t/
Weg te werpen 312 lb Rijst ten Eenemaale bedorven
d:o d:o d:o 1/2 Legger Caabsch Vleesch ten Eenemaal Stinkend en bedorven
  2 Vaten Spek: Waarvan
Weg te werpen   1 Vat ten eenemaal Stinkend en bedorven
Inneemen   1 d:o weegt 200 lb nog bruikbaar /getax:t/


Voor 't Equipagie Pakhuis
Inneemen 1 p:s anker weegt 1316 lb /:getax:t/
1 d:o d:o d:o 1402 d:o
2 d:o Ankerstokken Vad:se
2 huiden boeijleer
4 p:s Uurglazen van 1/2 Uur
2 d:o ges:e Compassen Nagthuis of zeijl   /:ongetax:t/
1 d:o pijl d:o
1 d:o azimuth d:o
16 d:o Compas glaasen in doosen
10 d:o d:o Roozen
2 d:o Octanten met kopere Index
4 d:o Zeeboeken
29 d:o kaarten in zoort
Verkoopen 1 d:o /:halfsleeten:/ loodlijn
1 d:o /:Eenigzints beschadigde / Vygertros
Inneemen 1 d:o Grootzijl
1 d:o brandspuit en toebehooren
1 d:o Scheepspomp
8 d:o Copere en Staalpennen voor de Compassen
3 d:o Kaarte Cookers
3 d:o Journaalen in blanco
7 d:o Stuurmans boeken; als
  2 p:s Gietermakers of konst der Stuurlieden
  2 d:o Graadboeken
  1 d:o Almanach
  1 d:o beschrijving van't azimuth Compas
  1 d:o d:o d:o d' Octant
Voor de Wijnkelder
Inneemen 3 p:s halve leggers /:getax:t/
Verkoopen 1 d:o koopere braadpan
1 d:o Yzere pan
1 d:o koopere Leepel
5 d:o Lantaarns
2 d:o koopere keetels

Voor 't Equipagie Pakhuis
Inneemen 1 p:s anker weegt 1316 lb /:getax:t/
1 d:o d:o d:o 1402 d:o
2 d:o Ankerstokken Vad:se
2 huiden boeijleer
4 p:s Uurglazen van 1/2 Uur
2 d:o ges:e Compassen Nagthuis of zeijl   /:ongetax:t/
1 d:o pijl d:o
1 d:o azimuth d:o
16 d:o Compas glaasen in doosen
10 d:o d:o Roozen
2 d:o Octanten met kopere Index
4 d:o Zeeboeken
29 d:o kaarten in zoort
Verkoopen 1 d:o /:halfsleeten:/ loodlijn
1 d:o /:Eenigzints beschadigde / Vygertros
Inneemen 1 d:o Grootzijl
1 d:o brandspuit en toebehooren
1 d:o Scheepspomp
8 d:o Copere en Staalpennen voor de Compassen
3 d:o Kaarte Cookers
3 d:o Journaalen in blanco
7 d:o Stuurmans boeken; als
  2 p:s Gietermakers of konst der Stuurlieden
  2 d:o Graadboeken
  1 d:o Almanach
  1 d:o beschrijving van't azimuth Compas
  1 d:o d:o d:o d' Octant
Voor de Wijnkelder
Inneemen 3 p:s halve leggers /:getax:t/
Verkoopen 1 d:o koopere braadpan
1 d:o Yzere pan
1 d:o koopere Leepel
5 d:o Lantaarns
2 d:o koopere keetels


Uit 't Schip de Resolutie Voor 't Negotie Pakhuis
Verkoopen 20 p:s Mansbolkvangers ten Eenemaal verstikt en Gemotteerd
20 d:o Middelsoort bolkvangers
69 paar Wolle koussen op 75 paar
50 p:s baaitjes
36 d:o broeken op 50 p:s

Uit 't Schip de Resolutie Voor 't Negotie Pakhuis
Verkoopen 20 p:s Mansbolkvangers ten Eenemaal verstikt en Gemotteerd
20 d:o Middelsoort bolkvangers
69 paar Wolle koussen op 75 paar
50 p:s baaitjes
36 d:o broeken op 50 p:s


Uit 't Schip Delft Voor 't Negotie Pakhuis en Dispens
Verkoopen 2 p:s Yzere potten op 50 p:s Gebrooken
Afschryven 102 d:o glaase Ruiten van 12 & 14 d:m op 1000 p:s gebrooken
Verkoopen 2 d:o Koornschoppen op 100 p:s gebrooken
Afschrijven 74 lb Marseill : Zeep op 750 lb in 2 Cassen te min, zijnde de Cassen wel geconditioneerd
38 2/5 Cann: Raap Olij op 296 1/8 Stoop in 10 Halve aamen, bij pyling minder als zynde 4 van 2 en 6 van 3 d:m Wan.
76 4/5 d:o LijnOlij op 20 half aamen, bij peiling te min, als zijnde 12 van 3 en 8 van 2 d:m Wan

Uit 't Schip Delft Voor 't Negotie Pakhuis en Dispens
Verkoopen 2 p:s Yzere potten op 50 p:s Gebrooken
Afschryven 102 d:o glaase Ruiten van 12 & 14 d:m op 1000 p:s gebrooken
Verkoopen 2 d:o Koornschoppen op 100 p:s gebrooken
Afschrijven 74 lb Marseill : Zeep op 750 lb in 2 Cassen te min, zijnde de Cassen wel geconditioneerd
38 2/5 Cann: Raap Olij op 296 1/8 Stoop in 10 Halve aamen, bij pyling minder als zynde 4 van 2 en 6 van 3 d:m Wan.
76 4/5 d:o LijnOlij op 20 half aamen, bij peiling te min, als zijnde 12 van 3 en 8 van 2 d:m Wan


Voor 't Houtmagazijn
Verkoopen 5260 p:s klinkersteenen op 37500 p:s gebrooken
16 d:o gr: deelen van 1 1/2 d:m 190 d:o d:o

Voor 't Houtmagazijn
Verkoopen 5260 p:s klinkersteenen op 37500 p:s gebrooken
16 d:o gr: deelen van 1 1/2 d:m 190 d:o d:o


Voor 't Equipagie Pakhuis
Inneemen 3 p:s Houte botteliers pompen, zyn zonder geringste daarbij verEischt wordende toebehooren
10 d:o Huiden boeyleer, dewelke meest van Slegt en over 't geheel met gaaten doorknaagde huijden zyn bereid
Afschrijven 1 3/4 Vaaten Theer tot 't opvullen van 36 1/4 Vaaten verbruikt, als zijnde 2 Vaaten de duijgen gesprongen en daardoor de meeste Leckagie veroorzaakt.
Inneemen 6 Rollen hollandsch Zyldoek in 1 Cas meerder bevonden, dan 't factuur dicteerd, welke volgens de afpakbriefjes voor de Caab zijn afgepakt.
afschrijven 4 p:s pokhoute Schijven op 275 p:s te min zynde in't Vat, of halve Legger L:a N. in Stede van 157 p:s niet meer dan 152 p:s bevonden, dog zynde 't vat geheel onbeschadigd.

Voor 't Equipagie Pakhuis
Inneemen 3 p:s Houte botteliers pompen, zyn zonder geringste daarbij verEischt wordende toebehooren
10 d:o Huiden boeyleer, dewelke meest van Slegt en over 't geheel met gaaten doorknaagde huijden zyn bereid
Afschrijven 1 3/4 Vaaten Theer tot 't opvullen van 36 1/4 Vaaten verbruikt, als zijnde 2 Vaaten de duijgen gesprongen en daardoor de meeste Leckagie veroorzaakt.
Inneemen 6 Rollen hollandsch Zyldoek in 1 Cas meerder bevonden, dan 't factuur dicteerd, welke volgens de afpakbriefjes voor de Caab zijn afgepakt.
afschrijven 4 p:s pokhoute Schijven op 275 p:s te min zynde in't Vat, of halve Legger L:a N. in Stede van 157 p:s niet meer dan 152 p:s bevonden, dog zynde 't vat geheel onbeschadigd.


Uit 't Schip de Zwaan Voor 't Equipagie Pakhuis
Inneemen 1 p:s Swaar touw van 17 d:m op 2 p:s, aan welke aan een Streng verscheide gaarens afgeschavield, dog Egter aan S Comp:s Scheepen kan verstrekt worden
1 d:o Swaartouw van 14 d:m 124 V:m weegende 3500 lb bij nameeting niet dikker bevonden dan 13 d:m dik

Uit 't Schip de Zwaan Voor 't Equipagie Pakhuis
Inneemen 1 p:s Swaar touw van 17 d:m op 2 p:s, aan welke aan een Streng verscheide gaarens afgeschavield, dog Egter aan S Comp:s Scheepen kan verstrekt worden
1 d:o Swaartouw van 14 d:m 124 V:m weegende 3500 lb bij nameeting niet dikker bevonden dan 13 d:m dik


Uit 't Schip de Mentor voor t Houtmagasijn
Verkoopen 9390 p:s Grauwe Moppen /:gebrooken:/
Uit t Schip 't Duijfje voor 't Houtmagasijn
Verkoopen 2890 d:o Grauwe Lijdse Steenen op 10000 p:s gebrooken
2400 d:o Geele Klinkers d:o 10000 d:o d:o

Uit 't Schip de Mentor voor t Houtmagasijn
Verkoopen 9390 p:s Grauwe Moppen /:gebrooken:/
Uit t Schip 't Duijfje voor 't Houtmagasijn
Verkoopen 2890 d:o Grauwe Lijdse Steenen op 10000 p:s gebrooken
2400 d:o Geele Klinkers d:o 10000 d:o d:o


Voor 't Equipagie Pakhuis
Afschrijven 1/2 Vat Theer tot 't opvullen van 14 1/2 Vaaten verbruikt
Inneemen 10 p:s Loglijnen meerder uitgeleeverd dan 't factuur dicteerd
97 lb huyzing op 150 lb in 30 bossen
20 d:o Marlyn d:o 24 d:o d:o12 d:o

Voor 't Equipagie Pakhuis
Afschrijven 1/2 Vat Theer tot 't opvullen van 14 1/2 Vaaten verbruikt
Inneemen 10 p:s Loglijnen meerder uitgeleeverd dan 't factuur dicteerd
97 lb huyzing op 150 lb in 30 bossen
20 d:o Marlyn d:o 24 d:o d:o12 d:o


Uit 't Schip de Meermin van de Plettenbergsbaaï Aangebragt. Voor 't Houtmagasijn
Verkoopen 1 p:s Geelhoute balk van 7 & 9 d:m op 100 p:s verstikt
3 d:o d:o d:o d:o 6 d:o 8 d:o d:o100 d:o defect
1 d:o gesaagde Leerboom op 244 p:s gebrooken.

Uit 't Schip de Meermin van de Plettenbergsbaaï Aangebragt. Voor 't Houtmagasijn
Verkoopen 1 p:s Geelhoute balk van 7 & 9 d:m op 100 p:s verstikt
3 d:o d:o d:o d:o 6 d:o 8 d:o d:o100 d:o defect
1 d:o gesaagde Leerboom op 244 p:s gebrooken.


De volgende Gebrooken, onbekwaame en gemotteerde goederen zijn Zeedert primo September 1792 - tot Ultimo Augustus 1793. bij diverse administrateurs onbekwaam en onbruikbaar bevonden.
In 't Negotie Pakhuis
Verkoopen 7 p:s groote Waakrokken gemotteerd
1 d:o klyne d:o
39 d:o duffeltjes
111 paar wolle koussen

De volgende Gebrooken, onbekwaame en gemotteerde goederen zijn Zeedert primo September 1792 - tot Ultimo Augustus 1793. bij diverse administrateurs onbekwaam en onbruikbaar bevonden.
In 't Negotie Pakhuis
Verkoopen 7 p:s groote Waakrokken gemotteerd
1 d:o klyne d:o
39 d:o duffeltjes
111 paar wolle koussen


In 't Houtmagazijn
Verkoopen 2 p:s Geelhoute balken van 8 & 10 d:m verstikt, hebbende bij gebrek van bergplaats in de open lugt geleegen
1 d:o Eike plank van 3 d:m 20 V:t Lang, gebrooken, hebbende meermaalen gediend/: bij de Justitie plaats bij de Trap / als een brug
2 d:o Geelhoute balken van 10 & 12 d:m als bovengemeld Verstrikt

In 't Houtmagazijn
Verkoopen 2 p:s Geelhoute balken van 8 & 10 d:m verstikt, hebbende bij gebrek van bergplaats in de open lugt geleegen
1 d:o Eike plank van 3 d:m 20 V:t Lang, gebrooken, hebbende meermaalen gediend/: bij de Justitie plaats bij de Trap / als een brug
2 d:o Geelhoute balken van 10 & 12 d:m als bovengemeld Verstrikt


Van de Wapenkamer
Verkoopen 60 p:s Grenadiers houwers met kopere gevesten /:ordinaire onbeq:
60 d:o Scheeden tot dezelve
50 d:o deegens houwers en plampers
80 d:o patroontassen
In 't Dispens
Verkoopen 1 d:o Koornharp /onbekwaam:/
2 d:o balancen
Afschrijven 240 lb Coffyboonen op 22393 lb, die van de Scheepsoverheeden van 't Retour Schip buiten Verwagting , door d E Comp:e zijn overgenoomen; bij naweeging te min

Van de Wapenkamer
Verkoopen 60 p:s Grenadiers houwers met kopere gevesten /:ordinaire onbeq:
60 d:o Scheeden tot dezelve
50 d:o deegens houwers en plampers
80 d:o patroontassen
In 't Dispens
Verkoopen 1 d:o Koornharp /onbekwaam:/
2 d:o balancen
Afschrijven 240 lb Coffyboonen op 22393 lb, die van de Scheepsoverheeden van 't Retour Schip buiten Verwagting , door d E Comp:e zijn overgenoomen; bij naweeging te min


In S' Comp:s Wijnkelder
  Heele Halve
  Leggers
  p:s p:s
Verkoopen 8 1 van 't Schip Macasser /:onbekwaam:/
2 d:o d:o d:o d:o de Castor
2 1 d:o d:o d:o Gouda
5 2 d:o d:o d:o NieuwStad
6 d:o d:o d:o d:o de Constitutie
6 1 d:o d:o d:o Westcapelle
8 3 d:o d:o d:o de Unie
6 2 van 't Schip de Gouvern:r Gener:l Mossel
10 3 d:o d:o d:o Rusthoff
7 2 d:o d:o d:o buiten Verwachting
5 d:o d:o d:o d:o de Vr:e Maria Cornelia
5   d:o d:o d:o Oosthuijsen
10 3 d:o d:o d:o Leijden
22   d:o d:o d:o de Jonk Vr:e Sibilla Antoinetta
7 1 d:o d:o d:o d:o Gerechtigheid
10   d:o d:o d:o d:o Roozenburg
7 3 d:o d:o d:o d:o de Verwagting
3   d:o d:o d:o d:o Voorland
8 2 d:o d:o d:o d:o Zeeland
4   d:o d:o d:o d:o Sterrenschans
8   d:o d:o d:o d:o d:o d:o
6 6 d:o d:o d:o de Meermin
  1 d:o d:o d:o d:o Helena Louisa
3   d:o de Linie
1   d:o de Metzelaars werkende aan de fortificatien
3   d:o d:o Wijnkelder
162 31
Van S Comp:e Hospitaal
Verkoopen 4 p:s Haire Ziften /:onbek:/
1 d:o Koperdraat Zift
6 d:o Trommelsiften
2 1/2   Serpentijn Steene Vyzels Nesjens
3 p:s Yvoore klisteer Spuijten
2 d:o Tinne Gangbekkens
4 d:o d:o klisteerspuiten
3 doosjes met Medicinaal gewigt
2 p:s koopere Staartpannen
1 d:o Tabaks klisteerspuijtje
1 d:o Kopere Vijzel en Stamper klijne zoort
2 d:o Bistones
7 d:o Lancetten
14 d:o Incisie Schaaren
In S Comp:s Graanmagazijn
Verkoopen 1230 p:s Gonnijzakken ten Eenemaal Verrot en Verstikt
172 d:o Zyldoekse Zakken d:o d:o d:o d:o d:o
200 d:o d:o d:o /:ongetax:t/

In S' Comp:s Wijnkelder
  Heele Halve
  Leggers
  p:s p:s
Verkoopen 8 1 van 't Schip Macasser /:onbekwaam:/
2 d:o d:o d:o d:o de Castor
2 1 d:o d:o d:o Gouda
5 2 d:o d:o d:o NieuwStad
6 d:o d:o d:o d:o de Constitutie
6 1 d:o d:o d:o Westcapelle
8 3 d:o d:o d:o de Unie
6 2 van 't Schip de Gouvern:r Gener:l Mossel
10 3 d:o d:o d:o Rusthoff
7 2 d:o d:o d:o buiten Verwachting
5 d:o d:o d:o d:o de Vr:e Maria Cornelia
5   d:o d:o d:o Oosthuijsen
10 3 d:o d:o d:o Leijden
22   d:o d:o d:o de Jonk Vr:e Sibilla Antoinetta
7 1 d:o d:o d:o d:o Gerechtigheid
10   d:o d:o d:o d:o Roozenburg
7 3 d:o d:o d:o d:o de Verwagting
3   d:o d:o d:o d:o Voorland
8 2 d:o d:o d:o d:o Zeeland
4   d:o d:o d:o d:o Sterrenschans
8   d:o d:o d:o d:o d:o d:o
6 6 d:o d:o d:o de Meermin
  1 d:o d:o d:o d:o Helena Louisa
3   d:o de Linie
1   d:o de Metzelaars werkende aan de fortificatien
3   d:o d:o Wijnkelder
162 31
Van S Comp:e Hospitaal
Verkoopen 4 p:s Haire Ziften /:onbek:/
1 d:o Koperdraat Zift
6 d:o Trommelsiften
2 1/2   Serpentijn Steene Vyzels Nesjens
3 p:s Yvoore klisteer Spuijten
2 d:o Tinne Gangbekkens
4 d:o d:o klisteerspuiten
3 doosjes met Medicinaal gewigt
2 p:s koopere Staartpannen
1 d:o Tabaks klisteerspuijtje
1 d:o Kopere Vijzel en Stamper klijne zoort
2 d:o Bistones
7 d:o Lancetten
14 d:o Incisie Schaaren
In S Comp:s Graanmagazijn
Verkoopen 1230 p:s Gonnijzakken ten Eenemaal Verrot en Verstikt
172 d:o Zyldoekse Zakken d:o d:o d:o d:o d:o
200 d:o d:o d:o /:ongetax:t/


In 't Negotie Pakhuis
Afschrijven 162 lb Tabak te min op 48 Rollen in 2 Cassen N:o 236 en 237 die p:r 't Schip de Vlugge Trekvogel uit 't patria in februarij 1785 - alhier in 't Negotie pakhuis is aangebragt.
In S' Comp:s Dispens
Afschrijven 49 Mud Grof Zout op 131 1/4 Mud, in S Comp:s Kalkhok minder, welke minderheid d' ordinaire gecommitteerd:s eeniglijk hebben kunnen toeschrijven, door het op den 7:e Julij 1793, gevallen water, het welk zoo hoog is geweest dat 'er Een groot gedeelte zout door is gespoeld en versmolten.
    En volgens Reek:g van den opsiender van S Comp:e Slaaven Logie gesterkt met Secretarieele Verklaringen zijn in12 Maanden of zeedert p:mo 7:ber 1792 tot Ult:o Aug:s 1793 - door de Natuurlijke dood overleeden, Te weeten.
6 Stuks kloeke Jongens
1 d:o Zuigende d:o
6 d:o kloeke Meïden
2 d:o zuigende d:o
3 d:o bandieten Jongens
  En volgens Reek: van den Landdrost van Swellendam , zijn meede in voorsz:e tijd van S Comp:e Beestiaal koomen te verrekken.
Afschrijven 263 Stuks Runderen
16 d:o paarden
2 d:o Ezels

In 't Negotie Pakhuis
Afschrijven 162 lb Tabak te min op 48 Rollen in 2 Cassen N:o 236 en 237 die p:r 't Schip de Vlugge Trekvogel uit 't patria in februarij 1785 - alhier in 't Negotie pakhuis is aangebragt.
In S' Comp:s Dispens
Afschrijven 49 Mud Grof Zout op 131 1/4 Mud, in S Comp:s Kalkhok minder, welke minderheid d' ordinaire gecommitteerd:s eeniglijk hebben kunnen toeschrijven, door het op den 7:e Julij 1793, gevallen water, het welk zoo hoog is geweest dat 'er Een groot gedeelte zout door is gespoeld en versmolten.
    En volgens Reek:g van den opsiender van S Comp:e Slaaven Logie gesterkt met Secretarieele Verklaringen zijn in12 Maanden of zeedert p:mo 7:ber 1792 tot Ult:o Aug:s 1793 - door de Natuurlijke dood overleeden, Te weeten.
6 Stuks kloeke Jongens
1 d:o Zuigende d:o
6 d:o kloeke Meïden
2 d:o zuigende d:o
3 d:o bandieten Jongens
  En volgens Reek: van den Landdrost van Swellendam , zijn meede in voorsz:e tijd van S Comp:e Beestiaal koomen te verrekken.
Afschrijven 263 Stuks Runderen
16 d:o paarden
2 d:o Ezels

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop ult:o Aug: 1793 /:get:/ J: I: Rhenius’

en is na lecture en examinatie van gedacht Memorie goedgevonden en dienvolgens beslooten, met alle de daarbij vermelde Goederen zodanig te handelen als in margine van dezelve Memorie is bekend gesteld.

Uit twee Rapporten door Gecommitteerdens tot ‘t teekenen der kleine pergamente Muntstukken ingedient gebleeken zijnde, dat wederöm door hen in gereedheid zijn gebracht

2000 p:s a 24 Stuivers ieder

400 d:o d:o 12 d:o d:o d:o d:o en

600 d:o d:o 6 d:o d:o d:o

zo is verstaan dezelve pergamente Muntstukken met een bedraagen van 783 1/3 ducaton ofte Rd:s 1175:- zo bij de Negotieboeken als bij die van de groote Geldcassa te laaten inneemen Door den Pakhuismeester en dispencier Cornelis Cruijwagen op bevel van den Edelen Heer Commissaris ingekogt zynde

61 p:s gecatoeneerde Baaitjes a 36 Stuijvers ieder, en

50 lb Thee a 24 Stv:s ‘t lb,

omme ten behoeve van de Impotenten in S Compagnies Hospitaal, bij totaal gebrek aan beïde articuls, te worden verstrekt, zo is verstaan dezelve gecatoeneerde Baaitjes en Thee met een bedraagen van Rd:s 702:- uit S Comp:s Cassa te laaten betaalen.

de zo evengenoemde Dispencier gequalifceerd geworden zijnde tot den inkoop van zodanige Boter als door den Aanneemer van dat Articul Siebert Wied Junior niet heeft kunnen worden geleeverd, over deeze inkoop ingedient hebbende eene Specificque Reekening gestaafd met behoorlijke quitantiën, waarbij blykt dat door hem zijn ingekogt 7063 lb Boter ten bedraage van Rd:s 1479:39 zo is verstaan, dezelve Somma aan gedachte dispencier te doen betaalen, zullende wijders de voorzeïde Siebert Wied bij de Negotieboeken deezes Gouvernements voor het inkoopbedragen van de gemelde 7063 lb Boter worden gedebiteerd en wederom gecrediteerd voor dezelve quantiteit Boter gereekend tegens de prys van 6 Stuijvers het pond waarvoor hij de Leverantie van dat articul heeft aangenoomen.

Door den Heere Brandt, resident der Baaïfals aan den Edelen Heer Commissaris overgelegd zijnde twee Specificatiën over de verstrekking van eenige Materialen en verschotten tot den inkoop en transport van anderen geimpendeerd tot den opbouw van een Wacht Ammunitiehuis by de Batterij Zoutman en een ander bij de Batterij Boesselaar beide in Baaïfals , zo wierden dezelve Specificatien bevonden van volgende inhoud

‘Specificatie van alle zodanige materialen als tot het opbouwen van een Wacht en Ammunitie Huijs op de Batterij Zoutman verbruikt is geworden - te weeten.’


100 Sparren van S E Comp:e Post de Witteboomen
100 V:t muur plaaten
12 kapstijlen
12 hannebalken van S E Comp:s post de Witteboomen
130 Voeten gordings
40 d:o Nock
7 Stukken swaar hout tot legbalken
3 p:s greenen planken van 3 d:m tot 't maken van 2 deuren en 3 vensters
5 d:o d:o Ribben d:o 5/7 d:o d:o d:o d:o 2 d:o d:o 3 d:o Cozijnen
2 d:o d:o planken d:o 2 1/2 d:o tot Latijhouten.
187 lb gesort: Ijzer tot 't maken van 20 Ankers, mitsg:s hengzels, duijmen en grendels aan voorsz:e deuren en Vengsters
71 d:o gesort: Spijkers tot gebruik van meergem:d deuren en vengsters, als meede tot het opslaan der kapstijlen gebentens en Sparren tot een Riete dak op voorsz:e gebouw
4 Worsten Cabelgaarn
12 bossen Rottang
6 kann: Lijnolij
12 lb verw
1 tonnetje Swartsel
4 p:s graaven
4 d:o wit kwasten
30 d:o glaaze ruijten
5200 bosse dek riet a Rd:s 15 de 1000 bos Rd:s 78:-:-
1 Rietedekker 16 dagen gearbeid a 1 1/8 Rd:s p: dag d:o 18:-:-
3500 p:s gebakke Steenen a 6 Rd:s de 1000 p:s d:o 210:-:-
60 halfaamen kalk a 5 Schell: de halfaam d:o 37:04:-
98 waagen Vrachten tot het rijden van voorsz:e kalk en Steenen a 5 Schell: de Vragt d:o 61:02:-
105 Vragten bergklippen a 2 Schell: d:o 26:02:-
82 d:o kleij d:o 2 1/2 d:o d:o 25:05:-
  Rijxd:s d:o 456:05:-

100 Sparren van S E Comp:e Post de Witteboomen
100 V:t muur plaaten
12 kapstijlen
12 hannebalken van S E Comp:s post de Witteboomen
130 Voeten gordings
40 d:o Nock
7 Stukken swaar hout tot legbalken
3 p:s greenen planken van 3 d:m tot 't maken van 2 deuren en 3 vensters
5 d:o d:o Ribben d:o 5/7 d:o d:o d:o d:o 2 d:o d:o 3 d:o Cozijnen
2 d:o d:o planken d:o 2 1/2 d:o tot Latijhouten.
187 lb gesort: Ijzer tot 't maken van 20 Ankers, mitsg:s hengzels, duijmen en grendels aan voorsz:e deuren en Vengsters
71 d:o gesort: Spijkers tot gebruik van meergem:d deuren en vengsters, als meede tot het opslaan der kapstijlen gebentens en Sparren tot een Riete dak op voorsz:e gebouw
4 Worsten Cabelgaarn
12 bossen Rottang
6 kann: Lijnolij
12 lb verw
1 tonnetje Swartsel
4 p:s graaven
4 d:o wit kwasten
30 d:o glaaze ruijten
5200 bosse dek riet a Rd:s 15 de 1000 bos Rd:s 78:-:-
1 Rietedekker 16 dagen gearbeid a 1 1/8 Rd:s p: dag d:o 18:-:-
3500 p:s gebakke Steenen a 6 Rd:s de 1000 p:s d:o 210:-:-
60 halfaamen kalk a 5 Schell: de halfaam d:o 37:04:-
98 waagen Vrachten tot het rijden van voorsz:e kalk en Steenen a 5 Schell: de Vragt d:o 61:02:-
105 Vragten bergklippen a 2 Schell: d:o 26:02:-
82 d:o kleij d:o 2 1/2 d:o d:o 25:05:-
  Rijxd:s d:o 456:05:-

Simonsbaaij den 24:e April 1794. /:get:/ C:l Brand.’


Specificatie van alle zodanige materiaalen als tot het opbouwen van een wagt en Ammunitie Huis op de Batterij Boetzelaar verbruikt is geworden te weeten
100 Sparren van S' E Comp:e Post de Witteboomen
100 v:t muurplaten
12 kapstijlen
12 hanebalken
130 V:m gordings
40 d:o Nok
7 Stukken zwaar hout tot legbalken
3 p:s greene planken van 3 d:m tot het maken van 2 deuren en 3 Vengsters
5 d:o d:o Ribben van 5/7 d:m tot d:o d:o d:o 2 d:o d:o 3 d:o Coezijnen
2 d:o d:o planken d:o 2 1/2 d:o d:o Latijhouten
183 lb gesort: Yzer tot 't maken van 20 Ankers, mitsg:s hengzels, deuren en grendels aan voorsz:e deuren en vengsters
74 d:o d:o Spykers, tot gebruik van meergem:e deuren en Vengsters als meede tot 't opslaan der kapstijlen, gebinten en Sparren, tot een Rieten dak tot voorsz:e gebouw.
4 Worsten Cabelgaarn
12 bossen Rottang
6 kann: Lynolij
12 lb Verw
1 tonnetje Swartsel
4 p:s graaven
4 d:o witkwasten
30 d:o glaaze ruijten
5600 bosse dekriet a 15 Rd:s de 1000 bos Rd:s 84:-:-
1 rietdekker 17 dagen gearbeid a 1 1/8 Rd:s S' daags d:o 19:01:-
    Rd:s 103:01

Specificatie van alle zodanige materiaalen als tot het opbouwen van een wagt en Ammunitie Huis op de Batterij Boetzelaar verbruikt is geworden te weeten
100 Sparren van S' E Comp:e Post de Witteboomen
100 v:t muurplaten
12 kapstijlen
12 hanebalken
130 V:m gordings
40 d:o Nok
7 Stukken zwaar hout tot legbalken
3 p:s greene planken van 3 d:m tot het maken van 2 deuren en 3 Vengsters
5 d:o d:o Ribben van 5/7 d:m tot d:o d:o d:o 2 d:o d:o 3 d:o Coezijnen
2 d:o d:o planken d:o 2 1/2 d:o d:o Latijhouten
183 lb gesort: Yzer tot 't maken van 20 Ankers, mitsg:s hengzels, deuren en grendels aan voorsz:e deuren en vengsters
74 d:o d:o Spykers, tot gebruik van meergem:e deuren en Vengsters als meede tot 't opslaan der kapstijlen, gebinten en Sparren, tot een Rieten dak tot voorsz:e gebouw.
4 Worsten Cabelgaarn
12 bossen Rottang
6 kann: Lynolij
12 lb Verw
1 tonnetje Swartsel
4 p:s graaven
4 d:o witkwasten
30 d:o glaaze ruijten
5600 bosse dekriet a 15 Rd:s de 1000 bos Rd:s 84:-:-
1 rietdekker 17 dagen gearbeid a 1 1/8 Rd:s S' daags d:o 19:01:-
    Rd:s 103:01

Simonsbaaij den 24:e April 1794. /:get:/ C:l Brand’

en is na examinatie van voorschr: Specificatien goedgevonden en dienvolgens beslooten omme aan gezegde Heere Brandt uit S Comp:s Cassa te laaten betaalen ‘t geen door zijn Ed: ten bedraagen van Rd:s 559:6: is gedebourseerd geworden, zullende wijders Copia’s authentiecq van gedachte Specificatiën worden afgegeeven aan’t Negotie Comptoir, ten eïnde al ‘t geen tot de extructie van beïde Wacht en ammunitiehuijzen is geïmpendeerd bij de Negotieboeken bekend te Stellen op reekening van Oorlogs onkosten en beïde die Gebouwen voor dies kostende bij gemelde boeken te laaten voortloopen.

Uit eene andere Specificatie door den gemelde Heere Brandt ingedient gebleeken zynde dat tot reparatie van S Compagnie’s Post Muizenburg door zyn Ed: zyn ingekogt 10 halfaams kalk en 8 dagen Huur van een Rietdekker betaald te zaamen bedraagende Rijxdaalers 15:2:- zo is goedgevonden en verstaan deeze penningen almeede aan gedachte Heere Brandt te doen betaalen omme op reekening van Timmeragie en Reparatie te worden belast.

Na dit een en ander wierd door den Edelen Heer Commissaris den Raade te kennen gegeeven, dat zijn Ed: van den ad interim Fiscaal Willem Stephanus van Rijneveld hadt ontfangen een ampel Vertoog, betreffende het onderzoek der beschuldigingen op de Hottentots Capitein Kees en een aantal andere Hottentotten gelegt, dat dezelve Naturellen het voorneemen zouden hebben gehad om het Land af te loopen en alle Christenen te vermoorden, mitsgaders dat gemelde Kees en eenige dier gedetineerde Hottentotten meede handdadig zouden zijn aan de moorden voor eene geruijmen tijd gepleegd ter plaatse van de Burgers Casper Labiescagne en Jan Oosthuizen; dat uit gedacht Vertoog aan zijn Ed: was koomen te blijken, dat of Schoon in zeeven maanden dat het onderzoek over deeze beschuldigingen heeft geduurd alles is betracht wat Strekken kon om de Schuld of onschuld der gedetineerde Hottentotten aan den dag te leggen, nochtans met relatie tot de meeste en vooräl omtrent het voorneemen dat zij zouden hebben gehad om het land af te loopen geene zodanige enquesten zijn verkreegen als waaruit deeze atroce betichtingen eenige kracht kunnen verkrijgen, maar dat veelëer uit de omstandigheeden kan worden afgeleid dat by het volbrengen van ‘t ondernoomen onderzoek de meeste onschuldig zullen worden bevonden, en dat zijn Ed:e derhalven, uit consideratie van de akelige toestand waarin die Schepzelen van Kleederen en dekking ontboot zich in hunne detentie geduurende het ophanden zijnde Wintersaisoen zouden moeten bevinden, vermeend hadt uit beginselen van menschlijkheid het lot dier menschen te moeten verzachten en dienvolgens den Raade te proponeeren, omme Elf van de ter zaake voorschreeven in detentie zynde Hottentotten, genaamt Claas Kees, Claas Paardewachter, Oorlom, Bartholomeus, Cupido dikkop, Ommer Soldaat, David vigilant, Cupido Uithaalder, Dirk Ruiter, Piet Caboutie en Dragonder uit hunne detentie te ontslaan, en hen te permitteeren, omme, van behoorlijke passen voorzien, zich gezamentlijk te begeeven ter woonplaatse van den Capitijn Kees, geleegen onder de Colonie Zwellendam , ten eïnde aldaar onder het opzicht van den Landdrost derzelver Colonie zo lange te verblijven tot dat aan hen zal kunnen worden vergunt van dezelve plaatse naar elders te moogen vertrekken, onder deeze expresse conditie om zich ten allen tijde des gerequireerd wordende te moeten Sisteeren, op poene dat de geene die zich intusschen van de gedachte plaats zonder verlof van den Landdrost zullen hebben begeeven, als inderdaad Schuldig zullen worden opgevat en voor den Raad van Justitie te recht gesteld;- mitsgaders omme de Vijf overige geditineerdens in naamen, Capitijn Kees, Michel, Wittebooi, David Kees en de Hottentottinne Anna als tegens welke reeds eenige bewijzen of gegronde Suspiciën opereeren in hunne détentie te doen verblijven, tot dat het begonnen onderzoek finaal zal weezen afgeloopen, doch omme intusschen de Schepzelen te laaten voorzien van zodanige kleederen en behoeftens als zij in het ophanden zijnde guur Jaargetij tot conservatie van hunne lichaamen onvermijdelik koomen te benodigen; den Raade zich met dit voorstel van den Edelen Heer Commissaris volkoomen geconformeerd hebbende, zo is verstaan het zelve te converteeren in eene Resolutie deezes Raads zo als geschied bij deeze, en zal daarvan zo aan den Raade van justitie als aan ‘t officie Fiscaal en den Landdrost van Zwellendam de nodige kennisse worden gegeeven.

Weesmeesteren deezer Steede als administreerende de Boedel en nalatenschap van wijlen den Burger Hermanus Onke, Aanneemer tot ‘t ingereedheid houden van de noodige Paarden voor S’ Comp:s dienst alhier, zich bij ‘t ondervolgend Request aan deeze Regeering geaddresseerd hebbende.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer! Abraham Josias Sluijsken. Raad ordinair van Nederlandsch Indië, mitsg:s Commissaris over het Gouvernement van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c:a beneevens den WelEdelen Achtb: Heer Gezachhebber en Verdere E Achtb: Raade van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E E Achtbare Heeren!’

‘Met verschuldigde Eerbied geeven te kennen Weesmeesteren deezer Steede.’

‘Dat ab intestato overleeden zijnde den Burger Hermanus Gerhardus Onke, deszelfs nalatenschap mitsdien door de Suppl:ten ten Regarde zijner minderjarige kinderen ex officio is aanvaard.’

‘Dat de Suppl:ten onder de boedelpapieren hebben gevonden zeekere Contract van aanbesteeding wegens het gereed houden van een getal Rypaarden ten dienste der Comp:ie, het zij voor de Militaire officieren die gecommandeert worden, of ook onderChirurgijns, Bodens, Suppoosten, geweldigers of andere Dienaaren van de Justitie door gemelde Onke op den 1:e Aug:s 1791. aangenoomen voor den tijd van drie agtereenvolgende Jaaren, ingaande met primo September aanstaande en eindigende met Ult:o Augustus van dit loopende Jaar 1794., voor eene Somma van 150: Rd:s p:r maand.’

‘Dat de Suppl:ten, om het belang der gezegde onmondigen hebbende moeten besluiten den boedel teegens het Laatst der aanstaande maand Maij publiek te gelde te doen maaken, aan hen egter daarin niet weinig obsteerd het voorsz:e Contract door den Overleedene met d’ E Comp:ie aangegaan, aan welk als dan nog drie maanden zoude ontbreeken.’

‘Dat de Suppl:ten geene mogelijkheid ziende om dit Contract langer als tot opgem:e datum te kunnen Continueeren en zig overtuijgd houdende dat het belang van Onmondigen bij UWelEdele Groot Achtb: en E E: Achtb: in deezen wel eenige Consideratie zal meriteeren best hebben geoordeeld zig te wenden tot UWelEdele Groot Achtb: en E E Achtb: gelijk zij doen bij deezen met needrig verzoek dat het van welderzelver gunstig welbehaagen zijn moge den boedel van gemelde Onke te ontheffen van het presteeren zijner verbintenis langer als tot UW van gemelde maand Meij.- en mitsdien het Contract van leverantie van Rijdpaarden voor S’ Compag:s dienst als dan de novo te willen doen aanbesteeden, ofte hier in anderzints zodanig te besluiten als UWelEd: Groot Achtb: en E E Achtb: zullen oordeelen te behooren’

‘’T welk doende &c:a’

’/:get:/ J: J: Le Sueur P: Laurensz Cloete A: V:t Bergh H: J:s Fehrszen W:J: Van Oosterzee H: Berrangé.’

Zo is bij overweeging dat het Contract van weegens de Compagnie met gemelde Onke aangegaan doch met het uiteïnde van de maand Augustus eerstkomende Staat te expireeren, goedgevonden en verstaan aan het verzoek door Weesmeesteren in deeze gedaan te defereeren, zo als daaräan gedefereerd word bij deeze, zullende dienvolgens den Boedel, Borgen en Erfgenaamen van wijlen gemelde Onke met Ultimo deezer zijn en blijve ontheft van’t nakoomen der verbindtenissen door hem Onke ter zaake voorsz:e met de Compagnie aangegaan; en de aanbesteeding der benodigde Rijdpaarden met hun toebehooren op nieuw worden gedaan op Vrijdag de 16:e deezer loopende maand Meï ende zulks voor den tijd van twee Jaare en drie Maanden, omme integaan met primo Junij eerstkomende, en te expireeren met Ultimo Augustus vant Jaar zeventienhondert zes en negentig. - egter zodanig dat den boedel van meergenoemde Onke zal moeten vergoeden zodanige Summen als bij de voorsz:e Aanbesteeding mogte worden bevonde de te bedingene prijzen te boven te gaan die voor welke Onke zig verbonden gehad heeft te reekenen van de tijd welke aan de expiratie van zijn Contract nog ontbreekt.

dan nadien in het contract van aanbesteeding met gemelde Onke aangegaan, zyn begreepen geweest drie Rijdpaarden voor den Heere Colonel, als Chef van S Comp:ie Militie en de Hoogedele Heeren Commissarissen Generaal, wanneer aan zijn Ed: bij Missive van den [.....] een Jaarlijks tractement van Rd:s 1500 hebben toegelegd, teffens hebben gelieven te ordonneeren dat bij expiratie van het Contract met gemelde Onke aangegaan zou moeten cesseeren het gebruik om ten behoeve van den Chef der Militie Paarden aan te houden, zo is ook beslooten de voormelde aanbesteeding Slechts te doen voor zes Paarden, en omme aan den gemelde Heere Colonel Gordon uit S Compagnie’s Cassa te laaten betaalen eene Somma van Een hondert en Vijftig Rijksdaalers, tot een dedomagement voor het gemis der drie gemelde Rijpaarden geduurende de maanden Junij, Julij en Augustus eerstkomende, welke Somma bij ‘t volkoomen volbrengen van het Contract aangegaan met den meergen:e Onke anderzints voor het aanhouden der gezegde drie Rijpaarden aan hem zou hebben moeten worden betaald;

Weesmeesteren voormeld, als administreerende de Boedel en nalatenschap van wijlen den Burger Jacob Momberg, nog aan deezen Raade gericht hebbende het volgend Vertoog.

Aan den WelEdelen Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch Indien, mitsgaders Commissaris van het Gouvernement van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den Wel Edelen Achtb: Heere Gezachhebber en verdere E: Achtb: Rade van Politie.

‘WelEdele Groot Achtbaare Heer! en E E Achtb: Heeren!’

‘Geeven Reverentelijk te kennen Weesmeesteren deezer Steede’

‘Dat de Suppl:ten vermits t’ overlijden ab intestato van den burger Jacob Momberg, deszelfs Boedel ex officio ter Redderinge aanvaard hebbende, op bekomene Informatie dat de Eigendoms brieven van zeeker der Overleedenen toebehoorende Stuk Erfland gen:t de PaardeValleï geleegen in de fransche Hoek zig niet onder de Boedelpapieren kwamen te bevinden, maar dat de kaart nog was, onder berusting van den Landmeeter Leijste, als het Land gemeeten, en ook reeds voor lange de betalinge genooten hebbende, zig daarop hadden geinformeerd bij den jegenswoordigen Landmeeter Wernich, als oordeelende, dat de kaarten, welke Leijste mogte hebben onder zig gehad wel aan deszelfs Successeur behoorlijk zouden zijn overgegeeven, om aan de geene dewelke daarop regt hadden te kunnen worden inhandigt, wanneer niet alleen ged:e Wernich ter Weeskamer had gedeclareerd, die kaart van Leijste niet te hebben ontfangen maar men ook na desweegens gedaan behoorlijk onderzoek, heeft moeten ondervinden, dat dezelve op ‘t kaartenboek ter Secretarij van Politie, waarin de Duplicaaten kaarten berusten niet was geregistreerd’

‘Dat de Suppl:ten hierdoor verhinderd geworden zynde dat Erf te gelde te doen maaken, intusschen den Landmeeter Leijste zeer ernstig hadden aangeschreeven, om de Kaart van het door hem gemeetene Erf, ten allerspoedigsten ter Weeskamer te doen bezorgen, dan wel op te geeven, waar, ofte op hoedanige Wijze men dezelve zoude kunnen bekoomen, met dat gevolg, dat door denzelven eenigen tijd daarna aan den Secretaris was inhandigd geworden, een Kaart figuratief weegens een bij hem ten verzoeke van Momberg gemeeten Stuk Lands groot Een Morgen en agt quadraat Roeden.’

‘Dat de Suppl:ten nadien als toen nog geene de minste blyk hebben gevonden dat aan voormelde Momberg permissie was verleend, om zig een diergelijk Stuk land te laaten toemeeten, bij den Landdrost der Colonie Stellenbosch en Drakenstein hebben doen informeeren, of desweegens ook bij de Resolutiën van Heemraaden aldaar iets aangeteekend wierde gevonden, en van gem:e Landdrost daarop hadden ontfangen, het deezen geannexeerd Extract uit dezelve Resolutiën, het welk de Suppl:ten de Vrijheid neemen UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: neevens de Kaart figuratief bij deezen aantebieden; zullende UWelEdele Groot Achtb: en E E Achtb: daaruit komen te blijken, dat aan wijlen ged:e Momberg op den 10:e Januarij 1785 is toegestaan om ter Obtenue van het geciteerde Stuk Land, welks uitgaave niemand tot nadeel komt te strekken, bij den toenmaligen Heere Gouverneur ter voortzetting van zijn Timmermans ambacht verzoek te mogen doen.’

‘De Suppl:ten zig verzeekerd houdende, dat dit verzoek, te attribueeren aan versuim, of aan de kant van wijlen Momberg zelve uit onwetendheid, dan wel van deszelfs gemachtigde alhier, door Negligentie, voor als nog niet zal zijn geschied, neemen dierhalven de Vrijheid zig te keeren tot UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: met gepasten eerbied Suppliceerende, dat het UWelEd: Groot Achtb: en E E Achtb: moge behagen, om ter Consideratie van de onmondige Erfgenamen en de Sobere gesteldheid des boedels van wylen ged:e Momberg, als nu de Erfgrondbrief van het gedagte aan hem provisioneel toegestaan en gemeeten, mitsgaders door den Overleedene reeds Seedert ‘t Jaar 1785 bewoond en bebouwd Stukje Lands, zonder eenige verdere kosten, inzelvervoegen als het gebruik in dat Jaar heeft meede gebracht, mogte worden g’ Expedieert, ten Eïnde De Suppl:ten in Staat kunnen geraaken, dat Erf ten voordeele des boedels en de gemelde minderjarige Erfgenamen te kunnen verkoopen.’

‘’T welk doende etc:a’

’/:get:/ J: J: Le Sueur P: L:s Cloete A: V: Bergh W:J: van Oosterzee A: Berrangé’

Zo is bij overweeging van de allezints plausible reedenen door Weesmeesteren bygebracht en uit overtuiging dat het verzuim in deeze gepleegd mogelijk eer aan anderen dan aan den overleedenen Momberg is te wijten, goedgevonden en verstaan aan het verzoek door Weesmeesteren gedaan te defereeren, zo als daaraan gedefereerd word bij deezen, zullende dienvolgens het Erf ter welkers verkrijging in eïgendom zonder eenige betaaling den gemelde Momberg reeds in den Jaare 1785 verzoek hadt kunnen doen, aan zijne nagelaatene Erfgenaamen in eïgendom worden gegeeven zonder eenige betaaling, en de Erfgrondbrief daarvan aan Weesmeesteren worden afgegeeven omme met het gezegde Erf te handelen zo als de intentie van den overleedenen en hunne pligten zullen komen te vereisschen.

Van weegens de Burger Francois Smit, aan deezen Raade ingedient zijnde een Requeste van volgend inhoud.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer! Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch Indiën, mitsgaders Commissaris over ‘t Gouvernement van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den E Achtb: Heer Gezachhebber en WelEdele Heeren Raaden van Politie

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en Edele Achtb: Heeren!’

‘Met verschuldigde Eerbied geevt te kennen UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame Dienaar den Burger Nicolaas Hendrik Smit als gemachtigde van den meede Burger Francois Smit.’

‘dat des Suppl:ten p:l in’t Jaar 1784, aan den Burger Jan Hendrik Rust heeft verkogt de opstal van deszelfs leeningsplaats genaamt de Waterschilpad kuil geleegen in ‘t Zwartland , bij welke verkoop des Suppl:ts pp:l aan de E Comp:e Schuldig bleef de betaling van agt Jaaren en Elf maanden agterstallige recognitie penningen’

‘dat des Suppl:ts pp:l echter van wijlen den gerepatrieerden WelEdele Gestrengen Heer Gouverneur M:r Joachim van Plettenberg destijds de permissie verzogt en geobtineerd heeft om de voorsz:e achterstallige recognitie penningen op zyn naam te laaten voortloopen, en de gem:e plaats alzoo vrij op de naam van bovengemelde Rust te mogen doen bekend Stellen.’

‘dat nochtans evengemelde Rust als nu werd aangesprooken en gedaagd, de gemelde agterstallige Recognitie penningen van agt Jaaren en Elf maanden aan de E Compagnie op te brengen en te betaalen niet tegenstaande denzelven Rust deeze penningen /: zo als hier voren blijkt :/ aan d E Comp:e niet Schuldig is.’

‘En daar den Suppl:t qq onder eerbiedig Correctie vermeend, dat hier in mogelijk een abuis zal weezen begaan, dat namentlijk de gemelde achterstallige recognitie penningen niet op de naam van des Suppl:ts p:l maar wel op die van gemelde Rust zullen weezen bekend gesteld, en den Suppl:t qq UWelEdele Groot Achtb: en E E Achtb: daarenboven plechtig kan betuigen dat niet evengem:e Rust maar wel des Suppl:ts p:l deeze achterstallige Recognitie pennningen aan de E Comp:ie komt debet te zijn - zo is ‘t ook om die reedenen dat den Suppliant qq van UWelEdele Groot Achtb: en Ed: Achtb: onderdanig verzoekt dat ‘t Hoogstdezelve goedgunstig mogte behaagen dit abuijs te doen redresseeren, door namentlijk de gemelde agterstallige recognitie penningen op de naam van des Suppl:ts pp:l te doen bekend Stellen, en meergem:r Rust daarvan te ontheffen, en dat het wijders van UWelEdele Groot Achtb: en Ed Achtb: gunstige welbehagen mogt te zijn, daar des Suppl:ts p:l door zyn armoedige en bekrompene omstandigheeden ten eenemaal buiten Staat werd gesteld meerm:e agterstallige recognitie penningen voor ‘t teegenswoordige aan de E Comp:e te kunnen opbrengen, aan denzelven te permitteeren, daar van na maate van zijn vermoogen Sucessivelijk een gedeelte aan de E Comp:ie te moogen opbrengen en betalen.’

‘’t welk doende etc:a N: H: Smit qq’

zo is goedgevonden en verstaan des Suppl:ts verzoek te accordeeren, zo als ‘t zelve geaccordeerd word bij deeze, werdende dienvolgens den Heere Boekhouder van S’ Lands Generaale Inkomsten gequalificeerd omme de achterstallige acht Jaaren en Elf maanden Recognitie penningen die op de Leeningsplaats de Waterschilpad waaren hechtende, ten tijde dat den Suppliant dezelve aan den Burger Jan Hendrik Rust heeft verkogt, en die abusivelijk ten lasten van gezegde Rust zijn gebracht, wederom te brengen tot lasten van voorseïde Francois Smiit, omme navolgens zijne gedaane preSentie en overeenkomstig de beveelen van de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal door den Suppliant van tijd tot tijd te worden voldaan.

Commissarissen van de Bank van leening, ter voldoening aan het geen van hem is gevorderd over zeeker Request door den Capitijn militair Adrianus Gijsbertus van Kervel, als voormaligen bewooner van het Huis waarïn de gezegde Bank ten deeze Casteele word gehouden, heeden ingedient hebbende het volgend bericht.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer! Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch India, mitsgaders Commissaris over het Gouvernement van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien etc: etc: etc: beneevens den Wel Edele Achtbaaren Heer Gezachhebber en de WelEdele Heeren Raden van Politie

‘WelEdele Groot Achtbaaren Heer! en Edel Achtbaare Heeren!’

‘Het heeft UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: behaagt aan Commissarissen van de Bank van Leening in handen te Stellene en Request door den Capitein Militair Adrianus Gysbertus van Kervel aan UwelEdele Groot Achtb: en E Achtb: gepresenteert, tendeerende om vergoeding te mogen erlangen voor zodanige onkosten welke hij gedaan heeft tot het Repareeren van het woonhuis dat bij hem is geoccupeert geweest, dog ‘t welke hij, vermits de plaatsing der Bank van Leening uit zelve heeft moeten ruijmen ten eïnde aan UWelEdele Groot Achtb en E Achtb te berigten of de positiven door hem bij dat Request geallegeerd op waarheid zijn gegrond.’

‘Aan deeze zeer gerespecteerde ordres thans voldoende hebben zij de Eer aan te merken.’

‘Dat zij niet konnen treeden in de decisie of die positiven op Waarheid zijn gegrond alzo zij ignorant zijn van’t geene er gerepareert is voor den tijd dat aan hun het huis is overgegeeven om daarin de Bank van Leening te plaatsen.’

‘Dat zij de meeste Slooten en deuren niet bevonden hebbende in die ordre om de bank aan te konnen vertrouwen, die hebben doen Repareeren.’

‘En dat het hun zeer indifferent is of de Gallerij geschildert was dan niet daar het gebruik van ‘t huijs daardoor ten opzigte hunner administratie niet verbetert geworden is.’

‘En hiermeede gedenkende aan UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: requisit plichtschuldig voldaan te hebben neemen zij de vrijheid deeze te laten dienen voor nedrig berigt’

‘In de Bank van Leening aan Cabo de Goede Hoop den 28:e April 1794.’

’/:get:/ J: J: Le Sueur C:s Matthiessen j:r’

zo is verstaan ‘t voorschr: bericht vermeld Request van den Capitein van Kervel provisioneel te houden in advijs, en daarvan deeze aanteekening te doen.

Voorts is aan den Burger Fredrik Harges op zijn daartoe bij Requeste gedaan verzoek gepermitteerd zijne Slavinne in naame Elizabeth Christina van de Kaap, uit Slaafsche dienstbaarheid te ontslaan en te Stellen in vrijdom, mits aan de diaconie armen der Hervormde Gemeente betaalende eene Somma van Vijftig Rijksdaalers en bovensdien Stellende de gewoone borgtocht dat dezelve Lyfeigene binnen de bepaalde tijd van twintig Jaaren niet tot Lasten van de diaconie zal vervallen.

Na dit een en ander is geleezen een Request door den Capiteijn bij het Regiment van Wurtemberg Gustaaf von Böhnen ingedient, luidende als volgd.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer! Abraham Josias Sluijsken. Raad ordinair van Nederlandsch India, mitsgaders Commissaris over’t Gouvernement van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den WelEdele Achtb: Heer Gezachhebber en WelEdele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘Den ondergeteekende Gustaph von Böhnen Jaager Capitein onder ‘t Regiment van Wurtemberg , geeft met Schuldigen eerbied te kennen, hoe dat denzelven uit reeden van aanhoudende ziekte den 15:e September van gepasseerde Jaar zijne congé van’t voorschr: Regiment te Samarang heeft moeten neemen, daarop den 1:e October naar Batavia en van daar met de Pacquetboot de Expeditie om naar Patria te retourneeren is vertrokken, hoe denzelven in ‘t algemeen noodlot van deezen Bodem om door een fransch Schip genoomen te worden, ingewikkeld van alle zijne goederen tot op ‘t geringste naa is beroofd, en gedwongen geworden om ruim Twee Maanden te Mauritius als krijgevangen te verblijven, naar welken tijd den ondergeteekende gelegendheid gevonden hebbende om met het Deensch Schip de Minerva ten zijnen kosten dit heen te koomen dat den Supplt zoo hij vertrouwd dus volkomen vallende in de termen van’t 24:ste Articul der Capitulatie waarbij aan Officieren die zig uit hoofde van kwetsuuren ofte ziekte naar Europa begeeven het genot hunner Gagie en Emolumenten is toegelegd, de vrijheid neemt zig te keeren tot UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: ootmoedig verzoekende dat aan hem mogen worden betaald de Gagie en Emolumenten door hem verdient zeedert den 1:e November Jongstleeden dat hij het laatste is afbetaald, en zo als zeer zeeker bij de Rolle van de Pacquetboot de Expeditie waarmeede hij behoudens zijne Gagie en Emolumenten zou zijn gerepatrieerd, zal zijn bekend gesteld, dog die beneevens de overige papieren van die Bodem in zee zijn geworpen, terwijl ‘t besluit van de Hooge Indiase Regeering waarbij aan den Suppliant is gepermitteerd behoudens Gagie en Emolumenten te repatrieeren neevens alle zijne andere papieren hem door de Franschen op eene kwaadaardige wijze zijn afgenoomen, zo wel als alle zijne Goederen en Gelden, terwijl de Suppliant op dezelve gronden en motiven van UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: al verder is verzoekende om met een der eerst van hier vertrekkende Bodems te moogen repatrieeren, behoudens zijne Gagie en Emolumenten omme vervolgens van zijne Hooge Betaalsheeren eerbiedig te Solliciteeren de Schadeloosstelling waarop hij navolgens het 12 articul der Capitulatie in zijne jammerlyke omstandigheeden aanspraak vermeend te kunnen maaken.’

‘’T welk doende &c:a’

’/:was get:/ Gustaff von Böhnen Capitijn’

en daarop beslooten omme uit hoofde van al ‘t geen daarbij is aangebracht en’t welk door ‘t missen der papieren van de Pacquetboot de Expeditie door de franschen overweldigd en te Mauritius opgebracht, niet anders kan worden gestaafd dan door het getuigenis dat den Suppl:t daarvan als officier bij zyne Requeste geeft, goedgevonden en verstaan aan den Suppliant te doen betaalen de Gagie en Emolumenten hem volgens het 24: Articul der Capitulatie van zijn Regement Competeerende zedert primo November jongstleeden tot heeden, onder deeze voorwaarden nochtans, dat door hem zal worden gesteld Sufficante cautie, omme wanneer bij ‘t ontfangen der verwachtwordende aanschrijvens ten zijnen op zichte van Batavia mogt blyken dat aan hem te veel is betaald geworden, dit te veel betaalde wederom aan de Compagnie gerembourseerd zal worden, en zullen dezelve Gagie en Emolumenten van gedachte Capitijn von Böhnen voortgaan en betaald worden geduurende zijn verblijf alhier, en dus tot tijd en wijlen dat hij met de verwachtwordende RetourScheepen zal kunnen repatrieeren.

Nog is geleezen het ondervolgende Request door den Capitijn Luitenant ter Zee Claas Peterse aan deezen Raade gericht

Aan den WelEdelen Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch Indien en Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a beneevens d E Achtb: Heer Gezachhebber en WelEdele Heeren Raade van Politie

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘De ondergeteekende Klaas Peters Lieutenant de marine in den dienst van d E Comp:e neemd de Vrijheid van UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: onderdanigst te verzoeken aan hem de gunstige permissie te willen verleenen omme met ‘t thans ter rhede leggende hollandsch particulier Scheepje de Hoop op welvaard na Europa te moogen zenden een kist met Baleine handrottings en Struijs veeren lang 4 v:t 1 d:m, hoog 1 v:t 3 d:m en breedt 2 v:t 2 d:m onder zodanige Conditien en bepalingen als daarop bereids zyn gemaakt, dan wel nog bij deeze geleegendheid door UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: mogt worden gemaakt.’

‘’T welk doende &c:a K:s Peters’

en daaröp beslooten aan hem te permitteeren de opgegeeven Struisvederen in het Schip de Hoop op Welvaard te moogen afscheepen, doch zij verzoek om insgelijks Baleinen te moogen aflaaden te declineeren en te wijzen van den hand zo als geschied bij deeze.

Laatstelijk communiceerde den edelen Heer Commissaris dat zijn Ed: ter vervulling van de vacante adsistentsplaatsen ten Negotie Comptoire op voordracht van den Heere Gezachhebber als Hoofdadministrateur en zijn Edele verklaring dat de aldaar geplaatste het bepaalde getal niet te boven gaa, tot adsistenten gemelde Comptoire hadt aangesteld, Daniel Fredrik Lehman, Andries Forselli, en Gijsbert Hendrik Maasdorp, alle met de gagie van ƒ20 per maand en onder hun loopend verband, mitsgaders dat zijn Ed: in Steede van den door Lichaamsgebreeken onbekwaam geraakte en uit dien hoofde afgeschreeven Sergeant bij’t nationaal Battaillon op voordracht van den Cheff en Commandant van het Guarnisoen de Heer Robbert Jacob Gordon wederom tot Sergeant hadt aangesteld den Corporaal Johan Christoph Adié, en ter plaatsvulling van deeze, tot Corporaal den Soldaat George Hirt, met de gagie van ƒ20:- en ƒ16:- per maand respective tot hunne qualiteit Staande en beïde onder een nieuw driejaarig verband.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorschreeve

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] My present G: F: Goetz Secret:s

C. 223, pp. 178-268.

Vrijdag den {17940509} 9:e Meij 1794.

S’ voormiddags, present den Edelen Heer Commissaris, beneevens de Heere Gezachhebber en de Heere Bergh

Na resumptie der Resolutien op den 30:e April jongstleeden genoomen, wierd door den Edelen Heer Commissaris ter tafel geproduceerd een zeer ampel bericht gemunieerd met onderscheidene Bijlaagen, door den Koopman titulair Honoratus Christiaan David Maijnier Landdrost der Colonie Graaffe Reijnet Sub dato 31 Maart jongstleeden aan deezen Raade geadddreseerd, welk bericht bevonden wierd van volgende inhoud.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlandsch India mitsgaders Commissaris over dit Gouvernement en den ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den WelEdelen Achtb: Heere Gezachhebber en E Achtb: Rade van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘Wanneer de Ondergeteek: neevens den Landdrost van Zwellendam, den Vaandrig militair Hans Abue en verdere burger Officieren op den 27:e November Jongstl: voorlopig derzelver Rapport hebben vervaardigt, over den uitslag van de expeditie ter ordre van UWer WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: gedaan, om de rovende en moordende Caffers uit de bezittingen der Christenen te verdrijven, deeze daarinne wederom te vestigen en aan hen voor de gepleegde Roverijen eene voldoende Schadeloos Stelling te verschaffen; mitsgaders omme eene bestendige Vreede met de Caffers te treffen.’

‘Hebben zij geene geleegendheid gehad UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: verslag te doen van de onder de Ingezeetenen respectivelijk gedirigeerde verdeeling van het op de Caffers verooverde Vee, mitsg:e de eigentlijke Reedenen en Oorzaaken waaraan men den opstand dier anderzints vreedzaam Natie zoude kunnen attribueeren; om dat daaromtrend nog geene volleedig onderzoek had kunnen geschieden:’

‘Waartoe de ondergeteekende zeedert echter in zijne qualiteit niet heeft nagelaaten, alle devoiren aan te wenden, ten einde op de best mogelijke wijze aan de intentie UWer WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: compleetelijk te voldoen.’

‘Ondertusschen bij den ondergeteek: in ‘t begin der maand Februarij ontfangen zijnde UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer geeerde Missive van den 16:e december bevorens, heeft hij daaruit niet alleen tot zijne bezondere Satisfactie moge verneemen de goedkeuring UWer WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: op zijne verrigtinge met betrekking tot de voorsz:e importante Commissie en de wijze, langs welke de vreede met de Caffers is getroffen, met aanbeveeling om alles aan te wenden, wat eenigzints zoude kunnen Strekken om dezelve van weerzijde te doen onderhouden en bestendig te maaken; maar dat ook voornamentlijk UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: approbatie heeft weg gedragen, de ordre door de onderget: aan de Ingezeetenen gegeeven, om voor als nog met eenige huisgezinnen bij elkanderte blijven, als de beste waarborg voor hunne onderlinge veïligheid en het geschikst behoedmiddel voor de invallen der Caffers, met last en recommandatie dat de ondergeteek: met alle oplettendheid zoude waken en doen zorgen, dat dezelve ordre volkomen werde onderhouden tot dat een ieder Ingezeetenen zonder eenige Schroom ofte vreeze zich weeder naar zijne bezitting zal kunnen begeeven.’

‘De onderget:e heeft dus om aan dit een en ander plichtschuldig te voldoen, niet nagelaaten ter gecombineerde vergadering van Heemraaden en krijgsofficieren den 3:e der gem:e Maand feb:y gehouden van de voorsz:e zeer gevenereerde aanschrijvinge de nodige kennisse te geeven, en als toen daadelijk een voldoend getal billietten doen affigeeren, waarbij aan alle op en Ingezeetenen der Colonie Graaffe Reinet kennelijk wierd gemaakt de goedkeuring welke UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: hebben gelieven te hechten aan de gemaakt Schikkingen om derzelver plaatsen niet geheel en al te verlaten en zo doende, Caffers en Bosjesmans in vijandelijke voorneemens te faciliteeren, maar weeder derwaards te trekken, en zich met verscheide huisgezinnen bij elkander needer te zetten, als de beste waarborg voor hunne onderlinge veiligheid; waarbij de onderget:e dan ook namens UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: heeft gevoegd de allerserieuste recommandatie, om aan deeze ordre niet alleen Stipt te voldoen, maar dat ook alle de Ingezeetenen, dewelke geheel uit de voorsz:e Colonie waaren getrokken, naar het District van Zwellendam binnen een Maand naar derzelver plaatsen zouden hebben te rug te keeren, mitsg:s bij die geleegendheid ook op de ernstigste wijze teegengegaan, het Snood voorneemen bij verscheide Ingezeetenen gesmeed, om de gemelde Caffers en wel den vreedsamen Capitijn Sambé op nieuw aan te doen, waardoor het Land gevaar liep in de grootste verwarring en verwoesting des waarelds gestort te worden’

‘De onderget: zal als nu de vrijheid neemen bij deeze Memorie’

‘1:o UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: verslag te doen van de repartitie onder de Ingezeetenen weegens het op de Caffers veroverd vee gemaakt.’

‘2:o Op te geeven zijne bevinding nopens zijn gedaan Onderzoek naar de Reedenen en motiven welke tot de ruptures der Caffers hebben aanleiding gegeeven.’

‘3:o Aan UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: voor te Stellen de middelen, welke naar zijn inzien geschikt kunnen zijn, om de vreede met de Caffers te conserveeren of bestendig te doen zijn’

‘Betreffende het eerste Poinct, heeft den Onderget: Reeds bij zijne opkomst aan deezen hoofdplaatse de Eer gehad, aan UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: te præsenteeren eene Specificque lijst, houdende de verdeeling onder de resp:e Ingezeetenen van het op de Caffers veroverd vee gedaan, door den Landdrost der Colonie Zwellendam , den onderget:e beneevens de in voorschr: Commissie benoemd geweest zijnde en geadsisteerd hebbende Heemraaden en burger Officieren. - welke verdeeling, geschied is, zodanig, als men met de rechtvaardigheid overeenkomstig heeft geacht; en heeft dus de onderget: de Eer zich desweegens aan de gem:e Specificque lijst te refereeren.’

‘Hebbende zich, wel is waar, volgens de opgave van drie burger officieren in Namen Adriaan van Jaarsveld, Jacobus Gustaaf Tregard, Johannes Tregard, Zes ingezeetenen der Colonie Graaffe Rijnet misnoegd getoond over de voorsz:e verdeeling, dog wanneer de gedaane opgaave der Resp:e Ingezeetenen weegens het van hun geroofde Vee word vergeleeken, met de gewoone jaarlijkse opgave van Schapen en beesten, zal men bevinden dat er noodzakelijk onder de Ingezeetenen lieden geweest zijn, die niet alleen eene billyke Schavergoeding, maar nog bovensdien eene zeer onreedelijke vermeerdering van hun bezit hebben in’t oog gehad; welke laatste te meer onrechtmatig moet worden geoordeeld, om dat het zelve niet dan door bloed Storting en Verwoesting kon worden verkreegen. En om UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: instaat te stellen tot het maaken van voorsz:e vergelijking, heeft de onderget:e de eer tot Speculatie hierbij te voegen, de ter Drostdije van Graaffe Reïnet in den Jaare 1792 gedane opgaaf van Schaapen en Beesten, om daarvan de gewone impositie aan de Colonie op brengen; waaruit UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: een verbazend different tusschen de opgaaf van het geroofde Vee en hunl: bezit zullen kunnen ontwaaren; als bedragende blijkens dezelve Specificatie, door de daarbij vermelde Ingezeetenen hun geheel bezit bij de opgaaf der burger Effecten een aantal van 8004 Beesten.- Terwijl derzelver opgaaf van het door de Caffers geroofd Vee uitleeverd een bedragen van 65327. Beesten.’

‘Een different zo aanmerkelijk dat de onderget:e niet heeft kunnen nalaaten zulks ter kennisse van UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: te brengen, deels om de ongegrondheid der klagten welke desweegens mogten voorkoomen te bevestigen; doch wel voornamentlijk op dat UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: daarop zodanig Reguard zouden kunnen Slaan als hoogstdezelve zullen vinden te behooren.’

‘Betreffende nu het tweede point, den uitslag namentlijk van het nader onderzoek het welk den onderget:e heeft bewerkstelligd ter ontdekking van de oorzaaken welke tot de Roverijen en verwoestingen door de Caffers gepleegd zoude hebben aanleiding gegeeven.’

‘Daaromtrend heeft de onderget: de Eer in het algemeen aan te merken, dat als de bronnen van die oneenigheeden en onlusten moeten werden beschouwd.’

‘1:o de geduurige Communicatie welke de Ingezeetenen deezer Colonie zeedert Jaaren herwaards met de Caffers hebben gehouden, zelfs in zo verre dat zij een groot gedeelte van die Natie, teegens de daaromtrend gestatueerde ordres aan zich hebben dienstbaar gemaakt, en bij die geleegendheid mishandeld; zo als onder anderen is gebleeken, bij zeeker geval, tusschen den persoon van Fredrik Jordaan, en zeeker bij hem in dienst geweest zijnde Caffer, welke hij met een kogelvorm verscheide tanden uit de mond heeft gebrooken, en welke Caffer zich hierover bij de onderget:e heeft beklaagd; zijnde echter ged:e Jordaan kort daarna in de Rupture met de Caffers vermoord geworden, en daardoor ontrokken aan die rechtmatige procedures, welke de onderget:e in zijne qualiteit zich verplicht zoude hebben geacht teegens denzelven te moeten entammeeren, en waartoe hij reeds beezig was de nodige enquesten in te winnen.’

‘2:o Dat verscheide Ingezeetenen zich niet hebben ontzien teegens den uitdrukkelijken letter van het Placaat op den 19:e Julij 1786 door deeze Regeering g’emaneerd, over de grote Visch Rivier , en dus in het Cafferland te dringen, en zich met ‘er woon aldaar needer te zetten. hebbende de onderget:e onder N:o 1 hierby gevoegd eene lijst van dezelve persoonen in 28 bestaande, en waaronder den Oud heemraad Jacobus Gustaaf Tregard en den burger Frans la Boscagne, welke beïde voorm:e persoonen, zich daartoe hebben durven verstouten, niet tegenstaande de eerstgemelde te weeten Jacobus Gustaaf Tregard, als Heemraad, niet kan ignoreeren, de daarteegen gestelde en in de Colonie Graaffe Reinet zeer bekende ordonnantiën, vooral daar dezelve Tregard in den Jare 1789 als gecommitteerde Heemraad heeft geadsisteerd bij de publicatie over een op dat Sujet door de Regeeringe naar Graaffe Reinet gezonden Placaat. Ja zelfs niet tegenstaande nog nader aan voorm:e persoonen bij geleegendheid da zij in ‘t bijzonder aan den Capitijn van Balen het Landdrost ampt waarneemende verzoek gedaan hebben, om over de groote Vischrivier te mogen trekken zulks uitdrukkelijk verboden en belet was geworden.’

‘Uit welk gedoente dan ook is gevolgd eene morshandel en ruiling met de gemelde Natie ten alle tijde door de Regeering te recht als ten uittersten nadeelig voor het Land is beschouwd en ten Strengsten verboden; kunnende ten blijke hiervan verstrekken, dat onder verscheïdene Ingezeetenen eïgentlijke Caffersbeesten, welke in den eersten opslag van die der Christenen te onderscheiden zijn, worden gevonden; Terwijl zelfs op het Commando naar het verooveren van eenig Caffers Vee een getal van 17 a 18 diergelijke ongemerkte beesten door den burger Lucas Meijer als de zijne, zijn gereclameerd geworden.’

‘Dog in het bijzonder kan en behoord WelEdele Groot Achtb: Heer! en E Achtb: Heeren ingevolge de recherches en ontdekkingen door de onderget: tot dus verre voor zoo veel de tijd hem zulks heeft toegelaaten, gedaan als de Speciale aanleidende oorzaaken tot de ruptures der Caffers en de door hen aangerichte verwoestingen in den Jaare 1793, worden beschouwd.’

‘1:o Dat den Burger Lieutenant Barend Lindequee, thans zich met ‘er woon bevindende onder de Colonie Zwellendam zonder echter de nodige attestatie te hebben geligt, eïgener authoriteit, zonder voorkennisse veel min goedkeuring van den Landdrost in de Maand Maij 1793. een Commando teegens de Caffers heeft gedaan; bij welke geleegendheid door hem 800 beesten zijn verooverd, doch waarvan hij 400 p:s aan den Caffers Capitijn Sambé wiens adsistentie hij door de expres derwaards afgezondene burgers Willem Grobbeler, Abraham Duvenage, Lucas Meijer isaaksz:, Cornelis van Rooijen Cornelisz: en Johannes Grobbeler heeft laaten inroepen, heeft afgegeeven; Terwil de overige 400 p:s door hem Lindeque zijn geeïgent geworden, zonder van dit een en ander iets aan den Onderget: ter kennisse te brengen, eerder als vijf maanden daarna, wanneer hij, bemerkende dat desweegens door de ondergeteek: onderzoek wierd gedaan, zulks op eene toevallige wijze in teegenwoordigheid van de Veldwachtmeester Thomas Fredrik Dreijer heeft geconfesseerd. - en kunnen de verdere particulariteiten voorsz:e Commando verzeld hebbende, UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: nader blijken, uit eene aanteekening door den onderget: gehouden van de persoonlijke declaratie en opgaaf van den burger Joh:s Janze van Rensburg Jacobusz: in teegenwoordigheid van de meede burgers Joh:s Janze van Rensburg nicolaasz: en Cornelis Johannes Coetséé op den 1:e November 1793 gedaan.’

‘Van de voorsz:e onderneeming van gemelde Lindequee wierd de onderget: in de maand Maij des gem:e Jaars 1793 verwittigd, door den Capiteijn der Invalides Jan du Plessis d’ oude; dewelke teevens betuigde, voor zich zelfs zo zeer geene reedenen van klagen over de overlast der Caffers te hebben, en voor de gevolgen van die Stap bedugt te zijn.’

‘En de onderget: begreep terstond alle pogingen tot weering van dit voorneemen te moeten aanwenden: weshalven hij dadelijk gem:e du Plessis heeft voorsien van een opene ordre, gericht aan gemelde Barend Lindequee dan wel die geenen die zich aan het Hooft van gemelde Commando hadden geplaatst, inhoudende eene allerserieuste waarschuwing, omme volstrekt geen de minste vijandelijkheeden, hoe ook genaamd, teegens de anderzints zo vreedzaame Natie te pleegen, en bijgevoegde kennisgeeving, dat de onderget:e gem:e du Plessis had geauthoriseert, om van het Ogenblik dat hij bij het gemelde Commando zoude zijn verscheenen, dadelijk alle vijandelijke onderneemingen te Staken, en zulks het zij minnelijk dan wel door de hem verleende macht teegen te gaan, en dat gemelde du Plessis, aldaar in allen opzichte des onderget:e persoon zoude Representeeren, tot zo lange den ondergeteek: zich zelve derwaards zoude hebben begeeven, omme alle differenten en disputen uit den weg te ruijmen, het geen den ondergeteek: voorneemens was, dadelijk, wanneer de huishoudelijke omstandigheeden der Colonie zulks toelieten te volbrengen. - Hebbende den Onderget:e daarbij ook gevoegd eene ernstige waarschouwing aan alle de Ingezeetenen, om hoe zeer men wel wilde gelooven, dat dezelve van de Caffers eenige overlast leeden, die Natie voor als nog egter met rust te laaten, als wel moetende begrijpen, dat men reeds van een genoegzaam onoverwinnelijke vijand namelyk de Bosjesmans was omringd, en dat het dus beeter was, thans een wijnig toe te geeven, dan zich door voorbarigheid eene tweede en nog magtiger vijand op den hals te haalen; waardoor Wiskunstig het land met een totale ondergang gedreïgd wierd. gelijk UWelEdele Grootachtb: en E Achtb: uit den inhoude der voorsz:e ordre, deeze onder N:o 2 in Copia geannexeerd, des begeerende nader zullen kunnen beoogen.’

‘Om in dat voorneemen wel te Slagen, Schreef den Onderget: te gelyk eene Missive aan den Lieut:t Carolus Joh:s Tregard, houdende kennisgeeving van het voorsz:e door du Plessis gedaan bericht, en eene uitdrukkelijke ordre, om, neevensgemelde du Plessis gezamentlijk de Vijandelijke onderneemingen der ged:e Ingezeetenen ten opzichte der Caffers teegen te gaan.’

‘Dog den Onderget:e ontfing op den 24: van dezelve maand eene rescriptie van ged:e du Plessis reeds door den ondergeteek: bij zijne voorige Missive in Originali aan UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: gesuppediteerd, waaruit hij tot zijne allergrootste verwondering vernam, dat het zelve Commando, onder bevel van ged:e Lindeque reeds den 18:e van gemelde Maand de Caffers Natie had aangevallen.’

‘Hieröp vond den Onderget: goed aan gemelde du Plessis en Tregard te doen toekomen, zodanige ordres, als UWelEdele Groot Achtb: en E: Achtb: uit de Copia’s der geannexeerde Missives van den 24:e Maij onder N:o 3 en 3 1/2 nader zal komen te Consteeren.’

‘Hebbende echter, zo als de onderget: vervolgens in persoon bij het zelve Commando verscheenen door ged:e du Plessis is onderrigt geworden, den gem:e officier Tregard zich aan de hem bij voorsz:e twee Missive gedaane aanschrijving in’t minste niet bekreund, en zelfs geene devoiren aangewend, om aan voorschr: beveelen van de Onderget:e hare executie te geeven.- Ook heeft den onderget: voorts niet verzuimd in eene daartoe expres belegde gecombineerde vergadering ter zaake van ‘t voorsz:e onbevoegd Commando zodanige maatregulen te neemen, als de tijds omstandigheeden vorderde, en hij reeds de Eere heeft gehad bij zijne voorige aan UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: te developpeeren.’

‘2:o dat juist ter zelver tijd wanneer aan den Ondergeteek: van het voorneemen van ged:e Lindecquee, door gen: du Plessis was kennis gegeeven, zich bij de onderget:e bevonden, de Caffers Capit:ns Nogoza en Karkotie dewelke zich ter Drostdije hadden vervoegd om te klagen, over mishandelingen van den burger Coenraad de Buijs de Caffers Natie aangedaan en bestaande van in’t onthouden van derzelver wijven en Vee.’

‘Deeze beide Capitijns op het gerugt van de Ruptures met hunne Natie niet hebbende durven onderneemen, zonder des onderget:e bïzondere adsistentie weeder naar hun land te rug te keeren, en desweegens hunne bekommering aan den Onderget:e te kennen hebbende gegeeven; heeft den Onderget:e na aan dezelve eenige Snuijserijen te hebben geschonken, hen met een open geleïbrief, mitsg:s met de nodige aanschrijvens aan ged:e Tregard voorzien, en vervolgens laaten vertrekken: houdende de brief aan gem:e Tregard Speciaal last, om verder te zorgen, dat dezelve Caffers, onverhindert naar hunne hoofde zoude kunnen doortrekken, ten eïnde de boodschappen hem meede gegeeven, en hierinne bestaande, dat zij zich maar Stil moesten houden, en dat den Ondergeteek: zich ten eersten bij hun zoude vervoegen, om hen recht te verschaffen, over te brengen, en den ondergeteek: vervolgens hunl: antwoord te doen toekoomen.’

‘Aan welken last, gemelde Tregard almeede heeft kunnen goedvinden in ‘t minste geen gehoor te geeven; hebbende hij dezelve afgezanten, zonder hen de minste adsistentie te bieden, laaten dwalen; zo dat dan ook de vreedzaame pogingen, bij den onderget: in dit opzicht aangewend zijn illusoir geworden; zijnde de last aan Tregard, vervat bij eene Copieelijk hierneevens gevoegde Missive Sub N:o 4.’

‘3:o dat den burger Nicolaas Goelde aan den Ondergeteekende ter kennis heeft gebracht, dat hij en verscheide Ingezeetenen, meerm:e Tregard in persoon hadden verzogt, aan den Onderget: Rapport, te doen, van den overlast die zij van de Caffers moesten lijden, het welk door hem was aangenoomen, invoegen zij dan ook daarinne hadden berust; Terwijl echter door voorm:e Tregard aan dit billyk verzoek der Ingezeetenen niet is voldaan en die klagten dus aan den Ondergetek: niet op zijn tijd bekend geworden; zijnde wijders deeze onder N:o 5 in originali bygevoegd, eene door den burger Hendrik Klopper, aan den Onderget: op Commando zijnde, geschreeven Missive, waaruit al meede blijkt dat dezelve klopper zich bij dikwerf gem:e Tregard als officier in zijn district had vervoegd, en te kennen gegeeven, dat de vijandelijke Caffers na de Bruins hoogte Scheenen door te dringen, verzoekende hiervan ten Spoedigsten, aan den Landdrost Rapport te doen, doch dat hij volstrekt geweïgert had zulks op zich te neemen.’

‘4:o Behooren de voorsz:e ongelukkige ruptures der Caffers naar het inzien van den Onderget:s ook wel voornamentlijk te worden geattribueerd aan het gedrag van den burger Coenraad de Buijs en de herhaalde mishandelingen door denzelven aan die anderzints zo beraisonneerde en Vreedlievende Natie, bij aanhoudendheid gepleegd’

‘De ondergeteekende heeft de eer, onder N:o 6 over te leggen eene Verklaring door den gedoopten bastaard Hottentot Gerrit Coetséé verleeden, waarbij onder anderen blijkt, hoe gemelde de Buijs gewoon is geweest onder pretext van Oliphanten te Schieten zich onder de Caffers te begeeven, uit derzelver Craalen zodanige beesten als hem best aanstonden naar t zijn plaats te doen jaagen, voorts de Caffers die zich hierover beklaagen, op de grond te doen nederleggen en tusschen leeven en dood had gestraft.’

‘dat hij verder aan de Hottentotten Platje en Picqueur ordre had gegeeven, om op de Caffers te Schieten, en waarvan dan ook de eerstgemelde Vijf en laatstgem:e Vier hadden dood geschooten.’

‘Onder N:o 7 heeft den onderget:e overgelegd, een Verklaring door den Hottentot Platje gepasseerd, geschreeven door de eïgen hand van wijlen den Secretaris Stanhoffius dog door de getuigen en gemelde Secretaris niet geteekend, waaruit almeede de verregaande mishandeling door gemelde de Buijs aan de Caffers gepleegd blykt: voorts moet den onderget: betuigen dat den Caffers Capitijn Langa hem onderget: bij geleegendheid dat hij zich met een escorte manschappen heeft bevonden bij den Caffers Capitijn Sambé, alwaar de gem:e Langa Krijgsgevangen was ten aanhoren van de burgers Ignatius Michiel van Rooijen, Cornelis Coetsee en Stephanus Stephanus Scheepers heeft gedeclareerd, dat de vijandelijkheeden door hem aan de Christenen enkel en alleen waren gepleegd, om zich over de mishandelingen van Coenraad de Buijs die zijn Langa’s wijf met geweld had tot zig genoomen en als zijn bijzit gebruikt te wreeken; het welke ook nog is bevestigd geworden, door declaratiën van de Caffers Capitijns Tholi en Kamma beide zoons van gem:e Langa, en in ‘t byzijn van den Landdrost Faure gedaan, blykens twee eigenhandige nota’s van denzelver hiernevens; om dat de onderget:e op dit Ogenblik buiten Staat is, daarvan een behoorlijk getuig Schrift te Suppediteeren, alleenlijk ter Speculatie gevoegd Sub N:o 8:’

‘De onderget: kan niet voorbij nog te noteeren, dat bij het laatste Commando bij gelegendheid eener attacque op de Caffers eenige manschappen waaronder de Veldwachtmeesters Gerrit Hendrik Rautenbag, Hendrik Janse van Rensburg en Joh:s Arnold:s Botma aan de onderget: hebben gerapporteerd, dat door de Caffers waaren uitgeroepen, dat wanneer de Burgers Coenraad de Buis, Coenraad Bezuidenhout en Christoffel Botha die de hoofd oorzaken van den Oorlog zijn, als hebbende hunne meïden ontroofd en tot bijzit gebruikt, uit de Colonie wierden geweerd, als dan de vijandelijkheeden tusschen hen zoude ophouden.’

‘Dat den Oud Heemraad van Zwellendam Stephanus Ferraira aan den Landdrost Faure had betuigd, dat hij niet twijffelde, of wanneer gemelde de Buijs, uit het Land wierde gebannen, er als dan wel vreede met de Caffers zijn zoude.’

‘Dat uit eene Resolutie van Krygsraaden van Graaffe Reinet blijkt, dat door gemelde de Buijs eenige jaaren geleeden een klagtschrift ter vergadering is overgeleeverd geworden, bij verscheide lieden onderteekend, weegens de Overlast die door de Caffers aan hen zoude zijn gepleegd, terwijl bij onderzoek is bevonden, dat de namen dier klagers door hem de Buijs zelve valschelijk waaren geteekend, waarover hij ook in Vergadering is gecorrigeerd geworden.’

‘Dat den burger Gerrit Hendrik Rautenbag almeede aan den onderget: heeft betuigd, dat Jan Oosthuisen en deszelfs huisvrouw, woonende tusschen de Bosjesmans en Zondags Rivieren, aan hem hadden verhaald, dat den vijandelijken Capitein Chakka, voor omtrend een Jaar, bij hun was geweest, en zich bitterlijk over de mishandelingen, die door gem:e de Buijs aan hen wierden gepleegd hadden beklaagd; met betuiging wijders dat hij Rautenbag met een gedeelte burgers geintentioneerd was geweest de Regeering bij geschrifte ootmoedig te verzoeken, dat gemelde Buijs uit hoofde van zijn Strafwaardig gedrag, uit de Colonie mogt worden geweerd, gelijk ook nog door den Veldwachtmeester van de Zwartkops Rivier Cornelis van Rooijen onder wiens district gemelde de Buijs woonachtig is geweest, aan den Onderget: is gedeclareerd geworden, dat de Caffers zich bij continuatie aan hem over de mishandeling van meerm:e Buijs hadden beklaagd.’

‘En heeft ook den onderget: nauwlijks drie daagen na zijn arrivement te Graaffe Reinet in ‘t begin van den voorleeden Jaar 1793 wanneer de Caffers Capitijns Nogora en Karkotie, verzeld van de Hottentotten Willem Hasebek en Adam Vogel, zich over dezelfve de Buijs op nieuw beklaagde, terstond gemelde de Buijs bij een Missive zijn Strafwaardig gedrag Serieuselijk onder het oog gebracht, met last, om zich ter zijner verantwoording ten Spoedigsten ter Drostdije te vervoegen; doch om zeeker te zijn, dat die Schriftelijke ordre na behoren zoude worden besteld, heeft den onderget: dezelve gesloten in eene missive aan voorm:e Lieut:t Tregard, met recommandatie, om de voorsz:e ordre in persoon, dan wel door wettige Reedenen verhindert wordende, door den Veldwachtmeester Jacobus Janze van Rensburg jacobusz: te doen bezorgen; doch heeft denzelven Tregard van zich kunnen verkrijgen, om niet alleen de voorsz:e ordre aan de Buijs niet inpersoon ofte op een Secure wijze te besorgen, maar zelfs in weerwil van de Stipte last, dezelve niet eens aan de Veldwachtmeester Rensburg ter verdere bestelling te doen in handen komen; waardoor dan almeede is voortgevloeid dat gem:e Buijs in zijn gedrag Voortvaarende meerm:e Caffers tot die uitterstens zijn gekoomen.’

‘Tot dus verre UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: is den onderget: dan ter voldoening aan Hoogstderzelver intentie gevorderd, met het onderzoek en de Recherches, welke hij in Staat is geweest te kunnen opspooren, van de reedenen en motiven, welke tot de oneenigheeden met de Caffers hebben aanleïding gegeeven.’

‘De onderget: sal als nu de Vrijheid neemen, ter voldoening aan het derde poinct, eerbiedig voor te Stellen de middelen, welke naar zijn inzien geschikt kunnen zijn om de Vreede met de Caffers te Conserveeren of bestendig te doen blijven.’

‘Een ieder WelEdele Groot Achtb: Heer en E Achtb: Heeren! die maar eene middelmatige kennis heeft van de gesteldheid van ons land en de aart der voorsz:e Caffers Natie, zal al ras begrijpen, dat de onlusten met dezelve, niet dan de allerruineuste gevolgen voor de Colonie en haare Ingezeetenen moeten na zich Sleepen, reeds gefolterd door de aanhoudende quellingen der Bosjesmanshottentotten, dewelke nu eïndelijk tot eene wilde en woeste Natie gebracht zijnde, alleen bij den roof hun leeven ophouden, zijn de opgezeetenen der Colonie nog nauwlijks in Staat, om zich en hunne bezittingen daarteegen te beveïligen. - En wie bezeft dan niet dat het pleegen van vijandelijkheeden met de Caffers een zo magtig Volk, waarvan de ondervinding heeft geleerd, dat Slechts een gering gedeelte het land heeft kunnen beroeren, de allernootlotstigste gevolgen voor deeze Colonie kan opleeveren.’

‘Deeze gevolgen WelEdele Groot Achtb: Heer en E Achtb: Heeren! vertrouwd den Ondergeteekende onder eerbiedige correctie, dat in de eerste plaats door geen ander middel of weg kan worden teegengegaan, en mitsdien de rust en vreede met die Natie geconserveerd, als alleen door zagte en bescheide middelen.’

‘Middelen, welke de onderget:e meermalen heeft ondervonden, dat op de Caffers Natie, als een volk voor reedenen vatbaar en jalours op zijne vrijheid Steeds zeer veel invloed kunnen maaken; doch teevens middelen zo alliëen van de denkwijze van veele onzer ingezeetenen, dat de ondergeteek:, hij moet het tot zijne bïzondere Smerte betuigen, bij continuatie de uitterste teegenkantingen en moeijelijkheeden ontmoet, om zommige derzelve van het pleegen van geweldenarijen jeegens gem:e Natie te rug te houden; waarvan de blijken zich hebben geopenbaard, kort voor des onderget:e vertrek van Graaffe Reïnet ; als wanneer den Lieut:t Carolus Joh: Tregard zig bij den Onderget:e heeft vervoegd, vergezeld van de burger officieren van Jaarsveld, Jacobus Gustaaf Tregard en Nicolaas Smith, waarvan de eerstgemelde het woord voerende, in zeer onbescheidene termen heeft gedeclareerd, dat de Commando’s op de Caffers niet goed waaren gedaan, voor reedenen bijbrengende, dat de Ingezeetenen hun geroofd Vee niet te rug hadden ontfangen,de Caffers niet genoeg geslaagen, en de Vreede alleen tusschen de Landdrosten en de Caffers was geslooten geworden, voorts dat de Ingezeetenen hadden moeten te kort schieten, om dat ook de Hottentotten eenig Vee hadden ontfangen, met bijvoeging, dat daarover door Zes ingezeetenen bij hem klagten waaren ingebracht.’

‘De onreedelijkheid hiervan, zullen UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: dadelijk apprehendeeren, wanneer dezelve gelieven in aanmerking te neemen, dat de Hottentotten ter adsistentie der Commando’s gediend hebbende, altoos in ‘t eerste vuur en op de gevaarlijkste plaatsen zijn geemploïeerd geworden, en bij continuatie met alle blijken van gewilligheid hun best hebben gedaan, en hun leeven gewaagd, waaromme men dan ook geene zwarigheid heeft gemaakt, hun op deeze Expeditie eene beloning toe te zeggen, en dus na het voleindigen der Commissie aan die belofte plichtschuldig te voldoen, echter op eene wijze die nimmer kan geacht worden tot eenig nadeel van belang voor de Ingezeetenen te hebben verstrekt, alzoo de meeste Hottentotten zich met één of twee beesten hebben moeten vergenoegen; niet teegenstaande het zeeker is, dat het getal der Hottentotten, bij de meeste expeditiën teegen de Caffers of Bosjesmans, dat der Christenen ver overtrefd, en dus de voorzichtigheid gebied te zorgen, dat dezelve Hottentotten, nooit de lust bekruipe, om de Christenen te verlaten en zich bij den Vijand te voegen.’

‘Ondertusschen heeft de onderget: van den voorsz:e drie Officieren Carel Johannes en Jacobus Tregard, mitsg:s Adriaan van Jaarsveld de verklaringen ingewonnen en deeze onder N:s 9, 10 en 11: bygevoegd.’

‘Dog om verder te Spreeken over voorsz:e 3:e point de onderget:e had zo even de eer aan te merken, en hij is ook overtuigd, dat UWelEdele Groot Achtb en E Achtb: intentie geduurig daarheen Strekt, dat de oneenigheeden met de voorsz:e Caffers bij aanhoudendheid door de zagste middelen behooren te worden uit de weg geruimd, ten minste en in allen gevalle dat men tot geene uitterste behoord, recours te neemen, als alleen wanneer de middelen van defensie noodzakelijk worden, en alle andere weegen van menschelykheid te vergeefs zijn beproefd.’

‘Als een gevolg dier beginselen, is dan ook in de eerste plaatse van’t hoogste aanbelang UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: dadelijke en Serieuse voorsieninge teegen het doen van Commando’s buiten de alleruitterste noodzakelykheid, welke de ondergeteek: thans niet in Staat is, te rug te houden, als hebbende voorsz:e officier Carolus Johannes Tregard, die gelijk uit de voorsz:e verklaaring duidelijk te zien is, de ingezeetenen hiertoe geduurig trachten, aan te zetten, of te animeeren, in de laatste gehoudene gecombineerde Vergadering van den 3:e der gepasseerde Maand Februarij expres over deeze zaak belegd, niettegenstaande alle de overige Heemraaden en Krijgsofficieren met den ondergeteek: volkoomen in begrip quadreeren, evenwel fort en ferm op het doen van Commando’s en het attacqueeren der Caffers de novo blijven insteeren, waarteegens de onderget: en voorsz:e Heemraaden en Officieren zo veel mogelijk alle gepaste maatregulen hebben trachten te neemen, met het doen van Zodanige aanschrijvens, Collegies weegen, aan de veldwachtmeesters, als UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: des begeerende uit de onder N:o 12 bijgevoegde Copie nader zullen kunnen ontwaren.’

‘Voor het overige vertrouwd de ondergeteek: noch onder eerbiedige Correctie, dat de volgende maatregulen met zeer veel Succes zoude kunnen worden geemploïeerd, om op den duur de rust en tranquiliteit tusschen de Caffers Natie en de Christenen te conserveeren.’

‘1:o met te Renoveeren alle zodanige placaaten als gestatueerd zijn, om het ruilen van Vee met de Caffers en voor al de mishandeling derzelven teegen te gaan.’

‘2:o met te bepalen, dat niemand der ingezeetenen sal vermogen zich over de grote Visch-rivier te begeeven, onder geene pretexten hoe ook genaamd zelfs ook niet om ordonnantiën verkreegen hebbende, aldaar Oliphanten te mogen gaan Schieten, ten zij zulks in het bïzonder wierd toegestaan, aan deeze of geene weldenkende Ingezeetenen, van wien men zich overtuigd houd, dat daarvan geen misbruik zal worden gemaakt, het geen onder eerbiedige Correctie zoude behooren te werden gedefereert gelaten aan den Landdrost dewelke van de denkwijze der Ingezeetenen van nabij kennis draagd.’

‘3:e Dat ook alzoo weederkeerig niemand der Caffers Natie zich aan deeze zijde der groote Visch-rivier zal mogen laaten vinden, op pœne van als verraders aangemerkt en met geweld te rug gedreeven te worden met uitzondering alleenlijk van zodanige Caffers als door derzelver Capitijns tot het overbrengen van boodSchappen ter drostdije mogten werden geemploïeerd als in welk geval dezelve van een kopere plaat met zeeker merk zo als de onderget:e aan ieder Caffers Capitijn een heeft present gedaan als een teeken van Vrijgeleïde, zouden behooren te zijn voorzien, van hoedanige teekenen van vrijgelijde mentie word gemaakt in de nevensgaande Missive aan de voorsz:e officier Adriaan van Jaarsveld Sub N:o 13.’

‘Deeze Schikkingen zoude de ondergeteek: aan alle de Caffers Capitijns zoo veel doenlijk, dan wel aan de voornaamste derzelve in persoon, of door getrouwe afgezanten ter kennisse behooren te doen koomen, en voorts met dezelve de nodige verbintenissen aangaan: En zoude de ondergeteek: ook vermeenen dat het thans ten uitterste dienstige zouden zien, eenige Snuijsereïen volgens neevensgaande Lyst ten blijke van vriendschap aan de gemelde Caffers Capitijns te verstrekken en dat om alle ruilingen met de Ingezeetenen te vermeïden, waartoe de Caffers, om zich van de bij hun onontbeerlijke Cieraaden te voorzien nog altoos geneegendheid zullen blijven betoonen, het meede niet ondienstig zoude jaarlijks eene geringe hoeveelheid tot die eindens te doen verstrekken.’

‘Door al het welk den Onderget:e met eerbied vertrouwd, dat door de tijd de rust tusschen gem:e Natie en onze Ingezeetenen zal worden herSteld en dus de gevolgen, die men anderzints daaruit te gemoed ziet, voorgekomen’

‘Hiermeede zoude de ondergeteek: dit zijn Schriftuur kunnen besluiten waare het niet, dat zo wel zijnen plicht als de goede ordre vorderde dat hij ook teevens aan UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: ter kennisse bracht de insolentiën waarin zommige wijnige persoonen zich in de voorsz:e Colonie te buiten gaan enkel en alleen om dat aan haare zucht en neiging ten opzichte der gemelde Caffers en andere naturellen door de onderget: niet den ruimen teugel word gevierd.’

‘Onder dezelve persoonen bevinden zich, behalven de bovengemelde Carolus Johannes Tregard waarvan hiervoren breeder is gewag gemaakt, voornamentlijk voorschreeve Coenraad de Buijs, Johannes Botha Jacobusz: en Cornelis Faber, welke zich bij geleegendheid dat het Zwellendams Commando onder bevel van den Capitijn Laurens de Jager zich had gevoegd bij dat der Colonie Graaffe Rijnet , om gezamentlijk teegens de Caffers te ageeren, volstrekt begeerd, en ook veele anderen hebben opgemaakt, om te vorderen, dat niet alleen alle de op Commando zijnde Ingezeetenen, maar zelfs den Landdrost van Graaffe Reïnet , ofte de onderget: ondergeschikt zoude behooren te zijn, aan het opperbevel van voorm:e de Jager: waarvan de Onderget: geene ander reedenen kan bevroeden, dan alleenlijk deeze, dat zij van de denkwijze van den Onderget: onderricht, onder zijn Opperbevel zich niet zoude kunnen vleïen met de hoope, van zich deeze geleegendheid ten nutte te zullen mogen maaken, in het exerceeren van hunne gewoone Wreedheeden op de kaffers natie. Ondertusschen is het insubordinaat gedrag van voorsz:e Buijs C: S: zo verre gegaan, dat zij, met een aantal van ruim Twee Hondert man voor de Tent van den Onderget: zijn verscheenen, en verklaard hebben, zich onder het bevel van voorm:e de Jager te zullen vervoegen: Een gedrag WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: Heeren het welk in zoortgelijke Criticque ogenblikken dikwils tot de grootste wanordens, ja tot ondergang der Colonie zoude kunnen Strekken, hoe zeer zulks ook in het laatste geval daarvan het effect niet is geweest, alzoo de meeste zich hebben laaten bevreedigen, met de ferme declaratie van den ondergeteek: dat hij het opperbevel moest en ook zoude houden, en niet gedogen, dat een Capitijn der Colonie Zwellendam gezag voerde over den Landdrost van Graaffe Reijnet : dan hier door is echter de quaadwilligheid van voorsz:e Buijs C: S: niet alleen niet verdweenen, maar heef nog ten gevolge gehad dat wanneer den burger Jan Duvenage geweïgert hebbende de beveelen van den Heemraad Hendrik Mijntjes van den Berg die in de kaffers Commissie den Landdrost representeerde te gehoorzaamen, door den Onderget: op eene bescheide wijze hierover wierd Onderhouden, denzelven heeft kunnen goedvinden, op eene publiecque vendutie ten aanhooren van verscheide lieden den Onderget:e in brutale termen toe te voegen: Jij kan doen wat gij niet laaten wilt, het volk op het Commando heeft jou ook niet willen gehoorzaam en zijn niet gestraft, om die reeden doe ik het ook niet; En daarom acht den Onderget: zich verpligt UWelEdele Groot Acht: en E Achtb: op het needrigst te Suppliceeren, dat hoogstdezelve hem gelieven te maintineeren teegen voorschr: disobedient persoonen, op zodanige wijze als UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: meest geschikst zullen oordeelen tot Conservatie van de goede ordre in de Colonie Graaffe reinet , mitsg:s om het gezag deezer Regeeringe zodanig te kunnen bewaaren, dat men in die Colonie ondervinde, dat hoe groot ook de distantie tusschen haar en het Hoofdgebied zij, het zelve niet te min in Staat is en blijft, om haar wettige Authoriteit teegen de pogingen van kwalijk denkende te beveiligen en te beschermen.’

‘Dat het ondertusschen van het uitterste belang is, om in de Colonie Graaffe Reinet het gezag van de Regeeringe zo stipt mogelijk te handhaven, blijkt uit het gedrag van de burgers Willem de Clercq, Frans Krieger, Marthinus Prinslo George Diederik Gehr en Jan Bosch dewelke ronduit geweigert hebben, den Eed van trouwe aan den WelEdelen Groot Achtb: Heere Commissaris over dit Gouvernement te doen: welke weïgeringen wel niet kan geacht worden uit hoofde der geschillen met de Caffers natie te zyn geschied, en dus ook geene betrekking heeft tot het oogmerk deezer Memorie: doch waaromtrend den ondergeteekende zich echter beswaard vind, UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: ignorant te laten, alzo niets een meer Schadelyken invloed kan hebben op de Rust en goede orde als het weïgeren van den Eed van Trouwe, door lieden die zulks doen alleen uit hoofdigheid, en zonder daartoe eenige grond te hebben; zijnde zodanige persoonen uit haren aart geschikt, voor al in een Colonie zo ver afgeleegen, om de rustige gemoederen aan het gisten te brengen, en dus den grondslag ten algemeene verdere te leggen.’

‘De ondergeteek: vertrouwd dat UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: hem deeze uitstappen ten goede zullen gelieven te duiden; en het is in de vaste hoope op UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: vaderlijke protextie, dat hij deeze Memorie besluit; hoogst dezelve verzeekerende met onafgebroken trouwe zich Steeds te zullen betoonen’

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘UWelEdele Groot Agtb: en E Achtb: zeer ootm: getr: en gehoorz: dienaaren /:get:/ H: D Maijnier’

‘Cabo de Goede Hoop Ultimo Maart 1794.’

na lectuure van welke Stukken door den edelen Heer Commissaris wierd gecommuniceerd, dat zijn Ed: bij t’ inzien van dezelve, uit overtuijging van de noodzakelijkheid dat met de meestmogelijke Spoed wierde gezorgd om eensdeels de zucht tot tweedracht en insubordinatie, die blijkens dat bericht in de Colegiën der Colonie Graaffe Reinet haare verderflijke uitwerkselen begon te doen ondervinden te weeren en te Stuiten, en ten anderen de ongeoorloofde inclinatie der opgezeeten van dat district om gestadig Commando’s teegens de Caffers te doen zonder noodzakelijkheid en meestal uit een betrachting van zelfsbelang ten nadeele van’t algemeen welzijn en op eïgene autoriteit zonder qualificatie van den Landdrost veel min op die deezer Regeering voor nu en voor altoos afsnijden, vermeend hadt omme uit aanmerking van de dringende bezigheeden die het expedieeren van S Compagn:s Bodems in de voorleedene maand April hadt veroorzaakt, en waardoor de deliberatien over zulke volumineuse Geschriften hebben moeten blyven uitgesteld, niet omheen te mogen zijn in zyn Ed: qualiteit als Commissaris over dit Gouvernement, eerst aan Landdrost Heemraaden en Krijgsofficieren der gezegde Colonie te richten eene ernstige en nadrukkelijke Missive, om de rust, vreede, eendracht en ondergeschiktheid onder hen en de opgezeetenen te herstellen en bestendig te doen blijven, en vervolgens eene andere aan den Landdrost alleen, om de voortgang der ongequalificeerde Commandos op de Caffers voor te koomen en te weeren, en daardoor de met die natie getroffen vreede te bevestigen en van duur te doen zijn, welke Missives repectivelijk gedateerd den 11:e en 29:ste April jongstleeden bevonden wierden van volgende inhoude.

Graaffe Reinet

‘Aan den koopman en Landdrost Honoratus Christiaan David Maijnier neevens Heemraaden en Krijgsofficieren aldaar.’

‘Goede Vrienden!’

‘De Landdrost van UWe Colonie in persoon aan de Caap verscheenen zijnde, heeft mij van zijne verrigtingen, omtrent de ruptures der Caffers natie nader en uitvoerig Rapport gedaan.’

‘Welk Rapport vergeleeken met het berigt, dienaangaande door hem, den Landdrost van Zwellendam beneevens Heemraaden en krijgsofficieren voorlopig aan de Regeering gedaan, heeft het door hem in deezen gehouden gedrag als met d’ intentie der Regeering en met de indrukselen van menschlijkheid volkoomen overeenkomstig, mijne bïzondere goedkeuring weg gedraagen.’

‘Uit de door de Landdrost aan mij gesuppediteerde Stukken is mij verder gebleeken, dat verscheide lieden der Colonie Graaffe Reinet , onvergenoegd dat haar uit het op de Caffers veroverd vee een zoo gering aantal beesten in eevenredigheid van het geen hen volgens de gedaane opgaave zoude zijn ontnoomen geworden, was te beurt gevallen, hunne geneigdheid hebben getoond om weder in het Cafferland te dringen en die natie ongeacht de onlangs met dezelve getroffene Vreede op nieuws aan te tasten ten eïnde de nog geleeden werdende Schade op eene geweldige gewijze te verhaalen.’

‘Eene onderneeming waarover ik mij om der gevolgen wille, niet genoeg heb kunnen verwonderen: daar, behalven de pœnaliteiten, waarin zodanige Ingezeetenen dadelijk volgens ‘S lands wetten en placcaaten teegens het aanranden der Caffers natie g’Emaneerd /: en welke placaaten ik begeere dat ten Strengsten zullen moeten worden gemaintineerd:/ hierdoor zoude zijn vervallen, het bezef van hunne eïgene welzijn hen daarenboven hadden behooren te doen inzien dat een Stap van dien aart de Colonie aan de bitterste onheïlen zoude bloot stellen en zulks te meer, nadien de goede Ingezeetenen volgens de berigten die ik daarvan bekomen heb, thans meer dan ooit door de rovende Bosjesmans Hottentotten worden ontrust; waarteegen zij nauwlijks meer in Staat zijn zich in hunne bezittingen naar behooren te beveïligen en welke natie, wanneer men zig nog bovendien de Caffers als een opentlijke vijand, op den hals haalde te minder in haare moord en roofzucht zouden kunnen worden beteugeld.’

‘Om dus provisioneel op de best mogelijkste wijze hierin te voorsien heb ik raadsaam g’oordeeld den Landdrost Uwer Colonie te ordonneeren gelijk hij g’ordonneert word bij deezen, om ten opzigte der gementioneerde Caffers natie met alle mogelyke zachtzinnigheid te werk te gaan, en, is ‘t doenlyk, dezelve met bescheidenheid in der minne uit de door onze Ingezeetenen bewoonde Streeken velds, of uit onze limiten tot over de groote Visrivier te brengen, voorts in het bijzonder, om geene Commando’s hoe ook genaamt op de Caffers te doen afgaan, als alleen ingevallen waarin voldoende zal zijn gebleeken dat zulks in Cas van tegenweer en om de bezittingen der Ingezeetenen teegens aanvallen te beveïligen niet te vermijden en dus noodzakelijk is.’

‘Te gelyk heb ik in mijne qualiteit nodig g’oordeeld den gemeld Landdrost te authoriseeren om wanneer in UWE: Colegiën voordragten of addressen met betrekking tot de Caffers voorkomen, waaromtrent bij hem bedenkelykheeden mogten ontstaan, de besluiten daarop als dan, tot tijd en wijlen hij desweegens de beveelen der Regeering zal hebben vernoomen, op te Schorten: waar van UE: bij deezen kennisse word gegeeven, met last om dadelijk aan alle de Veldwagtmeesters in UE Colonie te doen afgeeven Extracten uit deeze mijne aanschrijving ten eïnde betreffende de gemelde Caffers Natie te dienen tot hun naricht.’

‘Dan daar de beste maatregulen hun bedoelde oogmerk missen, zoo niet een ieder in het zijne en wel inzonderheid de geene die Eed en amptshalven verpligt zijn daartoe meede te werken in de eerste plaatse de pogingen der Regeering tot nut der Ingezeetenen aangewend op eene kragtdadige wijze ondersteunen, zoo verwagte ik van UE: en vermaane U lieden daartoe voor zoo veel des noods zeer ernstig, dat voor de Stipte naarkoming der beveelen, welke ik bij deezen uitvaardige van Uwe zijde niet alleen met allen mogelijken ijver zal worden gezorgd maar dat ook een yder Uwer als ingezeeten zo in dit als in alle andere opzigten door zijn voorbeeld zal trachten te bevestigen hoe noodzakelijk het zij dat in maatschappijen eene betamelijke ondergeschiktheid en onderwerping plaats grijpen aan alle Schikkingen welke beraamd worden door die geenen die zich in de moeïelijke en zwaarwigtige betrekking gesteld vinden om S Volks zekerheid en gelùk naar best vermoogen te bevorderen en te handhaaven.’

‘Ik vetrouwe dat UE alle een volkomen bezef zullen hebben van derzelver duure verpligting om tot bevordering van de belangens der goede Ingezeetenen in UW kring meede te werken en dat U lieden beste pogingen zig altoos daar heenen zullen Strekken om U waardiglijk van Uwen pligt in deezen te kwijten, terwijl het mij altoos ten uittersten ongevallig zoude zijn, te verneemen dat iemand onder U zich zelven in zoo verre had vergeeten om de Welvaart Uwer meede burgeren op de eene of andere wijze te verwaarlooze, en daar door niet alleen een hoger bescherming noodzakelyk te maken maar ook zich zelven ten hoogsten verantwoordelijk te Stellen.’

‘Het zal in deezen dan vooral afhangen van die betamelijke ondergeschiktheid welke in alle betrekkingen moet plaast hebben, zoo wel bij de Ingezeetenen ten opzigte van UE en hoogere Gebiederen als bij UE: met betrekking tot den geenen door wien door de Regeering het bestier van UW Colonie en de verantwoordelykheid daarvan in de eerste plaats is opgedragen, zodanige ondergeschiktheid, en eene onderlinge goede verstandhouding in Uwe vergaderingen worden UE: bij deezen ten ernstigsten aanbevolen, op dat dus de goede Ingezeetenen door dergelijke gepaste voorbeelden mogen worden opgewekt om alzoo de rust, goede order en geluk in UE Colonie op een duurzamen voet te vestigen’

‘In welke verwachting ik na groete blijve’

‘UE: Goede Vriend /was get:/ A: J: Sluijsken.’

‘In t Casteel de Goede Hoop den 11 April 1794.’

Graaffe Reneit

‘Aan den koopman Titulair H: C: D: Maijnier Landdrost aldaar.’

‘Goede Vriend!’

‘Daar ik toe nog te geenen tyd hebbe gehad om te besluiten op U Vertoog van den 31:e maart Jongstleeden, dient deeze om UE: voorloopig te gelasten, ten eïnde alle ende een iegelijk te beveelen om zig wel te hoeden en zorge te dragen van eenige vijandelykheeden te onderneemen teegen de Caffers Natie, en dienvolgens allen Krijgsofficieren Veldwachtmeesters, en wie ook in eenig Commando mag zijn gesteld op ‘t Sterkste te verbieden om eenige Commando’s of Samenvoegingen van Ingezeetenen te commandeeren, ofte aan te voeren en de gezeide Caffers te attacqueeren, zonder daartoe alvoorens eene legale ordre van UE: te hebben erlangd, op pœne van ter contrarie doende als verstoorders van de publiecque Rust te zullen worden gestraft, terwijl een ieder welke zal worden bevonden eenige Caffers op eene moedwillige wijze en zonder dat zelf verdediging zulks noodzaaklijk heeft gemaakt sal hebben om’t leeven gebragt ofte door zijne Hottentotten of Slaven doen brengen daar voor navolgens de wetten aan den lijve en leeven worden gestraft’

‘En daar ik Overtuigd ben dat ‘t eenigste middel om den oorlog met de Caffers, in ‘t vervolg Voor te koomen en daardoor aan de goede Ingezeetenen en Braave Burgers Uwer Districts eene geruste bezittinge haarer Vee en goederen te bezorgen, daarin geleegen is, dat UE: door vriendelijke negotiatiën zoekt te bewerken dat die welke zij nog aan deeze zijde der Groote Visch-rivier bevinden, zich over dezelve te rug begeeven, en dat vervolgens dezelve Rivier tot eene landscheiding worde bepaald, zoo als bij UE: vertoog voorgesteld is, zoo zal UE: alle de Heemraaden en krijgsofficieren uit mijnen naame recommandeeren om ten voorschr: eïnde met UE: meede te werken en al ‘t haare toebrengen om door den Oorlog voor te koomen ‘t land in rust en vreede te brengen en daarinne te doen blijven’

‘En nadien tot onderhoud van die rust en vreede noodzaaklijk komt te weezen alle verkeering, handel of ruiling tusschen onze opgezeetenen en de Caffers te stuiten, zo zal UE: beneevens alle die zulks mogt aangaan met alle zorgvuldigheid moeten waaken dat ‘t placaat waarbij aan de Ingezeetenen is verbooden zig over de gemelde groote Visch-rivier te begeeven behoorlijk worde gehandhaaft zonder eenige oogluiking ofte verdrag, en zo meede dat de opgezeetenen op geenerhande wijze ‘t door ruiling of andere pretext van geschenken zich in ‘t bezit Stellen van een dan wel meerder Caffersbeesten, alwaare ‘t zelfs dat dezelve door de Caffers aan deeze zijde van de groote Vischrivier wierden gebragt en hen aangebooden.’

‘dan vermits aan UE: is gebleeken hoe niettegenstaande dit verbod den Burger Lucas Meijer zig heeft toegeeigend 17 a 18 Caffersbeesten, en zo meede dat den Burger Barend Lindequee beneevens de Burgers Willem Grobbelaar, Abraham Duvinage, Lucas Meijer, Isaac Cornelis van Rooijen Cornelisz:e en Johannes Grobbelaar, zig zonder UE: last op Commando hebben gegeeven en van de Caffers Vee overweldigd, dit Vee verdeeld en voorts van dit een en ander maanden na hun te rugkomst toevallig aan UE: kennisse gegeeven, zo zal UEd: alle gemelde persoonen en zo meede den Luitenant Carolus Johannes Tregard, de Burgers Coenraad de Buijs, Coenraad Bezuidenhout en Christoffel Botha, provisioneel uit mijnen naam aanschrijven dat hun onbetamelijk gedrag mijne hoogste indignatie heeft verwekt met serieuse recommandatie om zig voortaan met behoorlijke ondergeschiktheid te gedraagen naar de wetten ten nutte van hen en hunne meede Ingezeetenen gemaakt en bedreiging dat zo wanneer zij wederom daarvan mogten koomen af te wijken, zij alle na merites zullen worden gestraft en zal UE: met verdubbelde Ijver moeten waaken dat zo de gezegde persoonen als alle anderen die voortaan eenige knevelarijen aan de Caffers mogten pleegen in handen van de Justitie geraaken ten einde na verdienste en anderen ten afschrik te kunnen worden gestraft.’

‘Waar meede blijve’

‘UE: goede Vriend’

‘’Ter ordonn:e van den Edelen Heer Commissaris /:was get:/ G: F: Goetz: Secretaris’

‘In t Casteel de Goede Hoop den 29:e April 1794.’

den Edele Heer Commissaris voor deeze byzondere zorge beleefdelijk bedankt geworden zijnde, is vervolgens over de overige pointen bij het bericht van den Landdrost Maijnier voorkomende en welke ‘S Raads voorzieninge vorderen met alle attentie gedelibereerd en daaröp beslooten:

dat om voortaan voor te koomen de onregelmatige pretensien welke de Opgezeetenen hebben geformeerd om Schadelooos te worden gehouden over het Vee door de Caffers van hen geroofd en zo meede dat door bedriegelyke opgaaven van de bezittingen der gezamentlijke Opgezeetenen de Colonie Graaffe-Reïnet niet worden verstooken van het geen een ieder hunner na mate van zijn vermoogen moete opbrengen ter goedmaakinge van de algemeene kosten en om de allezints zorgelyke Staat der finantiën van gedachte Colonie een beter aanzien te doen verkrijgen, Landdrost en Heemraaden wel expresselyk zullen worden geordonneerd en gelast, gepaste middelen te beraamen en te bewerkstelligen, omme voortaan alle fraudes die in de gewoone jaarlijkse opgaaven, voornamentlijk met betrekking tot het Vee plaats hebben gehad, te weeren, waartoe zij voornamentlijk zullen moeten doen strekken de vermaningen tot de verpligting waarönder een ieder der Opgezeetenen legt, om in een land als dit, waar over het algemeen zeer weinige, doch door de Bewooners van het district van Graaffe-Reïnet geene anderen belastingen worden gedraagen dan een geringe Recognitie der Leeningsplaatsen door hen bewoond, beboùwd en beweid wordende, na best vermoogen en zo als de welingerichte bepaalingen koomen te vorderen, een ieder naar maate van de talrijkheid zijner kùdde te contribùeeren, om ten behoeve van S Colonies Cassa en dùs ten hùnne eïge nutte, met blymoedigheid op te brengen, zodanige penningen als vereischt worden, om de publiecque Gebouwen en zodanige Ambtenaaren als van weegens de Colonie moeten worden onderhouden, in Stand te kunnen doen blijven en te Salarieeren, ten eïnde de op de Colonie en dus op de bezittingen van de gezamentlijke opgezeetenen hechtende Schulden, waarvan de Intressen, door’t fraudeeren in de gewoone opgaave, als een moedwillig beswaar, en eene door kwaade trouw zelfgezochte belasting moet worden geconsidereerd, eenmaal te kunnen aflossen en daardoor aan den dag te leggen de zuiverheid der inzichten die de Opgezeetenen der Colonie Graaffe-Reinet hebben gehad, omme deeze Regeering bij herhaaling op de nadrukkelijkste wijze te solliciteeren in dat verafgeleegen district eene magistrature op te richten .

dat, dewijl de ontstaane rupture tusschen de opgezeetenen en de Caffers voornamentlijk, zo niet eenlijk, moet worden geweeten zo aan de overgroote gemeenschap die de opgezeetenen, in weerwil van de daartegen gestatueerde Placaaten en ordonnantien zijn houdende, met de Caffers, en zo meede aan het vermetel gedrag door onderscheidene Opgezeetenen maar wel principalijk door den Burger Luitenant Barend Lindequee gehouden, door onder voorwendzel van eigene verdeediging op de Caffers aanvallen te doen en aanzienlijke troupe Vee op hen te veröveren, alle en een iëgelijk der Opgezeetenen op de allerenstigste wijze zullen worden gelast en bevoolen, zich onder geenerleï pretext te begeeven over de groote Vischrivier , die altoos is geweest en verder blyven zal de grensscheiding van de bezittingen der Opgezeetenen en die der Caffers, ten zij daartoe door den Landdrost in persoon dan wel bij geschrifte mogten worden gecommandeerd of gecommitteerd, op pœne dat de geene die dit bevel mogten overtreeden en’t zij eigener autoriteit dan wel op verzoek ofte ordre van Krygsofficieren Veldwachtmeesters, Veldcorporaals ofte anderen, zonder dat deeze hen daartoe een Schrifteljik bevel van den Landdrost vertoonen, zich over de gemelde groote Vischrivier zullen begeeven, na exigentie van zaaken, als verstoorders der algemeene rust en veiligheid, aan den lijve ofte ‘t leeven zullen worden gestraft; en, daar door ‘t Stipt achtervolgen en doen achtervolgen van deeze heilzaamen ordre mitsgaders die welke den Edelen Heer Commissaris bij zyn Ed: Missive van den 29:e April laatstleeden aan den Landdrost Maijnier heeft gegeeven de opgezeetenen in de onmogelijkheid zullen worden gesteld zich meester te maaken van het Hoornvee der Caffers, zo zal den Landdrost der Colonie Zwellendam Antonij Alexander Faure, onder wiens district den voorseide Luitenant der Burgerij Barend Lindequee thans woonachtig is, onder toezending van de door den Landdrost van Graaffe-Rijnet desweegens overgelegde papieren en qualificatie om de ontbreekende van deeze afte vraagen, worden geinjungeerd en gelast, zoo als hij gelast en geinjungeerd word bij deeze, omme teegens den meergenoemde Barend Lindequee voor den Raade van Justitie deezes Gouvernements te institueeren en te achtervolgen zodanige actie als hij ex officio zal vinden te behoren, om hem over zijn geïnsubordineerd en ongequalificeerd gedrag naar verdiensten te doen Straffen of corrigeeren.

dat voorts den Landdrost en Heemraaden van Graaffe-Reijnet zullen worden geordonneerd zo als dezelve geordonneerd worden bij deeze, omme den Luitenant der Burgerij Cornelis Johannes Tregard voor zich te ontbieden, om hem namens deeze regeering voor te houden het Schandelijk en allezints onwaardig gedrag door hem gehouden, in ‘t achtervolgen der beveelen hem door den Landdrost gegeeven tot stuiting en weering der onderneeming door den meergenoemde Lindequee ongequalificeerd tegens de Caffers gedaan, met Serieuse bedreiging dat zo wanneer immer ofte ooit wederöm mogt afwijken van het geen zijn eed en pligt van hem komt te vorderen en ongehoorzaamheid betoonen aan de beveelen der geenen die recht hebben hem te gebieden als dan daarover na bevinding en volgens de wetten te zullen worden gecorrigeerd.

Dat de Burger Coenraad de Buijs die volgens het Rapport van den Landdrost Maijnier door Schandelijke knevelarijen en ontmenschte handelingen aan de Caffers te pleegen de voornaamste aanleiding Schijnt te hebben gegeeven tot de onlusten met gedachte Natie, op zodanige wijze als den edelen Heer Commissaris dienstig en oirbaar zal oordeelen kaapwaards zal worden geroepen, om zich over de tegens hem ingebrachte beschuldigingen te verantwoorden terwijl den ad interim Fiscaal Willem Stephanus van Rijneveld, onder afgaave van Extract uit het bericht van den Landdrost Maijnier voor zo verre gedachte de Buijs betreft, en Copia van de daartoe relative Stukken zal worden geinjungeerd en gelast van den Landdrost Maijnier omtrent deeze beschuldigingen zodanige nadere informatie en enquesten te vorderen als hij tot Staving van dezelve nodig zal oordeelen, omme daardoor in Staat te geraaken om bij verschijning van gedachte de Buijs ter deezer Hoofdplaatse denzelven voor den Raade van Justitie te regt te stellen zo hij daartoe gegronde reedenen vinden zal, zullende hiervan bij Secreete Missive kennisse worden gegeeven aan den Landdrost van Graaffe-Reïnet , met bevel omme zich daarna te gedraagen en aan niemand daarvan eenige de allerminste communicatie te geeven;

dat in zo verre zullen worden overgenoomen alle de middelen door den Landdrost opgegeeven om de vreede met de Caffers te onderhouden en bestendig te doen blijven; dat alle de placaaten gestatueerd teegens het ruilen van Vee met de Caffers en omtrent het mishandelen van dezelve zullen worden gerenoveerd, met zodanige ampliatiën als bij deeze zijn gemaakt; dat namentlijk niemand der In-en-opgezeetenen deezer Colonie zich zal moogen begeeven over de groote Visch-rivier onder wat pretext zulks ook zoude mogen zijn, en dus ook niet om Oliphanten te Schieten, waartoe dus ook aan niemand wie hij zijn moge permissie zal worden verleend:

dat ook niemand de Caffers zich aan deeze zijde van de groote Visch-rivier zal moogen laaten vinden, op pœne van als verraders aangemerkt en met geweld te rug gedreeven te worden met uitzondering van zodanige als door de Capitijns worden afgezonden, tot het overbrengen van boodschappen aan den Landdrost, dewelke als dan zullen moeten weezen voorsien van zodanige gemerkte kopere Plaate als den Landdrost by zijn vertoog heeft opgegeeven, en zullen alle opgezeetenen worden gelast en bevoolen zo als dezelve bevoolen en gelast worden bij deeze zodanige Caffers niet alleen onverhindert naar de drostdije te laaten gaan, maar hen op deeze tochten zelfs alle mogelijke adsistentie te bieden en te doen geworden, op pœne dat contrarie handelende als rustverstoorders zullen worden gestraft: en dat Laatstelijk de door den Landdrost gevraagde Snuisterijen om ten blijke van vriendschap aan de Caffers te worden geschonken en waarvan reeds een gedeelte is verzonden, ten vollen zullen worden voldaan, en met de toezending van deeze geschenken Jaarlijks worden geContinueerd na maate de omstandigheeden zulks zal koomen te vereisschen zullende de zaakelijke inhoud van dit Placaat jaarlijks bij de Burgerwaapenschouwing ten overstaan van Landdrost en Heemraaden moeten worden voorgeleezen.

Dan vermits bij ‘t Slot van het gemelde vertoog door den Landdrost Maijnier aan deeze Regeering gericht is koomen te consteeren, dat de Burgers Willem de Clercq, Frans Krieger, Marthinus Prinsloo, George Diederik Gehr en Jan Bosch, geweïgerd hebben te presteeren de Eed van trouwe aan den edelen Heer Commissaris, zo zullen alle de gemelde persoonen over dit hun onbetamelijk en ongehoorzaam gedrag door den Landdrost Maijnier na behooren moeten worden geactioneerd, ten waare dezelve hierover blyken van berouw mogten geeven en aanbieden de hen opgelegde Eed naar Schuldigen pligt te presteeren.

Eenige opgezeetenen in en omstreeks de Mosselbaaï woonachtig, aan deezen Raade gericht hebbende het volgend Request.

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer M:r Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch India Mitsgaders Commissaris van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: benevens den Wel Edele Achtb: Heer Gezachhebber en den Edele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Achtbaare Heer! en Edele Achtbaare Heeren!’

‘Geeven met de meeste Eerbied te kennen UWerWelEdele Achtb: zeer onderdanige en Gehoorzaame Dienaren de Ondergeteekende Ingezetenen der Colonie Swellendam .’

‘Hoe in den jaare 1786 eenige in en omstreeks de Mosselbaai woonende Ingezeetenen met de Heeren Duminij Johannes Gysbertus van Reenen en Egbertus Bergh als hiertoe door UWelEdele Achtb: expres gequalificeerd, hebben gecontracteerd gehad, omme zoo op derzelver in eïgendom als leening bezittende Landerijen, Jaarlijks zoo veel graanen en wel voornamentlijk koorn te zullen bouwen als het Land en de uitgestrektheid van derzelver vermoogen maar eenigzints zoude willen gedoogen, en ‘t zelve tot zodanigen Prijs als Jaarlijks door Heeren Commissarissen uit den E: Achtbaaren Raad van Justitie zouden worden bepaald in de gemelde Mosselbaaï aan de E Comp:ie te zullen leeveren, ten eïnde zulks door Vaartuijgen der Maatschappij van daar zoude konnen worden afgehaald, na aftrek van een tiende voor Compagnies gerechtigheid en een tiende voor de Vracht en risico der Zee, en zulks nog wel onder deeze expresse bepaling, dat bij verscheining van vreemde natiën Scheepen in gemelde Mosselbaai of eenige andere langs de kust leggende baaïen, geen de minste quantiteit van die graanen zonder expres geobtineerd Consent van de Regeering, aan dezelve zoude moogen worden geleeverd op zodanige pœnaliteiten als de E Achtbaaren Raad van Politie zoude goedvinden daar teegen te Statueeren.’

‘De Supplianten WelEdele Achtbaare Heeren wel verre van dat Contract te overtreeden, hebben zig in teegendeel in Staat gesteld zoo met hunne Landerijen tot den graanbouw bekwaam te maaken als andere middelen ten dien einde te beraamen om de E Compagnie met het leeveren van graanen genoegen te geeven, en dezelve in Staat te stellen om aan de van hem gevorderde leeverantie te voldoen en zulks in dat gerust vertrouwen dat dat Contract zouden blyven stand grijpen, en zij daar door zig in Staat gesteld vinden om ten laatsten hunne gedaane moeïte en geene geringe kosten beloond te zien.’

‘Daar de Supplianten echter tot derzelver grootste Surpise met innerlijke leedweezen hebben moeten ontwaaren, dat UWelEdele Achtbaarens hebben kunnen goedvinden het gemelde Contract te annulleeren en dus doende de Leeverantie van Graanen in de Mosselbaaij te doen Cesseeren, zoo vinden zij zig genoodzaakt hunne regtmaatige klachten onder ‘t oog van UWelEdele Achtbaarens te brengen en met believen van Hoogstdezelve needrig voor te draagen.’

‘Dat veele der arme landwaards in woonende Ingezeetenen gestreeld door ‘t voor uitzicht om door de aanhoudende graan-leverantie in de gemelde Mosselbaaï met ‘er tijd eenigzints te konnen prospereeren en ook om hunne bereidwilligheid en de E Maatschappij ten dienst te Staan ten loon te Spreïden niet alleen het grootste gedeelte hunner veeplaatsen tot den landbouw hebben g’approbeerd en daar door genoodzaakt zijn geworden ‘t aanzienlijkste gedeelte van hun Vee waarvan zijlieden hun bestaan hadden af te Schaffen, en zig van al wat tot den bouwhandel onontbeerlyk was, ten duursten te voorzien, maar dat zelfs zommigen hunner landwaarts in leggende Veeplaatsen verlaaten en voor enorme prijzen bouwplaatsen, bouwgereedschappen en Slaaven het welk de meeste derzelve thans nog verinteresseeren hebben ingekogt.’

‘UWelEd: Achtb: zullen de Supplianten wel ter goede gelieven te neemen als zij de vrijheid gebruiken aan te merken dat wanneer UWelEdele Achtbaaare bij Hoogstderzelver resolutie van geene graanen meerder in de Mosselbaaï te zullen doen accepteeren blyven persisteeren zulks niet alleen van de pernicieuse gevolgen voor de Schamele gemeente zoude zijn maar zelfs tot merkelijk nadeel der Maatschappij Strekken want de armen landbouwer om de E Comp: ten dienste te Staan, zig diep in Schulden gestooken hebbende en door ‘t afschaffen van’t vertier zyner producten die hij bij de ingezeetenen, vermits een ïeder dog zoo veel als voor zijn Huisgezin tot brood noodig heeft jaarlijks inoegst niet kan van de hand Stellen van zijn middel van bestaan beroofd zijnde zal niet alleen buiten staat gesteld worden jaarlijks zijn verschuldigde recognitie aan de E Compagnie op te brengen en te voldoen maar zig eïndelijk door onbarmhartige Schuld Eisschen vervolgd, na verkoop hunner bezittingen mogelijk tot de geringste waarde met vrouw en kroost in een allerelendigsten Staat gedompeld, en tot den bedelzak gebragt zien en welke dog WelEdele Achtbare Heeren konnen de rampzaligen gevolgen van deeze hunnen ijsselyken Staat zijn, immers niet anders dan dat die menschen van wanhoop gedreeven zig zoo verre als maar eenigzints mogelyk is landwaards in begeeven en de Christelijke saamenleeving Schuuwen zullen, terwijl hunne rampspoedige kinderen zelfs van de geringste opvoeding verstooken zijnde en door hunne misnoegde ouderen tegen de maatschappij die zij als de weezendlijke oorzaak van hunne ellende beschouwen opgezet als de dieren des velts zullen opgroeïen tot dat zij tot huwbaare jaaren gekoomen in de volstrekte onmogelykheid om in den echt een bestaan te konnen vinden zig tot afschrik van elk reedelijk Schepzel met de naturellen deezes landts zullen vermengen en een kroost voortbrengen, dat zig mogelijk naderhand met de landwaarts in woonende vijanden deezer Colonie zal vereenigen, en de inegezeetenen alhier zo niet uit hunne bezittingen verdreeven ten minsten dezelve in een gestadige Vreese doen wacht houden,en dus doende geen geringe Schaade aan deeze Volksplantinge en aan dies bestierders eenen aanhoudende ongerustheid en moeïte veroorzaaken zullen.’

‘Daar de Supplianten te wel van den Edelmoedigen aart van UWelEdele Achtb: overtuigd zijn dan dat hij eene ogenblik zoude kunnen twyffelen dat de ruïne van eenige ingezeetenen die UWelEdele Achtb: konnen Prævenieren hoogstdezelven met de traanen zoude uit de oogen Perssen, zoo is ‘t dat dezelve zig zeer needrig keeren tot UWelEdele Achtb: met démoedige imploratie dat ter voorkoming van de door de Supplianten te berde gebrachte funeste gevolgen UWelEdele Achtb: van die goedheid gelieven te zijn de ingezeetenen als vooren te permitteeren derzelver ingeoogste graanen aan de E: Compagnie in de Mosselbaaij te leeveren dan wel zodanige arrangementen dien aangaande te maaken als UWelEdele Achtb: naar Hoogstderzelver zeer verligt oordeel tot weezentlijk nut der Maatschappij overeenkomstig met het belang der ingezeetenen zullen vermeenen te behooren.’

‘’T Welk doende &c:a’

’/:get:/ H: A: Muller, Jacob:s Forie P: D: Prees, J: H: Myburgh Lowies Forie, E: Meyer P: Pienaar, E: E Meyer Josefus Forie, J FJ: Burg’

Zo is bij overweeging van de Onbevoegdheid waarin deezen Raade zich bevind om in de zo stellige ordres door de HoogEdele Heeren Commissarissen Generaal op voordracht deezer Regering gegeeven, tot de afschaffing van de vaart en handel S Compagnie’s weegen op de Mossel- en- Plettenbergsbaaïen gedreeven, goedgevonden en verstaan tot appostille op de voormelde Requeste te verleenen, dat de tegenswoordige omstandigheeden niet toelaatende op het verzoek der Supplianten te disponeeren, het zelve door den edelen Heer Commissaris favorabel zal worden voorgedraagen aan de Hoog Edele Heeren Commissarissen Generaal, met verzoek daaröp zodanig regard te willen Slaan als hunne HoogEdelheedens zullen vinden te behooren om aan de Supplianten en de overige in en omstreeks de Mosselbaaï woonende Opgezeetenen alle mogelïke gemak en voordeel in cultuure van Graanen en Peulvruchten toe te brengen.

Hieröp is geleezen een Missive door den Capitijn Baudin gevoerd hebbende het aan zoetendaalsvalleï onder het district van Stellenbosch gestrand Keiserlijk Schip la Jardiniere welke Request volgens dies translaat bevonden wierd van volgende inhoud.

‘Translaat’

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad Ordinair van Nederlands India mitsg:s Commissaris over het Gouvernement van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den Wel Edele Achtb: Heer Gezachhebber en WelEdele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: E: Achtbaare Heeren!’

‘Het ongeluk het welk overgekomen is aan het Fregat van zijne Keïserlijke Majesteit, genaamd la Jardiniere , en het welk ik commandeerde, gestrand den 4:e der jongstgepasseerde Maand bij de Zoetendaals-Valleij , noodzaakt mij niets te bespaaren om zo veel als mooglijk is de overblijfsels deezer ongelukkige uitrusting te redden.’

‘Ten Eersten, kan ik niet met Stilswijgen voorbij gaan, de zwaare Onkonsten welke ik gehouden ben met betrekking tot dien Bodem te betaalen voor een Wacht door den Heer Landdrost gesteld, welke geenzints het plunderen en rooven zelfs op den heldere middag en in onze tegenswoordigheid belet heeft; wij zyn niet in gebreeken gebleeven zulks den Heere Landdrost te doen opmerken, den welke ons heeft toegescheenen niet in Staat te zijn deeze Wanordres te beteugelen; het dunkt mij dat zulk eene onnuttige Wagt niet ten lasten diende te weesen van een gestrand Schip het welk in geheel Europa nooit de kust-Wagters in zulk een geval betaald.’

‘Ten Tweeden, vermein ik insgelijks dat een gestrand Schip reeds ongelukkig genoeg is zonder beswaard te worden met buitengewoone Tollen; nogthans vordert men van dien Bodem vijf ten honderd Provisie op de Publiecque verkooping, ten faveure van den Heere Landdrost, boven en behalven Tien procent op de verkooping der Koopmanschappen ten behoeve der Compagnie, terwijl een ieder Schip, het welk gelukkig en met een uitzigt op een wezentlijk voordeel aanland, zelfs niet gehouden is zulke buitensporige ongelden te betaalen; want de Tol van Tien proCent gelegd op den Invoer der Koopmanschappen word nimmer anders gerekend als volgens den Inkoop-prijs der gemelde KoopmanSchappen in Europa of in de Indiën.’

‘ik vermeinde dus dat daaruit natuurlijk afte leiden is, dat een Schip, het welk ongelukkig genoeg is om te Stranden, niet erger diend behandeld te worden, en dat, indien het zelve in dit land niet gantschelijk vrij is van alle Tollen, het zelve ten minsten niet meer diende te betaalen als de Scheepen die gelukkiglijk arriveeren en welke een wezentlyk voordeel bij haare reis hebben.’

‘Ik twijffel niet WelEdele Groot Achtb: Heeren E Achtb: Heeren! of UWelEdele Groot Achtb: en E E Achtb: zult deeze aanmerkinge in overweeging gelieven te neemen, en dat, nadien UWelEdele Groot Achtb: en E E Achtb: het Schip niet kund favoriseeren met de betaaling van de halve Tol, zijnde Vijf ten honderd, zo als de andere voormaals gestrande Scheepen aan het land betaalen hebben, het zelve ten minsten niet zal gehouden zijn te betaalen als volgens den Inkoopsprijs in Europa of in de Indiën der Koopmanschappen, welke per publiecque Vendutie verkogt geworden zijn, en welkers nodige Factuur ik als dan verschaffen zal.’

‘Ten Derden, merke ik verders aan UWelEd: Groot Achtb: en E E Achtb: Heeren! dat het Fregat La Jardinaire , eene uitrusting van weegens het Keizerlijk en Koninglijk Hof zijnde, dezelfde Voorrechten diend te genieten als alle andere Oorlogscheepen der Vrienden en geallieerde Mogendheeden, en in dat geval niet diend gehouden te zijn aan eenigen Tol voor de Verkooping van den Romp van het gemelde Schip, der Sloepen en van de daartoe gehoorende tuigagie en gereedschappen, waarover ik insgelijks Hoogstderzelver goedvinden wenschte te verneemen.’

‘Ten vierden, mijne Zee Commissie van zijne keizerlijke Majesteit ter requisitie van den Heere Landdrost aan denzelven in de Zoetendaals-Valleij overgegeeven hebbende, en dezelve niet kunnende ontbeeren, verzoek ik UWelEdele Groot Achtb: en E E Achtb: dezelve aan mij wel te willen doen te rug geeven.’

‘Ik heb d’ Eer met de diepsten Eerbied te zijn.’

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: E: Achtbaare Heeren!’

‘UWelEd: Gr: Achtb: en E E Achtb: zeer ootm: & zeer gehoorz: Dienaar!’

’/:geteek:/ Chev:r Baudin’

‘Cabo de Goede Hoop den 6:e Maï 1794.’

‘Accordeert met het Origineel uit het Fransche getranslateerd, door mij’

’/:get:/ C: G: Höhne gesw:e translat:r’

en is na aandachtige deliberatie over gemelde Requeste Goedgevonden en dienvolgens beslooten, omme van de passage betreffende de ongeregeldheeden en diefstallen welke zouden zijn gepleegd onder het oog van den Landdrost van Stellenbosch Hendrik Lodewijk Bletterman, welke zich eed-en-plichtshalven heeft begeeven ter plaatse waar het ongelukkig Schip is gestrand, om alle desordres en dieverijen te weeren en te Stuiten, en zo meede van die waarby den Capityn Baudin zich beklaagd dat den gezegde Landdrost van hem heeft gevorderd betaaling voor de Burgerdragonders die bij den gestranden Bodem de wacht hebben gehouden, Extract toe te zenden aan den meermelde Landdrost Hendrik Lodewijk Bletterman, met last en bevel zich over het eerste na behoren aan deezen Raade te verantwoorden en omtrent het laatste dezelve te dienen van volleedig bericht, omme dit een en ander ingekomen zijnde hierop als dan nader en finaal te kunnen disponeeren.

Gemelde Capitijn Baudin zich alverder beklaagende dat van hem worden gevorderd 5 p:rC:t van het rendement der Goederen en Slaaven die hij in het openbaar door den Landdrost van Stellenbosch , als Vendumeester van dat district, heeft laaten verkoopen, zo is bij overweeging dat de Capitein Baudin door de toelating om zijne Slaven en goederen bij openbaare opveiling te verkoopen, gejouisseerd heeft van het voorrecht van Burgeren om ten hunnen meesten voordeele en zonder gevaar te loopen van de waarde en gemaakte inkoopsprijzen te verliesen, ook dus verpligt is om even dat zelfde te betaalen dat alle Comp:s Dienaaren en Burgers moeten voldoen, zo zal denzelven hiervan worden kennisse gegeeven, zo wel als dat de door de fiscaal van hem gevorderde inkomende rechten niets meerder bedraagen als de wetten van den Souverain op den invoer van koopmanschappen en Slaaven hebben gesteld, zijnde 10 p:rC:t van het inkoopskostende der Lywaaten, waarvan hij dus aan den Fiscaal het factuur zal moeten vertoonen, en op Rd:s10:- van ieder Slaaf door Hollanders of Vreemdelinge zonder onderscheid aangebracht wordende, na welk een en ander hij zich dus stiptelijk zal hebben te gedraagen.

dan of Schoon de allegatie van den meergenoemde Capitijn Baudin dat het Schip la Jardiniere eene uitrusting van weegens het keiserlijk en koninglijk Hof komt te zijn, en dus dezelfde voorrechten behoord te genieten als alle andere OorlogScheepen der Vrienden en geallieerden Mogendheeden, den Raade bij inzien van de Commissie door hem aan den Landdrost Bletterman afgegeeven, door deeze volgens plicht herwaards gezonden, en die naar dat daarvan een afschrift zal zijn genoomen aan hen Baudin zal worden gerestitueerd, is toegescheenen eroneus te zijn gedaan en het zelve Schip La Jardiniere een wezendlijk koopvaardij Schip komt te zijn, zo is nochtans bij overweeging dat dit in het geval in questie geen onderscheid kan maaken, goedgevonden en verstaan dat noch van de gestrande Bodem dies tuigagie Sloepen, Ankers -en verdere toerusting geen inkoomend recht of tol zal worden betaald, zo min als zulks omtrent andere gestrande Scheepen, zonder onderscheid ooit, ten deeze Gouvernemente heeft plaats gehad.

en vermits eïndelijk de voormelde Missive van den Capitijn Baudin zeer weïnig kenmerken van een Verzoekschrift is draagende en op eene imposante toon is ingericht, zo zal hij laatstelijk worden gerecommandeerd om aan deeze Regeering wederöm geschriften addresseerende, dezelve in zodanige gepaste termes in te richten als hij zelfs behoord te weeten aan een Goùvernement verschùldigd te zijn.

Vervolgens geliefde den edelen Heere Commissaris den Raade te bedeelen dat zijn Ed: bij nauwkeurige examinatie van het Reglement op het bestier en administratie van het Hospitaal door de HoogEdele Heeren Commissarissen Generaal op den [.....] gearresteerd, vermeend heeft den Raade te moeten proponeeren het 9:e Articul daarvan als volgd te ampliëeren:

“dat bij de weekelykse uitmonstering der sieken zal moeten worden in agt genoomen, dat de geene welke worden gesonden als Gereconvalesceerdens na de Linie, dan wel direct na boord van het Schip tot welkers Equipagie zij behooren, of wel na boord van eenig ander Schip verzeld zijn van een ordonnantie van den Hoofdgebieder op den Capitein Ingenieur en Administrateur van de Linie dan wel de Scheepsoverheeden resp:e tot ontfangst of weeder inneeming van dezelve, en bij welke ordonnantie expres zal moeten worden gespecificeert welke plunjes en kleederen, mitsgaders kisten, pakjes of Randsel weederom met zig uit ‘t Hospitaal neemen; “

En zo meede om den Equipagiemeester bij ampliatie van het derde articul omtrent de plaatsing van Volk op de Scheepen en de monstering derzelve door welgemelde Heeren Commissarissen generaal op den 24:e October 1792 bepaald, te gelasten.

“Om zo wanneer Gereconvalesceerden van de linie naar de plaats haarer destinatie kunnen worden versonden dan wel tot eenige andere eïnden benoodigd heeft hy van dezelve eene ordonnantie op den administrateur der voorm:e Linie zal moeten presenteeren aan den Hoofdgebieder vervattende het getal der onderofficieren en Matroosen voor alle de Scheepen om dezelve ontfangen hebbende door hem op de resp:e Scheepen te worden verdeeld en geplaatst, doende daarvan vervolgens een naamrol aan den Chef der Soldijen ter hande Stellen,”

Mitsgaders omme bij ampliatie op het bestier en administratie van der Gereconvalesceerdens aan de Linie door meerwelgemelde Heeren Commissarissen Generaal op den 5:e Januarij anno passato gearresteerd, te beveelen:

“Omme in steede dat volgens het 14 articul aan den Heer voorzitter vant Hospitaal een weeklijks Rapport der presente Manschappen beneevens een weeklykse consumptie lyst met aanwijsinge van het verbruikte ontfangene en resteerende zoude moeten worden bezorgd zulks voortaan zal moeten geschieden aan de over de Linie benoemde Heeren Commissarissen”

“Voorts om den Capitein der Genie als administreerende de Linie te gelasten geene persoonen uit het Hospitaal of van elders welke geleend mogten zijn geweest aldaar te mogen ontfangen als op eene door den Hoofdgebieder geteekende ordonnantie, en bij welke ordonnantie wanneer bestaat in Gereconvalesceerden uit ‘t Hospitaal zal moeten zijn bekend gesteld, al het geen een ieder derzelve aan plünjes of kleederen enz: met zig meede brengd ingevolge ‘t 2:de en 3:de articul van gemelde Reglement”

“Dat insgelijks gemelde administrateur van de Linie niemand van dezelve zal vermogen te laaten verstrekken of elders na geen buiten posten zenden als op eene gelijke schriftelijke ordonnantie van den Hoofdgebieder”

“En dat, na dat onder Ult:o Junij eerstkomende eene exacte telling en opneem der als dan zig aldaar bevindende Gereconvalesceerdens door Heeren Commissarissen zal weezen gedaan, den gemelde Capitein Ingenieur van dezelve zal doen formeeren eene exacte Rolle of naamlijst, en daarbij telkens volgens de voormelde ordonnantiën, met bekendstelling van den dag, doen inneemen en weder afschrijfen alle die er successive bijkomen en afgaan, welke rolle onder Ult:o Junij van ieder Jaar door Heeren Commissarissen ofte de geene welke daartoe door den Hoofdgebieder zullen worden gecommiteerd teegen de meergenoemde ordonnantien zullen worden geconfronteerd, doende van haare bevinding behoorlijk Rapport”

“en, Eindelijk, dat de uitmonsteringen der voor Schip of Scheepen benodigde manschappen, voortaan zullen geschieden op Schriftelyke ordonnantie van den Hoofdgebieder, ten aansien van derzelver getal en voorts onder de directie van Heeren Commissarissen over de Linie, en ter presentie van een van dezelve welke Heeren daartoe eene of meerder Chirurgijns zullen kunnen emploïeeren, en Sullen deeze alsoo uitgemonsterde, almeede op ordonnantie van den Hoofdgebieder, welke zal moeten inhouden de Plunjes, kleederen &c:a die een ieder met zig neemt, aan den Equipagiemeester moeten worden gesonden, om op de Scheepen na benoodigdheid en volgens ordonnantien verdeeld en geplaatst te worden”

Den Raade zich met deeze propositiën van den edelen Heer Commissaris volkoomen geconformeerd hebbende, zo is verstaan alle dezelve te converteeren in eene Resolutie deezes Raads gelijk geschied bij deeze, en zal dienvolgens daarvan zo aan Heeren Regenten van het Hospitaal als aan Heeren Commissarissen over de Linie, mitsg:s aan den Equipagiemeester en den Capitijn der Genie, als administrateur der Linie, bij Extracten deezer kennisse worden gegeeven, met last en bevel zich een ieder in den zijnen daarna Stipte te gedragen.

de Burger Johan George Siemsen aan deeze Regeering bij requeste verzoek gedaan hebbende om de eigendom van een strookje gronds ter groote van ruim twee Morgen, geleegen annex zyn Erf beoosten de diepe Rivier , volgens de kaart daarvan door den geswooren Landmeeter, op bekoomen verlof van den Edelen Heere Commissaris, geformeerd, zo is verstaan dezelve Requeste te stellen in handen van Commissarissen uit den Raade van Justitie, omme ten overstaan van den ad interim Fiscaal te examineeren of de uitgaave van het gevraagde Land aan de Compagnie of eenige der Ingezeetenen Schadelijk zou kunnen zijn, omme bij bevinding dat ‘t zelve kan worden uitgegeeven te tauxeeren, hoe veel door dies Verkrijging aan de Compagnie zou behooren te worden opgebracht, omme daarover den Raade te dienen van bericht in geschrifte.

De Burgers Gijsbertus van Reenen en Andreas Stephanus du Toit, zich aan deezen Raade respectivelijk geaddresseerd hebbende, met de volgende Requesten

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch Indien en Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens d E Achtb: Heer Gezachhebber en WelEdele Heeren raaden van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen UWer WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame dienaar Gijsbertus van Reenen. - burger alhier.’

‘dat den Suppl:t tot den boedel van wijlen deszelfs Vader Jacob Van Reenen, waarvan hij Suppl:t een der meede Erfgenaamen komt te zijn p:r publieke vendutie door de Weeskamer gehouden als administreerende de voorsz:e boedel, heeft gekogt gemelde zijne vaders woonplaats genaamd Welgeleegen aan ‘t Rondebosje voor eene Somma van ƒ53000:-:-‘

‘dat den Suppl:t van de voorsz:e plaats transport en Opdracht moet ontfangen en deeze voor als nog niet heeft kunnen geschieden alsoo de verschuldigde S’ Heeren gerechtigheid daarvan nog niet aan d E Comp:ie is voldaan geworden.’

‘Reedenen om welke den Suppl:t zig in alle onderdanigheid wend tot UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: ootmoedigst verzoekende hem van de betaaling van S Heeren Gerechtigheid op de voorsz:e Somma van ƒ53000:- goedgunstiglijk te willen excuseeren.’

‘’T welk doende &c:a’

‘/was get:/ G:s V: Reenen’

Aan den WelEdelen Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands India, mitsgaders Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens denE Achtbaaren Heer Gezachhebber en de WelEdele Heeren Raaden van Politie

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E Achtbaare Heeren!’

‘Geeft met verschuldigde eerbied te kennen UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame dienaar Andreas Stephanus du Toit burger alhier.’

‘dat den Suppl:t uit de boedel van wijlen zijnen Vader Gabriel du Toit waarvan hij een der meede Erfgenaamen komt te zijn heeft gekogt zeekere Erf aan de franschen hoek geleegen voor eene Somma van ƒ3000:-‘

‘Dat thans de tijd daar is dat aan de Suppl:t van deeze plaats Transport en opdracht moet worden gedaan het welk echter niet kan geschieden alzo t Heere recht van deeze kooppenningen nog niet aan d E Comp:e is voldaan.’

‘Reedenen om welke den Suppl:t zig in alle onderdanigheid addresseert tot UWelEd: Groot Achtb: en E Achtb: ootmoedig verzoekende dat het van hoogstderzelver goedgunstig welbehagen zijn moge den Suppl:t van de betaling van de voorschr: Heere Gerechtigheid te excuseeren.’

‘’T Welk doende &c:a’

’/:get:/ A:s S:s Du Toit.’

Zo is na deliberatie over dezelve Requeste en bij overweeging dat de Requestranten geensints beweeren dat de vaste Goederen waarvan zij bezitters zijn geworden, aan hen bij Testament zijn te beurt gevallen, maar door hen bij openbaare opveiling zijn gekogt of ingemeind even zo als door anderen ten behoeve en ten voordeele der Boedels van hunne afgeStorvene Vaders zou kunnen zijn geschied, goedgevonden en dienvolgens beslooten de door hem gedaane verzoeken te declineeren, zo nochtans dat een ieder hunner zal kunnen bevrijd blyven van de voldoening der Gerechtigheid voor zoo verre hun aandeel om de nalatenschap van hunne Vaders Respective op hen is neergekoomen en dus volstaan met de betaaling van S Heeren Gerechtigheid den 25:ste penning voor zodanige gedeeltens waaröp zij uit hoofde van S’ Lands Wetten dan wel testamentaire of codicillaire dispositiën geene aanspraak kunnen maaken zullende dienvolgens door beide gemelde Supplianten aan den Heere Boekhouder van S Lands generaale Inkomsten moeten worden geexhibeerd, voldoende bewijzen van de portie hen uit de nalatenschap hunner overleedene Vaders Respective Competeerende, ten einde dienvolgens te kunnen apprecieeren wat door een ieder hunner voor S ‘Heeren Gerechtigheid van de door hen ingekogte plaatsen behoord en moet worden voldaan.

De Burger Ab: Bar: de Villiers zich aan deezen Rade geaddresseerd hebbende met het onderstaand Request

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands India en Commissaris over het Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c &c &c beneevens den WelEdele Achtb: Heer Gezachhebber en WelEdele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘Met verschuldigde Eerbied geeft te kennen UWerWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame dienaar Abraham Barend de Villiers Burger aan Stellenbosch .’

‘dat aan den Suppl:t blykens ‘t deeze in allen eerbied verzellend Extract uit ‘t Testament door zijne moeder Catharina de Villiers in dato 19:e Junij 1784 voor den toenmaligen Secretaris van de Colonie Stellenbosch opgericht is gelegateerd haar woonplaats gen:d Nieuwendorp voor eene Somma van ƒ20000:- en van welke plaats de Suppl:t voor als noch geen Transport en opdracht heeft kunnen ontfangen alsoo S’ Heeren Gerechtigheid van de gezegde Kooppenningen nog niet aan d E Comp:e was voldaan.’

‘En nadien gez:e legaat alleen zal strekken in mindering van het geen den Suppl:t over zijne gerechtelijke erfportie uit de boedel van voorschr: zijne moeder zal te pretendeeren hebben, waardoor de gesz:e plaats Nieuwendorp alleen van de Moeder op de Zoon overgaat, zo is den Suppl:t in allen onderdanigheid van UWelEdele Groot Achtb: en E Acht: verzoekende hem goedgunstiglijk te excuseeren van de betaaling van S Heeren gerechtigheid van de voorsz:e Somma van ƒ20‘000:-‘

‘’T Welk doende &c:a’

’/:get:/ Ab:m B:d de Villiers’

Zo is uit aanmerking dat de plaats Nieuwendorp aan den Suppl:t s gelegateerd omme van de aan hem competeerende erffenisse zijnes Moeders te worden gedecorteerd, goedgevonden en verstaan den Suppl:t te ontheffen van de betaaling van S Heeren Gerechtigheid zo als dezelve daarvan ontheft word bij deeze.

Nog geleezen zijnde de Requeste door Jacobus Johannes Vos, Jan Hendrik Vos, en Arend van Wielligh aan deeze Regeering in volgende bewoordingen geaddresseerd.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer! Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Neerlands India mitsgaders Commissaris over ‘t Gouvernement van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens den WelEdele Achtbaare Heere Gezachhebber en de WelEdele Heeren Raade van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E Achtb: Heeren!’

‘Geeven met alle verschuldigde eerbied te kennen UWer WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer gehoorzaame en onderdanige dienaaren Johannes Jacobus Vos, Jan Hendrik Vos, en Arend van Wielligh, dat zij Supplianten in den Jaare 1786 van de Compagnie in Maatschappij hebben gekogt Vijf Huiserven geleegen in deeze Tafelvallei , die door de Supplianten dan ook in Maatschappij met Huisen en Pakhuizen zijn bebouwd geworden;’

‘dat ingemeld Jaar 1786 noch door deeze Regeering aan de Supplianten onder behoorlijke betaaling is gecedeerd geworden een Erf door den Burger Christiaan Fredrik Herbst, bevoorens tot een kraal ommuurd doch waarvan de gevorderde betaling voor dies eigendom door hem niet heeft kunnen worden gepresteerd; dat hoe zeer ieder een zonder onderscheid ook heeft geweeten en nog weet dat deeze aankoop almeede door de Supplianten in Maatschappij was gedaan, de Erfgrondbrief nochtans daarvan op den 12:e december 1786 verleend, alleen op den naam van den laatsten Supplianten is gesteld; - dat de Supplianten alle de gemelde Erven enkel en alleen in Maatschappij hebben gekogt en met Derthien Huijzen en Vijf Pakhuizen hebben bebouwd om alle deeze Gebouwen bij voorkoomende geleegendheeden ook in Maatschappij, van den had te kunnen zetten. - dat hoe zeer de Suppl:ten zig ook in den Jaare 1786 hadden mogen vleïen hiertoe genoegzaame geleegendheeden te zullen vinden, de veranderde omstandigheeden deezer Colonie en de droevige situatie waarin dezelve zich thans bevind de voorgenoomen verkoop ten eenemaale onmogelijk maakte; dat nochtans de belangens van de Supplianten komende te vorderen dat van hunne voorzeide Maatschappij een eïnde word gemaakt, zij daartoe niet anders hebben kunnen geraaken, dan door de voornoemde Huijzen en Pakhuizen beneevens dies Erven onder hun te verdeelen, omme de portie van een iedere hunner door hen afzonderlijk te worden bezeeten. - En daar deeze Schikking waartoe de Supplianten zig genoodzaakt hebben gezien om hunne Maatschappij te kunnen liquideeren, zo de Supplianten onder eerbiedige correctie vermeenen, de gezegde vaste Goederen geenzints van Eïgenaar veranderen, maar alleen word geapprecieerd het geen ieder der Bezitters daarvan toekomt, zo neemen de Supplianten de vrijheid zich te keeren tot UwelEdele Groot Achtb: en E Achtb: ootmoedig verzoekende hen om alle de gemelde reedenen by den opdracht die zij wederzijdsch aan elkanderen van ieders deel zullen moeten doen, Hooggunstig te willen verschoonen van de gewoone betaaling van S Heeren Gerechtigheid.’

‘’T Welk doende &c:a’

’/ get:/ J: J: Vos J: H: Vos A: V: Wielligh.’

Zo is verstaan, omme uit hoofde van’t daarbij geallegueerde, en de overtuiging dat zulks met de waarheid volkoomen overeenkomstig is, goedgevonden en dienvolgens beslooten, omme de Supplianten toe te staan en te vergunnen, zo als hen vergunt en toegestaan word bij deeze, de door hen in Maatschappij gekogte en inzelvervoege bebouwde Erven, onderlings te verdeelen en daarvan wederzijdsch transport en opdracht te doen zonder eenige betaaling van S Heeren Gerechtigheid, alzoo volgens het zeer juist bygebrachte van de Supplianten geene verkoop maar eene door de droevige omstandigheeden deezer Colonie zeer noodzaaklijk gemaakte Schifting hunner Maatschappij deeze verdeeling komt te vorderen.

Vervolgens geleezen zijnde een Request door Fransiscus Josephus Parijs, aan deeze Regeering gericht, luidende als volgd.

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer ! Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands India en Commissaris van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c: beneevens d’ E Achtb: Heer Gezachhebber en WelEdele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: Achtb: Heeren!’

‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer onderdanige getrouwe en gehoorzaame dienaar Franciscus Josephus Parijs.’

‘dat blijkens ‘t neevens deeze in allen Eerbied bij gevoegd Extract uit de Illustre vergadering van de Hooggebiedende Heeren Zeeventhienen genoomen, aan den Suppl:t is gepermitteerd met zijne Vrouw en twee kinderen herwaards te moogen vertrekken zonder dat nochtans bij het gemeld Extract is bekend gesteld op welken voet en in welke qualiteit.’

‘dat den Suppl:t alhier, gearriveerd zijnde door behulp van zijnen broeder de Chirurgijn Cornelis Ernestus Poulij zich thans in Staat vind gesteld op eene ordentelyke wyze voor hem en de zyne het nodig onderhoud te kunnen vinden’

‘Reedenen om welke den Suppl:t zig in allen onderdanigheid is keerende tot UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: ootmoedigst verzoekende hem met het burgerrecht deezer plaatse te willen begunstigen, ofte bij ontstentenis van dien, zijne hierneevens in Duplo gevoegde requesten in allen eerbied aan de Illustre vergadering van Zeeventienen ter obtenue van ‘t burgerrecht deezer plaatse geaddresseerd goedgunstig te willen apuijeeren.’

‘’T Welk doende &c:a’

’/:get:/ F: J: Parijs’

Zo is beslooten de nevens gemelde verzoekschrift gevoegde Requesten bij eerstvoorkomende gelegendheid van hier te doen geworden aan de illustre Vergadering van Zeeventienen, met beede omme uit hoofde van ‘t allezints vroom en ijverig gedrag t welke den Suppliant in deeze Colonie is houdende, deeze Regeering wel te willen qualificeeren hem op de gewoone Voet in burgervrijdom te Stellen.

De geweezen Opziener van S Compagnies Ambachtsquartier te Batavia Fransiscus de Roo, aan deezen Raade ingedient hebbende het volgend Verzoekschrift.

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer! Abraham Josias Sluijsken Raad Ordinair van Nederlands India, mitsgaders Commissaris over ‘t Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien etc: etc: etc: beneevens den WelEdele Achtb: Heer Gezachhebber en Wel Edele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E Achtb: Heeren!’

‘Geeft met verschuldigde Eerbied te kennen UWer WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer onderdanige en gehoorzaame Dienaar Fransciscus de Roo geweezen Opziener vans Comp:s ambachtsquartier te Batavia’

‘dat den Suppl:t onder gunstige permissie van de Hooge Indiase Regeering te Batavia met behoud van deszelfs gagie van ƒ30 per maand met de Pacquetboot de Expeditie van daar is vertrokken en vervolgens ‘t ongeluk heeft gehad door een fransche kaper genomen en te Mauritius opgebracht te worden.’

‘dat den Suppl:t is g’obligeert geweest aldaar als krygsgevangene te verblyven, tot dat zig de gelegendheid heeft gepresenteerd om met ‘t deensch Schip de Minerva ten zijnen kosten herwaards te kunnen vertrekken, waarmeede hy dan ook op den 17:e deezer Maand alhier in een armoedige Situatie is aangeland.’

‘Reedenen om welke den Suppl:t zig in allen eerbied keerd tot UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: onderdanigst verzoekende zijn gewonnen hebbende gagie weederom te doen gevolg neemen van den dag van zijn aankomst alhier’

‘T Welk doende &c:a’

’/:get:/ Fransciscus de Roo’

Zo is uit aanmerking dat men zich door het neemen van de Pacquetboot de Expeditie waarmeede den Suppliant zoù hebben moeten repatrieeren, geensints in Staat bevind te kunnen beoordeelen of hij op eenig genot van Gagie aanspraak kan maaken dan niet, goedgevonden zijn verzoek te declineeren, doch onder toezending van Copia van zijn request de Illustre vergadering van zeeventienen te verzoeken daarop zodanige reflectie te Slaan, als Hoogstdezelve zullen gelieven goed te vinden.

De Equipagiemeester Jan Arnoud Voltelen verzoek gedaan hebbende dat den quartiermeester Carsten Hendrik Dijkman, die bereïds Zes en een half Jaar en dus dubbeld zijn aangegaan verband op de gagie van ƒ14:- per maand heeft uitgediend, mogt worden verhoogd in gagie tot ƒ18:- per maand, zo is verstaan omme ingevolge de ordres aan dat verzoek te defereeren, werdende dienvolgens den gemelde Quartiermeester Carsten Hendrik Deijkman in gagie verhoogd tot ƒ18:- per maand, onder een nieuw verband van drie Jaaren.

door den Heere Gezachhebber in zijn Ed: qualiteit als Hoofdadministrateur voorgedraagen zijnde, dat den Landdrost van Graaffe Reinet Honoratus Christiaan David Maijnier, van den Heere Cassier hadt verzocht een parthij Zeguls ten bedraagen van circa zeeven duijzend Ryksdaalers, omme tot ‘t vervaardigen van Vendubrieven te worden geemploïeerd, met verzoek te mogen worden gemunieerd met de nodige ordres hoedanig en onder welke bepaalingen deeze afgaave zou moeten en behooren te geschieden, zo is bij overweeging dat het gestempeld papier volgens de gestatueerde ordres direct bij de Negotieboeken moet worden ingenoomen en dus geconsidereerd worden als een wezendlijk effect der Compagnie waarvan zij altoos de waarde moet recouvreeren, en dus de geenen aan wien ‘t zelve ten gebruike in hunne respective ampten word afgegeeven gehouden moeten worden tot dezelfde verantwoordelijkheid en reekenschap als of hen andere S Compagnies Effecten dan wel penningen waaren toebetrouwd, en hunne Borgen daarvoor even zo als andere hunne administratiën ofte ampten betrekkelijke reekenschappen verantwoordelijk moeten worden gehouden, goedgevonden en dienvolgens beslooten, omme aan de respective Vendumeesters deezes Gouvernements, en dus meede aan den Landdrost van Graaffe Reinet , zo wel als aan die van Stellenbosch en Drakenstein en van Zwellendam op Schriftelyke ordonnantien van den edelen Heere Commissaris ofte Hoofdgebieder indertijd, door den Heere Hoofdadministrateur te doen verstrekken zo veele Zeguls als een ieder hunner zal vermeenen tot ‘t vervaardigen zijner Vendubrieven nodig te hebben, omme dezelve Zeguls onder een geleïde brief van deeze Regeering aan hen toe te zenden, ten eïnde daarvoor bij de Negotieboeken een ieder in den zijnen te worden gedebiteerd, zo nochtans dat een ieder der Vendumeesters en dus ook de Landdrosten der respective Buitendistricten, gehouden en verpligt zullen zijn, jaarlijks, en wel onder Ultimo Augustus aan den Heere Hoofdadministrateur Specificque verantwoording te doen van de door hen verbruikte zeguls, ten eïnde dies bedraagen in S Compag:s Cassa over te brengen, en het geen zij ten achteren mogten blijven op de Memorie van debiteuren bekend te stellen, omme daaromtrent zodanige dispositiën te neemen als nodig en oirbaar zullen geoordeeld worden.

Na dit een en ander wierd door den edelen Heer Commissaris ter tafel geproduceerd de Cherte partij van het bij de Compagnie ingehuurd en thans in de Baaifals geankerd Hollandsch Schip Noordholland , waarbij wel expresselijk is bedongen dat zo wanneer die Bodem in Indien of aan deezen uithoek, uit oorzaake van oorlog mogte moeten blyven leggen; als dan de legdagen zouden voortgaan, en vervolgens den Raade in overweeging gegeeven, of daar de Hooggebiedende Heeren Majores zoo min als de Rhêders van gedachte Bodem hebben kunnen kennisse draagen van de onveïligheid door de fransche kapers in de Zeëen tusschen deezen Uithoek en Batavia veroorzaakt, het niet voor de belangens der Maatschappij allezints onverantwoordelijk zoude zijn, om het gemeld Schip Noordholland van hier te doen reïsvorderen naar india’s Hoofdplaatse, met het Geld daarïn in Patria afgelaaden, en of wanneer dat Geld uit de Bodem mogt worden geligt en dezelve vervolgens ter reisvordering afgezonden, de Rhêders zich niet met recht zouden kunnen beklagen, dat deeeze Regeering in de gegronde vreeze voor gevaaren, die door het ligten der Contanten zou worden gemanifesteerd, dat schip in de waarschijnelijk nog continueerende onveiligheid van de Indische Zeën als ‘t waare in eene ongewapende Staat afte zenden en aan den Vijand ten prooï te geeven, met voorstel omme uit hoofde van dit een en ander gemeld Schip Noordholland alhier aan te houden tot dat ‘t zelve neevens andere welgewapende Scheepen zal kunnen worden gedepecheerd of volkoomen geruststellende tydingen zullen permitteeren, ‘t zelven alleen af tezenden, terwijl bij ontstentenis van dit een en ander de gemelde Bodem als geheel ledig na ‘t afloope van dit Wintersaisoen zal kunnen worden geëmploijeerd omme naar Batavia te vervoeren, zodanige Graanen en wijnen als van daar gepetioneerd zullen worden & bij mangel van uitkoomende Scheepen of ruimte in dezelve andersints onverzonden zouden moeten blijven, over welk voorstel van den edelen Heer Commissaris gedelibereerd geworden zijnde, zo is verstaan zich met ‘t zelve volkoomen te conformeeren, zullende dus het meermeld Schip Noordholland provisioneel worden aangehouden, en daarvan bij eerste geleegendheid kennisse worden gegeeven aan de WelEdele Groot- achtb: Heeren Bewindhebberen ter kamer Amsterdam, ten eïnde hoogstdezelve in Staat te Stellen, omme met de Rheders van die Bodem over dies aanhouding ten deeze Gouvernemente uit oorzaaken van den oorlog, zodanige nadere beschikkingen, bepaalingen en modificatiën omtrent het voortgaan der legdagen te kunnen maaken, als de zuiverheid der inzichten van deeze Regeering voor ‘t belang der Rhêders hierïnne bedoeld en betracht, als van zelfs koomen te vorderen.

Hierna wierd door den edelen Heere Commissaris den Raade kennisse gegeeven, dat den geweezen Capitijn Luitenant ter zee Jurriaan de Vries als kooper van het Wrak van het gestrand Chinas retourschip Zeeland , aan zijn Ed: hadt gerapporteerd door ‘t breeken van gedacht Wrak te hebben gesalveerd 16 Stukken Spiauter, en teffens betuigd zijn verlangen om te moogen weeten, hoe veel hem zo voor dit Spiauter als ‘t geene hij nog door zijnen ijver en vlijt uit het Wrak mogt koomen te Salveeren bij afleevering aan de Compagnie zou worden betaald, waarover gedelibereerd en daarbij in aanmerking genoomen zijnde aan de eene zijde dat volgens de jongste alhier ontfangene Generaale prijscouranten te Amsterdam de prijs van ‘t Spiauter was ƒ60:- t Cento, en aan den anderen kant dat het de moeïte welke gezegde de Vries verder mogte vermogens zijn tot opvissing van meerder Spiauter aan te wenden niet meerder als ruim betaalen zal wanneer hem 30 proCento op den Inkoopsprijs in China word g’accordeerd, zo is met de billykheid allezints overeenkomstig bevonden en dienvolgens beslooten omme aan den gemelde de Vries, zoo voor het door hem reeds gesalveerde Spiauter al ‘t geen door hem nog geborgen en volgens zijne verpligtingen aan de Compagnie mogt worden geleeverd toe te leggen en te doen betaalen Rd:s10:- t Cento Indisch geld omme volgens de gewoone bereekening met ƒ22:- zwaar geld te worden ingenoomen en aangereekend.

Laatstelijk wierd door den edelen Heer Commissaris gecommuniceerd, dat zich tegenswoordig aan deeze Hoofdplaatse koomen te bevinden, de acht permanente Arbeiders in de Mosselbaai , en dat zijn Ed: omme als zodanig te continueeren hadt benoemd, Johan Wilhelm Lodewijk Jonker, Johan Hendrik Uling, Christiaan Stoed en Carel Fredrik Pohl, alle met de gagie vanƒ10:- per maand en onder hun loopend verband, terwijl de vier overige door zijn Ed: zyn gezonden naar de Linie, omme aldaar tot nadere ordre te verblijven.

Dan vermits alle de acht gezegde Arbeiders ‘t zedert primo September 1792 deeze dienst hebben gepresteerd, zonder volgens de gemaakte bepaaling in gagie te zijn verhoogd tot ƒ10 S Maands, zo is goedgevonden zo de gecongedieerde als de continueerende arbeiders te doen genieten het Surplus, van deeze Gagie zeedert gemelde datum tot Ultimo April Jongstleeden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorschreeve

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] E: Bergh

[Signed:] My present G: F: Goetz Secret:s

C. 223, pp. 269-298.

Vrijdag den {17940516} 16:e Meij 1794.

‘S Voormiddags, present de edelen Heer Commissaris, beneevens de Heeren Leden Le Sueur en de Wet.

Aanvanklijk geproCedeerd zijnde om ingevolge het besluit deezer tafel van de 30 April jongstleeden en naar luid van de ontworpene Conditien voor den tijd van twee Jaaren en 3 Maanden, omme ingang te neemen met primo Junij eerstkomende en te expireeren met Ultimo Augustus 1796, publiecq aan te besteeden het gereed houden van Zes Paarden met Zadels en hun verder toebehooren, omme tot alzulke eïndens als den dienst der Compagnie zal koomen te vorderen te worden geemploïeerd, zo is van deeze aanbesteeding Aanneemer geworden den Burger Gabriel Jacobus Vos, Jan Hendriksze voor eene Somma van Een Hondert negentien Rijksdaalers S’ maaands en heeft tot Borgen gesteld Jan Hendrik Vos, en Jan Michiel Kromhout

dan, nadien, wanneer ter gemelde Sessie van den 30:ste April jongsleeden tot deeze aanbesteeding op verzoek van ‘t eerwaarde Collegie van Weesmeesteren deezer Steede is beslooten, teffens is bepaald, dat zo wanneer de bedongen prijs mogt excedeeren die waarvoor den voorigen aanneemer wijlen den Burger Hermanus Gerhardus Onke dezelve hadt aanvaard, als dan door gemeld Colegie van Weesmeesteren als administreerende den Boedel en nalatenschap van gedachte Onke, aan de Compagnie zou moeten worden vergoed de Schaade welke de Compagnie door deeze aanbesteeding mogt worden aangebracht, voor de tijd van drie maanden ofte van primo Junij tot Ultimo Augustus deezes Jaars, dat de gemelde Onke en bij zijn overlijden deszelfs Boedel ofte Borgen aanspraakelijk waaren voor de volbrenging van zijn aangegaan Contract, zo is goedgevonden Weesmeesteren deezer Steede bij Extract deezer kennisse te geeven van den uitslag der gedaane aanbesteeding en hen teffens te gelasten aan de Compagnies uit den Boedel en nalatenschap van gedacht Onke te betaalen, dan wel van ‘t geene deezer Boedel van de Compagnie nog mogt hebben te vorderen te laaten decorteeren eene Somma van Zeeven en Vijftig Ryksdaalers, zijnde het juiste bedraagen van het nadeel aan de Maatschappij toegebracht door aan het verzoek van Weesmeesteren in deeze te defereeren

de Resolutiën bij deeze Regeering op den 9:e dezer loopende maand genoomen door den Edelen Heer Commissaris, vermits de afweezigheid der toenmaals presente Leeden geresumeert en g’approbeerd zijnde, is daarna geleezen een Verzoekschrift door den ad-interim Fiscaal Willem Stephanus van Rijneveld aan deezen raade gericht, ‘t welk bevonden wierd van volgende inhoud

Aan den WelEdele Groot Achtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands India en Commissaris over het Gouvernement van Cabo de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c: &c: &c:a benevens den E Achtb: Heer Gezachhebber en den E Achtb: Raade van Politie aldaar.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en E: E: Achtb: Heeren!’

‘Vertoond met Schuldigen eerbied den ondergeteekende ad interim fiscaal.’

‘Dat wanneer hij vertoonder thans, naar den gebruike S’ Heeren Geweldiger heeft gelast, om beneevens twee Gerechtsdienaaren en eenige Caffers te vertrekken naar Baaïfals , ten eïnde aldaar op den Sluikhandel toezigt te houden en S Comp:ie in en uitgaande Regten te heffen, denzelven Geweldiger aan den Vertoonder heefte te kennen gegeeven dat hij volstrekt buiten Staat was, zijne noodwendige verteeringe in Baaifals te kunnen goedmaken waarinne hij te vooren altoos door de fiscaals in der tijd was te gemoet gekoomen, met een bedraagen van Rd:s 100:- hem alleen voor het doen der nodige uitgaaven bij het waarneemen van zijn dienst in gemelde Baaï toegelegd, behalven nog een vaste toelaag van Rd:s 6:- S’ maands, alle uit de privé beurse derzelve fiscaals bekostigd.’

‘Dat egter deeze toelaage daadelijk, wanneer deinenuitgaande Rechten aan d E Comp:e zijn getrokken waaren opgehouden, en hij mitsdien in den voorleeden Jaare 1793 zonder iets anders dan zijne gewoone emolumenten of Randsoen van d’ E: Comp:ie te genieten, den dienst aldaar hebbende moeten presteeren, in de noodzakelykheid was gebragt, om eene zijner Slaaven per vendutie te doen verkoopen, ten eïnde daaruit zijne in’t gemelde Jaar aldaar gedaane verteeringen goed te maaken; met beede, om tog door de eene of anderen weg hierinne te worden gesoulageerd.’

‘Daar ‘t nu WelEdele Groot achtb: Heer en E Achtbaare Heeren bekend is, dat de Inkomsten van ‘t officie fiscaal thans ter nauwer nood gezegt kunnen worden eene Subsistentie voor dat ampt zelve op te leeveren, en er dierhalven den gemelde zeer sobere inkomsten tot voorsz:e of dergelijke eijndens niets kan worden afgestooken, zoo vind de Vertoonder zich verpligt, als bij nauwkeurig onderzoek zoo van de waarheid der door gemelde S’ Heeren geweldiger gedaane opgaaf, als van de Reedelijkheid van zijn verzoek overtuigd zijnde, dit een en ander te brengen ter kennisse van UWelEdele Groot Achtb: en E E Achtbaarens met eerbiedig verzoek, daarinne op de best mogelijke wijze zodanig te willen remedieeren als UWelEd: Groot achtb: en E E Achtb: in billijkheid zullen vinden te behooren.’

‘’T Welk doende &c:a’

’/:get:/ W: F: V: Ryneveld.’

en is na deliberatie over dezelve Requeste, en bij overweeging van de onmogelijkheid dat zo wanneer de Geweldiger en Dienaaren der Justitie welke volgens gewoonte wederöm in deeze kwaade Mousson naar Baaïfals afgezonden zijn om aldaar voor alle ongepermitteerde handel en het onderhouden van goede ordre te waaken, niet eenig dedomagement wierd toegelegd voor het missen van de douceurs welke aan hen door de repective Fiscaal uit de Inkomsten der douäne voorheen is gegeeven, deeze menschen in gezegde Baaï van hunne geringe bezoldiging zouden kunnen bestaan en men dus ook niet van hem zou kunnen verwachten die activiteit en trouwe waardoor de belangens der Compagnie kunnen worden bevorderd, goedgevonden en verstaan den ad interim Fiscaal te qualificeeren en te authoriseeren, zo als dezelve geauthoriseerd en gequalificeerd word bij deeze, omme nu en voortaan aan de Geweldiger en twee dienaaren welke S’ Jaarlijks geduurende de kwaade Mousson in Baaifals moeten verblyven om voor alle verbooden handel en s’ Comp:e inkomsten van de douane te waaken, geduurende hun aanweezen aldaaar S maandelijks uit de Inkomsten der douane af te geeven Rd:s 10:- om onder hen op zodanige voet as hij billijk zal oordeelen te worden verdeeld, om het geen hy aan hen desweegens zal uitkeeren van zijn Reekening over de ontfangst van inkomende en uitgaande rechten te decorteeren.

De Burger Arend van Wielligh, als aanneemer der leverantie van het voor S Comp:e Scheepen benodigd Brood, Meel en beschuit aan deeze Regeering gericht hebbende het volgend Request.

Aan den WelEdele Grootachtb: Heer Abraham Josias Sluijsken Raad Ordinair van Nederlands India, & Commissaris over het Gouvernement van Cabo de Goede Hoop & beneevens den Ed: Achtb: Raade van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en Ed: Achtb: Heeren!’

‘Geeft met alle verschuldigde Eerbied te kennen, UWer WelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer gehoorzaame & onderdanige dienaar Arend van Wielligh als aanneemer der Leverantie van’t voor de Comp:e benodigd Brood, Beschuit & Meel.’

‘dat den Suppl:t alvoorens deeze leverantie aan te neemen, zig heeft geinformeerd gehad hoe veel meel gewoonlijk volgens S’ Compagnies Instructie aan ieder haarer Scheepen behoord te worden verstrekt en vernoomen, dat aan geen anderen dan aan de Retourscheepen eenige verstrekkingen van Meel wierden gedaan, ende zulks enkel en alleen in steede van de by S E Compagnies bepaalde ordres bepaalde Een Achtste last Tarw voor ieder hondert man tot voeder van het pluim Vee, dat den Suppl:t na deeze informatie verkreegen, en gecalculeerd hebbende dat de Leverantie van Meel, aan S Comp:e Bodems, bij de Conditie van aanbesteeding bedongen nimmer als een object kon worden beschouwd dus ook geen zwarigheid heeft gemaakt, om de Leverantie van de voor S Comp:e Scheepen benoodigde gemaale Tarwe aan te neemen, voor Vier en Twintig Stuivers de hondert ponden, die door hem volgens de bepaalde prijs der Tarwe aan Comp:e word betaald teegens ruim Twee Rijksdaalers; dat den Suppl:t dus ook deeze Leverantie tot zulk een lage prijs niet zoude hebben aangenoomen, zoo hij niet in de vaste verzeekering hadde geverseerd dat van de zoo even aangehaalde geordonneerde verstrekking van Tarwe, Meel ten behoeve van S Compagnie’s passeerende Bodems geen verandering ter præjuditie van den Suppl:t zoude worden gemaakt, dat Echter in de Jongst verloope Maand April aan de als toen aanweezende en vervolgens van hier vertrokke Acht uitkomende Scheepen door den Suppl:t volgens de op hem verleende ordonnantien, heeft moeten werden verstrekt Ruim Zeventhien duijzend Ponden meel, dewelke hebben moeten strekken, in Steede van zodanige quantiteiten Rijst of Gort, die bij ontstentenis van beide Articuls niet aan gedachte uitkomende Scheepen hebben kunnen worden afgegeeven, en dat dus den Suppl:t onder Eerbiedige correctie vermeend, dat deeze door gebrek aan iets anders, en dus door nood ontstaane verstrekking behoord te worden geconsidereerd als niet tot het Contract van den Suppliant gehoorende, maar tot zodanige andere Extraordinaire Verstrekkingen van Meel als waar voor UWelEdele Groot Achtb: en Ed: Achtb: den Suppliant drie Rijksdaalers voor de Een Hondert Sestig Ponden hebben gelieven toe te leggen.’

‘Reedenen omme welke den Suppliant zich is keerende tot UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: ootmoedig verzoekende, om zo voor ‘t tegenswoordige als voor ‘t vervolg te willen bepaalen, dat al ‘t Meel ‘t welke door den Suppl:t aan S Comp:e uitkomende Scheepen zal moeten worden geleeverd, aan hem zal worden betaald teegens drie Rijksdaalers de mud van Een hondert en Sestig ponden’

‘’T welk doende &c:a’

’/:get:/ A:d V: Wielligh.’

zo is na deliberatie over dezelve requeste en bij overweeging dat of schoon by de Conditien van aanbesteeding geene bepaling is gemaakt van de quantiteiten Meel die aan S Compagnies Scheepen zou moeten worden geleeverd, ‘t nochtans zeeker komt te zijn dat bij S Compagnies ordres omtrent het victualieeren haarer Bodems deeze verstrekkingen niet worden geordonneerd, en dus van den Aanneemer ook geene andere Leverantiën van gemaale Tarwe voor de Scheepen behoord te worden gevergd als ‘t geen volgens de bepalingen tot Voeder voor ‘t Vee aan de repatrieerende Scheepen moet worden afgegeeven als ingevalle het gebrek aan Rijst en Gort zo als omtrent de onlangs van hier gedepecheerde uitkoomende Scheepen heeft plaats gehad, noodzaaklijk maakt de verstrekkingen deezer beide Articuls voor zoo veel mogelijk die van Meel te Suppleëeren, en’t dus een reëele onbillijkheid zoude zijn den Aanneemer die op deeze onvoorziene en door gebrek aan ‘t geen volgens de ordres behoord te worden afgegeeven, alleen gewettigde verstrekkingen onmogelijk heeft kunnen calculeeren, onder de verpligting te leggen deeze extraordinaire verstrekkingen van Meel te doen voor de beuzelachtige prijs van Vier-en-twintig Stuivers t Cento, waartoe hij zich voor de gewoone geringe verstrekkingen heeft verbonden, goedgevonden en dienvolgens beslooten, omme aan den gezegde Aanneemer van Wielligh, het Meel door hem aan S Compag:s uitkoomende Scheepen in steede van Rijst en Gort en dus extraordinair geleeverd te doen betaalen tegens de prijs hem voor alle van zijn Contract afwijkende leverantien toegelegd, en dus tegens Rd:s 3:- de Mud van 160 lb, waarbij hij ter nauwernood Schadeloos kan worden gereekend, dewijl een Mud Tarwe door hem met Rd:s 2 2/3 aan de Comp:ie betaald moetende worden, opgelegd, vermaalen en geleeverd werdende hem gewisselijk deeze bepaalde prijs komt te kosten, zullende echter gemelde van Wielligh door deeze beschikkingen, voornamentlijk gemaakt om in Aanbesteeding waarbij de Compagnie zulke aanzienlijke voordeelen behaald als door het Contract met hem beslooten worden aangebracht, de Aanneemers van de zijde der Maatschappij navolgens de Stipte regulen van billijkheid te handelen, geensints moogen afleïden eenige de allerminste verandering of alteratie in het door hem aangegaane verbindtenissen, maar na luid van dezelve tegens de door hem bedongen prijs van 24 Stuivers moeten voortgaan om aan S Compagnies zo repatrieerende als uitkomende Scheepen, het benodigt Meel te leeveren, ten zij deeze Regeering uit bïzondere consideratie en ùit hoofde van onvoorziene omstandigheeden zo als thans noodzaaklijk is geweest, hem daarvoor eene hooger prijs toe te leggen.

Landdrost en Heemraaden der Colonien Stellenbosch en Drakenstein aan wien by besluit deezer tafel van den 14:e Maart jongstleeden is gedemandeerd den Raade te berichten, over de Requesten van Cornelis Swart en Johannes Blom de Oude als toen ingedient en bij de Resolutien van dien dag ingeschreeven houdende verzoek omme uit hoofde van hunne allezints armoedige omstandigheeden voornamentlijk door eene verschrikkelijke overstrooming hunner plaatsen veroorzaakt, te moogen worden bevrijd van de betaaling der daaröp hechtende achterstallige Recognitie penningen, hieröver ingedient hebbende het volgend bericht.

Aan den WelEdelen Groot Achtbaaren Heer Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlandsch Indie mitsgaders Commissaris over het Gouvernement Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a benevens den WelEdele Achtb: Heer Gezachhebber en de WelEdele Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot achtb: Heer! E E Achtbaare Heeren!’

‘Ingevolge en ter Plichtschuldige voldoening aan UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer geEerde Extract Resolutie Sub dato 14 Maart J: L: genoomen op de van weegens de burgeren Cornelis Swart en Johannes Blom de Oude in Hoogstdezelver Raade gepræsenteerde Requesten, hebben de ondergeteekendens de Eer UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: hieröp in alle Eerbied te berichten.’

‘Dat behalve de Schade welke de overstroming in de Maand Maart des Jaars 1791 aan de Ingezeetenen welke aan de kars- Steenboks- en Nieuwe Jaars rivier woonen in het algemeen heeft toegebracht aan zommige der ondergeteekendens uit de overgebleevene teekenen van verwoestinge door de voorsz:e overstrooming veroorzaakt, in de maand April daaraanvolgende overbodig bekend geworden dat de burgeren Johannes Blom de Oude en Cornelis Swart onherstelbaare Schaade zo door instorting van Zommige gebouwen als het verongelukken van derzelver Vhee hebben geleeden; gevolglijk de Reedenen en gronden bij de requesten van voorm:e Blom en Swart geallegueerd, gefundeert zijnde, de ondergeteekendens dan ook aan de Goedgunstigheid van UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zig verpligt achten te moeten overlaaten zodanige favorable dispositie op de bovengemelde requesten te neemen als Hoogstdezelve zullen gelieven goed te vinden.’

‘De ondergeteekendens deeze laatende dienen voor needrig bericht neemen overigens de vrijheid met diepst Respect zig te onderteekenen, als’

‘WelEdele Groot Achtb: Heer, E E Achtbaare Heeren!’

‘UWelEdele Groot Achtb: en E Achtb: zeer Onderd: en gehoorzaame dienaaren’

’/:get:/ H: L: Bletterman P: G: Wium S: W: V: d: Merwe J:b Eksteen Pieter Roux A: C: V d:r Bijl S: J: Cats A: D: Villiers j:n Z’

‘In Heemraads vergadering aan Stellenbosch d: 5:e Maij 1794.’

zo is bij overweeging dat al ‘t geene door de Supplianten bij hunne gezegde Requeste is bijgebracht, geheel overeenkomstig de waarheid komt te zijn, en zij zich dus buiten hun toedoen in de bitterste armoede vinden gedompeld, goedgevonden en dienvolgens beslooten, den Heere Boekhouder van S Lands generaale Inkomsten te qualificeeren en te authoriseeren, zo als zijn Ed: geautoriseerd en gequalificeerd word bij deeze, omme de door gezegde Swart en Blom aan de Compagnie verschuldigde achterstallige Recognitie penningen tot Ultimo Augustus jongstleeden bij de Boeken afte schrijven, ten einde dezelve Boeken daardoor almeede te zuiveren van eene pretentie ten behoeven der Compagnie, waarvan zij uit hoofde van ‘t volstrekt onvermoogen der gedachte persoonen doch nimmer iets zou kunnen trekken, met recommandatie aan de gezegde Blom en Swart te zorgen dat bij ‘t vervolg de verloopene Recognitie hunner plaatsen Jaarlijks behoorlijk en prompte worde voldaan.

Hierna is getreeden ter resumptie van een Vertoog door den Heere Gezachhebber in zijn Ed: qualiteit als Hoofdadministrateur aan deeze Raade gericht, en door zijn Ed: aan den edelen Heere Commissaris gepræsenteerd luidende dat vertoog als volgd.

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer! Abraham Josias Sluijsken Raad ordinair van Nederlands India, mitsgaders Commissaris over ‘t Gouvernement van Kaap de Goede Hoop en den Ressorte van dien &c:a &c:a &c:a beneevens den WelEdele Heeren Raaden van Politie

‘WelEdele Groot Achtbaaren Heer! en WelEdele Heeren’

‘In den Jaare 1788 den Bode van Politie Claas Jacob Claassen alhier zynde komen te overlijden, waaren te dier tijd nog onder deszelfs weduwe ter incasseering ten behoeve van de E:s Compagnie berustende; verscheide vendubrieven, staande ter verantwoording zo van den gerepatrieerden Heer SeCunde Hakker, als van den ondergeteekende.’

‘De bedroefde Staat waarin de gemelde Weduwe van Claas Jacob Claassen zig bevond en de notoire onmogelykheid welke er plaats had, dat gedagte Weduwe in de invordering der gemelde vendubrieven zoude kunnen gebruik maaken van ‘t regt van parate executie teegens de debiteuren, permoveerde de ondergeteek: na meenigvuldige verzoeken door gemelde Weduwe gedaan, en om waare ‘t doenlijk alle Schaden af te wenden, op Jacobus Vercueil, als procureur fungeerende, te passeeren eene procuratie; welke Vercueil zig dan ook bij de gemachtigden van gemelde Weduwe hebbende vervoegd, uit handen van dezelve ter incasseering, ten behoeven van de Ed: Compagnie aan Vendubrieven heeft ontfangen Rd:s 6415:1: waarvan hij eenige hebbende geincasseert, daardoor onder zijne Custodie of bewaring heeft bekoomen een Somma van Rd:s 2267:-:-‘

‘Dat daarop den Boedel van den voornoemde Procureur Jacobus Vercueil zynde koomen Insolvent te worden, de ondergeteekende zig immediaat aan de Sequester van den Raad van Justitie heeft g’addresseerd, om de voorsz:e Som van Rd:s 2267:- beneevens de nog niet door hem geincassseerde vendubrieven, als niet behoorende tot de Massa des boedels van meergem:e Vercueil te erlangen om Reedenen, dat deeze Som en Vendubrieven onder gedagte Vercueil niet anders waaren gekoomen, dan in zijn Relatie als procureur en nimmer met zijne particuliere boedel konde werden gemelleert en in alle gevallen daarvan Separaat, en bij præferentie, zonder eenig bedenken uitgekeerd moesten worden.’

‘Gelyk dan ook welgemelde Raade van Justitie geene de minste Zwarigheid heeft gemaakt, om door de gestelde Sequester, de Voorsz:e nog ongeincasseerde vendubrieven die zo min als reeds geincasseerde penningen tot de boedel van Jacobus Vercueil behoorende of daarmeede konde werden gemelleerd, bij provisie te doen afgeeven.’

‘Dat, zo om de voormelde Reedenen, als om de voorsz:e demarche, ter Separatie uit den boedel van de voormelde Vendubrieven en het afgeeve van dezelve aan den Onderget:, de onderget: nimmer anders heeft kunnen verseeren dan in de billyke verwachting dat de Raade van Justitie, de Regtvaardige Vordering van den onderget: reeds hebbende gepenetreert, in geene de minste hæsitatie immer meer konde komen om de voorschr: geincasseerde Som van Rd:s 2267 meede niet te Considereeren als uit den boedel te moeten werden gesepareert en by preferentie aan den onderget: uitgekeerd; terwijl men in ‘t tegengestelde geval, van den beginne af aan, zoude hebben moeten Sustineeren dat de geextraheerde vendubrieven meede niet van de boedel gesepareerde afgegeeve moesten werde, maar als gelde en effecten behoorende tot de boedel van Jacobus Vercueil en alsoo ten behoeve van denzelven boedel moesten werden ingevorderd en ‘t montant in dezelve gebragt.’

‘Dan dat, niettegenstaande de respective aanmaaningen door den onderget:e gedaan en alle aangewende devoiren om aan deeze billyke en op Reeden en Recht Steunende vordering te voldoen, den onderget: ten aller onverwachtste heeft ondervinden, dat de voorsz:e om van 2267 Rd:s niet alleen meede niet van de Particulieren boedel van Jacobus Vercueil gesepareert, maar dezelve niet anders dan als een Concurrente Schuld des boedels was geconsidereert geworden; waar door niets van deeze gelde te hoope is.’

‘Dat ondertusschen de ondergeteekende de voormelde te rug bekoomene vendubriefjes ten bedraage van Rd:s 3198:3:- ter invordering heeft in handen gesteld van den Eerste bode van Politie Johannes de Clercq dezelve onder gebruik der efficatieuste middelen te vorderen, welke hier van dus ook een geringe Som ontfangen hebbende, vervolgens en wel korten tijd na ‘t aanstellen van UWelEdele Groot Achtb: tot Commissaris over dit Gouvernement aan de ondergeteekende heeft ter handen gesteld eene Lijst van persoonen, die hun debit niet konden voldoen, ‘t zij door hun overlijden, uitlandigheid, fallisementen als andersints, met declaratoir van voorzeide bode, dat hij zig buiten staat bevond om aan ‘t Serieus Requisit van den Ondergeteekende al verder te voldoen; gelijk den Onderget: dan ook immediaat daarop UWelEdele Groot acht: daarvan behoorlijke informatie heeft gegeeven en voorts daaren boven zig gaarne de moeite, al schoon te vergeefs heeft gegeeven, om zelve zig te informeeren of van deeze debiteuren nog iets te wagten zijn zoude’

‘Dat alverder uit de voorsz:e Lijst, welke zo wel als de vendubrieven hierneevens worde gevoegd, Consteert, dat onder de daarby vermelde Somma van Rd:s 1153:2:4: gevonden worden diverse vendubrieven van de van S Compagnies weegen gehoudene Vendutiën, als.’

‘Door den gerepatrieerde Heer Secunde Hacker.’


Waarvan de gewoone vier prC:t Salaris is betaald ter Somma van Rd:s 710:01:04
mitsgaders van de onbekwaame en tot de Extra ordinaire Negotie behorende goederen ten bedragen van d:o 309:03:-
  Rd:s 1019:04:04
En door den Onderget: van Onbekwaam en tot de extraordinaire Negotie behoorende goederen ten bedragen van d:o 133:06:-
Uitmakende de voorsz:e Somma van Rd:s 1153:02:04:-

Waarvan de gewoone vier prC:t Salaris is betaald ter Somma van Rd:s 710:01:04
mitsgaders van de onbekwaame en tot de Extra ordinaire Negotie behorende goederen ten bedragen van d:o 309:03:-
  Rd:s 1019:04:04
En door den Onderget: van Onbekwaam en tot de extraordinaire Negotie behoorende goederen ten bedragen van d:o 133:06:-
Uitmakende de voorsz:e Somma van Rd:s 1153:02:04:-

‘Omtrend welke eerste Post van Rd:s 710:1:4: zomwijlen, dog teegen verwachting, zoude kunnen werden gesustineert, dat, vermits de daaropgevallene Schade die Som door gem:e Heer Hacker of wel zijn gemachtigdens zoude moeten werden gededomageert en betaald.’

‘Edog ten reguarde van welke Sustenue zo die al gemaakt mogt werden, de Onderget: zich verpligt oordeeld te moeten Remarqueeren.’

‘Dat dezelve van alle fundament is ontbloot, en geen Steunsel hoe ook genaamt kan Vinden.’

‘Want ten tijde der bekoming van de Memorie van den WelEdele Groot achtb: Heer Daniel Nolthenius Raad extraordinair van Neerlands India Admiraal en Cheff over S Comp:ie Retourvloot, als Commissaris over dit Gouvernement tot narigt en observance nagelaaten, is bij dezelve gelijk uit eene hieraan geannexeerde extract blijkt, wel bepaald, dat den Ed: Secunde zoude genieten 4 p:rC:t van alle de bij publiecque verkoop winst geevende goederen, mits daar van Een p:rC:t uitkeerende aan den pakhuismeester en een Vierde p:rC:t aan den afslager, dog nimmer is daar aan, eenige verdere mits, of Conditien g’ accrocheerd, en althans die niet, dat den Ed: Secunde, voor’t genieten van dit gering douceur, zoude moeten respondeeren, en instaan vir de onevereedige importante Schaaden die, door wanbetaalingen, zoude kunnen werden veroorzaakt.’

‘En waarbij nog komt, dat zo als eens, des neen, de voorsz:e Sustenue eenig fundament kon vinden den geme:e Heer Hacker egter nimmer tot de volle voldoening van de voorsz:e Schade, op eenige Gronden van Rechten zoude kunnen werden geconstringeert.’


Want den Hoofdadminstrateur die daarvan geniet 2 p:tC:t
De Pakhuismeester 1 d:o
De pennisten van't NegotieComptoir 3/4 d:o
en den afslager 1/4 d:o

Want den Hoofdadminstrateur die daarvan geniet 2 p:tC:t
De Pakhuismeester 1 d:o
De pennisten van't NegotieComptoir 3/4 d:o
en den afslager 1/4 d:o

‘als dan ïeder pro rato van hun aandeel en genot in de 4 p:rC:t in die Schavergoeding zoude moeten draagen, terwijl in alle gevallen er nimmer eenige behoorlijke genoomene Resolutie kan geavanceert nog te berde gebragt werde, waarbij Consteert dat daartoe eenig oblige op hun is gelegd geworden.’

‘Terwijl omtrent de twee laaste posten als waarvan geen Salaris, door dien dezelve geen Winstgeevende goederen zijn, word genooten het Staan van delCredo geen plaats immer of ooit kan hebben en geene Vergoeding nog aan de predécesseur van, nog aan den Ondergeteekende kan worde g’imputeert of ten lasten werden gebragt.’

‘Den onderget: heeft zig verpligt geoordeeld om al ‘t voorsz:e te moeten brengen onder ‘t doorzichtig Oog van UWelEdele Groot achtb: en WelEdh:e met verzoek om daaromtrent zodanige voorsieningen en dispositie te doen en neemen, als hoogstdezelve zullen vermeenen te behooren.’

‘In ‘t Casteel de Goede Hoop den 5:e Meï 1794.’

’/:get:/ J: I: Rhenius’

na lecture van welk vertoog en aandachtige deliberatie over ‘t zelve, aanvanklijk is beslooten aan den Raade van Justitie te doen toekoomen Extract uit gemeld Vertoog voor zo verre aangaat de beswaaren door den Heere Gezachhebber bijgebracht, dat den Raade van Justitie wel als separaat in den insolvente boedel van den Procureur Jacobus Vercueil heef willen considereeren de daarïn gevondene Vendubrieven door den Heere Gezachhebber, aan hem Vercueil ter incasseering toebetrouwd, doch geensints als zodanig heeft aangemerkt het bedraagen van Rd:s 2267:- door den gemelde Procureur voor zijne faillite aan Vendupenningen ingevorderd en onverantwoord en dus ook onuitgekeerd gelaaten, met last en bevel aan welgemelde Raade van Justitie deeze Regeering daarover te dienen van derzelver consideratien en bericht.

Dan nadien uit het gemeld Vertoog van den Heere Gezachhebber komt te consteeren dat de Vendubrieven op zijn Ed: bevel door den Procureur Vercueil van de Weduwe wijlen den Bode van Politie Claas Jacob Claassen opgeeischt en ontfangen, hebben bedraagen eene Somma van Rd:s 6415:1:- mitsgaders dat daarvan door gemelde Vercueil is geincasseerd geworden een Bedragen van Rd:s 2267:- waardoor dus door den Raade van Justitie, ingevolge het dispositief waarvan den Heere Gezachhebber gewag komt te maaken, aan zijn Ed: hadt behooren te worden te rug gegeeven een montant van Rd:s 4148:1:- aan Vendubrieven, en nochtans door den Heere Gezachhebber word gesegd dat slechts voor Rd:s 3198:3:- aan Vendubrieven uit den insolventen Boedel van den Procureur Jacobus Vercueil door den Raade van Justitie aan zyn Ed: zyn gerestitueerd geworden, zoo zal den Heere Gezachhebber worden geïnjungeerd den Raade nader te berichten, wat ‘er geworden is van de Vendubrieven ten bedragen van Rd:s 949:6:- die volgens de eerste ontfangst door den Procureur Vercueil gedaan, de Somma welke door hem is ingevorderd en het bedragen t’ welk door den Raade van Justitie aan den Heere Gezachhebber wederöm is te rug gegeeven, zoude koomen te ontbreeken.

Uit voormeld Vertoog alverder gebleeken zijnde, dat zeedert lange door den tegenswoordigen Boode van Politie Jan de Clercq van de door den Heere Gezachhebber terug ontfangene Vendubrieven ten bedragen van Rd:s 3198:3:- een gedeelte is ingevorderd, zoo zal den Heere Gezachhebber worden geinjungeerd, dat dit bedraagen voor zo verre zulks mogt plaats hebben niet langer onder den gemelde de Clercq verblijve maar onmiddelijk in ‘S Comp:e Cassa worde overgebracht.

En vermits den Heere Gezachhebber bij zijn meermeld Vertoog betuigd zich zelfs te vergeefsch alle moeite te hebben gegeeven om zich te informeeren of van de debiteuren der thans overgelegde Vendubrieven ten bedragen van Rd:s 1153:2:4 en verdere resteerende nog iets te wachten zijn zoude, en’t den Raade bij inzien van dezelve Lijst te vooren is gekoomen dat onder deeze debiteuren onderscheidene voorkoomen die zich volkoomen in bonis bevinden en anderen waarvan, of schoon zijn overleeden dan wel vertrokken zijn, ‘t verschuldigde zou hebben kunnen worden ingevorderd, zo is goedgevonden en verstaan de dispositie omtrent deeze als nog in weezen zijnde onbetaalde Vendubrieven uitgesteld te laaten tot dat door den Heere Gezachhebber aan den Raade zal worden geproduceerd behoorlijke acte van devoir, ten blijke dat zijn Ed: langs de bepaalde en gewoone middelen, het nodige heeft aangewend de debiteuren tot de betaling te constringeeren, dan wel ‘t zij bij hun overlijden die van hunne testamentaire Executeurs ofte ex officie gerechtigde Boedelredderaars, en bij faillissement volgens de beschreevene wetten van den Raade van Justitie te vorderen, zullende voorts na dat alle de bij deeze gevorderde berichten en informatien zullen weezen ingekoomen over het meermaals genoemd Vertoog van den Heere Gezachhebber nader worden gedisponeerd.

Voorts wierd door den Heere Keldermeester Le Sueur voorgedragen dat zich in S Compagnies Wijnkelder bevind een partij van 46 geheel onbekwaame Leggers met verzoek dat dezelve ten spoedigste mogte worden verkogt om zijn Ed: daardoor in die administratie de zo hoognodige ruimte te bezorgen; waarover gedelibereerd zijnde, zo is goedgevonden en verstaan de gezegde Leggers op den 30:ste ofte 31:e deezer loopende maand Meï publiecq aan den meestbiedende te doen verkoopen bij geleegendheid dat ingevolge S’ Raads besluit van den 22:ste April jongstleeden onderscheidene verrotte en defecte Houtwerken zullen worden verkogt.

Laatstelijk wierd door den Edelen Heer Commissaris den Raade bedeeld, dat zijn Ed: dagelijks wierd vermoeielijkt door onderscheidene Veefokkende opgezeetenen die het bedraagen van ‘t Vee door hen aan de Slachters geleeverd, bij hun komst aan de Kaap niet kunnen ontfangen, uit hoofde dat of schoon bij de van dat vee verleende Koopbriefjes geen tijd van betaaling was bepaald, de Slachters nochtans meestal koomen te avanceeren dat zy hunne knechts ordres hadden gegeeven geen Vee teegens contante betaaling ofte zo als gewoonlijk heeft plaats gehad op vertooning van de Koopbriefjes te koopen maar alleen betaalbaar op gezette termijnen, zodanig dat zij eerst door hunne knegts van de inkoopen door hen gedaan zouden kunnen worden geinformeerd, en is bij overweeging wat behoorde te worden gedaan om misverstanden van dien aart die altoos of tot schaade van de Slachters of tot die van de Veefokkende opgezeetenen moeten keeren, eens en vooräl uit den weg te ruimen, goedgevonden te bepaalen en te Statueeren, zo als gestatueerd en bepaald word bij deeze, dat alle zo met de Compagnie gecontracteerde als particuliere Slachters die voortaan hunne knechts zullen afzenden om in de buitendistricten Vee op te koopen, gehouden en verpligt zullen zijn dezelve hunne knechts te voorzien van een order dan wel te gelasten om in de Contracten of briefjes welke zij van het door haar gekogte Vhee aan de Landlieden passeeren en ter hand stellen altoos bekend te Stellen de conditiën of bepaalingen wanneer de betaaling van het ingekogte Vee zal moeten geschieden, ‘t zij ‘t zelve volgens aloud gebruik op vertooning der koopbriefjes dan wel op termijnen of zeekere bepaalden tijd zal worden voldaan, zullende den Raade van Justitie deezes Gouvernements mitsgaders Commissarissen van civile zaaken worden geautoriseerd zo als dezelve geautoriseerd worden by deeze omme alle zodanige drie Maanden na dato deezer gedagteekende quitanciën ofte koopbriefjes van gekogt Vee als aan hen respective zullen worden overgelegd, om langs de gewoone weegen en middelen van rechten dies voldoening te erlangen en waarbij geene bepaling omtrent de betaaling is vermeld, te considereeren als op vertooning betaalbaar, omme daaröp als zodanig recht te doen, en zal van dit besluit bij publicatie en afixie van Billetten aan het publiecq de nodige kennisse worden gegeeven.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In ‘t Casteel de Goede Hoop, Ten daage en Jaare voorschreeve.

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: J: LeSueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] My present G: F: Goetz Secret:s

C. 223, pp. 299-310.

Maandag den {17940519} 19:e Meï 1794.

‘S Voormiddags, present de edelen Heer Commissaris, beneevens den Heere Gezachhebber en de Heeren Leeden Le Sueur, de Wet en Bergh.

Na resumptie der Resolutien op den 16:e deezer genoomen, wierd door den edelen Heer Commissaris den Raade gecommuniceerd dat op eergisteren in Baaifals zonder eenige dooden of zieken en overigens in zeer goede Staat was g’arriveerd ‘S Compagnies Pacquetboot de Zeemeeuw en teffens ter tafel geproduceerde de Missive door de illustre Vergadering van zeeventienen aan dit Gouvernement Sub dato 11 Januarij deezes Jaars gericht, en per evengemeld Vaartuig afgezonden, welke Missive geleezen zijnde, zo is aanvanklijk beslooten omme van de daarbij vermelde positive beveelen en gemaakte beschikkingen Extracten af te geeven aan de Hoofden der Onderscheidene Comptoiren en Chefs der respective departementen voor zo verre een ieder hunner aangaat terwijl den Raade met bijzonder genoegen hebbende moogen verneemen dat de meeste der handelingen waarvan zij aan Heeren Majores verslag heeft gedaan hoogstderzelver goedkeuring hebben mogen wegdraagen, ter voldoening aan ‘t geen de illustre Vergadering van Zeeventienen bij de Vierde paragraaph hebben gelieven te vorderen de Gemachtigdens van de weduwe wijlen den Secretaris deezes Raads M:r Cornelis Van Aerssen by Extract deezer zullen worden geinjungeerd, omme nauwkeurig na te gaan of onder de nagelaatene Papieren van gemelde Secretaris Van Aerssen zich bevinden eenige origineele Stukken betrekkelijk tot de verrichtingen van de Heeren Militaire Commissarissen ten deeze Gouvernemente gedaan, omme over dit onderzoek den Raade te dienen van bericht, en daarbij teffens aan den Raade overteleggen zodanige der gemelde Stukken als door hen mogte worden gevonden, terwijl onder toezending van dat bericht teffens aan de Hoogedele Heeren Zeeventienen zal worden gesuppediteerd een Extract Register van alle zodanige papieren als zich met betrekking tot welgemelde militaire Commissie ter Secretarij van deezen Raade bevinden, met aantooning welke derzelve in origineel dan wel in copia zijn, en zullen de Hooggebiedende Heeren Majores daarbij nog eerbiedig worden geinformeerd dat de verzeekering waarin den Raade zich heeft bevonden dat door den meermelde Van Aerssen de gezegde Papieren ter Secretarije zijn geseponeerd geworden, zodanig als hij dezelve van de Heere Gouverneur Van de Graaff heeft ontfangen, den Raade te rug heeft gehouden na dezelve origineele stukken een Zodanig onderzoek te doen als thans ter ordre van hun WelEdele Hoog-achtb: word bewerkstelligd.

Ter pligtschuldige beantwoording aan de 10 paragraaph zullen de Hooggebiedende Heeren Meesteren worden bericht, dat den handel en vaart ‘S Compagnie’s weegen op de Plettenbergsbaai gedreeven, door de Hoogedele Heeren Commissarissen Generaal afgeschaft en aan particulieren overgelaaten zijnde, het Contract met de opgezeetenen over de leverantie van inlandsch Hout dus ook heeft moeten worden geannulleerd; dat dienvolgens, wanneer deeze handel wederom op nieuw mogt worden geentameerd ook met de opgezeetenen nieuwe overëenkomsten zouden moeten worden getroffen, welke den Raade zich vleid, dat met betrekking tot de prijzen even voordeelig zullen kunnen zijn als de oude prijzen, waarvan eene Specifiecque opgaave aan hun WelEdele Hoog-Achtb: zal worden aangebooden.

Ingevolge het geen de ilustre Vergadering van zeeventienen bij de 28:e paragraaph gelieven te vorderen, zal hoogstdezelve eerbiedig worden bericht, dat alle de daarbij vermelde Articuls koomen te zijn Producten van deeze Colonie, en is om bij het vervolg hierömtrent alle duisterheeden te ontruimen, goedgevonden en verstaan de Negotie overdrager te ordonneeren en te gelasten, zo als dezelve gelast en geordonneerd word bij deezen, omme bij de Cognoscementen over Goederen die van hier op vracht worden afgescheept verleend wordende, Specifiecq bekend te Stellen welke van die Goederen voortbrengsels deeze Colonie en welke uitheemsche koomen te zijn.

Van het Voorschrift ter bekoopering van S’ Compagnie’s Scheepen, bij de 56:ste paragraaph vermeld, zal Copia authentiecq worden afgegeeven aan den Equipagiemeester deezes Gouvernements Jan Arnoud Voltelen, met last en bevel om bij voorkomende geleegendheid zich daarna stipte te gedraagen.

De Hooggebiedende Heeren Majores bij de 57 paragraaph den Raade hebbende gelieven te bedeelen, dat de tijd van rélache voor S Comp:s passeerende Scheepen door hoogstdezelve in Baaifals was bepaald van den 10:e April tot Ultimo Augustus van ieder Jaar, met ordre omme in gemelde Baaï te doen extrueeren een diergelyk Magazijn tot berging van Equipagiegoederen als zich ter deezer Hoofdplaatse bevind; - en zo meede bij de 59:ste paragraaph hebbende gelieven te bedeelen om het depôt van het Regiment van Wurtemberg te voorzien van een convénabel Gebouw, om de nieuwe aangekoomen recruuten daarïn te bergen en zo lange te doen verblijven, tot dat zij met de volgende Scheepen van de Compagnie op een geschikte wijze verder naar Indiën zullen kunnen worden verzonden, zo is uit aanmerking dat beide deeze ordres zo bij de executie als in hunne gevolgen zeer kostbaar zullen moeten zijn en eene aanzienlijke vermeerdering van omslag na zich moeten Sleepen, door den edelen Heer Commissaris de deliberatie over dit een en ander tot eene nadere geleegendheid uitgesteld gelaaten.

Aan den eerwaarden kerkenraad der Hervormde gemeente alhier, bij besluit van den 21:e Maart jongstleeden gedemandeerd geworden zijnde, deeze Regeering te berichten op de requeste van den adjunct-organist Frans Grundler, bij de Resolutien van dien dag ingeschreeven, houdende verzoek omme uit hoofde van de meer en meer toeneemende onpasselijkheid van de Organist Modeman, tot organist te mogen worden aangesteld, met de daartoe staande Gagie, Emolumenten en Tractement, is door hunnen Eerwaardens daarover ingedient het volgend Vertoog.

Aan den WelEdele Groot achtb: Heer! Abraham Josias Sluijsken, Raad Ordinair van Neerlands India, mitsgaders Commissaris van dit Gouvernement en den Ressorte van dien etc: etc: etc: beneevens den WelEdelen Achtbaaren Heer Gezachhebber en WelEdelen Heeren Raaden van Politie.

‘WelEdele Groot Achtb: Heer! en WelEdele Achtbare Heeren!’

‘Het heeft UWelEdele Groot achtb: en WelEdele Achtb: behaagt aan Kerkenraade deezer steede ter hand te stellen een Request door den provisioneele Organist der hervormde gemeente alhier F: Grundler, aan Hoogstderzelver Vergadering geaddresseerd, beneevens het Extract Resolutie den 21:e Maart l:l: op het zelve genoomen, inhoudende den last om nauwkeurig te onderzoeken, en den Rade te berichten, of, en in hoe verre des Suppl:t gedaan verzoek, om als Organist effectief aangesteld te worden, zoude kunnen en behooren te worden voldaan.’

‘De kerkenraad heeft de Eer hieröp te rescribeeren, dat den teegenwoordigen Organist effectief Modeman door eene gevaarlijke ziekte in het waarneemen van zijn dienst belet geworden zijnde, deszelfs Werk door den Suppl:t verricht geworden is, hebbende er vervolgens destijds weïnig reede plaats gehad om op de herstelling van voorm:e Modeman te hoopen en het derhalven nodig geoordeeld geworden is zoo wel voor de provisioneele waarneeming van deeze post, als de bekwaame vervulling van dien te zorgen’

‘Weshalven het bij Request volgens Hoogstderzelver politiecq besluit geaccordeerd geworden is, den Suppl:t zonder eenig beswaar van de Comp:e tot adjunct Organist aan te stellen; zijnde, hem in dat geval door den kerkenraad een maandlijks douceur van twintig Guldens toegelegd; zoo dat laatstgemelde Raad aan UWelEdele Groot achtb: en WelEd: Achtb: de wijze Schikking omtrend des Suppl:ts gedaan versoek gedefereerd zal moeten laaten, ten zij /:onder Hoogstderzelver gunstige welduiding, de gagie en emolumenten welke door den Organist effectief Modeman, Schoon door ziekelijke omstandigheeden buiten Staat zijnde en steeds blyvende tot het waarneemen van zijn dienst, op den duur genoten wordende, onder hun beïden het zij voor de helft, of zoo als Hoogstdezelven zullen gelieven te bepaalen, verdeeld wierden.’

‘En hiermeede deeze eïndigende, neemen de Ondergeteekendens de vrijheid met verschuldigt Respect zich te noemen.’

‘WelEdele Groot achtbaare Heer! en WelEdele Achtbare Heeren!’

‘UWelEd: Groot achtb: en WelEd: Achtb: onderd: en gehoorzaame dienaaren den kerkenraad deezer Steede Uit naam & last van kerkenraade voornoemd’

’/:get:/ J:b V:D:Waereld Scriba’

en na deliberatie over ‘t zelve Vertoog goedgevonden en verstaan zich met ‘t daarbij geadviseerde volkoomen te Conformeeren, zullende dienvolgens de Gagie en Emolumenten tot nu toe door den Organist Modeman genooten voortaan tusschen hem en zijn gemelde Adjunct Grundler moeten worden verdeeld, tot tijd en wijlen gemelde Modeman zijn ontslag zal verzoeken en hierdoor dan wel door zijn overlijden geleegendheid zal zijn den meergenoemde Frans Grundler tot Organist effectief aan te stellen.

Laatstelijk wierd door den edelen Heer Commissaris den Raade bedeeld, dat zijn Ed: uit hoofde van de allezints zorgelijke omstandigheeden waarïn men zich ten deeze Gouvernemente bevind, noodzaaklijk hadt geoordeeld het Garnisoen in Baaïfals te versterken, en dienvolgens ter aflossing van de weïnige Militairen welke zich aldaar bevinden derwaards hadt afgezonden 5 Officieren, 5 Sergeants, 8 Corporaals, 3 Tambours en 109 Gemeene zo Infanteristen als Artilleristen, omme aldaar geduurende een maand te verblijven, om als dan door een gelyk getal afgelost te worden.

Aldus Geresolveerd ende Gearresteerd In t Casteel de Goede Hoop Ten daage en Jaare voorschreeve.

[Signed:] A: J: Sluijsken

[Signed:] J: I: Rhenius

[Signed:] J: J: Le Sueur

[Signed:] O: G: De Wet

[Signed:] E: Bergh

[Signed:] My present G: F: Goetz Secret:s